BINNENVAART & INDUSTRIE - Promotie Binnenvaart Vlaanderen
BINNENVAART & INDUSTRIE - Promotie Binnenvaart Vlaanderen
BINNENVAART & INDUSTRIE - Promotie Binnenvaart Vlaanderen
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
<strong>BINNENVAART</strong> & <strong>INDUSTRIE</strong><br />
SPECIALE UITGAVE
Ontdek onze nieuwe tool<br />
om je goederentransport<br />
via water te plannen.<br />
www.viawater.be<br />
Armand Hertzstraat 23 I B-3500 Hasselt<br />
T +32 (0)11 23 06 06 I F +32 (0)11 23 06 09<br />
pbv@binnenvaart.be<br />
www.binnenvaart.be<br />
<strong>Binnenvaart</strong>
INHOUD<br />
<strong>BINNENVAART</strong> & <strong>INDUSTRIE</strong><br />
04<br />
4<br />
De waterwegen als de<br />
groene wegen van de toekomst<br />
Tijdens een rondetafelgesprek<br />
met alle mogelijke<br />
stakeholders werd gekeken<br />
naar de redenen van de<br />
stijgende containertrafiek over<br />
de laatste tien jaar en de<br />
elementen die ervoor moeten<br />
zorgen dat dit succes ook in<br />
de toekomst zal aanhouden.<br />
<strong>Binnenvaart</strong> verhoogt<br />
de logistieke efficiëntie<br />
In de bedrijfswereld heerst nog<br />
grote onwetendheid over de troeven<br />
van de binnenvaart. Comfort Energy<br />
en Ebema zijn twee bedrijven die niet<br />
meer overtuigd moeten worden.<br />
Volgens hen moeten ondernemers<br />
tot andere denkpatronen bewogen<br />
worden. “Ze moeten out-of-the box<br />
durven denken.”<br />
10<br />
14<br />
Stuurman is een knelpuntberoep.<br />
Recent lanceerde<br />
Syntra Midden-<strong>Vlaanderen</strong><br />
daarom een opleiding tot<br />
stuurman. Het gebruik<br />
van de LeNa-binnenvaartsimulator<br />
zorgt ervoor<br />
dat er ‘stuurlui met<br />
praktijkervaring’ worden<br />
afgeleverd.<br />
Eerste opleiding tot stuurman<br />
Waar een wil is, is een waterweg<br />
Na een eerste proefproject<br />
besliste gipsproducent<br />
Isolava/Knauf verder de<br />
denkpiste te bewandelen om<br />
zijn producten op palletten per<br />
binnenschip te vervoeren. De<br />
nieuwe transportmodus wordt<br />
nu via een tweede project<br />
verder geoptimaliseerd.<br />
18<br />
22<br />
De digitale waterweg<br />
Op cruise naar Parijs<br />
26<br />
Dankzij ICT kan het binnenvaartverkeer<br />
efficiënter en<br />
veiliger verlopen. Voorbeelden<br />
daarvan zijn het<br />
verkeersmanagementsysteem<br />
RIS (River Information<br />
Services) en het<br />
AIS (Automatic Identification<br />
System).<br />
Via de Seine-Scheldeverbinding<br />
zullen<br />
vrachtschepen tot 4400<br />
ton vanop de Seine via<br />
een nieuw kanaal in<br />
Frankrijk, de Leie en de<br />
Ringvaart rond Gent naar<br />
de Schelde en de rest van<br />
Europa kunnen varen.<br />
<strong>Binnenvaart</strong> & Industrie is een uitgave van<br />
Industrie Technisch & Management - Roularta B2B Media<br />
Brussels Media Center - Raketstraat 50 bus 15 - 1130 Brussel<br />
Tel: 02 702 71 71 - itmredactie@roularta.be<br />
www.industrie.be – www.roulartamedia.be<br />
Uitgever: Miranda Keuters<br />
Hoofdredactie: Alfons Calders<br />
Coördinatie: Kurt De Cat<br />
Medewerkers: Luc De Smet, Frank Edelynck,<br />
Peter Van Dyck en Erwin Vanvuchelen<br />
Vormgeving: Jean Keleman en Dirk Billen<br />
Publiciteit: Serge Van der Meirsch<br />
Verantwoordelijke uitgever:<br />
W. Criel, Steenaardestraat 30 - 9051 Sint-Denijs-Westrem<br />
i.s.m.<br />
Foto cover : ♥ Gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen.<br />
<strong>BINNENVAART</strong> & <strong>INDUSTRIE</strong><br />
3
Rondetafel binnenvaart en containervervoer<br />
Door Alfons Calders<br />
WATERWEGEN ZIJN DE GROENE<br />
In samenwerking met <strong>Promotie</strong> <strong>Binnenvaart</strong> <strong>Vlaanderen</strong> organiseerde <strong>Binnenvaart</strong> &<br />
Industrie een rondetafelgesprek met verschillende binnenvaartactoren. Met negen<br />
stakeholders maakten we een stand van zaken op van de factoren die het succes van<br />
(container)binnenvaart bepalen. We keken naar de redenen van de stijgende<br />
containertrafiek over de laatste tien jaar en de elementen die ervoor moeten zorgen dat<br />
dit succes in de toekomst zal aanhouden.<br />
WAT MAAKT <strong>BINNENVAART</strong><br />
VANDAAG AANTREKKELIJKER<br />
DAN TIEN JAAR GELEDEN?<br />
Uit de jaarcijfers voor 2012 die <strong>Promotie</strong><br />
<strong>Binnenvaart</strong> <strong>Vlaanderen</strong> vrijgaf, blijkt dat het<br />
binnenvaartvervoer in de Vlaamse zeehavens<br />
stijgt. In 2012 was dit gestegen tot 111,9<br />
miljoen ton vracht die in de Vlaamse zeehavens<br />
werd overgeslagen op een<br />
binnenschip. De meest opvallende uitschieter<br />
was het containervervoer per binnenschip,<br />
dat vorig jaar een record bereikte van<br />
527.311 TEU-containers (twintigvoetcontainers,<br />
een standaardmaat). Dat is 1,8<br />
procent meer dan in 2011 en meer dan een<br />
verdubbeling tegenover tien jaar geleden. In<br />
de Antwerpse haven is er sinds 1995 een<br />
stijging in binnenvaarttrafiek met zestig procent,<br />
in containertrafiek met 155 procent.<br />
Het succes van de laatste 10 à 15 jaar heeft<br />
te maken met de uitbouw van infrastructuur<br />
(zowel met een publiek karakter als bij private<br />
overslagbedrijven), onder andere binnenvaartterminals,<br />
waardoor het voor vele<br />
logistieke ketens interessant is geworden om<br />
een belangrijk deel van de route met binnenschepen<br />
uit te voeren. Verladers werden zo<br />
overtuigd om binnen de economisch valabele<br />
transportmogelijkheden - en hierbij horen<br />
voor hen ‘op gelijk niveau’ vrachtwagen en<br />
treinen - ook binnenvaart te bekijken. Dat<br />
zorgde voor een shift naar binnenvaart.<br />
Vooral de diepere waterwegen - waar met<br />
andere woorden transport met grotere<br />
binnenschepen, duwvaart... mogelijk is -<br />
profiteerden hiervan. Denk aan de stijgende<br />
trafiek op het Albertkanaal (Antwerpen-Luik).<br />
Deze stijging was veel minder uitgesproken in<br />
de provincies West- en Oost-<strong>Vlaanderen</strong>,<br />
waar trouwens de kaart minder is afgedekt<br />
met dergelijke terminals en overslagbedrijven.<br />
Hierbij kwam de opmerking dat er sinds<br />
2005 een stabilisatie is opgetreden in het<br />
binnenvaartvervoer en dat - zeker door de<br />
Voor <strong>Promotie</strong><br />
<strong>Binnenvaart</strong> <strong>Vlaanderen</strong>:<br />
Hilde Bollen, directeur,<br />
coördinator van het Vlaamse<br />
binnenvaartlandschap,<br />
opgericht voor de promotie<br />
van het nog te onbekend<br />
binnenvaartvervoer.<br />
Voor de havens: dr. Chris<br />
Coeck, manager Beleid en<br />
Strategische Projecten van de<br />
Antwerpse Haven, die er op wees<br />
dat mede dankzij de binnenvaart<br />
de aan- en afvoer van goederen<br />
in de Antwerpse haven op<br />
een vlotte manier verloopt.<br />
DEELNEMERS<br />
Voor de Inland Container<br />
Terminals, de noodzakelijke<br />
hinterlandsupport voor<br />
binnenvaarttrafiek:<br />
René Beckers, operations<br />
director van Gosselin<br />
Container Terminal (GCT).<br />
Voor trafiek<br />
op het Albertkanaal :<br />
Misja Tessens, support<br />
service containers van<br />
Euroports Containers<br />
Meerhout, WCT (Water<br />
Container Transport).<br />
4<br />
<strong>BINNENVAART</strong> & <strong>INDUSTRIE</strong>
<strong>BINNENVAART</strong> & <strong>INDUSTRIE</strong><br />
WEGEN VAN DE TOEKOMST<br />
recente crisis - spoor- en wegtransport de<br />
laatste jaren sneller groeiden. In de Antwerpse<br />
haven is het aandeel van het<br />
wegvervoer in de laatste tien jaar gedaald<br />
van 65% naar 55% en is de binnenvaart in<br />
dezelfde periode gegroeid van 25 % naar<br />
35%. Het was ook nodig om de goederen<br />
snel en efficiënt vanuit de haven naar het<br />
hinterland te brengen. Ook voor de bedrijven<br />
langs het Albertkanaal heeft binnenvaart<br />
gewonnen: daar is men van 80 % vrachtvervoer<br />
geëvolueerd naar 70% binnenvaart.<br />
Het zou natuurlijk kunnen dat er tot vijf jaar<br />
terug vooral het zogenaamde ‘laaghangend<br />
fruit’ is geplukt. En de laatste jaren heeft de<br />
concurrentie, zeker het vrachtvervoer over<br />
de weg, zich zeer sterk verweerd. Het is<br />
vandaag (te) gemakkelijk om snel de telefoon<br />
te nemen en morgen staat de noodzakelijke<br />
vrachtwagen voor uw deur. De inzet van<br />
Oost-Europese chauffeurs heeft de prijs<br />
helpen drukken. En het gevolg is dat zelfs als<br />
de totale supply chain economisch gunstiger<br />
RONDETAFEL<br />
Voor de hubs voor het hinterland,<br />
zeg maar de groupagefaciliteiten<br />
van de binnenvaart:<br />
capt. Dennie Lockefeer,<br />
general manager van<br />
DP World Intermodal.<br />
&<br />
Gert Kerstens,<br />
intermodal manager<br />
van DP World Intermodal.<br />
RV/United Biscuits<br />
Het containervervoer per binnenschip bereikte in 2012 een record van 527.311 TEUcontainers.<br />
zou worden door binnenvaart in te schakelen,<br />
dan nog is het moeilijk om de luxe-situatie<br />
‘alles snel de vrachtwagen(s) op, en laat<br />
maar rijden’ om te buigen.<br />
Als multimodaal<br />
transportorganisator en<br />
terminaloperator:<br />
Thomas De Sterck van Shipit.<br />
Alleen... de truck is slachtoffer van zijn succes.<br />
Alleen al om redenen van trafiekonzekerheid<br />
van het wegvervoer op lange trajecten<br />
(doorlooptijd door het dichtslibben van de<br />
Voor de verladers/gebruikers<br />
van binnenvaarttransport:<br />
Nico Van Puyenbroeck,<br />
logistics & distribution<br />
manager Northern Europe<br />
bij United Biscuits<br />
(Biscuits Delacre).<br />
En tot slot voor de<br />
expediteurs:<br />
Marc Huybrechts,<br />
voorzitter van VEA (Vereniging<br />
voor expeditie, logistiek en<br />
goederenbelangen van<br />
Antwerpen) en tevens<br />
voorzitter van CLECAT.<br />
Foto’s: KDC<br />
<strong>BINNENVAART</strong> & <strong>INDUSTRIE</strong><br />
5
Rondetafel binnenvaart en containervervoer<br />
RV/WCT<br />
RV/United Biscuit<br />
Het succes van de laatste jaren heeft vooral te maken met de uitbouw van infrastructuur, zoals investeringen in binnenvaartterm inals.<br />
wegen: files die zich uitbreiden naar andere<br />
uren dan de steeds langer wordende ochtenden<br />
avondspits, beperkingen op rijtijden die<br />
meer en meer gehandhaafd worden...) is er<br />
potentieel dat terug interessant zou zijn voor<br />
de binnenvaart. Om dit potentieel te exploiteren<br />
zal het nodig zijn om verladers en<br />
expediteurs terug - via aangepaste campagnes<br />
- op de mogelijkheden te wijzen. Wat<br />
trouwens gebeurt via actoren zoals <strong>Promotie</strong><br />
<strong>Binnenvaart</strong> <strong>Vlaanderen</strong> en door middel van<br />
informatiecampagnes binnen de havens. Er is<br />
daarnaast nog veel meer verkeer dat om<br />
ecologische redenen zou moeten overgezet<br />
worden. Het argument ‘groene voetafdruk’<br />
wordt dan wel meer en meer strategisch<br />
belangrijk binnen het bedrijfsleven, toch blijft<br />
ecologie pas een argument als er geen<br />
aantoonbare meerkost aan verbonden is.<br />
WAARVOOR <strong>BINNENVAART</strong><br />
INZETTEN?<br />
Trouwens, het moeilijk punt in het binnenvaartverhaal<br />
is dat het heel wat voorafgaandelijke<br />
organisatie vergt om binnenvaarttransport<br />
doelmatig in te zetten. En al<br />
zijn er in verschillende toepassingen enorme<br />
efficiëntieverhogingen en kostenreducties<br />
te behalen met een optimalisering van<br />
de ganse supply chain van bedrijven, de<br />
realiteit is dat er in logistiek vandaag (te)<br />
veel last minute regelingen zijn. Hier moet<br />
men - wil men voorsprong halen op de<br />
concurrentie - vanaf.<br />
<strong>Binnenvaart</strong>transport vergt de reservatie<br />
van ruimte op een binnenschip en men<br />
moet ook de aan- en afvoer van het<br />
magazijn naar de terminal - de fameuze last<br />
mile per vrachtwagen - op een economisch<br />
aanvaardbare wijze organiseren. Het vergt<br />
dus wat ervaring en dat remt vele verladers<br />
om over te schakelen. Al moet dit geen rem<br />
zijn, want het organisatorische kan door<br />
expediteuren overgenomen worden.<br />
527.311<br />
TEU<br />
600.000<br />
500.000<br />
400.000<br />
300.000<br />
Foto Gosselin<br />
Bron: <strong>Promotie</strong> <strong>Binnenvaart</strong> <strong>Vlaanderen</strong> VZW<br />
59.700<br />
‘97<br />
Containerbinnenvaart<br />
Vlaamse containerterminals<br />
‘98 ‘99 ‘00 ‘01 ‘02 ‘03 ‘04 ‘05 ‘06 ‘07 ‘08 ‘09 ‘10 ‘11 ‘12<br />
200.000<br />
100.000<br />
0<br />
6<br />
<strong>BINNENVAART</strong> & <strong>INDUSTRIE</strong>
<strong>BINNENVAART</strong> & <strong>INDUSTRIE</strong><br />
RV/KDC<br />
De essentie waarom binnenvaart niet in<br />
meer logistieke schema’s voorkomt, is<br />
echter dat velen gewoon een verkeerd beeld<br />
hebben van de mogelijkheden van de binnenvaart.<br />
Men denkt aan een traag vervoer,<br />
complex te organiseren... Waarschijnlijk<br />
zullen deze mensen verwonderd opkijken dat<br />
rond de tafel juist snelheid en betrouwbaarheid<br />
bij de belangrijke voordelen van<br />
binnenvaart werden naar voor geschoven,<br />
specifiek dan bij productiebedrijven die<br />
enerzijds volume, anderzijds frequentie<br />
(repetitiviteit) nodig hebben.<br />
Leveringsbetrouwbaarheid is een ingebakken<br />
eigenschap van binnenvaarttransport.<br />
Een vertraging in transport - wat<br />
de recente staking genereerde - is hoogst<br />
uitzonderlijk, komt zelfs niet jaarlijks voor.<br />
Maar files op de wegen zijn een vast<br />
gegeven. En misschien is men op één uur<br />
door de file, maar regelmatig staat de<br />
vracht er langer in. Bij een goed ingepland<br />
binnenvaarttraject is men in praktisch alle<br />
gevallen zeker dat de opgestelde timing<br />
wordt gehaald. <strong>Binnenvaart</strong>bedrijven<br />
kennen de schuttijden bij de sluizen, weten<br />
daarmee rekening te houden. Ongevallen<br />
zijn veel minder frequent dan bij vrachtwagenvervoer.<br />
En extra souplesse: waar<br />
vrachtwagenvervoer ’s nachts in een aantal<br />
buurlanden beperkt wordt, gaat het<br />
binnenvaartverkeer ’s nachts en in de<br />
weekends gewoon door.<br />
Het moet wel gaan om frequente en op<br />
voorhand gekende transporten. Op dat<br />
ogenblik bestaat de mogelijkheid om de<br />
korte vrachtwagentrajecten van het bedrijf<br />
naar de binnenvaartterminal aan economisch<br />
haalbare tarieven te laten uitvoeren.<br />
Bij ad-hoc transport over korte afstand<br />
blokkeert men een vrachtwagen direct voor<br />
een dag. En deze moet dagelijks zijn<br />
minimale omzet halen om rendabel inzetbaar<br />
