Aquasol 4 - Ferroli
Aquasol 4 - Ferroli
Aquasol 4 - Ferroli
Transform your PDFs into Flipbooks and boost your revenue!
Leverage SEO-optimized Flipbooks, powerful backlinks, and multimedia content to professionally showcase your products and significantly increase your reach.
Gebruikershandleiding<br />
Montagehandleiding<br />
zonneboiler<br />
AQUASOL 4<br />
TYPE: LB 90 IT<br />
Zie voor garantieregistratie ook op het internet : www.agpoferroli.nl bij “garantiebewijs”
AGPO <strong>Ferroli</strong><br />
Postbus 3364, 4800 DJ Breda<br />
Konijnenberg 24, 4825 BD Breda<br />
Consumenten-informatie<br />
telefoonnummer: 076 - 5 725 740<br />
(storingen melden bij uw installateur)<br />
Internet: www.agpoferroli.nl<br />
E-mail: info@agpoferroli.nl<br />
Geachte meneer, mevrouw<br />
Gefeliciteerd met de aanschaf van uw zonneboiler.<br />
Dit toestel biedt u naast een hoog comfort, een laag<br />
energiegebruik, gunstig voor u en voor het milieu.<br />
Deze gebruikershandleiding biedt u diverse adviezen<br />
om goed met uw zonneboiler om te gaan. Wij raden u<br />
daarom aan deze zorgvuldig te lezen en te bewaren.<br />
Garantiebewijs<br />
Aan het einde van deze gebruikershandleiding treft u<br />
een garantiebewijs en een garantiekaart aan (of los<br />
bijgevoegd). Wij verzoeken u de garantiekaart volledig<br />
in te vullen en binnen 8 dagen te retourneren aan<br />
AGPO <strong>Ferroli</strong> B.V.. Vul ook de toestelgegevens (hieronder)<br />
in voor eenvoudige referentie.<br />
Installatie<br />
Het toestel dient door een erkende installateur geïnstalleerd,<br />
in bedrijf gesteld en onderhouden te worden.<br />
Storing(en)<br />
Kijk in hoofdstuk 5 of de storing eenvoudig te<br />
verhelpen is. Zo niet, neem contact op met uw<br />
installateur.<br />
Vul, voor u contact met de installateur opneemt, de<br />
onderstaande toestelgegevens in.<br />
Geachte installateur,<br />
Het tweede deel van deze handleiding is een montagehandleiding<br />
die tevens een storingsanalyse en uitleg over<br />
de werking van het toestel geeft.<br />
De montagehandleiding biedt u een handzame hulp bij<br />
het installeren van het toestel.<br />
Aandachtspunten vóór montage<br />
U wordt in dit hoofdstuk geattendeerd op belangrijke zaken<br />
die u voorafgaand aan de montage moet weten.<br />
Montagehandleiding<br />
Deze instructie legt bondig uit hoe het toestel gemonteerd<br />
en in bedrijf gesteld moet worden.<br />
Inspectie, storingen en service<br />
Raadpleeg dit hoofdstuk bij inspectiebeurten en storingen.<br />
Werking en technische gegevens<br />
In dit hoofdstuk wordt uitleg gegeven over de werking van<br />
het toestel en over de display uitlezing.<br />
Tevens vindt u hier de technische gegevens en het<br />
elektrisch aansluitschema.<br />
Gegevens AQUASOL 4 LB 90 IT:<br />
Zonneboiler<br />
Serienummer: PHST - -<br />
(zie garantiebewijs op pagina 30 van de handleiding)<br />
Gegevens installateur of onderhoudsbedrijf:<br />
Naam:<br />
Adres:<br />
Naverwarmer : MegaDens Type :<br />
MegaLux Type :<br />
Serienummer : . . . . L . . . . .<br />
Telefoonnummer:<br />
Stempel<br />
Anders Merk :<br />
Type :<br />
Serienummer : . . . . . . . . . .<br />
Wij behouden ons het recht voor wijzigingen in tekst, tekeningen en grafieken e.d. aan te brengen zonder voorafgaande kennisgeving<br />
2<br />
Documentnummer : DRS 5013 Versie : 04 Datum : juni 2007
Gebruikershandleiding<br />
Montagehandleiding<br />
zonneboiler<br />
AQUASOL 4<br />
TYPE: LB 90 IT<br />
GEBRUIKERSHANDLEIDING<br />
1. Algemeen .................................................................................................... 5<br />
Voor uw veiligheid: Let op! ............................................................................... 5<br />
2. Werking en instellingen ..................................................................................... 5<br />
3. Het in en uit bedrijf nemen van het toestel ......................................................... 6<br />
4. Gebruikersadviezen ......................................................................................... 6<br />
5. Display .................................................................................................... 7<br />
3
MONTAGEHANDLEIDING<br />
AANDACHTSPUNTEN VOOR MONTAGE<br />
6. VOORSCHRIFTEN ........................................................................................... 8<br />
7. AANDACHTSPUNTEN VÓÓR MONTAGE ......................................................... 8<br />
7.1 Opstelling ............................................................................................... 9<br />
7.2 Leveringsomvang .................................................................................... 9<br />
7.3 Toesteltoebehoren ................................................................................... 10<br />
MONTAGEHANDLEIDING<br />
8. MONTAGE-INSTRUCTIE ................................................................................... 10<br />
8.1 Afmetingen, aansluitingen en vrije ruimte rondom de AQUASOL 4 ........... 11<br />
8.2 Ophangen van de AQUASOL 4 .............................................................. 12<br />
8.3 Aansluiten van de zonnecollector ............................................................ 13<br />
8.4 Tapwaterzijdige aansluiting op de naverwarmer ......................................... 14<br />
8.5 Elektrische aansluitingen van de AQUASOL 4 .......................................... 15<br />
8.6 Plaatsing van zonnecollectoren................................................................ 16<br />
9. EERSTE INGEBRUIKNEMING VAN DE AQUASOL 4 standaard ........................ 17<br />
9.1 Vulprocedure/controle vulniveau, van het collector circuit m.b.v. vulpomp.... 17<br />
9.2 Vulprocedure/controle vulniveau, van het collector circuit m.b.v. trechter .... 17<br />
9.3 Zonneboiler vullen (tapwater) .................................................................... 18<br />
9.4 In bedrijf nemen ...................................................................................... 18<br />
9.5 Applicatie keuze ..................................................................................... 18<br />
9.6 Uit bedrijf nemen ..................................................................................... 18<br />
INSPECTIE, STORINGEN EN SERVICE<br />
10. INSPECTIE EN AFSTELLEN ............................................................................. 19<br />
10.1 Naverwarmer afstellen op de AQUASOL 4 ................................................ 19<br />
11. FUNCTIECODES, STORINGEN EN SERVICE ONDERDELEN .......................... 20<br />
11.1 Storingslijst met mogelijke oorzaken en oplossingen ................................ 20<br />
11.2 Service onderdelen van de AQUASOL 4 ................................................... 21<br />
WERKING EN TECHNISCHE GEGEVENS<br />
12. WERKING EN TECHNISCHE GEGEVENS ....................................................... 22<br />
12.1 Werking van het toestel........................................................................... 22<br />
12.2 Elektrisch aansluitschema ...................................................................... 23<br />
12.3 Technische gegevens .............................................................................. 24<br />
Bijlage I : Plaatsingsvoorschrift Liggende collector ............................................ 26<br />
Bijlage II : Plaatsingsvoorschrift Staande collector ............................................. 27<br />
Bijlage III : Montage instructie Ballastframe ....................................................... 28<br />
Bijlage IV : Controle instructie zonneboilervloeistof .............................................. 29<br />
Bijlage V : Werk Plaats Instructiekaart zonneboilervloeistof ................................ 30<br />
