30.12.2014 Views

Download PDF - CO2-Prestatieladder

Download PDF - CO2-Prestatieladder

Download PDF - CO2-Prestatieladder

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Ketenanalyse<br />

bovenleidingportalen ProRail<br />

EEN DUURZ AME ENERGIEVOORZIENING VOOR IEDEREEN


Ecofys Netherlands BV<br />

Kanaalweg 16-G<br />

P.O. Box 8408<br />

NL- 3503 RK Utrecht<br />

The Netherlands<br />

W: www.ecofys.com<br />

T: +31 (0) 30 66 23 300<br />

F: +31 (0) 30 66 23 301<br />

E: info@ecofys.com<br />

Ketenanalyse<br />

bovenleidingportalen ProRail<br />

Door: Maarten van den Berg en Edgar van de Brug<br />

Datum: 23-11-2010<br />

Projectnummer: PDEMNL101813<br />

© Ecofys 2010<br />

In opdracht van: ProRail<br />

ECOFYS NETHERLANDS BV, A PRIVATE LIMITED LIABILITY COMPANY INCORPORATED UNDER THE LAWS OF THE NETHERLANDS HAVING ITS OFFICIAL SEAT AT UTRECHT<br />

AND REGISTERED WITH THE TRADE REGISTER OF THE CHAMBER OF COMMERCE IN MIDDEN NEDERLAND UNDER FILE NUMBER 30161191<br />

EEN DUURZ AME ENERGIEVOORZIENING VOOR IEDEREEN


Inhoudsopgave<br />

1 Inleiding ............................................................................................... 2<br />

2 Opstellen van de procesketen................................................................... 4<br />

2.1 Draagconstructies .................................................................................. 4<br />

2.1.1 Functionele eenheid ............................................................................... 4<br />

2.1.2 Kenmerken draagconstructies ................................................................. 5<br />

2.1.3 Procesfasen .......................................................................................... 6<br />

2.2 Beschrijven CO 2 relevante activiteiten en materialen .................................. 8<br />

2.2.1 Productiefase ........................................................................................ 8<br />

2.2.2 Gebruiksfase ........................................................................................11<br />

2.2.3 Transport.............................................................................................12<br />

2.3 Identificeren van partners in de keten .....................................................12<br />

3 Kwantificeren CO 2 emissies ketenanalyse............................................... 14<br />

3.1.1 Kwantitatieve resultaten ketenanalyse.....................................................14<br />

3.2 Constateren dominante procesfasen/partners...........................................16<br />

3.3 Beschrijven stand van zaken samenwerking in de keten ............................17<br />

4 Reductiemaatregelen.............................................................................. 19<br />

Bijlage A Emissiefactoren .................................................................... 21<br />

Bijlage B Emissies portalen en fundering per ketenactiviteit ............... 22<br />

| i<br />

EEN DUURZ AME ENERGIEVOORZIENING VOOR IEDEREEN


1 Inleiding<br />

ProRail is een publieke dienstverlener in spoormobiliteit die non-stop, 24x7, zorgt voor<br />

beschikbaar, betrouwbaar en veilig spoor voor haar klanten 1 . Daarmee levert ProRail<br />

een belangrijke bijdrage aan het non-stop in beweging en bereikbaar houden van<br />

Nederland.<br />

Voor de komende jaren is de strategie van ProRail gericht op vier hoofddoelstellingen 2 :<br />

• Ruimte voor groei op het spoor;<br />

• Tevreden klanten en omgeving;<br />

• Excellente en veilige operatie;<br />

• Verbetering van de efficiency.<br />

ProRail werkt gestructureerd aan het verhogen van de duurzaamheid in haar<br />

werkprocessen en als onderdeel daarvan heeft zij de ambitie om met haar duurzame<br />

strategie de score van ProRail op de CO 2 prestatieladder te verhogen van niveau 3<br />

naar niveau 4.<br />

Onderdeel van niveau 4 van de CO 2 prestatieladder is het in kaart brengen van de<br />

scope 3 uitstoot van het bedrijf. Binnen het GHG Protocol 3 (p. 29-31) is een methode<br />

beschreven waarop deze scope 3 uitstoot in kaart kan worden gebracht. Binnen de<br />

ProRail CO 2 prestatieladder is deze methodiek verplicht bij het bepalen van de scope<br />

3.<br />

De methodiek bestaat uit 4 stappen:<br />

1. Breng de waardeketen van het bedrijf/product op hoofdlijnen in kaart;<br />

2. Bepaal de relevante scope 3 emissiebronnen;<br />

3. Identificeer partners in de keten en onderhoudt goede relaties met partners in<br />

de keten;<br />

4. Verzamel de data, bouw hiervoor voldoende tijd/geld in en kwantificeer scope 3<br />

emissies.<br />

Hierbij is aanvullend verplicht gesteld dat minstens 1 significant materiaal/product in<br />

kaart gebracht dient te worden.<br />

De eerste 2 stappen van de methodiek zijn beschreven in het document “Waardeketen<br />

en dominantie-analyse ProRail” 4 . In het onderliggende document wordt de<br />

levenscyclus van bovenleidingportalen nader geanalyseerd.<br />

In hoofdstuk 2 van dit document wordt de procesketen van bovenleidingportalen<br />

beschreven. De bovenleidingportalen behoren bij de 20 belangrijkste emissiebronnen<br />

1 Beheerplan ProRail 2010<br />

2 Jaarverslag ProRail 2009<br />

3 The GHG Protocol, A Corporate Accounting and Reporting Standard, Revised Edition, World Business<br />

Council For Sustainable Development, World Resources Institute<br />

4 Ecofys 2010<br />

| 2<br />

EEN DUURZ AME ENERGIEVOORZIENING VOOR IEDEREEN


van de scope 3 emissies van ProRail 5 . Binnen de procesketen van de<br />

bovenleidingportalen worden de CO 2 relevante activiteiten en ketenpartners<br />

geïdentificeerd. In hoofdstuk 3 worden de ketenemissies gekwantificeerd. Op basis<br />

daarvan worden de dominante processen en ketenpartners geselecteerd en worden<br />

maatregelen beschreven voor het reduceren van CO 2 emissies. De huidige stand van<br />

samenwerking in de keten komt ook aan bod. In de appendices zijn de gehanteerde<br />

emissiefactoren opgenomen en worden de gedetailleerde CO 2 emissies per activiteit<br />

van de procesketen bovenleiding portalen gepresenteerd.<br />

5 Dominantieanalyse scope 3, DHV 2010<br />

| 3<br />

EEN DUURZ AME ENERGIEVOORZIENING VOOR IEDEREEN


2 Opstellen van de procesketen<br />

2.1 Draagconstructies<br />

Bij het vaststellen van de ketenemissies van bovenleidingportalen is onderscheid<br />

gemaakt tussen 2 typen draagconstructies: stalen en betonnen portalen. De keuze is<br />

afgestemd met ProRail en gebaseerd op een inventarisatie van het spoorwegennet van<br />

