07.07.2012 Views

'FLEXIBEL VLAGGENSCHIP' WIL WERELDZEE OP

'FLEXIBEL VLAGGENSCHIP' WIL WERELDZEE OP

'FLEXIBEL VLAGGENSCHIP' WIL WERELDZEE OP

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

DE AANLO<strong>OP</strong> WAS MISSCHIEN<br />

WAT LANG, MAAR SHELL STAAT<br />

AAN DE VOORAVOND VAN EEN<br />

‘GROTE SPRONG VOORUIT’ IN<br />

PRODUCTIEOMVANG. VIA GROTE<br />

INVESTERINGEN WORDEN DE<br />

INMIDDELS STERK GEGROEIDE<br />

VOORRADEN OMGEZET IN PRODU-<br />

CERENDE BEWEZEN RESERVES.<br />

shell VeNsteR<br />

UITGAVE VAN SHELL NEDERLAND B.V. • MEI / JUNI 2008<br />

raffinaderij pernis:<br />

‘flexibel Vlaggenschip’<br />

wil wereldzee op<br />

PETER DE WIT (PRESIDENT-<br />

DIRECTEUR SHELL NEDERLAND)<br />

HO<strong>OP</strong>T DAT NEDERLAND NIET<br />

ALLEEN IN TECHNOLOGIE-<br />

ONTWIKKELING, MAAR OOK IN<br />

REGELGEVING EN VERGUNNING-<br />

VERLENING EEN MODERN, SLIM<br />

EN SNEL LAND KAN ZIJN.


De weersvoorspelling<br />

voor<br />

gisteren<br />

COLOFON<br />

UITGAVE VAN SHELL NEDERLAND BV<br />

ADRES Carel van Bylandtlaan 30, 2596 HR Den Haag.<br />

Postbus 444, 2501 CK Den Haag.<br />

TELEFOON 070 - 377 87 00<br />

HOOFDREDACTIE Piet de Wit<br />

ARTDIRECTOR Toon Beekman (www.defabriek.com)<br />

MEDEWERKERS Ernst Bode, Cover Mechanics/Moker,<br />

Hollandse Hoogte, Zoltan Korai, Jeroen Kroos, Peter Konter,<br />

Hans Lagendaal, Wilfried Overwater, Reinier Spreen,<br />

DRUK Roto Smeets Grafi Services Utrecht<br />

Shell Venster wordt verspreid onder geïnteresseerden in<br />

de activiteiten van Shell Nederland en Royal Dutch Shell.<br />

Het blad is gratis verkrijgbaar.<br />

Abonnementen kunnen via e-mail-adres shellvenster@shell.<br />

com worden aangevraagd en via: Administratie Shell Venster,<br />

Postbus 444, 2501 CK Den Haag.<br />

TWEEMAANDELIJKSE PUBLICATIE<br />

Voor het geheel of gedeeltelijk overnemen of bewerken van<br />

artikelen dient men toestemming van de redactie te vragen.<br />

In de meeste gevallen zal die graag worden gegeven.<br />

Hoewel Shell-maatschappijen een eigen identiteit hebben,<br />

worden zij in deze publicatie soms gemakshalve met de<br />

collectieve benaming ’Shell’ of ’Groep’ aangeduid in<br />

passages die betrekking hebben op maatschappijen van<br />

Royal Dutch Shell, of wanneer vermelding van de naam van<br />

de maatschappij(en) gevoeglijk achterwege kan blijven.<br />

OMSLAGILLUSTRATIE ZOLTAN KORAI<br />

Per stad een klimaatbeleid?<br />

Europees is<br />

echt beter.<br />

Met enige verbazing ziet Peter de<br />

Wit vanuit zijn functie als presidentdirecteur<br />

van Shell Nederland hoe in<br />

Europa niet alleen landen maar ook<br />

steden elk eigen klimaatdoelen<br />

hebben. “Mij lijkt het belangrijker<br />

om liefst Europese consistentie te<br />

hebben zodat het bedrijfsleven weet<br />

waar het aan toe is.” PAGINA 4<br />

VOORWOORD<br />

Nog even en een operator die op een raffi naderij<br />

van zijn fi ets valt zorgt ook al voor een<br />

stijging van de ruwe-olieprijs. De lijst met<br />

‘verklaringen’ waarom in ongeveer veertien<br />

maanden de olieprijs is verdubbeld, is even lang als<br />

soms onserieus.<br />

Iraanse speedboten varen rond Amerikaanse oorlogsschepen<br />

in de Straat van Hormoez: de prijs stijgt.<br />

De Venezolaanse president Hugo Chavez dreigt de VS<br />

niet langer te beleveren: de prijs gaat omhoog. Brand in<br />

een raffi naderij in Texas: idem. Sneeuw in China: zelfde<br />

laken een pak. Dollar omlaag? Olie omhoog!<br />

Maar dan: de Amerikaanse economie gaat knarsend<br />

in de remmen. Het land is de grootste oliegebruiker ter<br />

wereld en de grootste olie-importeur (netto ruim 13 miljoen<br />

vaten per dag), dus zou een prijsdaling verwacht<br />

mogen worden. Maar niet. De notering steeg verder - er<br />

was ergens in Nigeria een pijpleiding gescheurd en er<br />

was die dag ook nogal wat ‘speculatief kopen’, zoals<br />

het in de commodities rubrieken in de vakpers heette,<br />

fast money volgens het jargon.<br />

Hoewel de argumenten vaak gezocht zijn, en qua<br />

serieusheid lijken op een weersvoorspelling voor<br />

gisteren, is het een feit dat de ruwe-olieprijs onverstoorbaar<br />

doormarcheerde, tot op een dag zelfs $111 per vat.<br />

(Wat door de dollarzwakte 45 eurocent per liter was,<br />

dat klinkt iets minder extreem.)<br />

De wereld beleeft de vijfde olieprijsexplosie in de voorbije<br />

35 jaar. De eerste was in 1973 toen <strong>OP</strong>EC-lidstaten<br />

een olie-embargo afkondigden na de Israëlisch-Arabische<br />

oorlog. De tweede was in 1979, Iran kwam onder<br />

nieuw management. De derde klap viel een jaar later,<br />

Irak viel Iran binnen. Prijsklap vier was die van 1990,<br />

de invasie door Irak van Koeweit. En nu dan nummer<br />

vijf. Reden? Roept u maar. Maar in januari 2006<br />

kostte een vat olie rond $50, inmiddels zo ongeveer het<br />

dubbele.<br />

Is het speculatie? Er zijn ontwikkelingen die doen vermoeden<br />

dat het een rol speelt, misschien zelfs een grote<br />

rol. Want een actueel fysiek tekort aan olie is er niet.<br />

Misschien dat dat ooit ontstaat, maar dan zijn we nog<br />

fl ink wat jaren verder.<br />

Wat gebeurt er intussen op de New York Mercantile<br />

Exchange, ’s werelds grootste goederenbeurs voor energie<br />

en metalen? In elk geval hectische handel in olie; de<br />

Pernis moet meer<br />

benzine op wereldmarkt<br />

verkopen<br />

De veranderende marktomstandigheden<br />

in vooral Duitsland dwingen<br />

Pernis om haar overschot aan<br />

benzine op andere (wereld)markten<br />

af te zetten. De investeringen die<br />

daarvoor nodig zijn komen pas vrij<br />

als Pernis eerst bewijst dat het<br />

operationeel in de wereld-eredivisie<br />

draait. PAGINA 8<br />

2 - MEI / JUNI 2008 - SHELL VENSTER<br />

INHOUD<br />

wereld verbruikt rond 86 miljoen vaten per dag, maar<br />

alleen al op de NYMEX wordt ongeveer 15 maal meer<br />

olie verhandeld; allemaal futures, termijncontracten<br />

die uitdrukken wat volgens de handel over een of meerdere<br />

maanden de prijs van light sweet crude oil en olieproducten<br />

zal zijn. Veel van de handel wordt gedaan<br />

door banken en beleggers. Maar ooit getankt bij Deutsche<br />

Bank, Goldman Sachs of Morgan Stanley? In elk<br />

geval is het handelsvolume in ruwe-oliecontracten<br />

(‘papieren olie’) de afgelopen vijf jaar verdrievoudigd.<br />

De vraag naar ‘natte olie’ liep in die periode op met<br />

nog geen twee procent per jaar.<br />

Een andere verklaring voor het oplopen van de olieprijs<br />

was in 2004 en 2005 de geringe reserve-productiecapaciteit<br />

bij <strong>OP</strong>EC. Eind 2004 pompten de lidstaten<br />

gezamenlijk op volle capaciteit - een situatie die standaard<br />

geldt voor het collectief van niet-<strong>OP</strong>EC-landen.<br />

Er was toen dus nul capaciteit om een verstoring in<br />

productie en aanvoer op te vangen, zoals bij de orkanen<br />

Rita en Katrina in nazomer 2005.<br />

De <strong>OP</strong>EC treedt traditioneel op als ‘swing producer’,<br />

leverancier van de olie die nog nodig is boven de productie<br />

uit het niet-<strong>OP</strong>EC-gebied.<br />

Inmiddels komen de projecten klaar die een aantal<br />

<strong>OP</strong>EC-landen startten in 2005/6 in reactie op de lage<br />

capaciteitsreserve. Eind 2008 bedraagt, volgens het<br />

IEA, de capaciteit van de <strong>OP</strong>EC-landen 35 mln vaten<br />

per dag (ruwe olie, condensaat en natural gas liquids).<br />

Wat met de jongste raming van de vraag naar <strong>OP</strong>EColie<br />

een reservecapaciteit van 3,1 miljoen vaten per dag<br />

betekent.<br />

Eén: er is geen tekort aan olie; twee: de wereldeconomie<br />

vertraagt, wat een lagere groei in de vraag zal betekenen;<br />

drie: de reserveproductiecapaciteit is gegroeid;<br />

en vier: er lijkt iets van rust terug te keren in Irak, een<br />

land met een grote potentie om op relatief korte termijn<br />

meer olie te produceren.<br />

Economen zeggen dan ook dat de olieprijs moet dalen<br />

- tot zo’n $70 per vat, is hun consensus. Maar hoeveel<br />

economen lopen er op de beursvloer van de NYMEX<br />

rond?<br />

Piet de Wit<br />

Hoofdredacteur Shell Venster<br />

Meer vrouwen bij Shell,<br />

via ‘nuchtere aanpak’<br />

Josefi ne van Zanten moet bij Shell<br />

diversiteit en inclusie bevorderen.<br />

Wat onder andere ‘meer vrouwen’<br />

betekent. Niet via het opleggen van<br />

harde ‘targets’, maar, zoals ze zegt,<br />

via ‘een nuchtere aanpak’ waarbij<br />

waarde (merit) de basis vormt. Toch<br />

is er een doel: recruitment mikt op<br />

de helft vrouwen in commerciële<br />

functies en 28 procent in een technische<br />

omgeving. PAGINA 17<br />

EN VERDER:<br />

De basisstrategie van Shell blijft<br />

onveranderd ‘more upstream,<br />

profi table downstream’. PAGINA 12<br />

Shell scenario’s: wordt het ‘ieder<br />

voor zich’ of ‘samenwerking’? PAGINA 14<br />

Hoe gaat Nederland in de toekomst<br />

zijn elektriciteit opwekken; komen<br />

er uranium of koffi eschillen in de<br />

energiemix? PAGINA 20<br />

Ook op de kolenmarkt lijkt de rust<br />

inmiddels voorbij. PAGINA 22<br />

Snoepen in een impuls op het<br />

tankstation. PAGINA 24<br />

Medewerker Arjan Nieuwstraten<br />

verkoopt olie, maar niet voor auto’s.<br />

PAGINA 28<br />

Emeritus hoogleraar Gerard Hirs ziet<br />

grote energiewinst in koppeling van<br />

industriële activiteiten. PAGINA 30<br />

En natuurlijk ook weer nieuws uit<br />

de wereld van Shell en energie.<br />

PAGINA’S 3, 11, 25 en 30


shell biedt ruim $2 miljard<br />

Voor exploratie chukchi zee<br />

de offi ciële toewijzing vindt plaats bij het verschijnen<br />

van deze Shell Venster, maar in elk geval heeft Shell het<br />

hoogst geboden op 275 blokken in een veiling van exploratieconcessies<br />

in de Chukchi Zee aan de noordwestkust van<br />

Alaska. De hoogste biedingen op de 275 blokken kosten Shell bij<br />

elkaar $2,1 miljard.<br />

Na vorig jaar voor ongeveer een half miljard dollar concessies<br />

te hebben gekocht in de Golf van Mexico en in 2005 ruim $44<br />

miljoen te hebben betaald voor blokken in de Beaufortzee, ging<br />

Shell ditmaal zeer diep bij een veiling door het Amerikaanse<br />

agentschap MMS (Minerals Management Service) van concessies<br />

in een gebied van in totaal zo’n 40.000 km 2 . Volgens MMS<br />

heeft het gebied een potentie van 15 miljard vaten olie en 2150<br />

miljard m 3 aardgas. Samen is dit 28 miljard vaten olie-equivalent<br />

aan winbare koolwaterstoffen. De cijfers kennen echter een<br />

hoog niveau van onzekerheid.<br />

Voor het blok waarvan Shell de hoogste verwachtingen heeft,<br />

bood het bedrijf rond $105 miljoen terwijl voor een aantal<br />

blokken in de buurt bedragen van zo’n $90 miljoen werden<br />

geboden.<br />

In 1989 en 1990 zijn in opdracht van Shell vijf exploratieboringen<br />

gedaan in het gebied dat nu wordt geopend. De vondsten<br />

leidden destijds niet tot commerciële ontwikkelingen en Shell<br />

gaf de rechten terug. De actuele en verwachte olieprijzen vormen<br />

een nieuwe prikkel om terug te keren naar de ruim boven<br />

de poolcirkel gelegen Chukchi Zee. Ook speelt een rol dat de<br />

Verenigde Staten een veilig en beschermd exploratie- en productieklimaat<br />

heeft waarbij oliemaatschappijen - weliswaar<br />

tegen betaling van royalties - eigenaar worden van gevonden<br />

olie en gas.<br />

Minder beschermend is het fysieke klimaat van het concessiegebied,<br />

het kan er ’s winters min 50 graden worden. Ook de geologie<br />

van het gebied is spectaculair maar lastig, 400 miljoen jaar<br />

oud reservoirgesteente dat bovendien sterk geplooid is. Maar de<br />

geologie lijkt op die van Noord-Alaska waar het beroemde olieveld<br />

Prudhoe Bay is gevonden.<br />

Aanvankelijk was MMS al van plan deze veilingronde (‘Lease<br />

Sale 109’) in 2002 te houden maar men besloot te wachten tot<br />

een milieueffectrapportage was gemaakt. Dit leidde tot een verklaring<br />

van ‘geen gevaar’, mits speciale maatregelen worden<br />

getroffen ter bescherming van poolberen, walvissen, zeehonden<br />

en walrussen.<br />

3 - mei / juni 2008 - Shell venSter<br />

shell actueel<br />

groener, schoner, stiller<br />

eén: Shell bouwt in Qatar momenteel ’s werelds grootste Gasto-Liquids<br />

fabriek; rond 2010 moet de productie van GTL er van<br />

start gaat.<br />

Twee: Qatar Airways wil graag GTL toevoegen aan de brandstof van<br />

haar vliegtuigen om schoner en zuiniger te vliegen.<br />

Eén plus twee leidden er toe dat in februari een A380 (besteld door<br />

de Qatari om in 2011 mee op Londen te vliegen) tussen Engeland<br />

(motorenbouwer Rolls Royce) en Toulouse (assemblage van de A380)<br />

op GTL vloog.<br />

Nauwkeuriger gezegd, het ging om een 40/60-mengsel van conventionele<br />

jet fuel, afkomstig van de Shell-raffi naderij van Stanlow, en<br />

GTL, door Shell gefabriceerd in de Maleisische deelstaat Sarawak.<br />

Een wereldprimeur.<br />

Sebastian Remy, hoofd van de afdeling alternatieve brandstoffen bij<br />

Airbus, zei dat het de bedoeling is dat rond 2009 de offi ciële overheidsgoedkeuring<br />

