Volledig Communicatiegeoriënteerde Informatiemodellering ... - Sdu
Volledig Communicatiegeoriënteerde Informatiemodellering ... - Sdu
Volledig Communicatiegeoriënteerde Informatiemodellering ... - Sdu
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
<strong>Volledig</strong> Communicatiegeoriënteerde <strong>Informatiemodellering</strong><br />
Opgaven en casussen
<strong>Volledig</strong> Communicatiegeoriënteerde <strong>Informatiemodellering</strong><br />
Opgaven en casussen<br />
Marco Engelbart<br />
Rob Arntz<br />
Jorg Janssen
Omslagontwerp: Lex Straver BNO<br />
Redactie/dtp: mac13 Leiden/Utrecht<br />
1 e druk, 1 e oplage, 2001<br />
1 e druk, 2 e oplage, 2004<br />
© 2001, ten Hagen & Stam<br />
NUR: 992<br />
ISBN 90 4400 314 3<br />
Behoudens uitzondering door de wet gesteld mag zonder schriftelijke toestemming van de rechthebbende(n)<br />
op het auteursrecht, c.q. de uitgeefster van deze uitgave, door de rechthebbende(n)<br />
gemachtigd namens hem (hen) op te treden, niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd en/of<br />
openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of anderszins, hetgeen ook van<br />
toepassing is op de gehele of gedeeltelijke bewerking.<br />
De uitgeefster is met uitsluiting van ieder ander gerechtigd de door derden verschuldigde vergoedingen<br />
voor kopiëren, als bedoeld in artikel 17 lid 2, Auteurswet 1912 en in KB van 20 juni 1974 (Stb. 351)<br />
ex artikel 16b, Auteurswet 1912, te innen en/of daartoe in en buiten rechte op te treden.<br />
All rights reserved. No part of this publication may be reproduced, stored in a retrieval system, or<br />
transmitted in any form by any means, electronic, mechanical, photocopying, recording or otherwise,<br />
without the written permission of the publisher.
Inhoud<br />
Voorwoord 7<br />
Ten geleide 9<br />
Opgaven 11<br />
1 Verwoorden 11<br />
2 Classificatie en Kwalificatie 14<br />
3 Regenereren van feitexpressies uit een IGD 16<br />
4 Semantisch equivalente transformaties 18<br />
5 Uniciteitsregels 20<br />
6 Nominalisatietest 24<br />
7 Totaliteitsregels 28<br />
8 Overige beperkingsregels 31<br />
9 Afleiden relationeel schema 35<br />
10 Specialisatie 38<br />
<strong>Volledig</strong>e informatiemodelleringstrajecten 43<br />
1 Gemeenteraadsverkiezingen Oss 43<br />
2 Boetiek The Shirt Store 47<br />
3 Allround schaatskampioenschappen 49<br />
Casussen 52<br />
1 Urenregistratie 52<br />
2 Happy Travel 59<br />
Uitwerkingen Opgaven 69<br />
1 Verwoorden 69<br />
2 Classificatie en Kwalificatie 69<br />
3 Regenereren van feitexpressies uit een IGD 76<br />
4 Semantisch equivalente transformaties 76<br />
5
VOLLEDIG COMMUNICATIEGEORIËNTEERDE INFORMATIEMODELLERING • OPGAVEN EN CASUSSEN<br />
5 Uniciteitsregels 79<br />
6 Nominalisatietest 83<br />
7 Totaliteitsregels 86<br />
8 Overige beperkingsregels 84<br />
9 Afleiden relationeel schema 88<br />
10 Specialisatie 95<br />
Uitwerkingen <strong>Volledig</strong>e <strong>Informatiemodellering</strong>strajecten 105<br />
1 Gemeenteraadsverkiezingen Oss 105<br />
2 Boetiek The Shirt Store 115<br />
3 Schaatskampioenschappen 121<br />
Uitwerkingen Casussen 131<br />
1 Urenregistratie 131<br />
2 Happy Travel 144<br />
6
Voorwoord<br />
In het voorwoord van ons boek <strong>Volledig</strong> Communicatiegeoriënteerde <strong>Informatiemodellering</strong><br />
(FCO-IM) schreven we: de in dit boek beschreven manier van kijken<br />
naar het begrip informatie zal de tand des tijds voorlopig wel kunnen doorstaan.<br />
Inmiddels is het boek vier jaar op de markt met zeven oplagen en in het Nederlandse<br />
hoger onderwijs in gebruik bij informaticaopleidingen van ten minste tien hogescholen<br />
en twee universiteiten. Een Engelse vertaling is in gebruik bij ten minste<br />
twee internationale MSc-opleidingen in Nederland en bij diverse buitenlandse<br />
universiteiten.<br />
Minstens even belangrijk vinden we de erkenning die FCO-IM en het FCO-IM<br />
Casetool in het bedrijfsleven hebben gekregen: door veel bedrijven, waaronder<br />
systeemhuizen als Atos Origin BMS, is FCO-IM tot interne standaard gekozen<br />
voor hun database en datawarehouse projecten. Met name in deze laatste nieuwe<br />
tak van gegevensmodellering heeft FCO-IM zijn kracht inmiddels bewezen. Zo is<br />
bijvoorbeeld het volledige KLM-datawarehouse gebaseerd op een met FCO-IM<br />
gemodelleerd bedrijfsbreed datamodel. Door meester-analist Peter Alons werd<br />
een ‘framework voor single point of definition meta data beheer’ ontwikkeld dat<br />
is gebaseerd op de FCO-IM repository. In het kader daarvan is Atos Origin BMS<br />
Amsterdam in nauwe samenwerking met de Informatica Communicatie Academie<br />
van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen bezig tools te ontwikkelen voor de<br />
geautomatiseerde transformatie van FCO-IM modellen naar andere omgevingen:<br />
FCO-IM to ERM convertor (levert genormaliseerde ER-modellen) en StarBridge<br />
(levert gedenormaliseerde sterfamilies met conforme dimensies). De eerste<br />
prototypes van beide tools hebben inmiddels in bovengenoemd KLM-datawarehouse<br />
project hun bruikbaarheid bewezen. Tevens wordt stevig gewerkt aan<br />
versie 5.0 van het FCO-IM Casetool, waarnaar velen met verlangen uitzien.<br />
Ook werden we vaak benaderd voor opgaven en casussen met voorbeeldmatige<br />
uitwerkingen. Talloze keren hebben we opgavenbundels en/of casussen opgestuurd<br />
naar collegadocenten. Dat hoeft gelukkig nu niet meer. We zijn blij dat uitgever<br />
ten Hagen Stam ook daarin heeft willen voorzien.<br />
Marco, Jorg en Rob, bedankt dat jullie deze fakkel hebben overgenomen. Mooi<br />
werk!<br />
Wijchen, Nijmegen, Hilversum, 21 juni 2001<br />
Guido Bakema, Jan Pieter Zwart, Harm van der Lek<br />
7
Dankwoord<br />
Allereerst zijn we veel dank verschuldigd aan Jan Pieter Zwart. De door hem<br />
ontwikkelde opgavenbundel heeft als onmisbare basis voor dit boek gediend. We<br />
hopen dat we de precisie en de methodische correctheid die Jan Pieter eigen is,<br />
enigszins hebben kunnen benaderen.<br />
Ook willen we een woord van dank uitspreken aan Guido Bakema, de initiator<br />
van dit boek en belangrijke voortrekker van FCO-IM. Zijn bevlogenheid heeft<br />
bijzonder inspirerend gewerkt. Daarnaast zijn enkele opgaven/casussen gebaseerd<br />
op eerdere versies van Guido.<br />
Juli 2001<br />
Marco Engelbart, Oss<br />
Rob Arntz, Amersfoort<br />
Jorg Janssen, Nijmegen<br />
8
Ten geleide<br />
FCO-IM is een krachtige methode voor informatiemodellering en relationeel<br />
database ontwerp. FCO-IM is gebaseerd op het inzicht dat informatiemodellering<br />
niet beoogt de werkelijkheid te zelf te modelleren, maar de communicatie over de<br />
werkelijkheid. Informatiesystemen zijn immers hulpmiddelen om de communicatieprocessen<br />
in bedrijven en organisaties te ondersteunen.<br />
Dit boek bevat opgaven en casussen bij de methode FCO-IM en is bedoeld om te<br />
gebruiken bij het boek ‘<strong>Volledig</strong> Communicatiegeoriënteerde <strong>Informatiemodellering</strong>’<br />
van Guido Bakema, Jan Pieter Zwart en Harm van der Lek, ISBN 90-267-<br />
2316-4.<br />
Het hoofdstuk Opgaven van dit boek bevat opgaven die zich toespitsen op één<br />
stap uit het analyseproces, bijvoorbeeld classificatie en kwalificatie, het bepalen<br />
van uniciteitsregels of het afleiden van een relationeel schema. Het hoofdstuk<br />
<strong>Volledig</strong>e <strong>Informatiemodellering</strong>strajecten bevat opgaven waar een volledige<br />
informatieanalyse, van classificatie en kwalificatie tot en met het afleiden van het<br />
relationeel schema, moet worden verricht aan het bij de betreffende opgave<br />
geschetste communicatiedomein. Deze domeinen zijn relatief beperkt van omvang.<br />
In het hoofdstuk Casussen komen twee grotere casussen aan bod.<br />
Het boek bevat uitgebreide uitwerkingen. We hechten veel belang aan de voorbeeldwerking<br />
die daarvan uitgaat. Van de tweede casus van het hoofdstuk Casussen<br />
is met opzet geen uitwerking opgenomen. Zo kan deze casus binnen een cursus<br />
<strong>Informatiemodellering</strong> als ‘proeve van bekwaamheid’ dienen.<br />
De methode FCO-IM wordt ondersteund door het FCO-IM Casetool, ontwikkeld<br />
door Ascaris Software. We raden aan om bij de opgaven van het hoofdstuk Opgaven<br />
altijd eerst een uitwerking met de hand te maken voordat je het FCO-IM Casetool<br />
gebruikt. Om de methode goed in de vingers te krijgen is het namelijk erg belangrijk<br />
om elk van de stappen goed te oefenen.<br />
Bij de opgaven en casussen van de hoofdstukken <strong>Volledig</strong>e <strong>Informatiemodellering</strong>strajecten<br />
en Casussen van dit boek is het FCO-IM Casetool een welkome en zelfs<br />
onmisbare ondersteuning.<br />
9
Opgaven<br />
Inleiding<br />
Dit hoofdstuk bevat opgaven die zich toespitsen op één stap uit het analyseproces.<br />
Elk van de paragrafen van dit hoofdstuk sluit aan bij een of meer paragrafen van<br />
het theorieboek ‘<strong>Volledig</strong> Communicatiegeoriënteerde <strong>Informatiemodellering</strong>’.<br />
Hieronder staat de samenhang beschreven.<br />
paragraaf onderwerp<br />
paragraaf theorieboek<br />
1 verwoorden 2.3<br />
2 classificatie en kwalificatie, voorlopig IGD 2.4 en 2.5<br />
3 regenereren van feitexpressies uit een IGD 2.6 en 2.10<br />
4 semantisch equivalente modelleringen 2.7<br />
5 uniciteitsregels 3.2<br />
6 nominalisatietest 3.3<br />
7 totaliteitsregels 3.4<br />
8 overige beperkingsregels 3.1, 3.5, 3.6 en 3.7<br />
9 afleiden van een relationeel schema 4.1, 4.2, 4.3 en 4.4<br />
10 specialisatie 6.1 en 7.1<br />
1 Verwoorden<br />
Verwoord bij de volgende opgaven elementaire feiten van de voorbeelddocumenten.<br />
Daarbij volstaat het om van elk feittype twee feiten te geven.<br />
Opgave 1.1 Internationale vliegafstanden<br />
Figuur 1.1 bevat informatie over internationale vliegafstanden. Verwoord deze<br />
informatie in elementaire feitexpressies.<br />
11
VOLLEDIG COMMUNICATIEGEORIËNTEERDE INFORMATIEMODELLERING • OPGAVEN EN CASUSSEN<br />
Opgave 1.2 Verkoopgrafiek<br />
Verwoord de informatie uit de grafiek in figuur 1.2. Geef elementaire feitexpressies.<br />
Opgave 1.3 Weerrapport<br />
Verwoord de informatie uit het weerrapport in figuur 1.3. Geef elementaire<br />
feitexpressies.<br />
INTERNATIONAL FLIGHT DISTANCES / INTERNATIONALE VLIEGAFSTANDEN<br />
non-stop<br />
vluchten waar mogelijk<br />
afstanden in Amerikaanse mijlen<br />
Amsterdam<br />
Londen<br />
Montreal<br />
Moskou New York<br />
Parijs<br />
Rome<br />
Sydney<br />
Tokio<br />
Amsterdam<br />
- 230<br />
3422<br />
1330<br />
3639<br />
261<br />
809<br />
13812<br />
9522<br />
Brussel<br />
98<br />
211<br />
3452<br />
1383<br />
3662<br />
170<br />
734<br />
13249<br />
9631<br />
Delhi<br />
4032<br />
5907<br />
9334<br />
2708<br />
9550<br />
5679<br />
3679<br />
7795<br />
4959<br />
Johannesburg<br />
6733<br />
6832<br />
10021<br />
6849<br />
9712<br />
6584<br />
4802<br />
9121<br />
10905<br />
Londen<br />
230<br />
- 3251<br />
1557<br />
3456<br />
209<br />
892<br />
13477<br />
9536<br />
Manila<br />
7796<br />
9564<br />
2332<br />
6906<br />
10368<br />
9336<br />
8536<br />
3892<br />
1862<br />
Montreal<br />
3422<br />
3251<br />
- 5259<br />
330<br />
3433<br />
4100<br />
12045<br />
8199<br />
Moskou<br />
1330<br />
1557<br />
5259<br />
- 5620<br />
1533<br />
1476<br />
11044<br />
4667<br />
New York 3639<br />
3456<br />
330<br />
5620<br />
- 3628<br />
4280<br />
12052<br />
8133<br />
Parijs<br />
261<br />
209<br />
3433<br />
1533<br />
3628<br />
- 688<br />
13249<br />
9771<br />
Rome<br />
809<br />
892<br />
4100<br />
1476<br />
4280<br />
688<br />
- 12450<br />
9840<br />
Sydney<br />
13812<br />
13477<br />
12045<br />
11044<br />
12052<br />
13249<br />
12450<br />
- 6904<br />
Tel<br />
Aviv 2059<br />
2222<br />
5472<br />
2290<br />
5672<br />
2044<br />
1409<br />
10634<br />
8029<br />
Tokio<br />
9522<br />
9536<br />
8199<br />
4667<br />
8133<br />
9771<br />
9840<br />
6904<br />
-<br />
figuur 1.1<br />
figuur 1.2<br />
12
OPGAVEN<br />
Weerrapport<br />
Dag<br />
8/3/2001<br />
9/3/2001<br />
10/3/2001<br />
Plaats<br />
Weer<br />
o<br />
C Weer<br />
o<br />
C Weer<br />
Amsterdam<br />
Arnhem<br />
Enschede<br />
Haarlem<br />
Regen<br />
11<br />
Regen<br />
10<br />
Buien<br />
11<br />
Regen<br />
11<br />
Regen<br />
11<br />
Buien<br />
11<br />
Regen<br />
11<br />
Bewolkt<br />
12<br />
Bewolkt<br />
12<br />
Regen<br />
11<br />
Regen<br />
10<br />
Regen<br />
10<br />
o<br />
C<br />
figuur 1.3<br />
2 Classificatie en Kwalificatie<br />
Opgave 2.1 Oefeningen<br />
Elk onderdeel van deze opdracht (a, b, c) betreft een apart Universe of Discourse<br />
(UoD). Bij elk onderdeel staan elementaire verwoordingen van een domeindeskundige<br />
en ook wordt enige toelichting gegeven. Verricht aan deze verwoordingen<br />
de classificatie- en kwalificatiestappen en teken daarna het voorlopige IGD<br />
dat uit de analyse volgt. Populeer de IGD’s met alle gegeven concrete voorbeelden.<br />
a<br />
“De auto met kenteken PP-KK-66 is van het merk DAF. De auto met kenteken<br />
FG-73-KS is van het merk Ambassador. De auto met kenteken FJ-25-08 is van<br />
het merk Trabant.”<br />
Toelichting: auto’s worden geïdentificeerd met een kenteken en merknamen<br />
identificeren merken.<br />
b “Er bestaat een afdeling IC. Er bestaat een afdeling Neurologie. Patiënt 364326<br />
is op 16/8/96 opgenomen op de afdeling IC. Patiënt 123456 is op 16/8/96<br />
opgenomen op de afdeling IC. Patiënt 333333 is op 28/7/95 opgenomen op de<br />
afdeling Neurologie.”<br />
Toelichting: patiënten hebben een uniek patiëntnummer en afdelingen een<br />
unieke afdelingsnaam.<br />
c<br />
“Er is een artikel 12. Artikel 12 kost €3.95 per stuk. Artikel 12 is een set<br />
stiften. Van artikel 12 is de huidige voorraad 521 stuks. Er is een artikel 61.<br />
Artikel 61 kost €6.95 per stuk. Artikel 61 is een set stiften. Van artikel 61 is de<br />
huidige voorraad 237 stuks. Er is een artikel 23. Artikel 23 kost €6.95 per<br />
stuk. Artikel 23 is een perforator.”<br />
Toelichting: men identificeert artikelen met een uniek artikelnummer. Daarnaast<br />
heeft men van elk artikel ook een omschrijving, zoals ‘perforator’. De verkoopprijs<br />
per stuk wordt van elk artikel geregistreerd en van de meeste artikelen<br />
ook de huidige voorraad.<br />
13
VOLLEDIG COMMUNICATIEGEORIËNTEERDE INFORMATIEMODELLERING • OPGAVEN EN CASUSSEN<br />
Opgave 2.2 Organogram<br />
Beschouw het concrete voorbeeld van de organogram in figuur 1.4.<br />
figuur 1.4<br />
Uit de verwoording door een deskundige gebruiker:<br />
“Hofman D A heeft supervisie over Velsen D.”<br />
“Velsen D heeft supervisie over Parel K.”<br />
Toelichting: werknemers hebben een unieke naam.<br />
Verricht aan deze verwoordingen de classificatie- en kwalificatiestappen en teken<br />
daarna het voorlopige IGD dat uit de analyse volgt.<br />
Opgave 2.3 Pieterpad<br />
Het Pieterpad is een bekende wandelroute van Pieterburen in Groningen naar de<br />
Sint Pietersberg bij Maastricht. De route bestaat uit 27 etappes verdeeld over twee<br />
trajecten. In figuur 1.5 zie je het etappeschema.<br />
14
OPGAVEN<br />
Traject 1:<br />
Etappe<br />
S tart- en Finishplaats<br />
Afstand (km)<br />
1 Pieterburen<br />
– Winsum<br />
11<br />
2 Winsum – Groningen<br />
18<br />
3 Groningen<br />
– Zuidlaren<br />
21<br />
4 Zuidlaren<br />
– Rolde<br />
16<br />
5 Rolde<br />
– Schoonlo<br />
19<br />
6 Schoonlo<br />
– Sleen<br />
22<br />
7 Sleen<br />
– Coevorden<br />
19<br />
8 Coevorden<br />
– Hardenberg<br />
20<br />
9 Hardenberg<br />
– Ommen<br />
22<br />
10<br />
Ommen<br />
– Hellendoorn<br />
20<br />
11<br />
Hellendoorn<br />
– Holten<br />
15<br />
12<br />
Holten<br />
– Laren<br />
15<br />
13<br />
Laren<br />
– Vorden<br />
14<br />
Traject 2<br />
Etappe<br />
S tart- en Finishplaats<br />
Afstand (km)<br />
1 Vorden<br />
– Doetinchem<br />
26<br />
2 Doetinchem – Hoog Elten<br />
19<br />
3 Hoog<br />
Elten – Millingen<br />
12<br />
4 Millingen<br />
– Groesbeek<br />
20<br />
5 Groesbeek<br />
– Gennep<br />
15<br />
6 Gennep<br />
– Vierlingsbeek<br />
17<br />
7 Vierlingsbeek<br />
– Swolgen<br />
21<br />
8 Swolgen<br />
– Venlo<br />
22<br />
9 Venlo<br />
– Roermond<br />
31<br />
10<br />
Roermond<br />
– Pey<br />
21<br />
11<br />
Pey<br />
– Sittard<br />
18<br />
12<br />
Sittard<br />
– Strabeek<br />
21<br />
13<br />
Strabeek<br />
– Maastricht<br />
11<br />
14<br />
Maasticht<br />
– Sint Pietersberg<br />
4<br />
figuur 1.5<br />
Een domeindeskundige heeft feiten uit dit schema verwoord in elementaire zinnen:<br />
”Etappe 4 van traject 1 begint in Zuidlaren.”<br />
”Etappe 4 van traject 2 begint in Millingen.”<br />
“Etappe 4 van traject 1 eindigt in Rolde.”<br />
“Etappe 4 van traject 2 eindigt in Groesbeek.”<br />
“Etappe 4 van traject 1 is 16 km lang.”<br />
“Etappe 4 van traject 2 is 20 km lang.”<br />
De feiten zijn reeds per feittype gerangschikt. Classificeer en kwalificeer deze<br />
feitexpressies. Teken vervolgens ook het voorlopig IGD.<br />
15
VOLLEDIG COMMUNICATIEGEORIËNTEERDE INFORMATIEMODELLERING • OPGAVEN EN CASUSSEN<br />
3 Regenereren van feitexpressies uit een IGD<br />
Opgave 3.1 Oefeningen<br />
Bij deze opdracht wordt per onderdeel een bevolkt IGD gegeven, met een omkaderd<br />
tupel. Regenereer voor elk omkaderd tupel via substitutie de volledige zin.<br />
a<br />
figuur 1.6<br />
b<br />
figuur 1.7<br />
c<br />
figuur 1.8<br />
16
OPGAVEN<br />
d<br />
figuur 1.9<br />
e<br />
figuur 1.10<br />
f<br />
figuur 1.11<br />
17
VOLLEDIG COMMUNICATIEGEORIËNTEERDE INFORMATIEMODELLERING • OPGAVEN EN CASUSSEN<br />
4 Semantisch equivalente transformaties<br />
Opgave 4.1 Levensverwachting<br />
Het concrete voorbeeld bij deze opgave (zie figuur 1.12) komt uit een boek met<br />
demografische gegevens. Neem aan dat op gezette tijden een update van deze<br />
gegevens gemaakt wordt (de levensverwachting nu is heel wat hoger dan een paar<br />
decennia geleden), maar dat na een update alleen de nieuwe gegevens van belang<br />
zijn en de vroegere waarden niet.<br />
Verwoording:<br />
“Een vrouw van 35 heeft een levensverwachting van 79.”<br />
“Een vrouw van 45 heeft een levensverwachting van 80.”<br />
“Een man van 65 heeft een levensverwachting van 79.”<br />
“Een man van 55 heeft een levensverwachting van 77.”<br />
Bij de classificatie- en kwalificatiestap is het mogelijk de analyse op drie verschillende<br />
manieren te doen, zoals ook in paragraaf 2.7 van het theorieboek besproken<br />
wordt.<br />
a<br />
b<br />
c<br />
Classificeer en kwalificeer deze feitexpressies zodanig dat er een ternair feittype<br />
ontstaat. Teken het voorlopig IGD.<br />
Classificeer en kwalificeer deze feitexpressies zodanig dat er twee binaire<br />
feittypen ontstaan en teken het voorlopig IGD.<br />
Classificeer en kwalificeer deze feitexpressies zodanig dat er een objecttype<br />
Categorie ontstaat. Een voorbeeld van een objectexpressie voor een object van<br />
objecttype Categorie: ‘een vrouw van 45’. Teken ook hiervoor het voorlopig<br />
IGD.<br />
18
OPGAVEN<br />
figuur 1.12<br />
19
VOLLEDIG COMMUNICATIEGEORIËNTEERDE INFORMATIEMODELLERING • OPGAVEN EN CASUSSEN<br />
5 Uniciteitsregels<br />
Opgave 5.1 Oefeningen<br />
Bij deze opgave wordt per onderdeel een IGD gegeven waarbij een van de feittypen<br />
nog geen uniciteitsregel(s) heeft. De uniciteitsregels over de rollen van deze feittypen<br />
