10.07.2015 Views

[PDF] Lacunes in vaardigheden in de EU

[PDF] Lacunes in vaardigheden in de EU

[PDF] Lacunes in vaardigheden in de EU

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Ne<strong>de</strong>rlandstalige samenvatt<strong>in</strong>g van CPB Document 162, ‘Skill gaps <strong>in</strong>the <strong>EU</strong>: role for education and tra<strong>in</strong><strong>in</strong>g policies’VragenDe Europese Unie moet <strong>de</strong> meest concurreren<strong>de</strong> en dynamische regio <strong>in</strong> <strong>de</strong> wereld zijn <strong>in</strong> 2010,vond <strong>de</strong> Europese Raad van m<strong>in</strong>isters <strong>in</strong> Lissabon <strong>in</strong> 2000. De Raad stelt dat voldoen<strong>de</strong> kennis en<strong>vaardighe<strong>de</strong>n</strong> van <strong>de</strong> burgers <strong>in</strong> Europa voorwaar<strong>de</strong>n zijn om dat doel te bereiken. On<strong>de</strong>rwijsspeelt daarbij een belangrijke rol. Als uitwerk<strong>in</strong>g hiervan vraagt <strong>de</strong> Europese Commissie hoetekorten <strong>in</strong> kennis en <strong>vaardighe<strong>de</strong>n</strong> kunnen wor<strong>de</strong>n voorkomen. Deze tekorten staan eeneconomische structuur <strong>in</strong> <strong>de</strong> weg die past bij <strong>de</strong> productiviteit van <strong>de</strong> meest concurreren<strong>de</strong> regio<strong>in</strong> <strong>de</strong> wereld.Dit rapport pakt <strong>de</strong> vraag van <strong>de</strong> Commissie op en gaat <strong>in</strong> op <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> vragen:• Wat is een tekort aan kennis en <strong>vaardighe<strong>de</strong>n</strong>? In het vervolg spreken we over ‘kennis’ <strong>in</strong> plaatsvan ‘kennis en <strong>vaardighe<strong>de</strong>n</strong>’.• Wat is <strong>de</strong> rol van on<strong>de</strong>rwijsbeleid vergeleken met an<strong>de</strong>re vormen van economisch beleid omkennistekorten te voorkomen?• Welke oploss<strong>in</strong>gsricht<strong>in</strong>gen van on<strong>de</strong>rwijsbeleid zijn effectief om die tekorten te voorkomen?Antwoor<strong>de</strong>nHet antwoord op <strong>de</strong> eerste vraag is dat het begrip ‘tekort aan kennis en <strong>vaardighe<strong>de</strong>n</strong>’ niet hel<strong>de</strong>ren meetbaar te <strong>de</strong>f<strong>in</strong>iëren is. Dit kan misverstan<strong>de</strong>n geven en beleids<strong>in</strong>strumenten kunnen hundoel mogelijk niet bereiken.Het antwoord op <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> vraag is dat het van <strong>de</strong> oorzaak van het kennistekort afhangt ofon<strong>de</strong>rwijsbeleid effectief is. Er bestaat bijvoorbeeld wel een rol voor on<strong>de</strong>rwijsbeleid bij <strong>de</strong>verspreid<strong>in</strong>g van arbeidsmarktvooruitzichten van beroepen. Maar <strong>in</strong> <strong>de</strong> meeste gevallen slaagtbeleid op <strong>de</strong> gebie<strong>de</strong>n van <strong>in</strong>ternationale han<strong>de</strong>l, concurrentie en arbeidsmarkt er beter <strong>in</strong>kennistekorten te voorkomen.Als antwoord op <strong>de</strong> laatste vraag wor<strong>de</strong>n vijf oploss<strong>in</strong>gsricht<strong>in</strong>gen van beleid on<strong>de</strong>rzocht om meton<strong>de</strong>rwijs <strong>de</strong> meest productieve economische structuur van Europa te bereiken. Aangrijp<strong>in</strong>gspuntvan <strong>de</strong> analyse is <strong>de</strong> vraag of markten zelf <strong>de</strong> meeste welvaart genereren of dat daarbij een zet vanoverhe<strong>de</strong>n nodig is.De eerste oploss<strong>in</strong>gsricht<strong>in</strong>g is voorlicht<strong>in</strong>g omdat <strong>de</strong>ze burgers helpt om zelf eenopleid<strong>in</strong>g te kiezen. Goe<strong>de</strong> voorlicht<strong>in</strong>g over <strong>de</strong> eisen die werkgevers <strong>in</strong> <strong>de</strong> toekomst aan hunpersoneel zullen stellen, is een effectieve oploss<strong>in</strong>gsricht<strong>in</strong>g, want <strong>de</strong> markt genereert die kennisniet voldoen<strong>de</strong>. Met die kennis gewapend kunnen burgers dan zelf het beste kiezen welkestudiericht<strong>in</strong>gen ze willen volgen. Voorziene tekorten aan personeel geven geen aanleid<strong>in</strong>g toton<strong>de</strong>rwijsbeleid, want <strong>de</strong> tekorten zullen lei<strong>de</strong>n tot hogere lonen, en op hun beurt zullen diehogere lonen van <strong>in</strong>vloed zijn op <strong>de</strong> keuze van <strong>de</strong> studiericht<strong>in</strong>g. Voor <strong>de</strong> belast<strong>in</strong>gbetaler zijn <strong>de</strong>kosten van <strong>de</strong>ze oploss<strong>in</strong>gsricht<strong>in</strong>g laag.De twee<strong>de</strong> oploss<strong>in</strong>gsricht<strong>in</strong>g is een flexibeler on<strong>de</strong>rwijssysteem om schokken op <strong>de</strong>arbeidsmarkt op te vangen. Ook <strong>de</strong>ze richt<strong>in</strong>g is effectief. Niemand kan voorspellen welkeopleid<strong>in</strong>gseisen <strong>in</strong> <strong>de</strong> toekomst gesteld zullen wor<strong>de</strong>n. Daarom is een on<strong>de</strong>rwijssysteem dateffectief reageert op nieuwe opleid<strong>in</strong>gseisen nodig. Instrumenten om dat te bereiken zijnbijvoorbeeld goe<strong>de</strong> coörd<strong>in</strong>atie tussen bedrijfsleven en on<strong>de</strong>rwijs, en leer-werktrajecten b<strong>in</strong>nenopleid<strong>in</strong>gen.


De <strong>de</strong>r<strong>de</strong> oploss<strong>in</strong>gsricht<strong>in</strong>g is het stimuleren van on<strong>de</strong>rwijs<strong>de</strong>elname gericht op ‘cruciaalgeachte’ economische sectoren of beroepen. Deze optie is risicovol. Een re<strong>de</strong>n hiervoor is datoverhe<strong>de</strong>n <strong>de</strong> toekomst niet beter kennen dan burgers en daarom kunnen ze, bij keuzes dieachteraf fout blijken te zijn, <strong>de</strong> welvaart scha<strong>de</strong>n van <strong>in</strong>dividuele burgers, en daarmee vanEuropa. Bovendien lopen overhe<strong>de</strong>n het risico dat ze speelbal wor<strong>de</strong>n van belangenbehartigersdie voor<strong>de</strong>el hebben bij <strong>de</strong> gekozen speerpunten en die we<strong>in</strong>ig oog hebben voor <strong>de</strong> na<strong>de</strong>ligegevolgen voor an<strong>de</strong>re sectoren.De vier<strong>de</strong> oploss<strong>in</strong>gsricht<strong>in</strong>g is om <strong>de</strong> <strong>de</strong>elname aan algemeen on<strong>de</strong>rwijs te stimuleren <strong>in</strong>plaats van <strong>de</strong> <strong>de</strong>elname aan specifiek on<strong>de</strong>rwijs. Specifieke kennis is productiever <strong>in</strong> een bepaaldbedrijf, maar bij ontslag duurt het langer voor je een nieuwe baan hebt dan met algemene kennis.Mensen met specifieke kennis doen vaker een beroep op werkloosheidsuitker<strong>in</strong>gen en die kostennemen ze niet mee bij <strong>de</strong> bepal<strong>in</strong>g van hun opleid<strong>in</strong>gskeuze. Echter, tot ongeveer het 15 elevensjaar is het on<strong>de</strong>rwijs al algemeen. Meer algemeen on<strong>de</strong>rwijs kan ten koste gaan van <strong>de</strong>productieve voor<strong>de</strong>len van specifieke kennis.De laatste oploss<strong>in</strong>gsricht<strong>in</strong>g betreft het stimuleren van schol<strong>in</strong>g van werknemers.Tra<strong>in</strong><strong>in</strong>gsprogramma’s voor werknemers kunnen tekorten aan <strong>vaardighe<strong>de</strong>n</strong> verm<strong>in</strong><strong>de</strong>ren. Erbestaat echter we<strong>in</strong>ig bewijs voor belemmer<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> <strong>de</strong> schol<strong>in</strong>gs<strong>de</strong>elname van werknemers. Demogelijke belemmer<strong>in</strong>gen die er zijn, kunnen werknemers en werkgevers vaak zelf wegnemen. InNe<strong>de</strong>rland gebeurt dit bijvoorbeeld met opleid<strong>in</strong>g- en ontwikkel<strong>in</strong>gsfondsen.Hieron<strong>de</strong>r wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> antwoor<strong>de</strong>n op <strong>de</strong> drie vragen uitgewerkt.Wat is een tekort aan kennis en <strong>vaardighe<strong>de</strong>n</strong>?Kennis: Algemeen of specifiek?Het begrip kennis en <strong>vaardighe<strong>de</strong>n</strong> kan wor<strong>de</strong>n ge<strong>de</strong>f<strong>in</strong>ieerd als <strong>de</strong> bekwaamheid om bepaal<strong>de</strong>taken voldoen<strong>de</strong> uit te voeren. Voor een analytische oploss<strong>in</strong>g van problemen is het on<strong>de</strong>rscheidtussen algemene en specifieke kennis soms nuttig. Algemene kennis is kennis die wordt gebruikt<strong>in</strong> veel bedrijven en <strong>in</strong> verschillen<strong>de</strong> bedrijfstakken. Mensen met algemene kennis zijn <strong>in</strong> eenbreed veld <strong>in</strong>zetbaar zijn. Specifieke kennis is daartegenover veel beperkter <strong>in</strong>zetbaar. Mensenmet specifieke kennis zijn gemid<strong>de</strong>ld productiever dan mensen met algemene kennis. Aan <strong>de</strong>an<strong>de</strong>re kant duurt het langer voor mensen met specifieke kennis een nieuwe baan hebben naontslag, en soms moeten zij zich herscholen wat tijd en geld kost.Voor beleidsontwikkel<strong>in</strong>g is het begrip ‘kennis en <strong>vaardighe<strong>de</strong>n</strong>’ moeilijk precies teomschrijven. Dit bemoeilijkt het maken van effectief beleid en belemmert een goe<strong>de</strong>beleidsevaluatie.Tekorten: kwantitatief of kwalitatief?Het begrip ’tekort’ wordt ook vaak niet scherp beschreven. Het kan <strong>in</strong> <strong>de</strong> praktijk gaan om eenkwantitatief tekort. Dan vragen werkgevers meer mensen met een bepaald soort kennis dan erwordt aangebo<strong>de</strong>n. Bijvoorbeeld, werkgevers signaleren een tekort aan lassers. Maar soms gaathet om een