NOTITIES .................................................................................................... 31<br />
GARANTIEBEWIJS .......................................................................................... 34<br />
4
1. ALGEMEEN<br />
2. WERKING EN INSTELLINGEN<br />
Introductie<br />
De AQUASOL 4 IT is een zonneboiler welke met behulp<br />
van een zonnecollector zonne-energie invangt en opslaat<br />
in de boiler. Vanuit de zonneboiler stroomt het voorverwarmde<br />
tapwater via het naverwarmingstoestel naar de<br />
warmwater-tappunten.<br />
De zonnecollector vangt het zonlicht in en zet dit om in<br />
bruikbare warmte. Deze warmte wordt via een warmtewisselaar<br />
overgedragen aan het tapwater in de<br />
zonneboiler. Vanuit de zonneboiler wordt de afgekoelde<br />
collector vloeistof weer naar de collector gepompt.<br />
Bij tapwatervraag stroomt het (voor)verwarmde tapwater<br />
vanuit de zonneboiler via de naverwarmer naar het<br />
tappunt.<br />
Zonnecollector<br />
<strong>Aquasol</strong> 4 IT<br />
Display<br />
Warm water naar<br />
naverwarmer<br />
Figuur 1.1 AQUASOL 4 IT<br />
Figuur 2.1<br />
Koud<br />
water<br />
Principe werking<br />
Collectorrpomp<br />
In deze handleiding wordt voor installatie doeleinden<br />
uitgegaan van een AGPO <strong>Ferroli</strong> combi CV toestel met NZ<br />
keur, als naverwarmer. U kunt ook een ander toestel met<br />
een NZ-keur gebruiken.<br />
Voor uw veiligheid: Let op!<br />
230 V Elektrische spanning<br />
Dit toestel bevat componenten die onder een<br />
spanning van 230 V werken.<br />
Heet water<br />
Een tapwatertemperatuur van meer dan 60°C<br />
op het tappunt dient voorkomen te worden.<br />
Om dit te bereiken moet een thermostatisch<br />
mengventiel geplaatst worden, zoals in H8.4<br />
omschreven.<br />
Warme leidingen<br />
De temperatuur van de collectorleidingen kan<br />
op zonnige dagen oplopen tot boven de 90 o C.<br />
De tapwaterleidingen (tot en met het thermostatisch<br />
mengventiel) kunnen tot 85°C heet<br />
worden.<br />
Naverwarming tapwater<br />
De naverwarmer moet altijd ingesteld zijn op<br />
een minimale tapwatertemperatuur van 60 o C.<br />
Wijzig deze instelling niet !<br />
Lees ook de gebruiksaanwijzing van de<br />
naverwarmer aandachtig door.<br />
Bedrijfsstatus<br />
Op het display (figuur 1.1) kan de temperatuur en het<br />
functioneren van de zonneboiler afgelezen worden.<br />
In hoofdstuk 5 is een overzicht van de Indicaties op het<br />
display bij normaal bedrijf van de boiler weergegeven.<br />
Instellingen<br />
Als het water in de zonneboiler een temperatuur van<br />
60 o C of meer bereikt, zal de naverwarmer niet worden<br />
ingeschakeld bij warm tapwater vraag.<br />
5
3. HET IN EN UIT BEDRIJF<br />
NEMEN VAN HET TOESTEL<br />
4. GEBRUIKERSADVIEZEN<br />
In bedrijf nemen<br />
1. Controleer of het toestel conform de montage voorschriften<br />
van Hoofdstuk 8 is aangesloten.<br />
2. Steek de stekker van het naverwarmingstoestel in het<br />
stopcontact.<br />
3. Steek de stekker van de zonneboiler in het stopcontact.<br />
Het toestel start nu een testprogramma op, wat zichtbaar<br />
wordt door het terugtellen van het display van 80 naar 0.<br />
Tijdens de opstart-procedure worden de zelftesten van het<br />
systeem uitgevoerd, de sensoren gecontroleerd en de<br />
collectorpomp aangestuurd.<br />
Alles gaat goed:<br />
Na de opstart procedure worden afwisselend de temperatuur<br />
van het tapwatervat en de bedrijfsstatus weergegeven.<br />
Het toestel klaar voor gebruik en zal de boiler opgewarmd<br />
worden indien er voldoende licht inval op de zonnecollector<br />
is. Het opwarmen van het boiler vat wordt weergegeven<br />
door een knipperende punt achter het rechter digit op het<br />
display (zie fig. 5.1).<br />
Er gaat iets mis: kijk op het display<br />
Het toestel doet niets. Ook het display licht niet op:<br />
• Controleer of de stekker in het stopcontact zit,<br />
• Controleer of er spanning op het stopcontact<br />
staat.<br />
Een optredende storing wordt door een knipperend<br />
display zichtbaar gemaakt.<br />
Hoofdstuk 11 geeft een overzicht van de mogelijk<br />
optredende functie- en storingscodes.<br />
De levering van warm tapwater wordt volledig door<br />
de naverwarmer overgenomen.<br />
In dit hoofdstuk worden een aantal handreikingen<br />
gedaan om zoveel mogelijk voordeel van uw toestel en<br />
de installatie te hebben.<br />
Bevriezingsgevaar<br />
Om te voorkomen dat onderdelen van uw installatie of<br />
waterleidingen bevriezen, dient u;<br />
• de ruimte waarin de zonneboiler is opgesteld vorstvrij<br />
te houden. Dit kunt u bijvoorbeeld doen door de deur<br />
naar de ruimte met de zonneboiler open te zetten.<br />
• de cv-installatie niet uitschakelen!<br />
• vul het collectorzijdig deel van de installatie met<br />
Zonneboilervloeistof!<br />
Naverwarmertemperatuur<br />
De naverwarmer moet altijd zo zijn ingesteld dat de<br />
tapwatertemperatuur minimaal 60°C is.<br />
Op vakantie?<br />
Laat de stekker in het stopcontact!<br />
Tijdens het opwarmen van het tapwatervat zal het<br />
systeem altijd een minimale hoeveelheid energie<br />
gebruiken. De afkoeling van het systeem is zeer gering<br />
en er treden als gevolg hiervan slechts kleine stilstandverliezen<br />
op. Het uitschakelen van de boiler bij lange<br />
afwezigheid is daarom niet noodzakelijk.<br />
Uit bedrijf nemen<br />
Neem de stekker van de zonneboiler uit het stopcontact.<br />
Voor het uit bedrijf nemen van de naverwarmer, zie de<br />
handleiding van de naverwarmer.<br />
6
5. DISPLAY<br />
De regeling van uw zonneboiler is in staat om op het<br />
display het functioneren van de zonneboiler weer te geven.<br />
Storingen<br />
Storingen worden in het display weergegeven met een<br />
knipperende storingscode (cijfers 71 t/m 84).<br />
De codes zijn omschreven in hoofdstuk 11 van de<br />
montagehandleiding.<br />
Bij het optreden van een storing aan de zonneboiler wordt<br />
de levering van warm tapwater volledig overgenomen door<br />
de naverwarmer en blijft u het gebruikelijke warmwater<br />
comfort houden.<br />
Drukknop<br />
Display<br />
Mocht er een situatie zijn waarin er geen levering van<br />
warm tapwater is, of dat het tapwater niet op temperatuur<br />
is, dan is er een storing aan de naverwarmer. Raadpleeg<br />
hiervoor de handleiding van de naverwarmer.<br />
Figuur 5.1 Display en drukknop <strong>Aquasol</strong> 4 IT<br />
Voorbeelden van display weergave:<br />
Display<br />
Bedrijfssituatie:<br />
De besturing van het systeem is ingeschakeld.<br />
(standaard instelling)<br />
De besturing van het systeem is uitgeschakeld.<br />
De zonneboiler warmt nu niet op<br />
De besturing kan in- of uitgeschakeld<br />
worden door de drukknop (zie fig. 5.1) te<br />
bedienen. De besturing zal nu van “oN” naar<br />
“oF” springen, of omgekeerd.<br />
Door de drukknop 5 seconden niet meer te<br />
bedienen wordt de gekozen bedrijfssituatie<br />
ingesteld.<br />
Zelf oplossen van storingen<br />
Geen oplichtend display<br />
Mogelijke oorzaak en oplossing:<br />
• Stekker zit niet in het stopcontact;<br />
Steek de stekker in het stopcontact.<br />
• Er staat geen spanning op het stopcontact;<br />
Controleer dit door een ander apparaat (b.v. een<br />
looplamp) op het stopcontact aan te sluiten.<br />
Overige storingen<br />
Het herhaald voorkomen van een storing, of het niet<br />
leveren van warmwater, duidt op een storing die alleen<br />
door uw installateur kan worden opgelost.<br />
Waarschuw uw installateur:<br />
Op pagina twee van deze handleiding is een kader<br />
opgenomen met gegevens die voor u en de installateur<br />
van belang kunnen zijn. Vul deze gegevens aan, en<br />
noteer ook de gegevens van uw installateur.<br />
Laat de besturing altijd op<br />
“oN” staan!<br />
Tapwatertemperatuur in de zonneboiler<br />
