07.03.2015 Views

Startarchitectuur WMO - Ketens & Netwerken

Startarchitectuur WMO - Ketens & Netwerken

Startarchitectuur WMO - Ketens & Netwerken

SHOW MORE
SHOW LESS

Transform your PDFs into Flipbooks and boost your revenue!

Leverage SEO-optimized Flipbooks, powerful backlinks, and multimedia content to professionally showcase your products and significantly increase your reach.

| the way we see it<br />

<strong>Startarchitectuur</strong> <strong>WMO</strong><br />

Een stap naar de stip op de horizon


Inhoudsopgave<br />

1 Managementsamenvatting 1<br />

1.1 Leeswijzer 2<br />

2 Wat is een startarchitectuur 3<br />

Opgesteld door:<br />

Capgemini<br />

EGEM<br />

Ministerie van VWS<br />

VNG<br />

Auteurs:<br />

Francine Bergman<br />

Edward Nuiten<br />

Caj Oosters<br />

Anna Flinzner<br />

Robert Wybenga<br />

De auteurs danken:<br />

Ruud Groenendijk<br />

Gerrit Slot<br />

Ard Westerik<br />

Datum:<br />

Oktober 2006<br />

2.1 Inleiding 3<br />

2.2 Elektronische overheid, NORA en de gemeentelijke<br />

Referentie Architectuur 5<br />

3 Waarom een startarchitectuur 8<br />

3.1 Inleiding 8<br />

3.2 Noodzaak van een architectuur voor het Wmo-loket 9<br />

4 Stappenplan naar een Wmo loket 11<br />

4.1 Inleiding 11<br />

4.2 Uitwisseling van gegevens 12<br />

4.3 Direct te realiseren (operationeel 1 januari 2007) 12<br />

4.4 Korte termijn (in de loop van 2007) 15<br />

4.5 Middellange tot lange termijn (2007-2009) 17<br />

5 De Wmo bedrijfsarchitectuur volgens NORA 19<br />

5.1 Het gemeentelijke Wmo-loket en de keten-partners19<br />

5.2 <strong>WMO</strong>-voorzieningen 21<br />

5.3 Het dienstverleningsproces 22<br />

Versie:<br />

Versie 1.0<br />

5.4 Procesflow afhankelijk van de gewenste Wmovoorziening<br />

23<br />

5.5 Relatie met EGEM-referentiemodel Midoffice 33<br />

6 De Wmo informatie architectuur volgens NORA 35<br />

6.1 Informatiefuncties in het <strong>WMO</strong>-loket 35<br />

<strong>Startarchitectuur</strong> Wmo 2


6.2 Noodzakelijke informatiefuncties (onafhankelijk van de<br />

vorm) 36<br />

6.3 Gewenste informatiefuncties: 40<br />

6.4 Informatiefuncties voor de langere termijn 41<br />

6.5 Koppelvlakken en berichten 43<br />

6.6 Functionele eisen aan de gegevensuitwisseling 46<br />

7 De Wmo technische architectuur volgens NORA 49<br />

7.1 ICT systemen 49<br />

7.2 Gegevens en gegevensstandaarden 51<br />

7.3 Infrastructuur en communicatieprotocollen 51<br />

8 De context: EGEM architectuurdenken 53<br />

8.1 Inleiding 53<br />

8.2 Levering en ontwikkeling 55<br />

8.3 Gegevensverzamelingen 56<br />

8.4 Informatie-architectuur EGEM 57<br />

8.5 Service georiënteerde architectuur (generiek) 58<br />

8.6 Besturing 59<br />

8.7 Bruikbare bouwstenen voor een Wmo-loket 60<br />

8.8 Overzicht van beschikbare bouwstenen 60<br />

8.9 Richtlijnen, standaarden en handreikingen 61<br />

8.10 ELO bouwstenen 61<br />

8.11 Bouwstenen uit aan de <strong>WMO</strong> verwante<br />

beleidsterreinen 62<br />

9 Privacy & beveiliging 63<br />

10 Beheer 66<br />

Bijlagen 67<br />

ELO bouwstenen 67<br />

Lijst met afkortingen 75<br />

Literatuuroverzicht 76<br />

<strong>Startarchitectuur</strong> Wmo 3


| the way we see it<br />

1 Managementsamenvatting<br />

Gemeenten krijgen per 1 januari 2007 de verantwoordelijkheid voor de uitvoering<br />

van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo). De Wet Voorzieningen Gehandicapten<br />

(WVG) en de Welzijnswet vallen reeds onder de verantwoordelijkheid<br />

van de gemeenten. Met de invoering van de Wmo komen daar een deel van de Algemene<br />

Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) en de Openbare Geestelijke Gezondheidszorg<br />

(OGGZ) bij. Deze nieuwe verantwoordelijkheid vraagt niet alleen<br />

om aanpassing van de eigen organisatie, bedrijfsprocessen en ICT-voorzieningen.<br />

Ook partners in de Wmo-keten zullen de aanpassingen op de verschillende lagen in<br />

de organisatie, processen en ICT-voorzieningen moeten verrichten. Naast de Wmo<br />

worden gemeenten steeds vaker geconfronteerd met nieuwe taken en ontwikkelingen.<br />

Om het risico te verkleinen dat er verkeerde keuzes gemaakt worden, of dat<br />

verkeerde investeringen worden gedaan, is een instrument zoals een startarchitectuur<br />

wenselijk.<br />

De startarchitectuur is een denkkader. Het is een eerste aanzet om inzichtelijk te<br />

maken hoe de Wmo op verschillende niveaus samenhant. De implementatie zal per<br />

gemeente verschillend zijn. Ook de keuze voor de inrichting van het Wmo-loket is<br />

volledig afhankelijk van gemeentelijk beleid.<br />

Gemeenten hebben weinig tijd om maatregelen te nemen om gereed te zijn voor de<br />

uitvoering van de Wmo. In lijn met het EGEM referentiemodel Midoffice, wordt<br />

geadviseerd om een aantal stappen te plannen.<br />

Voor 1 januari 2007: richt een organisatorisch Midoffice in. Een medewerker van<br />

het Wmo-loket zal ondersteund worden door toegang te krijgen tot de bronsystemen<br />

van de ketenpartners.<br />

Korte termijn (beginnen in 2007) richt een technisch Midoffice in. Er worden vertaalmachines<br />

(gateways) gerealiseerd die het voor de gemeente mogelijk maken om<br />

met de verschillende partijen te kunnen communiceren.<br />

Middellange termijn (2007-2009) richt een Midoffice in in een Service Geörienteerde<br />

Architectuur.<br />

De startarchitectuur beschrijft op pragmatische en realistische wijze de (keten) processen,<br />

de wenselijkheden / mogelijkheden tot (landelijke) standaardisatie van gegevens,<br />

gegevensmodellen en berichtenverkeer.<br />

Elke gemeente heeft de keuzevrijheid om de Wmo taken naar eigen inzicht en afgestemd<br />

op de eigen omgeving in te richten. De startpositie (aan- of afwezigheid en<br />

<strong>Startarchitectuur</strong> Wmo 1


| the way we see it<br />

kwaliteit van huidige voorzieningen, mate van ICT-ondersteuning) kan per individuele<br />

gemeente verschillen en zal daarom ook sterk van invloed zijn op de positie<br />

van iedere gemeente ten opzichte van deze startarchitectuur en als gevolg daarvan<br />

mede de lokale keuzes bepalen.<br />

In de e-overheid zijn een aantal belangrijke architecturen tot stand gekomen. Waaronder<br />

de NORA (Nederlandse Overheid Referentie Architectuur). De NORA is de<br />

stip aan horizon. Veel overheidsinstellingen zijn plannen aan het ontwikkelen om<br />

de NORA en een vertaling ervan naar het gemeentelijk dienstverleningsproces Referentiemodel<br />

Midoffice van EGEm te maken. Elke gemeente moet vanuit de eigen<br />

startpositie naar die stip toegroeien, de aangeboden startarchitectuur Wmo is daarbij<br />

ondersteunend om de juiste stappen te kunnen zetten.<br />

1.1 Leeswijzer<br />

Het voorliggende document begint met een aantal inleidende hoofdstukken. Omdat<br />

de startarchitectuur bedoeld is voor een brede doelgroep, is niet elk hoofdstuk voor<br />

iedere lezer even relevant.<br />

In hoofdstuk 2 wordt uiteengezet wat onder een startarchitectuur wordt verstaan.<br />

Daarbij wordt gerefereerd aan de NORA en het EGEM referentiemodel Midoffice.<br />

In hoofdstuk 3 wordt de doelstelling en toegevoegde waarde van een startarchitectuur<br />

Wmo toegelicht.<br />

Hoofdstuk 4 wordt een stappenplan toegelicht. Het geeft inzicht in welke activiteiten<br />

en faciliteiten noodzakelijk zijn om op korte termijn de Wmo uit te kunnen voeren.<br />

Daarbij wordt tevens aandacht besteed aan de mogelijkheden om de Wmo conform<br />

EGEM-dienstverleningsconcept in te richten op middellange en lange termijn.<br />

De daadwerkelijke relatie tussen deze referentiearchitecturen en de Wmo wordt in<br />

hoofdstuk 5 tot en met 7 gelegd.<br />

Er is door de auteurs voor gekozen om het EGEM-referentiemodel Midoffice in<br />

hoofdstuk 8 op te nemen in deze startarchitectuur, zodat de meeste relevante informatie<br />

gebundeld is. Daardoor wordt het rapport zelfstandig leesbaar. Het is echter<br />

een beknopte beschrijving van het referentiemodel, voor een uitgebreide toelichting<br />

wordt verwezen naar het brondocument.<br />

In hoofdstuk 9 worden kort de beveiliging en de privacy- en beveiligingsaspecten<br />

uiteengezet. In hoofdstuk 10 wordt aandacht besteed aan de beheer aspecten.<br />

<strong>Startarchitectuur</strong> Wmo 2


| the way we see it<br />

2 Wat is een startarchitectuur<br />

2.1 Inleiding<br />

Op 1 januari 2007 wordt de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) van<br />

kracht. Met de Wmo worden de gemeenten verantwoordelijk voor maatschappelijke<br />

ondersteuning. De maatschappelijke ondersteuning bestaat uit activiteiten die het<br />

mensen mogelijk maken om mee te (blijven) doen in de samenleving. Vóór 1 januari<br />

a.s. dient de gemeente maatregelen te nemen om de wettelijke taken inzake de<br />

Wmo uit te kunnen voeren. De Wmo propageert het inrichten van één (lokaal/regionaal)<br />

loket door gemeenten, zodat de burger slechts éénmaal informatie<br />

hoeft te verstrekken en de toegankelijkheid tot de Wmo herkenbaar is en daardoor<br />

verhoogd wordt. De komst van de Wmo betreft niet alleen het inrichten van een<br />

loket, ook de bedrijfsprocessen ter bevordering van participatie en zelfredzaamheid<br />

van haar burgers moeten worden ingericht of worden aangepast. Er moeten afspraken<br />

gemaakt worden over informatie-uitwisseling tussen de gemeente en de ketenpartners<br />

over het primaire proces (de dienstverlening) maar ook over de verantwoording<br />

(ondersteunende en besturende processen). Ter ondersteuning van de<br />

loketfunctie en bedrijfsprocessen is adequate ICT-ondersteuning noodzakelijk.<br />

Naast de invoering van de Wmo hebben gemeenten te maken met een groot aantal<br />

andere veranderingen zoals bijvoorbeeld:<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

het treffen van voorzieningen om de burger in staat te stellen via verschillende<br />

media te communiceren met de gemeente en producten en diensten af te nemen<br />

(BurgerServiceCode);<br />

de invoering van (nationale) basisregistraties met daarbij de verplichting tot het<br />

gebruik ervan;<br />

DigiD, als electronisch authenticatiemechanisme van de overheid;<br />

BSN, het nieuwe identificerende nummer.<br />

Om gemeenten op weg te helpen alle veranderingen in onderlinge samenhang te<br />

kunnen realiseren en met name de informatievoorziening daarbij te faciliteren, is<br />

met betrekking tot het dienstverleningproces een referentie architectuur Midoffice<br />

opgesteld door het programma EGEM (E-gemeenten). 1<br />

1 Architectuurmodel Gemeentelijke E-dienstverlening, project Referentiearchitectuur Midoffice<br />

tbv gemeenten<br />

<strong>Startarchitectuur</strong> Wmo 3


| the way we see it<br />

Ten behoeve van de invoering van de Wmo is op basis van dit EGEMreferentiemodel<br />

een soortgelijke architectuur ontwikkeld, voorliggende startarchitectuur.<br />

Deze startarchitectuur is een nadere invulling van de EGEM referentie architectuur,<br />

toegespitst op de Wmo. Ook vertegenwoordigt deze startarchitectuur een<br />

visie op het dienstverleningsproces rondom de Wmo. De startarchitectuur is niet<br />

bindend of voorschrijvend, maar is bedoeld om gemeenten op weg te helpen bij het<br />

maken van keuzes en te helpen bij de prioriteitstelling ervan.<br />

Een groot aantal ontwikkelingen in de publieke sector hebben directe gevolgen voor<br />

de gemeentelijke organisaties. Onder anderen zijn daar:<br />

<br />

<br />

<br />

de burger wordt mondiger en wil beter bediend worden, daarbij gebruikmakend<br />

van moderne media en middelen (24 uur, 7 dagen per week, Internet, voiceresponce);<br />

vanuit de centrale overheid wordt het gebruik en inrichten van basisregistraties<br />

verplicht gesteld;<br />

steeds meer taken worden lager in de Nederlandse bestuurslagen ondergebracht,<br />

omdat deze lagen dichter bij de burger staan en hem/haar ook beter<br />

kennen en kunnen volgen.<br />

Het afstemmen van de interne organisatiestructuur, bedrijfsprocessen en de ondersteunende<br />

ICT-voorzieningen binnen organisaties is een continu proces. In de moderne<br />

tijd (anno 2006) moeten gemeentelijke organisaties zich steeds frequenter en<br />

vooral ook sneller aan kunnen passen aan de ontwikkelingen in de markt, meer<br />

flexibiliteit dus.<br />

Veel gemeenten zijn derhalve genoodzaakt om hun meer traditionele manier van<br />

werken anders te organiseren. Dit betekent een kanteling van een functionele organisatie<br />

naar een klantgerichte, procesgerichte organisatie. Omdat kanteling van<br />

een organisatie niet binnen een korte tijd te realiseren is, worden nieuwe koppelingen<br />

gerealiseerd (organisatorisch, maar ook technisch) tussen het Frontoffice en het<br />

Backoffice.<br />

Het Wmo-loket waar de diensten geleverd moeten gaan worden, vormt het ontkoppelpunt<br />

tussen de klant en de interne organisatie en de andere organisaties in de<br />

Wmo-keten. Door gebruik te maken van verschillende kanalen kan de klant diensten<br />

en voorzieningen aanvragen bij de gemeente. De gemeente zal afhankelijk van<br />

de inrichting van het Wmo-loket, de verantwoordelijkheid krijgen om de gewenste<br />

diensten of voorzieningen te leveren. Daarbij maakt de gemeente veelal gebruik van<br />

taakspecifieke informatiesystemen. Dit betekent dat een koppeling gemaakt moet<br />

worden tussen een klantgericht Frontoffice en een functioneel Backoffice. In het<br />

<strong>Startarchitectuur</strong> Wmo 4


| the way we see it<br />

geval van de Wmo moet informatie uitgewisseld worden met verschillende instanties.<br />

Daarbij ontstaat de behoefte om een Midoffice in te richten, die de koppeling<br />

moet maken tussen de verschillende Backofficesystemen van de gemeente en externe<br />

partners om die ene aanvraag te kunnen behandelen.<br />

Het Referentiemodel Midoffice van EGEM heeft als doel om richting te geven aan<br />

de inrichting van dit Midoffice. Het wordt in dit document gebruikt als een groeimodel.<br />

Gemeenten kunnen dit model gebruiken bij het maken van adequate keuzes<br />

ten behoeve van het inrichten hun Midoffice. Het referentiemodel geeft de scope<br />

weer van de Midoffice in relatie tot de processtappen binnen de gemeentelijke organisatie.<br />

Het gaat dan bijvoorbeeld om de stappen die nodig zijn om de voorzieningen<br />

ten behoeve van de maatschappelijke ondersteuning te kunnen verstrekken.<br />

In hoofdstuk 5 wordt op procesniveau de relatie tussen het EGEM referentiemodel<br />

en de Wmo gelegd. Op informatie-architectuurniveau zal in hoofdstuk 6 een relatie<br />

worden gelegd.<br />

Dit is een eerste versie van een dynamisch document. Ook een startarchitectuur<br />

groeit mee in de tijd. Kijk daarom in de “gereedschapkist” Wmo 2 voor de meest<br />

recente versie van deze startarchitectuur.<br />

2.2 Elektronische overheid, NORA en de gemeentelijke<br />

Referentie Architectuur<br />

Leidraad voor het opstellen van het referentiemodel Midoffice is het Architectuurmodel<br />

Elektronische Overheid (ELO) uit het rapport Architectuur Elektronische<br />

Overheid. 3<br />

Het architectuurmodel 4 dient drie doelen:<br />

<br />

<br />

<br />

Gemeenschappelijke taal<br />

Inzicht in functionele (on)mogelijkheden<br />

Aanreiken van technische “bouwblokken”<br />

Dit model is voor de startarchitectuur Wmo nader uitgewerkt.<br />

2 http://www.Wmoadviesgroep.nl/Wmo/archives/gereedschapkist/<br />

3 Dit rapport kan gedownload worden vanaf de volgende link:<br />

http://www.egem.nl/kennisbank/informatievoorziening/architectuurelektronischeoverheid.pdf<br />

4 voor uitgebreide toelichting wordt verwezen naar het rapport Architectuurmodel ELO.<br />

<strong>Startarchitectuur</strong> Wmo 5


| the way we see it<br />

Het architectuurmodel ziet er uit als in Figuur 1 Architectuur matrix, en wordt in de<br />

volgende paragrafen kort toegelicht.<br />

Figuur 1 Architectuur matrix<br />

2.2.1 Bedrijfsarchitectuur<br />

Op deze laag herkennen we de aspectarchitecturen Organisatie-, Product- en Procesarchitectuur.<br />

Actuele thema’s bij de bedrijfsarchitectuur zijn doelstellingen (strategie),<br />

politiek en beleid, maar ook reorganisatie en herinrichting van processen,<br />

bijvoorbeeld als gevolg van nieuwe technologische mogelijkheden.<br />

2.2.2 Informatiearchitectuur<br />

Hier gaat het om het zogenaamde functionele beheer van applicaties, van processen<br />

(workflow) en van informatie (gegevens- en documentbeheer).<br />

2.2.3 Technische architectuur<br />

Hier wordt ingegaan op de ICT-infrastructuur, opgesplitst in systeemarchitectuur,<br />

gegevensarchitectuur en netwerkarchitectuur. In feite komt in dit aspect de driedeling<br />

binnen de ICT tot uiting: gegevensverwerking, gegevensopslag en gegevenstransport.<br />

<strong>Startarchitectuur</strong> Wmo 6


| the way we see it<br />

De NORA 5 is op basis van het architectuurmodel ELO en een aantal andere nota’s<br />

met betrekking tot de elektronische overheid ontwikkeld. De architectuurmatrix<br />

heeft een aantal functies, een belangrijke functie is het bieden van structuur. Alle<br />

relevante aspecten uit de verschillende invalshoeken: het WIE, WAT en HOE worden<br />

in onderlinge samenhang op consistente wijze behandeld.<br />

De Wmo geprojecteerd op de NORA levert onderstaande architectuur op:<br />

Beveiliging / privacy<br />

Beheer<br />

WIE<br />

WAT<br />

HOE<br />

Bedrijfs<br />

architectuur<br />

Keten<br />

partners<br />

<strong>WMO</strong><br />

-<br />

Dienstverle -<br />

voorzieningen<br />

ningsproces<br />

Informatie<br />

architectuur<br />

Informatie -<br />

functies<br />

Berichten<br />

Communicatie<br />

koppelvlakken<br />

Infrastr .<br />

Technische<br />

architectuur<br />

ICT-<br />

systemen<br />

Gegevens +<br />

standaarden<br />

Uitwisselings<br />

protocollen<br />

Figuur 2 NORA architectuur in <strong>WMO</strong> context<br />

In de hoofdstuk 5 tot en met 7 wordt dit Wmo architectuurmodel in detail toegelicht.<br />

5 Nederlandse Overheids Referentie Architectuur<br />

<strong>Startarchitectuur</strong> Wmo 7


| the way we see it<br />

3 Waarom een startarchitectuur<br />

3.1 Inleiding<br />

In het kort wordt aangegeven waarom de startarchitectuur gemaakt is en wat de<br />

gemeenten er mee kunnen doen. Vervolgens worden de verschillende architecturen<br />

kort behandeld, die recentelijk door initiatieven vanuit de centrale overheid opgesteld<br />

zijn. Daarbij is in dit hoofdstuk slechts in beperkte mate de directe link met<br />

Wmo gelegd.<br />

Naast de negen prestatievelden waaraan de gemeenten per 1 januari 2007 in het<br />

kader voor de Wmo invulling moet geven (NB: niet te verwarren met de negen<br />

vlakken van de NORA), krijgen de gemeenten ook de verantwoordelijkheid voor de<br />

regievoering op de uitvoering van de Wmo binnen de gehele keten. Het uitgangspunt<br />

van de centrale overheid is, dat gemeenten dichter bij de burger staan dan centrale<br />

overheden en daarmee beter in staat zijn om de maatschappelijke ondersteuning<br />

te organiseren en daardoor de kosten van de Wmo beter te beheersen. De<br />

maatschappelijke ondersteuning wordt zoveel mogelijk gezamenlijk door “ketenpartners”<br />

{actoren}geleverd, die elk een specifieke bijdrage leveren aan de keten.<br />

De bewaking van de kwaliteit van de dienstverlening en de toegankelijkheid tot de<br />

maatschappelijke ondersteuning behoort tot de verantwoordelijkheid van de gemeenten.<br />

