22.01.2015 Views

downloaden - Gemeente Amsterdam

downloaden - Gemeente Amsterdam

downloaden - Gemeente Amsterdam

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

2004<br />

nr.<br />

1<br />

Plan<strong>Amsterdam</strong><br />

Hoogbouw in <strong>Amsterdam</strong>


Hoogbouw in discussie 2<br />

Hoogbouw in het <strong>Amsterdam</strong>se stadsbeeld 6<br />

Hoogbouw in andere steden 10<br />

<strong>Amsterdam</strong>s hoogbouwbeleid 17<br />

De toekomst van de <strong>Amsterdam</strong>se hoogbouw 22


Aan de skyline van <strong>Amsterdam</strong> verschijnen<br />

steeds meer hoge gebouwen, zoals langs de<br />

Zuidas. In de achtergrond de torens bij het<br />

Amstelstation. Doriann Kransberg<br />

More and more high-rise is appearing on<br />

<strong>Amsterdam</strong>’s skyline, for example along the<br />

Zuidas. In the background are the high-rise<br />

towers close to the Amstel Station.<br />

Marjolein Peters<br />

Hoogbouw in <strong>Amsterdam</strong><br />

<strong>Amsterdam</strong> heeft in vergelijking met andere grote steden in de Randstad maar<br />

weinig hoogbouw. Van de lijst met de vijftig hoogste gebouwen van Nederland<br />

bevinden er zich maar acht binnen de gemeentegrenzen van de hoofdstad.<br />

Rotterdam voert met 23 torens, drie keer zoveel als in <strong>Amsterdam</strong>, de lijst aan.<br />

Maar sinds 1998 heeft ook <strong>Amsterdam</strong> torens van meer dan 100 meter hoog,<br />

zoals de Rembrandttoren bij het Amstelstation die als een baken boven de<br />

bebouwing uitsteekt en van ver buiten de stad zichtbaar is. Andere torens van<br />

die hoogte staan inmiddels langs de Zuidas en in het centrumgebied Zuidoost.<br />

En er verschijnen steeds meer torens aan de horizon van de stad. Bouwplannen<br />

laten steeds meer hoogbouw zien en het onderwerp is volop in discussie. Wat<br />

zijn de algemene trends in de discussie over hoogbouw in Nederland en daarbuiten<br />

Welke voorwaarden stelt <strong>Amsterdam</strong> aan hoogbouw en waarin verschilt<br />

het gevoerde beleid van dat van andere steden


Hoogbouw in discussie<br />

Hoogbouw en intensivering Hoge gebouwen eisen een<br />

prominente plaats op in het stadsbeeld. Al verschillende decennia is<br />

hoogbouw dan ook een belangrijk onderwerp in de discussie over de<br />

ontwikkeling van het stedelijke gebied. De laatste jaren wordt deze<br />

discussie steeds breder gevoerd. De discussies over hoogbouw zijn<br />

weer actueel door de toenemende druk op de beschikbare ruimte.<br />

De gemiddelde woningbezetting wordt steeds lager en het ruimtegebruik<br />

per persoon neemt toe. Omdat de uitbreidingsmogelijkheden<br />

rond de steden beperkt zijn, betekent dit dat de ruimte<br />

binnen de stadsgrenzen steeds beter benut moet worden. Veel<br />

steden in Nederland, zowel de grote als de kleinere, hebben al een<br />

hoogbouwbeleid ontwikkeld of zijn bezig met het vormen van een<br />

visie. <strong>Amsterdam</strong> zet in het beleid in op meervoudig en intensief<br />

ruimtegebruik en daarmee is hoogbouw, als een van de mogelijkheden<br />

om te verdichten, ook daar weer volop in discussie.<br />

▲ De Rembrandttoren is als baken in de stad de<br />

Westertoren voorbijgestreefd.<br />

The Rembrandt Tower has usurped the Wester<br />

Tower as a beacon in the city.<br />

2<br />

Plan<strong>Amsterdam</strong>


Hoogbouw speelt een grote rol in het<br />

promotiebeleid van Frankfurt: Mainhattan aan<br />

de Main.<br />

High-rise plays a leading role in Frankfurt’s<br />

promotion: Mainhattan am Main.<br />

Plan<strong>Amsterdam</strong><br />

3


Hoogbouw als beeldmerk Een andere impuls voor de hoogbouwdiscussie<br />

is het imago van steden, waarin de uitstraling van<br />

gebouwen een steeds grotere rol gaat spelen. Niet alleen bedrijven,<br />

maar ook steden willen zich graag profileren met bijzondere architectuur.<br />

De keuze voor een bepaald gebouwtype is daarmee niet alleen<br />

een stedenbouwkundig vraagstuk, maar komt ook aan de orde in de<br />

ontwikkeling van citymarketing. Als beeldbepalend element in het<br />

stadsgezicht kan de vormgeving van hoogbouw een belangrijke<br />

bijdrage leveren aan het imago van een stad. Een voorbeeld zijn de<br />

twee torens van het Ministerie van VWS van architect Michael Graves<br />

(de ‘tieten van Den Haag’) die het centrum van Den Haag markeren<br />

en een beeldmerk van de stad zijn geworden. Op dezelfde manier is<br />

de Erasmusbrug in Rotterdam niet alleen een verbinding tussen de<br />

stad en de nieuwe wijk Kop van Zuid, maar nog meer een icoon voor<br />

de hele stad. In het buitenland wordt met name in Frankfurt am Main<br />

hoogbouw als middel ingezet om ‘Mainhattan’ als moderne stad te<br />

presenteren.<br />

De complexiteit van hoog bouwen Bij een grondige discussie<br />

over hoogbouw komen veel uiteenlopende aspecten in beeld.<br />

Het onderwerp is complex. Stedenbouwers en ontwikkelaars hebben<br />

niet alleen te maken met de uiterlijke verschijningsvorm en de inpassing<br />

in de omgeving. Minstens zo belangrijk zijn de vraag naar een<br />

bepaalde kantoor- of woonomgeving, de bouwtechniek, de grondprijzen,<br />

de stedelijkheid van de omgeving en de hoge bouwkosten<br />

van dergelijke gebouwen in de stad. Ook moet rekening worden<br />

gehouden met de negatieve effecten die hoogbouw kan hebben op<br />

de omgeving als geheel en de kwaliteit van de openbare ruimte,<br />

door bijvoorbeeld windhinder en schaduwwerking. Hoewel niet al<br />

deze aspecten een even grote rol spelen bij het formuleren van een<br />

stedelijk hoogbouwbeleid, geven ze wel aan dat veel factoren de<br />

totstandkoming van een toren bepalen.<br />

▲ Windhinder is een van de vele factoren die<br />

een rol spelen bij de voorbereidingen voor de<br />

bouw van een toren.<br />

Wind interference is one of the many factors<br />

that play a role in preparations for the<br />

construction of a tower.<br />

4<br />

Plan<strong>Amsterdam</strong>


▲ Het mooie uitzicht maakt hoog wonen voor veel mensen aantrekkelijk.<br />

▲ The stunning view makes high-rise living attractive for many people.<br />

Hoogbouwdiscussie in <strong>Amsterdam</strong> Tijdens<br />

de inspraakronde voor het structuurplan Kiezen voor<br />

stedelijkheid laaide de discussie over het hoogbouwbeleid<br />

in <strong>Amsterdam</strong> opnieuw op. Organisaties als de<br />

<strong>Amsterdam</strong>se Raad voor de Stedenbouw (ARS) en het<br />

Ministerie van VROM maakten kanttekeningen bij de<br />

beleidsvoornemens van de gemeente. Volgens hen zou<br />

het structuurplan moeten aangeven waar in de stad<br />

hoogbouw kan komen en wat per gebied de maximum<br />

bouwhoogte mag zijn, gebaseerd op een ruimtelijke<br />

visie van de stad. Voor de gebieden waar hoogbouw is<br />

toegestaan raadden zij de stad aan actiever te sturen op<br />

de realisatie ervan. In antwoord hierop verscheen in<br />

december 2003 bij de Dienst Ruimtelijke Ordening<br />

(DRO) de nota Hoogbouw in <strong>Amsterdam</strong>, naar een<br />

actiever hoogbouwbeleid Hierin is het bestaande<br />

hoogbouwbeleid van de stad tegen het licht gehouden<br />

en zijn voorstellen gedaan om het op een aantal punten<br />

bij te stellen.<br />

Om de informatie met betrekking tot de realisatie van<br />

hoge kantoor- en woongebouwen te bundelen, hebben<br />

het Ontwikkelingsbedrijf <strong>Gemeente</strong> <strong>Amsterdam</strong><br />

