10.07.2015 Views

Kader Primair 11 (2009-2010). - Avs

Kader Primair 11 (2009-2010). - Avs

Kader Primair 11 (2009-2010). - Avs

SHOW MORE
SHOW LESS
  • No tags were found...

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

jaargang 15 _ nummer <strong>11</strong> _ juni <strong>2010</strong><strong>11</strong><strong>Kader</strong> <strong>Primair</strong>vakblad voor leidinggevenden in het primair onderwijsthema _ Veranderingen blijvend makenVeranderdeskundige Léon de Caluwé: ‘Mensen veranderen pas als ze dat zelf willen’ _ ProjectOpbrengstgericht leiderschap streeft naar zichtbare resultaten _ Honderd jaar onderwijsvernieuwing:wat is nu werkelijk veranderd? _ Pabo-studenten fantaseren over hun ideale basisschoolactueel _ Onderwijspersoneel geeft voorkeuraan D66; VVD verliestachtergrond _ Impact geboortemaand op voetbalenschoolsucces


<strong>Kader</strong> <strong>Primair</strong><strong>Kader</strong> <strong>Primair</strong> is een uitgave van de Algemene VerenigingSchoolleiders (AVS), dé vereniging voor alle leiding gevendenin het basis-, voortgezet en speciaal onderwijs. <strong>Kader</strong> <strong>Primair</strong>verschijnt tien of elf keer per jaar. Oplage: 6.000. Overnamevan artikelen na overleg met de hoofd redacteur.ISSN 1384-<strong>11</strong>65RedactieMarc Mathies (hoofdredactie), Vanja de Groot,Joëlle Poortvliet (bureau- en eindredactie), Hans van denBerg, Jos Hagens (gastredacteur), Carine Hulscher-Slot(gastredacteur), Tom Roetert. Redactieadres: AVSMedewerkers deze maandJaan van Aken, Lex Albers, Susan de Boer, Jos Collignon,Noortje van Dorp, Ton Duif, Daniëlla van ’t Erve, Will Geurds,Anna Green, Chris Harrison, Irene Hemels, Jos Kooij, WilliamMoore, Marijke Nijboer, Pieter de Roest, Darrell Rud,Jan Schraven, Magda Snijders, Harry van Soest, Elaine Toes,Leo Vogelzang/WFAAbonnementenAVS-leden ontvangen <strong>Kader</strong> <strong>Primair</strong> en <strong>Kader</strong>nieuws gratis.Abonnementprijs voor niet-leden: t <strong>11</strong>3 (excl. 6% BTW).Administratie: AVS-secretariaatGrafische vormgeving en drukThoben Offset NijmegenTelefoon: 024-3220287AdvertentiesRecent, Ray Aronds,Postbus 17229, 1001 JE AmsterdamTelefoon: 020-3308998, fax: 020-4204005E-mail: info@recent.nl www.recent.nlLedenserviceAVSPostbus 1003, 3500 BA UtrechtTelefoon: 030-2361010, fax: 030-2361036E-mail: info@avs.nl www.avs.nlHelpdeskVoor adviezen over wet- en regelgeving, functiewaardering,de individuele rechtspositie en arbeidsvoorwaarden.maandag t/m vrijdag: 09.00 – 17.00 uurtelefoon: 030-2361010BestuurTon Duif (voorzitter), Jan Morsink (secretaris), Petra Palokaj(penningmeester), Hans PenningsLedenraadE-mail: ledenraad@avs.nlDecentraal Georganiseerd OverlegDe AVS overlegt namens het Ambtenarencentrum.Secretariaat: Winlan Man, w.man@avs.nl, tel. 030-2361010LidmaatschapLidmaatschap schooljaar <strong>2010</strong>/20<strong>11</strong>Persoonlijk deel: t 136,50Managementdeel: t 197 – t 288, afhankelijk van het aantalleerlingen (1 x per school)Postactief lid: t 103 (FPU, pensioen)Aspirant lid: v.a. t 30 (u bent (nog) geen (adjunct-)schoolleider)Buitengewoon lid: t 103Kijk voor het huidige actieaanbod en delidmaatschapsvoorwaarden op www.avs.nl/lidworden.De mening van in <strong>Kader</strong> <strong>Primair</strong> geïnterviewde personen isniet noodzakelijkerwijs de mening van de AVS. Ook duidt adverterenin dit blad niet op samenwerking of goedkeuring van de AVS met of voorde betreffende organisatie, behoudens de AVS Voordeelpartners.Uitgelichtthema _ ‘Het wordt absoluut een brede school’Wat verandert er ten opzichte van de huidige inrichting vanhet onderwijs als veertien frisse pabo-studenten een fictievenieuwe school mogen inrichten? <strong>Kader</strong> <strong>Primair</strong> legde het zevoor. Over het concept waren ze het snel eens, maar ookpabo-studenten zijn al gevoelig voor de heersende orde.pagina 22achtergrond _ Invloed geboortemaandop voetbal- en schoolsuccesVoetbalscouts zijn geneigd vaak de oudste, in plaats vande beste voetballers van een lichting te kiezen, omdat zijfysiek sterker zijn. Net als bij topvoetballers telt ook in hetonderwijs de geboortemaand. Hoe precies, en kunnenscholen daar iets mee? pagina 34actueelthema _ Hoe voorkom je terugglijdennaar de oude situatie?Mensen staan niet altijd te trappelen om mee te gaanin veranderingen. En als een verandering eenmaal isdoorgevoerd, moet die ook nog beklijven. Interview metsociaal psycholoog en veranderdeskundige Léon deCaluwé over één van de meest lastige taken van deonderwijsmanager. pagina 10dubbelbetoog _ Het gevaar vanverregaande toetsingsdrangCentrale toetsen, entreetoetsen, rankings…; toetsen enmeten zijn onontbeerlijk voor goed onderwijs, maar hetgaat fout als de overheid deze toetsen gaat voorschrijvenen scholen erop gaat afrekenen. Twee waarschuwingen,uit de VS en Groot-Brittannië, waar men ruime ervaringheeft met verregaande meet- en afrekensystemen.pagina 262 Onderwijspersoneel geeft voorkeur aan D66; VVD verliestVVD wél populair onder leerlingen groep 7 en 82 Tien euro per leerling voor veranderingen door Passend onderwijsNieuwe regeling3 Eerste klus nieuwe Kamer: onderwijs salarissen reddenBonden trekken gezamenlijk aan de bel<strong>Kader</strong> <strong>Primair</strong> wordt gedrukt op papier dat het FSC-keurmerk draagt.Foto omslag: Studenten van pabo Groenewoud in Nijmegen brainstormenover hun ideale basisschool. Foto: William Moore


Inhoud juni<strong>Kader</strong>spel _ door ton duifthema _ Veranderingenblijvend maken10 Mensen veranderen pasals ze dat zelf willenLéon de Caluwé: ‘Met dwang maak jeveranderbereidheid kapot’14 ‘De vergadertafel’ wordtniet zomaar praktijkOpbrengstgericht leiderschap18 Onderwijsverandering: een kringloop?Beknopte analyse van honderd jaaronderwijsvernieuwing22 ‘Als student wordt je al snel inbestaande structuren gezogen’Pabo-studenten richten fictieve nieuwe school inverder in dit nummer26 Verenigde Staten en Groot-Brittanniëwaarschuwen voor federale toetscultuurNederlandse politici willen investeren, maar danook meer invloed?34 Vroege of late leerling; wie is beter af?Samenhang geboortemaand en succes38 Inzicht in overheadOverhead Value Analyse maakt omvang enwenselijkheid overhead transparant42 Verplichte voorlichting alsstok achter de deurHomoseksualiteit in het primair onderwijsiedere maand9 Illustratie Jos Collignon21 Uw mening telt | peiling31 Zo kan het ook! | Good practiceEen virtuele schoolreis door Europa33 Speciaal (basis)onderwijsOpbrengsten meten in speciaal basisonderwijsleidt tot discussie46 Van de AVS48 AVS School for Leadership50 Voor u geselecteerd51 Boekbespreking‘De Seniorcode, je loopbaan na je 45 e ’PatstellingTerwijl ik dit schrijf, komt het bericht binnen dat CDA-fractievoorzitterMaxime Verhagen wel naar de informateur wil, maar niet wil praten met Rutteen Wilders. De kiezer heeft Nederland opgezadeld met een haast onoplosbaardilemma: welke partijen zijn bereid hun nek uit te steken in deze tijdvan draconische bezuinigingen? En dan ook nog met een partij als de PVV,die als grootste overwinnaar uit de stembusstrijd is gekomen. De kiezer heeftgesproken, dat is een niet terug te draaien situatie, maar wat nu? Het is ontegenzeggelijkwaar dat een flink aantal ideeën van de PVV moreel verwerpelijkzijn. Vooral het over één kam scheren van alle moslims is mij een doorn in hetoog en vergroot de maatschappelijke scheiding tussen bevolkingsgroepen.Is het onzin dat deze gevoelens zo aanslaan bij de bevolking? Nee, het isook waar dat flinke groepen jongeren van onder meer Marokkaanse afkomstonze wijken terroriseren en dat nog steeds een flink aantal nieuwkomers nietwil integreren. Het is ook waar dat in het verleden hierop badinerend werdgereageerd door beleidsmakers en ordehandhavers. Maar de PVV slaat verdoor in haar afwijzende houding tegen ‘de moslims’ als geheel.Toch moet Nederland geregeerd worden. Een kabinet over rechts metVVD, CDA en PVV lijkt nu onmogelijk. Een andere regeringscombinatie isook logisch; ruim 76 procent van de kiezers heeft immers niet op de PVVgestemd. Er is haast geboden, want er is genoeg te doen.De ledenraad van de AVS heeft op 16 juni jongstleden ingestemd met eenonderzoek naar een betere samenwerking tussen de PO-Raad en de AVS.Uitgangspunt daarbij is volgens de ledenraad dat de succesvolle (vakbonds)belangenbehartiging van leidinggevenden ook voor de toekomst veiliggesteldmoet worden. AVS en PO-Raad hebben voor een deel gelijke belangen;een betere vertegenwoordiging van de sector primair onderwijs in het publiekedebat en gezamenlijk zorgen voor een uitstekende service aan besturenen schoolleiders. Het onderzoek moet de meerwaarde van deze samenwerkingaantonen. Ook willen we onderzoeken of delen van de AVS en dePO-Raad niet kunnen worden samengevoegd. Bestuur en ledenraad van deAVS zullen de uitkomst van het onderzoek toetsen aan onwankelbare eisen;de belangenbehartiging en de invloed van schoolleiders op het beleid van desector mogen hier niet onder lijden. Het is de bedoeling eind december <strong>2010</strong>over de uitkomsten te kunnen beschikken. We houden u op de hoogte.Tot slot wens ik u allen een zeer goede en welverdiende vakantie toe en dankik iedereen met wie we het afgelopen jaar op een of andere manier hebbensamengewerkt. Ik hoop iedereen weer gezond terug te zien in het nieuweschooljaar! _kader primair juni <strong>2010</strong> 1


actueelvvd wél populair onder leerlingen groep 7 en 8Onderwijspersoneel geeft voorkeur aan D66;VVD verliestD66 is de beste partij voor het onderwijs volgens de bezoekers van www.prima-online.nl, een platformvoor onderwijsprofessionals. Meer dan 1.250 mensen uit het onderwijsveld beantwoordden de vraag ‘welkepartij is het beste voor het basis- of voortgezet onderwijs?’. De uitslag van de Prima-poll wijkt sterk af vande landelijke verkiezingen. Leerlingen gaven in tegenstelling tot het personeel de voorkeur aan de VVD.D66 kreeg in de poll vanPrima 43 zetels in het primaironderwijs en 52 in het voortgezet.In het basisonderwijseindigde de PvdA op detweede plek met 26 zetelsen het CDA als derde met 20zetels. De PvdA eindigde ookin het vo als tweede met 27zetels en de SP kwam op dederde plaats met 20 zetels.In tegenstelling tot de landelijkeuitslag, zijn de VVD ende PVV zowel in het basis- alshet voortgezet onderwijs,hekkensluiters.Landelijk zijn de VVD en PVVjuist de grote winnaars. Primavroeg enkele organisaties,waaronder de AVS, naar hunmening hierover. VoorzitterTon Duif: “Ik ben blij dat dePVV zo slecht heeft gescoordin de poll, want van dat verkiezingsprogrammaword jeals onderwijskundige nietvrolijk. Op school komen juistalle culturen samen en danis het tegen elkaar uitspelenvan groepen geen alternatief.Over vijftig jaar praten we nietmeer over deze verschillen.”Het CDA is in het basisonderwijsals derde geëindigd. DeAVS denkt dat de denominatienog steeds een belangrijkerol speelt in het basisonderwijs.Ook bij de keuze vooreen school door de ouders.In het voortgezet onderwijsis dit nauwelijks een factor.Duif: “Ik denk dan ook datleerkrachten uit loyaliteit CDAhebben gestemd in de poll.”Welke toekomstige coalitie wetegemoet kunnen zien? Duif isbang dat “een nieuw kabinetaan de voorkant investeerten tegelijkertijd aan de achterkantweer bezuinigt”. “Dekans bestaat dat de overheiddoor te investeren meer gripop het onderwijs probeert tekrijgen. Je krijgt dan Engelseen Amerikaanse toestandenmet centrale examens en centralecurricula en dat maaktscholen defensief. Daar ben ikbezorgd over.” (zie ook artikelpagina 26)BasisschoolverkiezingenBasisschoolleerlingen in groep7 en 8 konden van 7 juni toten met 9 juni al stemmentijdens de eerste echte onlinebasisschoolverkiezingen, georganiseerddoor KwintessensUitgevers, Politiek4Kids enKlasseTV. De VVD heeft dezeschaduwverkiezingen gewonnenmet 24 zetels. Daarnavolgt de PvdA met 21 zetelsen de Partij voor de Dierenen GroenLinks met beide 20zetels. Leerlingen in de basisschoolleeftijdvinden natuur,milieu en dieren van grootbelang. De PVV krijgt met 19zetels nog net een plaats inde top vijf. De boodschap vanWilders over strenger straffenen een veilige buurt spreektveel leerlingen aan, evenalseen verdubbeling van hetaantal gymuren. Opvallendzijn de vier zetels voor de Piratenpartij.En tot slot had RitaVerdonk (Trots op Nederland)van de basisschoolleerlingenwel een plaatsje mogen bezettenin de Tweede Kamer.Voorafgaand aan de verkiezingengingen de leerlingenmet behulp van lespakkettenaan de slag met wetenswaardighedenop het gebied vanpolitiek, democratie, debatteren,taalgebruik in discussies,meningsvorming, de rolvan de Tweede Kamer en deverkiezingen. Momenteel zijnze bezig met het vervolg: deformatie, het regeerakkoorden het samenstellen van eenkabinet. _nieuwe regelingTien euro per leerling voor veranderingendoor Passend onderwijsDe invoering van Passend onderwijs brengt een aantal wijzigingen met zich mee. Om die veranderingen hethoofd te bieden ontvangen alle samenwerkingsverbanden WSNS en de REC’s tien euro per leerling.Het geld wordt in de schooljaren<strong>2010</strong>/20<strong>11</strong> en 20<strong>11</strong>/2012uitgekeerd. In augustus <strong>2010</strong>krijgt men het eerste deel(5/12) en in februari 20<strong>11</strong> hettweede (7/12). Het geld wordtuitgekeerd aan de centralediensten en kassierscholenvan de samenwerkingsverbandenen aan de REC’s. Demiddelen worden ingezet voorbijvoorbeeld bij- en nascholingvan leerkrachten, het opstellenvan onderwijszorgprofielenof extra ondersteuningvoor leerkrachten in de klas. _2


actueelactueelbonden trekken gezamenlijk aan de belEerste klus nieuwe Kamer: onderwijs -salarissen reddenDe nieuwe leden van de Tweede Kamer hebben de belangrijke taak om ervoor te zorgen dat het onderwijsniet met achterstand begint aan een nieuwe kabinetsperiode. De gezamenlijke onderwijsbonden AVS, AOb,CNVO, CMHF en Abvakabo hebben hen dan ook opgeroepen de onderwijssalarissen te redden. De bondenwillen dat de Kamer nog voor het zomerreces in een apart debat hierover demissionair minister Rouvoetter verantwoording roept.Het huidige demissionairekabinet heeft voorgesteld desalarissen van onderwijspersoneelin <strong>2010</strong> te bevriezen.Dit terwijl de salarissen inde markt wel bescheidengroeien en het de afspraakwas de lonen mee te latenstijgen met de markt. Enleerlingen hebben behoefteaan meer nieuwe topdocenten,onderwijsondersteunersen schoolleiders. Deze nullijnjaagt personeel weg uithet onderwijs en schriktnieuw personeel af, aldus debonden. Vooral het personeelin het basis- en voortgezetonderwijs (bijna 300.000werknemers) gaat dit directmerken.Maar als het demissionairekabinet zijn zin krijgt wordthet personeel nu al op achterstandgezet. Een ruimeKamermeerderheid namechter op 22 april van dit jaarde motie Azough aan die zichuitspreekt tegen dit plan. Nade verkiezingen is de meerderheidvoor die motie alleennog maar gegroeid.Vastlopende caoonderhandelingenHet basisonderwijs kan nietbeginnen met onderhandelenals het kabinet vasthoudt aande nullijn. Dat betekent voorruim 175.000 werknemersgeen nieuwe cao, dus een groteresalarisachterstand. In hetvoortgezet onderwijs komende bonden en de werkgevers erook niet uit.De bonden willen dat de Kamerde onderwijsparagraaf van demaatregel uit de Voorjaarsnotain een apart debat behandelten een goede oplossing zoektvoor de lerarensalarissen. Bondenvragen een loonstijgingvan 1,25 procent. Daarvoor ishet beloofde budget voor <strong>2010</strong>nodig. De bonden: “Als de nieuweKamer de ambitie om naarde top 5 van kenniseconomieënte komen serieus neemt, is ditgelijk het moment om te latenzien dat het ze menens is.” _Meer informatie: AVS,Carine Hulscher-Slot,c.hulscher@avs.nlin drie jaar tijd sterkere verbetering dan in twee jaarZeer zwakke scholen verbeteren zich duurzaamDe Inspectie van het Onderwijs houdt intensief toezicht op de ongeveer 1,5 procent van de scholen die zeerzwak zijn. Uit het recente inspectierapport 'Zeer zwakke basisscholen in het basisonderwijs 2006-<strong>2010</strong>'blijkt dat scholen die 'zeer zwak' verklaard worden zich bijna allemaal binnen twee jaar weten te verbeteren.Dit zijn meestal duurzame verbeteringen: vaak weten scholen zich in de loop der jaren nog verder teverbeteren.Een klein deel van de scholenheeft nog een derde jaarnodig om van het oordeel'zeer zwak' af te komen. Hetblijkt echter dat deze scholenzich na deze verlenging sterkerverbeterd hebben dan dezeer zwakke scholen die zichbinnen de termijn van tweejaar wisten te verbeteren.In het onderzoek zet deinspectie uiteen wat de kenmerkenzijn van zeer zwakkebasisscholen, hoe deze scholenzich verbeteren en of dezeverbeteringen duurzaam zijn.Zeer zwakke scholen scorenvooral zwak op leerlingenzorg,de didactiek en de kwaliteitszorg.Vaak blijken descholen voordat ze zeer zwakwerden al te lage opbrengstenen een onvoldoendeonderwijsproces te hebbengehad. Schoolbesturen en-directies hadden vaak niet inde gaten dat de kwaliteit vanhun school achteruitging. _Meer informatie:www.onderwijsinspectie.nlkader primair juni <strong>2010</strong>3