kwalitatief tekort, waarbij er te we<strong>in</strong>ig werknemers zijn met voldoen<strong>de</strong> actueelkennisniveau. Bijvoorbeeld, er is een tekort aan lassers die <strong>de</strong> nieuwste lasapparaten kunnenbedienen, maar er zijn meer dan genoeg lassers zon<strong>de</strong>r die <strong>vaardighe<strong>de</strong>n</strong>.Aangezien vaak niet dui<strong>de</strong>lijk wordt gemaakt of er een kwantitatief of een kwalitatiefkennis tekort bestaat, draagt het bij aan moeizame communicatie over kennistekorten en wordthet risico van verkeerd beleid vergroot.Kwantitatief kennistekort 1: Een aanpass<strong>in</strong>gsprobleemWe maken een on<strong>de</strong>rscheid <strong>in</strong> twee visies op kwantitatief kennistekort. In <strong>de</strong> eerste visie is hettekort het gevolg van een aanpass<strong>in</strong>gsprobleem. Er kunnen bijvoorbeeld tekorten ontstaan alswerkgevers an<strong>de</strong>re eisen aan hun personeel stellen om <strong>de</strong> concurrentieslag te overleven. Maar ook


het aanbod kan veran<strong>de</strong>ren, bijvoorbeeld door pensioner<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> vergrijzen<strong>de</strong> bevolk<strong>in</strong>g. Zulketekorten zullen tot gevolg hebben dat <strong>de</strong> lonen extra stijgen van mensen met <strong>de</strong> betreffen<strong>de</strong>soorten kennis tot het niveau waar vraag en aanbod van mensen met die kennis weer aan elkaargelijk zijn en het tekort dus is opgeheven. Werkgevers hebben geen formele belemmer<strong>in</strong>gen omeen hoger loon te betalen als ze dat willen. Toch kan het een tijdje duren voor het tekort isopgeheven door belemmer<strong>in</strong>gen op <strong>de</strong> arbeidsmarkt. Op <strong>de</strong> korte termijn kan het loon zelfs bovenhet evenwichtsloon schieten, maar dat zal leerl<strong>in</strong>gen en werknemers juist extra aansporen zich <strong>in</strong><strong>de</strong> gevraag<strong>de</strong> richt<strong>in</strong>g te scholen, zodat het nieuwe evenwichtsloon door meer aanbod wordtbereikt. Het beleid kan het aanpass<strong>in</strong>gsproces versnellen door <strong>de</strong> arbeidsmarkt te versoepelen ofimmigratie van mensen met <strong>de</strong> extra gevraag<strong>de</strong> kennis makkelijker te maken.Kwantitatief kennistekort 2: Niet-optimaal aanbod <strong>in</strong> samenstell<strong>in</strong>g aan kennisIn <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> visie op een kennistekort wor<strong>de</strong>n twee evenwichtstoestan<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> economievergeleken. In het huidige evenwicht is er een bepaal<strong>de</strong> ver<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g van kennis(richt<strong>in</strong>gen). Hetan<strong>de</strong>re evenwicht is het evenwicht met <strong>de</strong> grootste welvaart. In dat evenwicht is <strong>de</strong> ver<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g van<strong>de</strong> kennisricht<strong>in</strong>gen an<strong>de</strong>rs dan <strong>in</strong> het huidige evenwicht. Als <strong>de</strong> huidige ver<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g wordtvergeleken met <strong>de</strong> ver<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g met <strong>de</strong> grootste welvaart, ontstaan er kennisricht<strong>in</strong>gen