te zijn, dus zijn dergelijke transporten<br />
duur in evenredigheid met de afstand. Bij<br />
georganiseerde regelmatige trajecten krijgt<br />
men echter terug de tariefvoordelen van<br />
een shuttle: het lokale vrachtwagenbedrijf<br />
kan de shuttlerit inplannen in de rest van<br />
het werk. Hij hoeft dus geen extra hoge<br />
tarieven aan te rekenen. Wat betreft<br />
volume heeft binnenvaart sowieso een<br />
competitief voordeel. Conclusie: bij frequent<br />
en hoog volume trafiek is binnenvaarttransport<br />
enerzijds niet duurder (meestal goedkoper),<br />
anderzijds veel betrouwbaarder en<br />
gemakkelijker in te plannen.<br />
INNOVATIES IN DE SECTOR?<br />
Wil de binnenvaart als vervoersmodus zijn<br />
deel opstrijken en verder uitbouwen dan zal<br />
het, zoals de concurrentie (spoor- en wegvervoer)<br />
trouwens niet nalaat, moeten zorgen<br />
voor permanente innovaties. Bij stilstand<br />
worden ze (terug) voorbijgestoken door<br />
andere vervoersmogelijkheden. Innovaties<br />
zijn ook nodig om nieuwe marktvragen te<br />
beantwoorden, om de prijs te drukken en de<br />
vervoersefficiëntie verder te verhogen.<br />
Eén van die innovaties die men - vooral als<br />
kostprijsdrukker - naar voor schuift, is<br />
‘varen met een extra laag’. Hoe meer<br />
<strong>BINNENVAART</strong> & <strong>INDUSTRIE</strong><br />
7
Rondetafel binnenvaart en containervervoer<br />
RV/WCT<br />
RV/WCT<br />
De essentie waarom binnenvaart niet in meer logistieke schema’s voorkomt, is dat velen een verkeerd beeld hebben van de mogelij k-<br />
heden van de binnenvaart.<br />
goederen met één transport mee kunnen,<br />
hoe lager de vaste kosten en dus hoe<br />
goedkoper het transport per container<br />
wordt. Vandaag wordt - omwille van de<br />
infrastructuur (denk aan brughoogtes) - er<br />
gevaren met drie lagen containers, maar er<br />
worden vooral in <strong>Vlaanderen</strong> - meer bepaald<br />
langs het Albertkanaal - bruggen verhoogd<br />
om transporten met vier containerlagen toe<br />
te laten. Meestal is er geen probleem van<br />
diepgang (want hoe meer gewicht, hoe<br />
dieper een binnenschip komt te liggen), dus<br />
dat kan helpen om volumetrafiek extra<br />
aantrekkelijk en meer prijsgunstig te<br />
maken. Alleen was er de opmerking dat het<br />
dan nodig is dat de volumes (en de efficiëntie<br />
van landterminals en overslagbedrijven)<br />
verder stijgen. Want als meer<br />
per schip kunnen transporteren ten koste<br />
gaat van de frequentie, dan krijgen we voor<br />
een aantal verladers juist een negatief<br />
effect: zij moeten dan te grote voorraden<br />
opbouwen en hun afvoer van goederen zal<br />
dan vertragen. Zij willen liever het<br />
wegzetten van kleinere volumes eenmaal<br />
per dag dan van grote volumes eenmaal per<br />
week.<br />
Een andere potentiële marktopener is het<br />
verhogen van de mogelijkheden van het<br />
continentaal vervoer (vervoer tussen 2<br />
landterminals). Dat is zeker zo voor de fast<br />
moving consumer goods. Vandaag gebeurt<br />
dit met vrachtwagens die langere trajecten<br />
afleggen - trajecten die dan ook over<br />
meerdere grote steden lopen. En dat<br />
‘doorgaand verkeer’ loopt meer en meer<br />
vast op verkeersopstoppingen op de<br />
ringwegen van verschillende steden.<br />
Daarenboven zijn ze mee verantwoordelijk<br />
voor deze trafficjams, dus zouden deze<br />
vrachten - alleen reeds hierom - beter door<br />
de binnenvaart kunnen overgenomen<br />
worden. Verladers die reeds vertrouwd zijn<br />
met binnenvaart - voor meestal vervoer<br />
vanuit de productiefabriek naar de haven (of<br />
die shortsea transport gebruiken naar<br />
bijvoorbeeld Engeland of de andere kant van<br />
Europa) - zijn vragende partij om ook dat<br />
continentaal vervoer per binnenschip te<br />
kunnen doen.<br />
Zij vragen natuurlijk snelheid, frequentie<br />
(meerdere malen per week) en gunstige<br />
prijzen, maar ook een beter inzicht in de<br />
reeds bestaande transportmogelijkheden,<br />
want ze willen zelfs met één of enkele<br />
containers mee in de boot kunnen stappen.<br />
Daarom werd de vraag gesteld naar de<br />
mogelijkheden van een soort ‘metroschema’:<br />
een planning over alle aanbieders<br />
van hun transporten en de frequenties, de<br />
terminals die worden aangedaan... Dat zou<br />
het organisatorisch gemakkelijker maken<br />
om binnenvaart binnen de supply chain<br />
planning te integreren. Voor de Antwerpse<br />
haven bestaan dergelijke ‘vaarschema’s’. Ze<br />
werden in het kader van het Masterplan<br />
<strong>Binnenvaart</strong> verzameld op de website<br />
www.containerafvaarten.be. Aan de<br />
aanmaak van een overzicht voor de overige<br />
verschijningsvormen wordt gewerkt. Het is<br />
een feit dat voor transport tussen de<br />
verschillende locaties er effectieve shuttles<br />
worden georganiseerd die tot individuele<br />
containers oppikken en afzetten bij<br />
groupage, bij de juiste kaaien.<br />
Er wordt in dit verband ook gedacht aan het<br />
uitbreiden van shuttlediensten in de haven<br />
en aan het opzetten van een shuttledienst<br />
tussen de havenkaaien en een vaste hub<br />
net buiten de haven. Hiermee zou het een<br />
stuk efficiënter en gemakkelijker worden<br />
voor verladers en expediteurs: men zou<br />
vanuit die hub het hinterland kunnen<br />
bedienen, ook weer met mogelijkheid van<br />
groupage van transporten met dicht bij<br />
elkaar liggende bestemmingen. Hier zitten<br />
we een beetje met het kip-en-ei-probleem<br />
8<br />
<strong>BINNENVAART</strong> & <strong>INDUSTRIE</strong>
<strong>BINNENVAART</strong> & <strong>INDUSTRIE</strong><br />
RV/SHIPIT<br />
RV/SHIPIT<br />
Verladers die reeds vertrouwd zijn met binnenvaart zijn vragende partij om ook het continentaal vervoer per binnenschip te kunn en doen.<br />
om gelijkaardige ‘vaste schema’s’ te<br />
realiseren voor continentaal transport.<br />
VERSCHILLENDE VISIES ROND<br />
HOGERE VERVOERSEFFICIËNTIE<br />
Bijkomende punt is de container zelf. Uit<br />
statistieken weet men dat zo’n dertig<br />
procent van de transporten bestaat uit lege<br />
containers. Dat heeft te maken met het feit<br />
dat containers meestal eigendom zijn van<br />
een reder. Soms staan er containers van<br />
specifieke reders ter plaatse, maar moet<br />
de gekozen reder lege containers aanvoeren<br />
om de klantopdracht uit te voeren.<br />
Er wordt door exporteurs al jaren - via<br />
onder andere internetgebaseerde planningsoftware<br />
- getracht hierin een grotere<br />
efficiëntie te krijgen, maar dat is - en dat<br />
bleek ook door de animo op de rondetafel<br />
toen hierover werd gediscussieerd - geen<br />
eenvoudige zaak.<br />
Dan is er de containergrootte, waar verladers<br />
die geïnteresseerd zijn in continentaal<br />
vervoer en schippers van mening verschillen.<br />
Vandaag zijn de gebruikte containers<br />
voornamelijk 20 voet-containers of 40 voetcontainers.<br />
Dat is ook de standaard voor<br />
zeeschepen en dus goed inzetbaar voor<br />
overslag van zeevervoer naar binnenvaartvervoer.<br />
Deze laten toe om in de breedte<br />
twee standaard europalletten naast elkaar<br />
te plaatsen (juist geen drie) en er blijft<br />
ruimte over. De vraag van bedrijven is dikwijls<br />
om bredere (dus palletwide) containers<br />
te gebruiken, containers die onder andere<br />
bij de shortsea transporten worden<br />
gebruikt. Het gaat om containers die een<br />
2,45m binnenmaat hebben en waar dan<br />
drie standaard europalletten naast elkaar in<br />
kunnen (zoals in een trailer met zeil).<br />
Waarom deze niet in de binnenvaart<br />
gebruiken? Probleem is dat een lichter<br />
vandaag is afgestemd op vier 20 voetcontainers<br />
naast elkaar. Met een 10cm<br />
bredere container krijgt men dus veel<br />
plaatsverlies en onstabiele vrachten. En<br />
twee soorten binnenschepen voor<br />
containertransport, één voor aansluiting op<br />
zeetransport en één voor continentaal<br />
transport is aan de reacties rond de tafel te<br />
horen geen optie.<br />
<strong>BINNENVAART</strong><br />
MOET VERDER UITBREIDEN<br />
Uit het rondetafelgesprek blijkt duidelijk dat<br />
binnenvaart in opmars is, minstens is geweest.<br />
Er blijkt dat evoluties in de logistieke<br />
wereld maken dat binnenvaart een groeipotentieel<br />
heeft. Er is nood aan een omzetten<br />
van de mindset van verladers en expediteurs<br />
in de richting van dit type vervoer.<br />
Maar ook in de binnenvaart moet een<br />
mindset komen van meer visibiliteit: een<br />
metrokaart voor shuttleachtig transport,<br />
een aanbieden van de ‘totale supply chain’,<br />
niet enkel het binnenschip maar ook de aanen<br />
afvoerfaciliteiten, waardoor de verlader<br />
niet zelf moet organiseren, maar zijn telefoon<br />
moet nemen en... de binnenvaarttransportservice<br />
wordt van deur-tot-deur<br />
georganiseerd.<br />
Hierbij zal wel moeten aanvaard worden dat<br />
binnenvaart sowieso een langere organisatietijd<br />
vraagt, maar hoeveel transport is<br />
van nature last minute en hoeveel is uit<br />
foute prioriteitsstelling nog in een last<br />
minute fase te regelen? Bovendien benadrukte<br />
men rond de tafel dat de stiptheid<br />
van de binnenvaart normaal kan worden<br />
gegarandeerd. Het laaghangend fruit is dan<br />
misschien geplukt, ook voor de verladers is<br />
er nog veel hooghangend fruit te plukken,<br />
met andere woorden: nog veel supply chain<br />
efficiëntie te winnen en de totale kost van<br />
logistiek te verlagen.<br />
www.industrie.be<br />
●<br />
<strong>BINNENVAART</strong> & <strong>INDUSTRIE</strong><br />
9
Praktijkgetuigenissen<br />
Door Peter Van Dyck<br />
<strong>BINNENVAART</strong> VERHOOGT<br />
DE LOGISTIEKE EFFICIËNTIE<br />
In de economische wereld heerst nog grote onwetendheid over de troeven van de<br />
binnenvaart. Comfort Energy en Ebema zijn twee bedrijven die niet meer overtuigd moeten<br />
worden. “Ondernemers moeten tot andere denkpatronen bewogen worden. Ze moeten<br />
out-of-the box durven denken.”<br />
Comfort Energy, distributeur<br />
van brandstoffen als<br />
mazout, diesel en benzine, is<br />
een aanhanger van het ‘last<br />
mile’-principe. Omdat het<br />
bedrijf de laatste kilometers voor de<br />
levering aan de eindklant, over de weg, wil<br />
beperken, laat het de aanvoer via de<br />
binnenwateren verlopen. Het heeft strategisch<br />
gelegen depots in iedere provincie,<br />
behalve Luxemburg. De congestie van het<br />
wegverkeer en het prijskaartje zijn de<br />
belangrijkste motieven om de binnenvaart<br />
te omarmen. Wat ook meespeelt, is de<br />
kleine impact op de depots van Comfort<br />
Energy, die liggen langs het Albertkanaal,<br />
de Samber, de Schelde en het Dijlekanaal<br />
Mechelen-Leuven.<br />
“Als je weet dat een vrachtwagen 35.000<br />
liter kan aanleveren en een klein schip<br />
1.050.000 liter, dan leert een snelle<br />
rekensom je dat je met de binnenvaart 30<br />
vrachtwagens uitspaart”, legt Francis<br />
Wanten, gedelegeerd bestuurder van<br />
Comfort Energy, uit. “Kies je voor de trucks,<br />
dan heeft dit een impact van 30 manuren<br />
op je depot. Ligt er een schip voor je depot,<br />
dan moet je enkel opmeten voor het lossen<br />
en achteraf een controle uitvoeren. Die klus<br />
is in maximaal een halfuur geklaard, door<br />
één persoon. Het lossen zelf duurt amper<br />
vier uur. Omdat de inhoud van het schip via<br />
een pijpleiding rechtstreeks in onze tanks<br />
wordt gepompt, zorgt dat bovendien voor<br />
geen enkele verkeersrotatie op onze<br />
terreinen.”<br />
Francis Wanten: “Zou de overheid het<br />
gebruik van de kleine schepen niet op een<br />
of andere manier kunnen aanmoedigen?”<br />
BEURTROL VOOR<br />
KAPITEINS<br />
Vroeger werd er ook geleverd langs de<br />
Dender, maar het kleine schip dat Comfort<br />
Energy daar gebruikte, heeft de geest<br />
gegeven. Een vervangend schip is helaas<br />
niet direct beschikbaar. Wat ons meteen<br />
op een teer punt brengt: het gebrek aan<br />
kleine schepen. “De rederijen vinden het<br />
niet rendabel om daar nog veel geld in te<br />
investeren”, weet Francis Wanten. “Een<br />
ander gegeven waar we niet om heen<br />
kunnen, is dat de schippers vandaag graag<br />
RV/Comfort Energy<br />
wat meer comfort hebben en daarom<br />
verkiezen om op grotere boten te wonen.<br />
De tijd van een kajuit van 25 à 30 m² is<br />
voorbij; tegenwoordig is die dubbel zo groot.<br />
Het wordt moeilijk om jonge mensen nog te<br />
motiveren om met een kleiner schip te<br />
varen.”<br />
Een van de mogelijke oplossingen heet<br />
Watertruck. In analogie met de truckers wil<br />
men een drietal kapiteins op een boot<br />
zetten. Die wisselen elkaar af, in shiften van<br />
8 à 10 uur. “Dat systeem is men nu aan het<br />
onderzoeken”, vertelt de gedelegeerd<br />
bestuurder van Comfort Energy. “Ik denk<br />
dat het wel kans op slagen heeft, zeker op<br />
de kleine kanalen. En het zijn net die kanalen<br />
die een groot stuk van het vrachtvervoer<br />
van de baan zouden kunnen weghalen. Niet<br />
alleen moet er nog wat denk- en engineeringswerk<br />
verricht worden, het is ook<br />
nodig om tot een andere mindset te komen.<br />
Als ik naar Comfort Energy kijk, dan zijn er<br />
nog twee zaken waar we mee worstelen.<br />
Het eerste zijn de zware internationale<br />
ADNR-voorschriften voor het transport van<br />
gevaarlijke stoffen, waar de brandstoffen<br />
onder vallen. Een tweede knelpunt is dat<br />
heel wat verladers, in ons geval<br />
raffinaderijen, de kleinere boten liever kwijt<br />
dan rijk zijn. Zou de overheid het gebruik<br />
van de kleine schepen niet op een of andere<br />
manier kunnen aanmoedigen?”<br />
DEPOTS RENOVEREN<br />
De logistieke voordelen van de binnenvaart,<br />
die de efficiëntie danig verhogen, ontdekte<br />
Francis Wanten in 1993. “We namen toen<br />
10<br />
<strong>BINNENVAART</strong> & <strong>INDUSTRIE</strong>
<strong>BINNENVAART</strong> & <strong>INDUSTRIE</strong><br />
De congestie van het wegverkeer en het prijskaartje zijn de belangrijkste motieven van Comfort Energy om de binnenvaart te omar men.<br />
RV/Comfort Energy<br />
een ander bedrijf over, dat zijn aanvoer al<br />
via de waterwegen liet verlopen. Voor mij<br />
was dat tot dan een onbekend verhaal. Het<br />
duurde nog geen drie maanden voor ik<br />
besefte dat we hierin verder moesten gaan,<br />
wilden we nog groeien in volume. Omdat ik<br />
geloofde dat de binnenvaart de toekomst<br />
was, hebben we daar zwaar op ingezet. En<br />
met succes.”<br />
De ommezwaai vroeg uiteraard om<br />
