Leusden-Noord - Asschatterweg e.o. - Gemeente Leusden
Leusden-Noord - Asschatterweg e.o. - Gemeente Leusden
Leusden-Noord - Asschatterweg e.o. - Gemeente Leusden
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>Leusden</strong>-<strong>Noord</strong> - <strong>Asschatterweg</strong> e.o.
Inhoudsopgave<br />
Toelichting 5<br />
Hoofdstuk 1 Inleiding 7<br />
1.1 Aanleiding en doelstelling 7<br />
1.2 De bij het plan behorende stukken 7<br />
1.3 Begrenzing plangebied 8<br />
1.4 Geldende bestemmingsplannen 9<br />
1.5 Leeswijzer 10<br />
Hoofdstuk 2 Beschrijving bestaande situatie 11<br />
2.1 Ontstaansgeschiedenis <strong>Leusden</strong> 11<br />
2.2 Beschrijving bestemmingsplangebied 11<br />
2.3 Milieu 20<br />
Hoofdstuk 3 Beleidskader 21<br />
3.1 Rijksbeleid 21<br />
3.2 Provinciaal beleid 22<br />
3.3 Regionaal beleid 24<br />
3.4 <strong>Gemeente</strong>lijk/lokaal beleid 24<br />
Hoofdstuk 4 Planologische en milieutechnische randvoorwaarden 29<br />
4.1 Archeologie 29<br />
4.2 Bodem 31<br />
4.3 Externe veiligheid 31<br />
4.4 Flora en fauna 32<br />
4.5 Geluid 33<br />
4.6 Luchtkwaliteit 34<br />
4.7 Milieuhinder bedrijvigheid 34<br />
4.8 Geurhinder 36<br />
4.9 Waterparagraaf 37<br />
4.10 Duurzaamheid 37<br />
Hoofdstuk 5 Planbeschrijving 39<br />
5.1 Algemeen 39<br />
5.2 Doelstellingen 39<br />
5.3 Uitgangspunten 39<br />
5.4 Ontwikkelingen 45<br />
Hoofdstuk 6 Juridische toelichting 51<br />
6.1 Algemene juridische opzet 51<br />
6.2 Bestemmingen 51<br />
Hoofdstuk 7 Economische uitvoerbaarheid 59<br />
Hoofdstuk 8 Maatschappelijke uitvoerbaarheid 61<br />
8.1 Inspraak 61<br />
8.2 Overleg conform artikel 3.1.1. Bro 61<br />
8.3 Zienswijzen 61<br />
- bestemmingsplan<br />
2 <strong>Leusden</strong>-<strong>Noord</strong> - <strong>Asschatterweg</strong> e.o. -
- bestemmingsplan<br />
<strong>Leusden</strong>-<strong>Noord</strong> - <strong>Asschatterweg</strong> e.o. - 3
- bestemmingsplan<br />
4 <strong>Leusden</strong>-<strong>Noord</strong> - <strong>Asschatterweg</strong> e.o. -
Toelichting<br />
- bestemmingsplan<br />
<strong>Leusden</strong>-<strong>Noord</strong> - <strong>Asschatterweg</strong> e.o. - 5
- bestemmingsplan<br />
6 <strong>Leusden</strong>-<strong>Noord</strong> - <strong>Asschatterweg</strong> e.o. -
Hoofdstuk 1<br />
Inleiding<br />
1.1 Aanleiding en doelstelling<br />
Aanleiding<br />
De gemeente <strong>Leusden</strong> staat voor de opgave om de komende jaren een groot aantal<br />
bestemmingsplannen te actualiseren. Een belangrijke basis voor de inhoud van de nieuwe<br />
bestemmingsplannen vormt de "Startnotitie Actualisering bestemmingsplannen". In deze<br />
startnotitie, die op 23 december 2010 is vastgesteld, staan enkele uitgangspunten<br />
gebaseerd op de Wet ruimtelijke ordening (Wro), het actuele beleid van diverse<br />
vakgebieden en (mogelijke) ontwikkelingen in het plangebied.<br />
Het eerste gebied, <strong>Leusden</strong>-Oost, is reeds voorzien van een actueel bestemmingsplan. Het<br />
voorliggende bestemmingsplan <strong>Leusden</strong>-<strong>Noord</strong> betreft de tweede actualisatie van deze<br />
reeks. Dit bestemmingsplan heeft betrekking op de buurten Rozenboom, Rozendaal, De<br />
Wetering, Alandsbeek, Ruige Veld en een deel van Hamersveld.<br />
Doel<br />
Het hoofddoel is het van kracht laten worden van een nieuw, actueel, adequaat en digitaal<br />
bestemmingsplan. De gemeente wenst de beschikking te hebben over een doelmatig en<br />
passend planologisch regime, dat aan de inwoners en andere gebruikers voldoende<br />
rechtszekerheid biedt over hun rechten en plichten. Op basis van de goede ervaringen met<br />
de bestaande bestemmingsplannen is het doel van dit bestemmingsplan om de<br />
mogelijkheden uit deze plannen in hoofdlijnen te handhaven.<br />
Het bestemmingsplan heeft een overwegend conserverend karakter. Voor grote delen van<br />
het plangebied worden geen nieuwe ontwikkelingen meer mogelijk gemaakt. Het gaat om<br />
een reeds bestaand ingericht woongebied. In het bestemmingsplan worden vooralsnog geen<br />
grootschalige ontwikkelingen opgenomen. Uitzonderingen hierop vormen het<br />
Multifunctioneel centrum Atria en Groot Krakhorst. Deze ontwikkelingen zijn beschreven in<br />
paragraaf 5.4 Ontwikkelingen.<br />
Het bestemmingsplan biedt wel flexibiliteit als het gaat om kleinschalige ondergeschikte<br />
ontwikkelingen, zoals herinrichting openbaar gebied of beroep aan huis. Met het<br />
voorliggende bestemmingsplan beschikt de gemeente over een instrument om gewenste en<br />
ongewenste ruimtelijke ontwikkelingen te sturen en te beheersen.<br />
Het bestemmingsplan is afgestemd op de nieuwe Wet ruimtelijke ordening (Wro), de Wet<br />
algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en voldoet aan de meest recente inzichten<br />
betreffende de digitale uitwisseling en raadpleging (RO-Standaarden) en het Handboek van<br />
de gemeente.<br />
1.2 De bij het plan behorende stukken<br />
Het bestemmingsplan "<strong>Leusden</strong>-<strong>Noord</strong> - <strong>Asschatterweg</strong> e.o." bestaat, naast deze<br />
toelichting, uit de volgende stukken:<br />
verbeelding, schaal 1:1.000 (tek. nr.NL.IMRO.0327.107-0201);<br />
planregels.<br />
De verbeelding en de planregels vormen samen het juridisch bindende gedeelte van het<br />
bestemmingsplan en kunnen enkel in samenhang met elkaar 'gelezen' worden.<br />
Op de verbeelding zijn de bestemmingen van de in het plangebied begrepen gronden en<br />
opstallen aangegeven. Aan deze bestemmingen zijn regels en bepalingen gekoppeld<br />
teneinde de uitgangspunten van het plan zeker te stellen.<br />
- bestemmingsplan<br />
<strong>Leusden</strong>-<strong>Noord</strong> - <strong>Asschatterweg</strong> e.o. - 7
De toelichting heeft geen rechtskracht, maar vormt niettemin een belangrijk onderdeel van<br />
het bestemmingsplan. De toelichting geeft aan wat de beweegredenen en achtergronden<br />
zijn die aan het bestemmingsplan ten grondslag liggen en doet verslag van het onderzoek<br />
dat aan het bestemmingsplan vooraf is gegaan. Tot slot is de toelichting van wezenlijk<br />
belang voor een juiste interpretatie en toepassing van het bestemmingsplan.<br />
1.3 Begrenzing plangebied<br />
Het bestemmingsplangebied bestaat uit de woonbuurten Rozenboom, Rozendaal, De<br />
Wetering, Alandsbeek, Ruige Veld en Hamersveld (gedeeltelijk). Deze woonbuurten zijn<br />
gelegen in het noordoostelijke deel van <strong>Leusden</strong>-Centrum.<br />
afbeelding - ligging plangebied in relatie tot <strong>Leusden</strong><br />
Het bestemmingsplangebied wordt aan de noordzijde grotendeels begrensd door de<br />
Randweg- Valleilaan, inclusief het sportpark De Wetering en LTV <strong>Leusden</strong>. De oostelijke<br />
grens wordt gevormd door de groenstrook langs het Valleikanaal, de Liniedijk, en het<br />
gebied van het Valleipark. De zuidelijke grens loopt langs de Middenweg/ <strong>Noord</strong>erinslag. De<br />
westelijke plangrens heeft een grilliger verloop, zoals te zien op onderstaande afbeelding.<br />
- bestemmingsplan<br />
8 <strong>Leusden</strong>-<strong>Noord</strong> - <strong>Asschatterweg</strong> e.o. -
afbeelding - ligging en begrenzing van het plangebied<br />
1.4 Geldende bestemmingsplannen<br />
In het plangebied zijn op dit moment zes bestemmingsplannen van kracht. Het betreft hier<br />
de volgende plannen:<br />
Bestemmingsplan<br />
Vastgesteld<br />
Bestemmingsplan Rozenboom 1999 16 december 1999<br />
Bestemmingsplan Rozendaal 22 september 2005<br />
Bestemmingsplan De Wetering 1999 16 december 1999<br />
Bestemmingsplan Alandsbeek 28 januari 1993<br />
Bestemmingsplan Ruige Veld uitwerking 5 december 1995<br />
Bestemmingsplan Hamersveld 1997 18 september 1997<br />
Deze bestemmingsplannen sluiten qua opzet en regeling grotendeels op elkaar aan. Alleen<br />
de woonwijk Rozendaal kent een wat afwijkende regeling in lijn met de bijzondere<br />
karakteristiek. De gronden binnen deze bestemmingsplannen hebben een gedetailleerde<br />
bestemming. De bouw- en inrichtingsmogelijkheden van de gronden is daarmee geduid.<br />
De meeste van deze plannen zijn meer dan 10 jaar oud en daarmee aan vernieuwing toe.<br />
Verder is er de wens om de verschillende planologische regelingen voor de woonwijken te<br />
vatten in één eenduidige regeling. Het bundelen van de zes bestemmingsplannen in één<br />
nieuw bestemmingsplan draagt bij aan een vereenvoudiging voor zowel de gebruikers van<br />
het gebied (bewoners, eigenaars en dergelijke) als de handhaver (de gemeente).<br />
- bestemmingsplan<br />
<strong>Leusden</strong>-<strong>Noord</strong> - <strong>Asschatterweg</strong> e.o. - 9
1.5 Leeswijzer<br />
De inhoud van de toelichting is als volgt opgebouwd:<br />
hoofdstuk 2 staat stil bij de geschiedenis en de huidige situatie van het plangebied.<br />
in hoofdstuk 3 is een beknopt overzicht opgenomen van de belangrijkste beleidsvisies<br />
van andere overheden die relevant zijn voor het plangebied;<br />
de gevolgen of effecten op de planologische- en milieutechnische aspecten worden in<br />
hoofdstuk 4 beschreven. Aangezien het plan een conserverend karakter heeft zijn de<br />
gevolgen voor de verschillende aspecten minimaal. Desalniettemin dient in het kader<br />
van het nieuwe bestemmingsplan bij deze zaken stilgestaan te worden;<br />
de visie op het plangebied is beschreven in hoofdstuk 5. Op basis van verschillende<br />
aspecten wordt een beeld gevormd van ontwikkelingen die zich in het plangebied<br />
afspelen of mogelijk gaan afspelen. Daarbij wordt tevens aangegeven hoe deze zijn<br />
verwerkt in het bestemmingsplan;<br />
in hoofdstuk 6 worden de gehanteerde bestemmingen met bijbehorende regeling<br />
beschreven;<br />
hoofdstuk 7 heeft betrekking op de economische uitvoerbaarheid van het plan;<br />
hoofdstuk 8 behandelt ten slotte de maatschappelijke uitvoerbaarheid. Hierin worden<br />
de resultaten beschreven van de gevolgde inspraakprocedure en het vooroverleg<br />
conform artikel 3.1.1 Bro.<br />
- bestemmingsplan<br />
10 <strong>Leusden</strong>-<strong>Noord</strong> - <strong>Asschatterweg</strong> e.o. -
Hoofdstuk 2<br />
Beschrijving bestaande situatie<br />
2.1 Ontstaansgeschiedenis <strong>Leusden</strong><br />
De gemeente <strong>Leusden</strong> is gelegen in de provincie Utrecht. Naast de plaats <strong>Leusden</strong> zelf,<br />
liggen in de gemeente ook de dorpen Achterveld, <strong>Leusden</strong>-Zuid en Stoutenburg en een<br />
aantal buurtschappen. De oorsprong van de gemeente <strong>Leusden</strong> ligt niet in de huidige<br />
gelijknamige plaats, maar in de buurtschap Oud-<strong>Leusden</strong> ten westen van <strong>Leusden</strong>. Het<br />
gemeentelijk gebied ligt deels in de Gelderse Vallei en deels op de Utrechtse Heuvelrug.<br />
Pas sinds de jaren '60, '70 van de 20e eeuw komt het huidige <strong>Leusden</strong> als plaats op de<br />
kaart voor. De twee dorpen Leusbroek en Hamersveld ondergingen enkele grote<br />
uitbreidingen en werden omgedoopt in <strong>Leusden</strong>-Zuid en <strong>Leusden</strong>-Centrum. De<br />
samenvoeging van deze twee dorpsgebieden betekende het ontstaan van het huidige<br />
<strong>Leusden</strong>.<br />
2.2 Beschrijving bestemmingsplangebied<br />
2.2.1 Algemeen<br />
Het bestemmingsplangebied bestaat uit zes aparte woonbuurten die enkele<br />
maatschappelijke functies herbergen. Om deze woonbuurten zo duidelijk mogelijk te<br />
omschrijven wordt hierbij in zes subparagrafen stilgestaan. In de subparagrafen wordt<br />
ingegaan op de bebouwing en de structuur van de woonbuurten. De subparagrafen zijn als<br />
volgt ingedeeld:<br />
1. 't Ruige Veld<br />
2. Hamersveld<br />
3. De Wetering<br />
4. Alandsbeek<br />
5. Rozendaal<br />
6. Rozenboom<br />
- bestemmingsplan<br />
<strong>Leusden</strong>-<strong>Noord</strong> - <strong>Asschatterweg</strong> e.o. - 11
afbeelding - ligging van de zes woonbuurten<br />
Verkeersstructuur <strong>Leusden</strong>-<strong>Noord</strong><br />
De verkeersstructuur van <strong>Leusden</strong>-<strong>Noord</strong> is opgebouwd uit wegen met een verkeers- of<br />
verblijfsfunctie. In totaal zijn er vijf wegen ('hoofdwegen') waar 'verkeer' belangrijker is<br />
dan het 'verblijf'. Het gaat hier om de Randweg, <strong>Asschatterweg</strong>, Torenakkerweg,<br />
Middenweg en <strong>Noord</strong>erinslag. Op deze routes geldt een maximum snelheid van 50 km/uur.<br />
Ook lopen over deze routes buslijnen. Deze wegen worden geflankeerd door vrijliggende<br />
fietspaden.<br />
Alle andere wegen in het plangebied hebben de status van verblijfsgebied. Hier dient het<br />
verkeer zich als gast te gedragen. Het grootste deel van deze wegen in het verblijfsgebied<br />
heeft de status van 30/km-gebied. Daarnaast heeft een beperkt deel van deze wegen de<br />
status van woonerf gekregen. Deze woonerven zijn met name in Rozendaal te vinden. Voor<br />
de verblijfsgebieden en de woonerven gelden maximale snelheden tussen de 30 km/uur en<br />
10 km/uur.<br />
Er lopen meerdere hoofdfietsroutes in het plangebied. Deze fietsroutes lopen langs de<br />
eerder genoemde 'hoofdwegen'. Het fietspad langs de zuidzijde van de <strong>Asschatterweg</strong><br />
wordt tot aan de Torenakkerweg verbreed en in twee richtingen berijdbaar gemaakt. Dit<br />
houdt verband met de aanleg van een vanuit twee richtingen berijdbaar fietspad langs de<br />
<strong>Asschatterweg</strong> (buiten de bebouwde kom). Doorgaand fietsverkeer kan dan gewoon aan de<br />
zuidzijde blijven fietsen. Daarnaast lopen er ook vrije fietspaden door de verschillende<br />
woonbuurten, zoals het Reigerpad, het Eiberpad, het Dolomietenpad en het Alpenpad.<br />
- bestemmingsplan<br />
12 <strong>Leusden</strong>-<strong>Noord</strong> - <strong>Asschatterweg</strong> e.o. -
Oorsprong buurtnamen<br />
Hoewel in het plangebied geen rijks- of gemeentelijke monumentale gebouwen voorkomen,<br />
hebben de verschillende buurten wel een band met de geschiedenis. De woonbuurt<br />
Rozendaal is vernoemd naar een boerderij die op de kruising van de Hamerveldseweg en<br />
de <strong>Asschatterweg</strong> stond waar nu winkelcentrum de Biezenkamp is gelegen. De wijk<br />
Rozenboom zal naar een aan deze boerderij verbonden terrein verwijzen. Het Ruige Veld<br />
verwijst naar een drassig en bebost woest stuk grond ten noorden van de Grebbeliniekade.<br />
De buurt De Wetering is vernoemd naar de wetering die hier nog altijd loopt en die van<br />
zuid naar noord door het oostelijke deel van <strong>Leusden</strong> stroomt. Alandsbeek verwijst naar de<br />
beken in het gebied en boerderij De Beek. Hamersveld is de naam van het dorp dat langs<br />
de Hamerveldseweg was gelegen.<br />
2.2.2 't Ruige Veld<br />
Woonbuurt 't Ruige Veld is gerealiseerd in de jaren 1986 tot 1993.<br />
Bebouwing<br />
De woonwijk 't Ruige Veld is ruimtelijk opgebouwd in verschillende zones. De wijk wordt<br />
van oost naar west doorsneden door een centrale groenzone. In deze zone bevindt zich een<br />
beperkt aantal gestapelde woningen met maximaal 4 bouwlagen. Bij de Bouwdriest staat<br />
nog een voormalige boerderij in deze zone.<br />
Ten noorden en ten zuiden van de groenzone zijn eengezinswoningen gerealiseerd. Hierbij<br />
is zoveel mogelijk gekozen voor gesloten bouwblokken, uitgevoerd in één of twee<br />
woonlagen met een kap. Deze bouwblokken omsluiten binnenterreinen waar groen- en<br />
speelvoorzieningen zijn gesitueerd. Aan de zuidzijde van de wijk bevinden zich een aantal<br />
vrijstaande woningen met de achterzijde gericht naar het water. In het noordwesten gaat<br />
het woongebied over in een kleinschalig bedrijventerrein dat buiten het plangebied valt.<br />
De woonwijk heeft als geheel een wat stedelijk karakter. Dit wordt veroorzaakt door het<br />
grote aantal gesloten bouwblokken en het ontbreken van groen in de woonstraten. Het<br />
groen kan worden gevonden op de binnenterreinen en in de centrale groenzone.<br />
Groen- en ontsluitingsstructuur<br />
De wijk 't Ruige Veld heeft ten opzichte van andere wijken in <strong>Leusden</strong> een minder groen<br />
karakter. Onder groenvoorzieningen moeten niet alleen de grotere groene gebieden worden<br />
verstaan. Ook de bermen langs een straat en de boom op de hoek dragen bij tot het<br />
groene karakter van de wijk. Hetzelfde geldt voor de particuliere tuinen: een woonwijk<br />
met grote tuinen "oogt" groener dan een dicht bebouwd gebied. In het geval van 't Ruige<br />
Veld, met veelal kleine tot zeer kleine voortuinen, is het particuliere groen meestal niet<br />
bepalend voor het groene karakter van de wijk. In 't Ruige Veld zijn het vooral de grotere<br />
openbare groengebieden, die het groene karakter van de wijk bepalen.<br />
De hoofdgroenstructuur van 't Ruige Veld wordt bepaald door m.n. de volgende elementen:<br />
de gecombineerde water- en groenverbinding in oostwest-richting aan de zuidrand van<br />
't Ruige Veld;<br />
het laantje van de Zwarteweg naar de boerderij met de bestaande houtopstanden en<br />
het groene gebied met trapveldje in het verlengde daarvan (de centrale groenzone);<br />
de groen- en speelplaatsen op de binnenterreinen van de rijtjeswoningen;<br />
de groenstroken langs de ontsluitingswegen Schotkamp, Randweg en Middenweg.<br />
Bij het ontwerp van de wijk is aan verschillende groenstroken een duidelijke functie<br />
toegekend. Zo heeft de gecombineerde water- en groenverbinding aan de zuidzijde van het<br />
woongebied een duidelijke visueel structurerende functie. Deze groenstrook fungeert a!s<br />
een soort van scheiding tussen de verschillende woongebieden Hamersveld en 't Ruige Veld.<br />
De centrale groenzone dwars door de wijk in<br />
- bestemmingsplan<br />
<strong>Leusden</strong>-<strong>Noord</strong> - <strong>Asschatterweg</strong> e.o. - 13
oostwestrichting fungeert al een soort scheiding tussen twee deelbuurten. Behalve deze<br />
scheidingsfunctie hebben groenstroken ook veelal een afschermende functie. Zo hebben de<br />
groenstroken aan de noord en oostzijde van het plangebied een duidelijk afschermende<br />
werking naar de hoofdinvalswegen Randweg en Middenweg net buiten de wijk.<br />
De wijk 't Ruige Veld wordt aan twee zijden begrensd door wegen die deel uitmaken van de<br />
ontsluitingsstructuur van <strong>Leusden</strong>, de Randweg en Middenweg. De Zwarteweg vervult geen<br />
belangrijke doorgaande verkeersfunctie meer voor <strong>Leusden</strong>. De woonwijk wordt op twee<br />
plaatsen voor het autoverkeer ontsloten op de bovengenoemde ontsluitingswegen; aan de<br />
oostzijde door de Ruige Velddreef op de Middenweg en aan de noordzijde door de<br />
Schotkamp op de Randweg. De Ruige Velddreef sluit tevens aan op de Zwarteweg. Via de<br />
Zwarteweg kan men naar het winkelcentrum De Biezenkamp. De Ruige Velddreef en de<br />
