download nummer 22 hier - Accountancy Nieuws

ccountancynieuws
2-wekelijks onafhankelijk vakblad voor accountants
21 november 2008 / nr 22
Houtman Accountants Veghel
wint AN Award pag. 12
Modernisering van het Duitse
jaarrekeningenrecht pag. 20
Obama 2.0
pag. 32
Nieuwe tarieven WTA-toezicht
Fusie NOvAA en NIVRA stap dichterbij
De tarieven voor WTA-toezicht zijn
opnieuw vastgesteld. Deze nieuwe
tarieven zijn op 17 november jl. in de
Staatscourant gepubliceerd.
In de regeling wordt niet meer gewerkt
met een grove stapsgewijs opgebouwde
kostenberekening. De opbouw is nu
veel geleidelijker.
Kantoren met een OOB-vergunning
betalen een basistarief € 3.929 per jaar
voor hun OOB-controles en € 786 voor
hun niet OOB-controles. Kantoren met
een niet OOB-vergunning beginnen met
een basistarief van € 196.
Al naar gelang de hoogte van de controle-omzet
van een kantoor lopen de te
betalen bedragen op. SRA-leden krijgen
hierop een korting van € 200. Zie ook de
tabel op pag. 9 van deze AN. an
De fusie van NOvAA en NIVRA is weer
een stap dichterbij gekomen. NOvAAvoorzitter
Gert Jan van der Wielen en
NIVRA-voorzitter Jan Helderman ondertekenden
daartoe op 17 november
jl. een intentieverklaring. De beroepstitels
AA en RA moeten naast elkaar
blijven bestaan.
De intentieverklaring is het resultaat
van besprekingen die dit voorjaar,
bij de opening van het NIVRA-gebouw in
Amsterdam, al werden aangekondigd.
NOvAA-voorzitter Gert Jan van der Wielen
maakte nu de wens van beide besturen
bekend om te komen tot een fusie. De ondertekening
gebeurde tijdens de opening
van het nieuwe gebouw van de NOvAA, in
aanwezigheid van minister van Financiën
Wouter Bos en MKB-Nederland-voorzitter
Loek Hermans. Van der Wielen stelde
dat beide beroepsorganisaties al nauw
samenwerken, bijvoorbeeld bij de regelgeving
voor accountants.
Nadere uitwerking fusie
Door de fusie ontstaat een brede beroepsorganisatie
met ruim 20.000 leden.
Deze nieuwe organisatie moet de
belangen van de maatschappij en de leden
nog beter kunnen behartigen. an
Lees ook ‘NIVRA en NOvAA maken fusievoornemen
definitief ’ op pag. 2 →
Houtman Accountants en Adviseurs
winnaar AN Award 2008
De Accountancynieuws Award 2008
is gewonnen door Houtman Accountants
en Adviseurs uit Veghel. De award
is 6 november tijdens de Accountancynieuwsdag
in Bussum uitgereikt. Marc
van Stratum nam namens Houtman de
prijs in ontvangst. Volgens de jury kent
Houtman de beste combinatie van door
de medewerkers nagestreefde klantgerichtheid
en feitelijk door haar klanten
gewaardeerde klantgerichtheid.
De verkiezing was onderdeel van de
derde Accountancynieuwsdag, georganiseerd
door het vaktijdschrift Accountancynieuws.
Ruim 600 professionals
zijn op 6 november in Spant! in Bussum
bijgepraat over diverse vaktechnische
onderwerpen.
Accountancynieuws Award
In het onderzoek onder de acht genomineerde
kantoren voor 2008 noteerde
Houtman Accountants en Adviseurs bij
negen van de vijftien thema’s de hoogste
score. De echte uitschieter in de
Lees verder op pag. 3 onderaan →
www.accountancynieuws.nl
A c c e p t
Rapportage
zie pag 14

nieuws
inhoud
Accountancynieuws
21 november 2008
Accountancynieuwsdag
6 november
Naast een interview met de winnaar van
de Accountancynieuwsaward, Houtman
Accountants & Adviseurs, natuurlijk ook
een uitgebreid verslag van de dag zelf op
onze nieuwspagina’s. Voor Houtman
Accountants & Adviseurs te Veghel is
overcapaciteit in de bezetting een bewuste,
strategische keuze. Zo kun je snel
en flexibel inspringen op klantvragen. Zij
wonnen, met hun team, de Accountancynieuwsaward
2008. 12
kantoormanagement
Cradle to Cradle ook voor
accountants relevant Jan Wietsma
Temidden van al het geweld dat de kredietcrisis
veroorzaakt, zouden we zomaar
kunnen vergeten dat er ook nog andere
belangrijke thema’s zijn die de accountancybranche
raken. Zo hoort het Cradle
to Cradle-concept ook steeds meer door
te dringen in de accountantspraktijk. 24
strategie
Obama 2.0
Fou-Khan Tsang
Accountancynieuws is niet het blad waar we
uitgebreid gaan terugblikken op de Amerikaanse
presidentsverkiezingen. Toch
waren deze verkiezingen vanuit een technisch
perspectief heel interessant. Het mag
duidelijk zijn dat Barack Obama internettechnologie
het beste gebruikt heeft. 32
Column Groeneveld 17, externe verslaggeving
20, sociale zekerheid 21,
Column Joling 23, ANpraktijkvragen
26, belastingen 28, subsidies 31,
tuchtrecht 34, vakinformatie 35,
productinformatie 36, agenda 38
Financiële software voor
accountants- en
administratiekantoren
Altijd een goed rapport!
NOvAA en NIVRA maken fusievoornemen definitief
‘Eén stevige beroepsorganisatie met
een groter gezag in actuele zaken,’ dat
is wat volgens NIVRA-voorzitter Jan
Helderman een fusie van NOvAA en
NIVRA de leden van beide beroepsverenigingen
moet gaan opleveren. Dat is
breder dan alleen audit. NOvAA-voorzitter
Gert Jan van der Wielen wijst
in deze context ook op de rol van beroepsverenigingen
in het kader van
horizontaal toezicht.
Er klinken niet direct nieuwe argumenten
door in het gesprek dat Accountancynieuws
had direct na de aankondiging
van de fusie. De fusie werd maandag
17 november aangekondigd bij de gelegenheid
van de opening van het nieuwe
NOvAA-kantoor in Den Haag. De fusie
moet uiteindelijk leiden tot één beroepsorganisatie.
De nieuwe vereniging waarvan
de naam nog niet vast staat, bundelt
straks AA’s en RA’s. Echter, in tegenstelling
tot eerdere pogingen, nu zo’n tien
jaar geleden, gaat de fusie niet zo ver dat
er ook een gezamenlijke beroepstitel uitkomt.
De titels AA en RA blijven gehandhaafd,
evenals de AA-opleiding op HBOniveau
en de academische RA-opleiding.
Tijdpad
Het tijdpad van de fusie loopt in feite
vanaf april dit jaar. Toen kondigden de
beide verenigingen – toen bij gelegenheid
van de opening van het NIVRApand
– aan de gesprekken over fusie en
samenwerking te beginnen. Het aankondigen
van de fusie is nu een volgende
stap. In de loop van 2009 moet
dit tot echte formele voorstellen aan de
leden van beide verenigingen leiden.
Naast dit organisatorische traject loopt
ook nog de accountswetgeving. Alhoe-
www.acc.nl
Dat de cijfers eens wat minder kunnen uitvallen, ligt niet aan u.
Dat de rapportage veel van uw tijd vergt, daar kunt u wel wat aan doen!
Met Accept Rapportage: de software voor geslaagde rapporten.
Compatibel met uiteenlopende aangifte software, snelle implementatie.
076 - 50 14 033
wel één accountantswet voor zowel
AA’s als RA’s geen absolute noodzaak
is voor beide verenigingen om samen te
gaan, tonen beide voorzitters zich wel
een voorstander van het tot stand komen
van één accountantswet die beide
beroepen regelt. Nu gaan teams aan de
slag die uiteindelijk met concrete voorstellen
moeten komen om de organisaties
in elkaar op te laten gaan.
Governance
Van der Wielen: ‘Het rapport van de commissie
Schilder is geen blauwdruk.’ Wel
worden de uitkomsten van het onderzoek
van de deze commissie beschouwd
als input bij het tot stand komen van de
nieuwe vereniging. Het rapport Schilder
adviseert een nieuw besturingsmodel dat
uitgaat van twee clusters, te weten ‘Audit
& Assurance’ en ‘Finance & Management’.
Deze twee clusters moeten allebei
een redelijke autonomie hebben, maar
in de optiek van het rapport Schilder wel
onder de paraplu van de PBO vallen.
Reacties
In de opmaat naar het aankondigen van
dit fusievoornemen zijn de beide verenigingen
niet over één nacht ijs gegaan.
De voornemens zijn breed gesondeerd.
Beide voorzitters denken dan
ook een breed draagvlak te hebben voor
een fusie. De SRA sprak zich al eerder
publiekelijk voor een fusie uit en MKB-
Nederland en het ministerie van Financiën
reageren eveneens positief. an
Actualiteiten BAPI
De Belastingdienst heeft het BAPI-kanaal
op 1 november jl. opengesteld
voor aanvragen voorlopige aanslag en
teruggaaf 2009. Vanaf die datum kunnen
via de professionele software aanvragen
voor 2009 worden ingediend.
In het algemeen is de teruggaaf er
ruim binnen 6 weken na aanvraag. Voor
uitbetaling in januari 2009 moet de aanvrager
zorgen dat zijn gegevens vóór
21 december bij de Belastingdienst binnen
zijn. an
www.accountancynieuws.nl
21 november 2008 nr 22 Accountancynieuws

nieuws
Staatssecretaris Heemskerk voor sterkere rol MVO in code Tabaksblat
Staatssecretaris Heemskerk van
Economische Zaken is voorstander van
een sterkere rol van maatschappelijk
verantwoord ondernemen (MVO) in de
code Tabaksblat. Dat zei hij op 6 november
jl. bij het in ontvangst nemen
van het advies van de Commissie Burgmans
over de relatie tussen MVO en
corporate governance.
Vervolg van voorpag. Houtman Accountants
score was de tevredenheid over de contacten
met de medewerkers. 97% van de
ondervraagden is zeer tevreden over het
contact. Basis voor het succes van Houtman
Accountants en Adviseurs is de expliciete
aandacht binnen dit kantoor
voor communicatie met zowel klanten
als tussen de medewerkers. Klantgerichtheid
is binnen deze organisatie
echt georganiseerd. Nieuwe medewerkers
doorlopen bijvoorbeeld een interne
opleiding communiceren en krijgen
een coach toegewezen. an
Lees ook pag. 4 en 12 →
Heemskerk stelde de Commissie in
mei dit jaar in om onderzoek te doen
naar de relatie tussen MVO en corporate
governance. In zijn advies komt de
Commissie tot de conclusie dat integratie
van MVO in de bedrijfsvoering zorgt
voor een betere binding met klanten, investeerders
en werknemers. Ook draagt
het bij aan de reputatie en de waarde van
de onderneming. De commissie beveelt
daarom aan dat elk bedrijf beleid voor
MVO heeft, en dat men hierover jaarlijks
verslag doet, zodat er concrete aanknopingspunten
zijn voor een dialoog met
aandeelhouders én overige belanghebbenden
bij het bedrijf en dat concrete
bepalingen hierover in de code Tabaksblat
worden opgenomen. De dialoog
over MVO tussen de verschillende stakeholders
moet volgens de Commissie
beter en de opname van een aantal extra
bepalingen in de code Tabaksblat
komt hier volgens de Commissie aan tegemoet.
Ook voor niet-beursgenoteerde
bedrijven en instellingen kan de code als
leidraad dienen. Verder vindt de commissie
dat met name ook ‘private equity’-bedrijven,
gelet op alle ontwikkelingen,
MVO-beleid dienen vast te stellen.
commentaar
Semantiek bij fusies en overnames
Voor het aankondigen van fusies – of
overnames – bestaat min of meer
verplichte terminologie:
• synergievoordelen;
• gebundelde expertise;
• grotere slagkracht;
• efficiëntere uitvoering;
• effectievere ondersteuning;
• kwalitatief hoogwaardig;
• zorgvuldig proces.
Naar keuze kun je variëren en onderwerpen
als organisatiecultuur en carrièrekansen
prima toevoegen. Deze
punten komen allemaal terug in het
NIVRA-NOvAA-persbericht over hun
fusie en je leest ze in vrijwel iedere
aankondiging van een fusie of overname.
Standaardvraag bij zo’n bericht:
is de fusie een fusie of een overname
Soms geven getallen de doorslag,
soms expertise. Het nieuwe NIVRA/
NOvAA heeft straks 20.000 leden.
14.000 worden er ingebracht door het
NIVRA en 6.000 door de NOvAA. Mogelijke
namen zijn al gekaapt. NOvRA kan
niet meer, NIVA is te oud, NOvA regelt
een ander beroep. Dus grote kans dat
het NIVRA-NOvAA wordt. Rest alleen
de keuze tussen een liggend – streepje
of een schuin / streepje.
Ruim 10 jaar geleden mislukte een
eerdere fusiepoging tussen NOvAA en
NIVRA. Het zou een debacle zijn wanneer
dat nu weer gebeurt. Misschien
daarom dat NOvAA en NIVRA anno 2008
Instrumenten
Er zijn voldoende instrumenten om MVObeleid
binnen bedrijven vorm te geven. De
Commissie wijst hierbij onder andere op
de door Nederland ondertekende MVOverdragen
en richtlijnen en de Richtlijnen
van de Raad voor de Jaarverslaggeving.
Separate wetgeving of codificering van
MVO, buiten de code Tabaksblat, is volgens
de Commissie dan ook geen optie.
De commissie gaat er vanuit dat – wanneer
de aanbevelingen worden overgenomen
– het Nederlandse bedrijfsleven
de internationale positie op MVO-gebied
verder kan uitbouwen. Heemskerk onderschrijft
het advies van Burgmans en
heeft de Commissie Frijns gevraagd om
deze te betrekken bij de actualisering
van de Code Tabaksblat. Daarnaast gaat
Heemskerk alle door de commissie verzamelde
‘best practices’ steviger verankeren
in het bedrijfsleven. an
iets meer egeltjesgedrag
vertonen.
Wel een fusie,
maar niet alles op
een hoop gooien
en vooral niet te
snel. Titels en opleidingstrajecten blijven
apart. Organisatorisch samenwerken,
werkgroepen die problemen
en mogelijkheden in kaart brengen en
voorstellen doen en ledenvergaderingen
die uiteindelijk over een jaar beslissen.
Voorzichtig bottom-up draagvlak
creëren. Dan kan iedereen eraan wennen.
Straks samen onder een dak,
maar je kunt toch nog zien waar iedereen
vandaan komt. Daarom even met
een scheef oog naar de inrichting van
de nieuwe club kijken. De commissie
Schilder heeft al voorwerk gedaan. Dat
rapport – over de governance van het
NIVRA – weggooien, lijkt een redelijke
verkwisting van adviesuren. Het NIVRA
nieuwe stijl moet volgens Schilder een
tweeclustermodel worden.
Het ene cluster gaat dan over de audit
en assurance, het andere cluster richt
zich op finance & management. De
MKB-accountants horen volgens het
rapport in het eerste cluster thuis. Het
lidmaatschap van een cluster is verplicht,
de keuze is vrijwillig. Deze tegenstellingen
staan allemaal op één pagina
in dat rapport. Doe er nog een fusie bij
en er is voldoende stof voor discussie en
dispuut. an fheitling@kluwer.nl
Accountancynieuws 21 november 2008 nr 22 www.accountancynieuws.nl

verslag AN-dag
Bankentaxonomie: kansen en bedreigingen voor accountants
‘Over 5 jaar maken we als accountantsorganisatie geen accountantsrapporten
meer!’ Deze stelling vormde de aftrap van de parallelsessie ‘Kansen en bedreigingen
voor accountants’ van Frank Pisters en Anneke van der Heijden van GIBO
Groep. In hoog tempo passeerden zaken als kredietwaardigheid, ratings, XBRL,
bankentaxonomie en Basel II de revue.
Banken gaan de komende tijd de
kredietwaardigheid van ondernemingen
anders organiseren. Zo komt de
XBRL-bankenextensie eraan en komen
de ontwikkelingen rond XBRL in een
stroomversnelling. Bedreigingen voor
accountants, maar ook kansen. Dat de
rol van de accountant gaat veranderen,
dat staat wel vast. Maar hoe, en in welke
mate, is voor velen nog onduidelijk.
Vooral de rol van de accountant op het
gebied van credit rating blijkt voor discussie
vatbaar. ‘Schoenmaker blijf bij je
leest’, was een stelling die langskwam,
maar ook: ‘Als de accountant gaat raten,
gaat de bank boekhouden’ en ‘Wordt
de accountant poortwachter voor de
bank’. Hoe de antwoorden ook mogen
luiden, één ding is duidelijk: de rol van
accountants gaat veranderen in dit veranderende
speelveld.
Bankentaxonomie
De ß-versie van de bankentaxonomie is
inmiddels beschikbaar voor marktpartijen
en gepubliceerd op de site van het
Nederlandse Taxonomie Project (NTP).
De bankentaxonomie is een extensie op
de Nederlandse taxonomie (NT) en kan
worden aangewend voor het (elektronische)
kredietverleningproces tussen ondernemers
en in Nederland gevestigde
bancaire instellingen. De bankentaxonomie
is samengesteld uit de gegevenselementen
die in het Fiscaal Jaarrapport
(FJR) ten behoeve van de jaarrekening
Frank Pisters
op fiscale grondslag voor kleine rechtspersonen
zoals bedoeld in BW2 zijn opgenomen,
aangevuld met elementen die
specifiek voor de bancaire instellingen
ten behoeve van het kredietverleningproces
van belang zijn. De bankentaxonomie
is een initiatief van banken (ABN
Amro en Rabobank), accountantorganisaties
(ABAB en Gibo Groep) en het
NTP. an
Effectief werken en organiseren
Het is wel grappig om te constateren
dat een sessie die op het programma
is gezet voor de startende professional,
een zaal oplevert die gevuld is met
slechts een paar jongelingen. Verder
zaten er toch vooral mensen boven de
gemiddelde startersleeftijd. Late starters
Of in ieder geval mensen die
plannen in die richting koesteren
Toegegeven, ‘Effectief werken en
organiseren’ klinkt logisch, maar het
gaat er om af en toe weer even de blik
te scherpen. Er sluipen altijd werkpatronen
in, waarbij – als je er even met
een andere blik naar kijkt – een efficiencyslag
te maken is. Ook de zaal gaf blijk
van herkenning, maar zeker ook verbazing.
Er klonk in ieder geval gegniffel
toen Erik Maier (Boertien Groep) vertelde
dat er mensen zijn die standaard
hun ontvangen CC’s uitschakelen. ‘Onder
het motto: Als het belangrijk is, sturen
ze de boodschap nog wel een keer.’
Erik Maier
Aan de hand van vier kwadranten hield
Maier de zaal voor hoe effectief te werken
en te organiseren. Zo is het handig
om op een vast moment op de dag
je e-mails te lezen en te beantwoorden.
Wat niet werkt, is je e-mails wel lezen,
maar er voor kiezen om ze in een later
stadium nog wel een keer te gaan beantwoorden.
Dit resulteert in een emotionele
bankrekening, zoals Maier dat
noemt. Volgens hem draait het allemaal
om Effectiviteit = Kwaliteit + aandacht
(E = K+A). En ook al is Maier zich
er terdege van bewust dat de tijdsfactor
een bepaalde druk op mensen legt, uiteindelijk
levert E=K+A volgens hem een
win-win-situatie op. Ook voor de klant,
want daar draait het om, tenslotte. an
www.accountancynieuws.nl
21 november 2008 nr 22 Accountancynieuws