Tijdens normaal bedrijf geeft het display<br />
afwisselend weer: de tapwatertemperatuur<br />
[in °C] in de zonneboiler (ca. 8 sec.) en de<br />
bedrijfssituatie [oN / oF] (ca. 4 sec.).<br />
Tapwatertemperatuur in de zonneboiler.<br />
De knipperende punt rechtsonder geeft aan<br />
dat de zonneboiler wordt opgewarmd met<br />
warmte ingevangen door de zonnecollector.<br />
Knipperende cijfers. Er is een functieonderbreking<br />
of storing.<br />
Kijk in hoofdstuk 5 of de storing eenvoudig<br />
op te lossen is.<br />
7
6. VOORSCHRIFTEN 7. AANDACHTSPUNTEN<br />
VOOR MONTAGE<br />
Voor installatie van de zonneboiler dient er rekening te<br />
worden gehouden met onder andere de volgende<br />
voorschriften:<br />
a. Het bouwbesluit waarin o.a. naar de volgende<br />
normen wordt verwezen:<br />
b. NEN 1010 veiligheidsbepalingen voor<br />
laagspanningsinstallaties;<br />
c. NEN 1006: Algemene voorschriften voor drinkwaterinstallaties<br />
AVWI met bijbehorende werkbladen;<br />
d. NEN 3215 de norm voor binnenriolering in woningen<br />
en woongebouwen;<br />
e. Brandweervoorschriften.<br />
• Voor alle voorschriften geldt dat aanvullingen op<br />
normen of voorschriften of latere voorschriften op het<br />
moment van installeren van toepassing zijn.<br />
• De installatie van het toestel mag alleen geschieden<br />
door daartoe gekwalificeerde personen.<br />
• Uitdrukkelijk wordt gesteld dat deze technische<br />
montagehandleiding als aanvulling op de bovengenoemde<br />
voorschriften moet worden gezien en dat<br />
deze voorschriften prevaleren boven de informatie in<br />
deze handleiding.<br />
• Raadpleeg de handleiding van uw<br />
naverwarmingstoestel.<br />
Voor u overgaat tot montage van het toestel is het<br />
belangrijk een aantal mogelijkheden, met bijbehorende<br />
aspecten, vooraf te bekijken.<br />
• Ontwerpdruk<br />
De ontwerpdruk van het systeem is minimaal 1 bar en<br />
maximaal 8 bar.<br />
• Thermostatisch mengventiel<br />
Om te hoge watertemperaturen aan het tappunt te<br />
voorkomen moet een thermostatisch mengventiel<br />
worden geplaatst. (zie hoofdstuk 8.4)<br />
• Toestel ophanging<br />
Bij het toestel wordt een wandmontageframe geleverd.<br />
Dit frame moet op een wand van 200 kg/m^2<br />
gemonteerd worden. Gebruik voor montage de<br />
bijgeleverde bevestigingsmiddelen en houdt rekening<br />
met een uittrekkracht van 1200N per bout.<br />
• Leidingen<br />
Om tot een snelle warm tapwaterlevering te komen<br />
wordt geadviseerd om de afstand tussen het toestel<br />
en het tappunt zo kort mogelijk te houden. Daarnaast<br />
adviseert AGPO <strong>Ferroli</strong> om voor de tapwaterleidingen<br />
naar het keukentappunt in 12 mm uit te voeren.<br />
• Zonneboilervloeistof<br />
Het collectorzijdig deel van de installatie moet zonneboilervloeistof<br />
gevuld te worden.<br />
• Leidingafschot<br />
De leidingen tussen de zonnecollector en zonneboiler<br />
moeten altijd onder afschot naar de zonneboiler toe<br />
verlopen (min. 2 cm/m). Er mogen geen leidingstukken<br />
zijn waarin water kan blijven staan.<br />
• Leidingisolatie<br />
Alle warmtevoerende leidingen moeten geïsoleerd<br />
worden met daartoe bestemd isolatie materiaal.<br />
• Dakdoorvoer<br />
De dakdoorvoer voor de collectorleidingen moet<br />
worden afgedicht met een daartoe bestemd isolatiemateriaal.<br />
Gebruik hiervoor b.v. glaswol, steenwol,<br />
minerale wol. Het gebruik van PUR schuim wordt ten<br />
sterkste afgeraden. Werk het doorvoergat na ISOLATIE<br />
af met een afsluitplaat.<br />
• Opstellingsruimte<br />
De ruimte waarin de zonneboiler is opgesteld dient<br />
vorstvrij te zijn.<br />
• Voeding van de zonneboiler<br />
Zowel de zonneboiler als de naverwarmer hebben<br />
een 230V voeding nodig. Plaats hiervoor een gerandaard<br />
stopcontact binnen 1,5 meter van het toestel.<br />
• Rioolaansluiting<br />
Tijdens het opwarmen van de zonneboiler zal er altijd<br />
een beetje water geloosd worden via de inlaatcombinatie<br />
in de koudwateraanvoerleiding.<br />
Voorkom de afvoer van het water uit de inlaatcombinatie<br />
van de zonneboiler en de condenswaterafvoer<br />
van de naverwarmer nooit. Zorg ervoor dat het<br />
water op een correcte manier naar het riool afgevoerd<br />
wordt.<br />
Voor installatie doeleinden wordt uitgegaan<br />
van een AGPO <strong>Ferroli</strong> MegaDens of MegaLux<br />
combi CV toestel. Wanneer een ander merk<br />
of type naverwarmer gebruikt raadpleeg dan de<br />
handleiding van het toestel).<br />
8
7.1 Opstelling<br />
De zonneboiler is geschikt om tegen praktisch elke<br />
wand bevestigd te worden. De wand moet vlak en in<br />
staat zijn om het gewicht van een werkend toestel te<br />
dragen. Hoewel U vrij bent om het toestel naar eigen<br />
inzicht te plaatsen heeft AGPO <strong>Ferroli</strong> de volgende<br />
aanbevelingen:<br />
Aanbevelingen<br />
• Hang de zonneboiler en naverwarmer niet te ver uit<br />
elkaar, in verband met aansluitingen voor water,<br />
elektriciteit en de rioolafvoer.<br />
• Hang de naverwarmer links van de zonneboiler, in<br />
verband met onderlinge aansluitingen.<br />
• Een opstelling van de zonneboiler boven de naverwarmer<br />
wordt afgeraden in verband met rookgasafvoeren<br />
luchttoevoerleidingen van de naverwarmer.<br />
• De afstand tussen onderzijde zonneboiler en grond<br />
moet genoeg ruimte bieden voor mogelijke service en<br />
(de)montage werkzaamheden aan (onderdelen van)<br />
de zonneboiler (zie ook H8.1 Afmetingen, aansluitingen<br />
en vrije ruimte rondom de zonneboiler van de<br />
zonneboiler).<br />
7.2 Leveringsomvang<br />
Leveringsomvang bij de zonneboiler:<br />
• Bevestigingsset;<br />
- muurstrip,<br />
- opsluitbeugel,<br />
- wandmontage frame,<br />
- bevestigingsmateriaal.<br />
• Zonneboiler;<br />
- tapwatervat,<br />
- isolatie delen,<br />
- collectorpomp,<br />
- besturing,<br />
- deksel,<br />
- onderbak<br />
• Collector sensor verleng kabel 7 mtr..<br />
• Handleiding<br />
Deksel<br />
Opsluitbeugel<br />
Muurstrip<br />
Besturing in kast<br />
Collectorpomp<br />
Wandmontage<br />
frame<br />
Onderbak<br />
Handleiding<br />
Figuur 7.1<br />
Leveringsomvang zonneboiler<br />
9
8. MONTAGE-INSTRUCTIE<br />
Benodigdheden voor installatie:<br />
• Installatie leidingen (CU of RVS),<br />
• Vulkraan voor het vullen van het collector circuit,<br />
• Zonneboilervloeistof voor het vullen van het collector<br />
circuit,<br />
• Temperatuurbestendige leidingbeugels en leidingisolatie<br />
materiaal. Houdt hierbij rekening met de<br />
volgende temperaturen;<br />
- max. 85°C voor tapwaterleidingen,<br />
- max. 130°C voor collectorleidingen,<br />
• Voor leidingisolatie AGPO <strong>Ferroli</strong> adviseert Vidoflex, of<br />
gelijkwaardig materiaal,<br />
• Isoleer de warm tapwaterleidingen tussen zonneboiler<br />
en naverwarmer. Houdt hierbij rekening met een<br />
maximale temperatuur van 85°C.,<br />
• Thermostatisch mengventiel,<br />
• Inlaatcombinatie (8 bar),<br />
• Rioolafvoer voor inlaatcombinatie,<br />
• Geaard stopcontact binnen 1,5 meter van toestel,<br />
• Zonnecollector,<br />
• Bevestiging voor zonnecollectoren (frame of dakintegratieplaat),<br />
• Naverwarmer voor tapwater,<br />
7.3 Toesteltoebehoren<br />
Artikel:<br />
Artikelnr.:<br />
Thermostatisch mengventiel 1580054<br />
Inlaatcombinatie (8 bar) 0515006<br />
Waterhoeveelheidsregelaar<br />
in knelfitting (15 mm)<br />
6 l/min 1501080<br />
8 l/min 1501081<br />
10 l/min 1501082<br />
Zonneboilervloeistof<br />
10L gebruiksklaar 1480195<br />
Vidoflex voor 12 mm leidingen<br />
13 mm dik (voor binnenshuis gebruik) 1580079<br />
Vidoflex voor 15 mm leidingen<br />
13 mm dik (voor binnenshuis gebruik) 1580080<br />
19 mm dik (voor buitenhuis gebruik) 1580081<br />
In dit hoofdstuk wordt stap voor stap uitleg gegeven over<br />