wordt afgegeven om met een 50/50-mengsel te<br />

vliegen terwijl in 2013 goedkeuring voor honderd procent GTL moet<br />

zijn verkregen. Daarna volgt dan nog de procedure om met biobrandstoffen<br />

(zoals zuivere BTL, Biomass-to-Liquids) te gaan vliegen. Volgens<br />

Remy zouden rond 2020 de eerste (beperkte) hoeveelheden<br />

biobrandstoffen door commerciële vliegtuigen getankt kunnen worden.<br />

Dan kan de luchtvaart niet alleen schoon maar ook CO 2-neutraal<br />

vliegen.<br />

IllUstRatIe: CoVeR MeChanICs/MoKeR


U kwam halverwege het jaar binnen<br />

als nieuwe president-directeur<br />

van Shell Nederland en meteen<br />

begonnen de raffinagemarges<br />

te zakken.<br />

“Nou, laten we maar aannemen dat<br />

dat toeval was, maar na een sterk eerste<br />

halfjaar verzwakten de marges<br />

in de tweede helft inderdaad. Zodat<br />

de gemiddelde marge over het hele<br />

jaar 2007 niet zoveel afweek van die<br />

in 2006. Maar omdat onze raffinaderij<br />

op Pernis vorig jaar met een hoge<br />

beschikbaarheid draaide terwijl er in<br />

2006 storingen waren en uitgelopen<br />

onderhoudswerk, was het financiële<br />

resultaat in 2007 toch goed.”<br />

De bedoeling is dat de komende<br />

jaren weer meer wordt geïnvesteerd<br />

in Pernis, ruim een miljard<br />

euro. Ondanks de stagnerende<br />

brandstoffenmarkt in Noordwest-<br />

Europa, het voornaamste afzetgebied<br />

van de raffinaderij.<br />

“Eigenlijk moet je zeggen ‘juist door<br />

de stagnerende brandstoffenmarkt’.<br />

We moeten ons aanpassen. Het is de<br />

strategie van Shell om minder maar<br />

dan wel gemiddeld grotere raffinaderijen<br />

te bezitten. Dat betekende vorig<br />

jaar bijvoorbeeld de verkoop van onze<br />

4 - mei / juni 2008 - Shell venSter<br />

Voorbereiden<br />

op wat nu nog<br />

onbekend is<br />

Wat betreft technologie is dit - nog steeds - een<br />

slim land, vindt Peter de Wit, president-directeur<br />

van Shell nederland. Misschien zelfs daarin een<br />

gidsland. Maar nog beter wordt het als we ook<br />

in regelgeving en vergunningverlening slim en<br />

snel kunnen zijn. en, is zijn advies, bereid je voor<br />

op dingen die nu nog onbekend zijn.<br />

relatief kleine eenheden in Frankrijk<br />

en rationalisaties in Duitsland. De<br />

voorgenomen nieuwe investeringen<br />

in Pernis moeten daar een zogeheten<br />

‘Flexible Flagship’ van maken, een raffinaderij<br />

die excelleert in het kunnen<br />

maken van veel verschillende olieproducten<br />

uit uiteenlopende ruwe-oliesoorten.<br />

We zijn nu druk bezig om Pernis<br />

qua prestaties en betrouwbaarheid<br />

weer op het juiste niveau te brengen.<br />

Daarmee zal Pernis zijn positie kunnen<br />

versterken van grote en flexibele<br />

exportraffinaderij.”<br />

Pernis is letterlijk en figuurlijk<br />

nauw verbonden met Shell Chemie<br />

op Moerdijk. Moerdijk draaide<br />

vorig jaar wederom goed. Is de<br />

bulkchemie waarin Shell actief is<br />

niet langer een cyclische business?<br />

“Ik denk nog steeds cyclisch, maar de<br />

consistent hoge economische groei<br />

in de wereld heeft gezorgd dat we<br />

inderdaad nu al een aantal jaren achtereen<br />

op een hoog niveau presteren.<br />

Er wordt wereldwijd geïnvesteerd in<br />

nieuwe capaciteit, ook door Shell, bijvoorbeeld<br />

in China, waar we met partner<br />

CNOOC haast een kopie van Moerdijk<br />

hebben gebouwd. De groeiende<br />

vraag naar dit soort chemieproducten<br />

• TeKST piet de wit • foTo’S ernst bode •<br />

absorbeert het groeiende capaciteitsaanbod.<br />

Moerdijk is een voorbeeld van<br />

wat we in raffinage nastreven, fabrieken<br />

van wereldschaal met een heel<br />

hoge benuttingsgraad.”<br />

Wat was het effect van de zoveelste<br />

warme winter op rij voor<br />

de gasactiviteiten van Shell in<br />

Nederland?<br />

“In elk geval een gedaalde productie<br />

uit het Groningenveld. Wat wij niet zo<br />

erg vinden, we hebben tenslotte toch<br />

een eindige hoeveelheid gas te produceren.<br />

Er stond tegenover dat we vanuit<br />

onze kleine velden, offshore en<br />

onshore, op maximale capaciteit hebben<br />

geproduceerd. Dat wordt ook toegejuicht<br />

door de overheid. Die stimuleert<br />

met fiscale prikkels de productie<br />

uit kleine velden om het Groningenveld<br />

zo lang mogelijk te sparen.”<br />

Ondanks die prikkels zet de NAM,<br />

de door Shell bestuurde productie<br />

joint venture, de kleinste van de<br />

kleine velden in de etalage.<br />

“Als je in de staart van de productie<br />

komt, heb je te maken met werk waar<br />

wij eerlijk gezegd niet zo sterk in zijn.<br />

Wij zijn heel goed in het ontwikkelen<br />

van nieuwe activiteiten en het ope-<br />

reren van grote en compexe velden.<br />

Dan is het logisch dat je velden met<br />

nog een marginale productie verkoopt<br />

aan partijen die beter in staat zijn om<br />

de daarin nog aanwezige waarde te<br />

realiseren.”<br />

Hoe lang kan Groningen nog op<br />

het huidige niveau produceren?<br />

“De raming is nog tien tot vijftien<br />

jaar op het huidige niveau, waarna<br />

een gestage daling inzet met een heel<br />

lange staart. Er wordt nu aangenomen<br />

dat Groningen pas rond 2080 echt<br />

helemaal leeg is. In elk geval gaat het<br />

productieprofiel van Groningen veranderen;<br />

het veld gaat op termijn een<br />

basislast leveren inplaats van, zoals<br />

nu nog en in het verleden, het opvangen<br />

van pieken en dalen in de vraag.<br />

Die pieken en dalen worden in de<br />

toekomst vooral opgevangen vanuit<br />

ondergrondse gasbergingen en de aanvoer<br />

van LNG.”<br />

Welke rol denkt Shell te gaan spelen<br />

in het op niveau houden van<br />

de aanvoer van voldoende gas<br />

naar Nederland?<br />

“Bijvoorbeeld door het importeren van<br />

vloeibaar aardgas. We hebben recentelijk<br />

een optie genomen op capaciteit in


een LNG-terminal die wordt gebouwd<br />

op de Maasvlakte. Wij hebben als Shell<br />

een aantal opties om LNG te importeren,<br />

uit Noord-Afrika, Nigeria en het<br />

Midden-Oosten.”<br />

“Ook de import van pijpleidinggas<br />

uit Rusland is een mogelijkheid. We<br />

zijn met Gazprom in discussie over<br />

een aantal zaken. Denk ook aan het<br />

bezoek kort geleden van een Nederlandse<br />

industriedelegatie aan Rusland<br />

met een integraal plan om gasvelden<br />

in het Siberische Yamal te ontsluiten.”<br />

Waarom sluit Shell capaciteitscontracten<br />

en investeert zij niet<br />

zelf in een LNG-terminal?<br />

“Het is geen dogma om niet in terminals<br />

te investeren, maar in Noord-Amerika<br />

en Noordwest-Europa werken we<br />

bij voorkeur met lange-termijncontracten<br />

die ons het recht geven een deel<br />

van de capaciteit van een terminal te<br />

gebruiken. Wij kunnen ons geld over<br />

het algemeen rendabeler investeren in<br />

andere activiteiten, zoals in exploratie<br />

en productie. Soms is het echter beter<br />

om wel eigen capaciteit te bezitten.<br />

Bijvoorbeeld in India, waar wij een<br />

markt zagen ontstaan terwijl anderen<br />

die visie niet deelden. Dus besloten we<br />

om zelf bij Hazira een terminal te bou-<br />

wen. Die overigens zo succesvol is dat<br />

we hem al gaan uitbreiden.”<br />

Hoe staat het met de productie<br />

van renewables door Shell in<br />

Nederland?<br />

“We zijn voor de helft eigenaar van<br />

NoordzeeWind met een park bij<br />

Egmond aan Zee. De ervaring daarmee<br />

in het eerste jaar van operaties<br />

is dat het inderdaad minder makkelijk<br />

is om offshore-windparken te exploiteren<br />

dan molens op land. Vooral het<br />

snel oplossen van storingen is lastig en<br />

kostbaar. We hebben aanloopproblemen<br />

gekend die nu worden opgelost.<br />

Het is niet voor niets een demonstratieproject<br />

waarvoor de overheid extra<br />

subsidie wilde geven.”<br />

Nog meer windactiviteiten in<br />

Nederland voorzien?<br />

“In principe willen we hier investeren<br />

in meer offshore wind, maar dat zal<br />

afhangen van het subsidiestelsel dat<br />

de overheid biedt en ook of de regelgeving<br />

stimulerend is. Op dit moment<br />

functioneert er helemaal geen subsidiesysteem<br />

voor offshore wind en<br />

mede door ruimtelijke-ordeningproblemen<br />

ligt daardoor de hele verdere<br />

ontwikkeling van offshore wind stil.”<br />

5 - mei / juni 2008 - Shell venSter<br />

Wat doet windenergie overigens<br />

nog in de portefeuille van Shell?<br />

Na de verkoop een paar jaar geleden<br />

van het elektriciteitsproductiebedrijf<br />

InterGen concentreert<br />

het bedrijf zich op moleculen, niet<br />

op elektronen.<br />

“Windenergie is een activiteit waar we<br />

al lang een rol in spelen in onze speurtocht<br />

naar mogelijke grootschalige<br />

activiteiten in renewables. Koolwaterstoffen<br />

zijn uiteindelijk eindig en wind<br />

is een van de opties. Bovendien genereren<br />

we voor onze eigen activiteiten<br />

in raffinage en chemie nog steeds veel<br />

elektriciteit.”<br />

“We blijven interesse houden in het<br />

exploiteren van windparken, al verschuift<br />

de aandacht daarbij wel naar<br />

heel grote parken in de Verenigde Staten.<br />

Momenteel zijn onshore windparken<br />

in bijvoorbeeld het noordwesten<br />

van Texas al winstgevend zonder subsidies.<br />

Shell heeft daar dan ook plannen<br />

om met een partner een park<br />

van 3.000 MW te ontwikkelen. Ter<br />

vergelijking: Egmond heeft 108 MW<br />

capaciteit.”<br />

Hoeveel interesse heeft Shell in<br />

CCS, carbon capture and storage,<br />

het opvangen en opbergen van<br />

“wat betreft<br />

technologie is dit<br />

een slim land. nog<br />

beter wordt het<br />

als we ook qua<br />

regelgeVing en<br />

Vergunning-<br />

Verlening slim en<br />

snel kunnen zijn.”


“amsterdam<br />

en den haag<br />

hebben inmiddels<br />

ook al eigen<br />

klimaatdoelstellingen,<br />

dat<br />

schijnt nodig<br />

te zijn.<br />

mij lijkt het<br />

belangrijker<br />

om landelijke<br />

consistentie te<br />

hebben.”<br />

CO 2 in een leeg gasveld, zoals dat<br />

onder Barendrecht?<br />

“Als je kijkt naar de doelstellingen van<br />

de Nederlandse en Europese overheid,<br />

dertig, respectievelijk twintig procent<br />

CO 2-reductie in 2020, dan weet je dat<br />

je daarbij absoluut CCS nodig hebt.<br />

Maar we hebben er nog geen ervaring<br />

mee en de benodigde regelgeving ontbreekt<br />

geheel. Het is voor iedereen,<br />

ook voor ons, heel belangrijk om hier<br />

meer kennis over op te doen.”<br />

Wat denkt Shell met de porieruimte<br />

in lege gasvelden in haar<br />

concessiegebieden te kunnen<br />

doen? Zelf exploiteren via een<br />

eigen CO 2-opbergmaatschappij,<br />

of de porieruimte te koop<br />

aanbieden?<br />

“De jury vergadert er nog over, zoals<br />

de Amerikanen zeggen. Shell wil nu in<br />

elk geval leren en de beste manier is<br />

om daar eigen velden voor te gebruiken.<br />

De karakteristieken van het veld<br />

bij Barendrecht kennen we door en<br />

door en op Pernis hebben we zuivere<br />

CO 2 beschikbaar om het demonstratieproject<br />

mee uit te voeren.”<br />

“Nog onbeantwoord is de vraag of wij<br />

alleen oplossingen gaan uitwerken<br />

voor het reduceren of neutraliseren<br />

van onze eigen emissies, of dat we ons<br />

willen opstellen als een soort ‘afvalverwerker’<br />

die ook CO 2 van anderen<br />

opbergt. Veel zal afhangen van de economie<br />

van CCS, en die is nu nog grotendeels<br />

onbekend.”<br />

Wat is de visie van Shell op het<br />

eigendom van het transportnetwerk<br />

van CO 2 naar de punten<br />

6 - mei / juni 2008 - Shell venSter<br />

waar het opgeborgen kan worden,<br />

bijvoorbeeld een leeg gasveld<br />

of een diepe waterlaag, een<br />

aquifer?<br />

“In het Golfgebied van de Verenigde<br />

Staten bestaat een CO 2-infrastructuur<br />

die eigendom is van een onafhankelijke<br />

partij die op basis van<br />

open access een buisleiding exploiteert<br />

voor transport tussen CO 2-bronnen<br />

en -afnemers. Die laatsten kunnen<br />

ook oliemaatschappijen zijn die CO 2<br />

gebruiken voor enhanced oil recovery.<br />

Dit is een interessante beheersvorm<br />

voor de infrastructuur die ook<br />

hier goed toepasbaar zou zijn.”<br />

Is het denkbaar dat de hele infrastructuur<br />

voor CO 2-berging een<br />

staatsbedrijf wordt?<br />

“Als je ziet dat de staat via het eigendom<br />

van Gasunie, TenneT en Pro-<br />

Rail al eigenaar is van de hoofdinfrastructuur<br />

van gas, elektriciteit en rail,<br />

dan is zoiets best denkbaar. We moeten<br />

ons realiseren dat het op termijn<br />

gaat over een heel grote infrastructuur<br />

voor CO 2-berging, op land en ook offshore,<br />

waarschijnlijk ook internationaal<br />

gekoppeld aan andere CCS-systemen.<br />

Maar nogmaals, we zitten nog te<br />

vroeg in het studie- en demonstratieproces<br />

om daar al harde uitspraken<br />

over te doen.”<br />

Wat zijn nu nog de grote onbeantwoorde<br />

vragen rond CCS waar<br />

een project als Barendrecht antwoord<br />

op moet geven?<br />

“Bij aquifers weten we nog bijna niets<br />

van de geologische structuren. In<br />

Australië boren we momenteel in een<br />

aquifer en leren daar veel van. Verder<br />

weten we nog te weinig van de kosten<br />

en opbrengsten van CCS en dus van<br />

de mogelijke economie ervan. Niets is<br />

nog geregeld rond het eigendom van<br />

CO 2 in een ondergronds reservoir en<br />

dus ook niet over aansprakelijkheid.<br />

Een ander belangrijk punt betreft de<br />

vergunningen. Gemeenten en provincies<br />

hebben hier geen ervaring mee.<br />

Moeten ze dat allemaal zelf uitvinden<br />

of schiet de rijksoverheid hierbij<br />

te hulp?”<br />

Denkt bij al die zakelijke afwegingen<br />

ook nog iemand aan de bewoners<br />

als een CCS-project op land<br />

wordt uitgevoerd?<br />

“Iedereen moet veel werk maken van<br />

het vertellen wat een CO 2-opbergingsproject<br />

eigenlijk is. Zeker de mensen<br />

in het gebied waar je wilt opslaan<br />

moeten precies weten waar ze aan toe<br />

zijn. Als eerste reactie zullen mensen<br />

huiverig reageren. Kan de grond gaan<br />

borrelen? Wat gebeurt er als CO 2 ontsnapt?<br />

Kan het überhaupt ontsnappen?<br />

Begrijpelijke vragen. Daar moeten<br />

snel heldere antwoorden op worden<br />

gegeven.”<br />

Eind vorig jaar tekende het<br />

Nederlandse bedrijfsleven met<br />

de overheid een Duurzaamheidsakkoord.<br />

Daarin onderschrijft<br />

het bedrijfsleven de Europese<br />

doelstelling van tenminste<br />

twintig procent reductie van<br />

broeikasgassen per 2020.<br />

Wat wil Shell Nederland daaraan<br />

bijdragen?<br />

“Het bedrijfsleven kijkt nu per indu-<br />

striesegment in hoeverre het aan deze<br />

doelstellingen kan voldoen. Via verdergaande<br />

efficiëntieverbetering op<br />

Pernis en Moerdijk zullen wij een bijdrage<br />

leveren. Hoeveel dat wordt,<br />

wordt nu uitgerekend. Barendrecht,<br />

waar we het net over hadden, zal ook<br />

bijdragen.”<br />

Nog andere bijdragen?<br />

“Het gebruik van biobrandstoffen in<br />

benzine en diesel speelt ook een rol.<br />

Al is er vooralsnog een technische<br />

limiet aan wat motoren en brandstofsystemen<br />

aankunnen aan biodiesel<br />

of ethanol. Ook is er kolenvergassing.<br />

Invoering hiervan verbetert de<br />

energie-efficiëntie maar maakt het<br />

ook makkelijker om zuivere CO 2 los<br />

te maken uit steenkool wat de CCStechniek<br />

economisch optimaliseert.<br />

We werken met een paar bedrijven en<br />

de overheid samen om mogelijke projecten<br />

te evalueren, buiten het project<br />

met een kolenvergasser voor Nuon in<br />

de Eemshaven.”<br />

Dan is er ook nog het Rotterdam<br />

Climate Initiative dat uitgaat van<br />

een CO 2-reductie met vijftig procent<br />

in het Rijnmondgebied in<br />

2025. Dat is veel verdergaand dan<br />

de industrie in het Duurzaamheidsakkoord<br />

belooft.<br />

“We hebben veel bij te dragen aan de<br />

uitdaging die Rotterdam zichzelf heeft<br />

opgelegd. Maar ik wil zijn doelstelling<br />

toch wel als ‘erg ambitieus’ omschrijven.<br />

Wij binden ons er als Shell daarom<br />

ook niet aan. Of het haalbaar is? Het<br />

is een heel hoog percentage over een<br />

heel korte periode.”


“Amsterdam en Den Haag hebben<br />

inmiddels ook al eigen klimaatdoelstellingen,<br />

dat schijnt nodig te zijn.<br />

Mij lijkt het belangrijker om landelijke<br />

- liefst zelfs Europese - consistentie te<br />

hebben zodat het bedrijfsleven weet<br />

waar het aan toe is en efficiënter aan<br />

oplossingen kan werken.”<br />

Een andere belangrijke activiteit<br />

van Shell in Nederland is brandstofverkoop.<br />

Opmerkelijk genoeg<br />

misschien nog steeds een groeimarkt,<br />

ondanks de hoge benzine-<br />

en dieselprijzen.<br />

“In elk geval slagen wij erin ons marktaandeel<br />

goed op peil te houden. De<br />

markt biedt een wat verschillend<br />

beeld, de verkopen van benzine zijn<br />

tamelijk vlak, die van diesel stijgen,<br />

vooral bij het goederenvervoer over de<br />

weg. Ook groeien in de Rotterdamse<br />

en Amsterdamse havens de verkopen<br />

van stookolie en gasolie aan zee- en<br />

binnenvaart.”<br />

Ondanks recordprijzen aan de<br />

pomp blijven de mensen rijden en<br />

groeit het aantal vrachtauto’s op<br />

de weg. Terwijl een aantal jaren<br />

geleden nog ongeveer een ‘volksopstand’<br />

dreigde en in sommige<br />

landen vrachtwagenchauffeurs<br />

raffinaderijen en brandstofdepots<br />

blokkeerden.<br />

“Wat veranderd is, is dat mensen meer<br />

begrip hebben gekregen voor de achterliggende<br />

reden van hoge olieprijzen.<br />

Ten eerste natuurlijk nog steeds<br />

de hoge accijnzen maar ook de wetenschap<br />

dat als een product minder makkelijk<br />

te produceren valt, terwijl de<br />

“als je kijkt naar<br />

de doelstellingen<br />

Van de nederlandse<br />

en europese<br />

oVerheid, dertig,<br />

respectieVelijk<br />

twintig procent<br />

co 2-reductie in<br />

2020, dan weet<br />

je dat je daarbij<br />

absoluut opVang<br />

en berging nodig<br />

hebt.”<br />

vraag ernaar stijgt, dit leidt tot hogere<br />

marktprijzen. Wat natuurlijk niet wil<br />

zeggen dat het allemaal leuk is.”<br />

Leuker kunnen we het niet maken?<br />

“Zoiets ja. Maar als Shell werken we<br />

mee aan projecten als Het Nieuwe<br />

Rijden en we hebben een proef<br />

gedaan met een aantal bedrijven met<br />

grote leaseautovloten. Daaruit blijkt<br />

dat het met een vrij eenvoudige aanpassing<br />

van de rijstijl mogelijk is om<br />

tot tien procent of meer brandstofbesparing<br />

te realiseren. Mensen kunnen<br />

echt op eenvoudige manier minder<br />

brandstof gebruiken.”<br />

Shell verkoopt in Nederland wel<br />

brandstoffen met biocomponenten<br />

erin, maar heeft geen plannen om<br />

hier ook biobrandstoffen te gaan<br />

maken?<br />

“Er is een wettelijke verplichting<br />

om biomateriaal bij te mengen, dus<br />

doen we dat. Maar we kopen het in,<br />

maken het nergens. Shell heeft vanaf<br />

het begin niet mee willen doen aan<br />

de zogeheten eerste-generatie biobrandstoffen.<br />

Inmiddels worden onze<br />

bezwaren breed gedeeld: de eerstegeneratie<br />

technologie zorgt voor relatief<br />

weinig CO 2-reductie en legt beslag<br />

op voedselgewassen.”<br />

“Tweede-generatie is een heel andere<br />

zaak, al moet daar nog veel gebeuren<br />

in de technologie-ontwikkeling. Om<br />

onze positie hierin te versterken heeft<br />

de Shell Groep zich inmiddels ingekocht<br />

in een aantal bedrijven met verschillende<br />

technologieën. De jongste<br />

investeringen zijn in een Hawaiiaanse<br />

biotechnologie-onderneming die zoekt<br />

7 - mei / juni 2008 - Shell venSter<br />

Peter de Wit: van vloeibaar<br />

aardgas tot schone kolen<br />

Peter de Wit is in Amstelveen geboren in augustus 1949. Hij studeerde<br />

af in Economie en Politieke wetenschappen aan het Trinity<br />

College van Dublin University (B.A. Honours en M.A.). Direct na zijn<br />

afstuderen (1971) trad hij in dienst bij Shell in de sector oil marketing.<br />

Zijn eerste functie was in Australië. In zijn verdere carrière werkte<br />

hij onder andere aan het Nigeria LNG project op het eiland Bonny<br />

en was hij retail development manager bij Shell Nederland Verkoopmaatschappij.<br />

