01.01.2015 Views

Vulkanen ontleed - Industrieel Ontwerpen - TU Delft

Vulkanen ontleed - Industrieel Ontwerpen - TU Delft

Vulkanen ontleed - Industrieel Ontwerpen - TU Delft

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

<strong>Delft</strong> Integraal<br />

M A G A Z I N E V A N d e t e c h n i s c h e u n i v e r s i t e i t d e l f t 2 0 1 1 • 1<br />

<strong>Vulkanen</strong> <strong>ontleed</strong><br />

Beweging van magma<br />

De cel<br />

Klein universum<br />

Hugo Priemus<br />

25 jaar OTB<br />

Visie<br />

Mobiliteit in 2030<br />

1


nr. 1<br />

2011<br />

Coverfoto<br />

ANP<br />

Redactie<br />

Frank Nuijens (hoofdredacteur)<br />

Dorine van Gorp, Katja Wijnands (eindredactie)<br />

Saskia Bonger, Tomas van Dijk, Erik Huisman,<br />

Sam Rentmeester (beeldredacteur),<br />

Connie van Uffelen, Jos Wassink<br />

Telefoon (015) 278 4848<br />

E-mail delftintegraal@tudelft.nl<br />

6<br />

Anatomie van<br />

een vulkaan<br />

10<br />

Hugo Priemus:<br />

‘Ik heb dat masochisme altijd opgezocht.’<br />

13<br />

AELS demonteert<br />

vliegtuigen<br />

16<br />

Atlas van de cel<br />

tablet.delftintegraal.tudelft.nl<br />

Medewerkers aan dit nummer<br />

Auke Herrema, Eric Verdult, Pascale Warners<br />

Abonnementsadministratie<br />

delftintegraal@tudelft.nl<br />

Vormgeving en opmaak<br />

Saskia de Been, afdeling Media Solutions <strong>TU</strong> <strong>Delft</strong><br />

Druk<br />

Deltahage BV, Den Haag<br />

Inhoud<br />

3 Kort <strong>Delft</strong>s: overzicht van het laatste nieuws uit <strong>Delft</strong><br />

13 Desgevraagd: nucleaire renaissance<br />

13 De Zaak: AELS<br />

14 Uitgelicht: het Gouden Kalf<br />

20 <strong>Delft</strong>se School:<br />

Homayoun Nikookar en Madan Kumar Lakshmanan<br />

22 Persoonlijk<br />

23 Na <strong>Delft</strong>: Michiel Cramwinckel<br />

23 De Visie: Bert van Wee over mobiliteit in 2030<br />

24 Hora Est, Stellingen, Cartoon, Uitgesproken<br />

25 Column: Tonie Mudde<br />

26 Alumninieuws<br />

Redactioneel<br />

Voor u ligt een nieuwe <strong>Delft</strong> Integraal. Nieuwer dan nieuw deze keer,<br />

want het magazine heeft een opfrisbeurt gekregen. Onderzoek en<br />

onderwijs aan de Technische Universiteit <strong>Delft</strong>, stond er vroeger op<br />

de kaft. Maar de <strong>TU</strong> <strong>Delft</strong> doet natuurlijk veel meer, zoals het te gelde<br />

maken van kennis, deelnemen aan het maatschappelijk debat en<br />

evenementen organiseren voor haar alumni. U treft naast de vertrouwde<br />

wetenschapsverhalen en het interview een aantal nieuwe rubrieken aan.<br />

Zo horen we in De Zaak over het recyclen van vliegtuigen, vertelt in Na<br />

<strong>Delft</strong> een alumnus over zijn werk op een octrooibureau, blikt Bert van<br />

Wee in De Visie vooruit op mobiliteit in 2030, en breekt columnist Tonie<br />

Mudde zijn hoofd over bromvliegen. <strong>Delft</strong> Integraal verschijnt vanaf nu<br />

niet alleen op papier, maar u kunt het blad ook lezen op tablets. Ga in de<br />

browser van uw iPad of Galaxy Tab naar tablet.delftintegraal.tudelft.nl.<br />

We horen graag wat u van de vernieuwde <strong>Delft</strong> Integraal vindt.<br />

Frank Nuijens<br />

Hoofdredacteur <strong>Delft</strong> Integraal<br />

Colofon<br />

Advertenties<br />

H&J uitgevers<br />

Telefoon (010) 451 5510<br />

Illustratie: Martine Poolman<br />

Toga protest<br />

Ruim duizend professoren gingen op de ochtend van<br />

de studentenmanifestatie op 21 januari in cortège over<br />

straat ter verdediging van de kenniseconomie en de<br />

onderwijskwaliteit. Volgens rector magnificus Karel<br />

Luyben ‘heeft het kabinet niet goed nagedacht’ en wordt<br />

de kennisontwikkeling in Nederland ‘onevenredig hard’<br />

getroffen door het kabinetsbeleid.<br />

Foto: Hans Stakelbeek/FMAX<br />

Picopompje<br />

“Het is geen wereldrecord, maar het is zeker een<br />

van de kleinste pompjes ooit gemaakt”, zegt<br />

dr. Friedjof Heuck over het microscopische<br />

pompje dat hij ontwikkelde bij Dimes. De<br />

diameter is 40 micron (een halve haar) en het<br />

actieve deel is met 10 micron zelfs nog dunner.<br />

Het pompt 35 picoliter (een miljoenste van een<br />

miljoenste) liter per seconde. Aan een liter heeft<br />

het pompje negen eeuwen werk.<br />

Heuck ontwikkelde de ‘micropipet’ als<br />

uitbreiding voor de scanning force microscope<br />

van prof.dr. Urs Staufer bij de faculteit<br />

Kort <strong>Delft</strong>s<br />

Hand op afstand<br />

Geen trillende pincetjes meer onder de microscoop,<br />

als het aan promovendi Pablo Estevez en Patrice<br />

Lambert ligt. Ze werken aan een systeem waarmee<br />

iemand met gemak heel precieze bewegingen uit<br />

kan voeren en bovendien kan voelen wat hij doet.<br />

Een IVF-arts kan er straks mee voelen wanneer<br />

hij door de celwand prikt. Lambert maakt de<br />

‘haptische afstandsbediening’, Estevez doet de<br />

uitvoerende kant. Vijf signalen lopen vanaf de<br />

afstandsbediening om de 3Dpositie, de draaihoek<br />

en de greep van de knijper aan te geven. Die<br />

worden duizend maal per seconde omgerekend<br />

naar krachten voor het platform dat boven drie<br />

stroomvoerende spoelen zweeft (zoals een conus<br />

beweegt in een luidspreker). Omgekeerd lopen<br />

vijf signalen terug van het platform naar de<br />

afstandsbediening om de contactkrachten te laten<br />

voelen. Bewegingen worden vijfhonderd maal<br />

verkleind, contactkrachten met de zelfde factor<br />

vergroot. Een Zwitserse horlogemaker heeft al<br />

belangstelling getoond voor het afstandsgestuurde<br />

micro-manipulatiesysteem.<br />

Meer informatie:<br />

Prof.dr. Rob Munnig Schmidt,<br />

r.h.munnigschmidt@tudelft.nl<br />

www.delta.tudelft.nl /22217<br />

Niet praten,<br />

tekenen<br />

Bij discussies over de aanleg van waterbouwwerken praat men nogal eens langs elkaar heen.<br />

Waterbouwkundige dr. Martine Poolman (CiTG) trok daarom Ghana en Midden-Delfland in met<br />

kleurpotloden en flip-overs. Ze hoopte verschillende belanghebbenden zoals boeren en ambtenaren<br />

van waterschappen met tekeningen nader tot elkaar te brengen. Afgelopen januari verdedigde ze haar<br />

proefschrift ‘Present and Future, visualizing ideas of water infrastructure design’, waarin ze de door<br />

haar ontwikkelde communicatiemethode, Yourscape, beschrijft.<br />

In Midden-Delfland, vroeg Poolman boeren en ambtenaren van het waterschap de natuurvriendelijke<br />

oevers die in het gebied gepland waren te schetsen. Beide partijen tekenden een afrastering die<br />

de kwetsbare oever moest beschermen tegen koeien. Eerder leek het erop dat de boeren tegen<br />

deze maatregel waren. Dat was een misverstand. De boeren wilden er alleen niet voor betalen.<br />

Poolman: “Het probleem bij verhitte discussies is vaak het gebrek aan focus. Door te tekenen kunnen<br />

misverstanden voorkomen worden. Helaas vinden mensen het vaak kinderachtig.”<br />

Meer informatie:<br />

www.yourscape.nl<br />

www.delta.tudelft.nl/22394<br />

Fotondoosje<br />

Onderzoekers dr. Val Zwiller<br />

en dr.ir. Ronald Hanson zullen<br />

de komende jaren proberen om<br />

lichtdeeltjes (fotonen) op te sluiten<br />

in een minuscule kubus met een<br />

ribbe van 50 nanometer. Dat moet<br />

meer duidelijkheid geven over<br />

de interactie tussen fotonen en<br />

materie. Het onderzoek naar ‘optica<br />

op nanoschaal’ wordt met drie<br />

miljoen euro voor de komende zes<br />

jaar ondersteund door de stichting<br />

voor fundementeel onderzoek naar<br />

materie FOM. De <strong>TU</strong> werkt erin<br />

samen met onderzoekers van<br />

<strong>TU</strong> Eindhoven, Universiteit Leiden<br />

en Amolf.<br />

Werktuigbouwkunde, Maritieme Techniek en<br />

Technische Materiaalwetenschappen. Met het<br />

pompje kan een minuscule hoeveelheid vloeistof<br />

gedropt worden waarna de microscoop het effect<br />

ervan meet. Zo hoopt Staufer te zien hoe een<br />

celporie zich opent of hoe je heel lokaal materiaal<br />

kunt bewerken.<br />

Meer informatie:<br />

Prof.dr. Urs Staufer, u.staufer@tudelft.nl<br />

www.delta.tudelft.nl/22106<br />

Foto: Hans Stakelbeek/FMAX<br />

2<br />

3


Foto: Sam Rentmeester/FMAX<br />

Snooker<br />

Kort <strong>Delft</strong>s<br />

Hoogleraar procesintensificatie prof.dr.ir.<br />

Andrzej Stankiewicz (3mE) heeft een ERC<br />

Advanced Investigators Grant van 2,3<br />

miljoen euro ontvangen van de Europese<br />

Onderzoeksraad. Stankiewicz zal de komende<br />

vijf jaar met het geld onderzoek doen naar<br />

het op moleculair niveau verbeteren van<br />

chemische reactoren. De effectiviteit van een<br />

reactie hangt af van onder meer het aantal en<br />

de frequentie van botsingen tussen moleculen,<br />

de oriëntatie van de moleculen ten opzichte<br />

van elkaar op het moment van de botsing<br />

en hun energie. “De chemische reactoren<br />

van vandaag, bijvoorbeeld in de industrie,<br />

bieden eigenlijk heel weinig controle over de<br />

moleculen, waardoor de chemische reacties<br />

verre van energie-efficiënt zijn en bovendien<br />

veel onnodig afval veroorzaken.”<br />

De oplossing voor dit probleem is een<br />

‘perfecte’ reactieomgeving, waarin de<br />

geometrie van de botsingen tussen moleculen<br />

geheel kan worden beheerst en energie<br />

selectief wordt overgedragen. Stankiewicz:<br />

“Vergelijk het met het spelen van een spelletje<br />

snooker met moleculen. De gestructureerde<br />

reactor is dan de snookertafel en we gebruiken<br />

diverse vormen van elektromagnetische<br />

energievelden als snookerkeus.”<br />

Meer informatie:<br />

Prof.dr.ir. Andrzej Stankiewicz,<br />

a.i.stankiewicz@tudelft.nl<br />

www.delta.tudelft.nl/22393<br />

Foto: Khino Pizzato<br />

Bouwen met de natuur<br />

De grondlegger van het Bouwen met de Natuur, dr.ir. Ronald Waterman,<br />

promoveerde op 21 december aan de <strong>TU</strong>. Zijn naam is onlosmakelijk verbonden<br />

aan visionaire uitbreidingen van kust- en duinengebied. Dat komt doordat hij<br />

als langstzittende Statenlid van Zuid-Holland de architect is van ‘een familie<br />

van’ kustuitbreidingen. Van de Tweede Maasvlakte tot aan de Seaport Marina<br />

IJmuiden. Waterman ontving meer dan een dozijn onderscheidingen, waaronder<br />

een ridderorde (1993). In 2008 publiceerde hij het lijvige boek ‘Integrated Coastal<br />

Policy via Building with Nature’. Promotoren prof.dr.ir. Marcel Stive en prof.drs.ir.<br />

Han Vrijling verzochten Waterman daarop te promoveren.<br />

Meer informatie:<br />

Prof.dr.ir. Marcel Stive, m.j.f.stive@tudelft.nl,<br />

www.ronaldwaterman.nl, www.delta.tudelft.nl/ 22343<br />

Gevoelig laagje<br />

Onderzoekers van de groep van prof.dr.ir. Lis<br />

Nanver van de afdeling micro-elektronica (EWI)<br />

hebben ’s werelds meest gevoelige fotodiode<br />

gemaakt. Hij is bruikbaar voor elektronen met<br />

een energie van minder dan 200 elektron Volt.<br />

“De diodes die nu op de markt zijn, werken alleen<br />

maar efficiënt voor elektronen vanaf 1000 eV”, zegt<br />

Nanver. “Afgaande op hetgeen bekend is, zijn wij<br />

de beste. Maar bedrijven publiceren niet alles, dus<br />

helemaal zeker weten we het niet.”<br />

Microscopenfabrikant FEI, waar de groep van<br />

Nanver nauw mee samenwerkt, gaat de fotodiodes<br />

dit jaar op de markt brengen. De diodes zijn<br />

ontwikkeld voor de SEM (Scanning Electron<br />

Microscope)en de SDB (Small Dual Beam).<br />

“Dankzij de extra gevoeligheid kunnen monsters in<br />

de microscoop nu ook worden beschoten met laag<br />

energetische elektronen en dat is gunstig, want die<br />

deeltjes dringen minder diep door in het monster<br />

waardoor je een beter beeld van het oppervlak<br />

krijgt”, legt de hoogleraar uit. De diode bestaat uit<br />

een laagje silicium met daarop een laagje boor van<br />

slechts enkele nanometers dik. Nanver slaagde erin<br />

dit laagje extreem dun te maken – hoe dunner het<br />

MP3-speler op alcohol<br />

Hij heeft ‘m ontworpen maar niet gemaakt: een mp3-speler die je kunt bijtanken met methanol.<br />

Normaal krijgt de elektronica zijn voeding van een lithium-ion batterij, maar dat kan ook met een<br />

brandstofcel op methanol. “Een brandstofcelsysteem is typisch twee keer duurder, twee keer groter en<br />

twee keer lichter dan een standaard batterij”, aldus dr. Bas Flipsen die er een ontwerp voor maakte. Hij<br />

sloeg de meest geschikte componenten inclusief tank en pompje op in een database en maakte er een<br />

selectie uit op basis van het meeste vermogen per volume en gewicht. Een slim computerprogramma<br />

berekende vervolgens de kleinst mogelijke stapeling van de componenten. Met zijn numerieke<br />

benadering biedt de vliegtuigbouwkundige een aanvulling op de vormgeving bij <strong>Industrieel</strong> <strong>Ontwerpen</strong>.<br />

Flipsen: “Computergestuurd beslissen ondersteunt ontwerpers bij het maken van esthetische keuzes.”<br />

