De uitwerking van het armoedebeleid - Gemeenteraad Almere
De uitwerking van het armoedebeleid - Gemeenteraad Almere
De uitwerking van het armoedebeleid - Gemeenteraad Almere
Transform your PDFs into Flipbooks and boost your revenue!
Leverage SEO-optimized Flipbooks, powerful backlinks, and multimedia content to professionally showcase your products and significantly increase your reach.
Rekenkamercommissie doelmatigheid<br />
en doeltreffendheid <strong>armoedebeleid</strong><br />
<strong>De</strong>cember 2009<br />
Wat is armoede<br />
<strong>De</strong> <strong>uitwerking</strong> <strong>van</strong><br />
Is <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong> doelmatig<br />
<strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong><br />
Verbetert <strong>het</strong> toekomstperspectief <strong>van</strong> de doelgroep<br />
(036) 539 99 95<br />
raadsgriffie@almere.nl<br />
www.almere.nl<br />
Editie Hebt u vragen<br />
Wilt u reageren Meer informatie
Inhoudsopgave<br />
Voorwoord voorzitter Rekenkamercommissie 5<br />
<strong>De</strong>el I<br />
Onderzoeksverslag Rekenkamer commissie 8<br />
1. Onderzoeksverantwoording 8<br />
2. Conclusies en aanbevelingen 10<br />
3. Verslag hoor- en wederhoor 12<br />
Bijlage<br />
Bestuurlijke reactie college <strong>van</strong> burgemeester en wethouders 13<br />
<strong>De</strong>el II<br />
Onderzoeksrapport CAB Groningen<br />
“Armoede en <strong>armoedebeleid</strong> in <strong>Almere</strong>”<br />
Onderzoeksverslag Rekenkamercommissie 3
Voorwoord<br />
Begin 2009 heeft de Rekenkamer <strong>Almere</strong>, na consultatie <strong>van</strong> de fracties in de raad en <strong>het</strong> college, de<br />
keuze gemaakt tussen een onderzoek op <strong>het</strong> terrein <strong>van</strong> de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO)<br />
en een onderzoek naar <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong>. <strong>De</strong> keuze viel op een diepgaand onderzoek naar de resultaten<br />
<strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong> en een eerste verkenning op <strong>het</strong> onderwerp WMO. Uit <strong>het</strong> nu voorliggende<br />
onderzoek komt naar voren dat <strong>het</strong> armoedevraagstuk beleidsmatig kan worden benaderd <strong>van</strong>uit twee<br />
definities. Armoede als inkomensprobleem en armoede als probleem <strong>van</strong> sociale uitsluiting (niet kunnen<br />
deelnemen aan de maatschappij) als gevolg <strong>van</strong> een tekort aan financiële middelen. Het doel <strong>van</strong> dit<br />
onderzoek was om in beeld te brengen of <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong> <strong>van</strong>uit de tweede definitie een bijdrage levert<br />
aan <strong>het</strong> toekomstperspectief <strong>van</strong> diegenen die zich in een armoedesituatie bevinden. <strong>De</strong>ze ambitie sluit<br />
aan op de hoofddoelstelling <strong>van</strong> de nota Armoede beleid uit 2007; “Armoedebeleid moet bevorderen,<br />
dat mensen hun positie verbeteren en aan <strong>het</strong> werk gaan”.<br />
Gelet op de uitkomsten <strong>van</strong> dit onderzoek ziet de Rekenkamer een vervolgonderzoek naar dat deel <strong>van</strong><br />
de WMO dat zich richt op <strong>het</strong> creëren <strong>van</strong> toekomstperspectief door participatie in de samenleving voor<br />
(gedeeltelijk) dezelfde doelgroep dan ook als een logisch vervolgonderzoek.<br />
Hiermee ontstaat niet alleen een breder beeld over de problematiek waar de doelgroep mee worstelt,<br />
maar ook meer scherpte op de samenhang in <strong>het</strong> gemeentelijk beleid. In combinatie met de verzamelde<br />
ervaringen uit de voortijdig beëindigde quickscan reïntegratietrajecten kan zo de cirkel tussen meerdere<br />
rekenkameronderzoeken rond worden gemaakt. Door <strong>het</strong> combineren <strong>van</strong> onderzoeken op met elkaar<br />
samenhangende beleidsterreinen komt de doelstelling - verbetert <strong>het</strong> toekomstperspectief <strong>van</strong> inwoners<br />
als gevolg <strong>van</strong> <strong>het</strong> gemeentelijk beleid - steeds beter in beeld.<br />
Mardjan Seighali<br />
Voorzitter Rekenkamer <strong>Almere</strong><br />
Onderzoeksverslag Rekenkamercommissie 5
<strong>De</strong>el I<br />
Onderzoeksverslag<br />
Rekenkamercommissie<br />
Onderzoeksverslag Rekenkamercommissie 7
I. Onderzoeksverantwoording<br />
1. Onderwerpskeuze en vraagstelling<br />
<strong>De</strong> Rekenkamer <strong>Almere</strong> stelt zich ten doel om<br />
onderwerpen te kiezen die maatschappelijk en<br />
politiek/bestuurlijk rele<strong>van</strong>t worden gevonden.<br />
Daarbij worden onderzoeken toegespitst op<br />
de vraag of <strong>het</strong> beleid effectief is. Dragen de<br />
betreffende inspanningen en uitgaven daadwerkelijk<br />
bij aan de realisatie <strong>van</strong> <strong>het</strong> beoogde doel<br />
Het onderwerp ‘gemeentelijk <strong>armoedebeleid</strong>’<br />
is begin 2009 mede gekozen op aandragen <strong>van</strong><br />
raadsfracties en <strong>het</strong> college <strong>van</strong> burgemeester en<br />
wethouders. Reden hiervoor is dat aan <strong>het</strong> begin<br />
<strong>van</strong> deze collegeperiode in 2006 <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong><br />
binnen <strong>het</strong> begrotingsprogramma Sociaal<br />
Krachtige Samenleving een belangrijke beleidsvoornemen<br />
was. Dit heeft in 2007 geleid tot de<br />
nota <strong>armoedebeleid</strong> die een visie op de armoedeproblematiek<br />
formuleert en deze uitwerkt in<br />
een aantal uitgangspunten die door de raad zijn<br />
vastgesteld. <strong>De</strong>ze uitgangspunten zijn als volgt<br />
verwoord:<br />
• Het gemeentelijk <strong>armoedebeleid</strong> is aanvullend<br />
op Rijksbeleid.<br />
• Het creëren <strong>van</strong> samenhang tussen de<br />
maatregelen in <strong>het</strong> kader <strong>van</strong> de WMO,<br />
schuldhulp en <strong>armoedebeleid</strong>.<br />
• Het wegnemen <strong>van</strong> (financiële) belemmeringen<br />
om mee te doen aan de maatschappij.<br />
• Werk gaat voor inkomen. Armoedebeleid moet<br />
bevorderen dat mensen hun positie verbeteren<br />
en aan <strong>het</strong> werk gaan. Succesvol <strong>armoedebeleid</strong><br />
leidt tot een verminderde noodzaak om gebruik<br />
te maken <strong>van</strong> de maatregelen voor een kleinere<br />
groep burgers.<br />
• Naast algemene armoedemaatregelen voor de<br />
totale groep moet met name <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong><br />
zich richten op doelgroepen die niet zelf iets<br />
aan hun situatie kunnen doen: (schoolgaande)<br />
kinderen, ouderen, chronisch zieken en gehandicapten.<br />
Zowel raadsfracties als college hebben aangegeven<br />
<strong>het</strong> rele<strong>van</strong>t te vinden om te onderzoeken of en<br />
in hoeverre deze uitgangspunten in de praktijk<br />
uitwerken en tot welke maatschappelijke effecten<br />
dit beleid heeft geleid.<br />
<strong>De</strong> onderzoeksopzet is, zoals voorgeschreven in<br />
de gemeentelijke Verordening op de Rekenkamer<br />
<strong>Almere</strong>, ter kennis gebracht <strong>van</strong> de gemeenteraad<br />
die daarop de leden <strong>van</strong> de rekenkamercommissie<br />
(mevr. Mardjan Seighali - voorzitter, dhr.<br />
Ed Naaktgeboren - plv. voorzitter, dhr. Klaas<br />
Jongenjan, dhr. Johan <strong>van</strong> der Kroef en mevr.<br />
Jannie <strong>De</strong>genhardt) heeft benoemd.<br />
2. Onderzoeksaanpak<br />
<strong>De</strong> hoofdvraag uit de onderzoeksopzet luidde:<br />
In hoeverre levert <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong><br />
een bijdrage aan <strong>het</strong> verbeteren <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />
toekomstperspectief <strong>van</strong> de doelgroep(en)<br />
<strong>van</strong> <strong>het</strong> beleid<br />
Armoede is, in navolging <strong>van</strong> de nota Armoedebeleid,<br />
benaderd <strong>van</strong>uit de brede definitie<br />
<strong>van</strong> armoede. Armoede is een complex<br />
probleem, waarbij <strong>het</strong> toekomstperspectief <strong>het</strong><br />
onderscheidende kenmerk is. <strong>De</strong> gemeente<br />
heeft een zorgplicht in relatie tot haar meest<br />
kwetsbare inwoners om de leefsituatie en <strong>het</strong><br />
toekomstperspectief te verbeteren. Dit kan door<br />
materiële dienstverlening (bijstand, schuldhulpverlening,<br />
reïntegratie richting deelname aan<br />
de arbeidsmarkt) en immateriële hulpverlening.<br />
Sleutelwoord daarbij is participatie (“iedereen doet<br />
mee”). <strong>De</strong> gemeente kan hierbij de verbinding<br />
leggen, maatwerk leveren en ook de regie<br />
voeren om tot een sluitende keten <strong>van</strong> materiële<br />
ondersteuning, immateriële hulpverlening en<br />
preventie te komen. Door armoederisico’s te<br />
koppelen aan een sluitende keten <strong>van</strong> voorzieningen<br />
komt <strong>het</strong> doel - verbetering <strong>van</strong> leefsituatie<br />
en toekomstperspectief - binnen bereik. Daarbij<br />
is in de eerste plaats afstemming met andere<br />
gemeentelijke beleidsterreinen noodzakelijk. <strong>De</strong>nk<br />
aan de WMO, huisvestingsbeleid, voortijdige<br />
schooluitval, reïntegratie, inburgering, jeugdbeleid,<br />
integrale wijkaanpak in probleembuurten en<br />
volwasseneneducatie. Daarnaast zijn er tal <strong>van</strong><br />
maatschappelijke organisaties die zich met dezelfde<br />
doelgroep bezighouden. Dit kunnen zowel professionele<br />
als vrijwilligersorganisaties zijn. <strong>De</strong>nk<br />
aan de zorg, scholen, <strong>het</strong> Leger des Heils, <strong>het</strong><br />
voedselloket, sportverenigingen, sociaal cultureel<br />
werk, de thuiszorg, woningbouwcorporaties etc.<br />
Tot slot is er sprake <strong>van</strong> een grote diversiteit<br />
binnen de doelgroep. Bijstandgerechtigden liggen<br />
voor de hand, maar denk ook aan AOW-ers,<br />
8 Onderzoeksverslag Rekenkamercommissie
niet-uitkeringsgerechtigden, Anw-ers, jeugdigen<br />
(opvoed-, opgroei-, gezondheids-, school- en<br />
sociale problemen als gevolg <strong>van</strong> slechte financiële<br />
situatie of maatschappelijk isolement) gehandicapten,<br />
chronisch zieken enz.<br />
<strong>De</strong> doelstelling <strong>van</strong> <strong>het</strong> onderzoek door de<br />
Rekenkamer <strong>Almere</strong> is <strong>het</strong> verkrijgen <strong>van</strong> (in)<br />
zicht op de wijze waarop <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong><br />
<strong>van</strong> de gemeente <strong>Almere</strong> is georganiseerd en de<br />
effectiviteit en doelmatigheid <strong>van</strong> <strong>het</strong> gevoerde<br />
<strong>armoedebeleid</strong>.<br />
3. Verloop <strong>van</strong> <strong>het</strong> onderzoek<br />
Ter beantwoording <strong>van</strong> de door de Rekenkamer<br />
<strong>Almere</strong> geformuleerde probleemstelling en<br />
onderzoeksvragen is, gelet op de complexiteit<br />
<strong>van</strong> <strong>het</strong> onderwerp en de om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> <strong>het</strong> te<br />
verrichten onderzoek, aan een drietal onderzoeksbureaus<br />
gevraagd om een op de onderzoeksopzet<br />
aansluitende offerte voor <strong>het</strong> uitvoeren <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />
onderzoek uit te brengen. Het onderzoeksbureau<br />
Centrum voor Arbeid en Beleid (CAB) uit<br />
Groningen is vervolgens de opdracht verstrekt tot<br />
uitvoering <strong>van</strong> <strong>het</strong> onderzoek. <strong>De</strong>ze opdrachtverstrekking<br />
heeft in mei 2009 plaatsgevonden.<br />
CAB heeft vervolgens in de maanden juni, juli<br />
en augustus de voor <strong>het</strong> onderzoek benodigde<br />
gegevens verzameld en interviews gehouden. Dit<br />
heeft eind september 2009 geresulteerd in een<br />
eerste conceptrapportage aan de rekenkamercommissie.<br />
Naar aanleiding <strong>van</strong> <strong>het</strong> ont<strong>van</strong>gen<br />
commentaar heeft CAB half oktober een<br />
eindconcept aan de Rekenkamer voorgelegd. <strong>De</strong>ze<br />
is daarna besproken, waarna eind oktober 2009<br />
<strong>het</strong> definitieve eindconcept is ont<strong>van</strong>gen en door<br />
de rekenkamer geaccepteerd als adequate invulling<br />
<strong>van</strong> de gegeven onderzoeksopdracht. <strong>De</strong>ze versie<br />
is de basis geweest voor <strong>het</strong> traject <strong>van</strong> ambtelijke<br />
wederhoor en <strong>het</strong> formuleren <strong>van</strong> aanbevelingen<br />
door de rekenkamercommissie. Het concept<br />
<strong>van</strong> <strong>het</strong> eindverslag is vervolgens eind november<br />
aan <strong>het</strong> college voorgelegd voor een bestuurlijke<br />
reactie. Na ont<strong>van</strong>gst <strong>van</strong> deze reactie is <strong>het</strong><br />
rapport definitief gemaakt.<br />
Onderzoeksverslag Rekenkamercommissie 9
II. Conclusies en aanbevelingen<br />
<strong>De</strong> Rekenkamer heeft weliswaar <strong>het</strong> onderzoek<br />
uitbesteed aan een onderzoeksbureau, maar de<br />
Rekenkamer hecht eraan ook zelf, ten behoeve<br />
<strong>van</strong> de oordeelsvorming door de gemeenteraad,<br />
aan te geven welke conclusies en aanbevelingen<br />
zij trekt op basis <strong>van</strong> <strong>het</strong> verrichtte onderzoek.<br />
Het onderzoeksbureau CAB is verantwoordelijk<br />
voor <strong>het</strong> door haar opgeleverde eindrapport en de<br />
daarin opgenomen conclusies. Op basis <strong>van</strong> de<br />
opgeleverde rapportage formuleert de rekenkamer<br />
de volgende conclusies.<br />
1. Conclusies<br />
Conclusie 1 (waardering <strong>van</strong> <strong>het</strong> gemeentelijk<br />
<strong>armoedebeleid</strong>)<br />
Uit <strong>het</strong> onderzoek komt naar voren dat er een<br />
onderscheid kan worden gemaakt tussen een<br />
brede definitie <strong>van</strong> armoede (armoede is sociale<br />
uitsluiting; <strong>het</strong> gebrek aan financiële middelen<br />
en toekomstperspectief belemmert actieve<br />
deelname aan de maatschappij) en een smalle<br />
definitie <strong>van</strong> armoede (armoede is een tekort aan<br />
financiële middelen). Het onderzoek <strong>van</strong> CAB<br />
maakt duidelijk dat <strong>het</strong> beleid <strong>van</strong> de gemeente<br />
<strong>Almere</strong> voornamelijk gekensc<strong>het</strong>st kan worden<br />
als een curatief beleid (de meeste maatregelen<br />
en de meeste financiële middelen zijn gericht op<br />
inkomensondersteuning). Ongeveer 15% <strong>van</strong> de<br />
Almeerse huishoudens heeft een inkomen tot<br />
120% <strong>van</strong> <strong>het</strong> sociaal minimum (= bijstandsnorm).<br />
Dit komt overeen met <strong>het</strong> landelijk gemiddelde.<br />
<strong>De</strong> gemeente <strong>Almere</strong> geeft in vergelijking met<br />
andere gemeenten per inwoner meer uit aan<br />
armoedemaatregelen, maar de uitvoeringskosten<br />
liggen lager dan gemiddeld. <strong>De</strong> Rekenkamer<br />
concludeert dat de gemeente een voornamelijk<br />
op de smalle definitie <strong>van</strong> armoede geënt curatief<br />
beleid voert, waarbij kan worden gesteld dat dit<br />
doelmatig geschiedt. In vergelijking met andere<br />
gemeenten zijn de uitvoeringskosten laag en<br />
worden de budgetten niet overschreden.<br />
beleids<strong>uitwerking</strong>. <strong>De</strong> algemene richting <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />
brede, integrale, <strong>armoedebeleid</strong> is onvoldoende<br />
vertaald in op resultaatgerichte doelstellingen.<br />
<strong>De</strong> beleids<strong>uitwerking</strong> vindt plaats op instrumentc.q.<br />
maatregelniveau. Hierdoor gaat <strong>het</strong> zicht op<br />
doelbereiking verloren.<br />
Conclusie 3 (ketenaanpak en samenwerking)<br />
<strong>De</strong> gemeente kan de regie voeren over een<br />
ketenaanpak met andere gemeentelijke- en<br />
overheidsdiensten en maatschappelijke partners.<br />
Uit <strong>het</strong> onderzoek komt naar voren dat, ondanks<br />
dat de gemeente vindt dat zij de regie stevig in<br />
handen heeft, <strong>het</strong> aan samenwerking ontbreekt.<br />
Ook komt uit <strong>het</strong> onderzoek naar voren dat de<br />
samenwerking met maatschappelijke partners<br />
voornamelijk plaatsvindt op een uitvoerend<br />
niveau en dat samenwerking op bestuursniveau<br />
onvoldoende is.<br />
Conclusie 4 (effectiviteit <strong>armoedebeleid</strong>)<br />
CAB concludeert dat <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong> in<br />
zijn huidige vorm geen bijdrage levert aan <strong>het</strong><br />
verbeteren <strong>van</strong> <strong>het</strong> toekomstperspectief <strong>van</strong> de<br />
doelgroep(en) <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong>. Dit wordt<br />
veroorzaakt doordat <strong>het</strong> instrumentarium op dit<br />
moment curatief is ingesteld. Het opheffen <strong>van</strong><br />
belemmeringen die ten grondslag liggen aan de<br />
armoedesituatie worden met <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong><br />
niet aangepakt. Dit betekent overigens niet dat er<br />
geen sprake is <strong>van</strong> resultaat <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong>.<br />
Het curatieve beleid verzacht de armoedesituatie<br />
en zorgt er wel voor dat <strong>het</strong> toekomstperspectief<br />
niet verslechtert. <strong>De</strong> Rekenkamer onderschrijft<br />
deze uit <strong>het</strong> onderzoeksrapport voortvloeiende<br />
conclusie met betrekking tot de wijze waarop <strong>het</strong><br />
<strong>armoedebeleid</strong> in de praktijk uitwerkt.<br />
Conclusie 2 (beleids<strong>uitwerking</strong>)<br />
Uit <strong>het</strong> onderzoek komt naar voren dat <strong>het</strong><br />
<strong>armoedebeleid</strong> <strong>van</strong>uit de brede definitie slechts<br />
ten dele bijdraagt aan de daarin verwoorde<br />
ambities. <strong>De</strong> Rekenkamer onderschrijft deze<br />
conclusie <strong>van</strong> <strong>het</strong> CAB. Het is daarbij volgens de<br />
Rekenkamer niet zozeer de beleidsuitvoering die<br />
in eerste instantie tekortschiet, maar vooral de<br />
10 Onderzoeksverslag Rekenkamercommissie
2. Aanbevelingen<br />
<strong>De</strong> bovenstaande conclusies leiden de Rekenkamer<br />
tot <strong>het</strong> formuleren <strong>van</strong> een aantal aanbevelingen<br />
gericht op <strong>het</strong> college en de gemeenteraad. Hierbij<br />
gaat de rekenkamer er <strong>van</strong> uit dat de gemeente<br />
ook in de toekomst blijft uitgaan <strong>van</strong> een brede<br />
definitie <strong>van</strong> armoede en daarmee streeft naar <strong>het</strong><br />
aanvullen <strong>van</strong> <strong>het</strong> bestaande curatieve beleid met<br />
maatregelen gericht op preventie en participatie.<br />
<strong>De</strong> aanbevelingen worden daarom <strong>van</strong>uit dat<br />
perspectief geformuleerd.<br />
Aanbeveling 1 (beleids<strong>uitwerking</strong>)<br />
Om <strong>van</strong> <strong>het</strong> ingezette <strong>armoedebeleid</strong> een succes<br />
te maken is <strong>het</strong> naar <strong>het</strong> oordeel <strong>van</strong> de rekenkamercommissie<br />
noodzakelijk om te komen tot een<br />
betere <strong>uitwerking</strong> <strong>van</strong> <strong>het</strong> beleid. Het gaat erom<br />
dat de algemene politieke richting een zodanige<br />
vertaling krijgt dat de ambities <strong>van</strong> <strong>het</strong> bestuur<br />
doorwerken in de uitvoering op <strong>het</strong> niveau <strong>van</strong><br />
individuele cliënten. <strong>De</strong>ze <strong>uitwerking</strong> vindt bij<br />
voorkeur wel plaats aan de hand <strong>van</strong> meetbare<br />
doelstellingen, maar daaraan hoeven naar de<br />
mening <strong>van</strong> de Rekenkamer niet per definitie<br />
indicatoren te worden gekoppeld 1 . Ook is <strong>het</strong> <strong>van</strong><br />
belang om te zorgen voor een koppeling tussen <strong>het</strong><br />
inkomensondersteunende beleid en <strong>het</strong> participatiebeleid.<br />
Aanbeveling3 (regierol)<br />
<strong>De</strong> Rekenkamer beveelt aan om met uitvoerende<br />
instanties om tafel te gaan om ervoor te zorgen<br />
dat de huidige vorm <strong>van</strong> samenwerking wordt<br />
omgesmeed tot een sluitende (keten)aanpak.<br />
Daarbij is <strong>het</strong> naar de mening <strong>van</strong> de Rekenkamer<br />
<strong>van</strong> belang om eerst <strong>het</strong> verschil in perceptie.<br />
tussen de wijze waarop de gemeente vindt dat zij<br />
haar regierol invult en de wijze waarop <strong>het</strong> veld dit<br />
ervaart, wordt besproken.<br />
Aanbeveling 4 (besteedbaar inkomen)<br />
In <strong>het</strong> rapport worden twee oorzaken aangeduid<br />
<strong>van</strong> armoede. <strong>De</strong> eerste is armoede die voortkomt<br />
uit een laag inkomen. <strong>De</strong> tweede is armoede als<br />
een gevolg <strong>van</strong> tekort aan besteedbare middelen.<br />
<strong>De</strong>ze laatste groep valt buiten alle registraties en<br />
ook buiten <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong>. Of hieraan iets<br />
gedaan moet worden is in hoge mate een politiek<br />
vraagstuk. <strong>De</strong> Rekenkamer hecht er echter aan<br />
om deze `signalering’ wel af te geven, omdat de<br />
andere oorzaak op zichzelf de situatie niet minder<br />
schrijnend maakt en eveneens kan leiden tot<br />
sociale uitsluiting en <strong>het</strong> ontbreken <strong>van</strong> toekomstperspectief,<br />
zoals omschreven in de brede definitie<br />
<strong>van</strong> armoede.<br />
Aanbeveling 2 (informatievoorziening aan de raad)<br />
Om <strong>het</strong> succes <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong> te kunnen<br />
bespreken in de gemeenteraad is <strong>het</strong> <strong>van</strong> belang<br />
dat de gemeenteraad naast informatie over de<br />
uitvoering <strong>van</strong> de maatregelen ook informatie<br />
ont<strong>van</strong>gt over <strong>het</strong> bereik <strong>van</strong> de doelstellingen <strong>van</strong><br />
<strong>het</strong> beleid. <strong>De</strong> Rekenkamer beveelt aan om deze<br />
informatie op te nemen in de minimarapportage,<br />
die nu vooral een beschrijving bevat <strong>van</strong> de situatie<br />
<strong>van</strong> minimumhuishoudens in <strong>Almere</strong>, maar (nog)<br />
geen inzicht biedt in de effecten <strong>van</strong> de beleidsmaatregelen<br />
gericht op inkomensondersteuning<br />
en activering. Daarnaast zouden inspanningen<br />
(bijvoorbeeld als vermeld in par. 5.2 rapport<br />
CAB) en financiën (bijvoorbeeld als vermeld par.<br />
5.3 rapport CAB) opgenomen kunnen worden in<br />
programmabegroting en jaarrekening.<br />
1<br />
Voor de problematiek <strong>van</strong> <strong>het</strong> formuleren <strong>van</strong> indicatoren en <strong>het</strong> nut daar<strong>van</strong> in een politieke context<br />
wordt verwezen naar <strong>het</strong> eerdere rekenkamerrapport `Leren navigeren’ uit 2007.<br />
Onderzoeksverslag Rekenkamercommissie 11
III. Verslag Hoor en wederhoor<br />
Het concepteindrapport <strong>van</strong> CAB Groningen is<br />
begin november 2009 voor een controle op de<br />
in <strong>het</strong> rapport opgenomen feitelijke informatie<br />
voorgelegd aan de ambtelijke organisatie (de<br />
zogenaamde ambtelijke wederhoor). Half<br />
november is hierop gereageerd. <strong>De</strong>ze reactie heeft,<br />
in samenspraak met de ambtelijke organisatie,<br />
geleid tot tekstuele aanpassingen in <strong>het</strong> rapport.<br />
Vervolgens is <strong>het</strong> rapport <strong>van</strong> CAB Groningen,<br />
aangevuld met <strong>het</strong> conceptonderzoeksverslag<br />
<strong>van</strong> de Rekenkamer, voorgelegd aan <strong>het</strong> college<br />
<strong>van</strong> burgemeester en wethouders. Het college is<br />
verzocht een bestuurlijke reactie te geven op de<br />
conclusies en aanbevelingen. <strong>De</strong>ze reactie is als<br />
bijlage bij deze rapportage gevoegd.<br />
Het doel <strong>van</strong> deze zogenaamde `bestuurlijke<br />
wederhoor’ is om ten behoeve <strong>van</strong> de gemeenteraad<br />
duidelijk te maken op welke onderdelen<br />
<strong>van</strong> <strong>het</strong> rapport er verschillen <strong>van</strong> inzicht bestaan<br />
over de waardering <strong>van</strong> de - door gesprekspartners<br />
en ambtelijke organisatie gevalideerde<br />
- onderzoeksinformatie. <strong>De</strong> reactie <strong>van</strong> <strong>het</strong> college<br />
heeft de Rekenkamer geen aanleiding gegeven tot<br />
wijzigingen in conclusies en/of aanbevelingen in<br />
<strong>het</strong> rapport <strong>van</strong> de Rekenkamer. <strong>De</strong> bestuurlijke<br />
reactie <strong>van</strong> <strong>het</strong> college biedt <strong>het</strong> geheel overziend<br />
naar de mening <strong>van</strong> de Rekenkamer een prima<br />
vertrekpunt om in de raad een politiek oordeel<br />
over <strong>het</strong> uitgevoerde onderzoek en de daarin<br />
opgenomen conclusies en aanbevelingen te<br />
vormen.<br />
12 Onderzoeksverslag Rekenkamercommissie
Bijlage<br />
Bestuurlijke reactie college <strong>van</strong> burgemeester<br />
en wethouders<br />
Onderzoeksverslag Rekenkamercommissie 13
Dienst Sociale Zaken<br />
R. de Boer<br />
Telefoon (036) 53 99 871<br />
Fax (036) 53 99 932<br />
rdboer@almere.nl<br />
Stadhuisplein 1<br />
Postbus 200<br />
1300 AE <strong>Almere</strong><br />
www.almere.nl<br />
Rekenkamercommissie Armoedebeleid<br />
Reactie <strong>van</strong> <strong>het</strong> college op <strong>het</strong> rapport <strong>van</strong> de rekenkamercommissie<br />
“Doelmatigheid en doeltreffendheid <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong>”.<br />
Geachte dames en heren,<br />
Inleiding<br />
Op de eerste plaats willen we onze waardering uitspreken over uw werk. Het<br />
<strong>armoedebeleid</strong> is een complex en om<strong>van</strong>grijk dossier. In uw onderzoek heeft u zich<br />
geconcentreerd op de wijze waarop <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong> is georganiseerd en op de<br />
effectiviteit en doelmatigheid er<strong>van</strong>. Daarbij was de hoofdvraag: in hoeverre levert<br />
<strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong> een bijdrage aan <strong>het</strong> verbeteren <strong>van</strong> <strong>het</strong> toekomstperspectief <strong>van</strong><br />
de doelgroepen in <strong>het</strong> beleid<br />
Het rapport mondt uit in enkele conclusies en een aantal aanbevelingen aan raad en<br />
college op <strong>het</strong> terrein <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong>. U biedt ons als college de mogelijkheid<br />
op de aanbevelingen in te gaan en deze als bijlage op te nemen in <strong>het</strong> rapport zoals<br />
dat aan de raad wordt voorgelegd. Graag maken wij daar bij deze gebruik <strong>van</strong>.<br />
Onderstaand treft u onze reactie per conclusie en aanbeveling aan.<br />
Datum<br />
9 december 2009<br />
Uw brief <strong>van</strong>/kenmerk<br />
Ons kenmerk<br />
Bijlage(n)<br />
Conclusie 1: Waardering <strong>van</strong> <strong>het</strong> gemeentelijk <strong>armoedebeleid</strong>.<br />
U concludeert dat de gemeente een voornamelijk op de smalle definitie <strong>van</strong> armoede<br />
geënt curatief beleid voert, waarbij kan worden gesteld dat dit doelmatig geschiedt<br />
en dat in vergelijking met andere gemeenten de uitvoeringskosten laag zijn en<br />
budgetten niet worden overschreden.<br />
Wij zijn blij met uw constatering dat ons <strong>armoedebeleid</strong> doelmatig wordt uitgevoerd,<br />
tegen lage kosten en zonder budgetoverschrijdingen.<br />
Uw constatering dat ons beleid voornamelijk <strong>van</strong> curatieve aard is, kunnen wij om<br />
de volgende redenen niet onderschrijven.<br />
Ons <strong>armoedebeleid</strong> richt zich op twee doelstellingen:<br />
Het bevorderen <strong>van</strong> de participatie <strong>van</strong> minima in <strong>Almere</strong>;<br />
Het bieden <strong>van</strong> inkomensondersteuning.<br />
Wij onderscheiden <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong> <strong>van</strong> andere beleidsvelden, maar scheiden <strong>het</strong><br />
niet; integendeel. <strong>De</strong> doelstelling “Meer minima maatschappelijk actief” streven wij<br />
onder andere na door <strong>het</strong> wegnemen <strong>van</strong> financiële belemmeringen die mee doen in
de weg staan. Te denken valt hierbij aan <strong>het</strong> Stadsfonds, de actviveringscentra en de<br />
Kunstbus die <strong>het</strong> afgelopen jaar door verschillende Almeerse wijken toerde.<br />
Daarnaast pogen wij de problemen voor minima te verminderen door<br />
inkomensondersteuning te bieden aan de doelgroepen. Hierbij valt te denken aan<br />
bijvoorbeeld <strong>het</strong> verstrekken <strong>van</strong> bijzondere bijstand en regelingen die gericht zijn op<br />
huishoudens met een langdurig laag inkomen.<br />
Conclusie 2: Beleids<strong>uitwerking</strong><br />
Uw tweede conclusie betreft de onvoldoende vertaling <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong> in<br />
resultaatgerichte doelstellingen.<br />
Datum<br />
9 december 2009<br />
Ons kenmerk<br />
Pagina<br />
2/4<br />
Wij merken daarover op dat in de najaarsnota 2009 indicatoren opgenomen zijn die<br />
resultaten in beeld proberen te brengen <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong>. Zo zijn indicatoren<br />
opgenomen die inzage geven in de mate dat mensen meedoen aan de samenleving;<br />
een index belemmeringen door kosten om mee te doen en een index over financiële<br />
problemen.<br />
Conclusie 3: Ketenaanpak en samenwerking.<br />
U concludeert in uw rapport dat <strong>het</strong> aan samenwerking ontbreekt tussen<br />
gemeentelijke en andere overheidsdiensten en maatschappelijke organisaties.<br />
Daarnaast merkt u op dat de samenwerking met maatschappelijke organisaties<br />
voornamelijk plaatsvindt op uitvoerend niveau.<br />
<strong>De</strong>ze stelling delen wij niet. Op tal <strong>van</strong> beleidsterreinen is er aandacht voor en<br />
samenhang met <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong>: <strong>het</strong> reïntegratiebeleid (trajecten naar werk in<br />
loondienst), activeren naar werk als zelfstandige (Zelfstandigenloket Flevoland),<br />
“Ikbouwbetaalbaarin<strong>Almere</strong>” (IbbA), integrale netwerken bij de hulpverlening,<br />
gebiedsgerichte activiteiten, de integrale teams, activeringscentra, de<br />
vroegsignalering en <strong>het</strong> Bureau Vangnet & Advies (GGD). Ook participeren wij<br />
sinds ruim een jaar in de werkgroep “Meedoen in <strong>Almere</strong>” waarin afstemming en<br />
samenwerking tussen de organisaties in de stad op <strong>het</strong> gebied <strong>van</strong> <strong>armoedebeleid</strong><br />
centraal staan.<br />
Wij realiseren ons met uw conclusie wel dat wij blijvend moeten uitdragen hoe wij<br />
<strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong> in <strong>Almere</strong> vormgeven.<br />
Conclusie 4: Effectiviteit <strong>armoedebeleid</strong>.<br />
Uw vierde conclusie luidt dat <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong> geen bijdrage levert aan <strong>het</strong><br />
verbeteren <strong>van</strong> <strong>het</strong> toekomstperspectief <strong>van</strong> de doelgroep (-en) <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />
<strong>armoedebeleid</strong>.<br />
Wij kunnen ons om de volgende redenen niet vinden in deze conclusie. Allereerst<br />
wijzen wij u op de preventieve maatregelen die wij nemen om te voorkomen dat<br />
mensen in financiele problemen komen. Het betreft regelingen zoals <strong>het</strong><br />
Woonlastenfonds en de actie om 65+ ers te wijzen op <strong>het</strong> bestaan <strong>van</strong> <strong>het</strong> fonds; <strong>het</strong><br />
huisbezoek aan mensen die mogelijk recht hebben op langdurigheidstoeslag; de<br />
ondersteuning die wordt geboden bij <strong>het</strong> invullen <strong>van</strong> formulieren om gebruik te<br />
maken <strong>van</strong> regelingen en <strong>het</strong> aanbieden <strong>van</strong> budgetcursussen aan scholen.<br />
Daarnaast speelt <strong>het</strong> Stadsfonds een belangrijke rol bij <strong>het</strong> opheffen <strong>van</strong> financiele<br />
belemmering die <strong>het</strong> meedoen aan de samenleving in de weg staan.
