Paul Hazebroek Strijders tegen eenzaamheid - Noom
Paul Hazebroek Strijders tegen eenzaamheid - Noom
Paul Hazebroek Strijders tegen eenzaamheid - Noom
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>Paul</strong> <strong>Hazebroek</strong><br />
<strong>Strijders</strong><br />
<strong>tegen</strong><br />
<strong>eenzaamheid</strong><br />
Gesprekken over betrokkenheid<br />
bij een groot maatschappelijk probleem
Colofon<br />
Dit boekje is gepubliceerd ter gelegenheid<br />
van de Week <strong>tegen</strong> Eenzaamheid 2011<br />
in opdracht van Coalitie Erbij.<br />
Tekst en portretfoto’s<br />
<strong>Paul</strong> <strong>Hazebroek</strong><br />
Grafische vormgeving<br />
Rolf Hermsen,<br />
GITS (gitsamsterdam.nl)<br />
Realisatie<br />
Mariëtte Heres,<br />
Warner Strategy & Fundraising<br />
Druk en afwerking<br />
Drukkerij Sintjoris, Gent
Inhoud<br />
Voorwoord 3 7<br />
Sociaal isolement is niet alleen een privézaak Anja Machielse 3 8<br />
Eenzaamheid pak je bij de bron aan, niet in het eindtraject Jeanette Rijks 3 14<br />
Oudere met student op kamer zie je opleven SOlink 3 20<br />
Mythes over <strong>eenzaamheid</strong> moeten van tafel Jenny Gierveld 3 26<br />
Compassie moet je <strong>tegen</strong>woordig organiseren Jan Ruyten 3 32<br />
Coalitie moet meer smoel krijgen in wijk en buurt Jan van den herik 3 38<br />
Avondje uit houdt eenzame oudere geestelijk actief Vier Het Leven 3 44<br />
Een Chinees die eenzaam is schaamt zich George Wong 3 50<br />
Eten is bij ons bedoeld als bindmiddel Ruud Pluijter 3 56<br />
Iemand redden lukt niet, voor hem zorgen wel Henny Tinga 3 62<br />
Strijd <strong>tegen</strong> <strong>eenzaamheid</strong> gebaat bij authentieke aanpak YD+I 3 68<br />
Een maatje is geen hulpverlener, eerder vriend Match 3 74<br />
Zorg aan boord is zoals die aan wal zou moeten zijn Jolanda van de Lagemaat 3 80<br />
Coalitie Erbij 3 87
Voorwoord <br />
Meer dan 1 miljoen volwassen Nederlanders geven aan zich sterk eenzaam<br />
te voelen. De verwachting is niet dat het aantal mensen met<br />
<strong>eenzaamheid</strong>sklachten de komende tijd zal afnemen. Niet alleen het<br />
grote aantal waar we over praten is een probleem. Eenzaamheid<br />
brengt behalve een rotgevoel ook een vergroot risico op lichamelijke<br />
en/of psychische klachten met zich mee.
<strong>Strijders</strong> <strong>tegen</strong> <strong>eenzaamheid</strong><br />
Anja Machielse<br />
8
Sociaal isolement<br />
is niet alleen<br />
een privézaak<br />
Hoe komt het dat mensen sociaal geïsoleerd raken? Hoe redden ze<br />
zich vervolgens? En welke rol hebben overheden en hulpverleners<br />
op dit punt? Dat zijn vragen die Anja Machielse zichzelf stelt als<br />
onderzoeker van het Landelijk Expertisecentrum Sociale Interventie<br />
(LESI) van de Universiteit Utrecht: “Sociaal geïsoleerden laat je niet<br />
in de kou staan.” 3<br />
9
<strong>Strijders</strong> <strong>tegen</strong> <strong>eenzaamheid</strong><br />
To r e n k a m e r<br />
Zich de rest van haar leven in een torenkamertje alleen nog verdiepen<br />
in het werk van beroemde filosofen als Kant en Schopenhauer. Die gedachte<br />
is wel eens bij haar opgekomen, bekent ze lachend. Haar krappe werkkamer<br />
met wijds uitzicht negentien hoog in het Van Unnik-gebouw op de Uithofcampus<br />
van de Universiteit Utrecht lijkt wel een beetje op een torenkamer.<br />
Maar op haar bureau bewijst haar recente publicatie, ‘Sociaal isolement bij<br />
ouderen. Op weg naar een Rotterdamse aanpak’ (2011), dat Anja Machielse<br />
(54) als onderzoeker met beide benen in het alledaagse leven staat: “Ik wil<br />
met mijn werk vooral praktisch iets teweegbrengen.”<br />
Etappes<br />
Machielse is zelf ook filosoof. Haar studie deed ze in twee etappes,<br />
voor en na een werkend bestaan als personeelsfunctionaris bij uitgeverij VNU<br />
en als zelfstandig organisator van congressen en festivals: “Op een gegeven<br />
moment kreeg ik toch meer behoefte aan inhoud.” Ze pakte haar filosofiestudie<br />
weer op en werd onderzoeker aan de Universiteit Utrecht. In 2006<br />
promoveerde ze in de sociale wetenschappen: “Ik heb een natuurlijke neiging<br />
om mij aangetrokken te voelen tot mensen waarmee het niet goed gaat.”<br />
Snijvlak<br />
Als filosoof is ze geboeid door de vraag naar een rechtvaardige samenleving.<br />
Wanneer is iets niet louter een privéaangelegenheid maar ook een maatschappelijk<br />
vraagstuk: “Dat snijvlak fascineert mij. Want dan heb je het over de<br />
ethische vraag of een overheid zich met zo’n privédomein moet gaan bemoeien.”<br />
De Amerikaanse twintigste-eeuwse denker John Rawls inspireerde haar. Vooral<br />
diens ideeën over ongelijkheid en het verschil in mogelijkheden voor mensen<br />
als gevolg van sociale en culturele invloeden, zetten haar aan het denken.<br />
Twintig jaar<br />
Uit haar afstudeeronderzoek naar sociaal-economische gezondheidsverschillen<br />
blijkt al haar belangstelling voor het onderwerp: “Onderzoekers<br />
toonden recent nog aan dat de gezonde levensperiode van mensen in lagere<br />
sociale milieus gemiddeld twintig jaar korter is dan bij mensen uit hogere<br />
klassen. Je denkt dat we in onze moderne samenleving allemaal dezelfde kansen<br />
hebben om gezond oud te worden, maar dat is dus nog altijd niet zo. Mij<br />
interesseert dan de vraag tot hoever mensen zelf verantwoordelijk zijn voor<br />
hun levensstijl en voor hoever die bepaald is door wat ze van thuis meekregen.<br />
En wat je daar dan als overheid aan kan doen.”<br />
10
Sociaal isolement is niet alleen een privézaak Anja Machielse<br />
Buffer<br />
Als onderzoeker richtte ze zich de afgelopen veertien jaar op sociale<br />
contacten, vooral op mensen die zo’n netwerk niet hebben. Machielse: “Eenzaamheid<br />
hoort bij het leven. Ook zelf heb ik ervaren dat je in bepaalde omstandigheden<br />
eenzaam kunt zijn, met een verbroken relatie in het verleden en<br />
met nu een dementerende vader. Maar ik kom uit een fijn gezin en de contacten<br />
die ik heb, voelen aan als een veilige buffer. Als mij iets overkomt, sta ik<br />
er niet alleen voor. Maar hoe zit het met mensen die dat allemaal niet hebben,<br />
die er wel alleen voorstaan? Wat ging er mis in hun leven? En hoe redden ze<br />
zich nu? Dat intrigeert mij.”<br />
Milieu<br />
Een studie waar ze eind jaren negentig aan meewerkte, toont aan dat<br />
voor het welbevinden van mensen een sociaal netwerk even belangrijk is als<br />
een goede gezondheid. Machielse: “Voor mij rees toen de vraag in welke mate<br />
het wel of niet hebben van zo’n netwerk beïnvloed wordt door de omstandigheden<br />
waarin je bent opgegroeid en of de overheid mensen zonder netwerk<br />
moet bijstaan.”<br />
Pionier<br />
Machielse: “Ik ben denk ik een pionier geweest met mijn opvatting<br />
dat sociaal isolement niet alleen een privézaak is. Het is ook een maatschappelijk<br />
vraagstuk dat direct te maken heeft met de manier waarop onze samenleving<br />
zich heeft ontwikkeld. Veel mensen zijn blij met de individualisering.<br />
Daardoor kunnen ze hun eigen keuzes maken. Maar als dat je niet<br />
lukt, kom je in de maatschappij zoals die nu is ingericht wel echt op jezelf<br />
te staan.”<br />
Onvermogen<br />
Na een landelijk onderzoek naar de sociale netwerken van Nederlanders<br />
neemt ze in haar boek ‘Niets doen, niemand kennen’ (2003) een duik ín<br />
de levens van contactarme mensen. Machielse: “Het landelijk onderzoek gaf<br />
een algemeen beeld van de betekenis van die netwerken en van de oorzaken<br />
en gevolgen van sociaal isolement. Ik wilde er toen achter komen hoe sociaal<br />
geïsoleerde mensen zélf <strong>tegen</strong> hun wereld aankijken, hoe ze met hun onvermogen<br />
omgaan. Daar was nog weinig over bekend. Terwijl je het over zes procent<br />
van alle Nederlanders hebt.”<br />
11
<strong>Strijders</strong> <strong>tegen</strong> <strong>eenzaamheid</strong><br />
Kracht<br />
Al interviewend verbaasde ze zich over de grote verschillen in levens<br />
die ze achter bijna honderd voordeuren aantrof. Machielse: “Binnen tien interviews<br />
was het beeld van tafel dat ik had van alleen maar zielige mensen die<br />
verslagen achter de geraniums zitten. Veel sociaal geïsoleerde mensen vinden<br />
zichzelf helemaal niet zielig. Mij viel juist hun enorme kracht op, waardoor<br />
ze het in hun eentje toch rooien. Door op straat met Jan en Alleman een praatje<br />
te maken om zo de behoefte aan contact te compenseren, of door ’s nachts<br />
te gaan leven om juist met niemand nog wat van doen te hebben. Die overlevingsstrategieën<br />
verschillen enorm.”<br />
Bingoavond<br />
In haar proefschrift ‘Onkundig en Onaangepast’ (2006) laat ze zien dat<br />
sociaal isolement en chronische <strong>eenzaamheid</strong> processen zijn die zichzelf versterken,<br />
juist door de overlevingsstrategie van sociaal onhandige mensen:<br />
“Zonder ingrijpen van buitenaf glijden mensen steeds verder af.” Ze pleit voor<br />
meer maatwerk: ”Iemand die al jaren afgezonderd leeft, krijg je niet naar een<br />
bingoavond. Die haal je niet meer uit dat isolement. Als hulpverlener boek je<br />
dan een prima resultaat als je erger voorkomt. Door er voor te zorgen dat<br />
iemands huis wordt schoongemaakt en er een maaltijddienst komt. Of door<br />
erop toe te zien dat iemand op tijd naar de dokter gaat en zijn schulden<br />
aflost. De vraag is hoe hoog je als samenleving de lat moet leggen.”<br />
Overlap<br />
Intussen maken verschillende gemeentes dankbaar gebruik van haar<br />
indeling van sociaal isolement in verschillende gradaties. Machielse: “Mijn<br />
typologie geeft aan welke soort interventie in een bepaald geval zinvol is en<br />
welke niet. Vaak zijn interventies op meerdere terreinen noodzakelijk en<br />
moeten die goed op elkaar aansluiten. Hulporganisaties werken vaak nog<br />
langs elkaar heen, met ook vaak dezelfde soort activiteiten. In Rotterdam<br />
proberen we nu bij de aanpak van social isolement door een betere afstemming<br />
overlap en lancunes te voorkomen. Ook in de provincie Utrecht zijn we<br />
daarmee bezig.”<br />
Hele toer<br />
De behoefte aan meer maatwerk valt volgens Machielse moeilijk te<br />
rijmen met de trend in de zorg waarbij individuele ondersteuning van hulpbehoevenden<br />
door beroepskrachten zoveel mogelijk wordt wegbezuinigd:<br />
“Ik ben bang dat men te makkelijk vertrouwt op de inzet van meer vrijwilli-<br />
12
Sociaal isolement is niet alleen een privézaak Anja Machielse<br />
gers. In onze participatiemaatschappij zijn er juist steeds minder mensen met<br />
tijd en aandacht voor hulpbehoevenden buiten hun directe familie en vriendenkring.<br />
Ik denk dus dat het nog een hele toer wordt om te bewerkstelligen<br />
dat die extra vrijwilligers er komen. Dat vraagt een mentaliteitsomslag waarbij<br />
het weer normaal wordt dat we ons om ‘vreemden’ bekommeren.”<br />
Cruciaal<br />
Jongeren sociale stages laten volgen, noemt ze een goed middel om die<br />
omslag te bewerkstelligen: “Als je al jong ziet dat er ook kwetsbare mensen<br />
zijn, stel je jezelf eerder de vraag of je daar zelf een rol in kan vervullen.” Ze<br />
waarschuwt ook dat sociaal geïsoleerden niet tussen wal en schip mogen vallen,<br />
omdat ze weinig overlast opleveren en relatief onzichtbaar zijn: “Als het<br />
uitgangspunt van de Wmo is dat mensen bij <strong>tegen</strong>slagen allereerst een beroep<br />
moeten doen op hun eigen sociale netwerk, dan betekent dat ook dat je als<br />
overheid mensen die minder vaardig zijn in het opbouwen van zo’n netwerk<br />
niet in de kou laat staan. Dat vind ik echt cruciaal.”<br />
w w w . l e s i . n l<br />
13
<strong>Strijders</strong> <strong>tegen</strong> <strong>eenzaamheid</strong><br />
Jeanette Rijks<br />
14
Eenzaamheid pak je<br />
bij de bron aan,<br />
niet in het<br />
eindtraject<br />
Een vereenzaamde tante vroeg tevergeefs om professionele hulp.<br />
Voor Jeannette Rijks was dat het startschot voor een zoektocht<br />
naar wat <strong>eenzaamheid</strong> precies is en hoe je mensen er vanaf kan helpen.<br />
Met inmiddels de reputatie van <strong>eenzaamheid</strong>sdeskundige geeft<br />
ze via internet cursussen aan mensen met <strong>eenzaamheid</strong>sklachten en<br />
traint ze hulpverleners in het omgaan met eenzame mensen. Klanten<br />
staan nog niet in de rij, “maar twintig jaar geleden ging er ook nog<br />
niemand naar een fitnessschool”. 3<br />
15
<strong>Strijders</strong> <strong>tegen</strong> <strong>eenzaamheid</strong><br />
Pijn<br />
“Eenzaamheid is een reactie van je lichaam op het gebrek aan verbondenheid<br />
met anderen.” Met die definitie bakent Jeannette Rijks (57) <strong>eenzaamheid</strong><br />
bewust af als een natuurlijke prikkel: “Eenzaamheid is niet een kenmerk van een<br />
persoon. Je bént niet eenzaam. Je bént toch ook geen hoofdpijn?” Eenzaamheid<br />
is volgens haar ook een soort pijn: “Het activeert dezelfde hersendelen als pijn.”<br />
Oergevoel<br />
Een oergevoel noemt ze het ook in een ruim twee uur durend gesprek<br />
in haar “werkhol”, een ruime werkkamer in haar woning in het landelijke<br />
Oudenbosch even boven Roosendaal. Ze geeft er een cursus voor mensen met<br />
<strong>eenzaamheid</strong>sklachten en traint er hulpverleners in het omgaan met eenzame<br />
mensen. De training geeft ze ook buiten de deur bij zorgorganisaties als<br />
Humanitas en Sensoor.<br />
Levensreddend<br />
Rijks, gedreven: “Wie zegt dat hij zich nooit eenzaam voelt, liegt of is<br />
rijp voor een inrichting.” In haar boek ‘De kracht van <strong>eenzaamheid</strong>’ (2008)<br />
spreekt ze van een levensreddende kracht. Rijks: “Zonder <strong>eenzaamheid</strong> hadden<br />
we geen besef van het belang van verbondenheid. Maar je moet <strong>eenzaamheid</strong><br />
wel snappen. Daar ligt het probleem. Veel mensen kunnen dat niet en<br />
worstelen er hun hele leven mee.”<br />
Pillen<br />
Als <strong>eenzaamheid</strong>sdeskundige is Rijks een autodidact pur sang. De<br />
woede die in haar opwelde toen elf jaar geleden een arts een bejaarde vereenzaamde<br />
tante van haar afscheepte met een antidepressivum, was voor haar<br />
het signaal om echt met <strong>eenzaamheid</strong> aan de slag te gaan: “Het idee dat iemand<br />
met zoiets intiems bij z‘n huisarts aanklopt en dan met pillen het bos<br />
in wordt gestuurd, maakte mij razend.”<br />
Nadelig<br />
Het voorval confronteerde haar met haar eigen <strong>eenzaamheid</strong> als kind en<br />
met dat ze sindsdien in haar leven allerlei dingen had gedaan waarvan ze achteraf<br />
besefte dat ze die deed om maar dat gevoel van <strong>eenzaamheid</strong> te ontlopen,<br />
“dingen die eigenlijk nadelig voor mij waren”. Ze vroeg zich af wanneer <strong>eenzaamheid</strong><br />
voor de eerste keer toeslaat en wat je daar dan aan kan doen. Met<br />
die wetenschap wilde ze andere mensen leren beter om te gaan met hun eigen<br />
<strong>eenzaamheid</strong>.<br />
16
Eenzaamheid pak je bij de bron aan, niet in het eindtraject Jeanette Rijks<br />
Inzicht<br />
Enig dieper inzicht in de menselijke roerselen had ze al dankzij een<br />
onvoltooide studie psychologie twintig jaar eerder. Als student kwam ze er<br />
ook achter dat ze niet uniek was in haar worsteling met <strong>eenzaamheid</strong>: “Vooral<br />
onder eerstejaars is <strong>eenzaamheid</strong> enorm. In mijn eerste jaar waren er drie<br />
zelfmoorden.” Naderhand deed een mislukt eerste huwelijk haar inzien dat<br />
een scheiding mensen ook vaak onderdompelt in <strong>eenzaamheid</strong>.<br />
Mer à boire<br />
Om <strong>eenzaamheid</strong> echt te snappen, stortte ze zich in de uren dat ze vrij<br />
was van de zorg voor haar gezin op het internet, op zoek naar alles wat er<br />
maar over dit onderwerp was gepubliceerd. Rijks: “Inmiddels zitten de meeste<br />
resultaten van wetenschappelijk onderzoek op internet achter slot en grendel.<br />
Maar voor mij was het toen nog een mer à boire waar ik dankbaar gebruik<br />
van heb gemaakt.”<br />
Taboe<br />
Met de informatie die ze achter de pc in haar toenmalige huis in Vlissingen<br />
bijeen sprokkelde, gaf ze in 2004 haar eerste cursus, in de stadsbibliotheek<br />
van Middelburg. “Wie zich eenzaam voelt is niet zielig maar moet er zelf wat<br />
aan doen”, hield ze de paar mensen voor die er op afkwamen. Rijks: “Het was<br />
maar een klein groepje. Mensen moeten voor zo’n cursus een hoge drempel<br />
over. Met anderen over je eigen <strong>eenzaamheid</strong> praten is nog altijd taboe.”<br />
Trigger<br />
In alles wat <strong>eenzaamheid</strong> veroorzaakt, miste Rijks een gemeenschappelijke<br />
factor: “Verlies je je partner, dan vindt men het logisch dat je je eenzaam<br />
voelt. Maar veel vrouwen voelen zich na hun eerste bevalling ook eenzaam<br />
en wie een nieuwe baan krijgt vaak ook, terwijl dat leuke, gewenste<br />
dingen zijn. Hoe leg je dat uit?” Zo kwam ze op haar patroontheorie: “Iedere<br />
keer als er een vertrouwd patroon in je leven verstoord raakt, negatief of<br />
positief, is dat een trigger voor <strong>eenzaamheid</strong>.”<br />
Schokkend<br />
Ze raakte er van overtuigd dat mensen in hun eerste levensjaar wel of<br />