Meer informatie:<br />

Dr.ir. Bas Flipsen, s.f.j.flipsen@tudelft.nl<br />

www.delta.tudelft.nl /22279<br />

boorlaagje hoe gevoeliger de diode – door middel<br />

van een chemisch opdampproces (chemical vapor<br />

deposition).<br />

Meer informatie:<br />

www.delta.tudelft.nl/21875<br />

Foto: Sam Rentmeester/FMAX<br />

Foto: Caren Huygelen<br />

hoekje om<br />

Het<br />

Een operatietangetje dat stuurbaar<br />

is en een bochtje om kan, zou<br />

knieoperaties een stuk sneller en<br />

veiliger kunnen laten verlopen. De<br />

onlangs bij de afdeling biomechanical<br />

engineering (3mE) afgestudeerde<br />

ingenieur ir. Tim Nai ontwikkelde<br />

zo’n instrument dat schade aan de<br />

meniscus kan verwijderen. Afgelopen<br />

december won hij de Prof. Wim van<br />

der Hoek constructeursprijs, een prijs<br />

die de Dutch Society for Precision<br />

Engineering jaarlijks toekent aan het<br />

beste afstudeerwerk op het gebied van<br />

werktuigbouwkundig construeren.<br />

Antistresspen<br />

Het is een bekend beeld in iedere tentamenzaal:<br />

studenten die tikken, draaien en zwabberen<br />

met hun pen in gespannen afwachting van een<br />

geniale ingeving. Dr. Miguel Bruns Alonso<br />

ontwikkelde tijdens zijn promotieonderzoek<br />

bij <strong>Industrieel</strong> <strong>Ontwerpen</strong> een pen die de<br />

stress moet verminderen. De pen reageert<br />

op verschillende zenuwachtige manieren van<br />

bewegen door de beweging subtiel tegen te<br />

werken. Alonso: “Mensen vinden het lekker<br />

om het losse balletje bovenin de pen rond te<br />

zwieren, maar als dat te hard gebeurt, activeert<br />

de pen een elektromagneetje<br />

Schudden maar<br />

waardoor het balletje minder beweegt.”<br />

De gebruikstest viel wat tegen omdat<br />

proefpersonen zeiden dat ze geen verschil<br />

merkten of de pen nu actief was of niet. Er<br />

was dus geen bewust antistress effect. Maar<br />

onbewust leek de pen wel te werken: met de<br />

pen in de actieve stand was de hartslag van de<br />

proefpersonen 5 procent lager.<br />

Meer informatie:<br />

Prof.dr. Paul Hekkert, p.p.m.hekkert@tudelft.nl<br />

www.delta.tudelft.nl//22170<br />

<strong>TU</strong>-alumnus en<br />

fotograaf Caren<br />

Huygelen legde in<br />

haar werk ‘Master of<br />

Science’ onderzoekers<br />

van de <strong>TU</strong> vast in hun<br />

onderzoeksruimte.<br />

Uit bewondering<br />

voor het diepgaande<br />

wetenschappelijk<br />

onderzoek bekijkt zij<br />

haar ‘oude’ <strong>TU</strong>-wereld<br />

met haar ‘nieuwe’ blik<br />

als fotograaf.<br />

Meer informatie:<br />

www.huygelen.nl<br />

Fabrikanten van telefoons die externe onderdelen willen inbouwen zoals een gyroscoop of een<br />

cameraatje gebruiken daar nu secure maar langzame robots voor. Dat kan makkelijker en sneller, dacht<br />

dr. Iwan Kurniawan. Hij heeft een originele techniek ontwikkeld om chips op de juiste plek op een plak<br />

silicium te krijgen door te schudden. Dat is nog geen vervanging van de huidige 3D-positionering,<br />

maar kan opgevat worden als eerste stap in die richting, zegt zijn promotor prof.dr. Urs Staufer. Nu<br />

klinkt ‘schudden’ ook eenvoudiger dan de werkelijkheid. De plek waar de chips terecht moeten komen,<br />

wordt van een isolerend laagje siliciumdioxide voorzien en opgeladen onder een laadapparaat tot een<br />

oppervlaktepotentiaal van enkele honderden Volts. De chips krijgen een tegengestelde lading. Voor<br />

assemblage worden de chips in de siliciumplak gelegd en schudden maar. Minuscule uitstulpinkjes<br />

op de chips voorkomen dat de geladen oppervlakten met elkaar in contact komen en per ongeluk<br />

ontladen. Pas als de pootjes bij toeval in de speciale putjes terechtkomen, zakt de chip op z’n plek met<br />

micrometer precisie. Bij de proefnemingen zaten alle chips na 30 seconden schudden op hun plek.<br />

