30.06.2014 Views

Volledig Communicatiegeoriënteerde Informatiemodellering ... - Sdu

Volledig Communicatiegeoriënteerde Informatiemodellering ... - Sdu

Volledig Communicatiegeoriënteerde Informatiemodellering ... - Sdu

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

<strong>Volledig</strong> Communicatiegeoriënteerde <strong>Informatiemodellering</strong><br />

Opgaven en casussen


<strong>Volledig</strong> Communicatiegeoriënteerde <strong>Informatiemodellering</strong><br />

Opgaven en casussen<br />

Marco Engelbart<br />

Rob Arntz<br />

Jorg Janssen


Omslagontwerp: Lex Straver BNO<br />

Redactie/dtp: mac13 Leiden/Utrecht<br />

1 e druk, 1 e oplage, 2001<br />

1 e druk, 2 e oplage, 2004<br />

© 2001, ten Hagen & Stam<br />

NUR: 992<br />

ISBN 90 4400 314 3<br />

Behoudens uitzondering door de wet gesteld mag zonder schriftelijke toestemming van de rechthebbende(n)<br />

op het auteursrecht, c.q. de uitgeefster van deze uitgave, door de rechthebbende(n)<br />

gemachtigd namens hem (hen) op te treden, niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd en/of<br />

openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of anderszins, hetgeen ook van<br />

toepassing is op de gehele of gedeeltelijke bewerking.<br />

De uitgeefster is met uitsluiting van ieder ander gerechtigd de door derden verschuldigde vergoedingen<br />

voor kopiëren, als bedoeld in artikel 17 lid 2, Auteurswet 1912 en in KB van 20 juni 1974 (Stb. 351)<br />

ex artikel 16b, Auteurswet 1912, te innen en/of daartoe in en buiten rechte op te treden.<br />

All rights reserved. No part of this publication may be reproduced, stored in a retrieval system, or<br />

transmitted in any form by any means, electronic, mechanical, photocopying, recording or otherwise,<br />

without the written permission of the publisher.


Inhoud<br />

Voorwoord 7<br />

Ten geleide 9<br />

Opgaven 11<br />

1 Verwoorden 11<br />

2 Classificatie en Kwalificatie 14<br />

3 Regenereren van feitexpressies uit een IGD 16<br />

4 Semantisch equivalente transformaties 18<br />

5 Uniciteitsregels 20<br />

6 Nominalisatietest 24<br />

7 Totaliteitsregels 28<br />

8 Overige beperkingsregels 31<br />

9 Afleiden relationeel schema 35<br />

10 Specialisatie 38<br />

<strong>Volledig</strong>e informatiemodelleringstrajecten 43<br />

1 Gemeenteraadsverkiezingen Oss 43<br />

2 Boetiek The Shirt Store 47<br />

3 Allround schaatskampioenschappen 49<br />

Casussen 52<br />

1 Urenregistratie 52<br />

2 Happy Travel 59<br />

Uitwerkingen Opgaven 69<br />

1 Verwoorden 69<br />

2 Classificatie en Kwalificatie 69<br />

3 Regenereren van feitexpressies uit een IGD 76<br />

4 Semantisch equivalente transformaties 76<br />

5


VOLLEDIG COMMUNICATIEGEORIËNTEERDE INFORMATIEMODELLERING • OPGAVEN EN CASUSSEN<br />

5 Uniciteitsregels 79<br />

6 Nominalisatietest 83<br />

7 Totaliteitsregels 86<br />

8 Overige beperkingsregels 84<br />

9 Afleiden relationeel schema 88<br />

10 Specialisatie 95<br />

Uitwerkingen <strong>Volledig</strong>e <strong>Informatiemodellering</strong>strajecten 105<br />

1 Gemeenteraadsverkiezingen Oss 105<br />

2 Boetiek The Shirt Store 115<br />

3 Schaatskampioenschappen 121<br />

Uitwerkingen Casussen 131<br />

1 Urenregistratie 131<br />

2 Happy Travel 144<br />

6


Voorwoord<br />

In het voorwoord van ons boek <strong>Volledig</strong> Communicatiegeoriënteerde <strong>Informatiemodellering</strong><br />

(FCO-IM) schreven we: de in dit boek beschreven manier van kijken<br />

naar het begrip informatie zal de tand des tijds voorlopig wel kunnen doorstaan.<br />

Inmiddels is het boek vier jaar op de markt met zeven oplagen en in het Nederlandse<br />

hoger onderwijs in gebruik bij informaticaopleidingen van ten minste tien hogescholen<br />

en twee universiteiten. Een Engelse vertaling is in gebruik bij ten minste<br />

twee internationale MSc-opleidingen in Nederland en bij diverse buitenlandse<br />

universiteiten.<br />

Minstens even belangrijk vinden we de erkenning die FCO-IM en het FCO-IM<br />

Casetool in het bedrijfsleven hebben gekregen: door veel bedrijven, waaronder<br />

systeemhuizen als Atos Origin BMS, is FCO-IM tot interne standaard gekozen<br />

voor hun database en datawarehouse projecten. Met name in deze laatste nieuwe<br />

tak van gegevensmodellering heeft FCO-IM zijn kracht inmiddels bewezen. Zo is<br />

bijvoorbeeld het volledige KLM-datawarehouse gebaseerd op een met FCO-IM<br />

gemodelleerd bedrijfsbreed datamodel. Door meester-analist Peter Alons werd<br />

een ‘framework voor single point of definition meta data beheer’ ontwikkeld dat<br />

is gebaseerd op de FCO-IM repository. In het kader daarvan is Atos Origin BMS<br />

Amsterdam in nauwe samenwerking met de Informatica Communicatie Academie<br />

van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen bezig tools te ontwikkelen voor de<br />

geautomatiseerde transformatie van FCO-IM modellen naar andere omgevingen:<br />

FCO-IM to ERM convertor (levert genormaliseerde ER-modellen) en StarBridge<br />

(levert gedenormaliseerde sterfamilies met conforme dimensies). De eerste<br />

prototypes van beide tools hebben inmiddels in bovengenoemd KLM-datawarehouse<br />

project hun bruikbaarheid bewezen. Tevens wordt stevig gewerkt aan<br />

versie 5.0 van het FCO-IM Casetool, waarnaar velen met verlangen uitzien.<br />

Ook werden we vaak benaderd voor opgaven en casussen met voorbeeldmatige<br />

uitwerkingen. Talloze keren hebben we opgavenbundels en/of casussen opgestuurd<br />

naar collegadocenten. Dat hoeft gelukkig nu niet meer. We zijn blij dat uitgever<br />

ten Hagen Stam ook daarin heeft willen voorzien.<br />

Marco, Jorg en Rob, bedankt dat jullie deze fakkel hebben overgenomen. Mooi<br />

werk!<br />

Wijchen, Nijmegen, Hilversum, 21 juni 2001<br />

Guido Bakema, Jan Pieter Zwart, Harm van der Lek<br />

7


Dankwoord<br />

Allereerst zijn we veel dank verschuldigd aan Jan Pieter Zwart. De door hem<br />

ontwikkelde opgavenbundel heeft als onmisbare basis voor dit boek gediend. We<br />

hopen dat we de precisie en de methodische correctheid die Jan Pieter eigen is,<br />

enigszins hebben kunnen benaderen.<br />

Ook willen we een woord van dank uitspreken aan Guido Bakema, de initiator<br />

van dit boek en belangrijke voortrekker van FCO-IM. Zijn bevlogenheid heeft<br />

bijzonder inspirerend gewerkt. Daarnaast zijn enkele opgaven/casussen gebaseerd<br />

op eerdere versies van Guido.<br />

Juli 2001<br />

Marco Engelbart, Oss<br />

Rob Arntz, Amersfoort<br />

Jorg Janssen, Nijmegen<br />

8


Ten geleide<br />

FCO-IM is een krachtige methode voor informatiemodellering en relationeel<br />

database ontwerp. FCO-IM is gebaseerd op het inzicht dat informatiemodellering<br />

niet beoogt de werkelijkheid te zelf te modelleren, maar de communicatie over de<br />

werkelijkheid. Informatiesystemen zijn immers hulpmiddelen om de communicatieprocessen<br />

in bedrijven en organisaties te ondersteunen.<br />

Dit boek bevat opgaven en casussen bij de methode FCO-IM en is bedoeld om te<br />

gebruiken bij het boek ‘<strong>Volledig</strong> Communicatiegeoriënteerde <strong>Informatiemodellering</strong>’<br />

van Guido Bakema, Jan Pieter Zwart en Harm van der Lek, ISBN 90-267-<br />

2316-4.<br />

Het hoofdstuk Opgaven van dit boek bevat opgaven die zich toespitsen op één<br />

stap uit het analyseproces, bijvoorbeeld classificatie en kwalificatie, het bepalen<br />

van uniciteitsregels of het afleiden van een relationeel schema. Het hoofdstuk<br />

<strong>Volledig</strong>e <strong>Informatiemodellering</strong>strajecten bevat opgaven waar een volledige<br />

informatieanalyse, van classificatie en kwalificatie tot en met het afleiden van het<br />

relationeel schema, moet worden verricht aan het bij de betreffende opgave<br />

geschetste communicatiedomein. Deze domeinen zijn relatief beperkt van omvang.<br />

In het hoofdstuk Casussen komen twee grotere casussen aan bod.<br />

Het boek bevat uitgebreide uitwerkingen. We hechten veel belang aan de voorbeeldwerking<br />

die daarvan uitgaat. Van de tweede casus van het hoofdstuk Casussen<br />

is met opzet geen uitwerking opgenomen. Zo kan deze casus binnen een cursus<br />

<strong>Informatiemodellering</strong> als ‘proeve van bekwaamheid’ dienen.<br />

De methode FCO-IM wordt ondersteund door het FCO-IM Casetool, ontwikkeld<br />

door Ascaris Software. We raden aan om bij de opgaven van het hoofdstuk Opgaven<br />

altijd eerst een uitwerking met de hand te maken voordat je het FCO-IM Casetool<br />

gebruikt. Om de methode goed in de vingers te krijgen is het namelijk erg belangrijk<br />

om elk van de stappen goed te oefenen.<br />

Bij de opgaven en casussen van de hoofdstukken <strong>Volledig</strong>e <strong>Informatiemodellering</strong>strajecten<br />

en Casussen van dit boek is het FCO-IM Casetool een welkome en zelfs<br />

onmisbare ondersteuning.<br />

9


Opgaven<br />

Inleiding<br />

Dit hoofdstuk bevat opgaven die zich toespitsen op één stap uit het analyseproces.<br />

Elk van de paragrafen van dit hoofdstuk sluit aan bij een of meer paragrafen van<br />

het theorieboek ‘<strong>Volledig</strong> Communicatiegeoriënteerde <strong>Informatiemodellering</strong>’.<br />

Hieronder staat de samenhang beschreven.<br />

paragraaf onderwerp<br />

paragraaf theorieboek<br />

1 verwoorden 2.3<br />

2 classificatie en kwalificatie, voorlopig IGD 2.4 en 2.5<br />

3 regenereren van feitexpressies uit een IGD 2.6 en 2.10<br />

4 semantisch equivalente modelleringen 2.7<br />

5 uniciteitsregels 3.2<br />

6 nominalisatietest 3.3<br />

7 totaliteitsregels 3.4<br />

8 overige beperkingsregels 3.1, 3.5, 3.6 en 3.7<br />

9 afleiden van een relationeel schema 4.1, 4.2, 4.3 en 4.4<br />

10 specialisatie 6.1 en 7.1<br />

1 Verwoorden<br />

Verwoord bij de volgende opgaven elementaire feiten van de voorbeelddocumenten.<br />

Daarbij volstaat het om van elk feittype twee feiten te geven.<br />

Opgave 1.1 Internationale vliegafstanden<br />

Figuur 1.1 bevat informatie over internationale vliegafstanden. Verwoord deze<br />

informatie in elementaire feitexpressies.<br />

11


VOLLEDIG COMMUNICATIEGEORIËNTEERDE INFORMATIEMODELLERING • OPGAVEN EN CASUSSEN<br />

Opgave 1.2 Verkoopgrafiek<br />

Verwoord de informatie uit de grafiek in figuur 1.2. Geef elementaire feitexpressies.<br />

Opgave 1.3 Weerrapport<br />

Verwoord de informatie uit het weerrapport in figuur 1.3. Geef elementaire<br />

feitexpressies.<br />

INTERNATIONAL FLIGHT DISTANCES / INTERNATIONALE VLIEGAFSTANDEN<br />

non-stop<br />

vluchten waar mogelijk<br />

afstanden in Amerikaanse mijlen<br />

Amsterdam<br />

Londen<br />

Montreal<br />

Moskou New York<br />

Parijs<br />

Rome<br />

Sydney<br />

Tokio<br />

Amsterdam<br />

- 230<br />

3422<br />

1330<br />

3639<br />

261<br />

809<br />

13812<br />

9522<br />

Brussel<br />

98<br />

211<br />

3452<br />

1383<br />

3662<br />

170<br />

734<br />

13249<br />

9631<br />

Delhi<br />

4032<br />

5907<br />

9334<br />

2708<br />

9550<br />

5679<br />

3679<br />

7795<br />

4959<br />

Johannesburg<br />

6733<br />

6832<br />

10021<br />

6849<br />

9712<br />

6584<br />

4802<br />

9121<br />

10905<br />

Londen<br />

230<br />

- 3251<br />

1557<br />

3456<br />

209<br />

892<br />

13477<br />

9536<br />

Manila<br />

7796<br />

9564<br />

2332<br />

6906<br />

10368<br />

9336<br />

8536<br />

3892<br />

1862<br />

Montreal<br />

3422<br />

3251<br />

- 5259<br />

330<br />

3433<br />

4100<br />

12045<br />

8199<br />

Moskou<br />

1330<br />

1557<br />

5259<br />

- 5620<br />

1533<br />

1476<br />

11044<br />

4667<br />

New York 3639<br />

3456<br />

330<br />

5620<br />

- 3628<br />

4280<br />

12052<br />

8133<br />

Parijs<br />

261<br />

209<br />

3433<br />

1533<br />

3628<br />

- 688<br />

13249<br />

9771<br />

Rome<br />

809<br />

892<br />

4100<br />

1476<br />

4280<br />

688<br />

- 12450<br />

9840<br />

Sydney<br />

13812<br />

13477<br />

12045<br />

11044<br />

12052<br />

13249<br />

12450<br />

- 6904<br />

Tel<br />

Aviv 2059<br />

2222<br />

5472<br />

2290<br />

5672<br />

2044<br />

1409<br />

10634<br />

8029<br />

Tokio<br />

9522<br />

9536<br />

8199<br />

4667<br />

8133<br />

9771<br />

9840<br />

6904<br />

-<br />

figuur 1.1<br />

figuur 1.2<br />

12


OPGAVEN<br />

Weerrapport<br />

Dag<br />

8/3/2001<br />

9/3/2001<br />

10/3/2001<br />

Plaats<br />

Weer<br />

o<br />

C Weer<br />

o<br />

C Weer<br />

Amsterdam<br />

Arnhem<br />

Enschede<br />

Haarlem<br />

Regen<br />

11<br />

Regen<br />

10<br />

Buien<br />

11<br />

Regen<br />

11<br />

Regen<br />

11<br />

Buien<br />

11<br />

Regen<br />

11<br />

Bewolkt<br />

12<br />

Bewolkt<br />

12<br />

Regen<br />

11<br />

Regen<br />

10<br />

Regen<br />

10<br />

o<br />

C<br />

figuur 1.3<br />

2 Classificatie en Kwalificatie<br />

Opgave 2.1 Oefeningen<br />

Elk onderdeel van deze opdracht (a, b, c) betreft een apart Universe of Discourse<br />

(UoD). Bij elk onderdeel staan elementaire verwoordingen van een domeindeskundige<br />

en ook wordt enige toelichting gegeven. Verricht aan deze verwoordingen<br />

de classificatie- en kwalificatiestappen en teken daarna het voorlopige IGD<br />

dat uit de analyse volgt. Populeer de IGD’s met alle gegeven concrete voorbeelden.<br />

a<br />

“De auto met kenteken PP-KK-66 is van het merk DAF. De auto met kenteken<br />

FG-73-KS is van het merk Ambassador. De auto met kenteken FJ-25-08 is van<br />

het merk Trabant.”<br />

Toelichting: auto’s worden geïdentificeerd met een kenteken en merknamen<br />

identificeren merken.<br />

b “Er bestaat een afdeling IC. Er bestaat een afdeling Neurologie. Patiënt 364326<br />

is op 16/8/96 opgenomen op de afdeling IC. Patiënt 123456 is op 16/8/96<br />

opgenomen op de afdeling IC. Patiënt 333333 is op 28/7/95 opgenomen op de<br />

afdeling Neurologie.”<br />

Toelichting: patiënten hebben een uniek patiëntnummer en afdelingen een<br />

unieke afdelingsnaam.<br />

c<br />

“Er is een artikel 12. Artikel 12 kost €3.95 per stuk. Artikel 12 is een set<br />

stiften. Van artikel 12 is de huidige voorraad 521 stuks. Er is een artikel 61.<br />

Artikel 61 kost €6.95 per stuk. Artikel 61 is een set stiften. Van artikel 61 is de<br />

huidige voorraad 237 stuks. Er is een artikel 23. Artikel 23 kost €6.95 per<br />

stuk. Artikel 23 is een perforator.”<br />

Toelichting: men identificeert artikelen met een uniek artikelnummer. Daarnaast<br />

heeft men van elk artikel ook een omschrijving, zoals ‘perforator’. De verkoopprijs<br />

per stuk wordt van elk artikel geregistreerd en van de meeste artikelen<br />

ook de huidige voorraad.<br />

13


VOLLEDIG COMMUNICATIEGEORIËNTEERDE INFORMATIEMODELLERING • OPGAVEN EN CASUSSEN<br />

Opgave 2.2 Organogram<br />

Beschouw het concrete voorbeeld van de organogram in figuur 1.4.<br />

figuur 1.4<br />

Uit de verwoording door een deskundige gebruiker:<br />

“Hofman D A heeft supervisie over Velsen D.”<br />

“Velsen D heeft supervisie over Parel K.”<br />

Toelichting: werknemers hebben een unieke naam.<br />

Verricht aan deze verwoordingen de classificatie- en kwalificatiestappen en teken<br />

daarna het voorlopige IGD dat uit de analyse volgt.<br />

Opgave 2.3 Pieterpad<br />

Het Pieterpad is een bekende wandelroute van Pieterburen in Groningen naar de<br />

Sint Pietersberg bij Maastricht. De route bestaat uit 27 etappes verdeeld over twee<br />

trajecten. In figuur 1.5 zie je het etappeschema.<br />

14


OPGAVEN<br />

Traject 1:<br />

Etappe<br />

S tart- en Finishplaats<br />

Afstand (km)<br />

1 Pieterburen<br />

– Winsum<br />

11<br />

2 Winsum – Groningen<br />

18<br />

3 Groningen<br />

– Zuidlaren<br />

21<br />

4 Zuidlaren<br />

– Rolde<br />

16<br />

5 Rolde<br />

– Schoonlo<br />

19<br />

6 Schoonlo<br />

– Sleen<br />

22<br />

7 Sleen<br />

– Coevorden<br />

19<br />

8 Coevorden<br />

– Hardenberg<br />

20<br />

9 Hardenberg<br />

– Ommen<br />

22<br />

10<br />

Ommen<br />

– Hellendoorn<br />

20<br />

11<br />

Hellendoorn<br />

– Holten<br />

15<br />

12<br />

Holten<br />

– Laren<br />

15<br />

13<br />

Laren<br />

– Vorden<br />

14<br />

Traject 2<br />

Etappe<br />

S tart- en Finishplaats<br />

Afstand (km)<br />

1 Vorden<br />

– Doetinchem<br />

26<br />

2 Doetinchem – Hoog Elten<br />

19<br />

3 Hoog<br />

Elten – Millingen<br />

12<br />

4 Millingen<br />

– Groesbeek<br />

20<br />

5 Groesbeek<br />

– Gennep<br />

15<br />

6 Gennep<br />

– Vierlingsbeek<br />

17<br />

7 Vierlingsbeek<br />

– Swolgen<br />

21<br />

8 Swolgen<br />

– Venlo<br />

22<br />

9 Venlo<br />

– Roermond<br />

31<br />

10<br />

Roermond<br />

– Pey<br />

21<br />

11<br />

Pey<br />

– Sittard<br />

18<br />

12<br />

Sittard<br />

– Strabeek<br />

21<br />

13<br />

Strabeek<br />

– Maastricht<br />

11<br />

14<br />

Maasticht<br />

– Sint Pietersberg<br />

4<br />

figuur 1.5<br />

Een domeindeskundige heeft feiten uit dit schema verwoord in elementaire zinnen:<br />

”Etappe 4 van traject 1 begint in Zuidlaren.”<br />

”Etappe 4 van traject 2 begint in Millingen.”<br />

“Etappe 4 van traject 1 eindigt in Rolde.”<br />

“Etappe 4 van traject 2 eindigt in Groesbeek.”<br />

“Etappe 4 van traject 1 is 16 km lang.”<br />

“Etappe 4 van traject 2 is 20 km lang.”<br />

De feiten zijn reeds per feittype gerangschikt. Classificeer en kwalificeer deze<br />

feitexpressies. Teken vervolgens ook het voorlopig IGD.<br />

15


VOLLEDIG COMMUNICATIEGEORIËNTEERDE INFORMATIEMODELLERING • OPGAVEN EN CASUSSEN<br />

3 Regenereren van feitexpressies uit een IGD<br />

Opgave 3.1 Oefeningen<br />

Bij deze opdracht wordt per onderdeel een bevolkt IGD gegeven, met een omkaderd<br />

tupel. Regenereer voor elk omkaderd tupel via substitutie de volledige zin.<br />

a<br />

figuur 1.6<br />

b<br />

figuur 1.7<br />

c<br />

figuur 1.8<br />

16


OPGAVEN<br />

d<br />

figuur 1.9<br />

e<br />

figuur 1.10<br />

f<br />

figuur 1.11<br />

17


VOLLEDIG COMMUNICATIEGEORIËNTEERDE INFORMATIEMODELLERING • OPGAVEN EN CASUSSEN<br />

4 Semantisch equivalente transformaties<br />

Opgave 4.1 Levensverwachting<br />

Het concrete voorbeeld bij deze opgave (zie figuur 1.12) komt uit een boek met<br />

demografische gegevens. Neem aan dat op gezette tijden een update van deze<br />

gegevens gemaakt wordt (de levensverwachting nu is heel wat hoger dan een paar<br />

decennia geleden), maar dat na een update alleen de nieuwe gegevens van belang<br />

zijn en de vroegere waarden niet.<br />

Verwoording:<br />

“Een vrouw van 35 heeft een levensverwachting van 79.”<br />

“Een vrouw van 45 heeft een levensverwachting van 80.”<br />

“Een man van 65 heeft een levensverwachting van 79.”<br />

“Een man van 55 heeft een levensverwachting van 77.”<br />

Bij de classificatie- en kwalificatiestap is het mogelijk de analyse op drie verschillende<br />

manieren te doen, zoals ook in paragraaf 2.7 van het theorieboek besproken<br />

wordt.<br />

a<br />

b<br />

c<br />

Classificeer en kwalificeer deze feitexpressies zodanig dat er een ternair feittype<br />

ontstaat. Teken het voorlopig IGD.<br />

Classificeer en kwalificeer deze feitexpressies zodanig dat er twee binaire<br />

feittypen ontstaan en teken het voorlopig IGD.<br />

Classificeer en kwalificeer deze feitexpressies zodanig dat er een objecttype<br />

Categorie ontstaat. Een voorbeeld van een objectexpressie voor een object van<br />

objecttype Categorie: ‘een vrouw van 45’. Teken ook hiervoor het voorlopig<br />

IGD.<br />

18


OPGAVEN<br />

figuur 1.12<br />

19


VOLLEDIG COMMUNICATIEGEORIËNTEERDE INFORMATIEMODELLERING • OPGAVEN EN CASUSSEN<br />

5 Uniciteitsregels<br />

Opgave 5.1 Oefeningen<br />

Bij deze opgave wordt per onderdeel een IGD gegeven waarbij een van de feittypen<br />

nog geen uniciteitsregel(s) heeft. De uniciteitsregels over de rollen van deze feittypen<br />

moeten worden bepaald met gebruikmaking van een tabel met kolommen<br />

zoals afgebeeld in figuur 1.13.<br />

doel<br />

test UC<br />

o p rollen: tupel nr.<br />

feittype<br />

feittype-expressie<br />

tupels<br />

mogen<br />

t upels<br />

samen?<br />

a ntw. J/<br />

N<br />

conclusie<br />

figuur 1.13<br />

a Bepaal de unciteitsregel(s) voor het feittype Studieresultaat (zie figuur 1.14).<br />

