Download de brochure - Gemeente Venlo

1. Voorwoord 52. Drugsproblematiek in Venlo 73. De drie sporen van Hektor 114. Handhaving 155. Vastgoed 216. Coffeeshopbeleid 257. Resultaten 298. Succes- en faalfactoren 31BIJLAGENSamenwerkingsconvenant Van Bommelslaboratorium 42Privacyregeling Van Bommelslaboratorium 48Beleidsregels ter voorkoming en ter bestrijding van drugsoverlast 55Mandaat en beleidsregels/gebruiksinstructie verblijfsontzeggingen 61Beleidsregels head-, smart- en growshops 67

Voorwoord1Om de groeiende drugsoverlast en –criminaliteit in Venlo effectief aan te pakken werd in 2001 gestart methet programma Hektor. Een bijzondere en vernieuwende aanpak, die succesvol is gebleken. Hektor heeftde afgelopen jaren dan ook volop de aandacht getrokken van allerlei mensen en organisaties.De opzet van het programma, de aanpak en de resultaten maar vooral de opgedane leerpunten willen wijbreed uitdragen. Dit is de reden geweest om deze brochure uit te brengen. Enerzijds omdat we in Venlotrots zijn op de bereikte resultaten en anderzijds omdat we denken dat Hektor een inspiratiebron kan zijnbij het aanpakken van vergelijkbare problemen op andere plaatsen.Ten slotte is een woord van dank verschuldigd aan de minister van Justitie en de fracties van de politiekepartijen in de Tweede Kamer. Met vrijwel unanieme steun van de Tweede Kamer heeft de minister vanJustitie randvoorwaarden gecreëerd om de bijzondere problematiek in de gemeente Venlo gedurende eenlangere periode te bestrijden. Zonder deze steun zou het niet mogelijk zijn geweest de omvangrijke drugsoverlasten –criminaliteit in Venlo succesvol aan te pakken.Venlo, oktober 2006Drs. H.M.F Brulsburgemeester5

2Drugsproblematiek in VenloDe gemeente Venlo ligt aan de rivier de Maas en bestaat uit vier stadsdelen. Met ruim 92.000 inwoners isde gemeente Venlo het kloppend hart van de regio Noord Limburg en maakt het als grensstad onderdeeluit van de Euregio. Het Duitse Ruhrgebied is nabij waardoor er binnen een straal van 50 kilometer zo’nvijf miljoen mensen wonen.Door de ligging van Venlo is het van oudsher een trekpleister voor Duitse kooptoeristen. Al sinds de jarenvijftig bezoeken Duitse kooptoeristen de stad massaal. In de jaren zestig en zeventig liep dit op tot zo’n100.000 bezoekers per week. Daarnaast is de logistieke sector in en rond Venlo goed ontwikkeld. Met deluchthaven Schiphol en de Rotterdamse havens is Venlo een belangrijk logistiek knooppunt in Nederland.Met de opkomst van het gebruik van softdrugs en de invoering van het Nederlandse gedoogbeleid, komter in de jaren zeventig een omvangrijk drugstoerisme vanuit Duitsland naar Venlo op gang. Sinds dejaren tachtig groeit dit tot enkele duizenden drugskopers per week. In het centrum van Venlo kunnen zijterecht voor het kopen en gebruiken van softdrugs. Dit leidt vanzelfsprekend tot de nodige overlast zoalsstraatdealers en drugsrunners die voorbijgangers aanspreken, intimideren en bedreigen, een verkeers- enparkeertoename, ruzies, geschreeuw en bevuiling van de straat en een verloedering van het straatbeeld(bijvoorbeeld leegstand en verpaupering van panden) doordat een groot aantal panden in het bezit komtvan malafide ondernemers.Eind jaren tachtig telt de gemeente Venlo 39 horecagelegenheden in het centrum van Venlo waarvanwordt vermoed dat er naast drank en etenswaren ook softdrugs worden verhandeld. Er wordt daaromeen overlastverordening en een nieuw vergunningensysteem voor coffeeshops ingevoerd. Dit leidt ertoedat er sinds 1995 vijf coffeeshops zijn die een gedoogbeschikking van de burgemeester bezitten. In debinnenstad van Venlo, voornamelijk in het zogenaamde Q4-gebied en een aantal in- en uitvalswegen vande stad, blijven echter vele niet-gedoogde verkooppunten van softdrugs gevestigd. De drugsoverlast en-criminaliteit blijft dan ook groeien en leidt tot ernstige onveiligheidsgevoelens bij de inwoners van Venloen tot grote economische schade door teruglopende klandizie bij de detailhandel. Steeds meer vastgoedkomt in het bezit van malafide ondernemers. Er treedt een vermenging van de zogenaamde boven- enonderwereld op. De aard en omvang van de drugsoverlast en -criminaliteit hebben proporties aangenomen,die de schaal van een stad zo groot als Venlo ruimschoots overtreffen.7

Pand verbeurdDe familie K. heeft al op verschillende plaatsen in de stad met bestuurlijke sluitingente maken gehad. Als zij opnieuw een belangrijk verkooppunt dreigt te verliezen,doordat de eigenaar dat pand wil verkopen, schakelt ze een neef in.De neef krijgt het dringende verzoek het betreffende pand te kopen en zo voor defamiliehandel te behouden. Met het inkomen dat hij als fabrieksarbeider geniet,slaagt hij erin een hypotheek af te sluiten. Daarbij leent hij ter financiering van dekoop van drie neven in Turkije elk vijftigduizend gulden.WitwassenDe familie kan hierdoor haar handel ongestoord voortzetten. Ze betaalt de nieuwbakkeneigenaar een keurige huur, met daarnaast maandelijks duizend DM zwart.Zelf blijven de man en zijn gezin – met huursubsidie – in hun huurwoning wonen.Deze financiële constructie komt aan het licht tijdens een witwasonderzoek. Tegende nieuwe eigenaar wordt proces-verbaal opgemaakt. Hij verschaft gelegenheid totillegale drugshandel en maakt zich – door het innen van huurpenningen – bovendienschuldig aan heling. Mede doordat hij een deel van de huur zwart ontvangt, weethij wat de herkomst van het geld is. Op grond van artikel 94 Wetboek van Strafvorderingleggen we beslag op het pand.De rechtbank veroordeelt de neef wegens heling en verklaart zijn pand verbeurd. Deontvangen huurpenningen worden als wederrechtelijk verkregen voordeel op grondvan artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht ontnomen. De zaak loopt nog inhoger beroep.

Natuurlijk wordt er in dejaren tachtig en negentigopgetreden tegen de drugsoverlasten –criminaliteit.Echter, dit optreden, datvoornamelijk door de politiewordt uitgevoerd, leidt onvoldoendetot het verminderenvan het probleem.In het jaar 2000 wordt dedrugsproblematiek zodanigernstig ervaren dat er eennieuw gemeentelijk integraalveiligheidsbeleid wordtopgesteld. Eén van de onderdelenhiervan is een integraleen actieve aanpak van drugsoverlasten de achterliggendedrugscriminaliteit. Deze aanpakwordt Hektor genoemden bestaat uit de drie sporen:handhaving, vastgoeden coffeeshopbeleid. Voorhet op te zetten project enhet faciliteren van de nieuwesamenwerkingsverbandenwordt financiële ondersteuningvan het ministerie vanJustitie ontvangen.9

3De drie sporen van HektorHet uitgangspunt van Hektor is dat de gemeente Venlo in een nauwe samenwerking met de politieLimburg-Noord, het arrondissementsparket Roermond van het Openbaar Ministerie (OM), de Belastingdiensten een aantal private partners alles doet wat binnen haar mogelijkheden ligt om drugsoverlast en-criminaliteit te bestrijden. Het centrum van Venlo en een aantal in- en uitvalswegen moeten hierdoorweer veilig en leefbaar worden. De drie sporen moeten elkaar versterken. Het bijzondere en vernieuwendevan Hektor is dat de drugsoverlast en -criminaliteit niet enkel door handhaving aangepakt wordt.HandhavingHet handhavingsspoor gaat uit van strafrechtelijke en bestuursrechtelijke handhaving. Onder de strafrechtelijkehandhaving wordt in de openbare ruimte (aanpak van illegale verkooppunten van softdrugs,drugsrunners, straatdealers, parkeeroverlast, controle van gedoogde coffeeshops, vervuiling etc.) door eenstraatteam van de politie actief gehandhaafd. Hier hoort een aanpak van de achterliggende criminaliteitdoor een permanent rechercheteam bij. Het uitgangspunt is dat zoveel mogelijk geld dat verkregen ismet de drugshandel wordt ontnomen. Dit is de zogenaamde financiële/fiscale handhaving. Bij bestuurlijkehandhaving moet gedacht worden aan het actief opsporen en sluiten van illegale verkooppuntenvan softdrugs, het opleggen van verblijfsontzeggingen aan drugsrunners en –dealers, de bouwkundigehandhaving van (drugs)panden, een actief vergunningverleningsbeleid in verband met de vele horecabedrijvendie als dekmantel voor de verkoop van softdrugs fungeren, leefmilieucontroles en controle opuitkeringen van drugsrunners en –dealers door de sociale recherche.VastgoedHet vastgoedspoor bestaat uit drie onderdelen. In het kader van verwerving en herbestemming wordenvastgoedobjecten aangekocht en worden ontwerpen voor het herbestemmen van panden en openbareruimte in een aantal gebieden, waaronder het Q4-gebied, gemaakt. De aangekochte vastgoedobjecten enopenbare ruimte in Q4 worden daadwerkelijk herontwikkeld. De verworven vastgoedobjecten en openbareruimte worden actief beheerd.CoffeeshopbeleidHet coffeeshopspoor gaat uit van een uitbreiding van de vijf bestaande gedoogde coffeeshops. Het is debedoeling dat er op experimentele basis twee nieuwe coffeeshops gevestigd worden op een in de periferievan Venlo gelegen locatie. Zodoende zullen minder coffeeshopbezoekers de binnenstad bezoeken.11

Effectief doolhof voor justitieVier aaneengesloten panden zijn onderling zo met elkaar verbonden dat ze lange tijd eenlastige doolhof vormen voor justitie. De bestuurlijke aanpak helpt.De vier panden zijn in handen van dezelfde eigenaar, die ze steeds opnieuw verhuurt aanmalafide ondernemers. Alle vier staan in relatie tot drugscriminaliteit en veroorzakenveel overlast in de buurt. Het straatteam draait overuren om de nodige aanhoudingente kunnen verrichten. Keer op keer kan mede door deze inzet de burgemeester een pandvoor enige tijd sluiten.Veel zoden zetten die sluitingen echter vooralsnog niet aan de dijk. Doordat de pandenonderling met elkaar verbonden zijn, kan de handel makkelijk in een volgend pandworden voortgezet en blijft de overlast voortduren.BouwinspectieBij bestuurlijke sluitingen gaat er altijd een bouwinspecteur mee om te controleren of debouwkundige voorschriften worden nageleefd. Dat blijkt niet het geval. Het doorbrekenvan muren is niet volgens de regels verlopen en tevens is er sprake van andere illegaleverbouwingen. De eigenaar wordt hierop verschillende malen aangesproken.Na geruime tijd slaagt de gemeente er door toepassing van verschillende bestuurlijkemaatregelen in de vier panden als één pand aan te merken. Dit maakt het mogelijk dedoolhof in een keer voor de maximale termijn van twee jaar te sluiten.Op grond van de Woningwet wordt de eigenaar verplicht de illegale verbouwingenongedaan te maken. Ten slotte moet hij vanwege de wet Victor het beheer aan een derdeoverdragen. Na verloop van tijd zijn de panden aan de gemeente te koop aangeboden,hebben ze een andere bestemming gekregen en is het leefklimaat in de buurt hersteld.

