Aanvraag vergunning ingevolge de Wet beheer ... - Maasvlakte 2
Aanvraag vergunning ingevolge de Wet beheer ... - Maasvlakte 2
Aanvraag vergunning ingevolge de Wet beheer ... - Maasvlakte 2
Transform your PDFs into Flipbooks and boost your revenue!
Leverage SEO-optimized Flipbooks, powerful backlinks, and multimedia content to professionally showcase your products and significantly increase your reach.
PROJECTORGANISATIE<br />
MAASVLAKTE<br />
<strong>Aanvraag</strong> om <strong>vergunning</strong><br />
INGEVOLGE DE WET BEHEER RIJKSWATERSTAATSWERKEN
<strong>Aanvraag</strong> <strong>vergunning</strong> <strong>ingevolge</strong> <strong>de</strong> <strong>Wet</strong> <strong>beheer</strong><br />
rijkswaterstaatswerken voor <strong>Maasvlakte</strong> 2<br />
Havenbedrijf Rotterdam N.V<br />
Projectorganisatie <strong>Maasvlakte</strong> 2<br />
23 februari 2007<br />
9S0134.A0/Wbr
Hoofdweg 490<br />
Postbus 8520<br />
3009 AM Rotterdam<br />
+31 (0)10 286 54 32 Telefoon<br />
+31 (0)10 220 00 25 Fax<br />
info@rotterdam.royalhaskoning.com E-mail<br />
www.royalhaskoning.com Internet<br />
Arnhem 09122561 KvK<br />
Documenttitel<br />
<strong>Aanvraag</strong> <strong>vergunning</strong> <strong>ingevolge</strong> <strong>de</strong> <strong>Wet</strong> <strong>beheer</strong><br />
rijkswaterstaatswerken voor <strong>Maasvlakte</strong> 2<br />
Verkorte documenttitel Wbr <strong>Maasvlakte</strong> 2<br />
Datum 23 februari 2007<br />
Projectnaam Vergunningaanvragen <strong>Maasvlakte</strong> 2<br />
Projectnummer<br />
Referentie<br />
Opdrachtgever<br />
Handtekening<br />
9S0134.A0/Wbr<br />
9S0134.A0/Wbr/R021/TVDL/Rott1<br />
Havenbedrijf Rotterdam N.V<br />
Projectorganisatie <strong>Maasvlakte</strong> 2<br />
Dhr. R. Paul<br />
Directeur Projectorganisatie <strong>Maasvlakte</strong> 2<br />
Auteur(s)<br />
Collegiale toets<br />
Thijs van <strong>de</strong>r Laan, Robert-Jan Zan<strong>de</strong>e<br />
Armand Dohmen<br />
Datum/paraaf 16 februari 2007 ………………….<br />
Vrijgegeven door<br />
Mark van Zanten<br />
Datum/paraaf 16 februari 2007 ………………….
Wbr <strong>Maasvlakte</strong> 2<br />
9S0134.A0/Wbr/R021/TVDL/Rott1<br />
- i - 23 februari 2007
INHOUDSOPGAVE<br />
Blz.<br />
1 INLEIDING 1<br />
1.1 Gegevens aanvrager 1<br />
1.2 Leeswijzer 2<br />
2 TOELICHTING BIJ DE AANVRAAG 3<br />
2.1 <strong>Wet</strong>telijk ka<strong>de</strong>r voor <strong>de</strong> te nemen besluiten 3<br />
2.2 <strong>Wet</strong> <strong>beheer</strong> rijkswaterstaatswerken 4<br />
2.3 Milieueffectrapportage 4<br />
2.4 Vervlechting en wijze aanbesteding 5<br />
3 HUIDIGE SITUATIE 9<br />
3.1 Beheersgebie<strong>de</strong>n 9<br />
3.2 Beheer en on<strong>de</strong>rhoud objecten van <strong>de</strong> zeewering 9<br />
3.3 Huidige inrichting 9<br />
3.3.1 Kadastrale grenzen 9<br />
3.3.2 Gebruiksfuncties buitencontour 10<br />
3.4 Situatie Euro-Maasgeul 11<br />
3.5 Kustlijn <strong>Maasvlakte</strong> 12<br />
3.5.1 Huidige situatie 12<br />
3.5.2 Autonome ontwikkeling 12<br />
3.6 Kustveiligheid 12<br />
3.6.1 Huidige situatie 12<br />
3.6.2 Autonome ontwikkeling 13<br />
4 TOEKOMSTIGE SITUATIE – ALGEMEEN 15<br />
4.1 Introductie: <strong>de</strong> aanvraag 15<br />
4.2 Contour en impressie <strong>Maasvlakte</strong> 2 16<br />
4.3 Plaatsbepaling en benaming 17<br />
4.4 Planning, fasering en omvang 17<br />
4.5 Eigendom 18<br />
4.6 Beheer en verantwoor<strong>de</strong>lijkheid 18<br />
5 TOEKOMSTIGE SITUATIE – ONTWERP 21<br />
5.1 Systeemeisen <strong>Maasvlakte</strong> 2 21<br />
5.2 Ontwerptechnische aspecten 21<br />
5.2.1 Inleiding 21<br />
5.2.2 Eisen aan het ontwerp van het waterstaatswerk 21<br />
5.3 Nautische veiligheid 22<br />
6 UITVOERING 23<br />
6.1 Inleiding 23<br />
6.2 Uitvoeringseisen aan <strong>de</strong> buitencontour 23<br />
6.3 Bouwvolgor<strong>de</strong> 23<br />
6.4 Metho<strong>de</strong> van aanleg har<strong>de</strong> zeewering 23<br />
6.5 Metho<strong>de</strong> van aanleg zachte zeewering 24<br />
6.5.1 Voorgenomen activiteit 24<br />
Wbr <strong>Maasvlakte</strong> 2<br />
9S0134.A0/Wbr/R021/TVDL/Rott1<br />
- ii - 23 februari 2007
6.5.2 (Milieu-)effecten en daaruit voortvloeien<strong>de</strong> functionele randvoorwaar<strong>de</strong>n 24<br />
6.6 Bouwvolgor<strong>de</strong> binnengebied 24<br />
6.7 Metho<strong>de</strong> van aanleg binnengebied 24<br />
6.8 Relatie met gebruiksfuncties 24<br />
7 ONDERHOUD EN BEHEER 27<br />
7.1 Functie buitencontour 27<br />
7.2 Beheersactiviteiten buitencontour 27<br />
7.2.1 Recreatie 27<br />
7.2.2 Windturbines 28<br />
7.3 Kustlijnhandhaving en on<strong>de</strong>rhoudsbaggerwerk 29<br />
7.3.1 Inleiding 29<br />
7.3.2 Suppletiebehoefte 30<br />
7.3.3 On<strong>de</strong>rhoudsbaggerwerk 30<br />
7.4 Calamiteitenplan 31<br />
8 MONITORINGSPLAN 33<br />
BIJLAGEN<br />
1. Figuren<br />
2. Kadastrale gegevens <strong>Maasvlakte</strong> 1<br />
3. Verklaren<strong>de</strong> woor<strong>de</strong>nlijst en afkortingen<br />
4. MER Aanleg (separaat toegevoegd)<br />
Wbr <strong>Maasvlakte</strong> 2<br />
9S0134.A0/Wbr/R021/TVDL/Rott1<br />
- iii - 23 februari 2007
"#$ %&'('#"<br />
)(*+& <br />
<br />
"#*&*,&$ '-) <br />
<br />
.&**&*,&$ *)(*+& <br />
<br />
'$ ')/&0 )/1<br />
- # &'<br />
!)'#<br />
<br />
)'$ )22<br />
)'#<br />
<br />
&3$ 40150 1<br />
40152031<br />
<br />
6# $ , 7 ,'#*#<br />
<br />
#&+$ !<br />
<br />
%&'& &+$ <br />
<br />
<br />
6& --&' + &'8#&8,-&' &9+<br />
9 (- '& &'&+++' ,: &<br />
: &<br />
<br />
<br />
<br />
!
1.2 Leeswijzer<br />
Deze aanvraag bestaat uit een aantal on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len. Hoofdstuk 2 geeft een toelichting op<br />
<strong>de</strong>ze aanvraag en geeft een beschrijving van <strong>de</strong> relevante wet- en regelgeving. Ver<strong>de</strong>r<br />
wordt in hoofdstuk 3 <strong>de</strong> huidige situatie beschreven en wordt in hoofdstuk 4 een<br />
algemeen beeld geschetst van <strong>de</strong> toekomstige situatie als gevolg van <strong>de</strong> voorgenomen<br />
activiteit.<br />
De hoofdstukken 5 en 6 geven een doorkijk naar het ontwerp en <strong>de</strong> uitvoering. In<br />
hoofdstuk 7 wordt het latere <strong>beheer</strong> en on<strong>de</strong>rhoud beschreven en in hoofdstuk 8 wordt<br />
ingegaan op het monitoringsplan.<br />
In <strong>de</strong> bijlagen zijn figuren, <strong>de</strong> kadastrale gegevens van <strong>de</strong> huidige <strong>Maasvlakte</strong> en een<br />
begrippenlijst bijgevoegd. Het MER Aanleg is als separaat document toegevoegd.<br />
Wbr <strong>Maasvlakte</strong> 2<br />
9S0134.A0/Wbr/R021/TVDL/Rott1<br />
- 2 - 23 februari 2007
2 TOELICHTING BIJ DE AANVRAAG<br />
2.1 <strong>Wet</strong>telijk ka<strong>de</strong>r voor <strong>de</strong> te nemen besluiten<br />
Havenbedrijf Rotterdam N.V. treedt op als initiatiefnemer in <strong>de</strong> procedures die doorlopen<br />
moeten wor<strong>de</strong>n om <strong>de</strong> landaanwinning <strong>Maasvlakte</strong> 2 en het daarbij behoren<strong>de</strong> <strong>beheer</strong><br />
en on<strong>de</strong>rhoud uit te voeren. De aanleg, het <strong>beheer</strong> en on<strong>de</strong>rhoud van <strong>de</strong><br />
landaanwinning vereisen een <strong>vergunning</strong> op grond van <strong>Wet</strong> <strong>beheer</strong><br />
rijkswaterstaatwerken (Wbr). De procedure zal conform <strong>de</strong> eisen van <strong>de</strong> Algemene wet<br />
bestuursrecht (Awb) wor<strong>de</strong>n doorlopen.<br />
Het ministerie van Verkeer en Waterstaat is bevoegd gezag voor <strong>de</strong> Wbr-<strong>vergunning</strong>.<br />
De uitvoeringsinstantie voor <strong>de</strong> Wbr-<strong>vergunning</strong> is Rijkswaterstaat.<br />
Naast <strong>de</strong> Wbr-<strong>vergunning</strong> wor<strong>de</strong>n door Havenbedrijf Rotterdam N.V. ook een aanvraag<br />
om Concessie 1 , <strong>de</strong> Natuurbeschermingswet en ontheffingen op grond van <strong>de</strong> Flora- en<br />
Faunawet aangevraagd. De aanvraag om Concessie (<strong>Wet</strong> van 14 juli 1904) is<br />
gerelateerd aan <strong>de</strong> aanvraag voor een Wbr-<strong>vergunning</strong>. De samenhang tussen <strong>de</strong>ze<br />
twee aanvragen zal in <strong>de</strong> <strong>vergunning</strong> tot uitdrukking wor<strong>de</strong>n gebracht. In <strong>de</strong> aanvraag<br />
<strong>ingevolge</strong> <strong>de</strong> Natuurbeschermingswet wor<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>r meer <strong>de</strong> effecten van <strong>Maasvlakte</strong> 2<br />
op <strong>de</strong> Natura2000-gebie<strong>de</strong>n opgenomen. Voor <strong>de</strong> <strong>vergunning</strong>en c.q. ontheffingen op<br />
grond van <strong>de</strong> Flora- en Faunawet en <strong>de</strong> Natuurbeschermingswet is het Ministerie van<br />
Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) bevoegd gezag.<br />
De regulering van het toekomstige gebruik van <strong>de</strong> landaanwinning met <strong>de</strong> afweging van<br />
<strong>de</strong> ruimtelijke belangen vindt plaats in het bestemmingsplan. Ten behoeve van <strong>de</strong><br />
besluitvorming omtrent <strong>de</strong> aanleg en <strong>de</strong> bestemmingen van <strong>Maasvlakte</strong> 2<br />
zijn verschillen<strong>de</strong> milieueffectrapporten voor <strong>de</strong> aanleg (MER Aanleg) en <strong>de</strong><br />
bestemming (MER Bestemming) opgesteld. Alle (hoofd)besluiten die door Havenbedrijf<br />
Rotterdam N.V. wor<strong>de</strong>n aangevraagd zijn in on<strong>de</strong>rstaand schema te zien (figuur 2.1).<br />
1 <strong>Wet</strong> van 14 juli 1904, hou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> bepalingen omtrent het on<strong>de</strong>rnemen van droogmakerijen en indijkingen<br />
Wbr <strong>Maasvlakte</strong> 2<br />
9S0134.A0/Wbr/R021/TVDL/Rott1<br />
- 3 - 23 februari 2007
Figuur 2.1: Schema aanvraag (hoofd)besluiten voor <strong>Maasvlakte</strong> 2<br />
Initiatiefnemer<br />
Havenbedrijf Rotterdam N.V. - Projectorganisatie <strong>Maasvlakte</strong> 2<br />
(hoofd-)<br />
<strong>Wet</strong> <strong>beheer</strong><br />
<strong>Wet</strong> van 14<br />
Ongrondingen-<br />
<strong>Wet</strong> op <strong>de</strong><br />
Flora- en<br />
Natuur-<br />
besluiten<br />
rijkswaterstaats-<br />
werken (Wbr)<br />
juli 1904<br />
(concessie)<br />
wet (Ogw)<br />
ruimtelijke<br />
or<strong>de</strong>ning<br />
Faunawet<br />
(Ffw)<br />
beschermings<br />
wet (Nb-wet)<br />
Bevoegd<br />
Minister van<br />
Kroon<br />
Ministerie van<br />
Gemeente<br />
Ministerie van LNV<br />
gezag<br />
V&W<br />
V&W<br />
Rotterdam<br />
Uitvoerings-<br />
Rijkswaterstaat<br />
DG Water /<br />
Rijkswaterstaat<br />
dS+V<br />
Regionale Zaken<br />
instantie/<br />
Rijkswater-<br />
directie<br />
staat<br />
Adviseur<br />
Rijkshavenmeester<br />
Provincie<br />
Zuid-<br />
VROM/<br />
LNV<br />
Holland<br />
2.2 <strong>Wet</strong> <strong>beheer</strong> rijkswaterstaatswerken<br />
Dit document betreft een aanvraag op grond van artikel 2 voor <strong>de</strong> <strong>Wet</strong> <strong>beheer</strong><br />
rijkswaterstaatswerken (Wbr) voor het in gebruik nemen van <strong>Maasvlakte</strong> 2 voor<br />
onbepaal<strong>de</strong> tijd.<br />
De <strong>Wet</strong> <strong>beheer</strong> rijkswaterstaatswerken is van toepassing op alle waterstaatswerken.<br />
Hieron<strong>de</strong>r vallen volgens artikel 1 <strong>de</strong> bij het Rijk in <strong>beheer</strong> zijn<strong>de</strong> wateren, waaron<strong>de</strong>r<br />
me<strong>de</strong> wordt verstaan <strong>de</strong> territoriale zee, <strong>de</strong> waterkeringen en -wegen alsme<strong>de</strong>, voor<br />
zover in <strong>beheer</strong> bij het Rijk, <strong>de</strong> daarin gelegen kunstwerken en hetgeen ver<strong>de</strong>r naar hun<br />
aard daartoe behoort. De aanleg van <strong>Maasvlakte</strong> 2 vind plaats in <strong>de</strong> Noordzee. De<br />
Noordzee is een ‘waterstaatswerk’. Derhalve is <strong>de</strong> aanleg van <strong>Maasvlakte</strong> 2 een<br />
<strong>vergunning</strong>plichtige han<strong>de</strong>ling op grond van <strong>de</strong> <strong>Wet</strong> <strong>beheer</strong> rijkswaterstaatswerken.<br />
Volgens artikel 2 van <strong>de</strong> <strong>Wet</strong> <strong>beheer</strong> rijkswaterstaatswerken is het verbo<strong>de</strong>n zon<strong>de</strong>r<br />
<strong>vergunning</strong> van <strong>de</strong> Minister van Verkeer en Waterstaat gebruik te maken van een<br />
waterstaatswerk door, an<strong>de</strong>rs dan waartoe het is bestemd:<br />
a) daarin, daarop, daaron<strong>de</strong>r of daarover werken te maken of te behou<strong>de</strong>n;<br />
b) daarin, daaron<strong>de</strong>r of daarop vaste stoffen of voorwerpen te storten, te plaatsen of<br />
neer te leggen, of <strong>de</strong>ze te laten staan of liggen.<br />
Deze bepaling omvat tevens het oprichten en in stand hou<strong>de</strong>n van eilan<strong>de</strong>n, installaties<br />
en overige structuren.<br />
2.3 Milieueffectrapportage<br />
De landaanwinning heeft een zodanige omvang dat het wettelijk verplicht is voorafgaand<br />
aan <strong>de</strong> besluitvorming een milieueffectrapportage (m.e.r.) op te stellen.<br />
De door Havenbedrijf Rotterdam N.V. opgestel<strong>de</strong> startnotitie voor het MER is op<br />
26 augustus 2004 ter inzage gelegd. Na inspraak en advisering door wettelijke<br />
adviseurs heeft <strong>de</strong> onafhankelijke commissie voor <strong>de</strong> milieueffectrapportage een advies<br />
Wbr <strong>Maasvlakte</strong> 2<br />
9S0134.A0/Wbr/R021/TVDL/Rott1<br />
- 4 - 23 februari 2007
voor ‘richtlijnen voor <strong>de</strong> inhoud van het MER’ uitgebracht. Het bevoegd gezag heeft<br />
vervolgens op 21 <strong>de</strong>cember 2004 <strong>de</strong> <strong>de</strong>finitieve richtlijnen vastgesteld.<br />
De richtlijnen bakenen <strong>de</strong> inhoud van het te verrichten on<strong>de</strong>rzoek af: ze geven aan<br />
welke alternatieven en effecten in het on<strong>de</strong>rzoek betrokken moeten wor<strong>de</strong>n. Op basis<br />
van <strong>de</strong> richtlijnen, en uitgaan<strong>de</strong> van <strong>de</strong> ‘beslissingen van wezenlijk belang’ uit <strong>de</strong> PKB<br />
PMR (2006), heeft Havenbedrijf Rotterdam N.V. het betreffen<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoek laten<br />