(OGA) en DRO in november 2003 een naslagwerk uitgegeven<br />

met de titel Wonen in de wolken. Handboek<br />

woontorens in <strong>Amsterdam</strong>. Het was de laatste opdracht<br />

van het Coördinatieteam Optimalisering Grondgebruik.<br />

In de nota is met name aandacht gegeven aan de<br />

financiële aspecten die een rol spelen bij het bouwen<br />

van woontorens in een historische stad als <strong>Amsterdam</strong>:<br />

het ‘<strong>Amsterdam</strong>se hoogbouwdilemma’.<br />

Hoe hoog is hoogbouw Wat precies tot<br />

hoogbouw wordt gerekend is in elke stad anders.<br />

De ondergrens kan variëren van 15 meter (ongeveer<br />

vier bouwlagen) tot 70 meter. In <strong>Amsterdam</strong> wordt<br />

doorgaans een hoogte vanaf 30 meter, twee maal de<br />

gemiddelde hoogte van de binnenstad, tot hoogbouw<br />

gerekend.<br />

▼ In <strong>Amsterdam</strong> rekent men gebouwen van boven de 30 meter<br />

tot hoogbouw. Dit is ongeveer twee keer zo hoog als de<br />

gangbare bouwhoogte binnen de ring.<br />

▼ IIn <strong>Amsterdam</strong>, buildings taller than 30 metres are considered<br />

high-rise. This is approximately twice the standard construction<br />

height within <strong>Amsterdam</strong>’s outer ring road.<br />

Plan<strong>Amsterdam</strong><br />

5


Hoogbouw in het <strong>Amsterdam</strong>se sta<br />

Een platte stad <strong>Amsterdam</strong> is ontstaan rond het handelscentrum<br />

bij de Dam in de Amstel en heeft zich van hieruit verder<br />

ontwikkeld. De huidige historische stad (binnen de Singelgracht) kan<br />

worden beschreven als een ‘platte’ stad met een gemiddelde bouwhoogte<br />

van vier á vijf lagen (ongeveer 15 meter). Dat de bouwhoogte<br />

lange tijd beperkt bleef is vooral toe te schrijven aan het feit dat in<br />

de wijken die rond de 17de-eeuwse grachtengordel zijn gebouwd<br />

sociale woningbouw domineerde. Door de geringe bouwhoogte<br />

werd de skyline van <strong>Amsterdam</strong> eeuwenlang bepaald door de<br />

verschillende kerktorens, met als uitschieter de Westertoren<br />

(H. de Keyser, 1638) van 85 meter hoog. In 1928 werd in Plan Zuid<br />

▲ Tot ver in de twintigste eeuw zijn kerktorens<br />

de enige echt hoge punten in <strong>Amsterdam</strong>.<br />

De Westertoren is 85 meter hoog.<br />

Church towers were only really tall structures<br />

in <strong>Amsterdam</strong> until far into the 20th century.<br />

The Wester Tower is 85 metres high.<br />

▼ Hoogbouw in de huidige skyline van<br />

<strong>Amsterdam</strong>.<br />

High-rise in <strong>Amsterdam</strong>’s present-day skyline.<br />

6<br />

Plan<strong>Amsterdam</strong>


dsbeeld<br />

▲ Tot in de jaren tachtig was de Wolkenkrabber<br />

van J.F. Staal met 30 meter het hoogste<br />

woongebouw van <strong>Amsterdam</strong>.<br />

Until the 1980s, the 30-metre ‘Skyscraper’ by<br />

J.F. Staal was the tallest residential building in<br />

<strong>Amsterdam</strong>.<br />

(H.P. Berlage) de eerste ‘Wolkenkrabber’ (architect J.F. Staal) gebouwd,<br />

een woongebouw van 12 verdiepingen en 35 meter hoogte. De<br />

Wolkenkrabber bleef jarenlang het enige gebouw in zijn soort.<br />

Late ontwikkeling van hoogbouw Vanaf het einde van de<br />

jaren vijftig kreeg <strong>Amsterdam</strong> er een aantal hogere (kantoor)gebouwen<br />

bij, zoals het Belastingkantoor (1958), het Havengebouw (1960),<br />

het Sint Lucas Ziekenhuis (1960) en de GAK-kantoren (1960) aan het<br />

Bos en Lommerplein, in hoogte variërend van 11 tot 13 verdiepingen<br />

(30-40 meter). Heel veel hoger dan Staals Wolkenkrabber werd er<br />

dus nog niet gebouwd, maar het aantal gebouwen van deze hoogte<br />

Plan<strong>Amsterdam</strong><br />

7


nam wel toe. Ook in de woningbouw is een dergelijke ontwikkeling<br />

zichtbaar. De stedelijke uitbreidingen buiten de huidige ringweg zijn<br />

grootschaliger van opzet, met meer ruimte voor hoogbouw. Buitenveldert<br />

was de eerste woonwijk waar de liftgrens (vanaf de vierde<br />

bouwlaag is een lift verplicht) werd overschreden. Daarna volgden in<br />

de jaren zestig en zeventig <strong>Amsterdam</strong> Noord (Molenwijk), de Bijlmermeer<br />

met een gemiddelde bouwhoogte van 11 lagen en de wijken van<br />

de Westelijke Tuinsteden die in deze jaren gebouwd zijn.<br />

Hoogbouw bij knooppunten Na de stadsuitbreidingen, die<br />

voornamelijk woningbouw als doel hadden, werd in het structuurplan A<br />

en B uit 1974 de weg vrij gemaakt voor de ontwikkeling van nevencentra<br />

aan de rand van de vooroorlogse stad, een eerste aanzet tot een<br />

polycentrische structuur van <strong>Amsterdam</strong>. Hierdoor konden instellingen,<br />

dagbladuitgeverijen en confectiebedrijven hun werkzaamheden uitbreiden<br />

zonder de binnenstad extra te belasten. In de zone van de ringweg<br />

A10 en de ringspoorlijn zijn een aantal centra ontstaan waarvan<br />

▲ Vanaf de jaren zestig neemt de bouwhoogte in<br />

<strong>Amsterdam</strong> toe door de uitbreidingen buiten de<br />

ring. De Bijlmermeer in <strong>Amsterdam</strong> Zuidoost.<br />

Since the 1960s, the construction height in<br />

<strong>Amsterdam</strong> has increased due to expansion<br />

outside the ring. The Bijlmermeer in the<br />

southeast of <strong>Amsterdam</strong>.<br />

▼ De Crystaltoren in kantorengebied Teleport bij<br />

station Sloterdijk, heeft een hoogte van 95 meter.<br />

The Crystal Tower in the Teleport office district<br />

close to the Sloterdijk station reaches a height<br />

of 95 metres.<br />

▼ In 1991 ontstond in <strong>Amsterdam</strong> verzet tegen de<br />

hoogbouwplannen van de gemeente voor de<br />

IJoevers. Deze afbeelding, die ook als poster is<br />

uitgebracht, stond in het pamflet Palmen langs<br />

het IJ.<br />

In 1991 there was resistance to the city council’s<br />

plans for high-rise development on the banks of<br />

the IJ. This image, which was also as used a<br />

poster, featured in the Palmen langs het IJ<br />

(‘Palms along the IJ’) pamphlet.<br />

8<br />

Plan<strong>Amsterdam</strong>


▲ Een toename van de gemiddelde bouwhoogte<br />

in <strong>Amsterdam</strong> is te zien op het Java-eiland in<br />

het Oostelijk Havengebied.<br />

An increase in the average construction height<br />

in <strong>Amsterdam</strong> is evident on the Java Island in<br />

the Eastern Harbour District.<br />

▼ Residence l’Etoile in Buitenveldert is op dit<br />

moment de enige woontoren in <strong>Amsterdam</strong><br />

van meer dan 70 meter hoog.<br />

Residence l’Etoile in Buitenveldert is presently<br />

the only residential tower in <strong>Amsterdam</strong> to<br />

exceed a height of 70 metres.<br />

De huidige hoogbouw in <strong>Amsterdam</strong>.<br />

The existing high-rise in <strong>Amsterdam</strong>.<br />

een deel nog in ontwikkeling is. Als uitzondering op de binnenstad<br />

speelt hoogbouw op deze locaties, knooppunten van openbaar vervoer<br />

en zeer goed bereikbaar per auto, een prominente rol.<br />

Voorbeelden van deze perifere centrumgebieden zijn <strong>Amsterdam</strong><br />

