Startarchitectuur WMO - Ketens & Netwerken
Startarchitectuur WMO - Ketens & Netwerken
Startarchitectuur WMO - Ketens & Netwerken
Transform your PDFs into Flipbooks and boost your revenue!
Leverage SEO-optimized Flipbooks, powerful backlinks, and multimedia content to professionally showcase your products and significantly increase your reach.
| the way we see it<br />
<strong>Startarchitectuur</strong> <strong>WMO</strong><br />
Een stap naar de stip op de horizon
Inhoudsopgave<br />
1 Managementsamenvatting 1<br />
1.1 Leeswijzer 2<br />
2 Wat is een startarchitectuur 3<br />
Opgesteld door:<br />
Capgemini<br />
EGEM<br />
Ministerie van VWS<br />
VNG<br />
Auteurs:<br />
Francine Bergman<br />
Edward Nuiten<br />
Caj Oosters<br />
Anna Flinzner<br />
Robert Wybenga<br />
De auteurs danken:<br />
Ruud Groenendijk<br />
Gerrit Slot<br />
Ard Westerik<br />
Datum:<br />
Oktober 2006<br />
2.1 Inleiding 3<br />
2.2 Elektronische overheid, NORA en de gemeentelijke<br />
Referentie Architectuur 5<br />
3 Waarom een startarchitectuur 8<br />
3.1 Inleiding 8<br />
3.2 Noodzaak van een architectuur voor het Wmo-loket 9<br />
4 Stappenplan naar een Wmo loket 11<br />
4.1 Inleiding 11<br />
4.2 Uitwisseling van gegevens 12<br />
4.3 Direct te realiseren (operationeel 1 januari 2007) 12<br />
4.4 Korte termijn (in de loop van 2007) 15<br />
4.5 Middellange tot lange termijn (2007-2009) 17<br />
5 De Wmo bedrijfsarchitectuur volgens NORA 19<br />
5.1 Het gemeentelijke Wmo-loket en de keten-partners19<br />
5.2 <strong>WMO</strong>-voorzieningen 21<br />
5.3 Het dienstverleningsproces 22<br />
Versie:<br />
Versie 1.0<br />
5.4 Procesflow afhankelijk van de gewenste Wmovoorziening<br />
23<br />
5.5 Relatie met EGEM-referentiemodel Midoffice 33<br />
6 De Wmo informatie architectuur volgens NORA 35<br />
6.1 Informatiefuncties in het <strong>WMO</strong>-loket 35<br />
<strong>Startarchitectuur</strong> Wmo 2
6.2 Noodzakelijke informatiefuncties (onafhankelijk van de<br />
vorm) 36<br />
6.3 Gewenste informatiefuncties: 40<br />
6.4 Informatiefuncties voor de langere termijn 41<br />
6.5 Koppelvlakken en berichten 43<br />
6.6 Functionele eisen aan de gegevensuitwisseling 46<br />
7 De Wmo technische architectuur volgens NORA 49<br />
7.1 ICT systemen 49<br />
7.2 Gegevens en gegevensstandaarden 51<br />
7.3 Infrastructuur en communicatieprotocollen 51<br />
8 De context: EGEM architectuurdenken 53<br />
8.1 Inleiding 53<br />
8.2 Levering en ontwikkeling 55<br />
8.3 Gegevensverzamelingen 56<br />
8.4 Informatie-architectuur EGEM 57<br />
8.5 Service georiënteerde architectuur (generiek) 58<br />
8.6 Besturing 59<br />
8.7 Bruikbare bouwstenen voor een Wmo-loket 60<br />
8.8 Overzicht van beschikbare bouwstenen 60<br />
8.9 Richtlijnen, standaarden en handreikingen 61<br />
8.10 ELO bouwstenen 61<br />
8.11 Bouwstenen uit aan de <strong>WMO</strong> verwante<br />
beleidsterreinen 62<br />
9 Privacy & beveiliging 63<br />
10 Beheer 66<br />
Bijlagen 67<br />
ELO bouwstenen 67<br />
Lijst met afkortingen 75<br />
Literatuuroverzicht 76<br />
<strong>Startarchitectuur</strong> Wmo 3
| the way we see it<br />
1 Managementsamenvatting<br />
Gemeenten krijgen per 1 januari 2007 de verantwoordelijkheid voor de uitvoering<br />
van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo). De Wet Voorzieningen Gehandicapten<br />
(WVG) en de Welzijnswet vallen reeds onder de verantwoordelijkheid<br />
van de gemeenten. Met de invoering van de Wmo komen daar een deel van de Algemene<br />
Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) en de Openbare Geestelijke Gezondheidszorg<br />
(OGGZ) bij. Deze nieuwe verantwoordelijkheid vraagt niet alleen<br />
om aanpassing van de eigen organisatie, bedrijfsprocessen en ICT-voorzieningen.<br />
Ook partners in de Wmo-keten zullen de aanpassingen op de verschillende lagen in<br />
de organisatie, processen en ICT-voorzieningen moeten verrichten. Naast de Wmo<br />
worden gemeenten steeds vaker geconfronteerd met nieuwe taken en ontwikkelingen.<br />
Om het risico te verkleinen dat er verkeerde keuzes gemaakt worden, of dat<br />
verkeerde investeringen worden gedaan, is een instrument zoals een startarchitectuur<br />
wenselijk.<br />
De startarchitectuur is een denkkader. Het is een eerste aanzet om inzichtelijk te<br />
maken hoe de Wmo op verschillende niveaus samenhant. De implementatie zal per<br />
gemeente verschillend zijn. Ook de keuze voor de inrichting van het Wmo-loket is<br />
volledig afhankelijk van gemeentelijk beleid.<br />
Gemeenten hebben weinig tijd om maatregelen te nemen om gereed te zijn voor de<br />
uitvoering van de Wmo. In lijn met het EGEM referentiemodel Midoffice, wordt<br />
geadviseerd om een aantal stappen te plannen.<br />
Voor 1 januari 2007: richt een organisatorisch Midoffice in. Een medewerker van<br />
het Wmo-loket zal ondersteund worden door toegang te krijgen tot de bronsystemen<br />
van de ketenpartners.<br />
Korte termijn (beginnen in 2007) richt een technisch Midoffice in. Er worden vertaalmachines<br />
(gateways) gerealiseerd die het voor de gemeente mogelijk maken om<br />
met de verschillende partijen te kunnen communiceren.<br />
Middellange termijn (2007-2009) richt een Midoffice in in een Service Geörienteerde<br />
Architectuur.<br />
De startarchitectuur beschrijft op pragmatische en realistische wijze de (keten) processen,<br />
de wenselijkheden / mogelijkheden tot (landelijke) standaardisatie van gegevens,<br />
gegevensmodellen en berichtenverkeer.<br />
Elke gemeente heeft de keuzevrijheid om de Wmo taken naar eigen inzicht en afgestemd<br />
op de eigen omgeving in te richten. De startpositie (aan- of afwezigheid en<br />
<strong>Startarchitectuur</strong> Wmo 1
| the way we see it<br />
kwaliteit van huidige voorzieningen, mate van ICT-ondersteuning) kan per individuele<br />
gemeente verschillen en zal daarom ook sterk van invloed zijn op de positie<br />
van iedere gemeente ten opzichte van deze startarchitectuur en als gevolg daarvan<br />
mede de lokale keuzes bepalen.<br />
In de e-overheid zijn een aantal belangrijke architecturen tot stand gekomen. Waaronder<br />
de NORA (Nederlandse Overheid Referentie Architectuur). De NORA is de<br />
stip aan horizon. Veel overheidsinstellingen zijn plannen aan het ontwikkelen om<br />
de NORA en een vertaling ervan naar het gemeentelijk dienstverleningsproces Referentiemodel<br />
Midoffice van EGEm te maken. Elke gemeente moet vanuit de eigen<br />
startpositie naar die stip toegroeien, de aangeboden startarchitectuur Wmo is daarbij<br />
ondersteunend om de juiste stappen te kunnen zetten.<br />
1.1 Leeswijzer<br />
Het voorliggende document begint met een aantal inleidende hoofdstukken. Omdat<br />
de startarchitectuur bedoeld is voor een brede doelgroep, is niet elk hoofdstuk voor<br />
iedere lezer even relevant.<br />
In hoofdstuk 2 wordt uiteengezet wat onder een startarchitectuur wordt verstaan.<br />
Daarbij wordt gerefereerd aan de NORA en het EGEM referentiemodel Midoffice.<br />
In hoofdstuk 3 wordt de doelstelling en toegevoegde waarde van een startarchitectuur<br />
Wmo toegelicht.<br />
Hoofdstuk 4 wordt een stappenplan toegelicht. Het geeft inzicht in welke activiteiten<br />
en faciliteiten noodzakelijk zijn om op korte termijn de Wmo uit te kunnen voeren.<br />
Daarbij wordt tevens aandacht besteed aan de mogelijkheden om de Wmo conform<br />
EGEM-dienstverleningsconcept in te richten op middellange en lange termijn.<br />
De daadwerkelijke relatie tussen deze referentiearchitecturen en de Wmo wordt in<br />
hoofdstuk 5 tot en met 7 gelegd.<br />
Er is door de auteurs voor gekozen om het EGEM-referentiemodel Midoffice in<br />
hoofdstuk 8 op te nemen in deze startarchitectuur, zodat de meeste relevante informatie<br />
gebundeld is. Daardoor wordt het rapport zelfstandig leesbaar. Het is echter<br />
een beknopte beschrijving van het referentiemodel, voor een uitgebreide toelichting<br />
wordt verwezen naar het brondocument.<br />
In hoofdstuk 9 worden kort de beveiliging en de privacy- en beveiligingsaspecten<br />
uiteengezet. In hoofdstuk 10 wordt aandacht besteed aan de beheer aspecten.<br />
<strong>Startarchitectuur</strong> Wmo 2
| the way we see it<br />
2 Wat is een startarchitectuur<br />
2.1 Inleiding<br />
Op 1 januari 2007 wordt de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) van<br />
kracht. Met de Wmo worden de gemeenten verantwoordelijk voor maatschappelijke<br />
ondersteuning. De maatschappelijke ondersteuning bestaat uit activiteiten die het<br />
mensen mogelijk maken om mee te (blijven) doen in de samenleving. Vóór 1 januari<br />
a.s. dient de gemeente maatregelen te nemen om de wettelijke taken inzake de<br />
Wmo uit te kunnen voeren. De Wmo propageert het inrichten van één (lokaal/regionaal)<br />
loket door gemeenten, zodat de burger slechts éénmaal informatie<br />
hoeft te verstrekken en de toegankelijkheid tot de Wmo herkenbaar is en daardoor<br />
verhoogd wordt. De komst van de Wmo betreft niet alleen het inrichten van een<br />
loket, ook de bedrijfsprocessen ter bevordering van participatie en zelfredzaamheid<br />
van haar burgers moeten worden ingericht of worden aangepast. Er moeten afspraken<br />
gemaakt worden over informatie-uitwisseling tussen de gemeente en de ketenpartners<br />
over het primaire proces (de dienstverlening) maar ook over de verantwoording<br />
(ondersteunende en besturende processen). Ter ondersteuning van de<br />
loketfunctie en bedrijfsprocessen is adequate ICT-ondersteuning noodzakelijk.<br />
Naast de invoering van de Wmo hebben gemeenten te maken met een groot aantal<br />
andere veranderingen zoals bijvoorbeeld:<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
het treffen van voorzieningen om de burger in staat te stellen via verschillende<br />
media te communiceren met de gemeente en producten en diensten af te nemen<br />
(BurgerServiceCode);<br />
de invoering van (nationale) basisregistraties met daarbij de verplichting tot het<br />
gebruik ervan;<br />
DigiD, als electronisch authenticatiemechanisme van de overheid;<br />
BSN, het nieuwe identificerende nummer.<br />
Om gemeenten op weg te helpen alle veranderingen in onderlinge samenhang te<br />
kunnen realiseren en met name de informatievoorziening daarbij te faciliteren, is<br />
met betrekking tot het dienstverleningproces een referentie architectuur Midoffice<br />
opgesteld door het programma EGEM (E-gemeenten). 1<br />
1 Architectuurmodel Gemeentelijke E-dienstverlening, project Referentiearchitectuur Midoffice<br />
tbv gemeenten<br />
<strong>Startarchitectuur</strong> Wmo 3
| the way we see it<br />
Ten behoeve van de invoering van de Wmo is op basis van dit EGEMreferentiemodel<br />
een soortgelijke architectuur ontwikkeld, voorliggende startarchitectuur.<br />
Deze startarchitectuur is een nadere invulling van de EGEM referentie architectuur,<br />
toegespitst op de Wmo. Ook vertegenwoordigt deze startarchitectuur een<br />
visie op het dienstverleningsproces rondom de Wmo. De startarchitectuur is niet<br />
bindend of voorschrijvend, maar is bedoeld om gemeenten op weg te helpen bij het<br />
maken van keuzes en te helpen bij de prioriteitstelling ervan.<br />
Een groot aantal ontwikkelingen in de publieke sector hebben directe gevolgen voor<br />
de gemeentelijke organisaties. Onder anderen zijn daar:<br />
<br />
<br />
<br />
de burger wordt mondiger en wil beter bediend worden, daarbij gebruikmakend<br />
van moderne media en middelen (24 uur, 7 dagen per week, Internet, voiceresponce);<br />
vanuit de centrale overheid wordt het gebruik en inrichten van basisregistraties<br />
verplicht gesteld;<br />
steeds meer taken worden lager in de Nederlandse bestuurslagen ondergebracht,<br />
omdat deze lagen dichter bij de burger staan en hem/haar ook beter<br />
kennen en kunnen volgen.<br />
Het afstemmen van de interne organisatiestructuur, bedrijfsprocessen en de ondersteunende<br />
ICT-voorzieningen binnen organisaties is een continu proces. In de moderne<br />
tijd (anno 2006) moeten gemeentelijke organisaties zich steeds frequenter en<br />
vooral ook sneller aan kunnen passen aan de ontwikkelingen in de markt, meer<br />
flexibiliteit dus.<br />
Veel gemeenten zijn derhalve genoodzaakt om hun meer traditionele manier van<br />
werken anders te organiseren. Dit betekent een kanteling van een functionele organisatie<br />
naar een klantgerichte, procesgerichte organisatie. Omdat kanteling van<br />
een organisatie niet binnen een korte tijd te realiseren is, worden nieuwe koppelingen<br />
gerealiseerd (organisatorisch, maar ook technisch) tussen het Frontoffice en het<br />
Backoffice.<br />
Het Wmo-loket waar de diensten geleverd moeten gaan worden, vormt het ontkoppelpunt<br />
tussen de klant en de interne organisatie en de andere organisaties in de<br />
Wmo-keten. Door gebruik te maken van verschillende kanalen kan de klant diensten<br />
en voorzieningen aanvragen bij de gemeente. De gemeente zal afhankelijk van<br />
de inrichting van het Wmo-loket, de verantwoordelijkheid krijgen om de gewenste<br />
diensten of voorzieningen te leveren. Daarbij maakt de gemeente veelal gebruik van<br />
taakspecifieke informatiesystemen. Dit betekent dat een koppeling gemaakt moet<br />
worden tussen een klantgericht Frontoffice en een functioneel Backoffice. In het<br />
<strong>Startarchitectuur</strong> Wmo 4
| the way we see it<br />
geval van de Wmo moet informatie uitgewisseld worden met verschillende instanties.<br />
Daarbij ontstaat de behoefte om een Midoffice in te richten, die de koppeling<br />
moet maken tussen de verschillende Backofficesystemen van de gemeente en externe<br />
partners om die ene aanvraag te kunnen behandelen.<br />
Het Referentiemodel Midoffice van EGEM heeft als doel om richting te geven aan<br />
de inrichting van dit Midoffice. Het wordt in dit document gebruikt als een groeimodel.<br />
Gemeenten kunnen dit model gebruiken bij het maken van adequate keuzes<br />
ten behoeve van het inrichten hun Midoffice. Het referentiemodel geeft de scope<br />
weer van de Midoffice in relatie tot de processtappen binnen de gemeentelijke organisatie.<br />
Het gaat dan bijvoorbeeld om de stappen die nodig zijn om de voorzieningen<br />
ten behoeve van de maatschappelijke ondersteuning te kunnen verstrekken.<br />
In hoofdstuk 5 wordt op procesniveau de relatie tussen het EGEM referentiemodel<br />
en de Wmo gelegd. Op informatie-architectuurniveau zal in hoofdstuk 6 een relatie<br />
worden gelegd.<br />
Dit is een eerste versie van een dynamisch document. Ook een startarchitectuur<br />
groeit mee in de tijd. Kijk daarom in de “gereedschapkist” Wmo 2 voor de meest<br />
recente versie van deze startarchitectuur.<br />
2.2 Elektronische overheid, NORA en de gemeentelijke<br />
Referentie Architectuur<br />
Leidraad voor het opstellen van het referentiemodel Midoffice is het Architectuurmodel<br />
Elektronische Overheid (ELO) uit het rapport Architectuur Elektronische<br />
Overheid. 3<br />
Het architectuurmodel 4 dient drie doelen:<br />
<br />
<br />
<br />
Gemeenschappelijke taal<br />
Inzicht in functionele (on)mogelijkheden<br />
Aanreiken van technische “bouwblokken”<br />
Dit model is voor de startarchitectuur Wmo nader uitgewerkt.<br />
2 http://www.Wmoadviesgroep.nl/Wmo/archives/gereedschapkist/<br />
3 Dit rapport kan gedownload worden vanaf de volgende link:<br />
http://www.egem.nl/kennisbank/informatievoorziening/architectuurelektronischeoverheid.pdf<br />
4 voor uitgebreide toelichting wordt verwezen naar het rapport Architectuurmodel ELO.<br />
<strong>Startarchitectuur</strong> Wmo 5
| the way we see it<br />
Het architectuurmodel ziet er uit als in Figuur 1 Architectuur matrix, en wordt in de<br />
volgende paragrafen kort toegelicht.<br />
Figuur 1 Architectuur matrix<br />
2.2.1 Bedrijfsarchitectuur<br />
Op deze laag herkennen we de aspectarchitecturen Organisatie-, Product- en Procesarchitectuur.<br />
Actuele thema’s bij de bedrijfsarchitectuur zijn doelstellingen (strategie),<br />
politiek en beleid, maar ook reorganisatie en herinrichting van processen,<br />
bijvoorbeeld als gevolg van nieuwe technologische mogelijkheden.<br />
2.2.2 Informatiearchitectuur<br />
Hier gaat het om het zogenaamde functionele beheer van applicaties, van processen<br />
(workflow) en van informatie (gegevens- en documentbeheer).<br />
2.2.3 Technische architectuur<br />
Hier wordt ingegaan op de ICT-infrastructuur, opgesplitst in systeemarchitectuur,<br />
gegevensarchitectuur en netwerkarchitectuur. In feite komt in dit aspect de driedeling<br />
binnen de ICT tot uiting: gegevensverwerking, gegevensopslag en gegevenstransport.<br />
<strong>Startarchitectuur</strong> Wmo 6
| the way we see it<br />
De NORA 5 is op basis van het architectuurmodel ELO en een aantal andere nota’s<br />
met betrekking tot de elektronische overheid ontwikkeld. De architectuurmatrix<br />
heeft een aantal functies, een belangrijke functie is het bieden van structuur. Alle<br />
relevante aspecten uit de verschillende invalshoeken: het WIE, WAT en HOE worden<br />
in onderlinge samenhang op consistente wijze behandeld.<br />
De Wmo geprojecteerd op de NORA levert onderstaande architectuur op:<br />
Beveiliging / privacy<br />
Beheer<br />
WIE<br />
WAT<br />
HOE<br />
Bedrijfs<br />
architectuur<br />
Keten<br />
partners<br />
<strong>WMO</strong><br />
-<br />
Dienstverle -<br />
voorzieningen<br />
ningsproces<br />
Informatie<br />
architectuur<br />
Informatie -<br />
functies<br />
Berichten<br />
Communicatie<br />
koppelvlakken<br />
Infrastr .<br />
Technische<br />
architectuur<br />
ICT-<br />
systemen<br />
Gegevens +<br />
standaarden<br />
Uitwisselings<br />
protocollen<br />
Figuur 2 NORA architectuur in <strong>WMO</strong> context<br />
In de hoofdstuk 5 tot en met 7 wordt dit Wmo architectuurmodel in detail toegelicht.<br />
5 Nederlandse Overheids Referentie Architectuur<br />
<strong>Startarchitectuur</strong> Wmo 7
| the way we see it<br />
3 Waarom een startarchitectuur<br />
3.1 Inleiding<br />
In het kort wordt aangegeven waarom de startarchitectuur gemaakt is en wat de<br />
gemeenten er mee kunnen doen. Vervolgens worden de verschillende architecturen<br />
kort behandeld, die recentelijk door initiatieven vanuit de centrale overheid opgesteld<br />
zijn. Daarbij is in dit hoofdstuk slechts in beperkte mate de directe link met<br />
Wmo gelegd.<br />
Naast de negen prestatievelden waaraan de gemeenten per 1 januari 2007 in het<br />
kader voor de Wmo invulling moet geven (NB: niet te verwarren met de negen<br />
vlakken van de NORA), krijgen de gemeenten ook de verantwoordelijkheid voor de<br />
regievoering op de uitvoering van de Wmo binnen de gehele keten. Het uitgangspunt<br />
van de centrale overheid is, dat gemeenten dichter bij de burger staan dan centrale<br />
overheden en daarmee beter in staat zijn om de maatschappelijke ondersteuning<br />
te organiseren en daardoor de kosten van de Wmo beter te beheersen. De<br />
maatschappelijke ondersteuning wordt zoveel mogelijk gezamenlijk door “ketenpartners”<br />
{actoren}geleverd, die elk een specifieke bijdrage leveren aan de keten.<br />
De bewaking van de kwaliteit van de dienstverlening en de toegankelijkheid tot de<br />
maatschappelijke ondersteuning behoort tot de verantwoordelijkheid van de gemeenten.<br />
Een startarchitectuur:<br />
beschrijft op pragmatische en realistische wijze de (keten) processen, de<br />
wenselijkheden / mogelijkheden tot (landelijke) standaardisatie van gegevens,<br />
gegevensmodellen en berichtenverkeer.<br />
Bovenstaande definitie legt de focus op twee aspecten: communicatie met de omgeving<br />
en het centraal stellen van het proces. Daarnaast is het migratieproces van<br />
belang: wat moet de gemeente op 1 januari 2007 gereed hebben, welke onderdelen<br />
kunnen in de loop van 2007 of zelfs daarna worden gerealiseerd?<br />
<strong>Startarchitectuur</strong> Wmo 8
