12.01.2015 Views

De uitwerking van het armoedebeleid - Gemeenteraad Almere

De uitwerking van het armoedebeleid - Gemeenteraad Almere

De uitwerking van het armoedebeleid - Gemeenteraad Almere

SHOW MORE
SHOW LESS

Transform your PDFs into Flipbooks and boost your revenue!

Leverage SEO-optimized Flipbooks, powerful backlinks, and multimedia content to professionally showcase your products and significantly increase your reach.

Rekenkamercommissie doelmatigheid<br />

en doeltreffendheid <strong>armoedebeleid</strong><br />

<strong>De</strong>cember 2009<br />

Wat is armoede<br />

<strong>De</strong> <strong>uitwerking</strong> <strong>van</strong><br />

Is <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong> doelmatig<br />

<strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong><br />

Verbetert <strong>het</strong> toekomstperspectief <strong>van</strong> de doelgroep<br />

(036) 539 99 95<br />

raadsgriffie@almere.nl<br />

www.almere.nl<br />

Editie Hebt u vragen<br />

Wilt u reageren Meer informatie


Inhoudsopgave<br />

Voorwoord voorzitter Rekenkamercommissie 5<br />

<strong>De</strong>el I<br />

Onderzoeksverslag Rekenkamer commissie 8<br />

1. Onderzoeksverantwoording 8<br />

2. Conclusies en aanbevelingen 10<br />

3. Verslag hoor- en wederhoor 12<br />

Bijlage<br />

Bestuurlijke reactie college <strong>van</strong> burgemeester en wethouders 13<br />

<strong>De</strong>el II<br />

Onderzoeksrapport CAB Groningen<br />

“Armoede en <strong>armoedebeleid</strong> in <strong>Almere</strong>”<br />

Onderzoeksverslag Rekenkamercommissie 3


Voorwoord<br />

Begin 2009 heeft de Rekenkamer <strong>Almere</strong>, na consultatie <strong>van</strong> de fracties in de raad en <strong>het</strong> college, de<br />

keuze gemaakt tussen een onderzoek op <strong>het</strong> terrein <strong>van</strong> de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO)<br />

en een onderzoek naar <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong>. <strong>De</strong> keuze viel op een diepgaand onderzoek naar de resultaten<br />

<strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong> en een eerste verkenning op <strong>het</strong> onderwerp WMO. Uit <strong>het</strong> nu voorliggende<br />

onderzoek komt naar voren dat <strong>het</strong> armoedevraagstuk beleidsmatig kan worden benaderd <strong>van</strong>uit twee<br />

definities. Armoede als inkomensprobleem en armoede als probleem <strong>van</strong> sociale uitsluiting (niet kunnen<br />

deelnemen aan de maatschappij) als gevolg <strong>van</strong> een tekort aan financiële middelen. Het doel <strong>van</strong> dit<br />

onderzoek was om in beeld te brengen of <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong> <strong>van</strong>uit de tweede definitie een bijdrage levert<br />

aan <strong>het</strong> toekomstperspectief <strong>van</strong> diegenen die zich in een armoedesituatie bevinden. <strong>De</strong>ze ambitie sluit<br />

aan op de hoofddoelstelling <strong>van</strong> de nota Armoede beleid uit 2007; “Armoedebeleid moet bevorderen,<br />

dat mensen hun positie verbeteren en aan <strong>het</strong> werk gaan”.<br />

Gelet op de uitkomsten <strong>van</strong> dit onderzoek ziet de Rekenkamer een vervolgonderzoek naar dat deel <strong>van</strong><br />

de WMO dat zich richt op <strong>het</strong> creëren <strong>van</strong> toekomstperspectief door participatie in de samenleving voor<br />

(gedeeltelijk) dezelfde doelgroep dan ook als een logisch vervolgonderzoek.<br />

Hiermee ontstaat niet alleen een breder beeld over de problematiek waar de doelgroep mee worstelt,<br />

maar ook meer scherpte op de samenhang in <strong>het</strong> gemeentelijk beleid. In combinatie met de verzamelde<br />

ervaringen uit de voortijdig beëindigde quickscan reïntegratietrajecten kan zo de cirkel tussen meerdere<br />

rekenkameronderzoeken rond worden gemaakt. Door <strong>het</strong> combineren <strong>van</strong> onderzoeken op met elkaar<br />

samenhangende beleidsterreinen komt de doelstelling - verbetert <strong>het</strong> toekomstperspectief <strong>van</strong> inwoners<br />

als gevolg <strong>van</strong> <strong>het</strong> gemeentelijk beleid - steeds beter in beeld.<br />

Mardjan Seighali<br />

Voorzitter Rekenkamer <strong>Almere</strong><br />

Onderzoeksverslag Rekenkamercommissie 5


<strong>De</strong>el I<br />

Onderzoeksverslag<br />

Rekenkamercommissie<br />

Onderzoeksverslag Rekenkamercommissie 7


I. Onderzoeksverantwoording<br />

1. Onderwerpskeuze en vraagstelling<br />

<strong>De</strong> Rekenkamer <strong>Almere</strong> stelt zich ten doel om<br />

onderwerpen te kiezen die maatschappelijk en<br />

politiek/bestuurlijk rele<strong>van</strong>t worden gevonden.<br />

Daarbij worden onderzoeken toegespitst op<br />

de vraag of <strong>het</strong> beleid effectief is. Dragen de<br />

betreffende inspanningen en uitgaven daadwerkelijk<br />

bij aan de realisatie <strong>van</strong> <strong>het</strong> beoogde doel<br />

Het onderwerp ‘gemeentelijk <strong>armoedebeleid</strong>’<br />

is begin 2009 mede gekozen op aandragen <strong>van</strong><br />

raadsfracties en <strong>het</strong> college <strong>van</strong> burgemeester en<br />

wethouders. Reden hiervoor is dat aan <strong>het</strong> begin<br />

<strong>van</strong> deze collegeperiode in 2006 <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong><br />

binnen <strong>het</strong> begrotingsprogramma Sociaal<br />

Krachtige Samenleving een belangrijke beleidsvoornemen<br />

was. Dit heeft in 2007 geleid tot de<br />

nota <strong>armoedebeleid</strong> die een visie op de armoedeproblematiek<br />

formuleert en deze uitwerkt in<br />

een aantal uitgangspunten die door de raad zijn<br />

vastgesteld. <strong>De</strong>ze uitgangspunten zijn als volgt<br />

verwoord:<br />

• Het gemeentelijk <strong>armoedebeleid</strong> is aanvullend<br />

op Rijksbeleid.<br />

• Het creëren <strong>van</strong> samenhang tussen de<br />

maatregelen in <strong>het</strong> kader <strong>van</strong> de WMO,<br />

schuldhulp en <strong>armoedebeleid</strong>.<br />

• Het wegnemen <strong>van</strong> (financiële) belemmeringen<br />

om mee te doen aan de maatschappij.<br />

• Werk gaat voor inkomen. Armoedebeleid moet<br />

bevorderen dat mensen hun positie verbeteren<br />

en aan <strong>het</strong> werk gaan. Succesvol <strong>armoedebeleid</strong><br />

leidt tot een verminderde noodzaak om gebruik<br />

te maken <strong>van</strong> de maatregelen voor een kleinere<br />

groep burgers.<br />

• Naast algemene armoedemaatregelen voor de<br />

totale groep moet met name <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong><br />

zich richten op doelgroepen die niet zelf iets<br />

aan hun situatie kunnen doen: (schoolgaande)<br />

kinderen, ouderen, chronisch zieken en gehandicapten.<br />

Zowel raadsfracties als college hebben aangegeven<br />

<strong>het</strong> rele<strong>van</strong>t te vinden om te onderzoeken of en<br />

in hoeverre deze uitgangspunten in de praktijk<br />

uitwerken en tot welke maatschappelijke effecten<br />

dit beleid heeft geleid.<br />

<strong>De</strong> onderzoeksopzet is, zoals voorgeschreven in<br />

de gemeentelijke Verordening op de Rekenkamer<br />

<strong>Almere</strong>, ter kennis gebracht <strong>van</strong> de gemeenteraad<br />

die daarop de leden <strong>van</strong> de rekenkamercommissie<br />

(mevr. Mardjan Seighali - voorzitter, dhr.<br />

Ed Naaktgeboren - plv. voorzitter, dhr. Klaas<br />

Jongenjan, dhr. Johan <strong>van</strong> der Kroef en mevr.<br />

Jannie <strong>De</strong>genhardt) heeft benoemd.<br />

2. Onderzoeksaanpak<br />

<strong>De</strong> hoofdvraag uit de onderzoeksopzet luidde:<br />

In hoeverre levert <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong><br />

een bijdrage aan <strong>het</strong> verbeteren <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />

toekomstperspectief <strong>van</strong> de doelgroep(en)<br />

<strong>van</strong> <strong>het</strong> beleid<br />

Armoede is, in navolging <strong>van</strong> de nota Armoedebeleid,<br />

benaderd <strong>van</strong>uit de brede definitie<br />

<strong>van</strong> armoede. Armoede is een complex<br />

probleem, waarbij <strong>het</strong> toekomstperspectief <strong>het</strong><br />

onderscheidende kenmerk is. <strong>De</strong> gemeente<br />

heeft een zorgplicht in relatie tot haar meest<br />

kwetsbare inwoners om de leefsituatie en <strong>het</strong><br />

toekomstperspectief te verbeteren. Dit kan door<br />

materiële dienstverlening (bijstand, schuldhulpverlening,<br />

reïntegratie richting deelname aan<br />

de arbeidsmarkt) en immateriële hulpverlening.<br />

Sleutelwoord daarbij is participatie (“iedereen doet<br />

mee”). <strong>De</strong> gemeente kan hierbij de verbinding<br />

leggen, maatwerk leveren en ook de regie<br />

voeren om tot een sluitende keten <strong>van</strong> materiële<br />

ondersteuning, immateriële hulpverlening en<br />

preventie te komen. Door armoederisico’s te<br />

koppelen aan een sluitende keten <strong>van</strong> voorzieningen<br />

komt <strong>het</strong> doel - verbetering <strong>van</strong> leefsituatie<br />

en toekomstperspectief - binnen bereik. Daarbij<br />

is in de eerste plaats afstemming met andere<br />

gemeentelijke beleidsterreinen noodzakelijk. <strong>De</strong>nk<br />

aan de WMO, huisvestingsbeleid, voortijdige<br />

schooluitval, reïntegratie, inburgering, jeugdbeleid,<br />

integrale wijkaanpak in probleembuurten en<br />

volwasseneneducatie. Daarnaast zijn er tal <strong>van</strong><br />

maatschappelijke organisaties die zich met dezelfde<br />

doelgroep bezighouden. Dit kunnen zowel professionele<br />

als vrijwilligersorganisaties zijn. <strong>De</strong>nk<br />

aan de zorg, scholen, <strong>het</strong> Leger des Heils, <strong>het</strong><br />

voedselloket, sportverenigingen, sociaal cultureel<br />

werk, de thuiszorg, woningbouwcorporaties etc.<br />

Tot slot is er sprake <strong>van</strong> een grote diversiteit<br />

binnen de doelgroep. Bijstandgerechtigden liggen<br />

voor de hand, maar denk ook aan AOW-ers,<br />

8 Onderzoeksverslag Rekenkamercommissie


niet-uitkeringsgerechtigden, Anw-ers, jeugdigen<br />

(opvoed-, opgroei-, gezondheids-, school- en<br />

sociale problemen als gevolg <strong>van</strong> slechte financiële<br />

situatie of maatschappelijk isolement) gehandicapten,<br />

chronisch zieken enz.<br />

<strong>De</strong> doelstelling <strong>van</strong> <strong>het</strong> onderzoek door de<br />

Rekenkamer <strong>Almere</strong> is <strong>het</strong> verkrijgen <strong>van</strong> (in)<br />

zicht op de wijze waarop <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong><br />

<strong>van</strong> de gemeente <strong>Almere</strong> is georganiseerd en de<br />

effectiviteit en doelmatigheid <strong>van</strong> <strong>het</strong> gevoerde<br />

<strong>armoedebeleid</strong>.<br />

3. Verloop <strong>van</strong> <strong>het</strong> onderzoek<br />

Ter beantwoording <strong>van</strong> de door de Rekenkamer<br />

<strong>Almere</strong> geformuleerde probleemstelling en<br />

onderzoeksvragen is, gelet op de complexiteit<br />

<strong>van</strong> <strong>het</strong> onderwerp en de om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> <strong>het</strong> te<br />

verrichten onderzoek, aan een drietal onderzoeksbureaus<br />

gevraagd om een op de onderzoeksopzet<br />

aansluitende offerte voor <strong>het</strong> uitvoeren <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />

onderzoek uit te brengen. Het onderzoeksbureau<br />

Centrum voor Arbeid en Beleid (CAB) uit<br />

Groningen is vervolgens de opdracht verstrekt tot<br />

uitvoering <strong>van</strong> <strong>het</strong> onderzoek. <strong>De</strong>ze opdrachtverstrekking<br />

heeft in mei 2009 plaatsgevonden.<br />

CAB heeft vervolgens in de maanden juni, juli<br />

en augustus de voor <strong>het</strong> onderzoek benodigde<br />

gegevens verzameld en interviews gehouden. Dit<br />

heeft eind september 2009 geresulteerd in een<br />

eerste conceptrapportage aan de rekenkamercommissie.<br />

Naar aanleiding <strong>van</strong> <strong>het</strong> ont<strong>van</strong>gen<br />

commentaar heeft CAB half oktober een<br />

eindconcept aan de Rekenkamer voorgelegd. <strong>De</strong>ze<br />

is daarna besproken, waarna eind oktober 2009<br />

<strong>het</strong> definitieve eindconcept is ont<strong>van</strong>gen en door<br />

de rekenkamer geaccepteerd als adequate invulling<br />

<strong>van</strong> de gegeven onderzoeksopdracht. <strong>De</strong>ze versie<br />

is de basis geweest voor <strong>het</strong> traject <strong>van</strong> ambtelijke<br />

wederhoor en <strong>het</strong> formuleren <strong>van</strong> aanbevelingen<br />

door de rekenkamercommissie. Het concept<br />

<strong>van</strong> <strong>het</strong> eindverslag is vervolgens eind november<br />

aan <strong>het</strong> college voorgelegd voor een bestuurlijke<br />

reactie. Na ont<strong>van</strong>gst <strong>van</strong> deze reactie is <strong>het</strong><br />

rapport definitief gemaakt.<br />

Onderzoeksverslag Rekenkamercommissie 9


II. Conclusies en aanbevelingen<br />

<strong>De</strong> Rekenkamer heeft weliswaar <strong>het</strong> onderzoek<br />

uitbesteed aan een onderzoeksbureau, maar de<br />

Rekenkamer hecht eraan ook zelf, ten behoeve<br />

<strong>van</strong> de oordeelsvorming door de gemeenteraad,<br />

aan te geven welke conclusies en aanbevelingen<br />

zij trekt op basis <strong>van</strong> <strong>het</strong> verrichtte onderzoek.<br />

Het onderzoeksbureau CAB is verantwoordelijk<br />

voor <strong>het</strong> door haar opgeleverde eindrapport en de<br />

daarin opgenomen conclusies. Op basis <strong>van</strong> de<br />

opgeleverde rapportage formuleert de rekenkamer<br />

de volgende conclusies.<br />

1. Conclusies<br />

Conclusie 1 (waardering <strong>van</strong> <strong>het</strong> gemeentelijk<br />

<strong>armoedebeleid</strong>)<br />

Uit <strong>het</strong> onderzoek komt naar voren dat er een<br />

onderscheid kan worden gemaakt tussen een<br />

brede definitie <strong>van</strong> armoede (armoede is sociale<br />

uitsluiting; <strong>het</strong> gebrek aan financiële middelen<br />

en toekomstperspectief belemmert actieve<br />

deelname aan de maatschappij) en een smalle<br />

definitie <strong>van</strong> armoede (armoede is een tekort aan<br />

financiële middelen). Het onderzoek <strong>van</strong> CAB<br />

maakt duidelijk dat <strong>het</strong> beleid <strong>van</strong> de gemeente<br />

<strong>Almere</strong> voornamelijk gekensc<strong>het</strong>st kan worden<br />

als een curatief beleid (de meeste maatregelen<br />

en de meeste financiële middelen zijn gericht op<br />

inkomensondersteuning). Ongeveer 15% <strong>van</strong> de<br />

Almeerse huishoudens heeft een inkomen tot<br />

120% <strong>van</strong> <strong>het</strong> sociaal minimum (= bijstandsnorm).<br />

Dit komt overeen met <strong>het</strong> landelijk gemiddelde.<br />

<strong>De</strong> gemeente <strong>Almere</strong> geeft in vergelijking met<br />

andere gemeenten per inwoner meer uit aan<br />

armoedemaatregelen, maar de uitvoeringskosten<br />

liggen lager dan gemiddeld. <strong>De</strong> Rekenkamer<br />

concludeert dat de gemeente een voornamelijk<br />

op de smalle definitie <strong>van</strong> armoede geënt curatief<br />

beleid voert, waarbij kan worden gesteld dat dit<br />

doelmatig geschiedt. In vergelijking met andere<br />

gemeenten zijn de uitvoeringskosten laag en<br />

worden de budgetten niet overschreden.<br />

beleids<strong>uitwerking</strong>. <strong>De</strong> algemene richting <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />

brede, integrale, <strong>armoedebeleid</strong> is onvoldoende<br />

vertaald in op resultaatgerichte doelstellingen.<br />

<strong>De</strong> beleids<strong>uitwerking</strong> vindt plaats op instrumentc.q.<br />

maatregelniveau. Hierdoor gaat <strong>het</strong> zicht op<br />

doelbereiking verloren.<br />

Conclusie 3 (ketenaanpak en samenwerking)<br />

<strong>De</strong> gemeente kan de regie voeren over een<br />

ketenaanpak met andere gemeentelijke- en<br />

overheidsdiensten en maatschappelijke partners.<br />

Uit <strong>het</strong> onderzoek komt naar voren dat, ondanks<br />

dat de gemeente vindt dat zij de regie stevig in<br />

handen heeft, <strong>het</strong> aan samenwerking ontbreekt.<br />

Ook komt uit <strong>het</strong> onderzoek naar voren dat de<br />

samenwerking met maatschappelijke partners<br />

voornamelijk plaatsvindt op een uitvoerend<br />

niveau en dat samenwerking op bestuursniveau<br />

onvoldoende is.<br />

Conclusie 4 (effectiviteit <strong>armoedebeleid</strong>)<br />

CAB concludeert dat <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong> in<br />

zijn huidige vorm geen bijdrage levert aan <strong>het</strong><br />

verbeteren <strong>van</strong> <strong>het</strong> toekomstperspectief <strong>van</strong> de<br />

doelgroep(en) <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong>. Dit wordt<br />

veroorzaakt doordat <strong>het</strong> instrumentarium op dit<br />

moment curatief is ingesteld. Het opheffen <strong>van</strong><br />

belemmeringen die ten grondslag liggen aan de<br />

armoedesituatie worden met <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong><br />

niet aangepakt. Dit betekent overigens niet dat er<br />

geen sprake is <strong>van</strong> resultaat <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong>.<br />

Het curatieve beleid verzacht de armoedesituatie<br />

en zorgt er wel voor dat <strong>het</strong> toekomstperspectief<br />

niet verslechtert. <strong>De</strong> Rekenkamer onderschrijft<br />

deze uit <strong>het</strong> onderzoeksrapport voortvloeiende<br />

conclusie met betrekking tot de wijze waarop <strong>het</strong><br />

<strong>armoedebeleid</strong> in de praktijk uitwerkt.<br />

Conclusie 2 (beleids<strong>uitwerking</strong>)<br />

Uit <strong>het</strong> onderzoek komt naar voren dat <strong>het</strong><br />

<strong>armoedebeleid</strong> <strong>van</strong>uit de brede definitie slechts<br />

ten dele bijdraagt aan de daarin verwoorde<br />

ambities. <strong>De</strong> Rekenkamer onderschrijft deze<br />

conclusie <strong>van</strong> <strong>het</strong> CAB. Het is daarbij volgens de<br />

Rekenkamer niet zozeer de beleidsuitvoering die<br />

in eerste instantie tekortschiet, maar vooral de<br />

10 Onderzoeksverslag Rekenkamercommissie


2. Aanbevelingen<br />

<strong>De</strong> bovenstaande conclusies leiden de Rekenkamer<br />

tot <strong>het</strong> formuleren <strong>van</strong> een aantal aanbevelingen<br />

gericht op <strong>het</strong> college en de gemeenteraad. Hierbij<br />

gaat de rekenkamer er <strong>van</strong> uit dat de gemeente<br />

ook in de toekomst blijft uitgaan <strong>van</strong> een brede<br />

definitie <strong>van</strong> armoede en daarmee streeft naar <strong>het</strong><br />

aanvullen <strong>van</strong> <strong>het</strong> bestaande curatieve beleid met<br />

maatregelen gericht op preventie en participatie.<br />

<strong>De</strong> aanbevelingen worden daarom <strong>van</strong>uit dat<br />

perspectief geformuleerd.<br />

Aanbeveling 1 (beleids<strong>uitwerking</strong>)<br />

Om <strong>van</strong> <strong>het</strong> ingezette <strong>armoedebeleid</strong> een succes<br />

te maken is <strong>het</strong> naar <strong>het</strong> oordeel <strong>van</strong> de rekenkamercommissie<br />

noodzakelijk om te komen tot een<br />

betere <strong>uitwerking</strong> <strong>van</strong> <strong>het</strong> beleid. Het gaat erom<br />

dat de algemene politieke richting een zodanige<br />

vertaling krijgt dat de ambities <strong>van</strong> <strong>het</strong> bestuur<br />

doorwerken in de uitvoering op <strong>het</strong> niveau <strong>van</strong><br />

individuele cliënten. <strong>De</strong>ze <strong>uitwerking</strong> vindt bij<br />

voorkeur wel plaats aan de hand <strong>van</strong> meetbare<br />

doelstellingen, maar daaraan hoeven naar de<br />

mening <strong>van</strong> de Rekenkamer niet per definitie<br />

indicatoren te worden gekoppeld 1 . Ook is <strong>het</strong> <strong>van</strong><br />

belang om te zorgen voor een koppeling tussen <strong>het</strong><br />

inkomensondersteunende beleid en <strong>het</strong> participatiebeleid.<br />

Aanbeveling3 (regierol)<br />

<strong>De</strong> Rekenkamer beveelt aan om met uitvoerende<br />

instanties om tafel te gaan om ervoor te zorgen<br />

dat de huidige vorm <strong>van</strong> samenwerking wordt<br />

omgesmeed tot een sluitende (keten)aanpak.<br />

Daarbij is <strong>het</strong> naar de mening <strong>van</strong> de Rekenkamer<br />

<strong>van</strong> belang om eerst <strong>het</strong> verschil in perceptie.<br />

tussen de wijze waarop de gemeente vindt dat zij<br />

haar regierol invult en de wijze waarop <strong>het</strong> veld dit<br />

ervaart, wordt besproken.<br />

Aanbeveling 4 (besteedbaar inkomen)<br />

In <strong>het</strong> rapport worden twee oorzaken aangeduid<br />

<strong>van</strong> armoede. <strong>De</strong> eerste is armoede die voortkomt<br />

uit een laag inkomen. <strong>De</strong> tweede is armoede als<br />

een gevolg <strong>van</strong> tekort aan besteedbare middelen.<br />

<strong>De</strong>ze laatste groep valt buiten alle registraties en<br />

ook buiten <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong>. Of hieraan iets<br />

gedaan moet worden is in hoge mate een politiek<br />

vraagstuk. <strong>De</strong> Rekenkamer hecht er echter aan<br />

om deze `signalering’ wel af te geven, omdat de<br />

andere oorzaak op zichzelf de situatie niet minder<br />

schrijnend maakt en eveneens kan leiden tot<br />

sociale uitsluiting en <strong>het</strong> ontbreken <strong>van</strong> toekomstperspectief,<br />

zoals omschreven in de brede definitie<br />

<strong>van</strong> armoede.<br />

Aanbeveling 2 (informatievoorziening aan de raad)<br />

Om <strong>het</strong> succes <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong> te kunnen<br />

bespreken in de gemeenteraad is <strong>het</strong> <strong>van</strong> belang<br />

dat de gemeenteraad naast informatie over de<br />

uitvoering <strong>van</strong> de maatregelen ook informatie<br />

ont<strong>van</strong>gt over <strong>het</strong> bereik <strong>van</strong> de doelstellingen <strong>van</strong><br />

<strong>het</strong> beleid. <strong>De</strong> Rekenkamer beveelt aan om deze<br />

informatie op te nemen in de minimarapportage,<br />

die nu vooral een beschrijving bevat <strong>van</strong> de situatie<br />

<strong>van</strong> minimumhuishoudens in <strong>Almere</strong>, maar (nog)<br />

geen inzicht biedt in de effecten <strong>van</strong> de beleidsmaatregelen<br />

gericht op inkomensondersteuning<br />

en activering. Daarnaast zouden inspanningen<br />

(bijvoorbeeld als vermeld in par. 5.2 rapport<br />

CAB) en financiën (bijvoorbeeld als vermeld par.<br />

5.3 rapport CAB) opgenomen kunnen worden in<br />

programmabegroting en jaarrekening.<br />

1<br />

Voor de problematiek <strong>van</strong> <strong>het</strong> formuleren <strong>van</strong> indicatoren en <strong>het</strong> nut daar<strong>van</strong> in een politieke context<br />

wordt verwezen naar <strong>het</strong> eerdere rekenkamerrapport `Leren navigeren’ uit 2007.<br />

Onderzoeksverslag Rekenkamercommissie 11


III. Verslag Hoor en wederhoor<br />

Het concepteindrapport <strong>van</strong> CAB Groningen is<br />

begin november 2009 voor een controle op de<br />

in <strong>het</strong> rapport opgenomen feitelijke informatie<br />

voorgelegd aan de ambtelijke organisatie (de<br />

zogenaamde ambtelijke wederhoor). Half<br />

november is hierop gereageerd. <strong>De</strong>ze reactie heeft,<br />

in samenspraak met de ambtelijke organisatie,<br />

geleid tot tekstuele aanpassingen in <strong>het</strong> rapport.<br />

Vervolgens is <strong>het</strong> rapport <strong>van</strong> CAB Groningen,<br />

aangevuld met <strong>het</strong> conceptonderzoeksverslag<br />

<strong>van</strong> de Rekenkamer, voorgelegd aan <strong>het</strong> college<br />

<strong>van</strong> burgemeester en wethouders. Het college is<br />

verzocht een bestuurlijke reactie te geven op de<br />

conclusies en aanbevelingen. <strong>De</strong>ze reactie is als<br />

bijlage bij deze rapportage gevoegd.<br />

Het doel <strong>van</strong> deze zogenaamde `bestuurlijke<br />

wederhoor’ is om ten behoeve <strong>van</strong> de gemeenteraad<br />

duidelijk te maken op welke onderdelen<br />

<strong>van</strong> <strong>het</strong> rapport er verschillen <strong>van</strong> inzicht bestaan<br />

over de waardering <strong>van</strong> de - door gesprekspartners<br />

en ambtelijke organisatie gevalideerde<br />

- onderzoeksinformatie. <strong>De</strong> reactie <strong>van</strong> <strong>het</strong> college<br />

heeft de Rekenkamer geen aanleiding gegeven tot<br />

wijzigingen in conclusies en/of aanbevelingen in<br />

<strong>het</strong> rapport <strong>van</strong> de Rekenkamer. <strong>De</strong> bestuurlijke<br />

reactie <strong>van</strong> <strong>het</strong> college biedt <strong>het</strong> geheel overziend<br />

naar de mening <strong>van</strong> de Rekenkamer een prima<br />

vertrekpunt om in de raad een politiek oordeel<br />

over <strong>het</strong> uitgevoerde onderzoek en de daarin<br />

opgenomen conclusies en aanbevelingen te<br />

vormen.<br />

12 Onderzoeksverslag Rekenkamercommissie


Bijlage<br />

Bestuurlijke reactie college <strong>van</strong> burgemeester<br />

en wethouders<br />

Onderzoeksverslag Rekenkamercommissie 13


Dienst Sociale Zaken<br />

R. de Boer<br />

Telefoon (036) 53 99 871<br />

Fax (036) 53 99 932<br />

rdboer@almere.nl<br />

Stadhuisplein 1<br />

Postbus 200<br />

1300 AE <strong>Almere</strong><br />

www.almere.nl<br />

Rekenkamercommissie Armoedebeleid<br />

Reactie <strong>van</strong> <strong>het</strong> college op <strong>het</strong> rapport <strong>van</strong> de rekenkamercommissie<br />

“Doelmatigheid en doeltreffendheid <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong>”.<br />

Geachte dames en heren,<br />

Inleiding<br />

Op de eerste plaats willen we onze waardering uitspreken over uw werk. Het<br />

<strong>armoedebeleid</strong> is een complex en om<strong>van</strong>grijk dossier. In uw onderzoek heeft u zich<br />

geconcentreerd op de wijze waarop <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong> is georganiseerd en op de<br />

effectiviteit en doelmatigheid er<strong>van</strong>. Daarbij was de hoofdvraag: in hoeverre levert<br />

<strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong> een bijdrage aan <strong>het</strong> verbeteren <strong>van</strong> <strong>het</strong> toekomstperspectief <strong>van</strong><br />

de doelgroepen in <strong>het</strong> beleid<br />

Het rapport mondt uit in enkele conclusies en een aantal aanbevelingen aan raad en<br />

college op <strong>het</strong> terrein <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong>. U biedt ons als college de mogelijkheid<br />

op de aanbevelingen in te gaan en deze als bijlage op te nemen in <strong>het</strong> rapport zoals<br />

dat aan de raad wordt voorgelegd. Graag maken wij daar bij deze gebruik <strong>van</strong>.<br />

Onderstaand treft u onze reactie per conclusie en aanbeveling aan.<br />

Datum<br />

9 december 2009<br />

Uw brief <strong>van</strong>/kenmerk<br />

Ons kenmerk<br />

Bijlage(n)<br />

Conclusie 1: Waardering <strong>van</strong> <strong>het</strong> gemeentelijk <strong>armoedebeleid</strong>.<br />

U concludeert dat de gemeente een voornamelijk op de smalle definitie <strong>van</strong> armoede<br />

geënt curatief beleid voert, waarbij kan worden gesteld dat dit doelmatig geschiedt<br />

en dat in vergelijking met andere gemeenten de uitvoeringskosten laag zijn en<br />

budgetten niet worden overschreden.<br />

Wij zijn blij met uw constatering dat ons <strong>armoedebeleid</strong> doelmatig wordt uitgevoerd,<br />

tegen lage kosten en zonder budgetoverschrijdingen.<br />

Uw constatering dat ons beleid voornamelijk <strong>van</strong> curatieve aard is, kunnen wij om<br />

de volgende redenen niet onderschrijven.<br />

Ons <strong>armoedebeleid</strong> richt zich op twee doelstellingen:<br />

Het bevorderen <strong>van</strong> de participatie <strong>van</strong> minima in <strong>Almere</strong>;<br />

Het bieden <strong>van</strong> inkomensondersteuning.<br />

Wij onderscheiden <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong> <strong>van</strong> andere beleidsvelden, maar scheiden <strong>het</strong><br />

niet; integendeel. <strong>De</strong> doelstelling “Meer minima maatschappelijk actief” streven wij<br />

onder andere na door <strong>het</strong> wegnemen <strong>van</strong> financiële belemmeringen die mee doen in


de weg staan. Te denken valt hierbij aan <strong>het</strong> Stadsfonds, de actviveringscentra en de<br />

Kunstbus die <strong>het</strong> afgelopen jaar door verschillende Almeerse wijken toerde.<br />

Daarnaast pogen wij de problemen voor minima te verminderen door<br />

inkomensondersteuning te bieden aan de doelgroepen. Hierbij valt te denken aan<br />

bijvoorbeeld <strong>het</strong> verstrekken <strong>van</strong> bijzondere bijstand en regelingen die gericht zijn op<br />

huishoudens met een langdurig laag inkomen.<br />

Conclusie 2: Beleids<strong>uitwerking</strong><br />

Uw tweede conclusie betreft de onvoldoende vertaling <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong> in<br />

resultaatgerichte doelstellingen.<br />

Datum<br />

9 december 2009<br />

Ons kenmerk<br />

Pagina<br />

2/4<br />

Wij merken daarover op dat in de najaarsnota 2009 indicatoren opgenomen zijn die<br />

resultaten in beeld proberen te brengen <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong>. Zo zijn indicatoren<br />

opgenomen die inzage geven in de mate dat mensen meedoen aan de samenleving;<br />

een index belemmeringen door kosten om mee te doen en een index over financiële<br />

problemen.<br />

Conclusie 3: Ketenaanpak en samenwerking.<br />

U concludeert in uw rapport dat <strong>het</strong> aan samenwerking ontbreekt tussen<br />

gemeentelijke en andere overheidsdiensten en maatschappelijke organisaties.<br />

Daarnaast merkt u op dat de samenwerking met maatschappelijke organisaties<br />

voornamelijk plaatsvindt op uitvoerend niveau.<br />

<strong>De</strong>ze stelling delen wij niet. Op tal <strong>van</strong> beleidsterreinen is er aandacht voor en<br />

samenhang met <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong>: <strong>het</strong> reïntegratiebeleid (trajecten naar werk in<br />

loondienst), activeren naar werk als zelfstandige (Zelfstandigenloket Flevoland),<br />

“Ikbouwbetaalbaarin<strong>Almere</strong>” (IbbA), integrale netwerken bij de hulpverlening,<br />

gebiedsgerichte activiteiten, de integrale teams, activeringscentra, de<br />

vroegsignalering en <strong>het</strong> Bureau Vangnet & Advies (GGD). Ook participeren wij<br />

sinds ruim een jaar in de werkgroep “Meedoen in <strong>Almere</strong>” waarin afstemming en<br />

samenwerking tussen de organisaties in de stad op <strong>het</strong> gebied <strong>van</strong> <strong>armoedebeleid</strong><br />

centraal staan.<br />

Wij realiseren ons met uw conclusie wel dat wij blijvend moeten uitdragen hoe wij<br />

<strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong> in <strong>Almere</strong> vormgeven.<br />

Conclusie 4: Effectiviteit <strong>armoedebeleid</strong>.<br />

Uw vierde conclusie luidt dat <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong> geen bijdrage levert aan <strong>het</strong><br />

verbeteren <strong>van</strong> <strong>het</strong> toekomstperspectief <strong>van</strong> de doelgroep (-en) <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />

<strong>armoedebeleid</strong>.<br />

Wij kunnen ons om de volgende redenen niet vinden in deze conclusie. Allereerst<br />

wijzen wij u op de preventieve maatregelen die wij nemen om te voorkomen dat<br />

mensen in financiele problemen komen. Het betreft regelingen zoals <strong>het</strong><br />

Woonlastenfonds en de actie om 65+ ers te wijzen op <strong>het</strong> bestaan <strong>van</strong> <strong>het</strong> fonds; <strong>het</strong><br />

huisbezoek aan mensen die mogelijk recht hebben op langdurigheidstoeslag; de<br />

ondersteuning die wordt geboden bij <strong>het</strong> invullen <strong>van</strong> formulieren om gebruik te<br />

maken <strong>van</strong> regelingen en <strong>het</strong> aanbieden <strong>van</strong> budgetcursussen aan scholen.<br />

Daarnaast speelt <strong>het</strong> Stadsfonds een belangrijke rol bij <strong>het</strong> opheffen <strong>van</strong> financiele<br />

belemmering die <strong>het</strong> meedoen aan de samenleving in de weg staan.