Zuidoost met de Oval Tower van 94 meter hoog en het Teleportgebied<br />

bij Station Sloterdijk met de Crystaltoren van 95 meter hoog. Op plaatsen<br />

in de stad waar nieuwbouw plaatsvindt, bijvoorbeeld op plaatsen<br />

waar voormalige werkgebieden een gemengde bestemming krijgen,<br />

zien we de afgelopen tien jaar een toename van de bouwhoogte. In<br />

het Oostelijk Havengebied zijn veel woningbouwblokken neergezet<br />

van acht lagen. Een vergelijkbare bouwhoogte is te zien in de nieuwe<br />

wijk IJburg. Recente hoogbouwprojecten zijn de plannen voor een 150<br />

meter hoge woontoren bij de <strong>Amsterdam</strong> ArenA in het Centrumgebied<br />

Zuidoost en het 98 meter hoge woon- en werkgebouw in de<br />

wijk Mahler4 aan de Zuidas, waarvan de bouw inmiddels in volle gang<br />

is.<br />

Plan<strong>Amsterdam</strong><br />

9


Hoogbouw in andere steden<br />

Rotterdam In Rotterdam beschouwt men bebouwing vanaf 70<br />

meter als hoogbouw. Bij hoogtes van meer dan 150 meter wordt<br />

gesproken van superhoogbouw. Van alle Nederlandse steden heeft<br />

Rotterdam hiermee de meeste ervaring opgebouwd. Bij de wederopbouw<br />

is vanaf het begin gekozen voor de inzet van hoogbouw.<br />

Meer dan de helft van de gebouwen uit de Randstad met een hoogte<br />

van 70 meter staat dan ook in Rotterdam.<br />

Het Rotterdamse hoogbouwbeleid richt zich op een sterke verdichting<br />

van de binnenstad met een grote variatie aan functies. Hoogbouw<br />

wordt daarnaast ingezet om de identiteit van de stad te versterken.<br />

Kracht, schoonheid en moderniteit zijn de elementen van het<br />

beeld dat de stad naar buiten wil uitdragen.<br />

Sinds 1993 is een hoogbouwzonering ingevoerd, een belangrijk<br />

instrument om het centrum van de stad te intensiveren en de Kop<br />

van Zuid te kunnen bouwen. De laatste jaren zijn de bestaande hoogbouwzones<br />

nader omschreven en is onderscheid gemaakt naar bouwhoogte.<br />

Er zijn toetsingscriteria opgesteld en er is een ‘High Rise<br />

▲ Rotterdam vanaf het Schouwburgplein in 2003.<br />

dSV Rotterdam<br />

Rotterdam seen from the Schouwburgplein in<br />

2003.<br />

▼ Deze torens bepalen de skyline van Rotterdam.<br />

These towers define the skyline of Rotterdam.<br />

10<br />

Plan<strong>Amsterdam</strong>


▲ Een toekomstbeeld van Rotterdam uit de nota<br />

Hoogbouwbeleid 2000- 2010 van de Dienst<br />

Stedenbouw en Volkshuisvesting in Rotterdam.<br />

An impression of the Rotterdam of the future<br />

from the memorandum Hoogbouwbeleid<br />

2000- 2010 (‘High-rise Development Policy for<br />

2000-2010’) by the Dienst Stedenbouw en<br />

Volkshuisvesting (dS+V, the Department for<br />

Urban Planning, Housing and Traffic) in<br />

Rotterdam.<br />

Quality Team’ opgericht om de kwaliteit van de hoogbouw te stimuleren<br />

en te bewaken.<br />

Rondom de hoogbouwzones is een overgangsgebied geïntroduceerd<br />

met lagere bouwhoogtes, waardoor de windhinder afneemt en de<br />

overgang naar de omliggende bebouwing kan worden vormgegeven.<br />

In de gebieden buiten de hoogbouwzone en de overgangsgebieden<br />

geldt de gemiddelde bebouwingshoogte van ongeveer 20 meter.<br />

Hierop zijn veel locale uitzonderingen met hoogtes tot 50 en 70<br />

meter en op enkele plekken nog hoger, bijvoorbeeld bij subcentra en<br />

bij uitzichtlocaties voor woningbouw.<br />

De hoogbouwzones in Rotterdam zijn<br />

geconcentreerd in het centrum.<br />

The high-rise zones in Rotterdam are<br />

concentrated in the centre.<br />

Plan<strong>Amsterdam</strong><br />

11


De torens van Castalia (ministerie van VWS),<br />

kortgeleden opgeleverde Hoftoren en de<br />

Zurichtoren domineren het straatbeeld rond<br />

het Binnenhof. foto Michiel van Dijk<br />

The Castalia towers (home to the Ministry of<br />

Health, Welfare and Sport) and the recently<br />

completed Hof Tower dominate the<br />

streetscape around the Binnenhof.<br />

Den Haag In Den Haag speelt hoogbouwbeleid pas sinds het<br />

eind van de jaren negentig een uitgesproken rol in de ontwikkeling<br />

van de stad. Kenmerkend in het ruimtelijk beeld van de stad is de<br />

driedeling in bouwhoogten: een lage plinthoogte, de ‘Haagse hoogte’,<br />

van de huidige hoogbouw in Nieuw Centrum (50-70 meter) en<br />

hoogbouw in de ‘buitencategorie’ (100-140 meter), zoals is te zien in<br />

Den Haag stimuleert hoogbouw in gebieden<br />

met een grote dynamiek.<br />

The Hague is stimulating high-rise<br />

development in highly dynamic areas.<br />

12<br />

Plan<strong>Amsterdam</strong>


het economische zwaartepunt van Hoog Hage.<br />

Sinds 2001 heeft Den Haag een hoogbouwvisie, die ten doel heeft<br />

om de ruimtelijke kwaliteit van de stad, mèt de sterke contrasten<br />

daarin, te versterken. De ruimtelijke en economische mogelijkheden<br />

van strategisch gelegen gebieden en van bijzondere plekken in de<br />

stad wil men door middel van hoogbouw goed benutten. Hiermee<br />

wordt de betekenis van deze locaties zichtbaar gemaakt in het silhouet<br />

van de stad. De leesbaarheid van de stedelijke structuur is een<br />

belangrijk aandachtspunt in de Haagse hoogbouwvisie. Zo wordt<br />

hoogbouw in de gebieden met een ‘ontspannen karakter’ tegengegaan<br />

en in gebieden met een ‘dynamisch profiel’ gestimuleerd.<br />

Vooral zeer goede bereikbare locaties komen in aanmerking voor<br />

verdere intensivering of voor nieuwe hoogbouwontwikkeling.<br />

Bijzonder is dat hoogbouw tussen de 70 en 100 meter niet gewenst<br />

is omdat deze de bestaande, heldere driedeling in de hoogteopbouw<br />

van Den Haag zou aantasten.<br />

▼ Het gebouw van de Gasunie is een van de<br />

hoogste gebouwen van Groningen.<br />

Sybolt Voeten<br />

The Gasunie headquarters is one of<br />

Groningen’s tallest buildings.<br />

Groningen Hoewel de schaal van Groningen niet vergelijkbaar is<br />

met die van <strong>Amsterdam</strong>, zijn er toch interessante ontwikkelingen als<br />