Meer informatie:<br />

Prof.dr. Urs Staufer, u.staufer@tudelft.nl<br />

www.delta.tudelft.nl/22280<br />

Foto: Hans Stakelbeek/FMAX<br />

Bruggen<br />

Foto: Sam Rentmeester/FMAX<br />

Goed nieuws voor de schatkist: bruggen en<br />

andere civieltechnische constructies hebben een<br />

verborgen capaciteit. Ze kunnen de toegenomen<br />

verkeersbelasting beter dragen en hoeven<br />

daardoor minder snel te worden vervangen of<br />

versterkt. Die conclusie trekt prof.dr.ir. Joost<br />

Walraven, hoogleraar betonconstructies bij CiTG.<br />

Met zijn medewerkers combineerde hij proeven<br />

met geavanceerde mechanica-analyses. De<br />

bevinding van Walraven betekent een meevaller<br />

van rond de 300 miljoen euro in de komende<br />

vijf jaar.<br />

4<br />

5


Wetenschap<br />

Anatomie<br />

van een<br />

De lava vormde watervallen.<br />

vulkaanJos Wassink<br />

Vorig voorjaar bezorgde de IJslandse vulkaan Eyjafjallajökull veel<br />

overlast in het Europese luchtruim. De reconstructie die L&Ronderzoeker<br />

dr. Andy Hooper een half jaar later in Nature publiceerde<br />

geeft volgens mede-auteur dr. Freysteinn Sigmundsson een nieuwe<br />

richting aan in de vulkanologie. “We willen weten hoe het magma<br />

beweegt in de vulkaan.”<br />

Toen eind maart de IJslandse vulkaan met<br />

de moeilijke naam tot uitbarsting kwam,<br />

haastte geofysicus dr. Andy Hooper zich<br />

om een vlucht naar IJsland te krijgen. Het<br />

was vlak voordat delen van het luchtruim<br />

gesloten werden vanwege de aswolken die<br />

de Eyjafjallajökull uitstootte. “Van dichtbij<br />

is zo’n uitbarsting goed te zien”, vertelt<br />

Hooper. “De piloot maakte speciaal nog<br />

een omweg om ons een blik op de vulkaan<br />

te gunnen.” Hooper, die sinds 2008 op de<br />

afdeling remote sensing van Luchtvaart- en<br />

Ruimtevaarttechniek werkt, ging er niet<br />

alleen heen voor de sensatie. Natuurlijk is<br />

zo’n eruptie een kick - zijn grijns op een<br />

foto verraadt dat Hooper het geweldig<br />

vindt om in zijn gezicht min vijftien graden<br />

Celsius te voelen en in zijn rug plus dertig.<br />

Maar Hooper wilde vooral zoveel mogelijk<br />

gegevens verzamelen tijdens de uitbarsting.<br />

“Dit is een heel interessante vulkaan omdat<br />

hij maar af en toe uitbarst (vier maal in de<br />

Foto: Andy Hooper<br />

afgelopen duizend jaar, red). De Hekla gaat<br />

de laatste tijd iedere tien jaar. De vulkaan<br />

komt een paar centimeter omhoog naarmate<br />

de druk opbouwt, en zakt weer in na een<br />

uitbarsting. Maar bij de Eyjafjallajökull (de<br />

naam betekent: eiland-berg-ijskap) is dat<br />

patroon veel complexer.”<br />

Voor de verwerving van gegevens ter plekke<br />

nam Hooper contact op met de mensen<br />

van het Nordic Volcanological Centre, nu<br />

onderdeel van de Universiteit van IJsland. De<br />

directeur, dr. Freysteinn Sigmundsson, kent<br />

hij goed uit de periode dat hij hier als postdoc<br />

doorbracht (van 2006 tot 2008). “Waar kun je<br />

beter vulkanen bestuderen dan op IJsland”,<br />

was destijds zijn motivatie. Sigmundsson en<br />

zijn team houden de vulkaan al achttien jaar<br />

in de gaten. In de zomer van 2009 stond er<br />

één gps-station op de flanken van de vulkaan,<br />

maar dat werd snel uitgebreid naar drie<br />

naarmate de activiteit toenam. De vaste gpsstations<br />

hebben een nauwkeurigheid van twee<br />

millimeter per jaar, vertelt Sigmundsson. Hij<br />

voegt er aan toe: “Vlak voor de eruptie bewoog<br />

de vulkaan met vijf millimeter per dag!”<br />

Meer gegevens had Hooper besteld bij<br />

de Duitse exploitant van de radarsatelliet<br />

TerraSAR-X. Die satelliet cirkelt op ruim<br />

vijfhonderd kilometer rond de aarde en<br />

passeert iedere plek met een tussentijd<br />

van elf dagen. De satelliet zendt microgolf<br />

radarstraling uit en vangt de weerkaatsing<br />

ervan op. Uit het faseverschil tussen<br />

uitgezonden en teruggekaatste golf berekent<br />

de satelliet de afstand tot het aardoppervlak.<br />

Vergelijking met vorige passages brengt<br />

verplaatsingen van het aardoppervlak tot op<br />

millimeterniveau in beeld.<br />

Aan het begin van de eruptie had Hooper<br />

dus de datavoorziening goed voor elkaar,<br />

maar hij had niet kunnen dromen dat na<br />

een voorzichtige eruptie op de flank van de<br />

vulkaan (20 maart tot 12 april) zich twee<br />

dagen later opeens een explosieve uitbarsting<br />

zou voordoen vanuit de top van de vulkaan,<br />

en dat die een maand lang actief zou blijven.<br />

Terwijl Europa kreunde onder de aswolk,<br />

stroomden bij L&R de data binnen.<br />

Reconstructie<br />

Een half jaar later, op 17 november 2010,<br />

publiceerden Sigmundsson, Hooper en een<br />

dozijn andere onderzoekers een reconstructie<br />

van de eruptie in het wetenschapsblad<br />

Nature(*). Sigmundsson<br />

Andy Hooper: “We willen vulkanologische anatomie bedrijven”.<br />

was de eerste auteur, maar hij zwaait Hooper<br />

in een telefoongesprek alle lof toe. “Andy<br />

heeft de gegevens van de interferometrie<br />

samengevoegd met de gps-data. Bovendien<br />

heeft hij het meeste werk verricht aan<br />

de modellering. Hij heeft erg belangrijk<br />

werk verricht.” Omgekeerd is Hooper erg<br />

complimenteus over zijn IJslandse collega:<br />

“Freysteinn is de grondlegger van de<br />

metingen aan de deformaties van de vulkanen<br />

op IJsland. Dat doet hij al tientallen jaren.”<br />

In het artikel doen de auteurs het<br />

ingewikkelde patroon van magmastromen<br />

onder de vulkaan uit de doeken: In 1994<br />

al verspreidt magma zich op vijf kilometer<br />

‘De piloot maakte<br />

een omweg om ons<br />

een blik op<br />

de vulkaan<br />

te gunnen’<br />

diepte in een horizontale laag onder de<br />

vulkaan. Vijf jaar later ontstaat er een<br />

kilometer dieper een tweede laag. Elf jaar<br />

later, in 2010, stuwt de magma hogerop en<br />

verspreidt zich in twee horizontale lagen<br />

op vier tot vijf kilometer diepte én in een<br />

verticale gesteente ader tot vlak onder het<br />

vulkaanoppervlak. De gps-stations registreren<br />

een opheffing van zes centimeter.<br />

Op 20 maart breekt het magma door de flank<br />

van de vulkaan en gedurende drie weken<br />

stroomt daaruit lava naar beneden. Vreemd<br />

genoeg zakken twee van de drie gps-stations<br />

niet terug – de spanning blijft.<br />

Twee dagen is het rustig. Maar dan, op 14<br />

april 2010, volgt een explosieve uitbarsting<br />

vanuit de sneeuwbedekte krater van de<br />

vulkaan. Volgens de analyse komt dat doordat<br />

de magma toen op vier kilometer diepte<br />

contact heeft gemaakt met een oudere<br />

magmalaag. Hooper: “Die magma zat er<br />

al een tijdje. Daardoor is het stroperiger<br />

geworden en bevatte het ook veel gas. Het gas<br />

heeft tot een explosieve uitbarsting geleid en<br />

de taaiere magma leverde kleinere asdeeltjes<br />

op die hoger in de atmosfeer terecht kwamen<br />

en zich verder verspreidden.”<br />

Zo schetst het artikel een fascinerend beeld<br />

van hoe de eruptie zich heeft voltrokken en<br />

volgens Sigmundsson is dit een voorproefje<br />

van hoe de vulkanologie zich zal ontwikkelen.<br />

Met als uiteindelijk ideaal: een compleet beeld<br />

van de magmastromen in de vulkaan. “We<br />

willen vulkanologische anatomie bedrijven”,<br />

licht hij toe.<br />

De reconstructie is het resultaat van een<br />

soort omgekeerd ontwerp. Hooper gaat<br />

daarbij uit van een ‘elastische’ ondergrond,<br />

dat wil zeggen: van een grond waarvan de<br />

vervorming evenredig is met de overdruk<br />

van een magmastroom. In die ondergrond<br />

veronderstelt hij een aantal breuklijnen<br />

(a bunch of cracks) waardoor de magma<br />

zich beweegt. Vervolgens berekent hij de<br />

vervorming aan het aardoppervlak als magma<br />

zich een weg baant door een zeg twintig<br />

centimeter brede spleet. Die berekening<br />

vergelijkt hij met de metingen, waarna hij<br />

zijn reconstructie bijstelt. Zo kwam hij na<br />

een aantal iteraties tot een resultaat dat goed<br />

overeenstemt met de meetgegevens.<br />

Helpt die kennis nu ook om uitbarstingen<br />

te voorspellen “In IJsland weet je nooit<br />

welke vulkaan er als volgende uitbarst”,<br />

zegt Sigmundsson. “Voorspellen gaat<br />

niet”, zegt Hooper, “maar je kunt wel betere<br />

verwachtingen geven over het verloop. Daar zal<br />

de luchtvaart wel belangstelling voor hebben.”<br />

(*) Freysteinn Sigmundsson, Sigrún Hreinsdóttir,<br />

Andy Hooper et al.: ‘Intrusion triggering of the<br />

2010 Eyjafjallajökull explosive triggering’, Nature,<br />

17 Novembre 2010.<br />

Meer informatie:<br />

Dr. Andy Hooper<br />

a.j.hooper@tudelft.nl<br />

Foto: Sam Rentmeester/FMAX<br />

6 7


Land van vulkanen<br />

IJsland ligt op de Mid-Atlantische<br />

rug . De Noord-Amerikaanse en<br />

de Euraziatische plaat schuiven elk<br />

jaar bijna 2 cm uit elkaar. De<br />

plaatbewegingen veroorzaken<br />

vulkanisme.<br />

25 km<br />

Eyajafjallajökull<br />

Over het gedrag van vulkanen die weinig<br />

actief zijn, zoals de Eyajafjallajökull (IJslands<br />

voor Eilandbergengletsjer) die niet boven de<br />

Mid-Atlantische rug ligt, is weinig bekend. Hoe<br />

ziet de magmakamer van zo’n weinig actieve<br />

vulkaan eruit en hoe gedraagt die kamer zich<br />

Grote buurman<br />

Naast de Eyjafjallajökull (oppervlak 50<br />

km<br />

2) ligt de grotere buurvulkaan Katla<br />

(oppervlak 600 km<br />

2). In het verleden zijn<br />

de twee vulkanen vaak gelijktijdig actief<br />

geweest. Magmastromen in de bodem<br />

bij de ene vulkaan kunnen de andere<br />

doen uitbarsten. De laatste uitbarsting<br />

van de Katla in 1918 was groter dan die<br />

van de Eyjafjallajökull in 2010. Hoewel er<br />

geen concrete aanwijzingen zijn voor<br />

een uitbarsting, verwachten vulkanologen<br />

dat Ketla de komende jaren zal<br />

uitbarsten. De vulkaan barst elke 40 tot<br />

80 jaar uit en is dus over tijd.<br />

OPMERKELIJKE ME TING<br />

Geen inzakking na uitbarsting<br />

Normaal zakt na een uitbarsting de<br />

aardkorst in omdat de magmakamer<br />

leeg raakt. Dit gebeurde niet met de<br />

flankuitzetting na de uitbarsting in 2010.<br />

Kleine aswolk<br />

Omdat het ‘jonge’ magma bij de<br />

flankuitbarsting minder visceus<br />

was, konden de gassen uit het<br />

magma ontsnappen voordat het<br />

werd uitgespuugd. De flankuitbarsting<br />

was hierdoor weinig<br />

explosief en er ontstond er geen<br />

grote aswolk.<br />

Magmasnelheid<br />

3<br />

30-60 m /s<br />

Magmavolume<br />

circa 100-200<br />

miljoen m<br />

3<br />

Eyjafjallajökull<br />

diameter<br />

10 km<br />

Grote aswolk<br />

Vanaf 14 april kwam een klein gedeelte<br />

‘geëvolueerd’ magma vrij dat in een oude<br />

magmakamer was achtergebleven na vorige<br />

uitbarstingen. Dit ‘oude’ magma houdt gassen<br />

beter vast dan ‘jong’ magma (dat direct<br />

afkomstig is uit een diepe magmabron). Als<br />

magma wordt uitgespuugd zorgen de gassen<br />

dat het magma explodeert tot zeer fijne<br />

asdeeltjes die zeer hoog in de lucht opstijgen.<br />

Interactie tussen heet magma en de ijskap<br />

veroorzaakt extra gasvorming waardoor de<br />

explosiviteit en de fijnheid van de aswolk<br />

verergerde. Het resultaat was een aswolk tot<br />

10 kilometer hoogte die het Europese<br />

luchtruim dagen stil legde. Nadat het<br />

‘geëvolueerde’ magma uit de oude magmakamer<br />

was uitgespuugd, nam de aswolk af.<br />

Eyajafjallajökull<br />

Het magma van de flankeruptie is dus<br />

niet afkomstig uit de magmakamer<br />

onder de flank, maar werd direct aangevoerd<br />

vanuit een diepe bron in de aardkorst.<br />

De uitzettingen blijven bestaan,<br />

tot de dag van vandaag, en de magmakamers<br />

blijven dus onder druk staan.<br />

Katla<br />

diameter<br />

30 km<br />

Klassieke vulkaan<br />

Het klassieke beeld van een actieve vulkaan is<br />

een kegelvormige berg met één grote magmakamer.<br />

Voor een uitbarsting stroomt magma de<br />

kamer in, de druk loopt op en de kamer zet<br />

geleidelijk uit. Tijdens een uitbarsting stroomt<br />

magma weg waardoor de druk afneemt en de<br />

kamer weer inkrimpt. Het uitzetten en krimpen<br />

van de magmakamer is meetbaar door de<br />

vulkaanvorm te monitoren met satellieten (GPS<br />

en radar-interferometrie). Voor de uitbarsting<br />

van 2010 stonden rond de Eyajafjallajökull vijf<br />

GPS-ontvangers . Deze ontvangers meten<br />

(semi-) continu 3D-verplaatsingen.<br />

Radar-interferometrie<br />

Vanaf juli 2009 registreerde de InSAR-radar van de<br />

TerraSAR-X-satelliet bodemverplaatsingen van de<br />

Eyajafjallajökull. Door opeenvolgende beelden (de<br />

satelliet komt elke elf dagen langs) met elkaar te<br />

vergelijken kunnen deformaties worden bepaald.<br />

Als de eigenschappen van het oppervlak te veel<br />

veranderen, bijvoorbeeld door sneeuwval, is het<br />

moeilijk om metingen aan elkaar te relateren en<br />

dus om vast te stellen welke hoogtevariaties<br />

14 april 2010<br />

diepte 4,6 km<br />

volume-afname<br />

13-15 miljoen m<br />

hebben plaatsgevonden. 1994<br />

diepte 5,5 km<br />

volume-toename<br />

Vervorming vulkaanbodem<br />

6 km<br />

15 miljoen m<br />

3<br />

3<br />

maart 2010<br />

diepte 4,9 km<br />

totaal magmavolume<br />

49-71 miljoen m 3<br />

920<br />

uitbarsting<br />

1612<br />

kleine uitbarsting<br />

1821<br />

een jaar lang<br />

magmastromen<br />

Bodemsimulatie<br />

In het <strong>Delft</strong>se computermodel bestaat de<br />

vulkaanbodem uit elastisch materiaal waarin<br />

onder druk van magmastromen scheurvlakken<br />

ontstaan die zich vullen met magma. Het<br />

model probeert de gemeten verplaatsingen<br />

aan het oppervlak te simuleren door aan te<br />

nemen dat er één of meer (uitzettende of<br />

krimpende) magmakamers onder de vulkaan<br />

aanwezig zijn.<br />

1994<br />

Grote bodemdeformaties<br />

In 1994 worden grote bodemdeformaties<br />

(ruim 18 cm) gemeten. Het computermodel<br />

simuleert dat magmastromen<br />

de bodem binnendringen en een<br />

horizontale magmakamer vormen.<br />

1999<br />

Grote deformaties<br />

Magmastomen<br />

vormen een<br />

tweede horizontale<br />

magmakamer.<br />

2000-2009<br />

Aardbevingen<br />

Per maand<br />

vinden een tot<br />

vier aardbevingen<br />

plaats.<br />

Uitzetting magmakamer<br />

JANUARI - FEBRUARI 2010<br />

Grote bodemdeformaties<br />

Elke dag vinden aardbevingen<br />

plaats. Er worden grote bodemdeformaties<br />

gemeten. Het computermodel<br />

berekent de vorming<br />

van een horizontale magmakamer.<br />

1999<br />

diepte 6,5 km<br />

volume-toename<br />

25 miljoen m3<br />

MAART 2010<br />

Grote bodemdeformaties<br />

Na 4 maart stijgt de<br />

bodem meer dan 5 mm<br />

per dag. Eind maart zijn<br />

de hellingen van de<br />

Eyjafjallajökul circa 10 cm<br />

gestegen. Er heeft zich<br />

een tweede horizontale<br />

kamer en een verticale<br />

magmakamer gevormd.<br />

Diepe magmabron<br />

circa 25 km diep<br />

20 MAART - 12 APRIL<br />

Uitbarsting in de flank<br />

Op 20 maart spuit lava<br />

uit de flank van de<br />

vulkaan. Na 200 jaar rust<br />

barst de vulkaan uit. De<br />

uitbarsting duurt tot 12<br />

april. De uitbarsting<br />

produceert lava met een<br />

gemiddelde snelheid van<br />

13 m 3/s (magmavolume<br />

25 miljoen m<br />

3).<br />

januari 2010<br />

diepte 5,1 km<br />

volume-toename<br />

8-18 km3<br />

14 APRIL - 22 MEI 2010<br />

Explosieve uitbarsting<br />

De tweede uitbarsting vindt<br />

plaats in de krater (caldera) van<br />

de met ijs bedekte top van de<br />

vulkaan. De uitbarsting duurt<br />

ruim een maand. Tijdens deze<br />

tweede eruptie wordt wel een<br />

inzakking van de magmakamer<br />

onder de caldera gemeten.<br />

I<br />

2010<br />

explosieve<br />

uitbarsting<br />

Conclusie<br />

De explosieve uitbarsting van de<br />

Eyjafjallajökull op 14 april 2010<br />

was de uitkomst van 18 jaar<br />

vulkanische activiteit waarin<br />

meerdere platte horizontale en<br />

verticale magmakamers boven<br />

en naast elkaar zijn gevormd. Dit<br />

cumulatieve gedrag maakt het<br />

moeilijk om voortekenen bij<br />

weinig actieve vulkanen te<br />

detecteren en te gebruiken om<br />

uitbarstingen te voorspellen.<br />

8<br />

9


Interview<br />

‘Sterven<br />

in het harnas’<br />

Saskia Bonger<br />

Emeritus hoogleraar Hugo Priemus was 25 jaar geleden één van de<br />

oprichters van het Onderzoeksinstituut voor de gebouwde omgeving<br />

(OTB). “We hebben geen fantastische nieuwe theorieën ontwikkeld,<br />

maar leveren wel inbreng in de politieke besluitvorming.”<br />

Wat is de nalatenschap van 25 jaar OTB<br />

“Het OTB levert wetenschappelijke kwaliteit<br />

en legt de verbinding met actuele beleidsen<br />

praktijkproblemen. Vaak worden<br />

onderzoeksinstituten eigen rechtspersonen.<br />

Ook in <strong>Delft</strong> vroegen mensen: is het niet<br />

masochistisch om binnen een universiteit<br />

al die ballen in de lucht te houden als je ook<br />

zelfstandig kunt zijn Tegen die gedachte<br />

heb ik me altijd vreselijk verzet. Ik heb dat<br />

masochisme altijd opgezocht. Ik vond dat<br />

het wetenschappelijke werk geïnspireerd<br />

kon worden door actuele vraagstukken.<br />

En omgekeerd, dat je een diepgaande<br />

bijdrage kunt leveren aan de oplossing van<br />

actuele problemen als je gevoed wordt door<br />

indringend wetenschappelijk onderzoek.”<br />

Welke invloed heeft OTB inhoudelijk gehad op de<br />

gebouwde omgeving<br />

“Er bestaat veel dom beleid dat we niet<br />

kunnen tegenhouden. Er is vandaag de dag<br />

ook veel populisme waar we niet van terug<br />

hebben. Maar de onderstroom is toch dat<br />

ambtenaren en politici niet over één nacht<br />

ijs gaan, dat ze beleid onderbouwen. Dat<br />

komt het mooist tot uitdrukking in de rol die<br />

we hebben gespeeld in drie parlementaire<br />

onderzoeken.”<br />

Welke rol was dat<br />

“Toen ik halverwege de jaren tachtig hoorde<br />

dat er een parlementaire enquête over bouwsubsidies<br />

aankwam, heb ik me nederig gemeld.<br />

Er waren namelijk signalen dat vastgoedbeleggers<br />

de hand lichtten met de voorwaarden<br />

van verstrekte woningbouwsubsidies. Ook<br />

zou een aantal ambtenaren niet zuiver<br />

op de graat zijn. We hebben twee grote<br />

onderzoeken gedaan. Het belangrijkste<br />

gevolg daarvan was dat de politiek zich ging<br />

afvragen wat de effectiviteit was van het<br />

rondpompen van bergen met geld. Later zijn<br />

de woningbouwsubsidies behoorlijk gesaneerd.”<br />

Daarna volgde de bouwfraude-affaire<br />

“Inderdaad. Ik heb in 2002 zo’n 25 keer<br />

toelichting gegeven op televisie, voor<br />

Twee Vandaag. Het was voor mij bekende<br />

materie. Wat in de bouw plaatsvond, waren<br />

dingen die zelfs al in mijn bouwkundestudie<br />

werden onderwezen. De bouw kan niet<br />

goed overweg met concurrentie. Bouwers<br />

willen zich niet door opdrachtgevers laten<br />

uitspelen. Dus bepaalden ze decennialang<br />

onderling wie een project gaat doen. Het is<br />

bijna een vanzelfsprekendheid, van oudsher.<br />

Het rare is dat het vaak voortkomt uit goede<br />

bedoelingen. Bouwers willen continuïteit<br />

creëren. Opdrachtgevers zijn daarin volgens<br />

hen niet geïnteresseerd.”<br />

Bij het parlementaire onderzoek naar de rol van<br />

de overheid bij grote infrastructurele projecten<br />

van 2003 tot 2005 speelde vooral de faculteit<br />

Techniek, Bestuur en Management (TBM) een rol.<br />

“Dat onderzoek startte toen ik net TBMdecaan<br />

was. Ik werd gevraagd onderzoeksleider<br />

te worden, maar had daar helemaal geen<br />

tijd voor. Ik heb zeven TBM-onderzoekers<br />

voorgedragen. Met hun steun durfde ik het aan.<br />

We maakten een prachtige analyse en waren<br />

de moordenaars van de Zuiderzeelijn.”<br />

U hebt veel invloed op de landelijke politiek.<br />

“Al vrij snel na mijn promotie werd ik<br />

beschouwd als woningmarktdeskundige. Maar<br />

de woningmarkt is een economisch beginsel.<br />

Bouwkunde kan veel en van bescheidenheid<br />

heb ik niet zoveel last, maar om nou te zeggen<br />

dat ik economisch gekwalificeerd was... Om<br />

me geen enorme beunhaas te voelen, heb ik in<br />

de jaren zeventig de avondopleiding economie<br />

aan de Erasmus Universiteit Rotterdam<br />

gedaan. Ik wilde niet maar wat roepen. Ik<br />

houd nog steeds voortdurend in de gaten: op<br />

grond waarvan beweer ik dit Ik wil de dingen<br />

op oneliner-niveau onder woorden kunnen<br />

brengen. Dan lijkt het bijna politiek, maar<br />

er zit altijd een laag van eigen en andermans<br />

onderzoek onder.”<br />

Komt u nog vaak in Den Haag<br />

“Jazeker. Er zijn met een zekere regelmaat<br />

rondetafelbijeenkomsten van de vaste<br />

Kamercommissies wonen, wijken, integratie;<br />

ruimtelijke ordening en milieubeheer of van<br />

verkeer en waterstaat. Als zich een probleem<br />

voordoet, hoef ik niet te beginnen aan een<br />

vierjarig onderzoek. Ik zit er al zo goed in,<br />

dat ik kan helpen. Daar is OTB erg bedreven<br />

in geraakt. We hebben geen fantastische<br />

nieuwe theorieën ontwikkeld, maar kunnen<br />

op het juiste moment voor het juiste forum<br />

een inbreng leveren in de politieke en<br />

maatschappelijke besluitvorming.”<br />

Wilde u nooit zelf de Tweede Kamer in<br />

“Ik ben blij dat anderen dat vreselijke werk<br />

willen doen. De adviserende rol is mij op het<br />

lijf geschreven. Ik vind dat je als onderzoeker<br />

niet geheimzinnig hoeft te doen over wat je in<br />

het stemhokje kiest, maar: blijf onafhankelijk.<br />

Je moet zonder enig probleem de partij waar<br />

je lid van bent kunnen uitkafferen. Waarom<br />

de PvdA Ik moet niets hebben van religieuze<br />

inspiratie in de politiek. En de markt volgen<br />

zoals de VVD dat doet, vind ik te gemakkelijk.<br />

Hoe beter de woningmarkt functioneert, hoe<br />

meer mensen er onder een brug slapen. Je<br />

moet de markt op een aantal punten corrigeren<br />

om minimumkansen te garanderen. Dan kom<br />

je al gauw links van het midden terecht.”<br />

U bent lid van de commissie ruimtelijke inrichting<br />

van de Sociaal Economische Raad (SER). En u<br />

was ook lid van de SER-commissie die in april<br />

2010 een rapport uitbracht over hervormingen<br />

in de woningmarkt. Zoals het herzien van de<br />

hypotheekrenteaftrek. Het kabinet-Rutte heeft niet<br />

naar u geluisterd.<br />

“Het is een kwestie van geduld. Het<br />

regeerakkoord lijkt nergens op, dus een aantal<br />

><br />

Foto’s: Sam Rentmeester/FMAX<br />

‘Hoe beter de woningmarkt<br />

functioneert, hoe meer mensen er<br />

onder een brug slapen’<br />

10 11


problemen wordt in de komende jaren alleen<br />

maar groter. Ik heb de heer Donner (minister<br />

van binnenlandse zaken, verantwoordelijk<br />

voor volkshuisvesting, red.) horen zeggen dat<br />

hij gevoelig is voor geluiden uit de praktijk<br />

om tot een Nationaal Akkoord Wonen te<br />

komen. Want vraag je de Vereniging Eigen<br />

Huis, de vastgoedbeleggers, Aedes, de<br />

Woonbond of Bouwend Nederland of ze<br />

tevreden zijn over de huidige woningmarkt,<br />

berg je dan maar. Dat vinden ze helemaal<br />

niks. Als Donner naar hen luistert en<br />

hervormingen voorbereidt, dan wordt deze<br />

treurige periode toch goed benut.”<br />

Donner zit toch vast aan het regeerakkoord<br />

“Een hoge ambtenaar die sprak op het OTBjubileum<br />

zei dat je niet alleen moet kijken<br />

naar wat er in het regeerakkoord staat, maar<br />

vooral naar wat er niet in staat. Daar zit de<br />

bewegingsruimte voor de bewindspersoon. Er<br />

staat nergens dat het verboden is om na te<br />

denken over verandering van de woningmarkt.”<br />

Wat mankeert er volgens u aan die markt<br />

Wie is<br />

Hugo<br />

Priemus<br />

“Het basismanco is dat kopers en huurders<br />

als compleet verschillende categorieën<br />

worden behandeld. Daardoor is de overgang<br />

tussen huren en kopen of omgekeerd een<br />

salto mortale. In de koopsector zijn zware<br />

stimulansen ingebouwd om schulden<br />

aan te gaan. Dankzij fiscale steun als de<br />

hypotheekrenteaftrek is de woningprijs<br />

gemiddeld twintig procent hoger dan die<br />

anders zou zijn geweest. Je moet dat heel<br />

geleidelijk en betrouwbaar veranderen, in<br />

de periode van 2015 tot 2040. Maar dan<br />

heb je de tijd tot 2015 helemaal nodig om<br />

maatschappelijk en politiek draagvlak te<br />

creëren en om juridische voorwaarden op te<br />

stellen. Engeland heeft laten zien dat het kan.”<br />

U bent nu drie jaar met emeritaat en nog alom<br />

aanwezig. Gaat u door tot u erbij neervalt<br />

“Het lijkt mij helemaal niet verkeerd om in<br />

het harnas te sterven. Ik vind het prettig om<br />

onder <strong>TU</strong>-vlag te varen, om dat neutrale<br />

aureool met me mee te torsen. Ik werk<br />

fulltime, maar heel flexibel, want ik ben<br />

Prof.dr.ir. Hugo Priemus studeerde in de jaren zestig bouwkunde aan wat<br />

toen nog de TH <strong>Delft</strong> was. Daarna trad hij aan als wetenschappelijk (hoofd)<br />

