Programma groen blauw - Stadsdeel Zuidoost - Gemeente Amsterdam
Programma groen blauw - Stadsdeel Zuidoost - Gemeente Amsterdam
Programma groen blauw - Stadsdeel Zuidoost - Gemeente Amsterdam
Transform your PDFs into Flipbooks and boost your revenue!
Leverage SEO-optimized Flipbooks, powerful backlinks, and multimedia content to professionally showcase your products and significantly increase your reach.
PROGRAMMA GROEN&BLAUW<br />
Groen, Blauw en Rood Verbonden: een kwestie van dromen, durven en doen
2<br />
PROGRAMMA GROEN&BLAUW | stadsdeel <strong>Zuidoost</strong> februari 2010
PROGRAMMA GROEN&BLAUW | stadsdeel <strong>Zuidoost</strong> februari 2010<br />
Inhoudsopgave<br />
Samenvatting 5<br />
Inleiding 15<br />
Communicatie en Participatie 17<br />
DEEL 1: GROEN EN BLAUW IN ZUIDOOST<br />
1 Groen in <strong>Zuidoost</strong> 27<br />
1.1 Het ontstaan van Groen in <strong>Zuidoost</strong> 27<br />
1.2 Huidige situatie van de verschillende Groengebieden 30<br />
1.3 De huidige beplanting 37<br />
1.4 Beheer van het Groen 39<br />
2 Blauw in <strong>Zuidoost</strong> 41<br />
2.1 Afwatering- en afvoergebieden 41<br />
2.2 Beheer van het Blauw 45<br />
3 Beleid 47<br />
4 Ontwikkelingen en plannen 55<br />
4.1 Ontwikkeling I: Klimaatsverandering 55<br />
4.2 Ontwikkeling II: Ontwikkelingsbeeld Noordvleugel 2040 56<br />
4.3 Ontwikkeling III: Ontwikkelingen <strong>Zuidoost</strong> 56<br />
4.4 Plan I: Bijlmerpark 56<br />
4.5 Plan II: Diemerbos 59<br />
DEEL II: GROEN, BLAUW EN ROOD VERBONDEN:<br />
EEN KWESTIE VAN DROMEN, DURVEN EN DOEN<br />
1 Naar een visie op Groen en Blauw 63<br />
1.1 Belang van Groen 63<br />
1.2 Beleid en ontwikkeling 65<br />
1.3 Kwaliteiten van het Groen en het Blauw in <strong>Zuidoost</strong> 66<br />
1.4 Uitgangspunten voor visie Groen en Blauw 78<br />
2 Dromen 81<br />
3 Durven 85<br />
3.1 Ambitie 1: Ontwikkelen van een samenhangende Groenstructuur<br />
met herkenbaar <strong>groen</strong> 85<br />
3.2 Ambitie 2: Ontwikkelen van een duurzaam watersysteem 105<br />
3.3 Ambitie 3: Het vergroten van de esthetische, ecologische en<br />
gebruikskwaliteit 109<br />
4 Doen 117<br />
4.1 Rollen van het <strong>Stadsdeel</strong> 117<br />
4.2 Arrangementen 118<br />
4.3 Organisatie en Financiën 123<br />
Bijlage Besluit <strong>Stadsdeel</strong>raad <strong>Zuidoost</strong> 2009 125<br />
Gebruikte bronnen 126<br />
Colofon 128<br />
3
4<br />
PROGRAMMA GROEN&BLAUW | stadsdeel <strong>Zuidoost</strong> februari 2010
PROGRAMMA GROEN&BLAUW | stadsdeel <strong>Zuidoost</strong> februari 2010<br />
Samenvatting<br />
De Structuurvisie <strong>Zuidoost</strong> uit 2006 stelt dat de hoeveelheid <strong>groen</strong> in de toekomst is<br />
afgenomen, maar in kwaliteit en differentiatie is toegenomen. Tevens is het water in<br />
<strong>Zuidoost</strong> een drager geworden van de ruimtelijke kwaliteit.<br />
Het programma Groen & Blauw reikt in tijd verder dan de Structuurvisie. Het jaar 2030<br />
wordt als referentiedatum aangehouden. Het proces van realisatie en fysieke inbedding<br />
in de context van de verschillende locaties vergt tijd. Groen – beplantingen en Blauw –<br />
water, hebben door hun aard tijd nodig zich te ontwikkelen tot een volledig geïntegreerd<br />
onderdeel van de openbare ruimte.<br />
De gewenste ontwikkeling stimuleert niet alleen een keuze bepaling omtrent de plaats<br />
en betekenis van het <strong>groen</strong> en het <strong>blauw</strong>, het stuurt ook een mogelijke aanpassing in<br />
ontwerp, gebruik, beheer en onderhoud. Dit maakt het noodzakelijk, via de introductie van<br />
de zogeheten Groentypologie, deze situatie te definiëren en te ordenen.<br />
De toekomstige situatie past niet geheel in de huidige Hoofd<strong>groen</strong>structuur van<br />
<strong>Amsterdam</strong>. Het programma Groen & Blauw vormt het instrument en de motivatie hoe de<br />
Hoofd<strong>groen</strong>structuur gewijzigd kan worden en de afname gecompenseerd.<br />
De uitwerking van Groen en de daar aangekoppelde na te streven kwaliteiten, worden<br />
vanuit de huidige situatie beschouwd en met concrete veranderingsvoorstellen op<br />
hoofdlijnen beschreven.<br />
Blauw wordt meer op techniek uitgewerkt, omdat de gevolgen van de technische<br />
verbeteringen welhaast automatisch een kwaliteitverbetering betekenen. Ook hier vormt<br />
de huidige situatie de spiegel voor de na te streven veranderingen en verbeteringen.<br />
De samenhang tussen de <strong>groen</strong>e en <strong>blauw</strong>e component wordt met name vanuit het <strong>groen</strong><br />
beschreven, omdat <strong>groen</strong> het kader vormt voor het <strong>blauw</strong>.<br />
Deel I van dit programma geeft uitgebreid de achtergronden van het Groen en Blauw in<br />
<strong>Zuidoost</strong>.<br />
Het programma wordt door 3 basisgedachten geleid en ondersteund; Dromen, Durven en<br />
Doen.<br />
Wat is de Droom van de nieuwe openbare ruimte in 2030, welke ambities moet je<br />
daarvoor Durven nastreven en wat moet je daadwerkelijk gaan Doen ? Deel II van het<br />
programma geeft hier antwoord op.<br />
Het overvloedig aanwezige en daardoor zo kenmerkende <strong>groen</strong> van <strong>Zuidoost</strong> vervult zowel<br />
een imaginaire als ook een praktische functie. De Tai-Ati is het symbool voor de identiteit<br />
van <strong>Zuidoost</strong>; verbondenheid, kracht, gemeenschapszin en vernieuwing. Maar ook voor<br />
de nieuwe ruimtelijke ordening is dit symbool richtinggevend. Hoe kan dit nog beter<br />
worden? Welke ambities durft men hiervoor in te zetten? Het zijn er drie. Ambitie 1 is het<br />
ontwikkelen van een samenhangende Groenstructuur met herkenbaar <strong>groen</strong>. Ambitie 2 is<br />
het ontwikkelen van een duurzaam watersysteem. En tenslotte ambitie 3 is het vergroten<br />
van de esthetische, ecologische en gebruikskwaliteit.<br />
In het hoofdstuk Doen wordt de realisatiestrategie ontvouwd. De ambities en de daaruit<br />
voortvloeiende opgaven zijn als “Arrangementen” opgezet. Een Arrangement is een<br />
bundeling van een aantal beleidsproducten en doelstellingen, die samen een geheel<br />
vormen. Er zijn zeven Arrangementen geformuleerd, namelijk: Natuur, Park, Recreatie,<br />
Blauw, Kwaliteit, Betrokkenheid en Beheer.<br />
Het programma Groen & Blauw heeft een relatie met het parallel lopende<br />
Woningbouwonderzoek; op welke locaties is uitbreiding van het woningaanbod opportuun<br />
en op welke wijze vormt de voorgenomen overkluizing van de A9/Gaasperdammerweg<br />
een optimale bijdrage aan het stedenbouwkundige landschap van <strong>Zuidoost</strong>? In relatie<br />
met de Structuurvisie vormt het woningbouwonderzoek een extra stimulans en kans haar<br />
uitgangspunten en dus ook de ambities van Groen & Blauw te verwezenlijken; - Groen,<br />
Blauw en Rood verbonden - Immers, vermindering van de huidige aanwezige openbare<br />
ruimte door meer woningen, dus meer mensen, vraagt om een verbeterde buitenruimte<br />
kwaliteit van Groen en Blauw. Keuzes in vormgeving, gebruik, verbinding en beheer en<br />
onderhoud stimuleren de gewenste beeldvorming.<br />
5
PROGRAMMA GROEN&BLAUW | stadsdeel <strong>Zuidoost</strong> februari 2010<br />
In de volgende kaarten wordt Het programma Groen & Blauw verbeeld. Onderling zijn<br />
alle (kruis)verbanden te leggen, die uitdrukking geven aan de samenhang tussen de<br />
componenten van dit programma. Hoe meer componenten worden doorgevoerd, des te<br />
sterker worden de combinaties en dus ook het totaal.<br />
Groenopgave 1 Een heldere samenhangende structuur tussen stad en <strong>groen</strong><br />
In de Groene parkwig van het centrum naar het landschap ontstaat een reeks aan<br />
landschapsarchitectonische typen van tuin en park naar landschap. De parken reeks loopt<br />
door tot en met de Gaasperplas en maakt daarmee de plas tot een stedelijk element.<br />
De stad aan de parkwig wordt begrensd met voorkanten zodat <strong>Zuidoost</strong> woont aan het<br />
park en Gaasperdam aan de plas. Tussen het omringende landschap en de stad loopt een<br />
bufferstrook van Bijlmerweide tot aan de Hoge Dijk. Deze <strong>groen</strong>e stadsrand van <strong>Zuidoost</strong><br />
kent een natuurlijk karakter. De bebouwingsrand sluit met de achtertuinen aan op deze<br />
<strong>groen</strong>e stadsrand.<br />
6
PROGRAMMA GROEN&BLAUW | stadsdeel <strong>Zuidoost</strong> februari 2010<br />
Groenopgave 2: De herkenbaarheid verbeteren door de variatie aan Groentypen die<br />
in potentie in <strong>Zuidoost</strong> aanwezig zijn verder te versterken<br />
Door de variatie te versterken, worden de verschillen groter en neemt de herkenbaarheid<br />
toe.<br />
Het <strong>groen</strong> in <strong>Zuidoost</strong> is onder te verdelen in zeven herkenbare <strong>groen</strong>typen:<br />
1 Landschaps<strong>groen</strong><br />
2 Natuur<strong>groen</strong><br />
3 Park<strong>groen</strong><br />
4 Woon<strong>groen</strong><br />
5 Werk<strong>groen</strong><br />
6 Centrum<strong>groen</strong><br />
7 Dreven<strong>groen</strong><br />
Groenopgave 3: De onderlinge samenhang tussen de verschillende Groengebieden<br />
en de bebouwing te vergroten door ze beter met elkaar te verbinden<br />
Op het schaalniveau van heel <strong>Zuidoost</strong> kunnen we 5 componenten onderscheiden:<br />
3 <strong>groen</strong>e en 2 rode componenten. De belangrijkste <strong>groen</strong>e componenten zijn: de<br />
parkwig(bestaande uit het Bijlmerpark, Centraal park Gaasperdam, Gaasperplas<br />
en Gaasperpark), de natuurzone (die bestaat uit de Bijlmerweide, Oostelijke oever<br />
Gaasperplas, Gaasperzoom en Hoge dijk), en het Ommeland (dat bestaat uit Diemerbos,<br />
Geingebied en de Amstelscheg). De rode component bestaat uit de woongebieden van<br />
de Bijlmer en Gaasperdam en het werkgebied Amstel III. Door deze componenten beter<br />
met elkaar te verbinden ontstaat samenhang.<br />
7
PROGRAMMA GROEN&BLAUW | stadsdeel <strong>Zuidoost</strong> februari 2010<br />
Blauwopgave 1: Waterkwantiteit op orde<br />
Om de waterkwantiteit op orde te krijgen is het nodig om de capaciteit van het<br />
watersysteem af te stemmen op de ambities met betrekking tot wateroverlast.<br />
Normeringen dienen te woren aangepast vanwege de klimaatsverandering en als gevolg<br />
van het toenemende oppervlak van bestrating en daken.<br />
Voor het bergen van water sluiten we ons aan bij de drietrapsstrategie uit WB21:<br />
vasthouden – bergen – afvoeren.<br />
Blauwopgave 2: Beheersen van het grondwaterniveau door structurele ingrepen<br />
In <strong>Zuidoost</strong> is duidelijk te zien dat een te hoge grondwaterstand samenvalt met een<br />
vergroting van de maaswijdte van het watersysteem. Het voorstel is dan ook om op die<br />
plaatsen nieuwe waterlopen te realiseren zodat de maaswijdte verkleind wordt en de<br />
grondwaterstand lager wordt.<br />
8
PROGRAMMA GROEN&BLAUW | stadsdeel <strong>Zuidoost</strong> februari 2010<br />
Blauwopgave 3: Verbeteren van de waterkwaliteit<br />
De Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) is de belangrijkste wetgeving voor de<br />
waterkwaliteit.<br />
Om de chemische kwaliteit te verbeteren is het belangrijk om water schoon en vast te<br />
houden. Dit kan met name door geen vuilwater in te laten vanuit de boezemwateren.<br />
Een tweede belangrijke principe is het water te laten stromen van schoon naar belast. Een<br />
verandering in de stroomrichting is noodzakelijk bij de Gaasperplas en de Bijlmerweide.<br />
Kwaliteitsopgave 1: Verhogen Esthetische Kwaliteit<br />
De volgende drie deelopgaven zijn geformuleerd:<br />
1. Een consequente doorvoering van de <strong>groen</strong>typologie<br />
2. Het zorgvuldig omgaan met ruimtelijke en historisch belangrijke <strong>groen</strong>e gebieden en<br />
dragers.<br />
3. Het vergroten van de seizoensbeleving binnen het woon<strong>groen</strong>.<br />
9
PROGRAMMA GROEN&BLAUW | stadsdeel <strong>Zuidoost</strong> februari 2010<br />
Kwaliteitsopgave 2: Verhogen Ecologische Kwaliteit<br />
De volgende deelopgaven zijn geformuleerd:<br />
1. Natuurwaarden verhogen in Bijlmerweide, westrand Gaasperplas, Gaasperzoom en<br />
Hoge dijk (conform ecologische verbinding PEHS).<br />
2. Specifieke natuurwaarden verbeteren woon- en park<strong>groen</strong> van <strong>Zuidoost</strong>.<br />
3. Aanleggen natuurvriendelijke oevers<br />
Kwaliteitsopgave 3: Verhogen Gebruikskwaliteit<br />
De volgende deelopgaven zijn geformuleerd:<br />
1. De parkwig met de nieuwe openbare ruimte op de overkluizing laten uitgroeien tot<br />
publiek Groenhart van <strong>Zuidoost</strong><br />
2. Het koppelen van het gebruik aan de Groentypologie<br />
3. Het realiseren van een recreatief fietspaden(wandel) netwerk<br />
10
PROGRAMMA GROEN&BLAUW | stadsdeel <strong>Zuidoost</strong> februari 2010<br />
Arrangement<br />
Beleid<br />
Projecten<br />
Planning<br />
Rollen<br />
Partners<br />
1. Natuur<br />
Ecologienota<br />
a. Natuurontwikkeling-<br />
Natuurzoom<br />
b. Natuurlijke oevers<br />
<strong>Zuidoost</strong><br />
2009-2020<br />
Regisseur<br />
Partner<br />
<strong>Amsterdam</strong><br />
Waternet<br />
Groengebied Amstelland<br />
Staatsbosbeheer<br />
Bewoners initiatieven<br />
2. Plaspark<br />
Ontwikkelingsvisie<br />
Gaasperplaspark<br />
a. Opwaarderen<br />
Zuidoever + CPG<br />
b. renovatie<br />
Gaasperpark<br />
2010-2020<br />
Regisseur<br />
Kwaliteitsbewaker<br />
Portfoliomanager<br />
<strong>Amsterdam</strong><br />
Ontwikkelaars<br />
Woningbouwcorperaties<br />
Groengebied Amstelland<br />
Waternet<br />
Kwekers en Hoveniers<br />
3. Recreatie<br />
Recreatiespeelplan<br />
a. Verbeteren routes<br />
b. Stadsstrand G’plas<br />
c. Aanlegsteigers<br />
d. Overkluizing G’weg<br />
2010-2025<br />
Regisseur<br />
Partner<br />
Portfolimanager<br />
<strong>Amsterdam</strong><br />
ANWB<br />
Fietsersbond<br />
Groengebied Amstelland<br />
Speeltoestellen branche<br />
4. Blauw<br />
a. Watersysteemplan<br />
b. Waterplan<br />
Bypass Gaasperplas<br />
2009-2015<br />
Partner<br />
<strong>Amsterdam</strong><br />
Waternet<br />
Groengebied Amstelland<br />
5. Kwaliteit<br />
a. Bomenplan<br />
b. Openbare Ruimte<br />
Plan<br />
Meer Kleur met<br />
Groen<br />
2010-2020<br />
Regisseur<br />
Kwaliteitsbewaker<br />
<strong>Amsterdam</strong><br />
Woningbouwcorporaties<br />
6. Betrokkenheid<br />
Groenprogramma en<br />
educatie<br />
Bewonersbudget<br />
Groenbeheer<br />
2010-2030<br />
Regisseur<br />
beheerder<br />
<strong>Amsterdam</strong><br />
IVN<br />
Bewoners initiatieven<br />
Staatsbosbeheer<br />
Verenigingen<br />
7. Beheer<br />
Beheervisie<br />
Beheer door<br />
derden<br />
2010-2015<br />
Regisseur<br />
kwaliteitsbewaker<br />
Beheerder<br />
Groengebied Amstelland<br />
Waternet<br />
Staatsbosbeheer<br />
Bewoners initiatieven<br />
Woningbouwcorporaties<br />
12
PROGRAMMA GROEN&BLAUW | stadsdeel <strong>Zuidoost</strong> februari 2010<br />
13
PROGRAMMA GROEN&BLAUW | stadsdeel <strong>Zuidoost</strong> februari 2010<br />
Groen en Blauw in Cijfers<br />
Totale oppervlakte 2211.21 ha<br />
Groenvoorzieningen 517.39 ha<br />
Agrarisch/Natuur 153.54 ha<br />
Water<br />
178.58 ha<br />
Woongebied 685.96 ha<br />
Bron: O&S / DRO 2006<br />
Luchtfoto <strong>Zuidoost</strong><br />
14
PROGRAMMA GROEN&BLAUW | stadsdeel <strong>Zuidoost</strong> februari 2010<br />
Inleiding<br />
Na twee jaar hard werken is het gereed: voor u ligt het programma Groen & Blauw.<br />
De Bijlmervernieuwing is nog in volle gang; maar ook na 2010 zullen de ontwikkelingen<br />
verdergaan.<br />
Om hier goed op voorbereid te zijn is dit programma opgesteld, onder het motto:<br />
Dromen, Durven, Doen.<br />
De identiteit van het <strong>Stadsdeel</strong> <strong>Zuidoost</strong> wordt verwoordt in het logo symbool: Tai-Ati. Dit<br />
symbool verbeeldt de kernwaarden waarin <strong>Zuidoost</strong> zich onderscheidt: verbondenheid,<br />
kracht, gemeenschapszin en vernieuwing. Dit is niet slechts een droom, maar het<br />
stadsdeel verbindt hier ook durf en daadkracht - doen aan. Dit komt tot uiting in de vele<br />
projecten die <strong>Zuidoost</strong> ontwikkelt.<br />
De ruimtelijke ontwikkelingen in <strong>Zuidoost</strong> zijn namelijk ingrijpend. In de Bijlmermeer is de<br />
vernieuwingsoperatie in volle gang. Het Centrumgebied <strong>Zuidoost</strong> wordt herontwikkeld,<br />
Amstel III vult zich en in de overige gebiedsdelen wordt gezocht naar mogelijkheden<br />
voor aanvullende woningbouw. Dit alles vraagt ook om een heroriëntatie op de <strong>groen</strong>e<br />
en <strong>blauw</strong>e kwaliteit. De aanleiding voor het opstellen van het programma Groen & Blauw<br />
komt voort uit de Structuurvisie <strong>Zuidoost</strong> 2020 en heeft betrekking op de thematische<br />
opgave om een ‘plan van aanpak Groen’ voor <strong>Zuidoost</strong> te ontwikkelen. Differentiatie en<br />
kwaliteitsverbetering staan in deze opgave centraal<br />
Het percentage <strong>groen</strong>voorziening in <strong>Zuidoost</strong> is enorm, zeker vergeleken met heel<br />
<strong>Amsterdam</strong>. Het percentage bedraagt 23 procent (2006), terwijl dit voor heel <strong>Amsterdam</strong><br />
12 procent (2006) is. Deze grote hoeveelheid <strong>groen</strong> wordt hoog gewaardeerd. Maar het<br />
<strong>groen</strong> is wel van een eenzijdige kwaliteit en zonder duidelijke bestemming dreigt het in<br />
de loop van de tijd te verdwijnen. ‘Groen moet worden gebruikt, anders wordt het straks<br />
opgeslokt’.<br />
Het doel is te komen tot zowel visievorming op de <strong>groen</strong>- en waterstructuur als tot de<br />
ontwikkeling van een realisatiestrategie. Hierbij zijn de verschillende belanghebbenden,<br />
onder andere bewoners, maar ook specifieke belangenorganisaties en professionals<br />
intensief betrokken.<br />
Met dit programma streven wij ernaar om het <strong>groen</strong> in <strong>Zuidoost</strong> kwalitatief te verbeteren,<br />
zodat het niet alleen nu mooi is, maar ook in 2030 nog mooi, divers en herkenbaar zal<br />
zijn. Daarnaast wil dit programma de verbindingen verbeteren tussen de verschillende<br />
Groengebieden, maar ook tussen het <strong>groen</strong> en het rood (het wonen). Daarom draagt dit<br />
programma de titel: Groen, Blauw en Rood verbonden; Een Kwestie van Dromen, Durven,<br />
Doen. Dit programma is dan ook geschreven voor professionals die in de toekomst aan<br />
de slag gaan met de ontwikkelopgave van <strong>Zuidoost</strong>.<br />
Het <strong>Stadsdeel</strong> wil Dromen, Durven en Doen op het gebied van <strong>groen</strong> en water in<br />
<strong>Zuidoost</strong>. Daarom is het juist nú een goed moment om dit programma vast te stellen. In<br />
plaats van, lopen wij nu vooruit op de ontwikkeling van een Groenvisie voor de hele stad<br />
en kunnen we zodoende input leveren voor de structuurvisie voor de hele stad. Dit plaatst<br />
<strong>Zuidoost</strong> in een unieke positie: Daarom juist nú dit programma Groen & Blauw.<br />
15
PROGRAMMA GROEN&BLAUW | stadsdeel <strong>Zuidoost</strong> februari 2010<br />
Leeswijzer<br />
Voorafgaand aan de twee delen waarin het programma is opgedeeld, wordt onder<br />
Communicatie en participatie aandacht besteed aan de wijze waarop verschillende<br />
belanghebbenden betrokken zijn bij de ontwikkeling van het eindproduct gedurende het<br />
hele proces.<br />
In Deel I worden de volgende onderwerpen behandeld:<br />
Groen en Blauw in <strong>Zuidoost</strong> is verdeeld in 4 hoofdstukken. Dit deel is de beschrijving van<br />
<strong>groen</strong> en <strong>blauw</strong> in het verleden en heden. Het kan beschouwd worden als achtergrond en<br />
aanleiding voor de gemaakte keuzes ten behoeve van het programma.<br />
In hoofdstuk 1 wordt aandacht besteed aan het ontstaan van het stadsdeel in het<br />
algemeen en het <strong>groen</strong> in <strong>Zuidoost</strong> in het bijzonder. Ook wordt hierin de huidige situatie<br />
en het beheer van het <strong>groen</strong> besproken.<br />
In hoofdstuk 2 staat het <strong>blauw</strong> in <strong>Zuidoost</strong> centraal. Dit hoofdstuk concentreert zich met<br />
name op de verschillende afwaterings- en afvoergebieden, maar bespreekt ook beknopt<br />
het beheer van het water in het stadsdeel.<br />
Hoofstuk 3 geeft een overzicht van de vigerende beleidsplannen en nota’s welke invloed<br />
hebben op dit programma.<br />
In hoofdstuk 4 wordt hierop voortgeborduurd en verschuift de focus naar de<br />
ontwikkelingen en plannen die er in het stadsdeel zijn.<br />
Deel II van het programma: Groen, Blauw en Rood verbonden: een kwestie van<br />
Dromen, Durven, Doen is opgebouwd uit vier hoofdstukken en vormt de eigenlijke<br />
programma.<br />
Het is dus mogelijk om de vorige hoofdstukken over te slaan en direct naar het tweede<br />
deel te bladeren. Voor lezers met beperkte tijd, kan hier worden begonnen met lezen.<br />
In hoofdstuk 1 wordt teruggeblikt op de voorgaande hoofdstukken en het belang van<br />
<strong>groen</strong> en <strong>blauw</strong> aangegeven. Daarnaast wordt de kwaliteit beschreven en uitgangspunten<br />
geformuleerd, welke aanleiding geven voor een blik naar de toekomst.<br />
Hoofdstuk 2 concentreert zich op de Droom die <strong>Zuidoost</strong> heeft voor het Groen en water<br />
in 2030.<br />
In hoofdstuk 3 wordt uitgesproken dat het <strong>Stadsdeel</strong> Durft. Het durft haar dromen<br />
te verwoorden in concrete ambities en opgaven. In hoofdstuk 4 worden de ambities<br />
en opgaven vertaald in Doen: concrete beleidsproducten en projecten worden<br />
aangekondigd om de verschillende ambities te kunnen realiseren. Om deze projecten<br />
en beleidsproducten meer samenhang te geven en tegelijkertijd synergie te creëren, zijn<br />
deze gebundeld in zo genoemde Arrangementen.<br />
16
PROGRAMMA GROEN&BLAUW | stadsdeel <strong>Zuidoost</strong> februari 2010<br />
Communicatie en Participatie<br />
<strong>Stadsdeel</strong> <strong>Zuidoost</strong> vindt het belangrijk om haar bewoners te betrekken bij de<br />
ontwikkeling van nieuwe plannen. Ook bij het opstellen van dit programma Groen<br />
& Blauw heeft communicatie met en participatie van bewoners integraal onderdeel<br />
uitgemaakt van de realisatie. Het stadsdeel wil weten welke ideeën en wensen er bij<br />
bewoners leven, maar ook toetsen of de door het stadsdeel gemaakte plannen kunnen<br />
rekenen op enthousiasme en instemming. In het kader van het programma Groen &<br />
Blauw is op verschillende manieren contact gezocht met diverse partijen. Bewoners en<br />
gebruikers zijn benaderd door middel van drie bewonersavonden, drie vragenlijsten voor<br />
het internetpanel en een straatinterview. Naast bewoners zijn ook belangenorganisaties<br />
en professionele partijen, zoals Staatsbosbeheer, Groengebied Amstelland en Waternet,<br />
gevraagd om input te leveren. Deze participatiemomenten hadden een vrijblijvend<br />
karakter. Wij beseffen dat hierdoor de aanwezigen op deze informatiebijeenkomsten,<br />
het internetpanel en de respondenten van het straat interview geen volledig afgewogen<br />
representatie zijn van de huidige en toekomstige bewoners van <strong>Zuidoost</strong>. Toch hebben<br />
deze contactmomenten tal van nuttige informatie en nieuwe inzichten opgeleverd die<br />
betrokken zijn bij de ontwikkeling van het programma Groen & Blauw. De signalen die<br />
hieruit voortkwamen hebben tussentijds richting gegeven aan de ontwikkeling van dit<br />
programma. Hieronder wordt kort verslag gedaan van alle acties die het stadsdeel in het<br />
kader van het programma Groen & Blauw heeft ondernomen.<br />
Informatiebijeenkomsten<br />
Gedurende de periode waarin het programma Groen & Blauw tot stand is gekomen zijn er<br />
drie bijeenkomsten georganiseerd die goed bezocht zijn: De eerste twee bijeenkomsten,<br />
op 20 december 2006 en 12 september 2007, waren gericht op alle bewoners en<br />
belanghebbenden, zij zijn voor deze bijeenkomsten via het Stadsblad, de website van<br />
<strong>Zuidoost</strong> en per brief uitgenodigd. De laatste bijeenkomst, op 23 juni 2008, was speciaal<br />
gericht op nieuwe bewoners en mensen die zijn doorverhuisd naar een koopwoning en<br />
zijn hiervoor persoonlijk benaderd.<br />
De eerste bijeenkomsten stonden vooral in het teken van informatieverstrekking door het<br />
stadsdeel, maar er werd ook gediscussieerd aan de hand van verschillende stellingen. De<br />
volgende punten kwamen in deze discussies naar voren: Bewoners waarderen het <strong>groen</strong><br />
in <strong>Zuidoost</strong> en vinden de aanwezigheid ervan belangrijk. Om de kwaliteit van dit <strong>groen</strong><br />
verder te verbeteren zouden zij graag zien dat er een aaneengesloten Groenstructuur zou<br />
worden gecreëerd dat door het stadsdeel heen loopt, waarin ook doorgaande wandel- en<br />
fietsroutes gerealiseerd worden. Ook vinden zij het een goed idee om de Bijlmerweide<br />
tot een natuurlijker <strong>groen</strong>gebied te maken. In het algemeen geven de bewoners aan dat<br />
het <strong>groen</strong> in <strong>Zuidoost</strong> een functie heeft voor de hele stad. Het <strong>groen</strong> is ook een reden<br />
voor veel mensen om in <strong>Zuidoost</strong> te willen (blijven) wonen. Zij vinden het belangrijk om<br />
het <strong>groen</strong> te behouden en achterstallig onderhoud uit te voeren. Bovendien zou het<br />
goed zijn als er meer <strong>groen</strong> in de stad zou komen en niet alleen aan de randen van de<br />
stad. In de stad mist men speel<strong>groen</strong>; <strong>groen</strong> dat door de jeugd gebruikt kan worden. Er<br />
wordt ook opgemerkt dat het <strong>groen</strong> en water niet alleen bestemd is voor mensen, maar<br />
er leven ook dieren, waar rekening mee gehouden moet worden. Daar waar woningen<br />
zichtbaar worden rondom de Gaasperplas, wordt het verminderen van de dichtheid van<br />
het <strong>groen</strong> niet toegejuicht. Wat betreft voorzieningen in <strong>Zuidoost</strong>, wordt aangegeven dat<br />
kinderboerderij ’t Brinkie wordt gewaardeerd op de plek waar het nu gesitueerd is. Er<br />
zou meer plek voor volkstuinen gemaakt kunnen worden, er is momenteel een wachtlijst<br />
bij de volkstuinen van het Centraal Park Gaasperdam. Tot slot juichen veel bewoners<br />
het toevoegen van kleinschalige horeca rondom de Gaasperplas toe, waarbij het wel<br />
belangrijk is dat deze voorziening aansluit bij de wensen van bewoners.<br />
De derde informatiebijeenkomst had een ander karakter. Het betrof een combinatie van<br />
het programma Groen & Blauw, de woningbouw-locatiestudie en de woonvisie. In plaats<br />
van een plenaire discussie werd in kleinere groepjes gediscussieerd door twee specifieke<br />
doelgroepen: instromers en doorstromers.<br />
17
PROGRAMMA GROEN&BLAUW | stadsdeel <strong>Zuidoost</strong> februari 2010<br />
Onder instromers wordt verstaan: bewoners die recent van buiten <strong>Zuidoost</strong> zijn gekomen<br />
en hier een huis hebben gekocht. Doorstromers zijn bewoners die al in het stadsdeel<br />
wonen en binnen <strong>Zuidoost</strong> zijn door verhuisd naar een koopwoning. Deze groepen<br />
bewoners werden uitgenodigd om mee te denken over de toekomst van <strong>Zuidoost</strong>,<br />
onder het motto ‘Denk en Droom mee’. De volgende adviezen over de toekomst van<br />
het stadsdeel kwamen naar voren: Groen is een positief element in de wijk en bepaalt<br />
mede de keuze om in <strong>Zuidoost</strong> te komen en blijven wonen, maar het moet wel van<br />
begin af aan een duidelijke functie hebben en goed beheerd worden. Het plaatsen<br />
van horecavoorzieningen in het <strong>groen</strong> wordt door deze bewoners aangemoedigd.<br />
Ook diversiteit van het <strong>groen</strong> is voor hen een agendapunt. Daarnaast zouden zij graag<br />
zien dat het oppervlaktewater in het stadsdeel zwembaar is. Tot slot wensen zij meer<br />
buitensportfaciliteiten in het Groen en wordt het realiseren van aanlegsteigers in de<br />
Gaasp toegejuicht.<br />
De panelleden is drie maal gevraagd om een vragenlijst in te vullen met vragen over<br />
<strong>groen</strong> en water in <strong>Zuidoost</strong>.<br />
De eerste enquête is voorgelegd in het najaar van 2006 met het thema Groen in <strong>Zuidoost</strong>.<br />
Hieruit blijkt dat: de hoeveelheid <strong>groen</strong> in <strong>Zuidoost</strong> wordt door een ruime meerderheid<br />
als goed ervaren, zeventig procent vindt het <strong>groen</strong> (zeer) aantrekkelijk. Hierbij vindt men<br />
zowel het kleinschalig als grootschalig <strong>groen</strong> belangrijk. Onderhoud van het <strong>groen</strong> wordt<br />
gezien als het voornaamste verbeterpunt. Twee van iedere tien respondenten geeft aan<br />
dat er in het stadsdeel te weinig mogelijkheden zijn voor sport en recreatie. Voor de<br />
toekomst zien de respondenten bosrijk <strong>groen</strong> met water als wensbeeld.<br />
Internetpanel<br />
<strong>Stadsdeel</strong> <strong>Zuidoost</strong> heeft bij de start van het Woningbouwonderzoek en het opstellen<br />
van het programma Groen & Blauw het internetpanel geïntroduceerd. Via de website van<br />
het stadsdeel en de krant zijn bewoners en gebruikers van <strong>Zuidoost</strong> uitgenodigd om zich<br />
hiervoor aan te melden. Deze groeiende groep panelleden heeft op regelmatige basis in<br />
totaal drie enquêtes voorgelegd gekregen via het internet. Onder het motto Meedenken<br />
over de toekomst van <strong>Zuidoost</strong>? Daar hoeft u de deur niet voor uit! Konden mensen<br />
vanuit hun luie stoel meedenken over voorstellen van het stadsdeel. Inmiddels bestaat het<br />
internetpanel uit 235 leden.<br />
De tweede enquête, Fietsen en veiligheid in <strong>Zuidoost</strong>, is gehouden in de zomer van 2007.<br />
De belangrijkste uitkomsten waren als volgt:<br />
Behoud of uitbreiding van het <strong>groen</strong> wordt aangemoedigd, wel zou het Groen beter<br />
onderhouden kunnen worden en het water beter schoongehouden. Opvallend is dat bijna<br />
vier op de tien respondenten zich wel eens onveilig voelt in <strong>Zuidoost</strong>, met name rond de<br />
Gaasperplas en de Bijlmerweide. Het uitdunnen van bosschages en het verbeteren van de<br />
verlichting zouden deze gevoelens van onveiligheid kunnen verminderen.<br />
18
PROGRAMMA GROEN&BLAUW | stadsdeel <strong>Zuidoost</strong> februari 2010<br />
Ook de fietspaden zouden betere verlichting kunnen krijgen en een beter wegdek,<br />
hoewel de meeste respondenten wel tevreden zijn over het aantal en de kwaliteit van de<br />
fietspaden.<br />
Tot slot zou zeventig procent van de panelleden wel een horecavoorziening willen in het<br />
Gaasperpark of rondom de Gaasperplas, maar deze moet dan wel inpasbaar zijn in de<br />
omgeving.<br />
Straatinterviews<br />
Naast de bewonersbijeenkomsten en het internetpanel zijn er op verschillende markten in<br />
het stadsdeel straatinterviews afgenomen. Met deze interviews zijn met name die mensen<br />
gevraagd die niet zo snel naar bewonersavonden komen. Hen is gevraagd hoe zij denken<br />
over het Groen en water in het stadsdeel. Een aantal opvallende conclusies:<br />
Tweederde van de respondenten vindt de hoeveelheid <strong>groen</strong> in <strong>Zuidoost</strong> precies goed en<br />
ziet <strong>groen</strong> vooral als ‘ruimte voor sport en ontspanning’. De helft van de ondervraagden<br />
geeft aan dat hiertoe te weinig mogelijkheden zijn binnen het stadsdeel. Het <strong>groen</strong> zou<br />
verbeterd kunnen worden, door het aanleggen van meer <strong>groen</strong>, het creëren van meer<br />
mogelijkheden tot sport en recreatie, het verbeteren van de verbindingen tussen parken<br />
en het beter aangeven van wandel- en fietsroutes. Ook wordt uitbreiding van het strand<br />
toegejuicht en denkt men dat de aanleg van meer sloten en plassen zal leiden tot meer<br />
recreatie. Tot slot zou tweederde van de respondenten graag meer horeca zien rondom<br />
de Gaasperplas.<br />
Meeleesgroep<br />
In <strong>Zuidoost</strong> is een verscheidenheid aan verenigingen en vrijwilligersorganisaties actief op<br />
het gebied van <strong>groen</strong>. Zij weten veel over de flora en de fauna van het stadsdeel. Met een<br />
vertegenwoordiging van deze organisaties is daarom gediscussieerd over het programma<br />
Groen & Blauw. Daarbij zijn ideeën getoetst, bijvoorbeeld met betrekking tot beheer en<br />
onderhoud van het <strong>groen</strong>. Ook is bij deze bijeenkomsten van gedachten gewisseld over<br />
de inhoud van de presentaties voor de informatiebijeenkomsten.<br />
19
PROGRAMMA GROEN&BLAUW | stadsdeel <strong>Zuidoost</strong> februari 2010<br />
Interviews met stakeholders<br />
Tot slot zijn er ook op professioneel vlak diverse organisaties betrokken bij de<br />
ontwikkeling van het programma Groen & Blauw. Organisaties als Groengebied<br />
Amstelland, Staatsbosbeheer en Waternet hebben direct te maken met het <strong>groen</strong><br />
en water in de openbare ruimte. Eventuele veranderingen of voorgenomen plannen<br />
kunnen vaak pas gerealiseerd worden als ook zij participeren. Zelfs als samenwerking<br />
geen vereiste is, hebben veranderingen in de openbare ruimte bijna altijd effect op hun<br />
werkgebied.<br />
Een goede afstemming met deze organisaties is dan ook noodzakelijk om voorgestelde<br />
plannen met betrekking tot <strong>groen</strong> en water te kunnen realiseren. Regelmatig onderling<br />
contact is dus van belang voor een goede samenwerking, afstemming en draagvlak.<br />
Expertmeeting toekomst<br />
Op 12 september 2008, vond er een brainstormsessie plaats over vergezichten voor het<br />
<strong>groen</strong>- en <strong>blauw</strong> in <strong>Zuidoost</strong>. De volgende deelnemers waren daarbij aanwezig:<br />
Emile Jaensch, portefeuillehouder Beheer en Milieu<br />
Els Verdonk, portefeuillehouder Ruimtelijke Ontwikkeling<br />
Co-referenten:<br />
De heer R. Grondel, Wethouder <strong>Gemeente</strong> Diemen<br />
De heer J. Hylkema, Directeur Recreatieschap Noord-Holland<br />
Denktank:<br />
Mevrouw S. Piët, Dagvoorzitter<br />
De heer A. Bakas, Trendwatcher Author Speaker<br />
De heer J. van Tets, <strong>Programma</strong>manager Ruimte en Accommodatie NOC*NSF<br />
De heer Ch. M. Rach, <strong>Stadsdeel</strong>secretaris <strong>Stadsdeel</strong> <strong>Zuidoost</strong><br />
Mevrouw M. De Kleijn- Lloyd, Manager Sustainability NUON<br />
De heer T. Schaap, Stedenbouwkundige, Dienst Ruimtelijke Ordening <strong>Amsterdam</strong><br />
De heer W. Schik, landschapsarchitect, Arcadis<br />
Mevrouw C. Buys, Landschapsarchitecte, Dienst Ruimtelijke Ordening <strong>Amsterdam</strong><br />
De heer H. Straver, Ontwerper Openbare Ruimte, <strong>Stadsdeel</strong> <strong>Amsterdam</strong> <strong>Zuidoost</strong><br />
Mevrouw G.A.J. de Poorter, Projectmanager Groen- en Watervisie, <strong>Stadsdeel</strong> <strong>Zuidoost</strong><br />
Mevrouw M. Verduin, Assistent-projectmanager Groen- en Watervisie, <strong>Stadsdeel</strong> <strong>Zuidoost</strong><br />
Wat heeft de toekomst te bieden en welke rol speelt het <strong>groen</strong> hierin? Hierover heeft<br />
<strong>Zuidoost</strong> een brainstorm georganiseerd met bestuurders, trendwatchers en experts op het<br />
gebied van stedenbouw en landschaparchitectuur, energie en duurzaamheid. Hieronder<br />
volgt een impressie van toen geschetste toekomst beeld en de relatie tot het programma<br />
<strong>groen</strong> & <strong>blauw</strong>.<br />
Hoe ziet het leven eruit in 2030?<br />
Dat moeten we eerst voor ogen zien te krijgen, voordat we verder kunnen denken over<br />
de thema’s recreatie, mobiliteit, samen wonen/leven en duurzaamheid. Anno 2030 zijn er<br />
minder en kleinere kantoren. Mensen werken meer thuis. Om anderen te ontmoeten gaan<br />
zij naar buiten, naar het <strong>groen</strong> en het water. Relaxen is ook een motief om naar buiten te<br />