het gaat om het hoogbouwbeleid.<br />

De vanouds compacte ruimtelijke opbouw van Groningen is ook nu<br />

nog herkenbaar in de manier waarop de stad in het landschap ligt.<br />

De afgelopen 15 jaar zijn er een aantal hogere woongebouwen neergezet,<br />

die een functie vervullen als landmark op bijzondere locaties<br />

in het stedelijke netwerk.<br />

Enkele jaren geleden is een hoogbouwbeleid vastgesteld dat als<br />

kader dient voor de ontwikkeling van de stad. De belangrijkste ambitie<br />

is het benadrukken van het contrast binnen de verschillende stedelijke<br />

Plan<strong>Amsterdam</strong><br />

13


In Groningen richt het beleid zich op het<br />

realiseren van hoogbouw bij knooppunten van<br />

openbaar vervoer en langs de radiaalwegen.<br />

IIn Groningen, policy focuses on the realization<br />

of high-rise at public transport hubs and along<br />

the radial roadways.<br />

gebieden. Voor de binnenstad wordt gestreefd naar een compact en<br />

intensief gebruikt stadsdeel. De bestaande wijken en uitleggebieden<br />

daaromheen moeten het beeld van de ‘veelkleurige’ stad completeren.<br />

Er zijn algemene en gebiedsgebonden voorwaarden geformuleerd als<br />

basis voor het stimuleren of ontmoedigen van hoogbouw en het<br />

beoordelen van hoogbouwprojecten.<br />

Op de hoogbouwkaart worden gebieden weergegeven waar gebouwen<br />

van 60 meter en hoger in principe zijn toegestaan. Deze bevinden<br />

zich met name rondom het Centraal Station, in de andere centrumgebieden<br />

in de stad en in de stadsdelen waar herstructurering plaatsvindt.<br />

Ook worden er gebieden aangewezen waar hoogbouw in principe<br />

niet gewenst is. De historische binnenstad is er daar één van.<br />

De besluitvorming ten aanzien van hoogbouw vindt in een aantal<br />

stappen plaats, waarbij als eerste nut en noodzaak van het initiatief<br />

worden vastgesteld. Vervolgens wordt in de eerste fase van een<br />

Hoogbouw Effect Rapportage (HER) in beeld gebracht wat de effecten<br />

zijn op het bestaande en toekomstige stadsbeeld en op het gewenste<br />

stedelijke programma. Daarna volgt een gemeentelijke instemming<br />

op hoofdlijnen voor het plan. In de tweede fase van de HER worden<br />

de effecten nader geanalyseerd. Op basis van de resultaten uit de<br />

aangeleverde HER brengt de ‘Adviescommissie voor Hoogbouw’<br />

rapport uit aan het College van B&W over concrete bouwplannen.<br />

Londen Er zijn in Londen meer dan 2.000 gebouwen die hoger zijn<br />

dan 30 meter. Naast de verspreid liggende woontorens van ongeveer<br />

twintig verdiepingen zijn er de kantoortorens, geconcentreerd in de<br />

zakencentra en bij Canary Wharf. Tot 1954 stond het hoogbouwbeleid<br />

van de stad een maximumhoogte toe van 100 foot (ongeveer 30<br />

meter). Reden hiervoor was brandveiligheid.<br />

De eerste doelstelling van het hoogbouwbeleid in Londen is het leveren<br />

van een bijdrage aan de totstandkoming van een ‘compact city’.<br />

Een aantal locaties is aangewezen als zone waar hoogbouw gewenst<br />

14<br />

Plan<strong>Amsterdam</strong>


is. Hierbij wordt een onderscheid gemaakt in zones waar alleen<br />

geclusterde hoogbouw de voorkeur heeft en zones waar zowel<br />

geclusterde als solitaire torens zijn toegestaan.<br />

In het grootste deel van de stad moeten de lokale autoriteiten de<br />

burgemeester raadplegen als ze hoger willen bouwen dan 25 of 30<br />

meter. In sommige gebieden ligt deze grens bij 75 meter. Voor de<br />

beoordeling van hoogbouwinitiatieven gelden in principe de richtlijnen<br />

van het Architects Department van het London City Council,<br />

die in 1956 zijn vastgelegd. De nadruk ligt vooral op stedenbouwkundige<br />

criteria, die worden aangevuld met eisen ten aanzien van<br />

programma, uitstraling, architectuur en constructie. Ook aan de<br />

relatie van de hoogbouw met het maaiveld en de directe omgeving<br />

(programma, schaduw en wind) worden voorwaarden gesteld.<br />

▼ Londen vanaf de Theems.<br />

London seen from the Thames.<br />

Frankfurt De binnenstad van Frankfurt is, net als Rotterdam, in<br />

de Tweede Wereldoorlog grotendeels verwoest, waardoor er weinig<br />

van de historische stad overbleef. In het nieuwe centrum zijn echter<br />

niet meteen hoge torens gebouwd . De eerste hoogbouwinitiatieven<br />

in dit deel van de stad dateren uit de jaren zeventig. Vooral bij de<br />

daar gevestigde financiële instellingen ontstond vraag naar grotere<br />

kantoorruimtes. Na de eerste hoge torens met een hoogte van circa<br />

300 meter bepaalden al snel steeds meer hoge gebouwen de skyline<br />

van Frankfurt. Mede dankzij deze vroege ontwikkeling van hoogbouw<br />

werd Frankfurt al gauw ‘Mainhattan’ genoemd.<br />

De stad heeft voor Europese begrippen een ongekende skyline en<br />

wil die in de toekomst niet alleen behouden maar ook versterken.<br />

Daarom zijn er in het centrum van de stad een aantal gebieden aangewezen<br />

waar zich in de komende jaren hoogbouw kan ontwikkelen.<br />

Door de concentratie van hoogbouw in de binnenstad ontstaat er<br />

een leesbare en stedelijke skyline.<br />

Plan<strong>Amsterdam</strong><br />

15


Actief of terughoudend beleid Iedere stad heeft zijn<br />

eigen beweegredenen om hoogbouw te stimuleren of te reguleren.<br />

Ze zijn afhankelijk van de stedenbouwkundige context, de opbouw<br />

van de stad, het stedelijke beleid, de marktvraag naar dergelijke ontwikkelingen<br />

en de beperkingen die hieraan worden gesteld. In het<br />

hoogbouwbeleid van de hiervoor besproken steden valt op dat er<br />

een tweedeling lijkt te bestaan tussen steden waar men hoogbouw<br />

op voorhand al wenselijk vindt en stimuleert (Rotterdam, Frankfurt)<br />

en steden waar er voor hoogbouw wel plaats is, maar dan wel sterk<br />

gebonden aan regels (Groningen, Den Haag). Dit onderscheid werkt<br />

door in het beleid en de gekozen beleidsinstrumenten. Doordat in<br />

Rotterdam het High Rise Quality Team al in een vroeg stadium is<br />

betrokken bij de projecten, bestaat er een intensieve en pro-actieve<br />

relatie tussen de gemeente en de initiatiefnemers. De overheid heeft<br />

hier meer een functie als meedenker dan als toetser van bovenaf.<br />

In Groningen daarentegen worden initiatieven door middel van het<br />

hoogbouwprotocol juist heel zorgvuldig en stapsgewijs getoetst.<br />

De effecten van de voorgestelde bebouwing in verschillende stadia<br />

van de projecten worden helder in beeld gebracht. Hiermee kan een<br />

zorgvuldige afweging worden gemaakt ten aanzien van een initiatief,<br />

maar de veelheid aan procedures kan initiatiefnemers echter ook<br />

afschrikken.<br />

▼ Hoogbouwstad Frankfurt. F. Buchwald<br />

▼ High-rise city Frankfurt.<br />

16<br />

Plan<strong>Amsterdam</strong>


<strong>Amsterdam</strong>s hoogbouwbeleid<br />

▲ De nieuwe WTC-toren in <strong>Amsterdam</strong>.<br />

Doriann Kransberg<br />

The new WTC Tower in <strong>Amsterdam</strong>.<br />

▲ Zakencentrum Canary Wharf in Londen.<br />

Canary Wharf business centre in London.<br />

Het imago van <strong>Amsterdam</strong> Terwijl een stad als Rotterdam<br />

haar imago vooral ontleent aan moderniteit en daarmee ook aan<br />

moderne architectuur en hoogbouw, zet <strong>Amsterdam</strong> in op een bredere<br />

