Mestgazet 9 - Vlaamse Landmaatschappij

More documents

Recommendations

Info

Als u het meerjarig perspectief vorig jaar al aanvroeg via de verzamelaanvraag en kreeg goedgekeurd, dan mag u, afhankelijk van het gekozen type, het volgende (tweejarig perspectief) of de 2 volgende jaren (driejarig perspectief) geen andere meststoffen meer toepassen. Voor deze percelen zal u op het overzicht TW2, DR2 of DR3 terugvinden. Ook de beheerovereenkomst water kan op dergelijke percelen niet toegepast worden. ÐÐ Als u koos voor het meerjarig perspectief, maar die werd niet goedgekeurd, dan staat hier ‘N’ vermeld. ÐÐ Als u dit jaar geen aanvraag verhoogde bemesting tuinbouw of meerjarig perspectief deed, staat hier ‘-’ vermeld. Gebruik compost Het Mestdecreet bepaalt dat op percelen met een te laag koolstofgehalte compost mag opgebracht worden onder bepaalde voorwaarden. Hierbij wordt de keuze gelaten tussen maximum 10 ton GFT-compost per hectare of maximum 15 ton groencompost per hectare. Deze aanvraag moest gebeuren via de verzamelaanvraag met de respectieve codes: • GFT voor GFT-compost • GRC voor groencompost ÐÐ Als u extra compost wou toepassen en een aanvraag deed, dan ziet u in deze kolom of uw aanvraag werd aanvaard of niet: ‘GFT’ / ‘GRC’ of ‘N’. Als uw aanvraag werd goedgekeurd zal hiermee rekening gehouden worden in uw mestbalans. ÐÐ Als u geen aanvraag voor de toepassing van compost deed staat hier ‘-‘ vermeld. BKM: beheerovereenkomst 100 kg stikstof uit kunstmest per ha: voor percelen in kwetsbaar gebied natuur met een biologische waardering ‘Potentieel belangrijke graslanden’ (gebiedstype = ‘Nat Pot’, ‘Grup Pot’ of ‘Bos Pot’ en varianten) en waarop het bemestingsverbod van toepassing is, kon u op de verzamelaanvraag kiezen voor deze beheerovereenkomst. In afwijking van een klassieke beheerovereenkomst is dit geen contract voor 5 jaar, maar een aanvraag tot gebruik van kunstmest op percelen met bemestingsverbod (2 GVE/ha, jaar). Die aanvraag kan jaarlijks gebeuren via de verzamelaanvraag van het ALV. Op dergelijke percelen kreeg u ook de mogelijkheid om de vergoeding natuur aan te vragen. U moest echter een keuze maken, want beide kunnen niet gecombineerd worden. Als u voor dergelijke percelen beide aanvragen deed, dan werd enkel uw aanvraag voor de vergoeding natuur in rekening gebracht. ÐÐ In deze kolom kunt u zien of uw aanvraag al dan niet aanvaard werd (‘J’ of ‘N’). ÐÐ Als u geen aanvraag deed, staat hier ‘-’ vermeld. Werd uw aanvraag aanvaard, dan kunt u op grasland deze bemesting supplementair toepassen, naast de norm van 2 GVE/ha, jaar door begrazing. Voor alle andere teelten is dit de enige toegestane bemesting. VN: vergoeding natuur: de vergoeding natuur vindt, net als de beheerovereenkomsten en de agromilieumaatregelen, haar basis in het Vlaams Programma voor Plattelandsontwikkeling 2007-2013 (PDPO II). Die vergoeding kon aangevraagd worden voor percelen in het kwetsbaar gebied natuur (gebiedstype = ‘Nat’, ‘Grup’ of ‘Bos’ en varianten), waarop het bemestingsverbod van toepassing is (2 GVE/ha, jaar), en bedraagt 150 EUR per ha. Op percelen gelegen binnen erkende natuur- en bosreservaten kan geen vergoeding natuur toegekend worden. ÐÐ In deze kolom kunt u zien of uw aanvraag al dan niet aanvaard werd (‘J’ of ‘N’). ÐÐ Als u geen aanvraag deed, staat hier ‘-’ vermeld. Overdracht