def - Bestuurszaken

Actieplan vereenvoudiging 

Departement Bestuurszaken 

Agentschap Binnenlands Bestuur

AFDELING REGELGEVING 

Brussel, 18 juni 2010 

Administratieve vereenvoudiging en kwaliteitsvolle 

regelgeving 

Actieplan beleidsdomein Bestuurszaken

1. Situering van het actieplan: nulmeting administratieve 

lasten in Vlaanderen 

De Europese Raad kondigde op 8 en 9 maart 2007 in Brussel aan dat alle administratieve lasten 

verbonden aan Europese regelgeving tegen 2012 met 25% verminderd moeten worden. Daarbij stelde 

diezelfde Europese Raad dat “rekening houdend met de verschillende uitgangsposities en tradities, de 

lidstaten elk voor zich en uiterlijk in 2008 binnen hun eigen bevoegdheidssfeer nationale streefcijfers 

met een vergelijkbaar ambitieniveau moeten vaststellen.” 

Ook Vlaanderen wil door middel van gerichte inspanningen een topregio worden op het vlak van 

kwaliteitsvolle regelgeving en administratieve vereenvoudiging. Daarom besliste de Vlaamse Regering 

op 29 juni 2007, in navolging van de beslissing van de Europese Raad, over te gaan tot het meten van 

de administratieve lasten verbonden aan Vlaamse regelgeving en tot het formuleren van 

reductiedoelstellingen 1 . 

Nulmeting 

Op 14 december 2007 (VR/2007/1412/DOC.1408/BIS) keurde de Vlaamse regering een stappenplan 

en criteria voor het uitvoeren van een nulmeting, de opmaak van een actieplan en het formuleren van 

reductiedoelstellingen op maat goed. 

Een nulmeting van administratieve lasten omvat twee luiken: 

- een kwantitatief luik, gebaseerd op het verzamelen van tijd-, frequentie- en tariefparameters 

verbonden aan administratieve handelingen (uitgedrukt in euro); 

- en een kwalitatief luik, bestaande uit concrete suggesties tot vereenvoudiging aangebracht 

door de betrokken doelgroep(en). 

Beide luiken worden opgenomen in een eindrapport. 

Het beleidsdomein Bestuurszaken en de dienst Wetsmatiging voerden een gezamenlijk 

meetonderzoek uit gebaseerd op het Standaard Kosten Model: 

Stap 1 

Stap 2 

Stap 3 

Stap 4 

Stap 5 

Stap 6 

Stap 7 

Stap 8 

Stap 9 

Inventarisatie van de regelgeving 

Afbakening van de scope van het onderzoek 

Inventarisatie van de informatieverplichtingen en opdeling 

in administratieve handelingen 

Tussentijds overleg: werkgroep/stuurgroep 

Verzameling parameters tijd, tarief en frequentie 

Analyse en normering van de verzamelde parameters 

Tussentijds overleg: werkgroep/stuurgroep 

Berekening van de administratieve lasten 

Rapportage 

1 VR/2006/29.06/DOC.0675 

Actieplan administratieve vereenvoudiging beleidsdomein BZ 2

Zowel verschillende entiteiten van het departement Bestuurszaken als het Agentschap voor 

Binnenlands Bestuur en het Agentschap voor Facilitair Management werkten mee aan de nulmeting. 

Het Agentschap voor Overheidspersoneel en Jobpunt Vlaanderen voerden geen nulmeting uit, 

aangezien ze beide geen of weinig administratieve lasten opleggen aan interne of externe 

doelgroepen. 

Elke entiteit binnen het beleidsdomein Bestuurszaken heeft zelf de afbakening van zijn nulmeting 

bepaald. In totaal werden 7 van de 103 regelgevingdocumenten van het beleidsdomein BZ gemeten. 

De nulmeting van het Agentschap voor Binnenlands Bestuur wordt opgenomen bij het verder 

onderzoek/acties door de werkgroep planlasten en andere administratieve lasten in het kader van de 

Commissie Efficiëntiewinst voor lokale besturen. 

De meeste suggesties tot vereenvoudiging hadden betrekking op het verlagen van de tijdsparameter. 

Terugkerende suggesties tot vereenvoudiging zijn de vraag naar digitalisering van procedures en 

eenmalige gegevensopvraging. 

Het ontwerp eindrapport werd door de dienst Wetsmatiging op 30 november 2009 bezorgd aan de 

betrokken entiteiten. Volgens een beslissing van het CAG moeten opmerkingen worden aangeleverd 

uiterlijk 3 weken na ontvangst van het ontwerpeindrapport. 

Het eindrapport werd goedgekeurd door het managementcomité Bestuurszaken van 21 mei 2010. 

Actieplan 

De nulmeting vormt slechts een start voor administratieve vereenvoudiging. 

Volgens de beslissing van de Vlaamse regering van 14 december 2007 moet elke Vlaamse minister, 

in samenspraak met haar of zijn beleidsraad, een specifiek rollend actieplan opmaken. 

Volgens een beslissing van het CAG moet een (rollend) actieplan met vereenvoudigingsprojecten 

uiterlijk 8 weken na ontvangst van het ontwerprapport opgemaakt worden. Op basis van het actieplan 

moet ook een (rollende) reductiedoelstelling geformuleerd worden. 

Het actieplan is niet beperkt tot projecten die resulteren uit de nulmeting. Het is een totale weergave 

van initiatieven voor administratieve vereenvoudiging en kwaliteitsvolle regelgeving binnen een 

beleidsdomein. 

Het actieplan omvat naast de vertaling van de haalbare suggesties uit de nulmeting in concrete 

vereenvoudigingsprojecten, ook alle overige lopende en geplande projecten en structurele initiatieven 

die bijdragen tot administratieve vereenvoudiging en kwaliteitsvolle regelgeving binnen het 

beleidsdomein. 

Het actieplan bundelt bijgevolg quick-wins, vereenvoudigingsprojecten op langere termijn en 

structurele initiatieven. 

Het actieplan is een rollend actieplan en kan continu aangepast worden door nieuwe projecten toe te 

voegen of opgenomen projecten bij te sturen. Het actieplan en de reductiedoelstelling worden jaarlijks 

opgevolgd door de dienst Wetsmatiging via een voortgangsrapport. 

De bundeling van alle vereenvoudigingsprojecten in één actieplan laat toe deze acties gerichter op te 

volgen en de rapportering ervan in één beweging te laten verlopen. Dit stelt de Vlaamse overheid in 

staat om door middel van gerichte inspanningen concrete vereenvoudigingen door te voeren. Het 

actieplan draagt op die manier bij tot het realiseren van de reductiedoelstelling in 2012. 


Reductiedoelstelling 

Elke Vlaamse minister formuleert, in samenspraak met de beleidsraad, ook een reductiedoelstelling 

per beleidsdomein. De reductiedoelstelling is de weergave van de concrete 

vereenvoudigingsprojecten in verhouding tot het resultaat van de nulmeting. De reductiedoelstelling 

dient tegelijkertijd ambitieus als haalbaar te zijn. 

Elke Vlaamse minister deelt haar of zijn reductiedoelstelling mee aan de Vlaamse minister bevoegd 

voor administratieve vereenvoudiging die de reductiedoelstellingen bundelt. 

Voortgangsrapportage 

Elke minister stelt jaarlijks een specifiek voortgangsrapport op waarin over de voortgang van het 

specifiek rollend actieplan wordt gerapporteerd. Het voortgangsrapport is een tussentijdse stand van 

zaken van het rollend actieplan. Bij de jaarlijkse voortgangsrapportage kan ook de rollende 

reductiedoelstelling eventueel bijgestuurd worden. 

De Vlaamse minister bevoegd voor administratieve vereenvoudiging bundelt jaarlijks de 

voortgangsrapporten in een enkel voortgangsrapport, deelt het mee aan de Vlaamse regering en 

bezorgt het aan het Vlaams parlement. 

2. Vereenvoudigingsprojecten 

De dienst Wetsmatiging heeft bij nota aan het directiecomité Bestuurszaken een ‘eerste aanzet’ 

gegeven voor het actieplan administratieve vereenvoudiging voor het beleidsdomein Bestuurszaken 

(exclusief ABB) en heeft een selectie van vereenvoudigingsprojecten voorgesteld die mogelijks 

kunnen worden opgenomen in het actieplan. 

Deze selectie is tot stand gekomen na screening van en afstemming met: 

- MODO: strategische doelstellingen beleidsnota BZ; 

- MJP Slagkrachtige overheid; 

- vereenvoudigingssuggesties uit de nulmeting BZ; 

- actieplan DWM met beleidsdomeinen bestuursniveauoverschrijdende projecten; 

- aanbevelingen memorandum VLABEST. 

De vereenvoudigingssuggesties uit deze eerste aanzet tot actieplan werden vervolgens door de 

(sub)entiteiten van het beleidsdomein Bestuurszaken getest op hun haalbaarheid (met behulp van de 

haalbaarheidstoets) en werden samen met eventuele andere vereenvoudigingsprojecten doorgegeven 

aan de afdeling Regelgeving, die de opmaak van het actieplan coördineert. 

De aan de hand van de haalbaarheidstoets door de (sub)entiteiten gekozen opties vormen concrete 

vereenvoudigingsprojecten in onderhavig actieplan. Elk vereenvoudigingsproject wordt hieronder – 

waar mogelijk – kort omschreven met bron, doelstelling, plan van aanpak, budget, timing, alsook met 

opgave van de contactperso(o)n(en). 

De vereenvoudigingsprojecten worden hieronder weergegeven per (sub)entiteit: 

- Departement Bestuurszaken – Stafdienst p. 6 

- Departement Bestuurszaken – Dienst Emancipatiezaken p. 6 

- Departement Bestuurszaken – Afdeling Regelgeving p. 7 

- Departement Bestuurszaken – Afdeling Beleid p. 8 


- Departement Bestuurszaken – Afdeling Overheidsopdrachten p. 12 

- Departement Bestuurszaken – Afdeling Preventie en Bescherming p. 13 

- Departement Bestuurszaken – Afdeling Proces- en Informatiebeleid p. 14 

- Departement Bestuurszaken – Dienst Wetsmatiging p. 16 

- Departement Bestuurszaken – Afdeling Managementondersteunende Diensten p. 30 

- Departement Bestuurszaken – (Team) Vlaams Bouwmeester p. 30 

- Departement Bestuurszaken – Entiteit e-government en ICT-Beheer p. 30 

- Agentschap voor Overheidspersoneel p. 30 

- Agentschap voor Binnenlands Bestuur p. 30 

- Agentschap voor Facilitair Management p. 30 

- Vlaams Agentschap voor Rekrutering en Selectie (Jobpunt Vlaanderen) p. 37 

Organogram beleidsdomein Bestuurszaken 

Organogram departement Bestuurszaken 


Departement Bestuurszaken – Stafdienst 

- Reorganisatie MOF’s (BNBZ 3.2 STAF 1) 

- Aankoopproces Vlaamse overheid automatiseren en digitaliseren via e-procurement (BNBZ 

6.3 STAF 4) 

- Elektronische publicatie (e-notification) (BNBZ 6.3 STAF 4.1) 

- Elektronische offertes (e-tendering) (BNBZ 6.3 STAF 4.2) 

Departement Bestuurszaken – Dienst Emancipatiezaken 

Na evaluatie van de Vlaamse Ondersteuningspremie (VOP), onderzoeken of een afstemming met de 

rendementsondersteuning een meerwaarde biedt. 

Bron: BNBZ 3.9.3. EZ 4 

Doelstelling: het proces en de voorwaarden voor het verkrijgen van een loonsubsidie voor personen 

met een arbeidshandicap samenbrengen. Nu zijn er twee ‘loketten’: voor dossiers in de private sector 

staat de VDAB, voor de dossiers in de Vlaamse overheid staat de dienst Emancipatiezaken 

(operationalisering) en AgO (budget) in. De dienst Emancipatiezaken streeft naar het samenbrengen 

van de loketfunctie, dossiersbehandeling en budget bij de VDAB. 

Budget: in functie van de afspraken tussen de Vlaamse ministers van Werk en Bestuurszaken en de 

betrokken administraties. 

Timing: gesprekken in 2010 en 2011. Operationalisering in 2011 of 2012. 

Contactpersoon: Johan Vermeiren, Stafmedewerker dienst Emancipatiezaken. 

Ondersteuning bieden aan entiteiten/beleidsdomeinen bij de opmaak van het gelijkekansen- en 

diversiteitsplan. 


Doelstelling: alle entiteiten en beleidsdomeinen maken jaarlijkse een Gelijke kansen en 

diversiteitsplan op. Dit plan bevat een evaluatie en een overzicht van acties om de 

vertegenwoordiging van kansengroepen in overeenstemming te brengen met de vooropgestelde 

streefcijfers, zoals goedgekeurd door de Vlaamse Regering op voorstel van de Vlaamse minister van 

Bestuurszaken. De medewerkers van de dienst Emancipatiezaken bieden ondersteuning aan de 

emancipatieambtenaren die deze plannen voor hun entiteit en beleidsdomein opmaken. De dienst 

Emancipatiezaken zal in afstemming met de emancipatieambtenaren de timing van de plannen meer 

laten aansluiten op de timing van de algemene managementscyclus (= de beheersovereenkomst en 

de jaarlijkse ondernemingsplannen). 

Plan van aanpak: overleg met de betrokken actoren en aanpassing van proces. 

Budget: geen. 

Timing: 2010 afstemming. 2011 operationalisering. 

Contactpersoon: Ingrid Pelssers, Vlaams Emancipatieambtenaar. 

Verfijnen van de telmethode (registratiewijze) 


Doelstelling: uitkomst van de telling meer in overeenstemming brengen met de reële aanwezigheid 

van de personeelsleden die behoren tot de kansengroepen personen van allochtone afkomst en 


personen met een arbeidshandicap. Dit met respect voor de privacywetgeving en een registratiewijze 

die kosten-baten verantwoord is en werkbaar voor de entiteiten. 

Plan van aanpak: onderzoek ism HIVA en entiteiten. 

Budget: 26.000 euro in 2010 (waarvan 15.000 nog van het budget 2009) en 4.000 euro in 2011. 

Timing: onderzoek in 2010 tot voorjaar 2011. Operationalisering in 2011. 

Contactpersoon: Kaat Matthys, Stafmedewerker dienst Emancipatiezaken. 

Departement Bestuurszaken – Afdeling Regelgeving 

Evalueren en bijsturen personeelstatuut 

Bron: BNBZ 3.1. AR 1 

Doelstelling: Enerzijds inhoudelijk herschrijven van belangrijke delen in de rechtspositie in 

overeenstemming met gewijzigde beleidsinzichten conform het regeerakkoord (bv. rekrutering en 

selectie, mobiliteit andere overheden, zoveel mogelijk afstemmen van arbeidsvoorwaarden tussen 

statutairen-contractuelen, evaluatie verlofstelsels). 

Anderzijds na 4 jaar toepassing van het VPS evalueren op algemene wijze van bepaalde genomen 

opties (bv. responsabilisering, opsparen verlof, …). 

Doelgroepen: 

- personeelsleden 

- lijnmanagement 

- MOD’s (eerstelijn) en AR (tweedelijn) 

Plan van aanpak (te doorlopen fases) en timing 

- Conceptnota’s: okt 2009-okt 2010 

- Omzetting in regelgeving: nov 2010-apr 2011 

- Procedure administratieve en begrotingscontrole: mei 2011- dec 2011 

Budget: n.v.t. 

Contactperso(o)n(en): Martine Van Sande (02 553 50 25) 

Rationalisering verlofstelsels 

Bron: BNBZ 3.5. AR 1 

Doelstelling: Teneinde de inzetbaarheid van de personeelsleden te vergroten zullen – met respect 

voor het evenwicht tussen werk en gezin – de uitgebreide en soms weinig transparante verlofstelsels 

worden gerationaliseerd en gestandaardiseerd. 

Doelgroepen: 


- lijnmanagement 


Plan van aanpak (te doorlopen fases) en timing 

Cf. supra: maakt deel uit van de evaluatie VPS 


Contactperso(o)n(en): Martine Van Sande (02 553 50 25), Matthias Roman (02 553 49 96) 

Binnenlandse dienstreizen 

Bron: BNBZ 5.1.1. AR 3, nulmeting 


Doelstelling: Vermindering van de administratieve lasten verbonden aan de toepassing van / 

vereenvoudiging van de omzendbrief DVO/BZ/P&O/2007/6 van 21 maart 2007 inzake de reis- en 

dagvergoeding voor binnenlandse reizen. 

Doelgroepen: 



Plan van aanpak 

Wijziging van hoger vermelde omzendbrief, digitaal aanvraagformulier,enz. 


Timing: nog te bepalen 

Contactperso(o)n(en): Jef Mannaerts (02 553 50 41) 

Maaltijdcheques 

Bron: BNBZ 5.1.1. AR 2, nulmeting 

Doelstelling: Vereenvoudiging en kostenvermindering door afschaffing papieren maaltijdcheques en 

invoer van elektronische maaltijdcheques 

Doelgroepen: 



Plan van aanpak en timing: werkgroep voorbereiding bestek maaltijdcheques 

timing: juli 2011 (na afloop lopend contract op 30 juni 2011) 


Contactperso(o)n(en): Jef Mannaerts (02 553 50 41), Koen De Lange (02 553 50 08) 

Valorisatie voorgaande diensten 

Bron: eigen vereenvoudigingssuggestie 

Doelstelling: Vermindering van de administratieve lasten verbonden aan de toepassing van / 

vereenvoudiging van de omzendbrief DVO/BZ/P&O/2009/2 van 13 februari 2009 inzake het in 

aanmerking nemen van diensten en ervaring. 

Doelgroepen: 



Plan van aanpak: Wijziging van hoger vermelde omzendbrief 


Timing: nog te bepalen 

Contactperso(o)n(en): Jef Mannaerts (02 553 50 41) 

Departement Bestuurszaken – Afdeling Beleid 

De vereenvoudigingsprojecten binnen de Afdeling Beleid situeren zich binnen de volgende twee 

thema’s: 

- verder optimaliseren en afstemmen van de cycli 

- professionalisering van rapporteringen. 

Binnen elk thema vindt u een beschrijving van de vereenvoudigingsprojecten. 

Verder optimaliseren en afstemmen van de cycli 


Vereenvoudiging algemeen: Binnen de Vlaamse overheid zijn er op dit moment vier verschillende cycli 

aan de hand waarvan de middelen, prestaties en effecten aan elkaar worden gekoppeld: de beleids-, 

de beheers-, financiële en HRM-cyclus. Aan deze cycli is een veelheid van plannings- en 

rapporteringsdocumenten verbonden, die slechts in beperkte mate op elkaar zijn afgestemd. Dit 

brengt een hoge interne administratieve last met zich mee. De bedoeling van de projecten rond 

organisatieontwikkeling is om de interne planlast terug te brengen tot een functioneel niveau. Dit wordt 

o.a. gerealiseerd door een proces uit te werken dat zich richt naar een jaarlijkse vertaling van de 

beheersovereenkomst of managementovereenkomst naar het ondernemingsplan waaraan 

personeelsplannen kunnen worden gekoppeld. Ook de jaarlijkse PLOEG-cyclus (inclusief 

lijnmanagement) zal inhoudelijk voor een belangrijk stuk gestuurd worden door het ondernemingsplan. 

Het voorontwerp van Rekendecreet dat momenteel voorligt, focust op de financiële cyclus. Een 

belangrijk instrument om te komen tot een efficiënte besteding van middelen is een geïntegreerde 

aansturing. Dus de link met de financiële cycli blijven behouden is een noodzaak. Het 

ondernemingsplan en personeelsplan worden eveneens in de begrotingscyclus geïntegreerd. 