moeten worden bepaald met gebruikmaking van een tabel met kolommen<br />
zoals afgebeeld in figuur 1.13.<br />
doel<br />
test UC<br />
o p rollen: tupel nr.<br />
feittype<br />
feittype-expressie<br />
tupels<br />
mogen<br />
t upels<br />
samen?<br />
a ntw. J/<br />
N<br />
conclusie<br />
figuur 1.13<br />
a Bepaal de unciteitsregel(s) voor het feittype Studieresultaat (zie figuur 1.14).<br />
Toelichting: een student, geïdentificeerd door voor- en achternaam kan voor<br />
verschillende vakken een cijfer behaald hebben, maar kan per vak één cijfer<br />
hebben.<br />
b Bepaal de unciteitsregel(s) voor het feittype Geboorte (zie figuur 1.15).<br />
Toelichting: van studenten worden het geboortejaar en de geboorteplaats<br />
vastgelegd.<br />
c Bepaal de unciteitsregel(s) voor het feittype Presentie (zie figuur 1.16).<br />
Toelichting: het UoD is hier een presentielijst. Een student kan bij een aantal<br />
modules aanwezig zijn geweest. Bijeenkomsten krijgen altijd een nummer,<br />
ook als er maar één bijeenkomst is bij een bepaalde module.<br />
figuur 1.14<br />
20
OPGAVEN<br />
figuur 1.15<br />
figuur 1.16<br />
21
VOLLEDIG COMMUNICATIEGEORIËNTEERDE INFORMATIEMODELLERING • OPGAVEN EN CASUSSEN<br />
Opgave 5.2 Gemeenteraadsverkiezingen<br />
In figuur 1.17 staan uitslagen van de gemeenteraadsverkiezingen van 4 maart 1998.<br />
Apeldoorn<br />
51703 inwoners<br />
Arnhem<br />
136242 inwoners<br />
Nijmegen 150375 inwoners<br />
Raad<br />
’ 98 Raad<br />
’ 94<br />
Raad<br />
’ 98<br />
Raad<br />
‘ 94<br />
Raad<br />
‘ 98<br />
Raad ‘ 94<br />
s tem z et.<br />
% % zet.<br />
s tem<br />
z et.<br />
% % zet.<br />
s tem<br />
z et.<br />
% % zet.<br />
Opkomst<br />
65176<br />
39<br />
55,<br />
3 61,<br />
9 39<br />
Opkomst<br />
56038<br />
39<br />
52,<br />
0 57,<br />
1 39<br />
Opkomst<br />
64191<br />
39<br />
53,<br />
6 56,<br />
- 39<br />
6<br />
CDA<br />
12327<br />
7 18,<br />
9 21,<br />
7 9 PvdA<br />
13067<br />
10<br />
23,<br />
3 22,<br />
1 9 CDA<br />
10855<br />
7 16,<br />
9 20,<br />
8 9<br />
VVD<br />
12704<br />
8 19,<br />
5 17,<br />
3 7 CDA<br />
7496<br />
6 13,<br />
4 16,<br />
8 7 PvdA<br />
13413<br />
8 20,<br />
9 20,<br />
0 8<br />
D66<br />
4956<br />
3 7,<br />
6 17,<br />
3 7 D66<br />
3602<br />
2 6,<br />
4 16,<br />
3 7 D66<br />
3830<br />
2 6,<br />
0 16,<br />
6 7<br />
PvdA<br />
12947<br />
8 19,<br />
9 17,<br />
1 7 VVD<br />
9018<br />
7 16,<br />
1 15,<br />
1 6 GRLINKS<br />
11848<br />
8 18,<br />
5 16,<br />
1 6<br />
GemBel<br />
7986<br />
5 12,<br />
2 8,<br />
8 3 GRLINKS<br />
5676<br />
5 10,<br />
1 10,<br />
3 4 SP<br />
10303<br />
6 16,<br />
0 11,<br />
2 4<br />
GRLINKS<br />
5861<br />
3 9,<br />
0 8,<br />
3 3 SP<br />
5548<br />
4 9,<br />
9 5,<br />
6 2 VVD<br />
8234<br />
5 12,<br />
8 10,<br />
3 4<br />
RPF/GPV<br />
4333<br />
3 6,<br />
6 6,<br />
3 2 Stadspar<br />
1903<br />
1 3,<br />
4 4,<br />
7 1 Groenen<br />
3423<br />
2 5,<br />
3 3,<br />
4 1<br />
SGP<br />
2264<br />
1 3,<br />
5 3,<br />
2 1 GPV/RPF<br />
1865<br />
1 3,<br />
3 3,<br />
2 1 AOV/U55+<br />
2285<br />
1 3,<br />
6 - -<br />
AOV/U55+<br />
1798<br />
1 2,<br />
8 - - CD<br />
357<br />
0 0,<br />
6 2,<br />
9 1 Overige<br />
94<br />
- - - 1,<br />
6 0<br />
AOV/U55+<br />
1184<br />
0 2,<br />
1 - -<br />
IdeALIST<br />
888<br />
0 1,<br />
6 - -<br />
BurgGroe<br />
941<br />
0 1,<br />
7 - -<br />
LstGlimm<br />
213<br />
0 0,<br />
4 - -<br />
ZdCentr<br />
4280<br />
3 7,<br />
7 - -<br />
Overige<br />
94 - - - 3,<br />
0 0<br />
figuur 1.17<br />
Het IGD in figuur 1.18 heeft betrekking op deze verkiezingen.<br />
Bepaal de uniciteitsregels voor het feittype Stemmenpercentage.<br />
figuur 1.18<br />
22
OPGAVEN<br />
Opgave 5.3 Megatop 100<br />
In figuur 1.19 zijn gegeven de overzichtjes van de Megatop 100, respectievelijk<br />
uitgezonden op 25 april en 2 mei 1998.<br />
Mega<br />
top 100 - 25/4/1998<br />
Mega top 100 - 2/5/1998<br />
1 Celine<br />
Dion<br />
My<br />
heart will go on<br />
1 Celine<br />
Dion<br />
My heart will go on<br />
2 Romeo<br />
3 K.<br />
Ci & Jojo<br />
4 S olid Harmony<br />
5 Destiny’<br />
s Child<br />
6 Madonna<br />
7 Venga<br />
Boys<br />
8 Volumia<br />
9 Spice<br />
Girls<br />
10<br />
Janet<br />
Jackson<br />
Coming<br />
Home<br />
2 K.<br />
Ci & Jojo<br />
All<br />
my life<br />
3 Romeo<br />
I want you to … 4 Volumia<br />
No<br />
no no<br />
5 Venga<br />
Boys<br />
Frozen<br />
6 Destiny’<br />
s Child<br />
Up<br />
and down<br />
7 DJ<br />
Visage<br />
Afscheid<br />
8 Madonna<br />
Stop<br />
9 S olid Harmony<br />
Together<br />
again<br />
10<br />
Total<br />
Touch<br />
All my life<br />
Coming Home<br />
Afscheid<br />
Up and down<br />
No no no<br />
Formula<br />
Frozen<br />
I want you to …<br />
I’ ll say goodbye<br />
figuur 1.19<br />
Een informatieanalist heeft voor deze informatie het voorlopige IGD uit figuur<br />
1.20 ontworpen.<br />
Bepaal de uniciteitsregels voor het feittype Hitparade.<br />
figuur 1.20<br />
23
VOLLEDIG COMMUNICATIEGEORIËNTEERDE INFORMATIEMODELLERING • OPGAVEN EN CASUSSEN<br />
6 Nominalisatietest<br />
In elke opgave van deze paragraaf wordt een voorlopig IGD gegeven dat het<br />
resultaat is van een informatieanalyse tot en met het bepalen van de uniciteitsregels,<br />
maar voordat de nominalisatietest is gedaan. In elk IGD moet nog minstens één<br />
nominalisatie uitgevoerd worden.<br />
Zoek het nominalisatiepatroon en voer de nominalisaties uit. Dit zal de oorspronkelijke<br />
classificatie en kwalificatie – die ook is gegeven – en misschien ook<br />
de communicatie zelf, veranderen; geef ook deze nieuwe classificatie en kwalificatie.<br />
Je mag aannemen dat de domeindeskundigen het eens zullen zijn met alle<br />
voorgestelde nieuwe objecttypen en noodzakelijke veranderingen in de verwoordingen<br />
(bijvoorbeeld: verandering van woordvolgorde om aaneengesloten nieuwe<br />
objectexpressies te krijgen).<br />
Opgave 6.1 Geldautomaten<br />
Het UoD betreft hier de bonnetjes van geldautomaten. Een geslaagde geldopname<br />
heet een transactie. Geldautomaten worden geïdentificeerd door een automaatnummer.<br />
Elke geldautomaat nummert zijn transacties opeenvolgend met een transactienummer.<br />
Merk op dat een transactienummer alleen dus niet een transactie<br />
identificeert (waarom niet?).<br />
24
OPGAVEN<br />
Classificatie en kwalificatie:<br />
figuur 1.21<br />
25
VOLLEDIG COMMUNICATIEGEORIËNTEERDE INFORMATIEMODELLERING • OPGAVEN EN CASUSSEN<br />
IGD inclusief UC’s:<br />
figuur 1.22<br />
Opgave 6.2 Bibliotheek<br />
Het UoD hier is een bibliotheek. Boeken hebben een identificerend boeknummer.<br />
De bibliotheek heeft vaak verscheidene exemplaren van hetzelfde boek. Elk<br />
exemplaar van een boek heeft daarom een volgnummer achter het boeknummer,<br />
zelfs als de bibliotheek maar één exemplaar van een boek heeft. Sommige<br />
boekexemplaren mogen niet uitgeleend worden, bijvoorbeeld omdat de bibliotheek<br />
altijd ten minste één exemplaar van een veelgebruikt naslagwerk beschikbaar wil<br />
hebben. Er zijn verschillende zalen in de bibliotheek. Voor elk boekexemplaar<br />
wordt vastgelegd in welke zaal het staat.<br />
26
OPGAVEN<br />
Classificatie en kwalificatie:<br />
figuur 1.23<br />
IGD inclusief UC’s:<br />
figuur 1.24<br />
27
VOLLEDIG COMMUNICATIEGEORIËNTEERDE INFORMATIEMODELLERING • OPGAVEN EN CASUSSEN<br />
7 Totaliteitsregels<br />
Opgave 7.1 Bereikbaarheid docenten<br />
De IGD’s van deze opgave hebben betrekking op gegevens over de bereikbaarheid<br />
(kamer, telefoon, e-mail) van docenten van een hogeschool.<br />
a Beschouw TC1 en TC2 in het IGD in figuur 1.25.<br />
Beschrijf de betekenis van deze totaliteitsregels in natuurlijke taal.<br />
Welke van de totaliteitsregels worden geschonden door de in het IGD<br />
aangebrachte populatie?<br />
b Beschouw TC1 en TC2 in het IGD in figuur 1.26.<br />
Let op: er zijn kleine verschillen met het IGD van onderdeel a.<br />
Welke van de totaliteitsregels worden geschonden door de in het IGD aangebrachte<br />
populatie?<br />
c Beschouw TC1 in het IGD in figuur 1.27.<br />
Beschrijf de betekenis van deze totaliteitsregel in natuurlijke taal.<br />
Wordt deze totaliteitsregel geschonden door de in het IGD aangebrachte<br />
populatie?<br />
figuur 1.25<br />
28
OPGAVEN<br />
figuur 1.26<br />
figuur 1.27<br />
29
VOLLEDIG COMMUNICATIEGEORIËNTEERDE INFORMATIEMODELLERING • OPGAVEN EN CASUSSEN<br />
Opgave 7.2 PLT Systems<br />
Het bedrijf PLT Systems ontwerpt en produceert lopendebandsytemen voor het<br />
vervaardigen van diverse producten. Bijvoorbeeld productielijnen voor fietsen en<br />
koekjes. Bij het ontwerp en de bouw van deze lopendebandsystemen gaat men<br />
projectmatig te werk. Voor elk project wordt een omschrijving vastgelegd en tevens<br />
wordt vastgelegd voor welke klant het wordt uitgevoerd.<br />
figuur 1.28<br />
30
OPGAVEN<br />
Om de projectuitvoering beheersbaar te houden worden projecten onderverdeeld<br />
in deelprojecten. Voor de deelprojecten worden een omschrijving, de start- en<br />
einddatum en de (deel)projectleider vastgelegd. De deelprojectleiders bewaken<br />
tezamen de afstemming van de diverse deelprojecten en de voortgang van het<br />
totale project. Van alle medewerkers – dus niet alleen van degenen die tot nu toe<br />
deelprojectleider zijn geweest – legt men de volledige naam vast.<br />
Voor dit UoD is het IGD uit figuur 1.28 opgesteld.<br />
Bepaal de totaliteitsregels voor het IGD door middel van een vraag- en antwoordspel<br />
met een (fictieve) domeindeskundige.<br />
8 Overige beperkingsregels<br />
Opgave 8.1 School<br />
Het UoD dat hoort bij het IGD uit figuur 1.29 is een school voor Voortgezet<br />
Onderwijs. In dit IGD zijn een aantal beperkingsregels aangebracht.<br />
a<br />
Leg uit wat de betekenis is van de volgende beperkingsregels: TC6, SC1, SC2,<br />
CC1 en XC1.<br />
Voorbeeld<br />
TC1 betekent: voor elke leerling moet worden vastgelegd in welke klas hij zit.<br />
b<br />
Welke van de beperkingsregels TC1 t/m TC6, SC1, SC2, CC1 en XC1 worden<br />
overtreden door de aangebrachte populatie?<br />
31
VOLLEDIG COMMUNICATIEGEORIËNTEERDE INFORMATIEMODELLERING • OPGAVEN EN CASUSSEN<br />
figuur 1.29<br />
32
OPGAVEN<br />
Opgave 8.2 Lift<br />
In figuur 1.30 zie je een IGD met informatie over liften. In een flatgebouw zijn<br />
drie liften (A, B en C), en 15 verdiepingen. Om de liften efficiënt te kunnen besturen<br />
(met een liftbesturingsprogramma) is die informatie nodig, die voor zichzelf spreekt<br />
en al correct gemodelleerd is. Alle feiten worden voortdurend aangepast aan de<br />
actuele situatie door sensoren (realtime-besturing). Een aantal beperkingsregels is<br />
al bepaald en aangebracht in het IGD.<br />
figuur 1.30<br />
33
VOLLEDIG COMMUNICATIEGEORIËNTEERDE INFORMATIEMODELLERING • OPGAVEN EN CASUSSEN<br />
Er gelden in het UoD echter nog vijf eisen die als beperkingsregels aan het IGD<br />
moeten worden toegevoegd.<br />
1 Van elke lift moet op elk moment bekend zijn waar hij zich bevindt, of hij nou<br />
beweegt of niet.<br />
2 Een lift kan ofwel stilstaan op een verdieping, ofwel in beweging zijn ter hoogte<br />
van een verdieping, maar niet allebei.<br />
3 Als een lift in beweging is, moet ook bekend zijn waarheen hij op weg is. (Ook<br />
van een lift die stilstaat kan bekend zijn waarheen hij op weg is, bijvoorbeeld<br />
als de deur nog bezig is dicht te gaan.)<br />
4 Er kunnen in een lift maar drie knoppen tegelijk ingedrukt zijn (dit is om te<br />
voorkomen dat grapjassen alle knoppen indrukken om anderen te pesten).<br />
5 De deurstand kan maar twee waarden aannemen: ‘open’ en ‘dicht’.<br />
Teken voor elk van de bovenstaande eisen de corresponderende beperkingsregel<br />
in het IGD.<br />
34
OPGAVEN<br />
9 Afleiden relationeel schema<br />
Opgave 9.1 Projecten<br />
a Groepeer het IGD uit figuur 1.31.<br />
figuur 1.31<br />
35
VOLLEDIG COMMUNICATIEGEORIËNTEERDE INFORMATIEMODELLERING • OPGAVEN EN CASUSSEN<br />
b Lexicaliseer het reeds gegroepeerde IGD uit figuur 1.32.<br />
figuur 1.32<br />
Opgave 9.2 Staten<br />
Het IGD uit figuur 1.33 heeft betrekking op gegevens over staten. Mogelijk is de<br />
populatie in het IGD niet meer actueel.<br />
a Groepeer het IGD uit figuur 1.33.<br />
Het IGD dat ontstaat noemen we het G-IGD.<br />
b<br />
c<br />
d<br />
Lexicaliseer het G-IGD. Vergeet de subset constraints niet.<br />
Het IGD dat ontstaat noemen we het GL-IGD.<br />
Reduceer het GL-IGD. Dit noemen we het GLR-IGD.<br />
Leid het relationeel schema af.<br />
36
OPGAVEN<br />
figuur 1.33<br />
37
VOLLEDIG COMMUNICATIEGEORIËNTEERDE INFORMATIEMODELLERING • OPGAVEN EN CASUSSEN<br />
10 Specialisatie<br />
Opgave 10.1 Hardware<br />
Bij een bedrijf registreert de ICT-afdeling de hardware (computers, monitoren en<br />
printers) die binnen het bedrijf aanwezig is.<br />
apparaat<br />
aanschaf-<br />
datum<br />
264<br />
13-04-01<br />
computer<br />
265<br />
13-04-01<br />
monitor<br />
219<br />
20-12-00<br />
printer<br />
108<br />
25-05-98<br />
printer<br />
194<br />
23-11-99<br />
computer<br />
146<br />
10-01-99<br />
computer<br />
079<br />
23-03-97<br />
monitor<br />
merk<br />
Pacom<br />
processor<br />
Pentium III<br />
harddisk<br />
intern<br />
geheugen<br />
20Gb<br />
128Mb<br />
P acom<br />
17"<br />
IQ<br />
IQ<br />
Rose<br />
Union<br />
Pentium II<br />
Celeron<br />
10Gb<br />
64Mb<br />
64Mb<br />
R ose<br />
14"<br />
inktjet<br />
laser<br />
apparaattype<br />
monitorgrootte<br />
printertype<br />
kleurenprinter?<br />
ja<br />
figuur 1.34<br />
Een informatieanalist en het hoofd van de ICT-afdeling hebben samen de verwoording,<br />
classificatie en kwalificatie uitgevoerd. De analist heeft het IGD<br />
getekend en in dialoog met het hoofd van de afdeling de uniciteits- en totaliteitsregels<br />
bepaald. Het resulterende IGD staat in figuur 1.35.<br />
Toelichting: het gegeven voorbeelddocument is zo volledig mogelijk ingevuld.<br />
Alleen voor computer 146 ontbreekt de opslagcapaciteit van de harde schijf en<br />
voor printer 108 is niet aangegeven of dit een kleurenprinter is. Het hoofd van de<br />
ICT-afdeling geeft aan dat – zodra deze gegevens bekend zijn – men dit zal invullen.<br />
Voer een volledige subtype-analyse uit. Teken het IGD dat ontstaat.<br />
38
OPGAVEN<br />
figuur 1.35<br />
39
VOLLEDIG COMMUNICATIEGEORIËNTEERDE INFORMATIEMODELLERING • OPGAVEN EN CASUSSEN<br />
Opgave 10.2 Postorderbedrijf O&O<br />
De informatie uit figuur 1.36 komt uit een bestellijst van het postorderbedrijf O&O.<br />
Dit bedrijf biedt boeken, cd’s, cd-rom’s en video’s aan.<br />
Boeken<br />
artikelnr<br />
titel<br />
1250695<br />
Verhalen<br />
1141470<br />
Het<br />
vroege werk<br />
1163476<br />
Ik<br />
omhels je met duizend armen<br />
1160100<br />
Fantoompijn<br />
1160746<br />
Een<br />
bed in de hemel<br />
4007571<br />
Advocaat<br />
van de duivel<br />
a uteur<br />
aantal<br />
blz.<br />
u itvoering<br />
prijs (in euro)<br />
Hugo<br />
Claus<br />
600<br />
gebonden<br />
47,50<br />
Jan<br />
Wolkers<br />
1456<br />
gebonden<br />
29,50<br />
Ronald<br />
Giphart<br />
272<br />
paperback<br />
14,90<br />
Arnon<br />
Grunberg<br />
254<br />
paperback<br />
16,90<br />
Tessa<br />
de Loo<br />
160<br />
gebonden<br />
13,90<br />
John<br />
Grisham<br />
451<br />
pocket<br />
6,50<br />
Audio-cd's<br />
artikelnr<br />
titel<br />
1136639<br />
Play<br />
1131614<br />
Greatest<br />
Hits I & II<br />
artiest<br />
speeltijd<br />
a antal cd’ s prijs (in euro)<br />
Moby<br />
63:14<br />
1 19,95<br />
Queen<br />
133:52<br />
2 29,50<br />
1145283<br />
The<br />
Complete Early Years<br />
U2<br />
253:65<br />
6 59,90<br />
1135904<br />
Together<br />
Alone<br />
1133594<br />
Hees<br />
van Ahoy<br />
1143791<br />
Nothing<br />
Less<br />
Anouk<br />
44:21<br />
1 21,95<br />
Doe<br />
Maar<br />
109:16<br />
2 21,95<br />
Krezip<br />
46:56<br />
1 21,95<br />
Cd-roms<br />
artikelnr<br />
titel<br />
g eschikt voor<br />
prijs (in euro)<br />
4010724<br />
Cursus<br />
Word 2000<br />
486<br />
P90<br />
P133-166<br />
PII200-266<br />
1129378<br />
ACSI<br />
Internationale Campinggids<br />
486<br />
P90<br />
P133-166<br />
PII200-266<br />
1132161<br />
Chessmaster<br />
8000<br />
486<br />
P90<br />
P133-166<br />
PII200-266<br />
1129162<br />
Galaxy<br />
of Games<br />
486<br />
P90<br />
P133-166<br />
PII200-266<br />
1186931<br />
De<br />
interactieve wereldatlas<br />
486<br />
P90<br />
P133-166<br />
PII200-266<br />
PIII<br />
24,90<br />
PIII<br />
17,90<br />
PIII<br />
34,95<br />
PIII<br />
14,50<br />
PIII<br />
14,50<br />
Video's<br />
artikelnr<br />
titel<br />
4005229<br />
The<br />
Green Mile<br />
4005351<br />
Double<br />
Jeopardy<br />
1213453<br />
De<br />
wraak van Jafar<br />
4011425<br />
Bicentennial<br />
Man<br />
4012399<br />
The<br />
Bone Collector<br />
geluid<br />
speeltijd<br />
l eeftijdindicatie<br />
prijs (in euro)<br />
Dolby<br />
surround<br />
180:00<br />
16<br />
19,90<br />
Stereo<br />
100:00<br />
12<br />
14,50<br />
Stereo<br />
66:00<br />
AL<br />
21,95<br />
Dolby<br />
digital<br />
126:00<br />
AL<br />
21.95<br />
Stereo<br />
Hifi<br />
114:00<br />
16<br />
21,95<br />
figuur 1.36<br />
Een correcte informatieanalyse van de bovenstaande informatie heeft tot het IGD<br />
uit figuur 1.37 geleid.<br />
Voer een subtype-analyse uit. Teken het IGD dat ontstaat.<br />
40
OPGAVEN<br />
figuur 1.37<br />
41
VOLLEDIG COMMUNICATIEGEORIËNTEERDE INFORMATIEMODELLERING • OPGAVEN EN CASUSSEN<br />
Opgave 10.3 Auto’s<br />
Beschouw het IGD met subtypen uit figuur 1.38.<br />
figuur 1.38<br />
Leid uit dit IGD het relationele schema af. Doe dat op twee manieren: één keer<br />
door het afleidbare subtype weg te groeperen en één keer door dit subtype niet<br />
weg te groeperen.<br />
42
<strong>Volledig</strong>e informatiemodelleringstrajecten<br />
Inleiding<br />
Dit hoofdstuk bevat opgaven waar een volledige informatieanalyse, van classificatie<br />
en kwalificatie tot en met het afleiden van het relationeel schema, moet worden<br />
verricht aan het bij de desbetreffende opgave geschetste UoD. Deze UoD’s zijn<br />
relatief beperkt van omvang.<br />
De voor opgave 1 benodigde kennis staat beschreven in hoofdstukken 2, 3 en 4<br />
van het theorieboek. Voor opgaven 2 en 3 is naast deze hoofdstukken ook<br />
paragraaf 5.1 van het theorieboek van belang.<br />
1 Gemeenteraadsverkiezingen Oss<br />
De gemeente Oss in Noord-Brabant heeft ongeveer 65000 inwoners en bestaat uit<br />
de plaatsen Oss, Berghem, Megen, Haren en Macharen. Bij de gemeenteraadsverkiezingen<br />
van 4 maart 1998 deden in deze gemeente zeven partijen mee. In<br />
figuur 2.1 zie je een gedeelte van de kandidatenlijst.<br />
Een domeindeskundige geeft de volgende toelichting bij deze kandidatenlijst:<br />
“Boven elke kolom is aangegeven welke lijst de betreffende partij vormt. Zo vormt<br />
de partij CDA lijst 1 en de partij SP lijst 2. Voor elke partij is aangegeven hoe die<br />
partij voluit heet. Het CDA heet voluit Christen Democratisch Appèl en de SP heet<br />
voluit Socialistische Partij. Verder is voor elk volgnummer op de lijst van een<br />
partij aangegeven wat de volledige naam, dat wil zeggen voorletters en achternaam,<br />
van de betreffende kandidaat is. Bijvoorbeeld: de naam van kandidaat 1 van het<br />
CDA is G. Louwers en de naam van kandidaat 4 van de SP is S. Veulings. Voor<br />
elke kandidaat wordt tevens zijn of haar woonplaats vermeld. Dat is één van de<br />
plaatsen Oss, Berghem, Megen, Haren en Macharen, want deze maken onderdeel<br />