gaan, want de verstrengeling van werk en privé brengt stress met zich mee. Onze roosters<br />
lopen meer dan nu ongelijk. De economie draait 24 uur per dag door, onder andere via<br />
internet. Activiteiten en ontmoetingen kunnen plaatsvinden op elk gewenst moment.<br />
De sportvoorziening is altijd open en er is altijd iets te doen. De techniek maakt het ook<br />
mogelijk om ‘samen’ te sporten met iemand die zich heel ergens anders bevindt. We<br />
worden steeds ouder en blijven steeds langer gezond. Wie weet beginnen mannen straks<br />
wel aan een ‘derde leg’!<br />
Wie wonen er in <strong>Zuidoost</strong> in 2030?<br />
In <strong>Zuidoost</strong> wonen nu mensen uit alle windstreken bij elkaar, hoe is dat straks? <strong>Zuidoost</strong><br />
behoud zijn hotelfunctie, maar de mensen veranderen wel. Je ziet bijvoorbeeld dat steeds<br />
meer mensen doen aan ‘parttime living’ in <strong>Zuidoost</strong>: een deel van het jaar wonen ze<br />
hier en een deel van het jaar verblijven ze in hun buitenhuis in Suriname. Ook zie je dat<br />
nieuwe groepen, zoals de Ghanezen nu, zelfvoorzienender worden. Ze organiseren zelf<br />
hun zaakjes en verwachten van de overheid alleen de faciliteiten, zoals bijvoorbeeld een<br />
kerkgebouw.<br />
20
PROGRAMMA GROEN&BLAUW | stadsdeel <strong>Zuidoost</strong> februari 2010<br />
Recreatie mogelijkheden<br />
Zijn de recreatiemogelijkheden in <strong>Zuidoost</strong> op dit moment niet te Hollands? Een stukje<br />
wandelen of fietsen behoort bepaald niet tot de hobby’s van de meeste Bijlmerbewoners.<br />
Een punt om in gedachten te houden. De recreatiemogelijkheden moeten met de<br />
seizoenen gaan meebewegen. Op hetzelfde plein creëer je in de winter met platen een<br />
ijsbaan en in de zomer met een paar kuub zand en een volleybalnet een stadsstrand. Dat<br />
is niet alleen leuk voor sportievelingen om zich uit te leven, maar ook voor de rest om<br />
naar te kijken vanuit de ‘koek en zopie’-tent/cocktailbar.<br />
Ook rond de Gaasperplas moet ’s winters iets te beleven zijn. Daarvoor is een<br />
binnenruimte nodig. En een goed strand voor de zomer, met beachvolleybalnetten. ‘Is<br />
het water van de Gaasperplas een beetje helder?’ vraagt iemand. Dat is zo. ‘Dan kun je<br />
een onderwatermuseum maken op de bodem van de plas. Of een hotel!’ Of behoud je<br />
de Gaasperplas als gebied waar mensen rust kunnen vinden? In het programma Groen<br />
& Blauw zullen toch keuzes moeten worden gemaakt, je kunt niet op dezelfde plek én<br />
rust én sjeu hebben. Hoe biedt je ieder wat wils? De groepen met veel vrije tijd zijn de<br />
jongeren en de ouderen. Zij hebben verschillende voorzieningen nodig, en gezinnen weer<br />
andere. Ook iets om rekening mee te houden, is dat wij als overheid nog zoveel kunnen<br />
bedenken, maar afhankelijk van de markt zijn. Als geen horecaondernemer brood ziet in<br />
een restaurant aan de Gaasperplas, dan komt het er niet.<br />
Groeiende behoefte aan ontmoetingsplaatsen<br />
Anno 2030 hoeven mensen hun ‘cocon’ nauwelijks meer te verlaten. Je kunt thuis werken,<br />
via internet boodschappen doen, virtueel samen sporten... Met het <strong>groen</strong> en water willen<br />
wij mensen een plek bieden waar ze elkaar kunnen ontmoeten. Het creëren van routes<br />
en plekken is de taak van overheid. Met het water in <strong>Zuidoost</strong> hebben we een troef in<br />
handen, want onderzoek laat zien dat water door alle bevolkingsgroepen wordt gebruikt<br />
en gewaardeerd.<br />
Van recreatie naar vrije tijd<br />
Het vrijetijdsgedrag van Nederlanders verandert. We fietsen en wandelen nog wel in<br />
het <strong>groen</strong>, maar meer dan vroeger verblijven we in de stad en maken we gebruik van<br />
stedelijke voorzieningen (horeca, funshopping, musea, theater enzovoorts). Door de<br />
welvaartstijging (economisch kapitaal) en hogere opleiding (cultureel kapitaal) wordt<br />
ons vrije tijdsperspectief veel breder, zodat we meer dingen doen. We maken ons druk<br />
over onze gezondheid, bewegen meer, consumeren volop, maar zijn door ons krapper<br />
tijdsbudget wel genoodzaakt vrijetijdsactiviteiten te combineren. We zoeken tenslotte<br />
naar die vrijetijdsarrangementen waarin we optimaal kunnen ‘beleven’.<br />
Het belang van een veelheid en veelsoortigheid aan hoogwaardige voorzieningen<br />
(cultuur, horeca, Leisure, parken, stedelijke landschappen), openbare (tolerante) sfeer,<br />
prettige en mooie openbare ruimten en veiligheid in de toekomst is dus zeer groot.<br />
21
PROGRAMMA GROEN&BLAUW | stadsdeel <strong>Zuidoost</strong> februari 2010<br />
De Gaasp, we hebben er zicht op vanuit Boerderij Langerlust, kan zich meten met de<br />
Amstel en de Vecht. Oh? Wist iemand dat de Gaasp een van de oudste veenrivieren van<br />
Nederland is? Oh? Er zijn vast mooie verhalen op te diepen. Die verborgen geschiedenis<br />
moeten we zichtbaar maken, uitdragen.<br />
Een duurzame toekomst<br />
Auto’s rijden dan rond op waterstof of elektriciteit. Bij nieuwe kantoorgebouwen kan het<br />
energieverbruik met maar liefst 90 procent omlaag, ontdekken we. De energie die dan<br />
nog nodig is, kan worden opgewekt met zonnepanelen op het dak van het kantoor. Ook<br />
door het gebruik van verf met zonnecellen en integratie van zonnepanelen in stedelijk<br />
meubilair kan energie worden opgewekt. Energie wordt bespaard door de aanleg van<br />
warmte/koude-buffers onder kantoren en het gebruik van intelligent isolatiemateriaal. Ook<br />
is het handig om centrales te bouwen in de buurt van andere industrie, om de restwarmte<br />
daarvan te gebruiken. Het is zaak om nú te beginnen met duurzaam bouwen, want wat je<br />
nu neerzet, staat er in 2030 nog.<br />
Naar een duurzame leefomgeving<br />
Duurzaamheid is het antwoord op de immer op de loer liggende onbalans tussen ‘geven<br />
en nemen’ bij het gebruik van de stad. Verheugend is het inzicht dat intensief gebruik<br />
van de stad op zichzelf niet tot onbalans hoeft te leiden. Het gaat erom hoe je de stad<br />
inricht en gebruikt. Daarbij ontstaat een steeds sterker gevoelde samenhang tussen<br />
duurzaamheid, kwaliteit en welbevinden. Mede hierdoor bestrijkt het duurzaamheidbegrip<br />
een breed spectrum. Goede <strong>groen</strong>e architectuur en kwaliteitsmaterialen verlengen de<br />
houdbaarheid van de stad, net als optimaal grondgebruik en beheer. Duurzaamheid wordt<br />
echter het meest geassocieerd met het milieu. Klimaatbestendigheid, ruimte voor energie<br />
en luchtkwaliteit spelen een sterk toenemende rol bij locatiekeuzes, inrichting, verdere<br />
intensivering en transformatie van het stedelijk gebied.<br />
Combi van duurzaamheid en recreatie<br />
Mensen moeten zich bewust worden van hun verbruik. En dat kan op een leuke manier,<br />
tijdens een dagje uit. Bijvoorbeeld door de waterzuiveringsinstallatie open te stellen<br />
voor publiek. Nuon werkt bijvoorbeeld samen met Natuurmonumenten. Bezoekerscentra<br />
en ‘fluisterboten’ werken op zonne-energie. En het kan nog veel leuker: bijvoorbeeld<br />
zoals in de Rotterdamse discotheek WATT, waar mensen op de dansvloer samen energie<br />
opwekken door te dansen.<br />
Een kathedraal van ons allemaal<br />
Nu rijst de vraag of het programma Groen & Blauw dan minder om de inhoud dan om<br />
het proces zou moeten gaan. Wat is de ambitie? Daartoe stellen we ons het programma<br />
voor als een kathedraal. Een breed gedragen gebouw, een mooie toekomst die we wel<br />
22
PROGRAMMA GROEN&BLAUW | stadsdeel <strong>Zuidoost</strong> februari 2010<br />
gezamenlijk voor ons kunnen zien. Hoe organiseer je dat? De ervaring leert dat grote<br />
projecten top-down worden ingezet. Gecombineerd met kleinere projecten van onderaf<br />
ontstaat er synergie.<br />
Wat is de trekkende gedachte van het programma? Een motto als ‘heerlijk divers in<br />
het <strong>groen</strong>’ wordt geopperd. Zo’n slogan inspireert wel. Je duidt er een identiteit mee.<br />
Voor wie? Voor een heleboel mensen en groepen. Een kathedraal staat voor formaat en<br />
grandeur. Zoals oorspronkelijk bij de bouw van de Bijlmer het geval was. We zoeken een<br />
statement, iets met veel uitstraling. We zien allemaal de potentiële allure van dit gebied,<br />
internationale allure zelfs.<br />
Conclusie<br />
Al deze bijeenkomsten hebben gezorgd voor tussentijdse input en sturing bij het tot<br />
stand komen van dit programma Groen & Blauw. Deze input heeft direct en indirect<br />
invloed gehad op het eindproduct. Een aantal onderwerpen waarvan informanten hebben<br />
aangegeven deze belangrijk te vinden, zijn direct terug te vinden in het uiteindelijke<br />
programma Groen & Blauw, waaronder het belang van natuurwaarden en het verbeteren<br />
van verbindingen tussen <strong>groen</strong>structuren. Maar niet alleen verbetering van verbindingen,<br />
ook het beheer en onderhoud van het <strong>groen</strong> is op de agenda gezet.<br />
De kathedraal is niet alleen iets fysieks, maar ook een idee en een gevoel. Mensen zien de<br />
Bijlmer als ‘het nieuwe Nederland’. Het was ook een experiment met nieuwe stedenbouw.<br />
Misschien moeten we ons gaan neerzetten als ‘Holland lab’, in sociaal en ruimtelijk<br />
opzicht. Uitstralen dat diversiteit welkom is.<br />
23
24<br />
PROGRAMMA GROEN&BLAUW | stadsdeel <strong>Zuidoost</strong> februari 2010
DEEL I: PROGRAMMA GROEN & BLAUW<br />
GROEN EN BLAUW IN ZUIDOOST<br />
25
PROGRAMMA GROEN&BLAUW | stadsdeel <strong>Zuidoost</strong> februari 2010<br />
Caerte van Waterlant en Amstellant, Joost Jansz, 1575<br />
Oude Bijlmer ringsloot<br />
26
PROGRAMMA GROEN&BLAUW | stadsdeel <strong>Zuidoost</strong> februari 2010<br />
1. Groen in <strong>Zuidoost</strong><br />
Groen in <strong>Zuidoost</strong> bestaat uit veel meer dan het <strong>groen</strong> tussen de gebouwen in de Bijlmer.<br />
Ook de parken en het <strong>groen</strong> in de andere wijken en buurten zijn typerend voor het<br />
beeld van het <strong>groen</strong> in <strong>Zuidoost</strong>. Denk alleen al aan het centraal gelegen Gaasperpark<br />
en de Bijlmerweide als overgang tussen bebouwd gebied en de landelijke omgeving<br />
en de grootschalige <strong>groen</strong>structuur met het <strong>groen</strong> in Gaasperdam, het Centraal Park<br />
Gaasperdam en het Regionaal Park Gaasperplas.<br />
Groen is in feite een containerbegrip; voor de een is ‘Groen’, natuur in de breedste zin<br />
van het woord. Voor een ander is <strong>groen</strong> de grasvelden en parken in de buurt, maar niet de<br />
bomen in de straat.<br />
Groen is een alomvattend begrip, en zo wordt het in dit programma ook benadert: Onder<br />
<strong>groen</strong> worden alle openbare <strong>groen</strong>gebieden en alle daarin aanwezige beplanting verstaan.<br />
herkenbaar. Het drooggemalen gebied is vooral in gebruik als landbouwgrond. De<br />
bebouwing in die tijd bestaat uit grote boerderijen, kleine arbeiderswoningen, molens en<br />
een gemaal. Er is ook een militair fort gevestigd, maar deze is om strategische redenen<br />
op oude kaarten niet ingetekend. De bebouwing is geconcentreerd op de hoger gelegen<br />
delen aan de randen van de polder.<br />
Begin 19e eeuw is de Bijlmermeer nog een zelfstandige gemeente, maar later wordt het<br />
onderdeel van de gemeente Weesperkarspel. In de jaren ’60 houdt deze gemeente op<br />
te bestaan; er wordt besloten dat de Bijlmermeerpolder gebruikt zal worden voor de<br />
stadsuitbreiding van <strong>Amsterdam</strong>. Tot dan toe is het landschap nog weids en in gebruik als<br />
agrarisch cultuurland. De enige ruimtelijke indeling tot dan toe wordt gevormd door de<br />
poldereenheden.<br />
1.1 Het ontstaan van Groen in <strong>Zuidoost</strong><br />
De bebouwing in <strong>Zuidoost</strong> is relatief jong. Toch kent het grondgebied van <strong>Zuidoost</strong> en<br />
vooral de Bijlmermeer een lange historische ontwikkeling. De elementen water en land<br />
spelen hierin een belangrijke rol. In de 12e en 13e eeuw maakt de Bijlmermeer deel uit<br />
van een waterrijk veengebied waar veel rivieren doorheen lopen. Het meer is ontstaan als<br />
gevolg van overstromingen van de toenmalige Zuiderzee. Twee zijtakken van de Vecht,<br />
de rivieren Gein en Gaasp, mondden uit in dit meer. De Vecht op haar beurt was een<br />
aftakking van de Oude Rijn. De Bijlmermeer behoorde in die tijd tot het stroomgebied van<br />
de Vecht; de rivier die vanaf Utrecht via Loenen en Weesp naar de Zuiderzee stroomt.<br />
Landschappelijke historie<br />
In de 16e en 17e eeuw worden in Noord-Holland veel meren drooggelegd, waaronder<br />
de Bijlmermeer. Het ingepolderde land wordt vervolgens gebruikt als landbouwgrond. In<br />
1672 is de Bijlmermeer onderdeel van de Hollandse Waterlinie: Het gebied wordt onder<br />
water gezet ter verdediging tegen de Franse legers. Na het vertrek van de Fransen wordt<br />
de Bijlmermeer opnieuw drooggemaakt om in 1702 weer onder water te komen staan,<br />
deze keer als gevolg van de doorbraak van enkele Zuiderzeedijken. Het duurt nu tot 1826<br />
voor de Bijlmermeer opnieuw en nu definitief wordt drooggemalen. De opgeleverde<br />
drassige grond wordt onderverdeeld in langwerpige weilanden die worden doorsneden<br />
met rechte slootjes ten behoeve van de afwatering. Deze structuur is ook nu nog deels<br />
27
PROGRAMMA GROEN&BLAUW | stadsdeel <strong>Zuidoost</strong> februari 2010<br />
Ontstaan van een nieuwe stad<br />
Na de 2e Wereldoorlog ontstaat er een groot woningtekort in Nederland. Om dit op te<br />
lossen stimuleert de Rijksoverheid de gemeenten om op grote schaal uitbreidingsplannen<br />
te ontwerpen. Ook in <strong>Amsterdam</strong> wordt hier gehoor aan gegeven en in de jaren ’60<br />
worden plannen gemaakt voor stadsuitbreiding, waarbij de gemeente haar oog laat<br />
vallen op <strong>Amsterdam</strong> Noord en de Bijlmermeerpolder. In dit polderlandschap moet een<br />
moderne stad verrijzen volgens de nieuwste stedenbouwkundige principes:<br />
• Een strikte scheiding van de functies wonen, werken, recreatie en verkeer;<br />
• De functie wonen concentreren in honingraatvormig gegroepeerde galerijflats met<br />
binnenstraatontsluiting die deels door drooglopen aan elkaar gekoppeld zijn;<br />
• Een volledig gescheiden netwerk voor het snelverkeer (metro en auto);<br />
• Projecteren van gebouwde parkeervoorzieningen en winkelcentra bij enkele<br />
metrostations;<br />
• In de resterende enorme, parkachtige openbare ruimte wordt het langzaam<br />
verkeer afgewikkeld en is er plaats voor scholen, speelplaatsen en allerhande<br />
recreatiemogelijkheden.<br />
Omdat de Bijlmermeerpolder voornamelijk uit veen bestaat, moet eerst een goede<br />
bouwlaag gecreëerd worden voordat er gebouwd kan worden. Hiertoe werd op het<br />
terrein een zandlaag van gemiddeld twee meter aangelegd. Daar waar plantengroei is<br />
gepland, komt daar nog dertig centimeter zwarte grond bovenop. In feite wordt in de<br />
Bijlmermeer dus een geheel nieuw landschap aangelegd.<br />
Deze ervaring moet een beeld creëren van een heel natuurlijk woongebied zonder<br />
duidelijke begrenzing: Door camouflage wordt het zicht op wegen en flatgebouwen<br />
ontnomen.<br />
Autowegen worden onttrokken aan het oog door deze te verhogen op dreven. Langs<br />
de wegen zijn bovendien rijen Groenstroken aangelegd om het verkeer aan het zicht te<br />
onttrekken.<br />
Er is echter al snel kritiek op de stedenbouwkundige opzet en het woonmilieu van de<br />
Bijlmer. Dit leidt ertoe dat de volgende uitbreidingswijk, Gaasperdam, volledig anders<br />
wordt ingericht. In deze wijk wordt geen grootschalige hoogbouw gerealiseerd, maar<br />
‘klassieke portiek-etagegebouwen’ met drie tot vier woonlagen. Ook in Holendrecht-<br />
West wordt gekozen voor een meer traditionele opzet van middelhoogbouw, maar hierbij<br />
wordt in de meandervormige verkaveling wel vastgehouden aan een autoluwe inrichting.<br />
De ene zijde van de meander is (beperkt) bereikbaar voor de auto, terwijl de andere<br />
zijde geheel is ingericht als park of plantsoen. Om te voldoen aan de vraag naar een<br />
rijker woonmilieu en naar betaalbare eengezinswoningen wordt hierna in Gaasperdam<br />
ook geëxperimenteerd met allerlei laagbouwbuurten. In de jaren ’80 groeit Gaasperdam<br />
hierdoor uit tot een gevarieerde woonwijk met een menging van huur- en koopwoningen<br />
in aparte buurten in laag- en middelhoogbouw.<br />
Groen als dominante rol in de beleving van het woongebied<br />
Bij de planning van de bebouwing in de Bijlmermeer staat wonen in het Groen centraal.<br />
Naast een vernieuwende blik op woningbouw, worden ook nieuwe inzichten ten aanzien<br />
van <strong>groen</strong> aangewend bij de inrichting van de Bijlmermeer: Wandelend over een<br />
uitgebreid voetpadenstelsel mag de bewoner alleen beplanting, water en lucht ervaren.<br />
Oorspronkelijke Opzet Bijlmer<strong>groen</strong><br />
1 Centrum<br />
2 Groen in hoogbouwwijk<br />
3 Groen in laagbouwwijk<br />
4 Groen in parkgebied<br />
5 Groen langs verkeerswegen<br />
28
PROGRAMMA GROEN&BLAUW | stadsdeel <strong>Zuidoost</strong> februari 2010<br />
In het woongebied tussen de flatgebouwen ontwerpt men grootschalige openbare<br />
ruimte: Dit wordt beschouwd als een uiting van moderniteit in de stadsuitbreiding.<br />
Groengebieden van één à twee hectare worden omsloten door bebouwing en vormen<br />
een grote gemeenschappelijke en openbare tuin voor de bewoners. De wijkvoorzieningen<br />
en stadsparken worden op een afstand van maximaal één kilometer gesitueerd. De<br />
ruimtelijke indeling en het door woningen omsloten <strong>groen</strong>e gebied ontwerpt men zo<br />
dat bewoners zich vrij kunnen bewegen zonder zich begrensd te voelen door wegen en<br />
flatgebouwen: De gevels worden afgeschermd door <strong>groen</strong> en binnenin worden door<br />
<strong>groen</strong>partijen kleine ruimtes gecreëerd waardoor verschillende vormen van recreatie<br />
aangeboden kunnen worden voor alle leeftijdscategorieën. Het <strong>groen</strong> wordt ook ingezet<br />
om bezonning en wind te reguleren. Om trek- en valwinden tegen te gaan maakt men<br />
gebruik van verschillende Groenstroken om deze winden op te tillen en niet de kans<br />
te geven weer neer te slaan. Dit wordt voornamelijk gerealiseerd door het planten van<br />
snelgroeiende houtsoorten: populieren en wilgen.<br />
Het systeem van wijkers en blijvers<br />
Door het grote woningaanbod dat in de Bijlmermeer wordt gecreëerd komen er in korte<br />
tijd grote aantallen mensen in de Bijlmermeer wonen. Om in snel tempo ook het moderne<br />
<strong>groen</strong> te realiseren in de woonomgeving kiest men voor een beplantingssysteem dat<br />
ook is gebruikt bij de aanplanting van het <strong>Amsterdam</strong>se bos: Een systeem van wijkers en<br />
blijvers.<br />
Met de methode van wijkers en blijvers worden grote aantallen een- tot tweejarige<br />
houtgewassen, zoals iepen, eiken, beuken, essen, esdoorns en berken, dicht op elkaar<br />
geplant: de zogenaamde blijvers. De plantvakken worden hierbij ruimer aangelegd,<br />
zodat de open ruimtes ertussen kleiner van afmeting zijn dan in de eindfase. Dit maakt<br />
het mogelijk om verspreid in deze plantvakken en op specifieke andere plaatsen, zoals<br />
tochthoeken en speelplaatsen, ook een grote hoeveelheid snelgroeiende boomsoorten<br />
te planten. Deze snelgroeiende boomsoorten, zoals populieren en wilgen, zijn de<br />
zogenaamde wijkers: snelgroeiende boomsoorten die al na twee tot vier jaar een<br />
behoorlijke kruin hebben en zodoende voor een afschermend effect zorgen. Deze<br />
populieren en wilgen kunnen dan later, al naargelang de behoefte, verwijderd worden om<br />
de betere houtsoorten die eronder groeien, de blijvers, de ruimte te geven om zich verder<br />
te ontwikkelen. Om het geheel een natuurlijker aanblik te geven worden er tegelijk met<br />
deze wijkers en blijvers grote hoeveelheden heesters en struiken geplant: vlier, bosbraam,<br />
vogelkers, sleedoorn, bosrank, etc. Ook worden op verschillende locaties ‘wilde’ planten<br />
en ‘kruiden’ uitgezet.<br />
Beplanting 3 jaar na aanleg<br />
Luchtfoto Bijlmer hoogbouw<br />
29
PROGRAMMA GROEN&BLAUW | stadsdeel <strong>Zuidoost</strong> februari 2010<br />
1.2 Huidige situatie van de verschillende Groengebieden<br />
Het <strong>groen</strong> is in <strong>Zuidoost</strong> rijkelijk aanwezig. Ten behoeve van de overzichtelijkheid wordt<br />
het onderverdeeld of getypeerd in herkenbare eenheden: ommeland, stadsrand, parken,<br />
woonomgeving en werk- en centrumgebieden.<br />
Ommeland<br />
<strong>Zuidoost</strong> grenst aan drie zijden aan zeer aantrekkelijke landschappen. Deze landschappen<br />
zijn van regionale betekenis en kennen grote cultuurhistorische, natuurlijke en recreatieve<br />
kwaliteiten. In het westen sluit het stadsdeel aan op de Amstelscheg, in het zuiden op het<br />
Geingebied en in het oosten op de Diemerscheg. De Diemerscheg bestaat uit een viertal<br />
Groengebieden die beperkt met elkaar verbonden zijn en ieder hun eigen karakteristieken<br />
kennen; het Diemerbos, de Overdiemerpolder, het Diemerpark en de Diemervijfhoek.<br />
In dit programma beperken wij ons tot de belangrijkste gebieden voor <strong>Zuidoost</strong>; het<br />
Diemerbos, het Geingebied en de Amstelscheg.<br />
Gaasp en Gaaspermolen<br />
Diemerbos<br />
Het Diemerbos heeft een omvang van circa 190 hectare en is voor <strong>Zuidoost</strong> het<br />
belangrijkste bosgebied. Het is aangelegd als een (hout)productiebos, maar kent tegelijk<br />
de meeste recreatieve voorzieningen en een beperkt netwerk van wandel- en fietspaden.<br />
De Veeneikbrug over de Weespertrekvaart voorziet in de rechtstreekse verbinding met het<br />
Diemerbos. Het ‘oudste’ deel van het bos ligt tegen Driemond aan waar het beeld mede<br />
wordt bepaald door graslanden, rietpercelen en open water. Dit deel wordt betiteld als<br />
het natuurlijkste deel van het bos, omdat het zich langzaam ontwikkelt in de richting van<br />
een nat natuurbos.<br />
Ligging <strong>groen</strong>gebieden<br />
30
PROGRAMMA GROEN&BLAUW | stadsdeel <strong>Zuidoost</strong> februari 2010<br />
Diemerbos<br />
Contrast Amstelscheg <strong>Zuidoost</strong><br />
Geingebied<br />
Het open veenweidegebied met de karakteristieke parallelle slotenverkaveling langs het<br />
Gein, is cultuurhistorisch en recreatief zeer waardevol. Ook de structuur van het lintdorp<br />
met de gevarieerde bebouwing en de doorzichten op het achterliggende landschap,<br />
maken deel uit van de landschappelijke kenmerken. Fietsen en wandelen langs het Gein<br />
is aantrekkelijk, alhoewel de bereikbaarheid voor bewoners van <strong>Zuidoost</strong> niet optimaal is.<br />
Het weidegebied is voor weidevogels een aantrekkelijk gebied.<br />
Amstelscheg<br />
De Amstelscheg vormt binnen de stedelijke ontwikkelingen een uitgespaard stuk<br />
landschap van het oorspronkelijke veenlandschap waarin <strong>Amsterdam</strong> ontstond. De scheg<br />
kenmerkt zich door het agrarisch polderlandschap langs de veenrivier de Amstel, met<br />
statige 17e-eeuwse buitenhuizen en boerderijen. Hierdoor vormt het een aantrekkelijk<br />
verblijf- en recreatiegebied. Het geeft verbinding met het Groene Hart van de Randstad.<br />
In de scheg worden recreatie en natuur- en landschapswaarden gecombineerd.<br />
Het bedrijven- en kantorengebied Amstel III en de A2 vormen barrières naar de<br />
woongebieden van <strong>Zuidoost</strong>.<br />
Geingebied<br />
31
PROGRAMMA GROEN&BLAUW | stadsdeel <strong>Zuidoost</strong> februari 2010<br />
Stadsrand<br />
De rand vormt een <strong>groen</strong>e schil rondom het stadsdeel en bestaat uit een aantal<br />
deelgebieden met landschappelijke, natuurlijke en recreatieve waarden. Met de<br />
klok mee van Noord naar Zuid: de Bijlmerweide, de Oostoever van de Gaasperplas,<br />
de Gaasperzoom en de Hoge Dijk. Zij maken onderdeel uit van de zogenoemde<br />
Natuurboog aan zuidzijde van <strong>Amsterdam</strong> als onderdeel van de Provinciale Ecologische<br />
Hoofdstructuur (PEHS) tussen het IJmeer en de Ronde Hoep. Het wordt getypeerd als een<br />
natte verbinding tussen deze twee ecologische kerngebieden.<br />
In de stadsrand zijn functies en voorzieningen opgenomen als picknickplaatsen,<br />
speelweiden en speeltoestellen, een kinderboerderij, manege, vogelopvang, golfterrein,<br />
natuurgebied “Klarenbeek”, een zwemplas en een stadstuinvereniging.<br />
De Bijlmerweide<br />
De Bijlmerweide is gelegen aan de stadsrand en creëert een overgang tussen het<br />
bebouwde gebied en de omliggende landelijke omgeving. Het gebied is hier qua<br />
vormgeving ook op geïnspireerd. De eerste ontwerpen voor dit gebied werden gemaakt<br />
in 1964. Het park is uiteindelijk in 1971 opgeleverd en maakt deel uit van de Hoofd<br />
Groenstructuur (HGS) van <strong>Amsterdam</strong>.<br />
De Bijlmerweide vormt een langgerekte parkstrook tussen Weespertrekvaart en <strong>Zuidoost</strong>.<br />
Langs de Weespertrekvaart is het park open van karakter, maar richting de woonwijken<br />
Geerdinkhof en Kantershof wordt de beplanting dichter en zorgen brede waterlopen voor<br />
een duidelijke scheiding. De natuurlijke uitstraling van het gebied wordt bepaald door de<br />
ontworpen meanderende watergangen met natuurlijke beplantingsranden.<br />
Bijlmerweide<br />
Oostoever Gaasperplas<br />
De Oostoever van de Gaasperplas vormt de overgang van de Gaasperplas en het<br />
Gaasperpark naar de Gaasp. Het is een overwegend open gebied dat aansluit bij het<br />
historisch landelijk karakter van de Gaasp. Richting de Gaasperplas en het Gaasperpark<br />
is de inrichting gesloten van opzet waardoor het open water van de Gaasperplas geheel<br />
aan de blik wordt onttrokken. Aan de zuidoostkant van de Gaasperplas en aan de<br />
noordoostkant van de Gaasperzoom ligt het grote, met een hek omsloten terrein van het<br />
pompstation van de waterleiding.<br />
Bijlmerweide<br />
Omgeving Waterleiding<br />
32
PROGRAMMA GROEN&BLAUW | stadsdeel <strong>Zuidoost</strong> februari 2010<br />
Hoge Dijk<br />
De Hoge Dijk is een recreatiegebied met bosjes, weiden, moeras en waterpartijtjes, fietswandel-<br />
en ruiterpaden.<br />
Gaasperzoom<br />
Gaasperzoom<br />
De “Gaasperzoom”, bestaat uit een brede waterloop met oevers met rietzomen. Als<br />
verbinding tussen de Gaasperzoom en de Hoge Dijk is langs de huizen van de wijk Gein 4<br />
een nieuwe natuurstrook aangelegd met veel water. De Gaasperzoom bestaat verder uit<br />
een begroeiing van struweel en ruigte die ontstaan is tijdens de langdurige braakligging<br />
van dit gebied.<br />
Onderdeel van de Gaasperzoom is de Hollandsche Kade. Het vormt de landschappelijke<br />
begrenzing van de veenweiden van het Gein. Historisch gezien vormde de Hollandsche<br />
Kade de politieke en staatkundige grens tussen het Graafschap Holland en het<br />
Amstelland (een Utrechtse Leen). Een gedeelte van de kade is beplant met bomen.<br />
Golfterrein<br />
Hollandsche Kade<br />
Recreatie plasje Hoge Dijk<br />
33
PROGRAMMA GROEN&BLAUW | stadsdeel <strong>Zuidoost</strong> februari 2010<br />
Parken<br />
De reeks van min of meer samenhangende parken in <strong>Zuidoost</strong> is een bijzondere<br />
karakteristiek van het stadsdeel. Deze wordt gevormd door het Bijlmerpark, het Centraal<br />
Park Gaasperdam, het Gaasperpark en de Gaasperplas.<br />
Bijlmerpark<br />
Het oorspronkelijke ontwerp van het Bijlmerpark komt voort uit het streven om in kort<br />
tijdsbestek een beschut en ruimtelijk gevoel te creëren. Dit werd gerealiseerd door grote<br />
stroken bosplantsoen aan te planten rondom grasvelden met verschillende vormen en<br />
maten. Rond het park werd water gesitueerd op meanderende wijze. Het totaalontwerp<br />
was gebaseerd op de Engelse landschapsstijl: grasvelden, groepen en solitair geplaatste<br />
bomen, doorzichten, waterpartijen, verspreidde bosschages en enkele wandelpaden.<br />
Het vernieuwde Bijlmerpark is wederom ontworpen met de Engelse landschapsstijl<br />
in gedachte; een gecultiveerde inrichting en vormgeving, waarin een grote weide en<br />
een sport- en spelesplanade domineren. Centraal in het park komt een complex voor<br />
georganiseerde sport. In het zuidelijk deel tussen Karspeldreef en het tracé van de<br />
Gaasperdammerweg/A9 wordt een natuurdeel met veel water en natuurvriendelijke<br />
oevers ontwikkeld. Maar ook hier heeft de vormgeving een gecultiveerde allure.<br />
Het oorspronkelijke Bijlmerpark<br />
Zuidzijde Bijlmerpark<br />
Schooltuinen<br />
34
PROGRAMMA GROEN&BLAUW | stadsdeel <strong>Zuidoost</strong> februari 2010<br />
Centraal Park Gaasperdam<br />
Aansluitend op het Bijlmerpark werd het Centraal Park Gaasperdam ontworpen, zodat een<br />
grootschalige Groenstructuur in geheel <strong>Zuidoost</strong> zou ontstaan.<br />
Het park beslaat 25 hectare en is qua ruimtelijk ontwerp vergelijkbaar met het Bijlmerpark:<br />
meanderende waterpartij, met gras begroeide open ruimten omsloten door dichte<br />
bosbeplanting met natuurlijke randen. Kenmerkend is de diversiteit aan functies met een<br />
daarbij passende ruimtelijke inrichting: kinderboerderij, schoolwerktuinen, sportveldjes,<br />
het centrale bosgebied en de aansluiting met de Gaasperplas via de kleine jachthaven.<br />
Gaasperpark<br />
Het voorontwerp voor het Regionaal Park Gaasperplas dateert uit 1975. De plas<br />
ontstond als gevolg van de zandwinning ten behoeve van het bouwrijp maken van<br />
de polders van <strong>Amsterdam</strong> <strong>Zuidoost</strong>. De Gaasperplas is diep en heeft voornamelijk<br />
steile en onnatuurlijke, met beschoeiingen afgewerkte oevers. In 1976 valt het besluit<br />
om het Noordelijk deel van het regionaal park in versneld tempo te realiseren. Door<br />
verstedelijking is er een groeiende behoefte naar recreatie in de open lucht ontstaan.<br />
Gaasperplas<br />
De uitgangspunten voor het park waren:<br />
• Het open weidegebied verdicht zich in ruimtelijke zin tot een stads(rand)park,<br />
• De visueel verdichtende werking in het landschap is toelaatbaar, omdat het historisch<br />
gegroeide landschap is aangetast door stedelijke groei en zandwinning.<br />
Daarnaast moest de invloed van de stad hierbij bepalend zijn en zo ontstond in de<br />
beplanting en ruimtelijke opbouw een zonering van stedelijk-cultuurlijk, via halfnatuurlijk<br />
naar een natuurlijk karakter. Tevens moet het park plaats bieden voor individuele recreatie,<br />
zoals wandelen, fietsen, paardrijden, luieren, zonnen, watersporten en oeverrecreatie.<br />
In 1982 opende de Floriade haar deuren langs de Noord oever. Aan het 50 ha. grote<br />
Floriadeterrein, wordt later 5 ha. toegevoegd in de vorm van een waterspeelplaats. Het<br />
terrein heeft twee verbindingszones met het Gaasperplaspark: aan de westzijde, met<br />
een stedelijk karakter naar Nellestein, via een boulevard en een kademuur en aan de<br />
<strong>Zuidoost</strong>zijde, met een natuurlijk oevergebied, met de daarachter gelegen weilanden.<br />
In de directe nabijheid bevindt zich ook de Gaasper Camping <strong>Amsterdam</strong>, vlak bij de<br />
eindhalte van de Metro.<br />
Gaasperpark<br />
35
PROGRAMMA GROEN&BLAUW | stadsdeel <strong>Zuidoost</strong> februari 2010<br />
Woonomgeving<br />
Binnen de woongebieden Bijlmer, Gaasperdam en Driemond is het <strong>groen</strong> in de<br />
onmiddellijke nabijheid van de woningen. Dit <strong>groen</strong> wordt met elkaar verweven door met<br />
<strong>groen</strong> begeleide doorgaande wandel- en fietsrouten en vormt zo een <strong>groen</strong>e dooradering<br />
van de buurten. Op basis van de stedenbouwkundige eenheden wordt de volgende<br />
indeling gemaakt:<br />
• In de laagbouwgebieden overheerst het <strong>groen</strong> in de straten door bomen en<br />
plantvakken met heesters.<br />
• In de Vernieuwingsgebieden is het openbaar <strong>groen</strong> op een vergelijkbare wijze vorm<br />
gegeven.<br />
• De zogenoemde Groene Banen zijn hier de nieuwe buurtparken. Zij lopen in de<br />
noordzuid richting tussen de buurtjes, zijn langgerekt en enkele tientallen meters<br />
breed.<br />
• In de middelhoogbouw vormt de oorspronkelijke opzet van hoven en <strong>groen</strong>stroken<br />
het belangrijkste openbare <strong>groen</strong>,<br />
• In de hoogbouwgebieden zijn de oorspronkelijke parkvelden nog steeds aanwezig.<br />
De inrichting is in de loop der jaren ten dele aangepast onder invloed van de<br />
veranderende wensen van de bewoners.<br />
Groene baan<br />
Parkveld Bijlmermuseum<br />
Groenstrook Gein<br />
36
PROGRAMMA GROEN&BLAUW | stadsdeel <strong>Zuidoost</strong> februari 2010<br />
Werk- en Centrumgebieden<br />
De werkgebieden in <strong>Zuidoost</strong> zijn de kantoren- en bedrijvengebieden van Amstel III en<br />
het ziekenhuisterrein van het AMC.<br />
Het werkgebied Amstel III bestaat uit een palet aan bedrijven en kantoren, ieder op hun<br />
eigen terrein gesitueerd. Deze eigen terreinen verschillen in inrichting, behoefte, smaak<br />
en middelen. De ontsluitingswegen zijn het enige dat de terreinen met elkaar verbindt.<br />
Er is geen echte <strong>groen</strong>structuur ontwikkeld. Niet alle wegen zijn beplant en bovendien<br />
vormen de terreinen samen geen samenhangend Groenbeeld.<br />
Het AMC-gebied vormt het medische cluster binnen de stadsdeelgrenzen. De bebouwing<br />
bestaat uit verschillende elementen die in een parklandschap zijn geplaatst. Dit gebied<br />
draagt daarmee bij aan het <strong>groen</strong>e karakter van <strong>Zuidoost</strong>, maar vervult (met uitzondering<br />
voor de cliënten) een weinig publieke functie voor de bewoners van de aanliggende<br />
buurten. Dit heeft te maken met de eigendomssituatie en de relatief geïsoleerde ligging<br />
aan de rand van het stadsdeel.<br />
De <strong>Amsterdam</strong>se Poort is het grote winkelcentrumgebied voor heel <strong>Zuidoost</strong>.<br />
De openbare ruimte is hoofdzakelijk verhard. De bomen zijn als versierende en<br />
accentuerende objecten ingezet om de buitenruimte te verlevendigen. In het afgelopen<br />
decennium is de hoofdroute voor het winkelend publiek doorgetrokken onder het<br />
nieuwe NS en Metro station Bijlmer door naar het ArenA gebied, met als eindpunt de<br />
woonboulevard Villa Arena. Met de nieuwbouw van het stadsdeelkantoor is aan het<br />
andere uiteinde van de winkelroute het nieuwe marktplein ontstaan.<br />
1.3 De huidige beplanting<br />
Beplanting is een korte typering voor zowel de wijze van beplanten als de soortkeuze.<br />
Wat leeftijd betreft valt de leeftijdsopbouw van de huidige beplanting uiteen in jong<br />
en oud. De oudere beplanting dateert uit de tijd van de aanleg van de Bijlmermeer en<br />
Gaasperdam en is daarmee respectievelijk ongeveer 40 en 25 jaar oud, terwijl de jonge<br />
beplanting van de Bijlmervernieuwing een leeftijd heeft van maximaal tien jaar. In het<br />
algemeen kan gezegd worden dat bomen enige ruimtelijke betekenis krijgen vanaf een<br />
leeftijd van 30 jaar en minimaal een halve eeuw nodig hebben om tot wasdom of tot een<br />
volwassen boomvorm te komen.<br />
Gras, bomen en struweel<br />
Tuin <strong>Amsterdam</strong>se Poort<br />
Vooral de oude beplanting wordt gekenmerkt door eenvormigheid. Dit wordt<br />
veroorzaakt door een opbouw die gericht was op het realiseren van een bosbeeld (met<br />
‘bosplantsoen’). Ook de toenmalige kennis, de experimentele aanpak met ‘wijkers<br />
en blijvers’ en een vertrouwen in een wijze van onderhoud door de decennia heen, is<br />
ingehaald door de tijd. Eenzijdige soortkeuze speelt een belangrijke rol in de huidige<br />
vitaliteit en kwaliteit. Tegelijkertijd hebben de snelgroeiende (en in de oorspronkelijke<br />
aanpak snel te kappen ‘wijkers’) struweelvormende beplantingen na ongeveer 25 jaar het<br />
optimum in hun levenscyclus bereikt.<br />
37
PROGRAMMA GROEN&BLAUW | stadsdeel <strong>Zuidoost</strong> februari 2010<br />
