Transform your PDFs into Flipbooks and boost your revenue!
Leverage SEO-optimized Flipbooks, powerful backlinks, and multimedia content to professionally showcase your products and significantly increase your reach.
<strong>15</strong> <strong>jaar</strong>!<br />
Nummer 90<br />
Mei & Juni 2010<br />
Vijftien <strong>jaar</strong> AMEN<br />
Hemelse machten<br />
Bijbel & wetenschap<br />
‘<strong>15</strong>’ - Feestelijk getal!<br />
Alles is ijdelheid - Studies in<br />
het boek Prediker<br />
In AMEN Actueel:<br />
- De NBV officiële Bijbelvertaling PKN<br />
- Buigen voor heidense goden<br />
- Doop van kind lesbische ouders in<br />
Nederlands Geref. Kerk<br />
- ´Ik bid en blijf lid´
LECTORI SALUTEM<br />
Vijftien <strong>jaar</strong> AMEN<br />
Voor<strong>jaar</strong> 1995 verscheen het eerste nummer<br />
van AMEN. Dat betekent dat we nu het derde<br />
lustrum vieren van het blad. Niet dat vijftien <strong>jaar</strong><br />
nou zo'n hele lange tijd is, maar toch zijn we blij<br />
en dankbaar, dat er inmiddels 90 nummers van<br />
AMEN verschenen zijn en we zijn -wat ons betreft-<br />
nog lang niet uitgeschreven!<br />
Peter Slagter<br />
Doelstelling<br />
In het eerste nummer schreef ik over de reden om AMEN uit te<br />
geven het volgende: "Er worden vandaag, en laten wij dat toch<br />
vooral mogen zeggen, vele goede dingen uitgedragen in de diverse<br />
(christelijke) media. Toch moeten wij de laatste tijd constateren, dat<br />
er ook veel goede dingen niet of eenzijdig worden verkondigd.<br />
Wij hebben gemerkt, dat bij vele gelovigen (van verschillende 'richtingen')<br />
een verlangen aanwezig is naar goede, fundamentele Bijbelkennis,<br />
om de Here God beter te leren kennen vanuit Zijn eigen<br />
Woord." Welnu, dit is in de loop der jaren duidelijk bevestigd en het<br />
is nog steeds actueel. Vandaar ook dat de doelstelling nog steeds<br />
hetzelfde is: De bijbelse boodschap brengen onder het motto 'Gods<br />
Woord geeft antwoord', het Evangelie der genade verkondigen, en<br />
ook wijzen op 'het geheimenis van het Evangelie' (Efe. 6:19), dat<br />
met name door Goddelijke openbaring aan Paulus visie geeft voor<br />
Gods plan in deze tijd: de uitroeping van de Gemeente, het Lichaam<br />
van Christus.<br />
“Leer ons zó onze dagen tellen, dat wij<br />
een wijs hart bekomen.”<br />
Psalm 90:12<br />
Gezonde leer<br />
Paulus waarschuwde in zijn brief aan Timotheüs al dat er een tijd<br />
zou komen, waarin mensen de gezonde leer niet meer zouden verdragen<br />
(2 Tim. 4). En in plaats van dit maar berustend aan te zien,<br />
wekt hij hem juist krachtig op: "Verkondig het Woord, dring erop<br />
aan, gelegen of ongelegen, wederleg, bestraf en bemoedig met alle<br />
lankmoedigheid en onderrichting" (vs. 2). Die oproep willen wij ook<br />
vandaag serieus nemen. Of beter: juist vandaag. Wie zo links en<br />
rechts leest en luistert wordt niet bepaald vrolijk van wat er allemaal<br />
te berde gebracht wordt in prediking en getuigenis. De apostel Paulus<br />
is aangesteld als de "leermeester der heidenen" (1 Tim. 2:7) en is<br />
de rentmeester van de bedeling der genade is (zoals Mozes dat was<br />
voor Israël in de tijd van de Wet). Aan hem is een geheimenis geopenbaard,<br />
waar we toch vooral aandacht aan moeten schenken,<br />
enzovoort. Het is jammer om te zien hoe de Paulinische boodschap<br />
door velen gewoon wordt genegeerd. Het is precies zoals Paulus<br />
zei: velen keren zich van de waarheid af en keren zich naar de verdichtsels.<br />
Om het heel kort samen te vatten signaleren we vandaag twee belangrijke<br />
zaken:<br />
1. Er wordt te weinig rekening gehouden met Gods plan. Dat<br />
werkt oneigenlijk Schriftgebruik in de hand. Teksten worden<br />
uit het verband gelicht en niet op de juiste wijze toegepast.<br />
2. Er is een enorme hang naar de gevoelskant van het geloven.<br />
Het beleven van het geloof overstijgt het bestuderen van<br />
Gods Woord. Daardoor ontbreekt een solide basis en wordt<br />
de deur opengezet voor allerlei wind van leer: zolang het<br />
maar 'goed voelt'!<br />
We zijn er van overtuigd dat AMEN nog een belangrijke missie<br />
te vervullen heeft, namelijk om vooral het Woord aan het<br />
woord te laten, zodat we daarop ons amen kunnen uitspreken.<br />
Jubileum<br />
We willen bij dit jubileum dan ook niet zozeer achterom zien, maar<br />
vooral vooruit kijken. De hand aan de ploeg slaan. En u kunt ons<br />
daarbij helpen. In de eerste plaats door gebed, dat we de rijke<br />
boodschap van genade mogen uitdragen, duidelijk mogen wijzen<br />
op Gods plan en onderscheid in het lezen van Gods Woord, en dat<br />
we het geheimenis verder bekend mogen maken (vgl. Efe. 6:18-19<br />
en Kol. 4:2-4). In de tweede plaats kunt u ons ook helpen met uw<br />
gaven. Er zijn veel middelen nodig om een blad als AMEN uit te<br />
geven, maar we beschouwen het nog steeds als een voorrecht en<br />
meer dan ooit (!) als een plicht om het te doen. U kunt ons daarbij<br />
heel concreet helpen door een jubileumgift over te maken. Weet<br />
wel dat uw bijdrage voor ons een enorme bemoediging zal zijn om<br />
door te gaan. Mogen we op u rekenen? Alvast zeer bedankt!<br />
Met vriendelijke groet, mede namens alle medewerkers.<br />
N.B. Op de pagina´s 20 t/m 23 kunt u nog wat notities lezen over<br />
het getal ´<strong>15</strong>´<br />
<br />
2 NUMMER 90 MEI & JUNI 2010
INHOUD<br />
Lectori Salutem - Vijftien <strong>jaar</strong> AMEN 2<br />
Peter Slagter<br />
Hemelse machten - deel 3 4<br />
Peter Slagter<br />
Column: De pianist 5<br />
Maaike Neven<br />
Bijbel & wetenschap - deel 3 7<br />
Peter Slagter<br />
Het welbehagen van God - deel 3 10<br />
Arie Jongebreur<br />
Jeruzalem, de stad van de grote Koning - deel 3 12<br />
Jb. Klein Haneveld (1918-1988)<br />
Zoekt de dingen die boven zijn 14<br />
Peter Slagter<br />
In AMEN Actueel: 16<br />
- De NBV officiële Bijbelvertaling PKN<br />
- Buigen voor heidense goden<br />
- Doop van kind lesbische ouders in Nederlands<br />
Geref. Kerk<br />
- ‘Ik bid en blijf lid’<br />
Van Pinksteren tot de volle Waarheid 18<br />
Het getal <strong>15</strong> 20<br />
E.W. Bullinger (1837-1913)<br />
<strong>15</strong> Bedevaartsliederen 21<br />
Peter Slagter<br />
‘<strong>15</strong>’: Feestelijk getal! 22<br />
Hoite Slagter<br />
De heilige Geest in de Efeze-brief - deel 9 - slot 22<br />
Ronald Lammers<br />
Alles is ijdelheid! (Studies uit Prediker) 26<br />
Deel 3: Alles heeft Zijn tijd<br />
Sebastiaan de Graaf<br />
Let op de Knippagina’s 29 en 30<br />
Colofon en Bijbelstudieagenda 31<br />
Hemelse machten<br />
De satan komt in de Bijbel veelvuldig aan de orde als tegenspeler<br />
van God. Hij staat tegenover God en wordt zelf als<br />
'god' aangeduid. Satans invloed op de wereld en het mensdom<br />
is aanzienlijk. Hij is de overste van allerlei machten en<br />
krachten, van de ´wereldbeheersers dezer duisternis´.<br />
Bijbel & wetenschap<br />
De tegenstander heeft met behulp van de wetenschap grote<br />
invloed gehad op het denken en handelen van de mens(heid).<br />
In de afgelopen vijf eeuwen is er elke honderd <strong>jaar</strong> een wetenschapper<br />
opgestaan wiens bewering een kanteling in het denken<br />
van de mens heeft veroorzaakt.<br />
AMEN Actueel<br />
De Nieuwe Bijbelvertaling officiële Bijbelvertaling PKN, Buigen<br />
voor heidense goden, Doop van kind lesbische ouders in Nederlands<br />
Geref. Kerk, ´Ik bid en blijf lid´.<br />
´<strong>15</strong>´ - Feestelijk getal!<br />
Op Gods kalender begon op de <strong>15</strong>e dag van de eerste maand<br />
(Nissan) het Feest der ongezuurde broden; in de zevende<br />
maand begon het Loofhuttenfeest, ook op de <strong>15</strong>e. Blijdschap<br />
om het nieuwe leven en de goede afloop!<br />
pagina 4<br />
pagina 7<br />
pagina 16<br />
pagina 22<br />
Alles is ijdelheid - Studies in het boek Prediker<br />
Prediker spreekt over het leven ´onder de zon´ en leert ons dat<br />
de mens slechts tot zijn doel kan komen in afhankelijkheid van<br />
God. God stelde de tijd als raamwerk in waarbinnen een<br />
goede schepping naar volmaaktheid gebracht zou worden.<br />
pagina 26<br />
Als lezen te moeilijk wordt:<br />
AMEN wordt ten behoeve van iedereen, die niet op de gebruikelijke manier kan lezen, uitgegeven op Daisy CD-Rom. Info en opgave:<br />
CBB (Christelijke Bibliotheek voor Blinden en Slechtzienden), Postbus 131, 3850 AC Ermelo, tel.: 0341-56 54 99.<br />
NUMMER 90 MEI & JUNI 2010 3
Hemelse machten<br />
De Bijbel spreekt over geestelijke machten die hun domicilie hebben<br />
in de hemelse regionen.<br />
Zij zijn (nog) onzichtbaar voor ons, maar oefenen hun invloed wel<br />
degelijk uit op de gang van zaken in het leven van de mens(heid) op<br />
aarde!<br />
Deel 3<br />
Satan<br />
De satan komt in de Bijbel veelvuldig aan de orde als tegenspeler<br />
van God. Hij staat tegenover God en wordt zelf als 'god' aangeduid,<br />
bijvoorbeeld in 2 Korintiërs 4:4 waar Paulus hem de 'god<br />
dezer eeuw' noemt, de god van deze aioon. Satan is een belangrijk<br />
wezen met veel macht en autoriteit. Zijn invloed in de wereld en het<br />
mensdom is aanzienlijk. Hij is de overste van allerlei machten en<br />
krachten, de kosmokraten van deze aioon, oftewel: de "wereldbeheersers<br />
dezer duisternis" (Efe. 6:12).<br />
De naam ´satan´ betekent: tegenstander. In Jesaja 14:12-<strong>15</strong> wordt<br />
profetisch over hem gesproken:<br />
"Hoe zijt gij uit de hemel gevallen, gij morgenster, zoon des dageraads;<br />
hoe zijt gij ter aarde geveld, overweldiger der volken!<br />
En gij overlegdet nog wel: Ik zal ten hemel opstijgen, boven de<br />
sterren Gods mijn troon oprichten en zetelen op de berg der samenkomst<br />
ver in het noorden; ik wil opstijgen boven de hoogten<br />
der wolken, mij aan de Allerhoogste gelijkstellen. Integendeel,<br />
in het dodenrijk wordt gij neergeworpen, in het diepste<br />
der groeve".<br />
De naam 'morgenster', gebruikt voor satan, komt alleen hier voor.<br />
De morgenster kondigt niet alleen de morgen aan, de dageraad<br />
brengt hem als het ware voort. Vandaar ook: "zoon des dageraads".<br />
Wellicht is dit ook een verwijzing naar het getuigenis van Job 38:7<br />
waar staat dat “…de morgensterren tezamen juichten, en al de<br />
zonen Gods jubelden” toen God de aarde grondvestte.<br />
Voor de goede orde, het woord ´morgenster´ in Jesaja 14 komt van<br />
het Hebreeuwse ´heylel´: lichtdrager (Lucifer in het Latijn). In Job<br />
38:7 wordt een ander woord gebruikt en gaat het (letterlijk) over<br />
´de sterren van de morgen´.<br />
Peter Slagter<br />
Satans zonde<br />
Uit Jesaja 14 blijkt, dat deze zoon des dageraads niet tevreden was<br />
met de plaats die hem door God was toebedeeld en actie ondernam.<br />
Hij was niet tevreden met het wandelen te midden van de vurige<br />
stenen, op Gods heilige berg. Hij wilde ten hemel opklimmen<br />
en zijn troon hoger maken dan de sterren Gods, de andere engelen.<br />
Hij wilde opstijgen naar de “berg der samenkomst ver in het noorden”.<br />
De Statenvertaling zegt hier: aan de zijden van het Noorden;<br />
het kan allebei. Het gaat om de plaats/zetel van de Allerhoogste.<br />
Het ´noorden´ wordt in de Bijbel o.a. gezien als datgene wat boven<br />
is…<br />
Vgl. Job 26:7 Hij spant het Noorden uit over (Hebr. ´ol´) de baaierd<br />
(Hebr. ´tohu´)<br />
Hij hangt de aarde over (Hebr. ´ol´) wat-niets-is (Hebr.<br />
´beleema´ = leegheid)<br />
Dit stemt overeen met het bijbelse wereldbeeld: de hemelen zijn<br />
boven, daaronder is de aarde en daaronder, hetgeen ´onder de<br />
aarde´ is. Deze berg in het Noorden wijst op een bepaald centrum<br />
waar God Zijn tegenwoordigheid in de hemelen het meest openbaart.<br />
Dáár wilde hij zijn troon oprichten. Maar ook dat is hem nog<br />
niet genoeg: hij wilde zelfs aan de Allerhoogste gelijk worden!<br />
Hier vinden we in opklimmende reeks het proces van de zonde in<br />
satan. Hij wilde ten hemel opklimmen, dan zich boven de engelen<br />
verhogen en zich uiteindelijk aan God, de Allerhoogste, gelijk stellen.<br />
Hij wilde de grens tussen Schepper en schepsel uitwissen: hij<br />
wilde God gelijk worden. Hij, de dienaar, wilde heerser worden.<br />
Wat een tegenstelling is er tussen hem en Degene Die door de<br />
Vader uitgezonden was om het onheil, mede door satan veroorzaakt,<br />
te herstellen. Christus heeft Zich volkomen aan Gods wil onderworpen.<br />
Hij heeft Zich diep vernederd, tot de dood, ja de dood<br />
des kruises, maar week niet af van de opdracht Hem gegeven. Hij<br />
heeft Gods wil volbracht en daarmee een wereldheil bewerkt, dat<br />
het onheil verre overtreft. Daarom heeft God Hem ook uitermate<br />
verhoogd en Hem gezet in Zijn Rechterhand (Filipp. 2).<br />
Satan wilde de Allerhoogste gelijk worden en zich daarmee ongetwijfeld<br />
zetten op de troon van Christus. Dit was echter onbereikbaar<br />
voor hem. Aan Gods rechterhand zal hij nimmer plaats nemen,<br />
4 NUMMER 90 MEI & JUNI 2010
AMEN<br />
omdat dit niet voor hem is weggelegd. Het is de plaats die bestemd<br />
was en is voor de Here Jezus Christus. En… die ´zoonplaats´ (letterlijke<br />
vertaling van Efe. 1:5) is, zoals we in de vorige aflevering<br />
zagen, ook gegeven aan de Gemeente, het Lichaam van Christus.<br />
Zoals Christus gezet is aan Gods rechterhand (Efe. 1:20), zo is ook<br />
het Lichaam daar mede een plaats gegeven (Efe. 2:6). Dit alles<br />
wordt ons uit genade geschonken!<br />
Overdekkende cherub<br />
Zo wordt dezelfde engelmacht aangeduid in Ezechiël 28. We citeren<br />
hier een gedeelte uit een artikelenserie van G.J. Pauptit, die eerder<br />
in AMEN verscheen:<br />
“De verzen 1-11 handelen over de vorst van Tyrus. Hier staat duidelijk<br />
dat de vorst van Tyrus een mens is geweest. Hij verhief zijn hart;<br />
hij waande zich een god, omdat hij zo wijs en verstandig meende te<br />
zijn en zoveel vermogen van goud en zilver en schatten had verkregen,<br />
maar hij zou ter groeve nederdalen door in de strijd te sneuvelen.<br />
Zijn stad Tyrus werd, na 13 <strong>jaar</strong> belegerd te zijn, door Nebukadnezar<br />
verwoest. Later werd het op een eilandje gebouwde nieuwe<br />
Tyrus door Alexander de Grote ook verwoest (Ez. 26 en 27).<br />
De verzen 12-19 spreken over de koning van Tyrus. Hierin wordt<br />
een aantal markante dingen gezegd over deze persoon:<br />
- Vers 13 Deze koning is geschapen<br />
- Vers 14 Hij is een overdekkende cherub en verblijft op<br />
Gods heilige berg<br />
- Vers <strong>15</strong> Hij was onberispelijk in zijn wegen vanaf zijn<br />
schepping<br />
- Vers 17 Hij wordt op de aarde geworpen<br />
- Vers 18 Hij wordt tot as op de aarde<br />
Vers 2 zegt dat de vorst van Tyrus een mens is. Dat nemen we letterlijk.<br />
Vers 14 en 16 zeggen, dat de koning van Tyrus een cherub is.<br />
Waarom dit dan ook niet letterlijk aanvaarden? Vers 2 zegt dat de<br />
vorst een godenwoning bezit ´midden in de zee´ of Statenvertaling:<br />
"Hart der zeeën". Dit is een Hebreeuwse uitdrukking voor: 'midden<br />
in het water, geheel door water omgeven' (zie Spr. 30:19). Vóór de<br />
val van de oude stad hadden de Tyriërs het grootste deel van hun<br />
schatten overgebracht naar een eilandje dat een kleine kilometer<br />
van de kust lag. Daar werd het nieuwe Tyrus gebouwd, in het hart<br />
der zeeën. Van de cherub staat dat hij in Eden, Gods hof, was.<br />
De overdekkende cherub<br />
In Genesis 3 komen voor het eerst de cherubs voor. God stelde cherubs<br />
tegen het oosten van de hof van Eden, Genesis 3:24. Deze cherubs<br />
staan tegenover de nachash, de slang. Dit wordt nu begrijpelijk:<br />
de latere slang was eenmaal de overdekkende cherub. Hij was<br />
boven de andere. Dat zijn o.a. de vier dieren van Ezechiël 1:5. Dat<br />
blijkt uit hoofdstuk 10:1, 4. 'Dieren' moet zijn: 'levende (wezens)'.<br />
Het zijn wonderlijke wezens: elk had vier aangezichten, ook vier<br />
vleugels. Hun voeten glinsterden als de kleur van glad koper, vers 7.<br />
Hier vindt men de reden waarom de slang nachash heet, de glanzende.<br />
Hun aangezichten hadden de gelijkenis van dat van een<br />
mens, van een leeuw, van een os en van een arend. Zie ook 10:14.<br />
Het zijn dezelfde als de vier dieren van Openbaring 4:6, 7. Hier worden<br />
ze gezien met zes vleugels, vers 8. Ze riepen steeds: "Heilig,<br />
heilig, heilig is de Here God, de Almachtige, Die was en Die is en Die<br />
komen zal." Dit vereenzelvigt hen naar ons inzicht met de serafs van<br />
Jesaja 6, de brandenden. Eén der serafs vloog tot Jesaja en had een<br />
gloeiende kool in zijn hand. In Ezechiël lezen we ook dat er vuur bij<br />
De pianist<br />
Column<br />
Van klassieke pianomuziek weet ik niet veel, maar elke<br />
werkdag word ik meegenomen in de wereld van wereldberoemde<br />
componisten en leer ik per rit een nieuwe<br />