Toelichting: een student, geïdentificeerd door voor- en achternaam kan voor<br />

verschillende vakken een cijfer behaald hebben, maar kan per vak één cijfer<br />

hebben.<br />

b Bepaal de unciteitsregel(s) voor het feittype Geboorte (zie figuur 1.15).<br />

Toelichting: van studenten worden het geboortejaar en de geboorteplaats<br />

vastgelegd.<br />

c Bepaal de unciteitsregel(s) voor het feittype Presentie (zie figuur 1.16).<br />

Toelichting: het UoD is hier een presentielijst. Een student kan bij een aantal<br />

modules aanwezig zijn geweest. Bijeenkomsten krijgen altijd een nummer,<br />

ook als er maar één bijeenkomst is bij een bepaalde module.<br />

figuur 1.14<br />

20


OPGAVEN<br />

figuur 1.15<br />

figuur 1.16<br />

21


VOLLEDIG COMMUNICATIEGEORIËNTEERDE INFORMATIEMODELLERING • OPGAVEN EN CASUSSEN<br />

Opgave 5.2 Gemeenteraadsverkiezingen<br />

In figuur 1.17 staan uitslagen van de gemeenteraadsverkiezingen van 4 maart 1998.<br />

Apeldoorn<br />

51703 inwoners<br />

Arnhem<br />

136242 inwoners<br />

Nijmegen 150375 inwoners<br />

Raad<br />

’ 98 Raad<br />

’ 94<br />

Raad<br />

’ 98<br />

Raad<br />

‘ 94<br />

Raad<br />

‘ 98<br />

Raad ‘ 94<br />

s tem z et.<br />

% % zet.<br />

s tem<br />

z et.<br />

% % zet.<br />

s tem<br />

z et.<br />

% % zet.<br />

Opkomst<br />

65176<br />

39<br />

55,<br />

3 61,<br />

9 39<br />

Opkomst<br />

56038<br />

39<br />

52,<br />

0 57,<br />

1 39<br />

Opkomst<br />

64191<br />

39<br />

53,<br />

6 56,<br />

- 39<br />

6<br />

CDA<br />

12327<br />

7 18,<br />

9 21,<br />

7 9 PvdA<br />

13067<br />

10<br />

23,<br />

3 22,<br />

1 9 CDA<br />

10855<br />

7 16,<br />

9 20,<br />

8 9<br />

VVD<br />

12704<br />

8 19,<br />

5 17,<br />

3 7 CDA<br />

7496<br />

6 13,<br />

4 16,<br />

8 7 PvdA<br />

13413<br />

8 20,<br />

9 20,<br />

0 8<br />

D66<br />

4956<br />

3 7,<br />

6 17,<br />

3 7 D66<br />

3602<br />

2 6,<br />

4 16,<br />

3 7 D66<br />

3830<br />

2 6,<br />

0 16,<br />

6 7<br />

PvdA<br />

12947<br />

8 19,<br />

9 17,<br />

1 7 VVD<br />

9018<br />

7 16,<br />

1 15,<br />

1 6 GRLINKS<br />

11848<br />

8 18,<br />

5 16,<br />

1 6<br />

GemBel<br />

7986<br />

5 12,<br />

2 8,<br />

8 3 GRLINKS<br />

5676<br />

5 10,<br />

1 10,<br />

3 4 SP<br />

10303<br />

6 16,<br />

0 11,<br />

2 4<br />

GRLINKS<br />

5861<br />

3 9,<br />

0 8,<br />

3 3 SP<br />

5548<br />

4 9,<br />

9 5,<br />

6 2 VVD<br />

8234<br />

5 12,<br />

8 10,<br />

3 4<br />

RPF/GPV<br />

4333<br />

3 6,<br />

6 6,<br />

3 2 Stadspar<br />

1903<br />

1 3,<br />

4 4,<br />

7 1 Groenen<br />

3423<br />

2 5,<br />

3 3,<br />

4 1<br />

SGP<br />

2264<br />

1 3,<br />

5 3,<br />

2 1 GPV/RPF<br />

1865<br />

1 3,<br />

3 3,<br />

2 1 AOV/U55+<br />

2285<br />

1 3,<br />

6 - -<br />

AOV/U55+<br />

1798<br />

1 2,<br />

8 - - CD<br />

357<br />

0 0,<br />

6 2,<br />

9 1 Overige<br />

94<br />

- - - 1,<br />

6 0<br />

AOV/U55+<br />

1184<br />

0 2,<br />

1 - -<br />

IdeALIST<br />

888<br />

0 1,<br />

6 - -<br />

BurgGroe<br />

941<br />

0 1,<br />

7 - -<br />

LstGlimm<br />

213<br />

0 0,<br />

4 - -<br />

ZdCentr<br />

4280<br />

3 7,<br />

7 - -<br />

Overige<br />

94 - - - 3,<br />

0 0<br />

figuur 1.17<br />

Het IGD in figuur 1.18 heeft betrekking op deze verkiezingen.<br />

Bepaal de uniciteitsregels voor het feittype Stemmenpercentage.<br />

figuur 1.18<br />

22


OPGAVEN<br />

Opgave 5.3 Megatop 100<br />

In figuur 1.19 zijn gegeven de overzichtjes van de Megatop 100, respectievelijk<br />

uitgezonden op 25 april en 2 mei 1998.<br />

Mega<br />

top 100 - 25/4/1998<br />

Mega top 100 - 2/5/1998<br />

1 Celine<br />

Dion<br />

My<br />

heart will go on<br />

1 Celine<br />

Dion<br />

My heart will go on<br />

2 Romeo<br />

3 K.<br />

Ci & Jojo<br />

4 S olid Harmony<br />

5 Destiny’<br />

s Child<br />

6 Madonna<br />

7 Venga<br />

Boys<br />

8 Volumia<br />

9 Spice<br />

Girls<br />

10<br />

Janet<br />

Jackson<br />

Coming<br />

Home<br />

2 K.<br />

Ci & Jojo<br />

All<br />

my life<br />

3 Romeo<br />

I want you to … 4 Volumia<br />

No<br />

no no<br />

5 Venga<br />

Boys<br />

Frozen<br />

6 Destiny’<br />

s Child<br />

Up<br />

and down<br />

7 DJ<br />

Visage<br />

Afscheid<br />

8 Madonna<br />

Stop<br />

9 S olid Harmony<br />

Together<br />

again<br />

10<br />

Total<br />

Touch<br />

All my life<br />

Coming Home<br />

Afscheid<br />

Up and down<br />

No no no<br />

Formula<br />

Frozen<br />

I want you to …<br />

I’ ll say goodbye<br />

figuur 1.19<br />

Een informatieanalist heeft voor deze informatie het voorlopige IGD uit figuur<br />

1.20 ontworpen.<br />

Bepaal de uniciteitsregels voor het feittype Hitparade.<br />

figuur 1.20<br />

23


VOLLEDIG COMMUNICATIEGEORIËNTEERDE INFORMATIEMODELLERING • OPGAVEN EN CASUSSEN<br />

6 Nominalisatietest<br />

In elke opgave van deze paragraaf wordt een voorlopig IGD gegeven dat het<br />

resultaat is van een informatieanalyse tot en met het bepalen van de uniciteitsregels,<br />

maar voordat de nominalisatietest is gedaan. In elk IGD moet nog minstens één<br />

nominalisatie uitgevoerd worden.<br />

Zoek het nominalisatiepatroon en voer de nominalisaties uit. Dit zal de oorspronkelijke<br />

classificatie en kwalificatie – die ook is gegeven – en misschien ook<br />

de communicatie zelf, veranderen; geef ook deze nieuwe classificatie en kwalificatie.<br />

Je mag aannemen dat de domeindeskundigen het eens zullen zijn met alle<br />

voorgestelde nieuwe objecttypen en noodzakelijke veranderingen in de verwoordingen<br />

(bijvoorbeeld: verandering van woordvolgorde om aaneengesloten nieuwe<br />

objectexpressies te krijgen).<br />

Opgave 6.1 Geldautomaten<br />

Het UoD betreft hier de bonnetjes van geldautomaten. Een geslaagde geldopname<br />

heet een transactie. Geldautomaten worden geïdentificeerd door een automaatnummer.<br />

Elke geldautomaat nummert zijn transacties opeenvolgend met een transactienummer.<br />

Merk op dat een transactienummer alleen dus niet een transactie<br />

identificeert (waarom niet?).<br />

24


OPGAVEN<br />

Classificatie en kwalificatie:<br />

figuur 1.21<br />

25


VOLLEDIG COMMUNICATIEGEORIËNTEERDE INFORMATIEMODELLERING • OPGAVEN EN CASUSSEN<br />

IGD inclusief UC’s:<br />

figuur 1.22<br />

Opgave 6.2 Bibliotheek<br />

Het UoD hier is een bibliotheek. Boeken hebben een identificerend boeknummer.<br />

De bibliotheek heeft vaak verscheidene exemplaren van hetzelfde boek. Elk<br />

exemplaar van een boek heeft daarom een volgnummer achter het boeknummer,<br />

zelfs als de bibliotheek maar één exemplaar van een boek heeft. Sommige<br />

boekexemplaren mogen niet uitgeleend worden, bijvoorbeeld omdat de bibliotheek<br />

altijd ten minste één exemplaar van een veelgebruikt naslagwerk beschikbaar wil<br />

hebben. Er zijn verschillende zalen in de bibliotheek. Voor elk boekexemplaar<br />

wordt vastgelegd in welke zaal het staat.<br />

26


OPGAVEN<br />

Classificatie en kwalificatie:<br />

figuur 1.23<br />

IGD inclusief UC’s:<br />

figuur 1.24<br />

27


VOLLEDIG COMMUNICATIEGEORIËNTEERDE INFORMATIEMODELLERING • OPGAVEN EN CASUSSEN<br />

7 Totaliteitsregels<br />

Opgave 7.1 Bereikbaarheid docenten<br />

De IGD’s van deze opgave hebben betrekking op gegevens over de bereikbaarheid<br />

(kamer, telefoon, e-mail) van docenten van een hogeschool.<br />

a Beschouw TC1 en TC2 in het IGD in figuur 1.25.<br />

Beschrijf de betekenis van deze totaliteitsregels in natuurlijke taal.<br />

Welke van de totaliteitsregels worden geschonden door de in het IGD<br />

aangebrachte populatie?<br />

b Beschouw TC1 en TC2 in het IGD in figuur 1.26.<br />

Let op: er zijn kleine verschillen met het IGD van onderdeel a.<br />

Welke van de totaliteitsregels worden geschonden door de in het IGD aangebrachte<br />

populatie?<br />

c Beschouw TC1 in het IGD in figuur 1.27.<br />

Beschrijf de betekenis van deze totaliteitsregel in natuurlijke taal.<br />

Wordt deze totaliteitsregel geschonden door de in het IGD aangebrachte<br />

populatie?<br />

figuur 1.25<br />

28


OPGAVEN<br />

figuur 1.26<br />

figuur 1.27<br />

29


VOLLEDIG COMMUNICATIEGEORIËNTEERDE INFORMATIEMODELLERING • OPGAVEN EN CASUSSEN<br />

Opgave 7.2 PLT Systems<br />

Het bedrijf PLT Systems ontwerpt en produceert lopendebandsytemen voor het<br />

vervaardigen van diverse producten. Bijvoorbeeld productielijnen voor fietsen en<br />

koekjes. Bij het ontwerp en de bouw van deze lopendebandsystemen gaat men<br />

projectmatig te werk. Voor elk project wordt een omschrijving vastgelegd en tevens<br />

wordt vastgelegd voor welke klant het wordt uitgevoerd.<br />

figuur 1.28<br />

30


OPGAVEN<br />

Om de projectuitvoering beheersbaar te houden worden projecten onderverdeeld<br />

in deelprojecten. Voor de deelprojecten worden een omschrijving, de start- en<br />

einddatum en de (deel)projectleider vastgelegd. De deelprojectleiders bewaken<br />

tezamen de afstemming van de diverse deelprojecten en de voortgang van het<br />

totale project. Van alle medewerkers – dus niet alleen van degenen die tot nu toe<br />

deelprojectleider zijn geweest – legt men de volledige naam vast.<br />

Voor dit UoD is het IGD uit figuur 1.28 opgesteld.<br />

Bepaal de totaliteitsregels voor het IGD door middel van een vraag- en antwoordspel<br />

met een (fictieve) domeindeskundige.<br />

8 Overige beperkingsregels<br />

Opgave 8.1 School<br />

Het UoD dat hoort bij het IGD uit figuur 1.29 is een school voor Voortgezet<br />

Onderwijs. In dit IGD zijn een aantal beperkingsregels aangebracht.<br />

a<br />

Leg uit wat de betekenis is van de volgende beperkingsregels: TC6, SC1, SC2,<br />

CC1 en XC1.<br />

Voorbeeld<br />

TC1 betekent: voor elke leerling moet worden vastgelegd in welke klas hij zit.<br />

b<br />

Welke van de beperkingsregels TC1 t/m TC6, SC1, SC2, CC1 en XC1 worden<br />

overtreden door de aangebrachte populatie?<br />

31


VOLLEDIG COMMUNICATIEGEORIËNTEERDE INFORMATIEMODELLERING • OPGAVEN EN CASUSSEN<br />

figuur 1.29<br />

32


OPGAVEN<br />

Opgave 8.2 Lift<br />

In figuur 1.30 zie je een IGD met informatie over liften. In een flatgebouw zijn<br />

drie liften (A, B en C), en 15 verdiepingen. Om de liften efficiënt te kunnen besturen<br />

(met een liftbesturingsprogramma) is die informatie nodig, die voor zichzelf spreekt<br />

en al correct gemodelleerd is. Alle feiten worden voortdurend aangepast aan de<br />

actuele situatie door sensoren (realtime-besturing). Een aantal beperkingsregels is<br />

al bepaald en aangebracht in het IGD.<br />

figuur 1.30<br />

33


VOLLEDIG COMMUNICATIEGEORIËNTEERDE INFORMATIEMODELLERING • OPGAVEN EN CASUSSEN<br />

Er gelden in het UoD echter nog vijf eisen die als beperkingsregels aan het IGD<br />

moeten worden toegevoegd.<br />

1 Van elke lift moet op elk moment bekend zijn waar hij zich bevindt, of hij nou<br />

beweegt of niet.<br />

2 Een lift kan ofwel stilstaan op een verdieping, ofwel in beweging zijn ter hoogte<br />

van een verdieping, maar niet allebei.<br />

3 Als een lift in beweging is, moet ook bekend zijn waarheen hij op weg is. (Ook<br />

van een lift die stilstaat kan bekend zijn waarheen hij op weg is, bijvoorbeeld<br />

als de deur nog bezig is dicht te gaan.)<br />

4 Er kunnen in een lift maar drie knoppen tegelijk ingedrukt zijn (dit is om te<br />

voorkomen dat grapjassen alle knoppen indrukken om anderen te pesten).<br />

5 De deurstand kan maar twee waarden aannemen: ‘open’ en ‘dicht’.<br />

Teken voor elk van de bovenstaande eisen de corresponderende beperkingsregel<br />

in het IGD.<br />

34


OPGAVEN<br />

9 Afleiden relationeel schema<br />

Opgave 9.1 Projecten<br />

a Groepeer het IGD uit figuur 1.31.<br />

figuur 1.31<br />

35


VOLLEDIG COMMUNICATIEGEORIËNTEERDE INFORMATIEMODELLERING • OPGAVEN EN CASUSSEN<br />

b Lexicaliseer het reeds gegroepeerde IGD uit figuur 1.32.<br />

figuur 1.32<br />

Opgave 9.2 Staten<br />

Het IGD uit figuur 1.33 heeft betrekking op gegevens over staten. Mogelijk is de<br />

populatie in het IGD niet meer actueel.<br />

a Groepeer het IGD uit figuur 1.33.<br />

Het IGD dat ontstaat noemen we het G-IGD.<br />

b<br />

c<br />

d<br />

Lexicaliseer het G-IGD. Vergeet de subset constraints niet.<br />

Het IGD dat ontstaat noemen we het GL-IGD.<br />

Reduceer het GL-IGD. Dit noemen we het GLR-IGD.<br />

Leid het relationeel schema af.<br />

36


OPGAVEN<br />

figuur 1.33<br />

37


VOLLEDIG COMMUNICATIEGEORIËNTEERDE INFORMATIEMODELLERING • OPGAVEN EN CASUSSEN<br />

10 Specialisatie<br />

Opgave 10.1 Hardware<br />

Bij een bedrijf registreert de ICT-afdeling de hardware (computers, monitoren en<br />

printers) die binnen het bedrijf aanwezig is.<br />

apparaat<br />

aanschaf-<br />

datum<br />

264<br />

13-04-01<br />

computer<br />

265<br />

13-04-01<br />

monitor<br />

219<br />

20-12-00<br />

printer<br />

108<br />

25-05-98<br />

printer<br />

194<br />

23-11-99<br />

computer<br />

146<br />

10-01-99<br />

computer<br />

079<br />

23-03-97<br />

monitor<br />

merk<br />

Pacom<br />

processor<br />

Pentium III<br />

harddisk<br />

intern<br />

geheugen<br />

20Gb<br />

128Mb<br />

P acom<br />

17"<br />

IQ<br />

IQ<br />

Rose<br />

Union<br />

Pentium II<br />

Celeron<br />

10Gb<br />

64Mb<br />

64Mb<br />

R ose<br />

14"<br />

inktjet<br />

laser<br />

apparaattype<br />

monitorgrootte<br />

printertype<br />

kleurenprinter?<br />

ja<br />

figuur 1.34<br />

Een informatieanalist en het hoofd van de ICT-afdeling hebben samen de verwoording,<br />

classificatie en kwalificatie uitgevoerd. De analist heeft het IGD<br />

getekend en in dialoog met het hoofd van de afdeling de uniciteits- en totaliteitsregels<br />

bepaald. Het resulterende IGD staat in figuur 1.35.<br />

Toelichting: het gegeven voorbeelddocument is zo volledig mogelijk ingevuld.<br />

Alleen voor computer 146 ontbreekt de opslagcapaciteit van de harde schijf en<br />

voor printer 108 is niet aangegeven of dit een kleurenprinter is. Het hoofd van de<br />

ICT-afdeling geeft aan dat – zodra deze gegevens bekend zijn – men dit zal invullen.<br />

Voer een volledige subtype-analyse uit. Teken het IGD dat ontstaat.<br />

38


OPGAVEN<br />

figuur 1.35<br />

39


VOLLEDIG COMMUNICATIEGEORIËNTEERDE INFORMATIEMODELLERING • OPGAVEN EN CASUSSEN<br />

Opgave 10.2 Postorderbedrijf O&O<br />

De informatie uit figuur 1.36 komt uit een bestellijst van het postorderbedrijf O&O.<br />

Dit bedrijf biedt boeken, cd’s, cd-rom’s en video’s aan.<br />

Boeken<br />

artikelnr<br />

titel<br />

1250695<br />

Verhalen<br />

1141470<br />

Het<br />

vroege werk<br />

1163476<br />

Ik<br />

omhels je met duizend armen<br />

1160100<br />

Fantoompijn<br />

1160746<br />

Een<br />

bed in de hemel<br />

4007571<br />

Advocaat<br />

van de duivel<br />

a uteur<br />

aantal<br />

blz.<br />

u itvoering<br />

prijs (in euro)<br />

Hugo<br />

Claus<br />

600<br />

gebonden<br />

47,50<br />

Jan<br />

Wolkers<br />

1456<br />

gebonden<br />

29,50<br />

Ronald<br />

Giphart<br />

272<br />

paperback<br />

14,90<br />

Arnon<br />

Grunberg<br />

254<br />

paperback<br />

16,90<br />

Tessa<br />

de Loo<br />

160<br />

gebonden<br />

13,90<br />

John<br />

Grisham<br />

451<br />

pocket<br />

6,50<br />

Audio-cd's<br />

artikelnr<br />

titel<br />

1136639<br />

Play<br />

1131614<br />

Greatest<br />

Hits I & II<br />

artiest<br />

speeltijd<br />

a antal cd’ s prijs (in euro)<br />

Moby<br />

63:14<br />

1 19,95<br />

Queen<br />

133:52<br />

2 29,50<br />

1145283<br />

The<br />

Complete Early Years<br />

U2<br />

253:65<br />

6 59,90<br />

1135904<br />

Together<br />

Alone<br />

1133594<br />

Hees<br />

van Ahoy<br />

1143791<br />

Nothing<br />

Less<br />

Anouk<br />

44:21<br />

1 21,95<br />

Doe<br />

Maar<br />

109:16<br />

2 21,95<br />

Krezip<br />

46:56<br />

1 21,95<br />

Cd-roms<br />

artikelnr<br />

titel<br />

g eschikt voor<br />

prijs (in euro)<br />

4010724<br />

Cursus<br />

Word 2000<br />

486<br />

P90<br />

P133-166<br />

PII200-266<br />

1129378<br />

ACSI<br />

Internationale Campinggids<br />

486<br />

P90<br />

P133-166<br />

PII200-266<br />

1132161<br />

Chessmaster<br />

8000<br />

486<br />

P90<br />

P133-166<br />

PII200-266<br />

1129162<br />

Galaxy<br />

of Games<br />

486<br />

P90<br />

P133-166<br />

PII200-266<br />

1186931<br />

De<br />

interactieve wereldatlas<br />

486<br />

P90<br />

P133-166<br />

PII200-266<br />

PIII<br />

24,90<br />

PIII<br />

17,90<br />

PIII<br />

34,95<br />

PIII<br />

14,50<br />

PIII<br />

14,50<br />

Video's<br />

artikelnr<br />

titel<br />

4005229<br />

The<br />

Green Mile<br />

4005351<br />

Double<br />

Jeopardy<br />

1213453<br />

De<br />

wraak van Jafar<br />

4011425<br />

Bicentennial<br />

Man<br />

4012399<br />

The<br />

Bone Collector<br />

geluid<br />

speeltijd<br />

l eeftijdindicatie<br />

prijs (in euro)<br />

Dolby<br />

surround<br />

180:00<br />

16<br />

19,90<br />

Stereo<br />

100:00<br />

12<br />

14,50<br />

Stereo<br />

66:00<br />

AL<br />

21,95<br />

Dolby<br />

digital<br />

126:00<br />

AL<br />

21.95<br />

Stereo<br />

Hifi<br />

114:00<br />

16<br />

21,95<br />

figuur 1.36<br />

Een correcte informatieanalyse van de bovenstaande informatie heeft tot het IGD<br />

uit figuur 1.37 geleid.<br />

Voer een subtype-analyse uit. Teken het IGD dat ontstaat.<br />

40


OPGAVEN<br />

figuur 1.37<br />

41


VOLLEDIG COMMUNICATIEGEORIËNTEERDE INFORMATIEMODELLERING • OPGAVEN EN CASUSSEN<br />

Opgave 10.3 Auto’s<br />

Beschouw het IGD met subtypen uit figuur 1.38.<br />

figuur 1.38<br />

Leid uit dit IGD het relationele schema af. Doe dat op twee manieren: één keer<br />

door het afleidbare subtype weg te groeperen en één keer door dit subtype niet<br />

weg te groeperen.<br />

42


<strong>Volledig</strong>e informatiemodelleringstrajecten<br />

Inleiding<br />

Dit hoofdstuk bevat opgaven waar een volledige informatieanalyse, van classificatie<br />

en kwalificatie tot en met het afleiden van het relationeel schema, moet worden<br />

verricht aan het bij de desbetreffende opgave geschetste UoD. Deze UoD’s zijn<br />

relatief beperkt van omvang.<br />

De voor opgave 1 benodigde kennis staat beschreven in hoofdstukken 2, 3 en 4<br />

van het theorieboek. Voor opgaven 2 en 3 is naast deze hoofdstukken ook<br />

paragraaf 5.1 van het theorieboek van belang.<br />

1 Gemeenteraadsverkiezingen Oss<br />

De gemeente Oss in Noord-Brabant heeft ongeveer 65000 inwoners en bestaat uit<br />

de plaatsen Oss, Berghem, Megen, Haren en Macharen. Bij de gemeenteraadsverkiezingen<br />

van 4 maart 1998 deden in deze gemeente zeven partijen mee. In<br />

figuur 2.1 zie je een gedeelte van de kandidatenlijst.<br />

Een domeindeskundige geeft de volgende toelichting bij deze kandidatenlijst:<br />