metoverschotten en tekorten. Verklar<strong>in</strong>gen voor <strong>de</strong>ze overschotten en tekorten zijn gebrek aantransparantie bij <strong>de</strong> werknemers om zich <strong>in</strong> <strong>de</strong> goe<strong>de</strong> richt<strong>in</strong>g te scholen en allerlei vormen vanwerknemersbescherm<strong>in</strong>g.ConclusieHet begrip ‘kennistekort’ heeft veel gezichten en er wordt vaak niet goed aangegeven wat preciesbedoeld wordt. Dit geeft volop kans op misverstan<strong>de</strong>n en beleid dat zijn doel niet bereikt enmoeilijk te evalueren is op succes.Rol on<strong>de</strong>rwijsbeleid vergeleken met an<strong>de</strong>r beleidEr bestaan veel oorzaken die een snelle aanpass<strong>in</strong>g van vraag en aanbod op <strong>de</strong> arbeidsmarktbelemmeren. Die oorzaken kunnen met verschillen<strong>de</strong> beleids<strong>in</strong>strumenten wor<strong>de</strong>n aangepakt. Detaak van het on<strong>de</strong>rwijsbeleid ligt vooral op het gebied van voorlicht<strong>in</strong>g over beroepskansen.Economisch beleid kan helpen met meer vrijhan<strong>de</strong>l, zodat kennistekorten met <strong>in</strong>voer vangoe<strong>de</strong>ren met een hoog gehalte van <strong>de</strong> schaarse kennissoort wor<strong>de</strong>n opgelost. Europa kan zichdan versterken met het maken en exporteren van producten waar Europa concurrerend is omdat <strong>in</strong>Europa veel mensen met die specifieke kennis wonen. Arbeidsmarktbeleid kan zorgen voorm<strong>in</strong><strong>de</strong>r obstakels om van baan te veran<strong>de</strong>ren.Oploss<strong>in</strong>gen om met on<strong>de</strong>rwijs kennistekorten te bestrij<strong>de</strong>nOn<strong>de</strong>rwijs en schol<strong>in</strong>gsbeleid kunnen ook helpen kennistekorten te voorkomen en daarmeeEuropa te maken tot <strong>de</strong> regio met een economische structuur die <strong>de</strong> productiefste van <strong>de</strong> wereldis. We on<strong>de</strong>rzoeken vijf oploss<strong>in</strong>gsricht<strong>in</strong>gen om dat doel te bereiken. Uitgangspunt is <strong>de</strong> vraag ofer een marktfalen bestaat dat <strong>de</strong> optimale structuur <strong>in</strong> <strong>de</strong> weg staat. De markt faalt als het totaalvan <strong>de</strong> private voor<strong>de</strong>len en na<strong>de</strong>len van <strong>de</strong> marktpartijen kle<strong>in</strong>er is dan het totale voor<strong>de</strong>el voor<strong>de</strong> samenlev<strong>in</strong>g, aangeduid met welvaart. Bij marktfalen is <strong>de</strong> overheid gelegitimeerd om <strong>in</strong> <strong>de</strong>markt <strong>in</strong> te grijpen, zodat het maatschappelijke optimum wordt bereikt. De eerste tweeoploss<strong>in</strong>gsricht<strong>in</strong>gen zorgen voor een soepele aanpass<strong>in</strong>g van een veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> vraag naarbepaal<strong>de</strong> soorten kennis naar het nieuwe evenwicht. De laatste drie oploss<strong>in</strong>gsricht<strong>in</strong>gen zijngericht op een optimale ver<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g van richt<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> kennis die geacht wor<strong>de</strong>n op <strong>de</strong>n duur zoveelmogelijk welvaart te genereren.