het ophangen en aansluiten van de zonneboiler. Uitgebreidere<br />
informatie wordt in de volgende hoofdstukken<br />
gegeven.<br />
Aandachtspunten voor montage<br />
Lees eerst hoofdstuk 7: “AANDACHTSPUNTEN VOOR<br />
MONTAGE”. Hierin wordt informatie gegeven over zaken<br />
die voorafgaand aan de montage van belang zijn.<br />
Eerste ingebruikstelling van het toestel<br />
Volg de instructie in hoofdstuk 9 “Eerste ingebruikstelling<br />
van de zonneboiler” voor het vullen (H 9.1) en in gebruik<br />
nemen (H 9.2) van de zonneboiler.<br />
Beschadigingen<br />
Eventuele beschadigingen aan de zonneboiler direct aan<br />
AGPO-<strong>Ferroli</strong> melden.<br />
Voor uw veiligheid: Let op!<br />
230 V Elektrische spanning<br />
Dit toestel bevat componenten die onder een<br />
spanning van 230 V werken.<br />
Heet water<br />
Een tapwatertemperatuur van meer dan 60°C<br />
op het tappunt dient voorkomen te worden.<br />
Om dit te bereiken moet een thermostatisch<br />
mengventiel geplaatst worden, zoals in H8.4<br />
omschreven.<br />
Warme leidingen<br />
De temperatuur van de collectorleidingen kan<br />
op zonnige dagen oplopen tot boven de 90 o C.<br />
De tapwaterleidingen (tot en met het thermostatisch<br />
mengventiel) kunnen tot 85°C heet<br />
worden.<br />
Naverwarming tapwater<br />
De naverwarmer moet altijd ingesteld zijn op<br />
een minimale tapwatertemperatuur van 60 o C.<br />
Wijzig deze instelling niet !<br />
Lees ook de gebruiksaanwijzing van de<br />
naverwarmer aandachtig door.<br />
Verlengkabelset voor collector sensor<br />
lengte 12 meter 1434145<br />
Brandervoorwaarde schakeling 1434305<br />
(voor het aansluiten van toestellen<br />
die niet over de juiste OpenTherm<br />
communicatie beschikken)<br />
10
8.1 Afmetingen, aansluitingen en vrije ruimte rondom de AQUASOL 4 IT<br />
Benodigde vrije ruimte rondom de boiler<br />
Advies:<br />
• Zijkanten<br />
>200<br />
• Onderkant 500<br />
• Bovenkant 100<br />
• Voorkant<br />
>500<br />
Minimaal:<br />
130<br />
300<br />
40<br />
500 *1<br />
maten in mm<br />
• Raadpleeg de handleiding van de naverwarmer<br />
voor de vrije ruimte rondom de naverwarmer<br />
*1<br />
Bij een gesloten kastdeur kan deze afstand<br />
worden teruggebracht tot 15 mm.<br />
Let op!<br />
Indien de ruimte rondom het toestel minder is dan het<br />
advies wordt de bereikbaarheid van het toestel voor<br />
service-doeleinden beperkt.<br />
Serienummer<br />
(onder het deksel!)<br />
C<br />
D<br />
A + B<br />
Alle maten in mm<br />
C<br />
C<br />
Aansluitingen:<br />
A<br />
B<br />
C<br />
D<br />
Warmwater naar de naverwarmer<br />
Koudwater naar de boiler<br />
van Collector naar Zonneboiler (warm)<br />
van Zonneboiler naar Collector (koud)<br />
(ø15 mm)<br />
(ø15 mm)<br />
(ø12 mm)<br />
(ø15 mm)<br />
A<br />
D<br />
B<br />
Figuur 8.1<br />
Afmetingen, aansluitingen en vrije ruimte rondom de zonneboiler<br />
11
8.2 Ophangen van de AQUASOL 4<br />
De zonneboiler kan met de bijgeleverde montage set<br />
aan de muur bevestigd worden. De wand waartegen de<br />
zonneboiler wordt opgehangen moet minimaal een<br />
massa van 200 kg per m² hebben. Er dient rekening<br />
gehouden te worden met een bout uittrekkracht van 1200<br />
N. Indien de wand niet aan deze waarde voldoet kan de<br />
zonneboiler hier niet aan opgehangen worden. Plaats de<br />
boiler dan op een frame vrijstaand van de muur.<br />
ACHTER AANZICHT<br />
Ga voor het ophangen van de boiler als volgt te werk:<br />
1. Bepaal aan de hand van figuur 8.2 waar de boorgaten<br />
moeten komen, en teken deze af op de muur,<br />
A<br />
B<br />
Figuur 8.3<br />
Plaatsen zonneboiler op het wandmontage frame<br />
5. Plaats de opsluitbeugel over de zonneboiler en de<br />
muurstrip (Fig. 8.4).<br />
opsluitbeugel<br />
muurstrip<br />
zonneboiler<br />
Figuur 8.4<br />
Plaats opsluitbeugel<br />
Figuur 8.2<br />
Positionering van de boorgaten.<br />
2. Boor de gaten ø10 mm, ca. 60 mm diep,<br />
3. Bevestig de wand montage beugel (B) en de<br />
muurstrip zoals in fig 8.2 aangegeven,<br />
4.Schuif de twee sleuven (A) aan de onderzijde van de<br />
zonneboilermantel over de opstaande randen op de<br />
stoel (B) en schuif de zonneboiler tot aan de muur.<br />
(zie figuur 8.3),<br />
Aan de onderzijde van de zonneboiler zitten kunststof<br />
nokken. Deze kunnen blijven steken tegen het wandmontage<br />
frame tijdens het plaatsen.<br />
LET OP!<br />
Positioneer de sleuven in het verlengde<br />
van de opstaande randen zodat<br />
de zonneboiler recht op het wandmontage frame<br />
komt te staan. Een scheve stand van de zonneboiler<br />
t.o.v. het frame kan beschadigingen aan<br />
de onderzijde van de zonneboiler tot gevolg<br />
hebben.<br />
12
8.3 Aansluiten van de zonnecollector<br />
Plaatsingshoogte<br />
De zonnecollector moet altijd volledig leeg kunnen lopen<br />
in het geïntergreerde terugloopvat. Om dit te garanderen<br />
moet de onderzijde van de zonnecollector altijd minimaal<br />
0,5 meter boven het hart van de collectorpomp<br />
gemonteerd worden en moet een leiding-afschot van<br />
minimaal 20 mm per meter aangehouden worden.<br />
De bovenkant van de collector mag maximaal 4 meter<br />
boven de collectorpomp zitten, omdat de collectorpomp<br />
een maximale opvoerhoogte van 4 meter heeft.<br />
D<br />
C<br />
α<br />
Leidingwerk<br />
Het verdient verder de aanbeveling om de installatieleidingen<br />
zo kort mogelijk te houden. Sluit op de collector<br />
retour (van de pomp naar de collector, zie B in fig. 8.6)<br />
15 mm leidingwerk aan. De collector aanvoer (van<br />
collector naar boiler, zie A in figuur 8.6) moet van 12 mm<br />
leidingwerk gemaakt worden. Gebruik voor de installatie<br />
alleen koper of RVS leiding.<br />
De leidingen tussen de zonnecollector en de zonneboiler<br />
dienen onder afschot naar de zonneboiler toe geïnstalleerd<br />
te worden. Als vuistregel voor het minimum<br />
afschot wordt 20 mm per meter leidinglengte gehanteerd.<br />
Er mogen geen “zakken” (zwanenhals constructies),<br />
waar water in kan blijven staan, voorkomen.<br />
De leidingen dienen om de meter gebeugeld te worden.<br />
De gebruikte beugels en leiding isolatie materiaal<br />
moeten een temperatuur van 130 o C kunnen verdragen.<br />
A<br />
B<br />
C<br />
D<br />
α<br />
A<br />
Ø12MM<br />
Ø15MM<br />
van Collector naar Zonneboiler (ø 12 mm)<br />
van Zonneboiler naar Collector (ø 15 mm)<br />
Collector<br />
plat dak<br />
leidingafschot (minimaal 20 mm per meter)<br />
B<br />
α<br />
α<br />
Leidingwerk tussen collector en terugloopunit<br />
Figuur 8.6 Collectorpomp opvoerhoogte.<br />
• Max. leidinglengte voor A en B: 10 meter per<br />
leiding (max. 20 meter samen).<br />
• Leidingen A en B onder afschot (α) van<br />
zonnecollector naar terugloopunit monteren<br />
(afschot minimaal 20 mm/m).<br />
• Max. hoogteverschil tussen bovenkant<br />
zonnecollector en collectorpomp: 4 meter.<br />
• Min. hoogteverschil tussen onderkant zonnecollector<br />
en collectorpomp: 0,5 meter.<br />
13
8.4 Tapwaterzijdige aansluiting op de naverwarmer<br />
Voor u overgaat tot installatie van de zonneboiler, raadpleeg ook de handleiding van de naverwarmer.<br />
Verwijder de doorstroom regelaar uit het toestel !<br />
Plaats een doorstroomregelaar (in de knel-koppelingen)<br />
op de aangegeven plaats.<br />
De tabel hieronder geeft de juiste regelaar afhankelijk<br />
van de CW-klasse van uw naverwarmer.<br />
CW-klasse Regelaar artikelnr.<br />
3 6 l/min. 1501080<br />
4 7,5 l/min. 1501081<br />
5 9 l/min. 1501082<br />
6 11 l/min.<br />
Let op de juiste richting!<br />
Monteer:<br />
Inlaatcombinatie<br />
Thermostatisch-mengventiel<br />
Op zonnige dagen kan de temperatuur in de zonneboiler<br />
oplopen tot ca. 85°C. Er dienen maatregelen<br />
genomen te worden om deze hoge temperaturen op<br />
het tappunt te voorkomen (e.e.a. Gaskeur NZ 2003).<br />