verrichten. De resultaten zijn gebun<strong>de</strong>ld in het MER Aanleg. Dit MER is opgenomen als<br />
separaat document in <strong>de</strong> bijlagen.<br />
De landaanwinning hangt nauw samen met <strong>de</strong> zandwinning, functioneel en in een<br />
aantal gevallen ook qua milieueffecten. In het MER Aanleg heeft dit geresulteerd in een<br />
integrale Voorkeursalternatief (VKA). Het Voorkeursalternatief is het totaalpakket<br />
waaraan Havenbedrijf Rotterdam N.V. als initiatiefnemer uitein<strong>de</strong>lijk <strong>de</strong> voorkeur geeft.<br />
Het Voorkeursalternatief vormt <strong>de</strong> basis voor <strong>de</strong>ze <strong>vergunning</strong>aanvraag. De effecten<br />
van <strong>de</strong> inrichting en het gebruik van het gebied wor<strong>de</strong>n in het MER Bestemming<br />
beoor<strong>de</strong>eld.<br />
2.4 Vervlechting en wijze aanbesteding<br />
Havenbedrijf Rotterdam N.V. zal <strong>de</strong> <strong>vergunning</strong>hou<strong>de</strong>r zijn geduren<strong>de</strong> <strong>de</strong> gehele<br />
perio<strong>de</strong> waarvoor <strong>de</strong> te verlenen Wbr-<strong>vergunning</strong> zal gel<strong>de</strong>n. Dit houdt in dat<br />
Havenbedrijf Rotterdam N.V. eindverantwoor<strong>de</strong>lijk en daarmee ook het aanspreekpunt<br />
voor het bevoegd gezag zal zijn.<br />
Functionele eisen<br />
Voor <strong>de</strong> aanleg van <strong>de</strong> eerste objecten van <strong>Maasvlakte</strong> 2 (zeeweringen, havenbassin,<br />
eerste terreinen, basisinfrastructuur en doorsteek Yangtzehaven) heeft Havenbedrijf<br />
Rotterdam N.V. gekozen voor een zogenaamd “<strong>de</strong>sign and construct” contract. Deze<br />
contractvorm betekent dat het contract niet aan <strong>de</strong> hand van ge<strong>de</strong>tailleer<strong>de</strong><br />
beschrijvingen zoals in een bestek wordt vastgelegd, maar dat <strong>de</strong> eisen functioneel zijn<br />
geformuleerd. Deze eisen wor<strong>de</strong>n vastgelegd in een zogenaamd ‘Programma van<br />
Eisen’. Dit wil zeggen dat wel nauwkeurig omschreven staat wát er moet komen, maar<br />
niet hóe dat er moet komen. De aannemer mag zelf kiezen op welke wijze het object<br />
binnen <strong>de</strong> gestel<strong>de</strong> bandbreedte gerealiseerd wordt. Ver<strong>de</strong>rop in het document zal met<br />
meer <strong>de</strong>tail na<strong>de</strong>r ingegaan wor<strong>de</strong>n op <strong>de</strong> aard van <strong>de</strong> ‘functionele eisen’. Een<br />
belangrijk <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> functionele eisen vloeit voort uit <strong>de</strong> ka<strong>de</strong>rs van <strong>de</strong> PKB PMR<br />
(2006) en <strong>de</strong> UWO Landaanwinning 2 , welke bei<strong>de</strong> een bin<strong>de</strong>n<strong>de</strong> functie hebben voor<br />
alle projectpartners.<br />
In dit verband is het goed om vast te stellen dat <strong>de</strong> ka<strong>de</strong>rs voor het ontwerp vast liggen.<br />
Dit betekent dat <strong>de</strong> aannemer zich in zijn ontwerpvrijheid beperkt. Op hoofdlijnen<br />
betreffen <strong>de</strong> beperkingen:<br />
• De zeewering, <strong>de</strong> zuidwestelijke zeewering moet bestaan uit een uit zand<br />
opgebouw<strong>de</strong> zeewering (<strong>de</strong> zachte zeewering) en <strong>de</strong> noordwestelijke zeewering<br />
moet bestaan uit een dijklichaam (<strong>de</strong> har<strong>de</strong> zeewering).<br />
• Daarnaast gel<strong>de</strong>n er beperkingen voor het maken van <strong>de</strong> haventoegang, <strong>de</strong>ze moet<br />
gecreëerd wor<strong>de</strong>n door een doorsteek van <strong>de</strong> Yangtzehaven, waarbij uiteraard als<br />
2 Uitwerkingsovereenkomst <strong>de</strong>elproject Landaanwinning, september 2005<br />
Wbr <strong>Maasvlakte</strong> 2<br />
9S0134.A0/Wbr/R021/TVDL/Rott1<br />
- 5 - 23 februari 2007
voorwaar<strong>de</strong> geldt dat <strong>de</strong> doorsteek pas gemaakt kan wor<strong>de</strong>n als er sprake is van<br />
afdoen<strong>de</strong> ontsluiting van <strong>de</strong> noordwest hoek van <strong>de</strong> bestaan<strong>de</strong> <strong>Maasvlakte</strong>.<br />
• Alle objecten moeten gerealiseerd wor<strong>de</strong>n binnen har<strong>de</strong> objectgrenzen die het<br />
ruimtebeslag maximeren tot <strong>de</strong> in het MER Aanleg en <strong>de</strong> PKB gestel<strong>de</strong><br />
randvoorwaar<strong>de</strong>n (respectievelijk 2.000 hectare bruto ruimtebeslag en<br />
1.000 hectare netto uitgeefbaar terrein).<br />
Havenbedrijf Rotterdam N.V. heeft eisen geformuleerd, vooral over <strong>de</strong> bruikbaarheid<br />
van <strong>de</strong> te maken objecten en <strong>de</strong> veiligheid van <strong>de</strong>ze objecten en haar omgeving. Hierbij<br />
wordt zowel <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> tij<strong>de</strong>ns als ná <strong>de</strong> aanleg afge<strong>de</strong>kt.<br />
Kwaliteitsborging<br />
De te verlenen Wbr-<strong>vergunning</strong> zal integraal on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el uitmaken van het contract<br />
tussen Havenbedrijf Rotterdam N.V. en <strong>de</strong> aannemer. In dit contract zal tevens een<br />
uitgebreid stelsel van controles wor<strong>de</strong>n opgenomen om <strong>de</strong> aannemer constant te<br />
kunnen controleren tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> uitvoering. Tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> uitvoering zal Havenbedrijf<br />
Rotterdam N.V. <strong>de</strong> naleving van het contract controleren (en daarmee haar eisen) door<br />
<strong>de</strong> kwaliteit van <strong>de</strong> processen en producten van <strong>de</strong> aannemer continu te toetsen en daar<br />
waar nodig te sanctioneren. Daarnaast is op vier cruciale momenten in <strong>de</strong> uitvoering<br />
een minimaal prestatieniveau ge<strong>de</strong>finieerd (in vakjargon wor<strong>de</strong>n dit “certificaten” en<br />
“certificaatmomenten” genoemd). Het ontwerp en <strong>de</strong> uitvoering moeten op <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong><br />
momenten blijvend aan dit minimale prestatieniveau voldoen:<br />
Aanvang<br />
De opdrachtnemer moet aantoonbaar beschikken over zonodig onafhankelijk getoetste<br />
kwaliteits-, veiligheids-, en risicomanagementsystemen. Totdat <strong>de</strong> opdrachtnemer<br />
beschikt over <strong>de</strong>ze systemen mag geen aanvang gemaakt wor<strong>de</strong>n met <strong>de</strong> werkzaamhe<strong>de</strong>n<br />
binnen het aanleggebied. Voor <strong>de</strong> aanvang van het werk wordt door <strong>de</strong><br />
aannemer een werkplan opgesteld om te borgen dat het waterstaatswerk voldoet aan<br />
<strong>de</strong> veiligheids- en standzekerheidseisen. Het werkplan moet aansluiten bij het gestel<strong>de</strong><br />
in het ‘Programma van Eisen’ en zal ter instemming aan het bevoegd gezag wor<strong>de</strong>n<br />
voorgelegd.<br />
Veiligheid van <strong>de</strong> huidige <strong>Maasvlakte</strong><br />
De opdrachtnemer moet aantonen dat <strong>de</strong> stand van het werk dusdanig is dat het huidige<br />
veiligheidsniveau van <strong>de</strong> huidige <strong>Maasvlakte</strong> geborgd is, ook wanneer dat er een<br />
aanvang gemaakt wordt met het (ge<strong>de</strong>eltelijk) verwij<strong>de</strong>ren van <strong>de</strong> bestaan<strong>de</strong> zeewering<br />
van <strong>de</strong> huidige <strong>Maasvlakte</strong>.<br />
Gebruiksgereed<br />
De opdrachtnemer moet aantonen dat <strong>de</strong> eerste ka<strong>de</strong> in gebruikgenomen kan wor<strong>de</strong>n<br />
achter een gesloten buitencontour (har<strong>de</strong> en zachte zeewering) die voldoet aan het<br />
veiligheidsniveau zoals dat geldt voor <strong>Maasvlakte</strong> 2.<br />
Oplevering<br />
De opdrachtnemer moet vóór oplevering aantonen dat <strong>de</strong> objecten (a) voldoen aan alle<br />
daaraan te stellen eisen en dat (b) daarnaast (in het bijzon<strong>de</strong>r bij <strong>de</strong> zachte zeewering)<br />
sprake is van een duurzaam evenwichtsprofiel, zodat er sprake is van een normale<br />
on<strong>de</strong>rhoudsinspanning.<br />
Wbr <strong>Maasvlakte</strong> 2<br />
9S0134.A0/Wbr/R021/TVDL/Rott1<br />
- 6 - 23 februari 2007
Verificatie door het bevoeg<strong>de</strong> gezag in het handhavingtraject<br />
Het bevoegd gezag zal toetsen op het naleven van <strong>de</strong> <strong>vergunning</strong>svoorwaar<strong>de</strong>n<br />
volgend uit <strong>de</strong> <strong>Wet</strong> <strong>beheer</strong> rijkswaterstaatswerken en op het voldoen aan <strong>de</strong> eisen die in<br />
het Toetska<strong>de</strong>r zijn opgenomen. Het Toetska<strong>de</strong>r is -als on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el van het<br />
Bestuursakkoord en <strong>de</strong> daarbij behoren<strong>de</strong> Uitwerkingsovereenkomst- on<strong>de</strong>r meer<br />
on<strong>de</strong>rtekend door het Rijk en door het Havenbedrijf Rotterdam N.V. en beschrijft <strong>de</strong><br />
punten waarover overeenstemming is bereikt en waarop tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> voorbereiding en<br />
realisatie van <strong>Maasvlakte</strong> 2 zal wor<strong>de</strong>n getoetst. Welke on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len en aspecten van het<br />
Toetska<strong>de</strong>r en <strong>de</strong> wijze waarop <strong>de</strong>ze door het bevoegd gezag zullen wor<strong>de</strong>n toegepast,<br />
zullen geduren<strong>de</strong> het proces van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rhavige <strong>vergunning</strong>verlening nog na<strong>de</strong>r<br />
wor<strong>de</strong>n uitgewerkt. Daarbij zal zowel inhou<strong>de</strong>lijk als procedureel rekening gehou<strong>de</strong>n<br />
wor<strong>de</strong>n met <strong>de</strong> kwaliteitsborging die het Havenbedrijf Rotterdam N.V. hanteert. Dit houdt<br />
in dat het Havenbedrijf Rotterdam N.V. voornemens is om <strong>de</strong> eisen, waaraan zij<br />
zich mid<strong>de</strong>ls het Toetska<strong>de</strong>r gecommitteerd heeft, zoveel mogelijk gelijk op te laten<br />
lopen met <strong>de</strong> certificaatmomenten die zij aan <strong>de</strong> aannemer van <strong>de</strong> realisatie van<br />
<strong>Maasvlakte</strong> 2 zal opleggen.<br />
Binnen <strong>de</strong> hierboven beschreven systematiek wordt <strong>de</strong> landaanwinning <strong>Maasvlakte</strong> 2<br />
gezien als een ‘systeem’, waarbinnen subsystemen en objecten wor<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n.<br />
In on<strong>de</strong>rstaan<strong>de</strong> figuur wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong>ze begrippen na<strong>de</strong>r uitgewerkt. De huidige<br />
<strong>vergunning</strong>aanvraag hanteert <strong>de</strong> benamingen zoals weergegeven in <strong>de</strong>ze figuur. Alle<br />
gebruikte begrippen van <strong>de</strong>ze systematiek staan in bijlage 3 in een verklaren<strong>de</strong><br />
woor<strong>de</strong>nlijst.<br />
Figuur 2.2: Schematisering van het systeem <strong>Maasvlakte</strong> 2<br />
Systeem<br />
<strong>Maasvlakte</strong> 2<br />
Subsystemen<br />
Buitencontour<br />
Inrichting<br />
Objecten<br />
Har<strong>de</strong> Zeewering<br />
Zachte Zeewering<br />
Zandlichaam<br />
Havenbassin<br />
Gebied rond<br />
Koelwateruitlaat<br />
Infrabun<strong>de</strong>l<br />
Ka<strong>de</strong>constructie<br />
Wbr <strong>Maasvlakte</strong> 2<br />
9S0134.A0/Wbr/R021/TVDL/Rott1<br />
- 7 - 23 februari 2007
Wbr <strong>Maasvlakte</strong> 2<br />
9S0134.A0/Wbr/R021/TVDL/Rott1<br />
- 8 - 23 februari 2007
3 HUIDIGE SITUATIE<br />
3.1 Beheersgebie<strong>de</strong>n<br />
De Ne<strong>de</strong>rlandse territoriale zee strekt zich uit tot 12 zeemijl (circa 22,2 kilometer)<br />
gemeten vanaf <strong>de</strong> laagwaterlijn, zoals vastgesteld in <strong>de</strong> <strong>Wet</strong> grenzen Ne<strong>de</strong>rlandse<br />
territoriale zee. 3 Deze wet <strong>de</strong>finieert <strong>de</strong> gemid<strong>de</strong>ld laagste laagwaterlijn als <strong>de</strong> dieptelijn<br />
van nul meter, zoals aangegeven op <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse zeekaarten.<br />
Binnen <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse territoriale zee kan nog een on<strong>de</strong>rscheid wor<strong>de</strong>n gemaakt<br />
tussen zones van nationaal juridische aard. Dit betreft <strong>de</strong> 1 kilometerzone die wordt<br />
gehanteerd voor bestuurlijke doelein<strong>de</strong>n. De bevoegdhe<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> aan <strong>de</strong> kust gelegen<br />
provincies en gemeenten strekken zich uit tot 1 kilometer uit <strong>de</strong> kust. 4 Daarbuiten is <strong>de</strong><br />
rijksoverheid <strong>de</strong> <strong>beheer</strong><strong>de</strong>r (van het Ne<strong>de</strong>rlandse <strong>de</strong>el) van <strong>de</strong> Noordzee. Om te<br />
voorkomen dat twee verschillen<strong>de</strong> autoriteiten bevoegd zijn ten tij<strong>de</strong> van <strong>de</strong> aanleg van<br />
<strong>Maasvlakte</strong> 2 is <strong>de</strong> <strong>beheer</strong>sgrens inmid<strong>de</strong>ls zeewaarts verschoven.<br />
De domeingrens voor het materiële <strong>beheer</strong> en on<strong>de</strong>rhoud op <strong>de</strong> huidige <strong>Maasvlakte</strong> is<br />
weergegeven in figuur 2 van bijlage 1. De domeingrens begint oostelijk van <strong>de</strong> Slufter,<br />
gaat bovenlangs <strong>de</strong> Slufter, parallel aan <strong>de</strong> huidige kustlijn over <strong>de</strong> Distridam naar <strong>de</strong><br />
overgang van <strong>de</strong> zachte op <strong>de</strong> har<strong>de</strong> zeewering. Vervolgens loopt <strong>de</strong> domeingrens<br />
centraal in het Breekwater oostelijk van <strong>de</strong> zui<strong>de</strong>lijke blokkendam richting Zuidwal en<br />
daarna parallel aan <strong>de</strong> Nieuwe Waterweg richting ingang Beerkanaal (dwars door <strong>de</strong><br />
Papegaaienbek).<br />
3.2 Beheer en on<strong>de</strong>rhoud objecten van <strong>de</strong> zeewering<br />
De verantwoor<strong>de</strong>lijkhe<strong>de</strong>n voor materieel <strong>beheer</strong> en on<strong>de</strong>rhoud van <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong><br />