Wie van u heeft een strategisch plan en realiseert dat ook
verslag AN-dag
De slotsessies op de Accountancynieuwsdag
werden respectievelijk
verzorgd door Hans Bakker van ‘The
Bridge’ en door Fou-Khan Tsang.
Beide sessies hadden als rode draad
de blik op de toekomst en de strategie
voor onderneming en kantoor die daar
bij zou kunnen horen.
plan’ en ‘Realiseert u dat ook’ De presentaties
van Bakker en Tsang vulden elkaar
daardoor goed aan. Bakker schetste
het meer algemene beeld en Tsang
maakte de vertaling naar de werkelijkheid
van accountantskantoren. Kantoren
moeten toegevoegde waarde bieden
voor hun cliënten, aantrekkelijk zijn
voor nieuwe werknemers en hun ICT
efficiënt inrichten. an
Bezinning op de strategie van het
accountantskantoor is essentieel. Hans
Bakker stelde in die context dat een terugval
op core business een bijna achterhaald
credo is. Hij pleit voor een flexibel
accountantskantoor dat zich bezint op
klantwaarde en van daaruit nieuwe verdienmodellen
ontwikkelt en meer vormen
van dienstverlening aan moet kunnen:
‘tweebenigheid is een vereiste.’
Fou-Khan Tsang stelde de zaal twee
vragen: ‘Wie van u heeft een strategisch
Hans Bakker
Fou-Khan Tsang
Samenvaljaarrekeningen: de ondernemer goedkoper uit
‘Spectaculaire toename samenvaljaarrekeningen in de zomer van 2009’; zou dit
een berichtkop kunnen zijn die we volgend jaar daadwerkelijk in de kranten kunnen
aantreffen Sinds dit jaar bestaat de mogelijkheid om de fiscale en commerciële
jaarrekening als een jaarrekening op te stellen, de zgn. samenvaljaarrekening.
Hugo van den Ende legde bij de bezoekers
van deze AN-dag de vraag neer
of deze spectaculaire toename daadwerkelijk
het geval zal zijn. Enorm indrukwekkende
vormen zal het kiezen voor het
opmaken van de jaarrekening op fiscale
grondslagen waarschijnlijk niet aannemen.
Maar voor kleine BV’s kan het wel
een aantrekkelijke optie zijn. Overigens
heeft de toepassing van fiscale grondslagen
uitsluitend gevolgen voor de grondslagen
van waardering en resultaatbepaling.
De inrichting en presentatie van de
balans, ook van de winst-en-verliesrekening,
veranderen niet. Maar het feit dat
bijvoorbeeld goodwill en deelnemingen
op een andere manier worden verwerkt
bij het opstellen van een jaarrekening op
basis van fiscale grondslagen, kan ervoor
zorgen dat ondernemingen onder
een ander groottecriterium vallen; dit
heeft directe gevolgen voor de controleplicht.
En een van de essentiële vragen
die de accountant zich zal moeten stellen
bij het controleren van een jaarrekening
op fiscale grondslagen, is of de accountant
zelf wel over voldoende fiscale kennis
beschikt om dit te kunnen uitvoeren.
Hugo van den Ende
Marktwerking
Op de vraag van dagvoorzitter Jurgen
Warmerdam ‘Wie wordt hier nu daadwerkelijk
beter van’ antwoordde Van
den Ende: ‘De overheid, want die is
blij met deze gestandaardiseerde gegevensaanlevering
in XBRL. De accountant
zal kunnen profiteren van de efficiencywinst
die het maken van een
samenvaljaarrekening oplevert. De tijd
die hierdoor vrij komt, kan hij nu aanwenden
voor kwalitatief hoogwaardig
advies. Het zal aan de accountant zijn
om dit voordeel ook door te geven aan
zijn klant. Als de ene accountant dit wel
doet, zal de andere accountant niet achter
kunnen blijven.’ an
Accountancynieuws 21 november 2008 nr 22 www.accountancynieuws.nl

verslag AN-dag
Hans Beckman: ‘Accountants lezen de wet niet’
Hans Beckman besprak in een plenaire sessie de juridische omgeving van de MKBaccountant.
Daarbij ging hij in de eerste plaats in op de opdrachtgever van de accountant,
dat is namelijk de onderneming (rechtspersoon/BV, vennootschap onder firma, e.d.).
Hoe de wet de interne verhoudingen
binnen de onderneming regelt, bijvoorbeeld
welk orgaan de accountant
mag benoemen of ontslaan, is daarbij
voor de accountant irrelevant. Niet
alle communautaire wetgeving – en zeker
niet alle beroepsreglementering van
de beroepsorganisaties – sluit goed aan
bij de voorschriften in het Nederlandse
Burgerlijk Wetboek. Een overeenkomst
van opdracht voor bepaalde duur, ook
van wettelijke controle in de zin van de
WTA, kan in principe niet tussentijds
worden beëindigd. Er staat in de voorbeeldteksten
van de accountantsverklaring
een passage over de verantwoordelijkheid
van het bestuur, maar ‘Waarom
dient de accountant dat te vertellen aan
zijn cliënt, de interne verhoudingen binnen
de onderneming zijn wettelijk geregeld’,
aldus Beckman. an
BTW: branches waar veel geld in omgaat,
kunnen rekenen op extra belastingcontrole
Carola van Vilsteren waarschuwde
in haar sessie welke branches waarschijnlijk
nog op het ‘verlanglijstje
van de Belastingdienst’ staan. Volgens
haar kunnen vooral de branches waar
veel geld in omgaat, rekenen op extra
belastingcontrole. Van Vilsteren haalt
het voorbeeld aan van de skyboxen van
Heerenveen, waar wordt gekeken of
elke daar ontvangen gast een eigen bijdrage
betaalt of maar een enkele keer
gebruik maakt van de uitnodiging.
Carola van Vilsteren
Carola van Vilsteren, van Van Vilsteren
BTW Advies, ging in haar sessie in
op de BTW-aangifte. Onzekere factoren
zijn nu vooral de BTW rond de onderwijsvrijstellingen
en die met medische
vrijstelling. Hoewel nieuwe regelgeving
daaromtrent per 1 januari a.s. moet ingaan,
is er absoluut nog geen definitieve
beslissing genomen over de inhoud en
dat is lastig. De BTW rond de onderwijsinstellingen
heeft te maken met Europese
regelgeving. In Nederland werken we
met keuzevrijheid en dat druist in tegen
de Europese normen. Als de Nederland-
Marketing: communiceren om geld te verdienen
Frank Osinga van bureau BiTS in Communications
legde in de parallelsessie
Marketingcommunicatieconcepten uit
wanneer marketingcommunicatie succesvol
is en wat je daar voor moet doen.
Osinga maakte daarbij gebruik van
praktijkvoorbeelden en anekdotes uit
het communicatievak. Hij stelde daarbij
heel direct: ‘Marketingcommunicatie
is pas succesvol als het winstgevend
is’. BiTS heeft een methodiek ontwikkeld
bestaande uit ‘de 20 wetten voor
succes’. Een aantal van die wetten vormt
de crux van het verhaal van Osinga. Omdat
in communicatie alles draait om ‘De
Boodschap’, is het van belang dat die
boodschap niet kopieerbaar is. Osinse
overheid moet kiezen, opteert ze voor
geen BTW. Maar dat heeft heel wat consequenties
dus een definitieve beslissing
daarover laat nog even op zich wachten.
Bij de medische vrijstelling kan het uiteindelijk
zo uitpakken dat bij twee mensen
met vrijwel hetzelfde beroep de een
wel belastingplichtig is en de ander niet.
Dat heeft dan te maken met de insteek
preventie of diagnose. an
Frank Osinga
ga haalde daarbij het voorbeeld aan van
‘de zwaan’ van KLM; hij snapt niet dat
de luchtvaartmaatschappij daar afscheid
van heeft genomen. Osinga noemde ook
praktijkvoorbeelden uit de accountancybranche.
Ernst & Young doet het met
de slogan ‘Quality In Everything We Do’
niet goed volgens hem. Volgens Osinga
focust deze boodschap niet op het unieke
en niet-kopieerbare. Meeuwsen Ten
Hoopen daarentegen doet het met de
slogan ‘Kwaliteit telt’ wel goed. BiTS bedacht
deze leus ter vervanging van de slogan
‘Een geheel eigen kantoor’, die MTH
daarvoor hanteerde. an
E-studies
De onderdelen: BTW-actualiteiten, Lijfrentebanksparen
en Compliance zijn beschikbaar
als e-studie. Zie www.accountancynieuws.nl.
www.accountancynieuws.nl
21 november 2008 nr 22 Accountancynieuws

Oproep NOvAA en NIVRA aan leden om zich te houden aan
wet- en regelgeving
NOvAA en NIVRA wijzen er nadrukkelijk
op dat hun leden zich dienen te
houden aan de wet- en regelgeving die
voor het accountantsberoep geldt. Zij
komen met deze waarschuwing naar
aanleiding van recent onderzoek door
BDO waaruit blijkt dat de wettelijke
termijnen voor vaststelling en het verplicht
deponeren van de jaarrekening
door bijna een kwart van de bedrijven
wordt overtreden.
BDO deed in september onderzoek
naar de kwaliteit van gedeponeerde
jaarstukken van middelgrote rechtspersonen.
In totaal deden 250 middelgrote,
niet-beursgenoteerde bedrijven mee
aan het onderzoek. Uit dit onderzoek
blijkt dat de termijnen voor opmaking,
vaststelling en deponering van een jaarrekening
niet altijd worden nageleefd.
Bij een faillissement kunnen bestuurders
privé aansprakelijk worden gesteld
voor het hele tekort als de jaarrekening
niet op tijd is gedeponeerd. Bestuurders
maken zich hierdoor schuldig aan onbehoorlijke
taakvervulling. Een risico
dat veel bedrijven onderschatten.
nieuws
Afschermen beloningen
Een andere gemaakte overtreding is
dat bedrijven de beloning van hun top
voor de buitenwereld afschermen.
Ruim eenderde van de onderzochte
partijen houdt de beloning van zijn
bestuurders en commissarissen zonder
opgaaf van reden uit de jaarrekening,
terwijl dat wettelijk verboden is.
Verder blijkt uit het onderzoek dat de
accountantsverklaring die bij de jaarstukken
is gevoegd niet altijd aan de eisen
van de wetgever of beroepsorganisaties
voldoet. Het komt bijvoorbeeld
voor dat de tekst van een gedeponeerde
accountantsverklaring afwijkt van de
standaardtekst van NOvAA en NIVRA
of dat bij de ondertekening van de accountantsverklaring
de naam van de
accountant ontbreekt. Ook dit laatste
is in strijd met de wet, aldus NIVRA en
NOvAA. an
Symposium Accountancy 2008
Financiële verslaggeving op wereldniveau: één standaard gewenst
Op 6 november jl. organiseerde studievereniging Asset | Accounting & Finance uit
Tilburg haar jaarlijkse Symposium Accountancy. Rond het thema internationalisering
van financiële verslaggeving werden vier lezingen verzorgd. De 160 aanwezigen
kwamen voor het antwoord op de vraag ‘Financiële verslaggeving op
wereldniveau: één standaard gewenst’
De dagvoorzitter van de avond,
P.M. Koster RA, voormalig bestuurslid
van de Autoriteit Financiële Markten,
benadrukte in zijn openingswoord
de actualiteit van het onderwerp aan de
hand van enkele krantenartikelen.
V.l.n.r.: F. van Woerkom, P. Eimers,
G. den Ouden en R. Vergoossen
Status IFRS
Vervolgens ging prof. dr. R.G.A. Vergoossen
RA vanuit wetenschappelijk
oogpunt in op het thema door het belichten
van de totstandkoming en naleving
van de IFRS. Vergoossen nam net
als zijn voorganger op deze avond, Koster,
geen blad voor de mond en stond
uitgebreid stil bij de veel gehoorde punten
van kritiek rond IFRS. Hij besloot
met de conclusie dat één wereldstandaard
grenzeloos is qua stelsel, maar
begrensd is in de concrete toepassing.
Volledige vergelijkbaarheid is dan ook
een utopie.
Rol van accountant en bedrijfsleven
Prof. dr. P.W.A. Eimers RA hield een verhandeling
over de rol van de accountant
in de globalisering van accountingstandaarden.
Voor het succes van één wereldstandaard
biedt de goede kwaliteit
van de standaard zelf onvoldoende
waarborgen. Daarvoor moeten ook de
controle en naleving belangrijke randvoorwaarden
zijn. Daarna behandelde
hij nog kwaliteitsbeheersing van
accountantsorganisaties en controlestandaarden.
Drs. F. van Woerkom RA
betoogde vervolgens dat IFRS de complexiteit
en hoeveelheid van toelichtingvereisten
van internationaal opererende
organisaties deed toenemen, waardoor
er niet alleen meer specialistische kennis
is vereist maar ook meerdere interpretaties
mogelijk zijn. Hij onderbouwde
zijn betoog met enkele concrete
voorbeelden in de toepassing van IFRS
voor Heineken. Hij hield de zaal voor
hoe volgens hem één wereldstandaard
er idealiter uit zou moeten zien waarbij
hij benadrukte dat de gebruiker centraal
moet staan.
De gebruiker centraal
De heer Ger den Ouden haakte vanuit
zijn achtergrond als kredietanalist
op het onderwerp van de vorige spreker
in: de invloed van één wereldstandaard
voor de gebruiker. Hij benadrukte
de voor- en nadelen van één wereldstandaard
en gaf aan in welke behoeften één
wereldstandaard vooral moet voorzien
vanuit gebruikersperspectief.
De avond werd afgesloten met een forumdiscussie
onder leiding van de dagvoorzitter
en een vragenronde vanuit
het publiek. an
Accountancynieuws 21 november 2008 nr 22 www.accountancynieuws.nl

nieuws
Brussel: strengere normen credit raters
Kredietbeoordelaars die bepalen
in hoeverre financiële instellingen
kredietwaardig zijn, moeten aan strengere
normen gaan voldoen. Europees
commissaris Charlie McCreevy
(Interne Markt) heeft daartoe voorstellen
gelanceerd.
McCreevy wil dat de ratingbureaus
openbaar gaan maken hoe ze aan hun
oordelen komen. Ook mogen ze geen
adviestaken meer vervullen, om belangenverstrengeling
te voorkomen. In het
bestuur van de bureaus moeten minstens
drie onafhankelijke leden zitting
hebben. Ratingbureaus zijn onder vuur
komen te liggen door de kredietcrisis.
Banken die in problemen kwamen,
zoals de IJslandse Landsbanki, hadden
van internationaal gerenommeerde kre-
Boornsterhem sleept accountant voor rechter
De Friese gemeente Boornsterhem wil
accountant Jan Galama uit Reduzum
rechterlijk laten vervolgen vanwege
zijn uitspraken over de gemeentelijke
begroting in de Leeuwarder Courant
van 8 november. Vooral de beschuldiging
van fraude neemt de gemeente
hoog op.
Twee juridische bureaus zoeken
op dit moment uit wat mogelijk is. Volgens
burgemeester Ella Schadd heeft
Galama ethische normen overschreden
en de gemeente schade toegebracht.
Accountant Galama beschuldigde in
het artikel Boornsterhem van fraude
met de begroting voor 2009. Hij sprak
over verdraaiing van feiten, het opzettelijk
weglaten van toekomstige hoge
lasten, manipulatie en het misbruiken
van subsidies. De bevolking wordt volgens
Galama voorgehouden dat de begroting
van 2009 sluit met een positief
saldo van € 479.000. Op raadselachtige
wijze zijn echter allerlei zware lasten
verdwenen die nog wel in de begroting
voor 2008 stonden, aldus Galama. ‘De
befolking wurdt besoademitere.’ an
dietbeoordelaars prima rapportcijfers
gekregen. Er was al langer kritiek op het
opereren van de ratingbureaus. an
Drempel BTW-kwartaalaangifte
€ 15.000
De drempel om kwartaalaangifte
BTW te doen stijgt van € 7.000 naar
€ 15.000. Op deze manier zijn er meer
ondernemers die maar 4 keer per jaar
aangifte hoeven te doen, in plaats van
12 keer, zo meldt de Belastingdienst.
De Belastingdienst hierover: ‘U
komt in aanmerking om kwartaalaangifte
BTW te doen als u per kwartaal
doorgaans minder dan € 15.000 BTW
afdraagt. Is dat bij u het geval U hebt
daarover inmiddels een brief ontvangen.
Hierin kunt u aangeven of u per kwartaal
aangifte wilt doen. Kiest u voor kwartaalaangifte,
stuurt u dan een volledig ingevulde
kopie van de brief voor 12 december
2008 naar uw belastingkantoor. Als
u geen kwartaalaangifte wilt doen, hoeft
u niets te ondernemen.’ an
Surinaamse accountants aan het werk bij Joanknecht & Van Zelst
Het Eindhovense kantoor Joanknecht &
Van Zelst Accountants en Belastingadviseurs
heeft bij het werven van nieuw personeel
de blik op het buitenland gericht.
Begin november zetten drie Surinaamse
accountants in spe voet op Nederlandse
bodem. De assistent-accountants zijn
sinds 10 november jl. officieel in dienst
bij het accountantskantoor.
Volgens Joanknecht & Van Zelst
blijkt Suriname een uitstekend land
voor internationale werving: ‘Allereerst
is er géén taalbarrière. Een bonnetje
blijft een bonnetje. Op de tweede
plaats kan in het land zelf geen accountantstitel
worden behaald. Joanknecht
& Van Zelst combineerde het Nederlandse
personeelstekort met de opleidingsproblematiek
in Suriname. De
Anton de Kom Universiteit in Paramaribo
biedt weliswaar een accountancyopleiding,
maar het behalen van een
RA-titel is in Suriname helaas niet mogelijk.
En dat terwijl het land een enorm
tekort heeft aan accountants. Nog geen
10% van het gewenste aantal deskundigen
is er beschikbaar. Het voltooien
van de opleiding in Nederland biedt de
nieuwe medewerkers van Joanknecht &
Van Zelst dus later volop kansen in het
eigen land.’
Lang traject
De werving van overzeese accountants
bleek een lang en lastig traject van ruim
een half jaar. P&O-adviseur Joanknecht
& Van Zelst, Nanda van ’t Blik: ‘De wet
stelt hoge eisen aan het halen van werknemers
uit het buitenland. In eerste instantie
moesten we aantonen dat we de
maximale inspanningen hebben verricht
om in Nederland en binnen de
Europese Unie geschikt personeel te
vinden. Dat konden we. Via het CWI
kregen we uiteindelijk dan ook de benodigde
werkvergunningen.’ an
www.accountancynieuws.nl
21 november 2008 nr 22 Accountancynieuws

