verslag nr. 137 - vergadering van 4 oktober 2012 - Provincie West ...

verslag nr. 137 - vergadering van 4 oktober 2012 - Provincie West ... verslag nr. 137 - vergadering van 4 oktober 2012 - Provincie West ...

west.vlaanderen.be
from west.vlaanderen.be More from this publisher
23.01.2015 Views

Bezwaarindiener is niet akkoord met de stelling dat er nood is aan bijkomende regionale bedrijventerreinen en stelt dat er eerst een actuele inventaris moet worden opgemaakt, waarbij rekening wordt gehouden met alle leegstaande gebouwen en onbenutte percelen en vraagt een actuele lijst van bedrijven die zich op Menen-West zouden willen vestigen. Eerst moet Menen zijn eigen problemen kunnen oplossen met lokale bedrijven die willen herlokaliseren. B370 Bezwaarindiener wenst bezwaar in te dienen tegen de geplande industriezone: Op vandaag reeds grote milieu- en mobiliteitsproblemen o Fijn stof, geluid,… o Fileproblemen op de ring De problemen zullen enkel toenemen en leefbaarheid van de buurt zal extra onder druk komen te staan. Met de inplanting van Menen-West gaat ook één van de laatste stukjes open ruimte verloren en is er meteen ook quasi geen buffer tussen industrie en wonen. Bezwaarindiener stelt dat er nog geen duidelijkheid is over de precieze inrichting en niet duidelijk is of het nu is voor ambachtelijke activiteiten of ook erg belastende activiteiten. Bezwaarindiener vraag om alternatieven te zoeken op basis van goede inventarisering van onbebouwde bedrijfsgronden en leegstaande bedrijfsgebouwen. B373 en B374 (identieke bezwaren) 1. PRUP Menen-West bezwaart PRUP Afbakening Kleinstedelijk gebied Menen Bezwaarindieners stelt geen antwoord te hebben gekregen waarom de drie PRUP’s aan elkaar gekoppeld zijn en betreurt dit. Gelet op het feit dat op de infovergadering werd aangegeven dat het PRUP Menen-West het PRUP afbakening kleinstedelijk gebied Menen bezwaart, getuigt deze koppeling van weinig verantwoordelijkheid waardoor men de bezwaarindiener dwingt bezwaar in te dienen tegen beide PRUP’s. Met betrekking tot Menen-Oost wenst bezwaarindiener geen bezwaar in te dienen maar op te merken dat deze industriezone volop moet worden benut vooraleer bijkomende ruimtes aan te snijden voor industrie. Aangezien Menen-Oost nog niet volledig is volgebouwd is een argument tegen Menen-West. Het ontbreken van een adequate inventaris omtrent de bezettingsgraad is in het licht van het behoeftenonderzoek en de taakstelling een groot gemis. 2. Het voorzorgsprincipe en het PRUP Menen-West Bezwaarindiener stelt dat door de vertaling van de resultaten van de plan-MER in de stedenbouwkundige voorschriften de aangehaalde risico’s erkend worden. Deze verordenende voorschriften getuigen evenwel niet altijd van een consequente vertaling en zijn minstens vatbaar voor interpretatie wat tot conflicten zal leiden. Het PRUP is bovendien erg voorwaardelijk en onvoldoende concreet opgesteld waardoor het op tal van domeinen onmogelijk is om uitspraken te doen. Gelet op de volksgezondheid (bezwaarindiener verwijst naar de recente biomonitoring, eerdere depositometingen en het advies om geen lokaal gekweekte groenten, dierlijke vetten en eieren te consumeren) is Menen niet gebaat bij een nieuw industrieterrein ten Westen van Menen. Een advies van het Steunpunt Milieu en Gezondheid van de Vlaamse overheid is hier op zijn minst op zijn plaats. Het probleem van fijn stof dient bij de wortel te worden aangepakt. In 2003 was hieromtrent al sprake van wenselijkheid van een bevriezing van de industriële activiteiten op het grondgebied van Menen. Door bijkomende industriële activiteit in de overwegende windrichting te realiseren (bijkomende verkeersstromen/fijn stof) gaat het PRUP in tegen de intentie van het faseplan van 2003 én het voorzorgsprincipe. Dit houdt bovendien helemaal geen rekening met de nieuwe strengere Europese regels inzake fijn stof die vanaf 2015 mogen verwacht worden. Door de bezwaring/koppeling, de inconsequente en voor interpretatie vatbare vertaling van plan-MER in de voorschriften, de vaagheid van het PRUP heeft bezwaarindiener geen andere keuze dan tegelijk het PRUP afbakening menen en het PRUP Menen-West af te wijzen. 3. Gebrek aan basisdemocratische reflex, respect voor de betrokkenen en de omwonenden en een misprijzen voor de geest van het begrip “inspraak” Bezwaarindiener vindt het raar dat de plannen plots opduiken als onderdeel van een groter uitvoeringsplan dat hiermee nu bezwaard wordt en dat wel elementen bevat die Menen ten 56

