Jaarverslag 2010 - Deel 1 - Lokale Politie
Jaarverslag 2010 - Deel 1 - Lokale Politie
Jaarverslag 2010 - Deel 1 - Lokale Politie
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
INLEIDING<br />
De rode draad doorheen dit jaarverslag is het CAF-managementmodel (Common<br />
Assessment Framework). Het CAF-model is een instrument voor totale<br />
kwaliteitszorg in de publieke sector. Het is een eenvoudig model waarmee<br />
overheidsdiensten op een gestructureerde wijze een zelfevaluatie kunnen<br />
uitvoeren.<br />
Het model bestaat uit negen aspecten/criteria van een organisatie die bij de<br />
zelfevaluatie in overweging genomen moeten worden. Het betreft: leiderschap,<br />
strategie en planning, management van medewerkers, partnerschap en middelen,<br />
management van processen, resultaten bij de medewerkers, resultaten bij de<br />
burger/klant, resultaten in de samenleving en resultaten op het vlak van de<br />
sleutelactiviteiten.<br />
Criteria één tot vijf (de zogenaamde factoren) hebben betrekking op de werking<br />
van de organisatie. Zij geven weer wat een organisatie onderneemt en hoe ze haar<br />
opdrachten uitvoert om de gewenste resultaten te behalen. Deze criteria worden<br />
niet gepubliceerd in het jaarverslag, maar worden opgenomen in een afzonderlijk<br />
document: de “Basisnota inzake de organisatie van de <strong>Lokale</strong> <strong>Politie</strong> Aalst”. Deze<br />
basisnota kan u terugvinden op onze website (www.lokalepolitieaalst.be).<br />
Criteria zes tot negen (de zogenaamde resultaatgebieden) gaan over de resultaten<br />
die de organisatie behaald heeft en nastreeft:<br />
• Criterium 6: de resultaten bij de burger/klant geven aan in welke mate de<br />
burgers/klanten tevreden zijn over de organisatie en de producten en de<br />
diensten die zij verstrekt;<br />
• Criterium 7: de resultaten die de organisatie behaalt inzake de competentie,<br />
motivatie, tevredenheid en prestaties van haar medewerkers;<br />
• Criterium 8: de resultaten in de samenleving geven aan in welke mate de<br />
organisatie beantwoordt aan de behoeften en verwachtingen van de lokale,<br />
nationale en internationale gemeenschap;<br />
• Criterium 9: de resultaten op het vlak van de sleutelactiviteiten geven aan in<br />
welke mate de strategie en planning van de organisatie ten opzichte van de<br />
noden en verwachtingen van de verschillende belanghebbenden<br />
gerealiseerd is (externe resultaten). Ze geven ook aan welke resultaten de<br />
organisatie bereikt op het vlak van het management en de verbetering van<br />
haar werking (interne resultaten);<br />
• In een laatste hoofdstuk wordt weergegeven in welke mate de organisatie<br />
de ontwikkeling en doorvoering van aanpassingen of verbeteringen plant.<br />
De resultaten die de <strong>Lokale</strong> <strong>Politie</strong> Aalst in <strong>2010</strong> heeft behaald, vormen de basis<br />
voor dit jaarverslag.<br />
Het redactieteam<br />
<strong>Lokale</strong> <strong>Politie</strong> Aalst – JAARVERSLAG <strong>2010</strong> | Inleiding 1
1. LEIDERSCHAP<br />
De manier waarop de leiding betekenis geeft aan de organisatie,<br />
de koers bepaalt en deze vertaalt in een missie, visie en expliciete<br />
normen en waarden.<br />
Alle leidinggevende niveaus zorgen voor een cultuur van continue<br />
verbetering, door persoonlijke betrokkenheid, inspanning en<br />
voorbeeldgedrag.<br />
1.1. Missie, visie en waarden van de <strong>Lokale</strong> <strong>Politie</strong> Aalst<br />
Missie<br />
Veiligheid en leefbaarheid in Aalst: uw en onze zorg<br />
Actief optreden en efficiënte dienstverlening: onze taak<br />
Burgers en politie samen sterk!<br />
Visie<br />
Vanuit de <strong>Lokale</strong> <strong>Politie</strong> Aalst willen we, als één groep,<br />
in voortdurende en open communicatie, zowel intern als extern,<br />
onze missie realiseren door het respecteren van onze waarden.<br />
Waarden<br />
• Collegialiteit is de beste basis voor een goede werksfeer;<br />
• Professionaliteit is de fundering voor een doeltreffende aanpak;<br />
• Respect voor mensen en middelen tonen en verdienen;<br />
• Dienstverlening is de hoeksteen van ons korps;<br />
• Integriteit staat borg voor het vertrouwen tussen burger en politie.<br />
Onze baseline<br />
Burgers en politie: samen sterk!<br />
1.2. Het denkkader<br />
verbetering van de relaties met de bevolking, onze partners en overheden en<br />
kenmerkt zich door vijf fundamentele pijlers:<br />
De externe oriëntering.<br />
De politie staat niet tegenover de samenleving, maar er middenin, ze is in de<br />
maatschappij geïntegreerd. Door die inbedding is ze zich snel en volledig bewust<br />
van wat leeft en speelt qua veiligheid en leefbaarheid in de samenleving.<br />
Het probleemoplossend werken.<br />
Deze pijler verwijst naar de identificatie en analyse van de mogelijke oorzaken van<br />
criminaliteit en van conflicten in de gemeenschap(pen). De politie reageert niet<br />
enkel op problemen nadat ze zich hebben voorgedaan maar probeert de<br />
veroorzakende factoren te identificeren en daarop (tijdig) in te werken.<br />
Het partnerschap.<br />
Dit verwijst naar het bewustzijn van de politie dat zij niet alleen verantwoordelijk<br />
is, en ook niet wil zijn, voor de zorg voor veiligheid en leefbaarheid. De<br />
veiligheidszorg is een ketenbenadering waarin diverse partners de schakels vormen<br />
in een globale en geïntegreerde benadering.<br />
Het afleggen van verantwoording.<br />
De pijler verantwoording vereist het opzetten van mechanismen waardoor de<br />
politie verantwoording kan afleggen over de antwoorden die ze formuleerde op de<br />
vragen en noden van de gemeenschappen die ze dient.<br />
De bekwame betrokkenheid.<br />
Het betekent dat er zowel voor de politiemensen als voor de diverse<br />
bevolkingsgroepen mogelijkheden moeten worden gecreëerd om gezamenlijk<br />
problemen van veiligheid en leefbaarheid aan te pakken, diensten te verlenen en<br />
veiligheid en zekerheid te creëren.<br />
1.2.1. Het cultureel kader<br />
De <strong>Lokale</strong> <strong>Politie</strong> Aalst voert haar opdrachten uit volgens een geïntegreerde aanpak<br />
gebaseerd op de principes van de Belgische interpretatie van het begrip<br />
‘Community Policing’ waarvoor de wetgever, bij de politiehervorming, een<br />
duidelijke keuze gemaakt heeft. Dit cultureel kader is primair gericht op de<br />
2 1. Leiderschap | <strong>Lokale</strong> <strong>Politie</strong> Aalst – JAARVERSLAG <strong>2010</strong>
1.2.3. Het besturings- en kwaliteitskader EFQM<br />
1.2.2. Managementinstrumenten<br />
Het korps wordt geleid met het oog op het realiseren van optimale kwaliteit in de<br />
interne en externe dienstverlening met als finaal doel: een verbetering van het<br />
veiligheids- en kwaliteitsniveau van de bewoners én de gebruikers van de stad<br />
Aalst.<br />
De leiding baseert zich hiervoor op essentiële managementtools en –principes, die<br />
samen de ‘identiteit’ van het politiekorps uitmaken. Deze zijn:<br />
• De missie: de reden van ons bestaan, onze collectieve opdracht en<br />
corebusiness.<br />
• De visie: onze collectieve ambitie, gericht op de toekomst.<br />
• De waarden: ons ideologisch en ethisch kader.<br />
• Community policing: ons cultureel kader.<br />
• Het zonaal veiligheidsplan: onze hefboom ter realisering van onze missie.<br />
• EFQM: ons diagnose-, ordenings-, besturings en kwaliteitsmodel.<br />
• De Balanced ScoreCard: ons opvolgings- en rapporteringsmodel.<br />
In 2004 werd het Common Assessment Framework (CAF) als instrument voor<br />
totale kwaliteitszorg, geïnspireerd op het Excellence Model van de European<br />
Foundation for Quality Management (EFQM) geïntroduceerd. Via het CAF werd<br />
overgestapt naar het eigenlijke EFQM-model omdat dit model meer mogelijkheden<br />
biedt in de domeinen diagnose, scoring en benchmarking.<br />
Het model is beschrijvend en wordt op maat van het korps gemodelleerd en<br />
ingevuld, rekening houdende met de specifieke in- en externe omgevingsfactoren.<br />
Dit model gebruiken we verder als ‘ordeningsmodel’ met het oog op<br />
benchmarking, als ‘diagnosemodel’ met het oog op ‘verbetering’ en nu ook meer<br />
en meer als besturingsmodel waarin we vanaf 2011 consequent de Balanced<br />
ScoreCard als opvolgings- en rapporteringsmodel willen integreren. Alle<br />
initiatieven die op managementniveau ontplooid worden, zijn gestructureerd op<br />
EFQM.<br />
<strong>Lokale</strong> <strong>Politie</strong> Aalst – JAARVERSLAG <strong>2010</strong> | 1. Leiderschap 3
Hoe organiseert het<br />
korps de dialoog met<br />
alle stakeholders om<br />
de externe en interne<br />
kansen en uitdagingen<br />
te vertalen in een<br />
gedeelde en inspirende<br />
visie en missie?<br />
Hoe ontwikkelt LP Aalst<br />
een passend managementsysteem<br />
dat is<br />
afgestemd op de visie,<br />
missie, waarden en<br />
ambities?<br />
Hoe blijft de leiding<br />
persoonlijk b etrokken<br />
en weet ze h aar medewerkers,<br />
(keten)-<br />
partners, opdrachtgevers<br />
, wettelijke<br />
organen te inspireren<br />
en te motiveren?<br />
LLEIIDERSCHAP<br />
Hoe organiseert,<br />
in vesteert en<br />
respecteert de<br />
organisatie de<br />
medewerkers met de<br />
strategische- en<br />
beleidsdoelstellingen?<br />
MENSEN<br />
Hoe veretalen wij op<br />
basis van interne en<br />
externe informatie,<br />
de missie in een heldere<br />
strategie,<br />
beleidsopties en<br />
plannen? (ZVP, wijk,<br />
…)<br />
STRATEGIIE<br />
Hoe zorgt de organisatie<br />
ervoor dat de<br />
benodigde (financiële)<br />
middelen, de kennis,<br />
ICT en mater iaal.<br />
beschikbaar zijn voor<br />
de bedrijfsvo ering?<br />
MIIDDELEN<br />
Hoe identificeren en<br />
o ntwerpen wij<br />
effectieve primaire,<br />
o ndersteunende en<br />
besturingsprocessen<br />
o m de geformuleerde<br />
doelstellingen te realiseren?<br />
Hoe zorgen wij ervoor<br />
dat de processen<br />
effectief worden<br />
uitgevoerd en dat<br />
hiervoor medewerkers<br />
worden ingezet met de<br />
juiste competenties?<br />
Hoe zorgen wij ervoor<br />
dat de effectiviteit van<br />
alle processen continu<br />
wordt geëvalueerd en<br />
verbeterd?<br />
PROCESSEN<br />
PRODUCTEN<br />
DIIENSTEN<br />
Wie beschouwen wij als<br />
onze medewerkers en<br />
wanneer leveren de<br />
medewerkers, maar ook<br />
de organisatie een<br />
toegevoegde waarde?<br />
Waar moeten we op<br />
sturen en wanneer zijn<br />
we voor elkaar succesvol?<br />
MEDEWERKER<br />
Wie zijn de klanten en<br />
(keten)partners en wat<br />
verwachten zij? Waar<br />
gaan we op sturen om<br />
hun verwachtingen<br />
waar te maken en<br />
wanneer zijn we dan<br />
succesvol?<br />
KLANTEN<br />
Wat is voor ons de<br />
maatschappij?<br />
Waarover nemen wij<br />
(gedeelde)<br />
verantwoordelijkheid<br />
en waarop zijn we<br />
afrekenbaar?<br />
MAATSCHAPPIIJ<br />
Hoe geven wij continu en integraal vorm aan verbeteren en vernieuwen (innoveren)? Hoe wordt hier actief richting aan gegeven met de juiste<br />
mensen. Hoe wordt gewerkt aan veranderbereidheid en aan het verandervermogen van de organisatie? LEREN, CREATIVITEIT, INNOVATIE<br />
Wie zijn de bestuurders<br />
en de financiers? Wat<br />
beschouwen zij als<br />
kritisch voor de<br />
continuïteit van de<br />
organisatie en waarover<br />
dienen wij<br />
verantwoording af te<br />
leggen? (ZVP, CBS, Mgt<br />
team, …)<br />
SLEUTEL<br />
RESULTATEN<br />
1.2.4. Het model en de fundamentele kwaliteitsconcepten<br />
van EFQM<br />
Behalen van evenwichtige resultaten<br />
De organisatie realiseert haar missie en ambities door planning en het<br />
bereiken van een evenwichtig geheel van resultaten. Resultaten die<br />
voldoen aan zowel de korte- als de langetermijnbehoeften van onze<br />
belanghebbenden.<br />
Het toevoegen van duurzame waarde<br />
Wij weten dat de burgers, overheden en partners, waarvoor wij<br />
werken, onze voornaamste reden van bestaan zijn en streven ernaar<br />
om te innoveren en duurzame waarde voor hen te creëren, door hun<br />
behoeften en verwachtingen te begrijpen en daarop te anticiperen.<br />
Leiding geven met visie, inspiratie en integriteit<br />
Het management geeft vorm aan de toekomst en is een rolmodel voor<br />
waarden en ethiek.<br />
Beheren van processen<br />
De organisatie creëert evenwichtige en duurzame resultaten door<br />
middel van gestructureerde en strategisch afgestemde processen.<br />
Successen behalen door en met mensen<br />
Wij waarderen onze mensen en creëren een cultuur van empowerment voor de evenwichtige<br />
verwezenlijking van organisatorische en persoonlijke doelen.<br />
Het voeden van creativiteit en innovatie<br />
Het korps genereert meerwaarde voor de burger en een hoger prestatieniveau door continu en<br />
systematisch te innoveren en door gebruik te maken van de creativiteit van onze belanghebbenden.<br />
Opbouwen van partnerschappen<br />
Wij zoeken, ontwikkelen en onderhouden trouwe relaties met verschillende partners om te zorgen voor<br />
wederzijds succes.<br />
Verantwoordelijkheid nemen voor een duurzame toekomst<br />
Wij brengen binnen onze bedrijfscultuur een ethische manier van denken, duidelijke waarden en de<br />
hoogste normen voor organisatorisch gedrag. Zij stellen ons in staat om te streven naar economische, sociale en ecologische duurzaamheid.<br />
4 1. Leiderschap | <strong>Lokale</strong> <strong>Politie</strong> Aalst – JAARVERSLAG <strong>2010</strong>
1.2.5. Aanpassen van de koers in functie van de maatschappelijke<br />
ontwikkelingen<br />
De bestaansreden van het korps is voldoen aan de gerechtvaardigde noden van<br />
haar belanghebbenden en veiligheid te bieden, in het bijzonder de burger, haar<br />
medewerkers, partners en het professioneel en sociaal netwerk, waarbinnen het<br />
korps opereert. In de zoektocht naar kwaliteit, succes en uitmuntendheid hebben<br />
wij de plicht om onze strategieën continu in vraag te stellen en te verbeteren.<br />
Onderstaande illustratie toont de consequente en consistente aanpak van de<br />
leiding om het korps in de richting van haar doelstellingen te sturen met als finaal<br />
Aalsterse bevolking én de gebruikers van deze stad. Wij opereren echter in een<br />
sterk veranderende omgeving. Het maatschappelijk proces van modernisering en<br />
globalisering heeft de rol van de politie bij het bevorderen van veiligheid van<br />
burgers veranderd. In het voorbije decennium werden we met de veruitwendiging<br />
van de globalisering geconfronteerd waardoor het veiligheidsvraagstuk complexer<br />
geworden is. Het aanzuigeffect van de welvaartstaat op asielzoekers en illegalen<br />
en nieuwe criminaliteitsvormen zijn hier voorbeelden van.<br />
De visie, missie en waarden vormen dé basis voor het uitwerken van<br />
langetermijndoelstellingen.<br />
De impact van de innovaties en de procedures die gedurende het voorbije<br />
decennium aangewend werden om onze missie te<br />
realiseren, werd in de loop van <strong>2010</strong> geëvalueerd,<br />
zowel op sociaal, maatschappelijk, veiligheids- en<br />
wettelijk vlak.<br />
Het resultaat van deze evaluatie zal, na een<br />
strategisch seminarie in januari 2011, leiden tot de<br />
‘Visie 2015’ waarin de strategische architectuur<br />
bijgestuurd wordt in functie van de relevantie, de<br />
steeds wijzigende sociale, economische en<br />
maatschappelijke context, de concepten van<br />
uitmuntendheid en de risico’s.<br />
De beleefde of subjectieve onveiligheid en de<br />
complexiteit ervan hebben onder andere geleid tot<br />
steeds sterker uiteenlopende en hogere eisen aan de<br />
politie. Opdat de <strong>Lokale</strong> <strong>Politie</strong> Aalst haar rol in deze<br />
complexe maatschappij goed zou kunnen vervullen<br />
hebben we bewust gekozen voor de evolutie naar ‘een<br />
lerende organisatie’ om het functioneren voortdurend<br />
te verbeteren en te anticiperen op de uitdagingen van<br />
morgen.<br />
doel: het bevorderen van een harmonieus, rustig en geordend samenleven van de<br />
<strong>Lokale</strong> <strong>Politie</strong> Aalst – JAARVERSLAG <strong>2010</strong> | 1. Leiderschap 5
1.3. Organisatie<br />
1.3.1. Organogram<br />
Wijkdienst<br />
0/2/3/25/4/2<br />
1ste lijns<br />
politiezorg<br />
0/4/18/83/1/5<br />
<strong>Lokale</strong> recherche<br />
0/2/5/16/0/0<br />
Verkeersdienst<br />
0/0/4/3/12/3<br />
Detacheringen<br />
1/0/1/0/0/0<br />
W ijkwerking<br />
0/1/2/22/2/2<br />
Onthaal<br />
0/0/1/1/1/2<br />
Administratie<br />
0/0/0/1/0/0<br />
Verkeerstoezicht<br />
0/0/2/2/12/0<br />
Federale <strong>Politie</strong><br />
1/0/0/0/0/0<br />
Hoofdgebouw<br />
0/1/2/12/2/2<br />
Transmissiecentrum<br />
0/0/7/7/0/0<br />
Cellen<br />
0/1/5/15/0/0<br />
Verkeersadvies<br />
0/0/2/1/0/3<br />
CICOV GENT<br />
0/0/1/0/0/0<br />
Wijkposten<br />
0/0/0/10/0/0<br />
Interventiebrigades<br />
0/2/7/74/0/0<br />
Diefstallen/Geweld<br />
0/0/2/4/0/0<br />
Administratie<br />
0/0/0/0/0/2<br />
AIK Dendermonde<br />
0/0/0/0/0/0<br />
Leefmilieu<br />
0/0/1/2/1/0<br />
Wapenregistratie<br />
0/0/0/1/1/0<br />
Sociaal-maatschappelijke Dienst<br />
0/0/3/1/0/3<br />
Drugs/Openbare orde<br />
0/1/0/4/0/0<br />
Financieel/Oplichting<br />
0/0/1/4/0/0<br />
Zeden/Verdwijningen<br />
0/0/2/3/0/0<br />
Tekendienst<br />
0/0/0/0/0/1<br />
Vervangend Korpschef<br />
0/1/0/0/0/0<br />
Korpschef<br />
1/0/0/0/0/0<br />
Directie<br />
0/1/3/0/0/9<br />
Telematica en Logistiek<br />
0/1/1/3/0/8<br />
Dienstplanning<br />
0/1/2/0/0/5<br />
Gerechtelijke briefwisseling<br />
0/3/0/12/0/0<br />
Politionele Preventie<br />
0/1/1/3/0/7<br />
HRM/IKZ/Intern Toezicht<br />
0/2/1/0/0/1<br />
Telematica<br />
0/0/1/3/0/3<br />
Coördinatie dienstplanning<br />
0/0/1/0/0/0<br />
Autonome Politionele Opdrachten<br />
0/1/0/2/0/0<br />
Preventie - Projectwerking<br />
0/0/1/2/0/0<br />
Advies/Zonesecretariaat<br />
0/0/0/0/0/9<br />
Telematica<br />
0/0/0/0/0/3<br />
Handhaving Openbare Orde<br />
0/0/1/0/0/2<br />
Kantschriften<br />
0/1/1/10/0/0<br />
PV-registratie<br />
0/0/0/1/0/7<br />
Beleid/Communicatie<br />
0/0/0/0/0/2<br />
Juridisch advies<br />
0/0/0/0/0/1<br />
Boekhouding<br />
0/0/0/0/0/1<br />
Facilitair Management<br />
0/0/0/0/0/1<br />
Onderhoud<br />
0/0/0/0/0/4<br />
Functioneel beheer<br />
0/0/1/3/0/0<br />
Logistiek<br />
0/0/0/0/0/5<br />
Logistiek<br />
0/0/0/0/0/3<br />
Garage<br />
0/0/0/0/0/2<br />
Personeel<br />
0/0/0/0/0/3<br />
Legende :<br />
Hogere Officieren/Officieren/Middenkader/Basiskader/Agenten/Calog<br />
01 oktober <strong>2010</strong><br />
Totaal effectief: 2/17/36/145/17/40<br />
Calog :<br />
Niveau A : 3<br />
klasse1: 2<br />
klasse2: 1<br />
Niveau B : 7<br />
Niveau C : 9<br />
Niveau D : 21<br />
Totaal organiek: 1/12/42/159/18/41<br />
Calog : Niveau A : 4<br />
klasse1: 3<br />
klasse2: 1<br />
Niveau B : 8<br />
Niveau C : 9<br />
Niveau D : 20<br />
6 1. Leiderschap | <strong>Lokale</strong> <strong>Politie</strong> Aalst – JAARVERSLAG <strong>2010</strong>
1.3.2. Wijzigingen in <strong>2010</strong><br />
De detachering van een hoofdcommissaris van politie naar het Vast Comité van<br />
Toezicht op de politiediensten – sedert 2001 - werd beëindigd op 31 oktober <strong>2010</strong>.<br />
Betrokken personeelslid keerde terug naar de <strong>Lokale</strong> <strong>Politie</strong> Aalst.<br />
1.4. Korpsleiding<br />
De korpsleiding bestaat uit de korpschef, bijgestaan door het managementteam en<br />
het strategieteam.<br />
1.4.1. Leiderschapstijl<br />
Een politiebedrijf is voortdurend in ontwikkeling en moet kunnen inspelen op de<br />
maatschappelijke evolutie om haar werkwijze en contacten met het publiek te<br />
optimaliseren. Voor onze organisatie is het hanteren van een soepele<br />
leiderschapstijl nodig.<br />
In hoofdstuk 2 van de deontologische code van de politiediensten, nl. werking van<br />
de geïntegreerde politie, wordt in punt 5 verwezen naar de leiderschapstijl van de<br />
chef. “De chef hanteert een leiderschapstijl die aangepast is aan de taak, aan de<br />
omstandigheden van de uitvoering van deze taak en aan de professionele<br />
bekwaamheid, de persoonlijke maturiteit en de motivatie van de medewerkers”.<br />
Om dit te kunnen realiseren werden voor de leidinggevende operationele en<br />
CALog-personeelsleden de nodige opleidingen voorzien. Omdat alles evolueert<br />
worden diverse stappen voorzien in het opleidingsparcours van alle<br />
leidinggevenden. Op die manier wordt aan de leidinggevenden de mogelijkheden<br />
geboden om zich te ontplooien.<br />
Eenheid van leiding is belangrijk, iedere leidinggevende moet dezelfde<br />
leiderschapstijl aanhouden. Zoniet gaan personeelsleden shoppen en wat ze bij de<br />
ene niet krijgen, vinden ze bij de ander wel. In 2004 werd via Syntra Midden-<br />
Vlaanderen een opleiding “ motiveren, delegeren en coachen” voorzien. In 2006<br />
verzorgde de Coördinatie- en SteunDirectie Dendermonde een opleiding<br />
“leiderschap is VISS” waarin het situationeel leidinggeven centraal stond. Dit is een<br />
flexibele managementstijl waarbij het leidinggeven wordt aangepast aan de<br />
persoon en de situatie waarmee men te maken heeft waarbij een variatie van<br />
directief handelen, coachen, ondersteunen en delegeren in een mengvorm wordt<br />
toegepast. In “leiderschap is VISS” staat VISS voor “Voorbeeld geven”, “Initiatief<br />
nemen”, “Sturen” en “Steunen” van het beleid en de medewerkers. De<br />
leidinggevenden volgden vanaf het najaar 2008 een vierdaagse opleiding coachen<br />
die door docenten verbonden aan de federale politieschool DSEF gegeven werd. De<br />
opleiding werd in april <strong>2010</strong> afgerond. Volgende definitie staat centraal: coachen is<br />
iemands potentiële kwaliteiten vrijmaken, zodat hij zo goed mogelijk presteert.<br />
Het is geen onderwijzen maar het leren bevorderen. Bij het coachen ga je uit van de<br />
goede wil van de medewerker om medewerking te verlenen. Hierin zijn volgende<br />
elementen van essentieel belang: evenwaardigheid, vertrouwen in mensen, de<br />
kunst van het vragen stellen, resultaatgerichtheid, voorbeeldfunctie en zelfsturing.<br />
Alle bemerkingen en verbetervoorstellen i.v.m. de werking van de organisatie<br />
werden verzameld en gerangschikt volgens het CAF-model. Een overzicht werd<br />
gepresenteerd aan en besproken met alle leidinggevenden. Hieruit ontstond het<br />
plan om een strategisch seminarie uit te werken waarin de missie, visie en<br />
waarden van de organisatie herbekeken worden en waarbij haar strategische<br />
doelstellingen bepaald worden.<br />
1.4.2. Korpschef<br />
Het politiekorps staat onder leiding van de korpschef. Hij is verantwoordelijk voor<br />
de uitvoering van het lokaal politiebeleid, en meer bepaald, voor de uitvoering van<br />
het zonaal veiligheidsplan. Hij staat ook in voor de leiding, de organisatie en de<br />
verdeling van de taken binnen het lokaal politiekorps en de uitvoering van het<br />
beheer van dit korps. Hiertoe kunnen de burgemeester en/of het college van<br />
burgemeester en schepenen hem sommige van hun bevoegdheden delegeren. Hij<br />
is verantwoordelijk voor de uitvoering door het politiekorps van de lokale<br />
opdrachten, van de richtlijnen met betrekking tot de opdrachten met een federaal<br />
karakter en van de opvorderingen evenals van de toepassing van de normen<br />
bedoeld in de artikelen 141 en 142 WGP. Voor de uitoefening van zijn functie, kan<br />
de korpschef de in art. 104, 1° WGP, bedoelde hulp inroepen (art. 44 WGP). De<br />
korpschef is tevens belast met de voorbereiding van de zaken die aan de<br />
gemeenteraad of aan het college van burgemeester en schepenen worden<br />
voorgelegd en woont de vergaderingen van de gemeenteraad en het college bij (art<br />
29, 2de lid WGP).<br />
1.4.3. Managementteam<br />
De korpschef wordt in de leiding van het korps bijgestaan door een strategisch<br />
comité.<br />
De opdrachten van het strategisch comité zijn:<br />
• Het in lijn brengen van plannen, doelstellingen en streefwaarden en daarbij<br />
prioriteiten stellen door het ontwikkelen van beleids- en strategische opties;<br />
<strong>Lokale</strong> <strong>Politie</strong> Aalst – JAARVERSLAG <strong>2010</strong> | 1. Leiderschap 7
• Het beleid en de strategie uitdragen en communiceren;<br />
• De werking van het korps bespreken;<br />
• De coördinatie van de werking die de normale dagdagelijkse samenwerking<br />
tussen de verschillende directies overstijgt;<br />
• De belangrijke evenementen en activiteiten plannen;<br />
• Het bespreken van de onderwerpen die door een lid van het<br />
managementteam aangebracht worden;<br />
• Het uitwisselen van informatie en kennis.<br />
De korpschef leidt het managementteam. Het managementteam wordt gevormd<br />
door de commissarissen en de adviseurs niveau A.<br />
Het managementteam vergadert om de twee weken, in principe op<br />
donderdagnamiddag.<br />
1.4.4. Strategieteam<br />
Naar aanleiding van het onderzoek “klantgerichtheid” werd in september 2008 een<br />
strategieteam opgericht. Dit team dient o.a. de concrete uitwerking van de<br />
geformuleerde voorstellen in de werkgroepen klantgerichtheid te garanderen. Het<br />
strategieteam is samengesteld uit vaste leden: de plaatsvervangend korpschef, de<br />
beleidsmedewerker, twee medewerkers interne kwaliteitszorg, een personeelslid<br />
van de sociale dienst en de coördinator procesbegeleiders. In principe vergadert het<br />
strategieteam elke eerste dinsdagvoormiddag van de maand. De plaatsvervangend<br />
korpschef geeft nadien feedback aan de korpschef.<br />
8 1. Leiderschap | <strong>Lokale</strong> <strong>Politie</strong> Aalst – JAARVERSLAG <strong>2010</strong>
2. STRATEGIE EN BELEID<br />
De manier waarop de organisatie haar missie en visie<br />
implementeert door een heldere, voor alle groepen<br />
belanghebbenden uitgewerkte strategie, en hoe deze wordt<br />
vertaald in een concreet beleid, plannen en budgetten.<br />
Het gaat ook over informatiebronnen die aan de strategie ten<br />
grondslag liggen en de wijze waarop intern en extern wordt<br />
gecommuniceerd.<br />
2.1. Socio-economische en demografische beschrijving van de zone<br />
Sinds 1 januari 2007 is Ilse Uyttersprot burgemeester van de stad Aalst. De CD&V,<br />
die de burgemeester leverde, bestuurt de stad in een coalitie met sp.a en Open Vld.<br />
Het Vlaams Belang werd bij de gemeenteraadsverkiezing van 8 oktober 2006 de<br />
grootste partij in Aalst en vormt samen met Blauw en Groen! de oppositie.<br />
2.1.1. Geografie<br />
Aalst is gelegen in de provincie Oost-Vlaanderen, binnen de Vlaamse ruit, die het<br />
gebied tussen Antwerpen, Brussel, Gent en Leuven beslaat. Sinds 1 januari 1977<br />
bestaat de stad uit volgende gemeenten: Aalst, Erembodegem, Nieuwerkerken,<br />
Meldert, Baardegem, Moorsel, Herdersem, Hofstade en Gijzegem. Sindsdien is het<br />
de tweede grootste stad van Oost-Vlaanderen en één van de 13 centrumsteden.<br />
Op 1 januari 2011 telde Aalst 81.009 inwoners, wat overeenstemt met een<br />
bevolkingsdichtheid van 1.037 inwoners/km². Aalst beslaat een oppervlakte van<br />
7.812 ha waardoor zij voor dit criterium op de 8e plaats staat in de ranglijst van de<br />
65 gemeenten van de provincie Oost-Vlaanderen.<br />
Het grondoppervlak van Aalst bestaat voor 55% uit landbouwgrond en voor 6,2%<br />
uit bossen (Kravaalbos in Meldert, Kluisbos in Erembodegem, …) en parken<br />
(stadspark, Park Terlinden, …). 37,2% van het grondoppervlak betreft bebouwde<br />
gronden.<br />
Het Aalsterse landschap wordt doorsneden door het alluvium van de Dender, de<br />
enige bevaarbare waterloop in Aalst met een lengte van 10.390 meter. Deze rivier<br />
was in het verleden een belangrijke transportweg en verantwoordelijk voor<br />
verschillende economische bloeiperiodes. Vandaag heeft de Dender in de eerste<br />
plaats een toeristisch recreatieve functie.<br />
2.1.2. Demografie<br />
Algemeen<br />
Zoals hierboven reeds vermeld telde Aalst op 1 januari 2011 81.009 inwoners. De<br />
Aalsterse bevolking ziet er naar leeftijd als volgt uit: 18% is jonger dan 20 jaar, 63%<br />
is tussen 18 en 64 jaar (beroepsactieve bevolking) en 19% is ouder dan 65 jaar. De<br />
gemiddelde leeftijd van de Aalstenaars bedraagt 42 jaar.<br />
Tussen 1995 en 2005 lag het aantal geboorten lager dan het aantal sterfgevallen.<br />
Sinds 2006 is er op dit vlak een kentering merkbaar en zijn er weer meer geboorten<br />
dan sterfgevallen in Aalst. Zo werden in <strong>2010</strong> 2.129 geboorten geregistreerd<br />
tegenover 1.617 overlijdens 1 .<br />
De bevolking van allochtone afkomst<br />
Sinds 2004 merken we een stijging van het aantal inwoners van allochtone<br />
afkomst in Aalst. Voorheen bleef hun aantal vrij stabiel, maar sinds 2004 is het met<br />
meer dan 20% toegenomen. Dit maakt dat er op 1 januari 2008 officieel 2.676<br />
vreemdelingen verbleven in Aalst, wat inhoudt dat deze bevolkingsgroep 3% van<br />
de totale populatie uitmaakt 2 . In vergelijking met andere regionale steden, waar er<br />
gemiddeld 65,9 vreemdelingen zijn per 1.000 inwoners, is dit slechts een beperkt<br />
aandeel (34,2 per 1.000 inwoners) 3 . Ongeveer de helft van de allochtone<br />
inwijkelingen zijn Europeanen, 15% is afkomstig van het Afrikaans continent.<br />
In Aalst zijn dan ook een aantal initiatieven voor allochtonen werkzaam, zoals<br />
Onthaal Nieuwkomers Oost-Vlaanderen regio Aalst, Het Huis van het Nederlands<br />
en Mozaïek.<br />
Wonen<br />
Op basis van het aantal brievenbussen kan men stellen dat er in Aalst, met inbegrip<br />
van de deelgemeenten, ongeveer 40.000 wooneenheden of huishoudens zijn. Het<br />
merendeel daarvan situeert zich in Aalst zelf 4 . Huishoudens bestaande uit twee<br />
personen komen het vaakst voor in het Aalsterse, gevolgd door alleenstaanden.<br />
Deze laatste groep is sinds 2000 gestaag gegroeid en bestaat uit iets meer<br />
1 Stad Aalst, dienst Burgerlijke Stand<br />
2<br />
FOD ECONOMIE, KMO, MIDDENSTAND EN ENERGIE – ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK<br />
EN ECONOMISCHE INFORMATIE, Ecodata, de vreemde bevolking, URL:<br />
www.ecodata.mineco.fgov.be<br />
3<br />
DESCHAMPS, L. en BRAL, L., Gemeentelijke profielschets Aalst, URL:<br />
www.aps.vlaanderen.be/lokaal/pdf/Gemeente_2009/oost-vlaanderen/Aalst.pdf<br />
4 De Post Aalst<br />
<strong>Lokale</strong> <strong>Politie</strong> Aalst – JAARVERSLAG <strong>2010</strong> | 2. Strategie en beleid 9
ongeveer 300 ha dat ruimte biedt aan 250 bedrijven. Bovendien zijn er nog vier<br />
vrouwen dan mannen. Huishoudens van vijf of meer personen of collectieve<br />
8 DEXIA, Het socio-demografisch profiel Aalst, uiteenzetting 17 november <strong>2010</strong> <strong>2010</strong>, URL: www.arvastat.vdab.be/nwwz<br />
huishoudens komen weinig voor binnen onze stad 5 .<br />
Net zoals in de rest van Vlaanderen zijn in Aalst de vastgoedprijzen de voorbije<br />
terreinen in ontwikkeling, waaronder drie gemengd regionale bedrijventerreinen<br />
(Siesegemkouter, Sterrenhoek en Erembodegem Zuid IV) en één terrein voor<br />
jaren fors de hoogte in gegaan. Vooral woonhuizen, appartementen en kantoren en bedrijven van lokaal belang (Keppekouter) 9 . Daarnaast bevinden zich<br />
bouwgronden zijn aan deze trend onderhevig, maar voor een villa betaalt men niet<br />
opmerkelijk meer dan in het jaar 2000. Het is bovendien zo dat de grond- en<br />
vastgoedprijzen (uitgezonderd voor villa’s) in Aalst niet zo hoog liggen als in de<br />
respectievelijk in en aan de rand van de stad twee bedrijven die voor een grote<br />
tewerkstelling zorgen. Aalst heeft ook twee ziekenhuizen met internationale faam<br />
op haar grondgebied.<br />
andere centrumsteden en het Vlaams Gewest 6 .<br />
Toch is het aantal kandidaten op de wachtlijsten voor een sociale huurwoning de<br />
voorbije jaren toegenomen. De stad beschikt dan ook over een woonwinkel, die<br />
fungeert als een openbaar en laagdrempelig aanspreekpunt waar men terecht kan<br />
Werkloosheid<br />
Eind december <strong>2010</strong> bedroeg de werkloosheidsgraad in Aalst 8,01%. Dit is een<br />
daling van 0,91% ten opzichte van december 2009. De kloof tussen de geslachten<br />
