Leerstoflijnen begrippenlijst en taalverzorging beschreven ( 2 ... - Slo
Leerstoflijnen begrippenlijst en taalverzorging beschreven ( 2 ... - Slo
Leerstoflijnen begrippenlijst en taalverzorging beschreven ( 2 ... - Slo
Transform your PDFs into Flipbooks and boost your revenue!
Leverage SEO-optimized Flipbooks, powerful backlinks, and multimedia content to professionally showcase your products and significantly increase your reach.
<strong>Leerstoflijn<strong>en</strong></strong><br />
<strong>begripp<strong>en</strong>lijst</strong> <strong>en</strong><br />
<strong>taalverzorging</strong><br />
beschrev<strong>en</strong><br />
Uitwerking van het refer<strong>en</strong>tiekader Nederlandse taal voor<br />
het domein <strong>begripp<strong>en</strong>lijst</strong> <strong>en</strong> <strong>taalverzorging</strong> op de basisschool<br />
SLO • nationaal expertisec<strong>en</strong>trum leerplanontwikkeling
<strong>Leerstoflijn<strong>en</strong></strong><br />
<strong>begripp<strong>en</strong>lijst</strong> <strong>en</strong><br />
<strong>taalverzorging</strong><br />
beschrev<strong>en</strong><br />
Uitwerking van het refer<strong>en</strong>tiekader<br />
Nederlandse taal voor het domein <strong>begripp<strong>en</strong>lijst</strong><br />
<strong>en</strong> <strong>taalverzorging</strong> op de basisschool<br />
Annie van der Beek <strong>en</strong> Harry Paus<br />
SLO • nationaal expertisec<strong>en</strong>trum leerplanontwikkeling<br />
Augustus 2011
Colofon<br />
© 2011 SLO (nationaal expertisec<strong>en</strong>trum leerplanontwikkeling), Enschede<br />
Alle recht<strong>en</strong> voorbehoud<strong>en</strong>. Mits de bron wordt vermeld is het toegestaan om zonder vooraf-<br />
gaande toestemming van de uitgever deze uitgave geheel of gedeeltelijk te kopiër<strong>en</strong> dan wel<br />
op andere wijze te verveelvoudig<strong>en</strong>.<br />
Auteurs<br />
Vormgeving<br />
Foto omslag<br />
Met adviez<strong>en</strong> van<br />
Annie van der Beek <strong>en</strong> Harry Paus<br />
BuroDaan grafische vormgeving, Markelo<br />
humantouchphotography.nl<br />
R<strong>en</strong>é Ber<strong>en</strong>ds (Saxion), Helge Bonset (SLO), Nicola Brijde (ThiemeMeul<strong>en</strong>hoff),<br />
Jos Cöp (Zwijs<strong>en</strong>), Mi<strong>en</strong>ke Droop (Expertisec<strong>en</strong>trum<br />
Nederlands), Ivet van der Eerd<strong>en</strong> (ThiemeMeul<strong>en</strong>hoff),<br />
Amos van Gelder<strong>en</strong> (Kohnstamm Instituut), Kees de Glopper<br />
(Rijksuniversiteit Groning<strong>en</strong>), Annemarie Heuts (ThiemeMeul<strong>en</strong>hoff),<br />
Frans van d<strong>en</strong> Heuvel (Fontys Fydes), Arjanne Hoogerman<br />
(Malmberg), Mariëtte Hoogeve<strong>en</strong> (SLO), Nicole van Kan (Noordhoff),<br />
Ria Kleijn<strong>en</strong> (Windesheim, Onderwijsc<strong>en</strong>trum VU), Els<br />
Le<strong>en</strong>ders (SLO), W<strong>en</strong>dy Ligt (Malmberg), Astrid Mols (Cito), Anita<br />
Oosterloo (SLO), Gert Rijlaarsdam (Universiteit van Amsterdam),<br />
Pauline Roumans (Cito), Truus Schijf (Muiswerk Educatief), Paul<br />
Stapel (Zwijs<strong>en</strong>), Joop Stoeldraijer (Edux), Margreet Ve<strong>en</strong>man<br />
(Noordhoff), Johan Zuidema (ThiemeMeul<strong>en</strong>hoff).<br />
Informatie<br />
SLO<br />
Postbus 2041, 7500 CA Enschede<br />
Telefoon (053) 4840 664<br />
Internet: www.slo.nl<br />
E-mail: primaironderwijs@slo.nl<br />
AN 1.6095.431<br />
2
Inhoudsopgave<br />
Inleiding 4<br />
1. Begripp<strong>en</strong>lijst <strong>en</strong> <strong>taalverzorging</strong>: leerstoflijn<strong>en</strong> in schema 8<br />
1.1 <strong>Leerstoflijn<strong>en</strong></strong> <strong>begripp<strong>en</strong>lijst</strong> 9<br />
1.2 <strong>Leerstoflijn<strong>en</strong></strong> <strong>taalverzorging</strong> 14<br />
2. Algem<strong>en</strong>e k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van het domein <strong>begripp<strong>en</strong>lijst</strong> <strong>en</strong> <strong>taalverzorging</strong> 18<br />
2.1 Taalontwikkeling 21<br />
2.1.1 Mondelinge taal 21<br />
2.1.2 Lez<strong>en</strong> <strong>en</strong> schrijv<strong>en</strong> 23<br />
2.2 Spellingcategorieën 25<br />
2.3 De schema’s leerstoflijn<strong>en</strong> toegelicht 28<br />
2.3.1 Begripp<strong>en</strong>lijst 28<br />
2.3.2 Taalverzorging 31<br />
2.4 Keuzes in <strong>taalverzorging</strong>sonderwijs 34<br />
3. Karakteristiek<strong>en</strong> van het domein <strong>begripp<strong>en</strong>lijst</strong> <strong>en</strong><br />
<strong>taalverzorging</strong> in groep 1 tot <strong>en</strong> met 8 36<br />
3.1 Karakteristiek<strong>en</strong> voor groep 1/2 37<br />
3.2 Karakteristiek<strong>en</strong> voor groep 3/4 39<br />
3.2 Karakteristiek<strong>en</strong> voor groep 5/6 40<br />
3.4 Karakteristiek<strong>en</strong> voor groep 7/8 42<br />
Literatuur 44<br />
3
4<br />
Inleiding
Het Refer<strong>en</strong>tiekader taal <strong>en</strong> rek<strong>en</strong><strong>en</strong><br />
In het Refer<strong>en</strong>tiekader taal <strong>en</strong> rek<strong>en</strong><strong>en</strong> (2009) staat beschrev<strong>en</strong> wat kinder<strong>en</strong> op verschill<strong>en</strong>de<br />
mom<strong>en</strong>t<strong>en</strong> in hun schoolloopbaan op het gebied van taal <strong>en</strong> rek<strong>en</strong><strong>en</strong> moet<strong>en</strong> k<strong>en</strong>n<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong>. Daarmee is het e<strong>en</strong> leidraad voor schol<strong>en</strong>, doc<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong> onderwijsprogramma’s<br />
in het primair <strong>en</strong> voortgezet onderwijs <strong>en</strong> middelbaar beroepsonderwijs.<br />
Het refer<strong>en</strong>tiekader onderscheidt voor taal vier domein<strong>en</strong>:<br />
• Mondelinge taalvaardigheid<br />
• Lez<strong>en</strong><br />
• Schrijv<strong>en</strong><br />
• Begripp<strong>en</strong>lijst <strong>en</strong> <strong>taalverzorging</strong>.<br />
Er word<strong>en</strong> voor deze domein<strong>en</strong> vier niveaus onderscheid<strong>en</strong>. Het fundam<strong>en</strong>teel niveau 1<br />
(niveau 1F) voor het eind van het basisonderwijs, het speciaal onderwijs <strong>en</strong> het praktijkonderwijs,<br />
niveau 2F voor mbo 1, 2, 3 <strong>en</strong> vmbo, niveau 3F voor mbo 4 <strong>en</strong> eind havo <strong>en</strong> t<strong>en</strong> slotte<br />
niveau 4F voor eind vwo.<br />
Het fundam<strong>en</strong>tele niveau is zo bepaald dat ongeveer 75% van de leerling<strong>en</strong> dat bereikt op<br />
het eind van het schooltype. Leerling<strong>en</strong> die het fundam<strong>en</strong>teel niveau voor hun onderwijstype<br />
hebb<strong>en</strong> behaald, krijg<strong>en</strong> meer aangebod<strong>en</strong>: ze gaan op weg naar het volg<strong>en</strong>de niveau, het<br />
zog<strong>en</strong>oemde streefniveau. Voor de Nederlandse taal geldt dat het streefniveau gelijk staat<br />
met het volg<strong>en</strong>de fundam<strong>en</strong>tele niveau: het streefniveau 1S voor het basisonderwijs staat<br />
gelijk aan niveau 2F. Voor de 25% die het fundam<strong>en</strong>teel niveau 1F op het eind van de basisschool<br />
niet zal hal<strong>en</strong>, biedt de leraar adequate leerstof aan, aansluit<strong>en</strong>d op de mogelijkhed<strong>en</strong><br />
van de leerling.<br />
Om e<strong>en</strong> goed aanbod in het taalonderwijs te kunn<strong>en</strong> bied<strong>en</strong>, moet<strong>en</strong> basisschol<strong>en</strong> e<strong>en</strong> beeld<br />
hebb<strong>en</strong> van de eindniveaus 1F <strong>en</strong> 1S/2F. Daartoe is het in de eerste plaats nodig dat de beschrijving<strong>en</strong><br />
zoals geformuleerd in het refer<strong>en</strong>tiekader zijn geconcretiseerd: Wat betek<strong>en</strong><strong>en</strong><br />
de niveaus 1F <strong>en</strong> 1S/2F voor de onderscheid<strong>en</strong> taaldomein<strong>en</strong>? Wanneer kunn<strong>en</strong> we zegg<strong>en</strong><br />
dat e<strong>en</strong> leerling e<strong>en</strong> taak uitvoert op het niveau van 1F of 1S/2F? Op de website<br />
www.taal<strong>en</strong>rek<strong>en</strong><strong>en</strong>.nl word<strong>en</strong> deze vrag<strong>en</strong> beantwoord. De gebruikers van de site krijg<strong>en</strong><br />
daarmee e<strong>en</strong> concreter beeld van de niveaus.<br />
5
E<strong>en</strong> andere vraag, relevant voor het basisonderwijs, is langs welke weg de eindniveaus 1F <strong>en</strong><br />
1S/2F te bereik<strong>en</strong> zijn. Hoe kan de opbouw van de leerstof voor de verschill<strong>en</strong>de domein<strong>en</strong><br />
over de groep<strong>en</strong> 1 tot <strong>en</strong> met 8 eruit zi<strong>en</strong>? Op deze vraag will<strong>en</strong> we e<strong>en</strong> antwoord gev<strong>en</strong> in<br />
e<strong>en</strong> reeks van vier publicaties die steeds één van de vier taaldomein<strong>en</strong> uit het refer<strong>en</strong>tiekader<br />
behandel<strong>en</strong>:<br />
• <strong>Leerstoflijn<strong>en</strong></strong> mondelinge taalvaardigheid beschrev<strong>en</strong><br />
• <strong>Leerstoflijn<strong>en</strong></strong> lez<strong>en</strong> beschrev<strong>en</strong><br />
• <strong>Leerstoflijn<strong>en</strong></strong> schrijv<strong>en</strong> beschrev<strong>en</strong><br />
• <strong>Leerstoflijn<strong>en</strong></strong> <strong>begripp<strong>en</strong>lijst</strong> <strong>en</strong> <strong>taalverzorging</strong> beschrev<strong>en</strong><br />
De voorligg<strong>en</strong>de publicatie betreft de uitwerking van het vierde domein, de leerstoflijn<strong>en</strong><br />
voor <strong>begripp<strong>en</strong>lijst</strong> <strong>en</strong> <strong>taalverzorging</strong>.<br />
Begripp<strong>en</strong>lijst <strong>en</strong> <strong>taalverzorging</strong><br />
Het domein <strong>begripp<strong>en</strong>lijst</strong> <strong>en</strong> <strong>taalverzorging</strong> bestaat uit twee del<strong>en</strong>. De <strong>begripp<strong>en</strong>lijst</strong> omvat<br />
begripp<strong>en</strong> <strong>en</strong> concept<strong>en</strong> die leerling<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> <strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> hanter<strong>en</strong> om over taal <strong>en</strong><br />
taalverschijnsel<strong>en</strong> te kunn<strong>en</strong> d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> <strong>en</strong> sprek<strong>en</strong>. Bij <strong>taalverzorging</strong> gaat het om k<strong>en</strong>nis die<br />
in di<strong>en</strong>st staat van e<strong>en</strong> verzorgde schriftelijke taalproductie, <strong>en</strong> in het refer<strong>en</strong>tiekader wordt<br />
dat beperkt tot regels voor spelling, interpunctie <strong>en</strong> het gebruik van hoofdletters.<br />
De inhoud van het domein <strong>begripp<strong>en</strong>lijst</strong> <strong>en</strong> <strong>taalverzorging</strong> sluit aan bij drie kerndoel<strong>en</strong><br />
Nederlandse taal voor het basisonderwijs 1 . In kerndoel 8 staat dat leerling<strong>en</strong> aandacht<br />
ler<strong>en</strong> bested<strong>en</strong> aan correcte spelling, in kerndoel 11 dat ze regels ler<strong>en</strong> voor het spell<strong>en</strong> van<br />
werkwoord<strong>en</strong>, voor andere woord<strong>en</strong> dan werkwoord<strong>en</strong>, <strong>en</strong> voor het gebruik van leestek<strong>en</strong>s.<br />
Kerndoel 12 geeft aan dat leerling<strong>en</strong> begripp<strong>en</strong> ler<strong>en</strong> die het hun mogelijk mak<strong>en</strong> om over<br />
taal te kunn<strong>en</strong> d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> <strong>en</strong> sprek<strong>en</strong>. In de voorligg<strong>en</strong>de publicatie zijn mogelijke inhoud<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> e<strong>en</strong> mogelijke verdeling van de leerstof voor het domein <strong>begripp<strong>en</strong>lijst</strong> <strong>en</strong> <strong>taalverzorging</strong><br />
beschrev<strong>en</strong>. Deze inhoud<strong>en</strong> sluit<strong>en</strong> aan bij de inhoud van de g<strong>en</strong>oemde kerndoel<strong>en</strong>: de<br />
inhoud van kerndoel 12 bij de leerstoflijn <strong>begripp<strong>en</strong>lijst</strong> <strong>en</strong> de inhoud van de kerndoel<strong>en</strong> 8<br />
<strong>en</strong> 11 bij de leerstoflijn <strong>taalverzorging</strong>. De leerstof is in deze publicatie verkaveld over steeds<br />
twee leerjar<strong>en</strong> in het basisonderwijs: groep 1/2, groep 3/4, groep 5/6 <strong>en</strong> groep 7/8. De leerstof<br />
is cumulatief, er wordt steeds voortgebouwd op eerder aangebod<strong>en</strong> leerstof.<br />
1 In Grev<strong>en</strong> & Letschert (2006) staan onder het kopje ‘Kerndoel<strong>en</strong> Nederlands > Taalbeschouwing, waaronder strategieën’ de kerndoel<strong>en</strong><br />
10, 11 <strong>en</strong> 12. Kerndoel 10 luidt: ‘De leerling<strong>en</strong> ler<strong>en</strong> bij de doel<strong>en</strong> onder ‘mondeling taalonderwijs’ <strong>en</strong> ‘schriftelijk taalonderwijs’ strategieën<br />
te herk<strong>en</strong>n<strong>en</strong>, te verwoord<strong>en</strong>, te gebruik<strong>en</strong> <strong>en</strong> te beoordel<strong>en</strong>.’ Het Refer<strong>en</strong>tiekader taal <strong>en</strong> rek<strong>en</strong><strong>en</strong> (2009) gaat niet in op het<br />
gebruik van strategieën; de werkgroep heeft dat gemotiveerd in Over de drempels met taal (2008, pag. 10). De voorligg<strong>en</strong>de publicatie<br />
kan gezi<strong>en</strong> word<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> uitwerking van het refer<strong>en</strong>tiekader, <strong>en</strong> gaat daarom ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s niet in op kerndoel 10.<br />
6
De leerstoflijn<strong>en</strong> voor het domein <strong>begripp<strong>en</strong>lijst</strong> <strong>en</strong> <strong>taalverzorging</strong> kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gebruikt<br />
voor de planning <strong>en</strong> opbouw van het onderwijsaanbod. Ze vorm<strong>en</strong> e<strong>en</strong> hulpmiddel voor<br />
teams om gezam<strong>en</strong>lijk te reflecter<strong>en</strong> op hun aanbod, ev<strong>en</strong>tueel in relatie tot de methode.<br />
Met behulp van deze leerstoflijn<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> teams <strong>en</strong> ook begeleiders, opleiders <strong>en</strong> methodemakers<br />
het aanbod afstemm<strong>en</strong> op de behoefte van de leerling<strong>en</strong>.<br />
In hoofdstuk 1 staat e<strong>en</strong> schematische weergave van de leerstoflijn<strong>en</strong> <strong>begripp<strong>en</strong>lijst</strong> (paragraaf<br />
1.1) <strong>en</strong> <strong>taalverzorging</strong> (paragraaf 1.2). Hoofdstuk 2 beschrijft algem<strong>en</strong>e k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
achtergrond<strong>en</strong> bij de leerstoflijn<strong>en</strong> <strong>begripp<strong>en</strong>lijst</strong> <strong>en</strong> <strong>taalverzorging</strong>, <strong>en</strong> hoofdstuk 3 bevat<br />
korte karakteristiek<strong>en</strong> van de inhoud<strong>en</strong> voor <strong>begripp<strong>en</strong>lijst</strong> <strong>en</strong> <strong>taalverzorging</strong> in respectievelijk<br />
groep 1/2, 3/4, 5/6 <strong>en</strong> 7/8.<br />
7
1. Begripp<strong>en</strong>lijst <strong>en</strong><br />
<strong>taalverzorging</strong>:<br />
leerstoflijn<strong>en</strong> in schema<br />
8
Dit hoofdstuk bevat schematische overzicht<strong>en</strong> van het domein <strong>begripp<strong>en</strong>lijst</strong> <strong>en</strong> <strong>taalverzorging</strong>.<br />
Tabel 1.1 bevat de leerstoflijn<strong>en</strong> voor de <strong>begripp<strong>en</strong>lijst</strong> <strong>en</strong> tabel 1.2 voor <strong>taalverzorging</strong>.<br />
In de laatste kolom van de tabell<strong>en</strong> staat de aanduiding 1F, 1S/2F of 3F. Deze kolom verwijst<br />
naar de niveaus in het refer<strong>en</strong>tiekader. Als er in de laatste kolom niets staat, komt het<br />
betreff<strong>en</strong>de onderwerp niet voor in het refer<strong>en</strong>tiekader <strong>en</strong> is het door ons toegevoegd. Deze<br />
toevoeging<strong>en</strong> zijn in de tabell<strong>en</strong> gecursiveerd.<br />
De tabell<strong>en</strong> gev<strong>en</strong> e<strong>en</strong> mogelijke opbouw van het (eerste) aanbod, gespecificeerd per twee<br />
leerjar<strong>en</strong> in het basisonderwijs: groep 1/2, 3/4, 5/6 <strong>en</strong> 7/8. Als e<strong>en</strong> begrip voor de eerste keer<br />
wordt aangebod<strong>en</strong>, wil dat niet zegg<strong>en</strong> dat het in dat leerjaar door alle leerling<strong>en</strong> moet word<strong>en</strong><br />
beheerst. E<strong>en</strong> leerkracht kan e<strong>en</strong> begrip bijvoorbeeld de eerste keer min of meer terloops<br />
gebruik<strong>en</strong> om het later te expliciter<strong>en</strong>. En als e<strong>en</strong> spellingkwestie voor de eerste keer aan de<br />
orde komt, wil dat niet zegg<strong>en</strong> dat leerling<strong>en</strong> de kwestie dan al beheers<strong>en</strong>. Vaak is herhaalde<br />
instructie <strong>en</strong>/of voortgezette oef<strong>en</strong>ing nodig. In de tabell<strong>en</strong> is dus te zi<strong>en</strong> wanneer het eerste<br />
aanbod kan plaatsvind<strong>en</strong>; de leerkracht bepaalt wanneer daarna nadere aandacht voor het<br />
onderwerp nodig is.<br />
In paragraaf 2.3 licht<strong>en</strong> we de keuzes toe die we hebb<strong>en</strong> gemaakt bij de verkaveling van de<br />
leerstof.<br />
9
1.1 <strong>Leerstoflijn<strong>en</strong></strong> <strong>begripp<strong>en</strong>lijst</strong><br />
Tabel 1.1 <strong>Leerstoflijn<strong>en</strong></strong> <strong>begripp<strong>en</strong>lijst</strong><br />
Groep 1/2 Groep 3/4 Groep 5/6 Groep 7/8 Refer<strong>en</strong>tiekader<br />
LEESTEKENS<br />
punt<br />
1F<br />
komma<br />
1F<br />
vraagtek<strong>en</strong><br />
1F<br />
uitroeptek<strong>en</strong><br />
1F<br />
aanhalingstek<strong>en</strong>s<br />
1F<br />
hoofdletter<br />
1F<br />
kleine letter<br />
letter<br />
haakjes<br />
leestek<strong>en</strong><br />
dubbele punt<br />
1F<br />
WOORDSOORTEN<br />
zelfstandig naamwoord<br />
werkwoord<br />
lidwoord<br />
GRAMMATICALE KENNIS<br />
zin<br />
voegwoord<br />
voorzetsel<br />
telwoord<br />
bijvoeglijk naamwoord<br />
onderwerp<br />
persoonsvorm<br />
hoofdzin<br />
bijzin<br />
zinsdeel<br />
vrag<strong>en</strong>de vorm<br />
trema<br />
acc<strong>en</strong>t<br />
puntkomma<br />
apostrof<br />
koppeltek<strong>en</strong><br />
afbreekstreepje<br />
spatie<br />
bijvoeglijk naamwoord (stoffelijk,<br />
afgeleid van deelwoord)<br />
voornaamwoord<br />
lijd<strong>en</strong>d voorwerp<br />
(werkwoordelijk) gezegde<br />
lijd<strong>en</strong>de vorm<br />
bedrijv<strong>en</strong>de vorm<br />
1S/2F<br />
1S/2F<br />
1F<br />
1F<br />
1F<br />
1F<br />
1F<br />
1F<br />
1F<br />
1F<br />
1F<br />
1F<br />
1F<br />
1S/2F<br />
1F<br />
1F<br />
1S/2F<br />
1S/2F<br />
10
Groep 1/2 Groep 3/4 Groep 5/6 Groep 7/8 Refer<strong>en</strong>tiekader<br />
TEKSTKENNIS<br />
voor<br />
achter<br />
bov<strong>en</strong><br />
onder<br />
b<strong>en</strong>ed<strong>en</strong><br />
links<br />
rechts<br />
begin<br />
midd<strong>en</strong><br />
eind<br />
pr<strong>en</strong>t<strong>en</strong>boek<br />
voorlez<strong>en</strong><br />
omslag/kaft/voor- <strong>en</strong> achterkant boek<br />
blader<strong>en</strong><br />
plaat(je)<br />
verhaal(tje)<br />
probleem<br />
oplossing<br />
grapje<br />
rijm(<strong>en</strong>)<br />
versje<br />
rijmpje<br />
gedicht<br />
lied(je)<br />
vertell<strong>en</strong><br />
luister<strong>en</strong><br />
lez<strong>en</strong><br />
schrijv<strong>en</strong><br />
standpunt<br />
argum<strong>en</strong>t<br />
feit<br />
m<strong>en</strong>ing<br />
tekst<br />
signaalwoord<br />
inhoudsopgave<br />
inleiding<br />
kern<br />
slot<br />
boodschap<br />
situatie<br />
bedoeling<br />
spreker<br />
luisteraar<br />
lezer<br />
schrijver<br />
tekstsoort<br />
gespreksvorm<br />
aanduiding voor gespreksvorm:<br />
overleg, discussie,<br />
interview/ vraaggesprek,<br />
voordracht/ pres<strong>en</strong>tatie<br />
aanduiding voor tekstsoort/g<strong>en</strong>re:<br />
fictie: verhaal, poëzie<br />
zakelijk: informatief, instructief,<br />
betog<strong>en</strong>d<br />
1F<br />
1F<br />
1F<br />
1F<br />
1F<br />
1S/2F<br />
1F<br />
1S/2F<br />
11
Groep 1/2 Groep 3/4 Groep 5/6 Groep 7/8 Refer<strong>en</strong>tiekader<br />
debat<br />
monoloog<br />
dialoog<br />
metatalige vorm: woord, zin of 1S/2F<br />
tekstfragm<strong>en</strong>t dat informatie<br />
geeft over de rest van de tekst<br />
(zoals e<strong>en</strong> prospectief <strong>en</strong><br />
retrospectief tekstelem<strong>en</strong>t<br />