Een startarchitectuur:<br />

beschrijft op pragmatische en realistische wijze de (keten) processen, de<br />

wenselijkheden / mogelijkheden tot (landelijke) standaardisatie van gegevens,<br />

gegevensmodellen en berichtenverkeer.<br />

Bovenstaande definitie legt de focus op twee aspecten: communicatie met de omgeving<br />

en het centraal stellen van het proces. Daarnaast is het migratieproces van<br />

belang: wat moet de gemeente op 1 januari 2007 gereed hebben, welke onderdelen<br />

kunnen in de loop van 2007 of zelfs daarna worden gerealiseerd?<br />

<strong>Startarchitectuur</strong> Wmo 8


| the way we see it<br />

Figuur 2 Contextdiagram Wmo 6<br />

In de Wmo-keten is een groot aantal organisaties actief. Met elk van deze ketenpartners<br />

wisselt de gemeente informatie uit. Bovenstaande afbeelding maakt het<br />

samenspel tussen de partners inzichtelijk. Buiten dit aandachtsgebied is nog een<br />

aantal partijen actief, zoals de Belastingdienst. Deze organisatie levert informatie<br />

aan het CAK om de inkomensgegevens vast te stellen. De startarchitectuur vertegenwoordigt<br />

het “blikveld” van de gemeenten. In de afbeelding wordt de afbakening<br />

getoond. Nadere toelichting op het aandachtsgebied en betrokken ketenpartners<br />

wordt in hoofdstuk 5 gegeven.<br />

3.2 Noodzaak van een architectuur voor het Wmo-loket<br />

Elke ketenpartner heeft een eigen organisatiestructuur, informatie architectuur, en<br />

technische infrastructuur. Om de Wmo-dienstverlening per 1 januari 2007 mogelijk<br />

te maken, zal elke ketenpartner maatregelen moeten nemen. Op deze korte termijn<br />

6 Bron: Gegevenswoordenboek <strong>WMO</strong>.<br />

<strong>Startarchitectuur</strong> Wmo 9


| the way we see it<br />

zal niet de meest optimale of efficiënte oplossing gerealiseerd kunnen worden. Om<br />

gerichte keuzes te kunnen maken op korte, middellange en lange termijn, die niet<br />

strijdig zijn met andere ontwikkelingen, is een (start)architectuur noodzakelijk.<br />

Indien maatregelen niet in onderlinge samenhang worden getroffen, kunnen individuele<br />

belangen van ketenpartners leiden tot het minder goed functioneren van de<br />

gehele keten.<br />

Deze startarchitectuur focust op de maatregelen die de gemeente moet treffen om<br />

de dienstverlening aan de burger mogelijk te maken. Bijvoorbeeld het maken van<br />

prestatieafspraken met ketenpartners over de kwaliteit van dienstverlening, het inrichten<br />

van procesbewaking zodat ook binnen een acceptabele termijn een voorziening<br />

wordt verstrekt aan de hulpvrager. Een gemeenschappelijk denkkader (deze<br />

startarchitectuur) helpt de gemeente om adequate en in eerste instantie pragmatische<br />

oplossingen te realiseren. Deze oplossingen zijn per gemeente verschillend,<br />

omdat ook de uitgangssituatie per gemeente verschilt. Deze startarchitectuur is derhalve<br />

generiek, maar toch, waar mogelijk, zo concreet mogelijk opgezet. Naast deze<br />

startarchitectuur is nog een aantal andere documenten beschikbaar. Daarvoor wordt<br />

verwezen naar de “gereedschapkist” Wmo 7 en de literaatuurlijst in de bijlage.<br />

7 http://www.Wmoadviesgroep.nl/Wmo/archives/gereedschapkist/<br />

<strong>Startarchitectuur</strong> Wmo 10


| the way we see it<br />

4 Stappenplan naar een Wmo loket<br />

4.1 Inleiding<br />

Bij de inrichting van een loket kan onderscheid worden gemaakt in de diepte van<br />

het loket (vormen van dienstverlening) en de breedte van het loket (het aantal ‘producten’)<br />

dat via het loket wordt aangeboden.<br />

De diepte van de <strong>WMO</strong> diensteverlening<br />

Relevante<br />

nietgemeentelijke<br />

niet-<strong>WMO</strong><br />

voorzieningen<br />

Voorzieningen<br />

Gemeentelijke Relevante Niet-<br />

gemeentelijke<br />

gemeentelijke<br />

<strong>WMO</strong>-<br />

niet-wmo<br />

<strong>WMO</strong><br />

voorzieningen<br />

voorzieningen<br />

voorzieningen<br />

functies<br />

Informatieloket<br />

Informatie &<br />

advies<br />

loket<br />

Regelloket<br />

All-in-One<br />

Info, advies<br />

en regelen<br />

De breedte van de <strong>WMO</strong>-dienstverlening<br />

Figuur 3 Breedte en diepte van het Wmo-loket<br />

4.1.1 De diepte van een loket<br />

De diepte van een loket gaat over de functies die in het loket worden geplaatst. Een<br />

relatief ondiep loket verstrekt vooral informatie. Bij een ondiep loket worden veel<br />

functies door andere organisaties of door andere gemeentelijke afdelingen uitgevoerd.<br />

Een diep loket biedt cliënten ondersteuning bij het volledige proces, van de<br />

verstrekking van een informatiefolder, via gesprekken om de vraag te verhelderen,<br />

en via indicatiestelling tot uiteindelijke verstrekking.<br />

4.1.2 De breedte van een loket<br />

De breedte van een loket gaat het over het type voorzieningen, dat in het Wmoloket<br />

toegankelijk worden gemaakt: Een smal loket beperkt zich tot Wmovoorzieningen,<br />

waarbij een breed loket álle typen voorzieningen bevat, die integraal<br />

(in samenhang) worden aangeboden op het gebied van wonen, zorg en welzijn. Bijvoorbeeld<br />

vragen die eigenlijk bij een woningbouwvereniging thuis horen worden<br />

<strong>Startarchitectuur</strong> Wmo 11


| the way we see it<br />

in een breed Wmo-loket wél opgepakt, terwijl in een smal loket de aanvrager ‘alleen<br />

maar’ wordt doorgestuurd.<br />

4.2 Uitwisseling van gegevens<br />

Mede bepaald door de keuze in diepte en breedte van het Wmo-loket moeten gegevens<br />

met derde partijen worden uitgewisseld. In het rapport Gegevenswoordenboek<br />

Wmo is vastgesteld welke standaarden gebruikt worden bij de gegevensuitwisseling<br />

in het speelveld van de Wmo. Onderstaande afbeelding is daarvan het resultaat.<br />

Legenda<br />

AZR<br />

ZA<br />

CIZ AIB<br />

WVG<br />

StUF<br />

SUWI<br />

Figuur 4 Gegevensuitwisseling tussen partners<br />

De wijze waarop gegevens zullen worden uitgewisseld zal in de loop van de tijd<br />

veranderen. Hier is sprake van een groeimodel. Hieronder worden de verschillende<br />

stappen aangegeven die mogelijk zijn, waarbij ook hier geldt dat de stappen niet<br />

dwingend zijn voorgeschreven maar dat ze dienen als advies om op korte, middellange<br />

en lange termijn zo goed mogelijk invulling te geven aan de behoefte of verplichting<br />

gegevens uit te wisselen.<br />

4.3 Direct te realiseren (operationeel 1 januari 2007)<br />

Het dient aanbeveling om voor de korte termijn een pragmatische oplossing door te<br />

voeren die voor de gemeente zorgdraagt voor de verplichte uitvoering van de Wmo<br />

per 1 januari as.<br />

Vervolgstappen kunnen parallel aan deze oplossing opgestart worden.<br />

<strong>Startarchitectuur</strong> Wmo 12


| the way we see it<br />

Figuur 5 Organisatorische Midoffice 8<br />

In de EGEM referentiearchitectuur wordt een schets gemaakt van de stappen die<br />

gemeentelijke organisaties kunnen doorlopen om uit eindelijk te komen tot een<br />

“ideaal”oplossing voor de vraagstukken rondom de ontwikkelingen in de e-<br />

overheid. Ook voor de Wmo zijn deze stappen goed toepasbaar. Per 1 januari 2007<br />

kunnen gemeenten een ingericht Frontoffice met ondersteuning voor meerdere kanalen<br />

(telefoon, balie, post en internet) hebben gerealiseerd. Veel gemeenten hebben<br />

al een internetportaal en maken gebruik van e-formulieren, DIGID etc. Vanaf 1<br />

januari is een e-formulier Wmo beschikbaar en kan (intern) ook gebruik worden<br />

gemaakt van het BSN. Aan de achterkant, bij de Backoffices, is nog steeds sprake<br />

van een sectorale indeling van de verschillende diensten, zowel intern als extern.<br />

Tussen kanalen aan de voorkant en de sectoraal ingedeelde Backoffices is kan in<br />

deze fase een organisatorisch Midoffice worden ingericht. Dit vormt de schakeling<br />

tussen het front- en Backoffice. Het organisatieonderdeel dat voor dit Midoffice<br />

verantwoordelijk is, zorgt op procedurele wijze voor de koppeling. Vaak gebeurt dit<br />

door de aanvragen aan de voorkant handmatig over te tikken in de systemen van de<br />

Backoffices (de ‘draaistoel’ of ‘Alt-Tab-Midoffice’).<br />

Om dit korte termijn te kunnen realiseren wordt aanbevolen om bestaande applicaties<br />

op de werkplek van de Wmo-medewerker bij de gemeente te implementeren.<br />

Dit bestaat bijvoorbeeld voor de CIZ-werkplek, uit het neerzetten van een CIZ-PC,<br />

bij de gemeente. Mogelijk kunnen hier applicaties en werkstations worden samengevoegd<br />

op de bestaande PC’s van gemeentemedewerkers. De gemeenten zullen in<br />

8 Bron: Referentiemodel Midoffice<br />

<strong>Startarchitectuur</strong> Wmo 13


| the way we see it<br />

overleg met de betrokken partijen moeten bepalen wat gezien de tijd de beste aanpak<br />

is.<br />

In onderstaande afbeelding wordt de oplossing en de gekozen prioriteit weergegeven<br />

hoe de communicatie er per 1 januari zou moeten verlopen:<br />

Klant<br />

CAK<br />

4<br />

1<br />

Leverancier<br />

gemeente<br />

Legenda<br />

AZR<br />

ZA<br />

CIZ AIB<br />

WVG<br />

StUF<br />

SUWI<br />

Zorgleverancier<br />

3<br />

Zorgkantoor<br />

2<br />

Indicatieorgaan<br />

Figuur 6 Toegang tot bronsystemen van partners<br />

Praktisch vertaalt zich deze fase in een aantal activiteiten:<br />

Op de werkplek van de Wmo-medewerker bij de gemeente wordt voor ieder noodzakelijk<br />

bericht een werkende applicatie geïnstalleerd. In eerste instantie gaat het<br />

om informatieuitwisseling (informatie met betrekking tot de eigen bijdrage) met het<br />

CAK (nummer 1 in Figuur 6 Toegang tot bronsystemen van partners). Vervolgens<br />

met het indicatie orgaan (nummer 2), dan met zorgkantoor en leveranciers (nummers<br />

3 en 4).<br />

Bij voorkeur worden de applicaties op de reguliere PC van de medewerker geïnstalleerd<br />

i.v.m. knip/plak functionaliteit (minimaliseren dubbel tikwerk en foutgevoeligheid).<br />

De Wmo-medewerker bij de gemeente wordt opgeleid in het gebruik van de diverse<br />

applicaties.<br />

De applicatie blijft onder technisch en functioneel beheer van de leverende instantie,<br />

zoals CAK, indicatieorgaan etc.<br />

De gemeente richt een 1 e lijns helpdesk in voor de diverse applicaties.<br />

De leverende instantie richt een 2 e lijns helpdesk in.<br />

Het financiële model (de onderlinge verrekening van het gebruik van de software,<br />

de ondersteuning, etc) is nog niet verder uitgewerkt.<br />

<strong>Startarchitectuur</strong> Wmo 14


| the way we see it<br />

4.4 Korte termijn (in de loop van 2007)<br />

Figuur 7: Technisch Midoffice 9<br />

In de loop van 2007 kan er gewerkt worden aan een gateway, ook wel “vertaalmachine”genoemd<br />

die zorgdraagt voor de communicatie tussen de diverse partijen<br />

waarbij de standaarden voor iedere partij gelijk blijven.<br />

De realisatie vraagt om een zowel organisatorische als technische aanpak. Organisatorisch<br />

gezien dient een groot aantal partijen (ketenpartners, leveranciers) te gaan<br />

samenwerking in dit project. Op technisch gebied moet er software ontwikkeld<br />

worden die rekening houdt met diverse aspecten, zoals in gebruik zijnde systemen<br />

en standaarden bij de partijen die met elkaar moeten gaan communiceren.<br />

In essentie bestaat de inrichting dan uit één Frontoffice met meerdere kanalen. Ook<br />

de Wmo-medewerker gebruikt het E-loket van de Frontoffice van de gemeente.<br />

Tussen de kanalen aan de voorkant en de sectorgerichte Backoffices is een volwaardig<br />

elektronisch Midoffice (de gateways) gepositioneerd. Dit Midoffice zorgt<br />

voor de automatische routering tussen Front- en Backoffice. De volgende onderdelen<br />

zijn binnen dit Midoffice te onderkennen:<br />

<br />

<br />

Broker: dit zorgt op automatische wijze voor de routering van gegevens tussen<br />

de front- en Backoffices. Hierbij behoort een orkestratiefunctie (BPM) waarin<br />

kan worden vastgelegd op welke wijze gegevensstromen dienen te worden gerouteerd.<br />

Gegevensmagazijn: hierin worden de voor het Frontoffice benodigde gegevens<br />

vastgelegd. Dit is nodig om 24 x 7 beschikbaarheid van de elektronische di-<br />

9 Bron: Referentiemodel Midoffice<br />

<strong>Startarchitectuur</strong> Wmo 15


| the way we see it<br />

enstverlening aan de voorkant te kunnen garanderen. Deze gegevens zijn statisch<br />

(niet veranderlijk) van aard en worden daarmee ook aangeduid als koude<br />

data.<br />

<br />

Aanvragenmagazijn: hierin wordt de orkestratie tussen de front- en verschillende<br />

Backoffices bijgehouden en de statussen van de aanvragen (of intakes)<br />

vanuit het Frontoffice worden hierin vastgelegd. Deze gegevens zijn dynamisch<br />

(veranderlijk) van aard en worden daarmee ook aangeduid als warme data.<br />

Aan de achterkant (Backoffices) kunnen in bovenstaand figuur nu ook de verschillende<br />

landelijke voorzieningen basisregistraties worden onderkend. Deze landelijke<br />

registraties worden gekoppeld aan de gemeentelijke registraties welke sectoraal zijn<br />

georganiseerd binnen de verschillende Backoffice afdelingen) en voeden daarmee<br />

het gegevensmagazijn zoals deze nu in het Midoffice is vormgegeven.<br />

De volgende volgorde cq prioriteit zal gehanteerd worden bij het ontwikkelen van<br />

de gateway:<br />

1. StUF – ZA (gateway tussen gemeente en CAK)<br />

2. StUF – AIB/AZR (gateway tussen gemeente en zorgleverancier)<br />

3. StUF – WVG (gateway in de Backoffice van een gemeente)<br />

Voor deze laatste (StUF – WVG ) dient eerst onderzocht te worden op welke wijze<br />

te migreren naar één WVG-standaard, en in hoeverre ZA hiervoor een alternatief is.<br />

In onderstaande afbeelding is weergegeven waar de gateways geprojecteerd zijn.<br />

Klant<br />

CAK<br />

Gateway<br />

1<br />

Leverancier<br />

2<br />

Gateway<br />

gemeente<br />

Legenda<br />

AZR<br />

ZA<br />

CIZ AIB<br />

WVG<br />

StUF<br />

SUWI<br />

*) zoals door WVS aangegeven<br />

Zorgleverancier<br />

Gateway<br />

Zorgkantoor<br />

Gateway<br />

Indicatieorgaan<br />

Figuur 8 Toegang tot bronsystemen van partners met behulp van gateways<br />

<strong>Startarchitectuur</strong> Wmo 16


| the way we see it<br />

De gateways worden gedefinieerd in een samenwerkingsvorm van alle betrokken<br />

ketenpartners. Het betreft zowel de functionele eisen als de technische infrastructuur.<br />

De basis voor samenwerking is gelegd door de organisaties die input hebben<br />

geleverd aan de totstandkoming van het gegevenswoordenboek (maar is hiertoe niet<br />

beperkt).<br />

In projectverband zullen dan de volgende activiteiten uitgevoerd moeten worden:<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

Ontwerp per gateway: bilaterale vertaling van bestaand bericht naar StUFbericht;<br />

Inrichten van een broker, aanvragenmagazijn (GFO-zaken of Wmo);<br />

In kaart brengen van uit te wisselen objecten en velden;<br />

Mapping van objecten en velden;<br />

Afstemming met leveranciers.<br />

De bouwstenen voor de realisatie van deze gateways zijn voor het domein van de<br />

gemeente:<br />

<br />

<br />

<br />

Het GFO-WVG, door te ontwikkelen in een GFO-<strong>WMO</strong>;<br />

Het Gegevenswoordenboek <strong>WMO</strong> om de GFO-<strong>WMO</strong> vorm te geven;<br />

De berichtenstandaard StUF 2.04 om de StUF berichten voor de <strong>WMO</strong> te definiëren.<br />

4.5 Middellange tot lange termijn (2007-2009)<br />

Op de langere termijn wordt het Midoffice steeds meer het hart van de gemeentelijke<br />

informatievoorziening. Eenvoudige producten (zoals een Uittreksel, Parkeervergunning<br />

of WOZ-taxatie, -aanslag en bezwaar) schuiven op van het Backoffice naar<br />

het Midoffice. Basis- en procesgegevens komen steeds meer centraal beschikbaar<br />

met als voordeel dat hierop een betere sturing op zowel operationeel (orkestratie)<br />

als tactisch en strategisch niveau mogelijk wordt.<br />

<strong>Startarchitectuur</strong> Wmo 17


| the way we see it<br />

Figuur 9: Midoffice in een Service Georiënteerde Architectuur 10<br />

In dit stadium kan ook verschuiving van de traditionele legacy taaksystemen naar<br />

taakdiensten als services gerealiseerd worden. Op dit moment (anno 2006) zijn er<br />

slechts enkele services op de markt verkrijgbaar die volgens dit concept kunnen<br />

werken en binnen de gemeenten toegepast kunnen worden. De gemeente zal zelf<br />

moeten afwegen op welk moment men tot vervanging van de legacysystemen overgaat.<br />

Ze zijn daarbij mede afhankelijk van de oplossingen die softwareleveranciers<br />

opleveren.<br />

10 Bron: Referentiemodel Midoffice<br />

<strong>Startarchitectuur</strong> Wmo 18


| the way we see it<br />

Technische<br />

architectuur<br />

WIE<br />

Beveiliging / privacy<br />

Beheer<br />

WAT<br />

HOE<br />

Bedrijfs<br />

Keten<br />

architectuur<br />

partners<br />

Informatie<br />

Informatie-<br />

architectuur<br />

functies<br />

ICTsystemen<br />

<strong>WMO</strong>-<br />

Dienstverlevoorzieningeningsproces<br />

Berichten<br />

Communicatie<br />

koppelvlakken<br />

Infrastr.<br />

Gegevens +<br />

Uitwisselings<br />

standaarden<br />

protocollen<br />

5 De Wmo bedrijfsarchitectuur<br />

volgens NORA<br />

Dit hoofdstuk gaat in op bedrijfsarchitectuur van de Wmo-keten. Per paragraaf zal<br />

één cel uit het negenvlaksmodel van NORA worden toegelicht.<br />

Allereerst wordt aandacht besteed aan de relevante actoren binnen de Wmo-keten.<br />

Vervolgens wordt kort uiteengezet welke producten of diensten deze actoren leveren<br />

aan de burger. In de laatste paragraaf van dit hoofdstuk wordt het Wmo-proces<br />

op hoofdlijnen toegelicht. Daarbij dient opgemerkt te worden, dat deze procesbeschrijving<br />

slechts illustratief is. De gemeenten hebben alle vrijheid om de procesgang<br />

anders in te richten.<br />

5.1 Het gemeentelijke Wmo-loket en de keten-partners<br />

Beschrijving van de organisatieonderdelen die bij de keten-dienstverlening zijn<br />

WIE<br />

WAT<br />

HOE<br />

betrokken. De samenhang (contextanalyse) tussen deze ‘actoren’ komt later als de<br />

Bedrijfs<br />

architectuur<br />

<strong>WMO</strong>voorzieningen<br />

Dienstverleningsproces<br />

koppelvlakken en uit te wisselen berichten worden beschreven.<br />

Informatie<br />

architectuur<br />

Informatiefuncties<br />

Keten<br />

partners<br />

Berichten<br />

koppelvlakken<br />

Communicatie<br />

Infrastr.<br />

Technische<br />

architectuur<br />

ICTsystemen<br />

Gegevens +<br />

standaarden<br />

Uitwisselings<br />

protocollen<br />

Figuur 10 Contextdiagram Wmo<br />

<strong>Startarchitectuur</strong> Wmo 19


| the way we see it<br />

Hieronder volgt een toelichting op de actoren en de rol die ze vervullen:<br />

Klant/Burger met ondersteuningsvraag Een geïdentificeerde inwoner van de<br />

gemeente die een aanvraag voor een voorziening indient in het kader van de Wmo.<br />

Ook de burger waar de gemeente van vast stelt dat er maatschappelijke ondersteuning<br />

wenselijk of noodzakelijk is, behoort tot de doelgroep van de Wmo.<br />

Besluitvormer is degene die het besluit neemt op basis van de ingediende aanvraag<br />

getoetst aan de in de Wmo-verordening vastgestelde criteria of het verstrekken van<br />

zorg of het verlenen van ondersteuning terecht is.<br />

Gemeente is verantwoordelijk voor de inrichting, regievoering en besluitvorming<br />

inzake de Wmo.<br />

Vrijwilliger: Een burger zich die op vrijwillige basis, zowel formeel (in georganiseerd<br />

verband) als informeel en ongeorganiseerd (kleinschalig burgerinitiatief) inzet<br />

om kwetsbare groepen te betrekken bij het maatschappelijk verkeer. Voorbeelden<br />

van vrijwillersorganisaties zijn het Nederlandse Rode Kruis en de Zonnebloem<br />

Mantelzorger: Een burger die zich op vrijwillige basis inzet vanuit een persoonlijke<br />

band om kwetsbare groepen te betrekken bij het maatschappelijk verkeer. Bijvoorbeeld<br />