Er moet een thermostatisch mengventiel worden<br />
gemonteerd tussen de naverwarmer en de tappunten<br />
met een instelling van minimaal 60°C.<br />
Pakking<br />
Doorstroomregelaar<br />
LET OP ! pijl geeft stromingsrichting aan !<br />
Thermostatisch mengventiel<br />
W = Warmwateraansluiting<br />
K = Koudwateraansluiting<br />
M = Mengwater naar huisinstallatie<br />
Figuur 8.7<br />
Tapwaterzijdige aansluiting van de AQUASOL 4 zonneboiler op een MegaDens of MegaLux combi cv-toestel<br />
Leiding aansluitingen<br />
Alle tapwater aansluitingen op de zonneboiler en op de<br />
naverwarmers zijn in 15 mm uitgevoerd.<br />
Schone leidingen<br />
Voorkom dat er bij het maken van de installatie vuil of<br />
metaaldeeltjes in de installatie komen. Verwijder<br />
bramen en klop voor montage alle leidingen uit.<br />
8.5 Elektrische aansluiting van de AQUASOL 4 IT<br />
1 Aansluiten van de collectorpomp<br />
De collectorpompvoedingskabel is voorgemonteerd<br />
op klemmen 8-9 van de besturing.<br />
Zie hiervoor figuur 8.8.<br />
2 Aansluiten van de naverwarmer<br />
Tussen de DT4 print en de naverwarmer hoeft alleen<br />
maar een twee aderige kabel getrokken te worden<br />
t.b.v. de OpenTherm communicatie. De OpenTherm<br />
uitgang van de <strong>Aquasol</strong> 4 (klem 6-7) moet aangesloten<br />
worden op de ingang van de naverwarmer. Als<br />
naverwarmer zijn geschikt cv toestellen met NZ keur.<br />
Raadpleeg voor aansluiten van de naverwarmer de<br />
handleiding van de naverwarmer.<br />
3 OpenTherm Kamerthermostaat<br />
Op de aansluitingen 4 - 5 kan de OpenTherm<br />
kamerthermostaat worden aangesloten.<br />
Voor installatie doeleinden wordt uitgegaan<br />
van een MegaDens of MegaLux<br />
combi CV-toestel. Indien u een ander<br />
merk of type naverwarmer aansluit, Raadpleeg<br />
dan de documentatie van dat toestel, of de<br />
fabrikant van het toestel.<br />
14
4 Aansluiten van de collectorsensor<br />
De collectorsensor heeft een verlengkabel met een<br />
lengte van 7 meter. Indien dit onvoldoende is, kan<br />
een langere verlengkabelset besteld worden. Zie<br />
hiervoor hoofdstuk 7.3.<br />
De verlengkabel moet op de klemmen 2 - 3<br />
worden aangesloten.<br />
5 Aansluiten 230 V<br />
De boiler werkt met 230 V voedingsspanning.<br />
Hiervoor wordt de boiler met een voorgemonteerde<br />
randaarde stekker (aangesloten op L - N - PE)<br />
geleverd. Bij de boiler moet een goed bereikbaar<br />
geaard stopcontact aanwezig zijn.<br />
LET OP!<br />
Steek de stekker pas in het stopcontact<br />
als de vulprocedure (zie H. 9) afgerond is.<br />
Figuur 8.8<br />
Elektrische aansluiting van de AQUASOL4 standaard<br />
15
8.6 Plaatsing van zonnecollectoren<br />
De minimale collectorhoek voor de AGPO zonnecollectoren<br />
is 20°.<br />
Plaatsing op een schuin dak<br />
Bij dakinbouw van de collector wordt een dakintegratieplaat<br />
toegepast voor waterdichte afwerking.<br />
De dakintegratieplaat is toepasbaar bij zowel gewelfde als<br />
vlakke dakpannen (zoals b.v. een Stonewold pan).<br />
Het plaatsingsvoorschrift van de dakintegratieplaat is<br />
opgenomen bij de dakintegratieplaat, en als bijlage<br />
(bijlage I en II) in deze handleiding.<br />
Windstreken<br />
Bij de plaatsing van de zonnecollector op een ballast<br />
frame moet er met de windbelasting op de collector<br />
rekening worden gehouden. Hiertoe is een indeling van<br />
Nederland in windstreken gemaakt. Er is per windstreek<br />
aangegeven wat maximale belasting en plaatsingshoogte<br />
mag zijn.<br />
Windstreek<br />
Gebied<br />
I<br />
II<br />
III<br />
De kop van Noord-Holland, de Waddeneilanden<br />
Het overige deel van Noord-Holland, Zuid-Holland,<br />
Zeeland, Flevoland, Groningen en Friesland<br />
Drente, Overijssel, Gelderland, Utrecht, Noord-<br />
Brabant en Limburg<br />
Figuur 8.8 Dakinbouw van de zonnecollector<br />
Plaatsing op een plat dak<br />
Bij een plat dak opstelling worden de collectoren op een<br />
ballastframe geplaatst waarvan de collectorhellingshoek<br />
altijd 30 o is.<br />
Het frame wordt los op het plat dak geplaatst, waarna er<br />
ballast in het frame wordt gelegd. De ballastgewichten<br />
bestaan uit standaard tegels van 30 x 30 cm.<br />
De montage instructie van het ballastframe is opgenomen<br />
bij het frame, en als bijlage (bijlage III) in deze<br />
instructie.<br />
1 Module<br />
Plaatsingshoogte<br />
tot<br />
3<br />
6<br />
9<br />
12<br />
15<br />
20<br />
25<br />
30<br />
35<br />
Windstreek I<br />
Ballast<br />
Voor<br />
108<br />
142<br />
162<br />
180<br />
192<br />
-<br />
-<br />
-<br />
-<br />
Midden<br />
218<br />
288<br />
330<br />
364<br />
389<br />
-<br />
-<br />
-<br />
-<br />
Totaal<br />
326<br />
430<br />
492<br />
544<br />
581<br />
-<br />
-<br />
-<br />
-<br />
80<br />
113<br />
133<br />
149<br />
160<br />
176<br />
190<br />
-<br />
-<br />
Windstreek II<br />
Ballast<br />
Voor<br />
Midden<br />
163<br />
229<br />
271<br />
302<br />
327<br />
358<br />
386<br />
-<br />
-<br />
Totaal<br />
243<br />
342<br />
404<br />
451<br />
487<br />
534<br />
576<br />
-<br />
-<br />
Voor<br />
66<br />
89<br />
108<br />
121<br />
132<br />
147<br />
159<br />
169<br />
178<br />
Windsteek III<br />
Ballast<br />
Midden<br />
135<br />
180<br />
218<br />
247<br />
267<br />
299<br />
322<br />
344<br />
361<br />
Totaal<br />
201<br />
269<br />
326<br />
368<br />
399<br />
446<br />
482<br />
513<br />
539<br />
Tabel 8.1 Ballastgewichten en verdeling van de gewichten, afhankelijk van<br />
de windstreek, zonnecollectoren, en plaatsingshoogte<br />
Figuur 8.10<br />
Plaatsing van de zonnecollector op een ballastframe<br />
16
9. EERSTE INGEBRUIKSTELLING VAN DE AQUASOL 4 LB-90-IT<br />
9.1 Vulprocedure / controle vulniveau, van het collector circuit m.b.v. vulpomp<br />
Neem de stekker uit het stopcontact !<br />
Controleer of de afsluiter van het vuldeel gesloten is !<br />
Draai de bout van het vuldeel los, en verwijder het deksel<br />
met overstortventiel en de pakking van het vuldeel.<br />
Sluit de vulslang op het vuldeel en de kraan aan.<br />
Plaats een emmer onder het vuldeel.<br />
Let op! Gebruik uitsluitend zonneboilervloeistof<br />
Open de afsluiter op het vuldeel door de as een<br />
kwartslag te draaien.<br />
TIP: De afsluiter-as kan o.a. met het afgenomen<br />
vuldeksel bediend worden.<br />
Start de vulpomp.<br />
Het collectorcircuit is juist gevuld als er uit de overloop<br />
zonneboiler vloeistof komt. De vulpomp kan nu gestopt<br />
worden.<br />
Als er geen zonneboilervloeistof meer uit de overloop komt<br />
kan de afsluiter van het vuldeel gesloten worden.<br />
Ontkoppel de vulslang van het vuldeel en de vulpomp en<br />
laat de slang in de emmer leeglopen. Plaats de pakking<br />
en deksel met overstort terug en draai de bout vast.<br />
Steek de stekker in het stopcontact.<br />
Figuur 9.1<br />
Vullen / controleren vulniveau van het collector-circuit met een vulpomp<br />
9.2 Vulprocedure / controle vulniveau, van het collector circuit m.b.v. trechter<br />
Als er geen vulpomp voorhande is kan het collector zijdig deel ook met een trechter<br />
(na-)gevuld worden. Ook de controle van het vulniveau wordt op deze manier uitgevoerd.<br />
Ga hiervoor als volgt te werk;<br />
1) Neem de stekker uit het stopcontact,<br />
2) Controleer of de afsluiter van het vuldeel gesloten is.<br />
Verwijder de bout uit het vuldeel en neem de deksel met overstort van het vuldeel.<br />
(Stap 1 en 2 van de procedure hierboven)<br />
3) Neem de dop van de rechter (of linker) collectoraanvoer los.<br />
4) Sluit op de leiding een vulleiding of vulslang aan met een minimale vertikaal<br />
hoogteverschil van 500 mm aan.<br />
5) Zet een trechter op de vulleiding en vul het interne terugloopvat met<br />
zonneboilervloeistof. Indien het vat voor het eerst gevuld wordt zal er ca. 9,6 liter<br />