| the way we see it<br />
Figuur 2 Contextdiagram Wmo 6<br />
In de Wmo-keten is een groot aantal organisaties actief. Met elk van deze ketenpartners<br />
wisselt de gemeente informatie uit. Bovenstaande afbeelding maakt het<br />
samenspel tussen de partners inzichtelijk. Buiten dit aandachtsgebied is nog een<br />
aantal partijen actief, zoals de Belastingdienst. Deze organisatie levert informatie<br />
aan het CAK om de inkomensgegevens vast te stellen. De startarchitectuur vertegenwoordigt<br />
het “blikveld” van de gemeenten. In de afbeelding wordt de afbakening<br />
getoond. Nadere toelichting op het aandachtsgebied en betrokken ketenpartners<br />
wordt in hoofdstuk 5 gegeven.<br />
3.2 Noodzaak van een architectuur voor het Wmo-loket<br />
Elke ketenpartner heeft een eigen organisatiestructuur, informatie architectuur, en<br />
technische infrastructuur. Om de Wmo-dienstverlening per 1 januari 2007 mogelijk<br />
te maken, zal elke ketenpartner maatregelen moeten nemen. Op deze korte termijn<br />
6 Bron: Gegevenswoordenboek <strong>WMO</strong>.<br />
<strong>Startarchitectuur</strong> Wmo 9
| the way we see it<br />
zal niet de meest optimale of efficiënte oplossing gerealiseerd kunnen worden. Om<br />
gerichte keuzes te kunnen maken op korte, middellange en lange termijn, die niet<br />
strijdig zijn met andere ontwikkelingen, is een (start)architectuur noodzakelijk.<br />
Indien maatregelen niet in onderlinge samenhang worden getroffen, kunnen individuele<br />
belangen van ketenpartners leiden tot het minder goed functioneren van de<br />
gehele keten.<br />
Deze startarchitectuur focust op de maatregelen die de gemeente moet treffen om<br />
de dienstverlening aan de burger mogelijk te maken. Bijvoorbeeld het maken van<br />
prestatieafspraken met ketenpartners over de kwaliteit van dienstverlening, het inrichten<br />
van procesbewaking zodat ook binnen een acceptabele termijn een voorziening<br />
wordt verstrekt aan de hulpvrager. Een gemeenschappelijk denkkader (deze<br />
startarchitectuur) helpt de gemeente om adequate en in eerste instantie pragmatische<br />
oplossingen te realiseren. Deze oplossingen zijn per gemeente verschillend,<br />
omdat ook de uitgangssituatie per gemeente verschilt. Deze startarchitectuur is derhalve<br />
generiek, maar toch, waar mogelijk, zo concreet mogelijk opgezet. Naast deze<br />
startarchitectuur is nog een aantal andere documenten beschikbaar. Daarvoor wordt<br />
verwezen naar de “gereedschapkist” Wmo 7 en de literaatuurlijst in de bijlage.<br />
7 http://www.Wmoadviesgroep.nl/Wmo/archives/gereedschapkist/<br />
<strong>Startarchitectuur</strong> Wmo 10
| the way we see it<br />
4 Stappenplan naar een Wmo loket<br />
4.1 Inleiding<br />
Bij de inrichting van een loket kan onderscheid worden gemaakt in de diepte van<br />
het loket (vormen van dienstverlening) en de breedte van het loket (het aantal ‘producten’)<br />
dat via het loket wordt aangeboden.<br />
De diepte van de <strong>WMO</strong> diensteverlening<br />
Relevante<br />
nietgemeentelijke<br />
niet-<strong>WMO</strong><br />
voorzieningen<br />
Voorzieningen<br />
Gemeentelijke Relevante Niet-<br />
gemeentelijke<br />
gemeentelijke<br />
<strong>WMO</strong>-<br />
niet-wmo<br />
<strong>WMO</strong><br />
voorzieningen<br />
voorzieningen<br />
voorzieningen<br />
functies<br />
Informatieloket<br />
Informatie &<br />
advies<br />
loket<br />
Regelloket<br />
All-in-One<br />
Info, advies<br />
en regelen<br />
De breedte van de <strong>WMO</strong>-dienstverlening<br />
Figuur 3 Breedte en diepte van het Wmo-loket<br />
4.1.1 De diepte van een loket<br />
De diepte van een loket gaat over de functies die in het loket worden geplaatst. Een<br />
relatief ondiep loket verstrekt vooral informatie. Bij een ondiep loket worden veel<br />
functies door andere organisaties of door andere gemeentelijke afdelingen uitgevoerd.<br />
Een diep loket biedt cliënten ondersteuning bij het volledige proces, van de<br />
verstrekking van een informatiefolder, via gesprekken om de vraag te verhelderen,<br />
en via indicatiestelling tot uiteindelijke verstrekking.<br />
4.1.2 De breedte van een loket<br />
De breedte van een loket gaat het over het type voorzieningen, dat in het Wmoloket<br />
toegankelijk worden gemaakt: Een smal loket beperkt zich tot Wmovoorzieningen,<br />
waarbij een breed loket álle typen voorzieningen bevat, die integraal<br />
(in samenhang) worden aangeboden op het gebied van wonen, zorg en welzijn. Bijvoorbeeld<br />
vragen die eigenlijk bij een woningbouwvereniging thuis horen worden<br />
<strong>Startarchitectuur</strong> Wmo 11
| the way we see it<br />
in een breed Wmo-loket wél opgepakt, terwijl in een smal loket de aanvrager ‘alleen<br />
maar’ wordt doorgestuurd.<br />
4.2 Uitwisseling van gegevens<br />
Mede bepaald door de keuze in diepte en breedte van het Wmo-loket moeten gegevens<br />
met derde partijen worden uitgewisseld. In het rapport Gegevenswoordenboek<br />
Wmo is vastgesteld welke standaarden gebruikt worden bij de gegevensuitwisseling<br />
in het speelveld van de Wmo. Onderstaande afbeelding is daarvan het resultaat.<br />
Legenda<br />
AZR<br />
ZA<br />
CIZ AIB<br />
WVG<br />
StUF<br />
SUWI<br />
Figuur 4 Gegevensuitwisseling tussen partners<br />
De wijze waarop gegevens zullen worden uitgewisseld zal in de loop van de tijd<br />
veranderen. Hier is sprake van een groeimodel. Hieronder worden de verschillende<br />
stappen aangegeven die mogelijk zijn, waarbij ook hier geldt dat de stappen niet<br />
dwingend zijn voorgeschreven maar dat ze dienen als advies om op korte, middellange<br />
en lange termijn zo goed mogelijk invulling te geven aan de behoefte of verplichting<br />
gegevens uit te wisselen.<br />
4.3 Direct te realiseren (operationeel 1 januari 2007)<br />
Het dient aanbeveling om voor de korte termijn een pragmatische oplossing door te<br />
voeren die voor de gemeente zorgdraagt voor de verplichte uitvoering van de Wmo<br />
per 1 januari as.<br />
Vervolgstappen kunnen parallel aan deze oplossing opgestart worden.<br />
<strong>Startarchitectuur</strong> Wmo 12
| the way we see it<br />
Figuur 5 Organisatorische Midoffice 8<br />
In de EGEM referentiearchitectuur wordt een schets gemaakt van de stappen die<br />
gemeentelijke organisaties kunnen doorlopen om uit eindelijk te komen tot een<br />
“ideaal”oplossing voor de vraagstukken rondom de ontwikkelingen in de e-<br />
overheid. Ook voor de Wmo zijn deze stappen goed toepasbaar. Per 1 januari 2007<br />
kunnen gemeenten een ingericht Frontoffice met ondersteuning voor meerdere kanalen<br />
(telefoon, balie, post en internet) hebben gerealiseerd. Veel gemeenten hebben<br />
al een internetportaal en maken gebruik van e-formulieren, DIGID etc. Vanaf 1<br />
januari is een e-formulier Wmo beschikbaar en kan (intern) ook gebruik worden<br />
gemaakt van het BSN. Aan de achterkant, bij de Backoffices, is nog steeds sprake<br />
van een sectorale indeling van de verschillende diensten, zowel intern als extern.<br />
Tussen kanalen aan de voorkant en de sectoraal ingedeelde Backoffices is kan in<br />
deze fase een organisatorisch Midoffice worden ingericht. Dit vormt de schakeling<br />
tussen het front- en Backoffice. Het organisatieonderdeel dat voor dit Midoffice<br />
verantwoordelijk is, zorgt op procedurele wijze voor de koppeling. Vaak gebeurt dit<br />
door de aanvragen aan de voorkant handmatig over te tikken in de systemen van de<br />
Backoffices (de ‘draaistoel’ of ‘Alt-Tab-Midoffice’).<br />
Om dit korte termijn te kunnen realiseren wordt aanbevolen om bestaande applicaties<br />
op de werkplek van de Wmo-medewerker bij de gemeente te implementeren.<br />
Dit bestaat bijvoorbeeld voor de CIZ-werkplek, uit het neerzetten van een CIZ-PC,<br />
bij de gemeente. Mogelijk kunnen hier applicaties en werkstations worden samengevoegd<br />
op de bestaande PC’s van gemeentemedewerkers. De gemeenten zullen in<br />
8 Bron: Referentiemodel Midoffice<br />
<strong>Startarchitectuur</strong> Wmo 13
| the way we see it<br />
overleg met de betrokken partijen moeten bepalen wat gezien de tijd de beste aanpak<br />
is.<br />
In onderstaande afbeelding wordt de oplossing en de gekozen prioriteit weergegeven<br />
hoe de communicatie er per 1 januari zou moeten verlopen:<br />
Klant<br />
CAK<br />
4<br />
1<br />
Leverancier<br />
gemeente<br />
Legenda<br />
AZR<br />
ZA<br />
CIZ AIB<br />
WVG<br />
StUF<br />
SUWI<br />
Zorgleverancier<br />
3<br />
Zorgkantoor<br />
2<br />
Indicatieorgaan<br />
Figuur 6 Toegang tot bronsystemen van partners<br />
Praktisch vertaalt zich deze fase in een aantal activiteiten:<br />
Op de werkplek van de Wmo-medewerker bij de gemeente wordt voor ieder noodzakelijk<br />
bericht een werkende applicatie geïnstalleerd. In eerste instantie gaat het<br />
om informatieuitwisseling (informatie met betrekking tot de eigen bijdrage) met het<br />
CAK (nummer 1 in Figuur 6 Toegang tot bronsystemen van partners). Vervolgens<br />
met het indicatie orgaan (nummer 2), dan met zorgkantoor en leveranciers (nummers<br />
3 en 4).<br />
Bij voorkeur worden de applicaties op de reguliere PC van de medewerker geïnstalleerd<br />
i.v.m. knip/plak functionaliteit (minimaliseren dubbel tikwerk en foutgevoeligheid).<br />
De Wmo-medewerker bij de gemeente wordt opgeleid in het gebruik van de diverse<br />
applicaties.<br />
De applicatie blijft onder technisch en functioneel beheer van de leverende instantie,<br />
zoals CAK, indicatieorgaan etc.<br />
De gemeente richt een 1 e lijns helpdesk in voor de diverse applicaties.<br />
De leverende instantie richt een 2 e lijns helpdesk in.<br />
Het financiële model (de onderlinge verrekening van het gebruik van de software,<br />
de ondersteuning, etc) is nog niet verder uitgewerkt.<br />
<strong>Startarchitectuur</strong> Wmo 14
| the way we see it<br />
4.4 Korte termijn (in de loop van 2007)<br />
Figuur 7: Technisch Midoffice 9<br />
In de loop van 2007 kan er gewerkt worden aan een gateway, ook wel “vertaalmachine”genoemd<br />
die zorgdraagt voor de communicatie tussen de diverse partijen<br />
waarbij de standaarden voor iedere partij gelijk blijven.<br />
De realisatie vraagt om een zowel organisatorische als technische aanpak. Organisatorisch<br />
gezien dient een groot aantal partijen (ketenpartners, leveranciers) te gaan<br />
samenwerking in dit project. Op technisch gebied moet er software ontwikkeld<br />
worden die rekening houdt met diverse aspecten, zoals in gebruik zijnde systemen<br />
en standaarden bij de partijen die met elkaar moeten gaan communiceren.<br />
In essentie bestaat de inrichting dan uit één Frontoffice met meerdere kanalen. Ook<br />
de Wmo-medewerker gebruikt het E-loket van de Frontoffice van de gemeente.<br />
Tussen de kanalen aan de voorkant en de sectorgerichte Backoffices is een volwaardig<br />
elektronisch Midoffice (de gateways) gepositioneerd. Dit Midoffice zorgt<br />
voor de automatische routering tussen Front- en Backoffice. De volgende onderdelen<br />
zijn binnen dit Midoffice te onderkennen:<br />
<br />
<br />
Broker: dit zorgt op automatische wijze voor de routering van gegevens tussen<br />
de front- en Backoffices. Hierbij behoort een orkestratiefunctie (BPM) waarin<br />
kan worden vastgelegd op welke wijze gegevensstromen dienen te worden gerouteerd.<br />
Gegevensmagazijn: hierin worden de voor het Frontoffice benodigde gegevens<br />
vastgelegd. Dit is nodig om 24 x 7 beschikbaarheid van de elektronische di-<br />
9 Bron: Referentiemodel Midoffice<br />
<strong>Startarchitectuur</strong> Wmo 15
| the way we see it<br />
enstverlening aan de voorkant te kunnen garanderen. Deze gegevens zijn statisch<br />
(niet veranderlijk) van aard en worden daarmee ook aangeduid als koude<br />
data.<br />
<br />
Aanvragenmagazijn: hierin wordt de orkestratie tussen de front- en verschillende<br />
Backoffices bijgehouden en de statussen van de aanvragen (of intakes)<br />
vanuit het Frontoffice worden hierin vastgelegd. Deze gegevens zijn dynamisch<br />
(veranderlijk) van aard en worden daarmee ook aangeduid als warme data.<br />
Aan de achterkant (Backoffices) kunnen in bovenstaand figuur nu ook de verschillende<br />
landelijke voorzieningen basisregistraties worden onderkend. Deze landelijke<br />
registraties worden gekoppeld aan de gemeentelijke registraties welke sectoraal zijn<br />
georganiseerd binnen de verschillende Backoffice afdelingen) en voeden daarmee<br />
het gegevensmagazijn zoals deze nu in het Midoffice is vormgegeven.<br />
De volgende volgorde cq prioriteit zal gehanteerd worden bij het ontwikkelen van<br />
de gateway:<br />
1. StUF – ZA (gateway tussen gemeente en CAK)<br />
2. StUF – AIB/AZR (gateway tussen gemeente en zorgleverancier)<br />
3. StUF – WVG (gateway in de Backoffice van een gemeente)<br />
Voor deze laatste (StUF – WVG ) dient eerst onderzocht te worden op welke wijze<br />
te migreren naar één WVG-standaard, en in hoeverre ZA hiervoor een alternatief is.<br />
In onderstaande afbeelding is weergegeven waar de gateways geprojecteerd zijn.<br />
Klant<br />
CAK<br />
Gateway<br />
1<br />
Leverancier<br />
2<br />
Gateway<br />
gemeente<br />
Legenda<br />
AZR<br />
ZA<br />
CIZ AIB<br />
WVG<br />
StUF<br />
SUWI<br />
*) zoals door WVS aangegeven<br />
Zorgleverancier<br />
Gateway<br />
Zorgkantoor<br />
Gateway<br />
Indicatieorgaan<br />
Figuur 8 Toegang tot bronsystemen van partners met behulp van gateways<br />
<strong>Startarchitectuur</strong> Wmo 16
| the way we see it<br />
De gateways worden gedefinieerd in een samenwerkingsvorm van alle betrokken<br />
ketenpartners. Het betreft zowel de functionele eisen als de technische infrastructuur.<br />
De basis voor samenwerking is gelegd door de organisaties die input hebben<br />
geleverd aan de totstandkoming van het gegevenswoordenboek (maar is hiertoe niet<br />
beperkt).<br />
In projectverband zullen dan de volgende activiteiten uitgevoerd moeten worden:<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
Ontwerp per gateway: bilaterale vertaling van bestaand bericht naar StUFbericht;<br />
Inrichten van een broker, aanvragenmagazijn (GFO-zaken of Wmo);<br />
In kaart brengen van uit te wisselen objecten en velden;<br />
Mapping van objecten en velden;<br />
Afstemming met leveranciers.<br />
De bouwstenen voor de realisatie van deze gateways zijn voor het domein van de<br />
gemeente:<br />
<br />
<br />
<br />
Het GFO-WVG, door te ontwikkelen in een GFO-<strong>WMO</strong>;<br />
Het Gegevenswoordenboek <strong>WMO</strong> om de GFO-<strong>WMO</strong> vorm te geven;<br />
De berichtenstandaard StUF 2.04 om de StUF berichten voor de <strong>WMO</strong> te definiëren.<br />
4.5 Middellange tot lange termijn (2007-2009)<br />
Op de langere termijn wordt het Midoffice steeds meer het hart van de gemeentelijke<br />
informatievoorziening. Eenvoudige producten (zoals een Uittreksel, Parkeervergunning<br />
of WOZ-taxatie, -aanslag en bezwaar) schuiven op van het Backoffice naar<br />
het Midoffice. Basis- en procesgegevens komen steeds meer centraal beschikbaar<br />
met als voordeel dat hierop een betere sturing op zowel operationeel (orkestratie)<br />
als tactisch en strategisch niveau mogelijk wordt.<br />
<strong>Startarchitectuur</strong> Wmo 17
| the way we see it<br />
Figuur 9: Midoffice in een Service Georiënteerde Architectuur 10<br />
In dit stadium kan ook verschuiving van de traditionele legacy taaksystemen naar<br />
taakdiensten als services gerealiseerd worden. Op dit moment (anno 2006) zijn er<br />
slechts enkele services op de markt verkrijgbaar die volgens dit concept kunnen<br />
werken en binnen de gemeenten toegepast kunnen worden. De gemeente zal zelf<br />
moeten afwegen op welk moment men tot vervanging van de legacysystemen overgaat.<br />
Ze zijn daarbij mede afhankelijk van de oplossingen die softwareleveranciers<br />
opleveren.<br />
10 Bron: Referentiemodel Midoffice<br />
<strong>Startarchitectuur</strong> Wmo 18
| the way we see it<br />
Technische<br />
architectuur<br />
WIE<br />
Beveiliging / privacy<br />
Beheer<br />
WAT<br />
HOE<br />
Bedrijfs<br />
Keten<br />
architectuur<br />
partners<br />
Informatie<br />
Informatie-<br />
architectuur<br />
functies<br />
ICTsystemen<br />
<strong>WMO</strong>-<br />
Dienstverlevoorzieningeningsproces<br />
Berichten<br />
Communicatie<br />
koppelvlakken<br />
Infrastr.<br />
Gegevens +<br />
Uitwisselings<br />
standaarden<br />
protocollen<br />
5 De Wmo bedrijfsarchitectuur<br />
volgens NORA<br />
Dit hoofdstuk gaat in op bedrijfsarchitectuur van de Wmo-keten. Per paragraaf zal<br />
één cel uit het negenvlaksmodel van NORA worden toegelicht.<br />
Allereerst wordt aandacht besteed aan de relevante actoren binnen de Wmo-keten.<br />
Vervolgens wordt kort uiteengezet welke producten of diensten deze actoren leveren<br />
aan de burger. In de laatste paragraaf van dit hoofdstuk wordt het Wmo-proces<br />
op hoofdlijnen toegelicht. Daarbij dient opgemerkt te worden, dat deze procesbeschrijving<br />
slechts illustratief is. De gemeenten hebben alle vrijheid om de procesgang<br />
anders in te richten.<br />
5.1 Het gemeentelijke Wmo-loket en de keten-partners<br />
Beschrijving van de organisatieonderdelen die bij de keten-dienstverlening zijn<br />
WIE<br />
WAT<br />
HOE<br />
betrokken. De samenhang (contextanalyse) tussen deze ‘actoren’ komt later als de<br />
Bedrijfs<br />
architectuur<br />
<strong>WMO</strong>voorzieningen<br />
Dienstverleningsproces<br />
koppelvlakken en uit te wisselen berichten worden beschreven.<br />
Informatie<br />
architectuur<br />
Informatiefuncties<br />
Keten<br />
partners<br />
Berichten<br />
koppelvlakken<br />
Communicatie<br />
Infrastr.<br />
Technische<br />
architectuur<br />
ICTsystemen<br />
Gegevens +<br />
standaarden<br />
Uitwisselings<br />
protocollen<br />
Figuur 10 Contextdiagram Wmo<br />
<strong>Startarchitectuur</strong> Wmo 19
| the way we see it<br />
Hieronder volgt een toelichting op de actoren en de rol die ze vervullen:<br />
Klant/Burger met ondersteuningsvraag Een geïdentificeerde inwoner van de<br />
gemeente die een aanvraag voor een voorziening indient in het kader van de Wmo.<br />
Ook de burger waar de gemeente van vast stelt dat er maatschappelijke ondersteuning<br />
wenselijk of noodzakelijk is, behoort tot de doelgroep van de Wmo.<br />
Besluitvormer is degene die het besluit neemt op basis van de ingediende aanvraag<br />
getoetst aan de in de Wmo-verordening vastgestelde criteria of het verstrekken van<br />
zorg of het verlenen van ondersteuning terecht is.<br />
Gemeente is verantwoordelijk voor de inrichting, regievoering en besluitvorming<br />
inzake de Wmo.<br />
Vrijwilliger: Een burger zich die op vrijwillige basis, zowel formeel (in georganiseerd<br />
verband) als informeel en ongeorganiseerd (kleinschalig burgerinitiatief) inzet<br />
om kwetsbare groepen te betrekken bij het maatschappelijk verkeer. Voorbeelden<br />
van vrijwillersorganisaties zijn het Nederlandse Rode Kruis en de Zonnebloem<br />
Mantelzorger: Een burger die zich op vrijwillige basis inzet vanuit een persoonlijke<br />
band om kwetsbare groepen te betrekken bij het maatschappelijk verkeer. Bijvoorbeeld<br />
Burenhulp. Mantelzorgers ontvangen ondersteuning door de steunpunten<br />
Mantelzorg. Deze steunpunten worden financieel gesteund door de CVTMsubsidieregeling<br />
waarbij CVTM staat voor Coördinatie Vrijwillige Thuiszorg en<br />
Mantelzorg.<br />
Intermediair is een vertegenwoordiger van de klant.<br />
Loket medewerkers behandelen de hulpvraag. Dit kan zowel een medewerker van<br />
binnen als buiten gemeentelijke organisatie betreffen.<br />
Indicatiemedewerker beoordeelt namens de gemeente op basis van door de gemeente<br />
aangeleverde criteria of een client in aanmerking komt voor ondersteuning.<br />
Kan door de gemeente zelf worden uitgevoerd of zijn uitbesteed aan een indicatieorgaan.<br />