Het opheffen <strong>van</strong> andere belemmeringen maakt deel uit <strong>van</strong> andere beleidsgebieden<br />

zoals de WMO, <strong>het</strong> huisvestingsbeleid, <strong>het</strong> onderwijsbeleid, <strong>het</strong> jeugdbeleid,<br />

reïntegratie- en inburgeringsbeleid , jeugdbeleid en <strong>het</strong> gebiedsgericht werken. Op al<br />

deze terreinen werken samen in <strong>het</strong> kader <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong>.<br />

Van groot belang is daarbij <strong>het</strong> voorkomen dat mensen werkloos raken en werklozen<br />

snel aan werk te helpen. Wij zijn er <strong>van</strong> overtuigd dat dit een belangrijke voorwaarde<br />

is om financiele problemen te voorkomen.<br />

Datum<br />

9 december 2009<br />

Ons kenmerk<br />

Pagina<br />

3/4<br />

Aanbevelingen 1: Komen tot een betere <strong>uitwerking</strong> <strong>van</strong> <strong>het</strong> beleid<br />

Wij zijn <strong>van</strong> mening dat er reeds gezorgd wordt voor een koppeling tussen <strong>het</strong><br />

inkomensondersteunende beleid en <strong>het</strong> participatiebeleid. Zie hiervoor de<br />

bovenstaande alinea over de samenwerking met andere beleidsterreinen.<br />

Aanbeveling 2: Informatievoorziening aan de raad.<br />

Uw aanbevelingen op dit punt nemen wij graag over. In <strong>het</strong> 1 e kwartaal 2010 wordt<br />

de publicatie <strong>van</strong> <strong>het</strong> 2 e rapport “Minima in <strong>Almere</strong>”(cijfers november 2009)<br />

verwacht. Wij zullen zo veel mogelijk de aanbevolen, aanvullende informatie in dat<br />

rapport opnemen. Dit rapport zal aan de raad worden aangeboden, zodat de raad dit<br />

kan bespreken. Bij de begroting en de jaarrekening zullen de indicatoren centraal<br />

staan (zie daarvoor ook conclusie 2). Ook willen wij in deze context wijzen op de<br />

WMO-monitor waarover de raad in <strong>het</strong> najaar is geconsulteerd.<br />

Aanbeveling 3: Regierol<br />

Gezien de reikwijdte <strong>van</strong> <strong>het</strong> beleidsterrein is blijvende aandacht voor <strong>het</strong> sluitend<br />

maken <strong>van</strong> de aanpak noodzakelijk om oplossingen te vinden, ook als <strong>het</strong> niet veel<br />

voorkomende situaties betreft. Een instrument dat daarbij kan helpen is de digitale<br />

vragenlijst zoals die in <strong>het</strong> kader <strong>van</strong> de WMO wordt ontwikkeld.<br />

Het <strong>armoedebeleid</strong> is een integraal onderdeel <strong>van</strong> <strong>het</strong> WMO-beleid zodat<br />

voorkomen wordt dat de benadering zich beperkt tot smal <strong>armoedebeleid</strong>.<br />

Voor de volledigheid verwijzen wij u voorts naar onze reactie op conclusie 3.<br />

Aanbeveling 4: Besteedbaar inkomen.<br />

<strong>De</strong>ze betreft <strong>het</strong> signaal dat de groep mensen die als gevolg <strong>van</strong> tekort aan financiele<br />

middelen buiten alle registraties valt en ook buiten <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong>. U stelt<br />

terecht dat <strong>het</strong> een politieke vraag betreft of deze groep in <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong> moet<br />

worden opgenomen. Hierover gaan wij graag met de raad in gesprek.<br />

Samenvattend hebben wij waardering voor <strong>het</strong> onderzoek. Mede daardoor kunnen<br />

verbeteringen worden doorgevoerd.<br />

Hoogachtend,<br />

Het college <strong>van</strong> burgemeester en wethouders,<br />

de secretaris,<br />

de burgemeester


A.J Grootoonk<br />

A. Jorritsma-Lebbink<br />

Datum<br />

9 december 2009<br />

Ons kenmerk<br />

Pagina<br />

4/4


<strong>De</strong>el II


Armoede en <strong>armoedebeleid</strong><br />

in <strong>Almere</strong><br />

In opdracht <strong>van</strong> rekenkamer <strong>Almere</strong><br />

November 2009<br />

drs. Eelco Westerhof<br />

Marije Nanninga MSc<br />

Centrum voor Arbeid en Beleid<br />

Martinikerkhof 30<br />

9712 JH Groningen<br />

050 - 3115113<br />

cab@cabgroningen.nl<br />

www.cabgroningen.nl


Inhoudsopgave<br />

1. INLEIDING ............................................................................................... 3<br />

1.1. LEESWIJZER .............................................................................................. 4<br />

2. ACHTERGROND EN VRAAGSTELLING ........................................................ 5<br />

2.1. ONDERZOEKSVRAAG .................................................................................... 5<br />

2.2. TOETSINGSKADER ....................................................................................... 6<br />

2.3. METHODOLOGIE ......................................................................................... 6<br />

3. ARMOEDE EN ARMOEDE IN ALMERE ......................................................... 8<br />

3.1. DEFINITIE VAN ARMOEDE EN ARMOEDEBELEID ....................................................... 8<br />

3.2. ARMOEDE IN ALMERE ................................................................................. 10<br />

3.3. OMVANG VAN ARMOEDE ............................................................................... 11<br />

3.4. SAMENVATTING ........................................................................................ 14<br />

4. VISIE EN BELEID .................................................................................... 16<br />

4.1. SPEELVELD ............................................................................................. 16<br />

4.2. VISIE ................................................................................................... 16<br />

4.3. BELEID .................................................................................................. 18<br />

4.4. INTEGRAAL BELEID EN SAMENWERKING ............................................................. 21<br />

4.5. SAMENVATTING ........................................................................................ 24<br />

5. AANBOD, GEBRUIK EN UITVOERING ....................................................... 25<br />

5.1. VOORZIENINGEN ...................................................................................... 25<br />

5.2. GEBRUIK EN NIET-GEBRUIK VOORZIENINGEN ...................................................... 33<br />

5.3. FINANCIËN EN UITVOERINGSKOSTEN ................................................................ 38<br />

5.4. SAMENVATTING ........................................................................................ 40<br />

6. CONCLUSIE ............................................................................................. 42<br />

6.1. ALGEHELE CONCLUSIE ................................................................................ 42<br />

6.2. BEANTWOORDING VAN DE DEELVRAGEN ............................................................ 44<br />

BIJLAGE 1. METHODOLOGISCHE VERANTWOORDING ....................................... 51<br />

BIJLAGE 2 BESCHRIJVING CASUSSEN .............................................................. 54<br />

BIJLAGE 3 BESCHRIJVING EXTERNE ORGANISATIES ........................................ 56<br />

Armoede en Armoedebeleid in <strong>Almere</strong><br />

CAB 2


1. Inleiding<br />

Armoede wordt binnen de Europese Unie gedefinieerd als een situatie waarin middelen<br />

(materieel, cultureel en sociaal) voor mensen zo beperkt zijn, dat zij zijn uitgesloten<br />

<strong>van</strong> deelname aan <strong>het</strong> minimaal aanvaardbare levenspatroon dat in de lidstaat gangbaar<br />

is. Hierin komt zowel de financiële als de sociale dimensie aan de orde. Men<br />

spreekt in dit verband <strong>van</strong> ‘stille armoede’ of ‘armoede’ respectievelijk ‘sociale uitsluiting’.<br />

Sociale uitsluiting wordt omschreven als een vernauwing <strong>van</strong> de sociale leefwereld,<br />

een eenzijdig relatienetwerk, <strong>het</strong> voortdurend hanteren <strong>van</strong> zogenaamde overlevingsstrategieën<br />

en <strong>het</strong> ontbreken <strong>van</strong> toekomstperspectief. Aan <strong>het</strong> relatieve begrip armoede<br />

is door <strong>het</strong> Centraal Bureau voor de Statistiek geen absolute <strong>uitwerking</strong> gegeven.<br />

Wel bestaat een absolute armoedegrens die is gerelateerd aan de beleidsmatig<br />

vastgestelde inkomensgrenzen (de bijstand).<br />

Armoede kent vaak een groot aantal oorzaken en wordt getypeerd als een complex en<br />

veelzijdig probleem met een multidimensionaal karakter. Factoren die een rol spelen 1<br />

zijn werkloosheid, langdurige afhankelijkheid <strong>van</strong> een uitkering, sterke toename <strong>van</strong><br />

vaste lasten, ingewikkeldheid <strong>van</strong> regelingen en beperkte sociale vaardigheden <strong>van</strong><br />

mensen. <strong>De</strong> kans op armoede houdt verband met de persoon zelf, met de gezinssituatie,<br />

de groep waartoe men behoort en de arbeidsmarkt.<br />

Om armoede te bestrijden nemen <strong>het</strong> Rijk en gemeenten vaak beleidsmaatregelen die<br />

zijn gericht op vier speerpunten:<br />

1. bevordering <strong>van</strong> participatie (via bijvoorbeeld stimuleringsfondsen en stadspassen);<br />

2. inkomensondersteuning (via bijvoorbeeld <strong>het</strong> toeslagenbeleid);<br />

3. beperking <strong>van</strong> vaste lasten en bevordering <strong>van</strong> rondkomen (via bijvoorbeeld<br />

<strong>het</strong> kwijtschelden <strong>van</strong> gemeentelijke belastingen);<br />

4. aandacht voor de uitvoering (bijvoorbeeld <strong>het</strong> terugdringen <strong>van</strong> niet-gebruik<br />

<strong>van</strong> voorzieningen).<br />

Beleidsdoelen <strong>van</strong> <strong>het</strong> gemeentelijk <strong>armoedebeleid</strong> zijn vaak gekoppeld aan een of<br />

meerdere <strong>van</strong> deze speerpunten.<br />

<strong>De</strong> rekenkamer <strong>van</strong> de gemeente <strong>Almere</strong> geeft aan dat armoede een ingewikkeld,<br />

breed en ook enigszins subjectief begrip is. Het is volgens haar breder dan `technisch<br />

vaststellen’ of een persoon/huishouden in aanmerking komt voor financiële inkomensondersteuning<br />

of op ondersteuning bij noodzakelijke schuldsanering is aangewezen.<br />

<strong>De</strong> gemeente biedt en heeft volgens de rekenkamer meer mogelijkheden om de leefsituatie<br />

<strong>van</strong> haar inwoners te verbeteren (waaronder de verbetering <strong>van</strong> de inkomenssituatie).<br />

In <strong>Almere</strong> is <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong> gebaseerd op de Nota Armoedebeleid uit<br />

2007. <strong>De</strong> Rekenkamer wil onderzoeken hoe dit beleid in de praktijk uitwerkt en tot<br />

welke verbeteringen (aanbevelingen) in beleid, regels en samenwerking dat zou moeten<br />

leiden. Hiervoor heeft zij de volgende centrale onderzoeksvraag opgesteld:<br />

In hoeverre levert <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong> een bijdrage aan <strong>het</strong> verbeteren <strong>van</strong> <strong>het</strong> toekomstperspectief<br />

<strong>van</strong> de doelgroep(en) <strong>van</strong> <strong>het</strong> beleid<br />

In dit rapport zal aan de hand <strong>van</strong> een door <strong>het</strong> CAB uitgevoerd onderzoek antwoord<br />

worden gegeven op deze vraag.<br />

1 Armoedemonitor 2005, SCP, november 2005<br />

Armoede en Armoedebeleid in <strong>Almere</strong><br />

CAB 3


1.1. Leeswijzer<br />

Het rapport bestaat uit een aantal hoofdstukken waarin verschillende onderdelen <strong>van</strong><br />

armoede en <strong>armoedebeleid</strong> worden behandeld. Elk hoofdstuk zal worden afgesloten<br />

met een samenvatting.<br />

In hoofdstuk 2 <strong>van</strong> <strong>het</strong> rapport wordt de onderzoeksvraag weergegeven. Daarnaast<br />

bevat dit hoofdstuk een beschrijving <strong>van</strong> <strong>het</strong> toetsingskader voor <strong>het</strong> onderzoek en<br />

een beschrijving <strong>van</strong> de methode <strong>van</strong> onderzoek.<br />

Hoofdstuk 3 geeft een beschrijving <strong>van</strong> armoede en armoedeproblematiek. Hierbij<br />

wordt onderscheid gemaakt tussen <strong>het</strong> landelijke beeld en de situatie in <strong>Almere</strong>. Tevens<br />

wordt een beeld gegeven <strong>van</strong> de om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> armoede in de gemeente.<br />

In hoofdstuk 4 wordt ingegaan op de wijze waarop <strong>het</strong> onderwerp armoede is ingebed<br />

in de visie <strong>van</strong> de gemeente en <strong>het</strong> daarbij behorende beleid.<br />

Hoofdstuk 5 richt zich op <strong>het</strong> aanbod, <strong>het</strong> gebruik en de uitvoering <strong>van</strong> <strong>het</strong> beleid.<br />

Hierbij gaat <strong>het</strong> om de aangeboden voorzieningen, <strong>het</strong> gebruik hier<strong>van</strong> en de daarmee<br />

samenhangende kosten.<br />

Tot slot volgt in hoofdstuk 6 de conclusie die op basis <strong>van</strong> <strong>het</strong> onderzoek getrokken<br />

kan worden. Ook zullen hier de deelvragen <strong>van</strong> <strong>het</strong> onderzoek beantwoord worden.<br />

Voor <strong>het</strong> onderzoek zijn interviews gehouden met inwoners <strong>van</strong> <strong>Almere</strong> die met armoede<br />

te maken hebben. Door <strong>het</strong> hele rapport heen zijn ter illustratie delen <strong>van</strong> deze<br />

interviews in kaders opgenomen. Om inzicht te geven in de persoonlijke omstandigheden<br />

<strong>van</strong> de inwoners, wordt hieronder een korte beschrijving weergegeven. <strong>De</strong> gehele<br />

portretten zijn opgenomen in de bijlage. Bij de betreffende kaders wordt aangegeven<br />

om welke casus <strong>het</strong> gaat.<br />

Casus 1<br />

Mevrouw <strong>van</strong> 65 jaar die langdurig gebruik heeft gemaakt <strong>van</strong> een bijstandsuitkering en<br />

momenteel een AOW-uitkering ont<strong>van</strong>gt.<br />

Casus 2<br />

Alleenstaande moeder <strong>van</strong> Surinaamse afkomst met drie thuiswonende kinderen. Er is<br />

sprake <strong>van</strong> schuldenproblematiek. Mevrouw werkt momenteel niet. Via een traject bij<br />

SagEnn ont<strong>van</strong>gt zij €1.000 netto per maand.<br />

Casus 3<br />

Alleenstaande moeder <strong>van</strong> 32 jaar met dochter <strong>van</strong> zes jaar. Zij werkt zo’n drie dagen<br />

per week en ont<strong>van</strong>gt daarnaast een aanvullende uitkering.<br />

Casus 4<br />

Getrouwde vrouw <strong>van</strong> Armeense afkomst met twee oudere kinderen die niet meer thuis<br />

wonen. Meneer is arbeidsongeschikt en werkt in een WSW-dienstverband.<br />

Casus 5<br />

Nederlands stel met twee jonge kinderen. Meneer werkt en verdient een inkomen boven<br />

bijstandsniveau. Door schuldenproblematiek legt de belasting beslag op een deel <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />

inkomen, waardoor zij relatief weinig financiële middelen overhouden. Zij kunnen echter<br />

geen aanspraak maken op voorzieningen <strong>van</strong> de gemeente. Ze ont<strong>van</strong>gen voedselpakketten<br />

<strong>van</strong> <strong>het</strong> Voedselloket <strong>Almere</strong>.<br />

Armoede en Armoedebeleid in <strong>Almere</strong><br />

CAB 4


2. Achtergrond en vraagstelling<br />

In dit hoofdstuk wordt een <strong>uitwerking</strong> <strong>van</strong> de onderzoeksvraag <strong>van</strong> de Rekenkamer<br />

<strong>Almere</strong> weergegeven. Vervolgens wordt <strong>het</strong> toetsingskader gesc<strong>het</strong>st en volgt een<br />

toelichting op de onderzoeksopzet.<br />

2.1. Onderzoeksvraag<br />

<strong>De</strong> Rekenkamer <strong>Almere</strong> heeft voor dit onderzoek de volgende hoofdonderzoeksvraag<br />

geformuleerd:<br />

In hoeverre levert <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong> een bijdrage aan <strong>het</strong> verbeteren <strong>van</strong> <strong>het</strong> toekomstperspectief<br />

<strong>van</strong> de doelgroep(en) <strong>van</strong> beleid<br />

<strong>De</strong>ze centrale onderzoeksvraag is door de Rekenkamer uitgesplitst naar een drietal<br />

deelonderzoeken:<br />

1. <strong>De</strong> om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> de doelgroep <strong>van</strong> beleid (probleemgericht)<br />

<strong>De</strong> vraag die bij dit deel <strong>van</strong> <strong>het</strong> onderzoek beantwoord dient te worden is: ‘Op welke<br />

wijze draagt <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong> bij aan de ambities als verwoord in de Programmabegroting’.<br />

2. Het aanbod <strong>van</strong> voorzieningen en ondersteuning door de gemeente en maatschappelijke<br />

organisaties (aanbodgericht)<br />

<strong>De</strong> vraag die bij dit deel <strong>van</strong> <strong>het</strong> onderzoek beantwoord dient te worden is: ‘Hoe geeft<br />

de gemeente inhoud en uitvoering aan de regierol <strong>van</strong> <strong>het</strong> (bredere) <strong>armoedebeleid</strong>’<br />

3. <strong>De</strong> toegankelijkheid <strong>van</strong> <strong>het</strong> aanbod voor de doelgroep (vraaggericht)<br />

<strong>De</strong> vraag die bij dit deel <strong>van</strong> <strong>het</strong> onderzoek beantwoord dient te worden is: ‘Hoe toegankelijk<br />

is <strong>het</strong> Almeerse <strong>armoedebeleid</strong> voor de doelgroep(en)’<br />

Voor elk <strong>van</strong> de deelonderzoeken is een aantal specifieke subvragen opgesteld;<br />

1. <strong>De</strong> om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> de doelgroep <strong>van</strong> beleid (probleemgericht)<br />

o<br />

o<br />

o<br />

o<br />

o<br />

Wanneer is er sprake <strong>van</strong> een armoedesituatie<br />

Wat houdt <strong>het</strong> gemeentelijke <strong>armoedebeleid</strong> in<br />

Wat zijn de doelstellingen <strong>van</strong> <strong>het</strong> beleid<br />

Welke middelen zijn er voor <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong> beschikbaar<br />

Welke resultaten zijn bereikt en tegen welke kosten<br />

2. Het aanbod <strong>van</strong> voorzieningen en ondersteuning door de gemeente en maatschappelijke<br />

organisaties (aanbodgericht)<br />

o Hoe voert de gemeente haar regierol uit naar de externe betrokken partijen<br />

<strong>van</strong>uit de ‘brede’ definitie <strong>van</strong> armoede<br />

o Hoe wordt de integraliteit met de beleidsvelden <strong>van</strong> o.a. de WWB, Schuldhulpverlening,<br />

WMO, huisvesting, onderwijs en vrije tijd zeker gesteld<br />

o Hoe worden de passieve doelgroepen door de uitvoerende instanties bereikt<br />

Armoede en Armoedebeleid in <strong>Almere</strong><br />

CAB 5


3. <strong>De</strong> toegankelijkheid <strong>van</strong> <strong>het</strong> aanbod voor de doelgroep (vraaggericht)<br />

o Hoe vindt de doelgroep zijn weg naar de voorzieningen<br />

o In hoeverre is er een relatie tussen armoede, schulden en schuldhulpverlening<br />

o Sluiten de voorzieningen aan bij de vraag/behoefte<br />

o Hoe ‘makkelijk’ is <strong>het</strong> de voorzieningen te verkrijgen<br />

o Welke ondersteuning is er voor de doelgroep beschikbaar en in hoeverre wordt<br />

daar<strong>van</strong> gebruik gemaakt<br />

o In welke mate worden ‘passieve’ doelgroepen bereikt<br />

2.2. Toetsingskader<br />

Armoedebeleid is lokaal sociaal beleid waaraan weinig landelijke wet- en regelgeving<br />

ten grondslag ligt. Voor de toetsing <strong>van</strong> <strong>het</strong> beleid zijn vooraf dan ook weinig harde<br />

criteria op te stellen. <strong>De</strong> toetsing op landelijke wet- en regelgeving beperkt zich daarom<br />

tot:<br />

o Wetgeving bijzondere bijstand<br />

o Wetgeving langdurigheidstoeslag<br />

o Wetgeving categoriaal beleid<br />

o Wetgeving schuldhulpverlening<br />

Om <strong>het</strong> beleid te kunnen beoordelen is daarom een beoordelingskader opgesteld. Dit<br />

beoordelingskader is gebaseerd op de methode <strong>van</strong> realistic evaluation. Uitgangspunt<br />

<strong>van</strong> deze methode is dat er, naast de harde criteria waaraan <strong>het</strong> beleid moet voldoen,<br />

ook gekeken wordt of <strong>het</strong> gevoerde beleid voldoet aan impliciete en expliciete noties<br />

over de gehanteerde beleidsdoelstellingen en de uitvoeringspraktijk.<br />

Voor de beleidsbeoordeling houdt dit in dat er gekeken wordt naar de volgende aspecten:<br />

o Benutting <strong>van</strong> de mogelijkheden die de gemeente heeft voor minimabeleid;<br />

o Lijn in visie (bestuurlijk), beleid (management en beleidsmedewerkers) en uitvoering<br />

(klantmananagers, coaches etc.);<br />

o Consistentie beleid (eenduidigheid in de beschrijving beleid en eventuele uitvoering<br />

daar<strong>van</strong> (kwantitatief));<br />

o Eenduidige toepassing en interpretatie <strong>van</strong> beleid (kwalitatief);<br />

o Formulering en meetbaarheid <strong>van</strong> doelen;<br />

o Doelrealisatie;<br />

o Effectiviteit en efficiëntie.<br />

<strong>De</strong> te beoordelen aspecten zijn niet allemaal <strong>van</strong> te voren bekend en zullen tijdens <strong>het</strong><br />

onderzoek vorm krijgen. In de komende hoofdstukken zullen alle aspecten voorbij<br />

komen, waarna in de conclusie de beoordeling kan plaatsvinden.<br />

Het onderzoek geeft verder specifieke aandacht aan de beleving <strong>van</strong> direct betrokkenen<br />

en de wijze waarop externe samenwerkingspartijen <strong>het</strong> beleid <strong>van</strong> de gemeente<br />

beoordelen.<br />

Als in <strong>het</strong> beleid en de uitvoering daar<strong>van</strong> afgeweken wordt <strong>van</strong> gestelde uitgangspunten,<br />

visie of doelen, zal dit in de rapportage en de conclusies vermeld worden. Dit<br />

geldt zowel voor de gemeente als de extern betrokken partijen.<br />

Armoede en Armoedebeleid in <strong>Almere</strong><br />

CAB 6


<strong>De</strong> onderzoeksperiode beperkt zich tot de jaren 2006 t/m 2008. Daar waar na deze<br />

periode wijzigingen in <strong>het</strong> beleid hebben plaatsgevonden, wordt dit benoemd.<br />

2.3. Methodologie<br />

Het onderzoek is uitgevoerd aan de hand <strong>van</strong> verschillende onderzoeksmethoden. Het<br />

gaat hierbij om:<br />

o Document- en literatuurstudie waarbij zowel bronnen <strong>van</strong> de gemeente als andere<br />

bronnen gebruikt zijn;<br />

o Interviews met sleutelfiguren binnen de gemeente;<br />

o Webenquête onder alle externe partijen die betrokken zijn bij armoede en <strong>armoedebeleid</strong><br />

in de gemeente <strong>Almere</strong>;<br />

o Interviews met externe partijen. Op basis <strong>van</strong> de documentstudie zijn een aantal<br />

externe partijen geselecteerd voor een interview;<br />

o Casestudies.<br />

In de bijlage is een lijst <strong>van</strong> gebruikte documenten en geïnterviewde personen opgenomen.<br />

Tevens wordt hier nader toegelicht hoe de cases geselecteerd zijn.<br />

Armoede en Armoedebeleid in <strong>Almere</strong><br />

CAB 7


3. Armoede en armoede in <strong>Almere</strong><br />

In dit hoofdstuk wordt een overzicht gegeven <strong>van</strong> de verschillende definities die voor<br />

armoede worden gehanteerd in Nederland en <strong>het</strong> hierbij behorende beleid. Vervolgens<br />

zal ingegaan worden op de situatie in <strong>Almere</strong>. Hierbij wordt zowel gekeken naar de definitie<br />

als de om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> armoede in <strong>Almere</strong><br />

3.1. <strong>De</strong>finitie <strong>van</strong> armoede en <strong>armoedebeleid</strong><br />

Armoede is een breed begrip. Veel mensen denken bij armoede aan derdewereldlanden<br />

waar mensen sterven <strong>van</strong> de honger. Toch wordt er ook in Nederland over armoede<br />

gesproken. <strong>De</strong> vraag hierbij is: wat is armoede en waar vindt <strong>het</strong> plaats<br />

Het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) en <strong>het</strong> Centraal Bureau voor de Statistiek<br />

(CBS) brengen sinds 1997 jaarlijks de armoede-monitor uit. In deze monitor worden<br />

twee armoedegrenzen gebruikt:<br />

o <strong>De</strong> lage-inkomensgrens: huishoudens met een inkomen tot 125% <strong>van</strong> <strong>het</strong> sociaal<br />

minimum 2 .<br />

o <strong>De</strong> beleidsmatige grens: huishoudens met een inkomen tot 105% <strong>van</strong> <strong>het</strong> sociaal<br />

minumum.<br />

Het gaat hierbij om een vrij technische benadering <strong>van</strong> armoede, waarbij alleen gekeken<br />

wordt naar de inkomsten <strong>van</strong> personen en huishoudens. In de publicatie gemeentelijk<br />

<strong>armoedebeleid</strong> 3 wordt een bredere definitie gehanteerd:<br />

‘Armoede is een complex verschijnsel met veelal samenhangende dimensies als inkomen,<br />

maatschappelijke participatie, opleidingsniveau, gezondheid, zelfredzaamheid,<br />

woon- en leefomgeving, waarin <strong>het</strong> toekomstperspectief een belangrijk onderscheidend<br />

kenmerk is. Dit vooral in situaties waar nauwelijks uitzicht is op werk of<br />

verandering <strong>van</strong> leefsituatie. Armoede in deze brede betekenis is sociale uitsluiting.<br />

Armoede in smalle zin wordt beschouwd als een tekort aan financiële middelen.’<br />

Bij deze definitie neemt men naast <strong>het</strong> inkomen dus meer indicatoren mee. <strong>De</strong> denktank<br />

Armoedebestrijding 4 geeft aan dat armoede niet gerelateerd kan worden aan een<br />

grens waarbij men bij een bepaald inkomen met een aantal euro’s meer niet arm<br />

meer is. Zij geeft aan dat armoede gezien moet worden als een participatieprobleem.<br />

Hierbij ligt de nadruk er op dat iedereen mee moet kunnen doen ongeacht de financiële<br />

situatie. Op basis hier<strong>van</strong> heeft de denktank een aantal vormen <strong>van</strong> armoede beschreven:<br />

1. <strong>De</strong> harde kern. Enkele duizenden gezinnen leven al een langere periode, vaak<br />

meerdere generaties, in armoede. Vaak doet zich hier een combinatie <strong>van</strong> factoren<br />

voor: lage opleiding, slechte gezondheid (geestelijk en lichamelijk) en een<br />

continue schuldenproblematiek.<br />

2. Langdurige uitkeringsafhankelijkheid. <strong>De</strong>ze groep bevat vooral eenoudergezinnen<br />

met een Wwb-uitkering en gezinnen die al langere tijd <strong>van</strong> een minimale WAOuitkering<br />

moeten rondkomen. In beide groepen zijn allochtone gezinnen sterk ver-<br />

2<br />

Het sociaal minimum is <strong>het</strong> bestaansminimum zoals wettelijk vastgelegd.<br />

3<br />

SGBO /StimulanSZ (2005) Gemeentelijk <strong>armoedebeleid</strong>, <strong>De</strong>n Haag<br />

4<br />

<strong>De</strong>nktank armoedebestrijding (2004) Doen en meedoen, Utrecht<br />

Armoede en Armoedebeleid in <strong>Almere</strong><br />

CAB 8


tegenwoordigd. Als deze situatie langer dan drie jaar duurt, wordt de binding met<br />

de maatschappij in tal <strong>van</strong> opzichten problematisch. Er is sprake <strong>van</strong> een aantal<br />

factoren dat elkaar versterkt, er ontstaat een negatieve spiraal: geen arbeidsparticipatie<br />

en weinig geld om op een andere manier “mee te doen”.<br />

3. Werkende armen. Meer dan de helft <strong>van</strong> de alleenstaande ouders heeft wel betaald<br />

werk, maar dit is vaak niet <strong>van</strong> voldoende om<strong>van</strong>g of niveau om meer te<br />

verdienen dan een uitkering. Tot deze groep behoren ook grote groepen agrarische<br />

gezinnen en kleine middenstanders: zelfs als hun inkomen feitelijk onder de<br />

armoedegrens ligt, doen zij vaak geen beroep op voorliggende voorzieningen<br />

<strong>van</strong>wege <strong>het</strong> taboe op armoede.<br />

4. <strong>De</strong> nieuwe armen. Een groeiende groep gezinnen krijgt te maken met een plotseling<br />

sterk veranderende financiële situatie, bijvoorbeeld door werkloosheid, faillissement<br />

of echtscheiding. <strong>De</strong>ze gezinnen hebben vaak problemen om <strong>het</strong> uitgavenpatroon<br />

aan te passen aan de nieuwe situatie. Daardoor kunnen schulden en<br />

structurele armoede ontstaan.<br />

5. Frictie armen. Frictiearmoede doet zich voor als er sprake is <strong>van</strong> tijdelijke armoede.<br />

Veelal kunnen gezinnen hier wel mee omgaan, als <strong>het</strong> tenminste niet te lang<br />

duurt en ze voldoende reserves hebben.<br />

6. Psychologische armoede. <strong>De</strong>ze groep is volgens de landelijke normen niet arm,<br />

maar voelt zich wel arm. <strong>De</strong>ze gezinnen vergelijken <strong>het</strong> eigen consumptiepatroon<br />

met datgene wat in de media in toenemende mate als normale of zelfs onmisbare<br />

consumptie wordt gezien, bijvoorbeeld merkkleding, hebbedingen en vakanties.<br />

Het gevoel minder te besteden te hebben kan aanzetten tot riskant financieel gedrag<br />

zoals te veel lenen, wat weer kan leiden tot feitelijke armoede.<br />

In de benadering <strong>van</strong> de <strong>De</strong>nktank armoedebestrijding wordt armoede gezien als reden<br />

om niet mee te doen of mee te kunnen doen. Hieraan liggen volgens de denktank<br />

financiële belemmeringen ten grondslag, maar ook opleidingsniveau en <strong>het</strong> ontbreken<br />

<strong>van</strong> goede voorbeelden in de nabije omgeving. Het is volgens de denktank belangrijk<br />

dat er een gedragsverandering gerealiseerd wordt die voorkomt dat generatie op generatie<br />

in armoede leeft. Armoedebeleid moet volgens de denktank dan ook uit meerdere<br />

pijlers bestaan:<br />

o<br />

o<br />

o<br />

o<br />

o<br />

Een goede en laagdrempelige toegang tot middelen;<br />

Een goede informatievoorziening en voorlichting <strong>van</strong>uit <strong>het</strong> werkveld;<br />

Meedoen mogelijk maken door afspraken over participatieondersteuning voor de<br />

doelgroep;<br />

Een goede signalering en daar waar nodig een effectieve hulpverlening om de oorzaken<br />

<strong>van</strong> armoede aan te pakken;<br />

Beleid dient op elkaar afgestemd te zijn en gemonitord te worden op effecten.<br />

Hierbij komt <strong>het</strong> er op neer dat armoede veroorzaakt wordt door belemmeringen en<br />

dat de oplossing voor armoede gelegen is in <strong>het</strong> wegnemen <strong>van</strong> deze belemmeringen,<br />

als dit mogelijk is.<br />

Uit <strong>het</strong> voorgaande blijkt dat er geen eenduidige definitie is voor armoede. Wel omvatten<br />

alle benaderingen een centraal thema: armoede in Nederland heeft een financiële<br />

grondslag die andere belemmeringen tot gevolg kan hebben.<br />

Armoede en Armoedebeleid in <strong>Almere</strong><br />

CAB 9


Armoedebeleid<br />

Landelijk zien we dat gemeenten naast de landelijke regelingen in <strong>het</strong> kader <strong>van</strong> <strong>armoedebeleid</strong>,<br />

als huurtoeslag en zorgtoeslag, een vrij standaard pallet aan armoedevoorzieningen<br />

hanteren. Het gaat hier dan om:<br />

o Bijzondere bijstand (wettelijk verplicht);<br />

o Kwijtschelding <strong>van</strong> gemeentelijke belastingen;<br />

o Collectieve ziektekostenverzekeringen;<br />

o Categoriale regeling chronisch zieken en gehandicapten en ouderen;<br />

o Participatiefondsen, bijvoorbeeld bijdrage in kosten voor sport of cultuur;<br />

o Budgetcursussen;<br />

o Schuldhulpverlening (wettelijk verplicht open te stellen voor de gehele bevolking).<br />