Burenhulp. Mantelzorgers ontvangen ondersteuning door de steunpunten<br />

Mantelzorg. Deze steunpunten worden financieel gesteund door de CVTMsubsidieregeling<br />

waarbij CVTM staat voor Coördinatie Vrijwillige Thuiszorg en<br />

Mantelzorg.<br />

Intermediair is een vertegenwoordiger van de klant.<br />

Loket medewerkers behandelen de hulpvraag. Dit kan zowel een medewerker van<br />

binnen als buiten gemeentelijke organisatie betreffen.<br />

Indicatiemedewerker beoordeelt namens de gemeente op basis van door de gemeente<br />

aangeleverde criteria of een client in aanmerking komt voor ondersteuning.<br />

Kan door de gemeente zelf worden uitgevoerd of zijn uitbesteed aan een indicatieorgaan.<br />

Zorgleverancier is de partij die de zorg verleend. Bijvoorbeeld thuiszorgorganisaties.<br />

CIZ is het indicatie orgaan in het kader van de AWBZ. Hier kunnen ook Wmo<br />

vragen binnen komen.<br />

CAK is het aangewezen orgaan dat de hoogte van de eigen bijdrage vaststelt op<br />

basis van gegevens van de gemeente en AWBZ. Het CAK int ook de eigen bijdrage<br />

bij de cliënt.<br />

<strong>Startarchitectuur</strong> Wmo 20


| the way we see it<br />

5.2 <strong>WMO</strong>-voorzieningen<br />

WIE<br />

WAT<br />

HOE<br />

Er zijn drie hoofdgroepen van voorzieningen:<br />

Bedrijfs<br />

architectuur<br />

Keten<br />

partners<br />

Dienstverleningsproces<br />

Informatie<br />

architectuur<br />

Informatiefuncties<br />

<strong>WMO</strong>voorzieningen<br />

Berichten<br />

koppelvlakken<br />

Communicatie<br />

Infrastr.<br />

1. Informatie & advies<br />

Technische<br />

architectuur<br />

ICTsystemen<br />

Gegevens +<br />

standaarden<br />

Uitwisselings<br />

protocollen<br />

<br />

<br />

Korte vragen<br />

Folders, brochures, e.d.<br />

<br />

Doorverwijzingen<br />

2. Algemene/Collectieve voorzieningen<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

Welzijnswerk<br />

Opvang<br />

Opvoedingsondersteuning<br />

Wijk-en buurtwerk<br />

3. Individuele voorzieningen<br />

<br />

Hulp bij het huishouden<br />

Maaltijdvoorziening 11<br />

<br />

<br />

<br />

Rolstoelen<br />

Rollators<br />

Etc…<br />

De Wmo individuele voorzieningen kunnen zowel in natura als in de vorm van een<br />

PersoonsGebonden Budget (PGB) worden aangeboden. De cliënt moet kunnen kiezen.<br />

De algemene/collectieve voorzieningen hebben voorrang ten opzichte van de<br />

individuele voorzieningen, omdat de procedure om algemene voorzieningen te<br />

kunnen verstrekken veel eenvoudiger is, dan wanneer een individuele voorziening<br />

moet worden verstrekt. Het kan voorkomen dat er geen algemene voorzieningen uit<br />

voorraad leverbaar zijn, dan zal alsnog de procedure voor individuele voorzieningen<br />

moeten worden gevolgd. Het verstrekken van voorzieningen in natura en het<br />

PGB vinden volgens verschillende processen plaats.<br />

11 Maaltijdvoorziening kan de gemeenten ook als algemene/collectieve voorziening aanbieden.<br />

<strong>Startarchitectuur</strong> Wmo 21


| the way we see it<br />

N.B. De lijst met voorzieningen is niet uitputtend vast te stellen in de startarchitectuur.<br />

De gemeente bepaalt zelf welke voorzieningen zij aanbiedt en welke voorzieningen<br />

tot welk type de voorziening behoord in de lokale Wmo-verordening.<br />

5.3 Het dienstverleningsproces<br />

WIE<br />

WAT<br />

HOE<br />

In deze paragraaf worden de Wmo-bedrijfsprocessen rondom de dienstverlening<br />

toegelicht.<br />

Bedrijfs<br />

architectuur<br />

Keten<br />

partners<br />

<strong>WMO</strong>voorzieningen<br />

Onderstaande figuur toont de fasen waarin een vraag van een klant kan worden<br />

Informatie<br />

architectuur<br />

Informatiefuncties<br />

Berichten<br />

Dienstverle-<br />

Communicatie<br />

koppelvlakken<br />

ningsproces<br />

Infrastr.<br />

afgehandeld. Deze indeling geldt zowel voor de aanvraag in het kader van de Wmo<br />

als in het kader van de AWBZ. Wel is de betrokkenheid en rol van de verschillende<br />

Technische<br />

architectuur<br />

ICTsystemen<br />

Gegevens +<br />

standaarden<br />

Uitwisselings<br />

protocollen<br />

actoren bij een AWBZ anders.<br />

Deze procesgang is ter illustratie. De gemeente heeft op veel aspecten keuzevrijheid.<br />

Daarnaast is de afhandeling van de aanvraag ook afhankelijk van het type<br />

voorziening dat wordt aangevraagd.<br />

Herindicatie<br />

Door<br />

verwijzen<br />

clientondersteuning<br />

Verstrekken<br />

beschikking<br />

Aanmelden<br />

Vraag<br />

verhelderen<br />

Indiceren<br />

Toewijzen<br />

Leveren<br />

voorziening<br />

Afwikkelen<br />

Geen concrete<br />

vraag<br />

Negatief<br />

advies<br />

Diverse<br />

omstandigheden<br />

Einde<br />

duur<br />

Verstrekken<br />

Informatie en<br />

advies<br />

Einde<br />

proces<br />

Figuur 11 Procesflow Wmo op hoofdlijnen<br />

5.3.1 De primaire procesflow op hoofdlijnen<br />

Nadat een klant zich aangemeld heeft wordt vastgesteld wat de exacte behoefte is.<br />

Ingeval er slechts informatie of advies wordt verstrekt, zal het proces na het verstrekken<br />

van de informatie beëindigd zijn 12 . Na vastgesteld te hebben dat een vorm<br />

van cliëntondersteuning plaats moet vinden, kan een doorverwijzing plaatsvinden<br />

ten behoeve van vraagverheldering. Mogelijk dat de vraag betrekking heeft op een<br />

AWBZ-voorziening waarvoor de CIZ verantwoordelijk is. De aanmeldgegevens<br />

worden dan aan het CIZ doorgegeven. De klant mag hier echter geen consequenties<br />

12 Afhankelijk van de keuze voor de inrichting van de gemeentelijke processen zal registratie<br />

van dit soort vragen plaatsvinden. Management informatie over dit soort vragen kan relevant<br />

zijn voor de personeelsplanning van het loket, of voor andere sturingsdoeleinden. Daarnaast<br />

kan in het kader van het stimuleren van de maatschappelijke betrokkenheid de gemeente besluiten<br />

de aanvrager actief te volgen om na te gaan of een voorziening wenselijk is, en mensen<br />

te stimuleren om verder actie te ondernemen.<br />

<strong>Startarchitectuur</strong> Wmo 22


| the way we see it<br />

van ondervinden, ofwel de klant hoeft daarvoor niet naar een ander loket om nogmaals<br />

dezelfde gegevens te verstrekken. Afhankelijk van de gekozen inrichting kan<br />

ook direct vraagverheldering plaatsvinden aan het loket. Nadat duidelijk is geworden<br />

na de vraagverheldering welk type aanvraag is ingediend, wordt of een indicatie<br />

aangevraagd of het proces wordt beëindigd als geen toewijzing kan plaatsvinden.<br />

De indicatie vindt plaats in geval er individuele voorzieningen worden aangevraagd.<br />

De gemeente bepaalt zelf waar indicering plaatsvindt. Thans is het CIZ<br />

verantwoordelijk voor de toegang tot de AWBZ. De toelichting op de wet stelt dat<br />

een klant niet hoeft te weten of zijn aanmelding betrekking heeft op een Wmo- of<br />

AWBZ-voorziening en zich met zijn vraag zowel tot de gemeente mag wenden als<br />

tot het CIZ. Dit houdt in dat gemeenten en CIZ gaan samenwerken voor de AWBZ<br />

toewijzingen (no-wrong-door principe). Na indiceren kan een toewijzing plaatsvinden,<br />

of een negatief advies worden verstrekt. In het laatste geval zal het besluit<br />

worden medegedeeld aan de cliënt en is het proces afgelopen. Gegevens over de<br />

aanvraag blijven wel in de administratie aanwezig.<br />

Nadat wel een positieve indicatie heeft plaatsgevonden, wordt de voorziening toegewezen.<br />

De voorziening wordt uiteindelijk geleverd aan de cliënt. Periodiek kan<br />

worden getoetst of de cliënt nog aanspraak heeft op de voorziening. Administratief<br />

moet het proces nog worden afgewikkeld. Dat betekent dat de betalingen richting<br />

zorgaanbieder, het innen van de eigen bijdrage en de maandelijks afdracht van de<br />

geïnde eigen bijdragen aan de gemeente moet plaatsvinden.<br />

In het geval er een persoonsgebondenbudget is toegewezen zal de cliënt zelf verantwoordelijk<br />

zijn voor het aantrekken van voorzieningen bij de zorgaanbieders.<br />

Gemeenten kunnen daarbij een aantal zorgaanbieders voorschrijven waar de cliënt<br />

met de aanvraag naar toe kan. De cliënt legt verantwoording af aan de gemeente<br />

over de bestedingen.<br />

De procesgang zoals hiervoor is beschreven, is een toelichting in algemene zin.<br />

Afhankelijk van het aanvraagtype wordt de daadwerkelijke procesgang bepaald.<br />

Ondersteunende processen zijn niet getoond in deze flow. De gemeente is bijvoorbeeld<br />

verantwoordelijk voor het vaststellen van de parameters voor eigen bijdragen.<br />

De gemeente levert de parameters aan het CAK ten behoeve van het berekenen van<br />

de eigen bijdrage voor de voorziening. Daarnaast is het CAK verantwoordelijk voor<br />

het uitvragen van de inkomensgegevens van de betreffende cliënt bij de Belastingdienst.<br />

5.4 Procesflow afhankelijk van de gewenste Wmo-voorziening<br />

Onderstaande figuur toont de verschillende mogelijkheden van afhandelen van een<br />

aanvraag die bij de gemeente binnen komt.<br />

<strong>Startarchitectuur</strong> Wmo 23


| the way we see it<br />

Aanmelden<br />

Informatie en ad-<br />

Info Algemene/Collectieve vz Individuele vz<br />

Natura<br />

PGB<br />

5.4.1 Procesflow Informatie en advies<br />

Het kan een eenvoudige vraag zijn die direct leidt tot de volgende stap; een folder<br />

o.i.d. , een doorverwijzing naar cliëntondersteuning.<br />

Door<br />

verwijzen<br />

clientondersteuning<br />

Aanmelden<br />

Verstrekken<br />

Informatie en<br />

advies<br />

Einde<br />

proces<br />

Figuur 12 Procesflow informatie en advies<br />

Aanmelden<br />

Een cliënt kan zich op verschillende wijzen bij de gemeenten melden met zijn<br />

vraag. Hij kan dat zelf doen of via een ‘tussenpersoon’, dat kan een familielid, een<br />

buur of een hulpverlener zijn. De vraag kan via verschillende kanalen bij de gemeente<br />

binnen komen; in een persoonlijk contact bij de balie maar ook via de telefoon,<br />

per brief of via het internet. De vraag kan ook via het CIZ binnen komen.<br />

Via internet kan door middel van het gebruik van een standaard “intake”formulier<br />

of e-formulier informatie worden aangevraagd. Nu kan al via internet een voorziening<br />

worden aangevraagd bij het CIZ. De klant verstrekt relevante gegevens, daarbij<br />

wordt eventueel ook de mogelijkheid geboden om aan te geven via welk kanaal<br />

de cliënt informatie wenst te ontvangen (telefoon, email, papier). In dit proces is bij<br />

het aanmelden niet direct een GBA-check noodzakelijk. De gemeente kan echter<br />

besluiten ook voor dit type voorziening alsnog een check te verrichten.<br />

Verstrekken informatie en advies<br />

<strong>Startarchitectuur</strong> Wmo 24


| the way we see it<br />

Nadat de aanmelding is ontvangen wordt in eerste instantie door de behandelend<br />

persoon beoordeeld of volstaan kan worden met verstrekken van informatie of een<br />

advies. Door folders of relevante formulieren te verstrekken. De behandelend persoon<br />

kan afhankelijk van het lokaalbeleid een aantal gegevens registreren om de<br />

loketbelasting te kunnen analyseren.<br />

In een later stadium kan de mogelijkheid geboden worden om via internet via een<br />

vraagboom de aanvrager naar de juiste informatie te geleiden via een internet oplossing.<br />

Om bij informatie en advies de ‘weg te kunnen wijzen’ moet de gemeente<br />

zelf een overzicht hebben van de lokale situatie op het terrein van wonen, zorg en<br />

welzijn.<br />

Deze informatie ligt vast in:<br />

<br />

<br />

<br />

een sociale kaart (De sociale kaart gaat over alle organisaties die lokaal of landelijk<br />

‘iets’ doen op het terrein van wonen, zorg en welzijn. Het is niet beperkt<br />

tot de organisaties waarmee de gemeente in het kader van de Wmo een inkoopcontract<br />

heeft gesloten)<br />

een catalogus van (algemene, individuele en collectieve) voorzieningen<br />

de criteria voor het verkrijgen van individuele voorzieningen.<br />

Het kan noodzakelijk zijn om de vraag in beperkte mate te verhelderen om een adequaat<br />

advies te verstrekken. Dit kan aan het loket plaatsvinden, maar ook door ondersteuning<br />

van een formulier.<br />

Doorverwijzen<br />

Indien blijkt dat de klant een onduidelijke vraag stelt, zal cliëntondersteuning wenselijk<br />

zijn. In dat geval dient de klant doorverwezen te worden. De behandelende<br />

persoon kan echter indien deze daarvoor gekwalificeerd is, zelf de cliënt ondersteunen.<br />

Dit is afhankelijk van de gekozen oplossing in de gemeente en de “diepte van<br />

het loket” (zie hoofdstuk 4)<br />

Afhankelijk van het beleid van de gemeente kan het proces hier ook ten einde lopen,<br />

er vanuit gaande dat de cliënt zelf stappen onderneemt om bij de juiste instantie<br />

terecht te komen om de doorverwijzing op te volgen. In dat geval zal formeel<br />

een aanmelding plaatsvinden.<br />

5.4.2 Procesflow Algemene/collectieve voorzieningen<br />

Algemene voorzieningen zijn laagdrempelige voorzieningen die aan alle burgers<br />

worden aangeboden, al dan niet met een lichte toegangsbeoordeling. Conform de<br />

<strong>Startarchitectuur</strong> Wmo 25


| the way we see it<br />

behandeling van de Wmo in de Eerste Kamer gaat het uitsluitend om voorzieningen<br />

die incidenteel en kortdurend worden aangeboden.<br />

Denk bijvoorbeeld aan mensen die zo nu en dan een rolstoel nodig hebben uit een<br />

rolstoelpool.<br />

De burger voor wie het gebruik van algemene/collectieve voorzieningen een adequate<br />

compensatie biedt voor zijn beperkingen, komt niet in aanmerking voor individuele<br />

voorzieningen. Voor algemene voorzieningen geldt geen verplichting tot<br />

het aanbieden van een persoonsgebonden budget.<br />

geldigheidstoets<br />

Aanmelden<br />

Vraag<br />

verhelderen<br />

Indiceren<br />

Toewijzen<br />

‘Warme’<br />

overdracht<br />

Leveren<br />

voorziening<br />

Afwikkelen<br />

Individuele voorziening /<br />

Geen concrete vraag<br />

Diverse<br />

omstandigheden<br />

Einde<br />

duur<br />

Einde<br />

proces<br />

Figuur 13 Procesflow Algemene/collectieve voorzieningen<br />

Een aanvraag is ontvangen. Na de vraagverheldering is geconstateerd dat de benodigde<br />

algemene/collectieve voorziening beschikbaar is, dan zal de voorziening worden<br />

toegewezen. Daarbij heeft een lichte vorm van indicering plaatsgevonden. Vervolgens<br />

zal de voorziening worden geleverd en administratief vindt afwikkeling<br />

plaats. Indien blijkt dat de voorziening niet beschikbaar is, en daarmee onder de<br />

individuele voorzieningen valt wordt dit proces beëindigd. Daarmee beeindigt niet<br />

de dienstverlening naar de cliënt, maar wordt een ander proces gestart, namelijk<br />

zoals beschreven in de desbetreffende paragrafen.<br />

In de volgende paragrafen worden de verschillende stappen op hoofdlijnen uitgewerkt.<br />

Aanmelden<br />

Aanmelden betreft het registreren van de vraag en de controle of de klant een inwoner<br />

is van de gemeente (GBA check). De start van het proces kent de volgende varianten:<br />

klant vult aan het loket een formulier in (fysiek en digitaal dmv een e-<br />

formulier);<br />

<br />

<br />

klant vult via een mantelzorger een formulier in;<br />

klant wordt via een tussenpersoon aangemeld, zoals:<br />

− via een eerdere doorverwijzing<br />

<strong>Startarchitectuur</strong> Wmo 26


| the way we see it<br />

− via een ziekenhuis;<br />

− via een liaison verpleegkundige;<br />

− via een (zorg)aanbieder;<br />

− via het indicatieorgaan.<br />

Het e-formulier Wmo kan voor het aanmelden gebruikt worden door alle ketenpartners.<br />

Afhankelijk van de keuze van de gemeente kan een klant (of degenen die hem<br />

of haar vertegenwoordigden) zich aanmelden bij de gemeente of ook bij een intermediaire<br />

partij, zoals een zorgaanbieder. Zo komen bij de AWBZ 80% van de aanmeldingen<br />

via een zorgaanbieder of een liaison verpleegkundige. Als de gemeente<br />

kiest voor een brede toegang het loket, via meerdere kanalen, moet de gemeente<br />

afspraken maken over de uitwisseling van gegevens om de klanten te kunnen registreren<br />

die een beroep willen doen op de Wmo-voorzieningen. De gemeente is verantwoordelijk<br />

voor de uitwisseling van aanmeldgegevens.<br />

De loketmedewerker zal in eerste instantie de formulieren in de noodzakelijke administraties<br />

verwerken. Indien door middel van een e-formulier informatie wordt<br />

aangeleverd door de cliënt wordt aangenomen dat de identificatie van de cliënt succesvol<br />

is verlopen en dat de verwerking van de formulieren naar de relevante registraties<br />

plaatsvindt zonder tussenkomst van een medewerker. Ook de baliemedewerker<br />

kan gebruik maken van een e-formulier om de benodigde gegevens te administreren.<br />

Het ingevulde e-formulier wordt altijd naar de regie-organisatie van de<br />

gemeente verstuurd.<br />

Vraagverhelderen<br />

Voor algemene voorzieningen is geen diepgaande vraagverheldering noodzakelijk.<br />

Wel kan op basis van een lichte vraagverdieping getoetst worden of de voorziening<br />

terecht kan worden verstrekt. Het resultaat van deze stap leidt tot een negatief advies,<br />

of een toewijzing. De cliënt wordt geïnformeerd over de uitkomst. De vraagverdieping<br />

is afhankelijk van de gemeentelijke Wmo-verordening en niet verplicht<br />

gesteld in de Wmo. Indien een positief advies plaatsvindt, zal in de toewijzing administratief<br />

de overdracht van de aanvraag worden afgehandeld en worden de aanmeldgegevens<br />

overgedragen aan de aanbieder van de collectieve voorziening. In<br />

deze gevallen kan een ‘warme’ overdracht naar de aanbieder van de collectieve<br />

voorziening plaatsvinden. Dat wil zeggen dat de aanbieder op de hoogte gebracht<br />

wordt van alle ter zaken doende informatie die in deze fase over de cliënt bekend is.<br />

Ten behoeve van de vraagverheldering is wel een aantal hulpmiddelen aan het loket<br />

noodzakelijk;<br />

<strong>Startarchitectuur</strong> Wmo 27


| the way we see it<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

Productencatalogus: een catalogus waarin alle aanwezige algemene voorzieningen<br />

zijn opgenomen.<br />

Sociale kaart: een overzicht van algemene voorzieningen in de regio<br />

Faciliteiten om aanmeldgegevens door te zenden naar het CIZ.<br />

Klantdossier: een verzameling gegevens waarin relevante gegevens van de<br />

klant zijn opgenomen;<br />

Faciliteiten ter ondersteuning van de vraagverheldering (vragenboom)<br />

Faciliteiten om gegevens door te sturen naar de leverancier van algemene/collectieve<br />

voorzieningen ten behoeve van de “warme overdracht”.<br />

Informatie over de huidige voorzieningen waar een cliënt eventueel reeds gebruik<br />

van maakt;<br />

Informatie over beschikbaarheid, capaciteit van de huidige algemene/collectieve<br />

voorzieningen (evt aanwezigheid van wachtlijsten)<br />

De bron voor verstrekte AWBZ-zorg is het zorgkantoor, de gemeente zal inzicht<br />

moeten krijgen in deze gegevens. Het CAK beschikt eveneens over informatie over<br />

verstrekte zorg. Alleen deze voorzieningen zijn niet compleet omdat dit voorzieningen<br />

betreffen waarvoor eigen bijdragen gelden.<br />

Indiceren (lichte vorm van)<br />

De gemeente bepaalt aan de hand van toegangscriteria of de cliënt in aanmerking<br />

komt voor de algemene/collectieve voorziening. Daarbij wordt geen formeel indicatieproces<br />

uitgevoerd. Wel vindt er toetsing plaats. De gemeentelijke Wmoverordening<br />

zal daar leidraad voor zijn<br />

Toewijzen<br />

De cliënt heeft recht op algemene voorzieningen. Daarvoor zal de gemeente administratief<br />

gegevens verwerken, waarin een termijn wordt overeengekomen dat de<br />

algemene/collectieve voorziening wordt toegewezen.<br />

Leveren algemene/collectieve voorziening<br />

De algemene/collectieve voorziening waarvoor de cliënt in aanmerking komt wordt<br />

geleverd. Nadat de levering daadwerkelijk heeft plaatsgevonden, zal de<br />

(zorg)aanbieder daarvan melding maken bij de gemeente. De gemeente zal deze<br />

melding administratief verwerken.<br />

<strong>Startarchitectuur</strong> Wmo 28


| the way we see it<br />

Afwikkelen<br />

De (zorg)aanbieder voor algemene/collectieve voorzieningen wordt ontvangt daar<br />

waar nodig een vergoeding voor de geleverde voorziening. Voor algemene/collectieve<br />

voorzieningen wordt geen eigen bijdrage gevraagd aan de cliënt,<br />

maar wordt door de gemeente gefinancierd. De (zorg)aanbieder zal daarvoor de<br />

kosten in rekening brengen bij de gemeenten.<br />

5.4.3 Procesflow Individuele voorziening (in natura)<br />

Herindicatie<br />

Verstrekken<br />

beschikking<br />

Betalen<br />

zorgaanbieder<br />

Aanbeveling<br />

individuele<br />

Voorziening<br />

Aanmelden<br />

Vraag<br />

verhelderen<br />

Indiceren<br />

Toewijzen<br />

Leveren<br />

voorziening<br />

Afwikkelen<br />

Negatief<br />

advies<br />

Diverse<br />

omstandigheden<br />

Einde<br />

duur<br />

Einde<br />

proces<br />

Figuur 14 Procesflow individuele voorziening<br />

Aanmelden<br />

Aanmelden betreft het registreren van de vraag en de controle of de klant een inwoner<br />

is van de gemeente. (GBA check) Het kan voorkomen dat een cliënt een aanvraag<br />

indient voor een algemene voorziening die niet voorhanden is. Op dat moment<br />

kan de aanvraag behandeld worden als een aanvraag voor individuele voorziening.<br />