Zorgleverancier is de partij die de zorg verleend. Bijvoorbeeld thuiszorgorganisaties.<br />
CIZ is het indicatie orgaan in het kader van de AWBZ. Hier kunnen ook Wmo<br />
vragen binnen komen.<br />
CAK is het aangewezen orgaan dat de hoogte van de eigen bijdrage vaststelt op<br />
basis van gegevens van de gemeente en AWBZ. Het CAK int ook de eigen bijdrage<br />
bij de cliënt.<br />
<strong>Startarchitectuur</strong> Wmo 20
| the way we see it<br />
5.2 <strong>WMO</strong>-voorzieningen<br />
WIE<br />
WAT<br />
HOE<br />
Er zijn drie hoofdgroepen van voorzieningen:<br />
Bedrijfs<br />
architectuur<br />
Keten<br />
partners<br />
Dienstverleningsproces<br />
Informatie<br />
architectuur<br />
Informatiefuncties<br />
<strong>WMO</strong>voorzieningen<br />
Berichten<br />
koppelvlakken<br />
Communicatie<br />
Infrastr.<br />
1. Informatie & advies<br />
Technische<br />
architectuur<br />
ICTsystemen<br />
Gegevens +<br />
standaarden<br />
Uitwisselings<br />
protocollen<br />
<br />
<br />
Korte vragen<br />
Folders, brochures, e.d.<br />
<br />
Doorverwijzingen<br />
2. Algemene/Collectieve voorzieningen<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
Welzijnswerk<br />
Opvang<br />
Opvoedingsondersteuning<br />
Wijk-en buurtwerk<br />
3. Individuele voorzieningen<br />
<br />
Hulp bij het huishouden<br />
Maaltijdvoorziening 11<br />
<br />
<br />
<br />
Rolstoelen<br />
Rollators<br />
Etc…<br />
De Wmo individuele voorzieningen kunnen zowel in natura als in de vorm van een<br />
PersoonsGebonden Budget (PGB) worden aangeboden. De cliënt moet kunnen kiezen.<br />
De algemene/collectieve voorzieningen hebben voorrang ten opzichte van de<br />
individuele voorzieningen, omdat de procedure om algemene voorzieningen te<br />
kunnen verstrekken veel eenvoudiger is, dan wanneer een individuele voorziening<br />
moet worden verstrekt. Het kan voorkomen dat er geen algemene voorzieningen uit<br />
voorraad leverbaar zijn, dan zal alsnog de procedure voor individuele voorzieningen<br />
moeten worden gevolgd. Het verstrekken van voorzieningen in natura en het<br />
PGB vinden volgens verschillende processen plaats.<br />
11 Maaltijdvoorziening kan de gemeenten ook als algemene/collectieve voorziening aanbieden.<br />
<strong>Startarchitectuur</strong> Wmo 21
| the way we see it<br />
N.B. De lijst met voorzieningen is niet uitputtend vast te stellen in de startarchitectuur.<br />
De gemeente bepaalt zelf welke voorzieningen zij aanbiedt en welke voorzieningen<br />
tot welk type de voorziening behoord in de lokale Wmo-verordening.<br />
5.3 Het dienstverleningsproces<br />
WIE<br />
WAT<br />
HOE<br />
In deze paragraaf worden de Wmo-bedrijfsprocessen rondom de dienstverlening<br />
toegelicht.<br />
Bedrijfs<br />
architectuur<br />
Keten<br />
partners<br />
<strong>WMO</strong>voorzieningen<br />
Onderstaande figuur toont de fasen waarin een vraag van een klant kan worden<br />
Informatie<br />
architectuur<br />
Informatiefuncties<br />
Berichten<br />
Dienstverle-<br />
Communicatie<br />
koppelvlakken<br />
ningsproces<br />
Infrastr.<br />
afgehandeld. Deze indeling geldt zowel voor de aanvraag in het kader van de Wmo<br />
als in het kader van de AWBZ. Wel is de betrokkenheid en rol van de verschillende<br />
Technische<br />
architectuur<br />
ICTsystemen<br />
Gegevens +<br />
standaarden<br />
Uitwisselings<br />
protocollen<br />
actoren bij een AWBZ anders.<br />
Deze procesgang is ter illustratie. De gemeente heeft op veel aspecten keuzevrijheid.<br />
Daarnaast is de afhandeling van de aanvraag ook afhankelijk van het type<br />
voorziening dat wordt aangevraagd.<br />
Herindicatie<br />
Door<br />
verwijzen<br />
clientondersteuning<br />
Verstrekken<br />
beschikking<br />
Aanmelden<br />
Vraag<br />
verhelderen<br />
Indiceren<br />
Toewijzen<br />
Leveren<br />
voorziening<br />
Afwikkelen<br />
Geen concrete<br />
vraag<br />
Negatief<br />
advies<br />
Diverse<br />
omstandigheden<br />
Einde<br />
duur<br />
Verstrekken<br />
Informatie en<br />
advies<br />
Einde<br />
proces<br />
Figuur 11 Procesflow Wmo op hoofdlijnen<br />
5.3.1 De primaire procesflow op hoofdlijnen<br />
Nadat een klant zich aangemeld heeft wordt vastgesteld wat de exacte behoefte is.<br />
Ingeval er slechts informatie of advies wordt verstrekt, zal het proces na het verstrekken<br />
van de informatie beëindigd zijn 12 . Na vastgesteld te hebben dat een vorm<br />
van cliëntondersteuning plaats moet vinden, kan een doorverwijzing plaatsvinden<br />
ten behoeve van vraagverheldering. Mogelijk dat de vraag betrekking heeft op een<br />
AWBZ-voorziening waarvoor de CIZ verantwoordelijk is. De aanmeldgegevens<br />
worden dan aan het CIZ doorgegeven. De klant mag hier echter geen consequenties<br />
12 Afhankelijk van de keuze voor de inrichting van de gemeentelijke processen zal registratie<br />
van dit soort vragen plaatsvinden. Management informatie over dit soort vragen kan relevant<br />
zijn voor de personeelsplanning van het loket, of voor andere sturingsdoeleinden. Daarnaast<br />
kan in het kader van het stimuleren van de maatschappelijke betrokkenheid de gemeente besluiten<br />
de aanvrager actief te volgen om na te gaan of een voorziening wenselijk is, en mensen<br />
te stimuleren om verder actie te ondernemen.<br />
<strong>Startarchitectuur</strong> Wmo 22
| the way we see it<br />
van ondervinden, ofwel de klant hoeft daarvoor niet naar een ander loket om nogmaals<br />
dezelfde gegevens te verstrekken. Afhankelijk van de gekozen inrichting kan<br />
ook direct vraagverheldering plaatsvinden aan het loket. Nadat duidelijk is geworden<br />
na de vraagverheldering welk type aanvraag is ingediend, wordt of een indicatie<br />
aangevraagd of het proces wordt beëindigd als geen toewijzing kan plaatsvinden.<br />
De indicatie vindt plaats in geval er individuele voorzieningen worden aangevraagd.<br />
De gemeente bepaalt zelf waar indicering plaatsvindt. Thans is het CIZ<br />
verantwoordelijk voor de toegang tot de AWBZ. De toelichting op de wet stelt dat<br />
een klant niet hoeft te weten of zijn aanmelding betrekking heeft op een Wmo- of<br />
AWBZ-voorziening en zich met zijn vraag zowel tot de gemeente mag wenden als<br />
tot het CIZ. Dit houdt in dat gemeenten en CIZ gaan samenwerken voor de AWBZ<br />
toewijzingen (no-wrong-door principe). Na indiceren kan een toewijzing plaatsvinden,<br />
of een negatief advies worden verstrekt. In het laatste geval zal het besluit<br />
worden medegedeeld aan de cliënt en is het proces afgelopen. Gegevens over de<br />
aanvraag blijven wel in de administratie aanwezig.<br />
Nadat wel een positieve indicatie heeft plaatsgevonden, wordt de voorziening toegewezen.<br />
De voorziening wordt uiteindelijk geleverd aan de cliënt. Periodiek kan<br />
worden getoetst of de cliënt nog aanspraak heeft op de voorziening. Administratief<br />
moet het proces nog worden afgewikkeld. Dat betekent dat de betalingen richting<br />
zorgaanbieder, het innen van de eigen bijdrage en de maandelijks afdracht van de<br />
geïnde eigen bijdragen aan de gemeente moet plaatsvinden.<br />
In het geval er een persoonsgebondenbudget is toegewezen zal de cliënt zelf verantwoordelijk<br />
zijn voor het aantrekken van voorzieningen bij de zorgaanbieders.<br />
Gemeenten kunnen daarbij een aantal zorgaanbieders voorschrijven waar de cliënt<br />
met de aanvraag naar toe kan. De cliënt legt verantwoording af aan de gemeente<br />
over de bestedingen.<br />
De procesgang zoals hiervoor is beschreven, is een toelichting in algemene zin.<br />
Afhankelijk van het aanvraagtype wordt de daadwerkelijke procesgang bepaald.<br />
Ondersteunende processen zijn niet getoond in deze flow. De gemeente is bijvoorbeeld<br />
verantwoordelijk voor het vaststellen van de parameters voor eigen bijdragen.<br />
De gemeente levert de parameters aan het CAK ten behoeve van het berekenen van<br />
de eigen bijdrage voor de voorziening. Daarnaast is het CAK verantwoordelijk voor<br />
het uitvragen van de inkomensgegevens van de betreffende cliënt bij de Belastingdienst.<br />
5.4 Procesflow afhankelijk van de gewenste Wmo-voorziening<br />
Onderstaande figuur toont de verschillende mogelijkheden van afhandelen van een<br />
aanvraag die bij de gemeente binnen komt.<br />
<strong>Startarchitectuur</strong> Wmo 23
| the way we see it<br />
Aanmelden<br />
Informatie en ad-<br />
Info Algemene/Collectieve vz Individuele vz<br />
Natura<br />
PGB<br />
5.4.1 Procesflow Informatie en advies<br />
Het kan een eenvoudige vraag zijn die direct leidt tot de volgende stap; een folder<br />
o.i.d. , een doorverwijzing naar cliëntondersteuning.<br />
Door<br />
verwijzen<br />
clientondersteuning<br />
Aanmelden<br />
Verstrekken<br />
Informatie en<br />
advies<br />
Einde<br />
proces<br />
Figuur 12 Procesflow informatie en advies<br />
Aanmelden<br />
Een cliënt kan zich op verschillende wijzen bij de gemeenten melden met zijn<br />
vraag. Hij kan dat zelf doen of via een ‘tussenpersoon’, dat kan een familielid, een<br />
buur of een hulpverlener zijn. De vraag kan via verschillende kanalen bij de gemeente<br />
binnen komen; in een persoonlijk contact bij de balie maar ook via de telefoon,<br />
per brief of via het internet. De vraag kan ook via het CIZ binnen komen.<br />
Via internet kan door middel van het gebruik van een standaard “intake”formulier<br />
of e-formulier informatie worden aangevraagd. Nu kan al via internet een voorziening<br />
worden aangevraagd bij het CIZ. De klant verstrekt relevante gegevens, daarbij<br />
wordt eventueel ook de mogelijkheid geboden om aan te geven via welk kanaal<br />
de cliënt informatie wenst te ontvangen (telefoon, email, papier). In dit proces is bij<br />
het aanmelden niet direct een GBA-check noodzakelijk. De gemeente kan echter<br />
besluiten ook voor dit type voorziening alsnog een check te verrichten.<br />
Verstrekken informatie en advies<br />
<strong>Startarchitectuur</strong> Wmo 24
| the way we see it<br />
Nadat de aanmelding is ontvangen wordt in eerste instantie door de behandelend<br />
persoon beoordeeld of volstaan kan worden met verstrekken van informatie of een<br />
advies. Door folders of relevante formulieren te verstrekken. De behandelend persoon<br />
kan afhankelijk van het lokaalbeleid een aantal gegevens registreren om de<br />
loketbelasting te kunnen analyseren.<br />
In een later stadium kan de mogelijkheid geboden worden om via internet via een<br />
vraagboom de aanvrager naar de juiste informatie te geleiden via een internet oplossing.<br />
Om bij informatie en advies de ‘weg te kunnen wijzen’ moet de gemeente<br />
zelf een overzicht hebben van de lokale situatie op het terrein van wonen, zorg en<br />
welzijn.<br />
Deze informatie ligt vast in:<br />
<br />
<br />
<br />
een sociale kaart (De sociale kaart gaat over alle organisaties die lokaal of landelijk<br />
‘iets’ doen op het terrein van wonen, zorg en welzijn. Het is niet beperkt<br />
tot de organisaties waarmee de gemeente in het kader van de Wmo een inkoopcontract<br />
heeft gesloten)<br />
een catalogus van (algemene, individuele en collectieve) voorzieningen<br />
de criteria voor het verkrijgen van individuele voorzieningen.<br />
Het kan noodzakelijk zijn om de vraag in beperkte mate te verhelderen om een adequaat<br />
advies te verstrekken. Dit kan aan het loket plaatsvinden, maar ook door ondersteuning<br />
van een formulier.<br />
Doorverwijzen<br />
Indien blijkt dat de klant een onduidelijke vraag stelt, zal cliëntondersteuning wenselijk<br />
zijn. In dat geval dient de klant doorverwezen te worden. De behandelende<br />
persoon kan echter indien deze daarvoor gekwalificeerd is, zelf de cliënt ondersteunen.<br />
Dit is afhankelijk van de gekozen oplossing in de gemeente en de “diepte van<br />
het loket” (zie hoofdstuk 4)<br />
Afhankelijk van het beleid van de gemeente kan het proces hier ook ten einde lopen,<br />
er vanuit gaande dat de cliënt zelf stappen onderneemt om bij de juiste instantie<br />
terecht te komen om de doorverwijzing op te volgen. In dat geval zal formeel<br />
een aanmelding plaatsvinden.<br />
5.4.2 Procesflow Algemene/collectieve voorzieningen<br />
Algemene voorzieningen zijn laagdrempelige voorzieningen die aan alle burgers<br />
worden aangeboden, al dan niet met een lichte toegangsbeoordeling. Conform de<br />
<strong>Startarchitectuur</strong> Wmo 25
| the way we see it<br />
behandeling van de Wmo in de Eerste Kamer gaat het uitsluitend om voorzieningen<br />
die incidenteel en kortdurend worden aangeboden.<br />
Denk bijvoorbeeld aan mensen die zo nu en dan een rolstoel nodig hebben uit een<br />
rolstoelpool.<br />
De burger voor wie het gebruik van algemene/collectieve voorzieningen een adequate<br />
compensatie biedt voor zijn beperkingen, komt niet in aanmerking voor individuele<br />
voorzieningen. Voor algemene voorzieningen geldt geen verplichting tot<br />
het aanbieden van een persoonsgebonden budget.<br />
geldigheidstoets<br />
Aanmelden<br />
Vraag<br />
verhelderen<br />
Indiceren<br />
Toewijzen<br />
‘Warme’<br />
overdracht<br />
Leveren<br />
voorziening<br />
Afwikkelen<br />
Individuele voorziening /<br />
Geen concrete vraag<br />
Diverse<br />
omstandigheden<br />
Einde<br />
duur<br />
Einde<br />
proces<br />
Figuur 13 Procesflow Algemene/collectieve voorzieningen<br />
Een aanvraag is ontvangen. Na de vraagverheldering is geconstateerd dat de benodigde<br />
algemene/collectieve voorziening beschikbaar is, dan zal de voorziening worden<br />
toegewezen. Daarbij heeft een lichte vorm van indicering plaatsgevonden. Vervolgens<br />
zal de voorziening worden geleverd en administratief vindt afwikkeling<br />
plaats. Indien blijkt dat de voorziening niet beschikbaar is, en daarmee onder de<br />
individuele voorzieningen valt wordt dit proces beëindigd. Daarmee beeindigt niet<br />
de dienstverlening naar de cliënt, maar wordt een ander proces gestart, namelijk<br />
zoals beschreven in de desbetreffende paragrafen.<br />
In de volgende paragrafen worden de verschillende stappen op hoofdlijnen uitgewerkt.<br />
Aanmelden<br />
Aanmelden betreft het registreren van de vraag en de controle of de klant een inwoner<br />
is van de gemeente (GBA check). De start van het proces kent de volgende varianten:<br />
klant vult aan het loket een formulier in (fysiek en digitaal dmv een e-<br />
formulier);<br />
<br />
<br />
klant vult via een mantelzorger een formulier in;<br />
klant wordt via een tussenpersoon aangemeld, zoals:<br />
− via een eerdere doorverwijzing<br />
<strong>Startarchitectuur</strong> Wmo 26
| the way we see it<br />
− via een ziekenhuis;<br />
− via een liaison verpleegkundige;<br />
− via een (zorg)aanbieder;<br />
− via het indicatieorgaan.<br />
Het e-formulier Wmo kan voor het aanmelden gebruikt worden door alle ketenpartners.<br />
Afhankelijk van de keuze van de gemeente kan een klant (of degenen die hem<br />
of haar vertegenwoordigden) zich aanmelden bij de gemeente of ook bij een intermediaire<br />
partij, zoals een zorgaanbieder. Zo komen bij de AWBZ 80% van de aanmeldingen<br />
via een zorgaanbieder of een liaison verpleegkundige. Als de gemeente<br />
kiest voor een brede toegang het loket, via meerdere kanalen, moet de gemeente<br />
afspraken maken over de uitwisseling van gegevens om de klanten te kunnen registreren<br />
die een beroep willen doen op de Wmo-voorzieningen. De gemeente is verantwoordelijk<br />
voor de uitwisseling van aanmeldgegevens.<br />
De loketmedewerker zal in eerste instantie de formulieren in de noodzakelijke administraties<br />
verwerken. Indien door middel van een e-formulier informatie wordt<br />
aangeleverd door de cliënt wordt aangenomen dat de identificatie van de cliënt succesvol<br />
is verlopen en dat de verwerking van de formulieren naar de relevante registraties<br />
plaatsvindt zonder tussenkomst van een medewerker. Ook de baliemedewerker<br />
kan gebruik maken van een e-formulier om de benodigde gegevens te administreren.<br />
Het ingevulde e-formulier wordt altijd naar de regie-organisatie van de<br />
gemeente verstuurd.<br />
Vraagverhelderen<br />
Voor algemene voorzieningen is geen diepgaande vraagverheldering noodzakelijk.<br />
Wel kan op basis van een lichte vraagverdieping getoetst worden of de voorziening<br />
terecht kan worden verstrekt. Het resultaat van deze stap leidt tot een negatief advies,<br />
of een toewijzing. De cliënt wordt geïnformeerd over de uitkomst. De vraagverdieping<br />
is afhankelijk van de gemeentelijke Wmo-verordening en niet verplicht<br />
gesteld in de Wmo. Indien een positief advies plaatsvindt, zal in de toewijzing administratief<br />
de overdracht van de aanvraag worden afgehandeld en worden de aanmeldgegevens<br />
overgedragen aan de aanbieder van de collectieve voorziening. In<br />
deze gevallen kan een ‘warme’ overdracht naar de aanbieder van de collectieve<br />
voorziening plaatsvinden. Dat wil zeggen dat de aanbieder op de hoogte gebracht<br />
wordt van alle ter zaken doende informatie die in deze fase over de cliënt bekend is.<br />
Ten behoeve van de vraagverheldering is wel een aantal hulpmiddelen aan het loket<br />
noodzakelijk;<br />
<strong>Startarchitectuur</strong> Wmo 27
| the way we see it<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
Productencatalogus: een catalogus waarin alle aanwezige algemene voorzieningen<br />
zijn opgenomen.<br />
Sociale kaart: een overzicht van algemene voorzieningen in de regio<br />
Faciliteiten om aanmeldgegevens door te zenden naar het CIZ.<br />
Klantdossier: een verzameling gegevens waarin relevante gegevens van de<br />
klant zijn opgenomen;<br />
Faciliteiten ter ondersteuning van de vraagverheldering (vragenboom)<br />
Faciliteiten om gegevens door te sturen naar de leverancier van algemene/collectieve<br />
voorzieningen ten behoeve van de “warme overdracht”.<br />
Informatie over de huidige voorzieningen waar een cliënt eventueel reeds gebruik<br />
van maakt;<br />
Informatie over beschikbaarheid, capaciteit van de huidige algemene/collectieve<br />
voorzieningen (evt aanwezigheid van wachtlijsten)<br />
De bron voor verstrekte AWBZ-zorg is het zorgkantoor, de gemeente zal inzicht<br />
moeten krijgen in deze gegevens. Het CAK beschikt eveneens over informatie over<br />
verstrekte zorg. Alleen deze voorzieningen zijn niet compleet omdat dit voorzieningen<br />
betreffen waarvoor eigen bijdragen gelden.<br />
Indiceren (lichte vorm van)<br />
De gemeente bepaalt aan de hand van toegangscriteria of de cliënt in aanmerking<br />
komt voor de algemene/collectieve voorziening. Daarbij wordt geen formeel indicatieproces<br />
uitgevoerd. Wel vindt er toetsing plaats. De gemeentelijke Wmoverordening<br />
zal daar leidraad voor zijn<br />
Toewijzen<br />
De cliënt heeft recht op algemene voorzieningen. Daarvoor zal de gemeente administratief<br />
gegevens verwerken, waarin een termijn wordt overeengekomen dat de<br />
algemene/collectieve voorziening wordt toegewezen.<br />
Leveren algemene/collectieve voorziening<br />
De algemene/collectieve voorziening waarvoor de cliënt in aanmerking komt wordt<br />
geleverd. Nadat de levering daadwerkelijk heeft plaatsgevonden, zal de<br />
(zorg)aanbieder daarvan melding maken bij de gemeente. De gemeente zal deze<br />
melding administratief verwerken.<br />
<strong>Startarchitectuur</strong> Wmo 28
| the way we see it<br />
Afwikkelen<br />
De (zorg)aanbieder voor algemene/collectieve voorzieningen wordt ontvangt daar<br />
waar nodig een vergoeding voor de geleverde voorziening. Voor algemene/collectieve<br />
voorzieningen wordt geen eigen bijdrage gevraagd aan de cliënt,<br />
maar wordt door de gemeente gefinancierd. De (zorg)aanbieder zal daarvoor de<br />
kosten in rekening brengen bij de gemeenten.<br />
5.4.3 Procesflow Individuele voorziening (in natura)<br />
Herindicatie<br />
Verstrekken<br />
beschikking<br />
Betalen<br />