in inleiding, sam<strong>en</strong>vatt<strong>en</strong>de<br />
zin aan slot)<br />
hoofdgedachte van tekst<br />
1S/2F<br />
tekstthema<br />
1S/2F<br />
paragraaf<br />
1F<br />
z<strong>en</strong>der<br />
ontvanger<br />
illustratie<br />
STILISTIEK EN SEMANTIEK<br />
betek<strong>en</strong>is<br />
letterlijk<br />
figuurlijk<br />
uitdrukking<br />
spreekwoord<br />
gezegde<br />
definitie<br />
spreektaal<br />
schrijftaal<br />
teg<strong>en</strong>stelling<br />
picto(gram)<br />
logo(gram)<br />
afkorting<br />
symbool<br />
synoniem<br />
context<br />
moedertaal<br />
tweede taal<br />
vreemde taal<br />
standaardtaal<br />
dialect<br />
meertalig<br />
formeel taalgebruik<br />
informeel taalgebruik<br />
le<strong>en</strong>woord<br />
homoniem<br />
homofoon<br />
vaktaal/jargon<br />
begripp<strong>en</strong> voor stilistische adequaatheid<br />
(publiekgericht)<br />
pres<strong>en</strong>tatiek<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> (van<br />
mondelinge <strong>en</strong> schriftelijke tekst)<br />
1F<br />
1F<br />
1F<br />
1F<br />
1F<br />
1F<br />
1F<br />
1F<br />
1F<br />
1F<br />
1F<br />
1F<br />
1F<br />
1F<br />
1F<br />
1F<br />
1F<br />
1F<br />
1S/2F<br />
1S/2F<br />
1S/2F<br />
1S/2F<br />
1S/2F<br />
12
Groep 1/2 Groep 3/4 Groep 5/6 Groep 7/8 Refer<strong>en</strong>tiekader<br />
MORFOLOGIE<br />
woord<br />
lettergreep<br />
1F<br />
<strong>en</strong>kelvoud<br />
1F<br />
meervoud<br />
1F<br />
verkleinwoord<br />
1F<br />
hele werkwoord/ infinitief<br />
1F<br />
stam van het werkwoord*<br />
1F<br />
woordvorm<br />
1F<br />
woorddeel<br />
1F<br />
sam<strong>en</strong>stelling<br />
1F<br />
voorvoegsel<br />
1F<br />
achtervoegsel<br />
1F<br />
woordsoort<br />
teg<strong>en</strong>woordige tijd<br />
1F<br />
verled<strong>en</strong> tijd<br />
1F<br />
klankvast (zwak) werkwoord<br />
1F<br />
klankverander<strong>en</strong>d (sterk) werkwoord<br />
1F<br />
persoon (1e, 2e, 3e)<br />
1F<br />
trapp<strong>en</strong> van vergelijking (stell<strong>en</strong>de,<br />
vergrot<strong>en</strong>de, overtreff<strong>en</strong>de trap)<br />
voltooide tijd<br />
1F<br />
onvoltooide tijd<br />
1F<br />
voltooid deelwoord<br />
1F<br />
bijvoeglijk gebruik van onvoltooid<br />
1F<br />
<strong>en</strong> voltooid<br />
deelwoord<br />
OPMAAK<br />
KLANKEN<br />
regel<br />
bladzijde<br />
hoofdstuk<br />
titel<br />
lettertype<br />
alinea<br />
kopje<br />
opmaak<br />
lay-out<br />
cursief<br />
vet gedrukt<br />
klank (korte klank, lange klank, tweetek<strong>en</strong>klank, meertek<strong>en</strong>klank)<br />
klankgroep<br />
klinker<br />
medeklinker<br />
uitspraak<br />
articulatie<br />
klemtoon<br />
intonatie<br />
spreekpauze<br />
1F<br />
1F<br />
1F<br />
1F<br />
1F<br />
1F<br />
1F<br />
1F<br />
1F<br />
1F<br />
1F<br />
1F<br />
* Soms gebruikt m<strong>en</strong> in plaats van de term ‘stam van het werkwoord’ de term ‘ik-vorm’. Zie ook paragraaf<br />
2.3 over de keuze van term<strong>en</strong>.<br />
13
1.2 <strong>Leerstoflijn<strong>en</strong></strong> <strong>taalverzorging</strong><br />
Tabel 1.2 <strong>Leerstoflijn<strong>en</strong></strong> <strong>taalverzorging</strong><br />
Groep 1/2* Groep 3/4 Groep 5/6 Groep 7/8 Refer<strong>en</strong>tiekader<br />
1. ALFABETISChE SPELLING - spelling op basis van e<strong>en</strong>-op-e<strong>en</strong>-relatie tuss<strong>en</strong> klank <strong>en</strong> tek<strong>en</strong><br />
woord<strong>en</strong> met mkm (kat, doos, boek)<br />
1F<br />
woord<strong>en</strong> met mmk(m) (klok, trui)<br />
1F<br />
woord<strong>en</strong> met (m)kmm (als, kaart)<br />
1F<br />
woord<strong>en</strong> met mm kmm (plant, klomp)<br />
1F<br />
woord<strong>en</strong> met -mmm (eerst, kunst)<br />
1F<br />
woord<strong>en</strong> met mmm- (strik, spruit)<br />
1F<br />
woord<strong>en</strong> met f-, v- (feest, vuur)<br />
1F<br />
woord<strong>en</strong> met s-, z- (sok, zo<strong>en</strong>)<br />
1F<br />
woord<strong>en</strong> met -ng (bang)<br />
1F<br />
woord<strong>en</strong> met -eer, -oor, -eur (keer, spoor, deur)<br />
1F<br />
woord<strong>en</strong> met f-, v-, ongeleed (tafel, ov<strong>en</strong>)<br />
1F<br />
woord<strong>en</strong> met s-, z-, ongeleed (fase, pauze)<br />
1F<br />
2. ORThOGRAFISChE SPELLING - spelling gebaseerd op afsprak<strong>en</strong> over de schrijfwijze van (groep<strong>en</strong>) woord<strong>en</strong><br />
woord<strong>en</strong> met niet geschrev<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong>klank (r + medeklinker: verf, l + medeklinker: melk)<br />
1F<br />
woord<strong>en</strong> met sch(r)- (school, schrik)<br />
1F<br />
woord<strong>en</strong> met -nk (bank)<br />
1F<br />
woord<strong>en</strong> met -aai, -ooi, -oei (saai, mooi, boei)<br />
1F<br />
woord<strong>en</strong> met -eeuw, -ieuw (leeuw, nieuw)<br />
1F<br />
woord<strong>en</strong> met -ee (zee, twee)<br />
1F<br />
woord<strong>en</strong> met -a, -o, -u (papa, foto, nu)<br />
1F<br />
medeklinkerverdubbeling (brugg<strong>en</strong>, pett<strong>en</strong>)<br />
1F<br />
klinkerver<strong>en</strong>keling (strat<strong>en</strong>, bom<strong>en</strong>)<br />
1F<br />
woord<strong>en</strong> met f/v-wisseling (braaf - brave)<br />
1F<br />
woord<strong>en</strong> met s/z-wisseling (huis - huiz<strong>en</strong>)<br />
1F<br />
verkleinwoord<strong>en</strong> met ng/nk-wisseling (ketting - kettinkje)<br />
1F<br />
woord<strong>en</strong> met uitgang -iaal, -ieel, 1F<br />
-eaal, -ueel (liniaal, officieel,<br />
ideaal, ritueel)<br />
afbreekregels<br />
1S/2F<br />
woord<strong>en</strong> met trema** (ruïne, 3F<br />
skiën, poriën, knieën, zeeën)<br />
woord<strong>en</strong> met koppeltek<strong>en</strong>** 3F<br />
(zonne-<strong>en</strong>ergie)<br />
3. LExICAAL-MORFOLOGISChE SPELLING - spelling op basis van de opbouw van het woord, los van de grammaticale context<br />
woord<strong>en</strong> eindig<strong>en</strong>d op -d (hond, paard) (verl<strong>en</strong>gingsregel e<strong>en</strong>lettergrepige woord<strong>en</strong>)<br />
1F<br />
woord<strong>en</strong> met uitgang -el, -er, -<strong>en</strong>, -te (sleutel, moeder, mol<strong>en</strong>, breedte)<br />
1F<br />
woord<strong>en</strong> met ge-, be-, ver-, te-, (g<strong>en</strong>oeg, bezoek, verschil, terug)<br />
1F<br />
woord<strong>en</strong> met ont- (ontdekk<strong>en</strong>)<br />
1F<br />
meervoudsvorming met -<strong>en</strong> of -s (boek<strong>en</strong>, sleutels)<br />
1F<br />
sam<strong>en</strong>gestelde woord<strong>en</strong> (tuindeur, schatkist)<br />
1F<br />
verkleinwoord<strong>en</strong> met uitgang -je, -tje (huisje, boekje, schaaltje)<br />
1F<br />
verkleinwoord<strong>en</strong> met uitgang -je na -d <strong>en</strong> -t (vri<strong>en</strong>dje, plantje), -pje, 1F<br />
-etje (raampje, dingetje, karretje)<br />
woord<strong>en</strong> met uitgang -em (stiekem)<br />
1F<br />
woord<strong>en</strong> met -el<strong>en</strong>, -<strong>en</strong><strong>en</strong>, -er<strong>en</strong> (wandel<strong>en</strong>, oef<strong>en</strong><strong>en</strong>, kinder<strong>en</strong>) 1F<br />
woord<strong>en</strong> met uitgang -lijk (eerlijk)<br />
1F<br />
woord<strong>en</strong> met uitgang -ig (veilig)<br />
1F<br />
woord<strong>en</strong> met uitgang -teit (majesteit)<br />
1F<br />
woord<strong>en</strong> met uitgang -heid (e<strong>en</strong>heid)<br />
1F<br />
woord<strong>en</strong> beginn<strong>en</strong>d met ’s (’s ocht<strong>en</strong>ds)<br />
1S/2F<br />
woord<strong>en</strong> eindig<strong>en</strong>d op ‘s (komma’s, lolly’s) 1S/2<br />
vorming bijvoeglijk naamwoord (blauwe, grote)<br />
1F<br />
woord<strong>en</strong> met uitgang -ing (buiging)<br />
1F<br />
meervouds- -s na klinker (meisjes)<br />
1S/2F<br />
14
Groep 1/2* Groep 3/4 Groep 5/6 Groep 7/8 Refer<strong>en</strong>tiekader<br />
woord<strong>en</strong> eindig<strong>en</strong>d op -b (web) 1F<br />
woord<strong>en</strong> met uitgang -isch(e) 1F<br />
(historisch)<br />
verkleinwoord na op<strong>en</strong> lettergreep<br />
1S/2F<br />
op -a, -e, -o, -u (laatje,<br />
autootje, parapluutje)<br />
meervoud heid-hed<strong>en</strong> (e<strong>en</strong>hed<strong>en</strong>) 1F<br />
meervoud op -a (musea)<br />
1F<br />
meervoud op -i (critici)<br />
1F<br />
woord<strong>en</strong> met assimilatieverschijnsel<strong>en</strong><br />
1F<br />
(afval, zakdoek)<br />
bijvoeglijk gebruikt voltooid 1F<br />
deelwoord (gebrok<strong>en</strong>, verlichte)<br />
stoffelijk bijvoeglijk naamwoord 1S/2F<br />
(ijzer<strong>en</strong>)<br />
tuss<strong>en</strong>letter -n- in sam<strong>en</strong>gestelde<br />
1S/2F<br />
woord<strong>en</strong> (zonnebloem,<br />
bess<strong>en</strong>sap)<br />
tuss<strong>en</strong>klank -s of -e(n)**<br />
3F<br />
(stadsdeel)<br />
aane<strong>en</strong>schrijv<strong>en</strong> of los schrijv<strong>en</strong>**<br />
(kleinkind/klein kind, t<strong>en</strong>slotte/<br />
t<strong>en</strong> slotte)<br />
3F<br />
4. MORFOLOGISChE SPELLING OP GRAMMATICALE BASIS -<br />
spelling op basis van de opbouw van het woord binn<strong>en</strong> de grammaticale context<br />
hele werkwoord/infinitief<br />
stam van het werkwoord***<br />
tijd van het werkwoord: teg<strong>en</strong>woordige tijd, verled<strong>en</strong> tijd<br />
regel voor overe<strong>en</strong>komst in getal (onderwerp-persoonsvorm)<br />
persoonsvorm: teg<strong>en</strong>woordige tijd meervoud<br />
persoonsvorm: teg<strong>en</strong>woordige tijd <strong>en</strong>kelvoud<br />
persoonsvorm: teg<strong>en</strong>woordige tijd met stam -d <strong>en</strong>kelvoud (word)<br />
persoonsvorm: verled<strong>en</strong> tijd (kookte, schreef)<br />
persoonsvorm: verled<strong>en</strong> tijd met stam op -d of -t (brandde(n),<br />
startte(n))<br />
persoonsvorm: teg<strong>en</strong>woordige tijd<br />
2e/3e persoon achter persoonsvorm**<br />
(word je, wordt je broer)<br />
persoonsvorm met prefix homofoon<br />
met voltooid deelwoord**<br />
(beoordeelt/beoordeeld)<br />
voltooid deelwoord, excl. homofone<br />
gevall<strong>en</strong> (gekookt, gemeld,<br />
geword<strong>en</strong>)<br />
voltooid deelwoord, homofone<br />
gevall<strong>en</strong>** (verhuist, verhuisd)<br />
regel voor overe<strong>en</strong>komst in getal<br />
(refer<strong>en</strong>t-verwijswoord)<br />
regel voor overe<strong>en</strong>komst in geslacht<br />
(refer<strong>en</strong>t-verwijswoord)<br />
1F<br />
1F<br />
1F<br />
1F<br />
1F<br />
1S/2F<br />
1S/2F<br />
1S/2F<br />
1S/2F<br />
3F<br />
3F<br />
1F<br />
3F<br />
1F<br />
1F<br />
meervouds- -n bij zelfstandig<br />
gebruikte verwijzing (alle/all<strong>en</strong>)<br />
1S/2F<br />
15
Groep 1/2* Groep 3/4 Groep 5/6 Groep 7/8 Refer<strong>en</strong>tiekader<br />
5. LOGOGRAFISChE SPELLING - spelling gebaseerd op vaststaande combinaties, zonder regelvorming<br />
woord<strong>en</strong> met -ch(t) (pech, bocht)<br />
woord<strong>en</strong> met (-)ei(-) of (-)ij(-) (trein, lijst)<br />
woord<strong>en</strong> met -au-, -auw (saus, blauw)<br />
woord<strong>en</strong> met -ou-, -ouw (stout, vrouw)<br />
woord<strong>en</strong> waarin /zj/ geschrev<strong>en</strong> als g (horloge, gelei)<br />
woord<strong>en</strong> waarin /ie/ geschrev<strong>en</strong> als i (liter, olifant, januari)<br />
woord<strong>en</strong> waarin /s/ geschrev<strong>en</strong> als -c- (narcis, precies)<br />
woord<strong>en</strong> waarin /k/ geschrev<strong>en</strong> als -c- (contact)<br />
woord<strong>en</strong> met -tie (politie)<br />
woord<strong>en</strong> waarin /t/ geschrev<strong>en</strong><br />
als th (thee)<br />
woord<strong>en</strong> waarin /sj/ geschrev<strong>en</strong><br />
als -ch- (chocola, douche)<br />
woord<strong>en</strong> waarin<br />
/ks/ geschrev<strong>en</strong> als -x- (taxi)<br />
woord<strong>en</strong> waarin<br />
/oe/ geschrev<strong>en</strong> als -ou- (route)<br />
woord<strong>en</strong> met (-)y(-) (yoghurt,<br />
pony)<br />
Franse le<strong>en</strong>woord<strong>en</strong> (trottoir,<br />
cadeau, militair)<br />
Engelse le<strong>en</strong>woord<strong>en</strong> (cake,<br />
manager, laptop)<br />
afkorting<strong>en</strong> van woord<strong>en</strong> (tv,<br />
cd, bv.)<br />
1F<br />
1F<br />
1F<br />
1F<br />
1F<br />
1F<br />
1F<br />
1F<br />
1F<br />
1F<br />
1F<br />
1F<br />
1F<br />
1F<br />
1F<br />
1F<br />
1F<br />
INTERPuNCTIE EN hET GEBRuIK vAN hOOFDLETTERS<br />
hoofdletter aan begin zin<br />
punt<br />
vraagtek<strong>en</strong><br />
uitroeptek<strong>en</strong><br />
hoofdletter bij eig<strong>en</strong>naam<br />
komma**<br />
dubbele punt**<br />
aanhalingstek<strong>en</strong>s<br />
haakjes<br />
hoofdletter bij directe rede<br />
puntkomma<br />
afbreekstreepje<br />
spatie<br />
1F<br />
1F<br />
1F<br />
1F<br />
1S/2F<br />
3F<br />
3F<br />
1F<br />
1S/2F<br />
* De kolom voor groep 1/2 in deze tabel is leeg. Dat wil niet zegg<strong>en</strong> dat er in deze groep<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> aandacht<br />
is voor <strong>taalverzorging</strong>. Het ontwikkel<strong>en</strong> van taalbewustzijn <strong>en</strong> het ontdekk<strong>en</strong> van het alfabetisch<br />
principe komt bijvoorbeeld aan bod in deze groep<strong>en</strong>.<br />
** In het refer<strong>en</strong>tiekader staat e<strong>en</strong> aantal onderdel<strong>en</strong> van spelling <strong>en</strong> interpunctie bij niveau 3F. Dat<br />
betek<strong>en</strong>t dat de regels zijn verworv<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> vrijwel automatische beheersing. In deze tabel gaat het<br />
om het eerste aanbod van het betreff<strong>en</strong>de onderdeel; zie ook paragraaf 2.3.<br />
*** Soms gebruikt m<strong>en</strong> in plaats van de term ‘stam van het werkwoord’ de term ‘ik-vorm’. Zie ook paragraaf<br />
2.3 over de keuze van term<strong>en</strong>.<br />
16
2. Algem<strong>en</strong>e k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong><br />
van het domein<br />
<strong>begripp<strong>en</strong>lijst</strong> <strong>en</strong><br />
<strong>taalverzorging</strong><br />
18
Het domein <strong>begripp<strong>en</strong>lijst</strong> <strong>en</strong> <strong>taalverzorging</strong> heeft, zoals de titel al aangeeft, twee verschill<strong>en</strong>de<br />
onderdel<strong>en</strong>. Het onderdeel <strong>begripp<strong>en</strong>lijst</strong> had in de rapport<strong>en</strong> van de commissie-<br />
Meijerink die tot het refer<strong>en</strong>tiekader hebb<strong>en</strong> geleid (Expertgroep Doorlop<strong>en</strong>de Leerlijn<strong>en</strong><br />
Taal <strong>en</strong> Rek<strong>en</strong><strong>en</strong>, 2008a, 2008b) nog de naam taalbeschouwing. Taalbeschouwing kan word<strong>en</strong><br />
bekek<strong>en</strong> vanuit twee perspectiev<strong>en</strong> (Hoogeve<strong>en</strong> & Bonset, 1998): vanuit e<strong>en</strong> instrum<strong>en</strong>teel<br />
perspectief <strong>en</strong> vanuit e<strong>en</strong> cultureel perspectief. Vanuit het eerste perspectief is taalbeschouwing<br />
e<strong>en</strong> middel om tot betere taalbeheersing te kom<strong>en</strong>; taalbeschouwing staat in di<strong>en</strong>st<br />
van de beheersing van sprek<strong>en</strong>, luister<strong>en</strong>, schrijv<strong>en</strong> <strong>en</strong> lez<strong>en</strong>. Vanuit het tweede perspectief<br />
is taalbeschouwing e<strong>en</strong> doel: taalbeschouwing maakt deel uit van de algem<strong>en</strong>e ontwikkeling<br />
die leerling<strong>en</strong> op school opdo<strong>en</strong>. Taal is e<strong>en</strong> onderdeel van de cultuur <strong>en</strong> het is belangrijk<br />
dat leerling<strong>en</strong> van de cultuur deelg<strong>en</strong>oot word<strong>en</strong>; onderwijs heeft daar e<strong>en</strong> taak in.<br />
Hoogeve<strong>en</strong> <strong>en</strong> Bonset (1998) mak<strong>en</strong> nog e<strong>en</strong> ander onderscheid: je kunt taal beschouw<strong>en</strong><br />
vanuit e<strong>en</strong> formeel, e<strong>en</strong> semantisch <strong>en</strong> e<strong>en</strong> pragmatisch perspectief. Vanuit het formele<br />
perspectief kijk je naar de bouw van taal in woord<strong>en</strong>, zinn<strong>en</strong>, tekst<strong>en</strong>; vanuit het semantische<br />
perspectief beschouw je de betek<strong>en</strong>is van woord<strong>en</strong>, zinn<strong>en</strong>, tekst<strong>en</strong>, <strong>en</strong> vanuit het pragmatische<br />
perspectief beschouw je de functie van woord<strong>en</strong>, zinn<strong>en</strong> <strong>en</strong> tekst<strong>en</strong> in taalgebruiksituaties.<br />
In het refer<strong>en</strong>tiekader komt de term taalbeschouwing niet meer voor; er staat nu: <strong>begripp<strong>en</strong>lijst</strong>.<br />
Het refer<strong>en</strong>tiekader geeft de volg<strong>en</strong>de omschrijving: “In de <strong>begripp<strong>en</strong>lijst</strong> staan<br />
begripp<strong>en</strong> <strong>en</strong> concept<strong>en</strong> die leerling<strong>en</strong> <strong>en</strong> doc<strong>en</strong>t<strong>en</strong> nodig hebb<strong>en</strong> om over taalvaardigheid<br />
van gedacht<strong>en</strong> te wissel<strong>en</strong>” (Refer<strong>en</strong>tiekader taal <strong>en</strong> rek<strong>en</strong><strong>en</strong>, pag. 6). In E<strong>en</strong> nadere beschouwing<br />
(2009) wordt de volg<strong>en</strong>de omschrijving gegev<strong>en</strong>: “Om te sprek<strong>en</strong> over taal <strong>en</strong> taalverschijnsel<strong>en</strong><br />
is e<strong>en</strong> beperkt aantal begripp<strong>en</strong> noodzakelijk. De meeste daarvan zijn aan het<br />
eind van de basisschool wel aan de orde geweest (1F). K<strong>en</strong>nis van deze begripp<strong>en</strong> bevordert<br />
het gesprek binn<strong>en</strong> <strong>en</strong> buit<strong>en</strong> het taalonderwijs over taal <strong>en</strong> taalverschijnsel<strong>en</strong> […]” (pag. 21).<br />
Daarmee heeft de <strong>begripp<strong>en</strong>lijst</strong> in het refer<strong>en</strong>tiekader dus uitsluit<strong>en</strong>d e<strong>en</strong> instrum<strong>en</strong>tele<br />
functie.<br />
Het tweede onderdeel van dit domein is <strong>taalverzorging</strong>. In het deelrapport Over de drempels<br />
met taal (2008b) wordt er de volg<strong>en</strong>de omschrijving van gegev<strong>en</strong>: “Onder <strong>taalverzorging</strong><br />
verstaan we de activiteit<strong>en</strong> die ondernom<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> om correct te schrijv<strong>en</strong>. Hieronder<br />
wordt t<strong>en</strong> minste verstaan het correct spell<strong>en</strong> van woord<strong>en</strong> <strong>en</strong> het gebruik<strong>en</strong> van de<br />
juiste leestek<strong>en</strong>s. In principe zou onder <strong>taalverzorging</strong> ook begrep<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> het<br />
mak<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> goede vormgeving (alineëring <strong>en</strong> lay-out). Maar dit deel is opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> bij<br />
het domein schrijfvaardigheid, omdat het in de praktijk van het onderwijs deel uitmaakt<br />
van de schrijfdidactiek” (pag. 69). Hier had aan toegevoegd kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> dat voor <strong>taalverzorging</strong><br />
bij mondelinge taal verwez<strong>en</strong> wordt naar het eerste domein, mondelinge taalvaardigheid.<br />
Taalverzorging in domein 4 heeft dus betrekking op spelling, interpunctie <strong>en</strong> het<br />
gebruik van hoofdletters.<br />
19
Voorafgaand aan de volg<strong>en</strong>de paragraf<strong>en</strong> will<strong>en</strong> we nog twee opmerking<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> die<br />
betrekking hebb<strong>en</strong> op de positie van het domein <strong>begripp<strong>en</strong>lijst</strong> <strong>en</strong> <strong>taalverzorging</strong> in het<br />
taalonderwijs.<br />
In de eerste plaats gaat het er met betrekking tot de <strong>begripp<strong>en</strong>lijst</strong> om dat de leerkracht zich<br />
ervan bewust is dat leerling<strong>en</strong> e<strong>en</strong> bepaalde k<strong>en</strong>nis van taal moet<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>. Deze k<strong>en</strong>nis<br />
van taal, die in het refer<strong>en</strong>tiekader als het ware gecond<strong>en</strong>seerd is in de <strong>begripp<strong>en</strong>lijst</strong>, maakt<br />
het mogelijk om over taal te reflecter<strong>en</strong>. Er is e<strong>en</strong> gezam<strong>en</strong>lijk begripp<strong>en</strong>apparaat <strong>en</strong> het<br />
gebruik ervan moet er uiteindelijk toe leid<strong>en</strong> dat kinder<strong>en</strong> beter kunn<strong>en</strong> luister<strong>en</strong>, sprek<strong>en</strong>,<br />
lez<strong>en</strong> <strong>en</strong> schrijv<strong>en</strong>. Het gebruik van de <strong>begripp<strong>en</strong>lijst</strong> ligt voor de hand bij het taalonderwijs<br />