actueellumpsumDefinitieve bekostigingscijfers<strong>2009</strong>/<strong>2010</strong> en voorlopige cijfers<strong>2010</strong>/20<strong>11</strong> bekendOp 5 juni <strong>2010</strong> is de regeling ‘Aanpassing bedragen lumpsumbekostiging po <strong>2009</strong>/<strong>2010</strong>’ vastgesteld.Ten opzichte van schooljaar 2008/<strong>2009</strong> is er sprake van een opslag van 2,123 procent. Ten opzichte vande voorlopige regeling <strong>2009</strong>/<strong>2010</strong> uit augustus <strong>2009</strong> is er sprake van een stijging van 1,503 procent.De indexering voor het Bestuur & Management-budget (BM) bedraagt eveneens 2,123 procent (1,503 tenopzichte van augustus <strong>2009</strong>). De indexering voor het Budget voor Personeels- en Arbeidsmarktbeleid (BPA)valt wat lager uit in vergelijking met 2008/<strong>2009</strong>, omdat bepaalde maatregelen in dat jaar eenmalig warenen in <strong>2009</strong>/<strong>2010</strong> ongedaan zijn gemaakt: 1,5 procent ten opzichte van augustus <strong>2009</strong>.In deze gewijzigde bedragen isook de vergoeding opgenomenvoor de gestegen loonkostenper december <strong>2009</strong>, als gevolgvan de afspraken uit november<strong>2009</strong> inzake het convenantLeerkracht. Door eenversnelde uitbetaling van hetBPA is feitelijk een voorschotverstrekt voor deze stijgingvan de loonkosten.Nu de definitieve bekostigingsgegevensover <strong>2009</strong>/<strong>2010</strong> zijnvastgesteld, kunnen binnenkortde beschikkingen wordenverzonden. De nabetalingvan juni <strong>2010</strong> is in principetoereikend om de versneldeuitbetaling van de BPA tecompenseren.Omdat de ministerraad heeftbesloten om met ingang van<strong>2010</strong> de nullijn te hanterenvoor de sector overheid,inclusief onderwijspersoneel,wordt de premiestijging perjanuari <strong>2010</strong> niet gecompenseerd.Evenmin wordt er inde regeling gesproken over decompensatie van de gestegenABP-premie per juli <strong>2009</strong> (dieper 1-1-<strong>2010</strong> weer grotendeelsis teruggedraaid). De loonkostenzijn dus wel met dezepercentages gestegen, maarde loonsubsidie compenseertdit niet!Bekostiging <strong>2010</strong>/20<strong>11</strong>De voorlopige cijfers voor debekostiging <strong>2010</strong>/20<strong>11</strong> zijn alin april <strong>2010</strong> gepubliceerd.Hier was sprake van eenindexering van 1,381 procentten opzichte van de voorlopigeprijzen in <strong>2009</strong>/<strong>2010</strong>. In juli<strong>2010</strong> zouden hiervoor nognieuwe cijfers volgen, omdatin april <strong>2010</strong> geen rekeningwas gehouden met de premiestijgingper januari <strong>2010</strong>(geraamd op 0,3 procent vande loonsom). Omdat de ministerraadechter in de Voorjaarsnotaheeft besloten tot denullijn, komt er geen verdereverhoging van de lumpsumcijfersvan april. Deze publicatietoont dus de cijfers voor hetnieuwe schooljaar.Ten opzichte van de hierbovenbeschreven definitieve cijfersover <strong>2009</strong>/<strong>2010</strong> is er sprakevan een teruggang van circa0,12 procent. Wel moet menzich realiseren, dat de loonkostenwel die 0,3 procenthogere premies bevatten.Voor het overige zitten in dezecijfers ook al de schaalinkortingenper 1-1-20<strong>11</strong> en de eerstetranche van de functiemixper augustus <strong>2010</strong>. En ook dedoorwerking van de afsprakenover de salarisontwikkelingvan de adjunct-directeurenis verwerkt (met name deafschaffing van de AA-schaal).Zoals elk jaar zal tegen heteind van schooljaar <strong>2010</strong>/20<strong>11</strong>nog een nacalculatie plaatsvinden,maar voorlopig lijkthet verstandig om er rekeningmee te houden dat ook dande nullijn nog van kracht zalzijn. Ook achteraf zal er dusgeen indexering te verwachtenzijn.Elders is al beschreven datin het schooljaar <strong>2009</strong>/<strong>2010</strong>eenmalig een korting vanY 7,73 per leerling op het BPAwas aangebracht, om daarmeede kosten voor humanistischvormingsonderwijsen godsdienstonderwijs inhet openbaar onderwijs tedekken. Die korting wordtmet ingang van <strong>2010</strong>/20<strong>11</strong>ongedaan gemaakt. Daarvoorworden de parameters voor deloonsubsidie met ingang van<strong>2010</strong>/20<strong>11</strong> met 0,0001 per leerlingverlaagd en met ingangvan 20<strong>11</strong> wordt de formulevoor de groepsafhankelijkevergoeding vereenvoudigd,wat ook nog tot een kleinekorting leidt. _Op de site van de PO-Raadstaat een gedetailleerdebeschrijving van de opbouwvan de indexering loonsubsidie<strong>2009</strong>/<strong>2010</strong>. De integraleregeling <strong>2009</strong>/<strong>2010</strong> is te downloadenvanaf www.avs.nl/dossiers/financien/lumpsum.Ook de integrale regeling<strong>2010</strong>/20<strong>11</strong> van april <strong>2010</strong> isdaar te vinden.4


actueelactueeleen jaar erbijSubsidie scholing overblijfmedewerkers verlengdVanaf begin september kunnen scholen een beroep doen op de ‘Subsidieregeling scholingoverblijfmedewerkers primair onderwijs 2007-<strong>2010</strong>’. Deze regeling wordt verlengd met één schooljaar.Voor het schooljaar <strong>2010</strong>/20<strong>11</strong> is vier miljoen euro beschikbaar voor beroepsgerichte opleidingen.De regeling wordt nog bekendgemaakt in de Staatscourant.Voor de kwaliteit van de tussenschoolseopvang (tso) is dedeskundigheid van overblijfkrachtenvan groot belang. Deafgelopen jaren (2002-<strong>2010</strong>) isvia de subsidieregeling flinkgeïnvesteerd in de scholing vanoverblijfkrachten. In 2008 is ineen brief aan de Tweede Kameraangekondigd dat, gezien hetbelang van een goede tso, ookna <strong>2010</strong> geld beschikbaar wordtgesteld voor de scholing vanoverblijfkrachten. In overlegmet de onderwijsorganisatieszou worden bezien of de subsidieregelingnog beter zou zijnaf te stemmen op het beoogdedoel. Vanwege de demissionairestatus van het kabinet is dit niethaalbaar gebleken en is gekozenvoor de openstelling van de subsidievoor de periode van nogeen schooljaar (<strong>2010</strong>/20<strong>11</strong>). _betere bescherming nodig tegen online commercieNederlandse kinderen koploper in gebruiknieuwe mediaNederlandse kinderen tussen 6 en 12 jaar zijn koploper in Europa in het gebruik van nieuwe media;ze zitten meer op internet en de helft heeft een mobiele telefoon. Via deze media worden de kinderen steedsvaker en jonger commercieel benaderd zonder tussenkomst van de ouders.Kinderen doorzien de reclamesop internet echter nogniet goed en zijn vatbaar voormisleiding. Het is belangrijkdat kinderen zelf actief lerenomgaan met nieuwe mediaen ze moeten daarnaast beterbeschermd worden tegen degroeiende commercie online.Zo kan de Kinder- en Jeugdreclamecodeaangepast wordenen het toezicht op misleidendereclame scherper. Tot dezeaanbevelingen komen prof.dr. Jos de Haan en drs. RemcoPijpers in het boek ’Contact!Kinderen en nieuwe media’.Het boek is een initiatief vanhet Sociaal en Cultureel Planbureau(SCP), het programmaDigivaardig & Digibewust ende Stichting Mijn Kind Online.Enkele (andere) conclusies uithet boek:• Digitaal aanbod voor jongekinderen neemt fors toeVan virtuele werelden (zoalsPanfu.nl vanaf 4 jaar) tot specialetelevisiesites met veelinteractie (zoals Spangas.nl enAnubis). Voorheen gebruiktenkinderen tussen 6 en 12 jaarnieuwe media vooral om tespelen, nu zetten zij deze ookin om met elkaar te communiceren.Jonge kinderen makenook meer gebruik van aanboddat niet specifiek voor henbedoeld is, zoals Hyves, MSNen YouTube.• Grens tussen commerciële enniet-commerciële inhoud vervaagtReclames zijn vaak ingebedin sociale netwerken en deonline games. De grens tussenwat tot de inhoud van desite hoort (niet-commercieel)en wat informatie van eenadverteerder is, vervaagtsteeds meer: een prijsvraagis een verkapte advertentieen een spelletje is bij naderinzien afkomstig van eenadverteerder.• Digitale vaardigheden prominenterin onderwijsJonge kinderen hebben grotemoeite om het commerciëlekarakter van reclames tedoorzien. Volgens de auteursontbreekt het de kinderenaan digitale vaardigheden. Zevinden dat het leren van dezevaardigheden een prominentereplaats moet krijgen in hetonderwijs. In het ideale gevalgaan scholen werken met eenleerlijn ‘informatievaardigheden’,die start in het basisonderwijsen doorloopt in hethoger onderwijs.• Naast aandacht voor educatieook reclame beter onderscheidenHet aanleren van digitalevaardigheden aan jonge kinderenalleen is echter onvoldoende, zo blijkt uit het boek.Kinderen benutten namelijkde opgedane mediawijsheidnauwelijks als ze online metreclame worden geconfronteerd.Naast het aanleren vandigitale vaardigheden moeter nog duidelijker aangegevenworden wanneer een boodschapeen commerciële bedoelingheeft. Dit kan volgens deauteurs goed in de Kinder- enJeugdreclamecode. Organisatieszouden dan niet via socialenetwerken met kinderenonder de 13 jaar contact opmogen nemen zonder toestemmingvan de ouders. _Meer informatie: www.bsl.nl/kinderenennieuwemediakader primair juni <strong>2010</strong>5


actueelgelijkheidsbeleid vaak alleen gericht op meisjesBrussel wil aandacht voor jongens op schoolBrussel vindt dat EU-landen in actie moeten komen tegen de ondermaatse prestaties van jongens op scholen.Jongens halen meestal lagere cijfers dan meisjes, lezen slechter en stoppen vaak eerder met school of blijvenzitten, zo blijkt uit internationaal onderzoek.EU-commissaris AndroullaVassiliou (Onderwijs) vindtdat het tijd is om de jongenste helpen. Slechts enkele landenhebben de ondermaatseprestaties van jongens toteen beleidsprioriteit gemaakt(het Vlaamse Gewest van België,Ierland en het VerenigdKoninkrijk). Nog minderlanden hebben speciale programma’svoor de leesvaardigheidvan jongens.Het gelijkheidsbeleid in hetonderwijs is meestal noggericht op meisjes. Meisjesworden meestal aangemoedigdom te kiezen voor eenloopbaan in de techniek ofnatuurwetenschappen. “Erbestaan interessante individueleinitiatieven en projecten,maar algemene nationalestrategieën om genderstereotypenin beroepskeuze tebestrijden en initiatieven voorjongens ontbreken”, aldus deCypriotische EU-commissaris.“Het onderwijzend personeelbestaat voor het overgrote deeluit vrouwen”, stelt ze vast.“De meeste afgestudeerdenzijn vrouwen en de meestevroegtijdige schoolverlaterszijn jongens. Wij moeten hetgelijkheidsbeleid afstemmenop deze realiteit.” _(Bron: ANP/CNVO)overeenkomst aanpak knelpuntenWederzijdse erkenningonderwijssystemenNederland enNoordrijn-WestfalenIn de grensregio van Nederland met deDuitse deelstaat Noordrijn-Westfalen zijn degrensoverschrijdende knelpunten op het gebied vanonderwijs aangepakt. Deze afspraken zijn vastgelegdin een gezamenlijke overeenkomst die ondertekendis door staatssecretaris Marja van Bijsterveldt(Onderwijs) en haar Duitse collega-staatssecretaris.Door deze gemeenschappelijkeverklaring hebbenleerlingen die verhuizen vanNederland naar Noordrijn-Westfalen en andersom geenproblemen meer bij het wisselenvan schoolsysteem. Hierdoorwordt in deze regio ookde aansluiting bij vervolgonderwijsin het buurland makkelijker.Nu deze belangrijkestap gezet is, wordt gewerktaan oplossen van het knelpuntrond de erkenning vanmbo-diploma’s.Al meer dan vijftig jaar wordtgewerkt aan het verbeterenvan de grensoverschrijdendesamenwerking (GROS-verband)tussen Nederland, België enDuitsland, op gebieden alsonderwijs, openbaar vervoeren criminaliteit. _inschrijven vóór 15 september <strong>2010</strong>Veldaanvragen voorleerplanvraagstukkenHet nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling(SLO) krijgt subsidie van OCW voor dezogenaamde veldaanvragen, bedoeld om scholen,vakverenigingen en overige bij het onderwijsbetrokken organisaties te ondersteunen bij hunleerplanvraagstukken. De inschrijving voor develdaanvragen 20<strong>11</strong> loopt tot respectievelijk 15september (expeditiezone) en 1 oktober (vrije zone)aanstaande.In de expeditiezone doet SLO– na overleg met de sectorraden– per onderwijssector eenaantal projectvoorstellen, dieinspelen op actuele ontwikkelingenop leerplankundiggebied. Scholen kunnen zichper project inschrijven.Voor ondersteuning van SLObij specifieke leerplanvragenis een aanvraag in de vrijezone wellicht meer geschikt.Binnen de vrije zone kunnenscholen geheel eigen projectvoorstellenvoor leerplanontwikkelingindienen. Dezeworden vervolgens door eenonafhankelijke jury beoordeeldaan de hand van eenaantal criteria. _Meer informatie: www.slo.nl6


actueelniet elk venster hoeft individueel behandeld; school kan eigen accenten leggenCanon van Nederland per 1 augustus onderdeelvan kerndoelenPer 1 augustus <strong>2010</strong> vormt de canon van Nederland onderdeel van de kerndoelen voor het primair envoortgezet onderwijs. Van scholen wordt gevraagd dat zij inzichtelijk kunnen maken dat in hun onderwijsaanbod– desgewenst ook buiten het geschiedenisonderwijs – de vensters geïntegreerd zijn in debehandeling van de (tien) tijdvakken.De bepaling gaat echterniet zo ver dat scholen elkindividueel venster moetenbehandelen in het onderwijs.De school kan dus eigenaccenten (blijven) aanbrengenin het (geschiedenis)onderwijs.Scholen, leerkrachtenen makers van leermiddelenmaken zelf keuzes als hetgaat om de aanpak van decanonvensters, de tijdvakkenen het leggen van dieaccenten. Tegelijkertijd isgewaarborgd dat een gedeeldekennis van de Nederlandsegeschiedenis ontstaat.Leerkrachten kunnen devijftig vensters van de canonvan de Nederlandse geschiedenisgebruiken om detien tijdvakken uit de kerndoelenuit te werken en teillustreren.Op de basisschool ligt denadruk op de geschiedenisvan Nederland. In hetvoortgezet onderwijs krijgeninternationale ontwikkelingenmeer aandacht. _Kijk voor lesvoorbeelden, eenmethode-check, voorlichtingen een handreiking voor leerkrachtenop www.entoen.nu.laagste percentage van alle sectoren‘Trots werknemers onderwijs op dieptepunt’Nederlandse werknemers zijn beduidend minder trots op hun organisatie dan een jaar geleden. Hetpercentage trotse werknemers daalde van 47 naar 35 procent. Binnen het onderwijs was de teruggangspectaculair groter en daalde deze van 50 naar 28 procent. Daarmee telt het onderwijs het laagstepercentage trotse werknemers van alle sectoren. Dit blijkt uit de <strong>2010</strong>-editie van het periodieke onderzoekvan Integron naar medewerkerstevredenheid in Nederland.Werknemers in het onderwijszijn ook minder tevredendan hun collega’s in anderesectoren. De sector krijgt vanmedewerkers een 6,9 op hetrapport, exact gelijk aan descore van een jaar eerder.Medewerkers in het onderwijszijn minder tevreden gewordenover de arbeidsomstandigheden(van 7,2 naar 6,8)en de ondernemingsraad (van6,6 naar 6,3). Ten aanzien vande arbeidsvoorwaarden is ersprake van een lichte stijging(van 6,4 naar 6,6), maar op ditonderdeel is het onderwijs nogsteeds hekkensluiter.Iets minder dan de helftvan de werknemers in hetonderwijs ondervindt gevolgenvan de economische crisis. Datis fors lager dan het landelijkgemiddelde (73 procent). Derecessie lijkt het onderwijsdus veel minder te raken danandere sectorenDertigers minsttevredenPlezier in het werk staat ditjaar zowel in het onderwijsals landelijk op nummer één,als het gaat om waarderingvoor werkgerelateerde zakenen het belang dat werknemersdaaraan hechten. Op nummertwee van deze ‘kernverwachtingen’staat: Vertrouwen inde integriteit van de directleidinggevende. Vrouwen zijndit jaar iets meer tevredenover het werk dan mannen; in<strong>2009</strong> was dit nog andersom.Een andere opvallende ommekeeris dat dertigers nu deminst tevreden werknemersvormen (cijfer 6,9), terwijl eerdereonderzoeken aangavenRectificatiedat werknemers zich mindertevreden toonden naarmate zijouder waren. De onderzoeksgroepjonger dan 30 is hetmeest tevreden (7,3). _<strong>Kader</strong> <strong>Primair</strong> 1 (september<strong>2010</strong>) gaat in op het themaBeroepstrots.Bij het artikel ‘Op weg naar een nieuwe school’ in <strong>Kader</strong><strong>Primair</strong> 7, pagina 16, is per abuis de naam weggevallen vanhet bedrijf dat de foto’s van de Nicolaasschool leverde. Ditwas ‘Another Day in Paradise’.kader primair juni <strong>2010</strong>7


actueelouders mogen kind niet thuis houdenVoetbal kijken onder schooltijd mag,mits lessen worden ingehaaldScholen voor primair en voortgezet onderwijsmogen tijdens het WK-voetbal leerlingen demogelijkheid bieden op school naar de voetbalwedstrijdenvan het Nederlands elftal te kijken.Scholen zijn wel verplicht zich te houden aan devastgestelde onderwijstijd en ouders mogen hunkind niet thuishouden om naar een voetbalwedstrijdte kijken. Dat meldt het ministerie van OCW.De lessen die komen te vervallen,moeten worden ingehaald.Scholen zijn namelijkverplicht te voldoen aan devastgestelde onderwijstijd.Scholen zijn zelf verantwoordelijkvoor de invulling en hethalen van deze onderwijstijd.Thuisblijven zonder toestemmingvan de school ofzonder geldige reden voorafwezigheid is ongeoorloofdschoolverzuim. Scholen zijnverplicht ongeoorloofd schoolverzuimte registreren bij hetverzuimloket. _Op basisschool De Wegwijzer in Westerbork (foto) waren bijvoorbeeldop initiatief van de leerlingen van groep 8 de lessen op maandagmiddag14 juni opgeschort, in verband met de eerste WK-wedstrijd van hetNederlands elftal. De hele maandagmiddag stond in het teken van Oranjeen voor de niet-voetballiefhebbers werd de middag met sport en spelgevuld. Foto: Pieter de Roestdeelnemers gezochtOnderzoek naar effectbrede scholenScholen in het primair onderwijs kunnen zichaanmelden voor een landelijk onderzoek naar heteffect en de meerwaarde van brede scholen.In opdracht van het ministerievan OCW doen Oberon, Its enSardes gezamenlijk onderzoeknaar de meerwaarde van bredescholen. Voor dit effectonderzoekvolgen zij gedurende driejaar (<strong>2009</strong>-2012) ongeveer 3.000leerlingen op vijftig bredescholen voor primair onderwijsin Nederland. Er wordtonder meer gekeken naar deontwikkeling in leerprestatiesen sociale vaardigheden. Hetresultaat wordt vergelekenmet de ontwikkeling van leerlingenvan ongeveer vijftigniet-brede scholen. _Zowel brede als niet-bredescholen voor primair onderwijskunnen zich nog tot heteinde van <strong>2010</strong> voor het landelijkonderzoek aanmeldenvia s.beekhoven@sardes.nl ofb.swart@sardes.nl.ook aanvragen tot 125 procentmaximumbedrag alsnog gehonoreerdSubsidie verbeteringbinnenklimaatverhoogdMinister Rouvoet heeft het subsidieplafond vande regeling ‘Binnenklimaat huisvesting primaironderwijs verhoogd’ van 97,3 miljoen naar 103,577miljoen euro.Deze wijziging houdt in datde verzoeken van gemeentenen schoolbesturen dietot 125 procent van hetmaximumbedrag hebbengevraagd, alsnog volledigworden gehonoreerd. Debetreffende gemeenten ontvangenvan DUO in de loopvan juni de beschikkingenmet betrekking tot dezebudgetverhoging.Het extra bedrag van 5 miljoeneuro was oorspronkelijkbedoeld voor een aantal experimentenin het kader van hetintegraal aanbesteden. Hetbleek echter niet mogelijkdaarvoor tijdig een regelingtot stand te brengen. _8


illustratie _ jos collignonkader primair juni <strong>2010</strong>9


thema _ veranderingen blijvend makenléon de caluwé: ‘met dwang maakOver het themaVeranderen op zich is best moeilijk, voorzowel mensen als organisaties, stelt sociaalpsycholoog Léon de Caluwé op pagina <strong>11</strong>van dit thema. Dit blijkt ook uit een gesprekmet pabo-studenten: eenmaal ‘ingebed’in het onderwijs, wordt het lastig buitende bestaande kaders te denken, laat staante doen. Veranderingen blíjvend maken,is vervolgens nog een heel ander verhaal.De PO-Raad doet een poging met het projectOpbrengstgericht leiderschap. Drie jaarlang verbeteren deelnemende besturen hettaal- en rekenniveau via opbrengstgerichtwerken in alle lagen van de organisatie.Met als doel een cultuurverandering metblijvend resultaat. Meer daarover op pagina14. Het thema sluit af met een korte analysevan onderwijsvernieuwingen in de afgelopenhonderd jaar. Wat staat verandering in de wegen hoe denkt de huidige wetenschap dit tekunnen doorbreken?Kortom, genoeg stof tot nadenken voor eenhele zomer. Veel leesplezier!PS Ook in het buitenland worden regelmatigveranderingen doorgevoerd die het veld op z'nzachtst gezegd als onwenselijk beschouwd,en die daardoor ook moeilijk beklijven. Oppagina 26 van deze <strong>Kader</strong> <strong>Primair</strong> bekritisereneen Engelse en een Amerikaanse collega desteeds verdergaande toetscultuur in hun land.Het nieuwe Nederlandse kabinet zou ook weleens die kant op kunnen gaan.Mensenals ze daVeranderingen doorvoeren is lastig.Mensen staan niet altijd te trappelenom daarin mee te gaan. En als eenverandering eenmaal is doorgevoerd,ontstaat een nieuwe zorg: hoe voorkom jedat je terugglijdt naar de oude situatie?Sociaal psycholoog en veranderdeskundigeLéon de Caluwé overmisschien wel één van de meest lastigetaken van de onderwijsmanager.tekst marijke nijboer10


je veranderbereidheid kapot’veranderen past zelf willenRuim 70 procent van de veranderingsprocessen in Nederlandseorganisaties loopt volgens Léon de Caluwé vast,of leidt niet tot het beoogde resultaat. Hoe komt dit? Dievraag fascineerde hem zo, dat ‘verandering’ een belangrijkthema werd in zijn werk.“Ik zat in m’n loopbaan in allerlei veranderprocessen. Erwaren mooie voornemens, er kwamen conferenties, erwas bijscholing, maar er veranderde niks. Hooguit werdhet jargon een beetje aangepast. Ik was verbaasd en wildeweten hoe dat kwam.”‘de veranderbereidheid is bijveel mensen kapot gemaakt’Dit is wat hij zag: “Mensen zijn intelligent; ze kunnenzich aan de invloed van anderen onttrekken. Ze verzettenzich niet openlijk, maar pakken het veel slimmer aan: zedoen alsof ze meewerken. Dat brengt namelijk de minstepsychologische kosten met zich mee. In de vergaderingknikken ze ‘ja en amen’ en achteraf denken ze: dit heb ikook weer overleefd.” Volgens De Caluwé zie je zulk gedragmet name wanneer iemand die hoger in hiërarchie is, z’nwil aan collega’s oplegt.>Léon de Caluwé is sociaal psycholoog. Hij werkte als trainer enadviseur van onderwijsmanagers bij het Katholiek PedagogischCentrum (de huidige KPC-groep) en was lid van de AdviesraadVoortgezet Onderwijs. Hij is senior partner bij adviesbureau TwynstraGudde en verzorgde honderden adviesopdrachten, onder meerin het onderwijs. De rode draad in zijn advieswerk is veranderenen de factor mens daarin. De Caluwé is bovendien als hoogleraarAdvieskunde verbonden aan de Vrije Universiteit in Amsterdam enschreef ruim twintig boeken over organisatiekunde, veranderkunde enmanagement.kader primair juni <strong>2010</strong><strong>11</strong>


