28.01.2015 Views

Leusden-Noord - Asschatterweg e.o. - Gemeente Leusden

Leusden-Noord - Asschatterweg e.o. - Gemeente Leusden

Leusden-Noord - Asschatterweg e.o. - Gemeente Leusden

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

<strong>Leusden</strong>-<strong>Noord</strong> - <strong>Asschatterweg</strong> e.o.


Inhoudsopgave<br />

Toelichting 5<br />

Hoofdstuk 1 Inleiding 7<br />

1.1 Aanleiding en doelstelling 7<br />

1.2 De bij het plan behorende stukken 7<br />

1.3 Begrenzing plangebied 8<br />

1.4 Geldende bestemmingsplannen 9<br />

1.5 Leeswijzer 10<br />

Hoofdstuk 2 Beschrijving bestaande situatie 11<br />

2.1 Ontstaansgeschiedenis <strong>Leusden</strong> 11<br />

2.2 Beschrijving bestemmingsplangebied 11<br />

2.3 Milieu 20<br />

Hoofdstuk 3 Beleidskader 21<br />

3.1 Rijksbeleid 21<br />

3.2 Provinciaal beleid 22<br />

3.3 Regionaal beleid 24<br />

3.4 <strong>Gemeente</strong>lijk/lokaal beleid 24<br />

Hoofdstuk 4 Planologische en milieutechnische randvoorwaarden 29<br />

4.1 Archeologie 29<br />

4.2 Bodem 31<br />

4.3 Externe veiligheid 31<br />

4.4 Flora en fauna 32<br />

4.5 Geluid 33<br />

4.6 Luchtkwaliteit 34<br />

4.7 Milieuhinder bedrijvigheid 34<br />

4.8 Geurhinder 36<br />

4.9 Waterparagraaf 37<br />

4.10 Duurzaamheid 37<br />

Hoofdstuk 5 Planbeschrijving 39<br />

5.1 Algemeen 39<br />

5.2 Doelstellingen 39<br />

5.3 Uitgangspunten 39<br />

5.4 Ontwikkelingen 45<br />

Hoofdstuk 6 Juridische toelichting 51<br />

6.1 Algemene juridische opzet 51<br />

6.2 Bestemmingen 51<br />

Hoofdstuk 7 Economische uitvoerbaarheid 59<br />

Hoofdstuk 8 Maatschappelijke uitvoerbaarheid 61<br />

8.1 Inspraak 61<br />

8.2 Overleg conform artikel 3.1.1. Bro 61<br />

8.3 Zienswijzen 61<br />

- bestemmingsplan<br />

2 <strong>Leusden</strong>-<strong>Noord</strong> - <strong>Asschatterweg</strong> e.o. -


- bestemmingsplan<br />

<strong>Leusden</strong>-<strong>Noord</strong> - <strong>Asschatterweg</strong> e.o. - 3


- bestemmingsplan<br />

4 <strong>Leusden</strong>-<strong>Noord</strong> - <strong>Asschatterweg</strong> e.o. -


Toelichting<br />

- bestemmingsplan<br />

<strong>Leusden</strong>-<strong>Noord</strong> - <strong>Asschatterweg</strong> e.o. - 5


- bestemmingsplan<br />

6 <strong>Leusden</strong>-<strong>Noord</strong> - <strong>Asschatterweg</strong> e.o. -


Hoofdstuk 1<br />

Inleiding<br />

1.1 Aanleiding en doelstelling<br />

Aanleiding<br />

De gemeente <strong>Leusden</strong> staat voor de opgave om de komende jaren een groot aantal<br />

bestemmingsplannen te actualiseren. Een belangrijke basis voor de inhoud van de nieuwe<br />

bestemmingsplannen vormt de "Startnotitie Actualisering bestemmingsplannen". In deze<br />

startnotitie, die op 23 december 2010 is vastgesteld, staan enkele uitgangspunten<br />

gebaseerd op de Wet ruimtelijke ordening (Wro), het actuele beleid van diverse<br />

vakgebieden en (mogelijke) ontwikkelingen in het plangebied.<br />

Het eerste gebied, <strong>Leusden</strong>-Oost, is reeds voorzien van een actueel bestemmingsplan. Het<br />

voorliggende bestemmingsplan <strong>Leusden</strong>-<strong>Noord</strong> betreft de tweede actualisatie van deze<br />

reeks. Dit bestemmingsplan heeft betrekking op de buurten Rozenboom, Rozendaal, De<br />

Wetering, Alandsbeek, Ruige Veld en een deel van Hamersveld.<br />

Doel<br />

Het hoofddoel is het van kracht laten worden van een nieuw, actueel, adequaat en digitaal<br />

bestemmingsplan. De gemeente wenst de beschikking te hebben over een doelmatig en<br />

passend planologisch regime, dat aan de inwoners en andere gebruikers voldoende<br />

rechtszekerheid biedt over hun rechten en plichten. Op basis van de goede ervaringen met<br />

de bestaande bestemmingsplannen is het doel van dit bestemmingsplan om de<br />

mogelijkheden uit deze plannen in hoofdlijnen te handhaven.<br />

Het bestemmingsplan heeft een overwegend conserverend karakter. Voor grote delen van<br />

het plangebied worden geen nieuwe ontwikkelingen meer mogelijk gemaakt. Het gaat om<br />

een reeds bestaand ingericht woongebied. In het bestemmingsplan worden vooralsnog geen<br />

grootschalige ontwikkelingen opgenomen. Uitzonderingen hierop vormen het<br />

Multifunctioneel centrum Atria en Groot Krakhorst. Deze ontwikkelingen zijn beschreven in<br />

paragraaf 5.4 Ontwikkelingen.<br />

Het bestemmingsplan biedt wel flexibiliteit als het gaat om kleinschalige ondergeschikte<br />

ontwikkelingen, zoals herinrichting openbaar gebied of beroep aan huis. Met het<br />

voorliggende bestemmingsplan beschikt de gemeente over een instrument om gewenste en<br />

ongewenste ruimtelijke ontwikkelingen te sturen en te beheersen.<br />

Het bestemmingsplan is afgestemd op de nieuwe Wet ruimtelijke ordening (Wro), de Wet<br />

algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en voldoet aan de meest recente inzichten<br />

betreffende de digitale uitwisseling en raadpleging (RO-Standaarden) en het Handboek van<br />

de gemeente.<br />

1.2 De bij het plan behorende stukken<br />

Het bestemmingsplan "<strong>Leusden</strong>-<strong>Noord</strong> - <strong>Asschatterweg</strong> e.o." bestaat, naast deze<br />

toelichting, uit de volgende stukken:<br />

verbeelding, schaal 1:1.000 (tek. nr.NL.IMRO.0327.107-0201);<br />

planregels.<br />

De verbeelding en de planregels vormen samen het juridisch bindende gedeelte van het<br />

bestemmingsplan en kunnen enkel in samenhang met elkaar 'gelezen' worden.<br />

Op de verbeelding zijn de bestemmingen van de in het plangebied begrepen gronden en<br />

opstallen aangegeven. Aan deze bestemmingen zijn regels en bepalingen gekoppeld<br />

teneinde de uitgangspunten van het plan zeker te stellen.<br />

- bestemmingsplan<br />

<strong>Leusden</strong>-<strong>Noord</strong> - <strong>Asschatterweg</strong> e.o. - 7


De toelichting heeft geen rechtskracht, maar vormt niettemin een belangrijk onderdeel van<br />

het bestemmingsplan. De toelichting geeft aan wat de beweegredenen en achtergronden<br />

zijn die aan het bestemmingsplan ten grondslag liggen en doet verslag van het onderzoek<br />

dat aan het bestemmingsplan vooraf is gegaan. Tot slot is de toelichting van wezenlijk<br />

belang voor een juiste interpretatie en toepassing van het bestemmingsplan.<br />

1.3 Begrenzing plangebied<br />

Het bestemmingsplangebied bestaat uit de woonbuurten Rozenboom, Rozendaal, De<br />

Wetering, Alandsbeek, Ruige Veld en Hamersveld (gedeeltelijk). Deze woonbuurten zijn<br />

gelegen in het noordoostelijke deel van <strong>Leusden</strong>-Centrum.<br />

afbeelding - ligging plangebied in relatie tot <strong>Leusden</strong><br />

Het bestemmingsplangebied wordt aan de noordzijde grotendeels begrensd door de<br />

Randweg- Valleilaan, inclusief het sportpark De Wetering en LTV <strong>Leusden</strong>. De oostelijke<br />

grens wordt gevormd door de groenstrook langs het Valleikanaal, de Liniedijk, en het<br />

gebied van het Valleipark. De zuidelijke grens loopt langs de Middenweg/ <strong>Noord</strong>erinslag. De<br />

westelijke plangrens heeft een grilliger verloop, zoals te zien op onderstaande afbeelding.<br />

- bestemmingsplan<br />

8 <strong>Leusden</strong>-<strong>Noord</strong> - <strong>Asschatterweg</strong> e.o. -


afbeelding - ligging en begrenzing van het plangebied<br />

1.4 Geldende bestemmingsplannen<br />

In het plangebied zijn op dit moment zes bestemmingsplannen van kracht. Het betreft hier<br />

de volgende plannen:<br />

Bestemmingsplan<br />

Vastgesteld<br />

Bestemmingsplan Rozenboom 1999 16 december 1999<br />

Bestemmingsplan Rozendaal 22 september 2005<br />

Bestemmingsplan De Wetering 1999 16 december 1999<br />

Bestemmingsplan Alandsbeek 28 januari 1993<br />

Bestemmingsplan Ruige Veld uitwerking 5 december 1995<br />

Bestemmingsplan Hamersveld 1997 18 september 1997<br />

Deze bestemmingsplannen sluiten qua opzet en regeling grotendeels op elkaar aan. Alleen<br />

de woonwijk Rozendaal kent een wat afwijkende regeling in lijn met de bijzondere<br />

karakteristiek. De gronden binnen deze bestemmingsplannen hebben een gedetailleerde<br />

bestemming. De bouw- en inrichtingsmogelijkheden van de gronden is daarmee geduid.<br />

De meeste van deze plannen zijn meer dan 10 jaar oud en daarmee aan vernieuwing toe.<br />

Verder is er de wens om de verschillende planologische regelingen voor de woonwijken te<br />

vatten in één eenduidige regeling. Het bundelen van de zes bestemmingsplannen in één<br />

nieuw bestemmingsplan draagt bij aan een vereenvoudiging voor zowel de gebruikers van<br />

het gebied (bewoners, eigenaars en dergelijke) als de handhaver (de gemeente).<br />

- bestemmingsplan<br />

<strong>Leusden</strong>-<strong>Noord</strong> - <strong>Asschatterweg</strong> e.o. - 9


1.5 Leeswijzer<br />

De inhoud van de toelichting is als volgt opgebouwd:<br />

hoofdstuk 2 staat stil bij de geschiedenis en de huidige situatie van het plangebied.<br />

in hoofdstuk 3 is een beknopt overzicht opgenomen van de belangrijkste beleidsvisies<br />

van andere overheden die relevant zijn voor het plangebied;<br />

de gevolgen of effecten op de planologische- en milieutechnische aspecten worden in<br />

hoofdstuk 4 beschreven. Aangezien het plan een conserverend karakter heeft zijn de<br />

gevolgen voor de verschillende aspecten minimaal. Desalniettemin dient in het kader<br />

van het nieuwe bestemmingsplan bij deze zaken stilgestaan te worden;<br />

de visie op het plangebied is beschreven in hoofdstuk 5. Op basis van verschillende<br />

aspecten wordt een beeld gevormd van ontwikkelingen die zich in het plangebied<br />

afspelen of mogelijk gaan afspelen. Daarbij wordt tevens aangegeven hoe deze zijn<br />

verwerkt in het bestemmingsplan;<br />

in hoofdstuk 6 worden de gehanteerde bestemmingen met bijbehorende regeling<br />

beschreven;<br />

hoofdstuk 7 heeft betrekking op de economische uitvoerbaarheid van het plan;<br />

hoofdstuk 8 behandelt ten slotte de maatschappelijke uitvoerbaarheid. Hierin worden<br />

de resultaten beschreven van de gevolgde inspraakprocedure en het vooroverleg<br />

conform artikel 3.1.1 Bro.<br />

- bestemmingsplan<br />

10 <strong>Leusden</strong>-<strong>Noord</strong> - <strong>Asschatterweg</strong> e.o. -


Hoofdstuk 2<br />

Beschrijving bestaande situatie<br />

2.1 Ontstaansgeschiedenis <strong>Leusden</strong><br />

De gemeente <strong>Leusden</strong> is gelegen in de provincie Utrecht. Naast de plaats <strong>Leusden</strong> zelf,<br />

liggen in de gemeente ook de dorpen Achterveld, <strong>Leusden</strong>-Zuid en Stoutenburg en een<br />

aantal buurtschappen. De oorsprong van de gemeente <strong>Leusden</strong> ligt niet in de huidige<br />

gelijknamige plaats, maar in de buurtschap Oud-<strong>Leusden</strong> ten westen van <strong>Leusden</strong>. Het<br />

gemeentelijk gebied ligt deels in de Gelderse Vallei en deels op de Utrechtse Heuvelrug.<br />

Pas sinds de jaren '60, '70 van de 20e eeuw komt het huidige <strong>Leusden</strong> als plaats op de<br />

kaart voor. De twee dorpen Leusbroek en Hamersveld ondergingen enkele grote<br />

uitbreidingen en werden omgedoopt in <strong>Leusden</strong>-Zuid en <strong>Leusden</strong>-Centrum. De<br />

samenvoeging van deze twee dorpsgebieden betekende het ontstaan van het huidige<br />

<strong>Leusden</strong>.<br />

2.2 Beschrijving bestemmingsplangebied<br />

2.2.1 Algemeen<br />

Het bestemmingsplangebied bestaat uit zes aparte woonbuurten die enkele<br />

maatschappelijke functies herbergen. Om deze woonbuurten zo duidelijk mogelijk te<br />

omschrijven wordt hierbij in zes subparagrafen stilgestaan. In de subparagrafen wordt<br />

ingegaan op de bebouwing en de structuur van de woonbuurten. De subparagrafen zijn als<br />

volgt ingedeeld:<br />

1. 't Ruige Veld<br />

2. Hamersveld<br />

3. De Wetering<br />

4. Alandsbeek<br />

5. Rozendaal<br />

6. Rozenboom<br />

- bestemmingsplan<br />

<strong>Leusden</strong>-<strong>Noord</strong> - <strong>Asschatterweg</strong> e.o. - 11


afbeelding - ligging van de zes woonbuurten<br />

Verkeersstructuur <strong>Leusden</strong>-<strong>Noord</strong><br />

De verkeersstructuur van <strong>Leusden</strong>-<strong>Noord</strong> is opgebouwd uit wegen met een verkeers- of<br />

verblijfsfunctie. In totaal zijn er vijf wegen ('hoofdwegen') waar 'verkeer' belangrijker is<br />

dan het 'verblijf'. Het gaat hier om de Randweg, <strong>Asschatterweg</strong>, Torenakkerweg,<br />

Middenweg en <strong>Noord</strong>erinslag. Op deze routes geldt een maximum snelheid van 50 km/uur.<br />

Ook lopen over deze routes buslijnen. Deze wegen worden geflankeerd door vrijliggende<br />

fietspaden.<br />

Alle andere wegen in het plangebied hebben de status van verblijfsgebied. Hier dient het<br />

verkeer zich als gast te gedragen. Het grootste deel van deze wegen in het verblijfsgebied<br />

heeft de status van 30/km-gebied. Daarnaast heeft een beperkt deel van deze wegen de<br />

status van woonerf gekregen. Deze woonerven zijn met name in Rozendaal te vinden. Voor<br />

de verblijfsgebieden en de woonerven gelden maximale snelheden tussen de 30 km/uur en<br />

10 km/uur.<br />

Er lopen meerdere hoofdfietsroutes in het plangebied. Deze fietsroutes lopen langs de<br />

eerder genoemde 'hoofdwegen'. Het fietspad langs de zuidzijde van de <strong>Asschatterweg</strong><br />

wordt tot aan de Torenakkerweg verbreed en in twee richtingen berijdbaar gemaakt. Dit<br />

houdt verband met de aanleg van een vanuit twee richtingen berijdbaar fietspad langs de<br />

<strong>Asschatterweg</strong> (buiten de bebouwde kom). Doorgaand fietsverkeer kan dan gewoon aan de<br />

zuidzijde blijven fietsen. Daarnaast lopen er ook vrije fietspaden door de verschillende<br />

woonbuurten, zoals het Reigerpad, het Eiberpad, het Dolomietenpad en het Alpenpad.<br />

- bestemmingsplan<br />

12 <strong>Leusden</strong>-<strong>Noord</strong> - <strong>Asschatterweg</strong> e.o. -


Oorsprong buurtnamen<br />

Hoewel in het plangebied geen rijks- of gemeentelijke monumentale gebouwen voorkomen,<br />

hebben de verschillende buurten wel een band met de geschiedenis. De woonbuurt<br />

Rozendaal is vernoemd naar een boerderij die op de kruising van de Hamerveldseweg en<br />

de <strong>Asschatterweg</strong> stond waar nu winkelcentrum de Biezenkamp is gelegen. De wijk<br />

Rozenboom zal naar een aan deze boerderij verbonden terrein verwijzen. Het Ruige Veld<br />

verwijst naar een drassig en bebost woest stuk grond ten noorden van de Grebbeliniekade.<br />

De buurt De Wetering is vernoemd naar de wetering die hier nog altijd loopt en die van<br />

zuid naar noord door het oostelijke deel van <strong>Leusden</strong> stroomt. Alandsbeek verwijst naar de<br />

beken in het gebied en boerderij De Beek. Hamersveld is de naam van het dorp dat langs<br />

de Hamerveldseweg was gelegen.<br />

2.2.2 't Ruige Veld<br />

Woonbuurt 't Ruige Veld is gerealiseerd in de jaren 1986 tot 1993.<br />

Bebouwing<br />

De woonwijk 't Ruige Veld is ruimtelijk opgebouwd in verschillende zones. De wijk wordt<br />

van oost naar west doorsneden door een centrale groenzone. In deze zone bevindt zich een<br />

beperkt aantal gestapelde woningen met maximaal 4 bouwlagen. Bij de Bouwdriest staat<br />

nog een voormalige boerderij in deze zone.<br />

Ten noorden en ten zuiden van de groenzone zijn eengezinswoningen gerealiseerd. Hierbij<br />

is zoveel mogelijk gekozen voor gesloten bouwblokken, uitgevoerd in één of twee<br />

woonlagen met een kap. Deze bouwblokken omsluiten binnenterreinen waar groen- en<br />

speelvoorzieningen zijn gesitueerd. Aan de zuidzijde van de wijk bevinden zich een aantal<br />

vrijstaande woningen met de achterzijde gericht naar het water. In het noordwesten gaat<br />

het woongebied over in een kleinschalig bedrijventerrein dat buiten het plangebied valt.<br />

De woonwijk heeft als geheel een wat stedelijk karakter. Dit wordt veroorzaakt door het<br />

grote aantal gesloten bouwblokken en het ontbreken van groen in de woonstraten. Het<br />

groen kan worden gevonden op de binnenterreinen en in de centrale groenzone.<br />

Groen- en ontsluitingsstructuur<br />

De wijk 't Ruige Veld heeft ten opzichte van andere wijken in <strong>Leusden</strong> een minder groen<br />

karakter. Onder groenvoorzieningen moeten niet alleen de grotere groene gebieden worden<br />

verstaan. Ook de bermen langs een straat en de boom op de hoek dragen bij tot het<br />

groene karakter van de wijk. Hetzelfde geldt voor de particuliere tuinen: een woonwijk<br />

met grote tuinen "oogt" groener dan een dicht bebouwd gebied. In het geval van 't Ruige<br />

Veld, met veelal kleine tot zeer kleine voortuinen, is het particuliere groen meestal niet<br />

bepalend voor het groene karakter van de wijk. In 't Ruige Veld zijn het vooral de grotere<br />

openbare groengebieden, die het groene karakter van de wijk bepalen.<br />

De hoofdgroenstructuur van 't Ruige Veld wordt bepaald door m.n. de volgende elementen:<br />

de gecombineerde water- en groenverbinding in oostwest-richting aan de zuidrand van<br />

't Ruige Veld;<br />

het laantje van de Zwarteweg naar de boerderij met de bestaande houtopstanden en<br />

het groene gebied met trapveldje in het verlengde daarvan (de centrale groenzone);<br />

de groen- en speelplaatsen op de binnenterreinen van de rijtjeswoningen;<br />

de groenstroken langs de ontsluitingswegen Schotkamp, Randweg en Middenweg.<br />

Bij het ontwerp van de wijk is aan verschillende groenstroken een duidelijke functie<br />

toegekend. Zo heeft de gecombineerde water- en groenverbinding aan de zuidzijde van het<br />

woongebied een duidelijke visueel structurerende functie. Deze groenstrook fungeert a!s<br />

een soort van scheiding tussen de verschillende woongebieden Hamersveld en 't Ruige Veld.<br />

De centrale groenzone dwars door de wijk in<br />

- bestemmingsplan<br />

<strong>Leusden</strong>-<strong>Noord</strong> - <strong>Asschatterweg</strong> e.o. - 13


oostwestrichting fungeert al een soort scheiding tussen twee deelbuurten. Behalve deze<br />

scheidingsfunctie hebben groenstroken ook veelal een afschermende functie. Zo hebben de<br />

groenstroken aan de noord en oostzijde van het plangebied een duidelijk afschermende<br />

werking naar de hoofdinvalswegen Randweg en Middenweg net buiten de wijk.<br />

De wijk 't Ruige Veld wordt aan twee zijden begrensd door wegen die deel uitmaken van de<br />

ontsluitingsstructuur van <strong>Leusden</strong>, de Randweg en Middenweg. De Zwarteweg vervult geen<br />

belangrijke doorgaande verkeersfunctie meer voor <strong>Leusden</strong>. De woonwijk wordt op twee<br />

plaatsen voor het autoverkeer ontsloten op de bovengenoemde ontsluitingswegen; aan de<br />

oostzijde door de Ruige Velddreef op de Middenweg en aan de noordzijde door de<br />

