NJB-1427
NJB-1427
NJB-1427
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Wetgeving<br />
Kinderbijslagwet en het regelen van<br />
overgangsrecht voor de situatie van<br />
opzegging of wijziging van een verdrag<br />
dan wel een daarmee gelijk te<br />
stellen situatie.<br />
– Deze wet voorziet in wijziging van<br />
de Algemene Kinderbijslagwet (AKW).<br />
In de AKW staat de mogelijkheid bij<br />
verdrag af te wijken van het exportverbod.<br />
Deze uitzondering voor verdragslanden<br />
wordt met deze wet<br />
geschrapt. De AKW wordt verder zo<br />
gewijzigd dat het export-verbod in de<br />
AKW ziet op de situatie dat het kind<br />
buiten Nederland woont. Indien de<br />
verzekerde in het buitenland woont,<br />
maar het kind in Nederland woont,<br />
dan ontvangt de verzekerde ten<br />
behoeve van dit kind wél kinderbijslag.<br />
De wet voorziet tevens in overgangsrecht<br />
om de gevolgen te regelen<br />
voor uitkeringsgerechtigden die reeds<br />
in een verdragsland wonen en die<br />
hun kinderbijslag verliezen na aanpassing<br />
van een verdrag. Ook wordt<br />
overgangsrecht gegeven voor de situatie<br />
dat Nederland de voorlopige toepassing<br />
van een verdrag beëindigt of<br />
overgaat tot opzegging van een verdrag.<br />
Met deze aanpak wordt voorkomen<br />
dat in het geval Nederland overgaat<br />
tot opzeggen van een verdrag er<br />
een afzonderlijk wetsvoorstel moet<br />
worden ingediend dat voorziet in<br />
overgangsrecht voor deze situatie.<br />
Inwerkingtreding op een bij kb te<br />
bepalen tijdstip.<br />
Wet van 19-06-2014, Stb. 2014, 238 (Kamerstukken<br />
33 162)<br />
Voortgezette<br />
tenuitvoerlegging<br />
1393 - Wet tot wijziging van de Wet<br />
overdracht tenuitvoerlegging strafvonnissen<br />
in verband met aanvulling<br />
van de bepaling over de procedure<br />
van voortgezette tenuitvoerlegging<br />
– Deze wet strekt tot nadere uitwerking<br />
van de procedure betreffende de<br />
onmiddellijke tenuitvoerlegging van<br />
een in een vreemde staat opgelegde<br />
vrijheidsbenemende sanctie, bedoeld<br />
in artikel 43 van de Wet overdracht<br />
tenuitvoerlegging strafvonnissen<br />
(Wots). De Wots bevat twee procedures<br />
voor de tenuitvoerlegging in<br />
Nederland van een in een vreemde<br />
staat opgelegde sanctie die strekt tot<br />
vrijheidsbeneming. Dit zijn de<br />
omzettingsprocedure en de procedure<br />
van onmiddellijke tenuitvoerlegging.<br />
De wettelijke aanduiding<br />
‘onmiddellijke tenuitvoerlegging’<br />
wordt met deze wet aangepast aan<br />
de in de rechtspraktijk gangbare aanduiding<br />
‘voortgezette tenuitvoerlegging’.<br />
Beide procedures zijn terug te<br />
voeren op de artikelen 9, 10 en 11<br />
van het in het kader van de Raad van<br />
Europa op 21 maart 1983 te Straatsburg<br />
tot stand gekomen Verdrag<br />
inzake de overbrenging van gevonniste<br />
personen (Trb. 1983, 74) (Vogp).<br />
Ten tijde van de opstelling van de<br />
Wots was de rechtsfiguur van overname<br />
en overdracht van de tenuitvoerlegging<br />
van strafvonnissen nieuw. De<br />
wetgever ging er toentertijd van uit<br />
dat in Nederland in beginsel de<br />
omzettingsprocedure zou worden<br />
toegepast, zoals deze in de artikelen<br />
14 tot en met 33 van de Wots is vastgelegd.<br />
In de Wots werd ook voorzien<br />
in de procedure van voortgezette<br />
tenuitvoerlegging, maar gelet op de<br />
verwachting van de geringe toepassing<br />
ervan gaf de wetgever in artikel<br />
43 slechts een zeer summiere uitwerking<br />
daaraan.<br />
In de afgelopen decennia heeft de<br />