OverlevenAl vanaf de Oertijd moet de mens zich aande natuur aanpassen, zegt De Caluwé. Men verandert omte kunnen overleven. Die overlevingsstrijd zet zich vandaagde dag voort in de maatschappij en binnen organisaties.Wanneer een school bijvoorbeeld een aantal leerkrachtenmoet laten afvloeien, zullen velen ongetwijfeld hun bestebeentje voorzetten, zodat ze kunnen blijven.Mensen hebben in de basis ook een zekere behoefte aan stabiliteiten voorspelbaarheid, beaamt De Caluwé: “Toch zieje in de maatschappij ook genoeg veranderingen die vrijwilligontstaan. Mensen gaan bijvoorbeeld vrijwillig overop het gebruik van internet en mobiele telefoons. Dat zijngeruisloze maar grote veranderingen, die via verleidingstechniekentot stand komen.”‘bouw een coalitie metje collega’s’Volgens de Amerikaanse psycholoog Edgar Schein voltrekkende meest wezenlijke veranderingen zich echter opbasis van anxiety. De Caluwé: “Dat begrip heeft twee betekenissen:angst én vurig verlangen. Die begrippen liggenmisschien wel heel dicht bij elkaar. In penibele omstandighedenontwikkelen wij het verlangen om iets te creëren datonze kansen op een betere toekomst verbetert. En we kunnenook worden gedreven door de wil om bepaalde omstandighedente vermijden of iets te veroveren.”Er zijn, kortom, genoeg drijfveren om te veranderen. Tochslagen managers er vaak niet in om veranderingen door tevoeren. De Caluwé stelt dat zij daarbij worden gehinderddoor een onrealistisch wereldbeeld. “Mensen in het algemeendenken graag dat de wereld maakbaar is en dat wíjdegenen zijn die de loop der dingen bepalen. Psychologennoemen dat de self-serving bias.” Op diezelfde manier kijkenmanagers naar ondergeschikten: zij denken dat ook dezemensen ‘maakbaar’ zijn, gemakkelijk bij te sturen.WeerstandZodra echter een verandering van bovenafwordt opgelegd, stokt het proces. “Niemand houdt ervandat hij iets moet. Dan wenden mensen zich af en vertonenze weerstand. De veranderbereidheid is bij veel mensen opdie manier kapot gemaakt. Dit gebeurt ook nog steeds binnenhet onderwijs, ook al riep de commissie Dijsselbloemnog zo hard dat het daarmee afgelopen moest zijn.” Eenverandering doordrukken is niet productief; die beklijftniet, en je kweekt er wij/zij-verhoudingen mee, aldus DeCaluwé. “Scholen wentelen alles af op de ‘foute’ overheiden de overheid klaagt dat het veld niet meewerkt. Opschoolniveau is het vaak niet anders. Managers klagen overde leerkrachten en vice versa.”Hoe moeten schoolleiders dan omgaan met al die dingendie ‘moeten’ van de overheid? De Caluwé: “Als ik schoolleiderwas, zou ik me daar niks van aantrekken. Ik zou mehouden aan de wettelijke en financiële verplichtingen,maar de overheidsmiddelen inzetten voor de eigen prioriteiten.De schoolleider moet niet de zetbaas zijn van deoverheid.” Goede scholen, vindt hij, zijn zelfbewust, wetenwat ze willen en hebben nagedacht over hoe ze het willendoen. “Die zien de overheid als actor, niet als degene diedicteert.”De schoolleider die veranderingen wil doorvoeren, begintmet het ontwikkelen van een gezamenlijke visie. “Zoek deenergie bij je team. Een mens kan het niet allemaal in z’neentje. Bouw een coalitie met je collega’s.”Als er in het team een zekere apathie heerst, duidt datop een verkeerde strategie in het verleden. “Dan moestenmensen teveel, of zijn er over hun hoofden heen dingenbedisseld. In dat soort verwaarloosde situaties heeft menhet ook vaak over de verkeerde dingen. Je moet dan eerstde relatie herstellen en aan de praat raken over de dingenwaar het echt over gaat. Neem elkaar serieus.”Lerende organisatieDe Caluwé wil het niet hebbenover het ‘meekrijgen’ van mensen. “Dat klinkt mij veel temaakbaar. Je moet de individuele doelen van mensen en dedoelen van de school zien te combineren. Het is ideaal wanneerdie op dezelfde lijn liggen.” Dat lukt het beste in eenSinds Obama dwepen Nederlandse politicinog vaker met de kreet ‘verandering’.Menig managementgoeroe verdientbovendien al jaren de kost met hetonderwerp. Een paar opvallende, redelijkrecente uitspraken:‘Change will not come if we wait for someother person or some other time. We arethe ones we’ve been waiting for. We arethe change that we seek’ – Barack Obama(speech 5 feb. 2008)12


thema _ veranderingen blijvend maken‘lerende’ organisatie, die zicht richt op de ontwikkelingvan de leerlingen én het personeel. “De school moet haarvisie ook op zichzelf betrekken.”De kans dat een verandering wortel schiet is ook hetgrootst wanneer deze aansluit bij wat de mensen zelf willen.“Vervolgens help je mensen om de verandering teverinnerlijken. Je biedt op hun werkplek elementen diehen helpen om de verandering door te zetten, bijvoorbeeldbegeleiding of bepaalde faciliteiten.”De Caluwé ontwikkelde samen met zijn collega Hans Vermaakeen kleurentheorie (zie kader). Deze onderscheidtvijf verschillende veranderprocessen. De theorie wordt ookbinnen het onderwijs regelmatig toegepast. “Er is niet éénmanier van veranderen. Sommige mensen zijn gevoeligvoor bepaalde benaderingen. Afhankelijk van de situatieen de personen kun je kiezen voor een bepaalde strategie.Als mijn veranderstrategie bijvoorbeeld is dat ik meergeld wil van de gemeente, kies ik een gele strategie, dierekening houdt met het politieke proces. Wil je meer cohesiein de school, dan kies je de rode route; groen past bijprofessionalisering.”‘je moet individuele doelen vanm e n s e n e n d o e l e n v a n d e s c h o o lzien te combineren’Verandering moet geen doel op zich zijn. Teveel veranderingis ook niet goed. Managers doen er dus goed aan omeen gezonde balans te zoeken tussen rust en beweging. DeCaluwé: “Ik heb zelf ook behoefte aan stabiliteit en rust.Wanneer ik me verveel, kom ik zelfs tot de meest creatieveideeën.” _In september verschijnt een nieuw boek van Léon de Caluwé,Yvonne Burger en Paul Jansen: ‘Mensen veranderen’. Zij benaderenverandering vanuit de psychologie, pedagogiek, onderwijskundeen gezondheidszorg.kleurentheorieLéon de Caluwé ontwikkelde samen met Hans Vermaakhet kleurenmodel voor veranderen, dat op grote schaal inde praktijk wordt toegepast. Het onderscheidt vijf soortenveranderprocessen, die elk een eigen kleur kregen meteen eigen benadering, interventies en communicatie.Wanneer je de ‘kleur’ van jouw veranderproces herkent,kan de bijbehorende theorie je helpen om je situatiete analyseren en passende interventies te kiezen. Geelstaat voor situaties waarin belangen, conflicten enmacht een rol spelen; blauw voor rationeel ontwerpen enimplementeren van veranderingen. In een ‘rode’ situatieworden lok- en strafmiddelen gebruikt om een bepaaldgedrag te stimuleren. Wit staat voor de complexe, moeilijkvoorspelbare omgeving waarin autonomie belangrijk is.Groen past bij de lerende organisatie, waarin mensenveranderen wanneer je hen motiveert om te leren. In een‘groene’ situatie, bijvoorbeeld, veranderen mensen alsje ze bewust maakt van nieuwe zienswijzen en de eigentekortkomingen. Belangrijk is dat je hen motiveert omnieuwe dingen te zien, leren en kunnen. Gezamenlijkeleersituaties werken goed.Meer informatie: www.decaluwe.nl (kleurentheorie)‘Verandering heeft met mensen te maken,niet met systemen. Dat betekent dat je metde binnenkant moet beginnen, aansluitenbij wat mensen drijft’ – Thijs Homan(hoogleraar Implementation and ChangeManagement aan de Open Universiteit, inOverheidsmanagement special)‘De meeste mensen die beginnen aan eenverandering, vallen weer terug in oudegewoontes. Maar niet ‘zomaar’. Dezeterugval treedt bijna altijd op tijdenscrisismomenten die we vaak al lang vantevoren konden zien aankomen’ – BenTiggelaar (uit ‘Dromen, Durven, Doen’)‘Er bestaan over veranderen allerleimythes maar de grootste is weldeze: ‘Mensen hebben een hekel aanveranderingen. Ze willen dat alles blijftzoals het is.’ Vervang ‘mensen’ door‘medewerkers’ en je hebt de grootstemythe over organisatieveranderingente pakken’ – CommunicatieadviseurJohanna Kroon (uit ‘Wat hebben ze nu weerbedacht?!’)kader primair juni <strong>2010</strong>13


thema _ veranderingen blijvend makenopbrengstgericht leiderschapZichtbare resultaten en een planmatige aanpak van schoolontwikkeling. Volgens bestuurdersen schoolleiders zijn dat de belangrijkste factoren waarmee het project ‘Opbrengstgerichtleiderschap’ het taal-, lees- en rekenniveau van leerlingen omhoog brengt.tekst susan de boer‘De vergadertafel’wordt niet zomaarpraktijk“We hebben een leuke en goed scorende school. Maarwe halen niet uit alle kinderen wat erin zit. Om dat voorelkaar te krijgen, is er een andere, meer doelgerichte attitudebij leerkrachten nodig”, zegt Rindert Rindertsma,schoolleider van basisschool De Regenboog in Voorhout.“Vorig jaar is het leerlingvolgsysteem ParnasSys ingevoerd.De verwachting was dat leerkrachten met de opbrengstenaan de slag zouden gaan, maar dat gebeurt niet vanzelf.Daarom gaan we de toetsuitslagen bespreken in de bouwoverleggen.De vergaderingen worden daardoor meeronderwijsinhoudelijk. Als je een verbetertraject niet planmatigaanpakt, verwatert het weer.”Verbeteringen zijn nodig bij technisch lezen en spelling,de speerpunten voor komend schooljaar. Rindertsma: “Deresultaten gingen achteruit. Dat constateerden de leerkrachtenintuïtief, maar met ParnasSys maak je het ookzichtbaar. We hebben nu de opbrengsten met de leerkrachtenvan groep 3 en 4 besproken. Dat is toch confronterend.Leerkrachten hebben de neiging zich te verdedigen. Maarin tweede instantie vindt dan zelfreflectie plaats en vragenleerkrachten om meer onderwijstijd en coaching om ookin een zwakkere groep goede resultaten te halen.” Op eenstudiedag is het taal- en leesonderwijs besproken. “We constateerdendat we een methode voor voortgezet technischlezen moeten aanschaffen en dat de methode voor spellingbeter moet worden gebruikt.”Professionele attitudeVolgens bestuurder Gernand Ekkelenkamp van PCPO DuinenBollenstreek, waar De Regenboog deel van uitmaakt, ishet bespreken van de leerlingresultaten binnen de schoolprecies waar het om draait bij het project ‘Opbrengstgerichtleiderschap’. “Op basis van gegevens je onderwijsverbeteren is onderdeel van een professionele attitude. Diewillen we ook bij leerkrachten zien. Het is belangrijk datleerkrachten zelf de vinger aan de pols houden en met dedirecteur praten over de resultaten en over de gevolgen diedat heeft voor de onderwijsaanpak.”‘a l s j e e e n v e r b e t e r t r a j e c t n i e tp l a n m at i g a a n pa k t , v e r w at e r thet weer’14


Het project past in het strategisch beleidsplan van PCPODuin- en Bollenstreek. Kwaliteitszorg heeft hierin een prominenteplaats. Naast het verbeteren van de prestaties optaal, lezen en rekenen, wil het bestuur een toetsingskadervoor interne verantwoording inrichten en ervoor zorgendat de tien scholen van het bestuur structureel van elkaargaan leren. “Wat we willen is kwaliteitszorg ook verbindenmet de Cito-scores. We willen groepen met elkaar vergelijken,scholen met elkaar vergelijken en de scores van onzescholen vergelijken met het landelijk gemiddelde.”De aanschaf van het leerlingvolgsysteem (lvs) is gedeeltelijkbekostigd met de projectsubsidie. Andere bestedingsdoelenzijn scholing en begeleiding van directeuren en internbegeleiders, waaronder een visitatietraject waarbij directeurenin groepjes van drie elkaars scholen bezoeken, decoördinatie van het project op bovenschools niveau en hetvrijroosteren van intern begeleiders en bouw- of anderecoördinatoren om op schoolniveau coördinerende takenuit te voeren, zoals het schrijven van een verbeterplan.terreinen willen we bovengemiddelde resultaten halen.Daarbij sluit dit project naadloos aan.” Voor het versterkenvan leerkrachtvaardigheden is de subsidie niet toereikend.“Een onderzoekende houding krijgen, naar de eigenrol kunnen kijken en data-analyses kunnen maken en opgrond daarvan handelen, daar moeten de leerkrachtenvaardig in worden. Daarnaast gaan we met de pabo van deHogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN) in het kadervan opbrengstgericht werken een partnerschap aan. Studentenworden volgend schooljaar op de scholen andersingezet. Er zal gericht worden samengewerkt aan het ontwikkelingsthemawaar de school mee bezig is binnen taalof rekenen. We hopen hier extra middelen voor te krijgen‘g e r i c h t z i j n o p e e n d o e lhelpt al dat doel dichterbij tebrengen’“Zeventigduizend euro is een flink bedrag, maar het is nietonuitputtelijk”, zegt Ekkelenkamp. “Leerkrachten gaanzich scholen in het kader van de functiemix, dat geld komtuit een ander budget. Wel spelen de opbrengstgegevens ookhierin een rol. Als een school slechte rekenprestaties laatzien, dan is de directeur als onderwijskundig leider degenedie dat met het team aan moet pakken. We verbinden ditproject uitdrukkelijk met onderwijskundig leiderschap.Opbrengstgericht werken hadden we anders ook wel ingevoerd.Maar met deze projectsubsidie kunnen we het brederaanpakken en ook op een hoger niveau brengen.”Bovengemiddelde resultatenBegeleiding en scholing is ook bij andere deelnemendebesturen een belangrijke bestemming voor de subsidiegelden.Bij SCO R’IJssel in regio De Liemers in Gelderland– eveneens tien scholen – gaat het geld naar bovenschoolsestudiedagen, zoals een cursus schoolzelfevaluatie op basisvan LVS-toetsen bij Cito voor alle directeuren, bouwcoördinatorenen ib’ers van de stichting, een stichtingsbredeconferentie over opbrengstgericht werken, inzet vanexterne experts en interne coördinatie. Mieke Wessels,bovenschools directeur van SCO R’IJssel, ziet het projectals een middel om de visie op onderwijs op de scholendaadwerkelijk te kunnen vertalen naar de praktijk. “Inons strategisch beleidsplan <strong>2009</strong>-2013 hebben we ‘kansrijkeontwikkeling’ als visie neergelegd. De basis daarvoor,zowel voor de schoolloopbaan als voor deelname aan demaatschappij, is de beheersing van taal en rekenen. Op dieGernand Ekkelenkamp is bestuurder van PCPO Duin- enBollenstreek.via een andere subsidieregeling. Wanneer je als bestuurzoekt naar middelen waarmee mensen in de scholen kunnenworden ondersteund en gefaciliteerd, vergroot je debereidheid om mee te doen.”KwaliteitskaartenDe kracht van opbrengstgericht werken is volgens Wesselshet stellen van duidelijke doelen. “Gericht zijn opeen doel helpt al dat doel dichterbij te brengen. Dan moetje de beginsituatie wel in kaart brengen. Zo gaan we deuitslagen van het leerlingvolgsysteem van juni gebruikenom doelen op stichting- en schoolniveau vast te stellen.Bijvoorbeeld: ons doel is dat 90 procent van de leerlingen>kader primair juni <strong>2010</strong>15


advertentieadvertentie16


thema _ veranderingen blijvend makenvoldoende scoort voor technisch lezen. Waar staan wenu? Hoe komen we bij 90 procent? Welke stappen moetendaarvoor gezet worden? Hoe kunnen leerkrachten concreetaan de slag?”Om te zorgen dat veranderingen van blijvende aard zijnontwikkelt iedere school van SCO R’IJssel jaarlijks minimaaltwee kwaliteitskaarten. “Hierin staan afspraken overbijvoorbeeld de manier waarop een groepsplan wordtopgesteld, of hoe zelfstandig werken wordt ingevuld, ofde doorlopende leerlijn voor spelling. Daar zit ook eencyclische evaluatie aan vast, zodat je regelmatig nagaatof er nog gebeurt wat is afgesproken en of er bijstellingnodig is. Op den duur wordt dat een onderwijsinhoudelijkkwaliteitshandboek.”‘we willen een duidelijkerer o lv e r d e l i n g e n e e n b e t e r einvulling van de bestuursrol’Mieke Wessels is bovenschools directeur van SCO R'IJssel.Ook op bestuursniveau moeten er doelen worden gesteld.“We willen toe naar een duidelijkere rolverdeling en eenbetere invulling van de bestuursrol”, zegt Wessels. “Zowelop stichtingsniveau als op schoolniveau, groepsniveauen leerlingniveau moet opbrengstgericht werken vanzelfsprekendworden. Maar je moet het wel in een cyclischproces blijven volgen. Je kunt er nooit vanuit gaan dat ietswat je aan de vergadertafel afspreekt ook gebeurt in depraktijk.” _projectinhoudtekst carine hulscher-slotIn het project ‘Versterken kwaliteit bestuuren management po’, kortweg ‘Opbrengstgerichtleiderschap’, staat het opbrengstgerichtwerken door bestuurders en schoolleiderscentraal. Wat is opbrengstgerichtwerken precies? Hoe kan dat vanuit deverschillende verantwoordelijkheden vanbestuurder en schoolleider worden ingevuld?Welke instrumenten en hulpmiddelenzijn er beschikbaar en hoe wordt een goedeanalyse uitgevoerd? Hoe hou je rekeningmet moeilijk meetbare ontwikkelingen? Hoevoeren bestuurders het goede gesprek metschoolleiders en hoe doen schoolleidersdat met hun teams? Et cetera. Het projectbehelst een scala aan activiteiten en processenwaarmee de deelnemende besturenervaring opdoen. Ervaringen die vervolgensworden verzameld, bewerkt en verder verspreidonder alle besturen en schoolleiders.Eén van de accenten van het project wordtgelegd op het helder en eenduidig definiërenvan verantwoordelijkheden tussenbestuur en management (interne governance),zodat de kracht die kan uitgaan vanopbrengstgericht werken, optimaal is.Het doel van het project is het verbeterenvan de taal/lees- en rekenprestaties vankinderen door het versterken van het resultaatgerichtwerken binnen besturen en hunscholen. In de praktijk gebeurt dit doorbesturen en hun scholen kennis op te latendoen, te ontwikkelen, verzamelen, beschrijvenen verspreiden. Ook daarbij gaat deaandacht uit naar opbrengstgericht werkendoor, en interne governance tussen schoolleidersen bestuur.Om het doel te bereiken zijn tachtig schoolbesturenuitgenodigd drie jaar lang deelte nemen aan het hierboven beschreventraject met (een deel van) hun scholen. Alsbij een meerderheid van de deelnemendebesturen aantoonbaar is dat na drie jaarde reken- en taalopbrengsten significantverbeterd zijn, dat dit komt door de uitvoeringvan het ingediende plan en wanneer deopbrengsten ‘vermenigvuldigbaar’ zijn, ishet project geslaagd.meer weten?Carine Hulscher-Slot (c.hulscher@avs.nl),senior adviseur bij de AVS en projectleidervan het PO-Raad project ‘Opbrengstgerichtleiderschap’, of Winlan Man(w.man@avs.nl), tel. 030-2361010.kader primair juni <strong>2010</strong>17


thema _ veranderingen blijvend makenbeknopte analyse van honderd jaar onderwijsvernieuwingOnderwijsverandering:Er bestaan veel ‘wijsheden’ over verandering en als ze over veranderen in het onderwijs gaan,zijn ze vaak niet positief. Onderwijs blijkt een moeilijk terrein voor verandering, bewijst ookdeze summiere analyse. Maar wie een paar principes in acht houdt, waarvan ‘eigen wijsheid’misschien wel één van de belangrijkste is, kan zijn of haar school wel degelijk blijvend eenbepaalde richting op helpen.tekst jos hagens, avsWanneer overgrootouders van de huidige generatie schoolkindereneen dag zouden terugkeren op aarde, zoudenze waarschijnlijk van het onderwijs – als een van de weinigedingen – veel herkennen uit hun eigen tijd. Niet degebruikte middelen en methoden, maar wel het proces:een volwassene met een groep kinderen een jaar lang ineen lokaal, waarbij kinderen en leerkracht veel tijd tegenoverelkaar staan/zitten. En aan het eind van het jaar wordtbeslist of een kind door mag of het nog eens over magdoen.In 1950 schrijft een anonieme auteurover groei van het buitenwoononderwijs: “De oorzaak is inveel gevallen niet veeleerte zoekenDit terwijl onderwijs ‘moet’ veranderen. De maatschappijverandert namelijk voortdurend, of positiever geformuleerd:is voortdurend in ontwikkeling. En onderwijs iseen van de belangrijke maatschappelijke middelen om devolgende generatie daarop voor te bereiden en toe te rusten.Onderwijs moet dus mee ontwikkelen. Dat relativeertdirect het streven naar verandering met een blijvend effect;de houdbaarheidsdatum van veranderingen is niet altijdlang. Maar deze zou wel langer kunnen zijn dan de dagenna afloop van het ‘veranderproject’.Kernproblemen bij veranderingAl aan het begin van de vorige eeuw bestaan er opvattingenom onderwijs beter en meer te laten aansluiten bij deindividuele ontwikkeling van kinderen. Er is behoefte aanverandering. In de jaren twintig van de 20e eeuw – de Wetop het Lager Onderwijs is nog maar net ingegaan – schrijvenonderwijskenners over de kernproblemen die echteverandering in de weg staan. En vanaf die tijd worden dezeproblemen bij herhaling benoemd: leerstofjaarklassensysteemen zittenblijven.18