Schotkamp zijn de zogenoemde verbindingswegen. De voornaamste functie van deze<br />
wegen is om het autoverkeer uit de wijk naar de ontsluitingswegen te voeren. De overige<br />
wegen binnen de wijk hebben een autoluwe verblijfsfunctie verkregen. Het verschil in<br />
functie wordt nog eens benadrukt door middel van een verschil in verharding; asfalt op de<br />
doorgaande routes en klinkerverharding in de woonstraten.<br />
De vrijliggende fietspaden langs de Randweg en de Middenweg vormen een onderdeel van<br />
een (bovenwijks) netwerk van fietspaden in <strong>Leusden</strong>. De overige fietspaden zorgen voor<br />
goede verbindingen met de aansluitende woonwijken Hamersveld, de Wetering en het<br />
sportpark Valleikanaal.<br />
Voor wat betreft het openbaar vervoer: het woongebied kent enkele busverbindingen welke<br />
een verbinding vormen tussen <strong>Leusden</strong> en Amersfoort.<br />
2.2.3 Hamersveld<br />
De woonbuurt Hamersveld is hoofdzakelijk gerealiseerd tussen de jaren 1950 en 1970.<br />
Bebouwing<br />
De stedenbouwkundige opzet van Hamersveld vertoont een wisselend karakter, veelal<br />
kenmerkend voor de periode waarin ze tot stand zijn gekomen. Het gebied direct ten<br />
oosten van de Zwarteweg is gebouwd in een nog betrekkelijk autoloze tijd. De wegen zijn<br />
smal en openbare verkeersvoorzieningen, openbaar groen en kinderspeelplaatsen zijn<br />
minimaal aanwezig. De woningen, meestal half-vrijstaand, zijn in het algemeen niet erg<br />
groot. De tuinen achter de woningen daarentegen zijn 15 tot 20 meter diep.<br />
De deelbuurt ten oosten van de Lindenlaan is van een latere datum, namelijk uit de<br />
zestiger jaren. Hier komen veel meer rijtjeswoningen voor. De tuinen achter deze<br />
woningen zijn ca. 10 meter diep. De invloed van de auto in deze deelbuurt is duidelijker<br />
waarneembaar in bredere wegen, parkeerstroken en garageboxen. Het openbaar groen en<br />
de kinderspeelplaatsen zijn in ruime mate aanwezig. Afgezien van de half-vrijstaande<br />
woningen in het westelijk deel en de rijtjeswoningen in het oostelijk deel, bevinden zich<br />
aan de west- en noordgrens van het plangebied diverse vrijstaande woningen. In dit deel<br />
van Hamersveld komen geen gestapelde woningen voor. De meeste woningen in<br />
Hamersveld zijn uitgevoerd in twee lagen met een kap. De vrijstaande woningen zijn<br />
veelal plat uitgevoerd, bestaande uit 1 of 2 lagen.<br />
Aan de Eikenlaan tenslotte bevinden zich op de achtererven van een aantal woningen kleine<br />
bedrijven.<br />
Groen- en ontsluitingsstructuur<br />
De hoofdgroenstructuur van Hamersveld wordt bepaald door de volgende elementen:<br />
het groen langs de (hoofd)ontsluitingswegen de <strong>Asschatterweg</strong> en de Middenweg;<br />
enkele grotere groene gebieden in het oostelijke deel van Hamersveld;<br />
- bestemmingsplan<br />
14 <strong>Leusden</strong>-<strong>Noord</strong> - <strong>Asschatterweg</strong> e.o. -
en (buiten het plangebied) de groen- en waterpartijen aan de noord- en oostzijde van<br />
Hamersveld.<br />
De laatstgenoemde groen- en waterpartijen hebben een duidelijke afschermende functie.<br />
De groen- en waterpartijen aan de noord- en oostzijde van Hamersveld vormen een<br />
duidelijke buffer tussen enerzijds Hamersveld en anderzijds de naastgelegen gebieden<br />
Princenhof (bedrijfsterrein) en 't Ruige Veld (woonwijk). Ook het groen langs de<br />
<strong>Asschatterweg</strong> en de Middenweg, aan de rand van het plangebied, heeft een duidelijk<br />
afschermende werking naar de hoofdinvalswegen net buiten de wijk.<br />
Bepalend voor de verkeerstructuur van het plangebied is het oude kruis van wegen,<br />
namelijk in west-oostrichting de Burg, de Beaufortweg-<strong>Asschatterweg</strong> en in<br />
noord-zuidrichting de Zwarteweg-Hamersveldseweg. Deze wegen vormen een onderdeel<br />
van de ontsluitingsstructuur van <strong>Leusden</strong>. De overige wegen in het plan zijn ondergeschikt<br />
aan deze wegen en hebben allen het karakter van een woonstraat.<br />
De verschillende fietspaden in Hamersveld, namelijk het fietspad langs het winkelcentrum<br />
De Biezenkamp, de fiets- en voetverbindingen met de woonwijk 't Ruige Veld en de<br />
vrijliggende fietspaden langs een aantal hoofdontsluitingswegen, zijn een onderdeel van<br />
een bovenwijks netwerk van fietspaden in <strong>Leusden</strong>. De langzaam-verkeersverbindingen<br />
met 't Ruige Veld zijn via bestaande wegen als de Lijsterbeslaan en de Lindenlaan<br />
aangesloten op de oost-west hoofdroute langs de <strong>Asschatterweg</strong>/ Burg. de Beaufortweg.<br />
Voor wat betreft het openbaar vervoer, er zijn geen bushaltes in dit deel van de<br />
Hamersveld. De dichtsbijzijnde bushalte is gelegen bij de rotonde<br />
Zwarteweg/Hamersveldseweg. Lijn 78 doet deze halte aan. De openbaar<br />
vervoersverbinding is eenzijdig op Amersfoort gericht. Daarbij moet wel in acht genomen<br />
worden dat het merendeel van de vervoersbewegingen ook op Amersfoort gericht zijn.<br />
2.2.4 De Wetering<br />
De woonbuurt De Wetering is gerealiseerd in de jaren 70. Aan de <strong>Asschatterweg</strong> bevindt<br />
zich een strook met twee-onder-een-kap woningen welke gerealiseerd zijn in de periode<br />
1948-1968. Langs de watergang in de wijk, bevinden zich een vrijstaande woning uit 1964<br />
en de voormalige boerderij Groot Krakhorst.<br />
Bebouwing<br />
Het basisprincipe van de wijk bestaat uit clusters woonblokken gegroepeerd rondom<br />
parkeerhoven, onderling gescheiden door veel groen. Tussen de clusters bevinden zich<br />
groene ruimten die in het midden van de wijk samenvloeien tot één grote groene ruimte<br />
met parkachtige afmetingen. De woonblokken zijn direct gelegen aan de parkeerhoven of<br />
aan woon(voet-) paden, die verbonden zijn met de parkeerhoven.<br />
Evenals een aantal andere wijken in <strong>Leusden</strong> is De Wetering naar binnen gekeerd,<br />
afgeschermd van de hoofdwegen door groene randen. De bebouwing langs de Middenweg is<br />
duidelijk van de weg afgekeerd en wordt van de weg gescheiden door een groenstrook.<br />
Alleen aan de <strong>Asschatterweg</strong> staan nog een aantal woningen met hun entreezijde naar de<br />
weg gekeerd. In het noord(west)en van het plangebied ligt de buurt Wetering/Valleilaan,<br />
een buurt uit het begin van de jaren negentig met voornamelijk sociale huurwoningen en<br />
een aantal vrijstaande woningen. De wijk wordt aan de noord(oost)- en oostzijde<br />
afschermt van de omgeving door een oude Liniedijk. Hierdoor zijn de sportvoorzieningen<br />
ten noorden van de Liniedijk niet zichtbaar zijn vanuit de wijk.<br />
De wijk bestaat voornamelijk uit blokken rijtjeswoningen van twee verdiepingen en een<br />
zadeldak, uitgevoerd in gele baksteen. De blokken zijn niet altijd naar elkaar toe gericht,<br />
er zijn ook situaties waar voor- en achterkanten van woningen naar elkaar zijn gericht. De<br />
bergingen zijn afwisselend aan de voor- of achterzijde gesitueerd.<br />
- bestemmingsplan<br />
<strong>Leusden</strong>-<strong>Noord</strong> - <strong>Asschatterweg</strong> e.o. - 15
Langs de noordrand van het plangebied zijn een aantal vrijstaande en geschakelde<br />
woningen gebouwd. De wijk kent verder drie complexen van gestapelde woningen, te<br />
weten een appartementengebouw van drie-en-een-halve laag aan de Hondsdraf en aan de<br />
Wederik en een appartementengebouw van twee lagen en een kap aan de Sleedoornhof.<br />
Groen- en ontsluitingsstructuur<br />
De wijk kenmerkt zich door een grote hoeveelheid aan groen. Daarbij zijn drie grotere<br />
groenstructuren te herkennen. Deze hoofdstructuurelementen in De Wetering zijn:<br />
In het westelijk deel van de wijk ligt een langgerekte noord-zuid gerichte<br />
groenstructuur. De drager van deze groene verbindingszone is de watergang de<br />
Hamersveldse Wetering (De Wetering) met daarlangs een langzaamverkeersroute. Aan<br />
de noordzijde, grenzend aan de Liniedijk, is temidden van het groen een trapveld<br />
gelegen. Het groen rond het sociaal-cultureel centrum Groot Krakhorst en de grote tuin<br />
rond de vrijstaande woning uit de jaren zestig doen duidelijk mee in de beleving van<br />
het groen ter plaatse. Deze groene zone sluit aan op de groene zone langs de<br />
Hamersveldse Wetering in de wijk Alandsbeek.<br />
In het oostelijk deel van de wijk bevinden zich tussen de woningclusters diverse groene<br />
ruimten die in het midden van de wijk samenvloeien tot één grote groene ruimte met<br />
parkachtige afmetingen. Deze grote groene open ruimte vormt een markant<br />
groenelement in de wijk. Deze ruimte wordt vanwege haar reliëf ook wel de 'groene<br />
heuvel' genoemd.<br />
De groene randen van de wijk, die de wijk afschermt van de Middenweg en de<br />
<strong>Asschatterweg</strong>.<br />
Daarnaast is er in de wijk veel blokgroen aanwezig met een veelal afschermende functie.<br />
Zo zijn de volgende elementen te onderscheiden: buffergroen tussen de diverse hofjes,<br />
groenaankleding van de parkeerterreinen en groen in de woonpaden.<br />
De wijk wordt op drie plaatsen ontsloten op de hoofdwegen: drie op de <strong>Asschatterweg</strong> en<br />
één op de Middenweg/Randweg via de Valleilaan. De Hondsdraf, de Walstro en de<br />
Valleilaan vormen de belangrijkste buurtontsluitingswegen binnen de wijk. Aan deze wegen<br />
liggen de parkeerhoven, welke uitsluitend via de buurtontsluitingswegen met elkaar voor<br />
autoverkeer verbonden zijn. Voor veel woningen geldt dat het niet mogelijk is om met de<br />
auto tot aan de voordeur te rijden. Deze woningen worden ontsloten door middel van een<br />
woonpad welke aansluit op de parkeerhoven.<br />
De gehele wijk wordt doorsneden door een fijnmazig systeem van voet-, fiets- en<br />
woonpaden. De woonpaden vormen de verbinding tussen de woningen en de parkeerhoven.<br />
De fiets- en voetpaden liggen met name in de groengebieden. Een aantal van deze<br />
langzaamverkeersverbindingen is nadrukkelijk in de wijk aanwezig. Een karakteristiek<br />
element in de wijk wordt gevormd door een noord-zuid gerichte route langs de<br />
Hamersveldse Wetering, begeleid door knotwilgen. Daarnaast ligt een veel gebruikte<br />
langzaamverkeersroute door de centrale groene zone, welke een verbinding vormt tussen<br />
de Gagelhof, de Wederik en de Akkerwinde. Een andere belangrijke fietsverbinding is het<br />
fietspad vanaf de Middenweg naar de Bolderikhof. Daarnaast wordt de oude Liniedijk<br />
intensief gebruikt door de wijkbewoners als recreatieve wandel/uitlooproute.<br />
Voor wat betreft het openbaar vervoer, er zijn geen bushaltes in De Wetering. De<br />
dichtstbijzijnde bushalte is gelegen bij de kruising <strong>Asschatterweg</strong>/Middenweg.<br />
2.2.5 Alandsbeek<br />
De woonbuurt Alandsbeek is gerealiseerd in de jaren 1973 tot en met 1982.<br />
Bebouwing<br />
De wijk Alandsbeek bestaat hoofdzakelijk uit eengezinswoningen in rijtjes. Aan de<br />
- bestemmingsplan<br />
16 <strong>Leusden</strong>-<strong>Noord</strong> - <strong>Asschatterweg</strong> e.o. -
oostzijde van de wijk bevinden zich een zestal vrijstaande woningen en aan de zuidzijde<br />
een aantal half-vrijstaande woningen. In de wijk komen geen gestapelde woningen voor.<br />
Afgezien van de vrijstaande woningen, bevat de woonbuurt drie verschillende woningtypes.<br />
In het gebied gelegen ten westen van het Reigerpad zijn de woningen uitgevoerd in<br />
afwisselend twee of drie lagen, zonder een kap. De woningen in het gebied ten oosten van<br />
het Reigerpad zijn uitgevoerd in één, twee of drie lagen met aan één zijde een schuin<br />
aflopende kap. Deze woningen zijn zeer verschillend van aard: variërend van<br />
drive-inwoningen tot woningen met een garage ervoor. Het resultaat is een zeer wisselend<br />
gevelfront. Het derde en tevens laatste woningtype bevindt zich ten zuiden van het<br />
Eiberpad. De woningen in dit gebied bestaan uit 2 à 3 lagen met (deels) een kap. Deze<br />
woningen zijn deels uitgevoerd in rijtjes, deels in half-vrijstaande woningen.<br />
De bijzondere bebouwing in het plangebied bestaat uit twee scholen voor het<br />
basisonderwijs en een gymzaal. Verder bevinden zich aan de Toermalijn verschillende<br />
gebouwen met een van wonen afwijkende functie, namelijk horeca- en medische<br />
voorzieningen. Een -qua bebouwing- bijzonder element in de wijk is de oude boerderij aan<br />
het Eiberpad. Deze voormalige boerderij is thans in gebruik als pannenkoekenhuis en<br />
bistro.<br />
Groen- en ontsluitingsstructuur<br />
De hoofdgroenstructuur van Alandsbeek wordt bepaald door de volgende elementen:<br />
de groenstroken langs de (hoofd)ontsluitingswegen de Middenweg en de<br />
<strong>Asschatterweg</strong>;<br />
de Liniedijk langs de oostzijde van Alandsbeek;<br />
het groene gebied (incl. trapveld) welke de scheiding vormt tussen de wijken<br />
Alandsbeek en Langenbeek;<br />
de gecombineerde water- en groenverbinding langs het Reigerpad (in<br />
noord-zuidrichting);<br />
de gecombineerde water- en groenverbinding in west-oostrichting;<br />
de groenstroken aan weerszijden van het Eiberpad.<br />
De woonbuurt Alandsbeek wordt aan drie zijden begrensd door wegen welke een onderdeel<br />
vormen van de hoofdontsluitingsstructuur van <strong>Leusden</strong>. De <strong>Asschatterweg</strong> heeft qua<br />
functie en inrichting een minder belangrijke rol in de wegen structuur van <strong>Leusden</strong> dan de<br />
Middenweg.<br />
Alandsbeek bestaat in feite uit vier deelgebieden, welke elk afzonderlijk ontsloten worden<br />
vanaf het stelsel van ontsluitingswegen. Tussen deze vier deelgebieden onderling bestaan<br />
slechts verbindingen voor het langzame verkeer. De vier deelgebieden worden als volgt<br />
ontsloten:<br />
Van een duidelijke hiërarchie van wegen binnen deze deelgebieden is geen sprake. De<br />
interne verkeersstructuur van de deelgebieden bestaat alleen uit buurtontsluitingswegen,<br />
welke het karakter hebben van een woonstraat. De woonstraten eindigen allen in de wijk,<br />
met uitzondering van het oostelijke deel van Alandsbeek, waar de automobilist via een lus<br />
wordt terugverwezen naar de hoofdontsluitingsweg. Kenmerkend voor de lus in het<br />
zuidoostelijke gebied is de aanwezigheid van verschillende verkeersdrempels.<br />
De verschillende fietspaden in het plangebied, namelijk het Reigerpad, het Eiberpad en de<br />
vrijliggende fietspaden langs de ontsluitingswegen, zijn een onderdeel van een<br />
(bovenwijks) netwerk van fietspaden in <strong>Leusden</strong>.<br />
Voor wat betreft het openbaar vervoer: het woongebied kent enkele busverbindingen,<br />
welke beiden een verbinding vormen tussen <strong>Leusden</strong> en Amersfoort. De verschillende<br />
bushaltes bevinden zich net buiten het woongebied langs de onsluitingswegen. De openbaar<br />
vervoersverbindingen zijn daarmee eenzijdig op Amersfoort gericht. Daarbij moet wel in<br />
- bestemmingsplan<br />
<strong>Leusden</strong>-<strong>Noord</strong> - <strong>Asschatterweg</strong> e.o. - 17
acht genomen worden dat het merendeel van de vervoersbewegingen ook op Amersfoort<br />
gericht zijn.<br />
2.2.6 Rozendaal<br />
De woonbuurt Rozendaal is gerealiseerd in de jaren 70.<br />
Bebouwing<br />
De in deze wijk gelegen zogenaamde ‘eurowoningen’ zijn aaneengesloten in boogvorm<br />
gebouwd. De boogvorm ontstaat doordat de woningen haaks op de straat staan en de<br />
gevelwand per woning gering verspringt. De uitstraling van deze bijzondere bouwvorm<br />
hangt samen met de uniformiteit van de gevelwand. De wijk ontstaat door het ’stempel’<br />
van de boogvorm een aantal malen te herhalen. De binnenruimte van de stempel bestaat<br />
uit een pleinvormige ruimte. De groene invulling verschilt per plein. De achterzijden van de<br />
woningen grenzen aan de groenstructuur door de wijk. Centraal in de wijk liggen enkele<br />
gedeelde voorzieningen, zoals een zwembad en een tennisbaan.<br />
Evenals een aantal andere wijken in <strong>Leusden</strong> is Rozendaal naar binnen gekeerd,<br />
afgeschermd van de omringende wegen en de achterliggende bebouwing door groene<br />
randen. Vanaf de omringende wegen oogt de wijk parkachtig. De bebouwing is slechts op<br />
incidentele plekken zichtbaar, met name de eerste en tweede verdieping. De invloed van<br />
aan- en uitbouwen aan de achterzijde van de woningen op het stedenbouwkundig concept<br />
is vrij beperkt vanwege de groene afscherming van de woningen.<br />
De bebouwing van Rozendaal bestaat uit eengezins-‘drive-in’woningen in 3 bouwlagen met<br />
een plat dak. De onderste bouwlaag wordt gevormd door de entree van de woning en een<br />
garage. De woon- leefruimte bevindt zich op de eerste verdieping, met uitzicht op de<br />
tuinen.<br />
De uitstraling van Rozendaal wordt bepaald door het patroon van identieke,<br />
aaneengeschakelde woningen. De individuele woning is ondergeschikt aan de boogvormige<br />
structuur en daarom op zichzelf weinig opvallend. Om aan de kwaliteit van het ontwerp<br />
voor Rozendaal geen afbreuk te doen, dient zorgvuldig omgegaan te worden met solitaire<br />
aanpassingen in de gevelwanden.<br />
Groen- en ontsluitingsstructuur<br />
De groenstructuur in Rozendaal draagt in hoge mate bij aan het bijzondere karakter van de<br />
wijk. De boogvormen zijn van elkaar en de omringende wegen afgeschermd met groen. In<br />
de groenstructuur bevinden zich verder verschillende waterpartijen. Het groen is in beheer<br />
bij een Groenstichting. Het bestuur van de Groenstichting wordt gevormd door bewoners<br />
van de wijk zelf.<br />
De groene inrichting van de pleinen en de ruimte aan de kopgevels vormen een belangrijke<br />
aanvulling op de groenstructuur. Elk plein is op een eigen wijze ingericht. Het bestuur van<br />
de Groenstichting is<br />
verantwoordelijk voor de inrichting van de pleinen. De bewoners van de pleinen worden<br />
direct betrokken bij de inrichting van hun plein en het onderhoud ervan. De pleinen worden<br />
primair gebruikt voor speelvoorzieningen en groen.<br />
Doordat de achtertuinen grenzen aan de groenstructuur dragen ze in belangrijke mate bij<br />
aan het groene karakter van Rozendaal.<br />
Rozendaal wordt omringd door een aantal doorgaande wegen: de Torenakkerweg,<br />
<strong>Asschatterweg</strong>, <strong>Noord</strong>erinslag en Middenweg. Deze wegen behouden hun huidige functie als<br />
doorgaande route. Met name de <strong>Noord</strong>erinslag vervult een belangrijke rol in de ontsluiting<br />
van de gemeente <strong>Leusden</strong>.<br />
- bestemmingsplan<br />
18 <strong>Leusden</strong>-<strong>Noord</strong> - <strong>Asschatterweg</strong> e.o. -
De toegangswegen tot de pleinen en de pleinen zelf hebben geen doorgaande functie en<br />
zijn uitsluitend bedoeld voor bestemmingsverkeer.<br />
