14.11.2014 Views

alle_hens_nr_1_2014_tcm46-210816

alle_hens_nr_1_2014_tcm46-210816

alle_hens_nr_1_2014_tcm46-210816

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Ontzag voor de Doorman<br />

Smeermiddel van CZSK<br />

Alle Hens<br />

01|14


column<br />

Colofon:<br />

Coverfoto: Kersverse 'nauten' zoeken hun<br />

weg op de Karel Doorman die in Vlissingen<br />

wordt afgebouwd. Foto: Sjoerd Hilckmann,<br />

(MCD)<br />

Uitgave:<br />

Alle Hens is een uitgave van de Koninklijke<br />

Marine, geproduceerd door het<br />

Mediacentrum Defensie. Aan de inhoud<br />

kunnen geen rechten worden verleend.<br />

Hoofdredactie:<br />

KLTZSD Robin Middel<br />

Eindredactie:<br />

LTZSD 2 OC Vanessa Strijbosch<br />

Lay-out:<br />

Angela van Klaveren (MCD)<br />

Druk:<br />

OBT B.V., Den Haag<br />

Redactieadres:<br />

Voor adreswijzigingen KM personeel<br />

0223 657386<br />

of Voorlichting.Marine@mindef.nl<br />

4<br />

Het ‘wow-moment’ van de Doorman<br />

Luymes op het droge<br />

Stip aan de horizon<br />

Het is negen jaar geleden dat we het toekomstperspectief voor vloot en mariniers<br />

in de Marinestudie hebben opgeschreven. Hierin hebben we de<br />

verwachte vraag aan onze inzet voor ‘veiligheid op en vanuit zee’ vertaald<br />

naar de ideale mix van personeel en middelen. Met de komst van het Joint<br />

Support Ship is die ideale mix bereikt. Ook als is het volume van onze marine<br />

door de aanhoudende bezuinigingen aanzienlijk verminderd.<br />

Adreswijzigingen Veteranen:<br />

Stichting Veteraneninstituut<br />

Postbus 125 | 3940 AC Doorn<br />

Tel<strong>nr</strong>.: 0343 474 150<br />

Adreswijzigingen betalende<br />

abonnees:<br />

Abonnementenland<br />

Postbus 20 | 1910 AA Uitgeest<br />

Tel<strong>nr</strong>.: 0900 226 52 63 (10ct p/m)<br />

www.aboland.nl<br />

Alle Hens<br />

Postbus 10.000 | 1780 CA Den Helder<br />

Tel<strong>nr</strong>.: 0223 657 660<br />

DSN 209 57660<br />

E-mail: <strong>alle</strong><strong>hens</strong>@mindef.nl<br />

Internet:<br />

www.defensie.nl<br />

Kopijdatum:<br />

De deadline voor het volgende nummer<br />

van Alle Hens valt op 17 februari.<br />

Abonnementenwet<br />

Sinds 1 december 2011 is de nieuwe<br />

Abonnementenwet van kracht. Deze is<br />

van invloed voor abonnementen van<br />

betalende abonnees. Kijk voor meer<br />

informatie op de website www.aboland.<br />

nl en de specifieke pagina voor dit blad/<br />

deze krant.<br />

Waken over veiligheid op zee<br />

24<br />

Van het schip naar de wal<br />

12<br />

Economische context<br />

Met onze mix van mensen en middelen zijn we hofleverancier<br />

van veiligheid op en vanuit zee. Een rol die is te plaatsen in de<br />

economische context van Nederland als handelsland. Het belang<br />

van onze internationale handel blijft immers onverminderd<br />

groot. De Nederlander wordt zich ook meer en meer bewust<br />

van onze economische kwetsbaarheid op zee. Dat is niet<br />

voor niets, want negentig procent van het transport gaat over<br />

zee en voor tachtig procent van onze energievoorziening geldt<br />

hetzelfde. Dit gebeurt vaak via instabiele maritieme regio’s.<br />

Gordel van instabiliteit<br />

Er loopt daarnaast nog altijd een gordel van instabiliteit rond<br />

de wereld. Geweldsescalaties zijn er aan de orde van de dag of<br />

de dreiging ervan is hoog. Grote maritieme conflicten zijn niet<br />

ondenkbaar en de toekomst voor sommige regio’s is onzeker.<br />

Denk bijvoorbeeld aan de spanningen in de Noordelijke IJszee,<br />

de Pacific en de ontwrichtende werking van terroristen en<br />

drugskartels op West Afrika. Maar ook de mijnen- en onderzeebootdreiging<br />

in kwetsbare regio’s en de opbouw van het<br />

maritieme wapenarsenaal in de wereld.<br />

Optimale marinemix<br />

De voorbereiding op maritieme conflicten hoger in het geweldspectrum blijft<br />

daarom onverminderd nodig. Daarbij beperken we ons niet <strong>alle</strong>en tot de zee.<br />

Zestig procent van de wereldbevolking woont op de grens van land en water,<br />

het werkterrein van het Korps Mariniers. Het is daarom zaak dat we onze marinemix<br />

optimaal inzetten. Patrouilleschepen voor anti-piraterij, kustwachttaken<br />

en drugsbestrijding. Het leveren van expeditionaire mijnenjachtcapaciteit.<br />

Fregatten, de Landing Platfrom Docks en het Joint Support Ship gereedstellen voor<br />

inzet in het hogere geweldspectrum. Onderzeeboten blijven inzetten als machtigste<br />

wapen van de krijgsmacht. Onze mariniers laten opereren onder extreme<br />

omstandigheden; zo wijdt de wereld strekt.<br />

We hebben een turbulent decennium achter de rug met bezuinigingen,<br />

reorganisaties, afgestoten vastgoed, schepen en introductie van nieuwe<br />

wapensystemen. Hierdoor hebben we onvoldoende aandacht kunnen<br />

besteden aan gereedstelling voor grote maritieme conflicten. Het wordt<br />

daarom tijd om weer te laten zien, dat we met relatief weinig middelen<br />

een hoogwaardig en slagvaardig operationeel product kunnen leveren.<br />

Een product dat zonder schroom kan worden aangeduid als ‘triple A’:<br />

Active, Adaptive en Affordable. Met ons complete p<strong>alle</strong>t van schepen,<br />

onderzeeboten vlootpersoneel en mariniers zetten we onze strijd voort,<br />

in het belang van Nederland en de welvaart voor onze medelanders!<br />

Abonnementsprijs:<br />

€ 17,02<br />

(buitenland € 21,55 per jaar)<br />

Aanhaling uit en overname van<br />

artikelen uit dit blad is toegestaan<br />

met bronvermelding.<br />

ISSN 0024-0389<br />

En verder:<br />

28<br />

Vice-admiraal Matthieu Borsboom<br />

Commandant Zeestrijdkrachten, Admiraal Benelux<br />

Twitter: @VADMBORSBOOM<br />

31 Logboek | 35 Mensen & Mutaties<br />

Alle Hens | februari <strong>2014</strong><br />

2<br />

3 Alle Hens | februari <strong>2014</strong>


Materieel<br />

Materieel<br />

Joint Support Ship laat zien wat ze in huis heeft<br />

Het ‘wow-moment’ van<br />

de Doorman<br />

1 2 3<br />

1 Het is mogelijk om helemaal rondom de brug te lopen. Voor mensen met hoogtevrees geen aa<strong>nr</strong>ader. | 2 Een 40 tons lift moet het zware materiaal tussen het voertuigen- en<br />

helikopterdek zien te verplaatsen. | 3 Op het voertuigendek wordt de grootsheid van het schip extra geaccentueerd.<br />

“Ik kon niets anders zeggen dan ‘wow’.” Eerste officier, kapitein-luitenant-ter-zee Jos Bloemen,<br />

omschrijft zijn eerste ontmoeting met het imposante schip van de Koninklijke Marine , de Karel<br />

Doorman, als een ‘belevenis’. Met recht. Want wanneer het imposante grijze gevaarte in de verte op<br />

de werf van Damen Schelde opdoemt, wordt dat ‘wow-moment’ des te meer bevestigd. Het nieuwste<br />

en grootste marineschip ooit wordt in Vlissingen afgebouwd en maakt nu al indruk. Niet <strong>alle</strong>en<br />

door haar gestalte. Een rondleiding door het Joint Support Ship laat zien dat dit schip tot veel in<br />

staat is. Tekst: Vanessa Strijbosch | Foto’s: Sjoerd Hilckmann (MCD)<br />

Er wordt hard gewerkt aan één van de steigers op de werf in<br />

Vlissingen. Twee reuzen van kranen rijden op een speciale<br />

rails langs de Doorman. Werklieden lopen af en aan. “Ongeveer<br />

zevenhonderd per dag”, vertelt overste Bloemen. Terwijl<br />

hij probeert om het knersende geluid van één van de kranen<br />

te overstemmen, begint hij de kenmerken van de Doorman<br />

op te sommen. “Het schip is 204 meter lang, kan achttien<br />

knopen varen, kan in totaal driehonderd opvarenden meenemen,<br />

heeft ruimte voor zes NH90 helikopters of twee Chinook<br />

heli’s, heeft twee bevoorradingsmasten, vijf transportliften,<br />

twee operatiekamers…” De opsomming lijkt oneindig<br />

en tijdens de rondleiding komen daar telkens weer nieuwe<br />

mogelijkheden bij.<br />

Voertuigendek:<br />

toegankelijk via stern quarter ramp (100 ton), landing<br />

beach en 40 ton cargo lift. Oppervlakte: 2.350 m2.<br />

Een file van twee kilometer<br />

Op het voertuigendek wordt de grootsheid van het schip extra<br />

geaccentueerd. Ondanks de steigers en ander bouwmateriaal<br />

op het dek oogt de ruimte enorm. Er zou zo een voetbalwedstrijd<br />

gespeeld kunnen worden. Terwijl er een<br />

steekwagentje met een fitnessloopband erop langs rijdt, vertelt<br />

Bloemen trots dat op het voertuigendek twee kilometer<br />

aan voertuigen gestald kan worden. Een 40 tons lift moet het<br />

zware materiaal tussen het voertuigen- en helikopterdek<br />

zien te verplaatsen. De klep van de lift staat open en meteen<br />

is duidelijk dat het hier niet om zomaar een transportlift<br />

gaat. Het schip telt nog vier andere liften, waaronder de 12<br />

tons lift die direct naar de drie dekken beneden gaat waar de<br />

munitiebergplaatsen zich bevinden. Duidelijk wordt dat dit<br />

schip gemaakt is om snel schepen te kunnen bevoorraden en<br />

strategische transporten uit te voeren.<br />

Brug naar buiten<br />

Maar het schip is ook een drijvende haven en is bij uitstek<br />

gemaakt om te voldoen aan bijvoorbeeld de taak van sea basing,<br />

uitvoeren van diverse (strategische) operaties op en<br />

vanuit zee. De 100 ton zware stern quarter ramp, een zes<br />

meter hoge stalen deur achterin de ‘kont’ van het schip, kan<br />

naar buiten openklappen. “Het is de brug naar buiten toe en<br />

kan tot twaalf meter lang strekken tot aan de steiger”, vertelt<br />

Bloemen. Volgens de Eerste Officier dè manier om snel voertuigen<br />

te laden en lossen. Een andere strategische manier<br />

van ontladen op zee gaat met behulp van de landing beach. In<br />

tegenstelling tot de Johan de Witt en de Rotterdam, kunnen<br />

er geen landingsvaartuigen achterin de Doorman varen. Echter,<br />

door de landing beach kunnen voertuigen vanuit het voertuigendek<br />

direct op een Landing Craft Utility (LCU) rijden om<br />

vervolgens vanuit zee aan land gebracht te worden zonder<br />

dat het schip hoeft aan te meren.<br />

Hospitaal:<br />

inclusief twee operatiekamers,<br />

intensive- en medium care,<br />

ziekenboeg, quarantaine ruimte<br />

en tandarts.<br />

Kluwen van kabels<br />

De rondleiding gaat verder. Bij het betreden van weer een<br />

nieuwe ruimte wordt de grootsheid van het schip steeds<br />

meer zichtbaar. Wat ook opvalt is het nog hoge ‘werk-in-uitvoering-gehalte’.<br />

In sommige ruimten hangt een kluwen van<br />

kabels. Volgens Bloemen zo’n zeshonderd kilometer aan<br />

lengte door heel het schip. Er klinken boren en hamers en er<br />

lopen werklieden kris kras door elkaar. Er wordt hard gewerkt<br />

om het schip klaar te krijgen. Ondertussen blijft Bloemen<br />

de mogelijkheden opsommen: dubbele helikopterspots,<br />

twee Landing Craft Vehicle Personell (LCVP), twee FRISC<br />

vaartuigen, twee machinekamers met vier grote twaalf cilinder<br />

en één zes cilinder dieselgeneratoren, een Flyco (waarin<br />

helikopterbewegingen op het dek worden gecoördineerd)<br />

bijna zo groot als de brug, een all ranks bedrijfsrestaurant,<br />

een technologisch hoogstaande wapen- en sensoromgeving,<br />

geïntegreerde mast, acht onafhankelijke computernetwerken.<br />

In de aanloop naar de doop wordt de Karel Doorman<br />

langzaam maar zeker steeds meer voorbereid op haar<br />

eervolle titel als grootste en meest veelzijdig schip ooit.<br />

De mogelijkheden zijn enorm. In al haar veelzijdigheid is<br />

de Doorman nu al een indrukwekkend schip. ↘<br />

Accommodatie:<br />

volledig geconditioneerd<br />

voor 159 vaste bemanning<br />

en 141 opstappers.<br />

Hangar:<br />

geschikt voor 2 Chinook<br />

of 6 NH90 helikopters.<br />

4 5<br />

Alle Hens | februari <strong>2014</strong> Alle Hens | februari <strong>2014</strong>


Materieel<br />

Materieel<br />

Bemanning Karel Doorman bereidt zich voor op de doop<br />

“Mijn eerste indruk?<br />

Wat is die groot!”<br />

↘<br />

Van enorme teleurstelling naar grote vreugde. Binnen een bestek van een<br />

paar maanden kreeg de bemanning van de Karel Doorman te maken met<br />

zeer tegengestelde emoties. Even leek het erop dat wat het meest prestigieuze<br />

schip van de Koninklijke Marine moest worden, als een zeepbel uit<br />

elkaar spatte. De politiek besliste gelukkig anders. De inmiddels negentig<br />

koppen tellende bemanning bereidt zich nu voor op een historisch moment,<br />

begin maart in Vlissingen. De doop van het grootste schip van de Koninklijke<br />