in de overige domein<strong>en</strong> <strong>en</strong> in al het onderwijs waar Nederlands de voertaal is.<br />
In de tweede plaats merk<strong>en</strong> we het volg<strong>en</strong>de op over spelling, interpunctie <strong>en</strong> het gebruik<br />
van hoofdletters. Het aanler<strong>en</strong> van spelling, interpunctie <strong>en</strong> het gebruik van hoofdletters behoeft<br />
instructie, oef<strong>en</strong>ing <strong>en</strong> analyse van de leerkracht van de voortgang van het proces <strong>en</strong><br />
de resultat<strong>en</strong> van de leerling<strong>en</strong>. Er wordt van oudsher veel belang gehecht aan het gebruik<br />
van correcte spelling <strong>en</strong> interpunctie. Schol<strong>en</strong> bested<strong>en</strong> er over het algeme<strong>en</strong> veel tijd aan;<br />
vaak wordt er met aparte method<strong>en</strong> voor spelling gewerkt of met aparte deelleergang<strong>en</strong><br />
van method<strong>en</strong>. In het schrijfproces speelt spelling echter, volg<strong>en</strong>s de procesgerichte schrijfdidactiek<br />
die Hoogeve<strong>en</strong> <strong>en</strong> Kouw<strong>en</strong>berg (2011) beschrijv<strong>en</strong>, slechts e<strong>en</strong> rol in de laatste fase<br />
van het schrijfproces: spelling, interpunctie <strong>en</strong> het gebruik van hoofdletters zijn aspect<strong>en</strong><br />
van de verzorging van het uiteindelijke product 2 .<br />
In dit hoofdstuk gaan we in op achtergrond<strong>en</strong> <strong>en</strong> verantwoording<strong>en</strong> van de keuzes die we<br />
gemaakt hebb<strong>en</strong> bij de ontwikkeling van de leerstoflijn<strong>en</strong> zoals opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> in de tabell<strong>en</strong><br />
in hoofdstuk 1. Als kinder<strong>en</strong> de basisschool bereik<strong>en</strong>, hebb<strong>en</strong> ze al e<strong>en</strong> forse taalontwikkeling<br />
doorgemaakt <strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> ze al ler<strong>en</strong> nad<strong>en</strong>k<strong>en</strong> over taal <strong>en</strong> taalverschijnsel<strong>en</strong>. We<br />
beginn<strong>en</strong> dit hoofdstuk met e<strong>en</strong> beschrijving van het mondelinge <strong>en</strong> schriftelijke taalverwervingsproces<br />
van kinder<strong>en</strong> waarin k<strong>en</strong>nis over taal <strong>en</strong> taalverschijnsel<strong>en</strong> onlosmakelijk<br />
zijn geïntegreerd in de vaardigheidsontwikkeling. Onderwijs staat voor de taak om aan te<br />
sluit<strong>en</strong> bij deze ontwikkeling (paragraaf 2.1). In paragraaf 2.2 mak<strong>en</strong> we e<strong>en</strong> overstap naar<br />
spelling. In het refer<strong>en</strong>tiekader is gekoz<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> taalkundige categorisering van spelling.<br />
We behandel<strong>en</strong> deze categorisering, die t<strong>en</strong> grondslag ligt aan het schema in tabel 1.2. In<br />
paragraaf 2.3 gaan we in op de keuzes die zijn gemaakt bij het opstell<strong>en</strong> van de tabell<strong>en</strong> uit<br />
hoofdstuk 1 <strong>en</strong> gev<strong>en</strong> we e<strong>en</strong> verantwoording van die keuzes. Tot slot volgt in paragraaf 2.4<br />
e<strong>en</strong> korte reflectie op keuzes in het onderwijs in <strong>taalverzorging</strong>.<br />
2 In hun procesgerichte schrijfdidactiek onderscheid<strong>en</strong> Hoogeve<strong>en</strong> <strong>en</strong> Kouw<strong>en</strong>berg vijf fas<strong>en</strong> van het schrijv<strong>en</strong>: a. oriëntatie, b. schrijfopdracht,<br />
c. schrijv<strong>en</strong> <strong>en</strong> hulp tijd<strong>en</strong>s het schrijv<strong>en</strong>, d. besprek<strong>en</strong> <strong>en</strong> herschrijv<strong>en</strong>, e. verzorg<strong>en</strong> <strong>en</strong> publicer<strong>en</strong>.<br />
20
2.1 Taalontwikkeling<br />
Kinder<strong>en</strong> hoef je niet te ler<strong>en</strong> dat ze iets kunn<strong>en</strong> zegg<strong>en</strong> over taal <strong>en</strong> taalgebruik. Dat do<strong>en</strong> ze<br />
vanzelf (Ber<strong>en</strong>st, 2011). Taalonderwijs op school zou moet<strong>en</strong> aansluit<strong>en</strong> op zowel het taalgebruik<br />
van kinder<strong>en</strong> als op hun natuurlijke neiging om te reflecter<strong>en</strong> op taal <strong>en</strong> taalgebruik.<br />
In deze paragraaf gaan we in op het taalontwikkelingsproces dat kinder<strong>en</strong> doormak<strong>en</strong>.<br />
Hoewel de taalontwikkeling e<strong>en</strong> doorlop<strong>en</strong>d proces is, dat met het bereik<strong>en</strong> van de volwass<strong>en</strong>heid<br />
niet stopt, voltrekt het taalverwervingsproces om te kom<strong>en</strong> tot taal als volwaardig<br />
communicatiemiddel zich bij kinder<strong>en</strong> grot<strong>en</strong>deels tuss<strong>en</strong> de leeftijd van nul <strong>en</strong> vijf jaar<br />
(Schaerlaek<strong>en</strong>s, 2008). Naarmate de taal die het kind gebruikt complexer is, ontwikkelt zich<br />
ook het vermog<strong>en</strong> om over de taal te communicer<strong>en</strong>. Kinder<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de drie <strong>en</strong> vijf jaar zijn<br />
vaak al in staat om grapjes met <strong>en</strong> over taal te mak<strong>en</strong>. K<strong>en</strong>nis van talige begripp<strong>en</strong> is onderdeel<br />
van het taaller<strong>en</strong>: in de woord<strong>en</strong>schat die het kind opbouwt, kom<strong>en</strong> ook deze begripp<strong>en</strong><br />
voor. Tegelijkertijd help<strong>en</strong> de talige begripp<strong>en</strong> kinder<strong>en</strong> om mondelinge taal <strong>en</strong> tekst<strong>en</strong><br />
beter te ler<strong>en</strong> begrijp<strong>en</strong>.<br />
2.1.1 Mondelinge taal<br />
Taaller<strong>en</strong> is e<strong>en</strong> natuurlijk proces. Kinder<strong>en</strong> verwerv<strong>en</strong> hun moedertaal zonder expliciete<br />
sturing of onderwijs; zij ler<strong>en</strong> taal door interactie met m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> in hun omgeving (Schaerlaek<strong>en</strong>s,<br />
2008). Al vanaf de geboorte communicer<strong>en</strong> baby’s met hun omgeving, in het begin<br />
onder andere door huil<strong>en</strong> <strong>en</strong> oogcontact. Vanaf ongeveer zev<strong>en</strong>, acht maand<strong>en</strong> gaan ze<br />
klankstructur<strong>en</strong> <strong>en</strong> klankcontrast<strong>en</strong> van hun moedertaal herk<strong>en</strong>n<strong>en</strong>. De receptieve (ofwel<br />
passieve) taalontwikkeling komt op gang. Voordat kinder<strong>en</strong> zelf woord<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> producer<strong>en</strong>,<br />
begrijp<strong>en</strong> ze allerlei woord<strong>en</strong> <strong>en</strong> uiting<strong>en</strong>. Ze gaan steeds meer betek<strong>en</strong>isvol reager<strong>en</strong> op<br />
gesprok<strong>en</strong> taal. Rond de ti<strong>en</strong> maand<strong>en</strong> reageert e<strong>en</strong> baby op de vraag ‘waar is de bal?’ met<br />
het aanwijz<strong>en</strong> van de bal of zoek<strong>en</strong>d rondkijk<strong>en</strong>.<br />
Woord<strong>en</strong>schat<br />
Rond hun eerste jaar producer<strong>en</strong> kinder<strong>en</strong> de eerste woordjes; de taalproductie (ofwel<br />
actieve taalontwikkeling) komt op gang. Er tred<strong>en</strong> grote verschill<strong>en</strong> op: kinder<strong>en</strong> zegg<strong>en</strong><br />
hun eerste woordjes gemiddeld tuss<strong>en</strong> acht <strong>en</strong> achtti<strong>en</strong> maand<strong>en</strong>. Als kinder<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> deze<br />
marge vroeg of juist laat zijn met de eerste woordjes, voorspelt dat nog niet of ze later betere<br />
of slechtere sprekers zull<strong>en</strong> word<strong>en</strong> (Schaerlaek<strong>en</strong>s, 2008).<br />
Het aantal woord<strong>en</strong> dat kinder<strong>en</strong> k<strong>en</strong>n<strong>en</strong>, neemt de eerste jar<strong>en</strong> explosief toe. Ook vindt verbreding<br />
<strong>en</strong> verdieping van de woord<strong>en</strong>schat plaats. Er word<strong>en</strong> semantische netwerk<strong>en</strong> van<br />
woord<strong>en</strong> gevormd (Aitchison, 2002). Er ontstaan allerlei relaties op het gebied van betek<strong>en</strong>is,<br />
bijvoorbeeld bad - zeep, <strong>en</strong> op het gebied van vorm, bijvoorbeeld Finn - spin. Daarnaast<br />
21
ontdekk<strong>en</strong> kinder<strong>en</strong> functionele relaties: zeep - wass<strong>en</strong>, <strong>en</strong> woord<strong>en</strong> die tot dezelfde categorie<br />
behor<strong>en</strong>: dier<strong>en</strong>: poes - hond. Doordat het aantal verbinding<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> woord<strong>en</strong> groeit,<br />
begrijp<strong>en</strong> kinder<strong>en</strong> steeds beter wat e<strong>en</strong> woord betek<strong>en</strong>t. Ze ler<strong>en</strong> ook nieuwe woord<strong>en</strong> met<br />
behulp van bek<strong>en</strong>de woord<strong>en</strong>: e<strong>en</strong> prinses is het kind van de koning <strong>en</strong> koningin, ze woont<br />
in e<strong>en</strong> kasteel, <strong>en</strong> heeft e<strong>en</strong> heel mooie jurk <strong>en</strong> e<strong>en</strong> kroon. Om het woord ‘prinses’ te ler<strong>en</strong><br />
moet het kind e<strong>en</strong> aantal van de andere woord<strong>en</strong> (koning, koningin, kasteel, jurk, kroon) al<br />
k<strong>en</strong>n<strong>en</strong>. Kinder<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> achterstand op woord<strong>en</strong>schatgebied zull<strong>en</strong> moeite hebb<strong>en</strong> om<br />
op deze manier nieuwe woord<strong>en</strong> te ler<strong>en</strong>, waardoor de achterstand in de loop der jar<strong>en</strong> zal<br />
vergrot<strong>en</strong>.<br />
Tijd<strong>en</strong>s de basisschoolperiode breidt de woord<strong>en</strong>schat zich uit met woord<strong>en</strong> die in het onderwijs<br />
aan bod kom<strong>en</strong>. Daarnaast ler<strong>en</strong> kinder<strong>en</strong> nieuwe woord<strong>en</strong> op basis van hun eig<strong>en</strong><br />
interesses. Het verbred<strong>en</strong> <strong>en</strong> verdiep<strong>en</strong> van de woord<strong>en</strong>schat gaat hand in hand met de ontwikkeling<br />
van k<strong>en</strong>nis van de wereld. Door het lez<strong>en</strong> van boek<strong>en</strong> ler<strong>en</strong> kinder<strong>en</strong> veel nieuwe<br />
woord<strong>en</strong>, uitdrukking<strong>en</strong> <strong>en</strong> zegswijz<strong>en</strong>. Ze ler<strong>en</strong> functiewoord<strong>en</strong> zoals tamelijk, nogal, soms,<br />
voorlopig, ev<strong>en</strong>tueel <strong>en</strong> vanaf ongeveer zev<strong>en</strong>, acht jaar begrijp<strong>en</strong> kinder<strong>en</strong> de mogelijk psychologische<br />
betek<strong>en</strong>is van woord<strong>en</strong> als zoet, scherp, helder. Op deze leeftijd ler<strong>en</strong> ze omgaan<br />
met beeldspraak <strong>en</strong> metafor<strong>en</strong>. Voltooid is de woord<strong>en</strong>schat nooit; ook volwass<strong>en</strong><strong>en</strong> ler<strong>en</strong><br />
nog regelmatig nieuwe woord<strong>en</strong> bij.<br />
Syntaxis<br />
De eerste tweewoordzinn<strong>en</strong> ontstaan bij kinder<strong>en</strong> gemiddeld tuss<strong>en</strong> vijfti<strong>en</strong> <strong>en</strong> achtti<strong>en</strong><br />
maand<strong>en</strong>. Ook hier is er e<strong>en</strong> grote variatie in de leeftijd waarop kinder<strong>en</strong> dergelijke zinnetjes<br />
voor het eerst uitsprek<strong>en</strong>. De woordvolgorde in deze zinnetjes is de volgorde die het<br />
meest voorkomt in het taalaanbod dat het kind krijgt (Schaerlaek<strong>en</strong>s, 2008). E<strong>en</strong> tweejarig<br />
Nederlands kind gebruikt systematisch taaluiting<strong>en</strong> als Keira do<strong>en</strong> <strong>en</strong> koekje et<strong>en</strong>, <strong>en</strong> niet de<br />
uiting<strong>en</strong> do<strong>en</strong> Keira of et<strong>en</strong> koekje. Het kind heeft zich op deze leeftijd al e<strong>en</strong> beeld gevormd<br />
van de woordvolgorde van het Nederlands (Frijn & De Haan, 1990). Zo gauw het kind doorheeft<br />
dat het woord<strong>en</strong> kan sam<strong>en</strong>voeg<strong>en</strong>, zal het ook langere zinnetjes gaan producer<strong>en</strong>. Het<br />
gaat variër<strong>en</strong> in het soort zinn<strong>en</strong>, <strong>en</strong> gebruikt nu ook vraagzinn<strong>en</strong> (doet poes nou?) <strong>en</strong> negatieve<br />
zinn<strong>en</strong> (niet bal pakk<strong>en</strong>). In dit soort zinn<strong>en</strong> ontbrek<strong>en</strong> vaak nog ess<strong>en</strong>tiële zinsdel<strong>en</strong><br />
zoals het onderwerp of het werkwoord (mama (s)toel). Ook morfologische k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> zijn<br />
grot<strong>en</strong>deels afwezig, al is het gebruik van vervoeging<strong>en</strong> of verbuiging<strong>en</strong> in deze fase nog<br />
niet noodzakelijk omdat de communicatie overweg<strong>en</strong>d betrekking heeft op het hier-<strong>en</strong>-nu<br />
(Schaerlaek<strong>en</strong>s, 2008).<br />
Vanaf de leeftijd van ongeveer twee jaar <strong>en</strong> zes maand<strong>en</strong> is de ontwikkeling van de grammatica<br />
steeds duidelijker te zi<strong>en</strong>. Het kind gaat langere <strong>en</strong> meer sam<strong>en</strong>gestelde zinn<strong>en</strong><br />
gebruik<strong>en</strong>, zoals zinn<strong>en</strong> met voegwoord<strong>en</strong> (<strong>en</strong>, of, maar, want, omdat). Ook kom<strong>en</strong> er<br />
22
verschill<strong>en</strong>de zinstyp<strong>en</strong> voor: mededel<strong>en</strong>de, w<strong>en</strong>s<strong>en</strong>de, gebied<strong>en</strong>de, beschrijv<strong>en</strong>de, ontk<strong>en</strong>n<strong>en</strong>de<br />
zinn<strong>en</strong> <strong>en</strong> vraagzinn<strong>en</strong>. Naast inhoudswoord<strong>en</strong> gebruikt het kind nu ook lidwoord<strong>en</strong>,<br />
voorzetsels, naamwoord<strong>en</strong>, telwoord<strong>en</strong>. In de woord<strong>en</strong> die al eerder werd<strong>en</strong> gebruikt<br />
(zelfstandige naamwoord<strong>en</strong>, werkwoord<strong>en</strong>) is er meer differ<strong>en</strong>tiatie: het kind verbuigt <strong>en</strong><br />
vervoegt deze woord<strong>en</strong> (Schaerlaek<strong>en</strong>s, 2008). Voor werkwoord<strong>en</strong> ler<strong>en</strong> kinder<strong>en</strong> regels voor<br />
congru<strong>en</strong>tie (ik werk, wij werk<strong>en</strong>) <strong>en</strong> het gebruik van tijd (hij werkt, hij werkte). Opvall<strong>en</strong>d<br />
is dat er veel overregularisaties voorkom<strong>en</strong>: vark (vark<strong>en</strong>) naar analogie van boek - boek<strong>en</strong>,<br />
schipje, ik eette e<strong>en</strong> koek, wat heeft hij gebr<strong>en</strong>gt? Deze overregularisaties wijz<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> vermog<strong>en</strong><br />
om regels te vorm<strong>en</strong>. Het kind gebruikt wellicht eerst de correcte vorm, in dit geval<br />
de uitzondering op e<strong>en</strong> regel, <strong>en</strong> maakt daarvan, nadat hij de regels heeft verworv<strong>en</strong>, e<strong>en</strong><br />
‘logische’ verbog<strong>en</strong> of vervoegde vorm (schipje, gebr<strong>en</strong>gt). In e<strong>en</strong> later stadium leert het kind<br />
dat er uitzondering<strong>en</strong> op de regel zijn.<br />
Metalinguïstisch bewustzijn<br />
Door e<strong>en</strong> to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>d metalinguïstisch bewustzijn zijn kinder<strong>en</strong> steeds meer in staat<br />
afstand te nem<strong>en</strong> van hun eig<strong>en</strong> taalgebruik wat betreft de structuur <strong>en</strong> de functies van de<br />
taal. Ze corriger<strong>en</strong> hun eig<strong>en</strong> taalgebruik <strong>en</strong> dat van ander<strong>en</strong>. Er ontstaat meer oog voor doel<br />
<strong>en</strong> publiek <strong>en</strong> kinder<strong>en</strong> ler<strong>en</strong> omgaan met verschill<strong>en</strong>de taalgebruiksituaties. Het onderwijs<br />
sluit aan bij dit vermog<strong>en</strong> om te reflecter<strong>en</strong>. Aan bod komt bijvoorbeeld het sprek<strong>en</strong> in<br />
formele situaties zoals pres<strong>en</strong>taties, debatt<strong>en</strong> <strong>en</strong> discussies. K<strong>en</strong>nis van talige begripp<strong>en</strong> is<br />
functioneel <strong>en</strong> ondersteun<strong>en</strong>d bij het inzicht in verschill<strong>en</strong>de situaties <strong>en</strong> gespreksvorm<strong>en</strong>.<br />
De publicatie <strong>Leerstoflijn<strong>en</strong></strong> mondelinge taalvaardigheid beschrev<strong>en</strong> gaat in op tak<strong>en</strong> <strong>en</strong> k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong><br />
van de taakuitvoering in het onderwijs van mondelinge taal.<br />
2.1.2 Lez<strong>en</strong> <strong>en</strong> schrijv<strong>en</strong><br />
Ontluik<strong>en</strong>de geletterdheid<br />
Kinder<strong>en</strong> ler<strong>en</strong> in hun moedertaal (vrijwel) correct sprek<strong>en</strong>. Dit gebeurt zonder expliciete<br />
instructie, het is e<strong>en</strong> natuurlijk proces. Om te ler<strong>en</strong> lez<strong>en</strong> <strong>en</strong> schrijv<strong>en</strong> is voor de meeste<br />
leerling<strong>en</strong> expliciete instructie nodig in groep 3. Voordat de leerling<strong>en</strong> deze fase ingaan, is er<br />
e<strong>en</strong> fase van ontluik<strong>en</strong>de geletterdheid <strong>en</strong> e<strong>en</strong> eerste stadium van beginn<strong>en</strong>de geletterdheid<br />
voorafgegaan.<br />
In de periode van ontluik<strong>en</strong>de geletterdheid ontdekk<strong>en</strong> kinder<strong>en</strong> dat geschrev<strong>en</strong> taal<br />
e<strong>en</strong> functie heeft: ze zi<strong>en</strong> e<strong>en</strong> ouder de krant lez<strong>en</strong> of e<strong>en</strong> boodschapp<strong>en</strong>briefje mak<strong>en</strong>, ze<br />
herk<strong>en</strong>n<strong>en</strong> bijvoorbeeld het logo van hun lievelingsspeelgoed, <strong>en</strong> zi<strong>en</strong> geschrev<strong>en</strong> taal bij<br />
reclames of tv-programma’s, op straatnaambord<strong>en</strong> of wegwijzers <strong>en</strong> in winkels. Thuis is er<br />
(meestal) e<strong>en</strong> computer; het kind ziet zijn ouders of broer of zusje op de computer werk<strong>en</strong> of<br />
iets opzoek<strong>en</strong>. Veel kinder<strong>en</strong> mog<strong>en</strong> op deze leeftijd ook zelf al op de computer: er zijn talloze<br />
23
spelletjes beschikbaar voor peuters <strong>en</strong> kleuters, <strong>en</strong> ze kunn<strong>en</strong> digitale pr<strong>en</strong>t<strong>en</strong>boek<strong>en</strong> (zelf)<br />
‘lez<strong>en</strong>’.<br />
Jonge kinder<strong>en</strong> die in aanraking kom<strong>en</strong> met boek<strong>en</strong> of andere geschrev<strong>en</strong> taal, pikk<strong>en</strong> vaak<br />
de eerste begripp<strong>en</strong> op die met geletterdheid te mak<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>. Dit kunn<strong>en</strong> begripp<strong>en</strong> zijn<br />
als voorlez<strong>en</strong>, begin, eind, voor, achter, voorkant of achterkant van e<strong>en</strong> boek. De kinder<strong>en</strong> ler<strong>en</strong><br />
de begripp<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s het voorlez<strong>en</strong>: ‘Aan het begin van het verhaal maakt Sappie Peer e<strong>en</strong><br />
vrolijke wandeling. Maar dan is hij ine<strong>en</strong>s zijn or<strong>en</strong> kwijt. Kijk maar naar het plaatje. Hoe zal<br />
dat aflop<strong>en</strong>?’. Naarmate er meer wordt voorgelez<strong>en</strong>, leert het kind zelf begripp<strong>en</strong> k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> om<br />
tijd<strong>en</strong>s het voorlez<strong>en</strong> over e<strong>en</strong> boek te prat<strong>en</strong>.<br />
Beginn<strong>en</strong>de geletterdheid<br />
Als kinder<strong>en</strong> de basisschool binn<strong>en</strong>kom<strong>en</strong>, bouwt de leerkracht voort op de k<strong>en</strong>nis die ze<br />
al hebb<strong>en</strong> opgedaan. De leerkracht in groep 1/2 leest veel voor, <strong>en</strong> bespreekt de (pr<strong>en</strong>t<strong>en</strong>)<br />
boek<strong>en</strong>, gedicht<strong>en</strong> <strong>en</strong> verhal<strong>en</strong> met de kinder<strong>en</strong>. De kinder<strong>en</strong> ler<strong>en</strong> hoe e<strong>en</strong> verhaal is opgebouwd<br />