Schotkamp op de Randweg. De Ruige Velddreef sluit tevens aan op de Zwarteweg. Via de<br />

Zwarteweg kan men naar het winkelcentrum De Biezenkamp. De Ruige Velddreef en de<br />

Schotkamp zijn de zogenoemde verbindingswegen. De voornaamste functie van deze<br />

wegen is om het autoverkeer uit de wijk naar de ontsluitingswegen te voeren. De overige<br />

wegen binnen de wijk hebben een autoluwe verblijfsfunctie verkregen. Het verschil in<br />

functie wordt nog eens benadrukt door middel van een verschil in verharding; asfalt op de<br />

doorgaande routes en klinkerverharding in de woonstraten.<br />

De vrijliggende fietspaden langs de Randweg en de Middenweg vormen een onderdeel van<br />

een (bovenwijks) netwerk van fietspaden in <strong>Leusden</strong>. De overige fietspaden zorgen voor<br />

goede verbindingen met de aansluitende woonwijken Hamersveld, de Wetering en het<br />

sportpark Valleikanaal.<br />

Voor wat betreft het openbaar vervoer: het woongebied kent enkele busverbindingen welke<br />

een verbinding vormen tussen <strong>Leusden</strong> en Amersfoort.<br />

2.2.3 Hamersveld<br />

De woonbuurt Hamersveld is hoofdzakelijk gerealiseerd tussen de jaren 1950 en 1970.<br />

Bebouwing<br />

De stedenbouwkundige opzet van Hamersveld vertoont een wisselend karakter, veelal<br />

kenmerkend voor de periode waarin ze tot stand zijn gekomen. Het gebied direct ten<br />

oosten van de Zwarteweg is gebouwd in een nog betrekkelijk autoloze tijd. De wegen zijn<br />

smal en openbare verkeersvoorzieningen, openbaar groen en kinderspeelplaatsen zijn<br />

minimaal aanwezig. De woningen, meestal half-vrijstaand, zijn in het algemeen niet erg<br />

groot. De tuinen achter de woningen daarentegen zijn 15 tot 20 meter diep.<br />

De deelbuurt ten oosten van de Lindenlaan is van een latere datum, namelijk uit de<br />

zestiger jaren. Hier komen veel meer rijtjeswoningen voor. De tuinen achter deze<br />

woningen zijn ca. 10 meter diep. De invloed van de auto in deze deelbuurt is duidelijker<br />

waarneembaar in bredere wegen, parkeerstroken en garageboxen. Het openbaar groen en<br />

de kinderspeelplaatsen zijn in ruime mate aanwezig. Afgezien van de half-vrijstaande<br />

woningen in het westelijk deel en de rijtjeswoningen in het oostelijk deel, bevinden zich<br />

aan de west- en noordgrens van het plangebied diverse vrijstaande woningen. In dit deel<br />

van Hamersveld komen geen gestapelde woningen voor. De meeste woningen in<br />

Hamersveld zijn uitgevoerd in twee lagen met een kap. De vrijstaande woningen zijn<br />

veelal plat uitgevoerd, bestaande uit 1 of 2 lagen.<br />

Aan de Eikenlaan tenslotte bevinden zich op de achtererven van een aantal woningen kleine<br />

bedrijven.<br />

Groen- en ontsluitingsstructuur<br />

De hoofdgroenstructuur van Hamersveld wordt bepaald door de volgende elementen:<br />

het groen langs de (hoofd)ontsluitingswegen de <strong>Asschatterweg</strong> en de Middenweg;<br />

enkele grotere groene gebieden in het oostelijke deel van Hamersveld;<br />

- bestemmingsplan<br />

14 <strong>Leusden</strong>-<strong>Noord</strong> - <strong>Asschatterweg</strong> e.o. -


en (buiten het plangebied) de groen- en waterpartijen aan de noord- en oostzijde van<br />

Hamersveld.<br />

De laatstgenoemde groen- en waterpartijen hebben een duidelijke afschermende functie.<br />

De groen- en waterpartijen aan de noord- en oostzijde van Hamersveld vormen een<br />

duidelijke buffer tussen enerzijds Hamersveld en anderzijds de naastgelegen gebieden<br />

Princenhof (bedrijfsterrein) en 't Ruige Veld (woonwijk). Ook het groen langs de<br />

<strong>Asschatterweg</strong> en de Middenweg, aan de rand van het plangebied, heeft een duidelijk<br />

afschermende werking naar de hoofdinvalswegen net buiten de wijk.<br />

Bepalend voor de verkeerstructuur van het plangebied is het oude kruis van wegen,<br />

namelijk in west-oostrichting de Burg, de Beaufortweg-<strong>Asschatterweg</strong> en in<br />

noord-zuidrichting de Zwarteweg-Hamersveldseweg. Deze wegen vormen een onderdeel<br />

van de ontsluitingsstructuur van <strong>Leusden</strong>. De overige wegen in het plan zijn ondergeschikt<br />

aan deze wegen en hebben allen het karakter van een woonstraat.<br />

De verschillende fietspaden in Hamersveld, namelijk het fietspad langs het winkelcentrum<br />

De Biezenkamp, de fiets- en voetverbindingen met de woonwijk 't Ruige Veld en de<br />

vrijliggende fietspaden langs een aantal hoofdontsluitingswegen, zijn een onderdeel van<br />

een bovenwijks netwerk van fietspaden in <strong>Leusden</strong>. De langzaam-verkeersverbindingen<br />

met 't Ruige Veld zijn via bestaande wegen als de Lijsterbeslaan en de Lindenlaan<br />

aangesloten op de oost-west hoofdroute langs de <strong>Asschatterweg</strong>/ Burg. de Beaufortweg.<br />

Voor wat betreft het openbaar vervoer, er zijn geen bushaltes in dit deel van de<br />

Hamersveld. De dichtsbijzijnde bushalte is gelegen bij de rotonde<br />

Zwarteweg/Hamersveldseweg. Lijn 78 doet deze halte aan. De openbaar<br />

vervoersverbinding is eenzijdig op Amersfoort gericht. Daarbij moet wel in acht genomen<br />

worden dat het merendeel van de vervoersbewegingen ook op Amersfoort gericht zijn.<br />

2.2.4 De Wetering<br />

De woonbuurt De Wetering is gerealiseerd in de jaren 70. Aan de <strong>Asschatterweg</strong> bevindt<br />

zich een strook met twee-onder-een-kap woningen welke gerealiseerd zijn in de periode<br />

1948-1968. Langs de watergang in de wijk, bevinden zich een vrijstaande woning uit 1964<br />

en de voormalige boerderij Groot Krakhorst.<br />

Bebouwing<br />

Het basisprincipe van de wijk bestaat uit clusters woonblokken gegroepeerd rondom<br />

parkeerhoven, onderling gescheiden door veel groen. Tussen de clusters bevinden zich<br />

groene ruimten die in het midden van de wijk samenvloeien tot één grote groene ruimte<br />

met parkachtige afmetingen. De woonblokken zijn direct gelegen aan de parkeerhoven of<br />

aan woon(voet-) paden, die verbonden zijn met de parkeerhoven.<br />

Evenals een aantal andere wijken in <strong>Leusden</strong> is De Wetering naar binnen gekeerd,<br />

afgeschermd van de hoofdwegen door groene randen. De bebouwing langs de Middenweg is<br />

duidelijk van de weg afgekeerd en wordt van de weg gescheiden door een groenstrook.<br />

Alleen aan de <strong>Asschatterweg</strong> staan nog een aantal woningen met hun entreezijde naar de<br />

weg gekeerd. In het noord(west)en van het plangebied ligt de buurt Wetering/Valleilaan,<br />

een buurt uit het begin van de jaren negentig met voornamelijk sociale huurwoningen en<br />

een aantal vrijstaande woningen. De wijk wordt aan de noord(oost)- en oostzijde<br />

afschermt van de omgeving door een oude Liniedijk. Hierdoor zijn de sportvoorzieningen<br />

ten noorden van de Liniedijk niet zichtbaar zijn vanuit de wijk.<br />

De wijk bestaat voornamelijk uit blokken rijtjeswoningen van twee verdiepingen en een<br />

zadeldak, uitgevoerd in gele baksteen. De blokken zijn niet altijd naar elkaar toe gericht,<br />

er zijn ook situaties waar voor- en achterkanten van woningen naar elkaar zijn gericht. De<br />

bergingen zijn afwisselend aan de voor- of achterzijde gesitueerd.<br />

- bestemmingsplan<br />

<strong>Leusden</strong>-<strong>Noord</strong> - <strong>Asschatterweg</strong> e.o. - 15


Langs de noordrand van het plangebied zijn een aantal vrijstaande en geschakelde<br />

woningen gebouwd. De wijk kent verder drie complexen van gestapelde woningen, te<br />

weten een appartementengebouw van drie-en-een-halve laag aan de Hondsdraf en aan de<br />

Wederik en een appartementengebouw van twee lagen en een kap aan de Sleedoornhof.<br />

Groen- en ontsluitingsstructuur<br />

De wijk kenmerkt zich door een grote hoeveelheid aan groen. Daarbij zijn drie grotere<br />

groenstructuren te herkennen. Deze hoofdstructuurelementen in De Wetering zijn:<br />

In het westelijk deel van de wijk ligt een langgerekte noord-zuid gerichte<br />

groenstructuur. De drager van deze groene verbindingszone is de watergang de<br />

Hamersveldse Wetering (De Wetering) met daarlangs een langzaamverkeersroute. Aan<br />

de noordzijde, grenzend aan de Liniedijk, is temidden van het groen een trapveld<br />

gelegen. Het groen rond het sociaal-cultureel centrum Groot Krakhorst en de grote tuin<br />

rond de vrijstaande woning uit de jaren zestig doen duidelijk mee in de beleving van<br />

het groen ter plaatse. Deze groene zone sluit aan op de groene zone langs de<br />

Hamersveldse Wetering in de wijk Alandsbeek.<br />

In het oostelijk deel van de wijk bevinden zich tussen de woningclusters diverse groene<br />

ruimten die in het midden van de wijk samenvloeien tot één grote groene ruimte met<br />

parkachtige afmetingen. Deze grote groene open ruimte vormt een markant<br />

groenelement in de wijk. Deze ruimte wordt vanwege haar reliëf ook wel de 'groene<br />

heuvel' genoemd.<br />

De groene randen van de wijk, die de wijk afschermt van de Middenweg en de<br />

<strong>Asschatterweg</strong>.<br />

Daarnaast is er in de wijk veel blokgroen aanwezig met een veelal afschermende functie.<br />

Zo zijn de volgende elementen te onderscheiden: buffergroen tussen de diverse hofjes,<br />

groenaankleding van de parkeerterreinen en groen in de woonpaden.<br />

De wijk wordt op drie plaatsen ontsloten op de hoofdwegen: drie op de <strong>Asschatterweg</strong> en<br />

één op de Middenweg/Randweg via de Valleilaan. De Hondsdraf, de Walstro en de<br />

Valleilaan vormen de belangrijkste buurtontsluitingswegen binnen de wijk. Aan deze wegen<br />

liggen de parkeerhoven, welke uitsluitend via de buurtontsluitingswegen met elkaar voor<br />

autoverkeer verbonden zijn. Voor veel woningen geldt dat het niet mogelijk is om met de<br />

auto tot aan de voordeur te rijden. Deze woningen worden ontsloten door middel van een<br />

woonpad welke aansluit op de parkeerhoven.<br />

De gehele wijk wordt doorsneden door een fijnmazig systeem van voet-, fiets- en<br />

woonpaden. De woonpaden vormen de verbinding tussen de woningen en de parkeerhoven.<br />

De fiets- en voetpaden liggen met name in de groengebieden. Een aantal van deze<br />

langzaamverkeersverbindingen is nadrukkelijk in de wijk aanwezig. Een karakteristiek<br />

element in de wijk wordt gevormd door een noord-zuid gerichte route langs de<br />

Hamersveldse Wetering, begeleid door knotwilgen. Daarnaast ligt een veel gebruikte<br />

langzaamverkeersroute door de centrale groene zone, welke een verbinding vormt tussen<br />

de Gagelhof, de Wederik en de Akkerwinde. Een andere belangrijke fietsverbinding is het<br />

fietspad vanaf de Middenweg naar de Bolderikhof. Daarnaast wordt de oude Liniedijk<br />

intensief gebruikt door de wijkbewoners als recreatieve wandel/uitlooproute.<br />

Voor wat betreft het openbaar vervoer, er zijn geen bushaltes in De Wetering. De<br />

dichtstbijzijnde bushalte is gelegen bij de kruising <strong>Asschatterweg</strong>/Middenweg.<br />

2.2.5 Alandsbeek<br />

De woonbuurt Alandsbeek is gerealiseerd in de jaren 1973 tot en met 1982.<br />

Bebouwing<br />

De wijk Alandsbeek bestaat hoofdzakelijk uit eengezinswoningen in rijtjes. Aan de<br />

- bestemmingsplan<br />

16 <strong>Leusden</strong>-<strong>Noord</strong> - <strong>Asschatterweg</strong> e.o. -


oostzijde van de wijk bevinden zich een zestal vrijstaande woningen en aan de zuidzijde<br />

een aantal half-vrijstaande woningen. In de wijk komen geen gestapelde woningen voor.<br />

Afgezien van de vrijstaande woningen, bevat de woonbuurt drie verschillende woningtypes.<br />

In het gebied gelegen ten westen van het Reigerpad zijn de woningen uitgevoerd in<br />

afwisselend twee of drie lagen, zonder een kap. De woningen in het gebied ten oosten van<br />

het Reigerpad zijn uitgevoerd in één, twee of drie lagen met aan één zijde een schuin<br />

aflopende kap. Deze woningen zijn zeer verschillend van aard: variërend van<br />

drive-inwoningen tot woningen met een garage ervoor. Het resultaat is een zeer wisselend<br />

gevelfront. Het derde en tevens laatste woningtype bevindt zich ten zuiden van het<br />

Eiberpad. De woningen in dit gebied bestaan uit 2 à 3 lagen met (deels) een kap. Deze<br />

woningen zijn deels uitgevoerd in rijtjes, deels in half-vrijstaande woningen.<br />

De bijzondere bebouwing in het plangebied bestaat uit twee scholen voor het<br />

basisonderwijs en een gymzaal. Verder bevinden zich aan de Toermalijn verschillende<br />

gebouwen met een van wonen afwijkende functie, namelijk horeca- en medische<br />

voorzieningen. Een -qua bebouwing- bijzonder element in de wijk is de oude boerderij aan<br />

het Eiberpad. Deze voormalige boerderij is thans in gebruik als pannenkoekenhuis en<br />

bistro.<br />

Groen- en ontsluitingsstructuur<br />

De hoofdgroenstructuur van Alandsbeek wordt bepaald door de volgende elementen:<br />

de groenstroken langs de (hoofd)ontsluitingswegen de Middenweg en de<br />

<strong>Asschatterweg</strong>;<br />

de Liniedijk langs de oostzijde van Alandsbeek;<br />

het groene gebied (incl. trapveld) welke de scheiding vormt tussen de wijken<br />

Alandsbeek en Langenbeek;<br />

de gecombineerde water- en groenverbinding langs het Reigerpad (in<br />

noord-zuidrichting);<br />

de gecombineerde water- en groenverbinding in west-oostrichting;<br />

de groenstroken aan weerszijden van het Eiberpad.<br />

De woonbuurt Alandsbeek wordt aan drie zijden begrensd door wegen welke een onderdeel<br />

vormen van de hoofdontsluitingsstructuur van <strong>Leusden</strong>. De <strong>Asschatterweg</strong> heeft qua<br />

functie en inrichting een minder belangrijke rol in de wegen structuur van <strong>Leusden</strong> dan de<br />

Middenweg.<br />

Alandsbeek bestaat in feite uit vier deelgebieden, welke elk afzonderlijk ontsloten worden<br />

vanaf het stelsel van ontsluitingswegen. Tussen deze vier deelgebieden onderling bestaan<br />

slechts verbindingen voor het langzame verkeer. De vier deelgebieden worden als volgt<br />

ontsloten:<br />

Van een duidelijke hiërarchie van wegen binnen deze deelgebieden is geen sprake. De<br />

interne verkeersstructuur van de deelgebieden bestaat alleen uit buurtontsluitingswegen,<br />

welke het karakter hebben van een woonstraat. De woonstraten eindigen allen in de wijk,<br />

met uitzondering van het oostelijke deel van Alandsbeek, waar de automobilist via een lus<br />

wordt terugverwezen naar de hoofdontsluitingsweg. Kenmerkend voor de lus in het<br />

zuidoostelijke gebied is de aanwezigheid van verschillende verkeersdrempels.<br />

De verschillende fietspaden in het plangebied, namelijk het Reigerpad, het Eiberpad en de<br />

vrijliggende fietspaden langs de ontsluitingswegen, zijn een onderdeel van een<br />

(bovenwijks) netwerk van fietspaden in <strong>Leusden</strong>.<br />

Voor wat betreft het openbaar vervoer: het woongebied kent enkele busverbindingen,<br />

welke beiden een verbinding vormen tussen <strong>Leusden</strong> en Amersfoort. De verschillende<br />

bushaltes bevinden zich net buiten het woongebied langs de onsluitingswegen. De openbaar<br />

vervoersverbindingen zijn daarmee eenzijdig op Amersfoort gericht. Daarbij moet wel in<br />

- bestemmingsplan<br />

<strong>Leusden</strong>-<strong>Noord</strong> - <strong>Asschatterweg</strong> e.o. - 17


acht genomen worden dat het merendeel van de vervoersbewegingen ook op Amersfoort<br />

gericht zijn.<br />

2.2.6 Rozendaal<br />

De woonbuurt Rozendaal is gerealiseerd in de jaren 70.<br />

Bebouwing<br />

De in deze wijk gelegen zogenaamde ‘eurowoningen’ zijn aaneengesloten in boogvorm<br />

gebouwd. De boogvorm ontstaat doordat de woningen haaks op de straat staan en de<br />

gevelwand per woning gering verspringt. De uitstraling van deze bijzondere bouwvorm<br />

hangt samen met de uniformiteit van de gevelwand. De wijk ontstaat door het ’stempel’<br />

van de boogvorm een aantal malen te herhalen. De binnenruimte van de stempel bestaat<br />

uit een pleinvormige ruimte. De groene invulling verschilt per plein. De achterzijden van de<br />

woningen grenzen aan de groenstructuur door de wijk. Centraal in de wijk liggen enkele<br />

gedeelde voorzieningen, zoals een zwembad en een tennisbaan.<br />

Evenals een aantal andere wijken in <strong>Leusden</strong> is Rozendaal naar binnen gekeerd,<br />

afgeschermd van de omringende wegen en de achterliggende bebouwing door groene<br />

randen. Vanaf de omringende wegen oogt de wijk parkachtig. De bebouwing is slechts op<br />

incidentele plekken zichtbaar, met name de eerste en tweede verdieping. De invloed van<br />

aan- en uitbouwen aan de achterzijde van de woningen op het stedenbouwkundig concept<br />

is vrij beperkt vanwege de groene afscherming van de woningen.<br />

De bebouwing van Rozendaal bestaat uit eengezins-‘drive-in’woningen in 3 bouwlagen met<br />

een plat dak. De onderste bouwlaag wordt gevormd door de entree van de woning en een<br />

garage. De woon- leefruimte bevindt zich op de eerste verdieping, met uitzicht op de<br />

tuinen.<br />

De uitstraling van Rozendaal wordt bepaald door het patroon van identieke,<br />

aaneengeschakelde woningen. De individuele woning is ondergeschikt aan de boogvormige<br />

structuur en daarom op zichzelf weinig opvallend. Om aan de kwaliteit van het ontwerp<br />

voor Rozendaal geen afbreuk te doen, dient zorgvuldig omgegaan te worden met solitaire<br />

aanpassingen in de gevelwanden.<br />

Groen- en ontsluitingsstructuur<br />

De groenstructuur in Rozendaal draagt in hoge mate bij aan het bijzondere karakter van de<br />

wijk. De boogvormen zijn van elkaar en de omringende wegen afgeschermd met groen. In<br />

de groenstructuur bevinden zich verder verschillende waterpartijen. Het groen is in beheer<br />

bij een Groenstichting. Het bestuur van de Groenstichting wordt gevormd door bewoners<br />

van de wijk zelf.<br />

De groene inrichting van de pleinen en de ruimte aan de kopgevels vormen een belangrijke<br />

aanvulling op de groenstructuur. Elk plein is op een eigen wijze ingericht. Het bestuur van<br />

de Groenstichting is<br />

verantwoordelijk voor de inrichting van de pleinen. De bewoners van de pleinen worden<br />

direct betrokken bij de inrichting van hun plein en het onderhoud ervan. De pleinen worden<br />

primair gebruikt voor speelvoorzieningen en groen.<br />

Doordat de achtertuinen grenzen aan de groenstructuur dragen ze in belangrijke mate bij<br />

aan het groene karakter van Rozendaal.<br />

Rozendaal wordt omringd door een aantal doorgaande wegen: de Torenakkerweg,<br />

<strong>Asschatterweg</strong>, <strong>Noord</strong>erinslag en Middenweg. Deze wegen behouden hun huidige functie als<br />

doorgaande route. Met name de <strong>Noord</strong>erinslag vervult een belangrijke rol in de ontsluiting<br />

van de gemeente <strong>Leusden</strong>.<br />

- bestemmingsplan<br />

18 <strong>Leusden</strong>-<strong>Noord</strong> - <strong>Asschatterweg</strong> e.o. -


