11.07.2015 Views

Vertrouwen in de buurt - KISS

Vertrouwen in de buurt - KISS

Vertrouwen in de buurt - KISS

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

<strong>Vertrouwen</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>


De Wetenschappelijke Raad voor het Reger<strong>in</strong>gsbeleid werd <strong>in</strong> voorlopige vorm<strong>in</strong>gesteld <strong>in</strong> 1972. Bij wet van 30 juni 1976 (Stb. 413) is <strong>de</strong> positie van <strong>de</strong> raad <strong>de</strong>f<strong>in</strong>itiefgeregeld. De huidige zitt<strong>in</strong>gsperio<strong>de</strong> loopt tot 31 <strong>de</strong>cember 2007.Ingevolge <strong>de</strong> wet heeft <strong>de</strong> raad tot taak ten behoeve van het reger<strong>in</strong>gsbeleidwetenschappelijke <strong>in</strong>formatie te verschaffen over ontwikkel<strong>in</strong>gen die op langeretermijn <strong>de</strong> samenlev<strong>in</strong>g kunnen beïnvloe<strong>de</strong>n. De raad wordt geacht daarbij tijdigte wijzen op tegenstrijdighe<strong>de</strong>n en te verwachten knelpunten en zich te richtenop het formuleren van probleemstell<strong>in</strong>gen ten aanzien van <strong>de</strong> grote beleidsvraagstukken,alsme<strong>de</strong> op het aangeven van beleidsalternatieven.Volgens <strong>de</strong> wet stelt <strong>de</strong> wrr zijn eigen werkprogramma vast, na overleg met <strong>de</strong>m<strong>in</strong>ister-presi<strong>de</strong>nt die hiertoe <strong>de</strong> Raad van M<strong>in</strong>isters hoort.De samenstell<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> raad is (tot 31 <strong>de</strong>cember 2007):prof. dr. W.B.H.J. van <strong>de</strong> Donk (voorzitter)mw. prof. mr. dr. L. Hancherprof. dr. P.A.H. van Lieshoutprof. dr. P.L. Meursprof. dr. J.L.M. Pelkmansdrs. I.J. Schoonenboomprof. dr. J.J.M. Theeuwesprof. dr. P. W<strong>in</strong>semiusSecretaris: dr. A.C. HemerijckDe wrr is gevestigd:Lange Vijverberg 4-5Postbus 200042500 EA ’s-GravenhageTelefoon 070-356 46 00Telefax 070-356 46 85E-mail <strong>in</strong>fo@wrr.nlWebsite http://www.wrr.nl


WETENSCHAPPELIJKE RAAD VOOR HET REGERINGSBELEID<strong>Vertrouwen</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>Amsterdam University Press, Amsterdam 2005


Omslagfoto: Sake Rijpkema/Hollandse HoogteOmslagontwerp: Studio Daniëls, Den HaagVormgev<strong>in</strong>g b<strong>in</strong>nenwerk: Het Steen Typografie, Maarssenisbn 90 5356 735 6nur 741© wrr/Amsterdam University Press, Den Haag/Amsterdam 2005Alle rechten voorbehou<strong>de</strong>n. Niets uit <strong>de</strong>ze uitgave mag wor<strong>de</strong>n verveelvoudigd, opgeslagen<strong>in</strong> een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, <strong>in</strong> enige vorm of openige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige an<strong>de</strong>remanier, zon<strong>de</strong>r voorafgaan<strong>de</strong> schriftelijke toestemm<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> uitgever.Voorzover het maken van kopieën uit <strong>de</strong>ze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16BAuteurswet 1912 jº het Besluit van 20 juni 1974, Stb. 351, zoals gewijzigd bij het Besluit van23 augustus 1985, Stb. 471 en artikel 17 Auteurswet 1912, dient men <strong>de</strong> daarvoor wettelijkverschuldig<strong>de</strong> vergoed<strong>in</strong>gen te voldoen aan <strong>de</strong> Sticht<strong>in</strong>g Reprorecht (Postbus 3051, 2130 kbHoofddorp). Voor het overnemen van ge<strong>de</strong>elte(n) uit <strong>de</strong>ze uitgave <strong>in</strong> bloemlez<strong>in</strong>gen,rea<strong>de</strong>rs en an<strong>de</strong>re compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet 1912) dient men zich tot <strong>de</strong>uitgever te wen<strong>de</strong>n.