medewerker bij Bouwkunde. Sinds 1969 was hij ook directeur van het<br />

instituut voor volkshuisvestingsonderzoek RIW. In 1977 werd hij professor<br />

volkshuisvesting aan de <strong>TU</strong> <strong>Delft</strong>. Dat zou hij tot 2003 blijven. Tussendoor<br />

was hij decaan van de faculteit Bouwkunde, en van 1985 tot 2003 was hij<br />

wetenschappelijk directeur van onderzoeksinstituut OTB. Van 2003 tot aan<br />

zijn pensioen in 2007 was Priemus decaan van de faculteit Techniek, Bestuur<br />

en Management. Priemus heeft een ontelbare hoeveelheid nevenfuncties<br />

en publicaties op zijn naam staan. Ook sleepte hij verschillende<br />

onderscheidingen in de wacht. Zo werd hij in 1989 Ridder in de Orde van<br />

de Nederlandse Leeuw en ontving hij in 2008 de gouden medaille van de <strong>TU</strong><br />

<strong>Delft</strong>. In november 2010 kreeg hij de Hudig-penning, die sinds 1935 dertien<br />

keer is toegekend aan mensen die zich op de terreinen van volkshuisvesting<br />

en ruimtelijke ordening verdienstelijk hebben gemaakt.<br />

Interview<br />

nergens meer direct verantwoordelijk voor.<br />

Ik kies wat ik leuk vind, en stel vast dat ik<br />

daarin steeds egoïstischer word. Ik denk niet<br />

al te ver vooruit. Veel is afhankelijk van mijn<br />

gezondheid. En als het sleets wordt, dan zal<br />

de vraag naar mijn inbreng teruglopen. Dat<br />

is me toe nu toe gelukkig niet overkomen.<br />

Ik wil geen herhaling van zetten, maar wil<br />

verschillende gebieden meer met elkaar<br />

verknopen. Bijvoorbeeld: wat betekent<br />

klimaatverandering voor de woningopgave”<br />

Waarom bent u geen architect geworden<br />

“Toen ik in 1960 bouwkunde ging studeren,<br />

werd ik door een enorme twijfel bevangen.<br />

Ik vond het zo willekeurig. Ik dacht: daar<br />

kun je toch niet mee thuis komen, is dit<br />

nu wetenschappelijk onderwijs Maar wat<br />

verderop in het eerste jaar kwam ik een<br />

woningbouwopgave tegen. Het idee was toen:<br />

woningbouw doe je in het eerste jaar, daarna<br />

ben je daar te groot voor. Maar ik vond dat<br />

nou juist interessant. Er was vrij veel bekend<br />

over woonvoorkeuren, over bouwkosten van<br />

woningen en hoe je het huurniveau berekent<br />

en over de inkomens van mensen die er<br />

gaan wonen. Technisch was het ook tamelijk<br />

overzichtelijk; in die tijd was er vooral<br />

systeembouw. Het was een puzzel met allerlei<br />

dilemma’s die je moest oplossen.”<br />

Als u Nederland opnieuw zou kunnen inrichten,<br />

hoe zou het er dan uitzien<br />

“Ik heb geen prentje aan de muur van hoe<br />

Nederland er ideaal uitziet. Het gaat om de<br />

besluitvorming rondom uitdagingen waar je<br />

voor staat. Vroeger polderde men er gewoon<br />

wat land bij als dat nodig was. Inmiddels<br />

weten we dat we daarmee de flora en fauna<br />

schaden. Nederland is eindig. Je kunt<br />

niet alles willen. Voor wat wij als burgers<br />

allemaal uitspoken, hebben we een gebied<br />

nodig van veertien keer Nederland. Voor<br />

mij is het ideale Nederland een land waar<br />

de tering naar de nering wordt gezet. We<br />

kijken niet alleen naar economische groei en<br />

demografische dynamiek, maar ook naar hoe<br />

je dat kunt accommoderen zodat iedereen<br />

zich kan ontplooien.”<br />

Hoe woont u zelf<br />

“Mijn vrouw en ik wonen al meer dan veertig<br />

jaar in een huis uit 1911. Praktische ervaring<br />

op de woningmarkt heb ik dus absoluut niet<br />

en die hoop ik ook niet te krijgen. Wij zijn<br />

buitengewoon tevreden. We zitten vlakbij het<br />

station van Leiden, vlakbij de binnenstad,<br />

het strand en Schiphol. Ik heb geen enkele<br />

behoefte om te veranderen. Dat geldt ook<br />

voor mijn baan. Daarbinnen is genoeg<br />

ruimte om accenten te leggen.”<br />

De zaak<br />

‘Sloop<br />

Zo noemen we dat niet’<br />

Tomas van Dijk<br />

Ingenieurs sleutelen van alles in elkaar. Maar<br />

er zijn er ook die dingen uit elkaar halen en<br />

recyclen. Zoals Derk Jan van Heerden met zijn<br />

bedrijf Aircraft End of Life Solutions.<br />

Tussen een F16 en een helikopter staat in de hangar bij Luchtvaart- en<br />

Ruimtevaarttechniek de cockpit van een vijfendertig jaar oude Fokker<br />

F27.<br />

Twee jaar geleden kocht Van Heerden acht van deze toestellen van de<br />

Duitse maatschappij WDL. Ze stonden te verpieteren op de luchthaven<br />

van Keulen. Hij zaagde ze in stukken en verkocht onderdelen aan<br />

opleidingscentra in heel Europa, waaronder de <strong>TU</strong> <strong>Delft</strong>.<br />