Alle woningen in Rozendaal zijn voorzien van een oprit en een garage. De oprit wordt<br />
vrijwel overal gebruikt als parkeerplek, de garage dient echter zelden als parkeerplaats.<br />
Daarnaast zijn parkeerplaatsen gesitueerd op de pleinen.<br />
In de groenstroken zijn paden opgenomen voor fietsers en voetgangers. De paden<br />
verbinden de pleinen met elkaar en de omringende wegenstructuur. De langzaam<br />
verkeersroutes zijn planmatig opgezet en maken onderdeel uit van de structuur van<br />
Rozendaal.<br />
Voor wat betreft het openbaar vervoer: het woongebied kent enkele busverbindingen,<br />
welke beiden een verbinding vormen tussen <strong>Leusden</strong> en Amersfoort. De verschillende<br />
bushaltes bevinden zich net buiten het woongebied langs de onsluitingswegen. De openbaar<br />
vervoersverbindingen zijn daarmee eenzijdig op Amersfoort gericht. Daarbij moet wel in<br />
acht genomen worden dat het merendeel van de vervoersbewegingen ook op Amersfoort<br />
gericht zijn.<br />
2.2.7 Rozenboom<br />
De woonbuurt Rozenboom is gerealiseerd in de jaren 70.<br />
Bebouwing<br />
De wijk is gebouwd rondom een centrale groene zone met voet- en fietspad. Om de zone<br />
liggen parkeerhofjes met korte woonblokken. De parkeerhofjes zijn niet volledig omsloten<br />
door bebouwing, maar staan ruimtelijk in verbinding met de centrale zone. De groene zone<br />
zelf verbindt het verzorgingshuis aan de noordkant van de wijk (buiten het plangebied)<br />
met diverse gebouwen voor maatschappelijke functies aan de zuidkant (buiten het<br />
plangebied).<br />
De bebouwing in de wijk bestaat voornamelijk uit vrijstaande en twee-onder-één-kap<br />
woningen. De vrijstaande villa's liggen aan de buitenzijde van de wijk en zijn van diverse<br />
architectuur. De bebouwing in het middengebied van de wijk bestaat in hoofdzaak uit<br />
blokken van twee of vier woningen in een hoogte van twee verdiepingen met kap,<br />
gemetseld in een gele baksteen. Deze blokken zijn gegroepeerd rond parkeerhofjes. Aan<br />
de zuidkant bevindt zich een woonhof voor senioren in rijtjeswoningen van één bouwlaag.<br />
Groen- en ontsluitingsstructuur<br />
De groenstructuur van Rozenboom bestaat uit de volgende elementen:<br />
de groen- en waterpartijen langs de hoofdontsluitingswegen de Torenakkerweg en de<br />
<strong>Noord</strong>erinslag welke een duidelijk afschermende functie hebben;<br />
de centrale groene zone.<br />
De aanplant van de centrale groene zone bestaat veelal uit grote struiken en bomen, hier<br />
en daar afgewisseld met grasveldjes of een speelplek. De overzichtelijkheid van de ruimte<br />
is gering door de korte zichtlijnen en slingerende paden. Door het hoge groen ontstaat er<br />
eerder een grens tussen het oostelijk en westelijk plandeel dan een samenhangend<br />
element.<br />
De wijk wordt voor het autoverkeer ontsloten via twee lussen:<br />
een lus in het oostelijk deel, bereikbaar vanaf de Torenakkerweg en<br />
een lus voor het westelijke deel, bereikbaar vanaf de Hamersveldseweg.<br />
Tussen beide verkeerslussen bestaat geen verbinding. Het is dus niet mogelijk om met de<br />
auto vanaf de Hamersveldseweg naar de Torenakkerweg te rijden of omgekeerd. Door het<br />
- bestemmingsplan<br />
<strong>Leusden</strong>-<strong>Noord</strong> - <strong>Asschatterweg</strong> e.o. - 19
ontbreken van een doorgaande verbinding worden de wegen in de wijk uitsluitend gebruikt<br />
door bestemmingsverkeer. Aan de lussen zijn doodlopende hofjes geschakeld waarin<br />
geparkeerd kan worden. Vanaf deze hofjes zijn de achtererven met garageboxen<br />
bereikbaar.<br />
In het middengebied van de wijk zijn diverse fiets- en voetpaden aanwezig, welke zorgen<br />
voor de bereikbaarheid van woningen, hofjes, en voorzieningen alsmede voor de<br />
verbindingen tussen het oostelijk en westelijk deel. Er is echter geen<br />
hoofdlangzaamverkeersroute aanwezig.<br />
Voor wat betreft het openbaar vervoer: het woongebied kent twee busverbindingen, welke<br />
beiden een verbinding vormen tussen <strong>Leusden</strong> en Amersfoort. De verschillende bushaltes<br />
bevinden zich net buiten het woongebied langs de onsluitingswegen . De openbaar<br />
vervoersverbindingen zijn daarmee eenzijdig op Amersfoort gericht. Daarbij moet wel in<br />
acht genomen worden dat het merendeel van de vervoersbewegingen ook op Amersfoort<br />
gericht zijn.<br />
2.3 Milieu<br />
Binnen het plangebied komen op dit moment geen milieuproblemen voor welke een nader<br />
beschouwing behoeven. De twee onderstaande aspecten worden ter verduidelijking nader<br />
toegelicht.<br />
Wegverkeerslawaai<br />
In het plangebied en net buiten het plangebied zijn enkele wegen aanwezig die volgens de<br />
Wet geluidhinder een geluidzone hebben. Omdat het hier een bestaande situatie betreft,<br />
de wegen en de woningen zijn tenslotte al aanwezig, vormt dit niet direct een belemmering<br />
voor dit bestemmingsplan. De wegen met een geluidzone, zoals de Randweg, Ruige<br />
Velddreef, <strong>Asschatterweg</strong>, Torenakkerweg, Middenweg en <strong>Noord</strong>erinslag hebben tot gevolg<br />
dat bij een aantal bestaande woningen sprake kan zijn van een overschrijding van de<br />
voorkeursgrenswaarde van 48 dB (L den ). Aanpak van bestaande overschrijdingen vindt<br />
plaats buiten het kader van dit bestemmingsplan.<br />
Bedrijvigheid<br />
In het plangebied of in de omgeving van het plangebied zijn geen bedrijven aanwezig die<br />
voor een conflict zorgen met de woonfunctie in het plangebied. De geldende plannen staan<br />
wel beroep- en bedrijf-aan-huis toe, maar dergelijke activiteiten zijn over het algemeen<br />
goed in te passen in een woonomgeving en leiden dan ook niet tot overlast.<br />
- bestemmingsplan<br />
20 <strong>Leusden</strong>-<strong>Noord</strong> - <strong>Asschatterweg</strong> e.o. -
Hoofdstuk 3<br />
3.1 Rijksbeleid<br />
Beleidskader<br />
3.1.1 Nota Ruimte<br />
In de Nota Ruimte staan de uitgangspunten voor de ruimtelijke ontwikkeling van<br />
Nederland. Deze nota gaat in op vraagstukken die spelen tussen nu en 2020, met een<br />
doorkijk naar 2030. Het motto van de Nota is: "decentraal wat kan, centraal wat moet". In<br />
de nota benadrukt het Rijk, net als in voorgaande nota's opnieuw het belang van sterke<br />
steden in een vitaal platteland. Bundeling van wonen en werken in stedelijke gebieden en<br />
stedelijke vernieuwing en verdichting zijn de speerpunten van het beleid. Tevens is een<br />
doel het borgen en ontwikkelen van belangrijke (inter)nationale waarden.<br />
AMvB Ruimte<br />
Conform de Wet ruimtelijke ordening werkt het Rijk aan de Algemene maatregel van<br />
bestuur Ruimte. De AMvB Ruimte zal de ruimtelijke kaders uit de vigerende PKB's<br />
bevatten, die daadwerkelijk borging in regelgeving behoeven. Vanuit het oogpunt van het<br />
versterken van de doorwerking van het nationaal ruimtelijk beleid, de herkenbaarheid voor<br />
de andere overheden en het terugdringen van bestuurlijke lasten streeft het rijk ernaar om<br />
de desbetreffende kaders te borgen in één AMvB Ruimte.<br />
In principe vormt de AMvB Ruimte een beleidsneutrale omzetting van de Nota Ruimte.<br />
De in de Nota Ruimte genoemde doelstellingen zijn inmiddels vertaald in beleid op<br />
provinciaal, regionaal en lokaal niveau.<br />
3.1.2 Nota Mensen Wensen Wonen<br />
In 2000 is de Nota ‘Mensen, Wensen, Wonen; Wonen in de 21ste eeuw’ vastgesteld. In de<br />
Nota wordt gekeken naar de ruimtebehoefte voor wonen in ons land voor de periode tot<br />
2010 met een doorkijk naar 2030. De kern van het beleid is een keuze voor kwaliteit in<br />
plaats van kwantiteit. De woonwensen van burgers dienen centraal te staan, waarbij het<br />
beleid niet langer gericht is op huisvesten, maar op wonen. De “traditionele<br />
confectieaanpak in de Nederlandse woningbouw” is hiertoe niet langer toereikend. “De<br />
burger wil een maatpak dat lekker zit en vele functies kan vervullen (huis-, werk- en<br />
studieplek).”<br />
Om de burgers een dergelijk maatpak te kunnen leveren staan vier principes in de nota<br />
centraal: het vergroten van de keuzevrijheid voor de burger, aandacht voor<br />
maatschappelijke waarden, een betrokken overheid en een beheerste marktwerking. Op<br />
basis van deze principes zijn een vijftal uitgangspunten opgesteld:<br />
1. vergroten van de zeggenschap over de woning en de woonomgeving;<br />
2. kansen scheppen voor mensen in kwetsbare posities;<br />
3. bevorderen van wonen en zorg op maat;<br />
4. verbeteren van de stedelijke woonkwaliteit;<br />
5. groene woonwensen faciliteren.<br />
In voorliggend bestemmingsplan wordt voor wat betreft het wonen de bestaande situatie<br />
vastgelegd. Veel van de uitgangspunten zijn niet direct meer door te vertalen in de<br />
woonbestemming. Binnen de woonbestemming wordt de mogelijkheid geboden voor<br />
beperkte uitbreidingen en verbeteringen in en om de woning. Daarnaast worden<br />
mogelijkheden geboden voor een beroep/bedrijf aan huis.<br />
- bestemmingsplan<br />
<strong>Leusden</strong>-<strong>Noord</strong> - <strong>Asschatterweg</strong> e.o. - 21
3.1.3 Waterbeleid 21e eeuw<br />
Een belangrijke conclusie uit het Waterbeleid 21e eeuw is om meer ruimte te geven aan<br />
water en te voorkomen dat de waterproblematiek in tijd of ruimte wordt afgewenteld. Er<br />
worden twee drietrapsstrategieën als uitgangspunten aangegeven:<br />
ten aanzien van waterkwantiteit: Vasthouden - Bergen - Afvoeren;<br />
ten aanzien van waterkwaliteit: Schoonhouden - Scheiden - Zuiveren.<br />
Deze strategieën vertalen zich voor het stedelijk gebied in concrete aandachtspunten als:<br />
meer ruimte voor water en een relatie tussen het stedelijk water en het water in het<br />
omliggende gebied, vergroting van het waterbergend vermogen, verbetering van de<br />
waterkwaliteit, vergroting van de belevingswaarde van water en kansen voor natuur en<br />
recreatie in en rondom stedelijk water.<br />
Voor dit bestemmingsplan is een waterparagraaf opgenomen in paragraaf 4.9. Hierin is<br />
opgenomen welke waterhuishoudkundige thema's relevant zijn voor het plangebied en op<br />
welke manier daarmee wordt om gegaan.<br />
3.2 Provinciaal beleid<br />
3.2.1 Streekplan 2005-2015<br />
Op 13 december 2004 is het Streekplan Utrecht 2005-2015 vastgesteld. Het Streekplan<br />
bevat het ruimtelijk beleid voor de provincie Utrecht voor de periode 2005-2015. In het<br />
Streekplan worden de volgende hoofdbeleidslijnen onderscheiden, als uitwerking van het<br />
credo: kwaliteit, uitvoering en samenwerking:<br />
Zorgvuldig ruimtegebruik: voor ruimtelijke ontwikkelingen, zowel in het stedelijk als<br />
het landelijk gebied, is zorgvuldig ruimtegebruik een belangrijk uitgangspunt;<br />
water: water vormt een ordenend principe. Bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen<br />
vormt water een vertrekpunt;<br />
Infrastructuur: de beschikbaarheid van bestaande infrastructuur en de (toekomstige)<br />
capaciteit van deze infrastructuur zijn mede bepalend bij het kiezen van nieuwe<br />
verstedelijkingslocaties;<br />
Verstedelijking: de provincie streeft naar een gedifferentieerd aanbod van wonen,<br />
werken en voorzieningen. Nieuwe woningbouw en bedrijventerreinen worden vooral<br />
gerealiseerd in het stadsgewest Utrecht en het gewest Eemland. Daarnaast vormen<br />
Veenendaal en Woerden belangrijke opvangkernen. Elders in de provincie wordt een<br />
terughoudend verstedelijkingsbeleid gevoerd.<br />
Landelijk gebied: het ruimtelijk ontwikkelingsbeleid voor het landelijk gebied is<br />
gericht op het versterken van zowel de (cultuurhistorische) identiteit, de<br />
landschappelijke diversiteit, als de vitaliteit van het landelijk gebied en op de kwaliteit<br />
van de natuur en de ecologische samenhang.<br />
Het ruimtelijk beleid is voor een belangrijk deel ingegeven door het principe van beheerste<br />
groei. De aantasting van waardevolle en kwetsbare open ruimte door nieuwe<br />
verstedelijking dient zoveel mogelijk vermeden te worden. Daarbij dient de<br />
contrastwerking tussen stad en land te worden versterkt. In verband daarmee is het<br />
gewenst om nieuwe bouwmogelijkheden binnen het bestaand stedelijk gebied goed te<br />
benutten. Beleidsmatig is dit vertaald in een ruimtelijke afbakening van het stedelijk<br />
gebied door rode contouren. Het streekplan streeft er onder andere naar de kwaliteit van<br />
de leefomgeving in stand te houden en waar mogelijk te verbeteren. Dit kan worden<br />
bereikt door in te zetten op duurzame kwalitatief hoogwaardige oplossingen voor<br />
ruimtelijke vraagstukken. Leidend hierin is het vinden van een evenwicht tussen<br />
leefkwaliteit en de druk op de ruimte.<br />
- bestemmingsplan<br />
22 <strong>Leusden</strong>-<strong>Noord</strong> - <strong>Asschatterweg</strong> e.o. -
Het streekplan Utrecht is door de invoering van de nieuwe Wet ruimtelijke ordening per 1<br />
juli 2008 van rechtswege een structuurvisie geworden.<br />
Beleidslijn nieuwe Wro<br />
Om het Streekplan 2005-2015 na 1 juli 2008 slagvaardig te kunnen blijven toepassen<br />
hebben Gedeputeerde Staten van de provincie Utrecht op 23 juni 2008 het Streekplan<br />
2005-2015 beleidsneutraal omgezet in de "Beleidslijn nieuwe Wro". Wanneer gesproken<br />
wordt over het Streekplan worden de op dit moment geldende streekplannen bedoeld: het<br />
Streekplan 2005-2015, de streekplanuitwerkingen Hart van de Heuvelrug I en II, en de<br />
Streekplanuitwerking Nationale Landschappen. Samen met de handleiding<br />
bestemmingsplannen 2006 vormt het Streekplan het beoordelingskader voor gemeentelijke<br />
ruimtelijke plannen in brede zin.<br />
De Beleidslijn maakt daarbij duidelijk wat onder de nieuwe Wro van de provincie verwacht<br />
mag worden: het provinciaal belang wordt gemarkeerd en de inzet van de nieuwe<br />
Wro-instrumenten wordt vastgelegd. Omdat de inhoud van het streekplan niet verandert<br />
heeft deze beleidslijn geen consequenties voor het bestemmingsplan.<br />
Zowel het algemene als het regiospecifieke beleid van de Provincie is in het kader van dit<br />
bestemmingsplan voor <strong>Leusden</strong>-<strong>Noord</strong> weinig relevant. Het onderhavige bestemmingsplan<br />
voorziet enkel in het vastleggen van de huidige situatie.<br />
3.2.2 Provinciale ruimtelijke verordening<br />
Op 21 september 2009 hebben Gedeputeerde Staten van Utrecht de provinciale ruimtelijke<br />
verordening vastgesteld. In de verordening is opgenomen hoe wordt omgegaan met<br />
provinciaal belang in bestemmingsplannen. De verordening bevat veel instructienormen.<br />
Bijvoorbeeld dat de waarden van natuur en landschap beschermd moeten worden, maar<br />
niet de wijze waarop.<br />
Dit bestemmingsplan betreft een conserverend plan in stedelijk gebied. De bepalingen<br />
zoals deze zijn opgenomen in de provinciale ruimtelijke verordening hebben met name<br />
betrekking op ontwikkelingen binnen stedelijk gebied of aspecten die spelen in het<br />
landelijk gebied. Voor dit bestemmingsplan zijn derhalve geen relevante aspecten<br />
aanwezig uit de provinciale ruimtelijke verordening die een vertaling behoeven in dit<br />
bestemmingsplan.<br />
3.2.3 Provinciaal Waterplan 2010-2015<br />
Het waterplan beschrijft wat de provincie Utrecht in deze periode wil bereiken op het<br />
gebied van waterbeheer. In het waterplan worden de hoofdlijnen vastgelegd van het in de<br />
provincie te voeren beleid ten aanzien van de waterhuishouding. Met het waterplan wordt<br />
voldaan aan de verplichting van Waternet om voor een periode van zes jaar een regionaal<br />
waterplan op te stellen. In het waterplan wordt gekozen voor duurzaamheid en kwaliteit. In<br />
de Gebiedsgerichte aanpak staat de ontwikkeling van duurzame, robuuste watersystemen<br />
centraal, waarbij op de lange termijn wordt gericht. Voor het borgen van bestaande<br />
kwaliteiten en het aanpakken van urgente problemen, is het beleid uitgewerkt in de delen<br />
veiligheid, kwaliteit en kwantiteit, en gebruik en beleving. In het uitvoeringsprogramma<br />
staan de instrumenten en middelen beschreven die worden ingezet voor de realisering van<br />
het beleid.<br />
Voor dit bestemmingsplan is een waterparagraaf opgenomen in paragraaf 4.9. Hierin is<br />
opgenomen welke waterhuishoudkundige thema's relevant zijn voor het plangebied en op<br />
welke manier daarmee wordt om gegaan.<br />
- bestemmingsplan<br />
<strong>Leusden</strong>-<strong>Noord</strong> - <strong>Asschatterweg</strong> e.o. - 23
3.2.4 Grondwaterplan 2008-2013<br />
Het plan beschrijft hoe de provincie Utrecht in deze periode de beschikbare voorraad zoet<br />
grondwater beschermt en beheert en het gebruik ervan onderwerpt aan wettelijke<br />
bepalingen en regelingen. Uitgangspunt hierbij is dat de hoeveelheid en kwaliteit van<br />
grondwater geschikt is voor duurzaam gebruik door mens en natuur.<br />
Het plan speelt in op recente ontwikkelingen als veranderende wetgeving, Europese<br />
richtlijnen (Kaderrichtlijn Water, Grondwaterrichtlijn, Natura 2000), de aanpak van<br />
verdrogingsbestrijding (TOP-gebieden) en het toenemend gebruik van de ondergrond voor<br />
winning van energie.<br />
Twee van de in het oog springende beleidsmaatregelen zijn dat indien na evaluatie blijkt<br />
dat als een waterwinning ongewenst is, in het uiterste geval, na zorgvuldige beoordeling en<br />
schadeloosstelling, de vergunninghouder zijn vergunning kan verliezen. Daarnaast worden,<br />
om de risico's voor de grondwaterkwaliteit rondom drinkwaterwinningen te beperken,<br />
bodemwarmtewisselaars rondom deze winningen verboden.<br />
Voor dit bestemmingsplan is een waterparagraaf opgenomen in paragraaf 4.9. Hierin is<br />
opgenomen welke waterhuishoudkundige thema's relevant zijn voor het plangebied en op<br />
welke manier daarmee wordt om gegaan.<br />
3.3 Regionaal beleid<br />
3.3.1 Visie 2010<br />
Het plangebied is gelegen in het werkgebied van het Waterschap Vallei & Eem. Het<br />
Waterschap Vallei & Eem heeft als missie geformuleerd:<br />
“Wij beschermen onze inwoners tegen overstromingen en ernstige wateroverlast. Wij<br />
zorgen voor schoon en levend water en een waterpeil dat aansluit bij het gebruik van de<br />
grond. Wij werken transparant, milieu- en kostenbewust en gericht op samenwerking.”<br />
Het hierbij horende motto van het waterschap is: 'Helder in water'.<br />
Het waterschap geeft zijn taken vorm middels drie programma's:<br />
Veilige dijken; beschermen van de bewoonde gebieden tegen overstromingen;<br />
Voldoende en schoon water; waar het nodig is, is water van goede kwaliteit<br />
beschikbaar. Er wordt geen overlast van het water ondervonden;<br />
Zuivering afvalwater; het waterschap zuivert gebruikt en verontreinigd water en<br />