elementen van <strong>de</strong> zeewering wor<strong>de</strong>n bepaald aan <strong>de</strong> hand van <strong>de</strong> domeingrens (zie<br />
figuur 2 in bijlage 1). Liggen <strong>de</strong> objecten westelijk van <strong>de</strong> domeingrens, zoals <strong>de</strong> zachte<br />
zeewering bij <strong>de</strong> Slufter en <strong>de</strong> Blokkendam, dan is Rijkswaterstaat verantwoor<strong>de</strong>lijk.<br />
Liggen <strong>de</strong> objecten oostelijk van <strong>de</strong> domeingrens, dan is gemeente Rotterdam<br />
verantwoor<strong>de</strong>lijk. Het perceel van <strong>de</strong> Slufter is in gezamenlijk <strong>beheer</strong> tussen<br />
Rijkswaterstaat, gemeente Rotterdam en Havenbedrijf Rotterdam N.V.<br />
3.3 Huidige inrichting<br />
3.3.1 Kadastrale grenzen<br />
In bijlage 2 is een tabel en een tekening opgenomen waarop <strong>de</strong> kadastrale gegevens<br />
van <strong>de</strong> percelen aan <strong>de</strong> westzij<strong>de</strong> van <strong>de</strong> huidige <strong>Maasvlakte</strong> staan. De overige<br />
percelen op <strong>de</strong> huidige <strong>Maasvlakte</strong> wor<strong>de</strong>n in het bestemmingsplan behan<strong>de</strong>ld.<br />
3 <strong>Wet</strong> van 9 januari 1985, hou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> vaststelling van <strong>de</strong> grenzen van <strong>de</strong> territoriale zee van Ne<strong>de</strong>rland (Stb. 1985,<br />
129).<br />
4 <strong>Wet</strong> van 2 november 1990, hou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> regeling provincie- en gemeentegrenzen langs <strong>de</strong> Noordzeekust van <strong>de</strong><br />
gemeente Den Hel<strong>de</strong>r tot en met <strong>de</strong> gemeente Sluis en wijziging van <strong>de</strong> Financiële-Verhoudingswet 1984 (Stb.<br />
1990, 553).<br />
Wbr <strong>Maasvlakte</strong> 2<br />
9S0134.A0/Wbr/R021/TVDL/Rott1<br />
- 9 - 23 februari 2007
3.3.2 Gebruiksfuncties buitencontour<br />
Recreatie<br />
Op <strong>de</strong> huidige <strong>Maasvlakte</strong> is gemid<strong>de</strong>ld 22 hectare strand beschikbaar voor inci<strong>de</strong>nteel<br />
intensief recreatief gebruik. Dit strand, ten westen van <strong>de</strong> Slufter, heeft een lengte van<br />
2.200 meter en een gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> breedte droog strand van 100 meter. Deze oppervlakte<br />
varieert echter vanwege kustafslag en periodieke zandsuppleties. Ten noor<strong>de</strong>n van dit<br />
inci<strong>de</strong>nteel intensief gebruikt strand ligt nog circa 21 hectare strand met een extensief<br />
karakter. Dit strand wordt nauwelijks door strandrecreanten, an<strong>de</strong>rs dan buitensporters,<br />
gebruikt.<br />
Het inci<strong>de</strong>nteel intensieve strand op <strong>de</strong> <strong>Maasvlakte</strong> is toegankelijk door mid<strong>de</strong>l van<br />
7 strandopgangen vanaf <strong>de</strong> Slufterdijk. De hoogte van <strong>de</strong> strandopgangen on<strong>de</strong>raan <strong>de</strong><br />
zeewering zijn variabel geduren<strong>de</strong> het jaar en sluiten daardoor niet altijd goed aan op <strong>de</strong><br />
het strand. Het extensieve strand is matig toegankelijk met 1 strandopgang in het<br />
noor<strong>de</strong>n nabij <strong>de</strong> har<strong>de</strong> zeewering en via het inci<strong>de</strong>nteel intensieve strand in het zui<strong>de</strong>n.<br />
Bij het inci<strong>de</strong>nteel intensieve recreatiestrand zijn in totaal 1.500 officiële<br />
parkeerplaatsen. Verspreid langs <strong>de</strong> har<strong>de</strong> en zachte zeewering wor<strong>de</strong>n ver<strong>de</strong>r bermen<br />
en <strong>de</strong>len van <strong>de</strong> zeewering gebruikt als niet-officiële parkeerplaats. Hier is plaats voor<br />
circa 300 auto’s. Net ten zui<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> har<strong>de</strong> zeewering ligt een eenvoudige<br />
trailerhelling in <strong>de</strong> vorm van een geasfalteer<strong>de</strong> strandopgang die bereikbaar is voor<br />
auto’s met trailer (vooral gebruikt voor motorboten).<br />
Windturbineparken<br />
In <strong>de</strong> huidige situatie zijn verschillen<strong>de</strong> windturbineparken aanwezig op <strong>de</strong> <strong>Maasvlakte</strong>.<br />
Figuur 2.1 geeft aan waar <strong>de</strong> parken zich bevin<strong>de</strong>n. Op dit moment zijn <strong>de</strong><br />
windturbineparken Quadro (4 turbines), Zeestroom (2 turbines), Slufter zeedijk<br />
(9 turbines) en Slufter landdijk (8 turbines) in bedrijf. De parken Zuidwal (6 turbines),<br />
Dobbelsteen (3 turbines) en Distridam (5 turbines) zijn nog niet in bedrijf.<br />
Wbr <strong>Maasvlakte</strong> 2<br />
9S0134.A0/Wbr/R021/TVDL/Rott1<br />
- 10 - 23 februari 2007
Figuur 3.1: Windturbineparken op <strong>de</strong> huidige <strong>Maasvlakte</strong><br />
De aanwezigheid van windturbines resulteert in ruimtelijke beperkingen voor<br />
nabijgelegen functies of activiteiten als gevolg van risico’s. In <strong>de</strong> huidige situatie liggen<br />
<strong>de</strong> recreatiestran<strong>de</strong>n buiten <strong>de</strong> risicocontouren van <strong>de</strong> op dat moment aanwezige<br />
windturbines.<br />
3.4 Situatie Euro-Maasgeul<br />
Aansluitend op <strong>de</strong> diepwaterroute in <strong>de</strong> Straat van Dover (ge<strong>de</strong>elte van <strong>de</strong> Noordzee<br />
tussen <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse kust en <strong>de</strong> Britse oostkust) is voor schepen met een grote<br />
diepgang <strong>de</strong> Euro-Maasgeul aangelegd, een toegangsgeul voor <strong>de</strong> vaart naar <strong>de</strong><br />
Europoort en Rotterdam. Rijkswaterstaat Noordzee meet regelmatig <strong>de</strong> diepte van <strong>de</strong><br />
vaargeulen en laat <strong>de</strong> geulen uitbaggeren als dat nodig is. De Euro-Maasgeul wordt op<br />
een diepte van 24 meter gehou<strong>de</strong>n en is toegankelijk voor schepen met een diepgang<br />
tot 22,5 meter. Jaarlijks varen gemid<strong>de</strong>ld 357 schepen met <strong>de</strong> maximale diepgang door<br />
<strong>de</strong> Euro-Maasgeul.<br />
Wbr <strong>Maasvlakte</strong> 2<br />
9S0134.A0/Wbr/R021/TVDL/Rott1<br />
- 11 - 23 februari 2007
3.5 Kustlijn <strong>Maasvlakte</strong><br />
3.5.1 Huidige situatie<br />
Om <strong>de</strong> kustlijn van het kustvak <strong>Maasvlakte</strong>, ook in <strong>de</strong> nieuwe situatie, te handhaven<br />
wor<strong>de</strong>n een aantal maatregelen genomen. Terugtrekking van <strong>de</strong> kust heeft immers ook<br />
in het kustvak <strong>Maasvlakte</strong> negatieve gevolgen. Ondanks het ontbreken van een<br />
jaarlijkse toetsing aan een Basiskustlijn 5 wordt het gebied periodiek gemonitoord en<br />
wordt kustachteruitgang tegengegaan met aanvullen<strong>de</strong> periodieke strand- of vooroever<br />
suppleties.<br />
3.5.2 Autonome ontwikkeling<br />
De huidige voorspellingen voor <strong>de</strong> suppletiebehoefte aan <strong>de</strong> Slufterkust bedragen circa<br />
0,8 miljoen kubieke meter per jaar. Bij een snellere zeespiegelstijging (60 centimeter per<br />
eeuw in plaats van 20 centimeter per eeuw) zal het totale kuston<strong>de</strong>rhoud langs <strong>de</strong><br />
Ne<strong>de</strong>rlandse kust ongeveer verdubbelen. De overgang naar het Kier<strong>beheer</strong> van <strong>de</strong><br />
Haringvlietsluizen zal geen consequenties hebben voor het kuston<strong>de</strong>rhoud van <strong>de</strong><br />
aangrenzen<strong>de</strong> kustvakken, <strong>de</strong> <strong>Maasvlakte</strong> en <strong>de</strong> Slufter.<br />
3.6 Kustveiligheid<br />
3.6.1 Huidige situatie<br />
Waterstan<strong>de</strong>n en golfhoogten op zee en het optre<strong>de</strong>n van seiches in <strong>de</strong> havenbekkens<br />
van Rotterdam beïnvloe<strong>de</strong>n <strong>de</strong> veiligheid tegen overstroming van <strong>de</strong> kust. In het<br />
studiegebied is ongeveer 49 kilometer primaire zeewering aanwezig: 21 kilometer in<br />
Delfland, 2 kilometer Brielse Gatdam, 10 kilometer op Oostvoorne en 16 kilometer op<br />
Goeree. De waterkeringen langs <strong>de</strong> Delflandse kust (inclusief <strong>de</strong> waterkering langs <strong>de</strong><br />
Nieuwe Waterweg en het Calandkanaal) moeten voldoen aan een veiligheidsnorm van<br />
1/10.000 per jaar. Deze norm betekent dat het ontwerp zo moet zijn uitgelegd, dat<br />
(statistisch gesproken) er maar 1 keer per 10.000 jaar een dusdanig hoge waterstand is<br />
dat een overstroming kan plaatsvin<strong>de</strong>n. De dijken rondom Oostvoorne, Goeree en langs<br />
het Hartelkanaal moeten voldoen aan een veiligheidsnorm van 1/4.000 per jaar. Eens in<br />
<strong>de</strong> vijf jaar vindt er een veiligheidstoetsing plaats waarbij wordt gekeken of <strong>de</strong><br />
waterkering nog voldoet aan <strong>de</strong> norm. De dijkringgebie<strong>de</strong>n van Zuid-Holland staan<br />
aangegeven in figuur 4 in bijlage 1 (provincie Zuid-Holland).<br />
Het bestaan<strong>de</strong> haven- en industrieterrein (<strong>de</strong> huidige <strong>Maasvlakte</strong>) is opgespoten land en<br />
ligt buitendijks. Het wordt door zijn hoge ligging (NAP +5 meter) ligging beschermd<br />
tegen overstromingen. Voor buitendijkse gebie<strong>de</strong>n geldt géén wettelijke norm voor <strong>de</strong><br />
ontwerpfrequentie voor overstroming. Bij overstroming van <strong>de</strong>ze gebie<strong>de</strong>n is het risico<br />
op slachtoffers vrijwel nihil en is er alleen sprake van economische scha<strong>de</strong>.<br />
5 Het kustvak <strong>Maasvlakte</strong>, inclusief het Slufterstrand valt buiten het <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse kustlijn waar <strong>de</strong><br />
zogenaam<strong>de</strong> ‘BKL-grens’ is vastgesteld. Deze BKL staat voor ‘Basiskustlijn’ en is vastgesteld in 1990.<br />
Wbr <strong>Maasvlakte</strong> 2<br />
9S0134.A0/Wbr/R021/TVDL/Rott1<br />
- 12 - 23 februari 2007
3.6.2 Autonome ontwikkeling<br />
Voortschrij<strong>de</strong>nd inzicht in <strong>de</strong> golfbelasting heeft geleid tot <strong>de</strong> aanwijzing van een aantal<br />
zwakke schakels langs <strong>de</strong> Hollandse kust. Tot <strong>de</strong> zwakke schakels in dit studiegebied<br />
behoren <strong>de</strong> Delflandse kust (Hoek van Holland – Kijkduin), Goeree (het Flaauwe Werk /<br />
De Kwa<strong>de</strong> Hoek) en <strong>de</strong> Kop van Voorne. De Delflandse kust en Goeree vallen binnen<br />
<strong>de</strong> zogenaam<strong>de</strong> ‘prioritaire’ zwakke schakels, waarbij het versterken van <strong>de</strong> zeewering<br />
hand in hand gaat met een impuls voor <strong>de</strong> ruimtelijke kwaliteit.<br />
Vanwege zeespiegelrijzing moet op <strong>de</strong> lange termijn rekening gehou<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n met<br />
een langzame stijging van <strong>de</strong> maatgeven<strong>de</strong> hoogwaterstan<strong>de</strong>n langs <strong>de</strong> diverse<br />
kustvakken. De autonome verondieping van <strong>de</strong> Haringvlietmonding levert daarentegen<br />
een positieve bijdrage aan <strong>de</strong> kustveiligheid bij Goeree en Voorne. Veran<strong>de</strong>ring in het<br />
spui<strong>beheer</strong> van <strong>de</strong> Haringvlietsluizen heeft nauwelijks tot geen consequenties voor <strong>de</strong><br />
kustveiligheid.<br />
Wbr <strong>Maasvlakte</strong> 2<br />
9S0134.A0/Wbr/R021/TVDL/Rott1<br />
- 13 - 23 februari 2007
Wbr <strong>Maasvlakte</strong> 2<br />
9S0134.A0/Wbr/R021/TVDL/Rott1<br />
- 14 - 23 februari 2007
4 TOEKOMSTIGE SITUATIE – ALGEMEEN<br />
4.1 Introductie: <strong>de</strong> aanvraag<br />
Deze aanvraag betreft <strong>de</strong> aanleg, het <strong>beheer</strong> en on<strong>de</strong>rhoud van <strong>de</strong> landaanwinning van<br />
<strong>Maasvlakte</strong> 2. In <strong>de</strong>ze aanvraag wordt het Voorkeursalternatief (VKA), zoals<br />
weergegeven in on<strong>de</strong>rstaan<strong>de</strong> tabellen 4.1 en 4.2 aangevraagd. De uitwerking van <strong>de</strong><br />
landaanwinning (ontwerp en uitvoering) van <strong>Maasvlakte</strong> 2 is inzichtelijk gemaakt in MER<br />
Aanleg. De uitwerking van <strong>de</strong> inrichting is beschreven in MER Bestemming<br />
<strong>Maasvlakte</strong> 2.<br />
Tabel 4.1: Overzicht Voorkeursalternatief - ontwerp landaanwinning<br />
Bouwsteen<br />
Ontwerp har<strong>de</strong> zeewering<br />
VKA<br />
Gebruik van breuksteen, zand, grind en geotextiel in lagen opbouw met als<br />
toplaag:<br />
- breuksteen of,<br />
- betonblokken of<br />
- interlocking toplaag elementen (ITE)<br />
Zo veel mogelijk hergebruik secundaire materialen, met name van <strong>de</strong> te<br />
ontmantelen bestaan<strong>de</strong> zeewering<br />
Zui<strong>de</strong>lijke ligging har<strong>de</strong> zeewering.<br />
Ontwerp zachte zeewering<br />
Selectief toepassen van grovere korrel in een steil profiel (or<strong>de</strong> 350 µm)<br />
Diepte havenbassin<br />
afsnuiten vanaf NAP -10 m<br />
Maximale interne diepe winning van zand in <strong>de</strong> zwaaikommen, binnen<br />
stabiliteitseisen<br />
Interne winning in havenbekkens tot NAP -22 m<br />
Terreinhoogte<br />
Basisterreinhoogte op NAP +5 m<br />
Gebruikte secundaire<br />
bouw- en grondstoffen<br />
Passief gebruik secundaire bouw- en grondstoffen<br />
Tabel 4.2: Overzicht Voorkeursalternatief – uitvoering landaanwinning<br />
Bouwsteen<br />
Bouwvolgor<strong>de</strong><br />
buitencontour<br />
VKA<br />
Bouwvolgor<strong>de</strong> die voldoet aan uitvoeringseisen, waaron<strong>de</strong>r <strong>de</strong> eisen ten aanzien<br />
van <strong>de</strong> nautische veiligheid en bereikbaarheid<br />
Metho<strong>de</strong> van aanleg<br />
buitencontour<br />
Metho<strong>de</strong> van aanleg<br />
werken aan en binnen <strong>de</strong><br />
binnencontour<br />
Binnen <strong>de</strong> vereiste bouwvolgor<strong>de</strong> volledig vrije keuze in <strong>de</strong> wijze van aanleggen<br />
van <strong>de</strong> buitencontour (zowel zachte zeewering als har<strong>de</strong> zeewering)<br />
Gangbaar materieel, geen specifieke beperkingen binnen bestaan<strong>de</strong> wet- en<br />
regelgeving<br />