Na twee jaar eigen ondernemerschap in Australië<br />

(1990-1992) trad Peter de Wit weer in dienst bij Shell met plaatsingen<br />

in Hong Kong, Maleisië en daarna bij Shell International Gas<br />

(SIG) in Londen als general manager Zuid-Oost Azië. Hierop vervulde<br />

hij vanuit Londen banen bij Shell Coal International, Shell Trading<br />

and Shipping en toen weer SIG waar hij verantwoordelijk werd<br />

voor de Strategic Growth Unit. Bij SIG werd hij in juni 1998 aangesteld<br />

als directeur en lid van het Gas and Power Executive Committee<br />

met de verantwoordelijkheid van regional business director<br />

voor de regio Midden-Oosten. Eind 1999 werd Peter de Wit verantwoordelijk<br />

voor de regio Azië/Pacific bij Shell Gas and Power. Hij<br />

verhuisde naar Singapore in augustus 2002 als executive vice president<br />

voor Azië/Pacific. In januari 2006 keerde hij terug naar Nederland<br />

in de rol van executive vice president voor Global Business bij<br />

Gas and Power, met de verantwoordelijkheden LNG, elektriciteitsopwekking<br />

en Clean Coal Energy. Per 1 september 2007 is Peter de Wit<br />

benoemd tot president directeur van Shell Nederland B.V. Daarbij<br />

is hij op groepsniveau executive vice president Clean Coal Energy.<br />

Hij heeft tevens bestuursfuncties bij VNO-NCW (dagelijks bestuur),<br />

VNCI, VNPI en is lid van de Raad van Commissarissen van GasTerra.<br />

naar de omwerking van algen in biobrandstoffen<br />

en in een Amerikaans<br />

researchproject naar de directe omzetting<br />

van suikers in benzine.”<br />

Wanneer zal dat allemaal tot commerciële<br />

productie gaan leiden?<br />

“Niet zo snel als veel buitenstaanders<br />

hopen. In de komende tien jaar zal<br />

heel veel gebeuren, maar pas daarna<br />

zal grootschalige productie aan gaan<br />

lopen.”<br />

Maar niet in Nederland?<br />

“Natuurlijk niet op basis van binnenlandse<br />

productie van biomassa. Het<br />

dichtbevolkte Nederland kan die hoeveelheden<br />

niet leveren. Importeren<br />

via Rotterdam dan? Ik zou dat niet uitsluiten.<br />

Als het economisch beter past<br />

om biobrandstoffen niet bij de grondstofbron<br />

maar bij de markt te maken,<br />

ligt Rotterdam natuurlijk fantastisch.<br />

Qua massa zal het geen probleem zijn.<br />

Maar economisch lijkt het nu niet erg<br />

interessant om energetisch laagwaardige<br />

biomassa over grotere afstanden<br />

te gaan vervoeren, je denkt niet direct<br />

aan een bulkcarrier vol houtsnippers.<br />

Maar je moet je toch ook voorbereiden<br />

op dingen die nu nog onbekend zijn.<br />

Een half jaar geleden hadden alleen<br />

experts gehoord van de potentie van<br />

algenkweek voor biobrandstoffen, nu<br />

kijkt iedereen er naar en investeren<br />

wij erin.”<br />

Kolenvergassing zou eerder een<br />

Nederlands ding kunnen worden?<br />

“Kolen worden van oudsher al in<br />

grote massa’s over de hele wereld vervoerd.<br />

Rotterdam ligt hiervoor bijzon-<br />

der goed. In het Rijnmondgebied is<br />

bovendien veel waterstof nodig in de<br />

petrochemie. Dan kun je kolen importeren<br />

en vergassen. Daarna onttrek je<br />

er waterstof aan en kan het als ‘groen<br />

gas’ in het standaard-aardgasnetwerk<br />

worden gestopt. Dat is een procesketen<br />

waar wij momenteel serieus naar<br />

kijken.”<br />

In een voorstel van het Nederlandse<br />

bedrijfsleven om met de<br />

overheid te komen tot publiek<br />

private samenwerking voor projecten<br />

rond klimaatverandering<br />

en energieverbruik, is de slogan<br />

gehanteerd ‘Nederland Gidsland?<br />

Als het maar slim gebeurt!’ Kunnen<br />

we nog slim zijn?<br />

“Engelstaligen zeggen van Nederland<br />

wel eens dat het in staat is ‘to punch<br />

above its weight’, hardere klappen<br />

uitdelen dan het postuur doet vermoeden.<br />

De historie heeft dat geleerd,<br />

wat ook weerspiegeld wordt in het<br />

aantal hoofdkantoren van internationaal<br />

werkende bedrijven. We kunnen<br />

nog steeds slim zijn, met dus de<br />

potentie om in innovatie en technologie<br />

een gidsland te zijn. We hebben<br />

goede commerciële kenniscentra en<br />

onze technische universiteiten opereren<br />

commerciëler dan ooit. Een flink<br />

stuk van de technologische toekomst<br />

van Shell wereldwijd ontstaat in onze<br />

researchcentra in Rijswijk en Amsterdam.<br />

Wat betreft technologie is dit een<br />

slim land. Nog beter wordt het als we<br />

ook qua regelgeving en vergunningverlening<br />

slim en snel kunnen zijn.” n


‘flexibel Vlaggenschip’<br />

Veranderende marktomstandigheden en<br />

telkens scherpere milieu-eisen maken het<br />

voor Shell Pernis nodig zich te oriënteren<br />

op een nieuwe rol: die van ‘fl exibel vlaggenschip’<br />

met klanten over de hele wereld<br />

inplaats van alleen in West-Europa.<br />

• TeKST piet de wit • illuSTraTie Zoltan korai • foTo’S ernst bode •<br />

hoewel zij al meer dan een<br />

eeuw oud is en hoort tot de<br />

allergrootste van de Shell<br />

Groep, zit de raffi naderij<br />

Pernis momenteel toch in<br />

haar ‘proeftijd’. Waarin bewezen moet<br />

worden dat het complex operationeel<br />

tot de wereldtop behoort. Bij slagen<br />

volgt een reeks investeringen die Pernis<br />

moet laten groeien van een heel<br />

grote raffi naderij voor de West-Europese<br />

markt tot een net zo grote raffi naderij,<br />

maar dan met schonere producten<br />

voor een klantenkring over de hele<br />

wereld. Zoals gebruikelijk heeft ook<br />

dit project een fonkelende werktitel,<br />

Flexible Flagship. Pernis moet voor<br />

Europa het fl exibel vlaggenschip worden<br />

van de Shell-raffi nagevloot.<br />

Maar wat is nieuw hier? Is Pernis<br />

eigenlijk niet al vijftien jaar onafgebroken<br />

bezig zichzelf te vernieuwen?<br />

General manager van Shell Nederland<br />

Raffi naderij (SNR) Hans van Scherpenzeel:<br />

“Je kan ook zeggen dat een goede<br />

raffi naderij zich altijd verjongt, om bij<br />

te blijven bij een telkens veranderende<br />

toekomst. De grote constante is een<br />

continue aanscherping van de milieueisen,<br />

zowel bij onze emissies als bij<br />

productspecifi caties. Waar nu bijkomt<br />

dat onze afzetmarkten beginnen te<br />

veranderen.”<br />

Van Scherpenzeel heeft het dan vooral<br />

over Duitsland, traditioneel de grootste<br />

markt voor Pernis. Al fl ink wat<br />

jaren daalt daar de benzineverkoop,<br />

momenteel zelfs in een tempo van 5-7<br />

procent in een jaar.<br />

Van Scherpenzeel kent de Duitse markt<br />

als zijn broekzak, hij was er jarenlang<br />

raffi nagedirecteur. “De accijnsverhoudingen<br />

in Duitsland zijn zodanig dat<br />

diesel de eerste keuze is geworden<br />

voor personenauto’s. Het omslagpunt<br />

ligt er op iets van 15.000 kilometer.”<br />

En: “De dieselomzet in Duitsland groeit<br />

weliswaar, maar omdat nieuwe dieselauto’s<br />

relatief zuinig zijn, toch met weinig<br />

meer dan één procent per jaar. Het<br />

gevolg is dat Shell in Duitsland inmiddels<br />

genoeg benzine maakt om het zon-


“pernis heeft<br />

tot nu toe altijd<br />

oostwaarts<br />

gekeken [...] we<br />

gaan nu ook<br />

zeewaarts kijken<br />

met grote<br />

tankschepen.”<br />

9 - mei / juni 2008 - Shell venSter<br />

wil wereldzee op<br />

der importen te kunnen stellen. Wel is<br />

er een grote vraag naar importen van<br />

diesel en gasolie/huisbrandolie.”<br />

Unieke strategische positie<br />

In Nederland, de tweede afzetmarkt<br />

van Shell Pernis, is het beeld minder<br />

extreem. Hier ligt het omslagpunt diesel/benzine<br />

voor personenauto’s op<br />

zo’n 35.000 km. Omdat auto’s gemiddeld<br />

zuiniger worden is hier de benzinevraag<br />

vrijwel stabiel terwijl - vooral<br />

door de grote expansie van het wegtransport<br />

- de dieselmarkt van 2006 op<br />

2007 nog toenam met twee procent.<br />

Alle traditionele markten bij elkaar<br />

opgeteld heeft Shell Pernis inmiddels<br />

een structureel overschot aan benzine.<br />

“Een deel kunnen we wegwerken door<br />

minder nafta [ruwe benzine] om te zetten<br />

in motorbenzine en die nafta te<br />

verkopen aan de chemische industrie,<br />

zoals Shell Moerdijk. Maar zelfs dan<br />

houden we benzine over waarvoor we<br />

nieuwe markten moeten vinden”, aldus<br />

de raffi naderijdirecteur. “De aandeelhouders<br />

hebben namelijk in principe<br />

besloten om Pernis niet te laten krimpen<br />

en er een regionale speler van te<br />

maken, maar om groot te blijven, zodat<br />

de economies of scale benut kunnen<br />

worden. Ook wordt geïnvesteerd in<br />

meer fl exibiliteit met behoud van een<br />

sterke integratie met de chemiefabrieken<br />

op Pernis en Moerdijk.”<br />

Een van de investeringsplannen van<br />

Flexible Flagship is daarom de bouw<br />

van pijpleidingen, opslagtanks en<br />

menginstallaties voor producten op<br />

het Shell-complex Europoort, momen-<br />

teel alleen de aanvoerhaven voor tankers<br />

met ruwe olie. Het stelt de raffi naderij<br />

in staat om grote hoeveelheden<br />

benzine zodanig te mengen (blenden)<br />

dat de partijen voldoen aan de<br />

zeer uiteenlopende specifi caties die<br />

wereldwijd worden gehanteerd, en<br />

om die benzines ook met grote tankers<br />

- 60.000 ton en groter - te kunnen<br />

transporteren.<br />

Van Scherpenzeel: “Daarmee krijgt<br />

Pernis een unieke strategische positie<br />

want er is bijna geen Europese raffi naderij<br />

die direct grote producttankers<br />

kan beladen. Wij koppelen zo lage productiekosten<br />

aan lage transportkosten,<br />

wat markten bereikbaar maakt als<br />

de Amerikaanse oostkust, het Middellandse-Zeegebied,<br />

Afrika en zelfs het<br />

Verre Oosten. Pernis heeft tot nu toe<br />

altijd oostwaarts gekeken, met transport<br />

via pijpleidingen en binnenschepen,<br />

en nu gaan we ook zeewaarts kijken<br />

met grote tankschepen.”<br />

Een andere verandering op de Duitse<br />

markt betreft de overgang uiterlijk per<br />

1 januari 2009 naar huisbrandolie met<br />

een zwavelgehalte van maximaal 50<br />

ppm (parts per million) tegen nu nog<br />

1.000 ppm. Duitsland kent nog steeds<br />

een belangrijke afzet in huisbrandolie,<br />

een ‘zusje’ van diesel uit de familie<br />

van de middendestillaten. Omdat<br />

Shell Pernis de Duitse markt van middendestillaten<br />

wil behouden, betekent<br />

dit de noodzaak om te investeren<br />

in extra ontzwavelingscapaciteit, een<br />

ander onderdeel van het Flexible Flagship<br />

project.<br />

Maatwerk in massa<br />

Met haar verwerkingscapaciteit van<br />

dagelijks ruim 400.000 vaten ruwe<br />

olie is Shell Pernis een van de grootste<br />

raffi naderijen in Europa, en traditioneel<br />

opmerkelijk fl exibel aan de<br />

ruwe-oliekant. Het complex verwerkt<br />

jaarlijks zo’n 50 tot 70 verschillende<br />

soorten ruwe olie, veel daarvan zwaar<br />

en zwavelrijk. Hierdoor is deze ‘diep<br />

complexe raffi naderij’ in staat te leven<br />

op een relatief goedkope voeding.<br />

Van Scherpenzeel: “Doel is om ook<br />

aan de productenkant meer fl exibel te<br />

worden. ‘Maatwerk in massa’ moeten<br />

we kunnen leveren. Als we onze benzine<br />

over de hele wereld willen verkopen<br />

moeten we de zeer uiteenlopende<br />

specifi caties kunnen maken die op de<br />

diverse markten worden gevraagd.<br />

In bijvoorbeeld de Verenigde Staten<br />

verschillen de specifi caties per staat,<br />

soms zelfs per stad. Bovendien veranderen<br />

de specifi caties regelmatig, bijvoorbeeld<br />

door de wettelijk vereiste<br />

toevoegingen van biocomponenten.”<br />

Een voorbeeld van de toenemende<br />

complexiteit is het effect van de groeiende<br />

hoeveelheid ethanol (gemaakt<br />

van bijvoorbeeld tarwe, maïs of suikerriet)<br />

die in steeds meer landen aan benzine<br />

moet worden toegevoegd. Ethanol<br />

heeft een hoge dampspanning die,<br />

om de automotor rustig te laten lopen,<br />

verlaagd moet worden door het wegnemen<br />

van lichte componenten uit de<br />

aardolie. Die lichte componenten vormen<br />

dan weer een goede voeding voor<br />

de stoomkrakers van de bulkchemie.<br />

Van Scherpenzeel: “Een ander onder-<br />

deel van de voorgenomen investeringen<br />

in Flexible Flagship is dan ook om<br />

een nog nauwere relatie te leggen tussen<br />

de raffi naderij en de chemie, de<br />

zogeheten oil/chemical interface. Wij<br />

leveren nu al ruim tien procent van<br />

onze productie aan de chemie, dat zal<br />

verder groeien.”<br />

Daadwerkelijk sleutelen<br />

Voordat het interne groene licht<br />

wordt gegeven voor de investeringen<br />

in Flexible Flagship, moet Pernis eerst<br />

bewijzen operationeel tot de wereldtop<br />

te behoren. “De afgelopen jaren is<br />

het complex daarin achterop geraakt”,<br />

erkent Van Scherpenzeel. “We hebben<br />

te hoge onderhoudskosten en een<br />

te lage beschikbaarheid van fabrieken<br />

en installaties door storingen. Dit jaar<br />

moeten we laten zien dat we het vereiste<br />

niveau van operational excellence<br />

hebben bereikt. Dat betekent<br />

de hoogste standaards voor, in deze<br />

volgorde, veiligheid en milieu, productkwaliteit,<br />

betrouwbaarheid van<br />

fabrieken, kostenbeheersing, energieverbruik<br />

en raffi nagemarge. Bovendien<br />

moeten de twee grote geplande<br />

onderhoudsstops van dit jaar foutloos,<br />

dus op tijd en binnen budget, worden<br />

uitgevoerd.”<br />

Is dit niet in tegenspraak met elkaar, te<br />

hoge onderhoudskosten en gelijktijdig<br />

teveel storingen? “We zitten volgens<br />

internationale benchmarking exercities<br />

hoog met onze kosten en scoren<br />

te laag in effi ciëntie”, legt Van Scherpenzeel<br />

hier uit. “Anders gezegd, we<br />

krijgen te weinig waar voor ons onder-


Hans van Scherpenzeel: “Veiligheid en<br />

milieu staan op de eerste plaats in onze<br />

lijst van operational excellence en<br />

betrouwbaarheid komt vóór kosten op<br />

onze prioriteitenlijst.”<br />

houdsgeld. De hands on tool tijd, dus<br />

hoeveel uur een onderhoudsmonteur<br />

daadwerkelijk sleutelt, inplaats van<br />

bezig is met werkoverleg en wachten<br />

op de afhandeling van procedures,<br />

kan duidelijk verbeterd worden.”<br />

En: “Het is beslist niet waar dat we<br />

minder aan onderhoud willen doen,<br />

want zoals gezegd staan veiligheid en<br />

milieu op de eerste plaats in onze lijst<br />

van operational excellence en komt<br />

betrouwbaarheid vóór kosten op onze<br />

prioriteitenlijst. We gaan nu eerst alle<br />

aandacht geven aan het verbeteren<br />

van de efficiëntie van het werk. Als de<br />

beschikbaarheid van onze fabrieken op<br />

wereldniveau ligt, wat betekent minder<br />

dan twee procent uitval per jaar<br />

in productietijd door storingen, dan<br />

kunnen de onderhoudskosten in totaliteit<br />

naar beneden. In 2007 hebben<br />

we daarom meer geld uitgegeven aan<br />

preventief onderhoud en inderdaad<br />

zagen we daardoor de beschikbaarheid<br />

verbeteren ten opzichte van 2005<br />

en 2006. Met voor de tweede helft van<br />

2007 nog weer een verbetering tegenover<br />

de eerste zes maanden.”<br />

De ploegbaas terug<br />

De veranderde strategie bij onderhoud<br />

past in een bredere reorganisatie<br />

die per maart dit jaar op de raffinaderij<br />

van kracht werd. Daarbij werden<br />

onder andere een aparte onderhoudsorganisatie<br />

actief en ook een uit<br />

het collectief losgemaakte stop- en<br />

projectenorganisatie.<br />

Hans van Scherpenzeel: “Bij onderhoud<br />

gaan we ook weer meer zelf<br />

doen, aangevuld met contractorbedrijven<br />

voor de pieken. Ondanks de<br />

krappe arbeidsmarkt hebben we hier<br />

toch voor gekozen om zo meer controle<br />

te houden over de kennis van de<br />

fabrieken en processen. Daarom ook<br />

hebben we er in de CAO-onderhandelingen<br />

voor gekozen om vier ADVdagen<br />

terug te kopen; voor Pernis<br />

scheelt dat het equivalent van dertig<br />

FTE’s aan technische krachten.”<br />

10 - ma arT / april 2008 - Shell venSter<br />

Na jaren van reductie in arbeidsplaatsen,<br />

is Shell Pernis alweer enige tijd<br />

aan het groeien. Bijvoorbeeld omdat<br />

in begin 2007 besloten werd om de<br />

eerder afgeschafte functie van ploegbaas<br />

terug te brengen. Van Scherpenzeel:<br />

“Het nadeel van het niet hebben<br />

van een direct leidinggevende in een<br />

ploeg kwam tot uiting in minder efficiënt<br />

werken. Mensen werden zelf verantwoordelijk<br />

voor hun loopbaanontwikkeling<br />

en werden daarin niet meer<br />

door een baas gecoacht. Ook kwam<br />

er minder aandacht voor kennisoverdracht<br />

van ouderen naar jongeren,<br />

wat met name belangrijk is als je aan<br />

de vooravond staat van de pensionering<br />

van de grote na-oorlogse geboortegolf<br />

en je bedrijf dus verjongd gaat<br />

worden. Met het terugbrengen van de<br />

ploegbaas is ook de span of control<br />

van het middenmanagement gereduceerd.<br />

Als je als baas twaalf mensen<br />

onder je hebt, heb je meer tijd voor<br />

coaching en ontwikkeling dan bij<br />

twintig.”<br />

Toekomst in eigen hand<br />

De werving van nieuwe mensen<br />

gebeurt temidden van “een geheel<br />

gewijzigde arbeidsmarkt”, zoals Van<br />

Scherpenzeel het omschrijft. “Er is een<br />

structureel tekort aan mensen, vooral<br />

technisch geschoolden. Toch slagen<br />

we erin om voldoende talent aan te<br />

trekken, dit jaar willen we zo’n tweehonderd<br />

mensen aannemen en daarna<br />

denken we er zo’n honderd per jaar<br />

nodig te hebben om de aanstaande<br />

pensioneringsgolf op te vangen. Het<br />

gevolg is dan ook een kleine loongolf<br />

in het Rijnmondgebied, her en der<br />

wordt gewerkt met aanbrengbonussen<br />

en soms hoor je ook van blijfpremies.<br />

Daarom ook kunnen momenteel<br />

geen ‘goedkope CAO’s’ worden<br />

afgesloten.”<br />

En: “Als we er in Nederland niet in<br />

slagen om meer jongeren technische<br />

opleidingen te laten volgen, zullen<br />

de grenzen op termijn meer en meer<br />

geopend moeten worden voor buitenlanders,<br />

anders worden de tekorten op<br />

de arbeidsmarkt een bedreiging voor<br />

de economische ontwikkeling.”<br />

Maar andere uitdagingen liggen momenteel<br />

dichterbij voor Van Scherpenzeel<br />

en de bemanning van wat straks<br />

het flexibele vlaggenschip van Shell<br />

in Europa moet worden. “Ik denk<br />

dat ergens midden 2009 de definitieve<br />

beslissing genomen gaat worden<br />

over de investeringen die nodig<br />

zijn voor ons Flexible Flagship project.<br />

De belangrijkste parameters daarvoor<br />

zijn hoe we presteren bij veiligheid,<br />

de beschikbaarheid van de fabrieken<br />

en de uitvoering van de twee grote<br />

onderhoudsstops dit jaar. Dit wordt<br />

een cruciaal jaar voor ons allemaal op<br />

de raffinaderij. We moeten bewijzen<br />

dat we het kunnen. Of ik er zenuwachtig<br />

onder ben? Niet zenuwachtig, wel<br />

voel ik de uitdaging. Maar we hebben<br />

inmiddels de juiste mensen, voldoende<br />

middelen en een goede strategie. De<br />

uitvoering, en daardoor de toekomst,<br />

hebben we dus in eigen hand.” n<br />

CO 2-veiling: ‘Destructief industriebeleid’<br />

De raffinagesector heeft zich altijd gekenmerkt door wilde economische golven.<br />

Hoge marges verleidden tot investeringen in nieuwe productiecapaciteit<br />

waarna de marges kort daarna weer door de vloer zakten.<br />

Die economische achtbaanrit kent inmiddels minder hoge toppen en diepe<br />

dalen; met name in Europa en Noord-Amerika (in omvang stagnerende<br />

markten) wordt terughoudend geïnvesteerd in nieuwe capaciteit, wel nog in<br />

procesvernieuwing en debottlenecking van capaciteit.<br />

De raffinagemarges stonden wereldwijd in 2006 en begin 2007 op een historisch<br />

hoogtepunt, om in de tweede helft van dat jaar te gaan dalen omdat de<br />

sterk gestegen ruwe-olieprijzen niet volledig doorgegeven konden worden in<br />

de productprijzen.<br />

De Europese raffinage-industrie ziet een extra risico opduiken, het politieke<br />

voornemen om grote energiegebruikers via veilingen CO 2-emissierechten te<br />

laten kopen. Hans van Scherpenzeel, algemeen manager van Shell Nederland<br />

Raffinaderij: “De rekensom is snel gemaakt. Pernis heeft in het kader van het<br />

European Trading Scheme nu rechten om per jaar iets van 5,5 miljoen ton CO 2<br />

uit te stoten. Als wij op een veiling die rechten geheel zouden moeten kopen,<br />

zou dat, tegen de koers van nu [21 euro per ton, begin maart] ruim 110 miljoen<br />

euro kosten terwijl het de bedoeling van de overheid is om telkens minder<br />

rechten beschikbaar te stellen, waarbij de politiek liefst zou zien dat de notering<br />

40 euro of meer per ton wordt.”<br />

“Alleen al die 110 miljoen euro betekent voor ons een margeverlies van 70 dollarcent<br />

per vat, wat in een neerwaartse cyclus een flink deel van de marge uitmaakt.<br />

Omdat Pernis een exportraffinaderij is, en in sterkere mate die export<br />

wil richten op niet-Europese landen, zullen die extra kosten niet of nauwelijks<br />

doorberekend kunnen worden aan de klant. In onze bedrijfstak concurreer je<br />

vooral op kosten. Hoe hoger het percentage CO 2-rechten is dat via een veiling<br />

moet worden gekocht, hoe groter de handicap die Europese raffinaderijen<br />

hebben te overwinnen tegenover concurrenten uit gebieden die geen emissierechten<br />

kennen, of ze niet laten veilen. Honderd procent veilen zou bepaald<br />

destructief industriebeleid van de EU zijn.”


grote schepen, grote co 2-uitstoot<br />

de snel groeiende wereldhandel (gegroeid met bijna 50 procent sinds<br />

2001 volgens de WTO) betekent vooral meer scheepvaart. De helft van<br />

de groei sinds 2001 komt immers uit Aziatische landen, China voorop.<br />

Rond negentig procent van alle grondstoffen en goederen reizen per schip.<br />

Er zijn ook veel schepen, naar schatting bevaren zo’n 70.000 stuks de wereldzeeën<br />

en de werven hebben volle orderboeken.<br />

Sinds het zeil en de steenkool zijn verdwenen, gebruiken schepen olie,<br />

meestal zware stookolie, vol zwavel, maximaal 4,5 procent is toegestaan, wat<br />

ook uitgedrukt kan worden als 45.000 ppm. (Vracht)auto’s in Nederland en<br />

Duitsland tanken diesel met 10 ppm zwavel.<br />

Hoeveel bunkerolie er wereldwijd wordt gebruikt is onderwerp van veel vakdiscussie,<br />

maar volgens de Britse krant The Guardian heeft de IMO (International<br />

Maritime Organisation, een VN-onderdeel) in een nog niet gepubliceerd<br />

rapport vastgesteld dat de wereldscheepvaart verantwoordelijk is voor<br />

rond vier procent van alle CO 2-emissies op aarde. Wat het dubbele zou zijn van<br />

de hele wereldluchtvaart. Luchtvaart zowel als zeevaart vallen niet onder het<br />

Kyoto Akkoord.<br />

Vanuit de scheepvaartsector wordt opgemerkt dat schepen misschien wel veel<br />

brandstof gebruiken maar efficiënt zijn: de grootste containerschepen van dit<br />

moment – de Emma Maersk klasse – gebruiken ruim 200 ton brandstof per<br />

dag, maar in dat etmaal reizen dan wel 13.000 laadkisten ruim 1.100 kilometer<br />

richting consument.<br />

Een researcher van Virent met een kolf biobenzine<br />

die van suiker is gemaakt.<br />

11 - mei / juni 2008 - Shell venSter<br />

shell actueel<br />

men was oorspronkelijk op zoek naar een<br />

manier om organisch afvalmateriaal (koolhydraten<br />

afkomstig van cellulose-achtige<br />

grondstoffen) om te zetten in waterstof, maar al<br />

kort nadat in mei 2007 Shell Hydrogen en het Amerikaanse<br />

Virent Energy een strategische researchalliantie<br />

sloten, ontdekte men een methode om<br />

langs katalytische weg uit deze grondstoffen biobenzine<br />

te maken. Waarna dit voorjaar Shell en<br />

Virent (gevestigd in Madison, Wisconsin) een vijfjaars<br />

strategische researchovereenkomst tekenden<br />

om de productie van biobenzine met het inmiddels<br />

gepatenteerd BioForming proces verder uit te<br />

werken.<br />

Met BioForming kunnen suikers direct worden<br />

omgezet in koolwaterstofmoleculen die identiek<br />

zijn aan die uit een standaard-olieraffinaderij. Tot<br />

nu toe worden suikers gefermenteerd in ethanol<br />

dat tot maximaal zo’n tien procent aan benzine kan<br />

worden toegevoegd zonder noodzakelijke aanpassingen<br />

aan de motor en brandstofsystemen.<br />

foto: hollandse hoogte<br />

gooi nog maar eens Vol<br />

oogstafVal wordt biobenzine<br />

als het gaat over economische groei, kijkt iedereen naar China. En<br />

naar India daarna. Om het vervolgens te hebben over de gevolgen<br />

van deze groei voor de vraag naar energie. Maar in het gebied waar<br />

veel van die extra energie vandaan moet komen, het Midden-Oosten,<br />

neemt het gebruik - in stilte - even snel toe. Sinds 2003 groeit in het Golfgebied<br />

de vraag naar energie met meer dan vijf procent per jaar, bijna net<br />

zoveel als in China.<br />

In 2004 gebruikten de Golfstaten 4,9 miljoen vaten olie per dag, in 2008<br />

groeit dat, volgens de Petroleum Energy Weekly, naar 6,1 mln vaten per<br />

dag. De twee oliegebruikende grootmachten in het gebied zijn Saoedi-<br />

Arabië en Iran met in 2008 respectievelijk 2,3 en 1,9 mln vaten olie per<br />

dag.<br />

Een flink deel van de groei komt voort uit de extreem lage benzineprijs -<br />

in Saoedi-Arabië subsidieert de overheid zo sterk dat de pompprijs 6 tot 7<br />

eurocent per liter bedraagt. Omdat Riyad dit beleid niet verandert, hebben<br />

stijgende wereldmarktprijzen geen enkel effect op de vraag naar<br />

(grote) auto’s en benzine. Volgens het IEA groeit daarom de afzet van<br />

motorbrandstoffen in dit land met zo’n 60 procent tussen 2006 en 2012<br />

tegen een groei met 18 procent voor overige olieproducten.<br />

Biobenzine van BioForming kan zonder aanpassing<br />

tot vijftig procent aan standaardbenzine worden<br />

toegevoegd. Evenmin hoeft een apart distributiesysteem<br />

te worden ontworpen zoals wel het geval<br />

is met ethanol.<br />

Omdat de biobenzinemoleculen een hogere energie-inhoud<br />

hebben dan ethanol leveren ze bovendien<br />

een beter brandstofgebruik op. Als de<br />

research leidt tot de verwachte kostendaling, betekent<br />

biobenzine een uitermate interessante aanvulling<br />

op de bestaande biobrandstofproducten.<br />

De benodigde suikers kunnen komen uit bijvoorbeeld<br />

tarwestro, switchgrass (een tot 2,5 m hoog<br />

groeiend soort prairiegras), maïsstelen en suikerriet,<br />

maar ook kunnen restproducten als glycerol,<br />

glucose en zetmeel worden gebruikt.<br />

De huidige verwachting is dat in het begin van<br />

de volgende decade een demonstratiefabriek<br />

gebouwd kan worden als voorbereiding voor latere<br />

grootschalige commerciële biobenzinefabrieken.