ProRail voor de dominantie analyse van de scope drie emissies 6 en het ProRail<br />

beheerplan 2010 7 . Daaruit blijkt dat in 2009, ProRail een meersporig geëlektrificeerd<br />

traject van 1.982 km beheerde. Dit traject wordt hoofdzakelijk geflankeerd door<br />

draagconstructies van beton of staal die twee sporen overbruggen 8 . Van de 33.033<br />

portalen langs dit meersporig traject (om de 60 meter staat een portaal) is 84% van<br />

staal en 16% van beton (zie Figuur 1). Daarnaast staan er langs enkele trajecten<br />

masten in plaats van portalen, vooral op trajecten met de lichtere 25 kV<br />

bovenleidingen (zoals de HSL). Vanwege het kleine aantal (ongeveer 4%) en het<br />

gegeven dat in de nabije toekomst geen nieuwe 25 kV trajecten staan gepland, zijn dit<br />

type draagconstructies niet meegenomen in de analyse.<br />

Meersporig<br />

geëlektrificeerd<br />

1.982 km<br />

Stalen portalen<br />

27.633<br />

84%<br />

Betonnen portalen<br />

5.400<br />

16%<br />

Figuur 1, Verdeling type portalen conform dominantie analyse ProRail<br />

2.1.1 Functionele eenheid<br />

Een ketenanalyse kan niet worden uitgevoerd zonder het gebruik van een functionele<br />

eenheid. Het is zowel voor het identificeren van verbetermaatregelen als voor het<br />

vergelijken met alternatieven een onmisbaar definitie. Vaak wordt bij een levenscyclus<br />

6 Dominantieanalyse scope 3, DHV 2010<br />

7 www.prorail.nl/Over%20ProRail/documenten/Documents/Beheerplan_2010.pdf<br />

8 Persoonlijke communicatie Thijs Cloosterman, adviseur CCC ProRail<br />

| 4<br />

EEN DUURZ AME ENERGIEVOORZIENING VOOR IEDEREEN


analyse of een ketenanalyse in eerste instantie gedacht aan het product zelf, en niet<br />

aan de behoefte waarin het product moet voorzien - de gebruiksfunctie. Een hekwerk<br />

van staal is bijvoorbeeld niet zomaar vergelijkbaar met een afscheiding van steen<br />

alleen op basis van de emissies gerelateerd aan de bijbehorende productieprocessen.<br />

Andere aspecten zoals de hoeveelheid benodigd voor het bereiken van de gewenste<br />

sterkte en het gebruik van verf ter voorkoming van roest moeten vallen onder<br />

omschrijving van de functionele eenheid. Uiteindelijk leidt dit tot een omschrijving van<br />

de gebruiksfunctie. In dit voorbeeld kan dat zijn ‘het afschermen van een<br />

bedrijventerrein voor een periode van 30 jaar’.<br />

Bovenleidingportalen komen voor in verschillende vormen en maten. De keuze van het<br />

geplaatste systeem is ondermeer afhankelijk van het aantal sporen dat moet worden<br />

overbrugd, het gewicht/voltage van de bovenleidingen, de kosten van de materialen,<br />

etc. Een vergelijking tussen verschillende typen portalen kan dan ook niet gemaakt<br />

worden zonder deze aspecten in gedachte te houden. Een geschikte bepaling van de<br />

functionele eenheid voor deze ketenstudie is gevonden in “het dragen van de<br />

bovenleiding over 60 meter dubbel spoor voor een periode van 80 jaar”.<br />

Naast de portalen en funderingen bestaat een bovenleidingsysteem uit andere<br />

onderdelen zoals hangsteunen, ankerblokken, trekschoren en afgespannen bedrading.<br />

Deze laatste elementen worden niet beschouwd als kernonderdelen van de<br />

draagconstructie (ze komen niet allemaal bij alle portalen voor) en zijn daarom niet<br />

meegenomen in de berekeningen 9 . In de berekeningen worden alleen de portalen en<br />

de funderingen bekeken.<br />

2.1.2 Kenmerken draagconstructies<br />

Een algemene trend in de ontwikkeling van bovenleiding portalen en funderingen is<br />

dat door de jaren heen de constructies steeds zwaarder worden. Door de hogere<br />

veiligheidseisen wordt steeds hoogwaardiger materiaal gebruikt en neemt het volume<br />

toe.<br />

Stalen portaal<br />

Het is in deze ketenstudie wenselijk een beeld te geven van de ketenemissies van<br />

portalen die momenteel door ProRail geplaatst worden zodat emissiereducties van te<br />

ontwikkelen innovatieve portalen gekwantificeerd kunnen worden ten opzichte van de<br />

huidige praktijk. Samenstelling van het standaard portaal dat nu door ProRail<br />

geplaatst wordt is te vinden in Tabel 1 10 .<br />

Tabel 1, Samenstelling archetype stalen portaal<br />

Gewichten in kg Mast Ligger Gehele Portaal<br />

Staal Zink Staal Zink Totaal<br />

staal<br />

Totaal<br />

zink<br />

Totaal<br />

portaal<br />

Archetype stalen portaal 519 12 419 9 1.455 33 1.487<br />

9 Persoonlijke communicatie Michiel van Brummelen, systeemspecialist bovenleiding ProRail<br />

10 TNO, review dominantieanalyse ProRail, oktober 2010.<br />

| 5<br />

EEN DUURZ AME ENERGIEVOORZIENING VOOR IEDEREEN


Betonnen portaal<br />

De laatste jaren zijn geen betonnen portalen meer geplaatst. Wel heeft het potentiële<br />

milieuvoordeel van betonnen portalen ertoe geleid dat ProRail de mogelijkheden voor<br />

het plaatsen van nieuwe betonnen portalen onderzoekt. Om toch een beeld te krijgen<br />

van de levenscyclus emissies van betonnen portalen is een archetype betonnen<br />

portaal uit het bestaande portfolio van ProRail gekozen.<br />

Het archetype is een gewogen gemiddelde van GP portalen (geslingerd beton van<br />

portalen geplaatst in de jaren 50, 14% van het totaal) en SP portalen (spanbeton,<br />

86% van het totaal), zie Tabel 2 11 .<br />

Tabel 2, Samenstelling archetype betonnen portaal<br />

Gewichten in kg Mast Ligger Gehele Portaal<br />

Type Portaal Beton Staal Beton Staal Totaal<br />

Beton<br />

Totaal<br />

Staal<br />

Totaal<br />

Portaal<br />

GP 1 Standaard Portaal 1.380 78 1.450 82 4.210 237 4.447<br />

GP 2 Afwijkend Portaal 1.800 101 1.450 82 5.050 284 5.334<br />

GP gemiddeld 1.422 80 1.450 82 4.294 242 4.536<br />

SP1 Standaard Portaal 1.040 43 1.040 59 3.120 145 3.265<br />

SP2 Afwijkend Portaal 1.600 90 1.640 92 4.840 272 5.112<br />

SP gemiddeld 1.096 48 1.100 62 3.292 158 3.450<br />

Gewogen gemiddelde 3.429 169 3.598<br />

Fundering<br />

Voor beide type portalen wordt hetzelfde archetype fundering berekend: het<br />

momenteel veel gebruikte fabrieksblok V2b. Deze geprefabriceerde fundering weegt<br />