uit van de gemeente Oss. Je ziet dat kandidaat 1 van het CDA in Oss woont en<br />
kandidaat 4 van de SP in Macharen.”<br />
43
VOLLEDIG COMMUNICATIEGEORIËNTEERDE INFORMATIEMODELLERING • OPGAVEN EN CASUSSEN<br />
figuur 2.1<br />
De cursief gedrukte zinsdelen zijn feitelijk verwoordingen van gedeeltes van de<br />
kandidatenlijst. Een informatieanalist heeft deze bewerkt tot de volgende elementaire<br />
verwoordingen:<br />
“De partij CDA vormt lijst 1.”<br />
“De partij SP vormt lijst 2.”<br />
“De partij CDA heet voluit Christen Democratisch Appèl.”<br />
“De partij SP heet voluit Socialistische Partij.”<br />
“Kandidaat 1 van CDA heet G. Louwers.”<br />
“Kandidaat 4 van SP heet S. Veulings.”<br />
44
VOLLEDIGE INFORMATIEMODELLERINGSTRAJECTEN<br />
“Er is een plaats Oss.”<br />
“Er is een plaats Berghem.”<br />
“Er is een plaats Megen.”<br />
“Er is een plaats Haren.”<br />
“Er is een plaats Macharen.”<br />
“Kandidaat 1 van CDA woont in Oss.”<br />
“Kandidaat 4 van SP woont in Macharen.”<br />
a<br />
b<br />
Op de kandidatenlijst staat ook aangegeven wat de roepnaam (bij de kandidaten<br />
van lijst 3 ontbreekt deze) en het geslacht van de kandidaten is. Stel hiervoor<br />
zelf verwoordingen op.<br />
Classificeer en kwalificeer bovenstaande verwoordingen en tevens de verwoordingen<br />
die je zelf bij onderdeel a hebt opgesteld. Stel het voorlopig IGD op.<br />
Bij de verkiezingen in de gemeente Oss waren er in totaal 37 stembureaus.<br />
In figuur 2.2 zie je een overzichtje van alle stembureaus.<br />
Overzicht stembureaus<br />
1 ’ t Oude Theater<br />
20<br />
Basisschool Ruwaard<br />
2 Basisschool<br />
Don Bosco<br />
21<br />
Nutsschool Hertogin Johanna<br />
3 Buurthuis<br />
’ t Hageltje, Kap. Naustraat<br />
22<br />
Rode Kruisgebouw<br />
4 Buurthuis<br />
’ t Hageltje, Hagelkruisstraat<br />
23<br />
Basisschool J.F. Kennedy<br />
5 SD/MLK<br />
school Sint Paulus<br />
24<br />
Basisschool De Korenaar, Grindlaan 4<br />
6 Carmelcollege,<br />
Mavo Sint Jan<br />
25<br />
Basisschool De Korenaar, Grindlaan 6<br />
7 Verpleeghuis<br />
Vita Nova<br />
26<br />
Verzorgingstehuis Loovelt<br />
8 Steunpunt<br />
De Brink<br />
27<br />
Basisschool De Buseel<br />
9 Basisschool<br />
Mgr. Bekkers<br />
28<br />
Basisschool Mettegeupel<br />
10<br />
Huize<br />
Katwijk<br />
29<br />
Basisschool De Lockaert<br />
11<br />
Buurthuis<br />
Kortfoort<br />
30<br />
Peuterspeelzaal De Duikelaar<br />
12<br />
Pastorie<br />
parochie Oss-Zuid<br />
31<br />
De Berchplaats, Berghem<br />
13<br />
Basisschool<br />
Pius X<br />
32<br />
Molenveldschool Berghem<br />
14<br />
Mondriaancollege<br />
33<br />
Molenveldschool, Berghem<br />
15<br />
Triascollege<br />
34<br />
Verzorgingstehuis Wilberthof, Berghem<br />
16<br />
Serviceflat<br />
Sterrebos<br />
35<br />
Parochiezaal Megen<br />
17<br />
Basisschool<br />
Elzeneind<br />
36<br />
Gemeenschapshuis Haren<br />
18<br />
Herberghe<br />
In ’ t Woud<br />
37<br />
Gemeenschapshuis Macharen<br />
19<br />
S.V. Ruwaard<br />
figuur 2.2<br />
Na de verkiezingen is er een uitslag per stembureau gepubliceerd. Als voorbeeld<br />
zie je in figuur 2.3 gedeeltes van de uitslagen van de stembureaus 1 en 2.<br />
45
VOLLEDIG COMMUNICATIEGEORIËNTEERDE INFORMATIEMODELLERING • OPGAVEN EN CASUSSEN<br />
CDA<br />
1 G.<br />
Louwers<br />
8<br />
2 H.<br />
Peeters<br />
4<br />
3 . Mensink<br />
4 S.<br />
Jansen<br />
1<br />
5 . Reijmer<br />
SP<br />
Stembureau<br />
1<br />
–<br />
’ t Oude Theater<br />
VDG<br />
8 1 L.H.<br />
van Doren<br />
226<br />
1 H.G.<br />
Nijemkamp<br />
29<br />
1 2 M.<br />
Scheepens<br />
19<br />
2 M.H.N.<br />
Huiskens<br />
4<br />
M 9 3 H.G.M.<br />
Vervoort<br />
12<br />
3 G.<br />
de Bruyn<br />
1<br />
1 4 S.<br />
Veulings<br />
7 4 J.F.<br />
Soulier<br />
27<br />
J 5 5 A.O.<br />
Ghouassi<br />
9 5 H.M.M.<br />
van Ruberg<br />
1<br />
CDA<br />
1 G.<br />
Louwers<br />
3<br />
2 H.<br />
Peeters<br />
1<br />
3 M.<br />
Mensink<br />
3<br />
4 . Jansen<br />
5 . Reijmer<br />
SP<br />
S tembureau<br />
2 – Basisschool Don Bosco<br />
VDG<br />
9 1 L.H.<br />
van Doren<br />
249<br />
1 H.G.<br />
Nijemkamp<br />
10<br />
1 2 M.<br />
Scheepens<br />
21<br />
2 M.H.N.<br />
Huiskens<br />
0<br />
1 3 H.G.M.<br />
Vervoort<br />
8 3 G.<br />
de Bruyn<br />
0<br />
S 7 4 S.<br />
Veulings<br />
18<br />
4 J.F.<br />
Soulier<br />
17<br />
J 7 5 A.O.<br />
Ghouassi<br />
11<br />
5 H.M.M.<br />
van Ruberg<br />
3<br />
figuur 2.3<br />
Wederom heeft de domeindeskundige toelichting gegeven bij bovenstaande<br />
voorbeelddocumenten:<br />
“Je ziet dat er in totaal 37 stembureaus zijn. Zo is er een stembureau 1 met omschrijving<br />
‘t Oude Theater en er is een stembureau 2 met omschrijving Basisschool<br />
Don Bosco. Op de uitslagen per stembureau is voor elke kandidaat aangegeven<br />
hoeveel stemmen er op hem of haar zijn uitgebracht. Bijvoorbeeld: Op stembureau 1<br />
zijn 88 stemmen uitgebracht op kandidaat 1 van het CDA (G. Louwers) en op<br />
stembureau 2 zijn 18 stemmen uitgebracht op kandidaat 4 van de SP (S. Veulings).”<br />
De informatieanalist heeft de cursief gedrukte zinsdelen van deze toelichting<br />
bewerkt tot elementaire feitexpressies:<br />
“Er is een stembureau 1.”<br />
“Er is een stembureau 2.”<br />
“Stembureau 1 bevindt zich in ‘t Oude Theater.”<br />
“Stembureau 2 bevindt zich in Basisschool Don Bosco.”<br />
“Op stembureau 1 zijn 88 stemmen uitgebracht op kandidaat 1 van CDA.”<br />
“Op stembureau 2 zijn 18 stemmen uitgebracht op kandidaat 4 van SP.”<br />
c<br />
Classificeer en kwalificeer ook deze verwoordingen.<br />
d Voeg de gevonden objecttypen/feittypen toe aan het IGD van onderdeel b.<br />
e<br />
Bepaal de uniciteitsregels voor de volledige informatiegrammatica.<br />
De domeindeskundige geeft verder nog de volgende informatie: als we beschikken<br />
over een geautomatiseerd informatiesysteem dat het verwerken van de verkiezingsuitslagen<br />
ondersteunt, dan voeren we voor de verkiezingen de gegevens van de<br />
46
VOLLEDIGE INFORMATIEMODELLERINGSTRAJECTEN<br />
kandidatenlijst en de gegevens van de stembureaus in. Direct na het sluiten van de<br />
stembureaus wordt voor elke kandidaat het aantal stemmen per stembureau geteld<br />
en vervolgens kunnen deze gegevens worden ingevoerd in het systeem.<br />
f<br />
g<br />
Bepaal ook de totaliteitsregels.<br />
Leid het relationeel schema af.<br />
2 Boetiek The Shirt Store<br />
The Shirt Store is een boetiek die onder meer t-shirts, sweaters en blouses verkoopt.<br />
In figuur 2.4 zie je een lijst met gegevens over kledingartikelen die door The Shirt<br />
Store worden verkocht.<br />
artikel<br />
artikelsoort<br />
123<br />
blouse<br />
125<br />
t-shirt<br />
130<br />
blouse<br />
herkomst<br />
India<br />
India<br />
Italië<br />
m aat<br />
prijs<br />
(in euro’ s)<br />
S<br />
M<br />
L<br />
XL<br />
S<br />
M<br />
L<br />
XL<br />
S<br />
M<br />
L<br />
XL<br />
27,50<br />
27,50<br />
30,00<br />
30,00<br />
12,50<br />
12,50<br />
12,50<br />
12,50<br />
37,00<br />
37,50<br />
38,00<br />
38,50<br />
kleur<br />
blauw<br />
rood<br />
blauw<br />
rood<br />
groen<br />
blauw<br />
rood<br />
groen<br />
blauw<br />
rood<br />
wit<br />
blauw<br />
wit<br />
blauw<br />
wit<br />
blauw<br />
wit<br />
blauw<br />
wit<br />
wit<br />
zwart<br />
grijs<br />
wit<br />
zwart<br />
grijs<br />
wit<br />
zwart<br />
voorraad<br />
6<br />
0<br />
11<br />
8<br />
4<br />
11<br />
8<br />
15<br />
15<br />
17<br />
13<br />
17<br />
23<br />
27<br />
32<br />
29<br />
14<br />
9<br />
9<br />
6<br />
5<br />
-<br />
4<br />
5<br />
-<br />
3<br />
5<br />
besteld<br />
25<br />
30<br />
30<br />
35<br />
35<br />
20<br />
25<br />
15<br />
-<br />
-<br />
17<br />
13<br />
17<br />
13<br />
-<br />
11<br />
21<br />
16<br />
-<br />
-<br />
10<br />
-<br />
10<br />
10<br />
-<br />
15<br />
15<br />
figuur 2.4<br />
De volgende toelichting wordt gegeven door de bedrijfsleider van The Shirt Store:<br />
“Van een aantal artikelen – aangeduid met een uniek artikelnummer – zie je in de<br />
tabel de artikelsoort (blouse, t-shirt, sweater, …) en het land van herkomst. Elk<br />
artikel is in diverse maten leverbaar. In de tabel zie je alleen de maten S (small) ,<br />
M (medium), L (large) en XL (extra large), maar ook maat XXL (extra extra large)<br />
bestaat. Elke maat van een artikel wordt in diverse kleuren uitgevoerd. Zo hebben<br />
we van de maten M en L van artikel 130 witte en zwarte exemplaren in ons<br />
47
VOLLEDIG COMMUNICATIEGEORIËNTEERDE INFORMATIEMODELLERING • OPGAVEN EN CASUSSEN<br />
assortiment. We zijn voornemens om ook de grijze uitvoering van de maten M en<br />
L van artikel 130 in ons assortiment op te nemen. Momenteel zijn daar echter nog<br />
geen exemplaren van voorradig of besteld.”<br />
De bedrijfsleider heeft met wat hulp van een informatieanalist enkele feiten uit de<br />
tabel verwoord:<br />
“Artikel 123 is een blouse.”<br />
“Artikel 125 is een t-shirt.”<br />
“Artikel 123 komt uit India.”<br />
“Artikel 125 komt uit India.”<br />
“Maat S van artikel 123 kost EUR 27,50.”<br />
“Maat M van artikel 125 kost EUR 12,50.”<br />
“Maat S van artikel 123 is er in de kleur blauw.”<br />
“Maat M van artikel 125 is er in de kleur wit.”<br />
“Maat M van artikel 130 is er in de kleur grijs.”<br />
“Van maat S van artikel 123 in de kleur blauw zijn er 6 stuks in voorraad.”<br />
“Van maat S van artikel 123 in de kleur blauw zijn er 25 stuks in bestelling.”<br />
“Van maat M van artikel 125 in de kleur wit zijn er 23 stuks in voorraad.”<br />
“Van maat M van artikel 125 in de kleur wit zijn er 17 stuks in bestelling.”<br />
a<br />
b<br />
c<br />
d<br />
e<br />
Classificeer en kwalificeer bovenstaande feitexpressies. Hier volgen twee<br />
aanwijzingen:<br />
• classificeer zodanig dat de laatste vier van de gegeven feitexpressies tot<br />
één feittype behoren. Noem dit feittype Assortiment.<br />
• probeer direct nominalisaties te onderkennen.<br />
Teken het voorlopig IGD.<br />
Bepaal uniciteitsregels. Controleer vervolgens of je geen nominalisaties over<br />
het hoofd hebt gezien.<br />
Bepaal totaliteitsregels en overige beperkingsregels.<br />
Leid het relationeel schema af.<br />
Bij de volgende onderdelen van deze opgave ga je een objecttype/feittype-transformatie<br />
uitvoeren op het feittype Assortiment. Het resultaat van het eerste stadium<br />
van classificatie en kwalificatie ziet er voor de nieuwe situatie als volgt uit:<br />
48
VOLLEDIGE INFORMATIEMODELLERINGSTRAJECTEN<br />
Voorraad:<br />
“Van maat S van artikel 123 in de kleur blauw zijn er 6 stuks in voorraad.”<br />
“Van maat M van artikel 125 in de kleur blauw zijn er 23 stuks in voorraad.”<br />
Bestelling:<br />
“Van maat S van artikel 123 in de kleur blauw zijn er 25 stuks in bestelling.”<br />
“Van maat M van artikel 125 in de kleur wit zijn er 17 stuks in bestelling.”<br />
f<br />
Classificeer en kwalificeer deze feitexpressies. Teken het nieuwe IGD.<br />
Leid uit de gewijzigde informatiegrammatica het relationeel schema af.<br />
Vergelijk het resultaat met het relationeel schema van onderdeel e.<br />
3 Allround schaatskampioenschappen<br />
Op allround kampioenschappen schaatsen voor heren worden vier afstanden<br />
gereden: 500 meter, 1500 meter, 5000 meter en 10.000 meter. Elk seizoen is er<br />
een Europees Kampioenschap (EK) en een Wereldkampioenschap (WK). In figuur<br />
2.5 zie je de uitslagen van het EK van 2000 dat werd gehouden in het Noorse<br />
Hamar en het WK van 2001 in Boedapest.<br />
Men wil de uitslagen van alle allround kampioenschappen voor heren uit de historie<br />
van het schaatsen in een relationele database vastleggen. Eenmaal correct ingevoerd<br />
zal de uitslag van een kampioenschap niet meer gewijzigd worden. Er wordt dus<br />
relatief weinig onderhoud op deze database gepleegd. Men wil de database dan<br />
ook voornamelijk gebruiken om allerlei statistische informatie te verkrijgen.<br />
Bijvoorbeeld:<br />
• welke schaatser is/welke schaatsers zijn recordhouder als het gaat om het aantal<br />
gewonnen kampioenschappen?<br />
• welke schaatsers hebben drie of meer afstandsoverwinningen tijdens één kampioenschap<br />
op hun naam staan?<br />
• wat is het puntentotaalrecord van wereldkampioenschappen?<br />
Vanuit dat oogpunt lijkt het efficiënt om het puntentotaal en de posities in de riten<br />
eindklassementen – alhoewel deze informatie afleidbaar is – expliciet in de<br />
database vast te leggen.<br />
Verder wordt ervoor gekozen om voor deelnemers per jaar (feitelijk per schaatsseizoen)<br />
aan te geven voor welk land hij uitkomt. Zoals je op de voorbeelddocumenten<br />
ziet kwam Bart Veldkamp in 2000 en 2001 uit voor België. In het verleden<br />
heeft hij echter voor Nederland geschaatst.<br />
49
VOLLEDIG COMMUNICATIEGEORIËNTEERDE INFORMATIEMODELLERING • OPGAVEN EN CASUSSEN<br />
EK 2000 in Hamar<br />
WK 2001 in Boedapest<br />
Uitslag 500 meter<br />
1 Söndral<br />
(Noo)<br />
5,72<br />
2 Andersen<br />
(Noo)<br />
6,36<br />
3 Ritsma<br />
(Ned)<br />
6,56<br />
4 Postma<br />
(Ned)<br />
6,70<br />
8 Veldkamp<br />
(Bel)<br />
7,55<br />
11<br />
Janmaat<br />
(Ned)<br />
7,87<br />
Uitslag 500 meter<br />
3 1 Breuer<br />
(Dui)<br />
37,55<br />
3 2 Ushiyama<br />
(Jap)<br />
37,59<br />
3 3 Postma<br />
(Ned)<br />
37,61<br />
3 5 Ritsma<br />
(Ned)<br />
37,76<br />
3 18<br />
Uytdehaage<br />
(Ned)<br />
38,99<br />
3 20<br />
Veldkamp<br />
(Bel)<br />
39,19<br />
Uitslag<br />
1500 meter<br />
1 Söndral<br />
(Noo)<br />
:47,23<br />
2 Postma<br />
(Ned)<br />
:48,73<br />
3 Andersen<br />
(Noo)<br />
:48,90<br />
4 Ritsma<br />
(Ned)<br />
:49,39<br />
7 Janmaat<br />
(Ned)<br />
:50,92<br />
10<br />
Veldkamp<br />
(Bel)<br />
1:51,19<br />
Uitslag 1500 meter<br />
1 1 Postma<br />
(Ned)<br />
1:54,12<br />
1 2 Ritsma<br />
(Ned)<br />
1:54,18<br />
1 3 Kibalko<br />
(Rus)<br />
1:54,98<br />
1 8 Uytdehaage<br />
(Ned)<br />
1:56,23<br />
1 12<br />
Veldkamp<br />
(Bel)<br />
1:56,89<br />
Uitslag<br />
5000 meter<br />
1 Ervik<br />
(Noo)<br />
:30,53<br />
2 Veldkamp<br />
(Bel)<br />
:33,35<br />
3 Sajoetin<br />
(Rus)<br />
:34,22<br />
4 Ritsma<br />
(Ned)<br />
:34,61<br />
6 Postma<br />
(Ned)<br />
:37,10<br />
8 Janmaat<br />
(Ned)<br />
6:38,32<br />
Uitslag 5000 meter<br />
6 1 Veldkamp<br />
(Bel)<br />
6:43,69<br />
6 2 Postma<br />
(Ned)<br />
6:49,51<br />
6 3 Dittrich<br />
(Dui)<br />
6:49,69<br />
6 7 Ritsma<br />
(Ned)<br />
6:51,08<br />
6 9 Uytdehaage<br />
(Ned)<br />
6:56,73<br />
Uitslag<br />
10.000 meter<br />
1 . Dittrich<br />
(Dui)<br />
3:28,68<br />
2 . Morgenstern<br />
(Dui)<br />
3:34,98<br />
3 Sighel<br />
(Ita)<br />
3:38,72<br />
5 Veldkamp<br />
(Bel)<br />
3:42,42<br />
6 Ritsma<br />
(Ned)<br />
3:42,48<br />
8 Janmaat<br />
(Ned)<br />
13:47,20<br />
12<br />
Postma<br />
(Ned)<br />
13:58,65<br />
Uitslag 10.000 meter<br />
1 1 Veldkamp<br />
(Bel)<br />
13:44,19<br />
1 2 Ritsma<br />
(Ned)<br />
13:56,07<br />
1 3 Dittrich<br />
(Dui)<br />
13:58,41<br />
1 8 Postma<br />
(Ned)<br />
14:17,51<br />
1 9 Uytdehaage<br />
(Ned)<br />
14:22,87<br />
Eindstand<br />
1 Ritsma<br />
(Ned)<br />
53.608<br />
2 Ervik<br />
(Noo)<br />
53.858<br />
3 Postma<br />
(Ned)<br />
54.585<br />
5 Veldkamp<br />
(Bel)<br />
55.069<br />
8 Janmaat<br />
(Ned)<br />
156.035<br />
Eindstand<br />
1 1 Ritsma<br />
(Ned)<br />
158.731<br />
1 2 Postma<br />
(Ned)<br />
159.476<br />
1 3 Veldkamp<br />
(Bel)<br />
159.731<br />
1 10<br />
Uytdehaage<br />
(Ned)<br />
162.549<br />
figuur 2.5<br />
50
VOLLEDIGE INFORMATIEMODELLERINGSTRAJECTEN<br />
Een domeindeskundige heeft bij het voorbeelddocument de volgende elementaire<br />
verwoordingen opgesteld:<br />
“Het EK van 2000 werd gehouden in Hamar.”<br />
“Het WK van 2001 werd gehouden in Boedapest.”<br />
“Veldkamp nam deel aan het EK van 2000.”<br />
“Ritsma nam deel aan het WK van 2001.”<br />
“Ritsma kwam in 2000 uit voor Nederland.”<br />
“Veldkamp kwam in 2000 uit voor België.”<br />
“Ritsma kwam in 2001 uit voor Nederland.”<br />
“Tijdens het EK van 2000 reed Söndral 1:47,23 op de 1500m.”<br />
“Tijdens het WK van 2001 reed Ritsma 0:37,76 op de 500m.”<br />
“Söndral eindigde tijdens het EK van 2000 als 1 e op de 1500m.”<br />
“Ritsma eindigde tijdens het WK van 2001 als 5 e op de 500m.”<br />
“Het puntentotaal van Ervik tijdens het EK van 2000 was 153.858.”<br />
“Het puntentotaal van Ritsma tijdens het WK van 2001 was 158.731.”<br />
“Ervik werd 2 e in de eindstand van het EK van 2000.”<br />
“Ritsma werd 5 e in de eindstand van het WK van 2001.”<br />
a<br />
b<br />
c<br />
d<br />
e<br />
f<br />
Classificeer en kwalificeer bovenstaande feitexpressies.<br />
Maak het voorlopig IGD.<br />
Bepaal de uniciteitsregels.<br />
Voer de nominalisatietest uit. Waarschijnlijk bevat de informatiegrammatica<br />
enkele ‘vergeten’ nominalisaties. Het is mogelijk nodig om de gebruikersverwoordingen<br />
aan te passen en de classificatie en kwalificatie opnieuw uit te<br />
voeren. Maak dan ook een nieuw IGD met de daarbij behorende uniciteitsregels.<br />
Breng de totaliteitsregels en overige beperkingsregels aan.<br />
Leid het relationeel schema af.<br />
51
Casussen<br />
Inleiding<br />
In dit hoofdstuk worden twee casussen beschreven. Bij deze casussen moet op<br />
basis van de gegeven voorbeelddocumenten en de bijbehorende toelichting een<br />
ontwerp worden gemaakt van een relationele database die de basis vormt voor een<br />
geautomatiseerd informatiesysteem. Het betreft hier dus één fase uit het totale<br />
informatiesysteemontwikkelingstraject.<br />
Bij elk van deze casussen is het echter een logische uitbreiding om het geautomatiseerde<br />
informatiesysteem ook daadwerkelijk te realiseren.<br />
Bij het uitvoeren van de casusopdracht is het wenselijk om een domeindeskundige<br />
te kunnen raadplegen. Wellicht is er een begeleidend docent die deze rol kan<br />
vervullen. Is dat niet het geval dan is het soms nodig om zelf ontwerpbeslissingen<br />
te nemen, waarbij je ervan uitgaat dat de opdrachtgever daarmee akkoord gaat .<br />
Voordat je aan deze casussen begint dien je minimaal hoofdstukken 2 tot en met 5<br />
van het theorieboek te hebben doorgewerkt. Verder is het raadzaam om appendix A<br />
van het theorieboek te raadplegen. Daarin wordt een stappenplan voor de werkwijze<br />
bij een informatieanalyse gegeven.<br />
1 Urenregistratie<br />
1.1 Inleiding<br />
IBO is een ingenieurs- en adviesbureau dat opdrachten uitvoert op het gebied van<br />
milieutechniek. Medewerkers van IBO vullen wekelijks een urenregistratieformulier<br />
in. Op basis van deze formulieren worden kostenberekeningen gemaakt<br />
en begrotingen opgesteld. Veel van dit werk gebeurt momenteel handmatig, deels<br />
ondersteund door spreadsheets.<br />
De directie van IBO heeft besloten om een geautomatiseerd urenregistratiesysteem<br />
te laten ontwikkelen om de verwerking van de urenregistratieformulieren efficiënter<br />
te laten verlopen.<br />
In het startdocument uit figuur 3.1 wordt de gang van zaken bij IBO opgesomd.<br />
52
CASUSSEN<br />
1.2 Startdocument<br />
In figuur 3.1 staat het startdocument afgebeeld dat het uitgangspunt vormt van<br />
deze casus. Het is opgesteld door het hoofd van de administratie, die de invoering<br />
van het geautomatiseerde urenregistratiesysteem in het bedrijf begeleidt.<br />
Ons bedrijf is verdeeld in verschillende divisies, die worden aangeduid<br />
met een nummer en een naam. De werknemers zijn in principe verbonden<br />
aan één divisie, maar het kan voorkomen dat een werknemer taken verricht<br />