<strong>De</strong>ze gemeentelijke voorzieningen zijn vrijwel allemaal inkomensondersteunend. Hierbij<br />

is <strong>het</strong> belangrijk op te merken dat <strong>het</strong> inkomensbeleid landelijk geregeld wordt en<br />

dat <strong>het</strong> gemeentelijke <strong>armoedebeleid</strong> slechts een heel beperkt gedeelte <strong>van</strong> <strong>het</strong> jaarinkomen<br />

<strong>van</strong> de doelgroep bepaalt. Volgens onderzoek komt dit neer op zo’n 3 tot<br />

5%.<br />

Vanuit de verschillende studies en adviezen die verschenen zijn kan <strong>armoedebeleid</strong> ingedeeld<br />

worden in drie categorieën die naast elkaar kunnen bestaan:<br />

1. Curatief <strong>armoedebeleid</strong>: <strong>het</strong> beleid en de instrumenten zijn er op gericht om een<br />

bestaande armoedesituatie te verzachten of herstellen. Dit beleid bestaat uit financiële<br />

tegemoetkomingen voor de doelgroep.<br />

2. Preventief <strong>armoedebeleid</strong>: <strong>het</strong> beleid en de instrumenten zijn er op gericht om een<br />

situatie <strong>van</strong> armoede te voorkomen. <strong>De</strong>ze vorm <strong>van</strong> beleid bestaat uit voorlichting,<br />

cursussen en een goede signaleringsfunctie onder risicogroepen.<br />

3. Activerend <strong>armoedebeleid</strong>: <strong>het</strong> beleid en de instrumenten zijn er op gericht om<br />

participatieproblemen en sociaal isolement te voorkomen of te herstellen. <strong>De</strong>ze<br />

vorm <strong>van</strong> beleid bestaat uit verschillende vormen <strong>van</strong> participatiebevordering en<br />

<strong>het</strong> wegnemen <strong>van</strong> belemmeringen hiervoor. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht<br />

worden aan re-integratie, verslavingszorg of psychische begeleiding.<br />

Armoede door schuldenproblematiek<br />

Naast armoede die voortkomt uit een laag inkomen, bestaat er ook armoede die veroorzaakt<br />

wordt door een tekort aan besteedbare middelen. Hierbij gaat <strong>het</strong> ondermeer<br />

om huishoudens die een inkomen hebben dat ver boven de armoedegrens ligt, maar<br />

die door schuldenproblematiek weinig overhouden om te besteden of om personen<br />

met een tophypotheek, die weliswaar voldoende inkomen hebben, maar door hoge<br />

lasten weinig bestedingsruimte overhouden. In alle definities <strong>van</strong> armoede vallen deze<br />

groepen buiten boord, hoewel zij in <strong>het</strong> dagelijks bestaan even grote problemen kunnen<br />

hebben.<br />

3.2. Armoede in <strong>Almere</strong><br />

<strong>De</strong>finitie<br />

<strong>De</strong> gemeente <strong>Almere</strong> benoemt in haar Nota Armoedebeleid uit 2007 <strong>het</strong> volgende:<br />

‘Doel <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong> is dat mensen kunnen meedoen aan de samenleving. Met<br />

dat uitgangspunt wordt aangesloten op de veel bredere visie zoals die onder de WMO<br />

Armoede en Armoedebeleid in <strong>Almere</strong><br />

CAB 10


is ontwikkeld. Onder de WMO staat meedoen aan de samenleving centraal. Of beter<br />

gezegd, <strong>het</strong> wegnemen <strong>van</strong> belemmeringen die dat meedoen in de weg staan (<strong>het</strong><br />

compensatiebeginsel). Ook bij <strong>armoedebeleid</strong> gaat <strong>het</strong> om <strong>het</strong> treffen <strong>van</strong> maatregelen<br />

die belemmeringen helpen wegnemen.’<br />

‘Bij de <strong>uitwerking</strong> <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong> gaat <strong>het</strong> vervolgens met name om maatregelen<br />

die financiële belemmeringen opheffen. Het college kiest ervoor om maatregelen<br />

voor <strong>het</strong> opheffen <strong>van</strong> sociale belemmeringen verder te ontwikkelen in <strong>het</strong> kader <strong>van</strong><br />

de WMO. Het zou onverstandig zijn om <strong>van</strong>uit twee beleidsthema’s – <strong>armoedebeleid</strong><br />

en WMO – te gaan werken aan dezelfde voorzieningen.’<br />

In deze omschrijving is <strong>het</strong> brede karakter <strong>van</strong> <strong>armoedebeleid</strong> zichtbaar, al wordt er<br />

een duidelijke keuze gemaakt financiën onder <strong>armoedebeleid</strong> te scharen en zorg, activering<br />

en participatie onder de WMO. Door deze keuze verlaat de gemeente in feite<br />

haar uitgangspunt <strong>van</strong> de brede definitie omdat <strong>het</strong> participatieprobleem niet meer als<br />

<strong>armoedebeleid</strong> gekensc<strong>het</strong>st wordt, maar alleen als een financieel vraagstuk. In <strong>het</strong><br />

<strong>armoedebeleid</strong> stelt de gemeente een harde inkomensgrens, die neerkomt op een inkomen<br />

tot 120% <strong>van</strong> een bijstandsuitkering.<br />

Uit de interviews binnen de gemeente <strong>Almere</strong> blijkt dat ook medewerkers armoede<br />

breed definiëren. Zo noemen zij ook <strong>het</strong> niet kunnen participeren in de samenleving<br />

als een aspect <strong>van</strong> armoede, waarbij dit als gevolg <strong>van</strong> beperkte financiële middelen<br />

wordt gezien.<br />

Vanuit de externe partijen die betrokken zijn bij armoede en <strong>armoedebeleid</strong> in <strong>Almere</strong><br />

komt naar voren dat zij armoede als een inkomensvraagstuk definiëren en hiermee de<br />

smalle definitie hanteren. Uitzondering hierop is Humanitas. Zij gaat mee in de door<br />

de gemeente gewenste brede definitie door te spreken over: “Het niet meer mee kunnen<br />

doen in de maatschappij waar je leeft, sociale uitsluiting”.<br />

Oorzaken<br />

Vanuit alle verschillende partijen komen een aantal oorzaken voor armoede naar voren.<br />

Het gaat hier om:<br />

o Onverwachte ontwikkelingen als scheiding, werkloosheid of overlijden partner<br />

o Schulden en tophypotheken<br />

o Persoonlijke omstandigheden, zoals ziekte en sociale/fysieke beperkingen.<br />

Opvallend is dat de genoemde oorzaken moeilijk door de gemeente te beïnvloeden of<br />

te voorkomen zijn.<br />

3.3. Om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> armoede<br />

Uit <strong>het</strong> onderzoek komt naar voren dat de verschillende partijen die betrokken zijn bij<br />

armoede en <strong>armoedebeleid</strong> ervaren dat armoede een groot probleem is, dat zich<br />

vooral concentreert in <strong>Almere</strong> Haven, de Stedenwijk en <strong>Almere</strong> Buiten. Daarnaast<br />

denkt ment dat een groot deel <strong>van</strong> de doelgroep bestaat uit alleenstaande ouders en<br />

dat er veel stille armoede is, vooral onder ouderen. Het idee hierachter is dat de<br />

drempels om naar schuldhulpverlening te gaan voor hen hoog zijn. Tot slot wordt<br />

aangegeven dat schulden een groot probleem vormen. Inwoners met schulden komen<br />

niet altijd in aanmerking voor <strong>het</strong> minimabeleid, omdat er gekeken wordt naar inko-<br />

Armoede en Armoedebeleid in <strong>Almere</strong><br />

CAB 11


men en niet naar <strong>het</strong> besteedbaar inkomen (dat wat er na aftrek <strong>van</strong> de schuldaflossing<br />

overblijft).<br />

Tot de kwetsbare groep burgers behoren volgens <strong>het</strong> minimabeleid mensen met een<br />

slechte arbeidsmarktpositie, mensen met problematische schulden, mensen met een<br />

laag opleidingsniveau, mensen die dakloos zijn en mensen die gezondheidsproblemen<br />

hebben. Vaak gaat <strong>het</strong> om een combinatie <strong>van</strong> bovenstaande factoren.<br />

Om zicht te krijgen op de harde gegevens achter deze beelden is <strong>het</strong> <strong>van</strong> belang om<br />

de om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> de doelgroep te kunnen bepalen. Hierbij is <strong>het</strong> belangrijk de juiste definitie<br />

te gebruiken. Binnen de gemeente <strong>Almere</strong> wordt, zoals eerder genoemd, een<br />

brede definitie <strong>van</strong> armoede gehanteerd. Echter, om in aanmerking te komen voor de<br />

voorzieningen hanteert men een inkomensgrens. Hierdoor bestaat de doelgroep <strong>van</strong><br />

<strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong> <strong>van</strong> de gemeente <strong>Almere</strong> uit huishoudens met een inkomen tot<br />

120% <strong>van</strong> de bijstandsnorm.<br />

<strong>De</strong> gemeente <strong>Almere</strong> voert tweejaarlijks een onderzoek uit naar minima in <strong>Almere</strong> 5 .<br />

Het laatste onderzoek komt uit 2009 en geeft een beeld <strong>van</strong> de stand <strong>van</strong> zaken in<br />

2008. Uit dit onderzoek komt naar voren dat 11.600 huishoudens in <strong>Almere</strong> een inkomen<br />

tot 120% <strong>van</strong> de <strong>het</strong> sociaal minimum hebben. Dit komt neer op 15% <strong>van</strong> alle<br />

huishoudens in <strong>Almere</strong>, wat overeen komt met <strong>het</strong> landelijk gemiddelde 6 . Armoede is<br />

daarmee aanwezig in <strong>Almere</strong>, maar <strong>het</strong> probleem is niet groter dan elders.<br />

In de onderstaande tabel worden de huishoudens weergegeven bij verschillende inkomensgrenzen.<br />

<strong>De</strong>ze inkomensgrenzen kunnen worden gerelateerd aan de grenzen<br />

die de gemeente <strong>Almere</strong> gebruikt in haar <strong>armoedebeleid</strong>. Tevens bevat de tabel een<br />

vergelijking met 2004.<br />

Ta<br />

Tabel 1. Om<strong>van</strong>g doelgroep voor <strong>armoedebeleid</strong>, cumulatief<br />

Aantal huishoudens<br />

2008<br />

% <strong>van</strong> alle huishoudens<br />

2008<br />

Aantal huishoudens<br />

2004<br />

Tot 105% 7.030 9% 6.060<br />

Tot 120% 11.600 15% 18.230*<br />

Tot 140% 12.957 17%<br />

* In 2004 werd een grens <strong>van</strong> 130% <strong>van</strong> de norm weergegeven.<br />

Bron: Minima in <strong>Almere</strong> 2006 en 2009<br />

Opvallend is dat de groep tot 105% <strong>van</strong> <strong>het</strong> sociaal minimum veel groter is dan <strong>het</strong><br />

bijstandsbestand <strong>van</strong> de gemeente. Er zijn 3700 huishoudens met een bijstandsuitkering.<br />

Dit houdt in dat er een grote groep huishoudens is die een laag inkomen heeft,<br />

maar geen bijstand of aanvullende bijstand ont<strong>van</strong>gt. Zij houdt dus op eigen wijze <strong>het</strong><br />

hoofd boven water, door zelf te voorzien in een klein inkomen of een andere uitkering<br />

te ont<strong>van</strong>gen.<br />

Verder zien we een lichte stijging <strong>van</strong> <strong>het</strong> aantal huishoudens met een minimum inkomen<br />

(tot 105%). <strong>De</strong>ze stijging staat echter in geen verhouding tot de stijging <strong>van</strong><br />

<strong>het</strong> totaal aantal huishoudens in de gemeente <strong>Almere</strong>. <strong>De</strong> groep huishoudens met een<br />

licht hoger inkomen dan <strong>het</strong> minimum is de afgelopen vier jaar afgenomen.<br />

5<br />

Gemeente <strong>Almere</strong> (2009) Minima in 2009, <strong>Almere</strong><br />

In de periode 2008-2010 wordt dit onderzoek volgens de gemeente jaarlijks uitgevoerd<br />

6<br />

SCP (2008) Armoedebericht 2008, <strong>De</strong>n Haag<br />

Armoede en Armoedebeleid in <strong>Almere</strong><br />

CAB 12


Wanneer we de groep huishoudens die onder <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong> <strong>van</strong> de gemeente <strong>Almere</strong><br />

valt (tot 120%) nader bekijken, dan vallen een aantal zaken op:<br />

Samenstelling huishoudens<br />

Bijna de helft <strong>van</strong> de minimahuishoudens bestaat uit alleenstaanden en bijna een<br />

kwart zijn alleenstaande ouders. In 41% <strong>van</strong> de minimahuishoudens zijn kinderen<br />

aanwezig, waar<strong>van</strong> tweederde onder de twaalf jaar is.<br />

Wanneer we dit afzetten tegen de gehele bevolking <strong>van</strong> <strong>Almere</strong>, dan blijkt dat <strong>van</strong> alle<br />

alleenstaande ouders in <strong>Almere</strong> 45% als minimahuishouden kan worden bestempeld.<br />

Etniciteit<br />

<strong>De</strong> overgrote meerderheid <strong>van</strong> de minimahuishoudens bestaat uit autochtonen. Kijken<br />

we naar de relatieve vertegenwoordiging ten opzichte <strong>van</strong> alle huishoudens in <strong>Almere</strong>,<br />

dan blijkt dat een derde <strong>van</strong> alle Antilliaanse, Marokkaanse, Afrikaanse en overige niet<br />

westerse huishoudens in <strong>Almere</strong> als minimahuishouden kan worden bestempeld.<br />

Duur <strong>van</strong> de minimasituatie<br />

Bijna de helft <strong>van</strong> de minimahuishoudens leeft al drie jaar of langer in een minimumsituatie.<br />

In deze groep zijn de huishoudens die leven <strong>van</strong> een inkomen op <strong>het</strong> niveau<br />

<strong>van</strong> de bijstandsnorm oververtegenwoordigd.<br />

Leeftijd<br />

Ruim 40% <strong>van</strong> de minimahuishoudens kent een gezinshoofd dat jonger is dan 45 jaar.<br />

Opvallend is dat 29% <strong>van</strong> de minimahuishoudens een gezinshoofd kent dat ouder is<br />

dan 65 jaar, terwijl deze gezinnen maar 13% <strong>van</strong> de totale huishoudens in <strong>Almere</strong><br />

vertegenwoordigen.<br />

Geografische spreiding <strong>van</strong> armoede<br />

Vooral in de oudere wijken <strong>van</strong> <strong>Almere</strong> zijn de grootse aandelen minimahuishoudens,<br />

met name in <strong>Almere</strong> Haven en <strong>Almere</strong> Stad. Vooral de Staatsliedenwijk, de Wierden,<br />

de Hoven en Centrum Buiten kennen een hoog percentage minimahuishoudens<br />

Op basis <strong>van</strong> de cijfers kan geconcludeerd worden dat de ervaringen <strong>van</strong> betrokkenen<br />

bij armoede en <strong>armoedebeleid</strong> gestaafd kunnen worden met de realiteit. Verder valt<br />

op dat een groot deel <strong>van</strong> de minimahuishoudens niet automatisch bij de gemeente<br />

bekend is, omdat <strong>het</strong> aantal minimahuishoudens <strong>het</strong> aantal uitkeringsgerechtigden<br />

ruim overtreft.<br />

Zoals eerder aangegeven wordt de doelgroep voor armoede door de inkomensgrens<br />

afgebakend. Hierdoor vallen bijvoorbeeld niet alle mensen met schulden en tophypotheken<br />

onder de doelgroep, omdat hun inkomen over <strong>het</strong> algemeen te hoog is. Omdat<br />

deze groep divers is en vaak niet in aanraking komt met verschillende instanties, is<br />

<strong>het</strong> onmogelijk om aan te geven hoe groot deze groep is. <strong>De</strong> betrokkenen bij armoede<br />

en <strong>armoedebeleid</strong> verwachten dat de om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> deze groep aanzienlijk is. Dit kan<br />

echter niet met cijfers onderbouwd worden.<br />

Armoede en Armoedebeleid in <strong>Almere</strong><br />

CAB 13


Een moeder die samen met haar vriend en twee kinderen in de schulden zit, vertelt<br />

dat ze voor haar gevoel net buiten de boot valt voor veel regelingen: ‘Mijn vriend<br />

verdient een inkomen boven de bijstandsnorm (€1.650), dit is teveel om in aanmerking<br />

te komen voor voorzieningen als huurtoeslag, woonlastenfonds en bijzondere<br />

bijstand. Er wordt echter beslag gelegd op een deel <strong>van</strong> <strong>het</strong> loon, waardoor<br />

we iets meer dan €1.000 euro overhouden’. (Casus 5)<br />

Risicogroepen<br />

In veel onderzoeken en rapporten worden risicogroepen voor armoedeproblematiek<br />

genoemd. Er wordt daarbij vooral gewezen op huishoudens met een uitkering, ouderen<br />

met alleen een AOW-uitkering, personen met een WSW-dienstverband en de zogenaamde<br />

ZZP’ers (zelfstandigen zonder personeel). Onder deze laatste groep vallen<br />

ook agrariërs. Daarnaast worden alleenstaande ouders vaak gezien als risicogroep. In<br />

de onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven <strong>van</strong> de om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> de groepen.<br />

Hierbij is <strong>het</strong> belangrijk om te merken dat <strong>het</strong> gaat om risicogroepen en dat niet<br />

iedereen in deze groepen ook daadwerkelijk te maken heeft met armoede.<br />

Tabel 2. Inwoneraantal en om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> de risicogroepen in de gemeente <strong>Almere</strong>, 31 december 2008<br />

Risicogroep Aantal 2008<br />

Aantal inwoners 185.746<br />

Aantal 65-plussers* 13 813<br />

Arbeidsongeschikten 8 270<br />

Personen met WW-uitkering 2150<br />

Prognose doorstroom WW naar WWB 128<br />

Bijstandsgerechtigden tot 65 jaar** 3.250<br />

Bijstandsgerechtigden <strong>van</strong> 65 jaar en ouder 450<br />

Aantal WSW-ers*** 496<br />

Aantal bedrijven met 1 personeelslid (ZZP) 6409<br />

* Er zijn geen cijfers beschikbaar <strong>van</strong> inwoners met alleen AOW<br />

** inclusief IOAW en IOAZ<br />

*** aantal inwoners met WSW-dienstbetrekking of plaats op de wachtlijst per 30 juni 2008<br />

Bron: CBS, UWV, Ministerie <strong>van</strong> SZW, gemeente <strong>Almere</strong><br />

3.4. Samenvatting<br />

Het blijkt dat er geen eenduidige, altijd toepasbare definitie <strong>van</strong> armoede is. Uitgangspunt<br />

bij alle definities is dat armoede in Nederland een financiële grondslag heeft, die<br />

andere belemmeringen tot gevolg kan hebben. Er kan onderscheid gemaakt worden<br />

tussen een smalle en een brede definitie.<br />

Smalle definitie: armoede is een tekort aan financiële middelen. Hieraan kunnen inkomensgrenzen<br />

gekoppeld worden.<br />

Brede definitie: armoede is sociale uitsluiting. Door een gebrek aan financiële middelen<br />

en een toekomstperspectief wordt een actieve deelname aan de maatschappij belemmerd.<br />

Bij de brede definitie <strong>van</strong> armoede wordt dus <strong>het</strong> gevolg <strong>van</strong> een tekort aan financiële<br />

middelen gezien als armoede. Hierbij moet worden opgemerkt dat wanneer een per-<br />

Armoede en Armoedebeleid in <strong>Almere</strong><br />

CAB 14


soon voldoet aan de smalle definitie <strong>van</strong> armoede, zij niet per definitie ook onder de<br />

brede definitie valt. Er is een groep minima die wel participeert.<br />

Wanneer we kijken naar armoede in de gemeente <strong>Almere</strong>, dan zien we dat er in de<br />

beleidsstukken wordt gesproken over de brede definitie <strong>van</strong> armoede. <strong>De</strong>ze definitie<br />

wordt breed gedeeld. Het niet actief kunnen participeren in de samenleving wordt gezien<br />

als gevolg <strong>van</strong> beperkte financiële middelen. Oorzaken voor armoede worden<br />

vooral bij sociale omstandigheden <strong>van</strong> inwoners, zoals scheiding en baanverlies gelegd.<br />

<strong>De</strong>ze omstandigheden zijn door de gemeente veelal niet te voorkomen.<br />

<strong>De</strong> doelgroep voor <strong>armoedebeleid</strong> kan bepaald worden aan de hand <strong>van</strong> inkomensgrenzen.<br />

Hieruit blijkt dat 15% <strong>van</strong> de huishoudens in de gemeente <strong>Almere</strong> als minimahuishouden<br />

bestempeld kan worden. In deze groep zijn ouderen, alleenstaande ouders<br />

en bijstandsgerechtigden oververtegenwoordigd.<br />

Omdat de definities kijken naar inkomen en niet naar besteedbaar inkomen, vallen<br />

huishoudens met schulden en huishoudens met tophypotheken buiten de doelgroep.<br />

<strong>De</strong>ze huishoudens kunnen door hoge lasten echter wel een beperkte financiële bestedingsruimte<br />

hebben. <strong>De</strong> feitelijke groep die te maken heeft met armoedeproblematiek<br />

zal dus hoger liggen dan 15% <strong>van</strong> de huishoudens in <strong>Almere</strong>.<br />

Armoede en Armoedebeleid in <strong>Almere</strong><br />

CAB 15


4. Visie en beleid<br />

Armoede en <strong>armoedebeleid</strong> zijn onderwerpen die breder speelveld omvatten dan alleen<br />

de gemeente. In dit hoofdstuk wordt daarom zowel de visie <strong>van</strong> de gemeente als<br />

<strong>van</strong> andere betrokken partijen weergegeven. Tevens wordt ingegaan op <strong>het</strong> beleid dat<br />

de gemeente voert en de wijze waarop andere partijen hierin betrokken worden.<br />

4.1. Speelveld<br />

Speelveld<br />

Naast de gemeente <strong>Almere</strong> is een groot aantal andere organisaties betrokken bij <strong>het</strong><br />

onderwerp armoede. Het gaat om de volgende organisaties:<br />

o<br />

o<br />

o<br />

o<br />

o<br />

o<br />

o<br />

o<br />

o<br />

o<br />

o<br />

o<br />

o<br />

o<br />

o<br />

o<br />

o<br />

o<br />

o<br />

o<br />

Cliëntenberaad <strong>Almere</strong><br />

Fonds Bijzondere Noden<br />

Leger des Heils / Maatschappelijke Dienstverlening;<br />

Maatschappelijk Rele<strong>van</strong>te Kerken (Voedsel Loket <strong>Almere</strong> (VLA) / Kleding Loket<br />

<strong>Almere</strong>)<br />

Jeugd Sport Fonds<br />

Stichting Jeugd in Beweging<br />

Kindervakantieland<br />

Stichting Weekje weg / <strong>De</strong> Voorpost<br />

<strong>De</strong> Kunstlinie / “Art on wheels”<br />

Zorggroep <strong>Almere</strong> (AMW en Sociale Raadslieden)<br />

<strong>De</strong> Schoor<br />

Budget Bureau <strong>Almere</strong> (BBA)<br />

Inloopcentrum “<strong>De</strong> Ruimte”<br />

Vrijwilligers en Mantelzorg Centrale <strong>Almere</strong><br />

Algemene Nederlandse Bond voor Ouderen<br />

Katholieke Bond voor Ouderen<br />

Federatie Nederlandse Vakverenigingen<br />

Arme Kant <strong>Almere</strong><br />

Multi Etnische Vrouwengroep Partij <strong>van</strong> de Arbeid<br />

Humanitas<br />

4.2. Visie<br />

Wethouder Sociaal Krachtige Samenleving<br />

Bestuurlijk wordt aangegeven dat er sprake is <strong>van</strong> armoede als iemand niet in zijn of<br />

haar basisbehoeften kan voorzien. Dit hoeft in Nederland volgens de wethouder niet<br />

voor te komen, omdat er altijd wel ouders of organisaties bijspringen en er uitstekende<br />

regelingen zijn. Mocht <strong>het</strong> voorkomen dat mensen toch niet in hun basisbehoeften<br />

kunnen voorzien, dan is <strong>het</strong> aan de overheid om hier beleid op te maken. In eerste instantie<br />

is <strong>armoedebeleid</strong> Rijksbeleid. <strong>De</strong> gemeente <strong>Almere</strong> voegt volgens de wethouder<br />

extra maatregelen toe aan haar beleid voor mensen die niet mee kunnen doen.<br />

<strong>De</strong>ze maatregelen zijn volgens haar voornamelijk gericht op mensen die niet kunnen<br />

werken en zelf niets aan hun situatie kunnen doen, zoals kinderen, chronisch zieken/<br />

gehandicapten en senioren.<br />

Armoede wordt in dit kader gedefinieerd als een inkomensvraagstuk dat gevolgen voor<br />

participatie heeft.<br />

Armoede en Armoedebeleid in <strong>Almere</strong><br />

CAB 16


Op bestuurlijk niveau vindt men <strong>het</strong> belangrijk dat <strong>het</strong> onderwerp armoede maatschappelijk<br />

gedragen wordt. Niet alleen door de gemeente maar ook door organisaties<br />

en bedrijven in de stad. Zo wil de wethouder <strong>het</strong> stadsfonds in de toekomst onderbrengen<br />

bij een stichting, waar<strong>van</strong> <strong>het</strong> bestuur de regie op <strong>het</strong> fonds heeft. Bij <strong>het</strong><br />

stadsfonds zouden dan zowel <strong>het</strong> bedrijfsleven als maatschappelijke partners betrokken<br />

moeten zijn. Op deze wijze is <strong>het</strong> niet de gemeente die <strong>het</strong> stadsfonds draagt en<br />

uitvoert, maar ontstaat er volgens de wethouder meer cohesie tussen <strong>het</strong> bedrijfsleven,<br />

<strong>het</strong> maatschappelijk middenveld, de gemeente en inwoners <strong>van</strong> <strong>Almere</strong>.<br />

<strong>De</strong> gemeente moet volgens de wethouder zorgen dat er goed gebruik wordt gemaakt<br />

<strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong>. Hierbij wordt aangegeven dat werk de beste methode is om<br />

financiële problemen op te lossen, omdat op deze wijze weer voorzien wordt in een eigen<br />

inkomen. Daar waar dit niet mogelijk is, dient extra ondersteuning gegeven te<br />

worden.<br />

<strong>De</strong> wethouder is <strong>van</strong> mening dat integrale samenwerking belangrijk is, omdat een<br />

vraag in <strong>het</strong> ene domein soms opgelost kan worden door een maatregel uit <strong>het</strong> andere<br />

domein; daar waar de vraag zit, zit niet altijd de oplossing.<br />

<strong>De</strong> gemeente heeft de regie op armoede en aanpalende terreinen volgens de wethouder<br />

fors in handen. Organisaties vragen hier ook nadrukkelijk om. Binnen de gemeente<br />

zijn er netwerken <strong>van</strong> organisaties en deze hebben samen ook afspraken gemaakt.<br />

Het maakt volgens de wethouder niet uit bij welke organisatie cliënten aankloppen,<br />

omdat iedereen <strong>het</strong>zelfde netwerk heeft en dus door kan verwijzen. Zo zijn er dus<br />

meerdere loketten. Nog niet alle organisaties weten voldoende <strong>van</strong> elkaar wat ze<br />

doen. <strong>De</strong> sociale kaart zou daarom digitaal voor organisaties beschikbaar moeten zijn.<br />

Op wijkniveau zijn organisaties beter op de hoogte <strong>van</strong> elkaars diensten.<br />

<strong>De</strong> wethouder geeft aan dat burgers vooral moeten weten waar ze terecht kunnen. <strong>De</strong><br />

ideaalsituatie zou zijn dat er meerdere loketten zijn en dat organisaties verder kijken<br />

dan <strong>het</strong> onderwerp waar ze zelf mee te maken hebben. Ze moeten kijken naar achterliggende<br />

problemen en zo nodig doorverwijzen. Voorlichting over voorzieningen moet<br />

zich daarom volgens de wethouder voornamelijk richten op organisaties en minder op<br />

burgers. Wel moet de toeleiding naar dit soort hulp meer gecentraliseerd worden.<br />

Er zijn verscheidene organisaties die dezelfde diensten aanbieden. Het is goed om een<br />

palet <strong>van</strong> organisaties te hebben, omdat de ene cliënt beter bij de ene organisatie<br />

past, en een ander betere bij een andere organisatie.<br />

Uit gesprekken met betrokkenen bij armoede en <strong>armoedebeleid</strong> in de gemeente <strong>Almere</strong><br />

komt <strong>het</strong> beeld naar voren <strong>van</strong> een wetouder die betrokken is bij <strong>het</strong> onderwerp.<br />

Aangegeven wordt dat met haar aantreden de brede definitie <strong>van</strong> armoede als participatieprobleem<br />

verder is uitgewerkt en aandacht heeft gekregen. Kanttekening die geplaatst<br />

wordt is dat <strong>het</strong> abstractieniveau hoog ligt en een directe band met de uitvoering<br />

in <strong>het</strong> veld soms moeilijk terug te vinden is.<br />

<strong>Gemeenteraad</strong><br />

In de gemeenteraad <strong>van</strong> <strong>Almere</strong> heeft <strong>het</strong> onderwerp armoede de afgelopen jaren<br />

meerdere keren op de agenda gestaan. Ondermeer bij de nieuwe armoedenota <strong>van</strong><br />

2007 en bij de begrotingsbehandelingen. Uit de verschillende moties en vragen die<br />

zijn ingediend 7 komt een aantal zaken naar voren:<br />

7<br />

Voor een overzicht verwijzen wij naar de bijlage.<br />

Armoede en Armoedebeleid in <strong>Almere</strong><br />

CAB 17


o <strong>De</strong> gemeenteraad heeft <strong>het</strong> idee dat armoede een groot probleem is in de gemeente<br />

<strong>Almere</strong>;<br />

o <strong>De</strong> gemeenteraad heeft zich in meerderheid ingezet voor een <strong>armoedebeleid</strong><br />

dat voldoet aan de brede definitie <strong>van</strong> armoede, waarbij de focus ligt op participatie;<br />

o Het Voedselloket heeft speciale aandacht <strong>van</strong> de gemeenteraad, waarbij <strong>het</strong><br />

bestaan, de financiering en de noodzaak <strong>van</strong> <strong>het</strong> Voedselloket aan de orde<br />

zijn;<br />

o <strong>De</strong> raad heeft zich ingezet voor <strong>het</strong> tegengaan <strong>van</strong> niet-gebruik en de inzet<br />

<strong>van</strong> invulhulp;<br />

o Het functioneren en de werkprocessen <strong>van</strong> <strong>het</strong> Budgetbureau <strong>Almere</strong> zijn<br />

meerdere keren onderwerp <strong>van</strong> gesprek geweest.<br />

<strong>De</strong> meerderheid <strong>van</strong> de raad en de wethouder zijn tevreden over <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong><br />

en de beschikbare voorzieningen. Sommige fracties willen de inkomensgrens voor inkomensondersteunende<br />

armoederegelingen hoger zetten dan 100% <strong>van</strong> <strong>het</strong> sociaal<br />

minimum. Daarnaast is de wens <strong>van</strong> de gemeenteraad dat er ruimere regelingen komen<br />

voor chronisch zieken, gehandicapten en ouderen zodra <strong>het</strong> woonlastenfonds<br />

wegvalt.<br />

<strong>De</strong> gemeenteraad vindt <strong>het</strong> belangrijk dat <strong>het</strong> Voedselloket gesubsidieerd wordt. <strong>De</strong><br />

subsidiering <strong>van</strong> <strong>het</strong> Voedselloket is niet de eerste keuze <strong>van</strong> <strong>het</strong> college. Aangegeven<br />

wordt dat er in principe voldoende voorzieningen zijn en dat een Voedselloket niet nodig<br />

zou moeten zijn, maar dat de praktijk echter weerbarstiger is en er nu eenmaal<br />

mensen zijn die teveel uitgeven. <strong>De</strong> gemeente subsidieert daarom <strong>het</strong> voedselloket<br />

onder voorwaarde dat de voedselhulp zo kort mogelijk duurt en dat cliënten geregistreerd<br />

worden. Op deze manier kan de gemeente kijken of zij adequaat hulp in kan<br />

zetten.<br />

4.3. Beleid<br />

Sociaal programma <strong>Almere</strong>: Sociale en krachtige samenleving (SKS)<br />

Het sociaal programma <strong>Almere</strong> is een breed programma dat samenwerking met andere<br />

programma’s en samenwerking <strong>van</strong> verschillende diensten veronderstelt. Het sociaal<br />

programma omvat niet alleen voorzieningen in de inkomenssfeer, maar ook voorzieningen<br />

op <strong>het</strong> terrein <strong>van</strong> sport, cultuur, educatie, onderwijs en wijkgericht werken.<br />

<strong>De</strong>ze voorzieningen leveren allemaal een aandeel aan <strong>het</strong> motto ‘iedereen doet mee’.<br />

<strong>De</strong> ambitie <strong>van</strong> een sociaal krachtig <strong>Almere</strong> is: Niemand aan de zijlijn. <strong>De</strong> aansluitende<br />

doelstellingen zijn: iedereen doet mee, meer participatie <strong>van</strong> Almeerders met allochtone<br />

roots, sneller passende hulp voor jongeren, bewonersinitiatieven in de buurt voor<br />

jeugd, minder problemen voor minima, meer minima maatschappelijk actief en bestrijding<br />

<strong>van</strong> de schuldenproblematiek. Het einddoel is een sociaal krachtige samenleving<br />

waarin eigen verantwoordelijkheid en zorgen voor elkaar een belangrijke plaats<br />

innemen.<br />

Om deze abstracte doelen handen en voeten te geven zijn er verschillende nota’s opgesteld.<br />

Vanuit deze nota’s worden de afzonderlijke thema’s uitgewerkt. Voor dit onderzoek<br />

beperken we ons tot de armoedenota.<br />

Armoede en Armoedebeleid in <strong>Almere</strong><br />

CAB 18


Armoedenota<br />

<strong>De</strong> armoedenota <strong>van</strong> 2007 geeft <strong>uitwerking</strong> aan de wens <strong>van</strong> <strong>het</strong> college om <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong><br />

breder te maken dan alleen inkomensondersteuning en meer aandacht te<br />

geven aan participatie. Er bestond bij <strong>het</strong> college een behoefte om <strong>het</strong> al bestaande<br />

<strong>armoedebeleid</strong> te voorzien <strong>van</strong> een bredere visie en een koppeling te leggen met andere<br />

grote beleidsontwikkelingen op sociaal terrein zoals de WMO en de WWB.<br />

<strong>De</strong>finitie armoede<br />

Bestond <strong>het</strong> beleid voorheen voornamelijk uit regelingen gericht op inkomensondersteuning<br />

en was <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong> vooral curatief <strong>van</strong> aard, in de hoofdlijnennota<br />