klassieker kennen. Ik rij de voorstelling De Pianist over het<br />
verhaal van Wladyslaw Szpilman die het getto in Warschau<br />
overleefde mede dankzij zijn pianomuziek. De voorstelling<br />
wordt gespeeld door één acteur en één pianist. Eerst haal ik<br />
onze Wit-Russische pianist op. Nog voor we op snelweg<br />
zijn, haalt hij een cd uit zijn tas en zegt: 'Zullen wij een stukje<br />
muziek luisteren?' Terwijl hij de cd in de cd-speler laat glijden<br />
vertelt hij dat dit die en die meesterpianist is en dat we<br />
gaan luisteren naar Bach, Mozart of Schubert. Vanaf dat<br />
moment verstrijkt de tijd niet meer in minuten, maar in symfonieën.<br />
Van het huis van de pianist naar het huis van de<br />
acteur is, met file, één symfonie.<br />
Halverwege de voorstelling speelt de pianist een stuk dat<br />
mij elke keer weer ontroert, hoe vaak ik het ook hoor. Als<br />
we in het verre Leeuwarden een nacht verblijven, vraag ik<br />
hem de volgende ochtend bij het ontbijt hoe dat stuk heet.<br />
'Het gaat van; tadada dada, tadada dada,' probeer ik op<br />
mijn best pianomuziek na te zingen. Vreemd genoeg roept<br />
hij niet direct 'je bedoelt Bach met…' maar kijkt hij me fronsend<br />
aan en probeert iets te herkennen in mijn geneurie.<br />
'Wacht, ik zal wat spelen op die vleugel.' Een paar hotelgasten<br />
genieten nog van hun late ontbijt. De pianist neemt<br />
plaats achter de vleugel die in de eetzaal staat en produceert<br />
uit het niets prachtige melodieën, zijn handen<br />
zweven over de toetsen, alsof hij ze nauwelijks aanraakt. Ik<br />
sta naast de vleugel en zeg dingen als: 'Nee, nee, dat bedoel<br />
ik niet' en 'ehm..speel nog een klein stukje door' tot ik na 5<br />
minuten roep 'Ja! Ja! Dat bedoel ik!'. Het blijkt de tweede<br />
sonate van Chopin. Zo mooi.<br />
In de kerk hebben we ook een pianist. Hij speelt geen<br />
Johann Sebastian Bach, maar Johannes de Heer. Hij speelt<br />
niet op een Steinway vleugel, maar op een elektrische<br />
piano. Hij speelt niet onder theaterspots, maar onder gele<br />
tl-verlichting. Maar als hij begint te spelen vullen de eerste<br />
tonen van de lofliederen de kerk en bij het couplet zingt hij<br />
mee. De pianist zingt uit volle borst mee. Dát vind ik mooi.<br />
Maaike Neven<br />
NUMMER 90 MEI & JUNI 2010 5
AMEN<br />
Agenda 2010<br />
vrij. 14 mei<br />
vrij. 28 t/m zon. 30 mei<br />
zat. 24 t/m vrij. 30 juli<br />
zat. 24 t/m vrij. 30 juli<br />
vrij. 30 juli t/m vrij. 6 augustus<br />
zat. 7 t/m vrij. 13 augustus<br />
zat. 18 september<br />
vrij. 26 t/m zon. 28 november<br />
b-leafit Nijkerk<br />
Jeugd-Bijbelstudieweekend<br />
Kinderkamp<br />
Juniorenkamp<br />
Bijbelvakantieweek Rehe<br />
Jeugdweek<br />
Contactdag Harderwijk<br />
Bijbelstudieweekend Vierhouten<br />
Kijk voor uitgebreide en actuele informatie ook op onze site:<br />
www.morgenrood.nl of bel 0343-480450.<br />
hen is (10:6, 7). Hieruit blijkt dat we ze wel voor identiek kunnen<br />
houden.<br />
De cherubs zijn de troondragers Gods: "En over de hoofden van<br />
deze vier dieren was de gelijkenis van een uitspansel. En boven het<br />
uitspansel hetwelk was boven hun hoofden, was de gelijkenis van<br />
eens troon en op de gelijkenis van de troon was de gedaante van<br />
een mens daarboven zijnde dit was de gedaante van de gelijkenis<br />
der heerlijkheid des HEREN" (Ez. 1:22-28 SV).<br />
"Daarna zag ik en zie, boven het uitspansel hetwelk was over het<br />
hoofd der cherubs, was de gedaante van de gelijkenis van een<br />
troon en Hij verscheen daarop" (Ez. 10:1 SV).<br />
Men ziet dat de cherubs de troon dragen. Om nu in het beeld te<br />
blijven, kan men satan als de overdekkende cherub,<br />
de figuurlijke baldakijn van de troon noemen, de<br />
symbolische troonhemel. Hij overdekte de troondragers<br />
en stond nog hoger dan de cherubs. Echter hij<br />
was dienaar, hij zat niet op de troon. De afstand tussen<br />
de Schepper en satan was die welke er is tussen<br />
meester en dienaar, tussen God en schepsel. Hij was<br />
wel een hoog schepsel, maar was niet de Allerhoogste!<br />
Deze overdekkende cherub was gezalfd, hij bekleedde<br />
een bepaald ambt. God had hem daarvoor<br />
aangesteld. In vers 18 is sprake van zijn 'heiligdommen'.<br />
Dit wijst er op, dat hij ook een priesterlijke bediening<br />
had: hij stond tussen God en het schepsel in<br />
en moest hen tot God leiden. Waar hij zo'n hoge<br />
plaats innam, mogen we in hem zeker ook wel een<br />
koning zien. Hij vertoefde toen op Gods heilige berg<br />
(Hebr.: Gods berg der heiligheid, vs. 14).<br />
God heeft satan volmaakt geschapen, althans wat<br />
zijn gestalte betreft. Hij was onberispelijk in zijn<br />
wegen van de dag dat hij geschapen werd, vers <strong>15</strong>.<br />
Zijn hart verhief zich in trots over zijn schoonheid. Zijn wijsheid<br />
werd bedorven vanwege zijn luister, vers 17. Hij werd hoogmoedig<br />
(vgl. 1 Tim. 3:6) en wilde aan God gelijk worden, zoals we uit Jesaja<br />
14:14 leren. Toen kwam er ongerechtigheid in hem en begon hij te<br />
zondigen, vers <strong>15</strong> en 16.<br />
De woorden "door uw uitgebreide handel" kunnen verwarrend<br />
werken. De vertaling is hier niet duidelijk. Het Hebreeuwse woord<br />
heeft twee betekenissen: koophandel en lastering. Het laatste betekent<br />
dan: 'als een koopman overal met laster te koop lopen'.<br />
Het gevolg is geweest dat deze laster, zeker omtrent God, bij anderen<br />
wortel heeft geschoten en er andere wezens meegetrokken zijn.<br />
Zij zijn de lasteraar gevolgd. Dat maakte hem nog hoogmoediger.<br />
Nu hij trawanten kreeg, wilde hij gaarne van zijn macht gebruik<br />
maken en de baas over hen blijven en begon hij te onderdrukken:<br />
geweld is onderdrukking, knevelarij gepaard gaande met wreedheid,<br />
valsheid, enz. Satans hoogmoed had uitwerking op anderen.<br />
Dit weerkaatste op hem en zo ontstond in zijn binnenste de gedachte<br />
aan geweld. We kunnen vers 16 dus ook zo lezen: "Door de<br />
veelheid van uw lastering is uw binnenste met geweld (hier: lust tot<br />
onderdrukking) vervuld en gij hebt gezondigd".<br />
We zien hier een soortgelijk proces als in de mens: als de begeerte<br />
bevrucht is, baart zij zonde (Jak. 1:<strong>15</strong>). Vers 18 kan men, in overeenstemming<br />
hiermee, aldus lezen: "Vanwege de veelheid van uw<br />
lastering hebt gij uw heiligdommen (= de heilige plaats waar hij<br />
woonde) ontheiligd" (Einde citaat)<br />
Oordeel<br />
Wat er verder staat in vers 17, 18 en 19 is toekomstig. Satan is nog<br />
niet op de aarde geworpen, dat gebeurt eerst in Openbaring 12:9,<br />
als Michaël tegen hem strijdt. Hij heeft de grenzen van Gods scheppingshierarchie<br />
overschreden. En wie zich verhoogt, zal vernederd<br />
worden. Toen hij zag, dat het toch niet werd zoals hij wilde, toen hij<br />
zag dat God Zich niet van Zijn troon liet verdringen, begon hij God<br />
tegen te staan: satan (tegenstander). Er ontstak een vuur in hem<br />
dat hem langzaam verteert, evenals de zon zichzelf letterlijk opbrandt,<br />
zo geschiedt dit met satan figuurlijk. Eenmaal wordt hij gebonden<br />
en in de afgrond geworpen om later terecht te komen in de<br />
poel des vuurs, leert het boek Openbaring.<br />
<br />
6 NUMMER 90 MEI & JUNI 2010
Bijbel & wetenschap<br />
Deel 3<br />
De Bijbel en de wetenschap staan dikwijls op<br />
gespannen voet met elkaar. Het Woord van God<br />
is te allen tijde betrouwbaar, maar hoe zit dat<br />
met de wetenschap?<br />
Peter Slagter<br />
In de zes nummers van de vorige <strong>jaar</strong>gang hebben we uitgebreid<br />
stilgestaan bij het bijbelse wereldbeeld versus het seculiere.<br />
Daarin kwam duidelijk naar voren, dat het beeld dat de<br />
aarde een zwevende planeet is, die om de zon heen draait,<br />
volstrekt vreemd is aan wat Gods Woord daarover zegt. Volgens<br />
de Bijbel is het andersom: de aarde beweegt niet en zon,<br />
maan en sterren leggen een (door God!) vastgestelde baan af<br />
in het hemelrond.<br />
In deze <strong>jaar</strong>gang willen we hierop aansluiten en aandacht besteden<br />
aan de controverse tussen Bijbel en wetenschap als het<br />
gaat om ontstaan en bestaan van hemelen en aarde. Op<br />
voorhand moet gezegd worden, dat we hierbij uit gaan<br />
van de overtuiging, dat de Bijbel het Woord van God is,<br />
voor gelovigen dus de absolute autoriteit!<br />
Zaken die o.a. aan de orde komen in deze serie zijn: Geloof en<br />
wetenschap, de kennis van de mens, de rol van de duivel, beweringen<br />
en bewijzen, en zo meer.<br />
Systeem<br />
De tegenstander heeft met behulp van de wetenschap grote invloed<br />
gehad op het denken en handelen van de mens(heid). De geschiedenis<br />
laat zien, dat het Bijbelse getuigenis systematisch onderuit<br />
gehaald is. In de afgelopen vijf eeuwen is er elke honderd <strong>jaar</strong><br />
een wetenschapper opgestaan wiens bewering een kanteling in het<br />
denken van de mens heeft veroorzaakt.<br />
Het begon met de verandering van het wereldbeeld in de tijd van<br />
Copernicus en via een aantal tussenstations komen we terecht in<br />
onze tijd, waarin het eind zo´n beetje zoek is als het gaat om de<br />
ontkrachting van het heilige Woord van God!<br />
Copernicus (1473-<strong>15</strong>43)<br />
In oude geschriften van Plato, Aristoteles en later Ptolomeüs<br />
(A.D.<strong>15</strong>0) is de aarde het middelpunt van het universum; zon, maan<br />
en sterren draaien er omheen (het zgn. geocentrische model).<br />
De uit Polen afkomstige Niklas Koppernigk (Copernicus) heeft andere<br />
ideeën gepubliceerd: de zon is middelpunt van het heelal en de<br />
aarde draait om de zon (het zgn. heliocentrische model). Vlak voor<br />
zijn dood gaf hij zijn ideeën in <strong>15</strong>42 prijs voor publicatie. Dat is dus<br />
zo´n 5500 <strong>jaar</strong> na de schepping van Adam en Eva volgens de bijbelse<br />
tijdrekening.<br />
De ideeën van Copernicus werden ruim een eeuw later ´bewezen´<br />
door de waarnemingen van Galileï. Dat leverde overigens wel een<br />
ernstig conflict op met de Kerk: Galileï werd veroordeeld tot levenslang<br />
huisarrest (van 1633-1642). Nog later heeft Isaäc Newton<br />
(1642-1727) het heliocentrische model behoorlijk dichtgetimmerd,<br />
zodat het als algemene waarheid werd aanvaard. In zijn in 1687<br />
verschenen boek ´Principia´ gaf hij echter wel toe dat het bewijzen<br />
van een onweerlegbare absolute beweging in de wirwar van bewegingen<br />
rondom ons ´een grote moeilijkheid is´<br />
De Duitse wis- en natuurkundige Max Born (1882-1970), die in<br />
1954 de Nobelprijs voor natuurkunde ontving, heeft gezegd: ´Ptolomeüs<br />
en Copernicus hebben allebei gelijk´. Hij bedoelde daarmee te<br />
zeggen, dat beide modellen niet onweerlegbaar te bewijzen zijn.<br />
In de reeks artikelen van vorig <strong>jaar</strong> (Het bijbelse wereldbeeld) hebben<br />
we gezien dat de Bijbel spreekt over de aarde die stilstaat en de<br />
zon, maan en sterren die bewegen. Dit sluit overigens ook naadloos<br />
aan bij onze eigen dagelijkse waarneming. Het Copernicaanse wereldbeeld<br />
staat daar dus lijnrecht tegenover!<br />
Descartes (<strong>15</strong>96-1650)<br />
Zo´n 100 <strong>jaar</strong> na de presentatie<br />
van Copernicus´ wereldbeeld<br />
publiceerde de mathematicus en<br />
filosoof René Descartes, die als<br />
de grondlegger van de moderne<br />
filosofie beschouwd kan worden,<br />
in 1644 zijn boek ´Principia<br />
Philosophiae´ (Beginselen van de<br />
filosofie). Daarin komt de bekende<br />
stelling ´Cogito ergo sum´<br />
(Ik denk, dus ik ben) voor. Vanuit<br />
deze stelling bouwde Descartes<br />
God en het wereldbeeld<br />
op basis van ´onbetwijfelbare´<br />
argumenten opnieuw op.<br />
Hij stelde de mens als denkend subject centraal, wantrouwde de<br />
traditie per definitie en aanvaardde de rede als het enige criterium<br />
voor de vaststelling van de waarheid. Daarmee maakte hij heftige<br />
discussies los over de menselijke rede en het gezag van de Schrift.<br />
En terecht, wie het menselijk verstand kiest als toetssteen van de<br />
waarheid loochent daarmee de autoriteit van Gods Woord. De Bijbel<br />
zegt, dat de mensen “…verduisterd zijn in hun verstand en vervreemd<br />
van het leven Gods om de onwetendheid die in hen heerst”<br />
(Efe. 4:18). Het is een bittere pil voor de mens te moeten toegeven<br />
dat hij -zonder God en Zijn Woord- wandelt in de “ijdelheid van zijn<br />
denken”. Dat heeft alles te maken met de zonde die sinds de val<br />
NUMMER 90 MEI & JUNI 2010 7
AMEN<br />
van Adam in het menselijk geslacht heerst. We hebben al eens eerder<br />
gewezen op Romeinen 1, waar staat dat de mens(heid) zich van<br />
de Schepper heeft afgekeerd: “Immers, hoewel zij God kenden,<br />
hebben zij Hem niet als God verheerlijkt of gedankt, maar hun overleggingen<br />
zijn op niets uitgelopen, en het is duister geworden in<br />
hun onverstandig hart. Bewerende wijs te zijn, zijn zij dwaas geworden…”<br />
(vs. 21-22a).<br />
Deze gang van zaken heeft verregaande consequenties gehad voor<br />
de ontwikkeling van het mensdom. De periode na de dood van Descartes<br />
staat in de geschiedenis bekend als De Verlichting, waarin<br />
sterk de nadruk werd gelegd op de ontwikkeling van de menselijke<br />
rede (zie kader op pagina 9). Naast de voordelen die het Verlichtingsdenken<br />
heeft voortgebracht, is het grote manco dat men<br />
gaandeweg de autoriteit van God en Zijn Woord heeft losgelaten.<br />
En dat betekent dat men nog slechts op het eigen verstand is aangewezen,<br />
en dat is nu juist verduisterd en leeg volgens de Bijbel.<br />
Wordt hervormd!<br />
Wees gerust, we gaan op deze plaats geen reclame maken voor een<br />
kerkgenootschap. We citeren slechts woorden van Paulus in Romeinen<br />
12, vers 2:<br />
“En wordt niet gelijkvormig aan deze wereld, maar wordt hervormd<br />
door de vernieuwing van uw denken, opdat gij moogt<br />
erkennen wat de wil van God is, het goede, welgevallige en volkomene.”<br />
Het gaat hier om een vermaning van de apostel, waarbij het denken<br />
een rol speelt. Het woord voor ´wereld´ is in de grondtekst: aioon.<br />
Het begrip aioon duidt op de toestand waarin de wereld (Gr. kosmos)<br />
zich gedurende een bepaalde tijd bevindt. Het gaat dus specifiek<br />
om deze tegenwoordige wereld. Johannes zegt daarover dat<br />
“de gehele wereld (Gr. kosmos) in<br />
het boze ligt” (1 Joh. 5:19), terwijl<br />
Paulus in 2 Korinthiërs 4:4 spreekt<br />
over satan als de “god dezer eeuw<br />
(Gr. aioon)”.<br />
Satan is dus momenteel de autoriteit,<br />
die met hulp van zijn engelen<br />
de gang van zaken in de wereld beheerst.<br />
Samen vormen zij de “wereldbeheersers<br />
deze duisternis” (Efe.<br />
6:12). In de grondtekst staat: ´kosmokraten<br />
van deze aioon´. Zij beheersen<br />
dus de wereld gedurende<br />
deze aioon. Het mag duidelijk zijn,<br />
dat zij -als tegenstanders van God- de mens graag ´behulpzaam´ zijn<br />
in het zoeken naar zijn identiteit, het doel van zijn bestaan, het ontstaan<br />
en bestaan van deze wereld en dergelijke zaken. En daarbij<br />
kunnen we niet verwachten dat zij de waarheid proclameren. Dat<br />
druist in tegen het karakter van de satan, die door de Here Jezus genoemd<br />
wordt “…een leugenaar en de vader der leugen” (Joh.<br />
8:44).<br />
Welnu, tegen die achtergrond is het begrijpelijk dat de Bijbel waarschuwt<br />
om niet gelijkvormig te worden aan deze wereld, maar juist<br />
hervormd te worden door de vernieuwing van het denken.<br />
Letterlijk staat er dat we een metamorphose moeten ondergaan in<br />
ons denken. Het denken (Gr. nous) wijst met name op de zetel van<br />
de gedachten (in het Engels: mind), waaruit het vermogen voortkomt<br />
om te kunnen waarnemen en begrijpen, alsmede te kunnen<br />
voelen, (be)oordelen en onderscheiden.<br />
Het adagium van Descartes: Ik denk, dus ik ben, mag dan wel juist<br />
zijn, maar veel belangrijker is waar mijn denken en daaruit voortvloeiend<br />
mijn bestaan door bepaald wordt. De Bijbel geeft daarop<br />
het antwoord!<br />
Vernieuwing<br />
Als een mens in deze wereld verschijnt door geboorte, wordt hij of<br />
zij meegenomen in de opvoeding en traditie van de ouders. Later<br />
worden daar allerlei vormen van kennis aan toegevoegd door naar<br />
school te gaan, door het sociale leven, de religieuze omgeving en<br />
noem maar op.<br />
Daardoor wordt het denken gevormd. Op zichzelf niks mis mee,<br />
maar wat nu als dat alles niet in overeenstemming is met de waarheid?<br />
En met de waarheid bedoel ik dan: het Woord van God. De<br />
Here Jezus bad destijds voor Zijn discipelen: “Ik bid niet, dat Gij hen<br />
uit de wereld wegneemt, maar dat Gij hen bewaart voor de boze.<br />
Zij zijn niet uit de wereld, gelijk Ik niet uit de wereld ben. Heilig hen<br />
