121009 ov notulen - De Haagse Scholen

Bijeenkomst: Overlegvergadering GMR 9-10-2012
Oudergeleding: Aanwezig: Menno de Groot, Benito Boer, Guts Wissema, Erdal
Büke
Afwezig: Jeanet Vredeveld, Christiaan Potjer
Personeelsgeleding: Aanwezig: Wouter Ruitenbeek, Wim van den Tol, Marjoleine Brink,
Gijs-Jan Bornebroek, Dominique Tas, Annemieke Loos
Afwezig: Jeanette Fiets, Vincent Heugen
CvB:
Wiely Hendricks
Notulen:
Marianne Gommans
Voorzitter:
Menno de Groot
Datum: 9 oktober 2012
Verslag vastgesteld: 28 november 2012
1. Opening
De voorzitter opent de vergadering om 19.35 uur.
2. Mededelingen en rondvraag
Loopbaanperspectief: Het College van Bestuur heeft met het CvB van VO Haaglanden
gesproken over de mogelijkheid van een systeem om het over en weer gemakkelijker te
maken voor het personeel om een stap te zetten naar de andere organisatie, aldus Wiely
Hendricks. Naast instroom van PO-personeel in VO, dus ook bijv. van VO naar groep 8. Er
vindt nog een verdere uitwerking plaats.
Beleidsproces DHS: Wiely Hendricks geeft aan dat er bij een aantal directeuren onvrede
heerst over een deel van het beleidsproces. Zij zijn van mening dat ze te weinig inbreng
hebben in de ontwikkelingen. Ook is de vertegenwoordiging lastig geregeld. Hieraan wordt
aandacht besteed, want het is niet goed wanneer medewerkers zich niet goed aangesloten
voelen. Er vindt nu een onderzoek plaats om de rode draden in beeld te brengen: de
opmerkingen lopen nogal uiteen. Alle directeuren krijgen een digitale vragenlijst voorgelegd
en er zullen een aantal diepte-interviews plaatsvinden. De rapportage hiervan zal naar de
GMR gestuurd worden, zodat deze op de hoogte is. (Actie: Wiely Hendricks)
Naar aanleiding van een vraag van de GMR zegt Wiely Hendricks dat hij vermoedt dat de
structuur van filiaal (school) – centraal (bestuurskantoor) zorgt voor onduidelijkheid. Er is én
sprake van autonomie, én er zijn centrale afspraken. Bij organisaties met een vergelijkbare
structuur, zoals bijv. het Lucas, speelt het ook wel. Bij het SCOH gebeurt bijna alles op
schoolniveau en is het minder een probleem.
Nieuwe bovenschools directeur: De volgende vergadering zal Saskia Schenning uitgenodigd
worden om kennis te maken. (Actie: AS)
3. Verslag interne vergadering d.d. 23 februari 2012 en actiepuntenlijst
Het verslag wordt goedgekeurd en vastgesteld. Naar aanleiding van de actiepuntenlijst merkt
Wiely Hendricks op dat met betrekking tot de functiemix het percentage LB-ers op ruim 9%
staat. Hij verwacht dat er bij de volgende meting een stijging te zien zal zijn, omdat er een
aantal trajecten op afronding staan.
4. Ingekomen/uitgaande stukken
De lijst is digitaal verspreid onder de deelnemers aan de vergadering. Eventuele vragen
kunnen aan de ambtelijk secretaris gemaild worden.
5. Sluiting locatie Het Startpunt
De voorzitter merkt op dat het formeel geen GMR-aangelegenheid betreft. Wel zijn er
rondom de sluiting van Het Agé afspraken gemaakt over de communicatie en voelt de GMR
zich nu een beetje gepasseerd.
1/5

Wiely Hendricks licht de achtergronden van het besluit toe. In de Schilderswijk is een groot
scholenbestand, afgestemd op de grote gezinnen. Nu de gezinnen kleiner worden en er
minder kinderen naar de scholen komen, kampen we met leegstandvolume in gebouwen. De
verwachting is niet dat deze tendens binnenkort zal ombuigen. Per 1 oktober is het aantal
leerlingen in de Schilderswijk weer met 100 gedaald. Leegstand wil overigens niet zeggen
dat de lokalen niet gebruikt worden, maar dat dat niet conform de norm gebeurt. Gebouwen
zijn duur. Dat is de aanleiding voor de gemeente en DHS om hiernaar te kijken. De Prinses
Marijke school, vervolgt Wiely Hendricks, heeft met leegstand te maken. Door een locatie
van Het Startpunt te verplaatsen, wordt het gebouw van de Prinses Marijke weer gevuld. De
nieuwe school is vlakbij de oude locatie en alle leerkrachten en leerlingen gaan mee. Het
brinnummer blijft gehandhaafd. Deze verhuizing is met de directies en teams besproken.
