20.02.2015 Views

Leerstoflijnen begrippenlijst en taalverzorging beschreven ( 2 ... - Slo

Leerstoflijnen begrippenlijst en taalverzorging beschreven ( 2 ... - Slo

Leerstoflijnen begrippenlijst en taalverzorging beschreven ( 2 ... - Slo

SHOW MORE
SHOW LESS

Transform your PDFs into Flipbooks and boost your revenue!

Leverage SEO-optimized Flipbooks, powerful backlinks, and multimedia content to professionally showcase your products and significantly increase your reach.

<strong>Leerstoflijn<strong>en</strong></strong><br />

<strong>begripp<strong>en</strong>lijst</strong> <strong>en</strong><br />

<strong>taalverzorging</strong><br />

beschrev<strong>en</strong><br />

Uitwerking van het refer<strong>en</strong>tiekader Nederlandse taal voor<br />

het domein <strong>begripp<strong>en</strong>lijst</strong> <strong>en</strong> <strong>taalverzorging</strong> op de basisschool<br />

SLO • nationaal expertisec<strong>en</strong>trum leerplanontwikkeling


<strong>Leerstoflijn<strong>en</strong></strong><br />

<strong>begripp<strong>en</strong>lijst</strong> <strong>en</strong><br />

<strong>taalverzorging</strong><br />

beschrev<strong>en</strong><br />

Uitwerking van het refer<strong>en</strong>tiekader<br />

Nederlandse taal voor het domein <strong>begripp<strong>en</strong>lijst</strong><br />

<strong>en</strong> <strong>taalverzorging</strong> op de basisschool<br />

Annie van der Beek <strong>en</strong> Harry Paus<br />

SLO • nationaal expertisec<strong>en</strong>trum leerplanontwikkeling<br />

Augustus 2011


Colofon<br />

© 2011 SLO (nationaal expertisec<strong>en</strong>trum leerplanontwikkeling), Enschede<br />

Alle recht<strong>en</strong> voorbehoud<strong>en</strong>. Mits de bron wordt vermeld is het toegestaan om zonder vooraf-<br />

gaande toestemming van de uitgever deze uitgave geheel of gedeeltelijk te kopiër<strong>en</strong> dan wel<br />

op andere wijze te verveelvoudig<strong>en</strong>.<br />

Auteurs<br />

Vormgeving<br />

Foto omslag<br />

Met adviez<strong>en</strong> van<br />

Annie van der Beek <strong>en</strong> Harry Paus<br />

BuroDaan grafische vormgeving, Markelo<br />

humantouchphotography.nl<br />

R<strong>en</strong>é Ber<strong>en</strong>ds (Saxion), Helge Bonset (SLO), Nicola Brijde (ThiemeMeul<strong>en</strong>hoff),<br />

Jos Cöp (Zwijs<strong>en</strong>), Mi<strong>en</strong>ke Droop (Expertisec<strong>en</strong>trum<br />

Nederlands), Ivet van der Eerd<strong>en</strong> (ThiemeMeul<strong>en</strong>hoff),<br />

Amos van Gelder<strong>en</strong> (Kohnstamm Instituut), Kees de Glopper<br />

(Rijksuniversiteit Groning<strong>en</strong>), Annemarie Heuts (ThiemeMeul<strong>en</strong>hoff),<br />

Frans van d<strong>en</strong> Heuvel (Fontys Fydes), Arjanne Hoogerman<br />

(Malmberg), Mariëtte Hoogeve<strong>en</strong> (SLO), Nicole van Kan (Noordhoff),<br />

Ria Kleijn<strong>en</strong> (Windesheim, Onderwijsc<strong>en</strong>trum VU), Els<br />

Le<strong>en</strong>ders (SLO), W<strong>en</strong>dy Ligt (Malmberg), Astrid Mols (Cito), Anita<br />

Oosterloo (SLO), Gert Rijlaarsdam (Universiteit van Amsterdam),<br />

Pauline Roumans (Cito), Truus Schijf (Muiswerk Educatief), Paul<br />

Stapel (Zwijs<strong>en</strong>), Joop Stoeldraijer (Edux), Margreet Ve<strong>en</strong>man<br />

(Noordhoff), Johan Zuidema (ThiemeMeul<strong>en</strong>hoff).<br />

Informatie<br />

SLO<br />

Postbus 2041, 7500 CA Enschede<br />

Telefoon (053) 4840 664<br />

Internet: www.slo.nl<br />

E-mail: primaironderwijs@slo.nl<br />

AN 1.6095.431<br />

2


Inhoudsopgave<br />

Inleiding 4<br />

1. Begripp<strong>en</strong>lijst <strong>en</strong> <strong>taalverzorging</strong>: leerstoflijn<strong>en</strong> in schema 8<br />

1.1 <strong>Leerstoflijn<strong>en</strong></strong> <strong>begripp<strong>en</strong>lijst</strong> 9<br />

1.2 <strong>Leerstoflijn<strong>en</strong></strong> <strong>taalverzorging</strong> 14<br />

2. Algem<strong>en</strong>e k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van het domein <strong>begripp<strong>en</strong>lijst</strong> <strong>en</strong> <strong>taalverzorging</strong> 18<br />

2.1 Taalontwikkeling 21<br />

2.1.1 Mondelinge taal 21<br />

2.1.2 Lez<strong>en</strong> <strong>en</strong> schrijv<strong>en</strong> 23<br />

2.2 Spellingcategorieën 25<br />

2.3 De schema’s leerstoflijn<strong>en</strong> toegelicht 28<br />

2.3.1 Begripp<strong>en</strong>lijst 28<br />

2.3.2 Taalverzorging 31<br />

2.4 Keuzes in <strong>taalverzorging</strong>sonderwijs 34<br />

3. Karakteristiek<strong>en</strong> van het domein <strong>begripp<strong>en</strong>lijst</strong> <strong>en</strong><br />

<strong>taalverzorging</strong> in groep 1 tot <strong>en</strong> met 8 36<br />

3.1 Karakteristiek<strong>en</strong> voor groep 1/2 37<br />

3.2 Karakteristiek<strong>en</strong> voor groep 3/4 39<br />

3.2 Karakteristiek<strong>en</strong> voor groep 5/6 40<br />

3.4 Karakteristiek<strong>en</strong> voor groep 7/8 42<br />

Literatuur 44<br />

3


4<br />

Inleiding


Het Refer<strong>en</strong>tiekader taal <strong>en</strong> rek<strong>en</strong><strong>en</strong><br />

In het Refer<strong>en</strong>tiekader taal <strong>en</strong> rek<strong>en</strong><strong>en</strong> (2009) staat beschrev<strong>en</strong> wat kinder<strong>en</strong> op verschill<strong>en</strong>de<br />

mom<strong>en</strong>t<strong>en</strong> in hun schoolloopbaan op het gebied van taal <strong>en</strong> rek<strong>en</strong><strong>en</strong> moet<strong>en</strong> k<strong>en</strong>n<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong>. Daarmee is het e<strong>en</strong> leidraad voor schol<strong>en</strong>, doc<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong> onderwijsprogramma’s<br />

in het primair <strong>en</strong> voortgezet onderwijs <strong>en</strong> middelbaar beroepsonderwijs.<br />

Het refer<strong>en</strong>tiekader onderscheidt voor taal vier domein<strong>en</strong>:<br />

• Mondelinge taalvaardigheid<br />

• Lez<strong>en</strong><br />

• Schrijv<strong>en</strong><br />

• Begripp<strong>en</strong>lijst <strong>en</strong> <strong>taalverzorging</strong>.<br />

Er word<strong>en</strong> voor deze domein<strong>en</strong> vier niveaus onderscheid<strong>en</strong>. Het fundam<strong>en</strong>teel niveau 1<br />

(niveau 1F) voor het eind van het basisonderwijs, het speciaal onderwijs <strong>en</strong> het praktijkonderwijs,<br />

niveau 2F voor mbo 1, 2, 3 <strong>en</strong> vmbo, niveau 3F voor mbo 4 <strong>en</strong> eind havo <strong>en</strong> t<strong>en</strong> slotte<br />

niveau 4F voor eind vwo.<br />

Het fundam<strong>en</strong>tele niveau is zo bepaald dat ongeveer 75% van de leerling<strong>en</strong> dat bereikt op<br />

het eind van het schooltype. Leerling<strong>en</strong> die het fundam<strong>en</strong>teel niveau voor hun onderwijstype<br />

hebb<strong>en</strong> behaald, krijg<strong>en</strong> meer aangebod<strong>en</strong>: ze gaan op weg naar het volg<strong>en</strong>de niveau, het<br />

zog<strong>en</strong>oemde streefniveau. Voor de Nederlandse taal geldt dat het streefniveau gelijk staat<br />

met het volg<strong>en</strong>de fundam<strong>en</strong>tele niveau: het streefniveau 1S voor het basisonderwijs staat<br />

gelijk aan niveau 2F. Voor de 25% die het fundam<strong>en</strong>teel niveau 1F op het eind van de basisschool<br />

niet zal hal<strong>en</strong>, biedt de leraar adequate leerstof aan, aansluit<strong>en</strong>d op de mogelijkhed<strong>en</strong><br />

van de leerling.<br />

Om e<strong>en</strong> goed aanbod in het taalonderwijs te kunn<strong>en</strong> bied<strong>en</strong>, moet<strong>en</strong> basisschol<strong>en</strong> e<strong>en</strong> beeld<br />

hebb<strong>en</strong> van de eindniveaus 1F <strong>en</strong> 1S/2F. Daartoe is het in de eerste plaats nodig dat de beschrijving<strong>en</strong><br />

zoals geformuleerd in het refer<strong>en</strong>tiekader zijn geconcretiseerd: Wat betek<strong>en</strong><strong>en</strong><br />

de niveaus 1F <strong>en</strong> 1S/2F voor de onderscheid<strong>en</strong> taaldomein<strong>en</strong>? Wanneer kunn<strong>en</strong> we zegg<strong>en</strong><br />

dat e<strong>en</strong> leerling e<strong>en</strong> taak uitvoert op het niveau van 1F of 1S/2F? Op de website<br />

www.taal<strong>en</strong>rek<strong>en</strong><strong>en</strong>.nl word<strong>en</strong> deze vrag<strong>en</strong> beantwoord. De gebruikers van de site krijg<strong>en</strong><br />

daarmee e<strong>en</strong> concreter beeld van de niveaus.<br />

5


E<strong>en</strong> andere vraag, relevant voor het basisonderwijs, is langs welke weg de eindniveaus 1F <strong>en</strong><br />

1S/2F te bereik<strong>en</strong> zijn. Hoe kan de opbouw van de leerstof voor de verschill<strong>en</strong>de domein<strong>en</strong><br />

over de groep<strong>en</strong> 1 tot <strong>en</strong> met 8 eruit zi<strong>en</strong>? Op deze vraag will<strong>en</strong> we e<strong>en</strong> antwoord gev<strong>en</strong> in<br />

e<strong>en</strong> reeks van vier publicaties die steeds één van de vier taaldomein<strong>en</strong> uit het refer<strong>en</strong>tiekader<br />

behandel<strong>en</strong>:<br />

• <strong>Leerstoflijn<strong>en</strong></strong> mondelinge taalvaardigheid beschrev<strong>en</strong><br />

• <strong>Leerstoflijn<strong>en</strong></strong> lez<strong>en</strong> beschrev<strong>en</strong><br />

• <strong>Leerstoflijn<strong>en</strong></strong> schrijv<strong>en</strong> beschrev<strong>en</strong><br />

• <strong>Leerstoflijn<strong>en</strong></strong> <strong>begripp<strong>en</strong>lijst</strong> <strong>en</strong> <strong>taalverzorging</strong> beschrev<strong>en</strong><br />

De voorligg<strong>en</strong>de publicatie betreft de uitwerking van het vierde domein, de leerstoflijn<strong>en</strong><br />

voor <strong>begripp<strong>en</strong>lijst</strong> <strong>en</strong> <strong>taalverzorging</strong>.<br />

Begripp<strong>en</strong>lijst <strong>en</strong> <strong>taalverzorging</strong><br />

Het domein <strong>begripp<strong>en</strong>lijst</strong> <strong>en</strong> <strong>taalverzorging</strong> bestaat uit twee del<strong>en</strong>. De <strong>begripp<strong>en</strong>lijst</strong> omvat<br />

begripp<strong>en</strong> <strong>en</strong> concept<strong>en</strong> die leerling<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> <strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> hanter<strong>en</strong> om over taal <strong>en</strong><br />

taalverschijnsel<strong>en</strong> te kunn<strong>en</strong> d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> <strong>en</strong> sprek<strong>en</strong>. Bij <strong>taalverzorging</strong> gaat het om k<strong>en</strong>nis die<br />

in di<strong>en</strong>st staat van e<strong>en</strong> verzorgde schriftelijke taalproductie, <strong>en</strong> in het refer<strong>en</strong>tiekader wordt<br />

dat beperkt tot regels voor spelling, interpunctie <strong>en</strong> het gebruik van hoofdletters.<br />

De inhoud van het domein <strong>begripp<strong>en</strong>lijst</strong> <strong>en</strong> <strong>taalverzorging</strong> sluit aan bij drie kerndoel<strong>en</strong><br />

Nederlandse taal voor het basisonderwijs 1 . In kerndoel 8 staat dat leerling<strong>en</strong> aandacht<br />

ler<strong>en</strong> bested<strong>en</strong> aan correcte spelling, in kerndoel 11 dat ze regels ler<strong>en</strong> voor het spell<strong>en</strong> van<br />

werkwoord<strong>en</strong>, voor andere woord<strong>en</strong> dan werkwoord<strong>en</strong>, <strong>en</strong> voor het gebruik van leestek<strong>en</strong>s.<br />

Kerndoel 12 geeft aan dat leerling<strong>en</strong> begripp<strong>en</strong> ler<strong>en</strong> die het hun mogelijk mak<strong>en</strong> om over<br />

taal te kunn<strong>en</strong> d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> <strong>en</strong> sprek<strong>en</strong>. In de voorligg<strong>en</strong>de publicatie zijn mogelijke inhoud<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> e<strong>en</strong> mogelijke verdeling van de leerstof voor het domein <strong>begripp<strong>en</strong>lijst</strong> <strong>en</strong> <strong>taalverzorging</strong><br />

beschrev<strong>en</strong>. Deze inhoud<strong>en</strong> sluit<strong>en</strong> aan bij de inhoud van de g<strong>en</strong>oemde kerndoel<strong>en</strong>: de<br />

inhoud van kerndoel 12 bij de leerstoflijn <strong>begripp<strong>en</strong>lijst</strong> <strong>en</strong> de inhoud van de kerndoel<strong>en</strong> 8<br />

<strong>en</strong> 11 bij de leerstoflijn <strong>taalverzorging</strong>. De leerstof is in deze publicatie verkaveld over steeds<br />

twee leerjar<strong>en</strong> in het basisonderwijs: groep 1/2, groep 3/4, groep 5/6 <strong>en</strong> groep 7/8. De leerstof<br />

is cumulatief, er wordt steeds voortgebouwd op eerder aangebod<strong>en</strong> leerstof.<br />

1 In Grev<strong>en</strong> & Letschert (2006) staan onder het kopje ‘Kerndoel<strong>en</strong> Nederlands > Taalbeschouwing, waaronder strategieën’ de kerndoel<strong>en</strong><br />

10, 11 <strong>en</strong> 12. Kerndoel 10 luidt: ‘De leerling<strong>en</strong> ler<strong>en</strong> bij de doel<strong>en</strong> onder ‘mondeling taalonderwijs’ <strong>en</strong> ‘schriftelijk taalonderwijs’ strategieën<br />

te herk<strong>en</strong>n<strong>en</strong>, te verwoord<strong>en</strong>, te gebruik<strong>en</strong> <strong>en</strong> te beoordel<strong>en</strong>.’ Het Refer<strong>en</strong>tiekader taal <strong>en</strong> rek<strong>en</strong><strong>en</strong> (2009) gaat niet in op het<br />

gebruik van strategieën; de werkgroep heeft dat gemotiveerd in Over de drempels met taal (2008, pag. 10). De voorligg<strong>en</strong>de publicatie<br />

kan gezi<strong>en</strong> word<strong>en</strong> als e<strong>en</strong> uitwerking van het refer<strong>en</strong>tiekader, <strong>en</strong> gaat daarom ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s niet in op kerndoel 10.<br />

6


De leerstoflijn<strong>en</strong> voor het domein <strong>begripp<strong>en</strong>lijst</strong> <strong>en</strong> <strong>taalverzorging</strong> kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> gebruikt<br />

voor de planning <strong>en</strong> opbouw van het onderwijsaanbod. Ze vorm<strong>en</strong> e<strong>en</strong> hulpmiddel voor<br />

teams om gezam<strong>en</strong>lijk te reflecter<strong>en</strong> op hun aanbod, ev<strong>en</strong>tueel in relatie tot de methode.<br />

Met behulp van deze leerstoflijn<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> teams <strong>en</strong> ook begeleiders, opleiders <strong>en</strong> methodemakers<br />

het aanbod afstemm<strong>en</strong> op de behoefte van de leerling<strong>en</strong>.<br />

In hoofdstuk 1 staat e<strong>en</strong> schematische weergave van de leerstoflijn<strong>en</strong> <strong>begripp<strong>en</strong>lijst</strong> (paragraaf<br />

1.1) <strong>en</strong> <strong>taalverzorging</strong> (paragraaf 1.2). Hoofdstuk 2 beschrijft algem<strong>en</strong>e k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

achtergrond<strong>en</strong> bij de leerstoflijn<strong>en</strong> <strong>begripp<strong>en</strong>lijst</strong> <strong>en</strong> <strong>taalverzorging</strong>, <strong>en</strong> hoofdstuk 3 bevat<br />

korte karakteristiek<strong>en</strong> van de inhoud<strong>en</strong> voor <strong>begripp<strong>en</strong>lijst</strong> <strong>en</strong> <strong>taalverzorging</strong> in respectievelijk<br />

groep 1/2, 3/4, 5/6 <strong>en</strong> 7/8.<br />

7


1. Begripp<strong>en</strong>lijst <strong>en</strong><br />

<strong>taalverzorging</strong>:<br />

leerstoflijn<strong>en</strong> in schema<br />

8


Dit hoofdstuk bevat schematische overzicht<strong>en</strong> van het domein <strong>begripp<strong>en</strong>lijst</strong> <strong>en</strong> <strong>taalverzorging</strong>.<br />

Tabel 1.1 bevat de leerstoflijn<strong>en</strong> voor de <strong>begripp<strong>en</strong>lijst</strong> <strong>en</strong> tabel 1.2 voor <strong>taalverzorging</strong>.<br />

In de laatste kolom van de tabell<strong>en</strong> staat de aanduiding 1F, 1S/2F of 3F. Deze kolom verwijst<br />

naar de niveaus in het refer<strong>en</strong>tiekader. Als er in de laatste kolom niets staat, komt het<br />

betreff<strong>en</strong>de onderwerp niet voor in het refer<strong>en</strong>tiekader <strong>en</strong> is het door ons toegevoegd. Deze<br />

toevoeging<strong>en</strong> zijn in de tabell<strong>en</strong> gecursiveerd.<br />

De tabell<strong>en</strong> gev<strong>en</strong> e<strong>en</strong> mogelijke opbouw van het (eerste) aanbod, gespecificeerd per twee<br />

leerjar<strong>en</strong> in het basisonderwijs: groep 1/2, 3/4, 5/6 <strong>en</strong> 7/8. Als e<strong>en</strong> begrip voor de eerste keer<br />

wordt aangebod<strong>en</strong>, wil dat niet zegg<strong>en</strong> dat het in dat leerjaar door alle leerling<strong>en</strong> moet word<strong>en</strong><br />

beheerst. E<strong>en</strong> leerkracht kan e<strong>en</strong> begrip bijvoorbeeld de eerste keer min of meer terloops<br />

gebruik<strong>en</strong> om het later te expliciter<strong>en</strong>. En als e<strong>en</strong> spellingkwestie voor de eerste keer aan de<br />

orde komt, wil dat niet zegg<strong>en</strong> dat leerling<strong>en</strong> de kwestie dan al beheers<strong>en</strong>. Vaak is herhaalde<br />

instructie <strong>en</strong>/of voortgezette oef<strong>en</strong>ing nodig. In de tabell<strong>en</strong> is dus te zi<strong>en</strong> wanneer het eerste<br />

aanbod kan plaatsvind<strong>en</strong>; de leerkracht bepaalt wanneer daarna nadere aandacht voor het<br />

onderwerp nodig is.<br />

In paragraaf 2.3 licht<strong>en</strong> we de keuzes toe die we hebb<strong>en</strong> gemaakt bij de verkaveling van de<br />

leerstof.<br />

9


1.1 <strong>Leerstoflijn<strong>en</strong></strong> <strong>begripp<strong>en</strong>lijst</strong><br />

Tabel 1.1 <strong>Leerstoflijn<strong>en</strong></strong> <strong>begripp<strong>en</strong>lijst</strong><br />