hemelwater dat in rioleringen wordt verzameld. Dit gebeurt voordat het water op het<br />
oppervlaktewater wordt geloosd.<br />
Dit bestemmingsplan voor de woonbuurten in <strong>Leusden</strong>-<strong>Noord</strong> staat geen wijzigingen in de<br />
ruimtelijke situatie toe die gevolgen hebben voor de waterhuishoudkundige situatie. De<br />
doelstellingen van het waterschap komen dan ook niet in het gedrang door dit<br />
bestemmingsplan. In paragraaf 4.9 wordt nader ingegaan op de waterhuishoudkundige<br />
thema's.<br />
3.4 <strong>Gemeente</strong>lijk/lokaal beleid<br />
3.4.1 Visie 2010: Bouwen aan een krachtig <strong>Leusden</strong><br />
De gemeente <strong>Leusden</strong> heeft een ontwikkelingsvisie opgesteld, waarin de hoofdlijnen zijn<br />
aangegeven voor de ontwikkelingsrichtingen op het gebied van wonen, werken en welzijn.<br />
Een vitaal <strong>Leusden</strong> wordt daarbij vooropgesteld waarbij het sociale en culturele welzijn, de<br />
ruimtelijke ontwikkeling, economie, verkeer en vervoer en het landelijk gebied belangrijke<br />
aspecten zijn.<br />
- bestemmingsplan<br />
24 <strong>Leusden</strong>-<strong>Noord</strong> - <strong>Asschatterweg</strong> e.o. -
De visie kan op hoofdlijnen als volgt worden samengevat:<br />
Op sociaal en cultureel vlak streeft men naar een krachtige en zelfstandige<br />
samenleving. Het behoud en de verbetering van maatschappelijke kwaliteiten is van<br />
groot belang. Dit wil zeggen dat actief ingespeeld moet worden op de veranderende<br />
samenstelling van de bevolking;<br />
<strong>Leusden</strong> wil zich inzetten voor behoud en de verbetering van de ruimtelijke kwaliteit.<br />
Onder ruimtelijke kwaliteit wordt verstaan: Een gevarieerd woonmilieu met stedelijke<br />
voorzieningen in een landelijke omgeving;<br />
Benadrukking van de ligging in de overgang tussen de Utrechtse Heuvelrug en de<br />
Gelderse Vallei; Actieve oriëntatie op het buitengebied.<br />
Doelstellingen zijn het terugdringen van het woningtekort en het zorgvuldig afbouwen<br />
van de randen van <strong>Leusden</strong>.<br />
Daarnaast wil <strong>Leusden</strong> de kwaliteit van het buitengebied versterken. De ontwikkeling<br />
van de natuur- en milieukwaliteit in aantrekkelijke landschappen staat voorop, onder<br />
meer door het realiseren van ecologische verbindingszones. Voorts wenst de gemeente<br />
verbreding van de activiteiten in het buitengebied.<br />
Naast (duurzame en biologische) landbouw worden landschapsonderhoud en recreatief<br />
medegebruik nieuwe inkomstenbronnen in het landelijk gebied. Tenslotte verdienen<br />
het openbaar vervoer en het winkelcentrum aandacht.<br />
Dit bestemmingsplan betreft een conserverend plan. Het plan maakt geen nieuwbouw van<br />
bijvoorbeeld woningen of maatschappelijke voorzieningen mogelijk. In het plan zijn de<br />
bestaande woningen en maatschappelijke voorzieningen positief bestemd. Daarnaast zijn<br />
de belangrijke groen- en waterstructuren specifiek bestemd om op deze manier de<br />
ruimtelijke kwaliteit te kunnen behouden.<br />
3.4.2 Woonvisie 2008-2015<br />
In de Woonvisie <strong>Leusden</strong> 2008-2015 zet in op met name de huisvesting van de doelgroepen<br />
starters, gezinnen en ouderen.<br />
Voor een deel kan in de woningbehoefte van deze doelgroepen in directe zin door<br />
nieuwbouw worden voorzien en voor een deel geschiedt dit in indirecte zin door de mede<br />
uit nieuwbouw voortvloeiende doorstroming.<br />
Voor het overgrote deel moet hierin worden voorzien door het geschikt houden en maken<br />
van de bestaande woningvoorraad. Dit kan door het bouwkundig aanpassen aan de eisen<br />
van deze tijd en door het toestaan van aan- en uitbouwen.<br />
Voorliggend bestemmingsplan is conserverend. In het kader van dit plan wordt nieuwbouw<br />
van woningen dan ook niet mogelijk gemaakt. Wel biedt het bestemmingsplan<br />
mogelijkheden om woningen uit te breiden, bijbehorende bouwwerken te realiseren en<br />
andere functies aan huis te ontplooien. Hierbij dient echter wel rekening gehouden te<br />
worden met het stedenbouwkundige beeld van de buurt, privacy en bezonning voor<br />
naburige percelen.<br />
3.4.3 Groenbeleidsplan 2005<br />
Het groenbeleidsplan heeft tot doel de kwaliteit van het openbaar groen te behouden en te<br />
versterken teneinde een structurele bijdragen te leveren aan de ruimtelijke kwaliteit<br />
waarbij wonen, werken en welzijn binnen de gemeente <strong>Leusden</strong> gediend zijn.<br />
Wijk overschrijdend groen:<br />
Uit het groenbeleidsplan komt naar voren dat de groene hoofdstructuren niet altijd<br />
zichtbaar zijn in het straatbeeld. <strong>Leusden</strong> heeft een besloten, groen natuurlijke karakter.<br />
Geconstateerd is dat er geen aansluiting van de bomenstructuur bij de hiërarchie van de<br />
- bestemmingsplan<br />
<strong>Leusden</strong>-<strong>Noord</strong> - <strong>Asschatterweg</strong> e.o. - 25
wegenstructuur aanwezig is. Hier liggen kansen om de herkenbaarheid, oriëntatie en<br />
beleving te vergroten. Zo wordt aangegeven dat voor de <strong>Asschatterweg</strong> als historische weg<br />
de oriëntatie en herkenbaarheid van de bomenstructuur versterkt dient te worden. De<br />
Middenweg/<strong>Noord</strong>erinslag dient tevens versterkt te worden als hoofdverkeersontsluiting<br />
middels oriëntatie en herkenbaarheid van de bomenstructuur.<br />
Daarnaast wordt in het groenbeleidsplan een koppeling gelegd tussen openbaar groen in de<br />
bebouwde kom en ecologisch groen buiten de bebouwde kom. Hiertoe wordt aangegeven<br />
dat de groenstrook tussen 't Ruige Veld en Hamersveld als ondersteunende ecologische<br />
verbinding binnen de bebouwde kom moet worden behouden en ontwikkeld. Hierbij dient<br />
de Zwarteweg als een op te heffen barrière te worden beschouwd.<br />
Ook zet het groenbeleidsplan zich in voor het behoud van de cultuurhistorische wetering<br />
langs het Reigerpad (Hamersveldse wetering).<br />
Het groenbeleidsplan vertaald zich in de "6 GROENE REGELS".<br />
1. De huidige groenstructuur behouden en versterken.<br />
2. Versterken oriëntatie en herkenbaarheid door boomstructuur.<br />
3. Vergroten van de herkenbaarheid in inrichting en beheer.<br />
4. Herkenbaarheid en karakter voor entrees en kleine parken.<br />
5. Behouden en ontwikkelen van ecologische waarden.<br />
6. Verankering van flankerend beleid in groenbeleid en planontwikkeling.<br />
In het plangebied hebben de bestaande structuur bepalende groengebieden de specifieke<br />
bestemming groen gekregen. Door deze gebieden als groen te bestemmen behouden ze<br />
hun uitstraling en blijven ze van waarde voor de uitstraling van het openbaar gebied.<br />
De kleinere groenstroken zijn over het algemeen opgenomen in de bestemmingen<br />
"Verkeer" of "Verkeer - Verblijfsgebied". Omdat deze gebieden niet bepalend zijn voor de<br />
groenstructuren in het plangebied en ze eenvoudig opgenomen kunnen worden in de<br />
verkeersbestemmingen zijn deze versnipperde groengebieden als zodanig bestemd.<br />
3.4.4 Milieubeleidsplan 2009 - 2013<br />
Het milieubeleidsplan 2009-2013 is een toetsingskader bij ruimtelijke plannen. In het<br />
milieubeleidsplan zijn milieukwaliteitsprofielen opgenomen. Voor woonwijken moet gebruik<br />
gemaakt worden van het milieukwaliteitsprofiel "Woongebieden". Hierin wordt aangegeven<br />
wat de gewenst milieukwaliteit is.<br />
Aangezien voorliggend bestemmingsplan een conserverend karakter heeft is er geen<br />
sprake van nieuwe knelpunten met betrekking tot milieuaspecten. In het kader van dit<br />
bestemmingsplan wordt er van uitgegaan dat aan het milieukwaliteitsprofiel<br />
"Woongebieden" wordt voldaan.<br />
3.4.5 Antennebeleid<br />
Door het toenemende gebruik van mobiele telecommunicatie moeten er in toenemende<br />
mate antennemasten worden geplaatst. Het antennebeleid is vastgesteld door de<br />
gemeenteraad op 2 april 2010 en maakt het mogelijk om binnen de bebouwde kom<br />
antennemasten ten behoeve van telecommunicatie te plaatsen.<br />
In het beleid zijn enkele uitgangspunten opgenomen. Zo dienen antenne-installaties zoveel<br />
mogelijk aan de randen van woonwijken en gebieden zonder een overwegende woonfunctie<br />
te worden geplaatst. Daarnaast moeten operators zoveel mogelijk van elkaars masten<br />
gebruik maken (site-sharing), mogen vrijstaande antenne-installaties in principe niet<br />
hoger zijn dan 40 meter en moeten ze worden geplaatst op minimaal 50 meter afstand van<br />
woningen. Bij een nieuwe vergunningaanvraag voor het plaatsen van een mast moet een<br />
goed communicatieplan worden opgezet om betrokkenen open te informeren.<br />
- bestemmingsplan<br />
26 <strong>Leusden</strong>-<strong>Noord</strong> - <strong>Asschatterweg</strong> e.o. -
In de regels behorende bij dit bestemmingsplan worden de uitgangspunten zoals verwoord<br />
in het antennebeleid overgenomen.<br />
3.4.6 Beleidsnotitie Bed & Breakfast bij woningen<br />
Het doel van het beleid is om Bed & Breakfast voorzieningen bij woningen te stimuleren in<br />
goede afstemming met de ruimtelijke ordening en met bescherming van de<br />
(woon-)omgeving. Tot kort geleden was het alleen in het buitengebied geregeld. Deze<br />
beleidsnotitie geldt echter voor het gehele gemeentelijk grondgebied, dus ook het stedelijk<br />
gebied. Afhankelijk van de grootte van het bestaande woonhuis en omgevingskenmerken<br />
is de toelaatbare grootte van een Bed & Breakfast variabel. De inpassing van een Bed &<br />
Breakfast voorziening bij een woonhuis vereist maatwerk en dient aan bepaalde<br />
voorwaarden te worden verbonden.<br />
In de regels behorende bij dit bestemmingsplan is in een bevoegdheid opgenomen<br />
waarmee het mogelijk is om een bed & breakfast in een woning te exploiteren. Deze<br />
bevoegdheid sluit aan bij de uitgangspunten uit de beleidsnotitie.<br />
3.4.7 Startnotitie Brede School<br />
In mei 2002 is een Startnotitie Brede School vastgesteld. In deze startnotitie zijn, na<br />
overleg met de scholen, uitgangspunten geformuleerd voor de brede schoolontwikkeling in<br />
de gemeente <strong>Leusden</strong>.<br />
Een brede school is een inhoudelijk concept om kinderen optimale ontwikkelingskansen te<br />
bieden door inhoudelijke samenwerking tussen peuterspeelzalen, scholen en kinderopvang<br />
(zowel dagopvang als buitenschoolse opvang).<br />
In de regels behorende bij dit bestemmingsplan wordt binnen de maatschappelijke<br />
bestemming geregeld dat naast scholen, ook kinderdagopvang, peuterspeelzalen en<br />
buitenschoolse opvang zijn toegestaan.<br />
- bestemmingsplan<br />
<strong>Leusden</strong>-<strong>Noord</strong> - <strong>Asschatterweg</strong> e.o. - 27
- bestemmingsplan<br />
28 <strong>Leusden</strong>-<strong>Noord</strong> - <strong>Asschatterweg</strong> e.o. -
Hoofdstuk 4 Planologische en milieutechnische<br />
randvoorwaarden<br />
4.1 Archeologie<br />
Archeologie algemeen: wetgevend kader<br />
Op 1 september 2007 is de Wet op de Archeologische Monumentenzorg (Wamz) in werking<br />
getreden. Dit is een herziening van de Monumentenwet 1988. Met deze herziening zijn de<br />
belangrijkste bevoegdheden aangaande de archeologie bij de gemeente neergelegd. De<br />
gemeenteraad is op grond van de Monumentenwet verplicht bij de vaststelling van<br />
bestemmingsplannen rekening te houden met de in de grond aanwezige of te verwachten<br />
archeologische waarden. Om dit te kunnen onderbouwen dient de gemeente er voor te<br />
zorgen dat de archeologische waarden en verwachtingen binnen het gemeentelijk<br />
grondgebied bekend zijn. Deze waarden en verwachtingen zijn aangegeven op een voor de<br />
gemeente opgestelde Archeologische Verwachtings- en Beleidsadvieskaart, die op basis van<br />
archeologische waarnemingen en vondsten, landschappelijke en historische gegevens tot<br />
stand is gekomen. De op de gemeente toegespitste Archeologische Beleidsadvieskaart<br />
vervangt de inmiddels verouderde Indicatieve Kaart Archeologische Waarden (IKAW) en<br />
Archeologische Monumenten Kaart (AMK).<br />
Archeologie binnen plangebied <strong>Leusden</strong> <strong>Noord</strong><br />
Het plangebied kenmerkt zich door de aanwezigheid van een relatief laaggelegen<br />
dekzandvlakte, die op enkele plaatsen hogere delen (dekzandruggen of -welvingen) kent.<br />
Deze hoge delen kunnen deels zijn afgedekt met een esdek. Dit is een (waarschijnlijk)<br />
laat-middeleeuws plaggendek dat doer landbouwers werd opgeworpen om een vruchtbare<br />
bodem te creëren. Dergelijke esdekken zijn nog aanwezig in het noordoosten en het van<br />
het plangebied. Met name deze hogere gronden zijn in het verleden geschikt geweest voor<br />
bewoning en landbewerking.<br />
Op historisch kaartmateriaal staan zes boerderijplaatsen aangegeven binnen het<br />
plangebied. De noord-zuid lopende Hamersveldseweg-Zwarteweg en de oost-west<br />
georiënteerde <strong>Asschatterweg</strong> zijn bekende historische wegtraces.<br />
Waarden en verwachtingen<br />
De Archeologische Verwachtingskaart geeft aan wat de verwachting is op het aantreffen<br />
van archeologische resten en welke bekende archeologische waarden er binnen het<br />
plangebied reeds vastgesteld zijn.<br />
Hoge archeologische waarde<br />
Binnen het plangebied <strong>Leusden</strong> <strong>Noord</strong> liggen geen zones met bekende archeologische<br />
waarden, zoals bekende archeologische vindplaatsen of archeologische monumenten.<br />
Binnen het plangebied zijn wel drie archeologische verwachtingsgebieden aanwezig. Dit<br />
zijn gebieden waar - op basis van onder meer het bodemtype - archeologische waarden in<br />
hoge, middelhoge of lage mate verwacht worden.<br />
Lage verwachting<br />
- bestemmingsplan<br />
<strong>Leusden</strong>-<strong>Noord</strong> - <strong>Asschatterweg</strong> e.o. - 29
Ter hoogte van de laag gelegen dekzandvlakte ligt een grote zone met lage archeologische<br />
verwachting.<br />
Middelhoge verwachting<br />
De zone aan de noordoostzijde en zuidwestzijde van het plangebied hebben een<br />
middelhoge archeologische verwachting op basis van de aanwezigheid van hogere gronden<br />
(dekzandrug en -welving). Op deze gronden kunnen sporen van prehistorische<br />
jagers-verzamelaars voorkomen.<br />
Hoge verwachting<br />
De zones in het plangebied waar een esdek is geconstateerd hebben een hoge<br />
archeologische verwachting gekregen. Deze gronden waren in het verleden bekende<br />
vestigingslocaties. Op deze gronden kunnen sporen van landbouwers voorkomen. De zes<br />
bekende historische boerderijerven hebben ook een hoge verwachting toebedeeld<br />
gekregen. De zone rond de Hamersveldseweg heeft een hoge verwachting gekregen op<br />
basis van het mogelijk voorkomen van historische bebouwing.<br />
Beleidsregels<br />
De zones met een archeologische verwachting brengen ieder verschillende aanvullende<br />
regels met zich mee wat betreft de voorschriften in de omgevingsvergunning (zie regels)<br />
wanneer er bodemverstorende activiteit plaatsvindt dieper dan 30cm. onder maaiveld. De<br />
gebieden met een lage, middelhoge en hoge verwachting hebben daarom op de verbeelding<br />
de dubbelbestemming "Waarde - Archeologie"gekregen.<br />
De hoge archeologische verwachting is op de Archeologische Beleidskaart aangegeven met<br />
de kleur oranje. Voor deze zones geldt een archeologische onderzoeksplicht bij<br />
bodemingrepen dieper dan 30cm onder maaiveld en groter dan 100m 2 .<br />
De middelhoge archeologische verwachting is op de Archeologische Beleidskaart<br />
aangegeven met de kleur geel. Voor deze zones geldt een archeologische onderzoeksplicht<br />
bij bodemingrepen dieper dan 30cm onder maaiveld en groter dan 500m 2 .<br />
De lage archeologische verwachting is op de Archeologische Beleidskaart aangegeven met<br />
de kleur groen. Voor deze zones geldt een archeologische onderzoeksplicht bij<br />
bodemingrepen dieper dan 30cm onder maaiveld en groter dan 10.000m 2 .<br />
- bestemmingsplan<br />
30 <strong>Leusden</strong>-<strong>Noord</strong> - <strong>Asschatterweg</strong> e.o. -
afbeelding - uitsnede uit de Archeologische Beleidskaart <strong>Leusden</strong><br />
4.2 Bodem<br />
Op grond van het Besluit ruimtelijke ordening dient een bodemanalyse te worden verricht<br />
met het oog op de beoordeling van de realiseerbaarheid van bepaalde bestemmingen of<br />
bestemmingwijzigingen.<br />
Aangezien voorliggend bestemmingsplan conserverend van aard is en er geen<br />
ontwikkelingen in het plangebied mogelijk worden gemaakt, hoeft in het kader van dit<br />
bestemmingsplan geen onderzoek verricht te worden. Daarnaast zijn in het plangebied<br />
geen gevallen van ernstige bodemverontreinigingen bekend. Uit het Historisch<br />
Bodembestand (HBB) van de provincie Utrecht komen geen potentieel voor<br />
bodemverontreiniging verdachte locaties naar voren.<br />
Wanneer in de toekomst sprake is van de aanvraag van een omgevingsvergunning voor<br />
bouwen en/of een omgevingsvergunning voor afwijken van het bestemmingsplan, of bij<br />
uitgifte/aan- en verkoop van percelen door de gemeente is bodemonderzoek noodzakelijk.<br />
Bodemonderzoek moet in deze gevallen aantonen dat de bodem geschikt is voor het<br />
realiseren van een gewenst project. Dat wil zeggen dat uit onderzoek moet blijken dat er<br />
geen verontreiniging aanwezig is, dat de eventueel aanwezige verontreiniging niet<br />
schadelijk is voor de omgeving, of welke maatregelen er nodig zijn om de bodem geschikt<br />
te maken om de uitbreiding te realiseren.<br />
4.3 Externe veiligheid<br />
Sinds 2004 is het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) van toepassing. In het<br />
besluit zijn richtlijnen opgenomen voor het bouwen en handhaven van gevoelige<br />
bestemmingen (zoals woningen) in de buurt van inrichtingen waar gevaarlijke stoffen<br />
worden geproduceerd en/of opgeslagen.<br />
- bestemmingsplan<br />
<strong>Leusden</strong>-<strong>Noord</strong> - <strong>Asschatterweg</strong> e.o. - 31
Binnen de externe veiligheid worden twee normstellingen gehanteerd:<br />
het Plaatsgebonden Risico (PR) richt zich vooral op de te realiseren basisveiligheid<br />
voor burgers;<br />
het Groepsrisico (GR) stelt beperkingen aan de maatschappelijke ontwrichting als<br />
gevolg van calamiteiten met gevaarlijke stoffen.<br />
Bebouwing is niet toegestaan binnen de zogenaamde 10 -6 contour van het PR:<br />
rond inrichtingen waarin opslag / verwerking gevaarlijke stoffen plaatsvindt;<br />
langs transportroutes (weg, spoor, water, buisleiding) waarover gevaarlijke stoffen<br />
worden vervoerd. Risico's verbonden aan het transport gevaarlijke stoffen zijn in kaart<br />
gebracht in de diverse risicoatlassen.<br />
In het Bevi is opgenomen dat voor iedere toename van het GR een verantwoordingsplicht<br />