Het opheffen <strong>van</strong> andere belemmeringen maakt deel uit <strong>van</strong> andere beleidsgebieden<br />
zoals de WMO, <strong>het</strong> huisvestingsbeleid, <strong>het</strong> onderwijsbeleid, <strong>het</strong> jeugdbeleid,<br />
reïntegratie- en inburgeringsbeleid , jeugdbeleid en <strong>het</strong> gebiedsgericht werken. Op al<br />
deze terreinen werken samen in <strong>het</strong> kader <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong>.<br />
Van groot belang is daarbij <strong>het</strong> voorkomen dat mensen werkloos raken en werklozen<br />
snel aan werk te helpen. Wij zijn er <strong>van</strong> overtuigd dat dit een belangrijke voorwaarde<br />
is om financiele problemen te voorkomen.<br />
Datum<br />
9 december 2009<br />
Ons kenmerk<br />
Pagina<br />
3/4<br />
Aanbevelingen 1: Komen tot een betere <strong>uitwerking</strong> <strong>van</strong> <strong>het</strong> beleid<br />
Wij zijn <strong>van</strong> mening dat er reeds gezorgd wordt voor een koppeling tussen <strong>het</strong><br />
inkomensondersteunende beleid en <strong>het</strong> participatiebeleid. Zie hiervoor de<br />
bovenstaande alinea over de samenwerking met andere beleidsterreinen.<br />
Aanbeveling 2: Informatievoorziening aan de raad.<br />
Uw aanbevelingen op dit punt nemen wij graag over. In <strong>het</strong> 1 e kwartaal 2010 wordt<br />
de publicatie <strong>van</strong> <strong>het</strong> 2 e rapport “Minima in <strong>Almere</strong>”(cijfers november 2009)<br />
verwacht. Wij zullen zo veel mogelijk de aanbevolen, aanvullende informatie in dat<br />
rapport opnemen. Dit rapport zal aan de raad worden aangeboden, zodat de raad dit<br />
kan bespreken. Bij de begroting en de jaarrekening zullen de indicatoren centraal<br />
staan (zie daarvoor ook conclusie 2). Ook willen wij in deze context wijzen op de<br />
WMO-monitor waarover de raad in <strong>het</strong> najaar is geconsulteerd.<br />
Aanbeveling 3: Regierol<br />
Gezien de reikwijdte <strong>van</strong> <strong>het</strong> beleidsterrein is blijvende aandacht voor <strong>het</strong> sluitend<br />
maken <strong>van</strong> de aanpak noodzakelijk om oplossingen te vinden, ook als <strong>het</strong> niet veel<br />
voorkomende situaties betreft. Een instrument dat daarbij kan helpen is de digitale<br />
vragenlijst zoals die in <strong>het</strong> kader <strong>van</strong> de WMO wordt ontwikkeld.<br />
Het <strong>armoedebeleid</strong> is een integraal onderdeel <strong>van</strong> <strong>het</strong> WMO-beleid zodat<br />
voorkomen wordt dat de benadering zich beperkt tot smal <strong>armoedebeleid</strong>.<br />
Voor de volledigheid verwijzen wij u voorts naar onze reactie op conclusie 3.<br />
Aanbeveling 4: Besteedbaar inkomen.<br />
<strong>De</strong>ze betreft <strong>het</strong> signaal dat de groep mensen die als gevolg <strong>van</strong> tekort aan financiele<br />
middelen buiten alle registraties valt en ook buiten <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong>. U stelt<br />
terecht dat <strong>het</strong> een politieke vraag betreft of deze groep in <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong> moet<br />
worden opgenomen. Hierover gaan wij graag met de raad in gesprek.<br />
Samenvattend hebben wij waardering voor <strong>het</strong> onderzoek. Mede daardoor kunnen<br />
verbeteringen worden doorgevoerd.<br />
Hoogachtend,<br />
Het college <strong>van</strong> burgemeester en wethouders,<br />
de secretaris,<br />
de burgemeester
A.J Grootoonk<br />
A. Jorritsma-Lebbink<br />
Datum<br />
9 december 2009<br />
Ons kenmerk<br />
Pagina<br />
4/4
<strong>De</strong>el II
Armoede en <strong>armoedebeleid</strong><br />
in <strong>Almere</strong><br />
In opdracht <strong>van</strong> rekenkamer <strong>Almere</strong><br />
November 2009<br />
drs. Eelco Westerhof<br />
Marije Nanninga MSc<br />
Centrum voor Arbeid en Beleid<br />
Martinikerkhof 30<br />
9712 JH Groningen<br />
050 - 3115113<br />
cab@cabgroningen.nl<br />
www.cabgroningen.nl
Inhoudsopgave<br />
1. INLEIDING ............................................................................................... 3<br />
1.1. LEESWIJZER .............................................................................................. 4<br />
2. ACHTERGROND EN VRAAGSTELLING ........................................................ 5<br />
2.1. ONDERZOEKSVRAAG .................................................................................... 5<br />
2.2. TOETSINGSKADER ....................................................................................... 6<br />
2.3. METHODOLOGIE ......................................................................................... 6<br />
3. ARMOEDE EN ARMOEDE IN ALMERE ......................................................... 8<br />
3.1. DEFINITIE VAN ARMOEDE EN ARMOEDEBELEID ....................................................... 8<br />
3.2. ARMOEDE IN ALMERE ................................................................................. 10<br />
3.3. OMVANG VAN ARMOEDE ............................................................................... 11<br />
3.4. SAMENVATTING ........................................................................................ 14<br />
4. VISIE EN BELEID .................................................................................... 16<br />
4.1. SPEELVELD ............................................................................................. 16<br />
4.2. VISIE ................................................................................................... 16<br />
4.3. BELEID .................................................................................................. 18<br />
4.4. INTEGRAAL BELEID EN SAMENWERKING ............................................................. 21<br />
4.5. SAMENVATTING ........................................................................................ 24<br />
5. AANBOD, GEBRUIK EN UITVOERING ....................................................... 25<br />
5.1. VOORZIENINGEN ...................................................................................... 25<br />
5.2. GEBRUIK EN NIET-GEBRUIK VOORZIENINGEN ...................................................... 33<br />
5.3. FINANCIËN EN UITVOERINGSKOSTEN ................................................................ 38<br />
5.4. SAMENVATTING ........................................................................................ 40<br />
6. CONCLUSIE ............................................................................................. 42<br />
6.1. ALGEHELE CONCLUSIE ................................................................................ 42<br />
6.2. BEANTWOORDING VAN DE DEELVRAGEN ............................................................ 44<br />
BIJLAGE 1. METHODOLOGISCHE VERANTWOORDING ....................................... 51<br />
BIJLAGE 2 BESCHRIJVING CASUSSEN .............................................................. 54<br />
BIJLAGE 3 BESCHRIJVING EXTERNE ORGANISATIES ........................................ 56<br />
Armoede en Armoedebeleid in <strong>Almere</strong><br />
CAB 2
1. Inleiding<br />
Armoede wordt binnen de Europese Unie gedefinieerd als een situatie waarin middelen<br />
(materieel, cultureel en sociaal) voor mensen zo beperkt zijn, dat zij zijn uitgesloten<br />
<strong>van</strong> deelname aan <strong>het</strong> minimaal aanvaardbare levenspatroon dat in de lidstaat gangbaar<br />
is. Hierin komt zowel de financiële als de sociale dimensie aan de orde. Men<br />
spreekt in dit verband <strong>van</strong> ‘stille armoede’ of ‘armoede’ respectievelijk ‘sociale uitsluiting’.<br />
Sociale uitsluiting wordt omschreven als een vernauwing <strong>van</strong> de sociale leefwereld,<br />
een eenzijdig relatienetwerk, <strong>het</strong> voortdurend hanteren <strong>van</strong> zogenaamde overlevingsstrategieën<br />
en <strong>het</strong> ontbreken <strong>van</strong> toekomstperspectief. Aan <strong>het</strong> relatieve begrip armoede<br />
is door <strong>het</strong> Centraal Bureau voor de Statistiek geen absolute <strong>uitwerking</strong> gegeven.<br />
Wel bestaat een absolute armoedegrens die is gerelateerd aan de beleidsmatig<br />
vastgestelde inkomensgrenzen (de bijstand).<br />
Armoede kent vaak een groot aantal oorzaken en wordt getypeerd als een complex en<br />
veelzijdig probleem met een multidimensionaal karakter. Factoren die een rol spelen 1<br />
zijn werkloosheid, langdurige afhankelijkheid <strong>van</strong> een uitkering, sterke toename <strong>van</strong><br />
vaste lasten, ingewikkeldheid <strong>van</strong> regelingen en beperkte sociale vaardigheden <strong>van</strong><br />
mensen. <strong>De</strong> kans op armoede houdt verband met de persoon zelf, met de gezinssituatie,<br />
de groep waartoe men behoort en de arbeidsmarkt.<br />
Om armoede te bestrijden nemen <strong>het</strong> Rijk en gemeenten vaak beleidsmaatregelen die<br />
zijn gericht op vier speerpunten:<br />
1. bevordering <strong>van</strong> participatie (via bijvoorbeeld stimuleringsfondsen en stadspassen);<br />
2. inkomensondersteuning (via bijvoorbeeld <strong>het</strong> toeslagenbeleid);<br />
3. beperking <strong>van</strong> vaste lasten en bevordering <strong>van</strong> rondkomen (via bijvoorbeeld<br />
<strong>het</strong> kwijtschelden <strong>van</strong> gemeentelijke belastingen);<br />
4. aandacht voor de uitvoering (bijvoorbeeld <strong>het</strong> terugdringen <strong>van</strong> niet-gebruik<br />
<strong>van</strong> voorzieningen).<br />
Beleidsdoelen <strong>van</strong> <strong>het</strong> gemeentelijk <strong>armoedebeleid</strong> zijn vaak gekoppeld aan een of<br />
meerdere <strong>van</strong> deze speerpunten.<br />
<strong>De</strong> rekenkamer <strong>van</strong> de gemeente <strong>Almere</strong> geeft aan dat armoede een ingewikkeld,<br />
breed en ook enigszins subjectief begrip is. Het is volgens haar breder dan `technisch<br />
vaststellen’ of een persoon/huishouden in aanmerking komt voor financiële inkomensondersteuning<br />
of op ondersteuning bij noodzakelijke schuldsanering is aangewezen.<br />
<strong>De</strong> gemeente biedt en heeft volgens de rekenkamer meer mogelijkheden om de leefsituatie<br />
<strong>van</strong> haar inwoners te verbeteren (waaronder de verbetering <strong>van</strong> de inkomenssituatie).<br />
In <strong>Almere</strong> is <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong> gebaseerd op de Nota Armoedebeleid uit<br />
2007. <strong>De</strong> Rekenkamer wil onderzoeken hoe dit beleid in de praktijk uitwerkt en tot<br />
welke verbeteringen (aanbevelingen) in beleid, regels en samenwerking dat zou moeten<br />
leiden. Hiervoor heeft zij de volgende centrale onderzoeksvraag opgesteld:<br />
In hoeverre levert <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong> een bijdrage aan <strong>het</strong> verbeteren <strong>van</strong> <strong>het</strong> toekomstperspectief<br />
<strong>van</strong> de doelgroep(en) <strong>van</strong> <strong>het</strong> beleid<br />
In dit rapport zal aan de hand <strong>van</strong> een door <strong>het</strong> CAB uitgevoerd onderzoek antwoord<br />
worden gegeven op deze vraag.<br />
1 Armoedemonitor 2005, SCP, november 2005<br />
Armoede en Armoedebeleid in <strong>Almere</strong><br />
CAB 3
1.1. Leeswijzer<br />
Het rapport bestaat uit een aantal hoofdstukken waarin verschillende onderdelen <strong>van</strong><br />
armoede en <strong>armoedebeleid</strong> worden behandeld. Elk hoofdstuk zal worden afgesloten<br />
met een samenvatting.<br />
In hoofdstuk 2 <strong>van</strong> <strong>het</strong> rapport wordt de onderzoeksvraag weergegeven. Daarnaast<br />
bevat dit hoofdstuk een beschrijving <strong>van</strong> <strong>het</strong> toetsingskader voor <strong>het</strong> onderzoek en<br />
een beschrijving <strong>van</strong> de methode <strong>van</strong> onderzoek.<br />
Hoofdstuk 3 geeft een beschrijving <strong>van</strong> armoede en armoedeproblematiek. Hierbij<br />
wordt onderscheid gemaakt tussen <strong>het</strong> landelijke beeld en de situatie in <strong>Almere</strong>. Tevens<br />
wordt een beeld gegeven <strong>van</strong> de om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> armoede in de gemeente.<br />
In hoofdstuk 4 wordt ingegaan op de wijze waarop <strong>het</strong> onderwerp armoede is ingebed<br />
in de visie <strong>van</strong> de gemeente en <strong>het</strong> daarbij behorende beleid.<br />
Hoofdstuk 5 richt zich op <strong>het</strong> aanbod, <strong>het</strong> gebruik en de uitvoering <strong>van</strong> <strong>het</strong> beleid.<br />
Hierbij gaat <strong>het</strong> om de aangeboden voorzieningen, <strong>het</strong> gebruik hier<strong>van</strong> en de daarmee<br />
samenhangende kosten.<br />
Tot slot volgt in hoofdstuk 6 de conclusie die op basis <strong>van</strong> <strong>het</strong> onderzoek getrokken<br />
kan worden. Ook zullen hier de deelvragen <strong>van</strong> <strong>het</strong> onderzoek beantwoord worden.<br />
Voor <strong>het</strong> onderzoek zijn interviews gehouden met inwoners <strong>van</strong> <strong>Almere</strong> die met armoede<br />
te maken hebben. Door <strong>het</strong> hele rapport heen zijn ter illustratie delen <strong>van</strong> deze<br />
interviews in kaders opgenomen. Om inzicht te geven in de persoonlijke omstandigheden<br />
<strong>van</strong> de inwoners, wordt hieronder een korte beschrijving weergegeven. <strong>De</strong> gehele<br />
portretten zijn opgenomen in de bijlage. Bij de betreffende kaders wordt aangegeven<br />
om welke casus <strong>het</strong> gaat.<br />
Casus 1<br />
Mevrouw <strong>van</strong> 65 jaar die langdurig gebruik heeft gemaakt <strong>van</strong> een bijstandsuitkering en<br />
momenteel een AOW-uitkering ont<strong>van</strong>gt.<br />
Casus 2<br />
Alleenstaande moeder <strong>van</strong> Surinaamse afkomst met drie thuiswonende kinderen. Er is<br />
sprake <strong>van</strong> schuldenproblematiek. Mevrouw werkt momenteel niet. Via een traject bij<br />
SagEnn ont<strong>van</strong>gt zij €1.000 netto per maand.<br />
Casus 3<br />
Alleenstaande moeder <strong>van</strong> 32 jaar met dochter <strong>van</strong> zes jaar. Zij werkt zo’n drie dagen<br />
per week en ont<strong>van</strong>gt daarnaast een aanvullende uitkering.<br />
Casus 4<br />
Getrouwde vrouw <strong>van</strong> Armeense afkomst met twee oudere kinderen die niet meer thuis<br />
wonen. Meneer is arbeidsongeschikt en werkt in een WSW-dienstverband.<br />
Casus 5<br />
Nederlands stel met twee jonge kinderen. Meneer werkt en verdient een inkomen boven<br />
bijstandsniveau. Door schuldenproblematiek legt de belasting beslag op een deel <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />
inkomen, waardoor zij relatief weinig financiële middelen overhouden. Zij kunnen echter<br />
geen aanspraak maken op voorzieningen <strong>van</strong> de gemeente. Ze ont<strong>van</strong>gen voedselpakketten<br />
<strong>van</strong> <strong>het</strong> Voedselloket <strong>Almere</strong>.<br />
Armoede en Armoedebeleid in <strong>Almere</strong><br />
CAB 4
2. Achtergrond en vraagstelling<br />
In dit hoofdstuk wordt een <strong>uitwerking</strong> <strong>van</strong> de onderzoeksvraag <strong>van</strong> de Rekenkamer<br />
<strong>Almere</strong> weergegeven. Vervolgens wordt <strong>het</strong> toetsingskader gesc<strong>het</strong>st en volgt een<br />
toelichting op de onderzoeksopzet.<br />
2.1. Onderzoeksvraag<br />
<strong>De</strong> Rekenkamer <strong>Almere</strong> heeft voor dit onderzoek de volgende hoofdonderzoeksvraag<br />
geformuleerd:<br />
In hoeverre levert <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong> een bijdrage aan <strong>het</strong> verbeteren <strong>van</strong> <strong>het</strong> toekomstperspectief<br />
<strong>van</strong> de doelgroep(en) <strong>van</strong> beleid<br />
<strong>De</strong>ze centrale onderzoeksvraag is door de Rekenkamer uitgesplitst naar een drietal<br />
deelonderzoeken:<br />
1. <strong>De</strong> om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> de doelgroep <strong>van</strong> beleid (probleemgericht)<br />
<strong>De</strong> vraag die bij dit deel <strong>van</strong> <strong>het</strong> onderzoek beantwoord dient te worden is: ‘Op welke<br />
wijze draagt <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong> bij aan de ambities als verwoord in de Programmabegroting’.<br />
2. Het aanbod <strong>van</strong> voorzieningen en ondersteuning door de gemeente en maatschappelijke<br />
organisaties (aanbodgericht)<br />
<strong>De</strong> vraag die bij dit deel <strong>van</strong> <strong>het</strong> onderzoek beantwoord dient te worden is: ‘Hoe geeft<br />
de gemeente inhoud en uitvoering aan de regierol <strong>van</strong> <strong>het</strong> (bredere) <strong>armoedebeleid</strong>’<br />
3. <strong>De</strong> toegankelijkheid <strong>van</strong> <strong>het</strong> aanbod voor de doelgroep (vraaggericht)<br />
<strong>De</strong> vraag die bij dit deel <strong>van</strong> <strong>het</strong> onderzoek beantwoord dient te worden is: ‘Hoe toegankelijk<br />
is <strong>het</strong> Almeerse <strong>armoedebeleid</strong> voor de doelgroep(en)’<br />
Voor elk <strong>van</strong> de deelonderzoeken is een aantal specifieke subvragen opgesteld;<br />
1. <strong>De</strong> om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> de doelgroep <strong>van</strong> beleid (probleemgericht)<br />
o<br />
o<br />
o<br />
o<br />
o<br />
Wanneer is er sprake <strong>van</strong> een armoedesituatie<br />
Wat houdt <strong>het</strong> gemeentelijke <strong>armoedebeleid</strong> in<br />
Wat zijn de doelstellingen <strong>van</strong> <strong>het</strong> beleid<br />
Welke middelen zijn er voor <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong> beschikbaar<br />
Welke resultaten zijn bereikt en tegen welke kosten<br />
2. Het aanbod <strong>van</strong> voorzieningen en ondersteuning door de gemeente en maatschappelijke<br />
organisaties (aanbodgericht)<br />
o Hoe voert de gemeente haar regierol uit naar de externe betrokken partijen<br />
<strong>van</strong>uit de ‘brede’ definitie <strong>van</strong> armoede<br />
o Hoe wordt de integraliteit met de beleidsvelden <strong>van</strong> o.a. de WWB, Schuldhulpverlening,<br />
WMO, huisvesting, onderwijs en vrije tijd zeker gesteld<br />
o Hoe worden de passieve doelgroepen door de uitvoerende instanties bereikt<br />
Armoede en Armoedebeleid in <strong>Almere</strong><br />
CAB 5
3. <strong>De</strong> toegankelijkheid <strong>van</strong> <strong>het</strong> aanbod voor de doelgroep (vraaggericht)<br />
o Hoe vindt de doelgroep zijn weg naar de voorzieningen<br />
o In hoeverre is er een relatie tussen armoede, schulden en schuldhulpverlening<br />
o Sluiten de voorzieningen aan bij de vraag/behoefte<br />
o Hoe ‘makkelijk’ is <strong>het</strong> de voorzieningen te verkrijgen<br />
o Welke ondersteuning is er voor de doelgroep beschikbaar en in hoeverre wordt<br />
daar<strong>van</strong> gebruik gemaakt<br />
o In welke mate worden ‘passieve’ doelgroepen bereikt<br />
2.2. Toetsingskader<br />
Armoedebeleid is lokaal sociaal beleid waaraan weinig landelijke wet- en regelgeving<br />
ten grondslag ligt. Voor de toetsing <strong>van</strong> <strong>het</strong> beleid zijn vooraf dan ook weinig harde<br />
criteria op te stellen. <strong>De</strong> toetsing op landelijke wet- en regelgeving beperkt zich daarom<br />
tot:<br />
o Wetgeving bijzondere bijstand<br />
o Wetgeving langdurigheidstoeslag<br />
o Wetgeving categoriaal beleid<br />
o Wetgeving schuldhulpverlening<br />
Om <strong>het</strong> beleid te kunnen beoordelen is daarom een beoordelingskader opgesteld. Dit<br />
beoordelingskader is gebaseerd op de methode <strong>van</strong> realistic evaluation. Uitgangspunt<br />
<strong>van</strong> deze methode is dat er, naast de harde criteria waaraan <strong>het</strong> beleid moet voldoen,<br />
ook gekeken wordt of <strong>het</strong> gevoerde beleid voldoet aan impliciete en expliciete noties<br />
over de gehanteerde beleidsdoelstellingen en de uitvoeringspraktijk.<br />
Voor de beleidsbeoordeling houdt dit in dat er gekeken wordt naar de volgende aspecten:<br />
o Benutting <strong>van</strong> de mogelijkheden die de gemeente heeft voor minimabeleid;<br />
o Lijn in visie (bestuurlijk), beleid (management en beleidsmedewerkers) en uitvoering<br />
(klantmananagers, coaches etc.);<br />
o Consistentie beleid (eenduidigheid in de beschrijving beleid en eventuele uitvoering<br />
daar<strong>van</strong> (kwantitatief));<br />
o Eenduidige toepassing en interpretatie <strong>van</strong> beleid (kwalitatief);<br />
o Formulering en meetbaarheid <strong>van</strong> doelen;<br />
o Doelrealisatie;<br />
o Effectiviteit en efficiëntie.<br />
<strong>De</strong> te beoordelen aspecten zijn niet allemaal <strong>van</strong> te voren bekend en zullen tijdens <strong>het</strong><br />
onderzoek vorm krijgen. In de komende hoofdstukken zullen alle aspecten voorbij<br />
komen, waarna in de conclusie de beoordeling kan plaatsvinden.<br />
Het onderzoek geeft verder specifieke aandacht aan de beleving <strong>van</strong> direct betrokkenen<br />
en de wijze waarop externe samenwerkingspartijen <strong>het</strong> beleid <strong>van</strong> de gemeente<br />
beoordelen.<br />
Als in <strong>het</strong> beleid en de uitvoering daar<strong>van</strong> afgeweken wordt <strong>van</strong> gestelde uitgangspunten,<br />
visie of doelen, zal dit in de rapportage en de conclusies vermeld worden. Dit<br />
geldt zowel voor de gemeente als de extern betrokken partijen.<br />
Armoede en Armoedebeleid in <strong>Almere</strong><br />
CAB 6
<strong>De</strong> onderzoeksperiode beperkt zich tot de jaren 2006 t/m 2008. Daar waar na deze<br />
periode wijzigingen in <strong>het</strong> beleid hebben plaatsgevonden, wordt dit benoemd.<br />
2.3. Methodologie<br />
Het onderzoek is uitgevoerd aan de hand <strong>van</strong> verschillende onderzoeksmethoden. Het<br />
gaat hierbij om:<br />
o Document- en literatuurstudie waarbij zowel bronnen <strong>van</strong> de gemeente als andere<br />
bronnen gebruikt zijn;<br />
o Interviews met sleutelfiguren binnen de gemeente;<br />
o Webenquête onder alle externe partijen die betrokken zijn bij armoede en <strong>armoedebeleid</strong><br />
in de gemeente <strong>Almere</strong>;<br />
o Interviews met externe partijen. Op basis <strong>van</strong> de documentstudie zijn een aantal<br />
externe partijen geselecteerd voor een interview;<br />
o Casestudies.<br />
In de bijlage is een lijst <strong>van</strong> gebruikte documenten en geïnterviewde personen opgenomen.<br />
Tevens wordt hier nader toegelicht hoe de cases geselecteerd zijn.<br />
Armoede en Armoedebeleid in <strong>Almere</strong><br />
CAB 7
3. Armoede en armoede in <strong>Almere</strong><br />
In dit hoofdstuk wordt een overzicht gegeven <strong>van</strong> de verschillende definities die voor<br />
armoede worden gehanteerd in Nederland en <strong>het</strong> hierbij behorende beleid. Vervolgens<br />
zal ingegaan worden op de situatie in <strong>Almere</strong>. Hierbij wordt zowel gekeken naar de definitie<br />
als de om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> armoede in <strong>Almere</strong><br />
3.1. <strong>De</strong>finitie <strong>van</strong> armoede en <strong>armoedebeleid</strong><br />
Armoede is een breed begrip. Veel mensen denken bij armoede aan derdewereldlanden<br />
waar mensen sterven <strong>van</strong> de honger. Toch wordt er ook in Nederland over armoede<br />
gesproken. <strong>De</strong> vraag hierbij is: wat is armoede en waar vindt <strong>het</strong> plaats<br />
Het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) en <strong>het</strong> Centraal Bureau voor de Statistiek<br />
(CBS) brengen sinds 1997 jaarlijks de armoede-monitor uit. In deze monitor worden<br />
twee armoedegrenzen gebruikt:<br />
o <strong>De</strong> lage-inkomensgrens: huishoudens met een inkomen tot 125% <strong>van</strong> <strong>het</strong> sociaal<br />
minimum 2 .<br />
o <strong>De</strong> beleidsmatige grens: huishoudens met een inkomen tot 105% <strong>van</strong> <strong>het</strong> sociaal<br />
minumum.<br />
Het gaat hierbij om een vrij technische benadering <strong>van</strong> armoede, waarbij alleen gekeken<br />
wordt naar de inkomsten <strong>van</strong> personen en huishoudens. In de publicatie gemeentelijk<br />
<strong>armoedebeleid</strong> 3 wordt een bredere definitie gehanteerd:<br />
‘Armoede is een complex verschijnsel met veelal samenhangende dimensies als inkomen,<br />
maatschappelijke participatie, opleidingsniveau, gezondheid, zelfredzaamheid,<br />
woon- en leefomgeving, waarin <strong>het</strong> toekomstperspectief een belangrijk onderscheidend<br />
kenmerk is. Dit vooral in situaties waar nauwelijks uitzicht is op werk of<br />
verandering <strong>van</strong> leefsituatie. Armoede in deze brede betekenis is sociale uitsluiting.<br />
Armoede in smalle zin wordt beschouwd als een tekort aan financiële middelen.’<br />
Bij deze definitie neemt men naast <strong>het</strong> inkomen dus meer indicatoren mee. <strong>De</strong> denktank<br />
Armoedebestrijding 4 geeft aan dat armoede niet gerelateerd kan worden aan een<br />
grens waarbij men bij een bepaald inkomen met een aantal euro’s meer niet arm<br />
meer is. Zij geeft aan dat armoede gezien moet worden als een participatieprobleem.<br />
Hierbij ligt de nadruk er op dat iedereen mee moet kunnen doen ongeacht de financiële<br />
situatie. Op basis hier<strong>van</strong> heeft de denktank een aantal vormen <strong>van</strong> armoede beschreven:<br />
1. <strong>De</strong> harde kern. Enkele duizenden gezinnen leven al een langere periode, vaak<br />
meerdere generaties, in armoede. Vaak doet zich hier een combinatie <strong>van</strong> factoren<br />
voor: lage opleiding, slechte gezondheid (geestelijk en lichamelijk) en een<br />
continue schuldenproblematiek.<br />
2. Langdurige uitkeringsafhankelijkheid. <strong>De</strong>ze groep bevat vooral eenoudergezinnen<br />
met een Wwb-uitkering en gezinnen die al langere tijd <strong>van</strong> een minimale WAOuitkering<br />
moeten rondkomen. In beide groepen zijn allochtone gezinnen sterk ver-<br />
2<br />
Het sociaal minimum is <strong>het</strong> bestaansminimum zoals wettelijk vastgelegd.<br />
3<br />
SGBO /StimulanSZ (2005) Gemeentelijk <strong>armoedebeleid</strong>, <strong>De</strong>n Haag<br />
4<br />
<strong>De</strong>nktank armoedebestrijding (2004) Doen en meedoen, Utrecht<br />
Armoede en Armoedebeleid in <strong>Almere</strong><br />
CAB 8
tegenwoordigd. Als deze situatie langer dan drie jaar duurt, wordt de binding met<br />
de maatschappij in tal <strong>van</strong> opzichten problematisch. Er is sprake <strong>van</strong> een aantal<br />
factoren dat elkaar versterkt, er ontstaat een negatieve spiraal: geen arbeidsparticipatie<br />
en weinig geld om op een andere manier “mee te doen”.<br />
3. Werkende armen. Meer dan de helft <strong>van</strong> de alleenstaande ouders heeft wel betaald<br />
werk, maar dit is vaak niet <strong>van</strong> voldoende om<strong>van</strong>g of niveau om meer te<br />
verdienen dan een uitkering. Tot deze groep behoren ook grote groepen agrarische<br />
gezinnen en kleine middenstanders: zelfs als hun inkomen feitelijk onder de<br />
armoedegrens ligt, doen zij vaak geen beroep op voorliggende voorzieningen<br />
<strong>van</strong>wege <strong>het</strong> taboe op armoede.<br />
4. <strong>De</strong> nieuwe armen. Een groeiende groep gezinnen krijgt te maken met een plotseling<br />
sterk veranderende financiële situatie, bijvoorbeeld door werkloosheid, faillissement<br />
of echtscheiding. <strong>De</strong>ze gezinnen hebben vaak problemen om <strong>het</strong> uitgavenpatroon<br />
aan te passen aan de nieuwe situatie. Daardoor kunnen schulden en<br />
structurele armoede ontstaan.<br />
5. Frictie armen. Frictiearmoede doet zich voor als er sprake is <strong>van</strong> tijdelijke armoede.<br />
Veelal kunnen gezinnen hier wel mee omgaan, als <strong>het</strong> tenminste niet te lang<br />
duurt en ze voldoende reserves hebben.<br />
6. Psychologische armoede. <strong>De</strong>ze groep is volgens de landelijke normen niet arm,<br />
maar voelt zich wel arm. <strong>De</strong>ze gezinnen vergelijken <strong>het</strong> eigen consumptiepatroon<br />
met datgene wat in de media in toenemende mate als normale of zelfs onmisbare<br />
consumptie wordt gezien, bijvoorbeeld merkkleding, hebbedingen en vakanties.<br />
Het gevoel minder te besteden te hebben kan aanzetten tot riskant financieel gedrag<br />
zoals te veel lenen, wat weer kan leiden tot feitelijke armoede.<br />
In de benadering <strong>van</strong> de <strong>De</strong>nktank armoedebestrijding wordt armoede gezien als reden<br />
om niet mee te doen of mee te kunnen doen. Hieraan liggen volgens de denktank<br />
financiële belemmeringen ten grondslag, maar ook opleidingsniveau en <strong>het</strong> ontbreken<br />
<strong>van</strong> goede voorbeelden in de nabije omgeving. Het is volgens de denktank belangrijk<br />
dat er een gedragsverandering gerealiseerd wordt die voorkomt dat generatie op generatie<br />
in armoede leeft. Armoedebeleid moet volgens de denktank dan ook uit meerdere<br />
pijlers bestaan:<br />
o<br />
o<br />
o<br />
o<br />
o<br />
Een goede en laagdrempelige toegang tot middelen;<br />
Een goede informatievoorziening en voorlichting <strong>van</strong>uit <strong>het</strong> werkveld;<br />
Meedoen mogelijk maken door afspraken over participatieondersteuning voor de<br />
doelgroep;<br />
Een goede signalering en daar waar nodig een effectieve hulpverlening om de oorzaken<br />
<strong>van</strong> armoede aan te pakken;<br />
Beleid dient op elkaar afgestemd te zijn en gemonitord te worden op effecten.<br />
Hierbij komt <strong>het</strong> er op neer dat armoede veroorzaakt wordt door belemmeringen en<br />
dat de oplossing voor armoede gelegen is in <strong>het</strong> wegnemen <strong>van</strong> deze belemmeringen,<br />
als dit mogelijk is.<br />
Uit <strong>het</strong> voorgaande blijkt dat er geen eenduidige definitie is voor armoede. Wel omvatten<br />
alle benaderingen een centraal thema: armoede in Nederland heeft een financiële<br />
grondslag die andere belemmeringen tot gevolg kan hebben.<br />
Armoede en Armoedebeleid in <strong>Almere</strong><br />
CAB 9
Armoedebeleid<br />
Landelijk zien we dat gemeenten naast de landelijke regelingen in <strong>het</strong> kader <strong>van</strong> <strong>armoedebeleid</strong>,<br />
als huurtoeslag en zorgtoeslag, een vrij standaard pallet aan armoedevoorzieningen<br />
hanteren. Het gaat hier dan om:<br />
o Bijzondere bijstand (wettelijk verplicht);<br />
o Kwijtschelding <strong>van</strong> gemeentelijke belastingen;<br />
o Collectieve ziektekostenverzekeringen;<br />
o Categoriale regeling chronisch zieken en gehandicapten en ouderen;<br />
o Participatiefondsen, bijvoorbeeld bijdrage in kosten voor sport of cultuur;<br />
o Budgetcursussen;<br />