4,5 ton en bevat 65 kg bewapeningsstaal 12 .<br />

2.1.3 Procesfasen<br />

In de levenscyclus van producten kunnen 3 fasen worden onderscheiden waarin<br />

broeikasgasemissies optreden: de productiefase, de gebruiksfase en de afdankfase.<br />

Welke levensfase de grootste bijdrage aan de totale emissies levert, verschilt sterk per<br />

product. Sommige producten hebben geen of nauwelijks emissies in een van de<br />

levensfasen. Evengoed moeten alle ketenstappen en hun bijbehorende emissies in<br />

kaart worden gebracht om tot een levenscyclus analyse te komen waarin minimaal<br />

95% van de emissies worden vertegenwoordigd. De volgende materialen en processen<br />

in de levenscyclus van bovenleiding portalen zijn in ogenschouw genomen:<br />

Productiefase<br />

• Grondstof extractie (erts en mineralen);<br />

11 Persoonlijke communicatie Michiel van Brummelen, systeemspecialist bovenleiding ProRail<br />

12 Productspecificatie fabrieksfunderingen ProRail Beheer en Instandhouding<br />

| 6<br />

EEN DUURZ AME ENERGIEVOORZIENING VOOR IEDEREEN


• Productie van basis materialen (staal, zink, beton, verf);<br />

• Assemblage van losse onderdelen en portalen (verzinken, beton gieten,<br />

draadtrekken);<br />

• Installatie (transport, montage, betonnen fundering plaatsen);<br />

Gebruiksfase<br />

• Onderhoud (verf);<br />

Afdankfase<br />

• Afvalverwerking (demontage, transport, beton breken, beton en staal storten,<br />

hergebruik).<br />

De procesketen voor de productie van stalen portalen is weergegeven in Figuur 2 en<br />

die van de betonnen portalen in Figuur 3.<br />

Cement<br />

Grind<br />

IJzererts<br />

Schroot<br />

Afval<br />

Beton<br />

productie<br />

Transport<br />

Staal<br />

productie<br />

Zink<br />

Beton<br />

storten<br />

Warm<br />

walsen<br />

Verzinken<br />

Afdanking<br />

Fundering<br />

gewapend<br />

beton<br />

Installatie<br />

Verzinkt<br />

stalen<br />

portaal<br />

Verf<br />

Demontage<br />

Materiaal<br />

Bovenleiding<br />

draagsysteem<br />

Onderhoud<br />

Proces<br />

Figuur 2, Procesketen productie stalen portalen<br />

| 7<br />

EEN DUURZ AME ENERGIEVOORZIENING VOOR IEDEREEN


Cement<br />

Grind<br />

IJzererts<br />

Schroot<br />

Afval<br />

Beton<br />

productie<br />

Staal<br />

productie<br />

Beton storten<br />

Draad<br />

trekken<br />

Transport<br />

Afdanking<br />

Fundering<br />

gewapend<br />

beton<br />

Installatie<br />

Betonnen<br />

Portaal<br />

Demontage<br />

Materiaal<br />

Bovenleiding<br />

draagsysteem<br />

Onderhoud<br />

Proces<br />

Figuur 3, Procesketen productie betonnen bovenleiding portalen<br />

2.2 Beschrijven CO 2 relevante activiteiten en materialen<br />

2.2.1 Productiefase<br />

Er wordt in de beschrijving van de materialen in de productiefase vooral aandacht<br />

besteed aan staal en beton, omdat deze materialen een significante invloed hebben op<br />

de uitstoot van CO 2 emissies in de keten (gezamenlijk >70% in beide type portalen).<br />

Staal<br />

Staal is een legering van ijzer en koolstof (maximaal 2,1% koolstof op gewicht<br />

basis 13 ). De eigenschappen kunnen worden veranderd door toevoeging van andere<br />

elementen, zoals chroom voor het maken van roestvast staal (RVS). Onderscheid kan<br />

worden gemaakt tussen BOF (basic oxygen furnace, of oxystaalproces) en EAF<br />

(electric arch furnace of elektrische boogoven).<br />

In het BOF proces wordt ruwijzer in een hoogoven gesmolten samen met maximaal<br />

30% schroot. Vervolgens wordt in een converter zuiver zuurstof door het gesmolten<br />

ijzer geblazen waardoor onzuiverheden oxideren en 90% van het koolstof wordt<br />

verwijderd.<br />

13 Milieubelasting van stalen bovenleidingmasten. CREM 1993<br />

| 8<br />

EEN DUURZ AME ENERGIEVOORZIENING VOOR IEDEREEN


In het EAF proces kan 100 % schroot (maar ook gedeeltelijk ruwijzer) worden<br />

gesmolten middels een vlamboog tussen twee elektroden. Onzuiverheden worden<br />

verwijderd door de onzuivere fractie af te voeren 14 .<br />

Het hergebruikte staal bestaat zowel uit primair schroot (afval uit het eigen<br />

productieproces) als secundair schroot (afgedankt staal), zie ook Figuur 2 en Figuur 3.<br />

Het recycling percentage van afgedankt staal is hoog, ongeveer 90%. Tegelijkertijd is<br />

de vraag naar staal dermate hoog dat wereldwijd slechts 30% van het staal<br />

geproduceerd wordt via het EAF proces 15 . Als emissiefactor voor staal is een gewogen<br />

gemiddelde van beide productieprocessen gehanteerd. Uitsluitend gebruik maken van<br />

staal dat via het EAF productieproces geproduceerd is (dat wordt gekenmerkt door<br />

een lagere emissiefactor), leidt vanwege de reeds optimale benutting van afgedankt<br />

staal door de gehele markt, niet tot een verlaging van de staal emissies in absolute<br />

zin.<br />

Beton<br />

Beton ontstaat door cement (als bindmiddel) te mengen met zand of grind<br />

(toeslagmaterialen) en water. Door een chemisch proces hardt het mengsel uit tot<br />

steenachtig materiaal dat niet meer oplost in water. Cement productie levert de<br />

hoogste bijdrage aan de CO 2 emissies van beton. Een belangrijk onderscheid kan<br />

gemaakt worden tussen Portlandcement en Hoogovencement. De emissiefactor van<br />

Portlandcement is tweemaal zo hoog als de emissiefactor van Hoogovencement. De<br />

emissiefactor van Hoogovencement is lager doordat het afvalproduct hoogovenslak<br />

nuttig wordt hergebruikt.<br />

Voor het beton voor zowel de fundering als voor de portalen beton wordt gebruik<br />

gemaakt van 100% Portlandcement 16 . Leveranciers geven de voorkeur aan<br />

Portlandcement doordat dit bij normale temperaturen hogere hydratatie heeft dan<br />

Hoogovencement zodat het beton sneller ontkist kan worden 17 . Daarnaast is<br />

hoogovencement goedkoper dan Portlandcement 18<br />

Afhankelijk van de samenstelling kunnen vele verschillende sterkteklassen beton<br />

worden gemaakt. De betonkwaliteit voor de funderingen moet minimaal voldoen aan<br />

de sterkteklasse met de technische aanduiding C30/37 19 . Hierin dient minimaal 300 kg<br />

cement per m 3 beton te zitten 20 .<br />

14 http://www.worldcoal.org/coal/uses-of-coal/coal-steel/<br />

15 http://www.worldsteel.org/pictures/programfiles/Fact%20sheet_By-products.pdf<br />