Wbr <strong>Maasvlakte</strong> 2<br />
9S0134.A0/Wbr/R021/TVDL/Rott1<br />
- 15 - 23 februari 2007
In dit hoofdstuk wordt een algemene introductie gegeven op het project <strong>Maasvlakte</strong> 2,<br />
<strong>de</strong> ligging en het eigendom en <strong>beheer</strong> van <strong>Maasvlakte</strong> 2. De ontwerp- en<br />
uitvoeringstechnische aspecten van <strong>Maasvlakte</strong> 2 wor<strong>de</strong>n beschreven in <strong>de</strong> aanvraag<br />
voor Concessie. De ligging en begrenzingen van <strong>de</strong>ze objecten zijn weergegeven in<br />
figuur 3 van bijlage 1. In hoofdstuk 5 van <strong>de</strong> aanvraag voor Concessie is uitgewerkt hoe<br />
<strong>de</strong> beperking c.q. het voorkomen van <strong>de</strong> diverse milieueffecten zijn meegenomen als<br />
randvoorwaar<strong>de</strong>n bij het ontwerp.<br />
4.2 Contour en impressie <strong>Maasvlakte</strong> 2<br />
<strong>Maasvlakte</strong> 2 wordt een nieuw haven- en industrieterrein, op een landaanwinning die<br />
aansluitend op <strong>de</strong> bestaan<strong>de</strong> <strong>Maasvlakte</strong> gerealiseerd zal wor<strong>de</strong>n. Deze<br />
landaanwinning bestaat uit een zeewering en een daarbinnen gelegen gebied met<br />
havens en terreinen. Het zand dat nodig is voor <strong>de</strong> aanleg van <strong>de</strong> zeewering en <strong>de</strong><br />
terreinen wordt voor het overgrote <strong>de</strong>el gewonnen op <strong>de</strong> Noordzee (zie daarvoor <strong>de</strong><br />
<strong>vergunning</strong>aanvraag in het ka<strong>de</strong>r van <strong>de</strong> Ontgrondingenwet). Het doel is het Rotterdams<br />
haven -en industrieterrein uit te brei<strong>de</strong>n met uitein<strong>de</strong>lijk maximaal netto 1.000 hectare<br />
haventerrein.<br />
<strong>Maasvlakte</strong> 2 gaat plaats bie<strong>de</strong>n aan bedrijven die relatief grote terreinen nodig hebben<br />
in <strong>de</strong> onmid<strong>de</strong>llijke nabijheid van een diepe zeehaven. Het gaat daarbij vooral om<br />
bedrijven die zich toeleggen op grootschalige opslag en overslag van containers, en om<br />
bepaal<strong>de</strong> sectoren van <strong>de</strong> chemische industrie. On<strong>de</strong>rstaan<strong>de</strong> fotomontage geeft een<br />
impressie hoe <strong>Maasvlakte</strong> 2 eruit zou kunnen zien wanneer <strong>de</strong> aanlegwerkzaamhe<strong>de</strong>n<br />
zijn afgerond en alle beschikbare terreinen zijn uitgegeven.<br />
Figuur 4.1: Een impressie van <strong>Maasvlakte</strong> 2<br />
Wbr <strong>Maasvlakte</strong> 2<br />
9S0134.A0/Wbr/R021/TVDL/Rott1<br />
- 16 - 23 februari 2007
4.3 Plaatsbepaling en benaming<br />
<strong>Maasvlakte</strong> 2 wordt gerealiseerd op een landaanwinning die aansluit op <strong>de</strong> bestaan<strong>de</strong><br />
<strong>Maasvlakte</strong>. De buitencontour wordt gevormd door <strong>de</strong> har<strong>de</strong> zeewering en <strong>de</strong> zachte<br />
zeewering en vormt een scheiding tussen <strong>de</strong> inrichting en <strong>de</strong> zee. De benaming van <strong>de</strong><br />
objecten en <strong>de</strong>elgebie<strong>de</strong>n zijn weergegeven op een tekening in figuur 3 van bijlage 1.<br />
Binnen <strong>de</strong>ze buitencontour bevindt zich het zandlichaam. Het zandlichaam vormt <strong>de</strong><br />
on<strong>de</strong>rgrond van het haventerrein, <strong>de</strong> ka<strong>de</strong>constructies en <strong>de</strong> infrabun<strong>de</strong>l.<br />
Het havenbassin van <strong>Maasvlakte</strong> 2 is een geheel van vaargeulen en havenbekkens. De<br />
objectgrens van <strong>Maasvlakte</strong> 2 wordt gevormd door het oostelijke ein<strong>de</strong> van <strong>de</strong><br />
Yangtzehaven en een lijn parallel aan een door <strong>de</strong>r<strong>de</strong>n op te leveren ka<strong>de</strong>constructie<br />
van <strong>de</strong> Euromax Terminal, <strong>de</strong> haventerreinen van DFDS/TOR-Line en <strong>de</strong> Antarticaweg<br />
ten zui<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> Yangtzehaven. Ver<strong>de</strong>r wordt het havenbassin ge<strong>de</strong>eltelijk begrensd<br />
door het zandlichaam (haventerreinen C, D, E, F) en ge<strong>de</strong>eltelijk door <strong>de</strong> huidige zee<br />
(zie figuur 3 in bijlage 1).<br />
Het gebied rond <strong>de</strong> koelwateruitlaat wordt aan <strong>de</strong> noordzij<strong>de</strong> begrensd door<br />
haventerrein E, aan <strong>de</strong> west- en zuidzij<strong>de</strong> door het havenbassin en aan <strong>de</strong> oostzij<strong>de</strong><br />
door <strong>de</strong> huidige <strong>Maasvlakte</strong> met <strong>de</strong> bestaan<strong>de</strong> koelwateruitlaat.<br />
De ka<strong>de</strong>constructie bevindt zich groten<strong>de</strong>els binnen <strong>de</strong> objectbegrenzingen van het<br />
zandlichaam (terrein D). Aan <strong>de</strong> noordoostelijke zij<strong>de</strong> grenst het object eveneens aan<br />
het havenbassin.<br />
4.4 Planning, fasering en omvang<br />
<strong>Maasvlakte</strong> 2 wordt gefaseerd aangelegd. Havenbedrijf Rotterdam N.V. streeft er naar<br />
om op <strong>Maasvlakte</strong> 2 in 2013 <strong>de</strong> eerste container terminal operationeel te hebben. Vanaf<br />
dat moment wordt blijvend voldaan aan <strong>de</strong> hieron<strong>de</strong>r ge<strong>de</strong>finieer<strong>de</strong> veiligheids -en<br />
bereikbaarheidseisen (hiervoor wordt hierna <strong>de</strong> term gebruiksgereed gehanteerd).<br />
De eerste fase van <strong>de</strong> aanleg van <strong>Maasvlakte</strong> 2 is het meest intensief en betreft <strong>de</strong><br />
aanleg van <strong>de</strong> zeeweringen en <strong>de</strong> eerste helft van het binnengebied (<strong>de</strong> ‘terreinen’),<br />
maar ook een on<strong>de</strong>rhoudsperio<strong>de</strong> na <strong>de</strong> initiële aanleg van <strong>de</strong> zeeweringen. De aanleg<br />
zal plaatsvin<strong>de</strong>n vanaf 2008 tot maximaal 2013. Op dat moment is <strong>de</strong> buitencontour<br />
dicht en is <strong>de</strong> doorsteek gerealiseerd. De volgen<strong>de</strong> perio<strong>de</strong> is <strong>de</strong> instelperio<strong>de</strong> van <strong>de</strong><br />
zeewering van <strong>Maasvlakte</strong> 2. Het natuurlijke evenwichtsprofiel zal uiterlijk in 2018<br />
moeten zijn ingesteld. Hierna vindt door Havenbedrijf Rotterdam N.V. nog 5 jaar<br />
on<strong>de</strong>rhoud van <strong>de</strong> zeewering plaats, hetgeen tot uiterlijk 2023 duurt (zie figuur 4.2).<br />
In <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> fase starten <strong>de</strong> aanlegwerkzaamhe<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> overige terreinen. Het<br />
tempo van <strong>de</strong> ver<strong>de</strong>re invulling van het binnengebied (<strong>de</strong> 2 e fase) is voornamelijk<br />
afhankelijk van marktontwikkelingen en -vraag. In <strong>de</strong> eindsituatie is er 1.000 hectare<br />
netto uitgeefbaar haven- en industrieterrein gerealiseerd. Het havenbassin, <strong>de</strong><br />
zeewering, <strong>de</strong> droge infrastructuur en overige voorzieningen nemen dan circa<br />
1.000 hectare in beslag. <strong>Maasvlakte</strong> 2 krijgt dus een bruto omvang van circa<br />
2.000 hectare. Afhankelijk van <strong>de</strong> marktvraag start <strong>de</strong> 2 e fase in 2013 of later. Fase 2<br />
eindigt naar verwachting in 2033.<br />
Wbr <strong>Maasvlakte</strong> 2<br />
9S0134.A0/Wbr/R021/TVDL/Rott1<br />
- 17 - 23 februari 2007
In on<strong>de</strong>rstaand schema (figuur 4.2) is het tijdpad van aanleg en eerste<br />
on<strong>de</strong>rhoudswerkzaamhe<strong>de</strong>n weergegeven.<br />
Figuur 4.2: Perio<strong>de</strong>s van zandwinning, landaanwinning en on<strong>de</strong>rhoud<br />
4.5 Eigendom<br />
De Staat <strong>de</strong>r Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>n (hierna “<strong>de</strong> Staat”) geeft het projectgebied in erfpacht uit aan<br />
<strong>de</strong> gemeente Rotterdam overeenkomstig <strong>de</strong> concept erfpachtovereenkomst tussen <strong>de</strong><br />
Staat en <strong>de</strong> gemeente Rotterdam. Deze erfpachtovereenkomst heeft tevens een functie<br />
in <strong>de</strong> borging van nationaal belang. De gemeente Rotterdam geeft het projectgebied<br />
dienovereenkomstig in on<strong>de</strong>rerfpacht uit aan Havenbedrijf Rotterdam N.V. Afhankelijk<br />
van <strong>de</strong> inrichting van het gebied kan <strong>de</strong> taxatie plaatsvin<strong>de</strong>n. De dienst Domeinen is<br />
hierbij namens <strong>de</strong> rijksoverheid betrokken.<br />
4.6 Beheer en verantwoor<strong>de</strong>lijkheid<br />
In <strong>de</strong> uitwerkingsovereenkomst (UWO) 6 zijn door het Rijk, provincie Zuid-Holland,<br />
gemeente Rotterdam, stadsregio Rotterdam en Havenbedrijf Rotterdam N.V. na<strong>de</strong>re<br />
afspraken gemaakt over het <strong>beheer</strong> en on<strong>de</strong>rhoud door Havenbedrijf Rotterdam N.V.<br />
van <strong>de</strong> huidige en <strong>de</strong> nieuwe buitencontour (zeewering). Dit geduren<strong>de</strong> <strong>de</strong> aanleg van<br />
<strong>Maasvlakte</strong> 2 en <strong>de</strong> daarop volgen<strong>de</strong> instel- en on<strong>de</strong>rhoudsperio<strong>de</strong> van 10 jaar. Het<br />
betreft zowel afspraken met betrekking tot budget als verantwoor<strong>de</strong>lijkhe<strong>de</strong>n.<br />
Havenbedrijf Rotterdam N.V. is verantwoor<strong>de</strong>lijk voor het <strong>beheer</strong> en on<strong>de</strong>rhoud van <strong>de</strong><br />
landaanwinning, met inbegrip van <strong>de</strong> havenbekkens. Geduren<strong>de</strong> <strong>de</strong> bouwperio<strong>de</strong> draagt<br />
Havenbedrijf Rotterdam N.V. zorg voor <strong>beheer</strong> en on<strong>de</strong>rhoud van <strong>de</strong> zeewering van <strong>de</strong><br />
bestaan<strong>de</strong> <strong>Maasvlakte</strong>. Geduren<strong>de</strong> <strong>de</strong> instel- en on<strong>de</strong>rhoudsperio<strong>de</strong> draagt<br />
Havenbedrijf Rotterdam N.V. zorg voor <strong>beheer</strong> en on<strong>de</strong>rhoud van <strong>de</strong> nieuwe<br />
buitencontour.<br />
Alle <strong>beheer</strong> en on<strong>de</strong>rhoud wordt zodanig verricht dat het veiligheidsniveau van <strong>de</strong><br />
bestaan<strong>de</strong> <strong>Maasvlakte</strong> wordt gehandhaafd. De Staat wordt geduren<strong>de</strong> <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> dat<br />
6 Bijlage UWO paragraaf 2.5, 2.6, 4.3 en 6.1.<br />
Wbr <strong>Maasvlakte</strong> 2<br />
9S0134.A0/Wbr/R021/TVDL/Rott1<br />
- 18 - 23 februari 2007
Havenbedrijf Rotterdam N.V. <strong>de</strong> verantwoor<strong>de</strong>lijkheid draagt voortdurend betrokken bij<br />
<strong>de</strong> wijze waarop Havenbedrijf Rotterdam N.V. hiermee omgaat. Havenbedrijf Rotterdam<br />
N.V. stelt alle relevante informatie (o.a. jaarlijkse on<strong>de</strong>rhoudsgegevens) direct<br />
beschikbaar.<br />
Voordat <strong>de</strong> instel- en on<strong>de</strong>rhoudsperio<strong>de</strong> eindigt stellen <strong>de</strong> betrokken partijen vast of <strong>de</strong><br />
buitencontour voldoet aan <strong>de</strong> overeenkomst en naar behoren is on<strong>de</strong>rhou<strong>de</strong>n. Na afloop<br />
van <strong>de</strong> instel- en on<strong>de</strong>rhoudsperio<strong>de</strong> draagt <strong>de</strong> Staat voor eigen rekening zorg voor<br />
<strong>beheer</strong> en on<strong>de</strong>rhoud van <strong>de</strong> buitencontour.<br />
Wbr <strong>Maasvlakte</strong> 2<br />
9S0134.A0/Wbr/R021/TVDL/Rott1<br />
- 19 - 23 februari 2007
Wbr <strong>Maasvlakte</strong> 2<br />
9S0134.A0/Wbr/R021/TVDL/Rott1<br />
- 20 - 23 februari 2007
5 TOEKOMSTIGE SITUATIE – ONTWERP<br />
5.1 Systeemeisen <strong>Maasvlakte</strong> 2<br />
In <strong>de</strong>ze paragraaf zijn <strong>de</strong> systeemeisen opgenomen die van toepassing zijn op alle<br />
subsystemen en objecten van <strong>Maasvlakte</strong> 2 (voor <strong>de</strong> toelichting op <strong>de</strong>ze begrippen zie<br />
paragraaf 2.4). Deze eisen zijn goed<strong>de</strong>els een weergave van wat betrokken partijen<br />
(Rijk, provincie Zuid-Holland, gemeente Rotterdam en Havenbedrijf Rotterdam N.V.) zijn<br />
overeengekomen in <strong>de</strong> UWO Landaanwinning.<br />
• Alle objecten zoals weergegeven in figuur 2.2 moeten binnen <strong>de</strong> bijbehoren<strong>de</strong><br />
objectbegrenzingen wor<strong>de</strong>n gerealiseerd. Voor begrenzing van het toekomstige<br />
<strong>Maasvlakte</strong> 2 gebied wordt verwezen naar figuur 3 in bijlage 1.<br />
• De realisatie van het werk moet zodanig zijn dat <strong>de</strong> vlotheid en veiligheid van <strong>de</strong><br />
scheepvaart en <strong>de</strong> bereikbaarheid van het Rotterdams havengebied tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong><br />
realisatie ten minste vergelijkbaar blijven met <strong>de</strong> huidige situatie.<br />
• Het huidige niveau van veiligheid en standzekerheid van <strong>de</strong> huidige <strong>Maasvlakte</strong>,<br />
gebo<strong>de</strong>n door <strong>de</strong> bestaan<strong>de</strong> zeewering van <strong>de</strong> huidige <strong>Maasvlakte</strong>, moet ten minste<br />
gehandhaafd blijven tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> realisatie van <strong>Maasvlakte</strong> 2. Na realisatie zal <strong>de</strong>ze<br />
functie wor<strong>de</strong>n overgenomen door <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> objecten on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el uitmakend<br />
van <strong>Maasvlakte</strong> 2.<br />
5.2 Ontwerptechnische aspecten<br />
5.2.1 Inleiding<br />
De ontwerptechnische aspecten van <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> (sub)systemen en objecten (zie<br />
figuur 2.2) wor<strong>de</strong>n beschreven in <strong>de</strong> aanvraag voor Concessie. In <strong>de</strong> aanvraag voor<br />
Concessie wordt per on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el het ontwerp en <strong>de</strong> milieueffecten beschreven. In<br />
on<strong>de</strong>rstaan<strong>de</strong> paragraaf wordt een samenvatting gegeven van <strong>de</strong> eisen en maatregelen<br />