Marine.<br />

Hoofd Technische Dienst<br />

KLTZT Glijn van Marion<br />

"Wij zijn nu bezig met het formeren van de materieelsdienst.<br />

Daarbij draait het in eerste instantie om het opdoen van systeemkennis.<br />

Tijdens onze ronden aan boord wordt ook gekeken<br />

naar kwaliteit geleverd werk en bedienbaarheid en<br />

betrouwbaarheid van systemen. Wij zijn in die zin een paar<br />

extra ogen en oren van de DMO. Er zit veel innovatie in het<br />

schip, maar er is minstens zoveel moeite gedaan om een zo<br />

robuust en betrouwbaar mogelijk schip te maken. Daar is<br />

veel tekenwerk en overleg aan vooraf gegaan. Ik vind het een<br />

eer dat ik op mijn leeftijd op het grootste en nieuwste schip<br />

van de marine mag werken. Ik kijk er naar uit om met de<br />

Doorman voor het eerst naar zee te vertrekken.<br />

Hoofd Logistieke Dienst<br />

KLTZA Inge Prinsen<br />

(v.l.n.r.) MATR1 OD Bart Kleinpenning, MATR1 OD Jill Dirks, MATR1 Pamela van den<br />

Bogaert, MATR1 OD Sander Bruinsma<br />

Chef voortstuwing en energie<br />

SMJRTDE Arnold Krook<br />

“De logistieke dienst is aan boord van de Doorman logischer<br />

opgezet. We hebben geleerd van de Johan de Witt. Zo zit bij<br />

de Doorman <strong>alle</strong>s op één dek bij elkaar. Het bedrijfsrestaurant<br />

is all ranks en <strong>alle</strong> ruimtes van de logistieke dienst zijn<br />

gecentreerd bij elkaar geplaatst. Bureau admin, de bottelier,<br />

het kombuis, de bakkerij en de bergruimten bevinden zich<br />

<strong>alle</strong>maal rondom het bedrijfsrestaurant. Er is ruimte voor<br />

driehonderd opvarenden en de bezetting van de hutten voor<br />

de vaste bemanning is niet meer dan vier personen.”<br />

Dirks: “Mijn eerste indruk van de Doorman? Wat is die groot<br />

zeg! We kijken nu rond en proberen onze weg te vinden.”<br />

Bruinsma: “Ik verheug me erop om hier te gaan werken. Als<br />

nauten zullen we het wel drukker krijgen hier aan boord. Helemaal<br />

als <strong>alle</strong>s in gebruik is en vol staat.” Van den Bogaert: “Ik<br />

loop hier met gemengde gevoelens rond. Ik moet namelijk<br />

volgend jaar de dienst uit. Maar ik vind het wel gaaf dat ik mijn<br />

laatste tijd bij de baas op het grootste schip mag doorbrengen.”<br />

Kleinpenning: “Ik ben net aan boord gekomen en <strong>alle</strong>s is<br />

nog nieuw voor me. Ik zie mezelf hier straks wel staan op de<br />

bak. Dit is de reden waarvoor ik naar de marine ben gegaan.”<br />

“Ik maak al vanaf april 2013 deel uit van de bemanning. Ik<br />

ben ook in Roemenië geweest en mocht daar als aanloopbemanning<br />

ervaring opdoen met de systemen aan boord. We<br />

zijn nu volop bezig om de systemen te leren kennen. Het<br />

schip is immens groot. We zijn drie dagen bezig geweest om<br />

<strong>alle</strong> ruimtes in het schip te zien. Mijn werkterrein is in de machinekamer.<br />

Ik houd me bezig met de generatoren. Laat je<br />

niet misleiden door de Ferrari rode kleur en het Ferrari embleem<br />

op één van de dieselmotoren. De diesels zijn toch echt<br />

van Rolls Royce. De rode kleur was een geintje van de werf in<br />

Roemenië.”<br />

Eerste officier<br />

KLTZ Jos Bloemen<br />

“Toen we hoorden dat het schip verkocht zou worden, sloeg<br />

dat in als een bom. Ik vond het verschrikkelijk om dat de bemanning<br />

te vertellen. Maar we bleven strijdbaar, het was nog<br />

steeds ons schip. Toen kwam het goede nieuws en je zag de<br />

trots meteen weer terug komen. Dat vormt een bemanning<br />

en het stimuleert het saamhorigheidsgevoel. Ik vind het een<br />

belevenis om te zien hoe het schip gereed gemaakt wordt.<br />

Het is zo divers wat er nu <strong>alle</strong>maal gebeurt. Zo veel aspecten<br />

zijn van belang. Dat vergt goede afstemming tussen de diensten.”<br />

↑<br />

6 7<br />

Alle Hens | februari <strong>2014</strong> Alle Hens | februari <strong>2014</strong>


Interview<br />

Interview<br />

“Ik schroom<br />

niet om een<br />

commandant<br />

aan te spreken en<br />

problemen aan te<br />

kaarten.” (foto:<br />

archief MCD)<br />

Vertrouwensband<br />

“De band die ik heb met de admiraal is heel sterk. Dat is ook<br />

niet zo gek. We zijn 24/7 bij elkaar. We delen veel met elkaar<br />

en we hebben echt een vertrouwensband. Dat is bijzonder te<br />

noemen.”<br />

Chef d’equipage CZSK draagt functie over<br />

“Af en toe moet je met je vuisten op tafel slaan.” (Foto: Sjoerd Hilckmann)<br />

Moeilijke boodschappen<br />

“Dat we moesten bezuinigen en reorganiseren stond als een<br />

paal boven water. Wat ik van de bezuinigingen en reorganisatie<br />

vind, doet er niet toe. Ik maakte mij zorgen over de personele<br />

consequenties. Ik zie mij als bewaker van het proces. Als<br />

van een chef d’equipage verwacht wordt dat hij een bepaald<br />

beleid uitdraagt, dan moet je hem ook bij de totstandkoming<br />

ervan betrekken. De admiraal deelde die mening gelukkig.<br />

Wij hebben ervoor gezorgd dat in elke (deel)projectgroep<br />

ook een onderofficier zat. Dat was nog best een strijd.<br />

Ik heb echt slapeloze nachten gehad. Slechte boodschappen<br />

verkondigen is nooit leuk, maar ik had er geen moeite mee.<br />

Tenminste, als ik het maar kon uitleggen. Gelukkig heb ik dat<br />

tot nu toe altijd kunnen doen.”<br />

“Ik ben de olie tussen de radertjes”<br />

Adjudant ODND Walter Kers droeg eind januari na bijna vier<br />

jaar zijn functie van chef d’equipage CZSK en krijgsmachtdeeladjudant<br />

KM over aan adjudant ODND Dirk Harting.<br />

Kers is opv<strong>alle</strong>nd openhartig in zijn afscheidsinterview. “Al<br />

bijna 35 jaar kent men mij als Walter Kers. Ik ben gebleven wie<br />

ik ben. Ik ben gekomen tot waar ik nu ben, door mezelf te<br />

blijven.” Van complimenten en schouderklopjes wil hij niets<br />

weten. Maar als hij het heeft over zijn marine, het personeel<br />

en zijn trotse boodschap, raakt Kers niet uitgesproken. “Wees<br />

trots op jezelf en je collega’s. Zonder ons is er geen marine.”<br />

Tekst: Vanessa Strijbosch<br />

Marineman in hart en nieren<br />

“Ik heb een grote liefde voor de marine. De marine is geen<br />

werk, het is een deel van mijn leven. Het liefste sta ik nog op<br />

een RHIB, ben ik aan het BOZ’en (bevoorraden op zee, red.)<br />

of een brandje aan het blussen. Als zestienjarige matroos<br />

kwam ik dertig jaar geleden binnen bij de marine. Ik heb altijd<br />

bij de nautische dienst gewerkt. Mijn droom was om ooit<br />

chef d’equipage van een groot schip te worden. Dat is gelukt<br />

aan boord van de toen nog Hr.Ms Evertsen. De functies hierna<br />

zag ik als prachtige toetjes. Chef d’equipage zijn voor het<br />

CZSK beschouw ik als een eervolle functie. Ik ben ervoor gevraagd<br />

en ben er trots op dat ik deze rol heb vervuld.”<br />

Boegbeeld onderofficieren<br />

“Het draait niet om mij. Ik ben de olie tussen de radertjes. Ik<br />

zie mezelf als smeermiddel. Als het ergens niet lekker loopt,<br />

dan kan men een beroep op mij doen als hulpmiddel om het<br />

beter te laten draaien. Als chef d’equipage ben je uitvoerder,<br />

begeleider van mensen, adviseur, en bewaker van processen.<br />

Ons personeel is ons grootste kapitaal. We kunnen nog zo’n<br />

groot technologisch hoogwaardig schip hebben, zonder personeel<br />

is het niets waard. Veel personeelszaken komen bij<br />

mij binnen. Ik ben geen verlengstuk van beleid en leiding.<br />

De rol van chef d’equipage is een schakel tussen beleid en<br />

werkvloer.”<br />

Open, eerlijk en trots<br />

“Ik schroom niet om een commandant aan te spreken en<br />

problemen aan te kaarten. Af en toe moet je met je vuisten<br />

op tafel slaan. Als je ergens voor staat, moet je ervoor gaan.<br />

Ik ben niet van het vingertje wijzen. Ik wil mensen laten nadenken<br />

over hun acties. Mijn boodschap heeft met trots te<br />

maken. Niet zozeer op de dingen die je doet, maar ook op<br />

het personeel. Wees trots op jezelf en je collega’s. Zonder ons<br />

is er geen marine.”<br />

“Als van een chef d’equipage<br />

verwacht wordt dat hij een<br />

bepaald beleid uitdraagt, dan<br />

moet je hem ook bij de totstandkoming<br />

ervan betrekken”<br />

The way ahead<br />

“Ik word medewerker voorlichting en communicatie bij het<br />

Veteranen Instituut in Doorn. Ik wil iets doen voor mensen.<br />

Het Veteranen Instituut is er primair voor mensen. Ik ga<br />

voorlichting geven aan aankomende veteranen. Het is mijn<br />

laatste baan voor mijn pensioen. Het voelt een beetje als afscheid<br />

nemen van de marine, maar wel in de wetenschap dat<br />

ik het goed achter laat en in goede handen is bij mijn aflosser.”<br />

↑<br />

8 9<br />

Alle Hens | februari <strong>2014</strong> Alle Hens | februari <strong>2014</strong>


Personeel<br />

Personeel<br />

Medezeggenschapscommissies zetten meningen om in actie<br />

“Meer dan <strong>alle</strong>en een<br />

grote mond”<br />

Zuurpruimen die tegen <strong>alle</strong>s aan lopen te schoppen. Dat beeld heerst er vaak over medezeggenschapcommissieleden,<br />

weet coördinator overlegzaken luitenant-ter-zee tweede klasse Richard Herben.<br />

Totaal onterecht vindt hij. Met de aankomende verkiezingen voor verschillende medezeggenschapscommissies<br />

is het volgens Herben belangrijk dat het personeel begrijpt waarom dit soort groepen<br />

bestaan binnen de marine. “Als je daadwerkelijk iets wil veranderen, word je commissielid.” Tekst:<br />