Uiteindelijk wordt in 2004 een verplaatsing van twee bestaande coffeeshops van Q4 naar de periferiebereikt.Daarnaast wordt er ruime aandacht besteed aan communicatie zodat burgers en betrokken partners overde voortgang en resultaten worden geïnformeerd. Hierdoor worden zij gemotiveerd een bijdrage te leverenaan het verbeteren van de veiligheid. Bovendien zien de inwoners van Venlo dat het de overheid menensis bij de aanpak van het probleem.In de bestuursopdracht Hektor, die in 2001 unaniem door de gemeenteraad wordt vastgesteld, zijn het driesporenbeleid en de te bereiken resultaten vastgelegd. De te bereiken resultaten zijn:• Een afname van de drugsoverlast en –criminaliteit waardoor het veiligheidsgevoel van bewoners enbezoekers van Venlo en de aantrekkingskracht van de binnenstad op ondernemers en bezoekers stijgen.Dit gebeurt door een strikte handhaving.• Een afname van het aantal drugspanden in de binnenstad. Het wordt malafide eigenaren en verhuurdersvan onroerend goed onmogelijk gemaakt om opnieuw criminaliteit te faciliteren. Dit gebeurt door eenstrikte handhaving.• Een verbetering van de leefbaarheid en visuele aantrekkelijkheid voor de bewoners, ondernemers enbezoekers van en aan de binnenstad van Venlo. Dit gebeurt door de herstructurering van Q4.• Een afname van het aantal drugstoeristen in de binnenstad waardoor er minder overlast veroorzaaktwordt. Dit gebeurt door het streng aanpakken van het aantal illegale verkooppunten van softdrugsen door het vestigen van twee nieuwe coffeeshops op een perifeer gelegen locatie waardoor minderdrugstoeristen de binnenstad zullen bezoeken.Het driesporenbeleid wordt door een projectorganisatie uitgevoerd. Elke spoor wordt aangestuurd door eenprojectleider. In het programmamanagementteam (PMT) stemmen de drie projectleiders onder voorzittersschapvan de programmamanager Hektor de voortgang en de samenhang tussen de drie sporen af. Eenstuurgroep stuurt op hoofdlijnen het project aan. De stuurgroep bestaat uit de burgemeester, de betrokkenwethouders, de hoofdofficier van justitie, de districtschef van politie, een lid van het managementteamvan de Belastingdienst en de programmamanager Hektor.In het vastgoedspoor zijn ongeveer zeven fte’s werkzaam, in het coffeeshopspoor ongeveer 0,3 fte en inhet handhavingsspoor wordt ongeveer 35 fte aan extra formatieplaatsen ingezet.13

Handhaving4Met de start van Hektor is een intensieve samenwerking tussen de gemeente, politie, het OM en deBelastingdienst op gang gekomen. Door de beschikbare financiële middelen is het mogelijk om langdurigextra capaciteit vrij te maken voor de aanpak van drugsoverlast en –criminaliteit.Er komt een straatteam van de politie van ruim 10 fte dat zich primair richt op de drugsoverlast opstraat. Het straatteam controleert vermoedelijke klanten van niet-gedoogde verkooppunten op grondvan de Opiumwet. Indien hieruit blijkt dat men verdovende middelen heeft gekocht, wordt getracht dedealer aan te houden en/of de woning van waaruit de verkoop plaatsvond te doorzoeken. Tevens krijgendrugsrunners- en dealers verblijfsontzeggingen opgelegd. Er wordt ook een rechercheteam van ruim 10 fteopgericht dat onderzoeken uitvoert naar groeperingen en personen die zich bezighouden met de verkoopvan softdrugs en de leveranciers achter de drugsrunners. Aangezien er grote hoeveelheden geld metde handel in softdrugs verdiend worden, participeren financieel rechercheurs van het bureau FinanciëleOndersteuning (BFO) in Hektor. Ten eerste wordt getracht wederrechtelijk verkregen vermogen strafrechtelijk,civielrechtelijk en/of fiscaalrechtelijk te ontnemen. Ten tweede wordt nagestreefd om voorwerpenof goederen zoals geld, auto’s en panden die dienstbaar zijn aan de handel in verdovende middelen inbeslag te nemen en verbeurd te verklaren.Om de ontnemingsactiviteiten van het BFO te ondersteunen, wordt met de Belastingdienst samengewerkt.Door een goede uitwisseling van informatie over de handel in verdovende middelen kan de Belastingdiensthaar taken op het gebied van heffing, invorderingen, controle en toezicht op de nakoming van fiscaleverplichtingen en de opsporing van fiscale delicten beter uitvoeren. Dit is het primaire doel van deBelastingdienst en daarmee wordt bereikt dat personen die zich bezighouden met de handel in verdovendemiddelen ook fiscaal aangepakt worden.Het OM houdt zich bezig met het vervolgen van de verdachten die door het straat- en rechercheteamworden aangedragen. Hektor-zaken worden met voorrang en door een vaste officier van justitie behandeld.Er is een verscherpte vervolgingsprocedure opgesteld waardoor de strafmaat bij een tweede of volgendeovertreding wordt verzwaard.De gemeente zet een groot aantal handhavende disciplines is. Door controleurs van de afdeling Stadstoezichtwordt toezicht gehouden en worden controles uitgevoerd in de openbare ruimte, woningen, openbare15

inrichtingen en op personen. Een bouwinspecteur controleert de bouwkundigestaat van panden in de binnenstad. Indien er gebreken zijn, dienen deze meteen last onder dwangsom te worden aangepast. Enerzijds verbetert hierdoorhet straatbeeld en anderzijds wordt het de doorgaans malafide pandeigenarenmoeilijk gemaakt. Medewerkers van de afdeling Vergunningverlening participerenin Hektor omdat er in de binnenstad vele horecagelegenheden zijn dieals dekmantel dienen voor de handel in softdrugs. Met de invoering van de WetBevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (wet BIBOB)in 2003 kan tegen deze problematiek beter worden opgetreden. Een medewerkervan de afdeling Ruimtelijke Ordening is betrokken om op te kunnen treden tegenhet gebruik van panden dat strijdig is met het bestemmingsplan. Een medewerkeroverlastbestrijding is betrokken vanwege de bestuurlijke sluitingen van panden.Ook neemt een medewerker van de sociale recherche deel om eventueel onterechtgenoten uitkeringen van drugsrunners en -dealers terug te vorderen. Ten slottezijn juristen van de gemeente betrokken wanneer bezwaar en beroep wordt aangetekendtegen genomen bestuurlijke maatregelen. De bestuurlijke handhavingwordt door een coördinator van de gemeente aangestuurd.De samenwerking tussen deze partijen is vastgelegd in een convenant. Daarnaastis een privacyreglement opgesteld zodat de partijen informatie met elkaarkunnen delen. Het privacyreglement is aangemeld bij het College BeschermingPersoonsgegevens (CBP).De kern van de samenwerking tussen al deze disciplines ligt in twee praktische en opde uitvoering gerichte overleggen. In het zogenaamde Van Bommelslaboratorium(VBL) dat genoemd is naar de bouwmeester van het Venlose stadhuis en hetexperimentele karakter van Hektor tot uiting moet brengen, komen de officiervan justitie, een parketsecretaris, de coördinator bestuurlijke handhaving van degemeente, de leider van het rechercheteam, een financieel deskundige van hetBFO, een medewerker van de Belastingdienst, de leider van het straatteam en eenoperationeel recherchechef van het district Venlo bijeen. Hier worden aandachtspandenen aandachtspersonen besproken en wordt een strategie bepaald. Devoortgang van de opsporingsonderzoeken speelt een belangrijke rol. Bij de aanpakvan een probleem wordt voortdurend de afweging gemaakt welke benadering hetmeeste rendement zal opleveren. In het ene geval is dat een bestuursrechtelijkeen in het andere geval een strafrechtelijke aanpak.16

Naast het VBL bestaat er het Handhavingsoverleg Hektor. Hierin zijn decoördinator bestuurlijke handhaving van de gemeente, de leider van hetstraatteam, de wijkagenten van de betrokken basiseenheden, een coördinatorvan de afdeling Stadstoezicht, de bouwinspecteur, de medewerker overlastbestrijding,een medewerker vergunningverlening, de medewerker handhavingRuimtelijke Ordening en de sociaal rechercheur vertegenwoordigd. Ook hierligt de nadruk op informatie uitwisseling en het maken van praktischeafspraken om de overlastgevende panden aan te pakken. Bij de aanpak participeertzonodig ook de Brandweer.Gezien de aard van de drugscriminaliteit in Venlo wordt er nauw samengewerktmet de Duitse en de Turkse justitiële autoriteiten. Met Duitsland aangezienhet voornamelijk drugshandel vanuit Venlo met Duitsers betreft. Met Turkijeomdat een groot deel van de drugshandel in Venlo in handen is van personenvan Turkse afkomst. In 2002, 2004 en 2005 worden er bezoeken aan Turkijegebracht om de werkrelaties in concrete opsporingsonderzoeken te verbeteren,aan rechtshulpverzoeken uitvoering te geven en om de werkwijze vanHektor uit te dragen.Er worden vele verschillende middelen ingezet om de drugsoverlast en –criminaliteitaan te pakken. Zero tolerance is daarbij altijd het uitgangspunt. Inhet Q4-gebied zijn 20 camera’s geplaatst waar politie en gemeente gebruikvan maken bij het houden van toezicht. Van de camera’s blijkt een preventievewerking uit te gaan. Ook is er een stelsel van verblijfsontzeggingenwaarmee drugsrunners en –dealers tijdelijk de toegang tot de binnenstadkan worden ontzegd. Daarnaast kunnen als gevolg van artikel 174a van deGemeentewet (Victoria) en artikel 13b van de Opiumwet (Damocles) pandengesloten worden nadat drugsoverlast is geconstateerd. De sluiting van eenpand wordt met een deurposter (woning) of raamposter (openbare inrichting)en een publicatie in de lokale krant bekend gemaakt. Vermeld wordt wieeigenaar en gebruiker van het pand is en wat de reden en de duur van desluiting zijn. Met een last onder dwangsom wordt de bestemming van eenpand en de bouwkundige staat gehandhaafd. Voorts wordt de wet BIBOBtoegepast om vergunningen van malafide horecabedrijven te weigeren en inte trekken. In 2005 wordt een vergunningenstelsel voor de 13 head-, smart-17

Straat schoonvegenOnveiligheidsgevoelens worden niet alleen veroorzaakt door daadwerkelijke bedreiging. Het is veelalmeer de sfeer die er aanleiding toe is, dat mensen zich minder op hun gemak voelen. Het straatbeeldspeelt hierin een belangrijke rol.Om die reden zetten we in het aandachtsgebied van Hektor een programma bestuurlijke handhavingop waarmee we straat voor straat de panden controleren op alle vergunningen die van toepassingzijn. Daarbij komt alles aan de orde: bouwtechnische veranderingen, rolluiken, zonneschermen,dichtgeplakte ramen, gevelwijzigingen, reclames, uitstallingen, terrassen en terrasafscheidingen.Vaart houdenHet programma begint met een brief aan alle adressen in de straat waarin we de actie aankondigenen het doel ervan omstandig uitleggen. Waar mogelijk wordt de brief overhandigd aan bewoners enwinkeliers, elders wordt ze in de brievenbus gedeponeerd.Vervolgens maken een bouwkundig medewerker en een lid van de commissie Stadskwaliteit eeninventarisatie. In de hoofdstraat van het gebied bevinden we van de 38 panden de helft niet inorde.Bij deze negentien panden gaat het in totaal om 59 overtredingen of tekortkomingen. De eigenarenworden gehoord en krijgen de aanzegging de noodzakelijke verbeteringen aan te brengen. Vijfeigenaren werken hier direct aan mee.In alle negentien gevallen hebben we ervoor gekozen om direct een formele aanschrijving te doenop grond van de Woningwet en de Algemene Plaatselijke Verordening. Met deze directe formeleaanschrijving kunnen we de vaart erin houden en voorkomen dat we verzanden in ellenlange overleggenen loze toezeggingen. Ook de vijf die meewerken, krijgen meteen een formele aanschrijving – metonze uitleg erbij maken ze geen bezwaar tegen deze gang van zaken.In de aanschrijving kiezen we bij al langer aangebrachte voorzieningen voor de lange begunstigingstermijnvan een jaar. Dit brengt sommige eigenaren ertoe geen bezwaar in te dienen, zodat devoorziening na een jaar juridisch afgedwongen kan worden. Het enige bezwaar dat wel is ingediend, isongegrond verklaard. Daarop is geen beroep ingesteld en de voorzieningen zijn inmiddels getroffen.In drie gevallen is men niet op de aanschrijving ingegaan, alle drie gevelwijzigingen. Daar wordt denaleving juridisch afgedwongen.

en growshops in Venlo ingesteld. De aanleidinghiervoor is een onderzoek waaruit blijkt dat ruim80% van de ondernemers van deze branche inVenlo betrokken is (geweest) bij ernstige vormenvan criminaliteit. Met behulp van de wet BIBOBkan deze branche nu ook aangepakt worden.Onder het motto van ‘teruggeven kan altijd nog’nemen het straatteam en het rechercheteam inalle gevallen geld en goederen in beslag waarvanvermoed wordt dat deze met de handel in verdovendemiddelen zijn verkregen. Dit geldt natuurlijkook voor verdovende middelen en wapens. Dewitwaswetgeving wordt veelvuldig door het BFOingezet. Ook worden personen en organisaties dieniet direct strafbare feiten plegen maar wel eenrol spelen bij de handel in verdovende middelenactief benaderd. Bijvoorbeeld omdat zij eigenaarzijn van een drugspand of dat zij diensten aandrugshandelaren verlenen. Deze personen wordenuitgenodigd voor een gesprek met de officier vanjustitie en coördinator bestuurlijke handhavingvan de gemeente. In dit gesprek worden derisico’s van dit handelen indringend besprokenen wordt op de verantwoordelijkheden van dezepersonen gewezen.Het uitgangspunt bij de handhaving van Hektoris dat er wanneer dat nodig is de grenzen van dewet worden opgezocht. Dit is vele malen zowelbestuurs- als strafrechtelijk met succes gebeurd.19