nieuws
Praktijkhandreiking financiële ondernemingen en pensioenfondsen
Het NIVRA heeft de definitieve versie
van de praktijkhandreiking ‘De wettelijke
verplichtingen van de accountant
die de jaarrekening of de staten controleert
van een financiële onderneming of
een pensioenfonds’ gepubliceerd. Een
concept hiervan was al beschikbaar.
Het NIVRA meldt dat kort geleden
het overleg is afgerond met de toezichthouders
over de controle van de staten
die financiële ondernemingen en pensioenfondsen
bij de toezichthouders
indienen, en over het onderzoek van de
vermogensscheiding door beleggingsondernemingen.
Met de definitieve versie
van deze praktijkhandreiking is ook
hierover duidelijkheid gecreëerd. De
publicatie bevat uitleg over de verplichtingen
die volgens de financiële toezichtwetgeving
gelden voor de accountant.
Naast de specifieke controles die
de Wet op het financieel toezicht vereist,
toetst de accountant ook de naleving
van de wet- en regelgeving door de
cliënt, voor zover niet-naleving financiële
gevolgen van materieel belang kan
hebben. De controleobjecten die binnen
de reikwijdte van de reguliere controlewerkzaamheden
vallen, vallen tevens
binnen de reikwijdte van de plicht
om de toezichthouders inlichtingen te
verschaffen of meldingen te doen. an
NIVRA publiceert nieuwe modeltekst
inzage dossier ‘andere accountant’
Het NIVRA heeft in overleg met een
aantal kantoren een voorbeeldtekst
opgesteld waarmee accountantsorganisaties
kunnen voldoen aan de verplichtingen
uit artikel 15a lid 2 Bta.
NIVRA: ‘Dit artikel eist van de groepsaccountant
dat hij ervoor zorgt dat de AFM
via hem toegang kan verkrijgen tot gegevens
en inlichtingen met betrekking
tot de werkzaamheden die de andere accountant,
uit een derde land waar de AFM
geen overeenkomst heeft zoals bedoeld in
artikel 63j van de WTA, heeft uitgevoerd.
Hierdoor is de AFM in staat toezicht te
houden op het werk van de groepsac-
countant. Artikel 15a Bta is gebaseerd op
de 8ste EU richtlijn. Teneinde uitvoering
te geven aan artikel 15a, lid 4 Bta adviseert
het NIVRA de groepsaccountant afspraken
over dossiertoegang te maken met
de andere accountant. In deze afspraken
moet worden vastgelegd dat de andere accountant
schriftelijk bevestigt dat hij toegang
tot de bedoelde gegevens en inlichtingen
gedurende 7 jaar na uitvoering van
de controle mogelijk maakt.’ an
Nieuwe tarieven WTA-toezicht*)
Maatstaf Bandbreedte Verdeelsleutel
Kantoren met OOB-vergunning OOB-controle 0 tot € 1 milj. € 864,41 (per € 10.000 controle-omzet)
Basistarief > € 1 milj. - € 10 milj. € 471,50
€ 3.929 > € 10 milj. € 7,86
niet OOB-controle 0 tot € 1 milj. € 9,43 (per € 2.500 controle-omzet)
Basistarief > € 1 milj. - € 10 milj. € 5,50
€ 786 > € 10 milj. € 0,79
Kantoren met niet OOB-vergunning wettelijke controle 0 tot € 1 milj. € 26,69 (per € 2.500 controle-omzet)
Basistarief > € 1 milj. - € 10 milj. € 7,85
€ 196 > € 10 milj. € 3,92
*) De herziene regeling van de maatstaven, bandbreedtes en tarieven van de Regeling toezichtkosten WTA (gepubliceerd in de Staatscourant van 17 november jl).
Accountancynieuws 21 november 2008 nr 22 www.accountancynieuws.nl

nieuws
‘Accountants moeten meer aansluiten
bij veranderingen in de maatschappij’
De veranderende wereld vraagt om een andere accountant. De accountant van de
toekomst is een professional die meer dan voorheen proactief handelt vanuit een
maatschappelijk oriëntatie, vaker samenwerkt in multidisciplinaire teams en een
diepgaander kennis heeft van informatietechnologie. Dat was de boodschap van
Peter Eimers bij de aanvaarding van zijn ambt als hoogleraar Auditing aan de Vrije
Universiteit op vrijdag 14 november jl.
Het bestaansrecht
van accountants
ligt in het geven
van zekerheid
aan het maatschappelijk
verkeer. Als
de accountant onvoldoende
aansluit bij de behoeften
van het maatschappelijk verkeer, dan
verliest hij relevantie. Door globalisering
en digitalisering wordt de wereld
complexer. Bovendien worden bedrijven
meer op de vingers gekeken als het
gaat om milieu. Op steeds meer terreinen
moeten marktpartijen transparant
zijn en verantwoording afleggen over
hun doen en laten. Voorbeelden hiervan
zijn ‘in control statements’ en verantwoordingen
over energieverbruik
en andere milieuzaken. De huidige rol
die de accountant heeft in het verstrekken
van zekerheid bij deze nieuwe vormen
van verantwoording kan beter
volgens Eimers. Accountants moeten
daarom actiever de dialoog zoeken met
het maatschappelijk verkeer. De wijze
van rapporteren – veelal de huidige accountantsverklaring
– kan hiermee
ook veranderen. Uiteindelijk gaat het
erom dat de accountant de taal spreekt
van de belanghebbende bij de verantwoording.
an
IASB-voorzitter
bijna afgetreden
IASB-voorzitter Sir David Tweedie heeft
serieus overwogen om af te treden. Dit
meldde hij op een recente hoorzitting van
een Commissie van het Britse Lagerhuis.
De IASB besloot medio oktober onder
druk van de Europese Unie, en in navolging
van de Amerikaanse FASB, om IAS
39 inzake de waardering van financiële instrumenten
te versoepelen. De overhaaste
aanpassing van de standaard stuitte
Tweedie daarbij behoorlijk tegen de borst.
Tweedie vindt steun in een brief die minister
Zalm (voorzitter Trustees IASC Foundation)
recent liet uitgaan naar president
Bush, waarin hij pleit voor de onafhankelijkheid
van de IASB. Zalm benadrukt
daarin ook al het werk dat de IASB al verzet
heeft tijdens de kredietcrisis. ‘The success
so far achieved should not be compromised
by actions that would weaken
the independence of the standard setting
process,’ aldus Zalm. an
Ernst & Young België opent nieuw
ecologisch en duurzaam kantoor
De ruim 800 medewerkers van het
kantoor van Ernst & Young België in
Woluwe hebben hun intrek genomen
in een nieuw, duurzaam kantoorgebouw
in Diegem.
PricewaterhouseCoopers lijkt zich
niets aan te trekken van de kredietcrisis
en heeft bijzonder ambitieuze
plannen in China.
Daar staat een flinke expansie van
het accountantskantoor op stapel, waarbij
circa 2.000 Chinese afgestudeerden
Het nieuwe kantoorgebouw kent volgens
Ernst & Young ‘flexibele werkstations,
hoogstaande technologische
infrastructuur met het oog op duurzaamheid
en vermindering van de ecologische
voetafdruk door o.a. het gebruik
van zonnepanelen, volledig uitgeruste
vergaderzalen, knusse coffeecorners en
zelfs douches voor wie zich na een rondje
fietsen of jogging even wil verfrissen.’
Voor Gust Herrewijn, voorzitter Ernst &
Young België, weerspiegelt het gebouw
zeer goed waar Ernst & Young vandaag
voor staat. ‘Kwaliteit, openheid, vooruitziendheid,
flexibiliteit en dynamiek.
Deze kenmerken, die diep verweven zit-
PwC heeft forse expansieplannen in China
in 2009 gerekruteerd zullen worden.
PwC is van plan om de komende vijf jaar
telkens zo’n aantal nieuwe medewerkers
aan te nemen en er zullen op korte
termijn nieuwe kantoren in China geopend
worden. Dit heeft topman Frank
Lyn van PwC China in Shanghai gezegd
tegen persbureau Reuters. an
ten in het DNA van onze medewerkers,
komen ook fysiek tot uiting in de vormgeving
van onze nieuwe kantoren.’ Zie
ook het artikel van Jan Wietsma in deze
AN: ‘Cradle tot Cradle ook voor accountants
relevant’ op pag. 24. an
Vanhier breidt uit met
Kuiper & van den Berg
Kuiper & van den Berg accountants
in Zaandam heeft overeenstemming
bereikt met Vanhier over aansluiting
van hun kantoor bij Vanhier.
Het aantal vestigingen van Vanhier
komt met deze nieuwe aansluiting
uit op acht. Bij Vanhier werken
nu 160 mensen, verdeeld over de kantoren
in Alkmaar, Amsterdam, Amstelveen,
Haarlem, Heerhugowaard,
Koog aan de Zaan en Limmen. Kuiper
& van den Berg zal verder gaan onder
de naam Vanhier. Vanhier wil zijn netwerk
in de toekomst verder uitbreiden
naar 10 kantoren. an
Accountancynieuws 21 november 2008 nr 22 www.accountancynieuws.nl 11

interview
Interview Houtman Accountants & Adviseurs, prijswinnaars Accountancynieuwsaward
Kiezen voor een
stukje overcapaciteit
Frans Heitling
Overcapaciteit in je bezetting is een bewuste, strategische keuze
van Houtman Accountants & Adviseurs te Veghel. Zo kun je snel en
flexibel inspringen op klantvragen. Zij wonnen, met hun team, de
Accountancynieuwsaward 2008. Frank Peters AA, Marc van Stratum
RA en Albert Zwaans RA zijn de drie partners/vennoten.
12 www.accountancynieuws.nl
Houtman Accountants & Adviseurs
heeft de Accountancynieuwsaward
voor het meest klantgerichte
MKB-advieskantoor 2008 gewonnen.
Dat betekent dat het kantoor zich onderscheidt
door een klantgerichte houding.
Op zich zegt zo’n constatering niet veel.
Immers, vraag aan een dienstverlener of
hij klantgericht werkt, en hij zal nooit
zeggen dat zijn kantoor dat niet doet. Er
zullen ook weinig kantoren zijn die totaal
niet-klantgericht werken. Toch is er
een onderscheid. Eerdere prijswinnaars
van de Accountancynieuwsaward, en nu
ook weer Houtman Accountants & Adviseurs,
maken een verschil. Met Houtman
komt daar nu nog een extra dimensie
bij. Cliëntgericht werken en je
daarmee echt onderscheiden leek eerder
alleen maar voorbehouden aan kleine
kantoren met onder of rond de 10 à
15 medewerkers. Houtman is een forse
slag groter, telt 35 fte en heeft de ambitie
om door te groeien naar de 55 à 60 fte.
Waar de vorige prijswinnaars – Lucro
Accountancy uit Voorburg en Felix uit
Genemuiden – en Houtman elkaar vinden,
is het gegeven dat zij een tot in
detail uitgewerkte visie hebben over
Frank Peters over de
WTA-vergunning: ‘Je
kunt niet een cliënt de
deur wijzen wanneer hij
bepaalde groottecriteria
overschrijdt.’
hoe je cliëntgericht werken organiseert.
Die visie wordt vervolgens ook
intern op alle niveaus uitgewerkt, van
telefoniste tot vennoot en van het bij-
21 november 2008 nr 22 Accountancynieuws

interview
houden van vakkennis tot gericht en
continu trainen van communicatieve
vaardigheden.
Ambitie
Houtman Accountants & Adviseurs
te Veghel dankt zijn naam aan Wijtze
Houtman, de oorspronkelijke oprichter.
Marc van Stratum, Albert Zwaans
en Frank Peters zijn de huidige eigenaren.
Zij namen in 2001 het kantoor
over. In de afgelopen zeven jaren hebben
ze de organisatie van hun kantoor
stevig op zijn kop gezet. Dat begon
met het terugbrengen van het aantal
vestigingen; van drie naar één. In
2006 kwam daar het aanvragen van een
WTA-vergunning bij. Het argument
daarvoor was eenvoudig: ‘Je kunt niet
een cliënt de deur wijzen wanneer hij
bepaalde groottecriteria overschrijdt,’
stelt Frank Peters. Het past in de ambitie
van het kantoor om door te groeien.
Het hele traject inzake de WTA-vergunning
viel onder de verantwoordelijkheid
van Albert Zwaans. Aan hem de
taak om binnen het kantoor het hele
bouwwerk van procedures, regels en
compliance in het kader van de WTA te
organiseren. Houtman is nu een van de
463 kantoren met een vergunning om
wettelijk verplichte controleopdrachten
te mogen uitvoeren. De WTA-vergunning
is geen PR-overweging, maar
een noodzaak. Zwaans: ‘Het zou betekenen
dat je een deel van de markt afsluit
en dat je medewerkers de mogelijkheid
om af te studeren niet meer
kan bieden. Dat blijft belangrijk in de
huidige arbeidsmarkt.’
Houtman Accountant & Adviseurs is in
het kader van de Accountancynieuwsaward
geen vreemde. In 2006 deed het
kantoor ook al mee en werd toen nipt
tweede. Het winnen van de award betekent
een succesvolle herkansing in
2008.
om meer mensen in dienst te hebben
in verhouding tot het aanwezige werk.
Zwaans illustreert dat door te stellen
dat hun mensen, behalve in de eerste
helft van het jaar, nauwelijks of
geen overuren hebben hoeven te maken.
De omzet in het routinematige
werk is voor 70% dan ook al in de eerste
helft van het jaar binnengehaald.
Marc van Stratum: ‘Wij
hebben veel medische
specialisten als cliënt. Hun
werk zit niet zo in elkaar
dat je zo iemand op ieder
moment kunt terugbellen.
Dus moet je dat afspreken.’
Dat biedt het grote voordeel dat wanneer
er werk bijkomt, je daar ook onmiddellijk
op in kunt spelen. Klanten
waarderen dat. Een feit dat gestaafd
wordt door de uitkomsten van het
cliënttevredenheidsonderzoek dat deel
uitmaakte van de procedure rond de
Accountancynieuwsaward.
Advies en routinewerk
Ook wanneer de vennoten van Houtman
roepen dat zij zich willen onderscheiden
door advisering, is dat niet
iets wat onmiddellijk opvalt. Er zijn immers
veel kantoren die dat roepen. Een
kantoor zal ook dat moeten organiseren.
Houtman heeft daarom een aantal
jaren geleden al keuzes gemaakt. Administratieve
dienstverlening en salarisadministratie
worden niet meer intern
als dienst aangeboden, wel zijn er
extern partners geselecteerd die deze
werkzaamheden verzorgen. Wel het
opstellen van jaarrekeningen en het
verzorgen van fiscale aangiftes. In het
verlengde daarvan liggen advieswerkzaamheden.
Dat zijn trajecten die binnen
een organisatie soms wel eens
wringen, bevestigt Albert Zwaans. ‘Je
hebt er in feite twee. Het routinematige
werk moet je echt strak en procesmatig
organiseren. Daar is een 10
gewoon de norm. Advisering is projectmatig,
heeft een hoge toegevoegde
waarde en daarvoor is flexibiliteit van
belang. Daarvoor moet je snel kunnen
schakelen en soms overcapaciteit accepteren.
Dat zijn twee processen die
Groei
Houtman wil groeien. Van de 35 fte
nu, naar een kantoor van rond de 55
à 60 fte. Vaak wordt het dan moeilijk
om de cliëntgerichtheid vast te houden.
Van Stratum vindt het daarom belangrijk
om beheerst te groeien. Daarom
maakt Houtman de bewuste keuze
V.l.n.r. Frank Peters, Marc van Stratum en Albert Zwaans met de Accountancynieuwsaward
2008
Accountancynieuws 21 november 2008 nr 22 www.accountancynieuws.nl 13

interview
binnen een organisatie moeten kunnen
bestaan. Alles wat niet in routinematig
processen past, noemen wij
adviesomzet.’
Schaalbaarheid
Binnen Houtman gelden behoorlijk
wat afspraken – of regels –, het is maar
hoe je het noemt. Een telefoon moet
binnen drie keer overgaan worden opgenomen.
De route van de entree op de
begane grond tot aan de receptie op de
derde verdieping is nadrukkelijk aangegeven.
Er is geen wachtkamer. Bij
het terugbellen naar een klant wordt
altijd gevraagd naar een voor de cliënt
geschikte tijd. ‘Dat moet ook,’ stelt
Van Stratum. ‘Wij hebben veel medische
specialisten als cliënt. Hun werk
zit niet zo in elkaar dat je zo iemand op
ieder moment kunt terugbellen. Dus
moet je dat afspreken.’ Rapportages
worden altijd met een cliënt doorgesproken.
Zelfs bij een BTW-aangifte.
‘Het zal maar eens voorkomen dat een
cliënt een aangifte van € 20.000 moet
betalen terwijl hij een veel lager bedrag
verwachtte.’ Zo geeft hij meerdere
voorbeelden, die op zich klein lijken,
maar die in een groter geheel bijdragen
aan een cliëntgerichte organisatie. Op
de vraag of zo’n model, waarbij de drie
vennoten ook zelf nog behoorlijk dicht
Albert Zwaans: ‘Als je
termijndoelstelling omzet
is, dan wordt de omzet van
vandaag belangrijker dan
die van morgen.’
op het werk zitten schaalbaar is, antwoordt
Albert Zwaans: ‘Ja, maar niet
oneindig. Wij hebben het voordeel dat
we onder één dak zitten. Het hangt ook
af van de doelstellingen die je als kantoor
hanteert. Als je termijndoelstelling
omzet is, dan wordt de omzet van
vandaag belangrijker dan die van morgen.
Natuurlijk is geld ook bij ons belangrijk.
Maar neem bijvoorbeeld een
stukje overcapaciteit. Ik zie weinig
kantoren zo’n keuze maken.’
Richting
De discussie over de toekomst wordt
ook binnen Houtman gevoerd. Beheerste
groei staat bij alledrie de vennoten
centraal. Wordt het een focus op
de brede adviesfunctie, de ondernemer
een goed gevoel geven of een focus op
één doelgroep Dat kan een kantoor
dan weer kwetsbaar maken. Houtman
Accountants & Adviseurs, met een
fors aantal medische specialisten en
zakelijke dienstverleners in haar portefeuille
lijkt een beetje op beide. De
volgende uitdaging die Houtman zich
zelf stelt, is om nu ook de adviestrajecten
beter te structuren. ICT speelt
daarin een belangrijke rol. Vastleggen
van de flow, de afspraken en toezeggingen
die gedaan zijn, moet de beheersbaarheid
van adviestrajecten verder
verbeteren. an
www.acc.nl
Financiële software voor
accountants- en
administratiekantoren
Altijd een goed Rapport!
Altijd een goed rapport!
koppeling met o.a.
accept rapportage
Snelstart
King
Davilex
Afas
Dé rapportage software voor
Exact
Unit4
accountants en administratiekantoren
Muis
Accountview
Minox Koppeling met alle Reeleezee fi nanciële software
Integratie met fi scale software
Financiële software Geconsolideerde inclusief rapportgenerator rapporten v.a. 875,--
Publicatiestukken K.v.K.
uitgebreid basispakket
kostenplaatsen en kostendragers
accept
kolommenbalans
activa *nieuw*
activa
Volgens administratie de nieuwste wetgeving
elektronische Samengesteld, BTW aangifte enkelvoudig activum
rapportage Uitsplitsen en toekennen activa
Bodemwaarde-toets aanwezig
Bel voor Inclusief meer overgangsregeling
informatie naar 076 - 50 14 033
Bel voor meer informatie
076 - 50 14 033
14 www.accountancynieuws.nl
21 november 2008 nr 22 Accountancynieuws

