verslag nr. 137 - vergadering van 4 oktober 2012 - Provincie West ...

Het MERrapport beveelt een extra mobiliteitsstudie omtrent de aansluiting met
Frankrijk.
De ontsluiting van het ‘port fluvial’ op Frans grondgebied zoals voorgesteld werd in
het RUP houdt geen rekening met de capaciteit van deze haven en bevat het gevaar
om naast de E17 een parallelle aansluiting te vormen naar het Franse
autowegennet/Rijsel.
Er kan geen sprake zijn van Menen-West (noch volledig, noch gedeeltelijk) zonder
aanpak van de N58 tussen de grens met het Waals gewest en de A19, de aanpak van
de kruispunten tussenin in het algemeen, en de rotondes in het bijzonder met de
N338 en de N8.
De noodzaak aan een nieuwe Leiebrug-verbinding met Frankrijk moet afgetoetst
worden aan de noodzaak en aan de mogelijkheden voor vrachtvervoer aan Franse
kant. Met de huidige infrastructuur lijkt evenwel zelfs met een nieuwe Leiebrug een
vlotte verkeersafwikkeling van vrachtverkeer een utopie.
Zachte fiets- en wandelverbindingen mogen geen enkel nadeel meer ondervinden van
de aanleg van Menen-West. Een veilige oversteek van de Veldstraat over de N58 is
een absolute voorwaarde
Het woon-werkverkeer op Menen-West moet geënt zijn op een rationeel aanbod van
openbaar vervoer, gekoppeld aan zachte verbindingen zodat extra autoverkeer
beperkt wordt tot een minimum.
De voorgestelde oplossingen zijn zuiver hypothetisch en er is geen
resultaatverbintenis aangegaan waardoor de Menaars met de last zullen blijven
Bezwaarindieners stellen dat de bedrijvenzone op enkele kilometers van de Leie ligt
en dus transporteconomisch niet in aanmerking komt om de waterweg te gebruiken
(moet tegen de waterweg liggen). Laden en lossen over enige kilometers in niet
efficiënt, tenzij het over grote bulkgoederen zou gaan die weer extra overlast zouden
veroorzaken (stof, geluid).
Ook ontsluiting via het spoornet is volgens bezwaarindieners niet haalbaar voor
Menen-West. De ‘Franse Route’ kan geen alternatief bieden tenzij men een brug over
de Leie legt.
De ontsluitingsmogelijkheden beperken zich tot het transport over de weg, met alle
overlast voor de omwonenden.
Bezwaarindiener vraagt dan ook of formeel kan bevestigd worden dat de bewuste
firma pas kan starten met haar activiteiten op Menen-West als de ontsluitingen via de
N338 gerealiseerd zijn en alle verkeersbewegingen van de firma zullen gebeuren via
deze ontsluitingen.
artikel 15 de voorschriften voor de fiets en voetgangersverbinding zijn uiterst vaag en
de bestemming staat niet in verhouding tot de afmetingen op het plan
Moet de rotonde een netto oppervlakte van 26ha hebben
Wat als de N58 en rotonde na realisatie van het bedrijventerrein toch verbreed
wordt Kunnen dan geen stedenbouwkundige vergunningen meer afgeleverd worden
aan individuele bedrijven
Het bedrijventerrein kan pas ontwikkeld worden na een bijkomende inspanning van de
overheid waarvan de datum niet is bepaald. Infrastructuuraanpassingen vastleggen is dan
ook kortzichtig, zal de overheid op onnodige kosten jagen en hypothekeert de
ontwikkelingsmogelijkheden van de ondernemingen.
Het voorschrift omtrent de capaciteitsverhoging is onwettig.
De vergunningverlenende overheid kan de behandeling van een individuele
vergunningsaanvraag niet afhankelijk maken van een afzonderlijke procedure.
Tevens kan dit niet als voorwaarde bij een vergunning (cf. arct 4.2.19 §1) opgelegd worden
aangezien deze voorwaarde niet kan verwezenlijkt worden door enig toedoen van de
aanvrager.
Het RUP sluit onterecht goede ontwikkelingsmogelijkheden uit voor het
bedrijventerrein: de ontsluiting voorzien is onpraktisch en maakt geen gebruik van de
bestaande potenties.
Het voorschrift omtrent de Veldstraat als zachte verbinding zal leiden tot
verkeersonveiligheid of tot een ruimtelijke structuur waar geen andere logica inzit
dan nostalgie.
Het tracé van de Veldstraat leidt fietsers rechtstreeks naar de N58 waar geen veilige
oversteekplaats wordt voorzien. Werknemende fietsers uit Geluwe zullen niet aan de
verleiding kunnen om over te steken met, gelet op het vele verkeer, verkeersonveilige
situaties van dien.
Als de oversteek onmogelijk gemaakt wordt dan worden fietsers langs een nodeloze omweg
71