Verpleegkunde
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Stagenota HBO-V 53<br />
6.2.3 Verdeling opdrachten in de duale variant<br />
In semester 1 dienen de opdrachten 1 (Complexe zorg) én de projectstage afgerond te worden.<br />
In het 2 e semester dient opdracht 1 (EBP kwaliteit advies) afgerond te worden.<br />
Ook voor dit jaar geldt dat voldoende afgeronde opdrachten van semester 1 niet opnieuw gedaan<br />
hoeven te worden in semester 2. Wel dienen studenten aan doelen naar vrije keuze te werken die<br />
gerelateerd zijn aan de competenties 1 en 2. Onvoldoende opdrachten uit het 1 e semester dienen<br />
herkanst te worden in het 2 e semester.<br />
6.3 De beoordeling van doel A studiejaar 3<br />
6.3.1 De beoordelingspunten bij doel A<br />
De student doet dit (doel A) door:<br />
Beoordeling doel A:<br />
De student verleent aan toegewezen individuele complexe zorgvragers of groepen laagcomplexe<br />
zorgvragers, op methodische en professionele wijze zorgverlening en GVO op maat en coördineert<br />
de multidisciplinaire zorg (competentie 1-3);<br />
Cesuur: van competentie 1, 2 en 3 moeten alle beoordelingspunten met minimaal een voldoende<br />
zijn beoordeeld. De voorgeschreven bewijslast moet minimaal de beoordeling V ondersteunen en<br />
de zelf gekozen bewijslast moet passend zijn bij de beoordelingscriteria om een Voldoende op<br />
doel B te kunnen halen<br />
De student doet dit (doel A) door:<br />
Competentie 1: Zorg voor zieken, gehandicapten en stervenden<br />
1. bij individuele complexe zorgvragers of bij groepen laagcomplexe zorgvragers een<br />
wetenschappelijk verantwoorde anamnese af te nemen en de gegevens in de anamnese volgens<br />
de functionele gezondheidspatronen van Gordon te ordenen<br />
2. voor de disfunctionele gezondheidspatronen met behulp van het Neuman Systems Model:<br />
diagnoses te stellen<br />
<br />
<br />
risicofactoren te bepalen<br />
en gericht op de autonomie van de zorgvrager een individueel verpleegplan op te stellen<br />
door primaire, secundaire en tertiaire preventieve interventies te kiezen die de zorgvrager<br />
stimuleren tot gewenst gedrag en aanpassing van de leefstijl op basis van (verplegings-)<br />
wetenschappelijke kennis, klinische expertise en voorkeuren van de zorgvrager<br />
3. het verpleegplan uit te voeren in afstemming met andere disciplines<br />
4. de verleende zorg te evalueren volgens professionele standaarden en verslag van de zorg te<br />
leggen volgens de geldende professionele en wettelijke standaarden.<br />
5. Bij dit alles:<br />
a) Samen te werken met de zorgvrager en zijn familie, rekening houdend met de<br />
(gecreëerde) omgeving,<br />
b) gesprekstechnieken toe te passen (counseling, motiverende gespreksvoering),<br />
c) indien nodig af te wijken van vigerende protocollen en het besluit om van het protocol af<br />
te wijken te beargumenteren en te verantwoorden<br />
d) kritisch na te denken over het handelen in de zorgverlening vanuit de eigenheid van het<br />
verpleegkundig beroep en de visie op zorg in de christelijke levensbeschouwing,<br />
53