De aanmelding zal verder op dezelfde wijze plaatsvinden zoals beschreven<br />

in de processtap voor algemene voorzieningen.<br />

Vraagverhelderen<br />

Voor individuele voorzieningen is diepgaande vraagverheldering wenselijk. Aan de<br />

hand van uitgebreide vragenbomen of beslisbomen kan de cliënt eventueel met clientondersteuning<br />

vaststellen welke individuele voorziening het beste aansluit bij de<br />

behoefte. Voor de vraagverheldering is actuele informatie over de leef, woon,<br />

werkomstandigheden van de cliënt noodzakelijk. Daarvoor zijn de verschillende<br />

informatiebronnen noodzakelijk, zoals beschreven is bij de vraagverheldering van<br />

de collectieve voorzieningen.<br />

Indiceren<br />

<strong>Startarchitectuur</strong> Wmo 29


| the way we see it<br />

De gemeente dient een indicatie uit te (laten) voeren. Aan de hand van in een (lokaal)<br />

Besluit maatschappelijke ondersteuning vastgelegde criteria wordt bepaald of<br />

de cliënt recht heeft op een voorziening.<br />

Bij eenvoudige voorzieningen kunnen eenvoudige en eenduidige criteria - bijvoorbeeld<br />

leeftijd - gelden, waarmee direct bij de aanvraag een indicatiebesluit te nemen<br />

is. In de AWBZ bestaan hiervoor de standaard indicatie protocollen, SIP. In andere<br />

gevallen is het werk voor een specialist. In acute situaties kan het indicatiebesluit<br />

ook achteraf worden genomen.<br />

Voor indicering van Wmo-aanvragen kan de gemeente kiezen uit diverse alternatieven:<br />

<br />

<br />

alle aanvragen door een indicatieorgaan laten behandelen;<br />

specifieke vragen door een indicatieorgaan laten behandelen, de rest zelf doen<br />

alle aanvragen door de gemeente zelf indiceren.<br />

De gemeentelijke Wmo-verordening zal daar leidraad voor zijn. Als het resultaat<br />

een negatief advies is, is het proces afgerond. Bij een positief advies zal het CIZ of<br />

de gemeente over gaan tot de volgende processtap Toewijzen.<br />

Toewijzen en beschikken<br />

De cliënt komt in aanmerking voor individuele voorzieningen. Daarvoor zal de gemeente<br />

administratief gegevens verwerken en een formele beschikking verstrekken<br />

aan de cliënt.<br />

De cliënt heeft de keuzemogelijkheid om te kiezen voor het aantrekken een van<br />

voorziening in natura, waarbij de gemeente de communicatie met (zorg)aanbieder<br />

verzorgt, of voor een Persoonsgebondenbudget. Ook in die gevallen dat de gemeente<br />

niet zelf de indicatie doet is het de gemeente die de beschikking maakt.<br />

Leveren individuele voorziening in natura<br />

De individuele voorziening waarvoor de cliënt in aanmerking komt is bij de<br />

zorgaanbieder bekend en zal worden geleverd. Nadat de levering daadwerkelijk<br />

heeft plaatsgevonden, zal de zorgaanbieder daarvan melding maken bij de gemeente<br />

(melding aanvang zorg) . Daarmee is bekend welke voorziening vanaf welk moment<br />

geleverd wordt. Periodiek zal hierover gerapporteerd worden. De bestedingen<br />

zullen ook gemeld worden aan het CAK.<br />

Betalen zorgaanbieder<br />

De gemeente is verantwoordelijk voor de betaling van de geleverde zorg. Op basis<br />

van de gegevens van de (zorg)aanbieder wordt de vergoeding verstrekt.<br />

<strong>Startarchitectuur</strong> Wmo 30


| the way we see it<br />

Afwikkelen<br />

De (zorg)aanbieder voor individuele voorzieningen maakt melding van geleverde<br />

voorzieningen ook aan het CAK. In de lokale Wmo-verordening is vastgelegd voor<br />

welke voorzieningen eigen bijdragen worden berekend. Het afwikkelen van de verstrekking<br />

van individuele voorzieningen ziet er als volgt uit.<br />

Innen eigen bijdrage<br />

In verband met de berekening en inning eigen bijdrage moet het CAK worden geïnformeerd<br />

over omvang van de geleverde voorzieningen waarvoor een eigen bijdrage<br />

geldt. Deze voorzieningen kunnen zowel door een zorgaanbieder als door de<br />

gemeente zelf worden geleverd.<br />

Als de gemeente een eigen bijdrage hanteert voor het PGB dan wordt de hoogte van<br />

de inhouding zowel bij de tijdelijke als bij de definitieve beschikking door gegeven<br />

aan het CAK.<br />

Het CAK-BZ is verantwoordelijk voor de uitvoering van de eigen bijdrage Wmo,<br />

daarom hebben zij van iedere gemeente jaarlijks een aantal gegevens nodig. Deze<br />

zijn:<br />

Startpunt inkomensafhankelijke bijdrage, hiermee kunt u de inkomensgrens bepalen<br />

vanaf welk moment de inkomensafhankelijke bijdrage wordt berekend;<br />

Minimale eigen bijdrage, de ondergrens van de bijdrage die elke gebruiker van zorg<br />

in het kader van de Wmo minimaal dient te betalen;<br />

Marginaal tarief, dit is het percentage van het inkomen dat bij de eigen bijdrage<br />

wordt opgeteld;<br />

Uurtarief HVZ, het uurtarief dat u als gemeente wenst door te berekenen. Deze mag<br />

nimmer hoger zijn dan de werkelijk gemaakte kosten. Hierbij wordt onderscheid<br />

gemaakt tussen het uurtarief HVZ en voor alfahulp;<br />

Datum ingang parameters, de datum dat de parameters voor uw gemeente in moeten<br />

gaan (houdt hierbij rekening met perioden van 4 weken);<br />

Afdracht eigen bijdrage<br />

Het CAK stuurt periodiek een overzicht van de door haar geregistreerde voorzieningen<br />

en geïnde eigen bijdragen. En stort maandelijks de geïnde eigen bijdrage op<br />

een rekening van de gemeente. De gemeente moet dit rekening nummer aan het<br />

CAK doorgeven, dat kan gelijk met de (eerste) aanlevering van de parameters.<br />

CAK informeert de gemeenten half oktober 2006 uitgebreid over de gang van zaken<br />

rond de inning eigen bijdrage.<br />

<strong>Startarchitectuur</strong> Wmo 31


| the way we see it<br />

Persoons Gebonden Budget (PGB) bij Individuele voorziening<br />

Voor het toekennen van een PGB moet de gemeente de volgende stappen zetten;<br />

Op basis van de indicatie wordt vastgesteld op welke voorziening de cliënt recht<br />

heeft.<br />

Voor het verstrekken van adequate voorzieningen die voldoen aan het wettelijke<br />

Compensatiebeginsel, is het nodig om de hoogte van de PGB tarieven vast te stellen<br />

op basis van de tegenwaarde van goedkoopst adequate voorziening.<br />

Conform artikel 15 Wmo mogen gemeenten een eigen bijdrage vragen aan burgers<br />

van achttien jaar en ouder, die individuele voorzieningen van de gemeente ontvangen.<br />

Als de burger kiest voor een persoonsgebonden budget, kan die eigen bijdrage<br />

worden doorgevoerd in de vorm van een korting op het bruto PGB (op basis van de<br />

indicatie) tot een netto PGB (het bruto pgb verminderd met de eigen bijdrage). De<br />

inkomenstoetsing voor het bepalen van de hoogte van de inhouding vindt plaats in<br />

samenwerking met het CAK<br />

De gemeente kan aan de budgethouder de verplichting opleggen om een zorgvuldige<br />

administratie bij te houden over de bestedingen uit het PGB. Bij langdurige verstrekkingen,<br />

zoals hulp bij het huishouden, zal die administratie gebaseerd moeten<br />

zijn op schriftelijke overeenkomsten. Bij eenmalige verstrekkingen is het niet nodig<br />

om te vragen om schriftelijke overeenkomsten en kan volstaan worden met het<br />

overleggen van facturen van leveranciers binnen een vooraf vastgestelde termijn.<br />

Die facturen zullen aan alle wettelijke eisen moeten voldoen, zodat de leveranciers<br />

ook voor de belastingdienst te achterhalen zijn.<br />

Herindicatie<br />

Vaststellen<br />

PGB<br />

Aanbeveling<br />

individuele<br />

Voorziening<br />

Aanmelden<br />

Vraag<br />

verhelderen<br />

Indiceren<br />

Toewijzen<br />

Leveren<br />

voorziening<br />

Betalen<br />

zorgaanbieder<br />

Negatief<br />

advies<br />

Diverse<br />

omstandigheden<br />

Einde<br />

duur<br />

Einde<br />

proces<br />

De verticale lijn geeft de scheiding van betrokkenheid aan. De PGB-houder zal zelf<br />

verantwoordelijk zijn voor het inkopen van de gewenste zorg/voorziening, en legt<br />

daar verantwoording over af naar de gemeente. Periodiek zal worden getoetst door<br />

de gemeente of het PGB nog terecht is.<br />

<strong>Startarchitectuur</strong> Wmo 32


| the way we see it<br />

Verantwoording/ besturing<br />

De gemeente heeft voor verschillende doeleinden informatie nodig. Informatie om<br />

zelf te kunnen beoordelen hoe het met de uitvoering van de Wmo staat (managementinformatie),<br />

om zich te kunnen verantwoorden naar haar burgers (verantwoordingsinformatie)<br />

en om te voldoen aan haar wettelijke informatieplicht (prestatiegegevens)<br />

richting het Rijk zoals opgenomen in artikel 9.<br />

Verdere uitwerking hiervan is te vinden de documenten “Verantwoordings- en controle<br />

instrumenten Wmo” en “Financieel model” .<br />

5.5 Relatie met EGEM-referentiemodel Midoffice<br />

In de procesarchitectuur EGEM wordt het dienstverleningsproces uitgebreid uitgewerkt.<br />

In het verlengde van de voorgaande paragrafen is een relatie aan te brengen<br />

tussen de procesgang in de Wmo-keten en de procesarchitectuur van het EGEMmidoffice.<br />

EGEM is een ideale architectuur. Kortom, op dit moment zijn de processen<br />

anders ingericht dan in het referentiemodel EGEM midoffice is beschreven. De<br />

relatie met de Wmo, zoals in deze paragraaf beschreven, sluit daar op aan. Per 1<br />

januari 2007 zal deze op procesniveau wellicht gehaald kunnen worden, maar de<br />

ICT-ondersteuning zal nog niet voldoende zijn om volledig conform dit dienstverleningsconcept<br />

te kunnen gaan werken.<br />

Zorgaanbieder CAK CIZ ?<br />

Leveren<br />

voorziening<br />

Innen<br />

Eigen bijdrage<br />

Afwikkelen<br />

Indiceren<br />

Cliëntondersteuning<br />

0. Gemeentelijke dienstverlening ten behoeve van <strong>WMO</strong> Keten<br />

partner<br />

Procesmanagement<br />

Dienstverlening<br />

Levering<br />

en<br />

Ontwikkeling<br />

Informatie 3 &<br />

advies<br />

Onderzoek<br />

Besluiten<br />

Klant<br />

1<br />

Aanmelden<br />

2 Vraagverhelderen<br />

Aanvraag<br />

4Registreren<br />

Behandelen 6<br />

Aanvraag<br />

Opdracht<br />

5<br />

Beheren<br />

Aanvraag<br />

Levering<br />

Beleids<br />

ontwikkeling<br />

Gegevensverzamelingen<br />

Basis<br />

registraties<br />

Kern<br />

registraties<br />

Klant<br />

dossier<br />

Aanvragen<br />

dossier<br />

Product Voorzieningen Openbare<br />

catalogus catalogus informatie<br />

Figuur 15 Wmo in relatie tot EGEM procesarchitectuur<br />

In bovenstaande afbeelding is, zonder volledig te willen zijn, een relatie getoond<br />

tussen het dienstverleningsproces dat binnen de gemeente plaatsvindt en de proces-<br />

<strong>Startarchitectuur</strong> Wmo 33


| the way we see it<br />

sen die bij derden plaatsvinden. Afhankelijk van de inrichtingskeuzes die de gemeente<br />

maken, zal het plaatje er anders uit zien, vandaar dat dit slechts ter illustratie<br />

is opgenomen.<br />

Op de afbeelding is bijvoorbeeld niet ingevuld welke partij verantwoordelijk wordt<br />

voor de uitvoering van de cliëntondersteuning. Bij cliëntenondersteuning is meer<br />

informatie nodig over de persoonlijke situatie van de klant om kunnen bepalen welke<br />

voorzieningen adequaat zullen zijn.<br />

<strong>Startarchitectuur</strong> Wmo 34


| the way we see it<br />

WIE<br />

Beveiliging / privacy<br />

Beheer<br />

WAT<br />

HOE<br />

6 De Wmo informatie architectuur<br />

volgens NORA<br />

Bedrijfs<br />

architectuur<br />

Keten<br />

partners<br />

ICTsystemen<br />

<strong>WMO</strong>-<br />

Dienstverlevoorzieningeningsproces<br />

Technische<br />

architectuur<br />

Informatie<br />

Informatie-<br />

architectuur<br />

functies<br />

Berichten<br />

Communicatie<br />

koppelvlakken<br />

Infrastr.<br />

Gegevens +<br />

Uitwisselings<br />

standaarden<br />

protocollen<br />

In dit hoofdstuk worden de aspecten rondom de Wmo-informatie-architectuur beschreven.<br />

Daarbij wordt gesproken over de informatiehuishouding. Dit betreft alle<br />

informatie die in de Wmo-keten moet worden uitgewisseld.<br />

6.1 Informatiefuncties in het <strong>WMO</strong>-loket<br />

Informatiefuncties zijn voorzieningen die nodig zijn om informatie te verstrekken,<br />

WIE<br />

WAT<br />

HOE<br />

beheren of te registreren. Dit kan zowel handmatige als geautomatiseerde functies<br />

Bedrijfs<br />

architectuur<br />

Keten<br />

partners<br />

<strong>WMO</strong>voorzieningen<br />

Dienstverleningsproces<br />

betreffen. In onderstaande afbeelding worden de belangrijkste informatiefuncties<br />

met elkaar in verband gebracht.<br />

Informatie<br />

architectuur<br />

Informatiefuncties<br />

Berichten<br />

koppelvlakken<br />

Communicatie<br />

Infrastr.<br />

Technische<br />

architectuur<br />

ICTsystemen<br />

Gegevens +<br />

standaarden<br />

Uitwisselings<br />

protocollen<br />

De burger, een vertegenwoordiger of mantelzorger, meldt zich bij het loket om<br />

maatschappelijke ondersteuning aan te vragen. Dit kan plaatsvinden op verschillende<br />

manieren:<br />

1. Via het digitale loket: De burger of diens vertegenwoordiger meldt zich<br />

via internet aan bij het loket. Via het internetportal kan de aanvrager in-<br />

<strong>Startarchitectuur</strong> Wmo 35


| the way we see it<br />

formatie en advies aanvragen. Afhankelijk van het type aanvraag kan zonder<br />

tussenkomst van een medewerker informatie worden verstrekt.<br />

2. De burger of diens vertegenwoordiger meldt zich bij het fysieke loket. Een<br />

verantwoordelijke loketmedewerker beantwoordt de vraag van de aanvrager,<br />

of zorgt voor een passende doorverwijzing;<br />

3. Via loket voor clientondersteuning: De aanvrager heeft een complexe<br />

vraag of wil een individuele voorziening aanvragen. De loketmedewerker<br />

ondersteunt de aanvrager bij het formuleren van de aanvraag en begeleid<br />

deze naar de zorgaanbieder.<br />

4. Via een aanbieder van maatschappelijke ondersteuning: De dienstverlening<br />

gaat buiten de gemeentelijke organisatie om, als de aanvrager zich<br />

rechtstreeks wendt tot de zorgverlener (Wmo-aanbieder).<br />

Onafhankelijk van het gekozen kanaal moet de aanvrager er op kunnen vertrouwen<br />

dat dezelfde informatie, adviezen en voorzieningen geleverd worden. Daarbij is een<br />

aantal informatiefuncties noodzakelijk. Enerzijds om informatie te verstrekken en<br />

de juiste afwegingen te kunnen maken, anderzijds om gegevens vast te leggen, zodat<br />

de aanvrager slechts één maal de gegevens hoeft te verstrekken. In onderstaande<br />

tabel zijn de informatiefuncties nader toegelicht.<br />

6.2 Noodzakelijke informatiefuncties (onafhankelijk van de<br />

vorm)<br />

Om per 1 januari as. de Wmo uit te kunnen voeren moeten er een aantal noodzakelijke<br />

en gewenste informatiefuncties ingericht worden. De volgende activiteiten<br />

moeten in ieder geval per 1 januari in werking treden:<br />

<br />

<br />

<br />

Eigen bijdrage<br />

Overdracht Huishoudelijke hulp<br />

Indicatiestelling AWBZ<br />

Om in ieder geval deze activiteiten te kunnen uitvoeren en waarborgen moeten de<br />

volgende informatiefuncties/voorzieningen gerealiseerd worden.<br />

Sociale kaart<br />

Dit is een gebruiksvriendelijke catalogus op het gebied van zorg, welzijn, wonen,<br />

sociale activering, inkomen, opleiding en reïntegratie. DiSK biedt een actueel overzicht<br />

van producten, activiteiten en organisaties in een gemeente, regio en/of provincie.<br />

<strong>Startarchitectuur</strong> Wmo 36


| the way we see it<br />

DiSK richt zich op burgers en professionals.<br />

Gemeenten en organisaties kunnen een abonnement nemen op DiSK.<br />

De standaard werkvelden in DiSK zijn afgestemd op de Wet werk en bijstand<br />

(Wwb) en Wmo. 13 De Digital sociale kaart is per 1 januari 2006 beschikbaar.Catalogus<br />

van voorzieningen<br />

Het is mogelijk om een (digitale) catalogus van voorzieningen ter beschikking te<br />

stellen, zodat mensen en dienstverleners kunnen kiezen welke voorziening passend<br />

zou kunnen zijn.<br />

Criteria, wet- en regelgeving<br />

Om vast te stellen of een aanvraag enig nut heeft, kan men door middel van het ter<br />

beschikking stellen en verzamelen van relevante informatie over wet- en regelgeving<br />

inzake de Wmo en de beoordelingscriteria.<br />

Per 1 januari as. moet de gemeente in staat zijn, elektronisch of niet, vasts te stellen<br />

of de aanvraag nut heeft en voldoet aan de wet en regelgeving zoals deze zijn vastgelegd<br />

in de Wmo.<br />

Vraagverheldering<br />

Aan de hand van het verzamelen en vastleggen van gegevens over de klant. Met<br />

behulp van een vragenboom kan worden bepaald welke vervolgstappen noodzakelijk<br />

of gewenst zijn. De klant hoeft op deze wijze maar één maal gegevens te verstrekken.<br />

Per 1 januari moet de gemeente in staat zijn elektronisch of niet gegevens<br />

over de klant vast te leggen.<br />

Indicatiestelling<br />

Het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) voert thans de indicatiestelling voor de<br />

AWBZ-zorg uit in heel het land. Het CIZ zorgt daarbij dat de indicatiestellers allemaal<br />

een zelfde methode hanteren. Een tweede doel van het CIZ is het terugbrengen<br />

van onnodige bureaucratie: wat snel kan, móet ook snel geïndiceerd kunnen<br />

worden. Per 1 januari zal gegevensuitwisseling met het CIZ (of andere indicatiesteller)<br />

noodzakelijk zijn. Afhankelijk van de reeds aanwezige voorzieningen bij de<br />

gemeente zal dit elektronisch of in fysieke vorm plaats vinden. De aanbeveling is<br />

om elektronische informatieuitwisseling mogelijk te maken.<br />

WVG-indicatie<br />

Gemeenten kunnen er voor kiezen om de WVG-advisering zelf uit te voeren of uit<br />

13 www.digitale-sociale-kaart.nl voor nadere informatie<br />

<strong>Startarchitectuur</strong> Wmo 37


| the way we see it<br />

te besteden aan het CIZ. Kiest de gemeente voor het laatste optie, dan moet ze het<br />

CIZ daarvoor betalen.<br />

Per 1 januari as moet de gemeente elektronisch of niet, met of zonder inhuren van<br />

het CIZ, in staat zijn een WVG advies uit te brengen ten behoeve van de aanvrager.<br />

Met ingang van 1 januari 2007 wordt de AWBZ-functie Huishoudelijke Verzorging<br />

overgeheveld naar de Wmo. De gemeente mag zelf bepalen of ze wel of geen indicatiestelling<br />

invoert voor voorzieningen uit de Wmo.<br />

Klantdossier<br />

Hiermee worden de gegevens van de klant verzameld om op elk moment toegang te<br />

krijgen tot de klantgegevens. Hiermee ontstaat een integraal beeld van de klant.<br />