zonneboilervloeistof in gaan. Het vat is correct gevuld als er zonneboiler vloeistof<br />
uit de overloop komt (stap 4 procedure hierboven).<br />
6) Neem de vulleiding (vulslang) los en sluit de collector aanvoerleiding weer aan,<br />
of zet de dop terug.<br />
7) Breng de deksel met overstort en bout weer aan (stap 6 van de procedure hierboven)<br />
8) Steek de stekker in het stopcontact.<br />
Figuur 9.2<br />
Vullen / controleren vulniveau van het collector-circuit met een trechter<br />
17
9.3 Zonneboiler vullen (tapwater)<br />
De zonneboiler wordt gevuld door de stopkraan van de<br />
inlaatcombinatie en een warmwaterkraan op een<br />
tappunt te openen. Zodra er water uit de (warmwater)-<br />
kraan komt, is de boiler gevuld en kan de kraan op het<br />
tappunt worden gesloten. Ontlucht nu alle leidingen.<br />
9.4 In bedrijf nemen<br />
In bedrijf nemen<br />
1. Controleer of het toestel conform de montage voorschriften<br />
van Hoofdstuk 8 is aangesloten.<br />
2. Steek de stekker van het naverwarmingstoestel in het<br />
stopcontact.<br />
3. Steek de stekker van de AQUASOL 4 in het stopcontact.<br />
Alles gaat goed:<br />
Op het display wordt er afgeteld van 80 naar 0. Tijdens<br />
deze aftelprocedure worden de zelftesten van het systeem<br />
uitgevoerd, de sensoren gecontroleerd en de collectorpomp<br />
aangestuurd. Na de opstart procedure worden<br />
afwisselend de temperatuur van het tapwatervat en de<br />
bedrijfsstatus weergegeven.<br />
Indien er voldoende licht op de collector valt voor het<br />
opwarmen van de zonneboiler, zal de collectorpomp<br />
ingeschakeld worden.<br />
Gedurende de opstartperiode draait de collectorpomp op<br />
het maximale toerental. Na de opstartperiode zal het<br />
toerental van de collectorpomp automatisch omlaag<br />
geregeld worden, naar de optimale snelheid (voldoende<br />
stroming bij een minimaal energie gebruik).<br />
De knipperende punt achter het rechter digit van het display<br />
geeft aan dat de zonneboiler wordt opgewarmt..<br />
9.5 Applicatie keuze<br />
Standaard is de besturing ingesteld voor toepassing in de<br />
<strong>Aquasol</strong> 4 IT boiler. De besturing is geschikt voor toepassing<br />
in de <strong>Aquasol</strong> 4 ET en de <strong>Aquasol</strong> 4 IT boiler. Het<br />
instellen van de Applicatie hoeft alleen als er een service<br />
print wordt geplaatst.<br />
Het controleren en/of instellen van de besturing kan met<br />
de drukknop op de besturing.<br />
Ga voor het controleren en/of wijzigen van de applicatie<br />
als volgt te werk,<br />
1) Steek de stekker in stopcontact,<br />
In het display wordt nu afgeteld van 80 naar 0.<br />
2) Als de teller voorbij de 70 is (dus lager dan 70), wordt<br />
het applicatie menu opgestart door 3 seconden de<br />
drukknop, zie fig. 9.3, ingedrukt te houden. Na 3<br />
seconden wordt de ingestelde applicatie weergegeven<br />
door een knipperende code;<br />
Code “A0” is voor de <strong>Aquasol</strong> 4 IT,<br />
Code “A1” is voor de <strong>Aquasol</strong> 4 ET.<br />
Door de knop nu 3 sec. lang in te drukken , of door 1<br />
minuut lang niets te doen gaat u nu door naar stap 5).<br />
3) Het wijzigen van de applicatie kan nu door de drukknop<br />
1 maal in te drukken.<br />
4) Bevestig de applicatie keuze door de drukknop nogmaals<br />
3 seconden in te drukken.<br />
5) De teller verschijnt nu weer in het display en telt verder<br />
af naar 0, waarna de ingestelde regeling wordt geactiveerd.<br />
Het roestel kan nu functioneren volgens de<br />
ingestelde regeling.<br />
Er gaat iets mis: kijk op het display<br />
Het toestel doet niets. Ook het display licht niet op:<br />
• Controleer of de stekker in het stopcontact zit,<br />
• Controleer of er spanning op het stopcontact<br />
staat.<br />
Figuur 9.3 Display en drukknop <strong>Aquasol</strong> 4 IT<br />
9.6 Uit bedrijf nemen<br />
Drukknop<br />
Display<br />
Een optredende storing wordt door een knipperend<br />
display zichtbaar gemaakt.<br />
Hoofdstuk 11 geeft een overzicht van de mogelijk<br />
optredende functie- en storingscodes.<br />
De levering van warm tapwater wordt volledig door<br />
de naverwarmer overgenomen.<br />
Uit bedrijf nemen<br />
Neem de stekker van de AQUASOL 4 IT uit het stopcontact.<br />
Voor het uit bedrijf nemen van de naverwarmer, zie de<br />
handleiding van de naverwarmer.<br />
18
10. INSPECTIE EN AFSTELLEN<br />
De AQUASOL 4 IT is een onderhoudsarme boiler. Onder<br />
normale omstandigheden heeft de boiler zelf geen<br />
periodiek onderhoud nodig.<br />
De kwaliteit van de in het collector circuit aanwezige<br />
zonneboilervloeistof dient periodiek gecontroleerd te<br />
worden. Minimaal dient deze controle om de twee jaar<br />
plaats te vinden. Raadplaag hiervoor de controle instructie<br />
zoals opgenomen in bijlage IV van deze handleiding.<br />
De meest actuele versie van deze instructie is te vinden<br />
op www.agpoferroli.nl<br />
Geadviseerd wordt om minimaal eens per 4 jaar het<br />
terugloopniveau te controleren.<br />
Voor uw veiligheid: Let op!<br />
230 V Elektrische spanning<br />
Dit toestel bevat componenten die onder een<br />
spanning van 230 V werken.<br />
Heet water<br />
Een tapwatertemperatuur van meer dan 60°C<br />
op het tappunt dient voorkomen te worden.<br />
Om dit te bereiken moet een thermostatisch<br />
mengventiel geplaatst worden, zoals in H8.4<br />
omschreven.<br />
Warme leidingen<br />
De temperatuur van de collectorleidingen kan<br />
op zonnige dagen oplopen tot boven de 90 o C.<br />
De tapwaterleidingen (tot en met het thermostatisch<br />
mengventiel) kunnen tot 85°C heet<br />
worden.<br />
Naverwarming tapwater<br />
De naverwarmer moet altijd ingesteld zijn op<br />
een minimale tapwatertemperatuur van 60 o C.<br />
Wijzig deze instelling niet !<br />
Lees ook de gebruiksaanwijzing van de<br />
naverwarmer aandachtig door.<br />
Raadpleeg de gebruiker of deze nog opmerkingen heeft<br />
over de werking van het toestel.<br />
10.1 Naverwarmer afstellen op de<br />
AQUASOL 4 IT<br />
Instelling van de warmwatertemperatuur.<br />
Als de watertemperatuur in de zonneboiler beneden de<br />
60 o C is zal de regeling altijd de naverwarmer ingeschakeld<br />
laten. Pas boven de 60 o C boilertemperatuur wordt de<br />
naverwarmer uitgeschakeld.<br />
Tapwater setpoint NAVERWARMER<br />
Het tapwatersetpoint van de naverwarmer moet zo zijn<br />
ingesteld dat de uitstromende watertemperatuur minimaal<br />
60°C bedraagt. Raadpleeg hiervoor de handleiding<br />
van de naverwarmer.<br />
19
11. FUNCTIECODES, STORINGEN EN SERVICE ONDERDELEN.<br />
De zonneboiler wordt door ingebouwde elektronica volledig aangestuurd en gecontroleerd. De boiler zal op het display een<br />
knipperende functiecode weergeven als de normale werking is onderbroken.<br />
11.1 Storingslijst met mogelijke oorzaken en oplossingen<br />
Blokkerende storingen: (codes 71, 72 en 80) Vergrendelende storingen: (codes 74 en 75)<br />
Het toestel is geblokkeerd. Als de oorzaak van de blokkade<br />
is weg genomen zal het toestel automatisch weer in<br />
bedrijf komen.<br />
Het toestel is vergrendeld. De oorzaak dient opgelost te<br />
worden. Hierna wordt het toestel gereset door bediening<br />
van de drukknop op de besturing.<br />
Storing collectorsensor<br />
• Temperatuur van de collector is onder de -40 o C of<br />
boven de 250 o C;<br />
• Controleer de collectorsensor op juiste werking<br />
(zie tabel 11.1);<br />
• Sensor kabel is onderbroken of kortgesloten;<br />
• Sensor is defect;<br />
Storing temperatuursensor bovenzijde<br />
zonneboiler<br />
• Temperatuur van de zonneboiler is onder de 0 o C of<br />
boven de 100 o C;<br />
• Controleer de bovenste boilersensor op juiste<br />
werking (zie tabel 11.1);<br />
• Sensor kabel is onderbroken of kortgesloten;<br />
• Sensor is defect;<br />
Storing temperatuursensor onderzijde<br />