voor een andere divisie. Onze werknemers hebben allemaal een uniek<br />
werknemernummer.<br />
Een nieuwe opdracht wordt ondergebracht bij een divisie. De naam van<br />
de klant en het klantnummer, alsook een omschrijving van de opdracht<br />
worden in de administratie ingevoerd. Elke opdracht krijgt ook een uniek<br />
volgnummer. Eén van de werknemers wordt aangewezen als projectleider,<br />
maar voor nieuwe opdrachten is deze nog niet altijd bekend.<br />
Voor alle werknemers die bij een opdracht worden ingezet, wordt een uurtarief<br />
vastgesteld. Het is mogelijk dat werknemers die aan een bepaalde<br />
opdracht werken tussentijds loonsverhoging krijgen. Dan wordt de<br />
uurloonstaat bijgewerkt. De oude loongegevens bewaren we echter.<br />
Hoewel ons bedrijf uiteenlopende opdrachten uitvoert, is er een vaste<br />
onderverdeling gemaakt in ongeveer veertig werksoorten. Werksoorten<br />
worden aangeduid met een werksoortnummer.<br />
De werknemers van ons bedrijf vullen aan het eind van elke werkdag hun<br />
urenregistratieformulier in. Hierop vermelden zij naast het werknemernummer<br />
hun naam. Op het formulier geven zij een overzicht van het aantal<br />
uren dat ze die dag hebben gewerkt. Dit aantal wordt bijgehouden voor<br />
een bepaalde werksoort in het kader van een opdracht. Aan het eind van<br />
de week wordt het aantal gewerkte uren voor de verschillende dagen met<br />
de hand opgeteld en wordt het formulier ingeleverd bij de administratie.<br />
Uiteindelijk zijn voor ons alleen deze weektotalen van de werknemers per<br />
project per werksoort van belang.<br />
Op basis van de ingeleverde urenregistratieformulieren wordt elke week<br />
voor alle opdrachten een overzicht van wekelijkse projectgegevens<br />
gemaakt. Op dit overzicht staat per werksoort vermeld hoeveel uren<br />
verschillende werknemers in die week aan een opdracht hebben gewerkt.<br />
Daarnaast wordt per werksoort het totaal aan gewerkte uren berekend.<br />
Met behulp van de uurtariefstaat wordt dit vertaald naar bedragen.<br />
figuur 3.1<br />
53
VOLLEDIG COMMUNICATIEGEORIËNTEERDE INFORMATIEMODELLERING • OPGAVEN EN CASUSSEN<br />
1.3 Concrete voorbeelden<br />
Een informatieanalist heeft een inventarisatie gemaakt van de informatie die<br />
relevant is voor het urenregistratiesysteem. Hij heeft een aantal documenten<br />
verzameld, die op dit moment binnen IBO worden gebruikt. Van deze documenten<br />
worden in deze paragraaf enkele voorbeelden gegeven.<br />
In figuur 3.2 worden twee voorbeelden getoond van het Urenregistratieformulier.<br />
Dit formulier wordt per week ingevuld door de medewerkers van IBO en bij de<br />
administratie ingeleverd. In de kop van het formulier vult de werknemer zijn werknemernummer<br />
en naam (achternaam, voorletters en dergelijke worden als één<br />
geheel gezien) en het weeknummer van de desbetreffende week in. Elke week<br />
heeft een uniek weeknummer. Dit bestaat uit het jaartal en een volgnummer (dit<br />
volgnummer kan van 1 tot en met 53 lopen). Verder dient de werknemer per opdracht<br />
het aantal bestede uren per dag per werksoort op te geven. Een opdracht<br />
wordt geïdentificeerd door een uniek opdrachtnummer.<br />
Het management van IBO heeft besloten dat het niet nodig is om de gegevens in<br />
de kolommen Ma, Di, ..., Zo in het geautomatiseerde urenregistratiesysteem vast<br />
te leggen. Dit betekent dat voor elke werknemer alleen de wekelijkse urentotalen<br />
per opdracht per werksoort worden opgeslagen.<br />
Figuur 3.3 bevat het voorbeelddocument Werksoorten waarin alle werksoorten<br />
met code en omschrijving staan beschreven. Iedere werknemer heeft deze lijst in<br />
zijn bezit. Wanneer een werknemer ziek is of om een andere reden niet aan een<br />
project heeft kunnen werken, dan wordt dit op de volgende wijze weergegeven:<br />
bij het opdrachtnummer vult de werknemer dan code 0000.00 in, en bij werksoort<br />
vult hij één van de 90-codes in en geeft de bijbehorende omschrijving. Als de<br />
werknemer code 95 invult, dan dient hij bij de werksoortomschrijving een eigen<br />
omschrijving op te geven. Voor deze codering is gekozen, zodat het management<br />
van IBO ook kan bijhouden wat bijvoorbeeld het percentage ziekteverzuim van<br />
werknemers is.<br />
Aan het eind van een week levert de werknemer zijn formulier bij de administratie<br />
in en die verwerkt dan de formulieren in het document Wekelijkse projectgegevens<br />
(zie figuur 3.4).<br />
In de kop van dit formulier worden gegevens opgenomen over de opdracht, de<br />
uitvoerende divisie, de projectleider en de klant. Van de divisie worden het unieke<br />
divisienummer en de omschrijving getoond; van de klant het unieke klantnummer<br />
en de naam.<br />
In dit document worden verder per werksoort het aantal bestede uren per werknemer,<br />
het totaal aantal bestede uren aan een bepaalde werksoort en het bijbehorende<br />
bedrag weergegeven. Daarnaast worden cumulatieve gegevens over urenbesteding<br />
en bedragen opgenomen.<br />
54
CASUSSEN<br />
IBO<br />
I<br />
Ingenieursburea<br />
ngenieursbureau<br />
u<br />
nummer<br />
omschrijving<br />
URENREGISTRATIEFORMULIER<br />
W erknemernr:<br />
618<br />
naam:<br />
Boven WJ van<br />
Weeknr:<br />
200138<br />
Ws<br />
code<br />
Uren per dag<br />
ma<br />
di<br />
wo<br />
do<br />
vrij<br />
za<br />
zo<br />
Uren<br />
totaal<br />
7004.07<br />
Voorbereiding<br />
1 2 2 WB<br />
6323.16<br />
Voorbereiding<br />
1 1 1 2 WB<br />
Concept-rapp.<br />
15<br />
1 1 2 WB<br />
33.1345<br />
Oplevering<br />
26<br />
4 4 WB<br />
557.812<br />
Reinigingstech.<br />
11<br />
4 4 WB<br />
Studie<br />
12<br />
4 4 2 10<br />
WB<br />
Onder.<br />
Altern. 19<br />
4 4 2 10<br />
WB<br />
Geluidsonderz.<br />
10<br />
3 3 WB<br />
Paraaf<br />
TOTALEN<br />
8 9 6 8 6 37<br />
WB<br />
IBO<br />
I<br />
Ingenieursburea<br />
ngenieursbureau<br />
u<br />
Opdracht-<br />
Werksoort-<br />
Opdracht-<br />
Werksoort-<br />
nummer<br />
omschrijving<br />
URENREGISTRATIEFORMULIER<br />
W erknemernr:<br />
232<br />
N n aam:<br />
Bakker R.P.<br />
Weeknr:<br />
200138<br />
Ws<br />
code<br />
Uren per dag<br />
ma<br />
di<br />
wo<br />
do<br />
vrij<br />
za<br />
zo<br />
Uren<br />
totaal<br />
7004.07<br />
Studie<br />
12<br />
2 2.25<br />
4.25<br />
RPB<br />
6323.16<br />
Tekenwerk<br />
14<br />
2 2 4 RPB<br />
0000.00<br />
Ziekte<br />
94<br />
8 8 8 24<br />
RPB<br />
Paraaf<br />
TOTALEN<br />
4 4.25<br />
8 8 8 32.25<br />
RPB<br />
figuur 3.2<br />
55
VOLLEDIG COMMUNICATIEGEORIËNTEERDE INFORMATIEMODELLERING • OPGAVEN EN CASUSSEN<br />
I IB<br />
BO<br />
I<br />
ngenieursbureau<br />
u<br />
WERKSOORTE<br />
N<br />
W<br />
S code<br />
Werksoortbeschrijvin<br />
g<br />
01<br />
Voorbereiding<br />
02<br />
Coördinatie veldwerk<br />
03<br />
Veldwerk boren<br />
04<br />
Veldwerk watermonstername<br />
05<br />
Veldwerk inventarisatie<br />
06<br />
Chemisch onderzoek<br />
07<br />
Geohydrolisch onderzoek<br />
08<br />
Grondmechanisch onderzoek<br />
09<br />
Civieltechnisch onderzoek<br />
10<br />
Geluidsonderzoek<br />
11<br />
Reinigingstechnieken<br />
12<br />
Studie<br />
13<br />
Kostencalculatie<br />
14<br />
Tekenwerk<br />
15<br />
Conceptrapportage<br />
16<br />
Definitieve rapportage<br />
17<br />
Besprekingen<br />
18<br />
Projectmanagement<br />
19<br />
Onderzoek alternatieven<br />
20<br />
Conceptbestek<br />
21<br />
Definitief bestek<br />
22<br />
Aanbesteding<br />
23<br />
Detaillering<br />
24<br />
Toezicht<br />
25<br />
Milieukundige begeleiding<br />
26<br />
Oplevering<br />
27<br />
Meerwerk<br />
90<br />
Vakantie<br />
91<br />
Buitengewoon verlof<br />
92<br />
ATV<br />
93<br />
Feestdagen<br />
94<br />
Ziekte<br />
95<br />
Overige<br />
figuur 3.3<br />
56
CASUSSEN<br />
IBO<br />
I<br />
Ingenieursburea<br />
ngenieursbureau<br />
u<br />
O pdracht:<br />
6323.16<br />
Divisie:<br />
6 Bodemonderzoek<br />
Projectleider:<br />
283<br />
Boelen FA<br />
WEKELIJKSE<br />
PROJECTGEGEVEN<br />
ROJECTGEGEVENS<br />
W eek<br />
200138<br />
K lant:<br />
4081<br />
Opdrachtomschrijving:<br />
Streekgew. O.Z. Limburg<br />
Grondwaterkwaliteit bij regionale<br />
stortplaats te Ubach nader onderzoeken<br />
Deze<br />
week<br />
Cumulatief<br />
P er<br />
p<br />
ersoo<br />
n<br />
P<br />
er<br />
WS cod<br />
e<br />
Per<br />
WS cod<br />
e<br />
W s<br />
c<br />
od<br />
e<br />
Ws<br />
o<br />
mschrijving<br />
W<br />
n<br />
r<br />
N<br />
aa<br />
m<br />
U<br />
re<br />
n<br />
Ure<br />
n<br />
Totaal<br />
b<br />
edrag<br />
Ure<br />
n<br />
Totaal<br />
bedra<br />
edrag<br />
01<br />
Voorbereiding<br />
618<br />
Boven<br />
WJ van<br />
2.00<br />
2.00<br />
427.66<br />
149.00<br />
6782.41<br />
02<br />
Coördinatie<br />
veldwerk<br />
115.75<br />
11708.42<br />
03<br />
Veldwerk<br />
boren<br />
26.00<br />
1787.33<br />
04<br />
Watermonstername<br />
94.50<br />
5463.04<br />
06<br />
Chemisch<br />
onderzoek<br />
62.00<br />
4987.38<br />
07<br />
Hydrogeologisch<br />
O.<br />
312<br />
Kooiman<br />
APC<br />
13.00<br />
1209<br />
Haak<br />
R<br />
26.00<br />
39.00<br />
5519.93<br />
372.00<br />
25567.91<br />
08<br />
Grondmechanisch<br />
O.<br />
2.00<br />
126.70<br />
09<br />
Civieltechnisch<br />
O.<br />
120<br />
Coenen<br />
HJM<br />
2.00<br />
2.00<br />
253.40<br />
2.00<br />
253.40<br />
12<br />
Studie<br />
3.00<br />
401.43<br />
14<br />
Tekenwerk<br />
743<br />
Poel<br />
GJ van der<br />
1.50<br />
232<br />
Bakker<br />
RP<br />
4.00<br />
820<br />
Galema<br />
O<br />
2.50<br />
8.00<br />
835.45<br />
33.50<br />
1576.02<br />
15<br />
Conceptrapportage<br />
618<br />
Boven<br />
WJ van<br />
2.00<br />
1577<br />
Asten<br />
F van<br />
2.00<br />
4.00<br />
867.22<br />
30.00<br />
2479.00<br />
16<br />
Def.<br />
rapportage<br />
1.00<br />
78.40<br />
17<br />
Besprekingen<br />
91.00<br />
8197.74<br />
18<br />
Projectmanagement<br />
31.00<br />
2634.18<br />
24<br />
Toezicht<br />
33.00<br />
1754.28<br />
27<br />
Meerwerk<br />
30.00<br />
1752.44<br />
TOTALEN<br />
55.00<br />
7903.66<br />
1075.75<br />
75550.08<br />
figuur 3.4<br />
57
VOLLEDIG COMMUNICATIEGEORIËNTEERDE INFORMATIEMODELLERING • OPGAVEN EN CASUSSEN<br />
De administratie maakt gebruik van de Uurtariefstaat (zie figuur 3.5) voor het<br />
maken van de wekelijkse projectgegevens. Op dit formulier staat vermeld wat er<br />
met de opdrachtgever is afgesproken over de uurtarieven per persoon voor een<br />
bepaald project voor een bepaalde tijd. De uurtarieven worden bij aanvang van<br />
een project bepaald voor alle werknemers die aan deze opdracht zullen gaan werken.<br />
Voor een werknemer kunnen er tussentijds tariefverhogingen binnen een project<br />
plaatsvinden. Als dit meer dan één keer voorkomt, dan wordt dit op het formulier<br />
aangegeven door een sterretje bij het laatste tarief van deze werknemer te zetten<br />
en op een volgende regel het nieuwe tarief en de ingangsweek in te vullen.<br />
Naast het werknemernummer en de naam kan op de uurtariefstaat ook nog een<br />
titel van de werknemer worden vastgelegd.<br />
I IB<br />
BO<br />
I<br />
ngenieursbureau<br />
u<br />
URENTARIEFSTAA<br />
T<br />
Opdracht<br />
pdracht-<br />
numme<br />
ummer<br />
W<br />
erknemer<br />
r<br />
W<br />
nr<br />
N<br />
aa<br />
m<br />
557.812<br />
618<br />
Boven<br />
WJ van<br />
33.1345<br />
618<br />
Boven<br />
WJ van<br />
6323.16<br />
618<br />
Boven<br />
WJ van<br />
312<br />
Kooiman<br />
APC<br />
T<br />
ite<br />
l<br />
U<br />
urtarie<br />
f<br />
V<br />
anaf<br />
wee<br />
k<br />
T<br />
arie<br />
f<br />
ing<br />
200109<br />
213.83<br />
ing<br />
200109<br />
184.69<br />
ing<br />
200109<br />
213.83<br />
ir<br />
200109<br />
147.25<br />
Uurtarie<br />
f<br />
V<br />
anaf<br />
wee<br />
k<br />
Tarie<br />
f<br />
232<br />
Bakker<br />
RP<br />
200109<br />
99.33<br />
200139<br />
104.66<br />
470<br />
Paalman<br />
GW<br />
200109<br />
202.00<br />
1209<br />
Haak<br />
R<br />
drs<br />
200109<br />
138.68<br />
743<br />
Poel<br />
GJ van der<br />
200109<br />
109.53<br />
820<br />
Galema<br />
O<br />
200109<br />
109.53<br />
120<br />
Coenen<br />
HJM<br />
1577<br />
Asten<br />
van<br />
800<br />
Waele<br />
J de<br />
7004.07<br />
618<br />
Boven<br />
WJ van<br />
312<br />
Kooiman<br />
APC<br />
ing<br />
200109<br />
119.41<br />
200122<br />
126.70<br />
ing<br />
200109<br />
219.78<br />
dr<br />
200109<br />
164.00<br />
ing<br />
200138<br />
213.83<br />
ir<br />
200138<br />
164.00<br />
232<br />
Bakker<br />
RP<br />
200138<br />
104.66<br />
figuur 3.5<br />
De geldbedragen op de hiervoor afgebeelde voorbeelddocumenten zijn in guldens.<br />
Deze voorbeelden zijn namelijk uit 2001, vóór de invoering van de euro.<br />
58
CASUSSEN<br />
1.4 Opdracht<br />
Ontwerp een relationele database die de basis vormt van een geautomatiseerd<br />
urenregistratiesysteem voor het ingenieursbureau IBO.<br />
Let op: er is een aantal voorbeelddocumenten met afleidbare informatie. Deze<br />
informatie hoeft niet in de database te worden vastgelegd.<br />
2 Happy Travel<br />
2.1 Inleiding<br />
Reisbureau en touroperator Happy Travel organiseert reizen naar Europese steden<br />
als Londen, Parijs en Rome. De boekingen voor deze reizen vonden in het verleden<br />
plaats door het invullen van een aantal formulieren door de klanten van Happy<br />
Travel. De informatie die de klant hierbij nodig had, werd gehaald uit een vele<br />
pagina’s tellende brochure.<br />
De directie van Happy Travel heeft besloten de boekingsprocedure te automatiseren.<br />
Daardoor wordt het voor de klanten mogelijk om via het Internet reizen te boeken.<br />
Om dit alles mogelijk te maken moet een aantal bedrijfsprocessen geautomatiseerd<br />
worden.<br />
Bedoeling van deze casus is het maken van een informatiemodel voor Happy Travel.<br />
Dit informatiemodel dient de benodigde informatie voor het boeken van accommodatie<br />
en vervoer te omvatten.<br />
2.2 Startdocument<br />
In figuur 3.6 staat het startdocument afgebeeld dat het uitgangspunt vormt van<br />
deze casus. Het is opgesteld door het hoofd van de afdeling Verkoop, omdat de<br />
effecten van de automatisering het grootst zullen zijn voor haar afdeling. Het hoofd<br />
van de afdeling Verkoop heeft bij het opmaken van het startdocument contact<br />
gehad met medewerkers van haar eigen afdeling, maar zij heeft ook intensief contact<br />
gehad met collega’s van de afdeling Inkoop. Ook deze afdeling, waar onder andere<br />
de stedenadviseurs voor werkzaam zijn, is noodzakelijk voor het aanleveren van<br />
informatie voor de afdeling Verkoop.<br />
59
VOLLEDIG COMMUNICATIEGEORIËNTEERDE INFORMATIEMODELLERING • OPGAVEN EN CASUSSEN<br />
Happy Travel wil het voor de klanten mogelijk maken om on-line vakanties<br />
te boeken. Om de keus aan accommodaties voor de klant mogelijk te<br />
maken, moet alle informatie die in de brochure van Happy Travel staat,<br />
beschikbaar komen via het Internet. In de brochure staan de mogelijkheden<br />
gerangschikt naar het land en de stad van de accommodatie.<br />
Bij een accommodatie wordt door middel van een korte omschrijving een<br />
beeld geschetst van de kamers en faciliteiten. Daarnaast kent men met<br />
de bekende ster-codering een aantal sterren toe aan de accommodatie.<br />
Verder worden er enkele feiten weergegeven over de omgeving van de<br />
accommodatie, zoals de loopafstand naar het centrum, openbaar vervoer<br />
en de uitgaanscentra. Kamers kunnen een- of tweepersoons zijn.<br />
Het is mogelijk ook het vervoer naar de accommodatie te laten verzorgen<br />
door Happy Travel. Deze vervoersmogelijkheden zijn zodanig dat men op<br />
de dag van vertrek ook op de plaats van bestemming arriveert. De<br />
alternatieven die hiervoor mogelijk zijn, staan per stad aangegeven in de<br />
brochure. Het vervoer binnen de stad wordt door de stedenadviseur van<br />
Happy Travel verzorgd. De stedenadviseur is tevens verantwoordelijk voor<br />
de aanlevering van de benodigde informatie.<br />
De prijs van een boeking wordt bepaald door het aantal overnachtingen<br />
en het aantal geboekte kamers. In het hoogseizoen is een kamer iets<br />
duurder dan in het laagseizoen. In de brochure zijn de prijzen van alle<br />
accommodaties opgenomen. Naast de prijs voor de accommodatie komt<br />
natuurlijk de prijs voor de reis nog bij het totaalbedrag.<br />
Bij het boeken van een accommodatie kan men kiezen uit: een week (van<br />
zaterdag tot en met zaterdag, dus 7 overnachtingen), een midweek (van<br />
maandag tot en met vrijdag, 4 overnachtingen) of een lang weekend<br />
(van vrijdag tot en met maandag, 3 overnachtingen).<br />
Wanneer de boeking verwerkt is, ontvangt de klant een bevestiging van<br />
de boeking. Op deze bevestiging wordt naast een selectie van de details<br />
van de boeking ook de prijs weergegeven.<br />
figuur 3.6<br />
60
61<br />
CASUSSEN<br />
2.3 Voorbeelddocumenten<br />
Een informatieanalist heeft een inventarisatie gemaakt van de informatie die<br />
relevant is voor het te bouwen on-line boekingssysteem. Daartoe heeft hij lijsten,<br />
overzichten en formulieren verzameld die momenteel in de organisatie worden<br />
gebruikt.<br />
Hieronder zie je concrete voorbeelden van de verzamelde documenten. Per document<br />
wordt een toelichting gegeven, waardoor de voorbeelden beter geïnterpreteerd<br />
kunnen worden.<br />
Brochure<br />
Het belangrijkste document binnen Happy Travel is de brochure met daarin het<br />
overzicht van de accommodaties en vervoersmogelijkheden. Aangezien alle<br />
informatie in de brochure ook te vinden is in andere documenten, hoeft hier bij de<br />
informatieanalyse geen rekening mee gehouden te worden.<br />
Accommodatieformulieren<br />
Een belangrijke bron voor de brochure is het ‘Accommodatieformulier’. Dit<br />
formulier wordt ingevuld door de stedenadviseur. In figuur 3.7 staat zo’n formulier<br />
ingevuld.<br />
Links bovenin wordt de naam van de accommodatie vermeld. Binnen één plaats is<br />
een naam voor een accommodatie uniek. Wel kan het voorkomen dat in een ándere<br />
plaats een accommodatie is met dezelfde naam. Zo kan het best zijn dat zowel in<br />
Londen als in Lyon een accommodatie is met de naam ‘Ambassador’ is.<br />
Om dit probleem op te lossen is een zogenaamde accommodatiecode ingevoerd.<br />
Deze code bestaat uit een combinatie van drie letters die de plaats uniek beschrijft<br />
(voor Parijs is dit dus PAR, voor ROM is dit bijvoorbeeld Rome en voor Madrid is<br />
dit MDD). Na deze plaatscode komt een volgnummer, uitgedeeld door de<br />
stedenadviseur van de betreffende plaats.<br />
Het type accommodatie wordt door middel van doorhaling bepaald. Indien het<br />
type ‘Hotel’ is, wordt het aantal sterren dat het hotel heeft, vastgelegd. Voor pensions<br />
wordt dit niet vastgelegd. Er zijn geen andere typen dan hotels en pensions.<br />
Om de klanten een idee te kunnen geven hoe de accommodatie gesitueerd is,<br />
wordt de looptijd naar het centrum, de uitgaansgelegenheden, het winkelcentrum<br />
en de dichtstbijzijnde halte voor het openbaar vervoer vastgelegd. Naast deze vaste<br />
items kan een stedenadviseur nog enkele markante punten met hun bereikbaarheid<br />
aangeven. Zo is in onderstaand accommodatieformulier de looptijd naar de Eiffeltoren<br />
opgenomen.<br />
Onderaan het formulier worden de prijzen van de kamers per overnachting in hele<br />
euro’s weergegeven. Voor elk van de aangegeven categorieën moet het tarief bekend<br />
zijn.