“Boven elke kolom is aangegeven welke lijst de betreffende partij vormt. Zo vormt<br />

de partij CDA lijst 1 en de partij SP lijst 2. Voor elke partij is aangegeven hoe die<br />

partij voluit heet. Het CDA heet voluit Christen Democratisch Appèl en de SP heet<br />

voluit Socialistische Partij. Verder is voor elk volgnummer op de lijst van een<br />

partij aangegeven wat de volledige naam, dat wil zeggen voorletters en achternaam,<br />

van de betreffende kandidaat is. Bijvoorbeeld: de naam van kandidaat 1 van het<br />

CDA is G. Louwers en de naam van kandidaat 4 van de SP is S. Veulings. Voor<br />

elke kandidaat wordt tevens zijn of haar woonplaats vermeld. Dat is één van de<br />

plaatsen Oss, Berghem, Megen, Haren en Macharen, want deze maken onderdeel<br />

uit van de gemeente Oss. Je ziet dat kandidaat 1 van het CDA in Oss woont en<br />

kandidaat 4 van de SP in Macharen.”<br />

43


VOLLEDIG COMMUNICATIEGEORIËNTEERDE INFORMATIEMODELLERING • OPGAVEN EN CASUSSEN<br />

figuur 2.1<br />

De cursief gedrukte zinsdelen zijn feitelijk verwoordingen van gedeeltes van de<br />

kandidatenlijst. Een informatieanalist heeft deze bewerkt tot de volgende elementaire<br />

verwoordingen:<br />

“De partij CDA vormt lijst 1.”<br />

“De partij SP vormt lijst 2.”<br />

“De partij CDA heet voluit Christen Democratisch Appèl.”<br />

“De partij SP heet voluit Socialistische Partij.”<br />

“Kandidaat 1 van CDA heet G. Louwers.”<br />

“Kandidaat 4 van SP heet S. Veulings.”<br />

44


VOLLEDIGE INFORMATIEMODELLERINGSTRAJECTEN<br />

“Er is een plaats Oss.”<br />

“Er is een plaats Berghem.”<br />

“Er is een plaats Megen.”<br />

“Er is een plaats Haren.”<br />

“Er is een plaats Macharen.”<br />

“Kandidaat 1 van CDA woont in Oss.”<br />

“Kandidaat 4 van SP woont in Macharen.”<br />

a<br />

b<br />

Op de kandidatenlijst staat ook aangegeven wat de roepnaam (bij de kandidaten<br />

van lijst 3 ontbreekt deze) en het geslacht van de kandidaten is. Stel hiervoor<br />

zelf verwoordingen op.<br />

Classificeer en kwalificeer bovenstaande verwoordingen en tevens de verwoordingen<br />

die je zelf bij onderdeel a hebt opgesteld. Stel het voorlopig IGD op.<br />

Bij de verkiezingen in de gemeente Oss waren er in totaal 37 stembureaus.<br />

In figuur 2.2 zie je een overzichtje van alle stembureaus.<br />

Overzicht stembureaus<br />

1 ’ t Oude Theater<br />

20<br />

Basisschool Ruwaard<br />

2 Basisschool<br />

Don Bosco<br />

21<br />

Nutsschool Hertogin Johanna<br />

3 Buurthuis<br />

’ t Hageltje, Kap. Naustraat<br />

22<br />

Rode Kruisgebouw<br />

4 Buurthuis<br />

’ t Hageltje, Hagelkruisstraat<br />

23<br />

Basisschool J.F. Kennedy<br />

5 SD/MLK<br />

school Sint Paulus<br />

24<br />

Basisschool De Korenaar, Grindlaan 4<br />

6 Carmelcollege,<br />

Mavo Sint Jan<br />

25<br />

Basisschool De Korenaar, Grindlaan 6<br />

7 Verpleeghuis<br />

Vita Nova<br />

26<br />

Verzorgingstehuis Loovelt<br />

8 Steunpunt<br />

De Brink<br />

27<br />

Basisschool De Buseel<br />

9 Basisschool<br />

Mgr. Bekkers<br />

28<br />

Basisschool Mettegeupel<br />

10<br />

Huize<br />

Katwijk<br />

29<br />

Basisschool De Lockaert<br />

11<br />

Buurthuis<br />

Kortfoort<br />

30<br />

Peuterspeelzaal De Duikelaar<br />

12<br />

Pastorie<br />

parochie Oss-Zuid<br />

31<br />

De Berchplaats, Berghem<br />

13<br />

Basisschool<br />

Pius X<br />

32<br />

Molenveldschool Berghem<br />

14<br />

Mondriaancollege<br />

33<br />

Molenveldschool, Berghem<br />

15<br />

Triascollege<br />

34<br />

Verzorgingstehuis Wilberthof, Berghem<br />

16<br />

Serviceflat<br />

Sterrebos<br />

35<br />

Parochiezaal Megen<br />

17<br />

Basisschool<br />

Elzeneind<br />

36<br />

Gemeenschapshuis Haren<br />

18<br />

Herberghe<br />

In ’ t Woud<br />

37<br />

Gemeenschapshuis Macharen<br />

19<br />

S.V. Ruwaard<br />

figuur 2.2<br />

Na de verkiezingen is er een uitslag per stembureau gepubliceerd. Als voorbeeld<br />

zie je in figuur 2.3 gedeeltes van de uitslagen van de stembureaus 1 en 2.<br />

45


VOLLEDIG COMMUNICATIEGEORIËNTEERDE INFORMATIEMODELLERING • OPGAVEN EN CASUSSEN<br />

CDA<br />

1 G.<br />

Louwers<br />

8<br />

2 H.<br />

Peeters<br />

4<br />

3 . Mensink<br />

4 S.<br />

Jansen<br />

1<br />

5 . Reijmer<br />

SP<br />

Stembureau<br />

1<br />

–<br />

’ t Oude Theater<br />

VDG<br />

8 1 L.H.<br />

van Doren<br />

226<br />

1 H.G.<br />

Nijemkamp<br />

29<br />

1 2 M.<br />

Scheepens<br />

19<br />

2 M.H.N.<br />

Huiskens<br />

4<br />

M 9 3 H.G.M.<br />

Vervoort<br />

12<br />

3 G.<br />

de Bruyn<br />

1<br />

1 4 S.<br />

Veulings<br />

7 4 J.F.<br />

Soulier<br />

27<br />

J 5 5 A.O.<br />

Ghouassi<br />

9 5 H.M.M.<br />

van Ruberg<br />

1<br />

CDA<br />

1 G.<br />

Louwers<br />

3<br />

2 H.<br />

Peeters<br />

1<br />

3 M.<br />

Mensink<br />

3<br />

4 . Jansen<br />

5 . Reijmer<br />

SP<br />

S tembureau<br />

2 – Basisschool Don Bosco<br />

VDG<br />

9 1 L.H.<br />

van Doren<br />

249<br />

1 H.G.<br />

Nijemkamp<br />

10<br />

1 2 M.<br />

Scheepens<br />

21<br />

2 M.H.N.<br />

Huiskens<br />

0<br />

1 3 H.G.M.<br />

Vervoort<br />

8 3 G.<br />

de Bruyn<br />

0<br />

S 7 4 S.<br />

Veulings<br />

18<br />

4 J.F.<br />

Soulier<br />

17<br />

J 7 5 A.O.<br />

Ghouassi<br />

11<br />

5 H.M.M.<br />

van Ruberg<br />

3<br />

figuur 2.3<br />

Wederom heeft de domeindeskundige toelichting gegeven bij bovenstaande<br />

voorbeelddocumenten:<br />

“Je ziet dat er in totaal 37 stembureaus zijn. Zo is er een stembureau 1 met omschrijving<br />

‘t Oude Theater en er is een stembureau 2 met omschrijving Basisschool<br />

Don Bosco. Op de uitslagen per stembureau is voor elke kandidaat aangegeven<br />

hoeveel stemmen er op hem of haar zijn uitgebracht. Bijvoorbeeld: Op stembureau 1<br />

zijn 88 stemmen uitgebracht op kandidaat 1 van het CDA (G. Louwers) en op<br />

stembureau 2 zijn 18 stemmen uitgebracht op kandidaat 4 van de SP (S. Veulings).”<br />

De informatieanalist heeft de cursief gedrukte zinsdelen van deze toelichting<br />

bewerkt tot elementaire feitexpressies:<br />

“Er is een stembureau 1.”<br />

“Er is een stembureau 2.”<br />

“Stembureau 1 bevindt zich in ‘t Oude Theater.”<br />

“Stembureau 2 bevindt zich in Basisschool Don Bosco.”<br />

“Op stembureau 1 zijn 88 stemmen uitgebracht op kandidaat 1 van CDA.”<br />

“Op stembureau 2 zijn 18 stemmen uitgebracht op kandidaat 4 van SP.”<br />

c<br />

Classificeer en kwalificeer ook deze verwoordingen.<br />

d Voeg de gevonden objecttypen/feittypen toe aan het IGD van onderdeel b.<br />

e<br />

Bepaal de uniciteitsregels voor de volledige informatiegrammatica.<br />

De domeindeskundige geeft verder nog de volgende informatie: als we beschikken<br />

over een geautomatiseerd informatiesysteem dat het verwerken van de verkiezingsuitslagen<br />

ondersteunt, dan voeren we voor de verkiezingen de gegevens van de<br />

46


VOLLEDIGE INFORMATIEMODELLERINGSTRAJECTEN<br />

kandidatenlijst en de gegevens van de stembureaus in. Direct na het sluiten van de<br />

stembureaus wordt voor elke kandidaat het aantal stemmen per stembureau geteld<br />

en vervolgens kunnen deze gegevens worden ingevoerd in het systeem.<br />

f<br />

g<br />

Bepaal ook de totaliteitsregels.<br />

Leid het relationeel schema af.<br />

2 Boetiek The Shirt Store<br />

The Shirt Store is een boetiek die onder meer t-shirts, sweaters en blouses verkoopt.<br />

In figuur 2.4 zie je een lijst met gegevens over kledingartikelen die door The Shirt<br />

Store worden verkocht.<br />

artikel<br />

artikelsoort<br />

123<br />

blouse<br />

125<br />

t-shirt<br />

130<br />

blouse<br />

herkomst<br />

India<br />

India<br />

Italië<br />

m aat<br />

prijs<br />

(in euro’ s)<br />

S<br />

M<br />

L<br />

XL<br />

S<br />

M<br />

L<br />

XL<br />

S<br />

M<br />

L<br />

XL<br />

27,50<br />

27,50<br />

30,00<br />

30,00<br />

12,50<br />

12,50<br />

12,50<br />

12,50<br />

37,00<br />

37,50<br />

38,00<br />

38,50<br />

kleur<br />

blauw<br />

rood<br />

blauw<br />

rood<br />

groen<br />

blauw<br />

rood<br />

groen<br />

blauw<br />

rood<br />

wit<br />

blauw<br />

wit<br />

blauw<br />

wit<br />

blauw<br />

wit<br />

blauw<br />

wit<br />

wit<br />

zwart<br />

grijs<br />

wit<br />

zwart<br />

grijs<br />

wit<br />

zwart<br />

voorraad<br />

6<br />

0<br />

11<br />

8<br />

4<br />

11<br />

8<br />

15<br />

15<br />

17<br />

13<br />

17<br />

23<br />

27<br />

32<br />

29<br />

14<br />

9<br />

9<br />

6<br />

5<br />

-<br />

4<br />

5<br />

-<br />

3<br />

5<br />

besteld<br />

25<br />

30<br />

30<br />

35<br />

35<br />

20<br />

25<br />

15<br />

-<br />

-<br />

17<br />

13<br />

17<br />

13<br />

-<br />

11<br />

21<br />

16<br />

-<br />

-<br />

10<br />

-<br />

10<br />

10<br />

-<br />

15<br />

15<br />

figuur 2.4<br />

De volgende toelichting wordt gegeven door de bedrijfsleider van The Shirt Store:<br />

“Van een aantal artikelen – aangeduid met een uniek artikelnummer – zie je in de<br />

tabel de artikelsoort (blouse, t-shirt, sweater, …) en het land van herkomst. Elk<br />

artikel is in diverse maten leverbaar. In de tabel zie je alleen de maten S (small) ,<br />

M (medium), L (large) en XL (extra large), maar ook maat XXL (extra extra large)<br />

bestaat. Elke maat van een artikel wordt in diverse kleuren uitgevoerd. Zo hebben<br />

we van de maten M en L van artikel 130 witte en zwarte exemplaren in ons<br />

47


VOLLEDIG COMMUNICATIEGEORIËNTEERDE INFORMATIEMODELLERING • OPGAVEN EN CASUSSEN<br />

assortiment. We zijn voornemens om ook de grijze uitvoering van de maten M en<br />

L van artikel 130 in ons assortiment op te nemen. Momenteel zijn daar echter nog<br />

geen exemplaren van voorradig of besteld.”<br />

De bedrijfsleider heeft met wat hulp van een informatieanalist enkele feiten uit de<br />

tabel verwoord:<br />

“Artikel 123 is een blouse.”<br />

“Artikel 125 is een t-shirt.”<br />

“Artikel 123 komt uit India.”<br />

“Artikel 125 komt uit India.”<br />

“Maat S van artikel 123 kost EUR 27,50.”<br />

“Maat M van artikel 125 kost EUR 12,50.”<br />

“Maat S van artikel 123 is er in de kleur blauw.”<br />

“Maat M van artikel 125 is er in de kleur wit.”<br />

“Maat M van artikel 130 is er in de kleur grijs.”<br />

“Van maat S van artikel 123 in de kleur blauw zijn er 6 stuks in voorraad.”<br />

“Van maat S van artikel 123 in de kleur blauw zijn er 25 stuks in bestelling.”<br />

“Van maat M van artikel 125 in de kleur wit zijn er 23 stuks in voorraad.”<br />

“Van maat M van artikel 125 in de kleur wit zijn er 17 stuks in bestelling.”<br />

a<br />

b<br />

c<br />

d<br />

e<br />

Classificeer en kwalificeer bovenstaande feitexpressies. Hier volgen twee<br />

aanwijzingen:<br />

• classificeer zodanig dat de laatste vier van de gegeven feitexpressies tot<br />

één feittype behoren. Noem dit feittype Assortiment.<br />

• probeer direct nominalisaties te onderkennen.<br />

Teken het voorlopig IGD.<br />

Bepaal uniciteitsregels. Controleer vervolgens of je geen nominalisaties over<br />

het hoofd hebt gezien.<br />

Bepaal totaliteitsregels en overige beperkingsregels.<br />

Leid het relationeel schema af.<br />

Bij de volgende onderdelen van deze opgave ga je een objecttype/feittype-transformatie<br />

uitvoeren op het feittype Assortiment. Het resultaat van het eerste stadium<br />

van classificatie en kwalificatie ziet er voor de nieuwe situatie als volgt uit:<br />

48


VOLLEDIGE INFORMATIEMODELLERINGSTRAJECTEN<br />

Voorraad:<br />

“Van maat S van artikel 123 in de kleur blauw zijn er 6 stuks in voorraad.”<br />

“Van maat M van artikel 125 in de kleur blauw zijn er 23 stuks in voorraad.”<br />

Bestelling:<br />

“Van maat S van artikel 123 in de kleur blauw zijn er 25 stuks in bestelling.”<br />

“Van maat M van artikel 125 in de kleur wit zijn er 17 stuks in bestelling.”<br />

f<br />

Classificeer en kwalificeer deze feitexpressies. Teken het nieuwe IGD.<br />

Leid uit de gewijzigde informatiegrammatica het relationeel schema af.<br />

Vergelijk het resultaat met het relationeel schema van onderdeel e.<br />

3 Allround schaatskampioenschappen<br />

Op allround kampioenschappen schaatsen voor heren worden vier afstanden<br />

gereden: 500 meter, 1500 meter, 5000 meter en 10.000 meter. Elk seizoen is er<br />

een Europees Kampioenschap (EK) en een Wereldkampioenschap (WK). In figuur<br />

2.5 zie je de uitslagen van het EK van 2000 dat werd gehouden in het Noorse<br />

Hamar en het WK van 2001 in Boedapest.<br />

Men wil de uitslagen van alle allround kampioenschappen voor heren uit de historie<br />

van het schaatsen in een relationele database vastleggen. Eenmaal correct ingevoerd<br />

zal de uitslag van een kampioenschap niet meer gewijzigd worden. Er wordt dus<br />

relatief weinig onderhoud op deze database gepleegd. Men wil de database dan<br />

ook voornamelijk gebruiken om allerlei statistische informatie te verkrijgen.<br />

Bijvoorbeeld:<br />

• welke schaatser is/welke schaatsers zijn recordhouder als het gaat om het aantal<br />

gewonnen kampioenschappen?<br />

• welke schaatsers hebben drie of meer afstandsoverwinningen tijdens één kampioenschap<br />

op hun naam staan?<br />

• wat is het puntentotaalrecord van wereldkampioenschappen?<br />

Vanuit dat oogpunt lijkt het efficiënt om het puntentotaal en de posities in de riten<br />

eindklassementen – alhoewel deze informatie afleidbaar is – expliciet in de<br />

database vast te leggen.<br />

Verder wordt ervoor gekozen om voor deelnemers per jaar (feitelijk per schaatsseizoen)<br />

aan te geven voor welk land hij uitkomt. Zoals je op de voorbeelddocumenten<br />

ziet kwam Bart Veldkamp in 2000 en 2001 uit voor België. In het verleden<br />

heeft hij echter voor Nederland geschaatst.<br />

49


VOLLEDIG COMMUNICATIEGEORIËNTEERDE INFORMATIEMODELLERING • OPGAVEN EN CASUSSEN<br />

EK 2000 in Hamar<br />

WK 2001 in Boedapest<br />

Uitslag 500 meter<br />

1 Söndral<br />

(Noo)<br />

5,72<br />

2 Andersen<br />

(Noo)<br />

6,36<br />

3 Ritsma<br />

(Ned)<br />

6,56<br />

4 Postma<br />

(Ned)<br />

6,70<br />

8 Veldkamp<br />

(Bel)<br />

7,55<br />

11<br />

Janmaat<br />

(Ned)<br />

7,87<br />

Uitslag 500 meter<br />

3 1 Breuer<br />

(Dui)<br />

37,55<br />

3 2 Ushiyama<br />

(Jap)<br />

37,59<br />

3 3 Postma<br />

(Ned)<br />

37,61<br />

3 5 Ritsma<br />

(Ned)<br />

37,76<br />

3 18<br />

Uytdehaage<br />

(Ned)<br />

38,99<br />

3 20<br />

Veldkamp<br />

(Bel)<br />

39,19<br />

Uitslag<br />

1500 meter<br />

1 Söndral<br />

(Noo)<br />

:47,23<br />

2 Postma<br />

(Ned)<br />

:48,73<br />

3 Andersen<br />

(Noo)<br />

:48,90<br />

4 Ritsma<br />

(Ned)<br />

:49,39<br />

7 Janmaat<br />

(Ned)<br />

:50,92<br />

10<br />

Veldkamp<br />

(Bel)<br />

1:51,19<br />

Uitslag 1500 meter<br />

1 1 Postma<br />

(Ned)<br />

1:54,12<br />

1 2 Ritsma<br />

(Ned)<br />

1:54,18<br />

1 3 Kibalko<br />

(Rus)<br />

1:54,98<br />

1 8 Uytdehaage<br />

(Ned)<br />

1:56,23<br />

1 12<br />

Veldkamp<br />

(Bel)<br />

1:56,89<br />

Uitslag<br />

5000 meter<br />

1 Ervik<br />

(Noo)<br />

:30,53<br />

2 Veldkamp<br />

(Bel)<br />

:33,35<br />

3 Sajoetin<br />

(Rus)<br />

:34,22<br />

4 Ritsma<br />

(Ned)<br />

:34,61<br />

6 Postma<br />

(Ned)<br />

:37,10<br />

8 Janmaat<br />

(Ned)<br />

6:38,32<br />

Uitslag 5000 meter<br />

6 1 Veldkamp<br />

(Bel)<br />

6:43,69<br />

6 2 Postma<br />

(Ned)<br />

6:49,51<br />

6 3 Dittrich<br />

(Dui)<br />

6:49,69<br />

6 7 Ritsma<br />

(Ned)<br />

6:51,08<br />

6 9 Uytdehaage<br />

(Ned)<br />

6:56,73<br />

Uitslag<br />

10.000 meter<br />

1 . Dittrich<br />

(Dui)<br />

3:28,68<br />

2 . Morgenstern<br />

(Dui)<br />

3:34,98<br />

3 Sighel<br />

(Ita)<br />

3:38,72<br />

5 Veldkamp<br />

(Bel)<br />

3:42,42<br />

6 Ritsma<br />

(Ned)<br />

3:42,48<br />

8 Janmaat<br />

(Ned)<br />

13:47,20<br />

12<br />

Postma<br />

(Ned)<br />

13:58,65<br />

Uitslag 10.000 meter<br />

1 1 Veldkamp<br />

(Bel)<br />

13:44,19<br />

1 2 Ritsma<br />

(Ned)<br />

13:56,07<br />

1 3 Dittrich<br />

(Dui)<br />

13:58,41<br />

1 8 Postma<br />

(Ned)<br />

14:17,51<br />

1 9 Uytdehaage<br />

(Ned)<br />

14:22,87<br />

Eindstand<br />

1 Ritsma<br />

(Ned)<br />

53.608<br />

2 Ervik<br />

(Noo)<br />

53.858<br />

3 Postma<br />

(Ned)<br />

54.585<br />

5 Veldkamp<br />

(Bel)<br />

55.069<br />

8 Janmaat<br />

(Ned)<br />

156.035<br />

Eindstand<br />

1 1 Ritsma<br />

(Ned)<br />

158.731<br />

1 2 Postma<br />

(Ned)<br />

159.476<br />

1 3 Veldkamp<br />

(Bel)<br />

159.731<br />

1 10<br />

Uytdehaage<br />

(Ned)<br />

162.549<br />

figuur 2.5<br />

50


VOLLEDIGE INFORMATIEMODELLERINGSTRAJECTEN<br />

Een domeindeskundige heeft bij het voorbeelddocument de volgende elementaire<br />

verwoordingen opgesteld:<br />

“Het EK van 2000 werd gehouden in Hamar.”<br />

“Het WK van 2001 werd gehouden in Boedapest.”<br />

“Veldkamp nam deel aan het EK van 2000.”<br />

“Ritsma nam deel aan het WK van 2001.”<br />

“Ritsma kwam in 2000 uit voor Nederland.”<br />

“Veldkamp kwam in 2000 uit voor België.”<br />

“Ritsma kwam in 2001 uit voor Nederland.”<br />

“Tijdens het EK van 2000 reed Söndral 1:47,23 op de 1500m.”<br />

“Tijdens het WK van 2001 reed Ritsma 0:37,76 op de 500m.”<br />

“Söndral eindigde tijdens het EK van 2000 als 1 e op de 1500m.”<br />

“Ritsma eindigde tijdens het WK van 2001 als 5 e op de 500m.”<br />

“Het puntentotaal van Ervik tijdens het EK van 2000 was 153.858.”<br />

“Het puntentotaal van Ritsma tijdens het WK van 2001 was 158.731.”<br />

“Ervik werd 2 e in de eindstand van het EK van 2000.”<br />

“Ritsma werd 5 e in de eindstand van het WK van 2001.”<br />

a<br />

b<br />

c<br />

d<br />

e<br />

f<br />

Classificeer en kwalificeer bovenstaande feitexpressies.<br />

Maak het voorlopig IGD.<br />

Bepaal de uniciteitsregels.<br />

Voer de nominalisatietest uit. Waarschijnlijk bevat de informatiegrammatica<br />

enkele ‘vergeten’ nominalisaties. Het is mogelijk nodig om de gebruikersverwoordingen<br />

aan te passen en de classificatie en kwalificatie opnieuw uit te<br />

voeren. Maak dan ook een nieuw IGD met de daarbij behorende uniciteitsregels.<br />