investeringen. “We bouwden nieuwe depots<br />
en kochten een aantal oude. Die laatste<br />
verbouwen, in overeenstemming met de<br />
strenge milieureglementering, bracht<br />
uiteraard een serieuze financiële inspanning<br />
met zich mee. Wat je in deze tijden van<br />
globalisering echt nodig hebt om over te<br />
schakelen op binnenvaart, is een minimale<br />
kritische massa. We hebben om die reden<br />
behoorlijk wat overnames gedaan en die<br />
geïntegreerd in de nieuwe depots. Als je<br />
meer omzet draait, moet je ook je<br />
capaciteit verhogen: dat is een vicieuze<br />
cirkel, die voortdurend om investeringen<br />
vraagt.”<br />
B-LOCATIE RENDEERT<br />
Dat de inspanningen loonden, heeft<br />
Comfort Energy te danken aan een bewuste<br />
strategische keuze. “We namen de<br />
beslissing om onze depots op B-locaties te<br />
situeren”, verduidelijkt Wanten.”Ons<br />
afzetgebied bevindt zich niet op A-locaties<br />
als Gent-Zeehaven, Antwerpen en Luik. Van<br />
daaruit moeten we vaak nog 30 tot 40<br />
kilometer rijden voor we bij de eindklant zijn.<br />
Voor ons was het interessanter om depots<br />
te hebben in minder grote agglomeraties<br />
als Hasselt, Geel, Kampenhout en Eke. Als<br />
we daar buitenrijden, zijn we na drie<br />
kilometer al bij onze eerste klant.”<br />
Ondanks de stijgende populariteit van<br />
alternatieve energiebronnen en het zuiniger<br />
brandstofverbruik door (vracht)wagens,<br />
gingen de door Comfort Energy vervoerde<br />
volumes in stijgende lijn. Francis Wanten:<br />
“De depots korter bij ons verkoopgebied<br />
brengen, leverde ons een concurrentieel<br />
voordeel op, omdat het ons toeliet<br />
samenwerkingsakkoorden met lokale<br />
handelaars af te sluiten. Gevolg: ons<br />
logistiek apparaat werd veel efficiënter en<br />
onze omzet nam serieus toe.”<br />
ZAND UIT MAASBEKKEN<br />
Ebema uit Zutendaal heeft van bij zijn ontstaan<br />
in 1946, toen nog als groothandel in bouwmaterialen,<br />
niet anders gekend dan dat<br />
grondstoffen over de waterwegen tot bij het<br />
bedrijf kwamen. “Ik heb op mijn kantoor een<br />
foto hangen uit de jaren 50, waar een kraan<br />
op staat die een schip aan het lossen is”,<br />
getuigt afgevaardigd bestuurder Jan Panis.<br />
“Met de ligging aan het Albertkanaal en met<br />
het zand dat toen al uit het Maasbekken<br />
kwam, was het transport over water altijd al<br />
een logische economische oplossing voor ons.”<br />
Vandaag is Ebema gespecialiseerd in hoogwaardige<br />
betonnen bestratingsproducten<br />
en laat het jaarlijks zo’n 300.000 ton<br />
grondstoffen per schip aanvoeren. Enkel<br />
het cement wordt niet over de waterwegen<br />
vervoerd: daarvoor is de afstand iets te kort<br />
en zijn de hoeveelheden te klein. De derde<br />
belangrijke grondstof, kalksteen, komt uit<br />
de Ardennen en wordt gelost in de vestiging<br />
van Ebema in Rijkevorsel, aan het kleinere<br />
kanaal Dessel-Schoten. In tegenstelling tot<br />
Zutendaal heeft het bedrijf daar geen eigen<br />
loskraan: het lossen wordt er uitbesteed<br />
aan een gespecialiseerde firma.<br />
SLUIZEN<br />
AUTOMATISEREN<br />
Ebema belandde in Rijkevorsel na een<br />
overname, nu 15 jaar geleden. De fabriek<br />
kreeg een renovatie en de omzet steeg.<br />
“Intussen waren de werken begonnen aan<br />
de verdieping van het kanaal, dat tot dan<br />
een beetje verwaarloosd was”, vertelt Jan<br />
Panis. “Vroeger was Brecht het eindpunt<br />
van het kanaal. Tussen Brecht en Schoten<br />
was er toen enkel pleziervaart mogelijk.<br />
Door de baggerwerken kan je nu ook vanuit<br />
Brecht transport organiseren. Het laatste<br />
jaar groef men in totaal 100.000 m³<br />
baggerspecie uit om het kanaal toegankelijker<br />
te maken. Recent ging men nog een<br />
<strong>BINNENVAART</strong> & <strong>INDUSTRIE</strong><br />
11
Praktijkgetuigenissen<br />
stap verder, door de sluizen en bruggen op<br />
het kanaal te automatiseren en zodoende<br />
de toegangsuren uit te breiden.”<br />
Tien jaar geleden besloot Ebema om quasi<br />
alles via het water te laten leveren. “Het<br />
kanaal Dessel-Schoten is er wel iets minder<br />
geschikt voor, omdat er maar schepen van<br />
maximaal 400 ton op kunnen”, merkt Jan<br />
Panis op. “Al maakt dit de vrachtprijs<br />
duurder, toch blijven de binnenwateren de<br />
beste optie. Als je het drukke verkeer rond<br />
Rijkevorsel bekijkt, dan kan je niet anders<br />
dan vaststellen dat het onverantwoord is<br />
om daar nog méér vrachtwagens de baan<br />
op te sturen.”<br />
SCHIPPERS MET<br />
PENSIOEN<br />
De laatste jaren investeerde Ebema in beide<br />
vestigingen om nog beter schepen te<br />
kunnen ontvangen en nog efficiënter<br />
grondstoffen te kunnen opslaan. Jan Panis:<br />
“In Rijkevorsel hebben we, met de steun van<br />
het Vlaamse Gewest, een nieuwe kade<br />
aangelegd, met tunnels voor de grondstoffen.<br />
In Zutendaal hebben we opslagbunkers<br />
langs de oever gebouwd, zodat er<br />
rechtstreeks vanuit het schip met een<br />
kraan gelost en van daaruit alles<br />
automatisch verdeeld kan worden. Als<br />
gevolg is de behandeling van de materialen<br />
er nog een pak economischer op geworden.<br />
Het betreft behoorlijke investeringen, die<br />
zich op langere termijn terugbetalen.”<br />
Opvallend: Jan Panis legt de vinger op<br />
dezelfde wonde als Francis Wanten. Het<br />
tekort aan kleine schepen begint op het<br />
kleinere kanaal Dessel-Schoten stilaan<br />
problematisch te worden. “Het zijn meestal<br />
oude schepen die dat soort kanalen nog<br />
bevaren. De schippers zijn ook niet meer<br />
van de jongsten. De ene gaat met pensioen,<br />
de andere stopt ermee omdat het niet<br />
meer rendabel is. Voor de binnenvaart kan<br />
dit echt wel een knelpunt worden. Ik begrijp<br />
dat er onlangs enkele initiatieven zijn<br />
ontstaan omtrent scheepsvernieuwing. Dat<br />
kan ik enkel toejuichen.”<br />
GROTERE<br />
VERKEERSVEILIGHEID<br />
Over de grote voordelen van de binnenvaart<br />
hoeft de afgevaardigd bestuurder van<br />
Ebema niet lang na te denken. “Vooreerst is<br />
er de betrouwbaarheid. Schepen zijn<br />
klokvast. Je weet op welke dag en welk uur<br />
je een schip mag verwachten. De binnenvaart<br />
biedt ook aardig wat mogelijkheden<br />
als je op korte termijn je volume wil<br />
verhogen. Het is makkelijker om enkele<br />
schepen meer in te schakelen dan acht<br />
extra vrachtwagens te regelen. En omdat je<br />
op korte tijd grote volumes kan vervoeren,<br />
gaat de scheepvaart globaal bekeken ook<br />
sneller dan het vrachtverkeer. Dat je in<br />
vergelijking met een schip maar de helft van<br />
de logistieke bewegingen nodig hebt, is<br />
uiteraard ook voor het milieu en de<br />
omgeving positief. Op het vlak van<br />
verkeersveiligheid: zelfde verhaal. Transport<br />
over de weg is risicovoller. Tot slot is er de<br />
kostprijs: voor die grote volumes en onze<br />
materialen zijn de waterwegen economisch<br />
het gunstigst.”<br />
Voor de distributie van afgewerkte producten<br />
van Ebema is het gebruik van de waterwegen<br />
eerder beperkt. “Omdat wij een grote<br />
diversiteit leveren. Vaak just in time”,<br />
legt Jan Panis uit. “We moeten snel boordstenen<br />
en tegels kunnen leveren als men bijvoorbeeld<br />
in een stadscentrum met wegenwerken<br />
bezig is. In het verleden hebben we<br />
het al wél gedaan voor projecten met grote<br />
volumes en transport over grote afstanden.<br />
Toen we een order kregen voor een eiland<br />
in Noord-Nederland was de scheepvaart<br />
uiteraard zeer geschikt. Soms kun je met<br />
schepen dus zelfs commerciële kansen<br />
benutten die je anders niet zou hebben.”<br />
RV/Comfort Energy<br />
De depots van Comfort Energy liggen langs het Albertkanaal, de Samber, de Schelde en het Dijlekanaal Mechelen-Leuven.<br />
12<br />
<strong>BINNENVAART</strong> & <strong>INDUSTRIE</strong>
<strong>BINNENVAART</strong> & <strong>INDUSTRIE</strong><br />
WATERGEBONDEN<br />
FIRMA’S LOKKEN<br />
Over de economische troeven van de binnenvaart<br />
heerst nog een grote onwetendheid<br />
in de ondernemingswereld, moet<br />
Francis Wanten van Comfort Energy vaststellen.<br />
Hij is goed geplaatst om daar over<br />
te oordelen: hij is namelijk ondervoorzitter<br />
van de vzw Netwerk De Scheepvaart, die<br />
de binnenvaart wil bevorderen en de<br />
belangen van alle gebruikers behartigt.<br />
Recent nam hij daar nog het mandaat bij<br />
van bestuurder bij de nv De Scheepvaart,<br />
die zich bekommert om de uitbouw van de<br />
infrastructuur van de binnenvaart. “We<br />
contacteren actief de bedrijven die nog<br />
geen enkele binding met de scheepvaart<br />
hebben”, licht Francis Wanten toe. “Filip<br />
Verbeke, de transportdeskundige van onze<br />
nv, doet voortreffelijk werk. Hij bezoekt<br />
ondernemingen, vraagt of hij hun productieflow<br />
en goederenmanipulatie even mag<br />
doornemen en suggereert vervolgens hoe<br />
de goederenbehandeling aangepast kan<br />
worden. Mensen moeten tot andere<br />
denkpatronen bewogen worden. Ze moeten<br />
durven out-of-the-box te denken. Het<br />
vergunningsbeleid zou zeker kunnen helpen<br />
om de switch te maken. Een betoncentrale<br />
bijvoorbeeld zou zich enkel nog aan een<br />
waterloop moeten vestigen, waar een grote<br />
aan- en afvoer van materialen gegarandeerd<br />
is. Dit vereist een beleid over de<br />
gewesten heen, maar ik ben ervan<br />
overtuigd dat het er zit aan te komen. Ik las<br />
dat er nu een decreet komt, dat waterwegbeheerders<br />
het voorkooprecht geeft op<br />
gronden die langs het water liggen. Zij<br />
kunnen tegen gunstige tarieven die gronden<br />
in concessie geven. Op die manier kan je er<br />
bedrijven met watergebonden activiteiten<br />
naartoe lokken. Zoiets moet de scheepvaart<br />
extra zuurstof kunnen geven.”<br />
De scheepvaart promoten en stimuleren is<br />
één ding, maar als je ondernemers zo ver<br />
wil krijgen dat ze massaal de waterwegen<br />
gaan inschakelen, dan moet de infrastructuur<br />
natuurlijk comme il faut zijn. Het<br />
is duidelijk dat er hier en daar nog wat<br />
verbeterd moet worden. Francis Wanten<br />
Volgens Jan Panis is klokvastheid een van de grote troeven van de binnenvaart.<br />
is, als ambassadeur par excellence,<br />
hoopvol gestemd. “Men is nu begonnen met<br />
het grote project van de verhoging van de<br />
bruggen, tot een hoogte van 9,10m, wat<br />
toch wel een must is. Men kan dan tot vier<br />
lagen containers gaan. Neem even een<br />
kijkje in een haven en je weet meteen hoe<br />
groot de aangroei van de containertrafiek<br />
is. Containers worden zeer belangrijk voor<br />
het transport over water van stuk- en<br />
voorverpakte goederen.”<br />
NOOD AAN FLEXIBILITEIT<br />
“Bovendien, als je bedrijven wil aantrekken<br />
langs de waterwegen, zal de nodige<br />
infrastructuur voorzien moeten worden,<br />
zoals kaaimuren en losinstallaties”, vervolgt<br />
Francis Wanten. “Om deze transportmodus<br />
verder te doen groeien, zal de overheid<br />
extra moeten investeren. De Vlaamse<br />
regering lanceerde een publiek-private<br />
samenwerking voor nieuwe kaaimuren,<br />
maar de ingewikkelde procedures die<br />
hiervoor bestaan, zouden toch een stuk<br />
eenvoudiger mogen. Ik wil ook pleiten voor<br />
meer flexibiliteit in de bemanning van de<br />
sluizen. Hier en daar staat men nog<br />
weigerachtig tegenover een automatische<br />
bediening. Wil de scheepvaart effectief een<br />
bloeiende toekomst tegemoet gaan, dan<br />
moeten alle spelers snel, accuraat en<br />
flexibel kunnen handelen.”<br />
Ook Jan Panis van Ebema ziet nog genoeg<br />
progressiemarge voor de scheepvaart.<br />
“Zand en grind vervoeren via de waterwegen,<br />
zoals wij doen, is al vele jaren een<br />
traditie. Ook voor petroleum en ijzererts is<br />
het gebruik van binnenvaart al lang<br />
ingeburgerd, maar je ziet nu toch ook het<br />
vervoer van palletten en containers via de<br />
scheepvaart toenemen. Voorwaarde voor<br />
verdere groei is dat men er blijft in<br />
investeren. Het onderhoud van de kleine<br />
kanalen wordt cruciaal: zij moeten optimaal<br />
zijn om de maximale tonnenmaat te<br />
vervoeren. Voor het containertransport<br />
moeten de bruggen tussen Antwerpen en<br />
Luik zeker verhoogd worden. Op het vlak<br />
van de dienstverlening door de uitbaters<br />
van de waterwegen zijn we in ieder geval op<br />
de goede weg. Hadden ze vroeger een<br />
ambtenarenmentaliteit, vandaag denken ze<br />
met plezier mee na over oplossingen als er<br />
problemen opduiken. Aan die dynamiek<br />
hebben we nood.”<br />
www.industrie.be<br />
●<br />
RV/Ebema<br />
<strong>BINNENVAART</strong> & <strong>INDUSTRIE</strong><br />
13
Opleidingen voor binnenvaart gesteund door simulator<br />
Door Alfons Calders<br />
VERSNELDE OPLEIDING TOT STUURMAN<br />
In België varen zowat duizend binnenschepen. Ondanks wat de recente strubbelingen zouden doen denken,<br />
kunnen we stellen dat binnenvaart - na een lange periode van afkalving en ondanks een crisis waardoor het<br />
vrachtvervoer in se vermindert - terug aan een opmars toe is. De files op de weg laten trouwens op termijn<br />
geen andere mogelijkheid toe.<br />
De beroepen matroos en<br />
stuurman staan al enkele<br />
jaren bekend als knelpuntberoepen.<br />
Er werd<br />
getracht het tekort<br />
structureel op te lossen via het aanmoedigen<br />
van zij-instroming (dus niet enkel van<br />
ouders op kinderen, maar met mensen die<br />
komen van buiten de sector). Het beroep<br />
van matroos wordt - onder andere via een<br />
versnelde opleiding ingericht door de<br />
VDAB, een opleiding voor langdurig<br />
werklozen van Levanto en een online<br />
cursus van Syntra - vandaag voldoende<br />
opgevuld. We zien echter een blijvend<br />
knelpunt wat betreft stuurlui. Probleem is<br />
dat men vanuit een zijstroom moeilijk<br />
‘zomaar’ tot stuurman kan doorgroeien. En<br />
men verwacht voor de volgende jaren toch<br />
een grotere nood.<br />
Naast de nog steeds bestaande ‘wettelijke<br />
barrière’ (540 vaardagen ingevuld over 3<br />
kalenderjaren matroos voor men stuurman<br />
kon worden), was er ook het gebrek aan<br />
een praktische opleiding die toelaat de<br />
‘stuurpraktijk’ te leren. Zeer recent<br />
lanceerde de vestiging in Sint-Niklaas van<br />
Syntra Midden-<strong>Vlaanderen</strong> in samenwerking<br />
met de Federale Overheidsdienst<br />
Mobiliteit en Vervoer en<br />
<strong>Promotie</strong> <strong>Binnenvaart</strong> <strong>Vlaanderen</strong> deze<br />