o Schuldhulpverlening (wettelijk verplicht open te stellen voor de gehele bevolking).<br />
<strong>De</strong>ze gemeentelijke voorzieningen zijn vrijwel allemaal inkomensondersteunend. Hierbij<br />
is <strong>het</strong> belangrijk op te merken dat <strong>het</strong> inkomensbeleid landelijk geregeld wordt en<br />
dat <strong>het</strong> gemeentelijke <strong>armoedebeleid</strong> slechts een heel beperkt gedeelte <strong>van</strong> <strong>het</strong> jaarinkomen<br />
<strong>van</strong> de doelgroep bepaalt. Volgens onderzoek komt dit neer op zo’n 3 tot<br />
5%.<br />
Vanuit de verschillende studies en adviezen die verschenen zijn kan <strong>armoedebeleid</strong> ingedeeld<br />
worden in drie categorieën die naast elkaar kunnen bestaan:<br />
1. Curatief <strong>armoedebeleid</strong>: <strong>het</strong> beleid en de instrumenten zijn er op gericht om een<br />
bestaande armoedesituatie te verzachten of herstellen. Dit beleid bestaat uit financiële<br />
tegemoetkomingen voor de doelgroep.<br />
2. Preventief <strong>armoedebeleid</strong>: <strong>het</strong> beleid en de instrumenten zijn er op gericht om een<br />
situatie <strong>van</strong> armoede te voorkomen. <strong>De</strong>ze vorm <strong>van</strong> beleid bestaat uit voorlichting,<br />
cursussen en een goede signaleringsfunctie onder risicogroepen.<br />
3. Activerend <strong>armoedebeleid</strong>: <strong>het</strong> beleid en de instrumenten zijn er op gericht om<br />
participatieproblemen en sociaal isolement te voorkomen of te herstellen. <strong>De</strong>ze<br />
vorm <strong>van</strong> beleid bestaat uit verschillende vormen <strong>van</strong> participatiebevordering en<br />
<strong>het</strong> wegnemen <strong>van</strong> belemmeringen hiervoor. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht<br />
worden aan re-integratie, verslavingszorg of psychische begeleiding.<br />
Armoede door schuldenproblematiek<br />
Naast armoede die voortkomt uit een laag inkomen, bestaat er ook armoede die veroorzaakt<br />
wordt door een tekort aan besteedbare middelen. Hierbij gaat <strong>het</strong> ondermeer<br />
om huishoudens die een inkomen hebben dat ver boven de armoedegrens ligt, maar<br />
die door schuldenproblematiek weinig overhouden om te besteden of om personen<br />
met een tophypotheek, die weliswaar voldoende inkomen hebben, maar door hoge<br />
lasten weinig bestedingsruimte overhouden. In alle definities <strong>van</strong> armoede vallen deze<br />
groepen buiten boord, hoewel zij in <strong>het</strong> dagelijks bestaan even grote problemen kunnen<br />
hebben.<br />
3.2. Armoede in <strong>Almere</strong><br />
<strong>De</strong>finitie<br />
<strong>De</strong> gemeente <strong>Almere</strong> benoemt in haar Nota Armoedebeleid uit 2007 <strong>het</strong> volgende:<br />
‘Doel <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong> is dat mensen kunnen meedoen aan de samenleving. Met<br />
dat uitgangspunt wordt aangesloten op de veel bredere visie zoals die onder de WMO<br />
Armoede en Armoedebeleid in <strong>Almere</strong><br />
CAB 10
is ontwikkeld. Onder de WMO staat meedoen aan de samenleving centraal. Of beter<br />
gezegd, <strong>het</strong> wegnemen <strong>van</strong> belemmeringen die dat meedoen in de weg staan (<strong>het</strong><br />
compensatiebeginsel). Ook bij <strong>armoedebeleid</strong> gaat <strong>het</strong> om <strong>het</strong> treffen <strong>van</strong> maatregelen<br />
die belemmeringen helpen wegnemen.’<br />
‘Bij de <strong>uitwerking</strong> <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong> gaat <strong>het</strong> vervolgens met name om maatregelen<br />
die financiële belemmeringen opheffen. Het college kiest ervoor om maatregelen<br />
voor <strong>het</strong> opheffen <strong>van</strong> sociale belemmeringen verder te ontwikkelen in <strong>het</strong> kader <strong>van</strong><br />
de WMO. Het zou onverstandig zijn om <strong>van</strong>uit twee beleidsthema’s – <strong>armoedebeleid</strong><br />
en WMO – te gaan werken aan dezelfde voorzieningen.’<br />
In deze omschrijving is <strong>het</strong> brede karakter <strong>van</strong> <strong>armoedebeleid</strong> zichtbaar, al wordt er<br />
een duidelijke keuze gemaakt financiën onder <strong>armoedebeleid</strong> te scharen en zorg, activering<br />
en participatie onder de WMO. Door deze keuze verlaat de gemeente in feite<br />
haar uitgangspunt <strong>van</strong> de brede definitie omdat <strong>het</strong> participatieprobleem niet meer als<br />
<strong>armoedebeleid</strong> gekensc<strong>het</strong>st wordt, maar alleen als een financieel vraagstuk. In <strong>het</strong><br />
<strong>armoedebeleid</strong> stelt de gemeente een harde inkomensgrens, die neerkomt op een inkomen<br />
tot 120% <strong>van</strong> een bijstandsuitkering.<br />
Uit de interviews binnen de gemeente <strong>Almere</strong> blijkt dat ook medewerkers armoede<br />
breed definiëren. Zo noemen zij ook <strong>het</strong> niet kunnen participeren in de samenleving<br />
als een aspect <strong>van</strong> armoede, waarbij dit als gevolg <strong>van</strong> beperkte financiële middelen<br />
wordt gezien.<br />
Vanuit de externe partijen die betrokken zijn bij armoede en <strong>armoedebeleid</strong> in <strong>Almere</strong><br />
komt naar voren dat zij armoede als een inkomensvraagstuk definiëren en hiermee de<br />
smalle definitie hanteren. Uitzondering hierop is Humanitas. Zij gaat mee in de door<br />
de gemeente gewenste brede definitie door te spreken over: “Het niet meer mee kunnen<br />
doen in de maatschappij waar je leeft, sociale uitsluiting”.<br />
Oorzaken<br />
Vanuit alle verschillende partijen komen een aantal oorzaken voor armoede naar voren.<br />
Het gaat hier om:<br />
o Onverwachte ontwikkelingen als scheiding, werkloosheid of overlijden partner<br />
o Schulden en tophypotheken<br />
o Persoonlijke omstandigheden, zoals ziekte en sociale/fysieke beperkingen.<br />
Opvallend is dat de genoemde oorzaken moeilijk door de gemeente te beïnvloeden of<br />
te voorkomen zijn.<br />
3.3. Om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> armoede<br />
Uit <strong>het</strong> onderzoek komt naar voren dat de verschillende partijen die betrokken zijn bij<br />
armoede en <strong>armoedebeleid</strong> ervaren dat armoede een groot probleem is, dat zich<br />
vooral concentreert in <strong>Almere</strong> Haven, de Stedenwijk en <strong>Almere</strong> Buiten. Daarnaast<br />
denkt ment dat een groot deel <strong>van</strong> de doelgroep bestaat uit alleenstaande ouders en<br />
dat er veel stille armoede is, vooral onder ouderen. Het idee hierachter is dat de<br />
drempels om naar schuldhulpverlening te gaan voor hen hoog zijn. Tot slot wordt<br />
aangegeven dat schulden een groot probleem vormen. Inwoners met schulden komen<br />
niet altijd in aanmerking voor <strong>het</strong> minimabeleid, omdat er gekeken wordt naar inko-<br />
Armoede en Armoedebeleid in <strong>Almere</strong><br />
CAB 11
men en niet naar <strong>het</strong> besteedbaar inkomen (dat wat er na aftrek <strong>van</strong> de schuldaflossing<br />
overblijft).<br />
Tot de kwetsbare groep burgers behoren volgens <strong>het</strong> minimabeleid mensen met een<br />
slechte arbeidsmarktpositie, mensen met problematische schulden, mensen met een<br />
laag opleidingsniveau, mensen die dakloos zijn en mensen die gezondheidsproblemen<br />
hebben. Vaak gaat <strong>het</strong> om een combinatie <strong>van</strong> bovenstaande factoren.<br />
Om zicht te krijgen op de harde gegevens achter deze beelden is <strong>het</strong> <strong>van</strong> belang om<br />
de om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> de doelgroep te kunnen bepalen. Hierbij is <strong>het</strong> belangrijk de juiste definitie<br />
te gebruiken. Binnen de gemeente <strong>Almere</strong> wordt, zoals eerder genoemd, een<br />
brede definitie <strong>van</strong> armoede gehanteerd. Echter, om in aanmerking te komen voor de<br />
voorzieningen hanteert men een inkomensgrens. Hierdoor bestaat de doelgroep <strong>van</strong><br />
<strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong> <strong>van</strong> de gemeente <strong>Almere</strong> uit huishoudens met een inkomen tot<br />
120% <strong>van</strong> de bijstandsnorm.<br />
<strong>De</strong> gemeente <strong>Almere</strong> voert tweejaarlijks een onderzoek uit naar minima in <strong>Almere</strong> 5 .<br />
Het laatste onderzoek komt uit 2009 en geeft een beeld <strong>van</strong> de stand <strong>van</strong> zaken in<br />
2008. Uit dit onderzoek komt naar voren dat 11.600 huishoudens in <strong>Almere</strong> een inkomen<br />
tot 120% <strong>van</strong> de <strong>het</strong> sociaal minimum hebben. Dit komt neer op 15% <strong>van</strong> alle<br />
huishoudens in <strong>Almere</strong>, wat overeen komt met <strong>het</strong> landelijk gemiddelde 6 . Armoede is<br />
daarmee aanwezig in <strong>Almere</strong>, maar <strong>het</strong> probleem is niet groter dan elders.<br />
In de onderstaande tabel worden de huishoudens weergegeven bij verschillende inkomensgrenzen.<br />
<strong>De</strong>ze inkomensgrenzen kunnen worden gerelateerd aan de grenzen<br />
die de gemeente <strong>Almere</strong> gebruikt in haar <strong>armoedebeleid</strong>. Tevens bevat de tabel een<br />
vergelijking met 2004.<br />
Ta<br />
Tabel 1. Om<strong>van</strong>g doelgroep voor <strong>armoedebeleid</strong>, cumulatief<br />
Aantal huishoudens<br />
2008<br />
% <strong>van</strong> alle huishoudens<br />
2008<br />
Aantal huishoudens<br />
2004<br />
Tot 105% 7.030 9% 6.060<br />
Tot 120% 11.600 15% 18.230*<br />
Tot 140% 12.957 17%<br />
* In 2004 werd een grens <strong>van</strong> 130% <strong>van</strong> de norm weergegeven.<br />
Bron: Minima in <strong>Almere</strong> 2006 en 2009<br />
Opvallend is dat de groep tot 105% <strong>van</strong> <strong>het</strong> sociaal minimum veel groter is dan <strong>het</strong><br />
bijstandsbestand <strong>van</strong> de gemeente. Er zijn 3700 huishoudens met een bijstandsuitkering.<br />
Dit houdt in dat er een grote groep huishoudens is die een laag inkomen heeft,<br />
maar geen bijstand of aanvullende bijstand ont<strong>van</strong>gt. Zij houdt dus op eigen wijze <strong>het</strong><br />
hoofd boven water, door zelf te voorzien in een klein inkomen of een andere uitkering<br />
te ont<strong>van</strong>gen.<br />
Verder zien we een lichte stijging <strong>van</strong> <strong>het</strong> aantal huishoudens met een minimum inkomen<br />
(tot 105%). <strong>De</strong>ze stijging staat echter in geen verhouding tot de stijging <strong>van</strong><br />
<strong>het</strong> totaal aantal huishoudens in de gemeente <strong>Almere</strong>. <strong>De</strong> groep huishoudens met een<br />
licht hoger inkomen dan <strong>het</strong> minimum is de afgelopen vier jaar afgenomen.<br />
5<br />
Gemeente <strong>Almere</strong> (2009) Minima in 2009, <strong>Almere</strong><br />
In de periode 2008-2010 wordt dit onderzoek volgens de gemeente jaarlijks uitgevoerd<br />
6<br />
SCP (2008) Armoedebericht 2008, <strong>De</strong>n Haag<br />
Armoede en Armoedebeleid in <strong>Almere</strong><br />
CAB 12
Wanneer we de groep huishoudens die onder <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong> <strong>van</strong> de gemeente <strong>Almere</strong><br />
valt (tot 120%) nader bekijken, dan vallen een aantal zaken op:<br />
Samenstelling huishoudens<br />
Bijna de helft <strong>van</strong> de minimahuishoudens bestaat uit alleenstaanden en bijna een<br />
kwart zijn alleenstaande ouders. In 41% <strong>van</strong> de minimahuishoudens zijn kinderen<br />
aanwezig, waar<strong>van</strong> tweederde onder de twaalf jaar is.<br />
Wanneer we dit afzetten tegen de gehele bevolking <strong>van</strong> <strong>Almere</strong>, dan blijkt dat <strong>van</strong> alle<br />
alleenstaande ouders in <strong>Almere</strong> 45% als minimahuishouden kan worden bestempeld.<br />
Etniciteit<br />
<strong>De</strong> overgrote meerderheid <strong>van</strong> de minimahuishoudens bestaat uit autochtonen. Kijken<br />
we naar de relatieve vertegenwoordiging ten opzichte <strong>van</strong> alle huishoudens in <strong>Almere</strong>,<br />
dan blijkt dat een derde <strong>van</strong> alle Antilliaanse, Marokkaanse, Afrikaanse en overige niet<br />
westerse huishoudens in <strong>Almere</strong> als minimahuishouden kan worden bestempeld.<br />
Duur <strong>van</strong> de minimasituatie<br />
Bijna de helft <strong>van</strong> de minimahuishoudens leeft al drie jaar of langer in een minimumsituatie.<br />
In deze groep zijn de huishoudens die leven <strong>van</strong> een inkomen op <strong>het</strong> niveau<br />
<strong>van</strong> de bijstandsnorm oververtegenwoordigd.<br />
Leeftijd<br />
Ruim 40% <strong>van</strong> de minimahuishoudens kent een gezinshoofd dat jonger is dan 45 jaar.<br />
Opvallend is dat 29% <strong>van</strong> de minimahuishoudens een gezinshoofd kent dat ouder is<br />
dan 65 jaar, terwijl deze gezinnen maar 13% <strong>van</strong> de totale huishoudens in <strong>Almere</strong><br />
vertegenwoordigen.<br />
Geografische spreiding <strong>van</strong> armoede<br />
Vooral in de oudere wijken <strong>van</strong> <strong>Almere</strong> zijn de grootse aandelen minimahuishoudens,<br />
met name in <strong>Almere</strong> Haven en <strong>Almere</strong> Stad. Vooral de Staatsliedenwijk, de Wierden,<br />
de Hoven en Centrum Buiten kennen een hoog percentage minimahuishoudens<br />
Op basis <strong>van</strong> de cijfers kan geconcludeerd worden dat de ervaringen <strong>van</strong> betrokkenen<br />
bij armoede en <strong>armoedebeleid</strong> gestaafd kunnen worden met de realiteit. Verder valt<br />
op dat een groot deel <strong>van</strong> de minimahuishoudens niet automatisch bij de gemeente<br />
bekend is, omdat <strong>het</strong> aantal minimahuishoudens <strong>het</strong> aantal uitkeringsgerechtigden<br />
ruim overtreft.<br />
Zoals eerder aangegeven wordt de doelgroep voor armoede door de inkomensgrens<br />
afgebakend. Hierdoor vallen bijvoorbeeld niet alle mensen met schulden en tophypotheken<br />
onder de doelgroep, omdat hun inkomen over <strong>het</strong> algemeen te hoog is. Omdat<br />
deze groep divers is en vaak niet in aanraking komt met verschillende instanties, is<br />
<strong>het</strong> onmogelijk om aan te geven hoe groot deze groep is. <strong>De</strong> betrokkenen bij armoede<br />
en <strong>armoedebeleid</strong> verwachten dat de om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> deze groep aanzienlijk is. Dit kan<br />
echter niet met cijfers onderbouwd worden.<br />
Armoede en Armoedebeleid in <strong>Almere</strong><br />
CAB 13
Een moeder die samen met haar vriend en twee kinderen in de schulden zit, vertelt<br />
dat ze voor haar gevoel net buiten de boot valt voor veel regelingen: ‘Mijn vriend<br />
verdient een inkomen boven de bijstandsnorm (€1.650), dit is teveel om in aanmerking<br />
te komen voor voorzieningen als huurtoeslag, woonlastenfonds en bijzondere<br />
bijstand. Er wordt echter beslag gelegd op een deel <strong>van</strong> <strong>het</strong> loon, waardoor<br />
we iets meer dan €1.000 euro overhouden’. (Casus 5)<br />
Risicogroepen<br />
In veel onderzoeken en rapporten worden risicogroepen voor armoedeproblematiek<br />
genoemd. Er wordt daarbij vooral gewezen op huishoudens met een uitkering, ouderen<br />
met alleen een AOW-uitkering, personen met een WSW-dienstverband en de zogenaamde<br />
ZZP’ers (zelfstandigen zonder personeel). Onder deze laatste groep vallen<br />
ook agrariërs. Daarnaast worden alleenstaande ouders vaak gezien als risicogroep. In<br />
de onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven <strong>van</strong> de om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> de groepen.<br />
Hierbij is <strong>het</strong> belangrijk om te merken dat <strong>het</strong> gaat om risicogroepen en dat niet<br />
iedereen in deze groepen ook daadwerkelijk te maken heeft met armoede.<br />
Tabel 2. Inwoneraantal en om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> de risicogroepen in de gemeente <strong>Almere</strong>, 31 december 2008<br />
Risicogroep Aantal 2008<br />
Aantal inwoners 185.746<br />
Aantal 65-plussers* 13 813<br />
Arbeidsongeschikten 8 270<br />
Personen met WW-uitkering 2150<br />
Prognose doorstroom WW naar WWB 128<br />
Bijstandsgerechtigden tot 65 jaar** 3.250<br />
Bijstandsgerechtigden <strong>van</strong> 65 jaar en ouder 450<br />
Aantal WSW-ers*** 496<br />
Aantal bedrijven met 1 personeelslid (ZZP) 6409<br />
* Er zijn geen cijfers beschikbaar <strong>van</strong> inwoners met alleen AOW<br />
** inclusief IOAW en IOAZ<br />
*** aantal inwoners met WSW-dienstbetrekking of plaats op de wachtlijst per 30 juni 2008<br />
Bron: CBS, UWV, Ministerie <strong>van</strong> SZW, gemeente <strong>Almere</strong><br />
3.4. Samenvatting<br />
Het blijkt dat er geen eenduidige, altijd toepasbare definitie <strong>van</strong> armoede is. Uitgangspunt<br />
bij alle definities is dat armoede in Nederland een financiële grondslag heeft, die<br />
andere belemmeringen tot gevolg kan hebben. Er kan onderscheid gemaakt worden<br />
tussen een smalle en een brede definitie.<br />
Smalle definitie: armoede is een tekort aan financiële middelen. Hieraan kunnen inkomensgrenzen<br />
gekoppeld worden.<br />
Brede definitie: armoede is sociale uitsluiting. Door een gebrek aan financiële middelen<br />
en een toekomstperspectief wordt een actieve deelname aan de maatschappij belemmerd.<br />
Bij de brede definitie <strong>van</strong> armoede wordt dus <strong>het</strong> gevolg <strong>van</strong> een tekort aan financiële<br />
middelen gezien als armoede. Hierbij moet worden opgemerkt dat wanneer een per-<br />
Armoede en Armoedebeleid in <strong>Almere</strong><br />
CAB 14
soon voldoet aan de smalle definitie <strong>van</strong> armoede, zij niet per definitie ook onder de<br />
brede definitie valt. Er is een groep minima die wel participeert.<br />
Wanneer we kijken naar armoede in de gemeente <strong>Almere</strong>, dan zien we dat er in de<br />
beleidsstukken wordt gesproken over de brede definitie <strong>van</strong> armoede. <strong>De</strong>ze definitie<br />
wordt breed gedeeld. Het niet actief kunnen participeren in de samenleving wordt gezien<br />
als gevolg <strong>van</strong> beperkte financiële middelen. Oorzaken voor armoede worden<br />
vooral bij sociale omstandigheden <strong>van</strong> inwoners, zoals scheiding en baanverlies gelegd.<br />
<strong>De</strong>ze omstandigheden zijn door de gemeente veelal niet te voorkomen.<br />
<strong>De</strong> doelgroep voor <strong>armoedebeleid</strong> kan bepaald worden aan de hand <strong>van</strong> inkomensgrenzen.<br />
Hieruit blijkt dat 15% <strong>van</strong> de huishoudens in de gemeente <strong>Almere</strong> als minimahuishouden<br />
bestempeld kan worden. In deze groep zijn ouderen, alleenstaande ouders<br />
en bijstandsgerechtigden oververtegenwoordigd.<br />
Omdat de definities kijken naar inkomen en niet naar besteedbaar inkomen, vallen<br />
huishoudens met schulden en huishoudens met tophypotheken buiten de doelgroep.<br />
<strong>De</strong>ze huishoudens kunnen door hoge lasten echter wel een beperkte financiële bestedingsruimte<br />
hebben. <strong>De</strong> feitelijke groep die te maken heeft met armoedeproblematiek<br />
zal dus hoger liggen dan 15% <strong>van</strong> de huishoudens in <strong>Almere</strong>.<br />
Armoede en Armoedebeleid in <strong>Almere</strong><br />
CAB 15
4. Visie en beleid<br />
Armoede en <strong>armoedebeleid</strong> zijn onderwerpen die breder speelveld omvatten dan alleen<br />
de gemeente. In dit hoofdstuk wordt daarom zowel de visie <strong>van</strong> de gemeente als<br />
<strong>van</strong> andere betrokken partijen weergegeven. Tevens wordt ingegaan op <strong>het</strong> beleid dat<br />
de gemeente voert en de wijze waarop andere partijen hierin betrokken worden.<br />
4.1. Speelveld<br />
Speelveld<br />
Naast de gemeente <strong>Almere</strong> is een groot aantal andere organisaties betrokken bij <strong>het</strong><br />
onderwerp armoede. Het gaat om de volgende organisaties:<br />
o<br />
o<br />
o<br />
o<br />
o<br />
o<br />
o<br />
o<br />
o<br />
o<br />
o<br />
o<br />
o<br />
o<br />
o<br />
o<br />
o<br />
o<br />
o<br />
o<br />
Cliëntenberaad <strong>Almere</strong><br />
Fonds Bijzondere Noden<br />
Leger des Heils / Maatschappelijke Dienstverlening;<br />
Maatschappelijk Rele<strong>van</strong>te Kerken (Voedsel Loket <strong>Almere</strong> (VLA) / Kleding Loket<br />
<strong>Almere</strong>)<br />
Jeugd Sport Fonds<br />
Stichting Jeugd in Beweging<br />
Kindervakantieland<br />
Stichting Weekje weg / <strong>De</strong> Voorpost<br />
<strong>De</strong> Kunstlinie / “Art on wheels”<br />
Zorggroep <strong>Almere</strong> (AMW en Sociale Raadslieden)<br />
<strong>De</strong> Schoor<br />
Budget Bureau <strong>Almere</strong> (BBA)<br />
Inloopcentrum “<strong>De</strong> Ruimte”<br />
Vrijwilligers en Mantelzorg Centrale <strong>Almere</strong><br />
Algemene Nederlandse Bond voor Ouderen<br />
Katholieke Bond voor Ouderen<br />
Federatie Nederlandse Vakverenigingen<br />
Arme Kant <strong>Almere</strong><br />
Multi Etnische Vrouwengroep Partij <strong>van</strong> de Arbeid<br />
Humanitas<br />
4.2. Visie<br />
Wethouder Sociaal Krachtige Samenleving<br />
Bestuurlijk wordt aangegeven dat er sprake is <strong>van</strong> armoede als iemand niet in zijn of<br />
haar basisbehoeften kan voorzien. Dit hoeft in Nederland volgens de wethouder niet<br />
voor te komen, omdat er altijd wel ouders of organisaties bijspringen en er uitstekende<br />
regelingen zijn. Mocht <strong>het</strong> voorkomen dat mensen toch niet in hun basisbehoeften<br />
kunnen voorzien, dan is <strong>het</strong> aan de overheid om hier beleid op te maken. In eerste instantie<br />
is <strong>armoedebeleid</strong> Rijksbeleid. <strong>De</strong> gemeente <strong>Almere</strong> voegt volgens de wethouder<br />
extra maatregelen toe aan haar beleid voor mensen die niet mee kunnen doen.<br />
<strong>De</strong>ze maatregelen zijn volgens haar voornamelijk gericht op mensen die niet kunnen<br />
werken en zelf niets aan hun situatie kunnen doen, zoals kinderen, chronisch zieken/<br />
gehandicapten en senioren.<br />
Armoede wordt in dit kader gedefinieerd als een inkomensvraagstuk dat gevolgen voor<br />
participatie heeft.<br />
Armoede en Armoedebeleid in <strong>Almere</strong><br />
CAB 16
Op bestuurlijk niveau vindt men <strong>het</strong> belangrijk dat <strong>het</strong> onderwerp armoede maatschappelijk<br />
gedragen wordt. Niet alleen door de gemeente maar ook door organisaties<br />
en bedrijven in de stad. Zo wil de wethouder <strong>het</strong> stadsfonds in de toekomst onderbrengen<br />
bij een stichting, waar<strong>van</strong> <strong>het</strong> bestuur de regie op <strong>het</strong> fonds heeft. Bij <strong>het</strong><br />
stadsfonds zouden dan zowel <strong>het</strong> bedrijfsleven als maatschappelijke partners betrokken<br />
moeten zijn. Op deze wijze is <strong>het</strong> niet de gemeente die <strong>het</strong> stadsfonds draagt en<br />
uitvoert, maar ontstaat er volgens de wethouder meer cohesie tussen <strong>het</strong> bedrijfsleven,<br />
<strong>het</strong> maatschappelijk middenveld, de gemeente en inwoners <strong>van</strong> <strong>Almere</strong>.<br />
<strong>De</strong> gemeente moet volgens de wethouder zorgen dat er goed gebruik wordt gemaakt<br />
<strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong>. Hierbij wordt aangegeven dat werk de beste methode is om<br />
financiële problemen op te lossen, omdat op deze wijze weer voorzien wordt in een eigen<br />
inkomen. Daar waar dit niet mogelijk is, dient extra ondersteuning gegeven te<br />
worden.<br />
<strong>De</strong> wethouder is <strong>van</strong> mening dat integrale samenwerking belangrijk is, omdat een<br />
vraag in <strong>het</strong> ene domein soms opgelost kan worden door een maatregel uit <strong>het</strong> andere<br />
domein; daar waar de vraag zit, zit niet altijd de oplossing.<br />
<strong>De</strong> gemeente heeft de regie op armoede en aanpalende terreinen volgens de wethouder<br />
fors in handen. Organisaties vragen hier ook nadrukkelijk om. Binnen de gemeente<br />
zijn er netwerken <strong>van</strong> organisaties en deze hebben samen ook afspraken gemaakt.<br />
Het maakt volgens de wethouder niet uit bij welke organisatie cliënten aankloppen,<br />
omdat iedereen <strong>het</strong>zelfde netwerk heeft en dus door kan verwijzen. Zo zijn er dus<br />
meerdere loketten. Nog niet alle organisaties weten voldoende <strong>van</strong> elkaar wat ze<br />
doen. <strong>De</strong> sociale kaart zou daarom digitaal voor organisaties beschikbaar moeten zijn.<br />
Op wijkniveau zijn organisaties beter op de hoogte <strong>van</strong> elkaars diensten.<br />
<strong>De</strong> wethouder geeft aan dat burgers vooral moeten weten waar ze terecht kunnen. <strong>De</strong><br />
ideaalsituatie zou zijn dat er meerdere loketten zijn en dat organisaties verder kijken<br />
dan <strong>het</strong> onderwerp waar ze zelf mee te maken hebben. Ze moeten kijken naar achterliggende<br />
problemen en zo nodig doorverwijzen. Voorlichting over voorzieningen moet<br />
zich daarom volgens de wethouder voornamelijk richten op organisaties en minder op<br />
burgers. Wel moet de toeleiding naar dit soort hulp meer gecentraliseerd worden.<br />
Er zijn verscheidene organisaties die dezelfde diensten aanbieden. Het is goed om een<br />
palet <strong>van</strong> organisaties te hebben, omdat de ene cliënt beter bij de ene organisatie<br />
past, en een ander betere bij een andere organisatie.<br />
Uit gesprekken met betrokkenen bij armoede en <strong>armoedebeleid</strong> in de gemeente <strong>Almere</strong><br />
komt <strong>het</strong> beeld naar voren <strong>van</strong> een wetouder die betrokken is bij <strong>het</strong> onderwerp.<br />
Aangegeven wordt dat met haar aantreden de brede definitie <strong>van</strong> armoede als participatieprobleem<br />
verder is uitgewerkt en aandacht heeft gekregen. Kanttekening die geplaatst<br />
wordt is dat <strong>het</strong> abstractieniveau hoog ligt en een directe band met de uitvoering<br />
in <strong>het</strong> veld soms moeilijk terug te vinden is.<br />
<strong>Gemeenteraad</strong><br />
In de gemeenteraad <strong>van</strong> <strong>Almere</strong> heeft <strong>het</strong> onderwerp armoede de afgelopen jaren<br />
meerdere keren op de agenda gestaan. Ondermeer bij de nieuwe armoedenota <strong>van</strong><br />
2007 en bij de begrotingsbehandelingen. Uit de verschillende moties en vragen die<br />
zijn ingediend 7 komt een aantal zaken naar voren:<br />
7<br />
Voor een overzicht verwijzen wij naar de bijlage.<br />
Armoede en Armoedebeleid in <strong>Almere</strong><br />
CAB 17
o <strong>De</strong> gemeenteraad heeft <strong>het</strong> idee dat armoede een groot probleem is in de gemeente<br />
<strong>Almere</strong>;<br />
o <strong>De</strong> gemeenteraad heeft zich in meerderheid ingezet voor een <strong>armoedebeleid</strong><br />
dat voldoet aan de brede definitie <strong>van</strong> armoede, waarbij de focus ligt op participatie;<br />
o Het Voedselloket heeft speciale aandacht <strong>van</strong> de gemeenteraad, waarbij <strong>het</strong><br />
bestaan, de financiering en de noodzaak <strong>van</strong> <strong>het</strong> Voedselloket aan de orde<br />
zijn;<br />
o <strong>De</strong> raad heeft zich ingezet voor <strong>het</strong> tegengaan <strong>van</strong> niet-gebruik en de inzet<br />
<strong>van</strong> invulhulp;<br />
o Het functioneren en de werkprocessen <strong>van</strong> <strong>het</strong> Budgetbureau <strong>Almere</strong> zijn<br />
meerdere keren onderwerp <strong>van</strong> gesprek geweest.<br />
<strong>De</strong> meerderheid <strong>van</strong> de raad en de wethouder zijn tevreden over <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong><br />
en de beschikbare voorzieningen. Sommige fracties willen de inkomensgrens voor inkomensondersteunende<br />
armoederegelingen hoger zetten dan 100% <strong>van</strong> <strong>het</strong> sociaal<br />
minimum. Daarnaast is de wens <strong>van</strong> de gemeenteraad dat er ruimere regelingen komen<br />
voor chronisch zieken, gehandicapten en ouderen zodra <strong>het</strong> woonlastenfonds<br />
wegvalt.<br />
<strong>De</strong> gemeenteraad vindt <strong>het</strong> belangrijk dat <strong>het</strong> Voedselloket gesubsidieerd wordt. <strong>De</strong><br />
subsidiering <strong>van</strong> <strong>het</strong> Voedselloket is niet de eerste keuze <strong>van</strong> <strong>het</strong> college. Aangegeven<br />
wordt dat er in principe voldoende voorzieningen zijn en dat een Voedselloket niet nodig<br />
zou moeten zijn, maar dat de praktijk echter weerbarstiger is en er nu eenmaal<br />
mensen zijn die teveel uitgeven. <strong>De</strong> gemeente subsidieert daarom <strong>het</strong> voedselloket<br />
onder voorwaarde dat de voedselhulp zo kort mogelijk duurt en dat cliënten geregistreerd<br />
worden. Op deze manier kan de gemeente kijken of zij adequaat hulp in kan<br />
zetten.<br />
4.3. Beleid<br />
Sociaal programma <strong>Almere</strong>: Sociale en krachtige samenleving (SKS)<br />
Het sociaal programma <strong>Almere</strong> is een breed programma dat samenwerking met andere<br />
programma’s en samenwerking <strong>van</strong> verschillende diensten veronderstelt. Het sociaal<br />
programma omvat niet alleen voorzieningen in de inkomenssfeer, maar ook voorzieningen<br />
op <strong>het</strong> terrein <strong>van</strong> sport, cultuur, educatie, onderwijs en wijkgericht werken.<br />
<strong>De</strong>ze voorzieningen leveren allemaal een aandeel aan <strong>het</strong> motto ‘iedereen doet mee’.<br />
<strong>De</strong> ambitie <strong>van</strong> een sociaal krachtig <strong>Almere</strong> is: Niemand aan de zijlijn. <strong>De</strong> aansluitende<br />
doelstellingen zijn: iedereen doet mee, meer participatie <strong>van</strong> Almeerders met allochtone<br />
roots, sneller passende hulp voor jongeren, bewonersinitiatieven in de buurt voor<br />
jeugd, minder problemen voor minima, meer minima maatschappelijk actief en bestrijding<br />
<strong>van</strong> de schuldenproblematiek. Het einddoel is een sociaal krachtige samenleving<br />
waarin eigen verantwoordelijkheid en zorgen voor elkaar een belangrijke plaats<br />
innemen.<br />
Om deze abstracte doelen handen en voeten te geven zijn er verschillende nota’s opgesteld.<br />
Vanuit deze nota’s worden de afzonderlijke thema’s uitgewerkt. Voor dit onderzoek<br />
beperken we ons tot de armoedenota.<br />
Armoede en Armoedebeleid in <strong>Almere</strong><br />
CAB 18
Armoedenota<br />
<strong>De</strong> armoedenota <strong>van</strong> 2007 geeft <strong>uitwerking</strong> aan de wens <strong>van</strong> <strong>het</strong> college om <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong><br />