met problemen in verband met wonen. In Aalst zijn er vier sociale lijkt kleiner te worden, maar toch hebben vrouwen nog steeds een hogere<br />
huisvestingsmaatschappijen die zowel woningen als appartementen in beheer werkloosheidsgraad dan mannen (8,12% versus 7,92%). Eind december <strong>2010</strong> telde<br />
hebben. Ook de stad heeft verschillende sociale woningen in eigen beheer. De Aalst 3.061 niet-werkende werkzoekenden. Dit maakt dat hun aantal in<br />
sociale woningmarkt maakt ongeveer 4% uit van het totale aantal woningen. De<br />
spreidingscoëfficiënt van de sociale huurwoningen bedroeg in de periode 1998-<br />
2007 telkens 0,9, wat inhoudt dat er een quasi optimale spreiding is van sociale<br />
huurwoningen in de stad ten opzichte van de stadsrand 7 .<br />
Welzijn<br />
Op basis van de belastingaangiften van 2007 kan men stellen dat het gemiddeld<br />
inkomen per inwoner € 15.662 bedroeg, wat 7% meer is dan in andere regionale<br />
steden 8.<br />
In 2009 telde Aalst 5,8 leefloontrekkers per 1.000 inwoners.<br />
vergelijking met een jaar eerder met 9,3% gedaald is. Ondanks deze positieve<br />
tendens is er echter een stijging merkbaar van het aantal langdurig werklozen 10 .<br />
De VDAB Aalst ging reeds in 1999 met de steden Ronse en Geraardsbergen een<br />
samenwerkingsverband aan voor de tewerkstelling van kansengroepen. De<br />
doelstelling was dat in elk van deze drie steden jaarlijks minstens 15<br />
laaggeschoolde langdurig werkzoekenden via een Individuele Beroepsopleiding<br />
(IBO) aan een vaste job raken. In 2006 konden in Aalst via dit project 60<br />
werkzoekenden aan de slag met een vast contract. Gezien het succes van dit<br />
project – 85% van deze personen was een jaar later nog steeds aan het werk – werd<br />
het verder gezet in 2007. Toch bestond de groep werklozen in september 2007 nog<br />
steeds voor 57% uit laaggeschoolden. Daarom werd er een nieuw convenant<br />
2.1.3. Economie<br />
Industrie<br />
Aalst telt acht bestaande bedrijventerreinen: Noord I (Gijzegem), Noord II<br />
(Hofstade), Noord III (Tragel), Noord IV (Lion d’Or), Noord V (Wijngaardveld), Zuid I<br />
en II (Erembodegem) en Zuid III (Erembodegem). Samen beslaan ze een gebied van<br />
opgesteld voor de periode 2008-2013. Ook voor het naar de arbeidsmarkt leiden<br />
van oudere en langdurig werklozen werkte de VDAB initiatieven uit. Eind december<br />
<strong>2010</strong> was namelijk bijna een kwart van de niet-werkende werkzoekenden 50 jaar<br />
of ouder 11 . Voor de oudere werkzoekenden werden in 2007 ervaringsclubs<br />
opgericht die deze personen via groeps- en individuele begeleiding dienen te<br />
begeleiden naar de arbeidsmarkt. In Aalst nemen gespecialiseerde consulenten<br />
5<br />
VLAANDEREN – LOKALE STATISTIEKEN, Statistieken over huishoudens, URL:<br />
www.vobip-publiek.vlaanderen.be<br />
6 DESCHAMPS, L. en BRAL, L., Gemeentelijke profielschets Aalst 2007, URL:<br />
www.aps.vlaanderen.be/lokaal/pdf/Gemeente_2007/oost-vlaanderen/Aalst.pdf<br />
7 BRAL, L., DOYEN, G., SCHELFAUT, H., TUBEX, S. en VANDERHASSELT, A., Stadsmonitor<br />
2008, Een monitor voor leefbare en duurzame Vlaamse steden, Brussel, Agentschap<br />
voor Binnenlands Bestuur, 2008, p. 299<br />
9 Stad Aalst, dienst Economische Zaken – sectie Middenstand, Markten en Regionale<br />
Economie<br />
10 VDAB – BASISSTATISTIEKEN WERKLOOSHEID, Werkloosheidsgraden Aalst 2009-<strong>2010</strong>,<br />
URL: www.arvastat.vdab.be/werkloosheidsgraad<br />
11 VDAB – BASISSTATISTIEKEN WERKLOOSHEID, Niet-werkende werkzoekenden Aalst<br />
10 2. Strategie en beleid | <strong>Lokale</strong> <strong>Politie</strong> Aalst – JAARVERSLAG <strong>2010</strong>
deze taak op zich. Langdurig werklozen krijgen extra begeleiding op maat via<br />
oriëntatiecentra 12 .<br />
2.1.4. Onderwijs<br />
Scholen<br />
In 2009 telde Aalst 41 vestigingen voor kleuteronderwijs, waarvan twee voor<br />
buitengewoon kleuteronderwijs. Voor lager onderwijs kan men terecht op 35<br />
vestigingsplaatsen, voor voltijds secundair onderwijs (algemeen, technisch,<br />
beroeps en kunst) op 17 plaatsen. <strong>Deel</strong>tijds secundair onderwijs kan men volgen in<br />
vijf vestigingsplaatsen van drie scholen. Er zijn drie scholen die buitengewoon lager<br />
en secundair onderwijs aanbieden. Aalst telt bovendien nog twee vestigingen voor<br />
hoger onderwijs: het Departement Bedrijfskunde van de Hogeschool Gent en een<br />
campus van de Katholieke Hogeschool Gent 13 .<br />
Spijbelgedrag<br />
In het schooljaar 2007-2008 telde het voltijds secundair onderwijs 0,7%<br />
regelmatige spijbelaars of leerlingen die minstens 30 halve dagen ongewettigd<br />
afwezig waren. Hiermee scoort Aalst iets beter dan het gemiddelde van de<br />
Vlaamse centrumsteden. In het deeltijds secundair onderwijs daarentegen zien we<br />
sterke stijging van het aantal spijbelaars (minstens 20 halve dagen ongewettigd<br />
afwezig): 41,7% in het schooljaar 2007-2008 tegenover 19,9% in het schooljaar<br />
2006-2007. Uit de cijfers blijkt dat het spijbelgedrag in dit type onderwijs over een<br />
periode van 10 jaar bijna verdrievoudigd is.<br />
Schoolse vertraging<br />
In Aalst heeft in het schooljaar 2007-2008 18,7% van de leerlingen van het vijfde<br />
jaar basisonderwijs een schoolse vertraging opgelopen. In het eerste jaar van de<br />
tweede graad van het algemeen secundair onderwijs (ASO) heeft 11% van de<br />
leerlingen te kampen met een schoolse achterstand. In vergelijking met het<br />
schooljaar 2006-2007 betekent dit een stijging van 3,5%. In het technisch<br />
secundair onderwijs (TSO) heeft 35,7% van de 14-15 jarigen een achterstand<br />
opgelopen. Het aandeel leerlingen met schoolse vertraging in het eerste leerjaar<br />
12 VDAB Competentiecentrum Aalst<br />
13 ONDERWIJS VLAANDEREN, URL: www.ond.vlaanderen.be/onderwijsaanbod<br />
van de tweede graad van het beroepssecundair onderwijs (BSO) bedroeg 64,4% in<br />
het schooljaar 2007-2008 14 .<br />
2.1.5. Cultuur<br />
Verenigings- en uitgaansleven<br />
In 2008 was bijna de helft (46%) van de Aalsterse bevolking actief lid of bestuurslid<br />
van één of meerdere verenigingen (sportclub, jeugdbeweging, politieke of socioculturele<br />
vereniging, …). Aalst heeft een cultureel centrum categorie A met een<br />
opdracht op het vlak van cultuurspreiding en –participatie en<br />
gemeenschapsvorming. Toch geeft slechts 64% van de Aalstenaars aan tevreden te<br />
zijn over het culturele aanbod in hun stad. De meeste Aalstenaars (81%) zijn<br />
behoorlijk tevreden over het aanbod aan eetgelegenheden – restaurants en<br />
eetcafés – in hun stad. Over het aanbod aan uitgaansgelegenheden zijn heel wat<br />
minder mensen tevreden (63%).<br />
Sportfaciliteiten<br />
In 2008 deed slechts 40,7% van de Aalstenaars regelmatig en actief aan sport. De<br />
stad Aalst beschikt nochtans over 18 openlucht sportterreinen, waarvan er vier<br />
door de stad kunnen verhuurd worden. Er zijn zes overdekte sportaccomodaties.<br />
Bovendien kunnen sportclubs ook gebruik maken van een aantal turnzalen van<br />
stedelijke scholen. Over dit aanbod aan sportvoorzieningen is 58% van de<br />
Aalstenaars tevreden 15 . Het stadsbestuur zorgt jaarlijks voor verschillende<br />
sportinitiatieven. Een groot aantal sportverenigingen, verdeeld over 50<br />
sportdisciplines, is aangesloten bij de stedelijke sportraad, die hun belangen<br />
verdedigt.<br />
Toerisme<br />
De stad Aalst beschikt over verschillende toeristische trekpleisters, waaronder<br />
historische gebouwen en monumenten. In het stedelijk museum met permanente<br />
tentoonstellingen over Louis Paul Boon, priester Daens en carnaval worden<br />
regelmatig tijdelijke tentoonstellingen georganiseerd. Er worden bovendien allerlei<br />
14 BRAL, L., DOYEN, G., SCHELFAUT, H., TUBEX, S. en VANDERHASSELT, A., Stadsmonitor<br />
2008 – Een monitor voor leefbare en duurzame Vlaamse steden, Brussel, Agentschap<br />
voor Binnenlands Bestuur, 2008, p. 62-73<br />
15 BRAL, L., DOYEN, G., SCHELFAUT, H., TUBEX, S. en VANDERHASSELT, A., Stadsmonitor<br />
2008 – Een monitor voor leefbare en duurzame Vlaamse steden, Brussel, Agentschap<br />
voor Binnenlands Bestuur, 2008, p. 42-57<br />
<strong>Lokale</strong> <strong>Politie</strong> Aalst – JAARVERSLAG <strong>2010</strong> | 2. Strategie en beleid 11
evenementen georganiseerd zoals een kerstmarkt, de Pikkeling, Parkconcerten, de<br />
Week van de Smaak, het belforten- en stadhuizenweekend en jaar- en<br />
avondmarkten. Ter hoogte van de Zwarte Hoekbrug bevindt zich een kleine<br />
jachthaven. Verschillende fraaie parken en plantsoenen zorgen voor groene<br />
accenten in de stad. Er zijn dan ook uitgebreide mogelijkheden tot het maken van<br />
fiets- en wandeltochten. Overnachten kan in vier hotels, twee bed & breakfasts en<br />
twee gastenkamers 16 .<br />
Religieuze infrastructuur<br />
Naast verscheidene rooms-katholieke kerken, vindt men in Aalst ook protestantse<br />
en evangelische geloofsgemeenschappen en een Turkse en Marokkaanse moskee.<br />
2.1.6. Mobiliteit<br />
Wegennet<br />
Aalst wordt verbonden met het internationale wegennet in Vlaanderen en met<br />
Brussel en Gent via de E40. De stad heeft twee aansluitingen op deze autosnelweg<br />
die samenkomen in één knooppunt. Het stedelijk gebied wordt omsloten door een<br />
ringweg, waarop een radiaal net van N-wegen is aangesloten (N41 en N406 naar<br />
Dendermonde, N45 naar Ninove, N9 naar Asse en Gent en N411 naar Vilvoorde).<br />
De oude stadskern van Aalst wordt omsloten door de Wallenring. Over het<br />
grondgebied lopen 49,8 km gewestwegen en 587,3 km gemeentewegen. Op 1<br />
januari 2009 bestond het Aalsterse voertuigenpark uit ongeveer 46.000 voertuigen,<br />
waarvan 36.318 personenwagens. Dit houdt in dat bijna één op twee Aalstenaars<br />
over een wagen beschikt 17 .<br />
Openbaar vervoer<br />
Aalst heeft twee stations, namelijk dat van Aalst Centrum en van Erembodegem.<br />
Vanuit het station van Aalst kan men vijf keer per uur naar Brussel sporen en twee<br />
keer per uur naar Gent. Bovendien zijn er extra verbindingen tijdens de ochtend- en<br />
avondspits 18 . Ook met de bussen van De Lijn kan men meermaals per dag naar<br />
Brussel of Gent reizen. Ook de verbinding met de deelgemeenten van Aalst is<br />
meermaals per dag, of meermaals per uur tijdens de spitsuren, verzekerd. Voor<br />
moeilijk te bereiken gebieden kan steeds beroep worden gedaan op twee<br />
16 Stad Aalst, dienst Toerisme<br />
17<br />
VLAANDEREN – LOKALE STATISTIEKEN, Het voertuigenpark, URL:<br />
www.lokalestatistieken.vlaanderen.be<br />
18 NMBS<br />
belbussen. In het voorjaar van 2007 werd de dienstregeling van een aantal lijnen<br />
zodanig gewijzigd dat er meer bussen rijden tijdens de spitsuren en de<br />
bereikbaarheid van het stadscentrum geoptimaliseerd werd in het weekend 19 .<br />
Fietsen<br />
Om de bereikbaarheid en leefbaarheid van de stad te verbeteren, wordt het<br />
gebruik van de fiets door verschillende stadsdiensten en de lokale politie<br />
gepromoot. Een belangrijk aspect hierbij is het verkleinen van het risico op<br />
fietsdiefstal. Dit gebeurt onder andere door het inrichten van een bewaakte<br />
fietsenstalling (bv. tijdens de zomermaanden) in combinatie met<br />
fietsregistreeracties. In een maximum aantal straten met éénrichtingsverkeer<br />
worden de fietsers in tegenrichting toegelaten.<br />
2.2. Beleids- en adviesorganen<br />
2.2.1. Zonale veiligheidsraad<br />
Samenstelling<br />
In elke politiezone is een zonale veiligheidsraad actief (art. 35 tot 37 WGP). Binnen<br />
deze zonale veiligheidsraad wordt een systematisch overleg georganiseerd tussen<br />
de burgemeester, de procureur des Konings, de korpschef van de <strong>Lokale</strong> <strong>Politie</strong><br />
Aalst en de bestuurlijk directeur–coördinator van de federale politie of zijn<br />
afgevaardigde.<br />
De opdrachten van de zonale veiligheidsraad zijn de volgende:<br />
• De bespreking en voorbereiding van het zonaal veiligheidsplan;<br />
• Het bevorderen van de optimale coördinatie van de uitvoering van de<br />
opdrachten van bestuurlijke en gerechtelijke politie;<br />
• Het evalueren van de uitvoering van het zonaal veiligheidsplan.<br />
De leden van de zonale veiligheidsraad zijn:<br />
De vaste leden:<br />
• Mevrouw Ilse Uyttersprot, burgemeester te Aalst en tevens voorzitter;<br />
• De heer Christian Dufour, procureur des Konings te Dendermonde;<br />
• De heer Denis Bergmans, korpschef van de <strong>Lokale</strong> <strong>Politie</strong> Aalst;<br />
• De heer Rudi Vervaet, bestuurlijk directeur-coördinator van de<br />
Coördinatie- en SteunDirectie Dendermonde.<br />
De toegevoegde leden:<br />
19<br />
De Lijn<br />
12 2. Strategie en beleid | <strong>Lokale</strong> <strong>Politie</strong> Aalst – JAARVERSLAG <strong>2010</strong>
• De heer Luc Boterberg, gerechtelijk directeur van de Federale Gerechtelijke<br />
<strong>Politie</strong> Dendermonde.<br />
Er kunnen steeds deskundigen worden uitgenodigd om deel te nemen aan de<br />
vergaderingen van de zonale veiligheidsraad.<br />
De zonale veiligheidsraad wordt tenminste twee maal per jaar bijeengeroepen op<br />
initiatief van de voorzitter. De vergaderingen hebben plaats in de briefingzaal van<br />
het politiehuis, Beekveldstraat 29 te 9300 Aalst. Een vaste secretaris woont de<br />
zittingen van de zonale veiligheidsraad bij. De leden van de zonale veiligheidsraad<br />
van de <strong>Lokale</strong> <strong>Politie</strong> Aalst hebben de adviseur directie – beleid en communicatie<br />
aangesteld als secretaris. Het secretariaat is eveneens gevestigd in het politiehuis.<br />
Vergaderingen<br />
In <strong>2010</strong> kwam de zonale veiligheidsraad driemaal samen.<br />
Op 20 januari <strong>2010</strong> werden volgende agendapunten behandeld:<br />
• Feedback zonaal veiligheidsplan 2009-2012 (2009);<br />
• Handhavingsbeleid inzake snelheid van de <strong>Lokale</strong> <strong>Politie</strong> Aalst;<br />
• Voorstelling website <strong>Lokale</strong> <strong>Politie</strong> Aalst.<br />
Op 22 september <strong>2010</strong> werden volgende agendapunten behandeld:<br />
• Feedback zonaal veiligheidsplan 2009-2012 (1ste<br />
semester <strong>2010</strong>);<br />
• Ondertekening convenant partnergeweld.<br />
Op 2 december <strong>2010</strong> werden volgende agendapunten behandeld:<br />
• Dossier cameratoezicht;<br />
• Balanced ScoreCard <strong>Lokale</strong> <strong>Politie</strong> Aalst.<br />
2.2.2. College van burgemeester en schepenen<br />
Samenstelling<br />
Het college van burgemeester en schepenen bestaat uit de burgemeester,<br />
mevrouw Ilse Uyttersprot en de schepenen. De korpschef is belast met de<br />
voorbereiding van de zaken die aan het college worden voorgelegd en woont de<br />
vergaderingen bij (art 29bis WGP). Het college komt in principe elke maandag om<br />
12 uur samen in het stadhuis. De zittingen van het college zijn niet openbaar. De<br />
besluiten worden bij meerderheid van stemmen genomen. Het college voert de<br />
bevoegdheden inzake de organisatie en het beheer van het politiekorps uit. De<br />
agendapunten voor politie worden vooraf besproken. Dit gebeurt tijdens een<br />
wekelijks overleg tussen de korpschef en de burgemeester. Dit overleg gaat door<br />
op donderdagvoormiddag (tussen 8.30 en 10 uur) in het bureel van de korpschef.<br />
Vergaderingen<br />
In <strong>2010</strong> werden voor politie 245 agendapunten besproken.<br />
Onderwerp <strong>2010</strong><br />
Aanrekening van uitgaven en kosten 38<br />
Aanvraagbons 36<br />
Agendapunten gemeenteraad 2<br />
Begroting 6<br />
Bezwaarschrift 9<br />
<strong>Jaarverslag</strong> 1<br />
Arbeidsongeval 99<br />
Schadegeval 18<br />
Stage 2<br />
Tucht 3<br />
Andere 31<br />
TOTAAL 245<br />
1% 1% 13%<br />
7%<br />
40%<br />
Verdeling Vergaderingen<br />
16%<br />
4%<br />
15%<br />
0%<br />
1%<br />
2%<br />
Uitgaven en kosten<br />
Aanvraagbons<br />
Gemeenteraad<br />
Begroting<br />
Bezwaarschrift<br />
<strong>Jaarverslag</strong><br />
Arbeidsongeval<br />
Schadegeval<br />
Stage<br />
Tucht<br />
Andere<br />
<strong>Lokale</strong> <strong>Politie</strong> Aalst – JAARVERSLAG <strong>2010</strong> | 2. Strategie en beleid 13
2.2.3. Gemeenteraadscommissie veiligheid<br />
Samenstelling<br />
De dossiers die aan de gemeenteraad worden voorgelegd, worden toegelicht in de<br />
gemeenteraadscommissie “Veiligheid”. Nadien worden de agendapunten aan de<br />
gemeenteraad ter goedkeuring voorgelegd. Deze commissie vergadert naargelang<br />
de noodzaak. De commissievergaderingen zijn openbaar.<br />
Vergaderingen<br />
In <strong>2010</strong> vergaderde de gemeenteraadscommissie veiligheid 5 maal.<br />
2.2.4. Gemeenteraad<br />
Samenstelling<br />
Vergaderingen<br />
In <strong>2010</strong> werden voor politie 61 agendapunten besproken.<br />
Onderwerp <strong>2010</strong><br />
Personeel 34<br />
Logistiek 18<br />
Begroting 4<br />
Andere 5<br />
TOTAAL 61<br />
Verdeling Vergaderingen<br />
De korpschef woont de vergaderingen van de gemeenteraad bij. Er gaan jaarlijks<br />
elf zittingen van de gemeenteraad door. De zittingen hebben telkens plaats de<br />
laatste dinsdag van de maand in de gemeenteraadszaal te Aalst om 20 uur. De<br />
gemeenteraad wordt voorafgegaan door een vragenuur dat aanvangt om 19 uur.<br />
De vergaderingen zijn openbaar, met uitzondering van de besloten zitting.<br />
7%<br />
8%<br />
Iedereen is welkom. De voorzitter van de gemeenteraad zit de vergaderingen voor.<br />
In Aalst is dit de heer Christoph D’Haese. De gemeenteraad oefent de<br />
bevoegdheden uit inzake de organisatie en het beheer van het lokaal politiekorps.<br />
Dit behelst vooral de vaststelling van de begroting en de rekeningen, belangrijke<br />
investeringsdossiers en de aanwerving, bevordering en ontslag van de<br />
personeelsleden. De gemeenteraad is eveneens bevoegd voor het uitvaardigen van<br />
politieverordeningen.<br />
Aan de gemeenteraad gaat een vragenuur van de gemeenteraadsleden vooraf.<br />
Zij kunnen verduidelijking en bijkomende informatie vragen over bepaalde<br />
gebeurtenissen. De politie beantwoordt de vragen die verband houden met haar<br />
werking en taakuitvoering.<br />
29%<br />
56%<br />
Personeel<br />
Logistiek<br />
Begroting<br />
Andere<br />
14 2. Strategie en beleid | <strong>Lokale</strong> <strong>Politie</strong> Aalst – JAARVERSLAG <strong>2010</strong>
2.2.5. Zonesecretaris<br />
In een ééngemeentezone wordt de functie van zonesecretaris vervuld door de<br />
gemeentesecretaris. In onze zone werd de adjunct-stadssecretaris, de heer<br />
Reginald Van Hecke, aangeduid als zonesecretaris. De Wet van 7 december 1998<br />
heeft de rol van de zonesecretaris strikt afgebakend. De zonesecretaris wordt<br />
belast met het opstellen, overschrijven en ondertekenen van de notulen van de<br />
raad en van het college. De agendapunten voor politie worden vooraf besproken.<br />
Dit gebeurt tijdens een wekelijks overleg tussen de korpschef en de zonesecretaris.<br />
Dit overleg gaat door op woensdagnamiddag (tussen 13.30 en 14 uur) in het bureel<br />
van de korpschef.<br />
2.2.6. Bijzondere rekenplichtige<br />
Een politiezone heeft een eigen begroting en eigen rekeningen. De ontvangsten en<br />
uitgaven in een politiezone worden gedaan door een bijzondere rekenplichtige (art.<br />
30 WGP). In een ééngemeentezone treedt de gemeenteontvanger op als bijzondere<br />
rekenplichtige. De heer Piet Persoons werd aangeduid als bijzondere rekenplichtige<br />
van de <strong>Lokale</strong> <strong>Politie</strong> Aalst. Hij is tevens financieel beheerder van de stad Aalst. De<br />
bijzondere rekenplichtige oefent zijn functie uit onder het gezag van het college<br />
van burgemeester en schepenen.<br />
De taken van de bijzondere rekenplichtige zijn:<br />
• Alleen en onder zijn verantwoordelijkheid, de ontvangsten van de<br />
politieoverheid te innen;<br />
• Tegen regelmatige bevelschriften de betaalbaar gestelde uitgaven te<br />
doen;<br />
• Het beheer van de ontvangsten en de uitgaven en het nauwkeurig<br />
toezicht erop;<br />
• Financieel adviseur te zijn voor het college van burgemeester en<br />
schepenen en de gemeenteraad.<br />
De bijzondere rekenplichtige staat de korpschef bij als financieel manager.<br />
2.3. Zonaal veiligheidsplan 2009-2012<br />
De rode draad doorheen het zonaal veiligheidsplan is het streven naar een<br />
“Excellente politiezorg”. Zowel de filosofie van de gemeenschapsgerichte<br />
politiezorg met zijn vijf pijlers (externe oriëntering – oorzaakgericht<br />
probleemoplossend werken – partnerschap – afleggen van verantwoording –<br />
bekwame betrokkenheid), als de werkwijze van de informatiegestuurde politiezorg<br />
met zijn vijf kenmerken (doelbepalend – pro- en reactief – meerwaarde biedend –<br />
uitwisseling – doelgericht) en de optimale bedrijfsvoering met zijn vijf principes<br />
(resultaatgericht – transparant – samenwerking – continu verbeteren – leiderschap<br />
met lef) lopen door dit plan, als bijdrage van de politie tot veiligheid en<br />
leefbaarheid, onder regie van de bevoegde overheid. Optimale bedrijfsvoering<br />
betekent ook de keuze voor een managementmodel. De <strong>Lokale</strong> <strong>Politie</strong> Aalst koos<br />
voor het CAF-managementmodel.<br />
2.3.1. Strategische doelstellingen 2009-2012<br />
2.3.1.1. Veiligheid en leefbaarheid<br />
Prioriteit: Inbraak in woningen of andere gebouwen<br />
Definitie<br />
Diefstallen met braak, inklimming en valse sleutels in gebouwen.<br />
Strategische doelstelling<br />
Een bijdrage leveren aan het beheersen van dit fenomeen en de<br />
onveiligheidsgevoelens die ermee gepaard gaan door een integrale en<br />
geïntegreerde aanpak.<br />
Prioriteit: Diefstal met geweld/bedreiging (inclusief gewapenderhand)<br />
Definitie<br />
Diefstallen en/of afpersing (inclusief gewapenderhand) op een openbare plaats<br />
waarbij het slachtoffer bedreigd wordt of geweld ondergaat.<br />
Strategische doelstelling<br />
Een bijdrage leveren aan het beheersen van dit fenomeen en het<br />
onveiligheidsgevoel dat hiermee gepaard gaat door een integrale en<br />
geïntegreerde aanpak.<br />
Prioriteit: Drugs<br />
Definitie<br />
Het druggebruik en de drughandel en de daarmee gepaard gaande overlast en<br />
criminaliteit.<br />
<strong>Lokale</strong> <strong>Politie</strong> Aalst – JAARVERSLAG <strong>2010</strong> | 2. Strategie en beleid 15
Strategische doelstelling<br />
Een bijdrage leveren aan het beheersen van het druggebruik en de drughandel<br />
door een integrale en geïntegreerde aanpak.<br />
Prioriteit: Verkeer<br />
Definitie<br />
“Verkeersveiligheid is een basisrecht en een belangrijke maatschappelijke<br />
doelstelling. Iedereen heeft recht op mobiliteit in een intrinsiek veilige<br />
verkeersomgeving. Elk verkeersongeval is er één te veel, en alles moet in het<br />
werk worden gesteld om slachtoffers te voorkomen” (Staten-Generaal van de<br />
verkeersveiligheid 2007). De <strong>Lokale</strong> <strong>Politie</strong> Aalst wenst hier een bijdrage te<br />
leveren door:<br />
1. Sensibilisering;<br />
2. Uitvoeren van gericht verkeerstoezicht;<br />
3. Exploitatie van de verkeersongevallengegevens d.m.v. een<br />
doorgedreven analyse.<br />
Strategische doelstelling<br />
Te bereiken globale doelen: snelheid, alcohol en onaangepast rijgedrag zijn<br />
belangrijke oorzaken van verkeersonveiligheid en ongevallen. Ook het<br />
druggebruik in het verkeer neemt toe. Er wordt gestreefd om de controles zo<br />
efficiënt en effectief mogelijk uit te voeren en de objectieve en subjectieve<br />
pakkans te vergroten en zo een bijdrage te leveren aan het doen dalen van een<br />
aantal letselongevallen.<br />
Prioriteit: Overlast<br />
Definitie<br />
Overlast, in de meest diverse vormen, op kwetsbare plaatsen en op de meest<br />
adequate tijdstippen.<br />
Strategische doelstelling<br />
Een bijdrage leveren aan het beheersen van de diverse vormen van overlast<br />
door een integrale en geïntegreerde aanpak, met aandacht voor rondhangende<br />
jongeren.<br />
Prioriteit: Jeugdcriminaliteit<br />
Definitie<br />
Het versterken en verder structureren van de inspanningen die de <strong>Lokale</strong> <strong>Politie</strong><br />
Aalst levert in het kader van de jeugdcriminaliteit. De <strong>Lokale</strong> <strong>Politie</strong> Aalst werkt<br />
reeds verschillende jaren intensief aan de problematiek van de<br />
jeugdcriminaliteit en dit op verschillende vlakken. Gevolggevend aan de vraag<br />
van de minister, zal de <strong>Lokale</strong> <strong>Politie</strong> Aalst deze inspanningen versterken en<br />
verder structureren door de toevoeging van een aandachtspunt aan het ZVP en<br />
het uitwerken van een actieplan terzake.<br />
Strategische doelstelling<br />
De <strong>Lokale</strong> <strong>Politie</strong> Aalst ontwikkelde in samenwerking met andere partners op<br />
verschillende vlakken al heel wat initiatieven om de problematiek van<br />
jeugdcriminaliteit aan te pakken. Die initiatieven worden geïnventariseerd.<br />
Verder zullen de bestaande activiteiten rond jeugdcriminaliteit verder<br />
gestructureerd en op elkaar afgestemd worden. Met de nodige partners zal het<br />
door de minister gevraagde protocol opgesteld worden. Tot slot zal een vast<br />
politioneel aanspreekpunt aangeduid worden.<br />
Prioriteit: Terrorisme<br />
(vertrouwelijk)<br />
2.3.1.2. Dienstverlening en werking<br />
Strategie<br />
• We willen het draagvlak en het commitment, voor de principes van de<br />
gemeenschapsgerichte politiezorg, bij relevante partners op stadsniveau<br />
verhogen;<br />
• We willen de visie, en in samenspraak met de hoofdaandeelhouders, de<br />
missie en waarden toetsen aan de actualiteit en eventueel aanpassen. We<br />
willen de eventueel bijgestelde missie, visie en waarden verduidelijken naar<br />
alle medewerkers;<br />
• We willen de verwachtingen en de behoeften van de belanghebbenden<br />
systematisch verzamelen, analyseren en operationeel en beleidsmatig<br />
aanwenden;<br />
• We willen een integraal klachtenmanagement ontwikkelen en<br />
implementeren.<br />
16 2. Strategie en beleid | <strong>Lokale</strong> <strong>Politie</strong> Aalst – JAARVERSLAG <strong>2010</strong>
Kennis en Kunde<br />
• We willen de kennis van de gemeenschapsgerichte politiezorg verruimen bij<br />
het personeel van de <strong>Lokale</strong> <strong>Politie</strong> Aalst;<br />
• We willen het klantgericht onthaal verhogen/verbeteren;<br />
• We willen de communicatieve vaardigheden van het personeel verbeteren;<br />
• We willen het aanbod van OPAC optimaliseren;<br />
• We willen de niet-politionele taken van de politie kenbaar maken aan de<br />
bevolking, samen met de wel-politionele taken.<br />
Cultuur<br />
• We willen de pijlers “externe oriëntering” en “bevolkingsgericht” vanuit de<br />
drie invalshoeken een praktische toepassing laten kennen:<br />
Door de noden van de burger te (h)erkennen;<br />
Door de bevolking te verduidelijken voor wat we staan (missie, visie,<br />
waarden);<br />
Door de initiatieven van probleemoplossend handelen door de burger<br />
te integreren in onze productenmix.<br />
• We willen elkaar ondersteunen in ons streven naar gemeenschapsgerichte<br />
politiezorg door een actieve corrigerende houding aan te nemen ten<br />
overstaan van verkeerd gedrag bij onze naaste medewerker, waardoor<br />
hierbij een goede invloed uitgeoefend wordt op de veranderingszin;<br />
• We willen het groepsgevoel merkbaar verhogen.<br />
Structuur<br />
• We willen een permanent beleidsuitvoerend team opzetten om alle<br />
doelstellingen en maatregelen uit te werken;<br />
• We willen taakintegratie systematisch toepassen in het reguliere werk;<br />
• We willen een klantgericht onthaal realiseren dat bijdraagt tot een<br />
optimalisering van de kwaliteit van de dienstverlening en van het imago.<br />
2.4. Actieplan inzake verkeersveiligheid<br />
De regering wil met een krachtdadig verkeersveiligheidsbeleid het aantal doden en<br />
zwaargewonden op onze wegen verminderen.<br />
Sedert de start van het “actieplan verkeersveiligheid” op 1 oktober 2002 kunnen de<br />
lokale en federale politie rekenen op een som uit het verkeersveiligheidsfonds.<br />
Dit fonds wordt gespijsd met de ontvangsten van de verkeersboetes, namelijk<br />
geldboetes, minnelijke schikkingen en onmiddellijke inningen. Om aanspraak te<br />
kunnen maken op de steun van het fonds moesten de federale en de lokale politie<br />
tot en met 2007 een actieplan verkeersveiligheid opstellen dat werd goedgekeurd<br />
door de minister van Binnenlandse Zaken en de minister van Mobiliteit.<br />
Voor de opmaak van de actieplannen kon een keuze gemaakt worden uit volgende<br />
thema’s:<br />
• Overdreven en onaangepaste snelheid;<br />
• Rijden onder invloed van alcohol;<br />
• Rijden onder invloed van drugs of andere stoffen;<br />
• Gordeldracht en andere beveiligingsmiddelen;<br />
• Goederen-en personenvervoer;<br />
• Onveilig en hinderlijk parkeren;<br />
• Verkeersagressie;<br />
• Weekendongevallen;<br />
• Varia.<br />
De politie was verplicht deze actieplannen tegen uiterlijk 1 april voor goedkeuring<br />
toe te zenden, samen met het evaluatieverslag.<br />
Dit verslag geeft aan welke acties en aankopen die werden voorzien in het<br />
actieplan inzake verkeersveiligheid daadwerkelijk werden uitgevoerd en het<br />
verduidelijkt de inspanningen die werden geleverd.<br />
Ingevolge de programmawet van 8 juni 2008 werd de wet van 6 december 2005<br />
betreffende de opmaak en de financiëring van de actieplannen inzake<br />
verkeersveiligheid grondig gewijzigd.<br />
De politiediensten krijgen jaarlijks een dotatie en het is niet langer noodzakelijk de<br />
actieplannen inzake verkeersveiligheid onder de vertrouwde vorm op te stellen.<br />
Jaarlijks wordt aan de lokale en federale politie een evaluatieformulier opgestuurd<br />
waarop de inspanningen die werden geleverd voor een aantal<br />
verkeersveiligheidsthema’s moeten geregistreerd worden.<br />
De <strong>Lokale</strong> <strong>Politie</strong> Aalst ontving voor het jaar <strong>2010</strong> een bedrag van 463.918 euro.<br />
2.5. Externe communicatie<br />
In het raam van de omzendbrieven inzake “Community Policing” en het streven<br />
naar meer klantgerichtheid en meer betrokkenheid van de bevolking, heeft de<br />
<strong>Lokale</strong> <strong>Politie</strong> Aalst gekozen voor meer openheid naar de media. Om een uniforme<br />
en objectieve berichtgeving te kunnen waarborgen werd bijgevolg een<br />
perswoordvoerder aangesteld. De functie van perswoordvoerder wordt<br />
waargenomen door de adviseur directie – beleid en communicatie. Bij<br />
gespecialiseerde berichtgeving zal die bijgestaan worden door de betrokken<br />
dossierbeheerder of, wanneer dit wenselijk is, zal de dossierbeheerder de pers zelf<br />
te woord staan.<br />
<strong>Lokale</strong> <strong>Politie</strong> Aalst – JAARVERSLAG <strong>2010</strong> | 2. Strategie en beleid 17
Buiten de normale diensturen en op weekend- en feestdagen wordt de functie van<br />
perswoordvoerder waargenomen door de officier met wachtdienst (Officier van<br />
Bestuurlijke <strong>Politie</strong>: OBP). De OBP brieft de perswoordvoerder over de<br />
gebeurtenissen die zich voorgedaan hebben tijdens zijn/haar afwezigheid. De<br />
perswoordvoerder fungeert als spreekbuis van het korps en zal door de OBP en de<br />
verschillende diensthoofden/projectleiders systematisch op de hoogte gehouden<br />
worden van belangrijke gebeurtenissen en acties binnen de politiezone. Derhalve<br />
zal dagelijks een korte ochtendbriefing voorzien worden tussen de<br />
perswoordvoerder en de OBP.<br />
2.5.1. Dagelijks persoverzicht<br />
Dagelijks wordt een persoverzicht opgemaakt waarin de volgende informatie<br />
wordt gegeven:<br />
• Verkeerszaken;<br />
• Kleine diefstallen;<br />
• Inbraken in woningen en andere gebouwen;<br />
• Het aantreffen van personen zonder wettelijke verblijfsvergunning;<br />
• Recente ontwikkelingen met betrekking tot projecten;<br />
• Resultaten van acties.<br />