Johanna van Waardenberg | Foto’s: Sjoerd Hilckman (MCD)<br />

Als coördinator overlegzaken bezoekt Herben regelmatig bijeenkomsten<br />

van verschillende Medezeggenschapscommissies<br />

(MC’s) binnen de marine. Vandaag is hij aanwezig bij een<br />

vergadering op het Marine Etablissement Amsterdam van de<br />

MC Koninklijke Marine Technische Opleidingen (KMTO).<br />

Deze MC richt zich met name op onderwerpen die betrekking<br />

hebben op werving, scholing en plaatsing van technisch<br />

personeel binnen de marine. “Dit is slechts één van de<br />

67 MC’s die de marine heeft”, vertelt Herben. Als commissielid<br />

weet de coördinator veel over deze zelfstandige organen<br />

binnen de organisatie. “Deze club hier is zeer actief en heeft<br />

veel goede resultaten geboekt.” Volgens Herben komt dat<br />

vooral door de betrokkenheid die de leden tonen. “Ik merk<br />

dat hier het centraal belang voorop staat. Dat is zeer belangrijk<br />

bij een MC, omdat de leden een weerspiegeling zijn van<br />

hun achterban.”<br />

Betrokken<br />

Om dit soort resultaten te boeken is het contact met de werknemers<br />

op de werkvloer essentieel. Dat de commissieleden<br />

van de KMTO dit serieus nemen blijkt uit de gesprekken in de<br />

vergadering. Naast hun dagelijkse werkzaamheden blijven zij<br />

bewust van hun taak als commissielid. Scherp blijven en<br />

doorvragen is volgens de leden erg belangrijk. “Collega’s benaderen<br />

mij vaak met onderwerpen voor de MC”, zegt Hans<br />

van Oldenbarneveld. “Het is essentieel dat we hier op in<br />

gaan. Zo zorgen we ervoor dat we zichtbaar worden en een<br />

beter beeld krijgen van wat er nou exact speelt binnen ons<br />

vakgebied.” De onderlinge band tussen de leden speelt hier<br />

ook een rol bij. Tijdens de bijeenkomst blijkt dat de mannen<br />

goed met elkaar overweg kunnen. “Wij moeten het met elkaar<br />

eens zijn voordat we in gesprek gaan”, legt Oldenbarneveld<br />

uit. “Terugkijkend op de afgelopen periode merk ik dat<br />

we hier onze emotie op tafel kunnen gooien. Als MC blijft<br />

het belangrijk dat we als één blok naar buiten treden en dat<br />

is goed gelukt.”<br />

Persoonlijke ontwikkeling<br />

Naast het feit dat de leden iets kunnen betekenen voor hun<br />

collega’s en de organisatie, kan persoonlijke ontwikkeling<br />

ook een reden zijn om MC-lid te worden. Zwemmer: “Je leert<br />

de organisatie veel beter begrijpen, omdat je buiten je eigen<br />

werkveld actief bent. Doordat je over de schutting kunt kijken<br />

bij andere onderdelen groei je als individu en professional.”<br />

Je bent MC-lid voor een periode van twee jaar. Na dit<br />

tijdsbestek kunnen andere geïnteresseerde werknemers zich<br />

kandidaat stellen.<br />

“Iedereen kan zich aanmelden. Bij ons gaat het niet om<br />

de rangen of functie, maar meer om wat je als persoon<br />

kan inbrengen”, besluit Herben. ↑<br />

De medezeggenschapscommissie<br />

Een medezeggenschapscommissie is een zelfstandig<br />

orgaan binnen een organisatie die de belangen behartigt<br />

van werknemers. Binnen de marine hebben de leden van<br />

deze commissie nauw contact met de Hoofd Dienst<br />

Eenheid (HDE). Zij geven gevraagd en ongevraagd advies<br />

aan commandanten en kaarten zaken aan die volgens<br />

hen spelen binnen de organisatie. De MC’s bestaan uit<br />

werknemers met diverse functies. Doordat zij dicht op de<br />

werkvloer zitten hebben zij een goed beeld van wat er<br />

speelt.<br />

Iedereen kan lid worden van een MC ongeacht rang of<br />

functie. Er is geen toestemming nodig van de lijnmanager<br />

om actief deel te kunnen nemen. Het Besluit Medezeggenschap<br />

Defensie zorgt voor een wettelijke ondersteuning<br />

en kent de leden diverse rechten toe, waardoor een<br />

MC zelfstandig haar taak kan uitvoeren. Via de vakbonden<br />

en de coördinator overlegzaken kan informatie<br />

verkregen worden over de verschillende MC’s binnen de<br />

marine.<br />

Reden<br />

Voor de leden van de KMTO is dit dan ook de reden waarom<br />

zij gekozen hebben om onderdeel uit te maken van een MC.<br />

“Je kunt wel een grote mond hebben, maar je moet daar ook<br />

voor uitkomen”, vinden de leden. Een MC zit als het ware tussen<br />

de werknemers en het Hoofd Dienst Eenheid (de commandant,<br />

lijnmanager) en is voor beide partijen een klankboord.<br />

Als voorzitter van de MC KMTO leidt Arie Zwemmer<br />

de gesprekken met de commandant. “De kracht en macht<br />

om bepaalde onderwerpen op de agenda te zetten is al een<br />

succes voor ons”, vertelt hij. “Hierdoor komt een dialoog op<br />

gang en daaruit vloeit altijd wel een verandering.” Diverse<br />

positieve resultaten zijn hierdoor dan ook tot stand gekomen.<br />

Zo heeft de KMTO zich gebogen over ‘het nieuwe werken’.<br />

Hieruit is een regeling gekomen met betrekking op het<br />

thuiswerken. Herben: “Dit is een voorbeeld waar een MC<br />

haar waarde kan tonen. Op beleidsniveau worden bepaalde<br />

beslissingen genomen waar soms invulling ontbreekt. Met<br />

input van de achterban en een gesprek met de HDE is er uiteindelijk<br />

een regeling tot stand gekomen.”<br />

De Medezeggenschapscommissie van de Koninklijke Marine Technische Opleidingen<br />

(KMTO) richt zich met name op onderwerpen die betrekking hebben op<br />

werving, scholing en plaatsing van technisch personeel binnen de marine.<br />

“Als MC-lid groei je als individu en professional.”<br />

10 11<br />

Alle Hens | februari <strong>2014</strong> Alle Hens | februari <strong>2014</strong>


Materieel<br />

Materieel<br />

Luymes op het droge in Harlingen<br />

Zr.Ms. Luymes heeft groot onderhoud gehad. Geen baanbrekend nieuws. Echter, dat dit onderhoud<br />

op een bijzondere manier is uitgevoerd, is wel degelijk het melden waard. Het Hydrografisch<br />

Opnemingsvaartuig werd door de Directie Materiële Instandhouding helemaal naar Harlingen<br />

verhaald zodat het groot onderhoud daar kon plaatsvinden. Shipdock Harlingen nam het schip<br />

onder handen. Tekstbewerking: Vanessa Strijbosch | Foto’s: Ruud Burgers<br />

Zr.Ms. Luymes is het eerste van twee Hydrografisch Opnemingsvaartuigen<br />

(HOV) dat door een extern bedrijf een groot<br />

onderhoud krijgt. Het onderhoud van het platform is bijna<br />

volledig uitbesteed. Met uitzondering van de sensor-, wapen-<br />

en commandosystemen waarvan veel specialistische<br />

kennis nodig is. Het onderhoud is uitgevoerd door Shipdock<br />

Harlingen, een onderdeel van de bekende werf Damen<br />

Shipyards. Voor Damen is de Luymes geen onbekende. Zo is<br />

het schip door Damen in Galatz (Roemenië) en Vlissingen<br />

gebouwd en was Damen Den Helder betrokken bij enkele<br />

modificaties aan het schip die in het recente verleden zijn<br />

uitgevoerd.<br />

Scherper<br />

Een extern groot onderhoud is nieuw voor de instandhoudinggroep<br />

Klein Bovenwater Eenheden van de Directie Materiële<br />

Instandhouding (DMI). Er zijn verschillen met een intern<br />

onderhoud. Zo ligt bij een extern onderhoud meer de<br />

nadruk op de voorbereiding en het controleren van uitgevoerde<br />

werkzaamheden. Ook worden de kosten nog scherper<br />

in de gaten gehouden. Een bijzondere dimensie bij dit<br />

onderhoud is dat de Luymes het eerste HOV is dat een civiele<br />

Lloyds certificering krijgt, een soort APK keuring op het gebied<br />

van de veiligheid.<br />

"Leren van de kennis<br />

en ervaring van een commerciële<br />

werf"<br />

De werf van Shipdock<br />

Harlingen, een onderdeel van<br />

Damen Shipyards.<br />

Korte lijnen<br />

Het verslepen van Den Helder naar Harlingen aan boord van<br />

de Luymes was voor de projectleider luitenant-ter-zee E 1<br />

Marcel van der Biezen een bijzondere ervaring. “Een buitenkansje<br />

om eens in de keuken van een afdeling mee te kijken<br />

waar je normaliter niet gauw mee te maken hebt als techneut.<br />

Met veel respect heb ik zelf mogen ervaren hoe dit in<br />

zijn werk ging. Met name het afmeren ’s avonds laat in Harlingen<br />

was een sterk staaltje vakmanschap, gezien de harde<br />

wind en de zeer beperkte manoeuvreerruimte.”<br />

Van der Biezen ziet de meerwaarde in van het uitbesteden<br />

van groot onderhoud. “Het geeft de mogelijkheid te leren<br />

van de kennis en ervaring van een commerciële werf als Damen.<br />

Zij hebben ruime ervaring in het onderhouden van<br />

particuliere schepen en doen dat volgens andere, maar vergelijkbare<br />

methoden en standaarden.” De kracht van het<br />

Shipdock zit volgens de projectleider in de zeer flexibele<br />

werkhouding, korte lijnen en een bijzonder uitgebreid netwerk<br />

van toeleveranciers en fabrikanten. “Dit maakt het mogelijk<br />

om bijvoorbeeld snel een werkplek te realiseren. Een<br />

telefoontje aan een computerwinkel om de hoek en een paar<br />

uur later staat de laptop gereed, voorzien van de benodigde<br />

software uiteraard.”<br />

Het leereffect werkt twee kanten op. De DMI heeft mede<br />

door de grootte van de organisatie (ongeveer 2000 man) relatief<br />

veel specialisten in vergelijking met het veel kleinere<br />

Shipdock met een kernbezetting van veertig man. Als er bijvoorbeeld<br />

een probleem is met kunststofvloeren, is het prettig<br />

dat de DMI een ervaren specialist kan leveren om samen<br />

met Shipdock en de leverancier een oplossing te vinden.<br />

Eigen aanpak<br />

Het is voor het eerst dat projectleider Van der Biezen een onderhoud<br />

op een locatie als Harlingen meemaakt. “Het zorgt<br />

voor weer nieuwe uitdagingen en vereist soms een geheel<br />

eigen aanpak of benadering. Dit vergt veel meer van een<br />

schip met een kleine bemanning dan wanneer het onderhoud<br />

in Den Helder zou zijn uitgevoerd. Dankzij de uitstekende<br />

samenwerking en de flexibele houding van de bemanning<br />

is er samen veel bereikt.” De commandant van de<br />

Luymes, luitenant-ter-zee 1 Peter Baars, kan de mening van<br />

de projectleider <strong>alle</strong>en maar onderschrijven. “Zodra men ziet<br />

aankomen dat er kans is op vertraging wordt er meteen gevraagd<br />

of het schip open kan blijven voor overwerk. Voor ons<br />

is dit prettig. Het schip houden is geen probleem want het<br />

wachtsvolk blijft toch op de werf en het blijft duidelijk wanneer<br />

wat gaat gebeuren.” Een nadeel vindt Baars dat er op een<br />

commerciële werf ook tijdens de feestdagen de wacht moet<br />

Toch nog even wennen aan<br />

het beeld. De Luymes op het<br />

droge in Harlingen.<br />

worden gelopen door de eigen bemanning. In Den Helder<br />

wordt de wacht verdeeld over <strong>alle</strong> bemanningen van schepen<br />

die binnen zijn.<br />

Feest van herkenning<br />

Voor Gijs van der Molen (Damen Den Helder en oud-medewerker<br />

van de DMI en CZSK) was de hernieuwde kennismaking<br />

in vele opzichten een feest van herkenning. “De betrokkenheid<br />

van de bemanning en de goede samenwerking met<br />

de projectleiding vanuit het CZSK en de DMI was ronduit<br />

prima. Al met al zijn we er erg op gebrand om met dit project<br />

te laten zien waartoe we in staat zijn.”<br />

De Luymes is inmiddels weer terug in haar thuishaven in<br />

Den Helder. De komende tijd concentreert de bemanning<br />

zich op het inbedrijfstellen en het uitvoeren van systeemtesten.<br />

↑<br />

Er is hard gewerkt om het<br />

groot onderhoud voor<br />

februari af te krijgen.<br />

12 13<br />

Alle Hens | februari <strong>2014</strong> Alle Hens | februari <strong>2014</strong>


Operationeel<br />

Operationeel<br />

Eerste operationele inzet Zr.Ms. Zeeland<br />

Klaar voor de Carib<br />

500.000 liter dieselolie, 600 kilo rijst, 1000 pakken hagelslag en 432 potten pindakaas: een kleine greep uit de<br />

paklijst van Zr.Ms. Zeeland. Het schip vertrok eind januari naar het Caribisch gebied. De weken voorafgaand<br />

aan het vertrek maakte de bemanning van het patrouillevaartuig zich gereed voor haar eerste operationele inzet<br />

als stationsschip in de West.. Tekst: Ingmar Kooman | Foto’s: Gerben van Es (MCD)<br />

Kapitein-luitenant-ter-zee Giel van Hoorn, commandant<br />

“Dit is de kroon op het werk. Toen ik drie jaar terug het commando<br />

over de Zeeland kreeg, was het niet meer dan een kaal<br />

stuk staal. Ik heb het schip sindsdien echt tot leven zien komen:<br />

de plaatsing van de motoren, de komst van de bemanning.<br />

En nu dan onze eerste opdracht. Zr.Ms. Friesland en<br />

Holland hebben aangetoond dat we in de West echt het verschil<br />

kunnen maken. Met onze snelle onderscheppingsvaartuigen<br />

en ons sensorenpakket is deze scheepsklasse helemaal<br />

toegesneden op de operaties daar. Wij bouwen voort<br />

op de lessen van onze zusterschepen. Technische kinderziektes<br />

zijn door de Defensie Materieel Organisatie en de werf<br />

aangepakt. We varen uit met een robuust team en we gaan<br />

dus ook technisch goed voorzien op reis. Deze reis gaan we<br />

nog intensiever samenwerken met de Amerikanen. Voor het<br />

eerst krijgen we een helikopter van de US Coast Guard aan<br />

boord. De combinatie van schip, heli, FRISC’s en het Amerikaanse<br />

boardingteam is ideaal. We hebben dus een heel dynamische<br />

reis in het vooruitzicht.”<br />

Korporaal ODND Dana Veldman, kwartiermeester<br />

“Vier jaar terug ben ik met de Van Speijk in de West geweest.<br />

Ik weet dus wat me te wachten staat. Onze FRISC’s vormen nu<br />

een groot pluspunt bij onze drugsbestrijdingsoperaties. Het<br />

varen daarmee is echt een droom. Door onze training zijn we<br />

goed voorbereid op het onderscheppen van drugsboten. De<br />

FRISC is daar een uitstekend vaartuig voor. En met het Amerikaanse<br />

boardingteam aan boord weet je bijna zeker dat je<br />

actie krijgt, elke keer dat je eruit gaat. Vier maanden weg,<br />

natuurlijk vinden ze dat thuis niet leuk. Maar weten ze dat dit<br />

echt mijn ding is. En uiteraard zijn ze jaloers dat ik straks vier<br />

maanden in het Caribisch gebied zit.”<br />

Luitenant-ter-zee 3 Ronald Donker, officier van de wacht<br />

in opleiding<br />

“De plaatsing op de Zeeland was mijn eerste keuze. Een kleine<br />

bemanning, dus je kunt iedereen snel leren kennen. De<br />

oceangoing patrol vessels zijn ook het nieuwste van het nieuwste.<br />

Bijna <strong>alle</strong>s werkt elektronisch. De roerganger en officier<br />

van de wacht varen in principe het schip. Ik mag onze eerste<br />

haven, Key West, voorbereiden en binnenvaren. Daarvoor<br />

zoek ik <strong>alle</strong> praktische dingen over de haven uit. Wat zijn de<br />