breder te maken dan alleen inkomensondersteuning en meer aandacht te<br />
geven aan participatie. Er bestond bij <strong>het</strong> college een behoefte om <strong>het</strong> al bestaande<br />
<strong>armoedebeleid</strong> te voorzien <strong>van</strong> een bredere visie en een koppeling te leggen met andere<br />
grote beleidsontwikkelingen op sociaal terrein zoals de WMO en de WWB.<br />
<strong>De</strong>finitie armoede<br />
Bestond <strong>het</strong> beleid voorheen voornamelijk uit regelingen gericht op inkomensondersteuning<br />
en was <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong> vooral curatief <strong>van</strong> aard, in de hoofdlijnennota<br />
<strong>armoedebeleid</strong> in <strong>Almere</strong> <strong>van</strong> 2007 wordt armoede breder benaderd. Zo stelt de nota:<br />
“Armoede is eigenlijk een veel complexer probleem waarbij een groot aantal zaken<br />
speelt zoals opleidingsniveau, maatschappelijke participatie, gezondheid, zelfredzaamheid,<br />
toekomstperspectief etc”. Samengevat gaat <strong>het</strong> volgens de nota om sociale uitsluiting,<br />
oftewel <strong>het</strong> onvermogen deel te nemen aan de samenleving. <strong>De</strong>ze brede definitie<br />
staat centraal in <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong>. Dat betekent volgens de nota dat armoede<br />
alleen effectief kan worden bestreden als financiële problemen opgelost worden en<br />
oorzaken <strong>van</strong> sociaal isolement weggenomen worden.<br />
Doel en uitgangspunten<br />
Uitgangspunt <strong>van</strong> de armoedenota is dat mensen mee moeten kunnen doen aan de<br />
samenleving: “Het gaat erom maatregelen te treffen die belemmeringen, die meedoen<br />
in de weg staan, helpen wegnemen (compensatiebeginsel)”.<br />
Dit uitgangspunt komt overeen met die <strong>van</strong> <strong>het</strong> WMO-beleid. In de nota wordt daarom<br />
aangegeven dat in <strong>het</strong> kader <strong>van</strong> de WMO maatregelen voor <strong>het</strong> opheffen <strong>van</strong> sociale<br />
belemmeringen ontwikkeld worden. Bij de <strong>uitwerking</strong> <strong>van</strong> <strong>armoedebeleid</strong> zal men zich<br />
net name richten op maatregelen die financiële belemmeringen opheffen. Hierbij zal<br />
<strong>van</strong>uit <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong> een signaleringsfunctie worden georganiseerd richting de<br />
WMO.<br />
In feite komt <strong>het</strong> er door deze splitsing op neer dat <strong>van</strong>uit de brede definitie <strong>van</strong> armoede<br />
twee beleidsplannen worden opgesteld. Het gedeelte over sociaal isolement en<br />
de bevordering <strong>van</strong> de maatschappelijke participatie komt bij de WMO. Voor <strong>het</strong> beschreven<br />
<strong>armoedebeleid</strong> blijft dan de smalle definitie over, namelijk <strong>het</strong> aanpakken<br />
<strong>van</strong> een financieel probleem. Wel is er één eindverantwoordelijke wethouder.<br />
<strong>De</strong> uitgangspunten <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong> sluiten aan bij de doelstellingen <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />
programma ‘Sociaal Krachtige Samenleving’:<br />
o<br />
o<br />
o<br />
o<br />
Het gemeentelijke <strong>armoedebeleid</strong> is aanvullend op Rijksbeleid;<br />
Het creëren <strong>van</strong> samenhang tussen de maatregelen in <strong>het</strong> kader <strong>van</strong> de WMO,<br />
schuldhulp en <strong>armoedebeleid</strong>;<br />
Het wegnemen <strong>van</strong> (financiële) belemmeringen om mee te doen aan de maatschappij;<br />
Werk gaat voor inkomen. Armoedebeleid moet bevorderen dat mensen hun positie<br />
verbeteren en aan <strong>het</strong> werk gaan. Succesvol <strong>armoedebeleid</strong> leidt tot een<br />
verminderde noodzaak om gebruik te maken <strong>van</strong> de maatregelen voor een<br />
kleinere groep burgers.<br />
Aan deze doelstellingen zijn een aantal speerpunten gekoppeld voor <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong>,<br />
te weten:<br />
Armoede en Armoedebeleid in <strong>Almere</strong><br />
CAB 19
o Bestandskoppeling; door KWIZ 8 , zodat <strong>het</strong> niet-gebruik en de niet-gebruikers in<br />
kaart kunnen worden gebracht;<br />
o Budgetcursussen op scholen; meegenomen in deelproject ‘Mijn G€ld’ in <strong>het</strong> kader<br />
<strong>van</strong> <strong>het</strong> ‘Project Preventie Schulden <strong>Almere</strong>’;<br />
o Invulhulp; op orde brengen <strong>van</strong> de thuisadministratie en <strong>het</strong> helpen invullen<br />
<strong>van</strong> aanvraagformulieren in <strong>het</strong> kader <strong>van</strong> <strong>het</strong> ‘Project Preventie Schulden <strong>Almere</strong>’.<br />
Humanitas, ’t Gilde/vrijwilligers-centrale <strong>Almere</strong> spelen hierbij een rol;<br />
o Categoriale bijzondere bijstand; voor chronisch zieken en gehandicapten, de<br />
aanvraag vergemakkelijken door een voorziening te ontwikkelen met vaste bedragen<br />
die niet verantwoord hoeven te worden door de cliënt;<br />
o Benchmark <strong>armoedebeleid</strong>; aangemeld bij StimulanSZ.<br />
Opvallend is dat er weinig tot geen doelen worden gesteld in de armoedenota. <strong>De</strong> genoemde<br />
doelen geven richting aan <strong>het</strong> beleid, bijvoorbeeld ”iedereen doet mee” of<br />
“ons doel is om de schuldenproblematiek te verminderen”. Hoewel de strekking <strong>van</strong><br />
deze doelen duidelijk is wordt nergens aangegeven wat <strong>het</strong> uiteindelijke resultaat<br />
dient te zijn <strong>van</strong> <strong>het</strong> gevoerde beleid: “Wanneer doet iemand mee” of “Wanneer is<br />
men tevreden met de afname <strong>van</strong> de schuldenproblematiek”<br />
Het gebrek aan doelstellingen blijkt ook uit de <strong>uitwerking</strong> <strong>van</strong> de uitgangspunten in<br />
speerpunten. <strong>De</strong>ze speerpunten gaan niet in op resultaat maar op instrumenten.<br />
Daarnaast gaat de nota wel uitgebreid in op de kosten die verbonden zijn aan de uitvoering<br />
<strong>van</strong> <strong>het</strong> beleid, maar wordt nergens aangegeven hoeveel huishoudens daarmee<br />
geholpen dienen te worden.<br />
Doordat de doelen in <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong> ontbreken en <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong> losgekoppeld<br />
wordt <strong>van</strong> de brede participatievisie, is <strong>het</strong> in de praktijk moeilijk te bepalen of<br />
<strong>het</strong> beleid daadwerkelijk effectief is en bijdraagt aan <strong>het</strong> vergroten <strong>van</strong> de participatie.<br />
In de beleidsnota wordt aandacht besteed aan een aantal doelgroepen. Hierbij gaat<br />
<strong>het</strong> om:<br />
o Ouders met schoolgaande kinderen<br />
o Ouderen<br />
o Chronisch zieken<br />
Bij de bepaling <strong>van</strong> deze doelgroepen wordt aangegeven dat zij extra ondersteuning<br />
verdienen. Uitgangspunt hierbij is dat kinderen niet de dupe mogen worden <strong>van</strong> problemen<br />
<strong>van</strong> de ouders. Voor ouderen en chronisch zieken geldt dat <strong>het</strong> voor hen moeilijk<br />
is uit de armoedeproblematiek te ontsnappen doordat werk geen optie is en armoede<br />
soms veroorzaakt wordt door persoonskenmerken.<br />
Als we de hiervoor beschreven uitgangspunten en speerpunten koppelen aan de in <strong>het</strong><br />
vorige hoofdstuk behandelde vormen <strong>van</strong> <strong>armoedebeleid</strong>, dan zien we dat <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong><br />
met name curatief <strong>van</strong> aard is. <strong>De</strong> gemeente kiest voor financiële ondersteuning<br />
of ondersteuning bij <strong>het</strong> werven <strong>van</strong> financiën. Het activerende gedeelte <strong>van</strong> <strong>armoedebeleid</strong><br />
wordt alleen via dwarsverbanden aan <strong>het</strong> bestaande beleid gekoppeld,<br />
terwijl de visie juist inzet op activerend beleid.<br />
8<br />
KWIZ is een onderzoeksbureau dat in opdracht <strong>van</strong> de gemeente de bestandskoppeling uitvoert<br />
Armoede en Armoedebeleid in <strong>Almere</strong><br />
CAB 20
4.4. Integraal beleid en samenwerking<br />
Integraal beleid<br />
Zoals eerder aangegeven is <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong> ondergebracht onder <strong>het</strong> programma<br />
Sociaal Krachtige Samenleving. In totaal zijn er in <strong>Almere</strong> vier Wethouders, die elk<br />
een bepaald programma onder zich hebben (Leren & Werken, Sociaal Krachtige Samenleving,<br />
Vrije tijd, Veiligheid, Beheer en leefomgeving, Evenwichtige en duurzame<br />
ruimtelijke ontwikkeling en Dienstverlening). Programma’s vallen vervolgens onder<br />
verschillende diensten, waarbij één dienst zich bezig houdt met meerdere programma’s.<br />
Programma’s zijn dus horizontaal en verticaal verdeeld in de organisatie.<br />
Zowel de Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling (DMO) als de Dienst Publiekszaken<br />
houdt zich bezig met de uitvoering <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong>. <strong>De</strong> beleidsmedewerker <strong>armoedebeleid</strong><br />
is ondergebracht bij de afdeling Sociale Zaken. <strong>De</strong>ze afdeling houdt zich<br />
vooral bezig met inkomensondersteuning. Het participatiegedeelte wordt ingestoken<br />
<strong>van</strong>uit DMO.<br />
<strong>De</strong> wijze waarop beleid en programma’s zijn ingedeeld binnen de gemeente <strong>Almere</strong><br />
vereist een uitstekende samenwerking tussen de verschillende diensten en afdelingen<br />
<strong>van</strong> de gemeente. Uit <strong>het</strong> onderzoek blijkt dat de wil om meer integraal samen te<br />
gaan werken er binnen alle lagen <strong>van</strong> de gemeente <strong>Almere</strong> is. In de praktijk blijkt dat<br />
<strong>het</strong> vooral op bestuurlijk, managements- en beleidsniveau toegepast wordt. Op uitvoeringsniveau<br />
werkt men weinig met elkaar samen. Men is onvoldoende op de hoogte<br />
<strong>van</strong> elkaars voorzieningen, er is geen gezamenlijk loket en er is weinig sprake <strong>van</strong><br />
warme doorverwijzing. Er is geen directe koppeling tussen <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong> en <strong>het</strong><br />
re-integratiebeleid. Armoederegelingen worden bijvoorbeeld niet automatisch aangevraagd<br />
voor mensen met een bijstandsuitkering (met uitzondering <strong>van</strong> kwijtschelding<br />
en de eenmalige uitkering). Ook wordt <strong>het</strong> minimabeleid niet toegepast in de WMO.<br />
<strong>De</strong> eigen bijdrage wordt bijvoorbeeld niet kwijtgescholden voor mensen die te maken<br />
hebben met armoede. <strong>De</strong> klantmanagers re-integratie geven aan afgerekend te worden<br />
op uitstroomcijfers, zijn kunnen een cliënt sinds kort wel op ‘maatschappelijk actief’<br />
in hun systeem zetten.<br />
<strong>De</strong>ze voorbeelden tonen aan dat de werkvorm waarvoor in <strong>Almere</strong> is gekozen nog<br />
geen optimale <strong>uitwerking</strong> kent.<br />
Een 32-jarige alleenstaande moeder die sinds 2005 in de bijstand zit, vertelt over<br />
haar ervaring met klantmanagers: ‘Ik heb ongeveer een half jaar dezelfde contactpersoon<br />
bij de gemeente voordat dit weer wijzigt. Afspraken zijn niet op regelmatige<br />
basis’. Haar klantmanager beaamt dat <strong>het</strong> verloop <strong>van</strong> klantmanagers één <strong>van</strong><br />
de grootste klachten <strong>van</strong> klanten is. Mevrouw geeft tevens aan er niet altijd rouwig<br />
om te zijn als ze een andere klantmanager krijgt toegewezen: ‘Er zit een groot verschil<br />
tussen de contactpersonen wat betreft inlevingsvermogen’. Over haar huidige<br />
klantmanager is zij overigens erg tevreden. (Casus 3)<br />
Armoede en Armoedebeleid in <strong>Almere</strong><br />
CAB 21
Samenwerking<br />
Vanuit de bestuurlijke visie en de armoedenota komt naar voren dat armoede een<br />
probleem is waar de hele stad zich verantwoordelijk voor zou moeten voelen. <strong>De</strong> gemeente<br />
wil bij de uitvoering <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong> dan ook samenwerken met de hele<br />
stad. Dit betekent dat er samengewerkt kan en moet worden met burgers en maatschappelijke<br />
organisaties, en dat er een omgeving gecreëerd wordt waarin maatschappelijke<br />
initiatieven meer kansen krijgen. Vanuit de gemeente wordt zowel op bestuurlijk<br />
niveau als op uitvoerend niveau aangegeven dat de samenwerking met de<br />
externe partijen goed verloopt.<br />
Het beeld <strong>van</strong> de externe partijen die betrokken zijn bij armoede en <strong>armoedebeleid</strong><br />
over de samenwerking met de gemeente is meer divers. Vrijwel alle partijen hebben<br />
contacten met de gemeente. Hierbij wordt vooral op uitvoerend niveau gesproken met<br />
de beleidsmedewerker <strong>van</strong> afdeling Sociale Zaken <strong>van</strong> de dienst Publiekszaken. <strong>De</strong><br />
gemeente wordt door de externe partijen dan ook gezien als Sociale Zaken, de in de<br />
visie en beleidsplan opgenomen koppeling met de WMO is bij de externe partijen <strong>van</strong><br />
onderschikt belang. Reden hiervoor is dat zij of op cliëntniveau overleggen en hiervoor<br />
bij de dienst Publiekszaken moeten zijn ofwel dat de financiering voor de partijen via<br />
Publiekszaken verloopt.<br />
<strong>De</strong> Sociaal raadslieden geven aan dat de contacten met de medewerkers <strong>van</strong> bezwaar<br />
en beroep <strong>van</strong> de gemeente goed zijn. <strong>De</strong> contacten met de uitvoering (klantmanagers)<br />
zijn minder goed. Als Sociaal Raadslieden hebben ze weinig te maken met beleidsmedewerkers.<br />
Met de sociale kant <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong> <strong>van</strong> de gemeente, de<br />
WMO-kant, hebben ze in de praktijk duidelijk minder te maken. Wel ont<strong>van</strong>gen de Sociaal<br />
raadslieden sinds enige tijd vragen die verband houden met de huishoudelijke<br />
hulp.<br />
Het Voedselloket geeft aan dat de samenwerking met de gemeente op ambtelijk niveau<br />
erg goed is. Daarnaast is bij de beoordeling <strong>van</strong> cliënten volgens <strong>het</strong> Voedselloket<br />
altijd een medewerker <strong>van</strong> Publiekszaken aanwezig. Dit wordt als heel effectief en<br />
belangrijk beschouwd.<br />
Het Leger des Heils onderhoudt informeel contact met de ambtelijke organisatie. Er is<br />
veel contact via de cliëntenraad.<br />
<strong>De</strong> samenwerking tussen de gemeente en de externe partijen is op een aantal plekken<br />
in <strong>Almere</strong> meer formeel georganiseerd. Hierbij gaat <strong>het</strong> om de onderstaande activiteiten.<br />
Cliënten Beraad <strong>Almere</strong><br />
Het Cliënten Beraad <strong>Almere</strong> (CBA) bestaat uit uitkeringsgerechtigden en organisaties<br />
uit <strong>Almere</strong>. Eén <strong>van</strong> de redenen dat <strong>het</strong> CBA is opgericht, is om mensen uit <strong>Almere</strong><br />
met een heel laag inkomen mee te laten denken over alles wat hen raakt. Het CBA organiseert<br />
beraadsgroepen rond een bepaald thema. Ook klachten, wensen en verlangens<br />
<strong>van</strong> mensen met een laag inkomen komen gedurende deze beraadsgroepen aan<br />
bod. Het CBA kan geen hulp verlenen aan individuen, maar zij kan wel verwijzen naar<br />
hulpverleningsinstellingen.<br />
Organisaties die in <strong>het</strong> CBA vertegenwoordigd zijn, zijn onder andere <strong>het</strong> Leger des<br />
Heils, de Sociaal Raadslieden, de Katholieke Bond Ouderen en ANBO <strong>Almere</strong>. In <strong>het</strong><br />
interview geeft men aan dat <strong>het</strong> zwaartepunt binnen <strong>het</strong> CBA ligt op armoede (minder<br />
op re-integratie) en dan voornamelijk op <strong>het</strong> woonlastenfonds, de langdurigheidtoeslag,<br />
alleenstaande ouders en communicatie met anderstaligen. Het CBA wordt volle-<br />
Armoede en Armoedebeleid in <strong>Almere</strong><br />
CAB 22
dig gesubsidieerd door de gemeente, maar is wel onafhankelijk.<br />
Volgens de website <strong>van</strong> de gemeente <strong>Almere</strong> praat <strong>het</strong> CBA acht keer per jaar met de<br />
Dienst Publiekszaken en één keer per jaar is daar de wethouder Sociale Zaken bij<br />
aanwezig. Met de wethouder Sociaal Krachtige Samenleving is volgens <strong>het</strong> CBA weinig<br />
contact. Het CBA voelt zich serieus genomen door de gemeente, maar geeft aan dat<br />
adviezen aan de gemeente niet altijd ter harte worden genomen.<br />
Werkgroep Meedoen<br />
<strong>De</strong> werkgroep Meedoen is een structureel overleg tussen verschillende organisaties in<br />
<strong>Almere</strong>. <strong>De</strong> werkgroep is breed opgezet. Vanuit de gemeente geeft men aan dat de<br />
bedoeling <strong>van</strong> de werkgroep Meedoen is dat partners elkaar en elkaars aanbod beter<br />
leren kennen en elkaar vervolgens weten te vinden. Over individuele casussen wordt<br />
niet gesproken. Hier zijn andere bijeenkomsten voor, zoals de gebiedsgerichte integrale<br />
teams en de rondetafelbijeenkomsten <strong>van</strong> de GGD (Vangnet en Advies). Er blijken<br />
veel integrale teams actief te zijn in <strong>Almere</strong>. Vanuit de ambtelijke organisatie<br />
geeft men aan dat dit de overzichtelijkheid <strong>van</strong> <strong>het</strong> beleidsterrein niet ten goede komt.<br />
Het doel <strong>van</strong> de werkgroep Meedoen, zoals door de gemeente benoemt, lijkt vooralsnog<br />
niet te worden behaald. <strong>De</strong> geïnterviewde organisaties geven aan dat de verschillende<br />
organisaties in <strong>Almere</strong> elkaar onvoldoende kennen en niet goed <strong>van</strong> elkaar<br />
weten wat ze te bieden hebben. Zij vinden dat er te weinig onderling wordt samengewerkt<br />
en dat er te weinig concrete afspraken worden gemaakt. <strong>De</strong> organisaties gaan<br />
vooral hun eigen gang en vormen geen eenheid. Eén <strong>van</strong> de partijen merkt op dat de<br />
samenwerking te vrijblijvend en te vrijwillig is. <strong>De</strong> organisaties zijn weinig positief<br />
over de werkgroep Meedoen. <strong>De</strong> organisaties lijken meer behoefte te hebben aan<br />
overleg op niveau <strong>van</strong> casuïstiek. Op dit moment neemt niemand de regie op klantdossiers.<br />
Organisaties nemen al aan verschillende overleggen deel en volgens <strong>het</strong> Leger<br />
des Heils zijn ‘vrijwilligers niet geïnteresseerd in vergaderen’. <strong>De</strong> organisaties die<br />
actief deelnemen zijn volgens <strong>het</strong> Leger des Heils organisaties met professionele<br />
krachten.<br />
<strong>De</strong> gemeente lijkt onvoldoende de regie te pakken in de netwerken. <strong>De</strong> gemeente zelf<br />
ziet in dat zij haar partners nodig heeft en <strong>het</strong> probleem <strong>van</strong> armoede niet alleen kan<br />
oplossen. Binnen de gemeente bestaat <strong>het</strong> beeld dat zij de regie goed in handen heeft.<br />
Pilot <strong>Almere</strong> Haven<br />
Twee jaar geleden is er in <strong>Almere</strong> Haven een pilot gestart waarin een team <strong>van</strong> professionals<br />
<strong>van</strong> verschillende organisaties structureel overlegt over individuele casussen.<br />
Alle professionals stellen dezelfde vragen aan de cliënt om er achter te komen<br />
wat voor hulp de cliënt nodig heeft. <strong>De</strong> samenwerking tussen de verschillende professionals<br />
in <strong>Almere</strong> Haven is volgens de gemeente goed.<br />
WMO-vragenlijst en Meedoenindex<br />
<strong>De</strong> gemeente ontwikkelt op dit moment een digitale WMO-vragenlijst, samen met haar<br />
partners uit de pilot in <strong>Almere</strong> Haven. Het doel <strong>van</strong> de vragenlijst is de ondersteuningsvraag<br />
<strong>van</strong> een cliënt op verschillende leefgebieden in beeld te brengen. Door de<br />
vragenlijst krijgt men meer zicht op de totale situatie <strong>van</strong> de klant. Bij alle betrokken<br />
organisaties vullen cliënten dezelfde vragenlijst in.<br />
Om de participatie <strong>van</strong> verschillende groepen in de samenleving te meten, is er de zogenaamde<br />
Meedoenindex. <strong>De</strong>ze vragenlijst meet aan de hand <strong>van</strong> 16 punten in hoeverre<br />
mensen uit <strong>Almere</strong> meedoen in de samenleving. Uit de peiling <strong>van</strong> 2008 blijkt<br />
dat mensen met een lager inkomen over <strong>het</strong> algemeen een lagere score hebben op de<br />
Armoede en Armoedebeleid in <strong>Almere</strong><br />
CAB 23
meedoenindex en dus minder participeren in de samenleving. Verder vermeldt de peiling<br />
dat mensen met een lager inkomen vaker financiële problemen hebben.<br />
<strong>De</strong> meedoenindex lijkt hiermee vooralsnog voor de hand liggende conclusies te trekken.<br />
Het instrument biedt mogelijk in de toekomst inzicht in de effectiviteit <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />
<strong>armoedebeleid</strong>. Bijvoorbeeld wanneer de participatie <strong>van</strong> de doelgroep zichtbaar toeneemt.<br />
4.5. Samenvatting<br />
Binnen de gemeente <strong>Almere</strong> wordt armoede, zowel op bestuurlijk als ambtelijk niveau,<br />
benaderd <strong>van</strong>uit de brede definitie dat armoede een participatieprobleem is. <strong>De</strong> armoedenota<br />
<strong>van</strong> 2007 geeft <strong>uitwerking</strong> aan de wens <strong>van</strong> <strong>het</strong> college om <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong><br />
breder te maken dan alleen inkomensondersteuning en meer aandacht te geven<br />
aan participatie. Er bestond bestuurlijk en maatschappelijk een behoefte om <strong>het</strong> al bestaande<br />
<strong>armoedebeleid</strong> te voorzien <strong>van</strong> een bredere visie en een koppeling te leggen<br />
met andere grote beleidsontwikkelingen op sociaal terrein zoals de WMO en de WWB.<br />
In de praktijk blijkt echter dat de brede visie in beleidsplannen weer uit elkaar getrokken<br />
wordt. <strong>De</strong> participatiegedachte wordt ondergebracht in <strong>het</strong> WMO-beleid. Het <strong>armoedebeleid</strong><br />
richt zich op inkomensondersteuning. Het beschreven doel om dwarsverbanden<br />
te leggen blijkt slechts summier in <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong> terug te vinden. Een<br />
consequentie hier<strong>van</strong> is dat <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong> vooral <strong>van</strong> curatieve aard is, terwijl de<br />
visie veel meer gericht is op een activerend beleid.<br />
Naast de ontkoppeling <strong>van</strong> participatie en inkomensondersteuning worden beide beleidsplannen<br />
verdeeld over twee diensten. <strong>De</strong>ze ontkoppeling leidt er toe dat de verbinding<br />
nog wel gezien wordt op bestuurlijk, management- en beleidsniveau, maar dat<br />
men op uitvoerend niveau weinig met elkaar samenwerkt en onvoldoende op de hoogte<br />
is <strong>van</strong> elkaars voorzieningen.<br />
Wanneer we inzoomen op <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong> dan blijkt dit vrij statisch. Dit wordt veroorzaakt<br />
doordat <strong>het</strong> beleid geen doelen bevat die behaald moeten worden. We zien<br />
dat er wel richtingen aan worden gegeven, bijvoorbeeld “iedereen doet mee”, maar<br />
dat een vertaling naar concrete resultaten ontbreekt. Dit blijkt ook uit de genoemde<br />
speerpunten die feitelijk meer beschrijvingen <strong>van</strong> instrumenten zijn. Door <strong>het</strong> ontbreken<br />
<strong>van</strong> doelen is <strong>het</strong> tijdens de looptijd <strong>van</strong> <strong>het</strong> beleid moeilijk te bepalen of <strong>het</strong> beleid<br />
effectief is geweest.<br />
Een <strong>van</strong> de pijlers uit <strong>het</strong> beleid is samenwerking. In dit kader zijn allerlei initiatieven<br />
ondernomen, zoals <strong>het</strong> Cliëntenberaad <strong>Almere</strong>, <strong>het</strong> netwerk Meedoen en een pilot in<br />
<strong>Almere</strong> haven.<br />
Vanuit de gemeente wordt aangegeven dat de samenwerking met de externe partijen<br />
goed verloopt. Het beeld over de samenwerking met de gemeente is onder de externe<br />
partijen zelf meer divers. Het blijkt dat partijen wel contacten hebben met de gemeente,<br />
maar vaak op uitvoerend niveau bij de dienst Publiekszaken. Men mist de contacten<br />
met <strong>het</strong> bestuur. Samenwerking wordt meer beschouwd als <strong>het</strong> hebben <strong>van</strong> contacten<br />
dan samenwerken in voorzieningen.<br />
Armoede en Armoedebeleid in <strong>Almere</strong><br />
CAB 24
5. Aanbod, gebruik en uitvoering<br />
In dit hoofdstuk volgt een overzicht <strong>van</strong> de beschikbare voorzieningen in <strong>het</strong> kader<br />
<strong>van</strong> <strong>armoedebeleid</strong> <strong>van</strong> zowel de gemeente als externe partijen. Ook wordt inzicht gegeven<br />
in <strong>het</strong> gebruik <strong>van</strong> deze voorzieningen en de daarmee verbonden kosten.<br />
5.1. Voorzieningen<br />
Voorzieningen gemeente<br />
Het Almeerse beleid bestaat voor een deel uit de uitvoering <strong>van</strong> landelijk beleid, de<br />
bijzondere bijstand bijvoorbeeld. <strong>Almere</strong> heeft daarnaast ook eigen beleid ontwikkeld.<br />
<strong>De</strong> gemeente benoemt de onderstaande voorzieningen als aanvulling op <strong>het</strong> landelijke<br />
beleid:<br />
o Collectieve aanvullende ziektekostenverzekering<br />
o Ruim kwijtscheldingsbeleid<br />
o Woonlastenfonds<br />
o Integrale schuldhulpverlening<br />
o Stadsfonds<br />
In de praktijk zien we dat de gemeente <strong>Almere</strong> een breed scala aan instrumenten<br />
hanteert. In de onderstaande tabel is dit instrumentarium weergegeven. Hierbij is een<br />
indeling gemaakt naar de drie vormen <strong>van</strong> <strong>armoedebeleid</strong> zoals deze in hoofdstuk drie<br />
zijn geïntroduceerd (preventief, curatief en activerend). Op deze wijze wordt inzichtelijk<br />
welk doel de voorzieningen hebben.<br />
Tabel 3. Instrumenten <strong>armoedebeleid</strong><br />
Preventief<br />
Budgetcursus/omgaan met geld<br />
Tegengaan niet-gebruik toeslagen<br />
Invulhulp<br />
Samenwerkingsovereenkomst ‘Preventie huisuitzettingen <strong>Almere</strong>’<br />
Passendheidstoets huurtoeslag<br />
Uitkeringsgerechtigden WWB krijgen tegemoetkoming in eigen bijdrage<br />
Curatief<br />
Kwijtschelding lokale lasten (rioolrechten, afvalstoffen)<br />
Tegengaan niet-gebruik toeslagen<br />
Inkomensafhankelijke bijdrage WMO<br />
Parkeervoorziening gratis bij kwijtschelding<br />
Bijzondere bijstand<br />
Aanvullende bijzondere bijstand<br />
Integrale schuldhulpverlening (SMN, BBA en AKA)<br />
Toeslagenverordening<br />
Langdurigheidstoeslag<br />
Collectieve ziektekostenverzekering en vrijlaten vrijwilligersvergoeding<br />
Aanvullende uitkering in geval <strong>van</strong> gekorte AOW<br />
Kwiz bestandskoppeling: niet-gebruik<br />
Invulhulp<br />
Woonlastenfonds<br />
Eenmalige uitkering<br />
Activering<br />
Stadsfonds (vergoeding sportkleding en contributie, JIB, Voorpost, Kindervakantieland,<br />
etc.)<br />
Onderwijs<br />
Belastingdienst<br />
Sociale Zaken<br />
Huisvesting/wonen<br />
Huisvesting/wonen<br />
Inburgering<br />
Belastingdienst<br />
Belastingdienst<br />
Gezondheid, GGD<br />
Gezondheid, GGD<br />
Sociale Zaken<br />
Sociale Zaken<br />
Sociale Zaken<br />
Sociale Zaken<br />
Sociale Zaken<br />
Sociale Zaken<br />
Sociale Zaken<br />
Sociale Zaken<br />
Sociale Zaken<br />
Huisvesting/wonen<br />
Sociale Zaken<br />
Sport en recreatie, cultuur,<br />
onderwijs<br />
Armoede en Armoedebeleid in <strong>Almere</strong><br />
CAB 25
Uit de tabel komt een aantal zaken naar voren:<br />
o <strong>De</strong> voorzieningen <strong>van</strong> de gemeente <strong>Almere</strong> zijn voornamelijk curatief <strong>van</strong> aard.<br />
Dit houdt in dat ze gericht zijn op financiële ondersteuning of <strong>het</strong> helpen bij de<br />
verwerving <strong>van</strong> financiële ondersteuning. Met name op <strong>het</strong> activerende vlak<br />
zijn er <strong>van</strong>uit <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong> weinig voorzieningen.<br />
o <strong>De</strong> gemeente <strong>Almere</strong> heeft, met uitzondering <strong>van</strong> <strong>het</strong> woonlastenfonds, weinig<br />
specifiek Almeerse instrumenten.<br />
Hieronder volgt een individuele toelichting op de voorzieningen in <strong>het</strong> kader <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />
<strong>armoedebeleid</strong> <strong>van</strong> de gemeente <strong>Almere</strong>.<br />
Individuele bijzondere bijstand<br />
Wanneer een bijzondere situatie noodzakelijke kosten vereist die niet uit inkomen en<br />
vermogen kunnen worden betaald, kan men aanspraak maken op de individuele bijzondere<br />
bijstand. <strong>De</strong> hoogte hier<strong>van</strong> is afhankelijk <strong>van</strong> de draagkracht en de kosten.<br />
Het vermogen wordt vrijgelaten tot €5.245 (alleenstaande), €10.490 (alleenstaande<br />
ouder en paar) en €44.300 extra voor vermogen gebonden aan <strong>het</strong> eigen huis (2007).<br />
Er gelden draagkrachtregels voor de individuele bijzondere bijstand, <strong>van</strong> de eerste<br />
€100,00 boven de bijstandsnorm moet 5% zelf bijgedragen worden en daarboven<br />
35%.<br />
Een aanvraag voor bijzondere bijstand gaat op individuele basis. <strong>De</strong> gemeente geeft<br />
er de voorkeur aan geen aanvragen te ont<strong>van</strong>gen onder de €75. Cliënten wordt in deze<br />
gevallen gevraagd aanvragen op te sparen en in één keer in te dienen.<br />
Aanvullende bijzondere bijstand<br />
Er is sprake <strong>van</strong> een wijziging <strong>van</strong> de norm voor de WWB uitkeringsgerechtigde <strong>van</strong><br />
alleenstaande ouder naar alleenstaande wanneer <strong>het</strong> jongste kind 18 jaar wordt. Als<br />
<strong>het</strong> kind thuis blijft wonen wordt aanvullende bijzondere bijstand verleend in de vorm<br />
<strong>van</strong> garantietoeslag.<br />
Een aanvraag voor aanvullende bijzondere bijstand gaat op individuele basis.<br />
Kwijtschelding gemeentelijke belastingen<br />
Mensen die niet in staat zijn de aanslag gemeentelijke heffingen te betalen, komen in<br />
aanmerking voor kwijtschelding. Dit geldt voor mensen met een inkomen <strong>van</strong> 100%<br />
(wettelijk mag er ook gekozen worden voor een nauwer bereik <strong>van</strong> 90%) <strong>van</strong> de bijstandsnorm<br />
en geen vermogen.<br />
In de Almeerse praktijk betekent dit een kwijtschelding <strong>van</strong> minimaal €461 9 per huishouden.<br />
Kwijtschelding wordt automatisch gedaan bij huishoudens die bekend zijn bij de gemeente.<br />
Overige huishoudens dienen schriftelijk of digitaal een aanvraag in te dienen.<br />
Eenmalige uitkering<br />