column
Algemene Ledenvergadering
NIVRA 2008
In de week na Sinterklaas komt de Algemene Ledenvergadering
van het Koninklijk NIVRA bijeen. Dat gebeurt op 11 december
2008. Ik denk wel dat ik daar naartoe ga. Tenslotte is de
algemene Ledenvergadering het hoogste orgaan binnen het
NIVRA met beslissingsbevoegdheid. Dat spreekt me aan.
En het is in deze bijeenkomst dat het bestuur verantwoording
aflegt. In deze roerige tijden zal dat heel interessant
kunnen zijn. Weliswaar schrijft Algemeen Directeur van het
NIVRA Gert Smit in zijn maandelijkse rubriek in De Accountant
(november 2008) dat op het moment van de brand je je energie
beter kunt steken in het blussen dan in een evaluerend
gesprek met de toeschouwers. Is het NIVRA-bestuur dus aan
het blussen
Is dit het ‘goedgekozen antwoord waarin een mens vreugde
vindt; ‘de juiste woorden op de juiste plaats – hoe voortreffelijk
is dat’ (Spreuken, 15:23). Ik begrijp dat Smit bedoelt dat
het nu geen moment is voor de juiste woorden. Het leek mij
inderdaad een rhetorisch grapje onder toeschouwers. Wat
Koning Salomon in zijn wijsheid kan hebben bedoeld, wordt
in de Talmoed (Eruvin 54a) besproken. De Talmoed legt uit
dat wanneer iemand antwoord kan geven op de vragen van
anderen, dit een bron van geluk is. Door anderen te voorzien
van een oplossing voor hun problemen zullen die mensen
zich gelukkig voelen. Op zijn beurt zal dat de helper vreugde
geven. Het is terug te voeren op Genesis 2:18. God zei: ‘Het
is niet goed voor een mens om alleen te zijn’. Dan schiep hij
Eva om elkaar een helper te zijn. Alleen door elkaar te helpen,
zouden zij voldoening kunnen ervaren. Door te blussen
ontneemt Smit zichzelf en al die anderen een grote vreugde.
Van uitstel hoeft geen afstel te komen. Die vreugde willen
wij wel smaken. Maar of het bestuur al blussend reeds op
8 december het goedgekozen antwoord zal hebben, waag ik
te betwijfelen. Zo ver reikt die verantwoordingsplicht ook niet.
Het betreft alleen maar de vaststelling van de rekening en
verantwoording van het bestuur over het beheer van de financiën
in het afgelopen boekjaar. We zijn aan niet-financiële
informatie echt niet toe. En eerlijk gezegd: ik vertrouw het
bestuur. De vermelde uitgaven zijn heus gedaan en de inkomsten
zijn degelijk verantwoord. Wel zou ik er een soort van
Rekenkamer bij willen hebben, die ook kijkt naar effectiviteit
van uitgaven.
Verder komen er 11 december nog een paar ontwerpverordeningen
die op basis van de bestuursvoorstellen voor kwaliteitsonderzoeken,
klachtbehandeling, beroepsprofiel, exameneisen
Nederlands recht en gedrags- en beroepsregels voor buitenlandse
accountants, moeten worden vastgesteld. Zo staat het
op de website. De agenda en de bijbehorende stukken heb ik
hiermee zoveel mogelijk via de website van de Orde gedownload
(zie de Verordening op de ledenvergadering 2008, art. 6,
lid 2). Maar veel meer kon ik niet vinden. Behalve dan de kandidaatstelling
voor het bestuur.
Het bestuur stelt voor om de voorzitter te houden. Vervolgens
zijn er 3 vacatures, waarvoor het bestuur (nieuwe) kandidaten
voorstelt. Het zijn de heren drs. H.H.H. Wieleman (53) van
Deloitte Accountants, J.W. Kooijman (53) Grant Thornton
en drs. R. Dekkers (49) PricewaterhouseCoopers Accountants
N.V. Tot mijn schande moet ik bekennen dat ik ze niet
(erg goed) ken. Het zou een kleine moeite moeten zijn om de
heren op de website van een cv’tje te voorzien. En misschien
een fotootje. En heel misschien een verklaring waarom zij
toestemmen in hun kandidatuur en wat zij binnen het bestuur
en voor het NIVRA aspireren. Nu ben ik zelf gaan Googelen.
Omdat ik geen stemadvies wil geven, ga ik daarvan de resultaten
niet hier verklappen. Wat mij wel weer opvalt, is dat er
geen vrouwen door het bestuur zijn gekandideerd. Ik meen
toch te weten dat Zilch in haar toekomstige jaarverslag een
vrouw als voorzitter heeft. En ik herinner mij een advertentie
van enkele dagen geleden in de krant over vrouwen in hoge
functies. Ik kan me niet voorstellen dat de vrouwelijke leden
van het NIVRA allemaal ongeschikt en/of onwillig zouden
zijn om tot het bestuur toe te treden. Is het hen gevraagd
Bij dezen vraag ik de NIVRA-vrouwen om zich kandidaat te
stellen. Een jawoord zou het juiste woord zijn op het juiste
moment: een goedgekozen antwoord; hoe goed is dat! an
Joost Groeneveld, directeur Wingman Business Valuators B.V.
Breda/Bilthoven/Leidschendam.
joostgroeneveld@accountancynieuws.nl
Accountancynieuws 21 november 2008 nr 22 www.accountancynieuws.nl 17

accountantscontrole
Positie opdrachtgerichte kwaliteitsbeoordelaar (OKB’er) onduidelijk
Maakt de OKB’er wel
of geen deel uit van het
assuranceteam
Dick van Onzenoort
Het fenomeen van de opdrachtgerichte kwaliteitsbeoordeling zal
voor iedere externe accountant inmiddels bekend zijn. De uitvoerende
opdrachtgerichte kwaliteitsbeoordelaar (OKB’er) moet in
ieder geval een (vakbekwame) AA of RA zijn, die niet betrokken is
bij de wettelijke controle die hij beoordeelt, zo schrijft artikel 19,
lid 2 uit het Bta voor. Vreemd genoeg wordt de OKB’er in het kader
van de Nadere Voorschriften Onafhankelijkheid voor accountants
juist wél beschouwd als een van de leden van het assuranceteam.
Dat is opmerkelijk en op zijn minst onduidelijk te noemen.
Positie opdrachtgerichte
kwaliteitsbeoordelaar
In de literatuur is al het nodige
geschreven over de opdrachtgerichte
kwaliteitsbeoordeling, zie bijvoorbeeld
het artikel ‘OKB, wat moet ik
er mee’ in dit blad 1 en de bijdrage
‘Kwaliteitsbeoordeling bij assuranceopdrachten’
in het MAB 2 . In die
artikelen is steeds met name ingegaan
op de inhoudelijke kant van de
OKB, waarbij vooral de aard en diepgang
van de OKB ter sprake is gekomen.
Eén ding is echter tot nu toe
in belangrijke mate onderbelicht
gebleven, en dat is de positie van de
kwaliteitsbeoordelaar (de OKB’er)
zelf. Dat aspect wordt hier nader
besproken.
De opdrachtgerichte kwaliteitsbeoordeling
komt voort uit RKB-1
(ISQC-1) en is daar als volgt gedefinieerd:
‘Een proces opgezet om voorafgaand
aan het afgeven van het rapport een objectieve
evaluatie te verkrijgen van de
belangrijkste standpunten die het opdrachtteam
heeft ingenomen en de
eindoordelen die zijn gevormd ter formulering
van het rapport.’
In het Bta is deze kwaliteitstoetsing opgenomen
in artikel 18, waarbij het uiteraard
gaat om de toetsing van wettelijke
controleopdrachten. Conform het Bta
is een OKB verplicht voor alle OOB’s
(organisaties van openbaar belang) en
de accountantsorganisatie dient criteria
vast te stellen voor de te toetsen overige
wettelijke controles. In de artikelen 19
en 20 van het Bta wordt, in vrij gedetailleerde
mate, het proces van de OKB besproken.
Daarbij is ook aangeven welke
18 www.accountancynieuws.nl
zaken ten minste in de OKB-toets betrokken
moeten worden. Van belang is
om vast te tellen dat de OKB een marginale
toetsing betreft. De toetser dient
vast te stellen of de (externe) accountant
‘in redelijkheid tot zijn verklaring heeft
kunnen komen’.
‘De accountantsverklaring
mag niet eerder worden
afgegeven dan dat de OKB
is afgerond.’
Artikel 21 Bta ten slotte, geeft aan dat de
accountantsverklaring niet eerder mag
worden afgegeven dan dat de OKB is
afgerond.
Wie is de OKB’er
Er is dus sprake van een kwaliteitstoetsing
vooraf, dus vóór afgifte van de verklaring
of het rapport. Dit in tegenstelling
tot de al veel langer gebruikelijke
systematiek van kwaliteitstoetsingen
(reviews) achteraf. Daarmee is de OKB
een belangrijk onderdeel in het kwaliteitsstelsel
van accountantspraktijken.
Maar dit brengt ook een bijzondere positie
van de OKB en de kwaliteitsbeoordelaar
zelf (de OKB’er) met zich mee.
Immers, de verklaring mag pas worden
afgegeven nadat de OKB’er zijn fiat
heeft gegeven. Maar de OKB’er neemt
niet de verantwoordelijkheid van de
(externe) accountant over. Deze laatste
blijft eindverantwoordelijk voor de uitvoering
van de opdracht en de bijbehorende
(accountants)verklaring.
Dat is logisch als je kijkt naar de ‘eisen’
die in het Bta worden gesteld aan de
kwaliteitsbeoordelaar: dit is een (vakbekwame)
AA of RA die niet is betrokken
bij de wettelijke controle die hij beoordeelt
(Bta, artikel 19 lid 2). Uit de Nota
21 november 2008 nr 22 Accountancynieuws

accountantscontrole
van Toelichting blijkt verder nog dat de
OKB’er een marginale – maar desondanks
adequate – inhoudelijke beoordeling
van de uitvoering van de controle
moet verrichten. De kwaliteitsbeoordelaar
mag dan ook niet anders dan als
kwaliteitsbeoordelaar betrokken zijn bij
de desbetreffende wettelijke controle.
‘De OKB’er heeft geen
rol in de uitvoering van
de opdracht; zijn rol is
toetsend/beoordelend.’
Hij mag dus ook geen beslissingen nemen
voor het opdrachtteam. Deze regel
beoogt te garanderen dat de beoordelaar
met een frisse, onbevooroordeelde
blik naar de uitvoering kijkt en ook
niet wordt gehinderd door de hiërarchische
verhoudingen binnen het controleteam
en de accountantsorganisatie.
Om die reden wordt de kwaliteitsbeoordelaar
ook aangewezen door de accountantsorganisatie
en niet door het
controleteam.
Rol van de OKB’er
De in de vorige paragraaf beschreven
positie van de OKB’er kan bijzondere
situaties en discussies met zich meebrengen.
Immers, indien de OKB’er
(vooralsnog) niet kan instemmen met
de voorgenomen verklaring, de onderbouwing
(deugdelijke grondslag)
daarvan of andere evidente opmerkingen
heeft, brengt zijn rol en positie
met zich mee dat hij de accountantsverklaring
kan ‘tegenhouden’.
Hierdoor ontstaat een spanningsveld
tussen de OKB’er en de eindverantwoordelijk
accountant. De OKB’er wil
zijn fiat niet geven voordat bepaalde
issues zijn opgelost en de accountant
kan zijn verklaring niet verstrekken
zonder het akkoord van de OKB’er. Zeker
onder tijdsdruk kan de druk op de
OKB’er dan toenemen. Hieruit blijkt
wel dat de OKB’er een belangrijke rol
en ‘stem’ heeft in de totstandkoming
van de uiteindelijke verklaring. Wellicht
meer dan uit een marginale toetsing
(zoals de wetgever voorstaat) zou
mogen worden verwacht. Hiervoor zagen
we al dat artikel 19 lid 2 Bta voorschrijft
dat de OKB’er een AA of RA is
die niet is betrokken bij de uitvoering
van de opdracht. De vraag is of dit,
gezien het bovenstaande, stand kan
houden.
‘Veel kleinere
accountantsorganisaties
kiezen ervoor om een
externe OKB’er aan te
stellen.’
Lid van het team
Of de situatie stand kan houden dat
de OKB’er een AA of RA is die niet betrokken
is bij de uitvoering van de opdracht,
is een vraag die wellicht mede
kan worden beantwoord aan de hand
van de Nadere Voorschriften Onafhankelijkheid
van de Openbaar Accountant
(NVOA). Onder de definities is ook de
definitie van assuranceteam opgenomen.
Samengevat weergegeven betreft
dit degenen die zijn betrokken bij de
uitvoering van een assuranceopdracht,
inclusief ‘…degene die de kwaliteitsbeoordeling
van nog niet afgeronde assurance-opdrachten
uitvoert…’. In de NVOA wordt
de OKB’er dus, in tegenstelling tot in
het Bta, wél (direct) tot het team gerekend.
Gezien de geschetste rol en
‘bevoegdheden’ van de OKB’er is dit
niet onlogisch. Echter, wat meer afstand
nemend, kun je ook betogen dat
de OKB’er geen rol heeft in de uitvoering
van de opdracht. Zijn rol is toetsend/beoordelend.
Alleen vindt dit
voorafgaand aan de afgifte van de verklaring
plaats en niet achteraf, zodat
– indien nodig – nog aan- of bijsturing
kan plaatsvinden. Het is echter de externe
accountant die eindverantwoordelijk
blijft. Verder dient een OKB’er
per definitie objectief en onafhankelijk
(van zowel de cliënt als het team als de
eindverantwoordelijk accountant) te
kunnen optreden. Vandaar ook dat de
OKB’er wordt aangewezen door de accountantsorganisatie,
zodat daarmee
wordt gewaarborgd dat de juiste (deskundige)
en objectieve OKB’er wordt
geselecteerd. En vandaar ook dat veel,
wat kleinere accountantsorganisaties
er voor hebben gekozen om een externe
(niet aan de accountantsorganisatie
verbonden) OKB’er aan te stellen.
En juist om deze redenen kán c.q. behoort
de kwaliteitsbeoordelaar mijns
inziens niet als teamlid te worden beschouwd,
hetgeen dan weer in lijn is
met het Bta.
Discrepantie
Ten aanzien van de positionering van
de opdrachtgerichte kwaliteitsbeoordelaar
bestaat er een discrepantie tussen
hetgeen hierover in het Bta staat
en dat wat uit de definities in de onafhankelijkheidsvoorschriften
blijkt. Dat
brengt op zijn minst een onduidelijkheid
met zich mee, waardoor het voor
accountantsorganisaties lastig, zo niet
onmogelijk, wordt om aan beide regelgevingen
te voldoen. Gevolg is dat de
accountantsorganisatie dus zelf een
keuze zal moeten maken. Indien de
aanwijzing van de OKB’er door de accountantsorganisatie
zorgvuldig, en
met de nodige waarborgen en procedures
omkleed, gebeurt, lijkt mij de
Bta-variant (dus dat de OKB’er géén
deel uitmaakt van het team) alsdan een
veilige keuze. an
D.W.S. (Dick)
van Onzenoort,
verbonden aan
het Bureau
Vaktechniek van
BDO CampsObers
Accountants &
Adviseurs en
Associate Lector
aan Fontys Hogeschool Financieel
Management te Eindhoven. Het artikel
is geschreven op persoonlijke titel.
1 OKB, wat moet ik er mee, in AN 3 van 9 februari
2007 door Dick van Onzenoort
2 Kwaliteitsbeoordeling bij assuranceopdrachten,
in het MAB van januari/februari 2008 door
drs. A.R. Roos RA.
Accountancynieuws 21 november 2008 nr 22 www.accountancynieuws.nl 19

externe verslaggeving
Modernisering Duits
jaarrekeningenrecht
Cees van Geffen
De Duitse regering heeft ingestemd met een wetsvoorstel tot modernisering van
het Duitse jaarrekeningenrecht. Dit zogenoemde BilMog (Modernisierung des
Bilanzrechts) wetsvoorstel heeft tot doel het jaarrekeningenrecht in het HGB
(Handelsgezetsbuch) aan te passen aan de internationale ontwikkelingen.
De Duitse vennootschapsrechtelijke
jaarrekening (Handelsrechtliche Jahresabschluss)
is de basis voor de fiscale
winstbepaling. Dat zal ook na invoering
van de BilMog zo blijven. De modernisering
moet echter bewerkstelligen dat
Duitse ondernemingen modernere jaarrekeningregels
kunnen gaan toepassen
en niet gedwongen worden om (daarvoor)
over te stappen naar IFRS. Uiteraard
is lastenverlichting voor het MKB
een van de uitgangspunten van dit wetsontwerp.
Mede om die reden wordt voorgesteld
om de, ook in ons land bekende,
grensbedragen voor kleine, middelgrote
en grote rechtspersonen te verhogen.
Ingrijpende wijzigingen
jaarrekeningenrecht
Voor het eerst in tientallen jaren worden
er ingrijpende wijzigingen voorgesteld
in het Duitse jaarrekeningenrecht. Het
aangepaste ‘HBG-bilanzrecht’ moet
een volwaardig, maar kostenbesparend
en eenvoudiger alternatief voor IFRS
gaan bieden. Daartoe worden ook vele
keuzemogelijkheden die het HGB thans
biedt, met dit BilMog-wetsvoorstel geschrapt,
omdat deze niet meer van deze
tijd zijn. Tevens worden nieuwe voorschriften
voor verwerking en waardering
van activa en passiva ingevoerd, die
moeten leiden tot een verbetering van
de informatie op de (HGB-) balans.
Achtergrond wetsvoorstel
De achtergrond van dit wetsvoorstel is
de inschatting van de Duitse wetgever
dat IFRS door veel ondernemingen in
Duitsland wordt afgewezen als een volwaardig
alternatief. Met name veel kleinere
en middelgrote ondernemingen
in Duitsland beschouwen, bepaald niet
ten onrechte, IFRS als voor hen veel te
complex. Bovendien wordt een eventuele
overgang op IFRS als uiterst belastend
en kostbaar gezien. Het wetsvoorstel beoogt
ondernemingen die geen IFRS kunnen
gebruiken, toch de mogelijkheid te
bieden om een ‘modernere’ jaarrekening
op te maken en te publiceren. Een
jaarrekening die beter tegemoet komt
aan de huidige informatiewensen van de
gebruikers daarvan. Door de Duitse wetgever
worden de door IASB voorgestelde
‘IFRS-SME’ (IFRS for private entities)
niet als een realistisch alternatief gezien.
Net zoals in ons land, is in Duitsland het
gebruik van IFRS uitsluitend verplicht
voor de geconsolideerde jaarrekening
van beursgenoteerde rechtspersonen.
Daarnaast is in Duitsland, zulks in tegenstelling
tot in ons land, het (vrijwillig)
gebruik van IFRS in de enkelvoudige
jaarrekening niet mogelijk. Het ontbreken
van deze optie heeft veel te maken
met het bovengenoemde feit dat de enkelvoudige
jaarrekening in Duitsland de
basis vormt voor de fiscale winstbepaling
(aangifte winstbelasting). Mede daarom
kunnen de voorgestelde BilMog-wijzigingen
verstrekkende gevolgen hebben.
Immers, een wijziging in waarderingsvoorschriften
in het HGB heeft (in)direct
invloed op de fiscale winstbepaling, net
zoals andersom een wijziging in fiscale
regels invloed kan hebben op de HGBjaarrekening
(Massgeblichkeit).
Vrijstelling
Al met al een belangrijke ontwikkeling;
met name voor de vele GmbH’s maar
ook voor andere ondernemingsvormen
in Duitsland. Zo krijgen bepaalde eenmanszaken
en kleine vennootschappen,
niet zijnde een kapitaalvennootschap
(niet zijnde een AG of GmbH),
een volledige vrijstelling van het toepassen
van de HGB-jaarrekeningregels. an
Mr. C.J.A. van
Geffen, werkzaam bij
Deloitte Accountants
BV, tevens lid
NIVRA Commissie
Jaarverslaggeving
en member FEE
Working Party on Company Law and
Corporate Governance.
20 www.accountancynieuws.nl
21 november 2008 nr 22 Accountancynieuws