De toegangswegen tot de pleinen en de pleinen zelf hebben geen doorgaande functie en<br />

zijn uitsluitend bedoeld voor bestemmingsverkeer.<br />

Alle woningen in Rozendaal zijn voorzien van een oprit en een garage. De oprit wordt<br />

vrijwel overal gebruikt als parkeerplek, de garage dient echter zelden als parkeerplaats.<br />

Daarnaast zijn parkeerplaatsen gesitueerd op de pleinen.<br />

In de groenstroken zijn paden opgenomen voor fietsers en voetgangers. De paden<br />

verbinden de pleinen met elkaar en de omringende wegenstructuur. De langzaam<br />

verkeersroutes zijn planmatig opgezet en maken onderdeel uit van de structuur van<br />

Rozendaal.<br />

Voor wat betreft het openbaar vervoer: het woongebied kent enkele busverbindingen,<br />

welke beiden een verbinding vormen tussen <strong>Leusden</strong> en Amersfoort. De verschillende<br />

bushaltes bevinden zich net buiten het woongebied langs de onsluitingswegen. De openbaar<br />

vervoersverbindingen zijn daarmee eenzijdig op Amersfoort gericht. Daarbij moet wel in<br />

acht genomen worden dat het merendeel van de vervoersbewegingen ook op Amersfoort<br />

gericht zijn.<br />

2.2.7 Rozenboom<br />

De woonbuurt Rozenboom is gerealiseerd in de jaren 70.<br />

Bebouwing<br />

De wijk is gebouwd rondom een centrale groene zone met voet- en fietspad. Om de zone<br />

liggen parkeerhofjes met korte woonblokken. De parkeerhofjes zijn niet volledig omsloten<br />

door bebouwing, maar staan ruimtelijk in verbinding met de centrale zone. De groene zone<br />

zelf verbindt het verzorgingshuis aan de noordkant van de wijk (buiten het plangebied)<br />

met diverse gebouwen voor maatschappelijke functies aan de zuidkant (buiten het<br />

plangebied).<br />

De bebouwing in de wijk bestaat voornamelijk uit vrijstaande en twee-onder-één-kap<br />

woningen. De vrijstaande villa's liggen aan de buitenzijde van de wijk en zijn van diverse<br />

architectuur. De bebouwing in het middengebied van de wijk bestaat in hoofdzaak uit<br />

blokken van twee of vier woningen in een hoogte van twee verdiepingen met kap,<br />

gemetseld in een gele baksteen. Deze blokken zijn gegroepeerd rond parkeerhofjes. Aan<br />

de zuidkant bevindt zich een woonhof voor senioren in rijtjeswoningen van één bouwlaag.<br />

Groen- en ontsluitingsstructuur<br />

De groenstructuur van Rozenboom bestaat uit de volgende elementen:<br />

de groen- en waterpartijen langs de hoofdontsluitingswegen de Torenakkerweg en de<br />

<strong>Noord</strong>erinslag welke een duidelijk afschermende functie hebben;<br />

de centrale groene zone.<br />

De aanplant van de centrale groene zone bestaat veelal uit grote struiken en bomen, hier<br />

en daar afgewisseld met grasveldjes of een speelplek. De overzichtelijkheid van de ruimte<br />

is gering door de korte zichtlijnen en slingerende paden. Door het hoge groen ontstaat er<br />

eerder een grens tussen het oostelijk en westelijk plandeel dan een samenhangend<br />

element.<br />

De wijk wordt voor het autoverkeer ontsloten via twee lussen:<br />

een lus in het oostelijk deel, bereikbaar vanaf de Torenakkerweg en<br />

een lus voor het westelijke deel, bereikbaar vanaf de Hamersveldseweg.<br />

Tussen beide verkeerslussen bestaat geen verbinding. Het is dus niet mogelijk om met de<br />

auto vanaf de Hamersveldseweg naar de Torenakkerweg te rijden of omgekeerd. Door het<br />

- bestemmingsplan<br />

<strong>Leusden</strong>-<strong>Noord</strong> - <strong>Asschatterweg</strong> e.o. - 19


ontbreken van een doorgaande verbinding worden de wegen in de wijk uitsluitend gebruikt<br />

door bestemmingsverkeer. Aan de lussen zijn doodlopende hofjes geschakeld waarin<br />

geparkeerd kan worden. Vanaf deze hofjes zijn de achtererven met garageboxen<br />

bereikbaar.<br />

In het middengebied van de wijk zijn diverse fiets- en voetpaden aanwezig, welke zorgen<br />

voor de bereikbaarheid van woningen, hofjes, en voorzieningen alsmede voor de<br />

verbindingen tussen het oostelijk en westelijk deel. Er is echter geen<br />

hoofdlangzaamverkeersroute aanwezig.<br />

Voor wat betreft het openbaar vervoer: het woongebied kent twee busverbindingen, welke<br />

beiden een verbinding vormen tussen <strong>Leusden</strong> en Amersfoort. De verschillende bushaltes<br />

bevinden zich net buiten het woongebied langs de onsluitingswegen . De openbaar<br />

vervoersverbindingen zijn daarmee eenzijdig op Amersfoort gericht. Daarbij moet wel in<br />

acht genomen worden dat het merendeel van de vervoersbewegingen ook op Amersfoort<br />

gericht zijn.<br />

2.3 Milieu<br />

Binnen het plangebied komen op dit moment geen milieuproblemen voor welke een nader<br />

beschouwing behoeven. De twee onderstaande aspecten worden ter verduidelijking nader<br />

toegelicht.<br />

Wegverkeerslawaai<br />

In het plangebied en net buiten het plangebied zijn enkele wegen aanwezig die volgens de<br />

Wet geluidhinder een geluidzone hebben. Omdat het hier een bestaande situatie betreft,<br />

de wegen en de woningen zijn tenslotte al aanwezig, vormt dit niet direct een belemmering<br />

voor dit bestemmingsplan. De wegen met een geluidzone, zoals de Randweg, Ruige<br />

Velddreef, <strong>Asschatterweg</strong>, Torenakkerweg, Middenweg en <strong>Noord</strong>erinslag hebben tot gevolg<br />

dat bij een aantal bestaande woningen sprake kan zijn van een overschrijding van de<br />

voorkeursgrenswaarde van 48 dB (L den ). Aanpak van bestaande overschrijdingen vindt<br />

plaats buiten het kader van dit bestemmingsplan.<br />

Bedrijvigheid<br />

In het plangebied of in de omgeving van het plangebied zijn geen bedrijven aanwezig die<br />

voor een conflict zorgen met de woonfunctie in het plangebied. De geldende plannen staan<br />

wel beroep- en bedrijf-aan-huis toe, maar dergelijke activiteiten zijn over het algemeen<br />

goed in te passen in een woonomgeving en leiden dan ook niet tot overlast.<br />

- bestemmingsplan<br />

20 <strong>Leusden</strong>-<strong>Noord</strong> - <strong>Asschatterweg</strong> e.o. -


Hoofdstuk 3<br />

3.1 Rijksbeleid<br />

Beleidskader<br />

3.1.1 Nota Ruimte<br />

In de Nota Ruimte staan de uitgangspunten voor de ruimtelijke ontwikkeling van<br />

Nederland. Deze nota gaat in op vraagstukken die spelen tussen nu en 2020, met een<br />

doorkijk naar 2030. Het motto van de Nota is: "decentraal wat kan, centraal wat moet". In<br />

de nota benadrukt het Rijk, net als in voorgaande nota's opnieuw het belang van sterke<br />

steden in een vitaal platteland. Bundeling van wonen en werken in stedelijke gebieden en<br />

stedelijke vernieuwing en verdichting zijn de speerpunten van het beleid. Tevens is een<br />

doel het borgen en ontwikkelen van belangrijke (inter)nationale waarden.<br />

AMvB Ruimte<br />

Conform de Wet ruimtelijke ordening werkt het Rijk aan de Algemene maatregel van<br />

bestuur Ruimte. De AMvB Ruimte zal de ruimtelijke kaders uit de vigerende PKB's<br />

bevatten, die daadwerkelijk borging in regelgeving behoeven. Vanuit het oogpunt van het<br />

versterken van de doorwerking van het nationaal ruimtelijk beleid, de herkenbaarheid voor<br />

de andere overheden en het terugdringen van bestuurlijke lasten streeft het rijk ernaar om<br />

de desbetreffende kaders te borgen in één AMvB Ruimte.<br />

In principe vormt de AMvB Ruimte een beleidsneutrale omzetting van de Nota Ruimte.<br />

De in de Nota Ruimte genoemde doelstellingen zijn inmiddels vertaald in beleid op<br />

provinciaal, regionaal en lokaal niveau.<br />

3.1.2 Nota Mensen Wensen Wonen<br />

In 2000 is de Nota ‘Mensen, Wensen, Wonen; Wonen in de 21ste eeuw’ vastgesteld. In de<br />

Nota wordt gekeken naar de ruimtebehoefte voor wonen in ons land voor de periode tot<br />

2010 met een doorkijk naar 2030. De kern van het beleid is een keuze voor kwaliteit in<br />

plaats van kwantiteit. De woonwensen van burgers dienen centraal te staan, waarbij het<br />

beleid niet langer gericht is op huisvesten, maar op wonen. De “traditionele<br />

confectieaanpak in de Nederlandse woningbouw” is hiertoe niet langer toereikend. “De<br />

burger wil een maatpak dat lekker zit en vele functies kan vervullen (huis-, werk- en<br />

studieplek).”<br />

Om de burgers een dergelijk maatpak te kunnen leveren staan vier principes in de nota<br />

centraal: het vergroten van de keuzevrijheid voor de burger, aandacht voor<br />

maatschappelijke waarden, een betrokken overheid en een beheerste marktwerking. Op<br />

basis van deze principes zijn een vijftal uitgangspunten opgesteld:<br />

1. vergroten van de zeggenschap over de woning en de woonomgeving;<br />

2. kansen scheppen voor mensen in kwetsbare posities;<br />

3. bevorderen van wonen en zorg op maat;<br />

4. verbeteren van de stedelijke woonkwaliteit;<br />

5. groene woonwensen faciliteren.<br />

In voorliggend bestemmingsplan wordt voor wat betreft het wonen de bestaande situatie<br />

vastgelegd. Veel van de uitgangspunten zijn niet direct meer door te vertalen in de<br />

woonbestemming. Binnen de woonbestemming wordt de mogelijkheid geboden voor<br />

beperkte uitbreidingen en verbeteringen in en om de woning. Daarnaast worden<br />

mogelijkheden geboden voor een beroep/bedrijf aan huis.<br />

- bestemmingsplan<br />

<strong>Leusden</strong>-<strong>Noord</strong> - <strong>Asschatterweg</strong> e.o. - 21


3.1.3 Waterbeleid 21e eeuw<br />

Een belangrijke conclusie uit het Waterbeleid 21e eeuw is om meer ruimte te geven aan<br />

water en te voorkomen dat de waterproblematiek in tijd of ruimte wordt afgewenteld. Er<br />

worden twee drietrapsstrategieën als uitgangspunten aangegeven:<br />

ten aanzien van waterkwantiteit: Vasthouden - Bergen - Afvoeren;<br />

ten aanzien van waterkwaliteit: Schoonhouden - Scheiden - Zuiveren.<br />

Deze strategieën vertalen zich voor het stedelijk gebied in concrete aandachtspunten als:<br />

meer ruimte voor water en een relatie tussen het stedelijk water en het water in het<br />

omliggende gebied, vergroting van het waterbergend vermogen, verbetering van de<br />

waterkwaliteit, vergroting van de belevingswaarde van water en kansen voor natuur en<br />

recreatie in en rondom stedelijk water.<br />

Voor dit bestemmingsplan is een waterparagraaf opgenomen in paragraaf 4.9. Hierin is<br />

opgenomen welke waterhuishoudkundige thema's relevant zijn voor het plangebied en op<br />

welke manier daarmee wordt om gegaan.<br />

3.2 Provinciaal beleid<br />

3.2.1 Streekplan 2005-2015<br />

Op 13 december 2004 is het Streekplan Utrecht 2005-2015 vastgesteld. Het Streekplan<br />

bevat het ruimtelijk beleid voor de provincie Utrecht voor de periode 2005-2015. In het<br />

Streekplan worden de volgende hoofdbeleidslijnen onderscheiden, als uitwerking van het<br />

credo: kwaliteit, uitvoering en samenwerking:<br />

Zorgvuldig ruimtegebruik: voor ruimtelijke ontwikkelingen, zowel in het stedelijk als<br />

het landelijk gebied, is zorgvuldig ruimtegebruik een belangrijk uitgangspunt;<br />

water: water vormt een ordenend principe. Bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen<br />

vormt water een vertrekpunt;<br />

Infrastructuur: de beschikbaarheid van bestaande infrastructuur en de (toekomstige)<br />

capaciteit van deze infrastructuur zijn mede bepalend bij het kiezen van nieuwe<br />

verstedelijkingslocaties;<br />

Verstedelijking: de provincie streeft naar een gedifferentieerd aanbod van wonen,<br />

werken en voorzieningen. Nieuwe woningbouw en bedrijventerreinen worden vooral<br />

gerealiseerd in het stadsgewest Utrecht en het gewest Eemland. Daarnaast vormen<br />

Veenendaal en Woerden belangrijke opvangkernen. Elders in de provincie wordt een<br />

terughoudend verstedelijkingsbeleid gevoerd.<br />

Landelijk gebied: het ruimtelijk ontwikkelingsbeleid voor het landelijk gebied is<br />

gericht op het versterken van zowel de (cultuurhistorische) identiteit, de<br />

landschappelijke diversiteit, als de vitaliteit van het landelijk gebied en op de kwaliteit<br />

van de natuur en de ecologische samenhang.<br />

Het ruimtelijk beleid is voor een belangrijk deel ingegeven door het principe van beheerste<br />

groei. De aantasting van waardevolle en kwetsbare open ruimte door nieuwe<br />

verstedelijking dient zoveel mogelijk vermeden te worden. Daarbij dient de<br />

contrastwerking tussen stad en land te worden versterkt. In verband daarmee is het<br />

gewenst om nieuwe bouwmogelijkheden binnen het bestaand stedelijk gebied goed te<br />

benutten. Beleidsmatig is dit vertaald in een ruimtelijke afbakening van het stedelijk<br />

gebied door rode contouren. Het streekplan streeft er onder andere naar de kwaliteit van<br />

de leefomgeving in stand te houden en waar mogelijk te verbeteren. Dit kan worden<br />

bereikt door in te zetten op duurzame kwalitatief hoogwaardige oplossingen voor<br />

ruimtelijke vraagstukken. Leidend hierin is het vinden van een evenwicht tussen<br />

leefkwaliteit en de druk op de ruimte.<br />

- bestemmingsplan<br />

22 <strong>Leusden</strong>-<strong>Noord</strong> - <strong>Asschatterweg</strong> e.o. -


Het streekplan Utrecht is door de invoering van de nieuwe Wet ruimtelijke ordening per 1<br />

juli 2008 van rechtswege een structuurvisie geworden.<br />

Beleidslijn nieuwe Wro<br />

Om het Streekplan 2005-2015 na 1 juli 2008 slagvaardig te kunnen blijven toepassen<br />

hebben Gedeputeerde Staten van de provincie Utrecht op 23 juni 2008 het Streekplan<br />

2005-2015 beleidsneutraal omgezet in de "Beleidslijn nieuwe Wro". Wanneer gesproken<br />

wordt over het Streekplan worden de op dit moment geldende streekplannen bedoeld: het<br />

Streekplan 2005-2015, de streekplanuitwerkingen Hart van de Heuvelrug I en II, en de<br />

Streekplanuitwerking Nationale Landschappen. Samen met de handleiding<br />

bestemmingsplannen 2006 vormt het Streekplan het beoordelingskader voor gemeentelijke<br />

ruimtelijke plannen in brede zin.<br />

De Beleidslijn maakt daarbij duidelijk wat onder de nieuwe Wro van de provincie verwacht<br />

mag worden: het provinciaal belang wordt gemarkeerd en de inzet van de nieuwe<br />

Wro-instrumenten wordt vastgelegd. Omdat de inhoud van het streekplan niet verandert<br />

heeft deze beleidslijn geen consequenties voor het bestemmingsplan.<br />

Zowel het algemene als het regiospecifieke beleid van de Provincie is in het kader van dit<br />

bestemmingsplan voor <strong>Leusden</strong>-<strong>Noord</strong> weinig relevant. Het onderhavige bestemmingsplan<br />

voorziet enkel in het vastleggen van de huidige situatie.<br />

3.2.2 Provinciale ruimtelijke verordening<br />

Op 21 september 2009 hebben Gedeputeerde Staten van Utrecht de provinciale ruimtelijke<br />

verordening vastgesteld. In de verordening is opgenomen hoe wordt omgegaan met<br />

provinciaal belang in bestemmingsplannen. De verordening bevat veel instructienormen.<br />

Bijvoorbeeld dat de waarden van natuur en landschap beschermd moeten worden, maar<br />

niet de wijze waarop.<br />

Dit bestemmingsplan betreft een conserverend plan in stedelijk gebied. De bepalingen<br />

zoals deze zijn opgenomen in de provinciale ruimtelijke verordening hebben met name<br />

betrekking op ontwikkelingen binnen stedelijk gebied of aspecten die spelen in het<br />

landelijk gebied. Voor dit bestemmingsplan zijn derhalve geen relevante aspecten<br />

aanwezig uit de provinciale ruimtelijke verordening die een vertaling behoeven in dit<br />

bestemmingsplan.<br />

3.2.3 Provinciaal Waterplan 2010-2015<br />

Het waterplan beschrijft wat de provincie Utrecht in deze periode wil bereiken op het<br />

gebied van waterbeheer. In het waterplan worden de hoofdlijnen vastgelegd van het in de<br />

provincie te voeren beleid ten aanzien van de waterhuishouding. Met het waterplan wordt<br />

voldaan aan de verplichting van Waternet om voor een periode van zes jaar een regionaal<br />

waterplan op te stellen. In het waterplan wordt gekozen voor duurzaamheid en kwaliteit. In<br />

de Gebiedsgerichte aanpak staat de ontwikkeling van duurzame, robuuste watersystemen<br />

centraal, waarbij op de lange termijn wordt gericht. Voor het borgen van bestaande<br />

kwaliteiten en het aanpakken van urgente problemen, is het beleid uitgewerkt in de delen<br />

veiligheid, kwaliteit en kwantiteit, en gebruik en beleving. In het uitvoeringsprogramma<br />

staan de instrumenten en middelen beschreven die worden ingezet voor de realisering van<br />

het beleid.<br />

Voor dit bestemmingsplan is een waterparagraaf opgenomen in paragraaf 4.9. Hierin is<br />

opgenomen welke waterhuishoudkundige thema's relevant zijn voor het plangebied en op<br />

welke manier daarmee wordt om gegaan.<br />

- bestemmingsplan<br />

<strong>Leusden</strong>-<strong>Noord</strong> - <strong>Asschatterweg</strong> e.o. - 23


3.2.4 Grondwaterplan 2008-2013<br />

Het plan beschrijft hoe de provincie Utrecht in deze periode de beschikbare voorraad zoet<br />

grondwater beschermt en beheert en het gebruik ervan onderwerpt aan wettelijke<br />

bepalingen en regelingen. Uitgangspunt hierbij is dat de hoeveelheid en kwaliteit van<br />

grondwater geschikt is voor duurzaam gebruik door mens en natuur.<br />

Het plan speelt in op recente ontwikkelingen als veranderende wetgeving, Europese<br />

richtlijnen (Kaderrichtlijn Water, Grondwaterrichtlijn, Natura 2000), de aanpak van<br />

verdrogingsbestrijding (TOP-gebieden) en het toenemend gebruik van de ondergrond voor<br />

winning van energie.<br />

Twee van de in het oog springende beleidsmaatregelen zijn dat indien na evaluatie blijkt<br />

dat als een waterwinning ongewenst is, in het uiterste geval, na zorgvuldige beoordeling en<br />

schadeloosstelling, de vergunninghouder zijn vergunning kan verliezen. Daarnaast worden,<br />

om de risico's voor de grondwaterkwaliteit rondom drinkwaterwinningen te beperken,<br />

bodemwarmtewisselaars rondom deze winningen verboden.<br />

Voor dit bestemmingsplan is een waterparagraaf opgenomen in paragraaf 4.9. Hierin is<br />

opgenomen welke waterhuishoudkundige thema's relevant zijn voor het plangebied en op<br />

welke manier daarmee wordt om gegaan.<br />

3.3 Regionaal beleid<br />

3.3.1 Visie 2010<br />

Het plangebied is gelegen in het werkgebied van het Waterschap Vallei & Eem. Het<br />

Waterschap Vallei & Eem heeft als missie geformuleerd:<br />

“Wij beschermen onze inwoners tegen overstromingen en ernstige wateroverlast. Wij<br />

zorgen voor schoon en levend water en een waterpeil dat aansluit bij het gebruik van de<br />

grond. Wij werken transparant, milieu- en kostenbewust en gericht op samenwerking.”<br />