Optimaliseren beheersovereenkomsten 

Bron: BNBZ 1.2.2. AB 1 

Doelstelling: Het model voor een beheersovereenkomst werd, vergeleken met het vroeger model, 

vereenvoudigd en afgeslankt. Met het model voor een ‘tweede generatie’ beheersovereenkomst is het 

vertrekpunt dat een beheersovereenkomst inhoudelijk evenwichtig moet zijn en op het juiste niveau 

van detail moet gelegen zijn. De beheersovereenkomst wordt terug gebracht tot haar essentie: de 

organisatiedoelstellingen en de na te streven prestaties (output) van een agentschap. Alle elementen 

die nodig zijn voor de operationele uitwerking maken deel uit van het jaarlijks (eigenlijk ‘operationele’) 

ondernemingsplan. Ook de generieke principes m.b.t. horizontaal beleid worden geoptimaliseerd: het 

verder verhogen van de maturiteit van de eigen organisatie en het realiseren van efficiëntiewinsten. 

Voor het model van een managementovereenkomst tussen de poltieke overheid en het departement 

wordt geopteerd voor een principieel maximale afstemming op het model voor een 

beheersovereenkomst. Uiteraard rekening houdende met een departementspecifieke invulling. 

Doelgroep: lijnmanagement, politiek niveau 

Plan van aanpak: 

o Evaluatie concept 1 ste generatie beheersovereenkomst 

o Bijsturing sjabloon eerste generatie Beheersovereenkomsten 


Timing: gerealiseerd 

Contactpersoon: Philippe Van den Spiegel 02 553 57 49 philippe.vandenspiegel@bz.vlaanderen.be 

Verankeren van ondernemingsplan als volwaardig managementinstrument 

Bron: BNBZ 1.2.2. AB 2 

Doelstelling: Vanuit het herwerkt model voor de 2 de generatie beheersovereenkomst zal het 

ondernemingsplan als een volwaardig managementinstrument verankerd worden. De 

ondernemingsplannen vormen de jaarlijkse operationele vertaling van de beheersovereenkomst of 

managementovereenkomst. Het is de betrachting om het ondernemingsplan als een volwaardig 

managementinstrument verder te verankeren in de beheerscyclus. Het personeelsplan zal gekoppeld 

worden aan het ondernemingsplan (op vraag van het CAG). Het ondernemingsplan moet kunnen 

evolueren naar volwaardig business plan (laten aansluiten op de bedrijfsvoering zoals in de private 

sector), die de leidend ambtenaar toelaat op een bedrijfsmatige manier te denken en te handelen. 


Bovendien zal het ondernemingsplan idealitair ook het individuele planningsdocument van het 

lijnmanagement vervangen. 

Doelgroep: lijnmanagement 


Opstart werkgroep CAG/MOVI m.b.t. OP/PEP 

Uitwerken voorstel OP/PEP in kerngroep 

Afstemming rond voorstel OP/PEP - in klankbordgroep 

Voorstel OP/PEP aan het CAG 

Verdere politieke afstemming voorstel OP/PEP 


Timing: start begin 2010 


Optimaliseren Personeelsplanning (PEP) 

Bron: BNBZ 3.2 AB 1 

Doelstelling: Bij elke beheersovereenkomst een goed onderbouwd personeelsplan voegen dat jaarlijks 

met het ondernemingsplan wordt geactualiseerd. Op deze wijze staat het personeelsplan niet als een 

afzonderlijk instrument maar wordt ze mee verankerd in de beheerscyclus. Met het oog op de 

efficiënte en effectieve personeelsinzet vormt het ondernemingsplan ook het vertrekpunt voor een 

actualisatie of wijziging van het personeelsplan. Rekening houdende met mogelijks wijzigende 

doelstellingen en/of een gewijzigde budgettaire context kan dit een wijziging of actualisatie van het 

personeelsplan inhouden. Ook beperkingen op de beschikbare personeels-capaciteit kunnen input 

vormen voor een bijsturing van het ondernemingsplan. De wijziging van het personeelsplan voor het 

jaar x vertrekt dus vanuit het kader van het ondernemingsplan. Het personeelsplan dat bijkomende 

budgettaire middelen nodig heeft om de doelstellingen en/of kerntaken te kunnen uitvoeren, wordt bij 

de eerstvolgende begrotingscontrole (gewoonlijk aanvang in februari jaar x) gevraagd. 

Doelgroep: lijnmanagement, P&O 


Opstart werkgroep CAG/MOVI m.b.t. OP/PEP 

Uitwerken voorstel OP/PEP in kerngroep 

Afstemming rond voorstel OP/PEP - in klankbordgroep 

Voorstel OP/PEP aan het CAG 

Verdere politieke afstemming voorstel OP/PEP 


Timing: start begin 2010 


Evalueren/bijsturen PLOEG –TOP 2009 – 2014 

Bron: BNBZ 3.6 AB1 

Doelstelling: doel is om nieuwe herwerkte procedure uit te schrijven, die meerdere jaren kan gelden. 

Besparing, maar ook meerwaarde voor de topambtenaar zelf zijn daar nodige aandachtspunten. Ook 

de jaarlijkse PLOEG-cyclus (inclusief lijnmanagement) zal inhoudelijk voor een belangrijk stuk 

gestuurd worden door het ‘operationele’ ondernemingsplan. De lijnmanagers die beschikken over een 

ondernemingsplan moeten geen afzonderlijke, omvattende planning opmaken, en dat in het kader van 

het verminderen van de interne planlast. Het ondernemingsplan vormt de individuele planning van de 

lijnmanager van het betrokken werkjaar met de functioneel bevoegde minister(s). De lijnmanagers die 

over een ondernemingsplan beschikken moeten dus niet nog een afzonderlijke, omvattende planning 


opmaken, tenzij voor persoonlijke en ontwikkelingsgerichte doelstellingen. Het ondernemingsplan kan 

dan naar de planningsdocumenten van de individuele medewerkers worden doorvertaald. Eveneens 

zal de mate van uitvoering van het ondernemingsplan belangrijke input vormen voor de jaarlijkse 

evaluatie van de lijnmanager. De evaluatie voor het betrokken werkjaar van de lijnmanager gebeurt 

onder andere aan de hand van de uitvoering van de vooropgestelde doelstellingen in het 

ondernemingsplan dat de concretisering vormt van de beheers- of managementovereenkomst. 

Doelgroep: lijnmanagement 


o validering CAG 

o validering Vlaamse regering 

Budget: nvt 

Timing: 2009 -2014 

Contactpersoon: Jurgen Spanhove 02 553 72 74 jurgen.spanhove@bz.vlaanderen.be 

Professionalisering van rapporteringen 

Uitbouw van kwaliteitsvolle informatie en rapporteringsprocessen 

Bron: BNBZ 1.4.2 AB 2 

Doelstelling: Er worden verder werk gemaakt van de uitbouw van kwaliteitsvolle informatie en 

rapporteringsprocessen binnen de Vlaamse administratie. Een betrouwbare periodieke 

verantwoordingsinformatie draagt bij tot het afbouwen van de controlelast. 

Doelgroep: Allerhande actoren met een rapporteringbehoefte over de Vlaamse Overheid 

(voornamelijk Management en politieke niveau). Daarnaast wordt ook de aandacht gelegd op het 

lijnmanagement van het departement Bestuurszaken 


Fase 1: Professionalisering van rapporteringsprocessen in Team Rapportering 

Fase 2: Opbouw van ondersteuningstraject in functie van kwaliteitsvolle informatie in de 

Vlaamse Overheid. Bepalen welke applicaties benodigd zijn. 

Fase 3: projectmatige aanpak per applicatie 

Budget: nvt 

Timing: 2009-2014 

Contactpersoon: Anne Moeys (tel: 02 553 20 28 email: anne.Moeys@bz.vlaanderen.be & Gijs 

Martens: (tel.: 02 553 59 37 email: gijs.martens@bz.vlaanderen.be) 

Opmaak eenvormige begrippenkaders (Project rapporteringsdefinities) 

Bron: BNBZ 5.4.1 AB 1.1. 

Doelstelling: Binnen de Vlaamse overheid komen tot een lijst met definities en terminologieën voor de 

horizontale thema’s binnen de Vlaamse overheid. Door de opmaak van deze eenvormige 

begrippenkaders wordt de informatiebevraging gestandaardiseerd en verbeterd, ook kan dit leiden tot 

de facilitering van een goede en eenvormige regelgeving. 

Doelgroep: 


Fase 1: opstart traject rapporterings.definities. thema P&O 

Fase 2: opstart traject rapporteringsdefinities. thema Facilities 

Fase 3: Opstart traject rapporteringsdefinities thema ICT 


Fase 4: Afronding rapporteringsdefinities traject Facilities 

Fase 5: Afronding rapporteringsdefinities traject ICT 

Fase 6: Integratietraject P&O / Facilities / ICT 

Budget: 

Timing: fase 1: 2009, fase 2: 2010, fase 3: 2011, fase 4: 2012, fase 5: 2013, fase 6: 2014 

Contactpersoon: Anne Moeys (tel: 02 553 20 28 email: anne.Moeys@bz.vlaanderen.be & Gijs 

Martens: (tel.: 02 553 59 37 email: gijs.martens@bz.vlaanderen.be) 

Departement Bestuurszaken – Afdeling Overheidsopdrachten 

Helpdesk duurzame overheidsopdrachten 

Bron: BNBZ 6.3.OO.1 

Doelstelling: Uitbouwen van een centraal aanspreekpunt voor aankopers dat juridische en praktische 

ondersteuning biedt rond duurzaamheidscriteria bij overheidsopdrachten en dat een coördinerende rol 

heeft binnen de Vlaamse overheid. 

De informatie omtrent duurzaamheidsaspecten bij overheidsopdrachten zit verspreid bij diverse 

entiteiten (vb. milieuaspecten bij LNE, sociale aspecten bij WSE, ethische aspecten bij iV…). 

Aankopers moeten op heden bijgevolg voor diverse aspecten bij diverse entiteiten te rade gaan. Dit 

bemoeilijkt de opdracht van de aankopers en ook de verspreiding van de know how omtrent 

duurzaamheidscriteria bij overheidsopdrachten. 

De vereenvoudiging bestaat erin dat de helpdesk enerzijds centraal zal instaan voor 

informatieverzameling en -verspreiding en anderzijds een centraal aanspreekpunt (‘uniek loket’) zal 

zijn. 

De doelgroep bestaat in eerste instantie uit de aankopers van de Vlaamse overheid. De term 

‘aankopers’ moet in die zin worden gelezen dat dit zowel betrekking heeft op overheidsopdrachten van 

werken, leveringen en diensten. Bedoeling is om de helpdesk op termijn ook toegankelijk te maken 

voor aankopers van lokale besturen. 

Plan van aanpak: Het plan van aanpak voor de oprichting van de helpdesk ziet er als volgt uit: 

- projectvoorstel helpdesk uitwerken 

- afstemming projectvoorstel met betrokkenen 

- implementatie en communicatie 

- uitbouw helpdesk 

Het takenpakket van de helpdesk wordt opgevat als een progressief pakket: 

- know how ter beschikking stellen via aanspreekpunt en website 

- opmaken van een databank met gegevens van aankopers 

- aanbieden van een standaardparagraaf om op te nemen in alle Vlaamse overheidsbestekken 

- opleidingsinitiatieven opstarten 

- uitbouwen van de website tot een online kennisknooppunt 

- organisatie van lerende netwerken 

- toegankelijk maken van de helpdesk voor aankopers van lokale besturen 

Budget: P.M. 

Timing 

- projectvoorstel uitwerken: mei 2010 

- afstemming met betrokkenen: september 2010 

- implementatie en communicatie: november 2010 

- uitbouw: vanaf 2011 

Contactpersonen: Philippe Herbosch (02/553. 52.35), Bart Zoete (02/553.76.53) 


Departement Bestuurszaken – Afdeling Preventie en Bescherming (GDPB) 

Elektronisch inschrijven voor griepvaccinatiecampagne 

Bron: KNOOP-project ism AgO 

Doelstelling: Elektronische inschrijving voor de griepvaccinatie 

Ism AgO via site vormingsweb en PIB voor de toevoeging van de werkgeversnummers uit VLIMPERS 

Lijsten met ingeschrevenen worden aan de MOD’s van de betrokken 

beleidsdomeinen bezorgd, zij moeten enkel nog checken of gegevens 

kloppen en inschrijvingsdata toevoegen in het verleden werden de personeelsleden per brief of mail 

aangeschreven en verliepen de inschrijvingen op dezelfde manier, MOD’s moesten lijsten manueel 

ingeven, nu krijgen ze automatisch gegenereerde lijsten aantal beleidsdomeinen verkiezen nog voor 

de oude werkwijze om verschillende redenen o.m. indien er entiteiten zijn waar de meeste 

personeelsleden over geen PC beschiken 

Plan van aanpak: vermindering werklast omdat lijsten via database softwarepakket worden voorzien 

tweewekelijks worden tussentijdse lijsten bezorgd aan de MOD 

Budget: heden geen kostprijs aan verbonden (KNOOP-project) 

dit is pilootproject, indien goede evaluatie dan volgend jaar meer detail zodat personeelslid ook 

onmiddellijk eigen prikdatum kan kiezen > zullen dan zelf software moeten aankopen en site 

ontwikkelen 

Timing: inschrijving loopt van 15/6 tot 16/7; evaluatie begin 2011 

Contactperso(o)n(en): Carolina Stevens, Janneke Van het Ende 

Bij AgO: Katrien Van Cleynenbreugel 

Automatisatie gegevensverzameling Jaarverslag FOD WASO en Jaarverslag Arbeidsongevallen 

Fonds voor Arbeidsongevallen 

Bron: 

Doelstelling: Heden worden de MOD’s jaarlijks bevraagd om een aantal gegevens aan te leveren om 

het jaarverslag FOD WASO te kunnen opmaken. Niettemin zitten deze gegevens ook in VLIMPERS 

maar worden heden niet de juiste linken gelegd om tot deze informatie te komen. Een deel van de 

benodigde info voor beide verslagen werd nu reeds aangeleverd door het rapporteringsteam. 

Er zijn afstemmingsvergaderingen geweest met het rapporteringsteam en PIB 

alsook met de VLIMPERSverantwoordelijke Els Van de Velde. De nodige acties zullen ondernomen 

worden om alle info volgend jaar via VLIMPERS te verkrijgen en geen afzonderlijke bevraging van de 

MOD’s meer te doen. 

Plan van aanpak:Vergadering met team rapportering en VLIMPERSverantwoordelijke om nodige 

clustering in kaart te brengen 

Afstemmen op VLIMPERSforum voor correcte registratie in VLIMPERS 

Budget: enkel personele kost > vergaderingen en bouwen aangepaste rapportering 

Timing: zomer 2010 zal een werkgroep worden opgestart samen met PIB en het team rapportering 

(Gijs Martens en Paul Vranken) zodat naar de toekomst toe de gevraagde gegevens beschikbaar zijn 

in de COGNOS-rapporten (maken van de juiste linken) 

Contactperso(o)n(en): Tim Tuypens, Carolina Stevens 

Geautomatiseerde opvolging brevetten hulpverleners 

Bron: 

Doelstelling: De brevetverlening en de vorming van de EHBO-hulpverleners wordt door de afdeling 

Preventie en Bescherming opgevolgd en in een databestand geregistreerd. De betrokkenen en de 


MOD’s worden per brief verwittigd zodat de hulpverleners tijdig hun vorming voor de brevetverlening 

kunnen volgen 


Budget: / 

Timing: heden reeds lopende 

Contactperso(o)n(en): Tim Tuypens, Bart Nijssen, Edda Callebaut 

Geautomatiseerde inschrijving kantoorergonomie 

Bron: 

Doelstelling: De inschrijvingen voor het volgen van de opleidingen ergonomie erlopen 

geautomatiseerd via de website; betrokkenen krijgen via systeem ook ailing 

Plan van aanpak 

Budget: / 

Timing: heden reeds lopende 

Contactperso(o)n(en): Tim Tuypens 

Departement Bestuurszaken – Afdeling Proces- en Informatiebeleid (PIB) 

projectfiche: archiefbeheerstool (PIAVO – informatie) 

Concrete omschrijving van de vereenvoudiging 

- Inhoudelijke (procedurele) wijzigingen 

De archiefbeheerstool maakt een eenvoudigere, meer gestructureerde en geüniformiseerde 2 

opmaak van archiefbeheersplannen mogelijk en laat toe om hierover op systematische wijze 

aan kennisdeling te doen tussen VO-entiteiten en subentiteiten. 

De tool richt zich op het zoveel mogelijk overnemen van de bestaande elementen van het 

sjabloon van archiefbeheersplannen. In vergelijking met het huidige sjabloon voor de 

archiefbeheersplannen, zal er wel meer informatie gevraagd worden, zoals extra gegevens 

over de toegankelijkheid van de informatie. Deze gegevens zijn niet verplicht. Er wordt in de 

archiefbeheerstool ook gegevens gevraagd om een depotlijst en een selectielijst te kunnen 

maken, zodat de informatie in een archiefbeheersplan ook kan gebruikt worden voor andere 

doeleinden. Dit heeft heel wat voordelen. Een belangrijk voordeel is dat informatie maar één 

keer ingegeven moet worden en verschillende keren kan gerecycleerd worden. De informatie 

kan dan niet enkel gebruikt worden voor archiefbeheer, maar ook voor andere doeleinden (vb. 

opzoeken wie welke informatie bezit, welke processen gebruikmaken van bepaalde informatie). 

In dit kader zal ook onderzocht worden of de gevraagde informatie in een archiefbeheersplan 

moet bijgesteld worden of niet. 

Daarnaast zal er ook gevraagd worden om bij het opstellen van de taakgebieden, taken en 

handelingen om meer gebruik te maken van de procesanalyses. Daarom moeten de 

procesmethodologie en archiefbeheersmethodologie voor het opstellen van processen met 

elkaar verder afgestemd worden (deze oefening loopt momenteel binnen PIB). 

2 Met gestructureerd en geüniformiseerd wordt o.a. gebruik van voorgedefinieerde 

kernprocessen/ondersteunende processen en documenttypes. Een uitgebreide beschrijving is te vinden 

in de functionele analyse. 


Door de tool zal deze procedure binnen de Vlaamse overheid meer digitaal verlopen en 

toegankelijker zijn voor anderen binnen de Vlaamse overheid. 

Door de toegankelijkheid te verhogen wordt er ook gestreefd naar het delen van kennis bij het 

opstellen van archiefbeheersplannen, het beschrijven van informatie en het toekennen van 

bewaartermijnen. 

Voor alle Vlaamse ambtenaren zal het eenvoudiger worden om informatie over de Vlaamse 

overheid sneller te identificeren, aangezien deze op een meer gestandaardiseerde wijze 

beschreven zal worden. 

- wijzigingen in de eigen regelgeving 

Er is geen wijziging nodig 

- doelgroep van het project 

In eerste instantie de informatiebeheerders, die verantwoordelijk zijn voor het beheer van 

archiefdocumenten aan de hand van het archiefbeheersplan. 

In tweede instantie de medewerkers van de Vlaamse overheid, die de archiefbeheersplannen 

gebruiken als wegwijzer om niet alleen gearchiveerde documenten maar ook alle andere 

documenten te beheren, terug te vinden of te raadplegen. 

Het is ook mogelijk om in de toekomst de informatie van andere doelgroepen te integreren in 

de tool en andere meta-informatie over informatie op te slaan in deze tool. Zo komt er een 

breder zicht op informatie binnen de Vlaamse overheid. Bij het toevoegen van andere 

informatie aan de archiefbeheerstool is het belangrijk voor ogen te houden dat er toegevoegde 

waarde gecreëerd moet worden, anders zal de informatie niet onderhouden worden. Zoals de 

toegevoegde waarde van de archiefbeheerstool bij de archiefbeheersplannen. 