goede komen. Hieruit blijkt de vaste wil om kost wat kost de bedrijvenzone op te dringen (getuige ook de timing). Bezwaarindiener stelt dat professionele en met overheidsmiddelen betaalde plannenmakers al 8jaar sleutelen aan betreffend dossier (dus niet sinds 2007 zoals ATN stelt). Burgers hebben vanaf 12/06 (infovergadering) tot 31/07 tijd om dossier te bestuderen en bezwaar in te dienen. Dit is tekort, zeker gelt op uiterste datum pal in vakantieperiode. Slechte informatie over de geplande infovergadering. Tijdens de infovergadering werd niet geluisterd en werd zeer regelmatig naast de kwestie geantwoord. Vanuit de provinciale overheid sprake van misprijzen voor de geest van het begrip “inspraak” dat in betreffende wetgeving is voorgeschreven en tekortgeschoten in haar informatieplicht. 4. Een schrijnend gebrek aan een recent behoeftenonderzoek Niet akkoord dat Menen-West een economische noodzaak is voor het kleinstedelijk gebied zoals kritiekloos is overgenomen in beide documenten. Deze noodzaak is gebaseerd op sterk verouderde cijfergegevens (1994) en maakt gebruik van de bijzonder bedenkelijke methodiek “extrapolatie”. De extrapolatie gat volkomen voorbij aan de gewijzigde economische situatie. Verouderde gegevens economie in schril contrast met het facet wonen (advies agentschap Wonen- Vlaanderen). Stellen dat een jaarlijkse behoefte van 8,2ha bijkomende industriegrond noodzakelijk is in een snel veranderend economisch perspectief getuigt van een bewust overschatting van de reële behoeftes en het openbaar nut annex hoogdringendheid die in deze worden ingeroepen helemaal niet dient. 5. Tewerkstelling als mantra zonder enig fundament De PRUP’s vertrekken van een achterhaalde visie op economische activiteit en tewerkstelling met name aantal m². Bezwaarindiener stelt dat gelet op verschillende facetten een nieuw bedrijventerrein in theorie helemaal geen of een amper een positief effect kan hebben op de tewerkstelling van de Menenaars (eerder geografische verschuivingen). Dit blijkt ook uit de realiteit waarbij de nacht- en onderhoudsploegen quasi volledig bevolkt worden door Franse werknemers. Ondanks het dichte netwerk industriezones is Menen nog steeds één van die West-Vlaamse steden die kampen met hoge werkloosheidscijfers, dus bovenstaand mantra klopt niet. De huidige toestand van het nog steeds niet volledig ingevulde bedrijventerrein Menen- Oost toont dit eveneens aan. De belangstelling van lokale bedrijven in nieuwe industriegronden is blijkbaar bijzonder beperkt. Er zijn geen lokale bedrijven die wensen te verhuizen naar Menen-West. 6. Economische noodzaak of een antwoord op een lang bekend provinciaal probleem Bezwaarindiener stelt dat 13,5ha werviks grondgebied wordt meegenomen wat bijna overeenstemt met de maximale behoefte van 13,7ha die werd meegegeven. Onder de rubriek van het SPEK Wervik wordt wel een erg grote niet verantwoorde vork (behoefte tot 2017 tussen 1,6 en 13,7 ha) gebruikt. Bezwaarindiener stelt dat het PRUP Menen-West eigenlijk op maat van de behoeftes van Wervikse bedrijven die in aanmerking komen voor herlokalisatie is geschreven. Dit is dus louter de oplossing van een provinciaal niveau wat de hardnekkigheid van deputatie en provincieraad verklaart. Menen-West is bovendien inderdaad dichter bij het centrum van Geluwe dan dat van Menen gelegen en aldus interessanter voor de Wervikse werknemers getuige ook de enthousiaste houding van het stadsbestuur van Wervik. De bate zijn voor Wervik, de lasten (gelet op de windrichting) voor Menen. De ATN maakt melding van bedrijven op Werviks grondgebied die in aanmerking komen voor of zouden moeten verhuizen waaronder twee met hinderlijke activiteiten voor de omgeving. Het stadsbestuur van Menen heeft zich in het verleden reeds erg ongelukkig getoond met soortgelijke inplantingstrategieën aan de Franse zijde. Hetzelfde aan Vlaamse kant onder buurgemeenten stimuleren door een hogere overheid getuigt niet van goed bestuur. Er is geen accurate recente inventaris van beschikbare ruimte. Menen-Oost geraakt niet ingevuld en voorschriften moeten gewijzigd worden om op concrete vragen te kunnen ingaan. 7. Het verlies aan kwaliteitsvolle open ruimte en goede landbouwgronden Menen heeft nood aan open ruimte, door Menen-West verdwijnt 60ha open ruimte die bovendien uit goede landbouwgrond bestaat. 57