Breng de totaliteitsregels en overige beperkingsregels aan.<br />

Leid het relationeel schema af.<br />

51


Casussen<br />

Inleiding<br />

In dit hoofdstuk worden twee casussen beschreven. Bij deze casussen moet op<br />

basis van de gegeven voorbeelddocumenten en de bijbehorende toelichting een<br />

ontwerp worden gemaakt van een relationele database die de basis vormt voor een<br />

geautomatiseerd informatiesysteem. Het betreft hier dus één fase uit het totale<br />

informatiesysteemontwikkelingstraject.<br />

Bij elk van deze casussen is het echter een logische uitbreiding om het geautomatiseerde<br />

informatiesysteem ook daadwerkelijk te realiseren.<br />

Bij het uitvoeren van de casusopdracht is het wenselijk om een domeindeskundige<br />

te kunnen raadplegen. Wellicht is er een begeleidend docent die deze rol kan<br />

vervullen. Is dat niet het geval dan is het soms nodig om zelf ontwerpbeslissingen<br />

te nemen, waarbij je ervan uitgaat dat de opdrachtgever daarmee akkoord gaat .<br />

Voordat je aan deze casussen begint dien je minimaal hoofdstukken 2 tot en met 5<br />

van het theorieboek te hebben doorgewerkt. Verder is het raadzaam om appendix A<br />

van het theorieboek te raadplegen. Daarin wordt een stappenplan voor de werkwijze<br />

bij een informatieanalyse gegeven.<br />

1 Urenregistratie<br />

1.1 Inleiding<br />

IBO is een ingenieurs- en adviesbureau dat opdrachten uitvoert op het gebied van<br />

milieutechniek. Medewerkers van IBO vullen wekelijks een urenregistratieformulier<br />

in. Op basis van deze formulieren worden kostenberekeningen gemaakt<br />

en begrotingen opgesteld. Veel van dit werk gebeurt momenteel handmatig, deels<br />

ondersteund door spreadsheets.<br />

De directie van IBO heeft besloten om een geautomatiseerd urenregistratiesysteem<br />

te laten ontwikkelen om de verwerking van de urenregistratieformulieren efficiënter<br />

te laten verlopen.<br />

In het startdocument uit figuur 3.1 wordt de gang van zaken bij IBO opgesomd.<br />

52


CASUSSEN<br />

1.2 Startdocument<br />

In figuur 3.1 staat het startdocument afgebeeld dat het uitgangspunt vormt van<br />

deze casus. Het is opgesteld door het hoofd van de administratie, die de invoering<br />

van het geautomatiseerde urenregistratiesysteem in het bedrijf begeleidt.<br />

Ons bedrijf is verdeeld in verschillende divisies, die worden aangeduid<br />

met een nummer en een naam. De werknemers zijn in principe verbonden<br />

aan één divisie, maar het kan voorkomen dat een werknemer taken verricht<br />

voor een andere divisie. Onze werknemers hebben allemaal een uniek<br />

werknemernummer.<br />

Een nieuwe opdracht wordt ondergebracht bij een divisie. De naam van<br />

de klant en het klantnummer, alsook een omschrijving van de opdracht<br />

worden in de administratie ingevoerd. Elke opdracht krijgt ook een uniek<br />

volgnummer. Eén van de werknemers wordt aangewezen als projectleider,<br />

maar voor nieuwe opdrachten is deze nog niet altijd bekend.<br />

Voor alle werknemers die bij een opdracht worden ingezet, wordt een uurtarief<br />

vastgesteld. Het is mogelijk dat werknemers die aan een bepaalde<br />

opdracht werken tussentijds loonsverhoging krijgen. Dan wordt de<br />

uurloonstaat bijgewerkt. De oude loongegevens bewaren we echter.<br />

Hoewel ons bedrijf uiteenlopende opdrachten uitvoert, is er een vaste<br />

onderverdeling gemaakt in ongeveer veertig werksoorten. Werksoorten<br />

worden aangeduid met een werksoortnummer.<br />

De werknemers van ons bedrijf vullen aan het eind van elke werkdag hun<br />

urenregistratieformulier in. Hierop vermelden zij naast het werknemernummer<br />

hun naam. Op het formulier geven zij een overzicht van het aantal<br />

uren dat ze die dag hebben gewerkt. Dit aantal wordt bijgehouden voor<br />

een bepaalde werksoort in het kader van een opdracht. Aan het eind van<br />

de week wordt het aantal gewerkte uren voor de verschillende dagen met<br />

de hand opgeteld en wordt het formulier ingeleverd bij de administratie.<br />

Uiteindelijk zijn voor ons alleen deze weektotalen van de werknemers per<br />

project per werksoort van belang.<br />

Op basis van de ingeleverde urenregistratieformulieren wordt elke week<br />

voor alle opdrachten een overzicht van wekelijkse projectgegevens<br />

gemaakt. Op dit overzicht staat per werksoort vermeld hoeveel uren<br />

verschillende werknemers in die week aan een opdracht hebben gewerkt.<br />

Daarnaast wordt per werksoort het totaal aan gewerkte uren berekend.<br />

Met behulp van de uurtariefstaat wordt dit vertaald naar bedragen.<br />

figuur 3.1<br />

53


VOLLEDIG COMMUNICATIEGEORIËNTEERDE INFORMATIEMODELLERING • OPGAVEN EN CASUSSEN<br />

1.3 Concrete voorbeelden<br />

Een informatieanalist heeft een inventarisatie gemaakt van de informatie die<br />

relevant is voor het urenregistratiesysteem. Hij heeft een aantal documenten<br />

verzameld, die op dit moment binnen IBO worden gebruikt. Van deze documenten<br />

worden in deze paragraaf enkele voorbeelden gegeven.<br />

In figuur 3.2 worden twee voorbeelden getoond van het Urenregistratieformulier.<br />

Dit formulier wordt per week ingevuld door de medewerkers van IBO en bij de<br />

administratie ingeleverd. In de kop van het formulier vult de werknemer zijn werknemernummer<br />

en naam (achternaam, voorletters en dergelijke worden als één<br />

geheel gezien) en het weeknummer van de desbetreffende week in. Elke week<br />

heeft een uniek weeknummer. Dit bestaat uit het jaartal en een volgnummer (dit<br />

volgnummer kan van 1 tot en met 53 lopen). Verder dient de werknemer per opdracht<br />

het aantal bestede uren per dag per werksoort op te geven. Een opdracht<br />

wordt geïdentificeerd door een uniek opdrachtnummer.<br />

Het management van IBO heeft besloten dat het niet nodig is om de gegevens in<br />

de kolommen Ma, Di, ..., Zo in het geautomatiseerde urenregistratiesysteem vast<br />

te leggen. Dit betekent dat voor elke werknemer alleen de wekelijkse urentotalen<br />

per opdracht per werksoort worden opgeslagen.<br />

Figuur 3.3 bevat het voorbeelddocument Werksoorten waarin alle werksoorten<br />

met code en omschrijving staan beschreven. Iedere werknemer heeft deze lijst in<br />

zijn bezit. Wanneer een werknemer ziek is of om een andere reden niet aan een<br />

project heeft kunnen werken, dan wordt dit op de volgende wijze weergegeven:<br />

bij het opdrachtnummer vult de werknemer dan code 0000.00 in, en bij werksoort<br />

vult hij één van de 90-codes in en geeft de bijbehorende omschrijving. Als de<br />

werknemer code 95 invult, dan dient hij bij de werksoortomschrijving een eigen<br />

omschrijving op te geven. Voor deze codering is gekozen, zodat het management<br />

van IBO ook kan bijhouden wat bijvoorbeeld het percentage ziekteverzuim van<br />

werknemers is.<br />

Aan het eind van een week levert de werknemer zijn formulier bij de administratie<br />

in en die verwerkt dan de formulieren in het document Wekelijkse projectgegevens<br />

(zie figuur 3.4).<br />

In de kop van dit formulier worden gegevens opgenomen over de opdracht, de<br />

uitvoerende divisie, de projectleider en de klant. Van de divisie worden het unieke<br />

divisienummer en de omschrijving getoond; van de klant het unieke klantnummer<br />

en de naam.<br />

In dit document worden verder per werksoort het aantal bestede uren per werknemer,<br />

het totaal aantal bestede uren aan een bepaalde werksoort en het bijbehorende<br />

bedrag weergegeven. Daarnaast worden cumulatieve gegevens over urenbesteding<br />

en bedragen opgenomen.<br />

54


CASUSSEN<br />

IBO<br />

I<br />

Ingenieursburea<br />

ngenieursbureau<br />

u<br />

nummer<br />

omschrijving<br />

URENREGISTRATIEFORMULIER<br />

W erknemernr:<br />

618<br />

naam:<br />

Boven WJ van<br />

Weeknr:<br />

200138<br />

Ws<br />

code<br />

Uren per dag<br />

ma<br />

di<br />

wo<br />

do<br />

vrij<br />

za<br />

zo<br />

Uren<br />

totaal<br />

7004.07<br />

Voorbereiding<br />

1 2 2 WB<br />

6323.16<br />

Voorbereiding<br />

1 1 1 2 WB<br />

Concept-rapp.<br />

15<br />

1 1 2 WB<br />

33.1345<br />

Oplevering<br />

26<br />

4 4 WB<br />

557.812<br />

Reinigingstech.<br />

11<br />

4 4 WB<br />

Studie<br />

12<br />

4 4 2 10<br />

WB<br />

Onder.<br />

Altern. 19<br />

4 4 2 10<br />

WB<br />

Geluidsonderz.<br />

10<br />

3 3 WB<br />

Paraaf<br />

TOTALEN<br />

8 9 6 8 6 37<br />

WB<br />

IBO<br />

I<br />

Ingenieursburea<br />

ngenieursbureau<br />

u<br />

Opdracht-<br />

Werksoort-<br />

Opdracht-<br />

Werksoort-<br />

nummer<br />

omschrijving<br />

URENREGISTRATIEFORMULIER<br />

W erknemernr:<br />

232<br />

N n aam:<br />

Bakker R.P.<br />

Weeknr:<br />

200138<br />

Ws<br />

code<br />

Uren per dag<br />

ma<br />

di<br />

wo<br />

do<br />

vrij<br />

za<br />

zo<br />

Uren<br />

totaal<br />

7004.07<br />

Studie<br />

12<br />

2 2.25<br />

4.25<br />

RPB<br />

6323.16<br />

Tekenwerk<br />

14<br />

2 2 4 RPB<br />

0000.00<br />

Ziekte<br />

94<br />

8 8 8 24<br />

RPB<br />

Paraaf<br />

TOTALEN<br />

4 4.25<br />

8 8 8 32.25<br />

RPB<br />

figuur 3.2<br />

55


VOLLEDIG COMMUNICATIEGEORIËNTEERDE INFORMATIEMODELLERING • OPGAVEN EN CASUSSEN<br />

I IB<br />

BO<br />

I<br />

ngenieursbureau<br />

u<br />

WERKSOORTE<br />

N<br />

W<br />

S code<br />

Werksoortbeschrijvin<br />

g<br />

01<br />

Voorbereiding<br />

02<br />

Coördinatie veldwerk<br />

03<br />

Veldwerk boren<br />

04<br />

Veldwerk watermonstername<br />

05<br />

Veldwerk inventarisatie<br />

06<br />

Chemisch onderzoek<br />

07<br />

Geohydrolisch onderzoek<br />

08<br />

Grondmechanisch onderzoek<br />

09<br />

Civieltechnisch onderzoek<br />

10<br />

Geluidsonderzoek<br />

11<br />

Reinigingstechnieken<br />

12<br />

Studie<br />

13<br />

Kostencalculatie<br />

14<br />

Tekenwerk<br />

15<br />

Conceptrapportage<br />

16<br />

Definitieve rapportage<br />

17<br />

Besprekingen<br />

18<br />

Projectmanagement<br />

19<br />

Onderzoek alternatieven<br />

20<br />

Conceptbestek<br />

21<br />

Definitief bestek<br />

22<br />

Aanbesteding<br />

23<br />

Detaillering<br />

24<br />

Toezicht<br />

25<br />

Milieukundige begeleiding<br />

26<br />

Oplevering<br />

27<br />

Meerwerk<br />

90<br />

Vakantie<br />

91<br />

Buitengewoon verlof<br />

92<br />

ATV<br />

93<br />

Feestdagen<br />

94<br />

Ziekte<br />

95<br />

Overige<br />

figuur 3.3<br />

56


CASUSSEN<br />

IBO<br />

I<br />

Ingenieursburea<br />

ngenieursbureau<br />

u<br />

O pdracht:<br />

6323.16<br />

Divisie:<br />

6 Bodemonderzoek<br />

Projectleider:<br />

283<br />

Boelen FA<br />

WEKELIJKSE<br />

PROJECTGEGEVEN<br />

ROJECTGEGEVENS<br />

W eek<br />

200138<br />

K lant:<br />

4081<br />

Opdrachtomschrijving:<br />

Streekgew. O.Z. Limburg<br />

Grondwaterkwaliteit bij regionale<br />

stortplaats te Ubach nader onderzoeken<br />

Deze<br />

week<br />

Cumulatief<br />

P er<br />

p<br />

ersoo<br />

n<br />

P<br />

er<br />

WS cod<br />

e<br />

Per<br />

WS cod<br />

e<br />

W s<br />

c<br />

od<br />

e<br />

Ws<br />

o<br />

mschrijving<br />

W<br />

n<br />

r<br />

N<br />

aa<br />

m<br />

U<br />

re<br />

n<br />

Ure<br />

n<br />

Totaal<br />

b<br />

edrag<br />

Ure<br />

n<br />

Totaal<br />

bedra<br />

edrag<br />

01<br />

Voorbereiding<br />

618<br />

Boven<br />

WJ van<br />

2.00<br />

2.00<br />

427.66<br />

149.00<br />

6782.41<br />

02<br />

Coördinatie<br />

veldwerk<br />

115.75<br />

11708.42<br />

03<br />

Veldwerk<br />

boren<br />

26.00<br />

1787.33<br />

04<br />

Watermonstername<br />

94.50<br />

5463.04<br />

06<br />

Chemisch<br />

onderzoek<br />

62.00<br />

4987.38<br />

07<br />

Hydrogeologisch<br />

O.<br />

312<br />

Kooiman<br />

APC<br />

13.00<br />

1209<br />

Haak<br />

R<br />

26.00<br />

39.00<br />

5519.93<br />

372.00<br />

25567.91<br />

08<br />

Grondmechanisch<br />

O.<br />

2.00<br />

126.70<br />

09<br />

Civieltechnisch<br />

O.<br />

120<br />

Coenen<br />

HJM<br />

2.00<br />

2.00<br />

253.40<br />

2.00<br />

253.40<br />

12<br />

Studie<br />

3.00<br />

401.43<br />

14<br />

Tekenwerk<br />

743<br />

Poel<br />

GJ van der<br />

1.50<br />

232<br />

Bakker<br />

RP<br />

4.00<br />

820<br />

Galema<br />

O<br />

2.50<br />

8.00<br />

835.45<br />

33.50<br />

1576.02<br />

15<br />

Conceptrapportage<br />

618<br />

Boven<br />

WJ van<br />

2.00<br />

1577<br />

Asten<br />

F van<br />

2.00<br />

4.00<br />

867.22<br />

30.00<br />

2479.00<br />

16<br />

Def.<br />

rapportage<br />

1.00<br />

78.40<br />

17<br />

Besprekingen<br />

91.00<br />

8197.74<br />

18<br />

Projectmanagement<br />

31.00<br />

2634.18<br />

24<br />

Toezicht<br />

33.00<br />

1754.28<br />

27<br />

Meerwerk<br />

30.00<br />

1752.44<br />

TOTALEN<br />

55.00<br />

7903.66<br />

1075.75<br />

75550.08<br />

figuur 3.4<br />

57


VOLLEDIG COMMUNICATIEGEORIËNTEERDE INFORMATIEMODELLERING • OPGAVEN EN CASUSSEN<br />

De administratie maakt gebruik van de Uurtariefstaat (zie figuur 3.5) voor het<br />

maken van de wekelijkse projectgegevens. Op dit formulier staat vermeld wat er<br />

met de opdrachtgever is afgesproken over de uurtarieven per persoon voor een<br />

bepaald project voor een bepaalde tijd. De uurtarieven worden bij aanvang van<br />

een project bepaald voor alle werknemers die aan deze opdracht zullen gaan werken.<br />

Voor een werknemer kunnen er tussentijds tariefverhogingen binnen een project<br />

plaatsvinden. Als dit meer dan één keer voorkomt, dan wordt dit op het formulier<br />

aangegeven door een sterretje bij het laatste tarief van deze werknemer te zetten<br />

en op een volgende regel het nieuwe tarief en de ingangsweek in te vullen.<br />

Naast het werknemernummer en de naam kan op de uurtariefstaat ook nog een<br />

titel van de werknemer worden vastgelegd.<br />

I IB<br />

BO<br />

I<br />

ngenieursbureau<br />

u<br />

URENTARIEFSTAA<br />

T<br />

Opdracht<br />

pdracht-<br />

numme<br />

ummer<br />

W<br />

erknemer<br />

r<br />

W<br />

nr<br />

N<br />

aa<br />

m<br />

557.812<br />

618<br />

Boven<br />

WJ van<br />

33.1345<br />

618<br />

Boven<br />

WJ van<br />

6323.16<br />

618<br />

Boven<br />

WJ van<br />

312<br />

Kooiman<br />

APC<br />

T<br />

ite<br />

l<br />

U<br />

urtarie<br />

f<br />

V<br />

anaf<br />

wee<br />

k<br />

T<br />

arie<br />

f<br />

ing<br />

200109<br />

213.83<br />

ing<br />

200109<br />

184.69<br />

ing<br />

200109<br />

213.83<br />

ir<br />

200109<br />

147.25<br />

Uurtarie<br />

f<br />

V<br />

anaf<br />

wee<br />

k<br />

Tarie<br />

f<br />

232<br />

Bakker<br />

RP<br />

200109<br />

99.33<br />

200139<br />

104.66<br />

470<br />

Paalman<br />

GW<br />

200109<br />

202.00<br />

1209<br />

Haak<br />

R<br />

drs<br />

200109<br />

138.68<br />

743<br />

Poel<br />

GJ van der<br />

200109<br />

109.53<br />

820<br />

Galema<br />

O<br />

200109<br />

109.53<br />

120<br />

Coenen<br />

HJM<br />

1577<br />

Asten<br />

van<br />

800<br />

Waele<br />

J de<br />

7004.07<br />

618<br />

Boven<br />

WJ van<br />

312<br />

Kooiman<br />

APC<br />

ing<br />

200109<br />

119.41<br />

200122<br />

126.70<br />

ing<br />

200109<br />

219.78<br />

dr<br />

200109<br />

164.00<br />

ing<br />

200138<br />

213.83<br />

ir<br />

200138<br />

164.00<br />

232<br />

Bakker<br />

RP<br />

200138<br />

104.66<br />

figuur 3.5<br />

De geldbedragen op de hiervoor afgebeelde voorbeelddocumenten zijn in guldens.<br />

Deze voorbeelden zijn namelijk uit 2001, vóór de invoering van de euro.<br />

58


CASUSSEN<br />

1.4 Opdracht<br />

Ontwerp een relationele database die de basis vormt van een geautomatiseerd<br />

urenregistratiesysteem voor het ingenieursbureau IBO.<br />

Let op: er is een aantal voorbeelddocumenten met afleidbare informatie. Deze<br />

informatie hoeft niet in de database te worden vastgelegd.<br />

2 Happy Travel<br />

2.1 Inleiding<br />

Reisbureau en touroperator Happy Travel organiseert reizen naar Europese steden<br />

als Londen, Parijs en Rome. De boekingen voor deze reizen vonden in het verleden<br />

plaats door het invullen van een aantal formulieren door de klanten van Happy<br />

Travel. De informatie die de klant hierbij nodig had, werd gehaald uit een vele<br />

pagina’s tellende brochure.<br />

De directie van Happy Travel heeft besloten de boekingsprocedure te automatiseren.<br />

Daardoor wordt het voor de klanten mogelijk om via het Internet reizen te boeken.<br />

Om dit alles mogelijk te maken moet een aantal bedrijfsprocessen geautomatiseerd<br />

worden.<br />

Bedoeling van deze casus is het maken van een informatiemodel voor Happy Travel.<br />

Dit informatiemodel dient de benodigde informatie voor het boeken van accommodatie<br />

en vervoer te omvatten.<br />

2.2 Startdocument<br />

In figuur 3.6 staat het startdocument afgebeeld dat het uitgangspunt vormt van<br />

deze casus. Het is opgesteld door het hoofd van de afdeling Verkoop, omdat de<br />

effecten van de automatisering het grootst zullen zijn voor haar afdeling. Het hoofd<br />

van de afdeling Verkoop heeft bij het opmaken van het startdocument contact<br />

gehad met medewerkers van haar eigen afdeling, maar zij heeft ook intensief contact<br />

gehad met collega’s van de afdeling Inkoop. Ook deze afdeling, waar onder andere<br />

de stedenadviseurs voor werkzaam zijn, is noodzakelijk voor het aanleveren van<br />

informatie voor de afdeling Verkoop.<br />

59


VOLLEDIG COMMUNICATIEGEORIËNTEERDE INFORMATIEMODELLERING • OPGAVEN EN CASUSSEN<br />

Happy Travel wil het voor de klanten mogelijk maken om on-line vakanties<br />

te boeken. Om de keus aan accommodaties voor de klant mogelijk te<br />

maken, moet alle informatie die in de brochure van Happy Travel staat,<br />

beschikbaar komen via het Internet. In de brochure staan de mogelijkheden<br />

gerangschikt naar het land en de stad van de accommodatie.<br />

Bij een accommodatie wordt door middel van een korte omschrijving een<br />

beeld geschetst van de kamers en faciliteiten. Daarnaast kent men met<br />

de bekende ster-codering een aantal sterren toe aan de accommodatie.<br />

Verder worden er enkele feiten weergegeven over de omgeving van de<br />

accommodatie, zoals de loopafstand naar het centrum, openbaar vervoer<br />

en de uitgaanscentra. Kamers kunnen een- of tweepersoons zijn.<br />

Het is mogelijk ook het vervoer naar de accommodatie te laten verzorgen<br />

door Happy Travel. Deze vervoersmogelijkheden zijn zodanig dat men op<br />

de dag van vertrek ook op de plaats van bestemming arriveert. De<br />

alternatieven die hiervoor mogelijk zijn, staan per stad aangegeven in de<br />

brochure. Het vervoer binnen de stad wordt door de stedenadviseur van<br />

Happy Travel verzorgd. De stedenadviseur is tevens verantwoordelijk voor<br />

de aanlevering van de benodigde informatie.<br />

De prijs van een boeking wordt bepaald door het aantal overnachtingen<br />

en het aantal geboekte kamers. In het hoogseizoen is een kamer iets<br />

duurder dan in het laagseizoen. In de brochure zijn de prijzen van alle<br />

accommodaties opgenomen. Naast de prijs voor de accommodatie komt<br />

natuurlijk de prijs voor de reis nog bij het totaalbedrag.<br />

Bij het boeken van een accommodatie kan men kiezen uit: een week (van<br />

zaterdag tot en met zaterdag, dus 7 overnachtingen), een midweek (van<br />

maandag tot en met vrijdag, 4 overnachtingen) of een lang weekend<br />

(van vrijdag tot en met maandag, 3 overnachtingen).<br />

Wanneer de boeking verwerkt is, ontvangt de klant een bevestiging van<br />

de boeking. Op deze bevestiging wordt naast een selectie van de details<br />

van de boeking ook de prijs weergegeven.<br />

figuur 3.6<br />

60


61<br />

CASUSSEN<br />

2.3 Voorbeelddocumenten<br />

Een informatieanalist heeft een inventarisatie gemaakt van de informatie die<br />

relevant is voor het te bouwen on-line boekingssysteem. Daartoe heeft hij lijsten,<br />

overzichten en formulieren verzameld die momenteel in de organisatie worden<br />

gebruikt.<br />

Hieronder zie je concrete voorbeelden van de verzamelde documenten. Per document<br />

wordt een toelichting gegeven, waardoor de voorbeelden beter geïnterpreteerd<br />

kunnen worden.<br />

Brochure<br />

Het belangrijkste document binnen Happy Travel is de brochure met daarin het<br />

overzicht van de accommodaties en vervoersmogelijkheden. Aangezien alle<br />

informatie in de brochure ook te vinden is in andere documenten, hoeft hier bij de<br />

informatieanalyse geen rekening mee gehouden te worden.<br />

Accommodatieformulieren<br />

Een belangrijke bron voor de brochure is het ‘Accommodatieformulier’. Dit<br />

formulier wordt ingevuld door de stedenadviseur. In figuur 3.7 staat zo’n formulier<br />

ingevuld.<br />

Links bovenin wordt de naam van de accommodatie vermeld. Binnen één plaats is<br />

een naam voor een accommodatie uniek. Wel kan het voorkomen dat in een ándere<br />

plaats een accommodatie is met dezelfde naam. Zo kan het best zijn dat zowel in<br />

Londen als in Lyon een accommodatie is met de naam ‘Ambassador’ is.<br />

Om dit probleem op te lossen is een zogenaamde accommodatiecode ingevoerd.<br />

Deze code bestaat uit een combinatie van drie letters die de plaats uniek beschrijft<br />

(voor Parijs is dit dus PAR, voor ROM is dit bijvoorbeeld Rome en voor Madrid is<br />

dit MDD). Na deze plaatscode komt een volgnummer, uitgedeeld door de<br />

stedenadviseur van de betreffende plaats.<br />

Het type accommodatie wordt door middel van doorhaling bepaald. Indien het<br />

type ‘Hotel’ is, wordt het aantal sterren dat het hotel heeft, vastgelegd. Voor pensions<br />

wordt dit niet vastgelegd. Er zijn geen andere typen dan hotels en pensions.<br />

Om de klanten een idee te kunnen geven hoe de accommodatie gesitueerd is,<br />

wordt de looptijd naar het centrum, de uitgaansgelegenheden, het winkelcentrum<br />

en de dichtstbijzijnde halte voor het openbaar vervoer vastgelegd. Naast deze vaste<br />

items kan een stedenadviseur nog enkele markante punten met hun bereikbaarheid<br />

aangeven. Zo is in onderstaand accommodatieformulier de looptijd naar de Eiffeltoren<br />

opgenomen.<br />

Onderaan het formulier worden de prijzen van de kamers per overnachting in hele<br />

euro’s weergegeven. Voor elk van de aangegeven categorieën moet het tarief bekend<br />

zijn.