vaarroutes, op welke frequenties zitten de verkeerscentrales,<br />

wat zijn de getijden enzovoort. De officier van de wacht kijkt<br />

over mijn schouder mee. Hoe meer ik vaar, hoe eerder ik zelfstandig<br />

de leiding krijg. Ik heb er ontzettend veel zin in. En<br />

met de Cariben heb ik meteen één van de mooiste bestemmingen<br />

te pakken. Mijn kitesurfspullen en duikuitrusting<br />

zijn al aan boord!”<br />

Matroos 1 LDGB Glenn Stam, magazijnbeheerder<br />

“Na twee uitzendingen bij Somalië, met de Zuiderkruis en de<br />

Rotterdam, is dit even heel iets anders. Op een OPV krijg je<br />

veel verantwoordelijkheid. Hard werken dus, maar dat vind<br />

ik <strong>alle</strong>en maar prettig. Vooral deze laatste dagen voor vertrek<br />

is het flink aanpoten voor ons tweetjes van het Bureau Bevoorrading.<br />

Behalve mijn werk als magazijnbeheerder ben ik<br />

lid van het boardingteam. Als de Amerikanen ons ergens op<br />

af sturen, sta ik vooraan. Mochten we een schip boarden,<br />

dan is het ondermeer aan mij om het bewijs veilig te stellen.<br />

Ik verwacht dat het een spannende en leuke trip gaat worden.<br />

Ook hoop ik dat we veel vangen. Zusterschip de Friesland<br />

onderschepte tijdens hun inzet 1.200 kilo drugs. Dat<br />

willen we natuurlijk overtreffen!”<br />

Sergeant-majoor TDE Mike Hanssen, chef materieelsdienst<br />

“Al onze aandacht is nu gericht op het vertrekgereed maken<br />

van het schip. We gaan vierenhalve maand weg, dus we pakken<br />

nu zoveel mogelijk zaken op. Onze twee FRISC’s zijn<br />

onze belangrijkste wapens in de West, dus het is belangrijk<br />

dat ze <strong>alle</strong>bei in perfecte operationele staat zijn. Ik zit al 28<br />

jaar bij de marine, maar dit is de eerste keer dat ik de oceaan<br />

oversteek. Heel erg gaaf. Onderweg schijnt het soms flink te<br />

spoken, met golven tot wel vijftien meter. Mijn vrouw staat<br />

er vier maanden <strong>alle</strong>en voor. Die vindt het wel lastig, zeker<br />

met een kleine van negen jaar. Maar in de midterm komen zij<br />

en mijn dochter over. Daar zien ze nu al naar uit. De NOST<br />

(opwerkperiode, red.) was een heel zware, maar ook waardevolle<br />

periode. Ik weet wat nu we in huis hebben. Jong en oud<br />

werken ontzettend prettig samen. Het is een fijne club, een<br />

tweede familie.” ↑<br />

14 15<br />

Alle Hens | februari <strong>2014</strong> Alle Hens | februari <strong>2014</strong>


operationeel<br />

operationeel<br />

“Na het noodsignaal<br />

hoorden we niets meer”<br />

Marinier 1 Dion Manuputty<br />

Leeftijd:<br />

24 jaar<br />

Functie:<br />

MAG schutter bij de 1st Raiding<br />

Section van 2nd Raiding Troop<br />

Wapenfeiten:<br />

sinds augustus 2013 ingezet<br />

voor een Vessel Protection Detachement<br />

ter beveiliging van Nederlandse<br />

koopvaardijschepen.<br />

Tekstbewerking: Vanessa Strijbosch |<br />

Foto: Rob Gieling<br />

“Ik ben geplaatst geweest aan boord van het koopvaardijschip<br />

de Eemsgracht van rederij Spliethoff. Een VPD team<br />

bestaat uit elf man. De commandant, een opvolgend commandant,<br />

een Algemeen Militair Verzorger (AMV) en een beveiligingsteam.<br />

Mijn taak binnen het VPD team is beveiliger.<br />

Het beveiligingsteam bestaat uit een korporaal en zes mariniers<br />

waarvan één marinier naast beveiliger ook Combat Life<br />

Saver is.<br />

De Eemsgracht heeft een Nederlandse kapitein en een Nederlandse<br />

Chief Engineer. De rest van de bemanning was van Filippijnse<br />

afkomst. Er werkte een Filippijnse kok aan boord die<br />

zelfs boerenkool, erwtensoep en hutspot bereidde! Ondanks<br />

dat er aan boord geen sportruimte was, hebben wij samen<br />

met de bemanning kunnen sporten in het ruim met zelfgemaakte<br />

gewichten. Het contact met de bemanning van de<br />

Eemsgracht was erg goed. De bemanning hielp ons met het<br />

plaatsen van de metalen platen en zandzakken voor de MAG<br />

posten. Alle basisbeveiligingsmaatregelen, zoals prikkeldraad,<br />

een citadel en tralies voor de ramen waren <strong>alle</strong>maal al<br />

aangebracht door de bemanning van het schip.<br />

Toen we door de Internationally Recommended Transit Corridor<br />

(IRTC) ten noorden van Somalië ontving De Eemsgracht een<br />

noodsignaal van een ander koopvaardijschip. Het signaal<br />

kwam van een schip dat veertig mijl voor ons op onze route<br />

voer in de IRTC. Na dit bericht hebben we niets meer vernomen<br />

van dit schip. Toen wij drie uur later op de locatie voeren<br />

waar het signaal vandaan kwam, hebben wij een skiff<br />

waargenomen. Met onze kijkers zagen we dat de achterzijde<br />

van de skiff met een doek was afgezet en aan de voorzijde<br />

waren meerdere personen zichtbaar. Later meldde het operatiecentrum<br />

dat het schip inderdaad door piraten was aangev<strong>alle</strong>n.<br />

De aanval mislukte. Het toont weer aan dat beveiliging<br />

op koopvaardijschepen echt noodzakelijk is.” ↑<br />

16 17<br />

Alle Hens | februari <strong>2014</strong> Alle Hens | februari <strong>2014</strong>


Veilige vaart<br />

Ze vertrokken op hetzelfde moment, maar gaan elk naar een andere<br />

operationele omgeving. Zr.Ms. Evertsen en Zr.Ms. Zeeland voeren zondag<br />

26 januari de haven van Den Helder uit en zette koers naar de wateren<br />

rond Somalië en de Caribische Zee. Beide schepen worden voor vier<br />

maanden ingezet. Het afscheid op de kade vlak voor vertrek is voor veel<br />

bemanningsleden altijd een moeilijk moment. Menig traantje vloeit en<br />

laatste omhelzingen en zoenen worden gegeven. Het luchtverdedigingsen<br />

commandofregat Zr.Ms. Evertsen gaat aan het werk voor Ocean Shield.<br />

Deze maritieme NAVO-missie richt zich primair op het terugdringen van<br />

piraterij en het beschermen van kwetsbare scheepvaart in de Golf van<br />

Aden en het Somalisch Bassin. Het patrouilleschip Zr.Ms. Zeeland gaat<br />

dienst doen als stationsschip voor de Commandant Zeemacht Caribisch<br />

gebied. Op pagina 14 en 15 is te zien en lezen hoe de bemanning van de<br />

Zeeland zich voorbereidde op haar eerste operationele inzet.<br />

Foto: John van Helvert<br />

18 19<br />

Alle Hens | februari <strong>2014</strong> Alle Hens | februari <strong>2014</strong>


Opleiding<br />

Opleiding<br />

Defensie Vaarschool nu op het<br />

Koninklijke Instituut voor de Marine<br />

Nautische<br />

kennis<br />

onder één<br />

dak<br />

Elk leslokaal<br />

ademt de sfeer<br />

van het aloude<br />

traditionele<br />

nautische vak uit.<br />

Decca Navigator<br />

“Het is praktischer om het bij elkaar houden. Anders blijf je<br />

op en neer pendelen”, vertelt Savelberg in haar nieuwe kantoor<br />

op de eerste verdieping van het gebouw Klooster. Op<br />

één van haar kasten staat een oud navigeersysteem, de Decca<br />

Navigator MK21. “Hoe oud die exact is, weet ik eigenlijk niet,<br />

maar deze werd wel ver voor mijn tijd bij de baas gebruikt.<br />

Prachtig hoe dat toen nog ging”, aldus Savelberg die sinds<br />

afgelopen zomer de dagelijkse leiding heeft over de Defensie<br />

Vaarschool.<br />

zeewachtstandaard K. “En we zijn verantwoordelijk voor de<br />

FRISC opleiding op Texel, verzorgen de NAVO-opleiding en<br />

lessen in Radar Navigator en ECDIS”, voegt Savelberg daar<br />

aan toe.<br />

Knopen en steken<br />

Dat de DVS een echt ouderwets schools karakter heeft, wordt<br />

niet onder stoelen of banken gestoken. Elk leslokaal ademt<br />

de sfeer van het aloude traditionele nautische vak uit. Zeekaarten<br />

liggen verspreid op tafels en overal hangen knopen-<br />

Boven de deur hangt nog het oude naambord<br />

‘nautische wetenschappen’. “Dat moet nog<br />

vervangen worden”, geeft luitenant-ter-zee 1<br />

Kirsten Savelberg, het hoofd van de Defensie<br />

Vaarschool, direct aan. De Defensie Vaarschool<br />

verhuisde begin januari naar het Koninklijk<br />

Instituut voor de Marine aan het Nieuwe Diep in<br />

Den Helder. Een rondgang laat zien dat de deze<br />

co-locatie nu al haar vruchten afwerpt. Tekst:<br />

Vanessa Strijbosch | Foto’s: John van Helvert<br />

“Het is praktischer om het bij elkaar te<br />

houden. Anders blijf je op en neer<br />

pendelen”<br />

Defensie Vaarschool is joint. Een les in vaarbewijzen aan mariniers wordt door een<br />

landmacht instructeur verzorgd.<br />

Hoofd Defensie Vaarschool, LTZ1 Kirsten<br />

Savelberg: “Iedereen die te maken heeft<br />

met varen, in welke vorm dan ook, kan hier<br />

terecht.”<br />

Alle nautische kennis onder één dak. Praktischer kan haast<br />

niet. Het is één van de redenen voor de samenwerking tussen<br />

het Koninklijk Instituut voor de Marine (KIM) en de Defensie<br />

Vaarschool (DVS). In november 2012 bezegelden zij hun<br />

voornemen tot co-locatie met het ondertekenen van een samenwerkingsovereenkomst<br />

tussen beide partijen. Het KIM<br />

en de DVS maken al langer gebruik van elkaars expertise voor<br />

opleidingen en trainingen op het gebied van militaire navigatie.<br />

Deze bestaande samenwerking wordt vanaf nu vergroot,<br />

doordat beide partijen gezamenlijk gebruik maken<br />

van de ‘Ship Handling Simulator’, de nieuwe vaar- en manoeuvreersimulator<br />

op het KIM. Door de samenwerking worden<br />

de militaire zeemanschappelijke en navigatie opleidingen<br />

geclusterd op één locatie.<br />

Voldoende gekwalificeerd personeel<br />

“Opleiden van defensiepersoneel op navigatorisch- en zeemanschappelijk<br />

vlak voor het veilig inzetten van (militaire)<br />

vaartuigen.” Het is de missie zoals die is verwoord in het Definitieve<br />

Reorganisatieplan van de DVS in 2009. “Er zijn maar<br />

weinig militairen die de vaarschool niet kennen”, vertelt<br />

Savelberg trots. “Van matroos en marinier tot aan officier.<br />

Hier leren de nauten de kneepjes van het vak.” De DVS kent<br />

twee hoofdtaken. De Vaarschool levert de nautische expertise<br />

op het gebied van navigatie, zeemanschap, manoeuvreren<br />

en communicatie. Een andere taak is het verzorgen en ontwikkelen<br />

van opleidingen om zo voldoende gekwalificeerd<br />

personeel af te leveren voor militaire operaties. In de praktijk<br />

komt dat onder andere neer op de militaire vaarbevoegden<br />

die nodig zijn voor varen op binnen- en kustwateren, en<br />

borden. Eén lokaal spant de kroon en is compleet uitgerust<br />

op het zo goed mogelijk leren van de diverse knopen en steken,<br />

vlaggen en tekens. “Dit is de eerste vakopleiding voor<br />

matrozen”, aldus chef Defensie Vaarschool adjudant ODND<br />

Willem Vroom. “Als ze het hier niet goed onder de knie krijgen,<br />

leren ze het nooit.”<br />

“Het groene pak valt hier niet uit de toon”, benadrukt<br />

Savelberg het paarse karakter van de school. En dat blijkt<br />

dan ook als op hetzelfde moment een paar lokalen verderop<br />

een les in vaarbewijzen aan mariniers wordt gegeven<br />

door een landmacht instructeur. Het had net zo makkelijk<br />

een marine of marechaussee instructeur kunnen<br />

zijn. “Iedereen die te maken heeft met varen, in welke<br />

vorm dan ook, kan hier terecht.” ↑<br />

20 21<br />

Alle Hens | februari <strong>2014</strong> Alle Hens | februari <strong>2014</strong>


software<br />

historie<br />

Zr.Mr. Tromp over op SAP<br />

Alles op de virtuele plank<br />

Als eerste luchtverdedigings- en commandofregat is Zr.Ms. Tromp over op SAP. De marine werkt<br />

door de invoering van dit systeem effectiever en efficiënter. Één informatiesysteem ondersteunt nu<br />

de hele materieel logistieke en financiële bedrijfsvoering van Defensie. “De afronding van het<br />

project is geen einde, maar juist een begin van het werken met SAP ”, benadrukt plaatsvervangend<br />

programma manager kapitein-luitenant-ter-zee van de technische dienst Robert Leonhart. Na de<br />

Tromp volgen nog andere schepen. Tekst: Rosalien van Damme | Foto: Sjoerd Hilckmann<br />