<strong>en</strong> doorzi<strong>en</strong> het verloop van e<strong>en</strong> tekst. Ze kunn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> voorgelez<strong>en</strong> verhaal navertell<strong>en</strong>,<br />
al ontbreekt op deze leeftijd nog vaak informatie over bijvoorbeeld plaats, tijd of plot<br />
van het verhaal.<br />
De aanwezigheid van geschrev<strong>en</strong> taal in het lokaal helpt de kinder<strong>en</strong> de functies van<br />
geschrev<strong>en</strong> taal te ler<strong>en</strong> begrijp<strong>en</strong>. Voorbeeld<strong>en</strong> voor de inrichting van de leeromgeving<br />
zijn de aanwezigheid van e<strong>en</strong> leeshoek met boek<strong>en</strong>rekje <strong>en</strong> boek<strong>en</strong>muur, e<strong>en</strong> schrijfhoek<br />
met verschill<strong>en</strong>de schrijf- <strong>en</strong> stempelmaterial<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> thematafel met pr<strong>en</strong>t<strong>en</strong>boek<strong>en</strong> die de<br />
kinder<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> lez<strong>en</strong> <strong>en</strong> voorwerp<strong>en</strong> waarmee ze kunn<strong>en</strong> spel<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> prikbord met (geïllustreerde)<br />
nieuwsberichtjes, picto’s van het dagritme <strong>en</strong> woordkaartjes bij voorwerp<strong>en</strong>.<br />
T<strong>en</strong> behoeve van de ontwikkeling van het fonologisch bewustzijn vind<strong>en</strong> in deze groep veel<br />
activiteit<strong>en</strong> met klank<strong>en</strong> <strong>en</strong> letters plaats. De kinder<strong>en</strong> ontwikkel<strong>en</strong> besef van klankvorm<strong>en</strong>,<br />
<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong> spelletjes aangebod<strong>en</strong> om dit begrip te stimuler<strong>en</strong>. Ze zing<strong>en</strong> sam<strong>en</strong> liedjes <strong>en</strong><br />
zegg<strong>en</strong> rijmpjes op. Sam<strong>en</strong> met de leerkracht bed<strong>en</strong>k<strong>en</strong> ze zelf rijmwoord<strong>en</strong> of woord<strong>en</strong> met<br />
dezelfde begin- of eindletter. Plaatjes <strong>en</strong> woord<strong>en</strong> met deze letters word<strong>en</strong> opgehang<strong>en</strong> op<br />
de lettermuur. Ze do<strong>en</strong> spelletjes met ‘hakk<strong>en</strong> <strong>en</strong> plakk<strong>en</strong>’ van woord<strong>en</strong> <strong>en</strong> zinn<strong>en</strong>: onderverdel<strong>en</strong><br />
van zinn<strong>en</strong> in woord<strong>en</strong>, onderverdel<strong>en</strong> van woord<strong>en</strong> in lettergrep<strong>en</strong> <strong>en</strong> weer sam<strong>en</strong>voeg<strong>en</strong>,<br />
onderverdel<strong>en</strong> van woord<strong>en</strong> in letters <strong>en</strong> weer sam<strong>en</strong>voeg<strong>en</strong>. Kinder<strong>en</strong> ontdekk<strong>en</strong><br />
langzamerhand dat ze zelf e<strong>en</strong> boodschap op papier kunn<strong>en</strong> zett<strong>en</strong>, in de vorm van e<strong>en</strong><br />
tek<strong>en</strong>ing of krabbels. Ze wet<strong>en</strong> nu dat schrijv<strong>en</strong> iets anders is dan tek<strong>en</strong><strong>en</strong>. Ze ler<strong>en</strong> het alfabetisch<br />
principe, dat wil zegg<strong>en</strong>, ze ler<strong>en</strong> dat er e<strong>en</strong> overe<strong>en</strong>stemming is tuss<strong>en</strong> de klank<strong>en</strong><br />
van e<strong>en</strong> woord <strong>en</strong> de weergave in letters. Kinder<strong>en</strong> gaan deze ‘letters’ schrijv<strong>en</strong>, ook al zijn<br />
die in het begin meestal nog niet als zodanig herk<strong>en</strong>baar. Aan het eind van groep 2 k<strong>en</strong>n<strong>en</strong><br />
kinder<strong>en</strong> gemiddeld ongeveer derti<strong>en</strong> letters (Aarnoutse, 2004; Gijsel, Bosman & Verhoev<strong>en</strong>,<br />
2006).<br />
24
In groep 3 start de expliciete instructie in technisch lez<strong>en</strong> <strong>en</strong> schrijv<strong>en</strong>. In ongeveer vier<br />
maand<strong>en</strong> ler<strong>en</strong> kinder<strong>en</strong> lez<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>s het alfabetisch principe, meestal met behulp van e<strong>en</strong><br />
systematische leesmethode (Gijsel, Scheltinga, Van Dru<strong>en</strong><strong>en</strong> & Verhoev<strong>en</strong>, 2011a). Ze ler<strong>en</strong><br />
de elem<strong>en</strong>taire lees- <strong>en</strong> spelhandeling. Voor spell<strong>en</strong> betek<strong>en</strong>t dit dat kinder<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> ler<strong>en</strong><br />
gesprok<strong>en</strong> woord<strong>en</strong> in klank<strong>en</strong> te analyser<strong>en</strong> <strong>en</strong> vervolg<strong>en</strong>s daaraan de juiste letters te koppel<strong>en</strong><br />
in de juiste volgorde. In de eerste fase beperkt het spell<strong>en</strong> zich tot woord<strong>en</strong> met e<strong>en</strong><br />
e<strong>en</strong>voudige structuur (mkm-woord<strong>en</strong>). Daarna ler<strong>en</strong> ze geleidelijk aan langere woord<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
woord<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> afwijk<strong>en</strong>de spelling (zie paragraaf 2.2).<br />
Gevorderde geletterdheid<br />
Vanaf groep 4 raakt het lees- <strong>en</strong> schrijfproces meer geautomatiseerd (zie ook Aarnoutse &<br />
Verhoev<strong>en</strong>, 2003). De snelheid van lez<strong>en</strong> neemt toe, leerling<strong>en</strong> lez<strong>en</strong> tekst<strong>en</strong> die complexer<br />
word<strong>en</strong> <strong>en</strong> ze kom<strong>en</strong> in aanraking met meer verschill<strong>en</strong>de tekstsoort<strong>en</strong>. De uitgave <strong>Leerstoflijn<strong>en</strong></strong><br />
lez<strong>en</strong> beschrev<strong>en</strong> (Oosterloo & Paus, 2010) gaat in op de k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van tekst<strong>en</strong> <strong>en</strong> tekstsoort<strong>en</strong>,<br />
op de leestak<strong>en</strong> <strong>en</strong> functies van lez<strong>en</strong> <strong>en</strong> op de k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van de taakuitvoering.<br />
Bij het schrijv<strong>en</strong> is dezelfde ontwikkeling te zi<strong>en</strong>: de snelheid van schrijv<strong>en</strong> neemt toe als<br />
gevolg van automatisering van dit proces. Kinder<strong>en</strong> ler<strong>en</strong> moeilijkere woord<strong>en</strong> spell<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> meer ingewikkelde regels voor spelling, interpunctie <strong>en</strong> het gebruik van hoofdletters<br />
toepass<strong>en</strong>. In de uitgave <strong>Leerstoflijn<strong>en</strong></strong> schrijv<strong>en</strong> beschrev<strong>en</strong> (Van Gelder<strong>en</strong>, 2010) staan k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong><br />
van de leerstoflijn schrijv<strong>en</strong>, komt aan bod wat leerling<strong>en</strong> schrijv<strong>en</strong> <strong>en</strong> waarvoor ze<br />
schrijv<strong>en</strong> <strong>en</strong> wordt ingegaan op de k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van de taakuitvoering van leerling<strong>en</strong>. In deze<br />
fase ler<strong>en</strong> leerling<strong>en</strong> steeds beter tekst<strong>en</strong> opbouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> interpunctie, hoofdlettergebruik<br />
<strong>en</strong> de verschill<strong>en</strong>de spellingcategorieën correct toepass<strong>en</strong>. Ze zijn ook steeds meer in staat<br />
tekst<strong>en</strong> te reviser<strong>en</strong> <strong>en</strong> hun eig<strong>en</strong> fout<strong>en</strong> te herk<strong>en</strong>n<strong>en</strong> <strong>en</strong> te corriger<strong>en</strong>.<br />
2.2 Spellingcategorieën<br />
De moeilijkheid van spelling is in het refer<strong>en</strong>tiekader geord<strong>en</strong>d volg<strong>en</strong>s ‘e<strong>en</strong> zekere logische<br />
ope<strong>en</strong>volging van klass<strong>en</strong> van problem<strong>en</strong>’ (Refer<strong>en</strong>tiekader taal <strong>en</strong> rek<strong>en</strong><strong>en</strong>, pag. 19). Er is<br />
e<strong>en</strong> indeling van vijf klass<strong>en</strong> gehanteerd, die ook gebruikt wordt bij het diagnosticer<strong>en</strong> van<br />
spellingvaardigheid (Kleijn<strong>en</strong>, 1997, 2004; Schijf, 2009). Deze indeling is gebaseerd op e<strong>en</strong><br />
analyse van het Nederlandse taalsysteem; het is e<strong>en</strong> taalkundige indeling <strong>en</strong> ge<strong>en</strong> didactische<br />
indeling. De indeling is als volgt:<br />
1. alfabetische spelling,<br />
2. orthografische spelling,<br />
3. lexicaal-morfologische spelling,<br />
4. morfologische spelling op syntactische basis,<br />
5. logografische spelling.<br />
25
Alfabetische spelling: spelling op basis van e<strong>en</strong> e<strong>en</strong>-op-e<strong>en</strong>-relatie tuss<strong>en</strong> klank <strong>en</strong> tek<strong>en</strong><br />
Kinder<strong>en</strong> start<strong>en</strong> op de meeste schol<strong>en</strong> in groep 3 met ler<strong>en</strong> lez<strong>en</strong> <strong>en</strong> schrijv<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>s de<br />
alfabetische spelling. Het lez<strong>en</strong> van klankzuivere woord<strong>en</strong> noem<strong>en</strong> we de elem<strong>en</strong>taire leeshandeling,<br />
ofwel spell<strong>en</strong>d lez<strong>en</strong>. Bij het schrijv<strong>en</strong> van klankzuivere woord<strong>en</strong> sprek<strong>en</strong> we over<br />
de elem<strong>en</strong>taire spelhandeling. Kinder<strong>en</strong> ler<strong>en</strong> zelf de koppeling toepass<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> fonem<strong>en</strong><br />
(klank<strong>en</strong>) <strong>en</strong> grafem<strong>en</strong> (letters of lettercombinaties zoals ‘ee’, ‘oe’, ‘ui’, ‘ng’). De beschaafde<br />
uitspraak van het Nederlands is hier het uitgangspunt.<br />
Het proces van ler<strong>en</strong> schrijv<strong>en</strong> verloopt volg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> aantal stapp<strong>en</strong>. Het kind hoort e<strong>en</strong><br />
gesprok<strong>en</strong> woord, bijvoorbeeld ‘tak’. Vervolg<strong>en</strong>s vindt auditieve analyse van dit gesprok<strong>en</strong><br />
woord plaats: de leerling kan de klank<strong>en</strong> op gehoor goed van elkaar onderscheid<strong>en</strong> (/t/<br />
/a/ /k/). Daarna is er de foneem/grafeemkoppeling: de leerling koppelt de klank<strong>en</strong> aan de<br />
juiste lettertek<strong>en</strong>s (t-a-k). Bij het opschrijv<strong>en</strong> van het woord voegt de leerling de lettertek<strong>en</strong>s<br />
sam<strong>en</strong>, <strong>en</strong> vormt zo het hele woord: ‘tak’. Voor de gemiddelde leerling levert het spell<strong>en</strong> van<br />
klankzuivere woord<strong>en</strong> niet veel problem<strong>en</strong> op. Vanaf de tweede helft van groep 3 ler<strong>en</strong> de<br />
kinder<strong>en</strong> geleidelijk meer complexe woord<strong>en</strong>, zoals woord<strong>en</strong> met clusters van medeklinkers<br />
(krant, dorst) <strong>en</strong> woord<strong>en</strong> met meer lettergrep<strong>en</strong> (vlieger). Bij deze woord<strong>en</strong> geldt nog steeds<br />
de alfabetische spelling.<br />
Orthografische spelling: spelling gebaseerd op afsprak<strong>en</strong> over de schrijfwijze van (groep<strong>en</strong>)<br />
woord<strong>en</strong> 3<br />
Voor e<strong>en</strong> groot aantal woord<strong>en</strong> geldt dat de omzetting van klank<strong>en</strong> naar letters niet automatisch<br />
tot de juiste spelling leidt. Over de schrijfwijze van deze woord<strong>en</strong> zijn afsprak<strong>en</strong><br />
gemaakt. Die afsprak<strong>en</strong> moet de leerling ler<strong>en</strong>: hij leert de schrijfwijze van de woord<strong>en</strong> door<br />
regels ler<strong>en</strong> of inpr<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. In deze categorie vall<strong>en</strong> dus woord<strong>en</strong> waarin er ge<strong>en</strong> e<strong>en</strong>-op-e<strong>en</strong>relatie<br />
is tuss<strong>en</strong> klank<strong>en</strong> <strong>en</strong> letters, bijvoorbeeld woord<strong>en</strong> met -ieuw (nieuw <strong>en</strong> niet niew).<br />
Andere woord<strong>en</strong> in deze categorie word<strong>en</strong> gevormd door spellingregels waarbij aan het<br />
einde van e<strong>en</strong> grafeem medeklinkerverdubbeling optreedt (brugg<strong>en</strong>), of klinkerver<strong>en</strong>keling<br />
(strat<strong>en</strong>). De leerling moet de woord<strong>en</strong> herk<strong>en</strong>n<strong>en</strong> <strong>en</strong> de regels ler<strong>en</strong>. Alle<strong>en</strong> op basis van<br />
de klank<strong>en</strong>, zoals het geval is bij woord<strong>en</strong> in de categorie alfabetische spelling, kan hij deze<br />
woord<strong>en</strong> niet correct spell<strong>en</strong>. Spellingregels bepal<strong>en</strong> dat het meervoud van brug brugg<strong>en</strong> is,<br />
<strong>en</strong> niet brug<strong>en</strong>, <strong>en</strong> het meervoud van straat strat<strong>en</strong>, <strong>en</strong> niet straat<strong>en</strong>.<br />
3 De term ‘orthografische spelling’ kan misschi<strong>en</strong> tot verwarring leid<strong>en</strong> omdat de term ‘orthografie’ ook als synoniem voor ‘spelling’<br />
kan word<strong>en</strong> gezi<strong>en</strong>. De term ‘orthografische spelling’ geeft in de indeling die het refer<strong>en</strong>tiekader hanteert echter aan dat het gaat om<br />
toepassing van de systematiek van het spellingsysteem. Waar ge<strong>en</strong> e<strong>en</strong>-op-e<strong>en</strong>-relatie bestaat tuss<strong>en</strong> klank<strong>en</strong> <strong>en</strong> letters, zijn er regels<br />
die gebaseerd zijn op statistische patron<strong>en</strong> <strong>en</strong> regelmatighed<strong>en</strong> in de letterreeks<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> taal. Dit zijn zog<strong>en</strong>aamde autonome spellingregels.<br />
De regels zijn autonoom te noem<strong>en</strong> omdat geschrev<strong>en</strong> taal dus ge<strong>en</strong> zuivere repres<strong>en</strong>tatie is van gesprok<strong>en</strong> taal, maar e<strong>en</strong><br />
eig<strong>en</strong> systeem heeft (Nunn, 1998).<br />
26
Lexicaal-morfologische spelling: spelling op basis van de opbouw van het woord, los van<br />
de grammaticale context<br />
E<strong>en</strong> andere schrijfwijze die afwijkt van het alfabetische systeem is de morfologische spelling<br />
op woordniveau. Inzicht in de geleding van het woord is nodig om het woord correct<br />
te kunn<strong>en</strong> spell<strong>en</strong>. Het morfologisch principe schrijft voor dat verwante woorddel<strong>en</strong><br />
steeds hetzelfde word<strong>en</strong> geschrev<strong>en</strong> (Nunn, 1998). Aai<strong>en</strong> wordt op deze manier geschrev<strong>en</strong><br />
vanwege de schrijfwijze van het morfeem aai, <strong>en</strong> wordt dus niet geschrev<strong>en</strong> als aj<strong>en</strong>. In<br />
deze categorie vall<strong>en</strong> ook woord<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> voor- of achtervoegsel (ondiep, e<strong>en</strong>heid), meervoudsvorm<strong>en</strong><br />
(boek<strong>en</strong>, sleutels, komma’s), verkleinwoord<strong>en</strong> (huisje, boompje), e<strong>en</strong> bijvoeglijk<br />
gebruikt voltooid deelwoord (gebrok<strong>en</strong>), sam<strong>en</strong>stelling<strong>en</strong> (tuindeur), <strong>en</strong> de tuss<strong>en</strong>letter -n- of<br />
-s- in sam<strong>en</strong>gestelde woord<strong>en</strong> (bess<strong>en</strong>sap, stadsdeel). Het is bij de spelling van deze woord<strong>en</strong><br />
voldo<strong>en</strong>de om te kijk<strong>en</strong> naar het woord zelf, de grammaticale functie in de zin heeft ge<strong>en</strong><br />
invloed op de schrijfwijze van het woord.<br />
Morfologische spelling op grammaticale basis: spelling op basis van de opbouw van het<br />
woord binn<strong>en</strong> de grammaticale context<br />
Waar het bij lexicaal-morfologische spelling voldo<strong>en</strong>de is te kijk<strong>en</strong> naar het woord zelf, moet<br />
bij morfologische spelling op grammaticale basis over woordgr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> he<strong>en</strong> gekek<strong>en</strong> word<strong>en</strong>.<br />
De grammaticale functie in e<strong>en</strong> zin bepaalt hier de manier waarop het woord wordt gespeld.<br />
Dit betreft vooral werkwoordvorm<strong>en</strong> (ik word, hij wordt), maar bijvoorbeeld ook woord<strong>en</strong> als<br />
alle(n) <strong>en</strong> <strong>en</strong>kele(n). Enige k<strong>en</strong>nis van grammatica is noodzakelijk voor het ler<strong>en</strong> van de juiste<br />
schrijfwijze van woord<strong>en</strong> in deze spellingcategorie.<br />
Logografische spelling: spelling gebaseerd op vaststaande combinaties, zonder regelvorming<br />
In deze categorie vall<strong>en</strong> woord<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> specifieke schrijfwijze. Het gaat om woord<strong>en</strong><br />
waarbij de schrijfwijze niet op basis van regels wordt gevormd, maar het betreft hier<br />
woordspecifieke schrijfwijz<strong>en</strong>, zoals woord<strong>en</strong> met ei of ij (trein, lijst) <strong>en</strong> woord<strong>en</strong> met ou of<br />
au (koud, blauw). Andere voorbeeld<strong>en</strong> van logografische spelling zijn /sj/ geschrev<strong>en</strong> als<br />
g (horloge, gelei), woord<strong>en</strong> waarin /s/ geschrev<strong>en</strong> wordt als c (narcis, precies) <strong>en</strong> (andere)<br />
le<strong>en</strong>woord<strong>en</strong> (bureau, trottoir, computer). Zoals aan de voorbeeld<strong>en</strong> te zi<strong>en</strong> is, zijn vaak wel<br />
clusters van woord<strong>en</strong> sam<strong>en</strong> te stell<strong>en</strong> met dezelfde spellingwijze. Gebruikers ler<strong>en</strong> deze<br />
spellingwijze door inpr<strong>en</strong>ting.<br />
In grote lijn<strong>en</strong> is de spreiding van het spellingaanbod over de leerjar<strong>en</strong> als volgt: alfabetische<br />
spelling in groep 3, orthografische spelling in groep 4, morfologische spelling in groep<br />
5/6 <strong>en</strong> logografische spelling in groep 7/8. Dit is e<strong>en</strong> zeer globale indeling: in e<strong>en</strong> leerjaar<br />
ligt de meeste nadruk weliswaar op e<strong>en</strong> bepaalde categorie, maar ook andere categorieën<br />
kom<strong>en</strong> aan bod. Het aanler<strong>en</strong> van de verschill<strong>en</strong>de categorieën is dus niet afgebak<strong>en</strong>d per<br />
leerjaar, <strong>en</strong> loopt ev<strong>en</strong>min precies parallel aan de leerjar<strong>en</strong>.<br />
27
Ler<strong>en</strong> spell<strong>en</strong> verloopt bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> cumulatief. In groep 3/4 wordt gestart met relatief e<strong>en</strong>voudig<br />
aanbod (woord<strong>en</strong> van één lettergreep) in de categorie alfabetische spelling. Al snel<br />
kom<strong>en</strong> daar ook woord<strong>en</strong> uit de andere categorieën bij, <strong>en</strong> daarnaast wordt de moeilijkheidsgraad<br />
van woord<strong>en</strong> uit de eerdere categorieën hoger. Zo kom<strong>en</strong> er woord<strong>en</strong> met meer<br />
lettergrep<strong>en</strong> aan bod, moeilijkere woord<strong>en</strong> <strong>en</strong> ook minder frequ<strong>en</strong>te woord<strong>en</strong>. Meervoudsvorming<br />
(morfologische spelling) komt bijvoorbeeld in de meest e<strong>en</strong>voudige vorm voor het<br />
eerst aan bod in groep 3/4, maar de meervoudsvorming van e<strong>en</strong> woord als café komt pas in<br />
groep 7/8 aan de orde. Hernieuwd aanbod <strong>en</strong> herhaalde oef<strong>en</strong>ing blijv<strong>en</strong> noodzakelijk. In<br />
tabel 1.2 (paragraaf 1.2) is e<strong>en</strong> gedetailleerd overzicht van het aanbod van de spellingcategorieën<br />
voor respectievelijk groep 3/4, 5/6 <strong>en</strong> 7/8 opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>.<br />
2.3 De schema’s leerstoflijn<strong>en</strong> toegelicht<br />
2.3.1 Begripp<strong>en</strong>lijst<br />
In paragraaf 2.1 hebb<strong>en</strong> we e<strong>en</strong> korte schets gegev<strong>en</strong> van het verwervingsproces van<br />
mondelinge <strong>en</strong> schriftelijke taal bij kinder<strong>en</strong>. Kinder<strong>en</strong> gebruik<strong>en</strong> in dit proces (metatalige)<br />
begripp<strong>en</strong>. Deze begripp<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> het mogelijk over taal te d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> <strong>en</strong> te prat<strong>en</strong> <strong>en</strong> ze spel<strong>en</strong><br />