VOLLEDIG COMMUNICATIEGEORIËNTEERDE INFORMATIEMODELLERING • OPGAVEN EN CASUSSEN<br />
Accommodatie<br />
Ambassador<br />
PAR002<br />
Plaats<br />
Adres<br />
E-mail<br />
Internet<br />
Contactpersoon<br />
Omschrijving in brochure<br />
Parijs<br />
10, Rue Bleu<br />
info@hotelambassador.fr<br />
www.hotelambasador.fr<br />
Ms. Dupoit<br />
PAR<br />
Accommodatiecode<br />
Ambassador is een eenvoudig doch smaakvol ingericht hotel. De kamers zijn voorzien van douche en toilet.<br />
Gegevens accommodatie<br />
Type<br />
accommodatie<br />
Aantal<br />
eenpersoonskamers<br />
Aantal<br />
tweepersoonskamers<br />
Pension / Hotel<br />
6<br />
12<br />
Aantal<br />
sterren<br />
2<br />
Parkeerplaats<br />
Ja<br />
Loopafstanden (in minuten)<br />
Centrum<br />
25<br />
Openbaar<br />
Vervoer 3<br />
Uitgaansgelegenheden<br />
8<br />
Winkelcentrum<br />
10<br />
Eiffeltoren<br />
45<br />
Prijs per overnachting (euro)<br />
Eenpersoonskamer<br />
laagseizoen<br />
Eenpersoonskamer<br />
hoogseizoen<br />
Tweepersoonskamer<br />
laagseizoen<br />
Tweepersoonskamer<br />
hoogseizoen<br />
44,00<br />
59,00<br />
69,00<br />
89,00<br />
figuur 3.7<br />
Overzicht hoogseizoen<br />
Zoals reeds eerder opgemerkt kan een accommodatie voor een lang weekend, een<br />
week of een midweek worden geboekt. Een lang weekend is altijd van vrijdag tot<br />
en met maandag, een week van zaterdag tot en met zaterdag en een midweek van<br />
maandag tot en met vrijdag. In het overzicht in figuur 3.8 zie je welke verblijfsperiodes<br />
van het seizoen 2001 tot het hoogseizoen worden gerekend. De overige<br />
verblijfsperiodes vallen dus in het laagseizoen.<br />
Deze indeling in hoog- en laagseizoen wordt gehanteerd bij de prijzen voor<br />
accommodatie en vervoer.<br />
62
CASUSSEN<br />
Hoogseizoe<br />
oogseizoen<br />
vakantie<br />
lang weekend<br />
(vrijdag t/m maandag)<br />
voorjaar<br />
23/02/01 – 26/02/01<br />
02/03/01 – 05/03/01<br />
mei<br />
27/04/01 – 30/04/01<br />
04/05/01 – 07/05/01<br />
zomer<br />
29/06/01 – 02/07/01<br />
06/07/01 – 09/07/01<br />
13/07/01 – 16/07/01<br />
20/07/01 – 23/07/01<br />
27/07/01 – 30/07/01<br />
03/08/01 – 06/08/01<br />
10/08/01 – 13/08/01<br />
17/08/01 – 20/08/01<br />
24/08/01 – 27/08/01<br />
31/08/01 – 03/09/01<br />
herfst<br />
12/10/01 – 15/10/01<br />
19/10/01 – 22/10/01<br />
26/10/01 – 29/10/01<br />
kerst<br />
21/12/01 – 24/12/01<br />
28/12/01 – 31/12/01<br />
04/01/02 – 07/01/02<br />
week<br />
(zaterdag t/m zaterdag)<br />
midweek<br />
(maandag t/m vrijdag)<br />
24/02/01<br />
– 03/03/01 26/02/01 – 02/03/01<br />
28/04/01<br />
– 05/05/01 30/04/01 – 04/05/01<br />
30/06/01 – 07/07/01<br />
07/07/01 – 14/07/01<br />
14/07/01 – 21/07/01<br />
21/07/01 – 28/07/01<br />
28/07/01 – 04/08/01<br />
04/08/01 – 11/08/01<br />
11/08/01 – 18/08/01<br />
18/08/01 – 25/08/01<br />
25/08/01 – 01/09/01<br />
13/10/01 – 20/10/01<br />
20/10/01 – 27/10/01<br />
22/12/01 – 29/12/01<br />
29/12/01 – 05/01/02<br />
02/07/01 – 06/07/01<br />
09/07/01 – 13/07/01<br />
16/07/01 – 20/07/01<br />
23/07/01 – 27/07/01<br />
30/07/01 – 03/08/01<br />
06/08/01 – 10/08/01<br />
13/08/01 – 17/08/01<br />
20/08/01 – 24/08/01<br />
27/08/01 – 31/08/01<br />
15/10/01 – 19/10/01<br />
22/10/01 – 26/10/01<br />
24/12/01 – 28/12/01<br />
31/12/01 – 04/01/02<br />
figuur 3.8<br />
Stedeninfo<br />
Stedenadviseurs vullen voor hun stad een formulier (zie figuur 3.9) in waarin<br />
naast het land, de plaatsnaam en de plaatscode ook de naam van de stedenadviseur<br />
zelf wordt ingevuld. Een stedenadviseur kan deze functie voor een aantal steden<br />
vervullen. Een stad heeft echter hooguit één adviseur. Voor elke stad moet een<br />
advertentietekst opgesteld worden.<br />
Bij Happy Travel gaat men ervan uit dat een plaatsnaam uniek is. Mocht een plaatsnaam<br />
in meer dan één land voorkomen dan wordt de landnaam aan de plaatsnaam<br />
toegevoegd; bijvoorbeeld ‘Zürich (Zwitserland)’ en ‘Zürich (Nederland)’.<br />
Stedeninfo<br />
Land<br />
Plaats<br />
Plaatscode<br />
Adviseur<br />
Advertentietekst<br />
Frankrijk<br />
Parijs<br />
PAR<br />
H.J.P. Woud<br />
Hoewel Parijs een stad is die iedereen zal kennen, heeft de stad<br />
bekendste toren nog veel meer te bieden. Wat dacht u van...<br />
van 's werelds<br />
figuur 3.9<br />
63
VOLLEDIG COMMUNICATIEGEORIËNTEERDE INFORMATIEMODELLERING • OPGAVEN EN CASUSSEN<br />
Vervoersmogelijkheden<br />
De stedenadviseur zoekt een aantal vervoersmogelijkheden naar de betreffende<br />
stad op. Hij presenteert die als in de tabel in figuur 3.10. Het hoofd van de indeling<br />
Inkoop kent de vervoerscode toe. Een vervoerscode is slechts gekoppeld aan één<br />
vervoersmogelijkheid; de code 02001 kan dus niet aan twee mogelijkheden richting<br />
Parijs gekoppeld zijn, noch aan twee vervoersmogelijkheden naar verschillende<br />
plaatsen. Niet elke vervoersmogelijkheid hoeft een omschrijving te hebben; in<br />
sommige gevallen volstaat de combinatie van vervoerssoort en maatschappij. Als<br />
de kolom ‘overstap’ leeg is, betekent dit dat er geen overstap is. Is de kolom ‘overstap’<br />
wel gevuld, dan staan daarin de plaatsen waar de klant over dient te stappen.<br />
Dit kunnen hooguit twee plaatsen zijn; meer dan twee maal moeten overstappen<br />
wordt onacceptabel geacht. Prijzen zijn retourprijzen per persoon. Ook hier geldt<br />
dat er onderscheid wordt gemaakt tussen prijzen in het laag- en hoogseizoen.<br />
P laats:<br />
Parijs (PAR)<br />
Stedenadviseur:<br />
H.J.P. Woud<br />
Vervoercode<br />
Vervoersoort<br />
02001<br />
Vliegtuig<br />
02002<br />
Vliegtuig<br />
02003<br />
Vliegtuig<br />
02091<br />
Bus<br />
02093<br />
Bus<br />
02092<br />
Trein<br />
02007<br />
Trein<br />
Maatschappij<br />
HB Air<br />
Angel Line<br />
Angel Line<br />
HdlP Tours<br />
BSBS<br />
OT-Reizen<br />
Tegeva<br />
Omschrijving<br />
HB-vlucht (nonstop)<br />
Angel Line vlucht<br />
met tussenstop<br />
op Brussel.<br />
Angel Line<br />
stop)<br />
HdlP Tours,<br />
Class<br />
(non-<br />
BSBS Tours,<br />
Tourist Class<br />
Royal<br />
Overstap<br />
Prijs (euro)<br />
laagseizoen<br />
hoogseizoen<br />
210,00<br />
230,00<br />
Brussel<br />
150,00<br />
165,00<br />
175,25<br />
193,25<br />
122,00<br />
145,00<br />
Maastricht<br />
75,50<br />
89,50<br />
2e<br />
klas treinticket<br />
105,00<br />
105,00<br />
2e klas treinticket<br />
Amsterdam<br />
Brussel<br />
92,00<br />
92,00<br />
figuur 3.10<br />
Boekingsformulier<br />
In figuur 3.11 zie je een ingevuld boekingsformulier. De klant vult op het formulier<br />
zijn of haar NAW-gegevens in, de gewenste accommodatie (voor de zekerheid<br />
wordt naast de accommodatiecode ook de plaats en naam van de accommodatie<br />
gevraagd) en de verblijfsperiode.<br />
Naast de gegevens over de accommodatie en verblijf dienen ook enkele gegevens<br />
van de deelnemers aan de reis te worden ingevuld. De klant die het boekingsformulier<br />
invult, hoeft zelf niet noodzakelijkerwijs deelnemer te zijn aan de reis.<br />
Dan resteren nog de vervoerscode naar de plaats van keuze en een handtekening.<br />
Wanneer een klant geen vervoer wil kan dit door bijvoorbeeld ‘n.v.t.’ aangegeven<br />
worden op het boekingsformulier. De opgegeven reis geldt altijd voor alle deel-<br />
64
CASUSSEN<br />
nemers en er kan slechts één vervoerscode worden ingevuld. Op verschillende<br />
manieren vervoerd worden is dus niet mogelijk via één formulier.<br />
Het boekingsformulier heeft een voorbedrukt boekingsnummer. De gegevens van<br />
de klant worden indien onbekend vastgelegd in de klantenadministratie. De administratie<br />
geeft nieuwe klanten een nog niet eerder uitgegeven klantnummer. Als de<br />
klant al bekend is omdat hij al eens een accommodatie bij Happy Travel geboekt<br />
heeft, wordt het oude klantnummer opgezocht en vermeld op het formulier.<br />
KLANT<br />
Naam:<br />
Adres:<br />
Postcode<br />
Woonplaats:<br />
Telefoon:<br />
ACCOMMODATIE<br />
Accommodatiecode:<br />
Plaats:<br />
Naam:<br />
Aantal 1p kamers:<br />
Aantal 2p kamers:<br />
VERBLIJFSPERIODE<br />
week / midweek / lang weekend<br />
Van:<br />
tot en met:<br />
DEELNEMERS<br />
Voorletters Achternaam Geboortedatum M/V<br />
VERVOER<br />
Vervoerscode:<br />
Handtekening:<br />
doorhalen wat niet van toepassing is<br />
Voor intern gebruik (in te vullen door Happy Travel)<br />
Klantnummer:<br />
Boekingsnummer:<br />
figuur 3.11<br />
65
VOLLEDIG COMMUNICATIEGEORIËNTEERDE INFORMATIEMODELLERING • OPGAVEN EN CASUSSEN<br />
Het kan natuurlijk voorkomen dat het hotel of pension, dat de klant heeft uitgekozen,<br />
reeds is volgeboekt. In dat geval treedt Happy Travel in overleg met de klant.<br />
Meestal wordt dan een andere accommodatie aangeboden. Het kan echter ook<br />
gebeuren dat de verblijfsperiode wijzigt. Alleen de gegevens die betrekking hebben<br />
op de uiteindelijke keuze van de klant dienen te worden vastgelegd.<br />
Boekingsbevestiging<br />
Nadat een boeking door het systeem verwerkt is, wordt een bevestiging van de<br />
boeking gestuurd. Op deze bevestiging staan de gegevens van de geboekte<br />
accommodatie. De totaalprijs wordt berekend aan de hand van de afzonderlijke<br />
onderdelen (accommodatie en vervoer), waarbij afhankelijk van de periode de<br />
hoog- of laagseizoenprijs wordt genomen.<br />
Uit de analyse blijkt dat het bevestigingsformulier geen gegevens bevat die niet<br />
op andere voorbeelddocumenten te vinden is, of daarvan af te leiden is (zie figuur<br />
3.12).<br />
Boekingsnummer<br />
oekingsnummer:<br />
Klantnummer<br />
lantnummer:<br />
Naam<br />
aam:<br />
Adres<br />
dres:<br />
PC+Woonplaats<br />
C+Woonplaats:<br />
26537347<br />
9814949<br />
R.G. Zwarten<br />
Zuidkade 15<br />
6176 CK Spaubeek<br />
Accommodatie:<br />
Aankomstdatum:<br />
23/06/01<br />
Vetrekdatum:<br />
30/06/01<br />
PAR002 Ambassador<br />
Aantal<br />
overnachtingen: 7<br />
Eenpersoonskamers<br />
Aantal:<br />
2<br />
Prijs<br />
per overnachting: 44,00<br />
Tweepersoonskamers<br />
Aantal:<br />
1<br />
Prijs<br />
per overnachting: 69,00<br />
SUBTOTAAL ACCOMMODATIE<br />
EUR 1099,00<br />
Vervoercode:<br />
02091<br />
Vervoersoort:<br />
Maatschappij:<br />
Overstap:<br />
Bus<br />
HdlP Tours<br />
Geen<br />
Aantal<br />
personen:<br />
4<br />
Prijs<br />
per persoon:<br />
122,00<br />
SUBTOTAAL VERVOER<br />
EUR 488,00<br />
TOTAAL BOEKING<br />
EUR 1587,00<br />
figuur 3.12<br />
66
CASUSSEN<br />
2.4 Opdracht<br />
Stel op basis van de gegeven voorbeelddocumenten en bijbehorende toelichting,<br />
het informatiemodel op voor het online boekingssysteem van Happy Travel.<br />
Verricht dus een volledige informatieanalyse aan het gegeven UoD.<br />
Leid vervolgens uit het opgestelde informatiemodel een relationeel schema af.<br />
67
Uitwerkingen Opgaven<br />
1 Verwoorden<br />
Uitwerking 1.1 Internationale vliegafstanden<br />
“De afstand tussen Amsterdam en New York bedraagt 3639 Amerikaanse mijlen.”<br />
“De afstand tussen Tel Aviv en Sydney bedraagt 10634 Amerikaanse mijlen.”<br />
Uitwerking 1.2 Verkoopgrafiek<br />
“Van product QQ2 is 113785 liter verkocht.”<br />
“Van product QQ3 is 59463 liter verkocht.”<br />
“Product QQ1 heeft omschrijving Mineraalwater.”<br />
“Product QQ2 heeft omchrijving Sinas.”<br />
Uitwerking 1.3 Weerbericht<br />
“Het weerrapport van 8/3/2001 meldt regen in Amsterdam.”<br />
“Het weerrapport van 10/3/2001 meldt bewolkt in Enschede.”<br />
“Op 8/3/2001 werd in Amsterdam een temperatuur van 11 o C gemeten.”<br />
“Op 10/3/2001 werd in Enschede een temperatuur van 12 o C gemeten.”<br />
2 Classificatie en Kwalificatie<br />
Uitwerking 2.1 Oefeningen<br />
a<br />
Verwoording en eerste stadium van classificatie en kwalificatie:<br />
Automerk:<br />
“De auto met kenteken PP-KK-66 is van het merk DAF.”<br />
“De auto met kenteken FG-73-KS is van het merk Ambassador.”<br />
“De auto met kenteken FJ-25-08 is van het merk Trabant.”<br />
69
VOLLEDIG COMMUNICATIEGEORIËNTEERDE INFORMATIEMODELLERING • OPGAVEN EN CASUSSEN<br />
Tweede stadium van classificatie en kwalificatie:<br />
figuur 1.1<br />
Voorlopig IGD:<br />
figuur 1.2<br />
b<br />
Verwoording en eerste stadium van classificatie en kwalificatie:<br />
Afdeling:<br />
”Er bestaat een afdeling IC.”<br />
”Er bestaat een afdeling Neurologie.”<br />
Opname:<br />
”Patiënt 364326 is op 16/8/96 opgenomen op de afdeling IC.”<br />
”Patiënt 123456 is op 16/8/96 opgenomen op de afdeling IC.”<br />
”Patiënt 333333 is op 28/7/95 opgenomen op de afdeling Neurologie.”<br />
70
UITWERKINGEN OPGAVEN<br />
Tweede stadium van classificatie en kwalificatie:<br />
figuur 1.3<br />
Voorlopig IGD:<br />
figuur 1.4<br />
71
VOLLEDIG COMMUNICATIEGEORIËNTEERDE INFORMATIEMODELLERING • OPGAVEN EN CASUSSEN<br />
c<br />
Verwoording en eerste stadium van classificatie en kwalificatie:<br />
Artikel:<br />
“Er is een artikel 12.”<br />
“Er is een artikel 61.”<br />
“Er is een artikel 23.”<br />
Verkoopprijs:<br />
“Artikel 12 kost € 3.95 per stuk.”<br />
“Artikel 61 kost € 6.95 per stuk.”<br />
“Artikel 23 kost € 6.95 per stuk.”<br />
Artikelomschrijving:<br />
“Artikel 12 is een set stiften.”<br />
“Artikel 61 is een set stiften.”<br />
“Artikel 23 is een perforator.”<br />
Huidige voorraad:<br />
“Van artikel 12 is de huidige voorraad 521 stuks.”<br />
“Van artikel 61 is de huidige voorraad 237 stuks.”<br />
Tweede stadium van classificatie en kwalificatie:<br />
figuur 1.5<br />
72
UITWERKINGEN OPGAVEN<br />
Voorlopig IGD:<br />
figuur 1.6<br />
Uitwerking 2.2 Organogram<br />
Verwoording en eerste stadium van classificatie en kwalificatie:<br />
Supervisie:<br />
“Hofman D A heeft supervisie over Velsen D.”<br />
“Velsen D heeft supervisie over Parel K.”<br />
Tweede stadium van classificatie en kwalificatie:<br />
figuur 1.7<br />
73
VOLLEDIG COMMUNICATIEGEORIËNTEERDE INFORMATIEMODELLERING • OPGAVEN EN CASUSSEN<br />
Voorlopig IGD:<br />
figuur 1.8<br />
Uitwerking 2.3 Pieterpad<br />
Verwoording en eerste stadium van classificatie en kwalificatie:<br />
Startplaats:<br />
”Etappe 4 van traject 1 begint in Zuidlaren.”<br />
”Etappe 4 van traject 2 begint in Millingen.”<br />
Finishplaats:<br />
“Etappe 4 van traject 1 eindigt in Rolde.”<br />
“Etappe 4 van traject 2 eindigt in Groesbeek.”<br />
Etappelengte:<br />
“Etappe 4 van traject 1 is 16 km lang.”<br />
“Etappe 4 van traject 2 is 20 km lang.”<br />
Tweede stadium van classificatie en kwalificatie (zie figuur 1.9).<br />
Voorlopig IGD (zie figuur 1.10).<br />
74
UITWERKINGEN OPGAVEN<br />
figuur 1.9<br />
figuur 1.10<br />
75
VOLLEDIG COMMUNICATIEGEORIËNTEERDE INFORMATIEMODELLERING • OPGAVEN EN CASUSSEN<br />
3 Regenereren van feitexpressies uit een IGD<br />
Uitwerking 3.1 Oefeningen<br />
De gegenereerde zinnen per opgaveonderdeel:<br />
a<br />
b<br />
c<br />
d<br />
e<br />
f<br />
“Op het lot met lotnummer 305 viel een prijs van 100 euro.”<br />
“Piet Beek oefent het beroep van slager uit.”<br />
Let op het gebruik van de twee verschillende objecttypeformuleringen voor<br />
Diploma:<br />
“Het behalen van het MAVO-diploma van 301 vond plaats in het jaar 1997.”<br />
“Het HAVO-diploma van persoon 301 werd behaald op de school Weurt West.”<br />
Dit ene tupel genereert twee zinnen, uit elke feittype-expressie een:<br />
“Op 6-12-2001 is de trekking waar 305 een kans bij maakt.”<br />
“Op 6-12-2001 wordt bekend of er een prijs valt op het lot met lotnummer<br />
305.”<br />
“Op het lot met lotnummer 832 viel een prijs van 1000 euro.”<br />
“Het pand op nr 5 aan de Graafseweg te Nijmegen is een kantoor.”<br />
4 Semantisch equivalente transformaties<br />
Uitwerking 4.1 Levensverwachting<br />
a<br />
Classificatie- en kwalificatie:<br />
figuur 1.11<br />
76
UITWERKINGEN OPGAVEN<br />
Voorlopig IGD:<br />
figuur 1.12<br />
b<br />
Classificatie- en kwalificatie:<br />
figuur 1.13<br />
77
VOLLEDIG COMMUNICATIEGEORIËNTEERDE INFORMATIEMODELLERING • OPGAVEN EN CASUSSEN<br />
Voorlopig IGD:<br />
figuur 1.14<br />
c<br />
Classificatie- en kwalificatie:<br />
figuur 1.15<br />
78
UITWERKINGEN OPGAVEN<br />
Voorlopig IGD:<br />
figuur 1.16<br />
5 Uniciteitsregels<br />
Uitwerking 5.1 Oefeningen<br />
a<br />
doel<br />
Testen van de<br />
3 mogelijke<br />
UC's over 2<br />
rollen<br />
test UC op<br />
rollen:<br />
1 + 2<br />
1 + 3<br />
2 + 3<br />
tupel nr.<br />
1:<br />
feittype<br />
feittype-expressie<br />
tupels<br />
Feittype Studieresultaat<br />
F1: "<br />
heeft voor <br />
gehaald."<br />
een <br />
Peter, Jansen Databases 7.2<br />
2 : Peter, Jansen Databases 9. 0<br />
3:<br />
Peter, Jansen Wiskunde 7.2<br />
4 Ben, Span Databases 7.2<br />
Testen op<br />
smallere<br />
UC'<br />
s<br />
1 5 : Peter, Jansen Wiskunde 8. 0<br />
binnen<br />
UC3<br />
2 6:<br />
Ben Span Databases 8.0<br />
mogen<br />
t upels<br />
samen?<br />
1 + 2<br />
1 + 3<br />
1 + 4<br />
1 + 5<br />
1 + 6<br />
antw.<br />
J/<br />
N<br />
conclusie<br />
N UC3 op 1 + 2<br />
JJ Geen UC<br />
Geen UC<br />
J<br />
J<br />
Geen UC<br />
Geen UC<br />
figuur 1.17<br />
79
VOLLEDIG COMMUNICATIEGEORIËNTEERDE INFORMATIEMODELLERING • OPGAVEN EN CASUSSEN<br />
figuur 1.18<br />
b<br />
doel<br />
Testen van de<br />
3 mogelijke<br />
UC’ s over 2<br />
rollen<br />
Testen op<br />
smallere UC's<br />
binnen UC 4<br />
Testen op<br />
smallere UC's<br />
binnen UC 5<br />
test UC op<br />
rollen:<br />
1 + 2<br />
1 + 3<br />
2 + 3<br />
1<br />
2<br />
tupel nr.<br />
1:<br />
1<br />
3 7:<br />
feittype<br />
feittype-expressie<br />
tupels<br />
Feittype Geboorte<br />
F1: " is geboren in<br />
te ."<br />
Peter, Jansen 1980 Nijmegen<br />
2 : Peter, Jansen 1980 Utrecht<br />
3:<br />
Peter, Jansen 1970 Nijmegen<br />
