Programma miniGYM - GymFed

Technisch 

reglement 

Prepupil 

llen miniGYM 

2012 - 2013 

© GymFed 

In dit reglementen vind 

je een voorbereidend programma voor 

prepupillen. 

Het bereidt wedstrijdgymnasten voor op de acrobatisch/gymnastische disciplines 

Acro, Trampoline, DMT 

en Tumbling.

INHOUD 

1. Inleiding ......................................................................................................... 3 

2. Oefenstof ....................................................................................................... 4 

2.1. POST 1 – Lange Mat 1 ................................................................................... 4 

2.1.1. Oefening: ........................................................................................... 4 

2.1.2. Beoordeling ......................................................................................... 5 

2.1.3. Tekening ............................................................................................ 6 

2.2. POST 2 – Lange Mat 2 ................................................................................... 7 

2.2.1. Oefening: ........................................................................................... 7 

2.2.2. Beoordeling ......................................................................................... 8 

2.2.3. Tekening ............................................................................................ 8 

2.3. POST 3 – Trampoline 1 .................................................................................. 9 

2.3.1. Oefening ............................................................................................ 9 

2.3.2. Beoordeling ........................................................................................ 10 

2.3.3. Tekening ........................................................................................... 11 

2.4. POST 4 – Trampoline 2 ................................................................................. 12 

2.4.1. Oefening ........................................................................................... 12 

2.4.2. Beoordeling ........................................................................................ 13 

2.4.3. Tekening ........................................................................................... 13 

2.5. POST 5 – Sprong ......................................................................................... 15 

2.5.1. Oefening ........................................................................................... 15 

2.5.2. Beoordeling ........................................................................................ 16 

2.5.3. Tekening ........................................................................................... 16 

3. Organisatie .................................................................................................... 17 

3.1. Algemeen ................................................................................................ 17 

3.2. Praktische invulling .................................................................................... 17 

3.3. Inschrijving .............................................................................................. 17 

3.4. Jurering .................................................................................................. 17 

© GymFed 2012 Pagina 2 van 17 1.07.2012

1. Inleiding 

MiniGYM is een voorbereidend wedstrijdprogramma voor gymnasten uit het 2 de leerjaar (8 jaar 

worden). Dit programma is een eerste contact met het wedstrijdgebeuren en een voorbereiding op 

de acrobatisch/gymnastische disciplines: Acrobatische Gymnastiek, Trampoline, Dubbele 

Minitrampoline en Tumbling. 

Met dit programma willen we een té vroege specialisatie tegengaan en veelzijdig trainen 

aanmoedigen met een brede algemene vorming. 

In het programma wordt er nadruk gelegd op verschillende basiseigenschappen voor kinderen zoals 

kracht, lenigheid, evenwicht, coördinatie en vormspanning. Ook de belangrijkste basisbewegingen 

komen aan bod. De oefeningen werden zo samengesteld dat het basismateriaal hiervoor in bijna 

elke club aanwezig is. 

Er wordt gewerkt aan 5 posten, met specifieke oefeningen per post. Alle gymnasten turnen aan de 5 

posten. Kan je een element of oefening niet, dan kan je deze gewoon weglaten. 

De oefeningen worden eenvoudig beoordeeld (1 punt: goede uitvoering / 0.5 punt: matige 

uitvoering / 0 punten: geen of slechte uitvoering), wat het mogelijk maakt om dit te laten jureren 

door zowel trainers als juryleden. 

Het programma omvat de praktische informatie rond het programma prepupillen miniGYM. De 

oefenstof werd uitgeschreven en uitgetekend en zal binnenkort ook beschikbaar zijn onder de vorm 

van beeldmateriaal. Daarnaast worden er opleidingssessies georganiseerd om de trainers te helpen 

de gevraagde oefenstof correct aan te leren en te laten uitvoeren door hun gymnasten. 


2. Oefenstof 

2.1. POST 1 – Lange Mat 1 

2.1.1. Oefening: 

Deze oefening bestaat uit 8 elementen die vlot na elkaar worden uitgevoerd. Per element geven we 

de belangrijkste aandachtspunten (voor een goede uitvoering en beoordeling) mee. 