niet goed leren omgaan met <strong>eenzaamheid</strong>. Rijks: “Ik kan het niet hard maken,<br />
want het is niet onderzocht. Maar uit mijn gesprekken met cursisten bleek<br />
dat veel van die mensen in hun eerste levensjaar onbewust een traumatische<br />
ervaring hadden meegemaakt, zoals het overlijden van de moeder. Door ken-<br />
17
<strong>Strijders</strong> <strong>tegen</strong> <strong>eenzaamheid</strong><br />
nelijk een gemis aan troost op dat moment hebben zij die schok toen niet<br />
goed verwerkt.” Zelf onderging Rijks als zuigeling een zware operatie, in een<br />
tijd dat ziekenhuizen ouders daar nog niet direct bij betrokken.<br />
Zelfzorg<br />
Ze baseert zich op Nederlands en internationaal onderzoek als ze zegt<br />
dat twee derde van de volwassenen goed overweg kan met <strong>eenzaamheid</strong>: “De<br />
resterende bijna veertig procent kan dat niet. Dat zijn dus vaak mensen waarbij<br />
het volgens mij in het eerste levensjaar misging. Die hebben vaak het<br />
gevoel dat ze nu eenmaal altijd eenzaam zijn geweest.” Ze pleit voor een aanpak<br />
van <strong>eenzaamheid</strong> bij de “bron” in plaats – zoals nu – in het “eindtraject”.<br />
Rijks: “Daarmee leg je de basis voor een betere zelfzorg en voorkom je dat<br />
mensen in hun latere leven vereenzamen en depressief worden. Hoe eerder je<br />
erbij bent hoe beter.”<br />
Cru<br />
Eenzaamheidsbestrijding is, vindt ze, nu nog teveel het werkterrein<br />
van zorg- en welzijn. Rijks: “Cru gezegd komen we als maatschappij nu pas<br />
in actie als echt blijkt dat iemand het niet zelf meer kan. Dan sturen we vrijwilligers<br />
om die mensen van hun <strong>eenzaamheid</strong> af te helpen. Maar met regelmatig<br />
een bezoekje en een leuk uitje bied je alleen afleiding. Waarmee ik niet<br />
wil zeggen dat die organisaties en vrijwilligers maar moeten stoppen met wat<br />
ze doen. In<strong>tegen</strong>deel, die doen fantastisch werk waar ook niks vanaf mag.<br />
Maar waar ik naar toe wil, is dat mensen in een vroeg stadium de kennis hebben<br />
om zichzelf te kunnen helpen.”<br />
Verbeterslag<br />
Rijks: “Dus zorg er als overheid voor dat er op school een vak ‘omgaan<br />
met jezelf’ komt. En zet eens een stel studenten bij elkaar om te horen wat<br />
volgens hen een goede manier is om met <strong>eenzaamheid</strong> om te gaan. Vraag onderzoekers<br />
om praktische tips. En misschien is er in onze opvoeding van kinderen<br />
nog een verbeterslag mogelijk, moet er op het consultatiebureau extra<br />
aandacht komen voor het belang van verbondenheid. Onderzoek dat eens.<br />
Wat weten we nou eigenlijk van <strong>eenzaamheid</strong> bij kinderen?”<br />
Pionier<br />
Zelf schoolde Rijks zich in de voorbije jaren grondig in neurolinguïstisch<br />
programmeren (NLP). De psychologie veegde destijds met deze begin<br />
jaren tachtig uit de VS overgewaaide trainingsmethodiek de vloer aan bij<br />
18
Eenzaamheid pak je bij de bron aan, niet in het eindtraject Jeanette Rijks<br />
gebrek aan wetenschappelijk bewijs. Maar Rijks treedt als “pionier” graag<br />
buiten de begane paden en vindt het juist een prima methode: “Met NLP leer<br />
je hoe belangrijk het onderbewuste is bij het veranderen van je leven. Daarmee<br />
kun je dus juist mensen met <strong>eenzaamheid</strong>sklachten goed helpen. Wie<br />
mijn cursus of training heeft gevolg is ook altijd razend enthousiast.”<br />
Fitness<br />
Dat mensen nog niet voor haar cursus in de rij staan, wijt ze aan dat wie<br />
echt last heeft van <strong>eenzaamheid</strong> de stap naar hulp vragen vaak niet durft te<br />
zetten: “Daarom is het zo belangrijk dat we meer te weten komen over <strong>eenzaamheid</strong><br />
en er meer met elkaar over praten.” Dat dit toch al steeds meer<br />
gebeurt, stemt haar hoopvol: “Twintig jaar geleden ging er nauwelijks iemand<br />
naar een fitnessschool en nu bijna iedereen. Ik denk dat het met beter weten<br />
hoe je als mens in elkaar zit ook die kant op gaat. Dat is ook mijn doel.”<br />
www.jeannetterijks.nl<br />
www.factor5.nl<br />
19
<strong>Strijders</strong> <strong>tegen</strong> <strong>eenzaamheid</strong><br />
SOlink<br />
20
Oudere met<br />
student op kamer<br />
zie je opleven<br />
Vader Hein en ooms Kees en Hans van der Graaf zijn echte scheepsbouwers.<br />
Maar zoon Brian gooit het over een andere boeg. Zijn<br />
ondernemersbloed gaat sneller stromen van het bieden van een oplossing<br />
voor <strong>eenzaamheid</strong> bij ouderen. Die oplossing heet SOlink:<br />
Studenten Ouderen link: het bemiddelen tussen alleenwonende<br />
ouderen en studenten die op zoek zijn naar een kamer. 3<br />
21
<strong>Strijders</strong> <strong>tegen</strong> <strong>eenzaamheid</strong><br />
Groentesoep<br />
Plaats van het gesprek: de bedrijfskantine van scheepswerf Graafship<br />
aan de Dordtsche Kil. In de aangrenzende bouwhal zetten lassers een scheepscasco<br />
in elkaar. Maar in de kantine gaat het nu over het matchen van senioren<br />
en studenten, over dankbaarheid in de vorm van een pan groentesoep en over<br />
dat het hoog tijd is dat de wetgever erkent dat bestrijden van <strong>eenzaamheid</strong><br />
een prestatie met economische waarde is.<br />
Lacherig<br />
Brian van der Graaf (21), na een ICT-opleiding nu projectleider van SOlink:<br />
“Het idee ontstond in augustus 2009 toen we hier op een vrijdagmiddag<br />
met elkaar met een drankje en een hapje de week afsloten. Op tafel lag een<br />
krant met een groot artikel over dat meer dan een miljoen ouderen eenzaam<br />
zijn en met vlak daaronder een bericht over het groeiende tekort aan studentenkamers.<br />
Toen deden we met z’n allen nog lacherig over het beeld van een<br />
feestende student die bij een chagrijnige bejaarde intrekt.”<br />
Wolk<br />
Maar de Van der Graafs lieten het idee niet los. Dat zijn bejaarde<br />
schoonmoeder zich sinds de dood van haar man vaak eenzaam voelt, maakte<br />
dat vader Hein van der Graaf meer oog kreeg voor het feit dat Nederland vergrijst:<br />
“Er komt een grote grijze wolk op ons af en van al die ouderen zit straks<br />
een flink deel alleen. Met SOlink proberen we daar nu zelf iets aan te doen.”<br />
Het verbaasde hem ook niet dat zoon Brian het idee verder oppikte: “Als jongetje<br />
op de lagere school hield hij er al van om dingen op zijn eigen manier<br />
verder uit te pluizen.”<br />
Feestbeest<br />
Zelf vindt Brian het ook niet vreemd dat hij zich meer geroepen voelt<br />
om van SOlink een succes te maken dan om schepen te bouwen: “Ik heb altijd<br />
een goed contact gehad met oudere mensen, dat begon al met m’n eigen grootouders.<br />
Ouderen zitten niet alleen maar te mopperen achter de geraniums. En<br />
als ik naar mijzelf en mijn vrienden kijk, weet ik dat het beeld van de student<br />
als feestbeest ook overdreven is.”<br />
Kentering<br />
SOlink ging als stichting in januari 2010 van start. Daarvoor ging Van<br />
der Graaf-junior in studentensteden in heel het land na of het idee levensvatbaar<br />
was: “Ik kreeg meteen van alle kanten positieve reacties. Het grappige<br />
22
Oudere met student op kamer zie je opleven SOlink<br />
was dat studentenbonden dachten dat ouderen het idee wel niets zouden<br />
vinden, terwijl ouderenorganisaties juist vreesden dat studenten er geen heil<br />
in zouden zien. Inmiddels bestaat SOlink ruim een jaar en hebben bijna zeshonderd<br />
studenten en zo’n honderdtwintig ouderen zich aangemeld. Brian:<br />
“Ouderen zetten de stap minder snel omdat ze er langer over nadenken en het<br />
vaak ook met hun kinderen willen bespreken.”<br />
Filteren<br />
Met slechts zestien gerealiseerde matches lijkt er niet sprake van een<br />
doorslaand succes. Maar daar denken de Van der Graafs anders over: “Als er<br />
nu al driehonderd matches waren, was de vraag gerezen of onze aanpak wel<br />
zorgvuldig genoeg is. De kracht van SOlink is juist dat we niet zomaar een<br />
student bij een oudere in huis plaatsen. Daar gaat een heel intakeproces aan<br />
vooraf. Als het niet echt een goede match is, gaat het niet door. Een roker gaat<br />
niet goed samen met een niet-roker. En een niet-gelovige niet met een iemand<br />
die zwaar religieus is. Studenten voor wie het een noodsprong is omdat ze<br />
elders geen kamer vinden, filteren we er zo ook uit.”<br />
Klik<br />
De intakegesprekken worden gedaan door een consulent. Daarvan<br />
heeft SOlink er inmiddels twee van in dienst, een voor de regio Rotterdam-<br />
Leiden en een voor Amsterdam. Als projectleider is Brian vooral bezig met<br />
het door het hele land leggen van contacten en het vergroten van de naamsbekendheid<br />
van SOlink: “Maar soms zit ik er bij als een match tot stand komt.<br />
De dankbaarheid die je dan terugkrijgt. Dat is heel erg fijn om te ervaren, dat<br />
geeft zoveel energie. Laatst stond zo’n oudere opeens op en kwam uit de keuken<br />
terug met een grote pan groentesoep. Dan weet je het meteen zeker: hier<br />
is sprake van een klik.”<br />
Campuscontract<br />
Tot nu toe ging het bij nog niet één match fout. Om te voorkomen dat<br />
het in de toekomst wel een keer mis gaat, maakt SOlink gebruik van een juridische<br />
constructie die lijkt op het zogenoemde campuscontract: de stichting<br />
huurt de kamer van de oudere en geeft die vervolgens in bruikleen aan<br />
de student. Brian: “Daarmee genieten wij als SOlink huurbescherming en is<br />
het voor ons een stuk makkelijker om een contract tussentijds te verbreken.”<br />
23
<strong>Strijders</strong> <strong>tegen</strong> <strong>eenzaamheid</strong><br />
Broek<br />
De Van der Graafs financieren SOlink uit eigen zak. Van de driehonderd<br />
euro die een student gemiddeld per maand voor een kamer betaalt, gaat<br />
zestig procent naar de oudere en veertig procent naar SOlink dat daarvan<br />
consulenten betaalt. Brian: “We komen er als stichting nog niet van rond,<br />
maar dat hoeft gelukkig ook niet. We kunnen iets neerzetten zonder ons dus<br />
direct druk te hoeven maken over of we wel genoeg matches halen. En blijkt<br />
over een jaar of twee dat we dan nog niet onze eigen broek kunnen ophouden,<br />
dan kunnen we altijd nog kijken of er ergens een subsidiepotje is, maar dan<br />
kunnen we wel iets laten zien.”<br />
Home Share<br />
Dat het SOlink-concept bestaansrecht heeft, bewijzen zusterorganisaties<br />
in het buitenland. In Groot-Brittannië bestaat Home Share al een kwart<br />
eeuw, onder meer dankzij sponsorgeld van bedrijven. Veel matches zijn er<br />
ook in Spanje en Australië, in het laatste land met subsidie van lokale overheden.<br />
SOlink is inmiddels door het overkoepelende Home Share International<br />
benaderd voor samenwerking. Brian: “De meerwaarde daarvan kan zijn<br />
dat we buitenlandse studenten hier een jaartje aan huisvesting kunnen helpen<br />
of een Nederlandse student ergens in het buitenland.”<br />
Woningcorporatie<br />
Maar het drukst heeft Brian het nu met het van de grond krijgen van<br />
samenwerking met gemeenten, zorgorganisaties en belangenbehartigers zoals<br />
de seniorenbond ANBO. Brian: ‘Met woningcorporaties gaan we rond de<br />
tafel omdat die toestemming moeten geven wanneer een oudere in een huurwoning<br />
met ons in zee wil. Hier in Zuid-Holland doet Vidomes inmiddels<br />
met al zijn woningen mee. Met andere corporaties zijn we nog in gesprek.”<br />
Amsterdam kwam als gemeente over de brug, met voor 2011 een subsidie van<br />
dertigduizend euro. Van dat geld betaalt SOlink nu de consulent in de hoofdstad.<br />
Bottleneck<br />
Een bottleneck noemt Brian het dat veel thuiszorgorganisaties SOlink<br />
als een bedreiging zien: “Ze zijn bang dat studenten bij ouderen in huis zorgtaken<br />
op zich nemen en dat de gemeente dan gaat bezuinigen op de thuiszorg.<br />
Maar dat is helemaal niet aan de orde. Zo’n student is er meer voor het<br />
sociale contact en misschien doet hij af en toe een boodschap of zet hij de<br />
vuilnisbak buiten. Thuiszorgers zijn nu vaak kostbare tijd kwijt aan een<br />
24
Oudere met student op kamer zie je opleven SOlink<br />
bejaarde die een praatje wil maken. Met een student erbij houden zij juist<br />
meer tijd over om te doen waarvoor ze zijn ingehuurd, namelijk zorg verlenen.”<br />
Kamervragen<br />
De wet bepaalt nu dat de relatie tussen oudere en student puur zakelijk<br />
moet zijn. Zonder een minutieuze boekhouding is er sprake van een<br />
samenwoonrelatie en wordt de oudere op zijn aow gekort. In de praktijk betekent<br />
dit dat er van ieder klusje dat student en oudere voor de ander doet, er<br />
een gespecificeerde rekening moet zijn. Brian: “Dat verklaart ook dat er nog<br />
maar zestien matches zijn. Er zijn ouderen die geen trek hebben in die papierwinkel.<br />
Politieke partijen als de SGP, Christen Unie en de SP zien dat ook en<br />
hebben er kamervragen over gesteld.”<br />
Kwaaltje<br />
Brian: “Waar het om gaat is dat de wetgever het bestrijden van <strong>eenzaamheid</strong><br />
erkent als een prestatie met economisch waarde. Dan kun je al die<br />
klusjes daar onder schuiven, want die dragen er toe bij dat een oudere zich<br />
minder eenzaam voelt.” Vader Hein valt zijn zoon bij: “Ouderen met een student<br />
in huis leven helemaal op, dat is heel bijzonder om te zien. Een bejaarde<br />
vrouw die om de haverklap met een kwaaltje bij de huisarts zat, is sinds ze<br />
een student op kamers heeft helemaal niet meer naar de dokter geweest. Die<br />
heeft het gevoel dat ze er weer bij hoort. Daar doen wij het dus voor.”<br />
www.solink.nl<br />
25
<strong>Strijders</strong> <strong>tegen</strong> <strong>eenzaamheid</strong><br />
Jenny Gierveld<br />
26
Een wiskundeknobbel en de troosteloosheid van achterstands-<br />
achterstandwijken<br />
die haar trof raakte toen toen zij als zij scholiere als scholiere een een buurtwerker van haar van<br />
haar kerk kerk hielp. hielp. Die twee Die twee omstandigheden hebben hebben Jenny Jenny Gierveld Gierveld<br />
later<br />
later als socioloog als socioloog en geograaf en demograaf op het op spoor het spoor gezet gezet van het van onderzoek het onderzoek<br />
naar <strong>eenzaamheid</strong>. naar <strong>eenzaamheid</strong>. Op haar Op 72ste haar laat 72ste die laat die wetenschappelijke<br />
speur-<br />
speurtocht haar nog haar steeds nog steeds niet los: niet “De los: mythes “de mythes over <strong>eenzaamheid</strong> over <strong>eenzaamheid</strong><br />
moéten<br />
moeten van tafel.” van tafel.” 3
Zelfspot<br />
Het <br />
gesprek vindt plaats in Den Haag bij het Nederlands Interdisciplinair<br />
<br />
Demografisch Instituut (NIDI), het onderzoeksinstituut waarvan Gierveld<br />
<br />
van 1987 tot 2000 directeur was en waaraan zij nu is verbonden als honorary<br />
<br />
<br />
fellow. In het art deco-pand aan de Lange Houtstraat gaat ze ons voor<br />
<br />
naar <br />
<br />
wat ze met milde zelfspot de zeventigplus-kamer noemt, de ruimte met<br />
werkplekken <br />
voor haar en haar mede-fellows.<br />
Armoede<br />
Hoewel <br />
ze inmiddels ook als hoogleraar sociologie met emeritaat is, is<br />
er <br />
van achteroverleunen geen sprake: “Ik geef nog steeds overal in het land<br />
lezingen <br />
<br />
en vind het ook nog altijd leuk om dingen uit te zoeken.” Zo is ze<br />
nog <br />
<br />
direct betrokken bij een onderzoek naar <strong>eenzaamheid</strong> van de Verenigde<br />
Naties <br />
<br />
in Europa, Japan en Australië. En ook neemt ze nieuwe relatievormen<br />
onder <br />
55-plussers onder de loep, zoals ouderen met een LAT-relatie.<br />
<br />
<br />
Wiskunde<br />
Wiskunde<br />
Haar <br />
interviewen is “een ramp”, verontschuldigt ze zich aan het begin<br />
van <br />
het <br />
gesprek: “Ik ben hier al bijna vijftig jaar mee bezig dus er is veel waarover<br />
<br />
<br />
ik kan uitweiden.” Begin jaren vijftig hielp ze als “assistentje” van amper<br />
vijftien <br />
<br />
een buurtwerker van haar kerk bij kinderhulp in Haagse achterstandswijken:<br />
“Wat ik daar toen allemaal zag, raakte mij zó dat ik maatschap- <br />
pelijk <br />
werkster wilde worden. Maar ik was op school ook goed in wiskunde, <br />
dus <br />
<br />
uiteindelijk werd het de studie sociale wetenschappen.”<br />
<br />
Etiket<br />
Etiket<br />
Voor haar proefschrift, waarop ze in 1969 promoveerde aan de Vrije <br />
Universiteit <br />
Amsterdam, onderzocht Gierveld midden jaren zestig de positie <br />
van <br />
<br />
alleenstaanden: “In die tijd las een vrouw die ging trouwen nog in het<br />
huwelijksformulier <br />
<br />
dat ze ‘tot haar bestemming kwam’. De samenleving was<br />
volledig <br />
<br />
georiënteerd op het gezin, je hoorde getrouwd te zijn.” Ze stelde vast<br />
dat <br />
<br />
ongetrouwden vaak ook vonden dat er iets aan hun zelf ontbrak, dat ze<br />
niet <br />
<br />
‘compleet’ waren: “Ze dachten zelf dus precies volgens het etiket dat ze<br />
van <br />
<br />
de samenleving kregen opgeplakt.”<br />
<br />
Meetinstrument<br />
Meetinstrument<br />
Ze <br />
vertelt dat destijds veel alleenstaanden van het platteland naar de<br />
stad <br />
verhuisden <br />
in de hoop op een meer sociaal leven. Maar in de praktijk<br />
kwam <br />
<br />
daar vaak weinig van terecht en bleven velen ook in de stad eenzaam.