Huishoudens met een inkomen tot 120% <strong>van</strong> <strong>het</strong> sociaal minimum kregen in december<br />
2006 en 2008 een extraatje <strong>van</strong> €50. Dit werd gefinancierd uit extra middelen in<br />
<strong>het</strong> gemeentefonds.<br />
<strong>De</strong> eenmalige uitkering werd automatisch uitgekeerd bij huishoudens die bekend waren<br />
bij de gemeente. Overige huishoudens dienden een aanvraag in te dienen.<br />
9<br />
Bij deze berekening is uitgegaan <strong>van</strong> kwijtschelding <strong>van</strong> afvalstoffenheffing en waterschapsbelastingen. Hierbij<br />
is uitgaan <strong>van</strong> een eenpersoonshuishouden in een huurwoning. <strong>De</strong> kwijtschelding kan hoger liggen voor een<br />
andere gezinssituatie.<br />
Armoede en Armoedebeleid in <strong>Almere</strong><br />
CAB 26
Een vrouw die al jaren op bijstandsniveau leeft en sinds kort een gekorte AOW uitkering<br />
ont<strong>van</strong>gt, welke tot bijstandsniveau wordt aangevuld, is erg positief over de<br />
eenmalige uitkering: ‘Rond de kerst kreeg ik een eenmalige uitkering, die was erg<br />
welkom in die tijd’. (Casus 1)<br />
Woonlastenfonds<br />
In <strong>Almere</strong> zijn weinig goedkope woningen en de huurtoeslag is volgens de gemeente<br />
ontoereikend in veel gevallen. Daarom biedt de gemeente middels <strong>het</strong> woonlastenfonds<br />
een extra bijdrage indien men langer dan drie jaar een minimuminkomen <strong>van</strong><br />
100% <strong>van</strong> de bijstandsnorm ont<strong>van</strong>gt. In één <strong>van</strong> die drie jaren mag <strong>het</strong> inkomen<br />
120% <strong>van</strong> <strong>het</strong> minimuminkomen zijn geweest. <strong>De</strong> tegemoetkoming ligt, afhankelijk<br />
<strong>van</strong> de huur, tussen de €10,- en €40,- per maand.<br />
Een bijdrage uit <strong>het</strong> woonlastenfonds dient schriftelijk aangevraagd te worden. Wanneer<br />
bijstandsgerechtigden gebruik kunnen maken <strong>van</strong> <strong>het</strong> woonlastenfonds worden<br />
zij hier schriftelijke <strong>van</strong> op de hoogte gesteld.<br />
Aanvullende collectieve ziektekostenverzekering<br />
Het gaat hier om AV <strong>Almere</strong> <strong>van</strong> Agis Zorgverzekeringen. Dit is een collectieve aanvullende<br />
ziektekostenverzekering voor Almeerders met een inkomen tot 120% <strong>van</strong> de<br />
bijstandsnorm. Wanneer mensen hieraan deelnemen, draagt de gemeente € 2,91 10 bij<br />
aan de premie. Dat is zo’n 2-3%, afhankelijk <strong>van</strong> welk <strong>van</strong> de drie verzekeringspakketten<br />
is gekozen.<br />
<strong>De</strong>elname aan de aanvullende collectieve ziektekostenverzekering dient schriftelijk te<br />
worden aangevraagd.<br />
Langdurigheidstoeslag Wwb<br />
Mensen die 60 maanden een inkomen tot 100% <strong>van</strong> sociaal minimum ont<strong>van</strong>gen,<br />
geen eigen vermogen hebben en tussen de 23 en 65 jaar oud zijn, komen in aanmerking<br />
voor een langdurigheidstoeslag. Het gaat hier om een bedrag dat jaarlijks wordt<br />
uitgekeerd. <strong>De</strong> hoogte <strong>van</strong> dit bedrag varieert <strong>van</strong> €341 voor alleenstaanden tot €436<br />
voor alleenstaande ouders en €486 voor gehuwden (2008).<br />
Langdurigheidstoeslag dient schriftelijk te worden aangevraagd. Wanneer bijstandsgerechtigden<br />
gebruik kunnen maken <strong>van</strong> <strong>het</strong> langdurigheidstoeslag worden zij hier<br />
schriftelijke <strong>van</strong> op de hoogte gesteld.<br />
Vrijlaten vrijwilligersvergoeding<br />
Bij bijstandsgerechtigden die vrijwilligerswerk uitvoeren wordt de bijdrage die zij hiervoor<br />
ont<strong>van</strong>gen niet in mindering gebracht op de bijstandsuitkering. Het bedrag dat<br />
vrijgelaten wordt is ons niet bekend.<br />
Stadsfonds<br />
Stadsfonds <strong>Almere</strong> is een fonds dat investeert in ‘meedoen’ projecten ter bevordering<br />
<strong>van</strong> participatie en sociale cohesie. <strong>De</strong> doelstelling is primair <strong>het</strong> financieel ondersteunen<br />
<strong>van</strong> de deelname <strong>van</strong> burgers met een laag inkomen aan maatschappelijke activiteiten<br />
door <strong>het</strong> verstrekken <strong>van</strong> individuele bijdragen en vergoedingen aan organisaties<br />
om deelname mogelijk te maken. Secundair komen activiteiten speciaal gericht op<br />
burgers met een laag inkomen voor ondersteuning in aanmerking.<br />
Voorbeelden <strong>van</strong> initiatieven die gefinancierd worden middels <strong>het</strong> stadsfonds zijn:<br />
10<br />
Gemeentelijke bijdrage 2009<br />
Armoede en Armoedebeleid in <strong>Almere</strong><br />
CAB 27
o<br />
o<br />
o<br />
o<br />
o<br />
o<br />
o<br />
Jeugd Sport Fonds; contributieondersteuning en sportuitrusting<br />
Stichting Jeugd in beweging (SJIB); zwemles en sportzomerkampen (subsidie<br />
gemeente)<br />
Kindervakantieland; zomerkampen<br />
Regeling bijdrage vrijwillige schoolkosten (dit is nog in ontwikkeling)<br />
Fonds Bijzondere Noden<br />
Voorpost; vakanties voor minima<br />
Kunstbus; Bus met aanbod <strong>van</strong> workshops, cursussen en activiteiten met beeldende<br />
vorming, muziek, dans en theater voor jong en oud in de wijken <strong>van</strong> <strong>Almere</strong>.<br />
Het stadsfonds staat open voor huishoudens met een inkomen tot 120% <strong>van</strong> de bijstandsnorm,<br />
maar richt zich met name op de groep huishoudens met een inkomen<br />
<strong>van</strong> 100 tot 105% <strong>van</strong> de bijstandsnorm.<br />
<strong>De</strong>elname aan activiteiten <strong>van</strong> <strong>het</strong> stadsfonds kan alleen op voordracht <strong>van</strong> professionals.<br />
Budgetcursussen<br />
Budgetcursussen op scholen worden ingebed in <strong>het</strong> project ‘preventie schulden’. <strong>De</strong><br />
Sociaal.nl is in opdracht <strong>van</strong> de gemeente <strong>Almere</strong> uitvoerder <strong>van</strong> <strong>het</strong> project.<br />
Invulhulpen (voorheen formulierenbrigade)<br />
Het idee <strong>van</strong> de formulierenbrigade was om in alle verzorgingshuizen twee ouderen te<br />
selecteren die gezicht en aanspreekpunt worden voor medebewoners met problemen<br />
en vragen op <strong>het</strong> terrein <strong>van</strong> inkomen. Echter, na overleg met <strong>het</strong> Adviesorgaan senioren<br />
is dit aangepast. <strong>De</strong> bedoeling is nu om integrale hulpverlening op te zetten. <strong>De</strong><br />
hulpverlener die de regie heeft over de betrokken burger, regelt tevens de invulling<br />
<strong>van</strong> de noodzakelijke formulieren, zonodig via de opgezette brigade of via de reeds<br />
bestaande invulhulp (BBA, DSZ, ‘Raad-en-daad-balie’ <strong>van</strong> <strong>het</strong> Leger des Heils, FNV,<br />
ANBO). Het gaat erom integrale regie te verkrijgen. Ook de invulhulp zal ingebed worden<br />
in <strong>het</strong> project ‘Thuisadministratie’ <strong>van</strong> Humanitas.<br />
Samenwerkingsovereenkomst ‘Preventie huisuitzettingen <strong>Almere</strong>’<br />
In deze overeenkomst staan gezamenlijke afspraken <strong>van</strong> gemeente, GGD Flevoland,<br />
woningcorporaties en Nutsbedrijven (NUON en Vitens). Het doel is eenduidige, preventieve<br />
en integrale aanpak bij huurschuld en overlast. Het gaat om <strong>het</strong> zo snel en zo<br />
vroeg mogelijk signaleren, opsporen en toeleiden <strong>van</strong> mensen met een huurschuld<br />
naar een hulpverleningstraject. Doelstelling is een daling <strong>van</strong> <strong>het</strong> aantal huisuitzettingen<br />
in 2012 tot minder dan 30% <strong>van</strong> <strong>het</strong> aantal in 2006. Het wordt gefinancierd <strong>van</strong>uit<br />
Openbare Geestelijke Gezondheidszorg (OGGz) en BBA (<strong>uitwerking</strong> <strong>van</strong> collegeprogramma<br />
‘Sociaal Krachtige Samenleving’ 2006-2010). In de praktijk blijkt deze samenwerkingovereenkomst<br />
nog niet volledig in werking.<br />
Een klantmanager <strong>van</strong> <strong>het</strong> BBA geeft aan dat doorverwijzen naar <strong>het</strong> BBA niet veel<br />
voorkomt. Ook vertelt hij dat <strong>het</strong> dagvaarden <strong>van</strong> klanten een manier is om de mensen<br />
zelf bewust te maken <strong>van</strong> <strong>het</strong> feit dat ze hulp moeten gaan zoeken.<br />
Een vrouw die net in de schuldhulpverlening zit vertelt: ‘<strong>De</strong> woningbouw heeft onlangs<br />
een deurwaarder langs gestuurd. Alliantie wil <strong>het</strong> hele bedrag gewoon in één keer. Ik<br />
maak me veel zorgen, want als ik straks op straat sta heb ik niemand en kan ik nergens<br />
heen’. (Casus 2)<br />
Armoede en Armoedebeleid in <strong>Almere</strong><br />
CAB 28
Integrale schuldhulpverlening (ISHV)<br />
<strong>Almere</strong> wil de financiële schuldhulpverlening samen met psychosociale oorzaken aanpakken.<br />
Het is de taak <strong>van</strong> <strong>het</strong> Budget Bureau <strong>Almere</strong> om de betrokken ketenpartners<br />
optimaal te laten samenwerken. <strong>De</strong> rol <strong>van</strong> <strong>het</strong> BBA hierin is tweeledig. Het BBA diagnosticeert<br />
financiële en psychosociale problemen <strong>van</strong> de klant en organiseert en monitort<br />
<strong>het</strong> benodigde hulpaanbod. Ze werken hierbij samen met de financiële dienstverlening,<br />
eerst Stadsbank Midden Nederland (SMN) en per januari 2009 Plangroep,<br />
en Algemeen Maatschappelijk Werk (AMW) <strong>van</strong> de Zorggroep <strong>Almere</strong> (ZGA). Het<br />
werkproces, registratiesysteem en individuele hulp bij administratie worden nog geoptimaliseerd.<br />
<strong>De</strong> financiële dienstverlening is Europees aanbesteed.<br />
<strong>De</strong> schuldhulpverlening sluit aan bij de doelstelling ‘Iedereen doet mee’ uit <strong>het</strong> sociaal<br />
programma <strong>van</strong> <strong>Almere</strong>: Iedere inwoner <strong>van</strong> <strong>Almere</strong> moet de mogelijkheid krijgen om<br />
de regie op <strong>het</strong> eigen leven te behouden of terug te krijgen, ook de inwoner met budgetproblemen<br />
(college carrousel juni 2007).<br />
Schuldhulpverlening is versleuteld met WMO en WWB en gaat vaak gepaard met psychosociale<br />
ondersteuning, re-integratie en medische verzorging. Integrale schuldhulpverlening<br />
kan voor een deel gefinancierd worden uit <strong>het</strong> W-deel, omdat <strong>het</strong> in dit verband<br />
gaat om een re-integratie-instrument.<br />
Schuldhulpverlening staat open voor alle inwoners <strong>van</strong> de gemeente <strong>Almere</strong>. <strong>De</strong> aanvraag<br />
dient individueel te geschieden.<br />
Voorzieningen externe organisaties<br />
Zoals uit <strong>het</strong> beleidplan al naar voren kwam, voert de gemeente <strong>Almere</strong> niet als enige<br />
voorzieningen uit op <strong>het</strong> terrein <strong>van</strong> armoede. Ook verschillende maatschappelijk organisaties<br />
hebben voorzieningen en activiteiten op dit terrein.<br />
Onderstaande tabel geeft kort weer wat voor voorzieningen en activiteiten externe organisaties<br />
bieden waar <strong>het</strong> gaat om armoede in <strong>Almere</strong>. We maken hierbij onderscheid<br />
tussen preventieve, curatieve en activerende voorzieningen.<br />
Preventief<br />
Arme Kant <strong>van</strong> <strong>Almere</strong><br />
Budgetcursus<br />
ROC<br />
Budgetcursus<br />
Humanitas<br />
Thuisadministratie en invulhulp<br />
’t Gilde (Vrijwilligers Centrale <strong>Almere</strong>) Invulhulp<br />
Leger des Heils (Raad-en-daad-balie)<br />
Invulhulp<br />
Algemene Nederlandse Bond voor Ouderen (ANBO) Invulhulp<br />
Katholieke Bond voor Ouderen (KBO)<br />
Invulhulp<br />
FNV<br />
Invulhup<br />
Sociaal Raadslieden<br />
Informatie en advies over sociale regelingen en<br />
instanties en hulp bij <strong>het</strong> schrijven <strong>van</strong> brieven<br />
en opstellen <strong>van</strong> beroeps- en bezwaarschriften.<br />
FNV<br />
Bevorderen gebruik <strong>van</strong> voorzieningen<br />
ANBO<br />
Bevorderen gebruik <strong>van</strong> voorzieningen<br />
KBO<br />
Bevorderen gebruik <strong>van</strong> voorzieningen<br />
Multi Etnische Vrouwengroep PvdA (MEV)<br />
Stimuleren <strong>armoedebeleid</strong><br />
Curatief<br />
Budget Bureau <strong>Almere</strong>/Plangroep<br />
Schuldhulpverlening<br />
Humanitas<br />
Thuisadministratie en invulhulp<br />
’t Gilde (Vrijwilligers Centrale <strong>Almere</strong>) Invulhulp<br />
Leger des Heils (Raad-en-daad-balie)<br />
Invulhulp<br />
Algemene Nederlandse Bond voor Ouderen (ANBO) Invulhulp<br />
Katholieke Bond voor Ouderen (KBO)<br />
Invulhulp<br />
FNV<br />
Invulhup<br />
Sociaal Raadslieden<br />
Informatie en advies over sociale regelingen en<br />
instanties en hulp bij <strong>het</strong> schrijven <strong>van</strong> brieven<br />
Armoede en Armoedebeleid in <strong>Almere</strong><br />
CAB 29
Fonds Bijzondere Noden<br />
Leger des Heils<br />
Voedsel Loket <strong>Almere</strong><br />
Kleding Loket <strong>Almere</strong><br />
Algemeen Maatschappelijk Werk (AMW)<br />
Activering<br />
Jeugd Sport Fonds (JSF)<br />
Stichting Jeugd in Beweging (SJIB)<br />
Kindervakantieland<br />
Stichting Weekje weg / <strong>De</strong> Voorpost<br />
<strong>De</strong> Kunstlinie/Art on wheels<br />
Vrijwilligers en Mantelzorg Centrale <strong>Almere</strong> (Steunpunt<br />
vrijwilligerswerk)<br />
<strong>De</strong> Schoor (Welzijnswerk <strong>Almere</strong>)<br />
Inloopcentrum de Ruimte (Doopsgezinde Kerk)<br />
Leger des Heils<br />
en opstellen <strong>van</strong> beroeps- en bezwaarschriften.<br />
Eenmalige bijdrage voor kleding, huisraad, e.d.<br />
Voedselpakketten, maaltijden, kleding<br />
Voedselpakketten<br />
Kleding<br />
Vertrouwelijke hulp bij bijvoorbeeld relatieproblemen,<br />
eenzaamheid en geldzorgen<br />
Contributieondersteuning en sportuitrusting<br />
Sportzomerkampen en zwemles voor kinderen<br />
Zomerkamp voor kinderen<br />
Zomervakantie voor gezin<br />
Kunstbus in de wijk<br />
Inschakeling <strong>van</strong> vrijwilligers<br />
Activiteiten en cursussen in buurt-, jongerencentra,<br />
etc.<br />
Huiskamer<br />
Huiskamer, activiteiten en huisbezoeken<br />
Uit de tabel komen een aantal opvallende zaken naar voren:<br />
o Er zijn verschillende instrumenten die zowel als preventief als curatief beschouwd<br />
kunnen worden. Zo kan invulhulp minima ondersteunen bij <strong>het</strong> verwerven <strong>van</strong> inkomsten<br />
als zij in een armoedepositie verkeren, maar kan <strong>het</strong> verwerven <strong>van</strong> deze<br />
voorzieningen ook voorkomen dat huishoudens in een armoedepositie terecht<br />
komen.<br />
o Meerdere partijen bieden dezelfde voorzieningen of activiteiten aan. <strong>De</strong>ze overlap<br />
zien we bij invulhulp, budgetcursussen en voedselverstrekking. Zowel <strong>het</strong> Leger<br />
des Heils als <strong>het</strong> Voedselloket biedt voedselpakketten aan. Het verschil is dat <strong>het</strong><br />
bij <strong>het</strong> voedselloket gaat om <strong>het</strong> structureel aanbieden <strong>van</strong> pakketten met daaraan<br />
gekoppeld verplichte hulpverlening. Bij <strong>het</strong> Leger des Heils gaat <strong>het</strong> om noodpakketten,<br />
waar verder geen verplichtingen aan verbonden zijn. Het Leger des<br />
Heils biedt ook gratis maaltijden aan. Hierbij gaat <strong>het</strong> voornamelijk om <strong>het</strong> sociale<br />
aspect <strong>van</strong> <strong>het</strong> samen eten.<br />
Invulhulp gebeurt ook door verschillende partijen, zoals Humanitas, ’t Gilde, <strong>het</strong><br />
Leger des Heils en de Sociaal Raadslieden. Het Leger des Heils biedt hulp bij meer<br />
simpele dingen.<br />
Eveneens zijn er meerdere partijen die budgetcursussen aanbieden. <strong>De</strong> doelgroep<br />
is echter niet overal gelijk.<br />
Vanuit de gemeente wordt beaamd dat verschillende organisaties soms dezelfde diensten<br />
aanbieden. Dit wordt echter niet als een probleem ervaren. <strong>De</strong> reden die hiervoor<br />
wordt gegeven, is dat sommige inwoners beter bij de ene organisatie passen en andere<br />
bij andere organisaties.<br />
Ook de externe partijen die betrokken zijn bij armoede en <strong>armoedebeleid</strong> geven aan<br />
dat er overlap is. Zij geven echter aan dat de organisaties elkaar eerder aanvullen dan<br />
in de weg zitten.<br />
Uit <strong>het</strong> onderzoek blijkt dat de gemeente geen overlappende activiteiten financiert<br />
<strong>van</strong>uit <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong>. Doordat sommige partijen wel via een andere weg subsidie<br />
ont<strong>van</strong>gen, is indirecte financiering <strong>van</strong> overlappende activiteiten wel mogelijk. Op basis<br />
<strong>van</strong> dit onderzoek kunnen daar geen uitspraken over gedaan worden.<br />
<strong>De</strong> mening <strong>van</strong> de externe partijen dat de organisaties elkaar aanvullen blijkt vooral<br />
op toeval te berusten. Het blijkt dat de organisaties hun activiteiten onderling slechts<br />
in beperkte mate op elkaar afstemmen.<br />
Armoede en Armoedebeleid in <strong>Almere</strong><br />
CAB 30
Een vrouw die vier jaar geleden is gescheiden en sindsdien in een kamer woonde met<br />
haar dochtertje heeft veel te stellen (gehad) met de belastingdienst. <strong>De</strong> Sociaal<br />
raadslieden helpen haar met de belastingpapieren: ‘Ik heb drie grote problemen gehad,<br />
waar<strong>van</strong> er al twee opgelost zijn. Ik ben erg tevreden over de hulp <strong>van</strong> de Sociaal<br />
raadslieden’. (Casus 2)<br />
Witte plekken in de voorzieningen<br />
Wat betreft beschikbare voorzieningen mist men binnen de gemeente vooral de knipkaart,<br />
oftewel minder labelling <strong>van</strong> budgetten. Op uitvoeringsniveau zou men graag<br />
meer voorzieningen zien voor kinderen (sport, computers, schoolreisje, peuterspeelzaal,<br />
etc.). Het jeugdsportfonds blijkt al enige tijd vol te zitten. Op beleidsniveau ziet<br />
men graag meer middelen voor <strong>het</strong> BBA omdat <strong>het</strong> aantal cliënten en daarmee <strong>het</strong> cliëntvolgsysteem<br />
de komende jaren zal groeien.<br />
Over wat er zou kunnen verbeteren in <strong>het</strong> gemeentelijke beleid bestaat bij de verschillende<br />
partijen geen eenduidig beeld. Aspecten die genoemd worden in dit kader<br />
zijn:<br />
o Meer aandacht voor preventie;<br />
o Verhoging <strong>van</strong> de bijzondere bijstand;<br />
o Een regeling voor chronisch zieken en gehandicapten;<br />
o Hogere kortingen binnen de collectieve ziektekosten verzekering.<br />
Een regeling voor chronisch zieken en gehandicapten wordt zowel door externe partijen<br />
als de gemeenteraad als een gewenste aanvulling gezien. <strong>De</strong>ze regeling is meerdere<br />
keren aan de orde geweest in de raad. In de onderzoeksperiode 2006-2008 is deze<br />
regeling nog niet <strong>van</strong> de grond gekomen. Hiervoor zijn twee redenen aan te wijzen. In<br />
de eerste plaats werd de financiering gezocht in <strong>het</strong> woonlastenfonds. Er heeft echter<br />
geen ombuiging <strong>van</strong> dit fonds plaatsgevonden omdat <strong>het</strong> beleidsvoornemen, om in<br />
samenwerking met de woningbouwcoöperatie een alternatieve regeling op te stellen,<br />
niet gehaald is. In de tweede plaats wordt aangegeven dat <strong>het</strong> niet mogelijk was om<br />
de groep chronisch zieken en gehandicapten eenvoudig aan te wijzen, waardoor een<br />
categoriale uitkering moeilijk werd. <strong>De</strong>ze laatste reden is opmerkelijk aangezien veel<br />
Nederlandse gemeenten wel een dergelijke regeling hebben.<br />
Het schort volgens externe organisaties vooral aan de uitvoering <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong><br />
<strong>van</strong> de gemeente <strong>Almere</strong>. Volgens hen worden klanten teveel ontmoedigd en gedemotiveerd<br />
om gebruik te maken <strong>van</strong> voorzieningen. <strong>De</strong> gemeente zou streng zijn bij<br />
de toekenning <strong>van</strong> voorzieningen. Het Leger des Heils is <strong>van</strong> mening dat de gemeente<br />
voor sommige tragische gevallen niet genoeg heeft gedaan, zij geeft aan dat de gemeente<br />
broodgeld zou moeten geven aan mensen die echt aan de grond zitten.<br />
Uit <strong>het</strong> onderzoek komt naar voren dat een voorziening in <strong>het</strong> kader <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong><br />
grotendeels op individuele basis, schriftelijk moet worden aangevraagd. Vanuit<br />
de gemeente is nog geen functie waarbij inwoners bij toekenning <strong>van</strong> een voorziening<br />
gelijk een overzicht krijgen <strong>van</strong> de overige regelingen waarop men recht heeft, dit is<br />
wel in ontwikkeling. Ook valt op dat er geen warme overdracht is <strong>van</strong> cliënten <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />
ene naar <strong>het</strong> andere loket. Hierbij geeft de gemeente aan dat <strong>het</strong> <strong>van</strong> belang is dat de<br />
burger individuele verantwoordelijkheid neemt om de armoedeproblematiek aan te<br />
pakken. Over de bejegening <strong>van</strong> klanten en ontmoediging <strong>van</strong> klanten kunnen wij<br />
Armoede en Armoedebeleid in <strong>Almere</strong><br />
CAB 31
geen uitspraken doen omdat <strong>het</strong> hier individuele gevallen betreft en wij daar niet bij<br />
aanwezig zijn geweest. Omdat deze mening over de bejegening wel breed gedragen<br />
wordt door de externe partijen, geeft dit wel een indicatie.<br />
Een vrouw met een AOW-uitkering vindt <strong>het</strong> aanvragen <strong>van</strong> regelingen voor bijzondere<br />
bijstand veel werk. Ze doet vaak aanvragen, maar krijgt bijna nooit bijzondere bijstand<br />
toegewezen. Ze heeft twee keer bijzondere bijstand gehad voor een bril. Aanvragen<br />
voor een wasmachine, koelkast, tv en verhuizing werden niet toegekend. Op grond<br />
waar<strong>van</strong> de aanvragen zijn afgewezen, weet mevrouw niet. Ze is één keer in beroep<br />
gegaan, maar dit heeft niks opgeleverd. (Casus 1)<br />
Een andere vrouw heeft eenmaal bijzondere bijstand aangevraagd om te kunnen<br />
zwemmen. Ze heeft een hernia gehad en de dokter had aangegeven dat zwemmen<br />
goed zou zijn. Ze had via via gehoord dat ze bij de gemeente een vergoeding voor<br />
sporten aan kon vragen. Naar eigen zeggen had ze voor de aanvraag veel papieren<br />
nodig en moest ze veel instanties bezoeken. Dit vond ze lastig en een aanvraag heeft<br />
ze daarom niet ingediend. (Casus 4)<br />
Weer een andere vrouw heeft één keer bijzondere bijstand aangevraagd, namelijk toen<br />
ze een woning toegewezen kreeg. Op dat moment had ze kosten voor een dubbele<br />
huur, borg en de inrichting <strong>van</strong> haar huis. Ze had via via <strong>van</strong> de bijzondere bijstand<br />
gehoord, maar ze kwam hier niet voor in aanmerking. Haar klantmanager heeft haar<br />
toen geholpen een lening bij de kredietbank te krijgen <strong>van</strong> €2.000. <strong>De</strong> reden waarom<br />
ze niet in aanmerking kwam voor bijzondere bijstand is haar niet bekend. (Casus 3)<br />
Een andere alleenstaande moeder geeft aan wat de bejegening voor haar betekent:<br />
‘Als je onpersoonlijk wordt benaderd en de mensen willen je niet oprecht helpen, is dat<br />
niet erg motiverend’. (Casus 2)<br />
Voedselloket<br />
In principe vindt <strong>het</strong> Voedselloket, net als de wethouder, dat zij niet zou moeten bestaan,<br />
maar zij krijgt steeds meer cliënten. Het Voedselloket denkt dat zij nooit helemaal<br />
overbodig zal raken, omdat er altijd een groep zal bestaan die <strong>het</strong> financieel niet<br />
redt. Volgens <strong>het</strong> Voedselloket is armoede voor 90% op te lossen door persoonlijke<br />
omstandigheden aan te pakken, zoals <strong>het</strong> oplossen <strong>van</strong> schulden, verslavingen en <strong>het</strong><br />
op orde brengen <strong>van</strong> de financiën. Zij is ook <strong>van</strong> mening dat dit sneller kan dan nu<br />
gebruikelijk is.<br />
Het Voedselloket vindt dat de gemeente teveel gericht is op participatie en te weinig<br />
op preventie.<br />
Sociaal Raadslieden indiceren klanten niet voor voedselhulp <strong>van</strong> <strong>het</strong> Voedselloket <strong>Almere</strong>.<br />
Klanten worden gewezen op <strong>het</strong> feit dat <strong>het</strong> Maatschappelijk Werk dat wel doet.<br />
Voedselhulp zou volgens de Sociaal Raadslieden idealiter niet nodig moeten zijn. Het<br />
achterliggende probleem ligt vaak ergens anders. Dit lossen ze liever op.<br />
Budget Bureau <strong>Almere</strong><br />
Er is <strong>van</strong> verschillende kanten kritiek op <strong>het</strong> Budget Bureau <strong>Almere</strong>. Het voortraject<br />
voor schuldhulpverlening blijkt erg lang te duren, zonder dat er sprake is <strong>van</strong> broodgeld<br />
(BBA zegt zelf dat er soms wel broodgeld is) of een overbruggingskrediet. Ook<br />
wordt er gezegd dat <strong>het</strong> BBA slecht bereikbaar is en dat er teveel wisselingen zijn in<br />
contactpersonen.<br />
BBA draagt cliëntdossiers pas over aan Plangroep, die de uitvoering <strong>van</strong> <strong>het</strong> financiële<br />
gedeelte binnen de schuldhulpverlening doet, als deze compleet zijn. <strong>De</strong> verantwoor-<br />
Armoede en Armoedebeleid in <strong>Almere</strong><br />
CAB 32
delijkheid hiervoor ligt bij de cliënt en <strong>het</strong> BBA geeft aan dat <strong>het</strong> vaak lang duurt voor<br />
cliënten hun financiële administratie op orde hebben. Zij kunnen hierbij eventueel de<br />
hulp inroepen <strong>van</strong> Humanitas, er is echter geen sprake <strong>van</strong> doorverwijzing door <strong>het</strong><br />
BBA. Cliënten moeten zelf contact opnemen met Humanitas. Daarnaast wordt <strong>het</strong> op<br />
gang komen <strong>van</strong> budgetbeheer vertraagd omdat <strong>het</strong> vaak lang duurt voor inkomensverstrekkers,<br />
zoals werkgevers of <strong>het</strong> UWV, de ingestuurde machtigingen verwerken<br />
en <strong>het</strong> inkomen overmaken op de budgetbeheerrekening.<br />
Een alleenstaande moeder met drie kinderen en schulden omschrijft <strong>het</strong> proces <strong>van</strong><br />
schuldhulpverlening als volgt:<br />
‘<strong>De</strong> gemeente verwees mij door naar <strong>het</strong> BBA waar ik mijn verhaal moest doen en<br />
kopieën moest aanleveren <strong>van</strong> mijn papieren. Toen ik vervolgens dacht dat er iets zou<br />
gebeuren, werd ik doorverwezen naar Plangroep. Hier moest ik opnieuw mijn verhaal<br />
doen en kopieën maken, waarvoor ik eigenlijk geen geld had.’<br />
Ondertussen loopt mevrouw al bijna twee maanden bij <strong>het</strong> BBA. Ze omschrijft <strong>het</strong> als<br />
‘een onpersoonlijk proces, waar <strong>het</strong> gaat om papierenrompslomp en waar mensen hun<br />
verhaal meerdere malen <strong>van</strong> voor tot achter moeten vertellen’. Ondertussen heeft<br />
mevrouw een aanzegging tot woningontruiming gekregen. Ze maakt zich erg veel zorgen,<br />
want als ze straks op straat komt te staan heeft ze niemand en kan ze nergens<br />
heen. Het BBA heeft haar nog niet kunnen geruststellen dat haar probleem opgelost<br />
zal worden.<br />
Volgens BBA is mevrouw na drie afspraken met BBA, waar<strong>van</strong> één verzet moest worden<br />
omdat mevrouw niet kwam opdagen, na een maand doorverwezen naar<br />
Plangroep. Het BBA is niet op de hoogte <strong>van</strong> de aanzegging tot woningontruiming.<br />
(Casus 2)<br />
Invulhulp Humanitas<br />
Vanuit de gemeente geeft men aan dat invulhulp bij Humanitas momenteel alleen beschikbaar<br />
is voor cliënten <strong>van</strong> <strong>het</strong> BBA. Het zou goed zijn als er meer professionals<br />
worden ingezet bij Humanitas, als aanvulling op vrijwilligers. Op deze manier kunnen<br />
meer mensen bediend worden en kunnen professionals in preventieve zin beter kijken<br />
wat nodig is voor de cliënt.<br />
5.2. Gebruik en niet-gebruik voorzieningen<br />
In de nota <strong>armoedebeleid</strong> <strong>van</strong> de gemeente <strong>Almere</strong> staat dat gebruik en niet-gebruik<br />
in beeld gebracht dienen te worden met als doel <strong>het</strong> gebruik te stimuleren.<br />
Bevorderen gebruik<br />
Om gebruik te bevorderen en niet-gebruik <strong>van</strong> voorzieningen tegen te gaan, onderneemt<br />
de gemeente verschillende activiteiten. <strong>De</strong>ze kunnen onderverdeeld worden in<br />
de onderstaande categorieën:<br />
o Voorlichting<br />
o Huisbezoeken<br />
o Bestandskoppelingen<br />
Voorlichting<br />
Voorlichting is een middel voor <strong>het</strong> tegengaan <strong>van</strong> niet-gebruik. Voorlichting over bijzondere<br />
bijstand vindt onder andere plaats in de vorm <strong>van</strong> een flyer, die <strong>van</strong>af 2009 in<br />
ieder geval op <strong>het</strong> werkplein en bij de gemeente komt te liggen. Mensen met een bijstandsuitkering<br />
ont<strong>van</strong>gen eens in de zoveel tijd een folder met informatie over voorzieningen<br />
<strong>van</strong> de gemeente. Daarnaast worden alle mogelijkheden op de website <strong>van</strong><br />
Armoede en Armoedebeleid in <strong>Almere</strong><br />
CAB 33
de gemeente gepubliceerd. Op uitvoeringsniveau binnen de gemeente wordt aangegeven<br />
dat de informatievoorziening richting cliënten voor verbetering vatbaar is.<br />
Bestandskoppelingen<br />
Er is een koppeling met een bestand met mensen die kwijtschelding <strong>van</strong> gemeentelijke<br />
heffingen en belastingen ont<strong>van</strong>gen. Daarnaast heeft de gemeente in <strong>het</strong> verleden<br />
een koppeling gemaakt met <strong>het</strong> bestand <strong>van</strong> de Sociale Verzekeringsbank (gekorte<br />
AOW-ers) en hebben alle mensen die ten onrechte geen huurtoeslag hebben gekregen<br />
een brief ont<strong>van</strong>gen met daarin informatie over voorzieningen <strong>van</strong> de gemeente. <strong>De</strong><br />
koppeling is gebruikt voor een bestandsanalyse op basis waar<strong>van</strong> een uitspraak gedaan<br />
wordt over <strong>het</strong> gebruik <strong>van</strong> regelingen. <strong>De</strong>ze bestandsanalyse levert ook een lijst<br />
<strong>van</strong> huishoudens die zeker recht hebben op regelingen maar deze nog niet gebruiken.<br />
Wat betreft vroege signalering bij huisuitzettingen heeft de gemeente een convenant<br />
met de GGD en woningcorporaties.<br />
Huisbezoeken<br />
Op basis <strong>van</strong> de bestandsanalyse is een lijst ontstaan <strong>van</strong> personen die recht hebben<br />
op bepaalde voorzieningen in <strong>het</strong> kader <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong>, maar hier geen gebruik<br />
<strong>van</strong> maken. <strong>De</strong>ze personen worden door Humanitas bezocht. Verder voert de<br />
