5 COLLECTIE VLAKKE DAKPANMODELLEN - Zoeksnoek

COLLECTIE
Vlakke dakpanmodellen
ROOFS FOR LIVING
117

TECHNISCH HANDBOEK
5 COLLECTIE VLAKKE DAKPANMODELLEN
De vlakke dakpanmodellen zijn bijzonder geschikt voor exclusievere
nieuwbouwwoningen, maar ook voor renovatieprojecten.
In de moderne woningbouw, maar ook op kantoorgebouwen komen
de modellen volledig tot hun recht. De dakpannen zorgen voor een
modern aanzien en zijn ideaal voor flauwere dakhellingen en
afwijkende dakvormen. Uitstraling en efficiency gaan perfect samen.
118

COLLECTIE VLAKKE DAKPANMODELLEN
5.1 MODEL STONEWOLD
Technische gegevens:
STRAK & HORIZONTAAL
Maak een persoonlijk statement
en toon de buitenwereld de exclusiviteit
waar het model Stonewold
over beschikt. Voor de liefhebber
van moderne stijlen die zowel
binnen als buiten kiest voor een
strak belijnd design. Met op het
dak een strakke dakpan met
horizontale belijning.
Betondakpan
Afmeting (l x b)
Gemiddelde werkende breedte
Gewicht
420 x 332 mm
300 mm
53 N
Gemiddeld aantal per m² 9,7
(overlap 75 mm)
Gemiddeld gewicht per m²
(overlap 75 mm)
ca. 523 N
Dakhelling minimaal 20°
(van 15° tot 20° advies vragen bij de afdeling Dakservice, bij
flauwhellende daken adviseren wij u om de afmeting van de
panlatten te verzwaren naar 32 x 50 mm)
Latafstand
dakhelling (°) maximale latafstand (mm) minimale overlapping (mm)
>_ 30 345 75
25 - 30 335 85
20 - 25 325 95
(bij toepassing van gevelpannen is de minimale latafstand 300 mm)
Modelgebonden daksysteemcomponenten
Euro-panhaak pa, rekenwaarde
130 N
Met de keuze voor de betondakpan Stonewold draagt
u bij aan de bescherming van het milieu. De productie
van betondakpannen levert een CO 2 uitstoot die
tot 60% lager ligt dan die van andere dakbedekkingsmaterialen.
UNIVERSELE DAKSYSTEEMCOMPONENTEN
Zie hoofdstuk 9 daksysteemcomponenten.
119

COLLECTIE VLAKKE DAKPANMODELLEN
5.1 MODEL STONEWOLD
AFWERKING
Het model Stonewold is leverbaar
in de afwerking:
• Natura effen.
KLEUREN PER AFWERKING
Natura effen:
antraciet,
zilver en
steenrood.
Voor een gelijkmatige schakering,
dakpannen uit verschillende
pakketten (per partij) door elkaar
verwerken.
Natura effen
antraciet
zilver
steenrood
120
De kleuren van de getoonde dakpannen benaderen zoveel mogelijk de werkelijke kleuren. Vraag voor de juiste kleurnuancering altijd monsters aan.

121

COLLECTIE VLAKKE DAKPANMODELLEN
5.1 MODEL STONEWOLD
122

123

COLLECTIE VLAKKE DAKPANMODELLEN
5.1 MODEL STONEWOLD
HULPSTUKKEN
• HV vorst
• HV sluitvorst
• gevelpan links/rechts
• linker eindpan
• aansluitpan
• halve pan
• ventilatiepan
• doorvoerpan
• chaperonpan 70°, 90°
• chaperongevelpan links/rechts 70°, 90°
• halve chaperonpan 70°, 90°
• linker chaperoneindpan 70°, 90°
• onderpan
2,2 st/m¹
± 3 st/m¹
± 3 st/m¹
3,3 st/m¹
3,3 st/m¹
• gevelonderpan links/rechts
• halve onderpan
• linker ondereindpan
• knikpan 120°
• knikpan 140°
• knikpan 160°
• halve knikpannen 120°, 140°, 160°
• dubbele pan
• gierzwaluwpan
• huismussenpan
• Stonewold Combipan
• Stonewold Combivent voor mechanische ventilatie.
124