geldt, ook als de verandering geen overschrijding van de norm veroorzaakt.<br />
Inrichtingen<br />
Binnen het plangebied bevinden zich geen inrichtingen die in het kader van externe<br />
veiligheid relevant zijn. Ook buiten het plangebied bevinden zich geen inrichtingen<br />
waarvan het invloedsgebied zich tot het plangebied uitstrekt.<br />
Vervoer over de weg, het water en het spoor<br />
Door het plangebied lopen geen wegen die een route voor gevaarlijke stoffen betreffen.<br />
Daarnaast is er in de omgeving van het plangebied ook geen sprake van vervoer van<br />
gevaarlijk stoffen over water/per spoor. In het plangebied ligt derhalve geen 10 -6<br />
plaatsgebonden risicocontour als gevolg van een vervoersstroom.<br />
Buisleidingen<br />
In het plangebied zijn geen buisleidingen aanwezig die in het kader van de externe<br />
veiligheid relevant zijn. Ten oosten van het plangebied langs het Valleikanaal ligt echter<br />
wel een hogedrukaardgasleiding van de Gasunie. De plaatsgebonden risicocontour van de<br />
gasleiding van 40 bar en 8 inch ligt op de leiding zelf en vormt zodoende geen<br />
belemmering.<br />
[PM, in het kader van het groepsrisico met betrekking tot de buisleiding wordt momenteel<br />
onderzoek uitgevoerd. De resultaten van dit onderzoek worden wanneer beschikbaar, in<br />
deze paragraaf vermeld.]<br />
4.4 Flora en fauna<br />
Binnen de bescherming van de natuur in Nederland wordt onderscheid gemaakt tussen<br />
bescherming van gebieden en van soorten.<br />
4.4.1 Gebiedsbescherming<br />
De bescherming van gebieden is geregeld via de Natuurbeschermingswet 1998 of via<br />
bestemmingsplannen van de gemeenten. De Natuurbeschermingswet bepaald wat er wel en<br />
niet mag in de beschermde natuurgebieden. Activiteiten die mogelijk negatieve gevolgen<br />
kunnen hebben voor de natuurwaarden mogen niet plaatsvinden zonder vergunning. Verder<br />
is iedereen verplicht zorgvuldig om te gaan met natuurgebieden, de zogenaamde<br />
zorgplicht.<br />
Het plangebied is niet aangewezen als Natura 2000-gebied en behoort ook niet tot de<br />
Ecologische Hoofdstructuur. Wel ligt op meer dan 2 kilometer ten oosten van <strong>Leusden</strong> het<br />
Natura 2000-gebied 'Groot Zandbrink'. Daarnaast ligt ten zuiden van <strong>Leusden</strong> het<br />
beschermde natuurmonument Schoolsteegbosjes. Tot slot ligt ten zuiden en zuidoosten van<br />
<strong>Leusden</strong> een brede strook EHS.<br />
- bestemmingsplan<br />
32 <strong>Leusden</strong>-<strong>Noord</strong> - <strong>Asschatterweg</strong> e.o. -
Het valleikanaal is aangewezen als een ecologische verbindingszone.<br />
Het bestemmingsplan maakt geen ontwikkelingen mogelijk die negatieve gevolgen kunnen<br />
hebben op de in de omgeving liggende waardevolle natuurgebieden.<br />
4.4.2 Soortenbescherming<br />
De Flora- en Faunawet beschermt een groot aantal in het wild levende planten- en<br />
diersoorten, ook buiten beschermde natuurgebieden. De wet verbiedt een aantal<br />
handelingen die kunnen leiden tot schade aan (populaties of individuen van) beschermde<br />
soorten (algemene verbodsbepalingen).<br />
Wanneer het bestemmingsplan handelingen mogelijk maakt die beschermde planten en<br />
dieren kunnen bedreigen, is het verplicht om vooraf te toetsen of deze plannen kunnen<br />
leiden tot overtreding van algemene verbodsbepalingen. Wanneer dit het geval dreigt te<br />
zijn, moet onderzocht worden of er maatregelen genomen kunnen worden om dit te<br />
voorkomen, indien dit niet mogelijk is dienen de gevolgen voor beschermde soorten zoveel<br />
mogelijk beperkt te worden.<br />
Het plangebied maakt onderdeel uit van het stedelijk gebied van <strong>Leusden</strong>. Het<br />
bestemmingsplan maakt verder geen ontwikkelingen mogelijk die kunnen leiden tot hinder<br />
of beschadiging van eventuele aanwezige natuurwaarden.<br />
4.5 Geluid<br />
Conform de Wet geluidhinder (Wgh) is het noodzakelijk akoestisch onderzoek te doen als<br />
nieuwe geluidsgevoelige bebouwing (zoals woningen, scholen, ziekenhuizen en<br />
verpleeghuizen) of bij een uitbreiding van dergelijke bestemmingen binnen de geluidszone<br />
van een weg worden gesitueerd.<br />
4.5.1 Wegverkeerlawaai<br />
Voor het akoestisch onderzoek zijn vanuit de Wgh alleen de wegen relevant waar een<br />
maximum snelheid van 50 kilometer per uur of meer geldt. Voor 30 kilometer zones hoeft<br />
conform artikel 74 lid 2 van de Wet geluidhinder geen akoestisch onderzoek te worden<br />
verricht. De geluidszone voor 50 km/u wegen (1 of 2 rijstroken) is ingevolge de Wet<br />
geluidhinder 200 meter.<br />
50 km/uur wegen<br />
Met uitzondering van de Randweg, Ruige Velddreef, <strong>Asschatterweg</strong>, Torenakkerweg,<br />
Middenweg en <strong>Noord</strong>erinslag zijn alle in het plangebied voorkomende wegen ingericht als<br />
30 km/uur-gebied. Daarmee vallen deze wegen buiten de akoestische onderzoeksplicht<br />
vanuit de Wet geluidhinder. Binnen de geluidszones van de wegen Randweg, Ruige<br />
Velddreef, <strong>Asschatterweg</strong>, Torenakkerweg, Middenweg en <strong>Noord</strong>erinslag worden in het<br />
kader van dit bestemmingsplan geen nieuwe geluidgevoelige functies mogelijk gemaakt.<br />
Voor de bestaande woningen in het plangebied zijn in het verleden geen hogere<br />
grenswaarde vastgesteld.<br />
30 km/uur wegen<br />
Ten aanzien van wegen met een maximum snelheid van 30 km/uur is in het vastgestelde<br />
geluidbeleid van de gemeente <strong>Leusden</strong> het volgende opgenomen:<br />
Vanuit ruimtelijke ordening moet worden beoordeeld of de geluidbelasting op woningen<br />
nabij een 30 km/uur weg voldoet aan de voorkeursgrenswaarde. Bij nieuwbouw van<br />
woningen en reconstructie van wegen zal altijd getoetst moeten worden aan de<br />
wettelijke eisen voor het binnenniveau, te weten 33 dB. Dit betekent dat ook voor<br />
wegen met een maximale snelheid van 30 km/uur een akoestisch onderzoek moet<br />
- bestemmingsplan<br />
<strong>Leusden</strong>-<strong>Noord</strong> - <strong>Asschatterweg</strong> e.o. - 33
worden uitgevoerd indien de geluidbelasting op de gevel mogelijk meer dan 53 dB zal<br />
bedragen. Bij een geluidsbelasting van 53 dB kan met een gebouwschil de wettelijke<br />
binnenwaarde van 33 dB worden gehaald.<br />
Conclusie<br />
Omdat in dit bestemmingsplan geen nieuwe geluidgevoelige objecten worden gerealiseerd<br />
is onderzoek in het kader van de Wet geluidhinder niet noodzakelijk. Wanneer in de<br />
toekomst sprake is van een plan waarbij nieuwe geluidgevoelige objecten worden<br />
gerealiseerd, dient hier akoestisch onderzoek voor uitgevoerd te worden. Dit akoestische<br />
onderzoek dient dan zowel te voldoen aan de eisen uit de Wgh als het gemeentelijke<br />
geluidbeleid.<br />
4.5.2 Railverkeerlawaai<br />
Het plangebied ligt buiten een geluidszone voor spoorlijnen.<br />
4.5.3 Industrielawaai<br />
Het plangebied valt niet binnen een geluidszone als gevolg van industrielawaai.<br />
4.6 Luchtkwaliteit<br />
Sinds 2007 is de nieuwe Wet luchtkwaliteit in werking getreden. In deze wet zijn<br />
grenswaarden opgenomen die bindend zijn voor de overheid. In de wet wordt aangegeven<br />
dat bij uitoefening van bestuurlijke bevoegdheden die gevolgen kunnen hebben voor de<br />
luchtkwaliteit ten aanzien van een bepaalde luchtverontreinigende stof de betreffende<br />
grenswaarden in acht moeten worden genomen. Omdat grenswaarden bindend zijn, stellen<br />
ze beperkingen aan activiteiten waardoor overschrijding van de grenswaarden voor de<br />
buitenluchtkwaliteit geldt. De grenswaarden moeten derhalve worden betrokken bij de<br />
ruimtelijke planvorming (luchtparagraaf in bestemmingsplan).<br />
Bij ministeriële regeling (de regeling Niet in betekenende mate bijdragen) zijn categorieën<br />
van gevallen aangewezen, waarin (onder andere) het vaststellen van een bestemmingsplan<br />
in ieder geval niet in betekenende mate bijdraagt aan de luchtverontreiniging. Wanneer<br />
een ontwikkeling valt onder de categorieën van deze gevallen is het niet noodzakelijk<br />
luchtkwaliteitsonderzoek uit te voeren.<br />
Het bestemmingsplan maakt geen ontwikkelingen mogelijk die dermate negatieve<br />
gevolgen hebben voor de luchtkwaliteit dat de grenswaarden worden overschreden.<br />
Onderzoek naar luchtkwaliteit is derhalve niet noodzakelijk.<br />
4.7 Milieuhinder bedrijvigheid<br />
Ten aanzien van de milieuzonering rond in het plan voorkomende bedrijfsactiviteiten is<br />
aangesloten bij de publicatie Bedrijven en Milieuzonering 2009 van de Vereniging<br />
Nederlandse <strong>Gemeente</strong>n (VNG). Hierbij gaat het om de in deze publicatie opgenomen<br />
categorisering van bedrijfstypen en de daarbij behorende afstanden ten opzichte van<br />
woonbebouwing (uitgaande van een rustige woonwijk).<br />
Uit de inventarisatie blijkt dat de volgende inrichtingen zich in het plangebied bevinden:<br />
Adres Soort inrichting Categorie<br />
Aragon 20 Boekbindatelier Cat 1 - 10 m geluid<br />
Aragon 46 Acupuncturist Cat 1 - 10 m geluid<br />
Aragon 48 Schoonheidssalon Cat 1 - 10 m geluid<br />
- bestemmingsplan<br />
34 <strong>Leusden</strong>-<strong>Noord</strong> - <strong>Asschatterweg</strong> e.o. -
<strong>Asschatterweg</strong> 69A Huisartsenpraktijk Cat 1 - 10 m geluid<br />
Bitterschoten 25 Praktijk voor fysiotherapeuten Cat 1 - 10 m geluid<br />
Bohemen 8 Uitgeverij Cat 1 - 10 m geluid<br />
Bohemen 9 Massagepraktijk Cat 1 - 10 m geluid<br />
Bohemen 49 Illustrator - kunstenaar Cat 1 - 10 m geluid<br />
Bolderikhof 18<br />
Bouwdriest 1A<br />
Onbekend<br />
Leegstand<br />
Bretagne 20 Praktijk voor alternatieve geneeswijzen Cat 1 - 10 m geluid<br />
Dalmatie 30 Grafische vormgeving Cat 1 - 10 m geluid<br />
Dalmatie 50 Ontwerpstudio Cat 1 - 10 m geluid<br />
De Start 14 Galerie Cat 1 - 10 m geluid<br />
Dolomietenpad 1 Zwembad Cat 4.1 - 200 m<br />
geluid - particulier<br />
Dordogne 5<br />
Ambachtelijke bouw, renovatie en<br />
schildersbedrijf<br />
Dordogne 6 Praktijk voor psychologie Cat 1 - 10 m geluid<br />
Dordogne 16 Huidverzorging Cat 1 - 10 m geluid<br />
Dordogne 24 Welzijnspraktijk Cat 1 - 10 m geluid<br />
Eikenlaan 1 Kunstgebouw (lessen en workshops) Cat 2 - 30 m geluid<br />
Eikenlaan 44 Dierenarts Cat 1 - 10 m geluid<br />
Eikenlaan 51 Bureau voor financieel management Cat 1 - 10 m geluid<br />
Galicie 29 Journalistiek en communicatie Cat 1 - 10 m geluid<br />
Gironde 19 Manueel therapeut Cat 1 - 10 m geluid<br />
Grienden 7 Handverzorging en pedicure Cat 1 - 10 m geluid<br />
Henegouwen 18 Pedicure Cat 1 - 10 m geluid<br />
Henegouwen 24 Tandarts Cat 1 - 10 m geluid<br />
Henegouwen 31 Oefentherapeut Cat 1 - 10 m geluid<br />
Kollenkamp 8 Sportmassage en pedicure Cat 1 - 10 m geluid<br />
Lepelaar 6 Balletschool Cat 2 - 30 m geluid<br />
Lepelaar 7 IJssalon en cafetaria Cat 1 - 10 m<br />
geur/geluid<br />
Lepelaar 8 Manueel therapeut Cat 1 - 10 m geluid<br />
Lepelaar 9 Huisarts Cat 1 - 10 m geluid<br />
Lepelaar 9A Praktijk voor tandheelkunde Cat 1 - 10 m geluid<br />
Melafier 33 Horloger Cat 1 - 10 m geluid<br />
Rozengaarde 22B<br />
Verzamelgebouw peuterspeelzaal,<br />
zorgvereniging<br />
Cat 2 - 30 m geluid<br />
- bestemmingsplan<br />
<strong>Leusden</strong>-<strong>Noord</strong> - <strong>Asschatterweg</strong> e.o. - 35
Rozengaarde 33 Gezondheidscentrum, verloskundigenpraktijk Cat 1 - 10 m geluid<br />
Rozengaarde 37 Basisschool Cat 2 - 30 m geluid<br />
Rozenhaag 43 Basisschool Cat 2 - 30 m geluid<br />
Travertijn 10 Organisatie schoonheidsverzorging Cat 1 - 10 m geluid<br />
Valleilaan 2 Uitvaartcentrum Cat 1 - 10 m geluid<br />
Valleilaan 3 Tennisvereniging De Wetering Cat 3.1 - 50 m<br />
geluid<br />
Waarden 25B Restaurant pannenkoekenhuis Cat 1 - 10 m<br />
geur/geluid<br />
Walstro 12 Pedicure Cat 1 - 10 m geluid<br />
Walstro 82 Praktijk voor Chinese geneeswijzen Cat 1 - 10 m geluid<br />
Wilgenlaan 21<br />
Schildersbedrijf<br />
Zonnedauw 1 Basisschool en bso Cat 2 - 30 m geluid<br />
Zonnedauwhof 7 Salon voor huidverzorging en visagie Cat 1 - 10 m geluid<br />
Zwarteweg 6 Café en snackbar Cat 1 - 10 m<br />
geur/geluid<br />
Zwarteweg 8<br />
Detailhandel, tapijthandelaar<br />
Zwarteweg 28 Garagebedrijf en showroom occasion centrum Cat 2 - 30 m geluid<br />
tabel - overzicht van aanwezige inrichtingen in plangebied<br />
Zoals uit de tabel blijkt bevinden zich in het plangebied hoofdzakelijk inrichtingen uit de<br />
categorieën 1 en 2. Inrichtingen uit categorie 1 en 2 worden als aanvaardbaar geacht in<br />
een woonomgeving, aangezien de hinder voor de omgeving minimaal is. Er zijn enkele<br />
inrichtingen die in categorie 3.1 en 4.1 vallen. Het betreft sportterreinen waarvan geluid<br />
de hinderende factor is. Het zwembad betreft echter een kleinschalig zwembad met een<br />
buurtfunctie en levert minder hinder op, dan de VNG-lijst standaard voorschrijft aan<br />
zwembaden. De tennisvereniging ligt buiten het woongebied en op voldoende afstand. In<br />
beide gevallen zijn er ook geen nieuwe ontwikkelingen voorzien in de directe omgeving.<br />
4.8 Geurhinder<br />
Wet geurhinder en veehouderij<br />
Sinds januari 2007 is de Wet geurhinder en veehouderij van kracht. De wet vormt het<br />
exclusieve toetsingkader voor stankhinder vanwege veehouderijbedrijven. Voor het aspect<br />
geur gelden afstanden door middel van een zonering.<br />
Grenzend aan de oostzijde van het plangebied liggen enkele agrarische bedrijven die<br />
vanwege de aard van agrarische activiteiten een geurhindercirkel kunnen hebben. De<br />
aanwezige agrarische bedrijvigheid in de omgeving vormt geen belemmering voor dit<br />
bestemmingsplan. Kijkend naar het conserverende karakter van dit bestemmingsplan<br />
worden geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk gemaakt waarbij gevoelige functies binnen<br />
een geurhindercirkel worden gerealiseerd.<br />
- bestemmingsplan<br />
36 <strong>Leusden</strong>-<strong>Noord</strong> - <strong>Asschatterweg</strong> e.o. -
4.9 Waterparagraaf<br />
Sinds 14 februari 2001 is het verplicht een Watertoets bij ruimtelijke ontwikkelingen uit te<br />
voeren, wat als gevolg heeft dat in alle ruimtelijke plannen - en dus ook het<br />
bestemmingsplan - een zogeheten waterparagraaf moet zijn opgenomen. De<br />
waterparagraaf omvat het advies van de waterbeheerder en een gemotiveerd besluit ten<br />
aanzien van de wateraspecten. Eventuele afwijkingen van het advies van de<br />
waterbeheerder worden gemotiveerd. Daarbij moet door de initiatiefnemer worden<br />
aangegeven hoe met die afwijking wordt omgegaan. In de laatste instantie kan worden<br />
teruggegrepen op het nemen van verzachtende maatregelen of compensatie inclusief<br />
afspraken over financiering en uitvoering.<br />
Er gaat overleg plaatsvinden met de Waterbeheerder over dit plan. De resultaten van dit<br />
overleg zullen in dit plan worden opgenomen. Omdat voorliggend bestemmingsplan geen<br />
ontwikkelingen mogelijk maakt is de verwachting dat het aspect water geen knelpunt<br />
vormt.<br />
4.10 Duurzaamheid<br />
De gemeente streeft ernaar dat gebouweigenaren bij nieuwbouw of verbouw energiezuinig<br />
bouwen en duurzame materialen toepassen, zoals duurzaam geproduceerd hout of<br />
herbruikbare materialen.<br />
- bestemmingsplan<br />
<strong>Leusden</strong>-<strong>Noord</strong> - <strong>Asschatterweg</strong> e.o. - 37
- bestemmingsplan<br />
38 <strong>Leusden</strong>-<strong>Noord</strong> - <strong>Asschatterweg</strong> e.o. -
Hoofdstuk 5<br />
5.1 Algemeen<br />
Planbeschrijving<br />
Allereerst is het van belang om vast te stellen dat in het geval van <strong>Leusden</strong>-<strong>Noord</strong> sprake is<br />
van een conserverend bestemmingsplan. De woonbuurten Rozenboom, Rozendaal, De<br />
Wetering, Alandsbeek, 't Ruige Veld en Hamersveld zijn bestaande woonbuurten. Het doel<br />
van dit nieuwe bestemmingsplan is om de bestaande situatie zoveel mogelijk vast te<br />
leggen. Nieuwe ontwikkelingen worden pas in het bestemmingsplan mogelijk gemaakt<br />
wanneer deze min of meer onomstreden zijn.<br />
Voor het plangebied zijn meerdere bestemmingsplannen geldend. Binnen deze verschillende<br />
bestemmingsplannen zijn verschillende rechten opgenomen voor de bewoners van de<br />
woonbuurten. Om te voorkomen dat deze rechten worden ingeperkt vloeien de regels van<br />
dit nieuwe bestemmingsplan voort uit de geldende bestemmingsplannen.<br />
Het bestemmingsplan is in eerste instantie gericht op het bieden van een actueel en<br />
eenduidig juridisch-planologisch kader voor het gehele plangebied. Inhoudelijk gaat het<br />
plan in op de bestemmingsregelingen voor bestaande woonwijken, openbaar gebied,<br />
voorzieningen, water-, groen-, en verkeersstructuren. De juridische vertaling van het plan<br />
in de vorm van regels is in hoofdstuk 6 beschreven.<br />
5.2 Doelstellingen<br />
Als belangrijkste doelstelling voor het plangebied geldt dat in het nieuwe bestemmingsplan<br />
zoveel mogelijk aangesloten moet worden op de geldende bestemmingsplanregeling. De<br />
plannen waar de juridische basis voor het plangebied in vastgelegd is zijn dan ook een<br />
belangrijke informatiebron.<br />
Het bestemmingsplan dient logischerwijs de bestaande situatie weer te geven en niet<br />
strijdig te zijn met het geformuleerde beleid. In hoofdstuk 3 is per beleidsstuk kort<br />
aangegeven in welke mate een beleidsstuk verband houdt met het bestemmingsplan. Uit<br />
deze paragrafen blijkt dat het bestemmingsplan niet strijdig is met de relevante rijks-,<br />
provinciale, regionale en gemeentelijke beleidsstukken.<br />
5.3 Uitgangspunten<br />
Het conserverende deel van het bestemmingsplan bestaat uit de huidige situatie van het<br />
plangebied. Dit wil echter niet zeggen dat er geen ontwikkelingen mogelijk zijn; deze<br />
ontwikkelingen betreffen geen nieuwe bouwlocaties maar zaken betreffende de bestaande<br />
bebouwing en inrichting van het gebied.<br />
Bij het bestemmen van de bestaande woonwijken moet worden nagedacht over de<br />
uniformiteit van de juridische regeling versus eventuele beperking óf verruiming van<br />
bestaande rechten (bijvoorbeeld ten aanzien van dakopbouwen, bedrijf-aan-huis en<br />
erfbebouwing).<br />
5.3.1 Ruimtelijke structuur<br />
Voor de hoofdbebouwingsstructuur zijn als regel de geldende bestemmingsregelingen als<br />
uitgangspunt genomen. Hierbij wordt extra aandacht geschonken aan het eigen karakter<br />
van ieder object. De bestaande ruimtelijke kwaliteit dient beschermd te worden door:<br />
1. het wijkoverschrijdend groen te borgen;<br />
2. waar mogelijk ruimte te bieden voor versterking van het leefklimaat;<br />
3. ruimte te bieden voor gedifferentieerde en aantrekkelijke woonmilieus;<br />
- bestemmingsplan<br />
<strong>Leusden</strong>-<strong>Noord</strong> - <strong>Asschatterweg</strong> e.o. - 39