Overdracht na 01/01: deze kolom geeft aan of u het perceel aan een andere landbouwer heeft overgelaten in de loop van het productiejaar 2009. G-perceel: de percelen die u enkel in gebruik hebt voor de bemestingsrechten en niet voor de toeslagrechten, kon u op de verzamelaanvraag aanduiden met de code ‘G’ als ‘hoofdbestemming’. Als u deze code gebruikte, verklaarde u dat u het perceel in gebruik had op 1 januari 2009, maar niet meer op 21 april 2009 (dag waarop u het perceel in gebruik moet hebben als u toeslagrechten wil activeren). Ter informatie geven we ook dit gegeven per perceel mee (‘J’ of ‘N’). Vulde u op uw verzamelaanvraag voor uw perceel echter een datum van ingebruikname in die na 1 januari valt, én u markeerde het perceel ook als ‘G-perceel’, dan werd deze G-code niet in rekening gebracht. Voor dergelijke percelen werden dan ook geen bemestingsrechten toegekend. Rubriek 2. Bemestingsnormen 2009 Kwetsbaar gebied ‘Gebiedstype’, ‘O/H’ en ‘Risicogebied’: zie hiervoor de beschrijving op p. 2-3. Bemestingsnormen In dit vak vindt u per perceel de maximum toegelaten bemestingshoeveelheid, die rekening houdt met de hoofdteelt, de ‘aanvaarde oppervlakte’, de eventueel toegekende derogatie, de eventueel toegekende verhoogde bemesting tuinbouw, het eventueel toegekende meerjarig perspectief (TW of DR), het gebiedstype, de ontheffings en/of huiskavelregeling en eventuele beheerovereenkomsten (BO) die beperkingen opleggen op de bemestingshoeveelheid (BO water, BO perceelsrandenbeheer, BO botanisch beheer, BO kleine landschapselementen (KLE-houtkant/houtwal)). Met cijfers na de komma werd geen rekening gehouden. De norm is opgesplitst in: Fosfaat (P 2 O 5 max): maximale hoeveelheden fosfaat die u op het perceel mocht opbrengen in 2009: • maximum hoeveelheid totale fosfaat (P 2 O 5 max. TOT) in kg; • maximum hoeveelheid dierlijke fosfaat (P 2 O 5 max. DIER) in kg; • maximum hoeveelheid fosfaat uit kunstmest (P 2 O 5 max. KUNST) in kg. In principe is het gebruik van P 2 O 5 uit kunstmest verboden. Uitzonderlijk mag om teelttechnische redenen per hectare 50 kg P 2 O 5 uit kunstmest toegepast worden voor fruitteelten en bepaalde tuinbouwteelten, zoals opgenomen in de lijst als bijlage bij het Uitvoeringsbesluit van 9 maart 2008 bij het Mestdecreet, en 20 kg P 2 O 5 voor alle andere teelten. Die waarden werden op het overzicht in rekening gebracht, maar mogen dus niet zomaar toegepast worden (‘v’). Deze afwijking geldt niet voor percelen met bemestingsverbod. Bij fosfaatverzadigde percelen met tuinbouwteelten of fruitteelten is het maximum 40 kg P 2 O 5 uit kunstmest per hectare. 6
Stikstof (N max): maximale hoeveelheden stikstof die u op het perceel mocht opbrengen in 2009: • maximum hoeveelheid totale stikstof (N max. TOT) in kg; • maximum hoeveelheid stikstof uit dierlijke mest (N max. DIER) in kg; • maximum hoeveelheid stikstof uit derogatiemest (N max. dero) in kg; • maximum hoeveelheid stikstof uit andere meststoffen (N max. ANDER) in kg; • maximum hoeveelheid stikstof uit kunstmest (N max. KUNST) in kg. Op percelen waarop derogatie werd toegekend, mag u voor de dierlijke bemesting uitsluitend gebruikmaken van derogatiemest. Derogatiemest is dierlijke mest die afkomstig is van runderen (uitgezonderd mestkalveren), paarden, geiten, schapen en de dunne fractie na het scheiden