Het hierbij horende motto van het waterschap is: 'Helder in water'.<br />

Het waterschap geeft zijn taken vorm middels drie programma's:<br />

Veilige dijken; beschermen van de bewoonde gebieden tegen overstromingen;<br />

Voldoende en schoon water; waar het nodig is, is water van goede kwaliteit<br />

beschikbaar. Er wordt geen overlast van het water ondervonden;<br />

Zuivering afvalwater; het waterschap zuivert gebruikt en verontreinigd water en<br />

hemelwater dat in rioleringen wordt verzameld. Dit gebeurt voordat het water op het<br />

oppervlaktewater wordt geloosd.<br />

Dit bestemmingsplan voor de woonbuurten in <strong>Leusden</strong>-<strong>Noord</strong> staat geen wijzigingen in de<br />

ruimtelijke situatie toe die gevolgen hebben voor de waterhuishoudkundige situatie. De<br />

doelstellingen van het waterschap komen dan ook niet in het gedrang door dit<br />

bestemmingsplan. In paragraaf 4.9 wordt nader ingegaan op de waterhuishoudkundige<br />

thema's.<br />

3.4 <strong>Gemeente</strong>lijk/lokaal beleid<br />

3.4.1 Visie 2010: Bouwen aan een krachtig <strong>Leusden</strong><br />

De gemeente <strong>Leusden</strong> heeft een ontwikkelingsvisie opgesteld, waarin de hoofdlijnen zijn<br />

aangegeven voor de ontwikkelingsrichtingen op het gebied van wonen, werken en welzijn.<br />

Een vitaal <strong>Leusden</strong> wordt daarbij vooropgesteld waarbij het sociale en culturele welzijn, de<br />

ruimtelijke ontwikkeling, economie, verkeer en vervoer en het landelijk gebied belangrijke<br />

aspecten zijn.<br />

- bestemmingsplan<br />

24 <strong>Leusden</strong>-<strong>Noord</strong> - <strong>Asschatterweg</strong> e.o. -


De visie kan op hoofdlijnen als volgt worden samengevat:<br />

Op sociaal en cultureel vlak streeft men naar een krachtige en zelfstandige<br />

samenleving. Het behoud en de verbetering van maatschappelijke kwaliteiten is van<br />

groot belang. Dit wil zeggen dat actief ingespeeld moet worden op de veranderende<br />

samenstelling van de bevolking;<br />

<strong>Leusden</strong> wil zich inzetten voor behoud en de verbetering van de ruimtelijke kwaliteit.<br />

Onder ruimtelijke kwaliteit wordt verstaan: Een gevarieerd woonmilieu met stedelijke<br />

voorzieningen in een landelijke omgeving;<br />

Benadrukking van de ligging in de overgang tussen de Utrechtse Heuvelrug en de<br />

Gelderse Vallei; Actieve oriëntatie op het buitengebied.<br />

Doelstellingen zijn het terugdringen van het woningtekort en het zorgvuldig afbouwen<br />

van de randen van <strong>Leusden</strong>.<br />

Daarnaast wil <strong>Leusden</strong> de kwaliteit van het buitengebied versterken. De ontwikkeling<br />

van de natuur- en milieukwaliteit in aantrekkelijke landschappen staat voorop, onder<br />

meer door het realiseren van ecologische verbindingszones. Voorts wenst de gemeente<br />

verbreding van de activiteiten in het buitengebied.<br />

Naast (duurzame en biologische) landbouw worden landschapsonderhoud en recreatief<br />

medegebruik nieuwe inkomstenbronnen in het landelijk gebied. Tenslotte verdienen<br />

het openbaar vervoer en het winkelcentrum aandacht.<br />

Dit bestemmingsplan betreft een conserverend plan. Het plan maakt geen nieuwbouw van<br />

bijvoorbeeld woningen of maatschappelijke voorzieningen mogelijk. In het plan zijn de<br />

bestaande woningen en maatschappelijke voorzieningen positief bestemd. Daarnaast zijn<br />

de belangrijke groen- en waterstructuren specifiek bestemd om op deze manier de<br />

ruimtelijke kwaliteit te kunnen behouden.<br />

3.4.2 Woonvisie 2008-2015<br />

In de Woonvisie <strong>Leusden</strong> 2008-2015 zet in op met name de huisvesting van de doelgroepen<br />

starters, gezinnen en ouderen.<br />

Voor een deel kan in de woningbehoefte van deze doelgroepen in directe zin door<br />

nieuwbouw worden voorzien en voor een deel geschiedt dit in indirecte zin door de mede<br />

uit nieuwbouw voortvloeiende doorstroming.<br />

Voor het overgrote deel moet hierin worden voorzien door het geschikt houden en maken<br />

van de bestaande woningvoorraad. Dit kan door het bouwkundig aanpassen aan de eisen<br />

van deze tijd en door het toestaan van aan- en uitbouwen.<br />

Voorliggend bestemmingsplan is conserverend. In het kader van dit plan wordt nieuwbouw<br />

van woningen dan ook niet mogelijk gemaakt. Wel biedt het bestemmingsplan<br />

mogelijkheden om woningen uit te breiden, bijbehorende bouwwerken te realiseren en<br />

andere functies aan huis te ontplooien. Hierbij dient echter wel rekening gehouden te<br />

worden met het stedenbouwkundige beeld van de buurt, privacy en bezonning voor<br />

naburige percelen.<br />

3.4.3 Groenbeleidsplan 2005<br />

Het groenbeleidsplan heeft tot doel de kwaliteit van het openbaar groen te behouden en te<br />

versterken teneinde een structurele bijdragen te leveren aan de ruimtelijke kwaliteit<br />

waarbij wonen, werken en welzijn binnen de gemeente <strong>Leusden</strong> gediend zijn.<br />

Wijk overschrijdend groen:<br />

Uit het groenbeleidsplan komt naar voren dat de groene hoofdstructuren niet altijd<br />

zichtbaar zijn in het straatbeeld. <strong>Leusden</strong> heeft een besloten, groen natuurlijke karakter.<br />

Geconstateerd is dat er geen aansluiting van de bomenstructuur bij de hiërarchie van de<br />

- bestemmingsplan<br />

<strong>Leusden</strong>-<strong>Noord</strong> - <strong>Asschatterweg</strong> e.o. - 25


wegenstructuur aanwezig is. Hier liggen kansen om de herkenbaarheid, oriëntatie en<br />

beleving te vergroten. Zo wordt aangegeven dat voor de <strong>Asschatterweg</strong> als historische weg<br />

de oriëntatie en herkenbaarheid van de bomenstructuur versterkt dient te worden. De<br />

Middenweg/<strong>Noord</strong>erinslag dient tevens versterkt te worden als hoofdverkeersontsluiting<br />

middels oriëntatie en herkenbaarheid van de bomenstructuur.<br />

Daarnaast wordt in het groenbeleidsplan een koppeling gelegd tussen openbaar groen in de<br />

bebouwde kom en ecologisch groen buiten de bebouwde kom. Hiertoe wordt aangegeven<br />

dat de groenstrook tussen 't Ruige Veld en Hamersveld als ondersteunende ecologische<br />

verbinding binnen de bebouwde kom moet worden behouden en ontwikkeld. Hierbij dient<br />

de Zwarteweg als een op te heffen barrière te worden beschouwd.<br />

Ook zet het groenbeleidsplan zich in voor het behoud van de cultuurhistorische wetering<br />

langs het Reigerpad (Hamersveldse wetering).<br />

Het groenbeleidsplan vertaald zich in de "6 GROENE REGELS".<br />

1. De huidige groenstructuur behouden en versterken.<br />

2. Versterken oriëntatie en herkenbaarheid door boomstructuur.<br />

3. Vergroten van de herkenbaarheid in inrichting en beheer.<br />

4. Herkenbaarheid en karakter voor entrees en kleine parken.<br />

5. Behouden en ontwikkelen van ecologische waarden.<br />

6. Verankering van flankerend beleid in groenbeleid en planontwikkeling.<br />

In het plangebied hebben de bestaande structuur bepalende groengebieden de specifieke<br />

bestemming groen gekregen. Door deze gebieden als groen te bestemmen behouden ze<br />

hun uitstraling en blijven ze van waarde voor de uitstraling van het openbaar gebied.<br />

De kleinere groenstroken zijn over het algemeen opgenomen in de bestemmingen<br />

"Verkeer" of "Verkeer - Verblijfsgebied". Omdat deze gebieden niet bepalend zijn voor de<br />

groenstructuren in het plangebied en ze eenvoudig opgenomen kunnen worden in de<br />

verkeersbestemmingen zijn deze versnipperde groengebieden als zodanig bestemd.<br />

3.4.4 Milieubeleidsplan 2009 - 2013<br />

Het milieubeleidsplan 2009-2013 is een toetsingskader bij ruimtelijke plannen. In het<br />

milieubeleidsplan zijn milieukwaliteitsprofielen opgenomen. Voor woonwijken moet gebruik<br />

gemaakt worden van het milieukwaliteitsprofiel "Woongebieden". Hierin wordt aangegeven<br />

wat de gewenst milieukwaliteit is.<br />

Aangezien voorliggend bestemmingsplan een conserverend karakter heeft is er geen<br />

sprake van nieuwe knelpunten met betrekking tot milieuaspecten. In het kader van dit<br />

bestemmingsplan wordt er van uitgegaan dat aan het milieukwaliteitsprofiel<br />

"Woongebieden" wordt voldaan.<br />

3.4.5 Antennebeleid<br />

Door het toenemende gebruik van mobiele telecommunicatie moeten er in toenemende<br />

mate antennemasten worden geplaatst. Het antennebeleid is vastgesteld door de<br />

gemeenteraad op 2 april 2010 en maakt het mogelijk om binnen de bebouwde kom<br />

antennemasten ten behoeve van telecommunicatie te plaatsen.<br />

In het beleid zijn enkele uitgangspunten opgenomen. Zo dienen antenne-installaties zoveel<br />

mogelijk aan de randen van woonwijken en gebieden zonder een overwegende woonfunctie<br />

te worden geplaatst. Daarnaast moeten operators zoveel mogelijk van elkaars masten<br />

gebruik maken (site-sharing), mogen vrijstaande antenne-installaties in principe niet<br />

hoger zijn dan 40 meter en moeten ze worden geplaatst op minimaal 50 meter afstand van<br />

woningen. Bij een nieuwe vergunningaanvraag voor het plaatsen van een mast moet een<br />

goed communicatieplan worden opgezet om betrokkenen open te informeren.<br />

- bestemmingsplan<br />

26 <strong>Leusden</strong>-<strong>Noord</strong> - <strong>Asschatterweg</strong> e.o. -


In de regels behorende bij dit bestemmingsplan worden de uitgangspunten zoals verwoord<br />

in het antennebeleid overgenomen.<br />

3.4.6 Beleidsnotitie Bed & Breakfast bij woningen<br />

Het doel van het beleid is om Bed & Breakfast voorzieningen bij woningen te stimuleren in<br />

goede afstemming met de ruimtelijke ordening en met bescherming van de<br />

(woon-)omgeving. Tot kort geleden was het alleen in het buitengebied geregeld. Deze<br />

beleidsnotitie geldt echter voor het gehele gemeentelijk grondgebied, dus ook het stedelijk<br />

gebied. Afhankelijk van de grootte van het bestaande woonhuis en omgevingskenmerken<br />

is de toelaatbare grootte van een Bed & Breakfast variabel. De inpassing van een Bed &<br />

Breakfast voorziening bij een woonhuis vereist maatwerk en dient aan bepaalde<br />

voorwaarden te worden verbonden.<br />

In de regels behorende bij dit bestemmingsplan is in een bevoegdheid opgenomen<br />

waarmee het mogelijk is om een bed & breakfast in een woning te exploiteren. Deze<br />

bevoegdheid sluit aan bij de uitgangspunten uit de beleidsnotitie.<br />

3.4.7 Startnotitie Brede School<br />

In mei 2002 is een Startnotitie Brede School vastgesteld. In deze startnotitie zijn, na<br />

overleg met de scholen, uitgangspunten geformuleerd voor de brede schoolontwikkeling in<br />

de gemeente <strong>Leusden</strong>.<br />

Een brede school is een inhoudelijk concept om kinderen optimale ontwikkelingskansen te<br />

bieden door inhoudelijke samenwerking tussen peuterspeelzalen, scholen en kinderopvang<br />

(zowel dagopvang als buitenschoolse opvang).<br />

In de regels behorende bij dit bestemmingsplan wordt binnen de maatschappelijke<br />

bestemming geregeld dat naast scholen, ook kinderdagopvang, peuterspeelzalen en<br />

buitenschoolse opvang zijn toegestaan.<br />

- bestemmingsplan<br />

<strong>Leusden</strong>-<strong>Noord</strong> - <strong>Asschatterweg</strong> e.o. - 27


- bestemmingsplan<br />

28 <strong>Leusden</strong>-<strong>Noord</strong> - <strong>Asschatterweg</strong> e.o. -


Hoofdstuk 4 Planologische en milieutechnische<br />

randvoorwaarden<br />

4.1 Archeologie<br />

Archeologie algemeen: wetgevend kader<br />

Op 1 september 2007 is de Wet op de Archeologische Monumentenzorg (Wamz) in werking<br />

getreden. Dit is een herziening van de Monumentenwet 1988. Met deze herziening zijn de<br />

belangrijkste bevoegdheden aangaande de archeologie bij de gemeente neergelegd. De<br />

gemeenteraad is op grond van de Monumentenwet verplicht bij de vaststelling van<br />

bestemmingsplannen rekening te houden met de in de grond aanwezige of te verwachten<br />

archeologische waarden. Om dit te kunnen onderbouwen dient de gemeente er voor te<br />

zorgen dat de archeologische waarden en verwachtingen binnen het gemeentelijk<br />

grondgebied bekend zijn. Deze waarden en verwachtingen zijn aangegeven op een voor de<br />

gemeente opgestelde Archeologische Verwachtings- en Beleidsadvieskaart, die op basis van<br />

archeologische waarnemingen en vondsten, landschappelijke en historische gegevens tot<br />

stand is gekomen. De op de gemeente toegespitste Archeologische Beleidsadvieskaart<br />

vervangt de inmiddels verouderde Indicatieve Kaart Archeologische Waarden (IKAW) en<br />

Archeologische Monumenten Kaart (AMK).<br />

Archeologie binnen plangebied <strong>Leusden</strong> <strong>Noord</strong><br />

Het plangebied kenmerkt zich door de aanwezigheid van een relatief laaggelegen<br />

dekzandvlakte, die op enkele plaatsen hogere delen (dekzandruggen of -welvingen) kent.<br />

Deze hoge delen kunnen deels zijn afgedekt met een esdek. Dit is een (waarschijnlijk)<br />

laat-middeleeuws plaggendek dat doer landbouwers werd opgeworpen om een vruchtbare<br />

bodem te creëren. Dergelijke esdekken zijn nog aanwezig in het noordoosten en het van<br />

het plangebied. Met name deze hogere gronden zijn in het verleden geschikt geweest voor<br />

bewoning en landbewerking.<br />

Op historisch kaartmateriaal staan zes boerderijplaatsen aangegeven binnen het<br />

plangebied. De noord-zuid lopende Hamersveldseweg-Zwarteweg en de oost-west<br />

georiënteerde <strong>Asschatterweg</strong> zijn bekende historische wegtraces.<br />

Waarden en verwachtingen<br />

De Archeologische Verwachtingskaart geeft aan wat de verwachting is op het aantreffen<br />

van archeologische resten en welke bekende archeologische waarden er binnen het<br />

plangebied reeds vastgesteld zijn.<br />

Hoge archeologische waarde<br />

Binnen het plangebied <strong>Leusden</strong> <strong>Noord</strong> liggen geen zones met bekende archeologische<br />

waarden, zoals bekende archeologische vindplaatsen of archeologische monumenten.<br />

Binnen het plangebied zijn wel drie archeologische verwachtingsgebieden aanwezig. Dit<br />

zijn gebieden waar - op basis van onder meer het bodemtype - archeologische waarden in<br />

hoge, middelhoge of lage mate verwacht worden.<br />

Lage verwachting<br />

- bestemmingsplan<br />

<strong>Leusden</strong>-<strong>Noord</strong> - <strong>Asschatterweg</strong> e.o. - 29


Ter hoogte van de laag gelegen dekzandvlakte ligt een grote zone met lage archeologische<br />

verwachting.<br />

Middelhoge verwachting<br />

De zone aan de noordoostzijde en zuidwestzijde van het plangebied hebben een<br />

middelhoge archeologische verwachting op basis van de aanwezigheid van hogere gronden<br />

(dekzandrug en -welving). Op deze gronden kunnen sporen van prehistorische<br />

jagers-verzamelaars voorkomen.<br />

Hoge verwachting<br />

De zones in het plangebied waar een esdek is geconstateerd hebben een hoge<br />

archeologische verwachting gekregen. Deze gronden waren in het verleden bekende<br />

vestigingslocaties. Op deze gronden kunnen sporen van landbouwers voorkomen. De zes<br />

bekende historische boerderijerven hebben ook een hoge verwachting toebedeeld<br />

gekregen. De zone rond de Hamersveldseweg heeft een hoge verwachting gekregen op<br />

basis van het mogelijk voorkomen van historische bebouwing.<br />

Beleidsregels<br />

De zones met een archeologische verwachting brengen ieder verschillende aanvullende<br />

regels met zich mee wat betreft de voorschriften in de omgevingsvergunning (zie regels)<br />

wanneer er bodemverstorende activiteit plaatsvindt dieper dan 30cm. onder maaiveld. De<br />

gebieden met een lage, middelhoge en hoge verwachting hebben daarom op de verbeelding<br />

de dubbelbestemming "Waarde - Archeologie"gekregen.<br />

De hoge archeologische verwachting is op de Archeologische Beleidskaart aangegeven met<br />

de kleur oranje. Voor deze zones geldt een archeologische onderzoeksplicht bij<br />

bodemingrepen dieper dan 30cm onder maaiveld en groter dan 100m 2 .<br />

De middelhoge archeologische verwachting is op de Archeologische Beleidskaart<br />

aangegeven met de kleur geel. Voor deze zones geldt een archeologische onderzoeksplicht<br />

bij bodemingrepen dieper dan 30cm onder maaiveld en groter dan 500m 2 .<br />

De lage archeologische verwachting is op de Archeologische Beleidskaart aangegeven met<br />

de kleur groen. Voor deze zones geldt een archeologische onderzoeksplicht bij<br />

bodemingrepen dieper dan 30cm onder maaiveld en groter dan 10.000m 2 .<br />

- bestemmingsplan<br />

30 <strong>Leusden</strong>-<strong>Noord</strong> - <strong>Asschatterweg</strong> e.o. -


afbeelding - uitsnede uit de Archeologische Beleidskaart <strong>Leusden</strong><br />

4.2 Bodem<br />

Op grond van het Besluit ruimtelijke ordening dient een bodemanalyse te worden verricht<br />

met het oog op de beoordeling van de realiseerbaarheid van bepaalde bestemmingen of<br />

bestemmingwijzigingen.<br />

Aangezien voorliggend bestemmingsplan conserverend van aard is en er geen<br />

ontwikkelingen in het plangebied mogelijk worden gemaakt, hoeft in het kader van dit<br />

bestemmingsplan geen onderzoek verricht te worden. Daarnaast zijn in het plangebied<br />

geen gevallen van ernstige bodemverontreinigingen bekend. Uit het Historisch<br />

Bodembestand (HBB) van de provincie Utrecht komen geen potentieel voor<br />

bodemverontreiniging verdachte locaties naar voren.<br />

Wanneer in de toekomst sprake is van de aanvraag van een omgevingsvergunning voor<br />

bouwen en/of een omgevingsvergunning voor afwijken van het bestemmingsplan, of bij<br />

uitgifte/aan- en verkoop van percelen door de gemeente is bodemonderzoek noodzakelijk.<br />

Bodemonderzoek moet in deze gevallen aantonen dat de bodem geschikt is voor het<br />

realiseren van een gewenst project. Dat wil zeggen dat uit onderzoek moet blijken dat er<br />

geen verontreiniging aanwezig is, dat de eventueel aanwezige verontreiniging niet<br />

schadelijk is voor de omgeving, of welke maatregelen er nodig zijn om de bodem geschikt<br />

te maken om de uitbreiding te realiseren.<br />

4.3 Externe veiligheid<br />

Sinds 2004 is het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) van toepassing. In het<br />

besluit zijn richtlijnen opgenomen voor het bouwen en handhaven van gevoelige<br />

bestemmingen (zoals woningen) in de buurt van inrichtingen waar gevaarlijke stoffen<br />

worden geproduceerd en/of opgeslagen.<br />

- bestemmingsplan<br />

<strong>Leusden</strong>-<strong>Noord</strong> - <strong>Asschatterweg</strong> e.o. - 31


Binnen de externe veiligheid worden twee normstellingen gehanteerd:<br />

het Plaatsgebonden Risico (PR) richt zich vooral op de te realiseren basisveiligheid<br />

voor burgers;<br />

het Groepsrisico (GR) stelt beperkingen aan de maatschappelijke ontwrichting als<br />

gevolg van calamiteiten met gevaarlijke stoffen.<br />

Bebouwing is niet toegestaan binnen de zogenaamde 10 -6 contour van het PR:<br />

rond inrichtingen waarin opslag / verwerking gevaarlijke stoffen plaatsvindt;<br />

langs transportroutes (weg, spoor, water, buisleiding) waarover gevaarlijke stoffen<br />

worden vervoerd. Risico's verbonden aan het transport gevaarlijke stoffen zijn in kaart<br />

gebracht in de diverse risicoatlassen.<br />

In het Bevi is opgenomen dat voor iedere toename van het GR een verantwoordingsplicht<br />

geldt, ook als de verandering geen overschrijding van de norm veroorzaakt.<br />

Inrichtingen<br />

Binnen het plangebied bevinden zich geen inrichtingen die in het kader van externe<br />

veiligheid relevant zijn. Ook buiten het plangebied bevinden zich geen inrichtingen<br />

waarvan het invloedsgebied zich tot het plangebied uitstrekt.<br />

Vervoer over de weg, het water en het spoor<br />

Door het plangebied lopen geen wegen die een route voor gevaarlijke stoffen betreffen.<br />