VOLLEDIG COMMUNICATIEGEORIËNTEERDE INFORMATIEMODELLERING • OPGAVEN EN CASUSSEN<br />

Accommodatie<br />

Ambassador<br />

PAR002<br />

Plaats<br />

Adres<br />

E-mail<br />

Internet<br />

Contactpersoon<br />

Omschrijving in brochure<br />

Parijs<br />

10, Rue Bleu<br />

info@hotelambassador.fr<br />

www.hotelambasador.fr<br />

Ms. Dupoit<br />

PAR<br />

Accommodatiecode<br />

Ambassador is een eenvoudig doch smaakvol ingericht hotel. De kamers zijn voorzien van douche en toilet.<br />

Gegevens accommodatie<br />

Type<br />

accommodatie<br />

Aantal<br />

eenpersoonskamers<br />

Aantal<br />

tweepersoonskamers<br />

Pension / Hotel<br />

6<br />

12<br />

Aantal<br />

sterren<br />

2<br />

Parkeerplaats<br />

Ja<br />

Loopafstanden (in minuten)<br />

Centrum<br />

25<br />

Openbaar<br />

Vervoer 3<br />

Uitgaansgelegenheden<br />

8<br />

Winkelcentrum<br />

10<br />

Eiffeltoren<br />

45<br />

Prijs per overnachting (euro)<br />

Eenpersoonskamer<br />

laagseizoen<br />

Eenpersoonskamer<br />

hoogseizoen<br />

Tweepersoonskamer<br />

laagseizoen<br />

Tweepersoonskamer<br />

hoogseizoen<br />

44,00<br />

59,00<br />

69,00<br />

89,00<br />

figuur 3.7<br />

Overzicht hoogseizoen<br />

Zoals reeds eerder opgemerkt kan een accommodatie voor een lang weekend, een<br />

week of een midweek worden geboekt. Een lang weekend is altijd van vrijdag tot<br />

en met maandag, een week van zaterdag tot en met zaterdag en een midweek van<br />

maandag tot en met vrijdag. In het overzicht in figuur 3.8 zie je welke verblijfsperiodes<br />

van het seizoen 2001 tot het hoogseizoen worden gerekend. De overige<br />

verblijfsperiodes vallen dus in het laagseizoen.<br />

Deze indeling in hoog- en laagseizoen wordt gehanteerd bij de prijzen voor<br />

accommodatie en vervoer.<br />

62


CASUSSEN<br />

Hoogseizoe<br />

oogseizoen<br />

vakantie<br />

lang weekend<br />

(vrijdag t/m maandag)<br />

voorjaar<br />

23/02/01 – 26/02/01<br />

02/03/01 – 05/03/01<br />

mei<br />

27/04/01 – 30/04/01<br />

04/05/01 – 07/05/01<br />

zomer<br />

29/06/01 – 02/07/01<br />

06/07/01 – 09/07/01<br />

13/07/01 – 16/07/01<br />

20/07/01 – 23/07/01<br />

27/07/01 – 30/07/01<br />

03/08/01 – 06/08/01<br />

10/08/01 – 13/08/01<br />

17/08/01 – 20/08/01<br />

24/08/01 – 27/08/01<br />

31/08/01 – 03/09/01<br />

herfst<br />

12/10/01 – 15/10/01<br />

19/10/01 – 22/10/01<br />

26/10/01 – 29/10/01<br />

kerst<br />

21/12/01 – 24/12/01<br />

28/12/01 – 31/12/01<br />

04/01/02 – 07/01/02<br />

week<br />

(zaterdag t/m zaterdag)<br />

midweek<br />

(maandag t/m vrijdag)<br />

24/02/01<br />

– 03/03/01 26/02/01 – 02/03/01<br />

28/04/01<br />

– 05/05/01 30/04/01 – 04/05/01<br />

30/06/01 – 07/07/01<br />

07/07/01 – 14/07/01<br />

14/07/01 – 21/07/01<br />

21/07/01 – 28/07/01<br />

28/07/01 – 04/08/01<br />

04/08/01 – 11/08/01<br />

11/08/01 – 18/08/01<br />

18/08/01 – 25/08/01<br />

25/08/01 – 01/09/01<br />

13/10/01 – 20/10/01<br />

20/10/01 – 27/10/01<br />

22/12/01 – 29/12/01<br />

29/12/01 – 05/01/02<br />

02/07/01 – 06/07/01<br />

09/07/01 – 13/07/01<br />

16/07/01 – 20/07/01<br />

23/07/01 – 27/07/01<br />

30/07/01 – 03/08/01<br />

06/08/01 – 10/08/01<br />

13/08/01 – 17/08/01<br />

20/08/01 – 24/08/01<br />

27/08/01 – 31/08/01<br />

15/10/01 – 19/10/01<br />

22/10/01 – 26/10/01<br />

24/12/01 – 28/12/01<br />

31/12/01 – 04/01/02<br />

figuur 3.8<br />

Stedeninfo<br />

Stedenadviseurs vullen voor hun stad een formulier (zie figuur 3.9) in waarin<br />

naast het land, de plaatsnaam en de plaatscode ook de naam van de stedenadviseur<br />

zelf wordt ingevuld. Een stedenadviseur kan deze functie voor een aantal steden<br />

vervullen. Een stad heeft echter hooguit één adviseur. Voor elke stad moet een<br />

advertentietekst opgesteld worden.<br />

Bij Happy Travel gaat men ervan uit dat een plaatsnaam uniek is. Mocht een plaatsnaam<br />

in meer dan één land voorkomen dan wordt de landnaam aan de plaatsnaam<br />

toegevoegd; bijvoorbeeld ‘Zürich (Zwitserland)’ en ‘Zürich (Nederland)’.<br />

Stedeninfo<br />

Land<br />

Plaats<br />

Plaatscode<br />

Adviseur<br />

Advertentietekst<br />

Frankrijk<br />

Parijs<br />

PAR<br />

H.J.P. Woud<br />

Hoewel Parijs een stad is die iedereen zal kennen, heeft de stad<br />

bekendste toren nog veel meer te bieden. Wat dacht u van...<br />

van 's werelds<br />

figuur 3.9<br />

63


VOLLEDIG COMMUNICATIEGEORIËNTEERDE INFORMATIEMODELLERING • OPGAVEN EN CASUSSEN<br />

Vervoersmogelijkheden<br />

De stedenadviseur zoekt een aantal vervoersmogelijkheden naar de betreffende<br />

stad op. Hij presenteert die als in de tabel in figuur 3.10. Het hoofd van de indeling<br />

Inkoop kent de vervoerscode toe. Een vervoerscode is slechts gekoppeld aan één<br />

vervoersmogelijkheid; de code 02001 kan dus niet aan twee mogelijkheden richting<br />

Parijs gekoppeld zijn, noch aan twee vervoersmogelijkheden naar verschillende<br />

plaatsen. Niet elke vervoersmogelijkheid hoeft een omschrijving te hebben; in<br />

sommige gevallen volstaat de combinatie van vervoerssoort en maatschappij. Als<br />

de kolom ‘overstap’ leeg is, betekent dit dat er geen overstap is. Is de kolom ‘overstap’<br />

wel gevuld, dan staan daarin de plaatsen waar de klant over dient te stappen.<br />

Dit kunnen hooguit twee plaatsen zijn; meer dan twee maal moeten overstappen<br />

wordt onacceptabel geacht. Prijzen zijn retourprijzen per persoon. Ook hier geldt<br />

dat er onderscheid wordt gemaakt tussen prijzen in het laag- en hoogseizoen.<br />

P laats:<br />

Parijs (PAR)<br />

Stedenadviseur:<br />

H.J.P. Woud<br />

Vervoercode<br />

Vervoersoort<br />

02001<br />

Vliegtuig<br />

02002<br />

Vliegtuig<br />

02003<br />

Vliegtuig<br />

02091<br />

Bus<br />

02093<br />

Bus<br />

02092<br />

Trein<br />

02007<br />

Trein<br />

Maatschappij<br />

HB Air<br />

Angel Line<br />

Angel Line<br />

HdlP Tours<br />

BSBS<br />

OT-Reizen<br />

Tegeva<br />

Omschrijving<br />

HB-vlucht (nonstop)<br />

Angel Line vlucht<br />

met tussenstop<br />

op Brussel.<br />

Angel Line<br />

stop)<br />

HdlP Tours,<br />

Class<br />

(non-<br />

BSBS Tours,<br />

Tourist Class<br />

Royal<br />

Overstap<br />

Prijs (euro)<br />

laagseizoen<br />

hoogseizoen<br />

210,00<br />

230,00<br />

Brussel<br />

150,00<br />

165,00<br />

175,25<br />

193,25<br />

122,00<br />

145,00<br />

Maastricht<br />

75,50<br />

89,50<br />

2e<br />

klas treinticket<br />

105,00<br />

105,00<br />

2e klas treinticket<br />

Amsterdam<br />

Brussel<br />

92,00<br />

92,00<br />

figuur 3.10<br />

Boekingsformulier<br />

In figuur 3.11 zie je een ingevuld boekingsformulier. De klant vult op het formulier<br />

zijn of haar NAW-gegevens in, de gewenste accommodatie (voor de zekerheid<br />

wordt naast de accommodatiecode ook de plaats en naam van de accommodatie<br />

gevraagd) en de verblijfsperiode.<br />

Naast de gegevens over de accommodatie en verblijf dienen ook enkele gegevens<br />

van de deelnemers aan de reis te worden ingevuld. De klant die het boekingsformulier<br />

invult, hoeft zelf niet noodzakelijkerwijs deelnemer te zijn aan de reis.<br />

Dan resteren nog de vervoerscode naar de plaats van keuze en een handtekening.<br />

Wanneer een klant geen vervoer wil kan dit door bijvoorbeeld ‘n.v.t.’ aangegeven<br />

worden op het boekingsformulier. De opgegeven reis geldt altijd voor alle deel-<br />

64


CASUSSEN<br />

nemers en er kan slechts één vervoerscode worden ingevuld. Op verschillende<br />

manieren vervoerd worden is dus niet mogelijk via één formulier.<br />

Het boekingsformulier heeft een voorbedrukt boekingsnummer. De gegevens van<br />

de klant worden indien onbekend vastgelegd in de klantenadministratie. De administratie<br />

geeft nieuwe klanten een nog niet eerder uitgegeven klantnummer. Als de<br />

klant al bekend is omdat hij al eens een accommodatie bij Happy Travel geboekt<br />

heeft, wordt het oude klantnummer opgezocht en vermeld op het formulier.<br />

KLANT<br />

Naam:<br />

Adres:<br />

Postcode<br />

Woonplaats:<br />

Telefoon:<br />

ACCOMMODATIE<br />

Accommodatiecode:<br />

Plaats:<br />

Naam:<br />

Aantal 1p kamers:<br />

Aantal 2p kamers:<br />

VERBLIJFSPERIODE<br />

week / midweek / lang weekend<br />

Van:<br />

tot en met:<br />

DEELNEMERS<br />

Voorletters Achternaam Geboortedatum M/V<br />

VERVOER<br />

Vervoerscode:<br />

Handtekening:<br />

doorhalen wat niet van toepassing is<br />

Voor intern gebruik (in te vullen door Happy Travel)<br />

Klantnummer:<br />

Boekingsnummer:<br />

figuur 3.11<br />

65


VOLLEDIG COMMUNICATIEGEORIËNTEERDE INFORMATIEMODELLERING • OPGAVEN EN CASUSSEN<br />

Het kan natuurlijk voorkomen dat het hotel of pension, dat de klant heeft uitgekozen,<br />

reeds is volgeboekt. In dat geval treedt Happy Travel in overleg met de klant.<br />

Meestal wordt dan een andere accommodatie aangeboden. Het kan echter ook<br />

gebeuren dat de verblijfsperiode wijzigt. Alleen de gegevens die betrekking hebben<br />

op de uiteindelijke keuze van de klant dienen te worden vastgelegd.<br />

Boekingsbevestiging<br />

Nadat een boeking door het systeem verwerkt is, wordt een bevestiging van de<br />

boeking gestuurd. Op deze bevestiging staan de gegevens van de geboekte<br />

accommodatie. De totaalprijs wordt berekend aan de hand van de afzonderlijke<br />

onderdelen (accommodatie en vervoer), waarbij afhankelijk van de periode de<br />

hoog- of laagseizoenprijs wordt genomen.<br />

Uit de analyse blijkt dat het bevestigingsformulier geen gegevens bevat die niet<br />

op andere voorbeelddocumenten te vinden is, of daarvan af te leiden is (zie figuur<br />

3.12).<br />

Boekingsnummer<br />

oekingsnummer:<br />

Klantnummer<br />

lantnummer:<br />

Naam<br />

aam:<br />

Adres<br />

dres:<br />

PC+Woonplaats<br />

C+Woonplaats:<br />

26537347<br />

9814949<br />

R.G. Zwarten<br />

Zuidkade 15<br />

6176 CK Spaubeek<br />

Accommodatie:<br />

Aankomstdatum:<br />

23/06/01<br />

Vetrekdatum:<br />

30/06/01<br />

PAR002 Ambassador<br />

Aantal<br />

overnachtingen: 7<br />

Eenpersoonskamers<br />

Aantal:<br />

2<br />

Prijs<br />

per overnachting: 44,00<br />

Tweepersoonskamers<br />

Aantal:<br />

1<br />

Prijs<br />

per overnachting: 69,00<br />

SUBTOTAAL ACCOMMODATIE<br />

EUR 1099,00<br />

Vervoercode:<br />

02091<br />

Vervoersoort:<br />

Maatschappij:<br />

Overstap:<br />

Bus<br />

HdlP Tours<br />

Geen<br />

Aantal<br />

personen:<br />

4<br />

Prijs<br />

per persoon:<br />

122,00<br />

SUBTOTAAL VERVOER<br />

EUR 488,00<br />

TOTAAL BOEKING<br />

EUR 1587,00<br />

figuur 3.12<br />

66


CASUSSEN<br />

2.4 Opdracht<br />

Stel op basis van de gegeven voorbeelddocumenten en bijbehorende toelichting,<br />

het informatiemodel op voor het online boekingssysteem van Happy Travel.<br />

Verricht dus een volledige informatieanalyse aan het gegeven UoD.<br />

Leid vervolgens uit het opgestelde informatiemodel een relationeel schema af.<br />

67


Uitwerkingen Opgaven<br />

1 Verwoorden<br />

Uitwerking 1.1 Internationale vliegafstanden<br />

“De afstand tussen Amsterdam en New York bedraagt 3639 Amerikaanse mijlen.”<br />

“De afstand tussen Tel Aviv en Sydney bedraagt 10634 Amerikaanse mijlen.”<br />

Uitwerking 1.2 Verkoopgrafiek<br />

“Van product QQ2 is 113785 liter verkocht.”<br />

“Van product QQ3 is 59463 liter verkocht.”<br />

“Product QQ1 heeft omschrijving Mineraalwater.”<br />

“Product QQ2 heeft omchrijving Sinas.”<br />

Uitwerking 1.3 Weerbericht<br />

“Het weerrapport van 8/3/2001 meldt regen in Amsterdam.”<br />

“Het weerrapport van 10/3/2001 meldt bewolkt in Enschede.”<br />

“Op 8/3/2001 werd in Amsterdam een temperatuur van 11 o C gemeten.”<br />

“Op 10/3/2001 werd in Enschede een temperatuur van 12 o C gemeten.”<br />

2 Classificatie en Kwalificatie<br />

Uitwerking 2.1 Oefeningen<br />

a<br />

Verwoording en eerste stadium van classificatie en kwalificatie:<br />

Automerk:<br />

“De auto met kenteken PP-KK-66 is van het merk DAF.”<br />

“De auto met kenteken FG-73-KS is van het merk Ambassador.”<br />

“De auto met kenteken FJ-25-08 is van het merk Trabant.”<br />

69


VOLLEDIG COMMUNICATIEGEORIËNTEERDE INFORMATIEMODELLERING • OPGAVEN EN CASUSSEN<br />

Tweede stadium van classificatie en kwalificatie:<br />

figuur 1.1<br />

Voorlopig IGD:<br />

figuur 1.2<br />

b<br />

Verwoording en eerste stadium van classificatie en kwalificatie:<br />

Afdeling:<br />

”Er bestaat een afdeling IC.”<br />

”Er bestaat een afdeling Neurologie.”<br />

Opname:<br />

”Patiënt 364326 is op 16/8/96 opgenomen op de afdeling IC.”<br />

”Patiënt 123456 is op 16/8/96 opgenomen op de afdeling IC.”<br />

”Patiënt 333333 is op 28/7/95 opgenomen op de afdeling Neurologie.”<br />

70


UITWERKINGEN OPGAVEN<br />

Tweede stadium van classificatie en kwalificatie:<br />

figuur 1.3<br />

Voorlopig IGD:<br />

figuur 1.4<br />

71


VOLLEDIG COMMUNICATIEGEORIËNTEERDE INFORMATIEMODELLERING • OPGAVEN EN CASUSSEN<br />

c<br />

Verwoording en eerste stadium van classificatie en kwalificatie:<br />

Artikel:<br />

“Er is een artikel 12.”<br />

“Er is een artikel 61.”<br />

“Er is een artikel 23.”<br />

Verkoopprijs:<br />

“Artikel 12 kost € 3.95 per stuk.”<br />

“Artikel 61 kost € 6.95 per stuk.”<br />

“Artikel 23 kost € 6.95 per stuk.”<br />

Artikelomschrijving:<br />

“Artikel 12 is een set stiften.”<br />

“Artikel 61 is een set stiften.”<br />

“Artikel 23 is een perforator.”<br />

Huidige voorraad:<br />

“Van artikel 12 is de huidige voorraad 521 stuks.”<br />

“Van artikel 61 is de huidige voorraad 237 stuks.”<br />

Tweede stadium van classificatie en kwalificatie:<br />

figuur 1.5<br />

72


UITWERKINGEN OPGAVEN<br />

Voorlopig IGD:<br />

figuur 1.6<br />

Uitwerking 2.2 Organogram<br />

Verwoording en eerste stadium van classificatie en kwalificatie:<br />

Supervisie:<br />

“Hofman D A heeft supervisie over Velsen D.”<br />

“Velsen D heeft supervisie over Parel K.”<br />

Tweede stadium van classificatie en kwalificatie:<br />

figuur 1.7<br />

73


VOLLEDIG COMMUNICATIEGEORIËNTEERDE INFORMATIEMODELLERING • OPGAVEN EN CASUSSEN<br />

Voorlopig IGD:<br />

figuur 1.8<br />

Uitwerking 2.3 Pieterpad<br />

Verwoording en eerste stadium van classificatie en kwalificatie:<br />

Startplaats:<br />

”Etappe 4 van traject 1 begint in Zuidlaren.”<br />

”Etappe 4 van traject 2 begint in Millingen.”<br />

Finishplaats:<br />

“Etappe 4 van traject 1 eindigt in Rolde.”<br />

“Etappe 4 van traject 2 eindigt in Groesbeek.”<br />

Etappelengte:<br />

“Etappe 4 van traject 1 is 16 km lang.”<br />

“Etappe 4 van traject 2 is 20 km lang.”<br />

Tweede stadium van classificatie en kwalificatie (zie figuur 1.9).<br />

Voorlopig IGD (zie figuur 1.10).<br />

74


UITWERKINGEN OPGAVEN<br />

figuur 1.9<br />

figuur 1.10<br />

75


VOLLEDIG COMMUNICATIEGEORIËNTEERDE INFORMATIEMODELLERING • OPGAVEN EN CASUSSEN<br />

3 Regenereren van feitexpressies uit een IGD<br />

Uitwerking 3.1 Oefeningen<br />

De gegenereerde zinnen per opgaveonderdeel:<br />

a<br />

b<br />

c<br />

d<br />

e<br />

f<br />

“Op het lot met lotnummer 305 viel een prijs van 100 euro.”<br />

“Piet Beek oefent het beroep van slager uit.”<br />

Let op het gebruik van de twee verschillende objecttypeformuleringen voor<br />

Diploma:<br />

“Het behalen van het MAVO-diploma van 301 vond plaats in het jaar 1997.”<br />

“Het HAVO-diploma van persoon 301 werd behaald op de school Weurt West.”<br />

Dit ene tupel genereert twee zinnen, uit elke feittype-expressie een:<br />

“Op 6-12-2001 is de trekking waar 305 een kans bij maakt.”<br />

“Op 6-12-2001 wordt bekend of er een prijs valt op het lot met lotnummer<br />

305.”<br />

“Op het lot met lotnummer 832 viel een prijs van 1000 euro.”<br />

“Het pand op nr 5 aan de Graafseweg te Nijmegen is een kantoor.”<br />

4 Semantisch equivalente transformaties<br />

Uitwerking 4.1 Levensverwachting<br />

a<br />

Classificatie- en kwalificatie:<br />

figuur 1.11<br />

76


UITWERKINGEN OPGAVEN<br />

Voorlopig IGD:<br />

figuur 1.12<br />

b<br />

Classificatie- en kwalificatie:<br />

figuur 1.13<br />

77


VOLLEDIG COMMUNICATIEGEORIËNTEERDE INFORMATIEMODELLERING • OPGAVEN EN CASUSSEN<br />

Voorlopig IGD:<br />

figuur 1.14<br />

c<br />

Classificatie- en kwalificatie:<br />

figuur 1.15<br />

78


UITWERKINGEN OPGAVEN<br />

Voorlopig IGD:<br />

figuur 1.16<br />

5 Uniciteitsregels<br />

Uitwerking 5.1 Oefeningen<br />

a<br />

doel<br />

Testen van de<br />

3 mogelijke<br />

UC's over 2<br />

rollen<br />

test UC op<br />

rollen:<br />

1 + 2<br />

1 + 3<br />

2 + 3<br />

tupel nr.<br />

1:<br />

feittype<br />

feittype-expressie<br />

tupels<br />

Feittype Studieresultaat<br />

F1: "<br />

heeft voor <br />

gehaald."<br />

een <br />

Peter, Jansen Databases 7.2<br />

2 : Peter, Jansen Databases 9. 0<br />

3:<br />

Peter, Jansen Wiskunde 7.2<br />

4 Ben, Span Databases 7.2<br />

Testen op<br />

smallere<br />

UC'<br />

s<br />

1 5 : Peter, Jansen Wiskunde 8. 0<br />

binnen<br />

UC3<br />

2 6:<br />

Ben Span Databases 8.0<br />

mogen<br />

t upels<br />

samen?<br />

1 + 2<br />

1 + 3<br />

1 + 4<br />

1 + 5<br />

1 + 6<br />

antw.<br />

J/<br />

N<br />

conclusie<br />

N UC3 op 1 + 2<br />

JJ Geen UC<br />

Geen UC<br />

J<br />

J<br />

Geen UC<br />

Geen UC<br />

figuur 1.17<br />

79


VOLLEDIG COMMUNICATIEGEORIËNTEERDE INFORMATIEMODELLERING • OPGAVEN EN CASUSSEN<br />

figuur 1.18<br />

b<br />

doel<br />

Testen van de<br />

3 mogelijke<br />

UC’ s over 2<br />

rollen<br />

Testen op<br />

smallere UC's<br />

binnen UC 4<br />

Testen op<br />

smallere UC's<br />

binnen UC 5<br />

test UC op<br />

rollen:<br />

1 + 2<br />

1 + 3<br />

2 + 3<br />

1<br />

2<br />

tupel nr.<br />

1:<br />

1<br />

3 7:<br />

feittype<br />

feittype-expressie<br />

tupels<br />

Feittype Geboorte<br />

F1: " is geboren in<br />

te ."<br />

Peter, Jansen 1980 Nijmegen<br />

2 : Peter, Jansen 1980 Utrecht<br />

3:<br />

Peter, Jansen 1970 Nijmegen<br />

4 Ben, Span 1980 Nijmegen<br />

5 : Peter, Jansen 1970 Utrecht<br />

6:<br />

Ben, Span 1980 Utrecht<br />

mogen<br />

t upels<br />

samen?<br />

1 + 2<br />

1 + 3<br />

1 + 4<br />

1 + 5<br />

1 + 6<br />

antw.<br />

J/<br />

N<br />

conclusie<br />

N UC4 op 1 + 2<br />

N UC5 op 1 + 3<br />

J Geen UC<br />

N UC6 op rol 1<br />

J Geen UC<br />

Al gedaan, zie tupel 5<br />

Ben,<br />

Span 1970 Nijmegen 1 + 7 J Geen UC<br />

figuur 1.19<br />

80


UITWERKINGEN OPGAVEN<br />

figuur 1.20<br />

Merk op dat het feittype Geboorte splitsbaar blijkt volgens de n-1-regel-test.<br />