Inkomensafhankelijke bijdrage Zvw:
aparte rekensommetjes
Henk Knol
sociale zekerheid
Hoewel de Zorgverzekeringswet (Zvw) alweer bijna drie jaar geleden in werking
trad, blijkt de premieheffing voor deze wet nog steeds de nodige vragen op te roepen.
Zeker bij de terugbetaling door de fiscus van te veel betaalde bijdragen. Echt
vreemd is dat niet, want wat de premieheffing betreft, is de Zvw wel een beetje een
buitenbeentje.
Voorbeeld
Peter is piloot. Bij de luchtvaartmaatschappij
waar hij werkt,
bedraagt zijn inkomen € 87.000.
Daarnaast werkt hij nog als docent
aan een vliegopleiding waaruit hij
een inkomen geniet van € 42.000.
Regelmatig gaat hij voor een reclamebedrijf
ook nog eens de lucht in met
een reclamevliegtuigje en verdient
daarmee € 12.000 per jaar. Zijn totale
jaarinkomen bedraagt dus € 141.000,
wat dus ruimschoots meer is dan
het maximale bijdrage-inkomen van
€ 31.231. Maar in plaats van een
maximale inkomensafhankelijke bijdrage
van € 2.248 betaalt hij dus 2 x
€ 2.248 plus nog eens € 864, in totaal
dus € 5.360. Alle werkgevers dienen
niet alleen volledig in te houden,
maar ook te vergoeden.
De inkomensafhankelijke bijdrage
is een percentage van het bijdrageloon;
het bijdrageloon is in het algemeen gelijk
aan het belastbar loon voor de loonheffing.
Als de werkgever of uitkeringsinstantie
de ingehouden bijdrage
vergoedt, is de bijdrage 7,2%, met een
maximum van € 2.248 per jaar. In feite
is de inkomensafhankelijke bijdrage
dus eigenlijk gewoon een premie. Als
de verzekerde geen aanspraak kan maken
op vergoeding van de inkomensafhankelijke
bijdrage, geldt een lager percentage.
Voor 2008 is dat 5,1 % met een
maximum van € 1.592 per jaar. Voor
het bijdrage-inkomen geldt steeds een
maximum; voor 2008 is dat € 31.231.
Voor wat betreft de heffing en inhouding
boven het maximale bijdrageloon, bestaat
er een principieel verschil met de
maximale premieheffing voor de werknemersverzekeringen.
In tegenstelling
tot wat in de werknemersverzekeringen
gebruikelijk is, geldt het maximum per
inhoudingsplichtige (dus per werkgever).
Hierbij houdt geen van de inhoudingsplichtigen
rekening met hetgeen
een ander reeds heeft ingehouden. Hierdoor
kan het voorkomen dat een werknemer
in totaliteit meer aan bijdragen
betaalt dan het maximum (zie kader).
Berekening inkomensafhankelijke
bijdrage
De inkomensafhankelijke bijdrage
wordt berekend volgens de methode
van het voortschrijdend cumulatief rekenen.
Als de werknemer loon uit tegenwoordige
dienstbetrekking of bepaalde
uitkeringen geniet, is de werkgever verplicht
om de ingehouden inkomensafhankelijke
bijdrage aan de werknemer
te vergoeden. De vergoeding is belast
voor de loonbelasting en premie volksverzekeringen,
maar onbelast voor de
overige loonheffingen. De netto vergoeding
aan de werknemer bedraagt
per saldo dus minder dan de ingehouden
bijdrage. Wordt er onverplicht een
vergoeding gegeven, dan is deze volledig
belastbaar voor alle heffingen.
Als er sprake is van loon uit vroegere
dienstbetrekking, is de vergoeding echter
alleen belast voor de Zvw en de loonbelasting/volksverzekeringen
(dus niet
voor de werknemersverzekeringen).
Wordt meer vergoed dan de ingehouden
inkomensafhankelijke bijdrage (bijvoorbeeld
een gedeelte van de nominale
premie en bijdragen in de aanvullende
verzekeringen), dan is het meerdere
belastbaar loon voor alle loonheffingen.
Hierop bestaat een uitzondering
als de werknemer op grond van een al
op 31 december 2005 bestaande regeling
aanspraak kan maken op een extra
vergoeding. In de Zorgverzekeringswet
is geregeld dat deze vergoeding geheel
of gedeeltelijk mag worden afgetrokken
van het bedrag dat de werkgever
aan inkomensafhankelijke bijdrage
moet vergoeden.
Vergoeding ziektekostenregeling
De werkgever is niet verplicht om de vergoeding
voor de ziektekostenregeling
te verrekenen met de vergoeding voor
de inkomensafhankelijke bijdrage. Als
de werkgever daar wel voor kiest, kan
hij de vergoeding voor de ziektekostenregeling
op deze manier in de aangifte
loonheffingen verwerken. Dat kan met
ingang van het eerstvolgende aangiftetijdvak,
maar ook nog met terugwerkende
kracht tot en met 1 januari 2006.
In dat laatste geval moeten er wel correcties
op de eerdere aangiften worden
gedaan.
Uitzonderingen op hoofdregel
Voor de volgende loonbestanddelen en
uitkeringen geldt een uitzondering op
de hoofdregel:
• over het loon dat u als reder betaalt
aan zeevarenden, hoeft u met ingang
van 1 januari 2007 geen inkomensafhankelijke
bijdrage meer in te
houden;
• over het loon van pseudo-werknemers
(opting-in) houdt u 5,1 % inkomensafhankelijke
bijdrage in. U bent
niet verplicht om deze bijdrage te
vergoeden;
• over het loon van militairen in actieve
dienst en militairen die buitengewoon
verlof met behoud van wedde
hebben, houdt u geen inkomensafhankelijke
bijdrage Zvw in. Als deze
Accountancynieuws 21 november 2008 nr 22 www.accountancynieuws.nl 21

sociale zekerheid
militairen ook een andere (niet-militaire)
dienstbetrekking hebben, dan houdt ook de
andere inhoudingsplichtige geen inkomensafhankelijke
bijdrage in;
• over loon uit vroegere dienstbetrekking
(met uitzondering van AOWuitkeringen)
van personen die ouder
zijn dan 65 jaar, houdt u 5,1% inkomensafhankelijke
bijdrage in. Dit
geldt vanaf de eerstvolgende kalendermaand
nadat de werknemer/uitkeringsgerechtigde
65 jaar is geworden.
U bent niet verplicht om deze
bijdrage te vergoeden;
• over AOW-uitkeringen houdt u 7,2%
inkomensafhankelijke bijdrage in.
U bent niet verplicht om deze bijdrage
te vergoeden; dit wordt gecompenseerd
door een verhoging van de
AOW-uitkering;
• over bepaalde wettelijke pensioenen
houdt u 5,1% inkomensafhankelijke
bijdrage in. Het gaat bijvoorbeeld
om pensioenen op grond van de Toeslagwet
Indonesische Pensioenen
1956 en de Garantiewet Surinaamse
Pensioenen. U bent niet verplicht om
deze bijdrage te vergoeden;
• over lijfrenten, uitkeringen aan verzetsstrijders
en oorlogsslachtoffers
en uitkeringen van beroepspensioenfondsen
houdt u 5,1% inkomensafhankelijke
bijdrage in. U bent niet
verplicht deze bijdrage te vergoeden;
• over periodieke uitkeringen ter vervanging
van gederfd of te derven loon
(stemrechtuitkeringen) houdt u 5,1%
inkomensafhankelijke bijdrage in.
U bent niet verplicht om deze bijdrage
te vergoeden;
• over (pre)pensioen- en Vut-uitkeringen
houdt u 5,1% inkomensafhankelijke
bijdrage in. U bent niet verplicht
om deze bijdrage te vergoeden. Deze
uitzondering geldt niet voor Vut-uitkeringen
die vóór 1 januari 2006 zijn
ingegaan en waarvoor de uitkeringsgerechtigde
verzekerd was voor de
Zfw. Voor deze laatste groep moet u
dus 7,2% inkomensafhankelijke bijdrage
inhouden en vergoeden;
• over het loon van een directeur-grootaandeelhouder
die niet verplicht
verzekerd is voor de werknemersverzekeringen,
houdt u 5,1% inkomensafhankelijke
bijdrage in. U bent
22 www.accountancynieuws.nl
niet verplicht om de inkomensafhankelijke
bijdrage te vergoeden.
Teruggaaf te veel betaalde bijdrage
Zoals hiervoor al werd aangegeven,
moet iedere inhoudingsplichtige de inkomensafhankelijke
bijdrage inhouden,
ongeacht het feit of de werknemer
uit meerdere dienstbetrekkingen tezamen
meer inkomensafhankelijke bijdrage
betaalt dan het maximum. Als er
meer is ingehouden dan maximaal is
verschuldigd, dan wordt dat in het daarop
volgende kalenderjaar door de Belastingdienst
gerestitueerd. Daarvoor hoeven
werknemer en werkgever zelf geen
aanvraag in te dienen.
‘De werkgever is niet
verplicht om de vergoeding
voor de ziektekostenregeling
te verrekenen met
de vergoeding voor de
inkomensafhankelijke
bijdrage.’
Er vindt steeds een teruggaaf plaats;
er wordt dus niet verrekend met andere
aanslagen. In de meeste gevallen
vindt de teruggaaf plaats aan de werkgever
(die immers de bijdrage heeft vergoed).
De reden hiervoor is dat de teruggaaf
wel betrekking heeft op het te
veel betaalde aan inkomensafhankelijke
bijdrage, maar niet op hetgeen daardoor
te veel is betaald aan belasting (immers,
de vergoeding is wel belastbaar
loon geweest). Er moet bij een teruggaaf
dus ook verwerking in de salarisadministratie
plaatsvinden (boeking als negatief
loon). Door het aldus op deze manier
te verwerken, wordt het belastbaar
inkomen van de werknemer lager en
wordt hij gecompenseerd voor de te veel
betaalde belasting. Heeft de werkgever
geen vergoeding gegeven, dan wordt
wel aan de verzekerde zelf terugbetaald.
Terugbetaling naar evenredigheid
Gelden er verschillende percentages,
dan wordt eerst het hogere bedrag
vastgesteld en daarna wordt het aandeel
van de lagere bijdrage vastgesteld.
Zie kader hierboven.
Voorbeeld
In het geval van Peter pakt dit als
volgt uit: Peter is piloot. Bij de luchtvaartmaatschappij
waar hij werkt,
bedraagt zijn inkomen € 87.000.
Daarnaast werkt hij nog als docent
aan een vliegopleiding waaruit hij
een inkomen geniet van € 42.000.
Regelmatig gaat hij voor een reclamebedrijf
ook nog eens de lucht in
met een reclamevliegtuigje en verdient
daarmee € 12.000 per jaar.
Zijn totale jaarinkomen bedroeg
€ 141.000 en op alle inkomensbestanddelen
is het hoge percentage
van toepassing. Procentueel ontving
hij van de luchtvaartmaatschappij
61,7 % van zijn jaarinkomen, voor
de vliegopleiding is dat 29,8 % en
voor het reclamebedrijf 8,5 % . Er is
per saldo € 3.112 te veel betaald en
dat bedrag moet dus worden teruggegeven.
Als iedere werkgever een
evenredig deel hiervan ontvangt, dan
ontvangen zij respectievelijk € 1920;
€ 927 en € 265.
Deze bedragen hoeven niet aan de werknemer
te worden teruggegeven; hij ontving
hiervoor immers al een vergoeding
van de werkgever. Wel verwerkt de
werkgever deze bedragen als negatief
loon in de individuele loonstaat. Daardoor
wordt het belastbaar loon lager en
wordt de werknemer gecompenseerd
voor de te veel betaalde belasting over
de vergoeding.
Voor anonieme werknemers mag u bij
de berekening van de bijdrage geen rekening
houden met het maximumbijdrageloon.
Bij de vergoeding van de
bijdrage mag u daarmee wel rekening
houden. Omdat bij anonieme werknemers
gegevens niet met zekerheid te
koppelen zijn, wordt nooit een teruggaaf
van te veel betaalde bijdrage gedaan.
an
H.K. Knol is verbonden aan Partner
Consult Adviesgroep te Opijnen
21 november 2008 nr 22 Accountancynieuws

column
Met de crisis komt mogelijk
de insolventie
Volgens Euler Hermes, marktleider in kredietverzekeringen
en bedrijfsincassso’s, zal de wereldwijde faillissementsindex
dit jaar stijgen met 15%. Dit is een historisch scherpe stijging
die hoger zou uitvallen dan die in de recessie kort na de aanslagen
van 9/11. De stijging is vooral merkbaar in de Verenigde
Staten, waar de uitslagen naar boven en naar beneden in
de conjunctuur gewoonlijk extremer zijn. Ook in Europa zal
het aantal faillissementen echter sterk toenemen, aldus deskundigen.
De oorzaken liggen volgens Euler Hermes in de opeenvolgende
economische schokken die ondernemingen te verwerken
krijgen en die voor veel ondernemingen fataal zullen zijn:
de financiële crisis raakt direct banken en financiële instellingen,
zorgt voor een vertraging in de bouw- en vastgoedsector
en zal fikse prijsstijgingen in de voedsel- en energiemarkt tot
gevolg hebben. Daarnaast zal ook de stagnatie van de wereldhandel
als gevolg van de vertraging van de Amerikaanse
economie een ‘bijdrage’ leveren.
Hoewel Nederland er volgens de index redelijk vanaf komt,
zijn hier naast de discussie over de oorzaken van de crisis en
de toepassing van fair value, nog andere alarmerende signalen
te registreren. Zo blijkt uit een recent onderzoek van
KPMG dat Nederlandse ondernemingen nu al op grote schaal
kostenreducties doorvoeren. Eén op de vier hanteert de kaasschaaf,
maar de meerderheid voert ingrijpende kostenreductieprogramma’s
in en één op de vijf neemt zelfs harde
saneringsmaatregelen. De financiële crisis laat zien dat
externe financieel-economische omstandigheden razendsnel
kunnen verslechteren en dat de consequenties voor een
onderneming acuut en aanzienlijk kunnen zijn. Wat zullen we
merken van de problemen bij giganten als General Motors,
een exponent van de ‘reële economie’
Een en ander betekent ook een nieuwe dimensie voor de
accountant in de jaarrekeningcontrole 2008. Anders gezegd:
een nieuw leven voor – zoals de International Accounting
Standards het zeggen – ‘de continuïteitsveronderstelling als
grondbeginsel bij de opstelling van financiële overzichten’,
die ook achter het opmaken van de jaarrekening zit. Straks,
als de ondernemingen hun jaarrekening 2008 zullen opmaken,
breekt het moment van de waarheid aan. Maar welke
waarheid Vooreerst zal de onderneming zoveel mogelijk
rekening moeten houden met negatieve omgevingsfactoren
(conjunctuuromslag, renteverhoging, stagnerende afzetmarkten),
alsmede met de effecten die deze factoren hebben op
de bedrijfsvoering in het algemeen en de weergave van de
financiële situatie (de jaarrekening) in het bijzonder. Doordat
verslechteringen in de omgevingsfactoren zich snel manifesteren
en de bedrijfsvoering na het einde van het boekjaar nu
al haar invloed laat gelden, kan het bijvoorbeeld toch nodig
zijn posten in de jaarrekening
(zoals een reorganisatievoorziening)
of
toelichtingen (zoals een
wijziging in financieringsarrangementen)
op het
allerlaatste moment
aan te passen of anders
te presenteren. Het is
aan de accountant om
de aanvaardbaarheid te
beoordelen van de continuïteitsveronderstelling
die het bestuur van
de onderneming heeft
gehanteerd. COS 570
geeft een op zich heldere opsomming van feiten en omstandigheden
die hierover, afzonderlijk of gezamenlijk, gerede
twijfel kunnen wekken. Op grond van de gebruikelijke risicoanalyse
zal de accountant vooral aandacht moeten besteden
aan de ontwikkelingen in solvabiliteit, liquiditeit en rentabiliteit.
Maar wanneer is er nu sprake van een serieuze continuïteitsdreiging
En werkt twijfel aan continuïteit niet juist
discontinuïteit in de hand Probleem is dat er geen expliciete
financieel-economische criteria bestaan om het moment van
insolventie te bepalen. Ook COS 570 stelt ‘professional judgment’
van de accountant voorop als zij de bedrijfsrisico’s
omschrijft die aandacht behoeven. In de huidige faillissementsprocedure
geldt ‘slechts’ als criterium dat ‘summierlijk
dient te blijken dat de schuldenaar heeft opgehouden te betalen’.
Hoewel van groot belang voor het bepalen van aansprakelijkheden
– en voor het opmaken van de jaarrekening en
de daarbij door de accountant af te geven verklaring – staan
hiervoor ook in de nieuwe insolventiewet geen harde normen.
Dit brengt de accountant in een moeilijke situatie: hij moet
voor een ongezonde onderneming grofweg kiezen voor de
waardering tegen liquidatiewaarde of continuïteitswaarde,
zonder nuances te kunnen aanbrengen. Afgezien van het feit
dat de accountant niet verantwoordelijk wil worden gehouden
voor ‘riskante verklaringen’ of het onheil wil afroepen
over de onderneming, zal hij als professional ook beroepsmatig
terughoudend willen zijn in zijn oordeel: want wat is waar
Maar dat is nu juist weer niet gewenst, omdat het maatschappelijk
verkeer hier behoefte heeft aan een scherpe diagnose.
Kortom, een duivels dilemma: de reële ‘waarheid’, de actuele
‘waarheid’ of de relatieve ‘waarheid’ an
Jan Joling, als adviseur verbonden aan Nauta Dutilh en als
hoogleraar aan Nyenrode Business Universiteit
Accountancynieuws 21 november 2008 nr 22 www.accountancynieuws.nl 23

kantoormanagement
Cradle to Cradle ook voor
accountants relevant
Jan Wietsma
Temidden van al het geweld dat de kredietcrisis veroorzaakt, zouden we zomaar
kunnen vergeten dat er ook nog andere belangrijke thema’s zijn die de accountancybranche
raken. Een belangrijk thema dat enigszins dreigt onder te sneeuwen, is
de aandacht voor maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO). Nu is MVO een
onderwerp met vele invalshoeken, variërend van onder andere de beloning van bestuurders,
tot aandacht voor microkrediet en het opleiden van financials in Afrika.
Nadenken over duurzaamheid en het hieraan gerelateerde Cradle to Cradle-concept
behoort echter ook steeds meer door te dringen in de accountantspraktijk.
Het ‘Cradle to Cradle’-concept is
uitgewerkt door chemicus Michael Braungart
en architect William McDonough.
In dit concept gaan zij ervan uit dat alles
wat de maatschappij gebruikt, uiteindelijk
ook weer hergebruikt wordt door het
teruggeven van gebruikte materialen aan
de technische of biologische kringloop.
Daarbij is het belangrijk – zo betogen de
geestelijke vaders van dit concept – dat al
in de ontwerpfase wordt nagedacht over
de wijze waarop materialen kunnen worden
hergebruikt. Nu zie ik een aantal van
u al met gefronste wenkbrauwen denken:
‘Wat moeten accountants hier nu mee
Accountants zijn toch helemaal niet betrokken
bij de ontwerpfase van producten,
laat staan dat zij daar enige invloed
op uit kunnen oefenen’ Ik ben van mening
dat u zich daarin vergist.
Meer lezen over Cradle to Cradle
Wie zich verder wil verdiepen in
‘Cradle to Cradle’, wordt aangeraden
het gelijknamige boek van Michael
Braungart en William McDonough
te lezen, dit boek (ISBN 978 90 5594
577 1) is binnen een halfjaar drie
keer herdrukt en is prima geschikt
om een discussie over dit onderwerp
in de bestuurskamer of het vennotenoverleg
tot stand te brengen.
Daarnaast heeft Thomas Friedman,
bekend van ‘De aarde is plat’, recent
een boek geschreven over dit thema,
met de titel ‘De toekomst is groen’
(ISBN 978 90 468 0412 4).
24 www.accountancynieuws.nl
‘Lege werkplekken zijn niet
alleen milieubelastend,
ze zijn ook uitermate
inefficiënt.’
Effectiever werken
Laat ik u daarom een voorbeeld geven:
er worden in Nederland regelmatig
nieuwe kantoorgebouwen betrokken
door accountants. Wanneer de bestuurders
van deze accountantskantoren
aandacht hebben voor het ‘Cradle to
Cradle’-principe, dan bespreken zij met
de architect en de aannemer op welke
wijze de bij de bouw te gebruiken materialen
later opnieuw gebruikt kunnen
worden. Maar daar blijft het niet bij, er
wordt ook gekeken naar het bouwproces
zelf, in hoeverre daar volgens het
‘Cradle to Cradle’-principe wordt gehandeld.
Bij de ontwerpfase gaat het
dan niet alleen om de materialen die
worden gebruikt, maar evenzeer om zaken
als werkplekbezetting. Lege werkplekken
zijn niet alleen milieubelastend,
ze zijn ook uitermate inefficiënt.
Bij de ontwerpfase dient ook een discussie
op gang te komen over de mogelijkheid
van medewerkers om thuis te
werken. Dit leidt niet alleen tot CO 2 -reductie,
maar draagt ook bij aan een fikse
tijdsbesparing. Doordat ook de nodige
filestress wordt voorkomen, draagt
u op deze wijze ook bij aan een betere
work-life balance. Het nadenken over
en de toepassing van Cradle to Cradle
zorgt niet alleen voor meer bewustzijn
rondom het thema duurzaamheid,
maar biedt uw organisatie ook de mogelijkheid
om efficiënter en effectiever
te werken.
Toespitsen op kantoorinrichting
Een ander aandachtsgebied waar het
Cradle to Cradle-principe prima is toe te
passen, is de kantoorinrichting. Steelcase
(www.steelcase.nl), een wereldwijde
kantoorinrichter met onder andere
een vestiging in Amsterdam, heeft
dit principe doorgevoerd in haar totale
bedrijfsvoering en geldt zodoende
als voorbeeld voor de toekomstige inrichting
van werkplekken. Als accountantskantoor
kunt u zich prima profileren
met dit thema, door ook aandacht
te besteden aan de wijze waarop u uw
werkplek inricht. Ook hierbij geldt dat u
tevens bijdraagt aan een gezonde werkomgeving
voor u en uw medewerkers.
Grootste winst bij ICT
Toch is de grootste winst voor accountantskantoren
– als het gaat om het
duurzaamheid – te halen bij een doordachter
gebruik van ICT. Op een congres
dat IT-executive (www.itexecutive.
nl) begin dit jaarorganiseerde, werd
aandacht gevraagd voor het feit dat gebruikmaking
van IT jaarlijks voor meer
CO 2 -uitstoot zorgt dan alle vliegbewegingen
bij elkaar. Tegelijkertijd werd
ook duidelijk dat iedere organisatie bij
kan dragen om duurzamer met IT om te
gaan. De grootste verspillers van energie,
en dus ook van geld, zijn de servers.
Daarbij spelen een aantal zaken:
servers produceren veel warmte en ter
bestrijding daarvan wordt dan weer airconditioning
ingezet. Wanneer accountantskantoren
zouden besluiten over te
schakelen op zogenaamde virtuele servers,
leveren zij niet alleen een bijdra-
21 november 2008 nr 22 Accountancynieuws