Vastgoed5Het vastgoedspoor is opgezet om negatieve ontwikkelingen van de vastgoedsector en de openbare ruimtein de binnenstad een halt toe te roepen. Door een actief beheer, herbestemming en herontwikkelingvan de zwakke delen van de binnenstad moet er in 2015 weer sprake zijn van een veilig en aantrekkelijkstadscentrum. Om dit bereiken wordt er als eerste een publiekprivaat samenwerkingsverband tussende gemeente, een belegger en Woningstichting Venlo-Blerick ingesteld. Het projectplan van Vastgoedbestaat uit een ontwerp- en een ontwikkelfase. Het publiekprivaat samenwerkingsverband richt zich op deuitwerking van de ontwerpfase.In de ontwerpfase zijn er verschillende onderzoeken verricht. Hieruit blijkt dat in de verschillende delenvan de binnenstad een goede afstemming van woningen, bedrijfspanden, bewoners en ondernemers dientte zijn. Voorwaarde voor het succesvol transformeren van de binnenstad is het oplossen van de drugsproblematiek.Vervolgens is er een ruimtelijk-functionele visie met een bijbehorende financiële verkenningopgesteld. De investering in het Q4-gebied bedraagt in totaal een bedrag van 114 miljoen euro. Deruimtelijk-functionele visie gaat grofweg uit van een programma waarin 230 objecten worden verworvenen gesloopt, er 500 nieuwe woningen komen, 4.500 m 2 aan commerciële, dienstverlenende of culturelevoorzieningen wordt gerealiseerd en 80.000 m 2 openbare ruimte opnieuw wordt ingericht.Er worden verschillende planologische instrumenten ingezet. Zo is er in 2002 voorkeursrecht op het gebiedgevestigd zodat de gemeente in staat wordt gesteld om vastgoedobjecten te verwerven. In 2004 wordtQ4 één van de 56 aandachtswijken van het ministerie van VROM. In 2005 stelt de gemeenteraad hetwijkontwikkelingsplan vast dat een nadere uitwerking van de ruimtelijk-functionele visie is. Het wijkontwikkelingsplanschetst de contouren van een ingrijpende herstructurering, herontwikkeling en verbeteringvan de openbare ruimte.In het kader van de verwerving en herbestemming van panden worden er in de periode van 2001 tot enmet 2005 zo’n 60 panden verworven waarmee een totale koopsom van zo’n 12 miljoen euro gemoeid is.Medio 2004 krijgt de projectleider Vastgoed de vraag om een pand in Q4 ter beschikking te stellen vooreen cultureel initiatief genaamd Exota. Exota gaat fungeren als een ontmoetingsplaats voor kunstenaars,bewoners, ondernemers, bezoekers en als broedplaats voor creatieve ideeën. Allerlei culturele projecten enactiviteiten worden opgestart. Er blijkt veel belangstelling van startende ondernemers op het gebied van21

De man van enkele miljoenenNa een tip vinden we in de woning van de 53-jarige E. twaalf kilo softdrugs, een vuurwapen en anderhalfmiljoen gulden. Daar blijft het echter niet bij.E’s zoon, die in Venlo een head- en coffeeshop drijft, zegt eigenaar te zijn van de drugs, het wapenen een kleine hoeveelheid geld.Onroerend goedDe anderhalf miljoen echter, die we overigens onder een tegel van het tuinterras vinden, blijken vanE. zelf te zijn. Hij en zijn vrouw zeggen dat dit de opbrengst is van de verkoop van onroerend goed inTurkije. Als de Turkse autoriteiten de kopers na een verzoek tot rechtshulp verhoren, bevestigen dezede transacties. Overigens blijken alle kopers nauwe familiebanden met E. te onderhouden.In eerste instantie laten de autoriteiten in Turkije het hierbij. Na nader overleg in Ankara doenzij echter alsnog navraag bij het kadaster en dan blijkt dat al het genoemde onroerend goed nogsteeds op naam van E. staat. Enkele familieleden verklaren dat zij slechts op verzoek van E. de koopbevestigd hebben.Door de goede samenwerking met Turkije lukt het E. en twee zoons veroordeeld te krijgen wegensovertreding van de Opiumwet en wordt de in beslag genomen anderhalf miljoen gulden verbeurdverklaard.BootreisEnkele maanden later krijgen we ’s avonds de tip dat dezelfde E. met een auto vol drugsgeld op hetpunt staat naar Turkije te vertrekken. Het strafrechtelijk financieel onderzoek vanwege de eerdere zaakloopt dan nog.Diezelfde nacht echter blijkt de auto te zijn verdwenen, waarop we een internationale aandachtsvestiginguitgeven. Doordat we uit eerdere verklaringen van de man weten dat hij bij voorkeur gewoonlijkper boot in zijn thuisland aankomt, kunnen we de Turkse autoriteiten hierover informeren.E. wijkt ook ditmaal niet van zijn gewoonte af. Bij aankomst wordt hij gecontroleerd. Zijn auto, waarin het reservewiel bijna vijfhonderdduizend euro is verstopt, wordt in beslag genomen.Na overleg wordt E. in Turkije vervolgd wegens witwassen. Op verzoek van de Turkse autoriteitenwordt in Nederland een dossier samengesteld om E. in Turkije te kunnen vervolgen.

mode, design, muziek en film om zich in Q4 te vestigen.Dit wordt zo goed mogelijk ondersteund door panden diede gemeente heeft verworven en die tot de herontwikkelingvan Q4 tijdelijk beschikbaar zijn, aan te bieden.Het imago van Q4 verandert door al deze initiatievenin een korte tijd van een drugswijk naar een cultureleen creatieve wijk. Deze ontwikkeling blijkt een helepositieve invloed te hebben op de leefbaarheid enaantrekkingskracht van Q4. De ontwikkelingen zijngrotendeels het gevolg van particulier initiatief die doorde gemeente, de provincie Limburg, het ministerie vanVROM, Woningstichting Venlo-Blerick, de Kamer vanKoophandel en diverse culturele fondsen worden ondersteund.Meer informatie hierover is te vinden op www.q4.nl.2323

Coffeeshopbeleid6Het coffeeshopspoor streeft na om Venlo minder aantrekkelijk te maken voor de handel in softdrugs.In 2001 wordt geschat dat Venlo zo’n 65 niet-gedoogde verkooppunten telt. Door het aantal kopersen verkooppunten van softdrugs in niet-gedoogde verkooppunten terug te dringen, moet de overlasten criminaliteit verminderen. Om toch aan de grote vraag naar softdrugs te kunnen voldoen is het debedoeling om naast de bestaande vijf gedoogde coffeeshops voorwaarden te scheppen om twee perifeergelegen coffeeshops te vestigen. Hiermee wordt tevens beoogd om de bezoekersstroom drugstoeristenzodanig te beïnvloeden dat minder drugstoeristen de binnenstad bezoeken.In 2001 en 2002 wordt een wegingsmodel voor alternatieve locaties van coffeeshops opgesteld envastgesteld. Aan de hand hiervan kunnen mogelijke locaties voor de nieuw te vestigen coffeeshopsbeoordeeld worden. Na toepassing van het wegingsmodel blijkt dat er ongeveer vier locaties in Venlo zijndie aan de criteria voldoen. Met de eigenaren van de coffeeshops, de politie, het Consultatiebureau voorAlcohol en Drugs (CAD) wordt sinds 2001 twee keer per jaar overleg gevoerd om allerlei zaken aangaandehet coffeeshopbeleid te bespreken.Het coffeeshopspoor houdt eveneens in dat de zogenaamde AHOJ-G criteria 1 die gelden voor de vijfgedoogde coffeeshops streng worden gecontroleerd. Overtreding van deze criteria kan leiden tot eentijdelijke sluiting van de coffeeshops. In 2003 wordt één coffeeshop voor de duur van drie maandengesloten omdat er meer dan vijf gram softdrugs aan een klant verkocht werd.Bij het vaststellen van de bestuursopdracht is het politieke klimaat gunstig voor het bereiken van devastgestelde resultaten. Echter, sinds het aantreden van het kabinet Balkenende in 2002 verandert hetcannabisbeleid van de Nederlandse regering. Een onderdeel hiervan is het terugdringen van het aantalcoffeeshops in de grensgebieden. Vanuit de Europese Unie krijgt de Nederlandse regering ook de nodigekritiek te verduren op haar cannabisbeleid. Deze beide ontwikkelingen hebben hun weerslag op het Venlosecoffeeshopbeleid. De unanieme steun van de gemeenteraad bij de start van Hektor is niet meer vanzelfsprekendwaardoor de voortgang stokt.1De AHOJ-G criteria zijn landelijk geldende voorwaarden waaronder niet (strafrechtelijk) wordt opgetreden tegen de verkoopvan softdrugs vanuit gedoogde coffeeshops. Dit houdt in dat er geen Affichering plaats vindt, geen Harddrugs verkocht worden,geen Overlast veroorzaakt wordt, geen verkoop en toegang aan Jeugdigen tot 18 jaar plaatsvindt en er geen Grote hoeveelheden(meer dan 5 gram per persoon per dag) verkocht worden. Er mag in de gedoogde coffeeshops geen alcohol verkocht worden en dehandelsvoorraad mag maximaal 500 gram bedragen.25

Door de strikte handhaving van de niet-gedoogde verkooppunten sinds 2001 neemt de drukte bij degedoogde coffeeshops enorm toe. Drugstoeristen die zonder al te veel risico’s softdrugs willen kopenbezoeken de gedoogde coffeeshops in plaats van de niet-gedoogde verkooppunten. Rond de gedoogdecoffeeshops ontstaan daardoor nieuwe vormen van overlast. Lange rijen voor de deur waarbij drugsrunnersde klanten voortdurend lastig vallen.Door een onderzoeksteam van het ministerie van VROM wordt eind 2003 geconcludeerd dat de aanwezigheidvan twee gedoogde coffeeshops in Q4 negatief is voor het slagen van de herontwikkeling van Q4.Dit standpunt leidt ertoe dat er politiek draagvlak ontstaat om de twee coffeeshops, die toevalligerwijsvan één eigenaar zijn, vanuit het Q4-gebied te verplaatsen naar een perifere locatie. De betreffendeeigenaar heeft al eerder laten weten graag zijn coffeeshops te verplaatsen naar een grotere locatie waarminder overlast veroorzaakt wordt.Deze perifere locatie is gelegen aan de Bevrijdingweg aan de rand van Venlo. Wegens bedrijfsbeëindigingkomt daar een wegrestaurant te koop. Om speculatie of interventie van derden te voorkomen, neemtWoningstichting Venlo-Blerick, die participeert in de herontwikkeling van Q4, een optie tot koop op hetpand. Ondertussen wordt de besluitvorming voorbereid. Het College van Burgemeester en Wethouders(B&W) neemt een principebesluit en de gemeenteraad stemt in een Raadsconsultatie unaniem in met deverplaatsing. Het besluit wordt breed gecommuniceerd met allerlei betrokkenen zoals omwonenden, hetministerie van Justitie, Duitse politie en Justitie en de Tweede Kamer. In het najaar van 2004, inmiddelsruim een half jaar later, is de verplaatsing van de twee gedoogde coffeeshops naar het voormaligewegrestaurant een feit. Vanwege bedrijfsvoeringsredenen (m.n. de handelsvoorraad) heeft de eigenaarvan beide coffeeshops besloten om het pand te splitsen zodat er twee afzonderlijke coffeeshops gevestigdworden. Naast de coffeeshops ligt een groot en afgeschermd parkeerterrein.Om de overlast rond de twee coffeeshops zoveel mogelijk te beperken worden er afspraken tussen verschillendegemeentelijke diensten en de politie gemaakt. De eerste maanden wordt wekelijks gerapporteerdover de overlastmeldingen, de reactie daarop en de bevindingen van de verschillende diensten. Nadatde gedoogde coffeeshops een paar maanden open zijn, concludeert het College van B&W dat de overlastbeheersbaar is.Sinds het verplaatsingsbesluit komen omwonenden, de coffeeshophouder, het wijkoverleg, de politieen de gemeente periodiek bij elkaar. Waar mogelijk worden maatregelen genomen om overlast zoveelmogelijk te beperken. Voorbeelden hiervan zijn aanpassing van de openbare ruimte om onveilige situatieste voorkomen, onderhoud van het groen, het afsluiten van een nabijgelegen weg om verkeersstromen26

te beïnvloeden, het handhaven van strijdige bedrijfsactiviteitenin de omgeving van de coffeeshops en extratoezicht en verkeersregulering van de coffeeshophouder inde directe omgeving van de coffeeshops.Om de effecten van de verplaatsing van de coffeeshops tekunnen bepalen zijn er twee metingen gehouden. Vóór enéén jaar na de verplaatsing van de twee coffeeshops zijner bij alle vijf gedoogde coffeeshops metingen verricht. Zozijn er klantentellingen gedaan, observaties verricht, is ereen bewonersenquête gehouden, zijn er gesprekken metprofessionals gevoerd en zijn politieregistraties geraadpleegd.De uitkomst van dit onderzoek is dat de beoogdeombuiging van de stroom drugstoeristen uit de binnenstadnaar de periferie heeft plaatsgevonden. Het straatbeeldin Q4 is sterk verbeterd en met het aantal drugstoeristenis ook het aantal drugsdealers en runners afgenomen. Eris geen sprake van een verplaatsing van drugsdealers endrugsrunners naar de omgeving van de nieuwe coffeeshops.Wel ervaren bewoners van de Bevrijdingsweg overlast alsgevolg van jeugdigen die de coffeeshops te voet vanuitDuitsland bezoeken. Er wordt naar praktische maatregelengezocht om dit probleem op te lossen.27