c<br />

doel<br />

test UC op<br />

rollen:<br />

tupel nr.<br />

feittype<br />

feittype-expressie<br />

tupels<br />

mogen<br />

t upels<br />

samen?<br />

antw.<br />

J/<br />

N<br />

conclusie<br />

Feittype Presentie<br />

F1: " was aanwezig op de e<br />

bijeenkomst van ."<br />

Testen van de<br />

3 mogelijke<br />

UC's over 2<br />

rollen<br />

1 + 2<br />

1 + 3<br />

2 + 3<br />

1:<br />

Peter, Jansen<br />

1<br />

Databases<br />

2 : Peter, Jansen 1 Wiskunde<br />

3:<br />

Peter, Jansen 2 Databases<br />

4 Ben, Span 1 Database<br />

1 + 2<br />

1 + 3<br />

1 + 4<br />

J<br />

J<br />

J<br />

Geen UC<br />

Geen UC<br />

Geen UC<br />

Dus UC3 op<br />

1 + 2 + 3<br />

figuur 1.21<br />

figuur 1.22<br />

81


VOLLEDIG COMMUNICATIEGEORIËNTEERDE INFORMATIEMODELLERING • OPGAVEN EN CASUSSEN<br />

Uitwerking 5.2 Gemeenteraadsverkiezingen<br />

doel<br />

test UC op<br />

rollen:<br />

tupel nr.<br />

feittype<br />

feittype-expressie<br />

tupels<br />

Feittype Stempercentage<br />

mogen<br />

t upels<br />

samen?<br />

antw.<br />

J/<br />

N<br />

conclusie<br />

F1: " behaalde in bij<br />

de raadsverkiezing in ."<br />

Testen van de<br />

4 mogelijke<br />

UC's over 3<br />

rollen<br />

Testen op<br />

smallere UC's<br />

binnen UC 5<br />

1 + 2 + 3<br />

1 + 2 + 4<br />

1 + 3 + 4<br />

2 + 3 + 4<br />

1 + 2<br />

1 + 4<br />

2 + 4<br />

1:<br />

VVD 1998 12,8 Nijmegen<br />

2 : VVD 1998 12,8 Millingen<br />

3:<br />

VVD 1998 18,4 Nijmegen<br />

45 VVD 2002 12,8 Nijmegen<br />

PVDA 1998 12,8 Nijmegen<br />

6 : VVD 1998 18,4 Millingen<br />

7: : VVD 2002 18,4 Nijmegen<br />

8 PVDA 1998 18,4 Nijmegen<br />

1 + 2<br />

1 + 3<br />

1 + 4<br />

1 + 5<br />

1 + 6<br />

1 + 7<br />

1 + 8<br />

J<br />

N<br />

JJ<br />

J<br />

J<br />

J<br />

Geen UC<br />

UC5 op 1+2+4<br />

Geen UC<br />

Geen UC<br />

Geen UC<br />

Geen UC<br />

Geen UC<br />

figuur 1.23<br />

Uitwerking 5.3 Megatop 100<br />

doel<br />

Testen van de<br />

3 mogelijke<br />

UC's over 2<br />

rollen<br />

Testen op<br />

smallere UC's<br />

binnen UC 4<br />

Testen op<br />

smallere UC's<br />

binnen UC 5<br />

test UC op<br />

rollen:<br />

1 + 2<br />

1 + 3<br />

2 + 3<br />

1<br />

2<br />

tupel nr.<br />

1:<br />

1<br />

3 7:<br />

feittype<br />

feittype-expressie<br />

Tupels<br />

Feittype Hitparade<br />

F1: "Op werd positie <br />

bezet door ."<br />

25/4/1998<br />

9<br />

Stop,Spice Girls<br />

2 : 25/4/1998 9 Frozen,Madonna<br />

3:<br />

25/4/1998 2 Stop,Spice Girls<br />

4 18/4/1998 9 Stop,Spice Girls<br />

5 : 25/4/1998 2 Frozen,Madonna<br />

6:<br />

18/4/1998 9 Frozen,Madonna<br />

mogen<br />

t upels<br />

samen?<br />

1 + 2<br />

1 + 3<br />

1 + 4<br />

1 + 5<br />

1 + 6<br />

antw.<br />

J/<br />

N<br />

conclusie<br />

N UC4 op 1 + 2<br />

N UC5 op 1 + 3<br />

J Geen UC<br />

J<br />

J<br />

Geen UC<br />

Geen UC<br />

Al gedaan, zie tupel 5<br />

18/4/1998<br />

2 Stop,Spice Girls 1 + 7 J Geen UC<br />

figuur 1.24<br />

82


UITWERKINGEN OPGAVEN<br />

6 Nominalisatietest<br />

Uitwerking 6.1 Geldautomaten<br />

In ieder ternair feittype zit een rollenpaar dat gespeeld wordt door de combinatie<br />

van het objecttype Geldautomaat en het labeltype transactienummer. Ieder paar<br />

valt ook onder een UC. Die combinatie identificeert een transactie, zodat het<br />

duidelijk is dat er een objecttype Transactie moet worden ingevoerd. In de feitexpressies<br />

van het feittype Transactiesom staan de objectexpressies voor transacties<br />

niet als aaneengesloten stuk zin, en dus moet de verwoording worden<br />

aangepast.<br />

Nieuwe classificatie en kwalificatie:<br />

figuur 1.25<br />

83


VOLLEDIG COMMUNICATIEGEORIËNTEERDE INFORMATIEMODELLERING • OPGAVEN EN CASUSSEN<br />

IGD na nominalisatietest:<br />

figuur 1.26<br />

Uitwerking 6.2 Bibliotheek<br />

Het extra objecttype Boekexemplaar volgt uit de rolparen in Uitleenverbod en<br />

Boeklocatie die gespeeld worden door boek- en volgnummer, met elk rolpaar onder<br />

een UC. De verwoording hoeft hier niet gewijzigd te worden. Merk op dat feittype<br />

Uitleenverbod een unair feittype is geworden na de invoering van het objecttype<br />

Boekexemplaar. Dit unaire feittype is inderdaad nodig, omdat we anders de informatie<br />

over welke boeken niet uitgeleend mogen worden zouden verliezen. In de<br />

praktijk komt een dergelijke situatie – met een binair feittype en een of meer<br />

ternaire feittypen die allemaal rolparen gemeen hebben – vaak voor wanneer beginnende<br />

analisten het ‘verborgen’ objecttype niet van meet af aan onderkennen.<br />

Nieuwe classificatie en kwalificatie: zie figuur 1.27.<br />

IGD na de nominalisatietest: figuur 1.28.<br />

84


UITWERKINGEN OPGAVEN<br />

figuur 1.27<br />

figuur 1.28<br />

85


VOLLEDIG COMMUNICATIEGEORIËNTEERDE INFORMATIEMODELLERING • OPGAVEN EN CASUSSEN<br />

7 Totaliteitsregels<br />

Uitwerking 7.1 Bereikbaarheid docenten<br />

a Betekenis totaliteitsregel 1: voor elke docent moet zijn/haar kamer worden<br />

vastgelegd.<br />

Betekenis totaliteitsregel 2: voor elke docent mogen het telefoonnummer en<br />

het e-mailadres niet beide ontbreken.<br />

Totaliteitsregel 2 wordt geschonden: voor docent BER ontbreekt namelijk zowel<br />

het telefoonnummer als ook het e-mailadres.<br />

b Totaliteitsregel 1 wordt geschonden, want voor docent PTR ontbreekt zowel<br />

het kamernummer als het telefoonnummer.<br />

c Voor elke docent moet minimaal één van de volgende zaken zijn vastgelegd:<br />

het nummer van de kamer, het telefoonnummer of het e-mailadres.<br />

Deze totaliteitsregel wordt geschonden, want voor docent PTR ontbreken elk<br />

van deze drie gegevens.<br />

Uitwerking 7.2 PLT Systems<br />

Project<br />

TEST: TC op rol 1.<br />

Analist: Moet elk project altijd een omschrijving hebben?<br />

Domeindeskundige: Ja, dat is voor onze interne communicatie wel belangrijk.<br />

Conclusie: TC op rol 1.<br />

TEST: TC op rol 4.<br />

Analist: Moet van elk project altijd de opdrachtgever bekend zijn?<br />

Domeindeskundige: Ja, bij het starten van een project is de opdrachtgever altijd<br />

bekend.<br />

Conclusie: TC op rol 4.<br />

TEST: TC op rol 11.<br />

Analist: Bestaan er voor elk project op elk moment deelprojecten?<br />

Domeindeskundige: De meeste projecten hebben wel deelprojecten, maar we willen<br />

graag projectgegevens kunnen vastleggen voordat er deelprojecten worden<br />

gemaakt.<br />

Conclusie: Geen TC op rol 11.<br />

Klant<br />

TEST: TC op rol 7.<br />

Analist: Moet van elke klant altijd de bedrijfsnaam bekend zijn?<br />

Domeindeskundige: Ja, een klantnummer alleen zegt niet zoveel.<br />

Conclusie: TC op rol 7.<br />

86


UITWERKINGEN OPGAVEN<br />

TEST: TC op rol 5.<br />

Analist: Kunnen er klanten zijn die niet als opdrachtgever van een project optreden?<br />

Domeindeskundige: Ja, een aparte registratie van (potentiële) klanten kan wel<br />

handig zijn.<br />

Conclusie: Geen TC op rol 5.<br />

Deelproject<br />

TEST: TC op rol 9.<br />

Analist: Moet elk deelproject altijd een omschrijving hebben?<br />

Domeindeskundige: Ja, die mag niet ontbreken.<br />

Conclusie: TC op rol 9.<br />

TEST: TC op rol 13.<br />

Analist: Moet van elk deelproject altijd de projectleider bekend zijn?<br />

Domeindeskundige: Ja, direct vanaf het starten van een deelproject is de projectleider<br />

bekend.<br />

Conclusie: TC op rol 13.<br />

TEST: TC op rol 18.<br />

Analist: Is voor elk deelproject de startdatum bekend?<br />

Domeindeskundige: Ja, de startdatum is altijd bekend.<br />

Conclusie: TC op rol 18.<br />

TEST: TC op rol 21.<br />

Analist: Moet voor elk deelproject altijd de einddatum bekend zijn?<br />

Domeindeskundige: Nee, die is bij het vastleggen van de deelprojectgegevens<br />

nog niet bekend.<br />

Conclusie: Geen TC op rol 21.<br />

Medewerker<br />

TEST: TC op rol 16.<br />

Analist: Moet van elke medewerker de naam worden vastgelegd?<br />

Domeindeskundige: Ja, dat lijkt me nogal logisch.<br />

Conclusie: TC op rol 16.<br />

TEST: TC op rol 14.<br />

Analist: Moeten alle medewerkers als projectleider van een deelproject optreden?<br />

Domeindeskundige: Nee, ook van niet-projectleiders leggen we gegevens vast.<br />

Conclusie: Geen TC op rol 14.<br />

87


VOLLEDIG COMMUNICATIEGEORIËNTEERDE INFORMATIEMODELLERING • OPGAVEN EN CASUSSEN<br />

Dag<br />

TEST: TC’s op rollen 19 en 22.<br />

Analist: Bent u in het kader van project- en deelprojectgegevens geïnteresseerd in<br />

andere data dan start- en einddata van deelprojecten?<br />

Domeindeskundige: Nee.<br />

Conclusie: Meervoudige TC op rollen 19 en 22.<br />

8 Overige beperkingsregels<br />

Uitwerking 8.1 School<br />

a<br />

b<br />

Betekenis beperkingsregels:<br />

TC6: een docent van deze school is conrector of wordt ingezet bij het geven<br />

van lessen (ook beide is mogelijk).<br />

SC1: een mentor van een klas geeft ook altijd les aan die klas.<br />

SC2: een klasvertegenwoordiger dient in de klas te zitten die hij vertegenwoordigt.<br />

CC1: een docent is van maximaal twee klassen mentor.<br />

XC1: een conrector mag geen mentor van een klas zijn (en vice versa).<br />

Geschonden worden:<br />

TC2: van klas 3C is geen vertegenwoordiger bekend.<br />

TC5: van het vak Nederlands is geen uitvoering bekend.<br />

SC2: leerling 345 is vertegenwoordiger van klas 2B, terwijl hij of zij zelf in<br />

klas 3C zit.<br />

CC1: docent JNS is mentor van drie klassen.<br />

Uitwerking 8.2 Lift<br />

Het IGD inclusief beperkingsregels: zie figuur 1.29.<br />

Eis 1: Totaliteitsregel TC3 op rollen 5+8.<br />

Eis 2: Uitsluitingsregel XC1 op rollen 5+8.<br />

Eis 3: Deelverzamelingsregel SC1: Beweging(8) —>— Doel(10).<br />

Eis 4: Aantallenregel CC1 op rol 12: (≤3)<br />

Eis 5: Waardenregel VC1: {open, dicht}<br />

88


UITWERKINGEN OPGAVEN<br />

figuur 1.29<br />

89


VOLLEDIG COMMUNICATIEGEORIËNTEERDE INFORMATIEMODELLERING • OPGAVEN EN CASUSSEN<br />

9 Afleiden relationeel schema<br />

Uitwerking 9.1 Projecten<br />

a Rollen 1, 4, 7 en 26 komen in aanmerking voor groeperen. Rollen 2, 5 en 27<br />

worden opgenomen in het feittype Project. Daarbij wordt rol 27 optioneel,<br />

omdat rol 26 geen totaliteitsregel had. Rol 8 wordt opgenomen in Klant.<br />

Project speelt geen rollen meer, dus de nominalisatie wordt ongedaan gemaakt<br />

en de objecttype-expressie O1 wordt geschrapt.<br />

Het gegroepeerde IGD:<br />

figuur 1.30<br />

b Bijzonderheden: rol 24 wordt gesplitst. Deelverzamelingsregels 2, 5 en 6<br />

ontstaan door het losknippen van respectievelijk rollen 11, 23 en 24. Het feittype<br />

Dag wordt loos en verdwijnt.<br />

90


UITWERKINGEN OPGAVEN<br />

Het gelexicaliseerde IGD:<br />

figuur 1.31<br />

Uitwerking 9.2 Staten<br />

Groeperen: rollen 1, 2, 5 en 12 komen voor groeperen in aanmerking. Rollen 1 en<br />

2 zitten in hetzelfde feittype. Eerst wordt rol 2 weggegroepeerd (waardoor rol 1<br />

‘opgeslokt’ wordt door feittype Persoon) en daarna rol 1, zodat ten slotte rol 4 in<br />

feittype Staat terechtkomt. (Als eerst rol 1 en daarna rol 2 gedaan wordt, komt rol<br />

3 (en ook rol 6) in feittype Persoon terecht, wat geen zinvolle tabelnaam zou<br />

opleveren.) Alle weggegroepeerde rollen hadden een enkelvoudige totaliteitsregel,<br />

zodat geen enkele opgeslokte rol optioneel wordt. De deelverzamelingsregel<br />

transformeert mee: rol 12 wordt geschrapt en ‘vervangen’ door rol 10; nog steeds<br />

moet een voorzitter van een organisatie immers lid zijn van die organisatie.<br />

91


VOLLEDIG COMMUNICATIEGEORIËNTEERDE INFORMATIEMODELLERING • OPGAVEN EN CASUSSEN<br />

IGD na groeperen:<br />

figuur 1.32<br />

Lexicaliseren: rollen 6, 8, 9 en 11 moeten gelexicaliseerd worden. Rollen 8 en 11<br />

worden omgeleid naar ‘staatnaam’ (en niet naar ‘persoonsnaam’, hoewel dat<br />

labeltype ook aan een rol onder een UC zit), omdat O1 geldt voor rollen 8 en 11 en<br />

in O1 een verwijzing naar rol 3 staat, die gespeeld wordt door ‘staatnaam’.<br />

Rolsplitsing doet zich niet voor. Deelverzamelingsregels: SC 1 is de reeds bekende<br />

deelverzamelingsregel. SC 2 volgt uit het losknippen van rol 6, SC 3 uit het<br />

losknippen van rol 8 en SC 4 uit het losknippen van rol 9. SC 5 volgt uit totaliteits-<br />

92


UITWERKINGEN OPGAVEN<br />

regel 4, zodat er tussen rollen 9 en 10 een gelijkheidsregel (SC 4 + SC 5) geldt. SC<br />

6 volgt uit het losknippen van rol 11.<br />

Er zijn geen loze tupels of loze feittypen.<br />

Een subtiel punt: SC 5 en SC 6 zijn redundant: SC 5 volgt uit SC 1, en SC 6 volgt<br />

uit SC 1 en SC 3.<br />

Reduceren: er komen geen feittypen voor reduceren in aanmerking. In onderstaand<br />

GLR-IGD zijn in rollen 8 en 11 ook alvast prefixen aangebracht, en in rol 4 een<br />

replacefix, om in het logische relationele schema duidelijker kolomnamen te<br />

verkrijgen.<br />

figuur 1.33<br />

Relationeel schema: alle niet-redundante verwijzingen zijn refererende sleutels<br />

(de redundante SC 5 en SC 6 zijn weggelaten). De domeinen zijn in overleg met<br />

de databasebeheerder gekozen.<br />

93


VOLLEDIG COMMUNICATIEGEORIËNTEERDE INFORMATIEMODELLERING • OPGAVEN EN CASUSSEN<br />

figuur 1.34<br />

94


UITWERKINGEN OPGAVEN<br />

10 Specialisatie<br />

Uitwerking 10.1 Hardware<br />

Subtypematrix na stap 4 van de subtypematrixmethode:<br />

Apparaat<br />

rol 1<br />

Apparaatsoort<br />

rol 5<br />

Aanschafdatum<br />

rol 8<br />

Apparaatmerk<br />

rol 14<br />

Processor<br />

rol 11<br />

Harddisk<br />

rol 30<br />

Intern<br />

geheugen<br />

rol 17<br />

Monitorgrootte<br />

rol 20<br />

Printersoort<br />

rol 37<br />

Kleurenprinter<br />

264<br />

X X X X X X - - -<br />

265<br />

X X X - - - X - -<br />

219<br />

X X X - - - - X X<br />

108<br />

X X X - - - - X X (!)<br />

194<br />

X X X X X X - - -<br />

146<br />

X X X X X(!<br />

) X - - -<br />

079<br />

X X X - - - X - -<br />

A A A A B B B C D D<br />

figuur 1.35<br />

Resultaten van stappen 5 en 6:<br />

figuur 1.36<br />

95


VOLLEDIG COMMUNICATIEGEORIËNTEERDE INFORMATIEMODELLERING • OPGAVEN EN CASUSSEN<br />

Resultaten van stappen 7 en 8:<br />

figuur 1.37<br />

96


UITWERKINGEN OPGAVEN<br />

Afleidingsregels:<br />

1: x in Computer(34) als (x, computer) in Apparaatsoort(1,2)<br />

2: x in Monitor(35) als (x, monitor) in Apparaatsoort(1,2)<br />

3: x in Printer(36) als (x, printer) in Apparaatsoort(1,2)<br />

Uitwerking 10.2 Postorderbedrijf O&O<br />

Subtypematrix na stap 4:<br />

Apparaat<br />

rol 1<br />

Artikelcategorie<br />

rol 5<br />

Artikelprijs<br />

rol 8<br />

Artikeltitel<br />

rol 10<br />

Auteur<br />

rol 13<br />

Boeksoort<br />

rol 16<br />

Boekomvang<br />

rol 18 rol 23<br />

Speel-<br />

Uitvoerend<br />

duur<br />

artist<br />

rol 27<br />

cd<br />

aantal<br />

rol 30<br />

Leeftijdindicatie<br />

rol 32<br />

Geluid<br />

rol 35<br />

Systeemeisen<br />

1250695<br />

X X X X X X - - - - - -<br />

1143791<br />

X X X - - - X X X - - -<br />

4010724<br />

X X X - - - - - - - - X<br />

4011425<br />

X X X - - - X - - X X -<br />

A A A A B B B C D D E E F<br />

figuur 1.38<br />

Resultaat van stappen 5 en 6:<br />

figuur 1.39<br />

Resultaten van stappen 7 en 8 (alleen het relevante deel van het IGD is gegeven):<br />

zie figuur 1.40.<br />

97


VOLLEDIG COMMUNICATIEGEORIËNTEERDE INFORMATIEMODELLERING • OPGAVEN EN CASUSSEN<br />

Afleidingsregels:<br />

1: x in Boek(39) als (x,boek) in Artikelcategorie(1,2)<br />

2: x in Video/CD(40) als (x,CD) of (x,video) in Artikelcategorie(1,2)<br />

3: x in CD(41) als (x,CD) in Artikelcategorie(1,2)<br />

4: x in Video(42) als (x,video) in Artikelcategorie(1,2)<br />

5: x in CD-ROM(43) als (x,CD-ROM) in Artikelcategorie(1,2)<br />

figuur 1.40<br />

98


UITWERKINGEN OPGAVEN<br />

Uitwerking 10.3 Auto’s<br />

Manier 1 (subtypen weggroepen):<br />

IGD na groeperen:<br />

figuur 1.41<br />

99


VOLLEDIG COMMUNICATIEGEORIËNTEERDE INFORMATIEMODELLERING • OPGAVEN EN CASUSSEN<br />

IGD na groeperen, lexicaliseren en reduceren:<br />

figuur 1.42<br />

100


UITWERKINGEN OPGAVEN<br />

Relationeel schema:<br />

figuur 1.43<br />

101


VOLLEDIG COMMUNICATIEGEORIËNTEERDE INFORMATIEMODELLERING • OPGAVEN EN CASUSSEN<br />

Manier 2 (subtypen niet weggroeperen):<br />

IGD na groeperen:<br />

figuur 1.44<br />

102


UITWERKINGEN OPGAVEN<br />

IGD na groeperen, lexicaliseren en reduceren:<br />

figuur 1.45<br />

103


VOLLEDIG COMMUNICATIEGEORIËNTEERDE INFORMATIEMODELLERING • OPGAVEN EN CASUSSEN<br />

Relationeel schema:<br />

figuur 1.46<br />

104


Uitwerkingen<br />

<strong>Volledig</strong>e <strong>Informatiemodellering</strong>strajecten<br />