Het persoverzicht wordt online gezet om 10 uur. Iedereen kan dit persoverzicht<br />
consulteren via de website van de <strong>Lokale</strong> <strong>Politie</strong> Aalst, www.lokalepolitieaalst.be.<br />
Indien er geen relevante berichtgeving is, wordt geen persoverzicht verspreid.<br />
2.5.2. Tussentijdse persmededelingen en persconferenties<br />
De invoering van een systeem van persoverzichten betekent niet dat er geen<br />
andere persmededelingen meer verstuurd worden, of dat er geen persconferenties<br />
meer georganiseerd worden door de <strong>Lokale</strong> <strong>Politie</strong> Aalst.<br />
2.5.3. Informatie betreffende feiten die net gebeurd zijn<br />
De perswoordvoerder mag de pers nooit uit eigen beweging waarschuwen. Hij/zij<br />
kan evenwel geconfronteerd worden met vragen van de pers omtrent de feiten,<br />
hun oorzaak, de eventuele bewijzen, daders of betrokkenen. Gegevens van<br />
gerechtelijk belang die niet algemeen kunnen vastgesteld worden door het publiek<br />
mogen niet meegedeeld worden aan de pers. Deze regel doet geen afbreuk aan de<br />
informatieverstrekking over feitelijke gegevens die behoren tot de bestuurlijke<br />
politie, zoals plaats, datum, uur van een ongeval of een brand, de uitgestrektheid<br />
van de schade zoals zij door het publiek kan vastgesteld worden, de identiteit van<br />
de eigenaar van het gebouw. Manifest foutieve insinuaties kunnen ontkend<br />
worden.<br />
2.5.4. Persteksten<br />
De perswoordvoerder van de politie neemt bijkomend vaak zelf het initiatief om<br />
informatie te verstrekken aan de pers door het verspreiden van persteksten over<br />
onder andere:<br />
• Feiten die inherent zijn aan het functioneren van de politieorganisatie:<br />
o Organisatie van de <strong>Lokale</strong> <strong>Politie</strong> Aalst;<br />
o Voorstelling van het zonaal veiligheidsplan/jaarverslag;<br />
o Afsluiten van protocolakkoorden met andere politiezones;<br />
o …<br />
• Feiten die te maken hebben met de uitvoering van de politionele taken op<br />
het terrein:<br />
o Aankondigingen van politieacties;<br />
o Communiceren van de resultaten van deze acties;<br />
o Opheldering misdrijven;<br />
o Plaatsen van opsporingsberichten;<br />
o Oproepen tot getuigen;<br />
o …<br />
De persteksten worden eveneens online gezet.<br />
2.5.5. Basisregels<br />
De actieve informatieverstrekking zal – gezien het geheim van het onderzoek en de<br />
wet op de bescherming van het privé-leven – met de nodige discretie en reserve<br />
gebeuren:<br />
• Betreffende het slachtoffer en zijn verwanten mogen geen details<br />
prijsgegeven worden die hen secundair kunnen victimiseren. In dezelfde<br />
geest moet hun recht op eerbied voor het privé-leven verzekerd worden;<br />
• In de mate van het mogelijke moet erover gewaakt worden dat ze hen<br />
aanbelangende, gevoelige feiten of elementen niet eerst via de pers<br />
dienen te vernemen. Indien de pers kennis blijkt te hebben van de<br />
identiteit van het slachtoffer kan gevraagd worden om deze in te houden<br />
tot de rechtstreekse familieleden op de hoogte zijn gebracht door de<br />
gerechtelijke of administratieve overheid;<br />
• Van de in het dossier betrokken personen kunnen enkel het geslacht, de<br />
leeftijd en eventueel de woonplaats uit eigen beweging meegedeeld<br />
18 2. Strategie en beleid | <strong>Lokale</strong> <strong>Politie</strong> Aalst – JAARVERSLAG <strong>2010</strong>
worden, er rekening mee houdend dat het meedelen van gegevens die<br />
hen kunnen identificeren moet vermeden worden;<br />
• Persoonsgegevens zoals etnische afkomst, nationaliteit en seksuele<br />
geaardheid kunnen slechts vermeld worden indien ze relevant zijn voor<br />
een correcte berichtgeving.<br />
<strong>Lokale</strong> <strong>Politie</strong> Aalst – JAARVERSLAG <strong>2010</strong> | 2. Strategie en beleid 19
2.6. <strong>Deel</strong>name aan externe netwerken en werkgroepen<br />
2.6.1. Samenwerking<br />
Dienst Aard van de samenwerking Partners<br />
Sociale dienst - Laterale steun in het kader van het audiovisueel verhoor van<br />
minderjarige slachtoffers of getuigen van misdrijven: gebruik<br />
van de infrastructuur voor audiovisueel verhoor van de <strong>Lokale</strong><br />
<strong>Politie</strong> Aalst, inzet van verhoorders/specialisten van de <strong>Lokale</strong><br />
<strong>Politie</strong> Aalst ten voordele van bepaalde protocolpartners tegen<br />
betaling.<br />
- In het kader van het intern drugbeleid staat de sociale dienst<br />
in voor de doorverwijzing van minder- en meerderjarige<br />
druggebruikers naar de hulpverleningsdiensten. Voor de<br />
minderjarige gebruikers wordt tevens controle uitgeoefend op<br />
de te volgen hulpverlening.<br />
- In samenwerking met de preventiedienst staat de sociale<br />
dienst in voor de contacten met de minderjarige spijbelaars<br />
die tijdens de lesuren betrapt worden op schoolverzuim. De<br />
dienst neemt contact op met de ouders en met de school.<br />
De sociale dienst is tevens aanspreekpunt in kader van het<br />
spijbelactieplan in samenwerking met de scholen en het<br />
parket. Op basis van een meldingsfiche van een spijbelende<br />
minderjarige, opgesteld door de school, neemt de sociale<br />
dienst contact op met het parket. In samenspraak met het<br />
parket wordt een spijbelcontract of een proces-verbaal<br />
wegens spijbelen opgesteld door de sociale dienst.<br />
De cijfers die resulteren uit deze samenwerkingsverbanden<br />
zijn echter maar een deel van het totaal aantal tussenkomsten<br />
inzake spijbelen en drugproblematiek bij de sociale dienst.<br />
Interventiedienst - Laterale steun bij dringende interventies: (uitzonderlijke en<br />
kortstondige) inzet van interventiepersoneel en middelen ter<br />
beschikking van de aangrenzende zones.<br />
- Fietsbrigade: opleiding.<br />
- Dringende tussenkomst bij agressies tegen treinbegeleiders<br />
op problematische treinlijnen.<br />
- Overeenkomst afgesloten in de regio Dender tussen de<br />
politiezones Aalst, Ninove, Denderleeuw/Haaltert en Erpe-<br />
Mere/Lede.<br />
- Sociale dienst en dienst Politionele Preventie <strong>Lokale</strong> <strong>Politie</strong><br />
Aalst.<br />
- Sociale dienst, parket Dendermonde en scholen.<br />
- Overeenkomst afgesloten in de regio Dender tussen de<br />
politiezones Aalst, Ninove, Denderleeuw/Haaltert en Erpe-<br />
Mere/Lede.<br />
- Samenwerking met politie Zeeland.<br />
- Samenwerkingsakkoorden afgesloten met SPC en NMBS.<br />
20 2. Strategie en beleid | <strong>Lokale</strong> <strong>Politie</strong> Aalst – JAARVERSLAG <strong>2010</strong>
Dienst Aard van de samenwerking Partners<br />
Recherchedienst - Goliath: minstens 2 anti-inbraakacties per jaar. Alle - Coördinatie- en SteunDirectie Dendermonde.<br />
politiezones van het arrondissement, in samenwerking met<br />
federale politiediensten, houden patrouilles en statische<br />
controles. Zo worden op alle grote invals- en doorgangswegen<br />
van het arrondissement inbrekers (en andere misdrijfplegers)<br />
opgespoord.<br />
- Acties Col 1/2007: 3 acties per jaar in het kader van de - Sociale en economische inspectiediensten, Arbeidsauditeur.<br />
omzendbrief Col 1/2007 over opsporing van mensenhandel.<br />
Deze acties worden uitgevoerd door de politiezones, elk in hun<br />
omschrijving. Bij de acties worden ondernemingen<br />
gecontroleerd waar vaak vreemdelingen tewerkgesteld<br />
worden: horeca, massagesalons, lompenbedrijven, ...<br />
- Pilootproject “Verbetering en samenwerking tussen DVZ en de - Stadsbestuur en Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ).<br />
gemeentebesturen”.<br />
Verkeersdienst - Medewerking aan de “Verkeersveilige nacht” in december. - Provincie Oost-Vlaanderen, alle politiezones binnen de<br />
- Medewerking aan de “Verkeersveilige dag” in februari.<br />
provincie Oost-Vlaanderen.<br />
Politionele preventiedienst - Veiligheid in de stationsomgeving: afspraken naar toezicht op - Cel Preventie en Sociale Veiligheid van de NMBS-Holding<br />
risicovolle tijdstippen, wisselwerking met SOC-nmbs en het Corporate Security Service als coördinator van het<br />
cameratoezicht in het station te Aalst, aanwezigheid securail samenwerkingsakkoord. Andere partners: stad Aalst<br />
tijdens carnaval.<br />
(stadsbestuur, jeugddienst, preventiedienst,<br />
gemeenschapswachten), parket Dendermonde, Federale<br />
<strong>Politie</strong> (DIRCO en strategisch analist CSD), De Lijn Oost-<br />
Vlaanderen.<br />
Dienst Logistiek - Cellencomplex ter beschikking stellen tegen betaling. - Andere politiediensten en douane.<br />
- Schietstand verhuren.<br />
- Verhuur DOJO.<br />
Wijkdienst - Cel Woonbeleid.<br />
- Integrale en geïntegreerde aanpak wijk Molendries + St-<br />
Elisabeth.<br />
- Projectgroep Parktuin Schelfhout.<br />
- Project Prorela.<br />
- De stadsdiensten huisvesting en woonwinkel, patrimonium,<br />
senioren, jeugd, mobiliteit, financiën, huisvesting, de<br />
stadsarchitecte, coördinator stedenbeleid.<br />
- De stadsdiensten woonbeleid, integratie, bevolking,<br />
vreemdelingenzaken, jeugd, de preventiedienst, coördinator<br />
ontmoetingshuis De Brug, straathoekwerker, buurtsport, CAW<br />
regio Aalst, Jac, Uit de marge, Dewaco, VZW Parol, Platdivers.<br />
- VZW De Toekomst, buurtbewoners, CLB, adjunct<br />
stadssecretaris, de groendienst van de stad Aalst,<br />
gemeenschapswachten.<br />
- Samenwerking politie, met de vrederechter van het kanton<br />
Aalst en het parket Dendermonde ivm de aanpak van<br />
problemen tussen o.a. buren.<br />
Opleidingen GGPZ - Opleidingen gemeenschapsgerichte politiezorg. - Samenwerking met de politiezones Denderleeuw/Haaltert,<br />
Erpe-Mere/Lede, Geraardsbergen/Lierde; Op vlak van<br />
opleiding integrale en geïntegreerde veiligheid en<br />
leefbaarheid wordt samengewerkt met de diensten van de<br />
stad Aalst, het OCMW en de brandweer Aalst.<br />
<strong>Lokale</strong> <strong>Politie</strong> Aalst – JAARVERSLAG <strong>2010</strong> | 2. Strategie en beleid 21
2.6.2. Overleg<br />
Dienst<br />
Aard van het extern overleg<br />
Korpschef - Advies aan de burgemeester, het college van burgemeester en schepenen, de gemeenteraad en de gemeenteraadscommissie Veiligheid;<br />
- <strong>Deel</strong>name aan het korpsoverleg binnen het gerechtelijk arrondissement Dendermonde;<br />
- <strong>Deel</strong>name aan het arrondissementeel recherche-overleg binnen het gerechtelijk arrondissement Dendermonde;<br />
- De <strong>Lokale</strong> <strong>Politie</strong> Aalst maakt deel uit van een intersectoraal ervaringsuitwisselingsplatform dat trimestrieel samenkomt. Het forum bestaat uit<br />
korpschefs en procesbegeleiders van politiezones van de arrondissementen Mechelen, Dendermonde, Oudenaarde, Leuven, Brussel, het<br />
diensthoofd Integrale Veiligheid van de FOD Binnenlandse Zaken en een vertegenwoordiger van de dienst Veiligheid van de VVSG;<br />
- <strong>Deel</strong>name aan de begeleidingscommissie van de Oost- Vlaamse <strong>Politie</strong>academie ( OPAC);<br />
- Expert voor de Raad van Europa.<br />
Sociale dienst - Werkgroep “opleiding GGPZ”;<br />
- Centrumraad CLB;<br />
- Beleidsorgaan sociaal huis;<br />
- Werkgroep scholen/spijbelen (RWO-ARA);<br />
- Netoverschrijdend scholenoverleg (RWO-ARA);<br />
- Raad van bestuur RWO-ARA;<br />
- Stuurgroep Aalsters Sociaal Overleg (ASO);<br />
- Netwerkvorming voor psychosociale preventieadviseurs;<br />
- Welzijnsteam slachtofferbejegening gerechtelijk arrondissement Dendermonde;<br />
- Arrondissementele raad voor slachtofferbejegening Dendermonde;<br />
- Terugkomdagen voor audiovisuele verhoorders van minderjarigen;<br />
- Werkgroep intrafamiliaal geweld gerechtelijk arrondissement Dendermonde;<br />
- Stuurgroep partnergeweld gerechtelijk arrondissement Dendermonde;<br />
- Werkgroep kindermishandeling gerechtelijk arrondissement Dendermonde;<br />
- Alle personeelsleden nemen in de mate van het mogelijke deel aan de werking van het “Regioteam Dender” inzake slachtofferzorg. De<br />
bijeenkomsten hebben tot doel informatie uit te wisselen rond items inzake slachtofferbejegening en te voorzien in opleiding. In 2007<br />
organiseerde het regioteam vorming inzake stalking en partnergeweld voor slachtofferbejegenaars van de regio Dender;<br />
- Welzijnsforum te Aalst en werkgroepen armoede, communicatie en preventie.<br />
Interventie en<br />
algemeen toezicht<br />
- Werkgroep gerechtelijk luik “kennisnet” van het gerechtelijke arrondissement Dendermonde;<br />
- Core-groep trainers HYCAP binnen de provincie Oost-Vlaanderen. Zij nemen in die hoedanigheid meermaals per jaar deel aan de trainingen als<br />
trainer/lesgever;<br />
- Diensthoofd interventie is luchtwaarnemer voor wat betreft eventuele operaties binnen onze politiezone en kan, indien nodig, tevens ingezet<br />
worden voor naburige zones.<br />
Recherche - <strong>Deel</strong>name aan het regio-recherche-overleg (RRO) binnen het gerechtelijk arrondissement Dendermonde regio Dender;<br />
- <strong>Deel</strong>name aan begeleidingscomité van AIK Dendermonde;<br />
- <strong>Deel</strong>name aan projecten van FGP Dendermonde uit het Nationaal Veiligheidsplan (NVP).<br />
22 2. Strategie en beleid | <strong>Lokale</strong> <strong>Politie</strong> Aalst – JAARVERSLAG <strong>2010</strong>
Dienst<br />
Aard van het extern overleg<br />
Handhaving - <strong>Deel</strong>name aan de vergaderingen van de veiligheidscel;<br />
openbare orde - <strong>Deel</strong>name aan de vergaderingen “bestuurlijke politie” binnen de Coördinatie- en SteunDirectie Dendermonde;<br />
- <strong>Deel</strong>name aan de coördinatievergaderingen “nood- en interventieplanning” binnen het arrondissement Dendermonde;<br />
- <strong>Deel</strong>name aan de jaarlijkse vergadering uitgaande van de voetbalcel;<br />
- <strong>Deel</strong>name aan alle vergaderingen naar aanleiding van aanvragen tot organisatie van activiteiten;<br />
- <strong>Deel</strong>name aan de vergaderingen in verband met inzet en verdeling van de leden van het interventiekorps Oost-Vlaanderen.<br />
Verkeersdienst - Punctueel overleg met de dienst Mobiliteit, Openbare Werken, Financiën, feestelijkheden van de stad Aalst;<br />
- Punctueel overleg met Administratie Wegen en Verkeer (AWV);<br />
- Werfvergaderingen n.a.v. wegenwerken;<br />
- Hoorzittingen n.a.v. wegenwerken;<br />
- Werkgroep actieplan verkeer zonaal veiligheidsplan 2009 – 2012;<br />
- Commissie Leefmilieu, Mobiliteit, Patrimonium en Landbouw;<br />
- Stedelijk Overleg Publieke Ruimte (OPR);<br />
- Doorstromingsoverleg van De Lijn;<br />
- Provinciale Commissie voor Verkeersveiligheid (PCV);<br />
- Provinciale Verkeerscommissie;<br />
- Vergaderingen Onderwijsraad;<br />
- Kennisnetwerk Verkeerscoördinatoren;<br />
- Kennisnet Verkeer van het gerechtelijk arrondissement Dendermonde;<br />
- Vergadering verkeersverantwoordelijken parket Dendermonde – Afdeling <strong>Politie</strong>zaken gerechtelijk arrondissement Dendermonde;<br />
- Rapporteringen zonale veiligheidsraad (ZVR);<br />
- Rapporteringen gemeenteraadscommissie Veiligheid;<br />
- <strong>Deel</strong>name aan de besprekingen van de resultaten van de wijkbabbels.<br />
Directie-advies - <strong>Deel</strong>name aan het arrondissementeel overleg niveau A binnen het gerechtelijk arrondissement Dendermonde;<br />
- <strong>Deel</strong>name aan het federaal netwerk communicatoren.<br />
Politionele preventie - De dienst Politionele Preventie werkt nauw samen met de FOD Binnenlandse Zaken – Directie Private Veiligheid en de FOD Binnenlandse Zaken –<br />
Directie Veiligheid en Preventie, met diverse stadsdiensten, met de plaatselijke horeca, met de veiligheidsdiensten van de twee ziekenhuizen;<br />
- Prevnet Binnenlandse Zaken;<br />
- Polnet Private en Bijzondere Veiligheid Binnenlandse Zaken;<br />
- Stedelijk Overleg Publieke Ruimte;<br />
- Provinciale werkgroep technopreventieve adviseurs;<br />
- Lokaal multicultureel overlegplatform;<br />
- Provinciaal Netwerk Ziekenhuiscriminaliteit.<br />
GGPZ - Bij de opleidingen GGPZ wordt samengewerkt met de politiezones Denderleeuw/Haaltert, Erpe-Mere/Lede, Geraardsbergen/Lierde.<br />
Wijkdienst - Platdivers ( platform diversiteit) bestaat uit welzijnsactoren, verenigingen en (stads)diensten die door hun reguliere werking betrokken zijn bij het<br />
integratiebeleid, het buurtbeheer en het jeugdwerk. Doel mensen sensibiliseren en activeren om het intercultureel samenleven te verbeteren;<br />
- Wijkbabbels;<br />
- Informatievergaderingen georganiseerd door de dienst Openbare Werken in het kader van heraanleg wegen en pleinen.<br />
Gerechtelijke<br />
Briefwisseling<br />
- <strong>Deel</strong>name aan werkgroep binnen het gerechtelijk arrondissement Dendermonde inzake verlichting en vereenvoudiging van sommige<br />
administratieve taken van de politie;<br />
- <strong>Deel</strong>name aan alle apo-vergaderingen georganiseerd door de apo-magistraat van Dendermonde;<br />
- Op eigen initiatief deelname met verantwoordelijke Stadsarchief inzake opvolging tot vernietiging van de te bewaren documenten van de lokale<br />
politie.<br />
<strong>Lokale</strong> <strong>Politie</strong> Aalst – JAARVERSLAG <strong>2010</strong> | 2. Strategie en beleid 23
2.7. Protocols of samenwerkingsakkoorden met niet-politionele<br />
partners en derden<br />
2.7.1. Protocol jeugdcriminaliteit afgesloten met alle secundaire en<br />
lagere scholen op het grondgebied Aalst in de loop van 2007 en 2008<br />
In het protocol wordt een partnerschap met de schoolgemeenschappen aangegaan<br />
waarbij de procedures van doorverwijzing en samenwerking rond geweldsdelicten<br />
gepleegd door minderjarigen en spijbelgedrag worden vastgelegd. De sociale<br />
dienst is aangeduid als het aanspreekpunt. Het protocol werd eerst goedgekeurd in<br />
het gemeenschapsonderwijs, later in het vrije onderwijs. Op uitdrukkelijke vraag<br />
van de scholen werden ook de lagere scholen betrokken. Doordat het gemeentelijk<br />
onderwijs, naast een kunstacademie, enkel lagere scholen heeft, is het overleg later<br />
opgestart. Er werd met het departement onderwijs van de stad Aalst<br />
overeengekomen het overleg rond een veilige schoolomgeving te koppelen aan het<br />
lokaal overleg rond het flankerend onderwijsbeleid. Het overleg wordt bij de<br />
aanvang van het nieuwe schooljaar opgestart.<br />
2.7.2. Convenant partnergeweld<br />
Intrafamiliaal geweld is een groot maatschappelijk probleem dat de nodige zorg<br />
behoeft. Partnergeweld, als onderdeel van het fenomeen intrafamiliaal geweld,<br />
verdient specifieke en prioritaire aandacht. In heel wat gezinnen komt fysiek of<br />
seksueel geweld tussen partners voor. Dit laat zijn sporen na, zowel voor de plegers<br />
als voor degenen die het partnergeweld ondergaan. De politiemensen doen in dit<br />
verband aan crisisopvang, maar hun mogelijkheden om het geweld op langere<br />
termijn te doen stoppen of te voorkomen zijn beperkt. In navolging van de<br />
pilootprojecten ‘partnergeweld’ in de politiezones Dendermonde,<br />
Hamme/Waasmunster en Berlare/Zele, is op 1 januari 2008 het project<br />
‘partnergeweld’ in de <strong>Lokale</strong> <strong>Politie</strong> Aalst van start gegaan.<br />
De provincie Oost-Vlaanderen voorziet middelen, zodat in samenwerking met het<br />
Centrum Algemeen Welzijnswerk regio Aalst, vrijwillige hulpverlening aan de<br />
betrokkenen van partnergeweld aangeboden wordt. De algemene doelstelling is<br />
het tegemoetkomen aan de maatschappelijke nood inzake de bestrijding van<br />
partnergeweld, en dit specifiek door vrijwillige hulpverlening aan de betrokkenen<br />
bij partnergeweld in een zo vroeg mogelijk stadium en in de mate van het<br />
mogelijke buitenjustitieel aan te bieden en door de praktijk en het beleid van de<br />
verschillende betrokken actoren structureel hierop af te stemmen. De focus wordt<br />
gelegd op volwassenen die onder één dak samenleven en de intentie hebben om<br />
hun relatie, ondanks het geweld, verder te zetten. De lokale politiezones selecteren<br />
zo snel mogelijk de politie-interventies die vallen onder de noemer ‘opzettelijke<br />
slagen en verwondingen tussen partners en ex-partners’. De politie contacteert de<br />
partners. Indien de partners op het aanbod ingaan, wordt een<br />
hulpverleningsaanbod gedaan. De politie geeft de identiteit van de partners, die<br />
hun toestemming hiertoe verlenen, door aan het Centrum Algemeen Welzijnswerk<br />
regio Aalst (CAWRA). De aanmelding gebeurt met een doorverwijzingsformulier.<br />
In 2008 werd één convenant opgesteld voor de politiezones Aalst, Erpe-Mere/Lede<br />
en Denderleeuw/Haaltert samen. In <strong>2010</strong> werd een apart convenant opgesteld<br />
voor politiezone Aalst. Het convenant werd in september <strong>2010</strong> ondertekend door:<br />
• De <strong>Lokale</strong> <strong>Politie</strong> Aalst;<br />
• Parket van de procureur des Konings te Dendermonde;<br />
• Het justitiehuis te Dendermonde;<br />
• Het centrum algemeen welzijnswerk regio Aalst;<br />
• Het centrum algemeen welzijnswerk ’t Dak-Teledienst-slachtofferhulp;<br />
• Het centrum geestelijke gezondheidszorg Zuid-Oost-Vlaanderen;<br />
• Slachtofferhulp;<br />
• De provincie Oost-Vlaanderen.<br />
De uitvoering van het protocol kende een zeer groot succes. De uitbreiding van de<br />
hulpverleningscapaciteit met één medewerker voor de ganse provincie was<br />
noodzakelijk voor de verdere efficiënte aanpak van partnergeweld. Aan het<br />
stadsbestuur werd daarom een co-financiering van het project gevraagd. Wie cofinanciert<br />
krijgt voorrang op de gemeenten die niet meebetalen. Het stadsbestuur<br />
betaalde een extra bijdrage van 4 046,73 EUR.<br />
2.7.3. Samenwerkingsprotocol PRORELA (project relatieproblemen)<br />
Het project beoogt de inschakeling van de vrederechter als bemiddelaar wanneer<br />
meerderjarige personen een geschil hebben dat aanleiding gaf tot of het gevolg is<br />
van een misdrijf. Hierbij wordt vooral gedacht aan misdrijven van relationele aard<br />
(bv. binnen het gezin, buurt, appartementsgebouw of op het werk) en misdrijven<br />
met beperkte maatschappelijke impact waarvan het slachtoffer enkel herstel<br />
nastreeft van de veroorzaakte schade of het leed. De door de vrederechter<br />
georganiseerde verzoening streeft een definitieve en integrale regeling na van o.m.<br />
het geschil dat oorzaak is van het misdrijf of van de door het misdrijf aangerichte<br />
schade. Deze regeling wordt vastgesteld in een proces-verbaal van minnelijke<br />
24 2. Strategie en beleid | <strong>Lokale</strong> <strong>Politie</strong> Aalst – JAARVERSLAG <strong>2010</strong>
schikking met kracht van dading en waarvan de uitgifte wordt voorzien van het<br />
formulier van tenuitvoerlegging (inschakeling deurwaarder).<br />
De politiedienst stelt de klager in kennis van de mogelijkheid het geschil te<br />
onderwerpen aan de bemiddeling van de vrederechter. Na akkoord vult de klager<br />
een standaardformulier in waarin hij zijn toestemming uitdrukt. Dit formulier<br />
wordt overgemaakt aan het vredegerecht, waarna de griffier betrokkenen<br />
uitnodigt. De vrederechter ontvangt de partijen en gaat over tot bemiddeling en/of<br />
verzoening. Het akkoord tussen partijen wordt neergeschreven door de griffier in<br />
een proces-verbaal. De politiedienst wordt vervolgens ingelicht of al dan niet een<br />
regeling is getroffen, waarna ze haar dossier afsluit en overmaakt aan het parket.<br />
Het parket behoudt haar discretionaire bevoegdheid inzake vervolging. De <strong>Lokale</strong><br />
<strong>Politie</strong> Aalst heeft deze goede praktijk overgenomen van de politiezone HEKLA,<br />
mits een paar kleine aanpassingen. Project Prorela ging op 1 mei 2008 van start in<br />
Aalst. Het samenwerkingsprotocol werd op 24 april 2008 ondertekend tussen:<br />
• Het parket van de procureur des Konings te Dendermonde,<br />
vertegenwoordigd door de heer Christian Du Four, procureur des Konings;<br />
• Het vredegerecht van het 1 ste kanton van Aalst vertegenwoordigd door<br />
mevrouw Rita Van Malderen, vrederechter;<br />
• Het vredegerecht van het 2 de kanton van Aalst, vertegenwoordigd door de<br />
heer Lieven Schotsaert, vrederechter;<br />
• De <strong>Lokale</strong> <strong>Politie</strong> Aalst, vertegenwoordigd door de heer Denis Bergmans,<br />
korpschef.<br />
2.7.4. Protocol inzake de samenwerking tussen de politie en de<br />
gerechtsdeurwaarders werkzaam binnen het gerechtelijk<br />
arrondissement Dendermonde<br />
Naar aanleiding van de inwerkingtreding van de richtlijn van 1 december 2006 tot<br />
het verlichten en vereenvoudigen van sommige administratieve taken van de<br />
lokale politie (B.S. 29-12-2006) en het kaderprotocol dat door de minister van<br />
Binnenlandse Zaken, de minister van Justitie en de voorzitter van de Nationale<br />
Kamer van Gerechtsdeurwaarders op 4 april 2007 werd ondertekend, heeft de<br />
procureur des Konings te Dendermonde het initiatief genomen om de werkgroep<br />
oneigenlijke en efficiënte politietaken een protocol te laten voorbereiden over de<br />
samenwerking tussen de politiediensten en de gerechtsdeurwaarders in het<br />
gerechtelijk arrondissement Dendermonde. Dit protocol is voornamelijk opgesteld<br />
om de werkafspraken tussen de lokale politie en de gerechtsdeurwaarders te<br />
optimaliseren maar is eveneens van toepassing op de federale politie. Er werd<br />
gestreefd naar een win-win situatie en een goed doordachte samenwerking, met<br />
wederzijds respect voor het parket, de gerechtsdeurwaarders en de politie.<br />
Dit protocol werd ondertekend door:<br />
• De heer procureur des Konings van het gerechtelijk arrondissement<br />
Dendermonde;<br />
• De bestuurlijk directeur-coördinator van de Coördinatie- en SteunDirectie<br />
Dendermonde die een kopie van het protocol zal overmaken aan de andere<br />
eerstelijnspolitiediensten van de federale politie die werkzaam kunnen zijn<br />
binnen het gerechtelijk arrondissement Dendermonde (o.a. AIK, SPN, SPC,<br />
DAH);<br />
• De gerechtelijk directeur van de Federale Gerechtelijke <strong>Politie</strong><br />
Dendermonde;<br />
• De korpschefs van de lokale politie van het gerechtelijk arrondissement<br />
Dendermonde die dit protocol voor uitvoering verspreiden aan alle<br />
bevoegde diensten binnen hun politiezone;<br />
• De syndicus van de gerechtsdeurwaarders binnen de arrondissementskamer<br />
van Dendermonde, die dit protocol ter kennis brengt aan alle<br />
gerechtsdeurwaarders binnen zijn ambtsgebied;<br />
• De heer Lode Haspeslagh, secretaris van de gerechtsdeurwaarders.<br />
Dit protocol is vanaf 1 april 2008 in werking. Er zal door het parket en de werkgroep<br />
aandacht blijven besteed worden aan de samenwerking tussen de<br />
gerechtsdeurwaarders en de politie binnen het gerechtelijk arrondissement<br />
Dendermonde. Dit protocol zal dan ook regelmatig worden geëvalueerd en<br />
aangepast.<br />
2.7.5. Provinciaal samenwerkingsakkoord tussen De Lijn Oost-<br />
Vlaanderen en de geïntegreerde politie gestructureerd op twee<br />
niveaus in Oost-Vlaanderen betreffende het project “Veilig op weg”<br />
in het openbaar vervoer<br />
Deze provinciale overeenkomst wordt opgesteld in navolging van het protocol van<br />
17 juli 2006 tussen de federale minister van Binnenlandse Zaken en de Vlaamse<br />
minister voor Mobiliteit, Sociale Economie en Gelijke Kansen betreffende het<br />
project “Veilig op weg” in het openbaar vervoer. Dit provinciaal<br />
samenwerkingsakkoord beoogt het overleg en de samenwerking met betrekking<br />
tot de domeinen veiligheid en verkeer tussen De Lijn Oost-Vlaanderen en de<br />
politiediensten in de provincie Oost-Vlaanderen. Het Nationaal Veiligheidsplan<br />
2004 – 2007, goedgekeurd door de ministerraad op 30 maart 2004, bepaalt in deel<br />
<strong>Lokale</strong> <strong>Politie</strong> Aalst – JAARVERSLAG <strong>2010</strong> | 2. Strategie en beleid 25
I punt 4.2.4 het principe van partnerschap ten aanzien van de veiligheid in het<br />
domein van het openbaar vervoer.<br />
Naast de overlast, heeft ook de veiligheid in het domein van het openbaar vervoer<br />
een sterke invloed op het onveiligheidsgevoel. Potentiële gebruikers van het<br />
openbaar vervoer mogen niet afgeschrikt worden door onveiligheid in dit domein.<br />
Alle betrokken actoren zullen daarvoor moeten samenwerken en hun bijdrage<br />
afstemmen op basis van het principe van het partnerschap.<br />
De Lijn Oost-Vlaanderen en de politiediensten van de provincie Oost-Vlaanderen<br />
werken op basis van het hoger vermelde principe van partnerschap aan de<br />
uitvoering van de diverse bepalingen van dit provinciaal samenwerkingsakkoord.<br />
De samenwerking heeft tot doel:<br />
• De veiligheid van zowel de reizigers als het personeel te verzekeren;<br />
• De kwaliteit en efficiëntie van de dienstverlening van het openbaar vervoer<br />
te verhogen;<br />
• Een betere informatie-uitwisseling te organiseren;<br />
• Bij probleemmomenten gezamenlijke acties te coördineren.<br />
Deze samenwerking wordt in overleg met de lokale politiezones<br />
geconcretiseerd.<br />
Dit protocol werd ondertekend door:<br />
• De Lijn Oost-Vlaanderen, vertegenwoordigd door Juliaan Bellekens,<br />
waarnemend directeur De Lijn Oost-Vlaanderen;<br />
• De geïntegreerde politie gestructureerd op twee niveaus in de Provincie<br />
Oost-Vlaanderen, vertegenwoordigd door Peter De Wolf, directeurcoördinator<br />
voor het gerechtelijk arrondissement Gent;<br />
• Rudi Vervaet, directeur-coördinator voor het gerechtelijk arrondissement<br />
Dendermonde;<br />
• Christiaan Drieskens, directeur-coördinator voor het gerechtelijk<br />
arrondissement Oudenaarde.<br />
Dit samenwerkingsakkoord kent uitvoering vanaf 1 oktober 2007 en wordt<br />
namens het Provinciaal Veiligheidsoverleg bekrachtigd door de heer André Denys,<br />
gouverneur van de Provincie Oost-Vlaanderen.<br />
2.7.6. Convenant integrale veiligheid (DEWACO)<br />
In de site “Ten Rozen” in Aalst wordt een gemeenschapsgericht project uitgewerkt<br />
voor de aanpak van criminaliteit, overlast en onveiligheid. De site betreft een<br />
sociale woonwijk, type middelhoogbouw, die de maatschappelijke complexiteit<br />
van vandaag weerspiegelt. De aanpak is gestoeld op een hechte samenhang tussen<br />
de concrete behoeften van wijkbewoners aan veiligheid en de aanpak van de<br />
meest acute problemen, door alle partijen die bij de beheersing en/of de oplossing<br />
ervan een meerwaarde kunnen bieden.<br />
Het gaat eigenlijk over een integrale en geïntegreerde aanpak van veiligheids- en<br />
leefbaarheidsproblemen. Om de uitvoering van het geïntegreerde actieplan te<br />
garanderen werd een samenwerkingsconvenant opgesteld tussen het college van<br />
burgemeester en schepenen, de huisvestingsmaatschappij DEWACO en de <strong>Lokale</strong><br />
<strong>Politie</strong> Aalst.<br />
2.7.7. Protocol rond “Excellente <strong>Politie</strong>zorg”<br />
De politiezones Aalst, Erpe-Mere/Lede en Denderleeuw/Haaltert hebben in 2009<br />
een protocol ondertekend rond “Excellente <strong>Politie</strong>zorg”. Dit gebeurde door de<br />
burgemeesters van de vijf gemeenten en de drie korpschefs. Het protocol maakt<br />
werk van een doorgedreven gemeenschapsgerichte politiezorg en is gebaseerd op<br />
de pijlers van community policing, informatiegestuurde politiezorg (goede<br />
samenwerking tussen alle partners) en een optimale bedrijfsvoering. Binnen dit<br />
protocol werken de trainers gemeenschapsgerichte politiezorg van de drie<br />
politiezones nauw samen in de voorbereiding en uitvoering van de<br />
opleidingsmodules: “teamwork” en “omgaan met mensen”. De trainers geven ook<br />
de opleidingsdagen in de drie politiezones.<br />
2.7.8. Intentieverklaring stationsomgeving Aalst<br />
De sociale veiligheidsproblematiek in en rond het station te Aalst is een<br />
bekommernis van verschillende partners. Om via een samenwerkingsverband aan<br />
de veiligheid en de veiligheidsgevoelens te kunnen werken, werd in september<br />
2009 een intentieverklaring ondertekend door de burgemeester van de Stad Aalst,<br />