Anderzijds gedijt niet alle beplanting even goed onder invloed van de bodemopbouw<br />
en de met een zandlaag bouwrijp gemaakte bodem van de Bijlmermeer en Gaasperdam.<br />
Bovendien zakken bomen met het ouder en zwaarder worden langzaam dieper in de<br />
onderliggende slappe veenbodem. Hierdoor wordt de doorwortelbare zone tot aan<br />
het grondwater steeds kleiner, wat een slechte invloed heeft op de conditie en vitaliteit<br />
van alle beplanting. Dit, en de algemene bodemdaling door het inzakken van het veen,<br />
veroorzaakt op veel plaatsen problemen met wortels die heel dicht aan de oppervlakte<br />
komen te liggen. Wortels willen graag boven het grondwater blijven en vinden de<br />
meeste voedingsstoffen net onder de bestrating, in aanliggende tuinen en onder<br />
beplantingsvakken.<br />
Het in stand houden van het <strong>groen</strong> in algemene zin, maar vooral van de bomen wordt<br />
bemoeilijkt door de noodzakelijke ingrepen om verzakkingen in de verharding te<br />
repareren, de ligging van kabels en leidingen te herstellen en de aansluitingen op de<br />
woningen op peil te houden.<br />
Kennis en kostenreductie speelden in het verleden een rol bij het aanplanten van<br />
beplanting met minimale bodemverbetering. Dit gaat ten koste van groeikracht en<br />
vitaliteit. Het ruimtelijk beeld en de algemene visuele aantrekkelijkheid worden hierdoor<br />
op termijn op de proef gesteld.<br />
Ecologische beplanting<br />
Met name in het bosplantsoen was de keuze in soorten beplanting beperkt. Grote<br />
oppervlakten openbaar gebied werden gerealiseerd, die met het ouder worden van de<br />
beplanting voor veel bewoners een anoniem en gelijkvormig beeld opriepen. Ook in de<br />
middelhoog- en laagbouwgebieden werd een eenvoudig sortiment aangeplant. Op de<br />
paar plekken waar een meer gevarieerde beplanting werd aangebracht, is in de loop van<br />
de tijd deze in vitaliteit en dus in visuele kwaliteit teruggevallen.<br />
Parallel aan de Vernieuwingsprojecten werd met Grootonderhoud projecten bestaande<br />
beplantingen aangepast. Schoon en veilig werden als achterliggende thema’s ingezet<br />
om de woonomgeving aan te passen naar het huidige tijdbeeld. Bosplantsoen<br />
werd uitgedund ten behoeve van meer overzicht en transparantie en nieuwe (lage)<br />
beplantingselementen werden toegevoegd om nieuw ontworpen ruimtelijke indelingen<br />
te versterken. Gazons, bomen, open bosschages en hagen vormen het merendeel van het<br />
huidige Groen. Rietkragen langs verschillende waterlopen vullen het beeld aan.<br />
Kersenbloesem<br />
38<br />
Gazon, bomen en rietkragen
PROGRAMMA GROEN&BLAUW | stadsdeel <strong>Zuidoost</strong> februari 2010<br />
1.4 Beheer van het Groen<br />
De kwaliteit van de openbare ruimte wordt beïnvloed door de inrichting, de mate<br />
waarin de inrichting gebruikt wordt en door het beheer. Beheer van de openbare<br />
ruimte is het uitvoeren van werkzaamheden die erop gericht zijn de inrichtingen aan de<br />
(mogelijk wijzigende) functies te laten voldoen. Onder beheer valt daarom niet alleen het<br />
onderhouden van de inrichting door maaien, snoeien en repareren, maar ook indien nodig<br />
het vernieuwen en/of aanpassen van de inrichting. Het stadsdeel is hiervoor niet alleen<br />
aan zet. Sloten en waterpartijen worden beheerd door Waternet. Bomen, plantsoenen<br />
en perken e.d. worden beheerd door het stadsdeel of Groengebied Amstelland. Op<br />
sommige plekken wordt het beheer van Groen uitgevoerd door andere beheerders, zoals<br />
woningcorporaties, bewoners of een organisatie van vrijwilligers. In de kaart “Beheerders<br />
in het stadsdeel” staat aangegeven waar het stadsdeel beheer uitvoert en waar derden<br />
zelfstandig in de openbare ruimte aan zet zijn.<br />
De kaart “Beheerniveaus in <strong>Zuidoost</strong>” geeft aan waar welke kwaliteitsniveaus in<br />
Groenbeheer gerealiseerd zijn. Daarin staat:<br />
• A 1 voor een intensieve onkruidbeheersing;<br />
• B voor een standaard onkruidbeheersing;<br />
• C voor een extensieve onkruidbeheersing.<br />
De cijfers geven aan welke schoonheidsgraad met oog op (zwerf)afval daarbij hoort:<br />
• 3 2 staat voor “matig schoon”<br />
• 4 staat voor “schoon”<br />
• 5 staat voor “zeer schoon”<br />
1<br />
RAW-systematiek<br />
2<br />
Stichting Nederland Schoon-CROW-systematiek<br />
Het stadsdeel wil dat de wijken leefbaar zijn. Schoon, heel en veilig zijn daarin<br />
drie belangrijke thema’s. Door samenwerking en participatie wil het stadsdeel met<br />
professionele actoren en bewoners, ondernemers en bezoekers de wijk zodanig beheren<br />
dat deze de gewenste kwaliteit buiten heeft. Om het <strong>groen</strong> de gewenste kwaliteit te<br />
geven streeft het stadsdeel een bepaald kwaliteitsniveau na.<br />
Nog niet overal wordt de gewenste kwaliteit bereikt. De grootschalige vernieuwing van<br />
de Bijlmer en een beheerachterstand in de overige gebieden zijn hier debet aan. Voor<br />
de oranje gebieden binnen de bebouwde kom geldt dat het gewenste kwaliteitsniveau<br />
B en 4 bereikt moet zijn na vernieuwing (groot onderhoud of sloop-nieuwbouw), maar<br />
uiteindelijk in 2020. Uiteraard dienen hiervoor de benodigde gelden gereserveerd te<br />
worden.<br />
In het kader van het gewenste kwaliteitsniveau bepaalt het stadsdeel jaarlijks voor<br />
het <strong>groen</strong> de noodzakelijke beheerwerkzaamheden. Deze staan weergegeven in een<br />
zogenaamd “Dunningsprogramma”. In 2007 hebben deze werkzaamheden ruim 6 mln<br />
euro gekost.<br />
39
PROGRAMMA GROEN&BLAUW | stadsdeel <strong>Zuidoost</strong> februari 2010<br />
Overdiemerpolder<br />
Venserpolder<br />
Bijlmer<br />
Gemeenschapspolder west<br />
Duivendrechtse<br />
Polder<br />
Nieuwe Bullewijk<br />
Zuid Bijlmer<br />
Gein- en Gaasperpolder<br />
Holendrechter- en<br />
Bullewijkerpolder<br />
Broekzijdse polder<br />
Boezem en Afvoergebieden<br />
40
PROGRAMMA GROEN&BLAUW | stadsdeel <strong>Zuidoost</strong> februari 2010<br />
2. Blauw in <strong>Zuidoost</strong><br />
Dit hoofdstuk gaat in op de aanwezigheid van het <strong>blauw</strong> in <strong>Zuidoost</strong>; het huidige<br />
watersysteem van het stadsdeel. Dit watersysteem bestaat uit twee onderdelen: de<br />
boezem en de afvoergebieden of polders. De boezem draagt zorg voor de afwatering<br />
van het gebied zelf en ligt hoog in het landschap. De oorspronkelijke veenrivieren<br />
Gaasp, Diem, Gein en Amstel maken deel uit van het boezemsysteem. De lager<br />
gelegen gebieden aan de andere kant, kunnen worden onderverdeeld in verschillende<br />
afvoergebieden die ieder afwateren op de boezem. Naast de verschillende afwatering- en<br />
afvoergebieden zal aansluitend ook aandacht besteed worden aan het beheer van het<br />
Blauw in <strong>Zuidoost</strong>.<br />
GROEN IN ZUIDOOST<br />
2.1 Afwatering- en afvoergebieden<br />
Het stadsdeel <strong>Zuidoost</strong> ligt in twee afwateringsgebieden: Bijlmerring en<br />
Gemeenschapspolder. De boezem van de Bijlmerring wordt gevormd door de Amstel,<br />
Bullewijk, Holendrecht, Abcoudermeer, Gein, Gaasp en Weespertrekvaart. De boezem van<br />
de Gemeenschapspolder wordt op haar beurt gevormd door de Diem, Weespertrekvaart,<br />
Gaasp en het <strong>Amsterdam</strong>-Rijnkanaal.<br />
Weespertrekvaart boezem<br />
De zes afvoergebieden in het stadsdeel zijn: Bijlmermeer, Zuid Bijlmer, de Nieuwe<br />
Bullewijk, Polder Gein en Gaasp, Venserpolder en de Gemeenschapspolder. De laatste<br />
drie afvoergebieden liggen deels ook op grond van de gemeenten Ouder-Amstel,<br />
Abcoude en Diemen. Vanwege de ligging in meerdere gemeenten van sommige<br />
afvoergebieden is het nodig afspraken te maken met de aanliggende gemeenten. Dit<br />
kan worden gedaan in het watersysteemplan Bijlmerring dat Waternet zal opstellen.<br />
Voor het programma Groen & Blauw hebben wij ons met name geconcentreerd op de<br />
afvoergebieden die voor het merendeel binnen de stadsdeelgrenzen vallen. Dit zijn<br />
Bijlmermeer, Zuid Bijlmer en de Nieuwe Bullewijk.<br />
Meander polder Bijlmermeer<br />
41
PROGRAMMA GROEN&BLAUW | stadsdeel <strong>Zuidoost</strong> februari 2010<br />
Bijlmermeer<br />
Aan de randen van de polder en langs het Bijlmerpark liggen de Noord-Zuid<br />
watergangen; deze hebben geen namen. In Oost-West richting worden drie<br />
hoofdwatergangen onderscheiden: de Meander, Groene Wig en het Achterpad. Deze<br />
drie watergangen verzorgen de waterafvoer naar het gemaal in de Bijlmerweide naar de<br />
Weespertrekvaart.<br />
De drie watergangen hebben naast deze functionele eigenschap ook een belangrijke<br />
stedenbouwkundige kwaliteit. Ze dragen bij aan een herkenbare woonomgeving en aan<br />
de sfeer van de aanliggende woongebieden. De noordelijke waterloop, de Meander,<br />
loopt door de Bijlmervernieuwingsbuurten D, E, F en G met de bijbehorende diversiteit<br />
aan oevers. Langzaamverkeersroutes volgen de oevers van de Meander. De Groene Wig<br />
is centraal gelegen en verbindt het Bijlmerpark met de Bijlmerweide en doorsnijdt het<br />
Bijlmermuseum. De Groene Wig heeft het karakter van een parksingel met een hoekig,<br />
meanderend beloop. Een langzaamverkeersroute is slechts ten dele aanwezig langs<br />
de noordoever. Het zuidelijk gelegen Achterpad ligt ingeklemd tussen de berm van de<br />
Gaasperdammerweg en de bebouwing van omliggende K-buurt. Hier vormt het water de<br />
begrenzing van de achtertuinen.<br />
In het kader van de vernieuwingsoperatie van de Bijlmermeer moet extra waterberging<br />
worden gerealiseerd. In verschillende buurten worden bestaande waterlopen verbreed en<br />
nieuw water gegraven.<br />
De onderlinge afstand tussen de watergangen is groot. Met name het westelijk deel<br />
van het afvoergebied ligt ver af van de gemalen in de Bijlmerweide, waardoor de<br />
doorstroming van de watergangen slecht is. Ook de maaswijdte tussen de watergangen<br />
aan de oostzijde is groot. Hierdoor ontstaan problemen met grondwater, zoals (lokaal)<br />
hoge grondwaterstanden en plasvorming.<br />
De grote invloed van het grondwater wordt gereflecteerd in de waterkwaliteit van het<br />
oppervlaktewater. Door de beïnvloeding van het oppervlaktewater door de kwel zijn er<br />
ook hoge nutriëntenconcentraties waar te nemen in de polder Bijlmermeer. Door hoge<br />
gehaltes aan ijzer in het water en hoge chloridenconcentraties is de vorming van algen<br />
geen probleem. Wel is de slibaanwas door verschillende processen die hiermee te<br />
maken hebben groot. Niet op tijd baggeren kan problemen met de zuurstofhuishouding<br />
veroorzaken, zoals: Vissterfte, stank en troebel water.<br />
De concentraties koper en zink in de oppervlaktewateren overschrijden de normen. Dit<br />
heeft met name te maken met uitloging van materialen die in aanraking komen met het<br />
regenwater.<br />
Zuid Bijlmer<br />
De Zuid Bijlmer heeft ten zuiden van de Gaasperplas in Gaasperdam een duidelijke<br />
structuur van singels met brede openbare <strong>groen</strong>e bermen. Het noordelijk deel van<br />
de Zuid Bijlmer heeft verspringende watergangen en lijkt veel op de Bijlmermeer. De<br />
waterstructuren in Gaasperdam zijn: de Gaasperplas, de Hoge Dijk en de Gaasperzoom<br />
en de watergang tussen Gein en Reigersbos.<br />
De Gaasperplas is geen natuurlijke plas, maar ontstaan door zandwinning ten behoeve<br />
van de aanleg van Gaasperdam. De Gaasperplas heeft een oppervlakte van 65 hectare.<br />
Het is een diepe plas (maximale diepte van 35 meter) met steile oevers en een zandige<br />
bodem. Er is veel harde oeververdediging bestaande uit beschoeiingen en basaltblokken.<br />
In de Gaasperplas wordt een strak peilregime gehanteerd vanwege de open verbinding<br />
Plasvorming Kruitberg<br />
Gemaal Zuid Bijlmer<br />
42
PROGRAMMA GROEN&BLAUW | stadsdeel <strong>Zuidoost</strong> februari 2010<br />
4.20 - NAP<br />
4.70 - NAP<br />
2.70 - NAP<br />
Polderpeilen<br />
Stand onder maaiveld<br />
90 cm of meer<br />
50 tot 90 cm<br />
50 cm of minder<br />
Grondwaterstanden<br />
Kwel<br />
Stroomrichtingen<br />
Verdroging<br />
Kwel<br />
43
PROGRAMMA GROEN&BLAUW | stadsdeel <strong>Zuidoost</strong> februari 2010<br />
met het stedelijk gebied. In natte perioden wordt overtollig water uit het stedelijk gebied<br />
(polder Zuid Bijlmer) via de Gaasperplas afgevoerd. Dit zorgt voor een onnodige belasting<br />
van de waterkwaliteit in de Gaasperplas.<br />
De Gaasperplas heeft een regionale functie, vanwege zijn goede bereikbaarheid, de<br />
aanwezigheid van een metrohalte en de verkeersluwe ligging.<br />
De Gaasperplas is een officiële zwemwaterlocatie. Aan de zuidkant is een deel van<br />
de oever ingericht als zwembad met zwemstrand. Het zwemwater is afgezet van het<br />
gevaarlijke diepere deel van de plas met koudwaterstromen. Daarnaast kan de groei<br />
van schadelijke <strong>blauw</strong>algen in diepe wateren gemakkelijker plaatsvinden dan in ondiepe<br />
wateren.<br />
De Hoge Dijk en het water in de Gaasperzoom zijn recreatief belangrijke elementen en<br />
trekken door hun ligging en inrichting, ieder eigen publiek. De lange watergang tussen<br />
Gein en Reigersbos is recentelijk met ecologische oevers uitgebreid. Deze corridor is<br />
opgenomen in een meer natuurlijk onderhoud- en beheerprogramma. De Hoge Dijk is<br />
een recreatiegebied waar ook een zwemwaterlocatie aanwezig is. Om de functie van<br />
dit gebied optimaal te kunnen vervullen heeft dit gebied behoefte aan schoon water.<br />
Daartoe is er een zogenaamde schoonwaterverbinding aangelegd die water direct uit<br />
de Gaasperplas naar de Hoge Dijk laat stromen zonder dat dit beïnvloed wordt door<br />
vervuiling van stedelijk water.<br />
In de Zuid Bijlmer zijn geen grote waterhuishoudkundige problemen. Twee<br />
aandachtspunten zijn de waterkwaliteit in de Gaasperplas en de te grote onderlinge<br />
afstand tussen de watergangen in de noord- en westhoek. Door opbollen kan het<br />
grondwater dan dicht onder het maaiveld komen te staan.<br />
In het kader van de KRW (Kaderrichtlijn Water, een Europese richtlijn ter verbetering van<br />
de waterkwaliteit) moet er zowel over de ecologische kwaliteit van de Gaasperplas, als<br />
over de chemische toestand verantwoording afgedragen worden aan Europa. Waternet<br />
zal in samenwerking met het stadsdeel hiertoe een inrichtingsvoorstel indienen. De<br />
concentraties koper en zink in de oppervlaktewateren overschrijden de normen. Dit<br />
heeft met name te maken met uitloging van materialen die in aanraking komen met het<br />
regenwater.<br />
De Nieuwe Bullewijk<br />
De Nieuwe Bullewijk heeft een raster van singels in noord-zuid en oost-west richting.<br />
Dit watergrid is nog niet voltooid, enkele stukken in het centrumgebied ontbreken. Hier<br />
is de wateroverlast ook het grootst. Het Paasheuvelweggebied, de kantorenlocatie ten<br />
zuiden van de A9, vormt een uitzondering op de waterstructuur. Door een tekort aan<br />
oppervlaktewater is er de afgelopen jaren extra water toegevoegd en is een kleinschaliger<br />
grid ontstaan. In het zuidelijk deel zijn in en om het golfterrein variërende watergangen.<br />
Amstel III wordt in rap tempo ontwikkeld tot hoogstedelijk gebied, wat gepaard gaat met<br />
een forse toename van het verhard oppervlak. Amstel III is aangewezen als grootstedelijk<br />
Hoge Dijk<br />
gebied; op dat niveau worden momenteel plannen ontwikkeld om de waterhuishouding<br />
te verbeteren. De uitdaging ligt in het vinden van voldoende waterbergingscapaciteit<br />
in het Amstel III gebied zelf, in plaats van de wateropgaaf af te wentelen elders in het<br />
afvoergebied op gemeentegrond van Ouder-Amstel.<br />
Kwalitatief gezien is zuurstof de enige parameter die in ruime mate voldoet aan de<br />
gestelde streefwaarde. De waarden zowel voor totaal fosfaat als totaal stikstof zijn hoog<br />
te noemen. Hier ligt een relatie met de toestroom van nutriëntrijke kwel. De polder wordt<br />
gekenmerkt door hoge chloride gehalten. Dit komt voornamelijk door de lage ligging van<br />
de polder en het optreden van brakke kwel.<br />
De concentraties koper en zink in de oppervlaktewateren overschrijden de normen. Dit<br />
heeft met name te maken met uitloging van materialen die in aanraking komen met het<br />
regenwater.<br />
44
PROGRAMMA GROEN&BLAUW | stadsdeel <strong>Zuidoost</strong> februari 2010<br />
2.2 Beheer van het Blauw<br />
Waterbeheer<br />
Waterbeheer kan omschreven worden als het onderhoud van het watersysteem, waarbij<br />
het gaat om inrichting, de (ecologische) kwaliteit en kwantiteit van oppervlaktewater,<br />
waterkering en waterbodems.<br />
Bij het waterbeheer in <strong>Zuidoost</strong> zijn vele partijen betrokken. De belangrijkste partij is<br />
Waternet, de gemeenschappelijke organisatie van het waterschap Amstel, Gooi en<br />
Vecht (AGV) en de gemeente <strong>Amsterdam</strong>. Ook enkele particuliere partijen beheren<br />
diverse watergangen en <strong>groen</strong> in <strong>Zuidoost</strong>, zoals Groengebied Amstelland (Gaasperplas,<br />
Gaasperzoom, de Hoge Dijk, Diemerbos).<br />
Baggeren is nodig om water op voldoende diepte te houden voor de wateraan- en afvoer,<br />
voor de scheepvaart en voor het bereiken van een betere water(bodem)kwaliteit.<br />
De stadsdelen hebben volgens de waterstaatverordening de plicht bagger op de kant te<br />
accepteren (ontvangstplicht). Indien de bagger niet op de kant gezet kan worden is het<br />
stadsdeel verantwoordelijk<br />
voor het aanwijzen en bestemmen van locaties voor berging en verwerking van bagger<br />
(die uit het stadsdeel afkomstig is). In de periode 2002-2006 zijn de watergangen in<br />
Gaasperdam en Amstel III gebaggerd, evenals de watergangen in de Venserpolder en in<br />
de Gemeenschapspolder. Tevens is een start gemaakt met de baggerwerkzaamheden in<br />
de Bijlmermeer, waarvan de watergangen de komende jaren zullen worden gebaggerd.<br />
De watergangen in Driemond zullen volgens planning in 2009 gebaggerd worden.<br />
Grondwaterbeheer<br />
De zorg voor het ondiepe grondwater is door het gemeentebestuur van <strong>Amsterdam</strong><br />
opgedragen aan Waternet. Deze zorg bestaat uit klachtenbehandeling en<br />
gebiedsgerichte aanpak van probleemgebieden.<br />
Waterbeheerders<br />
Waternet<br />
Groengebied Amstelland<br />
<strong>Stadsdeel</strong> <strong>Zuidoost</strong><br />
Particuliere partij<br />
45
46<br />
PROGRAMMA GROEN&BLAUW | stadsdeel <strong>Zuidoost</strong> februari 2010
PROGRAMMA GROEN&BLAUW | stadsdeel <strong>Zuidoost</strong> februari 2010<br />
3. Beleid<br />
De Europese Unie, Rijksoverheid, Provincie, Waternet en de centrale stad maken beleid<br />
op het gebied van <strong>groen</strong> en <strong>blauw</strong> dat van invloed is op het stadsdeel. Hieronder wordt<br />
de inhoud van de belangrijkste beleidsdocumenten besproken waarbij steeds de invloed<br />
van dat beleid op <strong>Amsterdam</strong> <strong>Zuidoost</strong> wordt aangegeven.<br />
Voor de aanpak van wateroverlast gelden drie stappen:<br />
1. Overtollig water zoveel mogelijk bovenstrooms vasthouden;<br />
2. Zo nodig water tijdelijk bergen;<br />
3. Indien vasthouden en bergen ontoereikend zijn, mag water worden afgevoerd naar<br />
elders.<br />
Europese Unie<br />
Kaderrichtlijn Water<br />
De Europese Kaderrichtlijn Water (hierna: KRW) heeft ervoor gezorgd dat de aandacht<br />
voor waterkwaliteit in een stroomversnelling is geraakt. Het doel van deze richtlijn is het<br />
bereiken van een goede chemische en ecologische toestand van het water in 2015. Dit<br />
betekent schone én ecologisch gezonde sloten, kanalen, rivieren, meren, kustwateren<br />
en grondwater. Voor de chemische stoffen (met name zware metalen, PAK’s en<br />
bestrijdingsmiddelen) stelt de Europese Unie normen vast. De ecologische doelstellingen<br />
bepalen de landen zelf middels een EU-maatlat. In <strong>Zuidoost</strong> zal al het oppervlakte water<br />
aan de chemische doelstelling moeten voldoen. Alleen voor de Gaasperplas worden ook<br />
ecologische doelstellingen geformuleerd.<br />
Rijksoverheid<br />
Waterbeleid 21e eeuw<br />
Vanuit de Rijksoverheid is ten aanzien van water de nota Waterbeleid 21e eeuw<br />
(hierna: WB21) van belang. In deze nota uit 2001 staat in tegenstelling tot de KRW, de<br />
waterkwantiteit centraal. Verondersteld wordt dat het in de toekomst vaker en intenser<br />
zal regenen, afgewisseld met perioden van droogte. Tel je daar de toenemende<br />
verstedelijking, de bodemdaling en de zeespiegelstijging bij op dan betekent heviger<br />
neerslag lokaal tijdelijk wateroverlast. Technische oplossingen alleen zijn niet meer<br />
toereikend, zodat er meer ruimte voor water gecreëerd moet worden. De nieuwe<br />
aanpak moet voorkomen dat wateroverlast wordt afgewenteld naar lagere delen of naar<br />
benedenstrooms gelegen gebieden.<br />
Deze drietrapsstrategie biedt tegelijkertijd een oplossing voor de watertekorten. Doordat<br />
het neerslagoverschot niet meer direct wordt afgevoerd en uitgemalen, maar wordt<br />
opgeslagen in de bodem en in plassen, kan het in perioden van droogte worden benut.<br />
Er hoeft daardoor minder gebiedsvreemd water te worden ingelaten waardoor een<br />
grotere ecologische diversiteit mogelijk is. Kortom: WB21 betekent anders omgaan met<br />
water. Meebewegen met het natuurlijk systeem in plaats van het technisch proberen te<br />
beheersen.<br />
47
PROGRAMMA GROEN&BLAUW | stadsdeel <strong>Zuidoost</strong> februari 2010<br />
Gebiedsbescherming - Natuurbeschermingswet 1998: Natura 2000<br />
In de omgeving van <strong>Amsterdam</strong> liggen een aantal gebieden die onder de<br />
Natuurbeschermingswet vallen. Dit zijn Vogel- of Habitatrichtlijngebieden, zoals bedoeld<br />
in de Europese Vogelrichtlijn (nu Geïmplementeerd in de Natuurbeschermingswet 1998).<br />
Deze gebieden maken deel uit van de Europese ecologische hoofdstructuur (Natura<br />
2000). Het IJmeer is een voorbeeld van zo’n gebied, andere gebieden in de omgeving<br />
zijn Botshol, Naardermeer, Ankeveense plassen. Indien er externe effecten van het plan op<br />
deze Speciale Beschermingszones te verwachten zijn, moet dit nader worden onderzocht.<br />
Soorten van de Rode lijsten<br />
Eens per tien jaar worden er Rode lijsten opgesteld. Hierop komen soorten voor die<br />
om verschillende redenen sterk achteruitgaan. Voor het Ministerie van LNV zijn de rode<br />
lijsten mede richtinggevend voor het te voeren natuurbeleid. Het Ministerie stimuleert<br />
dat bij bescherming en beheer van gebieden rekening wordt gehouden met de rodelijst-soorten,<br />
en dat zo nodig en zo mogelijk aanvullende soortgerichte maatregelen<br />
zullen worden genomen. Bij de soorten in de bijlage is de codering van de Rode lijst<br />
opgenomen.<br />
Flora- en faunawet<br />
In april 2002 is de Flora- en faunawet van kracht geworden. In februari 2005 heeft er door<br />
middel van een Algemene Maatregel van Bestuur een aanpassing plaatsgevonden. Uit de<br />
Flora- en faunawet kunnen we de voor dit advies relevante artikelen als volgt samenvatten:<br />
Artikel 2 behandelt de algemene, voor iedereen geldende zorgplicht, voor alle in het<br />
wild levende dieren, inclusief hun leefomgeving en voor alle planten en hun groeiplaats.<br />
Lid 2 stelt dat handelingen waarvan redelijkerwijs kan worden aangenomen dat men de<br />
nadelige gevolgen voor de natuur kan weten of vermoeden, voorkomen moeten worden.<br />
Voor zover die gevolgen niet voorkomen kunnen worden moeten de effecten van die<br />
handelingen worden beperkt of ongedaan gemaakt.<br />
Artikelen 8 tot en met 13 zijn verbodsbepalingen waarin de mogelijk nadelige<br />
handelingen worden genoemd. Het betreft zowel evident nadelige handelingen, zoals<br />
doden of vernielen van nesten, als indirect nadelige handelingen, zoals aantasting van de<br />
leefomstandigheden, verstoring of verontrusting.<br />
Artikel 75 gaat over de mogelijkheden van vrijstelling of ontheffing. Op grond van artikel<br />
75, lid 5, van de Flora- en faunawet worden ontheffingen slechts verleend wanneer er<br />
geen afbreuk wordt gedaan aan een gunstige staat van instandhouding van de soort.<br />
Op grond van artikel 75, lid 6, aanhef en onder c, wordt in het geval van soorten die zijn<br />
opgenomen op bijlage IV van de EU-Habitatrichtlijn, ontheffing slechts verleend wanneer<br />
er, naast de voorwaarde dat geen afbreuk wordt gedaan aan een gunstige staat van<br />
instandhouding van de soort, geen andere bevredigende oplossing bestaat en met het<br />
oog op andere, bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen, belangen.<br />
Voor een ontheffingaanvraag voor de soorten uit tabel 3 en voor vogels is een uitgebreide<br />
toets nodig.<br />
Aan de ontheffing kunnen voorwaarden worden verbonden die betrekking hebben op<br />
mitigerende maatregelen of compensatie.<br />
48
PROGRAMMA GROEN&BLAUW | stadsdeel <strong>Zuidoost</strong> februari 2010<br />
<strong>Gemeente</strong> <strong>Amsterdam</strong><br />
Structuurplan <strong>Amsterdam</strong>, kiezen voor stedelijkheid (2003)<br />
In het Structuurplan <strong>Amsterdam</strong> worden de hoofdlijnen van het ruimtelijk beleid<br />
in <strong>Amsterdam</strong> tot 2010 neergezet. Er is een Hoofd<strong>groen</strong>structuur (HGS) en<br />
Hoofdwaterstructuur (HWS) <strong>Amsterdam</strong> gedefinieerd, die beschermd is en waarvoor extra<br />
aandacht voor de kwaliteit wordt gevraagd.<br />
In 2008 is gestart met een opvolger van het huidige structuurplan, De structuurvisie.<br />
De Hoofd<strong>groen</strong>structuur blijft in de structuurvisie het speerpunt van het stedelijke<br />
Groenbeleid.<br />
Provinciale Ecologische Hoofdstructuur<br />
Provincie<br />
Provinciale Ecologische Hoofdstructuur (PEHS)<br />
De Rijks Ecologische Hoofdstructuur (EHS) is uitgewerkt in de Provinciale Ecologische<br />
Hoofdstructuur (PEHS) en vormt in Noord-Holland de ruggengraat van de natuur. Deze<br />
heeft tevens een functie voor de recreatie, de verbreding van de landbouw en draagt<br />
bij aan de kwaliteit van de woon- en werkomgeving. De PEHS bestaat uit gebieden en<br />
verbindingszones.<br />
De gebieden Diemerbos en de omgeving van de Gaasperplas zijn onderdeel van de<br />
PEHS. De Natuurboog vormt een ecologische verbindingszone langs de oost- en zuidzijde<br />
van het stadsdeel. De verbindingszone is bedoeld als verbinding tussen de Diemer<br />
Vijfhoek in het IJmeer en de Rondehoep in Amstelland.<br />
49
PROGRAMMA GROEN&BLAUW | stadsdeel <strong>Zuidoost</strong> februari 2010<br />
Hoofd<strong>groen</strong>structuur geordend, Aanvullend toetsingskader voor functies in de<br />
Hoofd<strong>groen</strong>structuur (2002)<br />
Deze nota vormt een aanvullend toetsingskader bij het Structuurplan en bevat<br />
Groentypologie, toetskaarten en richtlijnen voor inpasbaarheid van functies per<br />
Groentype. Er is een Technische adviescommissie <strong>groen</strong> (TAC) ingesteld, die op basis van<br />
plannen in de Hoofd<strong>groen</strong>structuur adviseert aan het stadsbestuur.<br />
Instrument bij het soortenbeleid is de Natuurwaardenkaart <strong>Amsterdam</strong>. De<br />
natuurwaardenkaart is vastgesteld door de gemeenteraad als onderlegger bij ruimtelijke<br />
plannen. De natuurwaarde van de <strong>Amsterdam</strong>se <strong>groen</strong>gebieden is aan de hand van een<br />
aantal criteria bepaald.<br />
Groentypologie Hoofd<strong>groen</strong>structuur geordend<br />
Soortenbeleid<br />
De centrale stad (DRO) is in 2004 gestart met het vormgeven van het zogenaamde<br />
soortenbeleid, waarbij de wetgeving ten aanzien van bijzondere flora en fauna nader<br />
wordt uitgewerkt. De implementatie van de Flora- & faunawet, waarin bijzondere planten<br />
en dieren beschermd worden, is de verantwoordelijkheid van de gemeente en de<br />
stadsdelen. <strong>Amsterdam</strong> werkt aan een gedragscode die het mogelijk maakt gemeentelijke<br />
ontheffing aan te vragen bij beheersingrepen.<br />
Natuurwaarden Kaart<br />
50
PROGRAMMA GROEN&BLAUW | stadsdeel <strong>Zuidoost</strong> februari 2010<br />
Lekker wandelen en fietsen in <strong>Amsterdam</strong><br />
De nota Lekker wandelen en fietsen in <strong>Amsterdam</strong> bevat enerzijds een beleidsmatig<br />
ontwikkelingsplan voor recreatieve hoofdwandel- en fietsroutes en anderzijds een<br />
concreet actieplan om een (snelle) aanpak van de knelpunten in het netwerk te<br />
bevorderen.<br />
Knelpunten in <strong>Zuidoost</strong> die zijn beschreven in de nota Lekker wandelen en fietsen in<br />
<strong>Amsterdam</strong>.<br />
FW04: Ontbreken van wandel- en fietsverbinding vanuit Venserpolder/<strong>Amsterdam</strong>se Poort<br />
onder/over de A2 naar de Middelpolder en de Amstel.<br />
F08: (gemeente Abcoude) Ontbreken doorgaande fietsroute langs spoorlijn van Hoge Dijk<br />
naar station Abcoude.<br />
Waterplan <strong>Amsterdam</strong><br />
Het Waterplan <strong>Amsterdam</strong> geeft een visie op de waterstructuur, het gewenste gebruik,<br />
inrichting (en beheer) van het water en de oevers. Bij de herinrichting van gebieden en<br />
in nieuwbouwgebieden worden nieuwe waterlopen en plassen aangelegd en bestaande<br />
verbreed of vergroot. Dat gebeurt mede om voldoende doorstroming van water te<br />
garanderen. Bij stedelijke verdichting is het reserveren van ruimte voor waterberging<br />
noodzakelijk. Stedenbouwkundige plannen dienen per plangebied rekening te houden<br />
met minimaal 10% bergend (water)oppervlak, tenzij berekeningen aantonen dat er minder<br />
of meer ruimte nodig is.<br />
Grondwater <strong>Amsterdam</strong> 2007-2011<br />
De nota beschrijft wat Waternet de komende vijf jaar op welke manier wil bereiken binnen<br />
het totale veld van de grondwaterzorg. Waternet voert de grondwaterzorg uit in opdracht<br />
van de gemeente <strong>Amsterdam</strong>. De nota Grondwater heeft tot doel vermindering van de<br />
grondwateroverlast. Het streefbeeld voor de langere termijn gaat uit van 80% minder<br />
bestaande grondwateroverlast en geen nieuwe problemen. Dit bereiken we door:<br />
• het vaststellen van een samenhangende en integrale strategie om de doelen duurzaam<br />
te realiseren;<br />
• het formuleren van maatregelen om bestaande grondwaterproblemen aan te pakken<br />
en nieuwe grondwaterproblemen te voorkomen;<br />
• het vaststellen van het daarvoor benodigde geld en middelen;<br />
• het communiceren en afstemmen met de partners in de grondwaterzorg.<br />
51
52<br />
PROGRAMMA GROEN&BLAUW | stadsdeel <strong>Zuidoost</strong> februari 2010
PROGRAMMA GROEN&BLAUW | stadsdeel <strong>Zuidoost</strong> februari 2010<br />
<strong>Stadsdeel</strong> <strong>Zuidoost</strong><br />
Structuurvisie <strong>Zuidoost</strong> 2020: <strong>Zuidoost</strong> Open Huis<br />
In 2005 is door het stadsdeel de Structuurvisie <strong>Zuidoost</strong> vastgesteld. In deze visie wordt<br />
een beeld geschetst van hoe het stadsdeel er in 2020 uitziet. De visie formuleert ambities<br />
en doelstellingen voor de toekomst. Deze Groen & Blauw Visie is een uitvloeisel van de<br />
Structuurvisie. Ten aanzien van Groen en Blauw worden in de Structuurvisie de volgende<br />
uitgangspunten geformuleerd: In 2020 is het areaal Groen in <strong>Zuidoost</strong> afgenomen ten<br />
opzichte van 2005. De grote parken zijn echter behouden en met de uitvoering van een<br />
actieplan voor het <strong>groen</strong> is er meer kwaliteit en differentiatie gekomen. Beeld en gebruiksmogelijkheden<br />
van stadspark, randpark, wijkpark en regionaal park zijn onderling<br />
zeer verschillend en toegesneden op de functie. De nieuwe woningbouwprojecten aan de<br />
randen van het Gaasperpark en Centraal park Gaasperdam hebben een positieve bijdrage<br />
geleverd. De parken zijn, analoog aan de historie van het Bijlmerpark, veiliger geworden,<br />
ze worden beter gebruikt en er zijn meer middelen voor beheer en onderhoud beschikbaar<br />
gekomen. Gelijkopgaand met de nieuwe stedelijke ontwikkelingen in het stadsdeel<br />
is de bergingscapaciteit van het watersysteem uitgebreid. Water is daarbij gepromoveerd<br />
van een op te lossen probleem tot een drager van ruimtelijke kwaliteit en milieukwaliteit.<br />
Milieu Effect Rapport (MER) Vernieuwing Bijlmer<br />
In 2002 is voor de vernieuwing van de Bijlmer een MER opgesteld, waarin uitgebreid<br />
aandacht is besteed aan het aspect water. Door de toename van de verharding in de<br />
Bijlmer moet extra wateroppervlakte worden aangelegd. De extra waterberging wordt<br />
gerealiseerd in de vorm van een aantal nieuwe watergangen en waterpartijen. Deze<br />
watergangen worden aangelegd met beperkte diepte omdat hierdoor de kans op zoute<br />
kwel kleiner is. In totaal is het oppervlak van de te realiseren waterpartijen circa 22 ha.<br />
Dit zou ruim voldoende moeten zijn ter compensatie van de verharding binnen het<br />
plangebied. Als zogenaamde “maatgevende bui” is hier (op basis van de inzichten van<br />
destijds) gerekend met 30 mm/uur. Een ander belangrijk punt uit de MER is het aanleggen<br />
van meer natuurvriendelijke oevers. Minimaal 25% van de oevers wordt natuurvriendelijk<br />
ingericht. Door het ophogen van het maaiveld op de nieuwbouwlocaties wordt een<br />
positief effect verwacht op de buffercapaciteit van de bodem, ofwel het vermogen van de<br />
bodem om regenwater op te vangen en vast te houden. Hoe groter de buffercapaciteit,<br />
hoe kleiner de kans op wateroverlast.<br />
Milieuvisie <strong>Zuidoost</strong><br />
Voor de periode 2007-2010 zijn in het milieubeleid van het stadsdeel vier speerpunten<br />
aangewezen:<br />
1. Het verbeteren van de voorbeeldfunctie op milieugebied van de stadsdeelorganisatie.<br />
2. Het streven naar een CO2-arme of duurzame wijk in <strong>Zuidoost</strong>.<br />
3. Het terugdringen van het zwerfafvalprobleem.<br />
4. Het verbeteren van de luchtkwaliteit.<br />
De vier speerpunten zijn verwerkt in tien belangrijke milieuthema’s voor het stadsdeel.<br />
Per thema zijn één of meerdere milieuacties beschreven die in <strong>Zuidoost</strong> op dat thema een<br />
bijdragen leveren aan het verbeteren van het milieu.<br />
Voor <strong>groen</strong> en water zijn de volgende acties benoemd:<br />
• Opstellen Groen- en Watervisie <strong>Zuidoost</strong> en Woningbouwstudie <strong>Zuidoost</strong><br />
• Inrichten van oevers op natuurvriendelijke wijze in de vernieuwing Bijlmer<br />
• Aanbieden van hergebruiklocaties voor bagger uit watergangen Bijlmermeer<br />
• Aanpassen Groenbeheerplan m.b.t. baggerwerkzaamheden in relatie tot behoud<br />
ecologische waardevolle gebieden in <strong>Zuidoost</strong>.<br />
• Opstellen van aandeel stadsdeel <strong>Zuidoost</strong> in Actieplan Kaderrichtlijn Water <strong>Amsterdam</strong><br />
(KRW)<br />
• Emissies van zink, koper of lood naar het oppervlaktewater (via regenwaterafvoer)<br />
worden tegengegaan, om te beginnen bij de stadsdeelgebouwen<br />
• Op weg naar certificering beheer openbare ruimte<br />
53
54<br />
PROGRAMMA GROEN&BLAUW | stadsdeel <strong>Zuidoost</strong> februari 2010
PROGRAMMA GROEN&BLAUW | stadsdeel <strong>Zuidoost</strong> februari 2010<br />
4. Ontwikkelingen en Plannen<br />
De samenleving is voortdurend in ontwikkeling. Dat geldt ook voor <strong>Amsterdam</strong> en<br />
stadsdeel <strong>Zuidoost</strong>. Hieronder brengen we in beeld welke ontwikkelingen er spelen<br />
die het <strong>groen</strong> en <strong>blauw</strong> beïnvloeden. De ontwikkelingen worden op verschillende<br />
schaalniveaus beschreven.<br />
4.1 Ontwikkeling I: Klimaatsverandering<br />
Het klimaat in Nederland verandert. Hoe het verandert is vooral afhankelijk van de<br />
wereldwijde temperatuurstijging en van veranderingen in stromingspatronen van de lucht<br />
in onze omgeving (West Europa), en de daarmee samenhangende veranderingen in de<br />
wind. Op basis van de meest recente resultaten van klimaatonderzoek heeft het KNMI in<br />