zorgaanbieder<br />
Aanbeveling<br />
individuele<br />
Voorziening<br />
Aanmelden<br />
Vraag<br />
verhelderen<br />
Indiceren<br />
Toewijzen<br />
Leveren<br />
voorziening<br />
Afwikkelen<br />
Negatief<br />
advies<br />
Diverse<br />
omstandigheden<br />
Einde<br />
duur<br />
Einde<br />
proces<br />
Figuur 14 Procesflow individuele voorziening<br />
Aanmelden<br />
Aanmelden betreft het registreren van de vraag en de controle of de klant een inwoner<br />
is van de gemeente. (GBA check) Het kan voorkomen dat een cliënt een aanvraag<br />
indient voor een algemene voorziening die niet voorhanden is. Op dat moment<br />
kan de aanvraag behandeld worden als een aanvraag voor individuele voorziening.<br />
De aanmelding zal verder op dezelfde wijze plaatsvinden zoals beschreven<br />
in de processtap voor algemene voorzieningen.<br />
Vraagverhelderen<br />
Voor individuele voorzieningen is diepgaande vraagverheldering wenselijk. Aan de<br />
hand van uitgebreide vragenbomen of beslisbomen kan de cliënt eventueel met clientondersteuning<br />
vaststellen welke individuele voorziening het beste aansluit bij de<br />
behoefte. Voor de vraagverheldering is actuele informatie over de leef, woon,<br />
werkomstandigheden van de cliënt noodzakelijk. Daarvoor zijn de verschillende<br />
informatiebronnen noodzakelijk, zoals beschreven is bij de vraagverheldering van<br />
de collectieve voorzieningen.<br />
Indiceren<br />
<strong>Startarchitectuur</strong> Wmo 29
| the way we see it<br />
De gemeente dient een indicatie uit te (laten) voeren. Aan de hand van in een (lokaal)<br />
Besluit maatschappelijke ondersteuning vastgelegde criteria wordt bepaald of<br />
de cliënt recht heeft op een voorziening.<br />
Bij eenvoudige voorzieningen kunnen eenvoudige en eenduidige criteria - bijvoorbeeld<br />
leeftijd - gelden, waarmee direct bij de aanvraag een indicatiebesluit te nemen<br />
is. In de AWBZ bestaan hiervoor de standaard indicatie protocollen, SIP. In andere<br />
gevallen is het werk voor een specialist. In acute situaties kan het indicatiebesluit<br />
ook achteraf worden genomen.<br />
Voor indicering van Wmo-aanvragen kan de gemeente kiezen uit diverse alternatieven:<br />
<br />
<br />
alle aanvragen door een indicatieorgaan laten behandelen;<br />
specifieke vragen door een indicatieorgaan laten behandelen, de rest zelf doen<br />
alle aanvragen door de gemeente zelf indiceren.<br />
De gemeentelijke Wmo-verordening zal daar leidraad voor zijn. Als het resultaat<br />
een negatief advies is, is het proces afgerond. Bij een positief advies zal het CIZ of<br />
de gemeente over gaan tot de volgende processtap Toewijzen.<br />
Toewijzen en beschikken<br />
De cliënt komt in aanmerking voor individuele voorzieningen. Daarvoor zal de gemeente<br />
administratief gegevens verwerken en een formele beschikking verstrekken<br />
aan de cliënt.<br />
De cliënt heeft de keuzemogelijkheid om te kiezen voor het aantrekken een van<br />
voorziening in natura, waarbij de gemeente de communicatie met (zorg)aanbieder<br />
verzorgt, of voor een Persoonsgebondenbudget. Ook in die gevallen dat de gemeente<br />
niet zelf de indicatie doet is het de gemeente die de beschikking maakt.<br />
Leveren individuele voorziening in natura<br />
De individuele voorziening waarvoor de cliënt in aanmerking komt is bij de<br />
zorgaanbieder bekend en zal worden geleverd. Nadat de levering daadwerkelijk<br />
heeft plaatsgevonden, zal de zorgaanbieder daarvan melding maken bij de gemeente<br />
(melding aanvang zorg) . Daarmee is bekend welke voorziening vanaf welk moment<br />
geleverd wordt. Periodiek zal hierover gerapporteerd worden. De bestedingen<br />
zullen ook gemeld worden aan het CAK.<br />
Betalen zorgaanbieder<br />
De gemeente is verantwoordelijk voor de betaling van de geleverde zorg. Op basis<br />
van de gegevens van de (zorg)aanbieder wordt de vergoeding verstrekt.<br />
<strong>Startarchitectuur</strong> Wmo 30
| the way we see it<br />
Afwikkelen<br />
De (zorg)aanbieder voor individuele voorzieningen maakt melding van geleverde<br />
voorzieningen ook aan het CAK. In de lokale Wmo-verordening is vastgelegd voor<br />
welke voorzieningen eigen bijdragen worden berekend. Het afwikkelen van de verstrekking<br />
van individuele voorzieningen ziet er als volgt uit.<br />
Innen eigen bijdrage<br />
In verband met de berekening en inning eigen bijdrage moet het CAK worden geïnformeerd<br />
over omvang van de geleverde voorzieningen waarvoor een eigen bijdrage<br />
geldt. Deze voorzieningen kunnen zowel door een zorgaanbieder als door de<br />
gemeente zelf worden geleverd.<br />
Als de gemeente een eigen bijdrage hanteert voor het PGB dan wordt de hoogte van<br />
de inhouding zowel bij de tijdelijke als bij de definitieve beschikking door gegeven<br />
aan het CAK.<br />
Het CAK-BZ is verantwoordelijk voor de uitvoering van de eigen bijdrage Wmo,<br />
daarom hebben zij van iedere gemeente jaarlijks een aantal gegevens nodig. Deze<br />
zijn:<br />
Startpunt inkomensafhankelijke bijdrage, hiermee kunt u de inkomensgrens bepalen<br />
vanaf welk moment de inkomensafhankelijke bijdrage wordt berekend;<br />
Minimale eigen bijdrage, de ondergrens van de bijdrage die elke gebruiker van zorg<br />
in het kader van de Wmo minimaal dient te betalen;<br />
Marginaal tarief, dit is het percentage van het inkomen dat bij de eigen bijdrage<br />
wordt opgeteld;<br />
Uurtarief HVZ, het uurtarief dat u als gemeente wenst door te berekenen. Deze mag<br />
nimmer hoger zijn dan de werkelijk gemaakte kosten. Hierbij wordt onderscheid<br />
gemaakt tussen het uurtarief HVZ en voor alfahulp;<br />
Datum ingang parameters, de datum dat de parameters voor uw gemeente in moeten<br />
gaan (houdt hierbij rekening met perioden van 4 weken);<br />
Afdracht eigen bijdrage<br />
Het CAK stuurt periodiek een overzicht van de door haar geregistreerde voorzieningen<br />
en geïnde eigen bijdragen. En stort maandelijks de geïnde eigen bijdrage op<br />
een rekening van de gemeente. De gemeente moet dit rekening nummer aan het<br />
CAK doorgeven, dat kan gelijk met de (eerste) aanlevering van de parameters.<br />
CAK informeert de gemeenten half oktober 2006 uitgebreid over de gang van zaken<br />
rond de inning eigen bijdrage.<br />
<strong>Startarchitectuur</strong> Wmo 31
| the way we see it<br />
Persoons Gebonden Budget (PGB) bij Individuele voorziening<br />
Voor het toekennen van een PGB moet de gemeente de volgende stappen zetten;<br />
Op basis van de indicatie wordt vastgesteld op welke voorziening de cliënt recht<br />
heeft.<br />
Voor het verstrekken van adequate voorzieningen die voldoen aan het wettelijke<br />
Compensatiebeginsel, is het nodig om de hoogte van de PGB tarieven vast te stellen<br />
op basis van de tegenwaarde van goedkoopst adequate voorziening.<br />
Conform artikel 15 Wmo mogen gemeenten een eigen bijdrage vragen aan burgers<br />
van achttien jaar en ouder, die individuele voorzieningen van de gemeente ontvangen.<br />
Als de burger kiest voor een persoonsgebonden budget, kan die eigen bijdrage<br />
worden doorgevoerd in de vorm van een korting op het bruto PGB (op basis van de<br />
indicatie) tot een netto PGB (het bruto pgb verminderd met de eigen bijdrage). De<br />
inkomenstoetsing voor het bepalen van de hoogte van de inhouding vindt plaats in<br />
samenwerking met het CAK<br />
De gemeente kan aan de budgethouder de verplichting opleggen om een zorgvuldige<br />
administratie bij te houden over de bestedingen uit het PGB. Bij langdurige verstrekkingen,<br />
zoals hulp bij het huishouden, zal die administratie gebaseerd moeten<br />
zijn op schriftelijke overeenkomsten. Bij eenmalige verstrekkingen is het niet nodig<br />
om te vragen om schriftelijke overeenkomsten en kan volstaan worden met het<br />
overleggen van facturen van leveranciers binnen een vooraf vastgestelde termijn.<br />
Die facturen zullen aan alle wettelijke eisen moeten voldoen, zodat de leveranciers<br />
ook voor de belastingdienst te achterhalen zijn.<br />
Herindicatie<br />
Vaststellen<br />
PGB<br />
Aanbeveling<br />
individuele<br />
Voorziening<br />
Aanmelden<br />
Vraag<br />
verhelderen<br />
Indiceren<br />
Toewijzen<br />
Leveren<br />
voorziening<br />
Betalen<br />
zorgaanbieder<br />
Negatief<br />
advies<br />
Diverse<br />
omstandigheden<br />
Einde<br />
duur<br />
Einde<br />
proces<br />
De verticale lijn geeft de scheiding van betrokkenheid aan. De PGB-houder zal zelf<br />
verantwoordelijk zijn voor het inkopen van de gewenste zorg/voorziening, en legt<br />
daar verantwoording over af naar de gemeente. Periodiek zal worden getoetst door<br />
de gemeente of het PGB nog terecht is.<br />
<strong>Startarchitectuur</strong> Wmo 32
| the way we see it<br />
Verantwoording/ besturing<br />
De gemeente heeft voor verschillende doeleinden informatie nodig. Informatie om<br />
zelf te kunnen beoordelen hoe het met de uitvoering van de Wmo staat (managementinformatie),<br />
om zich te kunnen verantwoorden naar haar burgers (verantwoordingsinformatie)<br />
en om te voldoen aan haar wettelijke informatieplicht (prestatiegegevens)<br />
richting het Rijk zoals opgenomen in artikel 9.<br />
Verdere uitwerking hiervan is te vinden de documenten “Verantwoordings- en controle<br />
instrumenten Wmo” en “Financieel model” .<br />
5.5 Relatie met EGEM-referentiemodel Midoffice<br />
In de procesarchitectuur EGEM wordt het dienstverleningsproces uitgebreid uitgewerkt.<br />
In het verlengde van de voorgaande paragrafen is een relatie aan te brengen<br />
tussen de procesgang in de Wmo-keten en de procesarchitectuur van het EGEMmidoffice.<br />
EGEM is een ideale architectuur. Kortom, op dit moment zijn de processen<br />
anders ingericht dan in het referentiemodel EGEM midoffice is beschreven. De<br />
relatie met de Wmo, zoals in deze paragraaf beschreven, sluit daar op aan. Per 1<br />
januari 2007 zal deze op procesniveau wellicht gehaald kunnen worden, maar de<br />
ICT-ondersteuning zal nog niet voldoende zijn om volledig conform dit dienstverleningsconcept<br />
te kunnen gaan werken.<br />
Zorgaanbieder CAK CIZ ?<br />
Leveren<br />
voorziening<br />
Innen<br />
Eigen bijdrage<br />
Afwikkelen<br />
Indiceren<br />
Cliëntondersteuning<br />
0. Gemeentelijke dienstverlening ten behoeve van <strong>WMO</strong> Keten<br />
partner<br />
Procesmanagement<br />
Dienstverlening<br />
Levering<br />
en<br />
Ontwikkeling<br />
Informatie 3 &<br />
advies<br />
Onderzoek<br />
Besluiten<br />
Klant<br />
1<br />
Aanmelden<br />
2 Vraagverhelderen<br />
Aanvraag<br />
4Registreren<br />
Behandelen 6<br />
Aanvraag<br />
Opdracht<br />
5<br />
Beheren<br />
Aanvraag<br />
Levering<br />
Beleids<br />
ontwikkeling<br />
Gegevensverzamelingen<br />
Basis<br />
registraties<br />
Kern<br />
registraties<br />
Klant<br />
dossier<br />
Aanvragen<br />
dossier<br />
Product Voorzieningen Openbare<br />
catalogus catalogus informatie<br />
Figuur 15 Wmo in relatie tot EGEM procesarchitectuur<br />
In bovenstaande afbeelding is, zonder volledig te willen zijn, een relatie getoond<br />
tussen het dienstverleningsproces dat binnen de gemeente plaatsvindt en de proces-<br />
<strong>Startarchitectuur</strong> Wmo 33
| the way we see it<br />
sen die bij derden plaatsvinden. Afhankelijk van de inrichtingskeuzes die de gemeente<br />
maken, zal het plaatje er anders uit zien, vandaar dat dit slechts ter illustratie<br />
is opgenomen.<br />
Op de afbeelding is bijvoorbeeld niet ingevuld welke partij verantwoordelijk wordt<br />
voor de uitvoering van de cliëntondersteuning. Bij cliëntenondersteuning is meer<br />
informatie nodig over de persoonlijke situatie van de klant om kunnen bepalen welke<br />
voorzieningen adequaat zullen zijn.<br />
<strong>Startarchitectuur</strong> Wmo 34
| the way we see it<br />
WIE<br />
Beveiliging / privacy<br />
Beheer<br />
WAT<br />
HOE<br />
6 De Wmo informatie architectuur<br />
volgens NORA<br />
Bedrijfs<br />
architectuur<br />
Keten<br />
partners<br />
ICTsystemen<br />
<strong>WMO</strong>-<br />
Dienstverlevoorzieningeningsproces<br />
Technische<br />
architectuur<br />
Informatie<br />
Informatie-<br />
architectuur<br />
functies<br />
Berichten<br />
Communicatie<br />
koppelvlakken<br />
Infrastr.<br />
Gegevens +<br />
Uitwisselings<br />
standaarden<br />
protocollen<br />
In dit hoofdstuk worden de aspecten rondom de Wmo-informatie-architectuur beschreven.<br />
Daarbij wordt gesproken over de informatiehuishouding. Dit betreft alle<br />
informatie die in de Wmo-keten moet worden uitgewisseld.<br />
6.1 Informatiefuncties in het <strong>WMO</strong>-loket<br />
Informatiefuncties zijn voorzieningen die nodig zijn om informatie te verstrekken,<br />
WIE<br />
WAT<br />
HOE<br />
beheren of te registreren. Dit kan zowel handmatige als geautomatiseerde functies<br />
Bedrijfs<br />
architectuur<br />
Keten<br />
partners<br />
<strong>WMO</strong>voorzieningen<br />
Dienstverleningsproces<br />
betreffen. In onderstaande afbeelding worden de belangrijkste informatiefuncties<br />
met elkaar in verband gebracht.<br />
Informatie<br />
architectuur<br />
Informatiefuncties<br />
Berichten<br />
koppelvlakken<br />
Communicatie<br />
Infrastr.<br />
Technische<br />
architectuur<br />
ICTsystemen<br />
Gegevens +<br />
standaarden<br />
Uitwisselings<br />
protocollen<br />
De burger, een vertegenwoordiger of mantelzorger, meldt zich bij het loket om<br />
maatschappelijke ondersteuning aan te vragen. Dit kan plaatsvinden op verschillende<br />
manieren:<br />
1. Via het digitale loket: De burger of diens vertegenwoordiger meldt zich<br />
via internet aan bij het loket. Via het internetportal kan de aanvrager in-<br />
<strong>Startarchitectuur</strong> Wmo 35
| the way we see it<br />
formatie en advies aanvragen. Afhankelijk van het type aanvraag kan zonder<br />
tussenkomst van een medewerker informatie worden verstrekt.<br />
2. De burger of diens vertegenwoordiger meldt zich bij het fysieke loket. Een<br />
verantwoordelijke loketmedewerker beantwoordt de vraag van de aanvrager,<br />
of zorgt voor een passende doorverwijzing;<br />
3. Via loket voor clientondersteuning: De aanvrager heeft een complexe<br />
vraag of wil een individuele voorziening aanvragen. De loketmedewerker<br />
ondersteunt de aanvrager bij het formuleren van de aanvraag en begeleid<br />
deze naar de zorgaanbieder.<br />
4. Via een aanbieder van maatschappelijke ondersteuning: De dienstverlening<br />
gaat buiten de gemeentelijke organisatie om, als de aanvrager zich<br />
rechtstreeks wendt tot de zorgverlener (Wmo-aanbieder).<br />
Onafhankelijk van het gekozen kanaal moet de aanvrager er op kunnen vertrouwen<br />
dat dezelfde informatie, adviezen en voorzieningen geleverd worden. Daarbij is een<br />
aantal informatiefuncties noodzakelijk. Enerzijds om informatie te verstrekken en<br />
de juiste afwegingen te kunnen maken, anderzijds om gegevens vast te leggen, zodat<br />
de aanvrager slechts één maal de gegevens hoeft te verstrekken. In onderstaande<br />
tabel zijn de informatiefuncties nader toegelicht.<br />
6.2 Noodzakelijke informatiefuncties (onafhankelijk van de<br />
vorm)<br />
Om per 1 januari as. de Wmo uit te kunnen voeren moeten er een aantal noodzakelijke<br />
en gewenste informatiefuncties ingericht worden. De volgende activiteiten<br />
moeten in ieder geval per 1 januari in werking treden:<br />
<br />
<br />
<br />
Eigen bijdrage<br />
Overdracht Huishoudelijke hulp<br />
Indicatiestelling AWBZ<br />
Om in ieder geval deze activiteiten te kunnen uitvoeren en waarborgen moeten de<br />
volgende informatiefuncties/voorzieningen gerealiseerd worden.<br />
Sociale kaart<br />
Dit is een gebruiksvriendelijke catalogus op het gebied van zorg, welzijn, wonen,<br />
sociale activering, inkomen, opleiding en reïntegratie. DiSK biedt een actueel overzicht<br />
van producten, activiteiten en organisaties in een gemeente, regio en/of provincie.<br />
<strong>Startarchitectuur</strong> Wmo 36
| the way we see it<br />
DiSK richt zich op burgers en professionals.<br />
Gemeenten en organisaties kunnen een abonnement nemen op DiSK.<br />
De standaard werkvelden in DiSK zijn afgestemd op de Wet werk en bijstand<br />
(Wwb) en Wmo. 13 De Digital sociale kaart is per 1 januari 2006 beschikbaar.Catalogus<br />
van voorzieningen<br />
Het is mogelijk om een (digitale) catalogus van voorzieningen ter beschikking te<br />
stellen, zodat mensen en dienstverleners kunnen kiezen welke voorziening passend<br />
zou kunnen zijn.<br />
Criteria, wet- en regelgeving<br />
Om vast te stellen of een aanvraag enig nut heeft, kan men door middel van het ter<br />
beschikking stellen en verzamelen van relevante informatie over wet- en regelgeving<br />
inzake de Wmo en de beoordelingscriteria.<br />
Per 1 januari as. moet de gemeente in staat zijn, elektronisch of niet, vasts te stellen<br />
of de aanvraag nut heeft en voldoet aan de wet en regelgeving zoals deze zijn vastgelegd<br />
in de Wmo.<br />
Vraagverheldering<br />
Aan de hand van het verzamelen en vastleggen van gegevens over de klant. Met<br />
behulp van een vragenboom kan worden bepaald welke vervolgstappen noodzakelijk<br />
of gewenst zijn. De klant hoeft op deze wijze maar één maal gegevens te verstrekken.<br />
Per 1 januari moet de gemeente in staat zijn elektronisch of niet gegevens<br />
over de klant vast te leggen.<br />
Indicatiestelling<br />
Het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) voert thans de indicatiestelling voor de<br />
AWBZ-zorg uit in heel het land. Het CIZ zorgt daarbij dat de indicatiestellers allemaal<br />
een zelfde methode hanteren. Een tweede doel van het CIZ is het terugbrengen<br />
van onnodige bureaucratie: wat snel kan, móet ook snel geïndiceerd kunnen<br />
worden. Per 1 januari zal gegevensuitwisseling met het CIZ (of andere indicatiesteller)<br />
noodzakelijk zijn. Afhankelijk van de reeds aanwezige voorzieningen bij de<br />
gemeente zal dit elektronisch of in fysieke vorm plaats vinden. De aanbeveling is<br />
om elektronische informatieuitwisseling mogelijk te maken.<br />
WVG-indicatie<br />
Gemeenten kunnen er voor kiezen om de WVG-advisering zelf uit te voeren of uit<br />
13 www.digitale-sociale-kaart.nl voor nadere informatie<br />
<strong>Startarchitectuur</strong> Wmo 37
| the way we see it<br />
te besteden aan het CIZ. Kiest de gemeente voor het laatste optie, dan moet ze het<br />
CIZ daarvoor betalen.<br />
Per 1 januari as moet de gemeente elektronisch of niet, met of zonder inhuren van<br />
het CIZ, in staat zijn een WVG advies uit te brengen ten behoeve van de aanvrager.<br />
Met ingang van 1 januari 2007 wordt de AWBZ-functie Huishoudelijke Verzorging<br />
overgeheveld naar de Wmo. De gemeente mag zelf bepalen of ze wel of geen indicatiestelling<br />
invoert voor voorzieningen uit de Wmo.<br />
Klantdossier<br />
Hiermee worden de gegevens van de klant verzameld om op elk moment toegang te<br />
krijgen tot de klantgegevens. Hiermee ontstaat een integraal beeld van de klant.<br />
Per 1 januari moet de gemeente een klantdossier aanleggen. Aanbevolen wordt om<br />
dit elektronisch te doen.<br />
Koppelingen<br />
Koppeling CIZ<br />
Ten behoeve van het vaststellen van bestaande indicaties en nieuwe indicaties is<br />
gegevensuitwisseling met het CIZ noodzakelijk. In het kader van de AWBZ hebben<br />
mensen reeds een indicatie.<br />
Per 1 januari as. is het noodzakelijk te zoeken naar een pragmatische oplossing indien<br />
mogelijk elektronisch, waarbij het mogelijk is bestaande indicaties en nieuw<br />
indicaties uit te wisselen met het CIZ. In hoofdstuk 3 worden de mogelijke oplossingen<br />
besproken.<br />
Koppeling CAK<br />
Het CAK is ondermeer verantwoordelijk voor de inning van de eigen bijdragen, het<br />
storten van deze eigen bijdragen in de gemeentekas. De gegevens over verantwoording<br />
van bestedingen zullen aan de gemeente moeten worden verstrekt, via deze<br />