kantoormanagement
ge aan de duurzaamheid maar het levert
ook nog wat op. Want de warmte die in
grote serverparken vrijkomt, wordt gekoeld
met water en dat opgewarmde
water kan onder andere weer worden
gebruikt voor verwarming van gebouwen.
Daarnaast is het bij dit soort grote
serverparken ook mogelijk om op een
rendabele wijze gebruik te maken van
technieken als warmteterugkoppeling.
Daar komt nog bij dat gebruikmaking
van virtuele servers u ook nog de nodige
besparingen oplevert rondom kosten
voor systeembeheer. U ziet: het mes
snijdt aan twee kanten.
Overigens wijs ik u er nog op dat u als
kantoor een flinke steen kunt bijdragen
door over te stappen op elektronisch
factureren. Ook hier snijdt het mes
aan meerdere kanten; u verbruikt minder
papier, u bespaart op uw portokosten
en het administratieve proces bij zowel
u als uw klant kan sneller worden
afgewikkeld.
Minder papierverbruik,
meer beeldscherm lezen
Maar er is meer te noemen als het gaat
om gebruikmaking van ICT. Kosten- en
milieubesparing gaan hand in hand als
u overgaat op dubbelzijdig printen. Een
accountantskantoor wist mij te melden
dat zij de kosten voor een nieuwe
printer er al na een half jaar uit hadden.
Maar als het gaat om papierbesparing is
er meer te noemen, zo kunt u besluiten
om niet iedere mail meer uit te printen,
en u kunt ervoor kiezen om meer informatie
vanaf het beeldscherm tot u te nemen.
Nu weet ik dat niet iedereen het
beeldscherm even plezierig vindt om
van te lezen en ook het feit dat je lastig
met je beeldscherm op de bank kunt
zitten is een valide argument. Maar ook
op dat punt zit de techniek niet stil en
er zijn inmiddels digitale oplossingen
Bijeenkomst over
duurzaamheidsvraagstuk
In het voorjaar van 2009 organiseren
Steelcase/ ABN/AMRO / NIVRA en
Full Finance een bijeenkomst over
de wijze waarop accountants actief
een bijdrage kunnen leveren aan het
duurzaamheidsvraagstuk.
waarmee u met een zogenaamde e-reader
informatie kunt raadplegen. Daarbij
is er geen verschil met het lezen van een
boek of het doorbladeren van een stapel
papier. De Iliad-reader (www.irextechnologies.com)
en de Kindle van Amazon
zijn goede voorbeelden van deze
nieuwe techniek. U hoeft dus niet meer
met dossiers te sjouwen, en u hebt tevens
uw vakliteratuur altijd bij de hand.
‘Gebruik maken van
‘distance-learning’ levert
op meerdere terreinen
voordeel op.’
E-learning
Gebruik maken van ‘distance-learning’,
ofwel leren op afstand, levert op meerdere
terreinen voordeel op. U bent duurzaam
bezig doordat uw medewerkers
minder reiskilometers maken. Daarnaast
blijkt uit diverse onderzoeken dat
het gebruikmaken van e-learning in een
groot aantal gevallen effectiever is voor
kennisoverdracht dan de meer traditionele
vormen. Wanneer u de mogelijkheden
van e-learning uitbreidt met een
leermanagementsysteem (LMS) heeft
u tevens een instrument in handen om
de kennisontwikkeling van uw medewerkers
objectief te monitoren. Andere
voordelen zijn de zojuist genoemde
reistijdbesparing voor uw medewerker
en meer flexibiliteit, doordat u of uw
medewerkers kunnen leren op het moment
dat dit hen het beste uitkomt.
Zweden loopt voorop
In Zweden is BDO actief betrokken
bij het uitdragen van het Cradle to
Cradle-principe. In samenwerking
met de Zweedse beroepsorganisatie
voor accountants is een website
geopend waarop accountants en
ondernemingen modellen kunnen
downloaden waarmee enerzijds de
CO 2 -reductie en anderzijds de financiële
besparingen worden berekend.
Meer info vindt u op www.merverkan.
se/index eng.php. Een middelgroot
accountantskantoor in Nederland
dat zich bezig houdt met MVO-advisering
is de ZwartMulGroep (zie
www.mkbduurzaam.nl), daarnaast
is de branche-informatieafdeling
van ABN-AMRO te Amsterdam nauw
betrokken bij het onder de aandacht
brengen van Cradle to Cradle.
Mobiliteitskwestie
Een aandachtsgebied is ook nog de wijze
waarop u en uw medewerkers zich
verplaatsen. Een auto van de zaak is
meestal een onontkoombare arbeidsvoorwaarde
in onze branche, maar u
heeft natuurlijk wel invloed op het energielabel
van de aan te schaffen auto en
auto’s met een laag energieverbruik zijn
ook in het duurdere segment voldoende
voor handen. Betrek bij uw vervoersoverwegingen
ook de mogelijkheid om
op een effectieve wijze gebruik te maken
van de trein. Bijkomend voordeel is
dat u in de trein ook nog uw kennis kan
vergroten via de e-reader en dat u lagere
kosten per kilometer heeft. Als u een
bedrijfsbusinesskaart aanschaft bij de
NS, kunt u het aantal administratieve
handelingen als gevolg van declaraties
tot een minimum reduceren.
Duurzaamheid loont
U ziet dat er meer dan voldoende mogelijkheden
zijn voor u om uw steentje
bij te dragen aan duurzaamheid en
het ‘Cradle to Cradle’-concept. Bedenk
daarbij dat u door uw klanten ook steeds
vaker bevraagd zal worden over de wijze
waarop u omgaat met dit principe.
Grote ondernemingen eisen steeds vaker
dat hun afnemers en toeleveranciers
het maximale doen om bij te dragen aan
het duurzaamheidsvraagstuk. Een slimme
accountant beseft dat hij ook in het
adviestraject richting zijn klant nog heel
wat waarde kan toevoegen. an
J. Wietsma AA
is verbonden
aan Full Finance
te Apeldoorn.
janwietsma@accountancynieuws.nl
Accountancynieuws 21 november 2008 nr 22 www.accountancynieuws.nl 25

praktijkvragen AN
403-verklaring: aansprakelijkheid
houdt niet op na beëindigen BV
Als B BV, de vennootschap waarvoor A BV de 403-verklaring heeft
afgegeven, na ontbinding ophoudt te bestaan, kan A BV mogelijk
toch nog aansprakelijk worden gesteld voor schulden van B BV wanneer
men is vergeten de 403-verklaring in te trekken. Dat lijkt een
vreemde situatie.
AN-praktijkvraag 10
Waar staat nu precies dat een
accountant onafhankelijk moet zijn
De beantwoording van die vraag
heeft u kunnen lezen in Accountancynieuws,
aflevering 15 van 8 augustus
jl. In deze praktijkvraag gaat het om
de reikwijdte van de 403-verklaring.
A BV heeft zich in het verleden voor
de toepassing van het groepsregime uit
art. 2:403 BW aansprakelijk gesteld voor
de schulden uit rechtshandelingen van B
BV. Hiertoe heeft A een 403-verklaring
gedeponeerd in het dossier van B bij het
Handelsregister. Inmiddels is B ontbonden,
haar vermogen is vereffend en zij is
opgehouden te bestaan. Het dossier van
B bij het Handelsregister is gesloten. De
403-verklaring is echter nooit ingetrokken;
zoals dit wel meer gebeurt, is men
dit vergeten te doen. Loopt A het risico
om nog op grond van de 403-verklaring
te worden aangesproken voor schulden
van B uit het verleden en zelfs voor nieuwe
schulden
Voornoemde vraag is als volgt opgekomen.
A wil alsnog maatregelen treffen
om te voorkomen dat zij uit hoofde
van de 403-verklaring kan worden aangesproken.
A oordeelt dat het mogelijk
is dat er een derde opkomt, die claimt
nog wat van B te vorderen te hebben.
Deze kan dan verzoeken om heropening
van de vereffening (art. 2:23c BW),
maar ook A aanspreken op grond van de
403-verklaring. In dit verband wenst A
zich te beperken tot het beëindigen van
de overblijvende aansprakelijkheid (de
aansprakelijkheid uit het verleden). Zij
zal hiervoor een verklaring ex art. 2:404
lid 3 BW (verklaring-3) deponeren en de
overige procedurevoorschriften volgen.
De verklaring uit art. 2:404 lid 1 BW
(verklaring-1), waarmee de 403-verklaring
(de aansprakelijkheid naar de toekomst
toe) wordt ingetrokken, wil zij
achterwege laten. Omdat B niet meer
26 www.accountancynieuws.nl
bestaat, kunnen er naar de mening van
A nooit meer nieuwe schulden voor B
(en dus nieuwe aansprakelijkheden van
A) ontstaan. De Kamer van Koophandel
wil echter niet een verklaring-3 neerleggen
als A niet eerst of gelijktijdig een
verklaring-1 deponeert. De vraag is in
dit geval dan of de KvK gelijk heeft Of
kan de verklaring-1 in dit geval gekwalificeerd
worden als juridisch zinloos en
administratief geweld, omdat er toch
nooit meer nieuwe aansprakelijkheden
van A voor B kunnen ontstaan
Nieuwe schulden,
nieuwe aanspraken
Over het administratieve geweld van de
verklaring-1 zou men in dit geval kunnen
twisten, over de juridische zin echter
niet. Anders dan gesteld kunnen er ons
inziens eventueel nog nieuwe schulden
uit rechtshandelingen voor B ontstaan.
Dat betekent dus ook dat er nieuwe aanspraken
mogelijk zijn jegens A op grond
van de 403-verklaring. Namelijk op het
moment dat een derde succesvol de heropening
van de vereffening verzoekt (art.
2:23c BW). B herleeft dan ter vereffening
van haar vermogen, waarbij de vereffenaars
mogelijk namens B nieuwe verplichtingen
(moeten) aangaan, zodat er
voor B nieuwe schulden uit rechtshandelingen
ontstaan. Deze schulden vallen
onder het bereik van de door A afgegeven
403-verklaring, aangezien deze verklaring
niet middels een verklaring-1 is
ingetrokken. Enkel met de ontbinding
en het ophouden te bestaan van B is de
403-verklaring namelijk niet (van rechtswege)
ingetrokken.
Handelwijze KvK
Of de KvK het gelijk aan zijn zijde heeft
door deponering van verklaring-3 zonder
voorafgaande deponering van verklaring-1,
kan zo dus in het midden
blijven. Overigens zien wij verklaring-3
als een logisch gevolg van verklaring-1:
eerst de toekomstgerichte intrekking
van de 403-verklaring middels verklaring-1,
gevolgd door de beëindiging van
de overblijvende aansprakelijkheid (uit
het verleden) door verklaring-3.
Interessant is nog de wijze van intrekking
van de 403-verklaring en beëindiging
van de overblijvende aansprakelijkheid.
Het feit dat B na ontbinding is
opgehouden te bestaan, wordt opgegeven
bij het Handelsregister. Na deze opgave
sluit de KvK het dossier van B bij
het Handelsregister. Voor zover bij ons
bekend, accepteert de KvK vervolgens
formeel geen opgaven en deponeringen
meer betreffende dit dossier. Nog los
van het voorafgaande is het dus maar
zeer de vraag of de KvK overgaat tot deponering
van verklaring-3 (en verklaring-1)
in het dossier van B.
Tijdstip deponering
Ervan uitgaande dat zowel verklaring-
1 als verklaring-3 gedeponeerd moeten
worden om A te verlossen van zijn aansprakelijkheid
uit hoofde van de 403-
verklaring, wanneer moeten deze verklaringen
dan worden gedeponeerd
Het antwoord lijkt simpel: voordat het
dossier van B wordt gesloten. Voor deponering
van verklaring-1 en dus intrekking
van de toekomstgerichte aansprakelijkheid
is dit ook zo: intrekking
21 november 2008 nr 22 Accountancynieuws

praktijkvragen AN
is steeds mogelijk en kan dus op ieder
moment plaatsvinden.
Situatie bij verklaring-3
Voor verklaring-3 ligt het ingewikkelder.
Op grond van art. 2:404 lid 3 BW
kan A de overblijvende aansprakelijkheid
slechts beëindigen wanneer B niet
meer tot de groep van A behoort. Anders
dan de NIVRA Commissie Jaarverslaggeving
(‘De (dis)continuïteit van een
kapitaalvennootschap en de jaarrekening’,
30 maart 2006) stelt, betekent het enkele
feit dat B ontbonden is, maar in verband
met de vereffening nog bestaat,
niet dat B niet meer tot de groep van
A behoort. Hoewel het doel van B door
de ontbinding is gewijzigd (van het
drijven van een onderneming naar een
gerichtheid op ophouden te bestaan),
brengt enkel de ontbinding nog niet
met zich dat A geen feitelijke overheersende
beleidsbepalende zeggenschap
over B uitoefent. Geregeld zal deze
zeggenschap – en dus de groepsband
– pas eindigen als A ook ophoudt te bestaan.
Bestaat de groepsband nog, dan
kan de overblijvende aansprakelijkheid
formeel nog niet worden beëindigd.
Beëindiging overblijvende
aansprakelijkheid
Wanneer kan deze overblijvende aansprakelijkheid
dan worden beëindigd
A zou ervoor kunnen kiezen verklaring-3
pas te deponeren, nadat B is
opgehouden te bestaan. Op dat moment
is de groepsband ook geëindigd.
Belangrijk is dan wel dat dit gebeurt
voor het sluiten van het dossier van B
bij de KvK. Na deponering van verklaring-3
kan het dossier worden gesloten.
Dat dan nog de verzetstermijn van
2 maanden loopt (vgl. art. 2:404 lid
3 BW), is daarbij niet van belang. Deponering
van verklaring-3 gelijktijdig
met insturen van het Handelsregisterformulier
betreffende einde rechtspersoon
(formulier 17b) is dan een logisch
moment.
Andere optie
Naar onze mening is het echter mogelijk
om verklaring-3 al te deponeren
voordat B ophoudt te bestaan, ook
al zou de groepsband op dat moment
nog niet geëindigd zijn. Omdat na ontbinding
het doel van B is gericht op
ophouden te bestaan, wat verbreking
van de groepsband impliceert, brengt
een redelijke uitleg mee, dat deponering
van verklaring-3 al voor het daadwerkelijk
eindigen van de groepsband
mogelijk is. Een voor de hand liggend
moment is deponering gelijktijdig met
neerlegging van de rekening en verantwoording
(en eventueel het plan van
verdeling) in verband met de vereffening
(art. 2:23b lid 2 BW), zeker nu de
verdere procedurevoorschriften uit de
artt. 2:23b en 2:404 BW (publicatie in
een landelijk verspreid dagblad en een
verzetsperiode van 2 maanden) gelijk
zijn. An
De Redactie Accountancynieuws
Accountancynieuws 21 november 2008 nr 22 www.accountancynieuws.nl 27

elastingen
Giften via lijfrente leiden niet
altijd tot (groot) voordeel
Andor Valkenburg
Voor gewone giften geldt een drempel van 1% van het verzamelinkomen
van de partners gezamenlijk en een plafond van 10%.
Voor de zogenaamde lijfrentegiften gelden deze beperkingen niet,
deze zijn dan ook vol aftrekbaar. Bij een lijfrentegift wordt de jaarlijkse
periodieke betaling als gift in aanmerking genomen en niet de
waarde van de lijfrente in één keer. Dit is de reden dat vele instellingen
(kerken, liefdadigheid) de lijfrentegift promoten.
Veel instellingen stellen het
voordeel van de lijfrentegift evenwel
vaak iets te rooskleurig voor, omdat
ze in de voorbeelden geen rekening
houden met de gewone giften, die bij
de gemiddelde schenker zeker een rol
spelen. De gewone giften vallen namelijk
(gedeeltelijk) weg in de drempel en
zijn dus van invloed op het uiteindelijk
voordeel. Twee voorbeelden om dit te
illustreren.
Rekenvoorbeeld kwalificatie als lijfrentegift
28 www.accountancynieuws.nl
Voorbeeld
Stel, een belastingplichtige heeft een verzamelinkomen
van € 60.000 en laten we
aannemen dat zijn marginaal tarief 52%
is. Hij doet jaarlijks een gift aan de kerk
van € 2.000 en andere gewone giften aan
diverse goede doelen van in totaal € 600.
De kerk promoot de lijfrentegift en onze
belastingplichtige denkt dat dit een goed
idee. Echter, per saldo leidt dit niet tot
voordeel (zie voorbeeld).
Zonder lijfrentegift-kwalificatie:
Kerk € 2.000
Andere giften € 600
Totaal € 2.600
Af: drempel € 600
Aftrekbare gift € 2.000
Belastingvoordeel 52% € 1.040
Met lijfrentegift-kwalificatie:
Aftrekbare lijfrentegiften € 2.000
Gewone giften € 600
Af: drempel € 600
Aftrekbare gewone giften € 0
Totaal € 2.000
Belastingvoordeel 52% € 1.040
Bij de belastingplichtige in het voorbeeld
leidt de lijfrentegift dus niet tot
voordeel. Voor de instelling wél, want
die is nu vijf jaar lang verzekerd van een
gift van € 2.000 (zie hierna bij de voorwaarden
van een lijfrentegift).
Andere giften
Stel nu dat onze vriend geen € 600 aan
andere giften deed, maar € 200, dan
leidt een lijfrentegift tot een besparing
van € 208. Immers, zonder lijfrentegift
kom je tot een bedrag aan aftrekbare
giften van (€ 2.200 -/- € 600 =) € 1.600
en een belastingvoordeel van € 832. Met
lijfrentegift kom je tot een bedrag aan
aftrekbare giften van (€ 2.000 + (€ 200 -
€ 200)) = € 2.000 en een belastingvoordeel
van € 1.040.
‘Veel instellingen stellen
het voordeel van de
lijfrentegift vaak iets te
rooskleurig voor.’
Afhankelijk van situatie
Men moet erop bedacht zijn dat een lijfrentegift
weliswaar volledig en zonder
beperkingen aftrekbaar is, maar dat het
van de specifieke situatie afhangt wat
het daadwerkelijk voordeel is.
Een lijfrentegift is met name ook zeer
interessant als iemand structureel boven
het plafond geeft.
Stel dat onze vriend jaarlijks € 12.000
aan de kerk (of een andere goed doel instelling,
bijvoorbeeld het Rode Kruis)
schenkt. Als hij dit als gewone gift doet,
loopt hij tegen het plafond aan, immers
maximaal is dan maar 10% van
€ 60.000, is € 6.000, aftrekbaar. De belastingbesparing
is € 3.120. De helft van
zijn gift kan hij fiscaal niet benutten. Dit
kan wel, als hij het in de vorm van een
21 november 2008 nr 22 Accountancynieuws