in het onderwijs bij het ler<strong>en</strong> van mondelinge <strong>en</strong> schriftelijke vaardighed<strong>en</strong> e<strong>en</strong> belangrijke<br />
rol.<br />
In het deelrapport Over de drempels met taal (2008) zegt de Werkgroep taal dat het ge<strong>en</strong><br />
twijfel lijdt “dat leerling<strong>en</strong> in het kader van het taalonderwijs <strong>en</strong> het onderwijs Nederlands<br />
de beschikking moet<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong> over begripp<strong>en</strong> die het mogelijk mak<strong>en</strong> om over taal te<br />
d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> <strong>en</strong> te sprek<strong>en</strong>” (pag. 71). E<strong>en</strong> belangrijk deel van het taalbeschouwingsonderwijs<br />
bestaat uit het aanler<strong>en</strong> <strong>en</strong> bijschav<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> metalinguïstische woord<strong>en</strong>schat bij leerling<strong>en</strong>.<br />
De Werkgroep heeft e<strong>en</strong> lijst opgesteld (zie figuur 2.1 hiernaast) waarvan ze aangeeft<br />
dat deze “slechts indicatief (is) <strong>en</strong> bedoeld als handreiking om het onderwijsaanbod richting<br />
te gev<strong>en</strong>” (pag. 71).<br />
28
aantal begripp<strong>en</strong> noodzakelijk. De meeste daarvan zijn aan het<br />
einde van het basisonderwijs wel aan de orde geweest (1F).<br />
K<strong>en</strong>nis van deze begripp<strong>en</strong> bevordert het gesprek binn<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
buit<strong>en</strong> het taalonderwijs over taal <strong>en</strong> taalverschijnsel<strong>en</strong>: het gaat<br />
erom dat doc<strong>en</strong>t<strong>en</strong> (<strong>en</strong> leerling<strong>en</strong>) bepaalde verschijnsel<strong>en</strong><br />
kunn<strong>en</strong> b<strong>en</strong>oem<strong>en</strong> in contextrijke taalsituaties. Dat wil zegg<strong>en</strong><br />
dat doc<strong>en</strong>t<strong>en</strong> deze term<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> gebruik<strong>en</strong> in hun<br />
onderwijs in de vaardigheidsdomein<strong>en</strong>.<br />
De vereiste kwaliteit van productief taalgebruik (sprek<strong>en</strong>,<br />
schrijv<strong>en</strong>) wordt steeds aangeduid bij de k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van de<br />
taakuitvoering in die domein<strong>en</strong>.<br />
In dit domein van <strong>taalverzorging</strong> gaat het alle<strong>en</strong> om k<strong>en</strong>nis van<br />
regels <strong>en</strong> begripp<strong>en</strong> die t<strong>en</strong> di<strong>en</strong>ste staan van correct taalgebruik.<br />
Bij de niveaubepaling is steeds uitgegaan van volledige<br />
beheersing, dat wil zegg<strong>en</strong>, vrijwel automatische beheersing <strong>en</strong><br />
bij uitzondering terugvall<strong>en</strong>d op regelk<strong>en</strong>nis in taalproductie,<br />
zoals in de domein<strong>en</strong> schrijv<strong>en</strong> <strong>en</strong> sprek<strong>en</strong> beschrev<strong>en</strong>.<br />
Tabel 1: Niveaubeschrijving<strong>en</strong> Begripp<strong>en</strong> Taal<br />
Leestek<strong>en</strong>s<br />
Woordsoort<strong>en</strong><br />
Grammaticale k<strong>en</strong>nis<br />
Tekstk<strong>en</strong>nis<br />
Stilistiek <strong>en</strong> semantiek<br />
Morfologie<br />
Opmaak<br />
Klank<strong>en</strong><br />
1F<br />
Dubbele punt, punt, komma, puntkomma, uitroeptek<strong>en</strong>,<br />
vraagtek<strong>en</strong>, aanhalingstek<strong>en</strong>.<br />
Zelfstandig naamwoord, werkwoord (klankvast,<br />
klankverander<strong>en</strong>d (zwak, sterk)), bijvoeglijk naamwoord.<br />
Onderwerp, lijd<strong>en</strong>d voorwerp, hoofdzin, bijzin, gezegde,<br />
persoonsvorm.<br />
Standpunt, argum<strong>en</strong>t, feit, m<strong>en</strong>ing, tekstsoort <strong>en</strong><br />
gesprekvorm<strong>en</strong>, paragraaf.<br />
Betek<strong>en</strong>is, symbool, synoniem, context, letterlijk,<br />
figuurlijk, uitdrukking, spreekwoord, gezegde,<br />
moedertaal, tweede taal, vreemde taal, standaardtaal,<br />
dialect, meertalig, formeel <strong>en</strong> informeel taalgebruik,<br />
le<strong>en</strong>woord.<br />
Woordvorm, woorddeel, sam<strong>en</strong>gesteld, voorvoegsel,<br />
achtervoegsel, lettergreep.<br />
Getal (meervoud/<strong>en</strong>kelvoud), tijd (teg<strong>en</strong>woordig,<br />
verled<strong>en</strong>, voltooid, onvoltooid).<br />
Verkleinwoord, verschijningsvorm<strong>en</strong> werkwoord (stam,<br />
infinitief, bijvoeglijk naamwoord).<br />
Bladzijde, woord, zin, hoofdletter, uitspraak, titel,<br />
hoofdstuk, regel, lettertype, alinea, kopje.<br />
Articulatie, klemtoon, intonatie, spreekpauze.<br />
2F<br />
Trema, acc<strong>en</strong>t.<br />
Lijd<strong>en</strong>de <strong>en</strong> bedrijv<strong>en</strong>de vorm, vrag<strong>en</strong>de vorm.<br />
Aanduiding<strong>en</strong> voor tekstsoort<strong>en</strong> <strong>en</strong> g<strong>en</strong>res (ook: aanduiding<strong>en</strong> voor<br />
gespreksvorm<strong>en</strong>), hoofdgedachte (van tekst), tekstthema.<br />
Metatalige vorm<strong>en</strong>: Woord<strong>en</strong>, zinn<strong>en</strong> <strong>en</strong> tekstfragm<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die informatie gev<strong>en</strong><br />
over de rest van de tekst (zoals signaalwoord<strong>en</strong>, prospectieve <strong>en</strong> retrospectieve<br />
tekstelem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> in inleiding, sam<strong>en</strong>vatt<strong>en</strong>de zin aan slot).<br />
Homoniem, homofoon, vakjargon,<br />
stilistische adequaatheid (publiekgericht),<br />
pres<strong>en</strong>tatiek<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> (van mondelinge <strong>en</strong> schriftelijke tekst).<br />
Grammaticale begripp<strong>en</strong> voor werkwoordspelling<br />
1. Werkwoord;<br />
2. Tijd van het werkwoord (teg<strong>en</strong>woordig <strong>en</strong> verled<strong>en</strong>,<br />
onvoltooid <strong>en</strong> voltooid);<br />
3. Getal: 4. meervoud, Begripp<strong>en</strong>lijst <strong>en</strong>kelvoud; <strong>en</strong> Taalverzorging<br />
4. Eerste, tweede <strong>en</strong> derde persoon;<br />
5. Persoonsvorm;<br />
4.1. Begripp<strong>en</strong>lijst<br />
6. Voltooid deelwoord;<br />
7. Om Stam te van sprek<strong>en</strong> het werkwoord;<br />
over taal <strong>en</strong> taalverschijnsel<strong>en</strong> is e<strong>en</strong> beperkt<br />
8. aantal Hele werkwoord begripp<strong>en</strong> (infinitief); noodzakelijk. De meeste daarvan zijn aan het<br />
9. einde Onderwerp; van het basisonderwijs wel aan de orde geweest (1F).<br />
10 K<strong>en</strong>nis Zwakke van <strong>en</strong> deze sterke begripp<strong>en</strong> werkwoord<strong>en</strong>; bevordert het gesprek binn<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
11. buit<strong>en</strong> Werkwoordelijk het taalonderwijs gezegde. over taal <strong>en</strong> taalverschijnsel<strong>en</strong>: het gaat<br />
erom dat doc<strong>en</strong>t<strong>en</strong> (<strong>en</strong> leerling<strong>en</strong>) bepaalde verschijnsel<strong>en</strong><br />
kunn<strong>en</strong> b<strong>en</strong>oem<strong>en</strong> in contextrijke taalsituaties. Dat wil zegg<strong>en</strong><br />
dat doc<strong>en</strong>t<strong>en</strong> deze term<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> gebruik<strong>en</strong> in hun<br />
onderwijs in de vaardigheidsdomein<strong>en</strong>.<br />
Tabel 1: Niveaubeschrijving<strong>en</strong> Begripp<strong>en</strong> Taal<br />
Regelk<strong>en</strong>nis <strong>en</strong> toepassing in oef<strong>en</strong>tak<strong>en</strong> gaat aan die beheersing<br />
vooraf. De niveaus gev<strong>en</strong> e<strong>en</strong> eindpunt aan: het verwerv<strong>en</strong> van de<br />
regels tot e<strong>en</strong> vrijwel automatische beheersing vergt veel leertijd.<br />
Het geleerde moet voortdur<strong>en</strong>d in onderhoud zijn. Dat kan<br />
betek<strong>en</strong><strong>en</strong> Regels dat van tijd tot tijd nieuwe instructie <strong>en</strong> oef<strong>en</strong>ing<br />
gegev<strong>en</strong> Regel voor moet<strong>en</strong> overe<strong>en</strong>komst word<strong>en</strong> (opfriss<strong>en</strong>) in getal <strong>en</strong> (onderwerp-persoonsvorm;<br />
dat zorgvuldig<br />
feedback refer<strong>en</strong>t-verwijswoord) gegev<strong>en</strong> di<strong>en</strong>t te <strong>en</strong> word<strong>en</strong> geslacht op schrijf- (refer<strong>en</strong>t-verwijswoord).<br />
<strong>en</strong> spreekproduct<strong>en</strong><br />
door alle bij het onderwijs betrokk<strong>en</strong><strong>en</strong>, doc<strong>en</strong>t<strong>en</strong> Nederlands<br />
<strong>en</strong> doc<strong>en</strong>t<strong>en</strong> 4.2. Taalverzorging<br />
van andere vakk<strong>en</strong>.<br />
De vereiste kwaliteit van productief taalgebruik (sprek<strong>en</strong>,<br />
schrijv<strong>en</strong>) wordt steeds aangeduid bij de k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van de<br />
taakuitvoering in die domein<strong>en</strong>.<br />
In dit domein van <strong>taalverzorging</strong> gaat het alle<strong>en</strong> om k<strong>en</strong>nis van<br />
regels <strong>en</strong> begripp<strong>en</strong> die t<strong>en</strong> di<strong>en</strong>ste staan van correct taalgebruik.<br />
Bij de niveaubepaling is steeds uitgegaan van volledige<br />
beheersing, dat wil zegg<strong>en</strong>, vrijwel automatische beheersing <strong>en</strong><br />
bij uitzondering terugvall<strong>en</strong>d op regelk<strong>en</strong>nis in taalproductie,<br />
zoals in de domein<strong>en</strong> schrijv<strong>en</strong> <strong>en</strong> sprek<strong>en</strong> beschrev<strong>en</strong>.<br />
Figuur 2.1 Niveaubeschrijving<strong>en</strong> Begripp<strong>en</strong> Taal (Refer<strong>en</strong>tiekader taal <strong>en</strong> rek<strong>en</strong><strong>en</strong>, 2009, pag. 17)<br />
17<br />
De bov<strong>en</strong>staande 1Flijst uit het refer<strong>en</strong>tiekader ligt t<strong>en</strong> 2F grondslag aan de leerstoflijn<strong>en</strong> <strong>begripp<strong>en</strong>lijst</strong>,<br />
Leestek<strong>en</strong>szoals die Dubbele zijn uitgewerkt punt, punt, komma, puntkomma, in tabel uitroeptek<strong>en</strong>, 1.1. Deze Trema, leerstoflijn<strong>en</strong> acc<strong>en</strong>t. bevatt<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele wijziging<strong>en</strong><br />
vraagtek<strong>en</strong>, aanhalingstek<strong>en</strong>.<br />
t<strong>en</strong> opzichte van de lijst in het refer<strong>en</strong>tiekader. We licht<strong>en</strong> dat hieronder toe.<br />
Woordsoort<strong>en</strong><br />
Zelfstandig naamwoord, werkwoord (klankvast,<br />
klankverander<strong>en</strong>d (zwak, sterk)), bijvoeglijk naamwoord.<br />
In de eerste plaats zijn ‘grammaticale begripp<strong>en</strong> voor werkwoordspelling’, die in het<br />
Grammaticale k<strong>en</strong>nis Onderwerp, lijd<strong>en</strong>d voorwerp, hoofdzin, bijzin, gezegde, Lijd<strong>en</strong>de <strong>en</strong> bedrijv<strong>en</strong>de vorm, vrag<strong>en</strong>de vorm.<br />
refer<strong>en</strong>tiekader separaat persoonsvorm. zijn opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>, bij de leerstoflijn<strong>en</strong> toegevoegd aan de categorie<br />
Tekstk<strong>en</strong>nis<br />
Standpunt, argum<strong>en</strong>t, feit, m<strong>en</strong>ing, tekstsoort <strong>en</strong><br />
Aanduiding<strong>en</strong> voor tekstsoort<strong>en</strong> g<strong>en</strong>res (ook: aanduiding<strong>en</strong> voor<br />
waar de begripp<strong>en</strong> bij hor<strong>en</strong>, bijvoorbeeld werkwoord bij woordsoort<strong>en</strong>, <strong>en</strong> onderwerp bij<br />
gesprekvorm<strong>en</strong>, paragraaf.<br />
gespreksvorm<strong>en</strong>), hoofdgedachte (van tekst), tekstthema.<br />
grammaticale k<strong>en</strong>nis. Het mom<strong>en</strong>t van aanbied<strong>en</strong><br />
Metatalige<br />
van de<br />
vorm<strong>en</strong>:<br />
grammaticale<br />
Woord<strong>en</strong>, zinn<strong>en</strong> <strong>en</strong> tekstfragm<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />
k<strong>en</strong>nis waar<br />
die informatie<br />
deze<br />
gev<strong>en</strong><br />
over de rest van de tekst (zoals signaalwoord<strong>en</strong>, prospectieve <strong>en</strong> retrospectieve<br />
tekstelem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> in inleiding, sam<strong>en</strong>vatt<strong>en</strong>de zin aan slot).<br />
Stilistiek <strong>en</strong> semantiek<br />
Morfologie<br />
Betek<strong>en</strong>is, symbool, synoniem, context, letterlijk,<br />
figuurlijk, uitdrukking, spreekwoord, gezegde,<br />
moedertaal, tweede taal, vreemde taal, standaardtaal,<br />
dialect, meertalig, formeel <strong>en</strong> informeel taalgebruik,<br />
le<strong>en</strong>woord.<br />
Woordvorm, woorddeel, sam<strong>en</strong>gesteld, voorvoegsel,<br />
achtervoegsel, lettergreep.<br />
Getal (meervoud/<strong>en</strong>kelvoud), tijd (teg<strong>en</strong>woordig,<br />
Homoniem, homofoon, vakjargon,<br />
stilistische adequaatheid (publiekgericht),<br />
pres<strong>en</strong>tatiek<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> (van mondelinge <strong>en</strong> schriftelijke tekst).<br />
29
egripp<strong>en</strong> betrekking op hebb<strong>en</strong>, is opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> in de tabel leerstoflijn<strong>en</strong> <strong>taalverzorging</strong>; zie ook<br />
paragraaf 1.2 <strong>en</strong> 2.3.2. Hetzelfde geldt voor de regels voor overe<strong>en</strong>komst in getal <strong>en</strong> geslacht. Deze<br />
zijn toegevoegd aan de categorie morfologische spelling op grammaticale basis.<br />
In de tweede plaats hebb<strong>en</strong> we de <strong>begripp<strong>en</strong>lijst</strong> uit het refer<strong>en</strong>tiekader (figuur 2.1) <strong>en</strong>igszins<br />
uitgebreid. Bij wat we uiteindelijk wel <strong>en</strong> wat niet in onze lijst hebb<strong>en</strong> opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>, hebb<strong>en</strong> we<br />
ons in eerste instantie lat<strong>en</strong> leid<strong>en</strong> door de selectie die de Werkgroep Taal van de Expertgroep<br />
Doorlop<strong>en</strong>de Leerlijn<strong>en</strong> Taal <strong>en</strong> Rek<strong>en</strong><strong>en</strong> heeft gemaakt (2008, pag. 72). De werkgroep heeft e<strong>en</strong><br />
lijst opgesteld van metatalige begripp<strong>en</strong>, maar ze gaf aan dat deze lijst slechts indicatief was “<strong>en</strong><br />
bedoeld als handreiking om het onderwijsaanbod richting te gev<strong>en</strong>” (pag. 72). De lijst die daarna<br />
in het Refer<strong>en</strong>tiekader taal <strong>en</strong> rek<strong>en</strong><strong>en</strong> is opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>, is kleiner dan de oorspronkelijke. We hebb<strong>en</strong><br />
echter op basis van methodeanalyse <strong>en</strong> raadpleging van experts in verschill<strong>en</strong>de rondes<br />
gekoz<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> uitbreiding; begripp<strong>en</strong> bijvoorbeeld die we voorwaardelijk vond<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong><br />
goed begrip van de definitieve lijst van het refer<strong>en</strong>tiekader, hebb<strong>en</strong> we opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> 4 . Toegevoegd<br />
zijn onder andere begripp<strong>en</strong> als apostrof <strong>en</strong> koppeltek<strong>en</strong> in de categorie leestek<strong>en</strong>s, lidwoord<br />
<strong>en</strong> voorzetsel bij woordsoort<strong>en</strong> <strong>en</strong> spreektaal, schrijftaal <strong>en</strong> teg<strong>en</strong>stelling bij stilistiek <strong>en</strong> semantiek.<br />
In (leer)gesprekk<strong>en</strong> <strong>en</strong> tekst<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> leerling<strong>en</strong> in aanraking met deze begripp<strong>en</strong>, <strong>en</strong> in<br />
groep 7/8 wordt ook de schrijfwijze van woord<strong>en</strong> met de g<strong>en</strong>oemde leestek<strong>en</strong>s aangebod<strong>en</strong>. De<br />
categorie tekstk<strong>en</strong>nis is uitgebreid met begripp<strong>en</strong> die aan bod kom<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s activiteit<strong>en</strong> van<br />
beginn<strong>en</strong>de geletterdheid in groep 1/2. De Tuss<strong>en</strong>doel<strong>en</strong> Beginn<strong>en</strong>de Geletterdheid (Verhoev<strong>en</strong><br />
e.a., 1999) lat<strong>en</strong> het belang zi<strong>en</strong> van aandacht voor boekoriëntatie, verhaalbegrip, functies van<br />
geschrev<strong>en</strong> taal <strong>en</strong> taalbewustzijn in deze groep<strong>en</strong>. Ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s in de categorie tekstk<strong>en</strong>nis, zijn de<br />
begripp<strong>en</strong> ‘aanduiding voor tekstsoort<strong>en</strong> <strong>en</strong> g<strong>en</strong>res’ <strong>en</strong> ‘aanduiding voor gespreksvorm<strong>en</strong>’ uit het<br />
refer<strong>en</strong>tiekader niet als zodanig opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>, maar geëxpliciteerd door begripp<strong>en</strong> op te nem<strong>en</strong><br />
die deze aanduiding<strong>en</strong> weergev<strong>en</strong>, zoals fictie, zakelijk, discussie <strong>en</strong> interview. Welke begripp<strong>en</strong><br />
zijn toegevoegd, hebb<strong>en</strong> we in tabel 1.1 (paragraaf 1.1) door cursivering k<strong>en</strong>baar gemaakt.<br />
Ook al zijn er begripp<strong>en</strong> toegevoegd, de lijst van tabel 1.1 is ge<strong>en</strong> limitatieve opsomming, omdat<br />
het nauwelijks mogelijk is e<strong>en</strong> uitputt<strong>en</strong>de beschrijving te gev<strong>en</strong> van alle metatalige begripp<strong>en</strong><br />
voor leerling<strong>en</strong> van alle niveaus. Er zijn immers talloze begripp<strong>en</strong> die in het taalonderwijs zinvol<br />
zoud<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> zijn; voorbeeld<strong>en</strong> hiervan zijn syllabe, assimilatie of prosodie op het gebied van<br />
fonologie of klanknabootsing of germanisme in het morfologisch domein. Deze zijn in ieder geval<br />
voor het basisonderwijs te specialistisch. Ook equival<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong> b<strong>en</strong>aming<strong>en</strong> voortkom<strong>en</strong>d uit<br />
verschill<strong>en</strong>de didactische aanpakk<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> we niet opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Zo komt de term vocaal voor<br />
naast klinker, <strong>en</strong> veel gebruikt in methodes is de term ik-vorm voor stam van het werkwoord.<br />
Gebruikers kunn<strong>en</strong> eig<strong>en</strong> keuzes mak<strong>en</strong> in de term die ze hanter<strong>en</strong> <strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> de <strong>begripp<strong>en</strong>lijst</strong><br />
als basis gebruik<strong>en</strong> <strong>en</strong> ev<strong>en</strong>tueel naar eig<strong>en</strong> behoefte aanvull<strong>en</strong>.<br />
4 Geraadpleegd is ook de Advieslijst taalbeschouwelijke term<strong>en</strong> Nederlands (2009).<br />
30
In tabel 1.1 (paragraaf 1.1) is het eerste mom<strong>en</strong>t van aanbod aangegev<strong>en</strong>. Dit wil niet zegg<strong>en</strong><br />
dat alle leerling<strong>en</strong> het begrip op het mom<strong>en</strong>t van aanbod moet<strong>en</strong> beheers<strong>en</strong>. Sommige<br />
begripp<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> al vroeg aan bod in e<strong>en</strong> e<strong>en</strong>voudige vorm. Vergelijkbaar met de ontwikkeling<br />
van woord<strong>en</strong>schat in het algeme<strong>en</strong>, word<strong>en</strong> begripp<strong>en</strong> in de jar<strong>en</strong> daarna uitgebreid <strong>en</strong><br />
verdiept. Leerling<strong>en</strong> in groep 1/2 k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> bijvoorbeeld al het begrip verhaal. In de hogere groep<strong>en</strong><br />
ler<strong>en</strong> ze dat er verschill<strong>en</strong>de soort<strong>en</strong> verhal<strong>en</strong> bestaan, hoe e<strong>en</strong> verhaal is opgebouwd et cetera.<br />
Leerling<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> de begripp<strong>en</strong> herk<strong>en</strong>n<strong>en</strong> <strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> hanter<strong>en</strong>, maar hoev<strong>en</strong> deze niet<br />
te kunn<strong>en</strong> definiër<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> leerling hoeft bijvoorbeeld niet te kunn<strong>en</strong> uitlegg<strong>en</strong> wat e<strong>en</strong><br />
lettergreep is, maar moet wel wet<strong>en</strong> wat er bedoeld wordt als gevraagd wordt e<strong>en</strong> woord in<br />