de procureur des Konings te Dendermonde, de korpschef van de <strong>Lokale</strong> <strong>Politie</strong><br />
Aalst, de directeur-coördinator van de Coördinatie- en SteunDirectie<br />
Dendermonde, de dienstchef van de NMBS-Holding en de directeur van de De Lijn<br />
Oost-Vlaanderen. Er zal gestreefd worden de criminaliteit en overlast op een<br />
geïntegreerde en integrale wijze aan te pakken.<br />
De voorbereidende stap was het ondertekenen van de intentieverklaring door alle<br />
partners. De verdere procedure kent meerdere fases. De eerste fase omvat de<br />
informatie-uitwisseling. De volgende fase behelst de analyse van de gegevens.<br />
Naast de bestaande objectieve cijfers zal voor het bekomen van subjectieve<br />
gegevens, een bevraging worden georganiseerd (april <strong>2010</strong>) in de stationsbuurt in<br />
Aalst. Op deze wijze worden naast de pendelaars ook omwonenden en handelaars<br />
bij de beeldvorming betrokken. Na de analyse volgt in de derde fase (najaar <strong>2010</strong>)<br />
een actieplan met een aantal concrete maatregelen.De intentieverklaring loopt tot<br />
26 2. Strategie en beleid | <strong>Lokale</strong> <strong>Politie</strong> Aalst – JAARVERSLAG <strong>2010</strong>
2012 waarop een globale evaluatie volgt met mogelijkheid tot verderzetting van<br />
de samenwerking.<br />
Het spreekt voor zich dat een samenwerking waarbij de verschillende partners elk<br />
hun inbreng hebben, zal bijdragen tot een duurzamere veiligheid in en rond de<br />
stationsbuurt.<br />
<strong>Lokale</strong> <strong>Politie</strong> Aalst – JAARVERSLAG <strong>2010</strong> | 2. Strategie en beleid 27
3. MANAGEMENT VAN MEDEWERKERS<br />
De manier waarop de organisatie haar medewerkers inzet,<br />
stimuleert en waardeert om haar strategie en<br />
beleidsdoelstellingen te realiseren en bij te stellen.<br />
Medewerkers zijn er voor de organisatie, maar de organisatie is er<br />
ook voor de medewerkers.<br />
3.1. Human resources management<br />
3.1.1. Inventariseren kennis en vaardigheden personeel:<br />
kennismanagement<br />
De maatschappelijke context verandert voortdurend. Nieuwe technologieën doen<br />
hun intrede, de maatschappelijke complexiteit evolueert, mensen worden<br />
mondiger,... Deze factoren hebben een impact op de veiligheidsbeleving van de<br />
modale burger in onze stad. Om hierop te kunnen inspelen, is het noodzakelijk dat<br />
een eigentijds politiekorps nieuwe strategieën en middelen inzet.<br />
Kennismanagement maakt deel uit van deze aanpassing. Het is een<br />
managementfunctie binnen het korps waarbij het doelbewust ontwikkelen van<br />
competenties centraal staat. Dit betreft niet louter theoretische kennisoverdracht,<br />
maar vooral de overdracht van vaardigheden en attitudes conform de<br />
bedrijfsfilosofie van de politie.<br />
Kennis wordt een steeds belangrijkere factor die het kunnen omgaan met de snel<br />
veranderende context mogelijk moet maken. Het gebeurt via leerprocessen. De<br />
essentie van het geheel ligt in het organiseren van processen waarin:<br />
• Nieuwe kennis wordt ontwikkeld vertrekkende vanuit de evaluatie van de<br />
beschikbare kennis;<br />
• Kennis wordt gedeeld zodat ze terecht komt bij diegenen die erover<br />
moeten beschikken;<br />
• Kennis wordt toegankelijk gemaakt voor iedereen binnen het korps;<br />
• Evaluatie van de resultaten wordt uitgevoerd.<br />
Het korps heeft geïnvesteerd in een opleidingsverantwoordelijke die vanaf 2008<br />
kennismanagement zal ontwikkelen en inbedden in een Vorming, Training en<br />
Opleidingsbeleid en -reglement (VTO).<br />
3.1.2. Klachtenmanagement<br />
Klachten zijn kansen die zich aandienen om de relaties met de bevolking te<br />
verbeteren, te versterken en om de prestaties over de gehele lijn te verbeteren.<br />
Klachten moeten gezien worden als opportuniteiten om het politiepersoneel<br />
steeds weer te confronteren met de doelstellingen en de waarden die het<br />
politiekorps bepaald heeft. Een klacht raakt niet alleen de individuele politiemens<br />
die rechtstreeks bij het probleem betrokken is, ze raakt eveneens aan het imago<br />
van de organisatie, dus aan iedereen!<br />
Onze bedrijfscultuur is er één van continu willen verbeteren, open staan voor<br />
kritiek en transparantie. Hiervoor is een performancecultuur nodig waarbij burgers<br />
en medewerkers permanent aangesproken worden om de prestaties op het gebied<br />
van klachtenmanagement te optimaliseren. Omdat klachten verbeterkansen zijn,<br />
proberen we de processen rond klachtenmanagement als verbeterprocessen in te<br />
richten. De cyclus luisteren, registreren, oplossen, analyseren en verbeteren stellen<br />
we hierin centraal.<br />
3.1.3. Onthaal nieuwe medewerkers<br />
Onze organisatie vindt het zeer belangrijk om de nieuwe medewerkers op een<br />
gepaste manier te onthalen op hun nieuwe werkplek. De eerste indruk is zeer<br />
belangrijk en die moet ook goed zijn.<br />
Per referentieperiode wordt een vierdaags onthaal georganiseerd. Tijdens deze<br />
introductiedagen komen alle aspecten, nodig om op korte tijd goed geïnformeerd<br />
te zijn over de organisatie en de werking van de <strong>Lokale</strong> <strong>Politie</strong> Aalst, aan bod. De<br />
dienst HRM verwittigt via de mailgroep “nieuwpersoneel” een vast groepje<br />
personeelsleden dat binnen vier weken nieuwe collega’s bij de <strong>Lokale</strong> <strong>Politie</strong> Aalst<br />
tewerkgesteld zullen worden. Drie weken voor de aankomst van de nieuwe<br />
medewerkers wordt de definitieve agenda van de onthaal-vierdaagse vastgelegd.<br />
Er moet immers rekening gehouden worden met de beschikbaarheid van de<br />
schietstand en de briefingzaal én met de afwezigheid van bepaalde lesgevers. Zo<br />
kan het gebeuren dat dag 1, 2 en 4 van plaats wisselen. De planning van de<br />
tijdstippen waarop iemand een uiteenzetting geeft, blijft echter behouden. De<br />
nieuwe onthaalprocedure is van start gegaan op 1 januari 2009.<br />
28 3. Management van medewerkers | <strong>Lokale</strong> <strong>Politie</strong> Aalst – JAARVERSLAG <strong>2010</strong>
Dag<br />
Dag 1<br />
Voormiddag<br />
Dag 1<br />
Namiddag<br />
Inhoud<br />
- Formaliteiten vervullen bij HRM, Telematica, Dienstplanning;<br />
- Presentatie van het korps via een powerpoint presentatie;<br />
- Overlopen onthaal brochure.<br />
- Ophalen van materiaal, o.a. operationeel materiaal bij de<br />
diensten Facilitair Management en Logistiek;<br />
- Rondleiding in het gebouw met bezoek verschillende<br />
diensten, cellencomplex, schietstand, …<br />
Dag 2 - Schietonderricht.<br />
Dag 3<br />
Voormiddag<br />
Dag 3<br />
Namiddag<br />
Dag 4<br />
Voormiddag<br />
Dag 4<br />
Namiddag<br />
- Presentatie van het jaarverslag en het lopend zonaal<br />
veiligheidsplan;<br />
- De werking van de wijkdienst en de lopende projecten.<br />
- Het heropfrissen van de vijf pijlers van de<br />
gemeenschapsgerichte politiezorg en de werkwijze waarop ze<br />
bij de <strong>Lokale</strong> <strong>Politie</strong> Aalst geïntroduceerd worden;<br />
- Het gebruik van de Astrid-radioposten en de toepassingen van<br />
het personeelsregistratiesysteem GET;<br />
- Het intranetsysteem, Info5440 en de korpskrant 5440 wordt<br />
toegelicht.<br />
- De dienst APO en de diensten Gerechtelijke Briefwisseling en<br />
Functioneel Beheer geven informatie;<br />
- Aan de nieuwe collega’s wordt de werking van de fototheek<br />
en livescan uitgelegd.<br />
- De preventieadviseur geeft alle nuttige informatie i.v.m het<br />
welzijn op het werk.<br />
Dag 5 - Eigen dienst.<br />
3.2. Organisatie van de recrutering en aanwerving<br />
3.2.1. Aanwerving van personeelsleden<br />
Om de getalsterkte op peil te houden, wordt voortdurend gewaakt over en<br />
geanticipeerd op het vertrek van personeelsleden. Voor het aanwerven van nieuwe<br />
operationele personeelsleden wordt beroep gedaan op het systeem van de<br />
mobiliteit. Voor de aanwerving van CALog-personeelsleden wordt de wettelijk<br />
voorziene procedure gevolgd: er wordt beroep gedaan op respectievelijk de<br />
mobiliteit, de statutaire reserve en de contractuele aanwerving.<br />
3.2.2. Publicatie van vacatures<br />
Voor elke vacature wordt een functiebeschrijving opgemaakt waarin zo<br />
nauwkeurig mogelijk de inhoud van de functie wordt uitgeschreven. Deze<br />
functiebeschrijving wordt dan gepubliceerd in de mobiliteitscyclus.<br />
In 2008 werden binnen de geïntegreerde politie drie mobiliteitscycli gepubliceerd.<br />
Een mobiliteitscyclus bevat alle betrekkingen die op dat ogenblik binnen de<br />
geïntegreerde politie vacant zijn. <strong>Politie</strong>personeelsleden kunnen zich, voor zover zij<br />
voldoen aan de gestelde voorwaarden en slagen in een selectieprocedure,<br />
kandidaat stellen voor de gepubliceerde vacatures en zo mobiliteit maken naar een<br />
andere politiezone, directie of dienst. Voor CALog-vacatures wordt, bij ontstentenis<br />
van kandidaten via de mobiliteit, een publicatie voorzien op de website<br />
www.jobpol.be.<br />
3.2.3. Plaatselijke selectiecommissies<br />
Binnen de <strong>Lokale</strong> <strong>Politie</strong> Aalst worden alle kandidaten voor een vacature<br />
geïnterviewd door een selectiecommissie ad hoc. Op basis van het verslag van de<br />
selectiecommissie wijst de gemeenteraad de nieuwe personeelsleden aan voor het<br />
opvullen van de vacatures. Het principe van de selectiecommissies wordt ook<br />
toegepast bij kandidaten voor een interne verschuiving.<br />
3.2.4. Calogisering<br />
Overeenkomstig artikel 1 van de wet op het politieambt, vervult een<br />
politieambtenaar elke juridische of materiële uitvoerbare handeling van bestuurlijk<br />
of gerechtelijke politie. Artikel 25, eerste lid, van voormelde wet bepaalt verder dat<br />
de politieambtenaren en agenten van politie niet kunnen belast worden met<br />
andere administratieve taken dan die, die hen uitdrukkelijk worden opgedragen<br />
door of krachtens de wet. Het tweede lid van voornoemd artikel stelt dat, in<br />
afwijking van het eerste lid, het aan de ministers van Binnenlandse Zaken en van<br />
Justitie toekomt om de administratieve taken vast te leggen ten aanzien waarvan<br />
de uitoefening vereist is voor het volbrengen ervan. Aan de uitvoering hiervan<br />
werd reeds voldaan door de omzendbrief van 16 februari 1999, gepubliceerd in het<br />
Belgisch Staatsblad op 14 april 1999. Deze omzendbrief zorgde op bepaalde<br />
punten voor interpretatieproblemen en de WGP (Wet tot organisatie van een<br />
geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus) noopte actualisering<br />
van deze omzendbrief. Als overgangsmaatregel werden akkoorden tussen<br />
korpschefs en burgemeesters afgesloten.<br />
In de richtlijn van 1 december 2006 tot het verlichten en vereenvoudigen van<br />
sommige administratieve taken van de lokale politie, uitgevaardigd door de<br />
<strong>Lokale</strong> <strong>Politie</strong> Aalst – JAARVERSLAG <strong>2010</strong> | 3. Management van medewerkers 29
Federale Overheidsdienst Binnenlandse zaken en de Federale Overheidsdienst<br />
Justitie (gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad op 29 december 2006) worden vier<br />
mogelijkheden (cfr. Infra) voorgesteld voor een grotere beschikbaarheid van de<br />
politiecapaciteit door onder andere het verminderen van het aantal<br />
administratieve taken.<br />
De <strong>Lokale</strong> <strong>Politie</strong> Aalst werkte in 2007 een concreet stappenplan uit, waarin de<br />
huidige situatie werd geanalyseerd en doelstellingen werden geformuleerd in de<br />
geest van de voornoemde richtlijn.<br />
1. Doorgedreven CALogisering<br />
De operationele personeelsleden die administratieve taken uitvoeren<br />
(secretariaatstaken inherent aan de organisatie van de politie, ICT en logistiek<br />
beheer, personeelsbeheer, budget en financiën) en tussen 1 januari 2007 en 31<br />
december <strong>2010</strong> met pensioen gaan, zullen systematisch vervangen worden door<br />
een CALog-personeelslid tenzij er redenen voor zijn om dit niet te doen. De<br />
operationele personeelsleden die in die periode niet met pensioen gaan, zullen<br />
aangespoord worden ‘mobiliteit’ aan te vragen naar een andere operationele<br />
functie binnen de politiezone.<br />
In het korps worden acht operationele personeelsleden in de toekomst<br />
operationele taken toevertrouwd, meer bepaald gemeenschapsgerichte<br />
politietaken. Hun vroegere taken zullen uitgevoerd worden door CALogpersoneelsleden.<br />
Concreet wil dit zeggen dat het contingent CALogpersoneelsleden<br />
41 zal bedragen tegenover een maximale aanwezigheid van 232<br />
operationele personeelsleden in het voorziene kader. Dit is een percentage van<br />
17,2 %.<br />
2. Rationalisering wettelijke opdrachten<br />
(overgeheveld naar de gemeentelijke overheid)<br />
• Verloren en gevonden voorwerpen;<br />
• Bezetting van de openbare weg en het opmaken van bestuurlijke<br />
reglementen, verordeningen en besluiten. De politie zal zich in de<br />
toekomst beperken tot:<br />
o Het geven van technisch advies in het kader van evenementen<br />
gepland op de openbare weg;<br />
o Het geven van technisch advies en toezicht op de naleving van de<br />
politieverordeningen, reglementen en besluiten inzake private<br />
bezetting van de openbare weg.<br />
• Gemeentelijk strafregister, enkel in geval van een getuigschrift model 2<br />
zal de politie een gemotiveerd advies toevoegen.<br />
3. Afspraken met andere actoren<br />
Binnen de gerechtelijke en bestuurlijke zuilen in ons land, zoals de magistratuur,<br />
gerechtsdeurwaarders en administratieve overheden;<br />
• Het afgesproken kaderprotocol inzake samenwerking met<br />
gerechtsdeurwaarders zal integraal worden toegepast;<br />
• De gerechtelijke overheden ontlasten, indien mogelijk, de politiediensten<br />
door:<br />
o Systematisch zelf gebruik te maken van informaticamiddelen;<br />
o Vragen tot inlichtingen rechtstreeks aan betrokkenen te richten;<br />
o Buiten bijzondere omstandigheden wordt de kennisgeving van de<br />
gerechtelijke stukken per post gedaan, in het kader van controle<br />
van adressen zullen de gerechtelijke overheden eerst zelf het<br />
rijksregister raadplegen.<br />
Hiervoor werd in november 2007 een protocol afgesloten met het parket<br />
Dendermonde. In maart <strong>2010</strong> werd de werkgroep “ oneigenlijke en inefficiënte<br />
politietaken” opnieuw opgestart. Intussen werden de uitvoerende<br />
politieambtenaren steeds meer geconfronteerd met administratieve<br />
ambtsplichten inzake verkeer en gerechtelijke feiten. Het aangepaste protocol<br />
werd in december <strong>2010</strong> ondertekend.<br />
4. Oneigenlijke politietaken uitbesteden aan externe partners<br />
(overgeheveld naar gemeentelijke overheid).<br />
• Planton op het stadhuis;<br />
• Wettiging van de handtekening, eensluidend verklaring van een kopie<br />
(met uitzondering van processen-verbaal), het afleveren van<br />
bewonerskaarten, parkeerkaarten, doorgangsbewijzen en magnetische<br />
kaarten;<br />
• Reactie op het vrij rondlopen van verwaarloosde of gevaarlijke dieren<br />
(behalve wanneer de politie met het oog op grotere efficiëntie beslist om<br />
zelf dieren op te vangen);<br />
• Administratie met betrekking tot het openen van een slijterij;<br />
• Betekenen van onbewoonbaarverklaringen; akten inzake de uitvoering<br />
van werken aan eigendommen.<br />
In de toekomst zullen een aantal taken moeten uitgevoerd worden door de<br />
gemeentelijke overheid; dit ten belope van 9.388 mensuren.<br />
30 3. Management van medewerkers | <strong>Lokale</strong> <strong>Politie</strong> Aalst – JAARVERSLAG <strong>2010</strong>
3.3. Organisatie van de vorming, training en opleiding (VTO)<br />
3.3.1. Strategisch inbedding van VTO in ons korps<br />
Een “lerende organisatie” kenmerkt zich door voortdurende inspanningen om<br />
voorbereid te zijn op de uitdagingen van morgen. In die context speelt VTO een<br />
onophoudelijke en constante rol in de begeleiding van het personeel bij het<br />
ontwikkelen van competenties die nuttig zijn voor de ontwikkeling van de<br />
organisatie en de realisering van onze missie.<br />
Het Nationaal VeiligheidsPlan 2008-2011 speelt hierop in door de nadruk te leggen<br />
op het proces “opleiding en competentiemanagement”. Om de kwaliteit van de<br />
opleiding te verhogen, wordt er niet langer in termen van activiteiten, maar in<br />
termen van processen gesproken. Het geïntegreerde opleidingsplan van de<br />
federale politie is logischerwijze gebaseerd op dit referentiekader.<br />
Ook in het zonaal veiligheidsplan van de <strong>Lokale</strong> <strong>Politie</strong> Aalst is vorming, training en<br />
opleiding een prioriteit. We willen ons beleid consequent afstemmen op deze<br />
evolutie en VTO in een ruimere context van een excellente politiezorg zien.<br />
Wij beschouwen het VTO-beleid, afgestemd op de strategie en het<br />
personeelsbeleid, als de hefboom voor de organisatieontwikkeling. Als ambitieuze<br />
politiedienst willen we groeien van een hoofdzakelijk ‘administratief’ VTO-beleid<br />
naar een meer reactief én proactief VTO-beleid waarin VTO gehanteerd wordt als<br />
een tool om de huidige en te verwachten veranderprocessen te ondersteunen. Dus<br />
niet alleen reageren op gesignaleerde VTO-noden of ervaren competentietekorten<br />
van medewerkers (reactief), ook diepgaand en toekomstgericht kijken naar<br />
competenties waarover medewerkers en de organisatie als geheel moeten<br />
beschikken (pro-actief).<br />
Dit houdt in dat we het VTO-beleid integreren in de andere beleidsdomeinen: We<br />
vragen ons steeds af wat bepaalde beslissingen, veranderingen, doelstellingen van<br />
het zonaal veiligheidsplan, personeelsbeleid, strategie, financieel beleid,<br />
kwaliteitsbeleid en indicaties uit klachtenmanagement kunnen betekenen voor het<br />
geheel van vorming, training en opleiding en hanteren dit als instrument om deze<br />
voorstellen, beslissingen, veranderingen,… te ondersteunen.<br />
Hoe dan ook moet er ruimte blijven voor ad hoc inspelen op een bepaald aanbod.<br />
Studiedagen, cursussen, seminaries… kunnen ook stimuli zijn voor vernieuwing. In<br />
bepaalde gevallen zullen ze zelfs noodzakelijk zijn voor het opvolgen van nieuwe<br />
(onvoorziene) ontwikkelingen.<br />
• zowel het individuele imago als het imago van de organisatie verhogen,<br />
• zo efficiënt en effectief mogelijk omgaan met de financiële middelen en<br />
tijdsinvesteringen die de VTO-activiteiten vergen,<br />
• succesvolle VTO-processen borgen in de organisatie.<br />
3.3.3. Doelstellingen<br />
• individuele competenties ontwikkelen met het oog op een hoger<br />
motivatie – en tevredenheidsniveau van de medewerkers;<br />
• de principes van de excellente politiezorg in de reguliere politietaken<br />
integreren in functie van het leveren van een optimale kwalitatieve<br />
dienstverlening;<br />
• klachtenmanagement en ‘beloningsmanagement’ inbedden in het<br />
kwaliteitsdenken: klachten worden gezien als de reactie van de burger<br />
over een mogelijk kwaliteitsprobleem en als een indicatie om<br />
kwaliteitsverbetering te realiseren. Een passende VTO-activiteit kan<br />
tegemoet komen aan het probleem. Initiatieven, die door de burger of de<br />
organisatie gewaardeerd worden (felicitaties), omzetten in good practices<br />
en in de functionaliteit of breder – de organisatie – borgen;<br />
• de bestaande afspraken rond vorming, training en opleiding<br />
verduidelijken en inzichtelijk maken voor alle medewerkers;<br />
• VTO resultaatgericht uitbouwen en efficiënt organiseren: het beleidsplan<br />
moet de directie in staat stellen om na te gaan of het budget en de<br />
capaciteit die aan VTO worden gespendeerd, rendabel zijn. Wij moeten<br />
kunnen nagaan of de beoogde effecten bereikt zijn en tegen welke prijs;<br />
• VTO-beleid te integreren binnen het algemene beleid.<br />
3.3.2. Het belang en de doelstellingen van VTO<br />
• de kwaliteit van de interne en externe dienstverlening verhogen,<br />
<strong>Lokale</strong> <strong>Politie</strong> Aalst – JAARVERSLAG <strong>2010</strong> | 3. Management van medewerkers 31
• Opvolging van cursisten: geven van informatie over de inhoud van de<br />
cursus, afnemen van een test, het evaluatieformulier en het afgeleverde<br />
attest;<br />
• De geïntegreerde werking tussen federaal en lokaal niveau: doorstroming<br />
nieuwe regelgeving , procedures, …;<br />
• Transparantie: werking van OPAC , Raad van Bestuur, Begeleidingsgroep;<br />
• Infrastructuur;<br />
• De financiële bijdrage van de zones aan de werking van OPAC.<br />
3.3.5. Opleidingen geweldbeheersing<br />
Inleiding<br />
3.3.4. Aanbod vormingen en opleidingen<br />
Masterplan Oost-Vlaamse <strong>Politie</strong>academie (OPAC)<br />
Er werd een afsprakencharter gemaakt tussen OPAC en de politiezones van Oost-<br />
Vlaanderen voor de periode 2007-2012. Het plan is opgemaakt door de<br />
begeleidingsgroep OPAC waarin de arrondissementscommissaris, de directeur<br />
OPAC, tien korpschefs en drie DirCo’s zetelen, en heeft als doel het bevorderen van<br />
de band tussen de politieacademie en de politiezones en het optimaliseren van het<br />
functioneren van OPAC.<br />
Het charter bepaalt de strategische keuzes en de financiële bijdrage en gaat over:<br />
• Het afstemmen van het opleidingsaanbod aan de behoeftes van de zones<br />
(bevraging en navorming);<br />
• Kwaliteitsvolle opleidingen en competente docenten (vaste docenten en<br />
gastdocenten) en kwaliteitsbewaking;<br />
• Decentralisatie; voortgezette opleidingen in de zone en een aanbod op de<br />
campus zelf;<br />
• De problematiek van de interne werking van OPAC: nood aan<br />
systeembeheer, kwaliteitsbewaking en communicatie;<br />
De omzendbrief GPI 48 van 17 maart 2006 legt aan de operationele politieleden<br />
een aantal normen op inzake de vorming en training in geweldsbeheersing.<br />
De geweldsbeheersing werd onderverdeeld in vier domeinen:<br />
• Wetgeving, deontologie en psychosociale vaardigheden;<br />
• De fysieke vaardigheden inzake dwang zonder vuurwapen;<br />
• De fysieke vaardigheden inzake dwang met vuurwapen;<br />
• De politionele interventietactieken.<br />
Deze domeinen komen terug in zowel de opleiding als de trainingen van het<br />
personeel.<br />
De opleiding laat het verwerven van vaardigheden toe. De trainingen onderhouden<br />
en verbeteren deze.<br />
Organisatie<br />
De <strong>Lokale</strong> <strong>Politie</strong> Aalst beschikt over vier monitoren voor geweldsbeheersing<br />
zonder vuurwapen en elf monitoren voor geweldsbeheersing met vuurwapen.<br />
Twee monitoren zijn voor beide domeinen gebrevetteerd. Alle monitoren geven<br />
ook onderricht in de politionele interventietactieken. Gelet op de specificiteit van<br />
deze job werd gekozen voor vrijwilligers. Zij maken deel uit van verschillende<br />
diensten.<br />
Alle operationele personeelsleden moeten jaarlijks vijf trainingen in deze<br />
domeinen uitvoeren. In onze zone wordt dit per referentieperiode georganiseerd,<br />
met uitzondering van de zomerperiode.<br />
Er wordt een volledige dag uitgetrokken om deze training te geven waarbij twee<br />
uur beschikbaar blijven waarin aan het personeel onderricht en bijscholing over<br />
allerhande andere zaken wordt gegeven (bv. zonaal veiligheidsplan, gebruik<br />
informatica, wetswijzigingen, werking andere diensten, ...).<br />
32 3. Management van medewerkers | <strong>Lokale</strong> <strong>Politie</strong> Aalst – JAARVERSLAG <strong>2010</strong>
De omzendbrief GPI 48 voorziet in een jaarlijkse evaluatie van het personeel op het<br />
vlak van geweldsbeheersing. Wie niet voldoet, kan een kwalificatie verliezen (bv.<br />
collectief wapen mag niet gebruikt worden).<br />
Gebruik van geweld<br />
In de omzendbrief GPI 48 wordt ook voorzien dat de politiediensten melding<br />
maken van een aantal vormen van geweld die tegen of door politieambtenaren<br />
gebruikt worden. Het gebruik van een vuurwapen of pepperspray moet gemeld<br />
worden aan het pedagogisch comité. Dit heeft tot doel deze feiten te analyseren en<br />
de opleidingen en trainingen permanent bij te sturen.<br />
Welke soort bewapening door de politiediensten mag gebruikt worden, werd ook<br />
bepaald. Hiervoor werden de nodige normen opgesteld. De basisuitrusting van elke<br />
operationele politieambtenaar omvat een paar handboeien, een neutraliserende<br />
spray, een telescopische wapenstok en een pistool van het kaliber 9 x 19 mm.<br />
De soorten bijkomende wapens die mogen gebruikt worden, werd ook bepaald.<br />
Een politiedienst kan niet zomaar een type wapen aanschaffen. Behoudens de<br />
collectieve wapens dient hiervoor een vergunning door de minister van<br />
Binnenlandse Zaken afgeleverd te worden. Deze vergunningen worden individueel<br />
afgeleverd aan het personeel dat het nodige onderricht heeft gekregen.<br />
3.3.6. Mentorschap<br />
Vanaf 1 februari 2007 is de nieuwe basisopleiding in de politiescholen van start<br />
gegaan. De grootste verandering bestaat erin dat de opleiding “agent van politie”<br />
geïntegreerd wordt in de opleiding “inspecteur van politie”. Dit wil zeggen dat<br />
eerst de opleiding en leerstof “agent van politie” wordt gegeven en dat die ook<br />
wordt gevolgd door de aspirant-inspecteur.<br />
Dit bracht ook wijzigingen met zich mee wat betreft de stageperiodes. De<br />
observatiestage (vroeger halverwege de opleiding inspecteur) wordt nu vervangen<br />
door een eindstage van veertien dagen als agent van politie. De aspirant mag<br />
binnen deze periode enkel stage lopen binnen de dienst Wijkwerking en de dienst<br />
Verkeer. De grote stage op het einde van de vroegere opleiding inspecteur wordt<br />
vervangen door een eindstage inspecteur van minimum acht weken binnen de<br />
dienst Interventie en de <strong>Lokale</strong> Recherchedienst. Dit betekent dat voor de aspirantinspecteur<br />
nood is aan twee mentoren: één die werkzaam is op de dienst Wijk of<br />
Verkeer en één die werkzaam is op de dienst Interventie of <strong>Lokale</strong> Recherche.<br />
3.4. Evaluatie van de medewerkers<br />
De evaluatie van de personeelsleden gebeurt zoals bepaald in het<br />
evaluatiesysteem zoals dat werd uitgeschreven voor de geïntegreerde politie. Een<br />
tweejaarlijkse cyclus start met een planningsgesprek en eindigt met een<br />
evaluatieverslag waarbij het personeelslid op drie domeinen wordt geëvalueerd:<br />
• overeenstemming met het competentieprofiel van de uitgeoefende<br />
functie;<br />
• houding ten aanzien van de waarden van de politiediensten;<br />
• realiseren van de doelstellingen;<br />
met één eindevaluatie als resultaat : goed, bevredigend of onvoldoende.<br />
Tussen planningsgesprek en evaluatieverslag kunnen functioneringsgesprekken<br />
worden gevoerd tussen het personeelslid en de evaluator.<br />
3.5. Interne Dienst Preventie en Bescherming op het werk.<br />
De <strong>Lokale</strong> <strong>Politie</strong> Aalst beschikt over een Interne Dienst Preventie en Bescherming<br />
op het werk (IDPB). Een hoofdinspecteur besteedt 30 % van zijn diensttijd aan de<br />
job van interne preventieadviseur niveau 2. Hij heeft een controlerende en<br />
adviserende taak naar de korpsleiding toe in het domein van arbeidsveiligheid.<br />
Zijn verantwoordelijkheid strekt zich uit op volgende welzijnsdomeinen:<br />
• Arbeidsveiligheid;<br />
• Arbeidshygiëne;<br />
• Arbeidsgeneeskunde;<br />
• Verfraaiing van de lokalen en werkruimten;<br />
• Ergonomie;<br />
• Psychosociale belasting;<br />
• De impact van de activiteiten van de politie op het milieu.<br />
Voor het psychosociale luik wordt de interne preventieadviseur bijgestaan door het<br />
diensthoofd van de Sociale Dienst. Zij is coördinator van de vertrouwenspersonen.<br />
Het IDPB is samengesteld uit de representatieve vakbondsafgevaardigden die deel<br />
uitmaken van het Basis Overleg Comité, de preventieadviseur, de coördinator van<br />
de vertrouwenspersonen en een vertegenwoordiger van de directie. Aangezien het<br />
IDPB moet toezien op de werking van de preventieadviseur en de coördinator van<br />
het psychosociale luik en adviezen kan uitbrengen en voorstellen kan doen inzake<br />
het welzijnsbeleid, werd beslist op regelmatige tijdstippen overleg te plegen.<br />
Tijdens dit interne basisoverleg wordt verslag uitgebracht van de dagelijkse<br />
werking van de preventieadviseur en de psychosociale coördinator.<br />
<strong>Lokale</strong> <strong>Politie</strong> Aalst – JAARVERSLAG <strong>2010</strong> | 3. Management van medewerkers 33
3.5.1. Arbeidsveiligheid<br />
• Keuze/ gebruik van collectieve en persoonlijke beschermingsmiddelen en<br />
werkkledij;<br />
• Coördinatie op de arbeidsplaats;<br />
• Toepassing van veiligheids- en gezondheidssignalering;<br />
• Bekwaamheid, vorming en informatie van de werknemers met inbegrip<br />
van werkkledij.<br />
3.5.2. Arbeidshygiëne<br />
• Controle op netheid van de arbeidsplaats;<br />
• Netheid individu qua kledij en lichaamshygiëne.<br />
3.5.3. Arbeidsgeneeskunde<br />
• Informatie gezondheidstoezicht;<br />
• Lijst van risicoposten;<br />
• Fysische conditie;<br />
• Biologische agentia en vaccinatie;<br />
• Besmettingsrisico’s bij bv. het reinigen van de cellen.<br />
3.5.4. Verfraaiing van de lokalen en werkruimten<br />
• Het aangenamer en gemakkelijker maken van het werk;<br />
• Inrichten van arbeidslokalen.<br />
3.5.5. Ergonomie<br />
• Beeldschermwerk;<br />
• Blootstelling aan mechanische trillingen;<br />
• Heffen en tillen;<br />
• Werk- en rustzitplaatsen.<br />
3.5.6. Psychosociale belasting<br />
Psychosociale preventieadviseur en vertrouwenspersonen<br />
Intern wordt de vertrouwensdienst gecoördineerd door het diensthoofd van de<br />
sociale dienst die kennis neemt van de informele meldingen, informele klachten en<br />
formele klachten inzake geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het<br />
werk, stress en andere risicosituaties inzake welzijn. Alle leden van de<br />
vertrouwensdienst kunnen meldingen van psychosociale belasting en informele<br />
klachten inzake geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk<br />
34 3. Management van medewerkers | <strong>Lokale</strong> <strong>Politie</strong> Aalst – JAARVERSLAG <strong>2010</strong><br />
behartigen. Formele klachten worden behandeld door de externe psychosociale<br />
preventieadviseur die verbonden is aan de Externe Dienst voor Preventie en<br />
Bescherming op het Werk.<br />
Personeelszorg<br />
Elk korpslid kan op eigen initiatief een hulpvraag stellen aan één van de<br />
personeelsleden van de sociale dienst wanneer zij privé-problemen hebben. Er<br />
wordt getracht correcte informatie te geven, opvang te bieden en door te verwijzen<br />
naar de geschikte externe hulpverlening indien er intern geen oplossing kan<br />
geboden worden. Bij de geboorte van een zoon/dochter van een korpslid en bij<br />
langdurige afwezigheid wegens ziekte of ongeval (langer dan één maand) voorziet<br />
het korps een attentie.<br />
Psychosociale belasting<br />
Personeelsleden met werkgerelateerde klachten zoals stress, burn-out, relationele<br />
conflicten of een andere vorm van psychosociale belasting kunnen hiervoor terecht<br />
bij een lid van de sociale dienst en/of vertrouwenspersoon.<br />
Overleg met leidinggevenden<br />
Met de leidinggevenden (korpschef, zijn vervanger, diensthoofden) werd, indien dit<br />
wenselijk was, overlegd en adviezen gegeven om het welzijn op het werk of de<br />
psychosociale stress op de werkvloer in bepaalde situaties te verminderen.<br />
Informatie<br />
De korpsleden worden via het intranetsysteem geïnformeerd over de nieuwe<br />
bepalingen in de wetgeving inzake welzijn op het werk.<br />
Onthaal nieuwe medewerkers<br />
Nieuwkomers doorlopen bij hun aankomst een traject van 4 dagen waarbij ze<br />
kunnen kennis maken met de structuur van het korps en met de interne werking<br />
van de verschillende diensten.<br />
3.6.7. De impact van de activiteiten van de politie op het milieu<br />
Voor wat betreft hun invloed op de punten 1 tot 6 hiervoor.