die specifiek gel<strong>de</strong>n voor het beschermen en het veilig en doelmatig gebruik van het<br />
waterstaatswerk.<br />
5.2.2 Eisen aan het ontwerp van het waterstaatswerk<br />
De har<strong>de</strong> zeewering heeft een zodanige constructie dat <strong>de</strong>ze on<strong>de</strong>rhoudsarm is.<br />
De aansluiting tussen <strong>de</strong> har<strong>de</strong>- en <strong>de</strong> zachte zeewering wor<strong>de</strong>n zodanig vormgegeven<br />
dat <strong>de</strong> functies van bei<strong>de</strong> zeeweringen over en weer niet na<strong>de</strong>lig wor<strong>de</strong>n beïnvloed.<br />
Deze overgangsconstructie wordt on<strong>de</strong>rhouds- en erosiearm aangelegd.<br />
De har<strong>de</strong>- en zachte zeewering beschermt <strong>de</strong> inrichting tegen scha<strong>de</strong> en<br />
overstromingen ten gevolge van <strong>de</strong> golfoverslag. Tevens beschermt <strong>de</strong> har<strong>de</strong> zeewering<br />
<strong>de</strong> havenactiviteiten, die landinwaarts van <strong>de</strong> binnencontourlijn op <strong>de</strong> inrichting<br />
plaatsvin<strong>de</strong>n, tegen hin<strong>de</strong>r door golfoverslag.<br />
Het water dat over <strong>de</strong> har<strong>de</strong> zeewering slaat als gevolg van golfoverslag, dat tussen <strong>de</strong><br />
kruin en <strong>de</strong> binnencontourlijn is opgevangen, mag niet via het zandlichaam wor<strong>de</strong>n<br />
afgevoerd. De exacte uitvoering van <strong>de</strong>ze eis wordt door <strong>de</strong> aannemer bepaald.<br />
Wbr <strong>Maasvlakte</strong> 2<br />
9S0134.A0/Wbr/R021/TVDL/Rott1<br />
- 21 - 23 februari 2007
Twee jaar na <strong>de</strong> ingang van <strong>de</strong> gebruiksfase wordt voor preventief on<strong>de</strong>rhoud van <strong>de</strong><br />
zachte zeewering niet vaker dan éénmaal per jaar gesuppleerd per kustvak van<br />
100 meter breedte. Bij <strong>de</strong> uitvoering van <strong>de</strong>ze suppleties en aanverwante herstel- en<br />
on<strong>de</strong>rhoudswerkzaamhe<strong>de</strong>n houdt <strong>de</strong> opdrachtnemer rekening met het recreatieve<br />
karakter van het strand en <strong>de</strong> ondiepe kustzone van <strong>de</strong> gehele zachte zeewering. Een<br />
na<strong>de</strong>re toelichting op kustlijnhandhaving en on<strong>de</strong>rhoudsbaggerwerk wordt gegeven in<br />
paragraaf 7.3.<br />
5.3 Nautische veiligheid<br />
De aanlegwerkzaamhe<strong>de</strong>n voor <strong>de</strong> har<strong>de</strong> en zachte zeewering wor<strong>de</strong>n zodanig<br />
uitgevoerd dat <strong>de</strong> vlotheid en veiligheid van het scheepvaartverkeer en <strong>de</strong><br />
bereikbaarheid van het Rotterdamse havengebied tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> aanlegfase ten minste<br />
vergelijkbaar blijven met <strong>de</strong> huidige situatie. Dit betekent dat <strong>de</strong> stromingscondities niet<br />
alleen in <strong>de</strong> eindsituatie maar ook geduren<strong>de</strong> <strong>de</strong> realisatie acceptabel zijn.<br />
Tevens wordt verkeershin<strong>de</strong>r voor <strong>de</strong> scheepvaart door bouwwerkzaamhe<strong>de</strong>n<br />
voorkomen. Voor aanvang van <strong>de</strong> voorgenomen bouwmetho<strong>de</strong> en<br />
bouwwerkzaamhe<strong>de</strong>n op en nabij het water en <strong>de</strong> daaruit voorvloeien<strong>de</strong><br />
vaarbewegingen moeten <strong>de</strong>ze werkzaamhe<strong>de</strong>n door <strong>de</strong> Rijkshavenmeester wor<strong>de</strong>n<br />
goedgekeurd.<br />
Geduren<strong>de</strong> <strong>de</strong> realisatie van <strong>Maasvlakte</strong> 2 mogen geen negatieve gevolgen op het<br />
gebied van ontsluiting, functionaliteit en bereikbaarheid optre<strong>de</strong>n voor <strong>de</strong> huidige<br />
gebruikers van <strong>de</strong> huidige <strong>Maasvlakte</strong>, tenzij aantoonbaar vooraf toestemming is<br />
verkregen van <strong>de</strong> huidige gebruikers van <strong>de</strong> huidige <strong>Maasvlakte</strong>.<br />
De aannemer zal als eis in het programma van eisen (zie paragraaf 2.4) door mid<strong>de</strong>l<br />
van een veiligheidsplan moeten aantonen hoe <strong>de</strong> veiligheid van <strong>de</strong> scheevaart wordt<br />
gewaarborgd.<br />
Wbr <strong>Maasvlakte</strong> 2<br />
9S0134.A0/Wbr/R021/TVDL/Rott1<br />
- 22 - 23 februari 2007
6 UITVOERING<br />
6.1 Inleiding<br />
In dit hoofdstuk wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> metho<strong>de</strong>n voor <strong>de</strong> realisatie van <strong>Maasvlakte</strong> 2<br />
beschreven. In <strong>de</strong> aanvraag voor Concessie wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong>ze metho<strong>de</strong>n in meer <strong>de</strong>tail<br />
behan<strong>de</strong>ld.<br />
De mogelijke variaties in <strong>de</strong> bouwvolgor<strong>de</strong> van <strong>de</strong> buitencontour en <strong>de</strong> metho<strong>de</strong> van <strong>de</strong><br />
aanleg van <strong>de</strong> har<strong>de</strong> en zachte zeewering en het binnengebied (die vallen binnen <strong>de</strong><br />
gegeven ruimte in <strong>de</strong> uitvoeringseisen) zijn niet on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>nd ten aanzien van milieu<br />
en waterstaatskundige effecten.<br />
6.2 Uitvoeringseisen aan <strong>de</strong> buitencontour<br />
Aan <strong>de</strong> buitencontour wor<strong>de</strong>n uitvoeringseisen gesteld, die geldig zijn voor <strong>de</strong><br />
bouwvolgor<strong>de</strong> (paragraaf 6.3), <strong>de</strong> metho<strong>de</strong> van aanleg van <strong>de</strong> har<strong>de</strong> zeewering<br />
(paragraaf 6.4) en <strong>de</strong> zachte zeewering (pararaaf 6.5). De uitvoeringseisen hebben<br />
betrekking op <strong>de</strong> stromingscondities, <strong>de</strong> nautische veiligheid, <strong>de</strong> veiligheid van<br />
bestaan<strong>de</strong> constructies en <strong>de</strong> infrastructuur.<br />
Tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> werkzaamhe<strong>de</strong>n wordt het huidige niveau van veiligheid en standzekerheid<br />
van <strong>de</strong> huidige <strong>Maasvlakte</strong>, die gebo<strong>de</strong>n wordt door <strong>de</strong> bestaan<strong>de</strong> zeewering binnen <strong>de</strong><br />
objectbegrenzingen, ten minste gehandhaafd. Voor <strong>de</strong> bestaan<strong>de</strong> zeewering wordt een<br />
veiligheidsnorm van ten hoogste 1/4.000 per jaar gehanteerd (zie paragraaf 3.6.1). De<br />
objecten en <strong>de</strong>elgebie<strong>de</strong>n zijn weergegeven in figuur 3 van bijlage 1.<br />
6.3 Bouwvolgor<strong>de</strong><br />
De eerste fase van <strong>Maasvlakte</strong> 2 zal in principe in 2013 gebruiksgereed zijn. Geduren<strong>de</strong><br />
<strong>de</strong> realisatie van <strong>Maasvlakte</strong> 2 mogen geen negatieve gevolgen op het gebied van<br />
ontsluiting, functionaliteit en bereikbaarheid optre<strong>de</strong>n voor <strong>de</strong> huidige gebruikers van <strong>de</strong><br />
huidige <strong>Maasvlakte</strong>, tenzij aantoonbaar vooraf toestemming is verkregen van <strong>de</strong> huidige<br />
gebruikers van <strong>de</strong> huidige <strong>Maasvlakte</strong>.<br />
6.4 Metho<strong>de</strong> van aanleg har<strong>de</strong> zeewering<br />
Aan <strong>de</strong> opdrachtnemer wordt <strong>de</strong> vrijheid gelaten om zelf voorstellen uit te werken voor<br />
<strong>de</strong> metho<strong>de</strong> van aanleg van <strong>de</strong> har<strong>de</strong> zeewering. In bijlage 3 van <strong>de</strong> aanvraag voor<br />
Concessie wordt voorbeeldsgewijs een aantal metho<strong>de</strong>n besproken voor <strong>de</strong> aanvoer<br />
van toe te passen materialen.<br />
Wbr <strong>Maasvlakte</strong> 2<br />
9S0134.A0/Wbr/R021/TVDL/Rott1<br />
- 23 - 23 februari 2007
6.5 Metho<strong>de</strong> van aanleg zachte zeewering<br />
6.5.1 Voorgenomen activiteit<br />
Bij <strong>de</strong> aanleg van <strong>de</strong> buitencontour is variatie mogelijk in <strong>de</strong> metho<strong>de</strong> van het<br />
aanbrengen van het zand. Met varend materieel kan het zand wor<strong>de</strong>n aangebracht door<br />
mid<strong>de</strong>l van klappen, rainbowen en walpersen<br />
6.5.2 (Milieu-)effecten en daaruit voortvloeien<strong>de</strong> functionele randvoorwaar<strong>de</strong>n<br />
Het enige thema uit het MER Aanleg waar door <strong>de</strong> metho<strong>de</strong> van aanleg van <strong>de</strong> zachte<br />
zeewering effecten ontstaan is <strong>de</strong> milieukwaliteit. Het blijkt dat klappen <strong>de</strong> snelste<br />
metho<strong>de</strong> is om het zand aan te brengen en ook <strong>de</strong> metho<strong>de</strong> die <strong>de</strong> minste<br />
milieubelasting met zich meebrengt (tot maximaal 40% van het totale volume, an<strong>de</strong>rs<br />
moet er additionele rehandling van het zand plaatsvin<strong>de</strong>n, hetgeen weer extra<br />
milieubelasting met zich meebrengt). Ook dient hierbij opgemerkt te wor<strong>de</strong>n dat <strong>de</strong><br />
beschikbaarheid van voldoen<strong>de</strong> waterdiepte een belangrijke beperken<strong>de</strong> factor is.<br />
6.6 Bouwvolgor<strong>de</strong> binnengebied<br />
De eerste terreinen voor <strong>Maasvlakte</strong> 2 zullen in het zui<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> toekomstige<br />
landaanwinning wor<strong>de</strong>n gerealiseerd Ook <strong>de</strong> aanleg van <strong>de</strong> benodig<strong>de</strong> infrastructuur<br />
wordt bij voorkeur vanuit het zui<strong>de</strong>n begonnen. Met <strong>de</strong>ze bouwvolgor<strong>de</strong> kunnen <strong>de</strong><br />
eerste terreinen tijdig wor<strong>de</strong>n opgeleverd.<br />
In <strong>de</strong> eerste fase moet ruwweg <strong>de</strong> helft van het binnengebied wor<strong>de</strong>n aangelegd. De<br />
an<strong>de</strong>re helft wordt volgend op <strong>de</strong> marktvraag in een perio<strong>de</strong> van 10 tot 15 jaar<br />
aansluitend op <strong>de</strong> eerste fase aangelegd.<br />
6.7 Metho<strong>de</strong> van aanleg binnengebied<br />
Voor het type materieel dat ingezet wordt kan op hoofdlijnen on<strong>de</strong>rscheid gemaakt<br />
wor<strong>de</strong>n tussen het werken met varend materieel, stationair materieel en rij<strong>de</strong>nd<br />
materieel. Naast dit on<strong>de</strong>rscheid in het in te zetten type materieel, kan ook gevarieerd<br />
wor<strong>de</strong>n met:<br />
• <strong>de</strong> locaties van in te zetten materieel;<br />
• <strong>de</strong> intensiteit (en timing) van het in te zetten materieel.<br />
6.8 Relatie met gebruiksfuncties<br />
Vermin<strong>de</strong>ring mogelijkhe<strong>de</strong>n schelpdiervisserij in <strong>de</strong> kustzone<br />
Het is mogelijk dat door tij<strong>de</strong>lijke verplaatsing vissoorten en schaaldieren als gevolg van<br />
hin<strong>de</strong>r, <strong>de</strong> visserij zich eveneens dient te verplaatsen.<br />
Door strenge eisen voor <strong>vergunning</strong>verlening voor <strong>de</strong> visserij op schelpdieren wordt<br />
verwacht dat <strong>de</strong>ze visserij <strong>de</strong> komen<strong>de</strong> jaren geen rol van betekenis zal spelen.<br />
Wbr <strong>Maasvlakte</strong> 2<br />
9S0134.A0/Wbr/R021/TVDL/Rott1<br />
- 24 - 23 februari 2007
Ruimtebeslag visserijgrond<br />
De zone waarin <strong>de</strong> kleinere (Euro)kotters (
Wbr <strong>Maasvlakte</strong> 2<br />
9S0134.A0/Wbr/R021/TVDL/Rott1<br />
- 26 - 23 februari 2007
7 ONDERHOUD EN BEHEER<br />
7.1 Functie buitencontour<br />
De buitencontour van <strong>Maasvlakte</strong> 2 is bestemd voor waterstaatskundige doelein<strong>de</strong>n. Tot<br />
<strong>de</strong>ze bestemming behoren <strong>de</strong> har<strong>de</strong> en zachte zeewering, <strong>de</strong> locatie voor een<br />
windturbinepark (die een dubbelbestemming heeft gekregen) en extensieve recreatie.<br />
Op <strong>de</strong>ze gron<strong>de</strong>n zijn uitsluitend bouwwerken (geen gebouwen) toegestaan ten<br />
behoeve van <strong>de</strong> geleiding van het verkeer te water. De locaties van <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong><br />
functiebestemmingen wor<strong>de</strong>n aangegeven in het bestemmingsplan.<br />
Werken, zoals windturbines, die in <strong>de</strong> toekomst wor<strong>de</strong>n aangelegd in, op of aan <strong>de</strong><br />
buitencontour en die buiten <strong>de</strong> reikwijdte van <strong>de</strong> aanleg van <strong>Maasvlakte</strong> 2 vallen, zijn<br />
<strong>vergunning</strong>plichtig op grond van <strong>de</strong> Wbr.<br />
Burgemeester en wethou<strong>de</strong>rs kunnen vrijstelling verlenen ten behoeve van het bouwen<br />
van overige in <strong>de</strong> bestemming passen<strong>de</strong> bouwwerken, geen gebouwen zijn<strong>de</strong>, zoals<br />
duikers en sluizen alsme<strong>de</strong> voor windturbines en <strong>de</strong> daarbij behoren<strong>de</strong> voorzieningen<br />
ter plaatse van <strong>de</strong> me<strong>de</strong>bestemming, indien daardoor <strong>de</strong> waterstaatkundige belangen<br />
niet wor<strong>de</strong>n geschaad.<br />
7.2 Beheersactiviteiten buitencontour<br />
7.2.1 Recreatie<br />
De aanleg van <strong>Maasvlakte</strong> 2 betekent een verlies aan strandoppervlakte van in totaal<br />
43 hectare. Om het huidige niveau van recreatieve voorzieningen te behou<strong>de</strong>n, wordt op<br />
<strong>Maasvlakte</strong> 2 een nieuw recreatiestrand aangelegd van in totaal 49 hectare. Hiervan<br />
bestaat minstens 22 hectare uit inci<strong>de</strong>nteel intensief (droog) strand, met een breedte<br />
tussen <strong>de</strong> 50 en 200 meter. Het recreatiestrand is onon<strong>de</strong>rbroken met een maximale<br />
lengte van 2,2 kilometer en sluit direct aan op <strong>de</strong> Slufterstrand.<br />
Het recreatiestrand voor intensief gebruik biedt ruimte aan ongeveer 10.000 bezoekers.<br />
Het strand wordt toegankelijk gemaakt via 6 à 7 strandopgangen, waarvan 5 voor het<br />
inci<strong>de</strong>nteel intensieve strand en 1 à 2 voor het extensieve strand. Bij het extensieve<br />
strand zal een strandopgang geschikt zijn voor auto’s. Ten behoeve van <strong>de</strong> kleine<br />