lettergrep<strong>en</strong> te verdel<strong>en</strong>. Leerling<strong>en</strong> in groep 3/4 begrijp<strong>en</strong> dat er aan het einde van e<strong>en</strong> zin<br />
e<strong>en</strong> punt komt; ze ler<strong>en</strong> dat ook in eig<strong>en</strong> tekst<strong>en</strong> toepass<strong>en</strong>. Maar ze hoev<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> definitie<br />
van het begrip punt te kunn<strong>en</strong> gev<strong>en</strong>.<br />
2.3.2 Taalverzorging<br />
In het refer<strong>en</strong>tiekader staat voor <strong>taalverzorging</strong> e<strong>en</strong> lijst met niveaus voor spelling, interpunctie<br />
<strong>en</strong> grammaticale begripp<strong>en</strong> (figuur 2.2 op bladzijde 34). De niveaubeschrijving<strong>en</strong> <strong>taalverzorging</strong><br />
uit het refer<strong>en</strong>tiekader gev<strong>en</strong> e<strong>en</strong> indeling in vijf categorieën van spellingproblem<strong>en</strong>:<br />
alfabetische spelling, orthografische spelling, lexicaal-morfologische spelling, morfologische<br />
spelling op syntactische basis <strong>en</strong> logografische spelling; zie ook paragraaf 2.2. De leerstoflijn<strong>en</strong><br />
<strong>taalverzorging</strong> (tabel 1.2, paragraaf 1.2) bevatt<strong>en</strong> e<strong>en</strong> gedetailleerde uitwerking van<br />
welke spellingonderdel<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> bepaalde categorie behor<strong>en</strong> <strong>en</strong> wanneer welk onderdeel<br />
in de loop van de basisschool aan de orde komt. Dit mom<strong>en</strong>t van aanbod is vastgesteld na raadpleging<br />
van TULE (2008) <strong>en</strong> e<strong>en</strong> aantal veel gebruikte spellingmethodes 5 . We hebb<strong>en</strong> daarnaast<br />
gebruik gemaakt van het overzicht spellingcategorieën in de LOVS-toets<strong>en</strong> Spelling van Cito<br />
(Cito, 2006). Ook de adviez<strong>en</strong> van geraadpleegde experts zijn van belang geweest.<br />
De leerstoflijn<strong>en</strong> <strong>taalverzorging</strong> bevatt<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele wijziging<strong>en</strong> t<strong>en</strong> opzichte van de niveaubeschrijving<strong>en</strong><br />
in het refer<strong>en</strong>tiekader. Het refer<strong>en</strong>tiekader bevat e<strong>en</strong> categorie ‘leestek<strong>en</strong>s’. De<br />
items in deze categorie zijn bij de leerstoflijn<strong>en</strong> <strong>taalverzorging</strong> ondergebracht in de categorie<br />
‘interpunctie <strong>en</strong> het gebruik van hoofdletters’. Onder interpunctie verstaan we het gebruik<br />
van leestek<strong>en</strong>s om e<strong>en</strong> geschrev<strong>en</strong> tekst in te del<strong>en</strong>. Het gebruik van hoofdletters valt onder<br />
interpunctie wat betreft het gebruik van e<strong>en</strong> hoofdletter aan het begin van e<strong>en</strong> zin <strong>en</strong> bij<br />
directe rede. Het gebruik van de hoofdletter bij e<strong>en</strong> eig<strong>en</strong>naam kan gezi<strong>en</strong> word<strong>en</strong> als overig<br />
gebruik van hoofdletters in deze categorie.<br />
5 Geraadpleegd zijn spellingmethodes van Malmberg, Noordhoff, ThiemeMeul<strong>en</strong>hoff, Zwijs<strong>en</strong> <strong>en</strong> de leerlijn spelling van de CED-Groep.<br />
31
Tabel 2: Niveaus voor spelling, interpunctie <strong>en</strong> grammaticale begripp<strong>en</strong> voor werkwoordsspelling.<br />
Beheersing; 75% van alle leerling<strong>en</strong> in de leeftijdsgroep/niveaugroep heeft e<strong>en</strong> kans van 80% goed.<br />
Spelling 1F 2F 3F 4F<br />
1. Alfabetische spelling +<br />
2. Orthografische spelling +<br />
3. Morfologische spelling +<br />
Hieronder vall<strong>en</strong> de schrijfwijze van achtervoegsels, de meervoudsvorming, de verkleinwoordsvorming, regel van<br />
gelijkvormigheid bij assimilatie (zakdoek/zaddoek), vorming bijvoeglijk naamwoord<br />
Moeilijke gevall<strong>en</strong>:<br />
a) meervoud –s na klinker (meisjes, garages, fuchsia’s, cafés) +<br />
b) verkleinwoord na op<strong>en</strong> klinker (parapluutje) +<br />
c) ’s in ’s ocht<strong>en</strong>ds +<br />
d) stoffelijke bijvoeglijke naamwoord<strong>en</strong> op –<strong>en</strong> +<br />
e) meervouds –n bij zelfstandig gebruikte verwijzing (all<strong>en</strong> versus alle) +<br />
f) wel/niet –n in sam<strong>en</strong>gestelde woord<strong>en</strong>. +<br />
4. Morfologische spelling op syntactische basis<br />
Werkwoordspelling waarvan e<strong>en</strong> deel zuiver morfologische is, zoals teg<strong>en</strong>woordige tijd meervoud, verled<strong>en</strong> tijd van<br />
+<br />
werkwoord<strong>en</strong> met stam of –d (antwoordde(n)), hele werkwoord<br />
Moeilijke gevall<strong>en</strong>:<br />
Persoonsvorm<br />
a) homofone gevall<strong>en</strong>: teg<strong>en</strong>woordige tijd stam op –d <strong>en</strong>kelvoud (hij wordt/word) +<br />
b) teg<strong>en</strong>woordige tijd (klankvaste of zwakke) werkwoord<strong>en</strong>, <strong>en</strong>kelvoud +<br />
c) verled<strong>en</strong> tijd (klankvaste of zwakke) werkwoord<strong>en</strong> met stam op –d of –t +<br />
d) teg<strong>en</strong>woordige tijd 2e persoon of 3e persoon achter de persoonsvorm (word jij ziek, wordt je broer, wordt je de toegang ontzegd) +<br />
e) met prefix, homofoon met voltooid deelwoord (hij beoordeelt/beoordeeld) +<br />
Voltooid deelwoord<br />
h) homofone gevall<strong>en</strong> (verhuisd/verhuist) +<br />
5. Logografisch: ge<strong>en</strong> regels, maar k<strong>en</strong>nis van vaststaande combinatie tuss<strong>en</strong> klank <strong>en</strong> tek<strong>en</strong> zoals /sj/ geschrev<strong>en</strong> als –ch- +<br />
6. Overige regels<br />
a) spelambigue woord<strong>en</strong> +<br />
b) schrijfwijze van tuss<strong>en</strong>klank<strong>en</strong> –s <strong>en</strong> –e(n) +<br />
c) gebruik van trema <strong>en</strong> koppeltek<strong>en</strong> +<br />
Leestek<strong>en</strong>s<br />
1. Hoofdletters <strong>en</strong> punt<strong>en</strong> +<br />
2. Vraagtek<strong>en</strong>s, uitroeptek<strong>en</strong>s <strong>en</strong> aanhalingstek<strong>en</strong>s +<br />
3. Hoofdletters bij eig<strong>en</strong>naam <strong>en</strong> directe rede +<br />
4. Komma’s, dubbele punt<strong>en</strong> +<br />
Overige regels<br />
Afbreekregels +<br />
Aane<strong>en</strong>schrijving <strong>en</strong> losschrijving (moeilijkste gevall<strong>en</strong>) +<br />
Grammaticale begripp<strong>en</strong> voor werkwoordsspelling<br />
Werkwoord, tijd van het werkwoord, getal, persoon, persoonsvorm, voltooid deelwoord, stam, hele werkwoord, onderwerp,<br />
zwakke/sterke werkwoord<strong>en</strong>, werkwoordelijk gezegde, ‘kofschip‘<br />
+<br />
Figuur 2.2 Niveaus voor spelling, interpunctie <strong>en</strong> grammaticale begripp<strong>en</strong> voor<br />
werkwoordspelling (Refer<strong>en</strong>tiekader taal <strong>en</strong> rek<strong>en</strong><strong>en</strong>, 2009, pag. 20)<br />
20<br />
32
De spellingonderdel<strong>en</strong> bij ‘overige regels’ in het refer<strong>en</strong>tiekader zijn bij de leerstoflijn<strong>en</strong><br />
<strong>taalverzorging</strong> ondergebracht bij de betreff<strong>en</strong>de spellingcategorie. E<strong>en</strong> voorbeeld is afbreekregels;<br />
de regel voor het afbrek<strong>en</strong> van woord<strong>en</strong> hoort bij de categorie orthografische spelling.<br />
De ‘grammaticale begripp<strong>en</strong> voor werkwoordspelling’ in het refer<strong>en</strong>tiekader zijn wat betreft de<br />
begripsk<strong>en</strong>nis opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> bij de leerstoflijn<strong>en</strong> <strong>begripp<strong>en</strong>lijst</strong> (paragraaf 1.1). Als het gaat om de<br />
spelling van de betreff<strong>en</strong>de grammaticale vorm<strong>en</strong> is grammaticale k<strong>en</strong>nis noodzakelijk; dit valt<br />
onder morfologische spelling op grammaticale basis van de leerstoflijn<strong>en</strong> <strong>taalverzorging</strong>.<br />
Voor het ler<strong>en</strong> van de regels voor werkwoordspelling gebruik<strong>en</strong> methodes verschill<strong>en</strong>de<br />
didactiek<strong>en</strong>. Eén van de middel<strong>en</strong> om de spelling van bepaalde werkwoordvorm<strong>en</strong> vast te<br />
stell<strong>en</strong> is het door methodes veel gebruikte hulpmiddel ’t kofschip, of variant<strong>en</strong> hiervan. In<br />
deze publicatie gaan we niet in op de verschill<strong>en</strong>de didactische mogelijkhed<strong>en</strong>, daarom is de<br />
term ’t kofschip uit het refer<strong>en</strong>tiekader niet opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>.<br />
Bij de leerstoflijn<strong>en</strong> <strong>taalverzorging</strong> is in <strong>en</strong>kele gevall<strong>en</strong> het aanbod van stof die in het refer<strong>en</strong>tiekader<br />
tot niveau 1S/2F behoort, opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> voor groep 5/6. E<strong>en</strong> voorbeeld hiervan is<br />
de meervouds-s na klinkers (meisjes, garages, cafés). Het meervoud van meisje is relatief e<strong>en</strong>voudig<br />
<strong>en</strong> kan dan ook in groep 5/6 aan bod kom<strong>en</strong>. Het meervoud van e<strong>en</strong> woord als café<br />
behoort tot de moeilijkste gevall<strong>en</strong> in deze categorie, deze kwestie komt aan bod in groep<br />
7/8. Hetzelfde geldt voor leerstof bij niveau 3F in het refer<strong>en</strong>tiekader. In de laatste jar<strong>en</strong> van<br />
het basisonderwijs kom<strong>en</strong> bijvoorbeeld regelmatig woord<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> trema voor. Volledige<br />
beheersing van de moeilijkste woord<strong>en</strong> uit deze categorie kan verwacht word<strong>en</strong> aan het<br />
eind van havo of mbo 4, maar minder moeilijke woord<strong>en</strong> als ruïne of skiën kunn<strong>en</strong> aan bod<br />
kom<strong>en</strong> in groep 7/8. Dit is ook in lijn met de leerstoflijn<strong>en</strong> <strong>begripp<strong>en</strong>lijst</strong>, waar het begrip<br />
trema is opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> ander voorbeeld is het gebruik van komma’s <strong>en</strong> dubbele punt<strong>en</strong>.<br />
In het refer<strong>en</strong>tiekader staat dit bij niveau 3F, <strong>en</strong> ook hier gaat het om de volledige beheersing<br />
van alle gevall<strong>en</strong> waarin e<strong>en</strong> komma of dubbele punt gebruikt wordt. Het plaats<strong>en</strong> van e<strong>en</strong><br />
komma of dubbele punt in e<strong>en</strong> zin kan moeilijk zijn omdat het noodzakelijk is dat de leerling<br />
de grammaticale structuur van e<strong>en</strong> zin kan doorzi<strong>en</strong>. Bij de leerstoflijn<strong>en</strong> <strong>taalverzorging</strong> is<br />
het gebruik van komma’s <strong>en</strong> dubbele punt<strong>en</strong> in meer e<strong>en</strong>voudige gevall<strong>en</strong> bedoeld, zoals in<br />
opsomming<strong>en</strong>, in e<strong>en</strong>voudige zinn<strong>en</strong> <strong>en</strong> bij citat<strong>en</strong>.<br />
Zoals ook uit het voorgaande duidelijk mag zijn, will<strong>en</strong> we hier nogmaals b<strong>en</strong>adrukk<strong>en</strong> dat<br />
in de tabel het mom<strong>en</strong>t van eerste aanbod is opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>, dat wil zegg<strong>en</strong> het aanbod van de<br />
betreff<strong>en</strong>de categorie in zijn meest e<strong>en</strong>voudige vorm. In de jar<strong>en</strong> daarna di<strong>en</strong>t dit aanbod<br />
herhaald te word<strong>en</strong>; meestal kom<strong>en</strong> dan woord<strong>en</strong> aan bod die langer zijn (woord<strong>en</strong> met<br />
meer lettergrep<strong>en</strong>), minder frequ<strong>en</strong>t voorkom<strong>en</strong>, of gaat het om moeilijkere vorm<strong>en</strong> van<br />
werkwoordspelling. Leerling<strong>en</strong> van het basisonderwijs die de leerstof sneller dan gemiddeld<br />
beheers<strong>en</strong>, moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> uitgedaagd door h<strong>en</strong> extra stof aan te bied<strong>en</strong>. Zij krijg<strong>en</strong> moeilijkere<br />
stof van niveau 1S/2F of ev<strong>en</strong>tueel 3F aangebod<strong>en</strong>.<br />
33
2.4 Keuzes in <strong>taalverzorging</strong>sonderwijs<br />
Typ<strong>en</strong> woord<strong>en</strong> uit de verschill<strong>en</strong>de spellingcategorieën word<strong>en</strong> op verschill<strong>en</strong>de manier<strong>en</strong><br />
aangeleerd. Voor elke categorie zijn er andere vaardighed<strong>en</strong> nodig om de woord<strong>en</strong> uit die<br />
categorie goed te spell<strong>en</strong>. Vrijwel alle spellingmethodes stell<strong>en</strong> strategieën c<strong>en</strong>traal voor het<br />
aanler<strong>en</strong> van de spelling. Er zijn diverse strategieën voor het aanler<strong>en</strong> van de spelling (onder<br />
ander<strong>en</strong> Daems, 2006; Bonset & Hoogeve<strong>en</strong>, 2009). Het gebruik van strategieën is e<strong>en</strong> didactische<br />
keuze, waar schol<strong>en</strong> <strong>en</strong> methodes op e<strong>en</strong> gevarieerde manier gebruik van mak<strong>en</strong><br />
(zie ook Van der Leeuw, Israel, Pauw & Schaufeli, 2009). In deze publicatie gaan we niet in op<br />
het gebruik van strategieën. Vanwege het veelvuldige gebruik van spellingstrategieën in het<br />
onderwijs, gev<strong>en</strong> we echter wel e<strong>en</strong> korte schets van de verschill<strong>en</strong>de strategieën.<br />
Leerling<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong> spellingstrategieën voor het eerst aangereikt in groep 3/4. Gedur<strong>en</strong>de<br />
de hele basisschoolleeftijd, <strong>en</strong> ook daarna, kunn<strong>en</strong> ze deze strategieën inzett<strong>en</strong>. In de eerste<br />
plaats is er de fonologische strategie, die erop gebaseerd is hoe het woord klinkt. Dit is de<br />
elem<strong>en</strong>taire spelhandeling, de klank-tek<strong>en</strong>combinatie, waar ook de klank-clusterstrategie<br />
(woord<strong>en</strong> met vaste tek<strong>en</strong>afsprak<strong>en</strong> zoals woord<strong>en</strong> met -aai, -ieuw) deel van uitmaakt.<br />
E<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>de strategie is de woordbeeldstrategie; dit is e<strong>en</strong> geheug<strong>en</strong>strategie waarbij de<br />
leerling de schrijfwijze van woord<strong>en</strong> uit zijn geheug<strong>en</strong> oproept, bijvoorbeeld woord<strong>en</strong> met<br />
ou/au of ij/ei. E<strong>en</strong> derde strategie is de analogiestrategie; ook dit is e<strong>en</strong> geheug<strong>en</strong>strategie,<br />
waarbij de leerling e<strong>en</strong> woord vergelijkt met soortgelijke woord<strong>en</strong> (drom<strong>en</strong> schrijf je als<br />
bom<strong>en</strong>). E<strong>en</strong> andere strategie is de regelstrategie, die uitgaat van de regels voor spelling. E<strong>en</strong><br />
voorbeeld is werkwoordspelling: hier is e<strong>en</strong> grammaticale red<strong>en</strong>ering noodzakelijk, bijvoorbeeld<br />
met behulp van algoritm<strong>en</strong>, waardoor de regels voor werkwoordvorm<strong>en</strong> inzichtelijk<br />
zijn voor leerling<strong>en</strong>. Tot slot mak<strong>en</strong> leerling<strong>en</strong> gebruik van hulpstrategieën, dit zijn zelf<br />
bedachte geheug<strong>en</strong>steuntjes of hulpregels.<br />
Naast het inzett<strong>en</strong> van strategieën zijn er andere manier<strong>en</strong> d<strong>en</strong>kbaar voor het effectief<br />
aanler<strong>en</strong> van de spelling. E<strong>en</strong> ‘spellinggewet<strong>en</strong>’ (de wil om foutloos te spell<strong>en</strong>) <strong>en</strong> e<strong>en</strong> ‘spellingbewustzijn’<br />
(het vermog<strong>en</strong> te reflecter<strong>en</strong> op de eig<strong>en</strong> spelling, spellingvaardighed<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> spellingprocess<strong>en</strong>) bij leerling<strong>en</strong> zou e<strong>en</strong> positieve invloed kunn<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> op de spellingresultat<strong>en</strong><br />
(Oepkes, 2006). Bonset (2010) pleit voor meer aandacht voor achtergrond<strong>en</strong><br />
van de Nederlandse spelling bij de leerling<strong>en</strong>, het meer zelf lat<strong>en</strong> reviser<strong>en</strong> <strong>en</strong> rediger<strong>en</strong> van<br />
eig<strong>en</strong> tekst<strong>en</strong>, het inzett<strong>en</strong> van digitale <strong>en</strong> andere hulpmiddel<strong>en</strong> bij het spell<strong>en</strong> (zoals de<br />
Word spellingchecker of het gebruik van het Gro<strong>en</strong>e Boekje), <strong>en</strong> het gebruik van algoritm<strong>en</strong><br />
bij werkwoordspelling. Gebruik van algoritm<strong>en</strong> in het spellingonderwijs voor werkwoord<strong>en</strong><br />
kan leid<strong>en</strong> tot betere leerresultat<strong>en</strong> (Zuidema, 1988). Ook oef<strong>en</strong><strong>en</strong> op de computer (bijvoorbeeld<br />
het oef<strong>en</strong><strong>en</strong> van woordspecifieke letterpatron<strong>en</strong>) blijkt zinvol, met name omdat<br />
leerling<strong>en</strong> mete<strong>en</strong> feedback krijg<strong>en</strong> (Hilte, 2009). Bronkhorst, Verhoev<strong>en</strong> & Biemond (2009)<br />
34
gev<strong>en</strong> suggesties voor de inzet van ICT <strong>en</strong> multimedia t<strong>en</strong> behoeve van taal <strong>en</strong> spelling.<br />
Wat betreft interpunctie ligt e<strong>en</strong> b<strong>en</strong>adering vanuit het perspectief van zinsopbouw voor<br />
de hand; inzicht in grammaticale relaties, ofwel de vraag wat woord<strong>en</strong> met elkaar te mak<strong>en</strong><br />
hebb<strong>en</strong> is wez<strong>en</strong>lijk bij het ler<strong>en</strong> interpunger<strong>en</strong> (Van de Gein, 2004). Ook voor interpunctie<br />
kunn<strong>en</strong> methodemakers <strong>en</strong> schol<strong>en</strong> zelf de plaats bepal<strong>en</strong> van de verschill<strong>en</strong>de didactiek<strong>en</strong>.<br />
35
3. Karakteristiek<strong>en</strong> van het<br />
domein <strong>begripp<strong>en</strong>lijst</strong> <strong>en</strong><br />
<strong>taalverzorging</strong> in groep 1<br />
tot <strong>en</strong> met 8<br />
36
In dit hoofdstuk gev<strong>en</strong> we karakteristiek<strong>en</strong> van het domein <strong>begripp<strong>en</strong>lijst</strong> <strong>en</strong> <strong>taalverzorging</strong><br />
voor de groep<strong>en</strong> 1/2, 3/4, 5/6 <strong>en</strong> 7/8. Zowel voor de <strong>begripp<strong>en</strong>lijst</strong> als voor <strong>taalverzorging</strong><br />
geldt dat er sprake is van goed onderwijs als de school doorlop<strong>en</strong>de leerstoflijn<strong>en</strong> hanteert<br />
gedur<strong>en</strong>de de hele basisschool <strong>en</strong> als er afstemming is op het niveau van het kind. De school<br />
kan de kwaliteit van het onderwijs voor <strong>taalverzorging</strong> beoordel<strong>en</strong> door na te gaan of de<br />
leerkracht<strong>en</strong> voldo<strong>en</strong>de doelgericht werk<strong>en</strong>. Dit kunn<strong>en</strong> ze do<strong>en</strong> door per leerjaar adequate<br />
doel<strong>en</strong> te formuler<strong>en</strong> <strong>en</strong> te toets<strong>en</strong> of de doel<strong>en</strong> zijn gehaald. Daarnaast moet er voldo<strong>en</strong>de<br />
leertijd zijn ingeroosterd voor (voor)lez<strong>en</strong>, instructie <strong>en</strong> oef<strong>en</strong><strong>en</strong>. De leerstof moet systematisch,<br />
expliciet <strong>en</strong> gedoseerd aan bod kom<strong>en</strong>, met material<strong>en</strong> om te oef<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> mogelijkhed<strong>en</strong><br />
voor differ<strong>en</strong>tiatie (Gijsel, Scheltinga, Van Dru<strong>en</strong><strong>en</strong> & Verhoev<strong>en</strong>, 2011a, 2011b; Scheltinga,<br />
Gijsel, Van Dru<strong>en</strong><strong>en</strong> & Verhoev<strong>en</strong>, 2011).<br />
Het is raadzaam om de leerstof van het vierde domein in sam<strong>en</strong>hang met de karakteristiek<strong>en</strong><br />
van de andere domein<strong>en</strong> te beschouw<strong>en</strong>, omdat de leerstof t<strong>en</strong> di<strong>en</strong>ste staat van de<br />
vaardigheidsontwikkeling in mondeling taalgebruik, lez<strong>en</strong> <strong>en</strong> schrijv<strong>en</strong> (zie <strong>Leerstoflijn<strong>en</strong></strong><br />
mondelinge taalvaardigheid beschrev<strong>en</strong>, <strong>Leerstoflijn<strong>en</strong></strong> lez<strong>en</strong> beschrev<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>Leerstoflijn<strong>en</strong></strong><br />
schrijv<strong>en</strong> beschrev<strong>en</strong>).<br />