mogelijkheid. Deze opleiding tot stuurman -<br />
deels theorie, deels praktijk op de LeNa<br />
(Leren Navigeren) binnenvaartsimulator -<br />
bereidt de cursisten voor op het theoretisch<br />
examen voor het vaarbewijs en zorgt er - via<br />
de simulator - ook voor dat er ‘stuurmannen<br />
met praktijkervaring’ worden afgeleverd.<br />
RV<br />
De versnelde opleiding tot stuurman zet onder andere de LeNa - Leren Navigeren - binnenvaartsimulator in om stuurervaring op te doen.<br />
14<br />
<strong>BINNENVAART</strong> & <strong>INDUSTRIE</strong>
<strong>BINNENVAART</strong> & <strong>INDUSTRIE</strong><br />
Een gesprek met Jan Lybeert,<br />
opleidingscoördinator ICT & <strong>Binnenvaart</strong>,<br />
met Mieke Gabriëls, pedagogisch<br />
adviseur bij Syntra Midden-<strong>Vlaanderen</strong> en<br />
met Paul Lambrechts, marktprospector<br />
<strong>Promotie</strong> <strong>Binnenvaart</strong> <strong>Vlaanderen</strong>.<br />
EEN SECTOR IN EVOLUTIE<br />
De binnenvaartsector is vandaag in transitie.<br />
Tot op vandaag is 90 procent van de<br />
binnenvaartondernemers eigenaar van één<br />
binnenschip en tevens stuurman. En dat ging<br />
zo over ‘van vader op zoon’. Er was dan ook<br />
geen schoolse opleiding richting binnenvaart,<br />
behalve dan de BSO-opleiding bij het KTA<br />
Cenflumarin (afkorting van Centrum voor<br />
Fluvio-Maritieme Instructie) in Zwijndrecht.<br />
De schipperskinderen waren als jonge<br />
snaken de matrozen en leerden bij de ouders<br />
in de stuurhut (wat kan gezien worden als<br />
een deel van de schipperswoning) bij wijze<br />
van spreken ‘spelenderwijze’ het schip<br />
besturen. Ze moesten dan op eigen kracht<br />
de theorie (wetgeving, dialogen...) studeren<br />
en afleggen en waren ze geslaagd, konden<br />
ze het schip overnemen. In dat kader is<br />
trouwens de wetgeving opgesteld: deze<br />
bepaalt dat matrozen die 720 dagen op een<br />
binnenschip hebben gewerkt (wat neerkomt<br />
op vier jaar vaartijd), aan het examen tot<br />
schipper (vandaag trouwens enkel theorie)<br />
kunnen deelnemen.<br />
Vandaag ziet men naast de familiale ondernemingen<br />
ook binnenvaartondernemingen,<br />
rederijen, groeien naar meerdere schepen.<br />
Er worden ook ‘externe matrozen’ als<br />
werknemers ingezet op het binnenschip.<br />
Maar wie als zij-instromer ambitie en<br />
capaciteiten heeft om schipper te worden,<br />
moet dat vandaag - door de wet gedwongen<br />
- via de omweg van de job van matroos. Pas<br />
na 720 dagen matroos kunnen ze examens<br />
afleggen. En de theorie kan men nog door<br />
zelfstudie eigen maken, maar hoe de noodzakelijke<br />
vaarpraktijk opdoen? Want tot<br />
voor kort was er geen volwassenenopleiding<br />
om een schip te leren besturen.<br />
Vanuit gesprekken tussen de sociale<br />
partners en de actoren binnen de binnenvaart<br />
werd gesteld dat er nood was aan<br />
een andere aanpak. Het idee was: eerst<br />
zorgen voor een gepaste volwassenenopleiding<br />
tot schipper/stuurman en dan<br />
kijken of er op federaal en internationaal<br />
niveau iets kan gedaan worden aan de<br />
wetgeving.<br />
SIMULATOR VOOR<br />
PRAKTIJKERVARING<br />
Om als matroos door te groeien naar<br />
stuurman is het afleggen van het wettelijke<br />
examen een noodzakelijke, maar geen voldoende<br />
voorwaarde om als stuurman/<br />
schipper werk te vinden. Men heeft mensen<br />
nodig met stuurervaring. Om de basis van<br />
deze praktijk mee te geven heeft KTA<br />
Cenflumarin een eigen binnenschip in de<br />
vaart. Maar ook op een lesschip vaart men<br />
veel en manoeuvreert men enkel als men<br />
aan een sluis of dok komt. En men kan niet<br />
zomaar vijf keer per sluis oefenen, want dat<br />
houdt het reguliere verkeer op. Men kan de<br />
leerlingen ook niet zomaar even laten doen,<br />
want de kans op schade is te groot.<br />
Vandaar het idee vanuit de sector om te<br />
investeren in een simulator. Er werd beroep<br />
gedaan op het Waterbouwkundig Laboratorium<br />
(WL) in Antwerpen - dat reeds<br />
ervaring met een zeevaartsimulator had -<br />
De simulatorruimte lijkt een echte<br />
stuurhut van een binnenschip.<br />
RV<br />
Proefproject gestart<br />
<strong>Promotie</strong> <strong>Binnenvaart</strong> <strong>Vlaanderen</strong> is<br />
op 15 april 2013 gestart met een<br />
proefproject bij een beperkt aantal<br />
kandidaten voor een versnelde<br />
opleiding van matrozen tot schipper<br />
op een binnenschip. Het project loopt<br />
in samenwerking met Syntra Midden-<br />
<strong>Vlaanderen</strong> en de Federale Overheidsdienst<br />
Mobiliteit en Vervoer.<br />
Met dit initiatief willen de projectpartners<br />
een doorgedreven opleiding<br />
bieden ter voorbereiding van het<br />
examen voor het vaarbewijs. Het is<br />
de bedoeling om finaal te komen tot<br />
een opleidingstraject dat aan een<br />
volmatroos de mogelijkheid biedt om<br />
op één jaar tijd (i.p.v. 4 jaar) de stap<br />
te zetten naar de functie van schipper<br />
na het slagen in het vereiste examen.<br />
De resultaten van het proefproject<br />
zullen secuur geëvalueerd<br />
worden. Het pilootproject moet<br />
kunnen aantonen dat de opleiding de<br />
garantie biedt dat de kandidaten<br />
praktische stuurervaring (via de<br />
oefeningen op de simulator LeNa)<br />
verwerven en goed voorbereid zijn op<br />
het theoretische examen van de FOD<br />
Mobiliteit en Vervoer.<br />
<strong>BINNENVAART</strong> & <strong>INDUSTRIE</strong><br />
15
Opleidingen voor binnenvaart gesteund door simulator<br />
voor de aeronautisch-technische onderbouw.<br />
Het gaat dan om onder andere de<br />
achterliggende algoritmes die zorgen dat de<br />
simulatie rekening houdt met getijde, stromingen,<br />
vaaromstandigheden in aanwezigheid<br />
van andere schepen in de omgeving...<br />
Het WL doet met behulp van schaalmodellen<br />
veel onderzoek naar de natuurelementen<br />
in het Scheldebekken, naar de<br />
impact van stromingen op verschillende<br />
types schepen. Ze kon vanuit dit onderzoek<br />
ook de gegevens over de Vlaamse waterwegen<br />
(beelden, stromingen, weerstand bij<br />
specifieke dieptes op de kiel van de<br />
verschillende scheepstypes die in de<br />
simulator worden ‘gebruikt’...) leveren,<br />
waardoor met de simulator kan ‘gevaren’<br />
worden in de Antwerpse of de Zeebrugse<br />
haven, in de Antwerpse dokken, in de<br />
sluiscomplexen van Terneuzen, in de Bovenzeeschelde<br />
van Antwerpen over de Gentse<br />
haven tot aan zee.<br />
De simulatorruimte lijkt een echte stuurhut<br />
van een binnenschip. Ze is uitgerust met<br />
reële bedieningsapparatuur: de radar,<br />
elektronische kaart, ECDIS (Electronic Chart<br />
Display and Information System) met AIS<br />
(Automatic Identification System), bochtenmeter,<br />
boegschroefbedieningen, roerbediening<br />
met autopiloot, marinofoon (zender/<br />
ontvanger om de vaargesprekkken te voeren<br />
en te volgen)... tot de hoogte-instelling<br />
van de stuurhut. Alle apparatuur is gekoppeld<br />
met een centrale computer die op basis<br />
van deze input de simulator aanstuurt.<br />
Via acht grote beeldschermen die als de<br />
ramen in de stuurhut zijn ingebouwd, krijgt<br />
de cursist een realistisch beeld, zoals je zou<br />
zien aan boord van een schip in de ‘echte’<br />
wereld, inclusief de oevers, de boeien en de<br />
trafiek van andere schepen. De beeldhoek<br />
bedraagt 235 graden horizontaal en 15<br />
graden verticaal. Naast de stuurhut is een<br />
instructeursruimte voorzien. Hier bepaalt<br />
de instructeur de oefening en de omstandigheden<br />
van de simulatie: op welk ogenblik<br />
van het getij, in welke windomstandigheden,<br />
met welke zichtbaarheid (dag of nacht en<br />
mist) er wordt gevaren. Hij bedient andere<br />
RV<br />
Het proefproject wil aantonen dat de opleiding op simulator ook echte praktijkmensen<br />
oplevert.<br />
varende schepen en kan bruggen en sluisdeuren<br />
openen of sluiten.<br />
EERSTE PRAKTIJKOPLEIDING<br />
TOT STUURMAN<br />
Op 11 maart 2009 vond de inhuldiging<br />
plaats van de LeNa-binnenvaartsimulator bij<br />
Syntra Midden-<strong>Vlaanderen</strong> te Sint-Niklaas.<br />
De keuze viel op Syntra omdat deze<br />
opleidingscentra voor volwassenen de<br />
infrastructuur en omkadering hebben en<br />
ook ’s avonds open zijn. De theorie is via<br />
afstandsleren (internetcursussen met een<br />
coach waar men de toetsen naar stuurt en<br />
die men kan bellen voor extra uitleg), de<br />
praktijk kan ook ‘s avonds gevolgd worden<br />
(want het gaat om mensen die overdag<br />
werken). Sint-Niklaas ligt bovendien vrij<br />
centraal in het binnenvaartnet van België.<br />
De vaarsimulator heeft dus als doel om te<br />
leren navigeren en manoeuvreren met een<br />
binnenschip. De simulator werd in eerste<br />
instantie ingezet voor de praktische opleiding<br />
van de leerlingen van KTA Cenflumarin en voor<br />
enkele praktijkoefeningen van cursisten die de<br />
Syntra-opleiding tot matroos volgen. Ondertussen<br />
zijn, naast de theoretische opleiding,<br />
een groot aantal vaarscenario’s opgesteld die<br />
passen in het opleidingspakket stuurman.<br />
Nu deze opleiding klaar is, kon gestart worden<br />
met een proefproject voor de opleiding<br />
van matrozen tot schipper op een binnenschip.<br />
Deze zou in één à twee jaar de<br />
cursus moeten kunnen doorlopen. Vandaag<br />
is het voordeel voor de cursist ‘enkel’ dat ze<br />
een ‘Vlaams’ certificaat meekrijgen die voor<br />
de werkgever aantoont dat ze theoretische<br />
stuurervaring met grote praktische inslag<br />
hebben verworven. Het achterliggend doel<br />
is om - eens aangetoond dat de cursisten<br />
ook in de praktijk in staat zijn een binnenschip<br />
te besturen - te gaan praten met de<br />
overheid (federaal en internationaal) om te<br />
bekomen dat de wettelijk verplichte vier jaar<br />
matroos minstens deels zou kunnen vervangen<br />
worden door deze cursus.<br />
ROOSKLEURIGE TOEKOMST<br />
Volgens Jan Lybeert zou men - nu men<br />
beschikt over de theoriecursus via afstands-<br />
16<br />
<strong>BINNENVAART</strong> & <strong>INDUSTRIE</strong>
<strong>BINNENVAART</strong> & <strong>INDUSTRIE</strong><br />
onderwijs en over de simulator - toch<br />
minimaal 25 cursisten per jaar moeten<br />
kunnen aantrekken. Het gaat om een<br />
theorieopleiding van 280 uren en 10 uren<br />
van vier sessies. Ze wordt aangeboden aan<br />
de prijs van 950 euro. De volgende stap is<br />
om - zoals al bestaat voor binnenvaartondernemer<br />
- ook een schippersopleiding te<br />
geven (naast varen ook opleiden tot<br />
bedrijfsvoerder met noties van kostprijsbeheersing,<br />
personeelsbeleid, enz.).<br />
En eens bewezen dat de opleiding op<br />
simulatoren ook echte praktijkmensen<br />
oplevert, is het een kleine stap om na te<br />
denken over de organisatie van praktische<br />
examens voor stuurlui op simulator. Voor<br />
radar zou dat nu reeds kunnen. Het zou<br />
daarenboven meer ‘herhaalbaarder’ kunnen<br />
doorgaan. Dit omdat men bij een simulatie<br />
de moeilijkheidsgraad perfect in de hand<br />
RV<br />
De vaarsimulator heeft als doel om te<br />
leren navigeren en manoeuvreren met een<br />
binnenschip.<br />
heeft, terwijl in realiteit het kan gaan om<br />
een dag in goede of slechte omstandigheden,<br />
al of niet druk verkeer... en dus is<br />
het ene praktijkexamen soms een stuk<br />
gemakkelijker of moeilijker dan een ander.<br />
Volgens Paul Lambrechts is er vraag vanuit<br />
de verladers - zeker de (petro)chemische<br />
sector - naar bijkomende schippersvaardigheden.<br />
Dat past bij deze klanten in hun<br />
veiligheidsbeleid: geen ongevallen in de<br />
fabriek, maar ook niet met de goederen<br />
onderweg. Men kan denken aan aangepaste<br />
scenario’s voor opleidingen op maat<br />
om de specifiek door de klanten vereiste<br />
veiligheidsvaardigheden te verwerven en te<br />
evalueren. Voordeel van de vaarsimulator is<br />
enerzijds dat moeilijke maneuvers verschillende<br />
malen achter elkaar kunnen ingeoefend<br />
worden en anderzijds dat cursisten<br />
mogen fouten maken, dus ‘in eigen beheer’<br />
kunnen varen. Het is niet omdat men een<br />
radarcertificaat heeft dat men voldoende<br />
ervaring heeft om ’s nachts en in volle mist<br />
met een binnenschip enkel op basis van de<br />
radar een sluis binnen te varen. Met de<br />
simulator kan die ervaring verworven<br />
worden. Kapzeisen of tegen de kaai<br />
aanlopen resulteert enkel in een stop van de<br />
oefening.<br />
www.industrie.be<br />
●<br />
Maart 2013 | Maandblad<br />
Verschijnt niet in januari, juli en augustus - P509570 | Nummer 2<br />
April 2013 | Maandblad<br />
Verschijnt niet in januari, juli en augustus - P509570 | Nummer 3<br />
Mei 2013 | Maandblad<br />
Verschijnt niet in januari, juli en augustus - P509570 | Nummer 4<br />
MANAGEMENT<br />
De do’s en dont’s van projectmanagement<br />
MANAGEMENT<br />
Eerste BREEAM-certificaat voor<br />
nieuw logistiek gebouw in België<br />
TECHNOLOGY<br />
Tien jaar EtherCAT<br />
TECHNOLOGY<br />
Nieuwe CO 2 -wetgeving rond<br />
emissiehandel<br />
MANUFACTURING<br />
Opportuniteiten voor de maakindustrie<br />
LOGISTICS<br />
Battle of the batt’s: lithium-ion<br />
versus loodzuur<br />
Agoria Dossier: Bedrijfsvoertuigen<br />
Agoria Dossier: Industriële automatisering<br />
Industrie Awards, 9 e editie<br />
Het informatiekanaal voor de industrie<br />
www.industrie.be
Palletvervoer via binnenschip<br />
Door Kurt De Cat<br />
WAAR EEN WIL IS, IS EEN WATERWEG<br />
Na een eerste proefproject besliste gipsproducent Isolava/Knauf verder de denkpiste te<br />
bewandelen om zijn producten op palletten per binnenschip te vervoeren. Dankzij<br />
projectsteun van de Vlaamse overheid kan die transportmodus nu verder worden<br />
geoptimaliseerd en ook financieel rendabel worden gemaakt.<br />
<strong>Binnenvaart</strong> wordt doorgaans<br />
geassocieerd met het transporteren<br />
van bulkgoederen of<br />
containers. Ook Belgips,<br />
de productievestiging van<br />
Knauf in Wielsbeke aan het kanaal<br />
Roeselare-Leie, wordt bevoorraad met<br />
binnenschepen. Belgips produceert er<br />
gipsplaten. De fabriek maakt reeds een<br />
tiental jaar gebruik van drie binnenschepen<br />
voor de aanvoer van gips in bulk voor de<br />
productie van de platen. De Duitse<br />
bouwmaterialengroep Knauf heeft nog een<br />
tweede vestiging in Wielsbeke: Isolava. Het<br />
bedrijf bestaat dit jaar vijftig jaar en<br />
produceert gipsblokken, die worden ingezet<br />
voor niet-dragende binnenmuren, zowel bij<br />
nieuwbouw als renovatieprojecten. De<br />