4. voldoende uitbreidingsmogelijkheden te bieden voor bestaande woningen.<br />
Het plan is zo opgezet dat waar mogelijk ruimte is geboden om de ruimtelijke structuur in<br />
het plangebied te versterken. Hierop wordt in paragraaf 5.3.3 nader op ingegaan. In<br />
voorliggend bestemmingsplan worden daarnaast mogelijkheden geboden voor uit- en<br />
aanbouwen. Met de uitbreidingsruimte is rekening gehouden met de bestaande<br />
uitbreidingsruimte uit de geldende plannen.<br />
Rozendaal<br />
De wijk Rozendaal is een bijzondere wijk. Hier is in het bestemmingsplan dan ook gekozen<br />
om deze bijzondere stedenbouwkundige en bouwkundige opzet van de wijk te behouden en<br />
zo goed mogelijk te beschermen. Dit uit zich onder meer door het verbieden van een kap<br />
op de woningen en door bijzondere situaties op het achtererf, waarbij de bestemmingen<br />
"Wonen" en "Tuin" elkaar afwisselen.<br />
5.3.2 Functionele structuur<br />
Wonen<br />
Het grootste deel van de zes woonbuurten heeft de functie wonen. Het is dan ook gewenst<br />
de huidige woonfunctie in het gebied te handhaven en waar mogelijk te versterken. Dit<br />
betekent dat bij het ontstaan van vrije ruimten in eerste plaats wordt gedacht aan<br />
opvulling met woonfuncties of met functies die de woonfunctie ondersteunen. Hierbij is<br />
het wel van belang om te zorgen dat de nieuwe woonfunctie niet leidt tot een toename van<br />
de parkeerdruk in het openbaar gebied. De extra parkeerbehoefte zal dan ook op het eigen<br />
terrein gerealiseerd worden.<br />
Aanpassingen aan de woning<br />
Over het algemeen kan worden gesteld dat bij het ouder worden van de woning, de wens<br />
tot verandering in en aan de woning zal toenemen. Deze hebben over het algemeen<br />
betrekking op het uitbreiden van de woonruimte, het luxer maken van de woning of een<br />
grotere of nieuwe berging/garage in de achter-, zij- of voortuin. Deze nieuwe wensen<br />
hangen voor een groot deel samen met de verandering van levensfase (kinderen uit huis,<br />
pensionering e.d.).<br />
Het nieuwe bestemmingsplan dient mogelijkheden te bieden voor veranderde verbouw- en<br />
gebruikswensen. Dit betekent echter niet dat de uitbreiding van de woningen<br />
ongelimiteerd kan zijn. De ruimte is doorgaans beperkt. Uitbreidingen aan de woning<br />
kunnen hinderlijk zijn voor de buren, omdat de ruimte tussen woningen in veel situaties te<br />
krap is of wordt. Ook laten de stedenbouwkundige opzet en de architectuur niet elke<br />
willekeurige verbouwing of gebruiksverandering toe.<br />
Voor zover voor de aanpassingen een omgevingsvergunning voor bouwen nodig is worden<br />
deze niet alleen getoetst aan het bestemmingsplan maar ook aan de gemeentelijke<br />
welstandsnota.<br />
Tuinen<br />
De tuinen behorende bij de woningen in de verschillende buurten dragen in hoge mate bij<br />
aan de groenstructuur van de buurt. Vandaar dat de gronden gelegen tussen de bebouwing<br />
en de openbare weg, zoveel mogelijk als tuin zijn bestemd.<br />
Op deze wijze wordt het groene karakter van de buurt op de kaart beter aangegeven en<br />
komt het werkelijke profiel van het openbare gebied tussen de bebouwing beter in beeld.<br />
Carports voor de woning<br />
In dit bestemmingsplan is het niet toegestaan om aan de voorzijde van een woning een<br />
nieuwe carport op te richten. De bestaande carports in het plangebied die voor de<br />
woningen staan worden toegestaan.<br />
- bestemmingsplan<br />
40 <strong>Leusden</strong>-<strong>Noord</strong> - <strong>Asschatterweg</strong> e.o. -
Functiemenging<br />
De vraag kan worden gesteld in hoeverre de leefbaarheid van een wijk wordt verhoogd<br />
door het toelaten van bedrijfsmatige activiteiten aan huis. Steeds vaker wordt een<br />
sterkere verwevenheid van wonen en werken bepleit; functiemenging binnen een<br />
woonbuurt.<br />
Met functiemenging kan enerzijds een bijdrage worden geleverd aan het plaatselijke<br />
voorzieningenniveau. Anderzijds kan het werken-aan-huis een stimulans geven aan de<br />
economische ontwikkelingen. Veel startende ondernemers zijn op deze manier begonnen.<br />
Bij de uitbreiding van de activiteiten dient vanzelfsprekend uitgezien te worden naar meer<br />
passende huisvesting.<br />
In principe staat de gemeente positief tegenover deze ontwikkeling, echter zonder de<br />
mogelijke nadelen uit het oog te verliezen. Binnen de ruimtelijk-functionele opzet van<br />
bestaande woonwijken zijn de mogelijkheden namelijk doorgaans beperkt. Voorkomen<br />
dient te worden dat er overlast voor het wonen ontstaat, omdat bijvoorbeeld het<br />
verkeerssysteem, parkeervoorzieningen en de verkaveling niet inspelen op andere functies<br />
en de gevolgen van die andere functies. In het bestemmingsplan zijn derhalve voorwaarden<br />
opgenomen waarmee voorkomen wordt dat beroep- en bedrijfsmatige activiteiten aan huis<br />
hinder veroorzaken voor de omgeving.<br />
De regeling in het bestemmingsplan voorziet in het toestaan van beroepen aan huis<br />
waarvoor 30% van de brutovloeroppervlakte kan worden gebruikt met een maximum van<br />
50m². Daarnaast is er een algemene afwijkingsregeling opgenomen ten behoeve van<br />
bedrijfsmatige activiteiten aan huis. Tenslotte is met een algemene<br />
afwijkingsmogelijkheid het ook mogelijk om een bed and breakfast te beginnen. Ook<br />
hiervoor geldt dat 30% van de brutovloeroppervlakte mag worden gebruikt voor dit doel<br />
met een maximum van 50m²<br />
Uitbreiding aan zijkant woningen<br />
Inleiding<br />
Het bestemmingsplan en het beleid van de gemeente <strong>Leusden</strong> biedt mogelijkheden voor de<br />
uitbreiding aan de zijkant van de woning. Echter, in de verschillende situaties van<br />
uitbreidingsmogelijkheden aan de zijkant van een woning zijn ook verschillende<br />
oplossingen gewenst. Indien een uitbreiding van de woning aan de zijkant is gewenst moet<br />
maatwerk worden toegepast om te komen tot een geschikt plan. Hieronder wordt<br />
weergegeven hoe wordt omgegaan met de beoordeling van plannen voor de uitbreiding van<br />
de woning aan de zijkant. Centraal hierin is de richtlijn dat een uitbreiding ondergeschikt<br />
blijft ten aanzien van het hoofdgebouw (de oorspronkelijke woning).<br />
Standaard<br />
De woning kan standaard worden uitgebreid tot 3 meter breed gemeten vanuit de zijgevel.<br />
De uitbouw moet daarbij 1 meter terug liggen ten opzichte van de voorgevel van de woning<br />
en er mag 1 bouwlaag worden gemaakt (maximaal 3 meter hoog). Deze uitbreiding mag<br />
aan de achterzijde de hoek om gaan om eventueel aan te sluiten op een uitbreiding aan de<br />
achterzijde.<br />
Maatwerk<br />
Een grotere uitbreiding aan de zijkant van de woning is ook mogelijk. Hierbij moet wel<br />
maatwerk worden toegepast en kan niet meer worden gesproken van harde<br />
maatvoeringen, behalve dat de uitbreiding aan de zijkant minimaal 1 meter terug moet<br />
liggen ten opzichte van de voorgevel van de woning.<br />
Hoogte en kap<br />
- bestemmingsplan<br />
<strong>Leusden</strong>-<strong>Noord</strong> - <strong>Asschatterweg</strong> e.o. - 41
Uitgangspunt voor de hoogte van de uitbreiding is dat er maximaal 2 bouwlagen als<br />
verblijfsruimte kunnen worden ingericht. De maatvoering ervan wordt echter afgestemd op<br />
de woning. Als de woning een plat dak heeft dan krijgt de uitbouw ook een plat dak. Bij<br />
een kap op de woning moet de tweede bouwlaag van de uitbreiding ook in de vorm van een<br />
kap. De dakhelling van de uitbreiding moet parallel lopen met de dakhelling van de woning.<br />
Hierdoor kan het voorkomen dat de nok van de uitbreiding wel wat hoger wordt dan 2<br />
bouwlagen. Centraal uitgangspunt blijft dat de uitbreiding ondergeschikt is. Dat betekent<br />
ondermeer dat als de woning slechts 2 bouwlagen heeft, een uitbreiding met 2 bouwlagen<br />
aan de zijkant niet mogelijk is.<br />
Breedte<br />
Uitgangspunt is dat de breedte van de uitbreiding aan de zijkant - indien breder dan 3<br />
meter - maximaal 2/3 van de breedte van oorspronkelijk de woning mag bedragen. Een<br />
uitzondering hierop kan bijvoorbeeld zijn dat in de oorspronkelijke<br />
bouw/stedenbouwkundige opzet al een garage aan de zijkant is gerealiseerd die breder is<br />
dan deze verhouding. Bij een aanvraag voor een tweede bouwlaag op deze garage wordt<br />
dan dezelfde breedte toegepast.<br />
Door uitbreidingen geschakelde woningen<br />
Indien woningen door de uitbreiding aan de zijkant (mogelijk) geschakeld worden met de<br />
uitbreiding van de naburige woning, is de maximale hoogte van de uitbreiding 5 meter.<br />
Een grotere hoogte kan het stedenbouwkundig aanzicht van bijvoorbeeld een serie<br />
twee-aan-één woningen doen veranderen in rijwoningen. Dit is niet gewenst. In deze<br />
situaties is er extra aandacht voor de ondergeschiktheid van de uitbreiding.<br />
Instrumenten/ juridische implementatie<br />
Bovenstaand beleid wordt mogelijk gemaakt met gebruikmaking van drie instrumenten:<br />
Standaard uitbreidingsmogelijkheden: directe werking in woonregeling van het<br />
bestemmingsplan.<br />
Uitbreiding zijkant tot max 5m hoog: Binnenplanse afwijkingsmogelijkheid.<br />
Overig: Buitenplans afwijkingsmogelijkheid.<br />
Buiten de standaard mogelijkheden moet een omgevingsvergunning worden aangevraagd<br />
om van het bestemmingsplan te mogen afwijken. Dit is noodzakelijk om het maatwerk te<br />
kunnen toepassen zoals hierboven omschreven. De afwijkingsmogelijkheid voor<br />
uitbreidingen aan de zijkant die in de regels van het bestemmingsplan is opgenomen gaat<br />
tot een hoogte van maximaal 5 meter. In deze gevallen is een omgevingsvergunning nodig<br />
voor het afwijken van het bestemmingsplan (binnenplans), maar is de bouwactiviteit<br />
verder vergunningsvrij.<br />
Indien hogere bouwwerken worden toegestaan met gebruikmaking van regels uit het<br />
bestemmingsplan kunnen er, gelet op het bouwbesluit 2003, 2 bouwlagen ontstaan met<br />
verblijfsgebied. Gelet op de veiligheid van toekomstige gebruikers en de omgeving van<br />
een bouwwerk wordt het zinvol geacht dat het bouwen in dat geval, in het kader van een<br />
omgevingsvergunning voor bouwen, wordt onderworpen aan een preventieve toets aan het<br />
bouwbesluit 2003 en de bouwverordening.<br />
Voor de overige uitbreidingen is een omgevingsvergunning nodig om af te wijken van het<br />
bestemmingsplan (buitenplans). Hierbij is ook voor de activiteit bouwen een<br />
omgevingsvergunning nodig.<br />
Maatschappelijk<br />
Zoals uit de beschrijving van de bestaande situatie blijkt, bevinden zich in het plangebied<br />
- bestemmingsplan<br />
42 <strong>Leusden</strong>-<strong>Noord</strong> - <strong>Asschatterweg</strong> e.o. -
enkele maatschappelijke voorzieningen. Met betrekking tot deze maatschappelijke<br />
voorzieningen worden geen ingrijpende veranderingen verwacht. In het bestemmingsplan<br />
wordt derhalve volstaan met het positief bestemmen van de aanwezige maatschappelijke<br />
voorzieningen, waarbij per voorziening een redelijke uitbreidingsmogelijkheid is gegeven,<br />
teneinde zich voldoende te kunnen ontplooien.<br />
Enige flexibiliteit in het bestemmingsplan is wenselijk. Mocht binnen de komende 10 jaar<br />
blijken, dat een aanwezige maatschappelijke voorziening moet worden verplaatst (of<br />
opgeheven), dan dient het zonder herziening van het bestemmingsplan mogelijk te zijn om<br />
ter plaatse een andere passende maatschappelijke functie toe te staan (bijvoorbeeld een<br />
school in gebruik nemen als peuterspeelzaal).<br />
Gemengd<br />
Met de woon- en maatschappelijke functies, zijn de belangrijkste functies in het<br />
plangebied benoemd. Alleen langs de Zwarteweg en in de omgeving van de Lepelaar komen<br />
enkele andere functies voor. Langs de Zwarteweg gaat het om horeca, detailhandel en een<br />
autobedrijf. Aan de Lepelaar gaat het om een medisch centrum en horeca.<br />
Op deze locaties en in deze gebouwen is het wenselijk om een zeker flexibel gebruik toe te<br />
staan, zodat de gebruiksmogelijkheden van de gebouwen optimaal kunnen worden benut.<br />
Dit betekent dat voor de panden (die nu vigerend al een 'Centrumdoeleinden' bestemming<br />
hebben) aan de Zwarteweg ingezet wordt op een bestemming Gemengd waarin naast<br />
kantoren en dienstverlening waar aanwezig ook detailhandel en horeca mogelijk is. Voor de<br />
panden langs de Lepelaar zal er een andere bestemming Gemengd worden gebruikt die zich<br />
meer richt op dienstverlening, maatschappelijke functies en waar aanwezig horeca.<br />
5.3.3 Openbare ruimte<br />
De openbare (open) ruimten, te weten wegen -en soortgelijke verkeers- en<br />
verblijfsruimten-, water en groen zijn zoveel mogelijk als zodanig bestemd. Binnen de<br />
diverse bestemmingen zijn verscheidene mogelijkheden opgenomen voor het uitvoeren<br />
van ondergeschikte aanpassingen in de bestaande inrichting.<br />
In het nieuwe bestemmingsplan wordt uitgegaan van de bestaande verkeerssituatie.<br />
Hierbij is onderscheid gemaakt tussen de wegen die toegankelijk zijn voor<br />
motorvoertuigen en de langzaamverkeerverbindingen. In het bestemmingsplan is dit als<br />
volgt ingevuld:<br />
de wegen die geschikt zijn voor de auto, zowel de gebiedsontsluitingswegen als de<br />
wegen met een verblijfsfunctie en woonerven krijgen de bestemming "Verkeer -<br />
Verblijfsgebied". Binnen deze bestemming zijn ook onder andere groen-, speel-, en<br />
watervoorzieningen toegestaan;<br />
de hoofdfietsroutes door de verschillende wijken en de fietspaden die door<br />
groengebieden lopen, hebben de aparte bestemming "Verkeer - Fiets en voetpaden"<br />
gekregen. Hiermee worden deze paden gewaarborgd en wordt voorkomen dat deze<br />
paden in de toekomst geschikt worden gemaakt voor eventueel het autoverkeer.<br />
Watergangen en -partijen met een structurele functie voor waterberging en<br />
waterhuishouding zijn specifiek bestemd tot "Water".<br />
- bestemmingsplan<br />
<strong>Leusden</strong>-<strong>Noord</strong> - <strong>Asschatterweg</strong> e.o. - 43
In 2011 wordt het groenbeleid geactualiseerd en uitgebreid met een bomenplan. De<br />
bestaande groenstructuren zullen met deze actualisatie echter niet veranderen. In het<br />
belang van de instandhouding van de groenstructuur worden deze beeldbepalende<br />
- bestemmingsplan<br />
44 <strong>Leusden</strong>-<strong>Noord</strong> - <strong>Asschatterweg</strong> e.o. -
groengebieden specifiek bestemd tot "Groen". De groenbestemming wordt een beperkte<br />
bestemming, waarin hoofdzakelijk groenvoorzieningen en speelvoorzieningen worden<br />
toegestaan. Het aanleggen van parkeervoorzieningen is binnen de groenbestemming niet<br />
mogelijk.<br />
De kleinere groene gebieden, zoals de bermen langs wegen, worden betrokken binnen de<br />
verkeersbestemmingen. Met het bestemmen op deze wijze wordt het mogelijk om het<br />
openbare gebied opnieuw in te richten. Hierbij wordt op buurtniveau bekeken welke<br />
behoeften en problemen er zijn op het gebied van parkeren, groen en speelvoorzieningen.<br />
5.3.4 Cultuurhistorie en archeologie<br />
Voor vrijwel het gehele plangebied geldt volgens de IKAW een middelhoge tot hoge<br />
archeologische verwachtingswaarde. In het bestemmingsplan is de (verwachte)<br />
archeologische waarde beschermd met behulp van de dubbelbestemmingen 'Waarde -<br />
Archeologie hoge verwachting', 'Waarde - Archeologie middelhoge verwachting', 'Waarde -<br />
Archeologie lage verwachting'.<br />
In het plangebied komen enkele monumentale panden voor. Het betreft de gebouwen bij<br />
Groot Krakhorst. Deze gebouwen zijn voorzien van een aanduiding 'karakteristiek'. De<br />
hieraan verbonden regeling is gericht op het behoud van deze panden. Daarnaast is het zo<br />
dat de monumentenverordening voorziet in de bescherming van de gemeentelijke<br />
monumenten en de Monumentenwet 1988 de bescherming van rijksmonumenten regelt.<br />
5.4 Ontwikkelingen<br />
Het bestemmingsplan <strong>Leusden</strong>-<strong>Noord</strong> is in hoofdzaak een conserverend bestemmingsplan.<br />
Dit betekent dat nieuwe ontwikkelingen niet in het bestemmingsplan worden meegenomen.<br />
Hierop bestaan de volgende uitzonderingen.<br />
5.4.1 MFC Atria<br />
Projectomschrijving<br />
De gemeente <strong>Leusden</strong> heeft de ambitie om ook de basisscholen De Klimrakker, De Bongerd<br />
en De Vallei in een Multifunctioneel Centrum (MFC) onder te brengen; op de plek waar nu<br />
De Bongerd en De Vallei zijn gehuisvest. Daarnaast krijgen welzijn, sport en buitenschoolse<br />
kinderopvang een plek in dit MFC. De oplevering van dit MFC staat gepland voor medio<br />
2015.<br />
Groen<br />
Bijna alle bomen rondom de scholen kunnen blijven staan. Er worden straks ook nieuwe<br />
bomen geplant. De dierenweide naast basisschool de Vallei blijft bestaan. Ter bescherming<br />
is dit terrein expliciet bestemd middels de aanduiding 'kinderboerderij'.<br />
Gebruikers<br />
Naast de drie scholen komen er een kinderdagverblijf en buitenschoolse opvang in het<br />
MFC. Ook is er 100 m² bestemd voor welzijnsactiviteiten. Dit soort activiteiten kunnen<br />
ook in de algemene ruimten plaatsvinden in het kader van dubbelgebruik.'s Avonds zijn er<br />
geen activiteiten op de tweede verdieping, behalve een incidentele vergadering van de<br />
vaste gebruikers. In het gebouw komt geen horecafunctie.<br />
- bestemmingsplan<br />
<strong>Leusden</strong>-<strong>Noord</strong> - <strong>Asschatterweg</strong> e.o. - 45
Wijzigingsbevoegdheid<br />
De maatvoering van de bebouwing van het MFC, de verkeersontsluiting en inrichting is nog<br />
niet bekend. Om deze reden is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen in het<br />
bestemmingsplan middels de gebiedsaanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied'. Deze<br />
wijziging houdt in dat de bestaande bestemmingen (de huidige scholen, groen- en<br />
verkeersbestemming), onder in de wijzigingsregels gestelde voorwaarden, mogen worden<br />
gewijzigd in nieuwe bestemmingen ten behoeve van de bouw van het MFC Atria. Voor de<br />
wijziging moet het college van burgemeester en wethouders het wijzigingsplan ter inzage<br />
leggen en is er nog hiervoor de mogelijkheid om een zienswijze in te dienen en in beroep<br />
te gaan.<br />
Mogelijkheid van direct bestemmen<br />
Op dit moment wordt gewerkt aan de voorbereidingen en onderzoeken voor MFC Atria.<br />
Afhankelijk van de voortgang van dit project is het mogelijk dat in het ontwerp van dit<br />
bestemmingsplan alsnog de nieuwe bestemmingen voor MFC Atria worden opgenomen. Het<br />
ontwerp zal ook ter inzage worden gelegd, waardoor er de mogelijkheid is om zienswijzen<br />
in te dienen en in beroep te gaan.<br />
Verkeer en parkeren<br />
Het MFC wordt op een veilige manier via de Middenweg ontsloten. De infrastructuur wordt<br />
