verslag nr. 137 - vergadering van 4 oktober 2012 - Provincie West ...

Bezwaar tegen Menen-West wegens:
Aanwezigheid van zware metalen en fijn stof (toekomst kleinkinderen)
Het ontraden van tuinieren en het houden van neerhofdieren, nochtans een leuke hobby
voor vele senioren
Nog maar weinig groen en open ruimte
Eerst de nog openstaande ruimtes in de bestaande industriezones benutten
B356 en B372
Bezwaar met de timing van de procedure; 1,5maand in vakantieperiode te kort voor
dergelijk dossier
Het plan is weinig concreet en blijft op veel domeinen richtinggevend (grootte percelen,
wegenis, oppervlakte daken,…) waardoor men moeilijk inschatting kan maken van
mogelijke hinder.
De vage en voor interpretatie vatbare manier waarop verschillende verordenende en
richtinggevende stedenbouwkundige voorschriften zijn geformuleerd, laten echter
verschillende inconsequenties en tekortkomingen vermoeden.
De behoeftebereking is gebeurd via een extrapolatie op basis van gegevens uit 1994 en
sindsdien niet meer geactualiseerd. Hier wordt voorbij gegaan aan de veranderde
economische situatie.
Er is geen recente inventaris van de invulling van de bestaande industriezones. Leegstand
en speculatie worden zo verder in de hand gewerkt ten nadele van open ruimtes. Dit is
tegen het algemeen belang.
De PRUP’s gaan uit van een achterhaalde visie die stelt dat ondernemen of tewerkstelling
het best kan uitgedrukt worden in m². Ondanks het dichte netwerk industriezones is
Menen nog steeds één van die West-Vlaamse steden die kampen met hoge
werkloosheidscijfers, dus bovenstaand mantra klopt niet.
Menen-Oost toont de geringe belangstelling van lokale bedrijven in nieuwe
industriegronden.
De werkwijze omtrent de locatiealternatieven was niet ernstig en op voorhand ingegeven
vanuit een Wervikse vraag.
Geenszins overtuigd positieve invloed op lokale tewerkstelling.
Op vandaag reeds veel shiften die enkel op Franse werknemers draaien
Lasten zijn gelet op de dominante windrichting en de verkeerscirculatie wel gegarandeerd
voor de Menenaars bestemd.
Bezwaarindiener verwijst naar de metingen ivm luchtvervuiling en de recente biomonitoring
De voorschriften sluiten grondverzetters als dusdanig niet uit. Een groot afdak zou al
voldoende zijn om de omschrijving ‘in open lucht’ te omzeilen. Bezwaarindiener vraagt dit
alles te verduidelijken teneinde ongewenste activiteiten en hun gevolgen te vermijden.
Water
o Bezwaarindiener stelt dat geen waterbufferbekken wordt voorzien op de
industriezone en voor de finale afwatering altijd wordt verwezen naar de
Krulbeek(80%) en de groene Beek(20%). De bestaande situatie wordt geschetst
en er wordt gewezen op dat de Krulbeek of Werviks grondgebied Maagdenbeek
noemt en er op vandaag reeds verschillende problemen zijn met wateroverlast.
o De waterbuffer die wordt voorzien langs de Krulbeek zal gelet op de waterzieke
gronden volgens bezwaarindiener geenszins voldoen om het versneld aangevoerde
water te bergen. Het ziet er bijgevolg naar uit dat de problemen met betrekking tot
wateroverlast, ondanks de voorziene buffer en ondanks de toepassing van de
strengste normering inzake afwatering – 5l/s/ha- niet zullen worden opgelost maar
structureel zullen worden verankerd. Dit zal wateroverlast veroorzaken voor de
eigendom van bezwaarindiener, het nog niet ingevulde woongebied aan de
overzijde van de Ch.Cappellestraat en de laaggelegen delen van de wijk Bethlehem.
o De afvoer van hemelwater richting Groene Beek zal gelet op de voorgestelde
verbreding van de N58 verder moeten worden ingekokerd wat de normale
drainering van de omliggende gronden nog meer zal bemoeilijken. Daarom is
voorzien in een scenario om 100% af te wateren richting de Krulbeek wat de druk
op die waterloop enkel nog maar zal vergroten.
o Indien de afwatering toch langs die waterloop wordt gerealiseerd, wordt het water
afgevoerd naar de Reutelbeek/Geluwebeek waar weliswaar stroomafwaarts reeds
zware investeringen zijn gebeurt. Deze hebben evenwel niet kunnen voorkomen
dat er overstromingen plaatsvonden. Het is volgens bezwaarindiener dan ook
onmogelijk om de watertoevoer ter hoogte van de Geluwebeek echt te beheersen
en jaarlijkse problemen met wateroverlast structureel terug te dringen. Elke extra
54