Groep 1/2 Groep 3/4 Groep 5/6 Groep 7/8 Refer<strong>en</strong>tiekader<br />

LEESTEKENS<br />

punt<br />

1F<br />

komma<br />

1F<br />

vraagtek<strong>en</strong><br />

1F<br />

uitroeptek<strong>en</strong><br />

1F<br />

aanhalingstek<strong>en</strong>s<br />

1F<br />

hoofdletter<br />

1F<br />

kleine letter<br />

letter<br />

haakjes<br />

leestek<strong>en</strong><br />

dubbele punt<br />

1F<br />

WOORDSOORTEN<br />

zelfstandig naamwoord<br />

werkwoord<br />

lidwoord<br />

GRAMMATICALE KENNIS<br />

zin<br />

voegwoord<br />

voorzetsel<br />

telwoord<br />

bijvoeglijk naamwoord<br />

onderwerp<br />

persoonsvorm<br />

hoofdzin<br />

bijzin<br />

zinsdeel<br />

vrag<strong>en</strong>de vorm<br />

trema<br />

acc<strong>en</strong>t<br />

puntkomma<br />

apostrof<br />

koppeltek<strong>en</strong><br />

afbreekstreepje<br />

spatie<br />

bijvoeglijk naamwoord (stoffelijk,<br />

afgeleid van deelwoord)<br />

voornaamwoord<br />

lijd<strong>en</strong>d voorwerp<br />

(werkwoordelijk) gezegde<br />

lijd<strong>en</strong>de vorm<br />

bedrijv<strong>en</strong>de vorm<br />

1S/2F<br />

1S/2F<br />

1F<br />

1F<br />

1F<br />

1F<br />

1F<br />

1F<br />

1F<br />

1F<br />

1F<br />

1F<br />

1F<br />

1S/2F<br />

1F<br />

1F<br />

1S/2F<br />

1S/2F<br />

10


Groep 1/2 Groep 3/4 Groep 5/6 Groep 7/8 Refer<strong>en</strong>tiekader<br />

TEKSTKENNIS<br />

voor<br />

achter<br />

bov<strong>en</strong><br />

onder<br />

b<strong>en</strong>ed<strong>en</strong><br />

links<br />

rechts<br />

begin<br />

midd<strong>en</strong><br />

eind<br />

pr<strong>en</strong>t<strong>en</strong>boek<br />

voorlez<strong>en</strong><br />

omslag/kaft/voor- <strong>en</strong> achterkant boek<br />

blader<strong>en</strong><br />

plaat(je)<br />

verhaal(tje)<br />

probleem<br />

oplossing<br />

grapje<br />

rijm(<strong>en</strong>)<br />

versje<br />

rijmpje<br />

gedicht<br />

lied(je)<br />

vertell<strong>en</strong><br />

luister<strong>en</strong><br />

lez<strong>en</strong><br />

schrijv<strong>en</strong><br />

standpunt<br />

argum<strong>en</strong>t<br />

feit<br />

m<strong>en</strong>ing<br />

tekst<br />

signaalwoord<br />

inhoudsopgave<br />

inleiding<br />

kern<br />

slot<br />

boodschap<br />

situatie<br />

bedoeling<br />

spreker<br />

luisteraar<br />

lezer<br />

schrijver<br />

tekstsoort<br />

gespreksvorm<br />

aanduiding voor gespreksvorm:<br />

overleg, discussie,<br />

interview/ vraaggesprek,<br />

voordracht/ pres<strong>en</strong>tatie<br />

aanduiding voor tekstsoort/g<strong>en</strong>re:<br />

fictie: verhaal, poëzie<br />

zakelijk: informatief, instructief,<br />

betog<strong>en</strong>d<br />

1F<br />

1F<br />

1F<br />

1F<br />

1F<br />

1S/2F<br />

1F<br />

1S/2F<br />

11


Groep 1/2 Groep 3/4 Groep 5/6 Groep 7/8 Refer<strong>en</strong>tiekader<br />

debat<br />

monoloog<br />

dialoog<br />

metatalige vorm: woord, zin of 1S/2F<br />

tekstfragm<strong>en</strong>t dat informatie<br />

geeft over de rest van de tekst<br />

(zoals e<strong>en</strong> prospectief <strong>en</strong><br />

retrospectief tekstelem<strong>en</strong>t<br />

in inleiding, sam<strong>en</strong>vatt<strong>en</strong>de<br />

zin aan slot)<br />

hoofdgedachte van tekst<br />

1S/2F<br />

tekstthema<br />

1S/2F<br />

paragraaf<br />

1F<br />

z<strong>en</strong>der<br />

ontvanger<br />

illustratie<br />

STILISTIEK EN SEMANTIEK<br />

betek<strong>en</strong>is<br />

letterlijk<br />

figuurlijk<br />

uitdrukking<br />

spreekwoord<br />

gezegde<br />

definitie<br />

spreektaal<br />

schrijftaal<br />

teg<strong>en</strong>stelling<br />

picto(gram)<br />

logo(gram)<br />

afkorting<br />

symbool<br />

synoniem<br />

context<br />

moedertaal<br />

tweede taal<br />

vreemde taal<br />

standaardtaal<br />

dialect<br />

meertalig<br />

formeel taalgebruik<br />

informeel taalgebruik<br />

le<strong>en</strong>woord<br />

homoniem<br />

homofoon<br />

vaktaal/jargon<br />

begripp<strong>en</strong> voor stilistische adequaatheid<br />

(publiekgericht)<br />

pres<strong>en</strong>tatiek<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> (van<br />

mondelinge <strong>en</strong> schriftelijke tekst)<br />

1F<br />

1F<br />

1F<br />

1F<br />

1F<br />

1F<br />

1F<br />

1F<br />

1F<br />

1F<br />

1F<br />

1F<br />

1F<br />

1F<br />

1F<br />

1F<br />

1F<br />

1F<br />

1S/2F<br />

1S/2F<br />

1S/2F<br />

1S/2F<br />

1S/2F<br />

12


Groep 1/2 Groep 3/4 Groep 5/6 Groep 7/8 Refer<strong>en</strong>tiekader<br />

MORFOLOGIE<br />

woord<br />

lettergreep<br />

1F<br />

<strong>en</strong>kelvoud<br />

1F<br />

meervoud<br />

1F<br />

verkleinwoord<br />

1F<br />

hele werkwoord/ infinitief<br />

1F<br />

stam van het werkwoord*<br />

1F<br />

woordvorm<br />

1F<br />

woorddeel<br />

1F<br />

sam<strong>en</strong>stelling<br />

1F<br />

voorvoegsel<br />

1F<br />

achtervoegsel<br />

1F<br />

woordsoort<br />

teg<strong>en</strong>woordige tijd<br />

1F<br />

verled<strong>en</strong> tijd<br />

1F<br />

klankvast (zwak) werkwoord<br />

1F<br />

klankverander<strong>en</strong>d (sterk) werkwoord<br />

1F<br />

persoon (1e, 2e, 3e)<br />

1F<br />

trapp<strong>en</strong> van vergelijking (stell<strong>en</strong>de,<br />

vergrot<strong>en</strong>de, overtreff<strong>en</strong>de trap)<br />

voltooide tijd<br />

1F<br />

onvoltooide tijd<br />

1F<br />

voltooid deelwoord<br />

1F<br />

bijvoeglijk gebruik van onvoltooid<br />

1F<br />

<strong>en</strong> voltooid<br />

deelwoord<br />

OPMAAK<br />

KLANKEN<br />

regel<br />

bladzijde<br />

hoofdstuk<br />

titel<br />

lettertype<br />

alinea<br />

kopje<br />

opmaak<br />

lay-out<br />

cursief<br />

vet gedrukt<br />

klank (korte klank, lange klank, tweetek<strong>en</strong>klank, meertek<strong>en</strong>klank)<br />

klankgroep<br />

klinker<br />

medeklinker<br />

uitspraak<br />

articulatie<br />

klemtoon<br />

intonatie<br />

spreekpauze<br />

1F<br />

1F<br />

1F<br />

1F<br />

1F<br />

1F<br />

1F<br />

1F<br />

1F<br />

1F<br />

1F<br />

1F<br />

* Soms gebruikt m<strong>en</strong> in plaats van de term ‘stam van het werkwoord’ de term ‘ik-vorm’. Zie ook paragraaf<br />

2.3 over de keuze van term<strong>en</strong>.<br />

13


1.2 <strong>Leerstoflijn<strong>en</strong></strong> <strong>taalverzorging</strong><br />

Tabel 1.2 <strong>Leerstoflijn<strong>en</strong></strong> <strong>taalverzorging</strong><br />

Groep 1/2* Groep 3/4 Groep 5/6 Groep 7/8 Refer<strong>en</strong>tiekader<br />

1. ALFABETISChE SPELLING - spelling op basis van e<strong>en</strong>-op-e<strong>en</strong>-relatie tuss<strong>en</strong> klank <strong>en</strong> tek<strong>en</strong><br />

woord<strong>en</strong> met mkm (kat, doos, boek)<br />

1F<br />

woord<strong>en</strong> met mmk(m) (klok, trui)<br />

1F<br />

woord<strong>en</strong> met (m)kmm (als, kaart)<br />

1F<br />

woord<strong>en</strong> met mm kmm (plant, klomp)<br />

1F<br />

woord<strong>en</strong> met -mmm (eerst, kunst)<br />

1F<br />

woord<strong>en</strong> met mmm- (strik, spruit)<br />

1F<br />

woord<strong>en</strong> met f-, v- (feest, vuur)<br />

1F<br />

woord<strong>en</strong> met s-, z- (sok, zo<strong>en</strong>)<br />

1F<br />

woord<strong>en</strong> met -ng (bang)<br />

1F<br />

woord<strong>en</strong> met -eer, -oor, -eur (keer, spoor, deur)<br />

1F<br />

woord<strong>en</strong> met f-, v-, ongeleed (tafel, ov<strong>en</strong>)<br />

1F<br />

woord<strong>en</strong> met s-, z-, ongeleed (fase, pauze)<br />

1F<br />

2. ORThOGRAFISChE SPELLING - spelling gebaseerd op afsprak<strong>en</strong> over de schrijfwijze van (groep<strong>en</strong>) woord<strong>en</strong><br />

woord<strong>en</strong> met niet geschrev<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong>klank (r + medeklinker: verf, l + medeklinker: melk)<br />

1F<br />

woord<strong>en</strong> met sch(r)- (school, schrik)<br />

1F<br />

woord<strong>en</strong> met -nk (bank)<br />

1F<br />

woord<strong>en</strong> met -aai, -ooi, -oei (saai, mooi, boei)<br />

1F<br />

woord<strong>en</strong> met -eeuw, -ieuw (leeuw, nieuw)<br />

1F<br />

woord<strong>en</strong> met -ee (zee, twee)<br />

1F<br />

woord<strong>en</strong> met -a, -o, -u (papa, foto, nu)<br />

1F<br />

medeklinkerverdubbeling (brugg<strong>en</strong>, pett<strong>en</strong>)<br />

1F<br />

klinkerver<strong>en</strong>keling (strat<strong>en</strong>, bom<strong>en</strong>)<br />

1F<br />

woord<strong>en</strong> met f/v-wisseling (braaf - brave)<br />

1F<br />

woord<strong>en</strong> met s/z-wisseling (huis - huiz<strong>en</strong>)<br />

1F<br />

verkleinwoord<strong>en</strong> met ng/nk-wisseling (ketting - kettinkje)<br />

1F<br />

woord<strong>en</strong> met uitgang -iaal, -ieel, 1F<br />

-eaal, -ueel (liniaal, officieel,<br />

ideaal, ritueel)<br />

afbreekregels<br />

1S/2F<br />

woord<strong>en</strong> met trema** (ruïne, 3F<br />

skiën, poriën, knieën, zeeën)<br />

woord<strong>en</strong> met koppeltek<strong>en</strong>** 3F<br />

(zonne-<strong>en</strong>ergie)<br />

3. LExICAAL-MORFOLOGISChE SPELLING - spelling op basis van de opbouw van het woord, los van de grammaticale context<br />

woord<strong>en</strong> eindig<strong>en</strong>d op -d (hond, paard) (verl<strong>en</strong>gingsregel e<strong>en</strong>lettergrepige woord<strong>en</strong>)<br />

1F<br />

woord<strong>en</strong> met uitgang -el, -er, -<strong>en</strong>, -te (sleutel, moeder, mol<strong>en</strong>, breedte)<br />

1F<br />

woord<strong>en</strong> met ge-, be-, ver-, te-, (g<strong>en</strong>oeg, bezoek, verschil, terug)<br />

1F<br />

woord<strong>en</strong> met ont- (ontdekk<strong>en</strong>)<br />

1F<br />

meervoudsvorming met -<strong>en</strong> of -s (boek<strong>en</strong>, sleutels)<br />

1F<br />

sam<strong>en</strong>gestelde woord<strong>en</strong> (tuindeur, schatkist)<br />

1F<br />

verkleinwoord<strong>en</strong> met uitgang -je, -tje (huisje, boekje, schaaltje)<br />

1F<br />

verkleinwoord<strong>en</strong> met uitgang -je na -d <strong>en</strong> -t (vri<strong>en</strong>dje, plantje), -pje, 1F<br />

-etje (raampje, dingetje, karretje)<br />

woord<strong>en</strong> met uitgang -em (stiekem)<br />

1F<br />

woord<strong>en</strong> met -el<strong>en</strong>, -<strong>en</strong><strong>en</strong>, -er<strong>en</strong> (wandel<strong>en</strong>, oef<strong>en</strong><strong>en</strong>, kinder<strong>en</strong>) 1F<br />

woord<strong>en</strong> met uitgang -lijk (eerlijk)<br />

1F<br />

woord<strong>en</strong> met uitgang -ig (veilig)<br />

1F<br />

woord<strong>en</strong> met uitgang -teit (majesteit)<br />

1F<br />

woord<strong>en</strong> met uitgang -heid (e<strong>en</strong>heid)<br />

1F<br />

woord<strong>en</strong> beginn<strong>en</strong>d met ’s (’s ocht<strong>en</strong>ds)<br />

1S/2F<br />

woord<strong>en</strong> eindig<strong>en</strong>d op ‘s (komma’s, lolly’s) 1S/2<br />

vorming bijvoeglijk naamwoord (blauwe, grote)<br />

1F<br />

woord<strong>en</strong> met uitgang -ing (buiging)<br />

1F<br />

meervouds- -s na klinker (meisjes)<br />

1S/2F<br />

14


Groep 1/2* Groep 3/4 Groep 5/6 Groep 7/8 Refer<strong>en</strong>tiekader<br />

woord<strong>en</strong> eindig<strong>en</strong>d op -b (web) 1F<br />

woord<strong>en</strong> met uitgang -isch(e) 1F<br />

(historisch)<br />

verkleinwoord na op<strong>en</strong> lettergreep<br />

1S/2F<br />

op -a, -e, -o, -u (laatje,<br />

autootje, parapluutje)<br />

meervoud heid-hed<strong>en</strong> (e<strong>en</strong>hed<strong>en</strong>) 1F<br />

meervoud op -a (musea)<br />

1F<br />

meervoud op -i (critici)<br />

1F<br />

woord<strong>en</strong> met assimilatieverschijnsel<strong>en</strong><br />

1F<br />

(afval, zakdoek)<br />

bijvoeglijk gebruikt voltooid 1F<br />

deelwoord (gebrok<strong>en</strong>, verlichte)<br />

stoffelijk bijvoeglijk naamwoord 1S/2F<br />

(ijzer<strong>en</strong>)<br />

tuss<strong>en</strong>letter -n- in sam<strong>en</strong>gestelde<br />

1S/2F<br />

woord<strong>en</strong> (zonnebloem,<br />

bess<strong>en</strong>sap)<br />

tuss<strong>en</strong>klank -s of -e(n)**<br />

3F<br />

(stadsdeel)<br />

aane<strong>en</strong>schrijv<strong>en</strong> of los schrijv<strong>en</strong>**<br />

(kleinkind/klein kind, t<strong>en</strong>slotte/<br />

t<strong>en</strong> slotte)<br />

3F<br />

4. MORFOLOGISChE SPELLING OP GRAMMATICALE BASIS -<br />

spelling op basis van de opbouw van het woord binn<strong>en</strong> de grammaticale context<br />

hele werkwoord/infinitief<br />

stam van het werkwoord***<br />

tijd van het werkwoord: teg<strong>en</strong>woordige tijd, verled<strong>en</strong> tijd<br />

regel voor overe<strong>en</strong>komst in getal (onderwerp-persoonsvorm)<br />

persoonsvorm: teg<strong>en</strong>woordige tijd meervoud<br />

persoonsvorm: teg<strong>en</strong>woordige tijd <strong>en</strong>kelvoud<br />

persoonsvorm: teg<strong>en</strong>woordige tijd met stam -d <strong>en</strong>kelvoud (word)<br />

persoonsvorm: verled<strong>en</strong> tijd (kookte, schreef)<br />

persoonsvorm: verled<strong>en</strong> tijd met stam op -d of -t (brandde(n),<br />

startte(n))<br />

persoonsvorm: teg<strong>en</strong>woordige tijd<br />

2e/3e persoon achter persoonsvorm**<br />

(word je, wordt je broer)<br />

persoonsvorm met prefix homofoon<br />

met voltooid deelwoord**<br />

(beoordeelt/beoordeeld)<br />

voltooid deelwoord, excl. homofone<br />

gevall<strong>en</strong> (gekookt, gemeld,<br />

geword<strong>en</strong>)<br />

voltooid deelwoord, homofone<br />

gevall<strong>en</strong>** (verhuist, verhuisd)<br />

regel voor overe<strong>en</strong>komst in getal<br />

(refer<strong>en</strong>t-verwijswoord)<br />

regel voor overe<strong>en</strong>komst in geslacht<br />

(refer<strong>en</strong>t-verwijswoord)<br />

1F<br />

1F<br />

1F<br />

1F<br />

1F<br />

1S/2F<br />

1S/2F<br />

1S/2F<br />

1S/2F<br />

3F<br />

3F<br />

1F<br />

3F<br />

1F<br />

1F<br />

meervouds- -n bij zelfstandig<br />

gebruikte verwijzing (alle/all<strong>en</strong>)<br />

1S/2F<br />

15


Groep 1/2* Groep 3/4 Groep 5/6 Groep 7/8 Refer<strong>en</strong>tiekader<br />

5. LOGOGRAFISChE SPELLING - spelling gebaseerd op vaststaande combinaties, zonder regelvorming<br />

woord<strong>en</strong> met -ch(t) (pech, bocht)<br />

woord<strong>en</strong> met (-)ei(-) of (-)ij(-) (trein, lijst)<br />

woord<strong>en</strong> met -au-, -auw (saus, blauw)<br />

woord<strong>en</strong> met -ou-, -ouw (stout, vrouw)<br />

woord<strong>en</strong> waarin /zj/ geschrev<strong>en</strong> als g (horloge, gelei)<br />

woord<strong>en</strong> waarin /ie/ geschrev<strong>en</strong> als i (liter, olifant, januari)<br />

woord<strong>en</strong> waarin /s/ geschrev<strong>en</strong> als -c- (narcis, precies)<br />

woord<strong>en</strong> waarin /k/ geschrev<strong>en</strong> als -c- (contact)<br />

woord<strong>en</strong> met -tie (politie)<br />

woord<strong>en</strong> waarin /t/ geschrev<strong>en</strong><br />

als th (thee)<br />

woord<strong>en</strong> waarin /sj/ geschrev<strong>en</strong><br />

als -ch- (chocola, douche)<br />

woord<strong>en</strong> waarin<br />

/ks/ geschrev<strong>en</strong> als -x- (taxi)<br />

woord<strong>en</strong> waarin<br />

/oe/ geschrev<strong>en</strong> als -ou- (route)<br />

woord<strong>en</strong> met (-)y(-) (yoghurt,<br />

pony)<br />

Franse le<strong>en</strong>woord<strong>en</strong> (trottoir,<br />

cadeau, militair)<br />

Engelse le<strong>en</strong>woord<strong>en</strong> (cake,<br />

manager, laptop)<br />

afkorting<strong>en</strong> van woord<strong>en</strong> (tv,<br />

cd, bv.)<br />

1F<br />

1F<br />

1F<br />

1F<br />

1F<br />

1F<br />

1F<br />

1F<br />

1F<br />

1F<br />

1F<br />

1F<br />

1F<br />

1F<br />

1F<br />

1F<br />

1F<br />

INTERPuNCTIE EN hET GEBRuIK vAN hOOFDLETTERS<br />

hoofdletter aan begin zin<br />

punt<br />

vraagtek<strong>en</strong><br />

uitroeptek<strong>en</strong><br />

hoofdletter bij eig<strong>en</strong>naam<br />

komma**<br />

dubbele punt**<br />

aanhalingstek<strong>en</strong>s<br />

haakjes<br />

hoofdletter bij directe rede<br />

puntkomma<br />

afbreekstreepje<br />

spatie<br />

1F<br />

1F<br />

1F<br />

1F<br />

1S/2F<br />

3F<br />

3F<br />

1F<br />

1S/2F<br />

* De kolom voor groep 1/2 in deze tabel is leeg. Dat wil niet zegg<strong>en</strong> dat er in deze groep<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> aandacht<br />

is voor <strong>taalverzorging</strong>. Het ontwikkel<strong>en</strong> van taalbewustzijn <strong>en</strong> het ontdekk<strong>en</strong> van het alfabetisch<br />

principe komt bijvoorbeeld aan bod in deze groep<strong>en</strong>.<br />

** In het refer<strong>en</strong>tiekader staat e<strong>en</strong> aantal onderdel<strong>en</strong> van spelling <strong>en</strong> interpunctie bij niveau 3F. Dat<br />

betek<strong>en</strong>t dat de regels zijn verworv<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> vrijwel automatische beheersing. In deze tabel gaat het<br />

om het eerste aanbod van het betreff<strong>en</strong>de onderdeel; zie ook paragraaf 2.3.<br />

*** Soms gebruikt m<strong>en</strong> in plaats van de term ‘stam van het werkwoord’ de term ‘ik-vorm’. Zie ook paragraaf<br />

2.3 over de keuze van term<strong>en</strong>.<br />

16


2. Algem<strong>en</strong>e k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong><br />

van het domein<br />

<strong>begripp<strong>en</strong>lijst</strong> <strong>en</strong><br />

<strong>taalverzorging</strong><br />

18


Het domein <strong>begripp<strong>en</strong>lijst</strong> <strong>en</strong> <strong>taalverzorging</strong> heeft, zoals de titel al aangeeft, twee verschill<strong>en</strong>de<br />

onderdel<strong>en</strong>. Het onderdeel <strong>begripp<strong>en</strong>lijst</strong> had in de rapport<strong>en</strong> van de commissie-<br />

Meijerink die tot het refer<strong>en</strong>tiekader hebb<strong>en</strong> geleid (Expertgroep Doorlop<strong>en</strong>de Leerlijn<strong>en</strong><br />

Taal <strong>en</strong> Rek<strong>en</strong><strong>en</strong>, 2008a, 2008b) nog de naam taalbeschouwing. Taalbeschouwing kan word<strong>en</strong><br />

bekek<strong>en</strong> vanuit twee perspectiev<strong>en</strong> (Hoogeve<strong>en</strong> & Bonset, 1998): vanuit e<strong>en</strong> instrum<strong>en</strong>teel<br />

perspectief <strong>en</strong> vanuit e<strong>en</strong> cultureel perspectief. Vanuit het eerste perspectief is taalbeschouwing<br />

e<strong>en</strong> middel om tot betere taalbeheersing te kom<strong>en</strong>; taalbeschouwing staat in di<strong>en</strong>st<br />

van de beheersing van sprek<strong>en</strong>, luister<strong>en</strong>, schrijv<strong>en</strong> <strong>en</strong> lez<strong>en</strong>. Vanuit het tweede perspectief<br />

is taalbeschouwing e<strong>en</strong> doel: taalbeschouwing maakt deel uit van de algem<strong>en</strong>e ontwikkeling<br />

die leerling<strong>en</strong> op school opdo<strong>en</strong>. Taal is e<strong>en</strong> onderdeel van de cultuur <strong>en</strong> het is belangrijk<br />

dat leerling<strong>en</strong> van de cultuur deelg<strong>en</strong>oot word<strong>en</strong>; onderwijs heeft daar e<strong>en</strong> taak in.<br />

Hoogeve<strong>en</strong> <strong>en</strong> Bonset (1998) mak<strong>en</strong> nog e<strong>en</strong> ander onderscheid: je kunt taal beschouw<strong>en</strong><br />

vanuit e<strong>en</strong> formeel, e<strong>en</strong> semantisch <strong>en</strong> e<strong>en</strong> pragmatisch perspectief. Vanuit het formele<br />

perspectief kijk je naar de bouw van taal in woord<strong>en</strong>, zinn<strong>en</strong>, tekst<strong>en</strong>; vanuit het semantische<br />

perspectief beschouw je de betek<strong>en</strong>is van woord<strong>en</strong>, zinn<strong>en</strong>, tekst<strong>en</strong>, <strong>en</strong> vanuit het pragmatische<br />

perspectief beschouw je de functie van woord<strong>en</strong>, zinn<strong>en</strong> <strong>en</strong> tekst<strong>en</strong> in taalgebruiksituaties.<br />

In het refer<strong>en</strong>tiekader komt de term taalbeschouwing niet meer voor; er staat nu: <strong>begripp<strong>en</strong>lijst</strong>.<br />

Het refer<strong>en</strong>tiekader geeft de volg<strong>en</strong>de omschrijving: “In de <strong>begripp<strong>en</strong>lijst</strong> staan<br />

begripp<strong>en</strong> <strong>en</strong> concept<strong>en</strong> die leerling<strong>en</strong> <strong>en</strong> doc<strong>en</strong>t<strong>en</strong> nodig hebb<strong>en</strong> om over taalvaardigheid<br />

van gedacht<strong>en</strong> te wissel<strong>en</strong>” (Refer<strong>en</strong>tiekader taal <strong>en</strong> rek<strong>en</strong><strong>en</strong>, pag. 6). In E<strong>en</strong> nadere beschouwing<br />

(2009) wordt de volg<strong>en</strong>de omschrijving gegev<strong>en</strong>: “Om te sprek<strong>en</strong> over taal <strong>en</strong> taalverschijnsel<strong>en</strong><br />

is e<strong>en</strong> beperkt aantal begripp<strong>en</strong> noodzakelijk. De meeste daarvan zijn aan het<br />

eind van de basisschool wel aan de orde geweest (1F). K<strong>en</strong>nis van deze begripp<strong>en</strong> bevordert<br />

het gesprek binn<strong>en</strong> <strong>en</strong> buit<strong>en</strong> het taalonderwijs over taal <strong>en</strong> taalverschijnsel<strong>en</strong> […]” (pag. 21).<br />