Jenny Gierveld<br />
“Vaak <br />
<br />
was hun situatie heel prangend, dus kon ik daar in mijn onderzoek niet<br />
omheen. <br />
<br />
Zo ben ik mij in mijn loopbaan behalve op leefvormen ook gaan richten<br />
<br />
<br />
op <strong>eenzaamheid</strong>.” Begin jaren tachtig ontwikkelde ze samen met studenten<br />
<br />
een meetschaal voor <strong>eenzaamheid</strong>. Aan de hand van elf uitspraken kan<br />
daarmee <br />
worden vastgesteld hoe eenzaam iemand is. Inmiddels gebruiken <br />
onderzoekers <br />
<br />
in meer dan dertig landen dit meetinstrument.<br />
<br />
Anoniem<br />
Anoniem<br />
In <br />
de jaren dat ze voor haar werk veel met de trein reisde had ze onderweg<br />
vaak <br />
gesprekken met mensen over hun gevoelens van <strong>eenzaamheid</strong>:<br />
<br />
“Mensen <br />
vinden het fijn als je belangstellend naar hen informeert, <br />
zolang het<br />
maar <br />
<br />
anoniem is. Onder bekenden is het ook nu nog vaak een moeilijk onderwerp.”<br />
<br />
<br />
Het woord <strong>eenzaamheid</strong> komt daarom met opzet niet voor in de elf<br />
uitspraken <br />
<br />
van haar <strong>eenzaamheid</strong>sschaal.<br />
<br />
Taboe<br />
Taboe<br />
Gierveld: <br />
“Als het woord <strong>eenzaamheid</strong> valt, beginnen mensen meestal<br />
over <br />
iemand <br />
anders. Behalve mensen waarvan de partner is overleden, die<br />
geven <br />
<br />
gewoon toe dat ze eenzaam zijn. Maar volgens de samenleving worden<br />
die <br />
ook geacht dat te zijn.” Dat er in de samenleving op <strong>eenzaamheid</strong> nog <br />
steeds <br />
<br />
een taboe rust, is ook een constatering in ‘Zicht op Eenzaamheid’, het<br />
boek <br />
<br />
dat Gierveld in 2007 schreef samen met collega-onderzoeker Theo van<br />
Tilburg. <br />
<br />
Singles<br />
Singles<br />
Is <br />
het niet frustrerend om na meer dan veertig jaar onderzoek te moeten<br />
<br />
vaststellen <br />
dat dit taboe nog steeds niet van tafel is? Gierveld: “Er is sinds<br />
de <br />
<br />
jaren zestig natuurlijk wel een heleboel veranderd, maar minder diepgaand<br />
dan <br />
<br />
we geneigd zijn te denken. Veel singles van nu zeggen bijvoorbeeld dat ze<br />
hun <br />
<br />
vrijgezellenbestaan geweldig vinden. Maar als je doorvraagt blijkt dat<br />
tachtig <br />
<br />
procent toch veel liever een partner wil.”<br />
<br />
Grote ogen<br />
Grote Ondertussen <br />
ogen<br />
blijft ze full time bezig, maar nu als vrijwilliger, met het<br />
verder <br />
<br />
in kaart brengen van <strong>eenzaamheid</strong>: “Mijn taak als onderzoeker is het<br />
om <br />
<br />
mythes rond <strong>eenzaamheid</strong> te vervangen door feiten.” Mythes als de veronderstelling<br />
<br />
<br />
dat flatbewoners eenzamer zijn dan mensen in laagbouwwoningen,<br />
<br />
<br />
of dat <strong>eenzaamheid</strong> buurtgebonden is. Of dat ouderen eenzamer zijn dan<br />
jongeren. <br />
<br />
Gierveld: ‘Veel mensen zetten grote ogen op als ik zeg dat eenzaam-
heid <br />
<br />
juist meer voorkomt tussen de dertig en de vijfenvijftig. Pas boven de<br />
tachtig <br />
<br />
stijgt het aandeel eenzamen wel fors.”<br />
<br />
Konvooi<br />
Konvooi<br />
De <br />
deur van de ivoren toren van de wetenschap zit bij Gierveld niet op<br />
slot. <br />
Bij <br />
lezingen geeft ze haar toehoorders ook haar eigen “bescheiden” medicijn<br />
<br />
<br />
<strong>tegen</strong> <strong>eenzaamheid</strong>: door van jongs af aan zuinig te zijn op familiebanden<br />
en <br />
<br />
vriendschappen. Ze vergelijkt het met een konvooi van schepen die elkaar<br />
beschermen: <br />
<br />
“Mensen pikken dat beeld op. Zoals een man in een rolstoel van<br />
wie <br />
<br />
ik hoorde dat hij zijn verhuizing naar een aangepaste woning in een ander<br />
dorp <br />
<br />
afzegde uit vrees dan zijn konvooi van vrienden kwijt te raken.” Haar<br />
eigen <br />
<br />
konvooi houdt ze ook in tact: “Jazeker, zo zie ik nog altijd twee keer per<br />
jaar <br />
<br />
de mensen met wie ik destijds samen studeerde.”<br />
<br />
Kringgesprekjes<br />
Kringgesprekjes<br />
“Een <br />
geweldige omslag in de samenleving” noemt ze het dat mensen en<br />
vooral <br />
jongeren onderling <strong>tegen</strong>woordig met meer gemak met elkaar over <br />
gevoelens<br />
<br />
<br />
praten dan veertig jaar geleden: “Er is nog wel steeds dat taboe, maar<br />
het <br />
<br />
gaat al veel makkelijker. Het begint al in kringgesprekjes op de basisschool<br />
<br />
<br />
waar kinderen leren wat over zichzelf te vertellen.”<br />
<br />
Tachtigplussers<br />
Tachtigplussers<br />
Er <br />
is dus hoop? Gierveld: “Ik onderscheid twee tendensen. Het aantal<br />
eenpersoonshuishoudens <br />
<br />
neemt verder toe, met dus ook meer kans op <strong>eenzaamheid</strong>.<br />
<br />
<br />
Aan de andere kant is er die tendens dat mensen zich meer bewust<br />
worden <br />
<br />
van de waarde van het hebben van goede banden met elkaar, wat de<br />
kans <br />
<br />
op <strong>eenzaamheid</strong> vermindert. Die twee ontwikkelingen houden elkaar in<br />
evenwicht. <br />
<br />
En per saldo valt het met de <strong>eenzaamheid</strong> in heel West-Europa<br />
wel <br />
<br />
mee. Uit het VN-onderzoek blijkt dat in Oost-Europa in landen als Roemenië<br />
<br />
<br />
en Georgië door armoede en werkloosheid er veel meer mensen eenzaam<br />
<br />
<br />
zijn dan hier. Pessimistisch ben ik alleen over de grotere <strong>eenzaamheid</strong><br />
onder <br />
tachtigplussers. Door de vergrijzing zitten we daar straks met een geweldig<br />
<br />
Twintig probleem.” seconden<br />
<br />
Contactmoment<br />
<br />
<br />
De overheid laat het er bij de aanpak van <strong>eenzaamheid</strong> onder hoog- <br />
bejaarden <br />
<br />
volgens Gierveld teveel bij zitten: “Door de Wmo komt nu allerlei<br />
zorg <br />
<br />
via aanbesteding in handen van goedkope aanbieders met ongeschoolde<br />
werkkrachten. <br />
Vroeger wisten thuishulpen ook hoe je <strong>eenzaamheid</strong> herkent
Jenny Gierveld<br />
en <br />
<br />
wat je eraan kan doen. Daar was toen ook tijd voor. Nu vliegt steeds weer<br />
een <br />
<br />
andere hulp het huis in met maar een paar minuten tijd voor het aantrekken<br />
<br />
<br />
van een kous. Tijd voor een gesprekje is er niet meer bij, dus die meneer<br />
of <br />
mevrouw zit ook zo weer alleen. Maar het was juist zo’n mooi contactmoment.<br />
<br />
Huisbezoek<br />
Dus ik zou graag willen dat de Wmo hier meer rekening mee gaat<br />
houden.” <br />
<br />
Huisbezoek<br />
<br />
<br />
Ze <br />
pleit voor meer activerend huisbezoek door vrijwilligers, zoals de<br />
Zonnebloem <br />
en Humanitas dat nu al hebben georganiseerd. “Die vrijwilligers <br />
gaan <br />
<br />
drie jaar lang om de paar weken bij dezelfde persoon een kopje koffie<br />
drinken. <br />
<br />
Zo iemand maakt daardoor weer deel uit van een sociaal netwerk.<br />
Maar <br />
die intensieve bezoekvorm over heel Nederland uitrollen gaat nu niet<br />
want <br />
Honderd dat vergt procent<br />
nogal wat van zorgorganisaties. Want die vrijwilligers moeten<br />
wel <br />
worden <br />
gecoached en daar is geen tijd en geld meer voor.”<br />
<br />
Honderd <br />
procent<br />
<br />
Toch <br />
vindt Gierveld dat beleidsmakers een voorbeeld moeten nemen<br />
aan <br />
<br />
deze huisbezoekprojecten: “Investeren in een hogere kwaliteit van zorg,<br />
levert <br />
<br />
de samenleving uiteindelijk juist meer op. Want mensen die beter in<br />
hun <br />
vel zitten kosten de zorg per saldo minder geld. In zijn vorig jaar verschenen<br />
<br />
boek over het rendement van investeringen in de zorg ( ‘Een beter<br />
Nederland; De gouden eieren van de gezondheidszorg’, red.) onderstreept<br />
<br />
econoom <br />
Marc Plomp dat ook en ik ben het daar voor honderd procent mee<br />
eens.” <br />
www.gierveld.org<br />
www.nidi.knaw.nl
<strong>Strijders</strong> <strong>tegen</strong> <strong>eenzaamheid</strong><br />
Jan Ruyten<br />
32
Compassie moet je<br />
<strong>tegen</strong>woordig<br />
organiseren<br />
Jan Ruyten, ondernemer met een maatschappelijk doel, stampt als<br />
geboren doener projecten uit de grond om eenzamen een omgeving<br />
te bieden waarin zij zich thuis voelen. De Franse vliegenier en schrijver<br />
Antoine de Saint-Exupéry verwoordt in het sprookje ‘De Kleine<br />
Prins’ de kern van zijn visie: onbaatzuchtige dienstbaarheid. Een<br />
gesprek over “er gewoon voor elkaar zijn” en over het belang van<br />
“ontschotten”. 3<br />
33
<strong>Strijders</strong> <strong>tegen</strong> <strong>eenzaamheid</strong><br />
Dorpscultuur<br />
In het sprookje ‘De Kleine Prins’ van de Franse vliegenier en schrijver<br />
Antoine de Saint-Exupéry is het de onbaatzuchtige vriendschap van de kleine<br />
prins die Jan Ruyten (54) raakt. Dezelfde onbaatzuchtige dienstbaarheid<br />
komt hij <strong>tegen</strong> in de dorpsbiografie ‘Hoe god verdween uit Jorwerd’ van Geert<br />
Mak, over de oude dorpscultuur waarin het vanzelfsprekend was dat mensen<br />
zich om elkaar bekommerden.<br />
Compassie<br />
Ruyten: “In mijn projecten ben ik ook altijd op zoek naar een cultuur<br />
van onbaatzuchtige dienstbaarheid, van er gewoon voor elkaar zijn. Vroeger<br />
gebeurde dat allemaal binnen de kerk. Nu is compassie niet meer vanzelfsprekend<br />
en moet je het organiseren. Dat is het enige verschil.”<br />
Commune<br />
Ruyten geldt in ons land als de bedenker van het Thuishuis, een gewone<br />
woning waar ouderen die eenzaam zijn of dat dreigen te worden, samenwonen<br />
met hulp van vrijwilligers. De ouderen wonen er zelfstandig maar met<br />
gezelschap en zorg binnen bereik. Ruyten: “Het is geen commune. Niks moet,<br />
alles mag.” Het eerste Thuishuis gaat waarschijnlijk dit najaar open in Deurne<br />
in Limburg, niet ver van zijn geboorteplaats Venray. Opdrachtgever is de<br />
plaatselijke woningbouwvereniging. Elders in het land staan nog een stuk of<br />
tien Thuishuizen op stapel en ook een bij Antwerpen.<br />
Thuisridders<br />
In het Brabantse Uden gaat het om een Thuishuis voor demente ouderen.<br />
In Osdorp bij Amsterdam is er in opdracht van een zorgaanbieder een<br />
gepland voor migrantenouderen. De ondernemer Ruyten: We hebben overal<br />
een oplossing voor’. In Uden staan hij en zijn zakenpartner psycholoog Els<br />
Glimmerveen inmiddels bekend als de ‘thuisridders’. Zelf typeert hij zich als<br />
een “frisse wind die iets nieuws tot stand brengt”: “Ik ben er voor de pioniersfase.<br />
Daarna ben ik weg want dan wordt het voor mij teveel op de vierkante<br />
meter.”<br />
Doe-het-zelf<br />
Wat er bij het opzetten van een Thuishuis allemaal komt kijken, zet hij<br />
straks op papier, zodat anderen ook met het concept aan de slag kunnen. De<br />
titel van die handleiding weet hij al: ‘Laat niemand in <strong>eenzaamheid</strong> wonen’.<br />
Tien jaar geleden schreef hij al zo’n doe-het-zelf boek, toen over hoe je een<br />
34
Compassie moet je <strong>tegen</strong>woordig organiseren Jan Ruyten<br />
hospicehuis voor stervenden opzet. Titel: ‘Laat niemand in <strong>eenzaamheid</strong> sterven’.<br />
Ruyten zette toen zelf zulke hospices op. Nederland telde destijds een<br />
stuk of zeven van deze ‘bijna thuis-huizen’. Inmiddels zijn het er bijna honderd.<br />
Inloophuis<br />
Ruyten doet zijn verhaal in zijn woonplaats Woerden, in nog een ander<br />
project van hem: het statig herenhuis waarin hij samen met zijn vrouw Anja<br />
vijf jaar geleden het Inloophuis Leven met Kanker begon. Ruyten, in een diepe<br />
fauteuille in de knusse woonkamer: “Kankerpatiënten kunnen ook heel<br />
eenzaam zijn doordat andere mensen niet écht begrijpen wat ze doormaken.<br />
Mijn vrouw was genezen van kanker, maar wilde toch graag lotgenoten blijven<br />
ontmoeten. Uit die behoefte is toen dit inloophuis ontstaan.” En weer<br />
schreef hij een handleiding en stampte hij als geboren doener ook een vereniging<br />
van inloophuizen uit de grond. Die telt nu dertig leden.<br />
Studentenhuis<br />
Ruyten weet zelf goed hoe eenzaam zijn voelt: “Ik kom niet uit een<br />
warm nest. Als kind moest ik al snel m´n zaakjes zelf regelen. Ik zat een tijd<br />
op internaat en als student in Nijmegen had ik een kamertje van twee bij<br />
twee met zicht op een blinde muur, boven een slagerij waardoor het er de hele<br />
dag naar vlees rook.”<br />
Metafoor<br />
Hij noemt <strong>eenzaamheid</strong> de ergste kwaal die een mens kan overkomen:<br />
“Telkens alleen in een stil huis thuiskomen, of juist niet meer de deur uit kunnen.<br />
Niemand meer hebben aan wie je je verhaal kwijt kunt. Dat kan iedereen<br />
gebeuren, er zijn zoveel redenen. Vooral bij ouderen in zo’n situatie zit ongelooflijk<br />
veel <strong>eenzaamheid</strong>. Al hangt er aan <strong>eenzaamheid</strong> dus geen leeftijd.<br />
Daarom vind ik ‘studentenhuis voor 60-plussers’ voor een Thuishuis zo’n<br />
mooie metafoor.”<br />
Op zijn kop<br />
Met zijn projecten borduurt Ruyten voort op een idee van zijn vader.<br />
Die wilde op z’n oude dag met vrienden gaan samenwonen in een groot huis.<br />
Ruyten: “Op een leuke manier oud worden, noemde hij dat. Dat is ook het<br />
maximale wat je kunt doen voor iemand die eenzaam is: een omgeving scheppen<br />
waarin die zich zoveel mogelijk thuis voelt.”<br />
35
<strong>Strijders</strong> <strong>tegen</strong> <strong>eenzaamheid</strong><br />
Partners<br />
Een andere inspiratiebron was Homebuilding. Dit Amerikaanse programma<br />
uit de jaren zeventig voor crisishulp aan probleemgezinnen in achterbuurten<br />
als de Bronkx, zette Ruyten’s denken over hulpverlening op zijn<br />
kop: ”In plaats van kinderen uit huis plaatsen, probeerden homebuilders te<br />
repareren wat stuk was. Niet door ouders bevoogdend te vertellen hoe ze<br />
moesten opvoeden, maar door ze te zien als partners in een proces. Dat idee<br />
sprak mij enorm aan.”<br />
Dorpspastoor<br />
Begin jaren tachtig ging hij als eerste in de jeugdzorg aan de slag met<br />
het Homebuilders-principe van vraaggestuurde hulpverlening. Ook de projecten<br />
waarmee hij nu bezig is, stoelen op dit principe. Ruyten: “Daarom vind<br />
ik de Wmo zo’n geweldige wet. Want die regelt dat professionele zorgverleners<br />
pas in beeld komen als een zorgvrager er zelf of met hulp van mantelzorgers<br />
niet uit komt. De vrijwilliger staat het dichtst bij de klant en weet<br />
écht wat die wil. Aan dat principe valt voor mij niet te tornen, ook al noemen<br />
ze mij om die compromisloze opstelling wel een dorpspastoor.’<br />
Denken in kolommen<br />
Hij wijst op recent onderzoek van de Erasmus Universiteit waaruit<br />
blijkt dat beleidsmakers en uitvoerders de sturingsfilosofie van de Wmo vaak<br />
nog niet in de praktijk toepassen. Ruyten wijt het aan het “medische systeem”<br />
en aan het “denken in kolommen”: “Er zijn in de zorg nog teveel gescheiden<br />
financieringscircuits. Dat wil niet zeggen dat je geen afspraken moet maken,<br />
maar je moet niet alleen een protocol willen ondersteunen, want dan<br />
schiet het zijn doel voorbij.”<br />
Mensonterend<br />
Ruyten schat de kosten van <strong>eenzaamheid</strong> voor de Nederlandse samenleving<br />
op een paar miljard euro per jaar: “Doordat nog teveel wordt uitgegaan<br />
van wat professionals vinden dat goed is, zitten we met dure voorzieningen<br />
die vaak niet aansluiten bij de werkelijke behoeften van zorgvragers. Kijk bijvoorbeeld<br />
naar de mensonterende manier waarop ouderen nu in verpleegtehuizen<br />