“Nu kijk ik of<br />

de buurman het heeft”<br />

Unieke<br />

schroef voor<br />

marine<br />

Het Marinemuseum heeft een nieuwe aanwinst. Een replica<br />

van de zogenaamde Manginschroef die het Maritieme Research<br />

Instituut Nederland (MARIN) begin januari cadeau<br />

deed aan het CZSK ter afsluiting van het jubileumjaar<br />

‘Koninklijke Marine, 525 jaar innovatief’. Een mooie aanleiding<br />

om eens te duiken in de geschiedenis van de scheepvaart<br />

en de ontwikkeling van de scheepsschroef. Tekst: Nina de Lange<br />

SAP verbindt <strong>alle</strong> magazijnen met elkaar. Niet <strong>alle</strong>en op zee,<br />

ook aan wal en op het hoofdkwartier komt informatie beter<br />

beschikbaar. Daarmee wordt al het materieel binnen Defensie<br />

overzichtelijk. “Dat scheelt in de kosten, want onderdelen<br />

worden minder makkelijk ‘vergeten’ of dubbel besteld”,<br />

legt Leonhart uit. Alles staat op een virtuele plank: van de<br />

kleinste moertjes tot de meest bijzondere wapenonderdelen.<br />

“Maar als je iets van de echte plank wilt pakken, moet<br />

het er wel zijn”, benadrukt Leonhart. “Alle onderdelen moeten<br />

daarom op de juiste manier in het systeem staan en dat is<br />

een tijdrovende klus.”<br />

Hoge eisen<br />

Projectleider Vloot luitenant-ter-zee der eerste klasse Frans<br />

Boogert kan daar over meepraten. “SAP stelt hoge eisen aan<br />

datakwaliteit”, vertelt hij. “SAP wil <strong>alle</strong>s weten, van de omvang<br />

tot het gewicht.” Elk artikel moet uitvoerig zijn gespecificeerd.<br />

“Dit project is een uitdaging”, gaat Boogert verder.<br />

“We hebben te maken met zeer gecompliceerde systemen,<br />

die vervangen moeten worden door SAP. Daarnaast is het een<br />

Defensiebreed project en hebben we te maken met een paarse<br />

bedrijfsvoering. In het begin kampte SAP met onbekend-<br />

Generaal-majoor der mariniers Rob<br />

Verkerk en brigadegeneraal Joost<br />

van Duurling kijken samen met<br />

bemanningslid SMJRWDE Andy van<br />

der Plas hoe het systeem aan boord<br />

live gaat.<br />

heid en zaten we midden in een reorganisatie. Ik begon met<br />

maar twee werknemers. Nu zijn dat er gelukkig tien.”<br />

Tijdwinst<br />

Voor de livegang van de Tromp zijn zestien bemanningsleden<br />

opgeleid om met het systeem te werken. “Nu kijken we<br />

direct in de keuken van een ander schip”, vertelt systeemchef-1<br />

sergeant-majoor WDE Andy van der Plas enthousiast.<br />

“Stel, een onderdeel van een wapensysteem is defect en aan<br />

vervanging toe. Via SAP krijg ik direct inzicht in een magazijn<br />

aan boord van een ander schip of aan wal.” Daardoor kan Van<br />

der Plas een betere tijdschatting geven wanneer apparatuur<br />

weer operationeel gereed is, omdat er geen personen meer<br />

tussen zitten. “Nu kijk ik of de buurman het heeft en het onderdeel<br />

direct kan leveren.”<br />

SAP levert tijdwinst op. Maar de bemanning moet ook<br />

aan het nieuwe systeem wennen. “Dat is logisch”, vindt<br />

Van der Plas . “Het is net als bij de invoering van peoplesoft.<br />

Daar had iedereen in het begin ook moeite mee,<br />

maar nu weet niemand beter en kunnen we niet meer<br />

zonder.” ↑<br />

Begin 19e eeuw: opkomst radarstoomboot<br />

Met de uitvinding van de stoommachine kwam er ook een nieuw<br />

scheepstype in de wereld van de zeilvaart. Deze nieuwe ontwikkeling, de<br />

radarstoomboot, was een schip dat werd voortgestuwd met schoepe<strong>nr</strong>aderen.<br />

Deze schepen waren niet meer afhankelijk van de weersomstandigheden<br />

of het getij, maar toch waren ze niet geschikt om als oorlogsschip<br />

ingezet te worden. De militaire inzet van het schip blijft beperkt tot<br />

ondersteunende taken als sleepboot of verbindingsvaartuig. Halverwege<br />

de negentiende eeuw begint de ontwikkeling van de scheepsschroef, of ‘<br />

waterschroef’ en hiermee wordt het einde van de raderstoomboot<br />

ingeluid.<br />

Halverwege 19e eeuw: scheepsschroef voor zeil- en radarschepen.<br />

Gedurende de jaren veertig van de negentiende eeuw zijn de prestaties<br />

van stoommachines en die van schoepe<strong>nr</strong>aderen dusdanig toegenomen<br />

dat de schepen groter worden en met geschut uitgerust kunnen worden.<br />

De voorstuwing van deze nieuwere schepen bestond uit een combinatie<br />

van stoom- en zeilvermogen. Toch bleken ze onder deze nieuwe<br />

omstandigheden ongeschikt als oorlogsschip. De schoepe<strong>nr</strong>aderen waren<br />

te kwetsbaar voor vijandelijk kanonvuur en ze vertraagden de vaart onder<br />

zeil. Vandaar dat er met de komst scheepsschroef, in de jaren daarna,<br />

gezocht wordt naar een oplossing voor zeilschepen met hulpstoomvermogen.<br />

In die tijd heerste de opvatting dat een modern oorlogsschip<br />

naast zeilvermogen ook over hulpstoomvermogen moest beschikken. Dit<br />

zou schepen in staat stellen om beter te manoeuvreren. Toch veroorzaakte<br />

de scheepsschroef dezelfde vertraging onder zeil- en radarschepen. De<br />

buiten bedrijf gestelde schroef veroorzaakte weerstand en trillingen<br />

wanneer het schip onder zeil was.<br />

Eind 19e eeuw: Manginschroef<br />

Een innovatieve schroef moest de oplossing bieden voor<br />

gecombineerde zeilstoomschepen. De Franse marineingenieur<br />

Amédée Mangin ontwierp een tweebladige<br />

schroef waarvan de delen recht achter elkaar, in tandem,<br />

waren geplaatst. Wanneer deze schroef in verticale stand<br />

werd vastgezet ondervond het schip dat onder zeil voer<br />

zeer weinig weerstand. In 1851 presenteerde Amédée<br />

Mangin de oplossing in de vorm van de Manginschroef.<br />

Wereldwijd zijn er geen schroeven meer van dit type, dus<br />

het Marinemuseum krijgt op deze manier een uniek<br />

model in haar collectie.<br />

22 23<br />

Alle Hens | februari <strong>2014</strong> Alle Hens | februari <strong>2014</strong>


langszij bij<br />

langszij bij<br />

Waken over veiligheid op zee<br />

Het is 03.00 uur ‘s nachts. Bram Bregman heeft de wacht in het operatiecentrum van Kustwacht<br />

Nederland. De dertigjarige watchofficer tuurt naar zijn scherm en neemt nog eens een slok van zijn<br />

sterke koffie. Het lijkt erop dat dit een rustige nacht gaat worden. Maar dat is ook wel eens anders<br />

geweest. Zijn gedachten dwalen af naar memorabele momenten in zijn nog prille kustwachtcarrière.<br />

Tekst: Vanessa Strijbosch | Foto’s: John van Helvert<br />

“Een redder in nood? Nee, zo zie ik mij helemaal<br />

niet”, lacht Bregman als hem gevraagd<br />

wordt hoe hij kijkt naar zijn functie als watchofficer<br />

bij de Kustwacht Nederland. “Daar ben<br />

ik veel te nuchter voor.” Toch vervult Bregman<br />

samen met zijn vier collega’s een cruciale<br />

rol als het gaat om het toezien op en<br />

handhaven van de veiligheid op zee. En dan<br />

welteverstaan de territoriale wateren van de<br />

Noordzee, de Waddenzee, het IJsselmeer en<br />

de Zuidhollandse en Zeeuwse Stromen. Een<br />

verantwoordelijke functie die continue<br />

alertheid vereist. “Primair behandel ik <strong>alle</strong> search&rescue incidenten<br />

(mensen in nood op zee, red.) die hier binnenkomen.<br />

Van het aannemen van de eerste noodoproep tot aan<br />

de afhandeling van de case. Dan is het heel belangrijk dat je<br />

<strong>alle</strong> systemen waarmee gewerkt wordt, goed kent. Ook moet<br />

je feilloos kunnen inspelen op de verschillende soorten incidenten.<br />

Het is een dynamische wereld.”<br />

Scheepsramp<br />

Die dynamiek vertaalt zich regelmatig in bijzondere situaties,<br />

weet Bregman. Hij herinnert zich nog goed hoe hij op 5<br />

december 2012 om kwart over zeven ’s avonds op post zat en<br />

er een noodalarm binnen kwam. “Bij die eerste melding wist<br />

ik al meteen dat dit heftig was.” Het ging om het acht dekken<br />

tellende autotransportschip dat in het Nederlandse deel van<br />

de Noordzee in aanvaring was gekomen met een containerschip.<br />

Een ware scheepramp. Binnen vijftien minuten zonk<br />

het kolossale schip. Elf opvarenden kwamen om het leven.<br />

Heftige avond<br />

“Na de eerste noodoproep kregen we geen contact meer. Je<br />

voelt hoe de adrenaline stijgt in je lichaam. Dan is het zaak<br />

om rustig te blijven en zo snel mogelijk reddingseenheden<br />

op pad te sturen. Om half elf ’s avonds werd ik afgelost door<br />

de nachtploeg. Toen kwam ik erachter dat ik niet eens had<br />

gegeten. Het was een heftige avond.” Als oud-marinier en<br />

veteraan leerde Bregman om te gaan met crisissituaties. Hij<br />

zegt geen sterke emoties te voelen terugkijkend op deze<br />

avond. “Ik zit letterlijk op een afstand en word er minder<br />

mee geconfronteerd dan bijvoorbeeld de redders ter plaatse.<br />

Het is verschrikkelijk triest dat er slachtoffers zijn gev<strong>alle</strong>n.<br />

Maar we hebben ook dertien mensenlevens gered. Daar leg<br />

ik mijn focus op.”<br />

“Ik zie mezelf niet<br />

als redder in nood”<br />

Puzzelen<br />

“De wereld wordt je werkgebied”, vat Bregman zijn werkzaamheden<br />

voor de Kustwacht samen. “Door de verregaande<br />

ontwikkelde satellietcommunicatie wordt de wereld steeds<br />

kleiner” legt hij uit. “Zo is het eens voorgekomen dat voor de<br />

kust van Angola een noodoproep van een schip bij ons binnenkwam.<br />

Dan is het even puzzelen en goed uitzoeken hoe<br />

je zo’n zaak moet oplossen. Het lukt niet altijd maar vaak wel<br />

en dat geeft dan een voldaan gevoel.” Het is juist deze veelzijdigheid<br />

die Bregman aanspreekt, stelt hij. “Een acht tot vijf<br />

baan is niets voor mij. Geen dag is hier hetzelfde. Je doet het<br />

hier echt ergens voor met elkaar. Die instelling heb ik vanuit<br />

het korps meegekregen en daar kan ik hier ook prima mee<br />

uit de voeten.”<br />

Als watchofficer<br />

in het<br />

operatiecentrum<br />

krijgt Bregman<br />

vaak de eerste<br />

noodoproepen<br />

binnen.<br />

“De wereld wordt<br />

je werkgebied.”<br />

Het Kustwachtcentrum valt onder het Commando Zeestrijdkrachten en is<br />

gevestigd op de Marinehaven in Den Helder. Het centrum fungeert als<br />

coördinatie- en communicatiecentrum, is 24/7 bezet en telt een bemensing<br />

van vijf functionarissen: de duty officer, drie watch officers en een law<br />

enforcement officer.<br />

Het Kustwachtcentrum<br />

zetelt in het hartje van de<br />

marine in Den Helder.<br />

“Wakend in dienstbaarheid.” Het is de lijfspreuk van de<br />

Kustwacht. “Een prachtige organisatie om voor te werken”,<br />

vindt Bregman. “De Kustwacht is een hele belangrijke<br />

partner in het geheel van organisaties en middelen<br />

om Nederland nog veiliger te maken”, vat hij samen. “Ik<br />

ben niet zozeer trots op mezelf, maar heb wel het gevoel<br />

dat ik hier een bijdrage aan lever. Dat geeft een goed gevoel.”<br />

↑<br />

Alle Hens | februari <strong>2014</strong><br />

24<br />

25 Alle Hens | februari <strong>2014</strong>


Reorganisatie<br />

Reorganisatie<br />

Enquête moet meer inzicht geven op het gebied van kennismanagement<br />

Kennis is macht,<br />

kennis delen is kracht<br />

“Kennis is macht.” Voor velen een bekende uitdrukking. Drs. Paul Bleecke, projectleider transitieteam<br />

CZSK, zou daar nog een extra zin aan toe willen voegen: ...kennis delen is kracht. Bleecke is de<br />

aanjager van het project Kennismanagement, een voortvloeisel van de reorganisatie. Hij is benieuwd<br />

of het CZSK optimaal gebruik maakt van het delen en borgen van kennis. Binnenkort wordt<br />

dat vastgesteld met een enquête. Tekst: Vanessa Strijbosch | illustratie: Angela van Klaveren<br />