12 - mei / juni 2008 - Shell venSter<br />

strategische<br />

sprong<br />

De aanloop was lang, maar Shell maakt nu de sprong naar een grotere productie<br />

uit een sterk toegenomen voorraadpositie. De basisstrategie van het bedrijf blijft<br />

onveranderd: ‘More upstream, profi table downstream’.<br />

het kost wat, maar dan heb<br />

je ook iets; als dit ergens<br />

waar is, dan bij het invullen<br />

van de bedrijfsstrategie<br />

van Royal Dutch Shell. In<br />

2008 wordt naar schatting $26-27 miljard<br />

geïnvesteerd in nieuwe projecten<br />

die vanaf 2010 moeten leiden tot een<br />

gestage productiegroei van 2-3 procent<br />

per jaar. “Het grootste uitgavenprogramma<br />

in de bedrijfsgeschiedenis<br />

en ook het grootste in de bedrijfstak”,<br />

aldus chief executive Jeroen van der<br />

Veer tegen pers en fi nanciële analisten<br />

op strategiepresentaties in maart. *)<br />

Immers, van 2004 tot en met 2007<br />

heeft Shell al $60 miljard geïnvesteerd<br />

Het Lunskoye A platform voor de<br />

kust van het Russische eiland<br />

Sakhalin is een voorbeeld van de<br />

lange-termijn strategie van Shell<br />

om via grote - en dure - projecten<br />

nieuwe productiecapaciteit te<br />

ontsluiten. Het platform<br />

produceert olie en gas.<br />

in de toekomst - en daarnaast ook nog<br />

eens $55 miljard uitgekeerd aan dividend<br />

en inkoop van eigen aandelen.<br />

Meer dan 50 grote projecten heeft<br />

Shell momenteel in ontwikkeling en<br />

uitvoering en daarnaast nog talrijke<br />

kleinere. Van de investeringen gaat<br />

zo’n 80 procent naar de upstreamsector,<br />

het opsporen en tot productie<br />

brengen van olie- en gasvelden. Samen<br />

omvatten de onderhanden projecten<br />

zo’n 10 miljard vaten olie-equivalent<br />

aan voorraden - na uitvoering voegt dit<br />

ongeveer een miljoen vaten productiecapaciteit<br />

per dag toe. In 2007 lag de<br />

gemiddelde productie op 3,2 miljoen<br />

vaten o.e. per dag.<br />

• TeKST hans lagendaal • foTo shell •<br />

De strategiepresentatie was in sterke<br />

mate een ‘goed nieuws show’: na de<br />

reservekwestie van 2004 heeft Shell<br />

zichzelf gereorganiseerd met een<br />

sterke nadruk op de ontwikkeling van<br />

grote, complexe en dure projecten die<br />

daardoor een relatief lange aanlooptijd<br />

kennen, maar dan vervolgens wel zorgen<br />

voor een langjarige bijdrage aan<br />

de productie.<br />

Om de grote projecten goed uit te<br />

kunnen voeren, heeft Shell de voorbije<br />

jaren ook sterk geïnvesteerd in<br />

het aantrekken van (veelal technisch<br />

geschoolde) mensen, vorig jaar weer<br />

zo’n vijfduizend, het trainen van de staf<br />

(vooral in projectmanagement) en het<br />

*) Een webcast van de strategiepresentatie en de daarbij getoonde illustraties zijn te vinden op www.shell.com onder de button ‘March 2008 strategy update’.<br />

versterken van de technologie-inhoud<br />

van het bedrijf, waarbij de R&D-uitgaven<br />

groeiden van rond $500 miljoen in<br />

2004 tot $1,2 miljard in 2007.<br />

Sprong voorwaarts<br />

Na de lange aanloop is nu het moment<br />

voor de ‘grote sprong voorwaarts’ aangebroken.<br />

“Het bouwen van belangrijke<br />

nieuwe heartlands in energievoorziening”,<br />

zoals Jeroen van der<br />

Veer het omschreef.<br />

Tot de grootste investeringen die in<br />

uitvoering zijn als nieuwe energiekernen,<br />

horen:<br />

n Nieuwe productiecapaciteit in<br />

vloeibaar aardgas (LNG): 7 mil-


joen ton capaciteit erbij in 2012,<br />

een groei met 50 procent vergeleken<br />

met 2007. Nieuwe LNG-treinen<br />

zijn in aanbouw in Rusland,<br />

Australië, Qatar en Nigeria.<br />

n Nieuwe raffi nage- en GTL-productiecapaciteit<br />

- een toename met<br />

300.000 vaten per dag, een groei<br />

met zo’n 8 procent.<br />

In Qatar (GTL) werken momenteel<br />

20.000 mensen op de bouwplaats,<br />

dat groeit door naar 35.000 eind<br />

dit jaar.<br />

In 2010 is de gemiddelde grootte<br />

van een Shell-raffnaderij 20 procent<br />

meer dan in 2004, wat lagere<br />

kosten per eenheid product<br />

betekent.<br />

n Verdergaande groei in productie-<br />

en verwerkingscapaciteit bij<br />

oliezanden in Canada: een extra<br />

60.000 vaten/dag is nu in ontwikkeling<br />

- het in de tijd verdergelegen<br />

productiepotentieel in alle<br />

inmiddels aangekochte mijnconcessies<br />

(Shell-aandeel) bedraagt<br />

574.000 vaten/dag.<br />

n Een groei in chemie (nieuwe capaciteit<br />

in Singapore) met de producten<br />

ethyleen (plus 13 procent voor<br />

het totale Shell-bedrijf) en monoethyleenglycol<br />

(plus 60 procent).<br />

n Naast de actuele investeringen die<br />

10 miljard vaten o.e. uit de voorraden<br />

ontsluiten tot een productievolume<br />

van rond 1 miljoen vaten<br />

o.e. per dag, heeft Shell nog 20<br />

potentiële nieuwe projecten in<br />

ontwerp die 6 miljard vaten o.e.<br />

aan ontdekte voorraden kunnen<br />

commercialiseren in een productieomvang<br />

van 800.000 vaten o.e.<br />

per dag.<br />

Stabiele oliezanden<br />

De kern van de ondernemingsstrategie<br />

blijft onveranderd, vertelde Van<br />

der Veer, ‘more upstream, profi table<br />

13 - mei / juni 2008 - Shell venSter<br />

“shell heeft een zeer<br />

opwindend lange-termijn<br />

inVesteringsprogramma<br />

onder handen.”<br />

downstream’. Dus zoveel als mogelijk<br />

groeien in het produceren van olie en<br />

gas en selectief investeren in raffi nage<br />

en chemie. Van der Veer: “Het is geen<br />

goede strategie als die om de paar jaar<br />

veranderd moet worden.”<br />

De strategie moet voeren naar een<br />

situatie waarin de kern van de Shellactiviteiten<br />

bestaat uit langlopende<br />

upstreamprojecten die zich bovendien<br />

kenmerken door relatief geringe<br />

natuurlijke productiedalingen. Een<br />

belangrijk element in dat laatste spelen<br />

de Canadese oliezanden die een zeer<br />

stabiel productieprofi el opleveren.<br />

Van der Veer benadrukte bij de presentatie<br />

dat vier prioriteiten gelden bij de<br />

uitvoering van de strategie:<br />

Op de eerste plaats komt de veiligheid<br />

van mensen en processen; daarna operationale<br />

topkwaliteit waarbij alles<br />

wat Shell doet, in vergelijking met de<br />

concurrentie, in het eerste kwartiel<br />

moet zitten, ook qua kosten, emissies<br />

voorraden en<br />

bewezen reserves<br />

Shell heeft in gebieden waarvoor het<br />

opsporings- en/of productierechten<br />

bezit, in totaal 66 miljard vaten olieequivalent<br />

(olie, oliezanden, gas, condensaat,<br />

en natural gas liquids, omgerekend<br />

naar de energiewaarde van een<br />

vat ruwe olie) aan voorraden gevonden.<br />

Deze zogeheten resources lagen<br />

in 2005 nog op 60 miljard vaten o.e.<br />

De actuele voorraden hebben samen<br />

55 jaar productief leven voor de boeg.<br />

Via investeringen (in productiecapaciteit<br />

en marktontwikkeling) kunnen uit<br />

deze voorraden bewezen reserves volgens<br />

de normen van de SEC (de Amerikaanse<br />

beurstoezichthouder) worden<br />

gemaakt.<br />

Eind 2007 bedroegen de bewezen<br />

reserves (proven reserves) van Shell<br />

11,9 miljard vaten olie-equivalent,<br />

vrijwel onveranderd ten opzichte van<br />

een jaar eerder ondanks een productie<br />

over heel 2007 van 1,2 miljard vaten<br />

olie-equivalent.<br />

De groei in voorraden kwam in 2007<br />

vooral door exploratiesuccessen: via<br />

exploratieboringen werden 1,4 miljard<br />

vaten o.e. toegevoegd en met hulp<br />

van evaluatieboringen konden in al<br />

bekende reservoirs nog eens 600 miljoen<br />

vaten o.e. worden aangetoond.<br />

Bij de bewezen reserves was er een<br />

verlies in 2007 door de reductie van<br />

het aandeel van Shell in het Sakhalinproject<br />

(waarin Gazprom een meerderheidsbelang<br />

verwierf) plus een winst<br />

door de aankoop van het deel van<br />

Shell Canada dat nog aan de beurs<br />

stond genoteerd. Alle op- en aftellingen<br />

van de bewezen reserves bij elkaar<br />

leidden tot een organische reservevervanging<br />

(organic reserves replacement)<br />

van 124 procent in 2007.<br />

en beschikbaarheid van fabrieken; als<br />

derde een topkwaliteit projectmanagement;<br />

en als vierde een technologieniveau<br />

waarmee Shell uitstijgt boven de<br />

concurrenten.<br />

Citaat uit de Financial Times na de presentatie<br />

van de strategy update: “Een<br />

scherpe daling van de olieprijs kan<br />

het investeringsprogramma van Shell<br />

onder druk zetten. Als de kosten blijven<br />

oplopen kunnen de rendementen<br />

zelfs nog dieper vallen. Maar als de<br />

projecten eenmaal draaien zullen ze<br />

uiterst winstgevend zijn.<br />

Tom Ellacot van de energie research<br />

groep Wood Mackenzie, zei: ‘Shell<br />

heeft een zeer opwindend lange-termijn<br />

investeringsprogramma onder<br />

handen. Als ze dit draaiende krijgen<br />

en ze de projecten opleveren op de<br />

manier die ze beloven, zal het bedrijf<br />

de komende tien jaar in een zeer sterke<br />

positie verkeren’.” n


14 - mei / juni 2008 - Shell venSter<br />

shell scenario’s: ieder voor zich, of samenwerken?<br />

waarheden &<br />

gevolgen<br />

Een voorbeeld van een ‘legaat’-project<br />

(erflating naar de toekomst) is de<br />

bouw van Pearl, het immense Gas to<br />

Liquids project in Qatar.<br />

Pearl levert vanaf 2010 hoogkwalitatieve<br />

middendestillaten.<br />

• TeKST piet de wit • foTo shell •<br />

Ontstaat de nieuwe energievoorziening van de<br />

wereld via een wilde, ongecoördineerde afvalrace<br />

of wordt er planmatig samengewerkt?<br />

In haar jongste energiescenario’s bepleit Shell de<br />

tweede aanpak (‘Blueprints’), maar de actualiteit<br />

biedt veel bewijzen van het eerste (‘Scramble’).<br />

Vechtpartij, worsteling, geduw.<br />

Ofwel het Scramble<br />

scenario. Ieder voor<br />

zich en tegen de ander. De<br />

hardste, slimste en snelste<br />

gaat als eerste over de meet, met<br />

langs de weg de narokende resten van<br />

falende concurrenten. Nationalisme<br />

overheerst, met consumenten die de<br />

voor hen makkelijkste opties kiezen.<br />

Of gaan we samen op ontdekkingsreis,<br />

na eerst de opties en mogelijke route<br />

besproken en gewogen te hebben,<br />

gebundeld in een geharmoniseerde<br />

aanpak. Succes wordt in dit Blueprints<br />

scenario een teamprestatie, met<br />

coalities die zich vormen op basis van<br />

gedeeld belang, niet uit altruïsme.<br />

Met Scramble en Blueprints hebben<br />

de scenario-ontwerpers van Shell<br />

twee mogelijke ontwikkelingslijnen<br />

naar 2050 gedefinieerd. Het is geen<br />

toekomstvoorspelling, wel een intellectuele<br />

analyse van aanleiding en<br />

mogelijke gevolgen van de aanstaande<br />

energietransitie. De analyse vormt een<br />

belangrijke toets voor de Groepsstrategie<br />

- en investeringen - van Shell.<br />

De aanleiding tot de energietransitie<br />

wordt bij Shell al enige tijd onderbouwd<br />

met ‘drie harde waarheden’.<br />

Waarheid één: de wereldbevolking<br />

groeit, de welvaart ook, met als gevolg<br />

een snelle toename van de vraag naar<br />

energie. In 2050 minstens het dubbele<br />

van nu, als de wereld doorgaat op de<br />

huidige manier.<br />

Waarheid twee: easy oil and gas,<br />

ofwel relatief eenvoudig te produceren<br />

olie- en gasreserves, zullen niet<br />

in staat zijn de vraag bij te houden. Er<br />

is olie en gas genoeg, maar door limiteringen<br />

(kapitaal, arbeid, politiek,<br />

milieu/klimaatbeleid) blijft de productiecapaciteit<br />

achter bij de vraag.<br />

Waarheid drie: voorlopig blijven de<br />

emissies van broeikasgassen oplopen<br />

terwijl over een breed front publiek en<br />

politiek een reductie eisen vanwege<br />

klimaatangst.<br />

De drie waarheden stromen samen in<br />

een onafwendbare zekerheid: zelfs als<br />

de nu gebruikte energiebronnen maximaal<br />

worden aangesproken, met inbegrip<br />

van onconventionele olie (oliezanden),<br />

kernenergie en renewables,<br />

zullen vraag en aanbod botsen, òf de<br />

wereld moet radicaal nieuwe technieken<br />

bedenken om tot ander en vooral<br />

zuiniger gebruik te komen.<br />

Heftige reacties in markt<br />

In het Scramble scenario proberen landen<br />

met alle kracht de eigen energievoorziening<br />

zeker te stellen. Ze doen<br />

dit met bilaterale verdragen met energie-exporteurs<br />

en een snel groeiend<br />

gebruik van binnenlandse steenkool<br />

en biomassa. Ondanks veel retoriek<br />

wordt relatief weinig gedaan aan energiebesparing<br />

en CO 2-reductie tot het<br />

moment dat het scheef loopt, waarop<br />

heftige reacties in de markt en dus ook<br />

in de samenleving volgen.<br />

Grote voorraadlanden en landen die<br />

daar ‘voorkeursakkoorden’ mee heb-


en gesloten, proberen elk de eigen<br />

welvaart te maximaliseren; het leveren<br />

van een bijdrage aan een meer<br />

duurzame internationale gemeenschap<br />

staat niet voorop.<br />

Of er ooit aan voldaan kan worden, is<br />

onbekend, maar de scenaristen van<br />

Shell zien in het Scramble-model de<br />

wereldvraag naar energie in 2050 in<br />

potentie oplopen tot ongeveer 450<br />

miljoen vaten olie-equivalent per dag<br />

tegen nu 230 miljoen.<br />

In 2050 nemen fossiele brandstoffen<br />

nog steeds 55 procent in van het<br />

totaal, tegen nu iets meer dan 80 procent.<br />

Vooral het kolengebruik neemt<br />

sterk toe, met daardoor ook een versterkte<br />

CO 2-emissie.<br />

Gesimplificeerd weergegeven kan<br />

Scramble tot de volgende drietrapsontwikkeling<br />

leiden:<br />

1) Landen reageren op verkrappende<br />

aanvoer met een vlucht in kolen,<br />

onconventionele olie en gas en<br />

biobrandstoffen;<br />

2) als de productie van fossiele bronnen<br />

niet langer volgehouden kan<br />

worden, ontstaat een tekort aan<br />

energie;<br />

3) waarop overheden reageren met<br />

diepingrijpende maatregelen, zoals<br />

beperkingen van de persoonlijke<br />

mobiliteit.<br />

Schoon fossiel<br />

Het Blueprints scenario is meer<br />

beheerst: in 2050 een vraag van ongeveer<br />

375 miljoen vaten olie-equivalent<br />

met daarin overigens 60 procent fossiele<br />

brandstoffen.<br />

Waarom nog zoveel fossiel? Omdat<br />

internationale coalities leiden tot effectieve<br />

CO 2-reducties, vooral door grootschalige<br />

opvang en berging ervan<br />

(CCS, carbon capture and storage) bij<br />

met name elektriciteitsproductie. Hierdoor<br />

ontstaat ‘schoon fossiel’ dat qua<br />

economie, moraliteit (geen gebruik<br />

van voedselgewassen voor mobiliteit)<br />

en CO 2-emissies beter scoort dan bijvoorbeeld<br />

biobrandstoffen.<br />

In Blueprints ook kan de concentratie<br />

van broeikasgassen in de atmosfeer<br />

op 550 ppmv (parts per million in<br />

volume) worden gehouden, beter dan<br />

elke mogelijke uitkomst in een Scramble-achtige<br />

wereld. (Momenteel is de<br />

CO 2-concentratie rond 380 ppmv.)<br />

Blueprints is overigens geen scenario<br />

van wereldwijde uniforme afstemming,<br />

er ontstaat vooral in aanvang<br />

een lappendeken aan heffingen, prikkels,<br />

standaards en regels. Zoals op dit<br />

moment niet alleen Europa en de Verenigde<br />

Staten sterk verschillen in aanpak,<br />

maar ook landen en staten binnen<br />

deze twee blokken eigen regels<br />

en normen bedenken. Langzaam maar<br />

gestaag moet dit leiden tot koppeling<br />

van systemen en meer uniformiteit -<br />

en daardoor meer effectiviteit.<br />

Transport wordt elektrisch<br />

Stel dat Blueprints inderdaad het<br />

model wordt waarlangs zich de groei<br />

ontwikkelt, wat zijn in 2050 dan de<br />

15 - mei / juni 2008 - Shell venSter<br />

Shell energie scenario’s<br />

demografie vraag milieu/klimaat<br />

keuzen bronnen technologie<br />

Beleid Prijzen Legaat Innovatie Concurrentie<br />

Veranderingen in structuur<br />

en regelgeving achteraf<br />

Een wereld van coalities en<br />

versnelde veranderingen<br />

kenmerken van het energiesysteem?<br />

Een aantal aannamen:<br />

n Economische groei is dan ontkoppeld<br />

van CO 2-emissie. Anders<br />

gezegd: de welvaart kan blijven<br />

groeien zonder dat dit, zoals nu, leidt<br />

tot grotere broeikasgasemissies.<br />

In 2050 zouden Europeanen en<br />

Amerikanen per capita een derde<br />

minder energie kunnen gebruiken<br />

dan vandaag.<br />

n Renewables kunnen zo’n 30 procent<br />

uitmaken van het gebruik aan<br />

primaire energie.<br />

n Landtransport ontwikkelt zich<br />

vooral rond elektriciteit: hybrides,<br />

plug-in hybrides, waterstof/brandstofcelauto’s<br />

en volledig elektrische<br />

auto’s.<br />

n Van veel elektriciteitscentrales die<br />

kolen en gas als brandstof gebruiken,<br />

zal de CO 2 worden afgevangen<br />

en opgeborgen.<br />

Geen kleine taakstelling: in de OESOlanden<br />

moet in 2050 bijna 90 procent<br />

en in de rest van de wereld 50 procent<br />

van de centrales zijn voorzien van<br />

CCS-technologie. Nu is dat nog bij nul<br />

centrales het geval.<br />

De beste balans<br />

Traditioneel gebruikt Shell de scenario’s<br />

om zich voor te bereiden op de<br />

effecten van mogelijke toekomsten,<br />

zonder daarbij een voorkeur uit te<br />

spreken. Anno 2008 is het anders en<br />

wordt een overduidelijke aanbeveling<br />

gedaan: “Gezien de noodzaak om<br />

In komende vijf jaar<br />

wordt route bepaald<br />

Aan de nieuwe energietoekomst<br />

liggen diverse ontwikkelingen ten<br />

grondslag: de groei van de wereldbevolking,<br />

de toename van de welvaart<br />

en nieuwe milieu-eisen. Ook<br />

spelen een rol de beschikbaarheid<br />

van energiebronnen, keuzes en<br />

voorkeuren van de consument en<br />

technologieontwikkeling.<br />

De ontwikkelingen monden uit in<br />

politiek beleid, prijsontwikkelingen,<br />

innovatie, concurrentie en iets dat<br />

legaat (erflating naar de toekomst)<br />

genoemd kan worden.<br />

Dit hele mengsel leidt tot een maatschappelijke<br />

en technologische ontwikkeling<br />

die de scenario-afdeling<br />

van Shell heeft gebundeld in twee<br />

denkbare transformatierichtingen<br />

voor de komende vijftig jaar, Scramble<br />

en Blueprints. Beide zijn uitdagend,<br />

geen is ideaal, beide zijn<br />

mogelijk. De keuzen die de komende<br />

vijf jaar worden genomen zullen in<br />

belangrijke mate de verdere route<br />

bepalen.<br />

Scramble is een wereld vol energienationalisme<br />

waarbij achteraf ontwikkelingen<br />

en veranderingen worden<br />

gereguleerd. Blueprints is een<br />

wereld van coalities en van versnelde<br />

structurele en beleidsmatige<br />

veranderingen.<br />

voor onze investeerders en kleinkinderen<br />

de klimaatrisico’s te beheersen,<br />

geloven we dat Blueprints de beste<br />

balans biedt tussen economie, energie<br />

en milieu”, aldus de top van de<br />

onderneming.<br />

Blijft tot slot de vraag: hoe kan gestimuleerd<br />

worden dat het scenario van<br />

Blueprints realiteit wordt inplaats van<br />

Scramble? Een dubbele aanbeveling:<br />

1) Er moet een internationaal marktgericht<br />

(cap and trade) handelssysteem<br />

van CO 2-emissierechten<br />

worden opgericht.<br />

2) Carbon capture and storage<br />

(CCS) is cruciaal als ‘brug naar een<br />

schonere toekomst’ en verdient<br />

daarom de steun van overheden.<br />

CCS moet onderdeel gaan vormen<br />

van het CO 2-handelssysteem. Een<br />

ton ondergronds opgeborgen CO 2<br />

is immers net zo goed als een ton<br />

niet uitgestoten kooldioxide.<br />

Daarnaast zijn maatregelen nodig voor<br />

diverse segmenten in de economie. Bij<br />

transport zijn een betere brandstofefficiëntie<br />

noodzakelijk plus geharmoniseerde<br />

brandstofstandaards, met een<br />

focus op de kwaliteit en niet de kwantiteit<br />

van biobrandstoffen.<br />

Bij elektriciteitsopwekking zijn eenvoudige<br />

en geloofwaardige doelen<br />

nodig voor hernieuwbare energiebronnen.<br />

En voor de gebouwde omgeving<br />

zijn robuuste standaards nodig<br />

voor energiezuinigheid. n


16 - mei / juni 2008 - Shell venSter<br />

“d&i kan eigenlijk geen ontwikkelingsprogramma Voor onderVertegenwoordigde<br />

groepen meer genoemd worden, maar is een echte ‘business enabler’.”<br />

“de loopbaan Van Vrouwen<br />

Verloopt in tegenstelling tot die<br />

Van mannen Vaak niet lineair.”


