verslag nr. 137 - vergadering van 4 oktober 2012 - Provincie West ...

Menen en zijn in de algemene toelichtingsnota opgenomen.
Er dient evenwel op gewezen te worden dat het om een regionaal bedrijventerrein
gaat. De PROCORO is er van overtuigd dat de realisatie van het bedrijventerrein de
tewerkstelling in Menen en de regio ten goede zal komen. Via een ruimtelijk
uitvoeringsplan heeft men anderzijds geen vat op de vrije arbeidsmarkt en kan niet
vermeden worden (mocht dit al wenselijk zijn) dat hier ook Franse of andere
werknemers zullen terecht komen.
De PROCORO erkent dat landbouwgronden verloren gaan en dat dit gevolgen heeft
voor de actieve landbouwers aldaar. De PROCORO is er evenwel van overtuigd dat
met voorliggend plan een positief effect qua tewerkstelling wordt gerealiseerd.
Daarenboven vraagt de PROCORO om voor de getroffen landbouwers voldoende
milderende maatregelen te voorzien om de negatieve effecten tot een minimum te
herleiden.
De PROCORO beaamt dat er nog geen duidelijkheid is over welke bedrijven er zullen
komen. Dit is ook niet de bedoeling. Dit PRUP geeft een invulling aan een
aangetoonde behoefte zonder concreet aan te geven welke bedrijven hier zullen
komen. Anderzijds werden de voorschriften (gelet op de resultaten uit de plan-MER)
wel zodanig opgemaakt dat verschillende bedrijfsactiviteiten worden uitgesloten en
strikte voorwaarden worden opgelegd aan alle toekomstige bedrijven.
Nood aan bijkomend regionaal bedrijventerreinen
Bezwaar wegens geen werkelijke nood aan een extra industriezone
Gebrek aan een sluitende en up-to-date inventaris van vrijkomende sites en
leegstaande bedrijfsgebouwen
Bezwaar wegens geen billijke verdeling van de industriegebieden in West-Vlaanderen,
Menen op vandaag reeds één van de meeste
Gebrek aan multidisciplinaire studie voor behoefteberekening
De voormalige vraag van bedrijven is op vandaag niet meer aan de orde, er wordt
dus uitgegaan van foutieve premises, gebaseerd op aannames uit het verleden en
achterhaald feitenmateriaal (extrapolatie op basis van gegevens uit 1994)
In Tienen werd door deputatie Vlaams-Brabant door protest van de burgers een
industriezone van 75 naar 45ha teruggebracht, dit is hier op zijn minst aan de orde
Bedrijventerrein in te perken tot 30ha en de vrijgekomen grond te bewaren als
groene buffer
Beperkte plaatselijke vraag voor lokale bedrijvigheid
Oude fabriekspanden staan te vervallen langs de Leie op Frans grondgebied
Menen-Oost is nog niet volledig benut, de helft van de terreinen ligt nog te wachten
op een bedrijf
Gebrek aan afstemming met andere plannen (LARzuid, Frankrijk, rest van de regio)
Eerst problemen oplossen met lokale bedrijven die willen herlokaliseren
Er zijn mogelijkheden in andere gemeenten die wel vragende partij zijn
Volgens cijfers uit 2010 ligt er nog ca 12000ha braakliggende industriegrond in
Vlaanderen
De behoefte werd geschat op 33ha, deze is gelet op de in onbruik geraakte
bedrijfsterreinen aanwezig zodat geen extra industriegrond moet aangesneden
worden
Er zou eerst moeten ingezet worden op reconversie vooraleer nieuwe gronden aan te
snijden
Extrapolatie gaat volkomen voorbij aan de gewijzigde economische situatie
Geen verantwoording voor grote vork aan behoefte voor het SPEK Wervik (tot 2017
tussen 1,6 en 13,7 ha)
Menen-West is op maat van de behoeftes van Wervikse bedrijven geschreven en
louter een oplossing van een provinciaal probleem.
Bezwaarindieners stellen dat de behoefte reeds werd berekend in 2002 en dat de
taakstelling waarop de uitbreiding berekend is (tot 2017) op vandaag reeds
achterhaald is. Zelfs in een optimaal scenario is de berekende behoefte niet voorzien
op de noden die op het moment van uitvoerbaarheid werkelijk zullen bestaan.
Bezwaarindiener wenst de prangende nood aan bijkomende bedrijventerreinen te
erkennen.
B2; B3-11,B14-B18,B20-B22,B25,B26,B28,B32,B34,B40,B41,B55,B56,B63,B64,B66-
65