van varkensmest, mits dunnefractieattest. Op fruitteelt, bepaalde tuinbouwteelten (uitvoeringsbesluit (09/03/08)) en graszoden mag de totale stikstofbemesting met kunstmest gebeuren. Dat werd reeds zo verrekend op uw overzicht. Uitrijverbod: zie hiervoor de beschrijving op p. 3. Voor percelen met bemestingsverbod die in het kwetsbaar gebied natuur (gebiedstype = ‘Nat’, ‘Grup’ of ‘Bos’ en varianten) liggen en begraasd kunnen worden (grasland), staan de afzethoeveelheden berekend. Die mogen echter enkel afgezet worden via rechtstreekse uitscheiding door begrazing. Die hoeveelheden zijn aangeduid met een ‘*‘. Voor akkers geldt een absoluut bemestingsverbod. Op sommige percelen is wel een bemesting met kunstmest mogelijk (zie ‘BKM: beheerovereenkomst 100 kg stikstof uit kunstmest per ha’). Percelen verworven na 1 januari 2009 Percelen die u na 1 januari 2009 heeft verworven, staan apart weergegeven onderaan op het overzicht onder de rubriek ‘Landbouwpercelen in gebruik NA 1 januari 2009’. Op deze percelen had u nog geen bemestingsrechten in 2009. Voor de afzet van dierlijke mest bent u gebonden aan de transportreglementering (burenregeling, mestafzetdocument of inscharingscontract). Vanaf 2010 heeft u wel bemestingsrechten op deze percelen, op voorwaarde dat u ze nog in gebruik heeft op 1 januari 2010. Rubriek 3. VLM-beheerovereenkomsten Op uw overzicht vindt u per perceel ook welke beheerovereenkomsten u met de VLM in 2009 heeft. Voor de vaste beheerovereenkomsten stond voor elke soort beheerdoelstelling een specifieke code (WV, PRB, KLE …) voorgedrukt op de verzamelaanvraag 2009. Had u variabele contracten, dan moest u zelf, à rato van de contractuele oppervlakte, met een specifieke code de percelen aanduiden waarop u de respectieve beheervoorwaarden toepast(e). Op het overzicht van uw percelen vindt u deze codes van de beheerdoelstellingen eveneens terug, maar verder uitgewerkt om aan te duiden over welk beheerpakket het gaat. Binnen een welbepaalde beheerdoelstelling bestaan immers nog verschillende beheerpakketten, met soms verschillende beheervoorwaarden. In de tabel hiernaast vindt u een overzicht van de verschillende beheerpakketten per beheerdoelstelling, aangevuld met de specifieke code en het type. Sedert 2009 worden sommige beheerovereenkomsten niet meer voorgedrukt op de verzamelaanvraag waardoor u ze ook niet meer op de overzichten terugvindt. Het gaat over beheerovereenkomsten gericht op het beheer van volgende kleine landschapselementen: poelen, hagen, heggen. Hetzelfde geldt voor de beheerovereenkomsten erosiebestrijding ‘aanleg van aarden dam met erosiepoel. Het feit dat deze beheerovereenkomsten niet meer worden voorgedrukt, betekent niet dat de beheermaatregelen niet meer van toepassing zijn. Ze blijven onverminderd gelden tot het einde van de looptijd van uw beheerovereenkomst. Beheerpakket Code: deze kolom geeft de code aan van de beheerovereenkomst(en) die van toepassing is (zijn) op het perceel. In de tabel hiernaast vindt u de overeenstemmende codes van alle mogelijke beheerpakketten. Sommige beheerovereenkomsten, zoals de BO water, de BO perceelsrandenbeheer, de BO botanisch beheer en de BO KLE (houtkant/houtwal) houden beperkingen in voor het gebruik van mest. Als op een perceel een dergelijke beheerovereenkomst van toepassing is, worden de beperkingen