welzijnstichting huisbezoeken uit aan 70-plussers. Dit beleid is zeer recent en de effecten<br />
hier<strong>van</strong> zijn nog niet zichtbaar.<br />
Bereik<br />
<strong>De</strong> totale om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> de doelgroep die aanspraak kan maken op <strong>armoedebeleid</strong>, is<br />
binnen de gemeente <strong>Almere</strong> afhankelijk <strong>van</strong> de regeling en loopt uiteen <strong>van</strong> huishoudens<br />
met een inkomen op <strong>het</strong> niveau <strong>van</strong> de bijstandsnorm, tot huishoudens met een<br />
inkomen tot 120% <strong>van</strong> de bijstandsnorm. <strong>De</strong> gemeente <strong>Almere</strong> heeft met haar rapporten<br />
“Minima in <strong>Almere</strong>” uit 2007 en 2009 zicht op de om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> de doelgroep.<br />
Wanneer we kijken naar <strong>het</strong> bereik <strong>van</strong> regelingen, is <strong>het</strong> <strong>van</strong> belang rekening te houden<br />
met <strong>het</strong> feit dat een volledig bereik <strong>van</strong> regelingen niet realistisch is. Het is overigens<br />
een illusie om een bereik <strong>van</strong> 100% te behalen. Een deel <strong>van</strong> de doelgroep zal<br />
uit eigen overweging (onder andere schaamte en zelfredzaamheid) geen beroep doen<br />
op de verschillende regelingen in <strong>het</strong> kader <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong>.<br />
Drie vrouwen <strong>van</strong> allochtone afkomst laten hun redenen voor niet-gebruik horen. Een<br />
Surinaamse vrouw zegt hierover: ‘Hulp vragen wordt toch gezien als een teken <strong>van</strong><br />
zwakte, je zet je trots opzij’. (Casus 2)<br />
Een Armeense vrouw geeft aan: ‘Ik wil mijn hand niet ophouden’. (Casus 4)<br />
Een vrouw <strong>van</strong> Marokkaanse afkomst uit haar wens zelfvoorzienend te zijn: ‘ik wil <strong>het</strong><br />
zelf doen zodat ik niet meer onder voortdurende controle <strong>van</strong> de gemeente sta’. (Casus<br />
3)<br />
In de volgende tabellen staat <strong>het</strong> aantal toekenningen <strong>van</strong> de verschillende onderdelen<br />
<strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong> weergegeven. Hierbij is ook de raming <strong>van</strong> toekenningen opgenomen.<br />
Het aantal toekenningen <strong>van</strong> bijzondere bijstand is de afgelopen jaren vrij stabiel gebleven,<br />
rond de 6.650. Omdat de bijzondere bijstand niet op basis <strong>van</strong> een inkomensgrens<br />
maar aan de hand <strong>van</strong> een draagkrachtberekening wordt toegekend, de aan-<br />
Armoede en Armoedebeleid in <strong>Almere</strong><br />
CAB 34
vraag meerdere keren per jaar of juist niet elk jaar kan gebeuren en <strong>het</strong> een individuele<br />
toekenning betreft, is <strong>het</strong> onmogelijk een schatting te maken <strong>van</strong> <strong>het</strong> bereik.<br />
Tabel 4. Toekenningen bijzondere bijstand.<br />
Bijzondere bijstand Raming toekenningen Aantal toekenningen<br />
2006 nb 6.705<br />
2007 nb 6.597<br />
2008 6.650 6.656<br />
In 2008 maakten 6.149 personen gebruik <strong>van</strong> de collectieve aanvullende ziektekostenverzekering.<br />
Het aantal gebruikers is vrij stabiel en komt overeen met de prognoses.<br />
<strong>De</strong> collectieve ziektekostenverzekering staat open voor alle huishoudens tot<br />
120% <strong>van</strong> de bijstandsnorm. Omdat de toekenning <strong>van</strong> de collectieve aanvullende<br />
zorgverzekering op individuele basis geschiedt, kan <strong>het</strong> bereik niet één op één aan <strong>het</strong><br />
aantal minimahuishoudens gekoppeld worden. Op basis <strong>van</strong> de rapportage “minima in<br />
<strong>Almere</strong> 2008” maakt 43% <strong>van</strong> de huishoudens die er recht op heeft gebruik <strong>van</strong> deze<br />
regeling. Dit lage bereik kan deels verklaard worden uit <strong>het</strong> feit dat collectieve aanvullende<br />
zorgverzekeringen tegenwoordig op allerlei manieren kunnen worden afgesloten,<br />
waarbij <strong>het</strong> aanbod <strong>van</strong> de gemeente <strong>Almere</strong> niet altijd <strong>het</strong> meest voordelig hoeft te<br />
zijn.<br />
Tabel 5. Toekenningen collectieve aanvullende ziektekostenverzekering<br />
Collectieve ziektekosten Raming toekenningen Aantal toekenningen<br />
2006 6.200 6.151<br />
2007 6.200 6.243<br />
2008 6.250 6.149<br />
Een moeder <strong>van</strong> twee kinderen vertelt hoe haar schulden zijn ontstaan toen één <strong>van</strong><br />
haar dochters chronisch ziek bleek te zijn: ‘We waren niet aanvullend verzekerd en<br />
konden dit in eerste instantie ook niet betalen. Hierdoor liepen de kosten alleen maar<br />
verder op. Nu hebben we deze verzekering wel, omdat we in <strong>Almere</strong> wonen, krijgen we<br />
een kleine korting op de verzekering’. (Casus 5)<br />
Een andere vrouw die ook gebruik maakt <strong>van</strong> de zorgverzekering <strong>van</strong> AGIS vindt de<br />
korting minimaal: ‘Het is nog altijd veel geld’. (Casus 3)<br />
In 2008 maakten 7.682 huishoudens gebruik <strong>van</strong> de kwijtscheldingsregeling <strong>van</strong> de<br />
gemeente <strong>Almere</strong>. Opvallend is dat <strong>het</strong> aantal toekenningen de afgelopen jaren is afgenomen.<br />
Wanneer we kijken naar <strong>het</strong> bereik <strong>van</strong> de regeling, dan zien we dat deze<br />
hoog ligt. Op basis <strong>van</strong> de rapportage “Minima in <strong>Almere</strong>” wordt gesteld dat 80% <strong>van</strong><br />
de huishoudens die in aanmerking komt voor kwijtschelding hier ook gebruik <strong>van</strong><br />
maakt. Als we de cijfers <strong>van</strong> de rapportage koppelen aan de gemeentelijke registraties<br />
dan komen we zelfs uit op een veel hoger percentage.<br />
Tabel 61. Toekenningen kwijtschelding<br />
Kwijtschelding Raming toekenningen Aantal toekenningen<br />
2006 9.500 8.523<br />
2007 8.500 7.956<br />
2008 8.000 7.682<br />
In <strong>Almere</strong> ontvingen in 2008 1.891 huishoudens een langdurigheidtoeslag. Het aantal<br />
huishoudens dat een langdurigheidstoeslag ont<strong>van</strong>gt is de afgelopen jaren toegenomen.<br />
Omdat huishoudens pas in aanmerking komen wanneer zij vijf jaar of langer <strong>van</strong><br />
een minimuminkomen moeten rond komen, is <strong>het</strong> niet mogelijk om <strong>het</strong> bereik af te<br />
zetten tegen <strong>het</strong> aantal minimahuishoudens. Op basis <strong>van</strong> gegevens <strong>van</strong> <strong>het</strong> ministerie<br />
<strong>van</strong> Sociale Zaken en Werkgelegenheid kan gesteld worden dat 92% <strong>van</strong> de bij-<br />
Armoede en Armoedebeleid in <strong>Almere</strong><br />
CAB 35
standsgerechtigden die recht heeft op de langdurigheidstoeslag deze ook daadwerkelijk<br />
ont<strong>van</strong>gt.<br />
Tabel 7. Toekenningen langdurigheidstoeslag<br />
Langdurigheidstoeslag Raming toekenningen Aantal toekenningen<br />
2006 nb 1.571<br />
2007 nb 1.867<br />
2008 nb 1.891<br />
In 2008 werden 1.284 aanvragen voor <strong>het</strong> woonlastenfonds ook daadwerkelijk toegekend.<br />
Het aantal toekenningen in <strong>het</strong> kader <strong>van</strong> <strong>het</strong> woonlastenfonds is sinds 2006<br />
sterk afgenomen. Omdat <strong>het</strong> recht op een bijdrage uit <strong>het</strong> woonlastenfonds afhankelijk<br />
is <strong>van</strong> de duur <strong>van</strong> de minimapositie en de specifieke woonlasten <strong>van</strong> huishoudens,<br />
is <strong>het</strong> niet mogelijk <strong>het</strong> bereik <strong>van</strong> de regeling te bepalen.<br />
Tabel 8. Aanvragen en toekenningen woonlastenfonds<br />
Woonlastenfonds Aanvragen Toekenningen % toegekend<br />
2006 2.000 1.800 90%<br />
2007 1.411 1.209 86%<br />
2008 1.433 1.284 90%<br />
Stadsfonds<br />
Het stadsfonds staat open voor minimahuishoudens die hier voor aangemeld worden.<br />
Hierbij moet opgemerkt worden dat er voor sommige activiteiten slechts een beperkt<br />
aantal plaatsen is. In <strong>het</strong> kader <strong>van</strong> <strong>het</strong> Stadsfonds hebben 100 kinderen subsidie voor<br />
sport ont<strong>van</strong>gen, hiermee is <strong>het</strong> maximum bereikt. Er zijn meer aanvragen geweest<br />
die om deze reden zijn afgewezen of een plek op de wachtlijst hebben gekregen. Verder<br />
hebben 200 kinderen zwemles gekregen en zijn er vier zomerkampen georganiseerd.<br />
Eenmalige uitkering<br />
<strong>De</strong> eenmalige uitkering wordt volgens de rapportage “Minima in <strong>Almere</strong> 2008” gebruikt<br />
door ruim de helft <strong>van</strong> de doelgroep (56%). Dit is voornamelijk de groep die<br />
een bijstandsuitkering ont<strong>van</strong>gt of een inkomen rond de bijstandsnorm heeft. Het gebruik<br />
onder huishoudens met een inkomen tussen de 100% en 120% <strong>van</strong> de bijstandsnorm<br />
ligt veel lager (32%). Een mogelijke reden hiervoor zou kunnen zijn dat<br />
men onbekend is met de regeling wanneer men geen directe contacten heeft met de<br />
gemeente.<br />
Het bereik <strong>van</strong> de verschillende regelingen verschilt erg. Het bereik <strong>van</strong> de regeling<br />
voor kwijtschelding is erg hoog, maar die <strong>van</strong> de collectieve aanvullende ziektekostenverzekering<br />
ligt veel lager. <strong>De</strong> doelgroep die aan de ondergrens <strong>van</strong> de bijstandsnorm<br />
zit maakt vaker gebruik <strong>van</strong> de regelingen.<br />
Uit de benchmark Armoedebeleid 11 blijkt dat <strong>het</strong> bereik <strong>van</strong> de verschillende voorzieningen<br />
in de gemeente <strong>Almere</strong> over <strong>het</strong> algemeen hoog is.<br />
11<br />
SGBO (2009) Benchmark Armoedebeleid 2008, <strong>De</strong>n Haag<br />
Armoede en Armoedebeleid in <strong>Almere</strong><br />
CAB 36
Gemeente en externe organisaties over niet-gebruik<br />
Het Servicepunt Z geeft aan dat de gemeente niet de gehele doelgroep <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong><br />
in beeld heeft. Tot op zekere hoogte wil men dit ook niet, omdat veel<br />
mensen zelf dingen kunnen organiseren om hun problemen op te lossen. Uit de webenquête<br />
blijkt dat de meeste organisaties denken dat hun doelgroep over <strong>het</strong> algemeen<br />
bekend is bij de gemeente.<br />
Negen <strong>van</strong> de tien organisaties verwijst altijd of regelmatig door naar de gemeente of<br />
licht mensen in over voorzieningen <strong>van</strong> de gemeente. Dit bevordert <strong>het</strong> gebruik <strong>van</strong><br />
voorzieningen <strong>van</strong> de gemeente.<br />
Onbekendheid met voorzieningen wordt door externe organisaties <strong>het</strong> vaakst genoemd<br />
als reden waarom mensen geen gebruik maken <strong>van</strong> voorzieningen <strong>van</strong> de gemeente.<br />
Ook de weg niet weten te vinden en de aanvraag te ingewikkeld vinden worden<br />
genoemd. Verder wordt opgemerkt dat mensen door een gevoel <strong>van</strong> schaamte of<br />
trots geen gebruik willen maken <strong>van</strong> voorzieningen.<br />
Informatievoorziening is belangrijk voor <strong>het</strong> bevorderen <strong>van</strong> gebruik <strong>van</strong> voorzieningen.<br />
Uit bovenstaande alinea blijkt dat onbekendheid met voorzieningen de belangrijkste<br />
reden is waarom mensen geen gebruik maken <strong>van</strong> voorzieningen. Uit <strong>het</strong> onderzoek<br />
blijkt de voorlichting naar de klant en ook naar externe organisaties beter te<br />
kunnen. Klanten en organisaties zijn onvoldoende op de hoogte <strong>van</strong> de voorzieningen<br />
<strong>van</strong> de gemeente <strong>Almere</strong>. Externe organisaties constateren dat klanten <strong>het</strong> voorlichtingsmateriaal<br />
<strong>van</strong> de gemeente onvoldoende lezen en dat de website ingewikkeld is.<br />
Het CBA geeft aan dat de Sociale Dienst niet de beschikking krijgt over adressen <strong>van</strong><br />
cliënten <strong>van</strong> <strong>het</strong> UWV, zodat deze groep niet actief op de hoogte gesteld kan worden<br />
<strong>van</strong> de voorzieningen <strong>van</strong> de gemeente. Het Leger des Heils geeft aan dat de gemeente<br />
een convenant heeft met de GGD en woningbouwcorporaties voor vroege signalering<br />
bij huisuitzettingen. Particuliere huurders die problemen hebben de huur op te<br />
brengen, bereikt de gemeente niet. Hetzelfde geldt voor mensen met koopwoningen.<br />
<strong>De</strong>ze zijn volgens <strong>het</strong> CBA vaak niet op de hoogte <strong>van</strong> de voorziening woonkostentoeslag.<br />
Het BBA maakt bewust niet veel reclame, omdat ze dan waarschijnlijk een te<br />
grote toestroom <strong>van</strong> cliënten krijgt, waarvoor <strong>het</strong> budget momenteel ontoereikend is.<br />
Een alleenstaande moeder met drie thuiswonende kinderen vindt de informatievoorziening<br />
over regelingen en hulporganisaties niet goed: ‘Als je niet via via hoort wat<br />
mogelijk is, dan duurt <strong>het</strong> erg lang voor je bij <strong>het</strong> juiste loket of de juiste instantie<br />
bent’. (Casus 2)<br />
Een vrouw die deel uit maakt aan <strong>het</strong> CBA geeft aan de regelingen <strong>van</strong> de gemeente<br />
te kennen via een vrouw uit <strong>het</strong> CBA: ‘<strong>De</strong>ze vrouw is gemakkelijk te benaderen en ze<br />
is zo vriendelijk voorlichting te geven’. Een informatiefolder <strong>van</strong> de gemeente is haar<br />
niet bekend. (Casus 4)<br />
Een oudere vrouw die een AOW-uitkering ont<strong>van</strong>gt geeft aan over regelingen te lezen<br />
in de folders <strong>van</strong> de gemeente en op <strong>het</strong> contactbord bij de gemeente. (Casus 1)<br />
Armoede en Armoedebeleid in <strong>Almere</strong><br />
CAB 37
5.3. Financiën en uitvoeringskosten<br />
<strong>De</strong> kosten voor <strong>het</strong> minimabeleid zijn uit te splitsen in uitgaven aan voorzieningen,<br />
subsidies en uitvoeringskosten. <strong>De</strong> gemeente <strong>Almere</strong> heeft in 2008 €6,5 miljoen besteed<br />
aan haar <strong>armoedebeleid</strong>. Sinds 2006 zijn de uitgaven opgelopen, maar er wordt<br />
nog altijd minder besteed dan begroot.<br />
Tabel 9. Begroting en uitgaven <strong>armoedebeleid</strong>, in €<br />
Totaal Begroting Uitgaven Verschil<br />
2006 5.162.400 4.697.435 -464.956<br />
2007 5.671.900 5.154.654 -517.246<br />
2008 6.804.400 6.500.270 -304.130<br />
Uit <strong>het</strong> onderzoek dat <strong>Almere</strong> heeft gedaan naar de schaalsprong 12 blijkt dat de gemeente<br />
<strong>Almere</strong> in financieel opzicht een hoog bedrag per inwoner uitgeeft. Uit <strong>het</strong> onderzoek<br />
blijkt dat de gemeente meer aan <strong>het</strong> beleid uitgeeft dan zij ten behoeve <strong>van</strong><br />
<strong>armoedebeleid</strong> via <strong>het</strong> gemeentefonds <strong>van</strong> <strong>het</strong> Rijk ont<strong>van</strong>gt en dus ook algemene<br />
middelen inzet. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door kwijtschelding. Ook de benchmark<br />
<strong>armoedebeleid</strong> 13 , waaraan de gemeente <strong>Almere</strong> deelneemt, sc<strong>het</strong>st dit beeld.<br />
<strong>De</strong> uitgaven aan <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong> per inwoner blijken in de gemeente <strong>Almere</strong> hoger<br />
te liggen dan bij de andere deelnemende gemeenten.<br />
Dat de gemeente <strong>Almere</strong> relatief gezien meer uitgeeft aan <strong>armoedebeleid</strong> dan andere<br />
gemeenten hoeft niet te betekenen dat zij ook een effectiever beleid voert. Dit is afhankelijk<br />
<strong>van</strong> <strong>het</strong> soort voorzieningen en de kosten die daarmee gepaard gaan.<br />
Om meer inzicht te krijgen in de uitgaven, staan in de onderstaande tabellen de kosten<br />
voor de verschillende onderdelen <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong> weergegeven. Uit dit<br />
overzicht blijkt dat de meeste kosten voor <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong> liggen in kwijtschelding<br />
<strong>van</strong> gemeentelijke belastingen en de bijzondere bijstand. Ook hier valt op dat in 2008<br />
de uitgaven bij de meeste onderdelen <strong>van</strong> <strong>het</strong> beleid achterblijven bij de begroting.<br />
Uitzondering hierop is de kwijtschelding <strong>van</strong> gemeentelijke belastingen. Ook valt op<br />
dat de begroting <strong>van</strong> de onderdelen behoorlijke schommelingen laat zien.<br />
Wanneer we de inzet <strong>van</strong> middelen spiegelen aan eerder genoemde varianten <strong>van</strong> <strong>armoedebeleid</strong><br />
dan blijkt dat <strong>het</strong> grootste gedeelte <strong>van</strong> de middelen aan curatieve maatregelen<br />
besteed wordt. Voor preventie en activering is weinig aandacht.<br />
In de categorie overig zijn een aantal onderdelen opgenomen die niet direct als regeling<br />
of instrument gezien kunnen worden in <strong>het</strong> kader <strong>van</strong> <strong>het</strong> minimabeleid. Het gaat<br />
hier bijvoorbeeld om een activeringscentrum dat <strong>van</strong>uit de WWB gefinancierd wordt,<br />
deelname aan een benchmark en een bestandsanalyse. Verder is in 2008 een post<br />
voor budgetcursussen begroot die niet benut is. Dit is opvallend aangezien hiermee<br />
een <strong>van</strong> de weinige instrumenten die de gemeente heeft op <strong>het</strong> terrein <strong>van</strong> preventief<br />
<strong>armoedebeleid</strong> niet is ingezet. In 2009 is er in samenwerking met <strong>het</strong> onderwijs wel<br />
uitvoering gegeven aan de budgetcursussen voor kinderen. Ook <strong>het</strong> maatschappelijk<br />
middenveld biedt cursussen aan, echter niet <strong>van</strong>uit gemeentelijk beleid.<br />
12<br />
Cebeon (2009) Ontwikkeling <strong>van</strong> de financiële positie <strong>van</strong> <strong>Almere</strong> zonder schaalsprong in de periode 2010-<br />
2030, Amsterdam<br />
13<br />
SGBO (2009) Benchmark Armoedebeleid 2008, <strong>De</strong>n Haag<br />
Armoede en Armoedebeleid in <strong>Almere</strong><br />
CAB 38
Tabel 10. Begroting en uitgaven aan minimaregelingen, in €.<br />
Bijzondere bijstand Begroting Uitgaven Verschil<br />
2006 1.433.000 1.254.597 -178.403<br />
2007 1.214.200 1.345.511 131.311<br />
2008 1.590.500 1.426.278 -164.222<br />
Collectieve ziektekosten<br />
2006 323.400 376.798 53.398<br />
2007 364.600 399.824 35.224<br />
2008 364.600 336.556 -28.044<br />
Kwijtschelding<br />
2006 2.151.000 2.007.073 -143.927<br />
2007 2.252.000 2.195.085 -56.915<br />
2008 2.195.000 2.251.598 56.598<br />
Informatie voor cliënten<br />
2006 79.500 34.907 -44.593<br />
2007 68.600 74.976 6.376<br />
2008 55.000 31.919 -23.581<br />
Langdurigheidstoeslag<br />
2006 400.000 403.846 3.846<br />
2007 1.000.000 588.278 -411.722<br />
2008 600.000 570.460 -29.540<br />
Woonlastenfonds<br />
2006 266.500 205.331 -61.169<br />
2007 266.500 384.184 117.684<br />
2008 590.000 566.353 -23.647<br />
Eenmalige uitkering<br />
2006 411.000 315.476 -95.524<br />
2007 0 0 0<br />
2008 426.000 426.000 0<br />
Subsidies derden/stadsfonds<br />
2006 98.000 99.407 1.407<br />
2007 52.000 100.074 48.074<br />
2008 373.800 258.544 -115.256<br />
Overig<br />
2006 0 0 0<br />
2007 454.000 66.722 -387.278<br />
2008 609.500 632.562 23.062<br />
<strong>De</strong> uitgaven die de gemeente <strong>Almere</strong> doet in <strong>het</strong> kader <strong>van</strong> subsidies en <strong>het</strong> Stadsfonds<br />
kunnen nader onderverdeeld worden. Hieruit blijkt dat een groot deel <strong>van</strong> de<br />
subsidies naar <strong>het</strong> Voedselloket <strong>Almere</strong> gaat. In de onderstaande tabel staat de onderverdeling<br />
weergegeven.<br />
Tabel 11. Uitgaven aan subsidies aan derden en Stadsfonds, in €<br />
2006 2007 2008<br />
Voedselloket <strong>Almere</strong> 50.000 75.000 75.000<br />
Arme kant <strong>van</strong> <strong>Almere</strong> 15.991 9.378 3.176<br />
Cliëntenberaad <strong>Almere</strong> 12.926 14.712 14.557<br />
Comité vrouwen in de bijstand 15.500 -4.016 20<br />
Fonds Bijzondere Noden 5.000 5.000 25.000*<br />
Stadsfonds nvt nvt 145.791<br />
Thuisadministratie Humanitas nvt nvt 20. 000<br />
Totaal 99.407 100.074 258.544<br />
* In 2008 maakt <strong>het</strong> fonds bijzondere noden deel uit <strong>van</strong> <strong>het</strong> Stadsfonds<br />
Er is hierbij ook nog een onderverdeling te maken naar uitgaven die in <strong>het</strong> kader <strong>van</strong><br />
<strong>het</strong> Stadsfonds gedaan worden. Hieruit blijkt dat een deel <strong>van</strong> de verwachte uitgaven<br />
<strong>van</strong>uit <strong>het</strong> stadsfonds niet gedaan is. Het gaat hierbij om <strong>het</strong> schoolfonds, de peuterspeelzalen<br />
en <strong>het</strong> jeugd cultuurfonds. Vanuit de gemeente wordt aangegeven dat deze<br />
activiteiten niet ondernomen zijn in 2008 of niet meer noodzakelijk waren. Het budget<br />
voor de Kunstbus is in 2008 niet volledig besteed omdat alleen een pilot is uitgevoerd.<br />
In 2009 zal deze verder doorontwikkeld worden. Er zijn geen spontane aanvragen gehonoreerd.<br />
Armoede en Armoedebeleid in <strong>Almere</strong><br />
CAB 39
Belangrijk te vermelden is dat de niet gebruikte budgetten uit <strong>het</strong> Stadsfonds meegenomen<br />
worden naar <strong>het</strong> volgende jaar en dus niet terugvloeien naar de gemeente.<br />
Tabel 12. Begroting en uitgaven stadsfonds, in €<br />
Begroting<br />
Uitgaven<br />
Voorpost 3.500 3.291<br />
Kindervakantieland 7.500 7.500<br />
Schoolfonds 20.000 0<br />
Peuterspeelzalen 15.000 0<br />
Jeugdsportfonds 35.000 35.000<br />
Stichting Jeugd in beweging 60.000 60.000<br />
Kunstbus 30.000 15.000<br />
Jeugd cultuurfonds 20.000 0<br />
Spontaan 9.000 0<br />
Fonds bijzondere noden nb 25.000<br />
Totaal 200.000 145.791<br />
Uitvoeringskosten<br />
Naast de uitgaven in <strong>het</strong> kader <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong> heeft de gemeente <strong>Almere</strong> in<br />
2008 in totaal €18.570.952 uitgegeven aan uitvoeringskosten voor dit beleid. Het bedraagt<br />
hier alleen de directe kosten voor een aantal onderdelen. <strong>De</strong> kosten voor kwijtschelding<br />
zijn bijvoorbeeld niet meegenomen.<br />
Het gaat bij de uitvoeringskosten niet om een geoormerkt bedrag <strong>van</strong>uit <strong>het</strong> gemeentefonds.<br />
Een korte rekensom laat zien dat de uitvoeringskosten ten opzichte <strong>van</strong> de<br />
uitgaven ongeveer 28% bedragen. Wanneer we deze uitvoeringskosten vergelijken<br />
met een aantal andere Nederlandse gemeenten 14 dan blijkt dat de gemeente <strong>Almere</strong><br />
aan de lage kant zit met haar uitvoeringskosten.<br />
Tabel 13. Uitvoeringskosten minimabeleid <strong>Almere</strong><br />
Minimaregelingen Begroting Uitgaven Verschil<br />
2006 251.400 212.269 -39.131<br />
2007 283.900 245.963 -37.937<br />
2008 285.900 309.243 23.343<br />
Bijzondere bijstand<br />
2006 1.487.600 1.292.777 -194.823<br />
2007 1.411.300 1.241.032 -170.268<br />
2008 1.401.200 1.453.703 52.503<br />
Woonlastenfonds<br />
2006 33.500 44.457 10.957<br />
2007 33.500 19.346 -14.154<br />
2008 35.000 35.000 0<br />
Eenmalige uitkering<br />
2006 nb nb nb<br />
2007 nvt nvt nvt<br />
2008 60.000 60.000 0<br />
Totaal<br />
2006 1.772.500 1.549.503 -222.997<br />
2007 1.728.700 1.506.341 -222.359<br />
2008 1.782.100 1.857.952 75.852<br />
5.4. Samenvatting<br />
<strong>De</strong> gemeente <strong>Almere</strong> heeft een uitgebreid pallet aan voorzieningen in <strong>het</strong> kader <strong>van</strong><br />
<strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong>. <strong>De</strong>ze voorzieningen zijn grotendeels curatief <strong>van</strong> aard. Met name<br />
op <strong>het</strong> vlak <strong>van</strong> activering zijn er weinig voorzieningen <strong>van</strong>uit <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong>. Verder<br />
valt op dat er, naast <strong>het</strong> woonlastenfonds, weinig voorzieningen zijn die als typisch<br />
Almeers kunnen worden aangeduid.<br />
14<br />
Ter vergelijking: Amersfoort:30%, Kerkrade:31%, Veendam: 53%, Stadskanaal: 40% en Diemen: 38%.<br />
Armoede en Armoedebeleid in <strong>Almere</strong><br />
CAB 40
Naast <strong>het</strong> instrumentarium <strong>van</strong> de gemeente bieden ook externe organisaties voorzieningen<br />
op <strong>het</strong> terrein <strong>van</strong> armoede en armoedebestrijding aan. <strong>De</strong>ze voorzieningen<br />
zijn minder gericht op financiële ondersteuning, maar op ondersteuning bij <strong>het</strong> verwerven<br />
<strong>van</strong> financiële middelen en ondersteuning bij acute problemen. Binnen de<br />
voorzieningen die er zijn <strong>van</strong>uit de externe partijen blijkt overlap te zitten. <strong>De</strong>ze overlap<br />
wordt echter als positief ervaren, omdat mensen op deze wijze bij meerdere organisaties<br />
terecht kunnen met een probleem. Externe organisaties zijn <strong>van</strong> mening dat<br />
zij elkaar aanvullen wat betreft de voorzieningen. Uit dit onderzoek blijkt dit meer op<br />
toeval te berusten, dan dat <strong>het</strong> hier gaat om een bewuste keuze.<br />
In <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong> <strong>van</strong> de gemeente <strong>Almere</strong> wordt met name een goede regeling<br />
voor chronisch zieken en gehandicapten gemist. Verder is er geen eenduidigheid over<br />
eventuele ‘witte plekken” in <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong>. Vanuit de gemeente wordt aangegeven<br />
dat men graag iets minder labelling <strong>van</strong> budgetten zou zien. Ook wordt aangegeven<br />
dat <strong>het</strong> goed zou zijn als er meer voorzieningen voor kinderen zouden zijn. <strong>De</strong><br />
huidige capaciteit <strong>van</strong> de voorzieningen blijkt niet voldoende te zijn.<br />
Veel externe organisaties zien niet zozeer “witte plekken” in <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong>, maar<br />
hebben zorgen over de uitvoering <strong>van</strong> <strong>het</strong> beleid. Hierbij gaat <strong>het</strong> met name om <strong>het</strong> in<br />
hun ogen moeilijk verkrijgen <strong>van</strong> voorzieningen en ontmoedigende of demotiverende<br />
bejegening <strong>van</strong> klanten. Uit dit onderzoek blijkt dat <strong>het</strong> aanvragen eenvoudiger zou<br />
kunnen. Over de bejegening kan geen uitspraak gedaan worden.<br />
Het bereik <strong>van</strong> de verschillende regelingen verschilt erg. Het bereik <strong>van</strong> de regeling<br />
voor kwijtschelding is erg hoog, maar die <strong>van</strong> de collectieve aanvullende ziektekostenverzekering<br />
ligt veel lager. <strong>De</strong> doelgroep die aan de ondergrens <strong>van</strong> de bijstandsnorm<br />
zit maakt vaker gebruik <strong>van</strong> de regelingen. Uit de benchmark <strong>armoedebeleid</strong>, waaraan<br />
de gemeente <strong>Almere</strong> deelneemt, komt naar voren dat <strong>het</strong> gebruik <strong>van</strong> de voorzieningen<br />
hoog ligt.<br />
Hoewel de gemeente <strong>Almere</strong> fors heeft ingezet op <strong>het</strong> vergroten <strong>van</strong> <strong>het</strong> gebruik <strong>van</strong><br />
de regelingen, zoals informatievoorziening, bestandskoppeling en huisbezoeken, blijkt<br />
dat externe organisaties de onbekendheid <strong>van</strong> regelingen nog steeds als belangrijkste<br />
reden voor niet-gebruik zien.<br />
<strong>De</strong> gemeente <strong>Almere</strong> heeft in 2008 €6,5 miljoen besteed aan haar <strong>armoedebeleid</strong>.<br />
Sinds 2006 zijn de uitgaven opgelopen, maar er wordt nog altijd minder besteed dan<br />
begroot. <strong>De</strong> uitgaven per inwoner in <strong>het</strong> kader <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong> liggen in <strong>Almere</strong><br />
relatief hoog in vergelijking met andere gemeenten, de uitvoeringskosten liggen<br />
juist relatief laag. <strong>De</strong> meeste kosten liggen in de kwijtschelding <strong>van</strong> gemeentelijke belastingen<br />
en de bijzondere bijstand. Het valt op dat de uitgaven <strong>van</strong> de meeste voorzieningen<br />
achterblijven bij de begroting.<br />
Armoede en Armoedebeleid in <strong>Almere</strong><br />
CAB 41
6. Conclusie<br />
In dit hoofdstuk wordt aan de hand <strong>van</strong> een algehele conclusie antwoord gegeven op<br />
de centrale onderzoekvraag <strong>van</strong> de rekenkamer <strong>Almere</strong>:<br />
In hoeverre levert <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong> een bijdrage aan <strong>het</strong> verbeteren <strong>van</strong> <strong>het</strong> toekomstperspectief<br />
<strong>van</strong> de doelgroep(en) <strong>van</strong> beleid<br />
1. <strong>De</strong> om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> de doelgroep <strong>van</strong> beleid (probleemgericht)<br />
<strong>De</strong> vraag die bij dit deelonderzoek beantwoord dient te worden is: ‘Op welke wijze<br />
draagt <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong> bij aan de ambities als verwoord in de Programmabegroting’.<br />
2. Het aanbod <strong>van</strong> voorzieningen en ondersteuning door de gemeente en maatschappelijke<br />
organisaties (aanbodgericht)<br />
<strong>De</strong> vraag die bij dit deelonderzoek beantwoord dient te worden is: ‘Hoe geeft de<br />
gemeente inhoud en uitvoering aan de regierol <strong>van</strong> <strong>het</strong> (bredere) <strong>armoedebeleid</strong>’<br />
3. <strong>De</strong> toegankelijkheid <strong>van</strong> <strong>het</strong> aanbod voor de doelgroep (vraaggericht)<br />
<strong>De</strong> vraag die bij dit deelonderzoek beantwoord dient te worden is: ‘Hoe toegankelijk<br />
is <strong>het</strong> Almeerse <strong>armoedebeleid</strong> voor de doelgroep(en)’<br />
Het toetsingskader dat in <strong>het</strong> tweede hoofdstuk <strong>van</strong> dit rapport wordt beschreven,<br />
is <strong>het</strong> uitgangspunt voor de beoordeling <strong>van</strong> <strong>het</strong> beleid.<br />
Voor elk <strong>van</strong> de deelonderzoeken zijn een aantal specifieke subvragen opgesteld.<br />
<strong>De</strong>ze subvragen zullen in de tweede paragraaf <strong>van</strong> dit hoofdstuk beantwoord worden.<br />
6.1. Algehele conclusie<br />
Brede visie op armoede<br />
<strong>De</strong> gemeente <strong>Almere</strong> hanteert een brede definitie <strong>van</strong> armoede. Het niet actief kunnen<br />
participeren in de samenleving wordt gezien als gevolg <strong>van</strong> beperkte financiële middelen.<br />
Sociale omstandigheden <strong>van</strong> inwoners, zoals scheiding en baanverlies worden gezien<br />
als oorzaak <strong>van</strong> armoede.<br />
Om deze problematiek aan te pakken dan wel op te lossen heeft de gemeente een<br />
brede visie ontwikkeld die er <strong>van</strong>uit gaat dat armoede een participatieprobleem is. <strong>De</strong>ze<br />