BREEDTE-INDELING MET GEBRUIK VAN
GEVELPANNEN
De totale dakbreedte, inclusief dakoverstek, onder de
Stonewold is n x 150 - 30 mm. Deze breedte is als
volgt opgebouwd: de werkende breedte van de
dakpannen is 300 mm, de werkende breedte van een
halve pan is 150 mm en de linker- en rechtergevelpan
samen hebben een werkende breedte van 570 mm (de
linkergevelpan 300 mm, de rechtergevelpan 270 mm).
De Stonewold altijd in halfsteensverband leggen.
Door gebruik te maken van de panspeling van +1 of
-1 mm kan de totale dakbreedte maximaal n x 1 mm
(n is het aantal dakpannen) vergroot of verkleind
worden.
BREEDTE-INDELING ZONDER GEVELPANNEN
In plaats van aan beide zijden gevelpannen toe te
passen kan men ervoor kiezen aan de linkerzijde een
eindpan (werkende breedte 330 mm) en aan de
rechterzijde een gewone dakpan (werkende
breedte 300 mm) te gebruiken. De afwerking kan
geschieden door:
• een cementen deklijst,
• een verholen goot met een boeiboord,
• een verholen goot, waarbij het doorlopende
metselwerk afgedekt is met een waterdicht materiaal
(bijvoorbeeld natuursteen).
• een boeiboord met windveer.
De totale dakbreedte en de maatvoering van
aanbouwen en inspringingen is afhankelijk van de
detaillering van de gekozen afwerking.
dakpannen, rekening houdend met de minimale (en
bij gebruik van gevelpannen ook de maximale)
overlapping.
RUITERHOOGTE
Bij toepassing van een MONIER zelfventilerende
nokconstructie dienen de vorsten op de dakpannen te
rusten. Tussen de onderkant vorst en de ruiter een
ruimte vrijhouden van ca. 5 mm. In de onderstaande
tabel zijn de ruiterhoogten te vinden voor HV vorsten,
bij gebruik van de MONIER nokbeugel (zie onderstaande
tekening). Bij dakhellingen boven 35° zijn nokbeugels
niet toepasbaar. Bij ongelijke dakhellingen het
gemiddelde van de dakhellingen aanhouden.
HV vorsten
Dakhelling (°)
Ruiterhoogte H (mm)
20 57
25 48
30 41
35 34
LENGTE-INDELING
De bovenkant van de bovenste panlat ligt op maximaal
70 mm uit het noksnijpunt (het snijpunt van de
bovenzijde van de tengels). De plaats van de onderste
panlat is afhankelijk van de gekozen gootdetaillering.
Bijvoorbeeld 40 mm vanaf onderkant dakbeschot.
De bovenkant van de een-na-onderste panlat ligt
250 mm boven de onderste. ‘Dompen’ van de
onderste rij dakpannen is te voorkomen door
ophogen van de onderste panlat of door toepassing
van een MONIER dakvoetprofiel, in combinatie met
een gekantelde onderste panlat. De minimum overlapping
van de Stonewold is 75, 85 of 95 mm, afhankelijk
van de dakhelling. Bij gebruik van gevelpannen is de
maximum overlapping 120 mm. De gemiddelde
latafstand is te bepalen door de afstand tussen
bovenkant bovenste panlat en bovenkant een-naonderste
dakpanlat te verdelen in een aantal hele
125