elastingen
lijfrentegift doet. Dan is immers de gehele
€ 12.000 aftrekbaar en bedraagt
zijn belastingvoordeel, in dit geval, het
dubbele, dus € 6.240. ( We laten even
buiten beschouwing dat een deel in het
42%-tarief zal vallen).
Voorwaarden bij lijfrentegift
Lijfrentegiften kunnen zeker tot voordelen
leiden, maar men moet niet te
snel zijn met zijn conclusies. Voor de
instellingen is het fijn, want die zijn vijf
jaar lang verzekerd van giften. Aan de
lijfrentegift zitten namelijk een aantal
voorwaarden, zoals:
• de lijfrente moet bij notariële akte
worden aangegaan;
• de lijfrentetermijnen moeten ten minste
eenmaal per jaar worden uitgekeerd
en de looptijd is ten minste vijf
jaar, overigens wordt er ook voldaan
aan de 5-jaarseis als de eerste termijn
kort na de schenking vervalt;
• in beginsel moet de overeenkomst
5 jaar lopen;
• beëindiging van de verplichting tot moet erop bedacht zijn dat de voorwaarden
er goed in worden opgenomen. In
het doen van uitkeringen of verstrekkingen
bij arbeidsongeschiktheid van een geval waarin de schenker zich bijvoorbeeld
de mogelijkheid had voorbe-
de schenker vormt evenwel geen beletsel
voor de kwalificatie als periodieke
giften. Ook een beëindiging dragend) schuldig te blijven, besliste de
houden de lijfrente-uitkeringen (rente-
door werkloosheid behoeft niet in Hoge Raad dat geen sprake was van een
schenking in de vorm van een periodieke
uitkering. an
‘Een lijfrentegift is met
name zeer interessant als
iemand structureel boven
het plafond geeft.’
strijd te komen met het karakter van
de regeling, indien althans de schenker
op die omstandigheden niet of
nauwelijks invloed heeft. (Zie MvF 21
december 2007 nr. CPP2007/2873).
Aandachtspunten
Een zorgvuldige formulering van de lijfrenteovereenkomst
is belangrijk en men
Drs. A.T. Valkenburg,
PKF
Wallast vestiging
Amsterdam.
andorvalkenburg@accountancynieuws.nl
Accountancynieuws 21 november 2008 nr 22 www.accountancynieuws.nl 29

subsidies
Managers uitzenden:
ervaring- en kennisdeling
Jan-Hendrik Schretlen
Heeft u plannen om naar Afrika, Azië, het Midden-Oosten, Latijns-Amerika en
Centraal en Oost-Europa te gaan En altijd al uw kennis en ervaringen willen
delen Het programma Uitzending Managers maakt het mogelijk om adviseurs uit
bedrijven en instellingen uit te zenden en zo een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling
van een sociale markteconomie. Uitzenden met een missie!
Het programma is een samenwerkingsverband
van het ministerie van
Buitenlandse Zaken, Economische Zaken
en de werkgeversorganisatie VNO-
NCW en wil zo het ondernemersklimaat
in die landen verbeteren, de werkgelegenheid
vergroten, de internationale
samenwerking verbeteren en schoner
produceren.
Detachering
Het doel van het programma is dat, door
uitzending van managers, kennis en ervaring
uit het Nederlandse bedrijfsleven
worden ingezet bij het oplossen van
problemen op het gebied van: productie,
technologie, verkoop, distributie en
marketing, financiën en administratie.
De detacheringsperiode duurt minimaal
drie weken en maximaal drie maanden,
waarna nog een vervolgmissie kan
plaatsvinden. Het uitgangspunt van de
regeling is dat de uit te zenden managers
hun werk op vrijwillige basis verrichten.
Het vliegticket, verzekeringen,
de kosten van voorbereiding, uitrusting
en een toelage worden uit het programma
betaald. Daarnaast wordt een
bijdrage van de uitzendende organisatie
gevraagd in de vorm van de financiering
van plaatselijk transport, kantoorfaciliteiten,
logies en levensonderhoud.
Subsidie Nieuwsfeiten
➤ Binnenkort open: Tijdelijke subsidieregeling Opkomende Markten. De tijdelijke
subsidieregeling Opkomende Markten, gepubliceerd door het ministerie van EZ,
is de opvolger van de voortijdig beëindigde regeling Opkomende Markten. Nederlandse
MKB-bedrijven krijgen hierdoor een nieuwe kans krijgen om, met steun
van de overheid, investeringen te doen in India, Montenegro, Oekraïne, Rusland,
Servië en Turkije. Er is een bijdrage beschikbaar voor ondernemers die in de
genoemde landen een proefinvestering willen doen. Hierbij zijn duurzame kapitaalgoederen
die in een productieproces zullen worden ingezet en aan deze
goederen gerelateerde diensten, subsidiabel. De activiteiten waar subsidie voor
wordt aangevraagd, mogen onderdeel zijn van een groter investeringsproject.
De projectduur is maximaal twee jaar en de subsidiabele kosten moeten minimaal
€ 200.000 bedragen. Het aangevraagde subsidiebedrag moet minimaal
€ 100.000 zijn en de bijdrage is maximaal 50% van de investeringskosten, met
een maximum van € 200.000.
➤ Heemskerk start proef met veiligheidssubsidie voor kleine bedrijven. Staatssecretaris
Heemskerk van Economische Zaken start begin 2009 een proef met veiligheidsadviezen
voor kleine bedrijven. Met gratis veiligheidsadviezen en subsidies
voor maatregelen die de veiligheid vergroten, moeten kleine bedrijven zich beter
kunnen beschermen tegen criminaliteit. De proef moet aantonen op welke manier
het beste veiligheidsscans kunnen worden afgenomen. Daarnaast moet blijken
hoe subsidie kan worden verstrekt zonder de administratieve lasten voor de
ondernemers te verhogen. De proefperiode loopt tot en met de zomer van 2009.
Daarna kunnen alle kleine bedrijven veiligheidsscans en subsidie aanvragen.
Agenda
De Beleidsregel subsidiëring
clusterprojecten Zuid-Holland
31/11/2008
Innovatieprestatiecontracten (IPC)
31/12/2008
Tijdelijke subsidieregeling
Opkomende Markten 31/12/2008
Doelgroep
Het programma is gericht op managers
die met de Vut of pensioen zijn
en beschikken over relevante ervaring.
Daarnaast is het de bedoeling dat er
binnen het programma ruimte wordt
gereserveerd om ook jonge managers
uit te zenden. Bovendien is er een pilot
in voorbereiding ten behoeve van
een onderwijsprogramma, gericht op
versterking van de basiseducatie in een
aantal onderwijspartnerlanden.
Regionaal Nieuws
Provincie Utrecht
De provincie Utrecht stelt de regeling
Subsidies Duurzaamheid, Energie en
Klimaat ook open voor activiteiten op
het gebied van de waterketen. De stimuleringsregeling
Subsidies Duurzaamheid,
Energie en Klimaat heeft tot
doel projecten te stimuleren die gericht
zijn op duurzame ontwikkeling, duurzame
energie en energiebesparing, het
vergroten van bewustwording met betrekking
tot. de klimaatverandering en
nu dus ook de gevolgen daarvan. Nieuw
zijn dus activiteiten op het gebied van
de waterketen. Subsidiabel zijn activiteiten
zoals o.a. het verhogen van de
duurzaamheid van een proces, het ontwikkelen,
toepassen en verspreiden van
nieuwe kennis en het op gang brengen
van leerprocessen die gericht zijn op de
klimaatontwikkeling. Ook projecten
gericht op het opwekken en toepassen
van duurzame energie en de bevordering
van samenwerking van betrokken
partijen in de waterketen zijn subsidiabel.
De hoogte van de subsidie wordt
per geval bepaald. an
Drs. J.H.R.H.M. Schretlen, partner
PricewaterhouseCoopers Advisory,
Subsidie Innovatie & Beleid.
Accountancynieuws 21 november 2008 nr 22 www.accountancynieuws.nl 31

strategie
Obama 2.0
Fou-Khan Tsang
Accountancynieuws is niet het blad waar we uitgebreid gaan terugblikken
op de Amerikaanse presidentsverkiezingen. Toch waren deze
verkiezingen vanuit een technisch perspectief heel interessant. Nog
nooit in de historie van de Amerikaanse verkiezen heeft technologie,
en wel heel specifiek Internettechnologie, een rol gespeeld in de
verkiezingen. Het mag duidelijk zijn dat Barack Obama deze technologie
het beste gebruikt heeft.
In deze bijdrage bespreek ik de belangrijkste
internetontwikkelingen die
hebben bijgedrdagen aan de overwinning
van Obama. Daarvoor is het belangrijk
om eerst te kijken naar de statistieken
(zie afbeelding hieronder), want
dat is waar het allemaal om draait.
Omvang zoekacties op Obama, McCain en Palin
Search Volume index
0
News reference volume
0
32 www.accountancynieuws.nl
Wanneer we kijken we bijvoorbeeld naar
de statistieken van Google Trends, dan
zien we dat Obama duidelijk veel meer
gezocht werd dan McCain, en ook dat het
aantal nieuwsberichten waar zijn naam in
voorkwam hoger was. Alleen Palin had
roet in het eten kunnen gooien, maar u
ziet dat haar roem snel afnam. Zoekt u op
Obama, dan moet u een kleine 275 miljoen
pagina’s door, maar zoekt u naar
McCain, dan zijn het maar 161miljoen pagina’s.
En om het verschil nog verder aan
te geven: Clinton (dus Bill en Hillary) levert
101 miljoen pagina’s op, Sarkozy moet
het met 42 miljoen pagina’s doen en onze
eigen Jan Peter moet het doen met ruim
2 miljoen pagina’s. Maar wat is de waarde
nu van deze statistieken Heel simpel:
als u veel gezocht wordt, dan zult u misschien
ook wel interessant zijn. En veel
journalisten volgen een dienst als Google
Trends om na te gaan wat ‘hot’ is.
Weblog
De journalisten die de Amerikaanse verkiezingen
versloegen, hadden haast zonder
uitzondering allemaal een weblog.
Daarmee konden ze naast hun verslagen
in de traditionele media ook nog aanvullende
informatie verstrekken. Ik persoonlijk
volgde het blog van NRC-journalist
Tom-Jan Meeus die vrijwel dagelijks
achtergrondinformatie gaf en natuurlijk
weer veel doorverwees naar andere blogs
Google Trends F
Jan 2008 Apr 2008 Jul 2008 Oct 2008
Obama McCain Palin
A
C
D
van Amerikaanse journalisten. Hierdoor,
en door de mogelijkheid om te reageren
op het nieuws, ontstond een nieuwe dynamiek
rondom het nieuws. En u snapt
het al, door al deze blogs namen de statistieken
natuurlijk ook weer toe. Naast
het ‘traditionele’ bloggen was Obama
natuurlijk ook een geliefd onderwerp
op microblog-omgevingen, zoals Twitter.
Even voor diegenen die nu het beeld
beginnen te verliezen: Twitter is een online
dienst waarmee het mogelijk is om
zeer korte berichtjes, zeg maar sms’jes,
naar elkaar of naar een groep van mensen
te sturen. Zo had Barack Obama natuurlijk
een eigen Twitter account waar
hij regelmatig nieuwtjes achterliet (daar
zat natuurlijk gewoon een redacteur achter,
maar het gevoel was er). En zo werd
er tijdens de debatten druk getwitterd en
ook tijdens de verkiezingsnacht was het
erg druk op Twitter. Ben overigens benieuwd
of de president elect ook doorgaat
met zijn getwitter.
Sociale netwerken
Het team van Barack Obama was erg actief
op de sociale netwerken, zoals Facebook,
Myspace en LinkedIn. Naast een
gewoon account had hij natuurlijk ook
groepen waar mensen lid van konden
worden. Op Facebook had hij meer dan
3 miljoen ‘vrienden’, op LinkedIn kan ik
het helaas niet zien. Hierbij speelde hij,
overigens net als bij Twitter, handig in
op de belevingswereld van vooral de jonge
kiezers die hij aan zich wist te binden.
En natuurlijk werden de leden van de
verschillende sociale netwerken opgeroepen
om de campagne te ondersteunen,
in materiële zin of als vrijwilliger.
Website
En dan was er natuurlijk de website, waar
je niet binnen kon komen zonder dat je
om een donatie werd verzocht. En heel
veel mensen hebben een dergelijke kleine
donatie gedaan. De website zat (en zit)
strak in elkaar. Natuurlijk met verwijzingen
naar alle sociale netwerken, de photo-
21 november 2008 nr 22 Accountancynieuws

strategie
Omvang zoekacties op namen grote kantoren
Search Volume index
0
Jan 2008 Apr 2008 Jul 2008 Oct 2008
News reference volume
0
stream op Flickr en vele community sites.
Natuurlijk een perfect werkende webshop
met Obama prullaria, en natuurlijk
een blog, gestart op 10 februari 2007 en
daarbij inmiddels bijna 20.000 post rijker.
Barack TV, allerlei gadgets om zelf weer
op jouw website te plaatsen. Kortom, hoe
een populaire website eruit moet zien.
Lessen te leren
En natuurlijk kan ik zo nog een tijdje
doorgaan. Misschien denkt u wel ‘Leuk
Fouk, maar Obama had ook de rijkste
campagne, dus niet verwonderlijk dat alles
zo goed geregeld was.’ Vergeet u dan
niet, dat hij op achterstand begon en dat
de middelen eerst vooral naar de Clintons
stroomden. Vandaar dat Obama de strategie
van het (gratis) internet koos, toen
hij nog veel minder te besteden had.
Maar we kunnen veel leren van deze
campagne, in de eerste plaats van het
feit dat Internet naast alle andere media
dus wel degelijk een factor van betekenis
is geworden. De volgende verkiezingen,
zowel in de VS als zeker ook in Nederland,
zullen steeds meer via het Internet
A
KPMG PwC EY Deloitte BDO
Omvang zoekacties op namen NIVRA en NOvAA
Search Volume index
B
Google Trends
uitgevochten worden. Maar ook in het
bedrijfsleven en zelfs in de accountancy
kunnen we er veel van leren.
Y-generatie
Obama wist als geen ander in te spelen
op de Y-generatie en koos daarvoor de
juiste hulpmiddelen. Twitter, Facebook,
Myspace en LinkedIn hebben dus toch
invloed op deze mensen. Gaat u door
met uw gewone wervingscampagne of
richt u zich eens op deze nieuwe wereld
waar blijkbaar toch veel belangstelling
voor is In Nederland moet u dan
natuurlijk Hyves niet vergeten. Het valt
mij nog steeds op dat zo weinig accountantskantoren
hier gebruik van maken.
Opnieuw statistieken
De statistieken van Google Trends kunnen
je natuurlijk wel het nodige verklappen.
Bovenstaand de grote vijf accountantskantoren
over het jaar 2008, gezocht
vanuit Nederland. We zien bijvoorbeeld
dat BDO vaker gezocht wordt dan Ernst
en Young, en dat is op zijn minst opvallend.
Dat Deloitte meer aandacht krijgt,
D
E
Google Trends
F
was te voorspellen. Uit deze statistieken
is veel te leren, alleen jammer dat er flink
wat volume moet zijn om überhaupt een
grafiek te krijgen. Nog een grappige is de
grafiek onderaan deze pagina.
Hieruit blijkt dat de naam NIVRA redelijk
veel wordt gezocht (let op, de schalen
van de grafieken wijken af ), maar
tot september zochten maar heel weinig
mensen naar de NOvAA.
En hoe zit het met de statistieken van
uw website Kijkt u daar wel eens naar,
naar welke artikelen het meeste gelezen
worden, wat uw klanten interessant
vinden Nee Misschien toch wel eens
verstandig om te doen. Ik weet bijvoorbeeld
dat er bij Accountancynieuws zeer
nauwkeurig wordt gemeten om u nog
beter van dienst te kunnen zijn en te kijken
welke trends er nu echt spelen.
Tot slot: úw website
En hoe ziet uw website eruit Nu moet
ik u bekennen dat ook die van mij nog
niet je van het is, maar we zijn druk bezig
om ook deze ernstig te herzien. Hoe
dan ook, ik zie nog vaak sites van accountantskantoren
waarvan ik niet direct
hoteldebotel ben. Toch is een goede
website vandaag essentieel, belangrijker
dan brochures, visitekaartjes, etc. En u
moet zorgen dat die website natuurlijk
ook gevonden wordt, dus ervoor zorgen
dat u ergens bovenaan komt te staan in
Google. En waarom geen weblog Het
aantal webloggende accountants is nog
steeds op twee handen te tellen, maar je
bereikt er wel een breed publiek mee,
dat kan ik uit eigen ervaring zeggen.
Waar u de tijd voor dit alles vandaan
haalt Ik heb begrepen dat er een crisis
aankomt en dan krijgen we misschien
wat meer tijd voor improductiviteit, of
zoals Maister het zo mooi kan zeggen:
‘Tijd voor de omzet van morgen’. an
0
Jan 2008 Apr 2008 Jul 2008 Oct 2008
News reference volume
0
NIVRA NOvAA
F.K.D. Tsang RA
is lid van de
hoofddirectie van
Alfa Accountants
en Adviseurs.
Hij schrijft zijn
bijdrages op
persoonlijke titel.
Fou-khantsang@accountancynieuws.nl
Accountancynieuws 21 november 2008 nr 22 www.accountancynieuws.nl 33

