verslag nr. 137 - vergadering van 4 oktober 2012 - Provincie West ...

verslag nr. 137 - vergadering van 4 oktober 2012 - Provincie West ... verslag nr. 137 - vergadering van 4 oktober 2012 - Provincie West ...

west.vlaanderen.be
from west.vlaanderen.be More from this publisher
23.01.2015 Views

B5. (27/07/2012, poststempel 30/07/2012, ontvangst procoro 27/07/2012) 1. Kwantitatieve en kwalitatieve onderbouwing van het plangebied: Het plangebied (24ha) is veel groter dan de principiële uitgangspunt van het locatieonderzoek (10ha) Niet te verantwoorden reeds in het kader van het voorontwerp werd hierop opmerkingen geformuleerd door RWO, duurzame landbouw en PROCORO de uitbreidingsbehoefte van de bedrijven IDE en VEOS wordt niet verduidelijkt. Ze is strijdig met het principe van zuinig ruimtegebruik uit het PRS. Het reservegebied overschrijdt de lange termijnbehoefte van het planologisch attest voor het bedrijf IDE. Zone voor voormalig stort wordt evenmin verantwoord. Er wordt gevraagd om de oppervlakte van het plangebied en de kwalitatieve verantwoording te beperken en te hertekenen zodat de percelen van de bezwaarindiener er buiten vallen. 2. Inname herbevestigd agrarisch gebied: Plangebied nagenoeg volledig binnen herbevestigd agrarisch gebied Er wordt verwezen naar de locatiealternatieven uit de Omzendbrief (indien in het GRS voor een planningsinitiatief verschillende locatiealternatieven opgenomen zijn en de Vlaamse Regering voor één of meerdere van deze locaties de agrarische bestemming nadien heeft herbevestigd, moet de gemeente de beslissing van de Vlaamse regering volgen en komen deze locatiealternatieven niet meer in aanmerking voor het beetrokken planningsinitiatief) De herbevestiging komt na het PRS-WVL en RE-visie Wingene. Hierdoor zijn bestemmingswijzingen slechts in beperkte mate mogelijk en mits grondige afweging. Hierbij wordt steeds het planologisch evenwicht en een degelijke onderbouwde motivering centraal. Voor dit planologisch evenwicht wordt in het RUP geen actie ondernomen (zie ook advies gewestelijk stedenbouwkundig ambtenaar in het kader van het voorontwerp) 3. Mobiliteit: Er wordt opgeworpen dat de telgegevens allesbehalve de basis vormen voor een degelijk onderzoek naar de mobiliteitsimpact van het RUP. De zone voor uitbreiding/reservatie en zone voor afvalverwerking worden niet meegenomen in het onderzoek Men heeft er geen zicht op of de ontsluitingsweg over de percelen van de bezwaarindiener zal lopen. De gebrekkige mobiliteitsstudie wordt reeds opgemerkt in het advies van RWO en agentschap wegen en verkeer op het voorontwerp 4. Onteigening: Er worden in de onteigeningstabel foutieve oppervlaktegegevens gehanteerd De grondvoorwaarden voor onteigening zijn niet vervuld, meerbepaald de onteigeningsnoodzaak Er dient nagegaan te worden of er sprake is van een onteigeningsnoodzaak en moet er een evenredigheid bestaan tussen de voorgenomen onteigening en de beoogde doelstelling. Er moet aangetoond worden dat de eigendomsverwerving door de overheid van de beoogde percelen noodzakelijk is om de doelstelling te verwezenlijken. Dit impliceert dan ook dar er van enige noodzaak geen sprake kan zijn indien de doelstelling ook op een andere wijze gerealiseerd kan worden, niet in het minst door de eigenaar zelf. Er kan niet anders dan vastgesteld worden dat er geen sprake is van een onteigeningsnoodzaak. Er werd namelijk een bedrijventerrein van 10ha voorzien, nergens wordt verantwoord waarom het uiteindelijke plangebied bijna 2,5 keer groter is en de contouren ervan zich dermate in oostelijk richting moeten situeren. Uit niets blijkt dus dat de verwerving van de percelen van de bezwaarindiener noodzakelijk zijn voor de realisatie van het bedrijventerrein. 22