2006 vier nieuwe klimaatscenario’s voor Nederland gepresenteerd. Er komen een aantal<br />
gemeenschappelijke kenmerken in de scenario’s naar voren: de opwarming zet door, de<br />
winters worden gemiddeld natter, de hevigheid van extreme regenbuien neemt toe en<br />
het aantal zomerse regendagen wordt juist minder.<br />
Toenemend overstromingsrisico<br />
Het overstromingsrisico in Laag Nederland neemt toe door de combinatie van<br />
zeespiegelstijging, verhoogde rivierafvoeren en dalende laagveengebieden. De<br />
kustbescherming ter hoogte van de Metropoolregio <strong>Amsterdam</strong> is op de lange termijn<br />
geborgd door een brede duinenrij en robuuste afsluitingen bij het Noordzeekanaal<br />
en de Afsluitdijk. Door de stijging van het zeeniveau in combinatie met toenemende<br />
stormintensiteit zullen riviermondingen vaker moeten worden afgesloten, terwijl ook<br />
de piekafvoeren van de rivieren zullen toenemen. Met name lage gebieden langs het<br />
<strong>Amsterdam</strong>-Rijnkanaal en de droogmakerijen in de stad, zoals de Watergraafsmeer en<br />
Bijlmermeer, vormen een aandachtspunt.<br />
Het wordt warmer en natter<br />
De wereldwijde klimaatverandering zorgt volgens KNMIscenario’s in Nederland voor<br />
een gemiddelde temperatuurstijging van 0,9 tot 2,8 graden Celsius in 2050. De<br />
klimaatverandering zorgt naar verwachting voor een toename van de hoeveelheid<br />
neerslag in de winter en frequentere, hevigere buien in zowel winter als zomer. Met name<br />
de hevige buien zorgen voor een verhoogd risico op wateroverlast als de capaciteit van<br />
de voorzieningen en/of het oppervlaktewater onvoldoende is. In de hele regio <strong>Amsterdam</strong><br />
is dit een opgave voor zowel het stedelijk als landelijk gebied. Om waterbestendig en<br />
kostenbestendig te blijven is het verstandig om in de stad <strong>Amsterdam</strong> verder te gaan dan<br />
de landelijk afgesproken normen om wateroverlast te voorkomen. De stedelijke gebieden<br />
moeten zodanige veerkracht krijgen dat ze om kunnen gaan met een zeer intensieve bui.<br />
De bodem blijft dalen<br />
In grote delen van <strong>Amsterdam</strong> en de omliggende gebieden daalt de bodem al<br />
eeuwen. De bebouwing is meestal goed gefundeerd, maar de parken, straten en<br />
veenweidegebieden niet. Dat zorgt voor hoogteverschillen die steeds groter worden. Er<br />
kan overlast ontstaan omdat neerslag niet meer goed wegkan, of omdat het grondwater<br />
steeds dichter onder het maaiveld komt te staan. Bodemdaling treedt met name op<br />
in de zomer, als het grondwater uitzakt. Langere droge perioden zullen daarom naar<br />
verwachting zorgen voor een vergroting van het probleem. Dit betekent voor het<br />
watersysteem dat vaker water van elders nodig zal zijn om de sloten op peil te houden.<br />
Dat is in een groot deel van de <strong>Amsterdam</strong>se regio cruciaal vanwege de veenbodems. Zo<br />
kunnen verzakkingen van waterkeringen of huizen worden voorkomen.<br />
Grondwater in de knel<br />
In een oude stad als <strong>Amsterdam</strong> met een specifieke bodemopbouw en waterhuishouding<br />
spelen op diverse plekken grondwaterproblemen. In de gebieden waar nu al overlast<br />
is, zal klimaatverandering de problemen urgenter kunnen maken. Dat geldt voor<br />
gebieden waar het grondwater te hoog staat, zoals natte kruipruimtes. Ook gaat dit op<br />
voor gebieden waar het grondwater in droge perioden diep wegzakt met gevolg van<br />
aantasting van de fundering door paalrot.<br />
Zorgen voor schoon en gezond water<br />
Het intensieve stedelijke gebruik zet de kwaliteit van het stedelijk oppervlaktewater<br />
onder druk. Door hogere temperaturen en beperkte aanvoer is de kans op algenbloei<br />
en botulisme groter. Ook kunnen problemen met de waterkwaliteit ontstaan met de<br />
inlaat van drinkwater uit de rivieren en met koelwater voor de energiecentrales langs<br />
het <strong>Amsterdam</strong>-Rijnkanaal en het Noordzeekanaal. Tegelijkertijd gaat zoutindringing<br />
een grotere rol spelen, zowel vanuit het Noordzeekanaal als uit de diepe polders. Ook<br />
recreatiegebieden met zwemwater zullen zonder maatregelen vaker problemen krijgen.<br />
55
PROGRAMMA GROEN&BLAUW | stadsdeel <strong>Zuidoost</strong> februari 2010<br />
4.2 Ontwikkeling II: Ontwikkelingsbeeld Noordvleugel 2040<br />
Ontwikkelingsbeeld Noordvleugel 2040 schetst de condities voor de toekomstige<br />
ruimtelijke inrichting van de <strong>Amsterdam</strong>se metropoolregio. Het Ontwikkelingsbeeld<br />
is gericht op het bieden van een robuuste duurzame ruimtelijke structuur, waarin<br />
allerlei ontwikkelingen samenhangend kunnen plaatsvinden. Het verder intensiveren<br />
en transformeren van het afgesproken verstedelijkt gebied vormt een belangrijk<br />
element. Een daaraan verbonden speerpunt is het verbeteren van de bereikbaarheid<br />
van de regio. Het behouden en versterken van de <strong>groen</strong><strong>blauw</strong>e kwaliteiten vormt een<br />
andere belangrijke strategische opgave. Tot slot wordt nadrukkelijk ingezet op een<br />
duurzame ontwikkeling van de metropool. Het Ontwikkelingsbeeld vormt voor alle<br />
metropoolpartners de basis voor de op te stellen structuurvisies.<br />
Er worden vier cruciale inspanningen geleverd om de netwerkstad Noordvleugel door te<br />
kunnen ontwikkelen tot de Metropoolregio <strong>Amsterdam</strong>:<br />
1. Het verder intensiveren en transformeren van het afgesproken verstedelijkte en<br />
tot 2030 te verstedelijken gebied, zodat de voor een metropool kenmerkende<br />
kwaliteiten worden gerealiseerd. Hierbij is aandacht voor: een evenwichtige<br />
ontwikkeling van de diverse ontwikkelingsassen; het behoud van binnenstedelijke<br />
werkgelegenheid; voldoende aanbod van bedrijfslocaties bij de transformatie van<br />
werklocaties naar en met andere stedelijke functies, conform de Uitvoeringsstrategie<br />
Plabeka.<br />
2. Het verbeteren van de interne en externe bereikbaarheid van de regio, door zowel<br />
de mogelijkheden van het verkeerssysteem ten volle te benutten als te investeren in<br />
adequaat metropolitaan openbaar vervoer op de schaal van de metropoolregio.<br />
3. Het zo ontwikkelen van het metropolitane landschap dat de benodigde <strong>groen</strong><strong>blauw</strong>e<br />
kwaliteiten voor de metropool worden gerealiseerd.<br />
4. Het duurzaam en klimaatbestendig ontwikkelen van de metropoolregio <strong>Amsterdam</strong>.<br />
4.3 Ontwikkeling III: Ontwikkelingen <strong>Zuidoost</strong><br />
Onderzoek naar woningbouwlocaties<br />
In de Structuurvisie <strong>Zuidoost</strong> 2020 zijn vijf onderzoekslocaties aangewezen voor nieuwe<br />
woningbouw in de periode 2010 – 2030. Het gaat om een woningbouwopgave van<br />
5.000 woningen in stadsdeel <strong>Zuidoost</strong>, als onderdeel van de (minimaal) 50.000 voor heel<br />
<strong>Amsterdam</strong> in de periode tot 2030. Belangrijk hierbij is om ook een fasering te bepalen<br />
en aan te geven hoeveel woningen er al in de periode 2010 -2020 kunnen worden<br />
gebouwd. Een ander uitgangspunt uit de Structuurvisie is dat nieuwe woonmilieus sterker<br />
gericht worden op de middengroepen en hogere inkomens uit <strong>Amsterdam</strong> en de regio.<br />
De variatie in de woningvoorraad van <strong>Zuidoost</strong> dient te worden vergroot door zowel<br />
nieuwe stedelijke, als suburbane en landelijke milieus te ontwikkelen.<br />
Het onderzoek heeft daarmee zowel een kwantitatieve als een kwalitatieve component.<br />
In de Structuurvisie zijn de volgende vijf locaties aangewezen om nader te verkennen als<br />
potentiële woningbouwlocatie: Gaasperdammerweg West, Gaasperdammerweg Oost,<br />
Oostzijde Centraal Park Gaasperdam, Zuidzijde Gaasperplas en randzone AMC.<br />
Op 10 september 2007 zijn de tussenresultaten in de raadscommissie ROVB<br />
gepresenteerd. Naar aanleiding daarvan is er een motie ingediend om een aantal te<br />
onderzoeken woningbouw locaties uit te breiden.<br />
Aanpassing Gaasperdammerweg<br />
Het kabinet heeft in september 2007 besloten tot een aanpassing van de<br />
Gaasperdammerweg in verband met de groeiende congestie tussen Almere en<br />
<strong>Amsterdam</strong>. De Gaasperdammerweg zal worden uitgebreid met extra rijstroken en<br />
worden overkluisd. Met de voorbereiding van de MER-procedure is recentelijk gestart. De<br />
verwachting is dat de aanpassing niet voor 2017 gereed zal zijn.<br />
Toevoegen van nieuwe functies in Amstel III<br />
In het werkgebied Amstel III wordt door een aantal particuliere eigenaren een deel<br />
van hun kavels herontwikkeld. Dit houdt in dat op een aantal kavels een deel van de<br />
kantoorbebouwing verdwijnt en er andere functies, met name woningbouw wordt<br />
teruggebouwd. Naast woningbouw wordt er vanuit projectbureau <strong>Zuidoost</strong>lob<br />
ook nagedacht over het toevoegen van andere functies om de levendigheid in het<br />
werkgebied te verhogen.<br />
4.4 Plan I: Bijlmerpark<br />
Het nieuwe Bijlmerpark wordt van iedereen. Via een besloten prijsvraag is het ontwerp<br />
verkozen van Francine Houben van architectenbureau Mecanoo. Het bureau heeft een<br />
romantisch en afwisselend park ontworpen, geënt op de traditie van de 18e en 19e<br />
eeuwse parken in de Engelse landschapsstijl.<br />
Nu is vaak niet duidelijk waar het park begint en ophoudt. Rond het nieuwe Bijlmerpark<br />
komt straks een bijzondere bomenrand bij wijze van overgang tussen de nieuwe huizen<br />
en de verschillende parkruimten. Bovendien zijn de belangrijkste entrees voorzien van<br />
de tekst ‘Bijlmerpark’ en een aanduiding van de locaties waar ze zich bevinden, zoals<br />
‘Flierbos’. De entrees zijn altijd open.<br />
Het huidige Bijlmerpark is op meerdere plekken te drassig. Het park wordt daarom<br />
opgehoogd. Daarmee is het nieuwe park straks uitstekend geschikt om te sporten, te<br />
spelen en te picknicken.<br />
56
PROGRAMMA GROEN&BLAUW | stadsdeel <strong>Zuidoost</strong> februari 2010<br />
Noordvleugel 2040: Impuls 1<br />
Noordvleugel 2040: Impuls 2<br />
Noordvleugel 2040: Impuls 3<br />
Noordvleugel 2040: Impuls 4<br />
57
PROGRAMMA GROEN&BLAUW | stadsdeel <strong>Zuidoost</strong> februari 2010<br />
Een rondje Bijlmerpark kent straks uiteenlopende sferen en bijzondere plekken: een<br />
natuurpark, een deel met sport en spel, een Bijlmerbomentuin, een recreatieweide,<br />
uitkijkheuvels, waterpartijen etc.<br />
<strong>Zuidoost</strong> heeft inwoners uit bijna alle landen ter wereld. Van de landen van herkomst<br />
worden de nationale bomen opgenomen in de Bijlmerbomentuin. Dit is een initiatief<br />
van Annelies Dijkman, een van de winnaars van de prijsvraag ‘Straat van 1000 Culturen’.<br />
Bijzonder aan de Bijlmerbomentuin is dat aan de bomen persoonlijke verhalen worden<br />
gekoppeld van de inwoners van <strong>Zuidoost</strong>. Bij de tuin hoort een horecapaviljoen, dat ook<br />
mooi aansluit op de naastgelegen speeltuin. Langs deze esplanade komen sport- en<br />
spelvoorzieningen voor alle leeftijden. De sport- en spel esplanade ligt centraal tussen<br />
de sportvelden, de grote weide en de Bijlmerbomentuin. <strong>Stadsdeel</strong> <strong>Zuidoost</strong> gaat deze<br />
esplanade inrichten samen met kinderen en jongeren uit de buurt.<br />
Op de grote weide vindt nu al het jaarlijks een groot festival plaats. Deze weide is het<br />
hele jaar te gebruiken voor vrije sportbeoefening. Op de tribune-esplanade, die uitkijkt<br />
over de weide, eten werknemers en bezoekers hun lunch die ze zojuist hebben gekocht<br />
in winkelcentrum <strong>Amsterdam</strong>se Poort of op de markt op het Anton de Komplein. De<br />
sportvelden zijn in de lengterichting van het park ingepast, zodat er aan alle kanten<br />
genoeg parkruimte omheen is. Deze velden zijn bedoeld voor sportverenigingen en<br />
scholen en voor diverse soorten sportbeoefening.<br />
Langs de Karspeldreef ligt een sportaccommodatie, waarin ook parkeerruimte is<br />
opgenomen. Rond het sportveld ten zuiden van de Karspeldreef is ook een atletiekbaan<br />
bedacht.<br />
Waar het Bijlmerpark grenst aan de A9, ligt het natuurpark. Dit parkdeel is juist<br />
behoorlijk nat. Dit maakt het creëren van natuurontwikkeling mogelijk. De oevers krijgen<br />
kleurige beplanting. Het vele water is niet alleen aantrekkelijk om te zien (bijvoorbeeld<br />
vanaf de vlonder in de grote vijver), maar ook nuttig voor de waterberging van de<br />
Bijlmermeerpolder. Hier moeten ook de nodige dieren hun thuis krijgen, zoals kikkers,<br />
waterjuffers en wellicht zelfs ringslangen. Naast de grote vijver ligt de vlinderheuvel. Die<br />
biedt uitzicht over het hele park in noordelijke richting.<br />
Aan de oost- en westzijde van het park komt een verkeersluwe weg waaraan nieuwe<br />
woningen staan. Deze woningen kijken uit op het park, wat goed is voor de sociale<br />
veiligheid.<br />
De verschillende sferen zijn verbonden met brede esplanaden, fietspaden en voetpaden.<br />
Door dit grote netwerk van paden zijn veel verschillende wandelroutes mogelijk. De<br />
belangrijkste routes zijn ’s avonds en ’s nachts verlicht. Onderdoorgangen en bijzondere<br />
bomengroepen worden extra verlicht.<br />
58
PROGRAMMA GROEN&BLAUW | stadsdeel <strong>Zuidoost</strong> februari 2010<br />
4.5 Plan II: Diemerbos<br />
Momenteel wordt er gewerkt aan de herinrichting en uitbreiding van het Diemerbos. Het<br />
doel van het project is om een groter en intensiever ingericht Diemerbos te realiseren, dat<br />
beter aan de wensen van de bezoekers voldoet, meer bezoekers trekt en dat nadrukkelijk<br />
zijn plek opeist in het spectrum van regionale <strong>groen</strong>gebieden rond <strong>Amsterdam</strong>. Het<br />
Diemerbos moet een goed functionerend stadsbos worden.<br />
Het karakter van een nat, ruig moerasbos wordt versterkt door het verbreden van<br />
waterpartijen bij de hoofd-entree en de Gaaspermolenvaart, het aanleggen van enkele<br />
nieuwe water- en moeraspartijen in het oostelijke deel van het bos en het maken van<br />
natuuroevers met riet en andere oeverplanten. De bosomvorming gebeurt door op een<br />
aangepaste manier van dunnen van de bomen.<br />
De landschappelijke eenheid wordt bevorderd door de aanplant van langgerekte<br />
houtwallen, het verbreden van waterpartijen en het maken van zichtlijnen in het bestaande<br />
bos Diemerbos<br />
De aantrekkelijkheid wordt bevorderd door het duidelijker vormgeven van de entree het<br />
toevoegen van fiets- en wandelpaden en voorzieningen zoals een kinderspeelbos en<br />
horeca, en door omvorming van sommige bospartijen naar meer open bos. De entrees<br />
moeten herkenbaar zijn en uitnodigen tot bosbezoek.<br />
De nieuwe fiets- en wandelpaden moeten het mogelijk maken allerlei verschillende<br />
rondjes door het bos te maken, zodat je er niet snel uitgekeken raakt. Een spectaculair<br />
nieuw pad gaat lopen langs de verbrede Gaaspermolenvaart, van het hart van het bos<br />
naar de Gaasp. Spannende knuppelpaden maken de moerassen en wateren toegankelijk<br />
voor bezoekers.<br />
Het kinderspeelbos ligt dichtbij de hoofdentree en omvat open plekken, heuvels en een<br />
trekpontje. De horeca komt bij de hoofdentree bij de Muiderstraatweg, met wellicht in de<br />
zomer een tijdelijke voorziening in het bos zelf.<br />
59
60<br />
PROGRAMMA GROEN&BLAUW | stadsdeel <strong>Zuidoost</strong> februari 2010
PROGRAMMA GROEN&BLAUW | stadsdeel <strong>Zuidoost</strong> februari 2010<br />
DEEL II: PROGRAMMA GROEN & BLAUW<br />
GROEN, BLAUW EN ROOD<br />
VERBONDEN: EEN KWESTIE VAN<br />
DROMEN, DURVEN EN DOEN<br />
61
PROGRAMMA GROEN&BLAUW | stadsdeel <strong>Zuidoost</strong> februari 2010<br />
62<br />
<strong>Zuidoost</strong> in 2015 na realisatie van de huidige planvorming
PROGRAMMA GROEN&BLAUW | stadsdeel <strong>Zuidoost</strong> februari 2010<br />
1. Naar een visie op Groen en Blauw<br />
In deel II wordt in hoofdstuk 1 eerst de richting van het programma bepaald. Het belang<br />
van <strong>groen</strong> en <strong>blauw</strong> wordt in een breder kader geschetst. Omdat de beleidsdocumenten<br />
en –plannen grote invloed hebben op de toekomst van het <strong>groen</strong> en <strong>blauw</strong> in <strong>Zuidoost</strong>,<br />
vatten we de belangrijkste punten hieruit nog eens samen. Daarna bespreken we de<br />
kwaliteiten en problemen die aan de orde zijn in het stadsdeel. Vanuit deze plannen,<br />
ontwikkelingen, kwaliteiten en problemen op het gebied van <strong>groen</strong> en <strong>blauw</strong> formuleren<br />
we de belangrijkste uitgangspunten voor de toekomst van het <strong>groen</strong> en <strong>blauw</strong> in<br />
<strong>Zuidoost</strong>.<br />
Vanaf hoofdstuk 2 leest u het programma van Groen & Blauw tot 2030. Het programma is<br />
het gewenste toekomstbeeld van <strong>groen</strong> en <strong>blauw</strong> in relatie tot rood en is een uitwerking<br />
van de Structuurvisie. In het hoofdstuk Dromen schetsen we een beeld hoe <strong>groen</strong> nog<br />
steeds een belangrijke rol speelt in de omgeving en in de samenleving. In Durven geven<br />
we aan welke ambities we na streven en welke opgaven we willen uitwerken. Hoe we dat<br />
gaan doen, leest u in “Doen”.<br />
De druk op het <strong>groen</strong> en het <strong>blauw</strong> wordt in de toekomst steeds groter.<br />
Klimaatveranderingen, stedenbouwkundige ontwikkelingen, groeiende mobiliteit<br />
(verbreding A6-A9) en veranderende recreatieve behoeften claimen allemaal ruimte.<br />
Vormen deze ontwikkelingen een bedreiging of geeft het juist kansen voor het aanwezige<br />
<strong>groen</strong> en <strong>blauw</strong> binnen het stadsdeel?<br />
Is woningbouw in het <strong>groen</strong> slecht omdat hierdoor het oppervlakte <strong>groen</strong> afneemt, of<br />
biedt woningbouw in het <strong>groen</strong> de mogelijkheid om de verstoorde relatie met de stad<br />
weer te herstellen? Zo kan bijvoorbeeld bebouwing met de ‘voorkant’ naar het <strong>groen</strong><br />
zorgen voor grotere betrokkenheid en gebruik van het <strong>groen</strong> en kan het een gunstig<br />
effect hebben op de sociale veiligheid.<br />
Is en blijft de Gaasperdammerweg een barrière of zorgt de nieuwe overkluisde<br />
Gaasperdammerweg juist voor een verbinding tussen Bijlmerpark, Centraal Park<br />
Gaasperdam, Bijlmerweide en de Westoever van de Gaasperplas? De overkluizing zorgt in<br />
ieder geval voor een vergroting van het oppervlak aan openbare ruimte. Deze openbare<br />
ruimte kan voor tal van <strong>groen</strong>e functies worden ingericht, zoals sport, spel, recreatie<br />
(waaronder volkstuinen, kinderboerderij, etc.).<br />
Het toevoegen van nieuwe functies, zoals wonen, binnen Werkgebied Amstel III biedt<br />
kansen om de matig ingerichte openbare ruimte letterlijk op de schop te nemen.<br />
Extra water biedt mogelijkheden voor natuur, recreatie en wonen. Terwijl de waterkwaliteit<br />
toeneemt en de grondwater problemen afnemen.<br />
Om deze mogelijkheden en kansen te realiseren is een integrale Visie nodig vanuit het<br />
stadsdeel over hoe deze aspecten elkaar kunnen versterken.<br />
1.1 Belang van Groen<br />
Als mensen gevraagd wordt naar het motief om Groen of Blauw in hun buurt of in<br />
hun regio te willen, zijn de antwoorden te herleiden tot motieven van leefbaarheid,<br />
gezondheid, economie en natuur, ongeacht het soort openbare ruimte dat men voor<br />
ogen heeft. Dit geldt in algemene zin, dus ook voor stadsdeel <strong>Zuidoost</strong>.<br />
Leefbaarheid<br />
De openbare ruimte is een ontmoetingsplaats voor mensen. Een aangename omgeving<br />
creëert de condities voor prettige ontmoetingen en maakt wonen in het <strong>groen</strong> of aan het<br />
<strong>blauw</strong> aantrekkelijk. Steden kunnen met een <strong>groen</strong>e en <strong>blauw</strong>e leefomgeving de meer<br />
kapitaalkrachtige inwoners behouden.<br />
Ook recreatie nabij de woon- en werkomgeving is belangrijk. Voor ontspanning<br />
tussendoor maar ook als speel- en bewegingsplekken voor kinderen. Een <strong>groen</strong>e en<br />
<strong>blauw</strong>e kwaliteit in de openbare ruimte draagt bij aan de architectonische vormgeving<br />
van de woonomgeving en daarmee aan de identiteit van buurt en stad en schept<br />
mogelijkheden voor beleving van natuurlijke elementen.<br />
Sportieve tijdbestedingsmogelijkheden en ontmoetingsmogelijkheden leiden, samen met<br />
andere maatregelen, tot vermindering van onveiligheid door jeugdigen.<br />
Gezondheid<br />
Natuurlijk <strong>groen</strong> heeft een positieve invloed op herstel van stress en aandachtsmoeheid,<br />
zelfs zicht op stedelijke natuur is daarbij al voldoende. Een uitnodigende omgeving<br />
stimuleert tot beweging in de vorm van wandelen, joggen en fietsen. Groen heeft een<br />
gunstige invloed op de concentratie en zelfdiscipline. Het vergemakkelijkt het sociaal<br />
contact bij kinderen en daarmee hun sociale ontwikkeling.<br />
Tenslotte kan Groen bijdragen aan het verbeteren van de luchtkwaliteit. Zo zijn<br />
ondermeer de concentraties stikstofoxide (NO2) en ozon doorgaans lager in buurten met<br />
meer Groen. De concentratie aan stof kan tot 90% lager zijn in een straat met bomen.<br />
63
PROGRAMMA GROEN&BLAUW | stadsdeel <strong>Zuidoost</strong> februari 2010<br />
Groen adsorbeert fijnstof en kan daarmee onder bepaalde condities bijdragen aan de<br />
luchtkwaliteit; in drukke verkeersstraten kunnen bomen er echter juist de oorzaak van zijn<br />
dat er relatief veel fijn stof in de straat blijft hangen.<br />
Economie<br />
Steden presenteren zich met Groene c.q. Blauwe kwaliteiten als aantrekkelijk voor wonen,<br />
toerisme en recreatie. Dat vertaalt zich onder meer in een gevarieerde bevolkingsopbouw<br />
met onder meer een ‘creatieve klasse’ die economische ontwikkeling stimuleert, in<br />
meer omzet en werkgelegenheid in het toeristisch en recreatief bedrijfsleven en in<br />
gemeentelijke inkomsten via toeristenbelasting.<br />
Naast de bereikbaarheid is <strong>groen</strong> in de directe omgeving een belangrijke factor bij het<br />
aantrekken van bedrijven, werknemers en het vergroten van de bedrijfsomzet.<br />
De meerwaarde van onroerend goed door de aanwezigheid van <strong>groen</strong> of <strong>blauw</strong> betaalt<br />
zich jaarlijks uit via hogere gemeentelijke belastinginkomsten ( onroerend zaak belasting )<br />
en via de belasting op verkoop van onroerend goed.<br />
Het economische effect van een gezondere stadsbevolking door aanwezigheid van <strong>groen</strong><br />
is aanzienlijk.<br />
Het <strong>groen</strong> kan tevens worden gebruikt voor waterretentie waardoor het<br />
waterafvoersysteem kan worden afgestemd op lagere afvoerpieken en de waterkwaliteit<br />
in periode van sterke regenval beter blijft. Dat leidt tot aanzienlijke besparingen op<br />
investeringen in rioolstelsels en waterzuiveringinstallaties.<br />
Natuur<br />
Groen biedt variatie aan planten en dieren waardoor veel soorten zich kunnen vestigen<br />
en handhaven in de stedelijke omgeving. De biodiversiteit in steden is over het algemeen<br />
hoger dan in het agrarisch gebied maar lager dan in natuurgebieden. De stedelijke<br />
omgeving biedt aan enkele specifieke soorten een uniek onderdak door de aard van het<br />
substraat en het stedelijk microklimaat. De flora en fauna in steden dragen vooral bij aan<br />
de natuurbeleving en daarmee aan draagvlak voor natuurbehoud en natuurontwikkeling in<br />
Nederland.<br />
Wonen aan Groen en Blauw<br />
64
PROGRAMMA GROEN&BLAUW | stadsdeel <strong>Zuidoost</strong> februari 2010<br />
1.2 Beleid en ontwikkelingen<br />
De belangrijkste conclusies uit het beleid en ontwikkelingen die besproken zijn in het<br />
vorige hoofdstuk:<br />
• De structuurvisie <strong>Zuidoost</strong> stelt dat de hoeveelheid <strong>groen</strong> in de toekomst is<br />
afgenomen, maar in kwaliteit en differentiatie is toegenomen. Tevens is water een<br />
drager geworden van de ruimtelijke kwaliteit.<br />
• Toekomstige ontwikkelingen passen niet geheel in de Hoofd<strong>groen</strong>structuur<br />
<strong>Amsterdam</strong>. Hiervoor zijn voorstellen nodig om de Hoofd<strong>groen</strong>structuur te wijzigen en<br />
eventuele afname te compenseren. Ook zullen de toekomstige ontwikkeling een ander<br />
gebruik van het <strong>groen</strong> stimuleren en het noodzakelijk maken de <strong>groen</strong>typologie in de<br />
Hoofd<strong>groen</strong>structuur geordend aan te passen.<br />
• De Natuurboog is een provinciale ecologische verbinding die over het grondgebied<br />
van <strong>Zuidoost</strong> loopt. Verdere natuurlijke landschappelijke ontwikkeling van deze<br />
verbinding zullen de natuurwaarden vergroten en van de Natuurboog een volwaardige<br />
verbinding maken.<br />
• Natuurvriendelijke oevers zullen een positieve bijdrage leveren aan de ecologie<br />
en natuurbeleving in <strong>Zuidoost</strong>. Het noemen van percentages te realiseren<br />
natuurvriendelijke oevers in nieuwbouwgebieden zoals omschreven in de MER<br />
vernieuwing Bijlmermeer 2002 en de Milieuvisie <strong>Zuidoost</strong> zal resulteren in snippers<br />
natuurvriendelijke oevers, waarvan we inmiddels menen dat die niet bijdragen aan<br />
een duurzame structuur. Het is beter natuurvriendelijke oevers aaneengesloten aan te<br />
leggen.<br />
• Voor zowel de nieuwe planvorming als de klimaatverandering is extra waterberging<br />
noodzakelijk. Door <strong>blauw</strong> integraal op te nemen in planvorming zal er meer ruimte<br />
worden gecreëerd voor water en kunnen grondwaterproblemen structureel worden<br />
aangepakt. De drietrapsstrategie van ‘vasthouden, bergen en afvoeren’ biedt<br />
oplossingen voor zowel overlast als verdroging.<br />
• De kwaliteit van het water wordt bepaald door de kaderrichtlijnwater. De chemische en<br />
ecologische doelen zullen richting geven aan de na te streven kwaliteit.<br />
kansen in plaats van bedreigingen. Het <strong>groen</strong> zal weldegelijk in omvang afnemen.<br />
Maar met een positieve instelling kunnen ook kansen om zowel het stedelijk gebied als<br />
de <strong>groen</strong>gebieden beter met elkaar te verbinden en de kwaliteit te vergroten worden<br />
verzilverd. Ook kunnen de toekomstige ontwikkelingen een positieve bijdrage leveren in<br />
het realiseren van een duurzaam en klimaatbestendig watersysteem.<br />
De druk op het <strong>groen</strong> en <strong>blauw</strong> wordt in de toekomst dus steeds groter. Om <strong>groen</strong><br />
te behouden en te beschermen is <strong>groen</strong>e openbare ruimte vast gelegd in het<br />
bestemmingsplan en zijn de belangrijkste <strong>groen</strong>gebieden ook opgenomen in de<br />
Hoofd<strong>groen</strong>structuur van <strong>Amsterdam</strong>. Dit geeft het <strong>groen</strong> van <strong>Zuidoost</strong> de best mogelijke<br />
juridische bescherming.<br />
Om het <strong>groen</strong> en <strong>blauw</strong> op de kaart te zetten is een goed programma nodig die richting<br />
geeft aan de ontwikkeling en ruimte claimt. Op deze manier wordt <strong>groen</strong> en <strong>blauw</strong><br />
een factor van belang in de nieuwe ontwikkelingen en worden nieuwe ontwikkelingen<br />
65
PROGRAMMA GROEN&BLAUW | stadsdeel <strong>Zuidoost</strong> februari 2010<br />
1.3 Kwaliteiten van het Groen en het Blauw in <strong>Zuidoost</strong><br />
In de toekomst wordt ingezet op de verbetering van de kwaliteit van het <strong>groen</strong> en<br />
<strong>blauw</strong>. Om de verschillende aspecten van kwaliteit te kunnen benoemen is het nodig uit<br />
te leggen wat we verstaan onder ‘kwaliteit’. Voor de kwaliteit van het <strong>groen</strong> en <strong>blauw</strong><br />
kunnen we drie aspecten onderscheiden: esthetische kwaliteit, ecologische kwaliteit en<br />
gebruikkwaliteit. Hieronder beschrijven we de drie kwaliteiten en problemen van <strong>groen</strong> en<br />
een aantal specifieke aspecten van het <strong>blauw</strong>.<br />
Esthetische Kwaliteit<br />
Esthetische kwaliteit wordt bepaald door 3 aspecten: schoonheid, oriëntatie in de ruimte<br />
en de tijd.<br />
Schoonheid<br />
Het eerste aspect is de ervaring van schoonheid. De beleving van schoonheid heeft<br />
te maken met aspecten als ordening, vormgeving en de mate van verzorgdheid. Een<br />
goede ordening laat zien hoe het <strong>groen</strong> en <strong>blauw</strong> is gelegen in de stad en hoe het is<br />
opgebouwd. Een specifieke vormgeving verleent identiteit en herkenbaarheid. Bij de<br />
mate van verzorgdheid is vooral de juiste verzorgdheid van belang.<br />
Ordening<br />
De structuur van <strong>Zuidoost</strong> is helder van opzet. De stad wordt omringd door landschap<br />
en dat landschap komt via de Gaasperplas naar binnen en stopt bij het Bijlmerpark in het<br />
centrum van <strong>Zuidoost</strong>. De Weespertrekvaart en de infrastructuur (Gaasperdammerweg/<br />
A9, spoorlijn, dreven en de A2) vormen helaas barrières tussen de verschillende <strong>groen</strong>e<br />
landschappelijke gebieden. De potentiële aaneengeslotenheid van dit <strong>groen</strong> en de<br />
verbinding met het centrum is een grote en unieke kwaliteit en geeft het <strong>groen</strong> van<br />
<strong>Zuidoost</strong> een robuustheid.<br />
Vormgeving<br />
Door de jeugdige leeftijd van <strong>Zuidoost</strong> treft men hier geen historische parken aan. Wel<br />
zijn voorbeelden te vinden van meer recente landschapsarchitectuur. Binnen het stadsdeel<br />
zijn twee stromingen dominant, een schijnbaar (soms ook feitelijk) niet ontworpen stijl met<br />
de illusie van natuurlijkheid en een recente landschapsstijl. Daarnaast zijn de laatste jaren<br />
diverse Groene ruimten ingericht naar recent heersende ontwerpstijlen.<br />
Het Floriadeterrein uit de jaren 80 is een icoon van de vaderlandse landschapsarchitectuur,<br />
een toonbeeld van die tijd.<br />
In veel <strong>groen</strong>gebieden zijn de stijlen nauwelijks meer op een ontwerp terug te voeren, zij<br />
zijn in de loop der tijd “gegroeid”. Daarnaast lijken te veel <strong>groen</strong>gebieden in vormgeving<br />
op elkaar en maakt het weinig verschil of men zich midden in het centrum bevindt of aan<br />
Groene lob<br />
Ommeland<br />
Relatie Stad en Landschap<br />
Spoor<br />
Gaasp<br />
Gaasperdammerweg<br />
A2<br />
Dreven<br />
Barrièrewerking Infrastructuur en Gaasp<br />
66
PROGRAMMA GROEN&BLAUW | stadsdeel <strong>Zuidoost</strong> februari 2010<br />
de rand van het stadsdeel.<br />
Verdere herinrichting van de parken zoals ook voorgesteld in het Bijlmerpark en het<br />
renoveren van het Floriadeterrein kunnen de ontwerpstijlen weer herkenbaar maken en<br />
de esthetische kwaliteit verhogen.<br />
Verzorgdheid<br />
De vernieuwing van het beheer is nog niet afgerond. Nog niet alle gebieden hebben<br />
de gewenste standaard en de correcte mate van verzorgdheid. De grote omvang van<br />
het <strong>groen</strong> in het stadsdeel drukt zeer op de beschikbare beheer budgetten. Door de<br />
hoeveelheid is niet op een acceptabel niveau te beheren. De kosten hiervan worden te<br />
hoog.<br />
Oriëntatie in de ruimte<br />
Het tweede aspect betreft de mate van oriëntatie in ruimte. Groen kan bijdragen aan de<br />
ruimtelijke oriëntatie. Groen versterkt op die manier het bewustzijn dat mensen hebben<br />
van hun omgeving en de context daarvan in de stad. Door samenhang en contrasten<br />
te benadrukken ontstaat een duidelijke geleding en structuur die bijdraagt aan de<br />
esthetische kwaliteit.<br />
Om je te oriënteren is de herkenbaarheid van gebieden en randen van belang. De<br />
potentiële variatie in het landschaps<strong>groen</strong> en de verscheidenheid aan <strong>groen</strong>e ruimten in<br />
de stad kunnen wanneer zij versterkt worden de oriëntatie verbeteren. Deze variatie en<br />
verscheidenheid dient gekoesterd te worden.<br />
<strong>Zuidoost</strong> heeft een grote lengte aan bebouwingsrand langs het <strong>groen</strong>. Hierdoor zijn er<br />
veel potentiele kansen voor mooie woonlocaties. De randen zijn echter nu vaak diffuus<br />
en met de rug naar het <strong>groen</strong> gekeerd. Dit geeft niet alleen problemen bij de oriëntatie<br />
maar doet ook afbreuk aan de mate van verzorgdheid. Een heldere keuze en zorgvuldig<br />
vormgegeven randen dragen dan ook bij aan de esthetische kwaliteit.<br />
Oriëntatie in de tijd<br />
Het derde esthetische aspect heeft te maken met de oriëntatie in de tijd.<br />
Historische ontwikkelingen<br />
Aan de randen van <strong>Zuidoost</strong> zijn oorspronkelijke landschappelijke waarden nog steeds<br />
zichtbaar. Zo is het omringende landschap redelijk ongeschonden aanwezig. De<br />
veenrivieren en -weiden met hun opstrekkende verkaveling vormen cultuurhistorisch<br />
erfgoed. Cultuurhistorische elementen als Weespertrekvaart-Gaasp en de Hollandse kade<br />
blijven dragers in het landschap en spelen een belangrijke rol in recreatieve zin.<br />
In het stedelijke deel van <strong>Zuidoost</strong> zijn de oorspronkelijke patronen verdwenen of als<br />
zodanig niet meer herkenbaar. Wisselende stedenbouwkundige visies hebben in de loop<br />
van de tijd geleid tot waardevolle <strong>groen</strong>e ruimten. Het Bijlmermuseum en het voormalige<br />
Floriade terrein zijn hier voorbeelden van. Zorgvuldig omgaan in heden en toekomst met<br />
de genoemde historische landschappelijke elementen is dus een vereiste.<br />
Seizoensvariatie<br />
Veel beplanting in <strong>Zuidoost</strong> is inheems en heeft hierdoor een natuurwaarde. Maar heeft<br />
in haar huidige samenstelling een beperkte invloed op de seizoensbeleving. Door het<br />
uitbreiden van het sortiment met winter<strong>groen</strong>e beplanting en het toepassen van meer<br />
bloesemdragende of in de herfst verkleurende bomen kan de seizoensbeleving worden<br />
versterkt. De inheemse beplanting is tevens grootschalig aangeplant in een relatief korte<br />
periode. Nieuwe aanplant zal ook de diversiteit vergroten in leeftijd.<br />
Door de korte historie van <strong>Zuidoost</strong> is het aantal monumentale bomen in <strong>Zuidoost</strong><br />
beperkt. Ook de natuurlijke grondslag en de daarbij horende bodemdaling met het<br />
noodzakelijke ophogen beperkt de leeftijd van bomen. Gericht beleid is noodzakelijk om<br />
bomen de kans te geven om monumentaal te worden.<br />
67
PROGRAMMA GROEN&BLAUW | stadsdeel <strong>Zuidoost</strong> februari 2010<br />
Bos<br />
Natuur<br />
Bos<br />
Ecologische Kwaliteit<br />
Ecologie is een begrip dat de relatie beschrijft van organismen met hun omgeving.<br />
Bij ecologische kwaliteit spelen de volgende factoren een rol: variatie, samenhang en<br />
milieukwaliteit.<br />
Amstel<br />
VeenWeide<br />
Park<br />
Park<br />
Natuur<br />
VeenWeide<br />
Gaasp<br />
Gein<br />
Variatie<br />
Variatie komt voor op verschillende niveaus, van verschil in <strong>groen</strong>gebieden tot<br />
op verschillen in inrichting. Het gaat daarbij om afwisseling in ligging, soorten en<br />
levensgemeenschappen van dieren en planten.<br />
De eerste factor, variatie, is met name afhankelijk van gradiënten, van droog naar nat en<br />
van zoet naar zout. <strong>Zuidoost</strong> kent vooral natte situaties, maar de infiltratie van zoute kwel<br />
biedt kansen voor een bijzondere flora. De al aanwezige variatie kan door soorten en<br />
biotoopgericht beleid verder worden versterkt.<br />
Natuur<br />
VeenWeide<br />
Groen in Landschap<br />
Samenhang<br />
De tweede factor is samenhang. Hierbij is er sprake van samenhang met de natuurlijke<br />
ondergrond en samenhang door ligging. Een aaneengesloten <strong>groen</strong>e parkwig is<br />
essentieel voor de ecologische kwaliteit in <strong>Zuidoost</strong>. Ook voor de fauna vormen de<br />
dreven en de Gaasperdammerweg een barrière. In de lengterichting zorgen zij echter<br />