Vaak wordt gesproken over ‘lessons learned’, de leermomenten<br />

en dingen die beter hadden gekund. In evaluaties en briefings<br />

komen deze vaak voorbij. Maar wat gebeurt er daarna<br />

mee? Hoe wordt deze kennis overgedragen en waar wordt<br />

die geborgd? Paul Bleecke is benieuwd in hoeverre het CZSK<br />

optimaal gebruik maakt van het uitwisselen van kennis. De<br />

projectleider is een groot voorstander van kennismanagement.<br />

Een begrip dat zich moeilijk laat uitleggen, beseft hij.<br />

Toch doet hij een poging.”Eerst moet je begrijpen wat kennis<br />

is. Kennis is geen schoolopleiding of diploma. Het is een<br />

combinatie van informatie, ervaringen en vaardigheden die<br />

mensen in de loop van de jaren opdoen. Dit p<strong>alle</strong>t is de kennis<br />

die men bij zich draagt en geeft een vermogen om een<br />

taak uit te voeren.”<br />

“We mogen de kennis<br />

niet kwijtraken”<br />

Leren zwemmen<br />

Bleecke illustreert dit aan de hand van een praktijkvoorbeeld.<br />

“Als je leert zwemmen, wil je dat in een geschikte omgeving<br />

doen. Dat doe je in een zwembad. Maar er moet meer<br />

zijn dan dat. Er moet de juiste informatie (instructie) zijn en<br />

iemand die het je kan leren. Diegene heeft ervaring waar jij<br />

weer van kan profiteren. Maar het belangrijkste is, dat je er<br />

wat mee moet doen. Hoe meer ervaring je opdoet en leert<br />

van andermans fouten, hoe sneller en beter je leert zwemmen.”<br />

Wiel opnieuw uitvinden<br />

Bleecke gaat nog een stapje verder en omschrijft het begrip<br />

‘kennismanagement’ aan de hand van twee soorten kennis:<br />

de expliciete (de geschreven kennis, vastgelegd in documenten<br />

en instructies) en de impliciete (de kennis in je hoofd,<br />

ervaringen en vaardigheden die niet makkelijk over te dragen<br />

zijn). “Als een organisatie echt aan kennismanagement<br />

wilt doen, dan moet zij eerst de keuze maken aan welke kennis<br />

behoefte is. Met andere woorden: welke kennis is van<br />

belang voor een organisatie om succesvol te zijn?” Volgens<br />

Bleecke wringt de schoen in het wegvloeien van de kennis.<br />

Daar gaat het volgens hem vaak mis. “Dat komt door pensionering,<br />

functiewisselingen, reorganisaties en vertrek van<br />

medewerkers. Het personeel doet in de loop der jaren veel<br />

kennis op, wordt specialist in een bepaald vakgebied. Het<br />

zou mooi zijn wanneer zij hun kennis en ervaringen op papier<br />

zetten of op een andere manier delen met collega's. Als<br />

een medewerker om wat voor reden dan ook vertrekt, neemt<br />

hij meer dan eens een lading aan kennis met zich mee. Je ziet<br />

dan vaker dan ons lief is dat het wiel opnieuw uitgevonden<br />

moet worden”<br />

Vindbaar<br />

Het gebeurt volgens de projectleider ook tijdens het uitvoeren<br />

van werkzaamheden. “Als de kennis niet effectief georganiseerd<br />

is. Als de juiste informatie niet te vinden is of niet<br />

beschikbaar is op de gewenste plaats of het gewenste tijdstip.”<br />

Een illustratief voorbeeld is volgens Bleecke het intranet.<br />

“Het is dè plek bij uitstek waar kennis uitstekend geborgd<br />

kan worden. Maar dan moeten de mensen het wel<br />

kunnen vinden.”<br />

Bijhouden<br />

Leidinggevenden spelen een grote rol in de kennismanagement,<br />

vindt Bleecke. “Zij zijn verantwoordelijk voor het inzetten<br />

van productiemiddelen en dus ook van het productiemiddel<br />

kennis. Managen van kennis is daarom de<br />

verantwoordelijkheid van iedere leidinggevende op <strong>alle</strong> organisatieniveaus.<br />

Net als het bijhouden van het ziekteverzuim<br />

en de functioneringsgesprekken, is het ook belangrijk<br />

dat zij de indicaties op het gebied van kennismanagement<br />

bijhouden. We mogen de kennis niet kwijtraken.”<br />

Als onderdeel van het project Kennismanagement wordt<br />

er komend voorjaar een enquête verspreid onder diverse<br />

afdelingen van het CZSK. Deze enquête is bedoeld om<br />

meer inzicht te krijgen in wat de organisatie <strong>alle</strong>maal<br />

doet aan kennismanagement. ↑<br />

26 27<br />

Alle Hens | februari <strong>2014</strong> Alle Hens | februari <strong>2014</strong>


personeel<br />

personeel<br />

Logistieke Dienst verbetert operationele ondersteuning<br />

Van het schip naar de wal<br />

De uitvoerders van het programma Capability Upkeep Logisiteke Dienst. V.l.n.r.: KTZA<br />

Brummelaar, KLTZA Van Bussel en CDRA Laurens. (Foto: Herman Zonderland)<br />

Het aantal bemanningsleden op de vloot krimpt en ook de<br />

marinierseenheden tellen door de jaren heen steeds minder<br />

mensen. Dat kan door steeds slimmer werken en gebruik te<br />

maken van de nieuwste technologieën. De logistieke dienst<br />

veranderde die jaren weinig mee, maar daar komt nu verandering<br />

in. Functiegroep oudste logistiek kolonel Ludger<br />

Brummelaar initieerde medio 2013 samen met de vlagofficier<br />

logistieke dienst CDRA René Laurens het programma Capability<br />

Upkeep Logistieke Dienst. overste Han van Bussel voert<br />

het samen met de werkvloer uit. Tekst: Jopke Rozenberg-van Lisdonk<br />

Foto’s: Remco Lassche<br />

“Kennis delen steeds belangrijker”<br />

De vier stafadjudanten van de dienstgroepen goederenbeheer<br />

(LDGB), verzorging (LDV), administratie (LDA) en geneeskundige<br />

dienst (LDGD) vormen de spreekbuis voor de onderofficieren.<br />

Ze houden zich bezig met een aantal deelprojecten ter<br />

verbetering van de bedrijfsvoering van de logistieke dienst.<br />

AOO Ed Baijer<br />

Logistieke Dienst Geneeskundige Dienst<br />

AOOLDGD Ed Baijer is verpleegkundige en in zijn rol als stafadjudant<br />

tevens het aanspreekpunt voor <strong>alle</strong> onderofficieren<br />

LDGD van de marine. “Een rol die gezien de ‘verpaarsing’<br />

van de geneeskundige dienst steeds belangrijker wordt”,<br />

volgens Baijer. Steeds meer artsen gaan administratief over<br />

naar het Commando Dienstencentra, zodat zij makkelijker<br />

te werk gesteld kunnen worden bij andere krijgsmachtdelen.<br />

“Ik ben tussen de onderofficieren LDGD, de marine en<br />

de geneeskundige (KM) specialisten het koppelvlak. Zo houden<br />

deze specialisten toch nog feeling met de marine en kunnen<br />

ze er via mij hun weg vinden en aansluiting vinden bij de<br />

LDGD.”<br />

Na 170 jaar wordt de naam officier van administratie vervangen<br />

door officier logistieke dienst. Volgens vlagofficier commandeur<br />

René Laurens omdat de oude naam de huidige lading<br />

niet meer dekt. “We doen veel meer dan administratie<br />

<strong>alle</strong>en”, legt hij uit. “We ondersteunen de operationele eenheden<br />

niet <strong>alle</strong>en met administratieve processen, maar ook<br />

met het goederenbeheer, de verzorging van voeding en op<br />

geneeskundig gebied. We gaan daarvoor ook mee op missie.<br />

Het is dan ook niet meer dan logisch dat we de naam officier<br />

logistieke dienst gaan voeren.” Hij weet dat de naamswijziging<br />

voor sommigen gevoelig ligt. Daarom is besloten dat<br />

officieren van administratie die twee jaar voor hun LOM-datum<br />

zitten de naam mogen blijven voeren indien zij daartoe<br />

verzoeken. Naar verwachting worden de administratieve<br />

handelingen omtrent de naamswijziging dit voorjaar afgerond,<br />

waarna de nieuwe naam een officieel feit is.<br />

Spreekbuis<br />

“Dit programma is geen project van ‘hotemetoten’”, benadrukt<br />

Van Bussel, de programmamanager Capability Upkeep<br />

Logistieke Dienst (CULD). “We betrekken zowel de werkvloer<br />

AOO Armand Dek<br />

Logistieke Dienst Verzorging<br />

De planning en financiële administratie van<br />

voeding en toko heeft altijd op twee aparte systemen<br />

gedraaid. “Een ouderwets en tijdrovend<br />

proces”, vindt AOOLDV Armand Dek. “Ik<br />

ben blij dat dit systeem op de schop gaat. Gelukkig<br />

mogen we als onderofficieren meebepalen<br />

hoe het nieuwe werkproces eruit gaat zien.”<br />

Het plan is om de twee systemen te vervangen<br />

door één nieuw systeem. Het Joint logistic Support<br />

Ship Zr. Ms. Karel Doorman gaat als eerste<br />

schip een pilot draaien met het nieuwe programma<br />

voor toko en voeding.<br />

als het operationele domein bij de verbeteringen. Zij weten<br />

het beste hoe we verder kunnen professionaliseren.” De<br />

stafadjudanten van de vier subdienstvakken goederenbeheer,<br />

verzorging, administratie en geneeskundige dienst<br />

hebben dan ook zitting in de Commissie Logistieke Dienst.<br />

Zij zijn de spreekbuis van de werkvloer en adviseren daarmee<br />

de vlagofficier LD. Van Bussel: “Zij vormen echt een waardevolle<br />

toevoeging in dit verbeterprogramma. Zij hebben de<br />

kennis en kunde van <strong>alle</strong> processen en geven aan wat beter<br />

kan. Wij bekijken de mogelijkheden op mensen, middelen<br />

en financieel gebied. Samen creëren we een nieuwe bedrijfsvoering<br />

waar iedereen achter staat.”<br />

Vier pijlers<br />

Om het programma te structureren, bedacht Van Bussel met<br />

Brummelaar en Laurens vier pijlers waaronder de bedrijfsvoering<br />

wordt aangepakt: het operationele domein, bedrijfsvoering,<br />

personele aspecten en structuur. “Het operationele<br />

domein is onze belangrijkste pijler, maar indirect hebben de<br />

andere pijlers daar natuurlijk ook mee te maken”, zegt de<br />

programmamanager. “Om de operationele eenheden beter<br />

te ondersteunen, willen we ze zoveel mogelijk logistieke taken<br />

uit handen nemen en naar de wal verplaatsen. Ook de<br />

walprocessen gaan we daarbij efficiënter i<strong>nr</strong>ichten.<br />

De subdienstgroepen goederenbeheer, verzorging en administratie<br />

gaan daarbij meer samenwerken. De collega’s<br />

in het voorterrein worden zo wat meer ontlast en<br />

kunnen zich daardoor beter concentreren op hun operationele<br />

hoofd- en nevenfuncties.” ↑<br />

AOO Jan Boelens<br />

Logistieke Dienst Administratie<br />

Als loopbaanbegeleider onderofficieren logistieke<br />

dienst is AOOLDA Jan Boelens medeverantwoordelijk<br />

voor voldoende goed gekwalificeerd<br />

en gemotiveerd logistiek personeel. “We<br />

hebben de afgelopen maanden onderzocht<br />

welke loopbaanpaden er voor de verschillende<br />

specialisaties binnen de gewijzigde organisatie<br />

van de LD zijn. Dat hebben we nu in concept gereed.<br />

We willen meer onderlinge samenwerking<br />

tussen de verschillende dienstgroepen. Kennis<br />

snel kunnen delen wordt steeds belangrijker.”<br />

AOO Jan Boelens<br />

Logistieke Dienst Administratie<br />

De afgelopen jaren kreeg de LDGB geleidelijk aan te maken<br />

met eenheden die overgingen naar SAP software<br />

voor de bedrijfsvoering. “Een mooi systeem”, vindt<br />

AOOLDGB Martin Jansen. “Maar het feit dat nieuw personeel<br />

niet direct SAP-opgeleid is en dus niet geautoriseerd<br />

is voor het programma, vormt een bedreiging voor de<br />

goederenstromen. Het kost ons nu drie à vier maanden<br />

om nieuwelingen op te leiden en geautoriseerd te krijgen.<br />

Dat is natuurlijk zeer inefficiënt. Daarom zijn we momenteel<br />

bezig met de SAP-opleiding binnen de elementaire<br />

en voortgezette vakopleiding LDGB.”<br />

28 29<br />

Alle Hens | februari <strong>2014</strong> Alle Hens | februari <strong>2014</strong>


social media<br />

logboek<br />

Digitale Defensie<br />

Defensie zet de laatste tijd meer en meer in op digitale communicatiemiddelen. Het eerste digitale<br />

online magazine van Defensie zag vorige maand het levenslicht. De clips van Defensie op het<br />

YouTube kanaal van het ministerie zijn in 2013 bijna twee miljoen keer bekeken. Met 14.423 likes groeit<br />

de facebookpagina van de Koninklijke Marine gestaag door. En de marine opende onlangs<br />

een Instagram account. Tekst: Vanessa Strijbosch | Foto: Gerben van Es (MCD)<br />

“We moeten duidelijk maken waarom Nederland een krijgsmacht<br />

nodig heeft. En dat doen we <strong>alle</strong>en door met onze tijd<br />

mee te gaan”, zei de Commandant Strijdkrachten generaal<br />

Middendorp tijdens de lancering van de online Defensiekrant.<br />

Hij omschreef de digitale Defensiekrant als “een product<br />

dat laat zien dat Defensie meebeweegt met technologische<br />

ontwikkelingen.” Middendorp vertelde dat hij na zijn<br />

aantreden als CDS de eerste CDS met een eigen Facebookpagina<br />

was en dat het posten van berichten inmiddels een dagelijks<br />

onderdeel van zijn werk is. De hoogste militair van<br />

Defensie haalde daarop zijn smartphone te voorschijn, fotografeerde<br />

de aanwezigen en plaatste de foto op zijn pagina.<br />

“We moeten meebewegen<br />

met technologische ontwikkelingen”<br />

Online magazines<br />

Na de Defensiekrant vervangt Defensie de komende periode<br />

nog zes maandbladen door online varianten: Alle Hens,<br />

Landmacht, de Vliegende Hollander, KMarMagazine, Pijler<br />

en Materieelgezien. De Alle Hens zal nog tot april in papieren<br />

vorm op de mat v<strong>alle</strong>n. Daarna is het blad <strong>alle</strong>en nog via internet<br />