gipsblokken worden geproduceerd voor werven<br />
in de Benelux, Frankrijk en Duitsland. In<br />
de twee gipsfabrieken samen werken<br />
140 mensen.<br />
<strong>Binnenvaart</strong> & Industrie had een gesprek<br />
met Antoon Desmet, transportverantwoordelijke<br />
Isolava/Knauf in Wielsbeke.<br />
RV/Isolava<br />
Antoon Desmet van Isolava/Knauf won voor het palletproject in Parijs een trofee voor 'de<br />
meest innovatieve realisatie bij de verladers'.<br />
PROJECTERVARINGEN<br />
“Het project is zes jaar geleden gestart met<br />
een artikel van transportdeskundige Filip<br />
Verbeke. Hij had het toen over de ‘Stone<br />
Express’ waarmee proefvaarten uitgevoerd<br />
werden waarbij palletten met bakstenen op<br />
een ponton vervoerd werden van Lanklaar<br />
naar Menen. In dat artikel werd<br />
aangekondigd dat men verder zou gaan met<br />
een tweede project waarmee palletten per<br />
binnenschip zouden vervoerd worden. Na<br />
contacten met Filip Verbeke heb ik ook onze<br />
collega’s van Knauf Engis (nabij Luik)<br />
aangesproken die vooral voor het vervoer<br />
van de poederproducten in zakvorm<br />
geïnteresseerd waren in dit project”, vertelt<br />
Antoon Desmet.<br />
In april 2008 wordt de overeenkomst<br />
tussen alle projectdeelnemers ondertekend:<br />
Isolava/Knauf Wielsbeke, Knauf<br />
Engis samen met baksteenproducenten<br />
Ploegsteert, Wienerberger en Vandersanden<br />
en betonproducent Coeck. In dit<br />
eerste project gebeurt het laden en lossen<br />
van het binnenschip met behulp van twee<br />
heftrucks, één op de kade en één in het<br />
ruim. Twee maanden later wordt de eerste<br />
18<br />
<strong>BINNENVAART</strong> & <strong>INDUSTRIE</strong>
<strong>BINNENVAART</strong> & <strong>INDUSTRIE</strong><br />
Philip Vanoutrive<br />
<strong>BINNENVAART</strong> & <strong>INDUSTRIE</strong><br />
19
Palletvervoer via binnenschip<br />
Brugge<br />
palletlading in Wielsbeke op het binnenschip<br />
gezet.<br />
Antoon Desmet: “We kregen de helft van<br />
het ruim ter beschikking. Vrachtwagens<br />
voeren palletten tot op de kaai van het<br />
naburige Katoennatie waar een heftruckchauffeur<br />
van Knauf de palletten op een<br />
bordes plaatst. Een heftruckchauffeur in<br />
het ruim neemt die over en stapelt ze in het<br />
schip. In totaal laadt Isolava/Knauf ongeveer<br />
625 ton, wat overeenkomt met 25<br />
vrachtwagens. De gipsblokken worden in de<br />
haven van Genk gelost van waaruit ze per<br />
vrachtwagen naar de bouwwerven worden<br />
gebracht.”<br />
Uit de eerste experimenten worden conclusies<br />
getrokken. Nacalculatie leert het bedrijf<br />
al vlug dat het transport over de binnenwateren<br />
op zich kan concurreren met het<br />
wegtransport. Maar aangezien er hoofdzakelijk<br />
met kraanwagens rechtstreeks op<br />
bouwwerven moet gelost worden, zorgt ‘de<br />
laatste kilometer’ tot op de eindbestemming<br />
ervoor dat de totale transportkost duurder<br />
uitkomt in vergelijking met de kost van het<br />
transport per vrachtwagen vanaf Wielsbeke<br />
tot op de bouwwerf. Het is volgens Antoon<br />
Desmet cruciaal om het hele traject te bekijken.<br />
Ook het werken met twee heftrucks<br />
is voor Isolava/Knauf niet de ideale<br />
werkvorm. De palletten met gipsblokken<br />
25 km<br />
N O<br />
O R<br />
WIELSBEKE<br />
Depot<br />
Isolava/Knauf<br />
Leie<br />
Kortrijk<br />
D Z<br />
E E<br />
Kanaal Gent-<br />
Terneuzen<br />
Gent<br />
Oosterschelde<br />
Westerschelde<br />
Schelde<br />
Rotterdam<br />
Brussel<br />
Oude<br />
Maas<br />
BELGIË<br />
Volkerak<br />
Schelde-Rijn<br />
verbinding<br />
Bergen<br />
op Zoom<br />
Antwerpen<br />
Amsterdam<br />
Breda<br />
Lek<br />
UTRECHT<br />
Depot Knauf<br />
Bergse<br />
Maas<br />
Albertkanaal<br />
Amsterdam<br />
Rijnkanaal<br />
Waal<br />
NEDERLAND<br />
Hasselt<br />
ENGIS<br />
Depot Knauf<br />
Eindhoven<br />
Luik<br />
Neder<br />
Rijn<br />
Nijmegen<br />
“Als je het traject Wielsbeke-Utrecht<br />
bekijkt, dan vaar je al die drukke knooppunten<br />
voorbij waar vrachtwagens uren<br />
stilstaan.”<br />
Maas<br />
Maas<br />
Philip Vanoutrive<br />
Het werken met twee heftrucks (een op de kade en een in het ruim) bleek voor<br />
Isolava/Knauf niet de ideale werkvorm.<br />
hebben een relatief kleine basis ten opzichte<br />
van de hoogte en aangezien men drie<br />
pallets na elkaar op de vorken neemt, is het<br />
risico te groot dat een pallet van de vorken<br />
naar beneden valt.<br />
SCHIP MET KRAAN<br />
In 2010-2011 verandert de marktsituatie<br />
in Nederland, dat biedt nieuwe mogelijkheden<br />
voor het binnenvaartproject. Knauf<br />
Utrecht wordt immers uitgebouwd als een<br />
distributieplatform voor de Nederlandse<br />
markt, gericht op doe-het-zelf-zaken,<br />
bouwhandelaars, werven, enz. “In die jaren<br />
deden we enkele proefvaarten naar Utrecht<br />
met gipsblokken. De resultaten vallen<br />
positief uit, vooral door de grotere<br />
flexibiliteit en reactiesnelheid. Financieel<br />
blijft de operatie nog steeds negatief, maar<br />
dat was niet van die aard om het plan van<br />
tafel te vegen. 2012 zou het jaar van de<br />
beslissing worden. In Utrecht werd toen ook<br />
een nieuwe kade gebouwd”, aldus Antoon<br />
Desmet.<br />
In de eerste drie maanden van 2012 laadt<br />
Isolava/Knauf een zestal schepen richting<br />
Utrecht en Desmet stelt vast dat er een<br />
groter aantal bewegingen per uur gehaald<br />
wordt, wat de kosten drukt. Het laden en<br />
lossen met een heftruck blijft evenwel<br />
onzeker op het vlak van beschadigingen en<br />
veiligheid. Het alternatief krijgt meer en<br />
meer vorm: een schip met een kraan, zodat<br />
één man het schip autonoom kan laden en<br />
lossen. Multimodaal transportorganisator<br />
Shipit, partner bij de proefvaarten,<br />
bevestigt deze piste. De koppen worden bij<br />
elkaar gestoken, er worden berekeningen<br />
gemaakt en een dossier ingediend voor de<br />
projectoproep van Vlaams minister van<br />
Openbare Werken en Mobiliteit Hilde<br />
Crevits. Het project van Isolava en Shipit is<br />
een van de zes die steun ontvangt (van de in<br />
totaal 16 ingediende dossiers). Het bedrijf<br />
engageerde zich om 44.400 palletten per<br />
jaar via binnenvaart te vervoeren. De<br />
investeringssteun heeft een waarde van<br />
tachtig procent van de investeringskost met<br />
een maximum van 200.000 euro. De<br />
exploitatiesteun is per pallet, geldt voor drie<br />
jaar en is degressief. Met de exploitatiesteun<br />
kan Isolava/Knauf de meerkost<br />
tegenover het wegvervoer verminderen.<br />
Shipit investeert in de ombouw van het<br />
schip en kan via de investeringssteun de<br />
uitwerking van de technische vereisten<br />
realiseren.<br />
20<br />
<strong>BINNENVAART</strong> & <strong>INDUSTRIE</strong>
<strong>BINNENVAART</strong> & <strong>INDUSTRIE</strong><br />
Voor 1800 ton mag je rekenen op zestien<br />
uur laadtijd en lossen kan op twaalf uur.<br />
Antoon Desmet probeert het vaarschema<br />
nu verder te optimaliseren. “We laden in<br />
Wielsbeke, de volledige vracht wordt gelost<br />
in Utrecht en we zijn nog op zoek naar een<br />
vracht die meekan richting Luik. Het is een<br />
schip met een bakstructuur die ook eventueel<br />
kan gebruikt worden voor containers.<br />
Vervolgens varen we naar de Knaufvestiging<br />
in Engis. Daar wordt het schip<br />
terug geladen met palletten gipspoeders en<br />
we keren terug via het Albertkanaal waar<br />
we verschillende klanten kunnen beleveren<br />
om ten slotte hier in Wielsbeke te eindigen.”<br />
RV/Isolava<br />
Het nieuwe schip wordt uitgerust met een kraan met een dubbele arm, ook de<br />
technische aspecten van de grijper zijn voor Knauf/Isolava belangrijk.<br />
NIEUW SCHIP<br />
Het verkrijgen van de subsidies was<br />
belangrijk om het project te realiseren. “We<br />
ontvangen bijna twee euro per pallet en dat<br />
is ongeveer wat we nodig hadden om het<br />
plaatje financieel rond te krijgen. Als we nu<br />
in die drie jaar het project kunnen optimaliseren,<br />
dan ben ik er echt van overtuigd dat<br />
we er zullen geraken. Het gaat dan<br />
hoofdzakelijk om de snelheid van het laden,<br />
zelfstandig palletten kunnen afzetten bij<br />
klanten en met het oog op het beleveren van<br />
grotere werven, het leveren van palletten<br />
aan de rand van de steden en zo tegemoet<br />
te komen aan de nieuwe Europese regelgevingen”,<br />
legt Antoon Desmet uit.<br />
Isolava/Knauf sloot een langlopend contract<br />
af met Shipit. “Zij kiezen het schip, ze<br />
ontwerpen de kraan en de grijper. Het wordt<br />
een kraan met een dubbele arm omdat we<br />
moeten rekening houden met de<br />
verschillende hoogtes van de kades. Ook de<br />
technische aspecten van de grijper zijn voor<br />
ons heel belangrijk. We werken met een<br />
broos product, het moet voorzichtig kunnen<br />
opgenomen en neergeplaatst worden. Maar<br />
toch tegen een hoge snelheid. De grootste<br />
investering die we verder plannen te doen is<br />
de aanpassing van de kaai van Belgips. Nu<br />
wordt er voor het palletproject tijdelijk<br />
gewerkt aan de kaai van Waterwegen &<br />
Zeekanaal aan de sluis in Ooigem. Als het<br />
schip er ligt moeten we nu continu aan- en<br />
afvoeren met vrachtwagens. Met het nieuwe<br />
schip dat we besteld hebben - een 1400<br />
tonner - zouden we een tweewekelijkse<br />
rotatie maken. De eerste vaart is voorzien<br />
begin september”, zegt Antoon Desmet.<br />
ÉÉN SCHIP VERVANGT<br />
75 VRACHTWAGENS<br />
Vandaag laadt Isolava/Knauf 1800 ton<br />
gipsblokken per traject naar Utrecht.<br />
Ongeveer de helft van de productie in Wielsbeke<br />
wordt zo verscheept richting Nederland.<br />
Antoon Desmet: “Als je het traject Wielsbeke-Utrecht<br />
bekijkt dan vaar je al die drukke<br />
knooppunten voorbij waar vrachtwagens<br />
uren stilstaan. We laden hier op donderdag<br />
of vrijdag om maandagmorgen te lossen in<br />
Utrecht. Je mag rekenen op twee dagen<br />
transport. Gemiddeld laden we het equivalent<br />
van 75 vrachtwagens per schip.”<br />
In Utrecht wordt er gelost op de nieuwe<br />
kade. Lossen duurt minder lang dan laden.<br />
Vandaar dat Isolava/Knauf nood heeft aan<br />
een uitgebouwde goed gestructureerde<br />
kaai. Daar wordt nu een PPS-project voor<br />
uitgewerkt. De huidige kaai aan de Vaartstraat<br />
in Wielsbeke is geschikt voor poederschepen<br />
(volledig gesloten bulkschepen),<br />
maar niet voor palletten.<br />
www.industrie.be<br />
Nieuwe oproep<br />
Vlaamse bedrijven kunnen opnieuw<br />
een aanvraag indienen voor subsidies<br />
voor palletvervoer via de binnenvaart<br />
bij de waterwegbeheerders<br />
Waterwegen en Zeekanaal NV en nv<br />
De Scheepvaart. Met dit initiatief wil<br />
Vlaams minister van Mobiliteit en<br />
Openbare Werken Hilde Crevits het<br />
vervoer van goederen via de binnenvaart<br />
verder stimuleren. <strong>Binnenvaart</strong><br />
is niet enkel bedoeld voor het<br />
vervoer van bulkgoederen of containers.<br />
Onderzoek toont aan dat er<br />
een groot potentieel aan palletgoederen<br />
bestaat dat via de binnenvaart<br />
zijn bestemming kan bereiken.<br />
Met de steunmaatregel kunnen er<br />
investeringen gebeuren in schepen<br />
en kranen. Nog tot en met 31 juli<br />
2013 kunnen bedrijven in <strong>Vlaanderen</strong><br />
een aanvraag indienen.<br />
Meer info over deze steunmaatregel<br />
is te vinden op: www.wenz.be en<br />
www.descheepvaart.be<br />
●<br />
<strong>BINNENVAART</strong> & <strong>INDUSTRIE</strong><br />
21
<strong>Binnenvaart</strong> en IT<br />
Door Luc De Smet<br />
DE DIGITALE WATERWEG<br />
Waterwegen en Zeekanaal NV (W&Z) en nv De Scheepvaart (DS) beheren en exploiteren<br />
de waterwegen in <strong>Vlaanderen</strong>. Beide waterwegbeheerders voorzien in sluizen,<br />
kunstwerken, bruggen en infrastructuur. Maar ze faciliteren ook op vlak van IT en data.<br />
Met het RIS (River Information Services), het verkeersmanagementsysteem op de<br />
rivieren, bouwen ze de dienstverlening verder uit. <strong>Binnenvaart</strong> & Industrie sprak hierover<br />
met Piet Creemers, RIS-projectleider bij W&Z, in het sluizencomplex te Evergem.<br />
Het is de bedoeling met de<br />
RIS-diensten de veiligheid<br />
en efficiëntie op de binnenwateren<br />
te verhogen”, stelt<br />
de RIS-projectleider. “De<br />
scheepvaart is op zich wel veilig, maar in<br />
zeer drukke gebieden - havens, bijvoorbeeld -<br />
waar verschillende soorten schepen tegelijk<br />
aan de slag zijn en waar de activiteiten in<br />
verschillende weertypes - dichte mist, bijvoorbeeld<br />
- gewoon doorgaan, kan RIS<br />
stremmingen helpen voorkomen en maakt<br />
transport over de binnenwateren efficiënter<br />
en dus aantrekkelijker”, aldus Piet Creemers.<br />
“Op de binnenvaart kleeft nog een<br />
‘oude stempel’ terwijl het eigenlijk wel<br />
modern is.” Voorts is er ook het argument<br />
van het ‘comfort’.<br />
Voorlopig gebeurt het hele naderingsproces<br />
aan de sluizen nog via marifoon. De schipper<br />
neemt dus nog zelf, via VHF-radio, contact<br />
LDS<br />
met de sluis. Soms te vroeg. In de toekomst,<br />
met RIS, kan dat ‘automatisch’ en kan<br />
informatie zoals wachttijden ook online<br />
bekeken worden. De RIS ‘sluisplanningssoftware’,<br />
bijvoorbeeld, bezorgt de sluiswachter<br />
een beeld op de trafiek die eraan<br />
komt. Hij kan automatisch een ‘bestek’<br />
opmaken en aankomende schepen efficiënter<br />
groeperen. Schepen worden immers<br />
liefst in een bredere groep versast of<br />
‘geschut’, met het oog op het spaarzaam<br />
omgaan met water.<br />
De software biedt zicht op de wachtrij en de<br />
drukte aan de sluizen. Die ‘drukte’ kan ook in<br />
het reisplan van de schipper geïnjecteerd<br />
worden. Daarmee kunnen dan weer aanlooptijden<br />
- estimated time of arrival - beter<br />
voorspeld worden bij kunstwerken verderop<br />
maar kunnen ook klanten nauwkeuriger<br />
inplannen. Naast het dagdagelijks efficiënter<br />
maken van de dienst kan deze informatisering<br />
Voorlopig gebeurt het hele naderingsproces aan de sluizen nog via marifoon. De schipper<br />
neemt dus nog zelf contact met de sluis. In de toekomst kan dat ‘automatisch’ en kan<br />
informatie zoals wachttijden ook online bekeken worden.<br />
en de statistieken die uit de gegevens<br />
getrokken kunnen worden ook een belangrijk<br />
hulpmiddel zijn bij het nemen van managementbeslissingen,<br />
bijvoorbeeld over het vergroten<br />
van sluizen.<br />
Maritieme technologieën, die reeds ruim<br />