watersport wordt het strand goed bereikbaar voor auto’s door realisatie van een<br />
eenvoudige trailerhelling.<br />
Het Slufterstrand voor natuurgerichte recreatie blijft bestaan. Bezoekers kunnen dit<br />
strand bereiken via <strong>de</strong> bestaan<strong>de</strong> opgangen én via een aantal nieuwe opgangen die<br />
aangelegd wor<strong>de</strong>n op het nieuwe strand. De stran<strong>de</strong>n voor natuurgerichte recreatie<br />
zullen min<strong>de</strong>r (of niet) toegankelijk zijn voor grote groepen recreanten.<br />
Op het inci<strong>de</strong>nteel intensieve recreatiestrand in het zuidwesten van <strong>Maasvlakte</strong> 2<br />
wor<strong>de</strong>n in beperkte mate seizoengebon<strong>de</strong>n horecavoorzieningen toegestaan. De<br />
plaatsing van horecavoorzieningen valt echter buiten <strong>de</strong> reikwijdte van <strong>de</strong>ze aanvraag.<br />
On<strong>de</strong>rstaan<strong>de</strong> figuur geeft een weergave van <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> soorten stran<strong>de</strong>n.<br />
Wbr <strong>Maasvlakte</strong> 2<br />
9S0134.A0/Wbr/R021/TVDL/Rott1<br />
- 27 - 23 februari 2007
Figuur 7.1 Recreatief me<strong>de</strong>gebruik op <strong>de</strong> buitencontour<br />
7.2.2 Windturbines<br />
Op een <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> buitencontour wor<strong>de</strong>n naar verwachting windturbines geplaatst om<br />
daarmee duurzame energie te produceren. In ie<strong>de</strong>r geval wordt een aantal windturbines<br />
die op <strong>de</strong> huidige <strong>Maasvlakte</strong> verdwijnen teruggeplaatst op <strong>Maasvlakte</strong> 2. Daarnaast<br />
wordt verwacht dat <strong>de</strong> windturbines door an<strong>de</strong>re partijen wor<strong>de</strong>n gerealiseerd en<br />
afgestemd wor<strong>de</strong>n op <strong>de</strong> aanwezige bedrijfsactiviteiten, infrastructuur en recreatief<br />
me<strong>de</strong>gebruik op <strong>Maasvlakte</strong> 2.<br />
De plaatsgebon<strong>de</strong>n risicocontour voor <strong>de</strong> toekomstige windturbines ligt op een afstand<br />
van circa 160 meter (Handboek Risicozonering Windturbines, 2 e geactualiseer<strong>de</strong> versie<br />
januari 2005). De afstand tussen het strand en <strong>de</strong> turbines is circa 65 meter. Hierdoor<br />
wor<strong>de</strong>n met het oog op recreatief me<strong>de</strong>gebruik <strong>de</strong> windturbines alleen op <strong>de</strong> har<strong>de</strong><br />
zeewering geplaatst.<br />
Wbr <strong>Maasvlakte</strong> 2<br />
9S0134.A0/Wbr/R021/TVDL/Rott1<br />
- 28 - 23 februari 2007
Het windturbinepark krijgt een dubbelbestemming. Aan <strong>de</strong> noordzij<strong>de</strong> op <strong>de</strong> har<strong>de</strong><br />
zeewering mogen maximaal 8 windturbines komen met een maximaal vermogen van<br />
4,5 MW per turbine. De maximaal toegestane hoogte van <strong>de</strong> mast plus <strong>de</strong> helft van <strong>de</strong><br />
rotordiameter is vastgelegd op 175 meter. Voor bijbehoren<strong>de</strong> gebouwen gel<strong>de</strong>n twee<br />
bouwvoorschriften: <strong>de</strong> hoogte mag maximaal 3 meter zijn, en <strong>de</strong> oppervlakte maximaal<br />
50 vierkante meter. Per windturbine wordt uitgegaan van een ruimtebeslag op <strong>de</strong> bo<strong>de</strong>m<br />
van 200 vierkante meter (voet molen + toegangsweg).<br />
De optimale plaatsing op <strong>de</strong> har<strong>de</strong> zeewering is in één lijn in zuidoost-noordwestelijke<br />
richting met een on<strong>de</strong>rlinge afstand van minimaal 4 maal <strong>de</strong> rotordiameter. Afhankelijk<br />
van het vermogen van <strong>de</strong> toekomstige windturbines staan in on<strong>de</strong>rstaan<strong>de</strong> tabel van <strong>de</strong><br />
minimale eisen ten aanzien van <strong>de</strong> afstan<strong>de</strong>n.<br />
Tabel 7.1: Minimale afstan<strong>de</strong>n van twee typen windturbines op <strong>de</strong> har<strong>de</strong> zeewering van <strong>Maasvlakte</strong> 2<br />
Vermogen windturbine 3,0 MW 4,0 MW<br />
Hoogte (m) 70 100<br />
Rotordiameter (m) 90 114<br />
Minimale afstand on<strong>de</strong>rling (m) 360 450<br />
Minimale afstand van <strong>de</strong> verhar<strong>de</strong> weg (m) 45 57<br />
Minimale afstand uit <strong>de</strong> rand van <strong>de</strong> vaarweg (m) 50 57<br />
Minimale afstand tot het spoor (m) 53 65<br />
In het beleid van Rijkswaterstaat (Beleidsregel voor het plaatsen van windturbines op, in<br />
of over rijkswaterstaatswerken) is opgenomen dat windturbines niet geplaatst mogen<br />
wor<strong>de</strong>n in <strong>de</strong> ‘kernzone’ van <strong>de</strong> waterkering. On<strong>de</strong>r <strong>de</strong> ‘kernzone’ wordt verstaan het<br />
eigenlijke dijk-, duin- of damlichaam van <strong>de</strong> waterkering 7 . Daarnaast wordt plaatsing<br />
buiten <strong>de</strong> ‘kernzone’ enkel toegestaan indien <strong>de</strong> risico’s van het plaatsen van <strong>de</strong><br />
windturbine niet leidt tot verhoog<strong>de</strong> bezwijkkansen van <strong>de</strong> waterkering.<br />
7.3 Kustlijnhandhaving en on<strong>de</strong>rhoudsbaggerwerk<br />
7.3.1 Inleiding<br />
Langs een groot <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse kust is het noodzakelijk periodiek zandsuppleties<br />
uit te voeren om te voorkomen dat <strong>de</strong> kustlijn terugschrijdt. <strong>Maasvlakte</strong> 2<br />
heeft uitsluitend gevolgen voor <strong>de</strong> kustlijnhandhaving ter plaatse van <strong>de</strong> landaanwinning<br />
zelf; niet voor <strong>de</strong> kustvakken in <strong>de</strong> omgeving (Delfland, Voorne, Goeree) en ook niet<br />
ver<strong>de</strong>r weg. Bij <strong>de</strong> bestaan<strong>de</strong> <strong>Maasvlakte</strong> en <strong>de</strong> Slufter wordt op dit moment gemid<strong>de</strong>ld<br />
0,8 miljoen kubieke meter zand per jaar aangebracht.<br />
Naast <strong>de</strong> suppleties ten behoeve van het handhaven van <strong>de</strong> kustlijn, zal Havenbedrijf<br />
Rotterdam N.V. in <strong>de</strong> aanlegfase meer on<strong>de</strong>rhoudsbaggerwerk verrichten. In <strong>de</strong><br />
aanwezigheidsfase blijft dit echter vrijwel gelijk.<br />
7 Het gebrip ‘kernzone’ heeft hier een vergelijkbare <strong>de</strong>finitie zoals gesteld voor primaire waterkeringen in <strong>de</strong> <strong>Wet</strong> op<br />
<strong>de</strong> Waterkering<br />
Wbr <strong>Maasvlakte</strong> 2<br />
9S0134.A0/Wbr/R021/TVDL/Rott1<br />
- 29 - 23 februari 2007
7.3.2 Suppletiebehoefte<br />
De toename van <strong>de</strong> suppletiebehoefte in <strong>de</strong> aanlegfase treedt hoofdzakelijk op rondom<br />
<strong>de</strong> westelijke knik van <strong>de</strong> kustlijn en het noordwestelijke ge<strong>de</strong>elte van <strong>de</strong> kustlijn (zie<br />
figuur 3 in bijlage 1). De zuidoost-noordwest georiënteer<strong>de</strong> kustlijn ten zui<strong>de</strong>n van <strong>de</strong><br />
knik is min of meer stabiel. De totale lengte waarover periodieke zandsuppleties zullen<br />
moeten wor<strong>de</strong>n uitgevoerd bedraagt circa 3-4 kilometer van <strong>de</strong> in bijna 8 kilometer<br />
nieuwe zandige kustlijn. Bezien over <strong>de</strong> hele breedte van het kustprofiel is het totaal<br />
areaal waar een suppletiebehoefte bestaat circa 300 hectare. Dit is gelijk aan <strong>de</strong> huidige<br />
situatie in het nu nog bestaan<strong>de</strong> kustvak.<br />
Voor <strong>de</strong> maximale initiële suppletiebehoefte wordt uitgegaan van circa 1,2 miljoen<br />
kubieke meter per jaar. Dit is een toename van circa 0,4 miljoen kubieke meter per jaar<br />
ten opzichte van <strong>de</strong> huidige suppletiebehoefte.<br />
Op basis van ervaringen met an<strong>de</strong>re suppleties langs <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse kust zal het<br />
economische optimum voor <strong>de</strong> suppletiefrequentie ongeveer tussen <strong>de</strong> eenmaal per<br />
2 en 5 jaar liggen.<br />
Effecten korreldiameter<br />
Er bestaat een sterke relatie bestaat tussen toegepaste korreldiameter voor <strong>de</strong> zachte<br />
zeewering en <strong>de</strong> benodig<strong>de</strong> hoeveelheid zand tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> aanleg en het kuston<strong>de</strong>rhoud<br />
tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> aanwezigheid van <strong>Maasvlakte</strong> 2. De toepassing van relatief fijn zand (met een<br />
korreldiameter van 160 m) zou een zeer sterke toename van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rhoudsbehoefte<br />
betekenen. Toepassing van een grovere korreldiameter leidt tot een min<strong>de</strong>r grote<br />
toename van het kuston<strong>de</strong>rhoud. In het Voorkeursalternatief is <strong>de</strong>ze overweging<br />
meegenomen (zie daarvoor MER Aanleg).<br />
Erosiekuil<br />
Op diep water net ten westen van <strong>de</strong> landaanwinning ontstaat een erosiekuil ten<br />
gevolge van <strong>de</strong> verhoog<strong>de</strong> stroomsnelhe<strong>de</strong>n en <strong>de</strong> daarmee gepaard gaan<strong>de</strong><br />
veran<strong>de</strong>ringen in het zandtransport. De maximale omvang van <strong>de</strong> erosiekuil on<strong>de</strong>r<br />
NAP -20 meter is na 10 jaar circa 470 hectare. De ontwikkeling van <strong>de</strong> diepte en <strong>de</strong><br />
grootte van <strong>de</strong> erosiekuil wordt in <strong>de</strong> tijd gereduceerd doordat afpleistering (‘armouring’)<br />
plaatsvindt bij een gegra<strong>de</strong>er<strong>de</strong> bo<strong>de</strong>msamenstelling. Bij erosieprocessen heeft dit een<br />
zelfstabiliserend effect, omdat grovere korrels <strong>de</strong> fijnere korrels beschermen tegen<br />
ver<strong>de</strong>re erosie.<br />
Verwacht wordt dat <strong>de</strong> omvang van <strong>de</strong> erosiekuil niet veel ver<strong>de</strong>r zal toenemen. Gezien<br />
<strong>de</strong> tijdschaal van het erosieproces is <strong>de</strong> ontwikkeling van <strong>de</strong> erosiekuil in <strong>de</strong> loop van <strong>de</strong><br />
tijd goed te volgen en zijn aanvullen<strong>de</strong> <strong>beheer</strong>smaatregelen mogelijk om een ver<strong>de</strong>re<br />
vergroting van <strong>de</strong> erosiekuil tegen te gaan, zoals het bestorten van <strong>de</strong>len van <strong>de</strong> kuil<br />
met fijn zeegrind. Hierdoor zijn geen negatieve effecten te verwachten op <strong>de</strong><br />
waterstaatskundige functie van <strong>de</strong> zeewering en <strong>de</strong> veiligheid ten gevolge van <strong>de</strong><br />
erosiekuil. Het <strong>beheer</strong> van <strong>de</strong> erosiekuil wordt opgenomen in het monitoringsplan<br />
(hoofdstuk 8).<br />
7.3.3 On<strong>de</strong>rhoudsbaggerwerk<br />
Ten opzichte van het huidige on<strong>de</strong>rhoudsbaggerwerk neemt het on<strong>de</strong>rhoudsbaggerwerk<br />
in <strong>de</strong> aanlegfase eveneens toe. Vanwege <strong>de</strong> aanleg van <strong>de</strong> zachte zeewering en <strong>de</strong><br />
Wbr <strong>Maasvlakte</strong> 2<br />
9S0134.A0/Wbr/R021/TVDL/Rott1<br />
- 30 - 23 februari 2007
zandwinning komt er tij<strong>de</strong>lijk meer fijn sediment in het kust- en zeesysteem. Een <strong>de</strong>el<br />
hiervan bezinkt in <strong>de</strong> Maasgeul, en ver<strong>de</strong>rop in <strong>de</strong> Maasmonding en <strong>de</strong> bestaan<strong>de</strong><br />
havenbekkens. In <strong>de</strong> huidige situatie en in <strong>de</strong> autonome ontwikkeling beloopt het<br />
on<strong>de</strong>rhoudsbaggerwerk hier 16 miljoen kubieke meter per jaar. Dit neemt met circa 45%<br />
toe in <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> 2008-2013 en daarna weer af.<br />
Het volume van het on<strong>de</strong>rhoudsbaggerwerk in <strong>de</strong> aanwezigheidsfase blijft vrijwel gelijk.<br />
In <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> na 2013 verlegt <strong>de</strong> zeewering <strong>de</strong> stroming naar buiten, waardoor er<br />
min<strong>de</strong>r slib bezinkt in <strong>de</strong> Maasmond en havenbekkens. Op <strong>de</strong>ze plaatsen hoeft dan ook<br />
min<strong>de</strong>r gebaggerd te wor<strong>de</strong>n dan in <strong>de</strong> huidige situatie. Daar staat tegenover dat er na<br />
2013 meer zand terechtkomt in <strong>de</strong> Maasgeul dan thans het geval is. Dat komt doordat<br />
zand uit <strong>de</strong> zachte zeewering en van <strong>de</strong> zeebo<strong>de</strong>m net voor <strong>de</strong> landaanwinning door<br />
golven en stroming naar <strong>de</strong> Maasgeul wegspoelt. In <strong>de</strong> aanwezigheidsfase (na 2013)<br />
zijn er dus twee tegengestel<strong>de</strong> mechanismen die elkaar opheffen: min<strong>de</strong>r aanslibbing in<br />
<strong>de</strong> Maasmond en <strong>de</strong> havenbekkens, meer aanzanding in <strong>de</strong> Maasgeul.<br />
Tabel 7.2: Samenvatting kustlijnhandhaving en on<strong>de</strong>rhoudsbaggerwerk<br />
Kustlijnhandhaving <strong>Maasvlakte</strong>:<br />
on<strong>de</strong>rhoud (suppleties)<br />
[miljoen m 3 per jaar]<br />
On<strong>de</strong>rhoudsbaggerwerk<br />
aanlegfase (2008-2013)<br />
[miljoen m 3 per jaar]<br />
On<strong>de</strong>rhoudsbaggerwerk<br />
aanwezigheidsfase<br />
[miljoen m 3 per jaar]<br />
Huidige situatie en<br />
autonome ontwikkeling<br />
Situatie met <strong>Maasvlakte</strong> 2<br />
0,8 1,2 (toename van 50%, met<br />
bandbreedte 50%)<br />
16,0 23,4 (toename van 45%, met<br />
bandbreedte 50%)<br />
16,0 14,8 – 16,5 (bandbreedte<br />
-1,2 tot +0,5 miljoen)<br />
7.4 Calamiteitenplan<br />
Met <strong>de</strong>ze <strong>vergunning</strong>aanvraag, wordt door <strong>de</strong> lopen<strong>de</strong> vervlechting van het<br />
aanbestedings- en <strong>vergunning</strong>enproces geen ge<strong>de</strong>tailleerd en volledig uitgewerkt<br />
veiligheidsplan/calamiteitenplan overlegd.<br />
In paragraaf 2.5 is uitgelegd dat <strong>de</strong> aannemer niet met <strong>de</strong> uitvoering van <strong>de</strong><br />
werkzaamhe<strong>de</strong>n mag starten voordat een voldoen<strong>de</strong> volledig en goedgekeurd<br />