in uw waarheid; uw woord is de waarheid.”<br />
Ik denk ook aan het gebed van David in Psalm 86: “Leer mij, HERE,<br />
uw weg, opdat ik in uw waarheid wandele; verenig mijn hart om<br />
uw naam te vrezen” (vs. 11). Het is essentiëel voor een mens dat<br />
zijn denken gefundeerd is in de waarheid, anders wordt het zicht op<br />
het bestaan ernstig belemmerd.<br />
Paulus zegt dat het denken vernieuwd moet worden; het moet een<br />
renovatie ondergaan, desnoods oude denkbeelden vervangen door<br />
nieuwe. En laten we eerlijk zijn, de apostel zelf heeft dat in zijn<br />
eigen leven meegemaakt, en hoe! Als hij in de Galatenbrief schrijft<br />
over zijn vroegere wandel in het Jodendom, zegt hij: “…en in het<br />
Jodendom heb ik het verder gebracht dan vele van (mijn) tijdgenoten<br />
onder mijn volk, als hartstochtelijk ijveraar voor mijn voorvaderlijke<br />
overleveringen “ (Gal. 1:14). Hij<br />
was een vooraanstaand man in zijn<br />
dagen, een Farizeeër met een puike<br />
opleiding, want opgeleid “aan de<br />
voeten van Gamaliël” (Hand. 22:3).<br />
En toch zegt hij in Filippenzen 3,<br />
vers 7: “Maar alles wat mij winst<br />
was, heb ik om Christus' wil schade<br />
geacht.” Er heeft een ommekeer in<br />
zijn leven plaatsgevonden door de<br />
ontmoeting met Jezus Christus! Zijn<br />
ogen gingen open voor de waarheid.<br />
En die waarheid lag klaarblijkelijk<br />
niet in de traditie van het Jodendom, maar in het onfeilbare<br />
spreken van God. Hij onderging een metamorfose door de vernieuwing<br />
van zijn denken!<br />
Het denken van ieder mens is bedorven door de onontkoombare<br />
invloed van de zonde en de misleiding van de satan. Het<br />
gevolg is dat hij eenvoudigweg niet kan komen tot een zuivere<br />
waarneming en begrip, tenzij hij het Woord van God in<br />
acht neemt.<br />
Het is de tegenstander er dus alles aan gelegen om dat Woord onderuit<br />
te halen en de aanzet daartoe is dan ook daadwerkelijk gegeven,<br />
opnieuw zo´n honderd <strong>jaar</strong> later! Volgende keer meer… <br />
8 NUMMER 90 MEI & JUNI 2010
AMEN<br />
De verlichting<br />
Deze naam wordt gebruikt om een politieke en filosofische beweging<br />
aan te duiden die de opvattingen over politiek, filosofie,<br />
wetenschap en religie binnen de westerse wereld grondig wijzigde.<br />
Het was een reactie op het dogmatische autoriteitsgeloof.<br />
De Verlichting kent een kritische en een constructieve zijde. De<br />
kritische zijde bekritiseert (geïnstitutionaliseerd) geloof en onredelijkheid.<br />
De constructieve kant gaat over het zoeken naar<br />
nieuwe kennis (wetenschap) en nieuwe samenlevingsvormen<br />
met als idealen rechtvaardigheid, democratie en mensenrechten.<br />
Het is niet mogelijk om het exacte begin en einde ervan aan te<br />
duiden, maar ruwweg duurde De Verlichting van 1650 tot de<br />
Franse Revolutie (eind 18e eeuw). Men spreekt ook van de Eeuw<br />
van de Rede. Wanneer De Verlichting niet als een periode, maar<br />
als een proces wordt opgevat, strekt haar invloed zich ook na<br />
deze periode uit.<br />
Definitie<br />
De 18e-eeuwers zelf beschouwden<br />
de tijd waarin<br />
ze leefden als een verlichte<br />
tijd, een tijd waarin zij de<br />
duisternis en de achterlijkheid<br />
van het verleden achter<br />
zich lieten. De bekendste<br />
definitie van<br />
'verlichting' is die van de<br />
Duits-Joodse filosoof Immanuël<br />
Kant: “Verlichting is het uittreden van de mens uit de<br />
onmondigheid die hij aan zichzelf te wijten heeft. Onmondigheid<br />
is het onvermogen zich van zijn verstand te bedienen zonder de<br />
leiding van de ander.”<br />
Deze onmondigheid is niet te wijten aan een gebrek aan verstand,<br />
maar eerder aan een gebrek aan moed en vastberadenheid<br />
en het blind blijven vasthouden aan overgeleverde waarden.<br />
De zinspreuk van de verlichting is dan ook 'Sapere aude': durf je<br />
van je eigen verstand te bedienen!<br />
De rede<br />
Het belangrijkste principe van de aanhangers van De Verlichting<br />
was dat men de waarheid omtrent bepaalde zaken kon vinden<br />
met behulp van de ratio (de rede, het verstand), in plaats van wat<br />
bijvoorbeeld kerkelijke autoriteiten zeiden zonder meer voor<br />
waar aan te nemen. Men geloofde in een voortdurende toename<br />
van de rede.<br />
Wetenschap<br />
De eeuwenoude hegemonie van de theologie binnen de wetenschappen<br />
wordt doorbroken door de opkomst van andere wetenschappen.<br />
Het idee dat in de natuur wetmatigheden konden<br />
worden ontdekt, veroorzaakte een ware revolutie in de wetenschap.<br />
Zo meende Isaäc Newton dat in het heelal wetten golden<br />
die door de mens ontdekt konden worden. Meer wetenschap<br />
zou ook betekenen: meer macht over de werkelijkheid, meer mogelijkheden<br />
om de maatschappij ten goede te veranderen. Maatschappelijke<br />
vooruitgang door wetenschappelijk inzicht in natuur<br />
en technologische beheersing van de natuur wordt in De Verlichting<br />
tot een breed gedragen wens.<br />
Recht, kerk en staat<br />
Ook op het gebied van recht en staat werden ´onredelijke´ tradities<br />
bestreden en vergaande pogingen tot hervormingen ondernomen.<br />
Verlichtingsdenkers keerden zich tegen macht die alleen<br />
op traditie berust. De verlichting keerde zich tegen het bestaande<br />
systeem van aristocratie, monarchie en kerkelijk gezag,<br />
waarvan men vóór De Verlichting nog dacht dat ze door God<br />
waren ingesteld. Fundamenteel is de afwijzing van goddelijk<br />
en van God gegeven gezag. De scheiding tussen kerk en staat<br />
werd geïntroduceerd.<br />
De meeste verlichtingsdenkers bepleitten vervanging van de<br />
standenstaat door een democratische samenleving. Het gelijkheidsbeginsel,<br />
de mensenrechten en het concept van de burgerrechten<br />
hebben hun wortels in De Verlichting. De wetten werden<br />
meer gebaseerd op het gelijkheidsbeginsel.<br />
Religie en theologie<br />
Religiekritiek is één van de pijlers van De Verlichting. Het is een<br />
proces van secularisering: religie wordt in verschillende gradaties<br />
buiten het domein van ethiek, politiek en wetenschap geplaatst.<br />
De rol van religie op het gebied van de moraal en wetenschap<br />
wordt teruggedrongen. ´Wetenschap´ neemt gaandeweg de<br />
plaats in van ´God´ als essentie der dingen.<br />
Hoewel de verlichtingsdenkers zware kritiek uitoefenden op religie,<br />
bleven de meesten van hen wel geloven in het bestaan van<br />
God. Er wordt wel een onderscheid gemaakt tussen de vroege,<br />
radicale verlichting, waar Spinoza de belangrijkste vertegenwoordiger<br />
van is, en de gematigde verlichting. In de gematigde<br />
versie is de religie gemoderniseerd, heeft zijn centrale plaats verloren,<br />
en wordt niet meer gezien als een direct obstakel voor<br />
vooruitgang, zoals bij de radicale verlichting.<br />
Invloed op langere termijn<br />
Tijdens het opkomen en overheersen van De Verlichting zelf<br />
werd ze niet gezien als een stroming of als een tijdperk, maar<br />
meer als een maatschappelijk proces waarvan de verdere ontwikkeling<br />
kon worden nagestreefd. Wanneer we De Verlichting<br />
aldus opvatten, zou men kunnen stellen dat het nog steeds niet<br />
ten einde is. De Verlichting heeft een enorme invloed gehad op<br />
de maatschappij en wordt wel gezien als één van de pijlers van<br />
de westerse beschaving. De Verlichting veranderde alle persoonlijke,<br />
sociale, culturele, economische en politieke realiteiten en<br />
had een doorslaggevende rol in de totstandkoming van de moderniteit.<br />
De Verlichting had invloed op alle terreinen van het denken.<br />
Zowel het socialisme als het liberalisme zijn op De Verlichting gebaseerd.<br />
Daarnaast zijn vele maatschappelijke processen zoals<br />
bijvoorbeeld individualisering, emancipatie, secularisering en<br />
globalisering mede door De Verlichting gestimuleerd.<br />
Bron: Wikipedia<br />
NUMMER 90 MEI & JUNI 2010 9
Het welbehagen van God Deel 3<br />
In de oorspronkelijke tekst van het Oude Testament komen<br />
twee woorden voor, die vertaald (kunnen) worden met:<br />
behagen of welgevallen. In deze artikelenserie gaan we de<br />
plaatsen na waar de woorden in de grondtekst voorkomen,<br />
waarbij we ons dan richten op de vijf boeken van<br />
Mozes.<br />
WELGEVALLIG ZIJN VOOR HET AANGEZICHT VAN GOD<br />
Israël<br />
In de Bijbel wordt eerst drie maal gesproken over het behagen van<br />
mensen, over wat voor mensen welgevallig is. Er gaat, zo is gebleken,<br />
niets verheffends van uit, en het leidt niet tot resultaten, integendeel,<br />
er zit geen toekomst in. Uit een natuurlijk mens kan niets<br />
goeds voortkomen. De vierde keer dat het in de Bijbel over behagen<br />
gaat, is in Exodus 28:38. We citeren Exodus 28:36-38:<br />
“Ook zult gij een plaat van louter goud maken en daarop graveren<br />
als zegelgraveerwerk: De HERE heilig. Gij zult haar aan een<br />
blauwpurperen snoer bevestigen, en zij zal zich bevinden op de<br />
tulband, aan de voorkant van de tulband. Zij zal op het voorhoofd<br />
van Aäron zijn, en Aäron zal de schuld dragen, gelegen in<br />
de heilige dingen die de Israëlieten heiligen bij al de gaven van<br />
hun heilige dingen; ja, zij zal voortdurend op zijn voorhoofd<br />
wezen, zodat zij welgevallig zijn vóór het aangezicht des<br />
HEREN.”<br />
Het welgevallig zijn vóór het<br />
aangezicht des Heren, dus<br />
als een Israëliet voor God<br />
verschijnt, voor God genaderd<br />
is, hangt volledig af<br />
van het aanwezig zijn van<br />
een louter gouden plaat op<br />
het voorhoofd van Aäron,<br />
de hogepriester, met daarop<br />
het zegelgraveerwerk, de<br />
Here heilig. Zegelgraveerwerk<br />
wil zeggen: er zit een<br />
garantie op van God. Een<br />
wonderlijke zaak: het welgevallig<br />
zijn van Israëlieten<br />
vóór Gods aangezicht wordt<br />
gegarandeerd door God<br />
Arie Jongebreur<br />
zelf! Vóór het aangezicht des HEREN heeft te maken met: God zien,<br />
en toch in leven blijven, wat met Jacob gebeurde na Gods worsteling<br />
met hem: “Ik heb God gezien van aangezicht tot aangezicht en<br />
mijn leven is behouden gebleven”.<br />
Er wordt ook nog iets gezegd over de heilige dingen die de Israëlieten<br />
heiligen bij al de gaven van hun heilige dingen (driemaal heilig!).<br />
De Israëlieten brachten de offers, de Israëlieten mochten meewerken<br />
aan het bouwen van de tabernakel. Echter op basis van vrijwilligheid<br />
en naar dat ieders hart hem dat ingaf (Ex. 35:29). De beste<br />
kunstenaars deden mee. De gouden plaat met inscriptie was één<br />
van de heilige dingen. Echter, bij al die heilige dingen zat schuld (!),<br />
ze waren door mensen bewerkt. Bij de mooiste dingen, vrijwillig en<br />
van ganser harte gedaan of gemaakt voor God, zit schuld. Daarvan<br />
staat geschreven: Aäron zal de schuld dragen. Elders lezen we dat<br />
Aäron de zonden van hemzelf en van het volk op een offerdier zal<br />
leggen (zie Lev. 16, de grote verzoendag). Dat offerdier is weer een<br />
afbeelding van Christus: het Lam van God, dat de zonde van de wereld<br />
wegneemt. Daarin ligt de garantie van God verankerd.<br />
Heilig<br />
Op de gouden plaat staan de woorden: “De HERE heilig” (NBG ´51-<br />
vertaling); de Statenvertaling zegt: “De heiligheid des HEEREN”.<br />
Heiligheid voor (of aan) de Here. Er staat geen lidwoord voor heiligheid,<br />
en ´heiligheid´ is het zelfstandig naamwoord. Het is echter niet<br />
de heiligheid van God, maar voor God. Het gaat dus over de heiligheid<br />
van de Israëlieten.<br />
Het woord heilig betekent: afgezonderd, apart. God is heilig. Er is<br />
geen wezen zoals Hij. Hij is van niemand afhankelijk, Hij is zelfstandig,<br />
niemand kan hem adviseren, Hij spreekt en het is er, Zijn Woord<br />
geschiedt, Hij kan niet liegen. Hij is met niemand te vergelijken: Hij<br />
is heilig.<br />
In de boven geciteerde tekst wordt gesproken van de heiligheid van<br />
Israël. Als Israël na de uittocht uit Egypte in de Sinaï aangekomen is<br />
bij de berg, voor de sluiting van het verbond, lezen we in Exodus<br />
19:3-6:<br />
“Toen klom Mozes op tot God, en de HERE riep tot hem van de<br />
berg, en zeide: zó zult gij zeggen tot het huis van Jacob en meedelen<br />
aan de Israëlieten: gij hebt gezien wat Ik de Egyptenaren<br />
heb aangedaan, en dat Ik u op arendsvleugelen gedragen en tot<br />
Mij gebracht heb. Nu dan indien gij aandachtig naar Mij luistert<br />
en Mijn verbond bewaart, dan zult gij uit alle volken Mij ten eigendom<br />
zijn, want de ganse aarde behoort Mij. En gij zult Mij<br />
een koninkrijk van priesters zijn en een heilig volk. Dit zijn de<br />
woorden die gij tot de Israëlieten spreken zult.”<br />
Hier wordt gezegd dat Israël op voorwaarde van luisteren - dat is<br />
horen, en gehoorzamen, geloven, voor waar houden - en het bewa-<br />
10 NUMMER 90 MEI & JUNI 2010
AMEN<br />
goddeloze, maar veeleer daarin, dat de goddeloze zich bekeert van<br />
zijn weg en leeft. Bekeert u, bekeert u van uw boze wegen. Want<br />
waarom zoudt gij sterven, huis Israëls?” (Ezech. 33:10,11).<br />
ren van het verbond (gesloten op het bloed van een offerdier, wat<br />
verwijst naar het bloed van Christus) uit alle volken een volk Gode<br />
ten eigendom zal zijn. Daarna wordt er aan toegevoegd: En gij zult<br />
Mij … zijn … een heilig volk. Heilig heeft dus met verkiezing te<br />
maken, én met geloof. De verkiezing van Israël is, naar de raad van<br />
God, vanaf de grondlegging van de wereld. De letterlijke betekenis<br />
van grondlegging is: ter aarde werping, en verwijst niet naar de<br />
schepping, zoals beschreven in Genesis 1, maar naar het woest en<br />
ledig zijn vermeld in Genesis 1:2. Vanaf die gebeurtenis werkt God<br />
dus Zijn plan met Israël uit, uitmondend in de komst van Zijn Eigen<br />
Zoon, slechts gezonden tot de verloren schapen van het huis Israëls,<br />
Zijn uitverkoren volk (Matt. <strong>15</strong>:24). Hunner zijn de woorden Gods<br />
toevertrouwd (Rom. 3:2). ´Toevertrouwd´ is hier de vertaling van het<br />
Griekse werkwoord geloven, oftewel voor waar houden. Als we het<br />
zo vertalen, wordt de diepere betekenis duidelijk: Hunner zijn de<br />
woorden Gods voor waar gehouden!<br />
God heeft zich aan Zijn Woord gehouden! Israël heeft zijn verkiezing<br />
evenwel nog niet vastgemaakt, is niet tot geloof gekomen,<br />
zelfs niet in de opgestane Christus, zoals blijkt uit de geschiedenis<br />
vermeld in Handelingen. Aan het einde van Handelingen verklaart<br />
Paulus dat Israël horende doof en ziende blind is (Hand. 28). Gods<br />
handelen met Israël is tijdelijk tot stilstand gekomen. De prediking<br />
van het Koninkrijk der Hemelen, dat nabij was, is gestopt. Op dat<br />
moment komt God met een ander plan, van vóór de grondlegging<br />
van de wereld. Het werk van Christus blijkt van veel grotere waarde<br />
dan voor Israël alleen (en met en door Israël ook voor alle volken).<br />
Paulus maakt bekend: “Het zij u dan bekend, dat dit heil Gods aan<br />
de heidenen gezonden is: die zullen dan ook horen!” (Hand 28:28).<br />
Dit is een eerdere verkiezing van God in Christus: “Hij heeft ons immers<br />
in Hem uitverkoren vóór de grondlegging der wereld, opdat<br />
wij heilig en onberispelijk zouden zijn voor Zijn aangezicht” (Efe.<br />
1:4). We vinden ook hier weer de bekende woorden ´heilig´ en ´voor<br />
Zijn aangezicht´. Het is evenwel een ander volk, pas geopenbaard<br />
na de Handelingenperiode, maar ook uitverkoren in Christus.<br />
Er wordt in deze twee verzen heel wat gezegd tot het huis Israëls!<br />
Eerst over hun positie: tengevolge van hun zonden en overtredingen<br />
is hun einde de dood. Zij zien en erkennen dat er geen mogelijkheid<br />
is om te leven. Dan vestigt God de aandacht op Zichzelf. Hij<br />
zegt: Ik leef, in Mij is leven. Hij is de Schepper van hemelen en<br />
aarde. Hij is de God van Abraham, Isaäk en Jacob, de God van levenden.<br />
Hij is de Here HERE, de eigenaar van alles, en de ´Ik ben,<br />
Die Ik ben´. Vervolgens zegt Hij: Ik heb geen behagen in de dood<br />
van de goddeloze. Het einde van de goddeloze, dat is de mens die<br />
buiten God is, die niet in Zijn gemeenschap verkeert, is de dood. Hij<br />
kent God niet, en God kent hem niet. Buiten God is geen leven. God<br />
heeft geen behagen in deze situatie, maar veeleer daarin, dat de<br />
goddeloze, belast door overtredingen en zonden, zich bekeert van<br />
zijn uitzichtloze weg. God heeft veel liever dat de goddeloze zijn<br />
weg verlaat en zijn toevlucht neemt tot Hem, de weg naar God opgaat,<br />
Hem zoekt en tot Hem nadert. De Weg, die leidt tot het leven,<br />
is er! Zij zijn op de verkeerde weg. Dan volgt tweemaal de oproep:<br />
bekeert u, bekeert u van uw boze wegen. De laatste woorden, tenslotte,<br />
vormen een vraag, gericht weer tot het huis van Israël:<br />