1. Steuntjes (of bank/balk/plint/houten leggertjes): Spreidhoeksteun (3” houden) tot 

gesloten hoeksteun (1”) en af de steuntjes komen 

Aandachtspunten: 

• Voldoende lang houden (minimum aantal seconden) – zonder 

evenwichtsverlies 

• Benen boven horizontaal 

• Schouders laag 

• Benen steunen niet op ellebogen/voorarmen 

• Benen en armen zijn gestrekt – voldoende vormspanning 

• Bij overgang van hoeksteun naar tussensteun, zitvlak hoog heffen (niet naar 

achter) en benen/voeten smal langs armen 

2. Handstand (2”) doorrollen 





• Polsen, schouders, bekken, tenen vormen 1 recht lijn 

• Klein bolletje, ronde rug tijdens het doorrollen 

• Rechtkomen zonder handen te gebruiken 

3. Koprol voorwaarts tot spreidstand met romp voorovergebogen en armen zijwaarts 

Aandachtpunten: 

• Klein bolletje, ronde rug 

• Knieën zijn gesloten 

• Rechtkomen zonder handen te gebruiken 

• Rechte rug bij voorovergebogen stand 

4. Spagaat langs voorkeurskant (L, R of midden) 


• Benen gestrekt – onderkant benen (knieën) steunt op de mat 

• Benen in verlengde (rechte lijn) en draaien niet naar binnen 

• Romp rechtop 

• Geen handensteun 


5. Benen aansluiten – brug opduwen (2” houden) 


• Schouders boven polsen 

• Benen gestrekt en gesloten 

• Hoofd neutraal 

6. 1 been gestrekt heffen in brug (2” houden) 


• Schouders boven polsen 



• Benen gestrekt en voldoende gespreid 

7. Brug overgaan tot stand – been mag na de vorige oefening eerst teruggezet worden 


• Benen gestrekt en gespannen 

• Vloeiende beweging 

8. Waagstand (2” houden) naar keuze mogelijke afbeeldingen 


• Benen gestrekt en gespannen 

• Vloeiende beweging 

2.1.2. Beoordeling 

- 8 elementen - elk element op 1 punt (1 punt = goede uitvoering, 0,5 punt = halve 

uitvoering, 0 punten = geen of slechte uitvoering) 

- 2 punten voor originaliteit en vlotheid van verbindingen (0,5 punt) en algemene 

uitvoering (1,5 punt) 


2.1.3. Tekening 


2.2. POST 2 – Lange Mat 2 

2.2.1. Oefening: 

Deze oefening bestaat uit 8 elementen die vlot na elkaar worden uitgevoerd. Per element geven we 

de belangrijkste aandachtspunten (voor een goede uitvoering en beoordeling) mee. 

1. Steuntjes (op bank/balk/plint/houten leggertjes): Gesloten hoeksteun (3” houden) 




• Benen boven horizontaal 

• Schouders laag 


• Benen steunen niet op ellebogen/bovenarmen 

2. Krachthandstand (2”) en doorrollen 



• Schouders niet naar voor bij het trekken naar handstand 

• Handstand voldoende lang houden (minimum aantal seconden) – zonder 


• Polsen, schouders, bekken, tenen vormen 1 recht lijn in handstand 

• Vloeiende beweging tijdens het heffen tot handstand 

3. Koprol voorwaarts met gestrekte benen 


• Ronde rug tijdens het rollen 

• Knieën zijn gesloten – benen gestrekt 

4. Stand met neus/kin tussen knieën 


• Benen gestrekt en gesloten 

• Rechte rug 

• Geen evenwichtsverlies 

5. en 6. Rad stap Rad (andere kant) 



• Grote amplitude 

• In vlak draaien (recht lijn) 

• Vlotte verbinding (1 stap) 


7. Streksprong 1/1 draai 


• Vertrekken en landen op 2 voeten (gelijktijdig) 

• Benen gestrekt (positie armen is vrij) – voldoende vormspanning 

• Volledig (360°) draaien om lengteas 

8. Rol rugwaarts met gestrekte benen 


• Ronde rug tijdens het rollen 

• Knieën zijn gesloten – benen gestrekt 

• Handen niet verplaatsen tijdens het rollen en/of rechtkomen 


• 8 elementen - elk element op 1 punt (1 punt = goede uitvoering, 0,5 punt = 

halve uitvoering, 0 punten = geen of slechte uitvoering) 

• 2 punten voor originaliteit en vlotheid van verbindingen (0,5 punt) en algemene 

uitvoering (1,5 punt) 



2.3. POST 3 – Trampoline 1 

2.3.1. Oefening 

Deze oefening bestaat uit 8 ‘elementen’ die vlot na elkaar worden uitgevoerd, zonder tussentijdse 

stop. Per element geven we de belangrijkste aandachtspunten (voor een goede uitvoering en 

beoordeling) mee. 