een kringloop?in het defecte massaonderwijs, dat alleen maar programma’s enmethodes kent en met rijpingsprocessen bij het kind niet de minsterekening houdt.” En in het inspectieverslag van de onderwijsinspectieuit 1951 over de groei van het buitengewoononderwijs staat: “De huidige ontwikkeling bij het buitengewoonlager onderwijs zal gevolgd moeten worden door een differentiatievan het gewoon lager onderwijs.”Steeds weer verschijnen er kritische onderzoeken, veelalgekoppeld aan de politieke wens om de groei van hetspeciaal onderwijs te beperken, die laten zien dat deproblemen in het systeem zitten enniet zozeer in demensen. De verklaring dat mensen die voor het onderwijskiezen per definitie behoudend en risicomijdend zijn,is te makkelijk. En het spreekwoord van de oude en denieuwe schoenen een te goedkope smoes om veranderingtegen te houden.Ook hoogleraar orthopedagogiek Klaas Doornbos steltin de meta-analyse ‘De groei van het speciaal onderwijs’(1987) dat het speciaal onderwijs vooral groeit als gevolgvan ‘schoolmislukking’ in het gewoon onderwijs. Endie schoolmislukking is een rechtstreeks gevolg van,wederom, het leerstofjaarklassensysteem, met een jaarlijksebeslissing over bevordering (succes) of zittenblijven(mislukking).Beleidsmatige initiatievenKortom, beleidsmatig is er al decennia aandacht voor hetprobleem en worden initiatieven genomen richting eenoplossing. Daarbij is altijd weer de oprechte intentie omrekening te houden met wetenschappelijke onderzoeken,analyses en voorstellen van deskundigen. En toch lijkt heteen zich herhalende kringloop: we constateren problemen,er volgt een beleidsmatige reactie, veranderprojecten,en vervolgens constateren we dezelfde of variantenvan dezelfde problemen.d e v e r k l a r i n g d at m e n s e n d i evo o r h e t o n d e r w i j s k i e z e np e r d e f i n i t i e b e h o u d e n de n r i s i c o m i j d e n d z i j n , i s t emakkelijkEen inhoudelijke verandering komt niet vanzelf. Kritischeanalyses van recente veranderingsprojecten maken datpijnlijk zichtbaar. Van den Berg evalueert bijvoorbeeldWSNS als een nuttig proces dat helaas “niet voorbij deklasdeur is gekomen” (uit: ‘Succesvol leiding geven aanonderwijsinnovatie’, 1999). Ook het rapport over de recentevernieuwingsoperaties in het voortgezet onderwijs, vande commissie Dijsselbloem, concludeert in de kern opsoortgelijke wijze: veel ingrepen in de structuur en te weinigaandacht voor degenen die het moeten doen. >kader primair juni <strong>2010</strong>19


Naar systeembrede duurzame veranderingVoorschrijvenVaardigheidsontwikkelingProfessionaliteitLandelijke voorschriftenElke school eenTOPschoolScholen leiden veranderingSysteemleiderschapUit ‘Elke school een TOPschool’ van David Hopkins: “Het probleem waar we momenteel mee kampen is datde meeste vormen van organisatie, netwerken en innovatie belemmerd worden door ‘linkerkant’-denken.”Echte schoolontwikkelingDe Britse onderwijsgoeroe David Hopkins geeft in zijn boek‘Elke School een TOPschool’ (2008) een oplossingrichtingaan die blijkt te werken. De onderwijsverbetering in GrootBrittannië is in hoge mate door dit denken een succesgeworden. Hopkins: “Het probleem waar we momenteel meekampen is dat de meeste vormen van organisatie, netwerken eninnovatie belemmerd worden door ‘linkerkant’-denken: ze wordenhoofdzakelijk uitgedrukt in een top-down-kader.”Hopkins roept op om het voorschrijven door overheidof door bestuur eerst in balans te brengen met echteschoolontwikkeling. Deze echte schoolontwikkelinggebeurt op initiatief van en sturing door de school zelf.Als er meer vertrouwen in de innovatieve kracht van deschool zelf ontstaat, kan het primair onderwijs doorgroeiennaar een situatie waarin scholen zelf de innovatieaandrijven en waarin de overheid of het bestuur nietméér voorschrijft dan nodig is om dat proces in goedebanen te leiden.s c h o o l m i s l u k k i n g i s e e nrechtstreeks gevolg van hetleerstofjaarklassensysteem,met een jaarlijkse beslissingo v e r b e vo r d e r i n g o fzittenblijvenMet andere woorden: het loslaten van een lineairebenadering (overheid ontwerpt, veld voert uit) naar eeninteractieve benadering (ontwerp ontstaat in kleinschaligeuitvoeringspraktijk). Alleen door deze interactievebenadering kunnen schoolleiders wegkomen uit het inprojecten gestuurde beleidskader, dat eigenlijk alleenmaar inzet op het veranderen van structuren.20


thema _ veranderingen blijvend makenValkuilenMaar ook als het advies van Hopkins praktijk wordt, ishet belangrijk bewust te blijven van enkele valkuilen. De‘Hopkins’-aanpak in het middengebied (de interactievebenadering) staat internationaal bekend als de Derde Weg.De bron daarvoor ligt in het boek van Etzioni ‘The ThirdWay to a Good Society’. Het recent verschenen boek vanAndy Hargreaves ‘The Fourth Way’ (<strong>2009</strong>) beschrijft eendrietal valkuilen die het succes van de Derde Weg – endaarmee van blijvende onderwijsverandering – kunnentegenhouden:• The Path of AutocracyVoorkomen dat (in dit geval) schoolleiders het voorschrijvenfeitelijk blijven doen, maar dan in de vermomming vandeskundigheid.• The Path of TechnocracyVoorkomen dat de onderwijsorganisatie toch weer blijftsteken in een structuurverandering door een overtrokkenverwachting van technologie. Een teken daarvan is hetenorme geloof in de kracht van data en statistische bewijzen(data-driven, evidence-based). Dan is er namelijk meervertrouwen in de computerdata dan in het oordeel van deleerkracht.a l l e e n d o o r e e n i n t e r a c t i e v eb e n a d e r i n g k u n n e nschoolleiders wegkomenu i t h e t i n p r o j e c t e n g e s t u u r d ebeleidskader• The Path of EffervescenceActiviteit (een bruisende school) niet verwarren met vernieuwing.Het gaat eerst en vooral om een diep gevoeldebetrokkenheid met de gekozen richting en het vasthoudendaaraan. Niet met elke hype of moderniteit meedoenis daarin voorwaarde.Scholen zouden dus een hoge mate van eigenwijsheidmoeten ontwikkelen om tot veranderingen met een blijvendeffect te komen. Beter gezegd: een hoge mate vanéigen wijsheid. _Jos Hagens (j.hagens@avs.nl) is senior adviseur bij de AVSop het gebied van Onderwijs & Leerlingzorg.uw mening telt _ peilingDe afgelopen maand heeft u via www.avs.nlkunnen reageren op de stelling:39%deels eens5%oneens56%eensEen goede schoolleider dwingtduurzame veranderingen af.De reacties zijn (ingekorte) weergaven,ingezonden via de website.Berry Hakkeling van CBS Overschie inRotterdam: “Eens. Investeren in het hedenen verleden levert in de toekomst geenmeerwaarde op. Investeer als schoolleiderin toekomstvast onderwijs (= de voortschrijdendeperiode van tien jaar). Het levert deschoolleider, maar vooral de school zelf,veel dynamiek en succeservaringen op.“Gérard Zeegers van obs de Bonckert inBoxmeer: “Eens. Wij krijgen allemaal veelruimte om met belastinggeld onderwijste verzorgen. Als schoolleiders enleerkrachten met elkaar spreken endebatteren over fundamenteel leren,duurzaamheid en verbondenheid, danleidt dat tot gezamenlijke vergezichten.Als onze inspanningen zijn gericht op eenoptimale ontwikkeling van de kinderenvan nu, dan zullen de volwassenen vanstraks creatief en ondernemend in dewereld staan. Legitimeer wat je doet endoe zo min mogelijk concessies.”Nieuwe peilingDe nieuwe stelling waarop u kuntreageren luidt:Het primair onderwijskent geen beroepstrots.Ga snel naar www.avs.nl en geefuw mening! _kader primair juni <strong>2010</strong>21


thema _ veranderingen blijvend makenpabo-studenten richten fictieve nieuwe school inZet veertien pabo-studenten bij elkaar en laat ze een uur fantaseren over hun ideale basisschool.Wat verandert er ten opzichte van de huidige inrichting van het onderwijs? Wat doet hun frissekijk met onderwerpen als ouderparticipatie en ict? Over één ding zijn ze het snel eens: hetwordt absoluut een brede school, want dat is volgens hen hét concept dat ouders betrekt bij hetonderwijs aan hun kinderen.tekst joëlle poortvliet‘Als student wordin bestaandeIn een ruim lokaal van pabo Groenewoud in Nijmegenschetst senior AVS-adviseur en gespreksleider Jos Hagens de(fictieve) situatie als volgt: in de Nijmeegse nieuwbouwlocatiede Waalsprong wordt een wijk gebouwd waar alles kanen alles mag. In deze wijk komt ook een basisschool waarde aanwezige studenten per september het nieuwe teamvormen. Zij mogen alles zelf invullen: waar de school komtte staan, het gebouw en de inrichting, het onderwijsconcept,het contact met de ouders, et cetera.Veertien studenten van pabo Groenewoud (HAN) discussiëren over eenfictieve school waarin zij alles mogen bepalen. De groep is het niet altijdmet elkaar eens, maar ze vinden het van groot belang dat het schoolteamuiteindelijk op één lijn zit. Foto’s: William MooreHet uur discussiëren vliegt voorbij. Niet elk thema wordtbesproken: de zorgleerlingen komen bijvoorbeeld nietaan bod. Maar wel klassengrootte, ‘openingstijden’ en hetgebouw. Wat opvalt is dat de laatstejaars het moeilijk vindenbuiten de bestaande structuren te denken. Door hunpraktijkervaringen zijn ze al gevormd. “We weten dat erweinig geld is; dat niet alles kan. Dus het is wel leuk om tefantaseren, maar ja.”Om maar met de deur in huis te vallen: wat wordt hetonderwijsconcept op deze nieuwe school?Willem: “Ik zie de basisschool als een plek waar iedereennaartoe kan. Niet alleen voor onderwijs, maar ook voorsport en spel. Betrokkenheid van ouders en van de omgevingis op m’n huidige school helaas minimaal. Oudersbetrekken bij het lesgeven is belangrijk voor kinderen.”Marieke: “Kinderen ervaren dan dat school en thuis op éénlijn zitten. School is niet meer iets aparts van thuis. Dat isdenk ik heel belangrijk.”22


Raoul: “Af en toe is het in de praktijk nu meer een tweestrijddan dat je samen met ouders de verantwoordelijkheiddraagt voor de ontwikkeling. Zowel opvoedkundig alsqua leren.”Brede school, oké, maar wat kan anders of beter dan watjullie al kennen van een brede school?Marieke: “Ik ben voor een naschools programma vooralle leerlingen, niet alleen voor bso-leerlingen. Dat mis ikheel erg. Bso-kinderen vormen een groepje en de rest gaatbuiten spelen. Ze zijn nooit samen, tenzij je die mogelijkheidbiedt.”Merijn: “Maar wie moet dat dan organiseren?”je al snelHoe zou jij dat doen?Merijn: “Misschien een buitenschoolse instelling. Mensenerop zetten die daarvoor worden betaald.”Jolanda: “Of een werkgroep. Het schoolteam hoeft hetniet perse te regelen, maar de school is wel verantwoordelijk.Bij mij op school hebben kinderen bijvoorbeeldstoeigym. Ouders organiseren dat samen met een gymleerkrachten sportvereniging, maar het is wel de schooldie het aanbiedt.”Marieke: “Als de bso laagdrempelig is, komen er misschienook allochtone leerlingen.”Vervolgens gaan we naar binnen, wat gebeurt er ín deschool? Hoe laat beginnen we eigenlijk? Wordt dat wel halfnegen?Jolanda: “Ik ken scholen die zich willen richten op hetbioritme van kinderen. Al heel vroeg beginnen. Maar ja,je moet ook denken aan het bioritme van de leerkrachten,haha.” >structuren gezogen’kader primair juni <strong>2010</strong>23


Het is moeilijk ‘out-of-the-box’ denken voor deze leerkrachten in de dop.Er zijn landen waar kinderen op school ontbijt krijgen, omdatze anders ongezond aan de dag beginnen.Willem: “Ik heb stage gelopen in Zweden en daar zijn kinderende hele dag op school. Tussen de middag gaan zelangs een speciaal buffet. Ik vond dat heel goed.”Merijn: “Wordt dat door leerkrachten verzorgd? Ik krijg hetidee dat je van zeven tot zeven bezig moet zijn.”Mirjam: “En hoe zit het met de kinderen, zien zij dat welzitten? Ze willen hun papa en mama ook nog zien natuurlijk.Ouders zeggen altijd wel ‘ik wil er zijn voor de kinderen’,maar ik zie maar al te vaak ouders die liever bezig zijnmet de eigen carrière. Worden we zo geen opvanghuis?”Merijn: “Ik wil leerkracht worden. Dat is naar mijn idee vanacht tot vijf. In die tijd leer ik de kinderen van alles en danis het klaar. Ik hoef toch niet nog eens ’s avonds met ze tesporten, of te ontbijten, of wat dan ook? Ik vind dat geentaak voor de school.”Mirjam: “Ja, maar sommige dingen zijn qua werktijdenonlogisch. Ik heb bijvoorbeeld anderhalf uur pauze tussende middag. Dat vind ik ontzettend lang! Dan ga je eenwerkoverleg doen, omdat je denkt ‘ik heb superveel tijd’,waardoor je uiteindelijk weer geen pauze overhoudt.”‘ik zou een voorschoolseopvang koppelen aan deschool’Willem: “Dat komt omdat kinderen naar huis toe gaan omte eten. Ik zou zeggen: neem het concept van Zweden over.”Dus ontbijt op school is een optie?Raoul: “Nee, geen ontbijt. Het klinkt misschien stom, maarouders hebben ook verantwoordelijkheid. Je neemt geenkinderen om ze om half acht op school te dumpen.Gaan jullie dan de wijk opvoeden: ernstige gesprekken voerenmet ouders over de rol van opvoeding?Willem: “Dat zou wel mooi zijn.”Jolanda: “Hmm… dan ben je straks meer opvoedkundigbezig richting de ouders dan richting de kinderen. Je moetde kínderen opvoeden, in samenwerking met de ouders.”Marieke: “Misschien kun je structureel – eens in de maand– een bijeenkomst over dat soort onderwerpen organiseren?Maar ik vraag me af of je als school moet willen dat jeouders continu aan het opvoeden bent. Dat die ouders denken‘o lekker, we droppen die kinderen bij jullie, dan halenwe ze op, slapen ze bij ons thuis en komen ze weer terug’.”Dana: “Ik zou een voorschoolse opvang koppelen aande school. Maar je moet bij bso-activiteiten, met namenaschools, wel nadenken over wat je aanbiedt. Bij onzebrede school hadden ze activiteiten waar de kinderen uitgroep 8 niks aan vonden. Die gingen naar het buurthuisverderop, waar criminaliteit heerste. Je moet dus aansluitenbij de behoefte van kinderen.”24


thema _ veranderingen blijvend makenHet is half negen. Er stormen 120 kinderen het gebouw binnen.En dan, wat gaan we doen? Hoe gaan ze leren?Dana: “Ik ben voor combinatiegroepen. Ik heb op een Jenaplanschoolstage gelopen, dat vind ik super. Taal- en rekenonderwijsop eigen niveaus, maar verder in combinaties.Kinderen kunnen heel veel leren van elkaar. Met name voorde wereldoriëntatievakken, omdat daar ook de taalaspectenin zitten. Wel twee leerjaren, geen drie. Drie vraagt welerg veel van de leerkracht. Dan ben je constant instructiesaan het geven.”Mirjam: “Ik ben helemaal niet voor combinatiegroepen.Mijn groep heeft het hele jaar in 4/5 en 5/6 gezeten. Zwakkekinderen zijn nog zwakker geworden, omdat de leerkrachtniet genoeg tijd heeft om met twee groepen tegelijk bezigte zijn. De oplossing daarvoor is denk ik meer handen in deklas.”Willem: “Met z’n tweeën zie je veel meer en kun je veelmeer gedachten loslaten op kinderen. Of misschien een‘ i k b e n w e l vo o r v r i j h e i d ; d atk i n d e r e n v a n a l l e s k u n n e nontdekken’onderwijsassistent erbij. Want adaptief onderwijs formulerenvoor dertig kinderen red je nooit.En het pand? Flexibel, afhankelijk van het vakgebied?Rekenen- en taal in niveaugroepen met een vaste leerkracht enklassikaal, maar creatieve vakken als een wirwar door het helegebouw?Raoul: “Voor groep 3 tot en met 8 is het misschien een idee– als je toch het gebouw in mag richten – om de kinderenmeer uit te dagen, door meer ontdekhoeken. Dat je voorrekenen echt een lokaal hebt met allemaal getallen en voortaal met letters. Nu is het ‘t soms net niet.”Merijn: “Ik wil graag aan de rand van een bos zitten. Dat isook handig voor natuuronderwijs.”Willem: “Dat was in Zweden ook zo: één keer in de weekmet z’n allen naar buiten en in de natuur survivallen.”Lydia: “In zo’n omgeving heb je misschien minder overzicht,maar kinderen komen toch wel naar je toe als ze jenodig hebben.”Gaan we richting een onderwijsconcept met vooralzelfontdekkend leren? In een omgeving waarin dat maximaalkan?Marieke: “Ik ben wel voor vrijheid in onderwijs, dat kinderenaan de ene kant heel vrij zijn om van alles te doen en teontdekken, maar dat ze wat ze moeten weten aan het eindvan de basisschool ook gewoon kunnen en weten. Dat dekerndoelen wel worden gehaald.”Jolanda: “Vrijheid is ook wel goed voor de jongens, want diezijn toch meer op ontdekken gericht. Jongens leren andersdan meisjes. Meisjes denken gelijk ‘ik ga een tien halen’,terwijl jongens meer bezig zijn met ‘hoe doe ik dat?’. Zijzijn meer aan het onderzoeken, terwijl meisjes iets perfectna willen maken.”De meeste leerkrachten kopiëren uiteindelijk het gedragdat ze zelf – als kind, of tijdens stages – hebben gezien. Hetis moeilijk om daaruit te stappen. Ook nu we vrijuit mogenfantaseren, blijven we vanuit de werkelijkheid denken:klassikaal, met meer handen in de klas.Raoul: “Het is lastig: je maakt al snel deel uit van de cultuur;wordt er toch een beetje ingezogen. Zeker tijdens jeeerste stage zie je allerlei dingen en wil je die ook wel veranderen,maar teveel commentaar leveren is ook niet goed.Je denkt dan ‘deze mensen doen het al jaren, zij zullen hetwel weten’.” _Over een jaar blikt <strong>Kader</strong> <strong>Primair</strong> met deze groep pabostudententerug. Wat is er overgebleven van hun opvattingenen ideeën na een jaar werken in het onderwijs?conclusiesAls deze groep het voor het zeggen krijgt op een gloednieuwe school, worden dit de belangrijkste punten:• Een brede school, waarin ouderbetrokkenheid belangrijk is en actief wordt gestimuleerd.• Het team moet op één lijn zitten, dat kan bijvoorbeeld door teamspellen te spelen. Ook ouders worden betrokken bij hetbepalen van de onderwijsvisie.• De school staat in, of aan de rand van het bos, zodat kinderen automatisch met de natuur te maken krijgen en het‘schoolplein’ een plek wordt waar kinderen zich terug kunnen trekken en dingen ontdekken.• Het gebouw is groot en licht. Er zijn wel lokalen, met name voor taal- en rekenen, maar deze worden per thema, metontdekhoeken ingericht.• Meer samenwerking met voor- en naschoolse opvang. Ieder kind mag naar de bso.• Minimaal één leerkracht en een klassenassistent voor de klas.kader primair juni <strong>2010</strong>25


