1. Anselmus van Canterbury - Stichting Bodhisattva
1. Anselmus van Canterbury - Stichting Bodhisattva
1. Anselmus van Canterbury - Stichting Bodhisattva
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Boeddha volgde in eerste instantie ook het pad <strong>van</strong> een vast geloof in zijn<br />
geestkracht. Toen dit mislukte kwam hij erachter dat er sprake is <strong>van</strong> een<br />
interrelatie <strong>van</strong> de geest met het lichaam en dat deze niet alleen geestelijk uit te<br />
werken is. Sterker nog geest en lichaam zijn onlosmakelijk aan elkaar verbonden<br />
zolang je hier op aarde bent, en juist door deze verbondenheid is de mens in staat<br />
te ervaren. Ervaren wordt nu het middel <strong>van</strong> het onderzoek. En om goed te<br />
kunnen onder- zoeken zal de ervaring moeten kloppen met de werkelijkheid. Dit<br />
vraagt om de geest in al zijn facetten goed te leren kennen. Niets uit te sluiten<br />
maar alles te omarmen omdat alles in interrelatie is. En volgens Boeddha ben je in<br />
staat om de Leer als <strong>van</strong>zelf te begrijpen als je kunt ervaren. Hierbij gaat het om<br />
juiste kosmische ervaringen, verschoont <strong>van</strong> herinneringen en vooropgestelde<br />
interpretaties. Het vraagt om een open ‘zijn’ eigenlijk zoals een kind, zonder<br />
vooropgestelde verwachtingen en interpretaties, echter wel met behoudt <strong>van</strong> de<br />
eigen verantwoording en zelfstandigheid. Door open te staan voor alle ervaringen,<br />
die tijdens meditatie verkregen zijn, vormen zij een prachtig pad naar de eigen<br />
zuivere geest, de Leraar, die in ons allemaal aanwezig is. Je zou kunnen zeggen<br />
dat door de ervaringen, waardoor de juistheid <strong>van</strong> de leer getoetst kan worden, het<br />
geloof in jezelf en in het pad dat je loopt, doet toenemen.<br />
Voor <strong>Anselmus</strong> is het geloof een openstellen <strong>van</strong> de geest om <strong>van</strong> daaruit<br />
verstandelijk te begrijpen. Hij probeert via de rede naar het Zijn te komen. Om in<br />
de allegorie <strong>van</strong> de grot <strong>van</strong> Plato te blijven kun je zeggen dat <strong>Anselmus</strong> gewoon<br />
in de grot blijft, de openbaring Gods, de Zon, in zich laat schijnen om vervolgens<br />
zichzelf uit de grot te redeneren, alhoewel hij gewoon blijft zitten waar hij zit. Om in<br />
te zien, te begrijpen dat wat binnen ons is ook buiten ons zal moeten bestaan.<br />
De Boeddha ontleedt de grot, ziet dat de grot niet is wat het lijkt. Ziet dat dit een<br />
creatie is <strong>van</strong> de geest, maar dat het eigenlijk alleen uit energie bestaat. Dus er is<br />
een grot, als referentiepunt, als benoeming, maar als we verder onder- zoeken<br />
zien we dat deze uit vele componenten bestaat. Hierdoor verandert er al zoveel in<br />
onze geest dat, of de grot er nu is of niet, de geest zich bewust is geworden <strong>van</strong><br />
het innerlijk licht en de daarbij behorende innerlijke vreugde. Er is geen binnen en<br />
er is geen buiten meer aanwezig.<br />
Samenvattend kun je stellen dat <strong>Anselmus</strong> aan het begin staat <strong>van</strong> wat voor<br />
Boeddha reeds een werkelijkheid is geworden.<br />
14