Daarmee heeft de <strong>begripp<strong>en</strong>lijst</strong> in het refer<strong>en</strong>tiekader dus uitsluit<strong>en</strong>d e<strong>en</strong> instrum<strong>en</strong>tele<br />

functie.<br />

Het tweede onderdeel van dit domein is <strong>taalverzorging</strong>. In het deelrapport Over de drempels<br />

met taal (2008b) wordt er de volg<strong>en</strong>de omschrijving van gegev<strong>en</strong>: “Onder <strong>taalverzorging</strong><br />

verstaan we de activiteit<strong>en</strong> die ondernom<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> om correct te schrijv<strong>en</strong>. Hieronder<br />

wordt t<strong>en</strong> minste verstaan het correct spell<strong>en</strong> van woord<strong>en</strong> <strong>en</strong> het gebruik<strong>en</strong> van de<br />

juiste leestek<strong>en</strong>s. In principe zou onder <strong>taalverzorging</strong> ook begrep<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> het<br />

mak<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> goede vormgeving (alineëring <strong>en</strong> lay-out). Maar dit deel is opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> bij<br />

het domein schrijfvaardigheid, omdat het in de praktijk van het onderwijs deel uitmaakt<br />

van de schrijfdidactiek” (pag. 69). Hier had aan toegevoegd kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> dat voor <strong>taalverzorging</strong><br />

bij mondelinge taal verwez<strong>en</strong> wordt naar het eerste domein, mondelinge taalvaardigheid.<br />

Taalverzorging in domein 4 heeft dus betrekking op spelling, interpunctie <strong>en</strong> het<br />

gebruik van hoofdletters.<br />

19


Voorafgaand aan de volg<strong>en</strong>de paragraf<strong>en</strong> will<strong>en</strong> we nog twee opmerking<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> die<br />

betrekking hebb<strong>en</strong> op de positie van het domein <strong>begripp<strong>en</strong>lijst</strong> <strong>en</strong> <strong>taalverzorging</strong> in het<br />

taalonderwijs.<br />

In de eerste plaats gaat het er met betrekking tot de <strong>begripp<strong>en</strong>lijst</strong> om dat de leerkracht zich<br />

ervan bewust is dat leerling<strong>en</strong> e<strong>en</strong> bepaalde k<strong>en</strong>nis van taal moet<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>. Deze k<strong>en</strong>nis<br />

van taal, die in het refer<strong>en</strong>tiekader als het ware gecond<strong>en</strong>seerd is in de <strong>begripp<strong>en</strong>lijst</strong>, maakt<br />

het mogelijk om over taal te reflecter<strong>en</strong>. Er is e<strong>en</strong> gezam<strong>en</strong>lijk begripp<strong>en</strong>apparaat <strong>en</strong> het<br />

gebruik ervan moet er uiteindelijk toe leid<strong>en</strong> dat kinder<strong>en</strong> beter kunn<strong>en</strong> luister<strong>en</strong>, sprek<strong>en</strong>,<br />

lez<strong>en</strong> <strong>en</strong> schrijv<strong>en</strong>. Het gebruik van de <strong>begripp<strong>en</strong>lijst</strong> ligt voor de hand bij het taalonderwijs<br />

in de overige domein<strong>en</strong> <strong>en</strong> in al het onderwijs waar Nederlands de voertaal is.<br />

In de tweede plaats merk<strong>en</strong> we het volg<strong>en</strong>de op over spelling, interpunctie <strong>en</strong> het gebruik<br />

van hoofdletters. Het aanler<strong>en</strong> van spelling, interpunctie <strong>en</strong> het gebruik van hoofdletters behoeft<br />

instructie, oef<strong>en</strong>ing <strong>en</strong> analyse van de leerkracht van de voortgang van het proces <strong>en</strong><br />

de resultat<strong>en</strong> van de leerling<strong>en</strong>. Er wordt van oudsher veel belang gehecht aan het gebruik<br />

van correcte spelling <strong>en</strong> interpunctie. Schol<strong>en</strong> bested<strong>en</strong> er over het algeme<strong>en</strong> veel tijd aan;<br />

vaak wordt er met aparte method<strong>en</strong> voor spelling gewerkt of met aparte deelleergang<strong>en</strong><br />

van method<strong>en</strong>. In het schrijfproces speelt spelling echter, volg<strong>en</strong>s de procesgerichte schrijfdidactiek<br />

die Hoogeve<strong>en</strong> <strong>en</strong> Kouw<strong>en</strong>berg (2011) beschrijv<strong>en</strong>, slechts e<strong>en</strong> rol in de laatste fase<br />

van het schrijfproces: spelling, interpunctie <strong>en</strong> het gebruik van hoofdletters zijn aspect<strong>en</strong><br />

van de verzorging van het uiteindelijke product 2 .<br />

In dit hoofdstuk gaan we in op achtergrond<strong>en</strong> <strong>en</strong> verantwoording<strong>en</strong> van de keuzes die we<br />

gemaakt hebb<strong>en</strong> bij de ontwikkeling van de leerstoflijn<strong>en</strong> zoals opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> in de tabell<strong>en</strong><br />

in hoofdstuk 1. Als kinder<strong>en</strong> de basisschool bereik<strong>en</strong>, hebb<strong>en</strong> ze al e<strong>en</strong> forse taalontwikkeling<br />

doorgemaakt <strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> ze al ler<strong>en</strong> nad<strong>en</strong>k<strong>en</strong> over taal <strong>en</strong> taalverschijnsel<strong>en</strong>. We<br />

beginn<strong>en</strong> dit hoofdstuk met e<strong>en</strong> beschrijving van het mondelinge <strong>en</strong> schriftelijke taalverwervingsproces<br />

van kinder<strong>en</strong> waarin k<strong>en</strong>nis over taal <strong>en</strong> taalverschijnsel<strong>en</strong> onlosmakelijk<br />

zijn geïntegreerd in de vaardigheidsontwikkeling. Onderwijs staat voor de taak om aan te<br />

sluit<strong>en</strong> bij deze ontwikkeling (paragraaf 2.1). In paragraaf 2.2 mak<strong>en</strong> we e<strong>en</strong> overstap naar<br />

spelling. In het refer<strong>en</strong>tiekader is gekoz<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> taalkundige categorisering van spelling.<br />

We behandel<strong>en</strong> deze categorisering, die t<strong>en</strong> grondslag ligt aan het schema in tabel 1.2. In<br />

paragraaf 2.3 gaan we in op de keuzes die zijn gemaakt bij het opstell<strong>en</strong> van de tabell<strong>en</strong> uit<br />

hoofdstuk 1 <strong>en</strong> gev<strong>en</strong> we e<strong>en</strong> verantwoording van die keuzes. Tot slot volgt in paragraaf 2.4<br />

e<strong>en</strong> korte reflectie op keuzes in het onderwijs in <strong>taalverzorging</strong>.<br />

2 In hun procesgerichte schrijfdidactiek onderscheid<strong>en</strong> Hoogeve<strong>en</strong> <strong>en</strong> Kouw<strong>en</strong>berg vijf fas<strong>en</strong> van het schrijv<strong>en</strong>: a. oriëntatie, b. schrijfopdracht,<br />

c. schrijv<strong>en</strong> <strong>en</strong> hulp tijd<strong>en</strong>s het schrijv<strong>en</strong>, d. besprek<strong>en</strong> <strong>en</strong> herschrijv<strong>en</strong>, e. verzorg<strong>en</strong> <strong>en</strong> publicer<strong>en</strong>.<br />

20


2.1 Taalontwikkeling<br />

Kinder<strong>en</strong> hoef je niet te ler<strong>en</strong> dat ze iets kunn<strong>en</strong> zegg<strong>en</strong> over taal <strong>en</strong> taalgebruik. Dat do<strong>en</strong> ze<br />

vanzelf (Ber<strong>en</strong>st, 2011). Taalonderwijs op school zou moet<strong>en</strong> aansluit<strong>en</strong> op zowel het taalgebruik<br />

van kinder<strong>en</strong> als op hun natuurlijke neiging om te reflecter<strong>en</strong> op taal <strong>en</strong> taalgebruik.<br />

In deze paragraaf gaan we in op het taalontwikkelingsproces dat kinder<strong>en</strong> doormak<strong>en</strong>.<br />

Hoewel de taalontwikkeling e<strong>en</strong> doorlop<strong>en</strong>d proces is, dat met het bereik<strong>en</strong> van de volwass<strong>en</strong>heid<br />

niet stopt, voltrekt het taalverwervingsproces om te kom<strong>en</strong> tot taal als volwaardig<br />

communicatiemiddel zich bij kinder<strong>en</strong> grot<strong>en</strong>deels tuss<strong>en</strong> de leeftijd van nul <strong>en</strong> vijf jaar<br />

(Schaerlaek<strong>en</strong>s, 2008). Naarmate de taal die het kind gebruikt complexer is, ontwikkelt zich<br />

ook het vermog<strong>en</strong> om over de taal te communicer<strong>en</strong>. Kinder<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> de drie <strong>en</strong> vijf jaar zijn<br />

vaak al in staat om grapjes met <strong>en</strong> over taal te mak<strong>en</strong>. K<strong>en</strong>nis van talige begripp<strong>en</strong> is onderdeel<br />

van het taaller<strong>en</strong>: in de woord<strong>en</strong>schat die het kind opbouwt, kom<strong>en</strong> ook deze begripp<strong>en</strong><br />

voor. Tegelijkertijd help<strong>en</strong> de talige begripp<strong>en</strong> kinder<strong>en</strong> om mondelinge taal <strong>en</strong> tekst<strong>en</strong><br />

beter te ler<strong>en</strong> begrijp<strong>en</strong>.<br />

2.1.1 Mondelinge taal<br />

Taaller<strong>en</strong> is e<strong>en</strong> natuurlijk proces. Kinder<strong>en</strong> verwerv<strong>en</strong> hun moedertaal zonder expliciete<br />

sturing of onderwijs; zij ler<strong>en</strong> taal door interactie met m<strong>en</strong>s<strong>en</strong> in hun omgeving (Schaerlaek<strong>en</strong>s,<br />

2008). Al vanaf de geboorte communicer<strong>en</strong> baby’s met hun omgeving, in het begin<br />

onder andere door huil<strong>en</strong> <strong>en</strong> oogcontact. Vanaf ongeveer zev<strong>en</strong>, acht maand<strong>en</strong> gaan ze<br />

klankstructur<strong>en</strong> <strong>en</strong> klankcontrast<strong>en</strong> van hun moedertaal herk<strong>en</strong>n<strong>en</strong>. De receptieve (ofwel<br />

passieve) taalontwikkeling komt op gang. Voordat kinder<strong>en</strong> zelf woord<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> producer<strong>en</strong>,<br />

begrijp<strong>en</strong> ze allerlei woord<strong>en</strong> <strong>en</strong> uiting<strong>en</strong>. Ze gaan steeds meer betek<strong>en</strong>isvol reager<strong>en</strong> op<br />

gesprok<strong>en</strong> taal. Rond de ti<strong>en</strong> maand<strong>en</strong> reageert e<strong>en</strong> baby op de vraag ‘waar is de bal?’ met<br />

het aanwijz<strong>en</strong> van de bal of zoek<strong>en</strong>d rondkijk<strong>en</strong>.<br />

Woord<strong>en</strong>schat<br />

Rond hun eerste jaar producer<strong>en</strong> kinder<strong>en</strong> de eerste woordjes; de taalproductie (ofwel<br />

actieve taalontwikkeling) komt op gang. Er tred<strong>en</strong> grote verschill<strong>en</strong> op: kinder<strong>en</strong> zegg<strong>en</strong><br />

hun eerste woordjes gemiddeld tuss<strong>en</strong> acht <strong>en</strong> achtti<strong>en</strong> maand<strong>en</strong>. Als kinder<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> deze<br />

marge vroeg of juist laat zijn met de eerste woordjes, voorspelt dat nog niet of ze later betere<br />

of slechtere sprekers zull<strong>en</strong> word<strong>en</strong> (Schaerlaek<strong>en</strong>s, 2008).<br />

Het aantal woord<strong>en</strong> dat kinder<strong>en</strong> k<strong>en</strong>n<strong>en</strong>, neemt de eerste jar<strong>en</strong> explosief toe. Ook vindt verbreding<br />

<strong>en</strong> verdieping van de woord<strong>en</strong>schat plaats. Er word<strong>en</strong> semantische netwerk<strong>en</strong> van<br />

woord<strong>en</strong> gevormd (Aitchison, 2002). Er ontstaan allerlei relaties op het gebied van betek<strong>en</strong>is,<br />

bijvoorbeeld bad - zeep, <strong>en</strong> op het gebied van vorm, bijvoorbeeld Finn - spin. Daarnaast<br />

21


ontdekk<strong>en</strong> kinder<strong>en</strong> functionele relaties: zeep - wass<strong>en</strong>, <strong>en</strong> woord<strong>en</strong> die tot dezelfde categorie<br />

behor<strong>en</strong>: dier<strong>en</strong>: poes - hond. Doordat het aantal verbinding<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> woord<strong>en</strong> groeit,<br />

begrijp<strong>en</strong> kinder<strong>en</strong> steeds beter wat e<strong>en</strong> woord betek<strong>en</strong>t. Ze ler<strong>en</strong> ook nieuwe woord<strong>en</strong> met<br />

behulp van bek<strong>en</strong>de woord<strong>en</strong>: e<strong>en</strong> prinses is het kind van de koning <strong>en</strong> koningin, ze woont<br />

in e<strong>en</strong> kasteel, <strong>en</strong> heeft e<strong>en</strong> heel mooie jurk <strong>en</strong> e<strong>en</strong> kroon. Om het woord ‘prinses’ te ler<strong>en</strong><br />

moet het kind e<strong>en</strong> aantal van de andere woord<strong>en</strong> (koning, koningin, kasteel, jurk, kroon) al<br />

k<strong>en</strong>n<strong>en</strong>. Kinder<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> achterstand op woord<strong>en</strong>schatgebied zull<strong>en</strong> moeite hebb<strong>en</strong> om<br />

op deze manier nieuwe woord<strong>en</strong> te ler<strong>en</strong>, waardoor de achterstand in de loop der jar<strong>en</strong> zal<br />

vergrot<strong>en</strong>.<br />

Tijd<strong>en</strong>s de basisschoolperiode breidt de woord<strong>en</strong>schat zich uit met woord<strong>en</strong> die in het onderwijs<br />

aan bod kom<strong>en</strong>. Daarnaast ler<strong>en</strong> kinder<strong>en</strong> nieuwe woord<strong>en</strong> op basis van hun eig<strong>en</strong><br />

interesses. Het verbred<strong>en</strong> <strong>en</strong> verdiep<strong>en</strong> van de woord<strong>en</strong>schat gaat hand in hand met de ontwikkeling<br />

van k<strong>en</strong>nis van de wereld. Door het lez<strong>en</strong> van boek<strong>en</strong> ler<strong>en</strong> kinder<strong>en</strong> veel nieuwe<br />

woord<strong>en</strong>, uitdrukking<strong>en</strong> <strong>en</strong> zegswijz<strong>en</strong>. Ze ler<strong>en</strong> functiewoord<strong>en</strong> zoals tamelijk, nogal, soms,<br />

voorlopig, ev<strong>en</strong>tueel <strong>en</strong> vanaf ongeveer zev<strong>en</strong>, acht jaar begrijp<strong>en</strong> kinder<strong>en</strong> de mogelijk psychologische<br />

betek<strong>en</strong>is van woord<strong>en</strong> als zoet, scherp, helder. Op deze leeftijd ler<strong>en</strong> ze omgaan<br />

met beeldspraak <strong>en</strong> metafor<strong>en</strong>. Voltooid is de woord<strong>en</strong>schat nooit; ook volwass<strong>en</strong><strong>en</strong> ler<strong>en</strong><br />

nog regelmatig nieuwe woord<strong>en</strong> bij.<br />

Syntaxis<br />

De eerste tweewoordzinn<strong>en</strong> ontstaan bij kinder<strong>en</strong> gemiddeld tuss<strong>en</strong> vijfti<strong>en</strong> <strong>en</strong> achtti<strong>en</strong><br />

maand<strong>en</strong>. Ook hier is er e<strong>en</strong> grote variatie in de leeftijd waarop kinder<strong>en</strong> dergelijke zinnetjes<br />

voor het eerst uitsprek<strong>en</strong>. De woordvolgorde in deze zinnetjes is de volgorde die het<br />

meest voorkomt in het taalaanbod dat het kind krijgt (Schaerlaek<strong>en</strong>s, 2008). E<strong>en</strong> tweejarig<br />

Nederlands kind gebruikt systematisch taaluiting<strong>en</strong> als Keira do<strong>en</strong> <strong>en</strong> koekje et<strong>en</strong>, <strong>en</strong> niet de<br />

uiting<strong>en</strong> do<strong>en</strong> Keira of et<strong>en</strong> koekje. Het kind heeft zich op deze leeftijd al e<strong>en</strong> beeld gevormd<br />

van de woordvolgorde van het Nederlands (Frijn & De Haan, 1990). Zo gauw het kind doorheeft<br />

dat het woord<strong>en</strong> kan sam<strong>en</strong>voeg<strong>en</strong>, zal het ook langere zinnetjes gaan producer<strong>en</strong>. Het<br />

gaat variër<strong>en</strong> in het soort zinn<strong>en</strong>, <strong>en</strong> gebruikt nu ook vraagzinn<strong>en</strong> (doet poes nou?) <strong>en</strong> negatieve<br />

zinn<strong>en</strong> (niet bal pakk<strong>en</strong>). In dit soort zinn<strong>en</strong> ontbrek<strong>en</strong> vaak nog ess<strong>en</strong>tiële zinsdel<strong>en</strong><br />

zoals het onderwerp of het werkwoord (mama (s)toel). Ook morfologische k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> zijn<br />

grot<strong>en</strong>deels afwezig, al is het gebruik van vervoeging<strong>en</strong> of verbuiging<strong>en</strong> in deze fase nog<br />

niet noodzakelijk omdat de communicatie overweg<strong>en</strong>d betrekking heeft op het hier-<strong>en</strong>-nu<br />

(Schaerlaek<strong>en</strong>s, 2008).<br />

Vanaf de leeftijd van ongeveer twee jaar <strong>en</strong> zes maand<strong>en</strong> is de ontwikkeling van de grammatica<br />

steeds duidelijker te zi<strong>en</strong>. Het kind gaat langere <strong>en</strong> meer sam<strong>en</strong>gestelde zinn<strong>en</strong><br />

gebruik<strong>en</strong>, zoals zinn<strong>en</strong> met voegwoord<strong>en</strong> (<strong>en</strong>, of, maar, want, omdat). Ook kom<strong>en</strong> er<br />

22


verschill<strong>en</strong>de zinstyp<strong>en</strong> voor: mededel<strong>en</strong>de, w<strong>en</strong>s<strong>en</strong>de, gebied<strong>en</strong>de, beschrijv<strong>en</strong>de, ontk<strong>en</strong>n<strong>en</strong>de<br />

zinn<strong>en</strong> <strong>en</strong> vraagzinn<strong>en</strong>. Naast inhoudswoord<strong>en</strong> gebruikt het kind nu ook lidwoord<strong>en</strong>,<br />

voorzetsels, naamwoord<strong>en</strong>, telwoord<strong>en</strong>. In de woord<strong>en</strong> die al eerder werd<strong>en</strong> gebruikt<br />

(zelfstandige naamwoord<strong>en</strong>, werkwoord<strong>en</strong>) is er meer differ<strong>en</strong>tiatie: het kind verbuigt <strong>en</strong><br />

vervoegt deze woord<strong>en</strong> (Schaerlaek<strong>en</strong>s, 2008). Voor werkwoord<strong>en</strong> ler<strong>en</strong> kinder<strong>en</strong> regels voor<br />

congru<strong>en</strong>tie (ik werk, wij werk<strong>en</strong>) <strong>en</strong> het gebruik van tijd (hij werkt, hij werkte). Opvall<strong>en</strong>d<br />

is dat er veel overregularisaties voorkom<strong>en</strong>: vark (vark<strong>en</strong>) naar analogie van boek - boek<strong>en</strong>,<br />

schipje, ik eette e<strong>en</strong> koek, wat heeft hij gebr<strong>en</strong>gt? Deze overregularisaties wijz<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> vermog<strong>en</strong><br />

om regels te vorm<strong>en</strong>. Het kind gebruikt wellicht eerst de correcte vorm, in dit geval<br />

de uitzondering op e<strong>en</strong> regel, <strong>en</strong> maakt daarvan, nadat hij de regels heeft verworv<strong>en</strong>, e<strong>en</strong><br />

‘logische’ verbog<strong>en</strong> of vervoegde vorm (schipje, gebr<strong>en</strong>gt). In e<strong>en</strong> later stadium leert het kind<br />

dat er uitzondering<strong>en</strong> op de regel zijn.<br />

Metalinguïstisch bewustzijn<br />

Door e<strong>en</strong> to<strong>en</strong>em<strong>en</strong>d metalinguïstisch bewustzijn zijn kinder<strong>en</strong> steeds meer in staat<br />

afstand te nem<strong>en</strong> van hun eig<strong>en</strong> taalgebruik wat betreft de structuur <strong>en</strong> de functies van de<br />

taal. Ze corriger<strong>en</strong> hun eig<strong>en</strong> taalgebruik <strong>en</strong> dat van ander<strong>en</strong>. Er ontstaat meer oog voor doel<br />

<strong>en</strong> publiek <strong>en</strong> kinder<strong>en</strong> ler<strong>en</strong> omgaan met verschill<strong>en</strong>de taalgebruiksituaties. Het onderwijs<br />

sluit aan bij dit vermog<strong>en</strong> om te reflecter<strong>en</strong>. Aan bod komt bijvoorbeeld het sprek<strong>en</strong> in<br />

formele situaties zoals pres<strong>en</strong>taties, debatt<strong>en</strong> <strong>en</strong> discussies. K<strong>en</strong>nis van talige begripp<strong>en</strong> is<br />

functioneel <strong>en</strong> ondersteun<strong>en</strong>d bij het inzicht in verschill<strong>en</strong>de situaties <strong>en</strong> gespreksvorm<strong>en</strong>.<br />

De publicatie <strong>Leerstoflijn<strong>en</strong></strong> mondelinge taalvaardigheid beschrev<strong>en</strong> gaat in op tak<strong>en</strong> <strong>en</strong> k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong><br />

van de taakuitvoering in het onderwijs van mondelinge taal.<br />

2.1.2 Lez<strong>en</strong> <strong>en</strong> schrijv<strong>en</strong><br />

Ontluik<strong>en</strong>de geletterdheid<br />

Kinder<strong>en</strong> ler<strong>en</strong> in hun moedertaal (vrijwel) correct sprek<strong>en</strong>. Dit gebeurt zonder expliciete<br />

instructie, het is e<strong>en</strong> natuurlijk proces. Om te ler<strong>en</strong> lez<strong>en</strong> <strong>en</strong> schrijv<strong>en</strong> is voor de meeste<br />

leerling<strong>en</strong> expliciete instructie nodig in groep 3. Voordat de leerling<strong>en</strong> deze fase ingaan, is er<br />

e<strong>en</strong> fase van ontluik<strong>en</strong>de geletterdheid <strong>en</strong> e<strong>en</strong> eerste stadium van beginn<strong>en</strong>de geletterdheid<br />

voorafgegaan.<br />

In de periode van ontluik<strong>en</strong>de geletterdheid ontdekk<strong>en</strong> kinder<strong>en</strong> dat geschrev<strong>en</strong> taal<br />

e<strong>en</strong> functie heeft: ze zi<strong>en</strong> e<strong>en</strong> ouder de krant lez<strong>en</strong> of e<strong>en</strong> boodschapp<strong>en</strong>briefje mak<strong>en</strong>, ze<br />

herk<strong>en</strong>n<strong>en</strong> bijvoorbeeld het logo van hun lievelingsspeelgoed, <strong>en</strong> zi<strong>en</strong> geschrev<strong>en</strong> taal bij<br />

reclames of tv-programma’s, op straatnaambord<strong>en</strong> of wegwijzers <strong>en</strong> in winkels. Thuis is er<br />

(meestal) e<strong>en</strong> computer; het kind ziet zijn ouders of broer of zusje op de computer werk<strong>en</strong> of<br />

iets opzoek<strong>en</strong>. Veel kinder<strong>en</strong> mog<strong>en</strong> op deze leeftijd ook zelf al op de computer: er zijn talloze<br />

23


spelletjes beschikbaar voor peuters <strong>en</strong> kleuters, <strong>en</strong> ze kunn<strong>en</strong> digitale pr<strong>en</strong>t<strong>en</strong>boek<strong>en</strong> (zelf)<br />