dubbelbetoognederlandse politici willen investeren, maar dan ookVerenigde Statenwaarschuwen voor fedBijna alle Nederlandse politieke partijen hebben aangegeven te willen investeren in onderwijs.Helaas vaak gekoppeld aan een toenemende afrekencultuur richting scholen. Terecht vragenpolitici wat het veld met de extra investeringen gaat doen. Hoe kan het toekomstige kabinet ervanverzekerd worden dat het geld gebruikt wordt om Nederland terug te brengen in de top 5 vankennislanden? Als dat ‘hoe’ niet goed uitgelegd wordt, zal de centrale overheid naar middelenzoeken om verbeteringen af te dwingen. Centrale toetsen, entreetoetsen, rankings en alle negatieveaspecten die daar bij horen. Er is niets mis met toetsen en meten, het is zelfs onontbeerlijk voorgoed onderwijs, maar het gaat fout als de overheid deze toetsen gaat voorschrijven en scholendaarop gaat afrekenen. Twee waarschuwingen van collega’s uit landen waar men brede ervaringheeft met verregaande meet- en afrekensystemen.tekst intro ton duif, avsgroot-britanniëRanking the schoolsChris Harrison, vice president National Association ofHead Teachers (NAHT), Head Teacher of Oulten Broadprimary school, Lowestoft, Suffolk England:“Aan het eind jaren zeventig trad ik voor het eerst aan alsschoolleider in Suffolk en waren begrippen als curriculum,kwaliteit en financiële verantwoording mij en onze scholenvolledig onbekend. Dat zou snel veranderen. Tijdens destart van de Thatcher-regering kwamen de machtige Engelsevakbonden in opstand tegen de drastische bezuinigingendie zij doorvoerde. The Iron Lady snoerde de vakbonden doorwetgeving de mond, en dit zou later grote gevolgen hebbenvoor de groeiende invloed van de centrale regering op desociale zekerheid en het onderwijs.Nationaal curriculumIn die jaren was het de gewoonte dat leerkrachten actiefwaren na en tussen schooltijd in allerlei (sport)clubs voorkinderen, van oudsher een taak van de leerkracht. Toenook de onderwijsbonden gingen staken voor betere salarissen,beantwoordde Thatcher deze uitdaging met rigoureuzeingrepen. Het Engelse (openbare) onderwijs was vaneen matige kwaliteit en de regering besloot daar iets aante doen. Het begon met de invoering van de Raspberry Ripples,een stroom van circulaires met daarin gouvernementeleaanwijzingen voor elk deel van het curriculum. Alsnel werden deze opgevolgd door een centraal vastgelegdnationaal curriculum, dat elke school moest invoeren.Dit betekende dat vanaf dat moment alle methodiekenen de onderwijsinhoud centraal werden voorgeschreven.Leerkrachten werden verplicht bijscholing te volgen(buiten schooltijd), weigeren was geen optie. Het gevolgwas dat leerkrachten niet langer wensten mee te werkenaan de (sport)clubs buiten schooltijd, zodat veel van deze– voor de kinderen en omgeving belangrijke – voorzieningenverdwenen.26


meer invloed?en Groot-Brittanniëerale toetscultuurmedia toegankelijk. Het gevolg is dat er al snel, zoals wijhet noemen, leaque tables ontstonden, meestal opgestelddoor de pers. Zo kennen we nu landelijke, regionale enlokale rankings. Het gevolg van deze ontwikkelingen is datscholen min of meer balanceren tussen twee opties; bestedenwe veel aandacht aan de drie leergebieden die centraalworden getoetst, of zorgen we voor een breed curriculumdat vooral van belang is om een goede Ofsted-inspectieuitslagte verkrijgen?Deze enorme verantwoordingsplicht zet scholen en hetpersoneel onder grote druk. Daarbij komt dat de kwaliteitvan de centrale toetsen vaak te wensen overlaat. Statistischblijkt dat een derde van alle bezwaren die scholen meldenten aanzien van de test, ook worden toegekend.Chris HarrisonCentraal testsysteemIn deze jaren van bezuinigingen werd heel slim ook debekostiging van de scholen gedecentraliseerd in een vormvan lumpsum. Van oudsher hadden lokale onderwijsautoriteiteneen grote invloed op het wel en wee van de school.Deze invloed werd nu steeds minder. Thatcher, en na haarook de Blair-regering, dwong scholen zich te verantwoordennaar de samenleving. In deze tijd ontstond ook Ofsted,het beruchte Engelse schoolinspectiesysteem. Schoolleiders,leerkrachten maar ook onderwijskundigen kondenzich laten scholen tot Ofsted Inspector. Ofsted-inspectieswerden frequent gehouden en ruim van te voren aangekondigd.Eén inspectieronde duurde bijna een week! De uitslagwas en is openbaar (www.ofsted.gove.uk). Ofsted valt directonder de verantwoordelijkheid van de regering en doet verslagaan ons Nationale Parlement.Naast de Ofsted-inspecties werd ook een centraal testsysteemingevoerd. Vanaf de jaren negentig worden alleleerlingen in de leeftijden 7, <strong>11</strong> en 14 jaar getest op vorderingenin de leergebieden rekenen, taal en science. De uitkomstenvan deze testen zijn ook voor het publiek en deWe moeten echter constateren dat Ofsted ook positieveresultaten heeft opgeleverd. Zeker als je het ziet als eengratis externe evaluatie van je school. Daarbij is het systeeminmiddels ook fors veranderd. Als een school zwakpresteert, zal elk jaar een Ofsted-inspectie worden uigevoerd.Bij goed presterende scholen eens in de vijf jaar,en soms in het geheel niet. Ook worden de inspecties nuslechts veertig uur van te voren aangekondigd en wordt deschool uitgedaagd zich zo mogelijk te presenteren via zelfevaluatiein plaats van het rigide toetsingskader. Wel blijfthet een duur systeem; voor de kosten van Ofsted zouden we5.000 extra leerkrachten kunnen aantrekken!Geen risico’s met lesprogrammaWat blijft is de onvrede met het centrale testen en toetsen.Geen schoolleider in het Verenigd Koninkrijk zal tegenmeten van leerling-resultaten zijn. Maar dat moet uiteindelijkeen zaak van de school zelf zijn, eveneens hoe met deresultaten wordt omgegaan. Omdat veel scholen de opzetvan de testen inmiddels kennen, ontstaat een systeem vanteach what you test en dat verengt het curriculum. Daarkomt nog bij dat deze centrale testen een signaal afgevendat de maatschappij, en met haar de regering, ons als scholenniet vertrouwt. Het maakt scholen defensief. Daarbijkomt ook nog dat deze centrale toetsen de onderwijsinnovatieafremmen, omdat scholen geen risico’s durven >kader primair juni <strong>2010</strong>27


nemen met hun lesprogramma. Ze zijn bang dat dezeniet precies aansluit op dat wat de centrale overheid test,met als gevolg dat je landelijk aan de schandpaal wordtgenageld.Testen boycottenDe Europese Schoolleiders Organisatie (ESHA) heeft in eenvan haar verklaringen de nadruk gelegd op het delen vankennis, het stimuleren van leiderschap en het verspreidenvan good practices. Dat alles gebaseerd op vertrouwenin schoolleiders en professionals in de school, tenzij hettegengestelde is gebleken. Dat biedt meer kansen voorscholen dan een rankingsysteem. Inmiddels heeft mijnorganisatie (NAHT) opgeroepen de testen dit jaar te boycotten.Als 20 procent van de scholen daaraan meewerkt, isnationale validatie statistisch al niet meer mogelijk. Deeerste cijfers geven aan dat ongeveer 25 procent van descholen aan deze boycot meedoet. Het systeem gaat veranderen,daarvan ben ik overtuigd.”verenigde staten‘Geen kind blijft achter’klinkt mooier dan het isDarrell Rud, directeur School Administrators vanMontana en voorzitter van de National Association ofElementary School Principals (NAESP, 2001-2002):”In 1990 was ik nog hoofd van een school in Montana, dievooral werd bezocht door een relatief arme bevolkingsgroepvan verschillende raciale afkomst. Destijds werd kwaliteitsbevorderingvan scholen nauwelijks nagestreefd doorons State Department of Education. De meerderheid van demiddelen kwam en komt uit lokale fondsen en van lokalebelastingen.Invloedrijke Republikeinse en Democratische politicispraken over het verkleinen van de bestaande kloof tussendiverse bevolkingsgroepen op het gebied van handicap,geslacht en demografische kenmerken. Hoe kon ons landervoor zorgen dat scholen een hoger niveau van bekwaamheidvoor álle leerlingen bereiken, ongeacht waar zijwonen en naar welke (openbare) school zij gaan? Uit dezediscussies, waaraan invloedrijke familieleden van Kennedyen Bush deelnamen, kwam uiteindelijk de wet No Child LeftBehind voort (NCLB, zie kader pagina 29). President GeorgeW. Bush zette in 2000 de onderwijswetgeving om in NCLB,dat nu nog steeds de federale wetgeving is. Tien jaar later isde discussie over de wet nog steeds heftig en actueel.Grote overheidsinvloedNCLB is bij de start al erg controversieel ontvangen en veelvuldiggewijzigd in diverse Amerikaanse Staten. Dit resulteerdein uiteenlopende discussies over wat wel en wat nietop federaal niveau kan worden geëist en wat wel en nietkan worden geleerd en getest op scholen. De wet riep enroept vooral veel discussie op, omdat de federale overheidDarrell Rudin werkelijkheid slechts 10 procent van het schoolbudgetbetaalt, maar met NCBL wel veel invloed naar zich toeheeft gehaald. De meeste mensen, waaronder ikzelf, hebbenveel kritiek geuit op NCLB. Daarvoor hadden we devolgende redenen:• De testen, die grote gevolgen voor de school hebben,houden geen rekening met het effect van persoonlijkeomstandigheden op leerresultaten, zoals armoede engezinsproblematiek, die scholen niet kunnen beïnvloeden.Scholen worden daar onterecht verantwoordelijkvoor gehouden.28


dubbelbetoog• Leerlingen worden niet getest op hun individuele vooruitgang.Er wordt slechts één keer getest en de uitkomstenworden vergeleken met die van het jaar ervoor indezelfde jaarklas (high-stakes testing). Dus de resultatenvan groep 6 van dit jaar worden vergeleken met groep 6van vorig jaar, terwijl we te maken hebben met volledigandere leerlingen.• Leerlingen met een leerprobleem krijgen een individueelleerplan en blijven op een reguliere school door de verplichtingenin de Individuals with Dissabilities Education Act(IDEA), terwijl zij toch dezelfde testen moeten maken alsde overige leerlingen. Zo worden scholen gestraft voorhun speciale plannen die zij verplicht zijn aan te bieden.• Er is een tekort aan leerkrachten, bestuurders en anderepotentiële medewerkers die willen werken in sommigeafgelegen gebieden. Het wordt zeer moeilijk personeelaan te trekken en te behouden in deze scholen. Scholenkunnen dan niet aan de eisen voldoen.• 100 procent van de leerlingen in 2012/2013 laten voldoenaan alle eisen van het AYP (zie kader) is statistisch onmogelijk,maar deze eis houdt scholen wel continu in dehoudgreep.• Aandacht voor excellente leerlingen verslapt, want alleenergie gaat zitten in het bijtrekken van de onderkant.Verder besteden scholen steeds minder tijd aan zakenals sociale redzaamheid, burgerkunde, cultuur en sport.Er wordt geleerd wat wordt getest, wat niet wordt getestwordt niet aangeboden.• De van oorsprong zo gewaardeerde invloed van de gemeenschapop scholen wordt bedreigd door de excessieveinvloed die de federale regering heeft op het onderwijssysteem,terwijl zij slechts 10 procent van het budget betaalt.Juist de verbinding tussen school en community heeft hetAmerikaanse onderwijs in het verleden groot gemaakt.VoordelenDe positieve aspecten van NCLB zijn naar mijn mening:• Een scherpere focus op het verbeteren van slecht presterendeleerlingen heeft geleid tot betere leerstrategieën enhet curriculum wat dit betreft aangescherpt.• Jim Collins, een bekende Amerikaanse auteur, heeft ooitgezegd: “Goed is de vijand van betere”. NCLB heeft scholenaangezet systematisch te werken aan het verbeterenvan de resultaten.>no child left behind actDe doelstellingen van NCLB:• Vermindering van de kloof tussen verschillende groepen;– in de school als geheel– ten aanzien van etnische groepen– ten aanzien van leerprestaties van kansarmen– ten aanzien van de leerprestaties van leerlingen met eenhandicap– vergroting van de kennis van de Engelse taal vananderstaligen.• Verbetering van de kwaliteit van het onderwijs voor alleleerlingen;• Zorg dat ouders meer te kiezen krijgen;• Een veel grotere verantwoordingsplicht.Om dit te bereiken moest elk van de vijftig Amerikaanselidstaten onderwijsdoelen formuleren, die uiteindelijkmoesten worden goedgekeurd door het federale ministerievan Onderwijs (USDE). In de plannen moet wordenaangetoond hoe de individuele scholen binnen elke staatdeze staatsdoelen waarmaken.– Een van te voren bepaald aantal leerlingen van allesubgroepen een vastgelegd niveau haalt op het gebied vantaal en rekenen. Dit percentage moet elk jaar stijgen en in2013-2014 100 procent zijn.– Ook andere indicatoren zijn gerealiseerd, zoals eenvastgesteld aanwezigheidpercentage van de leerlingen eneen vastgesteld slagingspercentage voor scholen in hetvoortgezet onderwijs.• Te beschikken over hoog opgeleide leerkrachten enspecialisten met academische kennis die voldoen aan federalestandaarden. Dit laatste betekent dat leerkrachten vollediggecertificeerd moeten zijn en onderdeel uitmaken van eenregister, tenminste een bachelor hebben en aantoonbaarspecialist zijn op die gebieden die worden gedoceerd. Overigpersoneel (onderwijsassistenten en begeleiders) dienen eenfederale erkenning te hebben, wat inhoudt dat zij tenminsteeen high school achter de rug hebben en minimaal twee jaarcollege of anders een streng examen hebben afgelegd waarinhun competenties zijn getest.Scholen moeten dit bewijzen door:• Een jaarlijkse voortgangsrapportage (Adequate YearlyProgress, AYP) te maken waarin wordt bewezen dat:– Tenminste 95 procent van de leerlingen de test dieonderdeel is van het onderwijsplan van de staat ookmaken.Alleen scholen die de beschreven NCLB-niveaus in hunjaarlijkse evaluatie op 31 punten hebben gehaald, hebbenvoldaan aan de wet. Élke school die ook maar één van dedoelstellingen niet heeft gehaald, wordt beschouwd als eenschool die voor verbetering vatbaar is. De gevolgen voor dieschool zijn ernstig: variërend van een publieke waarschuwingtot de eis een verbeterplan te ontwikkelen of zelfs sluiting alseen aantal jaren niet aan het AYP wordt voldaan.kader primair juni <strong>2010</strong>29


dubbelbetoog• NCLB heeft zeker bijgedragen tot een versterking van deprofessionele kwaliteit van het onderwijspersoneel.• NCLB heeft het evident based leren versterkt.Nieuwe voorstellen Obama-regeringHet klinkt misschien alsof ik tegen testen ben. Als schoolleiderhecht ik sterk aan een goede evaluatie, daar maakttesten natuurlijk deel van uit. Maar het NCLB-testprogrammageeft geen inzicht in individuele leerprestaties.Ik wacht dan ook gespannen op de veranderingen die deObama-regering in het najaar van <strong>2010</strong> zal aankondigen.‘er wordt geleerd wat wordtgetest, wat niet wordt getestwordt niet aangeboden’De huidige minister Duncan lijkt te hebben geleerd vande feedback die opvoeders, leerkrachten en schoolleidershebben gegeven. Hun beoogde voorstellen maken een paargoede stappen vooruit om de zaken voor scholen te verbeteren.Er wordt significant meer geld uitgetrokken en erkomen gevalideerde testen die de individuele ontwikkelingen vooruitgang van leerlingen kunnen toetsen, zonder datde school daarop wordt afgerekend.Toch zijn er in de nieuwe voorstellen ook negatieveontwikkelingen:• Bij een slecht presterende school wordt in alle gevallende schoolleider vervangen.• Leerkrachten en schoolleiders worden bekwaam geachtwanneer zij de testscores van hun leerlingen juist wetente interpreteren. Evaluaties over leerkrachten en schoolleidersworden gepubliceerd op publiekelijk toegankelijkewebsites.• Van scholen wordt gevraagd samenhangende, competitieveplannen te schijven om federaal geld te ontvangen,terwijl deze toekenning in het verleden via vastgesteldeformules ging. Scholen die in staat zijn slimme aanvragente schrijven, zijn zo in het voordeel.Het is duidelijk dat de voorstellen beter passen bij de stedelijkeomgeving dat op het platteland van Montana. Hoewelhet nog niet geheel duidelijk is wat de nieuwe planneninhouden is één ding wel zeker: NCLB zal snel tot het verledenbehoren. Ik hoop alleen niet dat we over een aantaljaren zullen zeggen: ‘NCLB was zo slecht nog niet’.” _advertentie30


zo kan het ook ! _ good practiceScholen voor primair onderwijs lopen vaak tegen dezelfde uitdagingen aan.De aanpak kan bijzonder zijn en voor meerdere scholen nuttig. Deze maandin Zo kan het ook!: met de gratis virtuele internetgemeenschap eTwinningkunnen scholen binnen Europa kennis uitwisselen en samen aan projectenwerken met behulp van ict.tekst noortje van dorpeen virtuele schoolreisdoor europaMet eTwinning kunnen leerlingen uitverschillende Europese landen met elkaarmailen en chatten, of online samenwerken aanprojecten.Een reken- of muziekles van een Bulgaarseleerkracht, filmpjes maken over je eigenstad voor leerlingen in Turkije, in het Engelsmailen en chatten met leeftijdsgenoten overje hobby's, of op uitwisseling met een klas inFrankrijk. Een kleine greep uit de projectendie mogelijk zijn via eTwinning. Vergelijkbaarmet social mediasites als Hyves en Facebook,alleen dit keer speciaal bedoeld voorEuropese leerlingen en leerkrachten. Ook iser plek voor schoolleiders, zij kunnen lerenvan elkaars ervaring. “Er zijn al wel verschillendesubsidiemogelijkheden voor scholenom op uitwisseling te gaan, maar deze zijnniet voldoende voor alle scholen”, verklaartMarjolein Mennes, coördinator eTwinning bijhet Europees Platform. “Langs de virtueleweg kunnen alle Europese scholen via projectenmet elkaar in contact komen.”PCSV Leiderdorp is al enige tijd structureelaan het ‘eTwinnen’. Dat is ook vastgelegd inhet managementcontract met de scholen.Eén basisschool gaat binnenkort als gevolgdaarvan zelfs op uitwisseling met eenVlaamse school. “Het contact is ontstaantijdens het speeddaten op een eTwinningbijeenkomstin Brussel”, vertelt bovenschoolsdirecteur Rien Hazekamp. “Hetproject dat daaruit voortvloeide was zo leuk,dat ik besloot om via BIOS geld voor eenleerlinguitwisseling te vragen.” “Een eTwinningprojectkun je zo duur maken als je zelfwilt”, verduidelijkt Mennes. “Een virtueelproject kost niets, voor alles wat je extra wiltdoen kun je een subsidie aanvragen.”De Maurice Maeterlinckschool in Delft is eenvan de weinige scholen voor speciaal onderwijsdie gebruikt maakt van eTwinning. Hetproject My very special wondertree, waarineen boom dichtbij de deelnemende scholenuit diverse landen het uitgangspunt wasvoor diverse activiteiten, kreeg de eTwinningprijs<strong>2009</strong>. “Het is een 'Europees sausjeover mijn lessen”, aldus leerkracht MirjamHeemskerk. “Voor mijn leerlingen is hetmogelijk om 'virtueel te reizen' en zo Europate verkennen en hun wereld te vergroten.Voor mij als leerkracht is het leuk om samente werken met Europese collega's. Je doetnieuwe ideeën en inspiratie op.”De kwetsbaarheid van eTwinning is de ietwatonpersoonlijke factor. Bovenschools directeurHazekamp: “Een leerkracht kan een projectbeginnen en plotseling stoppen omdathij of zij geen tijd of zin meer heeft. Dathebben wij een keer meegemaakt; na driemaanden stopte het om onverklaarbare redenenvanuit de school in Italië. Teleurstellend,met name voor de betrokken groep kinderen.”Hazekamp gebruikt nu nascholingsgeldenom eTwinning-partners te bezoekenvoordat een project start. “Als mensen elkaarkennen gaat een project beter verlopen enstopt het niet zo maar. We zijn inmiddels naarBoekarest, Vilnius en Budapest gegaan metals resultaat heel leuke projecten en goedevriendschappen tussen collega’s.”Mennes van het Europees Platform hooptdat eTwinning in Nederland, net als inandere landen, onderdeel van het curriculumwordt. “Internationalisering is in Nederlandniet voor iedere school vanzelfsprekend. Hetmoet veel normaler worden. Leerlingen zijnal lang die (digitale) grenzen over.” _meer weten?eTwinning is onderdeel van Comenius enmaakt deel uit van het Levenlang Leren Programmavan de Europese Commissie. Ziewww.etwinning.net en www.etwinning.nl.Neem voor een gratis studiemiddag voorhet werken met eTwinning contact op metMarjolein Mennes, etwinning@epf.nl,tel. 023-553<strong>11</strong>60. Projectvoorbeeldenvan de school in Delft staan opwww.specialchildren.wikispaces.com enwww.wondertree.wikispaces.comOok een creatieve aanpak op uw school?Mail naar communicatie@avs.nl o.v.v.‘Zo kan het ook’.kader primair juni <strong>2010</strong>31