voor verbindingen. Zo is de Gaasperdammerweg een robuuste verbindingszone met de<br />
meeste natuurwaarde (snoek en libellen) langs de waterlopen.<br />
De waterlopen bieden in <strong>Zuidoost</strong> de meeste kansen om de samenhang en dus de<br />
ecologische kwaliteit te vergroten.<br />
De hoogste natuurwaarden vinden we met name aan de randen. Hier loopt ook een<br />
Provinciale Ecologische Verbinding de Natuurboog. In de randen liggen kansen om door<br />
vernatting de natuurwaarde te verhogen en de bergingscapaciteit van de polders te<br />
vergroten.<br />
Milieukwaliteit<br />
Tenslotte is milieukwaliteit de derde factor bij ecologische kwaliteit. Hoge concentraties<br />
van milieuvreemde stoffen, voedingsstoffen en geluid, kunnen de vestiging van flora<br />
en fauna belemmeren. Natuurwaarden in de woongebieden zijn beperkt en vaak lokale<br />
incidenten. Gerichte maatregelen en het aanbrengen van structuur in natuurvriendelijke<br />
oevers dragen bij in het verhogen van de ecologische kwaliteit.<br />
Parkvelden<br />
Groene banen<br />
Hoven<br />
Groenstroken<br />
Waterlijnen<br />
Dreven<br />
Groen in de Stad<br />
68
PROGRAMMA GROEN&BLAUW | stadsdeel <strong>Zuidoost</strong> februari 2010<br />
Stedelijke biotopen<br />
De volgende stedelijke structuren kunnen worden onderscheiden:<br />
Het werkgebied Amstel III, inclusief AMC<br />
Amstel III wordt gekenmerkt door kleinschalige bedrijvigheid en kantoren in het<br />
noordelijke deel, lage gebouwen, platte daken en een door auto’s overbezette openbare<br />
ruimte; moderne kantoorbouw, hoge gebouwen en nauwelijks openbare ruimte in het<br />
middengedeelte; het AMC, met hoge gebouwen en veel kwalitatief goed <strong>groen</strong> in de<br />
directe omgeving, met een reigerkolonie, roestplaatsen voor ransuilen en een goed<br />
foerageergebied voor vleermuizen. Het werkgebied van Amstel III is soortenarm, het<br />
openbaar <strong>groen</strong> heeft weinig natuurwaarde. De schrale bermen hebben kwaliteit door<br />
droogteminnende soorten. Deze vegetatie maakt het weer aantrekkelijk voor bijzondere<br />
vlinders en sprinkhaansoorten. Opvallend is het grote aantal konijnen, dat op het korte<br />
gras foerageert en de op platte daken broedende zilvermeeuwen.<br />
Bijlmer hoogbouw, honingraatstructuur<br />
De kwaliteit bevindt zich vooral in de bomen en minder op de grond. Dat is over het<br />
algemeen kaal. Met name wilgen hebben door spechten gehakte holen, die ook door<br />
andere soorten (bijvoorbeeld vleermuizen) gebruikt kunnen worden.<br />
Bijlmer laagbouw (Kantershof, Geerdinkhof, Gaasperdam)<br />
Open structuur, tuintjes rijk aan tuinvogels. Algemene grondgebonden soorten als egel,<br />
bosmuis, gewone bosspitsmuis, veldmuis, mol. De soortenrijkdom is afhankelijk met de<br />
toegankelijkheid vanuit het buitengebied. Het maaiveld heeft meer waarde dan dat van<br />
de hoogbouw.<br />
Bijlmer nieuwbouw, semi-gesloten bouwblokken<br />
Nieuwbouw in <strong>Stadsdeel</strong> <strong>Zuidoost</strong> wordt de laatste jaren vooral in de vorm van gesloten<br />
bouwblokken aangelegd. Voor grondgebonden soorten zijn de binnentuinen niet<br />
bereikbaar. De broedvogelpopulatie moet zich nog ontwikkelen. Het aanbieden van<br />
verschillende soorten broedmogelijkheden voor stadsvogels, zoals huismussen en mezen,<br />
is een manier om dit deelgebied snel aantrekkelijker te maken voor vogels.<br />
Stedelijk water<br />
<strong>Stadsdeel</strong> <strong>Zuidoost</strong> heeft verschillende peilvakken. Deze variëren in waterkwaliteit. In<br />
Amstel III is het licht brak en het bevat veel zuurstof. Hierdoor is het rijk aan vis, waarvan<br />
visdiefjes en meeuwen profiteren.<br />
69
PROGRAMMA GROEN&BLAUW | stadsdeel <strong>Zuidoost</strong> februari 2010<br />
Biodiversiteit<br />
Vleermuizen<br />
Het stadsdeel is intensief onderzocht op aanwezigheid van vleermuizen. In grote<br />
delen van het stadsdeel zijn ze niet waargenomen, alhoewel de biotoop geschikt<br />
lijkt. Waargenomen zijn vooral gewone dwergvleermuizen, een paar laatvliegers en<br />
meervleermuizen en alleen in het najaar ruige dwergvleermuizen. Ook de aantallen zijn<br />
lager dan verwacht.<br />
Vermoedelijk zijn er vier kolonies gewone dwergvleermuizen in stadsdeel <strong>Zuidoost</strong>.<br />
Eén, de grootste, op het terrein van het AMC, één in honingraathoogbouw, één bij<br />
Geerdinkhof en één ten westen van de Gaasperplas. De laatvliegers jagen buiten de<br />
bebouwde kom, de verblijfplaats is onbekend, deze kan ook buiten het stadsdeel liggen.<br />
De meervleermuizen zijn waargenomen boven de Gaasp, waarschijnlijk is dit de trekroute<br />
en jagen ze mogelijk boven de Gaasperplas en boven ander water. Boven het stedelijk<br />
water is deze soort niet waargenomen. Deze soort verblijft in het zomerseizoen in kolonies<br />
in gebouwen. Ook van deze soort is de verblijfplaats onbekend.<br />
De ruige dwergvleermuis is in <strong>Zuidoost</strong> een wintergast. Deze soort overwintert in<br />
gebouwen; de mannetjes gebruiken boomholtes als paarterritorium. De waarnemingen<br />
van de ruige dwergvleermuis zijn gedaan in het Gaasperpark en op het AMC-terrein.<br />
Op het AMC-terrein zijn de meeste vleermuizen aangetroffen. Verder is het aantal<br />
waargenomen gewone dwergvleermuizen opvallend laag.<br />
Ringslang<br />
In de Bijlmerweide bevindt zich nog steeds een populatie ringslangen. In 2007 en<br />
2008 zijn nog grote exemplaren in de aangrenzende woonwijken waargenomen. De<br />
waarneming van de langste ringslang –<br />
130 cm - in en rond <strong>Amsterdam</strong> is hier gedaan. De groep ringslangen leeft behoorlijk<br />
geïsoleerd van andere populaties in de omgeving. Deze bevinden zich aan de andere<br />
zijde van de Weespertrekvaart.<br />
Langs de Stammerdijk, de Diemen, de Diemer Vijfhoek en op verschillende plaatsen<br />
langs de spoorlijn Diemen-Weesp komen ringslangen voor. Migratie vanuit de<br />
Weespertrekvaart, over de Provinciale weg,<br />
is voor ringslangen vrijwel kansloos. De oevers van de Weespertrekvaart zijn beschoeid,<br />
ringslangen (en andere dieren) kunnen er alleen bij de Gaasp uit. De Provinciale weg<br />
is erg druk en ringslangen zijn niet erg handig over asfalt. Verder oostwaarts is ook het<br />
<strong>Amsterdam</strong>-Rijnkanaal een barrière. In zuidelijke en westelijke richting zijn pas op grote<br />
afstand (De Poel bij Amstelveen) ringslangen te vinden. De geïsoleerde ligging van de<br />
kleine populatie in stadsdeel <strong>Zuidoost</strong> vormt een bedreiging voor deze groep. Voor het<br />
duurzaam voortbestaan is genetische uitwisseling noodzakelijk.<br />
Aardmuis<br />
Opvallend is de aanwezigheid van de aardmuis. Hoewel landelijk vrij algemeen, is de<br />
aardmuis in <strong>Amsterdam</strong> een zeldzaamheid. In het noordelijke deel van de Bijlmerweide<br />
zijn exemplaren gevangen in de vegetatie langs de oever van het enige stukje dat nog<br />
over is van de Bijlmerringsloot. Door ecologisch beheer is de vegetatie in de Bijlmerweide<br />
ruiger geworden wat eveneens vangsten heeft opgeleverd iets zuidelijk van de<br />
Bijlmerringsloot. In Groot-<strong>Amsterdam</strong> kennen we de aardmuis verder<br />
alleen maar uit het Diemerpark, de Diemervijfhoek en uit de rietoevers langs de Diemen.<br />
De aardmuis heeft kennelijk een voorkeur voor oude landschapselementen.<br />
Konijnen<br />
Op het korte gras in de brede bermen van bijvoorbeeld Amstel III komen veel konijnen<br />
voor. Het zijn ontsnapte en losgelaten dieren, die inmiddels een forse populatie vormen.<br />
Al hoewel konijnen ’s nachts actief zijn, kunnen ze op veel plaatsen grazend gezien<br />
worden.<br />
70
PROGRAMMA GROEN&BLAUW | stadsdeel <strong>Zuidoost</strong> februari 2010<br />
Rugstreeppad<br />
In stadsdeel <strong>Zuidoost</strong> zijn twee plaatsen bekend, waar al jaren rugstreeppadden worden<br />
waargenomen. In de weilanden tussen de Gaasperplas en de Gaasp. Daarbuiten is een<br />
populatie bekend in de Duivendrechtse polder. Recent is hij waargenomen bij ‘Het landje<br />
van Geijssel’. Alhoewel de rugstreeppad een pionierssoort is, die zich (’s nachts) over<br />
behoorlijke afstanden kan verplaatsen is hij nooit op andere plaatsen in het stadsdeel<br />
aangetroffen.<br />
Broedvogels<br />
Naast algemene tuin- en parkvogels zijn een aantal vogelsoorten bijzonder in<br />
stadsdeel <strong>Zuidoost</strong>. Opvallend is het aantal meeuwenkolonies, dat in lussen van<br />
verkeersknooppunten en op daken broedt.<br />
Dakbroeders<br />
Naast de koloniesoorten als kleine mantelmeeuw en zilvermeeuw broedt de schokekster<br />
op de daken van Amstel III. De scholekster broedt niet in kolonies en is vooral een vogel<br />
van het wad, maar broedt<br />
ook op weilanden en akkers.<br />
Verkeersknooppuntbroeders<br />
Zilvermeeuwen en kleine mantelmeeuwen (en een geoorde fuut) broeden bij knooppunt<br />
Holendrecht en bij het ING-gebouw bij de McDonalds. Op deze locatie broeden de<br />
vogels op het dak en eten ze mee bij McDonalds. Kokmeeuwen, visdiefjes en een paar<br />
zwartkopmeeuwen hebben gebroed in de verkeerslus bij de Arena. Visdiefjes broeden al<br />
heel lang in <strong>Zuidoost</strong>. In ieder geval sinds het opspuiten van de Bijlmermeer.<br />
Reigerkolonies<br />
In het Bijlmerpark bevond zich een behoorlijk grote kolonie <strong>blauw</strong>e reigers. Door de<br />
renovatie werkzaamheden heeft deze moeten wijken. Nu zijn er nog kolonies in de<br />
Bijlmerweide, in het Gaasperpark en bij het AMC.<br />
Huismussen<br />
<strong>Stadsdeel</strong> <strong>Zuidoost</strong> heeft nog een flink aantal kolonies huismussen. Daar waar in de<br />
rest van <strong>Amsterdam</strong> steeds meer kolonies verdwijnen weten deze in <strong>Zuidoost</strong> stand te<br />
houden.<br />
IJsvogel<br />
Er broeden in en rond <strong>Amsterdam</strong> steeds meer ijsvogels. Ook in stadsdeel <strong>Zuidoost</strong><br />
hebben diverse paartjes gebroed, onder andere in het Gaasperpark en bij de Hoge dijk.<br />
IJsvogels broeden in verticale wandjes: steile oevers en bijvoorbeeld de kluit van een<br />
omgevallen boom. Ze vissen bij voorkeur in helder stromend water, vanaf overhangende<br />
takken. In het zuidelijk deel van stadsdeel <strong>Zuidoost</strong> hebben in 2008 vier paartjes gebroed.<br />
71
PROGRAMMA GROEN&BLAUW | stadsdeel <strong>Zuidoost</strong> februari 2010<br />
Bittervoorn<br />
De bittervoorn is een door de Flora- en faunawet zwaar beschermde soort, die in de<br />
Venserpolder en in de sloten bij de waterzuivering ten oosten van de Gaasperplas<br />
voorkomt.<br />
Kleine modderkruiper<br />
In de Gaasperplas en in de sloten van het gebied ten noorden van Driemond komt de<br />
kleine modderkruiper voor. Deze vissoort komt in veel poldersloten rond <strong>Amsterdam</strong>, en<br />
in het water tussen Diemerpark en IJburg voor.<br />
Ecologische verbindingen en knelpunten<br />
Ecologische Hoofdstructuur; de Natuurboog<br />
Langs de oostgrens van stadsdeel <strong>Zuidoost</strong> loopt een verbinding van de Ecologische<br />
hoofdstructuur, de Natuurboog. De Natuurboog is één van de ecologische<br />
verbindingszones, die door de Provincie Noord-Holland zijn aangewezen. Deze<br />
verbindingszones zijn onderdeel van de EHS (Ecologische Hoofdstructuur). De<br />
Natuurboog is gedefinieerd als een moerasverbinding met kleine en grotere moerasjes, al<br />
dan niet met bos- en/of grasstrook. Gidssoorten zijn geelsprietdikkopje, heikikker,<br />
hooibeestje, koevinkje, meervleermuis, Noordse woelmuis, oranjetipje, ringslang,<br />
rugstreeppad en waterspitsmuis. Verder worden er een aantal volgsoorten genoemd.<br />
(Groene wegen. 1999).<br />
In tegenstelling tot de Groene As aan de westkant van de <strong>Gemeente</strong> <strong>Amsterdam</strong> (van<br />
Spaarnwoude naar Amstelland) is er voor de verbinding aan de oostkant van de gemeente<br />
<strong>Amsterdam</strong> geen door de Provincie Noord-Holland opgezette projectorganisatie actief.<br />
Voor de knelpunten in deze verbinding worden dan ook geen projecten georganiseerd.<br />
In het kader van de Natuurboog zijn al wel een aantal projecten uitgevoerd. Een paar<br />
deelgebieden zijn uitstekende leefgebieden voor oevergebonden soorten. In de route<br />
zitten echter enkele forse knelpunten, waardoor deze nog niet goed kan functioneren.<br />
In de ecologische verbinding zitten drie onoverbrugbare knelpunten in de ecologische<br />
verbinding voor grond- en oevergebonden soorten.<br />
• Weespertrekvaart/Provinciale weg<br />
• Abcouderstraatweg<br />
• A2 over de Holendrecht<br />
Weespertrekvaart/Provinciale weg<br />
De Provinciale weg bij de Weespertrekvaart is niet passeerbaar voor dieren. Ook ‘s<br />
nachts is deze weg druk. Om een goede passage te maken is het volgende nodig:<br />
goede onderdoorgang; natuurvriendelijke inrichting langs de Weespertrekvaart richting<br />
Knelpunten \Natuurboog<br />
oversteekpunt, van voldoende grootte, zodat het ook als steunpunt kan dienen. Inrichting<br />
aan de kant van de Bijlmerweide. Dit is een lastig punt, omdat de Bijlmerweide een<br />
polder is en enkele meters lager ligt. Trapsgewijs moerasgebiedjes aanleggen zou een<br />
mogelijkheid zijn.<br />
Omdat er aan beide zijden ringslangpopulaties zitten, is de oplossing van dit knelpunt<br />
extra belangrijk. De populatie in de Bijlmerweide is klein en geïsoleerd. Zonder goede<br />
verbindingen heeft deze populatie geen toekomstmogelijkheden. Mogelijk biedt de<br />
herinrichting van het Diemerbos kansen voor een alternatieve faunapassage meer<br />
oostwaarts, ter hoogte van de Gaasp. Dit is het grootste knelpunt in de ecologische<br />
verbinding voor oevergebonden soorten.<br />
Abcouderstraatweg<br />
De Abcouderstraatweg, ook dit is een hele drukke weg. Voor oevergebonden soorten is<br />
er geen goede en duidelijke plaats om deze te passeren.<br />
A2 over de Holendrecht<br />
De A2 over de Holendrecht wordt verbreed. Het is nog niet duidelijk wat het<br />
eindresultaat zal zijn. De inrichting zag er nog niet erg aantrekkelijk uit. De inrichting<br />
72
PROGRAMMA GROEN&BLAUW | stadsdeel <strong>Zuidoost</strong> februari 2010<br />
Gaasperplas en Gaasperpark<br />
Rond de Gaasperplas zijn er goede verbindingen. De oevers van de Gaasperplas zijn<br />
minder geschikt vanwege de intensieve recreatie langs de stranden. De verbinding naar<br />
de Gaasperzoom is geen knelpunt.<br />
Gaasperzoom<br />
Oevers en water in de Gaasperzoom zijn goed. De waarde van dit gebied als steunpunt<br />
in de EVZ kan worden vergroot door meer water aan te leggen. Mogelijk zijn wat grotere<br />
geïsoleerde plasjes, waarbij ingezet kan worden op een krabbenscheervegetatie. Hieraan<br />
is de <strong>groen</strong>e glazenmaker, een beschermde libellensoort, gekoppeld. Bij het huidige<br />
beheer is de kans groot dat dit gebied steeds meer verbost. Beter zou zijn om naar een<br />
rietvegetatie te streven, die zonder beheer in stand blijft. Van de Gaasperzoom naar de<br />
Hoge Dijk is een goede verbinding.<br />
van de <strong>groen</strong>gebieden in <strong>Zuidoost</strong>, die deel uitmaken van deze verbinding, kunnen<br />
voor de genoemde doelsoorten worden verbeterd. Dit kan vooral door meer en betere<br />
oeververbindingen<br />
Weespertrekvaart<br />
Natuurvriendelijke oevers of Fauna Uittreedplaatsen langs de Weespertrekvaart, zodat<br />
grondgebonden soorten uit het water kunnen komen.<br />
De Bijlmerweide<br />
In de Bijlmerweide is geen goede verbinding in de lengterichting aanwezig. Een keuze<br />
voor meer water, bijvoorbeeld door een doorgaande brede sloot met natuurvriendelijke<br />
oevers langs de Provinciale weg aan te leggen, kan de ecologische structuur verbeteren.<br />
Een voorbeeld van zo’n sloot is oostwaarts, langs de Gaasp ter hoogte van de<br />
Gaasperplas te vinden. Er is een stobbenwal onder de Gaasperdammerweg en een goed<br />
aangelegde verbinding onder de Loosdrechtdreef door naar de Gaasperplas.<br />
73
PROGRAMMA GROEN&BLAUW | stadsdeel <strong>Zuidoost</strong> februari 2010<br />
Overige verbindingen<br />
De taluds van de Gaasperdammerweg zijn dichtbegroeid en vormen een belangrijke<br />
Oost-Westverbinding voor grondgebonden dieren. Door de breedte zijn ze een rustplek<br />
voor dieren, die vandaar uit verder de stad in kunnen trekken. Muizensoorten, als<br />
dwergmuis en bosspitsmuis, maken daar gebruik van. Op veel plekken ontbreken Noord-<br />
Zuidverbindingen, omdat onderdoorgangen niet zijn ingericht.<br />
De spoorlijn <strong>Amsterdam</strong>-Utrecht is een belangrijke Noord-Zuidverbinding voor kleine<br />
grondgebonden dieren. De dieren passeren de knelpunten ’s nachts over het spoor. Vaak<br />
is er dekking in kabelgoten. Overdag zoeken zij dekking in begroeide taluds.<br />
Overige knelpunten<br />
Langs de Gaasperdammerweg zijn ter hoogte van de Gooiseweg, de Meerkerkdreef,<br />
Kromwijkdreef en de Muntbergdreef barrières in de doorgaande verbinding, die met een<br />
eenvoudige faunapassage zijn op te lossen.<br />
Het <strong>Amsterdam</strong>-Rijnkanaal vormt voor bijna alle grondgebonden dieren een onneembare<br />
hindernis. Door fauna uittreedplaatsen (FUP’s) te maken kunnen dieren die in het kanaal<br />
raken of proberen over te zwemmen weer uit het water komen.<br />
Verbinding Bijlmerweide – Duivendrechtse polder<br />
In het Structuurplan van 2003 staat een ecologische verbinding aangegeven van de<br />
Bijlmerweide richting sportparken Strandvliet en De Toekomst, de A2 passerend, naar de<br />
Duivendrechtse polder.<br />
Deze verbinding lijkt niet haalbaar. Er zitten te veel onneembare passages in stedelijk<br />
gebied in om inrichting voor amfibieën en ringslangen mogelijk te maken. Hij loopt dwars<br />
door bebouwing heen.<br />
Op delen van deze structuur is breed water en ruimte voor de aanleg van<br />
natuurvriendelijke oevers.<br />
De Hoge dijk<br />
Bos, grote waterpartijen maakt het recreatiegebied geschikt voor rietvogels, watervogels.<br />
In 2008 broedde er twee paar ijsvogels. Ook de aangrenzende golfbaan kent veel<br />
waterpartijen.<br />
74
PROGRAMMA GROEN&BLAUW | stadsdeel <strong>Zuidoost</strong> februari 2010<br />
Bereikbaarheid<br />
De bereikbaarheid van de <strong>groen</strong>gebieden in <strong>Zuidoost</strong> met openbaar vervoer, auto<br />
en fiets, is in potentie zeer goed. De <strong>groen</strong>e wig loopt tot aan het centrum en<br />
wordt zodoende ontsloten door enerzijds station Bijlmer-Arena en anderzijds door<br />
de Gaasperplas: Hiermee is het <strong>groen</strong> in <strong>Zuidoost</strong> middels openbaar vervoer goed<br />
bereikbaar voor alle <strong>Amsterdam</strong>mers.<br />
Door het drevenstelsel in <strong>Zuidoost</strong> is het <strong>groen</strong> ook per auto goed bereikbaar.<br />
Zorgvuldige planning van parkeergelegenheden kan hier nog verbetering in brengen.<br />
Het voornamelijk vrij liggende fietspadenstelsel in <strong>Zuidoost</strong> is uniek van karakter en van<br />
bijzondere kwaliteit. Het stelsel is fijnmazig en orthogonaal (loodrecht op elkaar staande<br />
paden) van opzet.<br />
Echter, het gelijkwaardige karakter van de paden, de uitvoering en het beperkt<br />
aantal kwalitatief goede verbindingen met het omringende landschap maakt directe<br />
verbindingen, met name in diagonale richting, zeer moeilijk. Het recreatieve potentieel<br />
wordt hierdoor nog onvoldoende benut. Ook op detailniveau zorgt het routestelsel voor<br />
P<br />
Gebruikskwaliteit<br />
De gebruikswaarde van het <strong>groen</strong> wordt door een aantal factoren bepaald: De recreatieve<br />
functie van het <strong>groen</strong> stelt eisen aan de situering en omvang; en aan de bereikbaarheid<br />
en toegankelijkheid van het <strong>groen</strong>. Ook de mate van multifunctionaliteit draagt bij aan de<br />
gebruikswaarde. In de praktijk betekent dit het combineren van verschillende vormen van<br />
recreatie en andere <strong>groen</strong>functies als natuur. Tot slot is flexibiliteit in inrichting van belang<br />
voor de gebruikskwaliteit van het <strong>groen</strong> op lange termijn, zodat er kan worden ingespeeld<br />
op veranderende maatschappelijke wensen.<br />
Situering en omvang<br />
In het hart van <strong>Zuidoost</strong> liggen grote <strong>groen</strong>gebieden die voor stedelijke begrippen een<br />
aanzienlijke omvang hebben. Het enorme aanbod aan <strong>groen</strong> in de directe woonomgeving<br />
zorgt ervoor dat de grote <strong>groen</strong>gebieden niet voldoende benut worden. Wel wordt<br />
verwacht dat door de verdere verstedelijking van <strong>Zuidoost</strong> het gebruik van deze gebieden<br />
zal toenemen. Ook het omringende landschap biedt door haar omvang en schoonheid<br />
mogelijkheden tot recreatief medegebruik. Echter, doordat deze gebieden aan de<br />
overzijde van de Weespertrekvaart, Gaasp en A2 zijn gesitueerd, zijn er slechts moeizame<br />
verbindingen tussen stedelijk gebied en ommeland.<br />
CS<br />
M<br />
M<br />
P<br />
M<br />
M<br />
P<br />
Bereikbaarheid<br />
75
PROGRAMMA GROEN&BLAUW | stadsdeel <strong>Zuidoost</strong> februari 2010<br />
een weinig vloeiend beloop en onlogische recreatieve routes. De bereikbaarheid van de<br />
<strong>groen</strong>gebieden in <strong>Zuidoost</strong> kan door een betere routing aanzienlijk verbeteren. Hiertoe is<br />
het noodzakelijk om een helder onderscheid te maken in recreatieve fietsroutes en andere<br />
paden in het fietspadenstelsel van <strong>Zuidoost</strong>.<br />
Stedelijke voorzieningen<br />
Groene voorzieningen<br />
Blauwe voorzieningen<br />
Sportvoorzieningen<br />
Horeca voorzieningen<br />
Spreiding Voorzieningen<br />
Multifunctionaliteit en flexibiliteit<br />
Het gebruik van het <strong>groen</strong> is in termen van multifunctionaliteit en flexibiliteit over het<br />
algemeen niet optimaal. Dit wordt veroorzaakt doordat de inrichting te eenzijdig is<br />
waardoor het gebruiksprogramma beperkt is en teveel op elkaar lijkt. De multiculturele<br />
samenleving maakt echter dat <strong>Zuidoost</strong> wel rijk is aan buitenleven. De omvang van het<br />
<strong>groen</strong> biedt mogelijkheden om meer voorzieningen in het <strong>groen</strong> te betrekken en daarbij<br />
een verscheidenheid aan doelgroepen aan te spreken. Dit zal de betrokkenheid bij het<br />
<strong>groen</strong> vergroten.<br />
Veranderingen aan <strong>groen</strong> liggen altijd zeer gevoelig. Flexibiliteit is echter een vereiste<br />
om het gebruik op peil te kunnen houden en aan veranderende wensen te kunnen blijven<br />
voldoen.<br />
Relatie Maaswijdte en Hoge Grondwaterstand<br />
76
PROGRAMMA GROEN&BLAUW | stadsdeel <strong>Zuidoost</strong> februari 2010<br />
Kwaliteit van het Blauw<br />
Binnen de afvoergebieden spelen verschillende problemen, waarbij ieder gebied ook<br />
potenties kent. Maar in het algemeen zijn er vooral problemen met het grondwater<br />
en de waterkwaliteit. De grondwaterproblemen vinden op die plekken plaats waar de<br />
maaswijdte in het netwerk het grootst is. De waterkwaliteit verschilt per afvoergebied,<br />
maar vrijwel overal is de kwaliteit voor verbetering vatbaar. Dit geldt in het bijzonder voor<br />
de Gaasperplas.<br />
Een ander probleem wordt veroorzaakt door de verschillen in hoogteligging tussen de<br />
polders. Deze hoogteverschillen veroorzaken kwel en infiltratie. Grote nieuwe waterlopen<br />
zullen leiden tot verdroging van de naastgelegen polder, met name ten noorden van de<br />
A9, ten oosten van de A2 en in de Bijlmerweide.<br />
Blauw heeft ook potenties in <strong>Zuidoost</strong>. De kwaliteit van het <strong>blauw</strong> in het stadsdeel kan<br />
vooral verbeterd worden door het combineren van water met andere functies; zoals<br />
wonen, recreëren en natuurbeleving. Door water te combineren met wonen ontstaan<br />
bijzondere en aantrekkelijke woonmilieus. Op het gebied van recreatie kan het Gein, de<br />
Diem en de Weespertrekvaart ontwikkeld worden tot een recreatieve corridor tussen het<br />
centrum van <strong>Amsterdam</strong>, Diemen en het landschap rond <strong>Zuidoost</strong> met het Diemerbos.<br />
Ook de bestaande recreatieve kwaliteiten van de Gaasperplas kunnen geoptimaliseerd<br />
worden, onder meer door nieuwe voorzieningen voor dagrecreatie aan de Noordzijde en<br />
aanleg van extra strand met accommodaties aan de Zuidzijde te creëren.<br />
Wegzijging<br />
Kwel<br />
Kwel en Wegzijging<br />
Stedelijk belast water door stroomrichting<br />
77
PROGRAMMA GROEN&BLAUW | stadsdeel <strong>Zuidoost</strong> februari 2010<br />
1.4 Uitgangspunten voor het programma Groen en Blauw<br />
Uitgangspunten voor Groen<br />
1. Groen is van belang<br />
Openbaar <strong>groen</strong> in stadsdeel <strong>Zuidoost</strong> vormt de basis voor leefkwaliteit en is een<br />
essentieel onderdeel van de openbare ruimte. Groen heeft een positieve invloed op de<br />
leefbaarheid in <strong>Zuidoost</strong>. Ook de gezondheid van haar inwoners wordt er beter van, mits<br />
zij zich in het <strong>groen</strong> begeven. Ook brengt <strong>groen</strong> economische opbrengsten voor <strong>Zuidoost</strong>.<br />
Tenslotte draagt <strong>groen</strong> bij aan de natuur door zijn biodiversiteit.<br />
2. Groen van kwaliteit in plaats van kwantiteit<br />
De omvang van het <strong>groen</strong> in <strong>Zuidoost</strong> zal in de toekomst afnemen. Door te investeren<br />
in het <strong>groen</strong> en het <strong>groen</strong> te ontwikkelen zal gestreefd worden naar een kwalitatief<br />
hoogwaardig <strong>groen</strong>. Waarbij de esthetische, ecologische en gebruikskwaliteit zijn<br />
toegenomen.<br />
3. Groen in synergie met rood en <strong>blauw</strong><br />
Het <strong>groen</strong>ontwerp en het stedenbouwkundige ontwerp zijn samen met de wateropgave<br />
op elkaar afgestemd en versterken elkaar. In de verdere ontwikkeling van het <strong>groen</strong>, <strong>blauw</strong><br />
en rood moeten combinaties gezocht worden die elkaar versterken. Wateruitbreiding in<br />
relatie tot bijvoorbeeld nieuwe recreatieve voorzieningen of nieuwe woningbouw. Op<br />
deze manier ontstaat er synergie tussen <strong>groen</strong>, <strong>blauw</strong> en rood.<br />
4. Groen in samenhang<br />
De verschillende <strong>groen</strong>e ruimten dienen ontwikkeld te worden naar een aaneengesloten<br />
<strong>groen</strong>gebied, dat door een netwerk van recreatieve routes en waterlopen nog eens extra<br />
wordt versterkt. Hiervan zullen zowel mens als dier profiteren.<br />
5. Groen met een eigen herkenbaarheid<br />
Door de verschillende <strong>groen</strong>e ruimtes in <strong>Zuidoost</strong> een eigen identiteit te geven krijgen<br />
parken en wijken een eigen gezicht. Identiteit moet worden ontleend aan de plek. De<br />
eigenheid van een <strong>groen</strong>e ruimte wordt bepaald door de gegevenheden van een plek.<br />
Zo zijn er verschillende aspecten die richting kunnen geven, zijn positie ten opzichte van<br />
de stad of het landschap, bodemgesteldheid, geschiedenis en toekomstige ontwikkeling<br />
zoals het veranderen van het klimaat.<br />
6. Groen een plek voor natuur<br />
Door de omvang van het <strong>groen</strong> in <strong>Zuidoost</strong> heeft de natuur zich een plek verworven<br />
binnen <strong>Zuidoost</strong>. Er is echter nooit gericht beleid gevoerd op soorten en natuurwaarden.<br />
Hierdoor is het mogelijk om ondanks het verminderende areaal de natuurwaarden in<br />
<strong>Zuidoost</strong> te verhogen.<br />
Groene Stadsrand (achterkanten)<br />
Rode Stadsrand (voorkanten)<br />
Centrum<br />
Tuinen<br />
Groene lob<br />
Parken<br />
Ommeland<br />
Landschap<br />
Landschappelijke Reeks<br />
Stadsrand <strong>Zuidoost</strong><br />
78
PROGRAMMA GROEN&BLAUW | stadsdeel <strong>Zuidoost</strong> februari 2010<br />
7. Groen mag gebruikt worden<br />
<strong>Zuidoost</strong> bestaat uit een grote verscheidenheid aan bevolkingsgroepen met ieder zijn<br />
eigen wijze van gebruik van het <strong>groen</strong>. Dit gebruik van een <strong>groen</strong>e ruimte geeft het <strong>groen</strong><br />
bestaansrecht. Of het programma nu bestaat uit wandelen, voetballen of barbecueën: Het<br />
gebruik geeft aan hoe belangrijk het is voor de inwoners van <strong>Zuidoost</strong>. Het programma<br />
moet passen en bijdragen aan de identiteit van de plek. Het programma moet aansluiten<br />
bij andere stedelijke ruimten en voorzieningen. De relatie van het programma en andere<br />
voorzieningen zoals metrostations en winkelcentra en de omgeving is van groot belang<br />
voor het functioneren.<br />
8. Groen is er voor iedereen<br />
De betrokkenheid van burgers bij het <strong>groen</strong> is van groot belang voor de toekomst van<br />
het <strong>groen</strong>. Communicatie met de bewoners jong en oud is dan ook essentieel voor het<br />
creëren van draagvlak. Het betrekken bij de inrichting van de <strong>groen</strong>e woonomgeving<br />
en informeren over grootschalige beheerwerkzaamheden en wijzigingen in het<br />
openbaar <strong>groen</strong> is dan ook noodzaak. Natuur- en milieueducatie draagt ook bij aan de<br />
betrokkenheid en is bestemd voor diverse maatschappelijke doelgroepen.<br />
Groen Publiek Hart<br />
79
PROGRAMMA GROEN&BLAUW | stadsdeel <strong>Zuidoost</strong> februari 2010<br />
Uitgangspunten voor Blauw<br />
Verkleining Maaswijdte met nieuwe waterlopen<br />
1. Blauw is klimaatbestendig<br />
Bij een duurzaam watersysteem gaan we uit van een bestendig systeem dat zijn functie<br />
blijvend kan vervullen. Ook als door klimaatveranderingen de neerslag intensiever wordt.<br />
Hiervoor is bezinning op extra waterberging noodzakelijk.<br />
2. Blauw houden we schoon en vast<br />
Schoonhouden van water betekent geen vuilwater inlaten vanuit de boezemwateren,<br />
het water zuiveren doormiddel van oevers, voorkomen van situaties met stagnant water,<br />
preventie en bestrijding van vervuilingsbronnen en zwerfvuil verwijderen.<br />
Vasthouden houdt in dat je water zolang mogelijk in het systeem houdt, zodat het weer<br />
toepasbaar is in drogere tijden. Uitbreiding van oppervlakte water en het toestaan van<br />
fluctuerende peilen en het toepassen van alternatieve systemen, zoals waterberging in het<br />
wegcunnet kunnen hiertoe bijdragen.<br />
3. Blauw stroomt van schoon naar belast<br />
Stedelijk vervuild water mag niet door schoon natuurwater stromen, dit houdt<br />
bijvoorbeeld voor Gaasperdam in dat de stroomrichting omgedraaid moet worden, zodat<br />
de Gaasperplas aan het begin van het systeem zit en niet meer vervuild kan worden door<br />
het water uit de wijk.<br />
4. Blauw draagt bij aan de herkenbaarheid<br />
Water kan bijdragen aan de identiteit van een plek of zelfs de hele wijk. Hierdoor<br />
wordt de stedelijke context van het water duidelijk en kunnen aantrekkelijke bijzondere<br />
woonmilieus gemaakt worden die bijdragen aan de woondiversiteit in <strong>Zuidoost</strong>.<br />
5. Blauw is een ordenend principe bij ruimtelijke plannen.<br />
Door water als opgave mee te geven bij toekomstige bouwopgaven zal het watersysteem<br />
alleen maar sterker worden.<br />
6. Blauw mag gebruikt worden<br />
Het gebruik van water kent vele recreatieve mogelijkheden, waaronder kanoroutes,<br />
aanlegsteigers, vissport, oeverrecreatie. Vooral waar water samenvalt met recreatieve<br />
routes zijn hiervoor geschikt.<br />
Van Schoon naar Belast<br />
80
PROGRAMMA GROEN&BLAUW | stadsdeel <strong>Zuidoost</strong> februari 2010<br />
2. Dromen<br />
Tai-Ati is het symbool voor de identiteit van <strong>Stadsdeel</strong> <strong>Zuidoost</strong>. Het verbeeldt, waarin<br />
<strong>Zuidoost</strong> zich onderscheidt, namelijk: verbondenheid, kracht, gemeenschapszin en<br />
vernieuwing. Ook in de ruimtelijke ordening is dit symbool richtinggevend geweest.<br />
Rood, Groen en Blauw zijn op een dusdanige wijze met elkaar verbonden en vernieuwd,<br />
dat het de gemeenschapszin in <strong>Zuidoost</strong> bevordert. Het stadsdeel is een krachtig<br />
stadsdeel in zowel ruimtelijke, maatschappelijke en economische zin. <strong>Zuidoost</strong> is anno<br />
2030 ruimtelijk aan elkaar gesmeed.<br />
Het vele <strong>groen</strong> is in 2030 nog steeds een belangrijke trekker van <strong>Zuidoost</strong>. Grote<br />
<strong>groen</strong>e gebieden vloeien in elkaar over en verbinden het centrum met het ommeland.<br />
Deze verbinding vormt de drager van <strong>Zuidoost</strong>. Een lint van vrije tijd, waar <strong>Zuidoost</strong><br />
elkaar ontmoet en culturele uitwisseling plaatsvindt. Het lint, met het hoogstedelijke<br />
Arenagebied en winkelcentrum de Poort aan de ene kant en Bijlmerpark en Gaasperplas<br />
als <strong>groen</strong> landschappelijke tegenhanger aan de andere kant, biedt een divers scala<br />
aan recreatie mogelijkheden. Alles wat een stad in het nieuwe Nederland nodig heeft.<br />
Als de ontmoetingsplaats van <strong>Zuidoost</strong>, vormt het een publiek domein met culturele<br />
uitwisselingen. Zo is het lint niet alleen fysiek, maar ook qua beleving en gevoel diep<br />
verankerd in het leven van de bewoners van <strong>Zuidoost</strong>.<br />
Hoewel de oorspronkelijke opzet eenduidig was, is de in potentie aanwezige variatie<br />
verder uitgebouwd. De parkwig is het <strong>groen</strong>e hart geworden van <strong>Zuidoost</strong>. Wonen in<br />
het park is wonen met een park geworden. Het is een echt familiepark voor jong en oud,<br />
van <strong>groen</strong>liefhebber tot skater. Het park heeft echt een plek verworven in het leven van<br />
de bewoners van <strong>Zuidoost</strong>. Men speelt er als kind, leert vriendjes kennen en wordt er<br />
verliefd. De trouwfoto’s in het park zijn hier nog steeds een stille getuige van. Ook de<br />
kinderen en kleinkinderen zullen weer spelen in het park en tenslotte op hun oude dag<br />
genieten van een wandeling of van de avondzon op een bankje aan de plas. De natuur<br />
heeft een plek gekregen aan de rand van de stad en kan daar met rust gelaten worden.<br />
Het vernatten zorgt voor een goed leefgebied van amfibieën, watervogels en vissen. Voor<br />
natuurvorsers een waar paradijs!<br />
81
PROGRAMMA GROEN&BLAUW | stadsdeel <strong>Zuidoost</strong> februari 2010<br />
PROGRAMMA GROEN&BLAUW<br />
82
PROGRAMMA GROEN&BLAUW | stadsdeel <strong>Zuidoost</strong> februari 2010<br />
Naast variatie heeft het <strong>groen</strong> meer kwaliteit. Zo heeft het kwalitatieve <strong>groen</strong> bijgedragen<br />
aan de waardevermeerdering van de woningen in <strong>Zuidoost</strong>. En vormt <strong>groen</strong> en <strong>blauw</strong> een<br />
setting voor de recreatie. De verhoogde esthetische, ecologische en gebruikskwaliteit<br />
binnen de verschillende <strong>groen</strong>typologieën hebben zo de afname van <strong>groen</strong> voor rood<br />
gecompenseerd.<br />
Ook het <strong>blauw</strong> is een belangrijke kleur voor <strong>Zuidoost</strong>. <strong>Zuidoost</strong> is gelegen in een<br />
droogmakerij. Dit gegeven maakt het noodzakelijk om op een duurzame structurele<br />
manier om te gaan met water. Voor zowel de beheersing van grondwaterstanden als<br />
voor piekberging zijn extra waterlopen aangelegd. Hierdoor is er bijna geen sprake<br />
meer van wateroverlast op maaivelden. Ze worden nu het hele jaar door gebruikt voor<br />
buitenactiviteiten, zoals voetbal, vliegeren en picknicken.<br />
De nieuwe wateren hebben ook gezorgd voor een uitbreiding van de<br />
recreatiemogelijkheden. Het nieuwe strand bij de Gaasperplas is populair bij iedere<br />
<strong>Amsterdam</strong>mer. Met de metro een makkelijk te bereiken spot. Extra water betekent<br />
natuurlijk ook meer kansen voor natte natuur. Bovendien heeft het gezorgd voor nieuwe<br />
woonmilieus aan het water.<br />
De ontwikkelingsrichting van het <strong>groen</strong> en <strong>blauw</strong> kan niet los gezien worden van de<br />