worden opgevangen. In die instituten zit enorm veel <strong>eenzaamheid</strong>,<br />
wat mensen zieker maakt dan ze al zijn. Over twintig jaar zitten we met een<br />
half miljoen dementerende ouderen. Ik maak mij daar grote zorgen over.”<br />
36
Compassie moet je <strong>tegen</strong>woordig organiseren Jan Ruyten<br />
Discobal<br />
”SOS: samenhang, ontschotting en samenwerking”, luidt Ruyten’s<br />
alarmkreet richting Den Haag: “Het probleem is niet dat er meer mensen in<br />
de zorg nodig zijn. Waar het om gaat is dat je echt gaat luisteren naar wat<br />
hulpbehoevenden nodig hebben en dan samen op maat met oplossingen komt.<br />
Dan ga je bijvoorbeeld voor dementerenden geen dure zorginstituten meer<br />
bouwen met veel te grote eenpersoonskamers, met aan het plafond een discobal<br />
voor voldoende prikkels zodat de bewoner niet door de gangen gaat dwalen.<br />
Dus als het aan mij lag, zou ik morgen alle verpleeg- en zorgtehuizen<br />
opheffen en ombouwen tot kleinschalige woonvoorzieningen. Dat is ook veel<br />
goedkoper.”<br />
w w w . t h u i s i n w e l z i j n . n l<br />
37
<strong>Strijders</strong> <strong>tegen</strong> <strong>eenzaamheid</strong><br />
Jan van den Herik<br />
38
Coalitie moet<br />
meer smoel krijgen<br />
in wijk en buurt<br />
Jan van den Herik, bij accountants- en adviesorganisatie KPMG<br />
verantwoordelijk voor maatschappelijk verantwoord ondernemen,<br />
stond aan de wieg van Coalitie Erbij. Een zwerftocht door Zuid-<br />
Amerika droeg er indirect toe bij dat hij betrokken raakte bij de<br />
strijd <strong>tegen</strong> <strong>eenzaamheid</strong>. Een gesprek met een man “met een stalen<br />
plaat voor z’n kop”. 3<br />
39
<strong>Strijders</strong> <strong>tegen</strong> <strong>eenzaamheid</strong><br />
Don Quichot<br />
“Een Don Quichot? Zo voel ik mij wel eens, als ik wat in mijn kop heb<br />
en ik anderen zie denken van waar heeft die gozer het nou weer over.” Dat Jan<br />
van den Herik er niet voor schuwt om ook zichzelf op de hak te nemen, blijkt<br />
wel wanneer hij in de ontvangstruimte van het gloednieuwe KPMG hoofdkantoor<br />
in Amstelveen zich voor de foto bij dit interview opstelt naast een<br />
schilderij met een wat koddige ridder te paard.<br />
Majeur<br />
Maar met dat op het drammerige af vasthouden aan iets waarin hij gelooft,<br />
kreeg hij als directeur maatschappelijk verantwoord ondernemen van<br />
KMPG wel Coalitie Erbij van de grond. Een ‘majeure prestatie’ prees <strong>eenzaamheid</strong>sdeskundige<br />
Jenny Gierveld hem voor het ‘alle neuzen in één richting<br />
krijgen’ van dertien zorg- en welzijnsorganisaties in hun strijd <strong>tegen</strong><br />
<strong>eenzaamheid</strong>.<br />
Eerlijk<br />
Van den Herik (47) is ook eerlijk. Dat hij begin jaren tachtig aan de<br />
Hogeschool van Rotterdam voor de opleiding personeelswerk koos, wil niet<br />
zeggen dat hij toen al bewust sociaal bezig was en wat met het onderwerp<br />
<strong>eenzaamheid</strong> had: “Ik kwam uit militaire dienst en wist niet wat ik wilde, dus<br />
ben ik de sociale academie maar gaan doen. Daar zat dus helemaal geen diepere<br />
gedachte achter.”<br />
Dialoog<br />
Of hij zelf het gevoel van <strong>eenzaamheid</strong> kent? “Ik heb nu geen vaste relatie,<br />
geen gezin. Wel veel vrienden. Maar natuurlijk zijn er momenten dat ik<br />
een echt intiem contact mis. Maar ik ben niet desperate, van nou moet ik<br />
iemand naast me hebben en dus ga ik alle sites af. In een relatie kan je trouwens<br />
ook eenzaam zijn. Maar wie weet komt dat gezin er toch nog. Over zulk<br />
soort zaken blijf je voortdurend met jezelf in dialoog.”<br />
Zelfontdekking<br />
Een keerpunt in zijn leven was op zijn dertigste de zwerftocht als backpacker<br />
door Zuid-Amerika. Na het overlijden van zijn vader en een relatie die<br />
over ging, gaf Youp van ’t Hek met zijn tekst ‘Leef je leven of het je laatste dag<br />
is’ hem op het juiste moment het zetje dat hij nodig had om er een tijdje tussenuit<br />
te gaan. De reis werd een soort zelfontdekking.<br />
40
Coalitie moet meer smoel krijgen in wijk en buurt Jan van den herik<br />
Banjeren<br />
Bij zijn vertrek sloot hij niet uit dat hij binnen een paar weken weer<br />
terug op Schiphol zou staan, bevangen door heimwee. Maar eenmaal onderweg<br />
leerde hij zichzelf op een andere manier kennen: “Ik was wel vaak alleen,<br />
maar voelde me niet eenzaam. Ik genoot ervan om zo door het leven heen te<br />
banjeren en het avontuur aan te gaan.”<br />
Sloebers<br />
Heimwee kreeg hij pas toen hij na een jaar terugkeerde in Nederland en<br />
weer als personeelsfunctionaris aan de slag ging bij zijn oude werkgever,<br />
reparatiewerf Verolme Botlek. “Iedere dag met de auto weer heen en terug<br />
naar kantoor op dat industrieterrein, met op de radio soms een Zuidamerikaans<br />
muziekje. Dan kon ik mij verdraaid eenzaam voelen, want mijn wereld<br />
was veranderd maar het bedrijf niet.” Met een griep op bed zag hij z’n reis<br />
weer voor zich en ook alle mensen die hij had ontmoet: “Schuldig voelde ik<br />
mij toen. Observeren en consumeren deed ik onderweg. Maar wat deed ik<br />
voor de arme sloebers die ik er <strong>tegen</strong>kwam? Eigenlijk niks. Dus toen begon ik<br />
mij af te vragen hoe ik iets kon terug doen.”<br />
In de knel<br />
Met de behoefte om iets te doen voor het milieu en voor mensen die<br />
sociaal in de knel zijn geraakt, belandde hij in 1996 bij KPMG, als bedrijfsadviseur<br />
personeelsbeleid. Van den Herik: “Deze organisatie heeft wereldwijd<br />
vertakkingen naar de top van het internationale bedrijfsleven. Dus ik zag die<br />
baan als een mooie opstap naar wat ik wilde bereiken: topondernemers<br />
bewegen zich extra in te zetten voor een betere wereld.”<br />
Pijnpunt<br />
Door “eigenwijs en met een plaat voor m’n kop” vast te houden aan<br />
zijn eigen koers, werd hij in 2005 directeur van Stichting Samenleving<br />
& Bedrijf en kreeg hij ook het maatschappelijke programma van KPMG<br />
onder zijn beheer. Van den Herik: “In die nieuwe baan oriënteerde ik mij<br />
ook op actuele kwesties waar KPMG als maatschappelijk betrokken onderneming<br />
in Nederland op kon inhaken. Zo kwam ik ook op het onderwerp<br />
<strong>eenzaamheid</strong> uit. Ik ben geen socioloog, maar voorzag dat <strong>eenzaamheid</strong> als<br />
pijnpunt in de samenleving steeds groter kon worden als gevolg van vergrijzing<br />
en individualisering en van het naast elkaar bestaan van steeds meer<br />
culturen.”<br />
41
<strong>Strijders</strong> <strong>tegen</strong> <strong>eenzaamheid</strong><br />
Kar<br />
Hij ging in gesprek met Marijke van Eck, directeur van de Zonnebloem<br />
en Marius Ernsting, toen directeur van Humanitas. Van den Herik: “Zo is het<br />
idee van de Coalitie ontstaan. Vanaf de eerste brainstormsessie heb ik partijen<br />
aan tafel voorgehouden dat ze het in hun strijd <strong>tegen</strong> <strong>eenzaamheid</strong> in hun<br />
eentje gewoon niet gingen redden en dat ze hun krachten moesten bundelen.<br />
Onder elkaar hadden ze dat al een keer geprobeerd, maar toen lukte het niet.<br />
Nu KPMG als zeg maar belangeloze derde partij de kar trok, kwam het proces<br />
wel op gang.”<br />
Leiderschap<br />
De top van KPMG stemde zonder veel omhaal in met zijn voorstel om als<br />
organisatie in te zetten op de strijd <strong>tegen</strong> <strong>eenzaamheid</strong>. Van den Herik: “Dat<br />
noem ik leiderschap, want het is niet een thema dat voor de hand ligt. Eenzaamheid<br />
zit in de taboesfeer, mensen hebben het er liever niet over. Maar je staat als<br />
bedrijf midden in de samenleving. Je ziet dat de overheid het niet redt en zich<br />
terugtrekt en dat er gaten vallen in het sociale systeem. Dan moet je je als bedrijf<br />
dus actief opstellen. Klanten en werknemers verwachten dat nu ook van je.”<br />
Voorhoofd<br />
Van den Herik: “Ik zag mezelf ook na mijn reis weer bij Verolme zitten.<br />
Ik adviseerde het KPMG-bestuur om gewoon eens door het pand te lopen en<br />
mensen diep in de ogen te kijken. Omdat er vast en zeker medewerkers bij<br />
zaten die hun werk wel heel goed deden maar toch eenzaam waren, zonder<br />
dat dit in grote letters op hun voorhoofd stond. Gezegd wordt snel dat <strong>eenzaamheid</strong><br />
iets is van ouderen en gehandicapten. Maar <strong>eenzaamheid</strong> is er vaak<br />
ook bij mensen tussen de dertig en de veertig, blijkt uit onderzoek. En van de<br />
mensen die bij KPMG werken is het gros zo oud.”<br />
Halfvol<br />
Kijkend naar waar de Coalitie nu staat sinds de formele kickoff in 2008,<br />
toont Van den Herik zich niet ontevreden: “Ik ben nu eenmaal iemand van met<br />
grote stappen ben je snel thuis, dat zit in m’n aard. Het gaat me dus allemaal<br />
te traag. Maar ik besef ook dat de maatschappij nu eenmaal zo in elkaar zit.<br />
Dus als je het zo bekijkt, zijn we met z’n allen toch al een heel eind gekomen.<br />
Partijen zitten met elkaar aan tafel in één stichting, we organiseren dingen<br />
met elkaar zoals de Week <strong>tegen</strong> de Eenzaamheid en er is een aansprekende<br />
website. Bij de verkiezing voor de Sociale Innovatieprijs 2010 eindigde de<br />
Coalitie als tweede. Het glas is dus niet half leeg maar half vol.”<br />
42
Coalitie moet meer smoel krijgen in wijk en buurt Jan van den herik<br />
Hobbyisme<br />
Coalitie-partners moeten, vindt hij, nog meer bedrijfsmatig kijken naar<br />
wat de samenwerking hun kan opleveren en naar welke interventies <strong>tegen</strong><br />
<strong>eenzaamheid</strong> werken en welke niet. Van den Herik: “Geen hobbyisme. Een<br />
interventie die niet werkt, moet je de nek omdraaien.”<br />
G u e r r i l l a t a c t i e k<br />
Ook vindt hij dat partners zich voor meer jaren en met meer geld aan<br />
de Coalitie moeten committeren: “Zo krijg je het ministerie van VWS en<br />
gemeenten misschien ook over de streep als strategische partners. En meer<br />
geld betekent dat je als Coalitie meer campagne kan voeren en burgers laten<br />
zien wat ze zelf <strong>tegen</strong> <strong>eenzaamheid</strong> kunnen doen. Dat hoeven geen dure televisie-<br />
of radiospotjes te zijn. Dat kan ook met opvallende plaatselijke acties,<br />
dan weer hier en dan weer daar. Een soort guerrillatactiek dus.”<br />
Crux<br />
Van den Herik hamert er ook op dat partners op lokaal niveau onder de<br />
vlag van de Coalitie gaan samenwerken: “Daar zit de crux. Als Coalitie moeten<br />
wij zo snel mogelijk de gemeenten in, want met de Wmo ligt de aanpak<br />
van <strong>eenzaamheid</strong> nu op hun bordje. Dus als partners moeten we in gemeenten<br />
met de wethouder van sociale zaken en de directeur welzijn om de tafel om te<br />
kijken hoe we ons daar organiseren en hoe we in wijken en buurten de Coalitie<br />
meer smoel geven, want daar zit wel onze doelgroep.”<br />
www.kpmg.nl<br />
w w w . s a m e n . n l<br />
43
<strong>Strijders</strong> <strong>tegen</strong> <strong>eenzaamheid</strong><br />
Vier Het Leven<br />
44
Avondje uit houdt<br />
eenzame oudere<br />
geestelijk actief<br />
Wilt u weer eens een avondje uit? U bent van harte welkom! Gaat u<br />
met ons mee? Helma van Heerikhuize en Annerieke Vonk namen<br />
met hun stichting Vier Het Leven inmiddels duizenden ouderen van<br />
‘tussen vier muren’ mee op een bezoek aan theater of concert.<br />
“Onze gasten blijven geestelijk actief, dat is de kracht van ons<br />
concept.” 3<br />
45
<strong>Strijders</strong> <strong>tegen</strong> <strong>eenzaamheid</strong><br />
Olievlek<br />
“We noemen het de olievlekstrategie. We starten in een regio telkens in<br />
een gemeente en daarna volgen omringende gemeenten.” Helma van Heerikhuize<br />
(39) en Annerieke Vonk (40) gebaren in het tot kantoor verbouwde<br />
tuinhuis naar de kaart die laat zien op welke plekken in het land ze met Vier<br />
Het Leven al actief zijn. Regio’s waar ouderen bij de stichting een avondje uit<br />
kunnen boeken, zijn vet omlijnd. Gebieden waar de organisatie in de steigers<br />
staat, zijn omstippeld.<br />
Achterhaald<br />
Vorig jaar namen Vier Het Leven-vrijwilligers zesduizend ouderen mee<br />
op theater- en concertbezoek. De twee vriendinnen, ambitieus: “Voor 2013<br />
mikken we op een landelijke dekking, met duizend vrijwilligers die jaarlijks<br />
dertigduizend ouderen een avondje uit bezorgen.” De tussenstand op de kaart<br />
blijkt alweer achterhaald: “We zijn nu ook begonnen in Amsterdam en Rotterdam<br />
en voor volgend jaar staan Den Haag en Utrecht in de planning.”<br />
Nuchter<br />
Gedreven vertellen Van Heerikhuize en Vonk over hun missie: met<br />
theater- en concertbezoek <strong>eenzaamheid</strong> en sociaal isolement onder ouderen<br />
beperken. Aan de twee valt niet af te lezen dat ze naast een organisatie met<br />
ondertussen acht betaalde parttimers en 600 vrijwilligers ook allebei een gezin<br />
runnen met drie opgroeiende kinderen. Vonk: “Vier het leven zit ook in ons<br />
zelf. Je moet er wat maken. We werken allebei hard, maar als dat overdag door<br />
de kinderen niet lukt, dan kruipen we ’s avonds weer achter de computer.”<br />
Gips<br />
Het besluit om “samen iets moois voor kwetsbare ouderen neer te zetten”<br />
viel zes jaar geleden op een gezamenlijke wintersportvakantie. Op het<br />
idee zelf kwam Van Heerikhuize een jaar eerder, nadat ze ook op wintersport<br />
een been brak: “Ik voelde mij thuis met m’n been in het gips op de bank ontzettend<br />
afhankelijk. In het theater zag ik toen een oude man in een rolstoel<br />
zitten genieten van de voorstelling. Toen ging het door mij heen dat die man<br />
zich vast ook vaak afhankelijk voelde en dat het mooi zou zijn als ik ervoor<br />
kon zorgen dat meer ouderen zoals hij weer iets konden gaan beleven.”<br />
Stap<br />
Van Heerikhuize werkte destijds bij de Avro. Voor omroepleden organiseerde<br />
ze culturele evenementen: “Heel leerzaam, maar ik was toe aan een<br />
46
Avondje uit houdt eenzame oudere geestelijk actief Vier Het Leven<br />
volgende stap in mijn loopbaan, liefst in de theaterwereld omdat ik zo van<br />
theater houd. Met die man in zijn rolstoel voor ogen, wist ik opeens dat ik<br />
met dat idee van theaterbezoek voor kwetsbare ouderen wat wilde doen, al<br />
had ik er nog geen benul van hoe.”<br />
Schrijnend<br />
Vonk werkte in de zorg, deed bij een verzorgingstehuis arbozaken en<br />
de ict en zette na een fusie voor Thuiszorginstelling Rijn-, Duin en Bollenstreek<br />
een klantenservicecentrum op: “Voor ouderen waren er groepsactiviteiten.<br />
Maar ik liep rond met het idee voor een buddyproject, zodat een oudere<br />
samen met een vrijwilliger zelf wat kon ondernemen. Ik herinnerde mijn<br />
oma. Die genoot van klassieke muziek maar was in haar verzorgingstehuis<br />
veroordeeld tot optredens met pianodeuntjes van de plaatselijke muziekschool.<br />
Goed bedoeld, maar zij werd er niet blij van.”<br />
Kracht<br />
Vriendinnen zijn Van Heerikhuize en Vonk sinds hun studententijd,<br />
maar al zes jaar klikt het tussen beiden ook in hun werk voor Vier Het Leven.<br />
Vonk: “Over hoe je een organisatie opzet en fondsen werft, wisten we destijds<br />
niks. We zijn echt door schade en schande wijs geworden. Onze kracht is dat<br />
we allebei heel sterk in het concept geloven. Helma is de creatieveling en ik<br />
ben meer gestructureerd. Samen klopt het gewoon.”<br />
Champagne<br />
Vanuit regio’s waar Vier Het Leven nog niet actief is, bieden zich mensen<br />