profilering van de stad. Niet alleen nieuwe ontwikkelingen zoals bij<br />

de Zuidas en het Centumgebied Zuidoost bepalen het beeld van de<br />

stad, maar ook bestaande kwaliteiten dragen bij aan de beeldvorming.<br />

<strong>Amsterdam</strong> bezit een groot en goed geconserveerd stadscentrum<br />

met de status van beschermd stadsgezicht. Hierdoor wordt hoogbouw<br />

binnen het oude centrum niet volledig uitgesloten, maar zijn<br />

wel een grote terughoudendheid en zorgvuldigheid geboden ten<br />

aanzien van hoogbouwplannen. Door het diverse aanbod, zoals de<br />

historische binnenstad, de beroemde architectuur en stedenbouw,<br />

de culturele activiteiten en de nabijheid van de haven en Schiphol,<br />

heeft <strong>Amsterdam</strong> een imago als hoogbouwstad veel minder nodig<br />

dan steden als Rotterdam (Manhattan aan de Maas) en Frankfurt<br />

(Mainhattan). De aanwezigheid van hoogbouw vormt in <strong>Amsterdam</strong><br />

slechts een beperkt onderdeel van het imago van de stad. Voor<br />

bedrijven en kantoren is hoogbouw echter wel een belangrijk middel<br />

om het imago te versterken.<br />

<strong>Amsterdam</strong> heeft in dit verband meer gemeen met Londen, waar het<br />

beleid zich richt op de ontwikkeling van een compacte stad en hoogbouw<br />

die een bijdrage moet leveren aan een heldere opbouw van de<br />

stedelijke structuur. De bouw van Canary Wharf, een zakencentrum<br />

met hoogbouw in het voormalig havengebied, net buiten het bestaande<br />

centrum, is als project vergelijkbaar met de Zuidas. Er is hier echter<br />

wel sprake van een aanzienlijk schaalverschil, waardoor het aantal en<br />

Plan<strong>Amsterdam</strong><br />

17


de hoogte van de torens van beide steden sterk verschillen. Daarnaast<br />

richt de Zuidas zich niet alleen op de huisvesting van kantoren, maar<br />

is in het programma ook ruimte gemaakt voor woningbouw.<br />

▲ In het structuurplan Open Stad van 1996 werd<br />

hoogbouw in de nevencentra gestimuleerd.<br />

In the Open Stad (‘Open City’) structure plan<br />

of 1996, high-rise construction was stimulated<br />

in the ancillary centres.<br />

Hoogbouw Effect Rapportage bij het structuurplan<br />

In de <strong>Amsterdam</strong>se structuurplannen, waarin de gemeente sinds 1974<br />

de voorwaarden voor de verdere ontwikkeling van de stad aangeeft,<br />

komt het stimuleren of weren van hoogbouw niet als een apart onderwerp<br />

aan de orde. Wel is in 1991, als aanvullend toetsingskader bij het<br />

structuurplan, een Hoogbouw Effect Rapportage (HER) ingevoerd.<br />

18<br />

Plan<strong>Amsterdam</strong>


Aan initiatiefnemers voor de bouw van een toren in <strong>Amsterdam</strong><br />

wordt gevraagd in beeld te brengen wat de technische effecten van<br />

hoogbouw zijn op de omgeving, zoals windhinder, schaduwwerking<br />

en hinder voor straalpaden van zendstations. Daarnaast komen in een<br />

HER ook minder ‘harde’ aspecten aan bod, zoals uitzicht, privacy en<br />

sociale veiligheid. Belangrijke onderdelen van de HER zijn het analyseren<br />

van de effecten op de stedenbouwkundige structuur van de<br />

omgeving en de invloed van de hoogbouw op grotere afstand. Een<br />

HER is voorgeschreven voor alle gebouwen vanaf 30 meter hoogte,<br />

die een plaats krijgen langs of in gebieden met een bijzondere<br />

Plan<strong>Amsterdam</strong><br />

19


Hoogtebeperkingen voor <strong>Amsterdam</strong>se<br />

bouwplannen Mede in verband met de aanvliegroutes<br />

voor Schiphol geldt in een groot deel van<br />

<strong>Amsterdam</strong> een hoogtebegrenzing. Zo kan er in de<br />

meeste delen van de stad maximaal tot 150 meter<br />

worden gebouwd en in sommige delen van de stad<br />

slechts 40 meter hoog. Uitzonderingen zijn in enkele<br />

gevallen mogelijk, zoals in Mahler4 in de Zuidas. Een<br />

strategische plaatsing van de gebouwen ten opzichte<br />

van de aanvliegroutes en de materiaalkeuze van de<br />

gevelbekleding zorgen ervoor dat geen directe hinder<br />

voor het radarsysteem van de aanvliegroute optreedt.<br />

Andere beperkingen komen voor rekening van straalpaden<br />

tussen zendmasten. De stroken waarbinnen<br />

deze hoogtebeperking geldt zijn echter zeer smal en<br />

kunnen soms worden verlegd, zoals bij de nieuwe<br />

WTC-toren aan de Zuidas.<br />

In januari 1999 is de binnenstad door de regering aangewezen<br />

als beschermd stadsgezicht.<br />

De bedoeling van deze aanwijzing is de historische<br />

karakteristieken te behouden en nadrukkelijk een<br />

plaats te geven in de toekomstige ontwikkeling van de<br />

stad. De beschermde status heeft nadrukkelijk niet tot<br />

doel de bestaande situatie te bevriezen of elke verandering<br />

tegen te houden. Wel dient nieuwe bebouwing,<br />

met name hoogbouw, zeer zorgvuldig te worden ingepast.<br />

De nabijheid van Schiphol en de historische binnenstad horen<br />

tot de sterke punten van de Zuidas, maar ze leggen wel<br />

beperkingen op aan de bouwhoogte.<br />

The proximity of <strong>Amsterdam</strong> Airport Schiphol and the historic<br />

city centre are among the strong points of the Zuidas, though<br />

both impose limitations on the desirable construction height.<br />

stedenbouwkundige waarde. Daarbij horen ook de diep in de stad<br />

doorlopende groenzones, ook wel de groene scheggen genoemd.<br />

Daarnaast is het maken van een HER verplicht voor gebouwen die 50<br />

procent of meer boven de overwegende bouwhoogte van hun omgeving<br />

uitsteken is. Een uitzondering is gemaakt voor die delen van<br />

de stad die als perifeer centrumgebied zijn aangewezen in het<br />

structuurplan Open Stad (1996). Hier is een HER alleen nodig voor<br />

gebouwen hoger dan 90 meter. Hoewel er in de HER-voorschriften<br />

geen hoogbouwzones staan omschreven, is door deze uitzondering<br />

wel duidelijk dat in de perifere centra, waar gestreefd wordt naar<br />

hoge dichtheden, hoogbouw door de gemeente gestimuleerd wordt.<br />

Ook in het in 2003 vastgestelde structuurplan Kiezen voor stedelijkheid<br />

zijn geen zones voor hoogbouw aangegeven. Wel zijn, evenals<br />

in eerdere structuurplannen, voor de verschillende woon- en werkgebieden<br />

in de stad de voorwaarden aangegeven voor verder ont-<br />

20<br />

Plan<strong>Amsterdam</strong>


wikkeling. In gebieden die zijn aangewezen als grootstedelijk kerngebied<br />

wordt gestreefd naar een gemiddeld hoge dichtheid.<br />

Bouwplannen worden daar dus getoetst op intensief ruimtegebruik.<br />

Grondprijsbeleid In <strong>Amsterdam</strong> wordt een functionele grondpolitiek<br />