- doelstelling van het project (kwaliteitsvolle regelgeving, administratieve vereenvoudiging of 

beide) 

Administratieve vereenvoudiging 

- Is er een link met de Europese Diensten Richtlijn 

Nee 

- Is het een e-gov-project? 

Nee. Het is gericht op de entiteiten van de Vlaamse overheid, maar niks belet om de tool 

beschikbaar te stellen voor andere overheden. 

- Komt deze optie overeen met de suggestie aangereikt door de doelgroep? 

Er is een sterke vraag van de doelgroep om het opstellen van archiefbeheersplannen en 

andere instrumenten te standaardiseren, te vereenvoudigen en gemakkelijker onderhoudbaar 

te maken. Dit bleek ook uit de nulmeting die in 2009 is uitgevoerd. 


De doelstelling van de Coördinerende archiefdienst is om daarenboven kennisdeling te 

vereenvoudigen (vb. om uniformiteit te bereiken wat de bewaartermijnen en de 

beschrijvingsmethodologie betreft) en om generieke archiefbeheersplannen aan te maken voor 

sommige doelgroepen, zoals de MOD’s. 

Budget 

Timing 

- korte termijn of lange termijn + specificatie 

Korte termijn: momenteel loopt de analyse en deze wordt afgerond september 2010. Daarna 

wordt de technische analyse gestart en de integratie met PIAVO 1. Vanaf mei 2011 wordt 

gestart met de ontwikkeling van PIAVO informatie (dit is onderdeel van PIAVO 2) 

- is het mogelijk om het project af te werken binnen deze legislatuur? 

Ja 

Huidige actie: werd reeds actie ondernomen om tegemoet te komen aan het vooropgestelde 

probleem? 

Er werden al enkele stappen genomen om tegemoet te komen aan de vragen van de 

archiefbeheerders. 

1. Er werd een sjabloon gemaakt om de inleiding van het archiefbeheersplan te 

uniformiseren en te vereenvoudigen. De inleiding werd goedgekeurd door de bevoegde 

instantie, het Algemeen Rijksarchief. 

2. Er zijn voor een aantal documenttypes gestandaardiseerde bewaartermijnen 3 

gedefinieerd en beschikbaar gesteld op onze website 

3. De bestaande Word-sjablonen zullen omgezet worden in eenvoudigere Excelsjablonen 

(lopende) 

Deze acties zullen op termijn vervangen worden door de archiefbeheerstool. 

Contactpersoon: Sam Alloing (3 20 27 – sam.alloing@bz.vlaanderen.be) 

Departement Bestuurszaken – Dienst Wetsmatiging 

Actieplan voor beleidsdomeinen bestuursniveauoverschrijdende vereenvoudiging 

Het realiseren van efficiëntie- en effectiviteitswinsten wordt een centrale opdracht voor de 

Vlaamse overheid binnen de huidige regeerperiode. Een efficiënte en effectieve overheid in 

Vlaanderen moet een kwaliteits- en concurrentieverschil maken binnen Europa. Centraal staat de 

dienstverlening aan de burgers en bedrijven. 

Door haar toegenomen complexiteit en onderlinge verwevenheid vraagt de huidige samenleving dat 

de Vlaamse overheid meer geïntegreerd gaat werken. Meer en meer beleidsthema’s vragen om een 

3 http://www2.vlaanderen.be/proces-en-informatiebeleid/ca/images/Overzicht_bewaartermijnen.pdf 


eleidsdomein- en bestuurslaagoverschrijdende aanpak. Interbestuurlijke samenwerking en het 

benutten van synergieën moeten de efficiëntie en de effectiviteit verhogen. Ook voor een 

doeltreffende administratieve vereenvoudiging en kwaliteitsvolle regelgeving is afstemming tussen 

beleidsdomeinen en bestuursniveaus noodzakelijk. 

Er zijn grote efficiëntie- en effectiviteitswinsten te realiseren door de beheerskosten binnen de 

overheid en de administratieve lasten tussen de overheid en de samenleving significant te 

reduceren en door meer gebruik te maken van digitale dienstverlening. 

Daarom maakte de Vlaamse minister bevoegd voor administratieve vereenvoudiging en 

kwaliteitsvolle regelgeving een eigen actieplan op voor beleidsdomeinen 

bestuursniveauoverschrijdende vereenvoudiging. De projecten worden hieronder thematisch 

voorgesteld en zijn een selectie van projecten uit: 

- de nulmetingen administratieve lasten en de actieplannen van de beleidsdomeinen binnen 

de Vlaamse overheid; 

- het regeerakkoord 2009-2014 "Een daadkrachtig Vlaanderen in beslissende tijden. Voor een 

vernieuwende, duurzame en warme samenleving"; 

- de beleidsnota’s 2009; 

- Vlaanderen in Actie; 

- Pact 2020; 

- Meerjarenprogramma Slagkrachtige overheid. 

De projecten met een entiteitoverschrijdend karakter (zowel beleidsdomein- als 

bestuursniveauoverschrijdend) worden ingedeeld volgens volgende sporen: 

1. Inzet van ICT en e-government 

2. Optimalisatie van processen en procedures 

3. Subsidies 

4. Vergunningen en erkenningen 

5. Inspectie 

6. Toegankelijke en kwaliteitsvolle formulieren 

7. Communicatie van regelgeving en eenduidige terminologie 

8. Lokale besturen 

Bij elk project uit dit actieplan wordt de dienst Wetsmatiging ingeschakeld om te garanderen dat 

- een maximale administratieve vereenvoudiging wordt doorgevoerd 

- eventueel bestaande regelgeving op een kwaliteitsvolle manier wordt aangepast. 

De concrete rol van de dienst Wetsmatiging zal per project concreet ingevuld worden in 

samenspraak met de verschillende betrokkenen. Die rol zal vooral faciliterend en ondersteunend 

(zowel juridisch voor het garanderen van een kwaliteitsvolle regelgeving als op vlak van 

administratieve vereenvoudiging) zijn. 

De dienst Wetsmatiging stemt de voortgang en de resultaten van de projecten af aan het 

Meerjarenprogramma Slagkrachtige Overheid. 4 

OVERZICHT PROJECTEN 

1. Inzet van ICT en e-government 

• Unieke gegevensbevraging 

4 nota aan de Vlaamse Regering van 21/05/2010 betreffende het Meerjarenprogramma Slagkrachtige 

Overheid 


- Vereenvoudiging en versnelling van procedures d.m.v. authentieke 

(geografische) gegevensbronnen 

- Uitwisseling gegevens personen met een arbeidshandicap 

- 

• ICT-projecten 

- Vlaamse leer- en ervaringsbewijzendatabank 

- Digitale notarisbrief 

- Kruispuntbank Inburgering 

- Digitale bouwaanvraag en digitale kapvergunning 

- E-procurement 

• Automatisering 

- Inkomensgerelateerde administratieve processen 

2. Subsidies & Vergunningen en erkenningen 

- Inventaris subsidies 

- Europese dienstenrichtlijn – inventaris vergunningen en erkenningen 

3. Inspectie 

4. Toegankelijke en kwaliteitsvolle formulieren 

- Elektronische handtekening 

5. Communicatie van regelgeving en eenduidige terminologie 

- Vlaamse communicatiecode voor regelgeving 

- Eenduidig begrippenkader 

- Doelgroepafbakening Inburgering 

6. Lokale besturen 

- Planlasten en andere administratieve lasten voor lokale besturen 

- Gebruik authentieke bronnen door lokale besturen 

- Digitaliseren van het bestuurlijk toezicht door de lokale besturen 

- Afschaffen koppelsubsidies 

- Specifiek toezicht 

1.1 Spoor 1: Inzet van ICT en e-government 

Het Vlaams regeerakkoord benadrukt dat ‘de inzet van ICT, e-government en administratieve 

vereenvoudiging uitstekende hefbomen zijn voor een efficiëntere dienstverlening en om 

domeinoverschrijdende schaalvoordelen te realiseren’. 

ICT moet een steeds belangrijkere rol spelen in het administratieve proces. De sleutel tot meer 

doeltreffende administratieve vereenvoudiging ligt in verhoogde inspanningen om te komen tot een 

geïntegreerde uitbouw van het intra- en interbestuurlijk gegevensverkeer (kruispuntbanken, 

netwerkdiensten, informatieportalen) als noodzakelijke onderbouw voor diverse strategische 

beleidsprojecten. Dat raamwerk, gebaseerd op eenmalige gegevensopvraging, authentieke 

gegevensbronnen en maximale gegevensdeling tussen overheden, kan substantiële 

efficiëntiewinsten opleveren in termen van kwaliteit, snelheid en transparantie van de 

overheidsdienstverlening. Dat leidt tot de beste resultaten als dat ook beleidsdomeinen 

bestuursniveau overschrijdend wordt aangepakt. 


Unieke gegevensbevraging 

Het decreet van 18 juli 2008 betreffende het elektronisch bestuurlijk gegevensverkeer geeft het 

principe van de unieke gegevensbevraging een juridische basis. 

(art. 3) De entiteiten van de Vlaamse administratie moeten de gegevens die ze nodig 

hebben om het elektronische bestuurlijke gegevensverkeer uit te bouwen, bij authentieke 

gegevensbronnen opvragen. 

Alleen als het om technische of juridische redenen niet mogelijk is een gegeven op te 

vragen bij een authentieke gegevensbron of als er geen authentieke gegevensbron bestaat, 

vragen de entiteiten van de Vlaamse administratie gegevens bij de gebruiker op. 

Zoals in het Vlaams regeerakkoord staat, ligt de sleutel tot een meer doeltreffende administratieve 

vereenvoudiging in verhoogde inspanningen om te komen tot een geïntegreerde uitbouw van het 

intra- en interbestuurlijk gegevensverkeer (kruispuntbanken, netwerkdiensten, informatieportalen) 

als noodzakelijke onderbouw voor diverse strategische beleidsprojecten. 

Dat raamwerk, gebaseerd op eenmalige gegevensopvraging, authentieke gegevensbronnen en 

maximale gegevensdeling tussen overheden, kan substantiële winst opleveren in termen van 

kwaliteit, snelheid en transparantie van de overheidsdienstverlening. 

De lokale en provinciale besturen moeten zich daarbij maximaal kunnen aansluiten ten behoeve van 

hun eigen dienstverlening. 

Ook bij de opmaak van formulieren moet het decreet betreffende het elektronische bestuurlijke 

gegevensverkeer worden toegepast. De dienst Wetsmatiging ontwikkelt een toetsing van het 

principe van unieke gegevensbevraging bij de opmaak van regelgeving en in bijhorende formulieren. 

1.1.1 Vereenvoudiging en versnelling van procedures d.m.v. authentieke (geografische) 

gegevensbronnen 5 

Het gebruik van authentieke (geografische) gegevensbronnen kan procedures aanzienlijk 

vereenvoudigen en versnellen. Dit vereist echter samenwerking tussen Vlaamse instanties en de 

verschillende bestuursniveaus op het vlak van geografische informatie. 

Hieronder lijsten we een aantal vereenvoudigingsprojecten op die concrete 

toepassingsmogelijkheden vormen op dit principe en waarbij nood is aan een 

beleidsdomeinoverschrijdende aanpak. 

Bij het aanvragen van vergunningen, bewijzen, subsidies, premies en dergelijke moeten burgers en 

bedrijven vaak ingewikkelde procedures doorlopen en lang wachten voor ze het resultaat van hun 

aanvraag krijgen. Zowel voor publieke als voor private investeerders wordt het steeds moeilijker om 

binnen een redelijke termijn vergunningen te krijgen voor belangrijke investeringsprojecten. Een 

vereenvoudiging en versnelling van die procedures dringt zich op, in combinatie met de toenemende 

gegevensdeling. Daarvoor wordt onderzocht in hoeverre het gebruik van authentieke 

(geografische) gegevensbronnen de snellere afhandeling van administratieve procedures kan 

bevorderen. 

Centraal Referentieadressenbestand 

5 Beleidsnota Bestuurszaken en beleidsnota DAR 


Om de locatie van bedrijven efficiënt te kunnen achterhalen, is een actueel en volledig 

adressenregister noodzakelijk. Bij het opzetten van het Centraal Referentieadressenbestand (CRAB) 

als een authentieke geografische gegevensbron zal bijzondere aandacht gegeven worden aan de 

inwinning van correcte ‘ondernemingsadressen’. Daartoe moeten onder meer de nodige afspraken 

gemaakt worden met de federale instantie die verantwoordelijk is voor de Kruispuntbank 

Ondernemingen (KBO). 

De koppeling van geografische informatie met andere informatie is een e-governmentproject. Door 

een combinatie met informatie uit andere domeinen kan dit bijvoorbeeld leiden tot 

waarschuwingen voor wegwerkzaamheden of kan worden aangegeven waar er zich scholen of 

welzijnsvoorzieningen bevinden in een bepaalde omgeving. 

1.1.2 Uitwisseling gegevens personen met een arbeidshandicap 6 

Inzake de onderlinge uitwisseling van dossiergegevens van personen met een handicap tussen de 

verschillende beleidsniveaus is een verruiming noodzakelijk, ondermeer via de kruispuntbank van de 

sociale zekerheid, binnen de grenzen van de wet op de privacy. 

Uitwisseling van indicaties Arbeidshandicap van VAPH naar VDAB. Op basis van gelijkaardige 

informatie komende van een officiële organisatie wil men een betere dienstverlening naar de 

kansengroepen geven en minder lasten bezorgen aan de betrokken burgers. Dit betekent een 

uitwisseling tussen verschillende diensten: KSZ, VKBO, RVA, DMFA, DIMONA. 

De federale basiserkenning als gehandicapte door de FOD-SZ zal via een lopend project ontsloten 

worden en elektronisch beschikbaar worden: er komt een permanente gegevensstroom tussen FOD- 

SZ en VDAB. 

Dit project is een e-governmentproject, ondersteund door CORVE, en is ook opgenomen in het 

Actieprogramma administratieve vereenvoudiging federale overheid, gewesten en gemeenschappen. 

ICT-projecten 

Zoals in het Vlaams regeerakkoord geschreven staat, moet de Vlaamse overheid streven naar 

schaalvoordelen en een verhoogde efficiëntie door samenwerking. Vlaanderen ontwikkelt daarom 

een horizontaal beleid voor digitalisering en legt daarbij de klemtoon op een inhaalbeweging op het 

vlak van digitalisering, het verhogen van de toegang tot hoge bandbreedte, 

competentiebevordering, samenwerkingsverbanden en kennis. 

Hieronder lijsten we een aantal geplande ICT-projecten op die tot administratieve vereenvoudiging 

leiden. 

1.1.3 Vlaamse leer- en ervaringsbewijzendatabank 

Dit project vormt een cruciale bouwsteen in het kader van de e-portfolio ‘Mijn Loopbaan’. Het doel 

is het opzetten van een databank waarbij alle Vlaamse Leer- en ervaringsbewijzen van diverse 

partners zoals departement. Onderwijs, VDAB en SYNTRA opgenomen worden en toegankelijk 

gemaakt worden via webservices. 

Dit betreft een koppeling met de databanken van de belangrijkste leveranciers van diverse 

certificaten. Deze koppeling aan een authentieke bron van certificaat-notitie vervangt de bevraging 

van de burger en valideert deze data. 

Dit is een e-governmentproject, ondersteund door CORVE. 

1.1.4 Digitale notarisbrief 

In het kader van de verkoop van vastgoed kan een grote efficiëntiewinst en rechtszekerheid 

gerealiseerd worden door de digitalisering van de “notarisbrief” (inlichtingenformulier 

vastgoedinformatie). 

Dat formulier, waarmee de lokale besturen alle relevante informatie over een vastgoed aan de 

makelaar of de notaris bezorgen, omvat informatie die uit tal van bronnen afkomstig is. Het 

6 Vlaams regeerakkoord 


opzetten van gebiedsdekkende authentieke gegevensbronnen over ruimtelijke uitvoeringsplannen 

(RUP’s), bijzondere plannen van aanleg (BPA’s), stedenbouwkundige en milieuvergunningen en 

voorkooprechten is nodig voor de realisatie van de digitale “notarisbrief”. 

Bovendien zijn die bronnen voor tientallen andere processen van groot belang, zowel voor 

uiteenlopende Vlaamse overheidsdiensten als voor lokale besturen. 

Voor de realisatie van de notarisbrief moet een authentieke bron van kadastrale percelen opgezet 

worden. Dat plan vereist uiteraard een nauwe samenwerking met de federale overheid. 

Een vlotte beschikbaarheid van gegevens over de leefomgeving, zoals regelmatig bijgewerkte 

luchtfoto’s, kan voor studiebureaus in het kader van een MER-procedure (milieu-effectrapportage) 

de doorlooptijd reduceren, de kwaliteit van de MER verbeteren en uiteindelijk ervoor zorgen dat 

investeringen sneller kunnen gebeuren. 

1.1.5 Kruispuntbank Inburgering 7 

Voor de registratie en de opvolging van hun ‘klanten’ én de communicatie tussen de 

aanbodverstrekkers en alle betrokken partners gebruiken de onthaalbureaus en de Huizen van het 

Nederlands een centraal cliëntvolgsysteem: de Kruispuntbank Inburgering (KBI). 

Alle partners moeten de nodige investeringen doen om de overgang naar een stabiele en 

toekomstgerichte KBI te garanderen. Cruciaal daarbij is de klantvriendelijkheid van een 

cliëntvolgsysteem voor de onthaalbureaus en de Huizen van het Nederlands en de vlotte 

gegevensuitwisseling tussen de huidige en toekomstige actoren (aanbodverstrekkers NT2, 

VDAB, OCMW, Syntra, VMSW, …). De nieuwe KBI moet eveneens adequate beleidsrelevante 

informatie verschaffen. De toegang van de verschillende instanties tot de centrale databank moet 

duidelijk afgebakend worden en gekoppeld aan de respectievelijke opdrachten. 

1.1.6 Digitale bouwaanvraag en digitale kapvergunning 

We nemen acties om de vergunningsprocedures te stroomlijnen. We vereenvoudigen en versnellen 

waar dit mogelijk is. We evalueren de huidige vrijstellingen van vergunningsplicht en de zaken die 

onder de meldingsplicht vallen. Wat de meldingsplicht betreft gaan we na of een aantal zaken 

bijkomend kunnen worden versoepeld (meldingsplichtig in plaats van vergunningsplichtig), 

bijvoorbeeld waar een concreet project al volledig is doorgesproken op vooroverleg, waar de 

concrete invulling vast of zo goed als vast ligt via een inrichtings- of beheersplan dat al dan niet via 

sectorwetgeving is tot stand gekomen, enz. 8 

• Digitale bouwaanvraag 

Een recente studie van Corve-RWO in het kader de VIP – egovernment-projecten, heeft de 

mogelijkheid aangetoond van een grote efficiëntiewinst bij alle betrokken partijen door het 

informatiseren, delen en afstemmen van het proces voor de aanvraag en behandeling van digitale 

bouwaanvragen. Tegelijkertijd toonde de studie de nood aan het delen van informatie tussen alle 

bestuursniveau’s. 

Het project digitale bouwaanvraag zoals initieel uitgewerkt door Corve en het beleidsdomein RWO 

wil het gehele aanvraagproces van het indienen van de bouwaanvraag tot en met de realisatie van 

de werken op een groot aantal punten vereenvoudigen door de digitale uitwisseling van gegevens te 

stroomlijnen tussen de betrokken partijen. Daarenboven moet het de bedoeling zijn om, 

vertrekkende vanuit de aangereikte digitale hulpmiddelen, het proces volledig digitaal te laten 

7 Bron: beleidsnota Inburgering 

8 Beleidsnota ruimtelijke ordening 


verlopen en de procedures en regelgeving navenant aan te passen zodat dit ook juridisch sluitend 

wordt. 