4 Ben, Span 1980 Nijmegen<br />
5 : Peter, Jansen 1970 Utrecht<br />
6:<br />
Ben, Span 1980 Utrecht<br />
mogen<br />
t upels<br />
samen?<br />
1 + 2<br />
1 + 3<br />
1 + 4<br />
1 + 5<br />
1 + 6<br />
antw.<br />
J/<br />
N<br />
conclusie<br />
N UC4 op 1 + 2<br />
N UC5 op 1 + 3<br />
J Geen UC<br />
N UC6 op rol 1<br />
J Geen UC<br />
Al gedaan, zie tupel 5<br />
Ben,<br />
Span 1970 Nijmegen 1 + 7 J Geen UC<br />
figuur 1.19<br />
80
UITWERKINGEN OPGAVEN<br />
figuur 1.20<br />
Merk op dat het feittype Geboorte splitsbaar blijkt volgens de n-1-regel-test.<br />
c<br />
doel<br />
test UC op<br />
rollen:<br />
tupel nr.<br />
feittype<br />
feittype-expressie<br />
tupels<br />
mogen<br />
t upels<br />
samen?<br />
antw.<br />
J/<br />
N<br />
conclusie<br />
Feittype Presentie<br />
F1: " was aanwezig op de e<br />
bijeenkomst van ."<br />
Testen van de<br />
3 mogelijke<br />
UC's over 2<br />
rollen<br />
1 + 2<br />
1 + 3<br />
2 + 3<br />
1:<br />
Peter, Jansen<br />
1<br />
Databases<br />
2 : Peter, Jansen 1 Wiskunde<br />
3:<br />
Peter, Jansen 2 Databases<br />
4 Ben, Span 1 Database<br />
1 + 2<br />
1 + 3<br />
1 + 4<br />
J<br />
J<br />
J<br />
Geen UC<br />
Geen UC<br />
Geen UC<br />
Dus UC3 op<br />
1 + 2 + 3<br />
figuur 1.21<br />
figuur 1.22<br />
81
VOLLEDIG COMMUNICATIEGEORIËNTEERDE INFORMATIEMODELLERING • OPGAVEN EN CASUSSEN<br />
Uitwerking 5.2 Gemeenteraadsverkiezingen<br />
doel<br />
test UC op<br />
rollen:<br />
tupel nr.<br />
feittype<br />
feittype-expressie<br />
tupels<br />
Feittype Stempercentage<br />
mogen<br />
t upels<br />
samen?<br />
antw.<br />
J/<br />
N<br />
conclusie<br />
F1: " behaalde in bij<br />
de raadsverkiezing in ."<br />
Testen van de<br />
4 mogelijke<br />
UC's over 3<br />
rollen<br />
Testen op<br />
smallere UC's<br />
binnen UC 5<br />
1 + 2 + 3<br />
1 + 2 + 4<br />
1 + 3 + 4<br />
2 + 3 + 4<br />
1 + 2<br />
1 + 4<br />
2 + 4<br />
1:<br />
VVD 1998 12,8 Nijmegen<br />
2 : VVD 1998 12,8 Millingen<br />
3:<br />
VVD 1998 18,4 Nijmegen<br />
45 VVD 2002 12,8 Nijmegen<br />
PVDA 1998 12,8 Nijmegen<br />
6 : VVD 1998 18,4 Millingen<br />
7: : VVD 2002 18,4 Nijmegen<br />
8 PVDA 1998 18,4 Nijmegen<br />
1 + 2<br />
1 + 3<br />
1 + 4<br />
1 + 5<br />
1 + 6<br />
1 + 7<br />
1 + 8<br />
J<br />
N<br />
JJ<br />
J<br />
J<br />
J<br />
Geen UC<br />
UC5 op 1+2+4<br />
Geen UC<br />
Geen UC<br />
Geen UC<br />
Geen UC<br />
Geen UC<br />
figuur 1.23<br />
Uitwerking 5.3 Megatop 100<br />
doel<br />
Testen van de<br />
3 mogelijke<br />
UC's over 2<br />
rollen<br />
Testen op<br />
smallere UC's<br />
binnen UC 4<br />
Testen op<br />
smallere UC's<br />
binnen UC 5<br />
test UC op<br />
rollen:<br />
1 + 2<br />
1 + 3<br />
2 + 3<br />
1<br />
2<br />
tupel nr.<br />
1:<br />
1<br />
3 7:<br />
feittype<br />
feittype-expressie<br />
Tupels<br />
Feittype Hitparade<br />
F1: "Op werd positie <br />
bezet door ."<br />
25/4/1998<br />
9<br />
Stop,Spice Girls<br />
2 : 25/4/1998 9 Frozen,Madonna<br />
3:<br />
25/4/1998 2 Stop,Spice Girls<br />
4 18/4/1998 9 Stop,Spice Girls<br />
5 : 25/4/1998 2 Frozen,Madonna<br />
6:<br />
18/4/1998 9 Frozen,Madonna<br />
mogen<br />
t upels<br />
samen?<br />
1 + 2<br />
1 + 3<br />
1 + 4<br />
1 + 5<br />
1 + 6<br />
antw.<br />
J/<br />
N<br />
conclusie<br />
N UC4 op 1 + 2<br />
N UC5 op 1 + 3<br />
J Geen UC<br />
J<br />
J<br />
Geen UC<br />
Geen UC<br />
Al gedaan, zie tupel 5<br />
18/4/1998<br />
2 Stop,Spice Girls 1 + 7 J Geen UC<br />
figuur 1.24<br />
82
UITWERKINGEN OPGAVEN<br />
6 Nominalisatietest<br />
Uitwerking 6.1 Geldautomaten<br />
In ieder ternair feittype zit een rollenpaar dat gespeeld wordt door de combinatie<br />
van het objecttype Geldautomaat en het labeltype transactienummer. Ieder paar<br />
valt ook onder een UC. Die combinatie identificeert een transactie, zodat het<br />
duidelijk is dat er een objecttype Transactie moet worden ingevoerd. In de feitexpressies<br />
van het feittype Transactiesom staan de objectexpressies voor transacties<br />
niet als aaneengesloten stuk zin, en dus moet de verwoording worden<br />
aangepast.<br />
Nieuwe classificatie en kwalificatie:<br />
figuur 1.25<br />
83
VOLLEDIG COMMUNICATIEGEORIËNTEERDE INFORMATIEMODELLERING • OPGAVEN EN CASUSSEN<br />
IGD na nominalisatietest:<br />
figuur 1.26<br />
Uitwerking 6.2 Bibliotheek<br />
Het extra objecttype Boekexemplaar volgt uit de rolparen in Uitleenverbod en<br />
Boeklocatie die gespeeld worden door boek- en volgnummer, met elk rolpaar onder<br />
een UC. De verwoording hoeft hier niet gewijzigd te worden. Merk op dat feittype<br />
Uitleenverbod een unair feittype is geworden na de invoering van het objecttype<br />
Boekexemplaar. Dit unaire feittype is inderdaad nodig, omdat we anders de informatie<br />
over welke boeken niet uitgeleend mogen worden zouden verliezen. In de<br />
praktijk komt een dergelijke situatie – met een binair feittype en een of meer<br />
ternaire feittypen die allemaal rolparen gemeen hebben – vaak voor wanneer beginnende<br />
analisten het ‘verborgen’ objecttype niet van meet af aan onderkennen.<br />
Nieuwe classificatie en kwalificatie: zie figuur 1.27.<br />
IGD na de nominalisatietest: figuur 1.28.<br />
84
UITWERKINGEN OPGAVEN<br />
figuur 1.27<br />
figuur 1.28<br />
85
VOLLEDIG COMMUNICATIEGEORIËNTEERDE INFORMATIEMODELLERING • OPGAVEN EN CASUSSEN<br />
7 Totaliteitsregels<br />
Uitwerking 7.1 Bereikbaarheid docenten<br />
a Betekenis totaliteitsregel 1: voor elke docent moet zijn/haar kamer worden<br />
vastgelegd.<br />
Betekenis totaliteitsregel 2: voor elke docent mogen het telefoonnummer en<br />
het e-mailadres niet beide ontbreken.<br />
Totaliteitsregel 2 wordt geschonden: voor docent BER ontbreekt namelijk zowel<br />
het telefoonnummer als ook het e-mailadres.<br />
b Totaliteitsregel 1 wordt geschonden, want voor docent PTR ontbreekt zowel<br />
het kamernummer als het telefoonnummer.<br />
c Voor elke docent moet minimaal één van de volgende zaken zijn vastgelegd:<br />
het nummer van de kamer, het telefoonnummer of het e-mailadres.<br />
Deze totaliteitsregel wordt geschonden, want voor docent PTR ontbreken elk<br />
van deze drie gegevens.<br />
Uitwerking 7.2 PLT Systems<br />
Project<br />
TEST: TC op rol 1.<br />
Analist: Moet elk project altijd een omschrijving hebben?<br />
Domeindeskundige: Ja, dat is voor onze interne communicatie wel belangrijk.<br />
Conclusie: TC op rol 1.<br />
TEST: TC op rol 4.<br />
Analist: Moet van elk project altijd de opdrachtgever bekend zijn?<br />
Domeindeskundige: Ja, bij het starten van een project is de opdrachtgever altijd<br />
bekend.<br />
Conclusie: TC op rol 4.<br />
TEST: TC op rol 11.<br />
Analist: Bestaan er voor elk project op elk moment deelprojecten?<br />
Domeindeskundige: De meeste projecten hebben wel deelprojecten, maar we willen<br />
graag projectgegevens kunnen vastleggen voordat er deelprojecten worden<br />
gemaakt.<br />
Conclusie: Geen TC op rol 11.<br />
Klant<br />
TEST: TC op rol 7.<br />
Analist: Moet van elke klant altijd de bedrijfsnaam bekend zijn?<br />
Domeindeskundige: Ja, een klantnummer alleen zegt niet zoveel.<br />
Conclusie: TC op rol 7.<br />
86
UITWERKINGEN OPGAVEN<br />
TEST: TC op rol 5.<br />
Analist: Kunnen er klanten zijn die niet als opdrachtgever van een project optreden?<br />
Domeindeskundige: Ja, een aparte registratie van (potentiële) klanten kan wel<br />
handig zijn.<br />
Conclusie: Geen TC op rol 5.<br />
Deelproject<br />
TEST: TC op rol 9.<br />
Analist: Moet elk deelproject altijd een omschrijving hebben?<br />
Domeindeskundige: Ja, die mag niet ontbreken.<br />
Conclusie: TC op rol 9.<br />
TEST: TC op rol 13.<br />
Analist: Moet van elk deelproject altijd de projectleider bekend zijn?<br />
Domeindeskundige: Ja, direct vanaf het starten van een deelproject is de projectleider<br />
bekend.<br />
Conclusie: TC op rol 13.<br />
TEST: TC op rol 18.<br />
Analist: Is voor elk deelproject de startdatum bekend?<br />
Domeindeskundige: Ja, de startdatum is altijd bekend.<br />
Conclusie: TC op rol 18.<br />
TEST: TC op rol 21.<br />
Analist: Moet voor elk deelproject altijd de einddatum bekend zijn?<br />
Domeindeskundige: Nee, die is bij het vastleggen van de deelprojectgegevens<br />
nog niet bekend.<br />
Conclusie: Geen TC op rol 21.<br />
Medewerker<br />
TEST: TC op rol 16.<br />
Analist: Moet van elke medewerker de naam worden vastgelegd?<br />
Domeindeskundige: Ja, dat lijkt me nogal logisch.<br />
Conclusie: TC op rol 16.<br />
TEST: TC op rol 14.<br />
Analist: Moeten alle medewerkers als projectleider van een deelproject optreden?<br />
Domeindeskundige: Nee, ook van niet-projectleiders leggen we gegevens vast.<br />
Conclusie: Geen TC op rol 14.<br />
87
VOLLEDIG COMMUNICATIEGEORIËNTEERDE INFORMATIEMODELLERING • OPGAVEN EN CASUSSEN<br />
Dag<br />
TEST: TC’s op rollen 19 en 22.<br />
Analist: Bent u in het kader van project- en deelprojectgegevens geïnteresseerd in<br />
andere data dan start- en einddata van deelprojecten?<br />
Domeindeskundige: Nee.<br />
Conclusie: Meervoudige TC op rollen 19 en 22.<br />
8 Overige beperkingsregels<br />
Uitwerking 8.1 School<br />
a<br />
b<br />
Betekenis beperkingsregels:<br />
TC6: een docent van deze school is conrector of wordt ingezet bij het geven<br />
van lessen (ook beide is mogelijk).<br />
SC1: een mentor van een klas geeft ook altijd les aan die klas.<br />
SC2: een klasvertegenwoordiger dient in de klas te zitten die hij vertegenwoordigt.<br />
CC1: een docent is van maximaal twee klassen mentor.<br />
XC1: een conrector mag geen mentor van een klas zijn (en vice versa).<br />
Geschonden worden:<br />
TC2: van klas 3C is geen vertegenwoordiger bekend.<br />
TC5: van het vak Nederlands is geen uitvoering bekend.<br />
SC2: leerling 345 is vertegenwoordiger van klas 2B, terwijl hij of zij zelf in<br />
klas 3C zit.<br />
CC1: docent JNS is mentor van drie klassen.<br />
Uitwerking 8.2 Lift<br />
Het IGD inclusief beperkingsregels: zie figuur 1.29.<br />
Eis 1: Totaliteitsregel TC3 op rollen 5+8.<br />
Eis 2: Uitsluitingsregel XC1 op rollen 5+8.<br />
Eis 3: Deelverzamelingsregel SC1: Beweging(8) —>— Doel(10).<br />
Eis 4: Aantallenregel CC1 op rol 12: (≤3)<br />
Eis 5: Waardenregel VC1: {open, dicht}<br />
88
UITWERKINGEN OPGAVEN<br />
figuur 1.29<br />
89
VOLLEDIG COMMUNICATIEGEORIËNTEERDE INFORMATIEMODELLERING • OPGAVEN EN CASUSSEN<br />
9 Afleiden relationeel schema<br />
Uitwerking 9.1 Projecten<br />
a Rollen 1, 4, 7 en 26 komen in aanmerking voor groeperen. Rollen 2, 5 en 27<br />
worden opgenomen in het feittype Project. Daarbij wordt rol 27 optioneel,<br />
omdat rol 26 geen totaliteitsregel had. Rol 8 wordt opgenomen in Klant.<br />
Project speelt geen rollen meer, dus de nominalisatie wordt ongedaan gemaakt<br />
en de objecttype-expressie O1 wordt geschrapt.<br />
Het gegroepeerde IGD:<br />
figuur 1.30<br />
b Bijzonderheden: rol 24 wordt gesplitst. Deelverzamelingsregels 2, 5 en 6<br />
ontstaan door het losknippen van respectievelijk rollen 11, 23 en 24. Het feittype<br />
Dag wordt loos en verdwijnt.<br />
90
UITWERKINGEN OPGAVEN<br />
Het gelexicaliseerde IGD:<br />
figuur 1.31<br />
Uitwerking 9.2 Staten<br />
Groeperen: rollen 1, 2, 5 en 12 komen voor groeperen in aanmerking. Rollen 1 en<br />
2 zitten in hetzelfde feittype. Eerst wordt rol 2 weggegroepeerd (waardoor rol 1<br />
‘opgeslokt’ wordt door feittype Persoon) en daarna rol 1, zodat ten slotte rol 4 in<br />
feittype Staat terechtkomt. (Als eerst rol 1 en daarna rol 2 gedaan wordt, komt rol<br />
3 (en ook rol 6) in feittype Persoon terecht, wat geen zinvolle tabelnaam zou<br />
opleveren.) Alle weggegroepeerde rollen hadden een enkelvoudige totaliteitsregel,<br />
zodat geen enkele opgeslokte rol optioneel wordt. De deelverzamelingsregel<br />
transformeert mee: rol 12 wordt geschrapt en ‘vervangen’ door rol 10; nog steeds<br />
moet een voorzitter van een organisatie immers lid zijn van die organisatie.<br />
91
VOLLEDIG COMMUNICATIEGEORIËNTEERDE INFORMATIEMODELLERING • OPGAVEN EN CASUSSEN<br />
IGD na groeperen:<br />
figuur 1.32<br />
Lexicaliseren: rollen 6, 8, 9 en 11 moeten gelexicaliseerd worden. Rollen 8 en 11<br />
worden omgeleid naar ‘staatnaam’ (en niet naar ‘persoonsnaam’, hoewel dat<br />
labeltype ook aan een rol onder een UC zit), omdat O1 geldt voor rollen 8 en 11 en<br />
in O1 een verwijzing naar rol 3 staat, die gespeeld wordt door ‘staatnaam’.<br />
Rolsplitsing doet zich niet voor. Deelverzamelingsregels: SC 1 is de reeds bekende<br />
deelverzamelingsregel. SC 2 volgt uit het losknippen van rol 6, SC 3 uit het<br />
losknippen van rol 8 en SC 4 uit het losknippen van rol 9. SC 5 volgt uit totaliteits-<br />
92
UITWERKINGEN OPGAVEN<br />
regel 4, zodat er tussen rollen 9 en 10 een gelijkheidsregel (SC 4 + SC 5) geldt. SC<br />
6 volgt uit het losknippen van rol 11.<br />
Er zijn geen loze tupels of loze feittypen.<br />
Een subtiel punt: SC 5 en SC 6 zijn redundant: SC 5 volgt uit SC 1, en SC 6 volgt<br />
uit SC 1 en SC 3.<br />
Reduceren: er komen geen feittypen voor reduceren in aanmerking. In onderstaand<br />
GLR-IGD zijn in rollen 8 en 11 ook alvast prefixen aangebracht, en in rol 4 een<br />
replacefix, om in het logische relationele schema duidelijker kolomnamen te<br />
verkrijgen.<br />
figuur 1.33<br />
Relationeel schema: alle niet-redundante verwijzingen zijn refererende sleutels<br />
(de redundante SC 5 en SC 6 zijn weggelaten). De domeinen zijn in overleg met<br />
de databasebeheerder gekozen.<br />
93
VOLLEDIG COMMUNICATIEGEORIËNTEERDE INFORMATIEMODELLERING • OPGAVEN EN CASUSSEN<br />
figuur 1.34<br />
94
UITWERKINGEN OPGAVEN<br />
10 Specialisatie<br />
Uitwerking 10.1 Hardware<br />
Subtypematrix na stap 4 van de subtypematrixmethode:<br />
Apparaat<br />
rol 1<br />
Apparaatsoort<br />
rol 5<br />
Aanschafdatum<br />
rol 8<br />
Apparaatmerk<br />
rol 14<br />
Processor<br />
rol 11<br />
Harddisk<br />
rol 30<br />
Intern<br />
geheugen<br />
rol 17<br />
Monitorgrootte<br />
rol 20<br />
Printersoort<br />
rol 37<br />
Kleurenprinter<br />
264<br />
X X X X X X - - -<br />
265<br />
X X X - - - X - -<br />
219<br />
X X X - - - - X X<br />
108<br />
X X X - - - - X X (!)<br />
194<br />
X X X X X X - - -<br />
146<br />
X X X X X(!<br />
) X - - -<br />
079<br />
X X X - - - X - -<br />
A A A A B B B C D D<br />
figuur 1.35<br />
Resultaten van stappen 5 en 6:<br />
figuur 1.36<br />
95
VOLLEDIG COMMUNICATIEGEORIËNTEERDE INFORMATIEMODELLERING • OPGAVEN EN CASUSSEN<br />
Resultaten van stappen 7 en 8:<br />
figuur 1.37<br />
96
UITWERKINGEN OPGAVEN<br />
Afleidingsregels:<br />
1: x in Computer(34) als (x, computer) in Apparaatsoort(1,2)<br />
2: x in Monitor(35) als (x, monitor) in Apparaatsoort(1,2)<br />
3: x in Printer(36) als (x, printer) in Apparaatsoort(1,2)<br />
Uitwerking 10.2 Postorderbedrijf O&O<br />
Subtypematrix na stap 4:<br />
Apparaat<br />
rol 1<br />
Artikelcategorie<br />
rol 5<br />
Artikelprijs<br />
rol 8<br />
Artikeltitel<br />
rol 10<br />
Auteur<br />
rol 13<br />
Boeksoort<br />
rol 16<br />
Boekomvang<br />
rol 18 rol 23<br />
Speel-<br />
Uitvoerend<br />
duur<br />
artist<br />
rol 27<br />
cd<br />
aantal<br />
rol 30<br />
Leeftijdindicatie<br />
rol 32<br />
Geluid<br />
rol 35<br />
Systeemeisen<br />
1250695<br />
X X X X X X - - - - - -<br />
1143791<br />
X X X - - - X X X - - -<br />
4010724<br />
X X X - - - - - - - - X<br />
4011425<br />
X X X - - - X - - X X -<br />
A A A A B B B C D D E E F<br />
figuur 1.38<br />
Resultaat van stappen 5 en 6:<br />
figuur 1.39<br />
Resultaten van stappen 7 en 8 (alleen het relevante deel van het IGD is gegeven):<br />
zie figuur 1.40.<br />
97
VOLLEDIG COMMUNICATIEGEORIËNTEERDE INFORMATIEMODELLERING • OPGAVEN EN CASUSSEN<br />
Afleidingsregels:<br />
1: x in Boek(39) als (x,boek) in Artikelcategorie(1,2)<br />
2: x in Video/CD(40) als (x,CD) of (x,video) in Artikelcategorie(1,2)<br />
3: x in CD(41) als (x,CD) in Artikelcategorie(1,2)<br />
4: x in Video(42) als (x,video) in Artikelcategorie(1,2)<br />
5: x in CD-ROM(43) als (x,CD-ROM) in Artikelcategorie(1,2)<br />
figuur 1.40<br />
98
UITWERKINGEN OPGAVEN<br />
Uitwerking 10.3 Auto’s<br />
Manier 1 (subtypen weggroepen):<br />
IGD na groeperen:<br />
figuur 1.41<br />
99
VOLLEDIG COMMUNICATIEGEORIËNTEERDE INFORMATIEMODELLERING • OPGAVEN EN CASUSSEN<br />
IGD na groeperen, lexicaliseren en reduceren:<br />
figuur 1.42<br />
100
UITWERKINGEN OPGAVEN<br />
Relationeel schema:<br />
figuur 1.43<br />
101
VOLLEDIG COMMUNICATIEGEORIËNTEERDE INFORMATIEMODELLERING • OPGAVEN EN CASUSSEN<br />
Manier 2 (subtypen niet weggroeperen):<br />
IGD na groeperen:<br />
figuur 1.44<br />
102
UITWERKINGEN OPGAVEN<br />
IGD na groeperen, lexicaliseren en reduceren:<br />
figuur 1.45<br />
103
VOLLEDIG COMMUNICATIEGEORIËNTEERDE INFORMATIEMODELLERING • OPGAVEN EN CASUSSEN<br />
Relationeel schema:<br />
figuur 1.46<br />
104
Uitwerkingen<br />
<strong>Volledig</strong>e <strong>Informatiemodellering</strong>strajecten<br />
1 Gemeenteraadsverkiezingen Oss<br />
a<br />
“De roepnaam van kandidaat 1 van CDA is Geert.”<br />
“De roepnaam van kandidaat 4 van SP is Sandra.”<br />
“Kandidaat 1 van CDA is een man.”<br />
“Kandidaat 4 van SP is een vrouw.”<br />
b<br />
figuur 2.1<br />
105
VOLLEDIG COMMUNICATIEGEORIËNTEERDE INFORMATIEMODELLERING • OPGAVEN EN CASUSSEN<br />
figuur 2.1 vervolg<br />
Zie voor het IGD onderdeel d.<br />
c<br />
figuur 2.2<br />
106
UITWERKINGEN VOLLEDIGE INFORMATIEMODELLERINGSTRAJECTEN<br />
d<br />
In figuur 2.3 is het IGD weergegeven. Ook de UC’s en TC’s – die bij respectievelijk<br />
onderdeel e en f worden bepaald – zijn al in het IGD opgenomen.<br />
figuur 2.3<br />
107