gevoerd. Dit heeft te maken met de manier waarop de grondprijzen<br />

worden berekend. Voor woon- en werkgebieden wordt de<br />

grondprijs bepaald door per locatie de commerciële waarde van het<br />

vastgoed te verminderen met de stichtingskosten van het gebouw<br />

(de bouw zelf en de bijkomende kosten voor het gebouw). Het<br />

verschil (residu) is de waarde die aan de grond kan worden toegeschreven.<br />

Dit noemt men de ‘residuele waardebenadering’.<br />

In de nota Wonen in de wolken (november 2003) is aangegeven dat<br />

hoogbouw slechts in een beperkt aantal gevallen rendabel is voor<br />

zowel de gemeente als de ontwikkelaars, de bouwers en de beleggers.<br />

Aangezien de nieuwbouwwaarde van commercieel vastgoed in<br />

de gebieden als Oud Zuid en het centrum van <strong>Amsterdam</strong> nog<br />

steeds het hoogste is (voor de functies wonen, winkelen èn werken),<br />

betekent dit dat hier de grond het meeste opbrengt, waardoor de<br />

hoge kosten die (woon)torens meebrengen, gedekt kunnen worden.<br />

De centraal gelegen uitzichtlocaties, waar een gunstige grondprijs is<br />

te verwachten, bevinden zich echter veelal binnen de grenzen van<br />

het beschermde stadsgezicht, wat beperkingen oplevert voor de<br />

realisatie van hoogbouw. In gebieden waar wel ruimte is voor hoge<br />

woontorens, zoals in de Westelijke Tuinsteden en in het Centrumgebied<br />

Zuidoost, is het veel moeilijker om voor voldoende opbrengsten<br />

te zorgen.<br />

Geconcludeerd wordt dat er voor het neerzetten van woontorens<br />

andere argumenten van betekenis kunnen zijn dan slechts financiële,<br />

zoals diversiteit van de woonomgeving, imago, intensief ruimtegebruik,<br />

en stedelijkheid. Gunstige locaties voor hoog wonen zijn de<br />

zone van de Ring, de Zuidas en het Zeeburgereiland, maar ook de<br />

Noordelijke IJoever (Shell-terrein en Buiksloterham) bieden perspectieven.<br />

De torencluster aan de Amstel bij de Omval,<br />

naast het Amstelstation.<br />

The tower cluster next to the Omval on the<br />

River Amstel, alongside the Amstel Station.<br />

Plan<strong>Amsterdam</strong><br />

21


De toekomst van de <strong>Amsterdam</strong>se<br />

Zorgvuldige inpassing van hoogbouw Vergeleken met<br />

andere steden is <strong>Amsterdam</strong> geen voor de hand liggende hoogbouwstad,<br />

niet alleen omdat de luchthaven en de historische binnenstad<br />

beperkingen opleggen, maar ook omdat de grondprijzen juist in<br />

de beschermde binnenstad het aantrekkelijkst zijn. Door het veelzijdige<br />

karakter van <strong>Amsterdam</strong> kan het promotiebeleid zich richten<br />

op een brede profilering van de stad, waarvan hoogbouw slechts een<br />

onderdeel is en geen hoofddoel. Ook het ruimtelijk beleid zal zich<br />

niet specifiek richten op hoogbouw, maar op verdichting en intensivering.<br />

Voor sommige plaatsen in de stad wordt hoogbouw gezien<br />

als een aangewezen manier om de beoogde verdichting te bereiken,<br />

voor andere bieden ligt een compacte bouwmassa, waarin verschillende<br />

functies zijn ondergebracht, meer voor de hand.<br />

▲ De plankaart uit het structuurplan Kiezen voor<br />

stedelijkheid (2003) met het grootstedelijke<br />

kerngebied waar het beleid is gericht op hoge<br />

dichtheden.<br />

The plan map from the Kiezen voor<br />

stedelijkheid (‘Opting for urbanity’) structure<br />

plan from 2003, showing the urban core areas<br />

where the policy strives for high densities.<br />

22<br />

Plan<strong>Amsterdam</strong>


Locaties waar in <strong>Amsterdam</strong> clustering van hoogbouw wel voor de<br />

hand ligt zijn de vervoersknooppunten. Met het op deze wijze concentreren<br />

van functies op korte afstand van de vervoersknopen, kan<br />

de capaciteit van de voorzieningen optimaal benut worden en zijn de<br />

loopafstanden minimaal, één van de beleidsdoelen uit het structuurplan.<br />

Op de plankaart bij het structuurplan van 2003 is het grootstedelijk<br />

kerngebied voor de periode tot 2010 aangegeven: de historische<br />

binnenstad, de Wibautas, de Zuidas, het Centrumgebied<br />

Zuidoost en het Shell-terrein in <strong>Amsterdam</strong> Noord.<br />

Bestaande en toekomstige bouwplannen kunnen aanleiding zijn om<br />

de leesbaarheid van de stad te vergroten met de toevoeging van<br />

hoogte-accenten. De nieuwe 20ste- en 21ste-eeuwse centra in de<br />

stad krijgen dan een herkenningspunt in het stadsbeeld. Wanneer de<br />

hoogbouw zich concentreert in strategische gekozen zones, in plaats<br />

van verspreid over de gehele stad, kan de stedelijke structuur transparanter<br />

worden.<br />

In het <strong>Amsterdam</strong>se beleid is veel aandacht voor de begane grond<br />

van dichtbebouwde gebieden, in de vakliteratuur ook wel de<br />

‘groundscraper’ genoemd: het bouwblok dat stevig in de stedelijke<br />

grond verankerd staat. Het pleidooi van de Stichting Hoogbouw om<br />

allereerst de plint van de bebouwing optimaal te ontwikkelen alvorens<br />

er een toren aan toe te voegen, sluit naadloos aan op de <strong>Amsterdam</strong>se<br />