Daarnaast is er in de omgeving van het plangebied ook geen sprake van vervoer van<br />

gevaarlijk stoffen over water/per spoor. In het plangebied ligt derhalve geen 10 -6<br />

plaatsgebonden risicocontour als gevolg van een vervoersstroom.<br />

Buisleidingen<br />

In het plangebied zijn geen buisleidingen aanwezig die in het kader van de externe<br />

veiligheid relevant zijn. Ten oosten van het plangebied langs het Valleikanaal ligt echter<br />

wel een hogedrukaardgasleiding van de Gasunie. De plaatsgebonden risicocontour van de<br />

gasleiding van 40 bar en 8 inch ligt op de leiding zelf en vormt zodoende geen<br />

belemmering.<br />

[PM, in het kader van het groepsrisico met betrekking tot de buisleiding wordt momenteel<br />

onderzoek uitgevoerd. De resultaten van dit onderzoek worden wanneer beschikbaar, in<br />

deze paragraaf vermeld.]<br />

4.4 Flora en fauna<br />

Binnen de bescherming van de natuur in Nederland wordt onderscheid gemaakt tussen<br />

bescherming van gebieden en van soorten.<br />

4.4.1 Gebiedsbescherming<br />

De bescherming van gebieden is geregeld via de Natuurbeschermingswet 1998 of via<br />

bestemmingsplannen van de gemeenten. De Natuurbeschermingswet bepaald wat er wel en<br />

niet mag in de beschermde natuurgebieden. Activiteiten die mogelijk negatieve gevolgen<br />

kunnen hebben voor de natuurwaarden mogen niet plaatsvinden zonder vergunning. Verder<br />

is iedereen verplicht zorgvuldig om te gaan met natuurgebieden, de zogenaamde<br />

zorgplicht.<br />

Het plangebied is niet aangewezen als Natura 2000-gebied en behoort ook niet tot de<br />

Ecologische Hoofdstructuur. Wel ligt op meer dan 2 kilometer ten oosten van <strong>Leusden</strong> het<br />

Natura 2000-gebied 'Groot Zandbrink'. Daarnaast ligt ten zuiden van <strong>Leusden</strong> het<br />

beschermde natuurmonument Schoolsteegbosjes. Tot slot ligt ten zuiden en zuidoosten van<br />

<strong>Leusden</strong> een brede strook EHS.<br />

- bestemmingsplan<br />

32 <strong>Leusden</strong>-<strong>Noord</strong> - <strong>Asschatterweg</strong> e.o. -


Het valleikanaal is aangewezen als een ecologische verbindingszone.<br />

Het bestemmingsplan maakt geen ontwikkelingen mogelijk die negatieve gevolgen kunnen<br />

hebben op de in de omgeving liggende waardevolle natuurgebieden.<br />

4.4.2 Soortenbescherming<br />

De Flora- en Faunawet beschermt een groot aantal in het wild levende planten- en<br />

diersoorten, ook buiten beschermde natuurgebieden. De wet verbiedt een aantal<br />

handelingen die kunnen leiden tot schade aan (populaties of individuen van) beschermde<br />

soorten (algemene verbodsbepalingen).<br />

Wanneer het bestemmingsplan handelingen mogelijk maakt die beschermde planten en<br />

dieren kunnen bedreigen, is het verplicht om vooraf te toetsen of deze plannen kunnen<br />

leiden tot overtreding van algemene verbodsbepalingen. Wanneer dit het geval dreigt te<br />

zijn, moet onderzocht worden of er maatregelen genomen kunnen worden om dit te<br />

voorkomen, indien dit niet mogelijk is dienen de gevolgen voor beschermde soorten zoveel<br />

mogelijk beperkt te worden.<br />

Het plangebied maakt onderdeel uit van het stedelijk gebied van <strong>Leusden</strong>. Het<br />

bestemmingsplan maakt verder geen ontwikkelingen mogelijk die kunnen leiden tot hinder<br />

of beschadiging van eventuele aanwezige natuurwaarden.<br />

4.5 Geluid<br />

Conform de Wet geluidhinder (Wgh) is het noodzakelijk akoestisch onderzoek te doen als<br />

nieuwe geluidsgevoelige bebouwing (zoals woningen, scholen, ziekenhuizen en<br />

verpleeghuizen) of bij een uitbreiding van dergelijke bestemmingen binnen de geluidszone<br />

van een weg worden gesitueerd.<br />

4.5.1 Wegverkeerlawaai<br />

Voor het akoestisch onderzoek zijn vanuit de Wgh alleen de wegen relevant waar een<br />

maximum snelheid van 50 kilometer per uur of meer geldt. Voor 30 kilometer zones hoeft<br />

conform artikel 74 lid 2 van de Wet geluidhinder geen akoestisch onderzoek te worden<br />

verricht. De geluidszone voor 50 km/u wegen (1 of 2 rijstroken) is ingevolge de Wet<br />

geluidhinder 200 meter.<br />

50 km/uur wegen<br />

Met uitzondering van de Randweg, Ruige Velddreef, <strong>Asschatterweg</strong>, Torenakkerweg,<br />

Middenweg en <strong>Noord</strong>erinslag zijn alle in het plangebied voorkomende wegen ingericht als<br />

30 km/uur-gebied. Daarmee vallen deze wegen buiten de akoestische onderzoeksplicht<br />

vanuit de Wet geluidhinder. Binnen de geluidszones van de wegen Randweg, Ruige<br />

Velddreef, <strong>Asschatterweg</strong>, Torenakkerweg, Middenweg en <strong>Noord</strong>erinslag worden in het<br />

kader van dit bestemmingsplan geen nieuwe geluidgevoelige functies mogelijk gemaakt.<br />

Voor de bestaande woningen in het plangebied zijn in het verleden geen hogere<br />

grenswaarde vastgesteld.<br />

30 km/uur wegen<br />

Ten aanzien van wegen met een maximum snelheid van 30 km/uur is in het vastgestelde<br />

geluidbeleid van de gemeente <strong>Leusden</strong> het volgende opgenomen:<br />

Vanuit ruimtelijke ordening moet worden beoordeeld of de geluidbelasting op woningen<br />

nabij een 30 km/uur weg voldoet aan de voorkeursgrenswaarde. Bij nieuwbouw van<br />

woningen en reconstructie van wegen zal altijd getoetst moeten worden aan de<br />

wettelijke eisen voor het binnenniveau, te weten 33 dB. Dit betekent dat ook voor<br />

wegen met een maximale snelheid van 30 km/uur een akoestisch onderzoek moet<br />

- bestemmingsplan<br />

<strong>Leusden</strong>-<strong>Noord</strong> - <strong>Asschatterweg</strong> e.o. - 33


worden uitgevoerd indien de geluidbelasting op de gevel mogelijk meer dan 53 dB zal<br />

bedragen. Bij een geluidsbelasting van 53 dB kan met een gebouwschil de wettelijke<br />

binnenwaarde van 33 dB worden gehaald.<br />

Conclusie<br />

Omdat in dit bestemmingsplan geen nieuwe geluidgevoelige objecten worden gerealiseerd<br />

is onderzoek in het kader van de Wet geluidhinder niet noodzakelijk. Wanneer in de<br />

toekomst sprake is van een plan waarbij nieuwe geluidgevoelige objecten worden<br />

gerealiseerd, dient hier akoestisch onderzoek voor uitgevoerd te worden. Dit akoestische<br />

onderzoek dient dan zowel te voldoen aan de eisen uit de Wgh als het gemeentelijke<br />

geluidbeleid.<br />

4.5.2 Railverkeerlawaai<br />

Het plangebied ligt buiten een geluidszone voor spoorlijnen.<br />

4.5.3 Industrielawaai<br />

Het plangebied valt niet binnen een geluidszone als gevolg van industrielawaai.<br />

4.6 Luchtkwaliteit<br />

Sinds 2007 is de nieuwe Wet luchtkwaliteit in werking getreden. In deze wet zijn<br />

grenswaarden opgenomen die bindend zijn voor de overheid. In de wet wordt aangegeven<br />

dat bij uitoefening van bestuurlijke bevoegdheden die gevolgen kunnen hebben voor de<br />

luchtkwaliteit ten aanzien van een bepaalde luchtverontreinigende stof de betreffende<br />

grenswaarden in acht moeten worden genomen. Omdat grenswaarden bindend zijn, stellen<br />

ze beperkingen aan activiteiten waardoor overschrijding van de grenswaarden voor de<br />

buitenluchtkwaliteit geldt. De grenswaarden moeten derhalve worden betrokken bij de<br />

ruimtelijke planvorming (luchtparagraaf in bestemmingsplan).<br />

Bij ministeriële regeling (de regeling Niet in betekenende mate bijdragen) zijn categorieën<br />

van gevallen aangewezen, waarin (onder andere) het vaststellen van een bestemmingsplan<br />

in ieder geval niet in betekenende mate bijdraagt aan de luchtverontreiniging. Wanneer<br />

een ontwikkeling valt onder de categorieën van deze gevallen is het niet noodzakelijk<br />

luchtkwaliteitsonderzoek uit te voeren.<br />

Het bestemmingsplan maakt geen ontwikkelingen mogelijk die dermate negatieve<br />

gevolgen hebben voor de luchtkwaliteit dat de grenswaarden worden overschreden.<br />

Onderzoek naar luchtkwaliteit is derhalve niet noodzakelijk.<br />

4.7 Milieuhinder bedrijvigheid<br />

Ten aanzien van de milieuzonering rond in het plan voorkomende bedrijfsactiviteiten is<br />

aangesloten bij de publicatie Bedrijven en Milieuzonering 2009 van de Vereniging<br />

Nederlandse <strong>Gemeente</strong>n (VNG). Hierbij gaat het om de in deze publicatie opgenomen<br />

categorisering van bedrijfstypen en de daarbij behorende afstanden ten opzichte van<br />

woonbebouwing (uitgaande van een rustige woonwijk).<br />

Uit de inventarisatie blijkt dat de volgende inrichtingen zich in het plangebied bevinden:<br />

Adres Soort inrichting Categorie<br />

Aragon 20 Boekbindatelier Cat 1 - 10 m geluid<br />

Aragon 46 Acupuncturist Cat 1 - 10 m geluid<br />

Aragon 48 Schoonheidssalon Cat 1 - 10 m geluid<br />

- bestemmingsplan<br />

34 <strong>Leusden</strong>-<strong>Noord</strong> - <strong>Asschatterweg</strong> e.o. -


<strong>Asschatterweg</strong> 69A Huisartsenpraktijk Cat 1 - 10 m geluid<br />

Bitterschoten 25 Praktijk voor fysiotherapeuten Cat 1 - 10 m geluid<br />

Bohemen 8 Uitgeverij Cat 1 - 10 m geluid<br />

Bohemen 9 Massagepraktijk Cat 1 - 10 m geluid<br />

Bohemen 49 Illustrator - kunstenaar Cat 1 - 10 m geluid<br />

Bolderikhof 18<br />

Bouwdriest 1A<br />

Onbekend<br />

Leegstand<br />

Bretagne 20 Praktijk voor alternatieve geneeswijzen Cat 1 - 10 m geluid<br />

Dalmatie 30 Grafische vormgeving Cat 1 - 10 m geluid<br />

Dalmatie 50 Ontwerpstudio Cat 1 - 10 m geluid<br />

De Start 14 Galerie Cat 1 - 10 m geluid<br />

Dolomietenpad 1 Zwembad Cat 4.1 - 200 m<br />

geluid - particulier<br />

Dordogne 5<br />

Ambachtelijke bouw, renovatie en<br />

schildersbedrijf<br />

Dordogne 6 Praktijk voor psychologie Cat 1 - 10 m geluid<br />

Dordogne 16 Huidverzorging Cat 1 - 10 m geluid<br />

Dordogne 24 Welzijnspraktijk Cat 1 - 10 m geluid<br />

Eikenlaan 1 Kunstgebouw (lessen en workshops) Cat 2 - 30 m geluid<br />

Eikenlaan 44 Dierenarts Cat 1 - 10 m geluid<br />

Eikenlaan 51 Bureau voor financieel management Cat 1 - 10 m geluid<br />

Galicie 29 Journalistiek en communicatie Cat 1 - 10 m geluid<br />

Gironde 19 Manueel therapeut Cat 1 - 10 m geluid<br />

Grienden 7 Handverzorging en pedicure Cat 1 - 10 m geluid<br />

Henegouwen 18 Pedicure Cat 1 - 10 m geluid<br />

Henegouwen 24 Tandarts Cat 1 - 10 m geluid<br />

Henegouwen 31 Oefentherapeut Cat 1 - 10 m geluid<br />

Kollenkamp 8 Sportmassage en pedicure Cat 1 - 10 m geluid<br />

Lepelaar 6 Balletschool Cat 2 - 30 m geluid<br />

Lepelaar 7 IJssalon en cafetaria Cat 1 - 10 m<br />

geur/geluid<br />

Lepelaar 8 Manueel therapeut Cat 1 - 10 m geluid<br />

Lepelaar 9 Huisarts Cat 1 - 10 m geluid<br />

Lepelaar 9A Praktijk voor tandheelkunde Cat 1 - 10 m geluid<br />

Melafier 33 Horloger Cat 1 - 10 m geluid<br />

Rozengaarde 22B<br />

Verzamelgebouw peuterspeelzaal,<br />

zorgvereniging<br />

Cat 2 - 30 m geluid<br />

- bestemmingsplan<br />

<strong>Leusden</strong>-<strong>Noord</strong> - <strong>Asschatterweg</strong> e.o. - 35


Rozengaarde 33 Gezondheidscentrum, verloskundigenpraktijk Cat 1 - 10 m geluid<br />

Rozengaarde 37 Basisschool Cat 2 - 30 m geluid<br />

Rozenhaag 43 Basisschool Cat 2 - 30 m geluid<br />

Travertijn 10 Organisatie schoonheidsverzorging Cat 1 - 10 m geluid<br />

Valleilaan 2 Uitvaartcentrum Cat 1 - 10 m geluid<br />

Valleilaan 3 Tennisvereniging De Wetering Cat 3.1 - 50 m<br />

geluid<br />

Waarden 25B Restaurant pannenkoekenhuis Cat 1 - 10 m<br />

geur/geluid<br />

Walstro 12 Pedicure Cat 1 - 10 m geluid<br />

Walstro 82 Praktijk voor Chinese geneeswijzen Cat 1 - 10 m geluid<br />

Wilgenlaan 21<br />

Schildersbedrijf<br />

Zonnedauw 1 Basisschool en bso Cat 2 - 30 m geluid<br />

Zonnedauwhof 7 Salon voor huidverzorging en visagie Cat 1 - 10 m geluid<br />

Zwarteweg 6 Café en snackbar Cat 1 - 10 m<br />

geur/geluid<br />

Zwarteweg 8<br />

Detailhandel, tapijthandelaar<br />

Zwarteweg 28 Garagebedrijf en showroom occasion centrum Cat 2 - 30 m geluid<br />

tabel - overzicht van aanwezige inrichtingen in plangebied<br />

Zoals uit de tabel blijkt bevinden zich in het plangebied hoofdzakelijk inrichtingen uit de<br />

categorieën 1 en 2. Inrichtingen uit categorie 1 en 2 worden als aanvaardbaar geacht in<br />

een woonomgeving, aangezien de hinder voor de omgeving minimaal is. Er zijn enkele<br />

inrichtingen die in categorie 3.1 en 4.1 vallen. Het betreft sportterreinen waarvan geluid<br />

de hinderende factor is. Het zwembad betreft echter een kleinschalig zwembad met een<br />

buurtfunctie en levert minder hinder op, dan de VNG-lijst standaard voorschrijft aan<br />

zwembaden. De tennisvereniging ligt buiten het woongebied en op voldoende afstand. In<br />

beide gevallen zijn er ook geen nieuwe ontwikkelingen voorzien in de directe omgeving.<br />

4.8 Geurhinder<br />

Wet geurhinder en veehouderij<br />

Sinds januari 2007 is de Wet geurhinder en veehouderij van kracht. De wet vormt het<br />

exclusieve toetsingkader voor stankhinder vanwege veehouderijbedrijven. Voor het aspect<br />

geur gelden afstanden door middel van een zonering.<br />

Grenzend aan de oostzijde van het plangebied liggen enkele agrarische bedrijven die<br />

vanwege de aard van agrarische activiteiten een geurhindercirkel kunnen hebben. De<br />

aanwezige agrarische bedrijvigheid in de omgeving vormt geen belemmering voor dit<br />

bestemmingsplan. Kijkend naar het conserverende karakter van dit bestemmingsplan<br />

worden geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk gemaakt waarbij gevoelige functies binnen<br />

een geurhindercirkel worden gerealiseerd.<br />

- bestemmingsplan<br />

36 <strong>Leusden</strong>-<strong>Noord</strong> - <strong>Asschatterweg</strong> e.o. -


4.9 Waterparagraaf<br />

Sinds 14 februari 2001 is het verplicht een Watertoets bij ruimtelijke ontwikkelingen uit te<br />

voeren, wat als gevolg heeft dat in alle ruimtelijke plannen - en dus ook het<br />

bestemmingsplan - een zogeheten waterparagraaf moet zijn opgenomen. De<br />

waterparagraaf omvat het advies van de waterbeheerder en een gemotiveerd besluit ten<br />

aanzien van de wateraspecten. Eventuele afwijkingen van het advies van de<br />

waterbeheerder worden gemotiveerd. Daarbij moet door de initiatiefnemer worden<br />

aangegeven hoe met die afwijking wordt omgegaan. In de laatste instantie kan worden<br />

teruggegrepen op het nemen van verzachtende maatregelen of compensatie inclusief<br />

afspraken over financiering en uitvoering.<br />

Er gaat overleg plaatsvinden met de Waterbeheerder over dit plan. De resultaten van dit<br />

overleg zullen in dit plan worden opgenomen. Omdat voorliggend bestemmingsplan geen<br />

ontwikkelingen mogelijk maakt is de verwachting dat het aspect water geen knelpunt<br />

vormt.<br />

4.10 Duurzaamheid<br />

De gemeente streeft ernaar dat gebouweigenaren bij nieuwbouw of verbouw energiezuinig<br />

bouwen en duurzame materialen toepassen, zoals duurzaam geproduceerd hout of<br />

herbruikbare materialen.<br />

- bestemmingsplan<br />

<strong>Leusden</strong>-<strong>Noord</strong> - <strong>Asschatterweg</strong> e.o. - 37


- bestemmingsplan<br />

38 <strong>Leusden</strong>-<strong>Noord</strong> - <strong>Asschatterweg</strong> e.o. -


Hoofdstuk 5<br />

5.1 Algemeen<br />

Planbeschrijving<br />

Allereerst is het van belang om vast te stellen dat in het geval van <strong>Leusden</strong>-<strong>Noord</strong> sprake is<br />

van een conserverend bestemmingsplan. De woonbuurten Rozenboom, Rozendaal, De<br />

Wetering, Alandsbeek, 't Ruige Veld en Hamersveld zijn bestaande woonbuurten. Het doel<br />

van dit nieuwe bestemmingsplan is om de bestaande situatie zoveel mogelijk vast te<br />

leggen. Nieuwe ontwikkelingen worden pas in het bestemmingsplan mogelijk gemaakt<br />

wanneer deze min of meer onomstreden zijn.<br />

Voor het plangebied zijn meerdere bestemmingsplannen geldend. Binnen deze verschillende<br />

bestemmingsplannen zijn verschillende rechten opgenomen voor de bewoners van de<br />

woonbuurten. Om te voorkomen dat deze rechten worden ingeperkt vloeien de regels van<br />

dit nieuwe bestemmingsplan voort uit de geldende bestemmingsplannen.<br />

Het bestemmingsplan is in eerste instantie gericht op het bieden van een actueel en<br />

eenduidig juridisch-planologisch kader voor het gehele plangebied. Inhoudelijk gaat het<br />

plan in op de bestemmingsregelingen voor bestaande woonwijken, openbaar gebied,<br />

voorzieningen, water-, groen-, en verkeersstructuren. De juridische vertaling van het plan<br />

in de vorm van regels is in hoofdstuk 6 beschreven.<br />

5.2 Doelstellingen<br />

Als belangrijkste doelstelling voor het plangebied geldt dat in het nieuwe bestemmingsplan<br />

zoveel mogelijk aangesloten moet worden op de geldende bestemmingsplanregeling. De<br />

plannen waar de juridische basis voor het plangebied in vastgelegd is zijn dan ook een<br />

belangrijke informatiebron.<br />

Het bestemmingsplan dient logischerwijs de bestaande situatie weer te geven en niet<br />

strijdig te zijn met het geformuleerde beleid. In hoofdstuk 3 is per beleidsstuk kort<br />

aangegeven in welke mate een beleidsstuk verband houdt met het bestemmingsplan. Uit<br />

deze paragrafen blijkt dat het bestemmingsplan niet strijdig is met de relevante rijks-,<br />

provinciale, regionale en gemeentelijke beleidsstukken.<br />

5.3 Uitgangspunten<br />

Het conserverende deel van het bestemmingsplan bestaat uit de huidige situatie van het<br />

plangebied. Dit wil echter niet zeggen dat er geen ontwikkelingen mogelijk zijn; deze<br />

ontwikkelingen betreffen geen nieuwe bouwlocaties maar zaken betreffende de bestaande<br />

bebouwing en inrichting van het gebied.<br />

Bij het bestemmen van de bestaande woonwijken moet worden nagedacht over de<br />

uniformiteit van de juridische regeling versus eventuele beperking óf verruiming van<br />

bestaande rechten (bijvoorbeeld ten aanzien van dakopbouwen, bedrijf-aan-huis en<br />

erfbebouwing).<br />

5.3.1 Ruimtelijke structuur<br />

Voor de hoofdbebouwingsstructuur zijn als regel de geldende bestemmingsregelingen als<br />

uitgangspunt genomen. Hierbij wordt extra aandacht geschonken aan het eigen karakter<br />

van ieder object. De bestaande ruimtelijke kwaliteit dient beschermd te worden door:<br />