aan om in hun woonplaats de organisatie te helpen opzetten. Van Heerikhuize:<br />
“Daar gaan we alleen op in als het past in ons plan. We moeten het als organisatie<br />
wel aankunnen. Anders ga je aan je eigen succes ten onder.” Die professionele<br />
aanpak hielden Van Heerikhuize en Vonk over aan het groeiprogramma<br />
waarvoor hun project in 2008 door het Oranje Fonds werd geselecteerd. Van<br />
Heerikhuize: “Toen trokken we champagne open. Want dat was onze kans om<br />
Vier Het Leven voor ouderen in het hele land toegankelijk te maken.”<br />
Bloemetje<br />
Van Heerikhuize: “Kwaliteit staat voorop. We willen dat onze gasten<br />
erop kunnen vertrouwen dat wat we aanbieden altijd goed is. In het begin,<br />
toen we nog niet zo’n goede database hadden als nu, is het een keer voorgekomen<br />
dat we een oudere vergaten op te halen voor een uitje. De volgende<br />
dag ging ik direct met een bloemetje langs, want dat kan natuurlijk niet.”<br />
47
<strong>Strijders</strong> <strong>tegen</strong> <strong>eenzaamheid</strong><br />
Zenuwachtig<br />
In die beginperiode namen beiden als vrijwilliger in hun eigen woonomgeving,<br />
Huizen en Broek in Waterland, twee keer per week ouderen mee<br />
naar een voorstelling. Van Heerikhuize: “Het eerste uitje was met acht ouderen<br />
van een zorgcentrum. ‘Mensch durf te leven’, heette het toneelstuk. Toepasselijker<br />
kan niet. Ik was heel zenuwachtig, bang dat mijn gasten het niet<br />
leuk vonden en in de pauze weer naar huis wilden.”<br />
Handtas<br />
Van Heerikhuize: “Maar het werd een geweldige avond. Een man die in<br />
de drie weken dat hij in het zorgcentrum zat nog geen woord had gezegd,<br />
zwierde na afloop van plezier rond met de handtas van z’n vrouw. Toen wist<br />
ik dat we iets te pakken hadden dat voor heel veel ouderen wat betekent. Op<br />
zo’n avond voelen ze zich weer onderdeel van de gemeenschap.”<br />
Koningin<br />
Vonk: “In die begintijd kwamen we al gauw uit op de formule van één<br />
vrijwilliger op drie ouderen. Dat past goed in de auto en het is ook een leuk<br />
clubje waarbinnen gasten makkelijk contact met elkaar maken. Uit reacties<br />
blijkt dat gasten vooral dat persoonlijke contact heel belangrijk vinden, het<br />
gevoel dat je samen met anderen een avondje uit gaat, dat je weer ergens bij<br />
hoort. Een vrouw voelde zich de hele avond een koningin. Een andere gast<br />
vond dat de avond een nieuwe draai aan z’n leven gaf. Met zulke reacties sta<br />
je soms met tranen in de ogen.”<br />
Knuffel<br />
Beiden begeleiden ze nu nog minstens een keer per maand zelf een<br />
groepje gasten. Vonk: “Ons uitgangspunt blijft dat we ouderen uitnodigen<br />
om iets leuks te gaan doen. We beginnen zelf niet over <strong>eenzaamheid</strong>. Ouderen<br />
willen niet zielig worden gevonden. In onze flyer kom je het woord <strong>eenzaamheid</strong><br />
ook niet <strong>tegen</strong>. Gasten geven vaak in de auto zelf wel aan dat ze<br />
eenzaam zijn, dat ze alleen tussen vier muren zitten doordat steeds meer<br />
mensen om hun heen wegvallen. Je merkt het ook als een gast bij het weer<br />
thuis brengen je een knuffel geeft. Veel van deze ouderen hebben nauwelijks<br />
meer fysiek contact met anderen.”<br />
Balkon<br />
Ouderen die een keer met Vier Het Leven op stap zijn geweest, ontvangen<br />
iedere vier maanden een nieuw programma met voorstellingen, heel<br />
48
Avondje uit houdt eenzame oudere geestelijk actief Vier Het Leven<br />
divers: theater, ballet en concert maar ook film en André van Duin. Vonk:<br />
“Ouderen moeten mee uit kunnen blijven gaan. Zo blijven ze langer geestelijk<br />
actief en hebben ze steeds weer uitzicht op het doen van iets leuks. Dat is ook<br />
de kracht van ons concept. Gemiddeld boekt een gast vijf keer per jaar bij<br />
ons. Doordat we vroeg reserveren zitten ze altijd op goede plekken, dus niet<br />
achterin op het balkon of op een plek waar je niet met een rolstoel kunt<br />
komen.”<br />
Pyama<br />
Vonk vertelt dat dementerende gasten thuis een uur voor vertrek nog<br />
worden gebeld om te voorkomen dat ze het uitje vergeten en al in pyama zitten.<br />
Vonk: “Het is echt enorm maatwerk. Tegenover de tijd dat het avondje<br />
duurt staat een zelfde tijd aan organisatie. Al zorgen we er met onze vrijwilligers<br />
wel voor dat al dat regelwerk voor de gasten onzichtbaar blijft. Voor<br />
onze gasten draait bij ons echt alles alleen om aandacht.”<br />
Oor<br />
Vonk: “Bij ouderen die per telefoon een voorstelling boeken, begint<br />
daar het eerste contact. Voor sommigen is dat het enige gesprek van de dag en<br />
hebben ze tijd nodig om hun verhaal te doen. Dus zorgen we ervoor dat die<br />
tijd er bij onze vrijwilligers aan de telefoon ook is. We zijn geen callcenter<br />
met een target en waar een gesprek bruut wordt afgekapt. Onze zorgmissie<br />
houdt in dat we ook aan de telefoon oor hebben voor ouderen die last hebben<br />
van <strong>eenzaamheid</strong>.”<br />
Voetbal<br />
Door in de hele Randstad aan de slag te gaan, hopen Van Heerikhuize<br />
en Vonk ook meer allochtone ouderen een avondje mee uit te nemen. Oudere<br />
mannen begeleiden naar voetbalwedstrijden is een idee dat de twee vriendinnen<br />
ook graag zouden verwezenlijken. “Plannen genoeg om onze activiteiten<br />
uit te breiden, maar we willen er eerst voor zorgen dat Vier Het Leven een<br />
landelijke dekking krijgt. Voorlopig hebben we daar onze handen vol aan.”<br />
www.4hetleven.nl<br />
49
<strong>Strijders</strong> <strong>tegen</strong> <strong>eenzaamheid</strong><br />
George Wong<br />
50
Een Chinees<br />
die eenzaam is<br />
schaamt zich<br />
Als jongen trok hij vanuit zijn dorp in Hong Kong de wereld in op<br />
zoek naar werk. Nu, veertig jaar later, zet George Wong zich als<br />
vrijwilliger en bestuurslid van de Chinese ouderenvereniging Chun<br />
Pah en het Rotterdamse trefcentrum Wah Fook Wui met hart en ziel<br />
in voor Chinese bejaarden in ons land: “Ik probeer ervoor te zorgen<br />
dat mensen elkaar ontmoeten, samen dingen doen, elkaar helpen.<br />
Dingen dus die ik vroeger zelf zo heb gemist.” 3<br />
51
<strong>Strijders</strong> <strong>tegen</strong> <strong>eenzaamheid</strong><br />
Schrijnend<br />
Laatst had hij weer zo’n geval aan de hand. Een oude vrouw overlijdt<br />
amper twee jaar nadat haar man stierf. Hij komt dit soort gevallen veel <strong>tegen</strong>,<br />
vooral buiten de grote stad. Hoewel hij het Nederlands niet volledig machtig<br />
is, hoeft George Wong (57) niet naar woorden te zoeken om uit te leggen hoe<br />
schrijnend <strong>eenzaamheid</strong> onder Chinese ouderen kan zijn. De blik in zijn ogen<br />
en de manier waarop hij dan zijn stem dempt, zeggen genoeg.<br />
Overblijver<br />
Wong: “Oudere Chinezen hier spreken vaak nauwelijks Nederlands. De<br />
meesten begonnen nadat ze hier laag opgeleid kwamen een Chinees restaurant.<br />
Ze hebben hard gewerkt maar van integreren in het leven hier, kwam<br />
het niet. Wonen ze ergens in een kleinere gemeente, dan hebben ze vaak geen<br />
enkel contact buiten de deur. Zulke echtparen leunen heel sterk op elkaar.<br />
Als dan een van beiden overlijdt, leeft de overblijver meestal ook niet lang<br />
meer. Vaak is die binnen drie jaar ook dood.”<br />
Onzichtbaar<br />
Wong weet waar hij het over heeft. Al zowat vanaf het moment dat hij<br />
zelf dertig jaar geleden van Suriname naar Nederland verhuisde en in Zoetermeer<br />
en later in Rotterdam een restaurant begon, onderneemt hij als vrijwilliger<br />
actie <strong>tegen</strong> de “onzichtbaarheid” van de Chinese gemeenschap in ons<br />
land en <strong>tegen</strong> <strong>eenzaamheid</strong> onder Chinese bejaarden.<br />
Domino<br />
“Het is voor een Nederlander moeilijk te begrijpen wat Chinezen echt<br />
denken,” probeert Wong die <strong>eenzaamheid</strong> te verklaren, terwijl hij ons rondleidt<br />
in het ontmoetingscentrum Wah Fook Wui, in een voormalig school<br />
gebouw aan de Graaf Florisstraat aan de rand van het centrum van Rotterdam.<br />
Van <strong>eenzaamheid</strong> lijkt daar geen sprake. Het gonst er van het Kantonees<br />
en Mandarijns. In een zaaltje doet een groep vrouwen op muziek aan Tai Chi.<br />
In een ander lokaal spelen mannen Chinees schaak en domino. In de keuken<br />
wordt een maaltijd bereid voor bewoners van de seniorenappartementen hoger<br />
in het gebouw.<br />
Stil<br />
Wong komt oorspronkelijk uit Hong Kong. Dat Chinese ouderen in<br />
Nederland makkelijk vereenzamen, heeft volgens hem voor een deel te maken<br />
met de Chinese mentaliteit: “Nederlanders maken op straat of in de super-<br />
52
Een Chinees die eenzaam is schaamt zich George Wong<br />
markt makkelijk een praatje met iemand die ze niet kennen. Stap je in een<br />
lift, dan groet je elkaar. Maar al sta je in Hong Kong met twintig mensen in<br />
een lift, het blijft stil. Chinezen bemoeien zich niet met vreemden, houden<br />
afstand. Alsof ze die anderen niet vertrouwen. In hun eigen kring zijn ze wel<br />
sociaal en helpen ze elkaar, maar daar buiten leggen ze moeilijk contact.”<br />
Gevecht<br />
Als vijftienjarige jongen verliet Wong het dorp waar hij sinds het overlijden<br />
van zijn vader leefde met nog alleen zijn moeder, zusje en oma. Met een<br />
vliegticket van geleend geld reisde hij in zijn eentje van Hong Kong naar<br />
Paramaribo. Daar is werk en kan je zoon veel geld verdienen, hadden kennissen<br />
zijn moeder verzekerd. Het bleek het begin van een lang en moeizaam<br />
gevecht voor een beter leven.<br />
Varken<br />
Door wat hij in die jaren zelf moest doorstaan, kan hij zich nu goed<br />
inleven in de <strong>eenzaamheid</strong> van bejaarde Chinezen hier: “In ons dorp leefden<br />
we heel afgezonderd. Ik was de enige jongen in het gezin. Vrienden had ik<br />
niet. Mijn vader overleed toen ik negen was. Toen voelde ik mij echt heel eenzaam.<br />
Ik praatte eigenlijk vooral nog <strong>tegen</strong> onze hond en varkens. Maar ik<br />
wist niet beter, vond het ook normaal.”<br />
Openhartig<br />
De eerste paar jaar in Paramaribo maakte hij in een Chinese toko werkdagen<br />
van zestien uur alleen om de tweeduizend dollar voor de vliegreis te<br />
kunnen terugbetalen. Wong, veertig jaar later en openhartig: “Vooral als ik<br />
dan op feestdagen gezinnen samen zag, dacht ik aan thuis en moest ik van<br />
<strong>eenzaamheid</strong> vaak huilen.”<br />
Warmte<br />
De herinnering aan die moeilijke tijd houdt hem als vrijwilliger gaande.<br />
Hij heeft nu een goed lopende Surinaamse broodjeszaak. Daarnaast is hij niet<br />
alleen vice voorzitter van Wah Fook Wui en van Chun Pah, maar ook<br />
bestuurder en adviseur van een reeks van andere lokale en landelijke Chinese<br />
organisaties. Wong: “Ik probeer ervoor te zorgen dat mensen elkaar ontmoeten,<br />
samen dingen doen, elkaar helpen. Dingen dus die ik vroeger zelf zo heb<br />
gemist. Ik help mij er ook zelf mee. Anderen aandacht en warmte geven, vind<br />
ik heel prettig.”<br />
53
<strong>Strijders</strong> <strong>tegen</strong> <strong>eenzaamheid</strong><br />
Blind<br />
Wong noemt het leven van veel Chinese ouderen hier “kaal” en “blind”:<br />
“Ze hebben weinig hobbies en ook weinig contact met hun kinderen, want<br />
die spreken wel Nederlands maar niet goed Chinees. Vrienden zien ze meestal<br />
in een Chinees restaurant, maar die contacten zijn niet stabiel. Thuis kijken<br />
ze alleen Chinese televisie. Engelse televisie kunnen ze ook niet volgen.<br />
Sommige ouderen gaan gokken, uit verveling.”<br />
Rolstoel<br />
Wong: “Vooral buiten de grote steden hebben veel van onze ouderen het<br />
moeilijk. Al laten ze dat niet blijken want een Chinees vraagt niet snel om hulp.<br />
Daar schaamt hij zich voor. Een Chinees die in een rolstoel moet, gaat liever ook<br />
niet meer de deur uit. Om minder eenzaam te zijn verhuizen onze senioren graag<br />
naar de grote stad, het liefst naar een Chinese woongemeenschap. Maar dat<br />
moet dan wel kunnen. Sommigen hebben met maar een stuk aow er het geld niet<br />
voor en voor seniorenwoningen zoals hierboven bestaan lange wachtlijsten.”<br />
Papierwinkel<br />
Van de ruim drieduizend leden die Chun Pah landelijk telt, woont ongeveer<br />
de helft in de Randstad. Van de zevenhonderd die in Rotterdam wonen,<br />
is de helft actief lid. Behalve iedere dinsdagmiddag meedoen aan de activiteiten<br />
van Chun Pah in Wah Fook Wui, kunnen ouderen in dit trefcentrum een<br />
basiscursus Nederlands volgen, een Chinese krant lezen en een boek lenen<br />
uit de bibliotheek. Een maatschappelijk werker is doordeweeks twee uur per<br />
dag beschikbaar voor uitleg over de papierwinkel van Nederlandse overheden<br />
en zorgorganisaties. Bustochtjes en speciale activiteiten op Chinese<br />
feestdagen zijn ook in trek.<br />
Huisbezoek<br />
Chun Pah legt door het hele land ook huisbezoeken af. Wong: “Jongere<br />
ouderen gaan een keer per jaar en als het nodig is meerdere keren bij kwetsbare<br />
ouderen op bezoek. Vorig jaar hebben we achtentwintighonderd van die<br />
bezoekjes afgelegd. Chinees gebruik is dat je in een groepje bij mensen langs<br />
gaat, met een cadeautje of bloemetje. Als je met een paar vrijwilligers bent<br />
kun je ook meer terloops zien of iemand eenzaam is.”<br />
IJskast<br />
Wong: “Horen wij bij zo’n bezoek dat de kinderen al maanden niet zijn<br />
langs geweest, dan is dat voor ons een teken. En we kijken of het huis niet<br />
54
Een Chinees die eenzaam is schaamt zich George Wong<br />
vervuild is en de ijskast niet leeg, want dat zijn ook signalen van <strong>eenzaamheid</strong>.<br />
Ouderen waarbij dat wel aan de hand is, geven we extra aandacht, bijvoorbeeld<br />
door telkens als we een uitstapje organiseren te bellen. Meedoen<br />
aan activiteiten is heel belangrijk. Maar je kan mensen niet dwingen. Sommigen<br />
blijven toch thuiszitten. Die zien er na een halfjaar tien jaar ouder<br />
uit.”<br />
Kapot<br />
Wong maakt zich zorgen over de toekomst van Chun Pah. Door de<br />
bezuinigingen vervalt over twee jaar de tachtigduizend euro subsidie die de<br />
vereniging als ouderenbond nu ieder jaar krijgt: “Dan kunnen we minder op<br />
huisbezoek en moeten we ook activiteiten schrappen. Terwijl onze organisaties<br />
voor de overheid juist hele goede kanalen zijn om de Chinese gemeenschap<br />
te bereiken. Want doordat Chinezen stil zijn weet de overheid zelf niet<br />
wat er bij hun speelt. Zonder die financiële steun gaat er voor de Chinese<br />
gemeenschap dus veel kapot.”<br />
www.wahfookwui.nl<br />
www.netwerknoom.nl<br />
55
<strong>Strijders</strong> <strong>tegen</strong> <strong>eenzaamheid</strong><br />
Ruud Pluijter<br />
56
Eten is bij ons<br />
bedoeld als<br />
bindmiddel<br />
Een paar jaar geleden stond zijn leven als ondernemer op z’n kop en<br />
raakte hij alles kwijt “behalve mijzelf”. Amsterdammer Ruud Pluijter<br />
bouwt nu bij Resto Van Harte een nieuw leven op, als gastheer van<br />
Resto VanHarte Mariahoeve in Den Haag: “Dit werk heeft niets met<br />
geld te maken, maar wel met het gevoel dat je mensen helpt invulling<br />
te geven aan hun leven. Dit is het helemaal voor mij.” 3<br />
57
<strong>Strijders</strong> <strong>tegen</strong> <strong>eenzaamheid</strong><br />
Meiden<br />
Volgens de agenda is het deze dinsdag een ‘gewone avond’. De tafels<br />
zijn wel feestelijk gedekt, met tafellinnen, kaarsen en bloemstukjes. En met<br />
per couvert dubbel bestek, twee glazen en een rode servet. Maar er is geen<br />
speciaal programma, zoals laatst het diner met aansluitend een klassiek concert.<br />