Net als de meeste L&R-studenten begon Van Heerden zijn studie omdat<br />

hij geïnteresseerd was in vliegtuigbouw. Maar tijdens een stage bij KLM<br />

zag hij zich geconfronteerd met een heel ander aspect van de luchtvaart:<br />

vliegtuigwrakken. Voor KLM rekende hij uit dat het winstgevend is om<br />

een gestrande Boeing uit elkaar te halen en onderdelen te hergebruiken.<br />

Van Heerden ontdekte een gat in de markt. Direct na zijn afstuderen<br />

in 2005 richtte hij Aircraft End of Life Solutions op, een bedrijf dat<br />

gespecialiseerd is in de sloop van vliegtuigen.<br />

“Pardon, sloop Zo noemen we dat niet”, zegt Van Heerden, die<br />

inmiddels vijf mensen in dienst heeft en vijfentwintig toestellen onder<br />

handen heeft gehad. “Slopen heeft een negatieve connotatie. Het klinkt<br />

daardoor alsof het heel simpel is wat we doen, maar dat is niet zo. We<br />

doen twee dingen; we de-assembleren en we ontmantelen.”<br />

Zijn bedrijf laat op de plek waar de wrakken staan zware machines<br />

aanrukken om de toestellen mee in stukken te knippen. Onderdelen,<br />

zoals de cockpit, het landingsgestel en motoren gaan soms naar<br />

opleidingscentra. Maar vaak is het lucratiever om metertjes, actuatoren<br />

en andere onderdelen uit het vliegtuig te halen en te verkopen nadat ze<br />

opnieuw zijn gecertificeerd.<br />

“Het hangt maar net af van de eisen die de verkopende of kopende<br />

partij stelt. Sommigen willen juist niet dat we apparatuur van het<br />

toestel op de markt brengen, omdat de onderdelen die zij nog op de<br />

plank hebben liggen dan minder waard worden. Dan moeten we alle<br />

metertjes door midden hakken.”<br />

Wat niet meer voor hergebruik in aanmerking komt, wordt versnipperd.<br />

“Eerst knippen we het toestel met T-rex-achtige machines in grote<br />

stukken. Het achterste deel van het toestel verdween als sneeuw voor<br />

de zon. We hebben de staart versnipperd in stukjes van tien bij tien<br />

centimeter. Daar eindigt ons verwerkingsproces. Het schroot verkopen<br />

we aan metaalsmelterijen die alle metalen van elkaar scheiden.”<br />

Van Heerden heeft een grote uitdaging voor de boeg. Inmiddels is<br />

hij begonnen aan het verwerken van een Boeing 747, het grootste<br />

toestel uit zijn carrière. Daar moet hij groot materiaal voor inhuren.<br />

“We moeten uitkijken dat we het asfalt niet stuktrekken met de zware<br />

knipmachines.”<br />

Desgevraagd<br />

Waar blijven de<br />

kerncentrales<br />

Jos Wassink<br />

‘Van een verwachte nucleaire renaissance komt<br />

weinig terecht, nu bouwplannen voor kerncentrales<br />

massaal worden uitgesteld of geschrapt’,<br />

aldus Technology Review.<br />

Het MIT-technologieblad Technology Review stelt vast dat<br />

de bouw van kernreactors in de Verenigde Staten, maar ook<br />

op veel andere plaatsen, vrijwel tot stilstand is gekomen.<br />

En dat ondanks kredietgaranties van de overheid tot 80<br />

procent van de bouwkosten, politieke steun van president<br />

Obama zelf en voorstanders als Bill Gates en de invloedrijke<br />

milieuactivist Stewart Brand. Overal duiken obstakels,<br />

vertraging, uitstel en problemen op. Behalve in China dan,<br />

want daar zijn maar liefst 24 kerncentrales in aanbouw. Dus<br />

wat is het probleem met het westen In één woord: geld.<br />

Dr. Aad Correlje (Techniek, Bestuur en Management)<br />

legt uit waarom. In de jaren zeventig van de vorige<br />

eeuw toen de huidige reactors werden gebouwd, was de<br />

markteconomie nog niet zo ver ontwikkeld. Toen bepaalden<br />

de energiebedrijven samen met de overheid een acceptabele<br />

stroomprijs die gebaseerd was op terugbetaling van de<br />

bouwkosten over de geschatte levensduur van de centrales.<br />

Plus natuurlijk een winstmarge voor de energiebedrijven.<br />

Het belangrijkste voordeel van deze constructie was dat de<br />

energiebedrijven geen financieel risico liepen.<br />

In de Verenigde Staten werd een soortgelijke constructie<br />

gebruikt onder de naam ‘cost of service regulation’.<br />

Technology Review schrijft dat het systeem alleen nog in<br />

enkele zuidelijke staten in gebruik is, die toevallig de enige<br />

staten zijn waar de industrie nog enige tekenen van leven<br />

vertoont, aldus het MIT-blad.<br />

De andere staten zijn, net als in Europa, overgestapt naar<br />

het veilingmodel voor de energiemarkt. Technology Review<br />

legt uit: ‘Alle producenten krijgen dezelfde prijs voor hun<br />

elektriciteit. Die prijs wordt doorgaans bepaald door de<br />

gasprijs en dat maakt het bouwen van een nieuwe kerncentrale<br />

ondenkbaar.’ Correlje voegt daar aan toe dat de gasprijzen in<br />

de VS relatief hoog waren nadat de nationale gasproductie aan<br />

zijn maximum was gekomen. Maar door de recente winning<br />

van nieuw gas uit leisteenlagen is de productie weer gegroeid<br />

en de gasprijs gedaald. Daardoor zakte ook de stroomprijs en<br />

daarmee het enthousiasme voor kernenergie.<br />

‘Alleen een CO 2<br />

-belasting kan kernenergie nog redden’, stelt<br />

het MIT-blad. ‘Een bedrag van 10 dollar per ton CO 2<br />

kan<br />

al de doorslag geven.’ Analisten hielden rekening met een<br />

prijs van 60 tot 80 dollar per ton, maar dat is er nooit van<br />

gekomen omdat de Amerikaanse klimaatwet, de Climate<br />

Bill, er niet doorgekomen is. “En het is onzeker of die er ooit<br />

komt”, zegt Jay Apt van de Carnegon Melon Universiteit<br />

tegen Technology Review.<br />

Is het in die context denkbaar dat Nederland er één of twee<br />

centrales bij krijgt, zoals het kabinet heeft aangekondigd<br />

Correlje denkt van niet. De kosten en de financiële risico’s<br />

zijn te hoog, en de prijzen voor stroom en emissierechten te<br />

onzeker.<br />

Technology Review, ‘Giant holes in the Ground’,<br />

12 November 2010<br />

12<br />

13


Uitgelicht<br />

Het ‘gouden kalf ’ van prof.dr.ir. Felix Andries Vening<br />

Meinesz (1887 – 1966) heeft een ereplaats gekregen<br />

in de Faculty Room van het Science Centre. Met dit<br />

apparaat, een zwaartekrachtmeter naar eigen ontwerp<br />

en gebouwd door het KNMI, deed de boomlange<br />

Vening Meinesz tussen 1923 en 1929 unieke metingen<br />

aan het zwaartekrachtveld in een krappe onderzeeër in<br />

de Indische Oceaan. Diepe troggen trokken hem het<br />

meest vanwege het samengaan van vulkanisme, dips in<br />

de zwaartekracht en bergachtig terrein. Pas later, in de<br />

jaren vijftig, begreep Vening Meinesz dat de troggen<br />

een bewijs waren voor de beweging van aardschollen.<br />

In 1937 kreeg Vening Meinesz een aanstelling als<br />

hoogleraar geodesie aan de <strong>TU</strong>.<br />

Foto: Sam Rentmeester/FMAX<br />

14<br />

15


Wetenschap<br />

Atlas<br />

van<br />

De<br />

de cel<br />

Tomas van Dijk<br />

cel is een klein universum met eiwitten die samen<br />

macromoleculaire machines vormen. Hoogleraar<br />

nanobiologie Peter Peters wil deze wereld ontsluiten.<br />

Tjak, tjak, tjak… een slinger van flinterdunne schijfjes<br />

diepgevroren kankerweefsel rolt uit een snijmachine.<br />

“Met het diamantmesje in deze machine snijden we<br />

plakjes van veertig nanometer dik”, vertelt prof.dr.<br />

Peter Peters, hoogleraar nanobiologie bij Technische<br />

Natuurwetenschappen en projectleider bij de afdeling<br />

celbiologie van het Nederlands Kankerinstituut – Antoni<br />

van Leeuwenhoekziekenhuis (NKI-AVL).<br />

“Die plakjes bekijken we met een transmissie<br />

elektronenmicroscoop (TEM). We onderzoeken cellen uit<br />

het hele lichaam - borst, eierstok, longen, noem maar op.<br />

En ze komen van over de hele wereld naar ons toe. Maar ik<br />

krijg ze ook van mijn partner, die hier hoofd pathologie is.”<br />

“Hier in deze ruimte brengen we de kankercellen in kweek<br />

‘De werking van een eiwit hangt<br />

vooral af van zijn 3D-vorm’<br />

bij 37 graden Celsius. We voegen humaan serum toe met<br />

groeifactoren en voedingsstoffen. Het is niet eenvoudig om<br />

primaire kankercellen aan de praat te krijgen.”<br />

Plotseling wordt Peters’ rondleiding bij het NKI-AVL<br />

heftig verstoord. Een medewerker loopt door de afdeling<br />

terwijl hij hard op een pan slaat. Kadeng, klinkt het door<br />

de hele gang. De onderzoekers die kankercellen kweken<br />

of in plakjes hakken, leggen even hun werk neer. Iedereen<br />

wordt verzocht om naar de koffiehoek te komen voor een<br />

toast op een publicatie in het wetenschapstijdschrift Cell.<br />

Stroomversnelling<br />

Het geluid komt Peters bekend voor. Zijn negen man<br />

sterke wetenschapsteam heeft de afgelopen jaren<br />

al drie maal gepubliceerd in de gerenommeerde<br />

wetenschapsbladen Nature en Cell. De publicaties gaan<br />

over het driedimensionaal in beeld brengen van eiwitten in<br />

cellen en celorganellen.<br />

“De werking van een eiwit hangt vooral af van zijn<br />

3D-vorm, net zoals een tandwiel in een motor”, zegt Peters<br />

onder het genot van een glaasje champagne. “Door die<br />

vormen te onderzoeken hopen we het ontstaan van allerlei<br />

vormen van kanker en infectieziektes zoals tuberculose<br />

beter te kunnen begrijpen.”<br />

Door sterk verbeterde beeldverwerkingstechnieken en<br />

betere elektronenmicroscopen is het onderzoek naar<br />

de visualisatie van eiwitten de afgelopen jaren in een<br />

stroomversnelling gekomen. Het aantal publicaties groeit<br />

exponentieel.<br />

“Het idee dat de cel simpelweg een zakje protoplasma is<br />

met een celkern en organellen (organen van een cel, red.)<br />

erin heeft plaatsgemaakt voor een heel nieuwe visie. We<br />

zien een cel nu als een klein universum waarin eiwitten<br />

samenwerken en samen honderden macromoleculaire<br />

machines vormen, die elk een heel specialistische taak<br />

hebben.”<br />

Om mee te kunnen blijven doen in deze booming wereld<br />

van de nanoscopie heeft Nederland volgens Peters een<br />

nieuw onderzoeksinstituut nodig met drie geavanceerde<br />

transmissie elektronenmicroscopen. Met dat doel richtte<br />

hij met collega’s het Netherlands Centre for Electron<br />

Nanoscopy (NeCEN) op, een samenwerkingsverband<br />

tussen tien universiteiten en onderzoeksinstituten<br />

waaronder behalve het NKI-AVL ook het Leids<br />

Universitair Medisch Centrum, het Erasmus MC en de<br />

universiteiten van <strong>Delft</strong>, Leiden en Utrecht.<br />

NeCEN moet een onafhankelijk instituut worden dat<br />

open staat voor alle deelnemende partijen, maar ook<br />

voor biotechnologiebedrijven die microscopietijd willen<br />

inhuren.<br />

In juni vorig jaar kreeg het instituut in oprichting te horen<br />

dat het een overheidssubsidie zou krijgen van 38 miljoen<br />

euro. Maar het politieke klimaat is veranderd. “Ik houd<br />

mijn hart vast”, zegt Peters. “Maar ik heb er toch wel<br />

vertrouwen in dat het onderzoeksinstituut er gaat komen.”<br />

De publicatie in Cell is flinke steun in de rug, denkt hij.<br />

“Zulke publicaties zijn miljoenen waard.”<br />

Van het totaalbedrag heeft NeCEN de afgelopen zomer de<br />

eerste twaalf miljoen euro al ontvangen. De eerste twee<br />

microscopen zijn aangeschaft en worden binnenkort in<br />

elkaar gezet in een tijdelijk onderkomen bij het Gorlaeus<br />

Bij het bekijken van eiwitten is het nu schipperen tussen scherpte en contrast. Peters: “Eiwitten zijn zo klein, dat als we erop scherpstellen we niets zien.”<br />

Laboratory van de Universiteit Leiden. Op dat terrein<br />

moet binnen enkele jaren ook het definitieve gebouw van<br />

NeCEN verrijzen.<br />

Nano-atoombommen<br />

Met zijn stalen panelen die meters boven je hoofd<br />

uitsteken, is de elektronenmicroscoop Titan een ware<br />

kolos. Het anderhalve meter wijde en vier meter hoge<br />

apparaat, dat in het Van Leeuwenhoek laboratorium<br />

(laboratorium van de <strong>TU</strong> <strong>Delft</strong> en TNO) staat, is in<br />