toegepast worden in de zeevaart, worden nu<br />
ook steeds meer aangewend in de binnenvaart.<br />
Beide technologieën zijn compatibel. Een EUrichtlijn<br />
wil RIS in heel Europa harmoniseren. Zo<br />
kan een schipper met dezelfde apparatuur de<br />
lijn Frankrijk, Wallonië, <strong>Vlaanderen</strong> en Nederland<br />
doorvaren.<br />
DYNAMISCHE<br />
WATERWEG<br />
Een RIS heeft veel weg van een GIS<br />
(Geographical Information System). Met dat<br />
verschil dat een waterweg net iets<br />
‘dynamischer’ is dan het vasteland. Piet<br />
Creemers: “Wij - W&Z en DS - delen de<br />
karakteristieken van de vaarweg in het RIS.<br />
We voorzien een gegarandeerde diepgang,<br />
nuttige afmetingen van kunstwerken...” Het<br />
RIS is ook een iets meer ‘interactief’<br />
gebeuren dan wanneer je op de GPS door<br />
het landschap rijdt. Het ene schip is het<br />
andere niet. De schipper is bijvoorbeeld<br />
verantwoordelijk voor het correct invoeren<br />
van ‘statische reisgerelateerde informatie’,<br />
zoals bijvoorbeeld de huidige diepgang van<br />
zijn schip of classificatie van gevaarlijke<br />
lading. Die data verschijnen op het<br />
beeldscherm van de navigatiesoftware van<br />
andere waterweggebruikers. ‘Dynamische<br />
gegevens’, zoals de snelheid van het schip -<br />
speed over ground - worden van GPS-data<br />
22<br />
<strong>BINNENVAART</strong> & <strong>INDUSTRIE</strong>
<strong>BINNENVAART</strong> & <strong>INDUSTRIE</strong><br />
LDS<br />
De controlekamer van het sluizencomplex in Evergem. Het is duidelijk dat het oubollige imago van de binnenvaart achterhaald is.<br />
afgeleid. Het lokaal gegenereerde signaal<br />
kan via een DGPS-referentiestation<br />
gecorrigeerd worden maar is momenteel<br />
niet van toepassing bij W&Z en DS.<br />
AUTOMATISCHE<br />
IDENTIFICATIE (AIS)<br />
RIS neemt een centrale plaats in aan boord<br />
van een binnenschip. Er komt heel wat<br />
informatie uit verschillende kanalen samen via<br />
RIS. Dat is gebaseerd op de maritieme wereld<br />
en omvat inland-vaarkaarten met oeverlijnen,<br />
sluizen, bakens, vaargeulen... en wordt<br />
aangeboden via inland ECDIS (Electronic Chart<br />
Display and Information System) en inland AIS<br />
(Automatic Identification System).<br />
De Europese lidstaten promoten al langer het<br />
aan boord halen van AIS. Nederland,<br />
Duitsland en <strong>Vlaanderen</strong> gaven tot voor kort<br />
ook subsidies bij de aanschaf van deze<br />
apparatuur. “Iedereen die in België vaart, kon<br />
subsidie krijgen. We mochten geen<br />
onderscheid maken op basis van vlag”, legt<br />
Creemers uit. Vlaamse schippers konden op<br />
hun beurt een beroep doen op het Nederlandse<br />
of het Duitse subsidieprogramma.<br />
Van het 1.100-tal Belgische schepen<br />
(december 2012) bekwamen 900 schepen<br />
een AIS-station in <strong>Vlaanderen</strong>, Nederland of<br />
Duitsland. “Daarmee is 80% van de Belgische<br />
binnenvaartvloot met een AIS-station<br />
uitgerust”, rekent Creemers. “Over de andere<br />
20% kunnen we alleen maar gissen. Een<br />
honderdtal schepen had wellicht al een inland<br />
AIS aan boord. Moderne schepen worden<br />
daarmee immers standaard uitgerust.” Het<br />
gaat om schepen met eigen aandrijving. Niet<br />
om duwbakken. Via AIS kan je wel de totale<br />
omvang van een samenstel weergeven. Een AIS<br />
is eigenlijk een ‘transponder’ die, net als spraak<br />
(voice) trouwens, een signaal uitstuurt via het<br />
VHF-radiokanaal. Het signaal bevat<br />
identificatiedata. Maar ook de relatieve positie<br />
van het schip kan daarmee bepaald worden.<br />
Door het gebruik van VHF-radio is het signaal<br />
alvast robuuster dan het internet- en<br />
mailverkeer. De AIS staat constant op.<br />
Klasse A beroepsvaart gebruikt duurdere<br />
‘selfregulated’ transponders. Klasse B kiest<br />
eerder voor goedkopere ‘carrier sense’-<br />
toestellen. Die gaan iets minder efficiënt om<br />
met het tijdsslot. Maar beide soorten toestellen<br />
‘zien’ elkaar wel. “Wanneer klasse B ook<br />
verplicht zou worden voor de pleziervaart dan<br />
zou men kunnen hiërarchiseren of prioriteren”,<br />
stelt Piet Creemers. “Maar vandaag is het nog<br />
helemaal niet verplicht op het grondgebied van<br />
W&Z en DS.” De waterwegbeheerders streven<br />
ernaar om conform de andere EU-landen een<br />
verplichting in te voeren, momenteel is de<br />
streefdatum december 2013. “We streven<br />
naar een zo ruim en breed mogelijke invoering<br />
van AIS.” Scheepsinformatie - de identiteit van<br />
het schip, lengte, breedte, diepgang, enz.<br />
wordt in de EU gedeeld tussen de verschillende<br />
waterwegbeheerders via een rompendatabank.<br />
Wordt er een vreemd schip binnengenomen op<br />
een sluis, dan werkt men met ‘tijdelijke’ data om<br />
die dan te valideren op het Europese systeem.<br />
<strong>BINNENVAART</strong> & <strong>INDUSTRIE</strong><br />
23
<strong>Binnenvaart</strong> en IT<br />
BERICHTEN AAN DE<br />
SCHIPPERIJ<br />
Het verspreiden van ‘berichten<br />
aan de schipperij’, bijvoorbeeld bij<br />
werken, gewijzigde bedieningen,<br />
waarschuwingen, mededelingen...<br />
gebeurt via internet. Het<br />
betreft berichten die ‘gecodeerd’<br />
zijn. De ingegeven codes komen in<br />
verschillende talen toe bij de<br />
schepen die geabonneerd zijn. Het<br />
XML-bestand, waarin het bericht<br />
is opgesteld, maakt gebruik van<br />
vertaaltabellen om dezelfde input<br />
probleemloos in 23 verschillende<br />
talen weer te geven.<br />
LDS<br />
De klant/abonnee kan niet alleen de taal<br />
meegeven waarin hij de berichten wil ontvangen,<br />
maar ook de aard van de berichten.<br />
Specificeren kan naar informatie over bepaalde<br />
gebieden, periodes... Het gaat vooralsnog<br />
om waterweggerelateerde informatie. Van<br />
november tot maart is ook ijsgerelateerde<br />
informatie meegenomen. Piet Creemers:<br />
“Ook waterstandberichten, bijvoorbeeld, zouden<br />
we wel kunnen aanbieden, maar dat doen<br />
we voorlopig nog niet in afwachting van meer<br />
kwalitatieve data. Evenmin lopen weerberichten<br />
reeds via die standaard.”<br />
Het soort berichten dat opgenomen wordt -<br />
en dat ook toegankelijk is via het NtS-portaal -<br />
kan dus nog groeien. “De belangrijkste factor<br />
in het hele waterweggebeuren is immers de<br />
waterweg zelf”, stelt Creemers. Een waterweg<br />
heeft een serieuze dynamische impact.<br />
Je kan niet verzekeren dat je elke dag op<br />
dezelfde hoogte onder een brug vaart.”<br />
Een schipper kan deze berichten via zijn<br />
mailbox ontvangen en in een mapje opslaan.<br />
Maar dat kan ook via een M2M (machine-tomachine)<br />
interface. De gecertificeerde AISinstallateur<br />
kan zich eveneens abonneren op<br />
deze berichten en gaat dan eigenlijk fungeren<br />
als ‘provider’ of ‘hub’ die het bericht doorgeeft<br />
aan de schipper. Schippers zijn vrij om hun<br />
RIS-systeem ook in het buitenland te kopen.<br />
Het systeem kan dergelijk bericht afbeelden<br />
Piet Creemers: “Het is de bedoeling met de RIS-diensten de<br />
veiligheid en efficiëntie op de binnenwateren te verhogen.”<br />
op de vaarkaart. Een schipper die zijn route<br />
wil plannen op de kaart beschikt dan tegelijk<br />
over alle actuele informatie over dat traject.<br />
“Deze ‘berichten aan de schipperij’ hebben<br />
ook een rechtsgrond”, legt Creemers uit.<br />
Wanneer een schipper vertraging oploopt,<br />
omdat onderweg bijvoorbeeld een sluis<br />
gestremd is, kan hij zich naderhand op basis<br />
van die informatie indekken tegen een<br />
eventuele klacht van zijn klant.<br />
INTERNET<br />
EN LOKALE WIFI<br />
Europa beperkt de vaarkaarten tot 5 MB. Als<br />
de vaarweg niet in één cel kan, moet het<br />
traject opgedeeld worden in stukken van<br />
maximaal 5 MB. In <strong>Vlaanderen</strong> kan de schipper<br />
op bepaalde kunstwerken gebruikmaken<br />
van het lokale wifi-netwerk om er een digitale<br />
vaarkaart te downloaden. “Wij voorzien aan<br />
een aantal sluizen van W&Z en DS WiFi over<br />
500m op- en afvaart van de sluizen. We zien<br />
die WiFi als een aanvulling op de bestaande<br />
providers. We stellen deze toegang tot internet<br />
ter beschikking omdat er vraag naar is.”<br />
“We hebben er alle baat bij dat zoveel mogelijk<br />
schippers de RIS-technologieën gebruiken. 3G<br />
heeft nog steeds een beperkte dekking op de<br />
waterweg en blijft relatief traag. Je kan dat<br />
abonnement ook niet meenemen naar het buitenland.<br />
Zodra je in het buitenland vaart, lopen<br />
de roaming- en datakosten dan ook snel op.”<br />
Het WiFi-aanbod is op dit ogenblik<br />
in een ‘brede testfase’. De<br />
schipper hoeft enkel de disclaimer<br />
te accepteren. Het<br />
aanbod is ook beperkt tot<br />
watergerelateerde websites.<br />
“Deze ‘hot spots’ nemen dan ook<br />
geen business af van IT-providers.”<br />
Gerichte WiFi-antennes<br />
beperken het gebruik tot de<br />
waterweg en dus tot schippers.<br />
“In een volgende stap willen we<br />
de mogelijkheden wel ‘opentrekken’<br />
en eerder werken met een<br />
‘black list’ in plaats van een ‘white<br />
list’ van sites”, aldus Creemers.<br />
Monitoring software kijkt ondertussen<br />
toe hoe intens schippers gebruik maken<br />
van de geboden WiFi-mogelijkheden.<br />
NOG EFFICIËNTER<br />
Het kan nog efficiënter. Een volgende<br />
gerealiseerde verplichting van Europa is de<br />
uitwisseling van reis- en ladinggegevens<br />
tussen beheerders van de waterwegen en de<br />
havens. De ‘efficiëntieslag’ bestaat er dan in<br />
dat een schipper zich aanmeldt bij een haven<br />
die de informatie automatisch meestuurt<br />
naar de beheerders van de waterwegen. “De<br />
sluizen hier zijn dan onmiddellijk op de hoogte<br />
van de komst van schepen uit de haven van<br />
Gent, bijvoorbeeld.” De mondelinge VHFcommunicatie<br />
wordt zo bijgestaan met<br />
digitale informatie en verhoogt de kwaliteit<br />
van geregistreerde gegevens.<br />
“Men heeft nu een accurater zicht op de<br />
trafiek. Momenteel - sinds begin dit jaar -<br />
worden reeds een 7% van de reizen gemeld.<br />
Dit betekent concreet reeds een 2.000-tal<br />
reizen die elektronisch aan boord van het<br />
schip gemeld worden. Ook wordt de<br />
administratieve last voor de schipper verlicht.<br />
In de toekomst zal de schipper het vaargeld -<br />
zodra je <strong>Vlaanderen</strong> binnenvaart betaal je<br />
vaargeld - elektronisch kunnen betalen. Aan<br />
sluizen dus gewoon afchecken en doorvaren.”<br />
Creemers beseft dat deze efficiëntiestap<br />
tegelijk zal leiden tot verlies van rechtstreeks<br />
contact met de schipper. “We zouden<br />
eigenlijk ook kunnen werken op basis van de<br />
24<br />
<strong>BINNENVAART</strong> & <strong>INDUSTRIE</strong>
<strong>BINNENVAART</strong> & <strong>INDUSTRIE</strong><br />
AIS-gegevens. Dat signaal kan ook beperkte<br />
reis- en ladingsinformatie bevatten. Maar<br />
vooral onafhankelijke schippers zijn er<br />
gevoelig voor dat soort informatie in te geven<br />
in het systeem. Want dan zijn die data ook<br />
toegankelijk voor de concurrentie. Bijgevolg<br />
verkiezen we een veiliger manier om deze<br />
gevoelige informatie uit te wisselen, namelijk<br />
via elektronische meldsoftware.”<br />
Er wordt gestreefd naar een zo licht mogelijke<br />
administratie. Een schip dat vertrekt bij DS en<br />
bij W&Z komt lossen, moet maar één factuur<br />
voor vaarrechten verwachten. Container ranges<br />
- schepen die lading lossen op verschillende<br />
plaatsen - krijgen één factuur. Veel<br />
verschillende losplaatsen op één reis is echter<br />
niet evident. Landen, laden en lossen is een<br />
arbeidsintensieve klus. Schippers zullen zoveel<br />
mogelijk opladen en ontladen per landing.<br />
KERS OP DE TAART:<br />
‘ONE STOP WINDOW’<br />
RIS omvat een ruime groep van diensten die<br />
de veiligheid verhogen en bijdragen tot de<br />
efficiëntie op en langs de waterweg. Steeds<br />
meer komt de focus ook op het logistieke<br />
gebeuren en de afhandeling aan de wal te<br />
liggen. En dan gaat het niet enkel om<br />
gedigitaliseerde stewage- of ladingsplannen.<br />
“Men is vragende partij om wat vroeger via<br />
telefoon verliep - denk aan het verstrekken<br />
van aanlooptijden - te automatiseren.”<br />
“De toepassing die we nu laten ontwikkelen<br />
wordt de kers op de taart”, zegt Creemers.<br />
Het innen van de vaarrechten, de NtSberichten...<br />
Eerst werden de bouwstenen<br />
gebouwd. “Het is nu de bedoeling al die<br />
afzonderlijke datastromen samen te brengen,<br />
alles samen op één permanent geactualiseerde<br />
kaart te zetten, en daarrond nieuwe<br />
diensten aan te bieden.” Dus een ‘single<br />
window’ voor de scheepvaart en waterwegen<br />
in <strong>Vlaanderen</strong>.<br />
Alle waterwegen zullen bijvoorbeeld ook via<br />
‘mobile mapping’ - zoals Google Streetview - in<br />
360° panoramische foto’s opgeslagen worden<br />
met daarbovenop de coördinaten van alle<br />
objecten als bolders, signalen, steigers,<br />
kunstwerken, enz. Deze kaarten zullen ook<br />
regelmatig geactualiseerd worden. Een nevenproduct<br />
daarvan kan een ‘online viewer’ zijn.<br />
W&Z beschikt over camera’s aan sluizen,<br />
bijvoorbeeld, maar houdt die beelden in huis.<br />
“We gaan geen live camerabeelden aan<br />
externen aanbieden.” Dat heeft weer met de<br />
privacy-problematiek te maken.<br />
Creemers onderzocht wel beeldbewerkingssoftware<br />
om bijvoorbeeld ‘on the fly’ bepaalde<br />
informatie uit een videobeeld weg te filteren of<br />
te verdoezelen. “Maar ik heb nog geen<br />
werkende toepassing gevonden. Dergelijke<br />
applicatie, als ze al zou bestaan, zou dus<br />
wellicht té duur zijn.”<br />
De grote uitdaging? De digitalisering van de<br />
waterweg is een onderneming op langere<br />
termijn. De operatie wordt mede door de EU<br />
gefinancierd in het TEN-T kader. “Dat betekent<br />
dat alles drie jaar op voorhand al moet<br />
uitgetekend worden”, zegt Creemers. Projecten<br />
worden in logische blokken opgedeeld. “Er<br />
loopt veel parallel. De implementatie van het<br />
ene luik van een project is afhankelijk van het<br />
andere. Alle technische zaken en ontwikkelingen<br />
worden uitbesteed.”<br />
www.industrie.be<br />
●<br />
Online routeplanner voor de binnenvaart<br />
De ‘routeplanner’ die op stapel staat houdt<br />
rekening met de maten van het schip en de<br />
lading om de optimale reisweg uit te tekenen. De<br />
toepassing incorporeert flessenhalzen - de<br />
laagste brug, de smalste geul - en bij het<br />
calculeren van aankomsttijden wordt ook<br />