<strong>armoedebeleid</strong> in <strong>Almere</strong> <strong>van</strong> 2007 wordt armoede breder benaderd. Zo stelt de nota:<br />

“Armoede is eigenlijk een veel complexer probleem waarbij een groot aantal zaken<br />

speelt zoals opleidingsniveau, maatschappelijke participatie, gezondheid, zelfredzaamheid,<br />

toekomstperspectief etc”. Samengevat gaat <strong>het</strong> volgens de nota om sociale uitsluiting,<br />

oftewel <strong>het</strong> onvermogen deel te nemen aan de samenleving. <strong>De</strong>ze brede definitie<br />

staat centraal in <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong>. Dat betekent volgens de nota dat armoede<br />

alleen effectief kan worden bestreden als financiële problemen opgelost worden en<br />

oorzaken <strong>van</strong> sociaal isolement weggenomen worden.<br />

Doel en uitgangspunten<br />

Uitgangspunt <strong>van</strong> de armoedenota is dat mensen mee moeten kunnen doen aan de<br />

samenleving: “Het gaat erom maatregelen te treffen die belemmeringen, die meedoen<br />

in de weg staan, helpen wegnemen (compensatiebeginsel)”.<br />

Dit uitgangspunt komt overeen met die <strong>van</strong> <strong>het</strong> WMO-beleid. In de nota wordt daarom<br />

aangegeven dat in <strong>het</strong> kader <strong>van</strong> de WMO maatregelen voor <strong>het</strong> opheffen <strong>van</strong> sociale<br />

belemmeringen ontwikkeld worden. Bij de <strong>uitwerking</strong> <strong>van</strong> <strong>armoedebeleid</strong> zal men zich<br />

net name richten op maatregelen die financiële belemmeringen opheffen. Hierbij zal<br />

<strong>van</strong>uit <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong> een signaleringsfunctie worden georganiseerd richting de<br />

WMO.<br />

In feite komt <strong>het</strong> er door deze splitsing op neer dat <strong>van</strong>uit de brede definitie <strong>van</strong> armoede<br />

twee beleidsplannen worden opgesteld. Het gedeelte over sociaal isolement en<br />

de bevordering <strong>van</strong> de maatschappelijke participatie komt bij de WMO. Voor <strong>het</strong> beschreven<br />

<strong>armoedebeleid</strong> blijft dan de smalle definitie over, namelijk <strong>het</strong> aanpakken<br />

<strong>van</strong> een financieel probleem. Wel is er één eindverantwoordelijke wethouder.<br />

<strong>De</strong> uitgangspunten <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong> sluiten aan bij de doelstellingen <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />

programma ‘Sociaal Krachtige Samenleving’:<br />

o<br />

o<br />

o<br />

o<br />

Het gemeentelijke <strong>armoedebeleid</strong> is aanvullend op Rijksbeleid;<br />

Het creëren <strong>van</strong> samenhang tussen de maatregelen in <strong>het</strong> kader <strong>van</strong> de WMO,<br />

schuldhulp en <strong>armoedebeleid</strong>;<br />

Het wegnemen <strong>van</strong> (financiële) belemmeringen om mee te doen aan de maatschappij;<br />

Werk gaat voor inkomen. Armoedebeleid moet bevorderen dat mensen hun positie<br />

verbeteren en aan <strong>het</strong> werk gaan. Succesvol <strong>armoedebeleid</strong> leidt tot een<br />

verminderde noodzaak om gebruik te maken <strong>van</strong> de maatregelen voor een<br />

kleinere groep burgers.<br />

Aan deze doelstellingen zijn een aantal speerpunten gekoppeld voor <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong>,<br />

te weten:<br />

Armoede en Armoedebeleid in <strong>Almere</strong><br />

CAB 19


o Bestandskoppeling; door KWIZ 8 , zodat <strong>het</strong> niet-gebruik en de niet-gebruikers in<br />

kaart kunnen worden gebracht;<br />

o Budgetcursussen op scholen; meegenomen in deelproject ‘Mijn G€ld’ in <strong>het</strong> kader<br />

<strong>van</strong> <strong>het</strong> ‘Project Preventie Schulden <strong>Almere</strong>’;<br />

o Invulhulp; op orde brengen <strong>van</strong> de thuisadministratie en <strong>het</strong> helpen invullen<br />

<strong>van</strong> aanvraagformulieren in <strong>het</strong> kader <strong>van</strong> <strong>het</strong> ‘Project Preventie Schulden <strong>Almere</strong>’.<br />

Humanitas, ’t Gilde/vrijwilligers-centrale <strong>Almere</strong> spelen hierbij een rol;<br />

o Categoriale bijzondere bijstand; voor chronisch zieken en gehandicapten, de<br />

aanvraag vergemakkelijken door een voorziening te ontwikkelen met vaste bedragen<br />

die niet verantwoord hoeven te worden door de cliënt;<br />

o Benchmark <strong>armoedebeleid</strong>; aangemeld bij StimulanSZ.<br />

Opvallend is dat er weinig tot geen doelen worden gesteld in de armoedenota. <strong>De</strong> genoemde<br />

doelen geven richting aan <strong>het</strong> beleid, bijvoorbeeld ”iedereen doet mee” of<br />

“ons doel is om de schuldenproblematiek te verminderen”. Hoewel de strekking <strong>van</strong><br />

deze doelen duidelijk is wordt nergens aangegeven wat <strong>het</strong> uiteindelijke resultaat<br />

dient te zijn <strong>van</strong> <strong>het</strong> gevoerde beleid: “Wanneer doet iemand mee” of “Wanneer is<br />

men tevreden met de afname <strong>van</strong> de schuldenproblematiek”<br />

Het gebrek aan doelstellingen blijkt ook uit de <strong>uitwerking</strong> <strong>van</strong> de uitgangspunten in<br />

speerpunten. <strong>De</strong>ze speerpunten gaan niet in op resultaat maar op instrumenten.<br />

Daarnaast gaat de nota wel uitgebreid in op de kosten die verbonden zijn aan de uitvoering<br />

<strong>van</strong> <strong>het</strong> beleid, maar wordt nergens aangegeven hoeveel huishoudens daarmee<br />

geholpen dienen te worden.<br />

Doordat de doelen in <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong> ontbreken en <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong> losgekoppeld<br />

wordt <strong>van</strong> de brede participatievisie, is <strong>het</strong> in de praktijk moeilijk te bepalen of<br />

<strong>het</strong> beleid daadwerkelijk effectief is en bijdraagt aan <strong>het</strong> vergroten <strong>van</strong> de participatie.<br />

In de beleidsnota wordt aandacht besteed aan een aantal doelgroepen. Hierbij gaat<br />

<strong>het</strong> om:<br />

o Ouders met schoolgaande kinderen<br />

o Ouderen<br />

o Chronisch zieken<br />

Bij de bepaling <strong>van</strong> deze doelgroepen wordt aangegeven dat zij extra ondersteuning<br />

verdienen. Uitgangspunt hierbij is dat kinderen niet de dupe mogen worden <strong>van</strong> problemen<br />

<strong>van</strong> de ouders. Voor ouderen en chronisch zieken geldt dat <strong>het</strong> voor hen moeilijk<br />

is uit de armoedeproblematiek te ontsnappen doordat werk geen optie is en armoede<br />

soms veroorzaakt wordt door persoonskenmerken.<br />

Als we de hiervoor beschreven uitgangspunten en speerpunten koppelen aan de in <strong>het</strong><br />

vorige hoofdstuk behandelde vormen <strong>van</strong> <strong>armoedebeleid</strong>, dan zien we dat <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong><br />

met name curatief <strong>van</strong> aard is. <strong>De</strong> gemeente kiest voor financiële ondersteuning<br />

of ondersteuning bij <strong>het</strong> werven <strong>van</strong> financiën. Het activerende gedeelte <strong>van</strong> <strong>armoedebeleid</strong><br />

wordt alleen via dwarsverbanden aan <strong>het</strong> bestaande beleid gekoppeld,<br />

terwijl de visie juist inzet op activerend beleid.<br />

8<br />

KWIZ is een onderzoeksbureau dat in opdracht <strong>van</strong> de gemeente de bestandskoppeling uitvoert<br />

Armoede en Armoedebeleid in <strong>Almere</strong><br />

CAB 20


4.4. Integraal beleid en samenwerking<br />

Integraal beleid<br />

Zoals eerder aangegeven is <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong> ondergebracht onder <strong>het</strong> programma<br />

Sociaal Krachtige Samenleving. In totaal zijn er in <strong>Almere</strong> vier Wethouders, die elk<br />

een bepaald programma onder zich hebben (Leren & Werken, Sociaal Krachtige Samenleving,<br />

Vrije tijd, Veiligheid, Beheer en leefomgeving, Evenwichtige en duurzame<br />

ruimtelijke ontwikkeling en Dienstverlening). Programma’s vallen vervolgens onder<br />

verschillende diensten, waarbij één dienst zich bezig houdt met meerdere programma’s.<br />

Programma’s zijn dus horizontaal en verticaal verdeeld in de organisatie.<br />

Zowel de Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling (DMO) als de Dienst Publiekszaken<br />

houdt zich bezig met de uitvoering <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong>. <strong>De</strong> beleidsmedewerker <strong>armoedebeleid</strong><br />

is ondergebracht bij de afdeling Sociale Zaken. <strong>De</strong>ze afdeling houdt zich<br />

vooral bezig met inkomensondersteuning. Het participatiegedeelte wordt ingestoken<br />

<strong>van</strong>uit DMO.<br />

<strong>De</strong> wijze waarop beleid en programma’s zijn ingedeeld binnen de gemeente <strong>Almere</strong><br />

vereist een uitstekende samenwerking tussen de verschillende diensten en afdelingen<br />

<strong>van</strong> de gemeente. Uit <strong>het</strong> onderzoek blijkt dat de wil om meer integraal samen te<br />

gaan werken er binnen alle lagen <strong>van</strong> de gemeente <strong>Almere</strong> is. In de praktijk blijkt dat<br />

<strong>het</strong> vooral op bestuurlijk, managements- en beleidsniveau toegepast wordt. Op uitvoeringsniveau<br />

werkt men weinig met elkaar samen. Men is onvoldoende op de hoogte<br />

<strong>van</strong> elkaars voorzieningen, er is geen gezamenlijk loket en er is weinig sprake <strong>van</strong><br />

warme doorverwijzing. Er is geen directe koppeling tussen <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong> en <strong>het</strong><br />

re-integratiebeleid. Armoederegelingen worden bijvoorbeeld niet automatisch aangevraagd<br />

voor mensen met een bijstandsuitkering (met uitzondering <strong>van</strong> kwijtschelding<br />

en de eenmalige uitkering). Ook wordt <strong>het</strong> minimabeleid niet toegepast in de WMO.<br />

<strong>De</strong> eigen bijdrage wordt bijvoorbeeld niet kwijtgescholden voor mensen die te maken<br />

hebben met armoede. <strong>De</strong> klantmanagers re-integratie geven aan afgerekend te worden<br />

op uitstroomcijfers, zijn kunnen een cliënt sinds kort wel op ‘maatschappelijk actief’<br />

in hun systeem zetten.<br />

<strong>De</strong>ze voorbeelden tonen aan dat de werkvorm waarvoor in <strong>Almere</strong> is gekozen nog<br />

geen optimale <strong>uitwerking</strong> kent.<br />

Een 32-jarige alleenstaande moeder die sinds 2005 in de bijstand zit, vertelt over<br />

haar ervaring met klantmanagers: ‘Ik heb ongeveer een half jaar dezelfde contactpersoon<br />

bij de gemeente voordat dit weer wijzigt. Afspraken zijn niet op regelmatige<br />

basis’. Haar klantmanager beaamt dat <strong>het</strong> verloop <strong>van</strong> klantmanagers één <strong>van</strong><br />

de grootste klachten <strong>van</strong> klanten is. Mevrouw geeft tevens aan er niet altijd rouwig<br />

om te zijn als ze een andere klantmanager krijgt toegewezen: ‘Er zit een groot verschil<br />

tussen de contactpersonen wat betreft inlevingsvermogen’. Over haar huidige<br />

klantmanager is zij overigens erg tevreden. (Casus 3)<br />

Armoede en Armoedebeleid in <strong>Almere</strong><br />

CAB 21


Samenwerking<br />

Vanuit de bestuurlijke visie en de armoedenota komt naar voren dat armoede een<br />

probleem is waar de hele stad zich verantwoordelijk voor zou moeten voelen. <strong>De</strong> gemeente<br />

wil bij de uitvoering <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong> dan ook samenwerken met de hele<br />

stad. Dit betekent dat er samengewerkt kan en moet worden met burgers en maatschappelijke<br />

organisaties, en dat er een omgeving gecreëerd wordt waarin maatschappelijke<br />

initiatieven meer kansen krijgen. Vanuit de gemeente wordt zowel op bestuurlijk<br />

niveau als op uitvoerend niveau aangegeven dat de samenwerking met de<br />

externe partijen goed verloopt.<br />

Het beeld <strong>van</strong> de externe partijen die betrokken zijn bij armoede en <strong>armoedebeleid</strong><br />

over de samenwerking met de gemeente is meer divers. Vrijwel alle partijen hebben<br />

contacten met de gemeente. Hierbij wordt vooral op uitvoerend niveau gesproken met<br />

de beleidsmedewerker <strong>van</strong> afdeling Sociale Zaken <strong>van</strong> de dienst Publiekszaken. <strong>De</strong><br />

gemeente wordt door de externe partijen dan ook gezien als Sociale Zaken, de in de<br />

visie en beleidsplan opgenomen koppeling met de WMO is bij de externe partijen <strong>van</strong><br />

onderschikt belang. Reden hiervoor is dat zij of op cliëntniveau overleggen en hiervoor<br />

bij de dienst Publiekszaken moeten zijn ofwel dat de financiering voor de partijen via<br />

Publiekszaken verloopt.<br />

<strong>De</strong> Sociaal raadslieden geven aan dat de contacten met de medewerkers <strong>van</strong> bezwaar<br />

en beroep <strong>van</strong> de gemeente goed zijn. <strong>De</strong> contacten met de uitvoering (klantmanagers)<br />

zijn minder goed. Als Sociaal Raadslieden hebben ze weinig te maken met beleidsmedewerkers.<br />

Met de sociale kant <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong> <strong>van</strong> de gemeente, de<br />

WMO-kant, hebben ze in de praktijk duidelijk minder te maken. Wel ont<strong>van</strong>gen de Sociaal<br />

raadslieden sinds enige tijd vragen die verband houden met de huishoudelijke<br />

hulp.<br />

Het Voedselloket geeft aan dat de samenwerking met de gemeente op ambtelijk niveau<br />

erg goed is. Daarnaast is bij de beoordeling <strong>van</strong> cliënten volgens <strong>het</strong> Voedselloket<br />

altijd een medewerker <strong>van</strong> Publiekszaken aanwezig. Dit wordt als heel effectief en<br />

belangrijk beschouwd.<br />

Het Leger des Heils onderhoudt informeel contact met de ambtelijke organisatie. Er is<br />

veel contact via de cliëntenraad.<br />

<strong>De</strong> samenwerking tussen de gemeente en de externe partijen is op een aantal plekken<br />

in <strong>Almere</strong> meer formeel georganiseerd. Hierbij gaat <strong>het</strong> om de onderstaande activiteiten.<br />

Cliënten Beraad <strong>Almere</strong><br />

Het Cliënten Beraad <strong>Almere</strong> (CBA) bestaat uit uitkeringsgerechtigden en organisaties<br />

uit <strong>Almere</strong>. Eén <strong>van</strong> de redenen dat <strong>het</strong> CBA is opgericht, is om mensen uit <strong>Almere</strong><br />

met een heel laag inkomen mee te laten denken over alles wat hen raakt. Het CBA organiseert<br />

beraadsgroepen rond een bepaald thema. Ook klachten, wensen en verlangens<br />

<strong>van</strong> mensen met een laag inkomen komen gedurende deze beraadsgroepen aan<br />

bod. Het CBA kan geen hulp verlenen aan individuen, maar zij kan wel verwijzen naar<br />

hulpverleningsinstellingen.<br />

Organisaties die in <strong>het</strong> CBA vertegenwoordigd zijn, zijn onder andere <strong>het</strong> Leger des<br />

Heils, de Sociaal Raadslieden, de Katholieke Bond Ouderen en ANBO <strong>Almere</strong>. In <strong>het</strong><br />

interview geeft men aan dat <strong>het</strong> zwaartepunt binnen <strong>het</strong> CBA ligt op armoede (minder<br />

op re-integratie) en dan voornamelijk op <strong>het</strong> woonlastenfonds, de langdurigheidtoeslag,<br />

alleenstaande ouders en communicatie met anderstaligen. Het CBA wordt volle-<br />

Armoede en Armoedebeleid in <strong>Almere</strong><br />

CAB 22


dig gesubsidieerd door de gemeente, maar is wel onafhankelijk.<br />

Volgens de website <strong>van</strong> de gemeente <strong>Almere</strong> praat <strong>het</strong> CBA acht keer per jaar met de<br />

Dienst Publiekszaken en één keer per jaar is daar de wethouder Sociale Zaken bij<br />

aanwezig. Met de wethouder Sociaal Krachtige Samenleving is volgens <strong>het</strong> CBA weinig<br />

contact. Het CBA voelt zich serieus genomen door de gemeente, maar geeft aan dat<br />

adviezen aan de gemeente niet altijd ter harte worden genomen.<br />

Werkgroep Meedoen<br />

<strong>De</strong> werkgroep Meedoen is een structureel overleg tussen verschillende organisaties in<br />

<strong>Almere</strong>. <strong>De</strong> werkgroep is breed opgezet. Vanuit de gemeente geeft men aan dat de<br />

bedoeling <strong>van</strong> de werkgroep Meedoen is dat partners elkaar en elkaars aanbod beter<br />

leren kennen en elkaar vervolgens weten te vinden. Over individuele casussen wordt<br />

niet gesproken. Hier zijn andere bijeenkomsten voor, zoals de gebiedsgerichte integrale<br />

teams en de rondetafelbijeenkomsten <strong>van</strong> de GGD (Vangnet en Advies). Er blijken<br />

veel integrale teams actief te zijn in <strong>Almere</strong>. Vanuit de ambtelijke organisatie<br />

geeft men aan dat dit de overzichtelijkheid <strong>van</strong> <strong>het</strong> beleidsterrein niet ten goede komt.<br />

Het doel <strong>van</strong> de werkgroep Meedoen, zoals door de gemeente benoemt, lijkt vooralsnog<br />

niet te worden behaald. <strong>De</strong> geïnterviewde organisaties geven aan dat de verschillende<br />

organisaties in <strong>Almere</strong> elkaar onvoldoende kennen en niet goed <strong>van</strong> elkaar<br />

weten wat ze te bieden hebben. Zij vinden dat er te weinig onderling wordt samengewerkt<br />

en dat er te weinig concrete afspraken worden gemaakt. <strong>De</strong> organisaties gaan<br />

vooral hun eigen gang en vormen geen eenheid. Eén <strong>van</strong> de partijen merkt op dat de<br />

samenwerking te vrijblijvend en te vrijwillig is. <strong>De</strong> organisaties zijn weinig positief<br />

over de werkgroep Meedoen. <strong>De</strong> organisaties lijken meer behoefte te hebben aan<br />

overleg op niveau <strong>van</strong> casuïstiek. Op dit moment neemt niemand de regie op klantdossiers.<br />

Organisaties nemen al aan verschillende overleggen deel en volgens <strong>het</strong> Leger<br />

des Heils zijn ‘vrijwilligers niet geïnteresseerd in vergaderen’. <strong>De</strong> organisaties die<br />

actief deelnemen zijn volgens <strong>het</strong> Leger des Heils organisaties met professionele<br />

krachten.<br />

<strong>De</strong> gemeente lijkt onvoldoende de regie te pakken in de netwerken. <strong>De</strong> gemeente zelf<br />

ziet in dat zij haar partners nodig heeft en <strong>het</strong> probleem <strong>van</strong> armoede niet alleen kan<br />

oplossen. Binnen de gemeente bestaat <strong>het</strong> beeld dat zij de regie goed in handen heeft.<br />

Pilot <strong>Almere</strong> Haven<br />

Twee jaar geleden is er in <strong>Almere</strong> Haven een pilot gestart waarin een team <strong>van</strong> professionals<br />

<strong>van</strong> verschillende organisaties structureel overlegt over individuele casussen.<br />

Alle professionals stellen dezelfde vragen aan de cliënt om er achter te komen<br />

wat voor hulp de cliënt nodig heeft. <strong>De</strong> samenwerking tussen de verschillende professionals<br />

in <strong>Almere</strong> Haven is volgens de gemeente goed.<br />

WMO-vragenlijst en Meedoenindex<br />

<strong>De</strong> gemeente ontwikkelt op dit moment een digitale WMO-vragenlijst, samen met haar<br />

partners uit de pilot in <strong>Almere</strong> Haven. Het doel <strong>van</strong> de vragenlijst is de ondersteuningsvraag<br />

<strong>van</strong> een cliënt op verschillende leefgebieden in beeld te brengen. Door de<br />

vragenlijst krijgt men meer zicht op de totale situatie <strong>van</strong> de klant. Bij alle betrokken<br />

organisaties vullen cliënten dezelfde vragenlijst in.<br />

Om de participatie <strong>van</strong> verschillende groepen in de samenleving te meten, is er de zogenaamde<br />

Meedoenindex. <strong>De</strong>ze vragenlijst meet aan de hand <strong>van</strong> 16 punten in hoeverre<br />

mensen uit <strong>Almere</strong> meedoen in de samenleving. Uit de peiling <strong>van</strong> 2008 blijkt<br />

dat mensen met een lager inkomen over <strong>het</strong> algemeen een lagere score hebben op de<br />

Armoede en Armoedebeleid in <strong>Almere</strong><br />

CAB 23


meedoenindex en dus minder participeren in de samenleving. Verder vermeldt de peiling<br />

dat mensen met een lager inkomen vaker financiële problemen hebben.<br />

<strong>De</strong> meedoenindex lijkt hiermee vooralsnog voor de hand liggende conclusies te trekken.<br />

Het instrument biedt mogelijk in de toekomst inzicht in de effectiviteit <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />

<strong>armoedebeleid</strong>. Bijvoorbeeld wanneer de participatie <strong>van</strong> de doelgroep zichtbaar toeneemt.<br />

4.5. Samenvatting<br />

Binnen de gemeente <strong>Almere</strong> wordt armoede, zowel op bestuurlijk als ambtelijk niveau,<br />

benaderd <strong>van</strong>uit de brede definitie dat armoede een participatieprobleem is. <strong>De</strong> armoedenota<br />

<strong>van</strong> 2007 geeft <strong>uitwerking</strong> aan de wens <strong>van</strong> <strong>het</strong> college om <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong><br />

breder te maken dan alleen inkomensondersteuning en meer aandacht te geven<br />

aan participatie. Er bestond bestuurlijk en maatschappelijk een behoefte om <strong>het</strong> al bestaande<br />

<strong>armoedebeleid</strong> te voorzien <strong>van</strong> een bredere visie en een koppeling te leggen<br />

met andere grote beleidsontwikkelingen op sociaal terrein zoals de WMO en de WWB.<br />

In de praktijk blijkt echter dat de brede visie in beleidsplannen weer uit elkaar getrokken<br />

wordt. <strong>De</strong> participatiegedachte wordt ondergebracht in <strong>het</strong> WMO-beleid. Het <strong>armoedebeleid</strong><br />

richt zich op inkomensondersteuning. Het beschreven doel om dwarsverbanden<br />

te leggen blijkt slechts summier in <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong> terug te vinden. Een<br />

consequentie hier<strong>van</strong> is dat <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong> vooral <strong>van</strong> curatieve aard is, terwijl de<br />

visie veel meer gericht is op een activerend beleid.<br />

Naast de ontkoppeling <strong>van</strong> participatie en inkomensondersteuning worden beide beleidsplannen<br />

verdeeld over twee diensten. <strong>De</strong>ze ontkoppeling leidt er toe dat de verbinding<br />

nog wel gezien wordt op bestuurlijk, management- en beleidsniveau, maar dat<br />

men op uitvoerend niveau weinig met elkaar samenwerkt en onvoldoende op de hoogte<br />

is <strong>van</strong> elkaars voorzieningen.<br />

Wanneer we inzoomen op <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong> dan blijkt dit vrij statisch. Dit wordt veroorzaakt<br />

doordat <strong>het</strong> beleid geen doelen bevat die behaald moeten worden. We zien<br />

dat er wel richtingen aan worden gegeven, bijvoorbeeld “iedereen doet mee”, maar<br />

dat een vertaling naar concrete resultaten ontbreekt. Dit blijkt ook uit de genoemde<br />

speerpunten die feitelijk meer beschrijvingen <strong>van</strong> instrumenten zijn. Door <strong>het</strong> ontbreken<br />

<strong>van</strong> doelen is <strong>het</strong> tijdens de looptijd <strong>van</strong> <strong>het</strong> beleid moeilijk te bepalen of <strong>het</strong> beleid<br />

effectief is geweest.<br />

Een <strong>van</strong> de pijlers uit <strong>het</strong> beleid is samenwerking. In dit kader zijn allerlei initiatieven<br />

ondernomen, zoals <strong>het</strong> Cliëntenberaad <strong>Almere</strong>, <strong>het</strong> netwerk Meedoen en een pilot in<br />

<strong>Almere</strong> haven.<br />

Vanuit de gemeente wordt aangegeven dat de samenwerking met de externe partijen<br />

goed verloopt. Het beeld over de samenwerking met de gemeente is onder de externe<br />

partijen zelf meer divers. Het blijkt dat partijen wel contacten hebben met de gemeente,<br />

maar vaak op uitvoerend niveau bij de dienst Publiekszaken. Men mist de contacten<br />

met <strong>het</strong> bestuur. Samenwerking wordt meer beschouwd als <strong>het</strong> hebben <strong>van</strong> contacten<br />

dan samenwerken in voorzieningen.<br />

Armoede en Armoedebeleid in <strong>Almere</strong><br />

CAB 24


5. Aanbod, gebruik en uitvoering<br />

In dit hoofdstuk volgt een overzicht <strong>van</strong> de beschikbare voorzieningen in <strong>het</strong> kader<br />

<strong>van</strong> <strong>armoedebeleid</strong> <strong>van</strong> zowel de gemeente als externe partijen. Ook wordt inzicht gegeven<br />

in <strong>het</strong> gebruik <strong>van</strong> deze voorzieningen en de daarmee verbonden kosten.<br />

5.1. Voorzieningen<br />

Voorzieningen gemeente<br />

Het Almeerse beleid bestaat voor een deel uit de uitvoering <strong>van</strong> landelijk beleid, de<br />

bijzondere bijstand bijvoorbeeld. <strong>Almere</strong> heeft daarnaast ook eigen beleid ontwikkeld.<br />

<strong>De</strong> gemeente benoemt de onderstaande voorzieningen als aanvulling op <strong>het</strong> landelijke<br />

beleid:<br />

o Collectieve aanvullende ziektekostenverzekering<br />

o Ruim kwijtscheldingsbeleid<br />

o Woonlastenfonds<br />

o Integrale schuldhulpverlening<br />

o Stadsfonds<br />

In de praktijk zien we dat de gemeente <strong>Almere</strong> een breed scala aan instrumenten<br />

hanteert. In de onderstaande tabel is dit instrumentarium weergegeven. Hierbij is een<br />

indeling gemaakt naar de drie vormen <strong>van</strong> <strong>armoedebeleid</strong> zoals deze in hoofdstuk drie<br />

zijn geïntroduceerd (preventief, curatief en activerend). Op deze wijze wordt inzichtelijk<br />

welk doel de voorzieningen hebben.<br />

Tabel 3. Instrumenten <strong>armoedebeleid</strong><br />

Preventief<br />

Budgetcursus/omgaan met geld<br />

Tegengaan niet-gebruik toeslagen<br />

Invulhulp<br />

Samenwerkingsovereenkomst ‘Preventie huisuitzettingen <strong>Almere</strong>’<br />

Passendheidstoets huurtoeslag<br />

Uitkeringsgerechtigden WWB krijgen tegemoetkoming in eigen bijdrage<br />

Curatief<br />

Kwijtschelding lokale lasten (rioolrechten, afvalstoffen)<br />

Tegengaan niet-gebruik toeslagen<br />

Inkomensafhankelijke bijdrage WMO<br />

Parkeervoorziening gratis bij kwijtschelding<br />

Bijzondere bijstand<br />

Aanvullende bijzondere bijstand<br />

Integrale schuldhulpverlening (SMN, BBA en AKA)<br />

Toeslagenverordening<br />

Langdurigheidstoeslag<br />

Collectieve ziektekostenverzekering en vrijlaten vrijwilligersvergoeding<br />

Aanvullende uitkering in geval <strong>van</strong> gekorte AOW<br />

Kwiz bestandskoppeling: niet-gebruik<br />

Invulhulp<br />

Woonlastenfonds<br />

Eenmalige uitkering<br />

Activering<br />

Stadsfonds (vergoeding sportkleding en contributie, JIB, Voorpost, Kindervakantieland,<br />

etc.)<br />

Onderwijs<br />

Belastingdienst<br />

Sociale Zaken<br />

Huisvesting/wonen<br />

Huisvesting/wonen<br />

Inburgering<br />

Belastingdienst<br />

Belastingdienst<br />

Gezondheid, GGD<br />

Gezondheid, GGD<br />

Sociale Zaken<br />

Sociale Zaken<br />

Sociale Zaken<br />

Sociale Zaken<br />

Sociale Zaken<br />

Sociale Zaken<br />

Sociale Zaken<br />

Sociale Zaken<br />

Sociale Zaken<br />

Huisvesting/wonen<br />

Sociale Zaken<br />

Sport en recreatie, cultuur,<br />

onderwijs<br />

Armoede en Armoedebeleid in <strong>Almere</strong><br />

CAB 25


Uit de tabel komt een aantal zaken naar voren:<br />

o <strong>De</strong> voorzieningen <strong>van</strong> de gemeente <strong>Almere</strong> zijn voornamelijk curatief <strong>van</strong> aard.<br />

Dit houdt in dat ze gericht zijn op financiële ondersteuning of <strong>het</strong> helpen bij de<br />

verwerving <strong>van</strong> financiële ondersteuning. Met name op <strong>het</strong> activerende vlak<br />

zijn er <strong>van</strong>uit <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong> weinig voorzieningen.<br />

o <strong>De</strong> gemeente <strong>Almere</strong> heeft, met uitzondering <strong>van</strong> <strong>het</strong> woonlastenfonds, weinig<br />

specifiek Almeerse instrumenten.<br />

Hieronder volgt een individuele toelichting op de voorzieningen in <strong>het</strong> kader <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />

<strong>armoedebeleid</strong> <strong>van</strong> de gemeente <strong>Almere</strong>.<br />

Individuele bijzondere bijstand<br />

Wanneer een bijzondere situatie noodzakelijke kosten vereist die niet uit inkomen en<br />

vermogen kunnen worden betaald, kan men aanspraak maken op de individuele bijzondere<br />

bijstand. <strong>De</strong> hoogte hier<strong>van</strong> is afhankelijk <strong>van</strong> de draagkracht en de kosten.<br />

Het vermogen wordt vrijgelaten tot €5.245 (alleenstaande), €10.490 (alleenstaande<br />

ouder en paar) en €44.300 extra voor vermogen gebonden aan <strong>het</strong> eigen huis (2007).<br />

Er gelden draagkrachtregels voor de individuele bijzondere bijstand, <strong>van</strong> de eerste<br />

€100,00 boven de bijstandsnorm moet 5% zelf bijgedragen worden en daarboven<br />

35%.<br />

Een aanvraag voor bijzondere bijstand gaat op individuele basis. <strong>De</strong> gemeente geeft<br />

er de voorkeur aan geen aanvragen te ont<strong>van</strong>gen onder de €75. Cliënten wordt in deze<br />

gevallen gevraagd aanvragen op te sparen en in één keer in te dienen.<br />

Aanvullende bijzondere bijstand<br />

Er is sprake <strong>van</strong> een wijziging <strong>van</strong> de norm voor de WWB uitkeringsgerechtigde <strong>van</strong><br />

alleenstaande ouder naar alleenstaande wanneer <strong>het</strong> jongste kind 18 jaar wordt. Als<br />

<strong>het</strong> kind thuis blijft wonen wordt aanvullende bijzondere bijstand verleend in de vorm<br />

<strong>van</strong> garantietoeslag.<br />

Een aanvraag voor aanvullende bijzondere bijstand gaat op individuele basis.<br />

Kwijtschelding gemeentelijke belastingen<br />

Mensen die niet in staat zijn de aanslag gemeentelijke heffingen te betalen, komen in<br />

aanmerking voor kwijtschelding. Dit geldt voor mensen met een inkomen <strong>van</strong> 100%<br />

(wettelijk mag er ook gekozen worden voor een nauwer bereik <strong>van</strong> 90%) <strong>van</strong> de bijstandsnorm<br />

en geen vermogen.<br />

In de Almeerse praktijk betekent dit een kwijtschelding <strong>van</strong> minimaal €461 9 per huishouden.<br />

Kwijtschelding wordt automatisch gedaan bij huishoudens die bekend zijn bij de gemeente.<br />

Overige huishoudens dienen schriftelijk of digitaal een aanvraag in te dienen.<br />

Eenmalige uitkering<br />

Huishoudens met een inkomen tot 120% <strong>van</strong> <strong>het</strong> sociaal minimum kregen in december<br />

2006 en 2008 een extraatje <strong>van</strong> €50. Dit werd gefinancierd uit extra middelen in<br />

<strong>het</strong> gemeentefonds.<br />

<strong>De</strong> eenmalige uitkering werd automatisch uitgekeerd bij huishoudens die bekend waren<br />

bij de gemeente. Overige huishoudens dienden een aanvraag in te dienen.<br />

9<br />

Bij deze berekening is uitgegaan <strong>van</strong> kwijtschelding <strong>van</strong> afvalstoffenheffing en waterschapsbelastingen. Hierbij<br />

is uitgaan <strong>van</strong> een eenpersoonshuishouden in een huurwoning. <strong>De</strong> kwijtschelding kan hoger liggen voor een<br />

andere gezinssituatie.<br />

Armoede en Armoedebeleid in <strong>Almere</strong><br />

CAB 26


Een vrouw die al jaren op bijstandsniveau leeft en sinds kort een gekorte AOW uitkering<br />

ont<strong>van</strong>gt, welke tot bijstandsniveau wordt aangevuld, is erg positief over de<br />

eenmalige uitkering: ‘Rond de kerst kreeg ik een eenmalige uitkering, die was erg<br />

welkom in die tijd’. (Casus 1)<br />

Woonlastenfonds<br />

In <strong>Almere</strong> zijn weinig goedkope woningen en de huurtoeslag is volgens de gemeente<br />

ontoereikend in veel gevallen. Daarom biedt de gemeente middels <strong>het</strong> woonlastenfonds<br />

een extra bijdrage indien men langer dan drie jaar een minimuminkomen <strong>van</strong><br />