waarom zoudt gij sterven? Daar is geen reden voor: het probleem<br />
van de zonden en overtredingen is opgelost. Christus is door Zijn<br />
offer het Lam van God dat de zonden der wereld wegneemt (zie<br />
Joh. 1:29), “Want Hij is het Die Zijn volk zal redden van hun zonden”<br />
(Matt. 1:17).<br />
Het gebruikte woord voor behagen toont aan dat het gaat om de<br />
Persoon van God: het is Zijn behagen dat Israël leeft voor Zijn aangezicht.<br />
Hij wil hen bij Zich hebben. Zie ook Psalm 89:16-18.<br />
De ultieme bevestiging, waarbij het dan niet over het welbehagen,<br />
maar over de liefde gaat, is dacht ik, Johannes 3:16: “Want alzo lief<br />
heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven<br />
heeft, opdat een ieder die in Hem gelooft, niet verloren ga, maar<br />
eeuwig leven hebbe.”<br />
Het gaat om geloven, behouden worden door Christus, en leven! <br />
Samenvatting en bevestiging<br />
Het gaat in de besproken tekst over het welgevallig zijn van de Israëlieten.<br />
Het gebruikte Hebreeuwse woord is echter gericht op de<br />
bedoeling: het vóór Gods aangezicht zijn, God zien en leven. We<br />
vinden dit bevestigd in twee teksten in het boek Ezechiël: “Gij nu,<br />
mensenkind, zeg tot het huis Israëls: Aldus zegt gij: onze overtredingen<br />
en onze zonden rusten op ons en daarom kwijnen wij weg -<br />
hoe zouden wij dan leven? Zeg tot hen: zowaar Ik leef, luidt het<br />
woord van de Here HERE, Ik heb geen behagen in de dood van de<br />
NUMMER 90 MEI & JUNI 2010 11
Jeruzalem<br />
De stad van de grote Koning<br />
Deel 3<br />
De hoofdstad van Israël heeft een langere en meer bewogen<br />
geschiedenis achter de rug dan welke andere stad op aarde<br />
ook. De tegenstelling tussen wat Jeruzalem is geweest tot nu<br />
toe, en wat zij zal zijn in de toekomst, is onvoorstelbaar<br />
groot!<br />
Jb. Klein Haneveld (1918 -1988)<br />
Jeruzalem en de profetie<br />
De wereldpers houdt zich tegenwoordig intens bezig met het Midden-Oosten<br />
en met de gebeurtenissen, die zich daar afspelen.<br />
Namen als Sinaï, Gaza, Jeruzalem, Damascus, e.a. worden dikwijls<br />
als opschrift gebruikt voor artikelen betreffende buitengewoon gewichtige<br />
gebeurtenissen in en om de oude landen van de Bijbel.<br />
Hier, waar straaljagers gierden en tanks denderden, heeft Mozes<br />
zijn volk geleid, heeft Simson zich gekromd en met al zijn kracht het<br />
feesthuis van de Filistijnen doen instorten, heeft Jezus Zijn doodsstrijd<br />
gestreden, is Paulus door hemels licht verblind en heeft hij de<br />
profetenmantel opgenomen.<br />
Het volgende namen wij over uit een dagblad: "Hoe vreemd toch,<br />
dat de geschiedenis altijd weer terugkeert tot haar geboortegrond,<br />
tot de vruchtbare halve maan, die zich kromt van de oevers van de<br />
Nijl naar het dal van de Tigris en de Eufraat, waar de mens zijn eerste<br />
steden bouwde en waar hij God aanbad en zijn godsvrucht vastlegde<br />
op kleitabletten ten behoeve van volgende geslachten."<br />
Uit hetzelfde artikel nog het volgende: "Ondanks oorlogen en geruchten<br />
van oorlogen blijven de archeologen doorgaan met de<br />
stukjes van wat zij gevonden hebben aaneen te passen, om te ontdekken,<br />
dat de Bijbel een onvergelijkelijk historisch document is in<br />
de geschiedenis van de mens. Gebeurtenissen, in de Bijbel beschreven,<br />
worden nog steeds bevestigd door verbazingwekkende vondsten."<br />
Een vooraanstaande bijbelgelovige archeoloog zei eens: "Van<br />
alle wetenschappen van deze tijd zijn er twee, die het sterkst vooruitgaan,<br />
namelijk de kernfysica en de archeologie van Palestina."<br />
Herbouw van de tempel<br />
Een belangrijke vraag is: Zal Israël de tempel herbouwen? Het antwoord<br />
van de Schrift is: Ja. Om enige zeer duidelijke voorzeggingen<br />
in vervulling te doen gaan, moet de tempel herbouwd worden. Dat<br />
zal dan de derde tempel zijn. De tempel van Salomo is de eerste geweest<br />
en die van Zerubbabel de tweede. De laatste is door Herodes<br />
vergroot en verfraaid. Er zijn vele Schriftplaatsen, die de derde tempel<br />
voorzeggen, waarvan wij er enkele zullen noemen. Wij lezen in<br />
2 Tessalonicenzen 2: 3, 4: "Dat u niemand verleide op enigerlei<br />
wijze; want die (de dag des HEREN) komt niet, tenzij dat eerst de<br />
afval gekomen is, en dat geopenbaard is de mens der zonde, de<br />
zoon des verderfs, die zich tegenstelt en verheft boven al wat God<br />
genaamd of als God geëerd wordt, alzo, dat hij in de tempel Gods<br />
als een god zal zitten, zichzelf vertonende, dat hij God is" (St. Vertaling).<br />
Het is duidelijk, dat als deze profetie in vervulling moet gaan gedurende<br />
de grote verdrukking, er een Joodse tempel moet bestaan. De<br />
Here Jezus Zelf waarschuwt in Mattheüs 24:<strong>15</strong>: “Wanneer gij dan<br />
zult zien de gruwel der verwoesting, waarvan gesproken is door Daniël,<br />
de profeet, staande in de heilige plaats, dat alsdan die in Judea<br />
zijn, vlieden op de bergen.”.<br />
Om te begrijpen waar onze Heiland op doelt, moeten we het boek<br />
Daniël opslaan. In Daniël 9:27 vernemen wij, dat ´de vorst, die<br />
komen zal´ een verbond zal sluiten met Israël voor de tijd van één<br />
<strong>jaar</strong>week (dus zeven jaren), maar: "in de helft der week zal hij het<br />
slachtoffer en het spijsoffer doen ophouden en op een vleugel van<br />
gruwelen zal een verwoester komen en wel tot de voleinding toe,<br />
en waartoe vast besloten is, dat zal zich uitstorten over wat woest<br />
is".<br />
Hieruit vernemen wij, dat hij de Joodse eredienst in de tempel zal<br />
verstoren en er iets anders voor in de plaats zal stellen. Daniël 12<br />
geeft hier meer licht op: "En van de tijd af, dat het gedurig offer zal<br />
weggenomen worden en de verwoestende gruwel zal gesteld zijn,<br />
zullen zijn duizend tweehonderd en negentig dagen" (vs. 12).<br />
Dus na drie en een half <strong>jaar</strong> (1260 dagen) zal op de heilige plaats<br />
de, wat de Schrift noemt ´gruwel der verwoesting´ worden geplaatst<br />
en van het volk zal verwacht worden, dat het dit zal aanbidden.<br />
In het 13e hoofdstuk van Openbaring wordt dit duidelijker, als<br />
wij lezen, dat de valse profeet een (afgods)beeld zal maken en de<br />
mensen zal dwingen dit te aanbidden op straffe des doods.<br />
Uit dit alles blijkt toch duidelijk, dat er een tempel moet zijn (of op<br />
z´n minst een deel daarvan) om deze dingen in vervulling te doen<br />
gaan.<br />
Reeds in augustus 1967 publiceerde een blad het bericht, dat er<br />
kalksteen verscheept werd van Bedford in Indiana naar Israël voor<br />
12 NUMMER 90 MEI & JUNI 2010
AMEN<br />
Men zou kunnen vragen, waar de tempel in Jeruzalem gebouwd zal<br />
moeten worden. In ieder geval zal hij op de berg Moria moeten<br />
komen. Daar moest Abraham Izak offeren en daar was ook de dorsvloer<br />
van Arauna, die David kocht voor de tempelbouw.<br />
Hier is dus de eerste tempel geweest, die later verwoest is. Zerubbabel<br />
heeft daar de tweede tempel laten bouwen, omstreeks 5<strong>15</strong><br />
vóór Christus. Die was veel minder mooi en groot dan die van Salomo,<br />
maar later door Herodes vergroot en verfraaid. Het werk<br />
begon ongeveer in het <strong>jaar</strong> 19 vóór Christus en werd voortgezet tot<br />
na zijn dood tot het <strong>jaar</strong> 64 na Christus. Zes <strong>jaar</strong> later werd hij door<br />
de Romeinen verwoest in 70 na Christus. De westelijke muur daarvan<br />
is blijven staan en heet de Klaagmuur.<br />
de herbouw van de tempel. Eerst werd dit bericht door de kalksteenleveranciers<br />
ontkend; maar later zeiden zij, dat zij dit bericht<br />
niet konden ontkennen noch bevestigen. Of dit bericht juist is of<br />
niet, vast staat voor ons, dat de tempel herbouwd zal worden, al<br />
weten wij niet wanneer.<br />
Er ging in het <strong>jaar</strong> 1967 een schok door de hele wereld, toen bekend<br />
werd, dat de Israeli's het oude Jeruzalem hadden veroverd. Nu<br />
had men toegang tot de Klaagmuur, die zowat het enige is dat er<br />
nog over is van de oude tempel. Vele jaren lang konden de Joden<br />
niet bij deze muur komen. In een verslag over de verovering van Jeruzalem<br />
lezen wij: "Op de eerste dag, dat de toegang tot de muur<br />
geopend werd, kwamen 200.000 Joden de muur bezoeken, niet om<br />
die als nieuwsgierige toeristen te bekijken, maar om er als met eerbied<br />
vervulde pelgrims te bidden."<br />
In 2 Kronieken 6:5 en 6 vertelt Salomo, waarom Jeruzalem de enige<br />
bestemde plaats is voor de tempelbouw. Hij herhaalt Gods woorden<br />
aan David: "Van de dag aan, dat Ik Mijn volk uit het land Egypte<br />
leidde, heb Ik geen stad uit alle stammen van Israël verkoren, om er<br />
een huis te bouwen, opdat Mijn Naam daar zou zijn, en geen man<br />
verkoren, om vorst te zijn over Mijn volk Israël; maar nu heb Ik Jeruzalem<br />
verkoren, opdat Mijn Naam daar zijn zou, en heb Ik David<br />
verkoren, opdat hij over Mijn volk Israël heersen zou."<br />
God Zelf heeft Jeruzalem verkoren als zetel van de tempel!<br />
<br />
Joods verlangen naar de tempel<br />
Bijna twee duizend <strong>jaar</strong> hebben orthodoxe Joden driemaal per dag<br />
gebeden: "Dat het Uw wil mocht zijn, o Here onze God, de God van<br />
onze vaderen, dat de tempel nog in onze dagen wordt gebouwd.<br />
Dan zullen wij U dienen met eerbied zoals in de dagen van ouds,<br />
zoals in ver vervlogen jaren."<br />
In een ander gedeelte van dit verslag lezen wij: "Wij zijn nu in het<br />
stadium, waarin David was, toen hij Jeruzalem<br />
bevrijdde. Van die tijd af tot de<br />
bouw van de tempel door Salomo ging<br />
slechts één generatie voorbij. Zo zal het<br />
ook met ons gaan."<br />
Een andere veelbetekenende zin in dit<br />
verslag over de verovering van het oude<br />
Jeruzalem luidt aldus: "Deze derde tempel<br />
moet gebouwd worden, om Bijbelse profetie<br />
in vervulling te doen gaan; zo gaat<br />
deze bouw uit de sfeer van politieke mogelijkheid<br />
over naar de sfeer van Goddelijke<br />
beschikking."<br />
Het elfde hoofdstuk van de Openbaring<br />
verwijst naar dezelfde tempel. We zouden<br />
het de ´Verdrukkingstempel´ kunnen noemen.<br />
Hij zal een altaar hebben voor de<br />
Joodse aanbidders en een voorhof voor<br />
de heidenen. Misschien zal hij ook de<br />
plaats zijn, waar de twee geheimzinnige<br />
getuigen zullen optreden.<br />
NUMMER 90 MEI & JUNI 2010 13
Zoekt de dingen die boven zijn<br />
De hemelvaart van Christus heeft voor ons, gelovigen,<br />
een geweldige betekenis.<br />
Wij zijn door het geloof in de Here Jezus één<br />
met Hem geworden zijn. Eén in Zijn dood, Zijn<br />
opstanding en ook in Zijn verhoging!<br />
Peter Slagter<br />
Hemelburgers<br />
In Efeze 2 lezen wij, dat God ons in Zijn liefde en genade mede levend<br />
gemaakt heeft met Christus... en ons mede opgewekt heeft...<br />
en ons mede een plaats gegeven heeft in de hemelse gewesten, in<br />
Christus Jezus (vers 4-6). Dat bepaalt ons bij de bijzondere positie<br />
waarin wij door het geloof zijn terechtgekomen. Wij mogen daar nu<br />
reeds van genieten, elke dag opnieuw. In de toekomst zal God die<br />
"...overweldigende rijkdom Zijner genade tonen naar Zijn goedertierenheid<br />
over ons in Christus Jezus" (Efe. 2:7).<br />
In het eerste hoofdstuk van de Efezebrief bejubelt Paulus deze rijkdom:<br />
"Gezegend zij de God en Vader van onze Here Jezus Christus,<br />
die ons met allerlei (beter: alle) geestelijke zegen in de hemelse gewesten<br />
gezegend heeft in Christus" (vers 3). Verderop bidt de apostel,<br />
dat gelovigen door (de) Geest van wijsheid en van openbaring<br />
Hem recht zullen kennen: "verlichte ogen des harten, zodat gij<br />
weet, welke hoop Zijn roeping wekt, hoe rijk de heerlijkheid is Zijner<br />
erfenis bij de heiligen, en hoe overweldigend de kracht is aan<br />
ons, die geloven..." (vers 17 ev.).<br />
Het is triest, dat er zoveel gelovigen zijn, die zich nauwelijks bewust<br />
zijn van de wonderbare positie, die zij nu in Christus mogen bezitten.<br />
Want het feit, dat Hij in de hemel is, betekent ook dat wij (in<br />
Hem) in de hemel zijn. Daarom: Wij zijn hemelburgers op aarde!<br />
God rekent, wat ons betreft, volledig met onze (hemelse) plaats in<br />
Christus, Zijn geliefde Zoon. En omdat Hij de Geliefde is, zijn wij<br />
"geliefden"! Omdat God in Hem een welbehagen heeft, heeft Hij<br />
een welbehagen in ons! Geen enkele roem in onszelf, het alles "uit<br />
Hem en door hem en tot Hem" en "wie roemt, roeme in de Here"!<br />
Het is wel zaak en van uitermate groot belang, dat wij deze dingen<br />
in geloof volledig aanvaarden, zodat ons hart gaat overvloeien van<br />
dankzegging aan onze hemelse Vader. Waar Christus reeds verheerlijkt<br />
is in de hemel, daar delen wij nu reeds (!) in Zijn verheerlijking.<br />
Nog niet lichamelijk, maar wel geestelijk. Onze verheerlijking met<br />
en in Christus is reeds een feit (vgl. Rom. 8:30) en dat betekent voor<br />
ons grote blijdschap!<br />
Het oog omhoog, het hart naar boven<br />
De apostel Paulus wil ons bewust maken van de betekenis van onze<br />
positie in Christus en de heerlijkheid daarvan. Hij wijst op de (praktische)<br />
consequentie van Christus' hemelvaart voor ons en schrijft in<br />
Kolossenzen 3: "Indien gij dan met Christus opgewekt zijt, zoekt de<br />
dingen die boven zijn, waar Christus is, gezeten aan de rechterhand<br />
Gods. Bedenkt de dingen die boven zijn, niet die op de aarde zijn."<br />
De "dingen die boven zijn" komen tot ons door het Woord. De dingen<br />
zoeken die boven zijn is dan ook in de eerste plaats de Bijbel<br />
bestuderen om onderwezen te worden in de rijkdommen van Gods<br />
genade. Voor ons gaat het dan speciaal over het geheimenis, dat<br />
aan en via Paulus is bekendgemaakt. Over de roeping, het wezen,<br />
de positie en de toekomst van de Gemeente, het Lichaam van Christus.<br />
Belofte<br />
Uiteraard houdt de hemelvaartsdag ook een geweldige belofte in<br />
voor de toekomst: "Deze Jezus, die van u opgenomen is naar de<br />
hemel, zal op dezelfde wijze wederkomen, als gij Hem ten hemel<br />
hebt zien varen" (Hand.1:11).<br />
Dat het hierbij gaat om de lichamelijke wederkomst van de Heer op<br />
aarde mag duidelijk zijn. Elk kind van God, dat leeft in overgave en<br />
toewijding aan de Heer, ziet met grote verwachting uit naar de wederkomst<br />
van Christus. Dan zal alles wat wij nu reeds geloven en<br />
zien met een geestelijk oog, heerlijke, zichtbare, voelbare werkelijkheid<br />
worden. Dan zullen wij geopenbaard worden in de heerlijkheid,<br />
waaraan wij nu reeds deel gekregen hebben. De Gemeente<br />
zal dan gezien worden als een toonbeeld van Gods genade!<br />
En…op indrukwekkende wijze zal de HERE als Redder voor Israël<br />
verschijnen en vanaf dat moment zullen al Gods heerlijke beloften<br />
omtrent het herstel van Israël naar Zijn Goddelijke wil krachtig en<br />
definitief worden vervuld. Jeremia zegt: "De stad zal op haar puinheuvel<br />
herbouwd worden en de burcht op zijn rechte plaats tronen"<br />
(hs. 30:18).<br />
In Zacharia 14:9 staat: "En de HERE zal Koning worden over de gehele<br />
aarde; te dien dage zal de HERE de Enige zijn en Zijn Naam de<br />
enige". De Koning der Joden zal regeren "van zee tot zee en van de<br />
Rivier tot het uiterste der aarde" (Ps. 72). Heel de wereld, alle volkeren<br />
zullen de zegen van de Allerhoogste ontvangen!<br />
<br />
14 NUMMER 90 MEI & JUNI 2010
ACTUEEL<br />
De NBV officiële Bijbelvertaling PKN<br />
De NBV is aangewezen als een van de<br />
officiële vertalingen om te gebruiken in<br />
de eredienst op zondag, naast de Statenvertaling<br />
en de NBG-vertaling van<br />
1951.<br />
Dat heeft de generale synode van de Protestantse<br />
Kerk in Nederland (PKN) besloten.<br />
Het besluit om de NBV aan te wijzen als officiële<br />
vertaling in de kerkdiensten ging niet<br />
zonder kritiek gepaard. Sommige synodeleden<br />
vinden dat er te veel uitleg in de vertaling<br />
staat waardoor er te weinig ruimte<br />
over is voor een eigen interpretatie. Uiteindelijk waren slechts zestien<br />
synodeleden tegen. Een tegenvoorstel om besluitvorming over<br />
NBV uit te stellen kreeg 33 stemmen. Er waren 146 synodeleden<br />
aanwezig.<br />
Debat<br />
Tijdens een vier uur durend debat bleef het lange tijd spannend of<br />
de NBV het 'zou halen'. De voor- en tegenstanders leken elkaar in<br />
evenwicht te houden. Uiteindelijk stemden slechts zestien van de<br />
146 synodeleden tegen.<br />
Het voorstel van het synodebestuur was, de NBV als kanselbijbel<br />
aan te wijzen. Er lag echter een tegenvoorstel van een synodecommissie,<br />
om met een oordeel te wachten op een gereviseerde versie,<br />
die naar verwachting in 2016 verschijnt.<br />
Het tegenvoorstel kreeg bijval van diverse synodeleden, onder wie<br />