VOLLEDIG COMMUNICATIEGEORIËNTEERDE INFORMATIEMODELLERING • OPGAVEN EN CASUSSEN<br />
e<br />
Rollen 3, 4, 9+10, 11, 18, 19 en 22 krijgen automatisch een UC. Het identificerend<br />
karakter van (de combinatie van) de bijbehorende objecttypen is met<br />
de domeindeskundige gecontroleerd en in orde bevonden.<br />
Overige UC’s:<br />
doel<br />
Testen van de 2<br />
mogelijke UC's<br />
over 1 rol<br />
Testen van de 2<br />
mogelijke UC's<br />
over 1 rol<br />
Testen van de 2<br />
mogelijke UC's<br />
over 1 rol<br />
Testen van de 2<br />
mogelijke UC's<br />
over 1 rol<br />
Testen van de 2<br />
mogelijke UC's<br />
over 1 rol<br />
Testen van de 2<br />
mogelijke UC's<br />
over 1 roll<br />
test UC op<br />
rollen:<br />
1<br />
2<br />
5<br />
6<br />
7<br />
8<br />
tupel nr.<br />
1:<br />
feittype<br />
feittype-expressie<br />
tupels<br />
Feittype Partij-lijst<br />
F1: " vormt ."<br />
CDA 1<br />
2 :<br />
CDA 2<br />
3:<br />
PvdA 1<br />
1:<br />
2:<br />
3:<br />
1:<br />
Feittype Partij - volledige naam<br />
F2: " heet voluit ."<br />
VVD Volkspartij voor vrijheid en<br />
democratie<br />
VVD Vereniging voor veiligheid en<br />
democratie<br />
V&D Volkspartij voor vrijheid en<br />
democratie<br />
Feittype Kandidaatnaam<br />
F3: " vormt ."<br />
1, CDA<br />
G. Louwers<br />
2 : 1, DA H. Peeters<br />
3:<br />
12, SP G. Louwers<br />
1:<br />
Feittype Kandidaat-woonplaats<br />
F5: " woont in ."<br />
1, CDA<br />
Oss<br />
mogen<br />
t upels<br />
samen?<br />
1 + 2<br />
1 + 3<br />
1 + 2<br />
1 + 3<br />
1 + 2<br />
1 + 3<br />
12<br />
2 : 2,<br />
CDA Berghem<br />
1 + 2<br />
13<br />
3:<br />
2,<br />
SP<br />
Oss<br />
1 + 3<br />
1:<br />
Feittype Kandidaat-roepnaam<br />
F6: "De<br />
2, CDA<br />
roepnaam van <br />
is ."<br />
Henk<br />
14<br />
2 : 2, CDA Huub<br />
15<br />
3:<br />
6, CDA Henk<br />
1:<br />
Feittype Kandidaat-woonplaats<br />
F7: " is ."<br />
1, CDA<br />
man<br />
16<br />
2 : 1, CDA vrouw<br />
17<br />
3:<br />
2, SP man<br />
1 + 2<br />
1 + 3<br />
1 + 2<br />
1 + 3<br />
antw.<br />
J/<br />
N<br />
N<br />
N<br />
N<br />
N<br />
conclusie<br />
UC 3 op rol 1<br />
UC 4 op rol 2<br />
UC 16 op rol 5<br />
UC 17 op rol 6<br />
N UC 6 op rol 7<br />
J geen UC<br />
N UC 8 op rol 12<br />
J geen UC<br />
N UC 9 op rol 14<br />
J geen UC<br />
N UC 11 op rol 16<br />
J geen UC<br />
figuur 2.4<br />
108
UITWERKINGEN VOLLEDIGE INFORMATIEMODELLERINGSTRAJECTEN<br />
doel<br />
Testen van de 2<br />
mogelijke UC's<br />
over 1 rol<br />
Testen van de 3<br />
mogelijke UC's<br />
over 2 rollen<br />
Testen op<br />
smallere UC's<br />
binnen UC 15<br />
test UC op<br />
rollen:<br />
tupel nr.<br />
1:<br />
feittype<br />
feittype-expressie<br />
Tupels<br />
Feittype Stembureaulocatie<br />
32<br />
F9: " bevindt zich<br />
in ."<br />
Molenveldschool Berghem<br />
20<br />
2 : 32 De Berchplaats Berghem<br />
21<br />
3:<br />
33 Molenveldschool Berghem<br />
23 + 24<br />
23 + 25<br />
24 + 25<br />
1:<br />
F10: "Op<br />
1<br />
Feittype Uitslag<br />
zijn stemmen<br />
uitgebracht<br />
op ."<br />
88<br />
1, CDA<br />
2 : 1 88 4, SP<br />
3:<br />
1 95 1, CDA<br />
4 2 88 1, CDA<br />
23<br />
5 : 1 7 4, SP<br />
25<br />
6:<br />
2 93<br />
1, CDA<br />
mogen<br />
t upels<br />
samen?<br />
1 + 2<br />
1 + 3<br />
1 + 2<br />
1 + 3<br />
1 + 4<br />
1 + 5<br />
1 + 6<br />
antw.<br />
J/<br />
N<br />
conclusie<br />
N UC 14 op rol 20<br />
J geen UC<br />
J<br />
N<br />
J<br />
J<br />
J<br />
geen UC<br />
UC 15 op 23+25<br />
geen UC<br />
geen UC<br />
geen UC<br />
figuur 2.4 vervolg<br />
De tests na de UC-bepaling leveren geen bijzonderheden op.<br />
f<br />
Partij<br />
TEST: TC op rol 1?<br />
Analist: Moet voor elke partij altijd bekend zijn welke lijst die partij vormt?<br />
Domeindeskundige: Ja, dat willen we graag voor de verkiezingen vastleggen.<br />
Conclusie: TC 1 op rol 1.<br />
TEST: TC op rol 5?<br />
Analist: Moet voor elke partij altijd de volledige partijnaam bekend zijn?<br />
Domeindeskundige: Het kan voorkomen dat de partijnaam reeds de volledige<br />
naam van een partij is. Denk bijvoorbeeld aan de Christenunie. In dat geval<br />
hoeft de volledige naam niet te worden vastgelegd.<br />
Conclusie: Geen TC op rol 5.<br />
TEST: TC op rol 10?<br />
Analist: Moeten er voor elke partij altijd kandidaten zijn vastgelegd?<br />
Domeindeskundige: Ja, op het moment dat we gegevens van partijen vastleggen,<br />
willen we ook de overige gegevens van de kandidatenlijst invoeren.<br />
Conclusie: TC 9 op rol 10.<br />
109
VOLLEDIG COMMUNICATIEGEORIËNTEERDE INFORMATIEMODELLERING • OPGAVEN EN CASUSSEN<br />
Kandidaat<br />
TEST: TC op rol 7? TC op rol 14?<br />
Analist: Mag de naam van een kandidaat ontbreken?<br />
Domeindeskundige: De volledige naam – dat wil zeggen voorletters en achternaam<br />
– van een kandidaat moet altijd bekend zijn. Op de kandidatenlijst zie je<br />
dat de roepnaam niet altijd wordt opgegeven.<br />
Conclusie: TC 3 op rol 7. Geen TC op rol 14.<br />
TEST: TC op rol 12?<br />
Analist: Moet de woonplaats van een kandidaat altijd bekend zijn?<br />
Domeindeskundige: Ja, die mag niet ontbreken.<br />
Conclusie: TC 4 op rol 12.<br />
TEST: TC op rol 16?<br />
Analist: Mag het geslacht van een kandidaat ontbreken?<br />
Domeindeskundige: Nee.<br />
Conclusie: TC 5 op rol 16?<br />
TEST: TC op rol 25?<br />
Analist: Ik begrijp dat u de gegevens van kandidaten voor de verkiezingen wil<br />
vastleggen. Op dat moment zijn er dus nog geen stembusuitslagen?<br />
Domeindeskundige: Dat klopt.<br />
Conclusie: Geen TC op rol 25.<br />
Stembureau<br />
TEST: TC op rol 20?<br />
Analist: Moet van elk stembureau altijd het gebouw bekend zijn waarin het is<br />
gevestigd?<br />
Domeindeskundige: Ja, dat is essentiële informatie.<br />
Conclusie: TC 7 op rol 20.<br />
TEST: TC op rol 23?<br />
Analist: Ik begrijp dat u ook de gegevens van stembureaus voor de verkiezingen<br />
wilt vastleggen.<br />
Domeindeskundige: Dat klopt.<br />
Conclusie: Geen TC op rol 23.<br />
110
UITWERKINGEN VOLLEDIGE INFORMATIEMODELLERINGSTRAJECTEN<br />
Lijst<br />
TEST: TC op rol 2?<br />
Analist: Moet voor elke lijst altijd bekend zijn welke partij deze lijst vormt?<br />
Domeindeskundige: Ja.<br />
Conclusie: TC 2 op rol 2.<br />
Plaats<br />
TEST: TC op rol 13?<br />
Analist: Wilt u alleen plaatsen vastleggen die voorkomen als woonplaats van<br />
een kandidaat?<br />
Domeindeskundige: Het lijkt me wel handig om alle plaatsen binnen de<br />
gemeente Oss vast te leggen.<br />
Conclusie: Geen TC op rol 13.<br />
Opmerking: Plaats heeft reeds een existentiepostulerende feittype-expressie.<br />
Geslacht<br />
TEST: TC op rol 17.<br />
Analist: Wilt u graag gebruik maken van een keuzelijstje bij het invoeren van<br />
het geslacht van een kandidaat?<br />
Domeindeskundige: Dat lijkt me niet perse nodig.<br />
Conclusie: TC 6 op rol 17.<br />
Gebouw<br />
TEST: TC op rol 21?<br />
Analist: Wilt u misschien wel een keuzelijstje voor het selecteren van<br />
gebouwen?<br />
Domeindeskundige: Nee, ook dat is niet nodig.<br />
Conclusie: TC 8 op rol 21.<br />
g<br />
Groeperen: rol 2 komt weliswaar voor groeperen in aanmerking, maar er wordt<br />
besloten deze rol niet weg te groeperen. Op deze manier blijft het feittype<br />
Partij behouden (en dat zal uiteindelijk resulteren in een tabel Partij). Na<br />
weggroeperen van rollen 1, 5, 7, 12, 14 en 16 en 20 worden rollen 6 en 15<br />
optioneel. Rollen 5 en 14 hadden namelijk geen enkelvoudige TC. Het IGD<br />
na groeperen:<br />
111
VOLLEDIG COMMUNICATIEGEORIËNTEERDE INFORMATIEMODELLERING • OPGAVEN EN CASUSSEN<br />
figuur 2.5<br />
112
UITWERKINGEN VOLLEDIGE INFORMATIEMODELLERINGSTRAJECTEN<br />
Lexicaliseren: rol 25 wordt in twee rollen gesplitst, omdat objecttype-expressie<br />
O3 naar twee rollen verwijst. Feittypen Lijst, Geslacht en Gebouw hebben na<br />
lexicaliseren geen verwoordbare tupels meer; ze zijn dus loos en worden geschrapt.<br />
Deelverzamelingsregels die rollen uit loze feittypen betreffen verdwijnen eveneens<br />
en worden hier niet apart vermeld. De deelverzamelingsregels die overblijven<br />
zijn in het IGD in figuur 2.6 weergegeven.<br />
Reduceren: er komen geen feittypen in aanmerking voor reduceren.<br />
Het IGD na lexicaliseren en reduceren:<br />
figuur 2.6<br />
113
VOLLEDIG COMMUNICATIEGEORIËNTEERDE INFORMATIEMODELLERING • OPGAVEN EN CASUSSEN<br />
Het relationeel schema:<br />
figuur 2.7<br />
114
UITWERKINGEN VOLLEDIGE INFORMATIEMODELLERINGSTRAJECTEN<br />
2 Boetiek The Shirt Store<br />
a<br />
figuur 2.8<br />
115
VOLLEDIG COMMUNICATIEGEORIËNTEERDE INFORMATIEMODELLERING • OPGAVEN EN CASUSSEN<br />
b<br />
figuur 2.9<br />
De beperkingsregels die bij de onderdelen c en d worden bepaald, zijn al weergegeven<br />
in het IGD van figuur 2.9.<br />
c<br />
Rollen 3, 4, 7, 10+11, 12, 13, 14+15, 16 en 20 krijgen automatisch een UC.<br />
Het identificerend karakter van (de combinatie van) de bijbehorende objecttypen<br />
is met de domeindeskundige gecontroleerd en in orde bevonden.<br />
116
UITWERKINGEN VOLLEDIGE INFORMATIEMODELLERINGSTRAJECTEN<br />
De overige UC’s:<br />
doel<br />
test UC op<br />
rollen:<br />
tupel nr.<br />
feittype<br />
feittype-expressie<br />
tupels<br />
Feittype Artikelsoort<br />
mogen<br />
t upels<br />
samen?<br />
antw.<br />
J/<br />
N<br />
conclusie<br />
F1: " is ."<br />
Testen van de 2<br />
mogelijke UC's<br />
over 1 rol<br />
1<br />
2<br />
1:<br />
123 blouse<br />
2 :<br />
123 t-shirt<br />
3:<br />
130 blouse<br />
Feittype Land van herkomst<br />
1 + 2<br />
1 + 3<br />
N UC 2 op rol 1<br />
J geen UC<br />
F2: " komt uit ."<br />
Testen van de 2<br />
mogelijke UC's<br />
over 1 rol<br />
5<br />
6<br />
1:<br />
123 India<br />
2 :<br />
123 Italië<br />
3:<br />
125 India<br />
Feittype Artikelprijs<br />
1 + 2<br />
1 + 3<br />
N UC 4 op rol 5<br />
J geen UC<br />
F3: " kost ."<br />
Testen van de 2<br />
mogelijke UC's<br />
over 1 rol<br />
1:<br />
S,123 27,50<br />
8 2 :<br />
S,123 30,00<br />
9 3:<br />
M,125 27,50<br />
Feittype Assortiment<br />
1 + 2<br />
1 + 3<br />
N UC 8 op rol 8<br />
J geen UC<br />
F5: "Van <br />
zijn er <br />
."<br />
stuks in<br />
Testen van de 3<br />
mogelijke UC's<br />
over 2 rollen<br />
Testen op<br />
smallere UC's<br />
binnen UC 12<br />
17 + 18<br />
17 + 19<br />
18 + 19<br />
1:<br />
(S,123), blauw<br />
6<br />
voorraad<br />
2 : (S,123), blauw 6 bestelling<br />
3:<br />
(S,123), blauw 18 voorraad<br />
4 ( M,125), wit 6 voorraad<br />
17<br />
5 : (S,123), blauw 18 bestelling<br />
19<br />
6:<br />
( M,125), wit 18 voorraad<br />
1 + 2<br />
1 + 3<br />
1 + 4<br />
1 + 5<br />
1 + 6<br />
J<br />
N<br />
J<br />
J<br />
J<br />
geen UC<br />
UC 12 op 17+19<br />
geen UC<br />
geen UC<br />
geen UC<br />
figuur 2.10<br />
De tests na de UC-bepaling leveren geen bijzonderheden op.<br />
d<br />
TC-bepaling: de TC’s zijn in samenspraak met de domeindeskundige bepaald<br />
en in het IGD aangebracht. Er is geen TC op rol 10 geplaatst. Gevolg: existentiepostulerende<br />
feittype-expressie F6 toegevoegd aan Maat.<br />
Overige beperkingsregels: in overleg met de domeindeskundige wordt een<br />
waardenregel VC1 gedefinieerd voor het labeltype statusnaam: {bestelling,<br />
voorraad}.<br />
117
VOLLEDIG COMMUNICATIEGEORIËNTEERDE INFORMATIEMODELLERING • OPGAVEN EN CASUSSEN<br />
e<br />
figuur 2.11<br />
118
UITWERKINGEN VOLLEDIGE INFORMATIEMODELLERINGSTRAJECTEN<br />
f<br />
Gewijzigde classificatie en kwalificatie:<br />
figuur 2.12<br />
IGD:<br />
figuur 2.13<br />
119
VOLLEDIG COMMUNICATIEGEORIËNTEERDE INFORMATIEMODELLERING • OPGAVEN EN CASUSSEN<br />
Relationeel schema:<br />
figuur 2.14<br />
120
3 Schaatskampioenschappen<br />
UITWERKINGEN VOLLEDIGE INFORMATIEMODELLERINGSTRAJECTEN<br />
a<br />
figuur 2.15<br />
121
VOLLEDIG COMMUNICATIEGEORIËNTEERDE INFORMATIEMODELLERING • OPGAVEN EN CASUSSEN<br />
figuur 2.15 vervolg<br />
122
UITWERKINGEN VOLLEDIGE INFORMATIEMODELLERINGSTRAJECTEN<br />
b<br />
figuur 2.16<br />
123
VOLLEDIG COMMUNICATIEGEORIËNTEERDE INFORMATIEMODELLERING • OPGAVEN EN CASUSSEN<br />
c<br />
Alle genominaliseerde feittypen krijgen automatisch een UC over alle rollen.<br />
De indentificatie is in overleg met de domeindeskundige vastgesteld.<br />
Overige UC’s.<br />
doel<br />
test UC op<br />
rollen:<br />
tupel nr.<br />
feittype<br />
feittype-expressie<br />
tupels<br />
Feittype Kampioenschapslocatie<br />
mogen<br />
t upels<br />
samen?<br />
antw.<br />
J/<br />
N<br />
conclusie<br />
F1: " werd gehouden in ."<br />
Testen van de 2<br />
mogelijke UC's<br />
over 1 rol<br />
1<br />
2<br />
1:<br />
EK,2000 Hamar<br />
2 : EK,2000 Heerenveen<br />
3:<br />
WK, 1998 Hamar<br />
Feittype Deelnemer<br />
1 + 2<br />
1 + 3<br />
N UC 5 op rol 1<br />
J geen UC<br />
F2: " nam deel aan ."<br />
1:<br />
Veldkamp<br />
EK,2000<br />
Testen van de 2<br />
mogelijke UC's<br />
over 1 rol<br />
8 2 : Veldkamp WK,2001<br />
9 3:<br />
Ritsma EK,2000<br />
Feittype Nationaliteit<br />
1 + 2<br />
1 + 3<br />
J<br />
J<br />
geen UC<br />
geen UC<br />
dus: UC7 op<br />
8+9<br />
F3: "<br />
kwam in <br />
."<br />
uit voor<br />
1:<br />
Veldkamp 2000 België<br />
Testen van de 3<br />
mogelijke UC's<br />
over 2 rollen<br />
Testen op<br />
smallere UC's<br />
binnen UC 9<br />
11+12<br />
11+13<br />
12+13<br />
2 : Veldkamp 2000 Nederland<br />
3:<br />
Veldkamp 2001 België<br />
4 Martens 2000 België<br />
11<br />
5 : Veldkamp 1994 Nederland<br />
12<br />
6:<br />
Ritsma 2001 Nederland<br />
Feittype Rittijd<br />
1 + 2<br />
1 + 3<br />
1 + 4<br />
1 + 5<br />
1 + 6<br />
N UC 9 op 11+12<br />
JJ geen UC<br />
geen UC<br />
J<br />
J<br />
geen UC<br />
geen UC<br />
F4: "Tijdens reed <br />
op ."<br />
Testen van de 4<br />
mogelijke UC's<br />
over 3 rollen<br />
Testen op<br />
smallere UC's<br />
binnen UC 11<br />
15+16+17<br />
15+16+18<br />
15+17+18<br />
16+17+18<br />
15+16<br />
15+18<br />
16+18<br />
1:<br />
EK,2000 Söndral 1,47,23 1500<br />
2 : EK,2000 Söndral 1,47,23 500<br />
3 : EK,2000 Söndral 1,49,08 1500<br />
4 : EK,2000 Postma 1,47,23 1500<br />
5:<br />
WK,2001 Söndral 1,47,23 1500<br />
6 : EK,2000 Söndral 0,36,85 500<br />
7: : EK,2000 Postma 1,48,02 1500<br />
8 WK,2001 Söndral 1,49,08 1500<br />
Feittype Rituitslag<br />
1 + 2<br />
1 + 3<br />
1 + 4<br />
1 + 5<br />
1 + 6<br />
1 + 7<br />
1 + 8<br />
J<br />
N<br />
J<br />
J<br />
J<br />
J<br />
J<br />
geen UC<br />
UC11 op<br />
15+16+18<br />
geen UC<br />
geen UC<br />
geen UC<br />
geen UC<br />
geen UC<br />
F5: " eindigde tijdens <br />
als e op ."<br />
Testen van de 4<br />
mogelijke UC's<br />
over 3 rollen<br />
Testen op<br />
smallere UC's<br />
binnen UC 13<br />
23+24+25<br />
23+24+26<br />
23+25+26<br />
24+25+26<br />
23+24<br />
23+26<br />
24+26<br />
1:<br />
EK,2000 Söndral 1<br />
1500<br />
2 : EK,2000 Söndral 1 500<br />
3 :<br />
4 : EK,2000 Postma 1 1500<br />
5:<br />
WK,2001 Söndral 1 1500<br />
6 : EK,2000 Söndral 3 500<br />
7: : EK,2000 Postma 2 1500<br />
8 WK,2001 Söndral 2 1500<br />
1 + 2<br />
1 + 3<br />
1 + 4<br />
1 + 5<br />
1 + 6<br />
1 + 7<br />
1 + 8<br />
J<br />
N<br />
J*<br />
J<br />
J<br />
J<br />
J<br />
geen UC<br />
UC13 op<br />
23+24+26<br />
geen UC<br />
geen UC<br />
geen UC<br />
geen UC<br />
geen UC<br />
figuur 2.17<br />
124
UITWERKINGEN VOLLEDIGE INFORMATIEMODELLERINGSTRAJECTEN<br />
doel<br />
Testen van de 3<br />
mogelijke UC's<br />
over 2 rollen<br />
Testen op<br />
smallere UC's<br />
binnen UC 14<br />
Testen van de 3<br />
mogelijke UC's<br />
over 2 rollen<br />
Testen op<br />
smallere UC's<br />
binnen UC 15<br />
test UC op<br />
rollen:<br />
27+28<br />
27+29<br />
28+29<br />
tupel nr.<br />
1:<br />
feittype<br />
feittype-expressie<br />
tupels<br />
Feittype Puntentotaal<br />
F6: "Het puntentotaal van <br />
tijdens was ."<br />
Ritsma WK,2001 158.731<br />
2: Ritsma WK,2001 157.234<br />
3 : Ritsma EK,2000 158.731<br />
4:<br />
Postma WK,2001 158.731<br />
27<br />
5 : Ritsma EK,2000 157.234<br />
28<br />
6:<br />
Postma WK,2001 157.234<br />
30+31<br />
30+32<br />
31+32<br />
*) Het is niet uit te sluiten dat twee<br />
rit of het eindklassement delen.<br />
1:<br />
2 :<br />
3 :<br />
4:<br />
Feittype Puntentotaal<br />
F7: " werd e in het<br />
eindklassement van ."<br />
Ritsma<br />
Ritsma<br />
Ritsma<br />
Postma<br />
1<br />
WK,2001<br />
1 EK,1998<br />
3 WK,2001<br />
1<br />
WK,2001<br />
30<br />
5 : Ritsma 2 EK,1999<br />
32<br />
6:<br />
Postma 2 WK,2001<br />
mogen<br />
t upels<br />
samen?<br />
1 + 2<br />
1 + 3<br />
1 + 4<br />
1 + 5<br />
1 + 6<br />
1 + 2<br />
1 + 3<br />
1 + 4<br />
1 + 5<br />
1 + 6<br />
antw.<br />
J/<br />
N<br />
N<br />
J<br />
J<br />
schaatsers tijdens een kampioenschap eenzelfde positie in een<br />
J<br />
J<br />
J<br />
N<br />
J*<br />
J<br />
J<br />
conclusie<br />
UC14 op<br />
27+28<br />
geen UC<br />
geen UC<br />
geen UC<br />
geen UC<br />
geen UC<br />
UC15 op<br />
30+32<br />
geen UC<br />
geen UC<br />
geen UC<br />
figuur 2.17 vervolg<br />
d<br />
Nominalisatietest: er doet zich een nominalistatiepatroon voor bij de rollen<br />
27+28 en 30+32. Deze rolcombinatie correspondeert met het feittype<br />
Deelnemer. Ook bij de rolcombinatie 23+24+26 en 16+15+18 doet zich een<br />
nominalisatiepatroon voor. Binnen dit laatste patroon komt het eerstgenoemde<br />
patroon weer als deelpatroon voor.<br />
Nieuwe verwoordingen:<br />
“De tijd op de 1500m van Söndral tijdens het EK van 2000 was 1:47,23.”<br />
“De tijd op de 500m van Ritsma tijdens het WK van 2001 was 0:37,76.”<br />
“De 1500m van Söndral tijdens het EK van 2000 was goed voor de 1e positie.”<br />