1. het wijkoverschrijdend groen te borgen;<br />

2. waar mogelijk ruimte te bieden voor versterking van het leefklimaat;<br />

3. ruimte te bieden voor gedifferentieerde en aantrekkelijke woonmilieus;<br />

- bestemmingsplan<br />

<strong>Leusden</strong>-<strong>Noord</strong> - <strong>Asschatterweg</strong> e.o. - 39


4. voldoende uitbreidingsmogelijkheden te bieden voor bestaande woningen.<br />

Het plan is zo opgezet dat waar mogelijk ruimte is geboden om de ruimtelijke structuur in<br />

het plangebied te versterken. Hierop wordt in paragraaf 5.3.3 nader op ingegaan. In<br />

voorliggend bestemmingsplan worden daarnaast mogelijkheden geboden voor uit- en<br />

aanbouwen. Met de uitbreidingsruimte is rekening gehouden met de bestaande<br />

uitbreidingsruimte uit de geldende plannen.<br />

Rozendaal<br />

De wijk Rozendaal is een bijzondere wijk. Hier is in het bestemmingsplan dan ook gekozen<br />

om deze bijzondere stedenbouwkundige en bouwkundige opzet van de wijk te behouden en<br />

zo goed mogelijk te beschermen. Dit uit zich onder meer door het verbieden van een kap<br />

op de woningen en door bijzondere situaties op het achtererf, waarbij de bestemmingen<br />

"Wonen" en "Tuin" elkaar afwisselen.<br />

5.3.2 Functionele structuur<br />

Wonen<br />

Het grootste deel van de zes woonbuurten heeft de functie wonen. Het is dan ook gewenst<br />

de huidige woonfunctie in het gebied te handhaven en waar mogelijk te versterken. Dit<br />

betekent dat bij het ontstaan van vrije ruimten in eerste plaats wordt gedacht aan<br />

opvulling met woonfuncties of met functies die de woonfunctie ondersteunen. Hierbij is<br />

het wel van belang om te zorgen dat de nieuwe woonfunctie niet leidt tot een toename van<br />

de parkeerdruk in het openbaar gebied. De extra parkeerbehoefte zal dan ook op het eigen<br />

terrein gerealiseerd worden.<br />

Aanpassingen aan de woning<br />

Over het algemeen kan worden gesteld dat bij het ouder worden van de woning, de wens<br />

tot verandering in en aan de woning zal toenemen. Deze hebben over het algemeen<br />

betrekking op het uitbreiden van de woonruimte, het luxer maken van de woning of een<br />

grotere of nieuwe berging/garage in de achter-, zij- of voortuin. Deze nieuwe wensen<br />

hangen voor een groot deel samen met de verandering van levensfase (kinderen uit huis,<br />

pensionering e.d.).<br />

Het nieuwe bestemmingsplan dient mogelijkheden te bieden voor veranderde verbouw- en<br />

gebruikswensen. Dit betekent echter niet dat de uitbreiding van de woningen<br />

ongelimiteerd kan zijn. De ruimte is doorgaans beperkt. Uitbreidingen aan de woning<br />

kunnen hinderlijk zijn voor de buren, omdat de ruimte tussen woningen in veel situaties te<br />

krap is of wordt. Ook laten de stedenbouwkundige opzet en de architectuur niet elke<br />

willekeurige verbouwing of gebruiksverandering toe.<br />

Voor zover voor de aanpassingen een omgevingsvergunning voor bouwen nodig is worden<br />

deze niet alleen getoetst aan het bestemmingsplan maar ook aan de gemeentelijke<br />

welstandsnota.<br />

Tuinen<br />

De tuinen behorende bij de woningen in de verschillende buurten dragen in hoge mate bij<br />

aan de groenstructuur van de buurt. Vandaar dat de gronden gelegen tussen de bebouwing<br />

en de openbare weg, zoveel mogelijk als tuin zijn bestemd.<br />

Op deze wijze wordt het groene karakter van de buurt op de kaart beter aangegeven en<br />

komt het werkelijke profiel van het openbare gebied tussen de bebouwing beter in beeld.<br />

Carports voor de woning<br />

In dit bestemmingsplan is het niet toegestaan om aan de voorzijde van een woning een<br />

nieuwe carport op te richten. De bestaande carports in het plangebied die voor de<br />

woningen staan worden toegestaan.<br />

- bestemmingsplan<br />

40 <strong>Leusden</strong>-<strong>Noord</strong> - <strong>Asschatterweg</strong> e.o. -


Functiemenging<br />

De vraag kan worden gesteld in hoeverre de leefbaarheid van een wijk wordt verhoogd<br />

door het toelaten van bedrijfsmatige activiteiten aan huis. Steeds vaker wordt een<br />

sterkere verwevenheid van wonen en werken bepleit; functiemenging binnen een<br />

woonbuurt.<br />

Met functiemenging kan enerzijds een bijdrage worden geleverd aan het plaatselijke<br />

voorzieningenniveau. Anderzijds kan het werken-aan-huis een stimulans geven aan de<br />

economische ontwikkelingen. Veel startende ondernemers zijn op deze manier begonnen.<br />

Bij de uitbreiding van de activiteiten dient vanzelfsprekend uitgezien te worden naar meer<br />

passende huisvesting.<br />

In principe staat de gemeente positief tegenover deze ontwikkeling, echter zonder de<br />

mogelijke nadelen uit het oog te verliezen. Binnen de ruimtelijk-functionele opzet van<br />

bestaande woonwijken zijn de mogelijkheden namelijk doorgaans beperkt. Voorkomen<br />

dient te worden dat er overlast voor het wonen ontstaat, omdat bijvoorbeeld het<br />

verkeerssysteem, parkeervoorzieningen en de verkaveling niet inspelen op andere functies<br />

en de gevolgen van die andere functies. In het bestemmingsplan zijn derhalve voorwaarden<br />

opgenomen waarmee voorkomen wordt dat beroep- en bedrijfsmatige activiteiten aan huis<br />

hinder veroorzaken voor de omgeving.<br />

De regeling in het bestemmingsplan voorziet in het toestaan van beroepen aan huis<br />

waarvoor 30% van de brutovloeroppervlakte kan worden gebruikt met een maximum van<br />

50m². Daarnaast is er een algemene afwijkingsregeling opgenomen ten behoeve van<br />

bedrijfsmatige activiteiten aan huis. Tenslotte is met een algemene<br />

afwijkingsmogelijkheid het ook mogelijk om een bed and breakfast te beginnen. Ook<br />

hiervoor geldt dat 30% van de brutovloeroppervlakte mag worden gebruikt voor dit doel<br />

met een maximum van 50m²<br />

Uitbreiding aan zijkant woningen<br />

Inleiding<br />

Het bestemmingsplan en het beleid van de gemeente <strong>Leusden</strong> biedt mogelijkheden voor de<br />

uitbreiding aan de zijkant van de woning. Echter, in de verschillende situaties van<br />

uitbreidingsmogelijkheden aan de zijkant van een woning zijn ook verschillende<br />

oplossingen gewenst. Indien een uitbreiding van de woning aan de zijkant is gewenst moet<br />

maatwerk worden toegepast om te komen tot een geschikt plan. Hieronder wordt<br />

weergegeven hoe wordt omgegaan met de beoordeling van plannen voor de uitbreiding van<br />

de woning aan de zijkant. Centraal hierin is de richtlijn dat een uitbreiding ondergeschikt<br />

blijft ten aanzien van het hoofdgebouw (de oorspronkelijke woning).<br />

Standaard<br />

De woning kan standaard worden uitgebreid tot 3 meter breed gemeten vanuit de zijgevel.<br />

De uitbouw moet daarbij 1 meter terug liggen ten opzichte van de voorgevel van de woning<br />

en er mag 1 bouwlaag worden gemaakt (maximaal 3 meter hoog). Deze uitbreiding mag<br />

aan de achterzijde de hoek om gaan om eventueel aan te sluiten op een uitbreiding aan de<br />

achterzijde.<br />

Maatwerk<br />

Een grotere uitbreiding aan de zijkant van de woning is ook mogelijk. Hierbij moet wel<br />

maatwerk worden toegepast en kan niet meer worden gesproken van harde<br />

maatvoeringen, behalve dat de uitbreiding aan de zijkant minimaal 1 meter terug moet<br />

liggen ten opzichte van de voorgevel van de woning.<br />

Hoogte en kap<br />

- bestemmingsplan<br />

<strong>Leusden</strong>-<strong>Noord</strong> - <strong>Asschatterweg</strong> e.o. - 41


Uitgangspunt voor de hoogte van de uitbreiding is dat er maximaal 2 bouwlagen als<br />

verblijfsruimte kunnen worden ingericht. De maatvoering ervan wordt echter afgestemd op<br />

de woning. Als de woning een plat dak heeft dan krijgt de uitbouw ook een plat dak. Bij<br />

een kap op de woning moet de tweede bouwlaag van de uitbreiding ook in de vorm van een<br />

kap. De dakhelling van de uitbreiding moet parallel lopen met de dakhelling van de woning.<br />

Hierdoor kan het voorkomen dat de nok van de uitbreiding wel wat hoger wordt dan 2<br />

bouwlagen. Centraal uitgangspunt blijft dat de uitbreiding ondergeschikt is. Dat betekent<br />

ondermeer dat als de woning slechts 2 bouwlagen heeft, een uitbreiding met 2 bouwlagen<br />

aan de zijkant niet mogelijk is.<br />

Breedte<br />

Uitgangspunt is dat de breedte van de uitbreiding aan de zijkant - indien breder dan 3<br />

meter - maximaal 2/3 van de breedte van oorspronkelijk de woning mag bedragen. Een<br />

uitzondering hierop kan bijvoorbeeld zijn dat in de oorspronkelijke<br />

bouw/stedenbouwkundige opzet al een garage aan de zijkant is gerealiseerd die breder is<br />

dan deze verhouding. Bij een aanvraag voor een tweede bouwlaag op deze garage wordt<br />

dan dezelfde breedte toegepast.<br />

Door uitbreidingen geschakelde woningen<br />

Indien woningen door de uitbreiding aan de zijkant (mogelijk) geschakeld worden met de<br />

uitbreiding van de naburige woning, is de maximale hoogte van de uitbreiding 5 meter.<br />

Een grotere hoogte kan het stedenbouwkundig aanzicht van bijvoorbeeld een serie<br />

twee-aan-één woningen doen veranderen in rijwoningen. Dit is niet gewenst. In deze<br />

situaties is er extra aandacht voor de ondergeschiktheid van de uitbreiding.<br />

Instrumenten/ juridische implementatie<br />

Bovenstaand beleid wordt mogelijk gemaakt met gebruikmaking van drie instrumenten:<br />

Standaard uitbreidingsmogelijkheden: directe werking in woonregeling van het<br />

bestemmingsplan.<br />

Uitbreiding zijkant tot max 5m hoog: Binnenplanse afwijkingsmogelijkheid.<br />

Overig: Buitenplans afwijkingsmogelijkheid.<br />

Buiten de standaard mogelijkheden moet een omgevingsvergunning worden aangevraagd<br />

om van het bestemmingsplan te mogen afwijken. Dit is noodzakelijk om het maatwerk te<br />

kunnen toepassen zoals hierboven omschreven. De afwijkingsmogelijkheid voor<br />

uitbreidingen aan de zijkant die in de regels van het bestemmingsplan is opgenomen gaat<br />

tot een hoogte van maximaal 5 meter. In deze gevallen is een omgevingsvergunning nodig<br />

voor het afwijken van het bestemmingsplan (binnenplans), maar is de bouwactiviteit<br />

verder vergunningsvrij.<br />

Indien hogere bouwwerken worden toegestaan met gebruikmaking van regels uit het<br />

bestemmingsplan kunnen er, gelet op het bouwbesluit 2003, 2 bouwlagen ontstaan met<br />

verblijfsgebied. Gelet op de veiligheid van toekomstige gebruikers en de omgeving van<br />

een bouwwerk wordt het zinvol geacht dat het bouwen in dat geval, in het kader van een<br />

omgevingsvergunning voor bouwen, wordt onderworpen aan een preventieve toets aan het<br />

bouwbesluit 2003 en de bouwverordening.<br />

Voor de overige uitbreidingen is een omgevingsvergunning nodig om af te wijken van het<br />

bestemmingsplan (buitenplans). Hierbij is ook voor de activiteit bouwen een<br />

omgevingsvergunning nodig.<br />

Maatschappelijk<br />

Zoals uit de beschrijving van de bestaande situatie blijkt, bevinden zich in het plangebied<br />

- bestemmingsplan<br />

42 <strong>Leusden</strong>-<strong>Noord</strong> - <strong>Asschatterweg</strong> e.o. -


enkele maatschappelijke voorzieningen. Met betrekking tot deze maatschappelijke<br />

voorzieningen worden geen ingrijpende veranderingen verwacht. In het bestemmingsplan<br />

wordt derhalve volstaan met het positief bestemmen van de aanwezige maatschappelijke<br />

voorzieningen, waarbij per voorziening een redelijke uitbreidingsmogelijkheid is gegeven,<br />

teneinde zich voldoende te kunnen ontplooien.<br />

Enige flexibiliteit in het bestemmingsplan is wenselijk. Mocht binnen de komende 10 jaar<br />

blijken, dat een aanwezige maatschappelijke voorziening moet worden verplaatst (of<br />

opgeheven), dan dient het zonder herziening van het bestemmingsplan mogelijk te zijn om<br />

ter plaatse een andere passende maatschappelijke functie toe te staan (bijvoorbeeld een<br />

school in gebruik nemen als peuterspeelzaal).<br />

Gemengd<br />

Met de woon- en maatschappelijke functies, zijn de belangrijkste functies in het<br />

plangebied benoemd. Alleen langs de Zwarteweg en in de omgeving van de Lepelaar komen<br />

enkele andere functies voor. Langs de Zwarteweg gaat het om horeca, detailhandel en een<br />

autobedrijf. Aan de Lepelaar gaat het om een medisch centrum en horeca.<br />

Op deze locaties en in deze gebouwen is het wenselijk om een zeker flexibel gebruik toe te<br />

staan, zodat de gebruiksmogelijkheden van de gebouwen optimaal kunnen worden benut.<br />

Dit betekent dat voor de panden (die nu vigerend al een 'Centrumdoeleinden' bestemming<br />

hebben) aan de Zwarteweg ingezet wordt op een bestemming Gemengd waarin naast<br />

kantoren en dienstverlening waar aanwezig ook detailhandel en horeca mogelijk is. Voor de<br />

panden langs de Lepelaar zal er een andere bestemming Gemengd worden gebruikt die zich<br />

meer richt op dienstverlening, maatschappelijke functies en waar aanwezig horeca.<br />

5.3.3 Openbare ruimte<br />

De openbare (open) ruimten, te weten wegen -en soortgelijke verkeers- en<br />

verblijfsruimten-, water en groen zijn zoveel mogelijk als zodanig bestemd. Binnen de<br />

diverse bestemmingen zijn verscheidene mogelijkheden opgenomen voor het uitvoeren<br />

van ondergeschikte aanpassingen in de bestaande inrichting.<br />

In het nieuwe bestemmingsplan wordt uitgegaan van de bestaande verkeerssituatie.<br />

Hierbij is onderscheid gemaakt tussen de wegen die toegankelijk zijn voor<br />

motorvoertuigen en de langzaamverkeerverbindingen. In het bestemmingsplan is dit als<br />

volgt ingevuld:<br />

de wegen die geschikt zijn voor de auto, zowel de gebiedsontsluitingswegen als de<br />

wegen met een verblijfsfunctie en woonerven krijgen de bestemming "Verkeer -<br />

Verblijfsgebied". Binnen deze bestemming zijn ook onder andere groen-, speel-, en<br />

watervoorzieningen toegestaan;<br />

de hoofdfietsroutes door de verschillende wijken en de fietspaden die door<br />

groengebieden lopen, hebben de aparte bestemming "Verkeer - Fiets en voetpaden"<br />

gekregen. Hiermee worden deze paden gewaarborgd en wordt voorkomen dat deze<br />

paden in de toekomst geschikt worden gemaakt voor eventueel het autoverkeer.<br />

Watergangen en -partijen met een structurele functie voor waterberging en<br />

waterhuishouding zijn specifiek bestemd tot "Water".<br />

- bestemmingsplan<br />

<strong>Leusden</strong>-<strong>Noord</strong> - <strong>Asschatterweg</strong> e.o. - 43


In 2011 wordt het groenbeleid geactualiseerd en uitgebreid met een bomenplan. De<br />

bestaande groenstructuren zullen met deze actualisatie echter niet veranderen. In het<br />

belang van de instandhouding van de groenstructuur worden deze beeldbepalende<br />

- bestemmingsplan<br />

44 <strong>Leusden</strong>-<strong>Noord</strong> - <strong>Asschatterweg</strong> e.o. -


groengebieden specifiek bestemd tot "Groen". De groenbestemming wordt een beperkte<br />

bestemming, waarin hoofdzakelijk groenvoorzieningen en speelvoorzieningen worden<br />

toegestaan. Het aanleggen van parkeervoorzieningen is binnen de groenbestemming niet<br />

mogelijk.<br />

De kleinere groene gebieden, zoals de bermen langs wegen, worden betrokken binnen de<br />

verkeersbestemmingen. Met het bestemmen op deze wijze wordt het mogelijk om het<br />

openbare gebied opnieuw in te richten. Hierbij wordt op buurtniveau bekeken welke<br />

behoeften en problemen er zijn op het gebied van parkeren, groen en speelvoorzieningen.<br />

5.3.4 Cultuurhistorie en archeologie<br />

Voor vrijwel het gehele plangebied geldt volgens de IKAW een middelhoge tot hoge<br />

archeologische verwachtingswaarde. In het bestemmingsplan is de (verwachte)<br />

archeologische waarde beschermd met behulp van de dubbelbestemmingen 'Waarde -<br />

Archeologie hoge verwachting', 'Waarde - Archeologie middelhoge verwachting', 'Waarde -<br />

Archeologie lage verwachting'.<br />

In het plangebied komen enkele monumentale panden voor. Het betreft de gebouwen bij<br />

Groot Krakhorst. Deze gebouwen zijn voorzien van een aanduiding 'karakteristiek'. De<br />

hieraan verbonden regeling is gericht op het behoud van deze panden. Daarnaast is het zo<br />

dat de monumentenverordening voorziet in de bescherming van de gemeentelijke<br />

monumenten en de Monumentenwet 1988 de bescherming van rijksmonumenten regelt.<br />

5.4 Ontwikkelingen<br />

Het bestemmingsplan <strong>Leusden</strong>-<strong>Noord</strong> is in hoofdzaak een conserverend bestemmingsplan.<br />

Dit betekent dat nieuwe ontwikkelingen niet in het bestemmingsplan worden meegenomen.<br />

Hierop bestaan de volgende uitzonderingen.<br />

5.4.1 MFC Atria<br />

Projectomschrijving<br />

De gemeente <strong>Leusden</strong> heeft de ambitie om ook de basisscholen De Klimrakker, De Bongerd<br />

en De Vallei in een Multifunctioneel Centrum (MFC) onder te brengen; op de plek waar nu<br />

De Bongerd en De Vallei zijn gehuisvest. Daarnaast krijgen welzijn, sport en buitenschoolse<br />

kinderopvang een plek in dit MFC. De oplevering van dit MFC staat gepland voor medio<br />

2015.<br />

Groen<br />

Bijna alle bomen rondom de scholen kunnen blijven staan. Er worden straks ook nieuwe<br />

bomen geplant. De dierenweide naast basisschool de Vallei blijft bestaan. Ter bescherming<br />

is dit terrein expliciet bestemd middels de aanduiding 'kinderboerderij'.<br />

Gebruikers<br />

Naast de drie scholen komen er een kinderdagverblijf en buitenschoolse opvang in het<br />

MFC. Ook is er 100 m² bestemd voor welzijnsactiviteiten. Dit soort activiteiten kunnen<br />

ook in de algemene ruimten plaatsvinden in het kader van dubbelgebruik.'s Avonds zijn er<br />

geen activiteiten op de tweede verdieping, behalve een incidentele vergadering van de<br />

vaste gebruikers. In het gebouw komt geen horecafunctie.<br />

- bestemmingsplan<br />

<strong>Leusden</strong>-<strong>Noord</strong> - <strong>Asschatterweg</strong> e.o. - 45


Wijzigingsbevoegdheid<br />

De maatvoering van de bebouwing van het MFC, de verkeersontsluiting en inrichting is nog<br />

niet bekend. Om deze reden is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen in het<br />

bestemmingsplan middels de gebiedsaanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied'. Deze<br />

wijziging houdt in dat de bestaande bestemmingen (de huidige scholen, groen- en<br />

verkeersbestemming), onder in de wijzigingsregels gestelde voorwaarden, mogen worden<br />

gewijzigd in nieuwe bestemmingen ten behoeve van de bouw van het MFC Atria. Voor de<br />

wijziging moet het college van burgemeester en wethouders het wijzigingsplan ter inzage<br />

leggen en is er nog hiervoor de mogelijkheid om een zienswijze in te dienen en in beroep<br />

te gaan.<br />

Mogelijkheid van direct bestemmen<br />

Op dit moment wordt gewerkt aan de voorbereidingen en onderzoeken voor MFC Atria.<br />