ds. Ad van Nieuwpoort. Hij noemde het vrijgeven van de NBV voor<br />
de eredienst “een onverantwoorde beslissing'' en “de kerk onwaardig''.<br />
Aan een officiële Bijbelvertaling mag de kerk “toch echt hoge<br />
eisen'' stellen. “De NBV is in uitleggende zin vertaald. Er is nauwelijks<br />
meer ruimte om zelf een tekst te interpreteren.''<br />
Er waren ook synodeleden die juist een vurig pleidooi voor de NBV<br />
hielden. Ouderling Gerben van Dijk stelde dat de vertaling in het<br />
missionaire werk niet meer weg te denken is. Ook jongeren hebben<br />
volgens hem veel baat bij de NBV.<br />
Hij relativeerde de kritiek van de ruim vierhonderd ondertekenaars -<br />
volgens hem niet meer dan “een stevig minderheidsstandpunt''.<br />
“Tussen hen en NBV zal het nooit wat worden.'' Dat betoogde ook<br />
prof. Klaas Spronk. Hij erkende dat de vertaling beter kan. Maar een<br />
revisie van de NBV lost de bezwaren van de critici niet op, omdat<br />
hun eisen niet passen binnen de vertaalmethode. ,,Het is een illusie<br />
te denken dat we ooit een vertaling zullen hebben waar we het allemaal<br />
mee eens zijn.''<br />
<br />
Bron: spitsnieuws.nl<br />
Buigen voor heidense goden<br />
Als christenen willen we graag in harmonie leven met onze<br />
omgeving. Dat lukte eeuwenlang, omdat die omgeving -<br />
vaak onbewust - uitging van onze christelijke waarden en<br />
normen. Nu die omgeving is veranderd, weten we daar<br />
niet mee om te gaan.<br />
We buigen voor de terreur van de moderne heidense cultuur en<br />
de inzichten van de seculiere psychologie. Of is het misschien zo<br />
dat we zó sterk door die moderne inzichten beïnvloed zijn, dat<br />
'lekker in je vel zitten' en zelfverwerkelijking ongemerkt ook ons<br />
hoogste doel zijn geworden?<br />
Want klinken deze zaken niet veel aangenamer dan dat ruwe<br />
Evangelie van zonde en kruis, van oordeel en verlossing? Als we<br />
kijken naar de ontwikkeling in het christelijke denken en die van<br />
de christelijke moraal, dan is de onvermijdelijke conclusie dat wij<br />
opgeschoven zijn in de richting van deze seculiere godsdienst.<br />
Die is zoveel vriendelijker, aannemelijker en menselijker dan 'the<br />
old time religion' van verlossing door het bloed van Jezus.<br />
Grove discriminatie<br />
Alles wat niet past in het denken en gevoelen van de heersende<br />
cultuur wordt moeilijk gevonden en velen proberen dat te 'herinterpreteren'.<br />
Zonde is zo erg niet meer. Straf voor de zonde is<br />
daarom niet nodig en zeker geen plaatsvervangend lijden van<br />
Christus als straf voor onze zonden. God is alleen nog liefdevol.<br />
Zijn heiligheid wordt aangepast aan de menselijke maat en Zijn<br />
toorn wil men helemaal niet meer erkennen. Een scheiding tussen<br />
hen die verloren gaan en hen die gered worden, vervaagt.<br />
Dat zou immers grove discriminatie zijn en schending van de<br />
mensenrechten. Gelijke behandeling voor iedereen.<br />
Onze boodschap<br />
Het Evangelie heeft altijd controverse gegeven. Het stelt een<br />
diagnose van het menselijk probleem dat tegen ons eergevoel ingaat.<br />
Het biedt een oplossing, die van het kruis, die aanstoot<br />
geeft. We kunnen het Evangelie nooit acceptabel maken voor de<br />
samenleving door het aan te passen. Dan verliest het Evangelie<br />
zijn kern en bestaansrecht. Dan heeft het geen boodschap meer.<br />
Gods boodschap is dat de mens zich moet bekeren. De gemeente<br />
moet de mensen oproepen zich te laten 'behouden uit<br />
dit verkeerde geslacht' (Hand. 2:40). Zulke woorden worden<br />
nooit op prijs gesteld door dat verkeerde geslacht, maar de<br />
boodschap is er te ernstig voor om dan maar te zwijgen. Het<br />
gaat om de eeuwige geestelijke gezondheid van de mensheid. <br />
Hans Frinsel - www.habakuk.nu<br />
16 NUMMER 90 MEI & JUNI 2010
AMEN<br />
Doop van kind lesbische ouders in Nederlands Geref. Kerk<br />
In de Nederlands Gereformeerde Kerk van Emmeloord is<br />
zondagmiddag 18 april j.l. een dochter gedoopt van een<br />
lesbisch paar.<br />
Dat bevestigt kerkenraadsvoorzitter Harold Ottens. Voor zover<br />
bekend is het de eerste keer dat in een van de kleine gereformeerde<br />
kerkgenootschappen een kind van een homopaar is gedoopt.<br />
Het paar is vorig <strong>jaar</strong> getrouwd. De kerk wilde het huwelijk niet<br />
inzegenen. De in januari geboren baby is verwekt door kunstmatige<br />
inseminatie met donorzaad. De kerkenraad - die zich heeft<br />
laten adviseren door een adviescommissie uit de kerkelijke regio -<br />
stemde volgens Ottens unaniem in met het besluit de doop te<br />
bedienen. “Een kind dat wordt geboren uit een of twee gelovige<br />
ouders, is bij de geboorte opgenomen in het verbond van de<br />
Heer. De doop is daarvan het teken en zegel. De moeder is een<br />
gelovige vrouw die belijdend lid is van onze gemeente. Daarom<br />
hebben wij besloten de doop te bedienen.'' “Een meerderheid''<br />
van de gemeenteleden is het daarmee eens, aldus Ottens.<br />
Reguliere doopvragen<br />
De moeder heeft de reguliere doopvragen beantwoord. De partner<br />
van de vrouw, dooplid van de gemeente, kreeg de vraag of<br />
ze steun wilde geven aan de geloofsopvoeding van het kind.<br />
In de Nederlands Gereformeerde Kerken (NGK) wordt dit na<strong>jaar</strong><br />
het onderwerp homoseksualiteit landelijk besproken. Dat gebeurt<br />
mede op initiatief van Emmeloord, dat het besluit wil bespreken<br />
van de kerk in Utrecht om homoseksuelen met een relatie<br />
toe te laten tot het ambt. Volgens Ottens heeft Emmeloord<br />
hierover nog geen standpunt ingenomen. “Wij zijn over homoseksualiteit<br />
in gesprek met de gemeente. Er is een conceptdocument,<br />
maar dat moet nog worden vastgesteld.''<br />
De kerk in Emmeloord werkt samen met de plaatselijke Christelijke<br />
Gereformeerde Kerk.<br />
<br />
Bron: Ned. Dagblad - www.nd.nl<br />
´Ik bid en blijf lid´<br />
Dit is het credo van een groep mensen die de teloorgang van<br />
de Evangelische Omroep ter harte gaat.<br />
Op de gelijknamige website staat dat het leden-initiatief ontstaan is<br />
nadat ruim een <strong>jaar</strong> geleden (begin 2009) steeds duidelijker werd<br />
dat er in het ledenbestand van de EO sprake was van een smeulende<br />
veenbrand. Er was sprake van een groeiende groep leden die<br />
zich niet meer herkenden in het gevoerde programmabeleid en als<br />
gevolg daarvan hun lidmaatschap al hadden opgezegd. Vaak teleurgesteld<br />
doordat hun zorg over sommige programma-uitingen<br />
niet serieus genomen werd.<br />
EO-vernieuwing<br />
Tienduizenden hebben de afgelopen jaren een duidelijk signaal van<br />
teleurstelling aan de EO-leiding afgegeven door hun lidmaatschap<br />
op te zeggen. Duizenden anderen overwegen dat voorbeeld te volgen<br />
wanneer echte veranderingen uitblijven.<br />
Eens de grootste omroep van ons land en straks verschrompeld tot<br />
een weinigzeggende omroep met een christelijk sausje?<br />
De controversiële invulling van programma's staat volgens velen<br />
haaks op de missionaire doelstelling van de EO, een Woord voor de<br />
wereld te hebben.<br />
We roepen de EO op om het aan te durven wegen te zoeken om<br />
met kwaliteitsprogrammering tegen de stroom van de kijkcijferdruk<br />
in te zwemmen. Niet alleen om te voorzien in de maatschappelijke,<br />
geestelijke, godsdienstige behoeften van de dwarslaag die de EO<br />
vertegenwoordigt, maar ook om mensen daarbuiten getuigend tegemoet<br />
te treden met het Goede Nieuws over Jezus Christus. De<br />
Mediawet laat voor die doelstelling alle ruimte (art. 2.24.2c). Het is<br />
zelfs de voorwaarde waaronder de EO een zendmachtiging heeft<br />
gekregen.<br />
In de eerste helft van 2009 is er op diverse niveaus overleg geweest<br />
met de EO-leiding. Zowel met het hoogste verenigingsorgaan (de<br />
ledenraad) als de raad van toezicht als de raad van bestuur (de<br />
tweehoofdige directie). Het tweede half<strong>jaar</strong> was een periode van<br />
afwachten en uitzien naar veranderd beleid door de inzet van de<br />
kant van de ledenraad en de raad van toezicht. Er deden zich toch<br />
weer spraakmakende incidenten voor.<br />
Initiatiefnemende werkgroep:<br />
Johan Th. Bos, journalist; Helene Esmeijer, bekend van het z.g.<br />
Open Huis dat zij jarenlang met haar inmiddels overleden echtgenoot<br />
Nol leidde; Jo Koekkoek, een veteraan met betrekking tot het<br />
ontstaan van de EO; Marleen & Oswin Ramaker, kinderen van 2009<br />
overleden EO-pionier Albert Ramaker en Hin Talane, deskundig op<br />
het gebied van verandermanagement en mediatoepassingen. <br />
Bron: www.ikbidenblijflid.nl<br />
NUMMER 90 MEI & JUNI 2010 17
Van Pinksteren tot de volle Waarheid<br />
In Handelingen 2 lezen we over de introductie<br />
van de 3e fase in het profetische plan met Israël<br />
en de volkeren: de bediening van de Heilige<br />
Geest.<br />
Oude Testament God sprak tot de vaderen door de profeten…<br />
Evangeliën God sprak 'tot ons' in (de) Zoon (zie Hebr. 1:1)<br />
Handelingen God spreekt door de Geest<br />
De Here Jezus had daar in Johannes 16 al over gesproken: “Nog<br />
veel heb Ik u te zeggen, maar gij kunt het thans niet dragen; doch<br />
wanneer Hij komt, de Geest der waarheid, zal Hij u de weg wijzen<br />
tot de volle waarheid; want Hij zal niet uit Zichzelf spreken, maar al<br />
wat Hij hoort, zal Hij spreken en de toekomst zal Hij u verkondigen”<br />
(vs.12-13).<br />
Op de pinksterdag wordt de belofte van de Vader werkelijkheid. De<br />
Geest manifesteert zich in een geluid als van een geweldige windvlaag<br />
(vgl. Joh. 3:8). Bij de doop van Jezus zei Johannes de Doper:<br />
“Op wie gij de Geest ziet nederdalen en op Hem blijven, deze is het,<br />
die met de heilige Geest doopt” (Joh. 1:33). Hier zien we de vervulling<br />
van die woorden.<br />
Joodse gelovigen werden gedoopt (ondergedompeld) in Geest en…<br />
de Geest nam bezit van een ieder van hen (vs. 3). Het gevolg was<br />
dat zij allen vervuld werden met de heilige Geest en zij begonnen<br />
met andere tongen (d.i. andere talen) te spreken, zoals de Geest het<br />
hun gaf uit te spreken (vs. 4).<br />
“Deze belangrijke bekendmaking markeert<br />
een nieuwe wending in de heilsgeschiedenis.<br />
In Jeruzalem waren 'vrome mannen' aanwezig ter gelegenheid van<br />
het Feest der weken (Lev. 23). Dit is één van de drie 'hoge feesten',<br />
waarop alle mannen “…voor het aangezicht van de Here HERE, de<br />
God van Israël” moesten verschijnen (zie Exod. 23:17 en 34:23 e.v.).<br />
Al deze 'buitenlanders' waren dus Joden: “mannen van Israël”<br />
1. Zij horen hen in hun eigen (bestaande) taal<br />
2. Zij horen hen spreken over de grote daden Gods<br />
Het kwam nogal vreemd over op de mensen. Sommigen spraken<br />
zelfs van dronkenschap (vs. 13).<br />
Petrus legt het uit: deze mensen zijn niet dronken, maar dit is het,<br />
waarvan gesproken is door de profeet Joël (niet: de vervulling van<br />
de profetie! Het gaat om het verklaren van dit verschijnsel). De profetie<br />
van Joël gaat over de 'laatste dagen'; dat heeft in het profetisch<br />
Woord betrekking op terugverzameling en het herstel van Israël<br />
in de toekomst. De tekenen, die Joël noemt (en Petrus hier)<br />
horen bij de beëindiging van de tegenwoordige eeuw en het begin<br />
van de toekomende.<br />
Verkondiging<br />
Petrus spreekt dus tot de inwoners van Jeruzalem en de mannen<br />
van Israël (vs. 14, 22, 29 en 36). De uitstorting van de Geest op de<br />
pinksterdag is het startsein voor de verkondiging van het Evangelie,<br />
met name aan Israël. De rest van het boek Handelingen beschrijft<br />
hoe het afloopt. Aanvankelijk staat de bediening van Petrus en de<br />
zijnen op de voorgrond. Later schakelt de Geest ook Paulus c.s. in.<br />
Hij gaat in het buitenland op zoek naar Joodse centra en verkondigt<br />
hen de blijde boodschap van de opgestane Heer Jezus.<br />
Al gauw blijkt, dat de Joodse leiders daar niet van gediend zijn en er<br />
ontstaat een soort klopjacht op de apostel. Waar hij geen gehoor<br />
vindt, wendt Paulus zich ook tot heidenen. Uiteindelijk wordt hij gevankelijk<br />
naar Rome vervoerd. Daar spreekt hij uitvoerig met een<br />
voorname Joodse delegatie. Het resultaat is teleurstellend. Op een<br />
minderheid na wijzen de Joden (opnieuw) de boodschap van het<br />
heil af.<br />
Vervolgens haalt Paulus de profetie van Jesaja 6 aan om hun ongeloof<br />
te benadrukken en zegt dan: “Het zij u dan bekend, dat dit heil<br />
Gods aan de heidenen gezonden is; die zullen dan ook horen!”<br />
(Hand. 28:28). Deze belangrijke bekendmaking markeert een<br />
nieuwe wending in de heilsgeschiedenis. Israël wordt als volk terzijdegezet<br />
en God richt zich tot alle volkeren, waaronder het Joodse<br />
volk enige jaren later wordt verstrooid.<br />
Geheimenis<br />
Het betekent voor Paulus een nieuwe bediening, waarover hij<br />
schrijft in zijn laatste (gevangenschaps)brieven. Het is zijn opdracht<br />
om “…in het licht te stellen de bediening (SV: bedeling) van het geheimenis,<br />
dat van eeuwen her verborgen is gebleven in God, de<br />
Schepper van alle dingen…” (Efe. 3:9)<br />
In Kolossenzen 1 zegt hij over zijn (zware) taak ten behoeve van de<br />
Gemeente, het Lichaam van Christus: “Haar dienaar ben ik geworden<br />
krachtens de bediening, die mij door God is toevertrouwd, om<br />
onder u het woord van God tot zijn volle recht te doen komen, het<br />
geheimenis, dat eeuwen en geslachten lang verborgen is geweest,<br />
maar thans geopenbaard aan zijn heiligen” (vs. 25-26).<br />
Zo heeft de Heilige Geest de dienaren van God geleid tot de volle<br />
waarheid, door het geheimenis te openbaren, dat “…dat de heidenen<br />
mede-erfgenamen zijn, medeleden en medegenoten van de belofte<br />
in Christus Jezus door het evangelie…” (Efe. 3:6). Gezegend<br />
met alle geestelijke zegeningen in de hemelse gewesten in Christus<br />
Jezus mogen wij vandaag profiteren van de “overweldigende rijkdom<br />
Zijner genade” (Efe. 2:7)!<br />
<br />
18 NUMMER 90 MEI & JUNI 2010
AMEN<br />
NUMMER 90 MEI & JUNI 2010 19
Het getal <strong>15</strong><br />
Als veelvoud van het getal 5 draagt het getal <strong>15</strong><br />
iets van de betekenis in zich van 5 evenals van<br />
het getal 3. <strong>15</strong> is immers uit beide getallen opgebouwd<br />
(3 x 5). Zoals we gezien hebben 1 , is 5<br />
het getal van de genade en 3 het getal van<br />
Goddelijke volmaaktheid. Daarom verwijst het<br />
getal <strong>15</strong> in het bijzonder naar daden die tot<br />
stand gebracht zijn door de werking van de genade<br />
van God.<br />
E.W. Bullinger (1837-1913)<br />
Het getal <strong>15</strong> bepaalt ons ook bij de Godheid, want het is opgebouwd<br />
uit de Hebreeuwse letters jod (getalswaarde 10) en hee (getalswaarde<br />
5). Beide letters vormen de verkorte versie (Jah) van de<br />
onuitspreekbare Naam van God (Jahweh), Die de Bron is van alle<br />
Enkele voorbeelden van het gebruik van het getal <strong>15</strong> zijn:<br />
- De wateren waarop de ark dreef, stegen <strong>15</strong> el boven de hoge<br />
bergen (Gen. 7:19 en 20);<br />
- Hizkia kreeg <strong>15</strong> jaren aan zijn leven toegevoegd (2 Kon. 20:6);<br />
- in de geschiedenis van Ester, werden de Joden van de dood verlost<br />
op de <strong>15</strong>e dag van de maand (Est. 9:18 en 21). Dit is in het<br />
bijzonder opvallend omdat, zoals we eerder zagen1, hun doodsvonnis<br />
verbonden was met het getal 13;<br />
- Betanië, waar de opwekking van Lazarus plaatsvond en van<br />
waar onze Heer ten hemel voer, was ongeveer <strong>15</strong> stadiën<br />
verwijderd van Jeruzalem (Joh. 11:18);<br />
- na 13 dagen van getob en beproeving ging het schip waarop<br />
Paulus zich bevond veilig voor anker bij een diepte van <strong>15</strong><br />
vadem (Hand. 27:21 en 27-29);<br />
- op de <strong>15</strong>e dag van de eerste maand was het feest der ongezuurde<br />
broden (Lev. 23:6) en<br />
- op de <strong>15</strong>e dag van de zevende maand was het Loofhuttenfeest<br />
(Lev. 23:34).<br />
Dit artikel is de vertaling van de paragraaf 'Fifteen' uit het boek<br />
'Number in Scripture' van Dr. E.W. Bullinger. Dit boek is bij Everread<br />
Uitgevers in vertaling en zal D.V. begin volgend <strong>jaar</strong> worden uitgegeven.<br />
<br />
Voetnoot:<br />
1. Bullinger verwijst hier naar eerdere hoofdstukken van zijn boek<br />
'Number in Scripture'.<br />
genade. <strong>15</strong> bestaat dus uit de som van 10 + 5. Omdat de Joden<br />
Gods heilige Naam niet wilden schenden door het voortdurend gebruik<br />
van deze beide letters, gebruikten zij twee andere letters om<br />
daarmee het getal <strong>15</strong> aan te geven. Zo ontstond een andere en<br />
kunstmatige combinatie, die bestond uit de teth (getalswaarde 9)<br />