staat om details waar te nemen op atomaire schaal.<br />

NeCEN krijgt straks drie van dergelijke transmissie<br />

elektronenmicroscopen tot zijn beschikking.<br />

Bij transmissie elektronenmicroscopie beschieten<br />

onderzoekers preparaten met elektronen. Nadat deze<br />

deeltjes door het preparaat heen zijn gegaan, reconstrueren<br />

zij het beeld aan de hand van de verstrooiing en door na te<br />

gaan hoeveel elektronen zijn geabsorbeerd.<br />

Het lastige aan de techniek is dat je de biologische<br />

monsters maar met heel weinig elektronen mag<br />

beschieten, anders verandert alles in een vormloze brij.<br />

“Die elektronen zijn net nano-atoombommen”, zegt<br />

Peters. “Je mag maximaal tachtig elektronen per vierkante<br />

ångström gebruiken (een ångström is 0,1 nanometer, red.).”<br />

Bijkomend probleem is dat de elektronen tot voor kort niet<br />

direct gedetecteerd konden worden. De ‘nanobommetjes’<br />

komen, nadat ze door het monster zijn gegaan, terecht<br />

op een schermpje dat gevoelig is voor elektronen en dat<br />

telkens als het een elektron detecteert een lichtsignaaltje<br />

afgeeft. Een charge-coupled device (ccd) - chip vertaalt die<br />

elektromagnetische straling uiteindelijk naar een digitaal<br />

plaatje. “Door deze omzetting van elektronen naar licht<br />

verlies je veel detail”, zegt Peters.<br />

<strong>Delft</strong>se onderzoekers van de sectie hoge resolutie<br />

elektronenmicroscopie, onder leiding van prof.dr.ir<br />

Henny Zandbergen (Technische Natuurwetenschappen),<br />

werken aan een verbetering. Ze gebruiken daarvoor de<br />

Titan in het Van Leeuwenhoeklaboratorium. Samen<br />

met microscopenfabrikant FEI hebben ze een sensor<br />

ontwikkeld waarbij de ccd-detector direct gekoppeld is aan<br />

een lichtgevende laag. “Hierdoor gaat er vier keer minder<br />

‘Zulke publicaties zijn<br />

miljoenen waard’<br />

informatie verloren”, zegt Peters. Beide groepen maken<br />

deel uit van NeCEN.<br />

Deze onderzoekspartners zullen ook betere lenzen<br />

ontwikkelen. Bij het bekijken van eiwitten is het nu<br />

schipperen tussen scherpte en contrast. Peters: “Eiwitten<br />

zijn zo klein dat als we erop scherpstellen, we niets zien.”<br />

Dat komt door de diffractie van de elektronen op het<br />

moment dat ze door een lens gaan. Dat levert een kleine<br />

lensfout op.<br />

><br />

Foto’s: Sam Rentmeester/FMAX<br />

16 17


Wetenschap<br />

Illustratie: Peter Peters<br />

Peters: “Het is niet<br />

eenvoudig om primaire<br />

kankercellen aan de<br />

praat te krijgen.”<br />

In de lichtmicroscopie, waar iets vergelijkbaars gebeurt,<br />

is het probleem opgelost door twee lenzen te combineren<br />

die elk tegenovergestelde afwijkingen creëren. Die twee<br />

zogenaamde aberraties heffen elkaar op. “Binnen de<br />

microscopiewereld is nu een wedloop gaande om ook<br />

een goede oplossing te vinden voor de TEM”, zegt de<br />

celonderzoeker.<br />

Vage kraaltjes<br />

De eerste van de drie microscopen wil Peters gebruiken<br />

om een techniek toe te passen die Single Particle Analysis<br />

(SPA) heet. Bij deze techniek fotograferen de onderzoekers<br />

een bepaald type eiwit duizenden malen met de TEM.<br />

Wat je dan ziet is een enorme hoeveelheid vage kraaltjes<br />

in twee dimensies. Meer niet. Maar de eiwitten liggen op<br />

willekeurige wijze verspreid over het preparaat en worden<br />

elk dus onder een net iets andere hoek afgebeeld. Een<br />

computer destilleert uit die enorme berg wazige beelden<br />

de driedimensionale structuur.<br />

Met deze techniek heeft Peters baanbrekend onderzoek<br />

verricht naar tuberculose. Dat onderzoek wil hij met<br />

NeCEN voortzetten.<br />

In een PowerPointpresentatie toont hij beelden die hij<br />

heeft gemaakt met SPA van een eiwit uit het celmembraan<br />

van tubercles bacillus, de bacterie die tuberculose<br />

veroorzaakt. 250 Duizend maal moest hij het eiwit<br />

fotograferen. Hij gebruikte daarvoor de TEM van de<br />

Rijksuniversiteit Groningen.<br />

Het eiwit heet EspB en is een tien nanometer groot<br />

radertje in een groot pompsysteem in het celmembraan.<br />

Het heeft wat weg van twee plastic vergieten die met de<br />

open kanten tegen elkaar aan liggen. Langs de zijkanten<br />

heeft het eiwit dunne langwerpige openingen en aan de<br />

boven- en onderkant piepkleine gaatjes.<br />

Enkele jaren geleden ontdekten Peters en zijn collega’s<br />

dat de overlevingskunsten van tubercles bacillus mogelijk<br />

samenhangen met EspB.<br />

Peters vermoedt dat de ziekteverwekker via de kleine<br />

gaatjes in EspB bepaalde stoffen uitscheidt waarmee hij het<br />

afweersysteem van zijn gastheer ondermijnt. Cellen gaan<br />

bacteriën te lijf door ze met een membraan te omsluiten,<br />

te isoleren en te vernietigen. Men dacht altijd dat tubercles<br />

bacillus zo is geëvolueerd dat het binnen deze inkapseling<br />

De tuberculose veroorzakende<br />

bacterie tubercles bacillus heeft zijn<br />

virulentie misschien wel te danken<br />

aan dit kleine eiwitje dat onderdeel<br />

uitmaakt van een pompsysteem in het<br />

membraan van het micro-organisme.<br />

Peters reconstrueerde de structuur<br />

van het deeltje met een techniek die<br />

single particle analysis heet.<br />

kan overleven. Maar de onderzoekers publiceerde in<br />

2007 in Cell dat de bacterie uit dit ‘gevangenisje’ weet te<br />

ontsnappen door bepaalde stoffen uit te scheiden die de<br />

inkapseling doet oplossen.<br />

Peters’ vermoeden dat EspB bij de ontsnapping is<br />

betrokken, is gestoeld op een genetisch experiment. De<br />

onderzoeker bouwde de genen die voor het pompsysteem<br />

coderen in bij een verzwakte, bij runderen voorkomende<br />

tuberculosebacterie; mycobacterium bovis. Deze bacil is<br />

honderd jaar geleden geïsoleerd uit koeien en sindsdien in<br />

kweek gehouden.<br />

Door de jaren heen is de bacterie primitiever<br />

geworden. Hij heeft allerlei genen die hij onder<br />

kweekomstandigheden niet nodig had uit zijn genoom<br />

gegooid, waaronder veertien genen die samen coderen<br />

voor de membraanpomp.<br />

De verzwakte tuberculosebacterie, ook wel bekend als<br />

bacillus calmette-guérin (BCG), wordt sinds halverwege<br />

vorige eeuw als vaccin bij mensen gebruikt. Hij heeft zijn<br />

vermogen om uit een fagocyt te ontsnappen verloren.<br />

Maar de genetisch gemodificeerde variant van Peters<br />

bleek wel uit te kunnen breken, wat erop wijst dat het<br />

pompsysteem een cruciale rol speelt.<br />

Misschien is het mogelijk om het tuberculosevaccin om te<br />

bouwen tot vaccin tegen allerlei andere ziekteverwekkers,<br />

waaronder de Hepatitis B en C virussen en het humaan<br />

papillomavirus dat lever- en baarmoederhalskanker<br />

veroorzaakt. Ook die micro-organismen produceren<br />

eiwitten waarmee ze het afweersysteem van hun gastheer<br />

ontduiken. Als je de genen die daarvoor coderen inbouwt<br />

in het genoom van Bacillus Calmette-Guérin, gaat deze<br />

bacterie die eiwitten ook produceren en wellicht ook door<br />

middel van EspB naar buiten brengen, zo redeneert Peters.<br />

Celstructuren behouden<br />

Maar voordat het zover is, is er meer inzicht nodig in het<br />

functioneren van de pomp. Daarvoor is het van belang om<br />

te zien op welke plekken in de cel deze zich bevindt.<br />

Dat kan door middel van cryo-Electron Tomography.<br />

Ziehier de tweede belangrijke TEM-techniek waarmee het<br />

NeCEN de komende jaren aan de gang wil gaan.<br />

Bij cryo-Electron Tomography wordt een stukje cel onder<br />

verschillende hoeken gefotografeerd door het preparaat<br />

telkens een klein stukje te draaien in de TEM. Aan de hand<br />

van die foto’s wordt een 3D-beeld geconstrueerd.<br />

De cellen worden gefixeerd door ze in een fractie van een<br />

seconde tot -186 graden Celsius in te vriezen met vloeibaar<br />

stikstof.<br />

De cellen moeten zo snel ingevroren worden om de<br />

celstructuren te behouden. Gebeurt dit niet, dan zouden er<br />

allerlei structuren in de cel verloren gaan op het moment<br />

dat de cel doodgaat, hetgeen in de TEM onherroepelijk<br />

gebeurt.<br />

Om te voorkomen dat het vloeistof in de cellen<br />

kristalliseert, waardoor er ook van alles in de cel stuk zou<br />

gaan, kweken de onderzoekers de cellen in een medium<br />

met cryoprotectant.<br />

Het lukt de onderzoekers echter alleen om bacteriën en<br />

gisten in dit middel te kweken en geen dierlijke cellen.<br />

Het idee is nu om menselijke cellen heel dun te maken<br />

zodat ze nog sneller in te vriezen zijn en daardoor<br />

niet kristalliseren. Speciaal daarvoor heeft Peters twee<br />

piepkleine kamertjes gemaakt in een stukje doorzichtig<br />

plastic. Tussen de twee compartimentjes zit een spleetje<br />

‘Die elektronen zijn net<br />

nano-atoombommen’<br />

van 200 nanometer hoog en 25 micrometer wijd waar de<br />

cel zich doorheen moet wurmen.<br />

“Sommige cellen kunnen dat”, zegt Peters. “Witte<br />

bloedcellen zijn daar bijvoorbeeld toe in staat. Zij moeten<br />

buiten bloedvaten kunnen treden en zich daarvoor heel<br />

dun maken. Ik heb daar eens een foto van gemaakt. Het is<br />

net alsof een mens daar onder die deurspleet zou kruipen.”<br />

Zo’n witte bloedcel wordt aangetrokken door bepaalde<br />

eiwitten in het tegenoverliggende compartiment;<br />

zogenaamde chemo atractants, die onder natuurlijke<br />

omstandigheden aan de witte bloedcel kenbaar maken<br />

dat er een infectie is. Als de cel halverwege is wordt hij<br />

ingevroren.<br />

“Het zou moeten werken”, zegt Peters terwijl hij door een<br />

nanokamer heen staart die hij tussen duim en wijsvinger<br />

houdt. “We moeten hem alleen nog wel beter uitslijpen<br />

zodat de elektronenmicroscoop hem van alle kanten goed<br />

kan doorlichten.”<br />

Met cryo-Electron Tomography halen de wetenschappers<br />

een resolutie van een paar nanometers. Dat is een factor<br />

tien minder dan met Single Particle Analysis. Eiwitten<br />

zijn op de foto’s dan ook niet te zien. Met het blote oog<br />

althans niet. Met een computerprogramma is het wel<br />

mogelijk om sporen van eiwitten te herkennen. Deze<br />

structuurtjes worden vergeleken met de vorm die het eiwit<br />

volgens de Single Particle Analysis zou hebben. Peters:<br />

“Door middel van deze zogenaamde template matching<br />

(sjabloonherkenning, red.) creëren we soort atlas van<br />

de cel waarin alle onderdelen duidelijk 3D in beeld zijn<br />

gebracht.”<br />

18 19


De <strong>Delft</strong>se School<br />

Weten waar topkwaliteit zit<br />

Logisch kunnen nadenken<br />

Saskia Bonger<br />

Universitair<br />

hoofddocent Homayoun<br />

Nikookar werd eind<br />

2010 uitgeroepen tot<br />

de eerste ‘promotor<br />

van het jaar’. Zijn<br />

promovendus Madan<br />

Kumar Lakshmanan<br />

had hem genomineerd.<br />

In zijn voordracht<br />

noemde hij Nikookar<br />

een geduldig luisteraar,<br />

een empathisch gids,<br />

een inspirerend mentor<br />

en een sympathiek<br />

vaderfiguur.<br />

Wat maakt een promotor een goede promotor<br />

“Masterstudenten en promovendi zijn helemaal anders.<br />

De begeleiding vereist andere specialiteiten. Een<br />

masterstudent heeft vakken, keuzevakken en een scriptie.<br />

Een promovendus heeft eigenlijk geen vakken. Hij heeft<br />

veel meer vrijheid en moet zijn onderzoek zelf uitvoeren.<br />

Een goede promotor moet dat onderzoek aandrijven.<br />

De promovendus draagt de verantwoordelijkheid, de<br />

promotor geeft richting.”<br />

Hoe geeft u richting<br />

“Een promotor moet zijn promovendus monitoren en<br />

feedback geven. Het hangt van de promovendus af hoe<br />

vaak dat nodig is. Maar hij moet weten waar hij staat in<br />

zijn onderzoekstraject. Gaat het niet goed, dat laat de<br />

promotor dat op tijd weten. Hij geeft dan een signaal, zegt<br />

‘ga dieper’, of ‘ga verder’. Nog belangrijker is het om een<br />

promovendus te introduceren bij de goede conferenties en<br />

de goede tijdschriften, want hij kan in het begin nog niet<br />

weten welke goed zijn en welke niet. Er zijn er zoveel en<br />

op het eerste gezicht is er geen onderscheid. De promotor<br />

weet waar de topkwaliteit zit.”<br />

Wat voor promovendus is Lakshmanan<br />

“Hij heeft talent, levert goede prestaties. Hij werkt hard, is<br />

intelligent, aardig, vriendelijk en open. We hebben goede<br />

discussies met elkaar. Een goede promovendus neemt<br />

initiatief, is enthousiast en denkt verder. Komt hij of zij het<br />

eerste jaar goed door, dan haalt diegene de eindstreep wel.”<br />

Kritiek van promovendi is vaak dat hun begeleiders ze<br />

teveel laten zwemmen.<br />

“Vooral in het eerste jaar is het belangrijk veel begeleiding<br />

te geven. Daarna wordt het geleidelijk minder. Maar ook<br />

dan moet een promotor altijd tijd vrij maken, hij moet<br />

openstaan voor zijn promovendi. Het moet altijd mogelijk<br />

zijn de voortgang te bespreken. Dat maakt het soms een<br />

hele klus. Ik ben ook thuis en in het weekend met mijn<br />

promovendi bezig. Dit is het geheim: je moet het leuk<br />

vinden om te doen. Ik vind het interessant om met mijn<br />

promovendi te discussiëren over hun nieuwe ideeën. Daar<br />

komt voor mezelf soms ook wat uit.”<br />

Uw afdeling herbergt vele culturen. Hoe gaat u daarmee om<br />

“De mensen komen overal vandaan. Uit Italië of Frankrijk,<br />

maar ook uit China, Indonesië, India, Oostenrijk, Rusland,<br />

en Oekraïne. Dat levert een enorme mix of talents op.<br />

Chinezen zijn bijvoorbeeld heel theoretisch, terwijl<br />

Oostenrijkers een probleem veel technischer benaderen.<br />

Samen doen we ook veel leuke dingen. We gaan<br />

bijvoorbeeld zeilen of samen eten. Dan gaat het vaak over<br />

culturele verschillen en overeenkomsten.”<br />

Hoe kwam u op het idee om Homayoun Nikookar te<br />

nomineren voor de titel ‘promotor van het jaar’<br />

“Toen ik de oproep zag, heb ik me afgevraagd wat ik in<br />

het dankwoord van mijn proefschrift zou schrijven. Dat is<br />

heel positief. De <strong>TU</strong> <strong>Delft</strong> is een internationale instelling.<br />

Als je van ver komt, is het fijn als je iemand hebt met wie<br />

je over je zorgen kunt praten en die je tot steun is. Zo<br />

iemand is Nikookar voor mij. Maar niet alleen hij.<br />

De afdeling telecommunicatie is heel warm, het is een<br />

soort familie.”<br />

Wat wilt u met uw onderzoek bereiken<br />

“Ik hoop een bijdrage te leveren aan hoger ontwikkelde<br />

wiskundige principes voor telecommunicatie. Neem de<br />

mobiele telefoon. Die krijgt met bijvoorbeeld video en<br />

internet steeds meer functies. We zullen steeds meer in die<br />

kleine apparaatjes willen stoppen. Maar de huidige wiskundige<br />

principes hebben hun grenzen. Mijn doel is om mijn werk zo<br />

achter te laten dat iemand anders er verder mee kan.”<br />

Wist u al vanaf het begin waar u heen wilde met uw<br />

onderzoek<br />

“Al sinds mijn master ben ik bezig met de wiskundige<br />

principes van draadloze telecommunicatie. Toen ik aan<br />

mijn promotieonderzoek begon, kende ik het veld dus<br />

al. Maar het lukte me pas in het tweede jaar om mijn<br />

onderzoek te begrenzen en echt te focussen. In het eerste<br />

jaar ben ik enthousiast in allerlei publicaties gedoken, maar<br />

later merkte ik dat ik het rustiger aan moest doen. Niet<br />

alleen Nikookar houdt me scherp, ook de masterstudenten<br />

die aan mijn onderzoek meewerken doen dat. Zij stellen<br />

vragen die mij laten herevalueren waar ik mee bezig ben.”<br />

Wat leert u van Nikookar<br />

“Hij heeft mij geleerd geduldig te blijven. Soms werk<br />

je maandenlang aan iets heel kleins dat maar een klein<br />

onderdeeltje van je proefschrift zal worden. Dan moet je<br />

niet gefrustreerd raken.”<br />

Hoe vaak overleggen jullie<br />

“Zijn deur staat altijd open. Daarbij komt dat hij vindt dat<br />

we regelmatig moeten publiceren. Zo moet je telkens weer<br />

duidelijk verwoorden waar je mee bezig bent. Nikookar<br />

leert me tijdens het schrijven rekening houden met wat<br />

anderen kunnen begrijpen vanuit hun achtergrond.<br />

Daarvoor moet je logisch kunnen nadenken.”<br />

Wat is het belang van Nikookars werk<br />

“Als het gaat om de wiskundige principes die ten grondslag<br />

liggen aan draadloze telecommunicatie zijn er vele experts.<br />

Nikookar is de autoriteit in het vertalen van die principes<br />

naar de praktijk.”<br />

Foto’s: Sam Rentmeester/FMAX<br />

Dr. Homayoun Nikookar kwam na zijn studie aan de Sharif University<br />

of Technology in het Iraanse Teheran naar de <strong>TU</strong> <strong>Delft</strong> voor zijn<br />

promotie. Na zijn promoveren in 1995 ging hij verder als postdoc bij<br />

het International Research Centre for Telecommunications and Radar<br />

(IRCTR) van de faculteit Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica<br />

(EWI). Sinds 1999 werkt hij voor de EWI-afdeling telecommunicatie.<br />

Daar is hij nu universitair hoofddocent. Hij geeft twee vakken:<br />

propagation of radiowaves en advanced topics in wireless digital<br />

communications. Binnen het IRCTR is Nikookar leider van het Radio<br />

Advanced Technology and Systems (RATS) programma en actief op het<br />

gebied van draadloze radiotransmissie. Nikookar heeft meer dan honderd<br />

publicaties op zijn naam staan en organiseerde tal van internationale<br />

conferenties.<br />

Madan Kumar Lakshmanan (1979) voltooide<br />

in 2000 cum laude zijn bacheloropleiding<br />

electrical engineering aan de University of<br />

Madras in India. Daarna heeft hij drie jaar<br />

gewerkt als programmeur voor internationale<br />

bedrijven, die hun werk in India uitbesteden. In<br />

2003 maakte Lakshmanan de overstap naar het<br />

Indian Institute of Technology in Madras. Daar<br />

leidde hij een team jonge onderzoekers dat een<br />

draadloos communicatienetwerk ontwierp door<br />

landbouwgebieden. Lakshmanan wilde liever in<br />

India blijven, maar liep naar eigen zeggen tegen<br />

zijn beperkingen aan. Een buitenlandse studie<br />

bleek de logische vervolgstap. In 2004 kon hij<br />

met een Shell-beurs naar de <strong>TU</strong> <strong>Delft</strong> om de<br />

master telecommunications te volgen. Twee<br />

jaar later studeerde hij cum laude af en begon<br />

hij zijn promotieonderzoek.<br />

20 21


Persoonlijk<br />

Na <strong>Delft</strong><br />

De visie<br />

Dr. Ir. Maaike Kroon (29) is per 1 maart<br />

benoemd tot hoogleraar scheikundige<br />

technologie aan de <strong>TU</strong> Eindhoven.<br />

Daarmee verliest de <strong>TU</strong> <strong>Delft</strong> een groot<br />

onderzoekstalent.<br />

Kroon vertrekt met pijn in het hart - “Ik heb<br />

hier alles geleerd” – maar kon de kans om in<br />

Eindhoven een eigen onderzoeksgroep op te<br />

zetten niet laten passeren. Haar benoeming is<br />

bijzonder, omdat Kroon met haar 29 jaar de<br />

jongste hoogleraar van Nederland is.<br />

Cabaretduo Maartje & Kine werd net geen<br />

winnaar van het Gronings Studenten Cabaret<br />

Festival. In de finale legden Kine Handlykken<br />

(zesdejaars <strong>Industrieel</strong> <strong>Ontwerpen</strong>) en<br />

conservatoriumstudente Maartje de Boer het<br />

af tegen de Amsterdamse Dara Faizi. Hun<br />

cabaretavontuur is daarmee niet ten einde.<br />

Op 1 februari startten ze met opnamen voor<br />

HumorTV van de Vara.<br />

Drie <strong>Delft</strong>se wetenschappers ontvingen op<br />

1 februari een vici-beurs van anderhalf<br />

miljoen euro. Prof.dr. Paul Hekkert<br />

(<strong>Industrieel</strong> <strong>Ontwerpen</strong>) gaat onderzoeken<br />

waarom men iets mooi vindt. Volgens hem<br />

zijn er twee krachten die ons handelen<br />

bepalen; enerzijds de behoefte aan veiligheid<br />

en geborgenheid en anderzijds een drang naar<br />

verandering. “Mijn theorie is dat er een netto<br />

balans is in die tegenstrijdigheden die ook<br />

bepaalt of we iets mooi vinden.” Filosoof<br />

dr.ir. Ibo van de Poel zal onderzoek doen<br />

naar de maatschappelijke voordelen en<br />

gevaren van nieuwe wetenschappelijke<br />

ontwikkelingen. Hij vat techniekontwikkeling<br />

op als een vorm van maatschappelijk<br />

experimenteren en wil nagaan onder welke<br />

voorwaarden zulke experimenten toelaatbaar<br />

zijn.<br />

De derde subsidie gaat naar dr. Erik<br />

Bakkers, universitair hoofddocent aan de<br />

<strong>TU</strong> Eindhoven en deeltijdhoogleraar aan<br />

de <strong>TU</strong> <strong>Delft</strong> bij de sectie quantum transport<br />

(TNW). Bakkers maakt halfgeleidende<br />

nanodraden door middel van een chemisch<br />

opdampproces.<br />

Ir. Karin Laglas (1959) is per 1 januari<br />

2011 decaan van de faculteit Bouwkunde.<br />

Ze volgt Wytze Patijn op, die inmiddels is<br />

benoemd tot ‘supervisor <strong>TU</strong>-campus’ en<br />

stadsbouwmeester van <strong>Delft</strong>. Laglas is de<br />

eerste vrouwelijke decaan bij de <strong>TU</strong> <strong>Delft</strong>.<br />

Ze studeerde civiele techniek aan de <strong>TU</strong>,<br />

maar bij haar keuze twijfelde ze sterk tussen<br />

civiel en bouwkunde. Haar voorkeur voor<br />

cijfers en twijfel of ze de kunstzinnige kant<br />

van het ontwerpen in zich zou hebben, gaven<br />

uiteindelijk de doorslag. Na haar studie<br />

kwam ze geleidelijk toch weer dichter bij de<br />

Onderwijstechnoloog prof.dr. Sugata Mitra<br />

van de universiteit van Newcastle ontving op<br />

vrijdag 7 januari het predicaat doctor honoris<br />

causa. Dat gebeurde tijdens de viering van de<br />

169ste Dies Natalis op voordracht van prof.dr.<br />

Wim Veen van de faculteit Techniek, Bestuur<br />

en Management. Mitra bracht 300 duizend<br />

kansarme kinderen in India in aanraking met<br />

computers, waardoor ze in een mum van tijd<br />

computervaardig werden.<br />

Dr.ir. Akke Suiker van de faculteit<br />

Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek is eind<br />

november uitgeroepen tot ‘Beste docent<br />

van de <strong>TU</strong> <strong>Delft</strong>’. Zijn recept: hij kleedt de<br />

lesstof uit tot de essentie, grijpt terug op<br />

aansprekende praktijkvoorbeelden en geeft<br />

zijn studenten regelmatig levenslessen mee.<br />

Suiker kreeg zevenduizend euro, waarvan<br />

vijfduizend bedoeld is voor verbetering van<br />

het onderwijs.<br />

<strong>TU</strong>-promovendus ir. Jasper van Kuijk<br />

(<strong>Industrieel</strong> <strong>Ontwerpen</strong>) won eind november<br />

het Cameretten cabaretfestival. Hij sleepte<br />

zowel de publieks- als de juryprijs in de wacht.<br />

Het programma ‘t Kan nie op’ waarmee Van<br />

Kuijk zijn prijzen won, is volgens de jury ‘een<br />

spannend en geloofwaardig pleidooi tegen<br />

versimpeling en animatie’.<br />

Dr.ir. Rob Fastenau is sinds 1 januari<br />

de nieuwe decaan van de faculteit<br />

Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica<br />

(EWI). Fastenau studeerde natuurkunde<br />

aan de <strong>TU</strong> <strong>Delft</strong> en promoveerde ook hier.<br />

Hij was de afgelopen tien jaar directielid<br />

bij het Amerikaanse FEI Company.<br />

Fastenau was onder meer betrokken bij het<br />

Netherlands Centre for Nanoscopy (NeCEN),<br />

het High Tech Systems, de strategische<br />

innovatieprogramma’s Point-One en van het<br />

Center for Translational Molecular Medicine.<br />

architectuur te staan. Laglas was onder meer<br />

directielid van projectontwikkelaar MAB,<br />

vastgoedbelegger Rodamco Europe en OVG<br />

projectontwikkeling. Afgelopen jaar was ze<br />

onder meer interim directeur van de Bond<br />

van Nederlandse Architekten en bestuurslid<br />

van het Forum voor Stedelijke Vernieuwing.<br />

Dat Laglas de eerste vrouwelijke decaan<br />

aan de <strong>TU</strong> <strong>Delft</strong> is, vindt ze ‘prima’. Ze heeft<br />