16 Persoonlijke communicatie Michiel van Brummelen, systeemspecialist bovenleiding ProRail<br />

17 http://www.joostdevree.nl/shtmls/hoogovencement.shtml<br />

18 Persoonlijke communicatie Michiel van Brummelen, systeemspecialist bovenleiding ProRail<br />

19 Productspecificatie fabrieksfunderingen ProRail Beheer en Instandhouding<br />

20 http://www.ecocem.ie/index.phpp=technical&q=mix_design<br />

| 9<br />

EEN DUURZ AME ENERGIEVOORZIENING VOOR IEDEREEN


Voor het spanbeton van de portalen is gerekend met een hogere sterkteklasse dan<br />

voor beton voor funderingen (C53/65 in plaats van C30/37). Voor deze kwaliteit beton<br />

dient minimaal 400-450 kg cement te worden verwerkt in het mengsel 21 .<br />

Als CO 2 reductiemaatregel kan Portlandcement worden vervangen door<br />

Hoogovencement (zie 4). Ook voor de hogere beton sterkteklasse C53/65 kan<br />

Hoogovencement worden ingezet, bijvoorbeeld in de verhouding 3:1 met<br />

Portlandcement 22 .<br />

Overige materialen en productieprocessen<br />

Voor de overige materialen en productieprocessen (zink, verzinken, warmwalsen,<br />

beton gieten en draadtrekken) is aangesloten bij de producten en processen zoals<br />

beschreven in de Ecoinvent database.<br />

Installatie<br />

Het proces en het daarbij horende energieverbruik (vooral liters diesel van<br />

graaf/hijsmachine) van het plaatsen en het verwijderen van een bovenleiding portaal<br />

is sterk afhankelijk van de specifieke situatie (1 paal, portaal, kale balk/complexe<br />

balk, enkel spoor/dubbel spoor, etc.). Voor de ketenanalyse is de uitvoering<br />

omschreven die het vaakst voorkomt: vervangen van een oud bovenleiding portaal<br />

(betonnen of stalen portaal) en tegelijkertijd plaatsen van 1 nieuw stalen<br />

bovenleidingportaal (2 palen en 1 balk) voor dubbelspoor met prefab betonnen<br />

funderingen (1 fundering per paal). De nieuwe palen en de balken worden met spoorof<br />

wegvervoer aangeleverd en ter plekke gemonteerd. De verwijderde palen en balken<br />

worden met rail- of wegvervoer afgevoerd.<br />

Het materieel dat meestal wordt ingezet bestaat uit 1 of meerdere zogeheten “2-weg”<br />

graaf/hijs-voertuigen (b.v. type Atlas 1604, geschikt voor weg en rail) met<br />

verlenggiek voor het hijsen en een brede knijper voor het plaatsen van prefab<br />

betonnen funderingen. Daarnaast worden vaak hoogwerkers ingezet voor het op<br />

hoogte brengen van de monteurs die het portaal (de)monteren.<br />

De processtappen zijn:<br />

• Verwijderen van oude balk en palen (diesel 2-weg voertuig met verlenggiek);<br />

• Verwijderen van oude betonnen fundering (diesel 2-weg voertuig met<br />

verlenggiek);<br />

• Eventueel branden, knippen of plasma snijden portaal (elektriciteit);<br />

• Graven fundering blokgaten (diesel 2-weg voertuig);<br />

• Hijsen fundering blokken (diesel 2-weg voertuig);<br />

• Toedekken fundering met zand (diesel 2-weg voertuig);<br />

• Plaatsen 2 palen, hijsbandjes aanbrengen en verwijderen (diesel 2-weg<br />

voertuig);<br />

21 http://www.joostdevree.nl/bouwkunde2/jpgh/hogesterktebeton_2_bruggen_en_viaducten_2004_www_gie<br />

tbouwcentrum_nl.pdf<br />

22 http://www.joostdevree.nl/bouwkunde2/jpgh/hogesterktebeton_2_bruggen_en_viaducten_2004_www_gie<br />

tbouwcentrum_nl.pdf<br />

| 10<br />

EEN DUURZ AME ENERGIEVOORZIENING VOOR IEDEREEN


• Hijsen balk + montage steunen/hoeklijstjes (diesel 2-weg voertuig);<br />

• Hangdraad trekken;<br />

• Rijdraad trekken;<br />

• Nawerk.<br />

Het hele proces van het vervangen van 1 portaal duurt ongeveer 6 uur. De<br />

graaf/hijsmachine verbruikt circa 8 liter diesel per uur en voor het opladen van de<br />

accu van de hoogwerker (type Sky High) middels een aggregaat is ongeveer 6 liter<br />

nodig 23 . In totaal wordt 54 liter diesel gebruikt, wat in de berekening evenredig is<br />

verdeeld over het portaal en de fundering.<br />

2.2.2 Gebruiksfase<br />

Onderhoud<br />

Eenmaal geplaatst vergen bovenleidingportalen weinig onderhoud. In de LCA studie<br />

uitgevoerd door CREM 24 wordt gesproken over het aanbrengen van een op<br />

chloorrubber gebaseerde verflaag om de 15 jaar. Chloorrubberverf werd in het<br />

verleden aangebracht op de stalen portalen om deze te beschermen tegen zure regen.<br />

Doordat het milieu minder zuur is geworden, worden de stalen portalen niet meer met<br />

chloorruberverf behandeld 25 . Echter, na inspectie van verouderde thermisch verzinkte<br />

portalen wordt soms besloten tot conservering van de draagconstructie, waarvoor het<br />

aanbrengen van één of meerdere verfsystemen noodzakelijk is. De beschermde<br />

zinklaag van 80 µm corrodeert met een snelheid van ongeveer 1,5 µm per jaar,<br />

waardoor na ongeveer 60 jaar de elementen vrij spel hebben op het staal. De<br />

gemiddelde levensduur van de portalen in deze studie is vastgesteld op 80 jaar. Voor<br />

verlenging van de levensduur met 20 jaar is aangenomen dat het gehele portaal<br />

éénmalig wordt geschilderd met een laag epoxyijzerglimmerdekverf van 80 µm 26 .<br />

Alleen stalen portalen krijgen een dergelijke onderhoudsbeurt. Voor het langer in<br />

gebruik houden van betonnen portalen zijn in het verleden verscheidene methoden<br />

toegepast, zoals het bevestigen van klembanden of het aanbrengen van bindmiddel.<br />