3.7. Interne communicatie<br />
3.7.1. Intern overleg<br />
In 2008 werden de bestaande interne overlegmomenten van de <strong>Lokale</strong> <strong>Politie</strong> Aalst geïnventariseerd en jaarlijks geactualiseerd. Hieronder volgt een overzicht:<br />
Vergadering <strong>Deel</strong>nemers Frequentie en inhoud<br />
Ochtendvergadering<br />
korpschef<br />
Overleg korpschef en<br />
plaatsvervanger<br />
- Korpschef;<br />
- OBP;<br />
- Diensthoofden van:<br />
APO;<br />
Recherche;<br />
Interventie;<br />
Wijkdienst;<br />
Politionele preventie.<br />
- Korpschef;<br />
- Plaatsvervanger;<br />
- Indien nodig een<br />
dienstverantwoordelijke.<br />
Managementteam - Korpschef;<br />
- Commissarissen;<br />
- Adviseur beleid en communicatie;<br />
- Adviseur jurist;<br />
- Preventie-ambtenaar.<br />
Dienstvergaderingen van<br />
de primaire en de<br />
ondersteunende processen<br />
- Dienstverantwoordelijke;<br />
- Medewerkers.<br />
Overleg logistiek - Logistiek;<br />
- Boekhouding;<br />
- Facilitair management;<br />
- Telematica.<br />
- Elke werkdag om 9 uur;<br />
- Overzicht van de belangrijkste gebeurtenissen van de voorbije 24u (OBP);<br />
- Externe en interne problemen die opduiken.<br />
- Elke werkdag om 9.30 uur en om 14.30 uur;<br />
- Overlopen feiten OBP;<br />
- Doornemen dagelijkse briefwisseling;<br />
- Agenda en beslissingen CBS/gemeenteraad;<br />
- Bespreking en opvolging dagelijkse werking korps;<br />
- Op te lossen en opgeloste problemen;<br />
- Opvolging jaarplanning en toekomstig beleid.<br />
- Om de 14 dagen op donderdagnamiddag;<br />
- Bespreking van algemene beleids- en beheersmatige informatie;<br />
- Algemene korpsaangelegenheden;<br />
- Afspraken i.v.m. uniforme operationele werkwijze van de medewerkers;<br />
- Informatie-uitwisseling over o.a. gevolgde studiedagen;<br />
- Elke deelnemer heeft de mogelijkheid om agendapunten aan te brengen.<br />
- Elke dienstverantwoordelijke organiseert op regelmatige basis vergadermomenten met de<br />
medewerkers.<br />
- Elke dinsdag;<br />
- Punten voor gemeenteraad en CBS;<br />
- Geplande aankopen;<br />
- Op te stellen aanvraagbons.<br />
<strong>Lokale</strong> <strong>Politie</strong> Aalst – JAARVERSLAG <strong>2010</strong> | 3. Management van medewerkers 35
Vergadering <strong>Deel</strong>nemers Frequentie en inhoud<br />
Briefing sociale dienst - Medewerkers sociale dienst - Elke ochtend;<br />
- Doornemen dagelijkse briefwisseling;<br />
- Verdelen opdrachten;<br />
- Bespreken dossiers van vorige dag.<br />
Teamvergadering sociale<br />
dienst<br />
- Medewerkers sociale dienst - Dinsdag om de twee weken;<br />
- Verdelen opdrachten;<br />
- Bespreken dossiers;<br />
- Voorstellen van opleidingen en studiedagen;<br />
- Bespreken interne materie.<br />
Overleg preventiedienst - Alle personeelsleden van de dienst<br />
Preventie;<br />
- Verantwoordelijke voor<br />
drugpreventie;<br />
- Coördinator gemeenschapswachten;<br />
- Straathoekwerker;<br />
- Leden van de dienst Politionele<br />
Preventie.<br />
Vergaderingen speciale<br />
functies<br />
Vergaderingen projecten<br />
zonaal veiligheidsplan<br />
- Motorrijders;<br />
- Hondengeleiders;<br />
- Adelaars.<br />
- De werkgroepen die in het kader van<br />
de aspecten “Veiligheid en<br />
leefbaarheid” en “Dienstverlening en<br />
werking” werden opgericht.<br />
Strategieteam - Plaatsvervangend korpschef;<br />
- Coördinator procesbegeleiders;<br />
- Beleidsmedewerker;<br />
- 2 medewerkers interne kwaliteitszorg;<br />
- 1 medewerker sociale dienst.<br />
- Maandelijks;<br />
- Toelichten en maken van afspraken in het kader van acties, projecten, …;<br />
- Weergave van beleidsbeslissingen en –informatie;<br />
- Bespreken problemen.<br />
- Motorrijders: met officier verkeer 2 x per jaar;<br />
- Hondengeleiders: wekelijkse trainingen op maandag vormen een overlegmoment;<br />
- Adelaars: geen vaste overlegmomenten.<br />
- Werkgroepen “Veiligheid en leefbaarheid” bepalen zelf de vergaderfrequentie;<br />
- Agenda:<br />
Ontwikkelen en uitwerken van doelstellingen;<br />
Acties, meetplannen;<br />
Opvolging en bijsturing.<br />
- Werkgroepen “Dienstverlening en werking”:<br />
Elke 1ste dinsdag van de maand met het strategieteam;<br />
Stand van zaken en voorstellen van de werkgroepen;<br />
Opvolging uit te voeren maatregelen;<br />
Voorstellen waarvoor de korpschef fiat moet geven.<br />
- Minimaal 1 x per maand;<br />
- Frequentie afhankelijk van de opdracht waaraan gewerkt wordt;<br />
- Opvolgen uit te voeren maatregelen van de werkgroepen klantgerichtheid;<br />
- Opmaak van:<br />
<strong>Jaarverslag</strong>;Zonaal veiligheidsplan;Jaarplanning;<br />
Specifieke opdrachten (bv. de conferentie “Samenwerken maakt sterk”).<br />
- Aansluitend wordt verslag uitgebracht bij de korpschef.<br />
Korpsoverleg - Alle korpsleden. - 1 x per jaar, gekoppeld aan de nieuwjaarsreceptie;<br />
- Toespraak korpschef over de werking en de belangrijkste gebeurtenissen van het voorbije jaar<br />
en toekomstplannen.<br />
36 3. Management van medewerkers | <strong>Lokale</strong> <strong>Politie</strong> Aalst – JAARVERSLAG <strong>2010</strong>
3.7.2. Kanalen<br />
Geschreven kanalen<br />
• Nota’s:<br />
- Richtlijnen omtrent de werking van de diensten en/of de uitvoering<br />
van de opdrachten;<br />
- Beschikbaar via intranet;<br />
- Wordt dagelijks geactualiseerd.<br />
• 5440Krantje:<br />
- Krantje bestemd voor een intern publiek;<br />
- Doel: het personeel te waarderen en bijdragen tot hun motivatie;<br />
- Verschijnt twee keer per jaar.<br />
• Elektronische mailboxen (ISLP):<br />
- Via deze communicatiekanalen wordt berichtgeving verspreid tussen<br />
personeelsleden en/of diensten;<br />
- Dit kanaal is toegankelijk voor alle personeelsleden.<br />
• Intranet:<br />
- Website ontwikkeld ten behoeve van de personeelsleden die<br />
informatie willen op het gebied van personeelszaken, dienstplanning,<br />
…;<br />
- Dit kanaal is toegankelijk voor alle personeelsleden.<br />
Mondelinge kanalen<br />
• Mondelinge richtlijnen.<br />
3.7.3. 5440Krantje<br />
5440 is het personeelsblad van de <strong>Lokale</strong> <strong>Politie</strong> Aalst dat door vrijwilligers uit<br />
verschillende diensten 2 keer per jaar wordt gepubliceerd. Enkele vaste rubrieken<br />
worden elke editie in het blad opgenomen, met name de rubrieken:<br />
• Dienst in de kijker (achtergrondinfo inzake de werking en medewerkers<br />
van een dienst);<br />
• Hobby in de kijker (uitzonderlijke hobby van een personeelslid die wordt<br />
toegelicht aan de hand van fotomateriaal en tekst);<br />
• Een verslag over een GGPZ-activiteit;<br />
• In ’t Oilsjters (Aalsterse woorden die verduidelijkt worden);<br />
• Personeelsnieuws;<br />
• Interessante weetjes/nieuwtjes i.v.m. korpsactiviteiten;<br />
• Verslag van korpsactiviteiten zoals daguitstap, sportactiviteit, …<br />
De redactieraad gaat steeds op zoek naar interessante onderwerpen om de<br />
personeelsleden te boeien, ook personeelsleden kunnen ideeën en suggesties doen<br />
om in het krantje op te nemen.<br />
De krant verschijnt digitaal en wordt ook doorgemaild of opgestuurd naar<br />
gepensioneerde personeelsleden.<br />
3.7.4. Info5440<br />
Bijkomend wordt een digitale nieuwsbrief, Info5440, dagelijks bijgewerkt door de<br />
dienst Telematica met informatie van de korpsleden (via interne mails). De<br />
nieuwsbrief bestaat uit tien rubrieken gaande van richtlijnen over interne<br />
communicatie tot koopjes. In mei <strong>2010</strong> werden alle rubrieken uit Info5440<br />
geïntegreerd in het intranet.<br />
3.7.5. Intranet<br />
Informatie of documenten die het hele jaar (of permanent) opvraagbaar moeten<br />
zijn, vindt men terug op het intranet. De ingebouwde zoekmodule zorgt ervoor dat<br />
de korpsleden zeer snel hun gewenste informatie terugvinden.<br />
3.8. Basisoverlegcomité <strong>Politie</strong> (BOC POL113)<br />
Het basisoverlegcomité BOC POL113 is het wettelijk orgaan waarmee de overheid<br />
overleg pleegt vooraleer te beslissen in de materies die aan overleg met de<br />
representatieve vakorganisaties onderworpen zijn.<br />
Het BOC POL113 is opgericht in uitvoering van:<br />
• De Wet van 24 maart 1999 tot regeling van de betrekkingen tussen de<br />
overheid en de vakverenigingen van het personeel van de politiediensten<br />
(syndicale wet), gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad op 8 mei 1999;<br />
• Het Koninklijk Besluit van 8 februari 2001 tot uitvoering van de<br />
voornoemde wet van 24 maart 1999, gepubliceerd in het Belgisch<br />
Staatsblad op 17 februari 2001. Het basisoverlegcomité voor de <strong>Lokale</strong><br />
<strong>Politie</strong> Aalst werd bij hetzelfde besluit het nummer 113 toegekend.<br />
De secretaris van de zonale veiligheidsraad is door de voorzitter tevens aangesteld<br />
als secretaris van het BOC POL113.<br />
<strong>Lokale</strong> <strong>Politie</strong> Aalst – JAARVERSLAG <strong>2010</strong> | 3. Management van medewerkers 37
3.9. Benchlearning<br />
“We hebben al heel wat bereikt maar zijn er nog niet!”<br />
Dit is het uitgangspunt van waaruit elke moderne organisatie werkt. Ook de <strong>Lokale</strong><br />
<strong>Politie</strong> Aalst profileert zich als een bedrijf dat vooruit wil en continu waakt over het<br />
invoeren van verbetering. De <strong>Lokale</strong> <strong>Politie</strong> Aalst is samen met partners<br />
verantwoordelijk voor de veiligheid en leefbaarheid in de samenleving. Samen met<br />
de lokale overheid werkt zij aan het lokale veiligheidsbeleid.<br />
De realisatie van de gemeenschapsgerichte politiezorg sluit hier perfect bij aan. In<br />
deze taakuitvoering wil zij voortdurend verbeteren en vernieuwen. Om te<br />
evolueren naar een excellente politiezorg moet de politie voortdurend evalueren,<br />
lessen trekken uit de opgedane ervaring en kennis, opnieuw plannen, uitvoeren,<br />
verbeteren en vernieuwen.<br />
Je kan de kennis om te verbeteren vergaren via vakliteratuur, studiedagen,<br />
colloquia, opleidingen. Je kan ook het principe van benchlearning toepassen of het<br />
leren van een ander… Dat werkt als volgt. Je brengt een bezoek aan andere<br />
entiteiten van de geïntegreerde politie, aan buitenlandse collega’s, partners die<br />
een bijdrage leveren aan de realisatie van de veiligheidsketen, bedrijven… Je<br />
informeert bij hen rechtstreeks hoe zij een bepaald probleem aanpakken en welke<br />
moeilijkheden zij ervaren in de uitwerking van de vooropgestelde actieplannen.<br />
Je gaat na wat de kritieke succesfactoren zijn en of de vooropgestelde<br />
doelstellingen gerealiseerd worden. Op die manier leer je uit de reële<br />
praktijkervaring en krijg je meteen mee wat mogelijke valkuilen zijn. Je start als het<br />
ware met een voorbereid dossier dat aan de lokale behoeften kan aangepast<br />
worden. Via benchlearning leer je van een ander omdat het geen zin heeft om alles<br />
zelf opnieuw te proberen. Dit betekent tijdwinst die je kan investeren in de<br />
uitvoering van andere taken.<br />
3.10. Aandacht voor collega’s<br />
Item<br />
Langdurige zieken<br />
Geboortes<br />
Huwelijken<br />
Pensioneringen<br />
Nieuwjaarsontbijt<br />
Nieuwjaarsreceptie<br />
Cadeau<br />
3.11. <strong>Politie</strong>sportverbond<br />
Wanneer een lid van het korps langer dan één maand ziek<br />
is, krijgt hij of zij bezoek van de sociale dienst. De zieke<br />
krijgt een boekenbon cadeau.<br />
Wanneer er een geboorte is binnen het korps wordt vanuit<br />
de <strong>Lokale</strong> <strong>Politie</strong> Aalst een cadeaucheque afgegeven.<br />
Wanneer een korpslid in het huwelijksbootje stapt, wordt<br />
een magnum fles champagne aangeboden.<br />
Iedereen die binnen het korps met pensioen gaat, wordt<br />
uitgenodigd om met de partner deel te nemen aan een<br />
gastronomisch etentje. Aansluitend wordt hen in het<br />
politiehuis een receptie aangeboden waarop alle<br />
korpsleden uitgenodigd worden. Zij krijgen een fles<br />
champagne, de partners een doos pralines.<br />
Traditiegetrouw wordt op de eerste werkdag aan de actieve<br />
korpsleden een ontbijt aangeboden. Daarnaast ontvangt<br />
elk personeelslid een cadeautje.<br />
Jaarlijks wordt een receptie ter gelegenheid van het nieuwe<br />
jaar georganiseerd. Hierop worden alle korpsleden, het<br />
college van burgemeester en schepenen, de voorzitter van<br />
de gemeenteraad, de directeurs van de verschillende<br />
stadsafdelingen en de gepensioneerde collega’s<br />
uitgenodigd.<br />
38 3. Management van medewerkers | <strong>Lokale</strong> <strong>Politie</strong> Aalst – JAARVERSLAG <strong>2010</strong><br />
In de schoot van de gemeentepolitie Aalst werd op 8 februari 1946 een vereniging<br />
opgericht onder de benaming <strong>Politie</strong> Sportverbond Aalst (P.S.A.). Het gaat hier om<br />
een feitelijke vereniging die buiten elke politieke of filosofische overtuiging staat.<br />
Bij de oprichting van de vereniging werd volgend doel geformuleerd: het<br />
aanmoedigen van sport en ontspanning onder de leden, het aanbieden van<br />
ondersteuning bij het beoefenen van sport (hetzij individueel of in teamverband)<br />
en het deelnemen aan wedstrijden. Dit doel is nog steeds actueel. Het<br />
politiesportverbond Aalst is toegankelijk voor alle categorieën van het<br />
politiepersoneel, zowel actieven als gepensioneerden. De gepensioneerde leden<br />
dienen geen lidgeld te betalen maar blijven gratis lid van onze vereniging. Het
estuur van het P.S.A. staat steeds open voor voorstellen en initiatieven van haar<br />
leden. Ook werden tal van realisaties verwezenlijkt, dit met wisselend succes.<br />
In <strong>2010</strong> bedroeg het aantal leden 75. De leden van het sportverbond kunnen gratis<br />
gebruik maken van de sportaccomodatie van de zone (dojo) waar enkele<br />
fitnesstoestellen ter beschikking worden gesteld. Het lidgeld werd behouden op<br />
12,50 Euro. Het bestuur van het PSA is samengesteld uit een voorzitter (J.P.VAN<br />
EECKHAUT), een secretaris (thans vakant wegens opruststelling van R.Solemé) en<br />
een penningmeester (Luc MOENS).Tevens bestuurslid : Guido Van Geert en Ludwig<br />
Van der Burght. De taak van secretaris wordt inmiddels waargenomen door de<br />
voorzitter.<br />
Voor de dames en masters bedraagt de afstand ongeveer 6 km, voor de heren<br />
seniors is deze 8 km. Onze zone neemt regelmatig deel aan deze winteractiviteit.<br />
De geplande activiteiten en uitslagen kan je terug vinden op internet via<br />
www.bpsb.be.<br />
3.12. Loopverbond van politiemensen<br />
Een goede fysieke conditie is bij de politie zeer belangrijk. Investeren in de<br />
politiesport komt ten goede aan de:<br />
• Bevordering van de samenhorigheid;<br />
• Integratie van de politie in de samenleving;<br />
• Strijd tegen het ziekteverzuim;<br />
• Stress en het welzijn op het werk.<br />
Zelfs de deontologische code van de politiediensten verplicht ons om zich in te<br />
spannen om de lichamelijke fitheid - voor de uitoefening van hun functies - te<br />
behouden (art. 38). Uit het actieplan van de federale politie en de Vaste Commissie<br />
van de <strong>Lokale</strong> <strong>Politie</strong> blijkt dat men het absenteïsme wil aanpakken door onder<br />
andere de fysieke conditie te evalueren. Door affiches als “gezond sporten om fit<br />
en fris aan de slag te gaan” wil men het personeel van de geïntegreerde politie<br />
hierin motiveren. Atletiek omhelst stratenlopen, pistewerk en voornamelijk<br />
crossen. Deze laatste activiteit heeft plaats tussen september en april. Hiervan<br />
wordt een globaal klassement gemaakt. Om in aanmerking te komen voor deze<br />
crosscup moet je minstens 8 wedstrijden hebben meegelopen. De deelnemers<br />
worden ingedeeld in zeven categorieën. Vooreerst zijn er de damesreeksen:<br />
• Dames: -35 jaar;<br />
• Masters A: 35-45 jaar;<br />
• Masters B: +45 jaar.<br />
De heren zijn ingedeeld in 4 categorieën:<br />
• Seniors: -40 jaar;<br />
• Masters A: 40-50 jaar;<br />
• Masters B: 50-60 jaar;<br />
• Masters C: +60 jaar.<br />
<strong>Lokale</strong> <strong>Politie</strong> Aalst – JAARVERSLAG <strong>2010</strong> | 3. Management van medewerkers 39
4. MANAGEMENT VAN MIDDELEN<br />
De manier waarop vanuit strategie en beleid de beschikbare<br />
middelen worden aangewend om de activiteiten van de<br />
organisatie effectief en efficiënt uit te voeren. Hieronder valt ook<br />
de manier waarop samengewerkt wordt met leveranciers en<br />
partners, om de toegevoegde waarde in de keten te vergroten.<br />
4.1. Begroting<br />
4.1.1. Begroting<br />
De begroting is een precieze raming van alle ontvangsten en uitgaven die in de<br />
loop van het financieel dienstjaar kunnen worden gedaan, met uitzondering van de<br />
geldverrichtingen voor rekening van derden of die slechts de thesaurie treffen.<br />
Binnen de begroting wordt een onderscheid gemaakt tussen de gewone en<br />
buitengewone dienst en, binnen elk van die diensten, tussen het eigenlijk<br />
financieel dienstjaar en de vorige dienstjaren.<br />
4.1.2. Gewone en buitengewone dienst<br />
De gewone dienst zijn alle ontvangsten en uitgaven die ten minste één maal per<br />
financieel dienstjaar voorkomen en die de politiezone regelmatige inkomsten en<br />
een regelmatige werking waarborgen, met inbegrip van de periodieke aflossing<br />
van de schuld. De buitengewone dienst zijn alle ontvangsten en uitgaven die<br />
rechtstreeks en op een duurzame wijze invloed hebben op de omvang, de waarde<br />
of de instandhouding van het patrimonium van de politiezone, uitgezonderd de<br />
normale onderhoudswerken. De term omvat eveneens de voor hetzelfde doel<br />
toegestane toelagen en leningen, deelnemingen en beleggingen op meer dan één<br />
jaar, alsmede de vervroegde terugbetaling van de schuld.<br />
4.1.3. Vijf principes van de begroting<br />
De vijf principes van de begroting:<br />
• Principe van de openbaarheid: de vergadering van de gemeenteraad is<br />
steeds openbaar indien er een besluit over de begroting wordt genomen.<br />
Deze vergadering wordt tenminste zeven dagen op voorhand aan het<br />
publiek bekendgemaakt door aanplakking;<br />
• Principe van de analiteit: alleen de rechten verkregen door de politiezone<br />
en de verplichtingen aangegaan ten opzichte van de schuldeisers behoren<br />
tot een dienstjaar, ongeacht het dienstjaar waarin zij worden vereffend;<br />
• Principe van specialiteit: geen betaling mag geschieden dan op grond van<br />
een op de begroting voorkomende post of op grond van een voorlopig<br />
krediet. De leden van het college van burgemeester en schepenen zijn<br />
persoonlijk aansprakelijk voor de uitgaven die zij in strijd met het<br />
voorgaande toch hebben gedaan of bevolen;<br />
• Principe van evenwicht: de begroting van de uitgaven en de ontvangsten<br />
van de politiezone mag in geen geval een deficitair saldo op de gewone of<br />
de buitengewone dienst, noch een fictief evenwicht of een fictief batig<br />
saldo vertonen;<br />
• Principe van de universaliteit: er mag niet aan schuldvergelijking worden<br />
gedaan, tenzij op het vlak van de geldverhandeling.<br />
4.1.4. Begrotingswijzigingen<br />
De begrotingswijzigingen zijn onderworpen aan dezelfde procedures als deze die<br />
toepasbaar zijn op de begroting. Zij worden per krediet behoorlijk gerechtvaardigd.<br />
4.1.5. Meerjarenplanning<br />
Een meerjarenplanning werd de voorgaande jaren reeds geadviseerd, maar wordt<br />
nog niet opgelegd. Zo’n meerjarenplanning is duidelijk gerelateerd aan het zonaal<br />
veiligheidsplan. De meerjarenplanning zou bv. kunnen bestaan uit het zonaal<br />
veiligheidsplan, waarin de objectieven worden vastgelegd over de verschillende<br />
jaren heen en uit een begeleidende, financiële nota die minimaal bestaat uit het<br />
exploitatiebudget, het investeringsbudget en de liquiditeitsplanning. In de <strong>Lokale</strong><br />
<strong>Politie</strong> Aalst wordt nog geen meerjarenplanning opgesteld.<br />
4.1.6. Raamcontracten<br />
Raamcontracten afgesloten door de federale politie worden soms opengesteld voor<br />
de lokale politiezones waardoor een lokale aanbestedingsprocedure niet vereist is.<br />
De overheidsopdrachten opengesteld voor de lokale politiezones situeren zich<br />
binnen de volgende categorieën: bewapening en beschermingsmaterieel,<br />
bureelbenodigdheden, individuele uitrusting en informatica. Indien het materieel<br />
opgenomen in de opdracht aan de noden van onze zone beantwoordt, maken we<br />
gebruik van de mogelijkheid in te tekenen op een raamcontract.<br />
40 4. MANAGEMENT VAN middelen | <strong>Lokale</strong> <strong>Politie</strong> Aalst – JAARVERSLAG <strong>2010</strong>
4.2. Infrastructuur<br />
4.2.1. <strong>Politie</strong>huis<br />
Het hoofdgebouw van de <strong>Lokale</strong> <strong>Politie</strong> Aalst is gelegen te 9300 Aalst in de<br />
Beekveldstraat 29. Het politiehuis is telefonisch bereikbaar op het nummer<br />
053/73.27.27 en digitaal via het e-mailadres politie.aalst@telenet.be.<br />
4.2.2. <strong>Deel</strong>commissariaten<br />
Om zo goed mogelijk op de verwachtingen van de lokale bevolking in te spelen,<br />
werden in de verschillende deelgemeenten wijkposten of deelcommissariaten<br />
geopend. Ze worden gerund door één of meerdere wijkinspecteurs die ten dienste<br />
staan van de bevolking.<br />
Wijkpost Adres Telefoon Wijkinspecteur<br />
Baardegem Baardegem-Dorp 48 052/35.52.51 Werner Schuddinck<br />
Erembodegem<br />
Erembodegem-Dorp<br />
125<br />
053/73.27.91 Jean-Marc De Nil<br />
Marc Van Oudenhove<br />
Gijzegem Gijzegem-Dorp 16 053/73.27.92 Marc Roelandt<br />
Herdersem Kouterbaan 11 053/73.27.93 Geert Roelandt<br />
Hofstade Zijpstraat 49 053/73.27.94 Guido Lefevre<br />
Meldert Meldert-Dorp 17 052/35.53.17 Dirk Vijverman<br />
Moorsel Pachting 4 053/73.27.96 Koen Van Hamme<br />
Nieuwerkerken Schoolstraat 2 053/73.27.97 Davy Van Den Berghe<br />
Andy Ottoy<br />
4.2.3. Cellencomplex<br />
Cellencomplex<br />
De <strong>Lokale</strong> <strong>Politie</strong> Aalst beschikt over acht zeer verzorgde individuele<br />
doorgangscellen. Hier staan de “rechten van de mens” centraal. Bij een<br />
administratieve of gerechtelijke opsluiting wordt steeds voorzien in een nieuw<br />
gewassen stel dekens. Dagelijks worden deze cellen grondig gereinigd en verlucht.<br />
Om veiligheidsredenen werd elke cel uitgerust met digitale camerabewaking en<br />
een verfijnd digitaal intercomsysteem. In 2007 werd het slotenmechanisme van de<br />
celdeuren aangepast conform de richtlijnen van de minister van Binnenlandse<br />
Zaken.<br />
Aantal gerechtelijke opsluitingen<br />
Aantal bestuurlijke opsluitingen<br />
<strong>2010</strong> 440 769<br />
Collectieve cel<br />
Naast de individuele cellen beschikt de <strong>Lokale</strong> <strong>Politie</strong> Aalst tevens over een<br />
collectieve cel. Deze werd ondergebracht op de kelderverdieping ter hoogte van de<br />
draaikom. De cel biedt plaats aan 30 personen en is voorzien van een afgezonderd<br />
toilet. Ook hier werd camerabewaking en intercom geplaatst om<br />
veiligheidsredenen. De cel kan met een voertuig benaderd worden, zodat de<br />
overbrenging steeds vlot en veilig kan gebeuren.<br />
4.2.4. Schietstand<br />
Het korps beschikt over een schietstand waar het politiepersoneel de vaardigheden<br />
met betrekking tot het vuurwapengebruik kan aanleren en bijsturen in het raam<br />
van de voortgezette opleiding geweldsbeheersing. De schietstand wordt eveneens<br />
verhuurd aan andere eenheden zoals de Douane en de federale politie.<br />
<strong>2010</strong> Aantal dagen gebruikt Aantal verbruikte<br />
munitie<br />
<strong>Lokale</strong> <strong>Politie</strong> Aalst 65 97 200<br />
Anderen 34 Niet gekend<br />
4.2.5. Polyvalente trainingszaal DOJO<br />
Volgens de omzendbrief GPI 48 van 17 maart 2006 moeten operationele<br />
politiemensen op jaarbasis aan aantal verplichte trainingen geweldsbeheersing<br />
volgen. De trainingen geweldsbeheersing met vuurwapen gaan door in de<br />
schietstand. Voor de trainingen geweldsbeheersing zonder vuurwapen was een<br />
oefenlokaal voorzien in het stedelijk zwembad. Dat betekende per<br />
referentieperiode ongeveer 20 ritten van en naar het zwembad waardoor veel tijd<br />
verloren ging. Daarom werd eind 2008 de polyvalente trainingszaal die in de loods<br />
van het politiehuis gebouwd werd in gebruik genomen. De bouw van deze<br />
polyvalente zaal maakt de transporten overbodig. Volgend materiaal is voorzien:<br />
2<br />
110 m matten, grote en kleine stootkussens, oefenwapenstokken en -handboeien,<br />
trainingspepperspray, bokszakken en –handschoenen, een oefenpak voor<br />
monitoren, sportklimrek en springtouwen.<br />
<strong>Lokale</strong> <strong>Politie</strong> Aalst – JAARVERSLAG <strong>2010</strong> | 4. MANAGEMENT VAN middelen 41
<strong>2010</strong> Aantal dagen gebruikt<br />
<strong>Lokale</strong> <strong>Politie</strong> Aalst 67<br />
Anderen 2<br />
4.2.6. Fitnessruimte<br />
Toen de gemeentepolitie in 1999 naar de Beekveldstraat verhuisde, bevond zich op<br />
de tweede verdieping van het nieuwe gebouw een fitnessruimte. Na de<br />
politiehervorming in 2001 verhuisden de fitnesstoestellen naar een lokaal aan het<br />
stedelijk zwembad; in het politiehuis moest immers plaats vrij komen om extra<br />
personeel te huisvesten. Die toestellen kostten 11 jaar geleden 500.000 Belgische<br />
frank en werden in het lokaal in het zwembad niet of nauwelijks gebruikt. Met de<br />
aanbouw in de loods naast het politiegebouw kwam een locatie vrij waar de<br />
fitnesstoestellen een nieuwe bestemming konden krijgen. Alle personeelsleden<br />
kunnen hier buiten de diensturen sporten. Voor het gebruik van de accommodatie<br />
werd een reglement opgesteld.<br />
<strong>2010</strong> Aantal gebruikers<br />
<strong>Lokale</strong> <strong>Politie</strong> Aalst Aalst 105<br />
Anderen -<br />
4.3. Informatie- en communicatietechnologie<br />
4.3.1. Informatica<br />
Beheer softwareprogramma’s<br />
De informaticacel beschikt over een aantal aangekochte software programma’s.<br />
Deze programma’s worden gebruikt als installatieprogramma’s en als<br />
hulpprogramma’s voor het personeel (omzetten van video naar CD,<br />
bewakingsbeelden capteren, omzetten van pdf naar doc, …).<br />
Opvolging en ontwikkelingen ICT<br />
De dienst Telematica bestaat uit twee CALog-personeelsleden niveau B en één<br />
CALog personeelslid niveau C, deeltijds aangevuld met 1 CP (in cumul met<br />
logistiek). Deze dienst zorgt voor een constante opvolging van nieuwe<br />
technologieën. Er wordt geprobeerd om alle personeelsleden te voorzien van<br />
duurzaam en modern materiaal voor de uitvoering van hun taken, rekening<br />
houdende met de prijs-kwaliteitverhouding. Om dit materiaal zo goed als mogelijk<br />
aan te wenden voorziet de <strong>Lokale</strong> <strong>Politie</strong> Aalst op geregelde tijdstippen in de<br />
nodige theoretische- en praktische opleidingen naar elk personeelslid toe. De<br />
overdracht van de kennis van middelen gebeurt door middel van het “train-thetrainer”-systeem.<br />
Een aantal technisch onderlegde medewerkers worden opgeleid<br />
om hun kennis door te geven aan de overige personeelsleden. De dienst Telematica<br />
is in de eerste plaats een ondersteuningsdienst. Zij staat enerzijds in voor de<br />
aankoop van alle ICT-materiaal via overheidsopdrachten en dit in samenwerking<br />
met de stad Aalst. Anderzijds zorgt zij ervoor dat al dit ICT-materiaal optimaal<br />
wordt beheerd (bv. herstellingen, updates …). Alle ICT-materiaal wordt<br />
geïnventariseerd. Naast deze dagelijkse opdrachten, bekwaamt het personeel zich<br />
regelmatig in nieuwe technieken en programma’s. Momenteel wordt druk gewerkt<br />
aan een internetsite.<br />
4.3.2. Radiocommunicatie<br />
Naar aanleiding van de politiehervorming in 2001 werd door de federale regering<br />
een netwerk opgestart onder de naam ASTRID. ASTRID (Allround Semi Trunked<br />
Radio Integrated Dispatching) zorgde ervoor dat elke lokale en federale<br />
politiedienst kon beschikken over éénzelfde radiocommunicatiesysteem. De<br />
ASTRID N.V. werd opgericht. Zij staat in voor de gehele technische installaties en<br />
infrastructuur (bv. zendmasten, abonnementen …).<br />
Naast het ASTRID netwerk werden met de omzendbrief GPI 50, de<br />
inplaatsstellingen bepaald van de provinciale CIC’s (Communicatie en<br />
InformatieCentra). Deze CIC’s staan in voor de calltaking van de 101 oproepen en<br />
de dispatching van de ploegen op het terrein. Voor de provincie Oost-Vlaanderen<br />
betreft dit het CICOV (Communicatie en InformatieCentrum Oost-Vlaanderen).<br />
Aangezien de <strong>Lokale</strong> <strong>Politie</strong> Aalst beschikt over een eigen dispatching, hangen we<br />
niet rechtstreeks af van het CICOV. Alle 101 oproepen voor de politiezone Aalst<br />
worden wel op het CICOV aanvaard en overgemaakt naar onze meldkamer, die op<br />
hun beurt instaat voor de dispatching van haar ploegen.<br />
De lokale politie beschikt vanaf heden over een dispatch/s module. Deze module<br />
laat toe onze ploegen rechtstreeks te dispatchen in onmiddellijke verbinding met<br />
de gebeurtenissendatabank van het CIC Oost-Vlaanderen. Het beheer van de<br />
ploegen blijft in eigen zone.<br />
Tijdens <strong>2010</strong> werd een bijzonder samenwerkingsprotocol afgesloten met het<br />
CICOV. Dit protocol wordt als bijlage beschouwd aan het algemeen luik GPI 49. Dit<br />
protocol behelst de specifieke overeenkomsten tussen politiediensten en het<br />
CICOV. De laterale steun wordt hierbij niet opgenomen.<br />
De afgesloten samenwerkingsovereenkomst met onze zone is een primeur binnen<br />
de provincie Oost-Vlaanderen.<br />
42 4. MANAGEMENT VAN middelen | <strong>Lokale</strong> <strong>Politie</strong> Aalst – JAARVERSLAG <strong>2010</strong>
Type radio Aantal in <strong>2010</strong> Aantal herstellingen<br />
in <strong>2010</strong><br />
Nokia TMR880 vaste post 2 -<br />
Nokia TMR880 in voertuigen 15 2<br />
Nokia THR880 draagbare posten 102 41<br />
Nokia THR880i draagbare posten 47 5<br />
4.3.3. Arbeidstijdregistratie en toegangscontrole<br />
Het arbeidstijdregistratiesysteem (GET) werd binnen de <strong>Lokale</strong> <strong>Politie</strong> Aalst<br />
opgestart op 1 juli 2007. Initieel verliep deze tijdregistratie en toegangscontrole<br />
met een op maat gemaakt pakket. Gedurende 2008 en 2009 werden bijkomende<br />
modules aangekocht om een nog performanter en duidelijker beeld te krijgen<br />
inzake capaciteitsmeting en toegangscontrole.<br />
Zo werden in de omgeving van het onthaal en aan de collectieve cel vier extra<br />
toegangscontroles toegevoegd. Tevens werd de tijdregistratie aangevuld met de<br />
modules: verticale telling, overurenverantwoording en “getrapte”<br />
verantwoordelijkheidsprocedure inzake verlof- en recupaanvragen. De licenties van<br />
de diensthoofden werden opgetrokken van 5 naar 10. De licenties van de<br />