en de waw (getalswaarde 6). Zo werd het getal <strong>15</strong> dus aangegeven<br />
door middel van de som van 9 + 6; waarmee tegelijk de bijzondere<br />
betekenis die in <strong>15</strong> ligt opgesloten, verdween.<br />
Zien we het getal <strong>15</strong>, behalve als product van 3 x 5, als de som van<br />
8 + 7 dan zien we er ook een verwijzing in naar de opstanding als<br />
een bijzondere uiting van de werking van Gods genade in heerlijkheid.<br />
Wie nu al het één en ander wil<br />
weten over de bijzondere betekenis<br />
van getallen in de Bijbel, verwijzen<br />
we graag naar het Morgenroodboekje<br />
'Bijbelse getallen' van Peter<br />
Slagter (€ 5,50). Zie ook de bestelbon<br />
op de knippagina in deze AMEN<br />
op blz. 29.<br />
20 NUMMER 90 MEI & JUNI 2010
<strong>15</strong> Bedevaartsliederen<br />
In het (vijfde) boek der Psalmen treffen we een<br />
serie van <strong>15</strong> psalmen aan, die allemaal hetzelfde<br />
opschrift hebben: een bedevaartslied (120 t/m<br />
134).<br />
Deze vertaling vloeit voort uit de gedachte, dat<br />
deze liederen gezongen werden door de Israëlieten<br />
opgingen naar Jeruzalem om daar de grote<br />
feesten te vieren; een soort pelgrimsliederen dus.<br />
Peter Slagter<br />
Het woord ´bedevaart´ (Hebr. hama'aloth) wordt ook wel vertaald<br />
met "opgaan", "verhogen", "trappen" of "treden". Daarom is er ook<br />
een andere (traditionele) gedachte, namelijk dat deze <strong>15</strong> liederen<br />
gezongen werden als de mannen van Israël het tempelcomplex bereikt<br />
hadden. Zij gingen dan van de voorhof der vrouwen over een<br />
trap (met <strong>15</strong> treden) naar de voorhof der mannen, oftewel: van de<br />
buitenhof naar het binnenhof! Op elke trede werd dan een psalm<br />
gezongen.<br />
Hizkia´s ziekte en genezing<br />
Letterlijk vertaald luidt het opschrift Shir Hama'aloth: Lied van de<br />
graden of: de treden. Omdat het lidwoord ´de´ gebruikt wordt, rijst<br />
de vraag: welke graden of treden? Dat brengt ons bij een derde gedachte<br />
die waarschijnlijk (nog) dichter bij de waarheid ligt en dan<br />
komen wij terecht bij de geschiedenis van koning Hizkia. We vinden<br />
dan het antwoord in het Woord van God zelf en hoeven niet af te<br />
gaan op menselijke speculaties.<br />
Als de profeet Jesaja aangekondigd heeft, dat de koning zal gaan<br />
sterven, neemt Hizkia zijn toevlucht tot God in het gebed. En de<br />
HERE hoort! In 2 Koningen 20:5-6 lezen we: “…zo zegt de HERE, de<br />
God van uw vader David: Ik heb uw gebed gehoord. Ik heb uw tranen<br />
gezien; zie, Ik zal u gezond maken, op de derde dag zult gij opgaan<br />
naar het huis des HEREN. Ik zal aan uw levensdagen vijftien<br />
<strong>jaar</strong> toevoegen…”<br />
De gedachte is nu, dat Hizkia naar aanleiding van deze gebeurtenis<br />
<strong>15</strong> liederen heeft samengebundeld in overeenstemming met het<br />
toegevoegde aantal jaren. Maar…er is meer!<br />
Tien treden<br />
In verband met zijn aangekondigde genezing vroeg Hizkia om een<br />
teken. Hij mocht kiezen: zal de schaduw 10 treden vooruit of achteruit<br />
gaan op de trap van Achaz? “En Hizkia zeide: Het is gemakkelijk<br />
voor de schaduw tien treden omlaag te gaan. Neen, de schaduw<br />
moet weer tien treden teruggaan. Toen riep de profeet Jesaja tot de<br />
HERE, en Hij deed de schaduw op de treden waarlangs zij afgedaald<br />
was op de trap van Achaz, weer tien treden teruggaan.” Let wel:<br />
dat betekent dus, dat de zon een stukje terug moest! We hadden al<br />
eens meegemaakt dat de zon stilstond ten tijde van Jozua (zie hs.<br />
10:12), maar hier gaat hij zelfs nog tien treden terug. Een onvoorstelbaar<br />
wonder van de Allerhoogste dus.<br />
Tien liederen<br />
Inderdaad een groot wonder, zowel het teken als de genezing zelf.<br />
Op de derde dag (!) zou Hizkia weer opgaan naar het huis des<br />
HEREN (vs. 5). Dezelfde geschiedenis vinden we ook in Jesaja 38<br />
(alsof het een profetische betekenis heeft!)<br />
Daar zegt Hizkia er nog bij: “De HERE is gereed om mij te verlossen.<br />
Daarom doen wij het snarenspel klinken al de dagen van ons leven<br />
in het huis des HEREN.”<br />
Op grond van deze uitspraak heeft men wel geconcludeerd, dat er<br />
zodoende <strong>15</strong> bedevaartsliederen in het Psalmenboek zijn opgenomen.<br />
Daarvan is er één van Salomo, zijn er vier van David en tien<br />
van Hizkia zelf. Vijftien dus voor het toegevoegde aantal jaren en<br />
tien voor de treden die de zon terugging.<br />
Hoe het ook zij, opmerkelijk is wel dat in deze <strong>15</strong> psalmen veel dingen<br />
zijn terug te vinden uit de geschiedenis van koning Hizkia en…<br />
niet onbelangrijk, uit de geschiedenis van Israël. En dan denken we<br />
niet alleen aan het verleden, maar ook aan de toekomst.<br />
Immers, de derde dag is de opstandingsdag, ook als het gaat om<br />
het volk Israël: “Hij zal ons na twee dagen doen herleven, ten derden<br />
dage zal Hij ons oprichten, en wij zullen leven voor zijn aangezicht”<br />
(Hosea 6:2).<br />
Profetisch<br />
De ´bedevaartsliederen´ zijn psalmen, die spreken over de verlossing<br />
uit de benauwdheid; over vrede na verdrukking; over Jeruzalem als<br />
een gefundeerde stad; over de tempel als godsdienstig centrum;<br />
over de bescherming en de zegen van de HERE; over de goede<br />
dagen van Israël in gemeenschap met de HERE.<br />
En dat geeft al deze psalmen ook een diepe, profetische strekking.<br />
Het gelovig overblijfsel van Israël zal op wonderlijke wijze gered<br />
worden, genezing ontvangen door de HERE en in een nieuwe relatie<br />
met God komen te staan. Jeruzalem zal uit de macht der vijanden<br />
verlost worden (net als in de dagen van Hizkia - zie 2<br />
Kon.19:35!). Tegen die tijd zullen er (opnieuw) tekenen zijn aan zon,<br />
maan en sterren. Boven alles zal de Zon der gerechtigheid verschijnen,<br />
de Here Jezus Christus. In die tijd wordt de betekenis van Hizkia´s<br />
naam openbaar: kracht van de HERE! In Christus, de Zoon van<br />
de levende God, de kracht Gods en de wijsheid Gods!<br />
<br />
NUMMER 90 MEI & JUNI 2010 21
´<strong>15</strong>´: feestelijk getal!<br />
Op Gods kalender begon op de <strong>15</strong>e dag van<br />
de eerste maand (Nissan) het Feest der ongezuurde<br />
broden; in de zevende maand<br />
begon het Loofhuttenfeest, ook op de <strong>15</strong>e.<br />
Blijdschap om het nieuwe leven en de goede<br />
afloop!<br />
Hoite Slagter<br />
DE <strong>15</strong>E DAG VAN DE EERSTE MAAND (NISSAN):<br />
HET FEEST DER ONGEZUURDE BRODEN<br />
In Leviticus 23:6-8 lezen we over de instelling van het feest der ongezuurde<br />
broden; het duurde zeven dagen. Het feest van ongezuurde<br />
broden volgde direct op het Pascha en is daar dan ook nauw<br />
aan verbonden. Zoals men met het Pascha stilstond bij de verlossing<br />
uit Egypte, de tijd van slavernij, zo mocht het volk daarna een week<br />
lang zijn vrijheid vieren, met op de eerste en de laatste dag van dat<br />
feest heilige samenkomsten. Op die dagen mocht "generlei slaafse<br />
arbeid" worden verricht.<br />
Het feest der ongezuurde broden was zo nauw verbonden aan het<br />
Pascha dat het doorgaans in één adem genoemd werd. Zie bijvoorbeeld<br />
Lucas 22:1, waar staat: "Het feest nu der ongezuurde broden,<br />
dat Pascha genoemd wordt, naderde". Het begon op de vijftiende<br />
dag, één dag na het Pascha. Zowel de eerste als de laatste dag van<br />
het feest moesten als een sabbat gevierd worden.<br />
Ongezuurd brood<br />
Dit is brood waar geen zuurdesem (gist) aan te pas gekomen is.<br />
Over het algemeen wordt zuurdesem in de Bijbel gezien als beeld<br />
van de zonde. Zuurdeeg was de Here niet welgevallig (Lev. 2:11).<br />
Het woord dat in Leviticus 23:6 vertaald is met ´ongezuurde broden´<br />
luidt matsooth (denk aan ons woord matzes). In het Nieuwe Testament<br />
vinden we zowel ´zuurdeeg´ als ´zuurdesem´, beide vertalingen<br />
van hetzelfde Griekse woord (zumee). Als beeld van zonde, dan wel<br />
van verkeerde invloeden vinden we het in de volgende teksten:<br />
"Jezus zeide tot hen: Ziet toe en wacht u voor de zuurdesem der Farizeeën<br />
en Sadduceeën" (Matt. 16:6). Uit vers 12 blijkt vervolgens<br />
dat de Heer het heeft over de leer van de Farizeeën en de Sadduceeën<br />
(zie ook Luc. 12:1; 1 Kor. 5: 6 en 7 en Gal. 5:9).<br />
Brood der verdrukking<br />
Het ongezuurd brood deed de Israëliet ook terugdenken aan de<br />
(haastige) verlossing uit de verdrukking in Egypte. In Deuteronomium<br />
16:3 wordt het ´brood der verdrukking´ genoemd (SV ´brood<br />
der ellende´). Verdrukking (ellende) is in het Hebreeuwse 'onie'.<br />
Dit woord komen we o.a. tegen in Genesis 35:16-19. Het gaat daar<br />
over een bijzondere gebeurtenis: de geboorte van Benjamin. De reis<br />
gaat van Betel (= huis Gods) naar Efrat (= vruchtbaarheid), dat is<br />
Betlehem (= broodhuis). Daar krijgt Rachel (= ooi, vrouwelijk<br />
schaap) een zoon, die ze Ben-Oni (= zoon van mijn ellende) noemt.<br />
Zijn vader noemt hem echter: Benjamin (zoon van voorspoed,<br />
geluk; zoon van de rechterhand).<br />
Het is niet moeilijk om hierin de weg te ontdekken die de Here Jezus<br />
ging, toen Hij in deze wereld kwam. Vanuit de hemel naar Betlehem.<br />
Hij, het Brood des levens, werd geboren in het broodhuis en<br />
door Zijn sterven, draagt Hij veel vrucht (vgl. Joh. 12:24). Toen Hij<br />
als Man van smarten stierf aan het kruishout, was Hij als het ware<br />
de Zoon der ellende. Daar bleef het echter niet bij: Hij stond op uit<br />
de dood en is nu gezeten aan (of eigenlijk: in) de rechterzijde van<br />
God. Hij is de Benjamin. Het is opvallend dat de naam Ben-Oni<br />
slechts eenmaal voorkomt in de Schrift. Voor de rest kennen wij<br />
deze zoon van Jakob alleen maar als Benjamin. Zo is het ook voor<br />
ons van belang dat wij Gods Zoon met name kennen als de Opgestane<br />
en Verheerlijkte en niet slechts blijven stilstaan bij Zijn komst<br />
in vernedering.<br />
In Johannes 11 komen we het oude woord voor 'ellende' ook tegen<br />
in de plaatsnaam 'Bethanië', huis van ellende. In het 'huis van ellende'<br />
(beeld van de geestelijke toestand van Israël) zijn Maria (=<br />
opstand, rebellie) en Marta (= bitter wordende), maar ook is daar<br />
Lazarus (= God helpt). En het is juist deze Lazarus in wie Gods<br />
kracht door dood en opstanding heen zichtbaar wordt. In zijn sterven<br />
wordt Lazarus als het ware één met al het negatieve dat in de<br />
naam 'Betanië' naar voren komt. En in die situatie kwam de Heer,<br />
toen Hij naar deze wereld afdaalde. Hij stierf in het huis van de ellende;<br />
Hij werd één met de ellende waarin Israël zich bevond, door<br />
22 NUMMER 90 MEI & JUNI 2010
AMEN<br />
haar opstand en bitterheid tegen God. Maar Hij stond op uit de<br />
doden tot eer van God. Immers: God helpt. En elke gelovige uit Israël<br />
mag delen in Zijn opstanding.<br />
Overigens was Bethanië <strong>15</strong> stadiën verwijderd van Jeruzalem. Dit<br />
maakt dus het verschil uit tussen Bethanië (ellende) en Jeruzalem<br />
(vrede).<br />
De vervulling<br />
Het feest der ongezuurde broden kan alleen gevierd worden op<br />
grond van het eerste feest. Op grond van de verlossing door het<br />
Paaslam, wordt de zonde weggedaan en is er nieuw leven. Zonder<br />
bloedstorting is er geen vergeving en is het dus ook niet mogelijk<br />
om een leven te leven waarin die vergeving centraal staat. Als we<br />
leven vanuit de rijkdom van Gods genade, zullen boosheid en<br />
slechtheid (zuurdeeg) steeds minder plaats innemen in ons leven en<br />
denken. In plaats daarvan zullen de eigenschappen zoals onder andere<br />
genoemd in Kolossenzen 3:12 de boventoon gaan voeren: innerlijke<br />
ontferming, goedheid, nederigheid, zachtmoedigheid en<br />
geduld. En dat zorgt voor een feestelijk leven!<br />
DE <strong>15</strong>E DAG VAN DE ZEVENDE MAAND (TISHRI):<br />
HET LOOFHUTTENFEEST<br />
“Op de vijftiende dag van deze zevende maand begint het Loofhuttenfeest<br />
voor de HERE, zeven dagen lang…” (Lev. 23:34-36).<br />
Voor wat betreft de vervulling wijst dit feest ons op de zegenrijke<br />
periode die volgt op de Jubeldag (de blijdschap die de terugkeer tot<br />
Gods Woord met Zich meebrengt) en de afronding van de vervulling<br />
van de Verzoendag (de openbaring van de Hogepriester voor Zijn<br />
volk). Daarom wordt bij het Loofhuttenfeest doorgaans het verband<br />
gelegd met de tijd waarin onze Heiland als Koning zal regeren op<br />
aarde. De periode waarin Israël haar door God toebedachte positie<br />
in het verbond zal innemen en tevens als priestervolk een bediening<br />
zal hebben waarin de Heer geëerd wordt en waardoor de volkeren<br />
zegen zullen ontvangen.<br />
Herdenken<br />
Tijdens het Loofhuttenfeest stond het terugdenken aan wat de Here<br />
aan Israël deed centraal (Lev. 23:42 en 43). Zeven dagen lang moesten<br />
allen die in Israël geboren waren in loofhutten (Hebreeuws: soekooth)<br />
wonen, terugdenkend aan Egypte.<br />
Door het Loofhuttenfeest liet de Heer Zijn volk nog eens stilstaan bij<br />
hoe het was vlak ná hun verlossing toen het moest wonen in hutten<br />
en tenten (Lev. 23:43 en Hos. 12:10). Ze waren nog niet waar ze<br />
zijn moesten, maar ze waren bevrijd! Het tijdelijk in loofhutten<br />
wonen tijdens dit zevende feest bepaalde hen ook bij de zegeningen<br />
waarmee ze gezegend waren doordat ze in het land woonden,<br />
waar ze van de opbrengsten mochten genieten.<br />
Hosanna<br />
Toen de Here Jezus op aarde was, verwachtte een gedeelte van het<br />
volk al de vervulling van het Loofhuttenfeest te kunnen vieren. Het<br />
Loofhuttenfeest staat met name voor het Koninkrijk, zoals dat op<br />
de aarde gevestigd zal worden. De blijdschap die er zal zijn; de<br />
feestvreugde over de verlossing; de dankbaarheid voor de zegeningen<br />
waarin het volk dan gesteld zal zijn; het zijn allemaal aspecten<br />
die in het Loofhuttenfeest naar voren komen.<br />
Iets van de feestvreugde komt in Johannes 12:12 en 13 naar voren:<br />
"De volgende dag, toen de grote menigte, die voor het feest gekomen<br />
was, hoorde, dat Jezus naar Jeruzalem kwam, namen zij palmtakken,<br />
gingen uit Hem tegemoet, en riepen: Hosanna, gezegend<br />
Hij, Die komt in de naam des Heren! en: De koning van Israël!"<br />
Juist de palmtakken worden normaalgesproken gebruikt bij het<br />
Loofhuttenfeest. Maar…Zijn intocht in Jeruzalem werd Zijn aftocht<br />
naar Golgotha. De vreugde bij de intocht was voorbarig. Bovendien:<br />
het feest waarvan sprake is in Johannes 12:12 was niet het<br />
Loofhuttenfeest, maar het Pascha (Joh. 12:1); het laatste Pascha dat<br />
de Here Jezus zou vieren ... het Pascha ook waarbij de Here Jezus<br />
Zelf stierf als het Paaslam.<br />
Het was dus niet de tijd om palmtakken van de bomen te trekken<br />
en feest te vieren. Voordat er werkelijk Loofhuttenfeest gevierd kon<br />
worden - en dan met name de vervulling daarvan - moesten eerst<br />
de dood en de opstanding van onze Heiland plaatsvinden.<br />
Vreugde<br />
In Nehemia 8 zien we hoe de teruggekeerden uit Babel grote<br />
vreugde bedrijven en het Loofhuttenfeest vieren. Ook in de toekomst<br />
zal dat het geval zijn, maar dan niet meer in afwachting van<br />
de Koning, maar samen met de Koning!<br />
Elke dag las men voor uit het boek der wet Gods; zij vierden zeven<br />
dagen feest, en op de achtste dag was er een feestelijke vergadering…”<br />
Volgens het voorschrift in Leviticus 23:35 en 36 omvatte dit<br />
feest acht dagen.<br />
Die achtste dag komt ook nog aan de orde in Johannes 7: "En op de<br />
laatste, de grote dag van het feest, stond Jezus ..." (vs. 37; vgl. vs.<br />
2). In het Johannes-evangelie wordt vaker over "de laatste dag" gesproken,<br />
dan wordt het vertaald met "de jongste dag", wijzend op<br />
de dag der opstanding. De opstanding strekt zich uit over een langere<br />
periode, waarvan het einde samenvalt met het einde van de<br />
vervulling van het Loofhuttenfeest.<br />
Zacharia 14 beschrijft de glorieuze wederkomst van de HERE aan<br />
het einde van een periode waarin Hij alle volken tegen Jeruzalem<br />
ten strijde zal vergaderen (vs. 1-3). Vers 4 vervolgt met: "Zijn voeten<br />
zullen te dien dage staan op de Olijfberg ...". De Here zal Koning<br />
worden over Israël en vervolgens zal Zijn Koninkrijk zich gedurende<br />
de duizend jaren uitbreiden tot alle dingen Hem onderworpen zijn.<br />
Gedurende die zegenrijke periode van Christus' koningschap zullen<br />
"allen, die zijn overgebleven van al de volken, die tegen Jeruzalem<br />
zijn opgerukt (...) van <strong>jaar</strong> tot <strong>jaar</strong> heentrekken om zich neer te buigen<br />
voor de Koning, de HERE der heerscharen, en het Loofhuttenfeest<br />
te vieren" (Zach. 14:16).<br />
De heilsgeschiedenis van de Bijbel eindigt in één groot feest, tot eer<br />