hierop afgestemd. Ook worden voldoende parkeerplaatsen op eigen terrein gerealiseerd.<br />
Bij het MFC wordt een 'Kiss and Ride' zone gerealiseerd waar men met de auto kinderen<br />
kan brengen en ophalen. Door de nieuwe ontsluiting wordt de verkeersoverlast, die nu<br />
vooral op de Azuriet wordt ervaren, sterk verminderd. Ook de overlast op de<br />
<strong>Asschatterweg</strong> tijdens haal- en brengtijden zal hierdoor afnemen. Het bestaande fietspad<br />
langs de zuidzijde van de <strong>Asschatterweg</strong> wordt verbreed. Dit verbrede fietspad wordt<br />
vanuit twee richtingen berijdbaar. Ook het voetpad tussen de scholen en de Azuriet wordt<br />
verbreed, dit is straks ook officieel toegankelijk voor fietsers.<br />
Milieu<br />
Bodem<br />
Uit de aanwezige historische informatie blijkt dat de locatie niet verdacht is voor<br />
bodemverontreiniging. Dit moet bevestigd worden door een verkennend bodemonderzoek<br />
dat onderdeel uit zal maken van de omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen.<br />
Het verkennend bodemonderzoek moet een goed beeld van de milieuhygiënische<br />
bodemkwaliteit (grond + grondwater) van het perceel geven. De bodemkwaliteit mag geen<br />
belemmering vormen voor het verlenen van de omgevingsvergunning en het bouwen van<br />
het pand.<br />
Voor het bestemmingsplan is een bodemonderzoek vooralsnog niet noodzakelijk.<br />
Geluid<br />
Het nieuw te bouwen MFC heeft geluidgevoelige bestemmingen op grond van de Wet<br />
geluidhinder zoals scholen (Art. 1 Wgh). Er worden geen woningen gerealiseerd. De locatie<br />
gelegen binnen de geluidzone van Middenweg en de <strong>Asschatterweg</strong>. Deze zone bedraagt<br />
- bestemmingsplan<br />
46 <strong>Leusden</strong>-<strong>Noord</strong> - <strong>Asschatterweg</strong> e.o. -
200m aan weerszijde van beide wegen (artikel 74 Wgh).<br />
Bij nieuwbouw moet, uit een akoestisch onderzoek, blijken of kan worden voldaan aan de<br />
voorkeursgrenswaarde van 48 dB op de gevel van de geluidgevoelige bestemmingen. Dit is<br />
een voorwaarde voor het verkrijgen van de omgevingsvergunning voor het bouwen van het<br />
MFC.<br />
Ten behoeve van het bestemmingsplan <strong>Leusden</strong> <strong>Noord</strong> is een akoestisch onderzoek<br />
vooralsnog niet noodzakelijk omdat de geluidgevoelige bestemmingen reeds in de huidige<br />
situatie in het plangebied aanwezig zijn.<br />
Luchtkwaliteit<br />
Het plan draagt waarschijnlijk niet in betekende mate (NIBM) bij aan de<br />
luchtverontreiniging. De ontwikkeling voldoet daarmee ruim aan art. 5.16 lid 1 onder c van<br />
de Wet luchtkwaliteit, waarmee verdere toetsing aan de grenswaarden voor luchtkwaliteit<br />
dan ook niet noodzakelijk is.<br />
Hiervoor dient de verkeerstoename vanwege het plan bekend te zijn en te worden<br />
ingevoerd in de NIBM tool van VROM. Van belang is dat de juiste gegevens t.a.v. de te<br />
verwachte verkeersstromen ten gevolge van het plan bekend zijn.<br />
Geur<br />
Het aspect Geur is in de dit geval niet relevant omdat er in de omgeving geen intensieve<br />
veehouderijen of andere geurrelevante bedrijven gevestigd zijn.<br />
Externe veiligheid<br />
Het plangebied is niet binnen het invloedsgebied van een hogedruk-gastransportleiding<br />
gelegen.<br />
Het te bouwen MFC is niet binnen een afstand van 100 meter van de vastgestelde Route<br />
Gevaarlijke Stoffen (RGS) gelegen. De aanwezigheid van de RGS heeft geen negatieve<br />
invloed op de bouw van het MFC.<br />
Milieuzonering<br />
In de directe omgeving van het plangebied zijn geen bedrijven gelegen die op grond van<br />
hun (vergunde) activiteiten een belemmering zouden kunnen opleveren voor de bouw van<br />
het MFC.<br />
Duurzaamheid<br />
Er wordt energiezuinig gebouwd en duurzame energie wordt toegepast (een 10% betere<br />
energieprestatie dan Bouwbesluit). Oriëntatie en ontwerp zijn afgestemd op passieve en<br />
actieve zonne-energie. Oververhitting van de scholen wordt voorkomen door het<br />
toepassen van lamellen/zonwering of overstek. Afvoer van regenwater wordt afgekoppeld<br />
en gebruik van uitlogende materialen voor hemelwaterafvoer wordt vermeden. Materialen<br />
van de oude scholen worden hergebruikt. FSC-hout wordt toegepast. Er zijn voldoende<br />
stallingsmogelijkheden en verbindingsroutes voor de fiets.<br />
Flora en Fauna<br />
Op de voorgenomen werkzaamheden ten behoeve van de sloop van twee schoolgebouwen<br />
- bestemmingsplan<br />
<strong>Leusden</strong>-<strong>Noord</strong> - <strong>Asschatterweg</strong> e.o. - 47
en de realisatie van een nieuw MFC is onderzoek gedaan naar aanwezige natuurwaarden<br />
om te toetsen aan de Flora- en faunawet (zie Bijlage 1). Tijdens dit onderzoek zijn geen<br />
beschermde soorten aangetroffen.<br />
Om met zekerheid vast te kunnen stellen of er daadwerkelijk vleermuizen in de gebouwen<br />
aanwezig zijn of sloop in conflict is met de Flora- en faunawet wordt aanvullend onderzoek<br />
gedaan.<br />
De algemene zorgplicht volgens de Flora- en faunawet wordt in acht genomen en<br />
werkzaamheden zullen schadevrij uitgevoerd worden. Dit houdt ondermeer in dat<br />
werkzaamheden en activiteiten broedende vogels niet mogen verstoren.<br />
5.4.2 Groot Krakhorst<br />
Projectomschrijving<br />
In 2009 is de boerderij Groot Krakhorst aan de Bolderikhof afgebrand. De sociaal culturele<br />
functie die de boerderij had zal hier niet meer komen. Op deze locatie zal de functie wonen<br />
onder begeleiding van zorg komen. Uitgangspunt hierbij is dat de nieuwe bebouwing op<br />
dezelfde plek komt als de afgebrande boerderij. Ook de verschijningsvorm moet aansluiten<br />
op de oorspronkelijke boerderij.<br />
Om te komen tot een nieuwe invulling van deze locatie is een klankbordgroep van<br />
omwonenden opgericht. De klankbordgroep Groot Krakhorst heeft in een drietal<br />
bijeenkomsten een advies uitgebracht.<br />
Rekeninghoudend met dit advies zal de gemeente werken aan een definitieve invulling op<br />
deze locatie.<br />
Nieuwe bestemming<br />
Op deze locatie zal een nieuwe bestemming gelden dan in het geldende bestemmingsplan<br />
Het terrein van Groot Krakhorst krijgt de bestemming 'Wonen - Zorgwonen' waarin<br />
zorgwonen, met daarbij behorende voorzieningen als een gemeenschappelijke ruimte en<br />
kantoorruimte voor de zorgverlener zijn toegestaan. De bebouwingsmogelijkheden voor de<br />
nieuwe functie zijn zo geformuleerd dat de nieuwbouw in dezelfde verschijningsvorm kan<br />
worden gerealiseerd. Een groot deel van het terrein krijgt een groenbestemming, om het<br />
groene karakter van dit deel van de wijk te borgen.<br />
Milieu<br />
Bodem<br />
Uit de aanwezige historische informatie blijkt dat de locatie niet verdacht is voor<br />
bodemverontreiniging. Dit moet bevestigd worden door een verkennend bodemonderzoek<br />
dat onderdeel uit zal maken van de omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen.<br />
Het verkennend bodemonderzoek moet een goed beeld van de milieuhygiënische<br />
bodemkwaliteit (grond + grondwater) van het perceel geven. De bodemkwaliteit mag geen<br />
belemmering vormen voor het verlenen van de omgevingsvergunning en het bouwen van de<br />
(zorg)woningen.<br />
Er is een bodemonderzoek uitgevoerd. Deze is als Bijlage 2 bij het bestemmingsplan<br />
opgenomen. Conclusie is dat de milieuhygiënische bodemkwaliteit van de locatie geen<br />
belemmering voor de wijzing van het gebruik en het verlenen van een<br />
- bestemmingsplan<br />
48 <strong>Leusden</strong>-<strong>Noord</strong> - <strong>Asschatterweg</strong> e.o. -
omgevingsvergunning voor bouwen.<br />
Geluid<br />
De voorkeursgrenswaarde voor wegverkeerslawaai is in principe 48 dB. Afhankelijk van de<br />
situatie kan een hogere grenswaarde worden vastgesteld, mochten maatregelen om de<br />
geluidsbelasting terug te dringen naar onder de voorkeursgrenswaarde niet mogelijk zijn.<br />
Dit wordt de maximale ontheffingswaarde genoemd.<br />
De te bouwen (zorg)woningen zijn geluidgevoelige bestemmingen op grond van de Wet<br />
geluidhinder. De locatie Groot Krakhorst is gelegen in een zgn. 30 km/uur gebied waardoor<br />
formeel niet behoeft te worden getoetst aan de Wet geluidhinder<br />
Wel is de locatie gelegen in het invloedsgebied van de Middenweg. De Middenweg heeft<br />
een geluidzone 200 meter (art. 74 Wgh) Een akoestisch onderzoek is vereist wanneer een<br />
geluidsgevoelige bestemming wordt gerealiseerd binnen de geluidszone van een weg. Dit<br />
onderzoek moet aantonen of aan de voorkeursgrenswaarde wordt voldaan, en zo niet, wat<br />
dan de vervolgstappen zijn.<br />
De afstand tussen de Middenweg en de locatie Groot Krakhorst bedraagt ongeveer 125<br />
meter. In het tussengelegen gebied staan een aantal woningen die een afschermende<br />
werking hebben voor de ontwikkeling van (zorg)woningen op het perceel van Groot<br />
Krakhorst. Gezien de verkeersbelasting op de Middenweg en de relatief grote afstand<br />
wordt geen overschrijding verwacht van de voorkeursgrenswaarde van 48 dB op de gevels<br />
van de te bouwen (zorg)woningen. Wel moet bij de aanvraag Omgevingsvergunning voor<br />
het bouwen worden aangetoond d.m.v. een akoestische berekening dat de binnenwaarde<br />
van 33 dB wordt gehaald.<br />
Luchtkwaliteit<br />
Het plan draagt niet in betekende mate bij aan de luchtverontreiniging. De ontwikkeling<br />
voldoet daarmee ruim aan art. 5.16 lid 1 onder c van de Wet luchtkwaliteit, waarmee<br />
verdere toetsing aan de grenswaarden voor luchtkwaliteit dan ook niet noodzakelijk is.<br />
Geur<br />
Het aspect Geur is in dit geval niet relevant omdat er in de omgeving geen intensieve<br />
veehouderijen of andere geurrelevante bedrijven gevestigd zijn.<br />
Externe veiligheid<br />
Het plangebied is niet binnen het invloedsgebied van een hogedruk-gastransportleiding<br />
gelegen.<br />
De te bouwen (zorg)woningen zijn niet binnen een afstand van 100 meter van de<br />
vastgestelde Route Gevaarlijke Stoffen (RGS) gelegen. De aanwezigheid van de RGS heeft<br />
geen negatieve invloed op de bouw van de (zorg)woningen.<br />
Milieuzonering<br />
In de directe omgeving van het plangebied zijn geen bedrijven gelegen die op grond van<br />
hun (vergunde) activiteiten een belemmering zouden kunnen opleveren voor de bouw van<br />
de (zorg)woningen.<br />
- bestemmingsplan<br />
<strong>Leusden</strong>-<strong>Noord</strong> - <strong>Asschatterweg</strong> e.o. - 49
Verkeer en parkeren<br />
De aard van de nieuwe functie (wonen onder begeleiding) zal naar verwachting niet meer<br />
verkeer aantrekken dan de voormalige sociaal culturele functie. Door de functiewijziging<br />
zal de verkeersbelasting meer over de dag verspreid zijn dan bij de oude bestemming (met<br />
piekbelastingen). Hetzelfde geldt voor de parkeerdruk; bezoekers, bewoners en<br />
verzorgenden zullen verspreid over de dag komen en gaan. De verwachting is dat de<br />
verkeersdruk in de directe omgeving zal afnemen in vergelijking met de voormalige<br />
functie van Groot Krakhorst.<br />
Flora en fauna<br />
Naar verwachting leidt de ingreep niet tot een ontheffingsplicht op grond van de Flora en<br />
Faunawet. Wel zal de algemene zorgplicht volgens die wet in acht moet worden genomen<br />
en zullen de werkzaamheden schadevrij uitgevoerd worden.<br />
5.4.3 Boerderij Bouwdriest<br />
In augustus 2007 is de boerderij aan de Bouwdriest afgebrand. Dit terrein ligt sindsdien<br />
braak. In het bestemmingsplan zijn de bebouwingsmogelijkheden opgenomen om de<br />
oorspronkelijke woning te kunnen herbouwen. Door de gemeente, eigenaar en de<br />
woningstichting is gecommuniceerd naar omwonenden over een mogelijke andere invulling<br />
van dit perceel (zorgwoningen). Er is echter nog te veel onduidelijkheid en onzekerheid<br />
over een mogelijke nieuwe invulling van dit terrein om in het bestemmingsplan hierop<br />
vooruit te lopen. De gemeente staat open voor een andere ontwikkeling op dit terrein.<br />
Daarbij wordt in eerste instantie gedacht aan een woongerelateerde functie zoals<br />
bijvoorbeeld (zorg)woningen of andere bijzondere woonvormen. Er moet wel rekening<br />
worden gehouden dat de nieuwe bebouwing in grote mate moet overeenkomen met de<br />
volume en verschijningsvorm van de voormalige boerderij en bijbehorende bebouwing.<br />
Belangrijk is dat bij zo’n ontwikkeling de dialoog met de samenleving wordt opgezocht.<br />
5.4.4 Groenstrook Middenweg<br />
Voor de locatie aan het eind van de Middenweg (achter het informatiebord) is sprake van<br />
een mogelijk bouwplan voor nieuwe woningen. De vraag of deze ontwikkeling gewenst is<br />
(en zo ja, in welke vorm) moet nog worden onderzocht in het kader van de vorming van<br />
een structuurvisie voor <strong>Leusden</strong>. Op het moment van schrijven van dit bestemmingsplan is<br />
onduidelijk of deze ontwikkeling wordt gerealiseerd. De bestemming van deze groenstrook<br />
blijft daarom gehandhaafd.<br />
Indien deze ontwikkeling gewenst is zal voor deze locatie een nieuw bestemmingsplan<br />
moeten worden opgesteld en in procedure worden gebracht separaat van dit<br />
bestemmingsplan.<br />
- bestemmingsplan<br />
50 <strong>Leusden</strong>-<strong>Noord</strong> - <strong>Asschatterweg</strong> e.o. -
Hoofdstuk 6<br />
Juridische toelichting<br />
6.1 Algemene juridische opzet<br />
In voorliggend bestemmingsplan wordt de planologisch-juridische basis gelegd voor de<br />
woonbuurten in <strong>Leusden</strong>-<strong>Noord</strong>. Het bestemmingsplan heeft een belangrijke functie als<br />
toetsingskader voor bouwaanvragen en het (toekomstige) gebruik van de gronden en<br />
gebouwen.<br />
Sinds 1 juli 2008 is de nieuwe Wet ruimtelijke ordening van toepassing. Onderdeel van de<br />
nieuwe wetgeving is de ministeriële Regeling standaarden ruimtelijke ordening 2008. In<br />
deze regeling wordt beschreven hoe het bestemmingsplan er uit moet zien en welke<br />
benamingen worden gehanteerd. Ook het kleurgebruik op de kaart is voortaan vastgelegd<br />
in de landelijke standaarden evenals de technische vereisten. Vanzelfsprekend voldoet het<br />
bestemmingsplan aan deze nieuwe standaarden.<br />
Het plan is opgezet als een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1 van de Wet<br />
ruimtelijke ordening, een plan met directe bouw- en gebruiksdoelen. Het plan bestaat uit<br />
de bestemmingen die in de paragrafen 6.2 worden behandeld.<br />
Op de bijbehorende verbeelding (plankaart) is te zien waar en welke bestemmingen van<br />
toepassing zijn. Eveneens is op de verbeelding de exacte omvang en ligging van het<br />
plangebied vastgelegd. De regels behorende bij onderhavig bestemmingsplan zijn<br />
gebaseerd op de gemeentelijke standaard.<br />
Opbouw regels<br />
De regels zijn als volgt gestructureerd:<br />
hoofdstuk 1 van de regels geeft de algemene bepalingen weer. Het betreft de<br />
begripsbepalingen (artikel 1), waarin de in het plan voorkomende begrippen worden<br />
gedefinieerd. In artikel 2 "wijze van meten" wordt aangegeven hoe de voorgeschreven<br />
maatvoering (zoals goothoogte, bouwhoogte inhoud en oppervlakte) in het plan<br />
gemeten moet worden;<br />
in hoofdstuk 2 zijn de in het plan voorkomende bestemmingen geregeld. Per<br />
bestemming is bepaald welk gebruik van de gronden is toegestaan en welke<br />
bebouwingsregels er gelden. Tevens zijn waar mogelijk flexibiliteitsbepalingen<br />
opgenomen. Uitgangspunt daarbij is geweest om de bestaande planologische situatie<br />
te bestemmen. Deze worden in paragraaf 6.2 waar nodig nader toegelicht;<br />
in hoofdstuk 3 staan aanvullende bepalingen die, in aanvulling op de<br />
bestemmingsbepalingen, voor het hele plangebied gelden. Hierbij kan worden gedacht<br />
aan de algemene afwijkingsregeling, die het college van burgemeester en wethouders<br />
de bevoegdheid geeft om op ondergeschikte punten van de regels in hoofdstuk 2 af te<br />
wijken;<br />
hoofdstuk 4 van de regels heeft betrekking op het overgangsrecht en de slotbepaling.<br />
6.2 Bestemmingen<br />
6.2.1 Bedrijf<br />
In het plangebied komt één bedrijf voor en wel het autogaragebedrijf aan de Zwarteweg.<br />
Dit bedrijf valt binnen categorie 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten en is daarmee<br />
binnen de bestemming "Bedrijf" toegestaan. Binnen de bestemming is, conform de<br />
vigerende situatie, één bedrijfswoning toegestaan.<br />
- bestemmingsplan<br />
<strong>Leusden</strong>-<strong>Noord</strong> - <strong>Asschatterweg</strong> e.o. - 51
Middels een afwijking is het voor het College van Burgemeester en Wethouders mogelijk<br />
een bedrijf toe te staan dat niet is genoemd in de Staat van bedrijfsactiviteiten, maar wel<br />
is te vergelijken met een bedrijf daarin genoemd behorende tot de categorieën 1 en 2.<br />
6.2.2 Cultuur en ontspanning<br />
De bestemming "Cultuur en ontspanning" is opgenomen ten behove van het Kunstgebouw<br />
<strong>Leusden</strong> aan de Eikenlaan. In het gebouw kunnen kinderen, jongeren en volwassenen<br />
terecht voor muziek- en musicallessen, zang-, dans- en theaterworkshops en beeldende<br />
cursussen, zoals het kinderatelier. Daarnaast wordt een uitgebreid programma voor het<br />
basisonderwijs in <strong>Leusden</strong> (binnen- en buitenschools) gegeven. Deze veelheid van<br />
activiteiten zijn opgenomen binnen de bestemming 'Cultuur en ontspanning'.<br />
6.2.3 Gemengd - 1<br />
Aan de Zwarteweg zijn, ten noorden van het buiten het plangebied gelegen winkelcentrum<br />
De Biezenkamp, enkele (detailhandels)bedrijven en horeca gelegen. Langs deze historische<br />
weg en de in het verlengde ervan gelegen Hamersveldseweg is altijd al sprake geweest van<br />
een zekere menging van functies. Dat past bij de inrichting en sfeer van de weg. Ook in de<br />
toekomst past een menging aan functies langs deze weg. Om flexibel om te kunnen gaan<br />
met toekomstige ontwikkelingen, krijgen daarom de detailhandel- en horecavestigingen<br />
langs de Zwarteweg de bestemming "Gemengd - 1". Binnen deze bestemming zijn<br />
meerdere activiteiten mogelijk, zoals dienstverlening, maatschappelijke voorzieningen en<br />
bedrijvigheid (categorie 1 uit de Staat van bedrijfsactiviteiten). Verder zijn detailhandel<br />
en horeca mogelijk daar waar aangeduid.<br />
6.2.4 Gemengd - 2<br />
De bestemming "Gemengd - 2" is neergelegd op het gebouw aan de Lepelaar waarin<br />
meerdere medische en sportactiviteiten zijn gebundeld. Voor dit gebouw is gekozen voor<br />
een meer flexibele bestemming waarbinnen meerdere van deze maatschappelijke en<br />
sportvoorzieningen (zoals een sportschool) een plek kunnen krijgen.<br />
6.2.5 Groen<br />
In het belang van de instandhouding van het aanwezige wijkoverschrijdend groen zijn de<br />
aanwezige groenvoorzieningen specifiek bestemd tot "Groen". Kleinere groene gebieden,<br />