veiligheidshandboek is overlegd. Een on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> in dit veiligheidshandboek<br />
opgenomen veiligheidssystematiek is het hebben van een calamiteitenplan met:<br />
• geï<strong>de</strong>ntificeer<strong>de</strong> mogelijke calamiteiten en <strong>beheer</strong>smaatregelen;<br />
• <strong>de</strong> wijze waarop calamiteiten tijdig gesignaleerd wor<strong>de</strong>n;<br />
• een instructie over hoe te han<strong>de</strong>len bij calamiteiten;<br />
• uitleg over <strong>de</strong> bereikbaarheid van hulpdiensten;<br />
• een omschrijving van <strong>de</strong> communicatie met betrokken partijen (waaron<strong>de</strong>r het<br />
bevoegd gezag);<br />
• trainingen en oefeningen van betrokken partijen.<br />
Wbr <strong>Maasvlakte</strong> 2<br />
9S0134.A0/Wbr/R021/TVDL/Rott1<br />
- 31 - 23 februari 2007
Wbr <strong>Maasvlakte</strong> 2<br />
9S0134.A0/Wbr/R021/TVDL/Rott1<br />
- 32 - 23 februari 2007
8 MONITORINGSPLAN<br />
Het monitoringsprogramma zal betrekking hebben op voornamelijk <strong>de</strong> veiligheid van<br />
zowel <strong>de</strong> huidige <strong>Maasvlakte</strong> als <strong>Maasvlakte</strong> 2. Eén van <strong>de</strong> aspecten die zeker in<br />
beschouwing genomen zal wor<strong>de</strong>n is <strong>de</strong> standzekerheid van <strong>de</strong> nieuwe zeewering. De<br />
invulling van het monitoringsprogramma zal sterk gerelateerd zijn aan het geschrevene<br />
bij aard en werking van het contract. De na<strong>de</strong>re invulling van het monitoringsprogramma<br />
kan gekoppeld wor<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> certificaatmomenten zoals beschreven in<br />
paragraaf 2.4.<br />
Tussen Havenbedrijf Rotterdam N.V. en Bevoegd Gezag wor<strong>de</strong>n na<strong>de</strong>re<br />
(proces)afspraken gemaakt met betrekking tot <strong>de</strong> opzet en <strong>de</strong> uitvoering van het<br />
monitoringsprogramma. Hierbij wordt gebruik gemaakt van het MEP (Monitoring en<br />
Evaluatie Programma) uit het MER Aanleg.<br />
Wbr <strong>Maasvlakte</strong> 2<br />
9S0134.A0/Wbr/R021/TVDL/Rott1<br />
- 33 - 23 februari 2007
Wbr <strong>Maasvlakte</strong> 2<br />
9S0134.A0/Wbr/R021/TVDL/Rott1<br />
- 34 - 23 februari 2007
Bijlage 1<br />
Figuren<br />
Wbr <strong>Maasvlakte</strong> 2<br />
9S0134.A0/Wbr/R021/TVDL/Rott1<br />
23 februari 2007
Wbr <strong>Maasvlakte</strong> 2<br />
9S0134.A0/Wbr/R021/TVDL/Rott1<br />
23 februari 2007
1. Topografische kaart van <strong>de</strong> huidige <strong>Maasvlakte</strong><br />
Wbr <strong>Maasvlakte</strong> 2 Bijlage 1 9S0134.A0/Wbr/R021/TVDL/Rott1<br />
23 februari 2007
Wbr <strong>Maasvlakte</strong> 2 Bijlage 1 9S0134.A0/Wbr/R021/TVDL/Rott1<br />
23 februari 2007
Wbr <strong>Maasvlakte</strong> 2 Bijlage 1 9S0134.A0/Wbr/R021/TVDL/Rott1<br />
23 februari 2007
2. Technische tekeningen van <strong>de</strong> huidige <strong>Maasvlakte</strong>:<br />
- Overzichtstekening met daarin <strong>de</strong> dwarsprofielen en <strong>de</strong> domeingrens aangegeven<br />
- Tekeningen met dwarsprofielen<br />
(profielen A t/m D, E t/m G en H t/m I)<br />
Wbr <strong>Maasvlakte</strong> 2 Bijlage 1 9S0134.A0/Wbr/R021/TVDL/Rott1<br />
23 februari 2007
Wbr <strong>Maasvlakte</strong> 2 Bijlage 1 9S0134.A0/Wbr/R021/TVDL/Rott1<br />
23 februari 2007
3. Tekening met objecten en <strong>de</strong>elgebie<strong>de</strong>n van <strong>Maasvlakte</strong> 2<br />
Wbr <strong>Maasvlakte</strong> 2 Bijlage 1 9S0134.A0/Wbr/R021/TVDL/Rott1<br />
23 februari 2007
Wbr <strong>Maasvlakte</strong> 2 Bijlage 1 9S0134.A0/Wbr/R021/TVDL/Rott1<br />
23 februari 2007
Wbr <strong>Maasvlakte</strong> 2 Bijlage 1 9S0134.A0/Wbr/R021/TVDL/Rott1<br />
23 februari 2007
4. Dijkringgebie<strong>de</strong>n Zuid-Holland<br />
Wbr <strong>Maasvlakte</strong> 2 Bijlage 1 9S0134.A0/Wbr/R021/TVDL/Rott1<br />
23 februari 2007
Wbr <strong>Maasvlakte</strong> 2 Bijlage 1 9S0134.A0/Wbr/R021/TVDL/Rott1<br />
23 februari 2007
Dijkringgebie<strong>de</strong>n en Dijkringverbindingen<br />
Waterkeringen<br />
Primaire waterkering<br />
Categorie A<br />
Categorie A Duinen<br />
Provincie<br />
Noord-Holland<br />
Categorie B Dijkringverbindingen<br />
Categorie C<br />
Categorie A rapportage door<br />
provincie Gel<strong>de</strong>rland<br />
Categorie B Dijkringverbindingen<br />
rapportage door an<strong>de</strong>re provincies<br />
Overig<br />
Zwakke schakels<br />
Provinciegrens<br />
Gemeentegrens<br />
Bebouwd gebied<br />
N O O R D Z E E<br />
Dijkring 14: Centraal Holland<br />
Veiligheidsnorm 1/10.000 per jaar<br />
Provincie<br />
(snel-)wegen<br />
Utrecht<br />
Spoorwegen<br />
Dijkringverbinding 9: Hartelkering<br />
(inclusief Europoortkering II)<br />
Dijkringverbinding 10:<br />
SVK Hollandsche IJssel<br />
Dijkring 15: Lopiker- en Krimpenerwaard<br />
Veiligheidsnorm 1/2.000 per jaar<br />
Dijkringverbinding 8:<br />
SVK Nieuwe Waterweg<br />
(inclusief Europoortkering I)<br />
Dijkring 18: Pernis<br />
Veiligheidsnorm 1/10.000 per jaar<br />
Dijkring 19: Rozenburg<br />
Veiligheidsnorm 1/10.000 per jaar<br />
Dijkring 16: Alblasserwaard en Vijfheerenlan<strong>de</strong>n<br />
Veiligheidsnorm 1/2.000 per jaar<br />
Dijkringverbinding 11:<br />
Haringvlietkering<br />
Dijkring 20: Voorne-Putten<br />
Veiligheidsnorm 1/4.000 per jaar<br />
Dijkring 17: IJsselmon<strong>de</strong><br />
Veiligheidsnorm 1/4.000 per jaar<br />
Provincie<br />
Gel<strong>de</strong>rland<br />
Dijkringverbinding 14: Brouwersdam<br />
(rapportage door provincie Zeeland)<br />
Dijkring 21: Hoeksche Waard<br />
Veiligheidsnorm 1/2.000 per jaar<br />
Provincie<br />
Provincie<br />
Dijkring 25: Goeree-Overflakkee<br />
Veiligheidsnorm 1/4.000 per jaar<br />
Dijkring 22: Eiland van Dordrecht<br />
Veiligheidsnorm 1/2.000 per jaar<br />
Noord Brabant<br />
schaal<br />
0 2,5 5 7,5 10 kilometer<br />
Zeeland<br />
Dijkringverbinding 16: Grevelingendam<br />
(rapportage door provincie Zeeland)<br />
Dijkringverbinding 15: Hellegatsdam & Volkeraksluizen<br />
(rapportage door provincie Noord Brabant)<br />
© Provincie Zuid-Holland Cartografie FD M1616/1
Bijlage 2<br />
Kadastrale gegevens van <strong>de</strong> huidige <strong>Maasvlakte</strong><br />
Wbr <strong>Maasvlakte</strong> 2 Bijlage 2 9S0134.A0/Wbr/R021/TVDL/Rott1<br />
23 februari 2007
Wbr <strong>Maasvlakte</strong> 2 Bijlage 2 9S0134.A0/Wbr/R021/TVDL/Rott1<br />
23 februari 2007
Kadastrale gegevens huidige <strong>Maasvlakte</strong><br />
kaart co<strong>de</strong> recht gerechtig<strong>de</strong><br />
GEMEENTE ROTTERDAM ( 12E<br />
A RTD12AM00050G0000 RECHT VAN ERFPACHT AFD., SECTIE AK-AL-AM-AN )<br />
A<br />
EIGENDOM BEL. MET RECHT<br />
RTD12AM00050G0000 VAN ERFPACHT<br />
HAVENBEDRIJF ROTTERDAM N.V.<br />
F RTD12AM00146D0004 EIGENDOM DE STAAT (FINANCIEN, DOMEINEN)<br />
F<br />
EIGENDOM BEL. MET RECHT<br />
RTD12AM00146D0005 VAN OPSTAL<br />
DE STAAT (FINANCIEN, DOMEINEN)<br />
F RTD12AM00146D0005 RECHT VAN OPSTAL GROENRAEDT B.V.<br />
F RTD12AM00146D0006 RECHT VAN OPSTAL DE STAAT (FINANCIEN, DOMEINEN)<br />
F<br />
EIGENDOM BEL. MET RECHT<br />
RTD12AM00146D0006 VAN OPSTAL<br />
R.R. SLOT, ROBERT RAMEAU<br />
F<br />
EIGENDOM BEL. MET RECHT<br />
RTD12AM00146D0007 VAN OPSTAL<br />
DE STAAT (FINANCIEN, DOMEINEN)<br />
F RTD12AM00146D0007 RECHT VAN OPSTAL GROENRAEDT B.V.<br />
F RTD12AM00146D0008 RECHT VAN OPSTAL DE STAAT (FINANCIEN, DOMEINEN)<br />
F<br />
EIGENDOM BEL. MET RECHT<br />
RTD12AM00146D0008 VAN OPSTAL<br />
R.R. SLOT, ROBERT RAMEAU<br />
EIGENDOM BEL. MET RECHT GEMEENTE ROTTERDAM ( 12E<br />
J RTD12AM00246D0001 VAN ERFPACHT<br />
AFD., SECTIE AK-AL-AM-AN )<br />
J<br />
RECHT VAN ERFPACHT OP<br />
RTD12AM00246D0001 RECHT VAN ERFPACHT R + R ROTTERDAM B.V.<br />
RECHT VAN ERFPACHT BEL.<br />
J RTD12AM00246D0001 MET RECHT VAN ERFPACHT HAVENBEDRIJF ROTTERDAM N.V.<br />
EIGENDOM BEL. MET RECHT GEMEENTE ROTTERDAM ( 12E<br />
J RTD12AM00246D0002 VAN ERFPACHT<br />
AFD., SECTIE AK-AL-AM-AN )<br />
J RTD12AM00246D0002 RECHT VAN ERFPACHT HAVENBEDRIJF ROTTERDAM N.V.<br />
B RTD12AM00328G0000 RECHT VAN ERFPACHT<br />
GEMEENTE ROTTERDAM ( 12E<br />
AFD., SECTIE AK-AL-AM-AN )<br />
B<br />
EIGENDOM BEL. MET RECHT<br />
RTD12AM00328G0000 VAN ERFPACHT<br />
HAVENBEDRIJF ROTTERDAM N.V.<br />
C RTD12AM00329G0000 RECHT VAN ERFPACHT<br />
GEMEENTE ROTTERDAM ( 12E<br />
AFD., SECTIE AK-AL-AM-AN )<br />
C<br />
EIGENDOM BEL. MET RECHT<br />
RTD12AM00329G0000 VAN ERFPACHT<br />
HAVENBEDRIJF ROTTERDAM N.V.<br />
D RTD12AM00330G0000 EIGENDOM<br />
GEMEENTE ROTTERDAM ( 12E<br />
AFD., SECTIE AK-AL-AM-AN )<br />
EIGENDOM BEL. MET RECHT GEMEENTE ROTTERDAM ( 12E<br />
E RTD12AM00331D0001 VAN ERFPACHT<br />
AFD., SECTIE AK-AL-AM-AN )<br />
E<br />
RECHT VAN ERFPACHT BEL.<br />
RTD12AM00331D0001 MET RECHT VAN OPSTAL HAPPY SHRIMP FARM B. V.<br />
E<br />
RECHT VAN OPSTAL OP<br />
RTD12AM00331D0001 RECHT VAN ERFPACHT HAVENBEDRIJF ROTTERDAM N.V.<br />
EIGENDOM BEL. MET RECHT GEMEENTE ROTTERDAM ( 12E<br />
E RTD12AM00331D0002 VAN ERFPACHT<br />
AFD., SECTIE AK-AL-AM-AN )<br />
E RTD12AM00331D0002 RECHT VAN ERFPACHT HAVENBEDRIJF ROTTERDAM N.V.<br />
Wbr <strong>Maasvlakte</strong> 2 Bijlage 2 9S0134.A0/Wbr/R021/TVDL/Rott1<br />
- 1 - 23 februari 2007
niet op kaart<br />
(Yangtzehaven) RTD12AM00332G0000 RECHT VAN ERFPACHT<br />
GEMEENTE ROTTERDAM ( 12E<br />
AFD., SECTIE AK-AL-AM-AN )<br />
niet op kaart<br />
EIGENDOM BEL. MET RECHT<br />
(Yangtzehaven) RTD12AM00332G0000 VAN ERFPACHT<br />
HAVENBEDRIJF ROTTERDAM N.V.<br />
I RTD12AM00334G0000 RECHT VAN ERFPACHT<br />
GEMEENTE ROTTERDAM ( 12E<br />
AFD., SECTIE AK-AL-AM-AN )<br />
I<br />
EIGENDOM BEL. MET RECHT<br />
RTD12AM00334G0000 VAN ERFPACHT<br />
HAVENBEDRIJF ROTTERDAM N.V.<br />
G<br />
EIGENDOM BEL. MET RECHT<br />
RTD12AM00379D0001 VAN ERFPACHT<br />
DE STAAT (FINANCIEN, DOMEINEN)<br />
G RTD12AM00379D0001 RECHT VAN ERFPACHT<br />
STICHTING "HET ZUID-HOLLANDS<br />
LANDSCHAP"<br />
G RTD12AM00379D0002 EIGENDOM DE STAAT (FINANCIEN, DOMEINEN)<br />
H RTD12AM00385G0000 EIGENDOM<br />
GEMEENTE ROTTERDAM ( 12E<br />
AFD., SECTIE AK-AL-AM-AN )<br />
Wbr <strong>Maasvlakte</strong> 2 Bijlage 2 9S0134.A0/Wbr/R021/TVDL/Rott1<br />
- 2 - 23 februari 2007
Kadastrale kaart huidige <strong>Maasvlakte</strong><br />
Wbr <strong>Maasvlakte</strong> 2 Bijlage 2 9S0134.A0/Wbr/R021/TVDL/Rott1<br />
- 3 - 23 februari 2007
Wbr <strong>Maasvlakte</strong> 2<br />
9S0134.A0/Wbr/R021/TVDL/Rott1<br />
23 februari 2007
Bijlage 3<br />
Verklaren<strong>de</strong> woor<strong>de</strong>nlijst en afkortingen<br />
Wbr <strong>Maasvlakte</strong> 2 Bijlage 3 9S0134.A0/Wbr/R021/TVDL/Rott1<br />
23 februari 2007
Wbr <strong>Maasvlakte</strong> 2 Bijlage 3 9S0134.A0/Wbr/R021/TVDL/Rott1<br />
- 1 - 23 februari 2007
Verklaren<strong>de</strong> woor<strong>de</strong>nlijst<br />
Afsnuiten<br />
Verwij<strong>de</strong>ren van <strong>de</strong> scherpe kanten van een ontwerp<br />
Areaal<br />
Oppervlak<br />
As van <strong>de</strong> vaarweg<br />
De lijn met een lengte van 16 km met <strong>de</strong> oorsprong op <strong>de</strong> kop van <strong>de</strong><br />
Splitsingsdam en een oriëntatie van 112°N<br />
Autonome ontwikkeling De ontwikkeling die het studiegebied zal doormaken, wanneer er geen<br />
landaanwinning komt<br />
Basiskustlijn (BKL) Ligging van <strong>de</strong> kust van 1990<br />
Bathymetrisch on<strong>de</strong>rzoek Meting van <strong>de</strong> diepte van zeeën en an<strong>de</strong>re wateren met behulp van<br />
verschillen<strong>de</strong> technieken<br />
Bestemmingsplan<br />
Gemeentelijk ruimtelijk or<strong>de</strong>ningsplan, waarin het gebruik van grond is<br />
vastgelegd<br />
Bevoegd gezag<br />
De overheid die bevoegd is een besluit te nemen over <strong>de</strong> voorgenomen<br />
activiteit van <strong>de</strong> initiatiefnemer<br />
Beun<br />
Het ruim van een sleephopperzuiger<br />
Bo<strong>de</strong>mpeil<br />
Te realiseren bo<strong>de</strong>mligging voor het gehele havenbassin<br />
Binnencontour<br />
Hieron<strong>de</strong>r verstaat met het gehele nieuwe haventerrein<br />
Blokkendam Har<strong>de</strong> zeewering ten noordwesten van <strong>Maasvlakte</strong> 1<br />
Breuksteen<br />
Gebroken natuursteen en gebruikt als steenbestorting, ballast-, vul- en filterlaag<br />
Buitencontour<br />
De buitencontour omsluit het gehele nieuwe haventerrein<br />
Buitensport<br />
Verschillen<strong>de</strong> vormen van grote en kleine watersport die gebruik maken van <strong>de</strong><br />
zee en om hier toegang tot te krijgen van <strong>de</strong> stran<strong>de</strong>n.<br />
Binnencontourlijn Grenslijn tussen <strong>de</strong> buitencontour en <strong>de</strong> inrichting van <strong>de</strong> <strong>Maasvlakte</strong> 2,<br />
gelegen op <strong>de</strong> opleverhoogte van het zandlichaam<br />
Concessie<br />
Een <strong>vergunning</strong> van <strong>de</strong> overheid die an<strong>de</strong>ren uitsluit. De concessiehou<strong>de</strong>r krijgt<br />
een monopolie of alleenrecht op het grondgebied<br />
Contour<br />
Zeewaarts gelegen buitenzij<strong>de</strong> van <strong>de</strong> landaanwinning, bestaan<strong>de</strong> uit een<br />
combinatie van golfbrekers en har<strong>de</strong> dammen waar nodig en zachte<br />
zeeweringen indien mogelijk<br />
dB(A)<br />
Decibel; geluidniveau waarbij <strong>de</strong> A-weging is toegepast. A-weging betekent het<br />
toepassen van een filter dat <strong>de</strong> geluidfrequentie ongeveer zo waar<strong>de</strong>ert als het<br />
gehoor van een mens doet<br />
Dijkringgebied<br />
Een gebied dat beschermd wordt tegen buitenwater door een primaire<br />
waterkering of hoge gron<strong>de</strong>n<br />
Diversiteit<br />
Mate van verschei<strong>de</strong>nheid<br />
Drainagekoffer<br />
Infiltratiekom met een on<strong>de</strong>rgronds infiltratiebed<br />
Droog strand<br />
Gebied tussen Gemid<strong>de</strong>ld Hoogwaterlijn (GHW) en <strong>de</strong> duinvoet van <strong>de</strong> zachte<br />
zeewering<br />
Dwarsstroming<br />
De stromingscomponent dwars op <strong>de</strong> as van <strong>de</strong> vaarweg, gemeten vanaf het<br />
wateroppervlak<br />
Dwarsstroomgradiënt De veran<strong>de</strong>ring van stroomsnelheid over een afstand; <strong>de</strong>ze wordt uitgedrukt in<br />
m/s/km<br />
Ecologie<br />
<strong>Wet</strong>enschap die <strong>de</strong> relaties tussen leven<strong>de</strong> organismes on<strong>de</strong>rling en met hun<br />
omgeving bestu<strong>de</strong>ert<br />
Emissie<br />
