Einde relatie en pensioen - PGB

VERDELING VAN HET OUDERDOMSPENSIOEN
Wie zijn huwelijk of geregistreerd partnerschap beëindigt, heeft voor
wat betreft de verdeling van het ouderdomspensioen te maken met
de Wet Verevening van Pensioenrechten. De gewezen partner heeft
daardoor wettelijk recht op de helft van het ouderdomspensioen dat
is opgebouwd in de tijd dat de relatie duurde. De verdeling kan ook
van toepassing zijn op pensioenen die al worden uitbetaald.
Hoe wordt het pensioen vastgesteld en verdeeld
Voor de berekening van het te verdelen ouderdomspensioen is de 'huwelijkse'
periode bepalend. Twee momenten zijn van belang. Dat zijn de datum waarop
de relatie werd ingeschreven bij de burgerlijke stand en de datum van inschrijving
van de echtscheiding of beëindigingsakte. Bij een scheiding van tafel en
bed geldt het tijdstip dat de beschikking definitief werd als datum voor beëindiging
van de relatie.
Standaardverdeling
Het in de tussenliggende periode opgebouwde ouderdomspensioen wordt
gelijk verdeeld: ieder krijgt 50%. Vanaf het moment dat het pensioen voor de
deelnemer ingaat, wordt ook het pensioen aan de gewezen partner uitbetaald.
Als die overlijdt, ontvangt de deelnemer het deel van het ouderdomspensioen
dat de gewezen partner ontving er weer bij. Overlijdt de deelnemer dan wordt
de uitbetaling van het ouderdomspensioen aan de gewezen partner stopgezet.
Hij of zij kan dan recht hebben op bijzonder partnerpensioen 1 . Meer informatie
daarover vindt u in het hoofdstuk 'verdeling van partnerpensioen'.
Voorbeeld standaardverdeling
Stel dat de deelnemer € 1.000 aan ouderdomspensioen en € 350 aan partnerpensioen heeft
opgebouwd in de tijd dat de relatie duurde. Hoe wordt het pensioen dan verdeeld
Ouderdomspensioen Ouderdomspensioen
aan deelnemer aan gewezen partner
Bij leven deelnemer vanaf 65 jaar € 500 € 500
Bij overlijden gewezen partner € 1.000 € 0
Bij overlijden deelnemer € 0 € 350
(bijzonder partnerpensioen)
Toelichting: op het moment dat de deelnemer met pensioen gaat, wordt zowel het pensioen
van de deelnemer (€ 500) als het pensioen van de gewezen partner (€ 500) uitbetaald. Overlijdt
de gewezen partner dan ontvangt de deelnemer het deel van het ouderdomspensioen dat
de gewezen partner ontving er weer bij. Het pensioen voor de deelnemer komt daarmee in dit
voorbeeld op € 1.000. Overlijdt de deelnemer dan eindigt het ouderdomspensioen en krijgt
de gewezen partner het bijzonder partnerpensioen. In dit voorbeeld € 350.
1. Het partnerpensioen is het levenslange pensioen voor de partner als de deelnemer overlijdt.
Het bijzonder partnerpensioen is het levenslange pensioen voor de gewezen partner als de
deelnemer overlijdt. De hoogte van de uitkering is afhankelijk van het tijdstip van overlijden
(voor of na pensionering) en de pensioenregeling van de werkgever.
3