Resultaten7Bij de start van Hektor in 2001 werd een aantal resultaten nagestreefd. In 2005 is de projectperiode 2001-2004 geëvalueerd en daaruit kwam een aantal belangrijke punten naar voren.• Het aantal drugsrunners en –dealers in Q4 is sterk afgenomen.• De geregistreerde overlastmeldingen bij de politie zijn tussen 2001 en 2004 met 75% gedaald.• Het aantal drugspanden dat wegens drugsoverlast is gesloten, is van 50 in 2001 tot 20 in 2005gedaald.• Het aantal geschatte niet-gedoogde verkooppunten van 65 in 2001 wordt in 2005 op 15 à 20geschat.• Sinds 2004 is een aanzienlijk aantal vergunningen van malafide horecabedrijven geweigerd en/ofingetrokken op grond van de wet BIBOB. Vanaf 2005 zijn met behulp van deze wet de 13 head-, smartengrowshops in Venlo aangepakt.• Er is nauwelijks drugshandel uitgewaaierd naar andere wijken in Venlo en andere nabijgelegen stedenen dorpen.• Het aantal gevorderde ontnemingen kan ruim 11 miljoen euro opleveren. In 2005 is 2,4 miljoen eurohiervan al door de rechtbank toegewezen.• De Belastingdienst heeft door haar deelname aan Hektor jaarlijks één tot twee miljoen euro aan extraaanslagen kunnen opleggen. De praktijk wijst uit dat deze grotendeels worden betaald.• Het Q4 gebied wordt langzamerhand weer in bezit genomen door bewoners en bezoekers van Venlo.29

8Succes- en faalfactorenSluiten pandenTussen 2001 en 2005 zijn zo’n 130 drugspanden gesloten voor tenminste drie maanden en maximaal tweejaar. Daarnaast zijn er zo’n 120 waarschuwingen voor het sluiten van een drugspand uitgedeeld. Dit iseen verdienste van de inspanningen die in het kader van de handhaving zijn gepleegd. Slechts incidenteelheeft de rechter een bestuurlijke sluiting teruggedraaid. Dit geeft een oordeel over de samenwerkingtussen de verschillende partijen en de kwaliteit van de aangebrachte dossiers.Verplaatsing coffeeshops naar een perifere locatieDe verplaatsing van de twee gedoogde coffeeshops vanuit Q4 naar de periferie heeft het straatbeeld inde binnenstad positief veranderd. Het aantal drugstoeristen en drugsdealers en -runners is afgenomen.Er is geen sprake van een verplaatsing van drugsdealers en -runners naar de omgeving van de nieuwecoffeeshops.Herontwikkeling Q4De inzet om de drugsoverlast in Q4 structureel aan te pakken door het kopen van panden het herontwikkelenvan het gebied is een succesfactor. Echter, een dergelijk proces kost veel geld en tijd. Het is vanbelang om dat bij de start van een soortgelijk project te realiseren omdat dit ook een langdurige enintensieve handhaving vergt. De ontwikkelingen op het gebied van kunst en cultuur in Q4 zijn min of meerspontaan ontstaan en hebben een zeer positieve invloed op de leefbaarheid.Analyse van de drugsproblematiekEen belangrijke voorwaarde voor de aanpak van drugsproblematiek zoals in Venlo is dat er vooraf eengoede probleemanalyse beschikbaar is. Dit was bij de start van Hektor niet het geval. Een probleemanalysehad tot een betere projectopzet, realistischere doelstellingen en een betere afstemming tussen de driesporen kunnen leiden.Meerwaarde van een driesporenbeleidDe drie sporen hebben elkaar minder versterkt dan in 2001 verwacht werd. Dit heeft ermee te maken datvanwege allerlei onderzoeken en planologische procedures het vastgoedspoor pas na enige jaren metzichtbare resultaten kwam. Het coffeeshopspoor heeft als gevolg van gewijzigde politieke opvattingenzijn doelstellingen niet bereikt. De doelen die in het handhavingsspoor zijn gesteld zijn wel behaald. Het31

Een goed gesprekOok als ze slechts verhuurder zijn weten eigenaars het wel als hun pand iets met drugshandel van doenheeft. Weet de eigenaar dat niet, dan draagt hij evengoed een zekere verantwoordelijkheid. Hetzelfdegeldt voor financiers. Een goed gesprek daarover kan wonderen doen.Op de verantwoordelijkheid voor de activiteiten in zijn panden kunnen we de eigenaar niet alleenstrafrechtelijk en bestuursrechtelijk aanspreken. Als daar aanleiding toe is, nodigen de officier vanjustitie en de coördinator bestuurlijke handhaving hem uit voor een gesprek.Daarin adviseren wij hem dringend om in het huurcontract bepalingen op te nemen tegen drugsactiviteitenen onderverhuur. Tevens wijzen wij hem erop dat de huurpenningen uit misdrijf verkregenkunnen zijn, zodat hij zich mogelijk schuldig maakt aan witwaspraktijken – artikel 420bis Wetboekvan Strafrecht.Dergelijke gesprekken voeren wij momenteel voornamelijk wanneer een pand vanwege drugsoverlastdoor de burgemeester gesloten is. Blijft het pand bij drugshandel of wietkweek betrokken, dan looptde eigenaar het risico dat het pand hem strafrechtelijk ontnomen wordt. Ook houden wij hem debestuurlijke mogelijkheden voor die de wet Victor ons biedt.De inhoud van deze gesprekken wordt vastgelegd mede in verband met eventuele bewijslast in detoekomst.FinancieringVoor financiers geldt in principe hetzelfde. In de hypotheekakte kunnen zij bepalingen laten opnemenover onder meer de bestemming van het pand en het toestaan van onderhuur. Dergelijke bepalingengeven hem de mogelijkheid om bij bijvoorbeeld bestemmingswijziging de financiering op te zeggen.Veelal leidt dat tot verkoop.Met de rente en aflossing die hij van een drugspand ontvangt, maakt de financier zich mogelijkschuldig aan witwassen. Deze gelden zijn immers uit een misdrijf afkomstig.SuccesGesprekken met eigenaars, financiers en makelaars blijken zeer succesvol. De goedwillenden laten zichovertuigen. In andere gevallen speelt het gespreksverslag een belangrijke rol in de latere vervolging.

is van belang dat men bij de opzet van een meersporenbeleidzich bewust is van de verschillen in dynamiek inde afzonderlijke sporen.Extra financiële middelenDe extra financiële middelen voor Hektor zijn belangrijkgeweest voor het succes. Hierdoor konden vrijgesteldeteams over een langere periode aan een structureelprobleem werken. Om een dergelijk omvangrijkprobleem te beheersen is namelijk een lange ademnodig. Aandachtspunt is de afstemming tussen deprojectorganisatie Hektor en de lijn-organisaties. Voorhet bereiken van resultaten en het ontwikkelen van eenintegrale werkwijze is een adequate projectorganisatievoorwaardelijk die los van bestaande structuren werkt.Voor het borgen van een succesvolle werkwijze is eengoede samenwerking met de lijn-organisaties nodig. Hetvergt veel aandacht en inspanning om dit te bereiken.Aanpak van zware georganiseerde criminaliteitHektor heeft de zware georganiseerde criminaliteit nietaangepakt omdat dit buiten de mogelijkheden van hetrechercheteam viel. Voor een structurele aanpak vande drugscriminaliteit is het van belang dat naast demiddencriminaliteit ook aandacht aan de zware georganiseerdecriminaliteit wordt besteed. Daarnaast is ersamenwerking en informatie-uitwisseling nodig metprojecten die zich richten op de aanpak van hennepteelt.Beïnvloeden van de Duitse vraag naar softdrugsEen belangrijke factor in deze problematiek is de vraagnaar verdovende middelen vanuit Duitsland. Door nogmeer te investeren in contacten met de Duitse organisatieszou de vraag naar verdovende middelen in Venlo33

De aanhouder wintNa zijn aanhouding loopt H. regelrecht van het politiebureau naar de buurt waarvoor hij zojuist een verblijfsontzeggingheeft gekregen. Hij wordt andermaal aangehouden. De zesde keer in nog geen vier weken. Welkeaanhouder wint?Het begint ermee als op zekere dag de man twee passanten staande houdt. Na een kort gesprek lopen detwee door. Als de politie hen aanspreekt, blijkt dat H. hen heeft gevraagd of ze marihuana willen kopen.H. bevestigt dit als hij kort daarna wordt aangehouden op grond van de Algemene Plaatselijke Verordeningen hij krijgt een proces-verbaal aangezegd. Te zijner tijd zal hij zich bij de rechter moeten verantwoorden.Hij heeft geen handel bij zich.VerblijfsontzeggingNaast het strafrecht krijgt H. te maken met het bestuursrecht. Eerder kreeg hij al een verblijfsontzeggingvoor die buurt opgelegd van acht uur. Nu krijgt hij er een van veertien dagen. Daarvoor hebben we eenbepaald formulier in gebruik.Al na acht dagen – dus binnen de termijn van de verblijfsontzegging – wordt H. voor hetzelfde feitaangehouden op grond van bovengenoemd artikel en artikel 184 Wetboek van Strafrecht. Weer heeft hijpassanten aangesproken om drugs te verkopen.Ditmaal wordt hem in het kader van snelrecht een dagvaarding in persoon betekend, zodat hij zich tiendagen later bij de politierechter moet verantwoorden. Voor overtreding van genoemd artikel 184 eist deofficier van justitie doorgaans twee weken gevangenis. Opnieuw krijgt de man tegelijkertijd een verblijfsontzegging.Weer voor veertien dagen.De maat is volEn weer laat H. zich hier weinig aan gelegen liggen. Negen dagen na de laatste verblijfsontzegging vanveertien dagen treft de politie hem opnieuw aan en weer volgt aanhouding. Binnen de zeven daaropvolgendedagen is dit nog eens vier maal het geval en daarmee is de maat vol. Op last van de officier vanjustitie wordt H. aangehouden op grond van artikel 540 Wetboek van Strafvordering en twee dagen inverzekering gesteld.Als hij vervolgens wordt voorgeleid aan de rechter-commissaris zegt H. niet bereid te zijn zich aan degestelde regels te houden. Daarop wordt hij voor een termijn van zeven dagen in verzekering gesteld.Hij krijgt tevens een dagvaarding dat hij binnen die zeven dagen voor de politierechter verschijnen. Bijdie gelegenheid krijgt hij een forse gevangenisstraf opgelegd. Het effect hiervan is in meerdere gevallenduidelijk merkbaar in de binnenstad van Venlo.

eïnvloed moeten worden. Ditkomt voort uit het besef datHektor zich de afgelopen jarenvoornamelijk met succes heeftgericht op de aanbieders vanverdovende middelen. Door zichmeer op de vraag naar verdovendemiddelen te richten, kan naarverwachting de overlast verderpositief beïnvloed worden. Ditvergt constructief overleg metallerlei Duitse organisaties.35

Integriteit gewogenVenlo heeft in belangrijke mate bijgedragen aan de totstandkoming van de WetBevordering Integriteitsbeoordelingen door het Openbaar Bestuur (wet BIBOB). Dewet maakt het mogelijk horecaondernemers aan te pakken die als dekmantel of alswitwasserij verband houden met drugshandel.Wie een vergunning aanvraagt voor een horecazaak, coffeeshop of seksinrichting,moet eerst een eenvoudig vragenformulier invullen. Als er na beoordeling van hetformulier nog vragen blijven bestaan, stellen wij een uitvoerig onderzoek in naarhet strafrechtelijk verleden en de financiële handel en wandel van de aanvrager. Hijmoet een ditmaal zeer uitgebreid formulier invullen en hij moet onder meer huurenarbeidsovereenkomsten, bankafschriften en verklaringen van de belastingdienstoverleggen. Ook de politie en de Kamer van Koophandel worden in dat onderzoekbetrokken.‘Ernstig gevaar’Als voor een café in het aandachtsgebied een vergunning wordt aangevraagd, blijktdat alle in de aanvraag genoemde personen met drugscriminaliteit in verband staan.Twee van hen hebben een onderneming die eerder wegens drugshandel door deburgemeester gesloten geweest is. Een derde persoon wordt tijdens het onderzoekin Duitsland aangehouden met zeven kilo drugs op zak. De financier heeft eveneenszijn sporen verdiend in de drugshandel en verhuurt panden die allemaal al eens doorde burgemeester gesloten zijn wegens drugscriminaliteit. De gokautomaten van hetcafé leveren bovendien zulke bovengemiddelde winsten op dat dit het vermoedenvan witwassen rechtvaardigt.Alles bij elkaar duiden de onderzoeksresultaten op een ‘ernstig gevaar’ als in artikel3 wet BIBOB, reden om de vergunningaanvraag te weigeren en de bestaandevergunningen in te trekken. Het verweer van de aanvrager maakt op het College van

Burgemeester en Wethouders geen indruk en hij moet zijn café sluiten. Ook bij derechtbank vangt hij bot.Nadat de bezwaar- en beroepstermijnen verstreken zijn, belegt de burgemeester eenpersconferentie. De branche moet andermaal weten hoezeer het de gemeente ernstis de drugscriminaliteit aan te pakken.Nieuwe gegadigdenEnkele maanden nadien melden zich twee vrouwen met een vergunningaanvraagvoor hetzelfde pand. De één is ondernemer, de ander de beoogd leidinggevende.Het komt ons ter ore dat de ondernemer de zaak op haar naam wil zetten nadat eenbekende drugscrimineel dit verzocht heeft. Van deze kennis is eerder een horecazaakgesloten op grond van de wet BIBOB. De vrouw zou financiële problemenhebben. Toch zegt zij haar zaak uit eigen vermogen te zullen financieren.Genoeg reden dus voor een uitgebreid BIBOB-onderzoek, waarin we vooral belangstellinghebben voor haar financiële situatie. We vragen onder meer arbeidscontracten,loonstrookjes, betalingsverplichtingen en bankafschriften. Na enige tijd trektzij de vergunningaanvraag in.Driemaal scheepsrechtDe beoogd leidinggevende vraagt korte tijd later een vergunning aan om als ondernemerin hetzelfde pand een café te beginnen. Uit onderzoek blijkt dat zij zakelijke enfamiliebanden heeft met een bekende drugscrimineel. Ook loopt er politieonderzoeknaar haar wegens verduistering en heeft zij grote betalingsverplichtingen. Tochzegt zij de aanvraag door te zetten. Ze reageert echter niet tijdig op nadere vragenen uiteindelijk besluit het College de vergunning te weigeren.Over en uitDoordat het café in het aandachtsgebied Q4 ligt en er een jaar lang geen horecaactiviteitenmeer plaatsvinden, kan geen gebruik meer worden gemaakt van dehorecabestemming van het pand.