Vanwege tegenvallende resultaten is afgestapt van het opknappen van betonnen<br />

portalen. Slechte exemplaren worden vervangen door stalen portalen (nooit door<br />

nieuwe betonnen portalen). Gegevens over het aantal betonnen portalen dat is<br />

opgeknapt en kwantificering van de gebruikte materialen zijn niet bekend, maar de<br />

verwachting is dat dit niet tot een significante bijdrage aan de levenscyclus emissies<br />

leidt 27 .<br />

23 Persoonlijke communicatie Dhr. Reyneveld, materiaalspecialist VolkerRail.<br />

24 Milieubelasting van stalen bovenleidingmasten. CREM 1993<br />

25 Persoonlijke communicatie Thijs Cloosterman, adviseur CCC ProRail<br />

26 Onderhoudsdocument conservering bovenleidingdraagconstructies en persoonlijke communicatie Michiel<br />

van Brummelen, systeemspecialist bovenleiding ProRail<br />

27 Persoonlijke communicatie Michiel van Brummelen, systeemspecialist bovenleiding ProRail<br />

| 11<br />

EEN DUURZ AME ENERGIEVOORZIENING VOOR IEDEREEN


Afdankfase<br />

We beperken ons hier tot de belangrijkste materialen: beton en staal. Samen<br />

representeren deze materialen 99% van het totaalgewicht van de draagconstructie.<br />

• Van al het afgedankte staal wordt ongeveer 90% hergebruikt 28 .<br />

• Beton wordt vergruisd en gebruikt als ophoog zand 29 .<br />

Ontmanteling is meegenomen in het proces van installatie, de aldaar gebruikte<br />

gegevens zijn representatief voor het vervangen van afgedankt portaal door een<br />

nieuw portaal.<br />

2.2.3 Transport<br />

Transport is opgenomen als enkele emissiebron, maar komt terug in meerdere<br />

ketenstappen. Zo wordt in de productiefase voor ijzer en staal, ijzererts per schip naar<br />

een fabriek getransporteerd. Voor installatie worden de portalen naar de specifieke<br />

locatie vervoerd en aan het eind van de levensduur worden de portalen vervoerd naar<br />

de afvalverwerker. In de emissiefactoren uit life cycle databases (zoals Ecoinvent)<br />

zitten relevante transportbewegingen voor de productie van de ruwe materialen al<br />

verwerkt (erts naar de staal producent, cement en grind naar de prefab beton<br />

producent); ze representeren ‘cradle to factory gate’ emissies. Uitsluitend de<br />

transportbewegingen van de fabriek naar de locatie langs het spoor, en de<br />

transportbewegingen voor onderhoud en afvalverwerkingen dienen apart<br />

meegenomen te worden.<br />

Voor staal wordt aangenomen dat deze route loopt vanaf de factory gate vanuit<br />

IJmuiden via de portalen producent in Hapert en de verzinker in Houthalen (Bel) naar<br />

de locatie langs het spoor. Aan het eind van de levensduur wordt het portaal naar de<br />

staal recycler getransporteerd. De totaal afgelegde afstand is gemiddeld typisch 400<br />

km.<br />

De afgelegde route voor prefab beton is korter. Van de producent (Maarssen) naar de<br />

locatie langs het spoor en aan het eind van de levensduur naar de betonverwerker. De<br />

gemiddeld afgelegde afstand is geschat op 200 km.<br />

2.3 Identificeren van partners in de keten<br />

Wanneer nieuwe bovenleidingenportalen dienen te worden geplaatst, stelt ProRail<br />

randvoorwaarden en eisen op in een ontwerpvoorschrift. Aan een ingenieursbureau<br />

wordt gevraagd aan de hand van het voorschrift een ontwerp te maken. Vervolgens<br />

komt een productiebedrijf in beeld dat aan de hand van het ontwerp de portalen<br />

maakt. Als laatste stap worden aannemers ingeschakeld voor het plaatsen van de<br />

portalen en voor onderhoud.<br />

28 IISI LCA data, opvraagbaar via http://www.worldsteel.org/action=lcaform<br />

29 Monitoring Bouw en Sloopafval 2004-2005. Agentschap NL<br />

| 12<br />

EEN DUURZ AME ENERGIEVOORZIENING VOOR IEDEREEN


De partners van ProRail in de keten bovenleidingportalen zijn, analoog aan deze<br />

stappen, ingedeeld in 3 categorieën:<br />

1. Ontwerpers, zoals:<br />

• Movares, Grontmij, Arcadis, VDL;<br />

2. Producenten, zoals:<br />

• VDL, P&K rail;<br />

3. Aannemers voor plaatsing, onderhoud en ontmanteling 30 , zoals:<br />

• Dura Vermeer Railinfra BV;<br />

• BAM Rail BV;<br />

• Spitzke Spoorbouw BV;<br />

• Strukton Rail BV;<br />

• VolkerRail Nederland BV;<br />

• ASSET Rail BV.<br />

30 30 Lijst van erkende ondernemers ProRail, versie 3 november 2010<br />

(http://www.prorail.nl/Zakenpartners/Aanbesteden%20en%20inkoop/Pages/Erkenningsregeling.aspx)<br />

| 13<br />

EEN DUURZ AME ENERGIEVOORZIENING VOOR IEDEREEN


3 Kwantificeren CO 2 emissies ketenanalyse<br />

3.1.1 Kwantitatieve resultaten ketenanalyse<br />

Het resultaat van de ketenemissies laat zien dat ondanks het lagere totaalgewicht, de<br />

emissies van stalen portalen ruim 2 keer zo hoog uitvallen als de emissies van<br />

betonnen portalen. De emissies verbonden aan één fundering zijn vergelijkbaar met<br />

de emissies van een betonnen portaal (zie Figuur 4). Het grote verschil tussen het<br />

stalen en het betonnen portaal wordt voornamelijk veroorzaakt door de grote<br />

verschillen tussen de emissiefactor voor staal en de emissiefactor voor beton<br />

(respectievelijk 1.08 kgCO 2 /kg en 0.109 kgCO 2 /kg). Een overzicht van alle gebruikte<br />

emissiefactoren is te vinden in Appendix A.<br />

<strong>CO2</strong> emissies portalen en fundering<br />

kg <strong>CO2</strong>/onderdeel/jaar<br />

40<br />

35<br />

30<br />

25<br />

20<br />

15<br />

10<br />

5<br />

0<br />

Stalen portaal<br />

Betonnen portaal<br />

Fundering (1 element)<br />

Gestort staal<br />

Gestort beton<br />

Beton breken<br />

Verflaag (epoxyijzerglimmerdekverf)<br />

Vrachtwagen transport<br />

Installatie en ontmanteling (diesel)<br />

Draad trekken<br />

Beton gieten<br />

Thermisch verzinken<br />

Warm walsen<br />

Hogesterktebeton<br />

Beton fundering<br />

Zink<br />

Ongelegeerd staal<br />

Figuur 4, Resultaat ketenemissies portalen en fundering<br />

De emissies per functionele eenheid (het dragen van de bovenleiding over 60 meter<br />

dubbel spoor voor een periode van 80 jaar), dus inclusief twee betonnen funderingen,<br />

voor zowel een stalen als een betonnen portaal is weergeven in Figuur 5<br />

| 14<br />

EEN DUURZ AME ENERGIEVOORZIENING VOOR IEDEREEN


<strong>CO2</strong> emissies portalen per functionele eenheid<br />

kg <strong>CO2</strong>/portaal/jaar<br />

60<br />

50<br />

40<br />

30<br />

20<br />

10<br />

0<br />

Stalen portaal<br />

Betonnen portaal<br />

Gestort staal<br />

Gestort beton<br />

Beton breken<br />

Verflaag (epoxyijzerglimmerdekverf)<br />

Vrachtwagen transport<br />

Installatie en ontmanteling (diesel)<br />

Draad trekken<br />

Beton gieten<br />

Thermisch verzinken<br />

Warm walsen<br />

Hogesterktebeton<br />

Beton fundering<br />

Zink<br />

Ongelegeerd staal<br />

Figuur 5, resultaat ketenemissies per functionele eenheid<br />

De exacte waardes die ten grondslag liggen aan Figuur 5 zijn te vinden in Tabel 3.<br />