zonneboiler<br />
• Temperatuur van de zonneboiler is onder de 0 o C of<br />
boven de 100 o C;<br />
• Controleer de onderste boilersensor op juiste<br />
werking (zie tabel 11.1);<br />
• Sensor kabel is onderbroken of kortgesloten;<br />
• Sensor is defect;<br />
Communicatie onderbreking: (codes 82, 83 en 84)<br />
Deze meldingen treden alleen op als er communicatie met<br />
een OpenTherm thermostaat en/of OpenTherm ketel is<br />
geweest. Melding wordt opgeheven zodra de communicatie<br />
is hersteld.<br />
Geen communicatie met OpenTherm ketel<br />
• Controleer de aansluitingen, en de bedrading<br />
tussen DT4 en de naverwarmer op onderbrekingen.<br />
• Controleer de werking van de naverwarmer.<br />
Geen communicatie OpenTherm Thermostaat<br />
• Controleer de aansluitingen, en de bedrading<br />
tussen DT4 en de thermostaat op onderbrekingen.<br />
• Controleer de werking van de thermostaat.<br />
Geen communicatie OpenTherm ketel en<br />
thermostaat<br />
• Controleer de aansluitingen, en de bedrading<br />
tussen DT4, de naverwarmer en de thermostaat op<br />
onderbrekingen.<br />
• Controleer de werking van de naverwarmer en de<br />
thermostaat.<br />
Let op!<br />
Gebruik voor het (na)vullen van het interne<br />
terugloopvat uitsluitend zonneboilervloeistof<br />
o<br />
C Ohm o<br />
C Ohm o<br />
C Ohm<br />
0 32.150 35 6.530 70 1.750<br />
5 26.310 40 5.330 75 1.480<br />
10 19.860 45 4.370 80 1.260<br />
15 15.890 50 3.600 90 920<br />
20 12.490 55 2.990 95 790<br />
25 10.000 60 2.490 100 680<br />
30 8.060 65 2.090<br />
Tabel 11.1<br />
Geen collectorcirculatie<br />
• Controleer het hoogteverschil tussen collectorpomp<br />
en hoogste punt van de zonnecollector.<br />
• Controleer de aansluiting en werking van de<br />
collectorpomp;<br />
• Controleer vulniveau in het terugloopvat.<br />
• Controleer de doorverbinding van connector 12<br />
(zie fig 12.3);<br />
• Controleer de onderste zonneboiler-sensor en de<br />
zonnecollector-sensor op juiste werking (zie tabel<br />
11.1 en fig 12.3);<br />
• Controleer de ingestelde applicatie (zie hiervoor<br />
Hoofdstuk 9.4);<br />
• Controleer de collectorleidingen op verstopping, en<br />
afschot.<br />
Collectortemperatuur te hoog<br />
De collectortemperatuur is na 5 minuten hoger dan<br />
130 o C bij werkende collectorpomp;<br />
• Controleer het hoogte verschil tussen collectorpomp<br />
en hoogste punt van de zonnecollector;<br />
• Controleer de aansluiting en werking van de<br />
collector pomp;<br />
• Controleer vulniveau in het terugloopvat.<br />
• Controleer de doorverbinding van connector 12<br />
(zie fig 12.3);<br />
• Controleer de onderste zonneboiler-sensor en de<br />
collector-sensor op juiste werking (zie tabel 11.1<br />
en fig 12.3);<br />
• Controleer de collectorleidingen op verstopping en<br />
afschot.<br />
Display weergave: (code 77)<br />
Dit is alleen maar een melding. Melding wordt opgeheven<br />
als de drukknop van de regeling wordt bediend<br />
Inschakelvoorwaarde niet bereikt<br />
• De regeling is 30 dagen niet in bedrijf gekomen.<br />
• Controleer de onderste zonneboiler-sensor en de<br />
collector-sensor op juiste werking (zie tabel 11.1<br />
en fig 12.3);<br />
Elektrische weerstand van de sensoren<br />
20
11.2 Serviceonderdelen van de AQUASOL 4<br />
LET OP!<br />
Bij het vervangen van onderdelen:<br />
Trek de stekker uit het stopcontact!<br />
Figuur 11.1<br />
Overzicht van de serviceonderdelen van de zonneboiler van de AQUASOL 4 standaard<br />
Nummer Artikel Art. nummer<br />
1 Wandmontage frame (stoel, muurstrip en opsluitbeugel) ...................................... 1429115<br />
8 Warm tapwater naar naverwarmer<br />
9 Koud tapwater inlaat tapwater leidingset compleet ..... 1434107<br />
Collector retour leiding<br />
32 Collector pomp ......................................................................................................... 1434101<br />
42 Onderste boiler sensor<br />
155 Bovenste boiler sensor<br />
boiler sensoren met connector ... 1434075<br />
68* ) Elektra kast compleet (exclusief besturingsprint nummer 101) ............................. 1434450<br />
101 Besturingsprint ......................................................................................................... 1434300<br />
151 Vul en aftapdeel collector ......................................................................................... 1552016<br />
Collector aanvoer leidingset compleet (inclusief restrictie) .................................... 1434109<br />
Deksel ...................................................................................................................... 1434130<br />
Mantel (voordeel) ...................................................................................................... 1434115<br />
Mantel (achterdeel) ................................................................................................... 1434120<br />
Onderbak .................................................................................................................. 1434125<br />
Voedingskabel 230V ................................................................................................. 1434150<br />
* ) Deze elektra kast is toegepast in <strong>Aquasol</strong> 4 IT toestellen vanaf serie nummer PHST-GC0046453<br />
21
12. WERKING EN TECHNISCHE GEGEVENS<br />
12.1 Werking van het toestel<br />
Nummer<br />
8<br />
9<br />
32<br />
34<br />
42<br />
101<br />
155<br />
180<br />
195<br />
Artikel<br />
warm tapwater naar naverwarmer<br />
koudtapwater inlaat<br />
collectorpomp<br />
collectorsensor<br />
onderste boilersensor<br />
besturingsprint<br />
bovenste boilersensor<br />
tapwatervat<br />
terugloopvat<br />
Display<br />
Figuur 12.1<br />
Principe werking van de AQUASOL 4 standaard<br />
Aansturing<br />
Als de regeling constateert dat de collectortemperatuur<br />
(34) minimaal 10 o C (dit is het inschakelverschil) hoger is<br />
dan de boilervattemperatuur (42), en de boilervattemperatuur<br />
(155) minder is dan 65 o C, zal de collectorpomp<br />
(32) inschakelen. De pomp zal eerst 400 seconden op<br />
maximaal toerental draaien, waarna de pomp overgaat<br />
op laag toerental. Het laagstandstoerental ligt tussen de<br />
20% en de 40% van het maximaal vermogen en is<br />
afhankelijk van het temperatuurverschil tussen de<br />
collectortemperatuur (34) en de boilervattemperatuur<br />
(42).<br />
De collectorpomp (32) schakelt uit als de collectortemperatuur<br />
(34) lager is dan de boilervattemperatuur<br />
(42) + 3,5 o C, of als de boilervattemperatuur (42) boven de<br />
80 o C.<br />
Het werken van de collectorpomp (32) wordt weergegeven<br />
door een knipperende punt rechts onderin het in het<br />
display (figuur 12.1).<br />
Temperatuurweergave<br />
Op het display (figuur 12.1) wordt 4 seconden lang de<br />
bedrijfsstatus weergegeven, gevolgd door 8 seconden de<br />
temperatuur van de bovenste sensor (155). Hierna volgt<br />
weer 4 sec. de bedrijfsstatus, enz.<br />
Tapwaterstroom<br />
Vers tapwater stroomt bij (9) het tapwatervat (180)<br />
binnen, en verlaat het tapwatervat weer bij (8), naar de<br />
naverwarmer. De instroming van vers tapwater bij (9) is<br />
horizontaal, waardoor opmenging met de warme kop<br />
van het tapwatervat tot een minimum beperkt blijft.<br />
Zonneboilervloeistof stroom<br />
Als de collectorpomp (32) wordt aangestuurd, wordt de<br />
zonneboilervloeistof door de collectorpomp (32) uit het<br />
terugloopvat (195) gezogen en via de collectorretourleiding<br />
naar de zonnecollector getransporteerd. De<br />
zonnecollector zet het ingevangen zonlicht om in bruikbare<br />
warmte en warmt hiermee het door de zonneboilervloeistof.<br />
De opgewarmde zonneboilervloeistof komt via<br />
de collectoraanvoerleiding terug in de warmte wisselaar<br />