Een goede buurAls grensstad is Venlo voor drugshandelaren een prima uitvalsbasis voor handel met buurland Duitsland,dat een minder liberaal drugsbeleid voert. Voor de autoriteiten is het zaak als goede buren nauw samen tewerken.Naar aanleiding van een Duits rechtshulpverzoek stellen wij een onderzoek in naar de broers C. en V.. Zijzouden in krap drie jaar tijd zeker vijfhonderd kilo softdrugs in Venlo hebben verkocht en per koerier naarde oosterburen hebben geëxporteerd. Deze koeriers worden nogal eens door de Duitse politie onderschept.Steeds vaker stelt ze dan nader onderzoek in tegen de Nederlandse handelaars achter hen en dat leidt danniet zelden tot een uitleveringsverzoek.Dat treft nu ook de beide broers. Wij houden hen aan om hen te zijner tijd te kunnen uitleveren, met degarantie dat zij naderhand hun straf in Nederland kunnen uitzitten. Na betaling van een borgsom komenzij vrij. Hun bezwaar tegen de aanhouding wordt tot bij de Hoge Raad afgewezen.Wederrechtelijk voordeelWij wijzen de Duitse autoriteiten er steeds meer op dat zij de mogelijkheid hebben, onderzoek te doen naarde voordelen die drugsdealers aan hun handel overhouden en dat deze uiteindelijk verbeurd kunnen wordenverklaard of ontnomen kunnen worden. Ook in het geval van C. en V. stellen zij een dergelijk onderzoek in.Dit leidt tot een tweede rechtshulpverzoek de broers aan te houden en bepaalde panden te doorzoeken.De heren worden daarop opnieuw aangehouden. Bij doorzoeking van vier panden in Venlo legt de rechtercommissarisbeslag op geld en goederen met een gezamenlijke waarde van meer dan zeshonderdduizendeuro. Drie maanden later worden de twee aan Duitsland uitgeleverd.Er zijn twee manier om beslag te leggen op vermogensbestanddelen: conservatoir beslag om tot ontnemingte komen, en klassiek beslag om te komen tot verbeurdverklaring. Op deze manier kunnen we panden aanhet drugsmilieu onttrekken. In het geval deze broers was dit de belangrijkste reden om de Duitse autoriteitente wijzen op de onderzoeksmogelijkheden.BIBOBOp grond van dit onderzoek tipt de officier van justitie op grond van artikel 26 wet BIBOB de burgemeesternader onderzoek in te stellen naar de vergunningen van vier horecapanden. De officier heeft die bevoegdheidals hij aanwijzingen heeft dat er sprake is van een malafide horecabedrijf.De broers zouden eigenaar zijn van de zaken. Naar aanleiding van het onderzoek van de burgemeester blijktdat de beide broers via zogenaamde stro-man contructies de zaken exploiteren. De vergunningen wordendaarom wegens schijnbeheer en ´ernstig gevaar´ op grond van de wet BIBOB ingetrokken.

Samenwerkingsconvenant Van Bommelslaboratorium,handhaving van drugsoverlasten –criminaliteit in VenloPartijen:1. Gemeente Venlo.2. Openbaar Ministerie, arrondissementsparket Roermond.3. Regiopolitie Limburg-Noord.4. Belastingdienst Limburg.Overwegen dat:1. De veiligheid en leefbaarheid in Venlo verbeterd dient te worden.2. De overlast en criminaliteit als gevolg van drugshandel een onevenredig grote invloedheeft op de veiligheid en leefbaarheid in Venlo.3. De integrale aanpak van de overlast, criminaliteit, bestuurlijke en fiscale handhavingstekortenals gevolg van drugshandel door een afgestemde inzet van bestuurlijke, politiële,justitiële, en fiscale bevoegdheden en instrumenten effectief en efficiënt is gebleken.Komen overeen:1. Intensief samen te werken bij de aanpak van de overlast, criminaliteit, bestuurlijke enfiscale handhavingstekorten als gevolg van drugshandel in Venlo.2. Informatie uit te wisselen teneinde de overlast, criminaliteit, bestuurlijke en fiscalehandhavingstekorten als gevolg van drugshandel in Venlo effectief en efficiënt aan tepakken.Artikel 1: Deelnemende organisaties1. Gemeente Venlo.2. Openbaar Ministerie, arrondissementsparket Roermond.3. Regiopolitie Limburg-Noord.4. Belastingdienst Limburg.42

Artikel 2: Doel van de samenwerkingPartijen hebben tot doel om gezamenlijk te werken aan het aanpakken van de overlast,criminaliteit, bestuurlijke en fiscale handhavingstekorten als gevolg van drugshandel teneindede veiligheid en leefbaarheid in Venlo te verbeteren.In het bijzonder wordt hieronder verstaan:1. het beperken van drugsoverlast rond de gedoogde coffeeshops in Venlo2. het aanpakken van drugsoverlast in wijken en buurten in Venlo, en3. het ontmantelen en/of ontregelen van criminele samenwerkingsverbanden die zich bezighouden met de handel in drugs4. het reduceren van het aantal drugstoeristen dat Venlo bezoekt, en5. voor wat betreft de Belastingdienst Limburg is het specifieke doel van de samenwerkingeen betere gegevensuitwisseling tussen de partijen, waardoor de heffing, de invorderingvan belastingen (in ruime zin), de controle en het toezicht op de nakoming van fiscaleverplichtingen en de opsporing van fiscale delicten van de personen behorend tot hetobject van samenwerking, efficiënter zal worden (bekende en onbekende belastingplichtigenworden beter in beeld gebracht). De deelname beperkt zich tot het handhavingsbeleid,er wordt niet geparticipeerd in het vastgoed- en drugsbeleid.Artikel 3: Het object van de samenwerkingDe samenwerking richt zich op:1. Personen die betrokken zijn bij de handel in drugs en als gevolg hiervan overlast veroorzaken.2. Locaties die te relateren zijn aan de overlast en handel in drugs.3. Personen en organisaties die diensten leveren en werkzaamheden verrichten die (deoverlast en) handel in drugs ondersteunen, faciliteren, en/of in stand houden.Artikel 4: De methodiek1. Het genereren en analyseren van gegevens over de objecten van samenwerking benodigdvoor het realiseren van het doel van de samenwerking.2. Het in onderling overleg bepalen hoe partijen gezamenlijk en afzonderlijk optreden bij debestrijding van de overlast en handel in drugs.3. Het in onderling overleg toepassen van de aan partijen ter beschikking staande bevoegdhedenen instrumenten.43

Artikel 5: De opzet van de samenwerking1. De stuurgroep veiligheid Venlo 2 is eindverantwoordelijk voor de werkwijze van het VBL.2. Iedere deelnemende partij mandateert één persoon die toeziet op de voortgang van desamenwerking en die de randvoorwaarden binnen de eigen organisatie om die voortgangte garanderen, bewaakt.3. De leden van het VBL kiezen een voorzitter en een plaatsvervangend voorzitter uit hunmidden.4. Vanuit het VBL wordt het handhavingsoverleg Hektor aangestuurd. In dit overlegbespreken medewerkers van de gemeente en de politie de uitvoering van de operationelehandhavingsactiviteiten voor de aanpak van drugsoverlast in Venlo. De voorzitter van hethandhavingsoverleg participeert in het VBL.Artikel 6: Financiën1. De stuurgroep veiligheid Venlo stelt een concept-begroting op die door het College vanBurgemeesters en Wethouders van Venlo wordt vastgesteld.2. Kosten die niet in de begroting zijn opgenomen worden door partijen zelf gedragen.3. De uit de handhaving gegenereerde opbrengsten krijgen de door de wetgever beoogdebestemming.Artikel 7: Rapportage en continuïteit1. Maandelijks verantwoorden partijen de geleverde inspanningen aan de voorzitter van hetVBL.2. De voorzitter van het VBL bereidt vier maandelijks een voortgangsrapportage voormet daarin de handhavingsresultaten. De voortgangsrapportage wordt ter goedkeuringaangeboden aan de stuurgroep veiligheid Venlo.3. Partijen zijn zelf verantwoordelijk voor resultaatmeting, bewaking en beheersing van deactiviteiten die voortvloeien uit de samenwerking.Artikel 8: Inzet fte’s en bevoegdheden1. Partijen garanderen de afgesproken levering van capaciteit.2 De Stuurgroep Veiligheid Venlo vergadert vijf keer per jaar. In de Stuurgroep hebben de burgemeester van Venlo, de wethoudersvan Jeugdbeleid en Sociale Veiligheid, de officier van justitie, de chef van politiedistrict Venlo, de brandweercommandant,de programmamanager Veiligheid en de beleidsadviseur Veiligheid zitting. De voorzitter van het managementteam van deBelastingdienst Limburg is agendalid.44

2. De leden van het VBL nemen deel aan het VBL in het kader van hun reguliere taakuitoefeningop grond van expertise en mandaat.3. Partijen zijn in personele zin verantwoordelijk voor hun medewerkers in het VBL.Artikel 9: Tegenstrijdige belangenIndien partijen in het kader van deelname aan het VBL worden geconfronteerd met eensituatie waarin zich tegenstrijdige belangen voordoen of naar verwachting zullen voordoen, ishet de verantwoordelijkheid van de voorzitter met de betrokken partijen tot een aanvaardbareoplossing te komen.Artikel 10: Informatie-uitwisselingPartijen verplichten zich over en weer, met inachtneming van de wettelijke bepalingen,die informatie te verstrekken die nodig is om de samenwerking effectief en efficiënt telaten verlopen. Partijen zijn gezamenlijk verantwoordelijk in de zin van de Wet BeschermingPersoonsgegevens.Het College van Burgemeesters en Wethouders van Venlo draagt zorg voor de wettelijk verplichteaanmelding van de gegevensverwerking bij het College Bescherming Persoons-gegevens. Overde wijze van informatieuitwisseling hebben partijen een privacyregeling opgesteld.Artikel 11: Communicatieprotocol1. De communicatie vanuit het VBL met externen (pers, media) ligt voor wat betreft dezelfstandige taken en autonome bevoegdheden van de partijen bij de afdelingencommunicatie van partijen. De afdelingen communicatie onderhouden hiertoe intensiefonderling contact.2. Voor de interne communicatie is de voorzitter van het VBL verantwoordelijk. Ditbetreft ook de communicatie met de stuurgroep veiligheid Venlo, deze verloopt via deprogrammamanager Hektor.3. Ieder lid van het VBL koppelt de resultaten van hun afzonderlijke acties in het kader vanhet VBL terug aan de eigen organisaties.45

Artikel 12: Inwerkingtreding en duur1. Dit convenant is aangegaan vanaf 1 januari 2005 tot en met 31 december 2006.2. Het convenant kan eenzijdig worden opgezegd, zulks met inachtneming van een opzegtermijnvan twee maanden, of op elk moment zonder opzegtermijn, mits alle partijenhiermee instemmen.3. Wijziging van het convenant geschiedt schriftelijk en bij besluit van de stuurgroepveiligheid Venlo.Artikel 13: BenamingDit convenant kan worden aangehaald als het “Van Bommelsconvenant”.Aldus overeengekomen op 6 juli 2005Burgemeester van de gemeente VenloHoofdofficier van justitie, arrondissementsparket Roermond van het Openbaar MinisterieKorpschef van de regiopolitie Limburg-NoordVoorzitter van het managementteam van de Belastingdienst Limburg47