Of zoals over drie weken de Ethiopische avond met live muziek en modeshow.<br />
Maar ook nu rijden taxibusjes voor en heet Ruud Pluijter (53) gasten<br />
joviaal welkom: “Hé meiden, hoe gaat het met jullie?” Twee bejaarde dames<br />
die net binnenkomen, lachen gecharmeerd.<br />
Handtas<br />
Straks, om kwart voor zes, gaat de ‘ontmoetingsmachine’, zoals Van-<br />
Harte-opdrichter Fred Beekers zijn restaurants noemt, weer draaien. Dan<br />
mogen de gasten aan tafel. Pluijter: “Bij ons schuift iedereen aan waar er<br />
plaats is. Alvast met jassen en handtassen plekken proberen te bezetten, mag<br />
niet. Dan voelt een andere gast zich misschien niet welkom. En dat zal maar<br />
net iemand zijn die voor het eerst komt om de gezelligheid in onze Resto mee<br />
te maken. Zo iemand zie je dan na die eerste keer nooit meer terug. Dat willen<br />
we dus beslist voorkomen.”<br />
Bindmiddel<br />
Pluijter: “Het gaat bij ons om meer dan eten alleen. Het eten is bedoeld<br />
als bindmiddel. Aan tafel raken gasten met elkaar in gesprek. Als ik dan twee<br />
mensen die elkaar net kennen hoor afspreken om de volgende dag samen op<br />
een terras wat te gaan drinken, kan ik wel een gat in de lucht springen. Want<br />
dat is nou waar het ons om te doen is, dat mensen weer hun huis uit komen<br />
en weer een doel hebben. Dat is zó belangrijk. Voor die mensen zelf, maar ook<br />
ter versterking van de sociale samenhang en leefbaarheid in wijken, want<br />
daar mikken wij als Resto VanHarte ook op.”<br />
Abrupt<br />
Met het knalrode VanHarte-schort voorgeknoopt, is aan Pluijter niet af<br />
te zien dat hij een paar jaar geleden in het Amsterdamse nog een goed lopend<br />
eigen publiciteitsagentschap had. Een scheiding maakte abrupt een einde<br />
aan dat goudomrande ondernemersbestaan: “Ik dacht dat ik m’n zaakjes goed<br />
had geregeld, maar raakte alles kwijt, behalve mijzelf. Opeens zat ik in de<br />
bijstand. Daar heb ik het heel moeilijk mee gehad, schaamde mij er voor, zoals<br />
anderen zich schamen om te praten over hun <strong>eenzaamheid</strong>.”<br />
58
Eten is bij ons bedoeld als bindmiddel Ruud Pluijter<br />
Mannetjeswereld<br />
Pluijter: “Als Amsterdammer ben ik hier in Den Haag toen echt aan een<br />
totaal nieuw leven begonnen. De commercie in wilde ik niet meer. In die mannetjeswereld<br />
draait alles om geld. Mij gaat het veel meer om de mens. Destijds<br />
organiseerde ik weleens een filmmiddag voor bejaarden, met achteraf een<br />
hapje en een drankje. Het plezier dat die mensen daar aan beleefden! Maanden<br />
later hadden ze het er nog over. Daar genoot ik toen ook al van.”<br />
Kokkerellen<br />
Pluijter: “Ik ben eigenlijk een horecakind. Mijn ouders hadden een<br />
koffiehuis en een snackbar. Op mijn zeventiende stond ik zelf in die zaak.<br />
Mijn vader was erg van het kokkerellen, maakte altijd bijzondere dingen. Ik<br />
denk dat daarvan bij mij iets is blijven hangen. Ik kook ook graag, maak het<br />
mensen graag naar de zin. Dat is in mijn leven een rode draad.”<br />
Afwasmachine<br />
Via een Haagse vrijwilligerscentrale kwam hij twee jaar geleden bij<br />
Resto VanHarte Mariahoeve terecht. Pluijter: “Van Ben Lachhab, de manager<br />
hier, mocht ik komen meedraaien om te kijken of dit werk wat voor mij was.<br />
Ik begon in de keuken achter de afwasmachine. Binnen een week had ik het<br />
bekeken: gastheer wilde ik zijn. Want wat hier gebeurt, met al die vrijwilligers<br />
omgaan, gasten ontvangen, samen de mensen een leuke avond bezorgen,<br />
dat is het helemaal voor mij.”<br />
Drie meter<br />
Glunderend doet hij verslag van het diner plus concert van een week<br />
geleden in de aula van het schoolgebouw waarvan Resto VanHarte Mariahoeve<br />
medegebruiker is. Te gast waren ook bewoners van het naburige verzorgingstehuis:<br />
“Tachtig mensen hadden we toen aan tafel. Als je dan zoals<br />
gisteren van een dochter krijgt te horen dat haar moeder enorm heeft genoten,<br />
dan lijkt het wel of je drie meter groeit. Want daar doen we het voor.”<br />
Intens<br />
Pluijter: “Dat zo’n avond bij die ouderen nog zó blijft hangen, terwijl ze<br />
toch enigszins dement zijn. De voldoening die ik daar zelf uit krijg is veel<br />
intenser dan de bevrediging uit mijn vroegere werk. Dit is heel anders, heeft<br />
niks met geld te maken maar vooral met het gevoel dat je andere mensen helpt<br />
weer invulling te geven aan hun leven.”<br />
59
<strong>Strijders</strong> <strong>tegen</strong> <strong>eenzaamheid</strong><br />
Karaoke<br />
Zijn creativiteit als ondernemer kan Pluijter nu kwijt in het bedenken<br />
van telkens een nieuwe thema-avond of evenement. Zo heeft hij nu een idee<br />
voor een karaokeavond: “Ik zie onze gasten al meedeinen, hun ogen, hun lach.<br />
Maar behalve voorpret zit er ook veel voorwerk aan vast. Als gastheer ben ik<br />
twee dagen per week in touw, maar met al het geregel erbij zowat de hele<br />
week. Maar dat heb ik er graag voor over.”<br />
Struikelblok<br />
Regelmatig draait hij een dag mee bij Resto VanHarte in Laak, een wijk<br />
aan de andere kant van de stad: “Daar komen meer nieuwe Nederlanders over<br />
de vloer, Marokkanen, Turken, Iraniërs. Op gewone dingen reageren zij net<br />
zo als wij. Daar zit geen verschil tussen. Struikelblok is de taal. Ouderen uit<br />
die gemeenschappen spreken vaak gebrekkig Nederlands. Op een Marokkaanse<br />
of Turkse avond zie je ze wel, maar verder nauwelijks. Onze inzet is<br />
om ze meer te betrekken bij het leven in de wijk.”<br />
Glad<br />
“Ah, het is vier uur,” constateert hij bij een blik naar buiten, waar een<br />
bejaarde vrouw aan komt lopen. Pluijter: “Ze woont alleen en is altijd rond<br />
deze tijd hier. Ze mag dan graag met een kopje koffie naar ons gaan zitten<br />
kijken terwijl wij nog druk bezig zijn met het dekken van de tafels. Van de<br />
winter was het ’s avonds glad en donker. Dan was het na het eten gewoon hup<br />
effe een arm en brachten we haar weer naar huis.”<br />
Drempel<br />
De vrouw behoort tot een vaste kern van klanten van Resto VanHarte<br />
Mariahoeve. Regelmatig ziet Pluijter ook nieuwe gezichten. De meeste gasten<br />
kent hij inmiddels persoonlijk: “Zie ik iemand een paar weken niet, dan pleeg<br />
ik een telefoontje om te horen of alles nog goed gaat. Mensen die dralen voor<br />
de deur van onze Resto, haal ik ook binnen, geef ze een bakkie koffie en stel<br />
ze op hun gemak. Eenzame mensen neigen ernaar zich steeds verder terug te<br />
trekken. Soms moet je dus iemand over een drempel heen helpen. Dáár gaat<br />
het om bij Resto VanHarte.”<br />
Verhaal<br />
Pluijter: “Over <strong>eenzaamheid</strong> begin ik zelf nooit. Vraag je het op de man<br />
af dan is niemand eenzaam. Maar hoor je dat iemand nergens meer zin in<br />
heeft omdat zijn partner is overleden, of omdat dat hij gescheiden is en zijn<br />
60
Eten is bij ons bedoeld als bindmiddel Ruud Pluijter<br />
kinderen niet meer ziet, dan weet je genoeg. Je krijgt alles ook nooit meteen<br />
te horen, pas als je iemand langer kent. Dan is het opeens van ‘Ruud loop even<br />
mee’ en komt er een heel verhaal. Daar neem ik dan de tijd voor, want bij wie<br />
kunnen ze het anders kwijt? Het geeft ook aan dat ze zich bij ons vertrouwd<br />
voelen. Geweldig toch!”<br />
Droom<br />
Trots vertelt Pluijter dat Resto VanHarte Mariahoeve binnen de Van-<br />
Harte-organisatie model staat voor andere Resto’s: “Die sturen nieuwe mensen<br />
ook altijd voor een avondje naar ons toe om te zien hoe wij het met z’n<br />
allen aanpakken.” Aan het slot van het gesprek toont hij het restaurant en de<br />
keuken. “Een hele goede ploeg”, prijst hij de vrijwilligers die daar druk in de<br />
weer zijn. Zelf hoopt hij ook nog lang bij Resto VanHarte te kunnen blijven<br />
werken: “Laten we zeggen dat dat mijn droom voor de toekomst is.”<br />
www.restovanharte.nl<br />
61
<strong>Strijders</strong> <strong>tegen</strong> <strong>eenzaamheid</strong><br />
Henny Tinga<br />
62
Iemand redden<br />
lukt niet, voor hem<br />
zorgen wel<br />
Al bijna een halve eeuw werkt Henny Tinga als heilssoldate van het<br />
Leger des Heils op de Amsterdamse Wallen, trekt ze er op met dak-<br />
en thuislozen, kent ze hun rauwe gezichten van <strong>eenzaamheid</strong>. Maar<br />
als ras-Amsterdamse behield ze haar smakelijke lach: “Je moet het<br />
vooral niet te zwaar maken en ook met een glimlach naar jezelf<br />
blijven kijken. Een ander redden lukt je niet, een beetje voor hem<br />
zorgen wel.” 3<br />
63
<strong>Strijders</strong> <strong>tegen</strong> <strong>eenzaamheid</strong><br />
Takkewijf<br />
Bij haar thuis hangt naast de voordeur het bordje met de spreuk ‘Lord<br />
help me that nothing is gone happen to me today that you and I can’t handle’.<br />
In een notedop verwoordt het Henny Tinga’s milde kijk op haar werk als<br />
heilssoldate: “Vaak kijk ik ’s avonds bij het binnenkomen naar dat bordje en<br />
zeg ik nou Lieve Heer, hoe ik vandaag bezig was, daar kon u echt niet bij zijn.”<br />
Zoals die keer dat ze zich niet kon inhouden en een verslaafde vrouw die met<br />
iedereen ruzie maakte, een takkewijf noemde: “Maar volgende week ga ik<br />
weer met haar kaasfonduen en kan ik ook verschrikkelijk om haar boosheid<br />
lachen.”<br />
Charme<br />
Met een vader als heilssoldaat kwam Tinga (66) al heel jong zelf bij het<br />
Leger, als hulpje van majoor Bosshardt in het Goodwill Centrum aan de Voorburgwal<br />
middenin het Wallengebied. Sinds ze daar in 1962 begon met het<br />
schenken van koffie en met het rondbrengen van pannetjes eten voor mensen<br />
in de buurt, zag ze hoe dak- en thuislozen er steeds meer uit alle hoeken van<br />
de wereld kwamen en hoe ook de drugshandel er oprukte. “Een teloorgang?<br />
Ik noem het liever verandering. Voor mij kreeg het een gezicht, ik zie de mensen<br />
waarom het gaat. Een bordeelhouder met een grote bek is ook mens die<br />
op zijn tijd eenzaam is. Al romantiseer ik zo iemand beslist niet. Maar dit<br />
werk heeft ook zijn charme, ik maak ook plezier.”<br />
Paplepel<br />
Het gesprek vindt plaats in het tot mini-museum verbouwde appartement<br />
van de in 2007 overleden majoor, in de Goodwillburgh, een bejaardencomplex<br />
aan de Anne Frankstraat. Temidden van een verzameling originele<br />
Anton Piecks over het werk van het Leger hangt ook een prent van Tinga als<br />
jonge heilssoldate. Tinga: “Ik ben nog opgevoed in de Leger des Heils-traditie<br />
van ‘de wereld redden’. Je moest iets voor de ander betekenen, die grondregel<br />
kreeg ik thuis met de paplepel ingegoten. Maar je kunt het nooit helemaal<br />
voor een ander oplossen. Als er iets is wat ik in al die jaren heb geleerd, dan is<br />
het dat wel.”<br />
Soepronde<br />
Gaandeweg kreeg ze meer taken, werd ze verantwoordelijk voor de<br />
noodopvang, gaf ze leiding aan de wijkziekenboeg de Gastenburgh en was ze<br />
nauw betrokken bij het opzetten van de opvang voor aidspatiënten. Nu ze met<br />
pensioen is, gaat Tinga als vrijwilliger nog eens in de drie weken mee op<br />
64
Iemand redden lukt niet, voor hem zorgen wel Henny Tinga<br />
soepronde, soep, koffie en brood brengen aan mensen die op straat leven. Ook<br />
doet ze nog regelmatig ‘een bakkie koffie’ met al die buurtbewoners die ze al<br />
jaren kent en eet ze om de week met een groep alleenstaande vrouwen. Tinga:<br />
“Bij <strong>eenzaamheid</strong> heb je het in mijn werk over die hele gemêleerde groep van<br />
dak- en thuislozen. Met die mensen in extreme situaties trek ik mijn leven<br />
lang al op, wijs ze voor een stukje de weg, zorg een beetje voor ze. Dat is wat<br />
ik de afgelopen vijftig jaar ben blijven proberen te doen.”<br />
Uniform<br />
Ze vertelt over het oorlogsgezin waaruit ze komt. Als oudste van zes<br />
kinderen en met een moeder met een zwak gestel runde ze al snel de huishouding.<br />
Bij het Leger leerde ze haar man Koos kennen, ook een heilssoldaat.<br />
Hun drie kinderen zijn inmiddels ook vrijwilliger voor het Leger. Zelf draagt<br />
ze nog altijd het uniform van heilssoldate: “Dat hoort gewoon bij mij. Soms<br />
denk ik wel als ik in dit pak loop: be careful, wie ben je nou eigenlijk. Ik maak<br />
mijzelf niet te klein, maar je moet ook niet overdrijven. Je moet het vooral niet<br />
te zwaar maken, ook met een glimlach naar jezelf blijven kijken.”<br />
Zoeken<br />
In haar werk maakte ze ook een omslag door: “In plaats van mensen te<br />
willen redden, raakte ik meer geïnteresseerd in wat nou de waarde van die<br />
ander is. Ik geloof dat in ieder mens een stukje heel is, hoe kapot iemand<br />
onderweg ook door het leven is geraakt. Voor mij heeft dat met geloven in<br />
God te maken. Een ander gelooft in Allah of in de mens, dat maakt voor mij<br />
geen verschil. Als je maar op zoek gaat naar dat stukje dat in ieder mens goed<br />
is. Het heeft ook te maken met de ander accepteren zoals die op dat moment<br />
is. Pas dan kan je iemand echt in z’n zijn ontmoeten en begrijp je iets van zijn<br />
<strong>eenzaamheid</strong>.”<br />
Onvermogen<br />
Vaak hoort ze zeggen dat wie op straat leeft, daar zelf voor heeft gekozen.<br />
Tinga: ‘Daar heb ik moeite mee. Soms schreeuwt zo’n dakloze ook dat<br />
hij niemand nodig heeft. Maar dat is een loze kreet. Als je doorvraagt, blijkt<br />
telkens dat ze juist wanhopig verlangen naar contact, naar ergens bij horen.<br />
Net als anderen zijn ze slecht in alleen zijn. Maar door een onvermogen kunnen<br />
ze moeilijk met anderen omgaan, slagen ze er niet in relaties te onderhouden.<br />
En als je dat niet kan, dan is het in de samenleving van nu wel verduveld<br />
alleen.”<br />
65
<strong>Strijders</strong> <strong>tegen</strong> <strong>eenzaamheid</strong><br />
Stoofsteeg<br />
Gehavende levensverhalen hoorde ze genoeg. Zoals van een verslaafde<br />
prostituee die naast haar zelfvernietigende gedrag ook heel mooi kon tekenen<br />
en gedichten schrijven. En van een verslaafde meisje van achttien dat terug<br />
wilde naar haar ouders in Venlo maar dat binnen twee dagen weer in de<br />
Stoofsteeg achter het raam zat. En dat van Mourat uit Libanon, die na een<br />
lang leven op straat een huisje kreeg maar nog altijd “stikt van de <strong>eenzaamheid</strong>”.<br />
En gisteren kreeg ze telefoontje van een dakloze man die nog op haar<br />
trouwerij was en pas sinds vorig jaar op zichzelf woont: “Hij is nu erg ziek,<br />
dus ga ik weer wat vaker bij hem langs.”<br />
Bloem<br />
Al die contacten hebben haar leven ook verrijkt. Tinga: “Je krijgt er heel<br />
veel voor terug. Zoals die verslaafde prostituee, die me een keer een bloem gaf<br />
omdat ze zag dat ik toen zelf over iets in de put zat. Of zoals laatst een man<br />
die mij het stoffer en blik uit handen nam om zelf de scherven op te vegen van<br />
de fles die hij kwaad kapot had gesmeten. Eerst was ik bang voor hem maar<br />
toen stond daar een totaal ander mens voor mij. En die verslaafde vrouw die<br />
met iedereen bonje maakt maar toch mee mag op ons jaarlijkse uitstapje naar<br />
de Veluwe, die doet nu hartstikke haar best doen om niet meteen kwaad te<br />
worden. Heel aandoenlijk allemaal.”<br />
Heroïne<br />
Ze kwam er als heilssoldate snel achter dat <strong>eenzaamheid</strong> en verslaving<br />
ook in de beste kringen voorkomen. Tinga: “Van een keurig Surinaams gezin<br />
raakten alle drie de zonen verslaafd aan heroïne. Die heb ik in een paar jaar<br />
tijd alle drie begraven. En vijf jaar lang bezocht ik iedere week een welgestelde<br />