3.1 Karakteristiek<strong>en</strong> voor groep 1/2<br />
Begripp<strong>en</strong>lijst<br />
Veel kinder<strong>en</strong> zijn thuis of in de kinderopvang of peuterspeelzaal al in aanraking gekom<strong>en</strong><br />
met talige begripp<strong>en</strong>. Er werd bijvoorbeeld voorgelez<strong>en</strong>, <strong>en</strong> sam<strong>en</strong> gepraat over het (pr<strong>en</strong>t<strong>en</strong>)boek<br />
<strong>en</strong> het verhaal. Op deze manier hebb<strong>en</strong> kinder<strong>en</strong> begripp<strong>en</strong> rond beginn<strong>en</strong>de geletterdheid<br />
ler<strong>en</strong> k<strong>en</strong>n<strong>en</strong>, zoals voorkant van het boek, plaatje, blader<strong>en</strong>. In groep 1/2 bouwt<br />
de leerkracht voort op deze k<strong>en</strong>nis of maakt hiermee e<strong>en</strong> start bij kinder<strong>en</strong> die niet gew<strong>en</strong>d<br />
zijn aan (voor)lez<strong>en</strong>. Tijd<strong>en</strong>s het voorlez<strong>en</strong>, <strong>en</strong> ook bij activiteit<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> thema of<br />
gekoppeld aan e<strong>en</strong> pr<strong>en</strong>t<strong>en</strong>boek, kom<strong>en</strong> spel<strong>en</strong>derwijs begripp<strong>en</strong> op het gebied van beginn<strong>en</strong>de<br />
geletterdheid aan de orde. Kinder<strong>en</strong> ler<strong>en</strong> op deze manier basisbegripp<strong>en</strong> als woord<br />
<strong>en</strong> verhaal. De leerkracht leest veel voor in kleine groepjes. In kleine groepjes is er meer<br />
geleg<strong>en</strong>heid voor interactie, <strong>en</strong> zijn kinder<strong>en</strong> meer bij het voorlez<strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong>. Pre-teaching<br />
is e<strong>en</strong> belangrijk onderdeel van het voorlez<strong>en</strong> voor kinder<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> taalachterstand. Als<br />
de leerkracht de gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> boek vooraf met deze kinder<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> klein groepje<br />
bespreekt, er alert op is of de kinder<strong>en</strong> het verhaal begrijp<strong>en</strong>, <strong>en</strong> h<strong>en</strong> uitlokt zo veel mogelijk<br />
zelf mee te prat<strong>en</strong>, krijg<strong>en</strong> deze kinder<strong>en</strong> plezier in (voor)lez<strong>en</strong>. Ze zijn op die manier vervolg<strong>en</strong>s<br />
ook beter in staat mee te do<strong>en</strong> aan activiteit<strong>en</strong> over het pr<strong>en</strong>t<strong>en</strong>boek, zoals sam<strong>en</strong> e<strong>en</strong> verhaalschema<br />
invull<strong>en</strong>, met behulp van wie-waar-wat-picto’s het verhaal voorspell<strong>en</strong> of sam<strong>en</strong>vatt<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> het verhaal navertell<strong>en</strong> of naspel<strong>en</strong>. De leerkracht zorgt voor e<strong>en</strong> stimuler<strong>en</strong>de leesomgeving<br />
met voldo<strong>en</strong>de aanbod van boek<strong>en</strong>, waaronder meerdere boek<strong>en</strong> over e<strong>en</strong>zelfde thema.<br />
37
De leerling<strong>en</strong> voer<strong>en</strong> regelmatig gesprekjes in e<strong>en</strong> klein groepje van vier of vijf kinder<strong>en</strong> of<br />
met de hele groep. In uitwisselingsgesprekk<strong>en</strong> stelt de leerkracht zich terughoud<strong>en</strong>d op; hij<br />
prikkelt de kinder<strong>en</strong> om over e<strong>en</strong> onderwerp na te d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> <strong>en</strong> stimuleert h<strong>en</strong> om zelf e<strong>en</strong><br />
m<strong>en</strong>ing te gev<strong>en</strong>. Hij laat de kinder<strong>en</strong> k<strong>en</strong>nis mak<strong>en</strong> met talige begripp<strong>en</strong> door begripp<strong>en</strong><br />
zelf regelmatig te gebruik<strong>en</strong> <strong>en</strong> goede feedback te gev<strong>en</strong>; als bijvoorbeeld e<strong>en</strong> paar kinder<strong>en</strong><br />
moet<strong>en</strong> lach<strong>en</strong> om wat e<strong>en</strong> leerling zegt, reageert hij met ‘Hor<strong>en</strong> jullie dat, Viv maakt e<strong>en</strong><br />
leuk grapje’.<br />
Aan het eind van groep 2 (her)k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> de kinder<strong>en</strong> e<strong>en</strong> aantal begripp<strong>en</strong> die het hun mogelijk<br />
maakt over taal te prat<strong>en</strong>, <strong>en</strong> die de lees- <strong>en</strong> schrijfontwikkeling in de volg<strong>en</strong>de jar<strong>en</strong><br />
bevorder<strong>en</strong>.<br />
Taalverzorging<br />
Leerling<strong>en</strong> in groep 1/2 ontdekk<strong>en</strong> spel<strong>en</strong>derwijs dat woord<strong>en</strong> uit klank<strong>en</strong> bestaan <strong>en</strong> dat<br />
letters deze klank<strong>en</strong> weergev<strong>en</strong>. Het ler<strong>en</strong> koppel<strong>en</strong> van letters aan klank<strong>en</strong> is e<strong>en</strong> stap in de<br />
beginn<strong>en</strong>de geletterdheid. In groep 1/2 vind<strong>en</strong> veel activiteit<strong>en</strong> met klank<strong>en</strong> <strong>en</strong> letters plaats<br />
t<strong>en</strong> behoeve van de ontwikkeling van het taalbewustzijn. Door deze activiteit<strong>en</strong> ontdekk<strong>en</strong><br />
kinder<strong>en</strong> dat ze zinn<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> opdel<strong>en</strong> in woord<strong>en</strong>, <strong>en</strong> lange woord<strong>en</strong> in klankgroep<strong>en</strong><br />
(/re/g<strong>en</strong>/jas/ bij reg<strong>en</strong>jas, /bo/k<strong>en</strong>/ bij bokk<strong>en</strong>).<br />
In groep 1/2 do<strong>en</strong> de kinder<strong>en</strong> veel taalspelletjes. Ze zing<strong>en</strong> sam<strong>en</strong> liedjes <strong>en</strong> zegg<strong>en</strong> versjes<br />
op, ze mak<strong>en</strong> (taal)grapjes <strong>en</strong> vertell<strong>en</strong> elkaar e<strong>en</strong> mop of e<strong>en</strong> raadsel. Sam<strong>en</strong> met de<br />
leerkracht bed<strong>en</strong>k<strong>en</strong> ze rijmwoord<strong>en</strong> of woord<strong>en</strong> met dezelfde begin- of eindletter. Plaatjes<br />
<strong>en</strong> woord<strong>en</strong> met deze letters word<strong>en</strong> opgehang<strong>en</strong> op de lettermuur, waardoor ze de letters<br />
steeds kunn<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> <strong>en</strong> goed kunn<strong>en</strong> onthoud<strong>en</strong>. In de uitgav<strong>en</strong> van De Taallijn zijn voorbeeld<strong>en</strong><br />
van activiteit<strong>en</strong> met klank<strong>en</strong> <strong>en</strong> letters beschrev<strong>en</strong> (http://www.detaallijn.nl; Van<br />
Elsäcker, Van der Beek, Hill<strong>en</strong> & Peters, 2006).<br />
In de klas is e<strong>en</strong> schrijfhoek, waar kinder<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> experim<strong>en</strong>ter<strong>en</strong> met letters. Ze kunn<strong>en</strong><br />
letters <strong>en</strong> woord<strong>en</strong> naschrijv<strong>en</strong> of -tek<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> stempel<strong>en</strong>. De leerkracht zorgt voor betek<strong>en</strong>isvolle<br />
schrijfactiviteit<strong>en</strong>. Hij laat de kinder<strong>en</strong> bijvoorbeeld zelf e<strong>en</strong> uitnodiging voor e<strong>en</strong><br />
ouderavond ‘schrijv<strong>en</strong>’ (of hun naam bov<strong>en</strong> de uitnodiging zett<strong>en</strong>), of e<strong>en</strong> zelf ‘geschrev<strong>en</strong>’<br />
kaartje stur<strong>en</strong> naar e<strong>en</strong> zieke oma.<br />
Bij sommige kinder<strong>en</strong> verloopt de ontwikkeling van beginn<strong>en</strong>de geletterdheid niet vlot<br />
of zelfs moeizaam. Dit zou e<strong>en</strong> voorbode kunn<strong>en</strong> zijn van leesproblem<strong>en</strong> <strong>en</strong> mogelijk van<br />
dyslexie. In het Protocol Leesproblem<strong>en</strong> <strong>en</strong> Dyslexie voor groep 1 <strong>en</strong> 2 (W<strong>en</strong>tink, Verhoev<strong>en</strong> &<br />
Van Dru<strong>en</strong><strong>en</strong>, 2008) is beschrev<strong>en</strong> op welke wijze de school de ontwikkeling van kleuters in<br />
kaart kan br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. De school kan zo problem<strong>en</strong> met betrekking tot geletterdheid vroegtijdig<br />
opspor<strong>en</strong> <strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> effectieve manier begeleid<strong>en</strong>.<br />
38
3.2 Karakteristiek<strong>en</strong> voor groep 3/4<br />
Begripp<strong>en</strong>lijst<br />
Bij het ler<strong>en</strong> van de elem<strong>en</strong>taire lees- <strong>en</strong> schrijfhandeling, komt het kind in aanraking met<br />
begripp<strong>en</strong> om lees- <strong>en</strong> schrijftak<strong>en</strong> goed te kunn<strong>en</strong> uitvoer<strong>en</strong>. Al snel kom<strong>en</strong> er nieuwe<br />
begripp<strong>en</strong> aan de orde, zoals zin, punt <strong>en</strong> vraagtek<strong>en</strong>. Gaandeweg kom<strong>en</strong> ook e<strong>en</strong>voudige<br />
woordsoort<strong>en</strong> aan de orde, zoals lidwoord of werkwoord. In gesprekk<strong>en</strong> <strong>en</strong> bij het besprek<strong>en</strong><br />
van tekst<strong>en</strong> gebruikt de leerkracht de begripp<strong>en</strong> regelmatig, zodat het voor de leerling<strong>en</strong><br />
vanzelfsprek<strong>en</strong>d wordt om over taal te d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> <strong>en</strong> prat<strong>en</strong>. Kinder<strong>en</strong> zijn zich meer <strong>en</strong> meer<br />
bewust van hun eig<strong>en</strong> taalgebruik <strong>en</strong> ler<strong>en</strong> het taalgebruik aanpass<strong>en</strong> aan de situatie. In gesprekk<strong>en</strong><br />
biedt de leerkracht geleg<strong>en</strong>heid tot reflectie over het taalgebruik. Hij laat terloops<br />
nieuwe begripp<strong>en</strong> vall<strong>en</strong>, die hij in e<strong>en</strong> later stadium uitlegt. De leerkracht is er alert op dat<br />
de leerling<strong>en</strong> ook de begripp<strong>en</strong> die in groep 1/2 aan bod zijn geweest herk<strong>en</strong>n<strong>en</strong>. Hij observeert<br />
welke leerling<strong>en</strong> deze begripp<strong>en</strong> nog niet k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> <strong>en</strong> zorgt ervoor dat hij de begripp<strong>en</strong><br />
regelmatig gebruikt. Gesprekk<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> kleine groep, maar ook andere gespreksvorm<strong>en</strong> zijn<br />
zeer geschikt voor het stimuler<strong>en</strong> van leerling<strong>en</strong> om ook zelf de begripp<strong>en</strong> te gaan gebruik<strong>en</strong>.<br />
Taalverzorging<br />
In de meeste gevall<strong>en</strong> ler<strong>en</strong> kinder<strong>en</strong> in groep 3 de elem<strong>en</strong>taire lees- <strong>en</strong> schrijfhandeling. De<br />
meeste kinder<strong>en</strong> ler<strong>en</strong> die niet spontaan; expliciete instructie is dan ook noodzakelijk.<br />
Kinder<strong>en</strong> ler<strong>en</strong> de klank van gesprok<strong>en</strong> woord<strong>en</strong> omzett<strong>en</strong> in de bijbehor<strong>en</strong>de grafem<strong>en</strong>.<br />
Het kind moet zich ervan bewust zijn dat e<strong>en</strong> begrip niet als één geheel wordt weergegev<strong>en</strong>,<br />
maar als e<strong>en</strong> verzameling van klank<strong>en</strong> die omgezet kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> in tek<strong>en</strong>s (Kleijn<strong>en</strong>,<br />
2004). In groep 2 heeft het kind al k<strong>en</strong>nisgemaakt met klank<strong>en</strong> <strong>en</strong> letters; in groep 3<br />
is er gerichte instructie voor het ler<strong>en</strong> schrijv<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>s de alfabetische spelling. Hiervoor<br />
moet de leerling e<strong>en</strong> goede auditieve analyse kunn<strong>en</strong> mak<strong>en</strong>, dat wil zegg<strong>en</strong> e<strong>en</strong> woord in<br />
klank<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> verdel<strong>en</strong>. Vervolg<strong>en</strong>s moet hij e<strong>en</strong> goede foneem-grafeemkoppeling mak<strong>en</strong>,<br />
met andere woord<strong>en</strong> de juiste letters opschrijv<strong>en</strong> bij de klank<strong>en</strong> die hij hoort. In groep 4<br />
ligt het acc<strong>en</strong>t meer op orthografische spelling. Hier gaat het om autonome spellingregels,<br />
afsprak<strong>en</strong> die de leerling moet ler<strong>en</strong>. Het geheug<strong>en</strong> speelt bij deze spelling e<strong>en</strong> grote rol. De<br />
leerling leert de schrijfwijze van woord<strong>en</strong> door regels ler<strong>en</strong> of door inpr<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. Wat betreft<br />
morfologische spelling op lexicaal niveau kom<strong>en</strong> in deze groep onder andere meervoudsvorming<br />
<strong>en</strong> verkleinwoord<strong>en</strong> aan bod. Kinder<strong>en</strong> ler<strong>en</strong> sam<strong>en</strong> met de leerkracht spellingfout<strong>en</strong><br />
in hun eig<strong>en</strong> tekst<strong>en</strong> op te spor<strong>en</strong> <strong>en</strong> te corriger<strong>en</strong>.<br />
De leerling<strong>en</strong> pass<strong>en</strong> in hun eig<strong>en</strong> tekst<strong>en</strong> interpunctie toe: ze marker<strong>en</strong> zinn<strong>en</strong> met behulp van<br />
hoofdletters <strong>en</strong> punt<strong>en</strong>, <strong>en</strong> wet<strong>en</strong> wanneer ze e<strong>en</strong> vraagtek<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> plaats<strong>en</strong>. De regels voor<br />
spelling, interpunctie <strong>en</strong> het gebruik van hoofdletters zijn niet alle<strong>en</strong> van toepassing op wat in<br />
de taalless<strong>en</strong> aan bod komt. Leerkracht<strong>en</strong> di<strong>en</strong><strong>en</strong> alert te zijn op mogelijkhed<strong>en</strong> om deze ook in<br />
andere vakk<strong>en</strong> te gebruik<strong>en</strong> <strong>en</strong> om <strong>taalverzorging</strong> als e<strong>en</strong> fase te zi<strong>en</strong> in het schrijfproces.<br />
39
In groep 3 ligt de oorzaak van spellingproblem<strong>en</strong> meestal bij e<strong>en</strong> zwak fonemisch bewustzijn<br />
<strong>en</strong> bij problem<strong>en</strong> met de klank-letterkoppeling (Gijsel e.a., 2011a). Zwakke spellers schrijv<strong>en</strong><br />
vaak precies op wat ze hor<strong>en</strong>, of prober<strong>en</strong> de spelling van het hele woord te onthoud<strong>en</strong>.<br />
Het geheug<strong>en</strong> wordt zo <strong>en</strong>orm belast, <strong>en</strong> bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> helpt deze k<strong>en</strong>nis niet bij het schrijv<strong>en</strong><br />
van soortgelijke woord<strong>en</strong> omdat er ge<strong>en</strong> transfer plaatsvindt. Lees- <strong>en</strong> spellingproblem<strong>en</strong><br />
kunn<strong>en</strong> bij e<strong>en</strong> groot deel van de leerling<strong>en</strong> word<strong>en</strong> voorkom<strong>en</strong> bij vroegtijdige signalering<br />
<strong>en</strong> e<strong>en</strong> effectieve aanpak; zie de Protocoll<strong>en</strong> Leesproblem<strong>en</strong> <strong>en</strong> Dyslexie (groep 3: Gijsel e.a.,<br />
2011a; groep 4: Gijsel e.a., 2011b).<br />
3.3 Karakteristiek<strong>en</strong> voor groep 5/6<br />
Begripp<strong>en</strong>lijst<br />
In de loop van de schooltijd word<strong>en</strong> de tak<strong>en</strong> in het taalonderwijs steeds complexer. Begripsvorming<br />
die in eerste instantie alle<strong>en</strong> met taal te mak<strong>en</strong> lijkt te hebb<strong>en</strong>, kan daarom ook<br />
in andere (zaak)vakk<strong>en</strong> waardevol zijn. Voor veel leerling<strong>en</strong> zijn tekst<strong>en</strong> in de zaakvakk<strong>en</strong><br />
nog moeilijk te begrijp<strong>en</strong>, omdat deze vaak in abstracte <strong>en</strong> schoolse taal zijn geschrev<strong>en</strong>.<br />
Hetzelfde geldt voor mondelinge taal: veel leerling<strong>en</strong> die de uitleg <strong>en</strong> instructie van hun<br />
leerkracht onvoldo<strong>en</strong>de begrijp<strong>en</strong>, miss<strong>en</strong> veel informatie (Van Gelder<strong>en</strong>, 1994). Als kinder<strong>en</strong><br />
de tekst<strong>en</strong>, uitleg of instructie beter begrijp<strong>en</strong> <strong>en</strong> beter in staat zijn om van gedacht<strong>en</strong> te<br />
wissel<strong>en</strong> over de leerstof, vergrot<strong>en</strong> ze ook hun inhoudelijke k<strong>en</strong>nis.<br />
In deze groep wet<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> dat er verschill<strong>en</strong>de tekstsoort<strong>en</strong> zijn. Ze ler<strong>en</strong> het onderscheid<br />
k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> bijvoorbeeld verhal<strong>en</strong>de <strong>en</strong> informatieve tekst<strong>en</strong>. Met behulp van<br />
begripp<strong>en</strong> als alinea of kopje ler<strong>en</strong> ze de structuur van de tekst<strong>en</strong> begrijp<strong>en</strong>. Het herk<strong>en</strong>n<strong>en</strong><br />
van bijvoorbeeld argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, feit<strong>en</strong> of e<strong>en</strong> teg<strong>en</strong>stelling <strong>en</strong> hierover gezam<strong>en</strong>lijk kunn<strong>en</strong><br />
prat<strong>en</strong>, is onmisbaar bij het doorgrond<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> onderwerp. En als het kind weet wat e<strong>en</strong><br />
definitie is, kan dit help<strong>en</strong> om beter te begrijp<strong>en</strong> wat er wordt bedoeld. Meer k<strong>en</strong>nis van<br />
talige begripp<strong>en</strong> heeft dus niet alle<strong>en</strong> e<strong>en</strong> positief effect op de taalvaardigheid, maar ook op<br />
het ontwikkel<strong>en</strong> van k<strong>en</strong>nis <strong>en</strong> andere vaardighed<strong>en</strong> (Damhuis & Litj<strong>en</strong>s, 2003).<br />
Leerling<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> gebruik van begripp<strong>en</strong>k<strong>en</strong>nis bij de uitbreiding van hun woord<strong>en</strong>schat.<br />
Ze kunn<strong>en</strong> de betek<strong>en</strong>is van woord<strong>en</strong> verbred<strong>en</strong> <strong>en</strong> verdiep<strong>en</strong> met behulp van begripp<strong>en</strong> als<br />
letterlijk of figuurlijk. De leerkracht zorgt ervoor dat er veel geleg<strong>en</strong>heid is voor interactie, ook<br />
in kleine groepjes. Als leerling<strong>en</strong> begripp<strong>en</strong> regelmatig hor<strong>en</strong>, is dit e<strong>en</strong> stimulans om ze ook<br />
zelf te gaan gebruik<strong>en</strong>, waardoor ze beter zull<strong>en</strong> beklijv<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> discussie is bijvoorbeeld niet<br />
alle<strong>en</strong> geschikt om e<strong>en</strong> onderwerp uit te diep<strong>en</strong>, maar ook voor het onderhandel<strong>en</strong> over de<br />
betek<strong>en</strong>is van (talige) begripp<strong>en</strong>.<br />
In groep 6 mak<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> k<strong>en</strong>nis met de basisprincipes van de werkwoordspelling (zie<br />
hierna). Juist bij het strategisch handel<strong>en</strong> bij het aanler<strong>en</strong> van werkwoordspelling is k<strong>en</strong>nis<br />
van talige begripp<strong>en</strong> van belang. Begripp<strong>en</strong> voor werkwoordspelling (begripsk<strong>en</strong>nis staat<br />
40
hier in di<strong>en</strong>st van de spelling <strong>en</strong> is gerelateerd aan grammatica) zijn voor leerling<strong>en</strong> vaak<br />
vrij abstract <strong>en</strong> op het eerste gezicht betek<strong>en</strong>isloos. Deze begripp<strong>en</strong> zijn daarom niet altijd<br />
e<strong>en</strong>voudig te ler<strong>en</strong>. Door het inzett<strong>en</strong> van d<strong>en</strong>kvaardighed<strong>en</strong> ler<strong>en</strong> leerling<strong>en</strong> zich bewust<br />
word<strong>en</strong> van verband<strong>en</strong> in zinn<strong>en</strong> of tekst<strong>en</strong>. Als ze zelf ler<strong>en</strong> red<strong>en</strong>er<strong>en</strong> - <strong>en</strong> daarvoor is<br />
begrip noodzakelijk - kan dat ondersteun<strong>en</strong>d zijn bij het ler<strong>en</strong> hanter<strong>en</strong> van grammaticale<br />
begripp<strong>en</strong> (Copp<strong>en</strong>, 2010).<br />
Taalverzorging<br />
De nadruk ligt in deze groep<strong>en</strong> op morfologische spelling. Er vindt e<strong>en</strong> uitbreiding plaats<br />
met meer ingewikkelde woordvorm<strong>en</strong> van de lexicaal-morfologische spelling, zoals moeilijke<br />