Privacyregeling Van Bommelslaboratorium§1 ALGEMENE BEPALINGENArtikel 1: BegripsbepalingenIn deze regeling wordt verstaan onder:1. Het VBL:Een samenwerkingsverband van de navolgende partijen:gemeente Venlo, arrondissementsparket Roermond; regiopolitie Limburg-Noord; BelastingdienstLimburg, die intensief samenwerken bij de aanpak van de overlast, criminaliteit, bestuurlijke en fiscalehandhavingstekorten als gevolg van drugshandel in Venlo ten behoeve van de in artikel 2 genoemdedoelstellingen.2. Verwerking VBL:De gedeeltelijk geautomatiseerde verwerking van persoonsgegevens die bestemd is voor de verwezenlijkingvan de samenhangende doeleinden van het VBL.3. Persoonsgegeven:Elk gegeven betreffende een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon.4. Bijzondere persoonsgegevens:Persoonsgegevens betreffende iemands godsdienst of levensovertuiging, ras, politieke gezindheid,gezondheid, seksuele leven, alsmede persoonsgegevens betreffende het lidmaatschap van eenvakvereniging. Alsmede strafrechtelijke persoonsgegevens en persoonsgegevens over onrechtmatig ofhinderlijk gedrag in verband met een opgelegd verbod naar aanleiding van dat gedrag.5. Verwerking van persoonsgegevens:Elke handeling of elk geheel van handelingen met betrekking tot persoonsgegevens, waaronder inieder geval het verzamelen, vastleggen, ordenen, bewaren, bijwerken, wijzigen, opvragen, raadplegen,gebruiken, verstrekken door middel van doorzending, verspreiding of enige andere vorm van terbeschikkingstelling,samenbrengen, met elkaar in verband brengen, alsmede het afschermen, uitwissenof vernietigen van gegevens.6. Verantwoordelijke:De natuurlijke persoon, rechtspersoon of ieder ander die of het bestuursorgaan dat, alleen of tezamenmet anderen, het doel van en de middelen voor de verwerking van persoonsgegevens vaststelt.7. Betrokkene:Degene op wie een persoonsgegeven betrekking heeft.48

Artikel 2: DoelstellingPartijen hebben tot doel om gezamenlijk te werken aan het aanpakken van de overlast, criminaliteit,bestuurlijke en fiscale handhavingstekorten als gevolg van drugshandel teneinde de veiligheid enleefbaarheid in Venlo te verbeteren.In het bijzonder wordt hieronder verstaan:1. het beperken van drugsoverlast rond de gedoogde coffeeshops in Venlo2. het aanpakken van drugsoverlast in wijken en buurten in Venlo, en3. het ontmantelen en/of ontregelen van criminele samenwerkingsverbanden die zich bezig houden metde handel in drugs4. het reduceren van het aantal drugstoeristen dat Venlo bezoekt5. voor wat betreft de Belastingdienst Limburg is het specifieke doel van de samenwerking een beteregegevensuitwisseling tussen de partijen, waardoor de heffing, de invordering van belastingen (in ruimezin), de controle en het toezicht op de nakoming van fiscale verplichtingen en de opsporing van fiscaledelicten van de personen behorend tot het object van samenwerking, efficiënter zal worden (bekendeen onbekende belastingplichtigen worden beter in beeld gebracht).Meer specifiek wordt hieronder verstaan:1. integrale aanpak van personen die te relateren zijn aan drugsoverlast en/of –criminaliteit2. integrale aanpak van eigenaren, verhuurders of huurders van panden die te relateren zijn aan drugsoverlasten/of –criminaliteit.Artikel 3: Gebruik van de gegevens1. De in het VBL opgenomen gegevens worden, behoudens wettelijke verplichting, uitsluitend gebruikt inhet kader van de doelstellingen zoals omschreven in artikel 2.2. Het VBL stelt, met inachtneming van deze regeling, plannen van aanpak op ter verwezenlijking van dein artikel 2 genoemde doelstellingen.Artikel 4: Verantwoordelijkheden, organisatie en beheer1. Verantwoordelijken:- Burgemeester der gemeente Venlo- Hoofdofficier van justitie, arrondissementsparket Roermond van het Openbaar Ministerie- Korpschef van de regiopolitie Limburg Noord- Voorzitter van het managementteam van de Belastingdienst Limburg.2. De partijen zijn gezamenlijk verantwoordelijk in de zin van de Wet Bescherming Persoonsgegevens.49

3. De voorzitter van het VBL is belast met de dagelijkse leiding van de werkzaamheden van het VBL. Terondersteuning heeft de voorzitter van het VBL de beschikking over een secretariaat.4. Het VBL staat onder leiding van de projectleider Handhaving van het Hektor-programma.5. Het secretariaat van het VBL: de door partijen aangewezen en geautoriseerde medewerkers, belast metde administratieve ondersteuning van het VBL.6. De verantwoordelijken zijn, met inachtneming van de Wet Bescherming Persoonsgegevens, in algemenezin verantwoordelijk voor het beheer en het goed functioneren van het VBL en treffen daartoe denodige voorzieningen op het gebied van organisatie, beschikbaarheid en beveiliging.7. Het College van Burgemeesters en Wethouders van Venlo draagt zorg voor de wettelijk verplichteaanmelding van de gegevensverwerking bij het College bescherming persoonsgegevens.§2 REGISTRATIE EN HERKOMST VAN DE GEGEVENSArtikel 5: Personen omtrent wie gegevens zijn opgenomen1. Verdachten.2. Derden, voor zover van belang voor een goede uitvoering van het VBL en bijdragend aan het verwezenlijkenvan de in artikel 2 omschreven doelstellingen.3. Pandeigenaren en/of verhuurders van panden en/of huurders van panden die te relateren zijn aandrugsoverlast en/of –criminaliteit.Artikel 6: Opgenomen gegevensTen aanzien van de in artikel 5 genoemde personen worden in het VBL ten hoogste de volgende soortenvan gegevens opgenomen:1. NAW-gegevens2. aliassen3. geboortegegevens4. nationaliteit5. spreektaal6. burgerlijke staat7. GBA-nummer en andere administratieve nummers8. strafvorderlijke gegevens9. gegevens omtrent uitkering(en)10. gegevens omtrent verblijfstatus11. gegevens omtrent woonsituatie12. gegevens omtrent (motor)voertuig13. detentiegegevens14. kadastrale gegevens15. hypothecaire gegevens50

16. gegevens met betrekking tot financiering van het pand en/of de activiteiten die vanuit het pandworden verricht17. gegevens omtrent huurovereenkomsten18. gegevens omtrent vergunningen19. gegevens Kamer van Koophandel20. fiscale gegevens21. politionele gegevens22. strafrechtelijke persoonsgegevens23. door de geregistreerde zelf verstrekte gegevens die in relatie tot de doelstellingen genoemd in artikel2 van belang zijn24. gegevens omtrent door de betrokken instanties genomen maatregelen ter uitvoering van de in artikel2 genoemde doelstellingen.Artikel 7: Herkomst van gegevensDe gegevens die in het VBL zijn opgenomen zijn afkomstig van de in het convenant genoemde partners,openbare bronnen en van eigen opgave van de betrokkene.§3 TOEGANG TOT DE GEGEVENS EN VERSTREKKING VAN GEGEVENSArtikel 8: Rechtstreekse toegang tot de gegevensverwerking van het VBLRechtstreekse toegang hebben de leden en het secretariaat van het VBL.Artikel 9: Verstrekken van gegevens1. Verstrekking van persoonsgegevens vindt plaats door en aan de leden van het VBL en het secretariaatvoor zover zij de gegevens ingevolge hun wettelijke taken mogen ontvangen.2. Het VBL verstrekt periodiek gegevens aan het handhavingsoverleg Hektor 3 , zulks met inachtneming vanhet bepaalde in het convenant en de hierop gebaseerde privacyregeling.3. Van iedere verstrekking aan een derde wordt aangetekend de datum van verstrekking, de identiteit vanverzoeker en een omschrijving van de verstrekte gegevens.4. De aantekening wordt gedurende een jaar bewaard.3 Het Handhavingsoverleg Hektor komt tweewekelijks bijeen en bespreekt en maakt afspraken over de uitvoering van concrete handhavingswerkzaamheden.In het Handhavingsoverleg Hektor wordt participeren twee sectieleiders van de afdeling Stadstoezicht van de gemeente Venlo,de medewerkster overlastbestrijding van de gemeente Venlo, de medewerker Vergunningverlening van de gemeente Venlo, de leider van hetstraatteam Hektor en drie gebiedsmentoren van de politie Limburg-Noord, district Venlo. De voorzitter van het Handhavingsoverleg participeertin het VBL.51

Artikel 10: Kennisgeving aan betrokkenePersonen wiens gegevens verwerkt worden in het VBL worden hiervan schriftelijk op de hoogte gesteldzodra de voorzitter van het VBL dit passend oordeelt.Artikel 11: BewaartermijnenDe gegevens die in het VBL worden verwerkt worden gedurende 2 jaren bewaard tenzij een langerebewaringstermijn van de gegevens voor het verwezenlijken van de bovengenoemde doelstellingen nognoodzakelijk is. De voorzitter van het VBL dient dit gemotitveerd te besluiten.§4 RECHTEN VAN BETROKKENENArtikel 12: Recht op kennisneming door betrokkenen van opgenomen persoonsgegevens1. De betrokkene of –indien deze de leeftijd van zestien jaren nog niet heeft bereikt danwel onder curateleis gesteld– diens wettelijke vertegenwoordiger, kan de verantwoordelijke vrijelijk en met redelijketussenpozen verzoeken hem mede te delen of en zo ja welke op de betrokkene betrekking hebbendepersoonsgegevens zijn opgenomen.2. Een dergelijk verzoek kan, onder overlegging van een daartoe strekkende schriftelijke machtiging,namens betrokkene ook gedaan worden door diens raadsman of procureur.3. Een dergelijk verzoek kan, onder overlegging van een daartoe strekkende schriftelijke machtiging,namens betrokkene ook gedaan worden door een ander. Mededelingen aan een dergelijke gemachtigdevindt niet plaats indien aangenomen kan worden dat deze mede een zelfstandig belang heeft bij demede te delen gegevens of indien tegen die ander ernstige bezwaren bestaan.4. Het verzoek dient schriftelijk te geschieden.5. Voordat aan het verzoek voldaan kan worden dient verzoeker zich ter vaststelling van zijn identiteitte legitimeren. Als legitimatiebewijs worden uitsluitend geaccepteerd de in artikel 1 van de Wet op deIdentificatieplicht genoemde documenten.6. Binnen vier weken deelt de verantwoordelijke de betrokkene schriftelijk mee of hem betreffendepersoonsgegevens worden verwerkt.7. Bij een positieve mededeling bevat die een volledig overzicht van persoonsgegevens in begrijpelijkevorm, een omschrijving van het doel of de doeleinden van de verwerking, de categorieën van gegevenswaarop de verwerking betrekking heeft en de ontvangers of categorieën van ontvangers, alsmede debeschikbare informatie over de herkomst van gegevens.8. Een weigering op het verzoek wordt met redenen omkleed en schriftelijk aan verzoeker medegedeeld.9. Verzoeker kan binnen 6 weken tegen een negatieve beslissing opkomen door bezwaar aan te tekenenbij een van de in artikel 4 onder a) genoemde verantwoordelijken.52

Artikel 13: Correctierecht van de betrokkene m.b.t. opgenomen gegevens1. Degene aan wie overeenkomstig artikel 12 kennis is gegeven van hem betreffende persoonsgegevens,kan de verantwoordelijke schriftelijk verzoeken deze te verbeteren, aan te vullen of te verwijderen,indien deze feitelijk onjuist, voor het doel van de registratie onvolledig of niet ter zake dienend zijndan wel in strijd met een wettelijk voorschrift in de registratie voorkomen.2. De verantwoordelijke draagt er zorg voor dat een beslissing tot verbetering, aanvulling en/of verwijderingbinnen twee weken na deze beslissing wordt uitgevoerd.3. Op een dergelijk verzoek is artikel 12 van overeenkomstige toepassing.Artikel 14: Recht van verzet1. De betrokkene kan bij de verantwoordelijke te allen tijde bezwaar aantekenen tegen de verwerkingbinnen het VBL van hem betreffende persoonsgegevens, in verband met zijn bijzondere persoonlijkeomstandigheden.2. Binnen 4 weken na ontvangst van het bezwaar neemt de verantwoordelijke een beslissing op ditbezwaar.§5 SlotbepalingenArtikel 15: InwerkingtredingDeze regeling is aangegaan vanaf 1 januari 2005 tot 31 december 2006.Burgemeester van de gemeente VenloHoofdofficier van justitie, arrondissementsparket Roermond van het Openbaar MinisterieKorpschef van de Regiopolitie Limburg NoordVoorzitter van het managementteam van de Belastingdienst Limburg53