Tabel 3, levenscyclus emissies portalen per functionele eenheid<br />

Emissies per onderdeel<br />

Stalen portaal Stalen portaal Betonnen portaal Betonnen portaal<br />

(kg CO 2/jr) (%)<br />

(kg CO 2/jr) (%)<br />

Ongelegeerd staal 24.4 46% 4.6 14%<br />

Zink 1.3 3%<br />

Beton fundering 12.1 23% 12.1 38%<br />

Hogesterktebeton 6.8 21%<br />

Warm walsen 4.9 9%<br />

Thermisch verzinken 2.5 5%<br />

Beton gieten 1.0 2% 1.4 4%<br />

Draad trekken 0.7 2%<br />

Installatie en ontmanteling (diesel) 2.1 4% 2.1 7%<br />

Vrachtwagen transport 3.3 6% 3.5 11%<br />

Verflaag (epoxyijzerglimmerdekverf) 0.5 1%<br />

Beton breken 0.6 1% 0.8 3%<br />

Gestort beton 0.0 0% 0.0 0%<br />

Gestort staal 0.0 0% 0.0 0%<br />

Totaal 52.7 100% 32.1 100%<br />

Onzekerheden<br />

Voor het vaststellen van de ketenemissies van de bovenleiding portalen is de<br />

afbakening van de processtappen en de kenmerken van het gebruikte materiaal<br />

(volume en soort) afgestemd met experts van ProRail, partners van ProRail en TNO 31 .<br />

De afbakening en de gebruikte functionele eenheden zijn representatief voor het<br />

staande beleid van ProRail met betrekking tot bovenleiding portalen. De grootste<br />

31 TNO heeft in het kader van de studie ‘Duurzaam portaal’ het huidige stalen portaal vergeleken met een<br />

innovatief betonnen portaal (de fundering wordt daarin buiten beschouwing gelaten)<br />

| 15<br />

EEN DUURZ AME ENERGIEVOORZIENING VOOR IEDEREEN


gevoeligheden zijn de emissiefactoren van de twee dominante materialen: beton en<br />

staal.<br />

De emissiefactor voor beton is gevoelig voor de hoeveelheid cement (kg/m 3 beton) en<br />

het type cement (hooghoven of Portlandcement). De hoeveelheid cement is afgestemd<br />

met de voorwaarden die worden gesteld aan de sterkteklasses C30/37 (voor<br />

funderingen, zoals aangegeven in de productspecificatie 32 ) en C53/65<br />

(hogesterktebeton voor portalen) met respectievelijk 300 en 450 kg cement per m 3 .<br />

De onzekerheid zit hem in het type cement dat wordt gebruikt. In de berekening is<br />

uitgegaan van het cement met de hoogste emissiefactor: Portlandcement. Het gebruik<br />

van hoogovencement zou kunnen leiden tot een forse emissiereductie voor de<br />

fundering en het betonnen portaal (zie hoofdstuk 4).<br />

Emissiefactoren voor staal variëren sterk tussen verschillende soorten staal. Zo heeft<br />

ongelegeerd primair staal een emissiefactor van 1.6 kg CO 2 /kg staal en heeft primair<br />

verchroomd staal een emissiefactor van 5.0 kg CO 2 /kg staal 33 . Voor portalen wordt het<br />

goedkoopste ongelegeerde staal gebruikt, daarover bestaat geen onzekerheid 34 . De<br />

onzekerheid met betrekking tot de emissiefactor van het gebruikte staal is van<br />

methodologische aard. Gekozen kan worden voor end of life allocatie, waarbij<br />

uitgegaan wordt van het hoge percentage staal kan worden hergebruikt (ongeveer<br />

90%). Aan de andere kant kan worden uitgegaan van de huidige productie (de<br />

verhouding tussen het BOF proces (70%) en EAF proces (30%), zie 2.2.1), in de<br />

wetenschap dat het afgedankte staal dat beschikbaar komt onvoldoende is om via het<br />

EAF proces in de wereldwijde vraag naar staal te voorzien. De in deze studie<br />

gehanteerde emissiefactor van 1.23 kg CO 2 /kg staal (het gewogen gemiddelde van<br />

het BOF en EAF proces) is vergeleken met end of life allocatie logischerwijs aan de<br />

hoge kant.<br />

Andere onzekerheden (met een beperkte invloed op de hoogte van de totale emissies)<br />

zijn emissies als gevolg van installatie en ontmanteling en transport. Het proces van<br />

vervanging van een oud bovenleiding portaal door een nieuw portaal wordt soms<br />

uitgevoerd met twee graaf/hijsvoertuigen (in de berekening is uitgegaan van één<br />

graaf/hijsvoertuig) 35 . De hoogte van emissies voor het plaatsen en verwijderen van<br />

een portaal zal in dat geval tweemaal zo hoog zijn.<br />

Transport van staal en beton over de gehele levenscyclus is geraamd op<br />

respectievelijk 400 en 200 km (zie 2.2.3). Vanwege het relatief grote gewicht van<br />

beton is het resultaat gevoelig voor de totale afstand waarover de betonnen portalen<br />

en funderingen worden getransporteerd.<br />

3.2 Constateren dominante procesfasen/partners<br />

In Figuur 4, Figuur 5 en Tabel 4 wordt zichtbaar dat de productie van staal en beton<br />

de grootste impact heeft op de ketenemissies. Voor de hele functionele eenheid van<br />

zowel het stalen portaal als het betonnen portaal (dus inclusief 2 funderingen) is<br />

32 Productspecificatie fabrieksfunderingen ProRail Beheer en Instandhouding<br />

33 Ecoinvent 2.0<br />

34 Persoonlijke communicatie Michiel van Brummelen, systeemspecialist bovenleiding ProRail<br />

35 Persoonlijke communicatie Dhr. Reyneveld, materiaalspecialist VolkerRail<br />

| 16<br />

EEN DUURZ AME ENERGIEVOORZIENING VOOR IEDEREEN


70% van de emissies afkomstig van staal en beton productie (geel gearceerd). De<br />

leveranciers van de funderingen en de portalen zijn daarmee de eerste partners<br />

stroomopwaarts in de keten die invloed uit kunnen oefenen op de reductie van CO 2<br />

emissie. Zij kunnen bepalen welke grondstoffen gebruikt worden en bij welke<br />

toeleveranciers wordt ingekocht. Ook de ontwerpers spelen een belangrijke rol in de<br />

productiefase. Zij kunnen, binnen de regels en normen, door slim ontwerp en<br />

materiaalkeuze mede de hoogte van de emissies van bovenleidingportalen bepalen.<br />