shell wil in een snel veranderende<br />

wereld thuishaven<br />

zijn èn blijven voor innovatieve<br />

en gedreven talenten:<br />

of dat nu op het gebied van<br />

boortechnologie, verkoop en marketing<br />

is; of in de chemie, procurement<br />

of in research. Dat stelt eisen aan zowel<br />

bedrijf als potentiële werknemer.<br />

Josefi ne van Zanten, recent na 36 jaar<br />

afwezigheid weer naar Nederland verhuisd,<br />

keek al tijdens haar jeugdjaren<br />

met meer dan gemiddelde belangstelling<br />

naar wat mensen bindt èn scheidt.<br />

Als hoofd Diversity & Inclusion - een<br />

moeilijk vertaalbaar begrip dat zowel<br />

‘acceptatie van verscheidenheid’ als<br />

‘opneming en omarming van ondervertegenwoordigde<br />

groepen’ uitdrukt<br />

- is het haar taak Shell wereldwijd<br />

klaarwakker te houden. Want wil een<br />

veelkleurig Shell in een rap globaliserende<br />

wereld talent blijven binnenhalen<br />

èn behouden, dan moet zich dat er<br />

wel thuis en geaccepteerd voelen.<br />

Zo gezegd, zo gedaan? Allerminst, er<br />

moet nog heel wat werk verricht worden<br />

- in Europa, in Nederland, en bij<br />

17 - mei / juni 2008 - Shell venSter<br />

de nuchtere<br />

aanpak<br />

Josefi ne van Zanten heeft bij Shell tot taak om diversiteit<br />

en inclusie te bevorderen. Wat betekent meer vrouwen in<br />

de top op Groepsniveau, meer lokaal talent leidinggevend<br />

bij nationale Shell bedrijven en meer ‘omarming’ van<br />

ondervertegenwoordigde groepen. “Wij kiezen voor een<br />

nuchtere aanpak: we presenteren D&I meer als business<br />

enabler dan als moral rights issue.”<br />

• TeKST peter konter • foTo’S ernst bode, hollandse hoogte •<br />

Shell zelf, hoe goed het bedrijf ook<br />

scoort op de D&I Index. Want de cijfers<br />

liegen er niet om: bepaalde groepen<br />

zijn sterk ondervertegenwoordigd<br />

als het gaat om hoogwaardige arbeid.<br />

En in Nederland worden bijvoorbeeld<br />

nog relatief weinig vrouwen aangetroffen<br />

in topposities in het bedrijfsleven;<br />

en in Europa worden zij verhoudingsgewijs<br />

in eenzelfde functie<br />

slechter betaald.<br />

Wat heeft topvrouw Josefi ne eigenlijk<br />

voor beeld van ‘de toestand in het<br />

land’? En hoe staat Royal Dutch Shell<br />

plc ervoor?<br />

Uit de studie ‘Moving Mountains’<br />

van het European Professional<br />

Women’s Network blijkt dat er op<br />

uw werkterrein nog bergen werk<br />

verzet moeten worden - bij uitstek<br />

een mooie taak voor ‘Swiss world<br />

citizen’ Josefi ne van Zanten?<br />

“Ha, ik denk wel dat je je éérder<br />

wereldburger gaat voelen als je op je<br />

achtste van Bilthoven naar Fribourg,<br />

Zwitserland verhuist en daarna in de<br />

VS en Europa studeert en werkt. Toch<br />

anders dan als je horizon bepaald<br />

wordt door het dichtstbijzijnde dorp.”<br />

Dus geen cultuurschok bij de<br />

entree bij Shell?<br />

“Ik ben al gelijk naar Den Haag verhuisd.<br />

Na 36 jaar afwezigheid natuurlijk<br />

even wennen. Maar ik voel me erg<br />

plezierig hier. Deze stad heeft veel te<br />

bieden, en lijkt ook wel op Genève.”<br />

U bent hoofd Global Diversity &<br />

Inclusion - wat houdt dat in de<br />

praktijk in?<br />

“Ik leid een overkoepelend team dat<br />

alle relevante D&I-zaken voor de hele<br />

Shell Groep op de agenda zet; daarnaast<br />

ben ik indirect verantwoordelijk<br />

voor een aantal mensen die in teams<br />

in de afzonderlijke businesses en functiegroepen<br />

opereren. Shell Learning,<br />

Shell Talent-programma’s en Shell’s<br />

D&I teams vormen speerpunten in ons<br />

werk. Om D&I verder in alle bedrijfsprocessen<br />

in te bedden en de buitenwereld<br />

te informeren, werken we<br />

nauw samen met externe en interne<br />

communicatie.”