bebouwing. Rood, <strong>groen</strong> en <strong>blauw</strong> zijn wederkerig van elkaar afhankelijk en innig met<br />
elkaar verbonden.<br />
Het rood in <strong>Zuidoost</strong> heeft in 2030 veel nuances en verschijningsvormen. Het voornamelijk<br />
hoogbouwmilieu is veranderd in een rijke schakering van verschillende woonmilieus.<br />
Vooral door het toevoegen van 5000 woningen is er een sterke relatie tussen bebouwing,<br />
<strong>groen</strong> en water ontstaan. Door woningen te bouwen aan het <strong>groen</strong> zijn voorkanten<br />
ontstaan die de sociale controle en de betrokkenheid vergroot hebben. Dit heeft een<br />
positief gevolg gehad op het gebruik van het <strong>groen</strong>. Er zijn meer voorzieningen in het<br />
<strong>groen</strong> gerealiseerd. Ook in de woningen is op diverse manieren rekening gehouden met<br />
de natuur: Door het mee metselen van nestkastjes is het aantal broedparen toegenomen.<br />
Grasdaken zorgen voor een toename van flora en fauna.<br />
Kortom: Door de synergie tussen rood <strong>groen</strong> en <strong>blauw</strong> is niet alleen <strong>Zuidoost</strong> ruimtelijk<br />
aan elkaar verbonden maar is <strong>Zuidoost</strong> ook in sociale, maatschappelijke en economische<br />
zin een geheel geworden.<br />
83
PROGRAMMA GROEN&BLAUW | stadsdeel <strong>Zuidoost</strong> februari 2010<br />
3. Durven<br />
Om de droom voor <strong>Zuidoost</strong> waar te maken zullen we moeten durven. In “Durven” leest u<br />
waar het stadsdeel voor staat en gaat tot 2030. In “Durven” zijn 3 ambities geformuleerd<br />
één voor het Groen en één voor het Blauw. De derde gaat over de kwaliteit. Voor deze<br />
Ambities zijn vervolgens opgaven geformuleerd.<br />
<strong>Zuidoost</strong> durft de volgende ambities voor het Groen en Blauw aan:<br />
1. Ontwikkelen van een samenhangende <strong>groen</strong>structuur met herkenbaar <strong>groen</strong>;<br />
2. Ontwikkelen van een duurzaam watersysteem;<br />
3. Het vergroten van de esthetische, ecologische en gebruikskwaliteit.<br />
De bovenstaande ambities geven de richting aan waarin het <strong>groen</strong> en <strong>blauw</strong> van<br />
<strong>Zuidoost</strong> zich zal ontwikkelen de komende 20 jaar. Hieronder zijn de drie ambities verder<br />
uitgewerkt.<br />
3.1 Ambitie 1 Ontwikkelen van een samenhangende<br />
<strong>groen</strong>structuur met herkenbaar <strong>groen</strong>.<br />
Uiteindelijk komt men in het landschap, dat bestaat uit veenweide en rivieren en het<br />
stadsbos Diemerbos.<br />
Tussen het omringende landschap en de stad loopt een bufferstrook van Bijlmerweide<br />
tot aan de Hoge Dijk. Deze <strong>groen</strong>e stadsrand van <strong>Zuidoost</strong> kent een natuurlijk karakter.<br />
Dit is een “natuurvitrage” die de overgang tussen stad en landschap vorm geeft. De stad<br />
is vanuit het landschap aan het zicht onttrokken, maar geeft wel zicht op het landschap<br />
vanuit de stad.<br />
Om de stad aan de parkwig te begrenzen zijn voorkanten nodig zodat <strong>Zuidoost</strong> woont<br />
aan het park en Gaasperdam aan de plas. De bebouwingsrand langs de natuurvitrage<br />
kan blijven bestaan uit achterkanten. Hier is echter wel een inspanning vereist om deze<br />
eenvormig en <strong>groen</strong> te krijgen en een schuttingen paradijs te voorkomen. De stadsrand<br />
langs de A2 is al gedeeltelijk bebouwd dit kan worden versterkt om het contrast tussen<br />
<strong>Zuidoost</strong> en de Amstelscheg te vergroten.<br />
Om tot een samenhangende <strong>groen</strong>structuur te komen met herkenbaar en kwalitatief<br />
<strong>groen</strong>, zijn 3 Opgaven geformuleerd:<br />
1. Structuur;<br />
2. Herkenbaarheid;<br />
3. Samenhang.<br />
Opgave 1 Een heldere samenhangende structuur tussen stad en <strong>groen</strong><br />
Om het <strong>groen</strong> verder te kunnen ontwikkelen, dat <strong>Zuidoost</strong> omringd en als een <strong>groen</strong>e<br />
wig naar binnen dringt, is een heldere structuur nodig. Deze structuur geeft richting<br />
aan welk <strong>groen</strong> zich waar bevindt, waardoor de leesbaarheid van de stad in zijn geheel<br />
wordt vergroot. In de parkwig van het centrum naar het landschap ontstaat een reeks aan<br />
landschapsarchitectonische typen van Tuin en Park naar Landschap. In het centrum vinden<br />
we tuinen of pleinen met tuinachtige elementen als vaste planten, bomen in bakken en<br />
fonteinen en watertafels.<br />
De parkwig kent een reeks parken en definieert de invloed van stad op het landschap.<br />
De parkenreeks loopt door tot en met de Gaasperplas en maakt daarmee de plas tot een<br />
stedelijk element.<br />
85
86<br />
PROGRAMMA GROEN&BLAUW | stadsdeel <strong>Zuidoost</strong> februari 2010
PROGRAMMA GROEN&BLAUW | stadsdeel <strong>Zuidoost</strong> februari 2010<br />
Opgave 2: De herkenbaarheid verbeteren door de variatie aan<br />
<strong>groen</strong>typen die in potentie in <strong>Zuidoost</strong> aanwezig zijn verder te versterken<br />
In de structuurvisie werd al geconstateerd dat er veel <strong>groen</strong> is in <strong>Zuidoost</strong>, maar ook dat<br />
het vrij eenduidig is. Die eenduidigheid willen we doorbreken. In potentie is er wel variatie<br />
aanwezig, maar nog niet voldoende. Door de variatie te versterken, worden de verschillen<br />
groter en neemt de herkenbaarheid toe.<br />
Hieronder volgt een beschrijving van de <strong>groen</strong>typen zoals we die onderscheiden in<br />
<strong>Zuidoost</strong>.<br />
Om tot een <strong>groen</strong>typering te komen is er gekeken naar de volgende aspecten: Aard en/of<br />
functie, de ligging en hoe het <strong>groen</strong> in de context van de stad en het landschap past. Op<br />
basis van deze aspecten is het <strong>groen</strong> in <strong>Zuidoost</strong> onder te verdelen in zeven herkenbare<br />
<strong>groen</strong>typen:<br />
1 Landschaps<strong>groen</strong><br />
2 Natuur<strong>groen</strong><br />
3 Park<strong>groen</strong><br />
4 Woon<strong>groen</strong><br />
5 Werk<strong>groen</strong><br />
6 Centrum<strong>groen</strong><br />
7 Dreven<strong>groen</strong><br />
87
PROGRAMMA GROEN&BLAUW | stadsdeel <strong>Zuidoost</strong> februari 2010<br />
Impressie Landschaps<strong>groen</strong><br />
88
PROGRAMMA GROEN&BLAUW | stadsdeel <strong>Zuidoost</strong> februari 2010<br />
1 Landschaps<strong>groen</strong><br />
Onder het landschaps<strong>groen</strong> rekenen we het Amstelland, het Geingebied en het<br />
Diemerbos. Amstelland een gaaf oud landbouwgebied dat gedragen wordt door de<br />
Amstel met haar buitenplaatsen. Ook het Geingebied is een prachtig veenweidegebied<br />
gekenmerkt door het Gein met haar historische boerderijen. Het Diemerbos opgezet als<br />
productiebos ontwikkelt zich langzaam tot een stadsbos met natte natuur.<br />
Hoewel het Landschaps<strong>groen</strong> strikt genomen niet tot het grondgebied van <strong>Zuidoost</strong><br />
behoort, heeft het een grote invloed op de kwaliteit van de leefomgeving van ons<br />
stadsdeel. <strong>Zuidoost</strong> wordt steeds compacter. Door de afname van <strong>groen</strong> in de stad wordt<br />
het belang van het gebruik van het landschap als recreatief gebied steeds belangrijker.<br />
<strong>Amsterdam</strong> (<strong>Zuidoost</strong>) dient daarom te investeren in de recreatiemogelijkheden en de<br />
bereikbaarheid van het landschaps<strong>groen</strong>.<br />
De ontwikkeling van het Diemerbos tot nat natuurbos biedt zowel de recreant als de<br />
natuur meer mogelijkheden en levert een gevarieerder landschapsbeeld op. Met een<br />
leefplek voor ringslangen levert het Diemerbos een belangrijke bijdrage aan de PEHS en<br />
biodiversiteit van de Noordvleugel.<br />
Wanneer voedselproductie voor de regionale markt wordt gestimuleerd in Amstelland<br />
en het Geingebied zal de relatie met de stad versterkt worden. Streekproducten<br />
kunnen op deze manier ook een impuls betekenen voor recreatie en toerisme, milieu,<br />
volksgezondheid en educatie.<br />
Door op deze manier de landbouwfunctie te stimuleren is het mogelijk een deel van de<br />
cultuurhistorie en het ons omringende landschapsschoon te behouden.<br />
In het landschaps<strong>groen</strong> staat de beleving van het agrarisch landschap en natuur centraal.<br />
Hier krijg je het gevoel dat je wegbent uit de stad. Open landschap met weides worden<br />
afgewisseld met moerassen en de beslotenheid van bossen. De historische verkaveling is<br />
de basis voor de ordening van het landschaps<strong>groen</strong>. Dit bepaalt dan ook in hoge mate<br />
de vormgeving die gebaseerd is op bestaande ondergrond en het cultuurlijke landschap.<br />
Door de invulling met natuur en agrarische functies wisselt de mate van verzorgdheid<br />
tussen verwilderd en onderhouden. Veenrivieren zijn de dragers van het landschaps<strong>groen</strong><br />
en spelen een belangrijke rol in de oriëntatie. Ook landmarks als molens, historische<br />
boerderijen en bijvoorbeeld de spoorbrug dragen hiertoe bij. De veenrivieren als<br />
historische ontginningsassen dragen ook bij aan historisch besef. De seizoenen worden<br />
beleefd door het nieuwe leven, kalfjes en lammetjes, op het land. Het buitenlopen van<br />
vee moet dan ook gestimuleerd worden, omdat dit essentieel is in de beleving van het<br />
agrarische veenweide landschap dat <strong>Zuidoost</strong> omringt.<br />
De natuur in het landschaps<strong>groen</strong> varieert van veenweide met weidevogels tot nat<br />
natuurbos met moerasachtige situaties waar onder andere de ringslang zich thuis voelt.<br />
Het landschaps<strong>groen</strong> is aaneengesloten en samenhangend.<br />
Door de situering en omvang van het landschaps<strong>groen</strong> is het uitermate geschikt om er<br />
te recreëren door te wandelen en te fietsen. Iedereen kan hier even weg uit de stad en<br />
het landschap in. Voor dit recreatieve medegebruik zijn verbindingen naar het ommeland<br />
van het grootste belang. De bereikbaarheid en toegankelijkheid kan verbeterd worden<br />
door heldere routes, extra fietsbruggen over barrières of pontjes. Ook een verbeterde<br />
toegankelijkheid van weides en bos zal bijdragen tot een verhoogde gebruikskwaliteit.<br />
Activiteiten in het landschaps<strong>groen</strong> zijn divers maar wel gerelateerd aan het agrarische en<br />
natuurlijke karakter. Zo kan men er wandelen en fietsen, naar het speelbos, vogels kijken,<br />
tuinieren op de volkstuin. In de toekomst zal ook de zorgboerderij bij de Veeneikbrug een<br />
waardevolle aanvulling zijn.<br />
Onderhoud in het landschaps<strong>groen</strong> gebeurt door derden. Boeren, Staatsbosbeheer en<br />
Groengebied Amstelland zijn hierin de belangrijkste partijen. Zij voeren met name een<br />
ecologische, recreatief en agrarisch beheer.<br />
De beplantingsvormen worden door het gebruik als agrarisch weidegebied en recreatief<br />
nat natuurbos bepaald. Elzen, essen en iepen rijke bostypes worden afgewisseld met<br />
moerasachtige situaties met verlandingszones, plasbermen, ecologische oevers en<br />
ruigten. Ook hakhout en lanen vinden hier een plek. Het agrarische deel bestaat meer uit<br />
erfbeplanting, weiden, graslanden, elzensingels en losse hagen.<br />
89
90<br />
PROGRAMMA GROEN&BLAUW | stadsdeel <strong>Zuidoost</strong> februari 2010
PROGRAMMA GROEN&BLAUW | stadsdeel <strong>Zuidoost</strong> februari 2010<br />
2 Natuur<strong>groen</strong><br />
Het natuur<strong>groen</strong> vormt als het ware een <strong>groen</strong>e natuurlijke zone aan de stadsrand van<br />
<strong>Zuidoost</strong>. Deze natuurzone bestaat uit de gebieden Bijlmerweide, Oostelijke oever<br />
Gaasperplas, Gaasperzoom en Hogedijk. Zij maken onderdeel uit van de natuurboog<br />
een provinciale ecologische verbinding tussen het IJmeer en de Ronde Hoep. Dit is een<br />
natte verbinding tussen de twee kerngebieden. De watergangen in de Bijlmerweide<br />
zal omgevormd worden tot een natuurlijke zone die de ecologische ambities van de<br />
natuurboog faciliteren. Verder zal het cultuur historische karakter van de Weespertrekvaart<br />
en de Gaasp de identiteit van de Bijlmerweide bepalen. De Gaasperzoom gaat naast de<br />
functie van ecologische verbinding een belangrijke rol vervullen in de piekberging. Door<br />
het aanleggen van petgaten en weidelandjes die bij piekbuien overstromen ontstaat een<br />
gebied met grote kansen voor flora en fauna.<br />
In het natuur<strong>groen</strong> gaan we uit van recreatief medegebruik. Wandelen, fietsen,<br />
natuurbeleving en educatie zijn de belangrijkste activiteiten. De bestaande<br />
recreatievormen golf en zwemmen in de Hoge Dijk bieden door ecologisch beheer<br />
eveneens plaats aan de natuur.<br />
Het terrein van het waterleidingbedrijf zou door een meer open en natuurlijke inrichting<br />
een aanzienlijke bijdrage kunnen leveren aan de natuurwaarde van het natuur<strong>groen</strong>. Ook<br />
hier liggen kansen om door middel van educatie over drinkwater dit bedrijf een plek te<br />
geven in de samenleving en bewustwording te creëren betreffende waterverspilling.<br />
Door de ligging aan de rand van de stad fungeert dit ook als uitloopgebied van<br />
de aanliggende wijken. Goede toegangen vanuit deze wijk zijn dan ook belangrijk<br />
voor het gebruik. Maar het natuur<strong>groen</strong> verbindt ook de stad met het ommeland,<br />
goede doorgaande recreatieve routes vormen hier ook een belangrijk onderdeel.<br />
Het natuur<strong>groen</strong> heeft natuurlijk natuurliefhebbers als doelgroep, maar iedereen is<br />
uitgenodigd om te genieten van de natuur. Men kan hier lekker wandelen, fietsen en<br />
leren over de natuur. Nieuwe functies moeten een bijdrage leveren aan natuur of aan<br />
de bewustwording daarvan. Bestaande functies zoals de kinderboerderij, maneges,<br />
volkstuinen, natuurtuinen, het waterleidingbedrijf, de golfbaan en recreatie in de Hoge<br />
Dijk passen prima in deze zone. Zij kunnen door openstelling, educatie en ecologisch<br />
beheer hun betrokkenheid en verweving met het natuur<strong>groen</strong> vergroten.<br />
Het gebied wordt ecologisch beheerd. Een ecologisch opzichter is nodig om hier richting<br />
aan te geven en op aangeven van de natuur ingrepen te doen.<br />
In het natuur<strong>groen</strong> wordt het beeld bepaald door water en ecologische oevers. Deze<br />
worden afgewisseld met natte graslanden en verlandingssituaties. Rond hakhout en<br />
wilgenstruwelen vinden bloemrijke ruigten een plek. Losse hagen, boomgroepen en<br />
bospercelen bieden voedsel en beschutting aan vogels.<br />
De lobben ter hoogte van Geerdink- en Kantershof en de Schoonhovendreef, kunnen een<br />
meer buurtgericht programma krijgen. Op die manier versterken zij de diversiteit van het<br />
<strong>groen</strong> op wijk- en buurtniveau.<br />
Het beheer en onderhoud ligt nu bij verschillende beheerders (Groengebied Amstelland<br />
en het stadsdeel). Een samenhangende aanpak kan de identiteit van het natuur<strong>groen</strong><br />
verder versterken.<br />
Natuurbeleving staat centraal in het natuur<strong>groen</strong>. Hier struint de wandelaar tussen<br />
inheemse vegetatie en langs waterlopen met ecologische oevers. En heeft hij misschien<br />
een toevallige ontmoeting met een ringslang of een ijsvogel. Het contrast met de stad<br />
vormt een welkome afwisseling.<br />
De van nature natte ondergrond in <strong>Zuidoost</strong> vormt de basis van de hier aanwezige natuur.<br />
De variatie wordt hierdoor bepaald. Als doelsoort geldt de ringslang. Het natuur<strong>groen</strong><br />
vormt een ecologische verbinding (Natuurboog) tussen het IJmeer en de Ronde Hoep.<br />
Hiermee is zij deel van een groter ecologisch provinciaal geheel. Voor de natte natuur is<br />
de waterkwaliteit van groot belang. Het streven naar een schoonwatersysteem is dan ook<br />
een vereiste.<br />
91
92<br />
PROGRAMMA GROEN&BLAUW | stadsdeel <strong>Zuidoost</strong> februari 2010
PROGRAMMA GROEN&BLAUW | stadsdeel <strong>Zuidoost</strong> februari 2010<br />
3 Park<strong>groen</strong><br />
Om meer variatie aan te brengen in het park<strong>groen</strong> wordt in de <strong>groen</strong>typologie<br />
onderscheid gemaakt in park<strong>groen</strong> in de parkwig en parkachtig <strong>groen</strong> in de<br />
woongebieden. Het park<strong>groen</strong> in de parkwig vormt het <strong>groen</strong>e hart van <strong>Zuidoost</strong>. Het is<br />
door zijn omvang in staat verschillende recreatieve functies te herbergen, zonder voor een<br />
te grote overlast te zorgen. Hier kan men genieten van rust, ruimte, <strong>groen</strong>, evenementen,<br />
culturele uitwisseling en horti-culturele attracties. Het geheel is verdeeld in 5 verschillende<br />
thema’s en <strong>groen</strong>sferen. Hierdoor hebben ze allen een eigen karakter en identiteit.<br />
Stadspark Bijlmerpark<br />
Het vernieuwde Bijlmerpark is ontworpen met een gecultiveerde inrichting en<br />
vormgeving, waarin de grote weide en een sport- en spelesplanade domineren. In het<br />
midden van het park komt een complex voor de georganiseerde sport. In het zuidelijk<br />
deel tot aan het tracé van de Gaasperdammerweg/A9 wordt een natuurdeel met veel<br />
water en natuurvriendelijke oevers ontwikkeld. Maar ook hier heeft de vormgeving een<br />
gecultiveerde allure.<br />
Doe-park Centraal Park Gaasperdam<br />
Het Centraal Park Gaasperpark is een park waarin veel activiteiten samenkomen van sport<br />
en spel tot kinderboerderij. In Centraal Park Gaasperdam zal water een belangrijke drager<br />
worden van het park. Door de afwisseling tussen park en water vormt Centraal Park<br />
Gaasperdam een verbinding tussen het Bijlmerpark en de Gaasperplas.<br />
Plaspark Gaasperplas<br />
Het plaspark bestaat uit de Gaasperplas en zijn oevers. De Gaasperplas en zijn oevers<br />
worden het hart van dit park. De oevers bieden plaats aan recreatie aan de plas en<br />
door toevoeging van een stadsstrand aan de noordzijde en het dempen van een van de<br />
inhammen ontstaan meer mogelijkheden om te zonnen en zwemmen op loopafstand van<br />
de metro. Aan de zuidoever zijn mogelijkheden voor waterberging in combinatie met<br />
natuurvriendelijke oevers. Door het zuidelijke strandje te combineren met een sport- en<br />
spelcomplex voor Gein wordt dit een meer buurtgerichte voorziening. Aan de westoever<br />
kan een horecavoorziening een belangrijke bijdrage leveren aan de leefbaarheid en<br />
gebruikskwaliteit van dit parkdeel.<br />
93
94<br />
PROGRAMMA GROEN&BLAUW | stadsdeel <strong>Zuidoost</strong> februari 2010
PROGRAMMA GROEN&BLAUW | stadsdeel <strong>Zuidoost</strong> februari 2010<br />
Flora park Gaasperpark<br />
Het Gaasperpark wordt een unieke plek in de parkwig van <strong>Zuidoost</strong>. Het oude Floriade<br />
terrein wordt gerestyled en daardoor weer een uniek park met een uitzonderlijke<br />
beplanting. Door met prairieplanten (siergrassen en vaste planten) te werken is het<br />
mogelijk om tegen aanvaardbare beheerkosten een bijzonder bloeiend effect neer te<br />
zetten naast de al aanwezige botanische waarden. De beplanting zal wederom de trekker<br />
van het park zijn.<br />
Nieuwe parkenreeks op overkluizing Gaasperdammerweg<br />
Op de overkluizing ontstaat een kans om een nieuw modern lang gerekt park te maken.<br />
Want bij de overkluizing van de Gaasperdammerweg komt een gebied met een lengte<br />
van 30 voetbalvelden vrij. Op dit dek kan geen woningbouw gerealiseerd worden en dus<br />
is er een enorme ruimte waarin Groen en recreatie een groot aandeel kan hebben. Naast<br />
<strong>groen</strong> kunnen dus ook voorzieningen een plek krijgen tussen de Bijlmer en Gaasperdam.<br />
Deze centrale ligging maken toekomstige voorzieningen op het dek zeer goed bereikbaar.<br />
Aansluitend bij de woningbouw kan het westelijke dek ingericht worden met <strong>groen</strong>e<br />
pleinen, tuinen en plantsoenen en zo een reeks van postzegelparkjes worden met<br />
verschillende identiteiten en gebruik. Het oostelijke dek is het meest geschikt voor sport<br />
en leisure functies in combinatie met school- en nutstuinen.<br />
Door op het dek parken en voorzieningen te ontwikkelen transformeert de<br />
Gaasperdammerweg van een scheidend element naar een bindend element die de<br />
sociale cohesie en leefbaarheid versterkt.<br />
In de vormgeving staat het picturale en het scenische centraal. Als het park van <strong>Zuidoost</strong><br />
ziet het er representatief uit. Voorkanten aan het park zijn belangrijk voor de oriëntatie. De<br />
seizoensbeleving wordt bepaald door geur, fleur en herfstkleur. Het oude Floriade terrein<br />
wordt als flora park nieuw leven ingeblazen met een knipoog naar het verleden.<br />
Het park<strong>groen</strong> is met name een biotoop voor mensen. Dit neemt niet weg dat hier<br />
kansen zijn voor de natuur. Door zijn omvang en aansluiting op het natuur<strong>groen</strong> en het<br />
landschaps<strong>groen</strong> hebben flora en fauna hier een kans. Aansluitend op de natte natuur<br />
wordt ook hier de ecologische kwaliteit gezocht in de Gaasperplas en zijn oevers en<br />
natuurvriendelijk oevers langs andere waterlopen. Ook kunnen Heemtuinen als horticulturele<br />
attractie een plek krijgen in het park<strong>groen</strong>. Door de Gaasperplas aan het begin<br />
van het stedelijke systeem te plaatsen zal de waterkwaliteit toenemen en daardoor een<br />
positieve invloed hebben op de ecologische kwaliteit.<br />
Het gebruik in het park<strong>groen</strong> is zeer divers. Het <strong>groen</strong>e hart van <strong>Zuidoost</strong> is een echt<br />
familiepark. Door zijn grote omvang kan er ook veel gebeuren zonder overlast te<br />
veroorzaken. Door zijn ligging is het ook zeer goed bereikbaar en toegankelijk. Het is een<br />
multifunctioneel park met veel activiteiten die het multiculturele karakter van <strong>Zuidoost</strong><br />
benadrukken. Flexibiliteit in inrichting is ook belangrijk om het park bij veranderend<br />
gebruik aan te kunnen passen. Het park is voor iedereen. Het is een levendig park met<br />
veel keuzemogelijkheden zoals: schooltuinen en nutstuinen, sportcomplexen, Leisure<br />
functies, horeca (ondersteunend aan Groen), waterspeelplaatsen, sport en spel en<br />
waterrecreatie zoals: surfen, zeilen, duiken, zwemmen en een stadsstrand.<br />
Als park van <strong>Zuidoost</strong> dient het onderhoud van een representatief niveau te zijn. Het<br />
beheer is in handen van een parkmanager. Hij is de verbindende factor tussen inrichting,<br />
beheer, programma en bewoners.<br />
Beplanting speelt een belangrijke rol en vormt soms een attractie op zich zelf in het park.<br />
Maar ook water speelt een belangrijke rol. Het water wordt geflankeerd door parkoevers,<br />
plasbermen of natuurvriendelijke oevers. Gazon, siergrassen, vaste planten, bloeiende<br />
kruiden en bodembedekkende heesters vormen de bodemlaag in het park<strong>groen</strong>. Strakke<br />
hagen, boomgroepen en lanen definiëren de ruimtes in het park.<br />
95
96<br />
PROGRAMMA GROEN&BLAUW | stadsdeel <strong>Zuidoost</strong> februari 2010
PROGRAMMA GROEN&BLAUW | stadsdeel <strong>Zuidoost</strong> februari 2010<br />
4 Woon<strong>groen</strong><br />
Woon<strong>groen</strong> in <strong>Zuidoost</strong> bestaat uit parkvelden in de hoogbouwgebieden en uit hoven in<br />
de middelhoogbouw. In de vernieuwingsgebieden kennen we de <strong>groen</strong>e banen als het<br />
buurt<strong>groen</strong> en in de laagbouwgebieden is het <strong>groen</strong> voornamelijk in de straten te vinden<br />
in de vorm van straatbomen, <strong>groen</strong>stroken en oevers. Het woon<strong>groen</strong> is functioneler van<br />
aard en vervult met name een functie voor de direct omwonenden. Hoewel de parkvelden<br />
en hoven parkachtig zijn ingericht is er een directere relatie met zijn omgeving, waardoor<br />
het <strong>groen</strong> in functie en beeld verschilt van het park<strong>groen</strong>. Hoewel het goed functioneren<br />
in woon<strong>groen</strong> voorop staat is het belangrijk dat de seizoenen zichtbaar blijven in de<br />
woonomgeving. Dit kan worden bereikt door meer nadruk te leggen op bloesem en<br />
herfstkleuren.<br />
Afhankelijk van stedenbouwkundige opzet en architectuur kan thematisering bijdragen<br />
aan de ruimtelijke oriëntatie binnen het woon<strong>groen</strong>. Ook binnen het woon<strong>groen</strong> is<br />
er sprake van geschiedenis. Een voorbeeld hiervan is het Bijlmermuseum. Binnen het<br />
museum wordt de oorspronkelijke Bijlmergedachte levend gehouden en herinnert het<br />
groeiend monument aan de Bijlmerramp.<br />
De ecologische kwaliteit in het woon<strong>groen</strong> is gemiddeld. De verspreide ligging en<br />
beslotenheid van de hoven zorgen voor isolatie van deze <strong>groen</strong>e ruimten. Natuurwaarden<br />
zijn hoger naarmate het <strong>groen</strong> in verbinding staat met andere grote <strong>groen</strong>gebieden of<br />
door hun eigen omvang. Binnen het woon<strong>groen</strong> is het mogelijk te streven naar specifieke<br />
natuurwaarden, zoals natuurvriendelijke oevers, heggenmussen en vlinders.<br />
Het gebruik van het woon<strong>groen</strong> is primair voor de buurtbewoners. De bereikbaarheid<br />
en toegankelijkheid is dan voor omwonenden ook optimaal. <strong>Programma</strong> is van belang<br />
voor het woon<strong>groen</strong>. Hierdoor ontstaan levendige hoven en parken en vergroot het de<br />
betrokkenheid. Afhankelijk van de omvang kan er in woon<strong>groen</strong> gewandeld worden,<br />
gespeeld en zijn er zitgelegenheden. Als de ruimte groot genoeg is kan er ook gesport<br />
worden, zijn er nutstuinen en kunnen specifieke woonfuncties als parkeren op een<br />
zorgvuldige manier worden ingepast.<br />
Het woon<strong>groen</strong> wordt onderhouden op het standaardniveau. Wijkopzichters zorgen voor<br />
het beheer en contact met de bewoners.<br />
Beplanting heeft een functionele rol in het woon<strong>groen</strong>. Het definieert ruimten en<br />
begeleidt straten en wegen. Beplanting maakt de wijk leesbaar. Bloesem en herfstkleuren<br />
van bomen en heesters zorgen voor een vrolijke noot. Gazon en heestervakken vormen<br />
de basis in het woon<strong>groen</strong>. Strakke hagen, en straatbomen definiëren de ruimten. De<br />
openbare oevers langs de waterlopen verbinden de verschillende buurten met elkaar. De<br />
oevers kunnen bestaan uit kade muren, parkoevers of plasbermen.<br />
97
PROGRAMMA GROEN&BLAUW | stadsdeel <strong>Zuidoost</strong> februari 2010<br />
5 Werk<strong>groen</strong><br />
Tot het werk<strong>groen</strong> van <strong>Zuidoost</strong> rekenen we het Groen van Amstel III en het AMC-gebied.<br />
Amstel III bestaat uit een mozaïek van bedrijven en kantoren, ieder op een eigen terrein.<br />
Om dit mozaïek aan elkaar te binden is een sterke structuur van lanen nodig. De lanen<br />
zullen een positieve invloed op de representativiteit, wervingsklimaat en op de oriëntatie<br />
binnen het gebied hebben. Daarnaast geeft het aan werknemers een karaktervolle en<br />
meer beschutte route voor de pauzes.<br />
Door het stimuleren van dak – en kantoortuinen die semi-openbaar zijn kan een<br />
belangrijke bijdrage worden geleverd aan het leefbaar maken van Amstel III. Dit is nodig<br />
als woningbouw binnen het werkgebied Amstel III toeneemt. De kantoortuinen kunnen<br />
dan ook als buurtpark fungeren. Wanneer Amstel III zich verder ontwikkelt als woonlocatie<br />
is de aanleg van een park noodzakelijk. Dit nieuwe centraal gelegen park kan dienst doen<br />
als wijkpark voor zowel werknemers als nieuwe bewoners.<br />
De ecologische kwaliteit van het werkgebied is laag. Natuurvriendelijke oevers langs het<br />
water en in de lussen van de snelweg komen nog enige natuurwaarden voor.<br />
Het gebruik dient in eerste instantie gericht te zijn op de werknemers. Wandelen, zitten,<br />
ontmoeten, lunchen en vergaderen moeten tot de mogelijkheden behoren. Grote<br />
inspanningen zijn nodig om de fietsverbindingen in oost-west richting goed door Amstel<br />
III te krijgen.<br />
Een grotere rol van derden in het beheer en onderhoud kan tevens leiden tot inzet van<br />
financiën voor een kwaliteitsverbetering van de openbare ruimte. Met het instellen van<br />
een vorm van parkmanagement kan de kwaliteit in dit gebied gewaarborgd worden.<br />
De beplanting op de dreven in het werk<strong>groen</strong> bestaan uit bomen en bermen. De bomen<br />
in de bermen zijn van eerste grootte en vormen de lanen van <strong>Zuidoost</strong>. De bermen<br />
kunnen beplant worden met hagen, gazon met bollen of een bloemrijk kruidenmengsel<br />
afhankelijk van de plaatselijke context. De kantoortuinen kunnen door een tuinachtige<br />
inrichting iets speciaals aan het Groen van <strong>Zuidoost</strong> toevoegen. Door de wisselende<br />
inrichting ontstaat een mozaïek van tuinen verankert door de drevenstructuur.<br />
98
PROGRAMMA GROEN&BLAUW | stadsdeel <strong>Zuidoost</strong> februari 2010<br />
6 Centrum<strong>groen</strong><br />
Het centrum van <strong>Zuidoost</strong> bestaat uit het regionaal georiënteerde Arena gebied en<br />
winkelgebied de <strong>Amsterdam</strong>se Poort. De openbare ruimte in het Arenagebied en de<br />
<strong>Amsterdam</strong>se Poort is in één stijl ontworpen en zojuist of nagenoeg uitgevoerd. Het<br />
heeft een overwegend “stenig” karakter. De beplanting en het gebruik van bomen heeft<br />
voornamelijk een decoratieve functie met een tuinachtige sfeer.<br />
Het <strong>groen</strong> in het centrum heeft geen ecologische waarde. Het is bedoeld om naar te<br />
kijken en sfeer te scheppen bij het winkelen en uitgaan. Het <strong>groen</strong> veraangenaamt het<br />
verblijfsklimaat in het centrum. Door de kijkfunctie en de grote drukte in het centrum is<br />
het van belang dat het op een hoog representatief niveau wordt onderhouden.<br />
De beplanting bestaat vooral uit bomen van eerste en tweede grote. Op Hoekenrode zal<br />
met vaste planten een tuinachtige sfeer worden gecreëerd. Zij verwelkomen reizigers van<br />
trein en metro in <strong>Zuidoost</strong>.<br />
99
100<br />
PROGRAMMA GROEN&BLAUW | stadsdeel <strong>Zuidoost</strong> februari 2010
PROGRAMMA GROEN&BLAUW | stadsdeel <strong>Zuidoost</strong> februari 2010<br />
7 Dreven<strong>groen</strong><br />
Naast het sterk ruimtelijke en structurerende karakter van de dreven spelen ze ook een<br />
belangrijke rol in de ervaring van <strong>Zuidoost</strong> als leefomgeving. Op de dreven presenteert<br />
<strong>Zuidoost</strong> zich aan een ieder die zich over de dreven verplaatst. De <strong>groen</strong>e vormgeving<br />
en de mate van verzorgdheid is dus van belang. Een representatief laanprofiel verdient<br />
dan ook de voorkeur. Dit basisprofiel kan op zowel een hoge als een lage dreef worden<br />
toegepast.<br />
De dreven zorgen tevens voor barrières in de samenhang van de parkwig. Het verlagen<br />
van de Langbroekdreef tussen Centraal Park Gaasperdam en de Gaasperplas zal<br />
de continuïteit van de parkwig vergroten. Door het naar beneden brengen van de<br />
Valburgdreef zal Gaasperdam aan de plas komen te liggen en het gebruik van de parkwig<br />
verbeteren.<br />
Dreven kennen vanwege het autoverkeer weinig natuurwaarden. Bij hoge dreven is dat<br />
hoger dan bij lage dreven vanwege de brede beplante taluds.<br />
Afhankelijk van de inpassing bevat de dreef alleen passanten of maakt hij deel uit van<br />
het openbare leven van <strong>Zuidoost</strong>. Het verlagen van dreven verhoogt de gebruikswaarde<br />
van de dreven. De vrijgekomen ruimte van de taluds kunnen gebruikt worden voor<br />
verschillende functies; zoals wonen, bedrijvigheid, sport en spel of waterberging.<br />
Vanuit het <strong>blauw</strong> is de verlaging van de Meerkerkdreef wenselijk om zo een singel te<br />
kunnen aan leggen. De singel zal de maaswijdte van het watersysteem verkleinen en<br />
zo de grondwaterstand verlagen. De randen kunnen multifunctioneel zijn, de dreven<br />
zelfbestendig, een continu ruimtelijk raamwerk.<br />
De beplanting op de dreven bestaat uit bomen en bermen. De bomen in de bermen<br />
zijn van eerste grootte en vormen de lanen van <strong>Zuidoost</strong>. De bermen kunnen beplant<br />
worden met hagen, gazon met bollen of een bloemrijk kruidenmengsel afhankelijk van de<br />
plaatselijke context.<br />
Het dreven<strong>groen</strong> wordt onderhouden op het standaard niveau.<br />
De nieuwe Bijlmerdreef<br />
101
102<br />
PROGRAMMA GROEN&BLAUW | stadsdeel <strong>Zuidoost</strong> februari 2010
PROGRAMMA GROEN&BLAUW | stadsdeel <strong>Zuidoost</strong> februari 2010<br />
Opgave 3: De onderlinge samenhang tussen de verschillende <strong>groen</strong>gebieden en de<br />
bebouwing te vergroten door ze beter met elkaar te verbinden<br />
Op het schaalniveau van heel <strong>Zuidoost</strong> kunnen we 5 componenten onderscheiden: 3<br />
<strong>groen</strong>e en 2 rode componenten. De belangrijkste <strong>groen</strong>e componenten zijn: de parkwig<br />
(bestaande uit het Bijlmerpark, Centraal park Gaasperdam, Gaasperplas en Gaasperpark),<br />
de natuurzone (die bestaat uit de Bijlmerweide, Oostelijke oever Gaasperplas,<br />
Gaasperzoom en Hoge Dijk), en het ommeland (dat bestaat uit Diemerbos, Geingebied<br />
en de Amstelscheg). De rode component bestaat uit de woongebieden van de Bijlmer en<br />
Gaasperdam en het werkgebied Amstel III. Door deze componenten beter met elkaar te<br />
verbinden ontstaat samenhang.<br />
Verbinding I<br />
Momenteel wordt <strong>Zuidoost</strong> door de Gaasperdammerweg verdeeld in de Bijlmer en<br />
Gaasperdam. De weg vormt ook een barrière tussen de <strong>groen</strong>gebieden Bijlmerpark<br />
en Centraal Park Gaasperdam, en tussen de Bijlmerweide en de oostoever van de<br />
Gaasperplas. De ondertunneling van de Gaasperdammerweg biedt kansen om het <strong>groen</strong><br />
op deze twee plaatsen aan elkaar te smeden, zodat een vanzelfsprekende verbinding<br />
ontstaat tussen de <strong>groen</strong>gebieden.<br />
De overkluizing biedt ook de mogelijkheid om de Diemerscheg en de Amstelscheg met<br />
elkaar te verbinden via een fietspad in oost-west richting.<br />
Verbinding II<br />
Ook de relatie met het ommeland moet beter, met name de recreatieve verbindingen<br />
naar het Diemerbos, het Gein en de Amstelscheg. Het Diemerbos zal beter bereikbaar<br />
worden met 2 nieuwe oversteken over de Gaasp:<br />
• Een extra fietsbrug gekoppeld aan de nieuwe Gaasperdammerweg;<br />
• Een pontje tussen Langerlust en de Gaaspermolen.<br />
De recreatieve waarde van het Gein kan beter benut worden. Dit kan door het verbeteren<br />
van een extra fietsverbinding tussen de Gaasperzoom en het riviertje Gein en Abcoude.<br />
De Amstelscheg is nu moeilijk bereikbaar. Hier vormt de routing door Amstel III en de<br />
oversteek van de A2 de bottleneck. Een heldere fietspadenstructuur in oost-west richting<br />
en een extra oversteek die aansluit op de Machineweg kan hierin verbetering brengen.<br />
Bereikbaarheid van <strong>groen</strong>gebieden is ook een belangrijk aspect van de gebruikskwaliteit.<br />
Bij het vergroten van de gebruikskwaliteit vindt u dan ook een voorstel voor een te<br />
ontwikkelen recreatief routenetwerk.<br />
Fietsbrug naar Amstelscheg<br />
Verbinding III<br />
Samenhang tussen rood en <strong>groen</strong> wordt met name bepaald door de toegangen vanuit de<br />
wijk zelf naar het park<strong>groen</strong> en het natuur<strong>groen</strong>. Speciale aandacht voor deze toegangen<br />
is dan ook gewenst. Verbeteringen kunnen bestaan uit het realiseren van zichtlijnen het<br />
maken van poorten of het plaatsen van informatieborden en bewegwijzering.<br />
103
104<br />