De dienst Wetsmatiging kan ondersteuning bieden bij het uitzoeken naar juridische valkuilen en het 

onderzoeken naar mogelijke oplossingen. 

Het resultaat is een daling van de administratieve afhandelingskosten, het verhogen van de 

proceskwaliteit, meer rechtszekerheid door éénduidige informatie, een betere dienstverlening aan 

de burger, en een snellere afhandeling van de procedure. 

• Digitale kapvergunning 

Conform de codex Ruimtelijke Ordening dient een stedenbouwkundige vergunning aangevraagd te 

worden voor het vellen van bomen. (Codex Ruimtelijke Ordening, art. 4.2.1. 3°) 

Het formulier hiervoor wordt uitgebreid beschreven in het Besluit van de Vlaamse Regering van 28 

mei 2004 betreffende de dossiersamenstelling van de aanvraag voor een stedenbouwkundige 

vergunning. Dit besluit is recent aangepast om de gemeenten zelf in staat te stellen om het dossier 

elektronisch te ontvangen. 

Gemeenten kunnen bepalen dat op hun grondgebied het indienen van een elektronisch of semielektronisch 

dossier volstaat. De indiening gebeurt naar keuze van de gemeente via een niet 

overschrijfbare CD-ROM, een elektronisch postbericht of een internettoepassing. 

Hier zijn nog vereenvoudigingsopportuniteiten die afgestemd en uitgeklaard moeten worden. Bij 

een semi-elektronische indiening moet de aanvrager bijvoorbeeld nog twee papieren dossiers 

indienen, die volledig overeenstemmen met het digitale exemplaar. Eén papieren exemplaar is 

bestemd voor het archief van de gemeente. Het tweede exemplaar wordt gebruikt voor de 

notificatie van de beslissing aan de aanvrager. Het dossier wordt slechts beschouwd als ontvangen 

op het ogenblik dat de aanvrager zowel de papieren als de elektronische versies aan de gemeente 

heeft betekend. 

1.1.7 E-procurement 

Binnen de Vlaamse overheid loopt momenteel ook een project rond e-procurement waarbij het 

volledige aankoopproces van de overheid gedigitaliseerd wordt. De aard van de opdracht omvat 

werken, leveringen of diensten en situeert zich zowel in de klassieke sectoren als in de 

nutssectoren. 

Dit omvat: 

• elektronisch publiceren (e-notification); 

• elektronisch indienen en openen van offertes (e-tendering); 

• elektronisch beoordelen en toewijzen (e-awarding); 

• elektronische veiling (e-auction); 

• elektronische catalogus (e-catalog); 

• elektronisch indienen van de factuur (e-invoicing); 

• elektronische betaling (e-payment). 

Met dit project wil de Vlaamse overheid 

• een elektronisch aanbestedingsproces; 

• een elektronisch aanvraag- en betalingsproces; 

• beheer van overheidsopdrachten; 

• een optimalisatie van het aankoopproces. 

Dit project zorgt voor een grote administratieve vereenvoudiging en transparante en efficiënte 

procedures voor overheidsopdrachten. 

Automatisering 


Door middel van ICT-toepassingen en e-government kunnen automatische toekenningen opgezet 

worden waardoor bijvoorbeeld bepaalde sociale rechten gewaarborgd kunnen worden aan mensen 

die in armoede leven. 9 

Ook voor andere premies of subsidies waarbij de overheid zelf al beschikt over de nodige informatie 

om te bepalen wie tot de rechthebbenden behoort, kan onderzocht worden of deze toekenningen 

niet automatisch kunnen worden toegekend. 

1.1.8 Inkomensgerelateerde administratieve processen 

In vele administratieve processen worden rechten toegekend op basis van het inkomen en/of het 

vermogen van de burgers. Het administratief onderzoeken van dat inkomen blijkt echter tot vrij 

veel rompslomp te zorgen. Herhaaldelijk worden de aanvragers gevraagd om fotokopieën mee te 

sturen van hun aanslagbiljet. Bij uitstek een document dat van de overheid zélf komt. En waar vaak 

veel meer persoonlijke informatie op te vinden is dan de administratie nodig heeft voor haar 

beslissing. 

Het vaakst wordt een inkomenstoets gehanteerd in de beleidsdomeinen ruimtelijke ordening en 

woonbeleid (kopen, huren, lenen en (ver)bouwen van een woning), onderwijs en vorming 

(studietoelagen en studiebeurzen). Ook in de context van welzijn, volksgezondheid en gezin 

(adoptie en gezinszorg) wordt een inkomenstoets gebruikt. Daarnaast speelt het begrip inkomen ook 

een rol binnen het beleidsdomein cultuur, jeugd, sport, en media en binnen het domein werk en 

sociale economie. 

Er kan in de geest van het e-governmentdecreet van 2008 al veel administratieve last verminderd 

worden door de inkomensgegevens rechtstreeks bij de Fod Financiën voor NBI en Kadaster op te 

halen. 

Veel beleidsdomeinen hanteren een inkomenstoets bij het toekennen van premies of voordelen. 

Vaak wordt deze informatie nog opgevraagd bij de burger en niet bij de federale overheidsdienst 

financiën of de kruispuntbank sociale zekerheid. Door een eenduidig gebruik van de term “inkomen” 

kunnen we deze processen stroomlijnen en waar mogelijk digitaliseren. 

Op basis van die gegevens kan men ook pro-actief nagaan of iemand voldoet aan de voorwaarden 

voor een bepaalde tegemoetkoming. Dit beantwoordt aan de doelstelling uit het Vlaamse 

regeerakkoord: “Voor mensen in armoede werken we aan een systeem dat automatische toekenning 

van deze rechten waarborgt”. Dit vereist echter dat die voorwaarden zo gedefinieerd zijn dat ze 

kunnen gevonden worden in een authentieke bron. 

Een studie in opdracht van CORVE (juni 2006) heeft vastgesteld dat binnen de bestaande Vlaamse 

regelgeving uiteenlopende terminologie wordt gehanteerd voor de omschrijving van de 

inkomenscomponenten. 

Om op een goede manier te kunnen werken met digitaal ter beschikking gestelde inkomensgegevens 

dient de regelgeving nagekeken te worden of elke component van de inkomenstoets kan gevonden 

worden in een authentieke bron. Waar mogelijk moet de regelgeving aangepast worden om andere 

inkomenscomponenten te vervangen door authentieke gegevens. 

De administratieve processen en ondersteunende IT-toepassingen moeten aangepast worden om de 

rechtstreekse consultatie uit de inkomensbronnen te benutten. 

Op 12 februari 2010 besliste de Vlaamse Regering hierover: 

- haar goedkeuring te hechten aan het principe om in alle administratieve processen 

waarin de inkomenstoets is opgenomen, inkomensgegevens digitaal te consulteren 

in beschikbare authentieke gegevensbronnen; 

- elke minister te gelasten om aan haar/zijn betrokken administraties opdracht te 

geven om, met het oog op de implementatie van bovenvermeld principe, waar nodig 

en zo mogelijk voorstellen tot aanpassing van de regelgeving uit te werken, in 

afstemming met de onderliggende ICT-processen; 

- de Vlaamse minister van Bestuurszaken te gelasten om, met het oog op de 

ontwikkeling van een ondersteuningsaanbod, 

9 Bron: Vlaams Regeerakkoord 


aan de entiteit EIB/CORVE opdracht te geven om alle nodige 

voorbereidingen te nemen voor het ontsluiten van de authentieke bronnen 

met inkomensgegevens, waar nodig in overleg met het federale niveau met 

betrekking tot de gegevens van de FOD Financiën; 

 

aan de entiteit Wetsmatiging opdracht te geven om, in samenspraak met de 

cellen wetskwaliteit, de huidige regelgeving te screenen om, waar nodig en 

mogelijk, te komen tot afstemming, vereenvoudiging, verfijning en/of 

standaardisering van het inkomensbegrip; 

- de minister-president te gelasten om aan het College van Ambtenaren-Generaal 

mede te delen om de projecten die betrekking hebben op het digitaal consulteren 

van inkomensgegevens te bundelen en het met hoge prioriteit op te nemen in het 

meerjarenplan Slagkrachtige Overheid. 

1.2 Spoor 2: Subsidies & Vergunningen en erkenningen 

Het opstarten van een bedrijf, het aanvragen van een sociale woning, restauratiewerken, 

werknemers uit kansengroepen tewerkstellen, vorming voor werknemers, onderzoek en 

ontwikkeling, … In deze moeilijke financiële en economische tijden is ondersteuning door de 

overheid meer dan wenselijk. 

Het instrumentarium aan subsidies is echter vaak complex en ondoorzichtig. Bovendien is er te 

weinig overleg en coördinatie tussen de verschillende subsidiërende instanties, waardoor een groot 

deel van de impact en effectiviteit verloren gaat. 

Er zijn in Vlaanderen een veelheid aan subsidiërende instanties die allen op een verschillende 

manier te werk gaan inzake bekendmaking, aanvraagdossiers, selectie en goedkeuring, uitbetaling, 

opvolging en controles. 

1.2.1 Inventaris subsidies 

De dienst Wetsmatiging zal een inventaris opmaken van subsidies over de verschillende 

beleidsdomeinen heen. Op basis van de inventaris wordt een gids opgemaakt met goede praktijken 

en mogelijkheden om de administratieve lasten gekoppeld aan subsidies te verlagen. 

Hierbij zal ook rekening gehouden worden met de bevindingen, conclusies en aanbevelingen uit het 

rapport van het Rekenhof over hun doelmatigheidsonderzoek naar Vlaamse subsidies in 1998. Het 

onderzoek was gericht op subsidies wegens het budgettaire belang van dit beleidsinstrument: 404 

subsidieregelingen vertegenwoordigen 267 miljard BEF, zijnde 41 % van alle uitgaven van de 

Vlaamse Gemeenschap. 10 

De dienst Wetsmatiging onderzoekt samen met het Contactpunt Vlaamse Infolijn hoe de inventaris 

aan subsidies kan afgestemd worden op de Interbestuurlijke Producten en Diensten Catalogus en de 

formulierenwebsite. 

Heel wat Vlaamse vergunningen en erkenningen zijn verantwoordelijk voor administratieve 

rompslomp. De dienst Wetsmatiging stelde in 2006 register op met alle Vlaamse vergunningen en 

erkenningen. Het register van Vlaamse vergunningen en erkenningen is online beschikbaar via 

www.wetsmatiging.be/vergunningen. 

1.2.2 Europese dienstenrichtlijn – inventaris vergunningen en erkenningen 

10 VERSLAG van het Rekenhof over het onderzoek naar subsidies in de Vlaamse Gemeenschap 


Een significante verlaging van de administratieve lasten voor de ondernemer zal in eerste instantie 

bewerkstelligd worden in het kader van de implementatie van de Europese Dienstenrichtlijn (EDRL). 

Artikel 5, lid 1 van de Europese Dienstenrichtlijn legt immers een verplichting tot administratieve 

vereenvoudiging op. 

De principes van de dienstenrichtlijn worden toegepast op de Vlaamse regelgeving en processen. 

EDRL zorgt ook voor een uniek loket voor binnen- en buitenlandse dienstverleners op de Vlaamse 

markt. 

De dienst Wetsmatiging bekeek in kader van EDRL de betreffende processen en formuleerde in een 

advies mogelijke opportuniteiten tot vereenvoudiging. 

Het register van Vlaamse vergunningen en erkenningen kan gebruikt worden om processen te 

beheren in kader van EDRL. 

Het register van Vlaamse vergunningen en erkenningen werd door de dienst Wetsmatiging met 

behulp van de afdeling Proces en Informatiebeheer gedigitaliseerd. Het digitale register wordt 

geactualiseerd en uitgebreid. Bijkomende informatie in kader van de Europese Dienstenrichtlijn 

bestaat oa uit volgende vragen: 

- Valt de vergunning/erkenning binnen het toepassingsgebied van de EDRL? 

- Indien ja, voldoet de vergunning/erkenning aan de noodzakelijkheids- en 

evenredigheidsvereiste van de EDRL? 

- Indien neen, welk (vereenvoudigings)project wordt opgestart? Deze projecten worden 

opgenomen in de actieplannen. 

- Is de vergunning/erkenning elektronisch beschikbaar? 

Voor de toetsing van de noodzakelijkheids- en evenredigheidsvereiste heeft de dienst Wetsmatiging 

op basis van de methodiek van de Reguleringsimpactanalyse (RIA) de methodiek van de 

Dienstenimpacttoets (DIT) ontwikkeld. De DIT kan gebruikt worden om nieuwe, voorgenomen 

regelgeving te analyseren en te conformeren aan de Europese Dienstenrichtlijn. Daartoe werd de 

handleiding RIA aangepast en geïntegreerd met de handleiding DIT. 

Op 25 februari 2010 publiceerde de Commissie Versnelling Maatschappelijk Belangrijke 

Investeringsprojecten (Commissie Sauwens) “Sneller door beter” zijn aanbevelingen. Ook de 

Commissie Investeringsprojecten (Commissie Berx) “Naar een snellere en betere besluitvorming voor 

complexe projecten” publiceerde aanbevelingen. Uiteraard worden deze aanbevelingen mee 

opgenomen in de projecten die hierrond worden opgestart. 

1.3 Spoor 3: Inspectie 

Er dringt zich een afstemming tussen verschillende inspectiediensten van diverse 

instanties/domeinen/overheden op. Dit zowel qua timing als qua methodiek. Dit moet leiden tot 

het vermijden van lacunes en/of overlappingen, een verminderde controlelast voor de 

gecontroleerden en een betere afdekking van de risico’s. 11 

In 2009 liet de dienst Wetsmatiging samen met de werkgroep MOVI Inspectie een onderzoek 

uitvoeren naar handhaving van regelgeving. Binnen het onderzoek werden volgende deelopdrachten 

uitgevoerd: 

- Analyseren van de bestuurlijke organisatie van de handhaving van Vlaamse regelgeving 

- Ontwikkelen van een analysemodel, gekoppeld aan RIA, waardoor handhaafbaarheid een 

aandachtspunt is bij totstandkoming van regelgeving 

- Opstellen van modelbepalingen en goede voorbeelden voor verschillende elementen van de 

toezichtregeling en dit als hulpinstrument voor de wetgevingsambtenaren binnen de Vlaamse 

overheid. 

11 Bron: Vlaams regeerakkoord 


In 2010 zal de dienst Wetsmatiging in samenwerking met een stuurgroep, werkgroep MOVI Inspectie 

en het CAG een implementatie van (een aantal van) de beleidsaanbevelingen uit de studie 

uitgewerken. Daarbij wordt een opdeling gemaakt volgens de drie onderdelen van de studie, nl. de 

juridische modelbepalingen, de handhaving bij de opmaak van regelgeving en de werking van de 

inspectiediensten. 

1.4 Spoor 4: Toegankelijke en kwaliteitsvolle formulieren 

Formulieren nemen binnen de administratieve vereenvoudiging een bijzondere plaats in. Ze vormen 

de meest tastbare en zichtbare administratieve lasten waarmee burgers en bedrijven in aanraking 

komen. De ervaring leert dat door de vereenvoudiging van formulieren snel en goedkoop 

aanzienlijke besparingen en verbeteringen mogelijk zijn. 

Een goed formulier is 

1. leesbaar 

2. eenvoudig 

3. gemakkelijk in te vullen 

4. vooraf ingevuld waar mogelijk. Dit is het principe van de unieke gegevensverzameling 

Een formulier moet bovendien niet alleen goed zijn, maar moet ook kaderen in een uitgewerkt en 

globaal formulierenbeleid. 

De Vlaamse overheid moet beschikken over toegankelijke en kwaliteitsvolle formulieren. De dienst 

Wetsmatiging ontwikkelt een specifieke toetsing administratieve lasten, waarbinnen ook het gebruik 

van de elektronische handtekening en authentieke bronnen wordt opgenomen. 

1.4.1 Elektronische handtekening 

Door middel van de elektronische handtekening kan men aanvraagdossiers en/of rapportagedossiers 

volledig elektronisch laten opsturen en afhandelen. Hierdoor komen vele administratieve lasten te 

vervallen. 

Door e-IB werd het Vlaams Digitaal Tekenplatform ontwikkeld. Dit laat enerzijds Vlaamse 

ambtenaren toe om via een e-mailinterface documenten digitaal ondertekenbaar te maken. Bv. 

conversie van een brief in wordformaat naar een PDF formaat voorzien van de nodige velden om te 

tekenen met een e-ID kaart. Anderzijds laat het Digitaal Tekenplatform aan geautoriseerde 

applicaties toe om documenten of dossiers (bestaande uit meerdere documenten) via webservices 

door te sturen naar het platform waar ze geconverteerd worden in één PDF document dat voorzien 

kan worden van de nodige velden om te tekenen met e-ID kaarten. Bv. een subsidiedossier dat 

zowel door de overheid als door de ontvangende partij moet ondertekend worden. 

Het Tekenplatform werd begin 2010 in productie gesteld. 

Veel processen en formulieren worden vandaag niet gedigitaliseerd omdat er handtekeningen 

vereist zijn. Het Vlaams Digitaal Tekenplatform kan hier een oplossing bieden. 

Het gebruik van de elektronische handtekening zal deel uitmaken van de toetsing van formulieren 

op administratieve lasten door de dienst Wetsmatiging. 

Het digitaliseren van het bestuurlijk toezicht van de lokale besturen kan hier als pilootproject 

opgestart worden (zie onder lokale besturen). 


1.5 Spoor 5: Communicatie van regelgeving 

Een onduidelijk of onvoldoende gecommuniceerd wetgevend kader zorgt eveneens voor 

administratieve lasten. 

Bij het nemen van beleidsbeslissingen moet al in een vroege fase aan communicatie worden 

gedacht. Op die manier worden beleidsmakers (en –voorbereiders) zich ook bewust van de mogelijke 

gevolgen van hun beslissing. Een ‘communicatieparagraaf’ in elk dossier op de Vlaamse Regering 

geeft aan op welke manier de overheid over de beslissing zal communiceren. De 

communicatieparagraaf moet een hefboom zijn om het denken bewustmakingsproces op gang te 

trekken. 12 

Een duidelijke communicatie van regelgeving impliceert ook het gebruik van eenduidige 

terminologie. Eenduidige terminologie draagt bij tot een duidelijke en toegankelijke regelgeving. 

Binnen regelgeving moeten kernbegrippen een duidelijke en consistente definitie hebben. De 

noodzaak om tot een eenduidige terminologie te komen, spreidt zich over de verschillende 

beleidsdomeinen en bestuursniveaus heen. Nog te veel termen zijn vatbaar voor interpretatie, nog 

te vaak wordt voor eenzelfde begrip een andere term gehanteerd, of wordt eenzelfde term anders 

ingevuld. Een substantiële lastenverlaging is mogelijk wanneer definities en begrippen in 

regelgeving worden geüniformiseerd en afgestemd. Vervolgens kan eventueel een koppeling 

gemaakt worden met authentieke bronnen of inbedding in ICT-toepassingen. 

1.5.1 Vlaamse communicatiecode voor regelgeving 

Een voorwaarde voor efficiënte en effectieve communicatie is een professionele organisatie. 

Cruciaal bij de uitvoering van de bovenstaande doelstellingen zijn externe en interne 

samenwerking, een professioneel imago- en reputatiemanagement, structurele aandacht voor 

meten en evalueren en aandacht voor communicatie bij het begin van elk beleidsproces. 