Tot slot hebben de ondernemers invloed op de hoogte van de emissies bij realisatie en<br />

deels transport (10% bij de stalen portalen en 18% bij de betonnen portalen van de<br />

emissies)<br />

Vertaald naar de verschillende levensfasen (installatie is losgekoppeld van de<br />

productiefase en transport is niet weergegeven maar behoort bij alle fasen) geeft<br />

onderstaand beeld de grootte van de emissies weer en de daarbij behorende partners<br />

van ProRail. Het eerste getal representeert het stalen portaal en het tweede getal het<br />

betonnen portaal.<br />

Productiefase<br />

Installatie<br />

Gebruiksfase<br />

Afdankfase<br />

80 – 88%<br />

4 – 7 %<br />

1–0%<br />

1–3%<br />

Producenten<br />

VDL<br />

P&K rail<br />

Ontwerpers<br />

Movares<br />

Grontmij<br />

Arcadis<br />

VDL<br />

Aannemers<br />

Dura Vermeer Railinfra BV<br />

BAM Rail BV<br />

Spitzke Spoorbouw BV<br />

Strukton Rail BV<br />

VolkerRail Nederland BV<br />

ASSET Rail BV<br />

3.3 Beschrijven stand van zaken samenwerking in de keten<br />

Er is nu nog weinig concrete samenwerking in de keten. ProRail geeft sinds een aantal<br />

jaren bij de aanbesteding van werken een bepaalde ontwerpvrijheid aan de<br />

leveranciers. Het is bijvoorbeeld mogelijk om met behulp van system engineering per<br />

situatie na te gaan of een verschillend, toegesneden type funderingvoet kan worden<br />

toegepast. In situaties met grotere draagkracht van de ondergrond kunnen<br />

| 17<br />

EEN DUURZ AME ENERGIEVOORZIENING VOOR IEDEREEN


tegenwoordig lichtere types worden toegepast dan in het verleden. De leveranciers<br />

maken hier echter zelden of nooit gebruik van 36 .<br />

Met de ontwikkeling en invoering van de CO 2 prestatieladder heeft ProRail wel een<br />

grote impuls gegeven aan CO 2 ketenoptimalisatie. Een aantal partners van ProRail<br />

heeft inmiddels het CO 2 bewust certificaat niveau 5 ontvangen. De bewustwording van<br />

CO 2 emissies in de keten en reductiemaatregelen nemen een steeds grotere vlucht.<br />

36 Persoonlijke communicatie Thijs Cloosterman, adviseur CCC ProRail<br />

| 18<br />

EEN DUURZ AME ENERGIEVOORZIENING VOOR IEDEREEN


4 Reductiemaatregelen<br />

In hoofdstuk 3 zijn de ketenemissies gekwantificeerd en is aangegeven welke partners<br />

van ProRail betrokken zijn bij de verschillende levensfasen. Logischerwijs worden<br />

reductiemaatregelen gezocht dáár waar de grootste emissies optreden en vindt<br />

samenwerking plaats met de betreffende partners. Dit is overigens geen stelregel;<br />

voor sommige energie-intensieve processen zijn weinig reductiemogelijkheden<br />

beschikbaar, terwijl voor sommige kleinere emissiebronnen volledig duurzame<br />

alternatieven bestaan.<br />

De meeste emissies in de keten van bovenleidingportalen komen vrij bij de productie<br />

van de materialen staal en beton. De bron van deze emissies ligt niet direct bij de<br />

partners van ProRail maar een stap verder stroomopwaarts, bij de producenten van de<br />

basismaterialen. De partners ‘ontwerpers’ en ‘leveranciers’ van de funderingen en<br />

portalen hebben hier wel invloed op. Zij kunnen, binnen de gestelde wet en<br />

regelgeving, het materiaalgebruik optimaliseren en kiezen voor de meest duurzame<br />

materialen. De aannemer en ontwerper hebben een zekere vrijheid ten aanzien van de<br />

manier waarop aan de functionele eisen wordt voldaan. Hier wordt nauwelijks gebruik<br />

van gemaakt, veelal wordt gekozen voor standaard maten en typen (de<br />

reductiemaatregelen 3 en 4 passen binnen deze ontwerp vrijheid). Door in gesprek te<br />

gaan met ontwerpers, leveranciers en aannemers kan ProRail haar partners stimuleren<br />

te kiezen voor de meest duurzame materialen en processen. Met het prestatieladder<br />

initiatief heeft ProRail een sterke basis in handen voor samenwerking op het gebied<br />

van duurzaamheid. Een samenwerking die tot en met de productie van de materialen<br />

voor de portalen effect kan sorteren.<br />

Vijf mogelijke reductiemaatregelen ten opzichte van het huidige praktijk (het plaatsen<br />

van stalen portalen) zijn geïdentificeerd (zie Tabel 4). De maatregelen zijn<br />

onderverdeeld in staand beleid en maatregelen voortkomend uit het project<br />

‘Duurzaam portaal’ en het CO 2 prestatieladder traject:<br />

Maatregel staand beleid<br />

1. Uitstel van vervanging van bovenleidingportalen met gemiddeld 10 jaar (op<br />

een totale gehanteerde levensduur van 80 jaar), leiden tot een absolute<br />

emissiereductie met betrekking tot de gehele portfolio aan portalen van 217<br />

ton CO 2 /jaar, ofwel 13% t.o.v. de levenscyclus emissies op jaarbasis van de<br />

nieuwe portalen die tegenwoordig worden geplaatst;<br />

| 19<br />

EEN DUURZ AME ENERGIEVOORZIENING VOOR IEDEREEN


Maatregelen uit project ‘Duurzaam portaal’ en extra maatregelen in het kader<br />

van de CO 2 prestatieladder 37<br />

2. Plaatsing van een innovatief betonnen portaal in plaats van een standaard<br />

stalen portaal, leidend tot een absolute emissiereductie van 688 ton CO 2 /jaar<br />

of 40% ten opzichte van de huidige situatie (business as usual, verder afgekort<br />

BAU). Indien het hogesterktebeton van de betonnen portalen wordt gemaakt<br />

van C53/65 beton met 75% hoogovencement (zie 2.2.1), dan kan de besparing<br />

oplopen tot 44%;<br />

3. De fundering kan worden gemaakt van C30/37 beton met 75%<br />

hoogovencement en 25% Portlandcement, leidend tot een reductie van 129 ton<br />

CO 2 /jaar, of 7% reductie ten opzichte van de BAU situatie;<br />

4. Nieuwe slankere stalen ontwerpen met 10% minder staal dan in het huidige<br />

portaal, leidend tot een absolute emissiereductie ten opzichte van de totale<br />

portfolio van 110 ton CO 2 /jaar ofwel 6% ten opzichte van BAU portalen 38 ;<br />

5. Afhankelijk van de uitgangssituatie zou een andere keuze van modaliteit voor<br />

het totale transport in de keten (50% rail transport en 50% weg transport in<br />

plaats van 100% wegtransport) theoretisch kunnen leiden tot een absolute<br />

emissiereductie van 42 ton CO 2 ten opzichte van de totale portfolio of 2% ten<br />

opzichten van de BAU situatie.<br />

Tabel 4: Impact van mogelijke <strong>CO2</strong> emissie reductiemaatregelen<br />