“supervisors” werden verhoogd van 2 naar 4 simultane gebruikers. Dit geeft het<br />
voordeel dat de diensthoofden zelf in eerste instantie de aanvragen van hun<br />
medewerkers kunnen behandelen en niet langer via mail de dienstplanning<br />
moeten inlichten over het goed- of afkeuren van de aanvraag.<br />
Badge of toegang<br />
Aantal X gebruikt<br />
Tijdsbadge aan lift 38 528<br />
Tijdsbadge aan personeelsingang 96 519<br />
Deur ingang personeel 69 402<br />
Deur ingang loods 47 590<br />
Sportzaal 519<br />
Poort garage 21 818<br />
Parking 12 817<br />
Fototheek 402<br />
Deur meldkamer 19 762<br />
Onthaal hoofdingang 71 049<br />
Onthaal hoofdingang drukknop 103 299<br />
Onthaal deur bureel 15 897<br />
Onthaal deur wijkdienst 10 609<br />
Onthaal deur wijkdienst drukknop 14 110<br />
Collectieve cel 60<br />
Sociale dienst hoofdingang 1 503<br />
Sociale dienst deur personeel 10 763<br />
Wapenkamer 36 269<br />
4.3.4. Elektronisch archiveringsyteem<br />
Op 3 juni 2008 werd de elektronische archivering in gebruik genomen. Dankzij dit<br />
multifunctioneel scansysteem worden alle processen-verbaal (pv) aan hoge<br />
snelheid ingescand. Het toestel lijkt op een fotokopieerapparaat maar heeft meer<br />
mogelijkheden.<br />
Nadat de processen-verbaal gescand zijn, wordt de informatie omgezet in TIFF<br />
bestanden. Na de kantooruren worden de bestanden omgezet naar herkenbare<br />
tekst via OCR ( optical character recognition) software en naar PDF bestanden. Om<br />
de papieren documenten in het digitale archiveringssysteem te krijgen zijn alle pv’s<br />
voorzien van een barcode die het archiveringsproces in goede banen leidt. Dit<br />
systeem zorgt ervoor dat het personeel van de reïnfo niet meer moet sleuren met<br />
mappen die daarna moeten gearchiveerd worden in de archiefruimtes van het<br />
politiehuis en het stadsarchief. De opstellers hoeven niet langer het proces-verbaal<br />
te nieten of te kopiëren. Zij stoppen de afgewerkte stukken in plastiek mapjes.<br />
<strong>Lokale</strong> <strong>Politie</strong> Aalst – JAARVERSLAG <strong>2010</strong> | 4. MANAGEMENT VAN middelen 43
Dankzij dit systeem wordt bespaard op het gebruik van nietjes, papier, fardes en<br />
vele vierkante meters opbergruimte.<br />
4.3.5. Livescan<br />
Sedert 1 mei 2008 beschikt de <strong>Lokale</strong> <strong>Politie</strong> Aalst over een digitaal vingerafdruk<br />
systeem, LiveScan genoemd. De tijd van het bevuilend afnemen van tenprint<br />
kaarten met inktplaten is voorgoed voorbij. De LiveScan console bestaat uit twee<br />
belangrijke elementen: een computer en een scanner. De scanner biedt twee<br />
glasplaten, één voor de vlakke controleafdrukken, palmprints en writerpalms en<br />
één voor de gerolde vingerafdrukken. Verder voorziet de LiveScan nog in een<br />
bijkomende flatbed scanner waarmee foto’s en/of afdrukken van sporen of met<br />
inkt genomen tenprintkaarten kunnen opgenomen worden. Het komt er in feite op<br />
neer dat van de vinger- en handafdrukken een digitale foto wordt gemaakt. Deze<br />
foto’s, verzameld op één blad worden dan in digitale vorm overgemaakt naar het<br />
centrale AFIS systeem van de federale politie (centrale databank van<br />
vingerafdrukken) via het politienetwerk. Het systeem bevestigt ook of een afdruk<br />
correct werd afgenomen. Slecht gerolde vingerafdrukken maken verdere<br />
opzoekingen waardeloos. Een geautomatiseerd systeem binnen AFIS gaat<br />
ogenblikkelijk na of de overgemaakte vingerafdruk(ken) gekend zijn in de<br />
databank. Binnen de 2 minuten wordt een antwoord hiervan doorgestuurd naar de<br />
politiezone. Indien de afdruk gekend is, zal een operator in Brussel de sporen verder<br />
vergelijken en een volledig antwoord nopens de identiteit verstrekken aan de<br />
politiezone. Tevens kunnen de afdrukken ook digitaal naar de Dienst<br />
Vreemdelingenzaken overgemaakt worden in het kader van de<br />
vreemdelingenwetgeving. Het heen en weer rijden naar Brussel voor het afleveren<br />
van de papieren afdrukken behoort vanaf nu tot het verleden. De <strong>Lokale</strong> <strong>Politie</strong><br />
Aalst is hiermee één van de 20 politiezones waar men op digitale wijze<br />
vingerafdrukken neemt.<br />
4.4. Voertuigenpark<br />
Het korps beschikt in <strong>2010</strong> over een modern en eigentijds voertuigenpark dat<br />
volledig aangepast is aan de normen van de geïntegreerde politie. Dit betekent dat<br />
de voertuigen voorzien zijn van nieuwe striping en logo’s. Ook inzake milieupolitiek<br />
doet de <strong>Lokale</strong> <strong>Politie</strong> Aalst grote inspanningen om binnen de eco-normen te<br />
blijven.<br />
Voertuigenpark Merk en type Aantal<br />
Herkenbare autovoertuigen - Mercedes Vito<br />
- VW Jetta<br />
- Mercedes Sprinter<br />
- VW Passat<br />
- Toyota 4x4<br />
- VW Touran<br />
- VW Transporter<br />
Anonieme autovoertuigen - VW Golf<br />
- VW Polo<br />
- Mercedes Vito<br />
- Mercedes Sprinter<br />
- Toyota Avencis<br />
- Toyota Verso<br />
- Toyota Prius (hybride)<br />
- VW Bora<br />
- VW Passat<br />
- VW Jetta<br />
Motorfietsen - Honda Pan ST1300A 9<br />
Fietsen - Mountainbikes<br />
- Gewone fietsen<br />
Type voertuig<br />
Totaal onderhoudskosten<br />
<strong>2010</strong><br />
Totaal herstellingskosten<br />
<strong>2010</strong><br />
8<br />
2<br />
2<br />
2<br />
2<br />
2<br />
1<br />
4<br />
1<br />
1<br />
1<br />
1<br />
1<br />
1<br />
1<br />
1<br />
1<br />
16<br />
22<br />
Aantal<br />
ongevallen <strong>2010</strong><br />
Wagens 8 940,51 € 7 982,64 € 31<br />
Motorfietsen 4 097,20 € 2 943,73 € 2<br />
Fietsen 3 226,61 € - 1<br />
Type voertuig<br />
Totale kosten vergoed door verzekering<br />
Wagens 13 856,10 €<br />
Motorfietsen 4 198,63 €<br />
44 4. MANAGEMENT VAN middelen | <strong>Lokale</strong> <strong>Politie</strong> Aalst – JAARVERSLAG <strong>2010</strong>
Omschrijving<br />
Aantal<br />
schadegevallen<br />
Zaakschade 6<br />
Buitendienstongeval 1<br />
Bevuilen en/of beschadigingen van cellen 11<br />
Ongeval met diensthond 1<br />
Nutteloze oproep 1<br />
Burgerlijke aansprakelijkheid (zone aansprakelijk) 7<br />
Dossiers weerspannigheid (kosteloze rechtshulp, patronale<br />
lasten)<br />
Dossiers allerlei (beschadiging aan infrastructuur) 7<br />
4.5. Divers materieel en uitrusting<br />
Overzicht operationele<br />
Aantal Overzicht operationele<br />
Aantal<br />
uitrusting eind 2009<br />
uitrusting eind 2009<br />
Collectieve cel 1 Voertuigen 4x4 2<br />
Individuele cellen 8 Mobilhome 1<br />
ISLP PC 181 Personenwagen eigendom 14<br />
Laptops 17 Personenwagen leasing 3<br />
Internet PC 13 Bestelwagen/combi eigendom 7<br />
Draagbare ASTRID radio 149 Bestelwagen/combi leasing 6<br />
Mobiele ASTRID radio 15 Motorfietsen 9<br />
Vaste ASTRID werkposten 2 Bromfietsen 1<br />
Schietstand 1 Fietsen 38<br />
Pepperspray kleine bus 500 Aanhangwagens 3<br />
Pepperspray grote bus 40 Vaste snelheidspalen 26<br />
Pistolen 317 Mobiele snelheidsmeter 1<br />
Machinegeweer 48 Snelheidsaanduidingsbord 6<br />
Analoog fototoestel 0 Weegbrug 1<br />
Digitaal fototoestel 4 Curvometer 3<br />
Scanner 1 Sonometer 2<br />
Videorecorder<br />
2 Combinatie ademtest/<br />
26<br />
ademanalyse toestellen<br />
Videocamera 4 Spijkereggen 15<br />
SIM kaart lezer 2 Kogelwerende vesten 80<br />
Mobiele GPS 21 Bewakingscamera’s 14<br />
Honden 4<br />
15<br />
4.6. 7 onmisbare partners<br />
Het partnerschap, zoals de <strong>Lokale</strong> <strong>Politie</strong> Aalst het ziet, verwijst naar het besef van<br />
de politie dat zij niet alleen verantwoordelijk is, en ook niet wil zijn, voor de zorg<br />
voor veiligheid en leefbaarheid. In het bijzonder waar het gaat om preventie en om<br />
het zoeken naar meer duurzame oplossingen van problemen is samenwerking<br />
noodzakelijk. Veiligheid en leefbaarheid zijn een zaak van iedereen, van gedeeld<br />
belang en van gedeelde verantwoordelijkheid. Veiligheid is een aangelegenheid<br />
waarmee in ‘co-eigenaarschap’ dient omgegaan. Dit is een zeer belangrijk principe<br />
dat we in vorige criteria reeds beklemtoonden.<br />
Vandaar dat de <strong>Lokale</strong> <strong>Politie</strong> Aalst, bij de uitwerking van haar projecten alle<br />
actoren, in de eerste plaats de bevolking zelf, bij die zorg voor veiligheid en<br />
leefbaarheid betrekt. 20 Met het oog op duurzame resultaten worden met andere<br />
partners in de veiligheidsketen netwerken en samenwerkingsverbanden gevormd,<br />
van waaruit de veiligheid en de leefbaarheid in de buurt integraal kan worden<br />
aangepakt. In het bijzonder de burgers worden (voor zover dat nodig is)<br />
gestimuleerd tot zelfredzaamheid bij het gezamenlijk aanpakken van<br />
leefbaarheids- en veiligheidsproblemen in hun eigen woonomgeving.<br />
De veiligheidszorg wordt daardoor een ketenbenadering, waarin elk een schakel<br />
vormt in een globale en geïntegreerde benadering. In het kader van een<br />
geïntegreerd veiligheidsbeleid is de lokale politie trouwens maar één van de<br />
actoren die, onder de regie van de verantwoordelijke overheden, een eigen<br />
specifieke bijdrage levert in de gezamenlijke, geïntegreerde aanpak van de<br />
onveiligheid in onze stad.<br />
Samenwerking 21 biedt veel mogelijkheden, maar vergt ook goede afspraken.<br />
Daarom zien we erop toe dat elke vorm van samenwerking steeds gebeurt op basis<br />
van drie belangrijke principes, namelijk:<br />
• Het behoud van de eigen verantwoordelijkheid;<br />
• Het aanwenden van ieders eigenheid (de specifieke bijdrage);<br />
• De gelijkwaardigheid (emancipatie).<br />
Samenwerkingsakkoorden , - afspraken en – convenanten<br />
Door samen te werken met partners genereren we een maximale meerwaarde<br />
voor de burger. Om garanties te krijgen voor een duurzame en consequente<br />
20 Ik verwijs naar de wijkgerichte projecten Ten Rozen, St-Joris, Parktuin Schelfhout, veiligheids- en<br />
functioneringsprojecten<br />
21 Voor een doorgedreven analyse van de (on)mogelijkheden van het (lokale) partnerschap zie:<br />
Crawford, A. (1997) The Local Governance of Crime: Appeals to Community and Partnerships.<br />
Clarendon Press – Oxford.<br />
<strong>Lokale</strong> <strong>Politie</strong> Aalst – JAARVERSLAG <strong>2010</strong> | 4. MANAGEMENT VAN middelen 45
samenwerking tussen partners is het vaak aangewezen om de samenwerking in<br />
een convenant op te nemen. Dit geldt zeker en vast voor projecten waar de<br />
problematiek vrij complex is. Gedurende de laatste vijf jaar werden volgende<br />
convenanten of samenwerkingsafspraken (niet neergeschreven)opgesteld:<br />
• De gerechtelijke overheden, de rechtbank van Eerste Aanleg, de<br />
Vredegerechten en de politie. Het convenant is gevat in het project<br />
PRORELA 22 ;<br />
• De politiezones Denderleeuw-Haaltert/Aalst/Erpe-mere – Lede in het<br />
kader van Vormings, Trainings en Opleidingsinitiatieven inzake de<br />
gemeenschapsgerichte politiezorg;<br />
• Met de NMBS voor de onveiligheid in de stationsbuurt;<br />
• Intrafamiliaal geweld met relevante actoren en organisaties in de sociale<br />
sector en justitie;<br />
• Samenwerking met de deurwaarders;<br />
• Sociale huisvestingsmaatschappij met betrekking tot integrale en<br />
geïntegreerde veiligheidsprojecten in (sociale) risicobuurten;<br />
• De <strong>Lokale</strong> <strong>Politie</strong> Lier voor wederzijdse toetsing en bijstand bij strategische<br />
trajecten;<br />
• De directie van de Relaties met de <strong>Lokale</strong> <strong>Politie</strong> bij de federale politie.<br />
Identificatie van sleutelpartners<br />
We hebben de sleutelpartners en de strategische partnerschappen, die in lijn<br />
liggen met het beleid en de strategie die we voeren, geïdentificeerd.<br />
Hierbij een schema dat de partnerschappen verduidelijkt.<br />
22<br />
PRORELA betreft een project waarbij buurtbewoners, die overlast veroorzaken automatisch bij<br />
de Vrederechter in een verzoeningsprocedure betrokken geraken.<br />
46 4. MANAGEMENT VAN middelen | <strong>Lokale</strong> <strong>Politie</strong> Aalst – JAARVERSLAG <strong>2010</strong>
<strong>Lokale</strong> <strong>Politie</strong> Aalst – JAARVERSLAG <strong>2010</strong> | 4. MANAGEMENT VAN middelen 47
4.7. Strategisch veiligheids-en preventieplan<br />
In het politiehuis zijn 6 personeelsleden van de stedelijke dienst Preventie<br />
gehuisvest, namelijk 1 preventieambtenaar, 2 preventiewerkers, 1 strategisch<br />
analiste en 2 administratief medewerkers, waarvan 1 ook technopreventief<br />
adviseur is. Vanuit andere locaties zijn ook nog een preventiewerker drugs, 1<br />
straathoekwerker, 1 buurtsportanimator, 14 gemeenschapswachten en de<br />
personeelsleden van Traject werkzaam in het kader van het Strategisch veiligheidsen<br />
preventieplan.<br />
Het plan werd afgesloten met de FOD Binnenlandse Zaken, directie <strong>Lokale</strong><br />
Integrale Veiligheid. Het voldoet aan een ministerieel besluit dat bepaalt welke<br />
fenomenen in aanmerking kunnen komen en is samengesteld uit strategische en<br />
operationele doelstellingen, verwachte resultaten en indicatoren.<br />
Volgende fenomenen werden via het plan in <strong>2010</strong> aangepakt:<br />
• Inbraak;<br />
• Diefstal van en in auto’s;<br />
• Gauwdiefstal;<br />
• Diefstal door middel van list;<br />
• Fietsdiefstal;<br />
• Winkeldiefstal;<br />
• Geweld in schoolmilieu;<br />
• Druggerelateerde maatschappelijke overlast (drugpreventie en –<br />
hulpverlening);<br />
• Sociale overlast (recreatieoverlast, straathoekwerk, buurtbeheer en<br />
Buurtsport).<br />
Ten aanzien van 2009 werden er in <strong>2010</strong> een aantal wijzigingen in het plan<br />
doorgevoerd. De belangrijkste zijn:<br />
• Schrappen van het fenomeen jeugdcriminaliteit. Aanvankelijk zou het<br />
fenomeen jeugdcriminaliteit projectmatig aangepakt worden via de<br />
oprichting van een projectgroep binnen de <strong>Lokale</strong> <strong>Politie</strong> Aalst. In 2009<br />
werd echter geopteerd om te starten met het project peter/meterschap<br />
dat gecoördineerd en uitgevoerd wordt door de <strong>Lokale</strong> <strong>Politie</strong> Aalst;<br />
• Toevoeging van doelstellingen in het kader van het uitbouwen en<br />
ondersteunen van een intergemeentelijke aanpak van het drugfenomeen<br />
in Aalst, Lede, Erpe-Mere, Denderleeuw en Haaltert (INDRA);<br />
• Toevoeging van doelstellingen in het kader van Buurtsport, een project<br />
opgestart begin <strong>2010</strong> dat aan rondhangjongeren sport- en<br />
vrijetijdsactiviteiten in de eigen buurt aanbiedt.<br />
48 4. MANAGEMENT VAN middelen | <strong>Lokale</strong> <strong>Politie</strong> Aalst – JAARVERSLAG <strong>2010</strong><br />
Naast een beschrijving van fenomenen bevat het plan ook een lokale<br />
veiligheidsdiagnostiek, een administratieve, financiële en logistieke invulling, de<br />
noodzakelijke samenwerkingsverbanden, het evaluatieproces en de<br />
informatiedoorstroming naar de bevolking. Via de FOD Binnenlandse Zaken<br />
beschikt de stad over een jaarlijks budget van 638.971 euro dat aan te wenden is<br />
voor personeel, werkingsmiddelen en investeringen. Elke uitgave dient echter wel<br />
gemotiveerd te worden voor de FOD Binnenlandse Zaken en de stad Aalst.<br />
Straathoekwerker<br />
Binnen het fenomeen sociale overlast van het plan werd straathoekwerk als<br />
methodiek ingeschreven om een vollediger aanbod te bieden aan<br />
rondhangjongeren. Het straathoekwerk is een laagdrempelige, professionele<br />
werkvorm met aanwezigheid in de leefwereld van de doelgroep, namelijk sociaal<br />
uitgesloten mensen en groepen. Het is complementair aan andere<br />
welzijnsvoorzieningen. Door middel van begeleiding, advies, doorverwijzing en<br />
signaalfunctie tracht men de gasten weer de nodige vaardigheden aan te brengen<br />
om goed te kunnen functioneren en dit op hun eigen tempo. Het stimuleren en<br />
ondersteunen van zelfinitiatieven is van groot belang, alsook het opbouwen van<br />
een onvoorwaardelijke relatie met de gasten. De straathoekwerker heeft als<br />
uitvalsbasis ontmoetingshuis De Brug, maar minstens 60% van zijn werktijd brengt<br />
hij door bij de doelgroep of in het straatbeeld.<br />
4.8. Traject<br />
Stedelijk Onthaalcentrum voor alcohol -, medicatie - en druggebruik.<br />
4.8.1. Doelstelling<br />
De voornaamste doelstelling van onze hulpverlening is erop gericht om het<br />
algemeen functioneren van cliënten te bevorderen die al dan niet bewust<br />
moeilijkheden ondervinden op één of ander levensterrein in combinatie met het<br />
gebruik van middelen (wij denken vooral aan: alcohol, medicatie en illegale drugs,<br />
…).<br />
4.8.2. Multidisciplinair begeleidingsteam<br />
Het multidisciplinair begeleidingsteam van Traject bestaat uit:<br />
• Een voltijds maatschappelijk werkster/coördinator;<br />
• Een deeltijds verpleegkundige;<br />
• Twee voltijds maatschappelijk werksters;<br />
• Een deeltijds sociaal verpleegkundige/criminologe;
• Een consulterend huisarts op Traject;<br />
• Een deeltijds klinisch psychologe;<br />
• Een administratief medewerkster.<br />
4.8.3. Doelgroepen<br />
We onderscheiden vier doelgroepen binnen onze werking:<br />
• Adolescenten of jongeren die experimenteren met middelen zoals bv.<br />
cannabis, speed, …;<br />
• De gebruiker met een korte of middellange gebruikersgeschiedenis;<br />
• De gebruiker met een lange tot ernstige verslavingsgeschiedenis;<br />
• De ouders, partner, vrienden, … van de gebruiker.<br />
De naaste omgeving is ook welkom als de gebruiker om wie het in principe gaat,<br />
nog niet gemotiveerd is om mee te komen.<br />
4.8.4. Behandeling<br />
De aangeboden begeleiding is steeds multidisciplinair gekaderd (ook al krijg je<br />
vaak slechts één persoonlijke begeleider toegewezen) en bestaat uit:<br />
• Individuele gespreksvoering op het centrum;<br />
• Medische opvang bij illegaal druggebruik (voor niet-druggerelateerde<br />
problemen wordt er via onze teamarts terug naar de eigen huisarts<br />
verwezen);<br />
• Overleg met andere diensten of organisaties (case management, overleg<br />
met intermediairen, …).<br />
Indien nodig én mogelijk:<br />
• Wordt de omgeving van de gebruiker betrokken bij het<br />
hulpverleningsproces;<br />
• Wordt er een gerichte doorverwijzing gerealiseerd (doorverwijzing<br />
beschouwen wij als aanvullend op onze begeleidingen).<br />
Elke begeleiding is gepersonaliseerd en dus verschillend. Traject regelt vlot een<br />
snelle afspraak voor een eerste gesprek waar vooral de wederzijdse verwachtingen<br />
worden verduidelijkt. De frequentie van de begeleidingen wordt met de cliënt<br />
besproken én heeft doorgaans de vorm van wekelijkse contacten op het centrum.<br />
Specifiek naar heroïnegebruikers is er een methadonbegeleiding. Deze begeleiding<br />
houdt in dat de cliënt 2 maal in de week bij Traject langskomt (1 maal<br />
psychosociale begeleiding en 1 maal bij de dokter). Uiteindelijk streven wij altijd<br />
naar stoppen met gebruik .<br />
4.10. Externe stagiairs<br />
4.10.1. Stageaanvraag<br />
De <strong>Lokale</strong> <strong>Politie</strong> Aalst gaat jaarlijks in op verschillende aanvragen voor<br />
stageplaatsen van universiteiten en hogescholen. Bij elke sollicitatie voor een<br />
stageplaats bij de politie vindt eerst een briefselectie plaats. Afhankelijk van de<br />
stageaanvraag, wordt de brief en het cv besproken met de dienst waar de stage zal<br />
doorgaan. Door middel van een persoonlijk gesprek wordt een selectie gemaakt.<br />
Aansluitend wordt een werkpostfiche en risicoanalyse van de werkpost<br />
opgemaakt. Dit kan een aantal weken duren.<br />
4.10.2. Stage-activiteiten<br />
De stage is een meewerkstage waarbij verwacht wordt van de stagiair dat hij/zij<br />
actief participeert en meedraait in het werkproces. De werkzaamheden zijn zeer<br />
uiteenlopend. Daarnaast is er alle ruimte om te voldoen aan de stageopdracht van<br />
de school. De stagiair leert een actieve en veelzijdige organisatie kennen en doet<br />
praktische kennis op.<br />
<strong>Lokale</strong> <strong>Politie</strong> Aalst – JAARVERSLAG <strong>2010</strong> | 4. MANAGEMENT VAN middelen 49
5. MANAGEMENT VAN PROCESSEN<br />
De manier waarop de organisatie vanuit strategie en beleid haar<br />
processen definieert, ontwerpt, beheerst en waar nodig verbetert<br />
of vernieuwt, teneinde haar doelen te realiseren.<br />
Aandacht is nodig voor de specifieke eisen en mogelijkheden van<br />
de professional: het type medewerker dat met kennis van zaken en<br />
ervaring vaak autonoom moet (kunnen) handelen.<br />
5.1. Organisatie van de basisfunctionaliteiten<br />
Conform het Koninklijk Besluit van 17 september 2001, dient de lokale politie een<br />
gelijkwaardige minimale dienstverlening ten gunste van de bevolking te<br />
verzekeren. Deze dienstverlening vertaalt zich in het bijzonder in de volgende<br />
functies: wijkwerking, onthaal, interventie, politionele slachtofferbejegening,<br />
lokale opsporing en lokaal onderzoek en handhaving van de openbare orde. Deze<br />
zes functies worden de ‘basisfunctionaliteiten’ genoemd. Ook ‘verkeer’ zal in dit<br />
kader besproken worden, aangezien er heel wat stemmen opgaan om deze functie<br />
op te nemen in het voorvermelde Koninklijk Besluit als zevende<br />
basisfunctionaliteit.<br />
Elk jaar wordt één basisfunctionaliteit nader toegelicht. Vorig jaar betrof dit de<br />
wijkwerking. Dit jaar komt de basisfunctionaliteit onthaal uitgebreider aan bod.<br />
5.1.1. De wijkwerking<br />
Visie<br />
Veiligheid en leefbaarheid in de directe leefomgeving zijn een zorg voor de<br />
wijkwerking en de burger. De wijkwerking streeft naar een optimale integratie in<br />
de maatschappij. De filosofie van de gemeenschapsgerichte politiezorg moet in de<br />
praktijk gerealiseerd worden. Samenwerking met interne en externe partners moet<br />
verstevigd worden.<br />
Doelstellingen<br />
De filosofie van de gemeenschapsgerichte politiezorg concretiseren en in de<br />
praktijk brengen door samenwerking met en betrekken van interne en externe<br />
partners, vooral de burgers, bij de zorg voor een veilige leefomgeving.<br />
Strategie<br />
De idee van de gemeenschapsgerichte politiezorg in de praktijk uitvoeren in<br />
samenwerking met diverse partners en deze voortdurend evalueren, toetsen in de<br />
praktijk en bijsturen waar nodig.<br />
Datum<br />
Aantal Aantal<br />
registratie inwoners wijkINP<br />
volgens de<br />
norm<br />
5.1.2. Het onthaal<br />
Visie<br />
Iedere burger, die in contact komt met de dienst Onthaal, moet het politiehuis<br />
tevreden verlaten.<br />
Missie<br />
Als onthaalteam van de <strong>Lokale</strong> <strong>Politie</strong> Aalst vormen wij een professioneel<br />
aanspreekpunt voor de bevolking en de gebruikers van de stad Aalst. Op een<br />
vriendelijke, behulpzame en empathische manier dragen we bij tot een<br />
probleemoplossende aanpak met het oog op een goede vertrouwensrelatie met de<br />
bevolking en een excellent imago van onze organisatie.<br />
Strategische doelstelling<br />
Reëel<br />
aantal<br />
wijkINP<br />
Aantal<br />
politieposten<br />
Capaciteit<br />
op<br />
jaarbasis<br />
1/1/<strong>2010</strong> 80 035 19,5 23 9 35 680<br />
mensuren<br />
NORM: 1 wijkinspecteur op 4.000 inwoners.<br />
De norm werd gehaald.<br />
De wijkdienst wordt geleid door 2 commissarissen, bijgestaan door 2<br />
hoofdinspecteurs. De wijkdienst wordt ondersteund door 2 agenten van politie<br />
en 2 administratieve medewerkers (CALog niveau D).<br />
Wij willen de burger, die een beroep doet op de onthaalfunctie van de <strong>Lokale</strong><br />
<strong>Politie</strong> Aalst op een professionele, vriendelijke en aangename manier bejegenen bij<br />
de oplossing van zijn probleem en de terugdringing van het onveiligheidsgevoel.<br />
50 5. Management van processen | <strong>Lokale</strong> <strong>Politie</strong> Aalst – JAARVERSLAG <strong>2010</strong>
Datum<br />
registratie<br />
Aantal<br />
gemeenten<br />
in de zone<br />
1/1/<strong>2010</strong> 1<br />
Aantal<br />
politieposten<br />
- 1 centraal<br />
punt;<br />
- 8 onthaalpunten<br />
in<br />
de deelgemeenten<br />
Aantal uren daadwerkelijk<br />
fysiek onthaal in het<br />
centraal onthaalpunt<br />
Weekdagen<br />
Weekend/<br />
feest-dagen<br />
24 24<br />
Capaciteit<br />
op<br />
jaarbasis<br />
20 000<br />
mensure<br />
n<br />
NORM: per dag 12 uur fysiek onthaal in het centraal onthaalpunt + contacteerbaar<br />
d.m.v. technische, infrastructurele maatregelen.<br />
De norm werd gehaald.<br />
5.1.3. De politionele slachtofferbejegening<br />
Visie<br />
Elke burger en/of zijn verwanten, welke binnen of buiten de zone, een<br />
traumatische gebeurtenis meemaken ten gevolge van een ongeval, een crimineel<br />
feit, een accidentele calamiteit of ramp dienen in het kader van de politionele hulp<br />
aan slachtoffers op een zo menswaardige en deskundige wijze te worden<br />
opgevangen door ELKE politiefunctionaris. Voor de slachtoffers van ernstige feiten<br />
of van feiten die door hen als ernstig ervaren worden of arbeidsintensiever zijn<br />
wordt voorzien in gespecialiseerde politiële slachtofferbejegening.<br />
Strategie<br />
Slachtofferbejegening is een prioritaire opdracht die 24u/24u wordt gegarandeerd<br />
en dit zowel op het niveau van elke politieambtenaar als op het niveau van de<br />
gespecialiseerde dienst Slachtofferbejegening.<br />
Niveau politiefunctionarissen:<br />
• Via jaarlijkse vorming alle personeelsleden bewust blijven maken van een<br />
correcte slachtoffergerichte aanpak;<br />
• Actuele informatie (wetgeving, verwijsmogelijkheden, thema’s) omtrent<br />
slachtofferzorg toegankelijk maken voor eigen personeelsleden ten behoeve<br />
van de slachtoffers.<br />
Niveau politionele dienst Slachtofferbejegening:<br />
• Door de inschakeling van hoger geschoold personeel (menswetenschappen<br />
A1 of universitair niveau) en blijvende gespecialiseerde vorming en<br />
intervisie, kritisch het eigen handelen inzake slachtofferbejegening te<br />
analyseren en bij te sturen om een zo kwalitatief mogelijke bejegening te<br />
kunnen garanderen;<br />
• Door samenwerking met andere partners inzake slachtofferzorg vlot en<br />
doelgericht te kunnen verwijzen;<br />
• Samenstelling en hanteren van draaiboek voor het verlenen van<br />
psychosociale hulp bij opvang van groepen slachtoffers o.a. psychosociaal<br />
luik (PSL) rampenplan;<br />
• Optimaliseren van de organisatie van debriefings bij ernstige feiten zowel<br />
naar derden als naar de eigen collega’s;<br />
• Blijvend inspelen op nieuwe tendensen inzake slachtofferzorg en deze<br />
implementeren in de eigen slachtofferzorg.<br />
Doelstelling<br />
Zorgen voor opvang van slachtoffers en nabestaanden zowel binnen het<br />
politiehuis als daarbuiten. Geven van praktische bijstand zodat de basisbehoeften<br />
van slachtoffers niet in het gedrang komen. Geven van psychosociale<br />
ondersteuning bij de mededeling, eerste opvang en verwerking van de gebeurtenis.<br />
Verstrekken van alle nodige juridische en praktische informatie die het slachtoffer<br />
nodig heeft om zijn rechten als slachtoffer te doen gelden. Doorverwijzing naar<br />
hulpverleningsdiensten indien het slachtoffer daar nood aan heeft.<br />
<strong>Lokale</strong> <strong>Politie</strong> Aalst – JAARVERSLAG <strong>2010</strong> | 5. Management van processen 51
Datum<br />
registratie<br />
Gespecialiseerd<br />
medewerker<br />
beschikbaar<br />
Wijze waarop de permanente<br />
beschikbaarheid geregeld is<br />
Intern de zone<br />
geregeld<br />
Samenwerking<br />
met andere<br />
PZ/Fedpol<br />
Capaciteit op<br />
jaarbasis<br />
Datum<br />
registratie<br />
Aantal<br />
interventieploegen<br />
Aantal<br />
Voorziene<br />
uurvorken<br />
Aantal piekploegen<br />
Aantal<br />
Voorziene<br />
uurvorken<br />
Capaciteit op<br />
jaarbasis<br />
1/1/<strong>2010</strong> Ja Ja Neen<br />
10 032<br />
mensuren<br />
1/1/<strong>2010</strong> 5 24/24 2<br />
8 uur per<br />
weekendnacht<br />
262 000<br />
mensuren<br />
NORM: 1 gespecialiseerd medewerker continu terugroepbaar.<br />
De norm werd gehaald.<br />
5.1.4. De interventie en algemeen toezicht<br />
Visie<br />
De functionaliteit interventie zal in een geest van openheid en communicatie met<br />
andere diensten instaan voor het uitvoeren van de eerstelijns dringende<br />
interventies over het gehele grondgebied van de stad Aalst, met respect voor de<br />
fundamentele rechten en vrijheden van onze medeburgers en dit in een geest van<br />
integriteit en volstrekte onpartijdigheid.<br />
Doelstellingen<br />
Elke interventie binnen het grondgebied van de zone het hoofd bieden binnen een<br />
realistische, gedifferentieerde termijn en deze door een professionele aanpak tot<br />
een goed einde brengen met eventuele gepaste doorverwijzing naar<br />
gespecialiseerde diensten en opvang van alle betrokken partijen.<br />
Strategie<br />
Gedifferentieerd reageren bij elke vraag tot tussenkomst, dit zeven dagen op<br />
zeven, 24 uur op 24 met minimum 5 ploegen bij normale periodes en 2 bijkomende<br />
piekploegen tijdens de drukke weekendnachten.<br />
NORM: 1 continuploeg + 1 piekploeg 84 uur/week.<br />
De norm werd gehaald.<br />
5.1.5. <strong>Lokale</strong> opsporing en lokaal onderzoek<br />
Visie<br />
De lokale recherche zal essentieel bijdragen tot het beheersen en zo mogelijk<br />
terugdringen van de omvang van prioritaire criminaliteitsfenomenen. Dit zal<br />
gebeuren door een kwalitatieve opsporing en onderzoek, zowel pro-actief als reactief,<br />
binnen respectabele termijnen, met geëngageerde, flexibele en goed<br />
opgeleide rechercheurs.<br />
Doelstellingen<br />
Uitbouwen van een functionele lokale recherche die oog heeft voor de kwaliteit<br />
van de processen, producten, houding, kennis en vaardigheden van het personeel<br />
en de informatiedoorstroming. Streven naar de opheldering van feiten, de<br />
opsporing van dader(s) en de recuperatie van het geleden nadeel.<br />
Strategie<br />
• Het maximaal benutten en gebruik maken van opsporings- en<br />
onderzoekstechnieken;<br />
• Het verzamelen van alle mogelijke bewijsmateriaal;<br />
• Maximale uitwisseling van informatie met het AIK en de FGP;<br />
• Geregeld contacten onderhouden met de opsporings- en<br />
onderzoeksmagistraten en andere relevante partners;<br />
• Participeren in overlegplatformen;<br />
• Volgen van informatiesessies, vormingen en opleidingen om ons verder te<br />
bekwamen;<br />
52 5. Management van processen | <strong>Lokale</strong> <strong>Politie</strong> Aalst – JAARVERSLAG <strong>2010</strong>
• Afleggen van rekenschap over de aangewende technieken, ingezette<br />
capaciteit en behaalde resultaten door eind- en tussentijdse rapporteringen.<br />
Datum<br />
registratie<br />
Globaal<br />
effectief<br />
zone<br />
Effectief<br />
operationeel<br />
kader<br />
Organisatievorm<br />
<strong>Lokale</strong><br />
recherchedienst<br />
(met<br />
vaste medewerkers)<br />