Maak en verspreid toekomst scenario’s over kennisbehoeftenDe eerste oploss<strong>in</strong>gsricht<strong>in</strong>g is het maken en versprei<strong>de</strong>n van toekomstscenario’s over <strong>de</strong>arbeidsmarktsituatie van allerlei beroepen. Met die <strong>in</strong>formatie gewapend kunnen <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>gen enwerknemers zelf <strong>de</strong> opleid<strong>in</strong>gsricht<strong>in</strong>g kiezen die het best past bij hun wensen. Deze voorlicht<strong>in</strong>gis een overheids<strong>in</strong>strument want een gebrek aan transparantie is een marktfalen. Meertransparantie over <strong>de</strong> toekomstige arbeidsmarkt van beroepen bevor<strong>de</strong>rt een snelle aanpass<strong>in</strong>g vaneen kennistekort naar een nieuw evenwicht. Wel moeten <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>gen en <strong>de</strong> overhe<strong>de</strong>n zichbe<strong>de</strong>nken dat toekomstvoorspell<strong>in</strong>gen van <strong>de</strong> arbeidsmarkt vaak onzeker zijn.Vergroot <strong>de</strong> flexibiliteit van het on<strong>de</strong>rwijssysteemDe twee<strong>de</strong> oploss<strong>in</strong>gsricht<strong>in</strong>g is <strong>de</strong> vergrot<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> flexibiliteit van <strong>de</strong> nationaleon<strong>de</strong>rwijssystemen aan onverwachte veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> <strong>de</strong> eisen van werkgevers aan hunpersoneel, of van veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> het aanbod aan kennisricht<strong>in</strong>gen van sollicitanten diekennistekorten geven. Deze richt<strong>in</strong>g is effectief want hij versoepelt <strong>de</strong> aanpass<strong>in</strong>g naar het nieuweevenwicht. Geschikte <strong>in</strong>strumenten zijn het leerl<strong>in</strong>gwezen of on<strong>de</strong>rwijssystemen voorberoepson<strong>de</strong>rwijs met een comb<strong>in</strong>atie van leren en werken. Betere samenwerk<strong>in</strong>g tussennationale en gemeentelijke overhe<strong>de</strong>n en on<strong>de</strong>rwijsautoriteiten kan ook helpen.Kies on<strong>de</strong>rwijs voor specifieke sectoren waar Europa <strong>in</strong> moet uitbl<strong>in</strong>kenDe <strong>de</strong>r<strong>de</strong> oploss<strong>in</strong>gsricht<strong>in</strong>g is <strong>de</strong> bevor<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g van on<strong>de</strong>rwijs ten behoeve van specifieke sectorenwaar<strong>in</strong> Europa moet gaan uitbl<strong>in</strong>ken. Het belangrijkste argument dat <strong>de</strong> theorie biedt vooron<strong>de</strong>rwijsbeleid, is het markfalen door <strong>de</strong> externe effecten van ‘agglomeratie’, soms ‘cluster’genoemd. De gedachtegang is dat b<strong>in</strong>nen een regio (noem <strong>de</strong>ze Europa) er allerlei contactenbestaan tussen on<strong>de</strong>rnem<strong>in</strong>gen, scholen die veel on<strong>de</strong>rwijs geven <strong>in</strong> <strong>de</strong> specifieke kennis van <strong>de</strong>sector, on<strong>de</strong>rzoeks<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen die zijn gespecialiseerd op kennisontwikkel<strong>in</strong>g van die sector enklanten die graag <strong>de</strong> vernieuw<strong>de</strong> producten van <strong>de</strong> sector kopen. Met die contacten, die vaak <strong>in</strong> <strong>de</strong><strong>in</strong>formele sfeer liggen, dragen al die partijen bij aan <strong>de</strong> specifieke kennis <strong>in</strong> die regio, en elkepartij maakt er ook gratis gebruik van. Hierdoor is <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> van <strong>de</strong> specifieke kennis rond <strong>de</strong>sector die is opgesloten <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> regio groter dan <strong>de</strong> som van <strong>de</strong> waar<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> kennis van <strong>de</strong>partijen afzon<strong>de</strong>rlijk.Toepass<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> theorie op <strong>de</strong> economische machtsblokken leert dat als <strong>de</strong> regioEuropa concurreert met Amerika en Azië er meer evenwichtoploss<strong>in</strong>gen mogelijk zijn die ver vanelkaar liggen. Wil Europa uitbl<strong>in</strong>ken, dan moet het voldoen<strong>de</strong> kritische massa hebben aan kennisen productie van <strong>de</strong> geselecteer<strong>de</strong> sectoren, want an<strong>de</strong>rs wordt Europa weggespeeld doorAmerika en Azië. Met meer on<strong>de</strong>rwijs op het geselecteer<strong>de</strong> terre<strong>in</strong> draagt on<strong>de</strong>rwijsbeleid dan bijaan het agglomeratie-effect. Dit beleid kent echter risico’s. Overhe<strong>de</strong>n weten namelijk niet beterwat <strong>de</strong> toekomst brengt dan <strong>de</strong> burgers. De kans is aanwezig dat Europa sectoren kiest dieachteraf fout blijken te zijn en dat geeft veel welvaartsverlies <strong>in</strong> Europa. Ver<strong>de</strong>r is <strong>de</strong> kansaanzienlijk dat Amerika en Azië niet willen achterblijven en <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> kansrijke sectorenbevoor<strong>de</strong>len met beleid. Het leidt tot een ongewisse uitkomst voor Europa met een overmaat aanon<strong>de</strong>rzoek en productie op het uitgekozen terre<strong>in</strong> ten koste van toepass<strong>in</strong>g van an<strong>de</strong>re nuttigekennis. Ten slotte lopen <strong>de</strong> overhe<strong>de</strong>n <strong>in</strong> Europa het risico dat ze speelbal wor<strong>de</strong>n vanbelangenbehartigers die voor<strong>de</strong>el hebben bij <strong>de</strong> gekozen speerpunten en die we<strong>in</strong>ig oog hebbenvoor <strong>de</strong> na<strong>de</strong>lige gevolgen voor an<strong>de</strong>re sectoren.Stimuleren van algemene kennis ten koste van specifieke kennisDe vier<strong>de</strong> oploss<strong>in</strong>gsricht<strong>in</strong>g is on<strong>de</strong>rwijs <strong>in</strong> algemene kennis bevor<strong>de</strong>ren ten koste van m<strong>in</strong><strong>de</strong>ron<strong>de</strong>rwijs <strong>in</strong> specifieke kennis. Het argument hiervoor is dat <strong>de</strong> markt kan falen, omdat mensenmet algemene kennis na ontslag m<strong>in</strong><strong>de</strong>r lang werkloos zijn, want ze zijn bre<strong>de</strong>r <strong>in</strong>zetbaar danmensen met specifieke kennis. Hun kans op werkloosheid is <strong>de</strong>rhalve groter, en mensen die leren


voor specifieke kennis, nemen dat niet mee bij het besluit van hun studiericht<strong>in</strong>g. Op dit ogenblikwordt al veel algemeen on<strong>de</strong>rwijs gegeven. In feite is bijna al het on<strong>de</strong>rwijs <strong>in</strong> Europa totongeveer het 15 e jaar van algemene aard. Er bestaat geen betrouwbare <strong>in</strong>formatie dat nog meeralgemeen on<strong>de</strong>rwijs gunstig is. De re<strong>de</strong>n is dat mensen met specifieke kennis productiever zijn <strong>in</strong>hun eigen bedrijf of hun eigen bedrijfstak en dat voor<strong>de</strong>el zal verm<strong>in</strong><strong>de</strong>ren. Een an<strong>de</strong>re re<strong>de</strong>n voormeer algemeen on<strong>de</strong>rwijs kan zijn dat er tegenwoordig meer onzekerheid zou bestaan over <strong>de</strong>beroepsvooruitzichten dan vroeger. De