echter het gevoel dat ze vooral is gekozen<br />

vanwege haar kennis en kunde en haar match<br />

met het profiel waaraan de nieuwe decaan<br />

moest voldoen.<br />

Herboren<br />

Michiel Cramwinckel (49) bestiert met<br />

een collega in Den Haag een kantoor voor<br />

internationaal octrooibureau Haseltine Lake.<br />

Erik Huisman<br />

In 2009 kondigde Shell aan Cramwinckels afdeling met twintig procent<br />

in te krimpen. Hij werkte er toen dertien jaar als octrooigemachtigde.<br />

“Ik hoefde niet weg”, benadrukt Cramwinckel, maar het zat hem niet<br />

lekker. ‘Ik vond ons werk van strategisch belang voor een technisch<br />

bedrijf als Shell’ , meldde hij in maart in het Financieele Dagblad. ‘Maar<br />

Shell zag dat blijkbaar anders.’<br />

“Ik heb zelf gezegd weg te willen. Ik zat gevangen in mijn beroepskeuze.<br />

Je studeert vier jaar en werkt vervolgens bijna twintig jaar als<br />

octrooigemachtigde, waardoor je je voor andere functies eigenlijk uit<br />

de markt prijst.”<br />

Het werd Haseltine Lake. Heel anders dan de loopbaan die lonkte toen<br />

Cramwinckel in 1987 afstudeerde als chemisch technoloog. “Ik begon<br />

aan de <strong>TU</strong> <strong>Delft</strong> bij IO, vanwege mijn mix van creativiteit en hoge<br />

examencijfers voor bètavakken, maar miste de exacte uitdaging. Toen<br />

heb ik gekozen voor exact als studie en het creatieve in de vrije tijd”,<br />

vertelt hij, wijzend op schilderwerk aan de kantoormuren.<br />

Hij begon als ingenieur bij DSM en belandde na twee jaar in de<br />

octrooien. Eerst zes jaar bij DSM, daarna bij Shell. Octrooien zijn<br />

Cramwinckels passie, mede omdat het creativiteit eist. “Bij Shell<br />

ging het vaak om grote projecten zoals gas-to-liquids-technologie.<br />

Concurrenten hadden daarin ook sterke octrooiposities en ik was<br />

bezig de positie van Shell te verstevigen, onder meer door octrooien<br />

van anderen te opponeren bij het Europees Octrooibureau. Nu heb<br />

ik te maken met meer uiteenlopende technologieën, van zonnecellen<br />

tot brandblusmiddelen. Bij octrooien moet je op het snijvlak van<br />

techniek en recht puzzelen om te komen tot een claim. Die wil je in<br />

de octrooiaanvraag zo in woorden vangen dat een slimme concurrent<br />

de vinding niet kan gebruiken. Het gaat ook altijd over nieuwe,<br />

innoverende onderwerpen en je werkt met enthousiaste mensen.”<br />

Toch is het voor Cramwinckel bij Haseltine Lake geen business as usual.<br />

“Ik werd verantwoordelijk voor een eigen toko. Geen opdrachten,<br />

geen inkomen. Je moet klanten zoeken, maar met octrooien ben<br />

je lang niet zo zichtbaar als een bakker. Maar ik voelde me ook als<br />

herboren. Onderaan, klein beginnen met een kantoor.” Daar blijft<br />

het wat Cramwinckel betreft niet bij. “We willen partner worden van<br />

Haseltine Lake en dit kantoor groot maken. En dan op mijn zestigste<br />

met pensioen.”<br />

Foto: Sam Rentmeester/FMAX<br />

Foto: Sam Rentmeester/FMAX<br />

Fileleed in 2030<br />

Door vroege sneeuw werd afgelopen winter het<br />

Nederlands filerecord (975 kilometer in 1999) bijna<br />

geëvenaard. Staan we in 2030 nog steeds in de file<br />

Hoogleraar transport en logistiek prof.dr. Bert van<br />

Wee (Techniek, Bestuur en Management) denkt van<br />

wel. Al kan het volgens hem een stuk minder worden.<br />

Jos Wassink<br />

“Als de economie blijft groeien en er gebeuren geen extreme<br />

dingen, zoals het opraken van olie of vergaande vormen van<br />

klimaatbeleid, dan mogen we verwachten dat het autobezit en<br />

het autogebruik in Nederland zeker nog zal groeien met enkele<br />

tientallen procenten. De fileproblematiek groeit met nog meer<br />

dan dat omdat files een topje van de ijsberg zijn; als er 1 procent<br />

meer auto’s bijkomen op een drukke weg, zorgt dat voor 2 tot 5<br />

procent meer files.<br />

Wat kunnen we er aan doen Er is geen enkele afzonderlijke<br />

maatregel die meer helpt dan een kilometerheffing die flink<br />

varieert naar plaats en tijd. In zeker zin het plan Eurlings dus. Uit<br />

berekeningen blijkt dat daarmee de helft van de files valt weg te<br />

nemen. Ik acht de kans niet groot dat we zo’n regeling hebben tegen<br />

2030, al was het maar omdat we al twintig jaar lang praten over<br />

andere vormen van beprijzing en al die plannen zijn gesneuveld. Ik<br />

denk dat de kans het grootst is dat er een kilometerheffing komt als<br />

andere landen, liefst buurlanden, het wel doen, en het blijkt goed te<br />

werken. Dan zal Nederland wel meegaan. Wij hebben de reputatie<br />

dat we goed zijn in innovatieve plannen maken, maar dat we niet<br />

goed zijn in de plannen op straat te krijgen.<br />

Dan heb je nog de helft van de files over. Die kun je halveren met<br />

een pakket aan maatregelen, waaronder het selectief uitbreiden<br />

van de capaciteit van weginfrastructuur. Bijvoorbeeld door<br />

voor weinig geld een bottleneck weg te nemen zonder dat er<br />

een nieuwe voor in de plaats komt. Als het werkt, moet je je wel<br />

realiseren dat je mensen nog sneller naar de steden brengt waar<br />

ze vervolgens nog vaster staan. Daarin is ook een klein rolletje<br />

weggelegd voor de fiets, bijvoorbeeld dat het aantrekkelijker<br />

wordt je fiets in de stad te stallen om mensen die hun auto laten<br />

staan een alternatief te bieden.<br />

Dan heb je nog een kwart van de files over en daarmee moeten<br />

we leren leven omdat het meer kost om die laatste kwart weg te<br />

nemen dan wat het ons waard is. Het fileprobleem kost ons nu<br />

zo’n drie miljard euro per jaar. Als daar een kwart van over is,<br />

mag je niet verwachten dat de maatschappij enorme kosten gaat<br />

maken om 750 miljoen euro te besparen. Het is gewoon niet<br />

efficiënt om te streven naar nul files.”<br />

22<br />

23


Hora Est<br />

Column<br />

Stellingen<br />

Stelling<br />

Orakel<br />

Tonie Mudde (1978) studeerde luchtvaart- en ruimtevaarttechniek en is wetenschapsjournalist en<br />

schrijver. Hij publiceert onder andere in Quest, nrc.next en Het Parool. In 2009 won hij een Tegel,<br />

de jaarprijs voor de journalistiek. Vorig jaar verscheen zijn romandebuut ‘Spaghetti Spoetnik’.<br />

Het is onmogelijk om een promotieonderzoek<br />

af te ronden. Je kan er alleen<br />

maar mee stoppen.<br />

Tetyana Atamanenko,<br />

materiaalkundig ingenieur<br />

De schattigheid van een kat is een<br />

monotoon toenemende functie van de<br />

hoeveelheid liefde die zij ontvangt.<br />

Fang Fang,<br />

wiskundig ingenieur<br />

Objectiviteit is zo 20 e eeuws.<br />

Daniël Schuurbiers,<br />

ingenieur biotechnologie<br />

Twee-fasen reacties kunnen een zegen<br />

zijn voor enzymen, maar zijn een<br />

nachtmerrie voor de chemicus.<br />

Andrzej Chmura,<br />

chemisch ingenieur<br />

Nederlanders hebben Indonesië niet drie<br />

eeuwen lang gekoloniseerd. Het duurde<br />

echter zo lang om van Indonesië één land<br />

te maken, en af en toe heeft Indonesië<br />

nog steeds moeite om deze eenheid te<br />

handhaven.<br />

Widya Nugraha Budhysutanto,<br />

materiaalkundig ingenieur<br />

In Nederland zijn de enige nietgepensioneerde<br />

bezoekers van een<br />

klassiek concert de muzikanten zelf. Als er<br />

niets verandert, zullen zij niet meer in de<br />

gelegenheid zijn om als gepensioneerden<br />

zo’n concert te bezoeken.<br />

Ana Abel Tortosa Masiá,<br />

ingenieur energietechnologie<br />

In tegenstelling tot wat de moderne mens wil geloven gedraagt deze zich nog steeds als<br />

roofdier. Dit weerhoudt ons ervan een goede relatie op te bouwen met prooidieren<br />

zoals paarden.<br />

Heleen Vreugdenhil , bestuurskundig ingenieur<br />

Verdediging<br />

“Als mensen zijn we in het nadeel in het opbouwen van een relatie met paarden. Wij zien<br />

eruit als roofdieren met onze ogen aan de voorkant van ons hoofd, we ‘stinken’ net als<br />

roofdieren naar vlees en we gedragen ons als roofdieren door recht op ons doel (het paard) af<br />

lopen en het te ‘vangen’. Instinctief zal deze van ons weg willen rennen of op zijn minst zich<br />

van ons af willen sluiten. We geven het paard niet de kans nieuwsgierig te zijn en naar ons<br />

toe te komen. Pas als wij ons roofdiergedrag aanpassen en het paard veiligheid en uitdaging<br />

bieden zal het echt bij ons willen zijn.”<br />

Uitgesproken<br />

“Eind jaren tachtig waren wij sterk op dit gebied. Maar alle bedrijven van destijds zijn failliet of<br />

verdwenen uit Nederland, doordat een markt voor windturbines niet van de grond kwam. Dit<br />

in tegenstelling tot Denemarken en Duitsland, waar deze bedrijven floreren.”<br />

Wetenschappelijk directeur van windenergie-onderzoeksinstituut DuWind prof.dr.ir.Gijs van<br />

Kuik over het inblazen van nieuw leven in de windturbine-industrie, in Trouw.<br />

“De oude computers staan opgeslagen in een depot van de faculteit elektrotechniek. Die ligt<br />

onder het NAP. Bij een overstroming staan ze onder water. Het is ook een ruimte waarin<br />

iedereen in- en uitloopt. Ik zou ze liever op een veiliger plek hebben.”<br />

Oud-directeur van het Techniekmuseum (nu Science Centre <strong>Delft</strong>) dr.Han Heijmans over<br />

computers uit de pionierfase, in de Volkskrant.<br />

“Mensen met zonnepanelen hebben een verhaal in de kroeg. Het geeft betekenis aan je leven.<br />

Mensen geven 10 procent uit aan hun eerste levensbehoeften. Met de rest geven ze hun leven<br />

inhoud. Met dingen die ze leuk vinden. In het calvinistische Nederland denken we dat iets<br />

goedkoop moet zijn. Dat is helemaal niet zo. Dingen die leuk zijn, moeten juist duurder zijn.”<br />

Hoogleraar duurzaamheid prof.dr. Wubbo Ockels in NRC Handelsblad.<br />

‘Mensen<br />

klagen<br />

over de<br />

spoorwegen<br />

ongeacht<br />

haar<br />

prestaties’<br />

Francesco Corman, civiel ingenieur<br />

Foto: Sam Rentmeester / FMAX<br />

Een bromvlieg was het onderwerp van<br />

gesprek tijdens een etentje met vrienden. De<br />

hele autorit had een van mijn tafelgenoten<br />

zich afgevraagd wat er zou gebeuren bij<br />

een frontale botsing. Zou de vlieg tegen<br />

de voorruit knallen of op zijn plek blijven<br />

vliegen<br />

Het gezelschap viel stil en wendde zich tot<br />

mij. Vier paar ogen staarden me aan, want<br />

ik wist vast het antwoord. Ik was tenslotte<br />

ingenieur, een ingenieur luchtvaart- en<br />

ruimtevaarttechniek nota bene, en dus expert<br />

bromvliegproblematiek.<br />

Ik vermoed dat ik niet de enige alumnus<br />

ben die wel eens in zo’n situatie belandt. Of<br />

het nu gaat om lekkende waterleidingen of<br />

nanotechnologie: het orakel van <strong>Delft</strong> wordt<br />

geacht te weten hoe het zit.<br />

(BIJNA) AFGES<strong>TU</strong>DEERD WIJ BIEDEN JE<br />

DE VOLGENDE STAP!<br />

ORGANISATIE: Woger Trading is in 2004 opgericht door<br />

twee studenten van de <strong>TU</strong> <strong>Delft</strong>. Woger Trading richt zich<br />

op de online verkoop van ‘spullen in en rond het huis’, altijd<br />

tegen de laagste prijs en met goede service. WoGer Trading<br />

B.V., met 130 man personeel in China en Nederland,<br />

bedient ruim 2500 unieke klanten per dag in verschillende<br />

landen van Europa. Om de beoogde groei te kunnen<br />

waarmaken is een goede inkoop erg belangrijk, evenals<br />

assortimentsbeheer, productontwikkeling, contractsluiting<br />

en kwaliteitsbewaking. Om dat te waarborgen is één van<br />

beide directeuren werkzaam in China (Ningbo),<br />

ondersteund door een team van 35 lokale medewerkers.<br />

VACA<strong>TU</strong>RE: Wij zoeken een BUYER met technisch inzicht<br />

danwel een techneut met interesse voor inkoop.<br />

KANDIDAAT: Als geschikte kandidaat ben je gedreven,<br />

integer en heb je een ‘<strong>Delft</strong>se’ mentaliteit. Je kunt zaken<br />

vertalen in slimme, eenvoudig produceerbare en<br />

verzendbare oplossingen, die goed ‘online‘ verkoopbaar<br />

zijn. Vanzelfsprekend ben je bereid de komende jaren in<br />

Meestal red ik me eruit met een grap of een<br />

ontwijkend antwoord. Maar de bromvlieg<br />

werd al snel een erekwestie. Dit was<br />

eerstejaarsstof, ik moest en zou het antwoord<br />

weten. Zolang de auto met constante<br />

snelheid en gesloten ramen reed, stond de<br />

lucht binnenin stil. Voor de meeliftende<br />

bromvlieg waren de vliegomstandigheden<br />

dan hetzelfde als in een tuin op een windstille<br />

dag. Maar wat als de bestuurder op de rem<br />

trapte Daar sloeg de twijfel toe.<br />

Diezelfde avond bladerde ik door oude<br />

studieboeken. Ik staarde naar paginavullende<br />

formules en ik kon me amper voorstellen<br />

dat al die wijsheid ooit in mijn hoofd<br />

had gezeten. Use it or lose it, zeggen<br />

hersenwetenschappers, en inderdaad, mijn<br />

rekenvermogen leek na tien jaar journalistiek<br />

compleet verdampt.<br />

Ik schakelde de hulp in van een ingenieur<br />

die wel trouw is gebleven aan zijn vakgebied.<br />

Hij herinnerde me aan de eerste wet van<br />

Newton: massa is traag. Een bromvlieg weegt<br />

weinig, maar nog altijd meer dan de lucht<br />

waarin hij zich voortbeweegt. En dus schiet<br />

advertentie<br />

de vlieg bij een frontale botsing naar voren.<br />

Op youtube-filmpjes met auto’s vol ballonnen<br />

is ondersteunend bewijs<br />

te zien. Is de ballon<br />

gevuld met lucht - en<br />

door het plastic dus iets<br />

zwaarder dan lucht<br />

Dan beweegt hij bij<br />

het remmen richting<br />

voorruit. Is de ballon<br />

gevuld met helium en<br />

dus lichter dan lucht,<br />

dan schiet hij bij het<br />

remmen juist richting<br />

achterruit. Ik mailde het<br />

verlossende antwoord<br />

aan het gezelschap van het etentje.<br />

Later die avond schoof ik mijn oude<br />

studieboeken weer terug in de kast. Dat al<br />

die kennis verwaterd was, vond ik ineens niet<br />

meer zo erg. Zolang je je bestand met <strong>Delft</strong>se<br />

contacten maar up to date houdt, vind je snel<br />

genoeg het antwoord op elke vraag. Zelfs<br />

wanneer het bromvliegen betreft.<br />

China te werken, wonen en reizen. Daarnaast ben je<br />

communicatief vaardig, kun je jezelf verplaatsen in de<br />

lokale cultuur, ben je een goede onderhandelaar, spreek je<br />

vloeiend Engels en heb je het potentieel om leiding te<br />

geven. Tenslotte beschik je (bijna) over een technische <strong>TU</strong><br />