Per 1 januari moet de gemeente een klantdossier aanleggen. Aanbevolen wordt om<br />

dit elektronisch te doen.<br />

Koppelingen<br />

Koppeling CIZ<br />

Ten behoeve van het vaststellen van bestaande indicaties en nieuwe indicaties is<br />

gegevensuitwisseling met het CIZ noodzakelijk. In het kader van de AWBZ hebben<br />

mensen reeds een indicatie.<br />

Per 1 januari as. is het noodzakelijk te zoeken naar een pragmatische oplossing indien<br />

mogelijk elektronisch, waarbij het mogelijk is bestaande indicaties en nieuw<br />

indicaties uit te wisselen met het CIZ. In hoofdstuk 3 worden de mogelijke oplossingen<br />

besproken.<br />

Koppeling CAK<br />

Het CAK is ondermeer verantwoordelijk voor de inning van de eigen bijdragen, het<br />

storten van deze eigen bijdragen in de gemeentekas. De gegevens over verantwoording<br />

van bestedingen zullen aan de gemeente moeten worden verstrekt, via deze<br />

koppeling. Per 1 januari as. moet de gemeente kunnen communiceren met het CAK<br />

elektronisch of niet zodat het CAK eigen bijdrage kan innen en verwerken<br />

Koppeling GBA<br />

Het GBA is van toepassing voor de identificatie van de klant, of diens representant,<br />

op basis van het BSN, of in de digitale wereled met behulp van DigiD. Deze koppeling<br />

is noodzakelijk om authenticiteit en identificatie in met name berichtverkeer te<br />

ondersteunen.<br />

<strong>Startarchitectuur</strong> Wmo 38


| the way we see it<br />

Per 1 januari 2007 moet de gemeente, elektronisch of niet, met behulp van het<br />

GBA, de identiteit van de klant kunnen vaststellen.<br />

Koppeling zorgaanbieders<br />

De zorgaanbieder verstrekt informatie over de geleverde voorziening.<br />

Per 1 januari 2007 moet de gemeente (elektronisch of niet) communiceren met de<br />

zorgaanbieders om te controleren of en welke voorziening er geleverd is door welke<br />

zorginstelling<br />

Beveiliging, toegangsbeheer, autorisatie<br />

Om toegang te geven tot de verschillende gegevens over de klant, of om de klant te<br />

identificeren, vindt een toegang op basis van autorisatie plaats. De gebruiker is bekend<br />

in het systeem, de gebruikershandelingen zijn te traceren.<br />

Per 1 januari as. moet de gemeente elektronisch of niet, in staat zijn de klant te<br />

identificeren en de de privacy van de klant te kunnen waarborgen.<br />

Gebruikersadministratie<br />

Centrale databank voor alle met het systeem betrokkene personen, waarin gebruikersrechten<br />

worden beheerd. Per 1 januari as. moet de gemeente elektronisch of<br />

niet een gebruikersadministratie inrichten en beheren.<br />

Financieel systeem<br />

Het financieel systeem moet de gemeente ondersteunen in het beheren van de financiële<br />

stromen in het kader van de Wmo. Er zullen na 1 januari financiële transacties<br />

plaatsvinden mbt individuele, collectieve voorzieningen, subsidies, inkomsten<br />

uit eigen bijdragen.<br />

Per 1 januari 2007 moet de gemeente elektronisch of niet, in staat zijn de financiële<br />

stromen in het kader van de Wmo te vastleggen en beheren.<br />

Registratie PGB<br />

Ook de registratie van Persoonsgebonden budgetten zal ondersteund moeten worden<br />

door een ICT-voorziening. PGB-houders moeten verantwoording afleggen over<br />

bestedingen, daarvoor zijn reeds voorzieningen in de markt aanwezig.<br />

Per 1 januari dient de gemeente de PGB voorzieningen en bestedingen, elektronisch<br />

of niet te registreren en verantwoorden.<br />

<strong>Startarchitectuur</strong> Wmo 39


| the way we see it<br />

Marap<br />

Gemeenten moeten maatregelen nemen om verantwoording af te kunnen leggen<br />

over de Wmo-bestedingen. Per 1 januari as. moet de gemeente in staat zijn elektronisch<br />

of niet, de Wmo bestedingen te verantwoorden.<br />

6.3 Gewenste informatiefuncties:<br />

De volgende informatiefuncties vallen onder de categorie gewenste informatie en<br />

kunnen in de loop van 2007 gerealiseerd worden:<br />

Internet-portal<br />

Toegang tot de dienstverlening kan plaatsvinden door gebruik te maken van een<br />

Internet Portal in het front-office. (het digitale loket). Daarmee kan de klant direct<br />

toegang krijgen tot relevante informatie. Ook kan deze voorziening op het fysieke<br />

loket dienst doen om de loketmedewerker te ondersteunen om advies of informatie<br />

te verstrekken. Met behulp van een Wmo-e-formulier kan de burger of diens vertegenwoordiger<br />

de relevante informatie aanleveren. Voor een groot deel van de gemeenten<br />

geldt dat er al een internet-portal beschikbaar is voor de burgers, per 1<br />

januari dient het aanbeveling deze bestaande internet portal uit te breiden met Wmo<br />

informatie cq een meer uitgebreidere toepassing als bijvoorbeeld aanmelding.<br />

Catalogus van voorzieningen<br />

Het is mogelijk om een (digitale) catalogus van voorzieningen ter beschikking te<br />

stellen, zodat mensen en dienstverleners kunnen kiezen welke voorziening passend<br />

zou kunnen zijn. Bij het ontwikkelen van een catalogus digitaal en/of gewoon is het<br />

van belang dat in ieder geval de de volgende activiteiten beschreven en ingevoerd<br />

zijn op 1 januari as. dit zijn; eigen bijdrage, overdracht huishoudelijke hulp en indicatiestelling<br />

AWBZ-WVG.<br />

Klantvolgsysteem<br />

Voor een Wmo-loket is een klantvolgsysteem noodzakelijk om vragen van klanten<br />

te registreren en de vervolgtrajecten van de dienstverlening in kaart te brengen en<br />

managementinformatie te genereren.<br />

Het dient aanbeveling zo snel mogelijk te starten met het invoeren van een klantvolgsysteem,<br />

dit kan echter parallel lopen met de diverse overige nog uit te voeren<br />

ontwikkelingen die de gemeente wenst uit te voeren op korte en lange termijn.<br />

<strong>Startarchitectuur</strong> Wmo 40


| the way we see it<br />

Koppeling andere basisadministraties<br />

Vanuit andere basisregistraties is het noodzakelijk om het klantdossier aan te vullen.<br />

Bijvoorbeeld adresgegevens, wellicht dat het type woning of gebouw waar de<br />

klant verblijft van invloed is op de voorziening die geselecteerd moet worden. Binnen<br />

de Wmo-keten is buiten de persoonsgegevens weinig gemeenschappelijkheid in<br />

de gegevens. De wetgeving staat niet toe dat derden gebruik maken van of inzicht<br />

hebben in gegevens uit de basisregistratie.<br />

Het dient aanbeveling om in de loop van 2007 koppelingen met de diverse belangrijke<br />

basisadministraties aan te leggen.<br />

Infrastructuur<br />

Berichtenroutering<br />

Berichtroutering betekent dat een Broker zorgt voor de (a)synchrone berichten uitwisseling.<br />

Daarmee worden berichten in de juiste vorm (format) in de juiste volgorde<br />

langs de verschillende systemen geleid.<br />

Het dient aanbeveling in de loop van 2007 een oplossing te implementeren waarmee<br />

het berichtenverkeer voldoet aan de vereiste en gewenste criteria van de gemeente<br />

en overige betrokken ketenpartijen (CIZ,CAK etc.)<br />

Workflow<br />

Ten behoeve van de werkstroombesturing, termijnbewaking en het verstrekken van<br />

informatie aan de burger over de voortgang van de behandeling van aanvragen, is<br />

workflowmanagement een uitkomst.<br />

Het dient aanbeveling bij de verdere implementatie van de Wmo na 1 januari 2007,<br />

binnen de gemeente gebruik te maken van workflowmanagement en workflow<br />

tools.<br />

Documentaire informatie (DIV)<br />

Door fysieke documenten te digitaliseren is deze informatie toegankelijk onafhankelijk<br />

van tijd en plaats. Een elektronisch documentenarchief is hiervoor aan te bevelen.<br />

Het dient aanbeveling om na 1 januari as. de mogelijkheden van documentdigitalisatie<br />

te onderzoeken binnen de administratie van de gemeente.<br />

6.4 Informatiefuncties voor de langere termijn<br />

De informatiefuncties zoals in voorgaande paragraaf omschreven zijn in lijn met de<br />

ontwikkelingen die EGEM heeft uitgezet. De naamgeving van bepaalde informatie-<br />

<strong>Startarchitectuur</strong> Wmo 41


| the way we see it<br />

functies verschilt met de terminologie van EGEM, maar op het gebied van functionaliteit<br />

zijn parallellen te trekken.<br />

Storten<br />

Eigen bijdragen<br />

In gemeentekas<br />

CAK CIZ Klant<br />

Innen eigen<br />

bijdrage<br />

Berekenen<br />

Eigen bijdrage<br />

Indiceren<br />

Beheren<br />

PGM<br />

Gemeente<br />

Aanmelden<br />

Gemeentelijke Dienstenbus<br />

Generieke gegevens<br />

Klant<br />

gegevens<br />

Klant<br />

dossier<br />

Assisteren en<br />

Informeren<br />

klant<br />

Vraagverhelderen<br />

BPM<br />

FO orkestratie<br />

Voorzie<br />

Klantvolg Openbare<br />

ningen<br />

systeem informatie<br />

catalogus<br />

Registreren<br />

aanvraag<br />

Beheren<br />

aanvraag<br />

BO orkestratie<br />

Basisgegevens<br />

Basis<br />

registraties<br />

Kern<br />

registraties<br />

Landelijke Dienstenbus<br />

Services<br />

Behandelen zaak (Behandeldiensten)<br />

Legacy<br />

Taaksystemen<br />

Betalen<br />

zorgaanbieder<br />

Figuur 16 <strong>WMO</strong> projectie op EGEM Informatiemodel van informatiearchitectuur<br />

De Wmo is een samenwerking tussen ketenpartners die elk een specifieke bijdrage<br />

leveren aan de keten. Deze bijdrage is te beschouwen als service, als men dit beschouwd<br />

vanuit een service geörienteerde architectuur invalshoek. Elke gemeente<br />

heeft de mogelijkheid om te beslissen of men bepaalde diensten (services) wel of<br />

niet zelf verricht of uitbesteedt aan een ketenpartner of op regionaalniveau een service<br />

deelt. In het geval zoals in bovenstaande afbeelding is aangegeven, de gemeente<br />

besluit om het Indiceren uit te besteden, ontstaat er een informatiebehoefte vanuit<br />

de gemeente richting CIZ. De aanvraag van de gemeente zal worden aangeboden<br />

(elektronisch of fysiek) aan het CIZ. Daar vindt indicatiestelling plaats. Het resultaat<br />

zal vervolgens teruggemeld moeten worden aan de gemeente.<br />

De gemeentelijke dienstenbus zorgt ervoor dat de informatie in de juiste vorm naar<br />

de services wordt gestuurd. De orkestratieservices zorgen er voor dat activiteiten<br />

(services) in de juiste volgorde worden uitgevoerd. Om elektronische gegevensuitwisseling<br />

in deze vorm mogelijk te maken, en de externe services in integreren in<br />

de eigen informatie-architectuur, moeten de koppelingen naar de verschillende services<br />

voldoen aan een aantal criteria.<br />

WIE<br />

WAT<br />

HOE<br />

Bedrijfs<br />

architectuur<br />

Keten<br />

partners<br />

<strong>WMO</strong>voorzieningen<br />

Dienstverleningsproces<br />

Informatie<br />

architectuur<br />

Informatiefuncties<br />

Berichten<br />

Koppelvlakken<br />

Communicatie<br />

Infrastr.<br />

<strong>Startarchitectuur</strong> Wmo 42<br />

Technische<br />

architectuur<br />

ICTsystemen<br />

Gegevens +<br />

standaarden<br />

Uitwisselings<br />

protocollen


| the way we see it<br />

6.5 Koppelvlakken en berichten<br />

Processtap Koppelvlak Van Naar Functie Bericht<br />

Aanmelden Aanmelding Klant,<br />

Zorgaanbieder of<br />

Aanmelder<br />

Gemeente <strong>WMO</strong> aanvraag Tussen<br />

StUF en<br />

AZR<br />

Van StUF<br />

zorg<br />

naar StUF<br />

Vraagverhelderen Sociale kaart Gemeente Gemeente Overzicht beschikbare<br />

Vraagverhelderen Controle bestaande<br />

indicatie<br />

CIZ Gemeente Bestaande indicatie? Tussen AIB<br />

en StUF<br />

Vraagverhelderen AWBZ aanvraag Gemeente CIZ AWBZ aanvraag Tussen<br />

StUF en<br />

AZR<br />

Vraagverhelderen Collectieve voorziening Gemeente Aanbieder<br />

collectieve<br />

voorziening<br />

Indiceren<br />

Indiceren<br />

Toewijzen<br />

Toewijzen<br />

Indicatieadvies<br />

individuele voorziening<br />

Indicatieadvies<br />

individuele voorziening<br />

Beschikking toewijzing<br />

individuele voorziening<br />

Beschikking toewijzing<br />

individuele voorziening<br />

Leveren voorziening Melden voorziening Gemeente, CIZ of<br />

Zorgkantoor<br />

Aanvraag collectieve<br />

voorziening<br />

Gemeente Indicatieorgaan Adviesaanvraag<br />

individuele voorziening<br />

Indicatieorgaan Gemeente Adviesuitslag<br />

individuele voorziening<br />

Gemeente Klant Indicatiebesluit +<br />

randvoorwaarden<br />

Gemeente ZA Indicatiebesluit +<br />

randvoorwaarden<br />

Tussen<br />

StUF en ZA<br />

Tussen<br />

StUF en<br />

AIB/AZR<br />

Tussen<br />

StUF en<br />

AIB/AZR<br />

Tussen<br />

StUF en<br />

burger<br />

Tussen<br />

StUF en<br />

AZR<br />

Zorgaanbieder Melding zorg Tussen<br />

StUF en<br />

AZR<br />

Levering voorziening Aanvang voorziening Zorgaanbieder Gemeente Aanvang voorziening Tussen<br />

AZR en<br />

StUF<br />

Leveren voorziening Verantwoorden<br />

voorziening<br />

Zorgaanbieder,<br />

Zorgkantoor<br />

Gemeente Verantwoorden<br />

geleverde zorg<br />

Tussen ZA<br />

en StUF<br />

Inning eigen bijdrage Geleverde zorg Gemeente,<br />

Zorgaanbieder<br />

CAK<br />

Melding geleverde zorg Tussen StUf<br />

en ZA<br />

Afwikkeling Registratie verstrekking CAK Gemeente Statistieken Tussen ZA<br />

en StUF<br />

Afwikkeling Beschikking eigen<br />

bijdrage<br />

CAK Klant Beschikking Tussen ZA<br />

en burger<br />

PGB<br />

Opvragen<br />

verzamelinkomen t.b.v.<br />

PGB<br />

Gemeente CAK Toets inkomen Tussen<br />

StUF en ZA<br />

PGB Verantwoording PGB Klant Gemeente Verantwoording van<br />

klant<br />

Tussen<br />

burger en<br />

StUF<br />

PGB Geïnde eigen bijdrage Gemeente CAK Verzamelgegevens Tussen<br />

StUF en ZA<br />

PGB Parameters Gemeente CAK Hoogte eigen bijdrage Tussen<br />

StUF en ZA<br />

PGB Verantwoording Zorgaanbieder<br />

Klant<br />

Aanmelder<br />

Gemeente<br />

Financiële<br />

verantwoording en<br />

geleverde zorg<br />

Tussen<br />

AZR en<br />

StUF<br />

NB: Bovenstaande tabel is nog in bewerking, de tabel zal op een later tijdstip aangepast/aangevuld<br />

worden. De tabel is een eerste resultaat uit het onderzoek naar een<br />

gemeenschappelijk woordenboek voor de Wmo.<br />

In deze paragraaf worden de diverse in gebruik zijnde standaarden van de betrokken<br />

partijen binnen de Wmo keten en de beschreven.Verder wordt weergeven hoe<br />

deze partijen in staat gesteld kunnen worden elektronische gegevens met elkaar uit<br />

wisselen. Het realiseren van het berichtenverkeer kent een prioritering en is daarmee<br />

verbonden een fasering vanaf heden tot en met 1 januari en verder.<br />

<strong>Startarchitectuur</strong> Wmo 43


| the way we see it<br />

De diverse partijen in het speelveld Wmo (gaan) communiceren met elkaar d.m.v.<br />

berichten. Hiervoor worden bestaande berichten gebruikt. De berichten die hierbij<br />

een rol spelen zijn:<br />

Bericht Van – naar Inhoud, bijzonderheden<br />

(en vice versa)<br />

AZR CIZ –<br />

zorgkantoor<br />

Indicatiebesluit AWBZ-zorg, Retourinformatie indicatiebesluit,<br />

Beschikbaar zorgaanbod, Zorgtoewijzing,<br />

Melding aanvang, Beëindiging/mutaties, Opgave productie<br />

ZA Zorgaanbieder<br />

– CAK-BZ<br />

ondersteunt op dit moment het aanleveren van de gegevens<br />

op diskette, cd-rom en met gezipte bestanden<br />

voorzien van een wachtwoord via e-mail<br />

AIB Externe partijen<br />

– CIZ<br />

XML, via Internet naar aangesloten locaties van het<br />

CIZ, Input voor cliëntvolgsysteem van het CIZ<br />

WVG Leveranciers – Communicatie betreffende voorzieningen<br />

Gemeente<br />

StUF Gemeente StUF 2.04 specificeert zelf geen concrete berichten<br />

maar het is een template definitie. De standaard geeft<br />

aan hoe berichten worden gedefinieerd en hoe ze worden<br />

uitgewisseld. De ontwerper gebruikt GFO’s (Gemeentelijke<br />

Functionele Ontwerpen) als leidraad bij<br />

het specificeren van berichtdefinities.<br />

StUF<br />

EGEM heeft ten behoeve van het berichtenverkeer binnen en buiten de gemeente<br />

een standaard ingericht, dit is de StUF (Standaard Uitwisselings Formaat), de huidige<br />

versie is 2.04. StUF 2.04 is een generieke standaard die voor willekeurige sectoren<br />

gebruikt kan worden. StUF 2.04 specificeert zelf geen concrete berichten<br />

maar het is een template definitie. Om echter te komen tot concrete gegevensuitwisseling<br />

moet deze ingevuld worden voor een bepaalde sector. De standaard geeft aan<br />

hoe berichten worden gedefinieerd en hoe ze worden uitgewisseld. De ontwerper<br />

gebruikt GFO’s (Gemeentelijke Functionele Ontwerpen) als leidraad bij het specificeren<br />

van berichtdefinities.<br />

De GFO-Wmo dient ontwikkeld te worden op basis van de GFO-WVG en het gegevenswoordenboek<br />

Wmo.<br />

Medio april 2006 heeft EGEM in samenwerking met de StUF Community, de definitieve<br />

versie van de StUF 2.0-serie vastgesteld: StUF 2.04 (EGEM aanbeveling).<br />

Deze eindversie heeft de doopnaam StUF XML gekregen omdat het verrijkt is met<br />

<strong>Startarchitectuur</strong> Wmo 44


| the way we see it<br />

diverse XML-technologieën zoals SOAP, XSD schema en WSDL. StUF XML is<br />

een generieke standaard die voor willekeurige sectoren gebruikt kan worden. Om<br />

echter te komen tot concrete gegevensuitwisseling moet deze ingevuld worden voor<br />

een bepaalde sector. Voor een belangrijke sector is deze nu ingevuld en beschikbaar,<br />

namelijk voor basisgegevens met StUF-BG 2.04.<br />

De huidige StUF standaard voorziet nog niet in een berichtenuitwisseling volgens<br />

een Service Georienteerde Architectuur. Hiertoe dient de in een nieuwe versie<br />

(StUF 3.0) een uitbreiding te worden gegeven aan de huidige standaard. De versie<br />

zal naar verwachting het gebruik van services ondersteunen met de daarbij behorende<br />

definities in de vorm van XSD en WSDL beschrijvingen.<br />

AZR<br />

De AZR standaard wordt gebruikt als communicatiemiddel tussen het CIZ en de<br />

zorgkantoren, of te wel per 1 januari het Wmo-loket en de zorgkantoren. Het CIZ<br />

bewaakt de zorgadministratie, en maakt gebruik van de volgende berichten (informatie):<br />

Indicatiebesluit AWBZ-zorg, Retourinformatie indicatiebesluit, Beschikbaar<br />

zorgaanbod, Zorgtoewijzing, Melding aanvang, Beëindiging/mutaties, Opgave<br />

productie<br />

De AZR standaard bevat omvangrijke velden en gegevens, als voorbeeld is hier het<br />

objectmodel van het indicatiebesluit opgenomen.<br />

ZA-standaard van het CAK<br />

Het CAK draagt zorg voor de definitieve bepaling en het innen van de eigen bijdrage<br />

bij de zorgvrager. Het CAK gaat rechtstreeks met de gemeenten communiceren<br />

om deze eigen bijdrage te bepalen en te laten innen door het CAK.<br />

AIB bericht CIZ<br />

Het CIZ gebruikt naast een aantal standaarden nog een aanmeldmodule, voor de<br />

Aanvraag Indicatiebesluit (AIB), waar het zorgloket en per 1 januari ook de gemeenten<br />

gebruik van kunnen maken. De aanmeldmodule maakt het aanleveren aan<br />

het CIZ door externe partijen makkelijker. Het aanleveren gaat via XML toepassingen,<br />

via het internet naar aangesloten locaties van het CIZ. Voor het CIZ geeft belangrijke<br />

input voor het CIZ cliëntvolgsysteem. Voor de inrichting van de nodige<br />

berichten wordt gebruik gemaakt van een beslisboom. Een voorbeeld beslisboom<br />

van het CIZ is hieronder opgenomen.<br />

<strong>Startarchitectuur</strong> Wmo 45


| the way we see it<br />

HL7v3<br />

De Health Industry Level 7 (HL7v3) standaard is ontwikkeld om op een universele<br />

manier te communiceren op niveau 7 van het OSI model, met name binnen de gezondheidszorg.<br />