Aantal FTE<br />
Polyvalente of<br />
flexibele<br />
opsporings- en<br />
onderzoekscapaciteit<br />
Aantal FTE of<br />
uren<br />
Capaciteit op<br />
jaarbasis<br />
32 819<br />
31/12/<strong>2010</strong> 273 232 22 0<br />
mensuren<br />
NORM: 10% van het operationeel effectief voor zones met globaal effectief ≥ 230.<br />
De norm werd niet gehaald.<br />
5.1.6. De handhaving van de openbare orde<br />
Visie<br />
Het beheersen van de fenomenen die een weerslag hebben op de openbare orde,<br />
rust en veiligheid, rekening houdend met de fundamentele rechten, vrijheden en<br />
plichten van de mens.<br />
Doelstellingen<br />
Gedifferentieerde politionele aanwezigheid tijdens evenementen, sport- en andere<br />
activiteiten en evenementen die een grote volkstoeloop met zich meebrengen,<br />
waarvan het karakter van die aard is dat de openbare orde zou kunnen verstoord<br />
worden.<br />
Strategie<br />
Handhaving openbare orde maakt deel uit van de reguliere werking en bij de<br />
organisatie van evenementen zullen hiervoor extra manschappen ingezet worden<br />
waarbij het aantal en de inzetmodaliteiten zullen bepaald worden volgens de aard<br />
van het evenement, doch waarbij het principe van gastheerschap prioritair zal<br />
worden toegepast.<br />
OBP OGP Interzonale<br />
samenwerking<br />
Ja Ja Nee<br />
NORM: 1 OBP permanent bereikbaar en terugroepbaar.<br />
De norm werd gehaald: 24u/24u OGP aanwezig en 24u/24u OBP bereikbaar en<br />
oproepbaar (via een beurtrol bij de officieren met OBP bevoegdheid).<br />
5.1.7. Verkeer en verkeershandhaving<br />
Sedert 16 oktober 2009 wijzigde het KB van 17 september 2001 dat de organisatieen<br />
werkingsnormen bepaalt voor de lokale politie. Vanaf nu is verkeer de 7de<br />
basisfunctionaliteit van de lokale politie en bestaat er ook voor verkeer een<br />
minimale werkingsnorm. Het korps moet minstens 8% van de totale<br />
werkcapaciteit besteden aan verkeersopdrachten. Concreet zijn dit:<br />
• Verkeershandhaving door middel van preventieve en repressieve acties op<br />
naleving van de verkeersregels;<br />
• Verkeersregeling bij ernstige en onverwachte verstoring van de mobiliteit;<br />
• Vaststellen van verkeersongevallen;<br />
• Adviseren van bevoegde overheden over mobiliteit en verkeersveiligheid.<br />
De doelstelling is om het aantal slachtoffers in het verkeer te verminderen.<br />
De minimale normen betreffende enkel strategische thema’s zijn:<br />
• Bemande snelheidscontroles – aantal gecontroleerde voertuigen: 122.736;<br />
• Rijden onder invloed van alcohol – aantal opgelegde ademtesten: 3.068;<br />
• Gordeldracht – aantal gecontroleerde voertuigen: 11.762 (gelijkgesteld met<br />
2.352 OI).<br />
Binnen de <strong>Lokale</strong> <strong>Politie</strong> Aalst is de verkeersdienst als volgt georganiseerd:<br />
• Verkeersadvies;<br />
• Verkeersadministratie/tekendienst;<br />
• Verkeerstoezicht.<br />
Datum<br />
registratie<br />
1/1/2011 7<br />
Theoretisch beschikbare capaciteit op jaarbasis<br />
Verkeersadvies, –administratie<br />
en tekendienst<br />
Verkeerstoezicht<br />
FTE Capaciteit FTE Capaciteit<br />
- 10 640 uren<br />
- 9 576 uren<br />
16 24 320 uren<br />
<strong>Lokale</strong> <strong>Politie</strong> Aalst – JAARVERSLAG <strong>2010</strong> | 5. Management van processen 53
5.1.8 Proces Verkeer gemeenschapsgericht georganiseerd<br />
Op 16 oktober 2009 wijzigde het KB van 17 september 2001 dat de organisatie van<br />
de werkingsnormen bepaalt voor de lokale politie. Dat heeft voor gevolg dat<br />
verkeer als een afzonderlijke basisfunctionaliteit beschouwd wordt.<br />
Dit houdt in dat minstens 8 % van de totale werkcapaciteit van de <strong>Lokale</strong> <strong>Politie</strong><br />
Aalst moet besteed worden aan verkeersopdrachten. Deze capaciteit bestaat zowel<br />
uit leden uit het operationeel als administratief en logistiek kader. Door het<br />
vaststellen van deze organisatie- en werkingsnorm voor deze functie wil het KB<br />
een minimale dienstverlening aan de bevolking verzekeren. Deze dienstverlening<br />
omvat de verkeerstaken die nodig zijn voor het beheren van de lokale<br />
verkeersveiligheid, de strijd tegen de verkeersinbreuken en de bijdrage tot het vlot<br />
verkeer op het grondgebied van de politiezone met uitzondering van de<br />
autosnelwegen.<br />
Externe oriëntering<br />
De verkeersdienst is duidelijk, extern georiënteerd. In de scanningsmatrix voor de<br />
opbouw van het zonaal veiligheidsplan zijn naast de criminaliteits- en overlast- ook<br />
de verkeersfenomenen opgenomen.<br />
In de wijkscans die werden uitgevoerd in 2008 blijkt dat verkeer gerelateerde<br />
fenomenen belangrijke thema’s zijn waarover de bevolking bezorgd is.<br />
De georganiseerde wijkbabbels in Nieuwerkerken en Moorsel tonen hetzelfde aan.<br />
Daarnaast ontvangt de verkeersdienst hetzij via het stadsbestuur, de dienst<br />
Mobiliteit van de stad Aalst of rechtsreeks vanuit de bevolking meldingen over<br />
verkeersproblemen. De telefoon, een bezoek aan de verkeersdienst, een brief of<br />
een e-mail zijn de meeste gebruikte communicatiekanalen.<br />
Het personeel van de verkeersdienst is dagelijks aanwezig in het straatbeeld en<br />
daardoor vlot aanspreekbaar.<br />
De wijkinspecteurs die dagelijks in contact staan met de bewoners van de stad<br />
brengen regelmatig informatie over hun verwachtingen op vlak van verkeer over.<br />
In de gemeenteraadscommissie mobiliteit worden ook regelmatig<br />
verkeersproblemen gemeld.<br />
Ook de lokale en gerechtelijke autoriteiten hebben bepaalde verwachtingen op het<br />
vlak van de verkeersveiligheid waarmee rekening gehouden wordt.<br />
Alle gemelde problemen worden onderzocht en het advies wordt overgemaakt aan<br />
het stadsbestuur.<br />
Probleemoplossend werken<br />
De problematiek van de verkeersonveiligheid is zo pertinent aanwezig dat<br />
“Verkeer” één van de prioriteiten vormt in het Zonaal Veiligheidsplan 2009-2012.<br />
Hier wordt de verkeersonveiligheid projectmatig aangepakt.<br />
Daarnaast worden tal van verkeersproblemen gemeld die binnen de reguliere<br />
werking moeten gekaderd worden. Die zaken worden in overleg met partners<br />
onderzocht en besproken. Steeds meer partners worden er zich van bewust dat ook<br />
de problemen op vlak van verkeersonveiligheid integraal en geïntegreerd moeten<br />
benaderd worden, wil men tot een optimaal resultaat komen.<br />
We stellen vast dat klachten over overlast in buurten steeds een<br />
verkeersgerelateerd element hebben. Wanneer die projectmatig aangepakt<br />
worden, is hier steeds een taak op vlak van verkeer weggelegd.<br />
Partnerschap<br />
De politie kan de verkeersproblemen niet alleen aanpakken. De realisatie van<br />
verkeersveiligheid is zeer complex. Dat blijkt uit de talrijke instanties die opgericht<br />
worden om de verkeersonveiligheid aan te pakken. Cfr. De Staten Generaal van de<br />
verkeersveiligheid, de Vlaamse stichting Verkeerskunde, het Belgisch Instituut voor<br />
de Verkeersveiligheid... Wetgeving, infrastructuur, het gedrag van de weggebruiker<br />
moeten elkaar aanvullen om verkeersveiligheid te realiseren.<br />
Op lokaal niveau houdt de politie contact met haar partners. Er is overleg met de<br />
dienst Mobiliteit en Openbare Werken van de stad Aalst.<br />
De politie wordt dagelijks gecontacteerd voor het geven van verkeerstechnisch<br />
veiligheidsadvies bij innames openbaar domein, geplande omleidingen bij werken<br />
of grote evenementen.<br />
In de vergadering overleg publieke ruimte worden de plannen van heraanleg van<br />
de infrastructuur in de ontwerpfase besproken. Op die manier kan in een zeer<br />
vroege fase reeds opgemerkt worden dat bepaalde infrastructurele maatregelen al<br />
dan niet tot problemen kunnen leiden. De politie kan erop wijzen dat bij de<br />
heraanleg rekening moet gehouden worden met de lokale onveiligheidsgegevens.<br />
Op het grondgebied van Aalst loopt een 50-tal kilometer gewestwegen. Wanneer<br />
zich daar problemen voordoen, wordt overleg gepleegd met de wegbeheerder om<br />
tot een oplossing te komen. De contacten met de gerechtelijke overheden zijn<br />
optimaal. Een paar jaar terug werd in het gerechtelijk arrondissement<br />
Dendermonde een kennisnet verkeer opgericht waarin de lokale politiediensten de<br />
problemen die zijn ervaren in de praktische toepassing van de verkeerswetgeving<br />
bespreken met de parketmagistraten.<br />
54 5. Management van processen | <strong>Lokale</strong> <strong>Politie</strong> Aalst – JAARVERSLAG <strong>2010</strong>
De verkeersdienst moet ook samenwerken met interne partners zoals het onthaal,<br />
wijkdienst, interventiedienst, recherche, politionele preventie, openbare orde.<br />
De functionaliteit slachtofferbejegening wordt ingeschakeld voor de slechte<br />
nieuwsmelding bij verkeersongevallen met dodelijke afloop of wanneer het<br />
slachtoffer zich in levensgevaar bevindt.<br />
De partners waarmee de <strong>Lokale</strong> <strong>Politie</strong> Aalst samenwerkt zijn zich bewust van de<br />
noodzaak van deze samenwerking.<br />
De moeilijkste partner in het verhaal is de individuele weggebruiker. Wetgeving,<br />
infrastructuur, handhaving en vervolging mogen naadloos op elkaar aansluiten,<br />
toch blijven de meningen verdeeld: de politie voert te weinig of teveel controles<br />
uit.<br />
Vandaar dat sensibiliseren en informeren een belangrijke rol spelen in de aanpak<br />
van de verkeersonveiligheid.<br />
Verschillende communicatiekanalen waaronder de stadskrant Denderend Aalst en<br />
de website van de <strong>Lokale</strong> <strong>Politie</strong> Aalst vormen ideale fora voor het sensibiliseren<br />
van de gebruikers van de stad.<br />
Meer informatie over de samenwerking met partners is terug te vinden in veld 2<br />
van dit jaarverslag.<br />
Verantwoording<br />
De <strong>Lokale</strong> <strong>Politie</strong> Aalst legt t.a.v de gerechtelijke en bestuurlijke opdrachtgevers<br />
verantwoording af over haar optreden.<br />
Jaarlijks worden tal van aanvankelijke en navolgende processen-verbaal inzake<br />
verkeer overgemaakt aan het parket te Dendermonde.<br />
De gemelde verkeersproblemen worden onderzocht en de bestuurlijke overheid<br />
ontvangt een verslag met het resultaat en het voorstel tot aanpak. Bepaalde<br />
dossiers worden besproken op de gemeenteraadscommissie mobiliteit waar<br />
verantwoording afgelegd wordt over de opbouw van het dossier en het<br />
geformuleerde voorstel.<br />
In de zonale veiligheidsraad wordt feedback gegeven over de behaalde resultaten<br />
in het project verkeer.<br />
De dienst Verkeer geeft in dit jaarverslag informatie over de werking van de<br />
verkeersdienst.<br />
Elke politiezone ontvangt uit het Verkeersveiligheidsfonds een jaarlijkse dotatie die<br />
besteed wordt aan verkeersmaatregelen. Het gebruik van deze middelen moet<br />
verantwoord worden.<br />
Resultaten van de weekendacties snelheid en alcohol, drugs in het verkeer, de BOBcampagne<br />
worden punctueel gecommuniceerd aan de pers en op de website.<br />
Klachten over verkeersonveiligheid scoren hoog op de wijkbabbels en in de<br />
wijkscans. De deelnemers worden op de hoogte gebracht van de bereikte<br />
resultaten.<br />
In bepaalde omstandigheden moet ook gecommuniceerd worden waarom de<br />
politie een bepaalde verwachte taakuitvoering niet realiseert. Bijvoorbeeld op elke<br />
wijkbabbel scoort onaangepaste snelheid hoog als klacht. De <strong>Lokale</strong> <strong>Politie</strong> Aalst<br />
kan echter niet ingaan op elk verzoek om snelheidscontroles te organiseren. Dat<br />
wordt op een verantwoorde wijze gecommuniceerd aan de aanwezigen.<br />
Bekwame betrokkenheid<br />
De verkeerswetgeving is geen statische materie en evolueert constant. Dat<br />
betekent dat de politiemedewerkers en in het bijzonder de medewerkers van de<br />
verkeersdienst op de hoogte moeten blijven van deze wijzigingen. Iedereen krijgt<br />
de gelegenheid om de nodige opleidingen te volgen.<br />
Richtlijnen van het parket en de standpunten van de bestuurlijke overheid op<br />
verkeersvlak worden gecommuniceerd.<br />
De gerichte verkeersacties en de werkwijzen bij verkeerscontroles worden met het<br />
personeel geëvalueerd en bijgestuurd indien dat nodig is.<br />
Voor de communicatie over verkeer op de website is een medewerker van de<br />
verkeersdienst verantwoordelijk.<br />
In het vormings-, trainings- en opleidingsbeleid van de <strong>Lokale</strong> <strong>Politie</strong> Aalst wordt<br />
een aanbod op vlak van verkeer voorzien zodat de medewerkers hun competentie<br />
kunnen uitbreiden en bijsturen.<br />
5.2. Organisatie van de beleids- en ondersteunende diensten<br />
De beleids- en ondersteunende processen worden besproken aan de hand van het<br />
PIOFAM-model. ‘PIOFAM’ is een acroniem voor personeel, informatisering,<br />
organisatie, financiën, administratie en materiële middelen. De diensten die hier<br />
aan bod komen, zijn gericht op het scheppen van voorwaarden om de primaire<br />
processen (met name de basisfunctionaliteiten) effectief en efficiënt te<br />
vergemakkelijken en te ondersteunen.<br />
5.2.1. Directie<br />
Human Recourses Management - Intern toezicht - Interne Kwaliteitszorg<br />
Mensen maken de organisatie. Zij vormen de belangrijkste activa van de<br />
organisatie. De manier waarop het operationeel en het burgerpersoneel met elkaar<br />
omgaat en de beschikbare middelen beheert, bepaalt uiteindelijk het succes van<br />
<strong>Lokale</strong> <strong>Politie</strong> Aalst – JAARVERSLAG <strong>2010</strong> | 5. Management van processen 55
onze politie-organisatie. Respect, dialoog, empowerment en een veilige en gezonde<br />
omgeving zijn fundamenteel om het engagement en de participatie van de<br />
medewerkers te verzekeren op weg naar een uitmuntende organisatie.<br />
De dienst HRM beheert en ontwikkelt de competenties en mogelijkheden van de<br />
medewerkers, zowel op individueel als op een breder organisatorisch niveau en<br />
schept er de ruimte voor, met het oog op de ondersteuning van de strategie en de<br />
planning èn de effectiviteit van de processen.<br />
Bij de ontwikkeling van het HR- beleid houden we rekening met drie factoren:<br />
• We denken en werken in termen van de hoofdprocessen;<br />
• Het beleid en de strategie van de organisatie;<br />
• De organisatorische structuur.<br />
HR-beleid heeft als belangrijke doelstelling het aanwezige, menselijke potentieel af<br />
te stemmen op de strategische doelstellingen en de bedrijfsfilosofie van het korps<br />
door de (menselijke) middelen:<br />
• Te identificeren;<br />
• Te ontwikkelen;<br />
• En optimaal aan te wenden zodat ze leiden tot succes.<br />
Als de <strong>Lokale</strong> <strong>Politie</strong> Aalst een omgeving creëert waarbinnen de medewerkers hun<br />
competenties continu kunnen ontplooien, een grotere verantwoordelijkheid<br />
kunnen opnemen en meer initiatief mogen tonen, dragen ze bij tot de<br />
ontwikkeling van de werkplek.<br />
Directiesecretariaat: advies – zonesecretariaat<br />
De dienst Directiesecretariaat bestaat uit vier personen: een adviseur-beleid en<br />
communicatie (niveau A), een adviseur-jurist (niveau A), een boekhouder (niveau B)<br />
en een administratief medewerker (niveau C). Hun taken zijn heel uiteenlopend:<br />
• De adviseur-beleid en communicatie verzorgt de interne en externe<br />
communicatie. Zij bereidt de tweewekelijkse officierenvergadering voor<br />
en leest het verslag van deze vergadering na. Zij bereidt ook enkele grote<br />
projecten voor zoals het jaarverslag, het zonaal veiligheidsplan, de<br />
opendeurdag … Zij geeft de korpschef advies met betrekking tot<br />
communicatie en is lid van het strategieteam.<br />
• De adviseur-jurist stelt maandelijks een overzicht op van de regelgeving<br />
gepubliceerd met betrekking tot politie, analyseert deze regelgeving en<br />
adviseert de korpschef betreffende de toepassing ervan. Zij adviseert de<br />
korpschef eveneens omtrent de legaliteit en de weerslag van specifieke<br />
opdrachten van bestuurlijke en gerechtelijke politie. Zij superviseert het<br />
beheer van de verzekeringspolissen en de behandeling van<br />
schadegevallen en arbeidsongevallen.<br />
• De boekhouder staat in voor de boekhouding van het korps. De hoofdtaak<br />
van de financiële dienst is het opstellen van de begroting en de eventueel<br />
noodzakelijke begrotingswijzigingen (max.2/jaar). De begroting vormt het<br />
basisdocument i.v.m. de werking van de politiezone op financieel gebied.<br />
Daarnaast dient er elk jaar een resultatenrekening opgesteld te worden bij<br />
het afsluiten van de rekeningen.<br />
Het dagelijkse financiële beheer van de politiezone bestaat uit de<br />
verwerking van de inkomende en uitgaande facturen en het opmaken van<br />
de bestelaanvragen naar het CBS toe. De inkomende facturen zijn deze<br />
afkomstig van onze leveranciers voor geleverde aankopen of diensten. De<br />
uitgaande facturen zijn deze die opgesteld worden n.a.v. het plaatsen van<br />
de verkeersborden E1, de valse alarmen, de detacheringen van personeel,<br />
de onderwijsopdrachten, het gebruik van de schietstand door externe<br />
diensten, het opsluiten van personen in de doorgangscellen in opdracht<br />
van andere politiediensten, enz…<br />
Verder is er de maandelijkse importering van de loonbestanden zodat een<br />
controle kan uitgevoerd worden of de gegevens correct zijn. De<br />
loonberekening op zich gebeurt voor het laatste jaar door een centraal<br />
organisme (CDVU).<br />
• De administratief medewerker niveau C stelt het dagelijkse persoverzicht<br />
op, boekt de inkomende facturen in, zorgt voor de opmaak en opvolging<br />
van de uitgaande facturen m.b.t. de verkeersborden E1, de valse alarmen,<br />
het gebruik van de schietstand door externe diensten, … maakt het verslag<br />
op van de tweewekelijkse officierenvergadering en voert voorts algemene<br />
ondersteunende administratieve taken uit.<br />
56 5. Management van processen | <strong>Lokale</strong> <strong>Politie</strong> Aalst – JAARVERSLAG <strong>2010</strong>
De dienst Directiesecretariaat ontfermt zich over verschillende taken met<br />
betrekking tot het zonesecretariaat. Deze taken worden verdeeld over het<br />
directiesecretariaat.<br />
• De adviseur-beleid en communicatie bereidt de vergaderingen voor van<br />
het BOC, de zonale veiligheidsraad en de commissie Veiligheid van de<br />
gemeenteraad en verzorgt het verslag van deze vergaderingen.<br />
• De adviseur-jurist en de boekhouder brengen de punten van de politie op<br />
de agenda van het college van burgemeester en schepenen en op de<br />
agenda van de gemeenteraad en zorgen voor de verdere afhandeling.<br />
• De medewerker niveau C verzorgt de administratieve ondersteuning van<br />
de adviseurs met betrekking tot het zonesecretariaat.<br />
De adviseurs beantwoorden ook geregeld briefwisseling voor de korpschef.<br />
Elk personeelslid kan, mits toestemming van zijn diensthoofd, door de dienst<br />
Boekhouding bepaalde boeken of tijdschriften laten bestellen die van nut zijn voor<br />
de uitoefening van zijn functie. De aangekochte werken bevinden zich op<br />
verschillende diensten binnen de <strong>Lokale</strong> <strong>Politie</strong> Aalst. Vandaar dat alle werken bij<br />
de levering door de dienst Boekhouding worden ingegeven in een centrale<br />
databank met vermelding van de locatie. Deze databank is door alle<br />
personeelsleden consulteerbaar op het intranet van de <strong>Lokale</strong> <strong>Politie</strong> Aalst.<br />
Er is tevens een bescheiden centrale juridische bibliotheek die zich op de juridische<br />
dienst bevindt. Deze werken worden eveneens ingegeven in de voornoemde<br />
centrale databank. Ook de documentatie (boeken of cursussen) die wordt<br />
meegebracht door personeelsleden na het volgen van een opleiding, studiedag of<br />
seminarie wordt ingegeven in deze databank. Deze databank wordt permanent<br />
aangevuld en actueel gehouden.<br />
Facilitair Management<br />
De dienst Facilitair Management is verantwoordelijk voor de aankoop van de<br />
uitrusting van de politieambtenaren en de specifieke opdrachten welke hiermee<br />
verband houden:<br />
• Opmaken van de begrotingsvoorstellen voor de aankoop van de kledij;<br />
• Ontwerp van bestek opmaken voor de uitrusting;<br />
• Bijhouden van de individuele puntenenveloppes;<br />
• Centraliseren van de bestellingen per personeelslid;<br />
• Bestellingen overmaken aan de firma’s;<br />
• Bedelen van de kledij;<br />
• Controle op de facturatie;<br />
• Secretaris van de kledijcommissie.<br />
Deze dienst is eveneens verantwoordelijk voor het onderhoudspersoneel en de<br />
opvolging en evaluatie van de personeelsleden van deze afdeling.<br />
Daarnaast beheert de dienst de provisiekas en is verantwoordelijk voor de aankoop<br />
van kantoorbenodigdheden en onderhoudsproducten.<br />
Deze dienst organiseert tenslotte de sociale activiteiten van de organisatie en<br />
coördineert het gebruik van de verschillende vergaderzalen.<br />
5.2.2. Telematica en logistiek<br />
Telematica<br />
De dienst Telematica is een steundienst voor het personeel. Zij zorgt in de eerste<br />
plaats voor de goede werking van het informaticamaterieel en de randapparatuur.<br />
Gezien de enorme snelle evolutie van de informaticamarkt zorgt zij tevens voor het<br />
up-to-date houden van dit materiaal door uitvoerige marktprospecties en<br />
aankopen. Verder staat de dienst Telematica ook in voor alle bewerkingen die<br />
nodig zijn om een goede werking binnen het korps te garanderen, zoals afdrukken<br />
en bewerken van foto’s, opmaken van lay-outs voor processen-verbaal, brieven,<br />
documenten. Buiten het informaticagedeelte zorgt telematica voor alle Astrid- en<br />
telecomapparatuur. Van hieruit worden alle statistieken en capaciteitsmetingen<br />
aangemaakt die later als meetinstrumenten kunnen gebruikt worden.<br />
Funtioneel beheer<br />
De dienst Functioneel Beheer zorgt voor de kwaliteitscontrole van de koppelingen<br />
van de gerechtelijke processen-verbaal in ISLP om een zo correcte en volledig<br />
mogelijke doorstroming van gegevens naar de ANG (algemene nationale<br />
gegevensbank) te garanderen. Functioneel beheer is binnen de zone de enige<br />
dienst die rechtstreekse aanpassingen in de ANG kan uitvoeren. Dit houdt het<br />
verbeteren, aanvullen en toevoegen van gegevens in. De dienst verzorgt intern de<br />
opleidingen ISLP, ANG, fototheek, … en stelt de benodigde handleidingen en<br />
informatie ter beschikking van de korpsleden. De dienst staat ook in voor de<br />
seiningen en ontseiningen in samenwerking met de dispatching en beheert het<br />
archief van de gerechtelijke processen-verbaal in samenwerking met de reïnfo. Op<br />
regelmatige basis wordt overleg gepleegd met de diensten van de federale politie,<br />
AIK (arrondissementeel informatiekruispunt), andere lokale politiezones, parket, …<br />
De fototheek valt ook onder het beheer en de exploitatie van de functioneel<br />
beheerder. Hierdoor kunnen de foto’s rechtstreeks gevat worden in de ANG,<br />
waardoor ze onmiddellijk raadpleegbaar zijn bij alle Belgische politiediensten.<br />
<strong>Lokale</strong> <strong>Politie</strong> Aalst – JAARVERSLAG <strong>2010</strong> | 5. Management van processen 57
Logistiek<br />
De dienst Logistiek is eveneens een zuivere steundienst. Deze dienst zorgt voor de<br />
aankoop van alle materiaal (bv. meubilair, voertuigen, ...). Elke aankoop wordt<br />
zorgvuldig voorbereid. Met inspraak van de betreffende diensten wordt getracht<br />
middelen aan te kopen die optimaal benut kunnen worden, rekening houdend met<br />
de prijs/kwaliteit. De dienst Logistiek volgt verder ook alle materiaal op en zorgt<br />
voor de herstellingen en vervangingen daar waar nodig.<br />
Er wordt steeds gestreefd om alle medewerkers te voorzien van hoogwaardig<br />
materiaal. Dit komt niet alleen in eerste plaats de veiligheid van ons personeel ten<br />
goede, maar geeft ook naar de burger toe een correct signaal.<br />
5.2.3. Dienstplanning<br />
De dienstplanning staat in voor het plannen en aanpassen van de dagelijkse<br />
interventiepermanentie, het onthaal, de dispatching en het agentenkader dat<br />
tewerkgesteld is bij de dienst Verkeer. Deze dienst duidt eveneens het personeel<br />
aan dat buiten de reguliere werking ingeschakeld wordt, naar aanleiding van:<br />
• Georganiseerde acties van bepaalde diensten of in het kader van lopende<br />
projecten;<br />
• Georganiseerde activiteiten zoals kermissen, braderijen, optochten,<br />
markten, wielerwedstrijden, …;<br />
• Ordediensten in het raam van voetbalwedstrijden, betogingen, carnaval,<br />
...;<br />
• Gehypothekeerde capaciteit (HYCAP) en arrondissementele solidariteit<br />
(steun geleverd aan andere politiezones naar aanleiding van een<br />
gebeurtenis met een bepaalde risicograad).<br />
De dienstplanning staat ook in voor de opvolging en controle van de registratie van<br />
de werkelijk gepresteerde uren. Deze registratie is essentieel voor het uittrekken en<br />
opvragen van statistieken, voor het uitbetalen van nacht-, weekend- en overuren<br />
en andere vergoedingen zoals maaltijdvergoedingen en fietsvergoedingen.<br />
Binnen de dienstplanning, in de functionaliteit personeel worden:<br />
• Alle meldingen inzake ziekte, sociaal verlof en baaldagen verwerkt;<br />
• Alle arbeidsongevallen volledig administratief afgehandeld;<br />
• De jaarlijkse medische controle georganiseerd;<br />
• Alle administratieve procedures inzake niet-automatische vergoedingen<br />
verwerkt en doorgestuurd ter uitbetaling.<br />
5.2.4. Gerechtelijke briefwisseling<br />
Dienst Kantschriften<br />
De dienst Kantschriften voert hoofdzakelijk bijkomende onderzoeksverrichtingen<br />
uit in opdracht van de procureur des Konings, de onderzoeksrechter en de APOpolitiediensten.<br />
Daarnaast zorgt deze dienst ook voor de algemene verdeling van<br />
deze kantschriften naar de andere diensten binnen het korps en houdt ze toezicht<br />
op de afwerkingstermijn.<br />
Dienst Ambtshalve Politioneel Onderzoek (APO)<br />
De dienst APO van de <strong>Lokale</strong> <strong>Politie</strong> Aalst zorgt ervoor dat welbepaalde strafbare<br />
feiten op volledig zelfstandige wijze worden afgewerkt binnen een vastgelegde<br />
termijn zodat de parketmagistraten in deze dossiers een eindbeslissing kunnen<br />
nemen.<br />
In 2005 werd door het college van procureurs-generaal bij de Hoven van Beroep de<br />
omzendbrief COL8/2005 gecreëerd. Deze circulaire regelt voor het eerst een<br />
nationale APO werkwijze. Inmiddels werd deze omzendbrief aangepast via de<br />
COL8bis.<br />
5.2.5. Politionele preventie<br />
De dienst Politionele Preventie heeft als opdracht preventieve, ontradende en<br />
regulerende acties op touw te zetten naar overlast, criminaliteit en veiligheid,<br />
waarbij naar de burger of andere externen actief en dienstverlenend gewerkt<br />
wordt. Enkele voorbeelden: de hercontactname met slachtoffers van een inbraak,<br />
het verstrekken van technopreventieve adviezen naar inbraakbeveiliging, het<br />
inrichten van infosessies ter voorkoming van winkeldiefstallen, organiseren en<br />
opvolgen van het afwezigheidstoezicht.<br />
De burger kan met vragen rond diefstalpreventie, beveiliging van gebouwen en<br />
voor het inrichten van infomomenten steeds terecht bij de preventiedienst.<br />
Naar de bestrijding van gauwdiefstallen worden tijdens de shoppingdagen en de<br />
eindejaarsperiode anonieme observaties en controles in het winkelcentrum<br />
uitgevoerd. Deze politionele initiatieven zijn een aanvulling op de sensibiliserende<br />
en preventieve acties verricht door de medewerkers in het strategisch veiligheidsen<br />
preventiecontract.<br />
Regelmatig worden aan het korps verduidelijkingen verstrekt rond een aantal<br />
specifieke wetgevingen zoals het gebruik van alarminstallaties en de wetgeving<br />
rond private en bijzondere veiligheid en het gebruik van camera’s.<br />
58 5. Management van processen | <strong>Lokale</strong> <strong>Politie</strong> Aalst – JAARVERSLAG <strong>2010</strong>
Bij de verschillende initiatieven wordt nauw samengewerkt met een aantal interne<br />
en externe partners zoals de Sociale Dienst voor alcoholgebruik en spijbelen door<br />
minderjarigen, de dienst Recherche inzake druggebruik en de dienst Preventie van<br />
de stad Aalst voor vermogensdelicten en recreatieoverlast.<br />
In samenwerking met de federale dienst Private en Bijzondere Veiligheid zorgen de<br />
controles naar het lokaal portiersmilieu voor sanering van het plaatselijke<br />
portiersmilieu.<br />
De projectbegeleiding vormt een ondersteunende functie naar lopende of nieuwe<br />
projecten, naar andere diensten binnen het korps of naar het uitwerken van<br />
beleidsinitiatieven. Dit is het geval voor de gekozen prioriteiten in het zonaal<br />
veiligheidsplan 2009-2012, de diverse projecten rond klantgerichtheid en de<br />
implementatie van het gemeenschapsgericht werken.<br />
Naar de preventie van criminaliteit in verzorgingsinstellingen zijn er contacten met<br />
de veiligheidsverantwoordelijken van de twee ziekenhuizen in onze politiezone.<br />
Dossiers storend lawaai lastens horecazaken die initieel worden vastgesteld door<br />
interventieploegen, worden in samenspraak met de milieudienst van de politie en<br />
de wijkdienst opgevolgd.<br />
Sinds november 2008 neemt de preventieofficier deel aan de vergaderingen<br />
Overleg Publieke Ruimte. Tijdens dit maandelijks overleg worden in de<br />
ontwerpfase van dossiers openbare werken risicopunten benoemd met het oog op<br />
het voorkomen van criminaliteit, overlast en vandalisme. Daarnaast wordt de<br />
subjectieve en objectieve onveiligheid besproken. De politie vervult hier een<br />
adviserende rol. Desgevallend volgt een omstandig schriftelijk technopreventief<br />
advies.<br />
De hoofdinspecteur van de preventiedienst vervult tevens de functie van intern<br />
preventieadviseur voor wat betreft de arbeidsveiligheid binnen het korps. Deze<br />
functie houdt een werkbelasting in van minimum 30 % van zijn beschikbare tijd.<br />
5.2.6. PV-registratie<br />
De dienst PV-registratie is bemand door 7 CALog-personeelsleden en 1 inspecteur<br />
met aan het hoofd 1 hoofdinspecteur, en vormt de centrale administratieve dienst<br />
van het korps voor de gerechtelijke en bestuurlijke administratie. De dienst is<br />
opgebouwd uit verschillende afdelingen die complementair werken:<br />
• Registratie en gerichte verdeling van alle binnenkomende stukken, juiste<br />
afhandeling en versturen van alle uitgaande stukken;<br />
• Behandelen van processen-verbaal, briefwisseling deurwaardersexploten,<br />
bezwaarschriften als gevolg van een verkeersovertreding;<br />
• Inlichtingen verstrekken op vraag van het openbaar ministerie, andere<br />
componenten van de geïntegreerde politie, de bevolking of bedrijven;<br />