100% <strong>van</strong> de bijstandsnorm ont<strong>van</strong>gt. In één <strong>van</strong> die drie jaren mag <strong>het</strong> inkomen<br />

120% <strong>van</strong> <strong>het</strong> minimuminkomen zijn geweest. <strong>De</strong> tegemoetkoming ligt, afhankelijk<br />

<strong>van</strong> de huur, tussen de €10,- en €40,- per maand.<br />

Een bijdrage uit <strong>het</strong> woonlastenfonds dient schriftelijk aangevraagd te worden. Wanneer<br />

bijstandsgerechtigden gebruik kunnen maken <strong>van</strong> <strong>het</strong> woonlastenfonds worden<br />

zij hier schriftelijke <strong>van</strong> op de hoogte gesteld.<br />

Aanvullende collectieve ziektekostenverzekering<br />

Het gaat hier om AV <strong>Almere</strong> <strong>van</strong> Agis Zorgverzekeringen. Dit is een collectieve aanvullende<br />

ziektekostenverzekering voor Almeerders met een inkomen tot 120% <strong>van</strong> de<br />

bijstandsnorm. Wanneer mensen hieraan deelnemen, draagt de gemeente € 2,91 10 bij<br />

aan de premie. Dat is zo’n 2-3%, afhankelijk <strong>van</strong> welk <strong>van</strong> de drie verzekeringspakketten<br />

is gekozen.<br />

<strong>De</strong>elname aan de aanvullende collectieve ziektekostenverzekering dient schriftelijk te<br />

worden aangevraagd.<br />

Langdurigheidstoeslag Wwb<br />

Mensen die 60 maanden een inkomen tot 100% <strong>van</strong> sociaal minimum ont<strong>van</strong>gen,<br />

geen eigen vermogen hebben en tussen de 23 en 65 jaar oud zijn, komen in aanmerking<br />

voor een langdurigheidstoeslag. Het gaat hier om een bedrag dat jaarlijks wordt<br />

uitgekeerd. <strong>De</strong> hoogte <strong>van</strong> dit bedrag varieert <strong>van</strong> €341 voor alleenstaanden tot €436<br />

voor alleenstaande ouders en €486 voor gehuwden (2008).<br />

Langdurigheidstoeslag dient schriftelijk te worden aangevraagd. Wanneer bijstandsgerechtigden<br />

gebruik kunnen maken <strong>van</strong> <strong>het</strong> langdurigheidstoeslag worden zij hier<br />

schriftelijke <strong>van</strong> op de hoogte gesteld.<br />

Vrijlaten vrijwilligersvergoeding<br />

Bij bijstandsgerechtigden die vrijwilligerswerk uitvoeren wordt de bijdrage die zij hiervoor<br />

ont<strong>van</strong>gen niet in mindering gebracht op de bijstandsuitkering. Het bedrag dat<br />

vrijgelaten wordt is ons niet bekend.<br />

Stadsfonds<br />

Stadsfonds <strong>Almere</strong> is een fonds dat investeert in ‘meedoen’ projecten ter bevordering<br />

<strong>van</strong> participatie en sociale cohesie. <strong>De</strong> doelstelling is primair <strong>het</strong> financieel ondersteunen<br />

<strong>van</strong> de deelname <strong>van</strong> burgers met een laag inkomen aan maatschappelijke activiteiten<br />

door <strong>het</strong> verstrekken <strong>van</strong> individuele bijdragen en vergoedingen aan organisaties<br />

om deelname mogelijk te maken. Secundair komen activiteiten speciaal gericht op<br />

burgers met een laag inkomen voor ondersteuning in aanmerking.<br />

Voorbeelden <strong>van</strong> initiatieven die gefinancierd worden middels <strong>het</strong> stadsfonds zijn:<br />

10<br />

Gemeentelijke bijdrage 2009<br />

Armoede en Armoedebeleid in <strong>Almere</strong><br />

CAB 27


o<br />

o<br />

o<br />

o<br />

o<br />

o<br />

o<br />

Jeugd Sport Fonds; contributieondersteuning en sportuitrusting<br />

Stichting Jeugd in beweging (SJIB); zwemles en sportzomerkampen (subsidie<br />

gemeente)<br />

Kindervakantieland; zomerkampen<br />

Regeling bijdrage vrijwillige schoolkosten (dit is nog in ontwikkeling)<br />

Fonds Bijzondere Noden<br />

Voorpost; vakanties voor minima<br />

Kunstbus; Bus met aanbod <strong>van</strong> workshops, cursussen en activiteiten met beeldende<br />

vorming, muziek, dans en theater voor jong en oud in de wijken <strong>van</strong> <strong>Almere</strong>.<br />

Het stadsfonds staat open voor huishoudens met een inkomen tot 120% <strong>van</strong> de bijstandsnorm,<br />

maar richt zich met name op de groep huishoudens met een inkomen<br />

<strong>van</strong> 100 tot 105% <strong>van</strong> de bijstandsnorm.<br />

<strong>De</strong>elname aan activiteiten <strong>van</strong> <strong>het</strong> stadsfonds kan alleen op voordracht <strong>van</strong> professionals.<br />

Budgetcursussen<br />

Budgetcursussen op scholen worden ingebed in <strong>het</strong> project ‘preventie schulden’. <strong>De</strong><br />

Sociaal.nl is in opdracht <strong>van</strong> de gemeente <strong>Almere</strong> uitvoerder <strong>van</strong> <strong>het</strong> project.<br />

Invulhulpen (voorheen formulierenbrigade)<br />

Het idee <strong>van</strong> de formulierenbrigade was om in alle verzorgingshuizen twee ouderen te<br />

selecteren die gezicht en aanspreekpunt worden voor medebewoners met problemen<br />

en vragen op <strong>het</strong> terrein <strong>van</strong> inkomen. Echter, na overleg met <strong>het</strong> Adviesorgaan senioren<br />

is dit aangepast. <strong>De</strong> bedoeling is nu om integrale hulpverlening op te zetten. <strong>De</strong><br />

hulpverlener die de regie heeft over de betrokken burger, regelt tevens de invulling<br />

<strong>van</strong> de noodzakelijke formulieren, zonodig via de opgezette brigade of via de reeds<br />

bestaande invulhulp (BBA, DSZ, ‘Raad-en-daad-balie’ <strong>van</strong> <strong>het</strong> Leger des Heils, FNV,<br />

ANBO). Het gaat erom integrale regie te verkrijgen. Ook de invulhulp zal ingebed worden<br />

in <strong>het</strong> project ‘Thuisadministratie’ <strong>van</strong> Humanitas.<br />

Samenwerkingsovereenkomst ‘Preventie huisuitzettingen <strong>Almere</strong>’<br />

In deze overeenkomst staan gezamenlijke afspraken <strong>van</strong> gemeente, GGD Flevoland,<br />

woningcorporaties en Nutsbedrijven (NUON en Vitens). Het doel is eenduidige, preventieve<br />

en integrale aanpak bij huurschuld en overlast. Het gaat om <strong>het</strong> zo snel en zo<br />

vroeg mogelijk signaleren, opsporen en toeleiden <strong>van</strong> mensen met een huurschuld<br />

naar een hulpverleningstraject. Doelstelling is een daling <strong>van</strong> <strong>het</strong> aantal huisuitzettingen<br />

in 2012 tot minder dan 30% <strong>van</strong> <strong>het</strong> aantal in 2006. Het wordt gefinancierd <strong>van</strong>uit<br />

Openbare Geestelijke Gezondheidszorg (OGGz) en BBA (<strong>uitwerking</strong> <strong>van</strong> collegeprogramma<br />

‘Sociaal Krachtige Samenleving’ 2006-2010). In de praktijk blijkt deze samenwerkingovereenkomst<br />

nog niet volledig in werking.<br />

Een klantmanager <strong>van</strong> <strong>het</strong> BBA geeft aan dat doorverwijzen naar <strong>het</strong> BBA niet veel<br />

voorkomt. Ook vertelt hij dat <strong>het</strong> dagvaarden <strong>van</strong> klanten een manier is om de mensen<br />

zelf bewust te maken <strong>van</strong> <strong>het</strong> feit dat ze hulp moeten gaan zoeken.<br />

Een vrouw die net in de schuldhulpverlening zit vertelt: ‘<strong>De</strong> woningbouw heeft onlangs<br />

een deurwaarder langs gestuurd. Alliantie wil <strong>het</strong> hele bedrag gewoon in één keer. Ik<br />

maak me veel zorgen, want als ik straks op straat sta heb ik niemand en kan ik nergens<br />

heen’. (Casus 2)<br />

Armoede en Armoedebeleid in <strong>Almere</strong><br />

CAB 28


Integrale schuldhulpverlening (ISHV)<br />

<strong>Almere</strong> wil de financiële schuldhulpverlening samen met psychosociale oorzaken aanpakken.<br />

Het is de taak <strong>van</strong> <strong>het</strong> Budget Bureau <strong>Almere</strong> om de betrokken ketenpartners<br />

optimaal te laten samenwerken. <strong>De</strong> rol <strong>van</strong> <strong>het</strong> BBA hierin is tweeledig. Het BBA diagnosticeert<br />

financiële en psychosociale problemen <strong>van</strong> de klant en organiseert en monitort<br />

<strong>het</strong> benodigde hulpaanbod. Ze werken hierbij samen met de financiële dienstverlening,<br />

eerst Stadsbank Midden Nederland (SMN) en per januari 2009 Plangroep,<br />

en Algemeen Maatschappelijk Werk (AMW) <strong>van</strong> de Zorggroep <strong>Almere</strong> (ZGA). Het<br />

werkproces, registratiesysteem en individuele hulp bij administratie worden nog geoptimaliseerd.<br />

<strong>De</strong> financiële dienstverlening is Europees aanbesteed.<br />

<strong>De</strong> schuldhulpverlening sluit aan bij de doelstelling ‘Iedereen doet mee’ uit <strong>het</strong> sociaal<br />

programma <strong>van</strong> <strong>Almere</strong>: Iedere inwoner <strong>van</strong> <strong>Almere</strong> moet de mogelijkheid krijgen om<br />

de regie op <strong>het</strong> eigen leven te behouden of terug te krijgen, ook de inwoner met budgetproblemen<br />

(college carrousel juni 2007).<br />

Schuldhulpverlening is versleuteld met WMO en WWB en gaat vaak gepaard met psychosociale<br />

ondersteuning, re-integratie en medische verzorging. Integrale schuldhulpverlening<br />

kan voor een deel gefinancierd worden uit <strong>het</strong> W-deel, omdat <strong>het</strong> in dit verband<br />

gaat om een re-integratie-instrument.<br />

Schuldhulpverlening staat open voor alle inwoners <strong>van</strong> de gemeente <strong>Almere</strong>. <strong>De</strong> aanvraag<br />

dient individueel te geschieden.<br />

Voorzieningen externe organisaties<br />

Zoals uit <strong>het</strong> beleidplan al naar voren kwam, voert de gemeente <strong>Almere</strong> niet als enige<br />

voorzieningen uit op <strong>het</strong> terrein <strong>van</strong> armoede. Ook verschillende maatschappelijk organisaties<br />

hebben voorzieningen en activiteiten op dit terrein.<br />

Onderstaande tabel geeft kort weer wat voor voorzieningen en activiteiten externe organisaties<br />

bieden waar <strong>het</strong> gaat om armoede in <strong>Almere</strong>. We maken hierbij onderscheid<br />

tussen preventieve, curatieve en activerende voorzieningen.<br />

Preventief<br />

Arme Kant <strong>van</strong> <strong>Almere</strong><br />

Budgetcursus<br />

ROC<br />

Budgetcursus<br />

Humanitas<br />

Thuisadministratie en invulhulp<br />

’t Gilde (Vrijwilligers Centrale <strong>Almere</strong>) Invulhulp<br />

Leger des Heils (Raad-en-daad-balie)<br />

Invulhulp<br />

Algemene Nederlandse Bond voor Ouderen (ANBO) Invulhulp<br />

Katholieke Bond voor Ouderen (KBO)<br />

Invulhulp<br />

FNV<br />

Invulhup<br />

Sociaal Raadslieden<br />

Informatie en advies over sociale regelingen en<br />

instanties en hulp bij <strong>het</strong> schrijven <strong>van</strong> brieven<br />

en opstellen <strong>van</strong> beroeps- en bezwaarschriften.<br />

FNV<br />

Bevorderen gebruik <strong>van</strong> voorzieningen<br />

ANBO<br />

Bevorderen gebruik <strong>van</strong> voorzieningen<br />

KBO<br />

Bevorderen gebruik <strong>van</strong> voorzieningen<br />

Multi Etnische Vrouwengroep PvdA (MEV)<br />

Stimuleren <strong>armoedebeleid</strong><br />

Curatief<br />

Budget Bureau <strong>Almere</strong>/Plangroep<br />

Schuldhulpverlening<br />

Humanitas<br />

Thuisadministratie en invulhulp<br />

’t Gilde (Vrijwilligers Centrale <strong>Almere</strong>) Invulhulp<br />

Leger des Heils (Raad-en-daad-balie)<br />

Invulhulp<br />

Algemene Nederlandse Bond voor Ouderen (ANBO) Invulhulp<br />

Katholieke Bond voor Ouderen (KBO)<br />

Invulhulp<br />

FNV<br />

Invulhup<br />

Sociaal Raadslieden<br />

Informatie en advies over sociale regelingen en<br />

instanties en hulp bij <strong>het</strong> schrijven <strong>van</strong> brieven<br />

Armoede en Armoedebeleid in <strong>Almere</strong><br />

CAB 29


Fonds Bijzondere Noden<br />

Leger des Heils<br />

Voedsel Loket <strong>Almere</strong><br />

Kleding Loket <strong>Almere</strong><br />

Algemeen Maatschappelijk Werk (AMW)<br />

Activering<br />

Jeugd Sport Fonds (JSF)<br />

Stichting Jeugd in Beweging (SJIB)<br />

Kindervakantieland<br />

Stichting Weekje weg / <strong>De</strong> Voorpost<br />

<strong>De</strong> Kunstlinie/Art on wheels<br />

Vrijwilligers en Mantelzorg Centrale <strong>Almere</strong> (Steunpunt<br />

vrijwilligerswerk)<br />

<strong>De</strong> Schoor (Welzijnswerk <strong>Almere</strong>)<br />

Inloopcentrum de Ruimte (Doopsgezinde Kerk)<br />

Leger des Heils<br />

en opstellen <strong>van</strong> beroeps- en bezwaarschriften.<br />

Eenmalige bijdrage voor kleding, huisraad, e.d.<br />

Voedselpakketten, maaltijden, kleding<br />

Voedselpakketten<br />

Kleding<br />

Vertrouwelijke hulp bij bijvoorbeeld relatieproblemen,<br />

eenzaamheid en geldzorgen<br />

Contributieondersteuning en sportuitrusting<br />

Sportzomerkampen en zwemles voor kinderen<br />

Zomerkamp voor kinderen<br />

Zomervakantie voor gezin<br />

Kunstbus in de wijk<br />

Inschakeling <strong>van</strong> vrijwilligers<br />

Activiteiten en cursussen in buurt-, jongerencentra,<br />

etc.<br />

Huiskamer<br />

Huiskamer, activiteiten en huisbezoeken<br />

Uit de tabel komen een aantal opvallende zaken naar voren:<br />

o Er zijn verschillende instrumenten die zowel als preventief als curatief beschouwd<br />

kunnen worden. Zo kan invulhulp minima ondersteunen bij <strong>het</strong> verwerven <strong>van</strong> inkomsten<br />

als zij in een armoedepositie verkeren, maar kan <strong>het</strong> verwerven <strong>van</strong> deze<br />

voorzieningen ook voorkomen dat huishoudens in een armoedepositie terecht<br />

komen.<br />

o Meerdere partijen bieden dezelfde voorzieningen of activiteiten aan. <strong>De</strong>ze overlap<br />

zien we bij invulhulp, budgetcursussen en voedselverstrekking. Zowel <strong>het</strong> Leger<br />

des Heils als <strong>het</strong> Voedselloket biedt voedselpakketten aan. Het verschil is dat <strong>het</strong><br />

bij <strong>het</strong> voedselloket gaat om <strong>het</strong> structureel aanbieden <strong>van</strong> pakketten met daaraan<br />

gekoppeld verplichte hulpverlening. Bij <strong>het</strong> Leger des Heils gaat <strong>het</strong> om noodpakketten,<br />

waar verder geen verplichtingen aan verbonden zijn. Het Leger des<br />

Heils biedt ook gratis maaltijden aan. Hierbij gaat <strong>het</strong> voornamelijk om <strong>het</strong> sociale<br />

aspect <strong>van</strong> <strong>het</strong> samen eten.<br />

Invulhulp gebeurt ook door verschillende partijen, zoals Humanitas, ’t Gilde, <strong>het</strong><br />

Leger des Heils en de Sociaal Raadslieden. Het Leger des Heils biedt hulp bij meer<br />

simpele dingen.<br />

Eveneens zijn er meerdere partijen die budgetcursussen aanbieden. <strong>De</strong> doelgroep<br />

is echter niet overal gelijk.<br />

Vanuit de gemeente wordt beaamd dat verschillende organisaties soms dezelfde diensten<br />

aanbieden. Dit wordt echter niet als een probleem ervaren. <strong>De</strong> reden die hiervoor<br />

wordt gegeven, is dat sommige inwoners beter bij de ene organisatie passen en andere<br />

bij andere organisaties.<br />

Ook de externe partijen die betrokken zijn bij armoede en <strong>armoedebeleid</strong> geven aan<br />

dat er overlap is. Zij geven echter aan dat de organisaties elkaar eerder aanvullen dan<br />

in de weg zitten.<br />

Uit <strong>het</strong> onderzoek blijkt dat de gemeente geen overlappende activiteiten financiert<br />

<strong>van</strong>uit <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong>. Doordat sommige partijen wel via een andere weg subsidie<br />

ont<strong>van</strong>gen, is indirecte financiering <strong>van</strong> overlappende activiteiten wel mogelijk. Op basis<br />

<strong>van</strong> dit onderzoek kunnen daar geen uitspraken over gedaan worden.<br />

<strong>De</strong> mening <strong>van</strong> de externe partijen dat de organisaties elkaar aanvullen blijkt vooral<br />

op toeval te berusten. Het blijkt dat de organisaties hun activiteiten onderling slechts<br />

in beperkte mate op elkaar afstemmen.<br />

Armoede en Armoedebeleid in <strong>Almere</strong><br />

CAB 30


Een vrouw die vier jaar geleden is gescheiden en sindsdien in een kamer woonde met<br />

haar dochtertje heeft veel te stellen (gehad) met de belastingdienst. <strong>De</strong> Sociaal<br />

raadslieden helpen haar met de belastingpapieren: ‘Ik heb drie grote problemen gehad,<br />

waar<strong>van</strong> er al twee opgelost zijn. Ik ben erg tevreden over de hulp <strong>van</strong> de Sociaal<br />

raadslieden’. (Casus 2)<br />

Witte plekken in de voorzieningen<br />

Wat betreft beschikbare voorzieningen mist men binnen de gemeente vooral de knipkaart,<br />

oftewel minder labelling <strong>van</strong> budgetten. Op uitvoeringsniveau zou men graag<br />

meer voorzieningen zien voor kinderen (sport, computers, schoolreisje, peuterspeelzaal,<br />

etc.). Het jeugdsportfonds blijkt al enige tijd vol te zitten. Op beleidsniveau ziet<br />

men graag meer middelen voor <strong>het</strong> BBA omdat <strong>het</strong> aantal cliënten en daarmee <strong>het</strong> cliëntvolgsysteem<br />

de komende jaren zal groeien.<br />

Over wat er zou kunnen verbeteren in <strong>het</strong> gemeentelijke beleid bestaat bij de verschillende<br />

partijen geen eenduidig beeld. Aspecten die genoemd worden in dit kader<br />

zijn:<br />

o Meer aandacht voor preventie;<br />

o Verhoging <strong>van</strong> de bijzondere bijstand;<br />

o Een regeling voor chronisch zieken en gehandicapten;<br />

o Hogere kortingen binnen de collectieve ziektekosten verzekering.<br />

Een regeling voor chronisch zieken en gehandicapten wordt zowel door externe partijen<br />

als de gemeenteraad als een gewenste aanvulling gezien. <strong>De</strong>ze regeling is meerdere<br />

keren aan de orde geweest in de raad. In de onderzoeksperiode 2006-2008 is deze<br />

regeling nog niet <strong>van</strong> de grond gekomen. Hiervoor zijn twee redenen aan te wijzen. In<br />

de eerste plaats werd de financiering gezocht in <strong>het</strong> woonlastenfonds. Er heeft echter<br />

geen ombuiging <strong>van</strong> dit fonds plaatsgevonden omdat <strong>het</strong> beleidsvoornemen, om in<br />

samenwerking met de woningbouwcoöperatie een alternatieve regeling op te stellen,<br />

niet gehaald is. In de tweede plaats wordt aangegeven dat <strong>het</strong> niet mogelijk was om<br />

de groep chronisch zieken en gehandicapten eenvoudig aan te wijzen, waardoor een<br />

categoriale uitkering moeilijk werd. <strong>De</strong>ze laatste reden is opmerkelijk aangezien veel<br />

Nederlandse gemeenten wel een dergelijke regeling hebben.<br />

Het schort volgens externe organisaties vooral aan de uitvoering <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong><br />

<strong>van</strong> de gemeente <strong>Almere</strong>. Volgens hen worden klanten teveel ontmoedigd en gedemotiveerd<br />

om gebruik te maken <strong>van</strong> voorzieningen. <strong>De</strong> gemeente zou streng zijn bij<br />

de toekenning <strong>van</strong> voorzieningen. Het Leger des Heils is <strong>van</strong> mening dat de gemeente<br />

voor sommige tragische gevallen niet genoeg heeft gedaan, zij geeft aan dat de gemeente<br />

broodgeld zou moeten geven aan mensen die echt aan de grond zitten.<br />

Uit <strong>het</strong> onderzoek komt naar voren dat een voorziening in <strong>het</strong> kader <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong><br />

grotendeels op individuele basis, schriftelijk moet worden aangevraagd. Vanuit<br />

de gemeente is nog geen functie waarbij inwoners bij toekenning <strong>van</strong> een voorziening<br />

gelijk een overzicht krijgen <strong>van</strong> de overige regelingen waarop men recht heeft, dit is<br />

wel in ontwikkeling. Ook valt op dat er geen warme overdracht is <strong>van</strong> cliënten <strong>van</strong> <strong>het</strong><br />

ene naar <strong>het</strong> andere loket. Hierbij geeft de gemeente aan dat <strong>het</strong> <strong>van</strong> belang is dat de<br />

burger individuele verantwoordelijkheid neemt om de armoedeproblematiek aan te<br />

pakken. Over de bejegening <strong>van</strong> klanten en ontmoediging <strong>van</strong> klanten kunnen wij<br />

Armoede en Armoedebeleid in <strong>Almere</strong><br />

CAB 31


geen uitspraken doen omdat <strong>het</strong> hier individuele gevallen betreft en wij daar niet bij<br />

aanwezig zijn geweest. Omdat deze mening over de bejegening wel breed gedragen<br />

wordt door de externe partijen, geeft dit wel een indicatie.<br />

Een vrouw met een AOW-uitkering vindt <strong>het</strong> aanvragen <strong>van</strong> regelingen voor bijzondere<br />

bijstand veel werk. Ze doet vaak aanvragen, maar krijgt bijna nooit bijzondere bijstand<br />

toegewezen. Ze heeft twee keer bijzondere bijstand gehad voor een bril. Aanvragen<br />

voor een wasmachine, koelkast, tv en verhuizing werden niet toegekend. Op grond<br />

waar<strong>van</strong> de aanvragen zijn afgewezen, weet mevrouw niet. Ze is één keer in beroep<br />

gegaan, maar dit heeft niks opgeleverd. (Casus 1)<br />

Een andere vrouw heeft eenmaal bijzondere bijstand aangevraagd om te kunnen<br />

zwemmen. Ze heeft een hernia gehad en de dokter had aangegeven dat zwemmen<br />

goed zou zijn. Ze had via via gehoord dat ze bij de gemeente een vergoeding voor<br />

sporten aan kon vragen. Naar eigen zeggen had ze voor de aanvraag veel papieren<br />

nodig en moest ze veel instanties bezoeken. Dit vond ze lastig en een aanvraag heeft<br />

ze daarom niet ingediend. (Casus 4)<br />

Weer een andere vrouw heeft één keer bijzondere bijstand aangevraagd, namelijk toen<br />

ze een woning toegewezen kreeg. Op dat moment had ze kosten voor een dubbele<br />

huur, borg en de inrichting <strong>van</strong> haar huis. Ze had via via <strong>van</strong> de bijzondere bijstand<br />

gehoord, maar ze kwam hier niet voor in aanmerking. Haar klantmanager heeft haar<br />

toen geholpen een lening bij de kredietbank te krijgen <strong>van</strong> €2.000. <strong>De</strong> reden waarom<br />

ze niet in aanmerking kwam voor bijzondere bijstand is haar niet bekend. (Casus 3)<br />

Een andere alleenstaande moeder geeft aan wat de bejegening voor haar betekent:<br />

‘Als je onpersoonlijk wordt benaderd en de mensen willen je niet oprecht helpen, is dat<br />

niet erg motiverend’. (Casus 2)<br />

Voedselloket<br />

In principe vindt <strong>het</strong> Voedselloket, net als de wethouder, dat zij niet zou moeten bestaan,<br />

maar zij krijgt steeds meer cliënten. Het Voedselloket denkt dat zij nooit helemaal<br />

overbodig zal raken, omdat er altijd een groep zal bestaan die <strong>het</strong> financieel niet<br />

redt. Volgens <strong>het</strong> Voedselloket is armoede voor 90% op te lossen door persoonlijke<br />

omstandigheden aan te pakken, zoals <strong>het</strong> oplossen <strong>van</strong> schulden, verslavingen en <strong>het</strong><br />

op orde brengen <strong>van</strong> de financiën. Zij is ook <strong>van</strong> mening dat dit sneller kan dan nu<br />

gebruikelijk is.<br />

Het Voedselloket vindt dat de gemeente teveel gericht is op participatie en te weinig<br />

op preventie.<br />

Sociaal Raadslieden indiceren klanten niet voor voedselhulp <strong>van</strong> <strong>het</strong> Voedselloket <strong>Almere</strong>.<br />

Klanten worden gewezen op <strong>het</strong> feit dat <strong>het</strong> Maatschappelijk Werk dat wel doet.<br />

Voedselhulp zou volgens de Sociaal Raadslieden idealiter niet nodig moeten zijn. Het<br />

achterliggende probleem ligt vaak ergens anders. Dit lossen ze liever op.<br />

Budget Bureau <strong>Almere</strong><br />

Er is <strong>van</strong> verschillende kanten kritiek op <strong>het</strong> Budget Bureau <strong>Almere</strong>. Het voortraject<br />

voor schuldhulpverlening blijkt erg lang te duren, zonder dat er sprake is <strong>van</strong> broodgeld<br />

(BBA zegt zelf dat er soms wel broodgeld is) of een overbruggingskrediet. Ook<br />

wordt er gezegd dat <strong>het</strong> BBA slecht bereikbaar is en dat er teveel wisselingen zijn in<br />

contactpersonen.<br />

BBA draagt cliëntdossiers pas over aan Plangroep, die de uitvoering <strong>van</strong> <strong>het</strong> financiële<br />

gedeelte binnen de schuldhulpverlening doet, als deze compleet zijn. <strong>De</strong> verantwoor-<br />

Armoede en Armoedebeleid in <strong>Almere</strong><br />

CAB 32


delijkheid hiervoor ligt bij de cliënt en <strong>het</strong> BBA geeft aan dat <strong>het</strong> vaak lang duurt voor<br />

cliënten hun financiële administratie op orde hebben. Zij kunnen hierbij eventueel de<br />

hulp inroepen <strong>van</strong> Humanitas, er is echter geen sprake <strong>van</strong> doorverwijzing door <strong>het</strong><br />

BBA. Cliënten moeten zelf contact opnemen met Humanitas. Daarnaast wordt <strong>het</strong> op<br />

gang komen <strong>van</strong> budgetbeheer vertraagd omdat <strong>het</strong> vaak lang duurt voor inkomensverstrekkers,<br />

zoals werkgevers of <strong>het</strong> UWV, de ingestuurde machtigingen verwerken<br />

en <strong>het</strong> inkomen overmaken op de budgetbeheerrekening.<br />

Een alleenstaande moeder met drie kinderen en schulden omschrijft <strong>het</strong> proces <strong>van</strong><br />

schuldhulpverlening als volgt:<br />

‘<strong>De</strong> gemeente verwees mij door naar <strong>het</strong> BBA waar ik mijn verhaal moest doen en<br />

kopieën moest aanleveren <strong>van</strong> mijn papieren. Toen ik vervolgens dacht dat er iets zou<br />

gebeuren, werd ik doorverwezen naar Plangroep. Hier moest ik opnieuw mijn verhaal<br />

doen en kopieën maken, waarvoor ik eigenlijk geen geld had.’<br />

Ondertussen loopt mevrouw al bijna twee maanden bij <strong>het</strong> BBA. Ze omschrijft <strong>het</strong> als<br />

‘een onpersoonlijk proces, waar <strong>het</strong> gaat om papierenrompslomp en waar mensen hun<br />

verhaal meerdere malen <strong>van</strong> voor tot achter moeten vertellen’. Ondertussen heeft<br />

mevrouw een aanzegging tot woningontruiming gekregen. Ze maakt zich erg veel zorgen,<br />

want als ze straks op straat komt te staan heeft ze niemand en kan ze nergens<br />

heen. Het BBA heeft haar nog niet kunnen geruststellen dat haar probleem opgelost<br />

zal worden.<br />

Volgens BBA is mevrouw na drie afspraken met BBA, waar<strong>van</strong> één verzet moest worden<br />

omdat mevrouw niet kwam opdagen, na een maand doorverwezen naar<br />

Plangroep. Het BBA is niet op de hoogte <strong>van</strong> de aanzegging tot woningontruiming.<br />

(Casus 2)<br />

Invulhulp Humanitas<br />

Vanuit de gemeente geeft men aan dat invulhulp bij Humanitas momenteel alleen beschikbaar<br />

is voor cliënten <strong>van</strong> <strong>het</strong> BBA. Het zou goed zijn als er meer professionals<br />

worden ingezet bij Humanitas, als aanvulling op vrijwilligers. Op deze manier kunnen<br />

meer mensen bediend worden en kunnen professionals in preventieve zin beter kijken<br />

wat nodig is voor de cliënt.<br />

5.2. Gebruik en niet-gebruik voorzieningen<br />

In de nota <strong>armoedebeleid</strong> <strong>van</strong> de gemeente <strong>Almere</strong> staat dat gebruik en niet-gebruik<br />

in beeld gebracht dienen te worden met als doel <strong>het</strong> gebruik te stimuleren.<br />

Bevorderen gebruik<br />

Om gebruik te bevorderen en niet-gebruik <strong>van</strong> voorzieningen tegen te gaan, onderneemt<br />

de gemeente verschillende activiteiten. <strong>De</strong>ze kunnen onderverdeeld worden in<br />

de onderstaande categorieën:<br />

o Voorlichting<br />

o Huisbezoeken<br />

o Bestandskoppelingen<br />

Voorlichting<br />

Voorlichting is een middel voor <strong>het</strong> tegengaan <strong>van</strong> niet-gebruik. Voorlichting over bijzondere<br />

bijstand vindt onder andere plaats in de vorm <strong>van</strong> een flyer, die <strong>van</strong>af 2009 in<br />

ieder geval op <strong>het</strong> werkplein en bij de gemeente komt te liggen. Mensen met een bijstandsuitkering<br />

ont<strong>van</strong>gen eens in de zoveel tijd een folder met informatie over voorzieningen<br />

<strong>van</strong> de gemeente. Daarnaast worden alle mogelijkheden op de website <strong>van</strong><br />

Armoede en Armoedebeleid in <strong>Almere</strong><br />

CAB 33


de gemeente gepubliceerd. Op uitvoeringsniveau binnen de gemeente wordt aangegeven<br />

dat de informatievoorziening richting cliënten voor verbetering vatbaar is.<br />

Bestandskoppelingen<br />

Er is een koppeling met een bestand met mensen die kwijtschelding <strong>van</strong> gemeentelijke<br />

heffingen en belastingen ont<strong>van</strong>gen. Daarnaast heeft de gemeente in <strong>het</strong> verleden<br />

een koppeling gemaakt met <strong>het</strong> bestand <strong>van</strong> de Sociale Verzekeringsbank (gekorte<br />

AOW-ers) en hebben alle mensen die ten onrechte geen huurtoeslag hebben gekregen<br />

een brief ont<strong>van</strong>gen met daarin informatie over voorzieningen <strong>van</strong> de gemeente. <strong>De</strong><br />

koppeling is gebruikt voor een bestandsanalyse op basis waar<strong>van</strong> een uitspraak gedaan<br />

wordt over <strong>het</strong> gebruik <strong>van</strong> regelingen. <strong>De</strong>ze bestandsanalyse levert ook een lijst<br />

<strong>van</strong> huishoudens die zeker recht hebben op regelingen maar deze nog niet gebruiken.<br />

Wat betreft vroege signalering bij huisuitzettingen heeft de gemeente een convenant<br />

met de GGD en woningcorporaties.<br />

Huisbezoeken<br />

Op basis <strong>van</strong> de bestandsanalyse is een lijst ontstaan <strong>van</strong> personen die recht hebben<br />

op bepaalde voorzieningen in <strong>het</strong> kader <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong>, maar hier geen gebruik<br />

<strong>van</strong> maken. <strong>De</strong>ze personen worden door Humanitas bezocht. Verder voert de<br />

welzijnstichting huisbezoeken uit aan 70-plussers. Dit beleid is zeer recent en de effecten<br />

hier<strong>van</strong> zijn nog niet zichtbaar.<br />

Bereik<br />

<strong>De</strong> totale om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> de doelgroep die aanspraak kan maken op <strong>armoedebeleid</strong>, is<br />

binnen de gemeente <strong>Almere</strong> afhankelijk <strong>van</strong> de regeling en loopt uiteen <strong>van</strong> huishoudens<br />

met een inkomen op <strong>het</strong> niveau <strong>van</strong> de bijstandsnorm, tot huishoudens met een<br />

inkomen tot 120% <strong>van</strong> de bijstandsnorm. <strong>De</strong> gemeente <strong>Almere</strong> heeft met haar rapporten<br />