COLLECTIE VLAKKE DAKPANMODELLEN
5.2 MODEL ASTRATTO
Technische gegevens:
COMPACT & SPREKEND
Individualiteit en stijl gaan hand in
hand met het model Astratto in dit
exclusieve dakbeeld. De sprekende,
horizontale belijning geeft het dak
een eigentijds en strak uiterlijk.
Perfect voor de creatie van een
flauwere dakhelling. De kleine
dakpan met ronde neus heeft
strakke contouren en zorgt voor
een lichtvoetig ogend dakvlak.
Betondakpan
Afmeting (l x b)
Gemiddelde werkende breedte
Gewicht
380 x 230 mm
200 mm
28 N
Gemiddeld aantal per m² 16,4
(overlap 75 mm)
Gemiddeld gewicht per m²
(overlap 75 mm)
ca. 460 N
Dakhelling minimaal 20°
(van 15° tot 20° advies vragen bij de afdeling Dakservice, bij
flauwhellende daken adviseren wij u om de afmeting van de
panlatten te verzwaren naar 32 x 50 mm)
Latafstand
dakhelling (°) maximale latafstand (mm) minimale overlapping (mm)
>_ 30 305 75
25 - 30 295 85
20 - 25 285 95
(bij toepassing van gevelpannen is de minimale latafstand 255 mm)
Modelgebonden daksysteemcomponenten
Euro-panhaak pa, rekenwaarde
130 N
Met de keuze voor de betondakpan Astratto draagt
u bij aan de bescherming van het milieu. De productie
van betondakpannen levert een CO 2 uitstoot die
tot 60% lager ligt dan die van andere dakbedekkingsmaterialen.
UNIVERSELE DAKSYSTEEMCOMPONENTEN
Zie hoofdstuk 9 daksysteemcomponenten.
126

AFWERKING
Het model Astratto is leverbaar
in de afwerking:
• Natura effen
• Natura genuanceerd.
KLEUREN PER AFWERKING
Natura effen:
antraciet,
staalgrijs,
bruin.
Natura effen
antraciet
staalgrijs
Natura genuanceerd
grijs genuanceerd
rustiek bruin
Natura genuanceerd:
grijs genuanceerd,
rustiek bruin,
grijs/rood genuanceerd.
bruin
grijs/rood genuanceerd
Voor een gelijkmatige schakering,
dakpannen uit verschillende
pakketten (per partij) door elkaar
verwerken.
De kleuren van de getoonde dakpannen benaderen zoveel mogelijk de werkelijke kleuren. Vraag voor de juiste kleurnuancering altijd monsters aan.
127

COLLECTIE VLAKKE DAKPANMODELLEN
5.2 MODEL ASTRATTO
128

129

COLLECTIE VLAKKE DAKPANMODELLEN
5.2 MODEL ASTRATTO
HULPSTUKKEN
• HV vorst
• HV sluitvorst
• gevelflap links/rechts
• speciale pan
• aansluitpan
• halve pan
• ventilatiepan
• chaperonpan 70°, 90°
• chaperongevelpan links/rechts 70°, 90°
2,2 st/m¹
± 3,3 st/m¹
± 3,3 st/m¹
5 st/m¹
• halve chaperonpan 70°, 90°
• onderpan
5 st/m¹
• gevelonderpan links/rechts
• halve onderpan
• knikpan 120°, 140°, 160°
• halve knikpan 120°, 140°, 160°
• dubbele pan
• universele Combipan
• universele Combivent voor rioolontluchting.
130