Bezwaarindiener is niet akkoord met de stelling dat er nood is aan bijkomende regionale<br />

bedrijventerreinen en stelt dat er eerst een actuele inventaris moet worden opgemaakt,<br />

waarbij rekening wordt gehouden met alle leegstaande gebouwen en onbenutte percelen<br />

en vraagt een actuele lijst <strong>van</strong> bedrijven die zich op Menen-<strong>West</strong> zouden willen vestigen.<br />

Eerst moet Menen zijn eigen problemen kunnen oplossen met lokale bedrijven die willen<br />

herlokaliseren.<br />

B370<br />

Bezwaarindiener wenst bezwaar in te dienen tegen de geplande industriezone:<br />

Op <strong>van</strong>daag reeds grote milieu- en mobiliteitsproblemen<br />

o Fijn stof, geluid,…<br />

o Fileproblemen op de ring<br />

De problemen zullen enkel toenemen en leefbaarheid <strong>van</strong> de buurt zal extra onder druk<br />

komen te staan.<br />

Met de inplanting <strong>van</strong> Menen-<strong>West</strong> gaat ook één <strong>van</strong> de laatste stukjes open ruimte<br />

verloren en is er meteen ook quasi geen buffer tussen industrie en wonen.<br />

Bezwaarindiener stelt dat er nog geen duidelijkheid is over de precieze i<strong>nr</strong>ichting en niet<br />

duidelijk is of het nu is voor ambachtelijke activiteiten of ook erg belastende activiteiten.<br />

Bezwaarindiener vraag om alternatieven te zoeken op basis <strong>van</strong> goede inventarisering <strong>van</strong><br />

onbebouwde bedrijfsgronden en leegstaande bedrijfsgebouwen.<br />

B373 en B374 (identieke bezwaren)<br />

1. PRUP Menen-<strong>West</strong> bezwaart PRUP Afbakening Kleinstedelijk gebied Menen<br />

Bezwaarindieners stelt geen antwoord te hebben gekregen waarom de drie PRUP’s aan elkaar<br />

gekoppeld zijn en betreurt dit.<br />

Gelet op het feit dat op de info<strong>vergadering</strong> werd aangegeven dat het PRUP Menen-<strong>West</strong> het PRUP<br />

afbakening kleinstedelijk gebied Menen bezwaart, getuigt deze koppeling <strong>van</strong> weinig<br />

verantwoordelijkheid waardoor men de bezwaarindiener dwingt bezwaar in te dienen tegen beide<br />