Afhankelijk van de voortgang van dit project is het mogelijk dat in het ontwerp van dit<br />

bestemmingsplan alsnog de nieuwe bestemmingen voor MFC Atria worden opgenomen. Het<br />

ontwerp zal ook ter inzage worden gelegd, waardoor er de mogelijkheid is om zienswijzen<br />

in te dienen en in beroep te gaan.<br />

Verkeer en parkeren<br />

Het MFC wordt op een veilige manier via de Middenweg ontsloten. De infrastructuur wordt<br />

hierop afgestemd. Ook worden voldoende parkeerplaatsen op eigen terrein gerealiseerd.<br />

Bij het MFC wordt een 'Kiss and Ride' zone gerealiseerd waar men met de auto kinderen<br />

kan brengen en ophalen. Door de nieuwe ontsluiting wordt de verkeersoverlast, die nu<br />

vooral op de Azuriet wordt ervaren, sterk verminderd. Ook de overlast op de<br />

<strong>Asschatterweg</strong> tijdens haal- en brengtijden zal hierdoor afnemen. Het bestaande fietspad<br />

langs de zuidzijde van de <strong>Asschatterweg</strong> wordt verbreed. Dit verbrede fietspad wordt<br />

vanuit twee richtingen berijdbaar. Ook het voetpad tussen de scholen en de Azuriet wordt<br />

verbreed, dit is straks ook officieel toegankelijk voor fietsers.<br />

Milieu<br />

Bodem<br />

Uit de aanwezige historische informatie blijkt dat de locatie niet verdacht is voor<br />

bodemverontreiniging. Dit moet bevestigd worden door een verkennend bodemonderzoek<br />

dat onderdeel uit zal maken van de omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen.<br />

Het verkennend bodemonderzoek moet een goed beeld van de milieuhygiënische<br />

bodemkwaliteit (grond + grondwater) van het perceel geven. De bodemkwaliteit mag geen<br />

belemmering vormen voor het verlenen van de omgevingsvergunning en het bouwen van<br />

het pand.<br />

Voor het bestemmingsplan is een bodemonderzoek vooralsnog niet noodzakelijk.<br />

Geluid<br />

Het nieuw te bouwen MFC heeft geluidgevoelige bestemmingen op grond van de Wet<br />

geluidhinder zoals scholen (Art. 1 Wgh). Er worden geen woningen gerealiseerd. De locatie<br />

gelegen binnen de geluidzone van Middenweg en de <strong>Asschatterweg</strong>. Deze zone bedraagt<br />

- bestemmingsplan<br />

46 <strong>Leusden</strong>-<strong>Noord</strong> - <strong>Asschatterweg</strong> e.o. -


200m aan weerszijde van beide wegen (artikel 74 Wgh).<br />

Bij nieuwbouw moet, uit een akoestisch onderzoek, blijken of kan worden voldaan aan de<br />

voorkeursgrenswaarde van 48 dB op de gevel van de geluidgevoelige bestemmingen. Dit is<br />

een voorwaarde voor het verkrijgen van de omgevingsvergunning voor het bouwen van het<br />

MFC.<br />

Ten behoeve van het bestemmingsplan <strong>Leusden</strong> <strong>Noord</strong> is een akoestisch onderzoek<br />

vooralsnog niet noodzakelijk omdat de geluidgevoelige bestemmingen reeds in de huidige<br />

situatie in het plangebied aanwezig zijn.<br />

Luchtkwaliteit<br />

Het plan draagt waarschijnlijk niet in betekende mate (NIBM) bij aan de<br />

luchtverontreiniging. De ontwikkeling voldoet daarmee ruim aan art. 5.16 lid 1 onder c van<br />

de Wet luchtkwaliteit, waarmee verdere toetsing aan de grenswaarden voor luchtkwaliteit<br />

dan ook niet noodzakelijk is.<br />

Hiervoor dient de verkeerstoename vanwege het plan bekend te zijn en te worden<br />

ingevoerd in de NIBM tool van VROM. Van belang is dat de juiste gegevens t.a.v. de te<br />

verwachte verkeersstromen ten gevolge van het plan bekend zijn.<br />

Geur<br />

Het aspect Geur is in de dit geval niet relevant omdat er in de omgeving geen intensieve<br />

veehouderijen of andere geurrelevante bedrijven gevestigd zijn.<br />

Externe veiligheid<br />

Het plangebied is niet binnen het invloedsgebied van een hogedruk-gastransportleiding<br />

gelegen.<br />

Het te bouwen MFC is niet binnen een afstand van 100 meter van de vastgestelde Route<br />

Gevaarlijke Stoffen (RGS) gelegen. De aanwezigheid van de RGS heeft geen negatieve<br />

invloed op de bouw van het MFC.<br />

Milieuzonering<br />

In de directe omgeving van het plangebied zijn geen bedrijven gelegen die op grond van<br />

hun (vergunde) activiteiten een belemmering zouden kunnen opleveren voor de bouw van<br />

het MFC.<br />

Duurzaamheid<br />

Er wordt energiezuinig gebouwd en duurzame energie wordt toegepast (een 10% betere<br />

energieprestatie dan Bouwbesluit). Oriëntatie en ontwerp zijn afgestemd op passieve en<br />

actieve zonne-energie. Oververhitting van de scholen wordt voorkomen door het<br />

toepassen van lamellen/zonwering of overstek. Afvoer van regenwater wordt afgekoppeld<br />

en gebruik van uitlogende materialen voor hemelwaterafvoer wordt vermeden. Materialen<br />

van de oude scholen worden hergebruikt. FSC-hout wordt toegepast. Er zijn voldoende<br />

stallingsmogelijkheden en verbindingsroutes voor de fiets.<br />

Flora en Fauna<br />

Op de voorgenomen werkzaamheden ten behoeve van de sloop van twee schoolgebouwen<br />

- bestemmingsplan<br />

<strong>Leusden</strong>-<strong>Noord</strong> - <strong>Asschatterweg</strong> e.o. - 47


en de realisatie van een nieuw MFC is onderzoek gedaan naar aanwezige natuurwaarden<br />

om te toetsen aan de Flora- en faunawet (zie Bijlage 1). Tijdens dit onderzoek zijn geen<br />

beschermde soorten aangetroffen.<br />

Om met zekerheid vast te kunnen stellen of er daadwerkelijk vleermuizen in de gebouwen<br />

aanwezig zijn of sloop in conflict is met de Flora- en faunawet wordt aanvullend onderzoek<br />

gedaan.<br />

De algemene zorgplicht volgens de Flora- en faunawet wordt in acht genomen en<br />

werkzaamheden zullen schadevrij uitgevoerd worden. Dit houdt ondermeer in dat<br />

werkzaamheden en activiteiten broedende vogels niet mogen verstoren.<br />

5.4.2 Groot Krakhorst<br />

Projectomschrijving<br />

In 2009 is de boerderij Groot Krakhorst aan de Bolderikhof afgebrand. De sociaal culturele<br />

functie die de boerderij had zal hier niet meer komen. Op deze locatie zal de functie wonen<br />

onder begeleiding van zorg komen. Uitgangspunt hierbij is dat de nieuwe bebouwing op<br />

dezelfde plek komt als de afgebrande boerderij. Ook de verschijningsvorm moet aansluiten<br />

op de oorspronkelijke boerderij.<br />

Om te komen tot een nieuwe invulling van deze locatie is een klankbordgroep van<br />

omwonenden opgericht. De klankbordgroep Groot Krakhorst heeft in een drietal<br />

bijeenkomsten een advies uitgebracht.<br />

Rekeninghoudend met dit advies zal de gemeente werken aan een definitieve invulling op<br />

deze locatie.<br />

Nieuwe bestemming<br />

Op deze locatie zal een nieuwe bestemming gelden dan in het geldende bestemmingsplan<br />

Het terrein van Groot Krakhorst krijgt de bestemming 'Wonen - Zorgwonen' waarin<br />

zorgwonen, met daarbij behorende voorzieningen als een gemeenschappelijke ruimte en<br />

kantoorruimte voor de zorgverlener zijn toegestaan. De bebouwingsmogelijkheden voor de<br />

nieuwe functie zijn zo geformuleerd dat de nieuwbouw in dezelfde verschijningsvorm kan<br />

worden gerealiseerd. Een groot deel van het terrein krijgt een groenbestemming, om het<br />

groene karakter van dit deel van de wijk te borgen.<br />

Milieu<br />

Bodem<br />

Uit de aanwezige historische informatie blijkt dat de locatie niet verdacht is voor<br />

bodemverontreiniging. Dit moet bevestigd worden door een verkennend bodemonderzoek<br />

dat onderdeel uit zal maken van de omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen.<br />

Het verkennend bodemonderzoek moet een goed beeld van de milieuhygiënische<br />

bodemkwaliteit (grond + grondwater) van het perceel geven. De bodemkwaliteit mag geen<br />

belemmering vormen voor het verlenen van de omgevingsvergunning en het bouwen van de<br />

(zorg)woningen.<br />

Er is een bodemonderzoek uitgevoerd. Deze is als Bijlage 2 bij het bestemmingsplan<br />

opgenomen. Conclusie is dat de milieuhygiënische bodemkwaliteit van de locatie geen<br />

belemmering voor de wijzing van het gebruik en het verlenen van een<br />

- bestemmingsplan<br />

48 <strong>Leusden</strong>-<strong>Noord</strong> - <strong>Asschatterweg</strong> e.o. -


omgevingsvergunning voor bouwen.<br />

Geluid<br />

De voorkeursgrenswaarde voor wegverkeerslawaai is in principe 48 dB. Afhankelijk van de<br />

situatie kan een hogere grenswaarde worden vastgesteld, mochten maatregelen om de<br />

geluidsbelasting terug te dringen naar onder de voorkeursgrenswaarde niet mogelijk zijn.<br />

Dit wordt de maximale ontheffingswaarde genoemd.<br />

De te bouwen (zorg)woningen zijn geluidgevoelige bestemmingen op grond van de Wet<br />

geluidhinder. De locatie Groot Krakhorst is gelegen in een zgn. 30 km/uur gebied waardoor<br />

formeel niet behoeft te worden getoetst aan de Wet geluidhinder<br />

Wel is de locatie gelegen in het invloedsgebied van de Middenweg. De Middenweg heeft<br />

een geluidzone 200 meter (art. 74 Wgh) Een akoestisch onderzoek is vereist wanneer een<br />

geluidsgevoelige bestemming wordt gerealiseerd binnen de geluidszone van een weg. Dit<br />

onderzoek moet aantonen of aan de voorkeursgrenswaarde wordt voldaan, en zo niet, wat<br />

dan de vervolgstappen zijn.<br />

De afstand tussen de Middenweg en de locatie Groot Krakhorst bedraagt ongeveer 125<br />

meter. In het tussengelegen gebied staan een aantal woningen die een afschermende<br />

werking hebben voor de ontwikkeling van (zorg)woningen op het perceel van Groot<br />

Krakhorst. Gezien de verkeersbelasting op de Middenweg en de relatief grote afstand<br />

wordt geen overschrijding verwacht van de voorkeursgrenswaarde van 48 dB op de gevels<br />

van de te bouwen (zorg)woningen. Wel moet bij de aanvraag Omgevingsvergunning voor<br />

het bouwen worden aangetoond d.m.v. een akoestische berekening dat de binnenwaarde<br />

van 33 dB wordt gehaald.<br />

Luchtkwaliteit<br />

Het plan draagt niet in betekende mate bij aan de luchtverontreiniging. De ontwikkeling<br />

voldoet daarmee ruim aan art. 5.16 lid 1 onder c van de Wet luchtkwaliteit, waarmee<br />

verdere toetsing aan de grenswaarden voor luchtkwaliteit dan ook niet noodzakelijk is.<br />

Geur<br />

Het aspect Geur is in dit geval niet relevant omdat er in de omgeving geen intensieve<br />

veehouderijen of andere geurrelevante bedrijven gevestigd zijn.<br />

Externe veiligheid<br />

Het plangebied is niet binnen het invloedsgebied van een hogedruk-gastransportleiding<br />

gelegen.<br />

De te bouwen (zorg)woningen zijn niet binnen een afstand van 100 meter van de<br />

vastgestelde Route Gevaarlijke Stoffen (RGS) gelegen. De aanwezigheid van de RGS heeft<br />

geen negatieve invloed op de bouw van de (zorg)woningen.<br />

Milieuzonering<br />

In de directe omgeving van het plangebied zijn geen bedrijven gelegen die op grond van<br />

hun (vergunde) activiteiten een belemmering zouden kunnen opleveren voor de bouw van<br />

de (zorg)woningen.<br />

- bestemmingsplan<br />

<strong>Leusden</strong>-<strong>Noord</strong> - <strong>Asschatterweg</strong> e.o. - 49


Verkeer en parkeren<br />

De aard van de nieuwe functie (wonen onder begeleiding) zal naar verwachting niet meer<br />

verkeer aantrekken dan de voormalige sociaal culturele functie. Door de functiewijziging<br />

zal de verkeersbelasting meer over de dag verspreid zijn dan bij de oude bestemming (met<br />

piekbelastingen). Hetzelfde geldt voor de parkeerdruk; bezoekers, bewoners en<br />

verzorgenden zullen verspreid over de dag komen en gaan. De verwachting is dat de<br />

verkeersdruk in de directe omgeving zal afnemen in vergelijking met de voormalige<br />

functie van Groot Krakhorst.<br />

Flora en fauna<br />

Naar verwachting leidt de ingreep niet tot een ontheffingsplicht op grond van de Flora en<br />

Faunawet. Wel zal de algemene zorgplicht volgens die wet in acht moet worden genomen<br />

en zullen de werkzaamheden schadevrij uitgevoerd worden.<br />

5.4.3 Boerderij Bouwdriest<br />

In augustus 2007 is de boerderij aan de Bouwdriest afgebrand. Dit terrein ligt sindsdien<br />

braak. In het bestemmingsplan zijn de bebouwingsmogelijkheden opgenomen om de<br />

oorspronkelijke woning te kunnen herbouwen. Door de gemeente, eigenaar en de<br />

woningstichting is gecommuniceerd naar omwonenden over een mogelijke andere invulling<br />

van dit perceel (zorgwoningen). Er is echter nog te veel onduidelijkheid en onzekerheid<br />

over een mogelijke nieuwe invulling van dit terrein om in het bestemmingsplan hierop<br />

vooruit te lopen. De gemeente staat open voor een andere ontwikkeling op dit terrein.<br />

Daarbij wordt in eerste instantie gedacht aan een woongerelateerde functie zoals<br />

bijvoorbeeld (zorg)woningen of andere bijzondere woonvormen. Er moet wel rekening<br />

worden gehouden dat de nieuwe bebouwing in grote mate moet overeenkomen met de<br />

volume en verschijningsvorm van de voormalige boerderij en bijbehorende bebouwing.<br />

Belangrijk is dat bij zo’n ontwikkeling de dialoog met de samenleving wordt opgezocht.<br />

5.4.4 Groenstrook Middenweg<br />

Voor de locatie aan het eind van de Middenweg (achter het informatiebord) is sprake van<br />

een mogelijk bouwplan voor nieuwe woningen. De vraag of deze ontwikkeling gewenst is<br />

(en zo ja, in welke vorm) moet nog worden onderzocht in het kader van de vorming van<br />

een structuurvisie voor <strong>Leusden</strong>. Op het moment van schrijven van dit bestemmingsplan is<br />

onduidelijk of deze ontwikkeling wordt gerealiseerd. De bestemming van deze groenstrook<br />

blijft daarom gehandhaafd.<br />

Indien deze ontwikkeling gewenst is zal voor deze locatie een nieuw bestemmingsplan<br />

moeten worden opgesteld en in procedure worden gebracht separaat van dit<br />

bestemmingsplan.<br />

- bestemmingsplan<br />

50 <strong>Leusden</strong>-<strong>Noord</strong> - <strong>Asschatterweg</strong> e.o. -


Hoofdstuk 6<br />

Juridische toelichting<br />

6.1 Algemene juridische opzet<br />

In voorliggend bestemmingsplan wordt de planologisch-juridische basis gelegd voor de<br />

woonbuurten in <strong>Leusden</strong>-<strong>Noord</strong>. Het bestemmingsplan heeft een belangrijke functie als<br />

toetsingskader voor bouwaanvragen en het (toekomstige) gebruik van de gronden en<br />

gebouwen.<br />

Sinds 1 juli 2008 is de nieuwe Wet ruimtelijke ordening van toepassing. Onderdeel van de<br />

nieuwe wetgeving is de ministeriële Regeling standaarden ruimtelijke ordening 2008. In<br />

deze regeling wordt beschreven hoe het bestemmingsplan er uit moet zien en welke<br />

benamingen worden gehanteerd. Ook het kleurgebruik op de kaart is voortaan vastgelegd<br />

in de landelijke standaarden evenals de technische vereisten. Vanzelfsprekend voldoet het<br />

bestemmingsplan aan deze nieuwe standaarden.<br />

Het plan is opgezet als een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1 van de Wet<br />

ruimtelijke ordening, een plan met directe bouw- en gebruiksdoelen. Het plan bestaat uit<br />

de bestemmingen die in de paragrafen 6.2 worden behandeld.<br />

Op de bijbehorende verbeelding (plankaart) is te zien waar en welke bestemmingen van<br />

toepassing zijn. Eveneens is op de verbeelding de exacte omvang en ligging van het<br />

plangebied vastgelegd. De regels behorende bij onderhavig bestemmingsplan zijn<br />

gebaseerd op de gemeentelijke standaard.<br />

Opbouw regels<br />

De regels zijn als volgt gestructureerd:<br />

hoofdstuk 1 van de regels geeft de algemene bepalingen weer. Het betreft de<br />

begripsbepalingen (artikel 1), waarin de in het plan voorkomende begrippen worden<br />

gedefinieerd. In artikel 2 "wijze van meten" wordt aangegeven hoe de voorgeschreven<br />

maatvoering (zoals goothoogte, bouwhoogte inhoud en oppervlakte) in het plan<br />

gemeten moet worden;<br />

in hoofdstuk 2 zijn de in het plan voorkomende bestemmingen geregeld. Per<br />

bestemming is bepaald welk gebruik van de gronden is toegestaan en welke<br />

bebouwingsregels er gelden. Tevens zijn waar mogelijk flexibiliteitsbepalingen<br />

opgenomen. Uitgangspunt daarbij is geweest om de bestaande planologische situatie<br />

te bestemmen. Deze worden in paragraaf 6.2 waar nodig nader toegelicht;<br />

in hoofdstuk 3 staan aanvullende bepalingen die, in aanvulling op de<br />

bestemmingsbepalingen, voor het hele plangebied gelden. Hierbij kan worden gedacht<br />

aan de algemene afwijkingsregeling, die het college van burgemeester en wethouders<br />

de bevoegdheid geeft om op ondergeschikte punten van de regels in hoofdstuk 2 af te<br />

wijken;<br />

hoofdstuk 4 van de regels heeft betrekking op het overgangsrecht en de slotbepaling.<br />

6.2 Bestemmingen<br />

6.2.1 Bedrijf<br />

In het plangebied komt één bedrijf voor en wel het autogaragebedrijf aan de Zwarteweg.<br />

Dit bedrijf valt binnen categorie 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten en is daarmee<br />

binnen de bestemming "Bedrijf" toegestaan. Binnen de bestemming is, conform de<br />

vigerende situatie, één bedrijfswoning toegestaan.<br />

- bestemmingsplan<br />

<strong>Leusden</strong>-<strong>Noord</strong> - <strong>Asschatterweg</strong> e.o. - 51


Middels een afwijking is het voor het College van Burgemeester en Wethouders mogelijk<br />

een bedrijf toe te staan dat niet is genoemd in de Staat van bedrijfsactiviteiten, maar wel<br />

is te vergelijken met een bedrijf daarin genoemd behorende tot de categorieën 1 en 2.<br />

6.2.2 Cultuur en ontspanning<br />

De bestemming "Cultuur en ontspanning" is opgenomen ten behove van het Kunstgebouw<br />

<strong>Leusden</strong> aan de Eikenlaan. In het gebouw kunnen kinderen, jongeren en volwassenen<br />

terecht voor muziek- en musicallessen, zang-, dans- en theaterworkshops en beeldende<br />

cursussen, zoals het kinderatelier. Daarnaast wordt een uitgebreid programma voor het<br />

basisonderwijs in <strong>Leusden</strong> (binnen- en buitenschools) gegeven. Deze veelheid van<br />

activiteiten zijn opgenomen binnen de bestemming 'Cultuur en ontspanning'.<br />

6.2.3 Gemengd - 1<br />

Aan de Zwarteweg zijn, ten noorden van het buiten het plangebied gelegen winkelcentrum<br />