Een betere interne samenwerking moet bijdragen tot een betere en efficiënte 

overheidscommunicatie. 13 

De dienst Wetsmatiging zal in samenwerking met het beleidsdomein DAR een communicatiecode 

voor Vlaamse regelgeving ontwikkelen. 

1.5.2 Eenduidig begrippenkader voor regelgeving 

Er wordt een eenduidig begrippenkader voor Vlaamse regelgeving ontwikkeld, dat afgestemd is op 

het eenduidig begrippenkader rapportering. 

In de beleidsnota Financiën en Begroting is het initiatief opgenomen om alle informatie inzake de 

Vlaamse belastingen te bundelen en deze info voor eenieder beschikbaar te stellen. Alle begrippen 

die binnen het domein van deze bevoegdheid liggen, worden gedefinieerd. Deze definities zullen bij 

alle informatie die door de minister van FB wordt verstrekt, worden meegegeven en zullen via 

internet aan eenieder ter beschikking worden gesteld. 

De dienst Wetsmatiging ziet het project binnen FB als een concrete toepassing van het spoor rond 

communicatie van regelgeving en zal het begrippenkader voor Vlaamse regelgeving hierop verder 

afstemmen. Deze case kan als goed praktijkvoorbeeld sensibiliserend en ondersteunend werken. 

1.5.3 Doelgroepafbakening Inburgering 

Momenteel wordt in de diverse beleidsdomeinen een andere doelgroepafbakening gehanteerd, 

waardoor gegevens vanuit de beleidsdomeinen niet zonder meer met elkaar kunnen worden 

vergeleken. In de beleidsnota inburgering staat de ambitie ingeschreven dat de doelgroepdefinitie 

12 Beleidsnota DAR 

13 Beleidsnota DAR 


uit het integratiedecreet in de relevante beleidsdomeinen eenduidig zou worden gehanteerd. In 

samenspraak met de minister bevoegd voor Gelijke Kansen en voortbouwend op de werkzaamheden 

hierrond tijdens de vorige regeerperiode, zullen hiertoe de nodige initiatieven genomen worden. 14 

De dienst Wetsmatiging ziet dit project als een concrete toepassing van een eenduidig 

begrippenkader voor regelgeving. Dit project kan als goed praktijkvoorbeeld sensibiliserend en 

ondersteunend werken. 

1.6 Spoor 6: Lokale besturen 

1.6.1 Planlasten en andere administratieve lasten voor lokale besturen 

De lokale besturen en provincies klagen in toenemende mate over de toegenomen 

planverplichtingen die de verschillende beleidssectoren hen opleggen: het is tijds- en 

arbeidintensief en er gaat een enorme bureaucratie mee gepaard. De huidige planverplichtingen 

voor lokale en provinciale besturen bevatten een te grote diversiteit aan inhoudelijke voorschriften. 

Er is een veelheid aan plannen die het lokaal bestuur op een verschillend tijdstip, met een 

verschillende looptijd en volgens een verschillende inhoudelijke structurering moet opstellen, zodat 

een afstemming of integratie quasi onmogelijk is. Aldus hypothekeren deze diverse verplichtingen 

dat de lokale besturen over de beleidsvelden heen een visie ontwikkelen (horizontaal beleid). 

De Vlaamse Regering richtte een commissie Efficiëntiewinst lokale besturen op, samengesteld uit 

gemeentemandatarissen en experten, die verdere concrete beleidsaanbevelingen uitwerkt die 

leiden tot minder planlasten, een sterke administratieve vereenvoudiging en efficiëntiewinsten van 

de op de gemeenten toepasselijke decreten. Binnen de Commissie Efficiëntiewinst voor de lokale 

besturen werd daartoe een werkgroep ‘Planlasten en andere administratieve lasten’ opgericht. 

Binnen het Meerjarenprogramma Slagkrachtige overheid werd planlasten als een sleutelproject 

gedefinieerd en werd daartoe een ambtelijke werkgroep ‘Planlasten en andere administratieve 

lasten’ opgericht, samengesteld uit vertegenwoordigers van alle beleidsvelden met planlasten. 

De doelstelling is even helder als ambitieus: tegen de start van de nieuwe lokale bestuursperiode 

zouden de lokale besturen één plannings- en rapporteringcyclus moeten maken die ingebed is in een 

meerjarenperspectief. 

In kader van een goed partnerschap tussen de Vlaamse overheid en de lokale en provinciale 

besturen worden de huidige planlasten die de lokale en provinciale besturen maken 

(cultuurbeleidsplan, jeugdbeleidsplan, sportbeleidsplan …) afgeschaft en vervangen door 1 lokale 

meerjarenplanning. Daartoe zullen diverse sectorale regelgevingen aangepast moeten worden. 

De organieke decreten op de lokale besturen en de provincies regelen deze strategische 

beleidsplanning. De betreffende artikelen (die nog niet operationeel zijn) bepalen dat de besturen 

een strategische beleidsplanning moeten voeren op basis van een meerjarenplanning die loopt 

gedurende de volledige bestuursperiode van 6 jaar. De jaarlijkse budgetten zijn afgeleid van de 

strategische meerjarenplanning. De verschillende sectordomeinen zijn geïntegreerd in dat 

strategisch meerjarenplan. Het ideaaltypische kader is bijgevolg aanwezig voor een afstemming van 

de verschillende sectorverplichtingen op de lokale beleidscyclus. 

Daarnaast worden ook andere plan- en administratieve lasten voor lokale en provinciale besturen 

vereenvoudigd. 

1.6.2 Verplicht gebruik van authentieke bronnen door de lokale besturen 15 

In decreet elektronisch bestuurlijk gegevensverkeer is er voor de Vlaamse administraties een 

verplichting opgenomen om authentieke bronnen te gebruiken en die gegevens niet meer opnieuw 

op te vragen. De lokale besturen mogen dit reeds doen op vrijwillige basis. Het lijkt me een 

14 Beleidsnota Inburgering 

15 Beleidsnota Bestuurszaken 


terechte ambitie om tegen het einde van deze regeerperiode de provincies eveneens te overtuigen 

onder dit principe te werken en te onderzoeken in welke mate we ook de steden en gemeenten 

kunnen overtuigen zich hier bij aan te sluiten. 

De lokale besturen moeten betrokken partij zijn bij projecten die kunnen leiden tot een 

aanzienlijke lastenverlaging. Ik denk daarbij vooral aan de digitale bouwaanvraag en het 

informatieformulier vastgoedinformatie. 

1.6.3 Digitaliseren van het bestuurlijk toezicht van de lokale besturen 

De elektronische informatiedoorstroming tussen de lokale besturen, de provincies en de Vlaamse 

overheid kan beter. Er zal onderzocht worden hoe de procedures van het bestuurlijk toezicht 

gedigitaliseerd kunnen verlopen. De lokale besturen en de provincies moeten ook zelf werken aan 

een klantvriendelijke ontsluiting van informatie, onder meer via de lokale websteks. Daarnaast 

moeten de raadsleden op een gemakkelijke manier via elektronische weg inzage krijgen in de 

dossiers. 

Naar aanleiding van de wijzigingen op het gemeentedecreet formuleerde de Vlaamse Adviesraad 

voor Bestuurszaken in zijn advies de vraag om de regelgeving af te stemmen op het huidige 

technologische tijdperk. VLABEST adviseert om het register van regelgeving digitaal bij te houden. 

De dienst Wetsmatiging neemt mee deel aan het project vanuit de Afdeling Proces- en 

Informatiebeleid (BZ) en onderzoekt de mogelijkheid om deze procedure te vereenvoudigen via een 

toepassing van het ontwikkelde Digitaal Tekenplatform. 

1.6.4 Afschaffen koppelsubsidies 16 

We spreken over koppelsubsidies wanneer provincies en gemeenten zonder eigen beleidsruimte 

verplicht worden met subsidies over de brug te komen ten gevolge van Vlaamse beleidsbeslissingen. 

Deze koppelsubsidiëring maakt het administratieve proces nodeloos lastig en is tegengesteld aan de 

wens van verantwoordelijke beleidsniveaus, die zo veel mogelijk zelf de gevolgen dragen van hun 

beslissingen. Koppelsubsidies worden dan ook best afgeschaft. Daarnaast geven provincies en 

gemeenten in een aantal gevallen toelagen, aanvullend op Vlaamse subsidies. Die mogelijkheid 

blijft behouden, doch louter op vrijwillige basis. 17 

De dienst Wetsmatiging zal in samenwerking met het Agentschap voor Binnenlands Bestuur een 

inventaris van bestaande koppelsubsidies over de verschillende beleidsdomeinen opmaken. 

Vervolgens worden de vereiste decretale wijzigingen om die koppelsubsidies af te schaffen, 

uitgewerkt. 

1.6.5 Specifiek toezicht 18 

Daarnaast is er de problematiek van het specifiek toezicht, georganiseerd op basis van de 

verschillende sectorale regelgevingen. De Vlaamse Regering zal voor elke materie waarvoor een 

specifiek toezicht is georganiseerd, nagaan welk concreet doel die toezichtprocedure beoogt en of 

deze procedure daarvoor noodzakelijk is. Het doel moet zijn de procedures met een te beperkte 

meerwaarde te schrappen. 

De dienst Wetsmatiging zal in samenwerking met het Agentschap voor Binnenlands Bestuur zal een 

inventaris opgemaakt worden van alle bestaande vormen van specifiek toezicht. Die vormen van 

specifiek toezicht waarvan niet kan aangetoond worden dat ze niet kunnen uitgeoefend worden via 

het (versoepeld) algemeen toezicht, worden afgeschaft. 

16 Beleidsnota Binnenlands bestuur 




Departement Bestuurszaken – Afdeling Managementondersteunende Diensten (MOD) 

Geen vereenvoudigingsprojecten ingediend. 

Reden: - niet opgenomen in de nulmeting (geen eigen regelgeving); 

- MOD acteert niet als trekker, zorgt voor de uitvoering/realisatie. 

Departement Bestuurszaken – (Team) Vlaams Bouwmeester 


Reden: niet opgenomen in de nulmeting (geen eigen regelgeving). 

Departement Bestuurszaken – Entiteit e-government en ICT-Beheer 


Reden: acteert niet als trekker, vervult louter ondersteunende rol naar vraagzijde toe. 

Agentschap voor Overheidspersoneel 


Reden: niet opgenomen in de nulmeting (legt geen of weinig administratieve lasten op aan interne of 

externe doelgroepen). 

Agentschap voor Binnenlands Bestuur 


Reden: nulmeting is nog lopende; het eindrapport wordt in 2010 aangevuld met de meetresultaten van 

ABB. Later in het actieplan in te schuiven. 

Agentschap voor Facilitair Management 

Mogelijke bijdrage van AFM aan efficiëntiewinsten voor de VO: 

Verbeteractie 

1. Uitbouwen van een 

dienstverlening door AFM voor 

de coördinatie van de 

herbestemming van roerende 

goederen (bvb. meubilair) van 

de volledige VO 

Aard van efficiëntiewinst 

§ Besparing op aankoop roerende 

goederen door meer hergebruik 

§ Besparing op personeelsinzet door 

centralisatie van kennis en ervaring bij 

AFM 

Omvang van 

efficiëntiewinst 

Onmogelijk 

in te schatten 

2. Uitbouwen van een 

dienstverlening door AFM voor 

de organisatie van 

evenementen van de volledige 

VO: 


centralisatie van kennis en ervaring bij 

AFM 

§ Besparing op de kosten van 

Onmogelijk 



§ Ontwikkelen van 

een kennisdatabank 

van potentiële locaties 

en leveranciers van 

diensten (catering, AVvoorzieningen, 

enz.), 

inclusief 

contactpersonen en 

richtprijzen 

evenementen door betere kennis van 

marktprijzen en sterkere 

onderhandelingspositie 

§ Aan de entiteiten 

van de VO voorleggen 

van interessante 

offertes op maat van 

hun specifieke noden 

en verwachtingen 

3. In de nieuwe aanbesteding 

door AFM voorzien in de 

omschakeling van papieren 

maaltijdcheques naar digitale 

maaltijdcheques 

§ Besparing op de kosten voor verloren 

gegane maaltijdcheques 

§ Besparing op personeelsinzet voor de 

administratie van bijbestellingen 

§ Besparing op personeelsinzet voor de 

manuele verdeling van maaltijdcheques 

na verloren gegane leveringen 

Nog in te 

schatten 

§ Besparing op de personeelsinzet voor 

tellen en afhandelen van geïnde 

maaltijdcheques 

4. Samen met het departement 

Bestuurszaken in kaart 

brengen van alle generieke 

facilitaire producten of diensten 

waarvoor momenteel doorheen 

de VO meerdere (raam- 

)contracten bestaan. 

Vervolgens kan AFM in 

overleg met de entiteiten die 

als aanbestedende overheid 

optreden trachten te komen tot 

een samenwerking in de vorm 

van 1 enkel raamcontract voor 

elk generiek facilitair product of 

dienst. 


centralisatie van kennis en ervaring 

§ Besparing op personeelsinzet en 

administratieve lasten door beperking 

tot 1 procedure per generiek product of 

dienst 

§ Besparing op de kosten door 

schaalvoordelen 

Onmogelijk 



5. In de raamcontracten voor 

generieke facilitaire producten 

of diensten meer aandacht 

besteden aan flexibele bestelen 

leveringsvoorwaarden 

vanwege de leveranciers 

§ Besparing op kosten voor ruimte en 

infrastructuur van magazijnen bij de 

entiteiten van de VO 

§ Besparing op kosten van verouderde 

of niet-bruikbare voorraden 

§ Besparing op personeelsinzet voor 

voorraadbeheer bij de entiteiten van de 

VO 

Onmogelijk 


6. In samenspraak met het 

beleidsdomein Onderwijs & 

Vorming onderzoeken van de 

haalbaarheid en wenselijkheid 

om de activiteiten van hun 

drukkerij te integreren in de 

werking van de drukkerij van 

AFM 

§ Besparing op kosten voor 

infrastructuur en toestellen 

§ Besparing op kosten voor producten 

en diensten door schaalvoordelen 


centralisatie van kennis en ervaring 

§ Besparing op personeelsinzet vermits 

afwezigheden en piekmomenten 

efficiënter kunnen opgevangen worden 

binnen 1 groot team dan binnen 2 

afzonderlijke teams 

Nog te 

onderzoeken 

7. Optimalisatie van het door 

AFM beheerde 

zaalreservatiesysteem en de 

bijhorende afspraken inzake 

zaal- en cateringreservaties, 

zodat personeelsleden van de 

VO gehuisvest in één van de 

grote administratieve 

gebouwen nog efficiënter en 

gebruiksvriendelijker 

vergaderzalen en de 

bijhorende catering kunnen 

reserveren 

§ Besparing op tijdsbesteding voor het 

reserveren van zalen en catering 


administratieve opvolging van 

wijzigingen in de cateringreservaties 

§ Efficiëntere planning van 

cateringpersoneel door duidelijkere 

afspraken inzake cateringreservaties 

Voor VO: 

onmogelijk 


Voor AFM: 

Mogelijkheid om 

het stijgende 

aantal 

cateringreservati 

es uit te voeren 

met het 

beschikbaar 

aantal VTE 

8. Het huidige centrale budget 

bij AFM voor de aankoop van 

‘koffie op de werkplek’ (voor 

een deel van de ambtenaren 

van de VO - historisch 

§ Besparing op tijdsbesteding voor 

opvragen en centraliseren van de 

behoeften bij alle entiteiten van de VO 


Voor VO: 

onmogelijk 


Voor AFM: 


gegroeid maar deels 

achterhaald door BBB) pro rata 

toewijzen aan de 

geresponsabiliseerde 

entiteiten; met uitzondering 

van het gedeelte van dit 

budget dat wordt aangewend 

voor deze dienstverlening in 

VAC’s en in de 5 grote 

administratieve gebouwen in 

Brussel. 

Vervolgens kan elke entiteit 

zelf, op basis van haar 

specifieke noden en 

verwachtingen, de 

cateringproducten en – 

diensten kiezen die AFM zal 

aanbieden door middel van 

een raamcontract voor de 

volledige VO. 

administratieve opvolging van de 

hoeveelheden van elk product waarop 

elke entiteit (volgens het historische 

aandeel in het beschikbare centrale 

budget) al dan niet recht heeft 

§ Mogelijkheid voor entiteiten om de 

middelen gericht aan te wenden voor de 

aankoop van producten of diensten die 

tegemoetkomen aan de specifieke 

noden of verwachtingen 


de uitgespaarde 

personeelsinzet 

aan te wenden 

om het stijgende 

aantal 

cateringreservati 

es uit te voeren 

met het 

beschikbaar 

aantal VTE 

9. Komen tot een betere 

rapportering en ontsluiting van 

managementinformatie m.b.t. 

facilitair management, zowel 

naar beleidsmakers als naar 

geresponsabiliseerde 

topambtenaren 

(bvb. omtrent ruimtegebruik, 

kosten huisvesting, 

energieverbruik, enz.) 

§ Besparing op personeelsinzet om 

informatie op te zoeken en gevraagde 

rapportering aan te leveren 

§ Beleidsmakers kunnen efficiëntere en 

effectievere beleidskeuzes maken (bvb: 

inefficiënte locaties afstoten ten 

voordele van meer efficiënte locaties, 

energiebesparende maatregelen, enz.) 

§ Geresponsabiliseerde topambtenaren 

kunnen onderling benchmarken en 

worden zo gestimuleerd om te leren van 

zogenaamde ‘best practices’ binnen de 

VO 

Mogelijke interne efficiëntiewinsten voor AFM: 

Verbeteractie 

1. Optimalisatie van de 

interne 

organisatiestructuur van 

AFM door middel van een 

grondige reorganisatie. 

Aard van efficiëntiewinst 

§ Efficiëntere én effectievere 

personeelsinzet, vermits elk 

personeelslid de beschikbare tijd 

maximaal kan wijden aan zijn/haar 

kerntaken 

Omvang van 

efficiëntiewinst 


de stijgende 

vraag en de 

bijkomende 

dienstverlening 


Daarbij wordt maximaal 

gestreefd naar: 

§ clusteren van 

inhoudelijk 

gespecialiseerde 

functies per materie 

§ duidelijk 

afgebakende 

verantwoordelijkheden 

en bevoegdheden, die 

minder verspreid zitten 

over verschillende 

functies 

§ 

§ Gerichter opbouwen van kennis en 

expertise per materie 

§ Besparing op tijdsinvestering om na 

te gaan wie binnen AFM de 

aangewezen persoon is voor welke 

materie 

§ Besparing op tijdsinvestering voor 

intern overleg om te komen tot 

beslissingen, vermits de 

verantwoordelijkheden en 

bevoegdheden duidelijker afgebakend 

en minder verspreid zijn over 

verschillende functies 

uit te bouwen 

binnen het 

beschikbare 

aantal VTE 

2. Oprichting van een 

gespecialiseerde afdeling 

‘studie en advies’ binnen 

de nieuwe 

organisatiestructuur, die 

ondermeer zal instaan 

voor de inhoudelijke 

opmaak van alle 

bestekken van het AFM. 

Door deze taken te 

centraliseren binnen 

gespecialiseerde functies in 1 

afdeling wordt gestreefd naar 

een kortere doorlooptijd en 

hogere kwaliteit van de 

overheidsopdrachten. 

§ Gerichter opbouwen van kennis en 

expertise per materie 

§ Besparing op doorlooptijd voor de 

overheidsopdrachten 

§ Besparing van kosten en 

administratieve lasten door een daling 

van het aantal wijzigingen, 

rechtzettingen en verrekeningen voor 

gegunde opdrachten 

Onmogelijk 


3. Centralisatie van alle taken 

met betrekking tot financiële 

opvolging en administratieve 

verwerking van facturatie in 1 

team binnen AFM, waardoor 

synergieën mogelijk zijn. 