PRUP’s.<br />

Met betrekking tot Menen-Oost wenst bezwaarindiener geen bezwaar in te dienen maar op te<br />

merken dat deze industriezone volop moet worden benut vooraleer bijkomende ruimtes aan te<br />

snijden voor industrie.<br />

Aangezien Menen-Oost nog niet volledig is volgebouwd is een argument tegen Menen-<strong>West</strong>.<br />

Het ontbreken <strong>van</strong> een adequate inventaris omtrent de bezettingsgraad is in het licht <strong>van</strong> het<br />

behoeftenonderzoek en de taakstelling een groot gemis.<br />

2. Het voorzorgsprincipe en het PRUP Menen-<strong>West</strong><br />

Bezwaarindiener stelt dat door de vertaling <strong>van</strong> de resultaten <strong>van</strong> de plan-MER in de<br />

stedenbouwkundige voorschriften de aangehaalde risico’s erkend worden. Deze<br />

verordenende voorschriften getuigen evenwel niet altijd <strong>van</strong> een consequente vertaling en<br />

zijn minstens vatbaar voor interpretatie wat tot conflicten zal leiden. Het PRUP is<br />

bovendien erg voorwaardelijk en onvoldoende concreet opgesteld waardoor het op tal <strong>van</strong><br />

domeinen onmogelijk is om uitspraken te doen.<br />

Gelet op de volksgezondheid (bezwaarindiener verwijst naar de recente biomonitoring,<br />

eerdere depositometingen en het advies om geen lokaal gekweekte groenten, dierlijke<br />

vetten en eieren te consumeren) is Menen niet gebaat bij een nieuw industrieterrein ten<br />

<strong>West</strong>en <strong>van</strong> Menen. Een advies <strong>van</strong> het Steunpunt Milieu en Gezondheid <strong>van</strong> de Vlaamse<br />

overheid is hier op zijn minst op zijn plaats.<br />

Het probleem <strong>van</strong> fijn stof dient bij de wortel te worden aangepakt. In 2003 was<br />

hieromtrent al sprake <strong>van</strong> wenselijkheid <strong>van</strong> een bevriezing <strong>van</strong> de industriële activiteiten<br />

op het grondgebied <strong>van</strong> Menen. Door bijkomende industriële activiteit in de overwegende<br />

windrichting te realiseren (bijkomende verkeersstromen/fijn stof) gaat het PRUP in tegen<br />

de intentie <strong>van</strong> het faseplan <strong>van</strong> 2003 én het voorzorgsprincipe. Dit houdt bovendien<br />

helemaal geen rekening met de nieuwe strengere Europese regels inzake fijn stof die<br />

<strong>van</strong>af 2015 mogen verwacht worden.<br />

Door de bezwaring/koppeling, de inconsequente en voor interpretatie vatbare vertaling <strong>van</strong><br />

plan-MER in de voorschriften, de vaagheid <strong>van</strong> het PRUP heeft bezwaarindiener geen<br />

andere keuze dan tegelijk het PRUP afbakening menen en het PRUP Menen-<strong>West</strong> af te<br />

wijzen.<br />

3. Gebrek aan basisdemocratische reflex, respect voor de betrokkenen en de<br />

omwonenden en een misprijzen voor de geest <strong>van</strong> het begrip “inspraak”<br />

Bezwaarindiener vindt het raar dat de plannen plots opduiken als onderdeel <strong>van</strong> een groter<br />

uitvoeringsplan dat hiermee nu bezwaard wordt en dat wel elementen bevat die Menen ten<br />

56

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!