Conclusie: Niet akkoord met het RUP en de onteigening Vraag om de contouren aan te passen en de percelen van de bezwaarindiener buiten het RUP te laten Advies PROCORO met éénparigheid van stemmen: 1. Kwantitatieve en kwalitatieve onderbouwing van het plangebied: Voor de kwantitatieve onderbouwing verwijst de PROCORO naar de herziening van het PRS West-Vlaanderen en voor de kwalitatieve onderbouwing naar het locatieonderzoek voor de Roeselaarse Regio. Hierbij werd ondermeer de Hille als locatie naar voor geschoven om een regionaal bedrijventerrein uit te bouwen. De reservaties voor de bedrijven Ide en Veos vinden hun aanleiding in concrete uitbreidingsvragen en doen niets af van de behoefte aan regionale bedrijventerreinen (10ha) in Wingene. Voor wat betreft het voormalige stort is het een opportuniteit om de sanering ervan op een realistische wijze mogelijk te maken. De PROCORO stelt voor om dit uitgebreider aan bod te laten komen in de toelichtingsnota. Het hertekenen van een RUP, met het de bedoeling, om enkele percelen er uit te laten, leidt niet tot een goede ruimtelijke oplossing. De PROCORO stelt dan ook voor om het plan niet aan te passen. 2. Inname HAG: De PROCORO wijst erop dat het bewaken van het planologisch evenwicht een Vlaamse bevoegdheid is. De omzendbrief over HAG laat toe dat er planinitiatieven worden genomen in het HAG mits compensatie. Het voorzien van HAG is echter een Vlaamse beleidsmatige beslissing. De PROCORO stelt voor om in de toelichtingsnota een hoofdstuk aan toe te voegen over deze HAG. Hierbij kan gesteld worden dat het aantal ha HAG die met dit planinitiatief verdwijnen, dat die moeten voorzien worden in de zoekzones in West- Vlaanderen, waar nog de oefening nog moet gebeuren hoeveel ha natuur en hoeveel ha agrarisch gebied moet voorzien worden 3. Mobiliteit: De PROCORO acht de telgegevens voldoende recent om een correcte inschatting te kunnen maken van de bijkomende verkeersdruk. De zones voor uitbreiding/reservatie en afvalverwerking worden wel degelijk meegenomen in het onderzoek (zie tabel pag. 38). In het kader van het voorontwerp werden inderdaad opmerkingen gemaakt. In het ontwerp wordt aan deze opmerkingen gevolg gegeven door de toevoeging van het hoofdstuk mobiliteit. De bezwaarindiener klaagt aan dat er geen zicht is of de ontsluitingsweg over de percelen van de bezwaarindiener zullen lopen. In het kader van een RUP wordt dit, bij voorkeur, niet gedaan om geen hypotheek te leggen op het later inrichtingsplan. Dit is ook niet nodig aangezien de wegenis intrinsiek deel uit maakt van het bedrijventerrein en de respectievelijke percelen van de bezwaarindiener hier deel uit van maken en alzo bestemd zijn. De PROCORO stelt voor om het RUP niet te wijzigen. 4. Onteigening: De gegevens, gebruikt in het RUP, zijn aangeleverd door het kadaster. Dit zijn de enige gegevens die hiervoor in ogenschouw kunnen genomen worden. De doelstelling en de onteigeningsnoodzaak worden wel degelijk aangetoond. De evenredigheid is wel degelijk aanwezig aangezien de eigendomsverwerving noodzakelijk is om een doordacht, kwalitatief en samenhangend bedrijventerrein te kunnen ontwikkelen. De noodzaak voor de bijkomende oppervlaktes bovenop de initiële 10 ha worden verantwoord (zie eerder). 23

Conclusie:<br />

<br />

<br />

Niet akkoord met het RUP en de onteigening<br />

Vraag om de contouren aan te passen en de percelen <strong>van</strong> de bezwaarindiener buiten het<br />

RUP te laten<br />

Advies PROCORO met éénparigheid <strong>van</strong> stemmen:<br />

1. Kwantitatieve en kwalitatieve onderbouwing <strong>van</strong> het plangebied:<br />

Voor de kwantitatieve onderbouwing verwijst de PROCORO naar de herziening <strong>van</strong> het PRS<br />