tuchtrecht
Onvoldoende zorgvuldigheid
Onduidelijkheden
Het College van Beroep
voor het bedrijfsleven
heeft de beslissing van de
Raad van Tucht om accountant
Gerritsen (betrokkene)
de maatregel van schriftelijke
waarschuwing op te leggen
bevestigd. Het College
is met de Raad van oordeel
dat een deugdelijke grondslag
ontbrak voor het geven
Het College van Beroep
voor het bedrijfsleven heeft
de registeraccountants
De Raad en Vonk (betrokkenen)
de maatregel van
schriftelijke waarschuwing
opgelegd. In tegenstelling
tot de Raad van Tucht is het
College van mening dat het
door betrokkenen opgestelde
rapport inzake de koop
van een onderneming een
deugdelijke grondslag ontbeert.
Wat betreft de op te
leggen maatregel neemt
het College vooral in aanmerking
dat het voorzienbaar
was dat het rapport
mogelijk tot grote gevolgen
voor het echtpaar Boerema-Dirksen
(klagers) zou
kunnen leiden en dat daarom
grote zorgvuldigheid
vereist was. Deze zorgvuldigheid
hebben betrokkenen
door het achterwege laten
van hoor- en wederhoor
onvoldoende betracht. An
[Uitspraak College van Beroep
voor het bedrijfsleven, 9 september
2008; verslag van de zitting
in AN, afl. 16 van 29 augustus
2008]
van een samenstellingsverklaring
omdat de administratie
van het betreffende
bedrijf nog onduidelijkheden
bevatte. An
[Uitspraak College van Beroep
voor het bedrijfsleven, 22 september
2008; verslag van de zitting
in AN, afl. 15 van 8 augustus
2008]
Complexe familieverhoudingen
‘Het gaat helemaal niet
om de heer M., het gaat om
de verhouding tussen moeder
en zoon Ruijgrok.’ Dat
zei de raadsman van registeraccountant
M. op de zitting
van de Raad van Tucht naar
aanleiding van de klacht die
H. Ruijgrok (klager) tegen
zijn cliënt M.(betrokkene)
heeft ingediend. Volgens de
raadsman heeft betrokkene
na het overlijden van vader
Ruijgrok een onjuiste successie-aangifte
opgesteld,
met als gevolg dat de belangen
van klager zouden zijn
geschaad. Er zou, in tegenstelling
tot wat betrokkene
beweerde, wel degelijk sprake
zijn geweest van een aanzienlijke
nalatenschap, in
de vorm van ondernemingsvermogen
en bijna 350 kostbare
schilderijen. ‘Er was
en is sprake van zeer complexe
familieverhoudingen.
In de overtuiging van klager
(en ook zijn zus Menny)
zijn er destijds met betrekking
tot de nalatenschap en
onderdelen daarvan afspraken
gemaakt. Een relevante
afspraak was, ook tegen de
achtergrond van de formele
verwerping van de nalatenschap,
het na vijf jaren verdelen
van de schilderijen.’ Toen
klager, die naar zijn zeggen
negen schilderijen uit het depot
mocht halen, deze stukken
via een veiling bij Sotheby’s
wilde verkopen, legde
moeder Ruijgrok beslag op
die schilderijen c.q. de opbrengst
daarvan, omdat naar
haar mening de schilderijen
slechts in bruikleen aan haar
zoon waren gegeven. Moeder
spande ook een kort geding
aan, maar dat is later ingetrokken.
De raadsman van
klager stelde dat moeder zich
hierbij had laten voeden door
de opvatting van betrokkene
dat ‘er voor haar richting kinderen
niets meer te verhapstukken
zou zijn omdat er
per op het moment van overlijden
van haar echtgenoot
geen positief vermogen zou
zijn’. ‘Die opvatting, gebaseerd
op de door betrokkene
geregisseerde successieaangifte
en zijn opvatting dat die
bindend is voor de erven, is
ronduit stuitend te noemen.’
Onjuist uurloon
Registeraccountant Stoele
(klager) heeft een klacht
ingediend tegen registeraccountant
S. (betrokkene)
omdat deze in een civiele
procedure tussen Stoele en
Tummers Beheer is opgetreden
als deskundige en als zodanig
niet zou hebben gehandeld
conform de Richtlijn
persoonsgerichte accountantsonderzoeken.
Volgens
klager mist het rapport dat
betrokkene heeft opgesteld
een deugdelijke grondslag.
Hij zou tot onjuiste conclusies
over de werkzaamheden
en het uurloon van klager
zijn gekomen.
De raadsvrouwe van betrokkene
zei dat ‘gelet op het door
De advocaat van betrokkene
zei dat klager destijds bewust
afstand heeft gedaan
van zijn erfdeel, omdat het
eigen vermogen van de vastgoedonderneming
van zijn
overleden vader toen zwaar
negatief was. Betrokkene
zelf verklaarde dat de onderneming
op het moment van
overlijden een puinhoop was
en dat vader Ruijgrok voortdurend
in een staat van faillissement
verkeerd had en op
het moment van zijn overlijden
onder curatele stond
van de FGH Bank. Volgens
betrokkene kan klager niet
aantonen dat vader Ruijgrok
over een substantieel eigen
vermogen beschikte of dat
de taxatie van de schilderijen
niet juist was. ‘De klacht
is gebaseerd op drijfzand.
Ik zou niet weten welke gedragsregels
M. heeft geschonden,’
aldus de raadsman
van betrokkene. An
[Zitting Raad van Tucht RA,
6 oktober 2008]
haar cliënt verrichte onderzoek,
de hem ter beschikking
staande informatie alsmede
zijn jarenlange ervaring als
registeraccountant, de conclusie
geen andere kan zijn
dan dat het oordeel van S.
omtrent het te hanteren uurloon
van Stoele zorgvuldig tot
stand is gekomen’. Wat betreft
de verrichte werkzaamheden
heeft betrokkene niet
kunnen vaststellen dat de secretariële
werkzaamheden
niet of slechts voor de helft
van de werkelijk bestede tijd
zijn geregistreerd, zoals door
klager is gesteld. An
[Zitting Raad van Tucht RA,
6 oktober 2008]
34 www.accountancynieuws.nl
21 november 2008 nr 22 Accountancynieuws

vakinformatie
Handboek externe verslaggeving checklist 2008
De Checklist Externe Verslaggeving
2008 is bedoeld om
vast te stellen of jaarrekeningen
over het verslagjaar
2008 voldoen aan de vereisten
van NL GAAP. De checklist
kwam tot stand onder
samenwerking tussen Deloitte
en Kluwer. De checklist
is gebaseerd op de vereisten
van Titel 9 Boek 2 BW
en de Richtlijnen voor de
jaarverslaggeving. Er is rekening
gehouden met ontwerprichtlijnen
en de vrijstellingen
voor middelgrote
en kleine rechtspersonen
zijn verwerkt. De checklist
bevat bepalingen met betrekking
tot verwerking en
waardering maar ook bepalingen
omtrent presentatie
en toelichting. De checklist
is in beginsel conform de
gebruikelijke opbouw van
de jaarrekening ingedeeld.
Per afzonderlijke post in de
jaarrekening, het jaarverslag
en de Overige gegevens zijn
de bepalingen voor verwerking,
waardering, presentatie
en toelichting weergegeven
met verwijzingen naar
de betreffende wetsartikelen
en de betreffende alinea’s
van de Richtlijnen voor de
jaarverslaggeving.
Een lijvig boekwerk waar per
balanspost en per categorie
rechtspersoon, groot, middelgroot
of klein, wordt aangegeven
of iets een aanbeveling,
een stellige uitspraak of
wettelijk vereiste is. Zo kan
post voor post de checklist
worden afgewerkt. an
Handboek externe verslaggeving
checklist 2008, Uitgeverij
Kluwer, ISBN 9789013054057,
€ 36,00. www.kluwershop.nl.
Hoofdlijnen van het jaarrekeningenrecht
In de eerste drie
hoofdstukken van Hoofdlijnen
van het jaarrekeningenrecht
staan de algemene administratieverplichting,
de
balans en de staat van baten
en lasten en de jaarrekening,
met opbouwende
moeilijkheidsgraad centraal.
Daarbij komen ook
de consequenties van de
schending van de administratieplicht
aan de orde.
Hoewel het accent ligt op
de privaatrechtelijke regels,
komen op vergelijkbare
punten tevens regels
voor publiekrechtelijke instellingen
aan de orde.
In hoofdstuk vier tot en met
zes behandelt de auteur,
prof.mr.dr. Hans Beckman,
de voor de jaarrekening
van de direct onder
Titel 9 Boek 2 BW vallende
ondernemingen geldende
inrichtingsvoorschriften
in de vorm zoals zij na omzetting
van de communautaire
jaarrekeningrichtlijnen
in Titel 9 zijn gekomen. De
hoofdindeling is Presentatie,
Consolidatie en Waardering.
In hoofdstuk 7-9
is de geconsolideerde jaarrekening
volgens het EU
IFRS-regime opgenomen en
in het erop volgende hoofdstuk
gaat het over de rechtstreeks
onder Titel 9 vallende
ondernemingen,
die ongeacht de voor hun
jaarrekeningen toegepaste
inrichtingsvoorschriften
een jaarverslag opstellen en
inrichten volgens dezelfde
aan het communautaire
recht ontleende regels. In
hoofdstuk 11 en 12 komt
de accountant aan de orde;
in het 1e hoofdstuk betreft
het de persoon zelf
en in hoofdstuk 12 het externe
toezicht waar hij onder
staat. In hoofdstuk 13
wordt de openbaarmaking
van de jaarrekening en de
openbaarmakingsvorm die
afhankelijk is van het toepasselijke
jaarrekeningenregime
besproken en de gevolgen
bij het in strijd met
de wet niet of niet tijdig
volledig openbaar maken. →
Accountancynieuws 21 november 2008 nr 22 www.accountancynieuws.nl 35

vakinformatie/productinformatie
Vervolg pag. 35 Hoofdlijnen jaarrekeningenrecht
Natuurlijk ontbreken de betreffende
wetsartikelen en
internationale standaarden
alsook de RJ-Richtlijnen in
de bijlage niet. an
Hoofdlijnen van het jaarrekeningenrecht,
H. Beckman,
Uitgeverij Kluwer, ISBN
9789013057416, € 79,50.
www.kluwershop.nl
Uitwerken kolommenbalans
Twinfield heeft aan haar
webdienst de nieuwe mogelijkheid
‘Uitwerken Kolommenbalans’
toegevoegd.
Dankzij deze nieuwe functie
kunnen posten worden
gecorrigeerd, overgeboekt
of verdeeld over meerdere
maanden. Door middel van
de kolommenbalans is het
mogelijk om de huidige financiële
stand van zaken te
bekijken, waardoor snel ingespeeld
kan worden op de
situatie. De functie ‘Uitwerken
Kolommenbalans’ kan
Vernieuwde Handreiking
verpakkingenadministratie
door accountants worden
gebruikt ter controle en correctie
van de cijfers en ter
voorbereiding van de jaarrekening.
Het voordeel van
deze functie is tijdwinst,
dankzij efficiëntie en verbeterde
inzage van de situatie.
Het maken van de jaarrekening
is nu eenvoudiger en
door de complete audit-trail
sluit de boekhouding altijd
aan bij de jaarrekening. ‘Uitwerken
Kolommenbalans’ is
geïntegreerd met alle Twinfield-administraties.
an
De vernieuwde ‘Handreiking
verpakkingenadministratie’
is te downloaden
via de website van de Belastingdienst.
De handreiking
kwam tot stand in nauwe
samenwerking met vertegenwoordigers
van het bedrijfsleven
en bevat tips om
administratieve lasten te beperken
aan de hand van
concrete voorbeelden. Daarnaast
zijn diverse links opgenomen
naar relevante
passages en uitleg over voorgenomen
wetswijzigingen
die, naar verwachting, met
terugwerkende kracht ook
voor 2008 gelden. Zie ook
www.belastingdienst.nl. an
Handreiking Richtlijn 660
Onderwijsinstellingen
De nieuwe Richtlijn 660
Onderwijsinstellingen leidt
tot een aantal ingrijpende
wijzigingen voor zowel de
jaarrekening als het bestuursverslag.
In een brochure
biedt Deloitte onderwijsinstellingen
praktische
handreikingen voor het efficiënt
realiseren van de jaarverslaggeving
2008.
Financieel managers en
controllers van onderwijsinstellingen
hebben namelijk
nog veel vragen over
hoe zij de nieuwe Richtlijn
660 Onderwijsinstellingen
moeten implementeren.
Wat verandert er precies
Wat betekent het voor het
financieel resultaat Hoe
moeten onderwijsspecifieke
kosten zoals BAPO en
andere seniorenregelingen
worden verwerkt In de brochure
‘Richtlijn 660 Onderwijsinstellingen
– De meest
gestelde vragen’ worden
deze vraagstukken themagewijs
voorzien van praktische
handvatten voor inrichting
van de jaarrekening
en het bestuursverslag.
Zie www.deloitte.nl. an
Single information Single audit
beschikbaar
De circulaire SiSa (Single
information Single audit) is
gereed en beschikbaar via de
website van het ministerie
van Binnenlandse Zaken. Het
ministerie van Binnenlandse
Zaken zegt in een toelichting:
‘In de nota’s procedure aanlevering
jaarstukken en verwachtingen
accountantscontrole
(onderdelen 2 en 4) zijn
de belangrijkste wijzigingen
op de eerste pagina aangegeven.
Voor de SiSa-bijlage,
de kruisjeslijsten en de SiSatabel
(onderdelen 3, 5 en 6)
geldt dat het Conceptversies
zijn. Uiterlijk 1 februari 2009
worden de definitieve versies
gepubliceerd. Alleen in uitzonderingssituaties
kunnen
in die definitieve versies nog
wijzigingen tussen 1 februari
2009 en 15 juli 2009 plaatsvinden.
Zie voor een nadere
toelichting de nota procedure
aanlevering jaarstukken.
De gedrukte versie wordt in
de eerste helft van november
2008 toegezonden aan
de medeoverheden.’ Zie ook
www.bzk.nl. an
36 www.accountancynieuws.nl
21 november 2008 nr 22 Accountancynieuws

vakinformatie
YOB 6.0: dashboard
met kengetallen
YOB 6.0 gaat ondernemers
en hun accountants voorzien
van een grafisch dashboard
dat direct inzicht geeft
in kengetallen als current ratio,
quick ratio, solvabiliteit
en omloopsnelheden. Het
dashboard komt op de entreepagina;
de pagina waar
de ondernemer start na te
zijn ingelogd. De accountant
bepaalt bij het inrichten van
de boekhouding per cliënt
welke financiële kengetallen
worden getoond. Dat is later
altijd aan te passen. Belangrijke
kengetallen als current
ratio, quick ratio en solvabiliteit
zijn direct af te lezen van
de meters in het dashboard.
Ook de omloopsnelheid van
bijvoorbeeld het bedrijfsvermogen
en debiteuren en
crediteuren zijn af te lezen.
Voor debiteuren en crediteuren
komt er bovendien een
functie voor het snel kunnen
raadplegen van openstaande
posten. Het dashboard
stelt de ondernemer in
staat om snel te reageren bij
bijvoorbeeld traag betalende
debiteuren. Vanuit YOB kunnen
dan automatisch betalingsherinneringen
verzonden
worden. De accountant
kan middels een bericht in
het dashboard de ondernemer
wijzen op een negatieve
ontwikkeling. Met een snelle
analyse van de financiële
situatie kan de accountant direct
advies uitbrengen over te
nemen maatregelen. YOB 6.0
wordt dit najaar op de markt
gebracht. an
Koppeling Microloon en
Reeleezee Accountancy Portal
Administratie- en
accountantskantoren die
gebruikmaken van het salarisprogramma
Microloon,
kunnen vanaf nu de Reeleezee
Portal gebruiken om via
hun eigen digitale klantenloket
aan hun klanten een
digitale goedkeuring van
de loonaangiften te vragen.
Microloon is in gebruik bij
ruim 2.000 ondernemingen
en administratie- en accountantskantoren.
De aangiftemanagementmodule
van
Reeleezee Portal ondersteunde
al eerder een directe
koppeling met Unit4
Salaris.
Loonaangiften die in Microloon
zijn voorbereid kunnen
door de koppeling nu
ook geheel automatisch
worden doorgestuurd naar
Reeleezee Portal, en vervolgens
door de accountant ter
goedkeuring worden voorgelegd
aan de klant.
Reeleezee-directeur Wilko
Stronks kondigt aan
dat in de komende maanden
ook koppelingen met
andere salarispakketten
in gebruik zullen worden
genomen. Reeleezee Accounting,
de administratiesoftware
van Reeleezee,
ondersteunde al langer de
import van journaalboekingen
van de meest gebruikte
salarisapplicaties,
zoals ADP, Exact, Lopac,
Loket.nl, AFAS en Roos &
Roos. an
Accountancynieuws 21 november 2008 nr 22 www.accountancynieuws.nl 37

agenda
agenda
26 november 2008
Cursus: Vrije beroepers
en de fiscus
www.vedaa.nl
26 november 2008
Accountantsdag 2008
www.nivra.nl
27 november 2008
Cursus: Due Diligence,
van theorie naar
praktijk
www.vedaa.nl
27 november 2008
IFRS update cursus
www.deloitte.nl/academy
27 en 28 november 2008
2-d. cursus: Formeel
Belastingrecht &
Fiscaal Procesrecht
www.permeduc.nl
1 december 2008
Eindejaarscursus:
Fiscale Tips & Advies
voor de MKB-adviseur
www.permeduc.nl
2 december 2008
Agrofiscale ontwikkelingen
in de praktijk
www.kluwer.nl/opleidingen
UITGELICHT
4 & 11 december 2008
PERSONALIA
Helen Spice is benoemd als chief financial officer van
KPMG International.
De ministerraad heeft ermee ingestemd om Steven van
Eijck (49) voor te dragen als nieuwe voorzitter van het
Adviescollege toetsing administratieve lasten (Actal).
Hij volgt per 1 januari 2009 Robin Linschoten op.
Drs. Jan van der Laak RA (46 jaar) is per 1 november 2008
toegetreden tot de directie van De Beer accountants en
belastingadviseurs.
Paul Tünnissen AA (36) en Björn Geenen (35) zijn als
vennoot toegetreden tot De Vries en Partners Accountants
Valkenswaard.
Tijdens de IFAC Board and Council meetings van 11 tot
14 november jl. is de Amerikaan Robert Bunting voor een
periode van 2 jaar aangesteld als voorzitter van IFAC.
Klaas Wagenaar (49), voormalig voorzitter van de Raad
van Bestuur van Getronics, is in dienst getreden van
KPMG. Wagenaar heeft een langdurig track record op het
gebied van financiële en operationele herstructureringsactiviteiten.
AFM-topman Hans Hoogervorst wordt vice-voorzitter van
een internationale groep die gaat adviseren rond kwesties
voortkomend uit de wereldwijde financiële crisis.
Samuel A. DiPiazza Jr., de CEO van Pricewaterhouse-
Coopers International, heeft half november bij PwC’s
Global Board aangegeven dat er een opvolger voor hem
gezocht mag gaan worden.
Themabijeenkomst Sociale en private zekerheid
Accountancynieuws organiseert een bijeenkomst over sociale en private verzekeringen.
Deze verzekeringen kennen tal van regelingen die niet of nauwelijks bekend zijn, waardoor
jaarlijks vele miljoenen onbenut blijven. Overigens geldt dat niet alleen voor individuele
werknemers, maar zeker ook voor werkgevers. Advieskansen voor accountants
dus. Onderwerpen die aan bod komen zijn: Loon of WW; Loon of ZW; Loondoorbetaling
bij ziekte, wel of niet verzekeren; WGA-premiedifferentiatie of eigenrisicodragen,
wat zijn in het kort de verschillen; financiële risico’s bij bedrijfsovername en de private
arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zelfstandigen en DGA. Wat is er op dit terrein
allemaal mogelijk Voor meer informatie, zie www.accountancynieuws.nl.
Accountancynieuws
2-wekelijks vakblad
voor accountants
www.accountancynieuws.nl
Uitgeverij
Kluwer bv. Postbus 23,
7400 GA Deventer
Redactie
F.J.M. Heitling, hoofdredacteur
Tel. (0570) 64 89 31
Mw. drs. J.M. Oord,
eindredacteur
Tel. (0570) 64 88 90
redactie@accountancynieuws.nl
Fax (0570) 64 78 15
Redactiesecretariaat
Mw. E. Gravendeel
Tel. (0570) 64 77 30
E-mail: egravendeel@kluwer.nl
Redactie
Mr. C.J.A. van Geffen (Deloitte)
Drs. J.G. Groeneveld RA RV
(Wingman Business Valuators)
Prof. dr. G.C.M. Majoor RA (KPMG)
E.J.H.J. Mantelaers RA (A&D
accountants), Drs. J.H.R.H.M.
Schretlen (PwC Subsidie, Innovatie
& Beleid), F.K.D. Tsang RA
Alfa Accountants en Adviseurs,
Drs. A.T. Valkenburg (PKF Wallast),
Prof. dr. R.G.A. Vergoossen RA
(BDO CampsObers),
J. Wietsma AA (Full Finance
Consultants), Mr. D.J. Willemars
(Holland Van Gijzen Advocaten)
Medewerkers
R. de Ruiter, C. Nuboer
Uitgever
Drs. E.J. Willemsen
Advertenties
F. Eijkelkamp, tel (0570) 64 88 97
E-mail: feijkelkamp@kluwer.nl
G. Ruitenbeek, tel (0570) 64 74 52
E-mail: gruitenbeek@kluwer.nl
M. Pattynama, tel (0570) 64 89 96
E-mail: mpattynama@kluwer.nl
Media Order Services
Dini Oudbier, tel (0570) 64 87 24
Abonnementen
U komt voor een gratis
abonnement op Accountancynieuws
in aanmerking indien u
binnen de doelgroep valt.
U betaalt dan eenmalige inschrijfkosten
van € 37,50. Een
aanvraagformulier vindt u op
www.accountancynieuws.nl.
Indien u niet voor een
gratis abonnement in aanmerking
komt, kunt u een
betaald abonnement nemen
voor € 89,- per jaar. Bel onze
klantenservice: 0570-673 444.
Via www.accountancynieuws.nl
kunt u uw abonnement opzeggen
of uw adressering wijzigen.
Basisvormgeving
Frederik Helfrich ontwerper BNO
Vormgeving
Mediabuilders, Zutphen
Drukkerij
Senefelder Misset, Doetinchem
Op al onze aanbiedingen en overeenkomsten
zijn van toepassing de Algemene Voorwaarden
van Kluwer bv, gedeponeerd ter griffie van de
Rechtbank te Amsterdam op 8 augustus 2007
onder depotnummer 127/2007. Deze vindt u
op www.kluwer.nl of kunt u opvragen bij ons
Customer Care Center.
38 www.accountancynieuws.nl
21 november 2008 nr 22 Accountancynieuws