PROGRAMMA GROEN&BLAUW | stadsdeel <strong>Zuidoost</strong> februari 2010
PROGRAMMA GROEN&BLAUW | stadsdeel <strong>Zuidoost</strong> februari 2010<br />
3.2 Ambitie 2 Ontwikkelen van een duurzaam<br />
klimaatbestendig watersysteem.<br />
Om deze ambitie te realiseren zijn 3 opgaven geformuleerd:<br />
1. Waterkwantiteit<br />
2. Grondwaterbeheersing<br />
3. Waterkwaliteitverbetering<br />
Opgave 1: Waterkwantiteit op orde<br />
Om een afweging te kunnen maken tussen enerzijds voorkomen van wateroverlast en<br />
anderzijds maatschappelijke kosten, kan onderscheid gemaakt worden in verschillende<br />
gradaties van wateroverlast; hinder, schade en gevaar. Gezamenlijke ambities met<br />
betrekking tot dit onderwerp zullen in het waterplan worden opgesteld.<br />
Om de waterkwantiteit op orde te krijgen is het nodig om de capaciteit van het<br />
watersysteem af te stemmen op de ambities met betrekking tot wateroverlast. Bovendien<br />
hebben we ook te maken met de klimaatsverandering en compensatie als gevolg van<br />
woningbouwontwikkeling.<br />
Het intensiever worden van regenbuien vergt een andere normering wat betreft<br />
neerslag. Op basis van huidige neerslagcijfers zal de huidige norm van 55 millimeter<br />
per 3 uur verhoogd moeten worden. Omdat niet met zekerheid kan worden voorspeld<br />
of de huidige trend zich doorzet, is het nodig om eens in de 5 jaar de neerslagcijfers te<br />
beoordelen en eventueel de norm bij te stellen.<br />
Voor het bergen van water sluiten we ons aan bij de drietrapsstrategie uit WB21:<br />
vasthouden – bergen – afvoeren. Dit houdt in dat extra pompen het laatste redmiddel<br />
is. We zullen eerst moeten kijken of we de piekbergingen binnen de polders zelf kunnen<br />
opvangen. Dit is in het stadsdeel niet overal even problematisch, dit is per polder<br />
verschillend. Zo is het mogelijk dat de te verwachte neerslag kan worden opgevangen<br />
met de huidige wateroppervlakte binnen een polder, maar vormt de dimensionering<br />
van de duikers een probleem om het regenwater snel genoeg over het systeem te<br />
verplaatsen. Op andere plaatsen is het wel nodig om extra berging te realiseren. Om in<br />
de toekomst de waterkwantiteit op orde te krijgen, worden in dit programma locaties<br />
gereserveerd.<br />
Bij de te realiseren waterberging als gevolg van de woningbouwopgave en de daarbij<br />
gepaard gaande verstening wordt de 10 procent regel gehanteerd. Binnen nieuwe<br />
projecten moet 10 procent van de uitbreiding van verharding worden gecompenseerd<br />
door het toevoegen van water. Ook voor de toekomstige woningbouwopgave zal op een<br />
integrale structurele wijze moeten worden gekeken hoe de 10 procent wateruitbreiding<br />
een gunstige bijdrage kan leveren aan het watersysteem in zijn geheel.<br />
Omdat oplossingen per polder verschillen is hieronder aangegeven op welke manier naar<br />
extra berging moet worden gezocht en waar.<br />
Bijlmermeer<br />
Na afronding van de vernieuwing is in de Bijlmer nog maar weinig ruimte om grote<br />
wateren toe te voegen. De oplossing voor extra waterberging kan dan worden gevonden<br />
in het verbreden van bestaande waterlopen. Dit kan in de Bijlmerweide gecombineerd<br />
worden met de aanleg van ecologische oevers en realisering van het natuur<strong>groen</strong>. In de<br />
omgeving van de <strong>Amsterdam</strong>se Poort moeten vooral technische maatregelen worden<br />
genomen om de doorstroming en de berging te verbeteren.<br />
Zuid Bijlmer<br />
In deze polder kan extra berging gerealiseerd worden in Centraal Park Gaasperdam,<br />
de zuidoever van de Gaasperplas en in het natuur<strong>groen</strong> van de Gaasperzoom.<br />
Zo kan de extra waterberging gecombineerd worden met extra waterrecreatie en<br />
natuurontwikkeling. Ook kan de berging van water aan de zuidoever van de Gaasperplas<br />
in de vorm van natuurvriendelijke oevers een bijdrage leveren aan het halen van de<br />
doelstellingen voor de Kaderrichtlijn Water.<br />
Nieuwe Bullewijk<br />
De mogelijkheden om extra waterberging te realiseren in Amstel III is beperkt. Alleen<br />
langs de A2 is hiervoor nog ruimte. Vanwege verdroging van aanliggende polders dient<br />
dit te gebeuren met ecologische oevers. Andere mogelijkheden tot waterberging zijn<br />
technisch van aard. Door water te bergen in het cunnet van de wegen en parkeerplaatsen<br />
en te bufferen in dak- en kantoortuinen, kan voorkomen worden dat de waterberging van<br />
Amstel III elders wordt afgewenteld.<br />
Naast normeringen en de reservering van extra locaties kunnen ook technische<br />
maatregelen bijdragen aan het verbeteren van de waterberging. Om het water<br />
snel genoeg naar het oppervlaktewater te kunnen afvoeren is ook een adequaat<br />
rioleringssysteem nodig. Niet alle ondergrondse stelsels beschikken over voldoende<br />
diameter en/of routing om het regenwater snel af te voeren. Het verbeteren van de<br />
rioleringscapaciteit zal tevens nodig zijn om de overlast na een piekbui te minimaliseren.<br />
Adequate gedimensioneerde duikers tussen bestaande waterlopen spelen een<br />
belangrijke rol in het goed kunnen verspreiden van het regenwater. De capaciteit van<br />
deze duikers en het bergingsvermogen van het huidige watersysteem moeten verder<br />
worden geoptimaliseerd.<br />
105
PROGRAMMA GROEN&BLAUW | stadsdeel <strong>Zuidoost</strong> februari 2010<br />
bij een eventuele verlaging van de Meerkerkdreef. De waterlopen ten zuiden van<br />
de Gaasperdammerweg kunnen meegenomen worden in de overkluizing van de<br />
Gaasperdammerweg.<br />
Naast het verlagen van de grondwaterstand zullen de waterlopen ook een positief effect<br />
hebben op de waterbergingscapaciteit en de leefbaarheid van de nieuw te ontwikkelen<br />
woningbouwlocaties.<br />
Opgave 3: Verbeteren van de waterkwaliteit<br />
De baten van een goede waterkwaliteit zijn evident. Niet alleen voor de natuur en<br />
visstand, maar ook voor de volksgezondheid, recreatie, landbouw en woongenot. De<br />
Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) is de belangrijkste wetgeving voor de waterkwaliteit.<br />
Voor alle wateren in <strong>Zuidoost</strong> worden chemische doelen bepaald met daarnaast tevens<br />
ecologische doelen voor de Gaasperplas.<br />
Opgave 2: Beheersen van het grondwaterniveau door structurele ingrepen<br />
Ook ten aanzien van deze opgave geldt dat een afweging gemaakt moet worden tussen<br />
maatschappelijke kosten en wateroverlast.<br />
De gewenste ontwateringdiepte (afstand tussen het maaiveld en de grondwaterspiegel)<br />
is afhankelijk van de bebouwing en het gebruik van de grond. In het algemeen is<br />
een ontwateringdiepte ter plaatse van bebouwing kleiner dan 0,5 meter ongewenst,<br />
tussen 0,5 en 0,9 meter veelal acceptabel en groter dan 0,9 meter ideaal. In <strong>Zuidoost</strong> is<br />
duidelijk te zien dat een te hoge grondwaterstand samenvalt met een vergroting van de<br />
maaswijdte van het watersysteem. Het voorstel is dan ook om op die plaatsen nieuwe<br />
waterlopen te realiseren, zodat de maaswijdte verkleind wordt en de grondwaterstand<br />
lager wordt. Het gaat hierbij om de volgende locaties: de G- en K-buurt, <strong>Amsterdam</strong>se<br />
Poort, tussen Holendrecht west en oost, en ten zuiden van de Gaasperdammerweg<br />
ter hoogte bij Nellenstein en Amstel III. De extra watergang in de G- en K-buurt wordt<br />
momenteel uitgewerkt in het kader van de vernieuwing. Voor de <strong>Amsterdam</strong>se Poort<br />
geldt dat hier technische maatregelen genomen zijn om de accute problemen aan<br />
te pakken. Een watergang tussen Holendrecht west en oost kan gerealiseerd worden<br />
Om de chemische kwaliteit te verbeteren is het belangrijk om water schoon en vast te<br />
houden. Dit kan door geen vuilwater in te laten vanuit de boezem wateren, het water<br />
te zuiveren door middel van natuurvriendelijke oevers, situaties met stagnant water<br />
voorkomen, preventie en bestrijding van vervuilingsbronnen en zwerfvuil te verwijderen.<br />
Waterkwaliteit verbetert ook door groter oppervlakte en natuurvriendelijke oevers,<br />
regelmatig baggeren en het voorkomen van extra kwel. Bewaking van de waterkwaliteit<br />
kan problemen als vissterfte voorkomen.<br />
Een tweede belangrijk principe voor een goede waterkwaliteit is het water te laten<br />
stromen van schoon naar belast. In <strong>Zuidoost</strong> zijn 2 locaties waar een verandering in de<br />
stroomrichting noodzakelijk is om waterkwaliteit te verbeteren. Dit is bij de Gaasperplas<br />
en de Bijlmerweide. Op deze manier ontstaat er een schoonwaterregime in de natuurzone<br />
en de plas.<br />
106
PROGRAMMA GROEN&BLAUW | stadsdeel <strong>Zuidoost</strong> februari 2010<br />
107
108<br />
PROGRAMMA GROEN&BLAUW | stadsdeel <strong>Zuidoost</strong> februari 2010
PROGRAMMA GROEN&BLAUW | stadsdeel <strong>Zuidoost</strong> februari 2010<br />
3.3 Ambitie 3 Het verhogen van de esthetische, ecologische<br />
en gebruikskwaliteit<br />
De verschillende aspecten van kwaliteit hebben we al eerder benoemd. Hieronder zijn<br />
in deelopgaven geformuleerd hoe de verschillende kwaliteitsaspecten kunnen worden<br />
vergroot.<br />
Opgave 1: Verhogen Esthetische Kwaliteit<br />
De volgende drie deelopgaven zijn geformuleerd om de esthetische kwaliteit te<br />
verhogen:<br />
1. Een consequente doorvoering van de <strong>groen</strong>typologie<br />
2. Het zorgvuldig omgaan met ruimtelijke en historisch belangrijke Groene gebieden en<br />
dragers.<br />
3. Het vergroten van de seizoensbeleving binnen het woon<strong>groen</strong>.<br />
Het verhogen van esthetische kwaliteit in <strong>Zuidoost</strong> hangt nauw samen met de<br />
doelstellingen onder Ambitie 1. Zo zal het verbeteren van de structuur en de onderlinge<br />
samenhang tussen de verschillende <strong>groen</strong>gebieden en het rood en het verbeteren<br />
van herkenbaarheid door de variatie aan <strong>groen</strong>typen, de ruimtelijke oriëntatie en de<br />
beleving van ordening en vormgeving vergroten. Een consequente uitvoering van de<br />
<strong>groen</strong>typologie en het maken van verbindingen is dan ook van belang voor de esthetische<br />
kwaliteit. In de beschrijving van de <strong>groen</strong>typen is hier al dieper op ingegaan.<br />
<strong>Zuidoost</strong> kent slechts een paar elementen met historisch <strong>groen</strong> of behorend tot het<br />
landschappelijk erfgoed. Landschappelijke dragers als de Gaasp en zijn kades, en de<br />
Hollandse kade zijn hier voorbeelden van, maar ook het oude Floriadeterrein. Hier dient<br />
zorgvuldig worden omgesprongen met dit oude of toekomstig erfgoed. Verrommeling<br />
of teloorgang dient bestreden te worden. Dit kan door ze stevig te verankeren in de<br />
recreatieve structuur van <strong>Zuidoost</strong>, waardoor zij hun waarden kunnen blijven bewijzen.<br />
Het beleven van seizoenen is een belangrijk aspect van het <strong>groen</strong>. De oorspronkelijke<br />
aanplant van bosplantsoen, zoals eik, wilg, els en populier benutten niet alle<br />
mogelijkheden die het <strong>groen</strong> daartoe biedt. Door met name in het woon<strong>groen</strong> te streven<br />
naar meer geur en kleur d.m.v. herfstkleur en bloesem kan de seizoensbeleving, maar ook<br />
de algehele beleving van <strong>groen</strong> een positieve impuls krijgen.<br />
109
110<br />
PROGRAMMA GROEN&BLAUW | stadsdeel <strong>Zuidoost</strong> februari 2010
PROGRAMMA GROEN&BLAUW | stadsdeel <strong>Zuidoost</strong> februari 2010<br />
Opgave 2 Verhogen Ecologische Kwaliteit<br />
Om de ecologische kwaliteit te verbeteren zijn de volgende deelopgaven geformuleerd:<br />
1. Natuurwaarden verhogen in de Bijlmerweide, westrand Gaasperplas, Gaasperzoom<br />
en Hoge Dijk (conform ecologische verbinding PEHS).<br />
2. Specifieke natuurwaarden verbeteren van woon- en park<strong>groen</strong> van <strong>Zuidoost</strong>.<br />
3. Aanleggen natuurvriendelijke oevers<br />
Door natuurwaarden te verhogen in het natuur<strong>groen</strong> en knelpunten op te heffen wordt de<br />
ecologische verbinding tussen de Ronde Hoep en het IJmeer beter gefaciliteerd. De natte<br />
verbinding aan de oost- en zuidkant van het stadsdeel dient verder uitgewerkt te worden.<br />
Door maatregelen te treffen voor specifieke soorten in het woon- en park<strong>groen</strong> kunnen<br />
ook daar de natuurwaarden toenemen.<br />
Hieronder volgen een aantal specifieke natuurwaarden die verbetert kunnen worden in<br />
stadsdeel <strong>Zuidoost</strong>. De eerste groep is gericht op soorten, die voor het stadsdeel een<br />
speciale betekenis hebben. Het tweede deel op gebieden.<br />
Meervleermuis<br />
De aanleg van verblijfplaatsen voor met name vleermuizen in de spouwmuren van een<br />
aantal (nieuwbouw-)woningen rond de Gaasperplas. Meervleermuizen verblijven ‘s zomers<br />
in grote kolonies in gebouwen. Bijvoorbeeld in de spouwmuren van een gebouw, ze<br />
gebruiken meerdere verblijfplaatsen. Meervleermuizen zijn relatief grote vleermuizen en<br />
kunnen overlast veroorzaken. Door verblijfplaatsen buiten de spouw te creëren kan een<br />
goede nestelplaats zonder overlast gecreëerd worden.<br />
Ringslang<br />
Om de ringslang voor het stadsdeel te behouden zijn een aantal maatregelen nodig.<br />
1. Er is een verbinding nodig met de populatie in de <strong>Gemeente</strong> Diemen. Daar waar<br />
bruggen de Diemen kruisen zijn natuurvriendelijke onderdoorgangen aangelegd. Tot<br />
aan de kruising Korte Diem-Weespertrekvaart zijn deze doorgezet. Er ontbreekt een<br />
geleiding langs de Weespertrekvaart, een oversteek onder de provinciale weg door<br />
en een geleiding in de Bijlmerweide.<br />
2. Om het leefgebied te vergroten kan verbinding worden gezocht met de<br />
metroplaats in Diemen. Dit is een rustig, afgesloten gebied, met voldoende<br />
overwinteringsplaatsen en zonplaatsen op de taluds en aan de noordkant een natte<br />
ecologische zone.<br />
111
PROGRAMMA GROEN&BLAUW | stadsdeel <strong>Zuidoost</strong> februari 2010<br />
3. Een doorgaande natte verbinding in de vorm van een sloot, met dekking in de vorm<br />
van riet op de oevers aan de rand van de Bijlmerweide. Langs de provinciale weg,<br />
zodat de ringslang zich ook in zuidelijke richting kan verplaatsen. De ringslang is daar<br />
nog niet gezien, het is wel geschikt leefgebied.<br />
4. De aanleg van meer natuurvriendelijke oevers in de Bijlmerweide.<br />
5. De aanleg van één of meer broeihopen, met een goed mengsel van paardenmest<br />
en ruigte, op onbereikbare plaatsen in de Bijlmerweide. Hierin kunnen de<br />
ringslangvrouwtjes eieren leggen. Door de broei van het mengsel worden de eieren<br />
uitgebroed. In stadsdeel Noord en in de <strong>Amsterdam</strong>se poel heeft dit tot goede<br />
resultaten geleid.<br />
Huismussen<br />
De huismus is recentelijk op de Rode lijst geplaatst, omdat deze in Nederland in hoog<br />
tempo achteruit gaat. Zo is de soort in het Centrum van <strong>Amsterdam</strong> vrijwel verdwenen. In<br />
stadsdeel <strong>Zuidoost</strong> komen nog een aantal populaties voor. De huismus leeft in groepen<br />
en heeft om voort te bestaan het volgende nodig:<br />
1. Nestgelegenheid, bijvoorbeeld onder dakpannen, in nestkastjes of in dichte klimop;<br />
2. Schuilgelegenheid gedurende het hele jaar in dichte struiken, bijvoorbeeld coniferen;<br />
3. Voedsel: in het stedelijk gebied profiteert de mus van bijvoeren met broodkruimels,<br />
in het voorjaar is er aanbod van insecten nodig.<br />
Nestgelegenheid onder dakpannen wordt steeds moeilijker gemaakt. Volgens het<br />
Bouwbesluit mogen er geen openingen groter dan 10 mm zijn. Op huismussen wordt<br />
gejaagd, onder andere door de sperwer.<br />
Bij onvoldoende dekking is de mus een eenvoudige prooi. De laatste jaren worden meer<br />
broedgevallen van roofvogels in de stad gesignaleerd. Met de volgende maatregelen kan<br />
worden voorkomen, dat de mussenpopulaties in <strong>Zuidoost</strong> gaan afnemen.<br />
1. Het aanbieden van nestgelegenheid, door het plaatsen van nestkasten voor mussen<br />
en het aanbrengen van ‘vogelvides’ bij pannendaken, mussen kunnen er wel in, maar<br />
niet verder onder het dak;<br />
2. Door beheer voor gevarieerd <strong>groen</strong> zorgen, zodat er het hele seizoen een aanbod is<br />
van voedsel: plantenzaden en insecten;<br />
3. Voorlichting aan bewoners met betrekking tot bijvoeren en het aanbieden van nesten<br />
schuilgelegenheid in particuliere tuinen.<br />
IJsvogels<br />
Broedgelegenheid kan worden gecreëerd door de aanleg van wandjes, langs door bomen<br />
omgeven waterpartijen. Dit kan een kunstmatig aangelegde wand zijn. Het laten liggen<br />
van de stronk van een omgewaaide boom is voldoende.<br />
Bij vriezend weer, als er onvoldoende open water beschikbaar is om vis te vangen, krijgen<br />
ijsvogels het moeilijk. Hulp kan worden geboden door de aanleg van een goede visplek.<br />
In Amstel III aan de westkant van de Molenwetering zijn de omstandigheden in potentie<br />
goed. Het water is hier licht brak en stroomt snel. Dit is een plek die niet snel dichtvriest<br />
en ook weer snel open is. Vismogelijkheden aan ijsvogels kunnen worden geboden door<br />
bomen over het water te laten hangen. Ook voor een ijsvogelwand is dit een goede<br />
locatie.<br />
Dakbroeders: visdiefjes, scholekster<br />
Kolonies kokmeeuwen en visdiefjes en kleine mantelmeeuwen en zilvermeeuwen aan<br />
de westkant. Vooral aandacht voor visdiefjes is nodig, deze kolonie staat onder druk<br />
door het verdwijnen van de broedplaats bij de Arena en door verjaging door grotere<br />
meeuwensoorten. Een geschikt dak voor visdiefjes moet minimaal 50 bij 50 meter zijn<br />
en bij voorkeur uit fijn grind en schelpen bestaan. Het dak mag niet toegankelijk zijn en<br />
moet onbetreedbaar zijn door katten en roofdieren. Deze soorten broeden van oorsprong<br />
op strandvlaktes; ze willen de omgeving overzien. Er mogen geen hoge gebouwen en<br />
bomen in de omgeving staan, die het uitzicht belemmeren.<br />
Holenbroeders<br />
In een compactere stad is er steeds minder ruimte voor broedvogels. Toch zijn er vogels,<br />
die in een stenige omgeving willen broeden. Door het aanbieden van voorzieningen kan<br />
aan deze soorten broedgelegenheid worden geboden.<br />
112
PROGRAMMA GROEN&BLAUW | stadsdeel <strong>Zuidoost</strong> februari 2010<br />
Droge verbindingen langs infrastructuur<br />
De Gaasperdammerweg en het spoor vormen een doorgaande ecologische route door<br />
het stadsdeel. Ingezet kan worden op een verbinding voor droogteminnende soorten:<br />
dagvlinders, krekels en sprinkhanen. De taluds en bermen bestaan uit zand en zijn<br />
voedselarm. Hierdoor zijn er kansen voor zeer bijzondere planten, zoals ooievaarsbek.<br />
Planten, die ook weer bijzondere insecten aantrekken, zoals de dagvlinders bruin<br />
<strong>blauw</strong>tje, Icarus<strong>blauw</strong>tje, bruin zandoogje en verschillende<br />
sprinkhaansoorten.<br />
Brak water in Amstel III<br />
De aanwezigheid van licht water benutten door de introductie van zoutminnende planten<br />
in de ondiepe oevers. Mogelijke planten zijn: heemst, echt lepelblad, zeeaster, lamsoor<br />
en zeekraal. Eerst zal onderzocht moeten worden of het water wel voldoende zout is voor<br />
deze plantensoorten. Heemst en echt lepelblad zijn typisch Noord-Hollandse planten van<br />
licht brakke veengebieden, die door verzoeting dreigen te verdwijnen.<br />
Door het aanleggen van natuurvriendelijke oevers in stedelijk water kunnen een aantal<br />
ecologische kwaliteiten worden bereikt. Ook als het niet mogelijk is om oevers door te<br />
laten lopen kunnen een aantal kwaliteiten worden bereikt.<br />
• toename van de soortenrijkdom, planten en broedvogels, in een smalle rietzone<br />
kunnen al kleine karekieten broeden;<br />
• verbetering van de waterkwaliteit;<br />
• vergroting aantal paaiplaatsen voor vissen;<br />
• voortplantingsmogelijkheden voor amfibieën, bijvoorbeeld bruine kikkers;<br />
• verbetering leefgebied voor libellen en vlinders;<br />
• daarmee verbetering van foerageermogelijkheden van vleermuizen en<br />
insectenetende vogels;<br />
Bij waterpartijen met enig volume is er de mogelijkheid om drijvende eilanden te<br />
maken. De oppervlakte water wordt niet aangetast. Broedgelegenheid voor oever- en<br />
watervogels en paaigelegenheid voor vissen wordt vergroot.<br />
Door een raamwerk van natuurvriendelijke oevers per polder aan te leggen ontstaan<br />
extra mogelijkheden voor natte natuur. In het raamwerk moet tenminste een zijde van de<br />
waterloop ingericht zijn als natuurlijke oever. Op deze manier ontstaat een samenhangend<br />
geheel en zijn een groot deel van de oevers van <strong>Zuidoost</strong> natuurvriendelijk.<br />
113
114<br />
PROGRAMMA GROEN&BLAUW | stadsdeel <strong>Zuidoost</strong> februari 2010
PROGRAMMA GROEN&BLAUW | stadsdeel <strong>Zuidoost</strong> februari 2010<br />
Opgave 3 Verhogen Gebruikskwaliteit<br />
Om de gebruikskwaliteit van het <strong>groen</strong> in <strong>Zuidoost</strong> te verhogen zijn de volgende<br />
deelopgaven geformuleerd:<br />
1. De parkwig met de nieuwe openbare ruimte op de overkluizing laten uitgroeien tot<br />
publiek <strong>groen</strong>hart van <strong>Zuidoost</strong><br />
2. Het koppelen van het gebruik aan de <strong>groen</strong>typologie<br />
3. Het realiseren van een recreatief fietspaden(wandel) netwerk<br />
De parkwig wordt het park van <strong>Zuidoost</strong> en samen met de overkluizing een echt publiek<br />
domein. Hier kan ook het multicultureel karakter van <strong>Zuidoost</strong> in het gebruik van <strong>groen</strong> tot<br />
uiting komen. Door ruimte te bieden aan tal van culturele gebruiken van barbecueën tot<br />
het Zomerfestival en van zangvogels tot drumbands.<br />
Door het gebruik te koppelen aan de Groentypologie ontstaat sturing in het gewenste<br />
gebruik. Zo zal het park<strong>groen</strong> een publieke kern worden met evenementen en<br />
vele verschillende activiteiten van georganiseerde sport tot een kinderboerderij en<br />
waterrecreatie aan de Gaasperplas. En zal het natuur<strong>groen</strong> een rustig <strong>groen</strong>gebied<br />
worden met recreatief medegebruik. Bij de typologie beschrijvingen is het gebruik per<br />
typologie verder uitgewerkt.<br />
Het recreatieve netwerk zorgt door het vergroten van de bereikbaarheid voor een<br />
impuls in de gebruikskwaliteit. Het netwerk bestaat uit centrumringen rond de poort<br />
en de arena, vanaf de ringen kun je van het centrum naar het ommeland fietsen of<br />
wandelen. Daarnaast zorgen een rondje <strong>Zuidoost</strong> en een rondje Gaasperplas voor<br />
leuke alternatieven. Het netwerk voorziet in het beter verbinden van de verschillende<br />
Groengebieden die <strong>Zuidoost</strong> rijk is.<br />
115
116
PROGRAMMA GROEN&BLAUW | stadsdeel <strong>Zuidoost</strong> februari 2010<br />
4. Doen<br />
In dit hoofdstuk verwoorden we de realisatiestrategie om de ambities en opgaven die<br />
in het vorige hoofdstuk zijn geformuleerd ook daadwerkelijk te kunnen bewerkstelligen.<br />
Om dit te realiseren is het noodzakelijk dat na het programma Groen & Blauw een aantal<br />
beleidsproducten verder wordt uitgewerkt en een aantal concrete projecten, naast de<br />
projecten die al lopen, wordt uitgevoerd om zo in fases onze ambities te realiseren.<br />
Hiertoe werken we de ambities en opgaven verder uit in zogenoemde ‘ Arrangementen’.<br />
Een arrangement is een bundeling van een aantal beleidsproducten en doelstellingen, die<br />
samen een geheel vormen. Er zijn zeven Arrangementen geformuleerd, namelijk: Natuur,<br />
Park, Recreatie, Blauw, Kwaliteit, Betrokkenheid en Beheer.<br />
Binnen deze Arrangementen geven we richting aan de concrete uitvoer van de<br />
verschillende beleidsproducten en projecten door antwoord te geven op de volgende<br />
vragen: Wat is de rol van het stadsdeel? Wie zijn mogelijke partners om mee samen te<br />
werken en erbij te betrekken? Hoe ziet de tijdsplanning eruit en welke kosten zijn eraan<br />
verbonden? Daarnaast geven we ook aan welke doelstellingen het beleidsproduct of<br />
project beantwoordt.<br />
De bundeling van verschillende projecten en beleidsproducten in een Arrangement<br />
draagt niet alleen bij aan de overzichtelijkheid en categorisering van de verschillende<br />
zaken die volbracht moeten worden om invulling te geven aan de realisatie van onze<br />
dromen; Arrangementen zijn ook een enorme kans. Het maakt dat de verschillende<br />
producten niet als los zand aan elkaar hangen. Bundeling zorgt ervoor dat producten en<br />
projecten samen sterker staan, het creëert synergie. Door beleidsproducten en projecten<br />
in samenhang te ontwikkelen, worden deze sterker verbonden en versterken ze elkaar.<br />
Zodoende kan een Arrangement functioneren als katalysator in de samenwerking met<br />
mogelijke partners en de bewerkstelliging van de ambities en opgaven die invulling<br />
geven aan onze dromen.<br />
Alvorens we overgaan tot de verschillende Arrangementen, is er in de volgende paragraaf<br />
allereerst aandacht voor de verschillende rollen die het stadsdeel op zich kan nemen bij<br />
de uitvoer van de verschillende projecten, beleidsproducten en Arrangementen.<br />
4.1 Rollen van het <strong>Stadsdeel</strong><br />
Voordat begonnen wordt met de uitvoer van de verschillende Arrangementen is het van<br />
belang dat het stadsdeel zich eerst bezint op de manier waarop het stadsdeel haar eigen<br />
sturingsrol wil vormgeven. Dat kan op de volgende manieren:<br />
1. Regisseur<br />
2. Partner met gedeelde verantwoordelijkheid<br />
3. Kwaliteitsbewaker<br />
4. Portfoliomanager<br />
5. Beheerder<br />
Natuurlijk kan het stadsdeel er voor kiezen om in alle Arrangementen, beleidsproducten<br />
en projecten de verantwoordelijke te zijn en de uitvoer geheel op zich te nemen. Het is<br />
echter een grote kans en kan een enorme verrijking zijn om ook samen te werken met<br />
andere partijen en een andere of tweede rol aan te nemen. In het programma Groen &<br />
Blauw kan het stadsdeel diverse rollen vervullen, te weten:<br />
1. Het stadsdeel als regisseur<br />
Als stadsdeel is het belangrijk niet af te wachten wat anderen voor je bedenken, maar om<br />
met het programma Groen & Blauw in de hand uit te dragen wat belangrijk is voor het<br />
stadsdeel op het gebied van <strong>groen</strong> en water. <strong>Zuidoost</strong> moet daarom actief participeren in<br />
de visievorming van grote projecten die op ons afkomen zoals: de nieuwe structuurvisie<br />
van de <strong>Gemeente</strong> <strong>Amsterdam</strong> of de overkluizing van de Gaasperdammerweg, geïnitieerd<br />
vanuit Rijkswaterstaat. Het stadsdeel moet actief uitdragen welke ontwikkelingen wenselijk<br />
zijn en welke juist onwenselijk. Het stadsdeel kan in bepaalde gevallen ook heel goed zelf<br />
de regie ter hand nemen; door bijvoorbeeld zelf kaders te stellen waarbinnen uitvoering<br />
van beleid of projecten plaatsvinden moet of door andere partijen actief aan te spreken<br />
op eigen verantwoordelijkheden. Daarnaast kan het stadsdeel zich profileren door het<br />
voeren van een stimulerings-, motiverings- of ontmoedigingsbeleid.<br />
De rol van regisseur betekent echter ook duidelijkheid bieden. Het programma Groen &<br />
Blauw is het kader dat aan alle betrokkenen duidelijkheid verschaft wat betreft het <strong>groen</strong><br />
en water binnen het stadsdeel.<br />
Duidelijkheid en continuïteit van beleid zijn noodzakelijk, met name voor het stimuleren<br />
van andere partijen. Tot slot heeft het stadsdeel als regisseur de verantwoordelijkheid om<br />
het overzicht en de samenhang te bewaken.<br />
2. Het stadsdeel als partner met gedeelde verantwoordelijkheid<br />
<strong>Stadsdeel</strong> <strong>Zuidoost</strong> opereert uiteraard niet in een vacuüm; voor een aantal<br />
beleidsterreinen en projecten bestaan al samenwerkingsverbanden zoals in de<br />
117
PROGRAMMA GROEN&BLAUW | stadsdeel <strong>Zuidoost</strong> februari 2010<br />
vernieuwing of de uitbreiding van het Diemerbos. Voor het stadsdeel betekent een rol als<br />
partner dat het financiële en personele middelen inzet voor het gezamenlijk uitvoeren van<br />
projecten. Bovendien stelt het stadsdeel zich binnen een samenwerkingsverband actief op<br />
bij het vormgeven van gezamenlijke projecten.<br />
3. Het stadsdeel als kwaliteitsbewaker<br />
Het stadsdeel moet het goede voorbeeld geven als het gaat om het concretiseren<br />
en uitvoeren van dit programma Groen & Blauw. Dit kan op verschillende manieren<br />
vormgegeven worden; bijvoorbeeld door richtlijnen met betrekking tot <strong>groen</strong> en <strong>blauw</strong><br />
op te nemen in nieuw of regulier stadsdeelbeleid, maar beter nog door op korte termijn<br />
projecten uit te voeren die bijdragen aan verwezenlijking van dit programma. Op deze<br />
manier maakt het stadsdeel het programma concreet zichtbaar en tastbaar. Het stadsdeel<br />
heeft als kwaliteitsbewaker ook een toetsende rol: Het stadsdeel beoordeelt of nieuwe<br />
initiatieven passen in het programma en kan bovendien eventueel aanvullende eisen<br />
stellen.<br />
4. Het stadsdeel als portfoliomanager<br />
Marktpartijen spelen een essentiële rol bij de uitvoering van projecten. Echter tot nog<br />
toe worden marktpartijen te weinig betrokken bij de realisering van de ambities van<br />
het stadsdeel. Dit is jammer, want juist bij samenwerking met en investeringen door<br />
deze partijen kan beter openbaar <strong>groen</strong> gerealiseerd worden. In het kader van het<br />
opstellen van dit programma heeft het stadsdeel een onderzoek laten uitvoeren naar de<br />
mogelijkheden van cofinanciering. De conclusie van dit onderzoek luidt dat met name<br />
woningcorporaties belangrijke partners kunnen zijn. De bevindingen uit dit onderzoek<br />
kunnen een basis zijn voor een verder gerichte benadering van bedrijven en andere<br />
partners. Belangrijk daarbij is om met name de meerwaarde van het <strong>groen</strong> voor de<br />
bedrijven te benadrukken en te luisteren naar de visie van derden.<br />
5. Het stadsdeel als beheerder<br />
Na realisatie van <strong>groen</strong> en <strong>blauw</strong>, breekt een volgende belangrijke fase aan; die van het<br />
beheer. Voor het water neemt Waternet de voornaamste rol van beheerder op zich. Voor<br />
het <strong>groen</strong> is het stadsdeel het eerste aanspreekpunt. Belangrijk in deze rol is een goede<br />
en efficiënte inzet van de gereserveerde beheergelden voor de gewenste <strong>groen</strong>kwaliteit.<br />
In deze rol kan het stadsdeel ook zoeken naar andere beheeroplossingen, zoals beheer<br />
door bewoners, bedrijven en andere instellingen, andersoortig beheer of een andere<br />
frequentie in beheer.<br />
Het stadsdeel kan dus naast het dragen van de verantwoordelijkheid ook verschillende<br />
andere rollen uitvoeren. Voor begonnen wordt met de uitvoer van de diverse<br />
arrangementen is het voor het stadsdeel zinnig goed na te denken welke rol zij<br />
binnen een project wil vervullen. Ook binnen een Arrangement kan het <strong>Stadsdeel</strong> bij<br />
verschillende beleidsproducten en projecten verschillende rollen kiezen.<br />
4.2 Arrangementen<br />
De verschillende beleidsproducten en projecten geven invulling aan de verschillende<br />
ambities die zijn geformuleerd. Doordat de effecten van ieder van deze producten en<br />
projecten niet alleen beantwoorden aan diverse ambities en opgaven, maar elkaar ook<br />
kruisbestuiven, is het ondoenlijk de invloed op elk van de ambities exact aan te geven.<br />
Daarom beperken we ons tot de ambities en opgaven waar de Arrangementen het meest<br />
invloed op uitoefenen.<br />
In deze paragraaf beschrijven we elk arrangement aan de hand van de volgende<br />
kenmerken: beleid, projecten, mogelijke samenwerking, financiën en tijdsplanning en<br />
de voornaamste ambities en opgaven die het arrangement beantwoord. De zeven<br />
arrangementen die zijn onderscheiden betreffen: Natuur, Park, Recreatie, Blauw, Kwaliteit,<br />
Samenhang, Betrokkenheid en Beheer. In een tabel staan alle Arrangementen met hun<br />
projecten en beleidsproducten overzichtelijk geformuleerd.<br />
Arrangement 1: Natuur<br />
In arrangement 1 staat het thema natuurontwikkeling centraal. Hierin wordt bijgedragen<br />
aan elk van de drie ambities en voornamelijk aan de volgende drie opgaven: ‘Verbeteren<br />
van de herkenbaarheid van het <strong>groen</strong> door de variatie aan <strong>groen</strong>typen, die in potentie<br />
aanwezig zijn, verder te versterken’; ‘realiseren van een klimaatbestendig watersysteem’;<br />
en het vergroten van de ecologische kwaliteit van het <strong>groen</strong>. Om hier invulling aan te<br />
geven zijn een beleidsproduct en twee projecten geformuleerd:<br />
Beleidsproduct: Ecologienota<br />
<strong>Zuidoost</strong> wil de natuurwaarden op een aantal locaties verhogen. In de Ecologienota<br />
wordt deze ambitie en daarbij behorende opgaven uitgewerkt en kan dan vervolgens<br />
fungeren als richtlijn en input voor verschillende projecten. De nota onderzoekt voor<br />
welke diersoorten en met welke maatregelen de natuurwaarden verhoogd kunnen worden<br />
in het natuur<strong>groen</strong>, park<strong>groen</strong> en woon<strong>groen</strong>. Een tweede thema in de ecologienota is de<br />
uitwerking van natuurvriendelijke oevers.<br />
Aangezien deze ecologienota richting en input geeft voor andere projecten, stellen wij<br />
voor deze in de eerste helft van 2009 op te stellen. Met deze tijdsplanning kan bovendien<br />
nog gebruik gemaakt worden van de Ecocheck die is uitgevoerd ten behoeve van dit<br />
programma Groen & Blauw en de Woningbouwstudie.<br />
118
PROGRAMMA GROEN&BLAUW | stadsdeel <strong>Zuidoost</strong> februari 2010<br />
Arrangement<br />
Beleid<br />
Projecten<br />
Planning<br />
Rollen<br />
Partners<br />
1. Natuur<br />
Ecologienota<br />
a. Natuurontwikkeling-<br />
Natuurzoom<br />
b. Natuurlijke oevers<br />
<strong>Zuidoost</strong><br />
2009-2020<br />
Regisseur<br />
Partner<br />
<strong>Amsterdam</strong><br />
Waternet<br />
Groengebied Amstelland<br />
Staatsbosbeheer<br />
Bewoners initiatieven<br />
2. Plaspark<br />
Ontwikkelingsvisie<br />
Gaasperplaspark<br />
a. Opwaarderen<br />
Zuidoever + CPG<br />
b. renovatie<br />
Gaasperpark<br />
2010-2020<br />
Regisseur<br />
Kwaliteitsbewaker<br />
Portfoliomanager<br />
<strong>Amsterdam</strong><br />
Ontwikkelaars<br />
Woningbouwcorperaties<br />
Groengebied Amstelland<br />
Waternet<br />
Kwekers en Hoveniers<br />
3. Recreatie<br />
Recreatiespeelplan<br />
a. Verbeteren routes<br />
b. Stadsstrand G’plas<br />
c. Aanlegsteigers<br />
d. Overkluizing G’weg<br />
2010-2025<br />
Regisseur<br />
Partner<br />
Portfolimanager<br />
AGV<br />
<strong>Amsterdam</strong><br />
ANWB<br />
Fietsersbond<br />
Groengebied Amstelland<br />
Speeltoestellen branche<br />
4. Blauw<br />
a. Watersysteemplan<br />
b. Waterplan<br />
Bypass Gaasperplas<br />
2009-2015<br />
Partner<br />
<strong>Amsterdam</strong><br />
Waternet<br />
Groengebied Amstelland<br />
5. Kwaliteit<br />
a. Bomenplan<br />
b. Openbare Ruimte<br />
Plan<br />
Meer Kleur met<br />
Groen<br />
2010-2020<br />
Regisseur<br />
Kwaliteitsbewaker<br />
<strong>Amsterdam</strong><br />
Woningbouwcorporaties<br />
6. Betrokkenheid<br />
Groenprogramma en<br />
educatie<br />
Bewonersbudget<br />
Groenbeheer<br />
2010-2030<br />
Regisseur<br />
beheerder<br />
<strong>Amsterdam</strong><br />
IVN<br />
Bewoners initiatieven<br />
Staatsbosbeheer<br />
Verenigingen<br />
7. Beheer<br />
Beheervisie<br />
Beheer door<br />
derden<br />
2010-2015<br />
Regisseur<br />
kwaliteitsbewaker<br />
Beheerder<br />
Groengebied Amstelland<br />
Waternet<br />
Staatsbosbeheer<br />
Bewoners initiatieven<br />
Woningbouwcorporaties<br />
119