Het is een standaard waarmee op een eenduidige manier tussen verschillende<br />

applicaties boodschappen kunnen worden uitgewisseld. Deze eenduidigheid<br />

betekent dat er binnen HL7v3 afspraken zijn over hoe data wordt gerepresenteerd<br />

en op welke wijze de informatie wordt aangeboden. De semantiek van de data<br />

die wordt aangeboden kan echter verschillen en er wordt geen enkele aanname gedaan<br />

over de vorm en de inhoud van de gegevens die worden verzonden.<br />

De HL7v3 standaard wordt met name door ziekenhuizen gebruikt, in de gezondheidszorg<br />

wordt deze standaard steeds meer toegepast door andere zorginstellingen.<br />

In het Wmo-veld wordt deze standaard (nog) niet gebruikt, met uitzondering van<br />

een pilot in de regio Eindhoven (SRE).<br />

WIE<br />

WAT<br />

HOE<br />

6.6 Functionele eisen aan de gegevensuitwisseling<br />

Bedrijfs<br />

architectuur<br />

Informatie<br />

architectuur<br />

Keten<br />

partners<br />

Informatiefuncties<br />

<strong>WMO</strong>voorziening<br />

Berichten<br />

koppelvlakk<br />

Dienstverleningsproce<br />

Communicatie<br />

Infrastr.<br />

Binnen de Wmo-keten vindt veel gegevensuitwisseling plaats. Gegevens hebben<br />

een statisch karakter, berichten zijn dynamisch, deze worden uitgewisseld.<br />

Over de gegevens en berichten moeten afspraken gemaakt worden over:<br />

Technische<br />

architectuur<br />

ICTsystemen<br />

Gegevens +<br />

standaarde<br />

Uitwisselin<br />

gs<br />

<br />

Toegankelijkheid van gegevens: gegevens moeten vindbaar, beschikbaar en<br />

leesbaar zijn. Voorzien van de noodzakelijke metagegevens. In de Wmo-keten<br />

heel belangrijk, omdat er verschillende standaards zijn en ook op semantisch<br />

niveau grote verschillen zijn aangetroffen zoals beschreven in het rapport Gegevenswoordenboek<br />

Wmo.<br />

<br />

<br />

Beheer van gegevens: De beheerde gegevens moeten te allen tijde geordend<br />

zijn, zowel om de toegankelijkheid te borgen als om de samenhang tussen gegevens<br />

duidelijk te maken.<br />

Kwaliteit van de gegevens: Afspraken dienen gemaakt te worden over volledigheid,<br />

juistheid en actualiteit van de gegevens.<br />

Enkele relevante principes vanuit de NORA ten aanzien van toegankelijkheid en<br />

beheer van gegevens:<br />

<br />

<br />

Gegevens, documenten en berichten worden voorzien van metagegevens ten<br />

behoeve van ontsluiting van informatie;<br />

Gegevensverzamelingen die eigendom zijn van een overheidsorganisatie worden<br />

met inachtneming van nadere wettelijke regels ter beschikking gesteld aan<br />

de gehele overheid. Ten aanzien van dit punt is binnen de Wmo-keten een aan-<br />

<strong>Startarchitectuur</strong> Wmo 46


| the way we see it<br />

dachtspunt. Op dit moment vindt er informatieuitwisseling plaats tussen ketenpartner<br />

met betrekking tot persoonsgegevens. Het uitwisselen van persoonsgegevens<br />

met private instellingen, zoals zorgverleners en zorgverzekeraars vallen<br />

onder een specifiek privacyregime. Op dit moment is nog niet duidelijk welke<br />

maatregelen in het kader van de Wet Bescherming persoonsgegevens genomen<br />

moeten worden om informatie binnen de Wmo-keten mogelijk te maken. Dit<br />

aspect is onder de aandacht.<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

Van geleverde gegevens is de kwaliteit bekend<br />

Informatie blijft beschikbaar. (de Archiefwet is van toepassing)<br />

Gegevens, berichten en documenten worden voorzien van metagegevens tbv<br />

beheer<br />

Elk gegeven kent een eigenaar en een beheerder<br />

De eigenaar van een gegeven is verantwoordelijk voor de kwaliteit (actualiteit,<br />

betrouwbaarheid) van een gegeven.<br />

Binnen de e-overheid worden metagegevens geregistreerd op het moment dat<br />

brongegevens worden ontvangen of zaakgegevens wijzigen. Bij voorkeur geschiedt<br />

dit automatisch.<br />

Overheidsorganisaties maken gebruik van (landelijke) basisregistraties;<br />

Een gemeenschappelijk gegeven kent slechts één eigenaar.<br />

Ten aanzien van de berichtuitwisseling is een aantal principes aan te geven:<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

Het berichtenverkeer binnen de e-overheid wordt gebaseerd op standaarden<br />

conform of de ebXML-familie of de webservices familie zo snel deze operationeel<br />

beschikbaar komen.<br />

Een berichtheader bevat slechts logistieke gegevens.<br />

In de berichtenstructuren wordt een scherp onderscheid gemaakt tussen de envelop<br />

en de payload.<br />

Het berichtenverkeer binnen de e-overheid ontwikkeld zich in de richting van<br />

een naadloos op elkaar aangesloten hierarchie van samenwerkende servicebussen.<br />

Servicebussen ondersteunen meerdere soorten transport.<br />

Sectorale en nationale servicebussen kennen een hoge betrouwbaarheid en zijn<br />

27 x 7 beschikbaar.<br />

<strong>Startarchitectuur</strong> Wmo 47


| the way we see it<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

Er zijn verschillende wijze van communiceren binnen ketens. Hierover zullen<br />

afspraken gemaakt moeten worden:<br />

Synchrone raadpleging: A vraagt B om gegevens en wacht met verdere bewerking<br />

totdat B antwoord heeft gegeven.<br />

Asynchrone raadpleging: A vraagt B en gat door met andere zaken. B stuurt tzt<br />

een respons.<br />

Synchrone opdracht: A vraagt B een handeling te verrichten, B voert deze uit<br />

en presenteert het resultaat inclusief kenmerk voor het specifieke proces.<br />

Asynchrone opdracht: A vraagt B om een handeling te verrichten in het kader<br />

van het verwerken van een melding. B geeft een melding terug aan A inclusief<br />

kenmerk van het specifieke proces dat aan de handeling wordt gekoppeld. Dit<br />

kenmerk kan vervolgens door A worden gebruikt om B de voortgang te bevragen<br />

of om B te vertellen dat het proces gestopt dient te worden. Ook heeft B<br />

dat proceskenmerk nodig om het antwoord van B aan het juiste procesgeval bij<br />

A te koppelen (bij voorkeur via BPM).<br />

Fire-and-forget: A doet een melding aan B en gaat er verder van uit dat B dit<br />

naar behoren afwerkt. De melding geschiedt via “assured message delivery”.<br />

<strong>Startarchitectuur</strong> Wmo 48


| the way we see it<br />

Bedrijfs<br />

architectuur<br />

WIE<br />

Keten<br />

partners<br />

Informatie<br />

Informatie-<br />

architectuur<br />

functies<br />

Beveiliging / privacy<br />

Beheer<br />

WAT<br />

HOE<br />

<strong>WMO</strong>-<br />

Dienstverlevoorzieningeningsproces<br />

Berichten<br />

Communicatie<br />

koppelvlakken<br />

Infrastr.<br />

7 De Wmo technische architectuur<br />

volgens NORA<br />

Technische<br />

architectuur<br />

ICTsystemen<br />

Gegevens +<br />

Uitwisselings<br />

standaarden<br />

protocollen<br />

7.1 ICT systemen<br />

In de handreiking Wmo en ICT wordt aangegeven dat de gemeente afhankelijk van<br />

eigen amibitie en visie keuzes moet maken bij de mogelijke ICT toepassingen. Er<br />

WIE<br />

WAT<br />

HOE<br />

wordt gesproken over hergebruik van bestaande ICT voorzieningen en nieuwbouw<br />

Bedrijfs<br />

architectuur<br />

Keten<br />

partners<br />

<strong>WMO</strong>voorzieningen<br />

Dienstverleningsproces<br />

waarbij opgemerkt wordt dat een al-omvattend Wmo systeem niet realistisch is. In<br />

Informatie<br />

architectuur<br />

Technische<br />

architectuur<br />

Informatiefuncties<br />

ICTsystemen<br />

Berichten<br />

koppelvlakken<br />

Gegevens +<br />

standaarden<br />

Communicatie<br />

Infrastr.<br />

Uitwisselings<br />

protocollen<br />

de inrichting van de technische architectuur dient rekening gehouden te worden met<br />

de “diverse systeem landschappen” en keuzes die de gemeenten daarin gaan en/of<br />

willen maken.<br />

Op de korte termijn zullen voor de verschillende processen geen volledig geautomatiseerde<br />

oplossingen voorhanden zijn. In geval gemeenten besluiten om naar<br />

pakket- of systeemoplossingen te kijken, kan men criteria hanteren waaraan deze<br />

oplossingen moeten voldoen, om op consistente wijze zonder misinvesteringen te<br />

doen, uiteindelijk de gewenste architectuur inrichten. Te denken valt daarbij aan:<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

De toepassing heeft een database structuur die open en gedocumenteerd is.<br />

Het gebruikte gegevensmodel is uitgenormaliseerd tot minstens de 3 e normaalvorm.<br />

De toepassing is verdeeld in een presentatie-, business- en gegevenslaag<br />

De functionaliteit in de businesslaag is d.m.v. een gedocumenteerde API extern<br />

aanstuurbaar.<br />

De functionaliteit in de presentatielaag is d.m.v. een gedocumenteerde API<br />

extern aanstuurbaar.<br />

De API’s voor externe aansturing zijn gebaseerd op webservices.<br />

De API’s voor externe aansturing zijn gebaseerd op services onder gebruikmaking<br />

van open standaarden voor aansturing ervan.<br />

De aard van de aansturing van API’s via webservices is synchroon. Hiermee<br />

wordt bedoeld, dat de applicatie het gevraagde antwoord via een aanroep van<br />

een webservices direct als antwoord teruglevert.<br />

De aard van de aansturing van API’s via webservices is asynchroon volgens<br />

<strong>Startarchitectuur</strong> Wmo 49


| the way we see it<br />

een gedocumenteerde reeks van berichtencycli.<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

De toepassing heeft voor de presentatielaag naast eventueel andere o.a. een<br />

browserinterface.<br />

De toepassing kan worden ingezet in combinatie met verschillende database<br />

management systemen.<br />

De toepassing is platform onafhankelijk<br />

De applicatie kan worden geschaald op een grote range aan performance niveaus.<br />

De presentatie-, business- en gegevenslaag kunnen onafhankelijk van elkaar<br />

worden geschaald.<br />

De applicatie is opgebouwd d.m.v. toegankelijke elementaire services, die<br />

d.m.v. workflow kunnen worden samengesteld tot meer complexe functionaliteit.<br />

De werking van de applicatie kan worden beïnvloed d.m.v. workflow.<br />

Workflow in de applicatie is extern toegankelijk en gedocumenteerd.<br />

Workflow kan worden geïmporteerd en geëxporteerd d.m.v. een open standaard<br />

voor werkflowtoepassingen (XPDL, WfMC etc).t.b.v. integratie en ontwerp<br />

m.b.v. een externe workflow editor.<br />

De applicatie bevat grafische tools voor het ontwerp van workflow elementen.<br />

Gedefinieerde workflows zijn extern aanstuurbaar d.m.v. een gedocumenteerde<br />

API.<br />

Het ontwerp van de toepassing is gebaseerd op een gedocumenteerde “state<br />

machine”. De uitlezing van deze statussen is extern toegankelijk.<br />

De besturing van de status in de toepassing is extern aanstuurbaar via een gedocumenteerde<br />

API.<br />

De applicatie bevat een mapping functie om het gebruikte gegevensmodel af te<br />

beelden op externe data.<br />

De applicatie bevat een extern toegankelijke en gedocumenteerde repository<br />

om aanstuurbare services via een API te benaderen.<br />

De repository functie omvat tevens de eventueel extern ontworpen workflows<br />

in de toepassing.<br />

<strong>Startarchitectuur</strong> Wmo 50


| the way we see it<br />

Daarnaast is het relevant om aan de leveranciers van de pakketten de volgende eisen<br />

te stellen:<br />

<br />

Leveranciers conformeren zich aan de NORA (Nederlandse Overheids Referentie<br />

Architectuur)<br />

Leveranciers conformeren zich aan het EGEM Referentiemodel e-<br />

dienstverlening.<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

Leveranciers maken uitsluitend gebruik van interfaces volgens een open en<br />

gedocumenteerde standaard.<br />

Leveranciers conformeren zich aan semantische standaarden, die binnen de<br />

overheid gebruikelijk zijn zoals XBRL en StUF 2.<br />

Leveranciers verplichten zich om tijdens regulier onderhoud op haar toepassingen<br />

deze te laten migreren in overeenstemming met hieronder gedefinieerde<br />

technische criteria voor leverancierstoepassingen.<br />

Leveranciers verplichten zich de ontwikkelde standaarden ten behoeve van de<br />

gateways ook te implementeren.<br />

WIE<br />

WAT<br />

HOE<br />

7.2 Gegevens en gegevensstandaarden<br />

Bedrijfs<br />

architectuur<br />

Informatie<br />

architectuur<br />

Keten<br />

partners<br />

Informatiefuncties<br />

<strong>WMO</strong>-<br />

Dienstverlevoorzieningeningsproces<br />

Berichten<br />

Gegevens +<br />

Communicatie<br />

koppelvlakken<br />

standaarden<br />

Infrastr.<br />

In de uitvoering van de Wmo wordt de wens uitgesproken elektronisch gegevens en<br />

berichten met elkaar uit te wisselen. Het dient aanbeveling bij ontwikkeling van het<br />

elektronische berichtenverkeer zoveel mogelijk rekening te houden met bestaande<br />

Technische<br />

architectuur<br />

ICTsystemen<br />

Uitwisselings<br />

protocollen<br />

standaarden, en voor de uitwisseling van berichten tussen deze verschillenden standaarden<br />

een oplossing te kiezen zoals deze in hoofdstuk 4 beschreven zijn. Gebruik<br />

van internet technologieën en open standaarden wordt dringend aangeraden.<br />

7.3 Infrastructuur en communicatieprotocollen<br />

Bedrijfs<br />

architectuur<br />

WIE<br />

Keten<br />

partners<br />

HOE<br />

WAT<br />

<strong>WMO</strong>voorzieningen<br />

Dienstverleningsproces<br />

Dit aspect behoeft nog nadere uitwerking. Relevant om te melden is de ontwikkeling<br />

rondom IPv6.<br />

Het Internet Protocol (IP) vormt de basis van het internet. Elke computer op het<br />

Informatie<br />

architectuur<br />

Informatiefuncties<br />

Uitwisselings<br />

Berichten<br />

koppelvlakken<br />

protocollen<br />

Communicatie<br />

Infrastr.<br />

internet heeft een nummer, een soort adres. Door deze IP-adressen weten computers<br />

Technische<br />

architectuur<br />

ICTsystemen<br />

Gegevens +<br />

standaarden<br />

elkaar te vinden en is er dus communicatie over het internet mogelijk. Om er voor<br />

te zorgen dat iedereen hiervoor dezelfde afspraken hanteert, is in 1981 het Internet<br />

Protocol versie 4 (IPv4) ontwikkeld. Dit protocol biedt maximaal ruimte aan vier<br />

miljard adressen (en door het gebruik van (sub)netten is de werkelijke beschikbare<br />

ruimte nog kleiner).<br />

Dat leek twintig jaar geleden misschien genoeg, maar met een toenemend aantal<br />

<strong>Startarchitectuur</strong> Wmo 51


| the way we see it<br />

machines dat met het internet verbonden wordt - pc's, mobiele telefoons, Personal<br />

Digital Assistants (PDA's) en zelfs huishoudelijke apparatuur - neemt de behoefte<br />

aan nummers toe. Daarbij komt de opkomst van internet in landen als China en<br />

India met hun miljarden inwoners. Door deze ontwikkelingen dreigt een tekort aan<br />

IP-adressen.<br />

Daarnaast biedt IP versie 6 diverse verbeteringen. Zo biedt IPv6 nieuwe mogelijkheden<br />

op het gebied van geïntegreerde autoconfiguraties voor plug-and-play mogelijkheden.<br />

Apparatuur die overweg kan met IPv6 zal in staat zijn om zichzelf te<br />

configureren, waardoor het gebruik van IP (door bijvoorbeeld je mobiele telefoon<br />

of je koelkast) eenvoudiger wordt.<br />

Verder biedt IPv6 nieuwe mogelijkheden op het gebied van beveiliging. Zo ondersteunt<br />

IPv6 standaard IPsec 14 . Daarnaast zal het mogelijk zijn om met IPv6 data<br />

versleuteld te verzenden. Hierdoor wordt het zeer moeilijk gemaakt om zonder toestemming<br />

gevoelige data te onderscheppen en te bekijken.<br />

14 http://www.surfnet.nl/innovatie/ipsec/<br />

<strong>Startarchitectuur</strong> Wmo 52


| the way we see it<br />

8 De context: EGEM architectuurdenken<br />

8.1 Inleiding<br />

Binnen de NORA worden gemeenten, zoals ook andere overheidsinstellingen op<br />

het hoogste niveau, gekenschetst door een driedelige indeling: Frontoffice, Midoffice<br />

en Backoffice. Deze indeling is binnen gemeenten niet nieuw. De centrale vraag<br />

is echter op welke wijze vooral het Midoffice haar taak kan vervullen als intermediair<br />

tussen Frontoffice en Backoffice.<br />

Om zicht te krijgen op de benodigde Midofficefunctionaliteit van de gemeenten zijn<br />

als eerste stap de besturingsprocessen in kaart gebracht, zoals deze binnen de gemeente<br />

kunnen worden gehanteerd om de huidige organisatie met betrekking tot<br />

dienstverlening te ondersteunen in het realiseren van een klantgericht Frontoffice en<br />

de afhandeling van klantvragen in het Backoffice. Dit heeft geresulteerd in een<br />

EGEM-procesmodel. Hetgeen te beschouwen is als een ideaal situatie.<br />

In het EGEM-procesmodel zijn de besturingsprocessen voor de gemeentelijke<br />

dienstverlening uitgewerkt. Deze paragraaf geeft een beknopte beschrijving van dit<br />

model.<br />

<strong>Startarchitectuur</strong> Wmo 53


| the way we see it<br />

0. Gemeentelijke dienstverlening<br />

Procesmanagement<br />

3<br />

Assisteren en<br />

Informeren Klant<br />

Dienstverlening<br />

Levering<br />

en<br />

Ontwikkeling<br />

Onderzoek<br />

Besluiten<br />

Klant<br />

1<br />

Kanalen<br />

2<br />

Classificeren<br />

Klantvraag<br />

4<br />

Registreren<br />

Zaak<br />

6<br />

Behandelen<br />

Zaak<br />

Opdracht<br />

5<br />

Beheren<br />

Zaak<br />

Levering<br />

Beleids<br />

ontwikkeling<br />

Gegevensverzamelingen<br />

Basis<br />

registraties<br />

Kern<br />

registraties<br />

Klant<br />

gegevens<br />

Zaken<br />

dossier<br />

Product<br />

catalogus<br />

Zaaktype<br />

catalogus<br />

Openbare<br />

informatie<br />

Figuur 17 EGEM procesarchitectuur<br />

Dit dienstverleningproces kan zowel toegepast worden voor het leveren van diensten<br />

aan externe klanten (de burger of bedrijven) als voor interne klanten (verschillende<br />

diensten of organisatieonderdelen binnen of buiten een procesketen).<br />

Op de afbeelding zijn enkele hoofdgroepen onderkend:<br />

Procesmanagement: het gemeente onderdeel waarin op grond van externe en interne<br />

informatie het beleid wordt vastgesteld voor het intern functioneren van de<br />

gemeente. Beleid kan uiteraard ook andere aspecten omvatten, maar voor het doel<br />

van dit processchema is deze omschrijving voldoende. Dit proces heeft een duidelijk<br />

raakvlak met de beheerkolom uit het ELO Architectuurmodel.<br />

Dienstverlening: In dit proces worden alle processen uitgevoerd, die te maken<br />

hebben met het honoreren van verzoeken om dienstverlening uit de buitenwereld,<br />

burgers en bedrijven.<br />

Levering en ontwikkeling: in dit proces worden alle processen gebundeld, die te<br />

maken hebben met het primaire proces van de gemeente, waarin het initiatief bij de<br />

gemeente ligt.<br />

Gegevensverzamelingen: Het betreft hier de totale set van gegevens op grond<br />

waarvan en met behulp waarvan de operationele en processen binnen de gemeente<br />

worden uitgevoerd.<br />

<strong>Startarchitectuur</strong> Wmo 54


| the way we see it<br />

Het EGEM-procesmodel concentreert zich op het aspect Dienstverlening. Het procesmodel<br />

bevat elementen van de Frontoffices, Mid- en Backoffice. 15 De deisntverlening<br />

bestaat uit een aantal deelprocessen:<br />

Kanalen: De klant kan zijn vraag via verschillende ingangen (telefoon, balie, internet,<br />

schriftelijk etc) stellen. Het proces Kanalen verwerkt de verschillende vraagvormen<br />

tot een uniforme (kanaalonafhankelijke) klantvraag. Afhankelijk van het<br />

gebruikte medium of kanaal met de specifieke eigenschappen vinden activiteiten<br />

plaats om de klantvraag te uniformeren.<br />

Classificeren klantvraag: Na binnenkomst van een geüniformeerde klantvraag<br />

wordt vastgesteld welk type vraag het betreft en welke behandeling gewenst is.<br />

Vragen die niet geclassificeerd kunnen worden worden teruggekoppeld.<br />

Assisteren en informeren klant: Het deelproces Assisteren en informeren klant<br />

helpt de klant bij het beantwoorden van zijn/haar vraag. Hiertoe staan verschillende<br />

hulpmiddelen ten dienste, zoals zoekfunctionaliteit, een productencatalogus, een<br />

geleide zoekprocedure, etc.<br />

Registreren zaak: Indien een vraag is geclassificeerd als een “verzoek om afhandeling”van<br />

een zaak, wordt hiertoe een ZAAK geregistreerd. Dit registratieproces<br />

houdt in, dat wordt beoordeeld of er voldoende informatie voorhanden is om de<br />

zaak in behandeling te nemen.<br />

Beheren zaak: Dit deelproces is verantwoordelijk voor het sturen en bewaken van<br />

de uitvoering van een processtap in de totale zaakafhandeling.<br />

Behandelen zaak: In behandelen zaak worden de primaire processen (of deelprocessen<br />

daarvan) afgehandeld. Na de afhandeling wordt de zaak opnieuw aangeboden<br />

aan het deelproces Beheren zaak. Binnen Behandelen zaak kan het ook noodzakelijk<br />

zijn om een nieuwe zaak te creëren of om de onderhanden zaak op te<br />

schorten, als bijvoorbeeld een bezwaartermijn moet worden afgewacht.<br />

8.2 Levering en ontwikkeling<br />

In dit procesgebied is een aantal deelprocessen gegroepeerd, waarin is onderkend<br />

dat deze binnen een gemeente worden uitgevoerd, maar geen directe relatie hebben<br />

met het dienstverleningsproces. De tot deze groep behorende processen vallen uiteen<br />

in twee deelverzamelingen:<br />

Voorwaarde scheppende deelprocessen: Onderzoek en Beleidsontwikkeling, deze<br />

leveren informatie aan het dienstverleningsproces, maar zijn niet uitvoerend.<br />