1. 5 streksprongen met armen opwaarts 


• Benen gestrekt en gesloten in de lucht 

• Lichte buiging en spreiding van de benen tijdens contact met 

trampolinebed is toegestaan 

• Armen zijn gestrekt en achter de oren (geen extra bewegingen) 

• Romp rechtop en voldoende vormspanning van het hele lichaam 

2. 5 streksprongen met armen naast en tegen het lichaam 





• Armen zijn gestrekt en tegen de zijkant van het lichaam (geen extra 

bewegingen) 


3. 5 streksprongen met volledige armbeweging 





• Armen zijn gestrekt en bewegen van voorwaarts tot opwaarts en zijwaarts 

terug langs het lichaam 


4. Hurksprong 


• Voldoende hoogte 

• Knieën op hoogte punt tegen borst getrokken 

• Armen nemen scheenbeen vast (net onder knieën) 

• Tijdig uitstrekken om met gestrekte benen te landen 

• Voldoende vormspanning 


5. Spreidhoeksprong 



• Benen op hoogste punt spreiden – benen boven horizontaal en voldoende 

gespreid 

• Handen raken de tenen/wreven 



6. Hoeksprong 



• Benen benen boven horizontaal – gesloten en gestrekt 

• Handen raken de teken 



7. Zit 


• Eerst stijgen alvorens heup te hoek en zitbeweging in te zetten 

• Benen en armen gestrekt en gespannen 

• Handen worden op de trampoline geplaatst, net achter het bekken 

8. ½ draai stand 


• Eerst heup uitstrekken (stijgen) alvorens halve draai in te zetten 


• Landen op 2 voeten (gelijktijdig) 


• 8 elementen - elk element op 1 punt (1 punt = goede uitvoering, 0,5 punt = 


• 2 punten voor hoogte (1 punt) en uitvoering in het midden van de trampoline (1 

punt) 




2.4. POST 4 – Trampoline 2 


Deze oefening bestaat uit 10 ‘elementen’ die in korte combinaties (5) worden uitgevoerd. Voor elke 

combinatie mag de gymnast een aantal streksprongen uitvoeren (max. 5) die niet worden 

beoordeeld. Bij de elementen die op platte rug eindigen, mag de trainer een werpmatje gooien. 

Per element/combinatie geven we de belangrijkste aandachtspunten (voor een goede uitvoering en 

beoordeling) mee. 

1. Zit – Buikval – Stand 


• Correcte zithouding (zie eerder) 

• Lichaam uitstrekken (heuphoek open) tussen de verschillende sprongen 

• Benen zijn de hele tijd gespannen en gesloten tijdens elke sprong 

• In buikval mogen benen beetje gebogen zijn en steunen de onderarmen op 

de trampoline (handen niet op elkaar) 

2. Zit – ½ draai tot platte rug 


• Correcte zithouding (zie eerder) 

• Lichaam uitstrekken bij rechtkomen (open heuphoek) 

• Op hoogste punt ½ draai uitvoeren 

• Komen tot correcte houding – platte rug (cfr. punt 4) 

3. Knieval – bolletje voorwaarts tot platte rug 


• In knieval open heuphoek en armen gestrekt opwaarts achter de oren 

• Eerst stijgen alvorens hurkhouding aan te nemen 

• Explosief uitstrekken en komen tot correct houding platte rug (cfr. punt 4) 

4. Platte rugval (gestrekt) 



• Gestrekt en gespannen lichaam gedurende de hele beweging (bekken open) 

• Armen naast het lichaam brengen 

• Hoofd in een neutrale houding 

5. Halve draai zit – 1/1 draai tot stand 



• Eerst halve draai alvorens heup te hoek en zitbeweging in te zetten 


• Heup uitstrekken bij het tot stand komen 



- 10 elementen - elk element op 1 punt (1 punt = goede uitvoering, 0,5 punt = 



1. 

2. 

3. 


4. 

5. 


2.5. POST 5 – Sprong 


Deze oefening bestaat uit 5 ‘elementen’. Per element geven we de belangrijkste aandachtspunten 

(voor een goede uitvoering en beoordeling) mee. 