BREEDTE-INDELING MET GEBRUIK VAN
GEVELPANNEN
De totale dakbreedte, inclusief dakoverstek, onder de
Astratto is n x 100 + 30 mm. Deze breedte is als volgt
opgebouwd: de werkende breedte van de dakpannen
is 200 mm, de werkende breedte van een halve pan is
100 mm. De linkergevelflap heeft samen met de naastliggende
pan een werkende breedte van 230 mm; de
rechtergevelflap altijd combineren met de speciale pan;
de werkende breedte van rechtergevelflap en speciale
pan samen is 200 mm. De Astratto altijd in halfsteensverband
leggen. Door gebruik te maken van de
panspeling van +1 of -1 mm kan de totale dakbreedte
maximaal n x 1 mm (n is het aantal dakpannen)
vergroot of verkleind worden.
BREEDTE-INDELING ZONDER GEVELPANNEN
In plaats van aan beide zijden gevelflappen toe te
passen kan men ervoor kiezen aan de linkerzijde een
aansluitpan (200 mm breed) en aan de rechterzijde
een gewone dakpan te gebruiken. De afwerking kan
geschieden door:
• een cementen deklijst,
• een verholen goot met een boeiboord,
• een verholen goot, waarbij het doorlopende
metselwerk afgedekt is met een waterdicht materiaal
(bijvoorbeeld natuursteen),
• een boeiboord met windveer.
De totale dakbreedte en de maatvoering van
aanbouwen en inspringingen is afhankelijk van de
detaillering van de gekozen afwerking.
houdend met de minimale (en bij gebruik van
gevelflappen ook de maximale) overlapping.
RUITERHOOGTE
Bij toepassing van een MONIER zelfventilerende
nokconstructie dienen de vorsten op de dakpannen te
rusten. Tussen de onderkant vorst en de ruiter een
ruimte vrijlaten van ca. 5 mm. In de onderstaande tabel
zijn de ruiterhoogten te vinden voor HV vorsten, bij
gebruik van de MONIER nokbeugel (zie onderstaande
tekening). Bij dakhellingen boven 35° zijn nokbeugels
niet toepasbaar. Bij ongelijke dakhellingen het
gemiddelde van de dakhellingen aanhouden.
HV vorsten
Dakhelling (°)
Ruiterhoogte H (mm)
20 55
25 47
30 40
35 33
LENGTE-INDELING
De bovenkant van de bovenste panlat ligt op maximaal
60 mm uit het noksnijpunt (het snijpunt van de
bovenzijde van de tengels). De plaats van de onderste
panlat is afhankelijk van de gekozen gootdetaillering.
Bijvoorbeeld 50 mm vanaf onderkant dakbeschot.
De bovenkant van de een-na-onderste panlat ligt
230 mm boven de onderste. ‘Dompen’ van de
onderste rij dakpannen is te voorkomen door
ophogen van de onderste panlat of door toepassing
van een MONIER dakvoetprofiel, in combinatie met
een gekantelde onderste panlat. De minimum overlapping
van de Astratto is 75, 85 of 95 mm, afhankelijk
van de dakhelling. Bij gebruik van gevelflappen is de
maximum overlapping 125 mm. De gemiddelde latafstand
is te bepalen door de afstand tussen bovenkant
bovenste panlat en bovenkant een-na-onderste panlat
te verdelen in een aantal hele dakpannen, rekening
131

COLLECTIE VLAKKE DAKPANMODELLEN
5.3 MODEL TUILE PLAT
Technische gegevens:
GROOTS & EFFICIËNT
Het dak wordt de bekroning op
uw huis met het model Tuile Plat.
Een groot formaat dakpan met
een krachtige uitstraling. De strakke
belijning onderstreept deze
uitstraling op nadrukkelijke wijze.
Een bijzondere dakpan voor een
eigentijds dak.
Keramische dakpan
Afmeting (l x b)
Gemiddelde werkende breedte
(gemiddelde werkende breedte
zwart vol donker kan ± 3 mm minder zijn)
Gewicht
470 x 280 mm
240 mm
42 N
Gemiddeld aantal per m² 10,6
(overlap 75 mm)
Gemiddeld gewicht per m²
(overlap 75 mm)
ca. 443 N
Dakhelling 15° - 90°
(van 15° tot 30° advies vragen bij de afdeling Dakservice)
Latafstand
dakhelling (°) maximale latafstand (mm)
minimale overlapping (mm)
>_ 40 395 75
35 - 40 385 85
30 - 35 375 95
(Minimum latafstand 290 mm, gemiddelde werkende lengte
zwart vol donker kan ± 3 mm minder zijn)
Modelgebonden daksysteemcomponenten
Euro-panhaak Tuile Plat, rekenwaarde
146 N
Door bakkrimp zijn kleine afwijkingen mogelijk. Indien
u aan uiterste maten gebonden bent is het raadzaam
vooraf te controleren of de geleverde dakpannen en
gevelpannen deze toelaten.
UNIVERSELE DAKSYSTEEMCOMPONENTEN
Zie hoofdstuk 9 daksysteemcomponenten.
132

AFWERKING
Het model Tuile Plat is
leverbaar op:
• rode scherf naturel
• rode scherf geëngobeerd,
• donkere scherf geëngobeerd.
Rode scherf naturel
Rode scherf
geëngobeerd
KLEUREN PER AFWERKING
Rode scherf naturel:
natuurrood.
natuurrood
platinagrijs
Rode scherf geëngobeerd:
platinagrijs.
Donkere scherf
geëngobeerd
Donkere scherf geëngobeerd:
zwart vol donker.
Voor een gelijkmatige schakering,
dakpannen uit verschillende
pakketten (per partij) door elkaar
verwerken.
zwart vol donker
De kleuren van de getoonde dakpannen benaderen zoveel mogelijk de werkelijke kleuren. Vraag voor de juiste kleurnuancering altijd monsters aan.
133