ideeën van stedelijkheid en verdichting.<br />

hoogbouw<br />

In het <strong>Amsterdam</strong>se hoogbouwbeleid<br />

concentreren de hoogbouwzones zich bij de<br />

goed bereikbare stedelijke knooppunten.<br />

Ontwerp voor de Arena Tower, een woontoren<br />

in het centrumgebied van Zuidoost.<br />

Wiel Arets Architect & Associates<br />

In <strong>Amsterdam</strong>’s policy, the high-rise zones are<br />

concentrated at easily accessible urban hubs.<br />

Design for the Arena Tower, a residential block<br />

in the central area of the <strong>Amsterdam</strong> borough<br />

of Zuidoost.<br />

Plan<strong>Amsterdam</strong><br />

23


▲ Bij de compacte bouw op het Oosterdokseiland zijn geen torens<br />

gebruikt om een hoge dichtheid te bereiken.<br />

▲ Towers have not been used to achieve high-density development<br />

for the compact construction on the Oosterdokseiland.<br />

Intensiveren en compact bouwen Een<br />

voorbeeld van een gebied waar intensief ruimtegebruik<br />

niet vanzelfsprekend tot torens leidt, is de ontwikkeling<br />

rondom het Centraal Station. Geheel in lijn<br />

met het structuurplan is voor het Oosterdokseiland<br />

een plan ontwikkeld waarbij sprake is van verdichting<br />

en functiemenging. Dit gebeurt echter niet door het<br />

bouwen van torens, maar door het maken van een zeer<br />

compact stedelijk blok, dat op het maaiveld zorgvuldig<br />

is ingepast in de omgeving. De bebouwing loopt vanaf<br />

het bestaande PTT-gebouw (47 meter) af tot een<br />

hoogte van 27 meter. Om een stedelijke sfeer te verkrijgen<br />

is de aansluiting op de omgeving en de functies<br />

op de begane grond van essentieel belang.<br />

▼ Impressie van de begane grond van de gebouwen in de<br />

Zuidaswijk Gerswin. Bureau CIIID Cees van der Giessen<br />

▼ Impression of the ground floor of the buildings in the Gershwin<br />

district on the Zuidas.<br />

24 Plan<strong>Amsterdam</strong>


▲ Een van de impressies van het toekomstige beeld van de Zuidas,<br />

gezien vanuit het zuiden. Burea CIIID Cees van der Giessen<br />

▲ An artistic impression of the future look of the Zuidas, seen from<br />

the south.<br />

Hoogbouw waar het kan De Zuidas ontwikkelt<br />

zich rond de vervoersknoop bij station Zuid/WTC. Het<br />

profiel van de nieuwe stadswijk wordt opgebouwd vanuit<br />

een gridstructuur (een rechthoekig verkavelingspatroon)<br />

met bouwblokken die een open uitstraling<br />

hebben naar de omliggende openbare ruimte. Daar<br />

bovenop worden op strategische locaties torens gesi-<br />

tueerd. Voor het bereiken van een levendig en stedelijk<br />

straatbeeld zal extra aandacht worden besteed aan de<br />

vormgeving en invulling van de onderste bouwlagen,<br />

waar de diverse (publieks)functies zijn ondergebracht.<br />

Nieuwe voorstellen voor het hoogbouwbeleid<br />

Voorstellen voor aanpassingen van het hoogbouwbeleid<br />

zijn onlangs gedaan in de nota Hoogbouw<br />

in <strong>Amsterdam</strong>, naar een actiever hoogbouwbeleid uit<br />

december 2003. Het betreft met name aanpassingen in<br />

de Hoogbouw Effect Rapportage (HER). Met deze<br />

wijzigingen zal niet alleen worden voldaan aan de wens<br />

het hoogbouwbeleid te actualiseren, er is ook sprake<br />

van deregulering. De rol van de centrale stad wordt<br />

meer adviserend en de stadsdelen krijgen een grotere<br />

eigen verantwoordelijkheid. Meer dan in het verleden<br />

zal de HER een handleiding zijn voor stadsdelen en<br />

initiatiefnemers. Samengevat komen de voorstellenneer<br />

op het volgende:<br />

In het geactualiseerde hoogbouwbeleid wordt in het<br />

algemeen een HER aanbevolen bij elk hoogbouwinitiatief<br />

hoger dan 30 meter. Dit vanuit de overweging<br />

dat het raadzaam is de effecten van hoogbouw in alle<br />

gevallen en in een zo vroeg mogelijk stadium te onderzoeken.<br />

In de gebieden binnen de ring is een HER<br />

verplicht bij gebouwen hoger dan 30 meter. In de<br />

gebieden op en buiten de ring geldt dit voor gebouwen<br />

hoger dan 60 meter, met uitzondering van de<br />

hoogbouw bij knooppunten, waarbij slechts bij een<br />

bebouwing hoger dan 90 meter een HER verplicht is.<br />

Bij een HER gaat het nadrukkelijk niet om welstandseisen<br />

maar om het inzichtelijk maken van de effecten<br />

van hoogbouw. Zo moet een HER aandacht besteden<br />

aan de inrichting van de onderste bouwlaag, omdat<br />

die een belangrijke rol speelt bij het ontstaan van<br />

stedelijkheid in een gebied. Het gaat om aandachtspunten<br />

als het programma voor functies en voorzieningen<br />

op de begane grond, de plaats van de<br />

ingangen van het gebouw en de ontsluiting van een<br />

eventuele parkeergarage. Onder centrale regie blijft<br />

het aspect van de zichtbaarheid op afstand, dat effect<br />

heeft op de stad als geheel en daarom als stadsdeeloverschrijdend<br />

wordt beschouwd.<br />

Plan<strong>Amsterdam</strong><br />

25


Overzicht Plan<strong>Amsterdam</strong> 2004<br />

In 2004 verschenen in de serie Plan<strong>Amsterdam</strong> en Stad en Groen:<br />