“Minima in <strong>Almere</strong>” uit 2007 en 2009 zicht op de om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> de doelgroep.<br />

Wanneer we kijken naar <strong>het</strong> bereik <strong>van</strong> regelingen, is <strong>het</strong> <strong>van</strong> belang rekening te houden<br />

met <strong>het</strong> feit dat een volledig bereik <strong>van</strong> regelingen niet realistisch is. Het is overigens<br />

een illusie om een bereik <strong>van</strong> 100% te behalen. Een deel <strong>van</strong> de doelgroep zal<br />

uit eigen overweging (onder andere schaamte en zelfredzaamheid) geen beroep doen<br />

op de verschillende regelingen in <strong>het</strong> kader <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong>.<br />

Drie vrouwen <strong>van</strong> allochtone afkomst laten hun redenen voor niet-gebruik horen. Een<br />

Surinaamse vrouw zegt hierover: ‘Hulp vragen wordt toch gezien als een teken <strong>van</strong><br />

zwakte, je zet je trots opzij’. (Casus 2)<br />

Een Armeense vrouw geeft aan: ‘Ik wil mijn hand niet ophouden’. (Casus 4)<br />

Een vrouw <strong>van</strong> Marokkaanse afkomst uit haar wens zelfvoorzienend te zijn: ‘ik wil <strong>het</strong><br />

zelf doen zodat ik niet meer onder voortdurende controle <strong>van</strong> de gemeente sta’. (Casus<br />

3)<br />

In de volgende tabellen staat <strong>het</strong> aantal toekenningen <strong>van</strong> de verschillende onderdelen<br />

<strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong> weergegeven. Hierbij is ook de raming <strong>van</strong> toekenningen opgenomen.<br />

Het aantal toekenningen <strong>van</strong> bijzondere bijstand is de afgelopen jaren vrij stabiel gebleven,<br />

rond de 6.650. Omdat de bijzondere bijstand niet op basis <strong>van</strong> een inkomensgrens<br />

maar aan de hand <strong>van</strong> een draagkrachtberekening wordt toegekend, de aan-<br />

Armoede en Armoedebeleid in <strong>Almere</strong><br />

CAB 34


vraag meerdere keren per jaar of juist niet elk jaar kan gebeuren en <strong>het</strong> een individuele<br />

toekenning betreft, is <strong>het</strong> onmogelijk een schatting te maken <strong>van</strong> <strong>het</strong> bereik.<br />

Tabel 4. Toekenningen bijzondere bijstand.<br />

Bijzondere bijstand Raming toekenningen Aantal toekenningen<br />

2006 nb 6.705<br />

2007 nb 6.597<br />

2008 6.650 6.656<br />

In 2008 maakten 6.149 personen gebruik <strong>van</strong> de collectieve aanvullende ziektekostenverzekering.<br />

Het aantal gebruikers is vrij stabiel en komt overeen met de prognoses.<br />

<strong>De</strong> collectieve ziektekostenverzekering staat open voor alle huishoudens tot<br />

120% <strong>van</strong> de bijstandsnorm. Omdat de toekenning <strong>van</strong> de collectieve aanvullende<br />

zorgverzekering op individuele basis geschiedt, kan <strong>het</strong> bereik niet één op één aan <strong>het</strong><br />

aantal minimahuishoudens gekoppeld worden. Op basis <strong>van</strong> de rapportage “minima in<br />

<strong>Almere</strong> 2008” maakt 43% <strong>van</strong> de huishoudens die er recht op heeft gebruik <strong>van</strong> deze<br />

regeling. Dit lage bereik kan deels verklaard worden uit <strong>het</strong> feit dat collectieve aanvullende<br />

zorgverzekeringen tegenwoordig op allerlei manieren kunnen worden afgesloten,<br />

waarbij <strong>het</strong> aanbod <strong>van</strong> de gemeente <strong>Almere</strong> niet altijd <strong>het</strong> meest voordelig hoeft te<br />

zijn.<br />

Tabel 5. Toekenningen collectieve aanvullende ziektekostenverzekering<br />

Collectieve ziektekosten Raming toekenningen Aantal toekenningen<br />

2006 6.200 6.151<br />

2007 6.200 6.243<br />

2008 6.250 6.149<br />

Een moeder <strong>van</strong> twee kinderen vertelt hoe haar schulden zijn ontstaan toen één <strong>van</strong><br />

haar dochters chronisch ziek bleek te zijn: ‘We waren niet aanvullend verzekerd en<br />

konden dit in eerste instantie ook niet betalen. Hierdoor liepen de kosten alleen maar<br />

verder op. Nu hebben we deze verzekering wel, omdat we in <strong>Almere</strong> wonen, krijgen we<br />

een kleine korting op de verzekering’. (Casus 5)<br />

Een andere vrouw die ook gebruik maakt <strong>van</strong> de zorgverzekering <strong>van</strong> AGIS vindt de<br />

korting minimaal: ‘Het is nog altijd veel geld’. (Casus 3)<br />

In 2008 maakten 7.682 huishoudens gebruik <strong>van</strong> de kwijtscheldingsregeling <strong>van</strong> de<br />

gemeente <strong>Almere</strong>. Opvallend is dat <strong>het</strong> aantal toekenningen de afgelopen jaren is afgenomen.<br />

Wanneer we kijken naar <strong>het</strong> bereik <strong>van</strong> de regeling, dan zien we dat deze<br />

hoog ligt. Op basis <strong>van</strong> de rapportage “Minima in <strong>Almere</strong>” wordt gesteld dat 80% <strong>van</strong><br />

de huishoudens die in aanmerking komt voor kwijtschelding hier ook gebruik <strong>van</strong><br />

maakt. Als we de cijfers <strong>van</strong> de rapportage koppelen aan de gemeentelijke registraties<br />

dan komen we zelfs uit op een veel hoger percentage.<br />

Tabel 61. Toekenningen kwijtschelding<br />

Kwijtschelding Raming toekenningen Aantal toekenningen<br />

2006 9.500 8.523<br />

2007 8.500 7.956<br />

2008 8.000 7.682<br />

In <strong>Almere</strong> ontvingen in 2008 1.891 huishoudens een langdurigheidtoeslag. Het aantal<br />

huishoudens dat een langdurigheidstoeslag ont<strong>van</strong>gt is de afgelopen jaren toegenomen.<br />

Omdat huishoudens pas in aanmerking komen wanneer zij vijf jaar of langer <strong>van</strong><br />

een minimuminkomen moeten rond komen, is <strong>het</strong> niet mogelijk om <strong>het</strong> bereik af te<br />

zetten tegen <strong>het</strong> aantal minimahuishoudens. Op basis <strong>van</strong> gegevens <strong>van</strong> <strong>het</strong> ministerie<br />

<strong>van</strong> Sociale Zaken en Werkgelegenheid kan gesteld worden dat 92% <strong>van</strong> de bij-<br />

Armoede en Armoedebeleid in <strong>Almere</strong><br />

CAB 35


standsgerechtigden die recht heeft op de langdurigheidstoeslag deze ook daadwerkelijk<br />

ont<strong>van</strong>gt.<br />

Tabel 7. Toekenningen langdurigheidstoeslag<br />

Langdurigheidstoeslag Raming toekenningen Aantal toekenningen<br />

2006 nb 1.571<br />

2007 nb 1.867<br />

2008 nb 1.891<br />

In 2008 werden 1.284 aanvragen voor <strong>het</strong> woonlastenfonds ook daadwerkelijk toegekend.<br />

Het aantal toekenningen in <strong>het</strong> kader <strong>van</strong> <strong>het</strong> woonlastenfonds is sinds 2006<br />

sterk afgenomen. Omdat <strong>het</strong> recht op een bijdrage uit <strong>het</strong> woonlastenfonds afhankelijk<br />

is <strong>van</strong> de duur <strong>van</strong> de minimapositie en de specifieke woonlasten <strong>van</strong> huishoudens,<br />

is <strong>het</strong> niet mogelijk <strong>het</strong> bereik <strong>van</strong> de regeling te bepalen.<br />

Tabel 8. Aanvragen en toekenningen woonlastenfonds<br />

Woonlastenfonds Aanvragen Toekenningen % toegekend<br />

2006 2.000 1.800 90%<br />

2007 1.411 1.209 86%<br />

2008 1.433 1.284 90%<br />

Stadsfonds<br />

Het stadsfonds staat open voor minimahuishoudens die hier voor aangemeld worden.<br />

Hierbij moet opgemerkt worden dat er voor sommige activiteiten slechts een beperkt<br />

aantal plaatsen is. In <strong>het</strong> kader <strong>van</strong> <strong>het</strong> Stadsfonds hebben 100 kinderen subsidie voor<br />

sport ont<strong>van</strong>gen, hiermee is <strong>het</strong> maximum bereikt. Er zijn meer aanvragen geweest<br />

die om deze reden zijn afgewezen of een plek op de wachtlijst hebben gekregen. Verder<br />

hebben 200 kinderen zwemles gekregen en zijn er vier zomerkampen georganiseerd.<br />

Eenmalige uitkering<br />

<strong>De</strong> eenmalige uitkering wordt volgens de rapportage “Minima in <strong>Almere</strong> 2008” gebruikt<br />

door ruim de helft <strong>van</strong> de doelgroep (56%). Dit is voornamelijk de groep die<br />

een bijstandsuitkering ont<strong>van</strong>gt of een inkomen rond de bijstandsnorm heeft. Het gebruik<br />

onder huishoudens met een inkomen tussen de 100% en 120% <strong>van</strong> de bijstandsnorm<br />

ligt veel lager (32%). Een mogelijke reden hiervoor zou kunnen zijn dat<br />

men onbekend is met de regeling wanneer men geen directe contacten heeft met de<br />

gemeente.<br />

Het bereik <strong>van</strong> de verschillende regelingen verschilt erg. Het bereik <strong>van</strong> de regeling<br />

voor kwijtschelding is erg hoog, maar die <strong>van</strong> de collectieve aanvullende ziektekostenverzekering<br />

ligt veel lager. <strong>De</strong> doelgroep die aan de ondergrens <strong>van</strong> de bijstandsnorm<br />

zit maakt vaker gebruik <strong>van</strong> de regelingen.<br />

Uit de benchmark Armoedebeleid 11 blijkt dat <strong>het</strong> bereik <strong>van</strong> de verschillende voorzieningen<br />

in de gemeente <strong>Almere</strong> over <strong>het</strong> algemeen hoog is.<br />

11<br />

SGBO (2009) Benchmark Armoedebeleid 2008, <strong>De</strong>n Haag<br />

Armoede en Armoedebeleid in <strong>Almere</strong><br />

CAB 36


Gemeente en externe organisaties over niet-gebruik<br />

Het Servicepunt Z geeft aan dat de gemeente niet de gehele doelgroep <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong><br />

in beeld heeft. Tot op zekere hoogte wil men dit ook niet, omdat veel<br />

mensen zelf dingen kunnen organiseren om hun problemen op te lossen. Uit de webenquête<br />

blijkt dat de meeste organisaties denken dat hun doelgroep over <strong>het</strong> algemeen<br />

bekend is bij de gemeente.<br />

Negen <strong>van</strong> de tien organisaties verwijst altijd of regelmatig door naar de gemeente of<br />

licht mensen in over voorzieningen <strong>van</strong> de gemeente. Dit bevordert <strong>het</strong> gebruik <strong>van</strong><br />

voorzieningen <strong>van</strong> de gemeente.<br />

Onbekendheid met voorzieningen wordt door externe organisaties <strong>het</strong> vaakst genoemd<br />

als reden waarom mensen geen gebruik maken <strong>van</strong> voorzieningen <strong>van</strong> de gemeente.<br />

Ook de weg niet weten te vinden en de aanvraag te ingewikkeld vinden worden<br />

genoemd. Verder wordt opgemerkt dat mensen door een gevoel <strong>van</strong> schaamte of<br />

trots geen gebruik willen maken <strong>van</strong> voorzieningen.<br />

Informatievoorziening is belangrijk voor <strong>het</strong> bevorderen <strong>van</strong> gebruik <strong>van</strong> voorzieningen.<br />

Uit bovenstaande alinea blijkt dat onbekendheid met voorzieningen de belangrijkste<br />

reden is waarom mensen geen gebruik maken <strong>van</strong> voorzieningen. Uit <strong>het</strong> onderzoek<br />

blijkt de voorlichting naar de klant en ook naar externe organisaties beter te<br />

kunnen. Klanten en organisaties zijn onvoldoende op de hoogte <strong>van</strong> de voorzieningen<br />

<strong>van</strong> de gemeente <strong>Almere</strong>. Externe organisaties constateren dat klanten <strong>het</strong> voorlichtingsmateriaal<br />

<strong>van</strong> de gemeente onvoldoende lezen en dat de website ingewikkeld is.<br />

Het CBA geeft aan dat de Sociale Dienst niet de beschikking krijgt over adressen <strong>van</strong><br />

cliënten <strong>van</strong> <strong>het</strong> UWV, zodat deze groep niet actief op de hoogte gesteld kan worden<br />

<strong>van</strong> de voorzieningen <strong>van</strong> de gemeente. Het Leger des Heils geeft aan dat de gemeente<br />

een convenant heeft met de GGD en woningbouwcorporaties voor vroege signalering<br />

bij huisuitzettingen. Particuliere huurders die problemen hebben de huur op te<br />

brengen, bereikt de gemeente niet. Hetzelfde geldt voor mensen met koopwoningen.<br />

<strong>De</strong>ze zijn volgens <strong>het</strong> CBA vaak niet op de hoogte <strong>van</strong> de voorziening woonkostentoeslag.<br />

Het BBA maakt bewust niet veel reclame, omdat ze dan waarschijnlijk een te<br />

grote toestroom <strong>van</strong> cliënten krijgt, waarvoor <strong>het</strong> budget momenteel ontoereikend is.<br />

Een alleenstaande moeder met drie thuiswonende kinderen vindt de informatievoorziening<br />

over regelingen en hulporganisaties niet goed: ‘Als je niet via via hoort wat<br />

mogelijk is, dan duurt <strong>het</strong> erg lang voor je bij <strong>het</strong> juiste loket of de juiste instantie<br />

bent’. (Casus 2)<br />

Een vrouw die deel uit maakt aan <strong>het</strong> CBA geeft aan de regelingen <strong>van</strong> de gemeente<br />

te kennen via een vrouw uit <strong>het</strong> CBA: ‘<strong>De</strong>ze vrouw is gemakkelijk te benaderen en ze<br />

is zo vriendelijk voorlichting te geven’. Een informatiefolder <strong>van</strong> de gemeente is haar<br />

niet bekend. (Casus 4)<br />

Een oudere vrouw die een AOW-uitkering ont<strong>van</strong>gt geeft aan over regelingen te lezen<br />

in de folders <strong>van</strong> de gemeente en op <strong>het</strong> contactbord bij de gemeente. (Casus 1)<br />

Armoede en Armoedebeleid in <strong>Almere</strong><br />

CAB 37


5.3. Financiën en uitvoeringskosten<br />

<strong>De</strong> kosten voor <strong>het</strong> minimabeleid zijn uit te splitsen in uitgaven aan voorzieningen,<br />

subsidies en uitvoeringskosten. <strong>De</strong> gemeente <strong>Almere</strong> heeft in 2008 €6,5 miljoen besteed<br />

aan haar <strong>armoedebeleid</strong>. Sinds 2006 zijn de uitgaven opgelopen, maar er wordt<br />

nog altijd minder besteed dan begroot.<br />

Tabel 9. Begroting en uitgaven <strong>armoedebeleid</strong>, in €<br />

Totaal Begroting Uitgaven Verschil<br />

2006 5.162.400 4.697.435 -464.956<br />

2007 5.671.900 5.154.654 -517.246<br />

2008 6.804.400 6.500.270 -304.130<br />

Uit <strong>het</strong> onderzoek dat <strong>Almere</strong> heeft gedaan naar de schaalsprong 12 blijkt dat de gemeente<br />

<strong>Almere</strong> in financieel opzicht een hoog bedrag per inwoner uitgeeft. Uit <strong>het</strong> onderzoek<br />

blijkt dat de gemeente meer aan <strong>het</strong> beleid uitgeeft dan zij ten behoeve <strong>van</strong><br />

<strong>armoedebeleid</strong> via <strong>het</strong> gemeentefonds <strong>van</strong> <strong>het</strong> Rijk ont<strong>van</strong>gt en dus ook algemene<br />

middelen inzet. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door kwijtschelding. Ook de benchmark<br />

<strong>armoedebeleid</strong> 13 , waaraan de gemeente <strong>Almere</strong> deelneemt, sc<strong>het</strong>st dit beeld.<br />

<strong>De</strong> uitgaven aan <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong> per inwoner blijken in de gemeente <strong>Almere</strong> hoger<br />

te liggen dan bij de andere deelnemende gemeenten.<br />

Dat de gemeente <strong>Almere</strong> relatief gezien meer uitgeeft aan <strong>armoedebeleid</strong> dan andere<br />

gemeenten hoeft niet te betekenen dat zij ook een effectiever beleid voert. Dit is afhankelijk<br />

<strong>van</strong> <strong>het</strong> soort voorzieningen en de kosten die daarmee gepaard gaan.<br />

Om meer inzicht te krijgen in de uitgaven, staan in de onderstaande tabellen de kosten<br />

voor de verschillende onderdelen <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong> weergegeven. Uit dit<br />

overzicht blijkt dat de meeste kosten voor <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong> liggen in kwijtschelding<br />

<strong>van</strong> gemeentelijke belastingen en de bijzondere bijstand. Ook hier valt op dat in 2008<br />

de uitgaven bij de meeste onderdelen <strong>van</strong> <strong>het</strong> beleid achterblijven bij de begroting.<br />

Uitzondering hierop is de kwijtschelding <strong>van</strong> gemeentelijke belastingen. Ook valt op<br />

dat de begroting <strong>van</strong> de onderdelen behoorlijke schommelingen laat zien.<br />

Wanneer we de inzet <strong>van</strong> middelen spiegelen aan eerder genoemde varianten <strong>van</strong> <strong>armoedebeleid</strong><br />

dan blijkt dat <strong>het</strong> grootste gedeelte <strong>van</strong> de middelen aan curatieve maatregelen<br />

besteed wordt. Voor preventie en activering is weinig aandacht.<br />

In de categorie overig zijn een aantal onderdelen opgenomen die niet direct als regeling<br />

of instrument gezien kunnen worden in <strong>het</strong> kader <strong>van</strong> <strong>het</strong> minimabeleid. Het gaat<br />

hier bijvoorbeeld om een activeringscentrum dat <strong>van</strong>uit de WWB gefinancierd wordt,<br />

deelname aan een benchmark en een bestandsanalyse. Verder is in 2008 een post<br />

voor budgetcursussen begroot die niet benut is. Dit is opvallend aangezien hiermee<br />

een <strong>van</strong> de weinige instrumenten die de gemeente heeft op <strong>het</strong> terrein <strong>van</strong> preventief<br />

<strong>armoedebeleid</strong> niet is ingezet. In 2009 is er in samenwerking met <strong>het</strong> onderwijs wel<br />

uitvoering gegeven aan de budgetcursussen voor kinderen. Ook <strong>het</strong> maatschappelijk<br />

middenveld biedt cursussen aan, echter niet <strong>van</strong>uit gemeentelijk beleid.<br />

12<br />

Cebeon (2009) Ontwikkeling <strong>van</strong> de financiële positie <strong>van</strong> <strong>Almere</strong> zonder schaalsprong in de periode 2010-<br />

2030, Amsterdam<br />

13<br />

SGBO (2009) Benchmark Armoedebeleid 2008, <strong>De</strong>n Haag<br />

Armoede en Armoedebeleid in <strong>Almere</strong><br />

CAB 38


Tabel 10. Begroting en uitgaven aan minimaregelingen, in €.<br />

Bijzondere bijstand Begroting Uitgaven Verschil<br />

2006 1.433.000 1.254.597 -178.403<br />

2007 1.214.200 1.345.511 131.311<br />

2008 1.590.500 1.426.278 -164.222<br />

Collectieve ziektekosten<br />

2006 323.400 376.798 53.398<br />

2007 364.600 399.824 35.224<br />

2008 364.600 336.556 -28.044<br />

Kwijtschelding<br />

2006 2.151.000 2.007.073 -143.927<br />

2007 2.252.000 2.195.085 -56.915<br />

2008 2.195.000 2.251.598 56.598<br />

Informatie voor cliënten<br />

2006 79.500 34.907 -44.593<br />

2007 68.600 74.976 6.376<br />

2008 55.000 31.919 -23.581<br />

Langdurigheidstoeslag<br />

2006 400.000 403.846 3.846<br />

2007 1.000.000 588.278 -411.722<br />

2008 600.000 570.460 -29.540<br />

Woonlastenfonds<br />

2006 266.500 205.331 -61.169<br />

2007 266.500 384.184 117.684<br />

2008 590.000 566.353 -23.647<br />

Eenmalige uitkering<br />

2006 411.000 315.476 -95.524<br />

2007 0 0 0<br />

2008 426.000 426.000 0<br />

Subsidies derden/stadsfonds<br />

2006 98.000 99.407 1.407<br />

2007 52.000 100.074 48.074<br />

2008 373.800 258.544 -115.256<br />

Overig<br />

2006 0 0 0<br />

2007 454.000 66.722 -387.278<br />

2008 609.500 632.562 23.062<br />

<strong>De</strong> uitgaven die de gemeente <strong>Almere</strong> doet in <strong>het</strong> kader <strong>van</strong> subsidies en <strong>het</strong> Stadsfonds<br />

kunnen nader onderverdeeld worden. Hieruit blijkt dat een groot deel <strong>van</strong> de<br />

subsidies naar <strong>het</strong> Voedselloket <strong>Almere</strong> gaat. In de onderstaande tabel staat de onderverdeling<br />

weergegeven.<br />

Tabel 11. Uitgaven aan subsidies aan derden en Stadsfonds, in €<br />

2006 2007 2008<br />

Voedselloket <strong>Almere</strong> 50.000 75.000 75.000<br />

Arme kant <strong>van</strong> <strong>Almere</strong> 15.991 9.378 3.176<br />

Cliëntenberaad <strong>Almere</strong> 12.926 14.712 14.557<br />

Comité vrouwen in de bijstand 15.500 -4.016 20<br />

Fonds Bijzondere Noden 5.000 5.000 25.000*<br />

Stadsfonds nvt nvt 145.791<br />

Thuisadministratie Humanitas nvt nvt 20. 000<br />

Totaal 99.407 100.074 258.544<br />

* In 2008 maakt <strong>het</strong> fonds bijzondere noden deel uit <strong>van</strong> <strong>het</strong> Stadsfonds<br />

Er is hierbij ook nog een onderverdeling te maken naar uitgaven die in <strong>het</strong> kader <strong>van</strong><br />

<strong>het</strong> Stadsfonds gedaan worden. Hieruit blijkt dat een deel <strong>van</strong> de verwachte uitgaven<br />

<strong>van</strong>uit <strong>het</strong> stadsfonds niet gedaan is. Het gaat hierbij om <strong>het</strong> schoolfonds, de peuterspeelzalen<br />

en <strong>het</strong> jeugd cultuurfonds. Vanuit de gemeente wordt aangegeven dat deze<br />

activiteiten niet ondernomen zijn in 2008 of niet meer noodzakelijk waren. Het budget<br />

voor de Kunstbus is in 2008 niet volledig besteed omdat alleen een pilot is uitgevoerd.<br />

In 2009 zal deze verder doorontwikkeld worden. Er zijn geen spontane aanvragen gehonoreerd.<br />

Armoede en Armoedebeleid in <strong>Almere</strong><br />

CAB 39


Belangrijk te vermelden is dat de niet gebruikte budgetten uit <strong>het</strong> Stadsfonds meegenomen<br />

worden naar <strong>het</strong> volgende jaar en dus niet terugvloeien naar de gemeente.<br />

Tabel 12. Begroting en uitgaven stadsfonds, in €<br />

Begroting<br />

Uitgaven<br />

Voorpost 3.500 3.291<br />

Kindervakantieland 7.500 7.500<br />

Schoolfonds 20.000 0<br />

Peuterspeelzalen 15.000 0<br />

Jeugdsportfonds 35.000 35.000<br />

Stichting Jeugd in beweging 60.000 60.000<br />

Kunstbus 30.000 15.000<br />

Jeugd cultuurfonds 20.000 0<br />

Spontaan 9.000 0<br />

Fonds bijzondere noden nb 25.000<br />

Totaal 200.000 145.791<br />

Uitvoeringskosten<br />

Naast de uitgaven in <strong>het</strong> kader <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong> heeft de gemeente <strong>Almere</strong> in<br />

2008 in totaal €18.570.952 uitgegeven aan uitvoeringskosten voor dit beleid. Het bedraagt<br />

hier alleen de directe kosten voor een aantal onderdelen. <strong>De</strong> kosten voor kwijtschelding<br />

zijn bijvoorbeeld niet meegenomen.<br />

Het gaat bij de uitvoeringskosten niet om een geoormerkt bedrag <strong>van</strong>uit <strong>het</strong> gemeentefonds.<br />

Een korte rekensom laat zien dat de uitvoeringskosten ten opzichte <strong>van</strong> de<br />

uitgaven ongeveer 28% bedragen. Wanneer we deze uitvoeringskosten vergelijken<br />

met een aantal andere Nederlandse gemeenten 14 dan blijkt dat de gemeente <strong>Almere</strong><br />

aan de lage kant zit met haar uitvoeringskosten.<br />

Tabel 13. Uitvoeringskosten minimabeleid <strong>Almere</strong><br />

Minimaregelingen Begroting Uitgaven Verschil<br />

2006 251.400 212.269 -39.131<br />

2007 283.900 245.963 -37.937<br />

2008 285.900 309.243 23.343<br />

Bijzondere bijstand<br />

2006 1.487.600 1.292.777 -194.823<br />

2007 1.411.300 1.241.032 -170.268<br />

2008 1.401.200 1.453.703 52.503<br />

Woonlastenfonds<br />

2006 33.500 44.457 10.957<br />

2007 33.500 19.346 -14.154<br />

2008 35.000 35.000 0<br />

Eenmalige uitkering<br />

2006 nb nb nb<br />

2007 nvt nvt nvt<br />

2008 60.000 60.000 0<br />

Totaal<br />

2006 1.772.500 1.549.503 -222.997<br />

2007 1.728.700 1.506.341 -222.359<br />

2008 1.782.100 1.857.952 75.852<br />

5.4. Samenvatting<br />

<strong>De</strong> gemeente <strong>Almere</strong> heeft een uitgebreid pallet aan voorzieningen in <strong>het</strong> kader <strong>van</strong><br />

<strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong>. <strong>De</strong>ze voorzieningen zijn grotendeels curatief <strong>van</strong> aard. Met name<br />

op <strong>het</strong> vlak <strong>van</strong> activering zijn er weinig voorzieningen <strong>van</strong>uit <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong>. Verder<br />

valt op dat er, naast <strong>het</strong> woonlastenfonds, weinig voorzieningen zijn die als typisch<br />

Almeers kunnen worden aangeduid.<br />

14<br />

Ter vergelijking: Amersfoort:30%, Kerkrade:31%, Veendam: 53%, Stadskanaal: 40% en Diemen: 38%.<br />

Armoede en Armoedebeleid in <strong>Almere</strong><br />

CAB 40


Naast <strong>het</strong> instrumentarium <strong>van</strong> de gemeente bieden ook externe organisaties voorzieningen<br />

op <strong>het</strong> terrein <strong>van</strong> armoede en armoedebestrijding aan. <strong>De</strong>ze voorzieningen<br />

zijn minder gericht op financiële ondersteuning, maar op ondersteuning bij <strong>het</strong> verwerven<br />

<strong>van</strong> financiële middelen en ondersteuning bij acute problemen. Binnen de<br />

voorzieningen die er zijn <strong>van</strong>uit de externe partijen blijkt overlap te zitten. <strong>De</strong>ze overlap<br />

wordt echter als positief ervaren, omdat mensen op deze wijze bij meerdere organisaties<br />

terecht kunnen met een probleem. Externe organisaties zijn <strong>van</strong> mening dat<br />

zij elkaar aanvullen wat betreft de voorzieningen. Uit dit onderzoek blijkt dit meer op<br />

toeval te berusten, dan dat <strong>het</strong> hier gaat om een bewuste keuze.<br />

In <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong> <strong>van</strong> de gemeente <strong>Almere</strong> wordt met name een goede regeling<br />

voor chronisch zieken en gehandicapten gemist. Verder is er geen eenduidigheid over<br />

eventuele ‘witte plekken” in <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong>. Vanuit de gemeente wordt aangegeven<br />

dat men graag iets minder labelling <strong>van</strong> budgetten zou zien. Ook wordt aangegeven<br />

dat <strong>het</strong> goed zou zijn als er meer voorzieningen voor kinderen zouden zijn. <strong>De</strong><br />

huidige capaciteit <strong>van</strong> de voorzieningen blijkt niet voldoende te zijn.<br />

Veel externe organisaties zien niet zozeer “witte plekken” in <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong>, maar<br />

hebben zorgen over de uitvoering <strong>van</strong> <strong>het</strong> beleid. Hierbij gaat <strong>het</strong> met name om <strong>het</strong> in<br />

hun ogen moeilijk verkrijgen <strong>van</strong> voorzieningen en ontmoedigende of demotiverende<br />

bejegening <strong>van</strong> klanten. Uit dit onderzoek blijkt dat <strong>het</strong> aanvragen eenvoudiger zou<br />

kunnen. Over de bejegening kan geen uitspraak gedaan worden.<br />

Het bereik <strong>van</strong> de verschillende regelingen verschilt erg. Het bereik <strong>van</strong> de regeling<br />

voor kwijtschelding is erg hoog, maar die <strong>van</strong> de collectieve aanvullende ziektekostenverzekering<br />

ligt veel lager. <strong>De</strong> doelgroep die aan de ondergrens <strong>van</strong> de bijstandsnorm<br />

zit maakt vaker gebruik <strong>van</strong> de regelingen. Uit de benchmark <strong>armoedebeleid</strong>, waaraan<br />

de gemeente <strong>Almere</strong> deelneemt, komt naar voren dat <strong>het</strong> gebruik <strong>van</strong> de voorzieningen<br />

hoog ligt.<br />

Hoewel de gemeente <strong>Almere</strong> fors heeft ingezet op <strong>het</strong> vergroten <strong>van</strong> <strong>het</strong> gebruik <strong>van</strong><br />

de regelingen, zoals informatievoorziening, bestandskoppeling en huisbezoeken, blijkt<br />

dat externe organisaties de onbekendheid <strong>van</strong> regelingen nog steeds als belangrijkste<br />

reden voor niet-gebruik zien.<br />

<strong>De</strong> gemeente <strong>Almere</strong> heeft in 2008 €6,5 miljoen besteed aan haar <strong>armoedebeleid</strong>.<br />

Sinds 2006 zijn de uitgaven opgelopen, maar er wordt nog altijd minder besteed dan<br />

begroot. <strong>De</strong> uitgaven per inwoner in <strong>het</strong> kader <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong> liggen in <strong>Almere</strong><br />

relatief hoog in vergelijking met andere gemeenten, de uitvoeringskosten liggen<br />

juist relatief laag. <strong>De</strong> meeste kosten liggen in de kwijtschelding <strong>van</strong> gemeentelijke belastingen<br />

en de bijzondere bijstand. Het valt op dat de uitgaven <strong>van</strong> de meeste voorzieningen<br />

achterblijven bij de begroting.<br />

Armoede en Armoedebeleid in <strong>Almere</strong><br />

CAB 41


6. Conclusie<br />

In dit hoofdstuk wordt aan de hand <strong>van</strong> een algehele conclusie antwoord gegeven op<br />

de centrale onderzoekvraag <strong>van</strong> de rekenkamer <strong>Almere</strong>:<br />

In hoeverre levert <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong> een bijdrage aan <strong>het</strong> verbeteren <strong>van</strong> <strong>het</strong> toekomstperspectief<br />

<strong>van</strong> de doelgroep(en) <strong>van</strong> beleid<br />

1. <strong>De</strong> om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> de doelgroep <strong>van</strong> beleid (probleemgericht)<br />

<strong>De</strong> vraag die bij dit deelonderzoek beantwoord dient te worden is: ‘Op welke wijze<br />

draagt <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong> bij aan de ambities als verwoord in de Programmabegroting’.<br />

2. Het aanbod <strong>van</strong> voorzieningen en ondersteuning door de gemeente en maatschappelijke<br />

organisaties (aanbodgericht)<br />

<strong>De</strong> vraag die bij dit deelonderzoek beantwoord dient te worden is: ‘Hoe geeft de<br />

gemeente inhoud en uitvoering aan de regierol <strong>van</strong> <strong>het</strong> (bredere) <strong>armoedebeleid</strong>’<br />

3. <strong>De</strong> toegankelijkheid <strong>van</strong> <strong>het</strong> aanbod voor de doelgroep (vraaggericht)<br />

<strong>De</strong> vraag die bij dit deelonderzoek beantwoord dient te worden is: ‘Hoe toegankelijk<br />

is <strong>het</strong> Almeerse <strong>armoedebeleid</strong> voor de doelgroep(en)’<br />

Het toetsingskader dat in <strong>het</strong> tweede hoofdstuk <strong>van</strong> dit rapport wordt beschreven,<br />

is <strong>het</strong> uitgangspunt voor de beoordeling <strong>van</strong> <strong>het</strong> beleid.<br />

Voor elk <strong>van</strong> de deelonderzoeken zijn een aantal specifieke subvragen opgesteld.<br />

<strong>De</strong>ze subvragen zullen in de tweede paragraaf <strong>van</strong> dit hoofdstuk beantwoord worden.<br />

6.1. Algehele conclusie<br />

Brede visie op armoede<br />

<strong>De</strong> gemeente <strong>Almere</strong> hanteert een brede definitie <strong>van</strong> armoede. Het niet actief kunnen<br />

participeren in de samenleving wordt gezien als gevolg <strong>van</strong> beperkte financiële middelen.<br />

Sociale omstandigheden <strong>van</strong> inwoners, zoals scheiding en baanverlies worden gezien<br />

als oorzaak <strong>van</strong> armoede.<br />

Om deze problematiek aan te pakken dan wel op te lossen heeft de gemeente een<br />

brede visie ontwikkeld die er <strong>van</strong>uit gaat dat armoede een participatieprobleem is. <strong>De</strong>ze<br />

visie benoemt dat er maatregelen getroffen moeten worden om belemmeringen die<br />