§ Besparing op de personeelsinzet 


financiële rapportering 

1 VTE 

4. Centralisatie van alle 

aanvragen, suggesties, 

klachten en meldingen van 

klanten via een uniek loket, 

namelijk de AFM Servicelijn. 

§ Efficiëntere personeelsinzet doordat 

personeelsleden van AFM niet te pas 

en te onpas gestoord worden door 

inkomende telefoons of mails van 

klanten 

Onmogelijk in te 

schatten 


§ Efficiëntere en effectievere 

dienstverlening doordat centraal 

geregistreerde aanvragen, klachten, 

suggesties en meldingen moeilijker 

vergeten of over het hoofd gezien 

worden 


rapportering door centrale registratie en 

opvolging van alle aanvragen, 

suggesties, klachten en meldingen in 1 

performante toepassing 

5. Flexibelere inzet van 

personeelsleden uit de 

verzending in de grote 

administratieve gebouwen, 

waarbij zij buiten de 

piekmomenten voor de 

verzending mee inspringen 

voor het uitvoeren van andere 

taken verbonden aan het 

operationele beheer van de 

gebouwen 

(bvb. afvalverwijdering, …) 

Besparing op de personeelsinzet 

3 VTE: 

1 in Boudewijn 

1 in Ellips 

1 in VACA 

6. Uitwerken en implementeren 

van duidelijke en uniforme 

procedures en/of dienstnota’s 

voor elk element van de 

dienstverlening én de interne 

werking van AFM 

Dit moet leiden tot een snellere 

en meer kwalitatieve 

dienstverlening, met minder 

fouten en minder betwiste 

dossiers 

§ Efficiëntere én effectievere 

personeelsinzet door het beter 

ontsluiten van kennis en ervaring 

§ Besparing op kosten en 

tijdsinvestering voor de correctie en 

resolutie van fouten en betwiste 

dossiers 

§ Besparing op kosten en 

tijdsinvestering voor het opleiden en 

inwerken van nieuwe personeelsleden 


de stijgende 

vraag en de 

bijkomende 

dienstverlening 

uit te bouwen 

binnen het 

beschikbare 

aantal VTE 

7. Onderzoeken van de 

haalbaarheid van een online 

kassasysteem voor de DAB 

Catering 

Besparing op de personeelsinzet voor 

administratieve verwerking en opvolging 

van inkomsten 

1 VTE 

8. Onderzoeken van de 

haalbaarheid om, in het kader 

Besparing op de huisvestingskosten voor 

de drukkerij 

Nog te 

onderzoeken 


van het einde van het 

huurcontract voor het 

Boudewijngebouw, de digitale 

drukkerij van AFM op een 

meer kostenefficiënte locatie te 

huisvesten 

9. Waar mogelijk en zinvol, ook 

voor de eigen werking van het 

AFM zoveel mogelijk overgaan 

tot de opmaak van 

raamcontracten of 

bestelopdrachten i.p.v. 

afzonderlijke opdrachten voor 

vaak voorkomende werken, 

diensten of aankopen van 

producten 

Besparing op personeelsinzet en 

administratieve lasten 

Nog in te 

schatten 

10. Mits door het departement 

Bestuurszaken de nodige 

aanpassingen zijn 

doorgevoerd om alle voor AFM 

noodzakelijke functionaliteiten 

te kunnen bieden zal AFM 

volledig overschakelen op de 

PITA- en MODO-toepassingen 

voor alle rapportering in het 

kader van de beleids- en 

beheerscyclus. 


beleidsondersteuning en rapportering 

Afhankelijk van 

de 

functionaliteiten 

van PITA en 

MODO 

11. Verder uitwerken en 

implementeren van een 

toepassing en methodiek voor 

de efficiënte opvolging van en 

rapportering over de realisatie 

van alle interne projecten en 

verbeteracties 


beleidsondersteuning en rapportering 

Afhankelijk van 

de 

functionaliteiten 


Vlaams Agentschap voor Rekrutering en Selectie (Jobpunt Vlaanderen) 

Inleiding 

Jobpunt Vlaanderen neemt, binnen verschillende kaders, meerdere projecten op die administratieve 

vereenvoudigingen en/of efficiëntiewinsten met zich mee kunnen brengen. Een aantal van deze 

projecten zijn eerder gericht op de interne werking van Jobpunt Vlaanderen en vallen daarom o.i. 

buiten de scope van de gevraagde projecten in dit kader. We geven ze echter voor de volledigheid 

van de input wel mee. Andere projecten worden reeds opgevolgd vanuit andere invalshoeken (bvb: 

opvolging uitvoering beleidsnota, realisatie visienota werving en selectie, …). Het lijkt ons in het kader 

van efficiëntie aangewezen om hierbij dubbele monitoring te vermijden. We geven dit dan ook mee als 

opmerking bij de desbetreffende doelstellingen. Tot slot ziet Jobpunt Vlaanderen een aantal grote 

opportuniteiten in projecten die o.i. tot de bevoegdheid van andere entiteiten behoren, maar waaraan 

Jobpunt Vlaanderen zeker wenst mee te werken. Ook deze projecten nemen we voor de volledigheid 

mee op in dit overzicht, zij het op een aangepaste manier. 

Zoals uit bovenstaande inleiding al blijkt, geeft Jobpunt Vlaanderen hieronder niet alleen de projecten 

waarmee volgens haar aan administratieve vereenvoudiging wordt gewerkt, maar ook aan algemene 

efficiëntiewinsten en/of een kwaliteitsvollere werking/beleid binnen de Vlaamse overheid. 

Niet nodeloos hertesten 

Bron: visienota werving en selectie, beleidsnota, regeerakkoord 

Doelstellingen: Door het niet nodeloos hertesten worden er belangrijke efficiëntiewinsten gecreëerd 

voor de Vlaamse openbare besturen. Jobpunt Vlaanderen merkte nl. dat kandidaten die op zoek zijn 

naar een job bij een Vlaams openbaar bestuur vaak voor gelijkaardige functies solliciteren bij diverse 

Vlaamse openbare besturen. Op dit moment doorlopen zij bij ieder bestuur opnieuw een volledige 

selectieprocedure. Dit is uiteraard niet kosten- en tijdsefficiënt, noch voor de kandidaten noch voor de 

Vlaamse openbare besturen. Via het principe van niet nodeloos hertesten kunnen testresultaten van 

kandidaten (onder bepaalde voorwaarden) hergebruikt worden in het kader van nieuwe 

selectieprocedures. Hierbij is voorzien in een samenwerking tussen de openbare besturen en de 

Vlaamse overheid, waardoor dit principe ook een opening kan vormen voor de mobiliteit tussen deze 

bestuursniveaus. 

Plan van aanpak: Dit project wordt inhoudelijk uitgewerkt in samenwerking met de Universiteit van 

Gent. Een eerste voorstelling van dit project werd gepresenteerd aan het SOPO, waar men akkoord 

ging met de uitgangspunten. In een volgende fase gebeurt de verdere juridische onderbouwing van dit 

principe. Eens dit uitgewerkt is, kan het principe gefaseerd ingevoerd worden (zie timing). De 

gefaseerde invoer is belangrijk om tijdig knelpunten te kunnen opvangen en indien nodig inhoudelijke 

aanpassingen door te voeren en om de mogelijkheid om volgende fases doorgang te laten vinden te 

kunnen evalueren. 

Timing: realisatie in verschillende fases: 

1. Hergebruik van resultaten uit procedures voor de Vlaamse overheid, begeleid door Jobpunt 

Vlaanderen. 

2. Hergebruik van resultaten uit procedures van de andere vennoten van Jobpunt Vlaanderen, 

die Jobpunt Vlaanderen begeleidde. 

3. Hergebruik van resultaten uit procedures van de Vlaamse overheid die door andere 

selectoren begeleid werden. 

4. Hergebruik van informatie uit selectieprocedures van andere Vlaamse openbare besturen die 

niet begeleid werden door Jobpunt Vlaanderen. 

De vooropgestelde doelstelling is om dit project te realiseren tegen 2014. Zoals eerder aangegeven 

zal de realisatie van de fases volgend op fase 1 ook samenhangen met de leereffecten uit fase 1. 

Budget: - 

Contacpersonen: Silke Verheyen, Karolien Geelen 


Opmerkingen: Het budget om dit project te realiseren wordt gedragen door Jobpunt Vlaanderen. 

Bestaande monitoring: intern Jobpunt Vlaanderen + vanuit beleidsnota. 

Vereenvoudiging VPS inzake Werving en Selectie 


Doelstellingen / plan van aanpak: de aangewezen trekker lijkt ons hier de afdeling Regelgeving te zijn. 

Jobpunt Vlaanderen wenst hier in elk geval bij betrokken te worden als belangrijke actor in werving en 

selectie binnen de Vlaamse overheid. Bovendien moet hierbij volgens ons rekening gehouden worden 

met de doelstellingen inzake het niet nodeloos hertesten (ter vervanging van de generieke 

vrijstellingen) en de aandachtspunten vanuit de visienota werving en selectie die eerder ook door het 

CAG aanvaard werden, m.n.: de klemtoon op het functiespecifiek werken, de regelgeving als vertaling 

van het uitgewerkte beleid rond werving en selectie, het idee van kwaliteit en professionaliteit als 

cruciale uitgangspunten inzake werving en selectie, efficiëntie en effectiviteit als belangrijke 

aandachtspunten,… Voor het uitwerken van dit beleid is Jobpunt Vlaanderen uiteraard een belangrijke 

actor (zie hieronder). Ook in het kader van MOVI worden hierrond acties gepland. Ook daar heeft 

Jobpunt Vlaanderen reeds te kennen gegeven dat zij graag wil meewerken aan deze acties. 

Timing: - 

Budget: - 

Contacpersonen: Karolien Geelen, Silke Verheyen 

Vereenvoudiging wetgeving inzake Werving en Selectie 


Doelstellingen: hieronder verstaan we o.m. het wegwerken van bepalingen in het APKB en de 

Bijzondere Wet tot Hervorming der Instellingen die een efficiënt en effectief wervings- en 

selectiebeleid binnen de Vlaamse overheid in de weg staan. Ook hiervoor is de afdeling Regelgeving 

o.i. de gepaste trekker, maar is Jobpunt Vlaanderen zeker bereid om mee te werken. 


Timing: 

Budget: 


Rationalisatie MOF 

Bron: slagkrachtige overheid, regeerakkoord 

Doelstellingen: dit project loopt in het kader van het programma “slagkrachtige overheid”. Jobpunt 

Vlaanderen is hiervoor niet de trekker, maar zeker wel een belangrijke betrokken partij. Het model van 

Jobpunt Vlaanderen kan nl. als inspiratiebron dienen voor de rationalisatie van andere 

managementondersteunende functies. Anderzijds kan er o.i. nog een verdere rationalisatie in de 

uitvoering van de taken rond werving en selectie gebeuren, waarbij Jobpunt Vlaanderen 

vanzelfsprekend een cruciale gesprekspartner is. Dit hangt overigens ook samen met andere 

doelstellingen die wel specifiek aan Jobpunt Vlaanderen zijn toegewezen (zie hieronder: taakverdeling 

inzake werving en selectie, inzet van interne selectoren waar gepast). Het is belangrijk dat al deze 

projecten in dezelfde richting evolueren. 


Timing: 

Budget: 



Beleid inzake werving en selectie, gestoeld op kwaliteit, professionaliteit, efficiëntie en effectiviteit, 

uitwerken kwaliteitscriteria inzake werving en selectie 

Bron: visienota werving en selectie, beleidsnota 

Doelstellingen: deze doelstelling hangt samen met het realiseren van het principe van niet nodeloos 

hertesten. Dit principe kan nl. enkel toegepast worden voor selectieprocedures die van een 

vergelijkbaar kwalitatief niveau zijn. In elk geval is een gemeenschappelijke basis inzake kwaliteit en 

professionaliteit ook vereist om een goed wervings- en selectiebeleid te kunnen uitbouwen in de 

Vlaamse overheid, zeker binnen de bestaande context waar het principe van vrijheid van selector 

wordt toegepast. Dit ook gelet op de rechten die ontstaan uit een aanwerving, die niet beperkt blijven 

tot de eigen entiteit (toegang tot horizontale mobiliteit bvb). 

Plan van aanpak: de realisatie van deze doelstelling hangt samen met de realisatie van de doelstelling 

rond niet nodeloos hertesten. In dat kader formuleerde de universiteit van Gent al een aantal 

aanbevelingen die een minimale kwaliteitsgarantie inzake werving en selectie moeten waarborgen. In 

een latere fase kunnen deze waarborgen verder vertaald worden binnen het hele wervings- en 

selectiebeleid, waarbij er indien nodig nog een verdere verfijning van de criteria moet gebeuren. 

Timing: zie doelstelling “niet nodeloos hertesten”. Het doel is om dit project te realiseren tegen 2014. 

In elk geval moet hierbij rekening gehouden worden met leereffecten die we verkrijgen vanuit het 

project niet nodeloos hertesten en die een invloed zouden kunnen hebben op de uitgewerkte criteria 

en dus ook op de timing. 

Budget: 

Contactpersonen: Karolien Geelen, Silke Verheyen 

Opmerkingen: het budget om dit project te realiseren wordt gedragen door Jobpunt Vlaanderen. 

Interne monitoring Jobpunt Vlaanderen, monitoring vanuit de beleidsnota. 

Vernieuwde website Jobpunt Vlaanderen, uniek loket voor vacatures voor diverse overheden in 

Vlaanderen 


Doelstellingen: 

• Voor kandidaten: unieke en herkenbare plaats voor vacatures, duidelijke weg naar meer 

specifieke informatie over entiteiten, mogelijkheid om vacatures op maat via mail te ontvangen, 

mogelijkheid om een profiel aan te maken en eenvoudig te solliciteren op vacatures van de Vlaamse 

overheid, … 

• Voor de entiteiten: groot bereik aan geïnteresseerde kandidaten, moderne uitstraling naar 

kandidaten, mogelijkheid om zelf vacatures in te geven en op te volgen,, nieuwsbrief en afgesloten 

pagina waarmee informatie op maat gedeeld kan worden, … 

Plan van aanpak: de vernieuwde website van Jobpunt Vlaanderen is al deels gerealiseerd. Het uniek 

loket voor vacatures van de Vlaamse overheid bestaat daardoor al. De eerstkomende nieuwe 

ontwikkelingen (portaal voor klanten en “mijn profiel” voor kandidaten) zullen wellicht in september 

2010 gelanceerd kunnen worden. Daarnaast zullen de entiteiten van de Vlaamse overheid nog verder 

aangesproken moeten worden om hun vacatures bekend te maken via dit uniek loket. Dit wordt 

voorzien na september 2010, omdat de entiteiten dan hun eigen vacatures online zullen kunnen 

plaatsen. Daarnaast moet ook een bekendmaking naar de arbeidsmarkt gebeuren. 

Timing: 

1. Realisatie fase 1 van de website: maart 2010 

2. Realisatie fase 2 van de website: september 2010 

3. Bekendmaking website: na september 2010 

Budget: 

Contacpersonen: Silke Raeymaekers 

Opmerkingen: het budget om dit project te realiseren wordt gedragen door Jobpunt Vlaanderen. 

Interne monitoring Jobpunt Vlaanderen, monitoring vanuit de beleidsnota. 


Gegevensbeheersysteem Jobpunt Vlaanderen 

Bron: dit is een interne doelstelling van Jobpunt Vlaanderen, link met andere projecten 

Doelstellingen: het nieuwe gegevensbeheersysteem van Jobpunt Vlaanderen draagt bij tot de 

realisatie van de volgende doelstellingen: 

• Een verdere afstemming van de interne processen tussen de interne selectieverantwoordelijken 

van Brussel en de entiteit van Heverlee; 

• Een ondersteuning van de processen (werkwijzes, inclusief deadlines, taken, agenda’s, …) en de 

dataregistratie van Jobpunt Vlaanderen; 

• De realisatie van andere doelstellingen, waaronder de doelstelling van het niet nodeloos hertesten 

en de realisatie van het unieke loket voor vacatures bij de Vlaamse openbare besturen. Deze 

doelstellingen gaan immers uit van een grondige en kwalitatieve databank. 

• … 

Plan van aanpak: Jobpunt Vlaanderen schreef een Europese aanbestedingsprocedure uit waarbij 

naar een geschikte partij voor het aanbieden van dit systeem werd gezocht. Daarbij aansluitend werd 

het systeem ingericht op basis van de noden van Jobpunt Vlaanderen en haar klanten. Hierbij was 

ook voorzien in de ontwikkeling van het nodige maatwerk. Het systeem werd in gebruik genomen op 1 

juni 2010, waarna er nog een opstartperiode loopt waarin de mogelijkheden van het systeem waar 

nodig nog verder afgestemd worden op de behoeften van Jobpunt Vlaanderen en haar vennoten. 

Timing: 

1. Start project: december 2008 (lancering aanbestedingsprocedure) 

2. Ingebruikname systeem juni 2010 

Budget: 

Contacpersonen: Daan Palmers 

Opmerkingen:het budget om dit project te realiseren wordt gedragen door Jobpunt Vlaanderen. 

Interne monitoring Jobpunt Vlaanderen. 

Definitieve afspraken met Selor over uitvoering van de statutaire selectieprocedures van de Vlaamse 

ministeries 

Bron: huidig protocol met Selor loopt tot 27/03/2010, dit is een interne doelstelling 

Doelstellingen: doel = de eigen uitvoering van de statutaire selectieprocedures van de Vlaamse 

ministeries (i.c. doorJobpunt Vlaanderen), ook na afloop van het huidige protocol met Selor (27 maart 

2011). Jobpunt Vlaanderen is er immers in geslaagd om gedurende het eerste jaar van de uitvoering 

van dit protocol de wachtlijst van Selor (met wachttermijnen tot 2 jaar) volledig weg te werken. Het 

behoeft dan ook geen betoog dat dit een belangrijke vooruitgang inzake efficiëntie en effectiviteit 

inhoudt. 

Plan van aanpak: idealiter wordt er naar een definitieve oplossing gezocht via het aanpassen van de 

BWHI die de bemiddeling van Selor voor de statutaire selectieprocedures voor de Vlaamse ministeries 

voorschrijft (zie ook eerder). Dit zal wellicht niet meer haalbaar zijn in de resterende duurtijd van het 

protocol met Selor, waardoor we denken dat er 2 sporen gevolgd moeten worden: de aanpassing van 

de regelgeving BWHI en het verlengen van het huidige protocol/afsluiten van een nieuw protocol met 

Selor. Het streven naar een aanpassing van de BWHI blijft echter cruciaal om ervoor te zorgen dat de 

Vlaamse overheid haar eigen beleid inzake werving en selectie ten volle kan voeren. 

Timing: dit project moet nog opgestart worden, de timing moet dan ook nog opgesteld worden. In elk 

geval moeten er hernieuwde afspraken met Selor zijn tegen 27/03/2011. 

Budget: 

Contacpersonen: Silke Verheyen, Karolien Geelen 

Opmerkingen: Interne monitoring Jobpunt Vlaanderen. 


Competentiegericht werven en selecteren 

Bron: Visienota werving en selectie, beleidsnota, regeerakkoord 

Doelstellingen: Dit in tegenstelling tot het uitsluitend diplomagericht werven en selecteren. Doel = de 

juiste kansen geven aan sollicitanten, ook het vergroten van kansen voor sollicitanten uit de 

doelgroepen. 

Filosofie = wanneer kandidaten een diploma NIET hebben, betekent dit NIET noodzakelijk dat zij niet 

over de juiste competenties beschikken om de job goed te kunnen uitoefenen. Dit kunnen we perfect 

nagaan in een competentiegerichte screening. Een goede screening moet daarvoor wel 

functiespecifiek, professioneel en kwalitatief verlopen. 