Beleidsregels ter voorkoming en ter bestrijdingvan drugsoverlastOm de overlast van de handel in en het gebruik van drugs te voorkomen en te bestrijden voert het gemeentebestuurvan Venlo een strak beleid. Het beleid wordt bij enige regelmaat aangepast aan de hand vangewijzigde inzichten of nieuwe wetgeving. Omdat de beleidsregels op enkele punten zijn verscherpt (onderandere het vervallen van een waarschuwing in een aantal situaties) zijn deze onderstaand nog eens op eenrijtje gezet. De beleidsregels gelden totdat wijziging daarvan op dezelfde wijze bekend is gemaakt.Met uitzondering van dringende gevallen (gedacht kan onder andere worden aan handel in harddrugs ofverkoop/ aanwezig hebben van een grote hoeveelheid softdrugs) zal overeenkomstig deze beleidsregelsworden gehandeld.Gedoogde coffeeshops• In de gemeente Venlo wordt een maximum aantal van vijf coffeeshops toegelaten. In deze shops wordthet verhandelen van geringe hoeveelheden softdrugs (cannabis) gedoogd, mits wordt voldaan aan eenaantal strikte voorschriften. Deze voorschriften staan vermeld in de voor deze inrichtingen verleendeexploitatievergunningen. Overtre ding van deze voorschriften zal ertoe leiden dat bestuursrechtelijkemaatregelen (bijvoorbeeld een tijdelijke sluiting) worden getroffen. De Wet Damocles (artikel 13bOpiumwet) geeft de burgemeester daarvoor de bevoegdheid. Daarbij zijn de onderstaande beleidsregels,die gelden voor andere lokalen, dan van overeenkomstige toepassing.• De bedoelde vijf coffeeshops zijn gevestigd op de volgende locaties: Sloterbeekstraat 33 (Huzur),Noord Buitensingel 3 (Klein maar fijn), Rodestraat 2 (Nobody’s Place), Bevrijdingsweg 16 begane grond(Oase) en Bevrijdingsweg 16 kelder (Roots).In andere horeca-inrichtingen, dan de gedoogde coffeeshops, of in andere voor het publiek toegankelijkelokalen (bijvoorbeeld winkels) is het niet toegestaan om drugs te verkopen, af te leveren of daartoeaanwezig te hebben. Indien in of vanuit die lokalen toch verdovende middelen worden verhandeld ofdaartoe aanwezig zijn – ongeacht of de exploitant/leidinggevende van de zaak daarbij betrokken is – zaldaartegen streng opgetreden worden. De Wet Damocles biedt de burgemeester de bevoegdheid tot hettoepassen van bestuursdwang. Ook kunnen bevoegdheden op grond van de APV Venlo ingezet worden.Daarnaast kunnen burgemeester en wethouders de wet Victor inzetten. Ze kunnen de eigenaren vangesloten lokalen aanschrijven maatregelen te treffen om te voorkomen dat het overlastgevend gebruik nabeëindiging van de sluiting voortduurt.55

Daarbij zal de volgende werkwijze worden gevolgd:• Na de eerste constatering dat verdovende middelen worden verhandeld wordt degene, die verantwoordelijkis voor de bedrijfsvoering, gewaarschuwd dat het voortzetten van die gedragingen (of hetonvoldoende tegengaan daarvan) zal leiden tot sluiting van de inrichting of het lokaal. Tevens wordtde mogelijkheid geboden om de zienswijze kenbaar te maken.Ook wordt de eigenaar van het pand gewezen op een mogelijke verplichting om het pand bij een anderin gebruik of beheer te geven.• Indien ondanks de waarschuwing blijkt dat de handel c.a. voortduurt zal – ongeacht of sprake is vanaantoonbare overlast - bestuursdwang worden aangezegd. Dit houdt in dat het lokaal gesloten moetworden; er mag dan niemand meer in het lokaal aanwezig zijn of worden toegelaten. De duur van deeerste sluiting bedraagt drie maanden.De eigenaar van het pand ontvangt de vooraankondiging (waarbij de mogelijkheid wordt geboden omde zienswijze kenbaar te maken) dat hij zal worden aangeschreven om het pand bij een andere persoon(die niet door de sluiting is gedwongen om het gebruik te staken) in gebruik te geven. Op dat momentis de eigenaar nog in de gelegenheid om zelf maatregelen te treffen (bijvoorbeeld door de huurovereenkomstte ontbinden).Indien de exploitant/leidinggevende van het lokaal echter betrokken is bij de handel in verdovendemiddelen (en om die reden het overlastgevend gebruik veroorzaakt) zal de eigenaar worden aangeschrevenom het pand bij een andere persoon (die niet door de sluiting is gedwongen om het gebruikte staken) in gebruik te geven. Bovendien kan in die situatie een bouwkundige opname van het lokaalleiden tot een aanschrijving tot het treffen van noodzakelijke voorzieningen.• Lokalen die reeds eerder gesloten zijn geweest worden - ongeacht of de exploitant/leidinggevendedezelfde is gebleven – langer gesloten. Dat geldt ook voor de exploitant die eerder in een ander lokaalmet een maatregel is geconfronteerd. De sluitingstermijn wordt dan verdubbeld (ten opzichte van delaatste sluiting).De eigenaar van een gesloten lokaal wordt dan (dus na een herhaalde sluiting (ook als die voor deinwerkingtreding van deze beleidsregels heeft plaatsgehad)) verplicht om het pand in beheer te gevenaan een makelaar of een bouwvereniging (mogelijk door burgemeester en wethouders aan te wijzen).Bovendien kan een bouwkundige opname van het lokaal leiden tot een aanschrijving tot het treffenvan noodzakelijke voorzieningen.• Eerdere waarschuwingen/maatregelen ten aanzien van dezelfde persoon en eerdere waarschuwingen/maatregelen ten aanzien van het pand blijven hun gelding houden. Een nieuwe gebruiker van eenpand, dat eerder gesloten is geweest of waarvan een eerdere gebruiker is gewaarschuwd, wordt dus nietopnieuw gewaarschuwd indien handel in drugs wordt vastgesteld.• Gedurende de sluiting van een lokaal is het niet mogelijk dat een andere persoon daar een bedrijf gaatuitoefenen.56

• Indien het lokaal beschikt over een terras dan wordt bij een sluiting de daarvoor verleende vergunningingetrokken en wordt voor het betreffende lokaal gedurende een termijn van drie jaar geen terrasvergunningmeer verleend.• Sinds kort wordt iedere sluiting ingeschreven in de openbare registers (Kadaster), zodat iedereen,voordat hij een pand in gebruik neemt, kennis kan hebben van een eventuele eerdere sluiting en hetrisico bij ingebruikname van het pand. Voor informatie over een eventuele eerdere waarschuwing/sluiting van een pand kan men terecht bij de gemeente.Een exploitatievergunning wordt ingetrokken:• indien de exploitant/leidinggevende betrokken is bij de handel in verdovende middelen dan wel hemter zake een verwijt gemaakt kan worden• indien een inrichting (met eenzelfde exploitant/leidinggevende) voor de tweede keer gesloten wordt• bij de sluiting van een inrichting, waarvan de beheerder eerder een (andere) zaak, die onder zijn beheergesloten is geweest, heeft geëxploiteerd• indien een vergunning wordt ingetrokken komt de betreffende ondernemer gedurende een termijn vanvijf jaren niet meer voor een exploitatievergunning in aanmerking• bij de beoordeling van een aanvraag om exploitatievergunning zal ook rekening worden gehouden metde omstandigheid dat een leidinggevende gedurende de laatste vijf jaren betrokken is geweest bij deexploitatie van een lokaal of het gebruik van een woning, ten aanzien van een waarschuwing/sluitingheeft plaats gehad.In een gedeelte van de binnenstad, begrensd door Peperstraat, Havenkade (van Peperstraat tot doorsteekOude Markt), Maaskade, St. Urbanusweg, Noord Buitensingel, Parkstraat, Mgr. Nolensplein, Bolwaterstraat,en Kwietheuvel (met inbegrip van de aan die straten gelegen percelen), geldt een verscherpt regiemomdat het woon- en leefklimaat daar onder bijzonder grote druk staat, onder andere vanwege de handelin verdovende middelen. In dit gebied gelden de volgende extra regels:• Er worden geen nieuwe horecavestigingen (nieuwe locaties) meer toegestaan.• Sluiting van een bestaande horecavestiging voor de duur van een jaar leidt ertoe dat de exploitatievergunningwordt ingetrokken en geen exploitatievergunning meer wordt verleend.• Door leegstand (geen exploitatie) voor de duur van een jaar of door andersoortig gebruik wordt hetpand niet meer aangemerkt als bestaande horecavestiging.WoningenHandel in verdovende middelen vanuit woningen leidt tot onaanvaardbare overlast voor omwonenden.Tegen die handel wordt daarom streng opgetreden. De gebruikers/bewoners en de eigenaar van de woningworden van tevoren gewaarschuwd dat deze drugshandel zal leiden tot bestuursrechtelijke maatregelen.57

Waar mogelijk zal dan eerst bestuursdwang worden toegepast; dat betekent dat de zaken die wijzen op dehandel in drugs uit de woning worden verwijderd. Indien die maatregel niet baat (of niet mogelijk is) zalde woning op basis van artikel 174a van de Gemeentewet (wet Victoria) worden gesloten. Dit betekentdat bewoners dan moeten verhuizen en dat ook de eigenaar niet over zijn eigendom kan beschikken; dewoning wordt namelijk dichtgetimmerd.Ook voor woningen kunnen burgemeester en wethouders de wet Victor inzetten. Ze kunnen de eigenarenvan gesloten woningen dus aanschrijven maatregelen te treffen om te voorkomen dat het overlastgevendgebruik na beëindiging van de sluiting voortduurt.De volgende werkwijze is de gebruikelijke:• De eerste sluiting geschiedt voor een termijn van zes maanden. De eigenaar van de woning wordtverplicht om het pand bij een andere persoon (die niet door de sluiting is gedwongen om het gebruikte staken) in gebruik te geven. Bovendien kan een bouwkundige opname van de woning leiden tot eenaanschrijving tot het treffen van noodzakelijke voorzieningen.• Nadat een woning eerder is gesloten wordt – ongeacht of sprake is van een andere gebruiker/ bewoner- de duur van de sluiting verdubbeld (ten opzichte van de laatste sluiting). De eigenaar van eengesloten lokaal wordt dan (dus na een herhaalde sluiting (ook als die voor de inwerkingtreding vandeze beleidsregels heeft plaatsgehad)) verplicht om het pand in beheer te geven aan een makelaar ofeen bouwvereniging (mogelijk door burgemeester en wethouders aan te wijzen).• Nadat van de gebruiker van een woning eerder een andere woning gesloten is geweest vindt voor dehuidige woning eveneens een verdubbeling van de sluitingsduur (van de andere woning) plaats, zonderdat de gebruiker wederom wordt gewaarschuwd of eerst bestuursdwang wordt toegepast.• Ook iedere sluiting van een woning wordt sedert kort ingeschreven in de openbare registers (Kadaster).Iedereen kan, voordat hij een woning in gebruik neemt, kennis hebben van een eventuele eerderesluiting en het risico bij ingebruikname van het pand. Voor informatie over een eventuele eerderesluiting van een pand kan men ook terecht bij de gemeente.StraathandelWaar dat met toepassing van bestuursrechtelijke middelen mogelijk is wordt ook opgetreden tegen destraathandel in verdovende middelen. Zo is in bepaalde gebieden een samenscholingsverbod ingesteld enkunnen bepaalde personen verblijfsontzeggingen worden opgelegd. Het bovengeschetste beleid staat losvan de strafrechtelijke aanpak. De handel in verdovende middelen is strafbaar en in voorkomende gevallenzal dan ook strafvervolging worden ingesteld.De beleidsregels zijn vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van Venlo en deburgemeester van Venlo, ieder voor zover het zijn bevoegdheden betreft.59

Mandaat en beleidsregels/gebruiksinstructieverblijfsontzeggingenDe burgemeester van Venlo;overwegende dat in de Algemene plaatselijke verordening Venlo de grondslag voor het opleggen van eenverblijfsontzegging aan personen in verband met de door hen veroorzaakte drugsoverlast is opgenomen;• dat de burgemeester ingevolge artikel 2:75 van de Algemene plaatselijke verordening Venlo bevoegd isom aan personen een verbod op te leggen om zich gedurende een in dat verbod genoemde tijdvak tebevinden in door hem aangewezen gebied;• dat hij de uitoefening van deze bevoegdheid onder strikte voorwaarden wenst te mandateren aanambtenaren van politie;• dat zowel politie als justitie kunnen instemmen met de wijze waarop de bevoegdheid tot het opleggenvan verblijfsontzeggingen wordt uitgeoefend;• dat hij met de vaststelling van de gebruiksinstructie tevens de beleidsregels met betrekking tot hem opgrond van artikel 2:75 van de Algemene plaatselijke verordening Venlo toekomende bevoegdheid wenstvast te stellen;b e s l u i t :1. de bevoegdheid tot het opleggen van een verblijfsontzegging als bedoeld in artikel 2:75 van deAlgemene plaatselijke verordening Venlo, onder gelijktijdige intrekking van het mandaatbesluit van 25oktober 2005, te mandateren aan de volgende ambtenaren van politie:• alle executieve politiefunctionarissen van het district Venlo• alle executieve politiefunctionarissen tewerkgesteld in het kader van het programma Hektor• alle executieve politiefunctionarissen tewerkgesteld bij het mobiel jeugdteam van politieregioLimburg-Noord.2. vast te stellen de volgende gebruiksinstructie/beleidsregels:61