‘lez<strong>en</strong>’.<br />

Jonge kinder<strong>en</strong> die in aanraking kom<strong>en</strong> met boek<strong>en</strong> of andere geschrev<strong>en</strong> taal, pikk<strong>en</strong> vaak<br />

de eerste begripp<strong>en</strong> op die met geletterdheid te mak<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong>. Dit kunn<strong>en</strong> begripp<strong>en</strong> zijn<br />

als voorlez<strong>en</strong>, begin, eind, voor, achter, voorkant of achterkant van e<strong>en</strong> boek. De kinder<strong>en</strong> ler<strong>en</strong><br />

de begripp<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s het voorlez<strong>en</strong>: ‘Aan het begin van het verhaal maakt Sappie Peer e<strong>en</strong><br />

vrolijke wandeling. Maar dan is hij ine<strong>en</strong>s zijn or<strong>en</strong> kwijt. Kijk maar naar het plaatje. Hoe zal<br />

dat aflop<strong>en</strong>?’. Naarmate er meer wordt voorgelez<strong>en</strong>, leert het kind zelf begripp<strong>en</strong> k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> om<br />

tijd<strong>en</strong>s het voorlez<strong>en</strong> over e<strong>en</strong> boek te prat<strong>en</strong>.<br />

Beginn<strong>en</strong>de geletterdheid<br />

Als kinder<strong>en</strong> de basisschool binn<strong>en</strong>kom<strong>en</strong>, bouwt de leerkracht voort op de k<strong>en</strong>nis die ze<br />

al hebb<strong>en</strong> opgedaan. De leerkracht in groep 1/2 leest veel voor, <strong>en</strong> bespreekt de (pr<strong>en</strong>t<strong>en</strong>)<br />

boek<strong>en</strong>, gedicht<strong>en</strong> <strong>en</strong> verhal<strong>en</strong> met de kinder<strong>en</strong>. De kinder<strong>en</strong> ler<strong>en</strong> hoe e<strong>en</strong> verhaal is opgebouwd<br />

<strong>en</strong> doorzi<strong>en</strong> het verloop van e<strong>en</strong> tekst. Ze kunn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> voorgelez<strong>en</strong> verhaal navertell<strong>en</strong>,<br />

al ontbreekt op deze leeftijd nog vaak informatie over bijvoorbeeld plaats, tijd of plot<br />

van het verhaal.<br />

De aanwezigheid van geschrev<strong>en</strong> taal in het lokaal helpt de kinder<strong>en</strong> de functies van<br />

geschrev<strong>en</strong> taal te ler<strong>en</strong> begrijp<strong>en</strong>. Voorbeeld<strong>en</strong> voor de inrichting van de leeromgeving<br />

zijn de aanwezigheid van e<strong>en</strong> leeshoek met boek<strong>en</strong>rekje <strong>en</strong> boek<strong>en</strong>muur, e<strong>en</strong> schrijfhoek<br />

met verschill<strong>en</strong>de schrijf- <strong>en</strong> stempelmaterial<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> thematafel met pr<strong>en</strong>t<strong>en</strong>boek<strong>en</strong> die de<br />

kinder<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> lez<strong>en</strong> <strong>en</strong> voorwerp<strong>en</strong> waarmee ze kunn<strong>en</strong> spel<strong>en</strong>, e<strong>en</strong> prikbord met (geïllustreerde)<br />

nieuwsberichtjes, picto’s van het dagritme <strong>en</strong> woordkaartjes bij voorwerp<strong>en</strong>.<br />

T<strong>en</strong> behoeve van de ontwikkeling van het fonologisch bewustzijn vind<strong>en</strong> in deze groep veel<br />

activiteit<strong>en</strong> met klank<strong>en</strong> <strong>en</strong> letters plaats. De kinder<strong>en</strong> ontwikkel<strong>en</strong> besef van klankvorm<strong>en</strong>,<br />

<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong> spelletjes aangebod<strong>en</strong> om dit begrip te stimuler<strong>en</strong>. Ze zing<strong>en</strong> sam<strong>en</strong> liedjes <strong>en</strong><br />

zegg<strong>en</strong> rijmpjes op. Sam<strong>en</strong> met de leerkracht bed<strong>en</strong>k<strong>en</strong> ze zelf rijmwoord<strong>en</strong> of woord<strong>en</strong> met<br />

dezelfde begin- of eindletter. Plaatjes <strong>en</strong> woord<strong>en</strong> met deze letters word<strong>en</strong> opgehang<strong>en</strong> op<br />

de lettermuur. Ze do<strong>en</strong> spelletjes met ‘hakk<strong>en</strong> <strong>en</strong> plakk<strong>en</strong>’ van woord<strong>en</strong> <strong>en</strong> zinn<strong>en</strong>: onderverdel<strong>en</strong><br />

van zinn<strong>en</strong> in woord<strong>en</strong>, onderverdel<strong>en</strong> van woord<strong>en</strong> in lettergrep<strong>en</strong> <strong>en</strong> weer sam<strong>en</strong>voeg<strong>en</strong>,<br />

onderverdel<strong>en</strong> van woord<strong>en</strong> in letters <strong>en</strong> weer sam<strong>en</strong>voeg<strong>en</strong>. Kinder<strong>en</strong> ontdekk<strong>en</strong><br />

langzamerhand dat ze zelf e<strong>en</strong> boodschap op papier kunn<strong>en</strong> zett<strong>en</strong>, in de vorm van e<strong>en</strong><br />

tek<strong>en</strong>ing of krabbels. Ze wet<strong>en</strong> nu dat schrijv<strong>en</strong> iets anders is dan tek<strong>en</strong><strong>en</strong>. Ze ler<strong>en</strong> het alfabetisch<br />

principe, dat wil zegg<strong>en</strong>, ze ler<strong>en</strong> dat er e<strong>en</strong> overe<strong>en</strong>stemming is tuss<strong>en</strong> de klank<strong>en</strong><br />

van e<strong>en</strong> woord <strong>en</strong> de weergave in letters. Kinder<strong>en</strong> gaan deze ‘letters’ schrijv<strong>en</strong>, ook al zijn<br />

die in het begin meestal nog niet als zodanig herk<strong>en</strong>baar. Aan het eind van groep 2 k<strong>en</strong>n<strong>en</strong><br />

kinder<strong>en</strong> gemiddeld ongeveer derti<strong>en</strong> letters (Aarnoutse, 2004; Gijsel, Bosman & Verhoev<strong>en</strong>,<br />

2006).<br />

24


In groep 3 start de expliciete instructie in technisch lez<strong>en</strong> <strong>en</strong> schrijv<strong>en</strong>. In ongeveer vier<br />

maand<strong>en</strong> ler<strong>en</strong> kinder<strong>en</strong> lez<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>s het alfabetisch principe, meestal met behulp van e<strong>en</strong><br />

systematische leesmethode (Gijsel, Scheltinga, Van Dru<strong>en</strong><strong>en</strong> & Verhoev<strong>en</strong>, 2011a). Ze ler<strong>en</strong><br />

de elem<strong>en</strong>taire lees- <strong>en</strong> spelhandeling. Voor spell<strong>en</strong> betek<strong>en</strong>t dit dat kinder<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> ler<strong>en</strong><br />

gesprok<strong>en</strong> woord<strong>en</strong> in klank<strong>en</strong> te analyser<strong>en</strong> <strong>en</strong> vervolg<strong>en</strong>s daaraan de juiste letters te koppel<strong>en</strong><br />

in de juiste volgorde. In de eerste fase beperkt het spell<strong>en</strong> zich tot woord<strong>en</strong> met e<strong>en</strong><br />

e<strong>en</strong>voudige structuur (mkm-woord<strong>en</strong>). Daarna ler<strong>en</strong> ze geleidelijk aan langere woord<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

woord<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> afwijk<strong>en</strong>de spelling (zie paragraaf 2.2).<br />

Gevorderde geletterdheid<br />

Vanaf groep 4 raakt het lees- <strong>en</strong> schrijfproces meer geautomatiseerd (zie ook Aarnoutse &<br />

Verhoev<strong>en</strong>, 2003). De snelheid van lez<strong>en</strong> neemt toe, leerling<strong>en</strong> lez<strong>en</strong> tekst<strong>en</strong> die complexer<br />

word<strong>en</strong> <strong>en</strong> ze kom<strong>en</strong> in aanraking met meer verschill<strong>en</strong>de tekstsoort<strong>en</strong>. De uitgave <strong>Leerstoflijn<strong>en</strong></strong><br />

lez<strong>en</strong> beschrev<strong>en</strong> (Oosterloo & Paus, 2010) gaat in op de k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van tekst<strong>en</strong> <strong>en</strong> tekstsoort<strong>en</strong>,<br />

op de leestak<strong>en</strong> <strong>en</strong> functies van lez<strong>en</strong> <strong>en</strong> op de k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van de taakuitvoering.<br />

Bij het schrijv<strong>en</strong> is dezelfde ontwikkeling te zi<strong>en</strong>: de snelheid van schrijv<strong>en</strong> neemt toe als<br />

gevolg van automatisering van dit proces. Kinder<strong>en</strong> ler<strong>en</strong> moeilijkere woord<strong>en</strong> spell<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> meer ingewikkelde regels voor spelling, interpunctie <strong>en</strong> het gebruik van hoofdletters<br />

toepass<strong>en</strong>. In de uitgave <strong>Leerstoflijn<strong>en</strong></strong> schrijv<strong>en</strong> beschrev<strong>en</strong> (Van Gelder<strong>en</strong>, 2010) staan k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong><br />

van de leerstoflijn schrijv<strong>en</strong>, komt aan bod wat leerling<strong>en</strong> schrijv<strong>en</strong> <strong>en</strong> waarvoor ze<br />

schrijv<strong>en</strong> <strong>en</strong> wordt ingegaan op de k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van de taakuitvoering van leerling<strong>en</strong>. In deze<br />

fase ler<strong>en</strong> leerling<strong>en</strong> steeds beter tekst<strong>en</strong> opbouw<strong>en</strong> <strong>en</strong> interpunctie, hoofdlettergebruik<br />

<strong>en</strong> de verschill<strong>en</strong>de spellingcategorieën correct toepass<strong>en</strong>. Ze zijn ook steeds meer in staat<br />

tekst<strong>en</strong> te reviser<strong>en</strong> <strong>en</strong> hun eig<strong>en</strong> fout<strong>en</strong> te herk<strong>en</strong>n<strong>en</strong> <strong>en</strong> te corriger<strong>en</strong>.<br />

2.2 Spellingcategorieën<br />

De moeilijkheid van spelling is in het refer<strong>en</strong>tiekader geord<strong>en</strong>d volg<strong>en</strong>s ‘e<strong>en</strong> zekere logische<br />

ope<strong>en</strong>volging van klass<strong>en</strong> van problem<strong>en</strong>’ (Refer<strong>en</strong>tiekader taal <strong>en</strong> rek<strong>en</strong><strong>en</strong>, pag. 19). Er is<br />

e<strong>en</strong> indeling van vijf klass<strong>en</strong> gehanteerd, die ook gebruikt wordt bij het diagnosticer<strong>en</strong> van<br />

spellingvaardigheid (Kleijn<strong>en</strong>, 1997, 2004; Schijf, 2009). Deze indeling is gebaseerd op e<strong>en</strong><br />

analyse van het Nederlandse taalsysteem; het is e<strong>en</strong> taalkundige indeling <strong>en</strong> ge<strong>en</strong> didactische<br />

indeling. De indeling is als volgt:<br />

1. alfabetische spelling,<br />

2. orthografische spelling,<br />

3. lexicaal-morfologische spelling,<br />

4. morfologische spelling op syntactische basis,<br />

5. logografische spelling.<br />

25


Alfabetische spelling: spelling op basis van e<strong>en</strong> e<strong>en</strong>-op-e<strong>en</strong>-relatie tuss<strong>en</strong> klank <strong>en</strong> tek<strong>en</strong><br />

Kinder<strong>en</strong> start<strong>en</strong> op de meeste schol<strong>en</strong> in groep 3 met ler<strong>en</strong> lez<strong>en</strong> <strong>en</strong> schrijv<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>s de<br />

alfabetische spelling. Het lez<strong>en</strong> van klankzuivere woord<strong>en</strong> noem<strong>en</strong> we de elem<strong>en</strong>taire leeshandeling,<br />

ofwel spell<strong>en</strong>d lez<strong>en</strong>. Bij het schrijv<strong>en</strong> van klankzuivere woord<strong>en</strong> sprek<strong>en</strong> we over<br />

de elem<strong>en</strong>taire spelhandeling. Kinder<strong>en</strong> ler<strong>en</strong> zelf de koppeling toepass<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> fonem<strong>en</strong><br />

(klank<strong>en</strong>) <strong>en</strong> grafem<strong>en</strong> (letters of lettercombinaties zoals ‘ee’, ‘oe’, ‘ui’, ‘ng’). De beschaafde<br />

uitspraak van het Nederlands is hier het uitgangspunt.<br />

Het proces van ler<strong>en</strong> schrijv<strong>en</strong> verloopt volg<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> aantal stapp<strong>en</strong>. Het kind hoort e<strong>en</strong><br />

gesprok<strong>en</strong> woord, bijvoorbeeld ‘tak’. Vervolg<strong>en</strong>s vindt auditieve analyse van dit gesprok<strong>en</strong><br />

woord plaats: de leerling kan de klank<strong>en</strong> op gehoor goed van elkaar onderscheid<strong>en</strong> (/t/<br />

/a/ /k/). Daarna is er de foneem/grafeemkoppeling: de leerling koppelt de klank<strong>en</strong> aan de<br />

juiste lettertek<strong>en</strong>s (t-a-k). Bij het opschrijv<strong>en</strong> van het woord voegt de leerling de lettertek<strong>en</strong>s<br />

sam<strong>en</strong>, <strong>en</strong> vormt zo het hele woord: ‘tak’. Voor de gemiddelde leerling levert het spell<strong>en</strong> van<br />

klankzuivere woord<strong>en</strong> niet veel problem<strong>en</strong> op. Vanaf de tweede helft van groep 3 ler<strong>en</strong> de<br />

kinder<strong>en</strong> geleidelijk meer complexe woord<strong>en</strong>, zoals woord<strong>en</strong> met clusters van medeklinkers<br />

(krant, dorst) <strong>en</strong> woord<strong>en</strong> met meer lettergrep<strong>en</strong> (vlieger). Bij deze woord<strong>en</strong> geldt nog steeds<br />

de alfabetische spelling.<br />

Orthografische spelling: spelling gebaseerd op afsprak<strong>en</strong> over de schrijfwijze van (groep<strong>en</strong>)<br />

woord<strong>en</strong> 3<br />

Voor e<strong>en</strong> groot aantal woord<strong>en</strong> geldt dat de omzetting van klank<strong>en</strong> naar letters niet automatisch<br />

tot de juiste spelling leidt. Over de schrijfwijze van deze woord<strong>en</strong> zijn afsprak<strong>en</strong><br />

gemaakt. Die afsprak<strong>en</strong> moet de leerling ler<strong>en</strong>: hij leert de schrijfwijze van de woord<strong>en</strong> door<br />

regels ler<strong>en</strong> of inpr<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. In deze categorie vall<strong>en</strong> dus woord<strong>en</strong> waarin er ge<strong>en</strong> e<strong>en</strong>-op-e<strong>en</strong>relatie<br />

is tuss<strong>en</strong> klank<strong>en</strong> <strong>en</strong> letters, bijvoorbeeld woord<strong>en</strong> met -ieuw (nieuw <strong>en</strong> niet niew).<br />

Andere woord<strong>en</strong> in deze categorie word<strong>en</strong> gevormd door spellingregels waarbij aan het<br />

einde van e<strong>en</strong> grafeem medeklinkerverdubbeling optreedt (brugg<strong>en</strong>), of klinkerver<strong>en</strong>keling<br />

(strat<strong>en</strong>). De leerling moet de woord<strong>en</strong> herk<strong>en</strong>n<strong>en</strong> <strong>en</strong> de regels ler<strong>en</strong>. Alle<strong>en</strong> op basis van<br />

de klank<strong>en</strong>, zoals het geval is bij woord<strong>en</strong> in de categorie alfabetische spelling, kan hij deze<br />

woord<strong>en</strong> niet correct spell<strong>en</strong>. Spellingregels bepal<strong>en</strong> dat het meervoud van brug brugg<strong>en</strong> is,<br />

<strong>en</strong> niet brug<strong>en</strong>, <strong>en</strong> het meervoud van straat strat<strong>en</strong>, <strong>en</strong> niet straat<strong>en</strong>.<br />

3 De term ‘orthografische spelling’ kan misschi<strong>en</strong> tot verwarring leid<strong>en</strong> omdat de term ‘orthografie’ ook als synoniem voor ‘spelling’<br />

kan word<strong>en</strong> gezi<strong>en</strong>. De term ‘orthografische spelling’ geeft in de indeling die het refer<strong>en</strong>tiekader hanteert echter aan dat het gaat om<br />

toepassing van de systematiek van het spellingsysteem. Waar ge<strong>en</strong> e<strong>en</strong>-op-e<strong>en</strong>-relatie bestaat tuss<strong>en</strong> klank<strong>en</strong> <strong>en</strong> letters, zijn er regels<br />

die gebaseerd zijn op statistische patron<strong>en</strong> <strong>en</strong> regelmatighed<strong>en</strong> in de letterreeks<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> taal. Dit zijn zog<strong>en</strong>aamde autonome spellingregels.<br />

De regels zijn autonoom te noem<strong>en</strong> omdat geschrev<strong>en</strong> taal dus ge<strong>en</strong> zuivere repres<strong>en</strong>tatie is van gesprok<strong>en</strong> taal, maar e<strong>en</strong><br />

eig<strong>en</strong> systeem heeft (Nunn, 1998).<br />

26


Lexicaal-morfologische spelling: spelling op basis van de opbouw van het woord, los van<br />

de grammaticale context<br />

E<strong>en</strong> andere schrijfwijze die afwijkt van het alfabetische systeem is de morfologische spelling<br />

op woordniveau. Inzicht in de geleding van het woord is nodig om het woord correct<br />

te kunn<strong>en</strong> spell<strong>en</strong>. Het morfologisch principe schrijft voor dat verwante woorddel<strong>en</strong><br />

steeds hetzelfde word<strong>en</strong> geschrev<strong>en</strong> (Nunn, 1998). Aai<strong>en</strong> wordt op deze manier geschrev<strong>en</strong><br />

vanwege de schrijfwijze van het morfeem aai, <strong>en</strong> wordt dus niet geschrev<strong>en</strong> als aj<strong>en</strong>. In<br />

deze categorie vall<strong>en</strong> ook woord<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> voor- of achtervoegsel (ondiep, e<strong>en</strong>heid), meervoudsvorm<strong>en</strong><br />

(boek<strong>en</strong>, sleutels, komma’s), verkleinwoord<strong>en</strong> (huisje, boompje), e<strong>en</strong> bijvoeglijk<br />

gebruikt voltooid deelwoord (gebrok<strong>en</strong>), sam<strong>en</strong>stelling<strong>en</strong> (tuindeur), <strong>en</strong> de tuss<strong>en</strong>letter -n- of<br />

-s- in sam<strong>en</strong>gestelde woord<strong>en</strong> (bess<strong>en</strong>sap, stadsdeel). Het is bij de spelling van deze woord<strong>en</strong><br />

voldo<strong>en</strong>de om te kijk<strong>en</strong> naar het woord zelf, de grammaticale functie in de zin heeft ge<strong>en</strong><br />

invloed op de schrijfwijze van het woord.<br />

Morfologische spelling op grammaticale basis: spelling op basis van de opbouw van het<br />

woord binn<strong>en</strong> de grammaticale context<br />

Waar het bij lexicaal-morfologische spelling voldo<strong>en</strong>de is te kijk<strong>en</strong> naar het woord zelf, moet<br />

bij morfologische spelling op grammaticale basis over woordgr<strong>en</strong>z<strong>en</strong> he<strong>en</strong> gekek<strong>en</strong> word<strong>en</strong>.<br />

De grammaticale functie in e<strong>en</strong> zin bepaalt hier de manier waarop het woord wordt gespeld.<br />

Dit betreft vooral werkwoordvorm<strong>en</strong> (ik word, hij wordt), maar bijvoorbeeld ook woord<strong>en</strong> als<br />

alle(n) <strong>en</strong> <strong>en</strong>kele(n). Enige k<strong>en</strong>nis van grammatica is noodzakelijk voor het ler<strong>en</strong> van de juiste<br />

schrijfwijze van woord<strong>en</strong> in deze spellingcategorie.<br />

Logografische spelling: spelling gebaseerd op vaststaande combinaties, zonder regelvorming<br />

In deze categorie vall<strong>en</strong> woord<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> specifieke schrijfwijze. Het gaat om woord<strong>en</strong><br />

waarbij de schrijfwijze niet op basis van regels wordt gevormd, maar het betreft hier<br />

woordspecifieke schrijfwijz<strong>en</strong>, zoals woord<strong>en</strong> met ei of ij (trein, lijst) <strong>en</strong> woord<strong>en</strong> met ou of<br />

au (koud, blauw). Andere voorbeeld<strong>en</strong> van logografische spelling zijn /sj/ geschrev<strong>en</strong> als<br />

g (horloge, gelei), woord<strong>en</strong> waarin /s/ geschrev<strong>en</strong> wordt als c (narcis, precies) <strong>en</strong> (andere)<br />

le<strong>en</strong>woord<strong>en</strong> (bureau, trottoir, computer). Zoals aan de voorbeeld<strong>en</strong> te zi<strong>en</strong> is, zijn vaak wel<br />

clusters van woord<strong>en</strong> sam<strong>en</strong> te stell<strong>en</strong> met dezelfde spellingwijze. Gebruikers ler<strong>en</strong> deze<br />

spellingwijze door inpr<strong>en</strong>ting.<br />

In grote lijn<strong>en</strong> is de spreiding van het spellingaanbod over de leerjar<strong>en</strong> als volgt: alfabetische<br />

spelling in groep 3, orthografische spelling in groep 4, morfologische spelling in groep<br />

5/6 <strong>en</strong> logografische spelling in groep 7/8. Dit is e<strong>en</strong> zeer globale indeling: in e<strong>en</strong> leerjaar<br />

ligt de meeste nadruk weliswaar op e<strong>en</strong> bepaalde categorie, maar ook andere categorieën<br />

kom<strong>en</strong> aan bod. Het aanler<strong>en</strong> van de verschill<strong>en</strong>de categorieën is dus niet afgebak<strong>en</strong>d per<br />

leerjaar, <strong>en</strong> loopt ev<strong>en</strong>min precies parallel aan de leerjar<strong>en</strong>.<br />

27


Ler<strong>en</strong> spell<strong>en</strong> verloopt bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> cumulatief. In groep 3/4 wordt gestart met relatief e<strong>en</strong>voudig<br />

aanbod (woord<strong>en</strong> van één lettergreep) in de categorie alfabetische spelling. Al snel<br />

kom<strong>en</strong> daar ook woord<strong>en</strong> uit de andere categorieën bij, <strong>en</strong> daarnaast wordt de moeilijkheidsgraad<br />

van woord<strong>en</strong> uit de eerdere categorieën hoger. Zo kom<strong>en</strong> er woord<strong>en</strong> met meer<br />

lettergrep<strong>en</strong> aan bod, moeilijkere woord<strong>en</strong> <strong>en</strong> ook minder frequ<strong>en</strong>te woord<strong>en</strong>. Meervoudsvorming<br />

(morfologische spelling) komt bijvoorbeeld in de meest e<strong>en</strong>voudige vorm voor het<br />

eerst aan bod in groep 3/4, maar de meervoudsvorming van e<strong>en</strong> woord als café komt pas in<br />

groep 7/8 aan de orde. Hernieuwd aanbod <strong>en</strong> herhaalde oef<strong>en</strong>ing blijv<strong>en</strong> noodzakelijk. In<br />

tabel 1.2 (paragraaf 1.2) is e<strong>en</strong> gedetailleerd overzicht van het aanbod van de spellingcategorieën<br />

voor respectievelijk groep 3/4, 5/6 <strong>en</strong> 7/8 opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>.<br />