in het tapwatervat (180). De warmte wordt hier overgedragen<br />
aan het tapwater. Bij het verlaten van de warmtewisselaar<br />
stroomt de zonneboilervloeistof terug in het<br />
terugloopvat (195).<br />
Vorstbeveiliging<br />
Als de collectortemperatuur (34) 3 o C of minder is wordt<br />
het inschakelverschil met 15K (van ca.10K naar ca.25K)<br />
verhoogd. Zodra de collectortemperatuur boven de 3 o C<br />
stijgt wordt het verhoogde inschakelverschil nog 24 uur<br />
aangehouden.<br />
22
12.2 Elektrisch aansluitschema<br />
Onderdelen<br />
32 Collectorpomp<br />
34 Collectorsensor<br />
42 onderste boiler sensor<br />
101 Besturing (DT4)<br />
139 OpenTherm thermostaat<br />
155 Bovenste boiler sensor<br />
203 Voeding 230V / 50 Hz<br />
Aansluitingen op de DT4 standaard print<br />
op DT4<br />
L-N-PE<br />
1<br />
2 - 3<br />
4 - 5<br />
6 - 7<br />
8 - 9<br />
10 - 11<br />
12<br />
13<br />
14<br />
15<br />
19<br />
Functie<br />
Voeding (net)<br />
Drukknop<br />
Collector sensor<br />
Kamerthermostaat<br />
Naverwarmer<br />
Collectorpomp<br />
NVT<br />
Doorverbinding<br />
NVT<br />
NVT<br />
Connector voor<br />
boilersensoren<br />
Connector voor<br />
optiprint<br />
Opmerking<br />
230 V / 50 Hz<br />
t.b.v. bedieningen<br />
OpenTherm ingang<br />
OpenTherm uitgang<br />
geen connector<br />
voor gebruikt bij <strong>Aquasol</strong> 4 ET<br />
niet gebruikt<br />
Sensoren 42 en 155 in 1 connector<br />
Optionele print voor schakeling van<br />
brandervoorwaarde-thermostaat<br />
Figuur 12.2<br />
Elektrische onderdelen AQUASOL 4 standaard<br />
Applicatie keuze:<br />
De besturing van het toestel is geschikt voor toepassing<br />
in de <strong>Aquasol</strong> 4 IT. en de <strong>Aquasol</strong> 4 ET boiler.<br />
Het instellen van de besturing kan met de drukknop op de<br />
besturing en wordt omschreven in Hoofdstuk 9.4 Applicatie<br />
keuze.<br />
Figuur 12.3 Elektrische aansluiting van de DT4 standaard besturingselektronica.<br />
23
12.3 Technische gegevens van de <strong>Aquasol</strong> 4 IT<br />
Specificatie<br />
Capaciteit<br />
Zonverwarmde inhoud<br />
Elektrisch<br />
Voeding<br />
Opgenomen vermogen<br />
IP-klasse<br />
Sensoren<br />
Constructieve informatie<br />
Leeg gewicht<br />
Gevuld gewicht<br />
Inhoud tapwater<br />
Maximale tapwaterdruk<br />
Zonneboilervloeistof volume in terugloopvat<br />
Maximale druk in collector circuit (met overstort beveiligd)<br />
Hoogte<br />
Breedte<br />
Diepte<br />
Tapwater leidingen (koud en warm)<br />
Collector retour (van pomp naar collector)<br />
Collector aanvoer (van collector naar boiler)<br />
Materiaal<br />
Aansluitingen (leidingen)<br />
Boilervat<br />
Mantel en isolatie<br />
Isolatiedikte<br />
Deksel<br />
Onderbak<br />
Eenheid<br />
l<br />
V / Hz<br />
W (min/max)<br />
NTC<br />
Kg<br />
Kg<br />
l<br />
bar<br />
l<br />
bar<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
mm<br />
88<br />
230/50<br />
4 / 100<br />
42<br />
10 kOhm<br />
Zonneboiler<br />
Ca. 21,5<br />
Ca. 112,5<br />
78<br />
8<br />
9,6<br />
3<br />
1078<br />
541<br />
525 (incl. muurstrip)<br />
ø15<br />
ø15<br />
ø12<br />
Koper<br />
RVS 1.4521<br />
CFK vrij EPP schuim<br />
>50<br />
ABS high polish<br />
CFK vrij EPP schuim<br />
24
BIJLAGE I: Plaatsingsvoorschrift Liggende Collector(en)<br />
26
BIJLAGE II: Plaatsingsvoorschrift Staande Collector(en)<br />
27
BIJLAGE III: Montage instructie Ballastframe<br />
28
BIJLAGE IV: Controle instructie zonneboilervloeistof<br />
29
BIJLAGE V: Werkplaats Instructie Kaart zonneboilervloeistof<br />
30
NOTITIES:<br />
31
GARANTIEBEWIJS<br />
GARANTIEVOORWAARDEN<br />
Dit AGPO <strong>Ferroli</strong> produkt wordt door AGPO <strong>Ferroli</strong> aan de installateur gegarandeerd onder de onderstaande voorwaarden. De<br />
installateur garandeert dit produkt onder dezelfde volgende voorwaarden aan de gebruiker:<br />
1 De garantietermijn is geldig vanaf de installatiedatum en na ontvangst door AGPO <strong>Ferroli</strong> (binnen 30 dagen na de<br />
installatiedatum) van de volledig ingevulde en ondertekende garantiekaart (ondertekening door installateur en eigenaar) of<br />
d.m.v. een volledig ingevuld garantiebewijs op internet: zie www.agpoferroli.nl bij “garantiebwijs”.<br />
2 De garantietermijn voor het tapwatervat van de AGPO <strong>Ferroli</strong> <strong>Aquasol</strong> 4 IT zonneboiler bedraagt 5 jaar.<br />
De garantietermijn voor de AGPO <strong>Ferroli</strong> zonnecollectoren, met uitzondering van ruitbreuk, bedraagt 6 jaar.<br />
De garantietermijn op onderdelen bedraagt 2 jaar.<br />
3 Het toestel dient te zijn geïnstalleerd door een erkend installateur volgens de geldende algemene en plaatselijke voorschriften en<br />
met inachtneming van de door AGPO <strong>Ferroli</strong> verstrekte installatie- en inbedrijfsstellingsvoorschriften.<br />
4 Het toestel moet geïnstalleerd blijven op de oorspronkelijke plaats.<br />
5 De garantie vervalt indien:<br />
- gebreken aan het toestel niet zo spoedig mogelijk nadat ze ontdekt werden of ontdekt hadden kunnen worden, schriftelijk<br />
aan de installateur worden gemeld;<br />
- gebreken zijn veroorzaakt door fouten, onoordeelkundig gebruik of verzuim van de consument die de opdracht heeft<br />
gegeven of rechtsopvolger, danwel door van buiten komende oorzaken;<br />
- gedurende de garantietermijn zonder schriftelijke toestemming van de installateur van het toestel aan een derde opdracht is<br />
verstrekt van welke aard dan ook om aan het toestel voorzieningen te treffen, danwel wanneer door de consument zelf<br />
zodanig voorzieningen zijn getroffen.<br />
- gedurende de garantieperiode niet periodiek deskundig onderhoud wordt verricht aan apparatuur die onderhoud behoeft;<br />
6 De consument dient een beroep op de in dit artikel omschreven garantieverplichtingen in de eerste aanleg schriftelijk te doen bij<br />
de installateur en wel binnen vijf werkdagen nadat de fout of het gebrek is geconstateerd of redelijkerwijs geconstateerd had<br />
kunnen worden.<br />
7 Voorts gelden de bepalingen, opgenomen in artikel 14 van onze Algemene verkoop- en Betalingsvoorwaarden, zoals gedeponeerd<br />
bij de Kamer van Koophandel te Breda, onder nummer 219 d.d. 9-10-1992.<br />
Voor de vervolgschade aan het AGPO <strong>Ferroli</strong> toestel, anders dan ter zake van een gebrek dat onder de boven omschreven garantie<br />
valt wordt door AGPO <strong>Ferroli</strong> niet ingestaan. AGPO <strong>Ferroli</strong> is jegens de gebruiker voorts niet aansprakelijk voor door de gebruiker<br />
geleden zuivere vermogensschade en/of bedrijfsschade van welke aard dan ook.<br />
Garantieregistratie kan ook via internet ! Ga naar www.agpoferroli.nl bij “garantiebewijs”<br />
Garantiebewijs Deze kopie kunt u in de handleiding laten zitten<br />
Naam:<br />
Adres:<br />
Datum van ingebruikstelling:<br />
Stempel en handtekening installateur<br />
Zonneboiler type: AQUASOL 4 IT<br />
Serienummer zonneboiler: PHST - -<br />
Naverwarmer : MegaDens Type :<br />
MegaLux Type :<br />
Serienummer : . . . . L . . . . .<br />
Anders Merk:<br />
Type :<br />
Serienummer : . . . . . . . . . .<br />
Serienummers altijd vermelden. Belangrijk i.v.m. garantie!<br />
Garantiekaart<br />
Naam:<br />
Adres:<br />
A.u.b. in envelop op sturen naar AGPO <strong>Ferroli</strong><br />
(of de eventueel los bijgevoegde garantiekaart)<br />
AGPO <strong>Ferroli</strong><br />
Antwoordnummer 238<br />
4800 VB Breda<br />
(Postzegel niet nodig)<br />
Datum van ingebruikstelling:<br />
Stempel en handtekening installateur<br />
Zonneboiler type: AQUASOL 4 IT<br />
Serienummer zonneboiler: PHST - -<br />
Naverwarmer : MegaDens Type :<br />
MegaLux Type :<br />
Serienummer : . . . . L . . . . .<br />
Anders Merk:<br />
Type :<br />
Serienummer : . . . . . . . . . .<br />
Serienummers altijd vermelden. Belangrijk i.v.m. garantie!<br />
34
218-0213-005