1 Gemeenteraadsverkiezingen Oss<br />

a<br />

“De roepnaam van kandidaat 1 van CDA is Geert.”<br />

“De roepnaam van kandidaat 4 van SP is Sandra.”<br />

“Kandidaat 1 van CDA is een man.”<br />

“Kandidaat 4 van SP is een vrouw.”<br />

b<br />

figuur 2.1<br />

105


VOLLEDIG COMMUNICATIEGEORIËNTEERDE INFORMATIEMODELLERING • OPGAVEN EN CASUSSEN<br />

figuur 2.1 vervolg<br />

Zie voor het IGD onderdeel d.<br />

c<br />

figuur 2.2<br />

106


UITWERKINGEN VOLLEDIGE INFORMATIEMODELLERINGSTRAJECTEN<br />

d<br />

In figuur 2.3 is het IGD weergegeven. Ook de UC’s en TC’s – die bij respectievelijk<br />

onderdeel e en f worden bepaald – zijn al in het IGD opgenomen.<br />

figuur 2.3<br />

107


VOLLEDIG COMMUNICATIEGEORIËNTEERDE INFORMATIEMODELLERING • OPGAVEN EN CASUSSEN<br />

e<br />

Rollen 3, 4, 9+10, 11, 18, 19 en 22 krijgen automatisch een UC. Het identificerend<br />

karakter van (de combinatie van) de bijbehorende objecttypen is met<br />

de domeindeskundige gecontroleerd en in orde bevonden.<br />

Overige UC’s:<br />

doel<br />

Testen van de 2<br />

mogelijke UC's<br />

over 1 rol<br />

Testen van de 2<br />

mogelijke UC's<br />

over 1 rol<br />

Testen van de 2<br />

mogelijke UC's<br />

over 1 rol<br />

Testen van de 2<br />

mogelijke UC's<br />

over 1 rol<br />

Testen van de 2<br />

mogelijke UC's<br />

over 1 rol<br />

Testen van de 2<br />

mogelijke UC's<br />

over 1 roll<br />

test UC op<br />

rollen:<br />

1<br />

2<br />

5<br />

6<br />

7<br />

8<br />

tupel nr.<br />

1:<br />

feittype<br />

feittype-expressie<br />

tupels<br />

Feittype Partij-lijst<br />

F1: " vormt ."<br />

CDA 1<br />

2 :<br />

CDA 2<br />

3:<br />

PvdA 1<br />

1:<br />

2:<br />

3:<br />

1:<br />

Feittype Partij - volledige naam<br />

F2: " heet voluit ."<br />

VVD Volkspartij voor vrijheid en<br />

democratie<br />

VVD Vereniging voor veiligheid en<br />

democratie<br />

V&D Volkspartij voor vrijheid en<br />

democratie<br />

Feittype Kandidaatnaam<br />

F3: " vormt ."<br />

1, CDA<br />

G. Louwers<br />

2 : 1, DA H. Peeters<br />

3:<br />

12, SP G. Louwers<br />

1:<br />

Feittype Kandidaat-woonplaats<br />

F5: " woont in ."<br />

1, CDA<br />

Oss<br />

mogen<br />

t upels<br />

samen?<br />

1 + 2<br />

1 + 3<br />

1 + 2<br />

1 + 3<br />

1 + 2<br />

1 + 3<br />

12<br />

2 : 2,<br />

CDA Berghem<br />

1 + 2<br />

13<br />

3:<br />

2,<br />

SP<br />

Oss<br />

1 + 3<br />

1:<br />

Feittype Kandidaat-roepnaam<br />

F6: "De<br />

2, CDA<br />

roepnaam van <br />

is ."<br />

Henk<br />

14<br />

2 : 2, CDA Huub<br />

15<br />

3:<br />

6, CDA Henk<br />

1:<br />

Feittype Kandidaat-woonplaats<br />

F7: " is ."<br />

1, CDA<br />

man<br />

16<br />

2 : 1, CDA vrouw<br />

17<br />

3:<br />

2, SP man<br />

1 + 2<br />

1 + 3<br />

1 + 2<br />

1 + 3<br />

antw.<br />

J/<br />

N<br />

N<br />

N<br />

N<br />

N<br />

conclusie<br />

UC 3 op rol 1<br />

UC 4 op rol 2<br />

UC 16 op rol 5<br />

UC 17 op rol 6<br />

N UC 6 op rol 7<br />

J geen UC<br />

N UC 8 op rol 12<br />

J geen UC<br />

N UC 9 op rol 14<br />

J geen UC<br />

N UC 11 op rol 16<br />

J geen UC<br />

figuur 2.4<br />

108


UITWERKINGEN VOLLEDIGE INFORMATIEMODELLERINGSTRAJECTEN<br />

doel<br />

Testen van de 2<br />

mogelijke UC's<br />

over 1 rol<br />

Testen van de 3<br />

mogelijke UC's<br />

over 2 rollen<br />

Testen op<br />

smallere UC's<br />

binnen UC 15<br />

test UC op<br />

rollen:<br />

tupel nr.<br />

1:<br />

feittype<br />

feittype-expressie<br />

Tupels<br />

Feittype Stembureaulocatie<br />

32<br />

F9: " bevindt zich<br />

in ."<br />

Molenveldschool Berghem<br />

20<br />

2 : 32 De Berchplaats Berghem<br />

21<br />

3:<br />

33 Molenveldschool Berghem<br />

23 + 24<br />

23 + 25<br />

24 + 25<br />

1:<br />

F10: "Op<br />

1<br />

Feittype Uitslag<br />

zijn stemmen<br />

uitgebracht<br />

op ."<br />

88<br />

1, CDA<br />

2 : 1 88 4, SP<br />

3:<br />

1 95 1, CDA<br />

4 2 88 1, CDA<br />

23<br />

5 : 1 7 4, SP<br />

25<br />

6:<br />

2 93<br />

1, CDA<br />

mogen<br />

t upels<br />

samen?<br />

1 + 2<br />

1 + 3<br />

1 + 2<br />

1 + 3<br />

1 + 4<br />

1 + 5<br />

1 + 6<br />

antw.<br />

J/<br />

N<br />

conclusie<br />

N UC 14 op rol 20<br />

J geen UC<br />

J<br />

N<br />

J<br />

J<br />

J<br />

geen UC<br />

UC 15 op 23+25<br />

geen UC<br />

geen UC<br />

geen UC<br />

figuur 2.4 vervolg<br />

De tests na de UC-bepaling leveren geen bijzonderheden op.<br />

f<br />

Partij<br />

TEST: TC op rol 1?<br />

Analist: Moet voor elke partij altijd bekend zijn welke lijst die partij vormt?<br />

Domeindeskundige: Ja, dat willen we graag voor de verkiezingen vastleggen.<br />

Conclusie: TC 1 op rol 1.<br />

TEST: TC op rol 5?<br />

Analist: Moet voor elke partij altijd de volledige partijnaam bekend zijn?<br />

Domeindeskundige: Het kan voorkomen dat de partijnaam reeds de volledige<br />

naam van een partij is. Denk bijvoorbeeld aan de Christenunie. In dat geval<br />

hoeft de volledige naam niet te worden vastgelegd.<br />

Conclusie: Geen TC op rol 5.<br />

TEST: TC op rol 10?<br />

Analist: Moeten er voor elke partij altijd kandidaten zijn vastgelegd?<br />

Domeindeskundige: Ja, op het moment dat we gegevens van partijen vastleggen,<br />

willen we ook de overige gegevens van de kandidatenlijst invoeren.<br />

Conclusie: TC 9 op rol 10.<br />

109


VOLLEDIG COMMUNICATIEGEORIËNTEERDE INFORMATIEMODELLERING • OPGAVEN EN CASUSSEN<br />

Kandidaat<br />

TEST: TC op rol 7? TC op rol 14?<br />

Analist: Mag de naam van een kandidaat ontbreken?<br />

Domeindeskundige: De volledige naam – dat wil zeggen voorletters en achternaam<br />

– van een kandidaat moet altijd bekend zijn. Op de kandidatenlijst zie je<br />

dat de roepnaam niet altijd wordt opgegeven.<br />

Conclusie: TC 3 op rol 7. Geen TC op rol 14.<br />

TEST: TC op rol 12?<br />

Analist: Moet de woonplaats van een kandidaat altijd bekend zijn?<br />

Domeindeskundige: Ja, die mag niet ontbreken.<br />

Conclusie: TC 4 op rol 12.<br />

TEST: TC op rol 16?<br />

Analist: Mag het geslacht van een kandidaat ontbreken?<br />

Domeindeskundige: Nee.<br />

Conclusie: TC 5 op rol 16?<br />

TEST: TC op rol 25?<br />

Analist: Ik begrijp dat u de gegevens van kandidaten voor de verkiezingen wil<br />

vastleggen. Op dat moment zijn er dus nog geen stembusuitslagen?<br />

Domeindeskundige: Dat klopt.<br />

Conclusie: Geen TC op rol 25.<br />

Stembureau<br />

TEST: TC op rol 20?<br />

Analist: Moet van elk stembureau altijd het gebouw bekend zijn waarin het is<br />

gevestigd?<br />

Domeindeskundige: Ja, dat is essentiële informatie.<br />

Conclusie: TC 7 op rol 20.<br />

TEST: TC op rol 23?<br />

Analist: Ik begrijp dat u ook de gegevens van stembureaus voor de verkiezingen<br />

wilt vastleggen.<br />

Domeindeskundige: Dat klopt.<br />

Conclusie: Geen TC op rol 23.<br />

110


UITWERKINGEN VOLLEDIGE INFORMATIEMODELLERINGSTRAJECTEN<br />

Lijst<br />

TEST: TC op rol 2?<br />

Analist: Moet voor elke lijst altijd bekend zijn welke partij deze lijst vormt?<br />

Domeindeskundige: Ja.<br />

Conclusie: TC 2 op rol 2.<br />

Plaats<br />

TEST: TC op rol 13?<br />

Analist: Wilt u alleen plaatsen vastleggen die voorkomen als woonplaats van<br />

een kandidaat?<br />

Domeindeskundige: Het lijkt me wel handig om alle plaatsen binnen de<br />

gemeente Oss vast te leggen.<br />

Conclusie: Geen TC op rol 13.<br />

Opmerking: Plaats heeft reeds een existentiepostulerende feittype-expressie.<br />

Geslacht<br />

TEST: TC op rol 17.<br />

Analist: Wilt u graag gebruik maken van een keuzelijstje bij het invoeren van<br />

het geslacht van een kandidaat?<br />

Domeindeskundige: Dat lijkt me niet perse nodig.<br />

Conclusie: TC 6 op rol 17.<br />

Gebouw<br />

TEST: TC op rol 21?<br />

Analist: Wilt u misschien wel een keuzelijstje voor het selecteren van<br />

gebouwen?<br />

Domeindeskundige: Nee, ook dat is niet nodig.<br />

Conclusie: TC 8 op rol 21.<br />

g<br />

Groeperen: rol 2 komt weliswaar voor groeperen in aanmerking, maar er wordt<br />

besloten deze rol niet weg te groeperen. Op deze manier blijft het feittype<br />

Partij behouden (en dat zal uiteindelijk resulteren in een tabel Partij). Na<br />

weggroeperen van rollen 1, 5, 7, 12, 14 en 16 en 20 worden rollen 6 en 15<br />

optioneel. Rollen 5 en 14 hadden namelijk geen enkelvoudige TC. Het IGD<br />

na groeperen:<br />

111


VOLLEDIG COMMUNICATIEGEORIËNTEERDE INFORMATIEMODELLERING • OPGAVEN EN CASUSSEN<br />

figuur 2.5<br />

112


UITWERKINGEN VOLLEDIGE INFORMATIEMODELLERINGSTRAJECTEN<br />

Lexicaliseren: rol 25 wordt in twee rollen gesplitst, omdat objecttype-expressie<br />

O3 naar twee rollen verwijst. Feittypen Lijst, Geslacht en Gebouw hebben na<br />

lexicaliseren geen verwoordbare tupels meer; ze zijn dus loos en worden geschrapt.<br />

Deelverzamelingsregels die rollen uit loze feittypen betreffen verdwijnen eveneens<br />

en worden hier niet apart vermeld. De deelverzamelingsregels die overblijven<br />

zijn in het IGD in figuur 2.6 weergegeven.<br />

Reduceren: er komen geen feittypen in aanmerking voor reduceren.<br />

Het IGD na lexicaliseren en reduceren:<br />

figuur 2.6<br />

113


VOLLEDIG COMMUNICATIEGEORIËNTEERDE INFORMATIEMODELLERING • OPGAVEN EN CASUSSEN<br />

Het relationeel schema:<br />

figuur 2.7<br />

114


UITWERKINGEN VOLLEDIGE INFORMATIEMODELLERINGSTRAJECTEN<br />

2 Boetiek The Shirt Store<br />

a<br />

figuur 2.8<br />

115


VOLLEDIG COMMUNICATIEGEORIËNTEERDE INFORMATIEMODELLERING • OPGAVEN EN CASUSSEN<br />

b<br />

figuur 2.9<br />

De beperkingsregels die bij de onderdelen c en d worden bepaald, zijn al weergegeven<br />

in het IGD van figuur 2.9.<br />

c<br />

Rollen 3, 4, 7, 10+11, 12, 13, 14+15, 16 en 20 krijgen automatisch een UC.<br />

Het identificerend karakter van (de combinatie van) de bijbehorende objecttypen<br />

is met de domeindeskundige gecontroleerd en in orde bevonden.<br />

116


UITWERKINGEN VOLLEDIGE INFORMATIEMODELLERINGSTRAJECTEN<br />

De overige UC’s:<br />

doel<br />

test UC op<br />

rollen:<br />

tupel nr.<br />

feittype<br />

feittype-expressie<br />

tupels<br />

Feittype Artikelsoort<br />

mogen<br />

t upels<br />

samen?<br />

antw.<br />

J/<br />

N<br />

conclusie<br />

F1: " is ."<br />

Testen van de 2<br />

mogelijke UC's<br />

over 1 rol<br />

1<br />

2<br />

1:<br />

123 blouse<br />

2 :<br />

123 t-shirt<br />

3:<br />

130 blouse<br />

Feittype Land van herkomst<br />

1 + 2<br />

1 + 3<br />

N UC 2 op rol 1<br />

J geen UC<br />

F2: " komt uit ."<br />

Testen van de 2<br />

mogelijke UC's<br />

over 1 rol<br />

5<br />

6<br />

1:<br />

123 India<br />

2 :<br />

123 Italië<br />

3:<br />

125 India<br />

Feittype Artikelprijs<br />

1 + 2<br />

1 + 3<br />

N UC 4 op rol 5<br />

J geen UC<br />

F3: " kost ."<br />

Testen van de 2<br />

mogelijke UC's<br />

over 1 rol<br />

1:<br />

S,123 27,50<br />

8 2 :<br />

S,123 30,00<br />

9 3:<br />

M,125 27,50<br />

Feittype Assortiment<br />

1 + 2<br />

1 + 3<br />

N UC 8 op rol 8<br />

J geen UC<br />

F5: "Van <br />

zijn er <br />

."<br />

stuks in<br />

Testen van de 3<br />

mogelijke UC's<br />

over 2 rollen<br />

Testen op<br />

smallere UC's<br />

binnen UC 12<br />

17 + 18<br />

17 + 19<br />

18 + 19<br />

1:<br />

(S,123), blauw<br />

6<br />

voorraad<br />

2 : (S,123), blauw 6 bestelling<br />

3:<br />

(S,123), blauw 18 voorraad<br />

4 ( M,125), wit 6 voorraad<br />

17<br />

5 : (S,123), blauw 18 bestelling<br />

19<br />

6:<br />

( M,125), wit 18 voorraad<br />

1 + 2<br />

1 + 3<br />

1 + 4<br />

1 + 5<br />

1 + 6<br />

J<br />

N<br />

J<br />

J<br />

J<br />

geen UC<br />

UC 12 op 17+19<br />

geen UC<br />

geen UC<br />

geen UC<br />

figuur 2.10<br />

De tests na de UC-bepaling leveren geen bijzonderheden op.<br />

d<br />

TC-bepaling: de TC’s zijn in samenspraak met de domeindeskundige bepaald<br />

en in het IGD aangebracht. Er is geen TC op rol 10 geplaatst. Gevolg: existentiepostulerende<br />

feittype-expressie F6 toegevoegd aan Maat.<br />

Overige beperkingsregels: in overleg met de domeindeskundige wordt een<br />

waardenregel VC1 gedefinieerd voor het labeltype statusnaam: {bestelling,<br />

voorraad}.<br />

117


VOLLEDIG COMMUNICATIEGEORIËNTEERDE INFORMATIEMODELLERING • OPGAVEN EN CASUSSEN<br />

e<br />

figuur 2.11<br />

118


UITWERKINGEN VOLLEDIGE INFORMATIEMODELLERINGSTRAJECTEN<br />

f<br />

Gewijzigde classificatie en kwalificatie:<br />

figuur 2.12<br />

IGD:<br />

figuur 2.13<br />

119


VOLLEDIG COMMUNICATIEGEORIËNTEERDE INFORMATIEMODELLERING • OPGAVEN EN CASUSSEN<br />

Relationeel schema:<br />

figuur 2.14<br />

120


3 Schaatskampioenschappen<br />

UITWERKINGEN VOLLEDIGE INFORMATIEMODELLERINGSTRAJECTEN<br />

a<br />

figuur 2.15<br />

121


VOLLEDIG COMMUNICATIEGEORIËNTEERDE INFORMATIEMODELLERING • OPGAVEN EN CASUSSEN<br />

figuur 2.15 vervolg<br />

122


UITWERKINGEN VOLLEDIGE INFORMATIEMODELLERINGSTRAJECTEN<br />

b<br />

figuur 2.16<br />

123


VOLLEDIG COMMUNICATIEGEORIËNTEERDE INFORMATIEMODELLERING • OPGAVEN EN CASUSSEN<br />

c<br />

Alle genominaliseerde feittypen krijgen automatisch een UC over alle rollen.<br />

De indentificatie is in overleg met de domeindeskundige vastgesteld.<br />

Overige UC’s.<br />

doel<br />

test UC op<br />

rollen:<br />

tupel nr.<br />

feittype<br />

feittype-expressie<br />

tupels<br />

Feittype Kampioenschapslocatie<br />

mogen<br />

t upels<br />

samen?<br />

antw.<br />

J/<br />

N<br />

conclusie<br />

F1: " werd gehouden in ."<br />

Testen van de 2<br />

mogelijke UC's<br />

over 1 rol<br />

1<br />

2<br />

1:<br />

EK,2000 Hamar<br />

2 : EK,2000 Heerenveen<br />

3:<br />

WK, 1998 Hamar<br />

Feittype Deelnemer<br />

1 + 2<br />

1 + 3<br />

N UC 5 op rol 1<br />

J geen UC<br />

F2: " nam deel aan ."<br />

1:<br />

Veldkamp<br />

EK,2000<br />

Testen van de 2<br />

mogelijke UC's<br />

over 1 rol<br />

8 2 : Veldkamp WK,2001<br />

9 3:<br />

Ritsma EK,2000<br />

Feittype Nationaliteit<br />

1 + 2<br />

1 + 3<br />

J<br />

J<br />

geen UC<br />

geen UC<br />

dus: UC7 op<br />

8+9<br />

F3: "<br />

kwam in <br />

."<br />

uit voor<br />

1:<br />

Veldkamp 2000 België<br />

Testen van de 3<br />

mogelijke UC's<br />

over 2 rollen<br />

Testen op<br />

smallere UC's<br />

binnen UC 9<br />

11+12<br />

11+13<br />

12+13<br />

2 : Veldkamp 2000 Nederland<br />

3:<br />

Veldkamp 2001 België<br />

4 Martens 2000 België<br />

11<br />

5 : Veldkamp 1994 Nederland<br />

12<br />

6:<br />

Ritsma 2001 Nederland<br />

Feittype Rittijd<br />

1 + 2<br />

1 + 3<br />

1 + 4<br />

1 + 5<br />

1 + 6<br />

N UC 9 op 11+12<br />

JJ geen UC<br />

geen UC<br />

J<br />

J<br />

geen UC<br />

geen UC<br />

F4: "Tijdens reed <br />

op ."<br />

Testen van de 4<br />

mogelijke UC's<br />

over 3 rollen<br />

Testen op<br />

smallere UC's<br />

binnen UC 11<br />

15+16+17<br />

15+16+18<br />

15+17+18<br />

16+17+18<br />

15+16<br />

15+18<br />

16+18<br />

1:<br />

EK,2000 Söndral 1,47,23 1500<br />

2 : EK,2000 Söndral 1,47,23 500<br />

3 : EK,2000 Söndral 1,49,08 1500<br />

4 : EK,2000 Postma 1,47,23 1500<br />

5:<br />

WK,2001 Söndral 1,47,23 1500<br />

6 : EK,2000 Söndral 0,36,85 500<br />

7: : EK,2000 Postma 1,48,02 1500<br />

8 WK,2001 Söndral 1,49,08 1500<br />

Feittype Rituitslag<br />

1 + 2<br />

1 + 3<br />

1 + 4<br />

1 + 5<br />

1 + 6<br />

1 + 7<br />

1 + 8<br />

J<br />

N<br />

J<br />

J<br />

J<br />

J<br />

J<br />

geen UC<br />

UC11 op<br />

15+16+18<br />

geen UC<br />

geen UC<br />

geen UC<br />

geen UC<br />

geen UC<br />

F5: " eindigde tijdens <br />

als e op ."<br />

Testen van de 4<br />

mogelijke UC's<br />

over 3 rollen<br />

Testen op<br />

smallere UC's<br />

binnen UC 13<br />

23+24+25<br />

23+24+26<br />

23+25+26<br />

24+25+26<br />

23+24<br />

23+26<br />

24+26<br />

1:<br />

EK,2000 Söndral 1<br />

1500<br />

2 : EK,2000 Söndral 1 500<br />

3 :<br />

4 : EK,2000 Postma 1 1500<br />

5:<br />

WK,2001 Söndral 1 1500<br />

6 : EK,2000 Söndral 3 500<br />

7: : EK,2000 Postma 2 1500<br />

8 WK,2001 Söndral 2 1500<br />

1 + 2<br />

1 + 3<br />

1 + 4<br />

1 + 5<br />

1 + 6<br />

1 + 7<br />

1 + 8<br />

J<br />

N<br />

J*<br />

J<br />

J<br />

J<br />

J<br />

geen UC<br />

UC13 op<br />

23+24+26<br />

geen UC<br />

geen UC<br />

geen UC<br />

geen UC<br />

geen UC<br />

figuur 2.17<br />

124


UITWERKINGEN VOLLEDIGE INFORMATIEMODELLERINGSTRAJECTEN<br />

doel<br />

Testen van de 3<br />

mogelijke UC's<br />

over 2 rollen<br />

Testen op<br />

smallere UC's<br />

binnen UC 14<br />

Testen van de 3<br />

mogelijke UC's<br />

over 2 rollen<br />

Testen op<br />

smallere UC's<br />

binnen UC 15<br />

test UC op<br />

rollen:<br />

27+28<br />

27+29<br />

28+29<br />

tupel nr.<br />

1:<br />

feittype<br />

feittype-expressie<br />

tupels<br />

Feittype Puntentotaal<br />

F6: "Het puntentotaal van <br />

tijdens was ."<br />

Ritsma WK,2001 158.731<br />

2: Ritsma WK,2001 157.234<br />

3 : Ritsma EK,2000 158.731<br />

4:<br />

Postma WK,2001 158.731<br />

27<br />

5 : Ritsma EK,2000 157.234<br />

28<br />

6:<br />

Postma WK,2001 157.234<br />

30+31<br />

30+32<br />

31+32<br />

*) Het is niet uit te sluiten dat twee<br />

rit of het eindklassement delen.<br />

1:<br />

2 :<br />

3 :<br />

4:<br />

Feittype Puntentotaal<br />

F7: " werd e in het<br />

eindklassement van ."<br />

Ritsma<br />

Ritsma<br />

Ritsma<br />

Postma<br />

1<br />

WK,2001<br />

1 EK,1998<br />

3 WK,2001<br />

1<br />

WK,2001<br />

30<br />

5 : Ritsma 2 EK,1999<br />

32<br />

6:<br />

Postma 2 WK,2001<br />

mogen<br />

t upels<br />

samen?<br />

1 + 2<br />

1 + 3<br />

1 + 4<br />

1 + 5<br />

1 + 6<br />

1 + 2<br />

1 + 3<br />

1 + 4<br />

1 + 5<br />

1 + 6<br />

antw.<br />

J/<br />

N<br />

N<br />

J<br />

J<br />

schaatsers tijdens een kampioenschap eenzelfde positie in een<br />

J<br />

J<br />

J<br />

N<br />

J*<br />

J<br />

J<br />

conclusie<br />

UC14 op<br />

27+28<br />

geen UC<br />

geen UC<br />

geen UC<br />

geen UC<br />

geen UC<br />

UC15 op<br />

30+32<br />

geen UC<br />

geen UC<br />

geen UC<br />

figuur 2.17 vervolg<br />

d<br />

Nominalisatietest: er doet zich een nominalistatiepatroon voor bij de rollen<br />

