Transform your PDFs into Flipbooks and boost your revenue!
Leverage SEO-optimized Flipbooks, powerful backlinks, and multimedia content to professionally showcase your products and significantly increase your reach.
[FISCAAL] WETTEN EN REGELS<br />
Prof. dr. mr. Edwin Heithuis (1966) is hoogleraar<br />
Fiscale Economie aan de Universiteit<br />
van Amsterdam, hoogleraar Fiscaal Recht aan<br />
de Open Universiteit en wetenschappelijk<br />
adviseur bij BDO.<br />
edwin.heithuis@bdo.nl<br />
“We letten heel goed op of er in een<br />
wetsvoorstel dingen staan die<br />
ondernemers schaden”<br />
EDWIN HEITHUIS<br />
<strong>2014</strong> welkom<br />
mee, want die hebben in hun fracties bijna geen<br />
fiscalisten. Ze gebruiken onze bevindingen als<br />
munitie in het parlementaire debat. Veel vragen<br />
die aan de staatssecretaris worden gesteld om<br />
over bepaalde kwesties meer duidelijkheid te<br />
krijgen komen één op één uit ons commentaar.<br />
Geregeld draven we ook op in Den Haag om Kamerleden<br />
nadere tekst en uitleg te geven over<br />
de gevolgen van wetsvoorstellen.”<br />
Regelmatig succes<br />
Heithuis: “De grote lijnen van een wetsvoorstel<br />
– zoals heffingsgrondslagen en tarieven – kunnen<br />
we meestal niet meer veranderen. Maar op<br />
onderdelen hebben we toch regelmatig succes.<br />
Twee jaar geleden bijvoorbeeld werd het huwelijksgoederenregime<br />
gewijzigd. Waarschijnlijk<br />
omdat het allemaal heel technisch was, had<br />
niemand bij de parlementaire behandeling in<br />
de gaten dat die verandering ook onaangename<br />
fiscale consequenties zou kunnen hebben, zeker<br />
voor ondernemers. We hebben ons toen – mede<br />
op uitnodiging van Financiën – sterk gemaakt<br />
voor een wetsreparatie. En die is er gekomen.”<br />
Zakelijke relatie<br />
Van Gijlswijk: “We hebben een goede, maar zakelijke<br />
relatie met Financiën. We vertegenwoordigen<br />
verschillende werelden, maar als belangrijke<br />
partijen op het fiscale speelveld hebben<br />
we elkaar ook nodig. Onze verhouding is ietwat<br />
dualistisch. De afgelopen jaren worden we als<br />
beroepsgroep regelmatig in een vroeg stadium<br />
gevraagd om onze mening over voorstellen te<br />
geven – nog voordat ze naar de Tweede Kamer<br />
gaan. Dan zien we achteraf ook het effect van<br />
ons advies. Recent nog, met de reparatie van het<br />
zogenoemde Bosal-gat.”<br />
Soms stuiten Van Gijlswijk en zijn collega’s op<br />
een muur van terughoudendheid. “Dan laten<br />
de ambtenaren duidelijk merken dat ze niet<br />
op onze bijdrage zitten te wachten en dat hun<br />
voorstel eigenlijk onaantastbaar is. In dat geval<br />
komt er van een open discussie niets terecht.<br />
Voorbeeld De wijzigingen in de eigenwoningregeling<br />
en de hypotheekrenteaftrek per 1 januari<br />
2013. Daar hebben al onze inspanningen niets<br />
opgeleverd.”<br />
Snel repareren<br />
Heithuis wijst op nog een ander kenmerk van<br />
de opstelling van Financiën. “Als ze ergens een<br />
lek constateren, zijn ze er als de kippen bij om<br />
“Regelmatig draven we op in Den<br />
Haag om Kamerleden uitleg te geven<br />
over mogelijke gevolgen”<br />
MICHAEL VAN GIJLSWIJK<br />
te repareren. Er zijn voorbeelden dat regelingen<br />
binnen enkele úren zijn aangepast. Maar voor<br />
de andere kant van de medaille hebben ze veel<br />
minder belangstelling. Leidt een gebrekkige<br />
wetgeving bijvoorbeeld tot dubbele heffing dan<br />
is de reactie al gauw: dat is ons probleem niet.<br />
Ons probleem niet Dat is natuurlijk hoogst<br />
onredelijk. En kortzichtig, want onevenwichtige<br />
wetgeving ondermijnt de belastingmoraal.”<br />
Heithuis vindt dat je als wetgever niet alleen<br />
met een budgettair oog naar belastingheffing<br />
moet kijken. “Je moet niet eenzijdig op eigen<br />
gewin uit zijn, maar je ook bereid tonen om de<br />
voor burgers onwenselijke gevolgen van bepaalde<br />
maatregelen weg te nemen. De wetgever<br />
moet dus ook eens naar zichzelf kijken en niet<br />
steeds de schuld bij de belastingplichtigen en<br />
hun adviseurs leggen. Maak goede wetten en<br />
neem daar voldoende tijd voor – dan voorkom<br />
je een hoop ellende.”<br />
Mijnenveld<br />
Pratend over het wetgevingsproces komt onvermijdelijk<br />
de complexiteit van onze fiscale weten<br />
regelgeving aan de orde. Waarom wordt alles<br />
zo ingewikkeld gemaakt Fiscale wetten bevatten<br />
doorgaans een ongezonde overvloed aan<br />
details en uitzonderingen. Van Gijlswijk: “Zonder<br />
overdrijven: het is een mijnenveld. En hoewel<br />
ondernemers op belastinggebied gemiddeld<br />
veel beter op de hoogte zijn dan tien jaar<br />
geleden is en blijft het gekkenwerk om zelf aan<br />
de slag te gaan.” Zelfs adviseurs hebben soms<br />
problemen. “De wetgeving is op onderdelen<br />
zeer ingewikkeld en – nog erger – onduidelijk”,<br />
weet Van Gijlswijk. “We willen de klant behoeden<br />
voor misstappen, maar onduidelijkheid in<br />
de wet kunnen ook wij niet wegnemen. Vandaar<br />
dat we in een advies wel eens een voorbehoud<br />
moeten maken. Dat doen we niet graag, maar<br />
soms is het onvermijdelijk. Voor alle duidelijkheid:<br />
belastingadviseurs zijn niet gebaat bij ingewikkelde<br />
en onduidelijke wetgeving. We hebben<br />
liever heldere regels.”<br />
Vorm van uitlokking<br />
Hier is ook Heithuis in zijn element. Hij geeft<br />
een aansprekend voorbeeld. “In 2010 werd<br />
de bedrijfsopvolgingsregeling – de BOF in het<br />
“De werkelijkheid<br />
is in negen van de<br />
tien gevallen een<br />
stuk gecompliceerder<br />
dan de Haagse<br />
scenario’s.”<br />
jargon – in de schenk- en erfbelasting flink<br />
verruimd. Financiën gebruikte toen bij de uitwerking<br />
van de voorstellen maar één, nogal simplistisch<br />
model. Daarin is sprake van een DGA,<br />
zonder partner, met maar één kind, dat ook nog<br />
de bedrijfsopvolger is. Daarop paste de nieuwe<br />
wetgeving precies. Ja, zo kunnen wij het ook! De<br />
werkelijkheid is in negen van de tien gevallen<br />
natuurlijk een stuk gecompliceerder: er is een<br />
echtgenote die verzorgd moet achterblijven, er<br />
zijn meerdere kinderen en die kunnen of willen<br />
niet allemaal de DGA opvolgen, of de opvolgers<br />
komen van buiten de familie. Dan past de<br />
18 19