<strong>het</strong> meedoen in de weg staan weg te nemen. Hierbij is een integrale benadering nodig<br />

waarbij <strong>het</strong> probleem <strong>van</strong>uit meerdere invalshoeken, zoals WMO, WWB en schuldhulpverlening,<br />

wordt aangepakt. Verder kan dit volgens de visie alleen in samenwerking<br />

met externe partijen in de gemeente.<br />

<strong>De</strong> praktijk verengt<br />

In de praktijk laat de gemeente de brede visie in beleidsplannen uiteenvallen door<br />

participatie onder te brengen bij de WMO en <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong> strikt te richten op inkomensondersteuning.<br />

Het leggen <strong>van</strong> dwarsverbanden verdwijnt op deze manier. Een<br />

consequentie hier<strong>van</strong> is dat <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong> vooral <strong>van</strong> curatieve aard is, terwijl de<br />

visie veel meer gericht is op een activerend beleid. <strong>De</strong> voorzieningen in <strong>het</strong> kader <strong>van</strong><br />

<strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong> zijn dan ook in grote meerderheid gericht op inkomensondersteuning<br />

<strong>van</strong> de doelgroep. Doordat de instrumenten in de uitvoering worden toegepast,<br />

Armoede en Armoedebeleid in <strong>Almere</strong><br />

CAB 42


wijkt ook de uitvoering af <strong>van</strong> de visie. Het instrumentarium <strong>van</strong> de gemeente <strong>Almere</strong><br />

voldoet in de huidige vorm aan de landelijke wet- en regelgeving. <strong>De</strong>ze regelgeving is<br />

ook voornamelijk ingevuld als curatief.<br />

<strong>De</strong> centrale vraag <strong>van</strong> <strong>het</strong> eerste deelonderzoek wordt hiermee beantwoord. Het <strong>armoedebeleid</strong><br />

draagt slechts ten dele bij aan de ambities die verwoord zijn.<br />

Beeld over samenwerking en regie verschilt<br />

Binnen de gemeente bestaat <strong>het</strong> beeld dat er goed samengewerkt wordt met externe<br />

partijen en dat zij de regierol sterk in handen heeft. Vanuit de externe partners bestaat<br />

hierover een wat wisselender beeld. Zij zien de samenwerking vooral op informele<br />

basis. <strong>De</strong> externe partijen missen een regierol <strong>van</strong> de gemeente waarin sturing<br />

en <strong>het</strong> stellen <strong>van</strong> concrete doelen centraal staat.<br />

<strong>De</strong> centrale vraag <strong>van</strong> <strong>het</strong> tweede deelonderzoek wordt hiermee beantwoord. <strong>De</strong> regierol<br />

wordt door de gemeente als sterk ervaren, terwijl de externe partijen deze niet<br />

zo ervaren. <strong>De</strong> regierol wordt volgens hen teveel op informele basis ingevuld.<br />

Het bereik is wisselend<br />

<strong>De</strong> doelgroep maakt wisselend gebruik <strong>van</strong> de voorzieningen die haar geboden worden.<br />

Met name de zogenaamde passieve doelgroep, die geen uitkering ont<strong>van</strong>gt, blijkt<br />

minder gebruik te maken <strong>van</strong> de voorzieningen. Redenen hiervoor liggen in onbekendheid<br />

en een te moeilijke aanvraagprocedure. Hiermee is de onderzoeksvraag <strong>van</strong><br />

<strong>het</strong> derde deelonderzoek beantwoord.<br />

Er is resultaat, maar effectiviteit is niet te bepalen<br />

Jaarlijks worden er 19.000 toekenningen gedaan voor voorzieningen in <strong>het</strong> kader <strong>van</strong><br />

<strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong>. Dit houdt in dat gemeente veel huishoudens voorziet <strong>van</strong> ondersteuning.<br />

Het gebruik <strong>van</strong> de voorzieningen ligt daarmee volgens de benchmark hoog.<br />

Het budget laat toe dat <strong>het</strong> gebruik <strong>van</strong> de voorzieningen stijgt. Er zijn immers overschotten<br />

op <strong>het</strong> begrote budget.<br />

Door <strong>het</strong> ontbreken <strong>van</strong> concrete doelen is niet aan te geven of dit ook is wat de gemeente<br />

wil. Met andere woorden: <strong>het</strong> beleid sorteert effect, maar of dit <strong>het</strong> effect is<br />

dat de gemeente wil bereiken is niet te bepalen. Daarbij wijkt <strong>het</strong> beleid vooralsnog af<br />

<strong>van</strong> de visie.<br />

Einddoel niet verloren<br />

Hoewel de brede visie op armoede breed gedeeld wordt, blijkt er bij vertaling naar beleid<br />

en uitvoering een te grote afstand tot de integrale gedachte te ontstaan. Het is<br />

goed mogelijk om de integrale visie ook in de praktijk zichtbaar te krijgen. Dit vergt<br />

echter:<br />

o<br />

o<br />

o<br />

o<br />

o<br />

een zichtbare koppeling tussen de verschillende beleidsvelden;<br />

een gemeenschappelijke organisatie;<br />

een goede samenwerking tussen de verschillende diensten;<br />

concrete doelen binnen de brede visie en op de deelterreinen;<br />

overtuiging <strong>van</strong> de betrokken medewerkers en partijen <strong>van</strong> <strong>het</strong> belang <strong>van</strong><br />

samenwerking en <strong>het</strong> leren <strong>van</strong> elkaar.<br />

Als we terug kijken naar de centrale onderzoeksvraag dan kan gesteld worden dat <strong>het</strong><br />

<strong>armoedebeleid</strong> in zijn huidige vorm geen bijdrage levert aan <strong>het</strong> verbeteren <strong>van</strong> de<br />

<strong>het</strong> toekomstperspectief <strong>van</strong> de doelgroep(en) <strong>van</strong> <strong>het</strong> beleid. Dit komt doordat <strong>het</strong><br />

Armoede en Armoedebeleid in <strong>Almere</strong><br />

CAB 43


eleid curatief <strong>van</strong> aard is en zich richt op <strong>het</strong> verzachten <strong>van</strong> de omstandigheden <strong>van</strong><br />

de doelgroep. Om <strong>het</strong> toekomstperspectief te verbeteren moeten belemmeringen die<br />

ten grondslag liggen aan armoede worden weggenomen. <strong>De</strong>ze stap is in <strong>het</strong> beleid<br />

nog onvoldoende belegd. Zolang er geen duidelijke, zichtbare koppeling bestaat met<br />

andere beleidsterreinen, die zich wel richten op <strong>het</strong> opheffen <strong>van</strong> deze belemmeringen,<br />

zal dit ook in de toekomst niet gebeuren.<br />

Het beleid zorgt er overigens door <strong>het</strong> curatieve karakter wel voor dat als burgers er<br />

gebruik <strong>van</strong> maken, <strong>het</strong> toekomstperspectief niet verslechterd.<br />

6.2. Beantwoording <strong>van</strong> de deelvragen<br />

<strong>De</strong> om<strong>van</strong>g <strong>van</strong> de doelgroep <strong>van</strong> beleid (probleemgericht)<br />

Wanneer is er sprake <strong>van</strong> een armoedesituatie<br />

Het blijkt dat er geen eenduidige, altijd toepasbare definitie <strong>van</strong> armoede is. Uitgangspunt<br />

bij alle definities is dat armoede in Nederland een financiële grondslag heeft, die<br />

andere belemmeringen tot gevolg kan hebben. Op basis <strong>van</strong> deze grondslag kan er<br />

onderscheid gemaakt worden tussen een smalle en een brede definitie.<br />

Smalle definitie: armoede is een tekort aan financiële middelen. Hieraan kunnen inkomensgrenzen<br />

gekoppeld worden.<br />

Brede definitie: armoede is sociale uitsluiting. Door een gebrek aan financiële middelen<br />

en een toekomst perspectief wordt een actieve deelname aan de maatschappij belemmerd.<br />

Wanneer we kijken naar armoede in de gemeente <strong>Almere</strong> dan zien we dat er in beleidsstukken<br />

wordt gesproken over armoede in de brede definitie. <strong>De</strong>ze definitie wordt<br />

binnen de organisatie breed gedeeld, waarbij <strong>het</strong> niet actief kunnen participeren in de<br />

samenleving wordt gezien als gevolg <strong>van</strong> beperkte financiële middelen. Oorzaken voor<br />

armoede worden vooral bij sociale omstandigheden <strong>van</strong> inwoners, zoals scheiding en<br />

baanverlies gelegd. <strong>De</strong>ze omstandigheden zijn door de gemeente veelal niet te voorkomen.<br />

Wat houdt <strong>het</strong> gemeentelijk <strong>armoedebeleid</strong> in<br />

Binnen de gemeente <strong>Almere</strong> wordt armoede benaderd <strong>van</strong>uit de brede definitie dat<br />

armoede een participatieprobleem is. <strong>De</strong> armoedenota <strong>van</strong> 2007 geeft <strong>uitwerking</strong> aan<br />

de wens <strong>van</strong> <strong>het</strong> college om <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong> breder te maken dan alleen inkomensondersteuning<br />

en meer aandacht te geven aan participatie. Er bestond bestuurlijk en<br />

maatschappelijk een behoefte om <strong>het</strong> al bestaande <strong>armoedebeleid</strong> te voorzien <strong>van</strong> een<br />

bredere visie en een koppeling te leggen met andere grote beleidsontwikkelingen op<br />

sociaal terrein zoals de WMO en de WWB.<br />

In de praktijk blijkt echter dat de brede visie in de beleidsplannen weer uit elkaar getrokken<br />

wordt. <strong>De</strong> participatiegedachte wordt ondergebracht in <strong>het</strong> WMO-beleid. Het<br />

<strong>armoedebeleid</strong> richt zich op inkomensondersteuning. Het beschreven doel om dwarsverbanden<br />

te leggen blijkt slechts summier in <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong> terug te vinden. Een<br />

consequentie hier<strong>van</strong> is dat <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong> vooral <strong>van</strong> curatieve aard is, terwijl de<br />

visie veel meer gericht is op een activerend beleid.<br />

Armoede en Armoedebeleid in <strong>Almere</strong><br />

CAB 44


Het <strong>armoedebeleid</strong> bestaat uit een groot aantal instrumenten dat personen en huishoudens<br />

die <strong>van</strong> een minimuminkomen inkomen moeten rondkomen financieel ondersteunt.<br />

Hierbij gaat <strong>het</strong> om een financiële bijdrage bij een langdurig minimuminkomen,<br />

een bijdrage bij grote uitgaven, kwijtschelding <strong>van</strong> gemeentelijke belastingen en<br />

korting op een aanvullende collectieve ziektekostenverzekering. Het instrumentarium<br />

<strong>van</strong> de gemeente <strong>Almere</strong> bevat alle verplichtingen die voortvloeien uit de landelijke<br />

wet- en regelgeving, die ook curatief <strong>van</strong> aard zijn.<br />

Naast de financiële ondersteuning <strong>van</strong> huishoudens, zijn er <strong>van</strong>uit <strong>het</strong> Stadsfonds<br />

middelen beschikbaar om participatie <strong>van</strong> kinderen te bevorderen, zoals een vergoeding<br />

voor sport of vakantie. Een klein deel is beschikbaar voor de culturele participatie<br />

<strong>van</strong> de gehele doelgroep <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong>. Het instrumentarium lijkt veel op dat<br />

<strong>van</strong> andere gemeenten. Met uitzondering <strong>van</strong> <strong>het</strong> woonlastenfonds is er weinig wat<br />

echt eigen is voor <strong>Almere</strong>.<br />

Wat zijn de doelstellingen <strong>van</strong> <strong>het</strong> beleid<br />

Het hoofddoel <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong> valt terug te leiden tot de omschrijving <strong>van</strong> armoede:<br />

maatregelen treffen die belemmeringen, die meedoen in de weg staan, helpen<br />

wegnemen. Dit hoofddoel is nader onderverdeeld in een aantal subdoelen die onder te<br />

verdelen zijn in categorieën:<br />

Zorg: <strong>De</strong> gemeente <strong>Almere</strong> wil dat iedereen meedoet, ongeacht zijn of haar beperking,<br />

onder andere door een passend aanbod <strong>van</strong> maatschappelijke ondersteuning te<br />

bieden.<br />

Financieel: <strong>De</strong> gemeente <strong>Almere</strong> wil dat problemen die samenhangen met <strong>het</strong> aangewezen<br />

zijn op een minimuminkomen verminderen.<br />

Participatie: <strong>De</strong> gemeente <strong>Almere</strong> wil dat mensen die aangewezen zijn op een minimuminkomen<br />

proactiever zijn en sneller maatschappelijk kunnen participeren.<br />

Schuldhulpverlening: <strong>De</strong> gemeente <strong>Almere</strong> wil de schuldenproblematiek verminderen.<br />

Wanneer we inzoomen op <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong> dan blijkt dit vrij statisch. Dit wordt veroorzaakt<br />

doordat <strong>het</strong> beleid geen concrete doelen bevat die behaald moeten worden.<br />

We zien dat er wel richting aan wordt gegeven, bijvoorbeeld iedereen doet mee, maar<br />

dat een vertaling naar concrete resultaten ontbreekt. Dit blijkt ook uit de speerpunten<br />

<strong>van</strong> <strong>het</strong> beleid, die feitelijk meer beschrijvingen <strong>van</strong> instrumenten zijn. Door <strong>het</strong> ontbreken<br />

<strong>van</strong> concrete doelen is <strong>het</strong> tijdens de looptijd <strong>van</strong> <strong>het</strong> beleid moeilijk te bepalen<br />

of doelen behaald worden. Met andere woorden; effectiviteit <strong>van</strong> <strong>het</strong> beleid is moeilijk,<br />

zo niet onmogelijk te bepalen.<br />

Welke middelen zijn er voor <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong> beschikbaar<br />

<strong>De</strong> gemeente <strong>Almere</strong> heeft er voor gekozen de brede definitie <strong>van</strong> armoede in de beleidsplannen<br />

los te laten. Het feitelijke <strong>armoedebeleid</strong> richt zich daarbij op maatregelen<br />

die financiële belemmeringen opheffen. Voor dit beleid was in 2008 €6.804.400<br />

beschikbaar. <strong>De</strong>ze middelen worden ingezet voor met name curatieve voorzieningen,<br />

die inwoners <strong>van</strong> de gemeente <strong>Almere</strong> met een inkomen onder een bepaalde norm<br />

ondersteunen. Hierbij gaat <strong>het</strong> om financiële ondersteuning of ondersteuning om financiële<br />

middelen te verwerven.<br />

In <strong>het</strong> beschikbare budget zijn ook subsidies aan externe partijen die betrokken zijn<br />

bij armoede en <strong>armoedebeleid</strong> meegenomen en <strong>het</strong> budget voor <strong>het</strong> Stadsfonds dat<br />

zich richt op ‘meedoenprojecten’ ter bevordering <strong>van</strong> participatie en sociale cohesie.<br />

Armoede en Armoedebeleid in <strong>Almere</strong><br />

CAB 45


Welke resultaten zijn bereikt en tegen welke kosten<br />

Aan <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong> is in 2008 €6.500.270 besteed. Hiermee zijn op inkomensondersteunend<br />

gebied 19.381 aanvragen toegekend. Het betreft hier toekenningen op<br />

persoonsniveau, waarbij <strong>van</strong> bepaalde personen meerdere aanvragen zijn toegekend.<br />

Het bereik <strong>van</strong> de verschillende regelingen verschilt erg. Het bereik <strong>van</strong> de regeling<br />

voor kwijtschelding is erg hoog, maar die <strong>van</strong> de collectieve aanvullende ziektekostenverzekering<br />

ligt veel lager. <strong>De</strong> doelgroep die aan de ondergrens <strong>van</strong> de bijstandsnorm<br />

zit maakt vaker gebruik <strong>van</strong> de regelingen.<br />

Verder hebben in <strong>het</strong> kader <strong>van</strong> <strong>het</strong> Stadsfonds 100 kinderen subsidie voor sport ont<strong>van</strong>gen,<br />

hebben 200 kinderen zwemles gekregen en zijn er vier zomerkampen georganiseerd.<br />

Zoals eerder aangegeven ontbreekt in <strong>het</strong> beleid een vertaling naar concrete resultaten.<br />

Dit maakt <strong>het</strong> moeilijk, zo niet onmogelijk om de effectiviteit <strong>van</strong> <strong>het</strong> beleid te<br />

bepalen. Uit de benchmark waaraan de gemeente deelneemt, blijkt <strong>het</strong> bereik onder<br />

de doelgroep hoog te liggen.<br />

In de onderstaande tabel zijn de uitgaven en <strong>het</strong> aantal toegekende aanvragen weergegeven.<br />

Tabel14: uitgaven en toekenningen minimabeleid 2006-2008.<br />

Bijzondere bijstand Uitgaven, in € Aantal toekenningen<br />

2006 1.254.597 6.705<br />

2007 1.345.511 6.597<br />

2008 1.426.278 6.656<br />

Collectieve ziektekosten<br />

2006 376.798 6.151<br />

2007 399.824 6.243<br />

2008 336.556 6.149<br />

Kwijtschelding<br />

2006 2.007.073 4.496<br />

2007 2.195.085 3.576<br />

2008 2.251.598 3.401<br />

Langdurigheidstoeslag<br />

2006 403.846 1.571<br />

2007 588.278 1.867<br />

2008 570.460 1.891<br />

Woonlastenfonds<br />

2006 205.331 1.800<br />

2007 384.184 1.209<br />

2008 566.353 1.284<br />

Het aanbod <strong>van</strong> voorzieningen en ondersteuning door de gemeente en maatschappelijke<br />

organisaties (aanbodgericht)<br />

Hoe voert de gemeente haar regierol uit naar de externe betrokken partijen<br />

<strong>van</strong>uit de ‘brede’ definitie <strong>van</strong> armoede<br />

Een <strong>van</strong> de pijlers uit <strong>het</strong> beleid is samenwerking. In <strong>het</strong> kader <strong>van</strong> deze samenwerking<br />

zijn er allerlei initiatieven ondernomen, zoals <strong>het</strong> cliëntenberaad <strong>Almere</strong>, <strong>het</strong> netwerk<br />

Meedoen en een pilot in <strong>Almere</strong> haven.<br />

Vanuit de gemeente wordt aangegeven dat de samenwerking met de externe partijen<br />

goed verloopt. Het beeld over de samenwerking met de gemeente is onder de externe<br />

partijen zelf meer divers. Het blijkt dat partijen wel contacten hebben met de gemeente,<br />

maar vaak op uitvoerend niveau bij de dienst Publiekszaken. Men mist de contacten<br />

met <strong>het</strong> bestuur en contact met de dienst Maatschappelijke Ontwikkeling is er<br />

Armoede en Armoedebeleid in <strong>Almere</strong><br />

CAB 46


nauwelijks. Samenwerking wordt meer beschouwd als <strong>het</strong> hebben <strong>van</strong> contacten dan<br />

samenwerken in voorzieningen.<br />

Daar waar binnen de gemeente <strong>het</strong> beeld bestaat dat zij de regierol naar de externe<br />

partijen sterk in handen heeft, bestaat bij de externe partijen <strong>het</strong> tegenovergestelde<br />

beeld. Zij missen een regierol. Het contact is vaak te informeel en <strong>het</strong> ontbreekt volgens<br />

de externe partijen aan concrete acties.<br />

Hoe wordt de integraliteit met de beleidsvelden <strong>van</strong> o.a. de WWB, schuldhulpverlening,<br />

WMO, huisvesting, onderwijs en vrije tijd zeker gesteld<br />

<strong>De</strong> gemeente heeft haar <strong>armoedebeleid</strong> ondergebracht onder <strong>het</strong> programma Sociaal<br />

Krachtige Samenleving. Dit programma bestaat naast <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong> uit maatschappelijke<br />

participatie, ondersteuning en zorg (inclusief uitvoering Wmo). Dit programma<br />

is ondergebracht bij één wethouder, maar bij meerdere diensten/afdelingen.<br />

Op deze manier wil de gemeente de beleidsterreinen met elkaar in verbinding brengen.<br />

<strong>De</strong> WWB en schuldhulpverlening vallen onder een andere wethouder.<br />

Door de uitvoering <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong> bij de dienst Publiekszaken te beleggen<br />

wordt een koppeling tussen aan de ene kant <strong>armoedebeleid</strong> en aan de andere kant<br />

WWB en schuldhulpverlening gelegd.<br />

<strong>De</strong> integrale benadering <strong>van</strong> <strong>het</strong> werkveld wordt op dit moment vooral gedragen op<br />

bestuurlijk, management- en beleidsniveau. <strong>De</strong> afdelingen komen onderling bij elkaar<br />

op thema’s en schuiven desgewenst aan bij <strong>het</strong> overleg met de wethouder. Op uitvoerend<br />

niveau binnen de gemeente wordt nog geen integrale benadering ervaren. Ook<br />

heeft men nauwelijks tot geen contact met medewerkers <strong>van</strong> andere diensten.<br />

Vanuit de DMO is men bezig om een netwerkorganisatie op te zetten. Dit is de werkgroep<br />

Meedoen. <strong>De</strong> organisaties die hierin deelnemen ontmoeten elkaar regelmatig.<br />

<strong>De</strong> bedoeling <strong>van</strong> de werkgroep is dat partners elkaar beter leren kennen, zodat men<br />

weet welke organisatie nodig is voor welk probleem en zodat cliënten warm overgedragen<br />

kunnen worden. Daarnaast wordt in de werkgroep bepaald wie de regie heeft<br />

over een bepaalde cliënt.<br />

<strong>De</strong> toegankelijkheid <strong>van</strong> <strong>het</strong> aanbod voor de doelgroep (vraaggericht)<br />

Hoe vindt de doelgroep zijn weg naar de voorzieningen<br />

<strong>De</strong> gemeente <strong>Almere</strong> probeert op verschillende manieren <strong>het</strong> gebruik <strong>van</strong> de voorzieningen<br />

in <strong>het</strong> kader <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong> te stimuleren:<br />

Voorlichting<br />

Voorlichting is een middel voor <strong>het</strong> tegengaan <strong>van</strong> niet-gebruik. Voorlichting over bijzondere<br />

bijstand vindt onder andere plaats in de vorm <strong>van</strong> een flyer, een folder voor<br />

mensen met een bijstandsuitkering en informatie via de website. Op uitvoeringsniveau<br />

binnen de gemeente wordt aangegeven dat de informatievoorziening richting cliënten<br />

voor verbetering vatbaar is.<br />

Bestandskoppelingen<br />

Er is een koppeling met een bestand met mensen die kwijtschelding <strong>van</strong> gemeentelijke<br />

heffingen en belastingen ont<strong>van</strong>gen. Daarnaast heeft de gemeente in <strong>het</strong> verleden<br />

een koppeling gemaakt met <strong>het</strong> bestand <strong>van</strong> de Sociale Verzekeringsbank (gekorte<br />

AOW-ers) en hebben alle mensen die ten onrechte geen huurtoeslag kregen een brief<br />

ont<strong>van</strong>gen met daarin informatie over voorzieningen <strong>van</strong> de gemeente.<br />

Armoede en Armoedebeleid in <strong>Almere</strong><br />

CAB 47


<strong>De</strong> koppeling is gebruikt voor een bestandsanalyse op basis waar<strong>van</strong> een uitspraak<br />

gedaan wordt over <strong>het</strong> gebruik <strong>van</strong> regelingen. <strong>De</strong>ze bestandsanalyse levert ook een<br />

lijst <strong>van</strong> huishoudens op die zeker recht hebben op regelingen maar deze nog niet gebruiken.<br />

Huisbezoeken<br />

Op basis <strong>van</strong> de bestandsanalyse is een lijst ontstaan <strong>van</strong> personen die recht hebben<br />

op bepaalde voorzieningen in <strong>het</strong> kader <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong>, maar hier geen gebruik<br />

<strong>van</strong> maken. <strong>De</strong>ze personen worden door Humanitas bezocht. Verder voert de<br />

welzijnstichting huisbezoeken uit aan 75-plussers. Dit beleid is zeer recent en de effecten<br />

hier<strong>van</strong> zijn nog niet zichtbaar.<br />

WMO vragenlijst<br />

<strong>De</strong> gemeente ontwikkelt op dit moment een digitale WMO-vragenlijst. Het doel <strong>van</strong> de<br />

vragenlijst is de ondersteuningsvraag <strong>van</strong> een cliënt op verschillende leefgebieden in<br />

beeld te brengen. Door de vragenlijst krijgt men meer zicht op de totale situatie <strong>van</strong><br />

de klant. Bij alle betrokken organisaties vullen cliënten dezelfde vragenlijst in. <strong>De</strong> bedoeling<br />

is om bij een aanvraag in <strong>het</strong> kader <strong>van</strong> een voorziening gelijk zicht te krijgen<br />

op eventuele andere voorzieningen waar men recht op heeft.<br />

Naast de acties <strong>van</strong> de gemeente vindt een deel <strong>van</strong> de doelgroep de weg naar de<br />

voorzieningen via doorwijzing <strong>van</strong> hulpverleners of maatschappelijke organisaties. Er<br />

is geen sprake <strong>van</strong> warme doorverwijzing. Dit houdt in dat inwoners <strong>van</strong> de gemeente<br />

alle aanvragen zelf moeten doen. Hierbij worden klanten volgens de externe partijen<br />

teveel ontmoedigd en gedemotiveerd om gebruik te maken <strong>van</strong> voorzieningen. Verder<br />

vinden zij dat de gemeente streng is bij de toekenning <strong>van</strong> voorzieningen.<br />

Vanuit de verschillende externe organisaties komt naar voren dat de voorlichting naar<br />

de klant en ook naar externe organisaties beter zou kunnen. Klanten en organisaties<br />

zijn onvoldoende op de hoogte <strong>van</strong> de voorzieningen <strong>van</strong> de gemeente <strong>Almere</strong>. Externe<br />

organisaties constateren dat <strong>het</strong> voorlichtingsmateriaal <strong>van</strong> de gemeente door<br />

klanten onvoldoende gelezen wordt en dat de website ingewikkeld is.<br />

In hoeverre is er een relatie tussen armoede, schulden en schuldhulpverlening<br />

Er kan een relatie zijn tussen armoede, schulden en schuldhulpverlening. <strong>De</strong>ze geldt<br />

echter maar voor een beperkt gedeelte <strong>van</strong> de doelgroep. Uit <strong>het</strong> jaarverslag <strong>van</strong> de<br />

vereniging voor schuldhulpverlening en sociaal bankieren (NVVK), blijkt dat ruim 80%<br />

<strong>van</strong> de huishoudens in een schuldregeling een uitkering ont<strong>van</strong>gt. Voor de gemeente<br />

<strong>Almere</strong> zijn deze cijfers in dit onderzoek niet bekend geworden.<br />

Lang niet alle personen die volgens de smalle definitie in armoede leven hebben<br />

schulden. Aan de andere kant zijn er ook huishoudens die qua inkomen niet onder de<br />

armoedegrens vallen maar die wel te maken hebben met schulden.<br />

Bij een schuldhulpverleningstraject wordt <strong>van</strong> de cliënt verwacht dat zij alle regelingen<br />

in <strong>het</strong> kader <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong> waarvoor zij in aanmerking komt ook daadwerkelijk<br />

gebruiken. Dit is een strenge instroomeis.<br />

Belangrijk in dit kader is dat <strong>het</strong> krijgen <strong>van</strong> schulden een belangrijke risico-indicator<br />

is voor <strong>het</strong> ontstaan <strong>van</strong> armoedeproblemen in de brede definitie. Hierbij gaat <strong>het</strong> er<br />

om dat mensen met schulden vaak als eerste de zogenaamde “extraatjes” schrappen<br />

en zich richten op de basisbehoeften, zoals wonen en eten. <strong>De</strong> door de gemeente gewenste<br />

sociale participatie komt hiermee op <strong>het</strong> tweede plan.<br />

Armoede en Armoedebeleid in <strong>Almere</strong><br />

CAB 48


Sluiten de voorzieningen aan bij de vraag/behoefte<br />

Over <strong>het</strong> algemeen sluiten de voorzieningen <strong>van</strong>uit <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong> aan bij de<br />

vraag en behoefte die er in <strong>het</strong> veld is. Wel zijn er aandachtspunten. Van meerdere<br />

kanten wordt aangegeven dat er een voorziening moet komen voor chronisch zieken<br />

en gehandicapten. Vanuit de gemeente blijkt dat de raad graag ruimere regelingen wil<br />

voor chronisch zieken, gehandicapten en ouderen zodra <strong>het</strong> woonlastenfonds wegvalt.<br />

Daarnaast zien veel partijen graag ruimere mogelijkheden voor voorzieningen op <strong>het</strong><br />

terrein <strong>van</strong> participatie. <strong>De</strong>ze zijn er nu wel, maar ze zijn vooral gericht op kinderen.<br />

Daarbij komt dat <strong>van</strong> meerdere kanten wordt aangegeven dat <strong>het</strong> sportfonds al langere<br />

tijd geen ruimte biedt voor nieuwe aanvragen<br />

Veel partijen geven aan dat <strong>het</strong> bestaande beleid veel meer gepromoot moet worden<br />

om zo <strong>het</strong> bereik te vergroten. Volgens de externe partijen kan <strong>het</strong> bereik omhoog. <strong>De</strong><br />

gemeente is hier mee bezig door ondermeer huisbezoeken en bestandskoppelingen.<br />

<strong>De</strong> effecten hier<strong>van</strong> zijn echter nog niet bekend.<br />

Hoe ‘makkelijk’ is <strong>het</strong> de voorzieningen te verkrijgen<br />

Alle voorzieningen moeten door personen zelf bij de gemeente aangevraagd worden.<br />

Het is nu nog zo dat alle voorzieningen afzonderlijk moeten worden aangevraagd. Een<br />

automatische toekenning gebeurt alleen bij kwijtschelding <strong>van</strong> belastingen voor huishoudens<br />

die hier <strong>het</strong> voorgaande jaar ook gebruik <strong>van</strong> maakten.<br />

<strong>De</strong> gemeente is bezig om via de WMO-vragenlijst meer structuur aan te brengen in de<br />

aanvraag. <strong>De</strong> bedoeling is om bij een aanvraag in <strong>het</strong> kader <strong>van</strong> een voorziening gelijk<br />

zicht te krijgen op eventuele andere voorzieningen waar men recht op heeft.<br />

Volgens sommige partijen worden klanten teveel ontmoedigd en gedemotiveerd om<br />

gebruik te maken <strong>van</strong> voorzieningen. Verder vinden zij dat de gemeente streng is bij<br />

de toekenning <strong>van</strong> voorzieningen.<br />

Welke ondersteuning is er voor de doelgroep beschikbaar en in hoeverre wordt<br />

daar<strong>van</strong> gebruik gemaakt<br />

<strong>De</strong> gemeente <strong>Almere</strong> hanteert voor haar voorzieningen in <strong>het</strong> kader <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong><br />

drie grenzen. Voor de meeste regelingen gaat men uit <strong>van</strong> een inkomensgrens<br />

<strong>van</strong> 100% <strong>van</strong> de bijstandsnorm. Voor de collectieve ziektekostenverzekering en de<br />

eenmalige uitkering geldt een inkomensgrens <strong>van</strong> 120% <strong>van</strong> de bijstandsnorm en voor<br />

bijzondere bijstand geldt een draagkrachtmeting. Zoals eerder aangegeven zijn in<br />

2008 19.381 aanvragen voor voorzieningen toegekend.<br />

Tabel 15. Inkomensgrenen toekenningen voorzieneningen<br />

Bijzondere bijstand<br />

Inkomensgrens, % <strong>van</strong> de Aantal toekenningen<br />

bijstandsnorm<br />

2006 Draagkrachtmeting 6.705<br />

2007 Draagkrachtmeting 6.597<br />

2008 Draagkrachtmeting 6.656<br />

Collectieve ziektekosten<br />

2006 120% 6.151<br />

2007 120% 6.243<br />

2008 120% 6.149<br />

Kwijtschelding<br />

2006 100% 4.496<br />

2007 100% 3.576<br />

2008 100% 3.401<br />

Langdurigheidstoeslag<br />

2006 100% 1.571<br />

2007 100% 1.867<br />

2008 100% 1.891<br />

Armoede en Armoedebeleid in <strong>Almere</strong><br />

CAB 49


Woonlastenfonds<br />

Inkomensgrens, % <strong>van</strong> de<br />

Toekenningen<br />

bijstandsnorm<br />

2006 100% 1.800<br />

2007 100% 1.209<br />

2008 100% 1.284<br />

Het bereik <strong>van</strong> de verschillende regelingen verschilt erg. Het bereik <strong>van</strong> de regeling<br />

voor kwijtschelding is erg hoog, maar die <strong>van</strong> de collectieve aanvullende ziektekostenverzekering<br />

ligt veel lager. Uit de benchmark, waaraan de gemeente deelneemt, blijkt<br />

<strong>het</strong> bereik onder de doelgroep relatief hoog te liggen.<br />

In welke mate worden ‘passieve’ doelgroepen bereikt<br />

Het bereik <strong>van</strong> de verschillende voorzieningen in <strong>het</strong> kader <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong> ligt<br />

hoger dan <strong>het</strong> aantal huishoudens dat bij de gemeente door een uitkeringsrelatie of<br />

andere vorm <strong>van</strong> hulpverlening bekend is. Er mag derhalve <strong>van</strong>uit gegaan worden dat<br />

een deel <strong>van</strong> de zogenaamde “passieve” doelgroep bereikt wordt, echter niet de gehele<br />

groep.<br />

Uit <strong>het</strong> onderzoek blijkt dat <strong>het</strong> gebruik <strong>van</strong> de voorzieningen hoger ligt bij de doelgroep<br />

die een bijstandsuitkering ont<strong>van</strong>gt. Binnen de doelgroep met een inkomen tussen<br />

de 100% en 120% <strong>van</strong> de bijstandsnorm liggen dus nog mogelijkheden om <strong>het</strong><br />

bereik omhoog te krijgen.<br />

Het is overigens een illusie om een bereik <strong>van</strong> 100% te behalen. Een deel <strong>van</strong> de<br />

doelgroep zal uit eigen overweging (onder andere schaamte en zelfredzaamheid) geen<br />

beroep doen op de verschillende regelingen in <strong>het</strong> kader <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong>.<br />