Daar was draagvlak voor deze beslissing: er was al langer duidelijk dat er iets moest gaan
gebeuren. Het alternatief voor de Prinses Marijke was inwoning van een school van een
ander bestuur.
Het leegkomende gebouw zal teruggaan naar de gemeente en een andere bestemming
krijgen (vraag GMR). Door de draagkracht bij de teams hebben zij zelf de ouders
geïnformeerd en ook dat ging goed, mede omdat er een goed alternatief dichtbij is. De
leerlingen gaan bijna allemaal mee over naar de locatie bij de Prinses Marijke. Bij Het Agé
lag dit destijds heel anders. Toen is de communicatie naar de ouders door het
bestuurskantoor gedaan, omdat het team niet achter het besluit stond (vraag GMR). Ook de
beide MR-en van Het Startpunt en de MR van de Prinses Marijke zijn positief.
Tenslotte geeft Wiely Hendricks op een vraag van de GMR aan dat er geen verdere plannen
zijn. De leegstand is met 16 lokalen opgelost en dat is toereikend voor het niveau voor de
komende jaren. Ook de andere locatie van Het Startpunt loopt, ondanks het niet al te hoge
leerlingaantal, geen gevaar, omdat deze vrij excentrisch in een ‘eigen’ omgeving ligt. De
school heeft een eigen verzorgingsgebied en de meer dan 150 leerlingen nu, waaronder
gewichtleerlingen, zijn voldoende om de school open te houden.
6. Samen 10+
De directeuren en de teams zijn goed bezig, zegt Wiely Hendricks. De belangrijkste
doelstelling is de onderwijsopbrengsten omhoog te brengen. De GMR wil het onderwerp
tweemaal per jaar kort aanstippen en misschien een keer uitgebreider bespreken (met de
projectleider).
Actie: wg IZ/WH
7. Vervangingsfonds
De voorzitter meldt dat de GMR van diverse kanten signalen heeft ontvangen dat er nog
onduidelijkheden zijn met betrekking tot het Vervangingsfonds. Wiely Hendricks reageert
hierop met aangeven dat er in januari geëvalueerd zal worden. Er zijn dus nog geen
objectieve gegevens beschikbaar. DHS is eigen risicodrager geworden voor het kortdurend
verzuim. Daarvoor is de premie van het Vervangingsfonds komen te vervallen. Dat levert per
FTE een voordeel op. Doordat echter andere elementen verhoogd zijn, zoals bijv. de
pensioenpremie, heeft de school hiervan feitelijk weinig teruggezien in het FTE-bedrag. De
scholen moeten de continuïteit van het onderwijs garanderen. Sommige scholen hebben een
hoog niveau kortdurend verzuim, dan kunnen zij een beroep doen op het DHS
calamiteitenfonds. De grens die daarbij gehanteerd wordt is 10%. In het eerste halfjaar zijn
er dertien aanvragen gedaan voor het calamiteitenfonds, aldus Wiely Hendricks. Wat daarbij
opvalt, is dat een aantal scholen onder de 10% norm zit. Daarvoor is het calamiteitenfonds
niet bedoeld. Verder wordt er verwacht dat scholen ook hun reserves inzetten, voor zover
deze niet geoormerkt zijn voor een specifiek doel (bijv. verbouwing). De grens die hierbij
gehanteerd wordt, is een reserveniveau van 15%. Deze correctie is logisch, want het geld uit
het calamiteitenfonds wordt op andere scholen afgeroomd.
2/5

De GMR concludeert dat er, ook gezien de reacties die binnenkomen, blijkbaar iets schort
aan de communicatie. Wiely Hendricks zegt toe opnieuw de directeuren te informeren. De
GMR vindt het ook belangrijk dat de MR-en van de grote lijnen op de hoogte zijn en bijv.
weten dat er in dit geval een limiet van 15% reserve geldt, tenzij er sprake is van een
investeringsplan.