15 Gedetailleerde toelichting in het rapport “Architectuurmodel Gemeentelijke E-<br />

Dienstverlening<br />

<strong>Startarchitectuur</strong> Wmo 55


| the way we see it<br />

Uitvoerende processen: Opdracht, Levering (plantsoenendienst, huisvuil), Vergunning.<br />

8.3 Gegevensverzamelingen<br />

De gemeentelijke registraties zijn op te delen in twee soorten:<br />

<br />

<br />

Basisregistraties: Een door het kabinet benoemde authentieke registratie die<br />

als zodanig het fundament vormt van het stelsel van overheidsregistraties.<br />

Kernregistraties: Een door de gemeente zelf vastgestelde registratie van gegevens<br />

die noodzakelijk is voor de uitvoering van de eigen taken.<br />

Specifiek voor het functioneren van het Midoffice zijn de volgende registraties onderkend:<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

Zakendossier: Een ingevuld formulier leidt tot een zaak, een samenhangende<br />

hoeveelheid werk met een welgedefinieerde aanleiding en resultaat waarvan<br />

kwaliteit en doorlooptijd bewaakt moet worden. Een zaakdossier bestaat uit<br />

(on)gestructureerde berichten, records en gegevens die zowel betrekking hebben<br />

op het proces van afhandeling als op de inhoud. Gemeenten kunnen procesgegevens<br />

(zaakgegevens) in een zakensysteem opslaan, en de inhoudelijke<br />

gegevens in een document management systeem en andere basisgegevens in<br />

een gegevensmagazijn. (In Wmo-context wordt gesproken over aanvragen in<br />

plaats van Zaken)<br />

Productencatalogus: Een gestructureerde inventaris van diensten (zogenaamde<br />

‘producten’ die een overheid aanbiedt. (in Wmo-context betreft dit de voorzieningen)<br />

Zaaktypecatalogus: Een bibliotheek van alle verschillende zaaktypen die voor<br />

de gemeente van toepassing zijn. Het zaaktype bepaalt de wijze van afhandeling<br />

van de klantaanvraag (de zaak). De zaaktypecatalogus is te beschouwen<br />

als een verdere detaillering van de productencatalogus. (In de Wmo wordt het<br />

begrip klantvolgsysteem gehanteerd)<br />

Klantgegevens: Verzameling gegevens waarin alle relevante informatie over<br />

de klant zijn vastgelegd. Bijvoorbeeld de contacthistorie van de klant met de<br />

gemeente aangevuld met evt persoonsgegevens die niet in de basisregistratie<br />

aanwezig zijn. Andere benaming hiervoor is het klantprofiel.<br />

Openbare informatie: gegevensverzameling waarin voor burgers relevante,<br />

openbare informatie aangaande de gemeente is opgenomen, zoals raadsbesluiten,<br />

nieuwsberichten, openingstijden, informatie over openbare ruimte, Geo-<br />

<strong>Startarchitectuur</strong> Wmo 56


| the way we see it<br />

grafische informatie tbv burgers.<br />

8.4 Informatie-architectuur EGEM<br />

Op basis van het procesmodel is een ideale informatie-architectuur ontwikkeld.<br />

Deze bevat alle noodzakelijke bouwstenen om het dienstverleningsproces optimaal<br />

te kunnen ondersteunen.<br />

Figuur 18 EGEM Informatie architectuur<br />

Ieder van de processen uit het procesmodel is vertaald in een servicemodule, waarin<br />

de uitvoering van het proces gestalte is gegeven. Deze services zijn aan elkaar gekoppeld<br />

via een Dienstenbus, waarlangs informatie-uitwisseling kan plaatsvinden.<br />

Uit het hieruit resulterende schema kan echter niet worden afgeleid welke relatie<br />

deze services met elkaar onderhouden. Dit is ook in overeenstemming met de architectuurprincipes<br />

van een Service Georiënteerde Architectuur (zie §2.2.2). De relatie<br />

tussen deze services wordt in een Service Georiënteerde Architectuur expliciet gemaakt<br />

d.m.v. een service t.b.v. de processturing. In het schema is deze dan ook toegevoegd<br />

met de naam BPM (Business Process Management). Deze services zijn<br />

verantwoordelijk voor het aansturen van de overige services in de context van de<br />

diensten die moeten worden verleend. Deze service doet dat door de benodigde<br />

servicemodules aan te sturen met de correcte informatie voor het verlenen van een<br />

dienst en in de goede volgorde. De specificaties voor deze Orkestratiefuncties wor-<br />

<strong>Startarchitectuur</strong> Wmo 57


| the way we see it<br />

den gevormd door het Procesmodel Midoffice. In de informatie-architectuur is onderscheid<br />

gemaakt tussen de Frontoffice orkestratie en de Backoffice orkestratie.<br />

<br />

De legacysystemen omvatten de systemen die thans nog taakgericht zijn, maar<br />

via een adapter toegankelijk zijn gemaakt voor communicatie via de dienstenbus.<br />

16 Op dit moment (anno 2006) er nog geen leverancier op de markt die in<br />

staat is één totaal oplossing voor deze ideaalsituatie kan realiseren. Vooral ook<br />

omdat leveranciers van met name taakspecifieke pakketten nog geen voorzieningen<br />

hebben getroffen om hun product(en) als services te benaderen.<br />

8.5 Service georiënteerde architectuur (generiek)<br />

Gemeenten willen/moeten steeds sneller kunnen inspelen op de veranderende vraag<br />

van burgers, bedrijven of andere overheidsinstellingen. Daarbij besluiten organisaties<br />

bijvoorbeeld om in toenemende mate activiteiten te centraliseren, in het geheel<br />

af te stoten of uit te besteden aan derden. Omgekeerd worden ook samenwerkingsverbanden<br />

met ketenpartners aangegaan. Dit vereist een hoge mate van flexibiliteit<br />

van de mensen, organisatie (processen) en de middelen. Service oriëntatie richt de<br />

aandacht op de manier waarop zaken (vragen van de burger) worden behandeld<br />

door de organisatie. Door processen als een samenstelling van procesbouwstenen<br />

(services) te definiëren, kunnen de services door een aparte besturing als modules in<br />

een procesflow worden gekoppeld. Hierdoor ontstaat maximale flexibiliteit.<br />

Voor de ondersteuning van de services moet ook functionaliteit van (bestaande)<br />

informatiesystemen dusdanig worden (her)ingericht, dat de flexibiliteit ook aan de<br />

ICT-zijde wordt gerealiseerd. Op deze wijze vereisen wijzigingen in het proces<br />

nauwelijks nog systeemtechnische aanpassingen.<br />

16 Nadere toelichting staat in het EGEM Referentiemodel Midoffice. De technische architectuur<br />

is in deze startarchitectuur in algemene zin achterwege gebleven. In hoofdstuk 7 wordt specifiek<br />

op de Wmo-situatie nadere toelichting gegeven.<br />

<strong>Startarchitectuur</strong> Wmo 58


| the way we see it<br />

<br />

Procesflow<br />

Deel<br />

proces<br />

Deel<br />

proces<br />

Deel<br />

proces<br />

Service<br />

Service<br />

Service<br />

Service<br />

Service<br />

Gegevens / infrastructuur<br />

Figuur 19 Service Oriented Architectuur concept<br />

8.6 Besturing<br />

Het college van burgemeester en wethouders is verantwoordelijk voor de uitvoering<br />

van de Wmo. De gemeente en ketenpartners voeren samen taken uit die nodig zijn<br />

om maatschappelijke ondersteuning te kunnen bieden, waarbij de gemeente de regievoering<br />

over de gehele keten in handen heeft. Dat betekent dat de gehele keten<br />

als “een systeem” moet worden beschouwd. Het Wmo-systeem bestaat uit een aantal<br />

deelsystemen (de ketenpartners). Elke partner levert een specifieke bijdrage in<br />

de keten. Ten behoeve van de kwaliteitsbewaking en regievoering over de keten<br />

heen, heeft de gemeente informatie nodig. Informatie is als het ware het bloed dat<br />

door de aderen van het Wmo-systeem loopt, waardoor het systeem kan functioneren<br />

en op koers gehouden kan worden. Het besturingsparadigma van De Leeuw 17 gaat<br />

er van uit dat een besturend orgaan op zijn beurt aangestuurd kan worden door een<br />

besturend orgaan. Binnen de Wmo-keten is dat ook het geval, de gemeenten leggen<br />

verantwoording af aan onder meer het Ministerie van VWS.<br />

17 Leeuw, A.C.J. de (1974), Systeem en organisatie, Leiden, Stenfert Kroese.<br />

<strong>Startarchitectuur</strong> Wmo 59


| the way we see it<br />

Omgeving<br />

4<br />

3<br />

5<br />

Besturend orgaan<br />

6<br />

1<br />

2<br />

Figuur 20<br />

Bestuurde<br />

systeem<br />

Het besturingsparadigma maakt besturingssituaties inzichtelijk. Besturing kan op<br />

verschillende niveaus worden beschouwd. In de context van deze startarchitectuur<br />

wordt het gemeentelijk niveau gekozen. Het beschrijft besturing als een interactie<br />

tussen drie deelsystemen.<br />

Bestuurde systeem: het deelsysteem waarmee een gewenst resultaat moet worden<br />

behaald, bijvoorbeeld het gemeenteloket, de zorgverlener of het CAK;<br />

De omgeving: het deelsysteem waaraan het resultaat wordt opgeleverd, bijvoorbeeld<br />

de burger die maatschappelijke ondersteuning aanvraagt, een representant van<br />

de burger;<br />

Het besturend orgaan: het deelsysteem dat bepaalde doelen wil bereiken door het<br />

bestuurde systeem gericht te beïnvloeden, gemeenteraad, verantwoordelijke wethouder.<br />

Het besturend orgaan tracht haar doelen te bereiken door het bestuurde systeem en<br />

de omgeving dmv stuurmaatregelen te beïnvloeden (1) en (4).<br />

Om gericht te kunnen sturen, heeft het gegevens nodig over de situatie waarin het<br />

bestuurde systeem (2) en de omgeving (3) zich bevinden.<br />

De pijlen (5) en (6) representeren het gewenste resultaat dat het bestuurde systeem<br />

moet opleveren en wat daarvoor nodig is van de omgeving (5).<br />

8.7 Bruikbare bouwstenen voor een Wmo-loket<br />

In dit hoofdstuk worden de bouwstenen kort benoemd. De samenhang ontbreekt<br />

nog, die komt in de volgende hoofdstukken. In de beschrijving van elk van de negen<br />

vlakken van het architectuurmodel zal steeds worden aangegeven welke bouwstenen<br />

daar, op welke manier kunnen worden hergebruikt.<br />

8.8 Overzicht van beschikbare bouwstenen<br />

De gemeenten hoeven niet bij nul te beginnen. Er is al veel, zowel in techniek als in<br />

richtlijnen.<br />

<strong>Startarchitectuur</strong> Wmo 60


| the way we see it<br />

Functioneel gebied<br />

CVS<br />

Intake<br />

Midoffice<br />

Berichtenbus<br />

ICD /ICF<br />

CLiQ<br />

Afwegingskader<br />

mantelzorg<br />

GFO<br />

Basisgegevens<br />

Standaard Catalogi<br />

Standaard<br />

document opslag<br />

Papier, richtlijnen, standaarden<br />

WILL - meten<br />

Gereedschapskist<br />

AWB<br />

Invoering Wmo<br />

Webrichtlijnen<br />

Egem Referenite-<br />

Waarmerk<br />

dremplelvrij<br />

architectuur<br />

HL7<br />

GFO Zaken<br />

NTP<br />

AIB<br />

Jaardocument Zorg<br />

Standaard Indicatie<br />

Profielen<br />

Klantprofielen<br />

Protocol<br />

gebruikelijke zorg<br />

AZR -AGB<br />

codering<br />

Software in<br />

ontwikkeling<br />

PiP<br />

eFormulier Wmo<br />

CAK<br />

‘WVG’interface’<br />

LSP<br />

Overheidsberichten<br />

bus<br />

Aorta<br />

EGEM midoffice<br />

Software, berichten, services,<br />

programmatuur<br />

AZR – berichten<br />

CIZ aanmeld<br />

Sectorloket<br />

(EI standaard)<br />

Suwinet mail<br />

module(GINO)<br />

Inlichtingenbureau<br />

Dimpact midoffice<br />

Basisregistraties<br />

(GBA, NHR, BRA,<br />

BGR , Kadaster ,topog.)<br />

eNIK<br />

Sociale kaart/ Invis<br />

GEMNET<br />

Rinis<br />

DigiD<br />

Internet<br />

Suwinet<br />

SuwiML<br />

ZIM’s<br />

(HL7 berichten<br />

Dig . Begrepen )<br />

CIZ<br />

beslisbomen<br />

TZI interface<br />

Thinsy (CAK)<br />

Suwinet inkijk<br />

StUF berichten<br />

Webapplicatie<br />

(CAK)<br />

BSN<br />

Gegevenswoor<br />

-denboek Wmo<br />

DKD<br />

Zoekdienst<br />

Vraagverheldering<br />

Figuur 21 Bouwstenen<br />

Er is reeds een groot aantal ontwikkelingen gestart om bouwstenen te realiseren.<br />

Deze inventarisatie is nog niet compleet. Nadere uitwerking zal in een vervolgtraject<br />

plaatsvinden.<br />

8.9 Richtlijnen, standaarden en handreikingen<br />

Overzicht van relevante ‘kaderstellende’ documenten:<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

Gereedschapskist Wmo<br />

NORA<br />

Gemeentelijke referentiearchitectuur EGEM<br />

Midoffice architectuur EGEM<br />

8.10 ELO bouwstenen<br />

Generieke bouwstenen die vanuit het programma elektronische overheid worden<br />

ontwikkeld:<br />

<br />

<br />

<br />

BSN<br />

DigiD<br />

Stroomlijning basisgegevens (waaronder: modernisering GBA)<br />

<strong>Startarchitectuur</strong> Wmo 61


| the way we see it<br />

<br />

<br />

E-formulieren<br />

Persoonlijke internet pagina<br />

Een toelichting op deze bouwstenen is in de bijlage opgenomen.<br />

8.11 Bouwstenen uit aan de <strong>WMO</strong> verwante beleidsterreinen<br />

Hergebruik van voorzieningen uit de aanpalende beleidsterreinen:<br />

Werk en inkomen: digitaal klantdossier, Inlichtingenbureau / BKWI, Suwinet,<br />

Elektronische ketenberichten, suwi gegevensregister; Welzijnsveld Awbz: AIB,<br />

AZR, ZA-standaard CAK<br />

<strong>Startarchitectuur</strong> Wmo 62


| the way we see it<br />

9 Privacy & beveiliging<br />

Aangenomen wordt dat gemeenten op het gebied van privacybescherming en beveiliging<br />

al de nodige maatregelen genomen hebben. Om in het kader van de Wmo<br />

adequate informatieuitwisseling mogelijk te maken, worden ook op deze aspecten<br />

de volgende maatregelen verlangd.<br />

<br />

<br />

<br />

De gemeente beheerst haar informatiebeveiliging;<br />

De gemeente beheerst haar bescherming van persoonsgegevens ter bescherming<br />

van persoonlijke levenssfeer van de betrokkenen;<br />

De gemeente beheerst de continuïteit van haar belangrijkste bedrijfsprocessen.<br />

Daarnaast vereist samenwerking dat er ook afspraken tussen organisaties gemaakt<br />

worden over het op elkaar afstemmen en afgestemd houden van de informatiebeveiligings-<br />

en privacystelsels.<br />

Op het gebied van informatiebeleid zijn voorschriften bepaald, waaraan de informatieuitwisseling<br />

moet voldoen. 18 Op dit terrein zijn in de NORA-rapportage uitgebreide<br />

bron vermeldingen opgenomen, waarnaar wordt verwezen. Enkele architectuur<br />

principes met betrekking tot ketensamenwerking zoals ook van toepassing op<br />

de Wmo-keten worden hieronder aangehaald:<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

Convergentie van informatiebeveiliging, privacy en continuïteit van de bedrijfsvoering<br />

tussen (in ketens of netwerken) samenwerkende organisaties moet<br />

het gevaar van de “zwakste schakel” voorkomen.<br />

Samenwerkende partijen leggen verantwoording af waarin zij de relatie leggen<br />

tussen de door hen getroffen maatregelen en de gemaakte keten/netwerkafspraken.<br />

Toezicht wordt uitgeoefend mbt audits door een onafhankelijke deskundige. De<br />

relevante auditresultaten worden beschikbaar gesteld aan de partners in de samenwerking;<br />

Op basis van monitoring geeft elke ketenorganisatie zekerheid over de naleving<br />

van de ketenafspraken;<br />

Gebruik elektronische handtekeningen bij hoge eisen aan de onweerlegbaar-<br />

18 Voorschrift informatiebeveiliging rijksdienst<br />

Plan van aanpak VIR-2<br />

<strong>Startarchitectuur</strong> Wmo 63


| the way we see it<br />

heid van een bericht of transactie;<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

Tenminste bij transacties die een verplichting vormen voor een burger of bedrijf/instelling,<br />

zal de e-overheidsorganisatie kwijting geven van het afgerond<br />

hebben van een transactie / wezenlijke processtap;<br />

E-overheidsorganisaties spreken standaarden af voor beveiligde onderlinge<br />

communicatie op in ieder geval berichtniveau en transportniveau;<br />

E-overheidsorganisaties beveiligen de toegang tot hun diensten middels generieke<br />

authenticatie diensten op basis van DIGID en/of PKI-overheid.;<br />

E-overheidsorganisaties faciliteren vertegenwoordigingsrelaties in hun elektronische<br />

dienstverlening;<br />

Elektronische diensten worden verleend op basis van een bekende identiteit,<br />

waar het gaat om persoonlijke gegevens en transacties;<br />

De handelingen van overheidsmedewerkers (al dan niet in het kader van een<br />

aan een burger of bedrijf te leveren dienst) zijn tot op de persoon herleidbaar.<br />

Ten aanzien van Diensten en Services worden de volgende principes uit de NORA<br />

gehanteerd:<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

Om en service en de onderliggende informatie aantoonbaar goed te beveiligen<br />

en in de tijd ook beveiligd te houden moet elke organisatie een beveiligingscyclus<br />

voor de service inrichten;<br />

De beschikbaarheid van de service is door de eigenaar gedefinieerd en geborgd;<br />

Ketenorganisaties specificeren maatregelen (op het gebied van informatiebeveiliging,<br />

privacy en continuïteit) van bedrijfsvoering voor specifieke diensten<br />

en services op basis van de met die diensten en services samenhangende risico’s;<br />

De service voldoet aan wet- en regelgeving en contractuele verplichtingen;<br />

Middels (publiekelijke) voorlichting worden ook klanten van de diensten bewust<br />

gemaakt van de risico’s en de noodzaak van beveiligingsmaatregelen;<br />

Let op de beveiliging, privacybescherming en continuïteit van de bedrijfsvoering<br />

bij ingekochte diensten.<br />

<strong>Startarchitectuur</strong> Wmo 64


| the way we see it<br />

Een specifieke Wmo invulling hiervan wordt in deze eerste versie van het startdocument<br />

niet verder uitgewerkt.<br />

<strong>Startarchitectuur</strong> Wmo 65


| the way we see it<br />

10 Beheer<br />

Op het gebied van beheer en beheertaken voor de ketenverantwoordelijke biedt de<br />

NORA een aantal handvatten. De partij die verantwoordelijkheid draagt voor de<br />

dienstverlening naar burgers of bedrijven, heeft een belangrijke taak om zaken<br />

rondom de dienstverlening af te stemmen. Daarbij dient niet alleen inzicht gegeven<br />

te worden in de eigen dienstverlening of ICT-voorzieningen, maar ook moet contact<br />

onderhouden worden ketenpartners onder andere over:<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

Afstemming van gebruikte standaards en afspraken door de hele keten heen;<br />

Het coördineren van het doorvoeren van wijzigingen en onderhoud die (tijdelijk)<br />

impact hebben op het functioneren van de dienstverleningsketen;<br />

De vraagbomen ten behoeve van de vraagverheldering<br />

Het onderhouden van het Procesmodel Wmo, als basis voor de koppelvlakken<br />

Het onderhouden van het gegevenswoordenboek en vervolgens GFO_Wmo<br />

(voortvloeiend uit GFO_WVG)<br />

Het bijhouden van een ketenreleaseplanning;<br />

Het bijhouden van e-formulieren tbv de Wmo-aanmelding;<br />

Het onderhouden van de eigen bijdrage parameters;<br />

Het coördineren van de oplossing van incidenten die betrekking hebben op<br />

meerdere ketenpartners;<br />

Het verzamelen van wensen en klachten van de afnemers van de dienst en het<br />

bemiddelen in de realisatie van nieuwe functionaliteiten binnen de gehele keten;<br />

Het verzorgen van rapportages over de dienstverlening over de keten heen.<br />

Hierbij onderscheid makend tussen rapportages op strategisch, tactisch en operationeel<br />

niveau of aan de klanten van de dienst.<br />

Een specifieke Wmo invulling hiervan wordt in deze eerste versie van het startdocument<br />

niet verder uitgewerkt.<br />

<strong>Startarchitectuur</strong> Wmo 66


| the way we see it<br />

Bijlagen<br />

ELO bouwstenen<br />

Burgerservicenummer<br />

Beschrijving<br />

Het burgerservicenummer (BSN) is een uniek nummer dat gelijk is aan het sofinummer.<br />