van de levende God!<br />
<br />
NUMMER 90 MEI & JUNI 2010 23
De heilige Geest<br />
in de Efeze-brief<br />
Deel 9 - slot<br />
In de Efeze-brief schrijft Paulus over het geheimenis dat<br />
hem is toevertrouwd. De heilige Geest wil ons inzicht<br />
geven in dat geheimenis en het (praktische) leven vanuit<br />
Gods kracht en wijsheid binnen het Lichaam van Christus,<br />
de Gemeente!<br />
Ronald Lammers<br />
In de eerste drie elementen (zie vorige AMEN) gaat het over het lichaam<br />
en de hoop van uw roeping: Eén lichaam, één Geest, één<br />
hoop (Efe. 4:4).<br />
Als Lichaam van Christus hebben wij een andere hoop, en een andere<br />
roeping dan bijv. het volk Israël. Paulus´gebed is dat wij wijsheid<br />
in onze geest zullen ontvangen om Christus op de juiste manier<br />
te leren kennen, opdat we zullen weten welke hoop onze<br />
roeping wekt (Efe. 1:17,18). Wanneer we ons als broeders en zusters<br />
in de Heer daarmee bezig houden, dan leren wij bijzaken van<br />
hoofdzaken te scheiden en zal de eenheid van de ene Geest, die wij<br />
mogen bewaren, worden versterkt.<br />
In de tweede groep van drie elementen gaat het om de Heer: Eén<br />
Heer, één geloof, één doop (Efe. 4:5)<br />
Deze Heer is onze Heer, de Zoon van God. Het ene geloof en de ene<br />
doop worden ook verbonden met de Heer. Het is opvallend dat hier<br />
wordt gesproken over één doop. Maar over welke doop spreekt<br />
Paulus hier? Er zijn twee visies die het meest worden genoemd.<br />
1. Paulus schrijft hier over de waterdoop. Dat is de letterlijke<br />
onderdompeling in water als een uiterlijke symbool van een<br />
innerlijke verandering.<br />
2. Paulus schrijft hier over de doop in de Geest. Dat is het ontvangen<br />
van de Geest op het moment van de wedergeboorte,<br />
waarbij de gelovige wordt toegevoegd aan het Lichaam<br />
van Christus. Of, zoals in charismatische theologie<br />
wordt geleerd, het overweldigd worden door de Geest van<br />
God in een aparte tweede ervaring na de wedergeboorte,<br />
na een handoplegging of na een periode van ernstig zoeken<br />
naar de werking van de Geest.<br />
Persoonlijk geloof ik dat Paulus met deze doop niet de waterdoop<br />
of de doop in de Geest bedoelt, maar de doop van gelovigen in de<br />
dood van Christus. Wij zijn als kinderen Gods één gemaakt met<br />
Christus in Zijn dood en opstanding. Het gaat over de doop zoals<br />
Paulus dit beschrijft in Romeinen 6:1-11 en Kolossenzen 2:11-12:<br />
“In Hem zijt gij ook met een besnijdenis, die geen werk van mensenhanden<br />
is, besneden door het afleggen van het lichaam des vlezes,<br />
in de besnijdenis van Christus, daar gij met Hem begraven zijt in<br />
de doop. In Hem zijt gij ook mede opgewekt door het geloof aan de<br />
werking Gods, die Hem uit de doden heeft opgewekt.”<br />
Het geloof dat in deze tweede groep elementen wordt genoemd is<br />
het geloof van Christus waarover we lezen in Galaten 2:20 “Met<br />
Christus ben ik gekruisigd, en toch leef ik, (dat is), niet meer mijn ik,<br />
maar Christus leeft in mij. En voor zover ik nu (nog) in het vlees leef,<br />
leef ik door het geloof in (beter: van - St. Vert. is correct!) de Zoon<br />
van God, die mij heeft liefgehad en Zich voor mij heeft overgegeven.<br />
Het praktiseren van eenheid<br />
Tussen de eenheid van geloof (Efe. 4:13) en de eenheid van de<br />
Geest (vs. 3) schrijft Paulus over de gaven die Christus gegeven<br />
heeft. In dit verband zijn het de gaven die gegeven zijn aan Zijn Lichaam,<br />
de Gemeente. Paulus schrijft over twee soorten gaven:<br />
1. De gave van genade (vs. 7)<br />
2. Personen die als gaven de Gemeente gegeven zijn (vs. 11).<br />
1. De gave van genade<br />
De tekst in Efeziërs 4:7 “maar aan een ieder van ons afzonderlijk is<br />
de genade gegeven”, lijkt sterk op de tekst uit hs. 3:7 “hfet evangelie<br />
waarvan ik een dienaar geworden ben, naar de gave van de genade<br />
van God die mij geschonken is…”<br />
Paulus was in gevangenschap ter wille van zijn bediening om het<br />
geheimenis van Christus te openbaren. Binnen dit geheimenis<br />
wordt vooral duidelijk dat mensen die zonder God en zonder hoop<br />
in deze wereld waren (Efe.2:12) op grond van de meest intensieve<br />
vorm van verzoening (Efe. 2:16) deelhebben aan de grootst mogelijke<br />
zegen (Efe.1:3-14) door Gods genade. Paulus heeft bijzondere<br />
genade ontvangen zoals we ook lezen in Efeziërs 3:2,7,8. Maar aan<br />
een ieder van ons is afzonderlijk ook genade geschonken. Deze ge-<br />
24 NUMMER 90 MEI & JUNI 2010
AMEN<br />
nade is naar “de maat van de gave van Christus” (letterlijk). Deze<br />
maat verbindt ons met vers 13 waarin Paulus schrijft over de “maat<br />
van de volwassenheid (in de NBG vertaald met ´wasdom´) van de<br />
volheid van Christus. De aan Paulus gegeven genade stond in het<br />
licht van de openbaring van het geheimenis van Christus. Zou de<br />
genade die aan een ieder van ons gegeven is, ons ook niet brengen<br />
tot inzicht in dit geheimenis opdat wij volwassen worden in Christus?<br />
De boodschap van het geheimenis wordt niet door iedereen gekend.<br />
In deze boodschap gaat het om geestelijke waarheden die wij<br />
niet direct zien. Waarheden die alles te maken hebben met de<br />
unieke plaats die het Lichaam van Christus, de Gemeente, inneemt<br />
in het heilsplan van God. Om de eenheid van de Geest te kunnen<br />
bewaren, hebben wij inzicht nodig in het geheimenis. We hebben<br />
inzicht nodig hoe het Lichaam van Christus wordt gezien in Gods<br />
heilsplan. We hebben inzicht nodig hoe dit lichaam van gelovigen<br />
uit de Joden en de heidenen moet functioneren. We hebben inzicht<br />
nodig om als gelovigen naar 'ons hoofd', Christus, te groeien. We<br />
hebben inzicht nodig om de eenheid van de Geest te kunnen bewaren.<br />
In mijn observaties van vele gelovigen in verschillende kerken en<br />
kringen heb ik ontdekt dat wanneer dit inzicht in het geheimenis<br />
ontbreekt, men zich richt op de uiterlijke zaken van het geloof. Men<br />
komt tot verwarrende theorieën over de plaats van de gemeente in<br />
Gods plan. Sommigen zien de gemeente als voortzetting van Israël.<br />
Anderen zien de gemeente als het Koninkrijk van God in deze tijd.<br />
Dit alles verdeelt de gelovigen. Gelukkig hebben alle gelovigen de<br />
Geest van Christus ontvangen. Deze wekt ons op niet naar elkaar<br />
en alle verschillen te kijken en ze uit te vergroten, maar naar Christus<br />
die wij liefhebben. Als wij ons overgeven aan Christus´ liefde<br />
voor ons en ons verdiepen in de gezonde leer van het geheimenis,<br />
zijn wij in staat elkaar werkelijk te dienen en de eenheid te bewaren.<br />
2. Personen als gaven<br />
God heeft naast Zijn genade ons nog iets gegeven waardoor wij<br />
leren de eenheid te bewaren en te komen tot eenheid van geloof en<br />
de volle kennis van de Zoon van God. God heeft ons personen gegeven<br />
die als gaven gegeven zijn aan de gemeente. We onderscheiden<br />
binnen deze gaven twee soorten gaven naar hun functie:<br />
1. De fundamentleggende gaven : apostel en profeten.<br />
2. De opbouwende gaven: evangelist en herder/leraar.<br />
Waar de apostelen en de profeten aan het fundament hebben gewerkt<br />
van het Lichaam van Christus, geeft God in onze tijd aan de<br />
Gemeente: evangelisten en herders/leraars. Het evangelie dat de<br />
evangelisten tot opbouw van het Lichaam van Christus verkondigen<br />
is het 'evangelie van vrede' (Efe. 6:<strong>15</strong>) dat Paulus koppelt aan het<br />
geheimenis (6:19). Dit gaat over onze unieke positie in Christus. De<br />
herders/leraars (in het Grieks één woord (Didaskalos - vgl. ons<br />
woord didactiek)) zorgen ervoor dat aan de gelovigen goed voedsel<br />
wordt gegeven (herder) en dit goede voedsel is inzicht in het Woord<br />
van God (leraar), opdat de gelovigen volledig toegerust worden in<br />
een bediening dat het Lichaam van Christus opbouwt.<br />
del voortkomt. De gezonde leer zorgt ervoor dat de gelovigen stabiel<br />
worden in hun leven met God. De gezonde leer heeft alles te<br />
maken met het geheimenis van Christus.<br />
Het doel van eenheid<br />
Het doel van de eenheid van de Geest en het werk van de 'opbouwende<br />
gaven' van evangelisten en herders/leraars wordt omschreven<br />
in Efeziërs 4:13 (een letterlijke vertaling): “Totdat wij allen geheel<br />
komen tot in de eenheid van het geloof en de volledige kennis<br />
van de Zoon van God, tot in een volwassen man, tot in de maat van<br />
de volwassenheid van de volheid van Christus…”<br />
De eenheid van het geloof is de volledige kennis van de Zoon van<br />
God. De woorden 'volledige kennis' zijn de vertaling van het<br />
Griekse woord 'epignosis'. Dit is een kennen door een innige vorm<br />
van gemeenschap. Deze kennis is bijzonder belangrijk, want zonder<br />
deze kennis schrijft de profeet Hosea 'gaat het volk verloren'. De<br />
gelovigen zullen gaan dwalen zonder deze intieme kennis. Een Bijbelleraar<br />
schrijft: “Waarom zijn zo weinig gelovigen op de hoogte<br />
van hun werkelijke positie in Christus en de rijkdom die ons geschonken<br />
is in het kader van de boodschap van het geheimenis? Is<br />
het niet omdat de volledige kennis hieromtrent eenvoudigweg niet<br />
bekend is bij de meeste geestelijke leiders van vandaag en daarom<br />
ook niet gepredikt kan worden?”<br />
Deze kennis komt in Paulus´ brieven na de openbaring van het geheimenis<br />
zevenmaal voor:<br />
1. Efe. 1:17 …van wijsheid en openbaring in Zijn volledige<br />
kennis (letterlijk)<br />
2. Efe. 4:13 …totdat wij allen geheel komen tot… de volledige<br />
kennis van de Zoon van God .<br />
3. Filipp. 1:9 …Dit bid ik dat Uw liefde …meer overvloedig<br />
mogen zijn in …volledige kennis (NGB: 'helder<br />
inzicht').<br />
4. Kol. 1:9 …Daarom bidden wij…voor u… dat gij met de<br />
volledige kennis (NBG: 'rechte kennis') van Zijn<br />
wil vervuld moogt worden.<br />
5. Kol. 1:10 …en op te wassen in de volledige kennis (NBG:<br />
'rechte kennis') van God.<br />
6. Kol. 2:2 opdat zij… in liefde verenigd worden tot alle rijkdom<br />
van een volledige kennis en zij het geheimenis<br />
Gods mogen kennen…<br />
7. Kol. 3:10 en de nieuwe (mens) aangedaan hebt, die vernieuwd<br />
wordt tot volledige kennis (NBG: volle<br />
kennis) naar het beeld van zijn Schepper…<br />
In de tekst Kolossenzen 2:2 zien we ook de verbinding tussen eenheid,<br />
kennis en geheimenis. Dit heeft alles met elkaar te maken. En<br />
dit brengt ons weer bij de elementen van eenheid, zoals genoemd<br />
in Efeziërs 4:4-6<br />
Als wij zicht hebben op al deze waarheden zal het eenvoudiger zijn<br />
om de eenheid van de Geest te bewaren!<br />
<br />
De taak van deze personen ligt in het bewaren van de gezonde leer.<br />
Opdat vanuit de gezonde leer een gezonde geestelijke levenswan-<br />
NUMMER 90 MEI & JUNI 2010 25
Alles is ijdelheid!<br />
Deel 3<br />
Studies uit Prediker<br />
Alles heeft Zijn tijd<br />
Pred. 3:1-<strong>15</strong><br />
Het boek Prediker spreekt over het leven<br />
´onder de zon´ en leert ons dat de mens<br />
slechts tot zijn doel kan komen in afhankelijkheid<br />
van God.<br />
Sebastiaan de Graaf<br />
Inleiding<br />
'Waar blijft de tijd?' is iets wat wij ons als mensen geregeld afvragen.<br />
Zeker met het ouder worden is dit het geval. Met het verstrijken<br />
van de jaren lijkt de tijd steeds sneller te gaan en als zand door<br />
onze vingers heen te glippen. Dit kan beangstigend zijn. Want eens<br />
houdt immers de tijd hier op aarde op en dan blijft er voor een<br />
mens niets anders over dan te sterven. Of zoals het in Prediker 12:5<br />
veelzeggend staat beschreven: "…want de mens gaat naar zijn eeuwig<br />
huis en de rouwklagers gaan rond op de straat…"<br />
Maar ook in het gedeelte dat in dit artikel centraal staat, wordt over<br />
het menselijk einde gesproken: "…er is een tijd om te baren en een<br />
tijd om te sterven…". Het is zowel het begin als het einde van het<br />
menselijk leven dat hier benoemd wordt. Alles wat zich daartussen<br />
afspeelt, valt onder de dimensie tijd. Een dimensie die voorbijgaat<br />
voordat je er als mens erg in hebt. Of zoals in Psalm 144:4 staat:<br />
"De mens is gelijk aan een ademtocht, zijn dagen zijn als een voorbijglijdende<br />
schaduw."<br />
Toch is die voorbijglijdende schaduw van essentieel belang voor ons<br />
mensen. Het is ons bestaan, ons zijn, ons verleden, ons heden, onze<br />
toekomst, ons alles. Het één loopt over in het ander en het ander<br />
leidt weer tot iets nieuws dat weer terug grijpt op het eerste. Wij<br />
zouden kunnen zeggen dat ons leven een boek vol herinneringen,<br />
gedachten, momenten, maar ook van onoplosbare puzzels en gebeurtenissen<br />
is. Een boek waarvan wij ons soms afvragen waarom<br />
het ooit begonnen is en hoe het ooit zal eindigen. Een boek waarover<br />
wij vaak meer vragen hebben dan dat wij er plezier van ondervinden.<br />
Of zoals Prediker in 3:10 zegt: "Ik heb in ogenschouw genomen<br />
de bezigheid, die God aan de mensenkinderen gegeven heeft<br />
om zich daarmee te kwellen.".<br />
Tijd en zondeval<br />
Wij kunnen als mensen genieten van tijden en momenten in ons<br />
leven. Maar wij kunnen er ook onder lijden. Sowieso roept het begrip<br />
'tijd' zelf al veel vragen en hoofdbrekens bij ons op. Want wanneer<br />
begon de tijd? Wat was er voor de tijd? Komt er ooit een einde<br />
aan de tijd? Hoe moeten wij 'altijd' opvatten en beseffen? Prediker<br />
laat ons in ieder geval zien dat wij onder de tijd geplaatst zijn en dat<br />
deze tijd mooie en minder mooie momenten met zich meebrengt:<br />
"…een tijd om af te breken en een tijd om op te bouwen, een tijd<br />
om te wenen en een tijd om te lachen, een tijd om te rouwklagen<br />
en een tijd om te dansen…" (Pred. 3:3-4).<br />
Ondanks dat God alles voortreffelijk en op Zijn tijd heeft gemaakt<br />
(Pred. 3:11), is toch ook de tijd onderhevig aan de zondeval geraakt.<br />
Doordat de mens at van de boom der kennis van goed en<br />
kwaad, kwam er niet alleen een tijd van baren, maar ook van sterven.<br />
De tijd was één van Gods voortreffelijke werken, maar werd na<br />
de zondeval een onzekere en niet te beheersen factor. De tijd<br />
bracht de mens niet meer dichter bij God en Zijn heerlijkheid, maar<br />
juist verder van God af, richting de dood.<br />
Prediker beschrijft dit gegeven op een tweetal plaatsen zeer<br />
treffend:<br />
"Want elk ding heeft zijn tijd en zijn wijze; immers het kwaad<br />
des mensen drukt zwaar op hem. Niemand toch weet wat er<br />
geschieden zal, want wie zal hem te kennen geven, hoe het<br />
gaan zal? Geen mens heeft macht over de wind om hem tegen<br />
26 NUMMER 90 MEI & JUNI 2010
AMEN<br />
te houden; en niemand heeft macht over de dag des doods en<br />
er is geen verlof tijdens de strijd; evenmin zal de goddeloosheid<br />
haar bedrijvers vrijlaten." (Pred. 8:6-9)<br />
"Wederom zag ik onder de zon, dat niet de snelsten de wedloop<br />
winnen, noch de sterksten de strijd, noch ook de wijzen het<br />
brood, noch ook de schranderen de rijkdom, noch ook de verstandigen<br />
de gunst, want tijd en toeval treffen hen allen. Want<br />
ook de mens kent zijn tijd niet, evenmin als de vissen, die in het<br />
verraderlijke net gevangen worden, evenmin als de vogels, die<br />
in het klapnet gevangen worden. Evenals zij worden de mensenkinderen<br />
verstrikt ten tijde des kwaads, als dit hen plotseling<br />
overvalt." (Pred. 9:11-12)<br />
In het huidige tijdperk na de zondeval is tijd een onstabiele factor<br />
voor ons geworden. Wij weten niet wat het ons zal brengen en met<br />
wat het ons zal overvallen. Tijd en toeval treffen ons. Op een mooie<br />
dag kan een rampzalige volgen, zonder dat wij het aan zien komen.<br />
God als Schepper en Heerser over de tijd<br />
Toch moeten wij er voor waken om de tijd als slecht of negatief te<br />
betitelen. Of de tijd zien als een oorzaak van de zonde. Nogmaals,<br />
God heeft Zelf de tijd gemaakt en ingesteld. Het was daarbij in beginsel<br />
een voortreffelijk werk dat de mensheid en de gehele schepping<br />
moest leiden tot volmaaktheid. Niet voor niets wordt er in Efeziërs<br />
3:11 (letterlijk) gesproken over Gods 'voornemen der eeuwen'.<br />
Maar ook Genesis 1:14 toont ons de tijd als Gods scheppingswerk:<br />
"En God zeide: Dat er lichten zijn aan het uitspansel des hemels om<br />
scheiding te maken tussen de dag en de nacht, en dat zij dienen tot<br />
aanwijzing zowel van vaste tijden als van dagen en jaren" (Gen.<br />
1:14).<br />
maar sprake van tijd was, mee begonnen toen Hij Zich voornam om<br />
door het bloed van Zijn Zoon uiteindelijk alles met Zich te verzoenen<br />
(Kol. 1:19-20). Het is ook door Zijn Zoon dat God Zijn voornemen<br />
der eeuwen uitvoert (Efe. 3:11). Het is ook in de Zoon dat wij<br />