Plan van aanpak: Eerste opening voor dit principe: te realiseren via het EVC-beleid: er kan afgeweken 

worden van de diplomavoorwaarden en op basis van een portfolio kan er gescreend worden op de 

competenties van kandidaten (ook ruimer dan de competenties die opgebouwd werden via 

werkervaring). Jobpunt Vlaanderen werkte mee in de werkgroep EVC en zal een portfolio en een 

handleiding voor het gebruik van dit portfolio uitwerken. Om deze doelstelling in de praktijk te 

realiseren lijkt er ons verder nog nood te zijn aan sensibilisering, instructies en het eventueel verder 

uitwerken van het beleid waar er nog te weinig mogelijkheden zijn gecreëerd via het EVC-beleid. 

Timing: Dit is een project in opstart, waarvan de verdere timing deel bepaald wordt door de verdere 

evoluties met betrekking tot EVC, die als startpunt gebruikt kunnen worden om hier verder rond te 

werken. 

Budget: 

Contacpersonen: Janice Verdegem, Silke Verheyen 

Opmerkingen: Interne monitoring Jobpunt Vlaanderen, monitoring vanuit de beleidsnota 

Functiespecifiek werven en selecteren 

Bron: Visienota werving en selectie, beleidsnota 

Doelstellingen: Het functiespecifiek werven en selecteren is belangrijk om het juiste talent aan te 

trekken binnen de Vlaamse overheid en vormt ook een belangrijk uitgangspunt om een efficiënt, 

kwalitatief en professioneel wervings- en selectiebeleid te realiseren waarbij tevens voldoende 

aandacht kan uitgaan naar de competenties van kandidaten. Bovendien ontstaat er vanuit 

functiespecifiek selecteren meer ruimte om te werken aan een divers personeelsbestand dan vanuit 

een eerder generieke aanpak. 

Plan van aanpak: Het functiespecifiek selecteren heeft als doelstelling een invloed op andere 

doelstellingen (zie “doelstellingen”), maar is tegelijkertijd ook afhankelijk van de realisatie van andere 

doelstellingen die we hier definiëren. Zo is er bijvoorbeeld een duidelijke link met de regelgeving, 

waarin het generieke principe nog expliciet vertaald is. Binnen de context van deze regelgeving 

worden momenteel al de nodige initiatieven genomen om de meeste selectieprocedures 

functiespecifiek te behandelen. 

Timing: Zie plan van aanpak 

Budget: 



Proactief werken inzake werving en selectie 

Bron: Visienota werving en selectie, beleidsnota, regeerakkoord 

Doelstellingen: Dit project wordt vanuit de hierover gedefinieerde doelstelling in de beleidsnota in 

eerste instantie getrokken door de afdeling beleid van het departement BZ (vanuit link met 


eheersovereenkomsten). Aangezien zowel de beleidsnota als de visienota werving en selectie 

melding maken van het gebruik van deze pro-actieve planning in het kader van werving en selectie, 

zal Jobpunt Vlaanderen hier een belangrijke betrokken partij in moeten zijn. 


Timing: 

Budget: 


Uitwerken taakverdeling werving en selectie op meest gepaste niveau, inzetten van interne selectoren 

waar gepast 

Bron: Beleidsnota 

Doelstellingen: Dit principe houdt verband met het principe van niet nodeloos hertesten en het 

uitwerken van criteria om een kwalitatieve en professionele uitvoering van selectieprocedures te 

garanderen. Doel = te onderzoeken op welk niveau in de organisatie of daarbuiten welke taken inzake 

werving en selectie het best worden opgenomen om zo te komen tot de meest efficiënte invulling van 

het proces. In dat kader is er ook een duidelijke link met de rationalisatie van de 

managementondersteunende functies. 

Plan van aanpak: Op dit moment wordt reeds per selectieprocedure bekeken welke taken het best op 

welk niveau in de organisatie worden uitgevoerd en waar er best wordt samengewerkt met externe 

selectiekantoren. Dit gebeurt steeds in onderling overleg met de wervende entiteit en desgevallend 

met de MOD. Zoals weergegeven bij de beschrijving van het doel van dit project, hangt de verdere 

invulling van dit principe ook samen met de evoluties in de projecten niet nodeloos hertesten en met 

de gedefinieerde kwaliteitscriteria inzake selectieprocedures. 

Timing: Samenhangend met de realisatie van andere projecten zie doelomschrijving en actieplan. 

Budget: 



Uitbouw sterker arbeidsmarktimago 

Bron: Visienota werving en selectie, Beleidsnota 

Doelstellingen: Dit project houdt een sterke link in met de realisatie van het uniek loket. Speciale 

aandacht moet volgens de beleidsnota ook uitgaan naar knelpuntfuncties en kansengroepen. De 

klemtoon hierbij moet liggen op het aantrekken van kwalitatieve kandidaturen voor de vacatures van 

de Vlaamse overheid, niet op het aantrekken van zo veel mogelijk kandidaten. Om dat te realiseren is 

het ook belangrijk dat het functiespecifiek werken het uitgangspunt vormt in werving en selectie. 

De Vlaamse overheid heeft momenteel een positief imago op de arbeidsmarkt. Om dit te behouden 

zijn in feite continue investeringen nodig. 

Plan van aanpak: Wat betreft de realisatie van het uniek loket, verwijzen we naar de specifieke 

doelstelling die hierrond is opgenomen. 

In het kader van acties rond knelpuntfuncties, stelde Jobpunt Vlaanderen recent op het SOPO een 

plan van aanpak voor dat door de leden van het SOPO gedragen werd. De resultaten hiervan kunnen 

mee gebruikt worden om te beslissen tot eventuele nieuwe acties die hier al dan niet bij aansluiten 

en/of een verderzetting van de uitgewerkte acties. 

Wat betreft het bereiken van doelgroepen, worden er afspraken gemaakt in het kader van de nieuwe 

samenwerkingsovereenkomst tussen Jobpunt Vlaanderen en de Vlaamse overheid. 

Andere acties voor de uitbouw/het behoud van een sterker arbeidsmarktimago: afhankelijk van de 

beschikbare budgetten voor arbeidsmarktcommunicatie. 

Timing: Uniek loket: zie eerder 


Knelpuntfuncties: eerste actie in september 2010, verdere acties te bekijken in functie van de 

evaluatie van deze actie en de beschikbare budgetten. 

Bereiken van doelgroepen: te bespreken in het kader van onderhandelingen over de nieuwe 

samenwerkingsovereenkomst. 

Andere acties met betrekking tot arbeidsmarktcommunicatie: te bekijken in functie van de beschikbare 

budgetten. 

Budget: Uniek loket: zie eerder 

Acties knelpuntfuncties: nog verder te specificeren in het kader van eventuele toekomstige 

doelstellingen. 

Acties doelgroepen: dit maakt deel uit van de onderhandelingen in het kader van de nieuwe 

samenwerkingsovereenkomst tussen Jobpunt Vlaanderen en de Vlaamse overheid. 

Andere acties inzake arbeidsmarktcommunicatie: afhankelijk van de beschikbare budgetten. 

Contacpersonen: Uniek loket: Silke Raeymaekers 

Acties knelpuntfuncties en doelgroepen: Elke Vanleerberghe, Nancy Van Lembergen 

Andere acties inzake arbeidsmarktcommunicatie: Elke Vanleerberghe 

Opmerkingen: De (mate van) realisatie van deze doelstellingen hangt samen met de 

onderhandelingen over de nieuwe samenwerkingsovereenkomst tussen Jobpunt Vlaanderen en de 

Vlaamse overheid. 

Interne monitoring Jobpunt Vlaanderen, monitoring vanuit de beleidsnota 

Kostenefficiënt en doelgericht omgaan met vacatureberichten 

Bron: Beleidsnota 

Doelstellingen: Kostenminimalisatie van plaatsing van vacatureberichten door vacatures zo veel 

mogelijk gebundeld bekend te maken. 

Plan van aanpak: Dit kan enkel gerealiseerd worden wanneer het proactief werken als doelstelling 

gerealiseerd wordt en wanneer in dit proactief werken in een goede link met de werking van Jobpunt 

Vlaanderen wordt voorzien. Op die manier wordt het voor Jobpunt Vlaanderen mogelijk om 

opportuniteiten om vacatureberichten te bundelen op te merken en hiertoe de gepaste acties te 

ondernemen. Op dit moment is Jobpunt Vlaanderen hiervoor afhankelijk van de opportuniteiten die de 

entiteiten zelf opmerken. Bovendien kan hierbij momenteel te weinig entiteitoverschrijdend gewerkt 

worden. 

Timing: Afhankelijk van de realisatie van het project pro-actief werken. Voorlopig wordt dit reeds 

toegepast op ad-hoc basis. 

Budget: 



Acties rond diversiteit, gerichte communicatiekanalen naar doelgroepen, testen taalkennis op gepaste 

niveau 

Bron: Beleidsnota, regeerakkoord, te specificeren in nieuwe samenwerkingsovereenkomst Jobpunt 

Vlaanderen 

Doelstellingen: Het aanspreken van talent op de arbeidsmarkt, het realiseren van een diverse 

instroom voor de entiteiten van de Vlaamse overheid, …. 

Plan van aanpak: Te bespreken in het kader van de onderhandelingen over de nieuwe 

samenwerkingsovereenkomst tussen Jobpunt Vlaanderen en de Vlaamse overheid 

Timing: Te bespreken in het kader van de onderhandelingen over de nieuwe 



Budget: bespreken in het kader van de onderhandelingen over de nieuwe 


Contacpersonen: Elke Vanleerberghe, Nancy Van Lembergen 

Opmerkingen: Interne monitoring Jobpunt Vlaanderen, monitoring beleidsnota 

3. Reductiedoelstelling 

Op basis van de concrete projecten van het actieplan in verhouding tot het meetresultaat formuleert 

het beleidsdomein Bestuurszaken in dit actieplan een reductiedoelstelling van 20%. Deze 

reductiedoelstelling houdt in dat de administratieve lasten binnen het beleidsdomein Bestuurszaken 

tegen 2012 met 20% gedaald moeten zijn. Het actieplan draagt op die manier bij tot het realiseren van 

de reductiedoelstelling in 2012. 

Het actieplan en de reductiedoelstelling zal jaarlijks worden opgevolgd door de dienst Wetsmatiging 

via een voortgangsrapport. 

Het actieplan wordt ter goedkeuring voorgelegd op het managementcomité Bestuurszaken van 18 juni 

2010. 


AGENTSCHAP VOOR BINNENLANDS BESTUUR 

EINDRAPPORT NULMETING ADMINISTRATIEVE LASTEN 

REACTIE EN ACTIEPLAN 

1. ANALYSELUIK 

In het eindrapport wordt een samenvattend overzicht gegeven van de meetresultaten 

m.b.t. de administratieve lasten die het Gemeentedecreet bevat. Identieke 

administratieve lasten zijn opgenomen in het decreet betreffende de organisatie van 

de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn en het Provinciedecreet. Deze 

decreten kwamen pas recent tot stand in de periode 2005 tot 2008 als 

rechtsopvolging van de vroegere federale Nieuwe Gemeentewet, de organieke wet 

betreffende de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn en de Provinciewet 

als resultaat van een grondige bespreking in de Vlaamse Regering en het Vlaamse 

Parlement en na consultatie van het werkveld. In de hiernavolgende reactie 

beperken wij ons gemakshalve tot het Gemeentedecreet en de gemeente. Deze 

reactie geldt mutatis mutandis – waar relevant – ook voor het Provinciedecreet en het 

OCMW-decreet. 

De in het eindrapport opgenomen lijst van handelingen bevat een vrij exhaustieve 

lijst van administratieve handelingen die voortvloeien uit de hiervoor vermelde 

regelgeving. Die handelingen bevatten de in de decreten opgenomen verplichtingen, 

die natuurlijk ook administratieve lasten genereren. Maar deze verplichtingen maken 

in hoofdzaak deel uit van de kerntaken van de gemeente (OCMW, provincie), die 

direct verband houden met de realisatie van het publieke doel van de openbare 

besturen. 

Een gemeente heeft als taak bij te dragen tot het welzijn van de burgers en tot de 

duurzame ontwikkeling van het gemeentelijk gebied. De gemeenten oefenen hierbij 

hun gemeentelijke bevoegdheden op een burgernabije, democratische, transparante 

en doelmatige wijze uit. 

Ter verwezenlijking van deze principes, bevat het Gemeentedecreet het kader voor 

het democratisch functioneren van de gemeente als publiekrechtelijke overheid. Het 

decreet beperkt zich wel tot het vastleggen van de hoofdlijnen van het bestuur. De 

gemeenten beschikken dan over een ruime mate van autonomie om aan het decreet 

een specifieke invulling te geven. 

De gemeentelijke overheid is ook gefundeerd op de rechtstreekse legitimatie van de 

bestuurders door de bevolking op basis van vrije en transparante verkiezingen. Het 

publieke mandaat en optreden van de democratisch verkozen organen houdt ook 

een verantwoordingsplicht in aan de burgers. Dat genereert vanzelfsprekend een 

reeks verplichtingen met bijhorende administratieve lasten voor het bestuur. In dat 

kader geldt tevens een groot respect voor de openbaarheid van bestuur en een 

streven naar een zo groot mogelijke betrokkenheid van de burgers bij het bestuur. Dit 

alles beoogt de transparantie van het gevoerde beleid, maar brengt natuurlijk ook 

verplichtingen met zich mee op het vlak van organisatie. Tot slot geldt voor de lokale 

Lastenverlaging_Nulmeting_eindrapport_ABB_20110329

esturen vanzelfsprekend de hiërarchie van de rechtsnormen. Lokale overheden 

moeten handelen met respect voor de rechtsregels en voor de beginselen van 

behoorlijk bestuur die de Raad van State gelijk stelt met het recht (bv. 

gelijkheidsbeginsel, zorgvuldigheidsbeginsel, zuinigheidsbeginsel, …). De correcte 

toepassing staat bovendien onder de controle van de Raad van State, het hoogste 

administratieve rechtscollege. 

Het is in dit kader dat er diverse (rapporterings)verplichtingen in de verschillende 

assen van de besluitvorming noodzakelijk zijn om een burgernabije, democratische, 

transparante en doelmatige werking van het bestuur als publieke overheid te 

verzekeren en om op die manier bij te dragen tot de verwezenlijking van de kerntaak 

van de gemeente. 

Vele van de handelingen die zijn opgesomd in het eindrapport, zijn dus noodzakelijk 

voor het goed en democratisch functioneren van de gemeente. Deze algemene 

democratische beginselen gelden voor alle democratische bestuursniveaus: Europa, 

de federale overheid, de Vlaamse overheid, de lokale besturen en de provincies. 

Dit kan best gestaafd worden aan de hand van enkele in de lijst opgenomen 

voorbeelden: 

- De verkozen gemeenteraadsleden worden door de gemeentesecretaris ten 

minste acht dagen voor de installatievergadering op de hoogte gebracht van 

de datum, het uur en de plaats van de installatievergadering. 

Deze verplichting heeft tot doel om op een formele en niet voor betwisting 

vatbare wijze de verkozen gemeenteraadsleden te informeren over de 

installatievergadering. Verkozen raadsleden die niet aanwezig zijn en ook op 

de daaropvolgende vergadering zonder geldige reden afwezig blijven worden 

geacht afstand te hebben gedaan van hun mandaat. De installatievergadering 

zelf verloopt op haar beurt op een wijze, die de decreetgever na ruim debat 

heeft vastgesteld. Het gaat om een verplichting die de democratische 

samenstelling van de raad regelt na verkiezingen en vloeit voort uit de 

kerntaak van de gemeente. Het is een handeling die de gemeente ook zou 

moeten stellen, zelfs indien er geen decretale regeling zou bestaan. 

Betwistingen zouden het voorwerp uitmaken van rechtsgedingen. 

- Opstellen van het huishoudelijk reglement. 

Het huishoudelijk reglement regelt de concrete werking van de gemeenteraad. 

Het decreet bevat daarover geen detailregelingen. Een dergelijke handeling 

moet eveneens beschouwd worden als een verplichting die voortvloeit uit de 

kerntaak, eigen aan vergaderingen op diverse niveaus. 

- De verplichting om vacatures en selectieprocedures bij de overheid publiek 

bekend te maken, is een inhoudelijke verplichting die voortvloeit uit het 

grondwettelijke gegarandeerde gelijkheidsbeginsel. Iedere burger heeft binnen 

de gestelde voorwaarde een gelijk recht op toegang tot een overheidsfunctie. 

Functies mogen niet in het geheim vacant worden verklaard en ingevuld. De 

benoemingen en aanwijzingen zelf zijn door de wetgever onderworpen aan de 

uitdrukkelijke motiveringsplicht. Het gaat hier dus niet om een loutere 

administratieve informatieverplichting. 


- Van de besluiten van de gemeenteoverheid en van de besluiten van de raad 

van bestuur van de autonome gemeentebedrijven moet een lijst met een 

beknopte omschrijving van de daarin geregelde aangelegenheden worden 

verzonden aan de provinciegouverneur. Van sommige besluiten moet een 

kopie worden verstuurd aan de toezichthoudende overheid. Bij toepassing van 

artikel 162 van de Grondwet is de decreetgever verplicht om te organiseren 

dat de toezichthoudende overheid optreedt om te beletten dat de wet wordt 

geschonden of het algemeen belang geschaad. De decreetgever heeft aan dit 

optreden van de toezichthoudende overheid een beperkte invulling gegeven, 

maar vanzelfsprekend brengt elke vorm van controle ook administratieve 

verplichtingen en lasten met zich mee. 

- De gemeente moet een register bijhouden van alle in- en uitgaande 

briefwisseling. Deze bepaling heeft tot doel dat de gemeente het overzicht 

houdt op haar briefwisseling. De raadsleden hebben ook recht op inzage in elk 

stuk van het bestuur. Dat houdt vanzelfsprekend verband met het 

controlerecht van de democratisch verkozen raadsleden op de werking van 

het bestuur. Het houden van een register hangt samen met de goede werking 

van de diensten, ongeacht of deze verplichting vermeld staat in het 

Gemeentedecreet. 

Bij het tot stand komen van het Gemeentedecreet had de Vlaamse Regering 

ondermeer de volgende doelstellingen voor ogen: 

- deregulering en afstemming van regels voor gemeenten, OCMW’s en 

provincies; 

- meer autonomie voor de lokale besturen; 

- behoud van een grote ruimte voor specifieke invullingen van het decreet op 

lokaal niveau; 

- het vergroten van de mogelijkheden om de burger bij het beleid te betrekken; 

- modernisering van het financieel beleid; 

- de samenwerking tussen de gemeente en het OCMW versterken; 

- een samenwerkingsmodel organiseren tussen politiek en administratie via een 

afsprakennota tussen het college en de ambtelijke top om zo de 

beleidsdoelstellingen van het bestuur te verwezenlijken; 

- … 

De regelgeving had bijgevolg al tot doel bij te dragen tot vereenvoudiging en/of 

kostenbesparing en tot het beperken van lasten en verplichtingen. Dat belet uiteraard 

niet dat er, ook na het tot stand komen van deze decreten, nog initiatieven kunnen 

genomen worden met het oog op het verminderen van administratieve lasten. 

De Vlaamse Regering heeft hiertoe een aantal belangrijke initiatieven op de sporen 

gezet. Deze initiatieven worden hieronder gebundeld in het actieplan dat zij, samen 

met de administratie in uitvoering zet. 