COLLECTIE VLAKKE DAKPANMODELLEN
5.3 MODEL TUILE PLAT
134

135

COLLECTIE VLAKKE DAKPANMODELLEN
5.3 MODEL TUILE PLAT
HULPSTUKKEN
• HV vorst
• HV beginvorst
• HV eindvorst
• gevelpan links/rechts
• halve gevelpan links/rechts
• chaperonpan (op aanvraag)
• halve chaperonpan (op aanvraag)
• halve pan
• ventilatiepan
• linker eindpan
• knikpan (op aanvraag)
• knikgevelpan (op aanvraag)
• hoekkeperbeginvorst
• broekstuk
• ontluchtingspan Ø 125 mm
• chaperongevelpan
• halve pan
• afwijkende hulpstukken op aanvraag
• universele Combipan voor rioolontluchting
en ventilatie
• universele Combivent voor mechanische ventilatie
• huismussenpan
• gierzwaluwpan.
136

BREEDTE-INDELING MET GEBRUIK VAN
GEVELPANNEN
De totale dakbreedte, inclusief eventueel overstek,
is bij het model Tuile Plat dak een veelvoud van
120 - 40 mm. Deze breedte is opgebouwd uit de
werkende breedte van de dakpannen van 240 mm,
de werkende breedte van een halve dakpan is 120 mm.
De linker- en rechtergevelpan hebben ieder een
werkende breedte van 220 mm. En de halve linker- en
rechtergevelpan hebben ieder een werkende breedte
van 100 mm. Door gebruik te maken van een
gegarandeerde panspeling van 3 mm kan de totale
dakbreedte n x 3 mm vergroot of verkleind worden;
n is hierbij het aantal dakpannen.
BREEDTE-INDELING ZONDER GEVELPANNEN
Bij een breedte-indeling zonder toepassing van
gevelpannen kan een afwerking aan de linkerzijde
gemaakt worden met een eindpan (werkende breedte
270 mm). Aan de rechterzijde kan een gewone dakpan
worden toegepast met een werkende breedte van
240 mm. De totale dakbreedte en de maatvoering van
aanbouwen en/of inspringingen is afhankelijk van de
detaillering van de gekozen afwerking.
LENGTE-INDELING
Afhankelijk van de dakhelling ligt de bovenkant van de
bovenste panlat tussen 25 mm en 45 mm vanuit het
noksnijpunt (snijpunt van bovenkant tengels).
De plaats van de onderste panlat is afhankelijk van de
gootdetaillering (maximaal 50 mm vanaf onderkant
dakbeschot). De bovenkant van de een-na-onderste
panlat ligt 330 mm boven de onderste, afhankelijk van
de latafstand die berekend wordt. De lengte-indeling
van het dakvlak is te bepalen door de afstand tussen
bovenste panlat en een-na-onderste panlat te verdelen
in het aantal hele dakpannen, rekening houdend met
een latafstand minimaal 290 mm en maximaal 395 mm.
RUITERHOOGTE
Bij toepassing van een zelfventilerende nokconstructie
dienen de vorsten op de dakpannen te rusten. Tussen
de onderkant vorst en de ruiter een ruimte vrijhouden
van ca. 5 mm. Voor ruiterhoogten bij gebruik van de
MONIER nokbeugel zie tabel. Bij ongelijke dakhellingen
het gemiddelde van de dakhellingen aanhouden.
HV vorsten
Dakhelling (°)
Ruiterhoogte H (mm)
20 55
25 47
30 40
35 33
137