koppeling. Per 1 januari as. moet de gemeente kunnen communiceren met het CAK<br />
elektronisch of niet zodat het CAK eigen bijdrage kan innen en verwerken<br />
Koppeling GBA<br />
Het GBA is van toepassing voor de identificatie van de klant, of diens representant,<br />
op basis van het BSN, of in de digitale wereled met behulp van DigiD. Deze koppeling<br />
is noodzakelijk om authenticiteit en identificatie in met name berichtverkeer te<br />
ondersteunen.<br />
<strong>Startarchitectuur</strong> Wmo 38
| the way we see it<br />
Per 1 januari 2007 moet de gemeente, elektronisch of niet, met behulp van het<br />
GBA, de identiteit van de klant kunnen vaststellen.<br />
Koppeling zorgaanbieders<br />
De zorgaanbieder verstrekt informatie over de geleverde voorziening.<br />
Per 1 januari 2007 moet de gemeente (elektronisch of niet) communiceren met de<br />
zorgaanbieders om te controleren of en welke voorziening er geleverd is door welke<br />
zorginstelling<br />
Beveiliging, toegangsbeheer, autorisatie<br />
Om toegang te geven tot de verschillende gegevens over de klant, of om de klant te<br />
identificeren, vindt een toegang op basis van autorisatie plaats. De gebruiker is bekend<br />
in het systeem, de gebruikershandelingen zijn te traceren.<br />
Per 1 januari as. moet de gemeente elektronisch of niet, in staat zijn de klant te<br />
identificeren en de de privacy van de klant te kunnen waarborgen.<br />
Gebruikersadministratie<br />
Centrale databank voor alle met het systeem betrokkene personen, waarin gebruikersrechten<br />
worden beheerd. Per 1 januari as. moet de gemeente elektronisch of<br />
niet een gebruikersadministratie inrichten en beheren.<br />
Financieel systeem<br />
Het financieel systeem moet de gemeente ondersteunen in het beheren van de financiële<br />
stromen in het kader van de Wmo. Er zullen na 1 januari financiële transacties<br />
plaatsvinden mbt individuele, collectieve voorzieningen, subsidies, inkomsten<br />
uit eigen bijdragen.<br />
Per 1 januari 2007 moet de gemeente elektronisch of niet, in staat zijn de financiële<br />
stromen in het kader van de Wmo te vastleggen en beheren.<br />
Registratie PGB<br />
Ook de registratie van Persoonsgebonden budgetten zal ondersteund moeten worden<br />
door een ICT-voorziening. PGB-houders moeten verantwoording afleggen over<br />
bestedingen, daarvoor zijn reeds voorzieningen in de markt aanwezig.<br />
Per 1 januari dient de gemeente de PGB voorzieningen en bestedingen, elektronisch<br />
of niet te registreren en verantwoorden.<br />
<strong>Startarchitectuur</strong> Wmo 39
| the way we see it<br />
Marap<br />
Gemeenten moeten maatregelen nemen om verantwoording af te kunnen leggen<br />
over de Wmo-bestedingen. Per 1 januari as. moet de gemeente in staat zijn elektronisch<br />
of niet, de Wmo bestedingen te verantwoorden.<br />
6.3 Gewenste informatiefuncties:<br />
De volgende informatiefuncties vallen onder de categorie gewenste informatie en<br />
kunnen in de loop van 2007 gerealiseerd worden:<br />
Internet-portal<br />
Toegang tot de dienstverlening kan plaatsvinden door gebruik te maken van een<br />
Internet Portal in het front-office. (het digitale loket). Daarmee kan de klant direct<br />
toegang krijgen tot relevante informatie. Ook kan deze voorziening op het fysieke<br />
loket dienst doen om de loketmedewerker te ondersteunen om advies of informatie<br />
te verstrekken. Met behulp van een Wmo-e-formulier kan de burger of diens vertegenwoordiger<br />
de relevante informatie aanleveren. Voor een groot deel van de gemeenten<br />
geldt dat er al een internet-portal beschikbaar is voor de burgers, per 1<br />
januari dient het aanbeveling deze bestaande internet portal uit te breiden met Wmo<br />
informatie cq een meer uitgebreidere toepassing als bijvoorbeeld aanmelding.<br />
Catalogus van voorzieningen<br />
Het is mogelijk om een (digitale) catalogus van voorzieningen ter beschikking te<br />
stellen, zodat mensen en dienstverleners kunnen kiezen welke voorziening passend<br />
zou kunnen zijn. Bij het ontwikkelen van een catalogus digitaal en/of gewoon is het<br />
van belang dat in ieder geval de de volgende activiteiten beschreven en ingevoerd<br />
zijn op 1 januari as. dit zijn; eigen bijdrage, overdracht huishoudelijke hulp en indicatiestelling<br />
AWBZ-WVG.<br />
Klantvolgsysteem<br />
Voor een Wmo-loket is een klantvolgsysteem noodzakelijk om vragen van klanten<br />
te registreren en de vervolgtrajecten van de dienstverlening in kaart te brengen en<br />
managementinformatie te genereren.<br />
Het dient aanbeveling zo snel mogelijk te starten met het invoeren van een klantvolgsysteem,<br />
dit kan echter parallel lopen met de diverse overige nog uit te voeren<br />
ontwikkelingen die de gemeente wenst uit te voeren op korte en lange termijn.<br />
<strong>Startarchitectuur</strong> Wmo 40
| the way we see it<br />
Koppeling andere basisadministraties<br />
Vanuit andere basisregistraties is het noodzakelijk om het klantdossier aan te vullen.<br />
Bijvoorbeeld adresgegevens, wellicht dat het type woning of gebouw waar de<br />
klant verblijft van invloed is op de voorziening die geselecteerd moet worden. Binnen<br />
de Wmo-keten is buiten de persoonsgegevens weinig gemeenschappelijkheid in<br />
de gegevens. De wetgeving staat niet toe dat derden gebruik maken van of inzicht<br />
hebben in gegevens uit de basisregistratie.<br />
Het dient aanbeveling om in de loop van 2007 koppelingen met de diverse belangrijke<br />
basisadministraties aan te leggen.<br />
Infrastructuur<br />
Berichtenroutering<br />
Berichtroutering betekent dat een Broker zorgt voor de (a)synchrone berichten uitwisseling.<br />
Daarmee worden berichten in de juiste vorm (format) in de juiste volgorde<br />
langs de verschillende systemen geleid.<br />
Het dient aanbeveling in de loop van 2007 een oplossing te implementeren waarmee<br />
het berichtenverkeer voldoet aan de vereiste en gewenste criteria van de gemeente<br />
en overige betrokken ketenpartijen (CIZ,CAK etc.)<br />
Workflow<br />
Ten behoeve van de werkstroombesturing, termijnbewaking en het verstrekken van<br />
informatie aan de burger over de voortgang van de behandeling van aanvragen, is<br />
workflowmanagement een uitkomst.<br />
Het dient aanbeveling bij de verdere implementatie van de Wmo na 1 januari 2007,<br />
binnen de gemeente gebruik te maken van workflowmanagement en workflow<br />
tools.<br />
Documentaire informatie (DIV)<br />
Door fysieke documenten te digitaliseren is deze informatie toegankelijk onafhankelijk<br />
van tijd en plaats. Een elektronisch documentenarchief is hiervoor aan te bevelen.<br />
Het dient aanbeveling om na 1 januari as. de mogelijkheden van documentdigitalisatie<br />
te onderzoeken binnen de administratie van de gemeente.<br />
6.4 Informatiefuncties voor de langere termijn<br />
De informatiefuncties zoals in voorgaande paragraaf omschreven zijn in lijn met de<br />
ontwikkelingen die EGEM heeft uitgezet. De naamgeving van bepaalde informatie-<br />
<strong>Startarchitectuur</strong> Wmo 41
| the way we see it<br />
functies verschilt met de terminologie van EGEM, maar op het gebied van functionaliteit<br />
zijn parallellen te trekken.<br />
Storten<br />
Eigen bijdragen<br />
In gemeentekas<br />
CAK CIZ Klant<br />
Innen eigen<br />
bijdrage<br />
Berekenen<br />
Eigen bijdrage<br />
Indiceren<br />
Beheren<br />
PGM<br />
Gemeente<br />
Aanmelden<br />
Gemeentelijke Dienstenbus<br />
Generieke gegevens<br />
Klant<br />
gegevens<br />
Klant<br />
dossier<br />
Assisteren en<br />
Informeren<br />
klant<br />
Vraagverhelderen<br />
BPM<br />
FO orkestratie<br />
Voorzie<br />
Klantvolg Openbare<br />
ningen<br />
systeem informatie<br />
catalogus<br />
Registreren<br />
aanvraag<br />
Beheren<br />
aanvraag<br />
BO orkestratie<br />
Basisgegevens<br />
Basis<br />
registraties<br />
Kern<br />
registraties<br />
Landelijke Dienstenbus<br />
Services<br />
Behandelen zaak (Behandeldiensten)<br />
Legacy<br />
Taaksystemen<br />
Betalen<br />
zorgaanbieder<br />
Figuur 16 <strong>WMO</strong> projectie op EGEM Informatiemodel van informatiearchitectuur<br />
De Wmo is een samenwerking tussen ketenpartners die elk een specifieke bijdrage<br />
leveren aan de keten. Deze bijdrage is te beschouwen als service, als men dit beschouwd<br />
vanuit een service geörienteerde architectuur invalshoek. Elke gemeente<br />
heeft de mogelijkheid om te beslissen of men bepaalde diensten (services) wel of<br />
niet zelf verricht of uitbesteedt aan een ketenpartner of op regionaalniveau een service<br />
deelt. In het geval zoals in bovenstaande afbeelding is aangegeven, de gemeente<br />
besluit om het Indiceren uit te besteden, ontstaat er een informatiebehoefte vanuit<br />
de gemeente richting CIZ. De aanvraag van de gemeente zal worden aangeboden<br />
(elektronisch of fysiek) aan het CIZ. Daar vindt indicatiestelling plaats. Het resultaat<br />
zal vervolgens teruggemeld moeten worden aan de gemeente.<br />
De gemeentelijke dienstenbus zorgt ervoor dat de informatie in de juiste vorm naar<br />
de services wordt gestuurd. De orkestratieservices zorgen er voor dat activiteiten<br />
(services) in de juiste volgorde worden uitgevoerd. Om elektronische gegevensuitwisseling<br />
in deze vorm mogelijk te maken, en de externe services in integreren in<br />
de eigen informatie-architectuur, moeten de koppelingen naar de verschillende services<br />
voldoen aan een aantal criteria.<br />
WIE<br />
WAT<br />
HOE<br />
Bedrijfs<br />
architectuur<br />
Keten<br />
partners<br />
<strong>WMO</strong>voorzieningen<br />
Dienstverleningsproces<br />
Informatie<br />
architectuur<br />
Informatiefuncties<br />
Berichten<br />
Koppelvlakken<br />
Communicatie<br />
Infrastr.<br />
<strong>Startarchitectuur</strong> Wmo 42<br />
Technische<br />
architectuur<br />
ICTsystemen<br />
Gegevens +<br />
standaarden<br />
Uitwisselings<br />
protocollen
| the way we see it<br />
6.5 Koppelvlakken en berichten<br />
Processtap Koppelvlak Van Naar Functie Bericht<br />
Aanmelden Aanmelding Klant,<br />
Zorgaanbieder of<br />
Aanmelder<br />
Gemeente <strong>WMO</strong> aanvraag Tussen<br />
StUF en<br />
AZR<br />
Van StUF<br />
zorg<br />
naar StUF<br />
Vraagverhelderen Sociale kaart Gemeente Gemeente Overzicht beschikbare<br />
Vraagverhelderen Controle bestaande<br />
indicatie<br />
CIZ Gemeente Bestaande indicatie? Tussen AIB<br />
en StUF<br />
Vraagverhelderen AWBZ aanvraag Gemeente CIZ AWBZ aanvraag Tussen<br />
StUF en<br />
AZR<br />
Vraagverhelderen Collectieve voorziening Gemeente Aanbieder<br />
collectieve<br />
voorziening<br />
Indiceren<br />
Indiceren<br />
Toewijzen<br />
Toewijzen<br />
Indicatieadvies<br />
individuele voorziening<br />
Indicatieadvies<br />
individuele voorziening<br />
Beschikking toewijzing<br />
individuele voorziening<br />
Beschikking toewijzing<br />
individuele voorziening<br />
Leveren voorziening Melden voorziening Gemeente, CIZ of<br />
Zorgkantoor<br />
Aanvraag collectieve<br />
voorziening<br />
Gemeente Indicatieorgaan Adviesaanvraag<br />
individuele voorziening<br />
Indicatieorgaan Gemeente Adviesuitslag<br />
individuele voorziening<br />
Gemeente Klant Indicatiebesluit +<br />
randvoorwaarden<br />
Gemeente ZA Indicatiebesluit +<br />
randvoorwaarden<br />
Tussen<br />
StUF en ZA<br />
Tussen<br />
StUF en<br />
AIB/AZR<br />
Tussen<br />
StUF en<br />
AIB/AZR<br />
Tussen<br />
StUF en<br />
burger<br />
Tussen<br />
StUF en<br />
AZR<br />
Zorgaanbieder Melding zorg Tussen<br />
StUF en<br />
AZR<br />
Levering voorziening Aanvang voorziening Zorgaanbieder Gemeente Aanvang voorziening Tussen<br />
AZR en<br />
StUF<br />
Leveren voorziening Verantwoorden<br />
voorziening<br />
Zorgaanbieder,<br />
Zorgkantoor<br />
Gemeente Verantwoorden<br />
geleverde zorg<br />
Tussen ZA<br />
en StUF<br />
Inning eigen bijdrage Geleverde zorg Gemeente,<br />
Zorgaanbieder<br />
CAK<br />
Melding geleverde zorg Tussen StUf<br />
en ZA<br />
Afwikkeling Registratie verstrekking CAK Gemeente Statistieken Tussen ZA<br />
en StUF<br />
Afwikkeling Beschikking eigen<br />
bijdrage<br />
CAK Klant Beschikking Tussen ZA<br />
en burger<br />
PGB<br />
Opvragen<br />
verzamelinkomen t.b.v.<br />
PGB<br />
Gemeente CAK Toets inkomen Tussen<br />
StUF en ZA<br />
PGB Verantwoording PGB Klant Gemeente Verantwoording van<br />
klant<br />
Tussen<br />
burger en<br />
StUF<br />
PGB Geïnde eigen bijdrage Gemeente CAK Verzamelgegevens Tussen<br />
StUF en ZA<br />
PGB Parameters Gemeente CAK Hoogte eigen bijdrage Tussen<br />
StUF en ZA<br />
PGB Verantwoording Zorgaanbieder<br />
Klant<br />
Aanmelder<br />
Gemeente<br />
Financiële<br />
verantwoording en<br />
geleverde zorg<br />
Tussen<br />
AZR en<br />
StUF<br />
NB: Bovenstaande tabel is nog in bewerking, de tabel zal op een later tijdstip aangepast/aangevuld<br />
worden. De tabel is een eerste resultaat uit het onderzoek naar een<br />
gemeenschappelijk woordenboek voor de Wmo.<br />
In deze paragraaf worden de diverse in gebruik zijnde standaarden van de betrokken<br />
partijen binnen de Wmo keten en de beschreven.Verder wordt weergeven hoe<br />
deze partijen in staat gesteld kunnen worden elektronische gegevens met elkaar uit<br />
wisselen. Het realiseren van het berichtenverkeer kent een prioritering en is daarmee<br />
verbonden een fasering vanaf heden tot en met 1 januari en verder.<br />
<strong>Startarchitectuur</strong> Wmo 43
| the way we see it<br />
De diverse partijen in het speelveld Wmo (gaan) communiceren met elkaar d.m.v.<br />
berichten. Hiervoor worden bestaande berichten gebruikt. De berichten die hierbij<br />
een rol spelen zijn:<br />
Bericht Van – naar Inhoud, bijzonderheden<br />
(en vice versa)<br />
AZR CIZ –<br />
zorgkantoor<br />
Indicatiebesluit AWBZ-zorg, Retourinformatie indicatiebesluit,<br />
Beschikbaar zorgaanbod, Zorgtoewijzing,<br />
Melding aanvang, Beëindiging/mutaties, Opgave productie<br />
ZA Zorgaanbieder<br />
– CAK-BZ<br />
ondersteunt op dit moment het aanleveren van de gegevens<br />
op diskette, cd-rom en met gezipte bestanden<br />
voorzien van een wachtwoord via e-mail<br />
AIB Externe partijen<br />
– CIZ<br />
XML, via Internet naar aangesloten locaties van het<br />
CIZ, Input voor cliëntvolgsysteem van het CIZ<br />
WVG Leveranciers – Communicatie betreffende voorzieningen<br />
Gemeente<br />
StUF Gemeente StUF 2.04 specificeert zelf geen concrete berichten<br />
maar het is een template definitie. De standaard geeft<br />
aan hoe berichten worden gedefinieerd en hoe ze worden<br />
uitgewisseld. De ontwerper gebruikt GFO’s (Gemeentelijke<br />
Functionele Ontwerpen) als leidraad bij<br />
het specificeren van berichtdefinities.<br />
StUF<br />
EGEM heeft ten behoeve van het berichtenverkeer binnen en buiten de gemeente<br />
een standaard ingericht, dit is de StUF (Standaard Uitwisselings Formaat), de huidige<br />
versie is 2.04. StUF 2.04 is een generieke standaard die voor willekeurige sectoren<br />
gebruikt kan worden. StUF 2.04 specificeert zelf geen concrete berichten<br />
maar het is een template definitie. Om echter te komen tot concrete gegevensuitwisseling<br />
moet deze ingevuld worden voor een bepaalde sector. De standaard geeft aan<br />
hoe berichten worden gedefinieerd en hoe ze worden uitgewisseld. De ontwerper<br />
gebruikt GFO’s (Gemeentelijke Functionele Ontwerpen) als leidraad bij het specificeren<br />
van berichtdefinities.<br />
De GFO-Wmo dient ontwikkeld te worden op basis van de GFO-WVG en het gegevenswoordenboek<br />
Wmo.<br />
Medio april 2006 heeft EGEM in samenwerking met de StUF Community, de definitieve<br />
versie van de StUF 2.0-serie vastgesteld: StUF 2.04 (EGEM aanbeveling).<br />
Deze eindversie heeft de doopnaam StUF XML gekregen omdat het verrijkt is met<br />
<strong>Startarchitectuur</strong> Wmo 44
| the way we see it<br />
diverse XML-technologieën zoals SOAP, XSD schema en WSDL. StUF XML is<br />
een generieke standaard die voor willekeurige sectoren gebruikt kan worden. Om<br />
echter te komen tot concrete gegevensuitwisseling moet deze ingevuld worden voor<br />
een bepaalde sector. Voor een belangrijke sector is deze nu ingevuld en beschikbaar,<br />
namelijk voor basisgegevens met StUF-BG 2.04.<br />
De huidige StUF standaard voorziet nog niet in een berichtenuitwisseling volgens<br />
een Service Georienteerde Architectuur. Hiertoe dient de in een nieuwe versie<br />
(StUF 3.0) een uitbreiding te worden gegeven aan de huidige standaard. De versie<br />
zal naar verwachting het gebruik van services ondersteunen met de daarbij behorende<br />
definities in de vorm van XSD en WSDL beschrijvingen.<br />
AZR<br />
De AZR standaard wordt gebruikt als communicatiemiddel tussen het CIZ en de<br />
zorgkantoren, of te wel per 1 januari het Wmo-loket en de zorgkantoren. Het CIZ<br />
bewaakt de zorgadministratie, en maakt gebruik van de volgende berichten (informatie):<br />
Indicatiebesluit AWBZ-zorg, Retourinformatie indicatiebesluit, Beschikbaar<br />
zorgaanbod, Zorgtoewijzing, Melding aanvang, Beëindiging/mutaties, Opgave<br />
productie<br />
De AZR standaard bevat omvangrijke velden en gegevens, als voorbeeld is hier het<br />
objectmodel van het indicatiebesluit opgenomen.<br />
ZA-standaard van het CAK<br />
Het CAK draagt zorg voor de definitieve bepaling en het innen van de eigen bijdrage<br />
bij de zorgvrager. Het CAK gaat rechtstreeks met de gemeenten communiceren<br />
om deze eigen bijdrage te bepalen en te laten innen door het CAK.<br />
AIB bericht CIZ<br />
Het CIZ gebruikt naast een aantal standaarden nog een aanmeldmodule, voor de<br />
Aanvraag Indicatiebesluit (AIB), waar het zorgloket en per 1 januari ook de gemeenten<br />
gebruik van kunnen maken. De aanmeldmodule maakt het aanleveren aan<br />
het CIZ door externe partijen makkelijker. Het aanleveren gaat via XML toepassingen,<br />
via het internet naar aangesloten locaties van het CIZ. Voor het CIZ geeft belangrijke<br />
input voor het CIZ cliëntvolgsysteem. Voor de inrichting van de nodige<br />
berichten wordt gebruik gemaakt van een beslisboom. Een voorbeeld beslisboom<br />
van het CIZ is hieronder opgenomen.<br />
<strong>Startarchitectuur</strong> Wmo 45
| the way we see it<br />
HL7v3<br />
De Health Industry Level 7 (HL7v3) standaard is ontwikkeld om op een universele<br />
manier te communiceren op niveau 7 van het OSI model, met name binnen de gezondheidszorg.<br />
Het is een standaard waarmee op een eenduidige manier tussen verschillende<br />
applicaties boodschappen kunnen worden uitgewisseld. Deze eenduidigheid<br />
betekent dat er binnen HL7v3 afspraken zijn over hoe data wordt gerepresenteerd<br />
en op welke wijze de informatie wordt aangeboden. De semantiek van de data<br />
die wordt aangeboden kan echter verschillen en er wordt geen enkele aanname gedaan<br />
over de vorm en de inhoud van de gegevens die worden verzonden.<br />
De HL7v3 standaard wordt met name door ziekenhuizen gebruikt, in de gezondheidszorg<br />
wordt deze standaard steeds meer toegepast door andere zorginstellingen.<br />
In het Wmo-veld wordt deze standaard (nog) niet gebruikt, met uitzondering van<br />
een pilot in de regio Eindhoven (SRE).<br />
WIE<br />
WAT<br />
HOE<br />
6.6 Functionele eisen aan de gegevensuitwisseling<br />
Bedrijfs<br />
architectuur<br />
Informatie<br />
architectuur<br />
Keten<br />
partners<br />
Informatiefuncties<br />
<strong>WMO</strong>voorziening<br />
Berichten<br />
koppelvlakk<br />
Dienstverleningsproce<br />
Communicatie<br />
Infrastr.<br />
Binnen de Wmo-keten vindt veel gegevensuitwisseling plaats. Gegevens hebben<br />
een statisch karakter, berichten zijn dynamisch, deze worden uitgewisseld.<br />
Over de gegevens en berichten moeten afspraken gemaakt worden over:<br />
Technische<br />
architectuur<br />
ICTsystemen<br />
Gegevens +<br />
standaarde<br />