De GMR heeft de indruk dat meerdere MR-en niet goed op de hoogte zijn van de
schoolbegroting. De werkgroep Financiën en Huisvesting zal zich over deze kwestie buigen.
(Actie: wg F&H)
Op vragen van de GMR geeft Wiely Hendricks aan dat de grens van kortdurend verzuim één
jaar is. De school is verantwoordelijk voor de kwaliteit van het onderwijs en moet - bijv. bij
een verzuim van drie maanden - een oplossing bieden. Dat was overigens ook al zo toen het
kortdurend verzuim nog wel onder het Vervangingsfonds viel. Het verschil is dat de kosten
van vervanging nu niet meer gedeclareerd kunnen worden. Bij een laag kortdurend verzuim
is de school minder geld kwijt dan men voorheen besteedde aan het Vervangingsfonds. Bij
een verzuim van boven de 10% kan de school een beroep doen op het DHS calamiteitenfonds.
8. Aanpak tevredenheidonderzoeken
Voor twee van de vier tevredenheidonderzoeken ligt de aanpak grotendeels op
schoolniveau, zegt Wiely Hendricks. Er zijn wel algemene plannen van aanpak gemaakt voor
het personeel en de ouders, maar het merendeel van de acties en initiatieven moeten op
schoolniveau genomen worden. Voor de andere twee domeinen, directies en
bestuurskantoor, geldt dat er meer rechtstreekse verantwoordelijkheid bij het CvB ligt.
Wiely Hendricks brengt de grote lijnen in herinnering en geeft een korte toelichting:
Oudertevredenheid: op landelijk gemiddelde, wat niet verkeerd is voor scholen in een
grootstedelijke omgeving. Ook dit keer kwam naar voren dat ouders veel belang
hechten aan een schone en veilige school. Er zal een nieuwe aanbesteding van de
schoonmaak volgen. Er is veel geschilderd en de toileteenheden zijn verbeterd, maar
het blijft een aandachtspunt. Verder is er een projectgroep aan het werk voor de
verkeerssituatie bij de scholen. Positief is dat de ouders in het algemeen zeer content
zijn over het contact met de leerkrachten. Vermeldenswaardig is dat De
Leeuwerikhoeve qua oudertevredenheid tot de top drie in deze landelijke
onderzoeken behoort.
Personeeltevredenheid: lichte stijging, met uitzondering van de medewerkers in het
SO en SBO. Daarbij zou de ophef rondom de bezuinigingen op Passend Onderwijs
een rol hebben kunnen spelen. Wel is er een grote groep die uitkomt op een
voldoende. Daar moeten we wat aan doen. Een van de signaalpunten is de werkdruk
en de taakbelasting. Leerkrachten vinden dat ze te weinig toekomen aan de zorg
voor kinderen die het nodig hebben. Dit is een intrinsieke aangelegenheid waarover
nog veel onduidelijkheid bestaat. Overigens vallen de schoolmedewerkers onder het
domein van de schooldirecteuren. Er zal op school gekeken moeten worden naar de
resultaten en wat ermee moet gebeuren. Wel is er bij de directeuren aandacht voor
veranderingsprocessen.
Directeuren: lichte stijging. Veranderingsprocessen geven onrust. Dat moet beter
worden begeleid. Daar zetten we programma verandermanagement voor op.
Bestuurskantoor: daling. Dat kwam door onvrede in een bepaalde afdeling. Daar is
intussen aan een oplossing gewerkt.
3/5

Een lid van de GMR wijst erop dat de cijfers nog niet zoveel zeggen. Een grote groep
medewerkers die een zes scoort, moet aanleiding zijn om verder onderzoek en analyse te
doen. Dan krijgt het betekenis.
Op de vraag van een lid van de GMR wat de zwaarte van het instrument is, antwoordt Wiely
Hendricks dat het een momentopname is. Je moet er niet je hele organisatie op stoelen. Wel
krijg je over meerdere jaren, met dezelfde vragenlijst, een trend te zien en vervullen de
onderzoeken een signaalfunctie. Bovendien stellen mensen het op prijs in staat gesteld te
worden hun mening te geven. Zij kunnen dingen kwijt en de organisatie kan er wat mee. De
mate van invullen is op zichzelf al een indicator voor de betrokkenheid. De volgende
onderzoekscyclus start medio 2013.