Het BSN speelt een belangrijke rol binnen de gegevenshuishouding van<br />

de Nederlandse overheid. Met het BSN kunnen persoonsgebonden gegevens – mits<br />

juridisch toegestaan – betrouwbaar worden uitgewisseld tussen overheid en burger<br />

enerzijds en tussen (semi)overheden onderling anderzijds.<br />

Iedereen die een relatie heeft met de overheid, goed te identificeren is en is opgenomen<br />

in de gemeentelijke basisadministratie (GBA) dan wel in de (nog te realiseren)<br />

registratie niet-ingezetenen (RNI) krijgt een BSN.<br />

Het BSN stelsel voorziet in een beheervoorziening BSN waarmee niet alleen de<br />

toekenning van een BSN (door gemeenten) aan een (nieuwe) burger wordt gefaciliteerd<br />

en georganiseerd maar ook in de realtime verificatie van een vijftal vragen, te<br />

weten:<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

Is dit nummer een BSN?<br />

Is dit identiteitsdocument geldig (a.d.h.v. het ID-nummer)?<br />

Welke identificerende gegevens horen bij dit BSN?<br />

Welk BSN horen bij deze identificerende gegevens?<br />

Klopt de combinatie van dit BSN en deze identificerende gegevens?<br />

De beheervoorziening BSN is ten behoeve hiervoor gekoppeld aan de GBA, de<br />

belastingdienst en het verificatieregister reisdocumenten, het rijbewijsregister en het<br />

vreemdelingenkaart register. In de nabije toekomst zal ook een koppeling worden<br />

gelegd met het (nog te realiseren) register niet-ingezetenen (RNI).<br />

De beheervoorziening BSN voorziet niet in een signaleringsfunctie bij nieuwe burgers/BSN.<br />

Hiervoor biedt het GBA-stelsel uitkomst. Via een abonnementenstructuur<br />

kan hierop worden ingetekend indien de betreffende overheidsorganisatie geautoriseerd<br />

is om gebruik te maken van het GBA.<br />

Het gebruik van de beheervoorziening BSN is toegestaan voor alle overheidsorganisaties<br />

die dit nodig hebben voor de uitvoering van hun publiekrechtelijke taak en<br />

<strong>Startarchitectuur</strong> Wmo 67


| the way we see it<br />

voor alle organisaties waaraan het gebruik van het BSN bij of krachtens wet is<br />

voorgeschreven bij bepaalde werkzaamheden. Aansluiting op de beheervoorziening<br />

vindt plaats op organisatieniveau en niet op (eind)gebruikersniveau. Er is sprake<br />

van een koppelvlak tussen de beheervoorziening en het systeem van de aansluitende<br />

organisatie.<br />

Na vaststelling van de vraag of een organisatie gebruik mag maken van de beheervoorziening<br />

BSN is de verdere aansluitprocedure eenvoudig te doorlopen. Wel zal<br />

de organisatie vooraf een (technische) interface moeten inbouwen om berichten/gegevens<br />

met de beheervoorziening BSN te kunnen uitwisselen (zie hiervoor<br />

het logisch ontwerp) en haar organisatie voor te bereiden op het werken met het<br />

BSN. Ten aanzien van het koppelvlak met de beheervoorziening BSN is door het<br />

programmabureau BSN een elementaire verificatie applicatie BSN ontwikkeld en<br />

gratis ter beschikking gesteld aan toekomstige gebruikers van de beheervoorziening<br />

BSN.<br />

Er wordt gebruik gemaakt van XML-SOAP berichten over HTTPS (poort 443). De<br />

beheervoorziening BSN voorziet in een vraag- en antwoordbericht met synchrone<br />

communicatie en moet worden benaderd met behulp van een PKIoverheid certificaat.<br />

Planning<br />

Het BSN-stelsel wordt op 1 januari 2007 worden ingevoerd. Wel is dit nog afhankelijk<br />

van de behandeling van de wet algemene bepalingen BSN in de Eerste Kamer.<br />

Technisch gezien is de beheervoorziening BSN gereed en wordt er momenteel<br />

een pilot uitgevoerd in de zorg.<br />

Op basis van tijdelijke en specifiek op de zorg toegesneden wet- en regelgeving is<br />

het namelijk mogelijk dat een aantal koplopers in de zorg (ziekenhuizen) voorafgaand<br />

aan de inwerkingtreding van de wet algemene bepalingen BSN via een sectorale<br />

berichtenvoorziening gebruik maken van de beheervoorziening BSN op basis<br />

van sofi-nummers. Zo kan aan de zijde van de beheervoorziening BSN ervaring<br />

worden opgedaan met de feitelijke werking van de voorziening en kan de zorgsector<br />

alvast ondervinden hoe het BSN-stelsel werkt en wat hen te wachten staat bij de<br />

invoering hiervan. De pilot in de zorg is dan ook voor alle andere organisaties die<br />

willen aansluiten een goede leerschool.<br />

Nadere informatie (organisatie)<br />

Agentschap BPR<br />

<strong>Startarchitectuur</strong> Wmo 68


| the way we see it<br />

GBA: Gemeentelijke basisadministratie<br />

Korte beschrijving<br />

De GBA is de gemeentelijke basisadministratie voor persoonsgegevens. De GBA<br />

bestaat sinds 1 oktober 1994. De persoonsgegevens van alle inwoners in Nederland<br />

zijn in de GBA opgenomen. Deze persoonsgegevens, en de wijzigingen daarin,<br />

worden elektronisch verspreid naar afnemers. Hiervoor wordt, op basis van een<br />

abonnementstructuur, een (asynchroon) berichtenprotocol gebruikt. De in de GBA<br />

opgeslagen gegevens en het gebruikte SPD protocol zijn beschreven in het Logisch<br />

Ontwerp GBA. Daarnaast is “online” bevraging mogelijk via de Landelijk Raadpleegbare<br />

Deelverzameling (LRD).<br />

Van 2007 tot 2010 wordt de GBA gemoderniseerd tot de basisregistratie van persoonsgegevens.<br />

Dit betekent allereerst dat binnen de overheid bij het gebruik van<br />

persoonsgegevens in principe gebruik moet worden gemaakt van de authentieke<br />

gegevens zoals die door de GBA worden beheerd. Ook worden afnemers verplicht<br />

als er een vermoeden is van fout in deze gegevens dit terug te melden, conform de<br />

afspraken in het stelsel van basisregistraties.<br />

Al vanaf fase 1 kunnen afnemers GBA-V (GBA Verstrekkingen) online bevragen.<br />

Dit gebeurt op met de LRD vergelijkbare wijze. In een latere fase worden het gegevensmodel<br />

en het gebruikte protocol gewijzigd. Het GBA berichtenverkeer naar de<br />

afnemers verloopt dan via een servicebus in plaats van het specifieke GBA netwerk.<br />

Samenhang met BSN<br />

Bij inwerkingtreding van de wet burgerservicenummer (zie bij die bouwsteen)<br />

wordt de beheervoorziening BSN in gebruik genomen. Deze voorziening levert<br />

haar gebruikers ook online persoonsgegevens uit de GBA en op een later moment<br />

ook uit het Register Niet Ingezetenen (RNI). Doelstelling van deze gegevensverstrekking<br />

is het op betrouwbare wijze vaststellen van het BSN en/of de identiteit<br />

van de burger.<br />

Planning<br />

Het wetsvoorstel voor de GBA als Basisregistratie treedt naar verwachting in werking<br />

op 1 januari 2007 en zal daarna tot 1 januari 2010 geleidelijk worden ingevoerd.<br />

Voor deze gefaseerde invoering zal een wordt nog een plan(ning) worden<br />

opgesteld.<br />

Nadere informatie (organisatie)<br />

Agentschap BPR<br />

<strong>Startarchitectuur</strong> Wmo 69


| the way we see it<br />

DigiD: Digitale identiteit<br />

Korte beschrijving<br />

DigiD staat voor digitale identiteit. Het is een gemeenschappelijk overheidsbrede<br />

voorziening waarmee overheidsinstellingen de identiteit van burgers kunnen vaststellen.<br />

Op basis van één gebruikersnaam en wachtwoord kunnen de burgers bij<br />

meerdere elektronisch diensten terecht. Op dit moment is DigiD voor burgers bij<br />

een flink aantal gemeenten en de belastingdienst in gebruik. De persoonlijke gegevens<br />

die met de DigiD website worden uitgewisseld zijn beveiligd met SSL en een<br />

PKIoverheid certificaat.<br />

Ook voor bedrijven is er een DigiD. Op dit moment worden daarvoor de toegangscodes<br />

van de Kamer van Koophandel hergebruikt. De Autoriteit Financiële Markten<br />

(AFM) is de eerste organisatie die gebruikmaakt van toegangscodes van de KvK.<br />

Voor de dienstenleverancier (gemeente, belastingdienst, AFM) komen enige gegevens<br />

over de ingelogde gebruiker via DigiD beschikbaar. Voor personen is dat<br />

(momenteel) tenminste het sofi-nummer of A-nummer (uniek nummer uit de Gemeentelijke<br />

Basis Administratie). Voor bedrijven is dat het KvK nummer.<br />

DigiD kent 3 zekerheidsniveaus: basis, midden en hoog. Zekerheidsniveau basis,<br />

gebruikersnaam en wachtwoord, biedt in veel gevallen voldoende zekerheid over de<br />

identiteit van de persoon of het bedrijf. Gaat het om meer privacygevoelige informatie,<br />

dan zal een zwaardere authenticatiemiddel (van niveau midden of hoog)<br />

noodzakelijk zijn.<br />

Planning<br />

DigiD is momenteel voor bedrijven beschikbaar in zekerheidsniveau basis.<br />

DigiD is momenteel voor personen beschikbaar in de zekerheidsniveaus basis en<br />

midden. Dat laatste wordt bereikt door via SMS een aanvullende code naar de gebruiker<br />

te sturen.<br />

Nadere informatie (organisatie)<br />

GBO.Overheid<br />

<strong>Startarchitectuur</strong> Wmo 70


| the way we see it<br />

eFormulieren<br />

Beschrijving<br />

Het programma eFormulieren ondersteunt overheden bij het omzetten van bestaande<br />

of nieuwe formulieren (papier of PDF) naar elektronische formulieren gebaseerd<br />

op XML. Deze formulieren zijn interactief. Dat wil zeggen dat alleen vragen die<br />

van toepassing zijn op de specifieke gebruiker, worden getoond.<br />

Het gaat hierbij bijvoorbeeld om elektronische formulieren voor bijvoorbeeld meldingen,<br />

klachten, bezwaarschriften, subsidieaanvragen, vergunningen, verzoeken en<br />

ontheffingen.<br />

Het programma eFormulieren ontwikkelt en beheert deze formulieren voor verschillende<br />

overheidsorganisaties. De elektronische formulieren worden centraal<br />

opgeslagen en via de website van de overheidsinstelling (in de betreffende huisstijl)<br />

aangeboden.<br />

Het Programma eFormulieren kan tevens zorgen voor de koppeling met landelijke<br />

voorzieningen zoals de nog in te voeren basisregistraties en DigiD (deze laatste is<br />

reeds in gebruik in het burgerdomein). Koppeling maakt het mogelijk dat bij de<br />

overheid bekende gegevens vooringevuld worden, dat de ingevoerde informatie op<br />

juistheid getoetst is/wordt en dat gegevens consistent zijn. Dit bespaart zowel de<br />

gebruiker als de organisatie tijd. Vooralsnog is de koppeling met deze voorzieningen<br />

nog niet operationeel vanwege het feit dat bijvoorbeeld de basisregistraties nog<br />

niet operationeel zijn.<br />

Het programma eFormulieren verzorgt hiernaast ook koppelingen naar voorzieningen<br />

van derde partijen, zoals een internetkassa en de postcodetabel.<br />

EFormulieren faciliteert c.q. bevordert gezamenlijke “intake” van gegevens door de<br />

overheid.<br />

Na invulling van het eFormulier door de gebruiker (burger of bedrijf) wordt het<br />

formulier en/of de ingevulde gegevens gestuurd naar de betreffende overheidsinstelling<br />

en worden gegevens opgeslagen bij de betreffende overheidsinstelling.<br />

Vooralsnog wordt door de overheidsinstellingen met name gebruik gemaakt van de<br />

mogelijkheden om het ingevulde formulier in PDF-format te ontvangen per mail en<br />

deze vervolgens handmatig in haar systeem te verwerken. De mogelijkheid om de<br />

ingevulde gegevens per elektronisch bericht toegestuurd te krijgen en deze rechtstreeks<br />

te verwerken in haar systeem(en) wordt nog maar weinig gebruikt omdat<br />

veel overheidsinstellingen daar nog niet toe in staat zijn.<br />

<strong>Startarchitectuur</strong> Wmo 71


| the way we see it<br />

Het ontwikkkelen van elektronische formulieren gebeurt in een aantal gezamenlijke<br />

stappen. Eerst worden de specificaties gedefinieerd waaraan het formulier moet<br />

voldoen, waarop een functioneel ontwerp wordt gemaakt. Hierna wordt het formulier<br />

ontwikkeld en getest. Na goedkeuring wordt het elektronische formulier op de<br />

website van de overheidsinstelling geplaatst.<br />

Er worden geen specifieke eisen gesteld aan het websysteem van de betreffende<br />

overheidsinstelling. De eFormulierenvoorziening wordt opgestart in een nieuw<br />

scherm van de frontoffice van de overheidsinstelling d.m.v. een beveiligde link.<br />

Planning<br />

EFormulieren zijn reeds in grote getale online. Steeds meer overheden weten de<br />

weg naar het programma te vinden. De koppeling met DigiD is momenteel al wel<br />

mogelijk maar wordt nog niet gebruikt in het bedrijvendomein. De koppeling met<br />

de basisregistraties staat voor de toekomst op de planning.<br />

Nadere informatie (organisatie)<br />

ICTU<br />

<strong>Startarchitectuur</strong> Wmo 72


| the way we see it<br />

Persoonlijke Internetpagina<br />

Beschrijving<br />

Binnen ICTU wordt momenteel de persoonlijke internetpagina (PIP) ontwikkeld.<br />

Hierbij gaat het om een webdomein voor burgers en ondernemers dat als overzichtelijke<br />

en makkelijke ingang kan dienen om te communiceren met verschillende<br />

overheidsorganisaties. Als ondernemer kan je in dat persoonlijke domein in de toekomst<br />

in een handomdraai het juiste antwoord op je vraag vinden en/of krijgen en<br />

kun je je eigen gegevens inzien en beheren. Tevens kan je via je webdomein aanvragen<br />

voor overheidsdiensten in gang zetten bij tal van instellingen. Het laat je het<br />

gemak van eenmalige gegevensverstrekking ervaren doordat de verschillende overheden<br />

gebruik maken van de door jezelf beheerde gegevens. Op basis van een persoonlijk<br />

profiel word je geattendeerd op voor jou relevante zaken, met minimale<br />

last van de grenzen tussen afzonderlijke organisaties. Het programma draagt op<br />

deze wijze bij aan verbetering van elektronische dienstverlening, een verdere reductie<br />

van de administratieve lasten en grotere transparantie in je contacten met de<br />

overheid<br />

De PIP is 24 uur per dag, 7 dagen per week toegankelijk, vanaf elke plek met een<br />

internettoegang.<br />

De eerste focus van PIP ligt op burgers. Ook het bedrijvendomein wordt uiteindelijk<br />

meegenomen. In een aantal fasen wordt toegewerkt naar een volwaardige PIP.<br />

Momenteel ligt een proof of concept voor ter beoordeling door een burgerpanel.<br />

Hierna zal in een proefomgeving een beperkt aantal organisaties worden geselecteerd<br />

als proef-dienstaanbieder. Als de proefomgeving voldoende door proefgebruikers<br />

(burgers) getest is, wordt deze omgezet in een basisvoorziening. Dit zal naar<br />

verwachting later in 2007 zijn beslag krijgen. Het aantal dienstaanbieders zal dan<br />

ook worden uitgebreid.<br />

Er zijn nog geen aansluitspecificaties en aansluitvoorwaarden beschikbaar. Deze<br />

worden momenteel door het programma PIP ontwikkeld. Open standaarden zijn een<br />

belangrijk uitgangspunt binnen PIP. Met name open standaarden voor webservices.<br />

Daarnaast zal de architectuur van PIP aansluiten bij de Nederlandse OverheidsReferentieArchitectuur<br />

(NORA).<br />

In het programma PIP wordt actief gebruik gemaakt van de andere basisvoorzieningen<br />

van de elektronische overheid, zoals eFormulieren voor het starten van transacties,<br />

DigiD voor authenticatie en de digitale handtekening, basisregistraties zoals<br />

<strong>Startarchitectuur</strong> Wmo 73


| the way we see it<br />

GBA en NHR en basisvoorzieningen zoals BSN en het bedrijvenloket als startpunt<br />

voor bedrijven.<br />

Toegang tot de PIP voor de betrokken burger of ondernemer zal plaatsvinden middels<br />

gebruik van DigiD. Bij de transport en opslag van gegevens zal PKIoverheid<br />

een belangrijke rol spelen.<br />

Planning<br />

PIP zal stapsgewijs worden gerealiseerd. Momenteel ligt een proof of concept voor<br />

bij een panel van burgers. Na evaluatie zal worden gestart met een proefomgeving<br />

van PIP met een beperkt aantal overheidsorganisaties en proefgebruikers (burgers).<br />

Na evaluatie hiervan staat gepland in 2007 een basisvoorziening te realiseren en<br />

daarna een gestage uitbreiding van het aantal gebruikers en dienstaanbieders te bewerkstelligen.<br />

Op basis van de bevindingen uit de proefperiode zal de planning<br />

nader worden verfijnd en aangepast. Volgens de huidige planning zal de landelijk<br />

uitrol in 2008 van start gaan.<br />

Nadere informatie (organisatie)<br />

ICTU<br />

<strong>Startarchitectuur</strong> Wmo 74


| the way we see it<br />

Lijst met afkortingen<br />

In dit rapport komen de volgende afkortingen voor:<br />

AIB<br />

Aanvraag Indicatie Besluit<br />

API<br />

Application Programming Interface<br />

AWBZ Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten<br />

AZR<br />

AWBZ-brede Zorgregistratie<br />

BPM<br />

Business Process Model/Management<br />

BSN<br />

Burger Service Nummer<br />

CAK<br />

Centraal Administratie Kantoor Bijzondere Zorgkosten<br />

CIZ<br />

Centrum Indicatiestelling Zorg<br />

EGEM Programma Elektronische Gemeente<br />

GBA<br />

Gemeentelijke Basis Administratie<br />

GFO<br />

Gemeentelijk Functioneel Ontwerp<br />

HL7v3 Health Level 7 version 3<br />

ICTU ICT Uitvoeringsorganisatie<br />

IP<br />

Internet Protocol<br />

NORA Nederlandse Overheid Referentie Architectuur<br />

PDA<br />

Personal Digital Assistant<br />

PGB<br />

Persoons Gebonde Budget<br />

SGA/SOA Servicegerichte Architectuur / Service Oriented Architecture<br />

SGR<br />

SUWI Gegevensregister3.0<br />

SIP<br />

Standaard Indicatie Protocol<br />

StUF<br />

Standaard uitwisselingsformaat<br />

SUWI Structuur Uitvoering Werk en Inkomen<br />

VNG<br />

Vereniging Nederlandse Gemeenten<br />

VWS Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport<br />

Wmo<br />

Wet Maatschappelijke Ondersteuning<br />

WVG Wet Voorzieningen Gehandicapten<br />

XML<br />

eXtensible Markup Language<br />

ZA<br />

Zorgaanbieder<br />

<strong>Startarchitectuur</strong> Wmo 75


| the way we see it<br />

Literatuuroverzicht<br />

Ledenbrief VNG van 25 juli 2006<br />

<br />

<br />

<br />

http://www.invoeringwmo.nl/<strong>WMO</strong>/nl-NL/Algemeen/Achtergrond.htm<br />

Brief aan college van burgemeester en wethouders en college van de straatsecretaris<br />

van vWS van 22 juni 2005<br />

Notitie: Op weg naar een bestendig stelsel voor langdurige zorg en maatschappelijke<br />

ondersteuning; kamerstuk 23 april 2004<br />

Implementatie <strong>WMO</strong>; kamerstuk 15 februari 2005<br />

<br />

http://www.invoeringwmo.nl/<strong>WMO</strong>/nl-NL/Gereedschapskist/<br />

Algemene handreiking; delen 1 en 2<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

Voor specifieke vragen zijn de volgende handreikingen beschikbaar:<br />

Wmo en samenwerking tussen gemeenten ; memo wijzigingen handreiking<br />

samenwerking tussen gemeenten<br />

Communicatie ; memo wijzigingen handreiking communicatie<br />

Wmo en gemeentelijke organisatie ; memo wijzigingen handreiking gemeentelijke<br />

organisatie<br />

Burgerparticipatie<br />

Verantwoordings- en controle instrumenten Wmo<br />

Financieel model; Gebruikershandleiding bij financieel model; Rekenmodel<br />

Excel<br />

Hulp bij het huishouden; Voorbeeldbestek hulp bij het huishouden<br />

Signalement subsidieregelingen<br />

<strong>Ketens</strong>amenwerking ; memo wijzigingen handreiking ketensamenwerking<br />

Inkoop en aanbesteden<br />

Visie op lokale loketten ; Uitvoering lokale loketten ; Instrumenten lokale loketten<br />

Wmo en de rol van de raad ; Wmo en de rol van de raad - voorbeelden<br />

De Wmo en het pgb (geactualiseerd)<br />

Toegangsbewaking<br />

<strong>Startarchitectuur</strong> Wmo 76


| the way we see it<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

De Wmo en de ICT<br />

Wmo en sexuele diversiteit<br />

Mantelzorgondersteuning in de Wmo (nieuw)<br />

Brochure: Wat iedere bestuurder moet weten!<br />

<strong>Startarchitectuur</strong> Wmo 77


Over Capgemini en de Collaborative Business Experience<br />

Capgemini levert aantoonbaar toegevoegde waarde aan de prestaties van zijn klanten in een<br />

groot aantal branches. Dit gebeurt met een compleet en innovatief aanbod van consulting-,<br />

technology- en outsourcingdiensten. Daarbij werkt de onderneming op een onderscheidende<br />

manier samen met haar klanten aan het behalen van snellere, betere en meer duurzame resultaten:<br />

de Collaborative Business Experience. Deze innovatieve samenwerking krijgt vorm door<br />

een sterk netwerk van technologiepartners, bewezen methoden en hulpmiddelen en een sterk op<br />

samenwerking gerichte mentaliteit in de dagelijkse praktijk. Hiermee helpt Capgemini organisaties<br />

om nieuwe groeistrategieën te ontwikkelen en de mogelijkheden van technologie optimaal<br />

te benutten.<br />

Capgemini heeft wereldwijd ongeveer 60.000 medewerkers in dienst. De organisatie realiseerde<br />

in 2004 een omzet van 6,3 miljard euro.<br />

Het hoofdkantoor van Capgemini Group is gevestigd in Parijs.<br />

www.nl.capgemini.com<br />

Capgemini Nederland<br />

Papendorpsweg 100<br />

Postbus 2575<br />

3500 GN Utrecht<br />

Tel.: +31 30 689 89 89

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!