visie benoemt dat er maatregelen getroffen moeten worden om belemmeringen die<br />
<strong>het</strong> meedoen in de weg staan weg te nemen. Hierbij is een integrale benadering nodig<br />
waarbij <strong>het</strong> probleem <strong>van</strong>uit meerdere invalshoeken, zoals WMO, WWB en schuldhulpverlening,<br />
wordt aangepakt. Verder kan dit volgens de visie alleen in samenwerking<br />
met externe partijen in de gemeente.<br />
<strong>De</strong> praktijk verengt<br />
In de praktijk laat de gemeente de brede visie in beleidsplannen uiteenvallen door<br />
participatie onder te brengen bij de WMO en <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong> strikt te richten op inkomensondersteuning.<br />
Het leggen <strong>van</strong> dwarsverbanden verdwijnt op deze manier. Een<br />
consequentie hier<strong>van</strong> is dat <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong> vooral <strong>van</strong> curatieve aard is, terwijl de<br />
visie veel meer gericht is op een activerend beleid. <strong>De</strong> voorzieningen in <strong>het</strong> kader <strong>van</strong><br />
<strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong> zijn dan ook in grote meerderheid gericht op inkomensondersteuning<br />
<strong>van</strong> de doelgroep. Doordat de instrumenten in de uitvoering worden toegepast,<br />
Armoede en Armoedebeleid in <strong>Almere</strong><br />
CAB 42
wijkt ook de uitvoering af <strong>van</strong> de visie. Het instrumentarium <strong>van</strong> de gemeente <strong>Almere</strong><br />
voldoet in de huidige vorm aan de landelijke wet- en regelgeving. <strong>De</strong>ze regelgeving is<br />
ook voornamelijk ingevuld als curatief.<br />
<strong>De</strong> centrale vraag <strong>van</strong> <strong>het</strong> eerste deelonderzoek wordt hiermee beantwoord. Het <strong>armoedebeleid</strong><br />
draagt slechts ten dele bij aan de ambities die verwoord zijn.<br />
Beeld over samenwerking en regie verschilt<br />
Binnen de gemeente bestaat <strong>het</strong> beeld dat er goed samengewerkt wordt met externe<br />
partijen en dat zij de regierol sterk in handen heeft. Vanuit de externe partners bestaat<br />
hierover een wat wisselender beeld. Zij zien de samenwerking vooral op informele<br />
basis. <strong>De</strong> externe partijen missen een regierol <strong>van</strong> de gemeente waarin sturing<br />
en <strong>het</strong> stellen <strong>van</strong> concrete doelen centraal staat.<br />
<strong>De</strong> centrale vraag <strong>van</strong> <strong>het</strong> tweede deelonderzoek wordt hiermee beantwoord. <strong>De</strong> regierol<br />
wordt door de gemeente als sterk ervaren, terwijl de externe partijen deze niet<br />
zo ervaren. <strong>De</strong> regierol wordt volgens hen teveel op informele basis ingevuld.<br />
Het bereik is wisselend<br />
<strong>De</strong> doelgroep maakt wisselend gebruik <strong>van</strong> de voorzieningen die haar geboden worden.<br />
Met name de zogenaamde passieve doelgroep, die geen uitkering ont<strong>van</strong>gt, blijkt<br />
minder gebruik te maken <strong>van</strong> de voorzieningen. Redenen hiervoor liggen in onbekendheid<br />
en een te moeilijke aanvraagprocedure. Hiermee is de onderzoeksvraag <strong>van</strong><br />
<strong>het</strong> derde deelonderzoek beantwoord.<br />
Er is resultaat, maar effectiviteit is niet te bepalen<br />
Jaarlijks worden er 19.000 toekenningen gedaan voor voorzieningen in <strong>het</strong> kader <strong>van</strong><br />
<strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong>. Dit houdt in dat gemeente veel huishoudens voorziet <strong>van</strong> ondersteuning.<br />
Het gebruik <strong>van</strong> de voorzieningen ligt daarmee volgens de benchmark hoog.<br />
Het budget laat toe dat <strong>het</strong> gebruik <strong>van</strong> de voorzieningen stijgt. Er zijn immers overschotten<br />
op <strong>het</strong> begrote budget.<br />
Door <strong>het</strong> ontbreken <strong>van</strong> concrete doelen is niet aan te geven of dit ook is wat de gemeente<br />
wil. Met andere woorden: <strong>het</strong> beleid sorteert effect, maar of dit <strong>het</strong> effect is<br />
dat de gemeente wil bereiken is niet te bepalen. Daarbij wijkt <strong>het</strong> beleid vooralsnog af<br />
<strong>van</strong> de visie.<br />
Einddoel niet verloren<br />
Hoewel de brede visie op armoede breed gedeeld wordt, blijkt er bij vertaling naar beleid<br />
en uitvoering een te grote afstand tot de integrale gedachte te ontstaan. Het is<br />
goed mogelijk om de integrale visie ook in de praktijk zichtbaar te krijgen. Dit vergt<br />
echter:<br />
o<br />
o<br />
o<br />
o<br />
o<br />
een zichtbare koppeling tussen de verschillende beleidsvelden;<br />
een gemeenschappelijke organisatie;<br />
een goede samenwerking tussen de verschillende diensten;<br />
concrete doelen binnen de brede visie en op de deelterreinen;<br />
overtuiging <strong>van</strong> de betrokken medewerkers en partijen <strong>van</strong> <strong>het</strong> belang <strong>van</strong><br />
samenwerking en <strong>het</strong> leren <strong>van</strong> elkaar.<br />
Als we terug kijken naar de centrale onderzoeksvraag dan kan gesteld worden dat <strong>het</strong><br />
<strong>armoedebeleid</strong> in zijn huidige vorm geen bijdrage levert aan <strong>het</strong> verbeteren <strong>van</strong> de<br />
<strong>het</strong> toekomstperspectief <strong>van</strong> de doelgroep(en) <strong>van</strong> <strong>het</strong> beleid. Dit komt doordat <strong>het</strong><br />
Armoede en Armoedebeleid in <strong>Almere</strong><br />
CAB 43
eleid curatief <strong>van</strong> aard is en zich richt op <strong>het</strong> verzachten <strong>van</strong> de omstandigheden <strong>van</strong><br />
de doelgroep. Om <strong>het</strong> toekomstperspectief te verbeteren moeten belemmeringen die<br />
ten grondslag liggen aan armoede worden weggenomen. <strong>De</strong>ze stap is in <strong>het</strong> beleid<br />
nog onvoldoende belegd. Zolang er geen duidelijke, zichtbare koppeling bestaat met<br />
andere beleidsterreinen, die zich wel richten op <strong>het</strong> opheffen <strong>van</strong> deze belemmeringen,<br />
zal dit ook in de toekomst niet gebeuren.<br />
Het beleid zorgt er overigens door <strong>het</strong> curatieve karakter wel voor dat als burgers er<br />
gebruik <strong>van</strong> maken, <strong>het</strong> toekomstperspectief niet verslechterd.<br />
6.2. Beantwoording <strong>van</strong> de deelvragen<br />
<strong>De</strong> om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> de doelgroep <strong>van</strong> beleid (probleemgericht)<br />
Wanneer is er sprake <strong>van</strong> een armoedesituatie<br />
Het blijkt dat er geen eenduidige, altijd toepasbare definitie <strong>van</strong> armoede is. Uitgangspunt<br />
bij alle definities is dat armoede in Nederland een financiële grondslag heeft, die<br />
andere belemmeringen tot gevolg kan hebben. Op basis <strong>van</strong> deze grondslag kan er<br />
onderscheid gemaakt worden tussen een smalle en een brede definitie.<br />
Smalle definitie: armoede is een tekort aan financiële middelen. Hieraan kunnen inkomensgrenzen<br />
gekoppeld worden.<br />
Brede definitie: armoede is sociale uitsluiting. Door een gebrek aan financiële middelen<br />
en een toekomst perspectief wordt een actieve deelname aan de maatschappij belemmerd.<br />
Wanneer we kijken naar armoede in de gemeente <strong>Almere</strong> dan zien we dat er in beleidsstukken<br />
wordt gesproken over armoede in de brede definitie. <strong>De</strong>ze definitie wordt<br />
binnen de organisatie breed gedeeld, waarbij <strong>het</strong> niet actief kunnen participeren in de<br />
samenleving wordt gezien als gevolg <strong>van</strong> beperkte financiële middelen. Oorzaken voor<br />
armoede worden vooral bij sociale omstandigheden <strong>van</strong> inwoners, zoals scheiding en<br />
baanverlies gelegd. <strong>De</strong>ze omstandigheden zijn door de gemeente veelal niet te voorkomen.<br />
Wat houdt <strong>het</strong> gemeentelijk <strong>armoedebeleid</strong> in<br />
Binnen de gemeente <strong>Almere</strong> wordt armoede benaderd <strong>van</strong>uit de brede definitie dat<br />
armoede een participatieprobleem is. <strong>De</strong> armoedenota <strong>van</strong> 2007 geeft <strong>uitwerking</strong> aan<br />
de wens <strong>van</strong> <strong>het</strong> college om <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong> breder te maken dan alleen inkomensondersteuning<br />
en meer aandacht te geven aan participatie. Er bestond bestuurlijk en<br />
maatschappelijk een behoefte om <strong>het</strong> al bestaande <strong>armoedebeleid</strong> te voorzien <strong>van</strong> een<br />
bredere visie en een koppeling te leggen met andere grote beleidsontwikkelingen op<br />
sociaal terrein zoals de WMO en de WWB.<br />
In de praktijk blijkt echter dat de brede visie in de beleidsplannen weer uit elkaar getrokken<br />
wordt. <strong>De</strong> participatiegedachte wordt ondergebracht in <strong>het</strong> WMO-beleid. Het<br />
<strong>armoedebeleid</strong> richt zich op inkomensondersteuning. Het beschreven doel om dwarsverbanden<br />
te leggen blijkt slechts summier in <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong> terug te vinden. Een<br />
consequentie hier<strong>van</strong> is dat <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong> vooral <strong>van</strong> curatieve aard is, terwijl de<br />
visie veel meer gericht is op een activerend beleid.<br />
Armoede en Armoedebeleid in <strong>Almere</strong><br />
CAB 44
Het <strong>armoedebeleid</strong> bestaat uit een groot aantal instrumenten dat personen en huishoudens<br />
die <strong>van</strong> een minimuminkomen inkomen moeten rondkomen financieel ondersteunt.<br />
Hierbij gaat <strong>het</strong> om een financiële bijdrage bij een langdurig minimuminkomen,<br />
een bijdrage bij grote uitgaven, kwijtschelding <strong>van</strong> gemeentelijke belastingen en<br />
korting op een aanvullende collectieve ziektekostenverzekering. Het instrumentarium<br />
<strong>van</strong> de gemeente <strong>Almere</strong> bevat alle verplichtingen die voortvloeien uit de landelijke<br />
wet- en regelgeving, die ook curatief <strong>van</strong> aard zijn.<br />
Naast de financiële ondersteuning <strong>van</strong> huishoudens, zijn er <strong>van</strong>uit <strong>het</strong> Stadsfonds<br />
middelen beschikbaar om participatie <strong>van</strong> kinderen te bevorderen, zoals een vergoeding<br />
voor sport of vakantie. Een klein deel is beschikbaar voor de culturele participatie<br />
<strong>van</strong> de gehele doelgroep <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong>. Het instrumentarium lijkt veel op dat<br />
<strong>van</strong> andere gemeenten. Met uitzondering <strong>van</strong> <strong>het</strong> woonlastenfonds is er weinig wat<br />
echt eigen is voor <strong>Almere</strong>.<br />
Wat zijn de doelstellingen <strong>van</strong> <strong>het</strong> beleid<br />
Het hoofddoel <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong> valt terug te leiden tot de omschrijving <strong>van</strong> armoede:<br />
maatregelen treffen die belemmeringen, die meedoen in de weg staan, helpen<br />
wegnemen. Dit hoofddoel is nader onderverdeeld in een aantal subdoelen die onder te<br />
verdelen zijn in categorieën:<br />
Zorg: <strong>De</strong> gemeente <strong>Almere</strong> wil dat iedereen meedoet, ongeacht zijn of haar beperking,<br />
onder andere door een passend aanbod <strong>van</strong> maatschappelijke ondersteuning te<br />
bieden.<br />
Financieel: <strong>De</strong> gemeente <strong>Almere</strong> wil dat problemen die samenhangen met <strong>het</strong> aangewezen<br />
zijn op een minimuminkomen verminderen.<br />
Participatie: <strong>De</strong> gemeente <strong>Almere</strong> wil dat mensen die aangewezen zijn op een minimuminkomen<br />
proactiever zijn en sneller maatschappelijk kunnen participeren.<br />
Schuldhulpverlening: <strong>De</strong> gemeente <strong>Almere</strong> wil de schuldenproblematiek verminderen.<br />
Wanneer we inzoomen op <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong> dan blijkt dit vrij statisch. Dit wordt veroorzaakt<br />
doordat <strong>het</strong> beleid geen concrete doelen bevat die behaald moeten worden.<br />
We zien dat er wel richting aan wordt gegeven, bijvoorbeeld iedereen doet mee, maar<br />
dat een vertaling naar concrete resultaten ontbreekt. Dit blijkt ook uit de speerpunten<br />
<strong>van</strong> <strong>het</strong> beleid, die feitelijk meer beschrijvingen <strong>van</strong> instrumenten zijn. Door <strong>het</strong> ontbreken<br />
<strong>van</strong> concrete doelen is <strong>het</strong> tijdens de looptijd <strong>van</strong> <strong>het</strong> beleid moeilijk te bepalen<br />
of doelen behaald worden. Met andere woorden; effectiviteit <strong>van</strong> <strong>het</strong> beleid is moeilijk,<br />
zo niet onmogelijk te bepalen.<br />
Welke middelen zijn er voor <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong> beschikbaar<br />
<strong>De</strong> gemeente <strong>Almere</strong> heeft er voor gekozen de brede definitie <strong>van</strong> armoede in de beleidsplannen<br />
los te laten. Het feitelijke <strong>armoedebeleid</strong> richt zich daarbij op maatregelen<br />
die financiële belemmeringen opheffen. Voor dit beleid was in 2008 €6.804.400<br />
beschikbaar. <strong>De</strong>ze middelen worden ingezet voor met name curatieve voorzieningen,<br />
die inwoners <strong>van</strong> de gemeente <strong>Almere</strong> met een inkomen onder een bepaalde norm<br />
ondersteunen. Hierbij gaat <strong>het</strong> om financiële ondersteuning of ondersteuning om financiële<br />
middelen te verwerven.<br />
In <strong>het</strong> beschikbare budget zijn ook subsidies aan externe partijen die betrokken zijn<br />
bij armoede en <strong>armoedebeleid</strong> meegenomen en <strong>het</strong> budget voor <strong>het</strong> Stadsfonds dat<br />
zich richt op ‘meedoenprojecten’ ter bevordering <strong>van</strong> participatie en sociale cohesie.<br />
Armoede en Armoedebeleid in <strong>Almere</strong><br />
CAB 45
Welke resultaten zijn bereikt en tegen welke kosten<br />
Aan <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong> is in 2008 €6.500.270 besteed. Hiermee zijn op inkomensondersteunend<br />
gebied 19.381 aanvragen toegekend. Het betreft hier toekenningen op<br />
persoonsniveau, waarbij <strong>van</strong> bepaalde personen meerdere aanvragen zijn toegekend.<br />
Het bereik <strong>van</strong> de verschillende regelingen verschilt erg. Het bereik <strong>van</strong> de regeling<br />
voor kwijtschelding is erg hoog, maar die <strong>van</strong> de collectieve aanvullende ziektekostenverzekering<br />
ligt veel lager. <strong>De</strong> doelgroep die aan de ondergrens <strong>van</strong> de bijstandsnorm<br />
zit maakt vaker gebruik <strong>van</strong> de regelingen.<br />
Verder hebben in <strong>het</strong> kader <strong>van</strong> <strong>het</strong> Stadsfonds 100 kinderen subsidie voor sport ont<strong>van</strong>gen,<br />
hebben 200 kinderen zwemles gekregen en zijn er vier zomerkampen georganiseerd.<br />
Zoals eerder aangegeven ontbreekt in <strong>het</strong> beleid een vertaling naar concrete resultaten.<br />
Dit maakt <strong>het</strong> moeilijk, zo niet onmogelijk om de effectiviteit <strong>van</strong> <strong>het</strong> beleid te<br />
bepalen. Uit de benchmark waaraan de gemeente deelneemt, blijkt <strong>het</strong> bereik onder<br />
de doelgroep hoog te liggen.<br />
In de onderstaande tabel zijn de uitgaven en <strong>het</strong> aantal toegekende aanvragen weergegeven.<br />
Tabel14: uitgaven en toekenningen minimabeleid 2006-2008.<br />
Bijzondere bijstand Uitgaven, in € Aantal toekenningen<br />
2006 1.254.597 6.705<br />
2007 1.345.511 6.597<br />
2008 1.426.278 6.656<br />
Collectieve ziektekosten<br />
2006 376.798 6.151<br />
2007 399.824 6.243<br />
2008 336.556 6.149<br />
Kwijtschelding<br />
2006 2.007.073 4.496<br />
2007 2.195.085 3.576<br />
2008 2.251.598 3.401<br />
Langdurigheidstoeslag<br />
2006 403.846 1.571<br />
2007 588.278 1.867<br />
2008 570.460 1.891<br />
Woonlastenfonds<br />
2006 205.331 1.800<br />
2007 384.184 1.209<br />
2008 566.353 1.284<br />
Het aanbod <strong>van</strong> voorzieningen en ondersteuning door de gemeente en maatschappelijke<br />
organisaties (aanbodgericht)<br />
Hoe voert de gemeente haar regierol uit naar de externe betrokken partijen<br />
<strong>van</strong>uit de ‘brede’ definitie <strong>van</strong> armoede<br />
Een <strong>van</strong> de pijlers uit <strong>het</strong> beleid is samenwerking. In <strong>het</strong> kader <strong>van</strong> deze samenwerking<br />
zijn er allerlei initiatieven ondernomen, zoals <strong>het</strong> cliëntenberaad <strong>Almere</strong>, <strong>het</strong> netwerk<br />
Meedoen en een pilot in <strong>Almere</strong> haven.<br />
Vanuit de gemeente wordt aangegeven dat de samenwerking met de externe partijen<br />
goed verloopt. Het beeld over de samenwerking met de gemeente is onder de externe<br />
partijen zelf meer divers. Het blijkt dat partijen wel contacten hebben met de gemeente,<br />
maar vaak op uitvoerend niveau bij de dienst Publiekszaken. Men mist de contacten<br />
met <strong>het</strong> bestuur en contact met de dienst Maatschappelijke Ontwikkeling is er<br />
Armoede en Armoedebeleid in <strong>Almere</strong><br />
CAB 46
nauwelijks. Samenwerking wordt meer beschouwd als <strong>het</strong> hebben <strong>van</strong> contacten dan<br />
samenwerken in voorzieningen.<br />
Daar waar binnen de gemeente <strong>het</strong> beeld bestaat dat zij de regierol naar de externe<br />
partijen sterk in handen heeft, bestaat bij de externe partijen <strong>het</strong> tegenovergestelde<br />
beeld. Zij missen een regierol. Het contact is vaak te informeel en <strong>het</strong> ontbreekt volgens<br />
de externe partijen aan concrete acties.<br />
Hoe wordt de integraliteit met de beleidsvelden <strong>van</strong> o.a. de WWB, schuldhulpverlening,<br />
WMO, huisvesting, onderwijs en vrije tijd zeker gesteld<br />
<strong>De</strong> gemeente heeft haar <strong>armoedebeleid</strong> ondergebracht onder <strong>het</strong> programma Sociaal<br />
Krachtige Samenleving. Dit programma bestaat naast <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong> uit maatschappelijke<br />
participatie, ondersteuning en zorg (inclusief uitvoering Wmo). Dit programma<br />
is ondergebracht bij één wethouder, maar bij meerdere diensten/afdelingen.<br />
Op deze manier wil de gemeente de beleidsterreinen met elkaar in verbinding brengen.<br />
<strong>De</strong> WWB en schuldhulpverlening vallen onder een andere wethouder.<br />
Door de uitvoering <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong> bij de dienst Publiekszaken te beleggen<br />
wordt een koppeling tussen aan de ene kant <strong>armoedebeleid</strong> en aan de andere kant<br />
WWB en schuldhulpverlening gelegd.<br />
<strong>De</strong> integrale benadering <strong>van</strong> <strong>het</strong> werkveld wordt op dit moment vooral gedragen op<br />
bestuurlijk, management- en beleidsniveau. <strong>De</strong> afdelingen komen onderling bij elkaar<br />
op thema’s en schuiven desgewenst aan bij <strong>het</strong> overleg met de wethouder. Op uitvoerend<br />
niveau binnen de gemeente wordt nog geen integrale benadering ervaren. Ook<br />
heeft men nauwelijks tot geen contact met medewerkers <strong>van</strong> andere diensten.<br />
Vanuit de DMO is men bezig om een netwerkorganisatie op te zetten. Dit is de werkgroep<br />
Meedoen. <strong>De</strong> organisaties die hierin deelnemen ontmoeten elkaar regelmatig.<br />
<strong>De</strong> bedoeling <strong>van</strong> de werkgroep is dat partners elkaar beter leren kennen, zodat men<br />
weet welke organisatie nodig is voor welk probleem en zodat cliënten warm overgedragen<br />
kunnen worden. Daarnaast wordt in de werkgroep bepaald wie de regie heeft<br />
over een bepaalde cliënt.<br />
<strong>De</strong> toegankelijkheid <strong>van</strong> <strong>het</strong> aanbod voor de doelgroep (vraaggericht)<br />
Hoe vindt de doelgroep zijn weg naar de voorzieningen<br />
<strong>De</strong> gemeente <strong>Almere</strong> probeert op verschillende manieren <strong>het</strong> gebruik <strong>van</strong> de voorzieningen<br />
in <strong>het</strong> kader <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong> te stimuleren:<br />
Voorlichting<br />
Voorlichting is een middel voor <strong>het</strong> tegengaan <strong>van</strong> niet-gebruik. Voorlichting over bijzondere<br />
bijstand vindt onder andere plaats in de vorm <strong>van</strong> een flyer, een folder voor<br />
mensen met een bijstandsuitkering en informatie via de website. Op uitvoeringsniveau<br />
binnen de gemeente wordt aangegeven dat de informatievoorziening richting cliënten<br />
voor verbetering vatbaar is.<br />
Bestandskoppelingen<br />
Er is een koppeling met een bestand met mensen die kwijtschelding <strong>van</strong> gemeentelijke<br />
heffingen en belastingen ont<strong>van</strong>gen. Daarnaast heeft de gemeente in <strong>het</strong> verleden<br />
een koppeling gemaakt met <strong>het</strong> bestand <strong>van</strong> de Sociale Verzekeringsbank (gekorte<br />
AOW-ers) en hebben alle mensen die ten onrechte geen huurtoeslag kregen een brief<br />
ont<strong>van</strong>gen met daarin informatie over voorzieningen <strong>van</strong> de gemeente.<br />
Armoede en Armoedebeleid in <strong>Almere</strong><br />
CAB 47
<strong>De</strong> koppeling is gebruikt voor een bestandsanalyse op basis waar<strong>van</strong> een uitspraak<br />
gedaan wordt over <strong>het</strong> gebruik <strong>van</strong> regelingen. <strong>De</strong>ze bestandsanalyse levert ook een<br />
lijst <strong>van</strong> huishoudens op die zeker recht hebben op regelingen maar deze nog niet gebruiken.<br />
Huisbezoeken<br />
Op basis <strong>van</strong> de bestandsanalyse is een lijst ontstaan <strong>van</strong> personen die recht hebben<br />
op bepaalde voorzieningen in <strong>het</strong> kader <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong>, maar hier geen gebruik<br />
<strong>van</strong> maken. <strong>De</strong>ze personen worden door Humanitas bezocht. Verder voert de<br />
welzijnstichting huisbezoeken uit aan 75-plussers. Dit beleid is zeer recent en de effecten<br />
hier<strong>van</strong> zijn nog niet zichtbaar.<br />
WMO vragenlijst<br />
<strong>De</strong> gemeente ontwikkelt op dit moment een digitale WMO-vragenlijst. Het doel <strong>van</strong> de<br />
vragenlijst is de ondersteuningsvraag <strong>van</strong> een cliënt op verschillende leefgebieden in<br />
beeld te brengen. Door de vragenlijst krijgt men meer zicht op de totale situatie <strong>van</strong><br />
de klant. Bij alle betrokken organisaties vullen cliënten dezelfde vragenlijst in. <strong>De</strong> bedoeling<br />
is om bij een aanvraag in <strong>het</strong> kader <strong>van</strong> een voorziening gelijk zicht te krijgen<br />
op eventuele andere voorzieningen waar men recht op heeft.<br />
Naast de acties <strong>van</strong> de gemeente vindt een deel <strong>van</strong> de doelgroep de weg naar de<br />
voorzieningen via doorwijzing <strong>van</strong> hulpverleners of maatschappelijke organisaties. Er<br />
is geen sprake <strong>van</strong> warme doorverwijzing. Dit houdt in dat inwoners <strong>van</strong> de gemeente<br />
alle aanvragen zelf moeten doen. Hierbij worden klanten volgens de externe partijen<br />
teveel ontmoedigd en gedemotiveerd om gebruik te maken <strong>van</strong> voorzieningen. Verder<br />
vinden zij dat de gemeente streng is bij de toekenning <strong>van</strong> voorzieningen.<br />
Vanuit de verschillende externe organisaties komt naar voren dat de voorlichting naar<br />
de klant en ook naar externe organisaties beter zou kunnen. Klanten en organisaties<br />
zijn onvoldoende op de hoogte <strong>van</strong> de voorzieningen <strong>van</strong> de gemeente <strong>Almere</strong>. Externe<br />
organisaties constateren dat <strong>het</strong> voorlichtingsmateriaal <strong>van</strong> de gemeente door<br />
klanten onvoldoende gelezen wordt en dat de website ingewikkeld is.<br />
In hoeverre is er een relatie tussen armoede, schulden en schuldhulpverlening<br />
Er kan een relatie zijn tussen armoede, schulden en schuldhulpverlening. <strong>De</strong>ze geldt<br />
echter maar voor een beperkt gedeelte <strong>van</strong> de doelgroep. Uit <strong>het</strong> jaarverslag <strong>van</strong> de<br />
vereniging voor schuldhulpverlening en sociaal bankieren (NVVK), blijkt dat ruim 80%<br />
<strong>van</strong> de huishoudens in een schuldregeling een uitkering ont<strong>van</strong>gt. Voor de gemeente<br />
<strong>Almere</strong> zijn deze cijfers in dit onderzoek niet bekend geworden.<br />
Lang niet alle personen die volgens de smalle definitie in armoede leven hebben<br />
schulden. Aan de andere kant zijn er ook huishoudens die qua inkomen niet onder de<br />
armoedegrens vallen maar die wel te maken hebben met schulden.<br />
Bij een schuldhulpverleningstraject wordt <strong>van</strong> de cliënt verwacht dat zij alle regelingen<br />
in <strong>het</strong> kader <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong> waarvoor zij in aanmerking komt ook daadwerkelijk<br />
gebruiken. Dit is een strenge instroomeis.<br />
Belangrijk in dit kader is dat <strong>het</strong> krijgen <strong>van</strong> schulden een belangrijke risico-indicator<br />
is voor <strong>het</strong> ontstaan <strong>van</strong> armoedeproblemen in de brede definitie. Hierbij gaat <strong>het</strong> er<br />
om dat mensen met schulden vaak als eerste de zogenaamde “extraatjes” schrappen<br />
en zich richten op de basisbehoeften, zoals wonen en eten. <strong>De</strong> door de gemeente gewenste<br />
sociale participatie komt hiermee op <strong>het</strong> tweede plan.<br />
Armoede en Armoedebeleid in <strong>Almere</strong><br />
CAB 48
Sluiten de voorzieningen aan bij de vraag/behoefte<br />
Over <strong>het</strong> algemeen sluiten de voorzieningen <strong>van</strong>uit <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong> aan bij de<br />
vraag en behoefte die er in <strong>het</strong> veld is. Wel zijn er aandachtspunten. Van meerdere<br />
kanten wordt aangegeven dat er een voorziening moet komen voor chronisch zieken<br />
en gehandicapten. Vanuit de gemeente blijkt dat de raad graag ruimere regelingen wil<br />
voor chronisch zieken, gehandicapten en ouderen zodra <strong>het</strong> woonlastenfonds wegvalt.<br />
Daarnaast zien veel partijen graag ruimere mogelijkheden voor voorzieningen op <strong>het</strong><br />
terrein <strong>van</strong> participatie. <strong>De</strong>ze zijn er nu wel, maar ze zijn vooral gericht op kinderen.<br />
Daarbij komt dat <strong>van</strong> meerdere kanten wordt aangegeven dat <strong>het</strong> sportfonds al langere<br />
tijd geen ruimte biedt voor nieuwe aanvragen<br />
Veel partijen geven aan dat <strong>het</strong> bestaande beleid veel meer gepromoot moet worden<br />
om zo <strong>het</strong> bereik te vergroten. Volgens de externe partijen kan <strong>het</strong> bereik omhoog. <strong>De</strong><br />
gemeente is hier mee bezig door ondermeer huisbezoeken en bestandskoppelingen.<br />
<strong>De</strong> effecten hier<strong>van</strong> zijn echter nog niet bekend.<br />
Hoe ‘makkelijk’ is <strong>het</strong> de voorzieningen te verkrijgen<br />
Alle voorzieningen moeten door personen zelf bij de gemeente aangevraagd worden.<br />
Het is nu nog zo dat alle voorzieningen afzonderlijk moeten worden aangevraagd. Een<br />
automatische toekenning gebeurt alleen bij kwijtschelding <strong>van</strong> belastingen voor huishoudens<br />
die hier <strong>het</strong> voorgaande jaar ook gebruik <strong>van</strong> maakten.<br />
<strong>De</strong> gemeente is bezig om via de WMO-vragenlijst meer structuur aan te brengen in de<br />
aanvraag. <strong>De</strong> bedoeling is om bij een aanvraag in <strong>het</strong> kader <strong>van</strong> een voorziening gelijk<br />
zicht te krijgen op eventuele andere voorzieningen waar men recht op heeft.<br />
Volgens sommige partijen worden klanten teveel ontmoedigd en gedemotiveerd om<br />
gebruik te maken <strong>van</strong> voorzieningen. Verder vinden zij dat de gemeente streng is bij<br />
de toekenning <strong>van</strong> voorzieningen.<br />
Welke ondersteuning is er voor de doelgroep beschikbaar en in hoeverre wordt<br />
daar<strong>van</strong> gebruik gemaakt<br />
<strong>De</strong> gemeente <strong>Almere</strong> hanteert voor haar voorzieningen in <strong>het</strong> kader <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong><br />
drie grenzen. Voor de meeste regelingen gaat men uit <strong>van</strong> een inkomensgrens<br />
<strong>van</strong> 100% <strong>van</strong> de bijstandsnorm. Voor de collectieve ziektekostenverzekering en de<br />
eenmalige uitkering geldt een inkomensgrens <strong>van</strong> 120% <strong>van</strong> de bijstandsnorm en voor<br />
bijzondere bijstand geldt een draagkrachtmeting. Zoals eerder aangegeven zijn in<br />
2008 19.381 aanvragen voor voorzieningen toegekend.<br />
Tabel 15. Inkomensgrenen toekenningen voorzieneningen<br />
Bijzondere bijstand<br />
Inkomensgrens, % <strong>van</strong> de Aantal toekenningen<br />
bijstandsnorm<br />
2006 Draagkrachtmeting 6.705<br />
2007 Draagkrachtmeting 6.597<br />
2008 Draagkrachtmeting 6.656<br />
Collectieve ziektekosten<br />
2006 120% 6.151<br />
2007 120% 6.243<br />
2008 120% 6.149<br />
Kwijtschelding<br />
2006 100% 4.496<br />
2007 100% 3.576<br />
2008 100% 3.401<br />
Langdurigheidstoeslag<br />
2006 100% 1.571<br />
2007 100% 1.867<br />
2008 100% 1.891<br />
Armoede en Armoedebeleid in <strong>Almere</strong><br />
CAB 49
Woonlastenfonds<br />
Inkomensgrens, % <strong>van</strong> de<br />
Toekenningen<br />
bijstandsnorm<br />
2006 100% 1.800<br />
2007 100% 1.209<br />
2008 100% 1.284<br />
Het bereik <strong>van</strong> de verschillende regelingen verschilt erg. Het bereik <strong>van</strong> de regeling<br />
voor kwijtschelding is erg hoog, maar die <strong>van</strong> de collectieve aanvullende ziektekostenverzekering<br />
ligt veel lager. Uit de benchmark, waaraan de gemeente deelneemt, blijkt<br />
<strong>het</strong> bereik onder de doelgroep relatief hoog te liggen.<br />
In welke mate worden ‘passieve’ doelgroepen bereikt<br />
Het bereik <strong>van</strong> de verschillende voorzieningen in <strong>het</strong> kader <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong> ligt<br />
hoger dan <strong>het</strong> aantal huishoudens dat bij de gemeente door een uitkeringsrelatie of<br />
andere vorm <strong>van</strong> hulpverlening bekend is. Er mag derhalve <strong>van</strong>uit gegaan worden dat<br />
een deel <strong>van</strong> de zogenaamde “passieve” doelgroep bereikt wordt, echter niet de gehele<br />