32advertentie


speciaal (basis)onderwijsopbrengsten metenin speciaal basisonderwijsleidt tot discussieDe onderwijsinspectieheeftonlangs in haarOnderwijsverslaggeconstateerddat het aantalzeer zwakkescholen voorspeciaalbasisonderwijs fors is afgenomen.Tegelijkertijd merkt de inspectie opdat slechts een zeer klein percentagevan de leerlingen in het speciaalbasisonderwijs het niveau van degemiddelde basisschoolleerling aanhet eind van groep 7 bereikt. Dat ligtvolgens het SBOwerkverband deelsaan het feit dat reguliere methodesom het niveau van de uitstroom tebepalen ongeschikt zijn voor dezegroep leerlingen.tekst sbowerkverband/avsHet SBOwerkverband is erg blij dat het aantalzeer zwakke scholen fors is afgenomen.Volgens het werkverband is het echter nietreëel om leerlingen van het speciaal basisonderwijs(sbo) te vergelijken met leerlingenvan het reguliere basisonderwijs. VoorzitterEllen Pieterse: “Deze kinderen zitten nietvoor niets op het sbo. Ze hebben anderemogelijkheden en andere beperkingen; zehebben andere behoeften en andere hulpvragen.Daarom werken alle sbo-scholenmet het ontwikkelingsperspectief (OPP).Daarbij kijkt men vooral naar de specialeonderwijsvraag en naar de thuissituatie.Maar uit een pilot, die het SBOwerkverbandsamen met de inspectie heeft uitgevoerd,is gebleken dat het niet zo eenvoudig isom het OPP valide te meten. Het effect van‘het is niet eenvoudig om het ontwikkelingsperspectiefvalide te meten’alle variabelen (het IQ en de belemmerendeen compenserende factoren) is bij allekinderen verschillend en kan bovendien snelveranderen.“Met welke maat meten?De inspectie wil zich vooral richten op deopbrengsten van het onderwijs en is opzoek naar een maat om de opbrengstenvan leerlingen in het sbo te beoordelen.Dat wil het SBOwerkverband ook. Pieterse:“Wij zijn ervan overtuigd dat we als sbo eengrote toegevoegde waarde hebben, maar opdit moment kunnen we dat niet bewijzen.Daarom moeten de uitstroomgegevens wordengerelateerd aan de instroomkenmerken.De inspectie zoekt naar een eenvoudigemaat, het liefst één getal. Uit de pilot isgebleken dat zoiets niet mogelijk is. Daarompleiten wij ervoor dat deskundigen bepalenwat het ontwikkelingsperspectief is vandeze leerlingen op basis van het IQ en debelemmerende en compenserende factoren.”Volgens Pieterse zijn orthopedagogenhet meest geschikt om een onafhankelijkoordeel te geven. De inspectie vindt wel datorthopedagogen dat moeten doen op basisvan valide gegevens, maar die zijn er dusniet. Pieterse: “Er moet meer vertrouwenzijn in het oordeel van orthopedagogen enprofessionals in het onderwijs. Als het gaatom de ontwikkeling van kinderen, zijn zij bijuitstek deskundig. Die deskundigen moetennatuurlijk wel verantwoording afleggen overhun oordeel.”Op dit moment is er nog geen overeenstemmingtussen het SBOwerkverband en deinspectie; zij zijn nog in gesprek over hetoplossen van dit dilemma.Toegevoegde waardeDe AVS vindt ook dat er een oplossingmoet komen om zichtbaar te maken watscholen betekenen voor leerlingen meteen ander ontwikkelperspectief dan demeerderheid. Dat is niet alleen van belangvoor sbo-scholen, maar in het kader vanPassend onderwijs in toenemende mate ookvoor steeds meer leerlingen in het regulierebasisonderwijs. De AVS wijst erop dat deonderwijsinspectie in Engeland inmiddelsal werkt met een instrument om de ‘toegevoegdewaarde’ in beeld te brengen. Daarkunnen aangrijpingspunten gevonden wordenom dit ook voor de Nederlandse situatiete ontwikkelen. _Its en het Kohnstamm Instituut zijninmiddels een nieuw onderzoek gestartnaar de prestaties en de ontwikkeling vankinderen in het speciaal basisonderwijs enin de clusters 2, 3 en 4, onder de noemerCOOL Speciaal. Om van verschillendegroepen kinderen in het speciaalbasisonderwijs en speciaal onderwijs inkaart te brengen hoe ze zich ontwikkelen,cognitief en sociaal-emotioneel. En om teonderzoeken in hoeverre zorgleerlingen inhet regulier onderwijs en in het speciaal(basis)onderwijs van elkaar verschillen enwelke leerlingen in welk type onderwijshet meest tot hun recht komen. Meerinformatie: www.cool5-18.nlkader primair juni <strong>2010</strong>33


achtergrondVoetbalscouts zijn geneigd vaak de oudste,samenhangin plaats van de beste voetballers van eenlichting te kiezen, omdat zij fysiek sterker zijn.Daarom gebeurt het scouten van voetbaltalentin Nederland sinds een paar jaar in blokkenvan drie maanden in plaats van jaarlichtingen.Zo is er geen relatieve voorsprong enneutraliseer je fysieke verschillen. Net als bijtopvoetballers telt ook in het onderwijs degeboortemaand. De indeling van kinderen opbasis van een willekeurige – zoals voorheen1 oktober – peildatum in jaargroepenkan langdurige gevolgen hebben. Vroegeleerlingen worden in het onderwijs vakeronderschat en oudere kinderen overschat,aldus ontwikkelingspsycholoog Ad Dudink.Kunnen scholen daar iets mee?tekst irene hemelsHet is al lang bekend dat de geboortemaand van groteinvloed is op schoolprestaties. En toch houdt het onderwijser nog niet structureel rekening mee. “Onbegrijpelijk”,vindt psycholoog en onderzoeker aan de Universiteit vanAmsterdam Ad Dudink. “In 1971 toonde Klaas Doornbosovertuigend aan dat jonge leerlingen in een klas gemiddeldminder goed presteren dan oudere leerlingen. De kansdat zij blijven zitten is groter en ze worden vaker doorverwezennaar vormen van speciaal onderwijs.” Dudinksnapt niet waarom maatregelen, waarbij de boordelingvan schoolprestaties is afgestemd op de precieze leeftijdvan de leerling, nog steeds ontbreken. “Oudere leerlingenhebben meestal een voorsprong in de ontwikkeling. Voorjonge leerlingen die moeite hebben met de leerstof is in hetverleden zelfs een verklarend begrip bedacht: schoolrijpheid.Dit suggereert dat het lesprogramma in groep 3 vanVroege of lwie is b34


geboortemaand en succestevoren vaststaat. Aangepast onderwijs behoort rekeningte houden met leeftijdsverschillen en dit geldt voor elkegroep. Er zijn zoveel kinderen de dupe zonder dat er ietsaan wordt gedaan.”ZittenblijversDudink deed vervolgonderzoek en kwam begin dit jaarmet zijn resultaten. Hij onderzocht onder meer de manierwaarop jaargroepen in het primair onderwijs wordeningedeeld in de ons omringende landen en vond in Belgiëeen vergelijkbaar patroon als in Nederland. In Belgiëis de peildatum niet 1 oktober, maar 1 januari. Dudink:“Daarmee verleg je het probleem en doe je niets aan deoplossing ervan.” In België zijn de jongste leerlingenvan de klas de kinderen die in de maanden oktober,november en december zijn geboren. In Nederland zijndat, bij een peildatum van 1 oktober, de kinderen die injuli, augustus en september zijn geboren. De Belgischezittenblijvers zijn vooral geboren in de laatste maandenvan het kalenderjaar en Belgische kinderen geboren in demaanden november en december worden vaker doorverwezennaar het Vlaams buitengewoon onderwijs. Dudink:“De Nederlandse situatie is vergelijkbaar met Vlaanderen.In Nederland zijn de ‘zittenblijvers’ vooral geboren in dezomermaanden. Begaafde leerlingen die een klas overslaan,vind je bijna uitsluitend in de laatste maanden vanhet schooljaar.”‘ j e k u n t o u d e r e l e e r l i n g e nd e z e l f d e to e t s e e r d e rl at e n a f l e g g e n d a n j o n g e r eleerlingen’ate leerling;eter af ?Dit lijkt tegenstrijdig met de recente ontdekking vanDudink dat Nederlandse politiek leiders en topbestuurdershun verjaardag vooral in de zomermaanden (juli,augustus, september) vieren, en dus ooit jonge leerlingenwaren. Een mogelijke verklaring is dat de beste vroegeleerlingen harder moeten knokken en daardoor een vechtersmentaliteitcreëren.Klas- versus leeftijdgenotenUit eigen, bescheiden, ervaring als leerkracht ondervondDudink hoe moeilijk differentiëren in het onderwijs is.“Als leerkracht van klas drie (nu groep vijf) besloot ik datde rekenles voor iedereen even lang moest duren. Als jeklaar was dan ging je verder met de volgende bladzijdeen niet iets anders doen. Als een kind zijn boek uithad,stuurde ik het bij wijze van spreken naar de leerkrachtvan de volgende klas, zodat het verder kon gaan. Nou,dat was niet de bedoeling! Snelle kinderen krijgen verrijking-en verdiepingsstof, vaak herhaling, maar dat is toch >kader primair juni <strong>2010</strong>35


veronderstelde. Net als in het reguliere onderwijs onderschattenook Montessorileerkrachten het intelligentieniveauvan de jonge leerlingen, terwijl het niveau van deoudere leerlingen vaker wordt overschat.”Op leeftijd corrigerenDudink vreest dat het overschatten en onderschatten doorwerktop de ontwikkeling en het zelfvertrouwen van kinderen.“Slimme oudere kinderen worden niet uitgedaagd,terwijl van jongere kinderen teveel wordt geëist. Je ziet dataugustus- en septemberleerlingen gemiddeld lager scorenop prestatiemotivatie.”De ontwikkelingspsycholoog pleit voor maatregelen waarbijde beoordeling van de schoolprestaties is afgestemdop de precieze leeftijd van de leerling. “Schoolcijfers diegebaseerd zijn op de prestaties van klasgenoten, geven eenvertekend beeld. Je vergelijkt voortdurend kinderen vanverschillende leeftijden met elkaar. Je doet namelijk alsofze hetzelfde zijn. Zet de namen van klasgenoten niet inalfabetische volgorde maar in chronologische volgorde.‘d e s o c i a a l - e m ot i o n e l e e nc o g n i t i e v e o n t w i k k e l i n g i sb e pa l e n d e n n i e t z o z e e r d egeboortedatum van het kind’Ontwikkelingspsycholoog Ad Dudink snapt niet waarommaatregelen, waarbij de boordeling van schoolprestaties isafgestemd op de precieze leeftijd van de leerling, nog steedsontbreken. Foto: Anna Greenecht anders. We willen kinderen niet graag uit de pas latenlopen. Met hoogspringen mag je zo hoog springen als jewilt, maar in het onderwijs mag dat niet.”Dudink wil maar zeggen: een kind wordt teveel beoordeeldop zijn jaargroep. En dat is een arbitraire keuze, meent hij.“Klasgenoten worden beschouwd als leeftijdgenoten, terwijldaar bijna een jaar tussen kan zitten. Voor oudste enjongste leerlingen geldt dat veel leeftijdgenoten een klashoger of lager zitten.” Een manier om de leeftijdpositiete doorbreken, lijkt het vormen van een combinatieklas.Dudink deed er onderzoek naar. “Ook in een onderwijsvormwaar verschillende leeftijden bij elkaar zitten, zie jedat de leerkracht toch verschillende jaargroepen voor zichziet en de beoordelingen van prestaties wordt gebaseerdop de specifieke jaargroep van de leerling. Het relatieveleeftijdsaspect blijft, ondanks werken met combinatieklassen,toch aanwezig. Uit mijn onderzoek komt naar vorendat Montessorileerkrachten hun leerlingen vergelijken methun klasgenoten. In de praktijk schatten de leerkrachtenhet intellectuele niveau van oudere kinderen hoger in danvan jongere kinderen. Wij namen intelligentietesten af bijde kinderen en de uitslag klopte niet met wat de leerkrachtRapportcijfers laten de leerkracht dan in één oogopslagzien of er een samenhang is met de precieze leeftijd van deleerling. Dit verhoogt de kans dat de effecten van leeftijdzichtbaar worden.” Zo vergeleek Dudink de Cito-toetsuitslagenvan alle Nederlandse leerlingen uit groep 8 met hungeboortemaand en kwam hierin hetzelfde patroon tegen.“Leerlingen geboren in augustus en september scoordenlager dan leerlingen geboren aan het eind van het jaar.”Volgens Dudink zijn er legio oplossingen denkbaar: “Je kuntbijvoorbeeld oudere leerlingen dezelfde toets eerder latenafleggen dan jongere leerlingen. Waar het om gaat is dat jecorrigeert op leeftijd, pas dan meet je met een maat.”Peildatum hardnekkig misverstandDe peildatum van 1 oktober is overigens al jaren niet zo hardals wel wordt beweerd. “Dat is een hardnekkig misverstand”,aldus woordvoerder Jan-Willem Swane van de onderwijsinspectie.“Met het ontstaan van de basisschool (samenvoegingkleuterschool en lagere school, red.) is de peildatum afgeschaft.”Wel zijn ‘herfstkinderen’ kwetsbaarder en is er vaakmeer twijfel over twee of drie jaar kleuteren. De inspectiepleit ervoor om naar de ontwikkeling van kinderen te kijkenen de leeftijd van het kind los te laten. Langer kleuteren vanherfstkinderen wordt afgeraden vanwege het slechts tijdelijkeeffect en om alle kinderen de kans te geven binnen achtschooljaren de basisschool te doorlopen.36


achtergrondvoetbalselectie en geboortemaandZowel psycholoog Ad Dudink als inspanningsfysioloog enassistent-coach Raymond Verheijen zijn zich bewust van hetgegeven dat scouts vaak de oudste spelers kiezen in plaatsvan de beste voetballers van een lichting. Verheijen: “Daarmeezien ze voetbaltalent over het hoofd. Bij een peildatum van 1januari is op de leeftijd van tien, twaalf jaar de gemiddeldejongen geboren in januari veel verder dan een jongen uitnovember, december. Dat is een gigantisch verschil, ook infysieke zin. Het gevolg is dat jongens uit januari, februari enmaart veel sterker en sneller zijn. Ze vallen meer op.”Verheijen kan het weten. Net als in 2002 en 2006 is hij ooknu assistent-coach van het Zuid-Koreaanse elftal. EerderRaymond Verheijen (2e van rechts) is tijdens het WK <strong>2010</strong>, net als in 2002 en 2006, actief als assistentcoachvan het Zuid-Koreaanse elftal. Eerder begeleidde hij onder meer Rusland (EK 2008) en Nederland(EK 2000 en 2004). Op de foto een dolletje tijdens de training van het Nederlands elftal voor het EK2000. Foto: Leo Vogelzang/WFAbegeleidde hij onder meer Rusland (EK 2008) en Nederland(EK 2000 en 2004). Tussen 1997 en 2006 deed Verheijen eengroot onderzoek binnen de Nederlandse profopleidingen. Deresultaten en ervaringen beschreef de coach in zijn boek ‘Hetperiodiseren van voetbal’. Verheijen pleit ervoor om niet tekijken naar hoe hard een jongen de bal speelt en hoeveel hijscoort, maar naar de kwaliteit van de keuzes die een spelermaakt. “Scouts moeten kijken wat een kind probeert, ongeachtof de uitvoering lukt of niet.” Het scouten van voetbaltalentgebeurt in Nederland sinds een paar jaar in blokken van driemaanden. Dus geen jaarlichtingen, maar jongens ingedeeldin groepen van drie geboortemaanden bij elkaar. “Zo is ergeen relatieve voorsprongen neutraliseer je fysiekeverschillen.”Verheijen juicht het toe als hetonderwijs ook rekening gaathouden met de geboortemaandvan leerlingen. “En dan moet jeniet de peildatum van 1 oktoberverplaatsen naar 1 januari,want daarmee verleg je hetprobleem. Het verbaast metniets dat een kind geboren inseptember gemiddeld lagerscoort voor dezelfde toets daneen kind geboren in oktoberhet jaar ervoor. Het onderwijszou vroeg geboren leerlingenanders kunnen beoordelendan later geboren leerlingen ofklassen kunnen opdelen in zesmaanden om de verschillen teverminderen.”Op basisscholen De Leer in Hengelo en De Empel in Erpwordt 1 januari als peildatum genomen, maar als het kankleuteren ook kinderen die in januari of februari jarig zijn‘maar’ anderhalf jaar. “Wij vinden de sociaal-emotioneleen cognitieve ontwikkeling bepalend en niet zozeer degeboortedatum van het kind. Door het loslaten van 1 oktoberals peildatum zijn we wel bewuster gaan kijken. In hetverleden hebben we kinderen wel tekort gedaan door henlanger te laten kleuteren dan nodig”, legt intern begeleiderMiriam Pasman van basisschool De Leer uit. Zij schriktvan de bevinding van Dudink dat jonge kinderen minderpresteren en worden ondergewaardeerd. “Dat had ik nogniet meegekregen. Dat werpt een ander licht op deze problematiek.Daar moet ik over nadenken.”‘ i n h e t v e r l e d e n h e b b e n w ek i n d e r e n w e l t e ko r t g e d a a ndoor hen langer te latenkleuteren dan nodig’Directeur Kees Bressers van De Empel is resoluter inzijn oordeel. “Wij mogen dan niet met een wetenschappelijkebril kijken, maar maken dagelijks de ontwikkelingvan onze kinderen mee. Wij zien die invloed van deleeftijd niet terug in de prestaties van de kinderen. Daarherken ik helemaal niets van. Er komt juist steeds meerruimte om los van de geboortedatum naar kinderen tekijken.” _kader primair juni <strong>2010</strong>37


achtergrondoverhead value analyse maakt omvang en wenselijkheid overLeerkrachten hebben al snel het gevoel dat het stafbureau vooral een kostenpost is, maar eenzekere mate van overhead bespaart scholen juist geld. Bij het zoeken naar een balans in deoverheadkosten kan het maken van een analyse uitkomst bieden. Dat maakt de overheadtransparant. “Als je de kosten intern helder hebt, kun je in gesprek of je het geld er voorover hebt.”tekst jaan van akenInzicht inoverhead“Een personeelsfunctionaris kan heel handig zijn als je op stel en sprong iemand moet vervangen. Net als een conciërge die de vuilnis buitenzeten de vaatwasser inruimt, ontlast die de schoolleider.” Foto: Will Geurds38


head transparantHet onderwijs lijkt grotendeels gespaard te worden inde bezuinigingsoperatie om de crisis te bestrijden; demeeste partijen gaven in hun verkiezingsprogramma’saan te willen investeren in de sector. Toch kan het zinvolzijn inzicht te krijgen in de hoogte van de overheadkostenin vergelijking met andere besturen en scholen.Snijden in de overhead kan besparingen opleveren diegebruikt kunnen worden voor het primaire proces of vooronderwijsinnovaties.Overhead is een maatstaf voor doelmatigheid. Het geeftaan in hoeverre een bestuur of school de middelen inzetvoor primaire taken en doelen, definieert Jeroen Wismans,managing consultant bij organisatieadviesbureau Berenschot.Er zijn generieke en onderwijsspecifieke overheadfuncties.Generiek zijn bestuur, directie en management,secretariaten, personeel en organisatie, financiën en control,informatisering en automatisering, pr en communicatieen facilitaire zaken. Specifieke overheadfuncties in hetprimair onderwijs zijn bijvoorbeeld de intern begeleider enleerling-administratie. “Een remedial teacher is primair metleerlingen bezig en valt daarom niet onder de overhead.Ib’ers ondersteunen leerkrachten en om die reden is heteen overheadfunctie. Ook de voorbereiding van bijvoorbeeldKerst is onderwijsgerelateerd en valt niet onder overhead.Taakuren van leerkrachten zijn in zijn algemeenheidbestemd voor leerlingen”, verduidelijkt Wismans.De generieke overhead in het basisonderwijs ligt op 14,3procent en ligt daarmee 5 procent lager dan in het voortgezetonderwijs en tien procent lager dan in het hbo (ziekader). Gezien de relatief lage overhead moeten schoolbesturenoppassen de overhead niet té klein te maken,waarschuwt de consultant van Berenschot. De commissieDon waarschuwde eind vorig jaar dat de financiële functiein het onderwijs onvoldoende op orde is. Wismans: “Hetgevaar is dat je bij vitale financiële en personeelsfunctiesachter de feiten aanholt als je ze niet hebt of wegbezuinigd.Een personeelsfunctionaris kan heel handig zijnals je op stel en sprong iemand moet vervangen. Net alseen conciërge die de vuilnis buitenzet en de vaatwasserinruimt, ontlast die de schoolleider.”Eerst benchmarkenDe Overhead Value Analyse (OVA) van Berenschot is een analysemethodedie schoolbesturen en schoolleiders helptbij het bepalen van de toegevoegde waarde van overheadfuncties;alle functies die het primaire proces aansturenen ondersteunen. Het OVA-stappenplan is vooral geschiktvoor grotere schoolbesturen, omdat bij kleine besturen decomplexiteit van de overhead een stuk geringer is. “Eenschoolleider van een eenpitter kan het model binnen zijnschool wel gebruiken om het team te vragen aan welkeproducten en diensten ze wel of geen behoefte hebben”,legt Wismans uit.De eerste stap van de analyse is het benchmarken van deomvang van de overhead. Een benchmarkonderzoek geefteen overzicht van de functies, geleverde diensten en kosten,in vergelijking met soortgelijke besturen uit de referentiegroep.Wismans: “Die groep proberen we zo goedmogelijk af te stemmen door te kijken of een bestuuralleen scholen voor basisonderwijs, of ook voor speciaal(basis)onderwijs heeft. Daarnaast nemen we het aantalscholen en leerlingen mee.”Bij de vergelijking kunnen alle overheadfuncties betrokkenworden. “Een beperkter scenario is ook mogelijkdoor alleen te kijken naar functies en taken waar de vergelijkingmet de referentiegroep duidelijk hoger of lageruitvalt”, vertelt Wismans. Vaak is er samenhang tussenbovenschoolse overheadfuncties en functies op schoolniveau.“Daarom is het aan te raden beide niveaus in deanalyse te betrekken.”g e z i e n d e r e l at i e f l a g eo v e r h e a d i n h e t p r i m a i ronderwijs moeten schoolbesturenoppassen de overheadniet té klein te makenDe uitkomsten van het benchmarkonderzoek tonen aanop welke terreinen de overheadkosten hoger of lager zijndan gemiddeld. Het maakt de overhead transparant, vindtWismans. “Het kan bijvoorbeeld zijn dat een bestuurhoog scoort op de post ict. Dan kan de ambitie zijn omsterk in te zetten op computers in het onderwijs, maarhet kan ook zijn dat er inefficiënt ingekocht wordt.Berenschot is momenteel bezig het analyse-instrumenttoe te passen bij een groot schoolbestuur met zestig scholen,twaalfduizend leerlingen en een groot stafbureaumet een aantal beleidsadviseurs (werknaam ‘Zuid’). Deschoolleiders klaagden dat er geen vrije ruimte op hunbegroting meer is, vertelt Wismans. “Als de personeelskostenen de bovenschoolse afdracht zijn ingeboekt, ishet geld op.” Een referentiegroep van vier besturen vandezelfde grootte is samengesteld. “Het bestuur zit 26 procentboven de gemiddelde overhead. Als ze op het gemiddeldezouden zitten, zou dat miljoenen euro’s goedkoperzijn”, concludeert Wismans.MeerwaardeDe volgende stap is de kern van de OVA: wat voegen deproducten en diensten van de overheadafdelingen toe aande organisatie en hoe noodzakelijk zijn ze? Bij het makenvan deze indeling zijn drie deelvragen behulpzaam: >kader primair juni <strong>2010</strong>39