rond het gebruik van bemesting doorgerekend bij de bemestingsnormen voor het perceel. De bemestingsregimes voor percelen met BW, BW1 of BW2 verschillen van deze voor percelen met BW3. Voor de regimes geldig in 2009 verwijzen we naar de brochure ‘Normen en richtwaarden - editie mei 2009’. De regimes voor het komende teeltjaar vindt u terug in de brochure ‘Normen en richtwaarden 2010’. Looptijd Start- / einddatum: in deze kolom vindt u de start- en einddatum van uw detailovereenkomst. Loopt uw beheerovereenkomst ten einde, dan neemt u best tijdig contact op met de VLM als u ze wil verder zetten. Beheerdoelstelling - beheerpakket Code Type Akkervogelbeheer - leeuwerikvlakjes AV 1 VARIABEL Akkervogelbeheer - faunaranden AV 2 VARIABEL Akkervogelbeheer - graanranden AV 3 VARIABEL Akkervogelbeheer - winterstoppel AV 4 VARIABEL Akkervogelbeheer - vogelvoedselgewassen AKV 1 VAST Akkervogelbeheer - gemengde grasstroken AKV 2 VAST Akkervogelbeheer - opgeploegde gemengde grasstroken AKV 3 VAST Beheer van kleine landschapselementen - aanplant houtkant/-wal HKW 1 VAST Beheer van kleine landschapselementen - onderhoud houtkant/-wal HKW 2 VAST Botanisch beheer - grasland (beweiden 1 juni) BB 1 VAST Botanisch beheer - grasland (beweiden 16 juni) BB 2 VAST Botanisch beheer - grasland (maaien 1 juni) BB 3 VAST Botanisch beheer - grasland (maaien 16 juni) BB 4 VAST Botanisch beheer - akkerland (rand) BB 5 VAST Botanisch beheer - akkerland (vollevelds) BB 6 VAST Beheerovereenkomst Natuur BN VAST Beheerovereenkomst Water - startdatum vóór 01/10/2005 BW VAST Beheerovereenkomst Water - startdatum 01/10/2005 BW 1 VARIABEL Beheerovereenkomst Water - startdatum 01/01/2006 BW 2 VARIABEL Beheerovereenkomst Water - startdatum 01/01/2007 of later BW 3 VARIABEL Erosiebestrijding - directe inzaai - startdatum vóór 2007 DI 1 VARIABEL Erosiebestrijding - directe inzaai - startdatum vanaf 2007 DI 2 VARIABEL Erosiebestrijding - aanleg en onderhoud grasgang (= perceelsrand) ER 3 VAST Erosiebestrijding - aanleg en onderhoud grasgang ER 4 VAST Erosiebestrijding - aanleg en onderhoud grasbufferstrook ER 5 VAST Erosiebestrijding - niet-kerende bodembewerking - startdatum vóór 2007 NK 1 VAST Erosiebestrijding - niet-kerende bodembewerking - startdatum 01/01/2007 of later NK 2 VARIABEL Hamsterbescherming graanstroken HAM G VAST Hamsterbescherming luzernestroken HAM L VAST Perceelsrandenbeheer - houtige landschapselementen/wegberm PRB 1 VAST Perceelsrandenbeheer - waterloop - akker (gras) PRB 2 VAST Perceelsrandenbeheer - waterloop - akker (s.e.) PRB 3 VAST Perceelsrandenbeheer - waterloop - graasweide PRB 4 VAST Perceelsrandenbeheer - waterloop - hooiweide/-land PRB 5 VAST Perceelsrandenbeheer - holle weg PRB 6 VAST Perceelsrandenbeheer - natuur PRB 7 VAST Perceelsrandenbeheer - milieu PRB 8 VAST Weidevogelbeheer - vluchtstroken WV 1 VARIABEL Weidevogelbeheer - beweiden WV 2 VAST Weidevogelbeheer - maaien WV 3 VAST Weidevogelbeheer - nesten WV 4 VAST Weidevogelbeheer - omzetten akkerland en beweiden WV 5 VAST Weidevogelbeheer - omzetten akkerland en maaien WV 6 VAST 7
Page 1 and 2: BEMESTINGSREGIMES 2010 - BEMESTINGS
Page 3 and 4: O/H: voor percelen gelegen in het k
Page 5: Nateelt: dit is de code van de nate

Mestgazet 9 - Vlaamse Landmaatschappij

Create successful ePaper yourself

Delete template?

Save as template?