Josefine van<br />

Zanten in het kort<br />

n geboren: Bilthoven, 24-02 1961<br />

n opleidingen: Bachelor in<br />

Business Administration<br />

(Portland State University,<br />

Oregon); MBA Universiteit van<br />

Genève, Zwitserland<br />

n werkervaring: sales, finances,<br />

marketing, operations<br />

n sinds 1996 bij HP; de laatste<br />

jaren als hoofd Diversity &<br />

Inclusion regio Europa, Midden-<br />

Oosten en Afrika (EMEA)<br />

n huidige functie bij Shell: Global<br />

Head Diversity & Inclusion,<br />

sinds zomer 2006<br />

n talen: vloeiend Frans, Engels,<br />

Duits, Nederlands<br />

n ambities: “Dat Shell overal<br />

erkend wordt als referentiekader<br />

voor echt divers leiderschap”<br />

n twee kinderen: Leila & Pierce<br />

n vrije tijd: skiën, kunst, trektochten<br />

maken, bessen plukken<br />

“managers<br />

moeten deeltijdwerk<br />

kunnen<br />

waarderen; leren<br />

om parttimers<br />

Voor Vol aan te<br />

zien.”<br />

18 - mei / juni 2008 - Shell venSter<br />

Wat heeft Shell, vanouds multinationaal<br />

en tegenwoordig vol<br />

overtuiging ruimte scheppend<br />

voor andere culturen en opvattingen,<br />

tot en met halal voedsel in<br />

het bedrijfsrestaurant, gebeds-<br />

en meditatieruimten en een actief<br />

wervings- en selectiebeleid op dit<br />

gebied, nog te winnen?<br />

“Sinds de late jaren negentig, de start<br />

van het D&I-beleid, werken er nu<br />

drie maal zoveel vrouwen in leidende<br />

functies bij Shell. In de topcategorie,<br />

de zogeheten letter classified banen,<br />

wordt nu 12,9 procent door vrouwen<br />

bezet, tegen 11,6 procent in 2006.<br />

Het aantal nationaliteiten is ook sterk<br />

toegenomen: 33 procent ‘local nationals’<br />

in leidende functies; tegen 25<br />

procent in 2006. Alle grote ondernemingen<br />

beconcurreren elkaar hierop,<br />

en we willen ook op dit gebied excelleren.<br />

Centraal staat dat Diversity &<br />

Inclusion - oorspronkelijk ‘to address<br />

the inclusion of underrepresented<br />

groups’ - vandaag de dag eigenlijk<br />

geen ontwikkelingsprogramma voor<br />

ondervertegenwoordigde groepen<br />

meer genoemd kan worden, maar een<br />

echte ‘business enabler’ is.”<br />

Wat betekent dit concreet?<br />

“Door D&I in al onze bedrijfsprocessen<br />

op te nemen, wordt het een sleutelelement<br />

bij werving en selectie. Shell<br />

heeft de komende decennia de beste<br />

mensen nodig, mensen die excelleren<br />

in technologie en wetenschap. Shell<br />

blijkt steeds beter in het operationaliseren<br />

van D&I kernwaarden, ook al<br />

moeten we eraan blijven werken. Om<br />

barrières en handicaps in kaart te kunnen<br />

brengen, hebben we in 2006 een<br />

groot gender- en diversity-onderzoek<br />

uitgevoerd.”<br />

Hoe moet ik me die barrières<br />

voorstellen?<br />

“Ons onderzoek wees uit dat bepaalde<br />

processen en systemen aanpassing<br />

behoefden, maar dat ook een tekort<br />

aan kinderopvang, een tekort aan rolmodellen<br />

en netwerken een rol speelden.<br />

Daarop hebben we zo’n tien<br />

projecten gestart. Verder maakt een<br />

Diversity Index deel uit van de grotere,<br />

meeromvattende Shell People Survey:<br />

vijf vragen over vrijheid van meningsuiting,<br />

waardering voor eigen mening,<br />

respect en dergelijke. Alle businessonderdelen<br />

hebben vervolgens actie<br />

ondernomen toen bleek dat vrouwen<br />

andere ervaringen hadden.”<br />

Gaat u zelf nog wel eens de<br />

fout in?<br />

“Jazeker. Ik heb vijftien jaar in Genève<br />

gewoond waar de arbeidsverhoudingen,<br />

onder invloed van de Franse cultuur,<br />

vrij hiërarchisch zijn. Nederlanders<br />

opereren net als Amerikanen<br />

meer op gelijke voet. Tijdens een van<br />

mijn eerste bijeenkomsten hier in<br />

Nederland betrapte ik mezelf erop dat<br />

ik vrij geïrriteerd reageerde op nóg<br />

een discussieronde: “Wat dóen jul-<br />

lie!? Dat hadden we toch al besloten!?”<br />

Waarop ik me bewust werd van de<br />

cultuur- en stijlverschillen, en op een<br />

andere modus overschakelde.”<br />

Geniet u voldoende ondersteuning<br />

van managers en bestuurders op<br />

het allerhoogste niveau?<br />

“Zichtbare steun en ondersteuning op<br />

het allerhoogste niveau is zeer belangrijk.<br />

We prijzen ons gelukkig met<br />

iemand als Jeroen van der Veer: die<br />

heeft echt geen D&I-hulp nodig; die<br />

doet dat uit zichzelf, als vanzelf, op<br />

een heel natuurlijke manier.”<br />

Je zou bijna zeggen: ‘Helaas is<br />

Jeroen van der Veer geen meisje’,<br />

gezien de roep van een studente<br />

Technische Bestuurskunde om<br />

vrouwelijke rolmodellen. Op het<br />

Women Inc Festival zei ze: ‘Veel<br />

vrouwen in mijn omgeving willen<br />

wel voor Shell werken maar twijfelen<br />

omdat het bedrijf zo’n mannelijk<br />

imago heeft.”<br />

“Het ‘male/white/British-Dutch’-profiel<br />

gaat steeds minder op voor Shell,<br />

maar er valt nog heel wat te doen. We<br />

hebben zeker al belangrijke topvrouwen<br />

en rolmodellen in huis: CEO Linda<br />

Cook van Gas & Power; Fran Keeth,<br />

CEO Shell Chemical; Lynn Elsenhans,<br />

Executive Vice President of Global<br />

Manufacturing, en Catherine Tanna,<br />

Executive Vice President Shell Gas<br />

& Power. Maar de cijfers blijven fragile.<br />

Misschien moeten we inderdaad<br />

nog aan onze zichtbaarheid werken;<br />

want Shell kent ook een hoog percentage<br />

vrouwen in een aantal technische<br />

beroepen: vanouds bij Chemie<br />

en Manufacturing Downstream bijvoorbeeld.<br />

Vrouwen in senior posities<br />

blijken inderdaad belangrijk als<br />

rolmodel.”<br />

Op genoemd festival bleek wel<br />

een verschil van mening tussen u<br />

en Heleen Mees - schrijfster, econoom,<br />

jurist, lid van een Hillary<br />

Clinton-supportgroep, en spraakmakend<br />

medelid van vrouwendenktank<br />

‘Women on Top’ - over<br />

het achterblijvend aantal vrouwen<br />

in topposities, met name in<br />

Nederland.<br />

“Heleen Mees en ik zijn het er over<br />

eens dat de doorstroming van vrouwen,<br />

zeker naar hogere echelons, achterblijft<br />

- terwijl diezelfde vrouwen<br />

inmiddels gemiddeld hoger opgeleid<br />

zijn dan mannen. Voor Shell willen we<br />

deze vrouwen graag binnenhalen èn<br />

behouden.”<br />

Heleen Mees betoonde zich bij die<br />

gelegenheid voorstander van wettelijk<br />

geregelde quota en een ‘gender<br />

balanced’-beleid als in Noorwegen,<br />

waar in 2008 de helft van<br />

beursgenoteerde ondernemingsbesturen<br />

vrouw zou moeten zijn.<br />

Zij denkt voor Nederland aan 15<br />

procent vrouwen in het bestuur<br />

in 2010 en 25 procent in 2015. U<br />

daarentegen kreeg kritiek te verduren<br />

omdat u zei eerder in ‘targets’<br />

- doelstellingen - te geloven<br />

dan in quota. Bovendien laakte<br />

men het ontbreken van een tijdpad<br />

bij Shell.<br />

“Quota zijn gebaseerd op cijfers, niet<br />

op verdiensten, en pinnen je vast op<br />

de status quo. De consequenties zijn<br />

aanzienlijk indien je ze niet haalt. Van<br />

de topfuncties bij Shell wordt nu 12,9<br />

procent door vrouwen vervuld. Als<br />

percentage lijkt 12,9 niet veel, maar<br />

als je de hoogtechnologische omgeving<br />

waarin we opereren in aanmerking<br />

neemt, schenken de jaarlijks<br />

groeiende percentages veel voldoening.<br />

Wij werken met doelstellingen<br />

die zijn gebaseerd op waarde of verdienste,<br />

de zogeheten merit. We willen<br />

bereiken dat aan de top 20 procent<br />

vrouw is. Doel van onze wervingsacties<br />

is 50 procent vrouwelijke afgestudeerden<br />

in commerciële functies; en<br />

28 procent in technische omgevingen.<br />

Dit zijn doelstellingen; we zoeken<br />

natuurlijk naar de grootste talenten.”<br />

U kiest voor realisme. Wat dat<br />

betreft, de steun en inzet van<br />

managers op allerlei niveaus<br />

blijkt vaak belangrijk, zo niet<br />

beslissend, bij het in gang brengen<br />

van veranderingen.<br />

“We leggen nadruk op ‘inclusie’ bij<br />

ontwikkeling, training en begeleiding<br />

via mentoraten. Bij Human Resources<br />

geven we een driedaagse D&I awareness<br />

training; en voor lijnmanagers<br />

een halve dag gender training. Een<br />

mooi voorbeeld van focus op inclusie<br />

is het Pearlproject van Shell in Qatar.<br />

Op het hoogtepunt van de bouwactiviteiten<br />

[van een gas to liquids fabriek]<br />

werken bijna veertigduizend mensen<br />

uit allerlei landen en culturen aan dit<br />

project. Leiders en managers moeten<br />

zich vooral bewust worden van<br />

cultuurverschillen; voor praktische<br />

invullingen en oplossingen kunnen<br />

ze bij mijn afdeling terecht. Het gaat<br />

vaak om kleine dingen. Het is heel<br />

belangrijk een werkomgeving te creëren<br />

waarin iedereen zijn bijdrage kan<br />

leveren. Iemand uit een meer hiërarchisch<br />

georganiseerde cultuur kan<br />

soms terughoudend reageren als een<br />

hogergeplaatste hem of haar heel<br />

direct om een mening vraagt; dan is<br />

het heel handig als een derde inspringt<br />

met ‘we haven’t heard from Chen yet,<br />

and it would be valuable to have his<br />

input’.”<br />

Shell heeft daar te maken met<br />

tientallen, zo niet honderden,<br />

onderaannemers. Zullen die er<br />

soms toch niet wat andere ideeën<br />

op na houden over bepaalde<br />

zaken?<br />

“We spreken hen van meet af aan<br />

nadrukkelijk aan op de Shell People<br />

Standard en de daarin vervatte D&Iwaarden.<br />

Wij kiezen voor een nuchtere<br />

aanpak: we presenteren D&I meer als<br />

business enabler dan als moral rights


issue. Als men inziet dat het bijdraagt<br />

aan de business resultaten wordt het<br />

sneller opgepakt en beter begrepen.”<br />

Hoe nu verder?<br />

“We focussen vooral op talent, maar bij<br />

werving hanteert Shell ook een demografisch<br />

principe: we richten ons niet<br />

voornamelijk meer op gender - sekse<br />

- maar op local nationalities. Doel is,<br />

bijvoorbeeld in Nigeria of Qatar, om<br />

een meerderheid van lokale mensen in<br />

leiderschapsposities te brengen. Nu is<br />

dat nog gemiddeld 33 procent. We willen<br />

in wederzijds vertrouwen kunnen<br />

werken, en ‘local people bring in the<br />

intangible’ - lokale mensen kennen de<br />

ongeschreven wetten, brengen de specifieke<br />

kennis van gebied en geschiedenis<br />

in, terwijl Shell bij uitstek expertise<br />

in technologie en wetenschap kan<br />

bieden.”<br />

Even terug naar het eerdergenoemde<br />

‘Women On Top’initiatief,<br />

dat zoveel aandacht<br />

trekt in de Nederlandse pers.<br />

Heleen Mees argumenteert dat<br />

veel hoogopgeleide Nederlandse<br />

vrouwen de uiterste consequentie<br />

van feminisme en D&I niet<br />

trekken: namelijk een voltijdbaan<br />

en een zeer competitieve<br />

carrière-mentaliteit.<br />

“De loopbaan van vrouwen verloopt<br />

in tegenstelling tot die van mannen<br />

vaak niet lineair. Het is een ander pad,<br />

dat ook een andersoortige kennis en<br />

kunde oplevert. Mij lijkt de gedachte<br />

dat een ander carrièreverloop niet<br />

meteen slechter betekent, belangrijk.”<br />

Heleen Mees over Nederland: “We<br />

leven in een land dat gedomineerd<br />

wordt door mannen. Aan de top<br />

van het bedrijfsleven staan zo<br />

weinig vrouwen dat Nederland<br />

in dat opzicht gelijk staat met<br />

Pakistan.”<br />

In een artikel getiteld ‘Deeltijdvrouwen<br />

zitten mij in de weg’ in<br />

een bedrijfsblad van de Hogeschool<br />

Rotterdam zegt zij: “Hoogopgeleide<br />

vrouwen doen nu allemaal<br />

relatief laagwaardig werk<br />

omdat ze de hele dag de kinderen<br />

naar en van school willen<br />

brengen en halen. Heb wat meer<br />

zelfrespect!”<br />

“Ik voel me hier niet helemaal op eigen<br />

terrein - ik ben nog maar kortgeleden<br />

in Nederland teruggekeerd.<br />

Maar bij Shell vertellen we vrouwen<br />

niet: ‘Sorry, je hebt kinderen,<br />

je telt niet mee.’ In mijn<br />

eigen team zitten heel wat 80<br />

procent werkende vrouwen<br />

met kinderen. En natuurlijk:<br />

vrouwen torsen de last van<br />

hun kinderen en daaruit voortvloeiende<br />

maatschappelijke<br />

oordelen op hun schouders mee.<br />

Veel is cultuurbepaald. Schoolboeken,<br />

vrouwelijke auteurs en rolmodellen<br />

kunnen hier veel ten goede keren,<br />

evenals aangepaste arbeidsvoorwaar-<br />

den; regelingen die zorg dragen voor<br />

goede kinderopvang bijvoorbeeld.<br />

Managers moeten deeltijdwerk kunnen<br />

waarderen; leren om parttimers<br />

voor vol aan te zien.”<br />

Uw cv vermeldt interesse in kunst.<br />

Bent u ooit kunst tegengekomen<br />

die uw gedachten of visie op de<br />

hier besproken onderwerpen op<br />

een andere manier belichaamde<br />

of uitdrukte?<br />

“Grappig, de laatste tijd heb ik over<br />

mijn ‘bronnen’ nagedacht. Populaire<br />

lectuur wordt tegenwoordig wel<br />

als cultuur erkend; en ik heb erover<br />

gedacht om, als poster, een uitvergroting<br />

uit Suske & Wiske op te hangen.<br />

Als meisje was ik er dol op. Waarom?<br />

Wiske was echt een meisje, met pop<br />

en jurk maar ook initiatiefrijk en niet<br />

bang. Suske was ooit opgepikt van een<br />

eiland, maar werd toch een volwaardig<br />

‘lid van de familie’. Sidonia, niet<br />

de moeder, was als een tante voor de<br />

kinderen, regelde veel en had scherpe<br />

inzichten. Deze ‘familie’ stak toch<br />

anders dan gemiddeld in elkaar. Latere<br />

favoriet op stripgebied was Kuifje -<br />

‘Tintin & Milou’. ‘Kuifje In Congo’<br />

bijvoorbeeld heeft me al heel jong<br />

bewust gemaakt van culturele vooronderstellingen<br />

en vooroordelen, en van<br />

stereotypen.” n<br />

19 - mei / juni 2008 - Shell venSter


Voorbij is de tijd dat de markt<br />

uitmaakte welke brandstoffen<br />

werden gebruikt voor<br />

elektriciteitsopwekking,<br />

tegenwoordig is de brandstofmix<br />

een politieke keuze. Als karikatuur<br />

getekend: gaat een land voor<br />

maximale inzet van koffieboonschillen<br />

of van kernenergie?<br />

Gelijktijdig kan de politiek zich niet<br />

geheel en al onttrekken aan de tucht<br />

van de markt, het moet technisch en<br />

economisch immers wel realistisch<br />

blijven. Zoveel koffieboonschillen zijn<br />

er nu ook weer niet op de wereld en<br />

andere als duurzaam geafficheerde<br />

systemen blijken bij nader inzicht niet<br />

echt duurzaam te zijn (zoals eerstegeneratie<br />

biobrandstoffen) of ze zijn<br />

vooralsnog te duur, zoals wind op zee<br />

en zonnecellen.<br />

Uiteindelijk betaalt de consument,<br />

via directe heffingen of zijn verplicht<br />

sponsorschap van het nationale belastingsysteem,<br />

de prijs voor de politieke<br />

keuze van de brandstofmix, en ook dat<br />

helpt politici om het walletje enigszins<br />

bij het schuurtje te laten.<br />

Als een land over eigen energiebronnen<br />

beschikt, of dat nu relatief schoon<br />

aardgas is of een CO 2-pakhuis als steen-<br />

en bruinkool, is het bovendien haast<br />

onvermijdelijk dat deze bron maximaal<br />

wordt benut - regionale werkgelegenheid<br />

immers, en in toenemende mate<br />

ook nationale voorzieningszekerheid.<br />

Daarom verschilt de Nederlandse<br />

brandstofmix nogal van die van bijvoorbeeld<br />

de buren Duitsland, België<br />

en Frankrijk. In 2005 werd in ons land<br />

ruim 61 procent van de elektriciteit<br />

opgewekt met aardgas. In Duitsland<br />

kwam 48 procent uit het verbranden<br />

van steenkool en bruinkool. In de Bel-<br />

20 - mei / juni 2008 - Shell venSter<br />

koffie of uranium<br />

in de energiemix?<br />

hoe gaat nederland in de toekomst zijn elektriciteit opwekken,<br />

met aardgas, kolen, wind of kernenergie of ook koffieboonschillen?<br />

De Algemene energieraad ziet de energiemix niet zo<br />

snel veranderen, in geen geval voor 2020.<br />

• TeKST hans lagendaal • illuSTraTie cover mechanics/moker •<br />

gische mix was kernenergie dominant<br />

met 55 procent. Wat nog weer in de<br />

schaduw stond van 78 procent nucleair<br />

in Frankrijk.<br />

Nederland CO 2-intensief<br />

De brandstofmix in een land heeft<br />

dus oorzaken, maar ook gevolgen. In<br />

haar studie ‘Brandstofmix in beweging’<br />

*), laat de Algemene Energieraad<br />

(AER) zien dat van de vier hiervoor<br />

genoemde landen Nederland veruit de<br />

hoogste elektriciteitsprijzen kent voor<br />

huishoudens. Bij industrieprijzen is de<br />

afstand minder groot, gevolg van het<br />

feit dat bij ons de kleingebruiker in<br />

feite de grootgebruiker subsidieert.<br />

Een ander gevolg, dat zich niet laat<br />

wegsubsidiëren, is dat de Nederlandse<br />

elektriciteitsproductie, ondanks het<br />

grote aandeel daarin van aardgas, CO 2intensief<br />

is. In 2004, zo zegt de AER op<br />

basis van informatie van strategieraadgever<br />

Roland Berger, was de Nederlandse<br />

brandstofmix verantwoordelijk<br />

voor een CO 2-emissie van 468 kilo<br />

per opgewekte megawattuur. Zelfs<br />

Duitsland lag lager (456 kilo) ondanks<br />

het grote kolenaandeel; in de Duitse<br />

brandstofmix zat immers ook 28 procent<br />

kernenergie. De CO 2-productie<br />

van Frankrijk lag op slechts 73 kilo per<br />

opgewekte MWh - naast kernenergie<br />

heeft het land flink wat waterkracht.<br />

Wind plus spaarbekken<br />

De Energieraad, die regering en parlement<br />

adviseert, heeft in ‘Brandstofmix<br />

in beweging’ een sobere boodschap<br />

richting politiek: tot 2020, het magische<br />

ijkjaar voor alle huidige nationale<br />

en Europese klimaat- en energie-ambities,<br />

valt de Nederlandse brandstofmix<br />

nog maar beperkt te beïnvloeden.<br />

Door een aantal redenen:<br />

n Langjarige contracten voor met<br />

voorkeursbrandstoffen opgewekte<br />

elektriciteit zijn niet mogelijk door<br />

de EU-regelgeving die verhindert<br />

om langjarig de benodigde transportcapaciteit<br />

vast te leggen.<br />

n Weliswaar groeit tot 2020 (overigens<br />

ook daarna) het elektriciteitsgebruik<br />

(met netto 1 procent<br />

per jaar) maar de daarvoor<br />

benodigde capaciteit staat er al,<br />

of is al gedekt met goedgekeurde<br />

nieuwbouwplannen.<br />

Toch wil de Nederlandse overheid dat<br />

in 2020 20 procent van de totale nationale<br />

energiehuishouding, waaronder<br />

ook het transport en huishoudens vallen,<br />

duurzaam is. Omdat de Energieraad<br />

een vermoeden heeft dat niet elke<br />

sector dat percentage kan halen (individuele<br />

consumenten zijn heel wat<br />

minder goed en snel te sturen dan<br />

elektriciteitsproducenten die vergunningen<br />

nodig hebben) is ook gekeken<br />

of de elektriciteitssector in 2020 misschien<br />

40 procent duurzaam zou kunnen<br />

zijn, ter compensatie van het achterblijven<br />

van anderen.<br />

De uitkomst is helder, het kan niet.<br />

Niet met de inzet van (veel) meer<br />

wind. Onder andere niet omdat dat<br />

leidt tot inpassingsproblemen in het<br />

netwerk. Meer wind kan alleen met de<br />

koppeling aan een grote opslagcapaciteit,<br />

zoals een bekken op de Noordzee.<br />

(Overigens heeft EZ-minister Van<br />

der Hoeven inmiddels, op grond van<br />

adviezen van TU Delft, ECN en Tennet,<br />

laten weten dat zo’n berging niet<br />

nodig is, de windparken zouden wel<br />

probleemloos ingepast kunnen worden<br />

in het net.)<br />

Biomassa bijstoken is volgens de AER<br />

evenmin de oplossing, dan moet in het<br />

biomassa-arme Nederland meer biomassa<br />

worden geïmporteerd dan op<br />

de markt beschikbaar is.<br />

Meer gebruik maken van warmtekrachtkoppeling<br />

(WKK, het samen<br />

produceren van stroom en warmte) is<br />

belangrijk, maar maakt die 40 procent<br />

evenmin bereikbaar.<br />

Is 30 procent reductie dan misschien<br />

haalbaar? Nee, zegt de AER, “dat lijkt<br />

alleen mogelijk indien tientallen miljoenen<br />

tonnen CO 2-rechten in het buitenland<br />

worden aangekocht. De vraag<br />

is of deze hoeveelheden beschikbaar<br />

zijn.”<br />

Opslag van gas én CO 2<br />

De algemene doelstelling van het<br />

Nederlandse energiebeleid is in feite<br />

al sinds de oliecrisis van 1973 onveranderd:<br />

het gaat erom dat energie betaalbaar,<br />

betrouwbaar en schoon is, BBS.<br />

Ook het advies van de AER (dat kijkt<br />

naar 2040 omdat voor 2020 de kaarten<br />

in feite al zijn geschud) draait om BBS.<br />

De Raad constateert dat tot 2020 - en<br />

ook daarna - de elektriciteitsproductie<br />

van Nederland in belangrijke mate<br />

gebaseerd blijft op aardgas. Dat is een<br />

relatief schone brandstof (per opgewekte<br />

kWh elektriciteit de helft aan<br />

CO 2-emissies van steenkool) maar<br />

vanaf het moment dat de binnenlandse<br />

gasproductie fors gaat dalen,<br />

ongeveer 2012, ontstaat een geopolitiek<br />

bepaalde potentiële kwetsbaarheid<br />

bij ‘betrouwbaarheid’.<br />

Om die kwetsbaarheid te reduceren<br />

doet de AER drie aanbevelingen:<br />

n Probeer de binnenlandse gasreserve<br />

zo lang mogelijk te conserveren<br />

door nu al minder te produceren<br />

en meer te importeren.


n Sla meer gas op als strategische<br />

reserve in ondergrondse bergingen.<br />

n Maak keuzes voor de opslag van<br />

CO 2 in lege gasvelden en aquifers<br />

zonder dat daardoor de expansie<br />

van ondergrondse gasberging<br />

wordt gefrustreerd. De overheid<br />

moet serieus kijken of CO 2<br />

uit Nederland in een groot Noors<br />

aquifer opgeslagen kan worden.<br />

De noodzaak om CO 2 op te bergen gaat<br />

groeien, een fl ink deel van de tussen<br />

nu en 2020 te bouwen nieuwe elektriciteitscentrales<br />

zal namelijk kolengestookt<br />

zijn.<br />

En in alle gevallen is er dan ook nog<br />

de economie van alle opties: CO 2berging<br />

kost naar schatting 35 tot 70<br />

euro per ton, wat de kostprijs van een<br />

MWh elektriciteit uit een kolencentrale<br />

ophoogt met 25 tot 50 euro, “hetgeen<br />

aanzienlijk is”, aldus de AER, en<br />

dat mag als understatement worden<br />

geklassifi ceerd want in de huidige<br />

energiemix ligt de groothandelsprijs<br />

van een MWh in Nederland op 60-70<br />

euro.<br />

Vandaar ook de laatste aanbeveling<br />

van de AER in zijn studie: “Indien meer<br />

duurzame productie niet haalbaar of<br />

betaalbaar is, en meer kolengestookte<br />

productie met CCS niet wenselijk of<br />

internationaal concurrerend is, moet<br />

in een toekomstige brandstofmix een<br />

verhoogd aandeel kernenergie serieus<br />

in ogenschouw worden genomen,<br />

zowel uit oogpunt van betaalbaarheid<br />

als van betrouwbaarheid en ook vanwege<br />

de verwaarloosbare CO 2-uitstoot<br />

en de beheersbare veiligheidsaspecten.”<br />

n<br />

*) ‘Brandstofmix in beweging, Op zoek naar een goede balans’. Algemene Energieraad.<br />

http://awas05.daelab.net/EnergieraadWebsite/Include/ElectosFileStreaming.asp?FileId=276<br />

21 - mei / juni 2008 - Shell venSter


• TeKST hans lagendaal • foTo hollandse hoogte •<br />

ook op kolenmarkt<br />

nu hebben de grondstofprijsstijgingen<br />

ook al de kolensector bereikt, eens gezien<br />

als een bastion van prijsrust terzijde van de<br />

wild bewegende oliemarkten.