dame die sinds de dood van haar man alleen in een kolossaal pand aan<br />
de Singel woonde. We vertelden elkaar dan over onze totaal verschillende<br />
levens. Vlak voor haar dood zei ze <strong>tegen</strong> de dominee dat die ‘jonge dame van<br />
het Leger des Heils’ haar <strong>eenzaamheid</strong> voor een deel had weten op te lossen.”<br />
Spiritus<br />
De laatste jaren krijgt Tinga op een soepronde vooral Oosteuropeanen<br />
aan de bus: “Tot mijn verbijstering zag ik er laatst een die spiritus dronk, net<br />
als vroeger ome <strong>Paul</strong>tje en ome Daan.” Ook loopt ze op <strong>tegen</strong> kansarme jongeren<br />
die veel softdrugs gebruiken: “Die missen straks in de maatschappij dus<br />
ook de aansluiting.” En ze signaleert een grote toeloop bij de ‘Bij Bosshardt’-<br />
66
Iemand redden lukt niet, voor hem zorgen wel Henny Tinga<br />
buurtsteunpunten waarvan Amsterdam er inmiddels vier telt: “Vooral ouderen<br />
komen er op af voor een kop koffie en wat gezelligheid. Je ziet gewoon dat<br />
steeds meer ouderen <strong>tegen</strong>woordig weinig contacten om zich heen hebben.”<br />
Stoppen met haar werk voor het Leger is niet aan de orde: “Zo lang ik het leuk<br />
vind, ga ik ermee door. Het is ook geen werk, eerder een levenshouding.”<br />
www.legerdesheils.nl<br />
67
<strong>Strijders</strong> <strong>tegen</strong> <strong>eenzaamheid</strong><br />
Young Designers & Industry (YD+I)<br />
68
Strijd <strong>tegen</strong><br />
<strong>eenzaamheid</strong><br />
gebaat bij<br />
authentieke aanpak<br />
“Een open wond in de samenleving”, zo omschrijft Young Designers<br />
& Industry (YD+I) het vraagstuk van <strong>eenzaamheid</strong>. Acht kunstenaarontwerpers<br />
van deze culturele instelling ondernamen een creatieve<br />
zoektocht naar nieuwe manieren om <strong>eenzaamheid</strong> meer bespreekbaar<br />
te maken. “Dus niet terugvallen in religie of het oude dorpsdenken,<br />
maar juist tijd, ruimte en aandacht te scheppen voor een<br />
eigentijdse aanpak.” 3<br />
69
<strong>Strijders</strong> <strong>tegen</strong> <strong>eenzaamheid</strong><br />
Glimlach<br />
Met humor ervoor zorgen dat <strong>eenzaamheid</strong> onderwerp van gesprek<br />
wordt. Dat is de gedachte achter de Eenzaamheidswijzer waarmee proceskunstenaar<br />
Martijn Engelbregt (39) bezoekers van zijn website eenzaam.nu<br />
een uitweg biedt uit wat hij noemt de IK-maatschappij. Engelbregt: “Eenzaamheid<br />
is een diep gevoel dat we allemaal kennen. Maar in plaats van dat<br />
we onze eigen <strong>eenzaamheid</strong> gewoon aankijken om te zien wat we ervan kunnen<br />
leren, zijn we er bang voor en en keren we ons ervan af. Daarom zocht ik<br />
naar een manier om het er met een glimlach over te hebben, zonder dat het<br />
ludiek wordt, want dat is het natuurlijk niet.”<br />
Angst<br />
Engelbregt’s vaststelling dat de maatschappij van nu mensen overdreven<br />
bang maakt voor <strong>eenzaamheid</strong>, spreekt ook uit de foto’s van ontwerper<br />
Maaike Roozenburg (32). Roozenburg wil met haar foto’s laten zien dat<br />
pijnlijke momenten van <strong>eenzaamheid</strong> gepaard kunnen gaan met een gewaarwording<br />
van schoonheid. De Vlaamse kunstenaar Sarah Carlier (30) probeert<br />
juist met geënsceneerde videobeelden mensen te laten zien en voelen hoe<br />
angst voor <strong>eenzaamheid</strong> inwerkt op je beleving ervan.<br />
Open wond<br />
Initiatiefnemers Peik Suyling (56) en Dennis Lohuis (36) noemen <strong>eenzaamheid</strong><br />
een “open wond in de samenleving”. Het taboe eromheen doorbreken<br />
lukt volgens hen alleen door buiten bestaande stramienen en routines te<br />
denken. Suyling: “Oude sociale vangnetten als religie, familieverbanden en<br />
dorps-leven lijken verleden tijd. Wij willen vanuit een cultureel perspectief<br />
kijken naar wat voor nieuwe manieren je kunt bedenken om het gesprek over<br />
<strong>eenzaamheid</strong> op gang te krijgen. Dat is waar we in dit project mee aan de slag<br />
zijn gegaan.”<br />
Bloemen<br />
Binnen het project tekent Suyling als kunstenaar bloemen samen met<br />
groepjes eenzame mensen. ‘Als woorden bloemen worden’ noemt hij het. “Privé<br />
teken ik bloemen bij wijze van reflectie op mijn gedachten en gevoelens van<br />
<strong>eenzaamheid</strong>. Dat doe ik al jaren en het werkt heel prettig.” Door dit te doen met<br />
mensen die sterk in isolement leven, hoopt hij dat het bij hen ook iets losmaakt<br />
en ze over hun <strong>eenzaamheid</strong> gaan praten. Suyling: “Mij gaat het echt alleen om<br />
het tekenen, maar inmiddels hoor ik van hulpverleners wel dat het werkt, dat<br />
na zo’n tekensessie bij die mensen dingen ineens wel bespreekbaar zijn.”<br />
70
Strijd <strong>tegen</strong> <strong>eenzaamheid</strong> gebaat bij authentieke aanpak YD+ I<br />
Onzichtbaar<br />
Betrokken bij het project is ook stadspsycholoog Sander van Ham. Hem<br />
valt vooral op de persoonlijke manier waarmee de deelnemende kunstenaars<br />
omgaan met het vraagstuk van <strong>eenzaamheid</strong>: “Ze gingen allereerst op zoek<br />
naar hun eigen <strong>eenzaamheid</strong>. Maar juist die authentieke aanpak biedt een<br />
opening voor een ander gesprek. Mensen herkennen zich erin en zijn ineens<br />
wel bereikbaar. Opeens zijn die mensen dus niet meer onzichtbaar.”<br />
Sneeuwwoorden<br />
“Onbewust zijn we met ons individualistische zelfonderzoek en hang<br />
naar zingeving echt kinderen van deze tijd”, vinden Lohuis en Madelinde<br />
Hageman (38) als ook een lid van het projectteam. Lohuis schildert portretten<br />
en schept zo tijd en aandacht voor het voeren van een gesprek met die persoon<br />
over <strong>eenzaamheid</strong>. Hageman zocht naar woorden om haar eigen gevoel<br />
van <strong>eenzaamheid</strong> nauwkeuriger te kunnen omschrijven. Zo kwam ze op het<br />
idee om sneeuwwoorden van Eskimo’s om te zetten in beschrijvingen van<br />
soorten <strong>eenzaamheid</strong>.<br />
‘Ersertok’<br />
‘Ersertok’ of ‘bewegende <strong>eenzaamheid</strong>’ noemt Hageman nu haar <strong>eenzaamheid</strong>sgevoel:<br />
“Ik geef er mee aan dat dat gevoel bij mij tijdelijk is. Vooral<br />
’s avonds in het donker heb ik er last van, als kind al. Maar de volgende morgen<br />
is het weer over. Door het zo te kunnen nuanceren, praat ik er makkelijker<br />
over. Ik krijg ook veel reacties. Mensen vinden die beschrijvingen<br />
poëtisch en blijken ze ook zelf goed te kunnen gebruiken.” Op Hageman’s<br />
sneeuwwoorden-website maakten al flink wat bezoekers gebruik van de<br />
ruimte die er is om eigen situaties van <strong>eenzaamheid</strong> anoniem te delen met<br />
anderen.<br />
Sollicitatiegevoel<br />
Het projectteam valt vooral over de angst die er in onze prestatiemaatschappij<br />
bestaat voor <strong>eenzaamheid</strong>. Martijn Engelbregt: “Je mag niet eenzaam<br />
zijn. Alles en iedereen probeert zover mogelijk van dat gevoel weg te<br />
komen. In de media zie je bijna alleen maar mensen die niet eenzaam zijn, die<br />
het gemaakt hebben.” Lohuis: “Op netwerksites als Facebook ben je ook de<br />
hele tijd bezig jezelf te verkopen. Waardoor mensen nu voortdurend een<br />
soort sollicitatiegevoel hebben, wat anti-persoonlijk is en ook eenzaam<br />
maakt.”<br />
71
<strong>Strijders</strong> <strong>tegen</strong> <strong>eenzaamheid</strong><br />
Retraite<br />
Engelbregt bespeurde die angst voor <strong>eenzaamheid</strong> ook in zichzelf en<br />
ging om dat gevoel te onderzoeken een week in retraite: “In zo’n stilteweek<br />
stuit je op allerlei patronen waarmee je normaal <strong>eenzaamheid</strong> verdrijft maar<br />
die je dan dus niet kunt gebruiken. Dat is best confronterend. Maar door dat<br />
treedje dieper te gaan in jezelf, door dichter bij je eigen <strong>eenzaamheid</strong> te komen<br />
en beter te weten wat die voor jou betekent, herken je <strong>eenzaamheid</strong> bij<br />
een ander ook beter en vind je makkelijker manieren om daarover contact te<br />
maken.”<br />
Sandwichborden<br />
In het kantoor van YD+I in een voormalige woning aan het IJ in<br />
Amsterdam-Noord, staan sandwichborden <strong>tegen</strong> de muur met opschriften<br />
als ‘Oog ik eenzaam? en ‘Ben jij ook wel eens eenzaam?’, persoonlijke vragen<br />
die ook de kunstenaars eigenlijk niet durven stellen Documentairemaakster<br />
Inge Willems filmde de reacties van voorbijgangers toen de rest van het team<br />
met die borden om de schouders de straat op ging. “Het was voor ons allemaal<br />
verrassend te ervaren dat mensen eigenlijk best open over <strong>eenzaamheid</strong> willen<br />
praten”, herinnert Madelinde Hageman zich.<br />
Restaurant Sartre<br />
Ontwerper Marina van Goor (36) ging met haar Oog-ik-eenzaamsandwichbord<br />
in een restaurant alleen aan een tafeltje zitten. Haar onderwerp<br />
voor het project was de angst voor het oordeel van anderen, dus in dit<br />
geval de angst om door anderen te worden weggezet als eenzame of gescheiden<br />
vrouw die geen vrienden heeft om mee te gaan eten. Van Goor bedacht<br />
‘Restaurant Sartre’, een eetgelegenheid waar mensen juist zonder gezelschap<br />
gaan eten, als een statement dat er niets mis is met iemand die buiten de deur<br />
alleen eet.<br />
Oprekken<br />
Stichting DOEN maakte het YD+I-project de afgelopen tijd met geld<br />
mogelijk. Met DOEN en ook met het ministerie van VWS praten Suyling en<br />
Lohuis nu over een tweede projectfase : “We denken na over hoe we de dingen<br />
die door het projectteam zijn bedacht meer publiek kunnen maken, om zo<br />
het gesprek over <strong>eenzaamheid</strong> echt op gang te helpen.” Voor dit ‘oprekken<br />
naar de wereld’ hopen ze ook in de zorgsector partners te vinden: “Onze authentieke<br />
aanpak heeft een aantoonbare en ook preventieve werking. Uiteindelijk<br />
bespaar je daar in de zorg dus geld mee.”<br />
72
Strijd <strong>tegen</strong> <strong>eenzaamheid</strong> gebaat bij authentieke aanpak YD+ I<br />
Vangnet<br />
Suyling: “We gaan ook goed kijken naar wat nieuwe media kunnen bijdragen.<br />
Dus naar creatieve manieren waarbij de anonimiteit van die media<br />
niet negatief werkt, zoals nu al bij chatgroepen van lotgenoten. Misschien<br />
zijn die ‘lichte gemeenschappen’ ook wel nieuwe vangnetten <strong>tegen</strong> <strong>eenzaamheid</strong>,<br />
als alternatief voor de kerk, dorp en familie van vroeger.”<br />
w w w . y d i . n l<br />
w w w . s i t u a t i e s v a n e e n z a a m h e i d . n l<br />
w w w . e e n z a a m . n u<br />
www.in-de-buurt.net<br />
73
<strong>Strijders</strong> <strong>tegen</strong> <strong>eenzaamheid</strong><br />
Match<br />
74
Een maatje is<br />
geen hulpverlener,<br />
eerder vriend<br />
Als vrijwilligers van het maatjes-project Match van Humanitas<br />
in Overijssel putten Mark Arts en Alev Cumert voldoening uit het<br />
samen met eenzame jongeren beleven van fijne momenten. Veel<br />
geduld en inlevingsvermogen vergt het wel. “En ook voorbeeld-<br />
gedrag tonen, maar niet persé verandering willen zien. Je bent geen<br />
hulpverlener.” 3<br />
75
<strong>Strijders</strong> <strong>tegen</strong> <strong>eenzaamheid</strong><br />
Schulpje<br />
Mark Arts (26) is blij als de autistische jongen van 22 waar hij als<br />
maatje mee optrekt “uit zijn schulpje komt” en uit zichzelf vertelt wat hij van<br />
dingen vindt. Dat blije gevoel krijgt Alev Cumert (22) als het contactschuwe<br />
meisje van 17 waarvan zij maatje is uit eigen beweging vraagt om samen iets<br />
leuks te doen: “Als ze mij dan bij het afscheid uitzwaait, vertrek ik weer met<br />
voldoening naar huis.”<br />
Momenten<br />
Mark, die al driekwart jaar maatje is van de jongen: “Ik zoek niet naar<br />
een directe verandering en heb mij ook niet echt verdiept in wat autisme precies<br />
is. Ik wil er onbevangen in staan en gewoon samen prettige momenten<br />
beleven. Het mooie aan zo’n moment is dat hij dan losser is. We komen dan<br />
tot leukere gesprekken, bijvoorbeeld over hoe hij zijn toekomst ziet en over<br />
wat autisme met hem doet. Dan ga je samen wel wat meer de diepte in, al is<br />
dat dus niet direct mijn doel. We hebben zulke gesprekken alleen als hij zelf<br />
aangeeft het erover te willen hebben.”<br />
Fotoshoot<br />
Alev trekt al twee jaar iedere week een paar uur op met het meisje:<br />
“Toen ik haar voor het eerst ontmoette, keek ze maar een beetje voor zich uit.<br />
Nu lacht ze als ik kom, vraagt ze of ik d’r haar borstel en of we een fotoshoot<br />
doen. Of we schilderen wat, want die hobby hebben we gemeen. Van dat<br />
soort dingen wordt ze dus vrolijk. Dat vind ik leuk want dat betekent dat ze<br />
me echt vertrouwt.” Ze vertelt dat ze op die momenten ook wel eens diepere<br />
gesprekken met het meisje heeft, bijvoorbeeld over dat ze geen vriendinnen<br />
heeft en zich op school buitengesloten voelt: “Maar ook alleen als ze er zelf<br />
over begint.”<br />
Individualistisch<br />
Het iets voor anderen willen betekenen, kregen beiden van huis uit<br />
mee. Mark zag hoe zijn ouders in hun dorp, het Twentse Vroomshoop, altijd<br />
klaar stonden voor anderen: “We hadden ook wel eens kinderen in huis bij<br />
wie het thuis niet goed ging.” Dat Alev naast haar studie psychologie en een<br />
baantje in een eetcafé ervoor kiest om anderen bij te staan “in plaats van voor<br />
de tv te zitten”, schrijft ze voor een deel toe aan haar Turkse achtergrond: “De<br />
Turkse cultuur is minder individualistisch dan de Westerse. Wie bij ons met<br />
problemen zit kan daarmee meer terecht in de eigen gemeenschap.”<br />
76
Een maatje is geen hulpverlener, eerder vriend Match<br />
Een op een<br />
Mark was als vrijwilliger jarenlang trainer en coach in het jeugdvoetbal:<br />
“Maar gaandeweg groeide mijn belangstelling ook voor het een op een<br />
begeleiden van iemand. Met extra aandacht kan je iemand in een zwakke positie<br />
dan net wat meer ondersteunen. Als loopbaanadviseur doe ik dat in mijn<br />
werk ook. Maar dan stuur ik aan op verandering terwijl het mij als maatje<br />
gaat om het samen doen van leuke activiteiten.” Alev doet sinds haar zeventiende<br />
vrijwilligerswerk, achter de balie van een kunstencentrum en als<br />
hulpleidster in een peuterspeelzaal: “Maar ik wilde graag wat met oudere<br />
kinderen doen. Wat ik nu doe voor Match past dus heel goed bij mij.” Ze wil<br />
kinderpsycholoog worden.<br />
Aandacht<br />
Match-coördinator Lienke Kooistra noemt de jongen en het meisje<br />
waar Alev en Mark maatjes van zijn duidelijke voorbeelden van jongeren die<br />
in een sociaal isolement zitten. Kooistra: “Als maatje moet je veel inlevingsvermogen<br />
en geduld hebben. Het gaat om positief aandacht geven. Aan zo’n<br />
jongere vragen wat hij graag wil en waar je hem mee kan helpen, want dat<br />
versterkt zijn zelfvertrouwen. Dus als maatje niet roepen dat iets zus of zo<br />
moet, want dat schrikt juist af. Het is voor iemand die bang is voor contact<br />
met anderen al heel wat dat hij een maatje wil.”<br />
Tijdelijk<br />
Match is een vervolg op Kamerama, het maatjesproject waarmee<br />
Humanitas al acht jaar met succes alleenstaande jonge asielzoekers in contact<br />
brengt met Nederlandse jongeren. Ook in dat project ligt het accent op<br />
samen leuke dingen doen, zoals sporten, internetten en naar de film of een<br />
museum gaan. Kooistra: “Maatje zijn zit dus dicht <strong>tegen</strong> vriendschap aan, al<br />
is het wel tijdelijk. Je moet als maatje voorkomen dat een jongere afhankelijk<br />
van je wordt.”<br />