Uitwisselin<br />
gs<br />
<br />
Toegankelijkheid van gegevens: gegevens moeten vindbaar, beschikbaar en<br />
leesbaar zijn. Voorzien van de noodzakelijke metagegevens. In de Wmo-keten<br />
heel belangrijk, omdat er verschillende standaards zijn en ook op semantisch<br />
niveau grote verschillen zijn aangetroffen zoals beschreven in het rapport Gegevenswoordenboek<br />
Wmo.<br />
<br />
<br />
Beheer van gegevens: De beheerde gegevens moeten te allen tijde geordend<br />
zijn, zowel om de toegankelijkheid te borgen als om de samenhang tussen gegevens<br />
duidelijk te maken.<br />
Kwaliteit van de gegevens: Afspraken dienen gemaakt te worden over volledigheid,<br />
juistheid en actualiteit van de gegevens.<br />
Enkele relevante principes vanuit de NORA ten aanzien van toegankelijkheid en<br />
beheer van gegevens:<br />
<br />
<br />
Gegevens, documenten en berichten worden voorzien van metagegevens ten<br />
behoeve van ontsluiting van informatie;<br />
Gegevensverzamelingen die eigendom zijn van een overheidsorganisatie worden<br />
met inachtneming van nadere wettelijke regels ter beschikking gesteld aan<br />
de gehele overheid. Ten aanzien van dit punt is binnen de Wmo-keten een aan-<br />
<strong>Startarchitectuur</strong> Wmo 46
| the way we see it<br />
dachtspunt. Op dit moment vindt er informatieuitwisseling plaats tussen ketenpartner<br />
met betrekking tot persoonsgegevens. Het uitwisselen van persoonsgegevens<br />
met private instellingen, zoals zorgverleners en zorgverzekeraars vallen<br />
onder een specifiek privacyregime. Op dit moment is nog niet duidelijk welke<br />
maatregelen in het kader van de Wet Bescherming persoonsgegevens genomen<br />
moeten worden om informatie binnen de Wmo-keten mogelijk te maken. Dit<br />
aspect is onder de aandacht.<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
Van geleverde gegevens is de kwaliteit bekend<br />
Informatie blijft beschikbaar. (de Archiefwet is van toepassing)<br />
Gegevens, berichten en documenten worden voorzien van metagegevens tbv<br />
beheer<br />
Elk gegeven kent een eigenaar en een beheerder<br />
De eigenaar van een gegeven is verantwoordelijk voor de kwaliteit (actualiteit,<br />
betrouwbaarheid) van een gegeven.<br />
Binnen de e-overheid worden metagegevens geregistreerd op het moment dat<br />
brongegevens worden ontvangen of zaakgegevens wijzigen. Bij voorkeur geschiedt<br />
dit automatisch.<br />
Overheidsorganisaties maken gebruik van (landelijke) basisregistraties;<br />
Een gemeenschappelijk gegeven kent slechts één eigenaar.<br />
Ten aanzien van de berichtuitwisseling is een aantal principes aan te geven:<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
Het berichtenverkeer binnen de e-overheid wordt gebaseerd op standaarden<br />
conform of de ebXML-familie of de webservices familie zo snel deze operationeel<br />
beschikbaar komen.<br />
Een berichtheader bevat slechts logistieke gegevens.<br />
In de berichtenstructuren wordt een scherp onderscheid gemaakt tussen de envelop<br />
en de payload.<br />
Het berichtenverkeer binnen de e-overheid ontwikkeld zich in de richting van<br />
een naadloos op elkaar aangesloten hierarchie van samenwerkende servicebussen.<br />
Servicebussen ondersteunen meerdere soorten transport.<br />
Sectorale en nationale servicebussen kennen een hoge betrouwbaarheid en zijn<br />
27 x 7 beschikbaar.<br />
<strong>Startarchitectuur</strong> Wmo 47
| the way we see it<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
Er zijn verschillende wijze van communiceren binnen ketens. Hierover zullen<br />
afspraken gemaakt moeten worden:<br />
Synchrone raadpleging: A vraagt B om gegevens en wacht met verdere bewerking<br />
totdat B antwoord heeft gegeven.<br />
Asynchrone raadpleging: A vraagt B en gat door met andere zaken. B stuurt tzt<br />
een respons.<br />
Synchrone opdracht: A vraagt B een handeling te verrichten, B voert deze uit<br />
en presenteert het resultaat inclusief kenmerk voor het specifieke proces.<br />
Asynchrone opdracht: A vraagt B om een handeling te verrichten in het kader<br />
van het verwerken van een melding. B geeft een melding terug aan A inclusief<br />
kenmerk van het specifieke proces dat aan de handeling wordt gekoppeld. Dit<br />
kenmerk kan vervolgens door A worden gebruikt om B de voortgang te bevragen<br />
of om B te vertellen dat het proces gestopt dient te worden. Ook heeft B<br />
dat proceskenmerk nodig om het antwoord van B aan het juiste procesgeval bij<br />
A te koppelen (bij voorkeur via BPM).<br />
Fire-and-forget: A doet een melding aan B en gaat er verder van uit dat B dit<br />
naar behoren afwerkt. De melding geschiedt via “assured message delivery”.<br />
<strong>Startarchitectuur</strong> Wmo 48
| the way we see it<br />
Bedrijfs<br />
architectuur<br />
WIE<br />
Keten<br />
partners<br />
Informatie<br />
Informatie-<br />
architectuur<br />
functies<br />
Beveiliging / privacy<br />
Beheer<br />
WAT<br />
HOE<br />
<strong>WMO</strong>-<br />
Dienstverlevoorzieningeningsproces<br />
Berichten<br />
Communicatie<br />
koppelvlakken<br />
Infrastr.<br />
7 De Wmo technische architectuur<br />
volgens NORA<br />
Technische<br />
architectuur<br />
ICTsystemen<br />
Gegevens +<br />
Uitwisselings<br />
standaarden<br />
protocollen<br />
7.1 ICT systemen<br />
In de handreiking Wmo en ICT wordt aangegeven dat de gemeente afhankelijk van<br />
eigen amibitie en visie keuzes moet maken bij de mogelijke ICT toepassingen. Er<br />
WIE<br />
WAT<br />
HOE<br />
wordt gesproken over hergebruik van bestaande ICT voorzieningen en nieuwbouw<br />
Bedrijfs<br />
architectuur<br />
Keten<br />
partners<br />
<strong>WMO</strong>voorzieningen<br />
Dienstverleningsproces<br />
waarbij opgemerkt wordt dat een al-omvattend Wmo systeem niet realistisch is. In<br />
Informatie<br />
architectuur<br />
Technische<br />
architectuur<br />
Informatiefuncties<br />
ICTsystemen<br />
Berichten<br />
koppelvlakken<br />
Gegevens +<br />
standaarden<br />
Communicatie<br />
Infrastr.<br />
Uitwisselings<br />
protocollen<br />
de inrichting van de technische architectuur dient rekening gehouden te worden met<br />
de “diverse systeem landschappen” en keuzes die de gemeenten daarin gaan en/of<br />
willen maken.<br />
Op de korte termijn zullen voor de verschillende processen geen volledig geautomatiseerde<br />
oplossingen voorhanden zijn. In geval gemeenten besluiten om naar<br />
pakket- of systeemoplossingen te kijken, kan men criteria hanteren waaraan deze<br />
oplossingen moeten voldoen, om op consistente wijze zonder misinvesteringen te<br />
doen, uiteindelijk de gewenste architectuur inrichten. Te denken valt daarbij aan:<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
De toepassing heeft een database structuur die open en gedocumenteerd is.<br />
Het gebruikte gegevensmodel is uitgenormaliseerd tot minstens de 3 e normaalvorm.<br />
De toepassing is verdeeld in een presentatie-, business- en gegevenslaag<br />
De functionaliteit in de businesslaag is d.m.v. een gedocumenteerde API extern<br />
aanstuurbaar.<br />
De functionaliteit in de presentatielaag is d.m.v. een gedocumenteerde API<br />
extern aanstuurbaar.<br />
De API’s voor externe aansturing zijn gebaseerd op webservices.<br />
De API’s voor externe aansturing zijn gebaseerd op services onder gebruikmaking<br />
van open standaarden voor aansturing ervan.<br />
De aard van de aansturing van API’s via webservices is synchroon. Hiermee<br />
wordt bedoeld, dat de applicatie het gevraagde antwoord via een aanroep van<br />
een webservices direct als antwoord teruglevert.<br />
De aard van de aansturing van API’s via webservices is asynchroon volgens<br />
<strong>Startarchitectuur</strong> Wmo 49
| the way we see it<br />
een gedocumenteerde reeks van berichtencycli.<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
De toepassing heeft voor de presentatielaag naast eventueel andere o.a. een<br />
browserinterface.<br />
De toepassing kan worden ingezet in combinatie met verschillende database<br />
management systemen.<br />
De toepassing is platform onafhankelijk<br />
De applicatie kan worden geschaald op een grote range aan performance niveaus.<br />
De presentatie-, business- en gegevenslaag kunnen onafhankelijk van elkaar<br />
worden geschaald.<br />
De applicatie is opgebouwd d.m.v. toegankelijke elementaire services, die<br />
d.m.v. workflow kunnen worden samengesteld tot meer complexe functionaliteit.<br />
De werking van de applicatie kan worden beïnvloed d.m.v. workflow.<br />
Workflow in de applicatie is extern toegankelijk en gedocumenteerd.<br />
Workflow kan worden geïmporteerd en geëxporteerd d.m.v. een open standaard<br />
voor werkflowtoepassingen (XPDL, WfMC etc).t.b.v. integratie en ontwerp<br />
m.b.v. een externe workflow editor.<br />
De applicatie bevat grafische tools voor het ontwerp van workflow elementen.<br />
Gedefinieerde workflows zijn extern aanstuurbaar d.m.v. een gedocumenteerde<br />
API.<br />
Het ontwerp van de toepassing is gebaseerd op een gedocumenteerde “state<br />
machine”. De uitlezing van deze statussen is extern toegankelijk.<br />
De besturing van de status in de toepassing is extern aanstuurbaar via een gedocumenteerde<br />
API.<br />
De applicatie bevat een mapping functie om het gebruikte gegevensmodel af te<br />
beelden op externe data.<br />
De applicatie bevat een extern toegankelijke en gedocumenteerde repository<br />
om aanstuurbare services via een API te benaderen.<br />
De repository functie omvat tevens de eventueel extern ontworpen workflows<br />
in de toepassing.<br />
<strong>Startarchitectuur</strong> Wmo 50
| the way we see it<br />
Daarnaast is het relevant om aan de leveranciers van de pakketten de volgende eisen<br />
te stellen:<br />
<br />
Leveranciers conformeren zich aan de NORA (Nederlandse Overheids Referentie<br />
Architectuur)<br />
Leveranciers conformeren zich aan het EGEM Referentiemodel e-<br />
dienstverlening.<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
Leveranciers maken uitsluitend gebruik van interfaces volgens een open en<br />
gedocumenteerde standaard.<br />
Leveranciers conformeren zich aan semantische standaarden, die binnen de<br />
overheid gebruikelijk zijn zoals XBRL en StUF 2.<br />
Leveranciers verplichten zich om tijdens regulier onderhoud op haar toepassingen<br />
deze te laten migreren in overeenstemming met hieronder gedefinieerde<br />
technische criteria voor leverancierstoepassingen.<br />
Leveranciers verplichten zich de ontwikkelde standaarden ten behoeve van de<br />
gateways ook te implementeren.<br />
WIE<br />
WAT<br />
HOE<br />
7.2 Gegevens en gegevensstandaarden<br />
Bedrijfs<br />
architectuur<br />
Informatie<br />
architectuur<br />
Keten<br />
partners<br />
Informatiefuncties<br />
<strong>WMO</strong>-<br />
Dienstverlevoorzieningeningsproces<br />
Berichten<br />
Gegevens +<br />
Communicatie<br />
koppelvlakken<br />
standaarden<br />
Infrastr.<br />
In de uitvoering van de Wmo wordt de wens uitgesproken elektronisch gegevens en<br />
berichten met elkaar uit te wisselen. Het dient aanbeveling bij ontwikkeling van het<br />
elektronische berichtenverkeer zoveel mogelijk rekening te houden met bestaande<br />
Technische<br />
architectuur<br />
ICTsystemen<br />
Uitwisselings<br />
protocollen<br />
standaarden, en voor de uitwisseling van berichten tussen deze verschillenden standaarden<br />
een oplossing te kiezen zoals deze in hoofdstuk 4 beschreven zijn. Gebruik<br />
van internet technologieën en open standaarden wordt dringend aangeraden.<br />
7.3 Infrastructuur en communicatieprotocollen<br />
Bedrijfs<br />
architectuur<br />
WIE<br />
Keten<br />
partners<br />
HOE<br />
WAT<br />
<strong>WMO</strong>voorzieningen<br />
Dienstverleningsproces<br />
Dit aspect behoeft nog nadere uitwerking. Relevant om te melden is de ontwikkeling<br />
rondom IPv6.<br />
Het Internet Protocol (IP) vormt de basis van het internet. Elke computer op het<br />
Informatie<br />
architectuur<br />
Informatiefuncties<br />
Uitwisselings<br />
Berichten<br />
koppelvlakken<br />
protocollen<br />
Communicatie<br />
Infrastr.<br />
internet heeft een nummer, een soort adres. Door deze IP-adressen weten computers<br />
Technische<br />
architectuur<br />
ICTsystemen<br />
Gegevens +<br />
standaarden<br />
elkaar te vinden en is er dus communicatie over het internet mogelijk. Om er voor<br />
te zorgen dat iedereen hiervoor dezelfde afspraken hanteert, is in 1981 het Internet<br />
Protocol versie 4 (IPv4) ontwikkeld. Dit protocol biedt maximaal ruimte aan vier<br />
miljard adressen (en door het gebruik van (sub)netten is de werkelijke beschikbare<br />
ruimte nog kleiner).<br />
Dat leek twintig jaar geleden misschien genoeg, maar met een toenemend aantal<br />
<strong>Startarchitectuur</strong> Wmo 51
| the way we see it<br />
machines dat met het internet verbonden wordt - pc's, mobiele telefoons, Personal<br />
Digital Assistants (PDA's) en zelfs huishoudelijke apparatuur - neemt de behoefte<br />
aan nummers toe. Daarbij komt de opkomst van internet in landen als China en<br />
India met hun miljarden inwoners. Door deze ontwikkelingen dreigt een tekort aan<br />
IP-adressen.<br />
Daarnaast biedt IP versie 6 diverse verbeteringen. Zo biedt IPv6 nieuwe mogelijkheden<br />
op het gebied van geïntegreerde autoconfiguraties voor plug-and-play mogelijkheden.<br />
Apparatuur die overweg kan met IPv6 zal in staat zijn om zichzelf te<br />
configureren, waardoor het gebruik van IP (door bijvoorbeeld je mobiele telefoon<br />
of je koelkast) eenvoudiger wordt.<br />
Verder biedt IPv6 nieuwe mogelijkheden op het gebied van beveiliging. Zo ondersteunt<br />
IPv6 standaard IPsec 14 . Daarnaast zal het mogelijk zijn om met IPv6 data<br />
versleuteld te verzenden. Hierdoor wordt het zeer moeilijk gemaakt om zonder toestemming<br />
gevoelige data te onderscheppen en te bekijken.<br />
14 http://www.surfnet.nl/innovatie/ipsec/<br />
<strong>Startarchitectuur</strong> Wmo 52
| the way we see it<br />
8 De context: EGEM architectuurdenken<br />
8.1 Inleiding<br />
Binnen de NORA worden gemeenten, zoals ook andere overheidsinstellingen op<br />
het hoogste niveau, gekenschetst door een driedelige indeling: Frontoffice, Midoffice<br />
en Backoffice. Deze indeling is binnen gemeenten niet nieuw. De centrale vraag<br />
is echter op welke wijze vooral het Midoffice haar taak kan vervullen als intermediair<br />
tussen Frontoffice en Backoffice.<br />
Om zicht te krijgen op de benodigde Midofficefunctionaliteit van de gemeenten zijn<br />
als eerste stap de besturingsprocessen in kaart gebracht, zoals deze binnen de gemeente<br />
kunnen worden gehanteerd om de huidige organisatie met betrekking tot<br />
dienstverlening te ondersteunen in het realiseren van een klantgericht Frontoffice en<br />
de afhandeling van klantvragen in het Backoffice. Dit heeft geresulteerd in een<br />
EGEM-procesmodel. Hetgeen te beschouwen is als een ideaal situatie.<br />
In het EGEM-procesmodel zijn de besturingsprocessen voor de gemeentelijke<br />
dienstverlening uitgewerkt. Deze paragraaf geeft een beknopte beschrijving van dit<br />
model.<br />
<strong>Startarchitectuur</strong> Wmo 53
| the way we see it<br />
0. Gemeentelijke dienstverlening<br />
Procesmanagement<br />
3<br />
Assisteren en<br />
Informeren Klant<br />
Dienstverlening<br />
Levering<br />
en<br />
Ontwikkeling<br />
Onderzoek<br />
Besluiten<br />
Klant<br />
1<br />
Kanalen<br />
2<br />
Classificeren<br />
Klantvraag<br />
4<br />
Registreren<br />
Zaak<br />
6<br />
Behandelen<br />
Zaak<br />
Opdracht<br />
5<br />
Beheren<br />
Zaak<br />
Levering<br />
Beleids<br />
ontwikkeling<br />
Gegevensverzamelingen<br />
Basis<br />
registraties<br />
Kern<br />
registraties<br />
Klant<br />
gegevens<br />
Zaken<br />
dossier<br />
Product<br />
catalogus<br />
Zaaktype<br />
catalogus<br />
Openbare<br />
informatie<br />
Figuur 17 EGEM procesarchitectuur<br />
Dit dienstverleningproces kan zowel toegepast worden voor het leveren van diensten<br />
aan externe klanten (de burger of bedrijven) als voor interne klanten (verschillende<br />
diensten of organisatieonderdelen binnen of buiten een procesketen).<br />
Op de afbeelding zijn enkele hoofdgroepen onderkend:<br />
Procesmanagement: het gemeente onderdeel waarin op grond van externe en interne<br />
informatie het beleid wordt vastgesteld voor het intern functioneren van de<br />
gemeente. Beleid kan uiteraard ook andere aspecten omvatten, maar voor het doel<br />
van dit processchema is deze omschrijving voldoende. Dit proces heeft een duidelijk<br />
raakvlak met de beheerkolom uit het ELO Architectuurmodel.<br />
Dienstverlening: In dit proces worden alle processen uitgevoerd, die te maken<br />
hebben met het honoreren van verzoeken om dienstverlening uit de buitenwereld,<br />
burgers en bedrijven.<br />
Levering en ontwikkeling: in dit proces worden alle processen gebundeld, die te<br />
maken hebben met het primaire proces van de gemeente, waarin het initiatief bij de<br />
gemeente ligt.<br />
Gegevensverzamelingen: Het betreft hier de totale set van gegevens op grond<br />
waarvan en met behulp waarvan de operationele en processen binnen de gemeente<br />
worden uitgevoerd.<br />
<strong>Startarchitectuur</strong> Wmo 54
| the way we see it<br />
Het EGEM-procesmodel concentreert zich op het aspect Dienstverlening. Het procesmodel<br />
bevat elementen van de Frontoffices, Mid- en Backoffice. 15 De deisntverlening<br />
bestaat uit een aantal deelprocessen:<br />
Kanalen: De klant kan zijn vraag via verschillende ingangen (telefoon, balie, internet,<br />
schriftelijk etc) stellen. Het proces Kanalen verwerkt de verschillende vraagvormen<br />
tot een uniforme (kanaalonafhankelijke) klantvraag. Afhankelijk van het<br />
gebruikte medium of kanaal met de specifieke eigenschappen vinden activiteiten<br />
plaats om de klantvraag te uniformeren.<br />
Classificeren klantvraag: Na binnenkomst van een geüniformeerde klantvraag<br />
wordt vastgesteld welk type vraag het betreft en welke behandeling gewenst is.<br />
Vragen die niet geclassificeerd kunnen worden worden teruggekoppeld.<br />
Assisteren en informeren klant: Het deelproces Assisteren en informeren klant<br />
helpt de klant bij het beantwoorden van zijn/haar vraag. Hiertoe staan verschillende<br />
hulpmiddelen ten dienste, zoals zoekfunctionaliteit, een productencatalogus, een<br />
geleide zoekprocedure, etc.<br />
Registreren zaak: Indien een vraag is geclassificeerd als een “verzoek om afhandeling”van<br />
een zaak, wordt hiertoe een ZAAK geregistreerd. Dit registratieproces<br />
houdt in, dat wordt beoordeeld of er voldoende informatie voorhanden is om de<br />
zaak in behandeling te nemen.<br />
Beheren zaak: Dit deelproces is verantwoordelijk voor het sturen en bewaken van<br />
de uitvoering van een processtap in de totale zaakafhandeling.<br />
Behandelen zaak: In behandelen zaak worden de primaire processen (of deelprocessen<br />
daarvan) afgehandeld. Na de afhandeling wordt de zaak opnieuw aangeboden<br />
aan het deelproces Beheren zaak. Binnen Behandelen zaak kan het ook noodzakelijk<br />
zijn om een nieuwe zaak te creëren of om de onderhanden zaak op te<br />
schorten, als bijvoorbeeld een bezwaartermijn moet worden afgewacht.<br />
8.2 Levering en ontwikkeling<br />
In dit procesgebied is een aantal deelprocessen gegroepeerd, waarin is onderkend<br />
dat deze binnen een gemeente worden uitgevoerd, maar geen directe relatie hebben<br />
met het dienstverleningsproces. De tot deze groep behorende processen vallen uiteen<br />
in twee deelverzamelingen:<br />
Voorwaarde scheppende deelprocessen: Onderzoek en Beleidsontwikkeling, deze<br />
leveren informatie aan het dienstverleningsproces, maar zijn niet uitvoerend.<br />
15 Gedetailleerde toelichting in het rapport “Architectuurmodel Gemeentelijke E-<br />
Dienstverlening<br />