Alweer een zekerheid<br />

overboord? Het was de<br />

‘zekerheid’ dat kolen<br />

misschien wel ouderwets<br />

zijn maar dat<br />

er gelijktijdig zoveel van zijn, en<br />

bovendien strategisch zoveel beter<br />

over de aarde verdeeld dan oliereserves,<br />

dat de marktprijzen vrijwel<br />

stabiel zijn.<br />

n Ouderwets? Dat kan flink veranderen<br />

als met technieken<br />

als Coal to Liquids en Carbon<br />

Capture and Storage zogeheten<br />

clean coal gemaakt kan<br />

worden.<br />

n Goed gespreid over de wereld?<br />

Klopt nog steeds. Het land met<br />

de grootste bewezen voorraden<br />

is de Verenigde Staten, gevolgd<br />

door Rusland, China, India en<br />

Australië.<br />

n Veel? Ook nog steeds waar.<br />

Alles opgeteld, van antraciet<br />

tot en met bruinkool is de<br />

bewezen reserve ruim 900 miljard<br />

ton. Dat is 150 jaar actueel<br />

gebruik. Nog niet meegeteld de<br />

kolen in nog niet ontwikkelde<br />

en dus niet als ‘bewezen’ geldende<br />

reserves.<br />

n Stabiele marktprijzen? Dat is<br />

even over en niemand weet<br />

voor hoe lang. In 2000 lag<br />

een ton kolen voor $36 op de<br />

havenkade in Rotterdam. In<br />

2006 was het gemiddelde gestegen<br />

tot $64 per ton en eind<br />

februari dit jaar sprong op de<br />

spotmarkt voor kolen voor<br />

elektriciteitscentrales de teller<br />

onverwachts op zo’n $140 per<br />

ton. Zelfs na verrekening van<br />

de gedaalde dollarkoers verliezen<br />

kolen op die manier snel<br />

hun uitstraling van vieze maar<br />

goedkope brandstof.<br />

Wat is er aan de hand met kolen?<br />

Net als bij de stijgende olieprijzen,<br />

is het een combinatie van geruchten,<br />

waarheden en kapitaal dat<br />

een andere bestemming zoekt nu<br />

bedrijfsaandelen wat in de luwte<br />

zijn beland.<br />

Kolen werden de afgelopen maanden<br />

snel duurder door: veel sneeuw<br />

in China; veel regen in Australië;<br />

ernstige havencongestie in het<br />

Australische Newcastle, ’s werelds<br />

grootste kolenexporthaven; hoge<br />

vrachtprijzen; stroomonderbre-<br />

kingen bij mijnen in Zuid-Afrika;<br />

en, altijd goed in elke economische<br />

exegese, de snel groeiende economie<br />

van China, het grootste kolenverbruikende<br />

land ter wereld.<br />

Waarmee kolen zich plotseling in<br />

hetzelfde rijtje bevinden als olie,<br />

koper, goud, platina, nikkel, ijzererts<br />

en harde tarwe - the only way<br />

is up. Of niet? Een aantal feiten<br />

rond kolen.<br />

Waarvoor worden kolen<br />

gebruikt?<br />

Twee sectoren springen er uit:<br />

n Elektriciteitsproductie. Met<br />

steenkool en bruinkool wordt<br />

ongeveer 40 procent van alle<br />

elektriciteit op de wereld<br />

opgewekt. Hét verhaal op dit<br />

moment is dat China in 2006<br />

ruim 100.000 MW aan nieuwe<br />

elektriciteitscentrales in<br />

gebruik nam, 90 procent van<br />

deze capaciteit draait op kolen.<br />

Een kolengestookte centrale<br />

van 600 MW capaciteit met 38<br />

procent energie-efficiëntie en<br />

gemiddeld 75 procent beschikbaarheid<br />

gebruikt ongeveer 1,5<br />

miljoen ton bitumineuze kolen<br />

per jaar, of 4 mln ton bruinkool<br />

dat een lagere energieinhoud<br />

heeft.<br />

In de top-drie van landen met<br />

procentueel het hoogste kolengebruik<br />

bij elektriciteitsopwekking<br />

komt China (78 procent)<br />

niet voor; daarin staan Polen<br />

en Zuid-Afrika (elk 93 procent)<br />

en Australië (80 procent).<br />

n Staalproductie. Ongeveer 70<br />

procent van de wereldstaalproductie<br />

is gebaseerd op steenkool,<br />

in de vorm van cokes of<br />

als poederkool dat wordt geïnjecteerd<br />

in de smeltkroes. Om<br />

een ton staal te maken is ongeveer<br />

600 kilo cokeskolen nodig.<br />

Van alle kolen op de wereld gaat<br />

13 procent naar de staalsector.<br />

De ene kool is de andere niet<br />

Kolen komen in enorme variaties<br />

voor wat betreft verbrandingswaarde,<br />

waterstof, zuurstof, as,<br />

zwavel en vocht.<br />

De top in kwaliteit is antraciet, de<br />

onderkant van het spectrum - als<br />

turf buiten beschouwing wordt<br />

gelaten - is bruinkool.<br />

23 - mei / juni 2008 - Shell venSter<br />

In 2006 bedroeg de wereldproductie<br />

‘harde kool’ (steam coal voor<br />

elektriciteitscentrales en cokes<br />

coal voor de staalindustrie) zo’n<br />

5,4 miljard ton. De bruinkoolproductie<br />

(met Duitsland als Weltmeister)<br />

beliep 914 miljoen ton.<br />

De grote kwaliteitsverschillen<br />

komen ook tot uiting in de prijzen.<br />

Eind februari bedroeg de binnenlandse<br />

prijs van een ton Central<br />

Appalachian (een kolensoort<br />

uit het gebied in en om Pennsylvania<br />

en West-Virginia) $84 per<br />

ton terwijl kolen uit het Powder<br />

River Basin (Montana/Wyoming)<br />

- met ongeveer 30 procent minder<br />

verbrandingswaarde en veel as -<br />

slechts $13 per ton noteerden.<br />

De allerduurste importkolen bepalen<br />

het prijsbeeld, maar vormen<br />

qua volume een minderheid.<br />

Hoe zijn kolen ontstaan?<br />

Kolen komen van prehistorische<br />

vegetatie die groeide in moerassen<br />

en veengebieden. Latere afzettingen<br />

en tektonische bewegingen<br />

drukten deze vegetatie naar grotere<br />

diepten waarna door druk en<br />

hitte een chemische verandering<br />

tot stand kwam.<br />

De vorming van kolen vond plaats<br />

in het Carboon, 360 miljoen tot<br />

290 miljoen jaar geleden.<br />

Omdat de aard van de vegetatie<br />

sterk verschilde, net als de latere<br />

temperatuur, druk en tijdsduur<br />

van de kolenvorming, verschillen<br />

kolen sterk in kwaliteit en<br />

samenstelling.<br />

Goed gespreid over de aardbol<br />

Als alleen naar bewezen reserves<br />

wordt gekeken, dus aanwezig<br />

en tegen de huidige economische<br />

condities winbaar in opengelegde<br />

rust Voorbij<br />

mijnen (schachten en dagbouw),<br />

gaat de Verenigde Staten voor<br />

goud: 27 procent van de wereldreserves<br />

zijn daar te vinden. Zilver is<br />

voor Rusland (17 procent) en brons<br />

voor China (12,5 procent). Diploma’s<br />

zijn er voor India (10 procent<br />

van de wereldreserves), Australië<br />

(8,5 procent) en Zuid-Afrika (5,5<br />

procent).<br />

Ter vergelijking: bijna 70 procent<br />

van de bewezen olie- en gasreserves<br />

zijn te vinden in het Midden-<br />

Oosten plus Rusland.<br />

Kolen gaan meer op reis<br />

Het merendeel van de kolenproductie<br />

wordt binnenlands<br />

gebruikt, vaak in elektriciteitscentrales<br />

in de zeer directe omgeving<br />

van kolenvelden.<br />

Maar kolen gaan steeds meer op<br />

reis; in de afgelopen 20 jaar is de<br />

buitenlandse handel in kolen voor<br />

elektriciteitsopwekking gegroeid<br />

met gemiddeld 7 procent per jaar.<br />

Die in metallurgische kolen met<br />

1,6 procent per jaar.<br />

In 2006 ging in totaal 815 miljoen<br />

ton steenkool scheep voor export<br />

- een flinke berg, maar toch maar<br />

19 procent van alle kolen die in de<br />

wereld werden verbruikt.<br />

De grootste kolenexporteur van<br />

de wereld is Australië, goed voor<br />

231 miljoen ton steenkool, op een<br />

totale productie van 310 miljoen<br />

ton.<br />

De grootste importeur was dat jaar<br />

Japan met 178 miljoen ton.<br />

In de Rotterdamse haven werd in<br />

2007 28 miljoen ton overgeslagen.<br />

In Amsterdam/IJmuiden werd<br />

ook nog eens 17 mln ton aangevoerd.<br />

In beide gevallen ging een<br />

deel daarvan Europa in, vooral<br />

richting Duitsland. Nederland zelf<br />

gebruikte in 2006 ongeveer 13 miljoen<br />

ton kolen.<br />

Helaas, boordevol CO 2<br />

Kolen hebben de hoogste CO 2emissie<br />

bij verbranding van alle<br />

fossiele brandstoffen.<br />

Een ton steenkool (gemiddelde<br />

kwaliteit) bevat 746 kilo koolstof.<br />

Na verbranding resulteert dat in<br />

een emissie van 2.760 kilo CO 2.<br />

Een in energiewaarde gelijke<br />

hoeveelheid olie bevat 585 kilo<br />

koolstof, dus 2.160 kilo CO 2 na<br />

verbranding.<br />

Een qua energie-inhoud gelijke<br />

hoeveelheid aardgas bevat 424 kilo<br />

koolstof, ofwel 1.570 kilo CO 2.<br />

Omdat het verbranden van gas<br />

voor elektriciteitsopwekking een<br />

hoger energetisch rendement<br />

heeft dan van kolen, geldt dat de<br />

CO 2-emissie per opgewekte hoeveelheid<br />

elektriciteit in een gascentrale<br />

de helft bedraagt van die<br />

in een kolencentrale.<br />

Wat valt aan de CO 2-problematiek<br />

van kolen te doen? Kolen vergassen<br />

en de CO 2-emissie ervan<br />

opvangen en opbergen (carbon<br />

capture and storage). Zo ontstaat<br />

clean coal. Met het synthesegas<br />

dat bij het vergassingsproces ontstaat,<br />

zijn interessante producten<br />

te maken: kunstmest, waterstof,<br />

grondstoffen voor de chemie<br />

en - via het Coal to Liquids proces<br />

- schone, zwavel- en stikstofloze<br />

olieproducten zoals diesel en<br />

kerosine. Ook kan er ‘groen gas’<br />

mee worden gemaakt. n


24 - mei / juni 2008 - Shell venSter<br />

snoepen in


de potentie heeft om in een opwelling<br />

te worden gekocht. “Net als het snoep<br />

bij de kassa van de bouwmarkt” zegt<br />

De Boers collega Arno Buijs, Category<br />

Manager Food voor de Benelux. “Dat<br />

zijn echt impulsartikelen. Niemand<br />

gaat naar de bouwmarkt om een Mars<br />

te kopen.”<br />

Tweederde van de klanten koopt bij<br />

het tanken nog iets lekkers; de ene<br />

helft met voorbedachten rade, de<br />

andere in een opwelling. In Shellshops<br />

is alles erop gericht om de eerste<br />

groep goed te helpen en producten<br />

aan te bieden voor aantrekkelijke<br />

prijzen. Maar de extra uitdaging voor<br />

De Boer en Buijs zit in het over de<br />

streep trekken van de andere helft,<br />

de impulskopers.<br />

Impulswaarde is belangrijk. Thomas<br />

25 - mei / juni 2008 - Shell venSter<br />

een opwelling Thomas<br />

De helft van de mensen die bij het tanken nog een blikje fris of<br />

een chocoladereep afrekenen, was dat van tevoren niet van<br />

plan. Over de geheimen van impulse food, het wakker maken van<br />

behoeftes en mensen die niet wisten dat ze dorst hadden.<br />

ga naar de bioscoop, zegt<br />

Thomas de Boer, en je<br />

vindt er twee soorten<br />

mensen. “De ene groep<br />

koopt altijd popcorn en<br />

iets te drinken. De andere groep<br />

koopt op het laatste moment toch<br />

maar een fl esje fris, omdat het zo’n<br />

lange fi lm is.”<br />

In tankstations gaat het precies hetzelfde,<br />

gelooft De Boer, Retail Convenience<br />

Manager voor de 350 Shell-winkels<br />

in de Benelux. “Je hebt mensen<br />

die bewust stoppen om ook iets in de<br />

shop te kopen en er zijn mensen die<br />

iets kopen zonder dat ze dat van tevoren<br />

gepland hadden.”<br />

Bij Shell Verkoopmaatschappij noemen<br />

ze al het eten en drinken in de<br />

tankshops impulse food. Omdat het<br />

• TeKST reinier spreen • foTo’S wilfried overwater, ernst bode •<br />

de Boer: “Heb je een wachtrij voor<br />

de kassa, dan wordt de impulswaarde<br />

lager. Het is net als in de kroeg. Is het<br />

aan de bar heel druk, dan denk je: laat<br />

maar even. Gebeurt dat vaker, dan<br />

drink je op een avond toch snel twee<br />

biertjes minder.”<br />

Bij Shell gokken ze voor een hoge<br />

impulswaarde op snelheid en gemak.<br />

In jargon: speed and ease. Of in de<br />

woorden van De Boer: “De klant snel<br />

voorzien van iets lekkers of gezonds.”<br />

Klinkt logisch, want wat wil een<br />

klant eigenlijk nog meer? Nou, service<br />

bijvoorbeeld. Dat is bij concurrenten<br />

als BP en Texaco uitdrukkelijk<br />

óók deel van de verleidingsstrategie.<br />

“Daar zijn ze veel meer bezig met de<br />

klant te bedienen: een broodje smeren,<br />

een kop koffi e inschenken.” Dui-<br />

de Boer (l.) en Arno Buijs:<br />

“We dwingen niet, wij helpen de klant<br />

te ontdekken waar hij zin in heeft.”<br />

delijk een andere benadering, zegt De<br />

Boer. “Wij geloven dat de klant vooral<br />

op zoek is naar snelheid en kwaliteit.<br />

Op slechts één groot rijkswegstation<br />

bieden wij over the counter broodjes<br />

aan. In het algemeen geldt dat onze<br />

stations zo druk zijn dat we op de<br />

drukke uren van de dag teveel klanten<br />

teleur zouden moeten stellen in<br />

het broodjesassortiment, de selectie<br />

van het aanbod en vooral de snelheid<br />

waarmee je wordt geholpen.”<br />

De winkelindeling kan het verschil<br />

maken: in een Shell-winkel zijn alle<br />

producten duidelijk gegroepeerd.<br />

Wie binnenkomt, ziet meteen waar<br />

alles zich bevindt: de koffi ehoek, het<br />

schap met sandwiches, het snoepgoed.<br />

De koeling met dranken is altijd<br />

het meest prominent. Buijs: “Die is


helder verlicht en in blokken ingedeeld,<br />

de cola staat bij elkaar, het<br />

water ook.”<br />

Dit is meteen het moment waarop<br />

de impulskoper óm gaat. Thomas<br />

de Boer: “Door een goede en duidelijke<br />

presentatie zorg je dat een consument<br />

denkt: hé, ik wist niet dat ik<br />

dorst had.” “Je maakt een behoefte<br />

wakker”, zegt Buijs. De Boer: “Mensen<br />

denken: Ik heb zo nog een feestje,<br />

ik neem nog even wat kauwgom mee.<br />

Of: O ja, ik moet over drie kwartier<br />

lunchen, dat ziet er lekker uit.”<br />

Open en heldere communicatie is de<br />

lijn. En vooral niet te veel. De Boer:<br />

“Vergeleken met vijftien jaar geleden<br />

ziet een shop er heel anders uit. Vroeger<br />

zag je overal aanbiedingen.”<br />

Buijs: “Het idee was toen: de winkelier<br />

vertelt de klant wat hij moet<br />

kopen. Dat zie je steeds minder. De<br />

klant bepaalt het zelf wel. Wij moeten<br />

alleen zorgen dat we het netjes presenteren<br />

en dat we kwaliteit bieden<br />

tegen goede prijzen.”<br />

De Boer: “We gaan hem niet meer op<br />

elke meter achtervolgen met boodschappen.<br />

We dwingen niet. We helpen<br />

de klant te ontdekken waar hij<br />

zin in heeft.”<br />

Buijs: “Het is net als in de supermarkt.<br />

Daar koop je toch ook altijd meer dan<br />

je wilde.”<br />

Duidelijke deal<br />

Tegenwoordig ziet een klant in een<br />

Shell-shop nog maar drie opvallende<br />

aanbiedingen. Er zijn er meer, maar<br />

die zijn bedoeld voor klanten die al<br />

weten wat ze willen kopen. Je ziet ze<br />

pas als je voor het schap staat.<br />

Voor de echte impulskoper is er één<br />

aanbieding op de toonbank, één in<br />

een koelmeubel bij de kassa en één<br />

26 - mei / juni 2008 - Shell venSter<br />

op de kopstelling, het schap dat iedereen<br />

bij binnenkomst het eerst ziet.<br />

Een aanbieding is altijd eten of drinken.<br />

Shell stunt niet met tijdschriften<br />

of rookwaar. Dat laatste mag ook<br />

niet van de overheid. In België verkopen<br />

de winkels alcoholische dranken,<br />

maar ook die gaan voor een vaste<br />

prijs.<br />

De aanbieding op de toonbank is<br />

vaak iets als twee chocoladerepen of<br />

pakjes kauwgom voor een euro. Wie<br />

aan het betalen is kan haar eigenlijk<br />

niet missen. De impact? Die is enorm.<br />

Eén op elke vijf klanten laat zich verleiden.<br />

In Nederland zijn dat voor<br />

elke wekelijkse aanbieding tussen de<br />

120.000 en 180.000 mensen.<br />

Kauwgom is het ideale impulsartikel.<br />

“Kauwgom bij de kassa scoort altijd”,<br />

weet Arno Buijs. Als de klant zijn<br />

voordeel ziet, is hij snel gewonnen.<br />

“Je hebt het altijd nodig.” Repen doen<br />

het ook goed, want dat is een low<br />

value purchase die snel weg te eten<br />

is. Maar koeken of chocoladetabletten<br />

zijn alweer veel minder geschikt.<br />

“Hoe makkelijk is het om dat in je<br />

auto te hebben liggen?” zegt Buijs.<br />

De kassa-aanbieding heet de ‘actieve<br />

productpromotie’. Volgens Buijs vallen<br />

mensen ervoor omdat het een duidelijke<br />

deal is. “Je geeft ze een duidelijke<br />

prijs, een lage prijs en een<br />

duidelijk voordeel. Er is ook niks<br />

pushy aan.”<br />

Andere behoeften<br />

Tot zover de aanbiedingen. Voor de<br />

rest betaalt de klant natuurlijk gewoon<br />

het volle pond. En dat zijn redelijk<br />

forse prijzen. Toch? “Het is ook duurder<br />

om een winkel langs de snelweg<br />

te runnen dan een supermarkt”, reageert<br />

Thomas de Boer. “Mensen weten<br />

dat.” “We zijn niet bovenmatig duur”,<br />

zegt Buijs. “Je krijgt bij ons koffi e voor<br />

een euro en een kroket voor 1,20. De<br />

koffi e is beter dan in de meeste restaurants<br />

en de kroket is goedkoper<br />

dan in de snackbar. Een Mars of een<br />

fl esje fris is ook niet duurder dan bijvoorbeeld<br />

op het treinstation.”<br />

Toch is het interessant: mensen klagen<br />

over een verhoging van de benzineprijzen,<br />

maar houden in de winkel<br />

de hand niet op de knip. Thomas<br />

de Boer: “Vijftig euro voor een volle<br />

tank, maar als mensen de winkel binnenkomen,<br />

gaat de knop om. Dan<br />

maakt vijf euro extra niets meer uit.<br />

Ze stappen in een andere belevingswereld,<br />

het gaat om andere behoeften.<br />

Het komt neer op voor jezelf zorgen.<br />

Je hebt nú honger of dorst. Het is<br />

een primaire behoefte. In onderzoeken<br />

zeggen mensen dat ze ook helemaal<br />

geen slecht gevoel hebben bij de<br />

prijzen.”<br />

Maar waarom is een klant bereid 1,60<br />

euro te betalen voor een fl esje frisdrank<br />

dat hij in de supermarkt voor<br />

veel minder kan kopen? Omdat dat<br />

appels met peren vergelijken is. Dit is<br />

een compleet andere markt, zegt De<br />

Boer. Dit is het on the move-kanaal,<br />

waar mensen bereid zijn te betalen<br />

voor gemak. “Het consumptiepatroon<br />

wordt steeds fl exibeler. Mensen zijn<br />

meer geneigd om onderweg iets te<br />

kopen. Consumenten besteden meer<br />

op niet-standaard tijdstippen.”<br />

Het heeft er niets mee te maken dat<br />

reizen, een autorit op een drukke<br />

snelweg in het bijzonder, voor sommige<br />

mensen een stressvolle ervaring<br />

is. Arno Buijs gelooft er niet in<br />

dat mensen eten kopen om zich af te<br />

reageren. “Een autorit is juist leuk.<br />

Het is een moment voor jezelf. Even<br />

omschakelen na een drukke dag. En<br />

door iets te consumeren maak je dat<br />

moment iets plezieriger.”<br />

Er zijn twee plekken in Nederland<br />

waar de toekomst van on the move<br />

wordt geschreven: Utrecht CS en<br />

Schiphol. De Boer: “Kijk eens wat je<br />

daar allemaal kunt kopen. Het zijn<br />

de beste voorbeelden van hoe de<br />

behoefte van de mobiele consument<br />

zich ontwikkelt. Ze hebben een voortrekkende<br />

rol.”<br />

Behalve gemak zoekt de mobiele consument<br />

kwaliteit. “Het moet gezond,<br />

goed en lekker zijn”, zegt Buijs. Dat<br />

zie je op Utrecht CS en Schiphol,<br />

waar je zelfs sushi kunt kopen, maar<br />

ook bij benzinestations. Want die<br />

zijn even goed toonaangevend in het<br />

kanaal. En Shell voert de rijen aan. De<br />

omzet van de Shell-winkels groeit elk<br />

jaar harder dan de markt. Vorig jaar<br />

was de omzet in de Benelux ongeveer<br />

een half miljard euro.<br />

‘Gezond’ is nu de trend, en dat zal<br />

alleen maar meer worden, voorspelt<br />

Arno Buijs. “Consumenten zijn zich<br />

steeds bewuster van wat ze eten.<br />

De media spelen daar een rol in, en<br />

ook iemand als Sonja Bakker. Wij spelen<br />

daar op in.” Water krijgt in het<br />

drankenschap een steeds grotere<br />

plaats, de shops verkopen nu verse<br />

sapjes en acht soorten fruit, en er is<br />

een gezonde sandwichlijn geïntroduceerd<br />

onder de naam Good Life.<br />

“Vorig jaar hebben we gratis fruit en<br />

sapjes uitgedeeld, en ook dit jaar gaan<br />

we het actief promoten”, zegt Buijs.<br />

Is de actieve productpromotie op de<br />

toonbank straks een gezonde banaan?<br />

“Dat gaat de meeste klanten denk ik<br />

toch net even een stukje te ver.” n


‘tien procent biobrandstoffen<br />

in 2020? niet doen!’<br />

Voor velen zijn biobrandstoffen ware ‘redders in de<br />

nood’; immers, goed voor CO 2-reductie, goed voor<br />

de agrarische sector, goed voor het verminderen van<br />

de afhankelijkheid van importolie, een stimulans voor<br />

innovatie en industriële ontwikkeling en anti-jeukzalf<br />

voor duurzame en groene kriebels.<br />

Een studie van het Milieu en Natuur Planbureau<br />

(MNP) *) naar de lokale en wereldwijde gevolgen van<br />

de door de Europese Commissie gepubliceerde<br />

voorlopige Richtlijn voor biobrandstoffen haalt<br />

schuurpapier over de groene glans.<br />

het EU-voorstel zegt dat in alle lidstaten in 2020 minimaal 10 procent<br />

van de transportbrandstoffen van bioherkomst moet zijn.<br />

Nu nog bestaat een wettelijke verplichting van 5,75 procent voor<br />

2010. Bij de huidige verhoudingen tussen benzine en diesel<br />

en de aannames voor verdere groei in het wegverkeer, zou de doelstelling<br />

van ‘10 procent in 2020’ rond 23 miljard liter biodiesel en 29 miljard liter<br />

bio-ethanol betekenen.<br />

Omdat ook de Verenigde Staten een biobrandstofdoelstelling heeft - zo’n<br />

135 miljard liter bio-ethanol in 2017 - zal hard aan de landbouwgrond<br />

getrokken moeten worden, niet alleen die van Europa en de VS maar ook<br />

die van biomassa-exportgebieden als Brazilië en Zuid-Oost Azië. Zo hard<br />

zelfs dat volgens een door het MNP aangehaalde studie van OECD/FAO in<br />

2020 wereldwijd ongeveer 60 miljoen hectare landbouwgrond bestemd<br />

moet zijn voor de teelt van biobrandstofgewassen. Dat is heel Nederland,<br />

Duitsland, België, Engeland, Schotland en Denemarken samen, zonder steden<br />

en dorpen, alle grond alleen bestemd voor maïs, tarwe, suikerbieten,<br />

koolzaad, hout et cetera.<br />

In Europa gaat het volgens het MNP om zo’n 20 mln ha, de rest van de biomassa<br />

moet dan worden geïmporteerd.<br />

Omdat ook al meer landbouwgronden nodig zijn om de groeiende wereldbevolking<br />

te voeden, leiden de Europese en Amerikaanse bio-energieprogramma’s<br />

ertoe dat grote hoeveelheden marginale gronden en graslanden<br />

in gebruik genomen moeten worden. Dat betekent extra kunstmest, water<br />

voor irrigatie en het vrijkomen van veel in de toplaag van de bodem opgeslagen<br />

CO 2. Zoveel CO 2 ontsnapt bij die conversie (gemiddeld 18 ton per<br />

hectare per jaar) dat geen enkele biobrandstof kan voldoen aan het criterium<br />

van de EU dat de inzet ervan minstens 35 procent CO 2-reductie over<br />

de hele keten moet opleveren.<br />

De MNP-studiegroep keek alleen naar ‘eerste generatie’ biobrandstoffen<br />

waarbij voedselcomponenten worden omgewerkt tot biodiesel en ethanol.<br />

‘Tweede generatie’ biobrandstoffen worden gemaakt van bioresten en<br />

hout en ontzien het voedselgedeelte, maar komen voor 2020 niet in groter<br />

volume beschikbaar omdat technologie en economie nog onvoldoende<br />

ontwikkeld zijn.<br />

Conclusies van het MNP: de Europese Commissie moet de voorgenomen<br />

doelstelling van 10 procent biobrandstoffen in 2020 in heroverweging<br />

nemen. “De huidige doelstelling en de duurzaamheidscriteria kunnen<br />

belangrijke negatieve effecten op de emissie van broeikasgassen en<br />

wereldwijde biodiversiteit niet voorkomen.”<br />

Een ander advies van het MNP: Er moet meer aandacht worden gegeven<br />

aan duurzame alternatieven voor transport; zoals brandstofcelauto’s op<br />

waterstof, hybride-auto’s, plug-in hybrides en volledig elektrische auto’s.<br />

Maar, zo erkent men ook: “De kosten daarvan zijn relatief hoog en ze zijn<br />

omgeven met veel onzekerheden over hun rol in de toekomst.”<br />

*) ‘Local and Global Consequences of the EU renewable directive for biofuels’.<br />

www.mnp.nl/bibliotheek/rapporten/500143001.pdf<br />

Foto boven: In de Verenigde Staten wordt voor Shell een trein vol ethanol gelost.<br />

Voor deze brandstof zijn aparte distributiesystemen nodig waarbij ethanol pas<br />

op brandstofdepots wordt toegevoegd aan de standaard-benzine.<br />

shell actueel<br />

foto: hollandse hoogte<br />

bioproblemen aan de pomp<br />

De snelle groei van het dieselgebruik in Europa botst op de wettelijke EUverplichting<br />

om in 2010 5,75 procent van de transportbrandstoffen te laten<br />

bestaan uit biomateriaal. De enige toevoeging aan diesel kan nu namelijk<br />

biodiesel zijn (in feite plantaardige vetten) en daarvan is gewoonweg onvoldoende<br />

aanwezig, vooral ook omdat in Duitsland de productie sterk is teruggevallen<br />

na accijns- en subsidieveranderingen.<br />

Om de totaalscore van 5,75 procent toch te halen, moet veel meer ethanol<br />

dan dat percentage worden toegevoegd aan benzine. Maar ethanol in<br />

de tank van een benzinestation geeft problemen, aldus de UK Petrol Retailers’<br />

Association. Het bevat wat water dat in oplossing blijft met benzine en<br />

dus, compleet met vuil en roestdeeltjes in de automotor terecht kan komen.<br />

In conventionele benzine zinkt water naar de bodem van de tank, inclusief<br />

vuil, waar het eenvoudig weggezogen kan worden.Bovendien bevatten benzine<br />

en diesel tegenwoordig veel minder zwavel dan vroeger, waarbij zwavel<br />

de vorming van bio-organismen als algen en schimmels remt. De consequentie<br />

van dit alles: tanks op pompstations moeten frequenter zorgvuldig<br />

gereinigd worden.<br />

texas ontdekt windenergie<br />

eens was Texas de oliebron van Amerika, nu kijken landeigenaren steeds<br />

vaker verliefd naar windmolens inplaats van naar ja-knikkers. Windenergie<br />

groeit snel in de Verenigde Staten, het land haalde vorig jaar Spanje<br />

in en alleen in Duitsland staat nu nog meer windcapaciteit opgesteld. De geïnstalleerde<br />

windcapaciteit groeide in 2007 met 45 procent al betekende dat nog<br />

wel dat de VS ongeveer 1 procent van de elektriciteitsbehoefte dekt met windmolens<br />

tegen bijvoorbeeld Denemarken 20 procent.<br />

De grootste windstaat in de VS is Texas sinds in 2006 Californië werd ingehaald.<br />

Begin dit jaar stonden in Texas windmolens opgesteld met een capaciteit<br />

van 4.356 MW.<br />

Texas biedt de windindustrie grote voordelen: het waait er, met name in het<br />

noorden, vrij constant. In dit gebied (The Texas Panhandle genoemd) zijn ook<br />

grote hoeveelheden nauwelijks bewoond land aanwezig. Bovendien staan de<br />

autoriteiten positief tegenover windenergie; vorig jaar stemde de Texas Public<br />

Utility Commission in met de aanleg van een hoogspanningsnet dat in 2012<br />

25.000 MW vermogen kan transporteren naar snelgroeiende steden in het<br />

midden van de VS. Landeigenaren staan ook positief tegenover de molens:<br />

voor een windturbine op hun land vangen ze ongeveer $500 huur per molen<br />

per maand.