2.3 De schema’s leerstoflijn<strong>en</strong> toegelicht<br />

2.3.1 Begripp<strong>en</strong>lijst<br />

In paragraaf 2.1 hebb<strong>en</strong> we e<strong>en</strong> korte schets gegev<strong>en</strong> van het verwervingsproces van<br />

mondelinge <strong>en</strong> schriftelijke taal bij kinder<strong>en</strong>. Kinder<strong>en</strong> gebruik<strong>en</strong> in dit proces (metatalige)<br />

begripp<strong>en</strong>. Deze begripp<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> het mogelijk over taal te d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> <strong>en</strong> te prat<strong>en</strong> <strong>en</strong> ze spel<strong>en</strong><br />

in het onderwijs bij het ler<strong>en</strong> van mondelinge <strong>en</strong> schriftelijke vaardighed<strong>en</strong> e<strong>en</strong> belangrijke<br />

rol.<br />

In het deelrapport Over de drempels met taal (2008) zegt de Werkgroep taal dat het ge<strong>en</strong><br />

twijfel lijdt “dat leerling<strong>en</strong> in het kader van het taalonderwijs <strong>en</strong> het onderwijs Nederlands<br />

de beschikking moet<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong> over begripp<strong>en</strong> die het mogelijk mak<strong>en</strong> om over taal te<br />

d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> <strong>en</strong> te sprek<strong>en</strong>” (pag. 71). E<strong>en</strong> belangrijk deel van het taalbeschouwingsonderwijs<br />

bestaat uit het aanler<strong>en</strong> <strong>en</strong> bijschav<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> metalinguïstische woord<strong>en</strong>schat bij leerling<strong>en</strong>.<br />

De Werkgroep heeft e<strong>en</strong> lijst opgesteld (zie figuur 2.1 hiernaast) waarvan ze aangeeft<br />

dat deze “slechts indicatief (is) <strong>en</strong> bedoeld als handreiking om het onderwijsaanbod richting<br />

te gev<strong>en</strong>” (pag. 71).<br />

28


aantal begripp<strong>en</strong> noodzakelijk. De meeste daarvan zijn aan het<br />

einde van het basisonderwijs wel aan de orde geweest (1F).<br />

K<strong>en</strong>nis van deze begripp<strong>en</strong> bevordert het gesprek binn<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

buit<strong>en</strong> het taalonderwijs over taal <strong>en</strong> taalverschijnsel<strong>en</strong>: het gaat<br />

erom dat doc<strong>en</strong>t<strong>en</strong> (<strong>en</strong> leerling<strong>en</strong>) bepaalde verschijnsel<strong>en</strong><br />

kunn<strong>en</strong> b<strong>en</strong>oem<strong>en</strong> in contextrijke taalsituaties. Dat wil zegg<strong>en</strong><br />

dat doc<strong>en</strong>t<strong>en</strong> deze term<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> gebruik<strong>en</strong> in hun<br />

onderwijs in de vaardigheidsdomein<strong>en</strong>.<br />

De vereiste kwaliteit van productief taalgebruik (sprek<strong>en</strong>,<br />

schrijv<strong>en</strong>) wordt steeds aangeduid bij de k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van de<br />

taakuitvoering in die domein<strong>en</strong>.<br />

In dit domein van <strong>taalverzorging</strong> gaat het alle<strong>en</strong> om k<strong>en</strong>nis van<br />

regels <strong>en</strong> begripp<strong>en</strong> die t<strong>en</strong> di<strong>en</strong>ste staan van correct taalgebruik.<br />

Bij de niveaubepaling is steeds uitgegaan van volledige<br />

beheersing, dat wil zegg<strong>en</strong>, vrijwel automatische beheersing <strong>en</strong><br />

bij uitzondering terugvall<strong>en</strong>d op regelk<strong>en</strong>nis in taalproductie,<br />

zoals in de domein<strong>en</strong> schrijv<strong>en</strong> <strong>en</strong> sprek<strong>en</strong> beschrev<strong>en</strong>.<br />

Tabel 1: Niveaubeschrijving<strong>en</strong> Begripp<strong>en</strong> Taal<br />

Leestek<strong>en</strong>s<br />

Woordsoort<strong>en</strong><br />

Grammaticale k<strong>en</strong>nis<br />

Tekstk<strong>en</strong>nis<br />

Stilistiek <strong>en</strong> semantiek<br />

Morfologie<br />

Opmaak<br />

Klank<strong>en</strong><br />

1F<br />

Dubbele punt, punt, komma, puntkomma, uitroeptek<strong>en</strong>,<br />

vraagtek<strong>en</strong>, aanhalingstek<strong>en</strong>.<br />

Zelfstandig naamwoord, werkwoord (klankvast,<br />

klankverander<strong>en</strong>d (zwak, sterk)), bijvoeglijk naamwoord.<br />

Onderwerp, lijd<strong>en</strong>d voorwerp, hoofdzin, bijzin, gezegde,<br />

persoonsvorm.<br />

Standpunt, argum<strong>en</strong>t, feit, m<strong>en</strong>ing, tekstsoort <strong>en</strong><br />

gesprekvorm<strong>en</strong>, paragraaf.<br />

Betek<strong>en</strong>is, symbool, synoniem, context, letterlijk,<br />

figuurlijk, uitdrukking, spreekwoord, gezegde,<br />

moedertaal, tweede taal, vreemde taal, standaardtaal,<br />

dialect, meertalig, formeel <strong>en</strong> informeel taalgebruik,<br />

le<strong>en</strong>woord.<br />

Woordvorm, woorddeel, sam<strong>en</strong>gesteld, voorvoegsel,<br />

achtervoegsel, lettergreep.<br />

Getal (meervoud/<strong>en</strong>kelvoud), tijd (teg<strong>en</strong>woordig,<br />

verled<strong>en</strong>, voltooid, onvoltooid).<br />

Verkleinwoord, verschijningsvorm<strong>en</strong> werkwoord (stam,<br />

infinitief, bijvoeglijk naamwoord).<br />

Bladzijde, woord, zin, hoofdletter, uitspraak, titel,<br />

hoofdstuk, regel, lettertype, alinea, kopje.<br />

Articulatie, klemtoon, intonatie, spreekpauze.<br />

2F<br />

Trema, acc<strong>en</strong>t.<br />

Lijd<strong>en</strong>de <strong>en</strong> bedrijv<strong>en</strong>de vorm, vrag<strong>en</strong>de vorm.<br />

Aanduiding<strong>en</strong> voor tekstsoort<strong>en</strong> <strong>en</strong> g<strong>en</strong>res (ook: aanduiding<strong>en</strong> voor<br />

gespreksvorm<strong>en</strong>), hoofdgedachte (van tekst), tekstthema.<br />

Metatalige vorm<strong>en</strong>: Woord<strong>en</strong>, zinn<strong>en</strong> <strong>en</strong> tekstfragm<strong>en</strong>t<strong>en</strong> die informatie gev<strong>en</strong><br />

over de rest van de tekst (zoals signaalwoord<strong>en</strong>, prospectieve <strong>en</strong> retrospectieve<br />

tekstelem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> in inleiding, sam<strong>en</strong>vatt<strong>en</strong>de zin aan slot).<br />

Homoniem, homofoon, vakjargon,<br />

stilistische adequaatheid (publiekgericht),<br />

pres<strong>en</strong>tatiek<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> (van mondelinge <strong>en</strong> schriftelijke tekst).<br />

Grammaticale begripp<strong>en</strong> voor werkwoordspelling<br />

1. Werkwoord;<br />

2. Tijd van het werkwoord (teg<strong>en</strong>woordig <strong>en</strong> verled<strong>en</strong>,<br />

onvoltooid <strong>en</strong> voltooid);<br />

3. Getal: 4. meervoud, Begripp<strong>en</strong>lijst <strong>en</strong>kelvoud; <strong>en</strong> Taalverzorging<br />

4. Eerste, tweede <strong>en</strong> derde persoon;<br />

5. Persoonsvorm;<br />

4.1. Begripp<strong>en</strong>lijst<br />

6. Voltooid deelwoord;<br />

7. Om Stam te van sprek<strong>en</strong> het werkwoord;<br />

over taal <strong>en</strong> taalverschijnsel<strong>en</strong> is e<strong>en</strong> beperkt<br />

8. aantal Hele werkwoord begripp<strong>en</strong> (infinitief); noodzakelijk. De meeste daarvan zijn aan het<br />

9. einde Onderwerp; van het basisonderwijs wel aan de orde geweest (1F).<br />

10 K<strong>en</strong>nis Zwakke van <strong>en</strong> deze sterke begripp<strong>en</strong> werkwoord<strong>en</strong>; bevordert het gesprek binn<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

11. buit<strong>en</strong> Werkwoordelijk het taalonderwijs gezegde. over taal <strong>en</strong> taalverschijnsel<strong>en</strong>: het gaat<br />

erom dat doc<strong>en</strong>t<strong>en</strong> (<strong>en</strong> leerling<strong>en</strong>) bepaalde verschijnsel<strong>en</strong><br />

kunn<strong>en</strong> b<strong>en</strong>oem<strong>en</strong> in contextrijke taalsituaties. Dat wil zegg<strong>en</strong><br />

dat doc<strong>en</strong>t<strong>en</strong> deze term<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> gebruik<strong>en</strong> in hun<br />

onderwijs in de vaardigheidsdomein<strong>en</strong>.<br />

Tabel 1: Niveaubeschrijving<strong>en</strong> Begripp<strong>en</strong> Taal<br />

Regelk<strong>en</strong>nis <strong>en</strong> toepassing in oef<strong>en</strong>tak<strong>en</strong> gaat aan die beheersing<br />

vooraf. De niveaus gev<strong>en</strong> e<strong>en</strong> eindpunt aan: het verwerv<strong>en</strong> van de<br />

regels tot e<strong>en</strong> vrijwel automatische beheersing vergt veel leertijd.<br />

Het geleerde moet voortdur<strong>en</strong>d in onderhoud zijn. Dat kan<br />

betek<strong>en</strong><strong>en</strong> Regels dat van tijd tot tijd nieuwe instructie <strong>en</strong> oef<strong>en</strong>ing<br />

gegev<strong>en</strong> Regel voor moet<strong>en</strong> overe<strong>en</strong>komst word<strong>en</strong> (opfriss<strong>en</strong>) in getal <strong>en</strong> (onderwerp-persoonsvorm;<br />

dat zorgvuldig<br />

feedback refer<strong>en</strong>t-verwijswoord) gegev<strong>en</strong> di<strong>en</strong>t te <strong>en</strong> word<strong>en</strong> geslacht op schrijf- (refer<strong>en</strong>t-verwijswoord).<br />

<strong>en</strong> spreekproduct<strong>en</strong><br />

door alle bij het onderwijs betrokk<strong>en</strong><strong>en</strong>, doc<strong>en</strong>t<strong>en</strong> Nederlands<br />

<strong>en</strong> doc<strong>en</strong>t<strong>en</strong> 4.2. Taalverzorging<br />

van andere vakk<strong>en</strong>.<br />

De vereiste kwaliteit van productief taalgebruik (sprek<strong>en</strong>,<br />

schrijv<strong>en</strong>) wordt steeds aangeduid bij de k<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> van de<br />

taakuitvoering in die domein<strong>en</strong>.<br />

In dit domein van <strong>taalverzorging</strong> gaat het alle<strong>en</strong> om k<strong>en</strong>nis van<br />

regels <strong>en</strong> begripp<strong>en</strong> die t<strong>en</strong> di<strong>en</strong>ste staan van correct taalgebruik.<br />

Bij de niveaubepaling is steeds uitgegaan van volledige<br />

beheersing, dat wil zegg<strong>en</strong>, vrijwel automatische beheersing <strong>en</strong><br />

bij uitzondering terugvall<strong>en</strong>d op regelk<strong>en</strong>nis in taalproductie,<br />

zoals in de domein<strong>en</strong> schrijv<strong>en</strong> <strong>en</strong> sprek<strong>en</strong> beschrev<strong>en</strong>.<br />

Figuur 2.1 Niveaubeschrijving<strong>en</strong> Begripp<strong>en</strong> Taal (Refer<strong>en</strong>tiekader taal <strong>en</strong> rek<strong>en</strong><strong>en</strong>, 2009, pag. 17)<br />

17<br />

De bov<strong>en</strong>staande 1Flijst uit het refer<strong>en</strong>tiekader ligt t<strong>en</strong> 2F grondslag aan de leerstoflijn<strong>en</strong> <strong>begripp<strong>en</strong>lijst</strong>,<br />

Leestek<strong>en</strong>szoals die Dubbele zijn uitgewerkt punt, punt, komma, puntkomma, in tabel uitroeptek<strong>en</strong>, 1.1. Deze Trema, leerstoflijn<strong>en</strong> acc<strong>en</strong>t. bevatt<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele wijziging<strong>en</strong><br />

vraagtek<strong>en</strong>, aanhalingstek<strong>en</strong>.<br />

t<strong>en</strong> opzichte van de lijst in het refer<strong>en</strong>tiekader. We licht<strong>en</strong> dat hieronder toe.<br />

Woordsoort<strong>en</strong><br />

Zelfstandig naamwoord, werkwoord (klankvast,<br />

klankverander<strong>en</strong>d (zwak, sterk)), bijvoeglijk naamwoord.<br />

In de eerste plaats zijn ‘grammaticale begripp<strong>en</strong> voor werkwoordspelling’, die in het<br />

Grammaticale k<strong>en</strong>nis Onderwerp, lijd<strong>en</strong>d voorwerp, hoofdzin, bijzin, gezegde, Lijd<strong>en</strong>de <strong>en</strong> bedrijv<strong>en</strong>de vorm, vrag<strong>en</strong>de vorm.<br />

refer<strong>en</strong>tiekader separaat persoonsvorm. zijn opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>, bij de leerstoflijn<strong>en</strong> toegevoegd aan de categorie<br />

Tekstk<strong>en</strong>nis<br />

Standpunt, argum<strong>en</strong>t, feit, m<strong>en</strong>ing, tekstsoort <strong>en</strong><br />

Aanduiding<strong>en</strong> voor tekstsoort<strong>en</strong> g<strong>en</strong>res (ook: aanduiding<strong>en</strong> voor<br />

waar de begripp<strong>en</strong> bij hor<strong>en</strong>, bijvoorbeeld werkwoord bij woordsoort<strong>en</strong>, <strong>en</strong> onderwerp bij<br />

gesprekvorm<strong>en</strong>, paragraaf.<br />

gespreksvorm<strong>en</strong>), hoofdgedachte (van tekst), tekstthema.<br />

grammaticale k<strong>en</strong>nis. Het mom<strong>en</strong>t van aanbied<strong>en</strong><br />

Metatalige<br />

van de<br />

vorm<strong>en</strong>:<br />

grammaticale<br />

Woord<strong>en</strong>, zinn<strong>en</strong> <strong>en</strong> tekstfragm<strong>en</strong>t<strong>en</strong><br />

k<strong>en</strong>nis waar<br />

die informatie<br />

deze<br />

gev<strong>en</strong><br />

over de rest van de tekst (zoals signaalwoord<strong>en</strong>, prospectieve <strong>en</strong> retrospectieve<br />

tekstelem<strong>en</strong>t<strong>en</strong> in inleiding, sam<strong>en</strong>vatt<strong>en</strong>de zin aan slot).<br />

Stilistiek <strong>en</strong> semantiek<br />

Morfologie<br />

Betek<strong>en</strong>is, symbool, synoniem, context, letterlijk,<br />

figuurlijk, uitdrukking, spreekwoord, gezegde,<br />

moedertaal, tweede taal, vreemde taal, standaardtaal,<br />

dialect, meertalig, formeel <strong>en</strong> informeel taalgebruik,<br />

le<strong>en</strong>woord.<br />

Woordvorm, woorddeel, sam<strong>en</strong>gesteld, voorvoegsel,<br />

achtervoegsel, lettergreep.<br />

Getal (meervoud/<strong>en</strong>kelvoud), tijd (teg<strong>en</strong>woordig,<br />

Homoniem, homofoon, vakjargon,<br />

stilistische adequaatheid (publiekgericht),<br />

pres<strong>en</strong>tatiek<strong>en</strong>merk<strong>en</strong> (van mondelinge <strong>en</strong> schriftelijke tekst).<br />

29


egripp<strong>en</strong> betrekking op hebb<strong>en</strong>, is opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> in de tabel leerstoflijn<strong>en</strong> <strong>taalverzorging</strong>; zie ook<br />

paragraaf 1.2 <strong>en</strong> 2.3.2. Hetzelfde geldt voor de regels voor overe<strong>en</strong>komst in getal <strong>en</strong> geslacht. Deze<br />

zijn toegevoegd aan de categorie morfologische spelling op grammaticale basis.<br />

In de tweede plaats hebb<strong>en</strong> we de <strong>begripp<strong>en</strong>lijst</strong> uit het refer<strong>en</strong>tiekader (figuur 2.1) <strong>en</strong>igszins<br />

uitgebreid. Bij wat we uiteindelijk wel <strong>en</strong> wat niet in onze lijst hebb<strong>en</strong> opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>, hebb<strong>en</strong> we<br />

ons in eerste instantie lat<strong>en</strong> leid<strong>en</strong> door de selectie die de Werkgroep Taal van de Expertgroep<br />

Doorlop<strong>en</strong>de Leerlijn<strong>en</strong> Taal <strong>en</strong> Rek<strong>en</strong><strong>en</strong> heeft gemaakt (2008, pag. 72). De werkgroep heeft e<strong>en</strong><br />

lijst opgesteld van metatalige begripp<strong>en</strong>, maar ze gaf aan dat deze lijst slechts indicatief was “<strong>en</strong><br />

bedoeld als handreiking om het onderwijsaanbod richting te gev<strong>en</strong>” (pag. 72). De lijst die daarna<br />

in het Refer<strong>en</strong>tiekader taal <strong>en</strong> rek<strong>en</strong><strong>en</strong> is opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>, is kleiner dan de oorspronkelijke. We hebb<strong>en</strong><br />

echter op basis van methodeanalyse <strong>en</strong> raadpleging van experts in verschill<strong>en</strong>de rondes<br />

gekoz<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong> uitbreiding; begripp<strong>en</strong> bijvoorbeeld die we voorwaardelijk vond<strong>en</strong> voor e<strong>en</strong><br />

goed begrip van de definitieve lijst van het refer<strong>en</strong>tiekader, hebb<strong>en</strong> we opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> 4 . Toegevoegd<br />

zijn onder andere begripp<strong>en</strong> als apostrof <strong>en</strong> koppeltek<strong>en</strong> in de categorie leestek<strong>en</strong>s, lidwoord<br />

<strong>en</strong> voorzetsel bij woordsoort<strong>en</strong> <strong>en</strong> spreektaal, schrijftaal <strong>en</strong> teg<strong>en</strong>stelling bij stilistiek <strong>en</strong> semantiek.<br />

In (leer)gesprekk<strong>en</strong> <strong>en</strong> tekst<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> leerling<strong>en</strong> in aanraking met deze begripp<strong>en</strong>, <strong>en</strong> in<br />

groep 7/8 wordt ook de schrijfwijze van woord<strong>en</strong> met de g<strong>en</strong>oemde leestek<strong>en</strong>s aangebod<strong>en</strong>. De<br />

categorie tekstk<strong>en</strong>nis is uitgebreid met begripp<strong>en</strong> die aan bod kom<strong>en</strong> tijd<strong>en</strong>s activiteit<strong>en</strong> van<br />

beginn<strong>en</strong>de geletterdheid in groep 1/2. De Tuss<strong>en</strong>doel<strong>en</strong> Beginn<strong>en</strong>de Geletterdheid (Verhoev<strong>en</strong><br />

e.a., 1999) lat<strong>en</strong> het belang zi<strong>en</strong> van aandacht voor boekoriëntatie, verhaalbegrip, functies van<br />

geschrev<strong>en</strong> taal <strong>en</strong> taalbewustzijn in deze groep<strong>en</strong>. Ev<strong>en</strong>e<strong>en</strong>s in de categorie tekstk<strong>en</strong>nis, zijn de<br />

begripp<strong>en</strong> ‘aanduiding voor tekstsoort<strong>en</strong> <strong>en</strong> g<strong>en</strong>res’ <strong>en</strong> ‘aanduiding voor gespreksvorm<strong>en</strong>’ uit het<br />

refer<strong>en</strong>tiekader niet als zodanig opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>, maar geëxpliciteerd door begripp<strong>en</strong> op te nem<strong>en</strong><br />

die deze aanduiding<strong>en</strong> weergev<strong>en</strong>, zoals fictie, zakelijk, discussie <strong>en</strong> interview. Welke begripp<strong>en</strong><br />

zijn toegevoegd, hebb<strong>en</strong> we in tabel 1.1 (paragraaf 1.1) door cursivering k<strong>en</strong>baar gemaakt.<br />

Ook al zijn er begripp<strong>en</strong> toegevoegd, de lijst van tabel 1.1 is ge<strong>en</strong> limitatieve opsomming, omdat<br />

het nauwelijks mogelijk is e<strong>en</strong> uitputt<strong>en</strong>de beschrijving te gev<strong>en</strong> van alle metatalige begripp<strong>en</strong><br />

voor leerling<strong>en</strong> van alle niveaus. Er zijn immers talloze begripp<strong>en</strong> die in het taalonderwijs zinvol<br />

zoud<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> zijn; voorbeeld<strong>en</strong> hiervan zijn syllabe, assimilatie of prosodie op het gebied van<br />

fonologie of klanknabootsing of germanisme in het morfologisch domein. Deze zijn in ieder geval<br />

voor het basisonderwijs te specialistisch. Ook equival<strong>en</strong>t<strong>en</strong> <strong>en</strong> b<strong>en</strong>aming<strong>en</strong> voortkom<strong>en</strong>d uit<br />

verschill<strong>en</strong>de didactische aanpakk<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> we niet opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. Zo komt de term vocaal voor<br />

naast klinker, <strong>en</strong> veel gebruikt in methodes is de term ik-vorm voor stam van het werkwoord.<br />

Gebruikers kunn<strong>en</strong> eig<strong>en</strong> keuzes mak<strong>en</strong> in de term die ze hanter<strong>en</strong> <strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> de <strong>begripp<strong>en</strong>lijst</strong><br />

als basis gebruik<strong>en</strong> <strong>en</strong> ev<strong>en</strong>tueel naar eig<strong>en</strong> behoefte aanvull<strong>en</strong>.<br />

4 Geraadpleegd is ook de Advieslijst taalbeschouwelijke term<strong>en</strong> Nederlands (2009).<br />

30


In tabel 1.1 (paragraaf 1.1) is het eerste mom<strong>en</strong>t van aanbod aangegev<strong>en</strong>. Dit wil niet zegg<strong>en</strong><br />

dat alle leerling<strong>en</strong> het begrip op het mom<strong>en</strong>t van aanbod moet<strong>en</strong> beheers<strong>en</strong>. Sommige<br />

begripp<strong>en</strong> kom<strong>en</strong> al vroeg aan bod in e<strong>en</strong> e<strong>en</strong>voudige vorm. Vergelijkbaar met de ontwikkeling<br />

van woord<strong>en</strong>schat in het algeme<strong>en</strong>, word<strong>en</strong> begripp<strong>en</strong> in de jar<strong>en</strong> daarna uitgebreid <strong>en</strong><br />

verdiept. Leerling<strong>en</strong> in groep 1/2 k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> bijvoorbeeld al het begrip verhaal. In de hogere groep<strong>en</strong><br />

ler<strong>en</strong> ze dat er verschill<strong>en</strong>de soort<strong>en</strong> verhal<strong>en</strong> bestaan, hoe e<strong>en</strong> verhaal is opgebouwd et cetera.<br />