als gelovigen vóór de grondlegging der wereld uitverkoren zijn (Efe.<br />
1:4).<br />
Zo zal er aan het einde van het huidige tijdperk waarin wij leven,<br />
ondanks een toenemende mate van duisternis, uiteindelijk toch<br />
hoop en verlossing zijn. Of zoals in Zacharia 14:5-7 staat: "En de<br />
HERE, mijn God, zal komen, alle heiligen met Hem. En op die dag<br />
zal er geen kostelijk licht zijn, noch verstijving; ja, het zal een dag<br />
zijn (die is bij de HERE bekend) geen dag en geen nacht; maar ten<br />
tijde van de avond zal er licht wezen."<br />
Hoe krijgen wij inzicht in God plannen?<br />
Wanneer God een voornemen of plan der eeuwen heeft, is het voor<br />
ons als gelovigen natuurlijk van belang om te weten hoe dit eruit<br />
ziet. Echter, vanuit Prediker leren wij dat wij ten aanzien van het<br />
overzien van de tijden een beperking hebben: "…ook heeft Hij de<br />
eeuw in hun hart gelegd, zonder dat de mens van het werk dat God<br />
doet, van het begin tot het einde, iets kan ontdekken" (Pred. 3:11).<br />
Daarbij gebruikt God de tijd als een onwrikbaar raamwerk waarin<br />
de schepping zich verder mag ontwikkelen:<br />
"Kunt gij de banden der Pleiaden binden, of de boeien van de<br />
Orion slaken? Doet gij de tekens van de Dierenriem te rechter<br />
tijd opgaan, en bestuurt gij de Beer met zijn jongen? Kent gij de<br />
inzettingen des hemels, bepaalt gij zijn heerschappij over de<br />
aarde?" (Job 38:31-33)<br />
"Kent gij de tijd, waarop de gemzen werpen? Neemt gij het jongen<br />
der hinden waar? Kunt gij de maanden van haar dracht tel<br />
len, en kent gij de tijd, waarop zij werpen?" (Job 39:1-2)<br />
God stelde de tijd als raamwerk in waarbinnen een goede schepping<br />
naar volmaaktheid gebracht zou worden. Het uiteindelijke<br />
doel van God was dat Hij alles en in allen zal zijn (1 Kor. <strong>15</strong>:28). En<br />
nog steeds is dit Gods doel, ondanks de gevolgen van de zondeval.<br />
Ook in Prediker 3:14-<strong>15</strong> is dit duidelijk terug te zien: "Ik heb ingezien,<br />
dat al wat God doet, voor eeuwig is; daaraan kan men niet<br />
toedoen en daarvan kan men niet afdoen; en God doet het, opdat<br />
men voor zijn aangezicht vreze. Wat is, was er reeds lang, en wat<br />
zijn zal, is reeds lang geweest; en God zoekt weer op, wat voorbijgegaan<br />
is."<br />
Gods uiteindelijke doel is dat de mensheid Hem vreest en Zich aan<br />
hem onderwerpt. Hij is niet uit op een eindeloze dood voor de<br />
mensheid en de vernietiging van de schepping. God zoekt uiteindelijk<br />
weer op wat voorbijgegaan is. Daar is Hij al, voordat er ook<br />
De mens is onder het gezag van de dimensie ´tijd´ geplaatst en kan<br />
dan ook alleen maar daar binnen denken en redeneren. De mens<br />
kan niet boven de tijd denken en er ook niet bovenuit stijgen. Hij<br />
kan niet terug in de tijd en kan daarin ook niet vooruit. De mens<br />
verschilt daarin enorm ten opzichte van God, Die dit wel kan. De<br />
mens staat onder de tijd en wordt beheerst door de tijd, God staat<br />
er boven en regeert juist over de tijd. Het is daarom ook dat wij<br />
slechts de contouren van Gods plan kunnen zien en daarbij hebben<br />
wij Gods hulp ook nog eens heel hard nodig.<br />
Toch zijn die contouren voor ons als mens al meer dan genoeg om<br />
ons over te verwonderen. Het feit dat God ons al, voordat de tijd<br />
door Hem werd ingesteld en dus ook ver voordat de mensheid<br />
begon met bestaan, een toekomstig onvergankelijk leven beloofd<br />
heeft, is iets onbegrijpelijk moois (Tit. 1:1-3).<br />
Verder zien wij in de door God gegeven inzettingen van tijden zekerheden<br />
waar gelovigen zich aan vast kunnen klampen. Met name<br />
gaat het hier om Israël en hun aardse bediening. Wat te denken van<br />
de feesten des HEREN en de 70 <strong>jaar</strong>weken uit Daniël 9?Voor ons als<br />
gelovigen in deze tijd geldt dat wij boven de tijden geplaatst zijn,<br />
doordat ons leven met Christus verborgen is in God (Kol. 3:3). In<br />
geestelijk opzicht delen wij nu al in de zegen van na de voleinding<br />
NUMMER 90 MEI & JUNI 2010 27
AMEN<br />
"…opdat Hij u geve, naar de rijkdom zijner heerlijkheid,<br />
met kracht gesterkt te worden door zijn<br />
Geest in de inwendige mens, opdat Christus door<br />
het geloof in uw harten woning make. Geworteld<br />
en gegrond in de liefde, zult gij dan samen<br />
met alle heiligen, in staat zijn te vatten, hoe<br />
groot de breedte en lengte en hoogte en diepte<br />
is, en te kennen de liefde van Christus, die de<br />
kennis te boven gaat, opdat gij vervuld wordt tot<br />
alle volheid Gods."<br />
De vraag is echter wel aan ons of wij hier voor open<br />
staan en een andere waarheid willen aanvaarden, die<br />
ons van nature vreemd is. Willen wij tradities en eigen<br />
aspiraties opgeven? Zijn wij in dit opzicht gericht op<br />
onze plek onder de zon of juist op onze plek boven de<br />
zon in Christus?<br />
Gevolg van een juiste gerichtheid<br />
Wanneer wij bereid zijn om Gods waarheid boven de<br />
onze te stellen en de hemelse blik die de Bijbel ons<br />
biedt te kiezen boven onze eigen waarnemingen, krijgen<br />
wij hier veel voor terug. Wij mogen Gods plan<br />
beter gaan kennen en verstaan. Wij mogen ontdekken<br />
wat Gods einddoel met alles is. Ook mogen wij gaan<br />
zien wat onze plaats hierbinnen is en wat onze toekomst<br />
is. Dat mag ons eveneens leren om ons aardse<br />
leven in het juiste perspectief te plaatsen. Wij leren<br />
daarbij dat er niet alleen voor alles een tijd is, maar dat<br />
God ook aan de verschillende tijden en gebeurtenissen<br />
in ons leven betekenis wil geven (Rom. 8:28).<br />
Wat willen wij nog meer? Blijven wij onszelf kwellen<br />
door in 'eigen wijsheid' vruchteloos naar antwoorden<br />
te zoeken of vertrouwen wij eenvoudigweg op wat<br />
God in Zijn Woord openbaart?<br />
der tijden, wanneer God alles en in allen zal zijn.<br />
Ondanks dat God ons in Zijn Woord Zijn plannen openbaart en deze<br />
door de kracht van heilige geest aan ons bevestigt, blijft de 'tijdsblindheid'<br />
ons wel parten spelen. Wij zijn en blijven immers mensen<br />
van vlees en bloed die geboren zijn onder de tijd. Met name ten<br />
aanzien van de boodschap van het geheimenis kent de gelovige dit<br />
probleem. Deze boodschap stijgt boven schepping en zichtbare instellingen<br />
uit (Kol. 1:26) en vraagt daarom van de gelovige dat hij<br />
het onbegrijpelijke ervan beseft en accepteert. Dit is voor veel gelovigen<br />
moeilijk. Zeker als men erg hecht aan het aardse.<br />
Toch moeten wij in dit opzicht de kracht van Gods Woord en de<br />
kracht van Zijn Geest niet onderschatten. Niet voor niets spreekt<br />
Paulus in Kolossenzen 1:9 het volgende gebed uit: "Daarom houden<br />
ook wij sedert de dag, dat wij dit gehoord hebben, niet op voor u te<br />
bidden en te vragen, dat gij met de rechte kennis van Zijn wil vervuld<br />
moogt worden, in alle wijsheid en geestelijk inzicht…"<br />
"Wij nu hebben niet de geest der wereld ontvangen,<br />
maar de Geest uit God, opdat wij zouden weten, wat ons door God<br />
in genade geschonken is. Hiervan spreken wij dan ook met woorden,<br />
die niet door menselijke wijsheid, maar door de Geest geleerd<br />
zijn, zodat wij het geestelijke met het geestelijke vergelijken. Doch<br />
een ongeestelijk mens aanvaardt niet hetgeen van de Geest Gods is,<br />
want het is hem dwaasheid en hij kan het niet verstaan, omdat het<br />
slechts geestelijk te beoordelen is. Maar de geestelijke mens beoordeelt<br />
alle dingen, zelf echter wordt hij door niemand beoordeeld.<br />
Want wie kent de zin des Heren, dat hij Hem zou voorlichten? Maar<br />
wij hebben de zin van Christus" (1 Kor. 2:12-16).<br />
<br />
Wanneer wij vervuld worden met de rechte kennis van Zijn wil en<br />
alle wijsheid en geestelijk inzicht ontvangen, dan mogen wij met<br />
geestelijk ogen gaan zien hoe God boven tijd en ruimte uit Zijn plan<br />
uitvoert. Of zoals Paulus in Efeziërs 3:16-19 zegt:<br />
28 NUMMER 90 MEI & JUNI 2010
nippagina<br />
opsturen naar: AMEN<br />
Postbus 363, 3960 BJ Wijk bij Duurstede<br />
Telefoon 0343 594411 E-Mail: info@amen.nl<br />
Ik heb dit nummer van AMEN op de volgende wijze ontvangen:<br />
❏ van een familielid of bekende ❏ op een Bijbelstudie of andere ❏ op de volgende wijze:<br />
❏ via de kerk / gemeenschap<br />
❏ samenkomst meegenomen<br />
Deze pagina kan in z ‘n geheel langs de stippellijn worden uitgeknipt<br />
en wil het blad graag (blijven) ontvangen:<br />
Naam<br />
Adres<br />
Postcode + Woonplaats<br />
Eventueel telefoon E-Mail 90<br />
Stuur een proefnummer van AMEN aan:<br />
Naam<br />
Adres<br />
Postcode + Woonplaats<br />
Namens 90<br />
Bon<br />
Ik wil extra nummers van AMEN<br />
verspreiden<br />
☛ Stuur mij ........... exemplaren van dit<br />
nummer (90)<br />
Gratis en zolang de voorraad strekt!<br />
U kunt ook een vrije gift overmaken<br />
op giro 5272 ten name<br />
van Stichting AMEN 2000, o.v.v.<br />
‘nieuwe abonnee’.<br />
U ontvangt AMEN dan automatisch<br />
thuis.<br />
België: zie colofon op pagina 31.<br />
Wilt u nog meer adressen doorgeven,<br />
sluit dan een bijlage in.<br />
Bij voorbaat hartelijk dank!<br />
Everread / Morgenrood boekenbon<br />
❏ Stuur mij .... ex. van 'De Geliefde'<br />
❏ Stuur mij .... ex. van 'Adam & Eva'<br />
❏ Stuur mij .... ex. van 'Bijbelse getallen'<br />
❏ Stuur mij .... ex. van 'Heimwee naar morgen'<br />
❏ Stuur mij .... ex. van 'Feesten des HEREN'<br />
❏ Stuur mij .... ex. van 'Brieven van Salóme'<br />
U ontvangt deze zending franco bij u thuis per<br />
post of bezorging.<br />
Naam<br />
Adres<br />
Postcode<br />
Woonplaats<br />
Tel.<br />
Opm.<br />
Kruis - zo nodig - één van onderstaande hokjes aan:<br />
❏ Ik ben Morgenroodreeks-abonnee.<br />
❏ Ik word Morgenroodreeks-abonnee. Zie voor meer<br />
informatie de achterzijde van deze AMEN.<br />
Als (nieuwe) Morgenroodreeksabonnee ontvangt u<br />
20% korting op Nederlandstalige Everreadboeken.<br />
Naam<br />
Adres<br />
Postcode<br />
Woonplaats<br />
NUMMER 90 MEI & JUNI 2010 29
nippagina<br />
opsturen naar: AMEN<br />
Postbus 363, 3960 BJ Wijk bij Duurstede<br />
Telefoon 0343 594411 E-Mail: info@amen.nl<br />
Als AMEN abonnee kunt u de artikelen<br />
ook op internet lezen!<br />
Kijk op: www.amen.nl<br />
Deze pagina kan in z ‘n geheel langs de stippellijn worden uitgeknipt<br />
✂<br />
Naam<br />
Adres<br />
Postcode + Woonplaats<br />
Ik machtig AMEN om per ❏ maand, ❏ kwartaal, ❏ half<strong>jaar</strong>, ❏ alleen voor de huidige <strong>jaar</strong>gang<br />
een bedrag van € _________ van mijn rekening af te schrijven als bijdrage voor AMEN.<br />
Giro- of bankrekening:<br />
Datum:<br />
<br />
Handtekening:<br />
Indien u achteraf niet accoord gaat met deze incasso, geldt een weigeringstermijn van 56 dagen.<br />
Bij opzegging van uw abonnement vervalt de incasso automatisch.<br />
Opsturen naar: AMEN, Postbus 363, 3960 BJ Wijk bij Duurstede<br />
30 NUMMER 90 MEI & JUNI 2010
PROGRAMMA BIJBELSTUDIES & COLOFON<br />
ASSEN<br />
Peter Slagter<br />
Thema: Christus in de Psalmen<br />
Dinsdag 11/5 om 20.00 uur<br />
Adres: De Bron, Einthovenstraat 28 (hoek Nobellaan-Einthovenstraat)<br />
EINDHOVEN Peter & Hoite Slagter<br />
Thema: Het heilsplan van God<br />
Donderdag 20/5 om 20.00 uur<br />
Adres: Johanneskerk, Jan van der Wegestraat 2 / hoek Barrierweg<br />
JOURE<br />
Peter & Hoite Slagter<br />
Thema: Het boek Richteren<br />
Donderdag 27/5 om 20.00 uur<br />
Adres: Evang. Centrum De Brug, Brugstraat 3<br />
Colofon<br />
AMEN Bijbelmagazine is een<br />
uitgave van Everread<br />
Uitgevers in samenwerking<br />
met stichting AMEN 2000<br />
Postbus 363<br />
3960 BJ Wijk bij Duurstede<br />
T 0343 594411<br />
E info@amen.nl<br />
I www.amen.nl<br />
Postbank: 5272<br />
Rabobank: <strong>15</strong> 87 35 374<br />
T.n.v. Stichting AMEN 2000<br />
Wijk bij Duurstede<br />
LEEK<br />
Denijs van Zuijlekom<br />
Thema: De Romeinenbrief<br />
Zaterdag 29 mei, 11 sept., 30 okt. en 18 dec. om 10.00 uur<br />
Adres: Dorpshuis De Til, Tolberterstraat 36. Info: 050-5019789<br />
NAALDWIJK Hoite Slagter<br />
Thema: Romeinen-brief<br />
Donderdag 20/5 om 20.00 uur.<br />
Adres: Bijbelstudiegroep Westland; Info tel. 0174-629799<br />
ZEIST<br />
Hoite Slagter<br />
Thema: Studies in het Lucas-evangelie<br />
Woensdag 12/5 om 20.00 uur<br />
Adres: Vrije Evangelische Maranathakerk, J.P. Heijelaan 2 (Hoek Van Reenenweg)<br />
Postchequenummer (België):<br />
000-1739731-36<br />
T.n.v. Stichting AMEN 2000<br />
Wijk bij Duurstede NL<br />
Verschijnt 6x per <strong>jaar</strong><br />
Redactie / Medewerkers<br />
B. Boersma<br />
N.S. de Graaf<br />
A.A. Jongebreur<br />
R. Lammers<br />
M. Neven<br />
H.B. Slagter<br />
P.A. Slagter (eindredactie)<br />
O. Vossema<br />
Opmaak<br />
P. B. Slagter<br />
Vijftien <strong>jaar</strong> AMEN<br />
Bedankt voor uw jubileumgift!<br />
Druk<br />
GBU grafici B.V. Urk<br />
Copyright<br />
Overname (ongeacht op welke wijze)<br />
alleen na toestemming.<br />
Abonnement<br />
AMEN Bijbelmagazine verschijnt tweemaandelijks.<br />
Abonnementsprijs: minimaal 1x per <strong>jaar</strong> een gift. De hoogte ervan bepaalt u zelf. We vertrouwen erop dat ieder naar<br />
draagkracht bijdraagt om de uitgave van AMEN mogelijk te maken.<br />
© Zonder uitdrukkelijke toestemming van de uitgever of redactie mag niets van deze uitgave op enigerlei wijze worden overgenomen.<br />
Copyright Stichting AMEN 2000<br />
Stichting AMEN 2000, de redactie en de bij deze uitgave betrokken medewerkers aanvaarden geen enkele aansprakelijkheid<br />
voor de mogelijke gevolgen die zouden kunnen voortvloeien uit het gebruik van de in deze uitgave opgenomen informatie,<br />
evenals de inhoud van advertenties, aanbiedingen, arrangementen, etc.<br />
EVER READ<br />
U I T G E V E R S<br />
Kijk ook op<br />
www.amen.nl<br />
NUMMER 90 MEI & JUNI 2010 31
Elke AMEN-lezer zou Morgenroodreeks-abonnee moeten zijn.<br />
ADAM EN EVA<br />
In Genesis 1 staat hoe God in zeven dagen de 'woeste, ledige<br />
en duistere' aarde bewoonbaar maakte voor de mens. Het is<br />
een ordening die tot stand komt door Zijn Woord! Telkens<br />
staan er die bekende woorden: "En God zeide ...". Zo herschiep<br />
God wat verloren (woest en ledig) was, uitlopend op de schepping<br />
van Adam en Eva; waarbij met name Adam tot hoofd<br />
over de herstelde schepping werd gesteld.<br />
In Genesis 3 is er opnieuw sprake van een situatie van woestheid,<br />
ledigheid en duisternis in de wereld. Paulus schrijft: "...<br />
gelijk door één mens de zonde de wereld is binnengekomen<br />
en door de zonde de dood, zo is ook de dood tot alle mensen<br />
doorgegaan ..." (Rom. 5:12). Opnieuw was (en is) herstel<br />
nodig! En opnieuw maakt God in zeven dagen - maar ditmaal<br />
zeven dagen van duizend <strong>jaar</strong> - de wereld bewoonbaar voor ...<br />
de Mens, Christus, Die inmiddels tot Hoofd boven alle dingen,<br />
is gesteld. Ook alles wat God in deze tweede 'week' tot stand<br />
brengt, gebeurt door Zijn Woord, Christus. In dit boekje<br />
beschrijft de auteur de overeenstemming tussen deze twee<br />
weken van zeven 'dagen.<br />
Met een register van de gebruikte Bijbelteksten.<br />
Voordelen van een abonnement<br />
- Elk kwartaal automatisch een nieuw bijbelstudieboekje in huis<br />
- U hebt als Morgenroodreeks-abonnee recht op een vaste korting<br />
van 20% op boeken en brochures van Everread Uitgevers en Het<br />
Morgenrood.<br />
- U kunt zonder extra kosten een Morgenrood PLUS abonnement<br />
nemen, waarmee u met de hoogste voorintekenkorting (25%)<br />
automatisch nieuwe bijbelstudieuitgaven naast de<br />
Morgenroodreeks ontvangt.<br />
Abonnee worden gaat heel gemakkelijk<br />
Door middel van het storten van minimaal één abonnementsgift per<br />
<strong>jaar</strong> bent u abonnee! Gebruik de bon op de knippagina (blz. 29) om<br />
u als abonnee aan te melden. De richtprijs voor de abonnementsgift<br />
in 2010 bedraagt € 18,70 (de richtprijs voor abonnees in het buitenland<br />
bedraagt € 23,00). Let wel: dit zijn richtprijzen; meer of minder<br />
geven mag ook! Zie voor meer informatie www.morgenrood.nl of<br />
www.everread.nl.<br />
Wie nu abonnee wordt ontvangt dit boekje én het boekje 'De<br />
Geliefde' als welkomstgeschenk. De volgende Morgenroodboekjes<br />
worden u toegezonden, zodra ze verschijnen.<br />
Als Morgenroodreeks-abonnee<br />
heeft u recht op een<br />
vaste korting van 20% op alle<br />
boeken van Everread<br />
Uitgevers en Het Morgenrood.<br />
Auteur: Arie Jongebreur<br />
64 pagina's<br />
ISBN: 978-90-6694-289-9<br />
Prijs: € 5,50 (excl. portokosten)<br />
EVER READ<br />
U I T G E V E R S<br />
Het volgende<br />
nummer<br />
van AMEN (91)<br />
verschijnt D.V.<br />
in juli a.s.<br />
Losse verkoopprijs AMEN: € 3,95<br />
U kunt verder lezen op:<br />
www.amen.nl