zoals de bermen langs wegen en het zogenaamde snippergroen, worden betrokken binnen<br />
de verkeersbestemmingen. Binnen de bestemming "Groen" zijn ook voetpaden,<br />
speelvoorzieningen en nutsvoorzieningen toegestaan evenals waterpartijen. Gebouwen zijn<br />
binnen de groenbestemming uitgesloten.<br />
6.2.6 Horeca<br />
In de wijk Alandsbeek komen een pannenkoekenrestaurant en een snackbar voor. Deze<br />
twee bedrijven hebben de bestemming "Horeca" gekregen. Binnen deze bestemming zijn<br />
horeca-activiteiten toegestaan die passen binnen de in de Staat van horeca-activiteiten<br />
genoemde categorieën I en II. Bij het pannenkoekenrestaurant is tevens een<br />
bedrijfswoning toegestaan.<br />
6.2.7 Maatschappelijk<br />
In het plangebied komen verschillende maatschappelijke voorzieningen voor. Het betreft<br />
hier met name schoolgebouwen en verzorgingscentra. Deze maatschappelijke<br />
voorzieningen hebben de bestemming "Maatschappelijk" gekregen. Binnen deze<br />
bestemming is middels een functieaanduiding vervolgens aangegeven welke type van<br />
maatschappelijke voorziening is toegestaan.<br />
- bestemmingsplan<br />
52 <strong>Leusden</strong>-<strong>Noord</strong> - <strong>Asschatterweg</strong> e.o. -
De gebouwen ten behoeve van de maatschappelijke voorzieningen zijn binnen het<br />
bouwvlak opgenomen. Het is dan ook alleen toegestaan om binnen het bouwvlak gebouwen<br />
op te richten. Hierbij moet voldaan worden aan de maximale goot- en bouwhoogte en het<br />
maximum bebouwingspercentage zoals weergegeven op de verbeelding. Ten behoeve van<br />
het aanleggen/bouwen van fietshokken en bergingen is hiervoor een<br />
afwijkingsbevoegdheid in de regels opgenomen. Deze afwijking maakt het mogelijk dat tot<br />
een maximum van 50 m² dergelijke voorzieningen buiten het bouwvlak gebouwd mogen<br />
worden.<br />
6.2.8 Recreatie<br />
In de wijk Rozendaal komen enkele gezamenlijke recreatieve en sportvoorzieningen<br />
aanwezig. Deze zijn voor zien van de bestemming "Recreatie". Bij het zwembad en de<br />
tennisbaan is sprake van bijbehorende bebouwing. Deze zijn voorzien van een bouwvlak.<br />
6.2.9 Tuin<br />
De bestemming "Tuin" bevat de gronden die vrij dienen te blijven van gebouwen. Andere<br />
bouwwerken zijn wel toegestaan, mits deze voldoen aan de in de regels aangegeven<br />
maatvoering. Aangezien in de oorspronkelijk situatie al tuinen bestaan met daarin een<br />
bijgebouw is in dit bestemmingsplan hiervoor een aparte regeling opgenomen. Middels de<br />
bouwaanduiding 'bijgebouw' zijn bijbehorende bouwwerken in deze uitzonderlijke gevallen<br />
toegestaan. In de wijk Rozendaal is verder sprake van een bijzondere situatie waarin ook<br />
wordt geparkeerd direct voor de woning in de voortuin. Om dit planologisch mogelijk te<br />
maken is in deze wijk de aanduiding 'parkeerterrein' opgenomen in de bestemming 'Tuin'.<br />
Hier is ruimte voor bewonersparkeren op eigen erf.<br />
In deze bestemming zijn twee afwijkingsbevoegdheden opgenomen, één voor het bouwen<br />
van aangebouwde bijbehorende bouwwerken, zoals erkers en ingangspartijen en één voor<br />
het oprichten van erfafscheidingen voor de voorgevelrooilijn.<br />
6.2.10 Verkeer<br />
De doorgaande wegen in het plangebied zijn voorzien van de bestemming "Verkeer". Het<br />
gaat om de Middenweg, de Randweg, de <strong>Asschatterweg</strong>, de <strong>Noord</strong>inslag, de Torenakkerweg<br />
en de Middenweg. Binnen deze bestemming staat de doorstroming van het verkeer voorop.<br />
Hierin past ook groen, water en andere paden, zoals voet- en fietspaden die onderdeel<br />
uitmaken van de inrichting langs deze hoofdwegen.<br />
6.2.11 Verkeer - Fiets- en voetpaden<br />
De hoofdfietswegen en de fietspaden die door de grote groenstructuren lopen zijn voorzien<br />
van de bestemming "Verkeer - Fiets- en voetpaden". Deze bestemming is specifiek bedoeld<br />
voor aanwezige belangrijke fiets- en voetpaden en geeft daarmee een invulling aan de<br />
bijzondere inspanningen die de gemeente <strong>Leusden</strong> al jaren doet voor een fijnmazig en<br />
kwalitatief hoogwaardig netwerk van langzaam verkeersverbindingen.<br />
6.2.12 Verkeer - Verblijfsgebied<br />
Alle niet doorgaande wegen en alle (niet groene) openbare ruimten in de woonwijken<br />
hebben de bestemming "Verkeer - Verblijfsgebied" gekregen. Het betreft feitelijk het<br />
openbaar gebied dat niet valt binnen een structurele groenstructuur, een hoofdfietspad of<br />
een doorgaande verkeersweg. Binnen de bestemming is ruimte voor een breed scala aan<br />
functies gerelateerd aan verkeer en verblijf.<br />
- bestemmingsplan<br />
<strong>Leusden</strong>-<strong>Noord</strong> - <strong>Asschatterweg</strong> e.o. - 53
6.2.13 Water<br />
De singels binnen het plangebied, die gezamenlijk de hoofdwaterstructuur binnen de<br />
woonbuurten vormen, hebben een structurele functie voor waterberging en<br />
waterhuishouding binnen het plangebied en zijn daarom specifiek bestemd tot “Water".<br />
Binnen de bestemming "Water" zijn tevens bruggen toegestaan. Het gaat dan met name<br />
om bruggen voor langzaam verkeer. De bruggen voor het gemotoriseerd verkeer vallen<br />
binnen de bestemming "Verkeer" of "Verkeer - Verblijfsgebied" waarbinnen ook water is<br />
toegestaan (aangezien water onder de brug doorloopt).<br />
6.2.14 Wonen<br />
De bestemming "Wonen" is opgenomen voor alle woningen in het plangebied. Het gaat hier<br />
zowel om vrijstaande, halfvrijstaande, aaneengebouwde of gestapelde woningen. Om welk<br />
woningtype het in specifieke gevallen gaat is door middel van de aanduidingen op de<br />
verbeelding weergegeven. De woningen mogen uitsluitend worden gerealiseerd binnen de<br />
op de verbeelding aangegeven bouwvlakken. Voor de realisatie van de woningen zijn in de<br />
regels bouwregels opgenomen.<br />
Bouwregels<br />
De belangrijkste bouwregels zijn die met betrekking tot het bouwen van de woning binnen<br />
het bouwvlak en de goot- en bouwhoogte van de woning. In de regels is vastgelegd dat de<br />
goot- en bouwhoogte van de woningen niet meer mag bedragen dan de oorspronkelijke<br />
goot- en bouwhoogte. Met oorspronkelijk wordt bedoeld de woning zoals deze volgens de<br />
eerste daarvoor verleende bouwvergunning/omgevingsvergunning voor bouwen is<br />
gebouwd. Een uitzondering op deze regel geldt voor woningen die op de verbeelding de<br />
aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' hebben gekregen.<br />
Daarnaast is in de regels vastgelegd dat ten hoogste 20% van de oppervlakte van een<br />
perceel mag worden bebouwd, tot een maximum van 80 m², niet meegerekend de<br />
oppervlakte van het bouwvlak. Tevens zijn voor de bijbehorende bouwwerken maximale<br />
goot- en bouwhoogten aangegeven. Deze bijbehorende bouwwerken mogen ook buiten het<br />
bouwvlak worden gebouwd.<br />
In het westen van de wijken Alandsbeek en De Wetering komen woonstraten voor met<br />
bijbehorende bouwwerken voor de voorgevel. Hierin mag gewoond worden waardoor deze<br />
onderdeel uitmaken van de bestemming 'Wonen' (dit in tegenstelling tot bergingen voor de<br />
voorgevel die onder de bestemming 'Tuin' vallen). Om de bijzondere plaatsing van deze<br />
bijbehorende bouwwerken voor de voorgevel planologisch mogelijk te maken, is gebruik<br />
gemaakt van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - uitbouw'. De goot- en bouwhoogte<br />
van deze uitbouw mag maximaal 3, respectievelijk 3,6 meter bedragen.<br />
Tot slot zijn burgemeester en wethouder bevoegd om nadere eisen te stellen aan de plaats<br />
en afmeting van bijbehorende bouwwerken, die hetzij in de erfafscheiding hetzij binnen<br />
een afstand van 2 m hiervan worden gebouwd. Daarnaast kunnen burgemeester en<br />
wethouders een omgevingsvergunning verlenen in afwijking van de bouwregels.<br />
Werken aan huis<br />
Binnen de woonbestemming is opgenomen dat het mogelijk is om een beroep aan huis uit<br />
te oefenen. Hier vallen de vrije beroepen en aanverwante beroepen onder, zoals kapper,<br />
pedicure. De oppervlakte die gebruikt mag worden voor dit beroep aan huis mag niet meer<br />
bedragen dan 30% van de totale oppervlakte van de woning en bijbehorende bouwwerken<br />
tot een maximum van 50 m².<br />
Middels een omgevingsvergunning is het mogelijk om ook een bedrijf aan huis uit te<br />
oefenen. Het gaat hier om bedrijvigheid die lichte hinder kan veroorzaken. In een bijlage<br />
- bestemmingsplan<br />
54 <strong>Leusden</strong>-<strong>Noord</strong> - <strong>Asschatterweg</strong> e.o. -
ij de regels zijn de verschillende typen bedrijvigheid aangegeven die hieronder vallen in<br />
een tabel opgenomen. Voor bedrijf aan huis gelden min of meer dezelfde eisen als bij een<br />
beroep aan huis plus enkele extra eisen.<br />
Afwijkingen<br />
Van de bouwregels kan worden afgeweken ten behoeve van het plaatsen van een opbouw<br />
tot 50% van de vloeroppervlakte van de woning en tot een bouwhoogte van niet meer dan<br />
4 m op woningen aangeduid met 'specifieke bouwaanduiding - dakopbouw toegestaan'.<br />
Verder is het met afwijking mogelijk bijbehorende bouwwerken te bouwen naast de woning<br />
tot een bouwhoogte van 5 meter.<br />
Binnen de bestemming 'Wonen' is het ter plaatse van de aanduiding 'gemengd' mogelijk om<br />
naast wonen ook een kantoor, maatschappelijke voorziening of bedrijf te starten met een<br />
maximaal vloeroppervlak van 160 m². Dit betreft één enkele woning aan de <strong>Asschatterweg</strong>.<br />
6.2.15 Wonen - Garage<br />
De garageboxen binnen het plangebied zijn bestemd met de bestemming "Wonen -<br />
Garage". De garageboxen mogen worden gebruikt ten behoeve van het stallen van<br />
motorvoertuigen en voor berging in het algemeen. De garageboxen zijn voorzien van een<br />
bouwvlak. In de bouwregels is onder andere opgenomen dat de oppervlakte van (een<br />
enkele) garageboxen niet meer mag berdragen dan 24 m 2 .<br />
6.2.16 Wonen - Zorgwonen<br />
De plaatsing van zorgwoningen in de bebouwing bij Groot-Krakhorst in relatie tot<br />
nieuwbouw is voorzien van de bestemming "Wonen - Zorgwonen".<br />
De bebouwing binnen deze bestemming is strak bestemd. Bebouwing is uitsluitend<br />
toegestaan binnen de bouwvlakken. Deze bouwvlakken komen overeen met de vigerende<br />
situatie. De boerderij verbrandde Groot Krakhorst zal dan ook vervangen worden door<br />
nieuwbouw. De overige bebouwing blijft staan en is beschermd middels de aanduiding<br />
'karakteristiek'. Door middel van een afwijking bij een omgevingsvergunning kunnen<br />
fietsenhokken en bergingen buiten het bouwvlak gerealiseerd worden.<br />
6.2.17 Waarde - Archeologie<br />
De delen van het plangebied waar sprake is van een hoge, lage of middelhoge<br />
archeologische verwachtingswaarde hebben naast de hoofdbestemming de<br />
dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie hoge verwachting', 'Waarde - Archeologie<br />
middelhoge verwachting', 'Waarde - Archeologie lage verwachting'. Deze gronden zijn,<br />
naast voor de andere voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor bescherming van<br />
aanwezige of naar verwachting aanwezige archeologische waarden.<br />
Om daadwerkelijk te kunnen beschermen, is in deze bestemming een specifiek op dit<br />
onderwerp toegesneden omgevingsvergunning opgenomen. Voor diverse activiteiten,<br />
waarbij de grond wordt "geroerd", vooral graafwerkzaamheden dieper dan 30 cm, is een<br />
omgevingsvergunning nodig.<br />
Ter bescherming van (naar verwachting) aanwezige archeologische waarden is in deze<br />
bestemming ook de bevoegdheid van burgemeester en wethouders opgenomen om eisen te<br />
stellen bij een aanvraag van een omgevingsvergunning, overeenkomstig artikel 40 van de<br />
Monumentenwet 1988. Die eisen betreffen onder meer, een rapportageplicht van de<br />
aanvrager van de omgevingsvergunning betreffende de archeologische situatie van het<br />
betreffende terrein, en de mogelijkheid om aan de omgevingsvergunning de verplichting<br />
tot "bouwbegeleiding" door een ter zake deskundige (archeoloog) te verbinden.<br />
- bestemmingsplan<br />
<strong>Leusden</strong>-<strong>Noord</strong> - <strong>Asschatterweg</strong> e.o. - 55
Deze onderzoeksplicht verschilt per verwachtingswaarde. Bij lage verwachting geldt deze<br />
verplichting bij een ontwikkeling van meer dan 10.000 m 2 , bij een middelhoge verwachting<br />
bij meer dan 500 m 2 en bij een hoge verwachting en meer dan 100 m 2 .<br />
6.2.18 Algemene regels<br />
Naast de regels ten aanzien van specifieke bestemmingen, zijn er ook algemene regels<br />
opgesteld. Deze regels gelden onafhankelijk van het type bestemming. De belangrijkste<br />
van de algemene regels zijn:<br />
Algemene bouwregels<br />
hierin is een regeling opgenomen dat bestaande legale afwijkingen ten aanzien van<br />
voorgeschreven maatvoeringen zijn toegestaan. Deze worden daarmee niet onder het<br />
overgangsrecht geplaatst.<br />
Algemene afwijkingsregels<br />
het met 10% afwijken van in het -plan aangegeven maten en percentages;<br />
het bouwen van gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen tot een maximaal<br />
oppervlak van 30 m² en een hoogte van 3 meter;<br />
het bouwen van antennemasten tot een bouwhoogte van 20 meter en<br />
telecommunicatiemasten tot een bouwhoogte van 40 meter, mits op een minimale<br />
afstand van 50 meter tot woningen en mits eerst, indien mogeijk, gebruik wordt<br />
gemaakt van al aanwezige hoge gebouwen en masten en rekening wordt gehouden met<br />
het voorkomen van hinder voor omwonenden en het berokkenen van schade aan<br />
landschap, cultuurhistorie en ecologie;<br />
het onder voorwaarden uitoefenen van een bed and breakfast;<br />
het onder voorwaarden vestigen van een bedrijf aan huis.<br />
Algemene wijzigingsregels<br />
ligging van grenzen van bestemmings- en bouwvlakken onder voorwaarden met 10% te<br />
verkleinen of vergroten;<br />
het wijzigen van het gebruik en inrichting van gebouwen binnen de bestemming<br />
"Maatschappelijk", zodat deze ook inzetbaar zijn voor andere maatschappelijke<br />
functies dan degene waarvoor ze zijn bestemd;<br />
het wijzigen van de Staat van bedrijfsactiviteiten;<br />
het wijzigen van de bestemmingsgrenzen van de dubbelbestemmingen 'Waarde -<br />
Archeologie hoge verwachting', 'Waarde - Archeologie middelhoge verwachting',<br />
'Waarde - Archeologie lage verwachting';<br />
het wijzigen van de bestemming van de locatie waar nu basisscholen De Bongerd en De<br />
Vallei zijn gehuisvest ten behoeve van de bouw van een multifunctioneel centrum<br />
(wro-zone - wijzigingsgebied). Hieraan worden diverse voorwaarden verbonden<br />
betreffende onder meer:<br />
1. de maximale bouwhoogte;<br />
2. de afstand van de bouwgrens tot aan de aanduidingsgrens;<br />
3. het handhaven van bestaande boomgaard en groen bij kinderboerderij;<br />
4. het parkeren (op eigen terrein);<br />
5. de ontsluiting (via Middenweg);<br />
6. de uitvoerbaarheid.<br />
- bestemmingsplan<br />
56 <strong>Leusden</strong>-<strong>Noord</strong> - <strong>Asschatterweg</strong> e.o. -
- bestemmingsplan<br />
<strong>Leusden</strong>-<strong>Noord</strong> - <strong>Asschatterweg</strong> e.o. - 57
- bestemmingsplan<br />
58 <strong>Leusden</strong>-<strong>Noord</strong> - <strong>Asschatterweg</strong> e.o. -
Hoofdstuk 7<br />
Economische uitvoerbaarheid<br />
Bij het opstellen van een nieuw bestemmingsplan dient op grond van artikel 3.1.6 lid 1 sub<br />
f van het Besluit ruimtelijke ordening onderzoek plaats te vinden naar de economische<br />
uitvoerbaarheid van het plan. Voorliggend bestemmingsplan heeft echter een conserverend<br />
karakter en staat geen nieuwe grootschalige ontwikkelingen toe.<br />
Enkel aan het opstellen van het bestemmingsplan zijn kosten verbonden welke door de<br />
gemeente bekostigd worden. Verder worden er geen kosten gemaakt bij het opstellen van<br />
het bestemmingsplan. De economische haalbaarheid van het plan kan hierdoor als<br />
aangetoond worden beschouwd.<br />
Planschade<br />
Het vaststellen van een nieuw bestemmingsplan met een planologische wijziging kan in<br />
beginsel aanleiding geven tot planschade. Aangezien dit bestemmingsplan geen<br />
grootschalige planologische wijzigingen mogelijk maakt is het in dit geval niet aannemelijk<br />
dat er aanleiding is voor vergoedbare planschade.<br />
Geen exploitatieplan<br />
Artikel 6.12 van de Wet ruimtelijke ordening bepaalt dat de gemeenteraad bij de<br />
vaststelling van een bestemmingsplan een exploitatieplan vaststelt tenzij kostenverhaal op<br />
een andere wijze is verzekerd of er geen sprake is van kostenverhaal.<br />
Gezien het conserverende karakter van het bestemmingsplan is, met uitzondering van de<br />
locatie Groot Krakhorst, een exploitatieplan niet nodig, er is immers geen sprake van<br />
kostenverhaal. Mochten er in de toekomst toch ontwikkelingen voordoen waarbij de<br />
gemeente kosten moet maken dan zal eerst worden bezien of er een<br />
kostenverhaalovereenkomst kan worden gesloten met de initiatiefnemer.<br />
Groot Krakhorst<br />
De gemeente zal in het kader van de gronduitgifte een koop-/realisatieovereenkomst<br />
sluiten met de initiatiefnemer om het kostenverhaal te verzekeren.<br />
Op grond van het bovenstaande wordt geconcludeerd dat het bestemmingsplan economisch<br />
uitvoerbaar is.<br />
- bestemmingsplan<br />
<strong>Leusden</strong>-<strong>Noord</strong> - <strong>Asschatterweg</strong> e.o. - 59
- bestemmingsplan<br />
60 <strong>Leusden</strong>-<strong>Noord</strong> - <strong>Asschatterweg</strong> e.o. -
Hoofdstuk 8<br />
8.1 Inspraak<br />
Maatschappelijke uitvoerbaarheid<br />
Het voorontwerp bestemmingsplan wordt gedurende zes weken voor een ieder ter inzage<br />
gelegd op het gemeentehuis te <strong>Leusden</strong> en is eveneens te bekijken via de gemeentelijke<br />
website. Binnen deze periode bestaat voor belanghebbenden de mogelijkheid om zijn/haar<br />
mening over het plan te geven.<br />
De resultaten van de inspraak op het voorontwerp bestemmingsplan en de mogelijke<br />
aanpassingen aan het bestemmingsplan die deze tot gevolg kunnen hebben zullen hier<br />
worden vermeld.<br />
8.2 Overleg conform artikel 3.1.1. Bro<br />
In het kader van het wettelijke verplichte overleg op grond van artikel 3.1.1 van het<br />
Besluit ruimtelijke ordening zal het voorontwerp bestemmingsplan worden voorgelegd aan<br />
de gebruikelijke partners, waaronder de provincie Utrecht, de Inspectie VROM, het<br />
Waterschap en overige organisaties.<br />
De resultaten van het vooroverleg worden te zijner tijd in de plantoelichting samengevat<br />
en van antwoord voorzien.<br />
8.3 Zienswijzen<br />
PM<br />
- bestemmingsplan<br />
<strong>Leusden</strong>-<strong>Noord</strong> - <strong>Asschatterweg</strong> e.o. - 61