De Biezenkamp, enkele (detailhandels)bedrijven en horeca gelegen. Langs deze historische<br />

weg en de in het verlengde ervan gelegen Hamersveldseweg is altijd al sprake geweest van<br />

een zekere menging van functies. Dat past bij de inrichting en sfeer van de weg. Ook in de<br />

toekomst past een menging aan functies langs deze weg. Om flexibel om te kunnen gaan<br />

met toekomstige ontwikkelingen, krijgen daarom de detailhandel- en horecavestigingen<br />

langs de Zwarteweg de bestemming "Gemengd - 1". Binnen deze bestemming zijn<br />

meerdere activiteiten mogelijk, zoals dienstverlening, maatschappelijke voorzieningen en<br />

bedrijvigheid (categorie 1 uit de Staat van bedrijfsactiviteiten). Verder zijn detailhandel<br />

en horeca mogelijk daar waar aangeduid.<br />

6.2.4 Gemengd - 2<br />

De bestemming "Gemengd - 2" is neergelegd op het gebouw aan de Lepelaar waarin<br />

meerdere medische en sportactiviteiten zijn gebundeld. Voor dit gebouw is gekozen voor<br />

een meer flexibele bestemming waarbinnen meerdere van deze maatschappelijke en<br />

sportvoorzieningen (zoals een sportschool) een plek kunnen krijgen.<br />

6.2.5 Groen<br />

In het belang van de instandhouding van het aanwezige wijkoverschrijdend groen zijn de<br />

aanwezige groenvoorzieningen specifiek bestemd tot "Groen". Kleinere groene gebieden,<br />

zoals de bermen langs wegen en het zogenaamde snippergroen, worden betrokken binnen<br />

de verkeersbestemmingen. Binnen de bestemming "Groen" zijn ook voetpaden,<br />

speelvoorzieningen en nutsvoorzieningen toegestaan evenals waterpartijen. Gebouwen zijn<br />

binnen de groenbestemming uitgesloten.<br />

6.2.6 Horeca<br />

In de wijk Alandsbeek komen een pannenkoekenrestaurant en een snackbar voor. Deze<br />

twee bedrijven hebben de bestemming "Horeca" gekregen. Binnen deze bestemming zijn<br />

horeca-activiteiten toegestaan die passen binnen de in de Staat van horeca-activiteiten<br />

genoemde categorieën I en II. Bij het pannenkoekenrestaurant is tevens een<br />

bedrijfswoning toegestaan.<br />

6.2.7 Maatschappelijk<br />

In het plangebied komen verschillende maatschappelijke voorzieningen voor. Het betreft<br />

hier met name schoolgebouwen en verzorgingscentra. Deze maatschappelijke<br />

voorzieningen hebben de bestemming "Maatschappelijk" gekregen. Binnen deze<br />

bestemming is middels een functieaanduiding vervolgens aangegeven welke type van<br />

maatschappelijke voorziening is toegestaan.<br />

- bestemmingsplan<br />

52 <strong>Leusden</strong>-<strong>Noord</strong> - <strong>Asschatterweg</strong> e.o. -


De gebouwen ten behoeve van de maatschappelijke voorzieningen zijn binnen het<br />

bouwvlak opgenomen. Het is dan ook alleen toegestaan om binnen het bouwvlak gebouwen<br />

op te richten. Hierbij moet voldaan worden aan de maximale goot- en bouwhoogte en het<br />

maximum bebouwingspercentage zoals weergegeven op de verbeelding. Ten behoeve van<br />

het aanleggen/bouwen van fietshokken en bergingen is hiervoor een<br />

afwijkingsbevoegdheid in de regels opgenomen. Deze afwijking maakt het mogelijk dat tot<br />

een maximum van 50 m² dergelijke voorzieningen buiten het bouwvlak gebouwd mogen<br />

worden.<br />

6.2.8 Recreatie<br />

In de wijk Rozendaal komen enkele gezamenlijke recreatieve en sportvoorzieningen<br />

aanwezig. Deze zijn voor zien van de bestemming "Recreatie". Bij het zwembad en de<br />

tennisbaan is sprake van bijbehorende bebouwing. Deze zijn voorzien van een bouwvlak.<br />

6.2.9 Tuin<br />

De bestemming "Tuin" bevat de gronden die vrij dienen te blijven van gebouwen. Andere<br />

bouwwerken zijn wel toegestaan, mits deze voldoen aan de in de regels aangegeven<br />

maatvoering. Aangezien in de oorspronkelijk situatie al tuinen bestaan met daarin een<br />

bijgebouw is in dit bestemmingsplan hiervoor een aparte regeling opgenomen. Middels de<br />

bouwaanduiding 'bijgebouw' zijn bijbehorende bouwwerken in deze uitzonderlijke gevallen<br />

toegestaan. In de wijk Rozendaal is verder sprake van een bijzondere situatie waarin ook<br />

wordt geparkeerd direct voor de woning in de voortuin. Om dit planologisch mogelijk te<br />

maken is in deze wijk de aanduiding 'parkeerterrein' opgenomen in de bestemming 'Tuin'.<br />

Hier is ruimte voor bewonersparkeren op eigen erf.<br />

In deze bestemming zijn twee afwijkingsbevoegdheden opgenomen, één voor het bouwen<br />

van aangebouwde bijbehorende bouwwerken, zoals erkers en ingangspartijen en één voor<br />

het oprichten van erfafscheidingen voor de voorgevelrooilijn.<br />

6.2.10 Verkeer<br />

De doorgaande wegen in het plangebied zijn voorzien van de bestemming "Verkeer". Het<br />

gaat om de Middenweg, de Randweg, de <strong>Asschatterweg</strong>, de <strong>Noord</strong>inslag, de Torenakkerweg<br />

en de Middenweg. Binnen deze bestemming staat de doorstroming van het verkeer voorop.<br />

Hierin past ook groen, water en andere paden, zoals voet- en fietspaden die onderdeel<br />

uitmaken van de inrichting langs deze hoofdwegen.<br />

6.2.11 Verkeer - Fiets- en voetpaden<br />

De hoofdfietswegen en de fietspaden die door de grote groenstructuren lopen zijn voorzien<br />

van de bestemming "Verkeer - Fiets- en voetpaden". Deze bestemming is specifiek bedoeld<br />

voor aanwezige belangrijke fiets- en voetpaden en geeft daarmee een invulling aan de<br />

bijzondere inspanningen die de gemeente <strong>Leusden</strong> al jaren doet voor een fijnmazig en<br />

kwalitatief hoogwaardig netwerk van langzaam verkeersverbindingen.<br />

6.2.12 Verkeer - Verblijfsgebied<br />

Alle niet doorgaande wegen en alle (niet groene) openbare ruimten in de woonwijken<br />

hebben de bestemming "Verkeer - Verblijfsgebied" gekregen. Het betreft feitelijk het<br />

openbaar gebied dat niet valt binnen een structurele groenstructuur, een hoofdfietspad of<br />

een doorgaande verkeersweg. Binnen de bestemming is ruimte voor een breed scala aan<br />

functies gerelateerd aan verkeer en verblijf.<br />

- bestemmingsplan<br />

<strong>Leusden</strong>-<strong>Noord</strong> - <strong>Asschatterweg</strong> e.o. - 53


6.2.13 Water<br />

De singels binnen het plangebied, die gezamenlijk de hoofdwaterstructuur binnen de<br />

woonbuurten vormen, hebben een structurele functie voor waterberging en<br />

waterhuishouding binnen het plangebied en zijn daarom specifiek bestemd tot “Water".<br />

Binnen de bestemming "Water" zijn tevens bruggen toegestaan. Het gaat dan met name<br />

om bruggen voor langzaam verkeer. De bruggen voor het gemotoriseerd verkeer vallen<br />

binnen de bestemming "Verkeer" of "Verkeer - Verblijfsgebied" waarbinnen ook water is<br />

toegestaan (aangezien water onder de brug doorloopt).<br />

6.2.14 Wonen<br />

De bestemming "Wonen" is opgenomen voor alle woningen in het plangebied. Het gaat hier<br />

zowel om vrijstaande, halfvrijstaande, aaneengebouwde of gestapelde woningen. Om welk<br />

woningtype het in specifieke gevallen gaat is door middel van de aanduidingen op de<br />

verbeelding weergegeven. De woningen mogen uitsluitend worden gerealiseerd binnen de<br />

op de verbeelding aangegeven bouwvlakken. Voor de realisatie van de woningen zijn in de<br />

regels bouwregels opgenomen.<br />

Bouwregels<br />

De belangrijkste bouwregels zijn die met betrekking tot het bouwen van de woning binnen<br />

het bouwvlak en de goot- en bouwhoogte van de woning. In de regels is vastgelegd dat de<br />

goot- en bouwhoogte van de woningen niet meer mag bedragen dan de oorspronkelijke<br />

goot- en bouwhoogte. Met oorspronkelijk wordt bedoeld de woning zoals deze volgens de<br />

eerste daarvoor verleende bouwvergunning/omgevingsvergunning voor bouwen is<br />

gebouwd. Een uitzondering op deze regel geldt voor woningen die op de verbeelding de<br />

aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' hebben gekregen.<br />

Daarnaast is in de regels vastgelegd dat ten hoogste 20% van de oppervlakte van een<br />

perceel mag worden bebouwd, tot een maximum van 80 m², niet meegerekend de<br />

oppervlakte van het bouwvlak. Tevens zijn voor de bijbehorende bouwwerken maximale<br />

goot- en bouwhoogten aangegeven. Deze bijbehorende bouwwerken mogen ook buiten het<br />

bouwvlak worden gebouwd.<br />

In het westen van de wijken Alandsbeek en De Wetering komen woonstraten voor met<br />

bijbehorende bouwwerken voor de voorgevel. Hierin mag gewoond worden waardoor deze<br />

onderdeel uitmaken van de bestemming 'Wonen' (dit in tegenstelling tot bergingen voor de<br />

voorgevel die onder de bestemming 'Tuin' vallen). Om de bijzondere plaatsing van deze<br />

bijbehorende bouwwerken voor de voorgevel planologisch mogelijk te maken, is gebruik<br />

gemaakt van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - uitbouw'. De goot- en bouwhoogte<br />

van deze uitbouw mag maximaal 3, respectievelijk 3,6 meter bedragen.<br />

Tot slot zijn burgemeester en wethouder bevoegd om nadere eisen te stellen aan de plaats<br />

en afmeting van bijbehorende bouwwerken, die hetzij in de erfafscheiding hetzij binnen<br />

een afstand van 2 m hiervan worden gebouwd. Daarnaast kunnen burgemeester en<br />

wethouders een omgevingsvergunning verlenen in afwijking van de bouwregels.<br />

Werken aan huis<br />

Binnen de woonbestemming is opgenomen dat het mogelijk is om een beroep aan huis uit<br />

te oefenen. Hier vallen de vrije beroepen en aanverwante beroepen onder, zoals kapper,<br />

pedicure. De oppervlakte die gebruikt mag worden voor dit beroep aan huis mag niet meer<br />

bedragen dan 30% van de totale oppervlakte van de woning en bijbehorende bouwwerken<br />

tot een maximum van 50 m².<br />

Middels een omgevingsvergunning is het mogelijk om ook een bedrijf aan huis uit te<br />

oefenen. Het gaat hier om bedrijvigheid die lichte hinder kan veroorzaken. In een bijlage<br />

- bestemmingsplan<br />

54 <strong>Leusden</strong>-<strong>Noord</strong> - <strong>Asschatterweg</strong> e.o. -


ij de regels zijn de verschillende typen bedrijvigheid aangegeven die hieronder vallen in<br />

een tabel opgenomen. Voor bedrijf aan huis gelden min of meer dezelfde eisen als bij een<br />

beroep aan huis plus enkele extra eisen.<br />

Afwijkingen<br />

Van de bouwregels kan worden afgeweken ten behoeve van het plaatsen van een opbouw<br />

tot 50% van de vloeroppervlakte van de woning en tot een bouwhoogte van niet meer dan<br />

4 m op woningen aangeduid met 'specifieke bouwaanduiding - dakopbouw toegestaan'.<br />

Verder is het met afwijking mogelijk bijbehorende bouwwerken te bouwen naast de woning<br />

tot een bouwhoogte van 5 meter.<br />

Binnen de bestemming 'Wonen' is het ter plaatse van de aanduiding 'gemengd' mogelijk om<br />

naast wonen ook een kantoor, maatschappelijke voorziening of bedrijf te starten met een<br />

maximaal vloeroppervlak van 160 m². Dit betreft één enkele woning aan de <strong>Asschatterweg</strong>.<br />

6.2.15 Wonen - Garage<br />

De garageboxen binnen het plangebied zijn bestemd met de bestemming "Wonen -<br />

Garage". De garageboxen mogen worden gebruikt ten behoeve van het stallen van<br />

motorvoertuigen en voor berging in het algemeen. De garageboxen zijn voorzien van een<br />

bouwvlak. In de bouwregels is onder andere opgenomen dat de oppervlakte van (een<br />

enkele) garageboxen niet meer mag berdragen dan 24 m 2 .<br />

6.2.16 Wonen - Zorgwonen<br />

De plaatsing van zorgwoningen in de bebouwing bij Groot-Krakhorst in relatie tot<br />

nieuwbouw is voorzien van de bestemming "Wonen - Zorgwonen".<br />

De bebouwing binnen deze bestemming is strak bestemd. Bebouwing is uitsluitend<br />

toegestaan binnen de bouwvlakken. Deze bouwvlakken komen overeen met de vigerende<br />

situatie. De boerderij verbrandde Groot Krakhorst zal dan ook vervangen worden door<br />

nieuwbouw. De overige bebouwing blijft staan en is beschermd middels de aanduiding<br />

'karakteristiek'. Door middel van een afwijking bij een omgevingsvergunning kunnen<br />

fietsenhokken en bergingen buiten het bouwvlak gerealiseerd worden.<br />

6.2.17 Waarde - Archeologie<br />

De delen van het plangebied waar sprake is van een hoge, lage of middelhoge<br />

archeologische verwachtingswaarde hebben naast de hoofdbestemming de<br />

dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie hoge verwachting', 'Waarde - Archeologie<br />

middelhoge verwachting', 'Waarde - Archeologie lage verwachting'. Deze gronden zijn,<br />

naast voor de andere voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor bescherming van<br />

aanwezige of naar verwachting aanwezige archeologische waarden.<br />

Om daadwerkelijk te kunnen beschermen, is in deze bestemming een specifiek op dit<br />

onderwerp toegesneden omgevingsvergunning opgenomen. Voor diverse activiteiten,<br />

waarbij de grond wordt "geroerd", vooral graafwerkzaamheden dieper dan 30 cm, is een<br />

omgevingsvergunning nodig.<br />

Ter bescherming van (naar verwachting) aanwezige archeologische waarden is in deze<br />

bestemming ook de bevoegdheid van burgemeester en wethouders opgenomen om eisen te<br />

stellen bij een aanvraag van een omgevingsvergunning, overeenkomstig artikel 40 van de<br />

Monumentenwet 1988. Die eisen betreffen onder meer, een rapportageplicht van de<br />

aanvrager van de omgevingsvergunning betreffende de archeologische situatie van het<br />

betreffende terrein, en de mogelijkheid om aan de omgevingsvergunning de verplichting<br />

tot "bouwbegeleiding" door een ter zake deskundige (archeoloog) te verbinden.<br />

- bestemmingsplan<br />

<strong>Leusden</strong>-<strong>Noord</strong> - <strong>Asschatterweg</strong> e.o. - 55


Deze onderzoeksplicht verschilt per verwachtingswaarde. Bij lage verwachting geldt deze<br />

verplichting bij een ontwikkeling van meer dan 10.000 m 2 , bij een middelhoge verwachting<br />

bij meer dan 500 m 2 en bij een hoge verwachting en meer dan 100 m 2 .<br />

6.2.18 Algemene regels<br />

Naast de regels ten aanzien van specifieke bestemmingen, zijn er ook algemene regels<br />

opgesteld. Deze regels gelden onafhankelijk van het type bestemming. De belangrijkste<br />

van de algemene regels zijn:<br />

Algemene bouwregels<br />

hierin is een regeling opgenomen dat bestaande legale afwijkingen ten aanzien van<br />

voorgeschreven maatvoeringen zijn toegestaan. Deze worden daarmee niet onder het<br />

overgangsrecht geplaatst.<br />

Algemene afwijkingsregels<br />

het met 10% afwijken van in het -plan aangegeven maten en percentages;<br />

het bouwen van gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen tot een maximaal<br />

oppervlak van 30 m² en een hoogte van 3 meter;<br />

het bouwen van antennemasten tot een bouwhoogte van 20 meter en<br />

telecommunicatiemasten tot een bouwhoogte van 40 meter, mits op een minimale<br />

afstand van 50 meter tot woningen en mits eerst, indien mogeijk, gebruik wordt<br />

gemaakt van al aanwezige hoge gebouwen en masten en rekening wordt gehouden met<br />

het voorkomen van hinder voor omwonenden en het berokkenen van schade aan<br />

landschap, cultuurhistorie en ecologie;<br />

het onder voorwaarden uitoefenen van een bed and breakfast;<br />

het onder voorwaarden vestigen van een bedrijf aan huis.<br />

Algemene wijzigingsregels<br />

ligging van grenzen van bestemmings- en bouwvlakken onder voorwaarden met 10% te<br />

verkleinen of vergroten;<br />

het wijzigen van het gebruik en inrichting van gebouwen binnen de bestemming<br />

"Maatschappelijk", zodat deze ook inzetbaar zijn voor andere maatschappelijke<br />

functies dan degene waarvoor ze zijn bestemd;<br />

het wijzigen van de Staat van bedrijfsactiviteiten;<br />

het wijzigen van de bestemmingsgrenzen van de dubbelbestemmingen 'Waarde -<br />

Archeologie hoge verwachting', 'Waarde - Archeologie middelhoge verwachting',<br />

'Waarde - Archeologie lage verwachting';<br />

het wijzigen van de bestemming van de locatie waar nu basisscholen De Bongerd en De<br />

Vallei zijn gehuisvest ten behoeve van de bouw van een multifunctioneel centrum<br />

(wro-zone - wijzigingsgebied). Hieraan worden diverse voorwaarden verbonden<br />

betreffende onder meer:<br />

1. de maximale bouwhoogte;<br />

2. de afstand van de bouwgrens tot aan de aanduidingsgrens;<br />

3. het handhaven van bestaande boomgaard en groen bij kinderboerderij;<br />

4. het parkeren (op eigen terrein);<br />

5. de ontsluiting (via Middenweg);<br />

6. de uitvoerbaarheid.<br />

- bestemmingsplan<br />

56 <strong>Leusden</strong>-<strong>Noord</strong> - <strong>Asschatterweg</strong> e.o. -


- bestemmingsplan<br />

<strong>Leusden</strong>-<strong>Noord</strong> - <strong>Asschatterweg</strong> e.o. - 57


- bestemmingsplan<br />

58 <strong>Leusden</strong>-<strong>Noord</strong> - <strong>Asschatterweg</strong> e.o. -


Hoofdstuk 7<br />

Economische uitvoerbaarheid<br />

Bij het opstellen van een nieuw bestemmingsplan dient op grond van artikel 3.1.6 lid 1 sub<br />

f van het Besluit ruimtelijke ordening onderzoek plaats te vinden naar de economische<br />

uitvoerbaarheid van het plan. Voorliggend bestemmingsplan heeft echter een conserverend<br />

karakter en staat geen nieuwe grootschalige ontwikkelingen toe.<br />

Enkel aan het opstellen van het bestemmingsplan zijn kosten verbonden welke door de<br />

gemeente bekostigd worden. Verder worden er geen kosten gemaakt bij het opstellen van<br />

het bestemmingsplan. De economische haalbaarheid van het plan kan hierdoor als<br />

aangetoond worden beschouwd.<br />

Planschade<br />

Het vaststellen van een nieuw bestemmingsplan met een planologische wijziging kan in<br />

beginsel aanleiding geven tot planschade. Aangezien dit bestemmingsplan geen<br />

grootschalige planologische wijzigingen mogelijk maakt is het in dit geval niet aannemelijk<br />

dat er aanleiding is voor vergoedbare planschade.<br />

Geen exploitatieplan<br />

Artikel 6.12 van de Wet ruimtelijke ordening bepaalt dat de gemeenteraad bij de<br />

vaststelling van een bestemmingsplan een exploitatieplan vaststelt tenzij kostenverhaal op<br />

een andere wijze is verzekerd of er geen sprake is van kostenverhaal.<br />

Gezien het conserverende karakter van het bestemmingsplan is, met uitzondering van de<br />

locatie Groot Krakhorst, een exploitatieplan niet nodig, er is immers geen sprake van<br />

kostenverhaal. Mochten er in de toekomst toch ontwikkelingen voordoen waarbij de<br />

gemeente kosten moet maken dan zal eerst worden bezien of er een<br />

kostenverhaalovereenkomst kan worden gesloten met de initiatiefnemer.<br />

Groot Krakhorst<br />

De gemeente zal in het kader van de gronduitgifte een koop-/realisatieovereenkomst<br />

sluiten met de initiatiefnemer om het kostenverhaal te verzekeren.<br />

Op grond van het bovenstaande wordt geconcludeerd dat het bestemmingsplan economisch<br />

uitvoerbaar is.<br />

- bestemmingsplan<br />

<strong>Leusden</strong>-<strong>Noord</strong> - <strong>Asschatterweg</strong> e.o. - 59


- bestemmingsplan<br />

60 <strong>Leusden</strong>-<strong>Noord</strong> - <strong>Asschatterweg</strong> e.o. -


Hoofdstuk 8<br />

8.1 Inspraak<br />

Maatschappelijke uitvoerbaarheid<br />

Het voorontwerp bestemmingsplan wordt gedurende zes weken voor een ieder ter inzage<br />

gelegd op het gemeentehuis te <strong>Leusden</strong> en is eveneens te bekijken via de gemeentelijke<br />

website. Binnen deze periode bestaat voor belanghebbenden de mogelijkheid om zijn/haar<br />

mening over het plan te geven.<br />

De resultaten van de inspraak op het voorontwerp bestemmingsplan en de mogelijke<br />

aanpassingen aan het bestemmingsplan die deze tot gevolg kunnen hebben zullen hier<br />

worden vermeld.<br />

8.2 Overleg conform artikel 3.1.1. Bro<br />

In het kader van het wettelijke verplichte overleg op grond van artikel 3.1.1 van het<br />

Besluit ruimtelijke ordening zal het voorontwerp bestemmingsplan worden voorgelegd aan<br />

de gebruikelijke partners, waaronder de provincie Utrecht, de Inspectie VROM, het<br />

Waterschap en overige organisaties.<br />

De resultaten van het vooroverleg worden te zijner tijd in de plantoelichting samengevat<br />

en van antwoord voorzien.<br />

8.3 Zienswijzen<br />

PM<br />

- bestemmingsplan<br />

<strong>Leusden</strong>-<strong>Noord</strong> - <strong>Asschatterweg</strong> e.o. - 61

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!