2. ACTIEPLAN 

Het Vlaams regeerakkoord en de beleidsnota van de Vlaamse minister bevoegd voor 

Binnenlands Bestuur bevatten belangrijke beleidsmaatregelen om de bestuurskracht 

van de lokale en de provinciale overheden te versterken, hun autonomie te vergroten 

en hun efficiëntie te verbeteren. Deze beleidsdoelstellingen passen ook in een ruimer 

beleid tot vermindering van de administratieve lasten voor deze besturen. Zij dragen 

bij tot vereenvoudiging van het bestuur en zullen ook leiden tot kostenbesparingen. 

De lokale besturen staan als basisbesturen met hun beleid rechtstreeks ten dienste 

van de burgers en zijn tevens cruciaal voor de concurrentiekracht van Vlaanderen. 

Samen met de Vlaamse Regering heeft het Agentschap voor Binnenlands Bestuur 

de voorbereiding en/of uitvoering van de in het hiernavolgend actieplan opgenomen 

maatregelen opgestart. Zij worden in deze bestuursperiode verder uitgebouwd. 

1) Interne staatshervorming 

De Vlaamse Regering heeft op het vlak van de binnenlandse bestuurlijke organisatie 

een ambitieuze doelstelling geformuleerd. Het gaat om een belangrijke vernieuwing 

in de bestuurlijke organisatie van Vlaanderen waaronder een reeks initiatieven 

gebundeld worden onder de noemer “Interne Staatshervorming”. 

Vlaanderen kent een bestuurlijk landschap met een veelheid aan bestuurslagen en 

instanties die over eenzelfde beleidsmaterie beslissingsbevoegdheid hebben. Deze 

historisch gegroeide inefficiëntie is een belangrijke factor in de administratieve 

lastenverhoging. Het is nodig om de versnippering van bevoegdheden aan te 

passen. 

De krijtlijnen van de Interne Staatshervorming liggen vast in het regeerakkoord: 

- De bestuursopbouw vertrekt van het principe van de subsidiariteit. Er komen 

meer bevoegdheden voor de lokale besturen. De Vlaamse Regering zal 

investeren in hun bestuurskracht. 

- De klemtoon van de beleidsvorming ligt bij de gemeenten aan de ene kant en bij 

Vlaanderen aan de andere kant. 

- Er komt een sluitende lijst van provinciale bevoegdheden met een 

grondgebonden karakter. De provincie krijgt in die beleidssectoren ook een 

regisserende opdracht. 

- We komen maximaal tot homogene sleuteltaken per bestuurslaag. Per 

beleidssector komen slechts twee bestuurslagen tussen in de verschillende 

processen. 

- We vereenvoudigen drastisch de vele intermediaire structuren en organen, zowel 

op Vlaams, provinciaal als lokaal niveau. 

De voorgenomen Interne Staatshervorming bevat onder meer de hiernavolgende 

instrumenten en acties op het vlak van het Binnenlands Bestuur. Maar 

vanzelfsprekend is zij daartoe niet beperkt. Alle beleidsdomeinen moeten ertoe 

bijdragen. 


- Vrijwillige fusies van gemeenten worden aangemoedigd. Deze vrijwillige 

fusies worden ondersteund met in de tijd beperkte financiële stimuli. 

Daarnaast kan de ondersteuning ook betrekking hebben op technische en 

juridische begeleiding. Op die manier wordt gestreefd naar de ontwikkeling 

van sterke lokale besturen. Slagkrachtigere lokale overheden en het 

tegengaan van bestuurlijke versnippering moeten leiden tot een efficiëntere 

werking en een vermindering van de administratieve lasten. 

- Stimuleren van de samenwerking gemeente-OCMW 

De organieke decreten bieden al een aantal mogelijkheden tot samenwerking 

tussen gemeente en OCMW. Deze samenwerking wordt verder gestimuleerd. 

Onder meer worden nog bestaande juridische en organisatorische 

belemmeringen maximaal weggewerkt. 

- Regioscreening 

Er wordt een regioscreening opgestart die moet leiden tot uniformere 

geografische afbakeningen waarbinnen de verschillende beleidsniveaus 

bevoegdheden uitoefenen en die daardoor bijdraagt tot een vereenvoudiging 

van het intermediaire niveau. Dat leidt ook tot meer bestuurlijke transparantie. 

Uiteindelijk moet het aantal bestaande structuren verminderen, onder meer 

door samenvoeging binnen een regio. 

- Aanpassing decreet intergemeentelijke samenwerking 

Het decreet van 2001 heeft door middel van een aantal bepalingen de 

verrommeling op het intermediaire niveau in de hand gewerkt. Een 

aanpassing moet leiden tot een vermindering van het aantal 

intergemeentelijke samenwerkingsverbanden door meervoudige doelstellingen 

toe te laten. 

Wel moet de democratische controle op deze verbanden worden versterkt 

door de betrokkenheid van de raadsleden van de deelnemende gemeenten 

beter te waarborgen. 

- Vermindering van de planlasten 

Uit onderzoek blijkt dat er een zeer groot aantal planverplichtingen bestaan 

voor de lokale besturen, die bijzonder zware administratieve lasten 

veroorzaken die niet in verhouding staan tot de baten. De planverplichtingen 

vanuit de verschillende beleidssectoren zijn bovendien niet onderling 

afgestemd: ze moeten op een verschillend tijdstip, met een verschillende 

looptijd en volgens een verschillende inhoudelijke structurering opgesteld 

worden. 

De verschillende plannen die de lokale en provinciale besturen nu maken 

(cultuurbeleidsplan, jeugdbeleidsplan, sportbeleidsplan, milieubeleidsplan,…) 

zullen geïntegreerd worden in de strategische meerjarenplanning van de 

lokale besturen. De nieuwe beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen 

biedt hiervoor het kader (besluit van de Vlaamse Regering van 25 juni 2010 

betreffende de beleids- en beheerscyclus van de gemeenten, de provincies en 

de OCMW’s). Met het oog op de vermindering van de planlastverplichtingen 

gaf de Vlaamse Regering op 18 februari 2011 haar principiële goedkeuring 

aan het voorontwerp van decreet houdende vaststelling van de algemene 

regels waaronder in de Vlaamse gemeenschap en het Vlaamse gewest 


periodieke plan- en rapporteringsverplichtingen aan lokale besturen kunnen 

worden opgelegd. 

Deze maatregel zal een zeer grote vermindering van de administratieve lasten 

voor de besturen tot gevolg hebben. 

- Inperken van het specifiek toezicht 

Het specifiek toezicht dat de Vlaamse overheid uitoefent op de lokale besturen 

wordt zoveel mogelijk afgeschaft. Specifiek bestuurlijk toezicht is elke vorm 

van toezicht die niet gebaseerd is op de organieke regelgeving op de lokale 

besturen, maar die zijn juridische basis vindt in specifieke, sectorale decreten 

of wetgeving. 

In een eerste fase gebeurt er een inventarisatie. Vervolgens zal het toezicht, 

waarvan niet kan worden aangetoond dat het niet door middel van algemeen 

toezicht kan gebeuren, worden afgeschaft. 

- Afschaffen koppelsubsidies 

Koppelsubsidies zijn specifieke subsidies die andere overheden (de 

gemeenten of de provincies) krachtens wetten of decreten aan derden moeten 

toekennen vanaf het ogenblik dat de Vlaamse overheid zelf een subsidie aan 

deze instelling of persoon toekent, zonder dat de gemeente of de provincie 

hierin beleidsvrijheid heeft. Het gaat dus niet om tussenkomsten die de 

gemeenten of provincies vrijwillig toekennen, al dan niet in aanvulling op een 

Vlaamse subsidie. Koppelsubsidies worden afgeschaft. 

Het is duidelijk dat de Interne Staatshervorming in grote mate zal bijdragen tot een 

vereenvoudiging van het bestuurlijk landschap. Door middel van de concrete 

maatregelen zullen de administratieve lasten voor de lokale besturen dalen. 

2) Sterke en verantwoordelijke lokale besturen 

In uitvoering van het regeerakkoord en van de beleidsnota Binnenlands Bestuur 

heeft de Vlaamse Regering een commissie efficiëntiewinst voor de lokale besturen 

(CELB) opgericht met als opdracht aanbevelingen te formuleren over: 

- de vermindering van de plan- en andere administratieve lasten; 

- de vereenvoudiging van de organieke decreten; 

- de invoering van een externe audit voor de lokale besturen; 

- de versnelling van maatschappelijk belangrijke investeringsprojecten 

Deze commissie leverde op 1 juli 2010 haar eindrapport af. 

De uitvoering van de aanbevelingen maakt deel uit van dit actieplan. 

- Planlasten 

De commissie adviseert om snel werk te maken van een decreet 

planlastvermindering en een bijhorend implementatietraject. De conclusies 

van de commissie passen ook in de uitvoering van het desbetreffende project 

inzake de Interne Staatshervorming (cfr supra). Intussen heeft de Vlaamse 

Regering een ontwerpdecreet principieel goedgekeurd (cfr supra). 

- Vereenvoudiging van de organieke decreten 


De commissie formuleerde een reeks concrete voorstellen tot wijziging van de 

drie organieke decreten (Gemeentedecreet, Provinciedecreet en OCMWdecreet), 

die moeten bijdragen tot efficiëntiewinsten voor de lokale besturen. 

Het gaat om een reeks aanbevelingen op het vlak van financiën, personeel, 

bestuurlijk toezicht, de organen binnen de lokale besturen, … 

Daarnaast moet ook de samenwerking tussen gemeenten en OCMW’s 

gestimuleerd worden, wat voor vele gemeenten kan leiden tot 

efficiëntieverbetering en kostenbesparing. 

Daarnaast is er de aanbeveling om in een vervolgtraject eenzelfde oefening te 

doen met betrekking tot de uitvoeringsbesluiten op de organieke decreten, de 

decreten intergemeentelijke samenwerking (IGS), erediensten en 

begraafplaatsen en de regelgeving in andere beleidsdomeinen met grote 

impact op de lokale besturen. 

De uitvoering van de aanbevelingen voor de vereenvoudiging van de 

organieke regelgeving is in volle voorbereiding. 

- De invoering van de externe audit 

De commissie beveelt een grondige vereenvoudiging aan van de regeling 

zoals momenteel opgenomen in de organieke decreten. Die is te ambitieus 

gedefinieerd en onhaalbaar zowel op het vlak van de vereiste personele 

middelen als op het vlak van de jaarlijkse uitvoering. Het is de bedoeling om 

de externe audit te beperken tot de essentiële taken gekoppeld aan een sterke 

vereenvoudiging, vermindering van planlasten en van specifieke controles die 

de verschillende deelsectoren van de Vlaamse overheid uitoefenen. De 

drastische afbouw van de vele sectorale toezichtvormen is essentieel voor de 

succesvolle uitbouw van de externe audit voor de lokale besturen. De audit 

moet worden uitgevoerd door een onafhankelijk orgaan, met gezamenlijke 

aansturing door de Vlaamse overheid, lokale besturen en onafhankelijken. 

De uitvoering van deze aanbevelingen loopt samen met de vereenvoudiging 

van de organieke decreten. 

- Versnelling van maatschappelijk belangrijke investeringsprojecten 

(uitvoering van de aanbevelingen van de commissies Berx/Sauwens) 

De commissie besprak ook de aanbevelingen van de commissies 

Berx/Sauwens over de versnelling van maatschappelijk belangrijke 

investeringsprojecten, die eveneens efficiëntiewinsten beogen die ten goede 

komen van de lokale besturen en provincies. 

Wat ABB betreft, gaat het in hoofdorde over de problematiek van de 

onteigeningen die de lokale besturen wensen door te voeren en die, bij 

toepassing van de grondwettelijke principes, onderworpen zijn aan de 

machtiging van de Vlaamse Regering. 

Het actieplan bevat volgende initiatieven: 

o bundelen van de machtigingen tot onteigening onder de bevoegdheid 

van de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur om zo de 


procedures voor de lokale besturen te vereenvoudigen en de 

doorzichtigheid te vergroten door de invoering van een éénloketprincipe. 

Dat vergt ook decreetsaanpassingen in het beleidsdomein 

Ruimtelijke Ordening; 

o een vereenvoudiging van de verplichte adviesprocedure op het niveau 

van de sectoraal bevoegde ministers om dit te vervangen door een 

facultatief advies, uit te brengen binnen een beperkte, maar redelijke 

termijn; 

o het verbeteren van de generieke en digitaal toegankelijke 

informatievoorziening aan de lokale besturen, met het oog op het 

indienen van zorgvuldig voorbereide dossiers waarover binnen een kort 

tijdsbestek een beslissing kan worden genomen. 

De voorbereiding van de uitvoering van deze aanbeveling is in een eindfase. 

3) Digitalisering van het gegevensverkeer 

De bestuursefficiëntie zal verhoogd worden door optimaal gebruik te maken van 

informaticatechnologie tussen Vlaanderen, de lokale besturen en de provincies. 

In dit kader passen volgende initiatieven: 

- Digitalisering van het bestuurlijk toezicht en verbetering van de 

elektronische doorstroming van documenten 

Het betreft de uitwisseling van documenten tussen de lokale besturen, de 

provincies en de Vlaamse overheid. Een concrete toepassing is de 

digitalisering van het bestuurlijk toezicht. Momenteel gebeurt de uitwisseling 

van documenten en beslissingen schriftelijk en vaak aangetekend. Dat 

veroorzaakt een grote administratieve last voor de lokale besturen. Er loopt 

een project om de papierstroom maximaal uit te schakelen en te vervangen 

door digitale uitwisseling van informatie; 

- Digitalisering van de informatieverplichtingen 

De lokale besturen hebben ook een aantal informatieverplichtingen in het 

kader van de voorbereiding en de evaluatie van het regeringsbeleid met 

betrekking tot die besturen. Het gaat bijvoorbeeld over het doorzenden van 

informatie over de mandatarissen, de financiën, het personeelsbestand. Ook 

deze informatieverzameling wordt maximaal gedigitaliseerd. Dat gebeurt in 

samenhang met de uitvoering van andere projecten, die ingebed zijn in de 

organieke regelgeving, zoals bij voorbeeld de beheers- en beleidscyclus; 

- Digitaal informatieaanbod van ABB 

Meer in het algemeen, zal ABB blijvend investeren in een gebruiksvriendelijk 

en digitaal toegankelijk informatieaanbod voor de lokale besturen. Het 

agentschap wil meer beleidsondersteunende en statistische informatie aan de 

lokale besturen en de provincies ter beschikking stellen. Deze digitale 

ondersteuning moet ertoe bijdragen de interne voorbereiding van 

beleidsdocumenten van lokale besturen te vergemakkelijken en zo bij te 

dragen tot lokale efficiëntiewinsten en interne lastenvermindering. 

- Digitaal ter beschikking stellen van stukken aan de raadsleden 


Bij de voorgenomen aanpassing van de organieke regelgeving gaat een 

verhoogde aandacht naar het digitaal ter beschikking stellen van lokale 

beleidsdocumenten aan de raadsleden. 

4) Lokale en provinciale verkiezingen 

De regelgeving inzake de lokale en provinciale verkiezingen is verspreid over 

verschillende federale wetten, waaraan de Vlaamse decreetgever in 2006 een aantal 

partiële wijzigingen heeft aangebracht (Provinciekieswet, Gemeentekieswet, 

Algemeen Kieswetboek, taalgebruik bij verkiezingen, wetgeving op de controle van 

de verkiezingsuitgaven). 

Met een ontwerp van nieuw kiesdecreet, dat de Vlaamse Regering definitief 

goedkeurde op 25 maart 2011, wordt de organisatie van de lokale verkiezingen 

vereenvoudigd. 

- Bundeling van de regelgeving 

Mede om bij te dragen tot vereenvoudiging en doorzichtigheid heeft de 

Vlaamse Regering ervoor gekozen om de regelgeving te bundelen in één 

kiesdecreet dat alle lokale en provinciale verkiezingen regelt. De regelgeving 

met betrekking tot het geautomatiseerd stemmen zal in een afzonderlijk 

“aanbouwdecreet” opgenomen blijven, daar zij in grote mate bepaald wordt 

door de keuze van het stemsysteem. 

- Logische structurering 

Het kiesdecreet wordt logisch opgebouwd vanuit het gezichtspunt van de 

gebruiker van de regelgeving. De opbouw van de decreettekst volgt de 

chronologie van het verkiezingsproces, zodat de gebruiker gemakkelijk voor 

hem relevante regelgeving kan consulteren. Er gaat ook veel aandacht naar 

een duidelijk en uniform taalgebruik. 

- Afstemming tussen de verschillende verkiezingen 

Tot slot wordt gezorgd voor vereenvoudigingen door de onderlinge 

afstemming van de regels die gelden voor de verschillende verkiezingen. 

Uniforme regels voor de verschillende verkiezingen die bovendien 

organisatorisch samenvallen, beperken de administratieve lasten. Er moeten 

immers geen verschillende procedures gevolgd worden naargelang van de 

verkiezing waarover het gaat. De omvang van de regelgeving wordt zodoende 

eveneens beperkt. 

Andere aandachtspunten op het vlak van de administratieve vereenvoudiging: 

- Digitaal ter beschikking stellen van kiezerslijsten 

De kiezerslijst wordt voortaan in digitale vorm ter beschikking gesteld aan de 

indieners van de kandidatenlijsten en aan de kandidaten, als zij hierom 

verzoeken. Voorheen gebeurde dat op basis van papieren documenten; 

- Indeling stemafdelingen 


Niet langer de gouverneur, maar het college van burgemeester en schepenen 

bepaalt de indeling van de stemafdelingen. De procedurele tussenstappen 

worden weggewerkt. 

- Samenstelling hoofdbureaus 

De samenstelling van de hoofdbureaus wordt gestroomlijnd. Het gemeentelijk 

hoofdbureau, het stadsdistrictshoofdbureau, het kantonhoofdbureau, het 

provinciedistrictshoofdbureau en het provinciaal hoofdbureau kennen dezelfde 

samenstelling. Het provinciaal hoofdbureau is een nieuw orgaan. Het 

arrondissementshoofdbureau wordt afgeschaft. Op die manier wordt een 

maximale overeenstemming gevonden voor de drie niveaus. Voor iedere 

verkiezing is er op de dag van de verkiezing slechts één hoofdbureau actief: 

een gemeentelijk hoofdbureau, een stadsdistrictshoofdbureau en een 

provinciaal hoofdbureau. 

- Bundeling van de telbureaus 

Zoals voorheen worden de stembureaus ingericht op het gemeentelijke 

niveau, met uitzondering van de stad Antwerpen waar dat gebeurt op het 

niveau van de stadsdistricten. Nieuw is dat de telbureaus worden ingericht op 

het niveau van de kleinste kieskring. Dit is voor alle gemeenten, Antwerpen 

uitgezonderd, de gemeente ook voor de provincieraadsverkiezingen. Het is 

een enorme logistieke vereenvoudiging dat deze stemmen niet meer op het 

niveau van het kanton worden geteld. De stembussen voor de 

provincieraadsverkiezingen moesten voorheen immers overgebracht worden 

naar de kantonhoofdplaats. 

- Processen-verbaal van de kiesverrichtingen 

Op het niveau van de stembureaus wordt voortaan slechts één proces-verbaal 

opgemaakt voor alle verkiezingen samen. Dat gebeurt bovendien met digitaal 

voorbereide ondersteuning. 

- Documentenstroom na de kiesverrichtingen 

De documentenstroom werd logisch hertekend en vereenvoudigd. 

- Verkiezingsformulieren 

Bij het verkiezingsproces wordt gebruik gemaakt van een groot aantal 

formulieren. Al deze documenten worden digitaal ter beschikking gesteld van 

de gebruikers.

def - Bestuurszaken

Create successful ePaper yourself

Delete template?

Save as template?