Naam<br />

Arjan Nieuwstraten<br />

Leeftijd<br />

45<br />

iN dieNst<br />

1 maart 2002<br />

OpLeidiNg<br />

Hts werktuigbouwkunde<br />

en economische bedrijfstechniek<br />

fuNctie<br />

Global Food business development<br />

manager bij Shell Lubricants<br />

LOcatie<br />

Capelle aan den IJssel<br />

BijzONderheid<br />

“Ik heb nog nooit meegemaakt<br />

dat iets me níét is gelukt.”


arjan Nieuwstraten vindt<br />

dat mensen een te eenzijdig<br />

beeld hebben van Shell.<br />

“Als ik vertel dat ik bij Shell<br />

werk, vragen ze: ‘bij welke<br />

pomp?’” Brandstoffen en nog eens<br />

brandstoffen, verder komen de meesten<br />

niet. Dat steekt Nieuwstraten. Hij<br />

doet er alles aan om de perceptie bij<br />

te stellen. Daarin gaat hij ver. Met een<br />

fanatieke pret in zijn ogen vertelt hij<br />

hoe hij vorig jaar zijn kans greep toen<br />

Rein Willems - toen nog presidentdirecteur<br />

van Shell Nederland - op<br />

bezoek was in Capelle aan den IJssel.<br />

“Ik heb snel een paar folders gegrepen<br />

en aan zijn chauffeur gegeven. Ik<br />

weet niet of hij ze gelezen heeft, maar<br />

als Jeroen van der Veer hier komt, doe<br />

ik hetzelfde.”<br />

De folders gingen over food grade<br />

smeermiddelen. Dat zijn reukloze,<br />

niet-toxische smeermiddelen die Shell<br />

maakt voor machines in de voedingsindustrie.<br />

Shell is marktleider in deze<br />

business en heeft meer dan dertig producten<br />

in het assortiment. Dát is wat<br />

Nieuwstraten bedoelt. “Iedere keer als<br />

je een blikje in je handen hebt, komt<br />

het waarschijnlijk uit een machine<br />

met Shell-olie. Dat snoepje van Red<br />

Band is gemaakt op machines die met<br />

onze niet-toxische smeermiddelen<br />

worden gesmeerd. We lopen in deze<br />

markt voorop, dat zou meer bekend<br />

mogen zijn.”<br />

Nieuwstraten was vier jaar lang vertegenwoordiger<br />

voor Shell Lubricants<br />

en ging langs bij grote producenten<br />

zoals Heineken, Douwe Egberts en<br />

Cargill en bedrijven als Impress, een<br />

fabrikant van blikverpakkingen. Nu is<br />

hij als business development manager<br />

verantwoordelijk voor de ontginning<br />

van nieuwe markten. Hij begeleidt verkoopteams<br />

over de hele wereld, tot<br />

in China. “Daar trekken de grote producenten<br />

nu heen. We zijn er ook al<br />

actief, zodat we over een paar jaar succesvol<br />

kunnen zijn.”<br />

De boodschap begrijpen<br />

Nieuwstraten studeerde in 1984 af als<br />

werktuigbouwkundige. Hij was 22 en<br />

voelde zich nog te jong om te gaan<br />

werken. Omdat er anders niets opzat<br />

dan militaire dienst, besloot hij met<br />

een vriend nog een eenjarige opleiding<br />

te doen. Economische bedrijfs-<br />

techniek, om zijn kansen op een leuke<br />

baan te vergroten.<br />

“Vanaf mijn dertiende heb ik allerlei<br />

baantjes gehad, onder meer bij<br />

een carrosseriebedrijf, en ik wist dat<br />

ik niet achter de tekentafel wilde zitten.<br />

Ik wilde meer dynamiek, en tijdens<br />

stages had ik gezien wat er mogelijk<br />

is. De communicatieve kant heeft<br />

me altijd getrokken. Je kunt uren praten<br />

over de techniek, maar je zult uiteindelijk<br />

moeten zorgen dat mensen<br />

je boodschap ook begrijpen en je product<br />

kopen.”<br />

In zijn eerste baan, bij Fuji Film, verzandde<br />

hij toch in die grenzeloze verveling<br />

die hij juist wilde ontlopen. “Ik<br />

zag geen daglicht. Na twee maanden<br />

was ik weg.”<br />

Maar daarna vond Nieuwstraten zijn<br />

draai in de technische verkoop. Eerst<br />

twee jaar bij de PTT, daarna vijf jaar<br />

bij een bedrijf in trillingdempers. In<br />

1993 kwam hij voor het eerst in aanraking<br />

met de niet-giftige smeermiddelen.<br />

Dat was bij het handelsbedrijf<br />

Vollenhoven Olie, dat onder meer specialties<br />

van Q8 en Total verkocht. Het<br />

was toen nog een nichemarkt, maar<br />

Arjan Nieuwstraten vond het fascinerend.<br />

Zijn technische kennis gaf<br />

hem een vrijbrief om te kijken in een<br />

wereld die hem boeide. “Alles wat hier<br />

op tafel staat, dit blikje en deze koffie,<br />

daar komen smeermiddelen aan te<br />

pas. Ik vind het leuk om te zien hoe dat<br />

blikje wordt gemaakt, en hoe koffiebonen<br />

worden vermalen en verpakt.”<br />

In 1995 kwam de grote boom, zoals<br />

Nieuwstraten het noemt. “Door de<br />

introductie van HACCP [regels voor<br />

voedselveiligheid] in de Warenwet<br />

moesten bedrijven elke kans op verontreiniging<br />

met smeermiddelen uitsluiten.<br />

Waar dat niet kon, moesten ze<br />

food grade smeermiddelen gebruiken.<br />

Je moet je voorstellen wat voor grote<br />

uitdaging dat is. De hele markt draaide<br />

op de gewone smeermiddelen zoals<br />

Tellus en Omala van Shell, en ineens<br />

moest iedereen omschakelen.”<br />

Toch liep hij na een paar jaar vast. “Ik<br />

wilde omhoog, wilde me ontwikkelen,<br />

maar ik werd van het kastje naar<br />

de muur gestuurd.” Hij ging werken<br />

29 - mei / juni 2008 - Shell venSter<br />

Shell in Nederland telt ruim elfduizend medewerkers. Wat doen ze? En wat hebben ze te vertellen?<br />

Arjan Nieuwstraten adviseert wereldwijd over smeermiddelen, niet voor auto’s maar voor machines waarmee<br />

voedings- en genotmiddelen worden gemaakt. “We zijn niet de enige in deze markt, maar wel de beste.”<br />

‘ik zoek altijd naar<br />

verandering’<br />

de medewerker<br />

bij de lagerproducent Schneeberger,<br />

maar dat duurde slechts twee jaar.<br />

In 2002 koos Arjan toch weer voor<br />

de smeermiddelen, en ditmaal voor<br />

Shell, het bedrijf dat bij Vollenhoven<br />

zijn grootste concurrent was geweest.<br />

“Ik moest iedere keer weer tegen ze<br />

opboksen, ik kwam ze overal tegen.”<br />

Nu ervaart hij het comfort van deuren<br />

die vanzelf opengaan. “We zijn niet<br />

de enige in deze markt, maar wel de<br />

beste. We werken bijvoorbeeld met de<br />

Rolls Royces onder de bliksluiters. Die<br />

adviseren meestal Shell, en dat is precies<br />

wat je wilt.”<br />

Eruit halen wat erin zit<br />

Nieuwstraten probeert het beste te<br />

halen uit het vertrouwen dat Shell<br />

geniet. Gisteren nog, bij een fabriek<br />

van Heineken. “Daar gebruiken ze<br />

onze producten en ik heb voorgesteld<br />

om daarover samen een verhaal te<br />

maken. Dat kunnen we als best practice<br />

gebruiken in andere landen waar<br />

Heineken productie heeft, zoals China<br />

en Thailand.”<br />

Eruit halen wat erin zit, dat heeft hij<br />

altijd nagestreefd. Toen hij na zijn kopstudie<br />

toch nog in militaire dienst<br />

moest, zorgde hij dat hij de best mogelijke<br />

plek kreeg. “Uit de keuring kwam<br />

het Korps Commandotroepen, de<br />

groene baretten, maar ik wilde officier<br />

worden, ik wilde iets met mijn opleiding<br />

doen. Toen heb ik een herkeuring<br />

aangevraagd. Zodat ik achteraf zou<br />

kunnen zeggen: ik heb iets van mijn<br />

diensttijd gemaakt.” Het lukte. “Ik ben<br />

alsnog bij de genie gekomen, werd officier<br />

civiele vakopleiding en was verantwoordelijk<br />

voor het stafpeloton.”<br />

Zo pakt hij alles aan, zegt hij. “Op<br />

welk front dan ook. Toen ik tien jaar<br />

geleden squashte, in competitieverband,<br />

heb ik een sponsor geregeld die<br />

ons kleding gaf. Niemand was dat tot<br />

dan toe gelukt.”<br />

Een oude loods bouwde hij om tot een<br />

piekfijne woning. “Als ik nu die foto’s<br />

zie denk ik: jeetje, wat een energie!”<br />

Arjan zorgt dat hij de lat niet té hoog<br />

legt, maar als hij iets in het hoofd<br />

heeft, dan zal het hem lukken ook.<br />

“Succes is dat je de doelen haalt die<br />

• TeKST reinier spreen • foTo wilfried overwater •<br />

je jezelf stelt. Ik zoek telkens iets om<br />

me helemaal in te geven en succes in<br />

te hebben. Daarna ga ik door naar het<br />

volgende.”<br />

“Ik ben niet iemand die om zeven uur<br />

opstaat en elke dag rond dezelfde tijd<br />

thuis is en naar bed gaat. Voor mij<br />

moet het altijd anders. Ik zit niet in de<br />

modus: ik ken het kunstje en doe het<br />

morgen weer. De uitdaging gaat weg<br />

als het routine wordt. Ik zoek altijd<br />

naar verandering.”<br />

Dit staat in een psychologische test die<br />

hij niet lang geleden heeft gedaan: “Terwijl<br />

sommige mensen bij het zoveelste<br />

fiasco gauw zijn ontmoedigd, put u<br />

daar juist kracht uit.” Maar dat is theorie.<br />

“Ik heb nog nooit meegemaakt dat<br />

iets me níét is gelukt.”<br />

Investeren in contacten<br />

Nieuwstraten investeert veel in contacten.<br />

Goede relaties, vindt hij, zijn<br />

de beste weg naar plezier en welslagen.<br />

Dat heeft hij geleerd toen hij in<br />

dienst zat. “Hoger in rang zijn wil niet<br />

zeggen dat je alles voor elkaar krijgt.<br />

Je moet zorgen dat mensen openstaan<br />

voor je ideeën, zodat ze iets voor je<br />

willen doen wanneer je hulp nodig<br />

hebt.”<br />

Eergisteren bezocht hij een staalbedrijf<br />

waar hij uit een eerdere baan nog<br />

mensen kent. Zijn food grade lubricants<br />

kan hij er niet kwijt, maar wie<br />

weet is het goed voor Shell. “Al bijna<br />

tien jaar was daar geen vertegenwoordiger<br />

van Shell geweest. Het kost mij<br />

anderhalf uur, maar we hebben wel<br />

weer een ingang.” Natuurlijk heeft hij<br />

zijn collega’s van de gewone smeermiddelen<br />

op de hoogte gebracht. Hij<br />

verwacht dat ze in voorkomende situaties<br />

hetzelfde voor hem doen. “En dat<br />

gebeurt ook”, zegt hij.<br />

Hij werkt niet alleen voor zijn eigen<br />

scorecard. Enterprise First, de Shellfilosofie<br />

dat alle medewerkers in eerste<br />

instantie het gemeenschappelijke<br />

belang moeten dienen, spreekt hem<br />

aan. “Het is ook Shell dat ik verkoop.”<br />

Hij heeft bijna twee uur gepraat als zijn<br />

telefoon gaat. Een klant uit België, nog<br />

uit zijn vertegenwoordigerstijd, heeft<br />

een probleem. Nieuwstraten neemt<br />

de tijd om het op te lossen. Dan hangt<br />

hij op en zegt: “Kijk, daar gaat het om:<br />

relaties! We hebben elkaar jaren niet<br />

gesproken, maar nu belt hij míj.” n


shell actueel<br />

jet-net ‘europees Voorbeeld’<br />

president Joé Manuel Barroso van de Europese Commissie heeft op een<br />

European Business Summit in Brussel eind februari het Jet-Net initiatief<br />

van een groot aantal<br />

Nederlandse bedrijven<br />

geprezen als een goed<br />

voorbeeld voor Europa. Dit<br />

deed hij nadat hij uit handen<br />

van Shell topman Jeroen<br />

van der Veer het lustrumboek<br />

van Jet-Net kreeg uitgereikt.<br />

Van der Veer en Barroso<br />

onderstreepten het belang<br />

van samenwerking tussen<br />

technologische bedrijven,<br />

scholen en overheid om<br />

jong talent te inspireren tot<br />

een loopbaan in de technologie.<br />

In het Nederlandse<br />

Jet-Net initiatief werken<br />

dertig bedrijven samen met<br />

147 havo/vwo-scholen.<br />

olie-importrekening<br />

Vs<br />

schiet omhoog<br />

de energieverslaving van de<br />

Verenigde Staten (het land<br />

gebruikt per hoofd van de<br />

bevolking ongeveer 55 vaten olieequivalent<br />

per jaar tegen een Europeaan<br />

26 vaten) komt het land steeds<br />

duurder te staan. In 2002 moest de<br />

VS zo’n $102 miljard betalen voor de<br />

import van ruwe olie en olieproducten,<br />

maar vorig jaar was dat al opgelopen<br />

tot $327 miljard aldus een<br />

schatting van het vakblad Petroleum<br />

Intelligence Weekly. Als de olieprijs<br />

dit jaar gemiddeld uitkomt op $90<br />

per vat kan de rekening oplopen tot<br />

$450 miljard.<br />

De VS voert dagelijks rond 10 miljoen<br />

vaten ruwe olie in en 3,5 miljoen<br />

vaten olieproducten. Het land<br />

exporteert 1,4 mln vaten olieproducten<br />

per dag.<br />

akkoord claim reserVekwestie<br />

Shell heeft een principe-akkoord gesloten in de class action die nog liep in<br />

de Verenigde Staten rond de reservekwestie. Het bedrijf moest in 2004 zijn<br />

olie- en gasreserves afwaarderen nadat was gebleken dat die niet overeenkomstig<br />

de normen van de SEC (Security and Exchange Commission) waren<br />

geboekt. Twee pensioenfondsen (van ambtenaren en onderwijskrachten in<br />

Pennsylvania) spanden daarop een rechtszaak aan. Nadat vorig jaar in een<br />

soortgelijke rechtszaak in Amsterdam een principe-akkoord was gesloten<br />

tussen Shell en de klagers is nu een overeenstemming in de VS bereikt.<br />

Beide bedragen tellen op tot zo’n $470 miljoen, waar Shell in 2006 een voorziening<br />

had getroffen van $500 miljoen. Beide principe-akkoorden moeten<br />

nog offi cieel bekrachtigd worden.<br />

T<br />

oen Gerard Hirs, na<br />

een loopbaan in het<br />

bedrijfsleven, in 1992<br />

hoogleraar energietechnologie<br />

werd aan<br />

de Universiteit Twente,<br />

zaten er twee opmerkelijke<br />

constateringen in<br />

zijn intree-rede ‘Nederland Industrialiseert’.<br />

De ene was dat het zin had om<br />

na te gaan of kooldioxide niet beter<br />

opgeslagen kon worden dan te worden<br />

afgevoerd via schoorstenen. De<br />

andere was de vaststelling dat Nederland<br />

een nieuwe periode van industrialisatie<br />

stond te wachten, geconcentreerd<br />

rond energie en milieu. “De<br />

huidige periode van evolueren en conserveren<br />

zal gevolgd worden door een<br />

periode van drastisch en snel vernieuwen”,<br />

aldus Hirs destijds.<br />

“Het is er niet van gekomen”, erkent<br />

de inmiddels emeritus hoogleraar in<br />

zijn woning in Bilthoven. “Behalve de<br />

doorbraken op het brede gebied van<br />

de informatica is er industrieel niet<br />

veel te beleven geweest. Pas vanaf zo<br />

2003, met het stijgen van de energie-<br />

prijzen, een groeiend besef van de eindigheid<br />

van fossiele energie, en angst<br />

voor klimaatverandering, zie je een<br />

nieuwe beweging ontstaan. Ik ben<br />

eigenlijk in de verkeerde tijd hoogleraar<br />

geweest.”<br />

Tussen zijn carrièrestart bij TNO (waar<br />

hij als werktuigbouwkundige werkte<br />

aan gasgesmeerde lagers, later de kern<br />

van harddisc drives in computers) en<br />

zijn hoogleraarschap had hij de economisch-maatschappelijke<br />

wind niet<br />

altijd in de rug. Hirs werkte bij Urenco<br />

aan de ultracentrifuge en bij Interatom<br />

en daarna Neratoom aan kernenergie,<br />

inclusief de snelle-kweekreactor van<br />

Kalkar, nu, als belediging aan technologie<br />

en industrialisering, ‘Freizeitpark<br />

Wunderland Kalkar’. In de tachtiger<br />

jaren werkte hij bij Comprimo aan<br />

Z O K I J K I K<br />

Weg Met de hUIdIge ‘IndUstRIËle lIntBeBoUWIng’ als<br />

het gaat oM MaXIMale eneRgIe-effICIËntIe, BePleIt<br />

eMeRItUs hoogleRaaR geRaRd hIRs. en VeRWaCht nIet<br />

teVeel Van eneRgIeBesPaRIng; het eInd Van het ‘easY<br />

oIl tIJdPeRK’ Jaagt het eneRgIegeBRUIK BIJ eXPloRatIe<br />

en PRodUCtIe steRK oP, WaaRsChUWt hIJ.<br />

• TeKST piet de wit • foTo Jeroen kroos •<br />

energietechnologie op een breder terrein.<br />

Temidden van de Bilthovense dennenbomen<br />

woont zeker geen teruggetrokken<br />

mens. Hirs onderhoudt zijn<br />

contacten in de energiewereld, beoordeelt<br />

SenterNovem-projecten en publiceert<br />

met regelmaat.<br />

Duizend jaar kolen<br />

De essentie van de publicaties is tweevoudig:<br />

de opbrengst van energiebesparingsbeleid<br />

wordt sterk overschat<br />

en kleinschaligheid van de energievoorziening<br />

is niet het antwoord. Wat<br />

wel? Het concentreren, integreren en<br />

intensiveren van grootschalige industriële<br />

complexen en processen.<br />

Een pleidooi voor kernenergie? Hirs:<br />

“Ik wil het niet eens noemen. Zodra<br />

je kernenergie in een discussie over<br />

klimaat- en energiebeleid brengt, gaat<br />

het binnen de kortste keren alleen nog<br />

maar over kernenergie terwijl de veel<br />

grotere uitdaging, namelijk hoe voor<br />

een blijvend ongestoorde toevoer van<br />

betaalbare energie gezorgd kan worden,<br />

op de achtergrond raakt.”<br />

Wat is het hart van die ‘concentra-<br />

WEG MET DE<br />

tie, integratie en intensivering’, zoals<br />

Hirs bepleit? “Kolenvergassing bijvoorbeeld,<br />

inclusief het opvangen en<br />

opbergen van kooldioxide. De wereldvoorraden<br />

steenkool zijn voldoende<br />

voor nog wel duizend jaar en hoewel<br />

de actuele ontwikkeling van de kolenprijs<br />

anders doet vermoeden, geldt bij<br />

kolenwinning dat investeringen in een<br />

grotere productie- en transportcapaciteit<br />

leiden tot een effi ciënter energiegebruik<br />

per geproduceerde ton<br />

steenkool.<br />

Het eind van ‘easy oil’, dus de overgang<br />

naar moeilijker winbare reserves, zoals<br />

oliezanden, leidt juist tot meer energiegebruik<br />

per geproduceerde hoeveelheid<br />

olie. Met aardgas, per pijpleiding<br />

aangevoerd, of als LNG, geldt<br />

hetzelfde. Ik heb berekeningen gezien


e r t e G e n A A n<br />

dat in de hele LNG-keten tussen een<br />

gasveld in West-Australië en een eindgebruiker<br />

in Californië een energieverlies<br />

optreedt van ruim 28 procent.<br />

Vergeleken daarmee valt de winst van<br />

energiebesparing weg.”<br />

Maximale exergie<br />

Als hoogleraar al maakte Hirs zich<br />

boos dat de overheid energieheffi ngen<br />

aan de industrie oplegt op basis<br />

van gebruikte hoeveelheden, niet op<br />

basis van hoe effi ciënt energie wordt<br />

gebruikt. Bedrijven die brandstoffen<br />

benutten als grondstof voor producten<br />

(de chemie) worden zelfs vrijgesteld,<br />

ook al gebruiken ze de energie ineffi -<br />

ciënt en lozen ze na afl oop van het proces<br />

de restwarmte op lucht of water.<br />

Deze onrechtvaardigheid bracht Hirs<br />

tot een pleidooi voor ‘belasting op toegevoegde<br />

entropie’, een heffi ng op de<br />

in een proces verloren energetische<br />

kwaliteit. Net zoals BTW, belasting op<br />

toegevoegde waarde, een veel zuiverder<br />

heffi ng is dan die op omzet.<br />

Maar het idee is nooit aangeslagen,<br />

waardoor Hirs nu pleit voor grootschaligheid<br />

en het vormen van zoveel<br />

mogelijk gesloten industriële ketens<br />

waarin de restenergie van de een de<br />

bronenergie is van de ander. Aan het<br />

begin van de keten moet een maximale<br />

exergie gerealiseerd worden,<br />

dus de hoogst mogelijke hoeveelheid<br />

hoogwaardige energie die uit een<br />

energiedrager valt te verkrijgen. Hirs:<br />

“Wat betekent dat bijvoorbeeld aardgas<br />

niet gebruikt moet worden voor<br />

lage-temperatuur warmte, maar primair<br />

voor elektriciteitsopwekking, om<br />

arbeid te verrichten en om chemisch/<br />

fysische processen aan de gang te houden.<br />

Daarna kan de daarbij ontstane<br />

warmte worden gebruikt, eerst voor<br />

industriële toepassing, later nog voor<br />

ruimteverwarming.”<br />

‘INDUSTRIËLE LINTBEBOUWING’<br />

Thermodynamica<br />

“Verbranding van biomassa in een<br />

biocentrale? Als je daarmee elektriciteit<br />

maakt, is het totaal energetisch<br />

rendement misschien iets van twintig<br />

perocent. Niet doen dus.” Volgens<br />

Hirs is “wel een heel leuk initiatief”<br />

het gebruik door tuinders van gasgestookte<br />

warmte/krachtcentrales die<br />

maximaal elektriciteit maken en de<br />

bijkomende warmte in eigen bedrijf<br />

gebruiken, plus een koppeling aan een<br />

systeem van warmte/koude-opslag in<br />

de bodem. “Concentreren, integreren<br />

en intensiveren zijn in de glastuinbouw<br />

aan de orde van de dag.”<br />

Volgens Hirs kan Nederland, als het<br />

ophoudt met het verbranden van aardgas<br />

voor lage-temperatuurverwarming,<br />

gekoppeld aan de grootschalige<br />

inzet van warmte- en koude-opslag<br />

met hulp van warmtepompen, ongeveer<br />

eenderde van het huidige binnenlandse<br />

gasgebruik besparen.<br />

En: “We moeten toe naar een concentratie<br />

van activiteiten in grootschalige<br />

industriële complexen, van<br />

een formaat als de Rijnmond, Hoog-<br />

31 - mei / juni 2008 - Shell venSter<br />

ovens, Zuid-Limburg en Delfzijl. De<br />

huidige ‘industriële lintbebouwing’ is<br />

vanuit een oogpunt van thermodynamica<br />

geen goede ontwikkeling. Overigens<br />

hoef je daarvoor de wetten van<br />

de thermodynamica niet te kennen,<br />

het is gewoon een kwestie van gezond<br />

verstand.”


Bij de ontwikkeling van een nieuwe brandstof gebruiken<br />

we niet alleen chemische en technische kennis, maar ook<br />

een creatieve denkwijze. Want als je iets anders wilt<br />

bereiken, moet je ergens anders beginnen. In dit geval<br />

begonnen wij met schoner aardgas en hebben daar een<br />

vloeibare brandstof van gemaakt. Het resultaat?<br />

GTL-brandstof, een diesel die in de geteste auto’s 26-40%<br />

minder roetuitstoot produceerde.<br />

REAL ENERGY SOLUTIONS FOR THE REAL WORLD.<br />

SHELL.NL/REALENERGY

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!