Beleidsregels/gebruiksinstructie verblijfsontzeggingenI. Aanwijzing gebiedAls gebied, waar het personen, aan wie overeenkomstig deze beleidsregels/instructie een verblijfsverbodwordt opgelegd, verboden is te verblijven wordt aangewezen:Het gebied begrensd door Sloterbeekstraat, Antoniusstraat, Emmastraat, Hendrikxstraat, Tegelseweg,Walstraat, Hamelstraat, verlengde Hamelstraat tot Professor Gelissensingel, Professor Gelissensingel,Prinsessesingel, Havenkade (met inbegrip van Oude Haven en Kop van de Weerd), Maaskade (met inbegripvan de Maasoever en Lage Loswal), St. Urbanusweg (met inbegrip van de Maasoever), Dr. Blumenkampstraat,Hogeweg, Bisschop Schrijnenstraat, Molenstraat, Krefeldseweg, Hertog Reinoudsingel, Groenveldsingel,Kaldenkerkerweg, Stationsplein, Koninginneplein, Koninginnesingel en Roermondsepoort, metinbegrip van deze wegen, voor zover grenzend aan het aangewezen gebied.Op de bij deze beleidsregels/instructie behorende bijlage is het gebied op een plattegrond aangegeven.II. Voorwaarden individuele verblijfsontzeggingen1. De geadresseerde, zijnde de overlastveroorzaker, moet bij de politie bekend zijn als dealer, runneren/of gebruiker van verdovende middelen (zowel hard- als softdrugs) als bedoeld in de Opiumwet.Dit ‘bekend zijn’ kan blijken uit een opgemaakt proces-verbaal i.v.m. overtredingen van de Opiumweten/of Algemene plaatselijke verordening Venlo. Dit ‘bekend zijn’ kan ook blijken uit persoonlijkewaarnemingen van een politiefunctionaris. In het laatste geval wordt bij een voorgenomen opleggingvan een verblijfsontzegging een rapport van deze waarneming opgemaakt.Het criterium van ‘bekend zijn bij de politie’ is een goed hanteerbaar criterium als het gaat om deidentificatie van overlast veroorzakende individuen. De politie is in staat diverse persoonlijke ervaringenmet het gedrag van de betrokkenen in de identificatie te betrekken. Deze bekendheid blijkt formeel uito.a. aanhoudingen bij drugspanden, uit verklaringen die zijn afgelegd tegen dealers en opgemaakteprocessen-verbaal.2. Tegen de geadresseerde dient een proces-verbaal te zijn opgemaakt terzake van overtreding van deonder II van deze beleidsregels/gebruiksinstructie genoemde strafbare handelingen.Dit criterium is bedoeld ter versteviging van de formele juridische basis van de identificatie vanhet individu aan wie een verblijfsontzegging zal worden aangezegd. Het is controleerbaar en bezitvoldoende hardheid.62

3. De geadresseerde dient te worden gehoord omtrent zijn belang aangaande de aanwezigheid in hetaangewezen gebied. Zijn verklaring wordt schriftelijk vastgelegd.Indien de persoon aan wie de verblijfsontzegging gegeven moet worden, kan aantonen dat hij eenzwaarwegend belang heeft om zich in het gebied op te houden, wordt daarmede bij het opleggen vande verblijfsontzegging rekening gehouden, in die zin dat het verbod om in het gebied te verblijven nietgeldt voor zover de aanwezigheid in het gebied een relatie heeft met het aangegeven zwaarwegendebelang. Of iemand een zwaarwegend belang heeft om zich in het gebied op te houden, zal doorbetrokkene zelf moeten worden aangetoond. Het kan daarbij alleen gaan om belangen in de persoonlijkesfeer, te weten indien betrokkene in het gebied zijn woning heeft, zijn werk of beroep uitoefentof hulpverlenende instanties bezoekt. Zo’n aangevoerd belang zal telkens op zijn inhoud beoordeeldworden.4. Indien de geadresseerde in het aangewezen gebied zijn woning heeft, zijn werk heeft of zijn beroepuitoefent, wordt de kortste route aangewezen, langs welke de geadresseerde het gebied dient tebetreden dan wel verlaten.Met het zwaarwegend belang om zich in het gebied op te houden wordt rekening gehouden door in hetbesluit een route aan te wijzen (het betreft de kortste route naar de rand van het gebied), langs welkede geadresseerde het gebied dient te betreden dan wel verlaten.5. Een verblijfsontzegging is niet van toepassing op personen die zich binnen het aangewezen gebiedbevinden in een openbaar middel van vervoer.6. In de bekendmaking van de verblijfsontzegging wordt duidelijk aangegeven voor welk tijdvak en gebiedhet verbod geldt. In de bekendmaking van de verblijfsontzegging wordt eenduidig aangegeven opgrond van welk(e) feit(en) de persoon de verblijfsontzegging opgelegd heeft gekregen.III. Strafbare en/of openbare orde verstorende handelingenBij de volgende geconstateerde strafbare feiten dan wel openbare orde verstorende handelingen wordt eenverblijfsontzegging gegeven:Alle gedragingen als omschreven in Hoofdstuk 3, Afdeling 2 Drugsoverlast van de Algemene plaatselijkeverordening Venlo alsmede overtreding van de verblijfsontzegging (artikel 2:75, lid 5, van de Algemeneplaatselijke verordening Venlo):Genoemde strafbare feiten en openbare orde verstorende handelingen liggen ten grondslag aan deverblijfsontzegging omdat hieruit kan worden geconcludeerd dat de openbare orde in het desbetreffendegebied in het geding is door de aanwezigheid van de pleger. Het is niet doorslaggevend of de feiten op63

straat plaatsvinden, maar er moet wel een relatie met de openbare orde zijn. Zo kan het betreden van eengesloten woning wel degelijk relevant zijn voor de openbare orde en ten grondslag kunnen liggen aan eenverblijfsontzegging.IV. Geldigheidsduur van de verblijfsontzegging1. Indien een persoon zich, met in achtneming van de bepalingen van deze beleidsregels/gebruiksinstructie,voor de eerste maal schuldig maakt aan de gedragingen als bedoeld onder III wordt eenverblijfsontzegging voor de duur van 24 uur opgelegd.Een dergelijke maatregel moet worden gezien als een directe reactie op de verstoring van de openbareorde en is noodzakelijk te achten voor de handhaving van de openbare orde in het betreffende gebied,waarvoor de verblijfsontzegging geldt.2. Indien een persoon, met in achtneming van de bepalingen van deze beleidsregels/gebruiksinstructie,zich binnen een periode van een jaar na een eerdere aan hem opgelegde verblijfsontzegging zichwederom schuldig maakt aan de gedragingen als bedoeld onder III wordt een verblijfsontzeggingopgelegd voor de duur van 14 dagen.In deze situatie kan worden geconcludeerd dat betrokkene er een openbare orde verstorend Ieefpatroonop na houdt, waarin deze gedragingen meer dan incidenteel voorkomen; derhalve wordt de openbareorde in een relatief kort tijdsbestek zo vaak verstoord dat een verblijfsontzegging voor langere duurgeboden en gerechtvaardigd is.3. Indien een persoon, met in achtneming van de bepalingen van deze beleidsregels/gebruiksinstructie,zich binnen een periode van een jaar na een eerdere aan hem opgelegde verblijfsontzegging zichwederom schuldig maakt aan de gedragingen als bedoeld onder III wordt een verblijfsontzeggingopgelegd voor de duur van vier weken.In deze situatie kan worden geconcludeerd dat betrokkene er een hardnekkig openbare orde verstorendIeefpatroon op na houdt. De duur van vier weken is gebaseerd op de overweging dat de openbare ordein het betreffende gebied enkel gebaat is bij een langere periode van rust.4. Indien een persoon, met in achtneming van de bepalingen van deze beleidsregels/gebruiksinstructie,in strijd met een tegen hem uitgevaardigde verblijfsontzegging, zonder aantoonbaar redelijk belangin het betreffende gebied wordt aangetroffen en tegen hem een nieuwe verblijfsontzegging wordtuitgevaardigd, gaat deze nieuwe verblijfsontzegging pas in op de datum en tijd waarop eerdere verblijfsontzeggingeindigen, met dien verstande dat opvolgende verblijfsontzeggingen niet mogen leiden toteen aaneensluitende periode van meer dan acht weken.64

De hiervoren beschreven verblijfsontzeggingen zijn tevens bedoeld als preventieve maatregelen tervermijding van verdergaande verstoringen van de openbare orde. Het hardnekkig negeren van deverblijfsontzegging duidt er namelijk op dat de kans op herhaling van ordeverstorend gedrag in detoekomst aanwezig is.V. RegistratieVan de toepassing van de verblijfsontzeggingen wordt door de chef van de basiseenheid Venlo-Centrumvan het district Venlo, regiopolitie Limburg-Noord, een adequate registratie bijgehouden. De chef dient deburgemeester per kwartaal te rapporteren.Dit besluit treedt in werking op 30 maart 2006Aldus vastgesteld te Venlo op 21 maart 2006De burgemeester van Venlo,65

Beleidsregels head-, smart- en growshopsOm de aantasting van de openbare orde en/of de negatieve beïnvloeding van het woon- en leefklimaatdoor de exploitatie van head-, smart- en growshops te voorkomen is een vergunningstelsel voor dezewinkels in het leven geroepen. Het betreft winkels die in hoofdzaak of als belangrijke nevenactiviteitproducten verkopen die omschreven kunnen worden als hallucinerende middelen (paddo’s en ecodrugs),die niet verboden zijn op grond van de Opiumwet, of die dienst (kunnen) doen voor het gebruik of deproductie van cannabis.Dit vergunningstelsel (op grond van de APV Venlo) houdt in dat iedere ondernemer van een head-, smartofgrowshop dient te beschikken over een door de burgemeester verleende vergunning (een zogenaamdewinkelvergunning). Bedrijven die op datum van invoering van het vergunningstel (8 december 2005)bestaan beschikken op grond van de overgangsregeling over een tijdelijke vergunning voor de duur vandrie maanden. Deze ondernemers dienen wel vóór 8 maart 2006 een vergunning aan te vragen. Ondernemersdie het aangaat hebben daarover reeds schriftelijk bericht ontvangen. Vragen deze ondernemers niet tijdigeen vergunning aan dan vervalt de tijdelijke vergunning en dient de winkel gesloten te worden.Ondernemers die een nieuwe head-, smart- of growshop willen starten dienen eerst een vergunning aan tevragen. Pas als de burgmeester vergunning heeft verleend mag de winkel voor publiek geopend worden.De burgemeester heeft met betrekking tot de hem toekomende bevoegdheid in dit verband de volgendebeleidsregels vastgesteld.• Ter bescherming van het woon- en leefklimaat wordt het aantal head-, smart- en growshops beperkt.Slechts voor de exploitatie van een maximum aantal van dertien inrichtingen wordt vergunningverleend.• Indien een head-, smart- of growshop wordt geëxploiteerd zonder geldige winkelvergunning dan zal deburgemeester tot sluiting overgaan.• Indien in of vanuit een winkel verdovende middelen worden verhandeld of daartoe aanwezig zijnzal – ongeacht of de exploitant/leidinggevende van de zaak daarbij betrokken is – daartegenstreng opgetreden worden. Daarbij wordt gehandeld overeenkomstig hetgeen in de ‘Beleidsregels tervoorkoming en ter bestrijding van drugsoverlast’ ten aanzien van horeca-inrichtingen is opgenomen.67

• Bij de beoordeling van een aanvraag om vergunning zal ook rekening worden gehouden met deomstandigheid dat een leidinggevende gedurende de laatste vijf jaren betrokken is geweest bij deexploitatie van een lokaal of het gebruik van een woning, ten aanzien waarvan een waarschuwing/sluiting heeft plaats gehad.• Indien een winkel voor publiek geopend is dient steeds een leidinggevende, die staat vermeld opde vergunning, in de winkel aanwezig te zijn. Wordt in strijd gehandeld met deze verplichting danworden maatregelen genomen. Daarbij wordt gehandeld overeenkomstig de ‘Beleidsregels aanwezigheidleidinggevenden in horecabedrijven’, met dien verstande dat dan toepassing wordt gegeven aan devoor winkels geldende wettelijke bepalingen (Hoofdstuk 2, Afdeling 3, Paragraaf 3a APV Venlo).69

Geraadpleegde bronnen• Brochure Hektor, gemeente Venlo, 2002.• Hektor in Venlo. Eindevaluatie: Inspanningen, proces en resultaten 2001-2004,bureau Intraval, 2005.• Coffeeshops naar de periferie. Evaluatie verplaatsing twee coffeeshops in Venlo,bureau Intraval, 2006.• Jaarverslag Hektor 2005, gemeente Venlo, april 2006

ColofonEen veilig Venlo, dat heeft voor de gemeente Venlo de hoogste prioriteit.Samen met partners en inwoners van Venlo werkt de gemeente hard aanhet verminderen en voorkomen van veiligheids- en leefbaarheidsproblemen.Venlo Veilig, daar gaan we voor!Dit is een uitgave van het programma Hektor.Hektor is een samenwerkingsverband tussen de gemeente Venlo,het arrondissementsparket Roermond van het Openbaar Ministerie,de politie Limburg-Noord en de Belastingdienst teneindedrugsoverlast en –criminaliteit in Venlo te bestrijden.Gemeente VenloPostbus 34345902 RK Venloemail info@venlo.nlinternet www.venlo.nlFotografie: Richard Fieten en Robbert SandersOntwerp en vormgeving: Nel Aarts, gemeente Venlo© Gemeente Venlo