Totaalbeweging: handstand tot plat (gespannen) vallen op mattenberg - rechtstaat en tot einde 

mattenberg gaan - in minitrampoline (op springplank) springen en streksprong ½ draai tot op valmat 

Elementen: 

1. Aanloop + aanzweeffase 


• Snelle aanloop 

• Gestrekte of licht overstrekte aanzweeffase (springplank ver van de plint) 

• Benen gesloten – voldoende vormspanning 

2. Steunfase op plint 


• Handen raken plint ten vroegste als romp een hoek maakt van 135° 

• Armen zijn in verlengde van de romp (geen hoek in schouders) 

• Kort handencontact – handen worden niet verplaatst 


3. Tweede zweeffase en ‘landing’ 


• Armen zijn in verlengde van de romp (geen hoek in schouders) 


• Landen in gestrekte houding (platte rug) 

4. Streksprong ½ draai 


• Benen gesloten (armhouding is vrij) – voldoende vormspanning 

• 180° rotatie om lengteas (niet meer of minder) 

• Korte voorwaartse verplaatsing en voldoende hoog 

5. Landing 


• Landing op 2 voeten (gelijktijdig) – voeten op heupbreedte 

• Stabiele landing – voeten niet verplaatsen – geen grote bewegingen met 

romp of armen 

• Mat niet raken met andere lichaamsdelen dan voetzolen 


Opstelling: 

Springplank / mattenberg (80 à 100 cm) – eventueel met plint voor OF mat op twee plinten/ 

minitrampoline / harde valma 

Er mag bijkomend een klein matje (10 cm hoog) op de mattenberg gelegd 

worden om de landing op platte rug te ondersteunen 


- 5 elementen - elk element op 1 punt (1 punt = goede uitvoering, 0,5 punt = halve 

uitvoering, 0 punten = geen of slechte uitvoering) 

- Score x 2 



3. Organisatie 

3.1. Algemeen 

Er worden aparte ‘wedstrijdvormen’ met een eigen identiteit georganiseerd. Deelname aan 

deze wedstrijden zal niet resulteren naar een selectie voor een finale. 

In 2013 kunnen enkel gymnasten geboren in °2005 deelnemen. Deze gymnasten dienen te 

beschikken over een trainerslicentie. 

3.2. Praktische invulling 

• Datum en plaats van de wedstrijden zullen in het najaar 2012 via www.gymfed.be 

gecommuniceerd worden op de activiteitenpagina’s en de kalenders. 

• Na de opwarming turnen de gymnasten hun wedstrijd aan de 5 posten 

(doorschuifsysteem) 

• Elke gymnast wordt tijdens de prijsuitreiking beloond met een gouden, zilveren of 

bronzen medaille op basis van hun behaalde punten. De trainers kunnen nadien de 

punten van de gymnasten verkrijgen op het wedstrijdsecretariaat. 

• Alle gymnasten treden aan in één categorie – er is dus maar één klassement. 

• Kledij gymnasten: 

o Meisjes: turnpak zonder mouwen of met lange mouwen 

o Jongens: singlet (of nauw aansluitende T-shirt) en turnshort 

o Turnpantoffels mogen gedragen worden, maar zijn niet verplicht 

o Voor de trampolineoefeningen is het verplicht om plooibare turnpantoffels of 

sokken te dragen 

• Kledij trainers: trainingspak en sportschoenen 

3.3. Inschrijving 

• Elke club kan één of meerdere gymnasten (+ juryleden – zie 3.4.) inschrijven voor één of 

meer wedstrijden. 

• Elke club kan per wedstrijd maximum 15 gymnasten inschrijven. 

3.4. Jurering 

• Samen met de gymnasten dienen ook de juryleden op gegeven worden – deelname 

zonder jurylid is niet mogelijk. 

• Alle juryleden ACRO, TRA, DMT en TU (met geldig jurybrevet) mogen deze wedstrijden 

jureren, alsook alle trainers die de specifieke opleidingssessie miniGYM hebben gevolgd. 

• Heb je zelf geen jurylid, dan kan je contact opnemen met een jurylid uit een andere 

clubs. Contactgegevens kan je terugvinden op het Clubnet of in het Ledenbeheer. 

• Praktische informatie over beoordeling kan je vinden in deze bundel (zie 

aandachtspunten). Bijkomend zal videomateriaal beschikbaar gesteld worden ter 

ondersteuning.

Programma miniGYM - GymFed

Create successful ePaper yourself

Delete template?

Save as template?