gekeken naar doorsnee wachttijden aan sluizen.<br />
De applicatie bevat basisinformatie voor wie<br />
kennis wil maken met de mogelijkheden van het<br />
waterwegennet. De promotietool, die gratis is<br />
en door iedereen gebruikt kan worden, zou nog<br />
voor de zomer online komen. Verladers en<br />
ondernemingen kunnen al langer terecht op de<br />
website www.containerafvaarten.be.<br />
Aan de hand van Google-kaarten geeft die aan<br />
wie containerlijndiensten aanbiedt. Het volstaat<br />
de locatie van het bedrijf in te tikken, om een lijst<br />
te zien met de binnenvaartcontainerterminals in<br />
de buurt. Vervolgens geeft men de terminal van<br />
bestemming op.<br />
De verlader krijgt de beschikbare containerafvaarten<br />
met dag en uur van afvaart,<br />
transittijd, agent, telefoonnummers, website,<br />
enz. Alles in real-time. “Er zijn drie grote<br />
deelgebieden bij het informatiseren van de<br />
binnenvaart: de schepen en de uitrusting, de<br />
waterwegbeheerders en havenautoriteiten en<br />
de verladers, expediteurs en operatoren”,<br />
stelt Paul Lambrechts, verantwoordelijk voor<br />
de marktwerking bij <strong>Promotie</strong> <strong>Binnenvaart</strong><br />
<strong>Vlaanderen</strong>. Een routeplanner onderscheidt<br />
zich van een ‘reisplanner’ die veel dichter<br />
aansluit op de realiteit en daarbij gebruik<br />
maakt van actuele data uit allerlei bronnen:<br />
AIS, RIS... “Met AIS kijken schippers voorbij de<br />
radar en zien ze wie waar vaart en hoe snel.”<br />
Die informatie is een voordeel bij het<br />
navigeren. Die informatie wordt ook aan land<br />
gebruikt. Voor verkeersmanagement en bij<br />
calamiteiten, bijvoorbeeld. Ook verladers en<br />
operatoren gebruiken AIS voor het traceren<br />
en volgen van een schip, van hun lading.<br />
Privacy kan hier een rol spelen. In een<br />
gesloten systeem is dat geen probleem, maar<br />
AIS is een open radiosysteem. De informatie<br />
kan door iedereen opgepikt worden, uitgezet<br />
op een kaart en op een website gezet. De AISinstallatie<br />
staat in principe permanent op.<br />
Soms zet een schipper toch al eens een<br />
transponder af. Maar zo eenvoudig blijkt dat<br />
niet te zijn. Zo’n installatie is immers gekeurd.<br />
Op dit ogenblik is het gebruik van inland AIS<br />
verplicht in de haven van Antwerpen (sinds 1<br />
januari 2012) en in de haven van Gent (sinds<br />
1 januari 2013). “In de loop van dit jaar zullen<br />
nog veel havens dat voorbeeld volgen”, zegt<br />
Lambrechts. De CCR - Centrale Commissie<br />
voor de Rijnvaart - wil een AIS-plicht op de Rijn<br />
tegen eind 2013. Ondertussen is de AIS ook<br />
verplicht in Hongarije en Oostenrijk (Donau).<br />
<strong>BINNENVAART</strong> & <strong>INDUSTRIE</strong><br />
25
Seine-Scheldeverbinding<br />
Door Erwin Vanvuchelen<br />
OP CRUISE NAAR PARIJS<br />
Met de realisatie van de Seine-Scheldeverbinding wordt de komende jaren een belangrijke missing<br />
link in het Europese waterwegennet weggewerkt. Vrachtschepen tot 4400 ton zullen vanop de<br />
Seine via een nieuw kanaal in Frankrijk en de Leie en de Ringvaart rond Gent naar de Schelde en de<br />
rest van Europa kunnen varen. Ook het milieu en het toerisme krijgen in dit infrastructuurproject<br />
ruim aandacht. Een riviercruise naar Parijs zou vanaf 2020 mogelijk moeten zijn.<br />
In Europa is het bekken van de Seine<br />
quasi geïsoleerd van het voor de rest<br />
goed uitgebouwde net van bevaarbare<br />
rivieren en kanalen. Naar het noorden<br />
zijn er in het verleden wel twee kanalen<br />
aangelegd, waarvan het Canal du Nord het<br />
meest bekende is, maar die kunnen slechts<br />
schepen tot 600 ton aan. Voorstellen om<br />
deze verbinding te verbeteren bestaan er al<br />
meer dan dertig jaar maar stootten in het<br />
verleden steevast op tegenkanting van onder<br />
meer de zeehavens van Rouen en Le Havre,<br />
die de competitie van Antwerpen en Rotterdam<br />
vrezen. Zeven jaar geleden kwam het<br />
project dan toch in een stroomversnelling, nadat<br />
Europa de verbinding mee opnam in haar<br />
Trans Europees Vervoersnetwerk (TEN-T) en<br />
met subsidies over de brug kwam om de nodige<br />
infrastructuurwerken te ondersteunen.<br />
“In Frankrijk moet een nieuw kanaal gebouwd<br />
worden, over een afstand van 106 km”, legt<br />
ir. Eric Van den Eede, algemeen directeur bij<br />
Waterwegen en Zeekanaal NV, uit. “In ons<br />
land loopt het traject langs de Leie en de<br />
Ringvaart rond Gent, die aangepast moeten<br />
worden om schepen tot 4400 ton aan te<br />
kunnen. Dat zijn duwkonvooien van 185<br />
meter lengte en 11,4 meter breedte, met<br />
een diepgang van 3,5 meter.”<br />
ÉÉN UITGESTREKTE<br />
<strong>INDUSTRIE</strong>ZONE<br />
Recent was er andermaal onzekerheid of de<br />
nieuwe verbinding er zou komen omdat de<br />
nieuwe regering in Frankrijk om budgettaire<br />
redenen besloten had om alle geplande<br />
infrastructuurwerken nog eens grondig onder<br />
Het project in Harelbeke is het meest omvangrijk omdat de Leie er dwars door het centrum loopt.<br />
de loep te nemen. Ondanks een negatief heen het nieuwe kanaal Seine Nord Europe<br />
auditrapport onderschreef de bevoegde ook bereiken. Er waren wat problemen omdat<br />
minister Cuvillier opnieuw het belang van het de gebudgetteerde kost voor de aanleg van<br />
nieuwe kanaal - ook al omdat de bouw gepaard<br />
gaat met de ontwikkeling van vier Dat zal met 1 tot 1,5 miljard teruggebracht<br />
het kanaal opgelopen was tot 7 miljard euro.<br />
nieuwe multimodale platformen langsheen de moeten worden. Europa heeft intussen van<br />
route, wat een enorme hefboom zal betekenen<br />
voor de economische ontwikkeling van die het project op te trekken van 6 naar 30%. De<br />
haar kant toegezegd om de subsidiëring van<br />
regio’s. Hij gaf wel aan Voies Navigables de financiering zou nu geen probleem meer mogen<br />
zijn.”<br />
France (VNF) de opdracht om tegen eind<br />
2013 de technische randvoorwaarden van<br />
het project te herbekijken om zo de kostprijs In ons land zijn intussen al heel wat aanpassingswerken<br />
uitgevoerd aan de Leie en de<br />
te drukken.<br />
Eric Van den Eede: “De ontwikkeling langs het Gentse Ringvaart, en bijkomende infrastructuurwerken<br />
staan momenteel op stapel. Het<br />
nieuwe kanaal is geïnspireerd op het Albertkanaal<br />
in ons land. Daarvan ziet men ook dat budget voor het Vlaamse deel van de Seinehet<br />
sinds de jaren 60 geëvolueerd is tot één Scheldeverbinding bedraagt circa 400<br />
grote industriezone, van in Antwerpen tot miljoen euro, waarvoor <strong>Vlaanderen</strong> net als<br />
voorbij Hasselt. In Frankrijk wil men dat langs-<br />
Frankrijk, Europese subsidies krijgt.<br />
RV/W&Z<br />
26<br />
<strong>BINNENVAART</strong> & <strong>INDUSTRIE</strong>
<strong>BINNENVAART</strong> & <strong>INDUSTRIE</strong><br />
“In Kortrijk zijn zes bruggen herbouwd. Daar<br />
hebben we nog net op tijd de plannen kunnen<br />
aanpassen aan de eisen van de Seine-<br />
Scheldeverbinding”, zegt Eric Van den Eede.<br />
“De grootste infrastructuurwerken op ons<br />
grondgebied zijn de nieuwe sluizen die<br />
gebouwd zullen worden in Harelbeke en Sint-<br />
Baafs-Vijve. Het project in Harelbeke is het<br />
meest omvangrijk omdat de Leie er door het<br />
centrum loopt en helemaal aangepast moet<br />
worden, iets waar verschillende partijen bij<br />
betrokken zijn en technisch gezien zeer<br />
complex is. We hebben daar voor een Design<br />
& Build formule gekozen waarbij een groep<br />
van aannemers zowel de plannen maakt als<br />
de uitvoering realiseert, zodat we volop<br />
gebruik kunnen maken van de kennis die in de<br />
markt aanwezig is. Het project zal zeer<br />
binnenkort toegewezen worden. In Wervik zijn<br />
recent de werken gestart om op de grens een<br />
nieuwe brug te bouwen. Dat project was al<br />
gepland maar is nu ook aangepast in functie<br />
van de Seine-Scheldeverbinding.”<br />
W&Z onderzoekt de mogelijkheid om een tiental meanders weer met de Leie te verbinden.<br />
RV/W&Z<br />
DREMPEL LAGER DAN<br />
GEDACHT<br />
Een opvallende evolutie van de laatste jaren is<br />
dat waterwegbeheerders als Waterwegen en<br />
Zeekanaal zich niet langer beperken tot het<br />
aanbieden van een infrastructuur, maar dat<br />
ze actief meewerken aan de economische<br />
ontwikkeling ervan. Eric Van den Eede ziet<br />
voor de Seine-Scheldeverbinding alvast een<br />
mooie toekomst: “De prognoses zijn dat langs<br />
de nieuwe verbinding tegen 205025 à 30<br />
miljoen ton vracht per jaar vervoerd zal<br />
worden. Dat kunnen de E17 in ons land en de<br />
A1 in Frankrijk gewoon niet verwerken. De<br />
ambitie blijft om het aandeel van de<br />
binnenvaart in het transport op te krikken. Nu<br />
is dat 12 à 13%, maar dat zou naar 20%<br />
moeten kunnen evolueren.”<br />
Zit de binnenvaart dan niet met een aantal<br />
intrinsieke beperkingen die het moeilijk maken<br />
om logistieke uitdagingen zoals just-in-time<br />
leveringen over het water te realiseren?<br />
Eric Van den Eede: “Die just-in-time leveringen<br />
zijn een mooi voorbeeld, omdat transport<br />
over het water daarin juist heel goed scoort.<br />
In Frankrijk moet een nieuw kanaal gebouwd worden, over een afstand van 106km.<br />
Alles hangt er vanaf wanneer je vertrekt<br />
natuurlijk. Het feit dat vervoer over het water<br />
trager gaat, moet je ook durven relativeren.<br />
De gemiddelde snelheid bedraagt 15 of<br />
18km per uur. Maar over het spoor is dat<br />
niet veel meer, omdat het goederenvervoer<br />
veel tijd verliest in rangeerstations. Ook<br />
vrachtwagens doen het qua snelheid niet veel<br />
beter. Recent is nog een studie gepubliceerd<br />
die aangeeft dat de gemiddelde snelheid van<br />
vrachtwagens in België maar een goede<br />
32km per uur bedraagt.”<br />
Volgens Eric Van den Eede ligt de drempel<br />
voor de binnenvaart veel lager dan vaak<br />
gedacht wordt: “Vroeger werd gezegd dat<br />
binnenvaart rendabel is vanaf een afstand<br />
van 350km. In ons land zie je al heel wat<br />
succesvolle projecten waarbij de afstand<br />
niet meer dan 50 of 60km bedraagt. En<br />
als er een faire competitie zou komen<br />
waarbij het wegvervoer de reële kost moet<br />
betalen - het rekeningrijden - zal de<br />
drempel voor de binnenvaart nog lager<br />
worden.”<br />
RV/W&Z<br />
<strong>BINNENVAART</strong> & <strong>INDUSTRIE</strong><br />
27
Seine-Scheldeverbinding<br />
“Er worden nu al heel wat initiatieven<br />
genomen om actief aan klantenwerving te<br />
doen. Zodra bedrijven hun goederenstromen<br />
analyseren zien ze vaak dat de binnenvaart<br />
daarin een belangrijke rol kan spelen. Er zijn al<br />
heel wat voorbeelden van bedrijven waarvan<br />
je het absoluut niet zou verwachten, die met<br />
succes gebruik maken van transport over het<br />
water. Vaak speelt daarin ook de ambitie mee<br />
om de ecologische voetafdruk te beperken.<br />
Kijk bijvoorbeeld naar Procter & Gamble dat<br />
voor de distributie van containers al<br />
gebruikmaakt van waterwegen. Ook in heel<br />
wat steden wordt al volop gewerkt aan de<br />
promotie van de binnenvaart, bijvoorbeeld<br />
voor het afvoeren van huishoudelijk afval,<br />
maar ook om leveringen aan winkels te<br />
centraliseren zodat het aantal vrachtwagens<br />
in de stad beperkt kan worden.”<br />
NATUURLIJKE BIOTOOP<br />
Niet alleen scoort het transport over water<br />
erg hoog inzake milieuvriendelijkheid, in de<br />
geplande infrastructuurwerken voor de Seine-<br />
Scheldeverbinding wordt ook veel aandacht<br />
besteed aan het zogenaamd rivierherstel.<br />
In totaal gaat het om ongeveer een<br />
derde van de totale kostprijs.<br />
“In het verleden is de Leie<br />
omwille van de scheepvaart<br />
op heel wat<br />
plaatsen rechtgetrokken.<br />
Die afgesneden<br />
meanders worden nu<br />
terug open gegraven<br />
en ingeschakeld in het<br />
waterbeheer”, legt<br />
Eric Van den Eede uit.<br />
RV/W&Z<br />
Eén langgerekte industrie-as<br />
Met een jaarlijkse trafiek van meer dan 40<br />
miljoen ton is het Albertkanaal een van de<br />
belangrijkste kanalen van België. Ook op<br />
Europees niveau speelt het een belangrijke<br />
rol en is het erkend als klasse 5B kanaal. De<br />
afgelopen jaren zijn al heel wat infrastructuurwerken<br />
uitgevoerd om te voldoen aan de<br />
specificaties die in dit verband met Europa<br />
afgesproken werden. Alle bruggen moeten<br />
verhoogd worden tot 9,10m zodat containers<br />
op vaartuigen 4 hoog gestapeld kunnen<br />
worden. Op het traject tussen Antwerpen en<br />
Wijnegem moet het kanaal op een aantal<br />
plaatsen ook nog verbreed worden zodat<br />
duwvaartkonvooien elkaar op een vlotte en<br />
veilige manier kunnen kruisen. Het kanaal is<br />
bestemd voor duwvaartkonvooien tot<br />
10.000 ton. De aanpassingswerken in de<br />
omgeving Antwerpen zijn opgestart.<br />
Opmerkelijk aan het Albertkanaal is dat het<br />
één langgerekte industrie-as geworden is. De<br />
nv De Scheepvaart, die als waterwegbeheerder<br />
verantwoordelijk is voor het<br />
Albertkanaal, beheert ook heel wat gronden<br />
langs het kanaal en voert een actief beleid<br />
voor de industriële ontwikkeling ervan. “Het<br />
kanaal is destijds gebouwd als verbinding<br />
tussen Antwerpen en Luik om de aan- en<br />
afvoer van goederen naar de Luikse regio<br />
mogelijk te maken”, legt gedelegeerd bestuurder<br />
Erik Portugaels, uit. “Ondertussen<br />
is het laden en lossen langs het kanaal<br />
belangrijker geworden dan de doorvaart van<br />
Antwerpen naar Luik. Langs het kanaal<br />
worden industriezones ontwikkeld voor<br />
bedrijven met watergebonden activiteiten.<br />
Dat wil zeggen dat ze voor hun transport van<br />
het water gebruikmaken. Bestaande<br />
bedrijven langs het kanaal kunnen van de<br />
overheid subsidies krijgen voor het bouwen<br />
van kaaimuren.”<br />
Intussen zijn ook al heel wat projecten<br />
opgezet langs het Albertkanaal om de binnenvaart<br />
verder te promoten als volwaardig<br />
alternatief voor transport over de weg. Er zijn<br />
proefprojecten met vooruitgeschoven depots<br />
waar goederenstromen geclusterd worden<br />
zodat ook kleinere bedrijven gebruik kunnen<br />
maken van de binnenvaart. Er worden<br />
experimenten opgezet met nieuwe types van<br />
goederen en aangepaste laad- en lostechnieken.<br />
De moderne binnenvaart biedt<br />
een zeer divers aanbod aan transportmogelijkheden.<br />
In <strong>Vlaanderen</strong> loopt het traject in<br />
hoofdzaak via de Leie en de Ringvaart rond<br />