groep.<br />
Uit <strong>het</strong> onderzoek blijkt dat <strong>het</strong> gebruik <strong>van</strong> de voorzieningen hoger ligt bij de doelgroep<br />
die een bijstandsuitkering ont<strong>van</strong>gt. Binnen de doelgroep met een inkomen tussen<br />
de 100% en 120% <strong>van</strong> de bijstandsnorm liggen dus nog mogelijkheden om <strong>het</strong><br />
bereik omhoog te krijgen.<br />
Het is overigens een illusie om een bereik <strong>van</strong> 100% te behalen. Een deel <strong>van</strong> de<br />
doelgroep zal uit eigen overweging (onder andere schaamte en zelfredzaamheid) geen<br />
beroep doen op de verschillende regelingen in <strong>het</strong> kader <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong>.<br />
Armoede en Armoedebeleid in <strong>Almere</strong><br />
CAB 50
Bijlage 1. Methodologische verantwoording<br />
Documentstudie<br />
Om een helder en compleet beeld te kunnen sc<strong>het</strong>sen <strong>van</strong> de wijze waarop <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong><br />
is ingevuld, is een documentstudie uitgevoerd. Voor deze documentstudie<br />
is ondermeer gebruik gemaakt <strong>van</strong> de volgende documenten en bronnen.<br />
o<br />
o<br />
o<br />
o<br />
o<br />
o<br />
o<br />
o<br />
o<br />
o<br />
o<br />
o<br />
o<br />
o<br />
o<br />
o<br />
o<br />
o<br />
o<br />
o<br />
Armoedebericht 2008 (SCP en CBS)<br />
Armoedemonitor 2005 (SCP)<br />
Burgerjaarverslagen gemeente <strong>Almere</strong><br />
Cebeon (2009) Ontwikkeling <strong>van</strong> de financiële positie <strong>van</strong> <strong>Almere</strong> zonder schaalsprong<br />
in de periode 2010-2030, Amsterdam<br />
Convenant ‘kinderen doen mee, 2008 (gemeente <strong>Almere</strong>)<br />
<strong>De</strong>nktank armoedebestrijding (2004) Doen en Meedoen, Utrecht<br />
Divosa (2004-2009) Divosa Monitor 2005, 2006, 2007 en 2008, CAB, Groningen<br />
Gemeente <strong>Almere</strong> (2007) Nota <strong>armoedebeleid</strong> 2007, <strong>Almere</strong><br />
Gemeente <strong>Almere</strong> (2007) Vaststelling verordening Woonlastenfonds (WLF)<br />
2007, <strong>Almere</strong><br />
Gemeente <strong>Almere</strong> (2007) Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning,<br />
<strong>Almere</strong><br />
Gemeente <strong>Almere</strong> (2008) Beleidsnota WMO 2008-2010: U doet mee!, <strong>Almere</strong><br />
Gemeente <strong>Almere</strong> (2008) Nadere <strong>uitwerking</strong> Stadsfonds, <strong>Almere</strong><br />
Gemeente <strong>Almere</strong> (2008) Raadsvoorstel: eenmalige uitkering 2008, <strong>Almere</strong><br />
Gemeente <strong>Almere</strong> (2008) Verordening Langdurigheidstoeslag WWB, <strong>Almere</strong><br />
Gemeente <strong>Almere</strong> (2009) Minima in 2009, <strong>Almere</strong><br />
Gemeente Tilburg (2006) <strong>De</strong> cirkel doorbreken. Bevindingen <strong>van</strong> de Taskforce<br />
Armoede.<br />
NVVK (2009) Jaarverslag 2008, <strong>De</strong>n Haag<br />
SCP en CBS (2006) Armoedebericht 2006, Voorburg/Heerlen.<br />
SGBO (2009) Benchmark Armoedebeleid 2008, <strong>De</strong>n Haag<br />
Stimulansz en SGBO (2007) Gemeentelijk Armoedebeleid, <strong>De</strong>n Haag.<br />
Overige bronnen:<br />
o Werkplan 2006-2010 gemeente <strong>Almere</strong><br />
o Programmabegrotingen gemeente <strong>Almere</strong><br />
o Raadsinformatiesysteem gemeente <strong>Almere</strong><br />
o Kernkaart Wet Werk en Bijstand, ministerie SZW<br />
o CBS<br />
o CWI<br />
Interviews<br />
Omdat de uitvoering <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong> in de gemeente breder is dan alleen <strong>het</strong><br />
uitvoeren <strong>van</strong> regelingen, is de documentstudie uitgebreid met enkele interviews. <strong>De</strong>ze<br />
interviews geven zicht op de uitvoeringspraktijk en de achterliggende motivaties<br />
voor <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong>. Voor <strong>het</strong> onderzoek zijn de volgende personen/organisaties<br />
geïnterviewd:<br />
o<br />
o<br />
o<br />
o<br />
Mevr. Haanstra Wethouder Programma Sociaal Krachtige Samenleving;<br />
Dhr. <strong>van</strong> Oosten, hoofd Dienst Publiekszaken;<br />
Mevr. Leenman, hoofd <strong>van</strong> de Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling;<br />
Dhr. de Boer en mevr. Westerink, beleidsmedewerkers Dienst Publiekszaken;<br />
Armoede en Armoedebeleid in <strong>Almere</strong><br />
CAB 51
o<br />
o<br />
o<br />
o<br />
o<br />
o<br />
o<br />
o<br />
Dhr. Fikse en mevr. Dopmeijer, beleidsmedewerkers Dienst Maatschappelijke<br />
Ontwikkeling (beleidsafdeling Sociaal Krachtige Samenleving);<br />
Klantmanagers <strong>van</strong> de Dienst Publiekszaken;<br />
Medewerkers Servicepunt Z, gemeente <strong>Almere</strong>;<br />
Mevr. Kok, Budgetbureau <strong>Almere</strong>;<br />
Cliëntenberaad <strong>Almere</strong>;<br />
Voedselloket <strong>Almere</strong>;<br />
Leger des Heils <strong>Almere</strong>;<br />
Sociaal Raadslieden <strong>Almere</strong>.<br />
Webenquête<br />
Om zicht te krijgen op de mening en ervaringen <strong>van</strong> de externe partijen is er een webenquête<br />
uitgezet onder de onderstaande partijen:<br />
o<br />
o<br />
o<br />
o<br />
o<br />
o<br />
o<br />
o<br />
o<br />
o<br />
o<br />
o<br />
o<br />
o<br />
o<br />
o<br />
o<br />
o<br />
o<br />
o<br />
Cliëntenberaad <strong>Almere</strong><br />
Fonds Bijzondere Noden<br />
Leger des Heils / Maatschappelijke Dienstverlening;<br />
Maatschappelijk Rele<strong>van</strong>te Kerken (Voedsel Loket <strong>Almere</strong> (VLA) / Kleding Loket<br />
<strong>Almere</strong>)<br />
Jeugd Sport Fonds<br />
Stichting Jeugd in Beweging<br />
Kindervakantieland<br />
Stichting weekje weg /<strong>De</strong> Voorpost<br />
<strong>De</strong> Kunstlinie / “Art on wheels”<br />
Zorggroep <strong>Almere</strong> (AMW en Sociale Raadslieden)<br />
<strong>De</strong> Schoor<br />
Budget Bureau <strong>Almere</strong><br />
Inloopcentrum “<strong>De</strong> Ruimte”<br />
Vrijwilligers en Mantelzorg Centrale <strong>Almere</strong><br />
Algemene Nederlandse Bond voor Ouderen<br />
Katholieke Bond voor Ouderen<br />
Federatie Nederlandse Vakverenigingen<br />
Arme Kant <strong>Almere</strong><br />
Multi Etnische Vrouwengroep Partij <strong>van</strong> de Arbeid<br />
Humanitas<br />
In de enquête is ondermeer ingegaan op de volgende punten:<br />
o<br />
o<br />
o<br />
o<br />
o<br />
o<br />
Perceptie armoedeproblematiek in <strong>Almere</strong><br />
Perceptie <strong>armoedebeleid</strong> gemeente <strong>Almere</strong><br />
Eigen rol in <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong><br />
Samenwerking met de gemeente <strong>Almere</strong><br />
Samenwerking andere partijen<br />
Succes- en faalfactoren<br />
Armoede en Armoedebeleid in <strong>Almere</strong><br />
CAB 52
Cases<br />
Om de Rekenkamer en de gemeenteraad inzicht te geven in de dagelijkse praktijk <strong>van</strong><br />
<strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong> zijn een aantal casestudies uitgevoerd. <strong>De</strong>ze casestudies bestaan<br />
uit een beschrijving <strong>van</strong> verschillende personen uit de gemeente <strong>Almere</strong> die <strong>van</strong>uit de<br />
persoonlijke situatie met <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong> te maken hebben.<br />
Bij de selecties <strong>van</strong> de cases is rekening gehouden met:<br />
o<br />
o<br />
o<br />
Niet alleen cliënten <strong>van</strong> de gemeente betrekken bij <strong>het</strong> onderzoek, maar ook<br />
personen die juist niet bij de gemeente in beeld zijn. Dit is belangrijk om te achterhalen<br />
wat achterliggende oorzaken <strong>van</strong> niet-gebruik <strong>van</strong> voorzieningen zijn.<br />
Personen die niet bij de gemeente in beeld zijn, zijn geselecteerd via maatschappelijke<br />
instanties als <strong>het</strong> Voedselloket, <strong>het</strong> CBA en de Sociaal raadslieden.<br />
Er dient een grote diversiteit aan cases te zijn, zoals bijstandsgerechtigden,<br />
AOW-ers, Nuggers, Anw-ers, jongeren, gehandicapten en chronisch zieken.<br />
Er is zo veel mogelijk rekening gehouden met de zes vormen <strong>van</strong> armoede die<br />
zijn opgesteld door de <strong>De</strong>nktank Armoedebestrijding. Voorwaarde hierbij was<br />
dat de verschillende vormen voldoende vertegenwoordigd waren binnen de gemeente.<br />
Armoede en Armoedebeleid in <strong>Almere</strong><br />
CAB 53
Bijlage 2 Beschrijving Casussen<br />
Casus 1<br />
Het gaat hier om een alleenstaande vrouw <strong>van</strong> 65 jaar die langdurig gebruik heeft<br />
gemaakt <strong>van</strong> een bijstandsuitkering. Mevrouw is 23 jaar geleden gescheiden en woont<br />
sindsdien in <strong>Almere</strong>. Ze heeft twee werkende kinderen.<br />
Sinds mevrouw 65 is, ont<strong>van</strong>gt ze €712,06 AOW, waar<strong>van</strong> €34 wordt vrijgelaten.<br />
Daarnaast krijgt ze aanvulling tot bijstandsniveau <strong>van</strong> de Sociale Dienst. Ze ont<strong>van</strong>gt<br />
een pensioen <strong>van</strong> €1,46. Vanaf 2004 krijgt ze een langdurigheidstoeslag. Mevrouw is<br />
chronisch ziek en gebruikt medicijnen. Van de belastingdienst ont<strong>van</strong>gt zij naar eigen<br />
zeggen €320 voor chronisch zieken. Verder maakt zij via de gemeente <strong>Almere</strong> gebruik<br />
<strong>van</strong> de collectieve zorgverzekering <strong>van</strong> AGIS.<br />
Mevrouw maakt geen gebruik <strong>van</strong> de dienstverlening <strong>van</strong> andere organisaties in <strong>Almere</strong>.<br />
Ze neemt deel in <strong>het</strong> Cliëntenberaad <strong>Almere</strong>.<br />
Casus 2<br />
Hier gaat <strong>het</strong> om een alleenstaande moeder <strong>van</strong> Surinaamse afkomst met drie thuiswonende<br />
kinderen <strong>van</strong> 14 tot 23 jaar. Negen jaar geleden is mevrouw na een scheiding<br />
via schuldhulpverlening in een traject Wettelijke Schuldsanering Natuurlijke Personen<br />
(WSNP) terechtgekomen. Na vier jaar was zij schuldenvrij.<br />
Begin 2009 is mevrouw opnieuw in financiële problemen geraakt door plotselinge ziekte<br />
<strong>van</strong> haar dochter, die lange tijd geen ziektekostenverzekering had betaald. In<br />
maart 2009 is mevrouw ontslagen door eigen schuld, wat tot gevolgd heeft dat zij<br />
geen uitkering ont<strong>van</strong>gt. Ze heeft zich ingeschreven bij <strong>het</strong> WERKbedrijf en via een<br />
traject bij SagEnn ont<strong>van</strong>gt ze €1.000 netto per maand. Daarnaast ont<strong>van</strong>gt ze €100<br />
alimentatie <strong>van</strong> haar ex-man en doet ze af en toe invalwerk. Het geld dat zij daarmee<br />
verdient wordt <strong>van</strong> de €1.000 afgetrokken. Waarschijnlijk kan ze binnenkort aan de<br />
slag als peuterleidster. In Suriname was ze werkzaam als leerkracht, maar om dit beroep<br />
ook in Nederland te kunnen uitoefenen moet zij zich eerst laten omscholen. Haar<br />
oudste dochter ont<strong>van</strong>gt een uitkering, maar draagt niet bij in de huishoudkosten. Ze<br />
is zwanger en op zoek naar eigen woonruimte. Doordat de vaste lasten <strong>van</strong> mevrouw<br />
€1.400 bedragen, is zij dieper in de schulden geraakt. Mevrouw is door BBA doorverwezen<br />
naar Maatschappelijk Werk en Planbureau. Ze is nog niet ingestroomd in een<br />
traject. Mevrouw geeft aan onlangs een aanzegging tot woningontruiming te hebben<br />
gekregen.<br />
Mevrouw maakt geen gebruik <strong>van</strong> de hulp <strong>van</strong> andere organisaties in <strong>Almere</strong>. Wel<br />
krijgt ze hulp <strong>van</strong> iemand <strong>van</strong> de kerk voor <strong>het</strong> invullen <strong>van</strong> belastingpapieren.<br />
Casus 3<br />
Het gaat hier om een alleenstaande, Marokkaanse moeder <strong>van</strong> 32 jaar met een kind<br />
<strong>van</strong> zes jaar. In 2001 is ze met haar man in Nederland komen wonen. Vier jaar geleden<br />
is ze gescheiden en is ze met haar dochter op een kamer geen wonen, waarvoor<br />
ze €400 per maand betaalde. Nu, vier jaar later, is ze verhuisd naar een sociale huurwoning.<br />
Ze ont<strong>van</strong>gt sinds begin 2005 een bijstandsuitkering. Via een traject <strong>van</strong><br />
SagEnn heeft ze een opleiding voor verzorging gevolgd. Momenteel heeft ze een contract<br />
<strong>van</strong> 15 uur bij de thuiszorg en werkt ze gemiddeld 24-27 uur per week. Daarnaast<br />
ont<strong>van</strong>gt ze een aanvullende uitkering. In <strong>Almere</strong> loopt momenteel een experiment<br />
voor alleenstaande moeders. Dit houdt in dat werkende moeders €4 per gewerkt<br />
uur zelf mogen houden. In <strong>het</strong> geval <strong>van</strong> mevrouw houdt dit in dat ze €60 zelf mag<br />
houden boven op haar uitkering op bijstandsniveau.<br />
Mevrouw heeft een persoonlijke lening gekregen bij de gemeentelijke kredietbank <strong>van</strong><br />
€2.000 voor de inrichting <strong>van</strong> haar huis. Uit <strong>het</strong> participatiebudget ont<strong>van</strong>gt mevrouw<br />
Armoede en Armoedebeleid in <strong>Almere</strong><br />
CAB 54
overblijfgeld. Ze maakt gebruik <strong>van</strong> de aanvullende collectieve zorgverzekering <strong>van</strong><br />
AGIS. Sinds haar verhuizing ont<strong>van</strong>gt ze huurtoeslag. Ze ont<strong>van</strong>gt geen alimentatie<br />
<strong>van</strong> haar ex-man, omdat deze kampt met schuldenproblematiek. Wel betaalt hij de<br />
zwemlessen voor zijn dochter. Voor <strong>het</strong> invullen <strong>van</strong> belastingpapieren krijgt mevrouw<br />
hulp <strong>van</strong> de sociaal raadslieden. Op <strong>het</strong> moment volgt mevrouw een computercursus<br />
op kosten <strong>van</strong> de gemeente. Binnenkort komt daar nog een taalcursus bij, zodat ze<br />
een hoger niveau kan halen binnen de opleiding verzorging.<br />
Casus 4<br />
Het gaat hier om een getrouwde vrouw <strong>van</strong> Armeense afkomst. Zij en haar man wonen<br />
15 jaar in Nederland, waar<strong>van</strong> 8 jaar in <strong>Almere</strong>. Mevrouw heeft twee werkende/studerende<br />
zoons die in Amsterdam en Spanje woonachtig zijn.<br />
<strong>De</strong> echtgenoot <strong>van</strong> mevrouw is arbeidsongeschikt en werkt in een WSWdienstverband.<br />
UWV betaalt de familie net iets meer dan de helft <strong>van</strong> <strong>het</strong> gezinsinkomen.<br />
Het gezinsinkomen is – op jaarbasis en gemeten in fiscaal loon - €2.000 hoger<br />
dan een bijstandsuitkering. Mevrouw is pianolerares, maar doet dit vooral op vrijwillige<br />
basis. <strong>De</strong> taalbarrière belet haar les te geven op een school. Daarnaast doet ze<br />
kleine dingen voor anderen, zoals een kennis helpen in een moestuin, in ruil waarvoor<br />
ze groenten en fruit krijgt. Ze is lid <strong>van</strong> een vrouwenclub en neemt deel aan <strong>het</strong> Cliëntenberaad<br />
<strong>Almere</strong>.<br />
Mevrouw en haar echtgenoot maken <strong>van</strong> weinig regelingen gebruik. Ze ont<strong>van</strong>gen<br />
huur- en zorgtoeslag en hebben een aanvullende zorgverzekering. Hun zoons helpen<br />
met <strong>het</strong> invullen <strong>van</strong> formulieren.<br />
Casus 5<br />
Het gaat hier om een Nederlands stel met twee kleine kinderen en een derde op<br />
komst. Onder andere door ziekte <strong>van</strong> hun jongste dochtertje, schulden die zij meenam<br />
uit een eerdere relatie en de aanschaf <strong>van</strong> een lening voor een auto, hebben ze te<br />
maken gekregen met schulden. Ze waren niet aanvullend verzekerd en konden de<br />
medische kosten die de ziekte met zich meebracht niet opbrengen. Ze ont<strong>van</strong>gen naar<br />
eigen zeggen geen persoonsgebonden budget, mantelzorgvergoeding of bijzondere<br />
bijstand, omdat de ziekte <strong>van</strong> hun dochtertje niet is geregistreerd.<br />
Mevrouw geeft aan dat ze door BBA zijn doorverwezen naar Maatschappelijk Werk,<br />
omdat zij en haar vriend door relatieproblemen nog niet klaar waren voor schuldhulpverlening.<br />
<strong>De</strong> maatschappelijk werker geeft aan dat <strong>het</strong> tevens ontbrak aan inzet en<br />
motivatie. Momenteel heeft <strong>het</strong> stel een budgetcoach die <strong>het</strong> weekgeld beheert. Binnenkort<br />
zal dit overgenomen worden door de maatschappelijk werker.<br />
<strong>De</strong> vriend <strong>van</strong> deze mevrouw werkt en verdient een inkomen boven bijstandsniveau<br />
(€1.650). Ze komen daarom niet in aanmerking voor allerlei voorzieningen en hebben<br />
verder ook geen contact met de gemeente. <strong>De</strong> belastingdienst legt echter beslag op<br />
een deel <strong>van</strong> <strong>het</strong> loon, waardoor ze net iets meer dan €1.000 per maand overhouden.<br />
Ze hebben een aanvullende collectieve ziektekostenverzekering.<br />
Het stel ont<strong>van</strong>gt voedselpakketten <strong>van</strong> <strong>het</strong> Voedselloket <strong>Almere</strong>. Op dit moment is de<br />
situatie vrij goed. Dit komt vooral door de bijzondere bijstand <strong>van</strong> €8.500 die ze ont<strong>van</strong>gen<br />
hebben. Als <strong>het</strong> goed is zijn ze over twee jaar schuldenvrij. Met de relatie gaat<br />
<strong>het</strong> inmiddels ook een stuk beter.<br />
Armoede en Armoedebeleid in <strong>Almere</strong><br />
CAB 55
Bijlage 3 Beschrijving externe organisaties<br />
Voedselloket <strong>Almere</strong><br />
Het Voedselloket richt zich op voedsel, kleding en een hersteltraject om mensen een<br />
trede hoger op de piramide <strong>van</strong> Maslow 15 te krijgen. Tijdelijk wordt hen een klein probleem<br />
uit handen genomen, zodat zij zich zelf kunnen richten op andere zaken. Het<br />
Voedselloket voorziet zo’n 700 gezinnen per jaar <strong>van</strong> een voedselpakket.<br />
Het loket is opgericht <strong>van</strong>uit de kerk en <strong>het</strong> Rode Kruis. Van de vrijwilligers <strong>van</strong> de<br />
voedselbank komt de helft uit kerkelijke organisaties.<br />
Het Voedselloket <strong>Almere</strong> is niet aangesloten bij <strong>het</strong> landelijke netwerk <strong>van</strong> voedselbanken.<br />
Hiervoor zijn twee redenen:<br />
o Het Voedselloket levert een pakket volgens de schijf <strong>van</strong> 5 en koopt daarom spullen<br />
bij. <strong>De</strong> landelijke organisatie staat dit niet toe.<br />
o Het Voedselloket stelt een traject verplicht, omdat een voedselpakket zonder traject<br />
volgens haar niet leidt tot de oplossing <strong>van</strong> <strong>het</strong> probleem. Landelijk wordt een<br />
traject niet verplicht gesteld.<br />
Het voedselloket gaat uit <strong>van</strong> <strong>het</strong> besteedbaar inkomen <strong>van</strong> mensen. Er bestaan criteria<br />
voor aanmelding, maar deze worden niet heel strikt nageleefd, <strong>het</strong> zijn meer richtlijnen.<br />
Het voedselloket kijkt vooral naar <strong>het</strong> perspectief <strong>van</strong> de cliënt.<br />
Het weigeren <strong>van</strong> klanten komt regelmatig voor. <strong>De</strong> eerste maand krijgt men sowieso<br />
een pakket. Als men in die maand zelf geen initiatieven heeft genomen, wordt <strong>het</strong><br />
pakket stopgezet. Daarnaast wijst <strong>het</strong> voedselloket mensen af die geen traject willen<br />
volgen en niet meer de moed hebben om iets aan hun situatie te doen. Het leveren<br />
<strong>van</strong> een voedselpakket alleen draagt niet bij aan de oplossing <strong>van</strong> <strong>het</strong> onderliggende<br />
probleem. Ook mensen die in de schuldsanering zitten en, op besluit <strong>van</strong> de rechter,<br />
teveel geld moeten afdragen aan schuldeisers zodat zij onvoldoende besteedbaar inkomen<br />
overhouden worden afgewezen. Dit komt omdat de rechter vaak al bij voorbaat<br />
rekening houdt met gebruikmaking <strong>van</strong> een voedselpakket. Mensen moeten zich<br />
volgens <strong>het</strong> voedselloket zelfstandig kunnen handhaven.<br />
Als iemand voldoet aan de richtlijnen, krijgt hij of zij acuut, gedurende één maand,<br />
een voedselpakket. Ook worden deze personen doorverwezen naar de hulpverlening.<br />
Meestal is dit <strong>het</strong> Maatschappelijk Werk, maar in geval <strong>van</strong> schulden bijvoorbeeld BBA.<br />
<strong>De</strong> hulpverlenende instantie inventariseert vervolgens <strong>het</strong> probleem en bepaalt wat<br />
voor traject er ingezet gaat worden. Gedurende de loop <strong>van</strong> <strong>het</strong> traject krijgt de cliënt<br />
een voedselpakket. Eén keer in de twee maanden neemt <strong>het</strong> voedselloket contact op<br />
met de hulpverlener om de voortgang te bespreken. <strong>De</strong>ze aanpak resulteert over <strong>het</strong><br />
algemeen in een snelle uitstroom.<br />
Gemiddeld maken cliënten 3,5 maand gebruik <strong>van</strong> een voedselpakket. Maximaal kunnen<br />
mensen een jaar lang een beroep doen op <strong>het</strong> voedselloket. Is <strong>het</strong> probleem dan<br />
nog niet opgelost, dan is er vaak iets misgegaan in de hulpverlening.<br />
15<br />
<strong>De</strong> piramide <strong>van</strong> Maslow bestaat uit een behoeftehiërarchie <strong>van</strong> zes treden: organische of lichamelijke behoeften<br />
(zoals voedsel en drinken), veiligheid en zekerheid, sociaal contact, waardering en erkenning en zelfontplooiing.<br />
Om een trede hoger te komen op de piramide moeten onderliggende behoeften bevredigd zijn.<br />
Armoede en Armoedebeleid in <strong>Almere</strong><br />
CAB 56
Ongeveer 12% <strong>van</strong> de cliënten <strong>van</strong> <strong>het</strong> voedselloket valt in herhaling en moet opnieuw<br />
een beroep doen op <strong>het</strong> voedselloket. In principe mag men niet langer dan een jaar<br />
gebruik maken <strong>van</strong> een voedselpakket. Voor bepaalde mensen is men wel soepel, zoals<br />
recidivisten die terugkomen bij <strong>het</strong> voedselloket met een nieuw probleem of mensen<br />
waar hulpverleners geen vat op krijgen maar waar wel kinderen bij betrokken zijn.<br />
Wel worden deze mensen strenger gemonitord. Het voedselloket volgt ex-klanten<br />
steekproefsgewijs.<br />
Budget Bureau <strong>Almere</strong><br />
Het Budget Bureau <strong>Almere</strong> is een laagdrempelige organisatie voor elke burger die problemen<br />
heeft met schulden en achterstanden, zonder inkomensgrens. Het BBA is een<br />
team binnen <strong>het</strong> onderdeel Sociale Zaken <strong>van</strong> de dienst Publiekszaken <strong>van</strong> de gemeente<br />
<strong>Almere</strong>. Het doel is mensen te helpen om uit de schulden te komen en ze toe<br />
te rusten om financieel zelfredzaam te worden en te blijven.<br />
Van de cliënten <strong>van</strong> <strong>het</strong> BBA heeft een kwart een bijstandsuitkering. Driekwart<br />
stroomt in zonder bijstandsuitkering, maar een deel <strong>van</strong> deze groep heeft bijvoorbeeld<br />
wel een WW of WAO uitkering. Er zitten ook mensen tussen met een koopwoning.<br />
Na aanmelding bij <strong>het</strong> BBA hebben cliënten binnen twee weken een afspraak met een<br />
klantmanager. In <strong>het</strong> eerste gesprek vindt een analyse plaats (wat is de hulpvraag,<br />
waarom komt men juist nu met deze vraag, etc.) en volgt een inschatting of advies<br />
voldoende is, of dat klanten een intake nodig hebben (en willen). Als een intake nodig<br />
is, volgt er na twee weken weer een gesprek. In principe wordt er binnen zes weken<br />
na de eerste afspraak een Plan <strong>van</strong> Aanpak opgesteld. In dit plan is aandacht voor de<br />
financiële kant <strong>van</strong> <strong>het</strong> probleem en de psychosociale kant. Het BBA draagt vervolgens<br />
warm over aan Plangroep en <strong>het</strong> Maatschappelijk werk.<br />
Plangroep is een belangrijke partner <strong>van</strong> <strong>het</strong> BBA, omdat zij de uitvoering <strong>van</strong> <strong>het</strong> financiële<br />
gedeelte binnen de schuldhulpverlening doet. Het BBA verwijst cliënten pas<br />
door naar de Plangroep als er overzicht is over hun financiële situatie en hun dossier<br />
compleet is. Cliënten moeten zelf zorgen dat hun financiële administratie op orde is.<br />
Zij kunnen hierbij eventueel de hulp inroepen <strong>van</strong> Humanitas. Er is geen sprake <strong>van</strong><br />
doorverwijzing door <strong>het</strong> BBA, cliënten moeten zelf contact opnemen met Humanitas.<br />
Het BBA geeft aan dat <strong>het</strong> vaak lang duurt voor cliënten hun financiële administratie<br />
op orde hebben, dit leidt tot vertraging <strong>van</strong> <strong>het</strong> proces. Daarnaast wordt <strong>het</strong> op gang<br />
komen <strong>van</strong> budgetbeheer vertraagd omdat <strong>het</strong> vaak lang duurt voor inkomensverstrekkers,<br />
zoals werkgevers of <strong>het</strong> UWV, de ingestuurde machtigingen verwerken en<br />
<strong>het</strong> inkomen overmaken op de budgetbeheerrekening. Dit is een landelijk probleem.<br />
Zodra <strong>het</strong> dossier compleet is, draagt <strong>het</strong> BBA deze over aan Plangroep. Plangroep<br />
vult vervolgens de details <strong>van</strong> <strong>het</strong> te volgen traject in. Plangroep roept cliënten binnen<br />
10 dagen na ont<strong>van</strong>gst <strong>van</strong> <strong>het</strong> BBA-dossier op voor een gesprek. Als mensen na twee<br />
oproepen nog steeds niet zijn verschenen, gaat <strong>het</strong> traject in principe niet door, maar<br />
altijd in overleg met <strong>het</strong> BBA.<br />
Al met al duurt <strong>het</strong> dus minimaal twee maanden voor cliënten bij Plangroep in een traject<br />
zitten (spoedgevallen liggen overigens binnen 24-48 uur bij Plangroep). Het maken<br />
<strong>van</strong> schulden gaat in deze periode gewoon door. Sommige mensen krijgen in deze<br />
periode broodgeld. Uit de interviews blijkt dat men vindt dat <strong>het</strong> voortraject voor<br />
schuldhulpverlening te lang duurt, zonder dat er sprake is <strong>van</strong> broodgeld of een over-<br />
Armoede en Armoedebeleid in <strong>Almere</strong><br />
CAB 57
uggingskrediet. Andere kritiekpunten zijn dat <strong>het</strong> BBA slecht bereikbaar is en dat er<br />
teveel wisselingen zijn in contactpersonen.<br />
Het BBA volgt cliënten <strong>het</strong> eerste jaar zo goed mogelijk en benadert pro-actief haar<br />
trajectpartners en klanten. Daarna worden cliënten nog wel gevolgd, maar minder intensief<br />
omdat daarvoor niet genoeg capaciteit/geld is. Het BBA heeft sinds september<br />
2008 geen wachtlijst meer. Mensen die uitvallen, kunnen dus snel weer instromen. Uit<br />
stukken <strong>van</strong> de gemeente blijkt dat de wachtlijst <strong>van</strong> BBA in juni 2008 nog 121 personen<br />
telde.<br />
Het BBA heeft elk jaar zo’n 2.400 aanmeldingen. <strong>De</strong> verwachting is dat dit als gevolg<br />
<strong>van</strong> de economische crisis zal toenemen. Een schuldregeltraject bij Plangroep duurt<br />
gemiddeld 3 tot 5 jaar. Omdat <strong>het</strong> BBA nog niet zo lang geleden begonnen is met <strong>het</strong><br />
volgen <strong>van</strong> cliënten, zal <strong>het</strong> cliëntvolgsysteem de komende jaren groeien. Het BBA en<br />
ook de beleidsmedewerker schuldhulpverlening zouden graag zien dat hier meer financiële<br />
middelen voor vrijkomen <strong>van</strong>uit de gemeente.<br />
Het percentage heraanmelders wordt steeds groter. Veel mensen zien in eerste instantie<br />
af <strong>van</strong> schuldhulpverlening of vallen gedurende <strong>het</strong> traject uit. Ze moeten namelijk<br />
met de billen bloot en staan jarenlang onder toezicht (ze moeten zich netjes<br />
gedragen, mogen geen misstap zetten en moeten aan veel regeltjes voldoen). Ze<br />
moeten dus een gestructureerd leven gaan leiden en dit lukt vaak niet. Veel mensen<br />
willen liever hun autonomie behouden.<br />
Sociaal Raadslieden<br />
Sociaal Raadslieden geven informatie en advies over sociale regelingen en instanties.<br />
Daarnaast helpen ze mensen met <strong>het</strong> schrijven <strong>van</strong> brieven en stellen ze beroeps- en<br />
bezwaarschriften op. <strong>De</strong> functie <strong>van</strong> sociaal raadsman of –vrouw is een juridisch/financiële<br />
functie. Tot de doelgroep behoren alle inwoners <strong>van</strong> de gemeente <strong>Almere</strong><br />
met een inkomen tot € 300 boven de bijstandsnorm.<br />
<strong>De</strong> Almeerse Sociaal Raadslieden zijn onderdeel <strong>van</strong> de Zorggroep <strong>Almere</strong> en worden<br />
volledig gesubsidieerd door de gemeente. Het Cliënten Beraad <strong>Almere</strong> huurt de Sociaal<br />
Raadslieden in voor de secretariële ondersteuning.<br />
Het belangrijkste probleem waarmee mensen bij de Sociaal Raadslieden komen is dat<br />
ze niet uitkomen met hun geld. <strong>De</strong> Sociaal Raadslieden kijken dan waar <strong>het</strong> probleem<br />
ligt. Vervolgens kunnen zij voor deze mensen <strong>het</strong> probleem oplossen of adviseren om<br />
een voorziening aan te vragen. Zo zorgen de Sociaal Raadslieden regelmatig dat onterechte<br />
aanslagen inkomstenbelasting verdwijnen of dat onjuist gelegde beslagen op<br />
inkomen of uitkering worden aangepast.<br />
Voornaamste onderwerpen waar de sociaal raadslieden mee te maken krijgen zijn sociale<br />
zekerheid ( veel bijstandszaken), kwesties met belastingen, wonen (huurtoeslag<br />
en woonruimteverdeling) en tegenwoordig veel kinderop<strong>van</strong>g. Bij de bijstandszaken<br />
tekenen de Sociaal Raadslieden ook wel eens (hoger) beroep aan tegen de gemeente.<br />
<strong>De</strong> gemeente heeft geleerd dit goed te vinden.<br />
Leger des Heils<br />
Het Leger des Heils richt zich op de onderkant <strong>van</strong> de samenleving en zit op <strong>het</strong> snijvlak<br />
<strong>van</strong> de WMO en armoedebestrijding. Het is kerkelijk werk, dat wordt gedaan door<br />
ongeveer 119 kerkelijke vrijwilligers.<br />
Armoede en Armoedebeleid in <strong>Almere</strong><br />
CAB 58
Het Leger des Heils kent een vrijwillige en een professionele tak. <strong>De</strong> vrijwillige tak verzorgt<br />
onder andere de volgende activiteiten:<br />
o Huiskamer;<br />
o Elke dag soep;<br />
o Activiteiten als sjoelclub, koersbal, etc;<br />
o Twee keer per week een maaltijd speciaal voor mensen in een armoedesituatie<br />
(vooral mensen met schuldhulp);<br />
o Ongeveer 1.200 voedselpakketten per jaar;<br />
o Raad en daadbalie voor administratieve hulp;<br />
o Team dienstbaarheid dat op bezoek gaat bij mensen die alleen zijn;<br />
o Kledingwinkel.<br />
Het Leger des Heils wordt gefinancierd door sponsors, de kerkelijke gemeenschap en<br />
de gemeente (subsidie <strong>van</strong> €12.000 in <strong>het</strong> kader <strong>van</strong> de WMO). <strong>De</strong> gemeentelijke subsidie<br />
bedraagt ongeveer 10% <strong>van</strong> de totale kosten.<br />
Armoede en Armoedebeleid in <strong>Almere</strong><br />
CAB 59
Gemeente <strong>Almere</strong><br />
Postbus 200<br />
1300 AE <strong>Almere</strong>