opleiding en maximaal 2 jaar werkervaring.<br />

Wil jij in China een bijdrage leveren aan ons succes en<br />

herken je jezelf in bovenstaand profiel Dan komen we<br />

graag met jou in contact!<br />

ONS AANBOD: Een organisatie waar ambitieuze<br />

professionals die kansen benutten en beslissingen durven<br />

te nemen, kunnen rekenen op uitstekende (internationale)<br />

toekomstperspectieven en prima arbeidsvoorwaarden.<br />

Voor meer informatie of een uitgebreidere versie van de<br />

vacature kun je bellen met de afdeling HR: (024) 741 07 52.<br />

Wij ontvangen graag jouw sollicitatie via de mail:<br />

C.Manusaway@wogertrading.nl. Vestigingsadres: WoGer<br />

Trading B.V., Nieuweweg 275, 6603 BN te Wijchen<br />

24<br />

25


Wereld van alumni<br />

Alumninieuws<br />

Grensoverschrijdend<br />

Zoeken naar oud-studiegenoten of<br />

netwerken met alumni in binnen- en<br />

buitenland; het kan allemaal op de website<br />

www.worldofalumni.tudelft.nl. Inmiddels<br />

meldden al bijna 250 alumni in meer dan<br />

veertig verschillende landen zich aan op<br />

deze interactieve wereldkaart. Zij fungeren<br />

als contactpersoon voor scholieren en<br />

studenten die geïnteresseerd zijn in een<br />

studie aan de <strong>TU</strong> <strong>Delft</strong>. Deze website geeft<br />

inzicht in de wereldwijde alumnipopulatie.<br />

Hoe meer mensen zich aansluiten, hoe meer<br />

deze wereldkaart voor <strong>Delft</strong>se alumni kan<br />

betekenen. Aanmelden gaat heel eenvoudig<br />

via de website. Voor vragen of opmerkingen<br />

mailt u naar alumnibureau@tudelft.nl.<br />

Getalenteerde vrouwen<br />

Het Universiteitsfonds <strong>Delft</strong> reikt op donderdag 24 februari 2011<br />

voor de achtste maal de Marina van Damme beurs uit aan een<br />

getalenteerde en ondernemende jonge vrouwelijke afgestudeerde<br />

van de <strong>TU</strong> <strong>Delft</strong>. Deelneemsters maken kans op een bedrag van<br />

negenduizend euro voor een studie, stage of project. Ook is er een<br />

aanmoedigingsprijs. Het geldbedrag dient door de winnares van<br />

de beurs binnen twee à drie jaar te worden besteed aan verbreding<br />

of verdieping van haar universitaire opleiding en/of vergroting van<br />

haar internationale oriëntatie.<br />

Van de elf inzendingen zijn er uiteindelijk vier genomineerd:<br />

Adriana Diaz Arias studeerde technische bestuurskunde. Zij volgt<br />

een master Engineering and Policy Analysis. Zij wil de beurs gebruiken<br />

voor een stage bij de Wereldbank, gericht op het milieubeleid in<br />

ontwikkelingslanden en de invloed daarvan op de productie en<br />

invoering van vernieuwende energiebronnen.<br />

Sonell Shroff studeerde lucht- en ruimtevaarttechniek en is<br />

promovendus bij MSc Aerospace Engineering. Op haar vakgebied<br />

zijn er twee universiteiten waar ze graag verdere kennis zou opdoen,<br />

namelijk Stanford University en National Institute of Aerospace, Langley.<br />

Jenny de Boer studeerde industrial design engineering en werkt<br />

momenteel voor TNO. Zij wil een master culturele antropologie<br />

volgen, zodat ze kan doorgroeien naar een positie op het gebied van<br />

internationale ontwikkelingssamenwerking. Ook wil ze drie maanden<br />

veldwerk doen in Afrika.<br />

Marjon Ruijter studeerde af in technische wiskunde en is sinds oktober<br />

Onderzoeker In Opleiding bij het Centrum voor Wiskunde en<br />

Informatica in Amsterdam. Ze wil graag naar Bern om vakken te<br />

volgen op de Graduate School of Climate Sciences. Ook wil ze in<br />

Bern stagelopen bij een van de twee toonaangevende instituten op het<br />

gebied van klimaatonderzoek. Daarnaast is ze van plan deel te nemen<br />

aan de NCCR Climate Summer School.<br />

Ruim zeshonderd alumni bezochten op 8 oktober 2010 het<br />

Alumnisymposium ‘Crossborder Co-operation’. Volgens rector<br />

magnificus prof.ir. Karel Luyben loopt Crossborder Co-operation als<br />

een rode draad door de <strong>TU</strong> <strong>Delft</strong>. “Interdisciplinaire samenwerking bij<br />

het ontwikkelen van technologieën en producten is steeds meer regel in<br />

plaats van uitzondering. Maar ook letterlijk gaat de <strong>TU</strong> <strong>Delft</strong> grenzen<br />

over en werken we met veel buitenlandse universiteiten samen. We<br />

moeten in dit opzicht actief blijven. Kennis is de enige hernieuwbare<br />

grondstof die een universiteit bezit. Het is belangrijk om steeds met<br />

vernieuwing bezig te blijven en daarbij is de hulp van alumni met<br />

praktijkkennis onontbeerlijk.”<br />

Het middagprogramma vond plaats op de verschillende faculteiten<br />

waar de alumni presentaties kregen van recente ontwikkelingen. Na<br />

een buffet volgde het avondprogramma met een voordracht van prof.<br />

ir. Francine Houben. Zij is hoogleraar bij de faculteit Bouwkunde en<br />

mede-eigenaar van Mecanoo Architecten. Ze gaf een impressie van haar<br />

projecten, zoals een bibliotheek in Birmingham en theatergebouwen in<br />

Spanje en Taiwan. In ieder land zijn de regels en omstandigheden weer<br />

anders. Daarom komt ze graag in contact met <strong>Delft</strong>se alumni in het<br />

buitenland. “De kennis die zij van het land hebben, kan voor mij heel<br />

nuttig zijn. Ik kan hen of hun bedrijf misschien inschakelen bij mijn<br />

projecten.” Houben werkt samen met ingenieurs van allerlei disciplines.<br />

Het belang dat ze hecht aan multidisciplinair werken en Crossborder<br />

Co-operation, beïnvloedde ook het ontwerp voor de <strong>TU</strong>-campus.<br />

“Ik richtte het gebied zo in dat studenten en wetenschappers van<br />

verschillende richtingen elkaar wel moeten tegenkomen.”<br />

Duurzame ideeën<br />

Ruim zeshonderd alumni bezochten het Alumnisymposium.<br />

Foto’s Sipke Baarsma<br />

Beste afstudeerders<br />

Maarten Kamphuis was al beste afstudeerder van <strong>Industrieel</strong><br />

<strong>Ontwerpen</strong> en won de UfD-Mecanoo prijs voor de Beste<br />

Afstudeerders op 25 november 2010 van de <strong>TU</strong> <strong>Delft</strong>. Het Europese<br />

zwaardvechten is een grote fascinatie van Kamphuis. Daarom sloot<br />

hij zijn master integrated product design af met het ontwerpen van<br />

een veiliger wedstrijdzwaard. Dit zwaard is van staal en rubber met<br />

een blad dat bij een steek tien centimeter in het handvat schuift.<br />

Voor de titel van beste afstudeerder van de <strong>TU</strong> <strong>Delft</strong> nam<br />

Kamphuis het op tegen:<br />

Bart de Keijzer, beste afstudeerder EWI: deed onderzoek<br />

naar ‘gewogen stemming’, zoals die plaatsvindt bij<br />

Foto: Niek hage<br />

aandeelhoudersvergaderingen of de ministerraad van de Europese<br />

Unie. Hij ontwierp hier een exact algoritme voor.<br />

Tim van Oijen, beste afstudeerder 3mE: vergeleek de renprestaties<br />

van modellen met verschillende zwaartepuntlocaties en onderzocht<br />

de rol van het torso tijdens het rennen. De resultaten uit zijn<br />

onderzoek kunnen worden toegepast op robots.<br />

Annaleen Oyen, beste afstudeerder LR: onderzocht aan de hand van<br />

satelliet-radardata het uiteenscheuren van Afrika in twee gedeelten.<br />

Diego Risté, beste afstudeerder TNW: onderzocht hoe het<br />

magnetisch moment van individuele elektronen in diamant is te<br />

controleren. Dit is belangrijk voor de ontwikkeling van supersnelle<br />

kwantumcomputers en ultragevoelige magneetveldmeters.<br />

Hadi Ashgari, beste afstudeerder TBM: legde patronen<br />

bloot in de verspreiding van ‘botnets’ over de netwerken van<br />

internetserviceproviders (ISP’s). Botnets zijn netwerken van<br />

machines van eindgebruikers die geïnfecteerd zijn met kwaadaardige<br />

software.<br />

Harmen van der Laan, beste afstudeerder CiTG: onderzocht hoe<br />

met een kleinschalige techniek arseen verwijderd kan worden uit het<br />

grondwater. Dit geeft hoop voor de mensen in Bangladesh waar veel<br />

grondwater vervuild is.<br />

Shirin Jaffri, beste afstudeerder BK: stelt op basis van grondig<br />

theoretisch onderzoek een serie alternatieve interventieinstrumenten<br />

voor om de bewoners van de sloppenwijk La Victoria<br />

in Santiago een beter leven te geven.<br />

Cofely daagt masterstudenten aan de <strong>TU</strong> <strong>Delft</strong> uit om na te denken over innovatieve<br />

oplossingen om energieverbruik te verminderen. Voor het meest innovatieve idee is 7500<br />

euro gereserveerd via het Universiteitsfonds <strong>Delft</strong>. Daarnaast zijn er nog twee prijzen van<br />

2500 euro voor de nummer twee en drie. De genomineerden zijn:<br />

Douglas T. Gilding: studeerde mijnbouw en verdiepte zich in het <strong>Delft</strong> aardwarmteproject.<br />

Hij onderzocht de samenstelling van de bodem onder <strong>Delft</strong> en de opslagcapaciteit voor<br />

aardwarmte.<br />

Michael K. Promodou: studeerde civiele techniek, deed een energieanalyse van het<br />

bouwkundegebouw en adviseerde hoe het energiebestendiger gemaakt kan worden.<br />

Victor Velez: studeerde elektrotechniek en onderzocht hoe het energienetwerk optimaal kan<br />

worden aangestuurd in een wijk waarin mensen zelf energie opwekken. De prijsuitreiking<br />

van de UfD-Cofely Energy Efficiency Awards is op 24 februari.<br />

Vrienden van de <strong>TU</strong><br />

Alumni die talentvolle studenten en<br />

wetenschappers aan de <strong>TU</strong> <strong>Delft</strong> willen<br />

steunen en hun professionele en persoonlijke<br />

band met de <strong>TU</strong> willen versterken,<br />

kunnen voortaan ‘Vriend’ worden van<br />

het Universiteitsfonds. ‘Vrienden van het<br />

Universiteitsfonds <strong>Delft</strong>’ zet een groot<br />

deel van de activiteiten van de vroegere<br />

Alumnivereniging <strong>TU</strong> <strong>Delft</strong> voort, en heeft<br />

dezelfde doelstellingen voor de drie T’s:<br />

Technologie, Talent, <strong>TU</strong> <strong>Delft</strong>. Voorbeelden<br />

van bestemmingen van de bijdragen van<br />

<strong>Delft</strong>se alumni zijn: veelbelovend onderzoek<br />

via Daden voor <strong>Delft</strong>, netwerkactiviteiten<br />

als het Alumnisymposium, talentvolle<br />

studenten uit bijvoorbeeld de Talententeams.<br />

Op dit moment stippelen de <strong>TU</strong> <strong>Delft</strong> en<br />

de Vrienden van het UfD hun strategie en<br />

publiciteit voor de komende periode uit.<br />

Het Universiteitsfonds begroet graag alle<br />

Alumni als ‘Vriend’. Meer informatie over<br />

de Vrienden en over de ANBI status van het<br />

Universiteitsfonds kunt u vinden op<br />

www.universiteitsfonds.tudelft.nl.<br />

Janneke van<br />

Kilsdonk wint<br />

UfD-Strukton<br />

Master Awards<br />

Janneke van Kilsdonk ontving op<br />

26 januari de UfD-Strukton Master<br />

Awards. Voor deze prijs van vijfduizend<br />

euro waren drie vrouwelijke studenten<br />

Bouwkunde genomineerd. De andere<br />

twee genomineerden ontvingen ieder<br />

2500 euro Janneke van Kilsdonk bedacht<br />

hoe glazen wanden van gebouwen<br />

gecombineerd kunnen worden met<br />

zonnecellen. Vera Kreuwels kwam met<br />

het idee van de Hometown temp, een<br />

tijdelijke woonplaats voor daklozen in<br />

Seattle die daar kunnen integreren met<br />

de gewone burgers. Dena Kasraian<br />

ontwikkelde een instrument om urban<br />

capacity te meten. Ze richt zich vooral op<br />

de verstedelijking in het Westland.<br />

26<br />

27


advertentie<br />

Kijk voor meer informatie op<br />

www.delfttoptech.nl<br />

“Het vertrouwen<br />

om uitdagingen<br />

aan te gaan”<br />

Masteropleiding combineren met een baan<br />

Na het opdoen van werkervaring en het zetten van enkele carrièrestappen,<br />

komen vaak de volgende vragen op bij hoogopgeleide professionals: “Hoe wil<br />

ik me nu verder ontwikkelen” en “Ontwikkel ik me verder als specialist of als<br />

manager”. Bij veel bedrijven is behoefte aan managers en professionals die<br />

sterk zijn in hun vak èn kennis van techniek en business combineren.<br />

Daarom biedt <strong>Delft</strong> TopTech vakgerichte Masteropleidingen, waarbij deelnemers<br />

met specifieke tools, modellen en praktijkcases werken, die direct<br />

toepasbaar zijn in hun dagelijkse praktijk. Daarmee levert de combinatie van<br />

Masteropleiding en baan zowel de deelnemer als de organisatie meteen een<br />

meerwaarde, omdat de deelnemer kennis en vaardigheden opdoet om<br />

veranderingsprocessen te leiden en innovatie te bewerkstelligen.<br />

<strong>Delft</strong> TopTech biedt Masteropleidingen met Mastertitel van de <strong>TU</strong> <strong>Delft</strong> op<br />

de gebieden: energy, industrial ecology, IT management, rail, retail, safety,<br />

security, telecommunication en space.<br />

DDT_adv_Integraal_04.indd 1 26-05-2010 15:29:34

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!