Leerling<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> de begripp<strong>en</strong> herk<strong>en</strong>n<strong>en</strong> <strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> hanter<strong>en</strong>, maar hoev<strong>en</strong> deze niet<br />

te kunn<strong>en</strong> definiër<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> leerling hoeft bijvoorbeeld niet te kunn<strong>en</strong> uitlegg<strong>en</strong> wat e<strong>en</strong><br />

lettergreep is, maar moet wel wet<strong>en</strong> wat er bedoeld wordt als gevraagd wordt e<strong>en</strong> woord in<br />

lettergrep<strong>en</strong> te verdel<strong>en</strong>. Leerling<strong>en</strong> in groep 3/4 begrijp<strong>en</strong> dat er aan het einde van e<strong>en</strong> zin<br />

e<strong>en</strong> punt komt; ze ler<strong>en</strong> dat ook in eig<strong>en</strong> tekst<strong>en</strong> toepass<strong>en</strong>. Maar ze hoev<strong>en</strong> ge<strong>en</strong> definitie<br />

van het begrip punt te kunn<strong>en</strong> gev<strong>en</strong>.<br />

2.3.2 Taalverzorging<br />

In het refer<strong>en</strong>tiekader staat voor <strong>taalverzorging</strong> e<strong>en</strong> lijst met niveaus voor spelling, interpunctie<br />

<strong>en</strong> grammaticale begripp<strong>en</strong> (figuur 2.2 op bladzijde 34). De niveaubeschrijving<strong>en</strong> <strong>taalverzorging</strong><br />

uit het refer<strong>en</strong>tiekader gev<strong>en</strong> e<strong>en</strong> indeling in vijf categorieën van spellingproblem<strong>en</strong>:<br />

alfabetische spelling, orthografische spelling, lexicaal-morfologische spelling, morfologische<br />

spelling op syntactische basis <strong>en</strong> logografische spelling; zie ook paragraaf 2.2. De leerstoflijn<strong>en</strong><br />

<strong>taalverzorging</strong> (tabel 1.2, paragraaf 1.2) bevatt<strong>en</strong> e<strong>en</strong> gedetailleerde uitwerking van<br />

welke spellingonderdel<strong>en</strong> tot e<strong>en</strong> bepaalde categorie behor<strong>en</strong> <strong>en</strong> wanneer welk onderdeel<br />

in de loop van de basisschool aan de orde komt. Dit mom<strong>en</strong>t van aanbod is vastgesteld na raadpleging<br />

van TULE (2008) <strong>en</strong> e<strong>en</strong> aantal veel gebruikte spellingmethodes 5 . We hebb<strong>en</strong> daarnaast<br />

gebruik gemaakt van het overzicht spellingcategorieën in de LOVS-toets<strong>en</strong> Spelling van Cito<br />

(Cito, 2006). Ook de adviez<strong>en</strong> van geraadpleegde experts zijn van belang geweest.<br />

De leerstoflijn<strong>en</strong> <strong>taalverzorging</strong> bevatt<strong>en</strong> <strong>en</strong>kele wijziging<strong>en</strong> t<strong>en</strong> opzichte van de niveaubeschrijving<strong>en</strong><br />

in het refer<strong>en</strong>tiekader. Het refer<strong>en</strong>tiekader bevat e<strong>en</strong> categorie ‘leestek<strong>en</strong>s’. De<br />

items in deze categorie zijn bij de leerstoflijn<strong>en</strong> <strong>taalverzorging</strong> ondergebracht in de categorie<br />

‘interpunctie <strong>en</strong> het gebruik van hoofdletters’. Onder interpunctie verstaan we het gebruik<br />

van leestek<strong>en</strong>s om e<strong>en</strong> geschrev<strong>en</strong> tekst in te del<strong>en</strong>. Het gebruik van hoofdletters valt onder<br />

interpunctie wat betreft het gebruik van e<strong>en</strong> hoofdletter aan het begin van e<strong>en</strong> zin <strong>en</strong> bij<br />

directe rede. Het gebruik van de hoofdletter bij e<strong>en</strong> eig<strong>en</strong>naam kan gezi<strong>en</strong> word<strong>en</strong> als overig<br />

gebruik van hoofdletters in deze categorie.<br />

5 Geraadpleegd zijn spellingmethodes van Malmberg, Noordhoff, ThiemeMeul<strong>en</strong>hoff, Zwijs<strong>en</strong> <strong>en</strong> de leerlijn spelling van de CED-Groep.<br />

31


Tabel 2: Niveaus voor spelling, interpunctie <strong>en</strong> grammaticale begripp<strong>en</strong> voor werkwoordsspelling.<br />

Beheersing; 75% van alle leerling<strong>en</strong> in de leeftijdsgroep/niveaugroep heeft e<strong>en</strong> kans van 80% goed.<br />

Spelling 1F 2F 3F 4F<br />

1. Alfabetische spelling +<br />

2. Orthografische spelling +<br />

3. Morfologische spelling +<br />

Hieronder vall<strong>en</strong> de schrijfwijze van achtervoegsels, de meervoudsvorming, de verkleinwoordsvorming, regel van<br />

gelijkvormigheid bij assimilatie (zakdoek/zaddoek), vorming bijvoeglijk naamwoord<br />

Moeilijke gevall<strong>en</strong>:<br />

a) meervoud –s na klinker (meisjes, garages, fuchsia’s, cafés) +<br />

b) verkleinwoord na op<strong>en</strong> klinker (parapluutje) +<br />

c) ’s in ’s ocht<strong>en</strong>ds +<br />

d) stoffelijke bijvoeglijke naamwoord<strong>en</strong> op –<strong>en</strong> +<br />

e) meervouds –n bij zelfstandig gebruikte verwijzing (all<strong>en</strong> versus alle) +<br />

f) wel/niet –n in sam<strong>en</strong>gestelde woord<strong>en</strong>. +<br />

4. Morfologische spelling op syntactische basis<br />

Werkwoordspelling waarvan e<strong>en</strong> deel zuiver morfologische is, zoals teg<strong>en</strong>woordige tijd meervoud, verled<strong>en</strong> tijd van<br />

+<br />

werkwoord<strong>en</strong> met stam of –d (antwoordde(n)), hele werkwoord<br />

Moeilijke gevall<strong>en</strong>:<br />

Persoonsvorm<br />

a) homofone gevall<strong>en</strong>: teg<strong>en</strong>woordige tijd stam op –d <strong>en</strong>kelvoud (hij wordt/word) +<br />

b) teg<strong>en</strong>woordige tijd (klankvaste of zwakke) werkwoord<strong>en</strong>, <strong>en</strong>kelvoud +<br />

c) verled<strong>en</strong> tijd (klankvaste of zwakke) werkwoord<strong>en</strong> met stam op –d of –t +<br />

d) teg<strong>en</strong>woordige tijd 2e persoon of 3e persoon achter de persoonsvorm (word jij ziek, wordt je broer, wordt je de toegang ontzegd) +<br />

e) met prefix, homofoon met voltooid deelwoord (hij beoordeelt/beoordeeld) +<br />

Voltooid deelwoord<br />

h) homofone gevall<strong>en</strong> (verhuisd/verhuist) +<br />

5. Logografisch: ge<strong>en</strong> regels, maar k<strong>en</strong>nis van vaststaande combinatie tuss<strong>en</strong> klank <strong>en</strong> tek<strong>en</strong> zoals /sj/ geschrev<strong>en</strong> als –ch- +<br />

6. Overige regels<br />

a) spelambigue woord<strong>en</strong> +<br />

b) schrijfwijze van tuss<strong>en</strong>klank<strong>en</strong> –s <strong>en</strong> –e(n) +<br />

c) gebruik van trema <strong>en</strong> koppeltek<strong>en</strong> +<br />

Leestek<strong>en</strong>s<br />

1. Hoofdletters <strong>en</strong> punt<strong>en</strong> +<br />

2. Vraagtek<strong>en</strong>s, uitroeptek<strong>en</strong>s <strong>en</strong> aanhalingstek<strong>en</strong>s +<br />

3. Hoofdletters bij eig<strong>en</strong>naam <strong>en</strong> directe rede +<br />

4. Komma’s, dubbele punt<strong>en</strong> +<br />

Overige regels<br />

Afbreekregels +<br />

Aane<strong>en</strong>schrijving <strong>en</strong> losschrijving (moeilijkste gevall<strong>en</strong>) +<br />

Grammaticale begripp<strong>en</strong> voor werkwoordsspelling<br />

Werkwoord, tijd van het werkwoord, getal, persoon, persoonsvorm, voltooid deelwoord, stam, hele werkwoord, onderwerp,<br />

zwakke/sterke werkwoord<strong>en</strong>, werkwoordelijk gezegde, ‘kofschip‘<br />

+<br />

Figuur 2.2 Niveaus voor spelling, interpunctie <strong>en</strong> grammaticale begripp<strong>en</strong> voor<br />

werkwoordspelling (Refer<strong>en</strong>tiekader taal <strong>en</strong> rek<strong>en</strong><strong>en</strong>, 2009, pag. 20)<br />

20<br />

32


De spellingonderdel<strong>en</strong> bij ‘overige regels’ in het refer<strong>en</strong>tiekader zijn bij de leerstoflijn<strong>en</strong><br />

<strong>taalverzorging</strong> ondergebracht bij de betreff<strong>en</strong>de spellingcategorie. E<strong>en</strong> voorbeeld is afbreekregels;<br />

de regel voor het afbrek<strong>en</strong> van woord<strong>en</strong> hoort bij de categorie orthografische spelling.<br />

De ‘grammaticale begripp<strong>en</strong> voor werkwoordspelling’ in het refer<strong>en</strong>tiekader zijn wat betreft de<br />

begripsk<strong>en</strong>nis opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> bij de leerstoflijn<strong>en</strong> <strong>begripp<strong>en</strong>lijst</strong> (paragraaf 1.1). Als het gaat om de<br />

spelling van de betreff<strong>en</strong>de grammaticale vorm<strong>en</strong> is grammaticale k<strong>en</strong>nis noodzakelijk; dit valt<br />

onder morfologische spelling op grammaticale basis van de leerstoflijn<strong>en</strong> <strong>taalverzorging</strong>.<br />

Voor het ler<strong>en</strong> van de regels voor werkwoordspelling gebruik<strong>en</strong> methodes verschill<strong>en</strong>de<br />

didactiek<strong>en</strong>. Eén van de middel<strong>en</strong> om de spelling van bepaalde werkwoordvorm<strong>en</strong> vast te<br />

stell<strong>en</strong> is het door methodes veel gebruikte hulpmiddel ’t kofschip, of variant<strong>en</strong> hiervan. In<br />

deze publicatie gaan we niet in op de verschill<strong>en</strong>de didactische mogelijkhed<strong>en</strong>, daarom is de<br />

term ’t kofschip uit het refer<strong>en</strong>tiekader niet opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>.<br />

Bij de leerstoflijn<strong>en</strong> <strong>taalverzorging</strong> is in <strong>en</strong>kele gevall<strong>en</strong> het aanbod van stof die in het refer<strong>en</strong>tiekader<br />

tot niveau 1S/2F behoort, opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong> voor groep 5/6. E<strong>en</strong> voorbeeld hiervan is<br />

de meervouds-s na klinkers (meisjes, garages, cafés). Het meervoud van meisje is relatief e<strong>en</strong>voudig<br />

<strong>en</strong> kan dan ook in groep 5/6 aan bod kom<strong>en</strong>. Het meervoud van e<strong>en</strong> woord als café<br />

behoort tot de moeilijkste gevall<strong>en</strong> in deze categorie, deze kwestie komt aan bod in groep<br />

7/8. Hetzelfde geldt voor leerstof bij niveau 3F in het refer<strong>en</strong>tiekader. In de laatste jar<strong>en</strong> van<br />

het basisonderwijs kom<strong>en</strong> bijvoorbeeld regelmatig woord<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> trema voor. Volledige<br />

beheersing van de moeilijkste woord<strong>en</strong> uit deze categorie kan verwacht word<strong>en</strong> aan het<br />

eind van havo of mbo 4, maar minder moeilijke woord<strong>en</strong> als ruïne of skiën kunn<strong>en</strong> aan bod<br />

kom<strong>en</strong> in groep 7/8. Dit is ook in lijn met de leerstoflijn<strong>en</strong> <strong>begripp<strong>en</strong>lijst</strong>, waar het begrip<br />

trema is opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> ander voorbeeld is het gebruik van komma’s <strong>en</strong> dubbele punt<strong>en</strong>.<br />

In het refer<strong>en</strong>tiekader staat dit bij niveau 3F, <strong>en</strong> ook hier gaat het om de volledige beheersing<br />

van alle gevall<strong>en</strong> waarin e<strong>en</strong> komma of dubbele punt gebruikt wordt. Het plaats<strong>en</strong> van e<strong>en</strong><br />

komma of dubbele punt in e<strong>en</strong> zin kan moeilijk zijn omdat het noodzakelijk is dat de leerling<br />

de grammaticale structuur van e<strong>en</strong> zin kan doorzi<strong>en</strong>. Bij de leerstoflijn<strong>en</strong> <strong>taalverzorging</strong> is<br />

het gebruik van komma’s <strong>en</strong> dubbele punt<strong>en</strong> in meer e<strong>en</strong>voudige gevall<strong>en</strong> bedoeld, zoals in<br />

opsomming<strong>en</strong>, in e<strong>en</strong>voudige zinn<strong>en</strong> <strong>en</strong> bij citat<strong>en</strong>.<br />

Zoals ook uit het voorgaande duidelijk mag zijn, will<strong>en</strong> we hier nogmaals b<strong>en</strong>adrukk<strong>en</strong> dat<br />

in de tabel het mom<strong>en</strong>t van eerste aanbod is opg<strong>en</strong>om<strong>en</strong>, dat wil zegg<strong>en</strong> het aanbod van de<br />

betreff<strong>en</strong>de categorie in zijn meest e<strong>en</strong>voudige vorm. In de jar<strong>en</strong> daarna di<strong>en</strong>t dit aanbod<br />

herhaald te word<strong>en</strong>; meestal kom<strong>en</strong> dan woord<strong>en</strong> aan bod die langer zijn (woord<strong>en</strong> met<br />

meer lettergrep<strong>en</strong>), minder frequ<strong>en</strong>t voorkom<strong>en</strong>, of gaat het om moeilijkere vorm<strong>en</strong> van<br />

werkwoordspelling. Leerling<strong>en</strong> van het basisonderwijs die de leerstof sneller dan gemiddeld<br />

beheers<strong>en</strong>, moet<strong>en</strong> word<strong>en</strong> uitgedaagd door h<strong>en</strong> extra stof aan te bied<strong>en</strong>. Zij krijg<strong>en</strong> moeilijkere<br />

stof van niveau 1S/2F of ev<strong>en</strong>tueel 3F aangebod<strong>en</strong>.<br />

33


2.4 Keuzes in <strong>taalverzorging</strong>sonderwijs<br />

Typ<strong>en</strong> woord<strong>en</strong> uit de verschill<strong>en</strong>de spellingcategorieën word<strong>en</strong> op verschill<strong>en</strong>de manier<strong>en</strong><br />

aangeleerd. Voor elke categorie zijn er andere vaardighed<strong>en</strong> nodig om de woord<strong>en</strong> uit die<br />

categorie goed te spell<strong>en</strong>. Vrijwel alle spellingmethodes stell<strong>en</strong> strategieën c<strong>en</strong>traal voor het<br />

aanler<strong>en</strong> van de spelling. Er zijn diverse strategieën voor het aanler<strong>en</strong> van de spelling (onder<br />

ander<strong>en</strong> Daems, 2006; Bonset & Hoogeve<strong>en</strong>, 2009). Het gebruik van strategieën is e<strong>en</strong> didactische<br />

keuze, waar schol<strong>en</strong> <strong>en</strong> methodes op e<strong>en</strong> gevarieerde manier gebruik van mak<strong>en</strong><br />

(zie ook Van der Leeuw, Israel, Pauw & Schaufeli, 2009). In deze publicatie gaan we niet in op<br />

het gebruik van strategieën. Vanwege het veelvuldige gebruik van spellingstrategieën in het<br />

onderwijs, gev<strong>en</strong> we echter wel e<strong>en</strong> korte schets van de verschill<strong>en</strong>de strategieën.<br />

Leerling<strong>en</strong> krijg<strong>en</strong> spellingstrategieën voor het eerst aangereikt in groep 3/4. Gedur<strong>en</strong>de<br />

de hele basisschoolleeftijd, <strong>en</strong> ook daarna, kunn<strong>en</strong> ze deze strategieën inzett<strong>en</strong>. In de eerste<br />

plaats is er de fonologische strategie, die erop gebaseerd is hoe het woord klinkt. Dit is de<br />

elem<strong>en</strong>taire spelhandeling, de klank-tek<strong>en</strong>combinatie, waar ook de klank-clusterstrategie<br />

(woord<strong>en</strong> met vaste tek<strong>en</strong>afsprak<strong>en</strong> zoals woord<strong>en</strong> met -aai, -ieuw) deel van uitmaakt.<br />

E<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>de strategie is de woordbeeldstrategie; dit is e<strong>en</strong> geheug<strong>en</strong>strategie waarbij de<br />

leerling de schrijfwijze van woord<strong>en</strong> uit zijn geheug<strong>en</strong> oproept, bijvoorbeeld woord<strong>en</strong> met<br />

ou/au of ij/ei. E<strong>en</strong> derde strategie is de analogiestrategie; ook dit is e<strong>en</strong> geheug<strong>en</strong>strategie,<br />

waarbij de leerling e<strong>en</strong> woord vergelijkt met soortgelijke woord<strong>en</strong> (drom<strong>en</strong> schrijf je als<br />

bom<strong>en</strong>). E<strong>en</strong> andere strategie is de regelstrategie, die uitgaat van de regels voor spelling. E<strong>en</strong><br />

voorbeeld is werkwoordspelling: hier is e<strong>en</strong> grammaticale red<strong>en</strong>ering noodzakelijk, bijvoorbeeld<br />

met behulp van algoritm<strong>en</strong>, waardoor de regels voor werkwoordvorm<strong>en</strong> inzichtelijk<br />

zijn voor leerling<strong>en</strong>. Tot slot mak<strong>en</strong> leerling<strong>en</strong> gebruik van hulpstrategieën, dit zijn zelf<br />

bedachte geheug<strong>en</strong>steuntjes of hulpregels.<br />

Naast het inzett<strong>en</strong> van strategieën zijn er andere manier<strong>en</strong> d<strong>en</strong>kbaar voor het effectief<br />

aanler<strong>en</strong> van de spelling. E<strong>en</strong> ‘spellinggewet<strong>en</strong>’ (de wil om foutloos te spell<strong>en</strong>) <strong>en</strong> e<strong>en</strong> ‘spellingbewustzijn’<br />

(het vermog<strong>en</strong> te reflecter<strong>en</strong> op de eig<strong>en</strong> spelling, spellingvaardighed<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> spellingprocess<strong>en</strong>) bij leerling<strong>en</strong> zou e<strong>en</strong> positieve invloed kunn<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> op de spellingresultat<strong>en</strong><br />

(Oepkes, 2006). Bonset (2010) pleit voor meer aandacht voor achtergrond<strong>en</strong><br />

van de Nederlandse spelling bij de leerling<strong>en</strong>, het meer zelf lat<strong>en</strong> reviser<strong>en</strong> <strong>en</strong> rediger<strong>en</strong> van<br />

eig<strong>en</strong> tekst<strong>en</strong>, het inzett<strong>en</strong> van digitale <strong>en</strong> andere hulpmiddel<strong>en</strong> bij het spell<strong>en</strong> (zoals de<br />

Word spellingchecker of het gebruik van het Gro<strong>en</strong>e Boekje), <strong>en</strong> het gebruik van algoritm<strong>en</strong><br />

bij werkwoordspelling. Gebruik van algoritm<strong>en</strong> in het spellingonderwijs voor werkwoord<strong>en</strong><br />

kan leid<strong>en</strong> tot betere leerresultat<strong>en</strong> (Zuidema, 1988). Ook oef<strong>en</strong><strong>en</strong> op de computer (bijvoorbeeld<br />

het oef<strong>en</strong><strong>en</strong> van woordspecifieke letterpatron<strong>en</strong>) blijkt zinvol, met name omdat<br />

leerling<strong>en</strong> mete<strong>en</strong> feedback krijg<strong>en</strong> (Hilte, 2009). Bronkhorst, Verhoev<strong>en</strong> & Biemond (2009)<br />

34


gev<strong>en</strong> suggesties voor de inzet van ICT <strong>en</strong> multimedia t<strong>en</strong> behoeve van taal <strong>en</strong> spelling.<br />

Wat betreft interpunctie ligt e<strong>en</strong> b<strong>en</strong>adering vanuit het perspectief van zinsopbouw voor<br />

de hand; inzicht in grammaticale relaties, ofwel de vraag wat woord<strong>en</strong> met elkaar te mak<strong>en</strong><br />

hebb<strong>en</strong> is wez<strong>en</strong>lijk bij het ler<strong>en</strong> interpunger<strong>en</strong> (Van de Gein, 2004). Ook voor interpunctie<br />

kunn<strong>en</strong> methodemakers <strong>en</strong> schol<strong>en</strong> zelf de plaats bepal<strong>en</strong> van de verschill<strong>en</strong>de didactiek<strong>en</strong>.<br />

35


3. Karakteristiek<strong>en</strong> van het<br />

domein <strong>begripp<strong>en</strong>lijst</strong> <strong>en</strong><br />

<strong>taalverzorging</strong> in groep 1<br />

tot <strong>en</strong> met 8<br />

36


In dit hoofdstuk gev<strong>en</strong> we karakteristiek<strong>en</strong> van het domein <strong>begripp<strong>en</strong>lijst</strong> <strong>en</strong> <strong>taalverzorging</strong><br />

voor de groep<strong>en</strong> 1/2, 3/4, 5/6 <strong>en</strong> 7/8. Zowel voor de <strong>begripp<strong>en</strong>lijst</strong> als voor <strong>taalverzorging</strong><br />

geldt dat er sprake is van goed onderwijs als de school doorlop<strong>en</strong>de leerstoflijn<strong>en</strong> hanteert<br />

gedur<strong>en</strong>de de hele basisschool <strong>en</strong> als er afstemming is op het niveau van het kind. De school<br />

kan de kwaliteit van het onderwijs voor <strong>taalverzorging</strong> beoordel<strong>en</strong> door na te gaan of de<br />

leerkracht<strong>en</strong> voldo<strong>en</strong>de doelgericht werk<strong>en</strong>. Dit kunn<strong>en</strong> ze do<strong>en</strong> door per leerjaar adequate<br />

doel<strong>en</strong> te formuler<strong>en</strong> <strong>en</strong> te toets<strong>en</strong> of de doel<strong>en</strong> zijn gehaald. Daarnaast moet er voldo<strong>en</strong>de<br />

leertijd zijn ingeroosterd voor (voor)lez<strong>en</strong>, instructie <strong>en</strong> oef<strong>en</strong><strong>en</strong>. De leerstof moet systematisch,<br />

expliciet <strong>en</strong> gedoseerd aan bod kom<strong>en</strong>, met material<strong>en</strong> om te oef<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> mogelijkhed<strong>en</strong><br />

voor differ<strong>en</strong>tiatie (Gijsel, Scheltinga, Van Dru<strong>en</strong><strong>en</strong> & Verhoev<strong>en</strong>, 2011a, 2011b; Scheltinga,<br />

Gijsel, Van Dru<strong>en</strong><strong>en</strong> & Verhoev<strong>en</strong>, 2011).<br />

Het is raadzaam om de leerstof van het vierde domein in sam<strong>en</strong>hang met de karakteristiek<strong>en</strong><br />

van de andere domein<strong>en</strong> te beschouw<strong>en</strong>, omdat de leerstof t<strong>en</strong> di<strong>en</strong>ste staat van de<br />

vaardigheidsontwikkeling in mondeling taalgebruik, lez<strong>en</strong> <strong>en</strong> schrijv<strong>en</strong> (zie <strong>Leerstoflijn<strong>en</strong></strong><br />

mondelinge taalvaardigheid beschrev<strong>en</strong>, <strong>Leerstoflijn<strong>en</strong></strong> lez<strong>en</strong> beschrev<strong>en</strong> <strong>en</strong> <strong>Leerstoflijn<strong>en</strong></strong><br />

schrijv<strong>en</strong> beschrev<strong>en</strong>).<br />

3.1 Karakteristiek<strong>en</strong> voor groep 1/2<br />

Begripp<strong>en</strong>lijst<br />

Veel kinder<strong>en</strong> zijn thuis of in de kinderopvang of peuterspeelzaal al in aanraking gekom<strong>en</strong><br />

met talige begripp<strong>en</strong>. Er werd bijvoorbeeld voorgelez<strong>en</strong>, <strong>en</strong> sam<strong>en</strong> gepraat over het (pr<strong>en</strong>t<strong>en</strong>)boek<br />