<strong>West</strong>-Vlaanderen en voor de kwalitatieve onderbouwing naar het locatieonderzoek voor de<br />

Roeselaarse Regio. Hierbij werd ondermeer de Hille als locatie naar voor geschoven om een<br />

regionaal bedrijventerrein uit te bouwen. De reservaties voor de bedrijven Ide en Veos<br />

vinden hun aanleiding in concrete uitbreidingsvragen en doen niets af <strong>van</strong> de behoefte aan<br />

regionale bedrijventerreinen (10ha) in Wingene. Voor wat betreft het voormalige stort is<br />

het een opportuniteit om de sanering er<strong>van</strong> op een realistische wijze mogelijk te maken. De<br />

PROCORO stelt voor om dit uitgebreider aan bod te laten komen in de toelichtingsnota.<br />

Het hertekenen <strong>van</strong> een RUP, met het de bedoeling, om enkele percelen er uit te laten,<br />

leidt niet tot een goede ruimtelijke oplossing. De PROCORO stelt dan ook voor om het plan<br />

niet aan te passen.<br />

2. Inname HAG:<br />

De PROCORO wijst erop dat het bewaken <strong>van</strong> het planologisch evenwicht een Vlaamse<br />

bevoegdheid is. De omzendbrief over HAG laat toe dat er planinitiatieven worden genomen<br />

in het HAG mits compensatie. Het voorzien <strong>van</strong> HAG is echter een Vlaamse beleidsmatige<br />

beslissing. De PROCORO stelt voor om in de toelichtingsnota een hoofdstuk aan toe te<br />

voegen over deze HAG. Hierbij kan gesteld worden dat het aantal ha HAG die met dit<br />

planinitiatief verdwijnen, dat die moeten voorzien worden in de zoekzones in <strong>West</strong>-<br />

Vlaanderen, waar nog de oefening nog moet gebeuren hoeveel ha natuur en hoeveel ha<br />

agrarisch gebied moet voorzien worden<br />

3. Mobiliteit:<br />

De PROCORO acht de telgegevens voldoende recent om een correcte inschatting te kunnen<br />

maken <strong>van</strong> de bijkomende verkeersdruk. De zones voor uitbreiding/reservatie en<br />

afvalverwerking worden wel degelijk meegenomen in het onderzoek (zie tabel pag. 38). In<br />

het kader <strong>van</strong> het voorontwerp werden inderdaad opmerkingen gemaakt. In het ontwerp<br />

wordt aan deze opmerkingen gevolg gegeven door de toevoeging <strong>van</strong> het hoofdstuk<br />

mobiliteit.<br />

De bezwaarindiener klaagt aan dat er geen zicht is of de ontsluitingsweg over de percelen<br />

<strong>van</strong> de bezwaarindiener zullen lopen. In het kader <strong>van</strong> een RUP wordt dit, bij voorkeur, niet<br />

gedaan om geen hypotheek te leggen op het later i<strong>nr</strong>ichtingsplan. Dit is ook niet nodig<br />

aangezien de wegenis intrinsiek deel uit maakt <strong>van</strong> het bedrijventerrein en de<br />

respectievelijke percelen <strong>van</strong> de bezwaarindiener hier deel uit <strong>van</strong> maken en alzo bestemd<br />

zijn.<br />

De PROCORO stelt voor om het RUP niet te wijzigen.<br />

4. Onteigening:<br />

De gegevens, gebruikt in het RUP, zijn aangeleverd door het kadaster. Dit zijn de enige<br />

gegevens die hiervoor in ogenschouw kunnen genomen worden.<br />

De doelstelling en de onteigeningsnoodzaak worden wel degelijk aangetoond. De<br />

eve<strong>nr</strong>edigheid is wel degelijk aanwezig aangezien de eigendomsverwerving noodzakelijk is<br />

om een doordacht, kwalitatief en samenhangend bedrijventerrein te kunnen ontwikkelen.<br />

De noodzaak voor de bijkomende oppervlaktes bovenop de initiële 10 ha worden<br />

verantwoord (zie eerder).<br />

23

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!