verslag nr. 137 - vergadering van 4 oktober 2012 - Provincie West ...
verslag nr. 137 - vergadering van 4 oktober 2012 - Provincie West ...
verslag nr. 137 - vergadering van 4 oktober 2012 - Provincie West ...
- No tags were found...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
1. De capaciteitsverhoging <strong>van</strong> de rotondes<br />
Het voorschrift is onduidelijk<br />
Moet de rotonde een netto oppervlakte <strong>van</strong> 26ha hebben<br />
Het voorschrift kadert niet in het algemeen belang<br />
Bezwaarindieners stellen dat enkel mag rekening gehouden worden met bijkomende verkeersdruk<br />
<strong>van</strong>uit het bedrijventerrein en haalt knelpunten ivm huidige en toekomstige situatie aan.<br />
Wat als de N58 en rotonde na realisatie <strong>van</strong> het bedrijventerrein toch verbreed wordt Kunnen dan<br />
geen stedenbouwkundige vergunningen meer afgeleverd worden aan individuele bedrijven<br />
Het bedrijventerrein kan pas ontwikkeld worden na een bijkomende inspanning <strong>van</strong> de overheid<br />
waar<strong>van</strong> de datum niet is bepaald.<br />
Bezwaarindieners stellen dat de behoefte reeds werd berekend in 2002 en dat de taakstelling<br />
waarop de uitbreiding berekend is (tot 2017) op <strong>van</strong>daag reeds achterhaald is. Zelfs in een<br />
optimaal scenario is de berekende behoefte niet voorzien op de noden die op het moment <strong>van</strong><br />
uitvoerbaarheid werkelijk zullen bestaan. Bezwaarindieners stellen een optimaal scenario qua<br />
timing voorop waarop de gronden pas effectief in 2019 zouden aangesneden worden, maar stelt<br />
dat door dit voorschrift er geen enkel vooruitzicht is op mogelijke ingebruikname.<br />
Bovendien leidt het voorschrift er toe dat de overheid onnodig op kosten wordt gejaagd aangezien<br />
geen rekening wordt gehouden met de toekomstige behoeften en ongetwijfeld binnen de kortste<br />
keren een tweede reeks werken moet worden uitgevoerd. Infrastructuuraanpassingen vastleggen<br />
is dan ook kortzichtig, zal de overheid op onnodige kosten jagen en hypothekeert de<br />
ontwikkelingsmogelijkheden <strong>van</strong> de ondernemingen.<br />
Het voorschrift is onwettig<br />
De vergunningverlenende overheid kan de behandeling <strong>van</strong> een individuele vergunningsaanvraag<br />
niet afhankelijk maken <strong>van</strong> een afzonderlijke procedure.<br />
Tevens kan dit niet als voorwaarde bij een vergunning (cf. art 4.2.19 §1) opgelegd worden<br />
aangezien deze voorwaarde niet kan verwezenlijkt worden door enig toedoen <strong>van</strong> de aanvrager.<br />
Bezwaarindiener adviseert het voorschrift te schrappen en als verantwoordelijke overheid<br />
dringend de nodige maatregelen te nemen zodat de rotonde aangepast is tegen de tijd dat de<br />
eerste vergunningsaanvragen voor individuele bedrijven binnenkomen.<br />
2. Het RUP sluit onterecht goede ontwikkelingsmogelijkheden uit voor het bedrijventerrein: de<br />
ontsluiting voorzien is onpraktisch en maakt geen gebruik <strong>van</strong> de bestaande potenties:<br />
Bezwaarindieners stellen dat er (gelet op het verbieden <strong>van</strong> links-afslaande bewegingen bij het<br />
zuidelijke punt) maar één volwaardig ontsluitingspunt voor het terrein wordt voorzien waardoor<br />
een flessenhals en mogelijk verkeersonveilige situatie ontstaan.<br />
Door aan te sluiten op de bestaande rotonde kan het terrein op 2 volwaardige punten ontsloten<br />
worden, die beter gespreid zijn over het geheel en waardoor het aantal bijkomende<br />
verkeersknooppunten tot een minimum wordt beperkt.<br />
Bezwaarindiener adviseert om de mogelijkheden voor ontsluiting te verruimen;<br />
• Ofwel een aansluiting op de rotonde voorzien en een aansluiting halfweg<br />
tussen beide rotondes<br />
• Ofwel de ontsluiting die voorzien is<br />
• Ofwel de ontsluiting voorzien via de meeste zuidelijke ontsluiting<br />
gecombineerd met ontsluiting via de rotonde.<br />
3. Het regionaal bedrijventerrein mag niet voorbehouden worden voor Wervikse bedrijven en de<br />
WVI<br />
Het RUP is niet toepasbaar<br />
De vergunningverlenende overheid kan bij de beoordeling <strong>van</strong> individuele vergunningsaanvragen<br />
geen inschatting maken in hoeverre 1/4 de <strong>van</strong> de oppervlakte werd voorbehouden en dus aan het<br />
voorschrift is voldaan.<br />
De vergunningverlenende overheid kan aan de vergunning <strong>van</strong> een individuele<br />
vergunningaanvrager geen last of voorwaarden koppelen die wel de nodige garanties kunnen<br />
bieden voor het voorbehouden <strong>van</strong> grond.<br />
Het RUP kadert niet in het algemeen belang<br />
Het voorschrift gaat er blijkbaar <strong>van</strong> uit dat het bedrijventerrein zal ontwikkeld worden door één<br />
partij (die <strong>van</strong> ontwerper zelf). Dit is echter niet zo <strong>van</strong>zelfsprekend. Er is wel een<br />
onteigeningsplan gekoppeld maar bezwaarindieners vragen zich af waarom het nodig is de<br />
realisatie tot één partij te beperken en stelt dat hun bedrijf perfect autonoom kan ontwikkelen<br />
zonder dat daarvoor de tussenkomst <strong>van</strong> een ontwikkelaar nodig is. Het bedrijf kan zelf instaan<br />
voor de aanleg <strong>van</strong> nutsvoorzieningen en wegenis en is bereid om een bijdrage te doen in het<br />
kader <strong>van</strong> het algemeen belang. Aan de hand <strong>van</strong> een i<strong>nr</strong>ichtingsplan (cf.bijlage) kan concreet<br />
onderhandeld worden over modaliteiten, lasten en voorwaarden.<br />
39