Super<br />
Mark en Alev zijn zich goed bewust van de tijdelijke vriendschap die<br />
ze als maatje bieden. Mark: “Het gaat echt om het moment, om het samen<br />
beleven van een fijne middag of avond. Om het tonen van voorbeeldgedrag<br />
ook.” Alev: “Je moet niet persé verandering willen zien. Is die er, dan is dat<br />
mooi meegenomen. Maar het is geen behandeling, je bent geen hulpverlener<br />
maar gewoon een maatje.” Mark: “Al vind ik het natuurlijk super als die ontwikkeling<br />
er wel is, maar dan als fantastisch neveneffect.”<br />
77
<strong>Strijders</strong> <strong>tegen</strong> <strong>eenzaamheid</strong><br />
Brug<br />
In Mark’s woonkamer hangt een zwart-wit foto op posterformaat van<br />
de Golden Gate Bridge. Zelf op reis gemaakt omdat hij de brug zo mooi vond.<br />
Met Match wil Humanitas voor kwetsbare jongeren ook een brug slaan naar<br />
de maatschappij waarin ze zich straks staande moeten houden. Voor de jongeren<br />
waarmee Mark en Alev optrekken, lijkt dat te gaan lukken. Beide maatjes<br />
hebben het gevoel dat het tijd is voor een nieuwe ‘koppeling’.<br />
Ups en downs<br />
Mark: “Natuurlijk heeft hij nog ups en downs. Het gebeurt nog dat als<br />
we ergens naar onderweg zijn hij amper een woord zegt. Of hij steekt liever<br />
een sigaretje op dan het over een beladen onderwerp te hebben. Dat laat ik<br />
dan maar zo. Maar hij maakt nu na z’n werk wel regelmatig zelf afspraakjes<br />
buiten de deur. Dat is voor mij een signaal dat hij het ook zonder mij rooit.”<br />
Buffer<br />
Maatje ben je bij Match in principe voor een jaar. Alev trok nog een jaar<br />
langer met het meisje op om haar door haar examenjaar te helpen. “Een buffer<br />
van vrienden om zich heen heeft ze nog niet, maar ik denk dat ze door onze<br />
afspraakjes nu toch positiever aankijkt <strong>tegen</strong> dingen, ook <strong>tegen</strong> school”, zegt<br />
ze bescheiden nu het meisje straks aan een mbo-opleiding begint.<br />
Worstelen<br />
De behoefte onder jongeren aan een maatje als tijdelijke ruggesteun is<br />
groot. Volgens Match-coördinator Kooistra zitten in het reguliere onderwijs<br />
in iedere klas wel twee of drie jongeren die er heel goed een kunnen gebruiken<br />
omdat ze worstelen met gevoelens van <strong>eenzaamheid</strong> of met een nare<br />
thuissituatie. Blij is Kooistra daarom dat de provincie extra geld uittrekt voor<br />
Match, ook al kost het haar moeite om voldoende maatjes te vinden: “Veel<br />
oudere jongeren vinden dat ze er teveel tijd mee kwijt zijn.”<br />
Trend<br />
“Iedereen is heel druk met z’n eigen zaakjes,” merken ook Mark en Alev.<br />
Ze herkennen er een trend in: “De agenda moet vol, want stel je voor dat je even<br />
niet iets te doen hebt en je je verveelt. Ouders bedenken ook van alles om te<br />
voorkomen dat hun kinderen zich vervelen. Maar achter die façade gaat ook<br />
<strong>eenzaamheid</strong> schuil.” Van haar oma en opa in Turkije hoort Alev dat ze hun<br />
buren ook minder zien dan vroeger omdat die het zo druk hebben en vaker op<br />
vakantie gaan: “Dus daar is een zelfde ontwikkeling als hier aan de gang.”<br />
78
Een maatje is geen hulpverlener, eerder vriend Match<br />
Doofpot<br />
Tegelijkertijd vragen beiden zich af of het vroeger echt allemaal zoveel<br />
beter was. Mark : “Als ik de verhalen van mijn oma en opa hoor dan werden<br />
mensen met problemen hier destijds ook meer opgevangen in hun gemeenschap.<br />
Maar dat wil nog niet zeggen dat die problemen toen altijd goed<br />
bespreekbaar waren en dat er geen dingen in de doofpot verdwenen, bijvoorbeeld<br />
uit schaamte voor de kerk. Nu is het wel allemaal veel individualistischer<br />
maar kun je een beroep doen op bijvoorbeeld dit maatjesproject waarbinnen<br />
dingen wel bespreekbaar zijn.”<br />
www.humanitas.nl/project/match-2<br />
79
<strong>Strijders</strong> <strong>tegen</strong> <strong>eenzaamheid</strong><br />
Jolanda van de Lagemaat<br />
80
Zorg aan boord is<br />
zoals die aan wal<br />
zou moeten zijn<br />
Op haar achttiende raakte Jolanda van de Lagemaat als leerlingverpleegkundige<br />
met het virus besmet: vrijwilligerswerk doen voor<br />
de Zonnebloem. Op vakantiereizen die de vrijwilligersorganisatie<br />
voor mensen met een handicap organiseert, maakt ze het gasten zo<br />
naar de zin dat die even het isolement vergeten waarin ze de rest<br />
van het jaar leven. 3<br />
81
<strong>Strijders</strong> <strong>tegen</strong> <strong>eenzaamheid</strong><br />
Familie<br />
“Zoals de zorg hier aan boord is, zo zou die eigenlijk ook de rest van het<br />
jaar aan wal moeten zijn.” Tot die slotsom komt verpleegkundige Jolanda van<br />
de Lagemaat in een gesprek aan boord van MS De Zonnebloem op een druilerige<br />
zaterdagochtend in juli aan de Rijnkade in Arnhem. Na jarenlang zelf als<br />
vrijwilliger op het vakantieschip te hebben meegevaren, kent Van de Lagemaat<br />
de gemoedelijke sfeer aan boord van het schip precies: “Een week lang vorm<br />
je met z’n allen één grote familie.”<br />
Virus<br />
Van de Lagemaat (36): “Of je wordt door het virus besmet en zegt volgend<br />
jaar wéér, of je haakt na een keer af omdat je het werk te zwaar vindt,<br />
zeiden ze toen ik op mijn achttiende voor de eerste keer aan boord stapte. Ik<br />
raakte dus besmet. Het kostte mij wel telkens een week vakantie, maar je<br />
krijgt er zoveel dankbaarheid voor terug. De sfeer aan boord is heel bijzonder.<br />
Mensen kijken ontzettend uit naar zo’n vakantie en genieten onderweg<br />
enorm.”<br />
Ontbijtje<br />
Van de Lagemaat: “Natuurlijk doe je aan boord als verpleegkundige<br />
hetzelfde werk als de rest van het jaar in het ziekenhuis. Alleen kan je het hier<br />
gasten echt naar de zin maken, met ’s ochtends eerst een ontbijtje op bed en<br />
dan een bad. En zitten mensen eenmaal in de salon lekker aan de koffie, dan<br />
ga je er ook bij zitten om een praatje te maken of om een spelletje te spelen.<br />
Doordat je in zo’n week zoveel met elkaar deelt, bouw je echt een band op<br />
met mensen. In je normale werk kom je daar door alle drukte niet aan toe.”<br />
Bierbrouwerij<br />
Na iedere reis had ze een paar dagen nodig om thuis weer te wennen:<br />
“Ook als zorgverlener leef je zo’n week in een andere wereld. Je bent wel bijna<br />
vierentwintig uur per dag in de weer, maar het voelt niet als werken. Samen<br />
met gasten doe je ook leuke dingen, bijvoorbeeld als je ergens aanlegt samen<br />
de stad in gaan. Een keer wilde een groepje mannen graag een bierbrouwerij<br />
bezoeken. Nou, dan ga je bellen om te zien of er een brouwerij is waar je met<br />
rolstoelen naar binnen kunt. Dan ben je ook even reisleider.”<br />
Rugzakje<br />
Maar onderweg hoorde ze ook veel schrijnende verhalen: “Mensen<br />
komen altijd wel met een rugzakje aan boord, vertellen je over hun achterlig-<br />
82
Zorg aan boord is zoals die aan wal zou moeten zijn Jolanda van de Lagemaat<br />
gend lijden. Dat maakt het voor jezelf niet alleen fsyiek maar ook mentaal<br />
toch best zwaar. Mensen kunnen ook erg opkijken <strong>tegen</strong> het weer thuiskomen.<br />
Straks zit ik weer de hele dag alleen, zeggen ze dan. Het afscheid aan het<br />
einde van de reis is voor veel gasten dus emotioneel en voor jezelf als vrijwilliger<br />
ook wel.”<br />
Mooi<br />
Veel gasten kampen in hun dagelijkse leven met sociaal isolement, vertelt<br />
ze. Dat kunnen ook gehandicapten zijn met een gezin, die de hele dag<br />
zonder iemand om zich heen thuis zitten omdat de partner naar zijn werk is<br />
en de kinderen naar school. Of iemand die zorgt voor zijn gehandicapte partner<br />
en daardoor zelf nauwelijks toekomt aan iets anders. Van de Lagemaat:<br />
“Dan is het heel fijn dat je aan boord ook zo iemand kunt ontlasten en juist<br />
eens met hem de stad in kunt gaan. En dat die zich in een intiem gesprek eens<br />
kan uitspreken over hoe zwaar dat zorgen voor een partner wel niet is. Dat<br />
zijn ook hele mooie momenten.”<br />
Zuur<br />
Onder de gasten zitten ook stellen, waarvan de een in een verpleegtehuis<br />
zit en de ander nog thuis woont. Van de Lagemaat: “In zo’n week kunnen<br />
die twee weer eens echt samen zijn en gezellige dingen doen.” Zuur<br />
noemt ze het voor zo’n echtpaar als ze na afloop van de reis weer uit elkaar<br />
gaan: “Van mijn eerste reis herinner ik mij een vrouw uit Maastricht die het<br />
echt heel moeilijk had met dat haar man niet meer thuis woonde. Het omgekeerde<br />
gebeurt gelukkig ook, dat twee alleenstaanden aan boord een relatie<br />
krijgen en na de reis bij elkaar blijven.”<br />
Werkdruk<br />
Schrijnende verhalen hoorde Van de Lagemaat ook veel van bewoners<br />
van verpleegtehuizen: “Zoals een vrouw die verbaasd was dat we aan boord<br />
iedere dag haar benen wasten omdat dat in haar tehuis maar eens in de veertien<br />
dagen gebeurde. Een vrouw met een dwarslaesie was zelfs al twintig jaar<br />
niet meer in bad geweest. Ons lukte dat met de nodige creativiteit wel. Of dat<br />
nu in verpleegtehuizen gaat verbeteren? Ik denk dat met de bezuinigingen de<br />
werkdruk er alleen maar toeneemt.”<br />
Polonaise<br />
Aan boord wordt alles in het werk gesteld om de gasten hun problemen<br />
thuis te laten vergeten en om ze een vakantiegevoel te geven: “Iemand is aan<br />
83
<strong>Strijders</strong> <strong>tegen</strong> <strong>eenzaamheid</strong><br />
boord geen patiënt of cliënt maar gast op een cruiseschip. De sfeer is ook<br />
luchtig. De laatste jaren werk ik in het ziekenhuis veel met kankerpatiënten.<br />
Dat is best heftig, maar ook daar speelt humor een ontzettend belangrijke rol.<br />
Aan boord heb je dat ook. Ze lopen en rollen hier de polonaise”, aldus Van de<br />
Lagemaat, die zelf ook wel van een wijntje houdt. ”Maar wel op z’n tijd”,<br />
voegt ze er snel aan toe.<br />
Camper<br />
Vijf jaar geleden stapte Van de Lagemaat als vrijwilliger over naar de<br />
busvakanties van de Zonnebloem. En dit jaar ging ze voor de eerste keer mee<br />
op een campervakantie voor jongeren die de jongerentak Zonnebloem LinQ<br />
sinds drie jaar organiseert. Van de Lagemaat: “Ook op die reizen wordt veel<br />
gelachen, zoals een keer met een jongen met MS die op z’n rolstoel een bord<br />
had hangen met daarop ‘Gehandicapt? Nee hoor, gewoon te lui om te lopen’.<br />
Al verhult zo’n jongen met die sarcastische humor natuurlijk de moeite die<br />
hij heeft met dat hij gehandicapt is.”<br />
Pashokje<br />
Een andere jongen in een rolstoel van al in de dertig kocht op een busreis<br />
voor de eerste keer in zijn leven zelf kleren. Thuis had zijn moeder dat<br />
altijd voor hem gedaan. Van de Lagemaat: “Toen bleek opeens dat hij het prima<br />
zelf kon doordat een reisgenoot hem in het pashokje hielp. Het is maar iets<br />
kleins, maar zo’n jongen geniet daar enorm van omdat zijn wereld er ineens<br />
een stuk groter door wordt.”<br />
Wrang<br />
Doordat mensen met een handicap afhankelijk zijn van zorg en dus van<br />
anderen, is volgens Van de Lagemaat het risico dat ze vereenzamen groter:<br />
“Een aantal krijgt toch iets van ‘ach joh, het is allemaal zo’n geregel, laat maar<br />
zitten’. Het spontane gaat er af, maar daardoor lopen ze nieuwe contacten en<br />
indrukken mis. Daarom zijn deze vakanties ook zo’n geweldige ervaring voor<br />
ze.” Een jongen met een dwarslaesie moest na een vakantie onder leeftijdgenoten<br />
weer terug naar het verpleegtehuis met hoofdzakelijk ouderen. Van<br />
de Lagemaat: “Dat is helemaal wrang, want in zo’n tehuis raakt zo’n jongen<br />
nog sneller geïsoleerd.”<br />
Vraagtekens<br />
Voor de toekomst maakt Van de Lagemaat zich zorgen om de aangekondigde<br />
bezuinigingen op het persoonsgebonden budget: “Door gehandi-<br />
84
Zorg aan boord is zoals die aan wal zou moeten zijn Jolanda van de Lagemaat<br />
capten daarop te korten, beperk je ook hun mogelijkheid om zelfstandig te<br />
reizen en vergroot je hun kans op <strong>eenzaamheid</strong>.” Bij dat het kabinet in de zorg<br />
rekent op een grotere inzet van vrijwilligers, plaatst ze ook vraagtekens:<br />
“Wat ik om mij heen hoor, is dat mensen in hun jachtige bestaan juist steeds<br />
zuiniger zijn op hun vrije tijd. Bij de Zonnebloem merken we dat ook. We<br />
zouden meer vakantiereizen kunnen draaien als we meer aanwas hadden van<br />
vooral jonge vrijwilligers.”<br />
Aanrader<br />
Van de Lagemaat heeft met haar werk en een gezin met twee kinderen<br />
zelf ook een druk leven. Ze vindt eigenlijk dat de overheid het uitlenen door<br />
werkgevers van verzorgers aan een organisatie als de Zonnebloem moet faciliteren:<br />
“Daarmee kom je ook tegemoet aan de groeiende vraag naar dit soort<br />
vakanties als gevolg van de vergrijzing.” Dat ze zelf deze zaterdagochtend<br />
weer even aan boord van het vakantieschip is, komt omdat ze ook les geeft in<br />
haar vak en stageplekken zoekt voor haar studenten. Zoals ze van haar moeder<br />
en man ook Zonnebloem-vrijwilligers maakte, zo hoopt ze dat ook te<br />
doen met die stagiairs. Lachend: “Dat zit nu eenmaal in mijn bloed. Ik zeg<br />
altijd: vrijwilliger zijn is echt een aanrader.”<br />
w w w . z o n n e b l o e m . n l<br />
www.zonnebloemlinq.nl<br />
85
Coalitie Erbij is het landelijke samenwerkingsverband dat probeert<br />
de <strong>eenzaamheid</strong> in Nederland te voorkomen en/of verminderen.<br />
De Coalitie heeft 12 leden (landelijke organisaties) en 18 netwerkpartners.<br />
De activiteiten van Coalitie Erbij zijn de volgende:<br />
3 Het jaarlijks organiseren van de Week <strong>tegen</strong> Eenzaamheid en<br />
andere campagneactiviteiten;<br />
3 Het stimuleren en versterken van lokale samenwerking rond<br />
<strong>eenzaamheid</strong> en sociaal isolement;<br />
3 Het laten verrichten van onderzoek naar aanpak <strong>eenzaamheid</strong>;<br />
3 De website www.eenzaam.nl;<br />
3 Uitwisseling en verdieping van kennis en methoden aanpak<br />
<strong>eenzaamheid</strong>.<br />
De leden van Coalitie Erbij:<br />
Fonds Psychische Gezondheid, Leger des Heils, Humanitas, Resto VanHarte,<br />
Nationaal Ouderenfonds, Sensoor, Raad van Kerken, MO Groep,<br />
KPMG, Ango, De Zonnebloem, Mezzo<br />
87
Waarom strijd je <strong>tegen</strong> <strong>eenzaamheid</strong>? Wat drijft je?<br />
Wat levert het op? Heb je zelf last van <strong>eenzaamheid</strong>?<br />
Die vragen stelde freelance journalist <strong>Paul</strong> <strong>Hazebroek</strong> aan<br />
uiteenlopende “strijders <strong>tegen</strong> <strong>eenzaamheid</strong>” die zich met hart en<br />
ziel inzetten voor mensen die worstelen met gevoelens van<br />
<strong>eenzaamheid</strong> en sociaal isolement.<br />
De interviews met deze helden leverden bijzondere verhalen<br />
op over aandacht, onbaatzuchtigheid en compassie in een tijd waarin<br />
deze waarden dreigen te vervagen. Dit boekje, waarin de dertien<br />
verhalen zijn gebundeld, verschijnt ter gelegenheid van de tweede<br />
Week <strong>tegen</strong> Eenzaamheid. Het is ook een ode aan al die andere<br />
helden in ons land, die zich buiten de schijnwerpers van de media<br />
en vaak als vrijwilliger voor hun medemens inzetten.<br />
Maar in de interviews klinkt ook bezorgdheid door. Over ons<br />
jachtige bestaan met te weinig tijd voor onze naasten. Over de ‘grijze<br />
golf’ die op ons afkomt met het risico van meer eenzame ouderen.<br />
Over zorgorganisaties die langs elkaar heen werken. En over<br />
‘Den Haag’ dat in de zorg met de botte bijl bezuinigt en daarmee<br />
de aanpak van <strong>eenzaamheid</strong> geen goed doet.