• Wat is het huidige en gewenste dienstverleningsniveauvan een dienst of product? Is het bijvoorbeeld noodzakelijkdat er elke dag iemand voor administratie aanwezigis?• Wat is de huidige en gewenste gebruikswaarde van eendienst of product? Bij een maandelijks verschijnendefinanciële managementsrapportage die nauwelijks relevanteinformatie bevat, is de gebruikswaarde laag.• Wat is de noodzaak tot het voeren van een product ofdienst? Is het need-to-have, zoals de wettelijk verplichtejaarrekening, nice-to-have, zoals de groenvoorziening, ofeigenlijk not-needed?De bovenschoolse directie beslist vervolgens over voortzetten,eventueel met aanpassingen, of stopzetten van eenproduct of dienst.‘ h e t g e v a a r i s d at j e b i j v i ta l efinanciële en personeelsfu n c t i e s a c h t e r d e f e i t e na a n h o lt a l s j e z e n i e t h e b t o fwegbezuinigt’Het stafbureau van schoolbestuur ‘Zuid’ heeft bijvoorbeeldverschillende consulenten, licht Wismans toe. “Die voorpersoneel en financiën vinden schoolleiders nuttig. Aan“Bij het ene bestuur levert het combineren van functies voordeel op,het andere bestuur bespaart juist door het overdragen van taken aanspecialisten”, aldus Jeroen Wismans van Berenschot.cijfers overheadDe generieke overhead in het basisonderwijs ligt op 14,3 procent, blijkt uit onderzoek van het organisatieadviesbureauBerenschot tussen 2005 en <strong>2009</strong> (zie tabel). Het primair onderwijs scoort daarmee relatief laag (van het mbo heeft Berenschotgeen cijfers omdat zij een eigen benchmarksysteem hebben via de MBO-Raad). Uit onderzoek van ITS (2006) bleek de bovenschoolseoverhead bij besturen tot zes scholen op 4,3 procent te liggen en bij besturen van 21 of meer scholen op 2,7 procent.“Wij komen in ons onderzoek ook tot 2,7 procent van de totale formatie die gemiddeld bovenschools ingezet is bij groteschoolbesturen van meer dan tienduizend leerlingen. De rest van de overhead zit op de scholen zelf bij de schoolleider,conciërge, administratie en intern begeleider”, aldus Jeroen Wismans van Berenschot.Omvang generieke overheadformatie per sector tussen 2005–<strong>2009</strong> (FTE overhead/FTE totaal)40


achtergrondde adviseurs op onderwijsinhoudelijk gebied hebben zegeen behoefte. Laat het onderwijs aan ons over, vinden ze.Ook op facilitair gebied willen de scholen hun eigen zakenregelen. Ze willen af van contracten voor centrale inkoopvan schoonmaak en groenvoorziening. Nu is het zo dat eenschool waar de ramen niet goed gelapt zijn via het stafbureaumoet regelen dat de glazenwasser nogmaals komt.”BesparenDe laatste stap in de analyse is te berekenen hoeveel erbespaard kan worden op de overheadkosten. ‘Zuid’ heeftbijvoorbeeld een groot kenniscentrum opgericht toen deschoolbegeleidingsdiensten commercieel gingen. “Dat kostveel geld en de schoolleiders geven aan die diensten zelf opde markt te kunnen verkrijgen.”Wismans vindt het lastig algemeen geldende uitspraken tedoen. “Bij het ene bestuur levert het combineren van functiesvoordeel op, het andere bestuur bespaart juist door hetoverdragen van taken aan specialisten. Door te kijken waarkosten relatief hoog zijn, kun je eventuele bezuinigingsmogelijkhedenontdekken.”Als een bestuur hoog scoort op de post bestuur/directie/secretariaat kan het zijn dat er teveel schoolleiders zijn, datze teveel betaald krijgen of dat er teveel secretaresses zijn.Wismans: “Een oplossing kan zijn één schoolleider voortwee locaties aan te stellen. Kijk kritisch naar de externeinhuur en inkoop op het gebied van personeel- en financiëleadministratie, schoonmaak, training en opleidingen adviseurs. Combineer consulent- en beleidsfunctiesen secretariële en administratieve functies, adviseerthij. Een andere besparingsmethode is normeren, dooreen bepaald maximumbedrag per leerling aan overheadkostenvast te stellen.Het is van belang de overheadanalyse volledig te volgen,benadrukt Wismans. “Het gebeurt dat schoolbesturenhet bezuinigingstraject niet tot het eind toe doorvoeren.Vaak worden diensten niet goed uitbesteed en dan krijgje alleen vervangende kosten. Of besturen zorgen nietvoor een goed sociaal plan voor vertrekkend personeel.”Bij schoolbestuur ‘Zuid’ zijn de schoolleiders zeertevreden over de OVA, stelt Wismans. “Het proces leidtertoe dat scholen meer ruimte op hun begroting zullenkrijgen en daardoor meer eigen beleidsruimte hebben.Ze hebben het gevoel dat de hele organisatie weer aandachtgeeft aan haar primaire doelstelling: kwalitatiefgoed onderwijs verzorgen.” _advertentieadvertentiekader primair juni <strong>2010</strong>41


achtergrondhomoseksualiteit in het primair onderwijsHoewel homoseksualiteit volop belangstelling geniet, zoals deze maand op Roze Zaterdag,is acceptatie ervan een heel ander verhaal. Op de meeste basisscholen blijft het onderwerponderbelicht. De Tweede Kamer wil voorlichting hierover dan ook via de kerndoelen verplichten.Voor sommige scholen is dat niet nodig. De Waalse Louise de Colignyschool in Den Haagbesteedt bijvoorbeeld al jaarlijks in alle groepen aandacht aan seksuele diversiteit.tekst daniëlla van ’t erveillustraties hand in hand, coc haaglandenVerplichte voorlichtingstok achter de deurEen toolkit overgewicht, leskisten verslaving of smaaklessenvan Pierre Wind: allemaal leuk en leerzaam, maar waarhaal je als school de tijd vandaan? ‘Geen tijd’ is dan ookvaak de reden om (homo)seksualiteit niet te behandelen.En veel schoolleiders vinden specifieke aandacht voorhomoseksualiteit niet nodig, omdat ze het zien als onderdeelvan het veiligheidsbeleid, waarin elk soort discriminatieis verboden. Daarmee gaan ze voorbij aan het feit datheteroseksualiteit (onbewust) de norm is en afwijkingendaarvan negatief gedrag kunnen oproepen. Bovendien vindenveel scholen voorlichting niet nodig, omdat het onderwerpbij hen niet speelt. Maar aangezien vijf procent vande bevolking homoseksueel is, speelt het overal en altijd.Peter van Dijk, voorzitter van AOb Roze, weet uit eigenervaring dat het onderwerp vermeden wordt: “Mijn neefjekwam vol verhalen op school na het weekend dat ik metmijn vriend trouwde. Van zijn juf kreeg hij te horen dat hijer maar beter niet over kon praten. Zij wist duidelijk niethoe ze ermee om moest gaan, maar hierdoor geeft ze deboodschap af dat een huwelijk tussen twee mannen nietnormaal is.”42


als“Homoseksualiteit blijft een ongemakkelijk onderwerpwaaraan scholen liever niet zo snel hun vingers branden”,denkt Yvonne Verschragen, manager onderwijs bij COCHaaglanden. Voor de gratis lessenserie Hand in Hand, diede organisatie in opdracht van de gemeente Den Haagontwikkelde, had slechts een handjevol basisscholen interesse.“Pas op het moment dat er een aanleiding voor is,bijvoorbeeld omdat een leerling wordt gepest met zijntwee vaders, komt de vraag naar lesmateriaal. Terwijl jehet ook kunt zien als een onmisbaar onderdeel van hoe dewereld in elkaar steekt.” Door homoseksualiteit expliciette benoemen, geef je als school bewust het goede voorbeelden draag je bij aan de acceptatie van homoseksualiteit.Uit onderzoek blijkt dat álle leerkrachten zich prettigervoelen op scholen met een helder diversiteitsbeleid.OnderbelichtHet geven van seksuele voorlichting is niet verplicht. Inde kerndoelen van het primair onderwijs is weliswaarvastgelegd dat scholen aandacht moeten besteden aan bijvoorbeeldlichaam en gezondheid, maar de manier waaropbepalen zij zelf. Uit onderzoek van het NIGZ uit 2007 blijktdat het onderwerp (homo)seksualiteit op de meeste basisscholenonderbelicht blijft. Bijna de helft van de onderzochtescholen zegt er alleen iets aan te doen als kinderener naar vragen. Tweederde van de scholen ziet het verplichtenvan voorlichting over seksuele diversiteit als een stokachter de deur. Eind vorig jaar schaarde de Tweede Kamerzich dan ook achter de motie van D66 om scholen via dekerndoelen te verplichten hier aandacht aan te besteden.Het nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling(SLO) is gevraagd hiervoor een concept te leveren.“Een goede zaak”, vindt Peter Dankmeijer van Empowerment,het kenniscentrum seksuele diversiteit in hetonderwijs. De eveneens gratis lesmethode Leefvormendie Dankmeijer in 2003 ontwikkelde, wordt nauwelijksafgenomen. “Omdat het onderwerp thuis vaak niet ofniet goed aan de orde komt, is de school hiervoor de aangewezenplek. Door kinderen al vroeg duidelijk te makendat seksualiteit op verschillende manieren beleefd kanworden, kun je problemen op latere leeftijd voorkomen.”Maar met alleen het veranderen van de kerndoelen ben jeer niet, waarschuwt Dankmeijer. “De inspectie zal goedmoeten controleren of en hoe scholen er aandacht aanbesteden. Het geven van seksuele voorlichting verdientook de aandacht van de pabo’s. Ik zie het meest in eenverplichting voor scholen om duidelijk te maken hoe zijvoor leerlingen en leerkrachten met een seksueel diversegeaardheid een prettige, open omgeving creëren.” In debovenbouw van het basisonderwijs ontdekken leerlingenook zelf hun eerste seksuele gevoelens. Afwijkend gedragwordt vaak sterk veroordeeld, terwijl bij een derde van deleerlingen nog twijfel bestaat over hun seksuele identiteit.Pas rond 18 jaar durven de kinderen gemiddeld voorhun homoseksuele voorkeur uit te komen.Maak het bespreekbaar, is de belangrijkste opdracht dieDankmeijer aan schoolleiders wil meegeven. “Weet water speelt in je team, op school. Als leerkrachten er moeitemee hebben, zorg dan voor een training of haal een deskundigein huis. Geef als school het goede voorbeeld:treedt op als ouders of kinderen discriminerende opmerkingenmaken. Homo is het meest gebruikte scheldwoord,maar veel kinderen realiseren zich niet wat voor onveiligesfeer ze hiermee creëren.”Iedere mening telt‘Moet dat ook nog?’ en ‘Is dit dan een item?’ Het voorstelom de lessenserie Hand in Hand van COC Haaglandenuit te voeren, werd in het team van De Waalse Louise deColignyschool niet direct omarmd. Een aantal leerkrachtenhad principiële bezwaren vanwege hun geloof. “Iederemening telt, die dus ook”, vertelt directeur Peter Hoetjes,die de voors en tegens van het lespakket met het teambesprak. “Omdat uiteindelijk alle andere leerkrachtenakkoord waren, besloten we de methode wel uit te proberen.De lessen van de leerkrachten die echt niet wilden,werden door anderen gegeven.”Hand in Hand is volgens Hoetjes leuk, laagdrempelig eneenvoudig toe te passen. “De kleuters gaan bijvoorbeeldjongens- en meisjesspeelgoed sorteren en dan blijkt datdie scheidslijn helemaal niet zo makkelijk te maken is.Jongens vinden het ook leuk om met poppen te spelen enmeisjes met auto’s. Wat veel mensen zien als een zwaar >kader primair juni <strong>2010</strong>43


44advertentie


achtergrond‘misschien durf ik straks wel eerlijk te zijn’Homo-emancipatie is ‘hot’ in depolitiek. Zo steunt de TweedeKamer het wetsvoorstel van D66 datscholen verbiedt homoseksuelente ontslaan. En eerder al steundede Kamer moties over verplichtevoorlichting en het tegengaan vande identiteitsverklaring, waarmeesommige scholen hun personeelvragen homoseksuele relaties afte wijzen. “Maar met wettelijkemaatregelen alleen ben je er niet.”D66 wil de zogeheten enkele-feitconstructieuit de wet Gelijke Behandeling halen.Volgens deze constructie mogen scholenin het bijzonder onderwijs homoseksueleleerkrachten ontslaan of weigeren. Niet opgrond van het ‘enkele feit’ dat ze homo zijn,maar wel als ze het actief uitdragen, bijvoorbeelddoor een relatie te hebben.Han de Koster (51) staat ambivalent tegenoverde maatregelen. In de bijna dertig jaardat hij in het christelijk basisonderwijswerkt, is hij één keer van school gewisseld.Zijn homoseksuele geaardheid speeldedaarbij een hoofdrol. “Als een directeuropmerkingen maakt als ‘voor homo’s zijnonze jongens niet veilig’, dan laat je het weluit je hoofd om voor je geaardheid uit tekomen. Bovendien hielp ik als adjunct-directeurmede de school opbouwen. Ik weetzeker dat het leerlingenaantal zou dalen alsik er open over zou zijn.”Pas bij zijn vertrek vertelde hij het bestuurde ware reden. “Iedereen reageerde metveel respect, zelfs de predikant vroeg mete blijven. Maar hij beaamde dat op hetmoment dat ik een vriend zou krijgen, desituatie heel anders wordt. Als ik zelf geenhomo zou zijn, had ik waarschijnlijk ook zogereageerd. Homoseksualiteit en religieblijft een lastige combinatie. Streng gelovigenzien het als een fout in de opvoedingof een ziekte. Met wettelijke maatregelenalleen ben je er dus niet, er is van binnenuiteen omslag in denken voor nodig.”KwetsbaarderOp de protestants-christelijke school waarDe Koster nu als leerkracht werkt, wetenalleen zijn collega’s het. “Uit zelfbeschermingwil ik er niet open over zijn. Ik benbang dat ik aan gezag zal inboeten, dat ikkwetsbaarder ben. Een deel van de oudershier accepteert homoseksualiteit niet vanwegehun geloof, een ander deel heeft ervanuit een soort ‘volkse domheid’ moeitemee. Laatst zei een ouder bijvoorbeeld dathij zijn zoon af en toe laat meekijken meteen seksfilm, uit angst dat hij homo zouworden. En nog steeds merk ik dat veelmensen het verschil niet weten tussenhomoseksualiteit en pedofilie.”Han de KosterVragen van leerlingen over zijn voorkeurweet hij altijd met een lachertje af tedoen. Het onderwerp zelf gaat hij niet uitde weg. “Een leerling werd gepest omdathij modeontwerper wil worden en niet vanvoetbal houdt. Dan kaart ik dat wel aanin de klas. Verplichte voorlichting vind ikeen goede zaak. Alleen al om te voorkomendat een kind denkt dat hij een vies,raar mens is, alleen omdat het anders isdan de rest.”Onlangs verzekerde zijn directeur hemvan zijn volledige steun als hij ooit zijngeaardheid naar ouders of leerlingen kenbaarwilde maken. “Het is fijn dat hij nuals directeur ook expliciet zijn steun heeftuitgesproken. Dat maakt de stap daartoemakkelijker. Nu ik geen vriend heb, zieik de noodzaak niet. Maar als leerlingener straks naar vragen, durf ik er nu misschienwel eerlijk over te zijn.”onderwerp wordt in deze methode zo gewoon gebracht,dat het ook gewoon is.”Verplichte aandacht voor seksuele diversiteit juicht Hoetjestoe, zolang verplichte toetsen maar achterwege blijven.“Het mooie is dat je door het lespakket alerter raaktop dingen die in school niet kloppen, zoals kwetsendeopmerkingen”, zegt Hoetjes. “Het werkt door in de dagelijksepraktijk.” _meer weten?www.cochaaglanden.nl (lespakket Hand in hand)www.empower-ls.com (lespakket Leefvormen)www.tolerantescholen.net (zie ‘De roze draad in veiligheidop school’: handreiking voor schoolleiders met tips voor eeneffectief diversiteitsbeleid)kader primair juni <strong>2010</strong>45


Van de AVSAVS Helpdesk – Vraag van de maandHet basisonderwijs heeft te maken met veelpersoneel dat in deeltijd werkt, waardoor veeldirecteuren aan het eind van het schooljaar moetenpuzzelen om de formatie voor het volgende jaar weerpassend te maken. Wie is verantwoordelijk voor dekoppeling van een leerkracht aan een groep; wiebepaalt de werkdagen voor parttimers en hebbenouders invloed op de groepssamenstelling?tekst jos kooijNatuurlijk mogen ook ouders in overleg treden met de school overde plaatsing van hun kind in een groep; zij hebben echter geeninvloed op die plaatsing. Dat is opnieuw de verantwoordelijkheidvan de directeur, na overleg met het team.Vraag van de maand IIIs een schoolbestuur verplicht de kosten voor registratie alsregisterdirecteur (rdo) te vergoeden?Ja, onder bepaalde voorwaarden. Lees verder op www.avs.nl/helpdesk.Uiteindelijk beslist de directeur welke leerkracht gekoppeld wordtaan een groep of klas. Natuurlijk is overleg tussen de directeur vande school en de desbetreffende leerkracht van belang, maar de MRen ouders hebben daar geen invloed op. Wel heeft het personeelsdeelvan de MR instemming bij vaststelling van de taakverdeling,maar dat geldt voor het totale personeel en gaat niet over het individuelepersoneelslid.Wederom na overleg beslist de directeur welke parttimers op welkedagen werken, rekening houdend met persoonlijke omstandigheden.De directeur maakt in het belang van de organisatie afspraken overde inzet van het personeel. Dat betekent ook dat de directeur naoverleg een besluit neemt over in te vullen BAPO-rechten en eventuelecompensatie van te veel gewerkte uren. Directeuren moeten zichvaak in allerlei bochten wringen om de bezetting van de groepen opvrijdag rond te krijgen, maar BAPO is niet per definitie gebonden aande vrijdag en de compensatie (voorheen adv) ook niet.Leden van de AVS kunnen de Helpdesk bellen met uiteenlopendevragen over vakgerelateerde zaken en hun eigen rechtspositie.Iedere maand wordt één vraag beantwoord in <strong>Kader</strong> <strong>Primair</strong>. DeAVS Helpdesk is alle werkdagen bereikbaar van 9.00 tot 17.00uur via tel. 030-2361010 of helpdesk@avs.nl. Vermeld altijd uwlidmaatschapsnummer wanneer u contact opneemt met de helpdesk.Veelgestelde vragen en antwoorden daarop staan ook opwww.avs.nl/helpdesk.AVS Helpdesk in de zomervakantieIn de zomermaanden juli en augustus is de helpdesk van deAVS gewoon bereikbaar volgens de reguliere openingstijden.alumnidag <strong>2010</strong>Creatief omgaan met dilemma’sOp vrijdag 26 november <strong>2010</strong> organiseert de AVS inScheveningen van 10.00 tot 15.00 uur haar jaarlijksealumnidag, dit keer rond het thema: creatief omgaanmet dilemma’s.Vindt u het ook interessant om te weten waar uw medecursistenuit eerdere opleidingen op dit moment mee bezig zijn? Wilt u ookuitwisselen over actuele ontwikkelingen? Heeft u behoefte aan hethernieuwen van uw netwerk? Word dan lid van de alumniverenigingvan de AVS! Als u één van de opleidingen bij de AVS heeft gevolgd,kunt u lid worden voor 45 euro per jaar. Meer informatie: AVS,Elaine Toes, e.toes@avs.nl, tel. 030-2361010.Zoals elke instelling waar mensenwerk de kern vormt, is hetonderwijs rijk aan dilemma´s. Bijvoorbeeld de verschillendebelangen in een brede school, de uitgangspunten die een rolspelen bij het invoeren van de functiemix of het maken van keuzesbij timemanage ment. Tijdens de alumnidag gaan deelnemers aande slag met een beproefde methodiek van THT-consulting. Voorafontvangen zij een link om hun eigen bewustzijn ten aanzien vanculturele verschillen in beeld te brengen.kader primairDeze maand geen politieke columnIn verband met de verkiezingen en de samenstelling van een nieuweTweede Kamer treft u deze maand geen politieke column aan in <strong>Kader</strong><strong>Primair</strong>. Wij hopen in het septembernummer weer te starten met eennieuwe reeks columns, gevuld door reeds bekende én nieuwe onderwijswoordvoerdersvan de diverse politieke partijen.46