verkleinwoord<strong>en</strong>, woord<strong>en</strong> met verschill<strong>en</strong>de uitgang<strong>en</strong> (-lijk, -ig) of bijvoorbeeld<br />
woord<strong>en</strong> met ‘s. Doordat de leerkracht herhaalt wat eerder is aangebod<strong>en</strong>, ler<strong>en</strong> kinder<strong>en</strong><br />
deze k<strong>en</strong>nis automatiser<strong>en</strong>. Daarnaast ler<strong>en</strong> ze geleidelijk aan meer ingewikkelde <strong>en</strong> langere<br />
(meerlettergrepige) woord<strong>en</strong> spell<strong>en</strong>.<br />
Vanaf groep 6 ler<strong>en</strong> kinder<strong>en</strong> de basisprincipes van de werkwoordspelling (categorie morfologische<br />
spelling op syntactische basis). Dit betek<strong>en</strong>t ook dat ze inzicht verwerv<strong>en</strong> in basale<br />
grammaticale principes: ze ler<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> zin het onderwerp, de persoonsvorm <strong>en</strong> de relatie<br />
daartuss<strong>en</strong> herk<strong>en</strong>n<strong>en</strong>, <strong>en</strong> persoon <strong>en</strong> getal in werkwoordsvorm<strong>en</strong>. Om e<strong>en</strong> werkwoordsvorm<br />
goed te kunn<strong>en</strong> spell<strong>en</strong>, moet de leerling de functie ervan in de zin kunn<strong>en</strong> vaststell<strong>en</strong>.<br />
Teg<strong>en</strong>woordige of verled<strong>en</strong> tijd <strong>en</strong> <strong>en</strong>kelvoud of meervoud bepal<strong>en</strong> de uitgang van de<br />
persoonsvorm: r<strong>en</strong>t/r<strong>en</strong>de/r<strong>en</strong>d<strong>en</strong>. Ook moeilijke vorm<strong>en</strong>, bijvoorbeeld verled<strong>en</strong> tijd met<br />
stam op -d of -t (brandde(n), startte(n)) kom<strong>en</strong> gaandeweg aan bod. De leerling<strong>en</strong> oef<strong>en</strong><strong>en</strong> de<br />
werkwoordspelling veelvuldig, bijvoorbeeld met behulp van algoritm<strong>en</strong>. Het ler<strong>en</strong> spell<strong>en</strong><br />
van werkwoordvorm<strong>en</strong> is e<strong>en</strong> lange weg <strong>en</strong> het kan <strong>en</strong>kele jar<strong>en</strong> dur<strong>en</strong> voordat er sprake is<br />
van volledige beheersing. Vorm<strong>en</strong> als de verled<strong>en</strong> tijd met stam op -d of -t hoev<strong>en</strong> dan ook<br />
niet nu al volledig beheerst te word<strong>en</strong>; het gaat in groep 6 om e<strong>en</strong> eerste start.<br />
Op tekstniveau breidt de vaardigheid van de leerling<strong>en</strong> uit. In tekst<strong>en</strong> die ze zelf schrijv<strong>en</strong>,<br />
br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> ze nu meer complexe leestek<strong>en</strong>s aan. Hiervoor is het nodig dat ze de opbouw van<br />
e<strong>en</strong> zin goed ler<strong>en</strong> doorzi<strong>en</strong>: voor het plaats<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> komma moet<strong>en</strong> ze het onderscheid<br />
tuss<strong>en</strong> hoofd- <strong>en</strong> bijzin ler<strong>en</strong> k<strong>en</strong>n<strong>en</strong>. Het wordt voor de leerling<strong>en</strong> steeds meer e<strong>en</strong> routine<br />
om hun eig<strong>en</strong> tekst<strong>en</strong> te controler<strong>en</strong>, <strong>en</strong> spelling- <strong>en</strong> interpunctiefout<strong>en</strong> te corriger<strong>en</strong>.<br />
Soms wordt pas in de midd<strong>en</strong>- of bov<strong>en</strong>bouw geconstateerd dat leerling<strong>en</strong> e<strong>en</strong> probleem<br />
hebb<strong>en</strong> met lez<strong>en</strong> of spell<strong>en</strong>. Deze leerling<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> hun tekort lange tijd kunn<strong>en</strong> camoufler<strong>en</strong>,<br />
maar nu tekst<strong>en</strong> steeds langer <strong>en</strong> ingewikkelder word<strong>en</strong>, blijkt dat ze achterblijv<strong>en</strong> bij<br />
andere leerling<strong>en</strong>. Het Protocol Leesproblem<strong>en</strong> <strong>en</strong> Dyslexie voor groep 5-8 beschrijft op welke<br />
manier de school mogelijke problem<strong>en</strong> voor deze leerling<strong>en</strong> kan erk<strong>en</strong>n<strong>en</strong> <strong>en</strong> aanpakk<strong>en</strong><br />
(Scheltinga e.a., 2011).<br />
41
3.4 Karakteristiek<strong>en</strong> voor groep 7/8<br />
Begripp<strong>en</strong>lijst<br />
Net zoals in vorige groep<strong>en</strong> ler<strong>en</strong> leerling<strong>en</strong> er in deze groep metatalige begripp<strong>en</strong> bij. Ze<br />
zijn nu gew<strong>en</strong>d aan verschill<strong>en</strong>de tekstsoort<strong>en</strong> <strong>en</strong> mak<strong>en</strong> gebruik van bek<strong>en</strong>de <strong>en</strong> nieuwe<br />
begripp<strong>en</strong> bij het begrijp<strong>en</strong> <strong>en</strong> besprek<strong>en</strong> van de tekst<strong>en</strong>. Ze begrijp<strong>en</strong> steeds meer van de<br />
taal die ze om zich he<strong>en</strong> hor<strong>en</strong>, <strong>en</strong> ler<strong>en</strong> bijbehor<strong>en</strong>de begripp<strong>en</strong> als standaardtaal, formeel<br />
<strong>en</strong> informeel taalgebruik. Ze herk<strong>en</strong>n<strong>en</strong> term<strong>en</strong> als overleg, discussie of monoloog; dit kan<br />
h<strong>en</strong> help<strong>en</strong> om te bepal<strong>en</strong> met welk soort conversatie ze te mak<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> <strong>en</strong> wat hun eig<strong>en</strong><br />
rol daarin is. In de klas word<strong>en</strong> de verschill<strong>en</strong>de gespreksvorm<strong>en</strong> daadwerkelijk toegepast,<br />
<strong>en</strong> met elkaar reflecter<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> op het verloop van het gesprek. Naarmate de<br />
formaliteit van e<strong>en</strong> gesprek to<strong>en</strong>eemt <strong>en</strong> ook het onderwerp moeilijker wordt, neemt de<br />
complexiteit van de communicatie toe. De leerkracht begeleidt de leerling<strong>en</strong> in het nem<strong>en</strong><br />
van telk<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>de stap. De aard van de opdracht<strong>en</strong> vraagt steeds meer zelfstandigheid<br />
van de leerling<strong>en</strong>. Bij de uitbreiding van hun woord<strong>en</strong>schat profiter<strong>en</strong> leerling<strong>en</strong> steeds<br />
meer van de k<strong>en</strong>nis van de wereld die ze hebb<strong>en</strong>; door nieuwe woord<strong>en</strong> te koppel<strong>en</strong> aan<br />
bestaande k<strong>en</strong>nis verdiep<strong>en</strong> ze het begrip van die woord<strong>en</strong>.<br />
Taalverzorging<br />
Leerling<strong>en</strong> oef<strong>en</strong><strong>en</strong> de spelling uit categorieën die eerder aan bod zijn geweest, zodat ze deze<br />
steeds meer geautomatiseerd kunn<strong>en</strong> toepass<strong>en</strong>. Nieuw zijn de moeilijkste gevall<strong>en</strong> uit deze<br />
categorieën, zoals woord<strong>en</strong> met assimilatieverschijnsel<strong>en</strong> (afval) of moeilijke meervoudsvorm<strong>en</strong><br />
(dreumes<strong>en</strong>). In de categorie logografische spelling kom<strong>en</strong> woord<strong>en</strong> aan bod met e<strong>en</strong><br />
afwijk<strong>en</strong>de spelling (chocola, pony, na-ap<strong>en</strong>) <strong>en</strong> veel (andere) le<strong>en</strong>woord<strong>en</strong> (cadeau, cake).<br />
Ook in groep 7/8 oef<strong>en</strong><strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> veelvuldig de werkwoordspelling. Inzicht in grammaticale<br />
regels leert h<strong>en</strong> moeilijke gevall<strong>en</strong> te doorzi<strong>en</strong>, bijvoorbeeld de spelling van het voltooid<br />
deelwoord in homofone gevall<strong>en</strong> (verhuisd - verhuist). Het gebruik van interpunctie <strong>en</strong> hoofdletters<br />
wordt geautomatiseerd <strong>en</strong> verfijnd. Het controler<strong>en</strong> <strong>en</strong> corriger<strong>en</strong> van eig<strong>en</strong> tekst<strong>en</strong> op<br />
spellingfout<strong>en</strong>, interpunctie <strong>en</strong> het gebruik van hoofdletters is e<strong>en</strong> routine geword<strong>en</strong>.<br />
Volledige beheersing van de moeilijkste gevall<strong>en</strong> van spelling <strong>en</strong> interpunctie (niveau 3F in<br />
het refer<strong>en</strong>tiekader) is aan het eind van groep 8 nog niet nodig. Wel krijg<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong><br />
woord<strong>en</strong> uit de betreff<strong>en</strong>de categorieën aangebod<strong>en</strong>. Ze oef<strong>en</strong><strong>en</strong> bijvoorbeeld uit de categorie<br />
aane<strong>en</strong>schrijv<strong>en</strong> of los schrijv<strong>en</strong> de e<strong>en</strong>voudige gevall<strong>en</strong> (kleinkind/klein kind) <strong>en</strong> de<br />
leerling<strong>en</strong> die daaraan toe zijn mak<strong>en</strong> k<strong>en</strong>nis met de meer ingewikkelde gevall<strong>en</strong> (t<strong>en</strong>slotte/<br />
t<strong>en</strong> slotte).<br />
Leerkracht<strong>en</strong> di<strong>en</strong><strong>en</strong> er blijv<strong>en</strong>d alert op te zijn dat ze mogelijkhed<strong>en</strong> b<strong>en</strong>utt<strong>en</strong> om de regels<br />
voor spelling, interpunctie <strong>en</strong> het gebruik van hoofdletters in andere vakk<strong>en</strong> te gebruik<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
in te pass<strong>en</strong> in schrijfopdracht<strong>en</strong>. Ook blijv<strong>en</strong> ze op e<strong>en</strong> adequate manier aandacht houd<strong>en</strong><br />
voor leerling<strong>en</strong> met lees- <strong>en</strong> spelproblem<strong>en</strong>.<br />
42
44<br />
Literatuur
Aarnoutse, C., Verhoev<strong>en</strong>, L. (red.), Zandt, R. van het & Biemond, H. (2003). Tuss<strong>en</strong>doel<strong>en</strong><br />
gevorderde geletterdheid. Leerlijn<strong>en</strong> voor groep 4 tot <strong>en</strong> met 8. Nijmeg<strong>en</strong>: Expertisec<strong>en</strong>trum<br />
Nederlands.<br />
Aarnoutse, C. (2004). Ontwikkeling van beginn<strong>en</strong>de geletterdheid. Afscheidsrede. Nijmeg<strong>en</strong>:<br />
UB Nijmeg<strong>en</strong>.<br />
Aitchison, J. (2002). Words in the mind: An introduction to the m<strong>en</strong>tal lexicon. Oxford UK &<br />
Cambridge, MA: Blackwell Publishers.<br />
Ber<strong>en</strong>st, J. (2011). Je praat toch ook over het weer? Taalbeschouwing als metacommunicatie.<br />
Tijdschrift Taal voor opleiders <strong>en</strong> onderwijsadviseurs, 2, nr. 3, 16-21.<br />
Bonset, H. & Hoogeve<strong>en</strong>, M. (2009). Spelling in het basisonderwijs. E<strong>en</strong> inv<strong>en</strong>tarisatie van<br />
empirisch onderzoek. Enschede: SLO.<br />
Onderzochte aanpak,<br />
Bonset, H. (2010). Spelling in het onderwijs: hoe staat het ermee, <strong>en</strong> hoe kan het beter? Lev<strong>en</strong>de<br />
Tal<strong>en</strong> Tijdschrift, 11, nr. 3, 3-17.<br />
Bronkhorst, J., Verhoev<strong>en</strong>, L. & Biemond, H. (2009). Werk<strong>en</strong> aan taal met gebruik van tuss<strong>en</strong>doel<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> ICT. Taalonderwijs krijgt nieuwe mogelijkhed<strong>en</strong> <strong>en</strong> kans<strong>en</strong>. Nijmeg<strong>en</strong>: Expertisec<strong>en</strong>trum<br />
Nederlands.<br />
Cito (2006). Overzicht spellingcategorieën LOVS-toets<strong>en</strong> Spelling. Arnhem: Cito.<br />
Copp<strong>en</strong>, P. A. (2010). Grammatica: waar gaat dat eig<strong>en</strong>lijk over? In S. Vanhoor<strong>en</strong> & A. Mottart<br />
(Red.), Vier<strong>en</strong>twintigste Confer<strong>en</strong>tie Het Schoolvak Nederlands (pp. 174-182). G<strong>en</strong>t: Academia<br />
Press.<br />
Daems, F. (2006). Beter (ler<strong>en</strong>) spell<strong>en</strong> in 2005? Antwerp<strong>en</strong>: Universiteit Antwerp<strong>en</strong>.<br />
Damhuis, R. & Litj<strong>en</strong>s, P. (2003). Mondelinge communicatie. Drie werkwijz<strong>en</strong> voor mondelinge<br />
taalontwikkeling. Nijmeg<strong>en</strong>: Expertisec<strong>en</strong>trum Nederlands.<br />
Elsäcker, W. van, Beek, A. van der, Hill<strong>en</strong>, J. & Peters, S. (2009). De Taallijn. Interactief taalonderwijs<br />
in groep 1 <strong>en</strong> 2. Nijmeg<strong>en</strong>: Expertisec<strong>en</strong>trum Nederlands.<br />
Expertgroep Doorlop<strong>en</strong>de Leerlijn<strong>en</strong> Taal <strong>en</strong> Rek<strong>en</strong><strong>en</strong> (2008a). Over de drempels met taal <strong>en</strong> rek<strong>en</strong><strong>en</strong>.<br />
Hoofdrapport van de Expertgroep Doorlop<strong>en</strong>de Leerlijn<strong>en</strong> Taal <strong>en</strong> Rek<strong>en</strong><strong>en</strong>. Enschede: SLO.<br />
45
Expertgroep Doorlop<strong>en</strong>de Leerlijn<strong>en</strong> Taal <strong>en</strong> Rek<strong>en</strong><strong>en</strong> (2008b). Over de drempels met taal.<br />
De niveaus voor taalvaardigheid. Enschede: SLO.<br />
Expertgroep Doorlop<strong>en</strong>de Leerlijn<strong>en</strong> Taal <strong>en</strong> Rek<strong>en</strong><strong>en</strong> (2009). E<strong>en</strong> nadere beschouwing.<br />
Over de drempels met taal. Enschede: SLO.<br />
Frijn, J. & Haan, G. de (1990). Het taaller<strong>en</strong>d kind. Dordrecht: Foris.<br />
Gein J. van de (2004). Over de zinsgr<strong>en</strong>s. De relatie tuss<strong>en</strong> zinsbouwonderwijs <strong>en</strong> ler<strong>en</strong><br />
interpunger<strong>en</strong>. Moer, 2, 49-58.<br />
Gelder<strong>en</strong>, A. van (1994). Taalvaardigheidseis<strong>en</strong> in het zaakvakonderwijs voor e<strong>en</strong>talige <strong>en</strong><br />
meertalige klass<strong>en</strong>. Amsterdam: SCO-Kohnstamm Instituut.<br />
Gelder<strong>en</strong>, A. van (2010). <strong>Leerstoflijn<strong>en</strong></strong> schrijv<strong>en</strong> beschrev<strong>en</strong>. Enschede: SLO.<br />
Gijsel, M. A. R., Bosman, A. M. T. & Verhoev<strong>en</strong>, L. (2006). Kindergart<strong>en</strong> risk factors, cognitive<br />
factors, and teacher judgem<strong>en</strong>ts as predictors of early reading in Dutch. Journal of Learning<br />
Disabilities, 39(6), 558-571.<br />
Gijsel, M., Scheltinga, F., Dru<strong>en</strong><strong>en</strong>, M. van & Verhoev<strong>en</strong>, L. (2011a). Protocol Leesproblem<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
Dyslexie voor groep 3. Nijmeg<strong>en</strong>: Expertisec<strong>en</strong>trum Nederlands.<br />
Gijsel, M., Scheltinga, F., Dru<strong>en</strong><strong>en</strong>, M. van & Verhoev<strong>en</strong>, L. (2011b). Protocol Leesproblem<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
Dyslexie voor groep 4. Nijmeg<strong>en</strong>: Expertisec<strong>en</strong>trum Nederlands.<br />
Grev<strong>en</strong>, J. & Letschert, J. (2006). Kerndoel<strong>en</strong>boekje. D<strong>en</strong> Haag: Ministerie van OCW.<br />
Hilte, S. M. (2009). Optimizing computer-based spelling exercises. Proefschrift. Enschede: Ipskamp.<br />
Hoogeve<strong>en</strong>, M. & Bonset, H. (1998). Het schoolvak Nederlands onderzocht. E<strong>en</strong> inv<strong>en</strong>tarisatie<br />
van onderzoek naar onderwijs Nederlands als eerste <strong>en</strong> tweede taal in Nederland <strong>en</strong> Vlaander<strong>en</strong>.<br />
Leuv<strong>en</strong>/Apeldoorn: Garant.<br />
Hoogeve<strong>en</strong>, M. & Kouw<strong>en</strong>berg, B. (red.) (2011). Speel schrijvertje. E<strong>en</strong> impuls voor het schrijfonderwijs<br />
in Montessorischol<strong>en</strong>. Enschede: SLO.<br />
Kleijn<strong>en</strong>, R. (1997). Strategieën van zwakke lezers <strong>en</strong> spellers in het voortgezet onderwijs. Proefschrift.<br />
Lisse: Swets <strong>en</strong> Zeitlinger.<br />
46
Kleijn<strong>en</strong>, R. (2004). Hardnekkige spellingfout<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> taalkundige analyse. Lisse: Swets <strong>en</strong><br />
Zeitlinger.<br />
Leeuw, B. van der, Israel, T., Pauw, I. & Schaufeli, A. (2009). K<strong>en</strong>nisbasis Nederlandse taal voor<br />
de lerar<strong>en</strong>opleiding basisonderwijs. HBO-raad.<br />
Ministerie OCW (2009). Refer<strong>en</strong>tiekader taal <strong>en</strong> rek<strong>en</strong><strong>en</strong>. De refer<strong>en</strong>ti<strong>en</strong>iveaus. D<strong>en</strong> Haag:<br />
MinOCW.<br />
Nederlandse Taalunie (2009). Technische Handleiding. Regels voor de officiële spelling van<br />
het Nederlands. Geraadpleegd op 30 juni 2011 via http://taalunieversum.org/spelling/download/technische_handleiding.pdf.<br />
Nunn, A. M. (1998). Dutch Orthography. A Systematic Investigation of the Spelling of Dutch<br />
Words. D<strong>en</strong> Haag: Holland Academic Graphics.<br />
Oepkes, H. (2006). Spellingbewustzijn <strong>en</strong> spellinggewet<strong>en</strong> als doel<strong>en</strong> van het spellingonderwijs,<br />
JSW, 91, 34-38.<br />
Oosterloo, A. & Paus, H. (2010). <strong>Leerstoflijn<strong>en</strong></strong> lez<strong>en</strong> beschrev<strong>en</strong>. Enschede: SLO.<br />
Schaerlaek<strong>en</strong>s, A. (2008). De taalontwikkeling van het kind. Groning<strong>en</strong>/Hout<strong>en</strong>: Wolters-<br />
Noordhoff.<br />
Scheltinga, F., Gijsel, M., Dru<strong>en</strong><strong>en</strong>, M. van & Verhoev<strong>en</strong>, L. (2011). Protocol Leesproblem<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
Dyslexie voor groep 5-8. Nijmeg<strong>en</strong>: Expertisec<strong>en</strong>trum Nederlands.<br />
Schijf, G. M. (2009). Lees- <strong>en</strong> spellingvaardighed<strong>en</strong> van brugklassers. Proefschrift. Amsterdam:<br />
SCO-Kohnstamm Instituut.<br />
Taalgroep Nederlandse taal PO SLO (2008). TULE - Nederlands. Inhoud<strong>en</strong> <strong>en</strong> activiteit<strong>en</strong> bij de<br />
kerndoel<strong>en</strong>. Enschede: SLO.<br />
Verhoev<strong>en</strong>, L., Aarnoutse, C. (red.), Blauw, A. de, Boland, Th., Vernooy, K. & Zandt, R. van<br />
het (1999). Tuss<strong>en</strong>doel<strong>en</strong> beginn<strong>en</strong>de geletterdheid: E<strong>en</strong> leerlijn voor groep 1 tot <strong>en</strong> met 3.<br />
Nijmeg<strong>en</strong>: Expertisec<strong>en</strong>trum Nederlands.<br />
47
Vlaams Ministerie van Onderwijs <strong>en</strong> Vorming, Departem<strong>en</strong>t Onderwijs <strong>en</strong> Vorming Curriculum<br />
(2009). Advieslijst taalbeschouwelijke term<strong>en</strong> Nederlands. Geraadpleegd op 8 maart 2011<br />
via http://www.ond.vlaander<strong>en</strong>.be/dvo/tal<strong>en</strong>beleid/Advieslijst_taalbeschouwelijke_term<strong>en</strong>_Nederlands_2009.pdf.<br />
W<strong>en</strong>tink, H., Verhoev<strong>en</strong>, L. & Dru<strong>en</strong><strong>en</strong>, M. van (2008). Protocol Leesproblem<strong>en</strong> <strong>en</strong> Dyslexie voor<br />
groep 1 <strong>en</strong> 2. Nijmeg<strong>en</strong>: Expertisec<strong>en</strong>trum Nederlands.<br />
Zuidema, J. J. (1988). Efficiënt spellingonderwijs. E<strong>en</strong> leer- <strong>en</strong> expertmodel voor het spell<strong>en</strong>.<br />
Proefschrift. Leuv<strong>en</strong>/Amersfoort: Acco.<br />
48
SLO is het nationaal expertisec<strong>en</strong>trum leerplanontwikkeling.<br />
Al 35 jaar gev<strong>en</strong> wij inhoud aan ler<strong>en</strong> <strong>en</strong> innovatie in de driehoek<br />
beleid, wet<strong>en</strong>schap <strong>en</strong> onderwijspraktijk. De kern van onze expertise<br />
betreft het ontwikkel<strong>en</strong> van doel<strong>en</strong> <strong>en</strong> inhoud<strong>en</strong> van ler<strong>en</strong>, voor vele<br />
niveaus, van landelijk beleid tot het klaslokaal.<br />
We do<strong>en</strong> dat in interactie met vele uite<strong>en</strong>lop<strong>en</strong>de partners uit<br />
kring<strong>en</strong> van beleid, schoolbestur<strong>en</strong> <strong>en</strong> -leiders, lerar<strong>en</strong>, onderzoekers<br />
<strong>en</strong> verteg<strong>en</strong>woordigers van maatschappelijke organisaties (ouders,<br />
bedrijfslev<strong>en</strong>, e.d.).<br />
Zo zijn wij in staat leerplankaders te ontwerp<strong>en</strong>, die van voorbeeld<strong>en</strong><br />
te voorzi<strong>en</strong> <strong>en</strong> te beproev<strong>en</strong> in de schoolpraktijk. Met onze product<strong>en</strong><br />
<strong>en</strong> adviez<strong>en</strong> ondersteun<strong>en</strong> we zowel beleidsmakers als schol<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />
lerar<strong>en</strong> bij het mak<strong>en</strong> van inhoudelijke leerplankeuzes <strong>en</strong> het<br />
uitwerk<strong>en</strong> daarvan in aansprek<strong>en</strong>d <strong>en</strong> succesvol onderwijs.<br />
SLO<br />
Piet Heinstraat 12<br />
7511 JE Enschede<br />
Postbus 2041<br />
7500 CA Enschede<br />
T 053 484 08 40<br />
F 053 430 76 92<br />
E info@slo.nl<br />
www.slo.nl