Armoede en Armoedebeleid in <strong>Almere</strong><br />

CAB 50


Bijlage 1. Methodologische verantwoording<br />

Documentstudie<br />

Om een helder en compleet beeld te kunnen sc<strong>het</strong>sen <strong>van</strong> de wijze waarop <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong><br />

is ingevuld, is een documentstudie uitgevoerd. Voor deze documentstudie<br />

is ondermeer gebruik gemaakt <strong>van</strong> de volgende documenten en bronnen.<br />

o<br />

o<br />

o<br />

o<br />

o<br />

o<br />

o<br />

o<br />

o<br />

o<br />

o<br />

o<br />

o<br />

o<br />

o<br />

o<br />

o<br />

o<br />

o<br />

o<br />

Armoedebericht 2008 (SCP en CBS)<br />

Armoedemonitor 2005 (SCP)<br />

Burgerjaarverslagen gemeente <strong>Almere</strong><br />

Cebeon (2009) Ontwikkeling <strong>van</strong> de financiële positie <strong>van</strong> <strong>Almere</strong> zonder schaalsprong<br />

in de periode 2010-2030, Amsterdam<br />

Convenant ‘kinderen doen mee, 2008 (gemeente <strong>Almere</strong>)<br />

<strong>De</strong>nktank armoedebestrijding (2004) Doen en Meedoen, Utrecht<br />

Divosa (2004-2009) Divosa Monitor 2005, 2006, 2007 en 2008, CAB, Groningen<br />

Gemeente <strong>Almere</strong> (2007) Nota <strong>armoedebeleid</strong> 2007, <strong>Almere</strong><br />

Gemeente <strong>Almere</strong> (2007) Vaststelling verordening Woonlastenfonds (WLF)<br />

2007, <strong>Almere</strong><br />

Gemeente <strong>Almere</strong> (2007) Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning,<br />

<strong>Almere</strong><br />

Gemeente <strong>Almere</strong> (2008) Beleidsnota WMO 2008-2010: U doet mee!, <strong>Almere</strong><br />

Gemeente <strong>Almere</strong> (2008) Nadere <strong>uitwerking</strong> Stadsfonds, <strong>Almere</strong><br />

Gemeente <strong>Almere</strong> (2008) Raadsvoorstel: eenmalige uitkering 2008, <strong>Almere</strong><br />

Gemeente <strong>Almere</strong> (2008) Verordening Langdurigheidstoeslag WWB, <strong>Almere</strong><br />

Gemeente <strong>Almere</strong> (2009) Minima in 2009, <strong>Almere</strong><br />

Gemeente Tilburg (2006) <strong>De</strong> cirkel doorbreken. Bevindingen <strong>van</strong> de Taskforce<br />

Armoede.<br />

NVVK (2009) Jaarverslag 2008, <strong>De</strong>n Haag<br />

SCP en CBS (2006) Armoedebericht 2006, Voorburg/Heerlen.<br />

SGBO (2009) Benchmark Armoedebeleid 2008, <strong>De</strong>n Haag<br />

Stimulansz en SGBO (2007) Gemeentelijk Armoedebeleid, <strong>De</strong>n Haag.<br />

Overige bronnen:<br />

o Werkplan 2006-2010 gemeente <strong>Almere</strong><br />

o Programmabegrotingen gemeente <strong>Almere</strong><br />

o Raadsinformatiesysteem gemeente <strong>Almere</strong><br />

o Kernkaart Wet Werk en Bijstand, ministerie SZW<br />

o CBS<br />

o CWI<br />

Interviews<br />

Omdat de uitvoering <strong>van</strong> <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong> in de gemeente breder is dan alleen <strong>het</strong><br />

uitvoeren <strong>van</strong> regelingen, is de documentstudie uitgebreid met enkele interviews. <strong>De</strong>ze<br />

interviews geven zicht op de uitvoeringspraktijk en de achterliggende motivaties<br />

voor <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong>. Voor <strong>het</strong> onderzoek zijn de volgende personen/organisaties<br />

geïnterviewd:<br />

o<br />

o<br />

o<br />

o<br />

Mevr. Haanstra Wethouder Programma Sociaal Krachtige Samenleving;<br />

Dhr. <strong>van</strong> Oosten, hoofd Dienst Publiekszaken;<br />

Mevr. Leenman, hoofd <strong>van</strong> de Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling;<br />

Dhr. de Boer en mevr. Westerink, beleidsmedewerkers Dienst Publiekszaken;<br />

Armoede en Armoedebeleid in <strong>Almere</strong><br />

CAB 51


o<br />

o<br />

o<br />

o<br />

o<br />

o<br />

o<br />

o<br />

Dhr. Fikse en mevr. Dopmeijer, beleidsmedewerkers Dienst Maatschappelijke<br />

Ontwikkeling (beleidsafdeling Sociaal Krachtige Samenleving);<br />

Klantmanagers <strong>van</strong> de Dienst Publiekszaken;<br />

Medewerkers Servicepunt Z, gemeente <strong>Almere</strong>;<br />

Mevr. Kok, Budgetbureau <strong>Almere</strong>;<br />

Cliëntenberaad <strong>Almere</strong>;<br />

Voedselloket <strong>Almere</strong>;<br />

Leger des Heils <strong>Almere</strong>;<br />

Sociaal Raadslieden <strong>Almere</strong>.<br />

Webenquête<br />

Om zicht te krijgen op de mening en ervaringen <strong>van</strong> de externe partijen is er een webenquête<br />

uitgezet onder de onderstaande partijen:<br />

o<br />

o<br />

o<br />

o<br />

o<br />

o<br />

o<br />

o<br />

o<br />

o<br />

o<br />

o<br />

o<br />

o<br />

o<br />

o<br />

o<br />

o<br />

o<br />

o<br />

Cliëntenberaad <strong>Almere</strong><br />

Fonds Bijzondere Noden<br />

Leger des Heils / Maatschappelijke Dienstverlening;<br />

Maatschappelijk Rele<strong>van</strong>te Kerken (Voedsel Loket <strong>Almere</strong> (VLA) / Kleding Loket<br />

<strong>Almere</strong>)<br />

Jeugd Sport Fonds<br />

Stichting Jeugd in Beweging<br />

Kindervakantieland<br />

Stichting weekje weg /<strong>De</strong> Voorpost<br />

<strong>De</strong> Kunstlinie / “Art on wheels”<br />

Zorggroep <strong>Almere</strong> (AMW en Sociale Raadslieden)<br />

<strong>De</strong> Schoor<br />

Budget Bureau <strong>Almere</strong><br />

Inloopcentrum “<strong>De</strong> Ruimte”<br />

Vrijwilligers en Mantelzorg Centrale <strong>Almere</strong><br />

Algemene Nederlandse Bond voor Ouderen<br />

Katholieke Bond voor Ouderen<br />

Federatie Nederlandse Vakverenigingen<br />

Arme Kant <strong>Almere</strong><br />

Multi Etnische Vrouwengroep Partij <strong>van</strong> de Arbeid<br />

Humanitas<br />

In de enquête is ondermeer ingegaan op de volgende punten:<br />

o<br />

o<br />

o<br />

o<br />

o<br />

o<br />

Perceptie armoedeproblematiek in <strong>Almere</strong><br />

Perceptie <strong>armoedebeleid</strong> gemeente <strong>Almere</strong><br />

Eigen rol in <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong><br />

Samenwerking met de gemeente <strong>Almere</strong><br />

Samenwerking andere partijen<br />

Succes- en faalfactoren<br />

Armoede en Armoedebeleid in <strong>Almere</strong><br />

CAB 52


Cases<br />

Om de Rekenkamer en de gemeenteraad inzicht te geven in de dagelijkse praktijk <strong>van</strong><br />

<strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong> zijn een aantal casestudies uitgevoerd. <strong>De</strong>ze casestudies bestaan<br />

uit een beschrijving <strong>van</strong> verschillende personen uit de gemeente <strong>Almere</strong> die <strong>van</strong>uit de<br />

persoonlijke situatie met <strong>het</strong> <strong>armoedebeleid</strong> te maken hebben.<br />

Bij de selecties <strong>van</strong> de cases is rekening gehouden met:<br />

o<br />

o<br />

o<br />

Niet alleen cliënten <strong>van</strong> de gemeente betrekken bij <strong>het</strong> onderzoek, maar ook<br />

personen die juist niet bij de gemeente in beeld zijn. Dit is belangrijk om te achterhalen<br />

wat achterliggende oorzaken <strong>van</strong> niet-gebruik <strong>van</strong> voorzieningen zijn.<br />

Personen die niet bij de gemeente in beeld zijn, zijn geselecteerd via maatschappelijke<br />

instanties als <strong>het</strong> Voedselloket, <strong>het</strong> CBA en de Sociaal raadslieden.<br />

Er dient een grote diversiteit aan cases te zijn, zoals bijstandsgerechtigden,<br />

AOW-ers, Nuggers, Anw-ers, jongeren, gehandicapten en chronisch zieken.<br />

Er is zo veel mogelijk rekening gehouden met de zes vormen <strong>van</strong> armoede die<br />

zijn opgesteld door de <strong>De</strong>nktank Armoedebestrijding. Voorwaarde hierbij was<br />

dat de verschillende vormen voldoende vertegenwoordigd waren binnen de gemeente.<br />

Armoede en Armoedebeleid in <strong>Almere</strong><br />

CAB 53


Bijlage 2 Beschrijving Casussen<br />

Casus 1<br />

Het gaat hier om een alleenstaande vrouw <strong>van</strong> 65 jaar die langdurig gebruik heeft<br />

gemaakt <strong>van</strong> een bijstandsuitkering. Mevrouw is 23 jaar geleden gescheiden en woont<br />

sindsdien in <strong>Almere</strong>. Ze heeft twee werkende kinderen.<br />

Sinds mevrouw 65 is, ont<strong>van</strong>gt ze €712,06 AOW, waar<strong>van</strong> €34 wordt vrijgelaten.<br />

Daarnaast krijgt ze aanvulling tot bijstandsniveau <strong>van</strong> de Sociale Dienst. Ze ont<strong>van</strong>gt<br />

een pensioen <strong>van</strong> €1,46. Vanaf 2004 krijgt ze een langdurigheidstoeslag. Mevrouw is<br />

chronisch ziek en gebruikt medicijnen. Van de belastingdienst ont<strong>van</strong>gt zij naar eigen<br />

zeggen €320 voor chronisch zieken. Verder maakt zij via de gemeente <strong>Almere</strong> gebruik<br />

<strong>van</strong> de collectieve zorgverzekering <strong>van</strong> AGIS.<br />

Mevrouw maakt geen gebruik <strong>van</strong> de dienstverlening <strong>van</strong> andere organisaties in <strong>Almere</strong>.<br />

Ze neemt deel in <strong>het</strong> Cliëntenberaad <strong>Almere</strong>.<br />

Casus 2<br />

Hier gaat <strong>het</strong> om een alleenstaande moeder <strong>van</strong> Surinaamse afkomst met drie thuiswonende<br />

kinderen <strong>van</strong> 14 tot 23 jaar. Negen jaar geleden is mevrouw na een scheiding<br />

via schuldhulpverlening in een traject Wettelijke Schuldsanering Natuurlijke Personen<br />

(WSNP) terechtgekomen. Na vier jaar was zij schuldenvrij.<br />

Begin 2009 is mevrouw opnieuw in financiële problemen geraakt door plotselinge ziekte<br />

<strong>van</strong> haar dochter, die lange tijd geen ziektekostenverzekering had betaald. In<br />

maart 2009 is mevrouw ontslagen door eigen schuld, wat tot gevolgd heeft dat zij<br />

geen uitkering ont<strong>van</strong>gt. Ze heeft zich ingeschreven bij <strong>het</strong> WERKbedrijf en via een<br />

traject bij SagEnn ont<strong>van</strong>gt ze €1.000 netto per maand. Daarnaast ont<strong>van</strong>gt ze €100<br />

alimentatie <strong>van</strong> haar ex-man en doet ze af en toe invalwerk. Het geld dat zij daarmee<br />

verdient wordt <strong>van</strong> de €1.000 afgetrokken. Waarschijnlijk kan ze binnenkort aan de<br />

slag als peuterleidster. In Suriname was ze werkzaam als leerkracht, maar om dit beroep<br />

ook in Nederland te kunnen uitoefenen moet zij zich eerst laten omscholen. Haar<br />

oudste dochter ont<strong>van</strong>gt een uitkering, maar draagt niet bij in de huishoudkosten. Ze<br />

is zwanger en op zoek naar eigen woonruimte. Doordat de vaste lasten <strong>van</strong> mevrouw<br />

€1.400 bedragen, is zij dieper in de schulden geraakt. Mevrouw is door BBA doorverwezen<br />

naar Maatschappelijk Werk en Planbureau. Ze is nog niet ingestroomd in een<br />

traject. Mevrouw geeft aan onlangs een aanzegging tot woningontruiming te hebben<br />

gekregen.<br />

Mevrouw maakt geen gebruik <strong>van</strong> de hulp <strong>van</strong> andere organisaties in <strong>Almere</strong>. Wel<br />

krijgt ze hulp <strong>van</strong> iemand <strong>van</strong> de kerk voor <strong>het</strong> invullen <strong>van</strong> belastingpapieren.<br />

Casus 3<br />

Het gaat hier om een alleenstaande, Marokkaanse moeder <strong>van</strong> 32 jaar met een kind<br />

<strong>van</strong> zes jaar. In 2001 is ze met haar man in Nederland komen wonen. Vier jaar geleden<br />

is ze gescheiden en is ze met haar dochter op een kamer geen wonen, waarvoor<br />

ze €400 per maand betaalde. Nu, vier jaar later, is ze verhuisd naar een sociale huurwoning.<br />

Ze ont<strong>van</strong>gt sinds begin 2005 een bijstandsuitkering. Via een traject <strong>van</strong><br />

SagEnn heeft ze een opleiding voor verzorging gevolgd. Momenteel heeft ze een contract<br />

<strong>van</strong> 15 uur bij de thuiszorg en werkt ze gemiddeld 24-27 uur per week. Daarnaast<br />

ont<strong>van</strong>gt ze een aanvullende uitkering. In <strong>Almere</strong> loopt momenteel een experiment<br />

voor alleenstaande moeders. Dit houdt in dat werkende moeders €4 per gewerkt<br />

uur zelf mogen houden. In <strong>het</strong> geval <strong>van</strong> mevrouw houdt dit in dat ze €60 zelf mag<br />

houden boven op haar uitkering op bijstandsniveau.<br />

Mevrouw heeft een persoonlijke lening gekregen bij de gemeentelijke kredietbank <strong>van</strong><br />

€2.000 voor de inrichting <strong>van</strong> haar huis. Uit <strong>het</strong> participatiebudget ont<strong>van</strong>gt mevrouw<br />

Armoede en Armoedebeleid in <strong>Almere</strong><br />

CAB 54


overblijfgeld. Ze maakt gebruik <strong>van</strong> de aanvullende collectieve zorgverzekering <strong>van</strong><br />

AGIS. Sinds haar verhuizing ont<strong>van</strong>gt ze huurtoeslag. Ze ont<strong>van</strong>gt geen alimentatie<br />

<strong>van</strong> haar ex-man, omdat deze kampt met schuldenproblematiek. Wel betaalt hij de<br />

zwemlessen voor zijn dochter. Voor <strong>het</strong> invullen <strong>van</strong> belastingpapieren krijgt mevrouw<br />

hulp <strong>van</strong> de sociaal raadslieden. Op <strong>het</strong> moment volgt mevrouw een computercursus<br />

op kosten <strong>van</strong> de gemeente. Binnenkort komt daar nog een taalcursus bij, zodat ze<br />

een hoger niveau kan halen binnen de opleiding verzorging.<br />

Casus 4<br />

Het gaat hier om een getrouwde vrouw <strong>van</strong> Armeense afkomst. Zij en haar man wonen<br />

15 jaar in Nederland, waar<strong>van</strong> 8 jaar in <strong>Almere</strong>. Mevrouw heeft twee werkende/studerende<br />

zoons die in Amsterdam en Spanje woonachtig zijn.<br />

<strong>De</strong> echtgenoot <strong>van</strong> mevrouw is arbeidsongeschikt en werkt in een WSWdienstverband.<br />

UWV betaalt de familie net iets meer dan de helft <strong>van</strong> <strong>het</strong> gezinsinkomen.<br />

Het gezinsinkomen is – op jaarbasis en gemeten in fiscaal loon - €2.000 hoger<br />

dan een bijstandsuitkering. Mevrouw is pianolerares, maar doet dit vooral op vrijwillige<br />

basis. <strong>De</strong> taalbarrière belet haar les te geven op een school. Daarnaast doet ze<br />

kleine dingen voor anderen, zoals een kennis helpen in een moestuin, in ruil waarvoor<br />

ze groenten en fruit krijgt. Ze is lid <strong>van</strong> een vrouwenclub en neemt deel aan <strong>het</strong> Cliëntenberaad<br />

<strong>Almere</strong>.<br />

Mevrouw en haar echtgenoot maken <strong>van</strong> weinig regelingen gebruik. Ze ont<strong>van</strong>gen<br />

huur- en zorgtoeslag en hebben een aanvullende zorgverzekering. Hun zoons helpen<br />

met <strong>het</strong> invullen <strong>van</strong> formulieren.<br />

Casus 5<br />

Het gaat hier om een Nederlands stel met twee kleine kinderen en een derde op<br />

komst. Onder andere door ziekte <strong>van</strong> hun jongste dochtertje, schulden die zij meenam<br />

uit een eerdere relatie en de aanschaf <strong>van</strong> een lening voor een auto, hebben ze te<br />

maken gekregen met schulden. Ze waren niet aanvullend verzekerd en konden de<br />

medische kosten die de ziekte met zich meebracht niet opbrengen. Ze ont<strong>van</strong>gen naar<br />

eigen zeggen geen persoonsgebonden budget, mantelzorgvergoeding of bijzondere<br />

bijstand, omdat de ziekte <strong>van</strong> hun dochtertje niet is geregistreerd.<br />

Mevrouw geeft aan dat ze door BBA zijn doorverwezen naar Maatschappelijk Werk,<br />

omdat zij en haar vriend door relatieproblemen nog niet klaar waren voor schuldhulpverlening.<br />

<strong>De</strong> maatschappelijk werker geeft aan dat <strong>het</strong> tevens ontbrak aan inzet en<br />

motivatie. Momenteel heeft <strong>het</strong> stel een budgetcoach die <strong>het</strong> weekgeld beheert. Binnenkort<br />

zal dit overgenomen worden door de maatschappelijk werker.<br />

<strong>De</strong> vriend <strong>van</strong> deze mevrouw werkt en verdient een inkomen boven bijstandsniveau<br />

(€1.650). Ze komen daarom niet in aanmerking voor allerlei voorzieningen en hebben<br />

verder ook geen contact met de gemeente. <strong>De</strong> belastingdienst legt echter beslag op<br />

een deel <strong>van</strong> <strong>het</strong> loon, waardoor ze net iets meer dan €1.000 per maand overhouden.<br />

Ze hebben een aanvullende collectieve ziektekostenverzekering.<br />

Het stel ont<strong>van</strong>gt voedselpakketten <strong>van</strong> <strong>het</strong> Voedselloket <strong>Almere</strong>. Op dit moment is de<br />

situatie vrij goed. Dit komt vooral door de bijzondere bijstand <strong>van</strong> €8.500 die ze ont<strong>van</strong>gen<br />

hebben. Als <strong>het</strong> goed is zijn ze over twee jaar schuldenvrij. Met de relatie gaat<br />

<strong>het</strong> inmiddels ook een stuk beter.<br />

Armoede en Armoedebeleid in <strong>Almere</strong><br />

CAB 55


Bijlage 3 Beschrijving externe organisaties<br />

Voedselloket <strong>Almere</strong><br />

Het Voedselloket richt zich op voedsel, kleding en een hersteltraject om mensen een<br />

trede hoger op de piramide <strong>van</strong> Maslow 15 te krijgen. Tijdelijk wordt hen een klein probleem<br />

uit handen genomen, zodat zij zich zelf kunnen richten op andere zaken. Het<br />

Voedselloket voorziet zo’n 700 gezinnen per jaar <strong>van</strong> een voedselpakket.<br />

Het loket is opgericht <strong>van</strong>uit de kerk en <strong>het</strong> Rode Kruis. Van de vrijwilligers <strong>van</strong> de<br />

voedselbank komt de helft uit kerkelijke organisaties.<br />

Het Voedselloket <strong>Almere</strong> is niet aangesloten bij <strong>het</strong> landelijke netwerk <strong>van</strong> voedselbanken.<br />

Hiervoor zijn twee redenen:<br />

o Het Voedselloket levert een pakket volgens de schijf <strong>van</strong> 5 en koopt daarom spullen<br />

bij. <strong>De</strong> landelijke organisatie staat dit niet toe.<br />

o Het Voedselloket stelt een traject verplicht, omdat een voedselpakket zonder traject<br />

volgens haar niet leidt tot de oplossing <strong>van</strong> <strong>het</strong> probleem. Landelijk wordt een<br />

traject niet verplicht gesteld.<br />

Het voedselloket gaat uit <strong>van</strong> <strong>het</strong> besteedbaar inkomen <strong>van</strong> mensen. Er bestaan criteria<br />

voor aanmelding, maar deze worden niet heel strikt nageleefd, <strong>het</strong> zijn meer richtlijnen.<br />

Het voedselloket kijkt vooral naar <strong>het</strong> perspectief <strong>van</strong> de cliënt.<br />

Het weigeren <strong>van</strong> klanten komt regelmatig voor. <strong>De</strong> eerste maand krijgt men sowieso<br />

een pakket. Als men in die maand zelf geen initiatieven heeft genomen, wordt <strong>het</strong><br />

pakket stopgezet. Daarnaast wijst <strong>het</strong> voedselloket mensen af die geen traject willen<br />

volgen en niet meer de moed hebben om iets aan hun situatie te doen. Het leveren<br />

<strong>van</strong> een voedselpakket alleen draagt niet bij aan de oplossing <strong>van</strong> <strong>het</strong> onderliggende<br />

probleem. Ook mensen die in de schuldsanering zitten en, op besluit <strong>van</strong> de rechter,<br />

teveel geld moeten afdragen aan schuldeisers zodat zij onvoldoende besteedbaar inkomen<br />

overhouden worden afgewezen. Dit komt omdat de rechter vaak al bij voorbaat<br />

rekening houdt met gebruikmaking <strong>van</strong> een voedselpakket. Mensen moeten zich<br />

volgens <strong>het</strong> voedselloket zelfstandig kunnen handhaven.<br />

Als iemand voldoet aan de richtlijnen, krijgt hij of zij acuut, gedurende één maand,<br />

een voedselpakket. Ook worden deze personen doorverwezen naar de hulpverlening.<br />

Meestal is dit <strong>het</strong> Maatschappelijk Werk, maar in geval <strong>van</strong> schulden bijvoorbeeld BBA.<br />

<strong>De</strong> hulpverlenende instantie inventariseert vervolgens <strong>het</strong> probleem en bepaalt wat<br />

voor traject er ingezet gaat worden. Gedurende de loop <strong>van</strong> <strong>het</strong> traject krijgt de cliënt<br />

een voedselpakket. Eén keer in de twee maanden neemt <strong>het</strong> voedselloket contact op<br />

met de hulpverlener om de voortgang te bespreken. <strong>De</strong>ze aanpak resulteert over <strong>het</strong><br />

algemeen in een snelle uitstroom.<br />

Gemiddeld maken cliënten 3,5 maand gebruik <strong>van</strong> een voedselpakket. Maximaal kunnen<br />

mensen een jaar lang een beroep doen op <strong>het</strong> voedselloket. Is <strong>het</strong> probleem dan<br />

nog niet opgelost, dan is er vaak iets misgegaan in de hulpverlening.<br />

15<br />

<strong>De</strong> piramide <strong>van</strong> Maslow bestaat uit een behoeftehiërarchie <strong>van</strong> zes treden: organische of lichamelijke behoeften<br />

(zoals voedsel en drinken), veiligheid en zekerheid, sociaal contact, waardering en erkenning en zelfontplooiing.<br />

Om een trede hoger te komen op de piramide moeten onderliggende behoeften bevredigd zijn.<br />

Armoede en Armoedebeleid in <strong>Almere</strong><br />

CAB 56


Ongeveer 12% <strong>van</strong> de cliënten <strong>van</strong> <strong>het</strong> voedselloket valt in herhaling en moet opnieuw<br />

een beroep doen op <strong>het</strong> voedselloket. In principe mag men niet langer dan een jaar<br />

gebruik maken <strong>van</strong> een voedselpakket. Voor bepaalde mensen is men wel soepel, zoals<br />

recidivisten die terugkomen bij <strong>het</strong> voedselloket met een nieuw probleem of mensen<br />

waar hulpverleners geen vat op krijgen maar waar wel kinderen bij betrokken zijn.<br />

Wel worden deze mensen strenger gemonitord. Het voedselloket volgt ex-klanten<br />

steekproefsgewijs.<br />

Budget Bureau <strong>Almere</strong><br />

Het Budget Bureau <strong>Almere</strong> is een laagdrempelige organisatie voor elke burger die problemen<br />

heeft met schulden en achterstanden, zonder inkomensgrens. Het BBA is een<br />

team binnen <strong>het</strong> onderdeel Sociale Zaken <strong>van</strong> de dienst Publiekszaken <strong>van</strong> de gemeente<br />

<strong>Almere</strong>. Het doel is mensen te helpen om uit de schulden te komen en ze toe<br />

te rusten om financieel zelfredzaam te worden en te blijven.<br />

Van de cliënten <strong>van</strong> <strong>het</strong> BBA heeft een kwart een bijstandsuitkering. Driekwart<br />

stroomt in zonder bijstandsuitkering, maar een deel <strong>van</strong> deze groep heeft bijvoorbeeld<br />

wel een WW of WAO uitkering. Er zitten ook mensen tussen met een koopwoning.<br />

Na aanmelding bij <strong>het</strong> BBA hebben cliënten binnen twee weken een afspraak met een<br />

klantmanager. In <strong>het</strong> eerste gesprek vindt een analyse plaats (wat is de hulpvraag,<br />

waarom komt men juist nu met deze vraag, etc.) en volgt een inschatting of advies<br />

voldoende is, of dat klanten een intake nodig hebben (en willen). Als een intake nodig<br />

is, volgt er na twee weken weer een gesprek. In principe wordt er binnen zes weken<br />

na de eerste afspraak een Plan <strong>van</strong> Aanpak opgesteld. In dit plan is aandacht voor de<br />

financiële kant <strong>van</strong> <strong>het</strong> probleem en de psychosociale kant. Het BBA draagt vervolgens<br />

warm over aan Plangroep en <strong>het</strong> Maatschappelijk werk.<br />

Plangroep is een belangrijke partner <strong>van</strong> <strong>het</strong> BBA, omdat zij de uitvoering <strong>van</strong> <strong>het</strong> financiële<br />

gedeelte binnen de schuldhulpverlening doet. Het BBA verwijst cliënten pas<br />

door naar de Plangroep als er overzicht is over hun financiële situatie en hun dossier<br />

compleet is. Cliënten moeten zelf zorgen dat hun financiële administratie op orde is.<br />

Zij kunnen hierbij eventueel de hulp inroepen <strong>van</strong> Humanitas. Er is geen sprake <strong>van</strong><br />

doorverwijzing door <strong>het</strong> BBA, cliënten moeten zelf contact opnemen met Humanitas.<br />

Het BBA geeft aan dat <strong>het</strong> vaak lang duurt voor cliënten hun financiële administratie<br />

op orde hebben, dit leidt tot vertraging <strong>van</strong> <strong>het</strong> proces. Daarnaast wordt <strong>het</strong> op gang<br />

komen <strong>van</strong> budgetbeheer vertraagd omdat <strong>het</strong> vaak lang duurt voor inkomensverstrekkers,<br />

zoals werkgevers of <strong>het</strong> UWV, de ingestuurde machtigingen verwerken en<br />

<strong>het</strong> inkomen overmaken op de budgetbeheerrekening. Dit is een landelijk probleem.<br />

Zodra <strong>het</strong> dossier compleet is, draagt <strong>het</strong> BBA deze over aan Plangroep. Plangroep<br />

vult vervolgens de details <strong>van</strong> <strong>het</strong> te volgen traject in. Plangroep roept cliënten binnen<br />

10 dagen na ont<strong>van</strong>gst <strong>van</strong> <strong>het</strong> BBA-dossier op voor een gesprek. Als mensen na twee<br />

oproepen nog steeds niet zijn verschenen, gaat <strong>het</strong> traject in principe niet door, maar<br />

altijd in overleg met <strong>het</strong> BBA.<br />

Al met al duurt <strong>het</strong> dus minimaal twee maanden voor cliënten bij Plangroep in een traject<br />

zitten (spoedgevallen liggen overigens binnen 24-48 uur bij Plangroep). Het maken<br />

<strong>van</strong> schulden gaat in deze periode gewoon door. Sommige mensen krijgen in deze<br />

periode broodgeld. Uit de interviews blijkt dat men vindt dat <strong>het</strong> voortraject voor<br />

schuldhulpverlening te lang duurt, zonder dat er sprake is <strong>van</strong> broodgeld of een over-<br />

Armoede en Armoedebeleid in <strong>Almere</strong><br />

CAB 57


uggingskrediet. Andere kritiekpunten zijn dat <strong>het</strong> BBA slecht bereikbaar is en dat er<br />

teveel wisselingen zijn in contactpersonen.<br />

Het BBA volgt cliënten <strong>het</strong> eerste jaar zo goed mogelijk en benadert pro-actief haar<br />

trajectpartners en klanten. Daarna worden cliënten nog wel gevolgd, maar minder intensief<br />

omdat daarvoor niet genoeg capaciteit/geld is. Het BBA heeft sinds september<br />

2008 geen wachtlijst meer. Mensen die uitvallen, kunnen dus snel weer instromen. Uit<br />

stukken <strong>van</strong> de gemeente blijkt dat de wachtlijst <strong>van</strong> BBA in juni 2008 nog 121 personen<br />

telde.<br />

Het BBA heeft elk jaar zo’n 2.400 aanmeldingen. <strong>De</strong> verwachting is dat dit als gevolg<br />

<strong>van</strong> de economische crisis zal toenemen. Een schuldregeltraject bij Plangroep duurt<br />

gemiddeld 3 tot 5 jaar. Omdat <strong>het</strong> BBA nog niet zo lang geleden begonnen is met <strong>het</strong><br />

volgen <strong>van</strong> cliënten, zal <strong>het</strong> cliëntvolgsysteem de komende jaren groeien. Het BBA en<br />

ook de beleidsmedewerker schuldhulpverlening zouden graag zien dat hier meer financiële<br />

middelen voor vrijkomen <strong>van</strong>uit de gemeente.<br />

Het percentage heraanmelders wordt steeds groter. Veel mensen zien in eerste instantie<br />

af <strong>van</strong> schuldhulpverlening of vallen gedurende <strong>het</strong> traject uit. Ze moeten namelijk<br />

met de billen bloot en staan jarenlang onder toezicht (ze moeten zich netjes<br />

gedragen, mogen geen misstap zetten en moeten aan veel regeltjes voldoen). Ze<br />

moeten dus een gestructureerd leven gaan leiden en dit lukt vaak niet. Veel mensen<br />

willen liever hun autonomie behouden.<br />

Sociaal Raadslieden<br />

Sociaal Raadslieden geven informatie en advies over sociale regelingen en instanties.<br />

Daarnaast helpen ze mensen met <strong>het</strong> schrijven <strong>van</strong> brieven en stellen ze beroeps- en<br />

bezwaarschriften op. <strong>De</strong> functie <strong>van</strong> sociaal raadsman of –vrouw is een juridisch/financiële<br />

functie. Tot de doelgroep behoren alle inwoners <strong>van</strong> de gemeente <strong>Almere</strong><br />

met een inkomen tot € 300 boven de bijstandsnorm.<br />

<strong>De</strong> Almeerse Sociaal Raadslieden zijn onderdeel <strong>van</strong> de Zorggroep <strong>Almere</strong> en worden<br />

volledig gesubsidieerd door de gemeente. Het Cliënten Beraad <strong>Almere</strong> huurt de Sociaal<br />

Raadslieden in voor de secretariële ondersteuning.<br />

Het belangrijkste probleem waarmee mensen bij de Sociaal Raadslieden komen is dat<br />

ze niet uitkomen met hun geld. <strong>De</strong> Sociaal Raadslieden kijken dan waar <strong>het</strong> probleem<br />

ligt. Vervolgens kunnen zij voor deze mensen <strong>het</strong> probleem oplossen of adviseren om<br />

een voorziening aan te vragen. Zo zorgen de Sociaal Raadslieden regelmatig dat onterechte<br />

aanslagen inkomstenbelasting verdwijnen of dat onjuist gelegde beslagen op<br />

inkomen of uitkering worden aangepast.<br />

Voornaamste onderwerpen waar de sociaal raadslieden mee te maken krijgen zijn sociale<br />

zekerheid ( veel bijstandszaken), kwesties met belastingen, wonen (huurtoeslag<br />

en woonruimteverdeling) en tegenwoordig veel kinderop<strong>van</strong>g. Bij de bijstandszaken<br />

tekenen de Sociaal Raadslieden ook wel eens (hoger) beroep aan tegen de gemeente.<br />

<strong>De</strong> gemeente heeft geleerd dit goed te vinden.<br />

Leger des Heils<br />

Het Leger des Heils richt zich op de onderkant <strong>van</strong> de samenleving en zit op <strong>het</strong> snijvlak<br />

<strong>van</strong> de WMO en armoedebestrijding. Het is kerkelijk werk, dat wordt gedaan door<br />

ongeveer 119 kerkelijke vrijwilligers.<br />

Armoede en Armoedebeleid in <strong>Almere</strong><br />

CAB 58


Het Leger des Heils kent een vrijwillige en een professionele tak. <strong>De</strong> vrijwillige tak verzorgt<br />

onder andere de volgende activiteiten:<br />

o Huiskamer;<br />

o Elke dag soep;<br />

o Activiteiten als sjoelclub, koersbal, etc;<br />

o Twee keer per week een maaltijd speciaal voor mensen in een armoedesituatie<br />

(vooral mensen met schuldhulp);<br />

o Ongeveer 1.200 voedselpakketten per jaar;<br />

o Raad en daadbalie voor administratieve hulp;<br />

o Team dienstbaarheid dat op bezoek gaat bij mensen die alleen zijn;<br />

o Kledingwinkel.<br />

Het Leger des Heils wordt gefinancierd door sponsors, de kerkelijke gemeenschap en<br />

de gemeente (subsidie <strong>van</strong> €12.000 in <strong>het</strong> kader <strong>van</strong> de WMO). <strong>De</strong> gemeentelijke subsidie<br />

bedraagt ongeveer 10% <strong>van</strong> de totale kosten.<br />

Armoede en Armoedebeleid in <strong>Almere</strong><br />

CAB 59


Gemeente <strong>Almere</strong><br />

Postbus 200<br />

1300 AE <strong>Almere</strong>

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!