<strong>en</strong> het verhaal. Op deze manier hebb<strong>en</strong> kinder<strong>en</strong> begripp<strong>en</strong> rond beginn<strong>en</strong>de geletterdheid<br />

ler<strong>en</strong> k<strong>en</strong>n<strong>en</strong>, zoals voorkant van het boek, plaatje, blader<strong>en</strong>. In groep 1/2 bouwt<br />

de leerkracht voort op deze k<strong>en</strong>nis of maakt hiermee e<strong>en</strong> start bij kinder<strong>en</strong> die niet gew<strong>en</strong>d<br />

zijn aan (voor)lez<strong>en</strong>. Tijd<strong>en</strong>s het voorlez<strong>en</strong>, <strong>en</strong> ook bij activiteit<strong>en</strong> binn<strong>en</strong> e<strong>en</strong> thema of<br />

gekoppeld aan e<strong>en</strong> pr<strong>en</strong>t<strong>en</strong>boek, kom<strong>en</strong> spel<strong>en</strong>derwijs begripp<strong>en</strong> op het gebied van beginn<strong>en</strong>de<br />

geletterdheid aan de orde. Kinder<strong>en</strong> ler<strong>en</strong> op deze manier basisbegripp<strong>en</strong> als woord<br />

<strong>en</strong> verhaal. De leerkracht leest veel voor in kleine groepjes. In kleine groepjes is er meer<br />

geleg<strong>en</strong>heid voor interactie, <strong>en</strong> zijn kinder<strong>en</strong> meer bij het voorlez<strong>en</strong> betrokk<strong>en</strong>. Pre-teaching<br />

is e<strong>en</strong> belangrijk onderdeel van het voorlez<strong>en</strong> voor kinder<strong>en</strong> met e<strong>en</strong> taalachterstand. Als<br />

de leerkracht de gebeurt<strong>en</strong>iss<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> boek vooraf met deze kinder<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> klein groepje<br />

bespreekt, er alert op is of de kinder<strong>en</strong> het verhaal begrijp<strong>en</strong>, <strong>en</strong> h<strong>en</strong> uitlokt zo veel mogelijk<br />

zelf mee te prat<strong>en</strong>, krijg<strong>en</strong> deze kinder<strong>en</strong> plezier in (voor)lez<strong>en</strong>. Ze zijn op die manier vervolg<strong>en</strong>s<br />

ook beter in staat mee te do<strong>en</strong> aan activiteit<strong>en</strong> over het pr<strong>en</strong>t<strong>en</strong>boek, zoals sam<strong>en</strong> e<strong>en</strong> verhaalschema<br />

invull<strong>en</strong>, met behulp van wie-waar-wat-picto’s het verhaal voorspell<strong>en</strong> of sam<strong>en</strong>vatt<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> het verhaal navertell<strong>en</strong> of naspel<strong>en</strong>. De leerkracht zorgt voor e<strong>en</strong> stimuler<strong>en</strong>de leesomgeving<br />

met voldo<strong>en</strong>de aanbod van boek<strong>en</strong>, waaronder meerdere boek<strong>en</strong> over e<strong>en</strong>zelfde thema.<br />

37


De leerling<strong>en</strong> voer<strong>en</strong> regelmatig gesprekjes in e<strong>en</strong> klein groepje van vier of vijf kinder<strong>en</strong> of<br />

met de hele groep. In uitwisselingsgesprekk<strong>en</strong> stelt de leerkracht zich terughoud<strong>en</strong>d op; hij<br />

prikkelt de kinder<strong>en</strong> om over e<strong>en</strong> onderwerp na te d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> <strong>en</strong> stimuleert h<strong>en</strong> om zelf e<strong>en</strong><br />

m<strong>en</strong>ing te gev<strong>en</strong>. Hij laat de kinder<strong>en</strong> k<strong>en</strong>nis mak<strong>en</strong> met talige begripp<strong>en</strong> door begripp<strong>en</strong><br />

zelf regelmatig te gebruik<strong>en</strong> <strong>en</strong> goede feedback te gev<strong>en</strong>; als bijvoorbeeld e<strong>en</strong> paar kinder<strong>en</strong><br />

moet<strong>en</strong> lach<strong>en</strong> om wat e<strong>en</strong> leerling zegt, reageert hij met ‘Hor<strong>en</strong> jullie dat, Viv maakt e<strong>en</strong><br />

leuk grapje’.<br />

Aan het eind van groep 2 (her)k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> de kinder<strong>en</strong> e<strong>en</strong> aantal begripp<strong>en</strong> die het hun mogelijk<br />

maakt over taal te prat<strong>en</strong>, <strong>en</strong> die de lees- <strong>en</strong> schrijfontwikkeling in de volg<strong>en</strong>de jar<strong>en</strong><br />

bevorder<strong>en</strong>.<br />

Taalverzorging<br />

Leerling<strong>en</strong> in groep 1/2 ontdekk<strong>en</strong> spel<strong>en</strong>derwijs dat woord<strong>en</strong> uit klank<strong>en</strong> bestaan <strong>en</strong> dat<br />

letters deze klank<strong>en</strong> weergev<strong>en</strong>. Het ler<strong>en</strong> koppel<strong>en</strong> van letters aan klank<strong>en</strong> is e<strong>en</strong> stap in de<br />

beginn<strong>en</strong>de geletterdheid. In groep 1/2 vind<strong>en</strong> veel activiteit<strong>en</strong> met klank<strong>en</strong> <strong>en</strong> letters plaats<br />

t<strong>en</strong> behoeve van de ontwikkeling van het taalbewustzijn. Door deze activiteit<strong>en</strong> ontdekk<strong>en</strong><br />

kinder<strong>en</strong> dat ze zinn<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> opdel<strong>en</strong> in woord<strong>en</strong>, <strong>en</strong> lange woord<strong>en</strong> in klankgroep<strong>en</strong><br />

(/re/g<strong>en</strong>/jas/ bij reg<strong>en</strong>jas, /bo/k<strong>en</strong>/ bij bokk<strong>en</strong>).<br />

In groep 1/2 do<strong>en</strong> de kinder<strong>en</strong> veel taalspelletjes. Ze zing<strong>en</strong> sam<strong>en</strong> liedjes <strong>en</strong> zegg<strong>en</strong> versjes<br />

op, ze mak<strong>en</strong> (taal)grapjes <strong>en</strong> vertell<strong>en</strong> elkaar e<strong>en</strong> mop of e<strong>en</strong> raadsel. Sam<strong>en</strong> met de<br />

leerkracht bed<strong>en</strong>k<strong>en</strong> ze rijmwoord<strong>en</strong> of woord<strong>en</strong> met dezelfde begin- of eindletter. Plaatjes<br />

<strong>en</strong> woord<strong>en</strong> met deze letters word<strong>en</strong> opgehang<strong>en</strong> op de lettermuur, waardoor ze de letters<br />

steeds kunn<strong>en</strong> zi<strong>en</strong> <strong>en</strong> goed kunn<strong>en</strong> onthoud<strong>en</strong>. In de uitgav<strong>en</strong> van De Taallijn zijn voorbeeld<strong>en</strong><br />

van activiteit<strong>en</strong> met klank<strong>en</strong> <strong>en</strong> letters beschrev<strong>en</strong> (http://www.detaallijn.nl; Van<br />

Elsäcker, Van der Beek, Hill<strong>en</strong> & Peters, 2006).<br />

In de klas is e<strong>en</strong> schrijfhoek, waar kinder<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> experim<strong>en</strong>ter<strong>en</strong> met letters. Ze kunn<strong>en</strong><br />

letters <strong>en</strong> woord<strong>en</strong> naschrijv<strong>en</strong> of -tek<strong>en</strong><strong>en</strong> <strong>en</strong> stempel<strong>en</strong>. De leerkracht zorgt voor betek<strong>en</strong>isvolle<br />

schrijfactiviteit<strong>en</strong>. Hij laat de kinder<strong>en</strong> bijvoorbeeld zelf e<strong>en</strong> uitnodiging voor e<strong>en</strong><br />

ouderavond ‘schrijv<strong>en</strong>’ (of hun naam bov<strong>en</strong> de uitnodiging zett<strong>en</strong>), of e<strong>en</strong> zelf ‘geschrev<strong>en</strong>’<br />

kaartje stur<strong>en</strong> naar e<strong>en</strong> zieke oma.<br />

Bij sommige kinder<strong>en</strong> verloopt de ontwikkeling van beginn<strong>en</strong>de geletterdheid niet vlot<br />

of zelfs moeizaam. Dit zou e<strong>en</strong> voorbode kunn<strong>en</strong> zijn van leesproblem<strong>en</strong> <strong>en</strong> mogelijk van<br />

dyslexie. In het Protocol Leesproblem<strong>en</strong> <strong>en</strong> Dyslexie voor groep 1 <strong>en</strong> 2 (W<strong>en</strong>tink, Verhoev<strong>en</strong> &<br />

Van Dru<strong>en</strong><strong>en</strong>, 2008) is beschrev<strong>en</strong> op welke wijze de school de ontwikkeling van kleuters in<br />

kaart kan br<strong>en</strong>g<strong>en</strong>. De school kan zo problem<strong>en</strong> met betrekking tot geletterdheid vroegtijdig<br />

opspor<strong>en</strong> <strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> op e<strong>en</strong> effectieve manier begeleid<strong>en</strong>.<br />

38


3.2 Karakteristiek<strong>en</strong> voor groep 3/4<br />

Begripp<strong>en</strong>lijst<br />

Bij het ler<strong>en</strong> van de elem<strong>en</strong>taire lees- <strong>en</strong> schrijfhandeling, komt het kind in aanraking met<br />

begripp<strong>en</strong> om lees- <strong>en</strong> schrijftak<strong>en</strong> goed te kunn<strong>en</strong> uitvoer<strong>en</strong>. Al snel kom<strong>en</strong> er nieuwe<br />

begripp<strong>en</strong> aan de orde, zoals zin, punt <strong>en</strong> vraagtek<strong>en</strong>. Gaandeweg kom<strong>en</strong> ook e<strong>en</strong>voudige<br />

woordsoort<strong>en</strong> aan de orde, zoals lidwoord of werkwoord. In gesprekk<strong>en</strong> <strong>en</strong> bij het besprek<strong>en</strong><br />

van tekst<strong>en</strong> gebruikt de leerkracht de begripp<strong>en</strong> regelmatig, zodat het voor de leerling<strong>en</strong><br />

vanzelfsprek<strong>en</strong>d wordt om over taal te d<strong>en</strong>k<strong>en</strong> <strong>en</strong> prat<strong>en</strong>. Kinder<strong>en</strong> zijn zich meer <strong>en</strong> meer<br />

bewust van hun eig<strong>en</strong> taalgebruik <strong>en</strong> ler<strong>en</strong> het taalgebruik aanpass<strong>en</strong> aan de situatie. In gesprekk<strong>en</strong><br />

biedt de leerkracht geleg<strong>en</strong>heid tot reflectie over het taalgebruik. Hij laat terloops<br />

nieuwe begripp<strong>en</strong> vall<strong>en</strong>, die hij in e<strong>en</strong> later stadium uitlegt. De leerkracht is er alert op dat<br />

de leerling<strong>en</strong> ook de begripp<strong>en</strong> die in groep 1/2 aan bod zijn geweest herk<strong>en</strong>n<strong>en</strong>. Hij observeert<br />

welke leerling<strong>en</strong> deze begripp<strong>en</strong> nog niet k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> <strong>en</strong> zorgt ervoor dat hij de begripp<strong>en</strong><br />

regelmatig gebruikt. Gesprekk<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> kleine groep, maar ook andere gespreksvorm<strong>en</strong> zijn<br />

zeer geschikt voor het stimuler<strong>en</strong> van leerling<strong>en</strong> om ook zelf de begripp<strong>en</strong> te gaan gebruik<strong>en</strong>.<br />

Taalverzorging<br />

In de meeste gevall<strong>en</strong> ler<strong>en</strong> kinder<strong>en</strong> in groep 3 de elem<strong>en</strong>taire lees- <strong>en</strong> schrijfhandeling. De<br />

meeste kinder<strong>en</strong> ler<strong>en</strong> die niet spontaan; expliciete instructie is dan ook noodzakelijk.<br />

Kinder<strong>en</strong> ler<strong>en</strong> de klank van gesprok<strong>en</strong> woord<strong>en</strong> omzett<strong>en</strong> in de bijbehor<strong>en</strong>de grafem<strong>en</strong>.<br />

Het kind moet zich ervan bewust zijn dat e<strong>en</strong> begrip niet als één geheel wordt weergegev<strong>en</strong>,<br />

maar als e<strong>en</strong> verzameling van klank<strong>en</strong> die omgezet kunn<strong>en</strong> word<strong>en</strong> in tek<strong>en</strong>s (Kleijn<strong>en</strong>,<br />

2004). In groep 2 heeft het kind al k<strong>en</strong>nisgemaakt met klank<strong>en</strong> <strong>en</strong> letters; in groep 3<br />

is er gerichte instructie voor het ler<strong>en</strong> schrijv<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>s de alfabetische spelling. Hiervoor<br />

moet de leerling e<strong>en</strong> goede auditieve analyse kunn<strong>en</strong> mak<strong>en</strong>, dat wil zegg<strong>en</strong> e<strong>en</strong> woord in<br />

klank<strong>en</strong> kunn<strong>en</strong> verdel<strong>en</strong>. Vervolg<strong>en</strong>s moet hij e<strong>en</strong> goede foneem-grafeemkoppeling mak<strong>en</strong>,<br />

met andere woord<strong>en</strong> de juiste letters opschrijv<strong>en</strong> bij de klank<strong>en</strong> die hij hoort. In groep 4<br />

ligt het acc<strong>en</strong>t meer op orthografische spelling. Hier gaat het om autonome spellingregels,<br />

afsprak<strong>en</strong> die de leerling moet ler<strong>en</strong>. Het geheug<strong>en</strong> speelt bij deze spelling e<strong>en</strong> grote rol. De<br />

leerling leert de schrijfwijze van woord<strong>en</strong> door regels ler<strong>en</strong> of door inpr<strong>en</strong>t<strong>en</strong>. Wat betreft<br />

morfologische spelling op lexicaal niveau kom<strong>en</strong> in deze groep onder andere meervoudsvorming<br />

<strong>en</strong> verkleinwoord<strong>en</strong> aan bod. Kinder<strong>en</strong> ler<strong>en</strong> sam<strong>en</strong> met de leerkracht spellingfout<strong>en</strong><br />

in hun eig<strong>en</strong> tekst<strong>en</strong> op te spor<strong>en</strong> <strong>en</strong> te corriger<strong>en</strong>.<br />

De leerling<strong>en</strong> pass<strong>en</strong> in hun eig<strong>en</strong> tekst<strong>en</strong> interpunctie toe: ze marker<strong>en</strong> zinn<strong>en</strong> met behulp van<br />

hoofdletters <strong>en</strong> punt<strong>en</strong>, <strong>en</strong> wet<strong>en</strong> wanneer ze e<strong>en</strong> vraagtek<strong>en</strong> moet<strong>en</strong> plaats<strong>en</strong>. De regels voor<br />

spelling, interpunctie <strong>en</strong> het gebruik van hoofdletters zijn niet alle<strong>en</strong> van toepassing op wat in<br />

de taalless<strong>en</strong> aan bod komt. Leerkracht<strong>en</strong> di<strong>en</strong><strong>en</strong> alert te zijn op mogelijkhed<strong>en</strong> om deze ook in<br />

andere vakk<strong>en</strong> te gebruik<strong>en</strong> <strong>en</strong> om <strong>taalverzorging</strong> als e<strong>en</strong> fase te zi<strong>en</strong> in het schrijfproces.<br />

39


In groep 3 ligt de oorzaak van spellingproblem<strong>en</strong> meestal bij e<strong>en</strong> zwak fonemisch bewustzijn<br />

<strong>en</strong> bij problem<strong>en</strong> met de klank-letterkoppeling (Gijsel e.a., 2011a). Zwakke spellers schrijv<strong>en</strong><br />

vaak precies op wat ze hor<strong>en</strong>, of prober<strong>en</strong> de spelling van het hele woord te onthoud<strong>en</strong>.<br />

Het geheug<strong>en</strong> wordt zo <strong>en</strong>orm belast, <strong>en</strong> bov<strong>en</strong>di<strong>en</strong> helpt deze k<strong>en</strong>nis niet bij het schrijv<strong>en</strong><br />

van soortgelijke woord<strong>en</strong> omdat er ge<strong>en</strong> transfer plaatsvindt. Lees- <strong>en</strong> spellingproblem<strong>en</strong><br />

kunn<strong>en</strong> bij e<strong>en</strong> groot deel van de leerling<strong>en</strong> word<strong>en</strong> voorkom<strong>en</strong> bij vroegtijdige signalering<br />

<strong>en</strong> e<strong>en</strong> effectieve aanpak; zie de Protocoll<strong>en</strong> Leesproblem<strong>en</strong> <strong>en</strong> Dyslexie (groep 3: Gijsel e.a.,<br />

2011a; groep 4: Gijsel e.a., 2011b).<br />

3.3 Karakteristiek<strong>en</strong> voor groep 5/6<br />

Begripp<strong>en</strong>lijst<br />

In de loop van de schooltijd word<strong>en</strong> de tak<strong>en</strong> in het taalonderwijs steeds complexer. Begripsvorming<br />

die in eerste instantie alle<strong>en</strong> met taal te mak<strong>en</strong> lijkt te hebb<strong>en</strong>, kan daarom ook<br />

in andere (zaak)vakk<strong>en</strong> waardevol zijn. Voor veel leerling<strong>en</strong> zijn tekst<strong>en</strong> in de zaakvakk<strong>en</strong><br />

nog moeilijk te begrijp<strong>en</strong>, omdat deze vaak in abstracte <strong>en</strong> schoolse taal zijn geschrev<strong>en</strong>.<br />

Hetzelfde geldt voor mondelinge taal: veel leerling<strong>en</strong> die de uitleg <strong>en</strong> instructie van hun<br />

leerkracht onvoldo<strong>en</strong>de begrijp<strong>en</strong>, miss<strong>en</strong> veel informatie (Van Gelder<strong>en</strong>, 1994). Als kinder<strong>en</strong><br />

de tekst<strong>en</strong>, uitleg of instructie beter begrijp<strong>en</strong> <strong>en</strong> beter in staat zijn om van gedacht<strong>en</strong> te<br />

wissel<strong>en</strong> over de leerstof, vergrot<strong>en</strong> ze ook hun inhoudelijke k<strong>en</strong>nis.<br />

In deze groep wet<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> dat er verschill<strong>en</strong>de tekstsoort<strong>en</strong> zijn. Ze ler<strong>en</strong> het onderscheid<br />

k<strong>en</strong>n<strong>en</strong> tuss<strong>en</strong> bijvoorbeeld verhal<strong>en</strong>de <strong>en</strong> informatieve tekst<strong>en</strong>. Met behulp van<br />

begripp<strong>en</strong> als alinea of kopje ler<strong>en</strong> ze de structuur van de tekst<strong>en</strong> begrijp<strong>en</strong>. Het herk<strong>en</strong>n<strong>en</strong><br />

van bijvoorbeeld argum<strong>en</strong>t<strong>en</strong>, feit<strong>en</strong> of e<strong>en</strong> teg<strong>en</strong>stelling <strong>en</strong> hierover gezam<strong>en</strong>lijk kunn<strong>en</strong><br />

prat<strong>en</strong>, is onmisbaar bij het doorgrond<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> onderwerp. En als het kind weet wat e<strong>en</strong><br />

definitie is, kan dit help<strong>en</strong> om beter te begrijp<strong>en</strong> wat er wordt bedoeld. Meer k<strong>en</strong>nis van<br />

talige begripp<strong>en</strong> heeft dus niet alle<strong>en</strong> e<strong>en</strong> positief effect op de taalvaardigheid, maar ook op<br />

het ontwikkel<strong>en</strong> van k<strong>en</strong>nis <strong>en</strong> andere vaardighed<strong>en</strong> (Damhuis & Litj<strong>en</strong>s, 2003).<br />

Leerling<strong>en</strong> mak<strong>en</strong> gebruik van begripp<strong>en</strong>k<strong>en</strong>nis bij de uitbreiding van hun woord<strong>en</strong>schat.<br />

Ze kunn<strong>en</strong> de betek<strong>en</strong>is van woord<strong>en</strong> verbred<strong>en</strong> <strong>en</strong> verdiep<strong>en</strong> met behulp van begripp<strong>en</strong> als<br />

letterlijk of figuurlijk. De leerkracht zorgt ervoor dat er veel geleg<strong>en</strong>heid is voor interactie, ook<br />

in kleine groepjes. Als leerling<strong>en</strong> begripp<strong>en</strong> regelmatig hor<strong>en</strong>, is dit e<strong>en</strong> stimulans om ze ook<br />

zelf te gaan gebruik<strong>en</strong>, waardoor ze beter zull<strong>en</strong> beklijv<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> discussie is bijvoorbeeld niet<br />

alle<strong>en</strong> geschikt om e<strong>en</strong> onderwerp uit te diep<strong>en</strong>, maar ook voor het onderhandel<strong>en</strong> over de<br />

betek<strong>en</strong>is van (talige) begripp<strong>en</strong>.<br />

In groep 6 mak<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> k<strong>en</strong>nis met de basisprincipes van de werkwoordspelling (zie<br />

hierna). Juist bij het strategisch handel<strong>en</strong> bij het aanler<strong>en</strong> van werkwoordspelling is k<strong>en</strong>nis<br />

van talige begripp<strong>en</strong> van belang. Begripp<strong>en</strong> voor werkwoordspelling (begripsk<strong>en</strong>nis staat<br />

40


hier in di<strong>en</strong>st van de spelling <strong>en</strong> is gerelateerd aan grammatica) zijn voor leerling<strong>en</strong> vaak<br />

vrij abstract <strong>en</strong> op het eerste gezicht betek<strong>en</strong>isloos. Deze begripp<strong>en</strong> zijn daarom niet altijd<br />

e<strong>en</strong>voudig te ler<strong>en</strong>. Door het inzett<strong>en</strong> van d<strong>en</strong>kvaardighed<strong>en</strong> ler<strong>en</strong> leerling<strong>en</strong> zich bewust<br />

word<strong>en</strong> van verband<strong>en</strong> in zinn<strong>en</strong> of tekst<strong>en</strong>. Als ze zelf ler<strong>en</strong> red<strong>en</strong>er<strong>en</strong> - <strong>en</strong> daarvoor is<br />

begrip noodzakelijk - kan dat ondersteun<strong>en</strong>d zijn bij het ler<strong>en</strong> hanter<strong>en</strong> van grammaticale<br />

begripp<strong>en</strong> (Copp<strong>en</strong>, 2010).<br />

Taalverzorging<br />

De nadruk ligt in deze groep<strong>en</strong> op morfologische spelling. Er vindt e<strong>en</strong> uitbreiding plaats<br />

met meer ingewikkelde woordvorm<strong>en</strong> van de lexicaal-morfologische spelling, zoals moeilijke<br />

verkleinwoord<strong>en</strong>, woord<strong>en</strong> met verschill<strong>en</strong>de uitgang<strong>en</strong> (-lijk, -ig) of bijvoorbeeld<br />

woord<strong>en</strong> met ‘s. Doordat de leerkracht herhaalt wat eerder is aangebod<strong>en</strong>, ler<strong>en</strong> kinder<strong>en</strong><br />

deze k<strong>en</strong>nis automatiser<strong>en</strong>. Daarnaast ler<strong>en</strong> ze geleidelijk aan meer ingewikkelde <strong>en</strong> langere<br />