<strong>Startarchitectuur</strong> Wmo 55
| the way we see it<br />
Uitvoerende processen: Opdracht, Levering (plantsoenendienst, huisvuil), Vergunning.<br />
8.3 Gegevensverzamelingen<br />
De gemeentelijke registraties zijn op te delen in twee soorten:<br />
<br />
<br />
Basisregistraties: Een door het kabinet benoemde authentieke registratie die<br />
als zodanig het fundament vormt van het stelsel van overheidsregistraties.<br />
Kernregistraties: Een door de gemeente zelf vastgestelde registratie van gegevens<br />
die noodzakelijk is voor de uitvoering van de eigen taken.<br />
Specifiek voor het functioneren van het Midoffice zijn de volgende registraties onderkend:<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
Zakendossier: Een ingevuld formulier leidt tot een zaak, een samenhangende<br />
hoeveelheid werk met een welgedefinieerde aanleiding en resultaat waarvan<br />
kwaliteit en doorlooptijd bewaakt moet worden. Een zaakdossier bestaat uit<br />
(on)gestructureerde berichten, records en gegevens die zowel betrekking hebben<br />
op het proces van afhandeling als op de inhoud. Gemeenten kunnen procesgegevens<br />
(zaakgegevens) in een zakensysteem opslaan, en de inhoudelijke<br />
gegevens in een document management systeem en andere basisgegevens in<br />
een gegevensmagazijn. (In Wmo-context wordt gesproken over aanvragen in<br />
plaats van Zaken)<br />
Productencatalogus: Een gestructureerde inventaris van diensten (zogenaamde<br />
‘producten’ die een overheid aanbiedt. (in Wmo-context betreft dit de voorzieningen)<br />
Zaaktypecatalogus: Een bibliotheek van alle verschillende zaaktypen die voor<br />
de gemeente van toepassing zijn. Het zaaktype bepaalt de wijze van afhandeling<br />
van de klantaanvraag (de zaak). De zaaktypecatalogus is te beschouwen<br />
als een verdere detaillering van de productencatalogus. (In de Wmo wordt het<br />
begrip klantvolgsysteem gehanteerd)<br />
Klantgegevens: Verzameling gegevens waarin alle relevante informatie over<br />
de klant zijn vastgelegd. Bijvoorbeeld de contacthistorie van de klant met de<br />
gemeente aangevuld met evt persoonsgegevens die niet in de basisregistratie<br />
aanwezig zijn. Andere benaming hiervoor is het klantprofiel.<br />
Openbare informatie: gegevensverzameling waarin voor burgers relevante,<br />
openbare informatie aangaande de gemeente is opgenomen, zoals raadsbesluiten,<br />
nieuwsberichten, openingstijden, informatie over openbare ruimte, Geo-<br />
<strong>Startarchitectuur</strong> Wmo 56
| the way we see it<br />
grafische informatie tbv burgers.<br />
8.4 Informatie-architectuur EGEM<br />
Op basis van het procesmodel is een ideale informatie-architectuur ontwikkeld.<br />
Deze bevat alle noodzakelijke bouwstenen om het dienstverleningsproces optimaal<br />
te kunnen ondersteunen.<br />
Figuur 18 EGEM Informatie architectuur<br />
Ieder van de processen uit het procesmodel is vertaald in een servicemodule, waarin<br />
de uitvoering van het proces gestalte is gegeven. Deze services zijn aan elkaar gekoppeld<br />
via een Dienstenbus, waarlangs informatie-uitwisseling kan plaatsvinden.<br />
Uit het hieruit resulterende schema kan echter niet worden afgeleid welke relatie<br />
deze services met elkaar onderhouden. Dit is ook in overeenstemming met de architectuurprincipes<br />
van een Service Georiënteerde Architectuur (zie §2.2.2). De relatie<br />
tussen deze services wordt in een Service Georiënteerde Architectuur expliciet gemaakt<br />
d.m.v. een service t.b.v. de processturing. In het schema is deze dan ook toegevoegd<br />
met de naam BPM (Business Process Management). Deze services zijn<br />
verantwoordelijk voor het aansturen van de overige services in de context van de<br />
diensten die moeten worden verleend. Deze service doet dat door de benodigde<br />
servicemodules aan te sturen met de correcte informatie voor het verlenen van een<br />
dienst en in de goede volgorde. De specificaties voor deze Orkestratiefuncties wor-<br />
<strong>Startarchitectuur</strong> Wmo 57
| the way we see it<br />
den gevormd door het Procesmodel Midoffice. In de informatie-architectuur is onderscheid<br />
gemaakt tussen de Frontoffice orkestratie en de Backoffice orkestratie.<br />
<br />
De legacysystemen omvatten de systemen die thans nog taakgericht zijn, maar<br />
via een adapter toegankelijk zijn gemaakt voor communicatie via de dienstenbus.<br />
16 Op dit moment (anno 2006) er nog geen leverancier op de markt die in<br />
staat is één totaal oplossing voor deze ideaalsituatie kan realiseren. Vooral ook<br />
omdat leveranciers van met name taakspecifieke pakketten nog geen voorzieningen<br />
hebben getroffen om hun product(en) als services te benaderen.<br />
8.5 Service georiënteerde architectuur (generiek)<br />
Gemeenten willen/moeten steeds sneller kunnen inspelen op de veranderende vraag<br />
van burgers, bedrijven of andere overheidsinstellingen. Daarbij besluiten organisaties<br />
bijvoorbeeld om in toenemende mate activiteiten te centraliseren, in het geheel<br />
af te stoten of uit te besteden aan derden. Omgekeerd worden ook samenwerkingsverbanden<br />
met ketenpartners aangegaan. Dit vereist een hoge mate van flexibiliteit<br />
van de mensen, organisatie (processen) en de middelen. Service oriëntatie richt de<br />
aandacht op de manier waarop zaken (vragen van de burger) worden behandeld<br />
door de organisatie. Door processen als een samenstelling van procesbouwstenen<br />
(services) te definiëren, kunnen de services door een aparte besturing als modules in<br />
een procesflow worden gekoppeld. Hierdoor ontstaat maximale flexibiliteit.<br />
Voor de ondersteuning van de services moet ook functionaliteit van (bestaande)<br />
informatiesystemen dusdanig worden (her)ingericht, dat de flexibiliteit ook aan de<br />
ICT-zijde wordt gerealiseerd. Op deze wijze vereisen wijzigingen in het proces<br />
nauwelijks nog systeemtechnische aanpassingen.<br />
16 Nadere toelichting staat in het EGEM Referentiemodel Midoffice. De technische architectuur<br />
is in deze startarchitectuur in algemene zin achterwege gebleven. In hoofdstuk 7 wordt specifiek<br />
op de Wmo-situatie nadere toelichting gegeven.<br />
<strong>Startarchitectuur</strong> Wmo 58
| the way we see it<br />
<br />
Procesflow<br />
Deel<br />
proces<br />
Deel<br />
proces<br />
Deel<br />
proces<br />
Service<br />
Service<br />
Service<br />
Service<br />
Service<br />
Gegevens / infrastructuur<br />
Figuur 19 Service Oriented Architectuur concept<br />
8.6 Besturing<br />
Het college van burgemeester en wethouders is verantwoordelijk voor de uitvoering<br />
van de Wmo. De gemeente en ketenpartners voeren samen taken uit die nodig zijn<br />
om maatschappelijke ondersteuning te kunnen bieden, waarbij de gemeente de regievoering<br />
over de gehele keten in handen heeft. Dat betekent dat de gehele keten<br />
als “een systeem” moet worden beschouwd. Het Wmo-systeem bestaat uit een aantal<br />
deelsystemen (de ketenpartners). Elke partner levert een specifieke bijdrage in<br />
de keten. Ten behoeve van de kwaliteitsbewaking en regievoering over de keten<br />
heen, heeft de gemeente informatie nodig. Informatie is als het ware het bloed dat<br />
door de aderen van het Wmo-systeem loopt, waardoor het systeem kan functioneren<br />
en op koers gehouden kan worden. Het besturingsparadigma van De Leeuw 17 gaat<br />
er van uit dat een besturend orgaan op zijn beurt aangestuurd kan worden door een<br />
besturend orgaan. Binnen de Wmo-keten is dat ook het geval, de gemeenten leggen<br />
verantwoording af aan onder meer het Ministerie van VWS.<br />
17 Leeuw, A.C.J. de (1974), Systeem en organisatie, Leiden, Stenfert Kroese.<br />
<strong>Startarchitectuur</strong> Wmo 59
| the way we see it<br />
Omgeving<br />
4<br />
3<br />
5<br />
Besturend orgaan<br />
6<br />
1<br />
2<br />
Figuur 20<br />
Bestuurde<br />
systeem<br />
Het besturingsparadigma maakt besturingssituaties inzichtelijk. Besturing kan op<br />
verschillende niveaus worden beschouwd. In de context van deze startarchitectuur<br />
wordt het gemeentelijk niveau gekozen. Het beschrijft besturing als een interactie<br />
tussen drie deelsystemen.<br />
Bestuurde systeem: het deelsysteem waarmee een gewenst resultaat moet worden<br />
behaald, bijvoorbeeld het gemeenteloket, de zorgverlener of het CAK;<br />
De omgeving: het deelsysteem waaraan het resultaat wordt opgeleverd, bijvoorbeeld<br />
de burger die maatschappelijke ondersteuning aanvraagt, een representant van<br />
de burger;<br />
Het besturend orgaan: het deelsysteem dat bepaalde doelen wil bereiken door het<br />
bestuurde systeem gericht te beïnvloeden, gemeenteraad, verantwoordelijke wethouder.<br />
Het besturend orgaan tracht haar doelen te bereiken door het bestuurde systeem en<br />
de omgeving dmv stuurmaatregelen te beïnvloeden (1) en (4).<br />
Om gericht te kunnen sturen, heeft het gegevens nodig over de situatie waarin het<br />
bestuurde systeem (2) en de omgeving (3) zich bevinden.<br />
De pijlen (5) en (6) representeren het gewenste resultaat dat het bestuurde systeem<br />
moet opleveren en wat daarvoor nodig is van de omgeving (5).<br />
8.7 Bruikbare bouwstenen voor een Wmo-loket<br />
In dit hoofdstuk worden de bouwstenen kort benoemd. De samenhang ontbreekt<br />
nog, die komt in de volgende hoofdstukken. In de beschrijving van elk van de negen<br />
vlakken van het architectuurmodel zal steeds worden aangegeven welke bouwstenen<br />
daar, op welke manier kunnen worden hergebruikt.<br />
8.8 Overzicht van beschikbare bouwstenen<br />
De gemeenten hoeven niet bij nul te beginnen. Er is al veel, zowel in techniek als in<br />
richtlijnen.<br />
<strong>Startarchitectuur</strong> Wmo 60
| the way we see it<br />
Functioneel gebied<br />
CVS<br />
Intake<br />
Midoffice<br />
Berichtenbus<br />
ICD /ICF<br />
CLiQ<br />
Afwegingskader<br />
mantelzorg<br />
GFO<br />
Basisgegevens<br />
Standaard Catalogi<br />
Standaard<br />
document opslag<br />
Papier, richtlijnen, standaarden<br />
WILL - meten<br />
Gereedschapskist<br />
AWB<br />
Invoering Wmo<br />
Webrichtlijnen<br />
Egem Referenite-<br />
Waarmerk<br />
dremplelvrij<br />
architectuur<br />
HL7<br />
GFO Zaken<br />
NTP<br />
AIB<br />
Jaardocument Zorg<br />
Standaard Indicatie<br />
Profielen<br />
Klantprofielen<br />
Protocol<br />
gebruikelijke zorg<br />
AZR -AGB<br />
codering<br />
Software in<br />
ontwikkeling<br />
PiP<br />
eFormulier Wmo<br />
CAK<br />
‘WVG’interface’<br />
LSP<br />
Overheidsberichten<br />
bus<br />
Aorta<br />
EGEM midoffice<br />
Software, berichten, services,<br />
programmatuur<br />
AZR – berichten<br />
CIZ aanmeld<br />
Sectorloket<br />
(EI standaard)<br />
Suwinet mail<br />
module(GINO)<br />
Inlichtingenbureau<br />
Dimpact midoffice<br />
Basisregistraties<br />
(GBA, NHR, BRA,<br />
BGR , Kadaster ,topog.)<br />
eNIK<br />
Sociale kaart/ Invis<br />
GEMNET<br />
Rinis<br />
DigiD<br />
Internet<br />
Suwinet<br />
SuwiML<br />
ZIM’s<br />
(HL7 berichten<br />
Dig . Begrepen )<br />
CIZ<br />
beslisbomen<br />
TZI interface<br />
Thinsy (CAK)<br />
Suwinet inkijk<br />
StUF berichten<br />
Webapplicatie<br />
(CAK)<br />
BSN<br />
Gegevenswoor<br />
-denboek Wmo<br />
DKD<br />
Zoekdienst<br />
Vraagverheldering<br />
Figuur 21 Bouwstenen<br />
Er is reeds een groot aantal ontwikkelingen gestart om bouwstenen te realiseren.<br />
Deze inventarisatie is nog niet compleet. Nadere uitwerking zal in een vervolgtraject<br />
plaatsvinden.<br />
8.9 Richtlijnen, standaarden en handreikingen<br />
Overzicht van relevante ‘kaderstellende’ documenten:<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
Gereedschapskist Wmo<br />
NORA<br />
Gemeentelijke referentiearchitectuur EGEM<br />
Midoffice architectuur EGEM<br />
8.10 ELO bouwstenen<br />
Generieke bouwstenen die vanuit het programma elektronische overheid worden<br />
ontwikkeld:<br />
<br />
<br />
<br />
BSN<br />
DigiD<br />
Stroomlijning basisgegevens (waaronder: modernisering GBA)<br />
<strong>Startarchitectuur</strong> Wmo 61
| the way we see it<br />
<br />
<br />
E-formulieren<br />
Persoonlijke internet pagina<br />
Een toelichting op deze bouwstenen is in de bijlage opgenomen.<br />
8.11 Bouwstenen uit aan de <strong>WMO</strong> verwante beleidsterreinen<br />
Hergebruik van voorzieningen uit de aanpalende beleidsterreinen:<br />
Werk en inkomen: digitaal klantdossier, Inlichtingenbureau / BKWI, Suwinet,<br />
Elektronische ketenberichten, suwi gegevensregister; Welzijnsveld Awbz: AIB,<br />
AZR, ZA-standaard CAK<br />
<strong>Startarchitectuur</strong> Wmo 62
| the way we see it<br />
9 Privacy & beveiliging<br />
Aangenomen wordt dat gemeenten op het gebied van privacybescherming en beveiliging<br />
al de nodige maatregelen genomen hebben. Om in het kader van de Wmo<br />
adequate informatieuitwisseling mogelijk te maken, worden ook op deze aspecten<br />
de volgende maatregelen verlangd.<br />
<br />
<br />
<br />
De gemeente beheerst haar informatiebeveiliging;<br />
De gemeente beheerst haar bescherming van persoonsgegevens ter bescherming<br />
van persoonlijke levenssfeer van de betrokkenen;<br />
De gemeente beheerst de continuïteit van haar belangrijkste bedrijfsprocessen.<br />
Daarnaast vereist samenwerking dat er ook afspraken tussen organisaties gemaakt<br />
worden over het op elkaar afstemmen en afgestemd houden van de informatiebeveiligings-<br />
en privacystelsels.<br />
Op het gebied van informatiebeleid zijn voorschriften bepaald, waaraan de informatieuitwisseling<br />
moet voldoen. 18 Op dit terrein zijn in de NORA-rapportage uitgebreide<br />
bron vermeldingen opgenomen, waarnaar wordt verwezen. Enkele architectuur<br />
principes met betrekking tot ketensamenwerking zoals ook van toepassing op<br />
de Wmo-keten worden hieronder aangehaald:<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
Convergentie van informatiebeveiliging, privacy en continuïteit van de bedrijfsvoering<br />
tussen (in ketens of netwerken) samenwerkende organisaties moet<br />
het gevaar van de “zwakste schakel” voorkomen.<br />
Samenwerkende partijen leggen verantwoording af waarin zij de relatie leggen<br />
tussen de door hen getroffen maatregelen en de gemaakte keten/netwerkafspraken.<br />
Toezicht wordt uitgeoefend mbt audits door een onafhankelijke deskundige. De<br />
relevante auditresultaten worden beschikbaar gesteld aan de partners in de samenwerking;<br />
Op basis van monitoring geeft elke ketenorganisatie zekerheid over de naleving<br />
van de ketenafspraken;<br />
Gebruik elektronische handtekeningen bij hoge eisen aan de onweerlegbaar-<br />
18 Voorschrift informatiebeveiliging rijksdienst<br />
Plan van aanpak VIR-2<br />
<strong>Startarchitectuur</strong> Wmo 63
| the way we see it<br />
heid van een bericht of transactie;<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
Tenminste bij transacties die een verplichting vormen voor een burger of bedrijf/instelling,<br />
zal de e-overheidsorganisatie kwijting geven van het afgerond<br />
hebben van een transactie / wezenlijke processtap;<br />
E-overheidsorganisaties spreken standaarden af voor beveiligde onderlinge<br />
communicatie op in ieder geval berichtniveau en transportniveau;<br />
E-overheidsorganisaties beveiligen de toegang tot hun diensten middels generieke<br />
authenticatie diensten op basis van DIGID en/of PKI-overheid.;<br />
E-overheidsorganisaties faciliteren vertegenwoordigingsrelaties in hun elektronische<br />
dienstverlening;<br />
Elektronische diensten worden verleend op basis van een bekende identiteit,<br />
waar het gaat om persoonlijke gegevens en transacties;<br />
De handelingen van overheidsmedewerkers (al dan niet in het kader van een<br />
aan een burger of bedrijf te leveren dienst) zijn tot op de persoon herleidbaar.<br />
Ten aanzien van Diensten en Services worden de volgende principes uit de NORA<br />
gehanteerd:<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
Om en service en de onderliggende informatie aantoonbaar goed te beveiligen<br />
en in de tijd ook beveiligd te houden moet elke organisatie een beveiligingscyclus<br />
voor de service inrichten;<br />
De beschikbaarheid van de service is door de eigenaar gedefinieerd en geborgd;<br />
Ketenorganisaties specificeren maatregelen (op het gebied van informatiebeveiliging,<br />
privacy en continuïteit) van bedrijfsvoering voor specifieke diensten<br />
en services op basis van de met die diensten en services samenhangende risico’s;<br />
De service voldoet aan wet- en regelgeving en contractuele verplichtingen;<br />
Middels (publiekelijke) voorlichting worden ook klanten van de diensten bewust<br />
gemaakt van de risico’s en de noodzaak van beveiligingsmaatregelen;<br />
Let op de beveiliging, privacybescherming en continuïteit van de bedrijfsvoering<br />
bij ingekochte diensten.<br />
<strong>Startarchitectuur</strong> Wmo 64
| the way we see it<br />
Een specifieke Wmo invulling hiervan wordt in deze eerste versie van het startdocument<br />
niet verder uitgewerkt.<br />
<strong>Startarchitectuur</strong> Wmo 65
| the way we see it<br />
10 Beheer<br />
Op het gebied van beheer en beheertaken voor de ketenverantwoordelijke biedt de<br />
NORA een aantal handvatten. De partij die verantwoordelijkheid draagt voor de<br />
dienstverlening naar burgers of bedrijven, heeft een belangrijke taak om zaken<br />
rondom de dienstverlening af te stemmen. Daarbij dient niet alleen inzicht gegeven<br />
te worden in de eigen dienstverlening of ICT-voorzieningen, maar ook moet contact<br />
onderhouden worden ketenpartners onder andere over:<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
Afstemming van gebruikte standaards en afspraken door de hele keten heen;<br />
Het coördineren van het doorvoeren van wijzigingen en onderhoud die (tijdelijk)<br />
impact hebben op het functioneren van de dienstverleningsketen;<br />
De vraagbomen ten behoeve van de vraagverheldering<br />
Het onderhouden van het Procesmodel Wmo, als basis voor de koppelvlakken<br />
Het onderhouden van het gegevenswoordenboek en vervolgens GFO_Wmo<br />
(voortvloeiend uit GFO_WVG)<br />
Het bijhouden van een ketenreleaseplanning;<br />
Het bijhouden van e-formulieren tbv de Wmo-aanmelding;<br />
Het onderhouden van de eigen bijdrage parameters;<br />
Het coördineren van de oplossing van incidenten die betrekking hebben op<br />
meerdere ketenpartners;<br />
Het verzamelen van wensen en klachten van de afnemers van de dienst en het<br />
bemiddelen in de realisatie van nieuwe functionaliteiten binnen de gehele keten;<br />
Het verzorgen van rapportages over de dienstverlening over de keten heen.<br />
Hierbij onderscheid makend tussen rapportages op strategisch, tactisch en operationeel<br />
niveau of aan de klanten van de dienst.<br />
Een specifieke Wmo invulling hiervan wordt in deze eerste versie van het startdocument<br />
niet verder uitgewerkt.<br />
<strong>Startarchitectuur</strong> Wmo 66
| the way we see it<br />
Bijlagen<br />
ELO bouwstenen<br />
Burgerservicenummer<br />
Beschrijving<br />
Het burgerservicenummer (BSN) is een uniek nummer dat gelijk is aan het sofinummer.<br />
Het BSN speelt een belangrijke rol binnen de gegevenshuishouding van<br />
de Nederlandse overheid. Met het BSN kunnen persoonsgebonden gegevens – mits<br />
juridisch toegestaan – betrouwbaar worden uitgewisseld tussen overheid en burger<br />
enerzijds en tussen (semi)overheden onderling anderzijds.<br />
Iedereen die een relatie heeft met de overheid, goed te identificeren is en is opgenomen<br />
in de gemeentelijke basisadministratie (GBA) dan wel in de (nog te realiseren)<br />
registratie niet-ingezetenen (RNI) krijgt een BSN.<br />
Het BSN stelsel voorziet in een beheervoorziening BSN waarmee niet alleen de<br />
toekenning van een BSN (door gemeenten) aan een (nieuwe) burger wordt gefaciliteerd<br />
en georganiseerd maar ook in de realtime verificatie van een vijftal vragen, te<br />