te lezen. Aanmelden kan via www.defensie.nl/abonneren.<br />

Lees ook de instructie op de achterkant van deze Alle<br />

Hens.<br />

Miljoenen bezoekers<br />

Ondertussen scoren de al bestaande andere digitale communicatiemiddelen<br />

van Defensie steeds beter. In 2013 keken<br />

bijna twee miljoen mensen naar een clip op het YouTube kanaal<br />

van Defensie. Het YouTube Defensiekanaal is eind 2008<br />

gelanceerd en kende in juni 2012 al vijf miljoen hits. De best<br />

bekeken video van 2013 was de toelichting van minister Hennis-Plasschaert<br />

op de nota 'In het belang van Nederland' met<br />

24.455 weergaven. Het voorproefje van de Luchtmachtdagen<br />

2013 op Vliegbasis Volkel staat op de tweede plaats met 19.387<br />

kijkers. De meeste bezoekers van het Defensiekanaal op You-<br />

Tube komen uit Nederland (85%), 3,7% komt uit België en<br />

1,9% uit Duitsland.<br />

Sociale media in overvloed<br />

De Koninklijke Marine is erg actief op diverse social media kanalen<br />

zoals Facebook en Twitter. Onlangs opende de Koninklijke<br />

Marine als eerste krijgsmachtonderdeel een Instagram<br />

account. Instagram is een sociaal medium dat zich richt op<br />

het plaatsen en delen van foto’s. Er is een mogelijkheid om<br />

mensen te volgen, volgens hetzelfde principe als Twitter. Dagelijks<br />

plaatst de marine op de verschillende sociale media<br />

kanalen nieuwe berichten en foto’s.<br />

Insta<br />

07|02<br />

CDC direct wil verbeteren<br />

Het CDC wil CDC direct verbeteren. Het reserveren<br />

van vergaderzalen, dienstauto’s en<br />

catering is vereenvoudigd. Er is geen inlogcode<br />

meer nodig en de klant wordt direct<br />

doorgeleid naar de betreffende reserveringspagina.<br />

Het is de eerste stap van de campagne<br />

om CDC direct gebruiksvriendelijker te<br />

21|01<br />

Mariniers worden winterhard<br />

De wintertraining van het Korps Mariniers is<br />

begonnen in het noorden van Noorwegen.<br />

391 Mariniers van de 2nd Marine Combat Group<br />

worden tot en met 21 maart ‘winterhard’ gemaakt.<br />

De wintertraining bereidt marinierseenheden<br />

voor op inzet onder extreme omstandigheden.<br />

Eerst leren de mariniers overleven in<br />

de kou. Daarna leren ze hoe ze zich moeten<br />

verplaatsen en hoe ze moeten vechten onder<br />

barre winterse omstandigheden. Behalve de<br />

Nederlandse mariniers nemen ook veertig<br />

Belgische paracommando’s en enkele Amerikaanse<br />

mariniers deel aan de wintertraining.<br />

Op de piek van de training doen ruim<br />

achthonderd militairen mee, als op te leiden<br />

marinier, kader of als ondersteuning. De ma-<br />

maken. CDC direct is de webwinkel om <strong>alle</strong><br />

producten en diensten zoals catering, transport<br />

en vergaderzalen aan te vragen. CDC direct<br />

is te vinden rechts bovenaan op de startpagina<br />

van het Defensieportaal. Ideeën en<br />

wensen voor verbetering kunnen via<br />

CDC.Direct@mindef.nl gemeld worden.<br />

riniers brengen hun nieuwe vaardigheden<br />

aansluitend in de praktijk in de grote NAVOoefening<br />

Cold Response. Zo’n twintigduizend<br />

militairen uit tien landen nemen hieraan<br />

deel.<br />

De wintertraining is de eerste sinds de omvangrijke<br />

reorganisatie van het Korps Mariniers<br />

van vorig jaar. De nieuwe eenheden<br />

hebben Engelse aanduidingen. De organisatie<br />

sluit ook inhoudelijk beter aan op die van<br />

de Britten, hun vaste opleidings- en trainingspartners.<br />

Een effectievere en langere<br />

inzet van de marinierseenheden is de belangrijkste<br />

winst van de nieuwe structuur. De<br />

komende twee maanden moeten de nieuwe<br />

marinierseenheden zich op ijzige manier bewijzen.<br />

23 | 01<br />

Marinemuseum in race voor ‘leukste uitje’<br />

27|01<br />

Verscheidenheid aan<br />

oefeningen in Northern<br />

Archer<br />

Northern Archer, het eerste door NLMARFOR<br />

geleide deployment van <strong>2014</strong>, is van start gegaan.<br />

De deelnemende schepen gaan komende<br />

week een verscheidenheid aan oefeningen<br />

uitvoeren voor de kust van het<br />

Noorse Bergen. Luchtverdedigings- en commandofregat<br />

Zr.Ms. De Zeven Provinciën,<br />

multipurposefregat Zr.Ms. Van Speijk, onderzeeboot<br />

Zr.Ms. Walrus, torpedowerkschip<br />

Zr.Ms. Mercuur en patrouilleschip Zr.Ms.<br />

Holland doen mee aan Northern Archer. Daarnaast<br />

varen Zr.Ms. Groningen (voor SARC 4)<br />

en Zr.Ms. Amsterdam in dezelfde regio en<br />

nemen ook deel aan enkele oefeningen.<br />

Naast het testen van doctrines en tactieken<br />

ligt de focus voornamelijk op het op zee beoefenen<br />

van de verschillende gevechtsmogelijkheden<br />

van de schepen. Ook in het hogere<br />

geweldspectrum. Er vindt onder andere een<br />

Torpedo Firing Exercise plaats, waarbij meerdere<br />

MK46 en MK48 torpedo’s worden afgevuurd.<br />

In de tweede week wordt een Command Qualification<br />

Course Exercise gehouden. Toekomstige<br />

onderzeebootcommandanten uit Nederland,<br />

Noorwegen en het Verenigd Koninkrijk<br />

leggen het examen af. De officieren moeten<br />

onder andere laten zien dat zij als commandant,<br />

met meerdere oppervlakteschepen in<br />

de nabijheid, de onderzeeboot op een veilige<br />

diepte kunnen brengen. Speciaal voor<br />

deze opleiding varen er verschillende typen<br />

marineschepen uit Nederland, Duitsland,<br />

Denemarken, Noorwegen, Frankrijk en Polen<br />

voor de kust van Bergen en in het Sognefjord.<br />

Op 14 februari keren de schepen terug<br />

in thuishaven Den Helder.<br />

Directeur Communicatie mr. Wim Kok sprak lovende woorden over de online Defensiekrant.<br />

Steeds meer marine eenheden volgden het voorbeeld<br />

van de officiële facebookpagina van de Koninklijke Marine<br />

en openden hun eigen pagina’s. Duizenden mensen<br />

verspreid over de hele wereld volgen nu de marine en<br />

haar verrichtingen dagelijks op de voet. ↑<br />

Het Marinemuseum in Den Helder is opnieuw<br />

in de race voor de titel ‘Leukste Uitje<br />

van Noord-Holland’. De ANWB maakte eind<br />

januari de nominaties bekend voor de leukste<br />

uitjes van Nederland in <strong>2014</strong>. De afgelopen<br />

twee jaar won het Marinemuseum ook<br />

al de provinciale titel. Dit jaar maakt de instelling<br />

een goede kans als eerste museum<br />

voor de derde keer de nominatie te verzilveren.<br />

Dat de titel Leukste Uitje van Noord-<br />

Holland niet slechts promotiewaarde heeft,<br />

bewijzen de cijfers. Vorig jaar ontving het<br />

museum ruim negentigduizend bezoekers,<br />

bijna tienduizend meer dan in het voorafgaande<br />

jaar.<br />

30 31<br />

Alle Hens | februari <strong>2014</strong> Alle Hens | februari <strong>2014</strong>


logboek<br />

logboek<br />

14 | 01<br />

As Ridder Militaire Willemsorde verstrooid in Javazee<br />

Tijdens een eenvoudige maar plechtige ceremonie<br />

op de Javazee ten noorden van Surabaya<br />

werd op 14 januari de as van kapitein<br />

Hakkenberg, drager van de Militaire Willemsorde,<br />

verstrooid. Het was de nadrukkelijke<br />

wens van wijlen ridder Hakkenberg die<br />

vorig jaar op 89-jarige leeftijd overleed.<br />

De Defensie Attaché Jakarta, KTZ Pieter Heijboer,<br />

en de directeur Oorlogsgravenstichting<br />

Indonesië, KLTZA b.d. Robert van der Rijdt,<br />

begeleidden de ceremonie. Na afloop van de<br />

ceremonie op zee bracht het gezelschap een<br />

bezoek aan het ereveld Kembang Kuning en<br />

legden zij bloemen bij het Karel Doorman<br />

monument.<br />

Hakkenberg was tijdens de Tweede Wereldoorlog<br />

in dienst bij de Koninklijke Marine in<br />

Indonesië en leed op 27 februari 1942 schip-<br />

01 | 01<br />

Nieuw wekelijks gebed<br />

De Geestelijke Verzorging Koninklijke Marine<br />

start met een nieuwe traditie. Iedere week<br />

vindt elke vrijdag om 12.00 uur in Den Helder<br />

een zogenaamd Coventrygebed plaats.<br />

Een gebed met een militair-historische achtergrond.<br />

Het Coventry gebed is een gebed van vrede<br />

en verzoening ontstaan naar aanleiding van<br />

het Duitse bombardement op Coventry op 14<br />

november 1940, tijdens de Tweede Wereldoorlog.<br />

Van de St. Michael-kathedraal in Coventry<br />

stond, aan de kant van het hoogaltaar,<br />

nog één muur overeind, een onbekende<br />

hand had hierop geschreven: “Vader vergeef”.<br />

In de ruïne van de kathedraal van Coventry<br />

vond één van de kanunniken twee<br />

grote middeleeuwse spijkers uit het dak precies<br />

in de vorm van een kruis. Dit 'cross of<br />

nails' is na de oorlog het symbool geworden<br />

voor Internationale Vrede en Verzoening,<br />

een beweging die de herbouwde kathedraal<br />

van Coventry als basis heeft. Wekelijks op<br />

vrijdag wordt, in de ruïne van de oude kathedraal,<br />

het gebed voor Vrede en Verzoening<br />

05 | 05<br />

Gezocht: veteranen, oud-verzetsstrijders en<br />

actief dienende militairen<br />

breuk in de slag om de Javazee. Zijn laatste<br />

wens was om te worden verenigd met zijn<br />

broer en zeven neven die sneuvelden bij de<br />

slag in de Javazee. Na de capitulatie van Nederlands-Indië<br />

werd Hakkenberg als krijgsgevangene<br />

in Thailand tewerkgesteld aan de<br />

beruchte Birma spoorweg. In 1944 werd hij<br />

naar een steenkolenmijn in Japan overgeplaatst.<br />

Hij overleefde de oorlog en diende<br />

bij het Korps Mariniers<br />

tot 1974. Op 6 maart<br />

1951 werd Giovanni<br />

Hakkenberg bij Koninklijk<br />

besluit de Militaire<br />

Willems-orde der<br />

vierde Klasse toegekend<br />

voor zijn werk tijdens<br />

de politionele acties<br />

op Oost-Java.<br />

Er zijn nu nog vijf dragers van de Willems-<br />

Orde in leven. Het zijn de Brit Ken Mayhew<br />

(geboren in 1917), de Amerikaan Edward Fulmer<br />

(1919) en de Nederlanders Albert Hoeben<br />

(1920), Cornelis van den Hoek (1921) en<br />

Marco Kroon (1970).<br />

gebeden. Vanuit Coventry is een netwerk opgebouwd<br />

van kerken die door oorlogsgeweld<br />

getroffen zijn.<br />

De Geestelijke Verzorging Koninklijke Marine<br />

vindt dat het Coventry gebed ook een plek<br />

in Den Helder verdient. Den Helder is tijdens<br />

de oorlog maar liefst 117 keer het doelwit geweest<br />

van luchtaanv<strong>alle</strong>n. Het gebed is vrij<br />

toegankelijk voor burger- en militaire defensiemedewerkers<br />

en wordt wekelijks gehouden<br />

in de multireligieuze ruimte van gebouw<br />

Flevo op de Nieuwe Haven.<br />

Op maandag 5 mei <strong>2014</strong> vindt in Wageningen<br />

de herdenking van de capitulaties plaats.<br />

Onderdelen van het uitgebreide programma<br />

zijn het Nationaal Vrijheidsdebat, de herdenkingsbijeenkomst<br />

in de Johannes de Doperkerk<br />

en aansluitend het Bevrijdingsdefilé.<br />

Voor deelname aan het Bevrijdingsdefilé<br />

worden veteranen, oud-verzetsstrijders en<br />

actief dienende militairen, erfopvolgers van<br />

Nederlandse en geallieerde strijdkrachten<br />

uitgenodigd. Geïnteresseerden kunnen contact<br />

opnemen met de aangesloten veteranenorganisaties<br />

of - verenigingen.<br />

Op www.nchc.nl is binnenkort actuele informatie<br />

te vinden over het programma (tijdschema,<br />

aanmelding en vervoersregelingen).<br />

Uit de West<br />

17 | 01<br />

Kansarme jongeren<br />

krijgen nieuwe<br />

start<br />

Op Marinierskazerne Savaneta op Aruba<br />

is het Sociaal Vormend Traject gestart.<br />

Dit traject is ontstaan om kansarme<br />

jongeren de mogelijkheid te geven<br />

om een nieuwe start te maken in hun<br />

leven. Het programma bestaat uit een<br />

vormingstraject en een opleidingstraject.<br />

Er zijn twee opkomsten per jaar<br />

van maximaal twintig deelnemers.<br />

Het vormingsprogramma van het Sociaal<br />

Vormend Traject staat inhoudelijk<br />

en organisatorisch onder supervisie<br />

van de commandant van de Marinierskazerne<br />

Savaneta en is op militaire<br />

leest geschoeid. Samenwerking en discipline<br />

staan hierbij centraal. Het opleidingsprogramma<br />

omvat een stage<br />

bij verschillende vakopleidingen die op<br />

diverse locaties op Aruba worden uitgevoerd.<br />

13 | 12<br />

Marinierskazerne Savaneta rijdt elektrisch<br />

Marinierskazerne Savaneta gaat voor<br />

groene energie. De kazerne nam op 13 december<br />

een elektrische auto in ontvangst.<br />

Een mooie afsluiter van het jubileumjaar<br />

525 jaar Koninklijke Marine, dat als thema<br />

‘innovatie’ had. “In het jaar waarin innovaties<br />

centraal staan en Aruba steeds meer<br />

de nadruk legt op duurzame ontwikkeling,<br />

kunnen wij niet achterblijven”, sprak<br />

de commandant van de kazerne, luitenant-kolonel<br />

der mariniers Jan ten Hove.<br />

“Op een eiland, waar de afstanden niet al<br />

te groot zijn, is een elektrische auto een<br />

prima optie. In combinatie met de zonnepanelen<br />

die op de daken van de kazerne<br />

liggen, kunnen wij deze auto volledig<br />

CO2-neutraal rijden. Een prachtige vernieuwing.”<br />

10 | 12<br />

Nieuwe<br />

straatnaam<br />

voor Aruba<br />

Op Marinierskazerne Savaneta<br />

heeft C-ZSK viceadmiraal<br />

Matthieu Borsboom<br />

tijdens zijn<br />

werkbezoek aan het Caribisch<br />

gebied een nieuw<br />

straatnaambord onthuld.<br />

Hij deed dat samen met<br />

mevrouw Daphne Flemming,<br />

de initiatiefnemer<br />

van dit nieuwe bord.<br />

De Marinierslaan leidt<br />

van de weg naar de poort<br />

van Marinierskazerne Savaneta<br />

en verder over de<br />

kazerne.<br />

32 33<br />

Alle Hens | februari <strong>2014</strong> Alle Hens | februari <strong>2014</strong>