Plan<strong>Amsterdam</strong> 1<br />

Plan<strong>Amsterdam</strong> 2<br />

Plan<strong>Amsterdam</strong> 3<br />

Plan<strong>Amsterdam</strong> 4,5<br />

Voorzieningen op IJburg<br />

Gershwin<br />

Stad en stedeling<br />

Het Structuurplan 2003<br />

Het programma voor<br />

Cees Geldof<br />

Symposiumnummer<br />

Kiezen voor Stedelijkheid<br />

wonen, werken en vrije tijd<br />

Antonia Nieto Diaz<br />

Sjaak Gieling<br />

Mariëtte van Baaren<br />

Vincent Kompier<br />

Lia de Lange<br />

Plan<strong>Amsterdam</strong> 6<br />

Plan<strong>Amsterdam</strong> 7<br />

Plan<strong>Amsterdam</strong> 8<br />

Plan<strong>Amsterdam</strong> 9<br />

Grenzen aan de groei<br />

De Noordvleugel<br />

Stad en bestuur<br />

75 jaar werken aan de stad<br />

Symposiumnummer<br />

Allyson Mannsur<br />

Symposiumnummer<br />

Ben Teunissen<br />

Gerrit van der Plas<br />

Stad en Groen 1<br />

Natuurbeleid in<br />

Stad en Groen 2,3<br />

<strong>Amsterdam</strong><br />

<strong>Amsterdam</strong>mers en hun<br />

Geert Timmermans<br />

groen 1928-2003<br />

Johan van Zoest<br />

Max van den Berg


Summary<br />

High-rise in <strong>Amsterdam</strong><br />

Compared with other large cities in the Randstad<br />

conurbation, <strong>Amsterdam</strong> does not have much high-rise<br />

construction. From the list of the 50 tallest buildings in<br />

the Netherlands, there are only eight located within<br />

the Dutch capital’s municipal borders. However, there<br />

are more and more towers appearing on <strong>Amsterdam</strong>’s<br />

skyline. High-rise is becoming increasingly prominent<br />

in construction plans and is the subject of heated<br />

debate. What are the general trends in discussions<br />

about high-rise in the Netherlands and beyond What<br />

planning restrictions does <strong>Amsterdam</strong> impose on highrise<br />

construction and how does the policy differ from<br />

that pursued in other cities<br />

High-rise on the agenda Tall buildings claim a<br />

prominent place in the cityscape and are therefore an<br />

important point of discussion in urban planning. Over<br />

recent years this discussion has broadened. The<br />

discussion about high-rise is once again high on the<br />

agenda, because of growing pressure on the available<br />

space. The average household size continues to fall,<br />

while the number of square metres of living space per<br />

person increases. Since possibilities for expansion are<br />

limited, the space within the city’s borders must be<br />

used ever more intensively. <strong>Amsterdam</strong> is focusing on<br />

the multifunctional and intensive use of space, and as<br />

high-rise is one of the ways to achieve higher densities<br />

it is once again the subject of lively debate.<br />

Another impulse for the high-rise debate is the image<br />

of cities, in which the character of buildings will play an<br />

ever greater role. This means that the preference for a<br />

certain building type is not simply an urban planning<br />

issue, but is also relevant to the development of city<br />

marketing strategies. The Erasmus Bridge in Rotterdam<br />

is more than a link between the city centre and the<br />

new Kop van Zuid residential district on the southern<br />

banks of the River Maas. It has become an icon for the<br />

whole city. Abroad, for example in Frankfurt, high-rise<br />

is used as an instrument to profile ‘Mainhattan’ as an<br />

ultra-modern city. <strong>Amsterdam</strong> depends to a much<br />

lesser degree on high-rise for its international image,<br />

thanks to the presence of the historic city centre and<br />

the multifaceted supply of cultural attractions.<br />

Active or passive intervention Each city has<br />

its own motives to stimulate or regulate high-rise<br />

construction. These depend on the urban planning<br />

context, the city’s structure, municipal policy, the<br />

market demand for such developments and the<br />

restrictions they are subject to. When making a<br />

comparison with the high-rise policy of cities such as<br />

The Hague, Rotterdam, Groningen, London and<br />

Frankfurt, there is a clear distinction between cities<br />

where high-rise is automatically considered desirable<br />

and is therefore welcomed (Rotterdam, Frankfurt) and<br />

cities where there is enough space for high-rise, but<br />

strictly controlled by building codes (Groningen, The<br />

Hague). This distinction trickles down into policy and<br />

the policy instruments employed. In Rotterdam, since<br />

the High-rise Quality Team already becomes involved<br />

in projects at an early stage, there is an intensive and<br />

pro-active relationship between the City Council and<br />

project developers. Here the government functions<br />

more as a sparring partner than as a dictatorial referee.<br />

In Groningen, on the other hand, initiatives are tested<br />

carefully at each and every stage using the high-rise<br />

protocol. However, this procedure is very timeconsuming.<br />

High-rise policy in <strong>Amsterdam</strong> <strong>Amsterdam</strong><br />

developed around the trading hub close to the Dam<br />

on the IJ inlet, and spread outward from this point.<br />

The city (within the ring) could be described as a 'flat’<br />

city with an average building height of four to five<br />

storeys. Since social-sector housing dominated here,<br />

the building height has remained within these bounds<br />

for a long time. The urban expansion areas outside the<br />

present-day ring road are in larger-scale layouts, with<br />

more space for high-rise. Since the 1960s, the building<br />

height has increased with districts such as<br />

Buitenveldert, the Molenwijk in <strong>Amsterdam</strong> Noord and<br />

the Bijlmermeer, where the average building height is<br />

11 storeys.<br />

In the ancillary centres, which have been developing<br />

since the 1970s on the periphery of the pre-war city,<br />

there are more and more tall buildings. At these<br />

intersections of arterial roads and public transport,<br />

high-rise is playing an increasingly important role in<br />

recent developments. Examples include <strong>Amsterdam</strong><br />

Plan<strong>Amsterdam</strong><br />

27


Zuidoost, with the Oval Tower of 94 metres, and the<br />

Teleport area close by Sloterdijk bus and railway<br />

station, with its Crystal Tower of 95 metres. At<br />

locations in the city where new construction is being<br />

realized, the building height has increased over the last<br />

decade. There are many residential blocks of eight<br />

storeys in the Eastern Harbour District and in the new<br />

district of IJburg. The most recent high-rise plans<br />

include a 150-metre residential tower in the ArenA<br />

area and the combined office and housing complex in<br />

the Mahler4 district on the Zuidas, where construction<br />

is already far advanced.<br />

<strong>Amsterdam</strong>’s High-Rise Impact Report<br />

In <strong>Amsterdam</strong>’s structure plans, in which the city<br />

council has been stipulating the parameters for the<br />

further development of the city since 1974, the<br />

stimulation or limitation of high-rise construction is not<br />

tackled as a separate topic. Nevertheless, a Hoogbouw<br />

Effect Rapportage (HER, or High-rise Impact Report)<br />

was introduced in 1991, obliging the developers of a<br />

tower to indicate the technical impact on the<br />

environment, such as wind interference, the effect on<br />

light and shade, and hindrance for transmitters. Other<br />

aspects considered include the view, privacy and social<br />

safety. In the proposals for revision of the HER, all<br />

buildings measuring 30 metres or more fall must satisfy<br />

the HER requirements. There are no longer any<br />

exceptions, because a great deal of importance is<br />

attached to a thorough analysis of the effects of highrise<br />

on the surrounding built environment,<br />

independent of the question of whether high-rise is<br />

desirable at a given location. In the area within the ring<br />

road, an HER is obligatory for buildings taller than 30<br />

metres. In the areas bordering on and outside the ring<br />

road, this applies for buildings over 60 metres high,<br />

with the exception of high-rise at traffic intersections,<br />

where an HER is only necessary for structures higher<br />

than 90 metres.<br />

With the HER it is definitely not a question of aesthetic<br />

considerations – the task of the buildings inspectorate<br />

and planning authorities – but primarily a case of<br />

assessing the impact of high-rise. For example, an HER<br />

must consider the organization and function of the<br />

lowest storeys, as these play an important role in the<br />

propagation of urbanity in a given area. Points for<br />

consideration include the programme of functions and<br />

amenities at street level, the position of the building’s<br />

entrances, and access from car parks. The HER is the<br />

responsibility of the city boroughs. The gauging of the<br />

impact within a wider radius remains with the city’s<br />

central administration, since these effects extend<br />

beyond the borders of a city borough.<br />

Careful insertion of high-rise Compared<br />

with other cities, <strong>Amsterdam</strong> is not an obvious highrise<br />

city. This is not simply because the airport and the<br />

historic city centre impose limitations and – though the<br />

cost of land in the city centre would make high-rise<br />

construction an attractive option, the historic centre<br />

enjoys protected status. Thanks to the multifaceted<br />

character of <strong>Amsterdam</strong>, the city’s promotional policy<br />

can underscore this wide-ranging profile, in which<br />

high-rise is only one aspect rather than a leading<br />

component. The spatial planning policy is also not<br />

specifically focused on high-rise, but on densification<br />

and intensification. For some locations in the city, highrise<br />

is seen as an obvious means to achieve the<br />

intended densification, while for other areas a compact<br />

built volume accommodating various functions is more<br />

appropriate.<br />

Locations in <strong>Amsterdam</strong> where the clustering of highrise<br />

construction does seem to be an obvious choice<br />

are traffic intersections and multimodal hubs. By<br />

concentrating functions in this manner at a short<br />

distance from the transport hubs, the capacity of the<br />

amenities can be exploited optimally, and the walking<br />

distances are minimal. This achieves one of the policy<br />

objectives from the Kiezen voor stedelijkheid (‘Opting<br />

for urbanity’) structure plan of 2003.<br />

Existing and future construction plans can serve as an<br />

opportunity to insert vertical accents, thus increasing<br />

the legibility of the city. The city’s new 20th- and 21stcentury<br />

centres then fulfil a landmark function in the<br />

cityscape. By concentrating high-rise in strategically<br />

selected zones, the urban structure is rendered more<br />

transparent and explicit.<br />

28<br />

Plan<strong>Amsterdam</strong>


De auteur<br />

Marjolein Peters, Geldrop 1975<br />

■<br />

■<br />

■<br />

■<br />

studeerde in 1999 af als stedenbouwkundige aan de TU Delft<br />

werkt vanaf 2000 bij de Dienst Ruimtelijke Ordening, in het team SSR<br />

(Structuur, stad en regio) aan regionale en stedelijke projecten<br />

is betrokken geweest bij projecten als de Samenwerking <strong>Amsterdam</strong>-<br />

Almere, het structuurplan Kiezen voor stedelijkheid, de Ruimtelijkeconomische<br />

visie Schipholregio, het SPVE van het Middeneiland<br />

IJburg, de structuurplanuitwerking voor de Westrand en de notitie<br />

Hoogbouwbeleid <strong>Amsterdam</strong><br />

was gastdocent bij de Academie van Bouwkunst en is op dit moment<br />

gastdocent aan de Hogeschool van <strong>Amsterdam</strong><br />

Van 14 februari tot en met 3 april 2004 is in het Arcam de expositie<br />

Wat heet hoog - <strong>Amsterdam</strong>se hoogbouw in internationale context te zien.<br />

Met maquettes, beeldmateriaal en begeleidende teksten wordt aandacht<br />

besteed aan hoogbouw in <strong>Amsterdam</strong>. Aan de hand van een inventarisatie<br />

van nieuwe ontwikkelingen en initiatieven, probeert ARCAM veranderingen<br />

in de <strong>Amsterdam</strong>se situatie te signaleren.<br />

Verkoop<br />

Plan<strong>Amsterdam</strong> is te koop in het informatiecentrum<br />

voor ruimtelijke ordening en wonen<br />

De Zuiderkerk.<br />

Zuiderkerkhof 72<br />

<strong>Amsterdam</strong><br />

Tel. 020-552 79 87<br />

e-mail :Zuiderkerk@dro.amsterdam.nl<br />

Colofon<br />

Plan<strong>Amsterdam</strong> geeft in acht themanummers per jaar informatie over ruimtelijke<br />

projecten in de stad. In vier afleveringen van StadenGroen, een speciale editie van<br />

Plan<strong>Amsterdam</strong>, staat het groen in de stad centraal.<br />

Eindredactie Anneke van der Stoel<br />

tel. 020-552 79 65<br />

e-mail: stl@dro.amsterdam.nl<br />

Basisvormgeving<br />

RoVorm b.v.<br />

Fotografie<br />

Tenzij anders vermeld: RoVorm b.v./Hans Brons, DRO<br />

Jaargang 10, nr. 1, februari 2004<br />

www.dro.amsterdam.nl.<br />

Omslagfoto<br />

Lithografie en druk<br />

Werkzaamheden voor de overbouwing van de A10-West<br />

bij het Bos en Lommerplein.<br />

Drukkerij van Amerongen


Plan<strong>Amsterdam</strong> is een uitgave van<br />

de Dienst Ruimtelijke Ordening<br />

van de gemeente <strong>Amsterdam</strong><br />

www.dro.amsterdam.nl<br />

Prijs € 3,00

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!