weten:<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
Is dit nummer een BSN?<br />
Is dit identiteitsdocument geldig (a.d.h.v. het ID-nummer)?<br />
Welke identificerende gegevens horen bij dit BSN?<br />
Welk BSN horen bij deze identificerende gegevens?<br />
Klopt de combinatie van dit BSN en deze identificerende gegevens?<br />
De beheervoorziening BSN is ten behoeve hiervoor gekoppeld aan de GBA, de<br />
belastingdienst en het verificatieregister reisdocumenten, het rijbewijsregister en het<br />
vreemdelingenkaart register. In de nabije toekomst zal ook een koppeling worden<br />
gelegd met het (nog te realiseren) register niet-ingezetenen (RNI).<br />
De beheervoorziening BSN voorziet niet in een signaleringsfunctie bij nieuwe burgers/BSN.<br />
Hiervoor biedt het GBA-stelsel uitkomst. Via een abonnementenstructuur<br />
kan hierop worden ingetekend indien de betreffende overheidsorganisatie geautoriseerd<br />
is om gebruik te maken van het GBA.<br />
Het gebruik van de beheervoorziening BSN is toegestaan voor alle overheidsorganisaties<br />
die dit nodig hebben voor de uitvoering van hun publiekrechtelijke taak en<br />
<strong>Startarchitectuur</strong> Wmo 67
| the way we see it<br />
voor alle organisaties waaraan het gebruik van het BSN bij of krachtens wet is<br />
voorgeschreven bij bepaalde werkzaamheden. Aansluiting op de beheervoorziening<br />
vindt plaats op organisatieniveau en niet op (eind)gebruikersniveau. Er is sprake<br />
van een koppelvlak tussen de beheervoorziening en het systeem van de aansluitende<br />
organisatie.<br />
Na vaststelling van de vraag of een organisatie gebruik mag maken van de beheervoorziening<br />
BSN is de verdere aansluitprocedure eenvoudig te doorlopen. Wel zal<br />
de organisatie vooraf een (technische) interface moeten inbouwen om berichten/gegevens<br />
met de beheervoorziening BSN te kunnen uitwisselen (zie hiervoor<br />
het logisch ontwerp) en haar organisatie voor te bereiden op het werken met het<br />
BSN. Ten aanzien van het koppelvlak met de beheervoorziening BSN is door het<br />
programmabureau BSN een elementaire verificatie applicatie BSN ontwikkeld en<br />
gratis ter beschikking gesteld aan toekomstige gebruikers van de beheervoorziening<br />
BSN.<br />
Er wordt gebruik gemaakt van XML-SOAP berichten over HTTPS (poort 443). De<br />
beheervoorziening BSN voorziet in een vraag- en antwoordbericht met synchrone<br />
communicatie en moet worden benaderd met behulp van een PKIoverheid certificaat.<br />
Planning<br />
Het BSN-stelsel wordt op 1 januari 2007 worden ingevoerd. Wel is dit nog afhankelijk<br />
van de behandeling van de wet algemene bepalingen BSN in de Eerste Kamer.<br />
Technisch gezien is de beheervoorziening BSN gereed en wordt er momenteel<br />
een pilot uitgevoerd in de zorg.<br />
Op basis van tijdelijke en specifiek op de zorg toegesneden wet- en regelgeving is<br />
het namelijk mogelijk dat een aantal koplopers in de zorg (ziekenhuizen) voorafgaand<br />
aan de inwerkingtreding van de wet algemene bepalingen BSN via een sectorale<br />
berichtenvoorziening gebruik maken van de beheervoorziening BSN op basis<br />
van sofi-nummers. Zo kan aan de zijde van de beheervoorziening BSN ervaring<br />
worden opgedaan met de feitelijke werking van de voorziening en kan de zorgsector<br />
alvast ondervinden hoe het BSN-stelsel werkt en wat hen te wachten staat bij de<br />
invoering hiervan. De pilot in de zorg is dan ook voor alle andere organisaties die<br />
willen aansluiten een goede leerschool.<br />
Nadere informatie (organisatie)<br />
Agentschap BPR<br />
<strong>Startarchitectuur</strong> Wmo 68
| the way we see it<br />
GBA: Gemeentelijke basisadministratie<br />
Korte beschrijving<br />
De GBA is de gemeentelijke basisadministratie voor persoonsgegevens. De GBA<br />
bestaat sinds 1 oktober 1994. De persoonsgegevens van alle inwoners in Nederland<br />
zijn in de GBA opgenomen. Deze persoonsgegevens, en de wijzigingen daarin,<br />
worden elektronisch verspreid naar afnemers. Hiervoor wordt, op basis van een<br />
abonnementstructuur, een (asynchroon) berichtenprotocol gebruikt. De in de GBA<br />
opgeslagen gegevens en het gebruikte SPD protocol zijn beschreven in het Logisch<br />
Ontwerp GBA. Daarnaast is “online” bevraging mogelijk via de Landelijk Raadpleegbare<br />
Deelverzameling (LRD).<br />
Van 2007 tot 2010 wordt de GBA gemoderniseerd tot de basisregistratie van persoonsgegevens.<br />
Dit betekent allereerst dat binnen de overheid bij het gebruik van<br />
persoonsgegevens in principe gebruik moet worden gemaakt van de authentieke<br />
gegevens zoals die door de GBA worden beheerd. Ook worden afnemers verplicht<br />
als er een vermoeden is van fout in deze gegevens dit terug te melden, conform de<br />
afspraken in het stelsel van basisregistraties.<br />
Al vanaf fase 1 kunnen afnemers GBA-V (GBA Verstrekkingen) online bevragen.<br />
Dit gebeurt op met de LRD vergelijkbare wijze. In een latere fase worden het gegevensmodel<br />
en het gebruikte protocol gewijzigd. Het GBA berichtenverkeer naar de<br />
afnemers verloopt dan via een servicebus in plaats van het specifieke GBA netwerk.<br />
Samenhang met BSN<br />
Bij inwerkingtreding van de wet burgerservicenummer (zie bij die bouwsteen)<br />
wordt de beheervoorziening BSN in gebruik genomen. Deze voorziening levert<br />
haar gebruikers ook online persoonsgegevens uit de GBA en op een later moment<br />
ook uit het Register Niet Ingezetenen (RNI). Doelstelling van deze gegevensverstrekking<br />
is het op betrouwbare wijze vaststellen van het BSN en/of de identiteit<br />
van de burger.<br />
Planning<br />
Het wetsvoorstel voor de GBA als Basisregistratie treedt naar verwachting in werking<br />
op 1 januari 2007 en zal daarna tot 1 januari 2010 geleidelijk worden ingevoerd.<br />
Voor deze gefaseerde invoering zal een wordt nog een plan(ning) worden<br />
opgesteld.<br />
Nadere informatie (organisatie)<br />
Agentschap BPR<br />
<strong>Startarchitectuur</strong> Wmo 69
| the way we see it<br />
DigiD: Digitale identiteit<br />
Korte beschrijving<br />
DigiD staat voor digitale identiteit. Het is een gemeenschappelijk overheidsbrede<br />
voorziening waarmee overheidsinstellingen de identiteit van burgers kunnen vaststellen.<br />
Op basis van één gebruikersnaam en wachtwoord kunnen de burgers bij<br />
meerdere elektronisch diensten terecht. Op dit moment is DigiD voor burgers bij<br />
een flink aantal gemeenten en de belastingdienst in gebruik. De persoonlijke gegevens<br />
die met de DigiD website worden uitgewisseld zijn beveiligd met SSL en een<br />
PKIoverheid certificaat.<br />
Ook voor bedrijven is er een DigiD. Op dit moment worden daarvoor de toegangscodes<br />
van de Kamer van Koophandel hergebruikt. De Autoriteit Financiële Markten<br />
(AFM) is de eerste organisatie die gebruikmaakt van toegangscodes van de KvK.<br />
Voor de dienstenleverancier (gemeente, belastingdienst, AFM) komen enige gegevens<br />
over de ingelogde gebruiker via DigiD beschikbaar. Voor personen is dat<br />
(momenteel) tenminste het sofi-nummer of A-nummer (uniek nummer uit de Gemeentelijke<br />
Basis Administratie). Voor bedrijven is dat het KvK nummer.<br />
DigiD kent 3 zekerheidsniveaus: basis, midden en hoog. Zekerheidsniveau basis,<br />
gebruikersnaam en wachtwoord, biedt in veel gevallen voldoende zekerheid over de<br />
identiteit van de persoon of het bedrijf. Gaat het om meer privacygevoelige informatie,<br />
dan zal een zwaardere authenticatiemiddel (van niveau midden of hoog)<br />
noodzakelijk zijn.<br />
Planning<br />
DigiD is momenteel voor bedrijven beschikbaar in zekerheidsniveau basis.<br />
DigiD is momenteel voor personen beschikbaar in de zekerheidsniveaus basis en<br />
midden. Dat laatste wordt bereikt door via SMS een aanvullende code naar de gebruiker<br />
te sturen.<br />
Nadere informatie (organisatie)<br />
GBO.Overheid<br />
<strong>Startarchitectuur</strong> Wmo 70
| the way we see it<br />
eFormulieren<br />
Beschrijving<br />
Het programma eFormulieren ondersteunt overheden bij het omzetten van bestaande<br />
of nieuwe formulieren (papier of PDF) naar elektronische formulieren gebaseerd<br />
op XML. Deze formulieren zijn interactief. Dat wil zeggen dat alleen vragen die<br />
van toepassing zijn op de specifieke gebruiker, worden getoond.<br />
Het gaat hierbij bijvoorbeeld om elektronische formulieren voor bijvoorbeeld meldingen,<br />
klachten, bezwaarschriften, subsidieaanvragen, vergunningen, verzoeken en<br />
ontheffingen.<br />
Het programma eFormulieren ontwikkelt en beheert deze formulieren voor verschillende<br />
overheidsorganisaties. De elektronische formulieren worden centraal<br />
opgeslagen en via de website van de overheidsinstelling (in de betreffende huisstijl)<br />
aangeboden.<br />
Het Programma eFormulieren kan tevens zorgen voor de koppeling met landelijke<br />
voorzieningen zoals de nog in te voeren basisregistraties en DigiD (deze laatste is<br />
reeds in gebruik in het burgerdomein). Koppeling maakt het mogelijk dat bij de<br />
overheid bekende gegevens vooringevuld worden, dat de ingevoerde informatie op<br />
juistheid getoetst is/wordt en dat gegevens consistent zijn. Dit bespaart zowel de<br />
gebruiker als de organisatie tijd. Vooralsnog is de koppeling met deze voorzieningen<br />
nog niet operationeel vanwege het feit dat bijvoorbeeld de basisregistraties nog<br />
niet operationeel zijn.<br />
Het programma eFormulieren verzorgt hiernaast ook koppelingen naar voorzieningen<br />
van derde partijen, zoals een internetkassa en de postcodetabel.<br />
EFormulieren faciliteert c.q. bevordert gezamenlijke “intake” van gegevens door de<br />
overheid.<br />
Na invulling van het eFormulier door de gebruiker (burger of bedrijf) wordt het<br />
formulier en/of de ingevulde gegevens gestuurd naar de betreffende overheidsinstelling<br />
en worden gegevens opgeslagen bij de betreffende overheidsinstelling.<br />
Vooralsnog wordt door de overheidsinstellingen met name gebruik gemaakt van de<br />
mogelijkheden om het ingevulde formulier in PDF-format te ontvangen per mail en<br />
deze vervolgens handmatig in haar systeem te verwerken. De mogelijkheid om de<br />
ingevulde gegevens per elektronisch bericht toegestuurd te krijgen en deze rechtstreeks<br />
te verwerken in haar systeem(en) wordt nog maar weinig gebruikt omdat<br />
veel overheidsinstellingen daar nog niet toe in staat zijn.<br />
<strong>Startarchitectuur</strong> Wmo 71
| the way we see it<br />
Het ontwikkkelen van elektronische formulieren gebeurt in een aantal gezamenlijke<br />
stappen. Eerst worden de specificaties gedefinieerd waaraan het formulier moet<br />
voldoen, waarop een functioneel ontwerp wordt gemaakt. Hierna wordt het formulier<br />
ontwikkeld en getest. Na goedkeuring wordt het elektronische formulier op de<br />
website van de overheidsinstelling geplaatst.<br />
Er worden geen specifieke eisen gesteld aan het websysteem van de betreffende<br />
overheidsinstelling. De eFormulierenvoorziening wordt opgestart in een nieuw<br />
scherm van de frontoffice van de overheidsinstelling d.m.v. een beveiligde link.<br />
Planning<br />
EFormulieren zijn reeds in grote getale online. Steeds meer overheden weten de<br />
weg naar het programma te vinden. De koppeling met DigiD is momenteel al wel<br />
mogelijk maar wordt nog niet gebruikt in het bedrijvendomein. De koppeling met<br />
de basisregistraties staat voor de toekomst op de planning.<br />
Nadere informatie (organisatie)<br />
ICTU<br />
<strong>Startarchitectuur</strong> Wmo 72
| the way we see it<br />
Persoonlijke Internetpagina<br />
Beschrijving<br />
Binnen ICTU wordt momenteel de persoonlijke internetpagina (PIP) ontwikkeld.<br />
Hierbij gaat het om een webdomein voor burgers en ondernemers dat als overzichtelijke<br />
en makkelijke ingang kan dienen om te communiceren met verschillende<br />
overheidsorganisaties. Als ondernemer kan je in dat persoonlijke domein in de toekomst<br />
in een handomdraai het juiste antwoord op je vraag vinden en/of krijgen en<br />
kun je je eigen gegevens inzien en beheren. Tevens kan je via je webdomein aanvragen<br />
voor overheidsdiensten in gang zetten bij tal van instellingen. Het laat je het<br />
gemak van eenmalige gegevensverstrekking ervaren doordat de verschillende overheden<br />
gebruik maken van de door jezelf beheerde gegevens. Op basis van een persoonlijk<br />
profiel word je geattendeerd op voor jou relevante zaken, met minimale<br />
last van de grenzen tussen afzonderlijke organisaties. Het programma draagt op<br />
deze wijze bij aan verbetering van elektronische dienstverlening, een verdere reductie<br />
van de administratieve lasten en grotere transparantie in je contacten met de<br />
overheid<br />
De PIP is 24 uur per dag, 7 dagen per week toegankelijk, vanaf elke plek met een<br />
internettoegang.<br />
De eerste focus van PIP ligt op burgers. Ook het bedrijvendomein wordt uiteindelijk<br />
meegenomen. In een aantal fasen wordt toegewerkt naar een volwaardige PIP.<br />
Momenteel ligt een proof of concept voor ter beoordeling door een burgerpanel.<br />
Hierna zal in een proefomgeving een beperkt aantal organisaties worden geselecteerd<br />
als proef-dienstaanbieder. Als de proefomgeving voldoende door proefgebruikers<br />
(burgers) getest is, wordt deze omgezet in een basisvoorziening. Dit zal naar<br />
verwachting later in 2007 zijn beslag krijgen. Het aantal dienstaanbieders zal dan<br />
ook worden uitgebreid.<br />
Er zijn nog geen aansluitspecificaties en aansluitvoorwaarden beschikbaar. Deze<br />
worden momenteel door het programma PIP ontwikkeld. Open standaarden zijn een<br />
belangrijk uitgangspunt binnen PIP. Met name open standaarden voor webservices.<br />
Daarnaast zal de architectuur van PIP aansluiten bij de Nederlandse OverheidsReferentieArchitectuur<br />
(NORA).<br />
In het programma PIP wordt actief gebruik gemaakt van de andere basisvoorzieningen<br />
van de elektronische overheid, zoals eFormulieren voor het starten van transacties,<br />
DigiD voor authenticatie en de digitale handtekening, basisregistraties zoals<br />
<strong>Startarchitectuur</strong> Wmo 73
| the way we see it<br />
GBA en NHR en basisvoorzieningen zoals BSN en het bedrijvenloket als startpunt<br />
voor bedrijven.<br />
Toegang tot de PIP voor de betrokken burger of ondernemer zal plaatsvinden middels<br />
gebruik van DigiD. Bij de transport en opslag van gegevens zal PKIoverheid<br />
een belangrijke rol spelen.<br />
Planning<br />
PIP zal stapsgewijs worden gerealiseerd. Momenteel ligt een proof of concept voor<br />
bij een panel van burgers. Na evaluatie zal worden gestart met een proefomgeving<br />
van PIP met een beperkt aantal overheidsorganisaties en proefgebruikers (burgers).<br />
Na evaluatie hiervan staat gepland in 2007 een basisvoorziening te realiseren en<br />
daarna een gestage uitbreiding van het aantal gebruikers en dienstaanbieders te bewerkstelligen.<br />
Op basis van de bevindingen uit de proefperiode zal de planning<br />
nader worden verfijnd en aangepast. Volgens de huidige planning zal de landelijk<br />
uitrol in 2008 van start gaan.<br />
Nadere informatie (organisatie)<br />
ICTU<br />
<strong>Startarchitectuur</strong> Wmo 74
| the way we see it<br />
Lijst met afkortingen<br />
In dit rapport komen de volgende afkortingen voor:<br />
AIB<br />
Aanvraag Indicatie Besluit<br />
API<br />
Application Programming Interface<br />
AWBZ Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten<br />
AZR<br />
AWBZ-brede Zorgregistratie<br />
BPM<br />
Business Process Model/Management<br />
BSN<br />
Burger Service Nummer<br />
CAK<br />
Centraal Administratie Kantoor Bijzondere Zorgkosten<br />
CIZ<br />
Centrum Indicatiestelling Zorg<br />
EGEM Programma Elektronische Gemeente<br />
GBA<br />
Gemeentelijke Basis Administratie<br />
GFO<br />
Gemeentelijk Functioneel Ontwerp<br />
HL7v3 Health Level 7 version 3<br />
ICTU ICT Uitvoeringsorganisatie<br />
IP<br />
Internet Protocol<br />
NORA Nederlandse Overheid Referentie Architectuur<br />
PDA<br />
Personal Digital Assistant<br />
PGB<br />
Persoons Gebonde Budget<br />
SGA/SOA Servicegerichte Architectuur / Service Oriented Architecture<br />
SGR<br />
SUWI Gegevensregister3.0<br />
SIP<br />
Standaard Indicatie Protocol<br />
StUF<br />
Standaard uitwisselingsformaat<br />
SUWI Structuur Uitvoering Werk en Inkomen<br />
VNG<br />
Vereniging Nederlandse Gemeenten<br />
VWS Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport<br />
Wmo<br />
Wet Maatschappelijke Ondersteuning<br />
WVG Wet Voorzieningen Gehandicapten<br />
XML<br />
eXtensible Markup Language<br />
ZA<br />
Zorgaanbieder<br />
<strong>Startarchitectuur</strong> Wmo 75
| the way we see it<br />
Literatuuroverzicht<br />
Ledenbrief VNG van 25 juli 2006<br />
<br />
<br />
<br />
http://www.invoeringwmo.nl/<strong>WMO</strong>/nl-NL/Algemeen/Achtergrond.htm<br />
Brief aan college van burgemeester en wethouders en college van de straatsecretaris<br />
van vWS van 22 juni 2005<br />
Notitie: Op weg naar een bestendig stelsel voor langdurige zorg en maatschappelijke<br />
ondersteuning; kamerstuk 23 april 2004<br />
Implementatie <strong>WMO</strong>; kamerstuk 15 februari 2005<br />
<br />
http://www.invoeringwmo.nl/<strong>WMO</strong>/nl-NL/Gereedschapskist/<br />
Algemene handreiking; delen 1 en 2<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
Voor specifieke vragen zijn de volgende handreikingen beschikbaar:<br />
Wmo en samenwerking tussen gemeenten ; memo wijzigingen handreiking<br />
samenwerking tussen gemeenten<br />
Communicatie ; memo wijzigingen handreiking communicatie<br />
Wmo en gemeentelijke organisatie ; memo wijzigingen handreiking gemeentelijke<br />
organisatie<br />
Burgerparticipatie<br />
Verantwoordings- en controle instrumenten Wmo<br />
Financieel model; Gebruikershandleiding bij financieel model; Rekenmodel<br />
Excel<br />
Hulp bij het huishouden; Voorbeeldbestek hulp bij het huishouden<br />
Signalement subsidieregelingen<br />
<strong>Ketens</strong>amenwerking ; memo wijzigingen handreiking ketensamenwerking<br />
Inkoop en aanbesteden<br />
Visie op lokale loketten ; Uitvoering lokale loketten ; Instrumenten lokale loketten<br />
Wmo en de rol van de raad ; Wmo en de rol van de raad - voorbeelden<br />
De Wmo en het pgb (geactualiseerd)<br />
Toegangsbewaking<br />
<strong>Startarchitectuur</strong> Wmo 76
| the way we see it<br />
<br />
<br />
<br />
<br />
De Wmo en de ICT<br />
Wmo en sexuele diversiteit<br />
Mantelzorgondersteuning in de Wmo (nieuw)<br />
Brochure: Wat iedere bestuurder moet weten!<br />
<strong>Startarchitectuur</strong> Wmo 77
Over Capgemini en de Collaborative Business Experience<br />
Capgemini levert aantoonbaar toegevoegde waarde aan de prestaties van zijn klanten in een<br />
groot aantal branches. Dit gebeurt met een compleet en innovatief aanbod van consulting-,<br />
technology- en outsourcingdiensten. Daarbij werkt de onderneming op een onderscheidende<br />
manier samen met haar klanten aan het behalen van snellere, betere en meer duurzame resultaten:<br />
de Collaborative Business Experience. Deze innovatieve samenwerking krijgt vorm door<br />
een sterk netwerk van technologiepartners, bewezen methoden en hulpmiddelen en een sterk op<br />
samenwerking gerichte mentaliteit in de dagelijkse praktijk. Hiermee helpt Capgemini organisaties<br />
om nieuwe groeistrategieën te ontwikkelen en de mogelijkheden van technologie optimaal<br />
te benutten.<br />
Capgemini heeft wereldwijd ongeveer 60.000 medewerkers in dienst. De organisatie realiseerde<br />
in 2004 een omzet van 6,3 miljard euro.<br />
Het hoofdkantoor van Capgemini Group is gevestigd in Parijs.<br />
www.nl.capgemini.com<br />
Capgemini Nederland<br />
Papendorpsweg 100<br />
Postbus 2575<br />
3500 GN Utrecht<br />
Tel.: +31 30 689 89 89