Maatregelen Reductie /<br />

portaal<br />

(kg CO 2 /jaar)<br />

Reductie<br />

hele portfolio<br />

(ton CO 2 /jaar) 39<br />

1<br />

Uitstel vervanging portalen<br />

met 10 jaar (staand beleid)<br />

2<br />

Plaatsing van een innovatief<br />

betonnen portaal<br />

3<br />

Fundering met 75%<br />

hoogovencement<br />

4<br />

10% minder staal in stalen<br />

portaal<br />

Transport: andere modaliteit:<br />

5 50% per rails i.p.v. 100 %<br />

met vrachtwagen<br />

Besparing<br />

tov BAU<br />

(%)<br />

7 217 13%<br />

21 688 40%<br />

4 129 7%<br />

3 110 6%<br />

1 42 2%<br />

Aanvullend wordt in de studie Duurzaam Portaal de mogelijkheid onderzocht om palen<br />

te gebruiken in plaats van portalen. Het gebruik van palen leidt mogelijk tot een<br />

reductie van het materiaalgebruik en daarmee tot een verlaging van de CO 2 emissies.<br />

Kwantificering van deze besparing valt buiten de scope van deze studie.<br />

37 ProRail project “Duurzaam portaal”, kwantificering besparing door Ecofys op basis van huidige<br />

beschikbare gegevens<br />

38 TNO 2010, Duurzaam Portaal<br />

39 Theoretische besparing indien het hele portfolio van ProRail wordt vervangen met inachtneming van de<br />

reductiemaatregelen.<br />

| 20<br />

EEN DUURZ AME ENERGIEVOORZIENING VOOR IEDEREEN


Bijlage A<br />

Emissiefactoren<br />

Materiaal Eenheid CO 2 (kg) Bron: Ecoinvent V2.0 + Impact 2002+<br />

Ongelegeerd staal kg 1.230<br />

Gewogen gemiddelde BOF (steel, converter) en EAF (steel,<br />

electric)<br />

Warm walsen kg 0.270 Hot rolling, steel<br />

Zink kg 3.300 Zinc, primary,<br />

Beton fundering kg 0.109 Concrete, normal<br />

Hogesterktebeton kg 0.160<br />

Concrete, normal, aangepast voor hogesterktebeton, 450 kg<br />

Portland/m3<br />

Hogesterktebeton (75%<br />

hoogovencement)<br />

kg 0.107 Concrete, normal, aangepast voor C53/B65 for hogesterktebeton<br />

Verflaag<br />

(epoxyijzerglimmerdekverf)<br />

kg 6.150 Epoxy resin, liquid<br />

Thermisch verzinken m2 6.000 Zinc coating, pieces<br />

Vrachtwagen transport tkm 0.110 Vervoer bulk goederen vrachtauto >20 ton (handboek 1.1)<br />

Rail transport tkm 0.025 Vervoer bulk goederen trein elektrisch (handboek 1.1)<br />

Gestort staal kg 0.007 Disposal, steel, 0% water, to inert material landfill<br />

Beton gieten kg 0.009 Plaster mixing<br />

Gestort beton kg 0.007 Disposal, concrete, 5% water, to inert material landfill<br />

Installatie en ontmanteling<br />

Emissie energiedragers voor andere doeleinde dan vervoer<br />

l 3.100<br />

(diesel)<br />

(handboek 1.1)<br />

Draad trekken kg 0.329 Wire drawing, steel<br />

Beton breken kg 0.006 Disposal, building, reinforced concrete, to recycling<br />

| 21<br />

EEN DUURZ AME ENERGIEVOORZIENING VOOR IEDEREEN


Bijlage B<br />

Emissies portalen en fundering per ketenactiviteit<br />

Type portaal Ketenstap Activiteit Waarde Eenheid Emissie Percentage<br />

[kg <strong>CO2</strong>] [kg <strong>CO2</strong>/jr]<br />

Staal Productie Ongelegeerd staal 1455 kg 1.23 22.4 67%<br />

Warm walsen 1455 kg 0.27 4.9 15%<br />

Zink 33 kg 3.27 1.3 4%<br />

Thermisch verzinken 33 m2 6.02 2.5 7%<br />

Laagdikte zink 85 µm<br />

Installatie en ontmanteling (diesel) 27 l 3.14 1.1 3%<br />

Transport Vrachtwagen transport 595 tkm 0.11 0.8 2%<br />

Afstand<br />

400 km<br />

Massa<br />

1487 kg<br />

Gebruik Verflaag (epoxyijzerglimmerdekverf) 6 kg 6.15 0.5 1%<br />

Oppervlak verflaag<br />

33 m2<br />

Laagdikte verf 80 µm<br />

Afdank Gestort staal 160 kg 0.01 0.0 0%<br />

Recycling staal<br />

89% percentage<br />

Gerecycled staal<br />

1295 kg<br />

Totaal 33.4 100%<br />

Staal_activiteit<br />

Staal_waarde<br />

Voorspanbeton Productie Hogesterktebeton 3429 kg 0.16 6.8 53%<br />

Beton gieten 3429 kg 0.01 0.4 3%<br />

Ongelegeerd staal 169 kg 1.23 2.6 20%<br />

Draad trekken 169 kg 0.33 0.7 5%<br />

Installatie en ontmanteling (diesel) 27 l 3.14 1.1 8%<br />

Transport Vrachtwagen transport 720 tkm 0.11 1.0 8%<br />

Afstand<br />

200 km<br />

Massa<br />

3598 kg<br />

Gebruik<br />

nvt<br />

Afdank Beton breken 3429 kg 0.01 0.2 2%<br />

Gestort beton 3 kg 0.01 0.0 0%<br />

Beton naar o.a. funderings- en ophoogmarkt 3426 kg<br />

Gestort staal 19 kg 0.01 0.0 0%<br />

Recycling staal<br />

89% percentage<br />

Gerecycled staal<br />

151 kg<br />

Totaal 12.8 100%<br />

Beton_activiteit<br />

Beton_waarde<br />

Fundering Productie Beton fundering 4435 0.11 6.0 63%<br />

Beton gieten 4435 0.01 0.5 5%<br />

Ongelegeerd staal 65 1.23 1.0 10%<br />

Installatie en ontmanteling (diesel) 13.5 l 3.14 0.5 5%<br />

Transport Vrachtwagen transport 900 tkm 0.11 1.2 13%<br />

Afstand<br />

200 km<br />

Massa<br />

4500 kg<br />

Gebruik<br />

nvt<br />

Afdank Beton breken 4435 kg 0.01 0.3 3%<br />

Gestort beton 4 kg 0.01 0.0 0%<br />

Beton naar o.a. funderings- en ophoogmarkt 4430 kg<br />

Gestort staal 7 kg 0.01 0.0 0%<br />

Recycling staal<br />

89% percentage<br />

Gerecycled staal<br />

58 kg<br />

Totaal 9.6 100%<br />

| 22<br />

EEN DUURZ AME ENERGIEVOORZIENING VOOR IEDEREEN

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!