COLLECTIE VLAKKE DAKPANMODELLEN
5.4 MODEL RÉGENCE
Technische gegevens:
Keramische dakpan
Afmeting (l x b)
328 x 226 mm
Gemiddelde werkende breedte
187 mm
Gewicht
23 N
Gemiddeld aantal per m² 19,7
Gemiddeld gewicht per m²
ca. 453 N
Dakhelling 15° - 90°
(van 15° tot 30° advies vragen bij de afdeling Dakservice)
Latafstand
271 mm
Modelgebonden daksysteemcomponenten
Euro-panhaak Régence, rekenwaarde
192 N
STRAK & ELEGANT
Een vlakke dakpan met een modern
karakter. Het model Régence is
eigenzinnig en het geeft een strakke
belijning te zien. Elegantie zegeviert
waarbij de ongekunstelde vormgeving
perfect past in het hedendaagse
daklandschap. De kleuren natuurrood
en zwart vol donker sluiten
perfect aan bij dit moderne karakter.
Door bakkrimp zijn kleine afwijkingen mogelijk. Indien
u aan uiterste maten gebonden bent is het raadzaam
vooraf te controleren of de geleverde dakpannen en
gevelpannen deze toelaten.
UNIVERSELE DAKSYSTEEMCOMPONENTEN
Zie hoofdstuk 9 daksysteemcomponenten.
138

AFWERKING
Het model Régence is
leverbaar op:
• rode scherf naturel,
• donkere scherf geëngobeerd.
Rode scherf naturel
Donkere scherf
geëngobeerd
KLEUREN PER AFWERKING
Rode scherf naturel:
natuurrood.
Donkere scherf geëngobeerd:
zwart vol donker.
natuurrood
zwart vol donker
Voor een gelijkmatige schakering,
dakpannen uit verschillende
pakketten (per partij) door elkaar
verwerken.
De kleuren van de getoonde dakpannen benaderen zoveel mogelijk de werkelijke kleuren. Vraag voor de juiste kleurnuancering altijd monsters aan.
139

140
COLLECTIE VLAKKE DAKPANMODELLEN
5.4 MODEL RÉGENCE

141

COLLECTIE VLAKKE DAKPANMODELLEN
5.4 MODEL RÉGENCE
HULPSTUKKEN
• gevelpan links/rechts
• gevelplaat links/rechts
• halve pan
• anderhalve pan
• halve gevelpan links/rechts
• ontluchtingspan Ø 125 mm
• ventilatiepan
• universele Combipan voor
rioolontluchting en ventilatie
• universele Combivent voor mechanische ventilatie.
142

BREEDTE-INDELING MET GEBRUIK VAN
GEVELPANNEN
De totale dakbreedte, inclusief eventueel overstek,
dient afgestemd te zijn op een gemiddelde
breedtemaatvoering van n x 187 mm + 38 mm.
Door gebruik te maken van een gemiddelde
panspeling van +1 mm of -1 mm kan de totale
dakbreedte maximaal n x 1 mm worden vergroot
of verkleind. Bij maatvoering van dakdoorvoeren,
dakkapellen en dakramen adviseren wij de
breedtemaatvoeringen zoals vermeld aan te houden.
BREEDTE-INDELING ZONDER GEVELPANNEN
In plaats van aan beide zijden gevelpannen toe te
passen kan men kiezen voor afwerking met een
gewone dakpan.De afwerking kan geschieden door:
• een cementen deklijst,
• een verholen goot met een boeiboord,
• een verholen goot, waarbij het doorlopende
metselwerk afgedekt is met een waterdicht materiaal
(bijvoorbeeld natuursteen),
• een boeiboord met windveer.
De totale dakbreedte en de maatvoering van
aanbouwen en inspringingen is afhankelijk van de
detaillering van de gekozen afwerking.
LENGTE-INDELING
Afhankelijk van de dakhelling ligt de bovenkant van de
bovenste panlat tussen 25 mm en 45 mm vanuit het
noksnijpunt (snijpunt van bovenkant tengels).
De plaats van de onderste panlat is afhankelijk van de
gootdetaillering (maximaal 107 mm vanaf onderkant
dakbeschot). De bovenkant van de een-na-onderste
panlat ligt 192 mm boven de onderste, afhankelijk van
de latafstand die berekend wordt. De lengte-indeling
van het dakvlak is te bepalen door de afstand tussen
bovenste panlat en een-na-onderste panlat te
verdelen in het aantal hele dakpannen, rekening
houdend met een latafstand van 271 mm.
RUITERHOOGTE
Bij toepassing van een zelfventilerende nokconstructie
dienen de vorsten op de dakpannen te rusten.
Tussen de onderkant vorst en de ruiter een ruimte
vrijhouden van ca. 5 mm.
143

144