logboek<br />

mensen & MUTATIES<br />

Wie wat waar<br />

10 | 02<br />

KTZ Peter van den Berg is de eerste commandant<br />

van het nieuwe Joint Support Ship<br />

Karel Doorman. Onder leiding van Van den<br />

Berg zal de bemanning gaan toewerken<br />

naar een operationele inzet. De eerstvolgende<br />

belangrijke mijlpaal voor het schip is<br />

op 8 maart, wanneer het schip door de Minister<br />

van Defensie wordt gedoopt.<br />

traind en getest op zee aan boord van een<br />

Nederlandse Walrusklasse onderzeeboot.<br />

Medio april moet blijken of de cursisten uit<br />

het juiste hout gesneden zijn. Ondanks vele<br />

jaren ervaring en voorbereiding halen door<br />

de hoge operationele druk uiteindelijk<br />

maar gemiddeld 2 op de 3 deelnemers de<br />

eindstreep. Dit jaar doen vijf deelnemers<br />

mee aan de NLSMCC uit vier landen, te weten:<br />

Australië, Verenigde Staten, Brazilië en<br />

Canada.<br />

13 | 12<br />

De KPLODOPS Leroy Blom, Mark Langerman,<br />

Sven Wilting en Joris Zijlstra zijn de<br />

nieuwste air controllers van CZSK. Begin<br />

2013 begonnen zij aan de opleiding. Daarna<br />

volgde een periode van een half jaar praktijkervaring<br />

en sloten ze de laatste weken af<br />

op de NLBEOPS.<br />

ZSK het jeneverkruis uit aan drie officieren.<br />

MAJMARNS Clemens Buter en LTZT 1 Frans<br />

Marx kregen de onderscheiding voor vijftien<br />

jaar trouwe en eervolle dienst als officier.<br />

KLTZA Pieter van Roon ontving het<br />

jeneverkruis voor dertig jaar dienst.<br />

26 | 10<br />

Met militair ceremonieel is op 26 oktober<br />

2013 afscheid genomen van SMJRODOPS<br />

Frans Storij. Tijdens de dienst is door de<br />

aanwezige militairen een laatste eer bewezen.<br />

In <strong>2014</strong> zal de as van Frans Storij in het<br />

bijzijn van de familie worden uitgestrooid<br />

op het Marsdiep.<br />

De familie heeft laten weten de inzet van de<br />

Koninklijke Marine erg te waarderen en wil<br />

iedereen die zijn medeleven heeft betuigd<br />

danken voor de steun.<br />

officieren<br />

Bevorderingen<br />

KOLMARNS H. Zwaan<br />

KLTZE P.J.R. Verschuren<br />

LTZE 1 R.L. Ketting<br />

LTZ 1 J.C.I. Dekker<br />

LTZT 2OC J.H. Engelaar<br />

KAPTMARNS T.R. Braam<br />

LTZ 2OC J. Jepkes<br />

LTZ 2OC S.G. Struijk<br />

LTZE 2OC J. Mulder<br />

LTZ 2OC W.A. Beemsterboer<br />

LTZA 2OC R. van Lith<br />

LTZE 2 P. Hoekstra<br />

LTZMARKAP 2 C. Knegjens<br />

LTZA 2 M. Jansen<br />

LTZ 2 C. van Rijswijk<br />

ELNTMARNS R.G. van Rongen<br />

LTZA 2 R. de Roos<br />

Dienstverlaters<br />

KTZ A.J.G. Romijn<br />

KTZ M. Verschelling<br />

LTKOLMARNS G.T.J. Aben<br />

KLTZT C.H.A. Hagenaars<br />

LTZE 1 M. van Brink<br />

LTZA 1 C.R.J.M. Graumans<br />

LTZ 1 F.R. Wight<br />

LTZ 2OC J. Bos<br />

LTZE 2OC T. Stroop<br />

LTZ 2 W.J. van Boven<br />

Bevorderingen<br />

AOOLDV R.M. Wegenaar<br />

AOOODND P. Visser<br />

AOOMARNVB J. Nagel<br />

AOOWDE A.J. Zwart<br />

AOOMARNALG J.D. Ubeda<br />

AOOLDGD J.A.E. de Boer<br />

AOOBDMZKT N.B. Jenster<br />

AOOBDMZKT G.D.M. Brouwers<br />

AOOODOPS R. Kampert<br />

SMJRMARNALG G.A.T.P.J. Kempf<br />

SMJRODOPS M.A. van Dort<br />

SMJRODVB R. Hoogerhuis<br />

SMJRODVB E.J. Schelsema<br />

SMJRMARNALG A.M. Lems<br />

SMJRBDMZKT D.H. Posthuma de<br />

Boer<br />

SMJRBDMZKT J.P.A. Hoefsloot<br />

SMJRODVB J. van der Linden<br />

SMJRBDMZKT S. Hettema<br />

SMJRLDGB M.A.P.M. Linders<br />

SMJRBDMZKT L. Zwijgers<br />

SMJRMARNALG M.J.W. Wensink<br />

SGTMARNALG R.J.L. Miedema<br />

SGTLDGD S. van Wijngaarden<br />

SGTLDGD D.J. Peterse<br />

SGTLDGD W. Wildeboer<br />

SGTMARNALG M. Blokker<br />

SGTMARNVB G. Schalk<br />

SGTODOPS A.H.F. Immens<br />

SGTTDW R.M. van Velsen<br />

SGTODOPS J. Karreman<br />

SGTODVB C.C.L. Molenschot<br />

Bevorderingen<br />

MATR 1 ODVB C.M. Olsthoorn<br />

MATR 1 BDWSR S.J.M.A. Loomans<br />

MATR 1 LDGB R. Voulon<br />

MATR 1 ODVB M.H.C.M. van den<br />

Heuvel<br />

MATR 1 LDV A.S. van Putten<br />

MATR 1 ODVB N.E. Katerberg<br />

MATR 2 OD W.J.A.M. van Sprundel<br />

MATR 2 OD L.G. Bos<br />

MATR 2 OD J.C. van Veen<br />

MATR 2 OD S. Boer<br />

Dienstverlaters:<br />

MATR 1 OD J. van Dijk<br />

MARN 1 ALG T.F. Feij<br />

MATR 1 ODVB J. Kruizinga<br />

MARN 1 ALG B.E. Meijer<br />

ADBM B.J. Moerer<br />

MATR 1 ODVB J. van Nuland<br />

MARN 1 ALG M.M. Rietman<br />

MARN 1 ALG L. Schulkes<br />

ADBM D.S. Valenta<br />

MATR 2OD C.Kalmeijer<br />

MATR 2OD L.O. Zijnstra<br />

MARN 3 A. Blom<br />

MARN 3 S.W. Commandeur<br />

MARNVBD 3 M.B.H. Denissen<br />

MARN 3 N. van Duin<br />

MARN 3 J.F. Hakkert<br />

MARN 3 C.G. Hristov<br />

MARN 3 M.M.P. Martens<br />

MARN 3 J.J.A. Sloot<br />

MATR 3 TD T. Theunissen<br />

Bevorderingen<br />

R.E. Hulsebosch, 10<br />

R.F. H<strong>alle</strong>was, 9<br />

R. Kramer, 9<br />

P.W. Terpstra, 9<br />

M. Zhang, 5<br />

T.F. Houkema, 5<br />

N.J. de Regt, 5<br />

R. Hoes, 5<br />

onderofficieren<br />

SGTODND M.P. Splinter<br />

22 | 01<br />

KLTZ Henk Suurveld heeft het commando<br />

over Zr.Ms Amsterdam overgenomen van<br />

KLTZ Hans Veerbeek. Suurveld bedankte<br />

tijdens zijn toespraak de scheidend commandant<br />

voor zijn inzet voor het schip en<br />

haar bemanning. Bijzonder was de aanwezigheid<br />

van de jaargenoten van Veerbeek en<br />

Suurveld, een aantal van hen nog in werkelijke<br />

dienst maar anderen alweer in de burgermaatschappij<br />

werkzaam. Veerbeek zal in<br />

zijn nieuwe functie als Eerste Officier op het<br />

Koninklijk Instituut voor de Marine zich bezig<br />

houden met de opleiding van toekomstig<br />

officieren.<br />

07 | 01<br />

De Netherlands Submarine Command Course <strong>2014</strong><br />

is van start gegaan. Deze hoog aangeschreven<br />

internationale opleiding om commandant<br />

te worden van een onderzeeboot duurt<br />

ruim drie maanden. Naast intensieve trainingen<br />

in een simulator in Den Helder worden<br />

de cursisten in totaal vijf weken ge-<br />

06 | 12<br />

Traditioneel zijn er eind vorig jaar (6 december)<br />

weer de jeneverkruizen uitgereikt.<br />

Dat gebeurde onder meer tijdens een bijzondere<br />

bijeenkomst in het Marine Etablissement<br />

Amsterdam. In aanwezigheid van<br />

vijftig reservisten reikte PC-ZSK aan drie officieren<br />

het kruis voor vijftien jaar trouwe<br />

dienst uit en aan negen officieren met een<br />

verschillend aantal jaren eervolle langdurige<br />

dienst. In het Caribisch gebiedreikte C-<br />

Reünies<br />

Hr.Ms. Amsterdam NNG<br />

59-61<br />

De tiende en laatste reunie van Hr.Ms.<br />

Amsterdam vindt op woensdag 2 april<br />

<strong>2014</strong> plaats. De reünie wordt gehouden<br />

in het Marine Etablissement Amsterdam<br />

aan de Kattenburgstraat.<br />

Inlichtingen bij W.A.Smits, tel<strong>nr</strong>. 0316-<br />

373113, E-mail: w.a.smits@live.nl.<br />

SFIR-3<br />

Reünie voor iedereen die deel heeft genomen<br />

aan SFIR-3. Datum: vrijdag 11<br />

april <strong>2014</strong>. Locatie: Lpl Oirschot.<br />

Actief dienende militairen krijgen een<br />

uitnodiging via hun mindef account.<br />

Dienstverlaters worden op een andere<br />

manier benaderd.<br />

Meer info via: reuniesfir3@gmail.com<br />

SGTBDMZKT M.P.R. Schrader<br />

SGTBDMZKT S.P.W. Simons<br />

SGTLDGB H.J.C. Smit<br />

SGTMARNVB S. Nieboer<br />

SGTODVB G. Visser<br />

SGTLDGD L. Polderman<br />

SGTBDMZKT A.J. van de Merwe<br />

SGTMARNALG M.J. Bruinenberg<br />

SGTMARNALG M. Nieuwenhuijs<br />

KPLMARNVB S. Markwat<br />

KPLWDS D. van der Eijk<br />

KPLWDS B.D.H. Maas<br />

KPLMARNALG D.C. Ha<strong>nr</strong>aads<br />

KPLWDS F.C. de Graaf<br />

KPLMARNALG L.P.A. Raar<br />

manschappen<br />

Dienstverlaters<br />

KPLWDS T. Burger<br />

KPLWDS C.D.A. Harinck<br />

KPLADBZ N.T.D. van de<br />

Koppel<br />

KPLTDW J. de Man<br />

KPLTDE T.H.J. Smits<br />

KPLTDW A.J. Stam<br />

KPLADBM D.G. van Surksum<br />

KPLLDA D. Zwanenburg<br />

MARN 3 D. van der Water<br />

burgers<br />

34 35<br />

Alle Hens | februari <strong>2014</strong> Alle Hens | februari <strong>2014</strong>


Van brievenbus naar inbox<br />

De personeelsbladen van Defensie gaan in<br />

<strong>2014</strong> digitaal. In april verschijnt de laatste<br />

papieren uitgave van de Alle Hens. Het blad<br />

gaat vanaf dan verder als online magazine.<br />

Abonneer je nu gratis op de digitale<br />

nieuwsbrief en dan weet je als eerste wat<br />

het laatste defensienieuws is: in woord,<br />

beeld en geluid op je computer, tablet en<br />

smartphone.<br />

Digitaal tijdschrift ontvangen?<br />

Zo doe je dat!<br />

Stap 1:<br />

Stap 2:<br />

Surf<br />

Ga naar www.defensie.nl/abonneren<br />

Kies<br />

Kies de defensiebladen waarop je<br />

een abonnement wilt.<br />

iPad3<br />

9:45 AM<br />

Stap 3:<br />

Mail<br />

Laat je persoonlijke e-mailadres achter.<br />

Stap 4:<br />

Bevestig<br />

Je ontvangt direct een ontvangstbevestiging<br />

per e-mail.<br />

Klik op het internetlinkje.<br />

Stap 5:<br />

Lees<br />

Maandelijks krijg je een nieuwsbrief<br />

met de inhoudsopgave en link naar<br />

het nieuwe digitale tijdschrift.<br />

Belangrijk<br />

• Meld je aan met je persoonlijke e-mailadres: de video’s<br />

van de digitale bladen zijn niet beschikbaar via Mulan of<br />

Internet op de werkplek.<br />

• Na aanmelding ontvang je een bevestigingsmailtje. Klik<br />

op de internetlink. Een welkomstmailtje verschijnt in je<br />

inbox.<br />

• Geen mail ontvangen? Kijk in je spammail.<br />

• De opgegeven e-mailadressen worden <strong>alle</strong>en gebruikt<br />

voor de versturing van nieuwsbrieven van de online<br />

magazines.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!