De directies worden op de onderzoeken aangesproken, wanneer daar aanleiding toe bestaat
(vraag GMR), zegt Wiely Hendricks. Dat is echter niet een speciaal diepgaand traject.
Belangrijk is in zijn ogen ook wat het team met de resultaten doet. Gaan zij daarover in
gesprek met de directie?
De voorzitter dankt Wiely Hendricks voor zijn toelichting en geeft aan dat de GMR in zijn
interne vergadering het onderwerp nogmaals zal agenderen, en dan vooral zal kijken naar de
vraag of en zo ja wat de GMR wil monitoren. (Actie: MG)
9. Visitatie Code Goed Bestuur
Wiely Hendricks licht de achtergrond van het onderzoek toe. De brancheorganisatie in het
Primair Onderwijs, de PO-raad, heeft het initiatief genomen tot een visitatie door collega
schoolbesturen op de code Goed Bestuur. Er is gestart met zes pilot besturen, waarvan DHS
er een is. Er is begonnen met een zelfevaluatie, vervolgens hebben er interviews door
andere besturen en het bureau PO-raad plaatsgevonden (onder andere met twee GMRleden)
en aan de hand van die gegevens is een rapport opgesteld. Daarin zijn aanbevelingen
gedaan met betrekking tot het eigenaarschap van schooldirecteuren en het toezichthouden
door de Raad van Toezicht. Voor dat laatste punt, merkt hij op, zijn we nu bijna klaar om
precies aan te geven hoe en waarop de RvT toezicht houdt. Dat was niet beschreven.
Lastiger punt is dat we volgens het rapport te weinig doen aan gedragssturing van
schooldirecteuren. Dan raak je al snel aan de autonomie van de scholen. We vinden het
lastig om hierin veel te sturen; daar geloven we niet in. Wanneer je daarin wijzigingen
aanbrengt, zal bijv. het bovenschoolse apparaat moeten groeien. Wel hebben we natuurlijk
een duidelijke visie en missie, die alle scholen verbindt.
Een GMR-lid merkt op dat autonomie ook kan betekenen dat elke school zelf het wiel moet
uitvinden, terwijl je ook centraal richting kunt geven, met de vrijheid om zelf te kiezen wat je
als school wel en niet wilt doen. Volgens Wiely Hendricks is er een proces op gang gekomen
waarbij scholen van elkaar leren, bijv. Samen 10+. Er is een organisatie neergezet met grote
ruimte voor de scholen. Daarbij is het belangrijk resultaten te meten, want daaruit volgt of we
de goede kant uitgaan. Wanneer we de opwaartse trend zien ombuigen, moeten we zeker
ook opnieuw naar het model kijken.
10. Passend Onderwijs – Swv Haaglanden, Cluster 2 en Ondersteuningsplanraad
Jo Willenborg is nu bij de oprichtingsvergadering van het Samenwerkingsverband
Haaglanden, aldus Wiely Hendricks. Hij zal met zes anderen zitting nemen in het Dagelijks
Bestuur. De GMR heeft de statuten ontvangen. Hoe de medezeggenschap
(ondersteuningsplanraad) ingericht wordt, is mede afhankelijk van de uitkomst van de
politieke discussie die nog in de kamer gevoerd wordt. Er is een mogelijkheid dat de GMR
nog formeel om advies gevraagd wordt, want er wordt door belangenorganisaties overwogen
om hierover een geschil te starten.
4/5

Voor Cluster 2 wordt er samenwerking gezocht met collega-besturen in Noord-Holland. Er
wordt nu een projectleider aangezocht. De kwestie met betrekking tot kwalificatie als
‘instelling’ en de dovenlicentie wordt binnenkort door Jo Willenborg en een collegabestuurder
besproken op het ministerie. De andere optie, aansluiten bij een bestaande
instelling (Auris/Centalis) blijft open. De samenwerking met de collega-besturen heeft de
voorkeur, omdat we daarbij zeggenschap houden.
11. Sluiting
De voorzitter dankt alle aanwezigen voor hun inbreng en sluit de vergadering om 21.10 uur.
5/5