overbrenging van gevonniste personen<br />
zich echter om meerdere redenen<br />
ontwikkeld tot een volwaardig<br />
onderdeel van de internationale<br />
strafrechtelijke samenwerking.<br />
Bovendien wenst een groeiend aantal<br />
landen waarmee Nederland op<br />
basis van het Vogp samenwerkt, dat<br />
bij een overdracht aan Nederland de<br />
procedure van voortgezette tenuitvoerlegging<br />
wordt toegepast. Thans<br />
wordt daarom de procedure van de<br />
voortgezette tenuitvoerlegging in de<br />
Wots verder uitgewerkt.<br />
De procedure van de voortgezette<br />
tenuitvoerlegging, die moet leiden<br />
tot de beslissing op een verzoek tot<br />
tenuitvoerlegging, is logistiek zoveel<br />
mogelijk gelijk aan de erkenningsprocedure<br />
van de Wet erkenning en<br />
tenuitvoerlegging vrijheidsbenemende<br />
en voorwaardelijke sancties<br />
(Wets). De Wots en de Wets<br />
hebben gemeen dat de besluitvormingsprocedure<br />
over de tenuitvoerlegging<br />
van een buitenlandse sanctie<br />
uit een rechterlijke en een bestuurlijke<br />
fase bestaat. De rechter geeft in de<br />
Wots een advies en in de Wets een<br />
oordeel over bepaalde aspecten van<br />
de zaak en het bestuur, ondergetekende,<br />
beslist. Inhoudelijk verschillen<br />
de procedures, doordat de uitgangspunten<br />
van beide regelingen sterk<br />
uiteenlopen. De voortgezette procedure<br />
van de Wots heeft betrekking<br />
op verzoeken tot tenuitvoerlegging<br />
op basis van verdragen. Die verdragen<br />
bevatten geen verplichting tot<br />
inwilliging daarvan. Derhalve kan<br />
zelfs als aan alle verdragsvoorwaarden<br />
is voldaan een verzoek tot tenuitvoerlegging<br />
worden geweigerd. De<br />
veroordeelde kan aan de verdragen<br />
evenmin een recht op overbrenging<br />
ontlenen. De erkenningsprocedure<br />
van de Wets gaat daarentegen uit<br />
van de verplichting tot overname<br />
van de tenuitvoerlegging. Die verplichting<br />
kan alleen opzij worden<br />
gezet indien een van de in de Wets<br />
opgenomen limitatieve weigeringsgronden<br />
van toepassing is. Een verder<br />
verschil is, dat bij de verdragen<br />
gewoonlijk de instemming van<br />
betrokkene nodig is, tenzij dit uitdrukkelijk<br />
is uitgezonderd, terwijl bij<br />
de Wets gewoonlijk de instemming<br />
van betrokkene niet is vereist.<br />
Ondanks deze verschillen is het<br />
mogelijk om de procedures van beide<br />
wetten meer identiek in te richten.<br />
Dit klemt temeer, omdat de bijzondere<br />
kamer van het Gerechtshof<br />
Arnhem-Leeuwarden die bij de toepassing<br />
van artikel 43 van de Wots is<br />
betrokken, ook in de Wets als enig<br />
bevoegde rechterlijke autoriteit is<br />
aangewezen.<br />
Inwerkingtreding op een bij kb te<br />
bepalen tijdstip.<br />
Wet van 25-06-2014, Stb. 2014, 240 (Kamerstukken<br />
33 742)<br />
Stroomlijning markttoezicht<br />
1394 - Wet tot wijziging van de<br />
Instellingswet Autoriteit Consument<br />
en Markt en enige andere wetten in<br />
verband met de stroomlijning van<br />
het door de Autoriteit Consument en<br />
Markt te houden markttoezicht<br />
– De samenvoeging van de NMa,<br />
OPTA en CA tot ACM is geregeld in<br />
de Instellingswet ACM. Met deze wet<br />
is een eerste stap gezet in de beoogde<br />
verbetering van de effectiviteit,<br />
efficiëntie en kwaliteit van het<br />
markttoezicht. De tweede stap wordt<br />
met onderhavige wet gezet. De wet<br />
voorziet in een vereenvoudiging en<br />
stroomlijning van procedures en<br />
instrumentarium binnen de ACM.<br />
NEDERLANDS JURISTENBLAD – 24-07-2014 – AFL. 27 1895