(meerlettergrepige) woord<strong>en</strong> spell<strong>en</strong>.<br />

Vanaf groep 6 ler<strong>en</strong> kinder<strong>en</strong> de basisprincipes van de werkwoordspelling (categorie morfologische<br />

spelling op syntactische basis). Dit betek<strong>en</strong>t ook dat ze inzicht verwerv<strong>en</strong> in basale<br />

grammaticale principes: ze ler<strong>en</strong> in e<strong>en</strong> zin het onderwerp, de persoonsvorm <strong>en</strong> de relatie<br />

daartuss<strong>en</strong> herk<strong>en</strong>n<strong>en</strong>, <strong>en</strong> persoon <strong>en</strong> getal in werkwoordsvorm<strong>en</strong>. Om e<strong>en</strong> werkwoordsvorm<br />

goed te kunn<strong>en</strong> spell<strong>en</strong>, moet de leerling de functie ervan in de zin kunn<strong>en</strong> vaststell<strong>en</strong>.<br />

Teg<strong>en</strong>woordige of verled<strong>en</strong> tijd <strong>en</strong> <strong>en</strong>kelvoud of meervoud bepal<strong>en</strong> de uitgang van de<br />

persoonsvorm: r<strong>en</strong>t/r<strong>en</strong>de/r<strong>en</strong>d<strong>en</strong>. Ook moeilijke vorm<strong>en</strong>, bijvoorbeeld verled<strong>en</strong> tijd met<br />

stam op -d of -t (brandde(n), startte(n)) kom<strong>en</strong> gaandeweg aan bod. De leerling<strong>en</strong> oef<strong>en</strong><strong>en</strong> de<br />

werkwoordspelling veelvuldig, bijvoorbeeld met behulp van algoritm<strong>en</strong>. Het ler<strong>en</strong> spell<strong>en</strong><br />

van werkwoordvorm<strong>en</strong> is e<strong>en</strong> lange weg <strong>en</strong> het kan <strong>en</strong>kele jar<strong>en</strong> dur<strong>en</strong> voordat er sprake is<br />

van volledige beheersing. Vorm<strong>en</strong> als de verled<strong>en</strong> tijd met stam op -d of -t hoev<strong>en</strong> dan ook<br />

niet nu al volledig beheerst te word<strong>en</strong>; het gaat in groep 6 om e<strong>en</strong> eerste start.<br />

Op tekstniveau breidt de vaardigheid van de leerling<strong>en</strong> uit. In tekst<strong>en</strong> die ze zelf schrijv<strong>en</strong>,<br />

br<strong>en</strong>g<strong>en</strong> ze nu meer complexe leestek<strong>en</strong>s aan. Hiervoor is het nodig dat ze de opbouw van<br />

e<strong>en</strong> zin goed ler<strong>en</strong> doorzi<strong>en</strong>: voor het plaats<strong>en</strong> van e<strong>en</strong> komma moet<strong>en</strong> ze het onderscheid<br />

tuss<strong>en</strong> hoofd- <strong>en</strong> bijzin ler<strong>en</strong> k<strong>en</strong>n<strong>en</strong>. Het wordt voor de leerling<strong>en</strong> steeds meer e<strong>en</strong> routine<br />

om hun eig<strong>en</strong> tekst<strong>en</strong> te controler<strong>en</strong>, <strong>en</strong> spelling- <strong>en</strong> interpunctiefout<strong>en</strong> te corriger<strong>en</strong>.<br />

Soms wordt pas in de midd<strong>en</strong>- of bov<strong>en</strong>bouw geconstateerd dat leerling<strong>en</strong> e<strong>en</strong> probleem<br />

hebb<strong>en</strong> met lez<strong>en</strong> of spell<strong>en</strong>. Deze leerling<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> hun tekort lange tijd kunn<strong>en</strong> camoufler<strong>en</strong>,<br />

maar nu tekst<strong>en</strong> steeds langer <strong>en</strong> ingewikkelder word<strong>en</strong>, blijkt dat ze achterblijv<strong>en</strong> bij<br />

andere leerling<strong>en</strong>. Het Protocol Leesproblem<strong>en</strong> <strong>en</strong> Dyslexie voor groep 5-8 beschrijft op welke<br />

manier de school mogelijke problem<strong>en</strong> voor deze leerling<strong>en</strong> kan erk<strong>en</strong>n<strong>en</strong> <strong>en</strong> aanpakk<strong>en</strong><br />

(Scheltinga e.a., 2011).<br />

41


3.4 Karakteristiek<strong>en</strong> voor groep 7/8<br />

Begripp<strong>en</strong>lijst<br />

Net zoals in vorige groep<strong>en</strong> ler<strong>en</strong> leerling<strong>en</strong> er in deze groep metatalige begripp<strong>en</strong> bij. Ze<br />

zijn nu gew<strong>en</strong>d aan verschill<strong>en</strong>de tekstsoort<strong>en</strong> <strong>en</strong> mak<strong>en</strong> gebruik van bek<strong>en</strong>de <strong>en</strong> nieuwe<br />

begripp<strong>en</strong> bij het begrijp<strong>en</strong> <strong>en</strong> besprek<strong>en</strong> van de tekst<strong>en</strong>. Ze begrijp<strong>en</strong> steeds meer van de<br />

taal die ze om zich he<strong>en</strong> hor<strong>en</strong>, <strong>en</strong> ler<strong>en</strong> bijbehor<strong>en</strong>de begripp<strong>en</strong> als standaardtaal, formeel<br />

<strong>en</strong> informeel taalgebruik. Ze herk<strong>en</strong>n<strong>en</strong> term<strong>en</strong> als overleg, discussie of monoloog; dit kan<br />

h<strong>en</strong> help<strong>en</strong> om te bepal<strong>en</strong> met welk soort conversatie ze te mak<strong>en</strong> hebb<strong>en</strong> <strong>en</strong> wat hun eig<strong>en</strong><br />

rol daarin is. In de klas word<strong>en</strong> de verschill<strong>en</strong>de gespreksvorm<strong>en</strong> daadwerkelijk toegepast,<br />

<strong>en</strong> met elkaar reflecter<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> op het verloop van het gesprek. Naarmate de<br />

formaliteit van e<strong>en</strong> gesprek to<strong>en</strong>eemt <strong>en</strong> ook het onderwerp moeilijker wordt, neemt de<br />

complexiteit van de communicatie toe. De leerkracht begeleidt de leerling<strong>en</strong> in het nem<strong>en</strong><br />

van telk<strong>en</strong>s e<strong>en</strong> volg<strong>en</strong>de stap. De aard van de opdracht<strong>en</strong> vraagt steeds meer zelfstandigheid<br />

van de leerling<strong>en</strong>. Bij de uitbreiding van hun woord<strong>en</strong>schat profiter<strong>en</strong> leerling<strong>en</strong> steeds<br />

meer van de k<strong>en</strong>nis van de wereld die ze hebb<strong>en</strong>; door nieuwe woord<strong>en</strong> te koppel<strong>en</strong> aan<br />

bestaande k<strong>en</strong>nis verdiep<strong>en</strong> ze het begrip van die woord<strong>en</strong>.<br />

Taalverzorging<br />

Leerling<strong>en</strong> oef<strong>en</strong><strong>en</strong> de spelling uit categorieën die eerder aan bod zijn geweest, zodat ze deze<br />

steeds meer geautomatiseerd kunn<strong>en</strong> toepass<strong>en</strong>. Nieuw zijn de moeilijkste gevall<strong>en</strong> uit deze<br />

categorieën, zoals woord<strong>en</strong> met assimilatieverschijnsel<strong>en</strong> (afval) of moeilijke meervoudsvorm<strong>en</strong><br />

(dreumes<strong>en</strong>). In de categorie logografische spelling kom<strong>en</strong> woord<strong>en</strong> aan bod met e<strong>en</strong><br />

afwijk<strong>en</strong>de spelling (chocola, pony, na-ap<strong>en</strong>) <strong>en</strong> veel (andere) le<strong>en</strong>woord<strong>en</strong> (cadeau, cake).<br />

Ook in groep 7/8 oef<strong>en</strong><strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong> veelvuldig de werkwoordspelling. Inzicht in grammaticale<br />

regels leert h<strong>en</strong> moeilijke gevall<strong>en</strong> te doorzi<strong>en</strong>, bijvoorbeeld de spelling van het voltooid<br />

deelwoord in homofone gevall<strong>en</strong> (verhuisd - verhuist). Het gebruik van interpunctie <strong>en</strong> hoofdletters<br />

wordt geautomatiseerd <strong>en</strong> verfijnd. Het controler<strong>en</strong> <strong>en</strong> corriger<strong>en</strong> van eig<strong>en</strong> tekst<strong>en</strong> op<br />

spellingfout<strong>en</strong>, interpunctie <strong>en</strong> het gebruik van hoofdletters is e<strong>en</strong> routine geword<strong>en</strong>.<br />

Volledige beheersing van de moeilijkste gevall<strong>en</strong> van spelling <strong>en</strong> interpunctie (niveau 3F in<br />

het refer<strong>en</strong>tiekader) is aan het eind van groep 8 nog niet nodig. Wel krijg<strong>en</strong> de leerling<strong>en</strong><br />

woord<strong>en</strong> uit de betreff<strong>en</strong>de categorieën aangebod<strong>en</strong>. Ze oef<strong>en</strong><strong>en</strong> bijvoorbeeld uit de categorie<br />

aane<strong>en</strong>schrijv<strong>en</strong> of los schrijv<strong>en</strong> de e<strong>en</strong>voudige gevall<strong>en</strong> (kleinkind/klein kind) <strong>en</strong> de<br />

leerling<strong>en</strong> die daaraan toe zijn mak<strong>en</strong> k<strong>en</strong>nis met de meer ingewikkelde gevall<strong>en</strong> (t<strong>en</strong>slotte/<br />

t<strong>en</strong> slotte).<br />

Leerkracht<strong>en</strong> di<strong>en</strong><strong>en</strong> er blijv<strong>en</strong>d alert op te zijn dat ze mogelijkhed<strong>en</strong> b<strong>en</strong>utt<strong>en</strong> om de regels<br />

voor spelling, interpunctie <strong>en</strong> het gebruik van hoofdletters in andere vakk<strong>en</strong> te gebruik<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

in te pass<strong>en</strong> in schrijfopdracht<strong>en</strong>. Ook blijv<strong>en</strong> ze op e<strong>en</strong> adequate manier aandacht houd<strong>en</strong><br />

voor leerling<strong>en</strong> met lees- <strong>en</strong> spelproblem<strong>en</strong>.<br />

42


44<br />

Literatuur


Aarnoutse, C., Verhoev<strong>en</strong>, L. (red.), Zandt, R. van het & Biemond, H. (2003). Tuss<strong>en</strong>doel<strong>en</strong><br />

gevorderde geletterdheid. Leerlijn<strong>en</strong> voor groep 4 tot <strong>en</strong> met 8. Nijmeg<strong>en</strong>: Expertisec<strong>en</strong>trum<br />

Nederlands.<br />

Aarnoutse, C. (2004). Ontwikkeling van beginn<strong>en</strong>de geletterdheid. Afscheidsrede. Nijmeg<strong>en</strong>:<br />

UB Nijmeg<strong>en</strong>.<br />

Aitchison, J. (2002). Words in the mind: An introduction to the m<strong>en</strong>tal lexicon. Oxford UK &<br />

Cambridge, MA: Blackwell Publishers.<br />

Ber<strong>en</strong>st, J. (2011). Je praat toch ook over het weer? Taalbeschouwing als metacommunicatie.<br />

Tijdschrift Taal voor opleiders <strong>en</strong> onderwijsadviseurs, 2, nr. 3, 16-21.<br />

Bonset, H. & Hoogeve<strong>en</strong>, M. (2009). Spelling in het basisonderwijs. E<strong>en</strong> inv<strong>en</strong>tarisatie van<br />

empirisch onderzoek. Enschede: SLO.<br />

Onderzochte aanpak,<br />

Bonset, H. (2010). Spelling in het onderwijs: hoe staat het ermee, <strong>en</strong> hoe kan het beter? Lev<strong>en</strong>de<br />

Tal<strong>en</strong> Tijdschrift, 11, nr. 3, 3-17.<br />

Bronkhorst, J., Verhoev<strong>en</strong>, L. & Biemond, H. (2009). Werk<strong>en</strong> aan taal met gebruik van tuss<strong>en</strong>doel<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> ICT. Taalonderwijs krijgt nieuwe mogelijkhed<strong>en</strong> <strong>en</strong> kans<strong>en</strong>. Nijmeg<strong>en</strong>: Expertisec<strong>en</strong>trum<br />

Nederlands.<br />

Cito (2006). Overzicht spellingcategorieën LOVS-toets<strong>en</strong> Spelling. Arnhem: Cito.<br />

Copp<strong>en</strong>, P. A. (2010). Grammatica: waar gaat dat eig<strong>en</strong>lijk over? In S. Vanhoor<strong>en</strong> & A. Mottart<br />

(Red.), Vier<strong>en</strong>twintigste Confer<strong>en</strong>tie Het Schoolvak Nederlands (pp. 174-182). G<strong>en</strong>t: Academia<br />

Press.<br />

Daems, F. (2006). Beter (ler<strong>en</strong>) spell<strong>en</strong> in 2005? Antwerp<strong>en</strong>: Universiteit Antwerp<strong>en</strong>.<br />

Damhuis, R. & Litj<strong>en</strong>s, P. (2003). Mondelinge communicatie. Drie werkwijz<strong>en</strong> voor mondelinge<br />

taalontwikkeling. Nijmeg<strong>en</strong>: Expertisec<strong>en</strong>trum Nederlands.<br />

Elsäcker, W. van, Beek, A. van der, Hill<strong>en</strong>, J. & Peters, S. (2009). De Taallijn. Interactief taalonderwijs<br />

in groep 1 <strong>en</strong> 2. Nijmeg<strong>en</strong>: Expertisec<strong>en</strong>trum Nederlands.<br />

Expertgroep Doorlop<strong>en</strong>de Leerlijn<strong>en</strong> Taal <strong>en</strong> Rek<strong>en</strong><strong>en</strong> (2008a). Over de drempels met taal <strong>en</strong> rek<strong>en</strong><strong>en</strong>.<br />

Hoofdrapport van de Expertgroep Doorlop<strong>en</strong>de Leerlijn<strong>en</strong> Taal <strong>en</strong> Rek<strong>en</strong><strong>en</strong>. Enschede: SLO.<br />

45


Expertgroep Doorlop<strong>en</strong>de Leerlijn<strong>en</strong> Taal <strong>en</strong> Rek<strong>en</strong><strong>en</strong> (2008b). Over de drempels met taal.<br />

De niveaus voor taalvaardigheid. Enschede: SLO.<br />

Expertgroep Doorlop<strong>en</strong>de Leerlijn<strong>en</strong> Taal <strong>en</strong> Rek<strong>en</strong><strong>en</strong> (2009). E<strong>en</strong> nadere beschouwing.<br />

Over de drempels met taal. Enschede: SLO.<br />

Frijn, J. & Haan, G. de (1990). Het taaller<strong>en</strong>d kind. Dordrecht: Foris.<br />

Gein J. van de (2004). Over de zinsgr<strong>en</strong>s. De relatie tuss<strong>en</strong> zinsbouwonderwijs <strong>en</strong> ler<strong>en</strong><br />

interpunger<strong>en</strong>. Moer, 2, 49-58.<br />

Gelder<strong>en</strong>, A. van (1994). Taalvaardigheidseis<strong>en</strong> in het zaakvakonderwijs voor e<strong>en</strong>talige <strong>en</strong><br />

meertalige klass<strong>en</strong>. Amsterdam: SCO-Kohnstamm Instituut.<br />

Gelder<strong>en</strong>, A. van (2010). <strong>Leerstoflijn<strong>en</strong></strong> schrijv<strong>en</strong> beschrev<strong>en</strong>. Enschede: SLO.<br />

Gijsel, M. A. R., Bosman, A. M. T. & Verhoev<strong>en</strong>, L. (2006). Kindergart<strong>en</strong> risk factors, cognitive<br />

factors, and teacher judgem<strong>en</strong>ts as predictors of early reading in Dutch. Journal of Learning<br />

Disabilities, 39(6), 558-571.<br />

Gijsel, M., Scheltinga, F., Dru<strong>en</strong><strong>en</strong>, M. van & Verhoev<strong>en</strong>, L. (2011a). Protocol Leesproblem<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

Dyslexie voor groep 3. Nijmeg<strong>en</strong>: Expertisec<strong>en</strong>trum Nederlands.<br />

Gijsel, M., Scheltinga, F., Dru<strong>en</strong><strong>en</strong>, M. van & Verhoev<strong>en</strong>, L. (2011b). Protocol Leesproblem<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

Dyslexie voor groep 4. Nijmeg<strong>en</strong>: Expertisec<strong>en</strong>trum Nederlands.<br />

Grev<strong>en</strong>, J. & Letschert, J. (2006). Kerndoel<strong>en</strong>boekje. D<strong>en</strong> Haag: Ministerie van OCW.<br />

Hilte, S. M. (2009). Optimizing computer-based spelling exercises. Proefschrift. Enschede: Ipskamp.<br />

Hoogeve<strong>en</strong>, M. & Bonset, H. (1998). Het schoolvak Nederlands onderzocht. E<strong>en</strong> inv<strong>en</strong>tarisatie<br />

van onderzoek naar onderwijs Nederlands als eerste <strong>en</strong> tweede taal in Nederland <strong>en</strong> Vlaander<strong>en</strong>.<br />

Leuv<strong>en</strong>/Apeldoorn: Garant.<br />

Hoogeve<strong>en</strong>, M. & Kouw<strong>en</strong>berg, B. (red.) (2011). Speel schrijvertje. E<strong>en</strong> impuls voor het schrijfonderwijs<br />

in Montessorischol<strong>en</strong>. Enschede: SLO.<br />

Kleijn<strong>en</strong>, R. (1997). Strategieën van zwakke lezers <strong>en</strong> spellers in het voortgezet onderwijs. Proefschrift.<br />

Lisse: Swets <strong>en</strong> Zeitlinger.<br />

46


Kleijn<strong>en</strong>, R. (2004). Hardnekkige spellingfout<strong>en</strong>. E<strong>en</strong> taalkundige analyse. Lisse: Swets <strong>en</strong><br />

Zeitlinger.<br />

Leeuw, B. van der, Israel, T., Pauw, I. & Schaufeli, A. (2009). K<strong>en</strong>nisbasis Nederlandse taal voor<br />

de lerar<strong>en</strong>opleiding basisonderwijs. HBO-raad.<br />

Ministerie OCW (2009). Refer<strong>en</strong>tiekader taal <strong>en</strong> rek<strong>en</strong><strong>en</strong>. De refer<strong>en</strong>ti<strong>en</strong>iveaus. D<strong>en</strong> Haag:<br />

MinOCW.<br />

Nederlandse Taalunie (2009). Technische Handleiding. Regels voor de officiële spelling van<br />

het Nederlands. Geraadpleegd op 30 juni 2011 via http://taalunieversum.org/spelling/download/technische_handleiding.pdf.<br />

Nunn, A. M. (1998). Dutch Orthography. A Systematic Investigation of the Spelling of Dutch<br />

Words. D<strong>en</strong> Haag: Holland Academic Graphics.<br />

Oepkes, H. (2006). Spellingbewustzijn <strong>en</strong> spellinggewet<strong>en</strong> als doel<strong>en</strong> van het spellingonderwijs,<br />

JSW, 91, 34-38.<br />

Oosterloo, A. & Paus, H. (2010). <strong>Leerstoflijn<strong>en</strong></strong> lez<strong>en</strong> beschrev<strong>en</strong>. Enschede: SLO.<br />

Schaerlaek<strong>en</strong>s, A. (2008). De taalontwikkeling van het kind. Groning<strong>en</strong>/Hout<strong>en</strong>: Wolters-<br />

Noordhoff.<br />

Scheltinga, F., Gijsel, M., Dru<strong>en</strong><strong>en</strong>, M. van & Verhoev<strong>en</strong>, L. (2011). Protocol Leesproblem<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

Dyslexie voor groep 5-8. Nijmeg<strong>en</strong>: Expertisec<strong>en</strong>trum Nederlands.<br />

Schijf, G. M. (2009). Lees- <strong>en</strong> spellingvaardighed<strong>en</strong> van brugklassers. Proefschrift. Amsterdam:<br />

SCO-Kohnstamm Instituut.<br />

Taalgroep Nederlandse taal PO SLO (2008). TULE - Nederlands. Inhoud<strong>en</strong> <strong>en</strong> activiteit<strong>en</strong> bij de<br />

kerndoel<strong>en</strong>. Enschede: SLO.<br />

Verhoev<strong>en</strong>, L., Aarnoutse, C. (red.), Blauw, A. de, Boland, Th., Vernooy, K. & Zandt, R. van<br />

het (1999). Tuss<strong>en</strong>doel<strong>en</strong> beginn<strong>en</strong>de geletterdheid: E<strong>en</strong> leerlijn voor groep 1 tot <strong>en</strong> met 3.<br />

Nijmeg<strong>en</strong>: Expertisec<strong>en</strong>trum Nederlands.<br />

47


Vlaams Ministerie van Onderwijs <strong>en</strong> Vorming, Departem<strong>en</strong>t Onderwijs <strong>en</strong> Vorming Curriculum<br />

(2009). Advieslijst taalbeschouwelijke term<strong>en</strong> Nederlands. Geraadpleegd op 8 maart 2011<br />

via http://www.ond.vlaander<strong>en</strong>.be/dvo/tal<strong>en</strong>beleid/Advieslijst_taalbeschouwelijke_term<strong>en</strong>_Nederlands_2009.pdf.<br />

W<strong>en</strong>tink, H., Verhoev<strong>en</strong>, L. & Dru<strong>en</strong><strong>en</strong>, M. van (2008). Protocol Leesproblem<strong>en</strong> <strong>en</strong> Dyslexie voor<br />

groep 1 <strong>en</strong> 2. Nijmeg<strong>en</strong>: Expertisec<strong>en</strong>trum Nederlands.<br />

Zuidema, J. J. (1988). Efficiënt spellingonderwijs. E<strong>en</strong> leer- <strong>en</strong> expertmodel voor het spell<strong>en</strong>.<br />

Proefschrift. Leuv<strong>en</strong>/Amersfoort: Acco.<br />

48


SLO is het nationaal expertisec<strong>en</strong>trum leerplanontwikkeling.<br />

Al 35 jaar gev<strong>en</strong> wij inhoud aan ler<strong>en</strong> <strong>en</strong> innovatie in de driehoek<br />

beleid, wet<strong>en</strong>schap <strong>en</strong> onderwijspraktijk. De kern van onze expertise<br />

betreft het ontwikkel<strong>en</strong> van doel<strong>en</strong> <strong>en</strong> inhoud<strong>en</strong> van ler<strong>en</strong>, voor vele<br />

niveaus, van landelijk beleid tot het klaslokaal.<br />

We do<strong>en</strong> dat in interactie met vele uite<strong>en</strong>lop<strong>en</strong>de partners uit<br />

kring<strong>en</strong> van beleid, schoolbestur<strong>en</strong> <strong>en</strong> -leiders, lerar<strong>en</strong>, onderzoekers<br />

<strong>en</strong> verteg<strong>en</strong>woordigers van maatschappelijke organisaties (ouders,<br />

bedrijfslev<strong>en</strong>, e.d.).<br />

Zo zijn wij in staat leerplankaders te ontwerp<strong>en</strong>, die van voorbeeld<strong>en</strong><br />

te voorzi<strong>en</strong> <strong>en</strong> te beproev<strong>en</strong> in de schoolpraktijk. Met onze product<strong>en</strong><br />

<strong>en</strong> adviez<strong>en</strong> ondersteun<strong>en</strong> we zowel beleidsmakers als schol<strong>en</strong> <strong>en</strong><br />

lerar<strong>en</strong> bij het mak<strong>en</strong> van inhoudelijke leerplankeuzes <strong>en</strong> het<br />

uitwerk<strong>en</strong> daarvan in aansprek<strong>en</strong>d <strong>en</strong> succesvol onderwijs.<br />

SLO<br />

Piet Heinstraat 12<br />

7511 JE Enschede<br />

Postbus 2041<br />

7500 CA Enschede<br />

T 053 484 08 40<br />

F 053 430 76 92<br />

E info@slo.nl<br />

www.slo.nl

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!