vooraankondiging vijfdaagsecursus voor 60-plussersDe Kroon op uw WerkDe AVS wil vanaf volgend schooljaar een cursus aanbiedenvoor senioren (en hun partners) die werken in het onderwijs.Leidinggevenden en niet-leidinggevende die zich bezighouden met de 'laatste periode van hun carrière'. Mensendie denken over vroegtijdig stoppen, FPU en (pre/deeltijd)pensioen of willen doorwerken na hun 65e.Met de cursus De Kroon op uw Werk (oktober <strong>2010</strong> en april 20<strong>11</strong>in Zeeland) wil de AVS cursisten informeren en voorbereiden opeen nieuwe toekomst, waarbij het stoppen met betaald werkeen belangrijke optie is. Welke veranderingen gaan er optreden?Welke kwaliteiten en talenten zijn belangrijk om aan te borenen in te zetten? Aan bod komen onder meer: energie en passie,fysieke en mentale kenmerken en mogelijkheden, feitelijke enfinanciële informatie over (pre)pensioen.Uw interesse (ook in mogelijke andere onderwerpen!) kenbaarmaken en/of inschrijven kan tot 3 september aanstaande bij deAVS, Magda Snijders, m.snijders@avs.nl, tel. 030-2361010. Kijkvoor meer informatie, data en kosten op www.avs.nl/agenda.nieuw op de sitec o n f e r e n t i e v o o r v r o u w e l i j k eschoolleidersWeet wat je in huis hebtDe jaarlijkse AVS-conferentie speciaal voor vrouwelijkeschoolleiders vindt dit schooljaar plaats op donderdag4 november <strong>2010</strong> in Apeldoorn. De titel van de conferentie is‘Weet wat je in huis hebt’, over het in beeld brengen en het inbeeld krijgen van onderwijstalenten en (hun) competenties.Hoe krijg je goed zicht op de waardevolle mogelijkheden die jeals schoolleider in huis hebt en hoe zet je onderwijspersoneeldoelgericht in? Hoe breng je als schoolleider eigenlijk je eigen competentiesop een effectieve manier onder de aandacht? De dag biedteen inspirerende lezing over het vaststellen en gericht inzetten vande deskundigheden van onderwijskrachten, in de juiste zin van hetwoord. Er is keuze uit verschillende workshops en zoals gebruikelijkwordt gezorgd voor een spetterende afsluiting.Meer informatie: AVS, Elaine Toes, e.toes@avs.nl, tel. 030-2361010.netwerkenKennis uitwisselen en ervaringendelen met collega-directeuren?Afscheidsspeech Bé KeizerVrijdag <strong>11</strong> juni nam Bé Keizer afscheid van het onderwijsveld wegenshet bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd. Bé begon zijn carrièrebij de ABOP, later AOb, stapte begin 2000 over naar VOS/ABBen beëindigde zijn carrière deels bij de PO-Raad. De AVS publiceertzijn afscheidsrede met plezier, zodat ieder kennis kan nemen vanzijn enerzijds humoristische, anderzijds waarschuwende afscheidsspeech.Zie www.avs.nl/dossiers/financien/commissieDon.Impressie van de personeelsmiddag voor bestuurders, directies, intern begeleiders en teamledenvan WSNS Kop van Noord-Holland primair onderwijs. Op 9 juni werd in schouwburg de Kampagnein Den Helder onder leiding van dagvoorzitter Prem Radhakishun onder andere ingegaan op debestuursvisie richting Passend onderwijs en de opbrengsten van de AVS-tool Kind op de Gang! ® (KOG)in dat verband. Met name aan de manier waarop het WSNS-verband kan omgaan met de opbrengsten,besteedden de aanwezige AVS-adviseurs aandacht.Heeft u als (aspirant) AVS-lid behoefte aan uitwisselingenmet collega-directeuren? Wilt u meer ervaringen delen enis het reguliere directieberaad daarvoor niet toereikend?Als netwerklid wordt uw stem direct gehoord, leert u vancollega-directeuren en bespreekt u de actuele ontwikkelingenmet AVS-medewerkers.Voor de AVS zijn de netwerken een belangrijke ‘peilstok’ in het veld.Mede op basis van de inhoudelijke gegevens uit de netwerken kande AVS haar ondersteuning verbeterenen haar beleid ontwikkelen. Binnen deAVS bestaan verschillende netwerkenwaarvoor u zich kunt aanmelden:personeelsbeleid, bovenschoolsmanagement, diverse regionale en sbonetwerkenen besloten netwerken.De kosten voor de diverse netwerkenbedragen tussen 75 en 210 euro perjaar. Niet-leden betalen iets meer.Maak eerst gratis en vrijblijvendkennis! Neem daarvoor contact opmet de AVS, Monique Duparant,m.duparant@avs.nl, tel. 030-2361010of kijk voor meer informatie opwww.avs.nl/professionalisering/netwerken.kader primair juni <strong>2010</strong> 47


School forLeadershipRaadpleeg voor inhoudelijke omschrijvingen, overige opleidingen entrainingen, maatwerk en meer informatie de AVS Professionaliseringsgids<strong>2010</strong>/20<strong>11</strong> of kijk op www.avs.nl/professionalisering/schoolforleadership/openaanbod. Inschrijven via schoolforleadership@avs.nlTrainingen & opleidingenJuli <strong>2010</strong>Opleiding/training Data Trainer/adviseur/contactpersoon• Leidinggeven aan bovenschoolse en complexe organisaties(Sturen op afstand) Deelname nog mogelijk! 1 en 2 juli Thelma SweijenSeptember <strong>2010</strong>Opleiding/training Data Trainer/adviseur/contactpersoon• Human Dynamics deel 1 9 en 10 september Elaine Toes• Hoe word ik schoolleider op een Montessorischool? 15 september Hans van den Berg• De juiste interim-manager op de juiste plaats (vervolg) 16 en 17 september Tom Roetert en Hans van den Berg• Leidinggeven aan bovenschoolse en complexe organisaties(Strategisch personeelsbeleid) 16 en 17 september Thelma Sweijen• Oriëntatie op brede school 16 september Elaine Toes• Oriëntatie op het gebouw 16 september Jan Schraven• Timemanagement 21 en 22 september Magda Snijders• Duurzaam projectmanagement 22 september Elaine Toes• Leidinggeven aan verandering 23 en 24 september Thelma Sweijen• Minileergang Startende directeuren 23 september Elaine Toes• Grip op onderinstroom 24 september Maartje Alma en Eelco Dam• Competentiegericht coachen 29 en 30 september Tom Roetert en Ruud de Sain• Hoe word ik schoolleider? 29 september Magda Snijders• Neurolinguïstisch programmeren 30 september en 1 oktober Maartje Alma• Oriëntatie op management 30 september Magda Snijders• Visies op leiderschap 30 september Bob Ravelli en Hans van den BergOktober <strong>2010</strong>Opleiding/training Data Trainer/adviseur/contactpersoon• Ontwikkelen van en sturen op een pedagogisch convenant 6 oktober Elaine Toes• Human Dynamics deel 1, serie 2 7 en 8 oktober Elaine Toes• Persoonlijke presentatie en profilering, met kleurenanalyse 7 oktober Maartje Alma• Systematisch kijken naar onderwijsorganisaties 7 en 8 oktober Wiel Botterweck en Thelma Sweijen• Op weg naar excellent schoolleiderschap 7 en 8 oktober Ruud de Sain• Onderwijshuisvesting 13 oktober Jan Schraven• Effectief en efficiënt vergaderen 13 oktober Bob Ravelli en Tom Roetert• Minileergang Startende directeuren 13 en 14 oktober Elaine Toes• Generatiemanagement 14 oktober Maartje Alma• Toekomstgericht leiderschap in een lerende school 14 oktober Wiel Botterweck en Bob Ravelli• Visies op leiderschap 14 oktober Bob Ravelli• Het vermogen van een schoolbestuur 14 oktober Lex Albers• Gesprekstechnieken 15 oktober Magda Snijders(onder voorbehoud)48


Twee tweedaagsen en een terugkomdagNeurolinguïstisch programmeren voor leidinggevendenNeurolinguïstisch programmeren (NLP) is een methodiek voorpresentatie, coaching en communicatieverbetering. NLP beschrijftde dynamiek tussen ons brein (neuro) en taal (linguïstiek) en hoehun interactie in ons lichaam emoties en gedrag beïnvloedt. In vijfdagen leert u uw communicatie te sturen door er bewust mee omte gaan. De technieken kenmerken zich door een directe praktischetoepasbaarheid. De oefeningen geven uw communicatie een extradimensie. NLP reduceert miscommunicatie en de kwaliteit van deinteractie wordt verhoogd. De cursus is een inleiding in de basisbeginselenen toepassingen van NLP, waarbij het persoonlijke doelvan iedere deelnemer als uitgangspunt wordt gehanteerd.Doelgroep: leidinggevenden die op het gebied van communicatieen beïnvloeding gedrag effectiever te werk willen gaan.Data: 30 september/1 oktober en <strong>11</strong>/12 november <strong>2010</strong>,terugkomdag 14 januari 20<strong>11</strong> (serie 1), 17/18 maart en 7/8 april,terugkomdag 20 mei 20<strong>11</strong> (serie 2)Uitvoering: Maartje Alma (master trainer NLP)Kosten: leden t 2.329 / niet-leden t 2.729 (inclusief tweeovernachtingen en diner)Informatie en inschrijven: www.avs.nl/professionalisering/schoolforleadership/openaanbod of schoolforleadership@avs.nlMaatwerk: Wilt u deze training op maat voor uw organisatieof team? Neem dan contact op met de AVS, Ellen de Jong,maatwerk@avs.nl.Tweedaagse en een separate dagAuthentiek leiderschapU geeft leiding aan een (complexe) onderwijsorganisatie of meerderescholen. U voelt zich ‘eenzaam aan de top’ en heeft behoefteom uw ervaring en kennis met vakgenoten te delen. U vraagt zichaf hoe u overkomt op anderen. U wilt weten wat uw kwaliteiten enverbeterpunten zijn. Kortom, u wilt uw leiderschap onder de loepnemen. Gericht op de herpositionering van uw leiderschap en uwpersoonlijke ontwikkeling en authenticiteit. De werkvormen zijnconfronterend, fantasieprikkelend, verrassend en inspirerend.Er wordt bijvoorbeeld gebruik gemaakt van tai chi, een tandemrit,sauna (met badkleding), thema-diners, genderspecifieke hersenactiviteiten,spiegelen van uw werkstijl aan het primaire reactiepatroonvan paarden, et cetera.Doelgroep: alle leidinggevenden in primair (meerschoolsemanagers, bovenschools managers en algemeen directeuren) envoortgezet onderwijsData: 10 en <strong>11</strong> november, follow up op 14 december <strong>2010</strong> (sersie 1),15 en 16 maart, follow up op 17 mei 20<strong>11</strong> (serie 2)Uitvoering: Ruud de Sain en Magda SnijdersKosten: leden t 3.595 / niet-leden t 3.895Informatie en inschrijven: www.avs.nl/professionalisering/schoolforleadership/openaanbod of schoolforleadership@avs.nlMaatwerk: Wilt u deze training op maat voor uw organisatieof team? Neem dan contact op met de AVS, Ellen de Jong,maatwerk@avs.nl.Zes ééndaagsenToekomstgericht leiderschap in een Lerende SchoolAls nooit te voren wordt in deze tijd zichtbaar dat er grote behoefteis aan een nieuwe vorm van leiderschap. In alle sectoren en metname in het onderwijslopen systemen vast. In deze cursus presenterenwe een bijna organische aanpak waarin uw ontwikkelbehoefteals leidinggevende in kwestie centraal staat. Adaptief wordtgekeken op welke manier uw leiderschapspotentieel tot ontwikkelingkan worden gebracht. Aan de hand van uw eigen persoonlijkmeesterschapplan zal het individuele programma samengesteldworden dat zal moeten leiden tot uw toekomstgericht leiderschap,leiderschap voor de komende decennia, leiderschap voor een onbestemdetoekomst.Doelgroep: (bovenschoolse) directies, middenkader en mensendie ambities hebben in de richting van leiderschapData: 14 oktober, <strong>11</strong> november, 9 december <strong>2010</strong>, 13 januari,10 februari, 10 maart 20<strong>11</strong>Uitvoering: Bob Ravelli en Wiel BotterweckKosten: leden t 2.090 / niet leden t 2.590Informatie en inschrijven: www.avs.nl/professionalisering/schoolforleadership/openaanbod of schoolforleadership@avs.nlMaatwerk: Wilt u deze training op maat voor uw organisatieof team? Neem dan contact op met de AVS, Ellen de Jong,maatwerk@avs.nl.kader primair juni <strong>2010</strong>49


tenslotte voor u geselecteerd_ Voor u geselecteerdtrainingpublicatiewebsitecursuslespakketcongresrichtlijnconferentiediversenhandleidingsymposiuminformatievariavoor: leerkrachten, rekencoördinatoren, intern begeleiders,schoolleiders, schoolbestuurders en schoolbegeleidersvan scholen in rekenverbetertrajecten en overigebelangstellende scholen en schoolbesturenvan: PO-Raad en Projectbureau Kwaliteitwaar: resp. Utrecht en Assenwanneer: 28 en 30 septemberwat: rekenconferentiesSleutels voor goedrekenonderwijsOnder het motto ‘de leerkracht is de methode’ komen dekansen voor leerkrachten uit de onder-, midden- en bovenbouwom hun rekenonderwijs duurzaam en structureel teverbeteren aan bod (hoge verwachtingen, uitdagende doelen,gestructureerde rekenlessen, effectieve rekeninstructie enkrachtige feedback). Ook de rol van de interne begeleider,schoolleider en schoolbestuurder krijgt nadrukkelijk aandacht.Programma: www.schoolaanzet.nl, inschrijven:www.deelnameregistratie.nlvoor: leerkrachten, ict-coördinatoren, managers enbestuurders in po, vo en mbovan: Stichting Kennisnet in samenwerking met IT-bedrijvenwaar: resp. Brussel, Amsterdam en Den Haag e.o.wanneer: 16/17, 23/24 en 30/31 augustuswat: gratis Summer SchoolLet IT ShineTijdens twee dagen kunnen deelnemers zich laten informerenen inspireren over de laatste ontwikkelingen en mogelijkhedenop onderwijs en ict-gebied. Per Summer School is een beperktaantal plaatsen beschikbaar. Er is ruimte voor maximaal dertigonderwijsinstellingen, elk vertegenwoordigd door een koppel.Dit koppel bestaat uit een leerkracht of ict-coördinator en eenschoolmanager of beleidsmaker. Inschrijven kan tot 30 juni:www.summerschool<strong>2010</strong>.nlvoor: po, vo en mbovan: Stichting Gast in de Klaswat: online databank voor gastlessenGast in de klasScholen die op zoek zijn naar organisaties of personen diegastlessen verzorgen, kunnen vanaf 5 september <strong>2010</strong> dewebsite www.gastindeklas.nl raadplegen, waar vraag enaanbod samenkomen. Met een overzicht van gastlessen/docenten, lespakketten, projecten en excursies. Onder meerzijn er aanbiedingen te vinden van de Koninklijke Bibliotheek,het COC, Amnesty International, de Wijkalliantie, enzovoort.Door het ‘levensecht leren’ wordt de band tussen onderwijs enmaatschappij versterkt.voor: leerlingen, bestuurders, managers, leerkrachten enoudersvan: Inspirezzo, De Juf en Van Zijlwat: websiteBeste ministerWebsite waarop men aan de (nieuwe) minister van OCW kanlaten weten wat er in het onderwijs verbeterd moet worden.Op www.besteministervanonderwijs.nl kunnen daartoe zelfgemaaktefilmpjes met ideeën geplaatst worden om kenbaarte maken hoe het onderwijs beter kan.voor: groep 6, 7 en 8van: Rijksmuseum i.s.m. basisonderwijswat: lesstofvervangend onderwijsprogrammaJij & de Gouden EeuwHet Rijksmuseum speelt in op het gegeven dat canon vanNederland wordt opgenomen in de kerndoelen. Langs vijftigvastgestelde canonvensters worden tien tijdvakken in deNederlandse geschiedenis als lesstof behandeld. Het tijdvak‘Tijd van regenten en vorsten. Gouden Eeuw /17de eeuw’ komtal aan bod in het Rijksmuseum. Het speciaal ontwikkelde programmagaat hier dieper op in aan de hand van de historischefiguren (vensters) als Michiel de Ruyter en Rembrandt van Rijn.Meer informatie: www.rijksmuseum.nl/onderwijs50


voor: bestuurders, algemeen directeuren, bovenschoolsmanagers en voorzitters van colleges van bestuurvan: PO-Raad en Projectbureau Kwaliteitwaar: stadion Galgenwaard, Utrechtwanneer: 12 oktoberwat: conferentieSturen op onderwijskwaliteitBesturen moeten leidinggeven aan een opbrengstgerichtecultuur, aan ‘de juiste knoppen draaien’, bijsturen indien nodigen laten zien dat ze kwaliteit leveren. Hoe geven bestureninvulling aan deze rol? Waar moeten ze op letten? Met aandachtvoor werken met data, doelen stellen, effectieve interventies,hoe zorg je dat een verbetercultuur geen afrekencultuurwordt, onderwijskundig leiderschap in de keten, inhoud enfrequentie van managementgesprekken en ‘waarmee morgente beginnen?’. Inschrijven: www.deelnameregistratie.nlvoor: basisonderwijsvan: Expertisecentrum SLOwat: leerlijnDebatteren voor hetbasisonderwijsOntwikkeld in het perspectief van burgerschapsvorming.Geeft invulling aan de school als oefenplaats van democratie.Het materiaal is uitgeprobeerd en doorontwikkeld op vijf pilotscholen.Meer informatie: www.leerlijndebatteren.nlvoor: leesouders en leerkrachten groep 3 en 4van: projectgroep Thuis in taal en rekenen van de LandelijkeOudervereniging Bijzonder Onderwijs op algemenegrondslag (LOBO)wat: handreikingBetere leesprestaties metleesoudersboekbesprekingje loopbaan na je 45 eNa een periode van stilte staat de ‘oudere’ werknemer nuregelmatig op de agenda. Met ‘De Seniorcode’ beogende schrijvers een kompas te geven voor de senior om zijnkoers te bepalen in de ontwikkelingen op het werk en dearbeidsmarkt, en waarden te herijken die de positie vande senior versterken.tekst magda snijders, avsDe 45-plusser of senior begint aan de tweede helft van zijn ofhaar loopbaan. De samenleving heeft hem/haar nodig. Maarer verandert veel en snel in de werkwereld en de positie van desenior is een wankele positie. Dat wordt nog versterkt door destereotiepe beelden over senioren. Ze zijn langzaam, vaak ziek,te duur en niet flexibel.In De Seniorcode worden deze stereotiepen doorgeprikt.Andere aandachtspunten zijn: het veranderen van perspectiefin je loopbaan, de acceptatie van ouder worden, omgaan mettegenslag en confronterende ervaringen en mogelijkhedenontwikkelen vanuit authenticiteit. Een hoofdstuk is gewijd aanhet in de markt zetten van jezelf, gebaseerd op een profiel vanzelfkennis. Daarnaast komen praktische zaken als regelingen envoorzieningen van overheid en werkgever, pensionering en blijvenwerken aan bod. Allemaal vanuit meerdere kanten bekeken.Het boek laat zich lezen als een menukaart. De lezer bepaalt devolgorde en kan minder aansprekende onderwerpen overslaan.Door gerichte adviezen en informatie kan de daad bij het woordworden gevoegd. Ook voor de werkgever zijn er tips en adviezen.Een inspirerend boek waarmee op een positieve manier een draaigegeven kan worden aan de tweede fase van de loopbaan, waarbijvooral het accent ligt op de 55-plusser. De Seniorcode biedthandvatten tot zelfreflectie, zodat de lezer op een positieve maniervorm kan geven aan leven, werk en een ‘lonkende’ toekomst! _De Seniorcode, je loopbaan na je 45 eMargriet Bienemann, Rupert Spijkerman,Martin ReekersUitgeverij Thema, 2005ISNB 90.5871.335.0Goede leesouderhulp kan het rendement van het leesonderwijsvergroten. Hoe wordt de inzet van leesouders zo effectiefmogelijk benut? De uitgave geeft informatie en advies zodatleerkrachten de hulp zinvol kunnen inzetten en leesoudersbeter weten wat hen te doen staat. Bestellen of downloaden:www.lobo.nl/downloads en www.thuisintaalenrekenen.nlkader primair juni <strong>2010</strong>51


advertentieGezocht:Directeur katholieke basisschoolGelderlandOp zoek naareen nieuwe collega?www.werkeninhetprimaironderwijs.nlDé vacaturesitevan de AVSTwee directeuren in Zuid-KennemerlandTwee directeuren DeventerMontessorischoolverenigingDirecteur te ZoetermeerKijk voor deze en andere vacatures opwww.werkeninhetprimaironderwijs.nl.U plaatst uw advertentie al vanaf75 euro per maand!52


advertentie


Op reis met de AVS= op reis met uw collega’s!Educatieve reizen <strong>2010</strong>/20<strong>11</strong>Volgend schooljaar biedt de AVS weer een aantal educatieve reizen naar het buitenland.Samen met collega’s op bezoek bij uw collega’s in een ander land: leerzaam en leuk!U leert van uw buitenlandse collega’s, maar ook van uw reisgenoten. Thema’s zijn onderandere kwaliteit, buitenschoolse opvang en inclusief onderwijs. Bestemmingen zijn:Cyprus, Finland/Lapland, Denemarken/Århus, Ierland/Dublin, Italië/Rome.Maatwerk & HomestaysOp reis met bijvoorbeeld uw eigen bestuur, directeurenoverleg of team? De AVS organiseertook reizen op maat naar bijvoorbeeld Marokko, Malta en de VS. Daarnaast is een-op-eenuitwisseling met een buitenlandse schoolleider mogelijk via een homestay.Lees alles over bestemmingen, data en prijzen in de kersverse brochure ‘Educatieve reizen’of kijk op www.avs.nl/professionalisering/educatievereizen.postadres Postbus 1003 3500 BA Utrecht telefoon 030 2361010 fax 030 2361036 e-mail info@avs.nl internet www.avs.nlgoed onderwijs door goed managementDe Algemene Vereniging Schoolleiders (AVS) is de actieve belangen- en beroepsorganisatie voor alleleidinggevenden in het basis-, voortgezet en speciaal onderwijs. Voor meer dan 5.400 schoolleiders,bovenschools managers, adjunct-directeuren en locatieleiders verzorgen we belangenbehartiging,landelijke vertegenwoordiging, juridische hulp, beroepsondersteuning, scholing, collegialenetwerken en actueel en betrouwbaar vaknieuws.Goede scholen hebben altijd één ding gemeen: een goede leidinggevende.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!