verslag nr. 137 - vergadering van 4 oktober 2012 - Provincie West ...

Zo wordt aan deze zijde van stad Tielt bijkomend ingezet op wonen (cf. afbakeningsvoorstel
kleinstedelijk gebied Tielt – lopend proces). De herstructurering van de oorspronkelijke activiteiten
vallen in verhouding te brengen met deze woonomgeving. Het toevoegen van tal van nieuwe
vleesverwerkende activiteiten is dit niet. Deze nieuwe elementen zorgen voor een geheel nieuw
opzet van het bedrijf dat historisch gezien enkel als slachthuis is ontstaan en ervaren door de
omwonenden.
Landschappelijk stelt de PROCORO vast dat de uitbreiding naar westelijke zijde zorgt voor een
aansnijding van een groot stuk waardevol agrarisch landschap. Aan deze zijde komt de site in
confrontatie met de aanpalende relictzone R30066, die landschappelijk zichtbaar wordt door de
helling. Precies door tot op deze hellingsrand uit te breiden zal de storende impact van het bedrijf
over ruime afstand waarneembaar zijn. Bovendien wordt het onmogelijk een bedrijf van dergelijke
regionale schaal afdoende te bufferen met een groenstrook van 8m dewelke zelfs niet rondom de
gehele site wordt gepland. Hiermee volgt de PROCORO het advies van onroerend erfgoed en CBS
Tielt.
Op vandaag is er reeds een bezorgdheid inzake het grondwatergebruik. Bij een verdere groei van
het bedrijf zal wellicht meer grondwater nodig zijn. Het planologisch attest reikt voor deze
problematiek weinig concrete informatie aan. Wel wordt er duidelijk ingezet op een verbeterde
waterbuffering en waterzuivering in kader van hergebruik, niettemin is de impact op het
grondwater onduidelijk te noemen. Volgens de PROCORO is de vraag van de Vlaamse
Milieumaatschappij dan ook terecht dat bij een beslissing voor verdere uitbreiding moet onderzocht
worden naar het impact op de waterkwaliteit en de grondwaterstromingsproblematiek. Deze zorg
leeft ook bij bezwaarindieners 4 en 5. Ook dient het advies van technische dienst waterlopen
gerespecteerd te worden. De PROCORO neemt akte van het advies van LNE.
Inzake mobiliteit wordt binnen deze termijnvisie aangegeven dat er wel degelijk een betere
ontsluiting kan ontstaan door rechtstreeks aan te takken op de Wingensesteenweg. In het dossier
van de aanvrager wordt gesteld dat het voorgestelde aantakkingspunt de enige optie is. Het moet
evenwel mogelijk zijn om de op vandaag bestaande private ontsluiting over de eigendom van de
bedrijfsvoerder in te schakelen. Hierdoor moet er geen bijkomende stukken landbouwgrond
aangesneden worden en wordt ook de bestaande vreemde bewoning langs de Wingensesteenweg
ontzien. Hiermee volgt de PROCORO de bezwaarschriften 1, 2, 4 en 5
Besluit
De PROCORO stelt voor aan de deputatie om een negatief planologisch attest af te geven.
Het advies is ongunstig wat betreft de uitbreiding op korte termijn gezien de onduidelijke
juridische toestand van het bedrijf op vandaag, een onvoldoende buffering en de onlosmakelijke
band met de lange termijnvisie inzake een verbeterde aanpak van de mobiliteit. Gezien de
verweving tussen de beide voorgestelde planfasen wordt ook voor de lange termijnvisie een
ongunstig advies geformuleerd daar de activiteiten qua schaal (totale groei met ca. 2,4ha)
dermate toenemen zodat de relatie met de woonomgeving en het landschap volledig zoek is. Een
herlocalisatie naar een regionaal bedrijventerrein dringt zich dan ook op. Hiertoe kunnen mogelijke
opties binnen de uitbreiding van het regionaal bedrijventerrein Tielt-Noord bekeken worden, dit in
kader van het lopende proces ‘Afbakening kleinstedelijk gebied Tielt’.
Wat betreft de bestaande toestand :
Het bedrijf is gelegen binnen een industriezone (gewestplan) en wordt nader geregeld via twee
BPA’s (Slachthuis MB 22/03/1983 en uitbreiding Slachthuis MB 14/05/1992). Hierdoor kan er op
vandaag enkel een slachthuis als activiteit mogelijk gehouden worden. De uitbreidingszone zoals
voorzien in BPA Uitbreiding Slachthuis laat hier enkel activiteiten toe die verbonden zijn met het
slachthuis (daar mag zelfs niet geslacht worden).
Op vandaag is er onvoldoende duidelijkheid omtrent de vergunningstoestand van het bedrijf, dit
zowel van stedenbouwkundige aard als op vlak van milieuvergunning(en). Het bedrijf is op
vandaag dermate wederrechtelijk gegroeid boven de initieel vergunde slachtcapaciteit (momenteel
ca. 1,4miljoen vs 800.000) waardoor gesteld kan worden dat tal van opmerkingen door de
particuliere bezwaren (verkeerskundige overlast, geluids- en geurhinder) uit deze overcapaciteit
voortkomen. Een bestendiging van de bedrijfsactiviteiten ondersteunen, betekent dan ook
99