De uitstoot of uitworp van stoffen naar lucht en water door bepaal<strong>de</strong> bronnen<br />
Erosiekuil<br />
Verdieping van <strong>de</strong> zeebo<strong>de</strong>m als gevolg van verhoog<strong>de</strong> stroomsnelhe<strong>de</strong>n en<br />
daarmee gepaard gaan<strong>de</strong> veran<strong>de</strong>ringen in het zandtransport<br />
Fauna<br />
Dieren<br />
Flora<br />
Planten<br />
Wbr <strong>Maasvlakte</strong> 2 Bijlage 3 9S0134.A0/Wbr/R021/TVDL/Rott1<br />
- 2 - 23 februari 2007
Fourageren<br />
Voedsel zoeken<br />
Gebruiksfase<br />
Perio<strong>de</strong> die ingaat op <strong>de</strong> datum dat het Certificaat Gebruiksgereed is afgegeven<br />
Golfoverslag<br />
Water dat (bij har<strong>de</strong> wind) over <strong>de</strong> zeewering slaat<br />
Haringvlietmond<br />
Het getij<strong>de</strong>ngebied tussen <strong>de</strong> Hin<strong>de</strong>rplaat, <strong>de</strong> Westplaat, Voorne, <strong>de</strong><br />
Haringvlietdam en Goeree<br />
Havenbassin<br />
Het geheel van vaargeulen en havenbekkens binnen <strong>Maasvlakte</strong> 2, inclusief<br />
Yangtzehaven<br />
Havenmond<br />
25 tot 40 m diep kanaal tussen <strong>de</strong> Noor<strong>de</strong>rdam en Zui<strong>de</strong>rdam, Maasmond<br />
geheten, waar golfslag en -amplitudo beperkt blijven door afscherming van<br />
open zee, bedoeld om zeeschepen met een grote diepgang veilig binnen te<br />
loodsen en efficiënt uit te laten varen<br />
Infrabun<strong>de</strong>l<br />
Het gebied waarbinnen <strong>de</strong> infrastructuur gerealiseerd wordt<br />
Inrichting<br />
De inrichting van <strong>Maasvlakte</strong> 2, bestaan<strong>de</strong> uit het zandlichaam, het<br />
havenbassin, <strong>de</strong> infrabun<strong>de</strong>l, het gebied rond <strong>de</strong> koelwateruitlaat op <strong>Maasvlakte</strong><br />
1 en <strong>de</strong> ka<strong>de</strong>constructie<br />
Inundatiediepte<br />
Diepte van overstroming<br />
Kier<strong>beheer</strong><br />
Het nieuwe <strong>beheer</strong> van <strong>de</strong> Haringvlietsluizen vanaf 2008 waarbij <strong>de</strong> sluizen op<br />
een kier gezet wor<strong>de</strong>n bij vloed<br />
Klappen<br />
Lossen van het zand door <strong>de</strong> met <strong>de</strong> sleephopperzuiger boven <strong>de</strong> stortlocatie te<br />
gaan liggen en <strong>de</strong> luiken in <strong>de</strong> bo<strong>de</strong>m van het schip te openen<br />
Kustvak<br />
On<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> kustlijn dat als een samenhangend geheel beschouwd kan<br />
wor<strong>de</strong>n<br />
Luchtgeluid<br />
Trillingen die door een geluidsbron in <strong>de</strong> lucht wor<strong>de</strong>n voortgeplant<br />
Luchtkwaliteit<br />
De concentratie van luchtverontreinigen<strong>de</strong> stoffen in <strong>de</strong> lucht<br />
12 Mijlszone Grens van <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse territoriale zee 12 mijl zeewaarts van <strong>de</strong><br />
laagwaterlijn<br />
Maatgeven<strong>de</strong><br />
Extreme hoogwaterstand met een bepaal<strong>de</strong> overschrijdingsfrequentie (bijv.<br />
hoogwaterstan<strong>de</strong>n<br />
1/10.000 per jaar)<br />
Mediane korreldiameter Een korrelgrootte waarbij 50% een grotere en 50% een kleinere korreldiameter<br />
heeft<br />
MER<br />
Milieu-effectrapport, rapport waarin <strong>de</strong> milieueffecten van meer<strong>de</strong>re varianten<br />
van een voorgenomen activiteit on<strong>de</strong>rzocht, vergeleken en beoor<strong>de</strong>eld wor<strong>de</strong>n<br />
m.e.r.<br />
milieu-effectrapportage, procedure zoals vastgelegd in <strong>de</strong> <strong>Wet</strong> Milieu<strong>beheer</strong><br />
Mitigeren<strong>de</strong> maatregel Maatregel om <strong>de</strong> na<strong>de</strong>lige invloed van <strong>de</strong> voorgenomen activiteit op te heffen of<br />
te vermin<strong>de</strong>ren<br />
Morfologie<br />
Leer en beschrijving van <strong>de</strong> vormen van het aardoppervlak<br />
Natura 2000<br />
Een samenhangend Europees Netwerk van gebie<strong>de</strong>n die van belang zijn voor<br />
<strong>de</strong> instandhouding van natuurlijke habitats en natuurlijk flora en fauna; Natura<br />
2000 is gebaseerd op <strong>de</strong> Europese Vogel Richtlijn en Habitat Richtlijn<br />
Natuurgerichte recreatie Extensieve recreatievorm waarin het beleven en observeren van natuur<br />
centraal staat.<br />
Noor<strong>de</strong>rdam<br />
De gestrekte dam die bij Hoek van Holland <strong>de</strong> zee steekt, enkele kilometers<br />
lang is en een essentieel on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el vormt van <strong>de</strong> havenmond van Rotterdam<br />
Noordwesthoek Het ten noor<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> Yangtzehaven gelegen schiereiland van <strong>Maasvlakte</strong> 1<br />
Offshore<br />
On<strong>de</strong>r offshore (techniek) verstaat men het ontwerpen, construeren en plaatsen<br />
van kunstwerken die dienst doen bij industriële processen of publieke<br />
voorzieningen op zee<br />
On<strong>de</strong>rwatergeluid<br />
Geluid dat zich door het water voortplant<br />
Ontgronding<br />
Winning van <strong>de</strong>lfstoffen als klei, zand en grind<br />
Plaatsgebon<strong>de</strong>n risico De kans dat een persoon die een jaar lang permanent op een plaats aanwezig<br />
Wbr <strong>Maasvlakte</strong> 2 Bijlage 3 9S0134.A0/Wbr/R021/TVDL/Rott1<br />
- 3 - 23 februari 2007
Primaire waterkering<br />
Primaire weg<br />
Primaire zeewering<br />
Rainbowen<br />
Recreatief me<strong>de</strong>gebruik<br />
Recreatiestrand<br />
Reflectiecoëfficiënt<br />
Rijkshavenmeester<br />
Secundaire weg<br />
Seiches<br />
Slib<br />
Slufter<br />
Startnotitie<br />
Stiltegebied<br />
Strandrecreatie<br />
Studiegebied<br />
Suppletie<br />
Talud<br />
Territoriale zee<br />
Toetsomstandighe<strong>de</strong>n<br />
Uni-directioneel<br />
Veiligheidsnorm<br />
Voor<strong>de</strong>lta<br />
is, overlijdt als gevolg van een rechtstreeks gevolg van een calamiteit met een<br />
gevaarlijke stof<br />
Dijken, duinen en constructies voor het water<strong>beheer</strong> aangewezen in <strong>de</strong> <strong>Wet</strong> op<br />
<strong>de</strong> Waterkering; waterkering die directe bescherming biedt tegen overstroming<br />
Hoofdontsluitingsweg van <strong>Maasvlakte</strong> 2, met in eerste instantie een 2x1 en in<br />
<strong>de</strong> toekomst een 2x2 profiel<br />
Waterkering (duinen, dijken) die het achterland beschermt tegen overstroming<br />
Lossen van het zand door <strong>de</strong> sleephopperzuiger, gelanceerd over <strong>de</strong> boeg door<br />
een tromp (nozzle)<br />
Hieron<strong>de</strong>r verstaat men verschillen<strong>de</strong> vormen van vrijetijdsbesteding. Het gaat<br />
daarbij niet alleen om gebie<strong>de</strong>n ‘bestemd’ met een recreatieve functie, maar<br />
ook om gebie<strong>de</strong>n die wor<strong>de</strong>n benut door recreanten. Omdat industrie <strong>de</strong><br />
hoofdactiviteit vormt is echter sprake van recreatief me<strong>de</strong>gebruik in het<br />
havengebied<br />
Ge<strong>de</strong>elte van <strong>de</strong> zachte zeewering, dat bestemd is voor intensief recreatief<br />
gebruik<br />
Verhouding tussen gereflecteer<strong>de</strong> en inkomen<strong>de</strong> golfhoogte<br />
De Rijkshavenmeester is het bevoegd gezag van een scheepvaartweg<br />
Ontsluitingsweg (1x2 profiel) parallel aan <strong>de</strong> primaire weg, met een faciliteren<strong>de</strong><br />
functie voor het recreatieverkeer, zwaar verkeer en als calamiteitenroute<br />
Onregelmatige schommelingen in <strong>de</strong> waterspiegel ten gevolge van <strong>de</strong><br />
atmosfeer tij<strong>de</strong>ns storm.<br />
Sediment<strong>de</strong>eltjes met een korrelgrootte kleiner dan 63 micrometer<br />
Op <strong>de</strong> <strong>Maasvlakte</strong>: <strong>de</strong>pot voor <strong>de</strong> berging van verontreinigd baggerslib op <strong>de</strong><br />
zuidpunt van <strong>de</strong> <strong>Maasvlakte</strong>; algemeen: ge<strong>de</strong>elte van het duingebied dat<br />
regelmatig door zeewater wordt overspoeld<br />
Officiële aanmelding van <strong>de</strong> voorgenomen m.e.r.-plichtige activiteit door <strong>de</strong><br />
initiatiefnemer bij het bevoegd gezag, waarin het wat, waar, waarom en hoe<br />
beschreven is<br />
Het begrip stiltegebied vindt zijn oorsprong in <strong>de</strong> <strong>Wet</strong> geluidhin<strong>de</strong>r;<br />
stiltegebie<strong>de</strong>n zijn daarin ge<strong>de</strong>finieerd als gebie<strong>de</strong>n waarin <strong>de</strong> geluidbelasting<br />
door toedoen van menselijke activiteiten zo laag is, dat <strong>de</strong> in dat gebied<br />
heersen<strong>de</strong> natuurlijke gelui<strong>de</strong>n niet of nauwelijks wor<strong>de</strong>n gestoord<br />
Recreatie gericht op het geduren<strong>de</strong> een bepaal<strong>de</strong> tijd (op een dag) op het<br />
strand verblijven om te zonneba<strong>de</strong>n, te zwemmen of te spelen met het zand;<br />
Gebied waarbinnen relevante milieu-effecten verwacht kunnen wor<strong>de</strong>n<br />
Kunstmatige aanvulling van het zand in een kustvak door toevoeging van buiten<br />
het kustvak afkomstig zand<br />
Het schuine vlak langs een weg, watergang of van een dijk<br />
Deel van <strong>de</strong> Noordzee dat zich uitstrekt van <strong>de</strong> laagwaterlijn (dieptelijn van nul<br />
meter) tot aan <strong>de</strong> 12 mijlszone<br />
De vloedsituatie van het getij van 23/08/2001 in combinatie met het Kier<strong>beheer</strong>,<br />
waarbij voor <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> vanaf 4:30 tot 8:00 uur voor elk kwartier <strong>de</strong><br />
dwarsstroming wordt getoetst<br />
Richtingsonafhankelijk<br />
De veiligheidsnorm geeft <strong>de</strong> frequentie van overschrij<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> belasting op<br />
een waterkering aan, die <strong>de</strong> waterkering nog veilig moet kunnen keren<br />
Ondiepe voorzee tussen Westkapelle en <strong>de</strong> Eurogeul; als gevolg van <strong>de</strong> sluiting<br />
van <strong>de</strong> Zeeuwse en Zuid-Hollandse zeearmen ontstane verondieping en<br />
opslibbing van een reeks lang171 gerekte platen in noord-zuid richting, met <strong>de</strong><br />
Wbr <strong>Maasvlakte</strong> 2 Bijlage 3 9S0134.A0/Wbr/R021/TVDL/Rott1<br />
- 4 - 23 februari 2007
Voorkeursalternatief<br />
Vooroever<br />
Walpersen<br />
Waterhuishouding<br />
Windgolven<br />
Zand<br />
Zandsuppletie<br />
Zeewering<br />
Zui<strong>de</strong>rdam<br />
Zwaaikommen<br />
Hin<strong>de</strong>rplaat als <strong>de</strong> meest noor<strong>de</strong>lijke uitloper, behorend bij <strong>de</strong> ecologische<br />
hoofdstructuur van Ne<strong>de</strong>rland<br />
Het alternatief dat <strong>de</strong> voorkeur heeft van Havenbedrijf Rotterdam, na een<br />
vergelijking van <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> alternatieven<br />
Ge<strong>de</strong>elte van <strong>de</strong> kuststrook zeewaarts van <strong>de</strong> laagwaterlijn tot <strong>de</strong> zeebo<strong>de</strong>m;<br />
ook wel on<strong>de</strong>rwateroever<br />
Metho<strong>de</strong> waarbij <strong>de</strong> sleephopperzuiger het zand door een lange drijfleiding<br />
wegpompt<br />
De wijze waarop water in een bepaald gebied wordt opgenomen, zich<br />
verplaatst, gebruikt en afgevoerd wordt<br />
Golven met een perio<strong>de</strong> in <strong>de</strong> or<strong>de</strong> van 5 tot 15 secon<strong>de</strong>n en een lengte van<br />
maximaal enkele hon<strong>de</strong>r<strong>de</strong>n meters<br />
Sediment<strong>de</strong>eltjes met een korrelgrootte groter dan 63 micrometer en kleiner<br />
dan<br />
2 millimeter.<br />
Kunstmatige aanvulling van het zand in een kustvak door toevoeging van buiten<br />
het kustvak afkomstig zand<br />
Een barrière die belet dat <strong>de</strong> zee het binnenland overstroomt.<br />
1. Har<strong>de</strong> Zeewering: Deze zeewering bevindt zich aan <strong>de</strong> noordzij<strong>de</strong> van het<br />
plangebied langs <strong>de</strong> vaargeul en bestaat uit har<strong>de</strong> materialen.<br />
2. Zachte Zeewering bestaat uit zachte materialen, zoals zand<br />
Huidige noordwestelijke begrenzing van <strong>de</strong> <strong>Maasvlakte</strong>, bestaan<strong>de</strong> uit een<br />
gekrom<strong>de</strong> dam; belangrijk on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> Maasmond, bedoeld om <strong>de</strong> stroom<br />
en <strong>de</strong> golven in <strong>de</strong> havenmond te vermin<strong>de</strong>ren en <strong>de</strong> <strong>Maasvlakte</strong> te<br />
beschermen tegen afslag<br />
Keerruimte voor schepen in het havenbassin<br />
Afkortingen<br />
GHW<br />
HHWS<br />
LLWS<br />
NAP<br />
PKB<br />
PvE<br />
TEU<br />
UWO<br />
VKA<br />
Gemid<strong>de</strong>ld Hoogwater<br />
Hoog Hoogwater Spring<br />
Laag Laagwater Spring<br />
Normaal Amsterdams Peil<br />
Planologische Kern Beslissing<br />
Programma van Eisen<br />
Twenty feet Equivalent Unit; eenheidsmaat (lengte) in het containervervoer; standaar<strong>de</strong>n zijn<br />
twintigvoets- en veertigvoetscontainers<br />
Uitwerkingsovereekomst<br />
Voorkeursalternatief<br />
Eenhe<strong>de</strong>n<br />
Grootheid Eenheid Definitie<br />
As van <strong>de</strong> vaarweg m Oostwaarts (oriëntatie 112°N) is positief<br />
Hoeken / oriëntatie ° Het 360 gra<strong>de</strong>n stelsel<br />
Coördinaten m RD-stelsel<br />
Dwarsstroming m/s Stroming in noor<strong>de</strong>lijke richting (loodrecht op <strong>de</strong> as van <strong>de</strong><br />
vaarweg) is positief<br />
Wbr <strong>Maasvlakte</strong> 2 Bijlage 3 9S0134.A0/Wbr/R021/TVDL/Rott1<br />
- 5 - 23 februari 2007
Bijlage 4<br />
MER Aanleg<br />
(Zie separaat document)<br />
Wbr <strong>Maasvlakte</strong> 2 Bijlage 4 9S0134.A0/Wbr/R021/TVDL/Rott1<br />
23 februari 2007
Wbr <strong>Maasvlakte</strong> 2 Bijlage 4 9S0134.A0/Wbr/R021/TVDL/Rott1<br />
- 1 - 23 februari 2007
Havenbedrijf Rotterdam N.V.<br />
Projectorganisatie <strong>Maasvlakte</strong> 2<br />
Postbus 6622<br />
3002 AP Rotterdam<br />
Ne<strong>de</strong>rland<br />
T +31 (0)10 252 1111<br />
F +31 (0)10 252 1100<br />
E<br />
W<br />
W<br />
infomv2@portofrotterdam.com<br />
www.portofrotterdam.com<br />
www.maasvlakte2.com