risico’s op werkloosheid wor<strong>de</strong>n dan kle<strong>in</strong>er. We hebbenechter geen robuuste empirische aanwijz<strong>in</strong>gen dat die onzekerheid groter is gewor<strong>de</strong>n.Kwalitatieve kennistekorten oplossen met tra<strong>in</strong><strong>in</strong>g voor werknemersDe vijf<strong>de</strong> oploss<strong>in</strong>gsricht<strong>in</strong>g wil het kwalitatieve kennistekort voorkomen. Daarvoor is tra<strong>in</strong><strong>in</strong>gvan werknemers <strong>de</strong> aangewezen manier. Er zijn een paar re<strong>de</strong>nen waarom mensen zich m<strong>in</strong><strong>de</strong>rbijscholen dan maatschappelijk wenselijk is. Een voorbeeld van dit marktfalen is dat werkgeverswe<strong>in</strong>ig z<strong>in</strong> hebben om mee te betalen aan algemene schol<strong>in</strong>g van hun personeel als laterewerkgevers voor niets profiteren van <strong>de</strong> extra kennis. Werknemers zullen dan mogelijk te we<strong>in</strong>igschol<strong>in</strong>g volgen, omdat ze dit niet zelf kunnen f<strong>in</strong>ancieren. Toch bestaat er we<strong>in</strong>ig hard bewijsvoor dat werknemers zich te we<strong>in</strong>ig bijscholen. Een re<strong>de</strong>n hiervoor is dat werkgevers enwerknemers soms samen het marktfalen oplossen. Zo bestaan <strong>in</strong> Ne<strong>de</strong>rland sectoraleschol<strong>in</strong>gsfondsen die het mogelijk maken om tra<strong>in</strong><strong>in</strong>g te volgen. Sommige Europese overhe<strong>de</strong>nf<strong>in</strong>ancieren ook schol<strong>in</strong>gsprogramma’s. Het is echter vaak ondui<strong>de</strong>lijk of <strong>de</strong>ze programma’sdaadwerkelijk lei<strong>de</strong>n tot een grotere schol<strong>in</strong>gs<strong>de</strong>elname of dat <strong>de</strong>ze <strong>in</strong> feite bijschol<strong>in</strong>gf<strong>in</strong>ancieren die zon<strong>de</strong>r <strong>de</strong>ze f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>g ook zou zijn gevolgd.Belangrijk: houdt alle kosten van beleid <strong>in</strong> <strong>de</strong> gatenHet is belangrijk dat beleidsmakers bij het maken van on<strong>de</strong>rwijsplannen letten op <strong>de</strong> kostenervan. Het gaat daarbij niet alleen om <strong>de</strong> directe kosten van bijvoorbeeld extra ICT-personeel. Tot<strong>de</strong> maatschappelijke kosten behoren ook potenties die <strong>in</strong> an<strong>de</strong>re <strong>de</strong>len van <strong>de</strong> economie door hetbeleid wor<strong>de</strong>n gemist. Bijvoorbeeld, het betrokken extra ICT-personeel had an<strong>de</strong>rs ergens an<strong>de</strong>rsgewerkt waar ze ook wat nuttigs zou<strong>de</strong>n hebben gedaan. Dat gebeurt door het beleid nu niet. Weverwachten dat <strong>de</strong> maatschappelijke baten <strong>in</strong> Europa van betere voorlicht<strong>in</strong>g over beroepskansenen een flexibeler on<strong>de</strong>rwijssysteem groter zijn dan <strong>de</strong> maatschappelijke kosten ervan. Er bestaatgeen robuuste <strong>in</strong>formatie dat meer algemeen on<strong>de</strong>rwijs en m<strong>in</strong><strong>de</strong>r specifiek on<strong>de</strong>rwijs per saldoextra maatschappelijke baten genereert. Hetzelf<strong>de</strong> geldt voor <strong>in</strong>tensiver<strong>in</strong>g van schol<strong>in</strong>gsbeleid.Er bestaan aanzienlijke risico’s dat <strong>de</strong> maatschappelijke voor<strong>de</strong>len van beleid dat gericht is opspecifiek on<strong>de</strong>rwijs voor geselecteer<strong>de</strong> beroepen, kle<strong>in</strong>er zullen blijken dat <strong>de</strong> maatschappelijkekosten ervan.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!