10.07.2015 Views

ZOLarium 23 - Ziekenhuis Oost-Limburg

ZOLarium 23 - Ziekenhuis Oost-Limburg

ZOLarium 23 - Ziekenhuis Oost-Limburg

SHOW MORE
SHOW LESS
  • No tags were found...

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

- geen duidelijke scheiding van celpopulaties in het scattergram,bijvoorbeeld ten gevolge van sterke bacteriëlecontaminatieIdentificatie van pathologische proteïnurieEen proteïnurie van meer dan 150 mg/dag of meerdan 20 mg/dl in een ochtendurinestaal is pathologisch.Door identificatie van het abnormaal eiwitverlies, kande clinicus meer te weten komen over de onderliggendeaandoening.Wanneer een gewone elektroferese op de urine wordtaangevraagd, zal na aanrijking van het staal (100x) eenelektroferese uitgevoerd worden op dezelfde agarosegelals voor de serumstalen. Dit laat achteraf een nauwkeurigerdensitometrisch onderzoek toe van de verschillendeeiwitfracties in de urine.Aanvullend onderzoek van de proteïnurie door eenelectroferese zonder voorafgaandelijke aanrijking vande urine op een speciale agarosegel is ook mogelijk(Sebia-techniek). Deze agarosegel is gevoeliger voorlagere eiwitconcentraties.Immunofixatie door middel van het gebruik van antiseralaat tezelfdertijd identificatie van specifieke eiwitten(merkers) en monoclonale pieken toe.Dit onderzoek zal uitgevoerd worden wanneer:1) een monoclonale band wordt vastgesteld in serumen/of urine,2) expliciet het opsporen van lichte ketens in de urinewordt aangevraagd,3) een differentiatie van hematurie wordt gevraagd,en4) een typering van de proteinurie wordt gevraagd.In de twee laatste gevallen wordt bovendien door middelvan een nefelometrische bepalingstechniek (Immagevan Beckman) een kwantitatieve bepaling van de urinaireeiwitten uitgevoerd.Door identificatie van de urinaire eiwitten kan deaard van de onderliggende nierschade ingeschat wordenof een duidelijker beeld van een paraproteïnemiebekomen worden.De resultaten kunnen grofweg als volgt ingedeeldworden:1) glomerulaire proteïnurie die bij minimale glomerulaireschade selectief is (bijna uitsluitend verlies vanalbumine en transferrine) en bij meer ernstige glomerulaireschade niet-selectief is (dan ook verlies vanimmuunglobulines; IgA, IgG en IgM als merkers)2) tubulaire proteïnurie (overwegend laag-moleculaireeiwitten: α1-microglobuline, retinol binding protein,β2-microglobuline als merkers),3) postrenale proteïnurie (α2-macroglobuline als merker)4) prerenale proteïnurie (een exces aan een bepaald typeeiwit in de bloedbaan dat doorheen de glomerulairefilter passeert zoals lichte ketens van immuunglobulines).5) Uiteraard zijn mengbeelden mogelijk. Zo kan bijvoorbeeldbij een paraproteïnemie met excessieveglomerulaire filtratie van paraproteïnes glomerulaireen/of tubulaire schade ontstaan.Onderscheid tussen glomerulaire en niet-glomerulairehematurieWanneer een arts bloed in de urine vaststelt, is hetniet altijd meteen duidelijk of het bloed afkomstig is vande nierhaarvaatjes dan wel van het urinewegafvoersysteem.Bij twijfel wordt klassiek teruggegrepen naar fasecontrastmicroscopiewaarbij niet alleen gezocht wordtnaar rode bloedcelcilinders maar ook naar acanthocyten(urinaire gekartelde rode bloedcellen met typische‘blebs’vorming). De vaststelling van rode bloedcelcilindersen/of meer dan 5% acanthocyten van het totalerode bloedcellenaantal is zeer specifiek (respectievelijk97% en 98%) voor glomerulaire hematurie maar helaasweinig gevoelig (respectievelijk slechts 24% en 52%).Bovendien is dit onderzoek zeer arbeidsintensief engevoelig voor fouten. Anderzijds kunnen rode bloedcellenin een oud urinestaal van vorm veranderen en verkeerdelijkals acanthocyten geïnterpreteerd worden.Dysmorphic red cells27

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!