Gent naar het kanaal Gent-Terneuzen.<br />
“De aanpassingen in de jaren 60 en 70<br />
hebben van de Leie een recht kanaal gemaakt<br />
wat het hydraulisch regime veranderd heeft.<br />
Bij een regenbui gaat het water nu veel sneller<br />
stroomafwaarts waardoor op heel wat<br />
plaatsen wateroverlast kan ontstaan. Door de<br />
oude rivierarmen weer open te graven kunnen<br />
ze gebruikt worden om een deel van dat water<br />
tijdelijk op te vangen. Planten en dieren krijgen<br />
bovendien hun natuurlijke biotoop terug.<br />
Daarom worden op sommige plaatsen ook<br />
vooroevers gebouwd die de natuurlijke oevers<br />
van de Leie moeten beschermen tegen de<br />
golfslag van de schepen zodat ook daar de<br />
natuurlijke habitat van heel wat planten en<br />
dieren terugkeert.”<br />
In de Seine-Scheldeverbinding gaat het dus<br />
lang niet alleen over het vervoer van goederen.<br />
Naast de inspanningen die gedaan worden<br />
voor het natuurbeheer krijgen ook recreatie en<br />
toerisme ruim aandacht. Een recent fenomeen<br />
dat de waterwegbeheerders toejuichen is de<br />
opkomst van riviercruises en andere vormen<br />
van waterrecreatie. De integratie van Parijs in<br />
het Europese waterwegennet zal dat fenomeen<br />
zeker een bijkomende boost bezorgen.<br />
www.industrie.be<br />
●<br />
28<br />
<strong>BINNENVAART</strong> & <strong>INDUSTRIE</strong>
Interview met Patrick Moenaert, voorzitter <strong>Promotie</strong> <strong>Binnenvaart</strong> <strong>Vlaanderen</strong><br />
PUBLIREPORTAGE<br />
‘ELKE CONTAINER PER SCHIP IS EEN<br />
VRACHTWAGEN OP DE WEG MINDER’<br />
“De binnenvaart heeft grote troeven: het is milieuvriendelijk, veilig en snel.” Patrick Moenaert, kersvers<br />
voorzitter van <strong>Promotie</strong> <strong>Binnenvaart</strong> <strong>Vlaanderen</strong> (PBV), is een believer. Als ex-burgemeester is hij<br />
bovendien een man van de communicatie en de consensus. Alle neuzen, ook die van de logistieke<br />
verantwoordelijken in de bedrijfswereld, moeten volgens hem dringend in dezelfde richting gaan wijzen.<br />
Na 18 jaar burgemeester te zijn geweest van<br />
Brugge, zette Patrick Moenaert begin dit jaar<br />
bewust een stapje opzij, met een groot<br />
verlangen naar meer ademruimte voor<br />
zichzelf. Actief wou hij zeker blijven, zij het<br />
met de vaste wil om voortaan beter zelf zijn<br />
agenda te bepalen. Het aanbod, in het<br />
voorjaar, om voorzitter te worden van<br />
<strong>Promotie</strong> <strong>Binnenvaart</strong> <strong>Vlaanderen</strong> (PBV)<br />
paste perfect binnen dat voornemen.<br />
Mobiliteit is altijd een dada geweest van de<br />
ex-burgemeester. Lang geleden, toen hij nog<br />
in de oppositie zat, schaafde hij mee aan de<br />
blauwdruk van een mobiliteitsbeleid voor<br />
Brugge, die later ook effectief werd<br />
uitgevoerd. De stad, die vele toeristen<br />
ontvangt, moest leefbaar blijven. “Alleen al<br />
de haven van Zeebrugge zorgt voor veel<br />
trafiek en slechts twee procent daarvan gaat<br />
langs de binnenvaart. Dat zou 25 procent<br />
moeten worden”, weet Moenaert. De<br />
kersverse voorzitter beseft al te goed dat hij<br />
voor een grote uitdaging staat.<br />
Komt uw rijke ervaring als politicus en<br />
burgemeester van pas bij dit nieuwe<br />
bestuursmandaat?<br />
PATRICK MOENAERT: Zeker. Een politicus is<br />
contactvaardig, of zou dat toch moeten zijn.<br />
Als ex-burgemeester weet ik wat netwerken is.<br />
Toen ik de vraag van PBV kreeg, zei de<br />
opdracht me direct wel wat. Ik moet in deze<br />
functie contacten leggen op verschillende<br />
niveaus: lokaal, Vlaams, Belgisch en<br />
Europees. Dat we al een netwerk van<br />
Europese contacten hebben opgebouwd, is<br />
niet onbelangrijk, want op dat niveau zitten<br />
wel wat fondsen. Als we de problemen<br />
waarmee de binnenvaart geconfronteerd<br />
wordt willen aanpakken, zullen we toch ook<br />
heel wat binnen de Europese context moeten<br />
regelen.<br />
Patrick Moenaert, voorzitter PBV.<br />
Mobiliteit is altijd een dada geweest van<br />
de ex-burgemeester.<br />
U bent nog volop aan het ‘studeren’,<br />
legt hier en daar uw oor te luister. Hebt<br />
u al gesprekken kunnen voeren met de<br />
varende ondernemers?<br />
MOENAERT: Toen mijn eerste contacten met<br />
de varende ondernemers gepland stonden,<br />
braken net de recente protestacties van de<br />
binnenschippers uit. Nu die voorbij zijn, wil ik<br />
zo snel mogelijk ontmoetingen regelen met<br />
hen in elke provincie, en dat doe ik met veel<br />
plezier. Ik wil van hen zelf horen wat er leeft.<br />
Die acties hebben bewezen dat er wel<br />
wat onvrede heerst bij de binnenschippers.<br />
Begrijpt u wat hen dwars zit?<br />
MOENAERT: Ik heb de acties vanop de eerste<br />
rij gevolgd en won heel wat inside informatie<br />
in. Het is duidelijk dat hun problemen groot<br />
zijn. Ik hoop dat ik ze mee kan helpen<br />
oplossen, precies omdat het een sector met<br />
een enorme dynamiek en vele mogelijkheden<br />
is. Er moeten echt wel een aantal zaken<br />
uitgeklaard worden, zoals de overcapaciteit<br />
die zwaar drukt op de tarieven.. Wij zijn als<br />
organisatie betrokken bij de werkgroep die<br />
opgestart werd om op korte termijn een<br />
uitweg te vinden. Ook op Europees niveau<br />
moeten wij de concurrentiepositie van onze<br />
binnenvaart aankaarten. We moeten met<br />
iedereen aan tafel gaan zitten. Zorgen dat de<br />
neuzen in dezelfde richting wijzen. In<br />
verspreide slagorde bereik je niets.<br />
De binnenschippers klagen dus dat ze<br />
te weinig loon naar werken krijgen?<br />
MOENAERT: Ja. De lage tarieven en de hoge<br />
lasten zorgen voor financiële problemen bij<br />
steeds meer binnenvaartondernemers? Het is<br />
echt wel moeilijk om kostendekkend te varen<br />
en het is begrijpelijk dat niemand met verlies<br />
wil werken. Dit moet structureel aangepakt<br />
worden. We moeten het ook internationaal<br />
bekijken: hoe kunnen de afspraken met de<br />
buurlanden gemaakt worden? De verantwoordelijkheid<br />
wordt nu gelegd bij de<br />
vervoerder, de tussenpersonen en de<br />
binnenvaartondernemer. Dat alle partijen<br />
mee aansprakelijk kunnen gesteld worden, is<br />
een heel belangrijk gegeven. Met<br />
vrijblijvende, loze beloften komen we niet<br />
meer vooruit. Er moet snel een wettelijke<br />
regeling komen. Ik geloof dat dit kan.<br />
<strong>BINNENVAART</strong> & <strong>INDUSTRIE</strong><br />
29
Interview met Patrick Moenaert, voorzitter <strong>Promotie</strong> <strong>Binnenvaart</strong> <strong>Vlaanderen</strong><br />
“Als we de binnenvaart willen promoten, is het evident dat we ons richten tot de bedrijfswereld. We hebben een sterk verhaal vertellen”, zegt Patrick Moenaert.<br />
Wat kan de overheid doen om deze<br />
transportmodus nog te doen groeien?<br />
MOENAERT: <strong>Vlaanderen</strong> heeft het lot van de<br />
binnenvaart altijd serieus genomen. Denk<br />
alleen al aan de oprichting van PBV, 20 jaar<br />
geleden. Binnen de discussie over de<br />
transportmodi was dat een redelijk visionaire<br />
daad. De voorbije twee decennia zijn<br />
vruchtbaar geweest. In <strong>Vlaanderen</strong> In Actie zit<br />
het project Flanders Inland Shipping Network<br />
(FISN), waarbij alle actoren samenkomen om<br />
de strategie voor het opwaarderen van de<br />
binnenvaart uit te stippelen. Innovatie is<br />
daarbij een belangrijk punt, net als het<br />
inschakelen van de kleinere waterwegen.<br />
Waar wij als PBV zelf verantwoordelijk voor<br />
zijn, is de opleiding van de matrozen. Daar is<br />
een grote behoefte aan. Ook de communicatie<br />
en de image building zijn belangrijke<br />
taken voor onze organisatie.<br />
U wil alle spelers bij elkaar brengen, om<br />
samen stappen vooruit te zetten. Is dat in<br />
het verleden dan te weinig gebeurd?<br />
MOENAERT: Ik voel binnen de vereniging<br />
toch heel sterk de verwachting dat er binnen<br />
de Raad van Bestuur meer ten gronde<br />
gediscussieerd wordt. Niet alleen over<br />
formele zaken, maar ook over alle gevoelige<br />
items. Het gezelschap op die bestuursvergaderingen<br />
is zeer divers. Er zit 36 man<br />
rond de tafel: vertegenwoordigers van de<br />
verschillende overheden, de private sector,<br />
short sea shipping en ga zo maar door. Om nog<br />
betere resultaten te bekomen, is het<br />
belangrijk een consensus te vinden. Ik heb<br />
met mijn staf de eerstvolgende vergadering al<br />
voorbereid, om te zien hoe we nog korter op<br />
de bal kunnen spelen en de échte problemen<br />
op de agenda kunnen zetten.<br />
U wil zwaar inzetten op het sensibiliseren<br />
van de bedrijfswereld voor de troeven van<br />
de binnenvaart als transportmiddel. Hoe<br />
denkt u de logistieke verantwoordelijken<br />
van ondernemingen over de streep te<br />
kunnen trekken?<br />
MOENAERT: We starten daarbij niet van nul.<br />
Ook in het verleden liepen er, met dat doel<br />
voor ogen, contacten via de Kamers van<br />
Koophandel. Persoonlijk ken ik de wereld van<br />
Voka en het VBO ook heel goed. Als we de<br />
binnenvaart willen promoten, is het evident<br />
dat we ons richten tot de bedrijfswereld. We<br />
hebben een sterk verhaal te vertellen, dat in<br />
ieders voordeel is. We kunnen bedrijven<br />
duidelijk maken wat de meerwaarde is voor<br />
hun product op lange termijn. De<br />
ondernemers zijn trouwens vragende partij.<br />
VEA, de vereniging van expediteurs, heeft al<br />
infosessies aangevraagd. Een heel concreet<br />
initiatief dat we hebben gelanceerd, is de<br />
website containerafvaarten.be. Je kan daar je<br />
vertrekpunt, je bestemming en je tijdsschema<br />
intikken en vervolgens krijg je een overzicht<br />
van de transportmogelijkheden via de<br />
binnenvaart voor dat vervoer. Met PBV werken<br />
we ook nog aan een routeplanner, waarvan<br />
het principe ongeveer hetzelfde is: je geeft je<br />
noden in en de routeplanner geeft de<br />
optimale route weer, vertelt je welk schip het<br />
meest geschikt is en wat de diepgang is van<br />
de kanalen die je kan volgen. Dit zijn<br />
hedendaagse tools.<br />
Welke economische en logistieke voordelen<br />
van de binnenvaart zijn volgens u te<br />
weinig bekend?<br />
MOENAERT: Ik denk dat u hier effectief de<br />
essentie raakt: onbekend is onbemind. In<br />
2002 was er Promodi: een onderzoek van het<br />
toenmalige VEV (nu Voka, nvdr) en het<br />
30<br />
<strong>BINNENVAART</strong> & <strong>INDUSTRIE</strong>
PUBLIREPORTAGE<br />
Patrick Moenaert: “Elke transportmodus heeft zijn risico’s, maar de veiligheid van de binnenvaart ligt procentueel toch hoger dan bij de rest.”<br />
Centrum voor Industrieel Beleid naar de<br />
kost, de duurtijd, de veiligheid en de flexibiliteit<br />
van de alternatieve modi voor het goederenvervoer.<br />
Toen al haalden de bedrijven<br />
die de binnenvaart als transportmodus<br />
gebruikten een hogere performantiescore dan<br />
de niet-gebruikers. Toegegeven, de<br />
flexibiliteit is niet de sterkste kant van de<br />
binnenvaart, maar op het vlak van kosten en<br />
veiligheid levert het wel degelijk een bonus<br />
op. Elke transportmodus heeft zijn risico’s,<br />
maar de veiligheid van de binnenvaart ligt<br />
procentueel toch hoger dan bij de rest. Dat de<br />
binnenvaart nog ondergewaardeerd wordt bij<br />
de bedrijven die het niet gebruiken, staat<br />
vast. De troeven zijn nochtans niet min: de<br />
binnenvaart is milieuvriendelijk, veilig en<br />
snel. Het vereist wel goede afspraken. Zoals<br />
hier in Brugge, waar we een tiental bruggen<br />
over water hebben in de binnenstad. Omdat<br />
je ook rekening moet houden met het andere<br />
verkeer, waren faire afspraken nodig om de<br />
toegankelijkheid van het centrum te<br />
garanderen én de binnenvaart vlot te laten<br />
verlopen. Het is een groot voordeel dat<br />
schepen op tijd leveren. Van files hebben ze<br />
geen last. Hoeveel kilometer staat het<br />
autoverkeer elke ochtend stil? De<br />
maatschappelijke kost daarvan - de stress en<br />
het tijdverlies die dat met zich meebrengt - is<br />
eigenlijk onberekenbaar. Het Federaal<br />
Planbureau heeft berekend dat tegen 2030<br />
het autoverkeer nog met 68 procent zal<br />
toenemen. We kunnen geen rijvakken bij<br />
blijven creëren. Let op, 2030 is in feite<br />
overmorgen. Tegen dat je je dossiers klaar<br />
hebt, middelen kunt vrijmaken en men de<br />
maatregelen kan uitvoeren, ben je al zo ver.<br />
Het is dus 5 over 12.<br />
Is het waternetwerk voldoende<br />
uitgebouwd om er logistiek efficiënt<br />
gebruik van te maken?<br />
MOENAERT: We hebben een zeer dicht netwerk<br />
van waterwegen, dat ook Europees goed<br />
ontsloten is. Elk bedrijf ligt op maximaal 20<br />
kilometer van een van de waterwegen. Er zijn<br />
natuurlijk nog pijnpunten die aangepakt<br />
moeten worden. Rond Zeebrugge, Kortrijk en<br />
Antwerpen bijvoorbeeld. De trechters die zich<br />
daar bevinden, moeten eruit. Er ligt nog veel<br />
werk op de plank en de bevoegde Vlaamse<br />
overheid, en in het bijzonder minister van<br />
Mobiliteit Hilde Crevits, beseft dat zeer goed.<br />
Er zullen bijvoorbeeld middelen vrijkomen<br />
om de aanlegsteigers aan te pakken.<br />
Investeringen zijn nodig om de binnenvaart<br />
nog aantrekkelijker en toegankelijker te<br />
maken en vlotter te doen draaien. Voor een<br />
betere toegankelijkheid moeten hier en daar<br />
de bruggen ook verhoogd worden. In tijden<br />
van beperkte budgettaire mogelijkheden ligt<br />
dat niet voor de hand, maar de overheden<br />
zullen toch een gezamenlijke strategie moeten<br />
uitwerken om een tandje bij te steken.<br />
U gelooft dat de waterwegen de wegen<br />
van de toekomst kunnen worden?<br />
MOENAERT: Absoluut. Om heel concreet te<br />
zijn: 20 jaar geleden schatte men dat tegen<br />
vandaag op de expresweg naar de E40, dwars<br />
door Brugge, om de 20 seconden een<br />
vrachtwagen zou rijden. Die voorspelling is<br />
uitgekomen: het rechterrijvak is nu één lange<br />
sliert vrachtwagens. Als dat verkeer in de<br />
toekomst nog met 68 procent toeneemt, dan<br />
moet de binnenvaart zijn troeven kunnen<br />
uitspelen. En die waterwegen liggen er al.<br />
Elke container per schip is een vrachtwagen<br />
op de weg minder. Dat schept enorme<br />
perspectieven voor de binnenvaart. ●<br />
<strong>BINNENVAART</strong> & <strong>INDUSTRIE</strong><br />
31
<strong>Binnenvaart</strong><br />
de best bevaarbare rijstrook<br />
Armand Hertzstraat 23<br />
B-3500 Hasselt<br />
Tel.: +32 (0)11 23 06 06<br />
Fax: +32 (0)11 23 06 09<br />
www.binnenvaart.be