27+28 en 30+32. Deze rolcombinatie correspondeert met het feittype<br />

Deelnemer. Ook bij de rolcombinatie 23+24+26 en 16+15+18 doet zich een<br />

nominalisatiepatroon voor. Binnen dit laatste patroon komt het eerstgenoemde<br />

patroon weer als deelpatroon voor.<br />

Nieuwe verwoordingen:<br />

“De tijd op de 1500m van Söndral tijdens het EK van 2000 was 1:47,23.”<br />

“De tijd op de 500m van Ritsma tijdens het WK van 2001 was 0:37,76.”<br />

“De 1500m van Söndral tijdens het EK van 2000 was goed voor de 1e positie.”<br />

“De 500m van Söndral tijdens het WK van 2001 was goed voor de 5e positie.”<br />

“Het puntentotaal van Ervik tijdens het EK van 2000 was 153.858.”<br />

“Het puntentotaal van Ritsma tijdens het WK van 2001 was 158.731.”<br />

“De positie in de eindstand van Ervik tijdens het EK van 2000 was 2e.”<br />

“De positie in de eindstand van Ritsma tijdens het WK van 2001 was 1e.”<br />

125


VOLLEDIG COMMUNICATIEGEORIËNTEERDE INFORMATIEMODELLERING • OPGAVEN EN CASUSSEN<br />

Classificatie en kwalificatie:<br />

figuur 2.18<br />

126


UITWERKINGEN VOLLEDIGE INFORMATIEMODELLERINGSTRAJECTEN<br />

Het resulterende IGD (inclusief UC’s, TC’s en overige beperkingsregels):<br />

figuur 2.19<br />

127


VOLLEDIG COMMUNICATIEGEORIËNTEERDE INFORMATIEMODELLERING • OPGAVEN EN CASUSSEN<br />

e<br />

TC-bepaling: de TC’s zijn in samenspraak met de domeindeskundige bepaald<br />

en in het IGD aangebracht.<br />

Overige beperkingsregels: uit interviews met de domeindeskundige blijkt het<br />

volgende: als een schaatser deelneemt aan een kampioenschap, dan moet voor<br />

het betreffende jaar bekend zijn voor welk land hij uitkomt. Andersom geldt<br />

dat de nationaliteit in een bepaald jaar, alleen wordt vastgelegd voor deelnemers<br />

aan kampioenschappen. Dit is feitelijk een deelverzamelingsregel (heen en<br />

weer), die voor het gegeven informatiemodel als volgt te beschrijven is:<br />

Deelnemer/Kampioenschap (8,4) = Nationaliteit (11,12) (TC6 of TC10 kan<br />

nu overigens weg).<br />

Bij onderdeel f zal deze beperkingsregel worden vertaald naar deelverzamelingsregels<br />

in het relationeel schema.<br />

Verder zijn er in overleg met de domeindeskundige waardenregels gedefinieerd<br />

voor de labeltypen kampioenschaptypecode, aantal meters, minuten, seconden<br />

en honderdsten (zie IGD in figuur 2.19).<br />

128


UITWERKINGEN VOLLEDIGE INFORMATIEMODELLERINGSTRAJECTEN<br />

f<br />

figuur 2.20<br />

129


VOLLEDIG COMMUNICATIEGEORIËNTEERDE INFORMATIEMODELLERING • OPGAVEN EN CASUSSEN<br />

figuur 2.20 vervolg<br />

130


Uitwerkingen Casussen<br />

1 Urenregistratie<br />

Verwoordingen<br />

De verwoordingen worden per voorbeelddocument gegeven.<br />

Voorbeelddocument Urenregistratie:<br />

"Werknemer 618 heet Boven J.W. van."<br />

"Werknemer 232 heet Bakker R.P.."<br />

"In week 200138 heeft werknemer 618 voor opdracht 7004.07 2 uren gewerkt aan<br />

werksoort 1."<br />

"In week 200138 heeft werknemer 232 voor opdracht 6323.16 4 uren gewerkt aan<br />

werksoort 14."<br />

Voorbeelddocument Werksoorten:<br />

"Er is een werksoort met wscode 1."<br />

"Er is een werksoort met wscode 14."<br />

"Werksoort 1 heeft omschrijving voorbereiding."<br />

"Werksoort 14 heeft omschrijving tekenwerk."<br />

Voorbeelddocument Wekelijkse Projectgegevens:<br />

"Opdracht 6323.16 valt onder de verantwoordelijkheid van divisie 6."<br />

"Divisie 6 heet Bodemonderzoek."<br />

131


VOLLEDIG COMMUNICATIEGEORIËNTEERDE INFORMATIEMODELLERING • OPGAVEN EN CASUSSEN<br />

"Opdracht 6323.16 wordt geleid door werknemer 283."<br />

"Opdracht 6323.16 wordt uitgevoerd voor klant 4081."<br />

"Klant 4081 heet Streekgewest Z.O. Limburg."<br />

"Opdracht 6323.16 heeft omschrijving: Grondwaterkwaliteit bij regionale<br />

stortplaats te Ubach nader onderzoeken."<br />

Voorbeelddocument Uurtariefstaat:<br />

"Werknemer 618 heeft de titel ing."<br />

"Werknemer 312 heeft de titel ir."<br />

"Vanaf week 200109 geldt voor werknemer 618 voor opdracht 6323.16 een uurtarief<br />

van ƒ 213,83."<br />

"Vanaf week 200138 geldt voor werknemer 312 voor opdracht 7004.07 een uurtarief<br />

van ƒ 164,00."<br />

In het startdocument staat de volgende opmerking:<br />

"De werknemers zijn in principe verbonden aan één divisie, maar het kan<br />

voorkomen dat een werknemer taken verricht voor een andere divisie."<br />

De analist is deze informatie niet expliciet op een voorbeelddocument tegengekomen.<br />

Daarom heeft hij in overleg met een domeindeskundige een voorbeelddocument<br />

opgesteld (zie figuur 3.1).<br />

132


UITWERKINGEN CASUSSEN<br />

IBO<br />

I<br />

Ingenieursburea<br />

ngenieursbureau<br />

u<br />

DIVISIE-INDELING<br />

Divisie: 5<br />

Advisering<br />

Werknemernummer<br />

Naam<br />

283<br />

Boelen<br />

FA<br />

655<br />

Straatman<br />

JJM<br />

431<br />

Thomas<br />

S<br />

139<br />

Verbeek<br />

EJ<br />

702<br />

Wolters B<br />

651<br />

Zijden<br />

K van der<br />

Titel<br />

ir<br />

ir<br />

drs<br />

ing<br />

ir<br />

Divisie: 6<br />

Bodemonderzoek<br />

Werknemernummer<br />

Naam<br />

1577<br />

Asten<br />

F van<br />

232<br />

Bakker RP<br />

618<br />

Boven<br />

WJ van<br />

120<br />

Coenen<br />

HJM<br />

820<br />

Galema O<br />

1209<br />

Haak<br />

R<br />

312<br />

Kooiman<br />

APC<br />

470<br />

Paalman GW<br />

743<br />

Poel GJ van der<br />

800<br />

Waele<br />

J de<br />

Titel<br />

ing<br />

ing<br />

ing<br />

drs<br />

ir<br />

dr<br />

figuur 3.1<br />

Verwoordingen bij het voorbeelddocument Divisie-indeling:<br />

"Werknemer 618 is ingedeeld bij divisie 6."<br />

"Werknemer 312 is ingedeeld bij divisie 6."<br />

133


VOLLEDIG COMMUNICATIEGEORIËNTEERDE INFORMATIEMODELLERING • OPGAVEN EN CASUSSEN<br />

Classificatie en kwalificatie<br />

figuur 3.2<br />

134


UITWERKINGEN CASUSSEN<br />

figuur 3.2 vervolg<br />

135


VOLLEDIG COMMUNICATIEGEORIËNTEERDE INFORMATIEMODELLERING • OPGAVEN EN CASUSSEN<br />

Het IGD<br />

figuur 3.3<br />

Opmerking: de UC’s en TC’s zijn al aangebracht.<br />

Bepaling uniciteitsregels<br />

Alle genominaliseerde feittypen krijgen automatisch brede UC’s. De identificatie<br />

is in overleg met de domeindeskundige vastgesteld.<br />

136


UITWERKINGEN CASUSSEN<br />

Overige UC’s<br />

doel<br />

Testen van de 2<br />

mogelijke UC's<br />

over 1 rol<br />

Testen van de 4<br />

mogelijke UC's<br />

over 3 rollen<br />

Testen op<br />

smallere UC's<br />

binnen UC 12<br />

Testen van de 2<br />

mogelijke UC's<br />

over 1 rol<br />

Testen van de 2<br />

mogelijke UC's<br />

over 1 rol<br />

Testen van de 2<br />

mogelijke UC's<br />

over 1 rol<br />

Testen van de 2<br />

mogelijke UC's<br />

over 1 rol<br />

Testen van de 2<br />

mogelijke UC's<br />

over 1 rol<br />

test UC op<br />

rollen:<br />

1<br />

2<br />

4+5+6<br />

4+5+7<br />

4+6+7<br />

5+6+7<br />

tupel nr.<br />

1:<br />

feittype<br />

feittype-expressie<br />

tupels<br />

Feittype Naam van werknemer<br />

F1: " heet ."<br />

232<br />

Bakker R.P.<br />

mogen<br />

t upels<br />

samen?<br />

2 :<br />

1 + 2<br />

3 :<br />

620<br />

Bakker R.P.<br />

1 + 3<br />

1:<br />

Feittype Gewerkte uren<br />

F2: "In heeft uren<br />

gewerkt aan ."<br />

2001,38 232,6323.16<br />

4<br />

14<br />

2 : 2001,38 232,6323.16 4 5<br />

3:<br />

2001,38 232,6323.16 2 14<br />

4: 2001,38 618,7004.07 4 14<br />

5 2001,34 232,6323.16 4 14<br />

4+5<br />

6 : 2001,38 232,6323.16 10 5<br />

4+<br />

7 7: : 2001,38 618,7004.07 8 14<br />

5 + 7 8 2001,34 232,6323.16 8 14<br />

1:<br />

Feittype Omschrijving<br />

werksoort<br />

van<br />

F4: " heeft omschrijving<br />

."<br />

1<br />

Voorbereiding<br />

15<br />

2 : 1 Planning<br />

16<br />

3:<br />

2 Voorbereiding<br />

1:<br />

Feittype Verantwoordelijke<br />

divisie<br />

F5: " valt onder de<br />

verantwoordelijkheid van ."<br />

6323.16 6<br />

17<br />

2 :<br />

6323.16 5<br />

18<br />

3:<br />

7004.07 6<br />

1:<br />

Feittype Naam van divisie<br />

F6: " heet ."<br />

6 Bodemonderzoek<br />

20<br />

2 : 6 Advisering<br />

21<br />

3:<br />

5 Bodemonderzoek<br />

1:<br />

Feittype Projectleider<br />

F7: " wordt geleid door<br />

."<br />

6323.16<br />

283<br />

22<br />

2 :<br />

6323.16 312<br />

23<br />

3:<br />

7004.07 283<br />

1:<br />

Feittype Opdrachtgever<br />

F8: " wordt uitgevoerd voor<br />

."<br />

6323.16 4081<br />

24<br />

2 :<br />

6323.16 3275<br />

25<br />

3:<br />

7004.07 4081<br />

1 + 2<br />

1 + 3<br />

1 + 4<br />

1 + 5<br />

1 + 6<br />

1 + 7<br />

1 + 8<br />

1 + 2<br />

1 + 3<br />

1 + 2<br />

1 + 3<br />

1 + 2<br />

1 + 3<br />

1 + 2<br />

1 + 3<br />

1 + 2<br />

1 + 3<br />

antw.<br />

J/<br />

N<br />

conclusie<br />

N UC 11 op rol 1<br />

J geen UC<br />

J<br />

N<br />

JJ<br />

J<br />

J<br />

J<br />

N<br />

N<br />

geen UC<br />

UC12 op 4+5+7<br />

geen UC<br />

geen UC<br />

geen UC<br />

geen UC<br />

geen UC<br />

UC 13 op rol 15<br />

UC 23 op rol 16<br />

N UC 14 op rol 17<br />

J geen UC<br />

N<br />

N<br />

UC 15 op rol 20<br />

UC 24 op rol 21<br />

N UC 16 op rol 22<br />

J geen UC<br />

N UC 17 op rol 24<br />

J geen UC<br />

figuur 3.4<br />

137


VOLLEDIG COMMUNICATIEGEORIËNTEERDE INFORMATIEMODELLERING • OPGAVEN EN CASUSSEN<br />

doel<br />

Testen van de 2<br />

mogelijke UC's<br />

over 1 rol<br />

Testen van de 2<br />

mogelijke UC's<br />

over 1 rol<br />

Testen van de 2<br />

mogelijke UC's<br />

over 1 rol<br />

Testen van de 3<br />

mogelijke UC's<br />

over 2 rollen<br />

Testen op<br />

smallere UC's<br />

binnen UC 21<br />

test UC op<br />

rollen:<br />

tupel nr.<br />

1:<br />

feittype<br />

feittype-expressie<br />

tupels<br />

Feittype Naam van klant<br />

F9: " heet ."<br />

4081 Streekgewest O.Z. Limburg<br />

27<br />

2 : 4081 Gemeente Nijmegen<br />

28<br />

3:<br />

3275 Streekgewest O.Z. Limburg<br />

1:<br />

Feittype Omschrijving van opdracht<br />

F10: " heeft omschrijving ."<br />

6323.16 Grondwaterkwaliteit. .….<br />

29<br />

2 : 6323.16 Geluidsoverlast A73. .… .<br />

30<br />

3 : 7004.07 Grondwaterkwaliteit. .….<br />

1:<br />

Feittype Werknemertitel<br />

F11: " heeft ."<br />

618<br />

ing<br />

31<br />

2 :<br />

618 drs<br />

32<br />

3:<br />

232 ing<br />

34+35<br />

34+36<br />

35+36<br />

1:<br />

Feittype Uurtarief<br />

F12: "Vanaf geldt voor <br />

een uurtarief van ."<br />

2001,09 618,6323.16 213,83<br />

2 : 2001,09 618,6323.16 198,00<br />

3:<br />

2001,09 232,7004.07 213,83<br />

4 2001,23 618,6323.16 213,83<br />

34<br />

5 : 2001,09 232,7004.07 198,00<br />

35<br />

6:<br />

2001,23 618,6323.16 225,00<br />

mogen<br />

t upels<br />

samen?<br />

1 + 2<br />

1 + 3<br />

1 + 2<br />

1 + 3<br />

1 + 2<br />

1 + 3<br />

1 + 2<br />

1 + 3<br />

1 + 4<br />

1 + 5<br />

1 + 6<br />

antw.<br />

J/<br />

N<br />

N<br />

N<br />

conclusie<br />

UC 18 op rol 27<br />

UC 25 op rol 28<br />

N UC 19 op rol 29<br />

J geen UC<br />

N*<br />

UC 20 op rol 31<br />

J geen UC<br />

N<br />

J<br />

N<br />

J<br />

J<br />

UC 21 op 34+35<br />

geen UC<br />

geen UC<br />

geen UC<br />

Testen van de 2<br />

mogelijke UC's<br />

over 1 rol<br />

1:<br />

Feittype Divisie-indeling<br />

F13: " heeft ."<br />

618 6<br />

38<br />

2 :<br />

618 5<br />

39<br />

3:<br />

232 6<br />

1 + 2<br />

1 + 3<br />

N UC 22 op rol 38<br />

J geen UC<br />

*) Een werknemer kan een samengestelde titel, zoals drs ing, hebben. Dit wordt dan echter als één geheel gezien.<br />

**) Binnen een opdracht kan een werknemer alleen tariefverhogingen krijgen. Op grond daarvan mogen tupels 1 en 4<br />

niet samen voorkomen. Dit is echter geen uniciteitsregel, maar een andersoortige beperkingsregel. Daarom is de<br />

conclusie: geen UC.<br />

figuur 3.4 vervolg<br />

Nominalisatietest<br />

Er doet zich een nominalisatiepatroon voor bij rollen 4+5 en 34+35. De analist<br />

onderzoekt of de combinatie Week + Opdrachtmedewerker een zinvol objecttype<br />

in het UoD is. Elke concrete combinatie van een week met een opdrachtmedewerker,<br />

bijvoorbeeld ‘werknemer 618 voor opdracht 7004.07 in week 200138’,<br />

moet dan een zinvol concreet object in het UoD identificeren. Bovendien moet<br />

elke concrete combinatie die zowel in de populatie van feittype Gewerkte uren als<br />

138


UITWERKINGEN CASUSSEN<br />

in die van Uurtarief voorkomt in beide feittypen hetzelfde concrete object<br />

aanduiden. De domeindeskundige geeft aan dat dat laatste niet het geval is. In het<br />

geval van het feittype Gewerkte uren gaat het om een week waarin een opdrachtmedewerker<br />

werk verricht heeft voor een opdracht. In het geval van het feittype<br />

Uurtarief betreft het een week waarin het uurtarief voor een opdrachtmedewerker<br />

is vastgesteld. Er wordt besloten geen nominalisatie door te voeren.<br />

TC-bepaling<br />

Aan de hand van vragen aan de domeindeskundige worden de totaliteitsregels die<br />

binnen het UoD gelden bepaald. Deze TC’s zijn reeds weergegeven in het eerder<br />

afgebeelde IGD.<br />

Werknemer<br />

TEST: TC op rol 1?<br />

Analist: Moet van elke werknemer de naam bekend zijn?<br />

Domeindeskundige: Ja.<br />

Conclusie: TC 1 op rol 2.<br />

TEST: TC op rol 11?<br />

Analist: Werkt iedere werknemer aan een opdracht?<br />

Domeindeskundige: Voor een werknemer, die pas in dienst genomen is, kan het<br />

voorkomen dat we al gegevens willen vastleggen voordat deze werknemer aan<br />

een opdracht werkt.<br />

Conclusie: Geen TC op rol 11.<br />

TEST: TC op rol 23?<br />

Analist: Is elke werknemer projectleider?<br />

Domeindeskundige: Nee.<br />

Conclusie: Geen TC op rol 23.<br />

TEST: TC op rol 31?<br />

Analist: Hebben alle werknemers een titel?<br />

Domeindeskundige: Nee.<br />

Conclusie: Geen TC op rol 31.<br />

TEST: TC op rol 38?<br />

Analist: Moet iedere werknemer bij een divisie zijn ingedeeld?<br />

Domeindeskundige: Ja.<br />

Conclusie: TC 5 op rol 38.<br />

139


VOLLEDIG COMMUNICATIEGEORIËNTEERDE INFORMATIEMODELLERING • OPGAVEN EN CASUSSEN<br />

Opdracht<br />

TEST: TC op rol 22?<br />

Analist: Heeft elke opdracht een projectleider?<br />

Domeindeskundige: Nee, als een opdracht begint is het soms nog niet duidelijk<br />

wie projectleider zal zijn.<br />

Conclusie: Geen TC op rol 22.<br />

TEST: TC op rol 29?<br />

Analist: Moet iedere opdracht een omschrijving hebben?<br />

Domeindeskundige: Ja.<br />

Conclusie: TC 2 op rol 29.<br />

TEST: TC op rol 17?<br />

Analist: Wordt elke opdracht uitgevoerd door een divisie?<br />

Domeindeskundige: Ja.<br />

Conclusie: TC 3 op rol 17.<br />

TEST: TC op rol 24?<br />

Analist: Is voor elke opdracht een opdrachtgever bekend?<br />

Domeindeskundige: Ja.<br />

Conclusie: TC 4 op rol 24.<br />

Klant<br />

TEST: TC op rol 27?<br />

Analist: Is van iedere klant de naam bekend?<br />

Domeindeskundige: Ja.<br />

Conclusie: TC 8 op rol 27.<br />

TEST: TC op rol 25?<br />

Analist: Is van iedere klant opdrachtgever?<br />

Domeindeskundige: Meestal wel, maar in een enkel geval leggen ook gegevens<br />

van potentiële klanten vast.<br />

Conclusie: Geen TC op rol 25.<br />

Divisie<br />

TEST: TC op rol 20?<br />

Analist: Hebben alle divisies een naam?<br />

Domeindeskundige: Ja.<br />

Conclusie: TC 7 op rol 20.<br />

140


UITWERKINGEN CASUSSEN<br />

TEST: TC op rol 18?<br />

Analist: Zijn voor alle divisies opdrachten geregistreerd die onder de haar<br />

verantwoordelijkheid vallen?<br />

Domeindeskundige: Nee, dat hoeft niet perse.<br />

Conclusie: Geen TC op rol 18.<br />

TEST: TC op rol 39?<br />

Analist: Zijn bij elke divisie werknemers ingedeeld?<br />

Domeindeskundige: voor een nieuw opgerichte divisie hoeft dat niet perse.<br />

Conclusie: Geen TC op rol 39.<br />

Opdrachtmedewerker<br />

TEST: TC op rol 35?<br />

Analist: Moet voor elke medewerker aan een opdracht een uurtarief voor die<br />

opdracht bekend zijn?<br />

Domeindeskundige: Ja.<br />

Conclusie: TC 9 op rol 35.<br />

TEST: TC op rol 5?<br />

Analist: Moet iedere werknemer die is ingezet bij een opdracht ook uren<br />

geregisteerd hebben voor die opdracht?<br />

Domeindeskundige: Nee. Meestal wordt voor een werknemer het uurtarief genoteerd<br />

nog voordat hij aan de opdracht heeft gewerkt.<br />

Conclusie: Geen TC op rol 5.<br />

Werksoort<br />

TEST: TC op rol 32?<br />

Analist: Zijn er werksoorten waarvoor niemand uren heeft geregisteerd?<br />

Domeindeskundige: Ja. Er worden soms nieuwe werksoorten toegevoegd die nog<br />

door niemand zijn uitgevoerd.<br />

Conclusie: Geen TC op rol 32.<br />

TEST: TC op rol 15?<br />

Analist: Is van elke werksoort een omschrijving bekend?<br />

Domeindeskundige: Ja.<br />

Conclusie: TC 6 op rol 15.<br />

Over andere TC-bepalingen nog een enkele opmerking. Weken worden alleen<br />

binnen het systeem opgenomen als er in die weken ofwel gewerkt is aan een<br />

opdracht ofwel een uurtarief is vastgesteld. Dit motiveert de samengestelde TC 10<br />

over rollen 4 en 34. Voor jaren geldt iets vergelijkbaars (TC 11 op rol 8).<br />

141


VOLLEDIG COMMUNICATIEGEORIËNTEERDE INFORMATIEMODELLERING • OPGAVEN EN CASUSSEN<br />

Titels worden alleen vastgelegd als er ook werknemers met die titel zijn; vandaar<br />

TC 12 op rol 32.<br />

De enige bedragen in het systeem zijn de uurtarieven van werknemers; dit verklaart<br />

TC 13 op rol 36.<br />

Subtypen<br />

Geen subtypen gevonden.<br />

Overige beperkingsregels<br />

Bijzondere beperkingsregel 1: als (x,y) in Gewerkte uren(4,5), dan bestaat er een<br />

w met w ≤ x waarvoor geldt: (w,y) in Uurtarief (34,35)<br />

In natuurlijke taal: als een werknemer in een bepaalde week uren heeft gewerkt<br />

aan een opdracht, dan moet in die week of eerder een uurtarief voor deze werknemer<br />

voor de betreffende opdracht zijn vastgelegd.<br />

Bijzondere beperkingsregel 2: als (p,q,r) in Uurtarief(34,35,36) en (x,y,z) in<br />

Uurtarief(34,35,36) met p < x en q = y, dan moet gelden: r < z<br />

In natuurlijke taal: elke wijziging van het uurtarief van een opdrachtmedewerker<br />

dient een verhoging van het uurtarief te zijn.<br />

Relationeel schema<br />

Na het toepassen van het GLR-algoritme wordt het relationeel schema verkregen<br />

dat te zien is figuur 3.5.<br />

142


UITWERKINGEN CASUSSEN<br />

figuur 3.5<br />

143


VOLLEDIG COMMUNICATIEGEORIËNTEERDE INFORMATIEMODELLERING • OPGAVEN EN CASUSSEN<br />

figuur 3.5 vervolg<br />

2 Happy Travel<br />

Van deze casus wordt geen uitwerking gegeven.<br />

144

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!