PROGRAMMA GROEN&BLAUW | stadsdeel <strong>Zuidoost</strong> februari 2010<br />
Project: Natuurzoom<br />
Binnen dit project worden de maatregelen die de natuurwaarden vergroten en een<br />
volwaardige ecologische verbinding tot stand brengt gerealiseerd. Vernatting en<br />
ecologische oevers spelen hierbij een belangrijke rol. Ook de ruimtelijke opgave, de<br />
overgang van stad naar land, is hier essentieel. Hiermee wordt dus voornamelijk invulling<br />
gegeven aan de doelstellingen: Verbeteren van de herkenbaarheid van het <strong>groen</strong> door<br />
de variatie aan <strong>groen</strong>typen die in potentie aanwezig zijn, verder te versterken; en het<br />
vergroten van de ecologische kwaliteit van het <strong>groen</strong>. De planning van dit project loopt<br />
van 2010 tot 2020.<br />
Project: Natuurlijke oevers<br />
Binnen het project Natuurlijk Oevers valt de realisering van alle natuurvriendelijke oevers<br />
die niet kunnen worden meegenomen in lopende en toekomstige andere projecten. Met<br />
deze invulling draagt dit project vooral bij aan het realiseren van een klimaatbestendig<br />
watersysteem en het vergroten van de ecologische kwaliteit van het <strong>groen</strong>. De looptijd<br />
van dit project is 2010 tot 2025.<br />
Het stadsdeel kan binnen het arrangement natuur verschillende rollen aanmeten:<br />
regisseur, partner met gedeelde verantwoordelijkheid, kwaliteitsbewaker of<br />
portfoliomanager. Afhankelijk van de rol die zij kiest is er samenwerking mogelijk met<br />
de stad <strong>Amsterdam</strong>, Waternet, Groengebied Amstelland, Staatsbosbeheer, bewoners<br />
initiatieven, Natuurmonumenten en IVN.<br />
Arrangement 2: Park<br />
In Arrangement 2 zijn projecten gebundeld die betrekking hebben op het park rondom<br />
de Gaasperplas en het Centraal Park Gaasperdam uit de parkwig. Dit arrangement<br />
draagt vooral bij aan de realisatie van ambitie 1 ‘ontwikkelen van een samenhangende<br />
<strong>groen</strong>structuur met herkenbaar <strong>groen</strong>’. Binnen dit arrangement zijn een beleidsproduct en<br />
drie projecten samengebracht.<br />
Beleidsproduct: Ontwikkelingsvisie Gaasperplas en Centraal Park Gaasperdam<br />
Het opstellen van een integrale ontwikkelingsvisie voor het Gaasperplas-park en Centraal<br />
Park Gaasperdam is van essentieel belang voor de ontwikkeling en de kansen van dit<br />
gebied. De verdere ontwikkeling tot <strong>groen</strong> publiek hart en de relatie met toekomstige<br />
woningbouw maakt afstemming op voorhand noodzakelijk om gestelde ambities en<br />
opgaven te verwezenlijken. De planvorming voor dit beleidsproduct is gepland voor<br />
2010-2012.<br />
Project: Opwaarderen Centraal Park Gaasperdam<br />
Middels dit project krijgt het Centraal Park Gaasperdam een opknap beurt, krijgen<br />
eventuele nieuwe functies een plek en worden de randen integraal mee ontworpen met<br />
de nieuwe woningbouw. Dit project wordt uitgevoerd in de periode 2012-2020.<br />
Project: Opwaarderen zuidoever Gaasperplas<br />
In dit project wordt in combinatie met de woningbouw aan de zuidzijde van de<br />
Gaasperplas, de zuidoever heringericht. Hieronder verstaan we ondermeer de aansluiting<br />
op de woningbouw, maar ook de aanleg van extra waterberging, natuurvriendelijke<br />
oevers in het kader van de kaderrichtlijn water en het toevoegen van voorzieningen. Dit<br />
project wordt uitgevoerd in de periode 2012-2020.<br />
Project: Gaasperpark<br />
Het Gaasperpark wordt benoemd tot project omdat het een belangrijk onderdeel is<br />
binnen de parkwig en geen directe relaties heeft met toekomstige bouwprojecten. Zoals<br />
wel geldt voor Centraal Park Gaasperdam en de Zuidoever Gaasperplas. In dit project<br />
wordt met respect voor het bestaande, het Gaasperpark weer gerestyled tot een florapark<br />
met geur en fleur in de hoofdrol. De planning voor de uitvoer van dit project loopt van<br />
2012 tot 2018.<br />
Binnen dit arrangement kan het stadsdeel verschillende rollen verkiezen: regisseur,<br />
partner met gedeelde verantwoordelijkheid, kwaliteitsbewaker en portfoliomanager.<br />
Om de projecten uit te voeren en de ontwikkelingsvisie op te stellen zou het stadsdeel<br />
samenwerking kunnen zoeken met: Stad <strong>Amsterdam</strong>, ontwikkelaars, woningcorporaties,<br />
Groengebied Amstelland, Waternet, bedrijven, Staatsbosbeheer, bewoners, kwekers en<br />
hoveniers.<br />
Arrangement 3: Recreatie<br />
In het derde arrangement zijn een beleidsproduct en vier projecten gebundeld ten<br />
behoeve van de ontwikkeling van recreatie in het <strong>groen</strong> in <strong>Zuidoost</strong>. Hiermee wordt vooral<br />
een bijdrage geleverd aan de volgende opgaven: ‘De onderlinge samenhang tussen de<br />
verschillende <strong>groen</strong>gebieden en de bebouwing vergroten door ze beter met elkaar te<br />
verbinden’ en het ‘vergroten van de gebruikskwaliteit’.<br />
Beleidsproduct: Recreatiespeelplan<br />
Het recreatiespeelplan beschrijft het aantal en de verschillende speelplekken en<br />
recreatiemogelijkheden binnen het stadsdeel. Naast water- en <strong>groen</strong>recreatie zijn ook<br />
de ‘gewone’ speelplekken en sport- en spelcomplexen onderdeel van dit plan. In het<br />
recreatiespeelplan wordt het gebruik naar typologie verder uitgewerkt. Daarnaast worden<br />
multiculturele initiatieven gezocht en gestimuleerd. Op dit moment is alleen Kwakoe een<br />
120
PROGRAMMA GROEN&BLAUW | stadsdeel <strong>Zuidoost</strong> februari 2010<br />
bekend grootschalig zomerfestival in het <strong>groen</strong> van <strong>Zuidoost</strong>. Het <strong>groen</strong> biedt echter<br />
ruimte voor andere initiatieven; zowel op cultureel, muzikaal als sportief gebied. Het<br />
recreatiespeelplan kan worden opgesteld in de periode 2010-2012.<br />
Project: Recreatieve routes<br />
Het <strong>groen</strong> in <strong>Zuidoost</strong> kan nog beter verkend en benut worden door de aanleg van<br />
nieuwe recreatieve routes. Recreatieve routes zijn zowel wandel-, fiets- als skateroutes.<br />
In dit project wordt vooral ook aandacht besteed aan het opheffen van bestaande<br />
knelpunten en het verbeteren van de inrichting en bewegwijzering. Hiermee draagt dit<br />
project ook bij aan de opgaven: ‘De onderlinge samenhang tussen de verschillende<br />
<strong>groen</strong>gebieden en de bebouwing vergroten door ze beter met elkaar te verbinden’ en het<br />
‘vergroten van de gebruikskwaliteit’. Dit plan wordt mede met het oog op het opheffen<br />
van de knelpunten over een lange periode uitgespreid: 2010-2025.<br />
Project: Aanlegsteigers Gaasp<br />
Dit project beslaat de realisatie van een aantal aanlegsteigers in de Gaasp in een<br />
tijdsbestek tot 2012. De steigers bieden waterrecreanten de mogelijkheid om aan te<br />
meren in <strong>Zuidoost</strong>. Zo ontstaan er verschillende recreatieve combinaties met bijvoorbeeld<br />
de Gaasperplas en het Diemerbos.<br />
Project: Stadsstrand<br />
Het project stadsstrand behelst de aanleg van een nieuw stadsstrand aan de Gaasperplas.<br />
De tijdsplanning is gezet op 2015-2020, omdat het zand en de grond die nodig zijn voor<br />
het verondiepen van de plas voor de realisatie van zwemwater verkregen moet worden uit<br />
de toekomstige bouwprojecten.<br />
Project: Parkenreeks overkluizing Gaasperdammerweg<br />
Bij de overkluizing van de Gaasperdammerweg komt een gebied met een lengte van 30<br />
voetbalvelden vrij. Op dit dek kan geen woningbouw gerealiseerd worden en dus is er<br />
een enorme ruimte waarin <strong>groen</strong> en recreatie een groot aandeel kunnen hebben. Door dit<br />
project op te nemen in het programma Groen & Blauw kan een kwalitatief hoogwaardige<br />
<strong>groen</strong>e inrichting van het dek worden gerealiseerd. Dit zal plaatsvinden in de periode<br />
2010-2025.<br />
Binnen dit arrangement kan het stadsdeel verschillende rollen kiezen: regisseur, partner<br />
met gedeelde verantwoordelijkheid, kwaliteitsbewaker en portfoliomanager. De<br />
mogelijke partners om mee samen te werken zijn: Stad <strong>Amsterdam</strong>, ANWB, Fietsersbond,<br />
Groengebied Amstelland, Speeltoestellenbranche en Waternet.<br />
Arrangement 4: Blauw<br />
In arrangement 4 zijn twee beleidsproducten en een project geformuleerd die bijdragen<br />
aan de ontwikkeling van het water in <strong>Zuidoost</strong>. De realisering van extra waterberging en<br />
nieuwe waterlopen ten bate van de grondwaterbeheersing kunnen alle meegenomen<br />
worden in lopende of nieuw op te starten projecten. Ook de waterloop parallel aan de<br />
Meerkerkdreef kan alleen gerealiseerd worden in een groter project, waarbij de dreef<br />
verlaagd wordt en woningbouw gerealiseerd. De kosten voor dreef verlaging zouden niet<br />
alleen vanuit de wateropgave kunnen worden opgebracht. Er wordt hiermee bijgedragen<br />
aan ambitie 2: ‘Het ontwikkelen van een duurzaam watersysteem’.<br />
Beleidsproduct: Watersysteemplan Bijlmerring<br />
Dit product betreft een totaalvisie voor alle afvoergebieden. Het opstellen van dit<br />
beleidsproduct kan plaatsvinden in de periode 2008-2011. Het watersysteemplan<br />
onderzoekt de benodigde capaciteit van het watersysteem per polder in <strong>Zuidoost</strong> en<br />
berekent de benodigde inspan-ningen om dit te bewerkstelligen. Waternet trekt dit<br />
beleidsproduct.<br />
Beleidsproduct: Waterplan<br />
In het waterplan worden de gezamenlijke ambities met betrekking tot het voorkomen<br />
van wateroverlast uitgewerkt. Het waterplan bevat concrete maatregelen voor de<br />
realisatie van een duurzaam watersysteem in <strong>Zuidoost</strong>. Het bevat concrete maatregelen<br />
en voorstellen voor het verbeteren van de kwaliteit van het water, zoals ten doel gesteld<br />
in de Kaderrichtlijn Water. Het waterplan wordt in nauwe samenwerking met Waternet<br />
opgesteld in de periode 2009-2011.<br />
Project: Gaasperplas KRW<br />
In dit project zullen de ecologische doelen voor de Gaasperplas zoals geformuleerd in de<br />
Kaderrichtlijn Water (KRW) worden uitgevoerd. De maatregelen bestaan hierbij uit:<br />
• De aanleg van natuurvriendelijke oevers<br />
• Uitvoeren van onderzoeksmaatregelen: monitoren in Floriadepark<br />
• Opheffen barrière ecologische verbindingszone naar de Hoge Dijk<br />
• Aanleggen van een bypass van stedelijk water naar het gemaal<br />
• Beperken van gebiedsvreemd water<br />
De uitvoer van dit project kan plaatsvinden in de periode 2009-2015. Het stadsdeel<br />
kan bij invulling van het arrangement water de volgende rollen vervullen: regisseur,<br />
partner met gedeelde verantwoordelijkheid, kwaliteitsbewaker en portfoliomanager.<br />
Samenwerking met de volgende partijen is mogelijk: Stad <strong>Amsterdam</strong>, Waternet en<br />
Groengebied Amstelland. Kosten worden gedragen door AGV en GGA.<br />
121
PROGRAMMA GROEN&BLAUW | stadsdeel <strong>Zuidoost</strong> februari 2010<br />
Arrangement 5: Kwaliteit<br />
In arrangement 5 staat het thema kwaliteit centraal. Er zijn twee beleidsproducten en een<br />
project geformuleerd die samengebundeld zijn tot dit arrangement. Daarmee draagt<br />
dit arrangement voornamelijk bij aan de verdere uitwerking van de typologie en het<br />
vergroten van de kwaliteit. Deze producten zullen het stadsdeel ook ondersteunen in haar<br />
rol als kwaliteitsbewaker.<br />
Beleidsproduct: Bomenplan<br />
Bomen zijn belangrijke en gezichtsbepalende <strong>groen</strong>elementen in de (bebouwde)<br />
omgeving. Om bomen de kans te geven groot en oud te worden, is goed beleid en<br />
goede bescherming nodig. Daarom kiest <strong>Zuidoost</strong> voor een bomenplan. Het bomenplan<br />
beschrijft ondermeer de boomstructuren van <strong>Zuidoost</strong> en de manier waarop wij met<br />
monumentale bomen omgaan en hoe wij bomen de kans geven monumentaal te worden.<br />
Er worden ook uitspraken gedaan over het sortiment bomen in relatie tot de structuur en<br />
<strong>groen</strong>typologie. Daarnaast onderzoekt het beleidsproduct verschillende problemen, zoals<br />
eenzijdige leeftijdsopbouw en bodemdaling. Dit beleidsproduct kan opgesteld worden in<br />
de periode 2009-2010.<br />
Beleidsproduct: Openbare ruimte plan<br />
Het openbare ruimte plan bevat aanbevelingen en richtlijnen voor alle aspecten van de<br />
openbare ruimte: gebieds- en typologiebeschrijvingen en materialisatie. Het openbare<br />
ruimteplan is input voor de verdere ontwikkeling van de woningbouwopgave, de invulling<br />
van de nieuwe openbare ruimte op de overkluizing van de Gaasperdammerweg en voor<br />
de verschillende op te stellen wijkvisies.<br />
Het plan streeft naar eenvoudige kwalitatief hoogwaardige inrichting en optimaliseren<br />
van beheer en de daaraan gerelateerde kosten. Voor de opstelling van het<br />
openbare ruimteplan zal het stadsdeel een actieve bijdrage vragen van bijvoorbeeld<br />
woningcorporaties en bedrijven in het kantorengebied. Bij de invulling van de nieuwe<br />
openbare ruimte op de overkluizing van de Gaasperdammerweg zal actief aan de<br />
inwoners van <strong>Zuidoost</strong> worden gevraagd om hiervoor ideeën aan te leveren. Dit<br />
beleidsproduct wordt opgesteld in de periode 2009-2011.<br />
Project: Kleur met Groen<br />
Het project ‘kleur met <strong>groen</strong>’ zal over de gehele periode van dit <strong>Programma</strong> lopen. Elk<br />
jaar wordt er geïnvesteerd in een specifiek <strong>groen</strong>thema om de woongebieden <strong>groen</strong> te<br />
maken. Een voorbeeld is het project ‘Bloesem in de Bijlmer’ waarmee meer kleur aan het<br />
stadsdeel gegeven wordt. Voor ideeën kunnen bewoners worden betrokken.<br />
Het project loopt van 2010-2020.<br />
Binnen dit arrangement kan het stadsdeel verschillende rollen vervullen: regisseur, partner<br />
met gedeelde verantwoordelijkheid, kwaliteitsbewaker en portfoliomanager. Mogelijke<br />
partners om mee samen te werken zijn: Stad <strong>Amsterdam</strong> en woningbouwcorporaties.<br />
Arrangement 6: Betrokkenheid<br />
In dit zesde arrangement beogen we de betrokkenheid van bewoners bij het <strong>groen</strong> te<br />
verhogen door het bundelen van een beleidsproduct en een project. Hiermee levert dit<br />
arrangement een bijdrage aan de volgende opgaven: het vergroten van de esthetische –<br />
en gebruikskwaliteit.<br />
Beleidsproduct: Groenprogramma en educatie<br />
Dit beleidsproduct geeft invulling aan vragen als: Wat doe je en kun je allemaal doen<br />
in het <strong>groen</strong>? En hoe betrekken we verschillende groepen bij het <strong>groen</strong>? In dit product<br />
wordt naar programma en activiteiten gezocht die specifieke doelgroepen in het <strong>groen</strong><br />
kunnen ontplooien, zodat de betrokkenheid actief wordt bevorderd. Men kan hier denken<br />
aan speciale activiteiten voor bijvoorbeeld scholen of bejaarden. Dit beleidsproduct kan<br />
opgesteld worden in de periode 2012-2015.<br />
Project: Bewoners Groen / beheerbudget<br />
Dit project betrekt bewoners bij het <strong>groen</strong>. Ieder jaar wordt er een budget van<br />
€ 200.000,- beschikbaar gesteld tot aan 2030. Bewoners kunnen met ideeën komen<br />
voor het verbeteren / beheren van het <strong>groen</strong> in hun woonomgevingen <strong>Zuidoost</strong>. Dit<br />
bewonersgebonden budget dient om de invloed en betrokkenheid te vergroten en zal<br />
zich voornamelijk richten op een door de bewoners gewenste verzorgingsgraad. Dit<br />
project loopt van 2010-2030.<br />
Bij de uitvoering van dit Arrangement kan het stadsdeel verschillende rollen<br />
vervullen: regisseur, partner met gedeelde verantwoordelijkheid, kwaliteitsbewaker en<br />
portfoliomanager. Er kan mogelijk samenwerking gezocht worden met: Stad <strong>Amsterdam</strong>,<br />
IVN, bewoners initiatieven en Staatsbosbeheer.<br />
Arrangement 7: Beheer<br />
In dit zevende arrangement willen we andere beheervormen realiseren samen met<br />
bewoners, bedrijven en instellingen. Het arrangement levert een bijdrage aan het<br />
vergroten van de esthetische – en gebruikskwaliteit.<br />
Beleidsproduct: Beheervisie<br />
In het beleidproduct beheervisie wordt aangegeven waar welk beheerregime toegepast<br />
moet worden om de gewenste kwaliteit van het <strong>groen</strong> vast te houden/te realiseren en<br />
welke kosten dit met zich meebrengt. De beheervisie dient als onderlegger voor separaat<br />
op te stellen beheerplannen.<br />
122
PROGRAMMA GROEN&BLAUW | stadsdeel <strong>Zuidoost</strong> februari 2010<br />
Onder beheerregime vallen werkzaamheden in het kader van zowel onderhoud als<br />
beheer. Onderhoud zoals knippen, maaien en schoffelen zal in veel gevallen door<br />
het stadsdeel in bestek worden aanbesteed. Het beheer van het <strong>groen</strong> houdt in het<br />
tegengaan, meewerken of inspelen op functieveranderingen van het <strong>groen</strong>.<br />
Het programma Groen & Blauw geeft het <strong>groen</strong> naast typeringen ook gewenste<br />
kwaliteitsniveaus. Op het kwaliteitsniveau is naast inrichting en gebruik ook het beheer<br />
van invloed. Er worden 3 verschillende beheerregimes onderscheiden:<br />
• Standaard beheer;<br />
• Intensief beheer;<br />
• Ecologisch beheer.<br />
Standaard beheer wordt toegepast op het woon<strong>groen</strong>, werk<strong>groen</strong> en op het dreven<strong>groen</strong>.<br />
Het stadsdeel zal hierin zelf een belangrijke rol blijven spelen en een continue afstemming<br />
over de gewenste kwaliteit van het <strong>groen</strong> blijft daarbij noodzakelijk. De na te streven<br />
kwaliteit in het <strong>groen</strong> bij standaard beheer is kwaliteitsniveau B voor onkruidbeheersing en<br />
kwaliteitsniveau 4 “schoon” voor (zwerf)afval.<br />
Intensief beheer wordt toegepast op het centrum<strong>groen</strong> en het park<strong>groen</strong> van <strong>Zuidoost</strong>.<br />
Ook bij intensief beheer zal in veel gevallen het onderhoud door het stadsdeel in bestek<br />
worden aanbesteed. Voor het beheer van het <strong>groen</strong> zal het stadsdeel zelf een belangrijke<br />
rol spelen. Zowel in de centra als in de parken zal het <strong>groen</strong> te maken krijgen met een<br />
grote gebruiksdruk en zal het <strong>groen</strong> tegelijkertijd een deel van het visitekaartje zijn van<br />
het stadsdeel. Daarom wordt voorgesteld om voor beheer iemand aan te stellen die<br />
met name het meebuigen met de gevraagde functies zal managen. Hierbij kan voor het<br />
stadspark gedacht worden aan festivals, sportevenementen, voorstellingen, maar ook<br />
aanvragen van omwonenden om een stuk onderhoud uit te voeren. De parkcoördinator<br />
dient deze functievragen in nauw overleg met het geplande onderhoud te managen. Ook<br />
hier blijft een continue afstemming over de gewenste kwaliteit van het <strong>groen</strong> noodzakelijk.<br />
De na te streven kwaliteit in het <strong>groen</strong> bij intensief beheer is kwaliteitsniveau A voor<br />
onkruidbeheersing en kwaliteitsniveau 5 “zeer schoon” voor (zwerf)afval.<br />
Ecologisch beheer wordt toegepast op het landschaps<strong>groen</strong> en het natuur<strong>groen</strong>. De<br />
onderhoudswerkzaamheden hebben een conserverend karakter, gericht op behoud en<br />
bescherming van flora, fauna en historische en beeldbepalende landschapselementen. De<br />
werkzaamheden in het kader van beheer betreffen voornamelijk werkzaamheden gericht<br />
op het versterken van flora, fauna en het landschap. Gedacht kan worden aan afwisseling<br />
in maairegimes, het creëren van natte situaties en het inzetten van grazers. Het ecologisch<br />
beheer kan met name worden uitgevoerd door onder andere Groengebied Amstelland,<br />
bewoners initiatieven (b.v. door de Ruige Hof) en Staatsbosbeheer. De na te streven<br />
kwaliteit in het <strong>groen</strong> bij ecologisch beheer is kwaliteitsniveau C voor onkruidbeheersing<br />
en kwaliteitsniveau 4 “schoon” voor (zwerf)afval.<br />
Dit beleidsproduct kan opgesteld worden in de periode 2009-2010.<br />
Project: beheer door derden.<br />
In dit project wordt onderzoek gepleegd en concrete afspraken gemaakt met derden over<br />
hun inzet bij <strong>groen</strong>onderhoud. Dit kan geheel zelfstandig gebeuren of samen met het<br />
stadsdeel. Bewoners, bedrijven en instellingen worden hierdoor intensief betrokken bij het<br />
<strong>groen</strong> van <strong>Zuidoost</strong>. Dit project loopt van 2010-2015.<br />
Bij de uitvoer van dit arrangement kan het stadsdeel verschillende rollen vervullen:<br />
regisseur, partner met gedeelde verantwoordelijkheid, kwaliteitsbewaker en<br />
portfoliomanager. Er kan mogelijk samenwerking gezocht worden met: Stad <strong>Amsterdam</strong>,<br />
Landschap Noordholland, IVN, bewoners initiatieven en Staatsbosbeheer, bedrijven,<br />
woningcorporaties.<br />
4.3 Organisatie en financiën<br />
Organisatie<br />
Samenwerking met andere partijen, zoals in de vorige paragraaf is aangegeven schept<br />
grote kansen voor de uitvoer van de verschillende arrangementen. Binnen het stadsdeel<br />
is samenwerking tussen verschillende afdelingen vanzelfsprekend en noodzakelijk. Echter,<br />
het is van belang dat voor elk van de arrangementen een van de sectoren binnen het<br />
stadsdeel het betreffende arrangement trekt en voor uitvoer verantwoordelijk is. Per<br />
arrangement wijzen wij de verantwoordelijkheid toe aan de volgende sectoren:<br />
Arrangement 1: Natuur<br />
Verantwoordelijke sector: Wijkbeheer<br />
Arrangement 2: Park<br />
Verantwoordelijke sector: REO<br />
Arrangement 3: Recreatie Verantwoordelijke sector: MO<br />
Arrangement 4: Blauw<br />
Verantwoordelijke sector: REO<br />
Arrangement 5: Kwaliteit Verantwoordelijke sector: REO<br />
Arrangement 6: Betrokkenheid Verantwoordelijke sector: MO<br />
Arrangement 7: Beheer<br />
Verantwoordelijke sector: Wijkbeheer<br />
Naast deze verdeling is er een arrangement en sector overschrijdende portfoliomanager<br />
noodzakelijk. De portfoliomanager is verantwoordelijk voor de benadering van mogelijke<br />
partners en gaat op zoek naar mogelijke subsidies bij de verschillende arrangementen en<br />
projecten.<br />
123
PROGRAMMA GROEN&BLAUW | stadsdeel <strong>Zuidoost</strong> februari 2010<br />
Financiën<br />
Binnen financiën maken we onderscheid tussen de financiering van projecten,<br />
beleidsproducten en het beheer. De financiering van de producten en projecten komt<br />
niet alleen van <strong>Zuidoost</strong>. Vooral bij de kosten van projecten kan dekking gezocht worden<br />
op verschillende manieren. Sommige projecten kunnen financieel gedragen worden door<br />
de GREX van de aanliggende woningbouw. Andere projecten kunnen via cofinanciering<br />
door derden en het aantrekken van subsidies gerealiseerd worden. Naar verwachting kan<br />
30 procent van de kosten gedekt worden door subsidies vanuit de stad en de provincie;<br />
20 procent kan gedekt worden door financiering door derden. Dit betekent dat 50<br />
procent voor rekening van het <strong>Stadsdeel</strong> komt. De beleidsproducten zijn voornamelijk een<br />
aangelegenheid van het stadsdeel in samenwerking met de Centrale Stad, Waternet/AGV<br />
en Groengebied Amstelland.<br />
De totale kosten voor het opstellen van de voorgestelde beleidsproducten bedraagt<br />
€ 1.700.000<br />
De totale kosten voor het uitvoeren van de voorgestelde projecten bedraagt:<br />
€ 25.000.000,-<br />
De verdeling van deze kosten is als volgt:<br />
Financiering door derden: € 5.000.000,-<br />
Financiering door subsidies: € 7.500.000,-<br />
Financiering door stadsdeel: € 12.500.000,-<br />
Binnen de bestaande begroting of areaal zijn ook nog een aantal maatregelen denkbaar<br />
die geld kunnen opleveren:<br />
1. Privatisering van grond: Stukken grond die in het bezit en beheer van <strong>Zuidoost</strong><br />
zijn, uitgeven aan particulieren. Hierdoor hoeft er door <strong>Zuidoost</strong> geen geld meer<br />
uitgegeven te worden aan het onderhoud, maar is ook de grond niet meer in haar<br />
bezit.<br />
2. Beheer door derden<br />
3. Optimalisatie van beheer: Op efficiëntere en effectievere wijze omgaan met inrichting<br />
en beheer.<br />
4. Verminderen van de hoeveelheid Groen: Om beheerkosten te verminderen zou de<br />
hoeveelheid <strong>groen</strong> in <strong>Zuidoost</strong> verminderd kunnen worden en hiervoor in de plaats<br />
kan dan bijvoorbeeld meer <strong>blauw</strong> of rood komen.<br />
Tenslotte kan de transparantie van beheerbudgetten verbeterd worden. Als inzichtelijk<br />
gemaakt wordt wat beheer en onderhoud precies kost en waar het wordt uitgegeven, kan<br />
er bij aanpassing van budgetten ook aangegeven worden waar het beheer minder wordt.<br />
Zodat bewustere keuzes in de toekomst mogelijk zijn.<br />
In totaal betekent dit voor het stadsdeel een investering van € 14.200.000,- over een<br />
periode van 20 jaar. Binnen deze periode zullen qua uitgaven een aantal pieken zitten,<br />
maar uitgespreid over deze 20 jaar betekent dit voor het stadsdeel een extra investering<br />
in Groen en Blauw van € 710.000,-<br />
De financiering van het beheer is een belangrijk aspect om de gestelde kwaliteit en<br />
opgaven te realiseren. Bij het vaststellen van afzonderlijke projecten zijn de kosten<br />
d.m.v. een beheertoets berekend en is er dekking voor de eventuele kostenverhoging.<br />
Daarnaast is het nodig om actief extra financiering te organiseren. Dit extra geld kan<br />
zowel binnen <strong>Zuidoost</strong> als extern worden gezocht en worden samengebracht in een<br />
beheerfonds.<br />
124
PROGRAMMA GROEN&BLAUW | stadsdeel <strong>Zuidoost</strong> februari 2010<br />
Bijlage Besluit <strong>Stadsdeel</strong>raad <strong>Zuidoost</strong> 2009<br />
Op 30 juni 2009 heeft de <strong>Stadsdeel</strong>raad <strong>Zuidoost</strong> een besluit heeft genomen over het<br />
<strong>Programma</strong> Groen & Blauw, de Woonvisie en de Verkenning woningbouwlocaties 2010-<br />
2030.<br />
De <strong>Stadsdeel</strong>raad van het <strong>Stadsdeel</strong> <strong>Amsterdam</strong> <strong>Zuidoost</strong>,<br />
heeft het volgende besloten:<br />
1. Het <strong>Programma</strong> Groen & Blauw <strong>Zuidoost</strong> vast te stellen;<br />
1a. Ter uitwerking van het programma Groen&Blauw <strong>Zuidoost</strong> eind 2009 te starten met<br />
het opstellen van een Uitwerkingsplan Ecologie en een Waterplan;<br />
1b. Naar aanleiding van het programma Groen&Blauw <strong>Zuidoost</strong> eind 2009 te starten<br />
met een Ontwikkelingsplan Gaasperpark & Gaasperplas in samenwerking met<br />
Groengebied Amstelland;<br />
1c. Ter uitwerking van het programma Groen & Blauw <strong>Zuidoost</strong> eind 2009 te starten met<br />
het opstellen van de projecten Natuurzoom en natuurvriendelijke oevers <strong>Zuidoost</strong>;<br />
2. De Woonvisie <strong>Zuidoost</strong> 2020 vast te stellen;<br />
3. In te stemmen met de conclusie dat de zeven locaties uit de Verkenning<br />
woningbouwlocaties <strong>Zuidoost</strong> 2010 -2030 geschikt zijn voor woningbouw en verder<br />
uitgewerkt worden met inachtneming van de volgende randvoorwaarden:<br />
3a. De voorgestelde koers -waarbij wordt ingezet op verbetering van de centrale<br />
parkenwig, heling van het stedelijk weefsel in de Gaasperdammerwegzone en<br />
vergroting van de diversiteit van woonmilieus- , inclusief bijbehorende koerskaart<br />
uit de verkenning, past bij de ambitie van het stadsdeel zoals geformuleerd in de<br />
Woonvisie en het <strong>Programma</strong> Groen&Blauw en is uitgangspunt voor de verdere<br />
uitwerking van de verschillende locaties;<br />
3b. Op de zeven locaties is, rekening houdend met de woonvisie en het programma<br />
Groen&Blauw, een woningaantal van 5000 niet haalbaar;<br />
3c. Bij de uitwerking van de locaties wordt rekening gehouden met omgevingsfactoren<br />
als bouwhoogte, bouwvolume en inpassing in het <strong>groen</strong>;<br />
3d. Minimaal 50% van het aantal te realiseren woningen wordt grondgebonden;<br />
3e. De oever aan de zuidzijde van de Gaasperplas blijft onbebouwd en openbaar. Er<br />
wordt een parkzone ingericht van 100 tot 150 meter;<br />
3f. Het aangepaste Centraal Park Gaasperdam, inclusief het deel op de overkluizing A9<br />
waar de verbinding met het Bijlmerpark komt, wordt voorgedragen om te worden<br />
toegevoegd aan de Hoofd<strong>groen</strong>structuur <strong>Amsterdam</strong>;<br />
4. In het najaar 2009 te starten met de voorbereiding van een Strategiebesluit voor de<br />
Gaasperdammerwegzones Oost én West, inclusief de inrichting van de ruimte op<br />
de A9-overkluizing; dit in samenhang met het Ontwerptracébesluit verbreding en<br />
overkluizing Gaasperdammerweg van Rijkswaterstaat;<br />
5. In het najaar 2009 te starten met de uitwerking van de woningbouwlocatie<br />
noordelijke zone Daalwijkdreef in overleg met <strong>Gemeente</strong> Diemen, rekening houdend<br />
met de verbreding van de dreef en de bouwplannen D- en E-buurt Bijlmermeer,<br />
Drostenburg/Dubbelink en Bergwijkpark;<br />
6. De woningbouwambities bij de drie genoemde marktinitiatieven in de randzone<br />
Centrumgebied <strong>Zuidoost</strong> te ondersteunen;<br />
7. Dat de koers uit de verkenning woningbouwlocaties de inzet van het stadsdeel<br />
is voor de nieuwe Structuurvisie <strong>Amsterdam</strong> en de Structuurvisie Noord-Holland,<br />
waarvan besluitvorming medio 2010 plaatsvindt;<br />
7a. Indien de woningbouwlocaties Zuidzijde Gaasperplas wordt overgenomen in de<br />
Structuurvisie <strong>Amsterdam</strong> en de Structuurvisie Noord-Holland, een Strategiebesluit<br />
voor de gezamenlijke locaties Zuidzijde Gaasperplas en Centraal park Gaasperdam<br />
op te stellen; dit zal in nauwe samenhang moeten plaatsvinden met de op te stellen<br />
Ontwikkelingsvisie Gaasperpark - Gaasperplas;<br />
7b. Indien de locatie randzone AMC wordt overgenomen in de Structuurvisie <strong>Amsterdam</strong><br />
en de Structuurvisie Noord-Holland, een Strategiebesluit op te stellen;<br />
8. In te stemmen met het verrichten van nader onderzoek naar de mogelijkheden<br />
voor woningbouw bij verlaging en herprofilering van dreven met aanliggende<br />
parkeervelden als mogelijk aanvulling op de woningbouwlocaties uit de verkenning,<br />
in relatie tot de wijkvisies;<br />
125
PROGRAMMA GROEN&BLAUW | stadsdeel <strong>Zuidoost</strong> februari 2010<br />
9. Dat de onderzoeken van de centrale stad naar de mogelijkheden voor woningbouw<br />
in de kantorenzone van werkgebied Amstel III een aanvulling vormt op de zeven<br />
woningbouwlocaties uit de verkenning.<br />
Bij motie (nr. 16, 17, 18, 19 en 39) zijn de volgende besluiten toegevoegd:<br />
Het DB op te dragen dat de genoemde recreatieve functies bij de uitwerking van de<br />
parkenwig verder worden geoptimaliseerd;<br />
Het DB op te dragen om bij de planvorming van de woningbouwlocaties de volgende<br />
uitgangspunten mee te geven:<br />
• Het stedenbouwkundig concept van de verbindende brede parkenwig als<br />
leidinggevend principe te hanteren;<br />
• De Meerkerkdreef en Langbroekdreef te verlagen ter ondersteuning van de<br />
parkenwig;<br />
• In dit stedenbouwkundig model als uitgangspunt mee te geven dat de<br />
kinderboerderij, de nutstuinen ten westen daarvan en het grootste deel van de<br />
Riethoek op de huidige locaties in de nieuwe plannen in te passen;<br />
• Dat de locatie ten zuiden van de Gaasperpark, de <strong>groen</strong>e beleving gehandhaafd<br />
blijft, en stedenbouwkundig aansluiting te zoeken bij de bestaande bouw;<br />
Het DB op te dragen om samen met de gemeenten <strong>Amsterdam</strong>, Diemen, Ouder- Amstel<br />
en de betrokken stadsdeel een gezamenlijke toekomstvisie voor de zuidoostlob tot stand<br />
te brengen;<br />
Het DB op te dragen te onderzoeken hoe groot de behoefte aan woningen voor jongeren<br />
is;<br />
Het DB op te dragen te onderzoeken of de eigenaresse van het gebouw van Ballorig<br />
bereid is om mee te werken tot aanpassing van de kleur en/of aankleding van het<br />
gebouw;<br />
Bronnen<br />
<strong>Stadsdeel</strong><br />
• <strong>Zuidoost</strong> open Huis<br />
Structuurvisie <strong>Zuidoost</strong><br />
• Inwoners van <strong>Zuidoost</strong> over <strong>groen</strong> en parken in het stadsdeel<br />
Dienst Onderzoek en Statistiek, gemeente <strong>Amsterdam</strong> 2004<br />
(tbv. Structuurvisie <strong>Zuidoost</strong>)<br />
• State of the art Gaasperdam<br />
Bureau Middelkoop iov. Stuurgroep Gaasperdam 2001<br />
• Finale Plan van Aanpak Vernieuwing Bijlmermeer<br />
<strong>Stadsdeel</strong> <strong>Amsterdam</strong> <strong>Zuidoost</strong> 2001<br />
• Milieuvisie zuidoost<br />
<strong>Stadsdeel</strong> <strong>Zuidoost</strong> 2007<br />
• De Bijlmer is mijn Stad<br />
Visie voor de ruimtelijke vernieuwing van de Bijlmermeer<br />
Kuiper Compagnons 1996 iov. <strong>Stadsdeel</strong> <strong>Zuidoost</strong><br />
• MER Vernieuwing Bijlmermeer<br />
IBA <strong>Amsterdam</strong> / dRO <strong>Amsterdam</strong> 2002<br />
• Groen en waterstructuur <strong>Zuidoost</strong>, coalitie van <strong>groen</strong>, <strong>blauw</strong> en rood<br />
REO / B&M stadsdeel <strong>Zuidoost</strong> 2002<br />
• Groen en Water in de <strong>Zuidoost</strong>lob<br />
Themaverkenningen Ontwikkelingsstrategie <strong>Zuidoost</strong>lob<br />
DRO gemeente <strong>Amsterdam</strong> 2004<br />
• Analyse Groenplan <strong>Amsterdam</strong> <strong>Zuidoost</strong><br />
Bosch Slabbers 2006<br />
• WaterAnalyse <strong>Zuidoost</strong><br />
DRO gemeente <strong>Amsterdam</strong> 2007<br />
• Concept Ecocheck <strong>Zuidoost</strong><br />
DRO gemeente <strong>Amsterdam</strong> 2008<br />
Het DB op te dragen de raad te informeren uiterlijk bij de najaarnota 2009 of bedoelde<br />
bereidheid bestaat en welke kosten daarmee gemoeid zijn en wie deze zou kunnen/willen<br />
dragen.<br />
126
PROGRAMMA GROEN&BLAUW | stadsdeel <strong>Zuidoost</strong> februari 2010<br />
Stad en Regio<br />
• Structuurplan <strong>Amsterdam</strong>, Kiezen voor Stedelijkheid<br />
<strong>Gemeente</strong> <strong>Amsterdam</strong> DRO 2003<br />
• Nota Ruimte<br />
Ministeries van VROM, LNV, V&W, EZ 2004<br />
• Streekplan Noord-Holland Zuid<br />
Provincie Noord-Holland 2003<br />
• Ontwikkelingsbeeld Noordvleugel 2040<br />
Metropoolregio <strong>Amsterdam</strong> 2008<br />
Literatuur<br />
Advies “Recht op Groen”<br />
Raad voor het Landelijk Gebied 2005<br />
Werk in Uitvoering – Maandblad van de dienst de publieke werken <strong>Amsterdam</strong><br />
21e Jaargang – nr. 5 - Januari 1971<br />
Artikel van GroenGebied Amstelland – pg. 126-143<br />
‘Het ontwerp en het gebruik van het openbare Groen in <strong>Amsterdam</strong>s jongste<br />
uitbreidingen’ P. Martinot. Pg. 121-128<br />
127
Colofon<br />
De nota <strong>Programma</strong> <strong>groen</strong> en <strong>blauw</strong> <strong>Amsterdam</strong> <strong>Zuidoost</strong> 2030 wordt u aangeboden door stadsdeel <strong>Zuidoost</strong> en vormt samen met de nota’s Verkenning woningbouwlocaties<br />
<strong>Amsterdam</strong> <strong>Zuidoost</strong> 2010-2030, Woonvisie <strong>Zuidoost</strong> 2020 en de studie Over Dreven de basis voor toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen in <strong>Amsterdam</strong> <strong>Zuidoost</strong>.<br />
Ook zijn in deze studie de besluiten van de stadsdeelraad d.d. 30 juni 2009 opgenomen die op basis van deze vier nota’s en studie zijn genomen.<br />
Tekst en samenstelling : stadsdeel <strong>Zuidoost</strong>, Amer Adviseurs en Sjaak Gieling (DRO) † 2007<br />
Foto’s en illustraties : stadsdeel <strong>Zuidoost</strong>, gemeente <strong>Amsterdam</strong>, Bosch en Slabbers, DRO en <strong>Gemeente</strong> Archief.<br />
Lay-out en drukwerk : Stadsdrukkerij <strong>Amsterdam</strong> NV<br />
Oplage : 200<br />
Op de site van het stadsdeel www.zuidoost.amsterdam.nl vindt u de vier rapportages digitaal.<br />
Februari 2010