“De 500m van Söndral tijdens het WK van 2001 was goed voor de 5e positie.”<br />
“Het puntentotaal van Ervik tijdens het EK van 2000 was 153.858.”<br />
“Het puntentotaal van Ritsma tijdens het WK van 2001 was 158.731.”<br />
“De positie in de eindstand van Ervik tijdens het EK van 2000 was 2e.”<br />
“De positie in de eindstand van Ritsma tijdens het WK van 2001 was 1e.”<br />
125
VOLLEDIG COMMUNICATIEGEORIËNTEERDE INFORMATIEMODELLERING • OPGAVEN EN CASUSSEN<br />
Classificatie en kwalificatie:<br />
figuur 2.18<br />
126
UITWERKINGEN VOLLEDIGE INFORMATIEMODELLERINGSTRAJECTEN<br />
Het resulterende IGD (inclusief UC’s, TC’s en overige beperkingsregels):<br />
figuur 2.19<br />
127
VOLLEDIG COMMUNICATIEGEORIËNTEERDE INFORMATIEMODELLERING • OPGAVEN EN CASUSSEN<br />
e<br />
TC-bepaling: de TC’s zijn in samenspraak met de domeindeskundige bepaald<br />
en in het IGD aangebracht.<br />
Overige beperkingsregels: uit interviews met de domeindeskundige blijkt het<br />
volgende: als een schaatser deelneemt aan een kampioenschap, dan moet voor<br />
het betreffende jaar bekend zijn voor welk land hij uitkomt. Andersom geldt<br />
dat de nationaliteit in een bepaald jaar, alleen wordt vastgelegd voor deelnemers<br />
aan kampioenschappen. Dit is feitelijk een deelverzamelingsregel (heen en<br />
weer), die voor het gegeven informatiemodel als volgt te beschrijven is:<br />
Deelnemer/Kampioenschap (8,4) = Nationaliteit (11,12) (TC6 of TC10 kan<br />
nu overigens weg).<br />
Bij onderdeel f zal deze beperkingsregel worden vertaald naar deelverzamelingsregels<br />
in het relationeel schema.<br />
Verder zijn er in overleg met de domeindeskundige waardenregels gedefinieerd<br />
voor de labeltypen kampioenschaptypecode, aantal meters, minuten, seconden<br />
en honderdsten (zie IGD in figuur 2.19).<br />
128
UITWERKINGEN VOLLEDIGE INFORMATIEMODELLERINGSTRAJECTEN<br />
f<br />
figuur 2.20<br />
129
VOLLEDIG COMMUNICATIEGEORIËNTEERDE INFORMATIEMODELLERING • OPGAVEN EN CASUSSEN<br />
figuur 2.20 vervolg<br />
130
Uitwerkingen Casussen<br />
1 Urenregistratie<br />
Verwoordingen<br />
De verwoordingen worden per voorbeelddocument gegeven.<br />
Voorbeelddocument Urenregistratie:<br />
"Werknemer 618 heet Boven J.W. van."<br />
"Werknemer 232 heet Bakker R.P.."<br />
"In week 200138 heeft werknemer 618 voor opdracht 7004.07 2 uren gewerkt aan<br />
werksoort 1."<br />
"In week 200138 heeft werknemer 232 voor opdracht 6323.16 4 uren gewerkt aan<br />
werksoort 14."<br />
Voorbeelddocument Werksoorten:<br />
"Er is een werksoort met wscode 1."<br />
"Er is een werksoort met wscode 14."<br />
"Werksoort 1 heeft omschrijving voorbereiding."<br />
"Werksoort 14 heeft omschrijving tekenwerk."<br />
Voorbeelddocument Wekelijkse Projectgegevens:<br />
"Opdracht 6323.16 valt onder de verantwoordelijkheid van divisie 6."<br />
"Divisie 6 heet Bodemonderzoek."<br />
131
VOLLEDIG COMMUNICATIEGEORIËNTEERDE INFORMATIEMODELLERING • OPGAVEN EN CASUSSEN<br />
"Opdracht 6323.16 wordt geleid door werknemer 283."<br />
"Opdracht 6323.16 wordt uitgevoerd voor klant 4081."<br />
"Klant 4081 heet Streekgewest Z.O. Limburg."<br />
"Opdracht 6323.16 heeft omschrijving: Grondwaterkwaliteit bij regionale<br />
stortplaats te Ubach nader onderzoeken."<br />
Voorbeelddocument Uurtariefstaat:<br />
"Werknemer 618 heeft de titel ing."<br />
"Werknemer 312 heeft de titel ir."<br />
"Vanaf week 200109 geldt voor werknemer 618 voor opdracht 6323.16 een uurtarief<br />
van ƒ 213,83."<br />
"Vanaf week 200138 geldt voor werknemer 312 voor opdracht 7004.07 een uurtarief<br />
van ƒ 164,00."<br />
In het startdocument staat de volgende opmerking:<br />
"De werknemers zijn in principe verbonden aan één divisie, maar het kan<br />
voorkomen dat een werknemer taken verricht voor een andere divisie."<br />
De analist is deze informatie niet expliciet op een voorbeelddocument tegengekomen.<br />
Daarom heeft hij in overleg met een domeindeskundige een voorbeelddocument<br />
opgesteld (zie figuur 3.1).<br />
132
UITWERKINGEN CASUSSEN<br />
IBO<br />
I<br />
Ingenieursburea<br />
ngenieursbureau<br />
u<br />
DIVISIE-INDELING<br />
Divisie: 5<br />
Advisering<br />
Werknemernummer<br />
Naam<br />
283<br />
Boelen<br />
FA<br />
655<br />
Straatman<br />
JJM<br />
431<br />
Thomas<br />
S<br />
139<br />
Verbeek<br />
EJ<br />
702<br />
Wolters B<br />
651<br />
Zijden<br />
K van der<br />
Titel<br />
ir<br />
ir<br />
drs<br />
ing<br />
ir<br />
Divisie: 6<br />
Bodemonderzoek<br />
Werknemernummer<br />
Naam<br />
1577<br />
Asten<br />
F van<br />
232<br />
Bakker RP<br />
618<br />
Boven<br />
WJ van<br />
120<br />
Coenen<br />
HJM<br />
820<br />
Galema O<br />
1209<br />
Haak<br />
R<br />
312<br />
Kooiman<br />
APC<br />
470<br />
Paalman GW<br />
743<br />
Poel GJ van der<br />
800<br />
Waele<br />
J de<br />
Titel<br />
ing<br />
ing<br />
ing<br />
drs<br />
ir<br />
dr<br />
figuur 3.1<br />
Verwoordingen bij het voorbeelddocument Divisie-indeling:<br />
"Werknemer 618 is ingedeeld bij divisie 6."<br />
"Werknemer 312 is ingedeeld bij divisie 6."<br />
133
VOLLEDIG COMMUNICATIEGEORIËNTEERDE INFORMATIEMODELLERING • OPGAVEN EN CASUSSEN<br />
Classificatie en kwalificatie<br />
figuur 3.2<br />
134
UITWERKINGEN CASUSSEN<br />
figuur 3.2 vervolg<br />
135
VOLLEDIG COMMUNICATIEGEORIËNTEERDE INFORMATIEMODELLERING • OPGAVEN EN CASUSSEN<br />
Het IGD<br />
figuur 3.3<br />
Opmerking: de UC’s en TC’s zijn al aangebracht.<br />
Bepaling uniciteitsregels<br />
Alle genominaliseerde feittypen krijgen automatisch brede UC’s. De identificatie<br />
is in overleg met de domeindeskundige vastgesteld.<br />
136
UITWERKINGEN CASUSSEN<br />
Overige UC’s<br />
doel<br />
Testen van de 2<br />
mogelijke UC's<br />
over 1 rol<br />
Testen van de 4<br />
mogelijke UC's<br />
over 3 rollen<br />
Testen op<br />
smallere UC's<br />
binnen UC 12<br />
Testen van de 2<br />
mogelijke UC's<br />
over 1 rol<br />
Testen van de 2<br />
mogelijke UC's<br />
over 1 rol<br />
Testen van de 2<br />
mogelijke UC's<br />
over 1 rol<br />
Testen van de 2<br />
mogelijke UC's<br />
over 1 rol<br />
Testen van de 2<br />
mogelijke UC's<br />
over 1 rol<br />
test UC op<br />
rollen:<br />
1<br />
2<br />
4+5+6<br />
4+5+7<br />
4+6+7<br />
5+6+7<br />
tupel nr.<br />
1:<br />
feittype<br />
feittype-expressie<br />
tupels<br />
Feittype Naam van werknemer<br />
F1: " heet ."<br />
232<br />
Bakker R.P.<br />
mogen<br />
t upels<br />
samen?<br />
2 :<br />
1 + 2<br />
3 :<br />
620<br />
Bakker R.P.<br />
1 + 3<br />
1:<br />
Feittype Gewerkte uren<br />
F2: "In heeft uren<br />
gewerkt aan ."<br />
2001,38 232,6323.16<br />
4<br />
14<br />
2 : 2001,38 232,6323.16 4 5<br />
3:<br />
2001,38 232,6323.16 2 14<br />
4: 2001,38 618,7004.07 4 14<br />
5 2001,34 232,6323.16 4 14<br />
4+5<br />
6 : 2001,38 232,6323.16 10 5<br />
4+<br />
7 7: : 2001,38 618,7004.07 8 14<br />
5 + 7 8 2001,34 232,6323.16 8 14<br />
1:<br />
Feittype Omschrijving<br />
werksoort<br />
van<br />
F4: " heeft omschrijving<br />
."<br />
1<br />
Voorbereiding<br />
15<br />
2 : 1 Planning<br />
16<br />
3:<br />
2 Voorbereiding<br />
1:<br />
Feittype Verantwoordelijke<br />
divisie<br />
F5: " valt onder de<br />
verantwoordelijkheid van ."<br />
6323.16 6<br />
17<br />
2 :<br />
6323.16 5<br />
18<br />
3:<br />
7004.07 6<br />
1:<br />
Feittype Naam van divisie<br />
F6: " heet ."<br />
6 Bodemonderzoek<br />
20<br />
2 : 6 Advisering<br />
21<br />
3:<br />
5 Bodemonderzoek<br />
1:<br />
Feittype Projectleider<br />
F7: " wordt geleid door<br />
."<br />
6323.16<br />
283<br />
22<br />
2 :<br />
6323.16 312<br />
23<br />
3:<br />
7004.07 283<br />
1:<br />
Feittype Opdrachtgever<br />
F8: " wordt uitgevoerd voor<br />
."<br />
6323.16 4081<br />
24<br />
2 :<br />
6323.16 3275<br />
25<br />
3:<br />
7004.07 4081<br />
1 + 2<br />
1 + 3<br />
1 + 4<br />
1 + 5<br />
1 + 6<br />
1 + 7<br />
1 + 8<br />
1 + 2<br />
1 + 3<br />
1 + 2<br />
1 + 3<br />
1 + 2<br />
1 + 3<br />
1 + 2<br />
1 + 3<br />
1 + 2<br />
1 + 3<br />
antw.<br />
J/<br />
N<br />
conclusie<br />
N UC 11 op rol 1<br />
J geen UC<br />
J<br />
N<br />
JJ<br />
J<br />
J<br />
J<br />
N<br />
N<br />
geen UC<br />
UC12 op 4+5+7<br />
geen UC<br />
geen UC<br />
geen UC<br />
geen UC<br />
geen UC<br />
UC 13 op rol 15<br />
UC 23 op rol 16<br />
N UC 14 op rol 17<br />
J geen UC<br />
N<br />
N<br />
UC 15 op rol 20<br />
UC 24 op rol 21<br />
N UC 16 op rol 22<br />
J geen UC<br />
N UC 17 op rol 24<br />
J geen UC<br />
figuur 3.4<br />
137
VOLLEDIG COMMUNICATIEGEORIËNTEERDE INFORMATIEMODELLERING • OPGAVEN EN CASUSSEN<br />
doel<br />
Testen van de 2<br />
mogelijke UC's<br />
over 1 rol<br />
Testen van de 2<br />
mogelijke UC's<br />
over 1 rol<br />
Testen van de 2<br />
mogelijke UC's<br />
over 1 rol<br />
Testen van de 3<br />
mogelijke UC's<br />
over 2 rollen<br />
Testen op<br />
smallere UC's<br />
binnen UC 21<br />
test UC op<br />
rollen:<br />
tupel nr.<br />
1:<br />
feittype<br />
feittype-expressie<br />
tupels<br />
Feittype Naam van klant<br />
F9: " heet ."<br />
4081 Streekgewest O.Z. Limburg<br />
27<br />
2 : 4081 Gemeente Nijmegen<br />
28<br />
3:<br />
3275 Streekgewest O.Z. Limburg<br />
1:<br />
Feittype Omschrijving van opdracht<br />
F10: " heeft omschrijving ."<br />
6323.16 Grondwaterkwaliteit. .….<br />
29<br />
2 : 6323.16 Geluidsoverlast A73. .… .<br />
30<br />
3 : 7004.07 Grondwaterkwaliteit. .….<br />
1:<br />
Feittype Werknemertitel<br />
F11: " heeft ."<br />
618<br />
ing<br />
31<br />
2 :<br />
618 drs<br />
32<br />
3:<br />
232 ing<br />
34+35<br />
34+36<br />
35+36<br />
1:<br />
Feittype Uurtarief<br />
F12: "Vanaf geldt voor <br />
een uurtarief van ."<br />
2001,09 618,6323.16 213,83<br />
2 : 2001,09 618,6323.16 198,00<br />
3:<br />
2001,09 232,7004.07 213,83<br />
4 2001,23 618,6323.16 213,83<br />
34<br />
5 : 2001,09 232,7004.07 198,00<br />
35<br />
6:<br />
2001,23 618,6323.16 225,00<br />
mogen<br />
t upels<br />
samen?<br />
1 + 2<br />
1 + 3<br />
1 + 2<br />
1 + 3<br />
1 + 2<br />
1 + 3<br />
1 + 2<br />
1 + 3<br />
1 + 4<br />
1 + 5<br />
1 + 6<br />
antw.<br />
J/<br />
N<br />
N<br />
N<br />
conclusie<br />
UC 18 op rol 27<br />
UC 25 op rol 28<br />
N UC 19 op rol 29<br />
J geen UC<br />
N*<br />
UC 20 op rol 31<br />
J geen UC<br />
N<br />
J<br />
N<br />
J<br />
J<br />
UC 21 op 34+35<br />
geen UC<br />
geen UC<br />
geen UC<br />
Testen van de 2<br />
mogelijke UC's<br />
over 1 rol<br />
1:<br />
Feittype Divisie-indeling<br />
F13: " heeft ."<br />
618 6<br />
38<br />
2 :<br />
618 5<br />
39<br />
3:<br />
232 6<br />
1 + 2<br />
1 + 3<br />
N UC 22 op rol 38<br />
J geen UC<br />
*) Een werknemer kan een samengestelde titel, zoals drs ing, hebben. Dit wordt dan echter als één geheel gezien.<br />
**) Binnen een opdracht kan een werknemer alleen tariefverhogingen krijgen. Op grond daarvan mogen tupels 1 en 4<br />
niet samen voorkomen. Dit is echter geen uniciteitsregel, maar een andersoortige beperkingsregel. Daarom is de<br />
conclusie: geen UC.<br />
figuur 3.4 vervolg<br />
Nominalisatietest<br />
Er doet zich een nominalisatiepatroon voor bij rollen 4+5 en 34+35. De analist<br />
onderzoekt of de combinatie Week + Opdrachtmedewerker een zinvol objecttype<br />
in het UoD is. Elke concrete combinatie van een week met een opdrachtmedewerker,<br />
bijvoorbeeld ‘werknemer 618 voor opdracht 7004.07 in week 200138’,<br />
moet dan een zinvol concreet object in het UoD identificeren. Bovendien moet<br />
elke concrete combinatie die zowel in de populatie van feittype Gewerkte uren als<br />
138
UITWERKINGEN CASUSSEN<br />
in die van Uurtarief voorkomt in beide feittypen hetzelfde concrete object<br />
aanduiden. De domeindeskundige geeft aan dat dat laatste niet het geval is. In het<br />
geval van het feittype Gewerkte uren gaat het om een week waarin een opdrachtmedewerker<br />
werk verricht heeft voor een opdracht. In het geval van het feittype<br />
Uurtarief betreft het een week waarin het uurtarief voor een opdrachtmedewerker<br />
is vastgesteld. Er wordt besloten geen nominalisatie door te voeren.<br />
TC-bepaling<br />
Aan de hand van vragen aan de domeindeskundige worden de totaliteitsregels die<br />
binnen het UoD gelden bepaald. Deze TC’s zijn reeds weergegeven in het eerder<br />
afgebeelde IGD.<br />
Werknemer<br />
TEST: TC op rol 1?<br />
Analist: Moet van elke werknemer de naam bekend zijn?<br />
Domeindeskundige: Ja.<br />
Conclusie: TC 1 op rol 2.<br />
TEST: TC op rol 11?<br />
Analist: Werkt iedere werknemer aan een opdracht?<br />
Domeindeskundige: Voor een werknemer, die pas in dienst genomen is, kan het<br />
voorkomen dat we al gegevens willen vastleggen voordat deze werknemer aan<br />
een opdracht werkt.<br />
Conclusie: Geen TC op rol 11.<br />
TEST: TC op rol 23?<br />
Analist: Is elke werknemer projectleider?<br />
Domeindeskundige: Nee.<br />
Conclusie: Geen TC op rol 23.<br />
TEST: TC op rol 31?<br />
Analist: Hebben alle werknemers een titel?<br />
Domeindeskundige: Nee.<br />
Conclusie: Geen TC op rol 31.<br />
TEST: TC op rol 38?<br />
Analist: Moet iedere werknemer bij een divisie zijn ingedeeld?<br />
Domeindeskundige: Ja.<br />
Conclusie: TC 5 op rol 38.<br />
139
VOLLEDIG COMMUNICATIEGEORIËNTEERDE INFORMATIEMODELLERING • OPGAVEN EN CASUSSEN<br />
Opdracht<br />
TEST: TC op rol 22?<br />
Analist: Heeft elke opdracht een projectleider?<br />
Domeindeskundige: Nee, als een opdracht begint is het soms nog niet duidelijk<br />
wie projectleider zal zijn.<br />
Conclusie: Geen TC op rol 22.<br />
TEST: TC op rol 29?<br />
Analist: Moet iedere opdracht een omschrijving hebben?<br />
Domeindeskundige: Ja.<br />
Conclusie: TC 2 op rol 29.<br />
TEST: TC op rol 17?<br />
Analist: Wordt elke opdracht uitgevoerd door een divisie?<br />
Domeindeskundige: Ja.<br />
Conclusie: TC 3 op rol 17.<br />
TEST: TC op rol 24?<br />
Analist: Is voor elke opdracht een opdrachtgever bekend?<br />
Domeindeskundige: Ja.<br />
Conclusie: TC 4 op rol 24.<br />
Klant<br />
TEST: TC op rol 27?<br />
Analist: Is van iedere klant de naam bekend?<br />
Domeindeskundige: Ja.<br />
Conclusie: TC 8 op rol 27.<br />
TEST: TC op rol 25?<br />
Analist: Is van iedere klant opdrachtgever?<br />
Domeindeskundige: Meestal wel, maar in een enkel geval leggen ook gegevens<br />
van potentiële klanten vast.<br />
Conclusie: Geen TC op rol 25.<br />
Divisie<br />
TEST: TC op rol 20?<br />
Analist: Hebben alle divisies een naam?<br />
Domeindeskundige: Ja.<br />
Conclusie: TC 7 op rol 20.<br />
140
UITWERKINGEN CASUSSEN<br />
TEST: TC op rol 18?<br />
Analist: Zijn voor alle divisies opdrachten geregistreerd die onder de haar<br />
verantwoordelijkheid vallen?<br />
Domeindeskundige: Nee, dat hoeft niet perse.<br />
Conclusie: Geen TC op rol 18.<br />
TEST: TC op rol 39?<br />
Analist: Zijn bij elke divisie werknemers ingedeeld?<br />
Domeindeskundige: voor een nieuw opgerichte divisie hoeft dat niet perse.<br />
Conclusie: Geen TC op rol 39.<br />
Opdrachtmedewerker<br />
TEST: TC op rol 35?<br />
Analist: Moet voor elke medewerker aan een opdracht een uurtarief voor die<br />
opdracht bekend zijn?<br />
Domeindeskundige: Ja.<br />
Conclusie: TC 9 op rol 35.<br />
TEST: TC op rol 5?<br />
Analist: Moet iedere werknemer die is ingezet bij een opdracht ook uren<br />
geregisteerd hebben voor die opdracht?<br />
Domeindeskundige: Nee. Meestal wordt voor een werknemer het uurtarief genoteerd<br />
nog voordat hij aan de opdracht heeft gewerkt.<br />
Conclusie: Geen TC op rol 5.<br />
Werksoort<br />
TEST: TC op rol 32?<br />
Analist: Zijn er werksoorten waarvoor niemand uren heeft geregisteerd?<br />
Domeindeskundige: Ja. Er worden soms nieuwe werksoorten toegevoegd die nog<br />
door niemand zijn uitgevoerd.<br />
Conclusie: Geen TC op rol 32.<br />
TEST: TC op rol 15?<br />
Analist: Is van elke werksoort een omschrijving bekend?<br />
Domeindeskundige: Ja.<br />
Conclusie: TC 6 op rol 15.<br />
Over andere TC-bepalingen nog een enkele opmerking. Weken worden alleen<br />
binnen het systeem opgenomen als er in die weken ofwel gewerkt is aan een<br />
opdracht ofwel een uurtarief is vastgesteld. Dit motiveert de samengestelde TC 10<br />
over rollen 4 en 34. Voor jaren geldt iets vergelijkbaars (TC 11 op rol 8).<br />
141
VOLLEDIG COMMUNICATIEGEORIËNTEERDE INFORMATIEMODELLERING • OPGAVEN EN CASUSSEN<br />
Titels worden alleen vastgelegd als er ook werknemers met die titel zijn; vandaar<br />
TC 12 op rol 32.<br />
De enige bedragen in het systeem zijn de uurtarieven van werknemers; dit verklaart<br />
TC 13 op rol 36.<br />
Subtypen<br />
Geen subtypen gevonden.<br />
Overige beperkingsregels<br />
Bijzondere beperkingsregel 1: als (x,y) in Gewerkte uren(4,5), dan bestaat er een<br />
w met w ≤ x waarvoor geldt: (w,y) in Uurtarief (34,35)<br />
In natuurlijke taal: als een werknemer in een bepaalde week uren heeft gewerkt<br />
aan een opdracht, dan moet in die week of eerder een uurtarief voor deze werknemer<br />
voor de betreffende opdracht zijn vastgelegd.<br />
Bijzondere beperkingsregel 2: als (p,q,r) in Uurtarief(34,35,36) en (x,y,z) in<br />
Uurtarief(34,35,36) met p < x en q = y, dan moet gelden: r < z<br />
In natuurlijke taal: elke wijziging van het uurtarief van een opdrachtmedewerker<br />
dient een verhoging van het uurtarief te zijn.<br />
Relationeel schema<br />
Na het toepassen van het GLR-algoritme wordt het relationeel schema verkregen<br />
dat te zien is figuur 3.5.<br />
142
UITWERKINGEN CASUSSEN<br />
figuur 3.5<br />
143
VOLLEDIG COMMUNICATIEGEORIËNTEERDE INFORMATIEMODELLERING • OPGAVEN EN CASUSSEN<br />
figuur 3.5 vervolg<br />
2 Happy Travel<br />
Van deze casus wordt geen uitwerking gegeven.<br />
144