• Administratieve ondersteuning aan andere diensten zoals aan human<br />
resources, verkeersdienst en het directiesecretariaat.<br />
5.2.7. Leefmilieu<br />
De milieupolitie heeft een preventieve, controlerende en repressieve taak.<br />
Wanneer een controle plaatsvindt met de bedoeling het plegen van inbreuken te<br />
voorkomen en dus preventief wordt opgetreden, kan men spreken van toezicht.<br />
Wordt de controle uitgevoerd om misdrijven op te sporen en bewijsmateriaal te<br />
verzamelen, dan gaat het over opsporing of repressieve politie.<br />
Controle en toezicht worden uitgeoefend door één hoofdinspecteur die mee het<br />
terrein opgaat, bijgestaan door twee inspecteurs en één agent.<br />
Hun takenpakket omvat een veelvoud aan thema’s:<br />
• Afvalstoffen (waarvan sluikstorten een onderdeel is);<br />
• Bodemvervuiling;<br />
• Geluidshinder;<br />
• Gevaarlijke stoffen;<br />
• Grondwater;<br />
• Luchtverontreiniging;<br />
• Mest;<br />
• Oppervlaktewater;<br />
• Straling;<br />
• Bouwovertredingen;<br />
• Reclamepanelen;<br />
• Kamerwoningendecreet;<br />
• Ongezonde en onbewoonbare woningen;<br />
• Dierenwelzijn;<br />
• Jachtovertredingen;<br />
• Bos en groen;<br />
• Controle op de Voedselhygiëne in de horeca;<br />
• Toezicht bij rituele slachtingen en ambulante handel.<br />
De taak bestaat erin de overtreders op te sporen en zonodig te verbaliseren. Een<br />
niet zo geringe taak, de milieuwetgeving is een sterk groeiende materie die naar de<br />
toekomst toe steeds belangrijker wordt. Willen we de kwaliteit van het menselijke<br />
leven verbeteren of minstens handhaven dan is een goed milieubeleid meer dan<br />
noodzakelijk.<br />
<strong>Lokale</strong> <strong>Politie</strong> Aalst – JAARVERSLAG <strong>2010</strong> | 5. Management van processen 59
5.2.8. Wapenbeheer<br />
Vanaf 8 juni 2006 is de nieuwe wapenwet van kracht. Dit komt er op neer dat de<br />
gouverneur van de woonplaats van de aanvrager voortaan de vergunningen<br />
uitreikt met een geldigheidsduur van 5 jaar. De lokale politie heeft hierin een<br />
adviserende en controlerende functie.<br />
De wapenwet spreekt nog slechts over 3 soorten wapens:<br />
• De verboden wapens;<br />
• De vrij verkrijgbare wapens;<br />
• De vergunningsplichtige wapens.<br />
De nieuwe wapenwet voorzag een amnestieperiode tot 30/06/2007. Hierbij<br />
konden wapenbezitters kosteloos afstand doen van hun wapens of een vergunning<br />
aanvragen voor een wapen dat voordien wel vergunningsplichtig was. Door de<br />
enorme aanvraag van vergunningen, de administratieve werklast en de<br />
onvolmaaktheden in de wapenwet, werd de amnestieperiode destijds verlengd tot<br />
31 oktober 2008. Tot dan konden wapens en munitie binnengebracht worden voor<br />
kosteloze vernietiging.<br />
Ook in <strong>2010</strong> is nogmaals gebleken dat heel wat wapenbezitters geen gebruik<br />
hadden gemaakt van de amnestieperiode om hetzij de vergunningsplichtige<br />
wapens spontaan af te staan of er een vergunning voor aan te vragen.<br />
In de door onze dienst wapenbeheer terzake ingestelde onderzoeken werden dan<br />
ook enkele tientallen illegale wapenbezitters hieromtrent geverbaliseerd en de<br />
desbetreffende wapens in beslag genomen en neergelegd ter griffie van de<br />
rechtbank eerste aanleg te Dendermonde.<br />
De dienst wapenbeheer doet daarenboven de opvolging van erfenissen van<br />
wapens nagelaten door overleden personen. Hierbij worden het rijksregister en het<br />
centraal wapenregister geconsulteerd. De erfgenamen-nabestaanden worden<br />
opgespoord en bezocht met de bedoeling de vergunningsplichtige wapens die door<br />
erfenis werden verkregen, te lokaliseren en er de juiste bestemming aan te geven.<br />
In de meeste gevallen worden die wapens in beslag genomen in opdracht van de<br />
officier van gerechtelijke politie en neergelegd bij<br />
de griffie parket . Verdwenen wapens worden geseind aan de hand van het<br />
serienummer in de algemene nationale gegevensbank van de politie (ANG).<br />
De dienst wapenbeheer wordt bemand door inspecteur Sam Van der Haegen die<br />
tevens referentieambtenaar wapens is voor onze politiezone. Hij wordt hierin<br />
ondersteund door agent van politie Dirk De Bisschop.<br />
Beiden zijn bovendien fervente wapenliefhebbers en beschikken terzake over heel<br />
wat know-how.<br />
5.2.9. Sociale Dienst<br />
De Sociale Dienst is een gespecialiseerde dienst met politie- en burgerpersoneel,<br />
belast met sociale materies die al dan niet behoren tot het initiële takenpakket van<br />
de politie. De dienst tracht door zijn tussenkomst de mogelijkheden van de burger<br />
en zijn of haar bekwaamheid tot handelen te herstellen, te verruimen of te<br />
bevorderen en wil zo een brug vormen tussen mensen, voorzieningen en<br />
instituties.<br />
Preventieve tussenkomsten: praktische en informatieve tussenkomsten en<br />
psychosociale hulpverlening<br />
De tussenkomsten in het kader van individuele en familiale problemen zijn gericht<br />
op situaties waarbij blijkt dat de nodige competenties of mogelijkheden tot correct<br />
handelen bij mensen ontbreken. Om daadwerkelijk hulp te kunnen verlenen, moet<br />
informatie verzameld worden. Wanneer men over voldoende informatie omtrent<br />
de hulpvraag beschikt, kan de medewerker van de sociale dienst adviseren,<br />
onderhandelen of bemiddelen ten behoeve van de persoon, het gezin of de groep.<br />
De psychosociale hulpverlening richt zich op moeilijkheden die voorkomen tussen<br />
de persoon en zijn omgeving. Deze vorm van hulpverlening is gericht op het<br />
instandhouden, ondersteunen, herstructureren, verbeteren, herstellen of<br />
ontwikkelen van de interacties tussen de persoon en zijn of haar omgeving. De<br />
tussenkomsten kunnen rechtstreeks gebeuren of via doorverwijzing naar de<br />
gepaste hulpverleningsdienst.<br />
Politionele tussenkomsten: onderzoeksopdrachten<br />
De dienst heeft als opdracht om andere politionele diensten en gerechtelijke<br />
instanties aan de hand van onderzoek en sociale rapportage voor te lichten over<br />
het functioneren van personen, gezinnen en groepen in het kader van problemen<br />
van bijzondere jeugdbijstand, intrafamiliaal geweld, zedenzaken,<br />
burgerrechterlijke onderzoeken, ...<br />
Audiovisuele verhoren van minderjarigen<br />
Binnen het korps wordt de sociale dienst belast met het uitvoeren van de<br />
audiovisuele verhoren van minderjarige slachtoffers en getuigen van misdrijven.<br />
Per audiovisueel verhoor zijn steeds twee personeelsleden nodig: één verhoorder<br />
en één personeelslid die de regie van het verhoor verzorgt. De opvang en de<br />
doorverwijzing van de slachtoffers en verwanten gebeurt tevens door<br />
personeelsleden van de sociale dienst.<br />
60 5. Management van processen | <strong>Lokale</strong> <strong>Politie</strong> Aalst – JAARVERSLAG <strong>2010</strong>
De aanpak van zedenfeiten binnen het korps werd bij protocol vastgelegd en regelt<br />
de taakverdeling van de verschillende diensten.<br />
De dienst beschikte in <strong>2010</strong> over twee gebrevetteerde hoofdinspecteurs<br />
audiovisueel verhoorder minderjarige slachtoffers van misdrijven. Door de<br />
gebrevetteerde personeelsleden worden niet alleen de audiovisuele verhoren voor<br />
de eigen zone uitgevoerd maar ook deze voor politiezones uit de regio die niet over<br />
gebrevetteerde verhoorders beschikken.<br />
Psychosociale hulpverlening bij rampen<br />
Bij crisissituaties binnen de stad Aalst wordt de opvang van niet gewonde<br />
slachtoffers en verwanten toevertrouwd aan een psychosociaal netwerk, waarvan<br />
de slachtofferbejegenaars van de sociale dienst deel uitmaken. Deze oefenen op<br />
dat moment geen politionele functie uit maar fungeren enkel als hulpverlener. Zij<br />
volgden hiervoor een gespecialiseerde opleiding bij het Rode Kruis. Samenwerking<br />
met andere diensten is hierbij zeer belangrijk.<br />
Participatie aan externe netwerken en werkgroepen<br />
(zie hoofdstuk 2.6)<br />
Vorming<br />
Diverse opleidingen en informatiesessies inzake intrafamiliaal geweld, integrale<br />
jeugdhulp, psychosociale hulpverlening bij noodsituaties, …<br />
Begeleiding stagiairs<br />
Begeleiding van stagiair(e)s maatschappelijk assistent.<br />
Samenwerkingsverbanden<br />
De sociale dienst participeert aan interdisciplinaire teams, case-managements en<br />
andere overlegvormen waarbij de diverse participanten elk vanuit hun eigen<br />
invalshoek onderlinge verbanden, verschillende levenssferen en klachtenpatronen<br />
bestuderen om in gezamenlijk overleg een degelijk handelingsplan op te stellen<br />
dat kan leiden tot een totaalaanpak van de problematiek.<br />
In het kader van het intern drugbeleid staat de sociale dienst in voor de<br />
doorverwijzing van minder- en meerderjarige druggebruikers naar de<br />
hulpverleningsdiensten. Voor de minderjarige gebruikers wordt er tevens controle<br />
uitgeoefend op de te volgen hulpverlening.<br />
In samenwerking met de preventiedienst staat de sociale dienst in voor de<br />
contacten met de minderjarige spijbelaars die tijdens de lesuren betrapt worden<br />
op schoolverzuim. De dienst neemt contact op met de ouders en met de school.<br />
Participatie aan interne werkgroepen<br />
Binnen het korps participeren personeelsleden aan projectgroepen:<br />
• Projectgroep “inbraak in gebouwen”;<br />
• Projectgroep “drugs”;<br />
• Projectgroep “onthaal”;<br />
• Communicatiecel;<br />
• Interne redactieraad;<br />
• Comité voor welzijn en preventie.<br />
<strong>Lokale</strong> <strong>Politie</strong> Aalst – JAARVERSLAG <strong>2010</strong> | 5. Management van processen 61
INHOUDSTAFEL<br />
Inleiding ........................................................................................................................................................... 1<br />
1. Leiderschap................................................................................................................................................ 2<br />
1.1. Missie, visie en waarden van de <strong>Lokale</strong> <strong>Politie</strong> Aalst.................................................... 2<br />
1.2. Het denkkader................................................................................................................................. 2<br />
1.2.1. Het cultureel kader .............................................................................................................. 2<br />
1.2.2. Managementinstrumenten............................................................................................. 3<br />
1.2.3. Het besturings- en kwaliteitskader EFQM................................................................ 3<br />
1.2.4. Het model en de fundamentele kwaliteitsconcepten van EFQM ................. 4<br />
1.2.5. Aanpassen van de koers in functie van de maatschappelijke<br />
ontwikkelingen .................................................................................................................................. 5<br />
1.3. Organisatie ....................................................................................................................................... 6<br />
1.3.1. Organogram ............................................................................................................................ 6<br />
1.3.2. Wijzigingen in <strong>2010</strong> ............................................................................................................ 7<br />
1.4. Korpsleiding ..................................................................................................................................... 7<br />
1.4.1. Leiderschapstijl ...................................................................................................................... 7<br />
1.4.2. Korpschef .................................................................................................................................. 7<br />
1.4.3. Managementteam ............................................................................................................... 7<br />
1.4.4. Strategieteam ........................................................................................................................ 8<br />
2. Strategie en beleid ................................................................................................................................. 9<br />
2.1. Socio-economische en demografische beschrijving van de zone .......................... 9<br />
2.1.1. Geografie .................................................................................................................................. 9<br />
2.1.2. Demografie .............................................................................................................................. 9<br />
2.1.3. Economie ................................................................................................................................10<br />
2.1.4. Onderwijs ...............................................................................................................................11<br />
2.1.5. Cultuur .....................................................................................................................................11<br />
2.1.6. Mobiliteit ................................................................................................................................12<br />
2.2. Beleids- en adviesorganen ..................................................................................................... 12<br />
2.2.1. Zonale veiligheidsraad .................................................................................................... 12<br />
2.2.2. College van burgemeester en schepenen .............................................................. 13<br />
2.2.3. Gemeenteraadscommissie veiligheid ..................................................................... 14<br />
2.2.4. Gemeenteraad .................................................................................................................... 14<br />
2.2.5. Zonesecretaris ..................................................................................................................... 15<br />
2.2.6. Bijzondere rekenplichtige .............................................................................................. 15<br />
2.3. Zonaal veiligheidsplan 2009-2012..................................................................................... 15<br />
2.3.1. Strategische doelstellingen 2009-2012 .................................................................. 15<br />
2.4. Actieplan inzake verkeersveiligheid .................................................................................. 17<br />
2.5. Externe communicatie ............................................................................................................. 17<br />
2.5.1. Dagelijks persoverzicht ................................................................................................... 18<br />
2.5.2. Tussentijdse persmededelingen en persconferenties ..................................... 18<br />
2.5.3. Informatie betreffende feiten die net gebeurd zijn.......................................... 18<br />
2.5.4. Persteksten ........................................................................................................................... 18<br />
2.5.5. Basisregels............................................................................................................................. 18<br />
2.6. <strong>Deel</strong>name aan externe netwerken en werkgroepen ................................................ 20<br />
2.6.1. Samenwerking .................................................................................................................... 20<br />
2.6.2. Overleg .................................................................................................................................... 22<br />
2.7. Protocols of samenwerkingsakkoorden met niet-politionele partners en<br />
derden ....................................................................................................................................................... 24<br />
2.7.1. Protocol jeugdcriminaliteit afgesloten met alle secundaire en lagere<br />
scholen op het grondgebied Aalst in de loop van 2007 en 2008 ............................ 24<br />
2.7.2. Convenant partnergeweld ............................................................................................ 24<br />
2.7.3. Samenwerkingsprotocol PRORELA (project relatieproblemen)................... 24<br />
2.7.4. Protocol inzake de samenwerking tussen de politie en de<br />
gerechtsdeurwaarders werkzaam binnen het gerechtelijk arrondissement<br />
Dendermonde .................................................................................................................................. 25<br />
62 Inhoudstafel | <strong>Lokale</strong> <strong>Politie</strong> Aalst – JAARVERSLAG <strong>2010</strong>
2.7.5. Provinciaal samenwerkingsakkoord tussen De Lijn Oost-Vlaanderen en<br />
de geïntegreerde politie gestructureerd op twee niveaus in Oost-Vlaanderen<br />
betreffende het project “Veilig op weg” in het openbaar vervoer..........................25<br />
2.7.6. Convenant integrale veiligheid (DEWACO) ...........................................................26<br />
2.7.7. Protocol rond “Excellente <strong>Politie</strong>zorg” .....................................................................26<br />
2.7.8. Intentieverklaring stationsomgeving Aalst ...........................................................26<br />
3. Management van medewerkers...................................................................................................28<br />
3.1. Human resources management ..........................................................................................28<br />
3.1.1. Inventariseren kennis en vaardigheden personeel: kennismanagement<br />
..................................................................................................................................................................28<br />
3.1.2. Klachtenmanagement .....................................................................................................28<br />
3.1.3. Onthaal nieuwe medewerkers.....................................................................................28<br />
3.2. Organisatie van de recrutering en aanwerving ............................................................29<br />
3.2.1. Aanwerving van personeelsleden ..............................................................................29<br />
3.2.2. Publicatie van vacatures .................................................................................................29<br />
3.2.3. Plaatselijke selectiecommissies...................................................................................29<br />
3.2.4. Calogisering...........................................................................................................................29<br />
3.3. Organisatie van de vorming, training en opleiding (VTO).......................................31<br />
3.3.1. Strategisch inbedding van VTO in ons korps ........................................................31<br />
3.3.2. Het belang en de doelstellingen van VTO ..............................................................31<br />
3.3.3. Doelstellingen ......................................................................................................................31<br />
3.3.4. Aanbod vormingen en opleidingen ...........................................................................32<br />
3.3.5. Opleidingen geweldbeheersing ..................................................................................32<br />
3.3.6. Mentorschap .........................................................................................................................33<br />
3.4. Evaluatie van de medewerkers .............................................................................................33<br />
3.5. Interne Dienst Preventie en Bescherming op het werk. ...........................................33<br />
3.5.1. Arbeidsveiligheid ................................................................................................................34<br />
3.5.2. Arbeidshygiëne ....................................................................................................................34<br />
3.5.3. Arbeidsgeneeskunde ........................................................................................................34<br />
3.5.4. Verfraaiing van de lokalen en werkruimten ......................................................... 34<br />
3.5.5. Ergonomie ............................................................................................................................. 34<br />
3.5.6. Psychosociale belasting .................................................................................................. 34<br />
3.6.7. De impact van de activiteiten van de politie op het milieu .......................... 34<br />
3.7. Interne communicatie .............................................................................................................. 35<br />
3.7.1. Intern overleg ...................................................................................................................... 35<br />
3.7.2. Kanalen ................................................................................................................................... 37<br />
3.7.3. 5440Krantje .......................................................................................................................... 37<br />
3.7.4. Info5440 ................................................................................................................................. 37<br />
3.7.5. Intranet ................................................................................................................................... 37<br />
3.8. Basisoverlegcomité <strong>Politie</strong> (BOC POL113) ...................................................................... 37<br />
3.9. Benchlearning .............................................................................................................................. 38<br />
3.10. Aandacht voor collega’s ........................................................................................................ 38<br />
3.11. <strong>Politie</strong>sportverbond ................................................................................................................ 38<br />
3.12. Loopverbond van politiemensen ...................................................................................... 39<br />
4. MANAGEMENT VAN middelen ..................................................................................................... 40<br />
4.1. Begroting ........................................................................................................................................ 40<br />
4.1.1. Begroting ............................................................................................................................... 40<br />
4.1.2. Gewone en buitengewone dienst ............................................................................. 40<br />
4.1.3. Vijf principes van de begroting ................................................................................... 40<br />
4.1.4. Begrotingswijzigingen .................................................................................................... 40<br />
4.1.5. Meerjarenplanning ........................................................................................................... 40<br />
4.1.6. Raamcontracten ................................................................................................................. 40<br />
4.2. Infrastructuur ............................................................................................................................... 41<br />
4.2.1. <strong>Politie</strong>huis .............................................................................................................................. 41<br />
4.2.2. <strong>Deel</strong>commissariaten ........................................................................................................ 41<br />
4.2.3. Cellencomplex ..................................................................................................................... 41<br />
4.2.4. Schietstand ........................................................................................................................... 41<br />
<strong>Lokale</strong> <strong>Politie</strong> Aalst – JAARVERSLAG <strong>2010</strong> | Inhoudstafel 63
4.2.5. Polyvalente trainingszaal DOJO ..................................................................................41<br />
4.2.6. Fitnessruimte........................................................................................................................42<br />
4.3. Informatie- en communicatietechnologie ......................................................................42<br />
4.3.1. Informatica ............................................................................................................................42<br />
4.3.2. Radiocommunicatie ..........................................................................................................42<br />
4.3.3. Arbeidstijdregistratie en toegangscontrole ..........................................................43<br />
4.3.4. Elektronisch archiveringsyteem ..................................................................................43<br />
4.3.5. Livescan ...................................................................................................................................44<br />
4.4. Voertuigenpark.............................................................................................................................44<br />
4.5. Divers materieel en uitrusting ..............................................................................................45<br />
4.6. 7 onmisbare partners ................................................................................................................45<br />
4.7. Strategisch veiligheids-en preventieplan ........................................................................48<br />
4.8. Traject ...............................................................................................................................................48<br />
4.8.1. Doelstelling............................................................................................................................48<br />
4.8.2. Multidisciplinair begeleidingsteam...........................................................................48<br />
4.8.3. Doelgroepen..........................................................................................................................49<br />
Doelstellingen .................................................................................................................................. 52<br />
Strategie.............................................................................................................................................. 52<br />
5.1.6. De handhaving van de openbare orde .................................................................... 53<br />
5.1.7. Verkeer en verkeershandhaving................................................................................. 53<br />
5.1.8 Proces Verkeer gemeenschapsgericht georganiseerd ...................................... 54<br />
5.2. Organisatie van de beleids- en ondersteunende diensten..................................... 55<br />
5.2.1. Directie .................................................................................................................................... 55<br />
5.2.2. Telematica en logistiek ................................................................................................... 57<br />
5.2.3. Dienstplanning ................................................................................................................... 58<br />
5.2.4. Gerechtelijke briefwisseling ......................................................................................... 58<br />
5.2.5. Politionele preventie ........................................................................................................ 58<br />
5.2.6. PV-registratie ....................................................................................................................... 59<br />
5.2.7. Leefmilieu .............................................................................................................................. 59<br />
5.2.8. Wapenbeheer ...................................................................................................................... 60<br />
5.2.9. Sociale Dienst ...................................................................................................................... 60<br />
Inhoudstafel ................................................................................................................................................ 62<br />
4.8.4. Behandeling ..........................................................................................................................49<br />
4.10. Externe stagiairs........................................................................................................................49<br />
4.10.1. Stageaanvraag ..................................................................................................................49<br />
4.10.2. Stage-activiteiten ............................................................................................................49<br />
5. Management van processen ..........................................................................................................50<br />
5.1. Organisatie van de basisfunctionaliteiten......................................................................50<br />
5.1.1. De wijkwerking ....................................................................................................................50<br />
5.1.2. Het onthaal............................................................................................................................50<br />
5.1.3. De politionele slachtofferbejegening .......................................................................51<br />
5.1.4. De interventie en algemeen toezicht .......................................................................52<br />
Strategie ..............................................................................................................................................52<br />
5.1.5. <strong>Lokale</strong> opsporing en lokaal onderzoek .....................................................................52<br />
64 Inhoudstafel | <strong>Lokale</strong> <strong>Politie</strong> Aalst – JAARVERSLAG <strong>2010</strong>