<strong>in</strong>houdsopgave<strong>in</strong>houdsopgaveSamenvatt<strong>in</strong>g11Ten gelei<strong>de</strong>171 Inleid<strong>in</strong>g1.1 De <strong>buurt</strong> als mogelijk object én aangrijp<strong>in</strong>gspunt van beleid1.2 Enkele begripsomschrijv<strong>in</strong>gen1.3 On<strong>de</strong>rzoeksvragen1.4 Aanpak en metho<strong>de</strong>1.5 Opbouw van het rapport1919202324262 Buurt-, wijk- en plattelandsbeleid <strong>in</strong> Ne<strong>de</strong>rland2.1 Positioner<strong>in</strong>g van on<strong>de</strong>rzoek2.2 Geschie<strong>de</strong>nis van <strong>de</strong> wijkaanpak2.2.1 Inleid<strong>in</strong>g2.2.2 De jaren veertig en vijftig: <strong>de</strong> eerste golf van wijkaanpak2.2.3 De jaren zeventig: <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> golf van wijkaanpak2.2.4 De jaren negentig: <strong>de</strong> <strong>de</strong>r<strong>de</strong> golf van wijkgericht beleid2.2.5 Recente ontwikkel<strong>in</strong>gen2.3 Plattelandsontwikkel<strong>in</strong>g en -beleid2.3.1 Inleid<strong>in</strong>g2.3.2 De stand van het platteland2.3.3 De jaren vijftig en zestig: organisatie van efficiënte voedselvoorzien<strong>in</strong>g2.3.4 De jaren zeventig en tachtig: romantiser<strong>in</strong>g en voortgaan<strong>de</strong>economiser<strong>in</strong>g2.3.5 Het tegenwoordige platteland: woondorpen2.4 Conclusies <strong>in</strong> perspectief29292929303337404141424344454773 Empirische bev<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen: het perspectief van bewoners3.1 Eerste on<strong>de</strong>rzoeksvraag: kan <strong>de</strong> <strong>buurt</strong> ertoe doen?3.2 De fysieke <strong>in</strong>richt<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> woonomgev<strong>in</strong>g3.2.1 Meerwaar<strong>de</strong> voor bewoners: geborgenheid, eigenheid en hettegengaan van isolement3.2.2 Meerwaar<strong>de</strong> voor overheid en wooncorporaties: handvat voor actie3.2.3 Differentiatie naar <strong>buurt</strong>3.2.4 Integraal beleid3.2.5 Coproductie bij beleidsvoorbereid<strong>in</strong>g3.2.6 Gepaste afstand bij uitvoer<strong>in</strong>g3.3 Veiligheid3.3.1 Meerwaar<strong>de</strong> voor bewoners: (gevoel van) veiligheid3.3.2 Meerwaar<strong>de</strong> voor overheid en politie: eerste ver<strong>de</strong>dig<strong>in</strong>gsl<strong>in</strong>iebij bewoners3.3.3 Differentiatie, bouwend op <strong>de</strong> kwaliteiten van een <strong>buurt</strong>51515252555759616466666768


vertrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>3.3.4 Integraal beleid3.3.5 Coproductie van beleid3.3.6 Gepaste afstand bij <strong>de</strong> uitvoer<strong>in</strong>g72757783.4 On<strong>de</strong>rwijs en k<strong>in</strong><strong>de</strong>ropvang3.4.1 Meerwaar<strong>de</strong> voor bewoners en scholen3.4.2 Meerwaar<strong>de</strong> voor <strong>de</strong> overheid3.4.3 Differentiatie naar <strong>buurt</strong>3.4.4 Integraal beleid3.4.5 Coproductie van beleid3.4.6 Gepaste afstand bij uitvoer<strong>in</strong>g3.5 Sociale <strong>in</strong>frastructuur3.5.1 Meerwaar<strong>de</strong> voor bewoners: sociaal vertrouwen3.5.2 Meerwaar<strong>de</strong> voor overheid en welzijnsorganisaties3.5.3 Differentiatie3.5.4 Integraal beleid3.5.5 Coproductie van beleid3.5.6 Gepaste afstand bij uitvoer<strong>in</strong>g3.6 Conclusie: <strong>de</strong> <strong>buurt</strong> kan ertoe doen, on<strong>de</strong>r voorwaar<strong>de</strong>n4 Empirische bev<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen op bestuurlijk gebied4.1 Raakvlak van logica’s4.2 Bestuurlijke spann<strong>in</strong>gsvel<strong>de</strong>n4.2.1 Spann<strong>in</strong>gsveld 1: gedifferentieer<strong>de</strong> of uniforme aanpak?4.2.2 Spann<strong>in</strong>gsveld 2: <strong>in</strong>tegrale of functionele (sectorale) aanpak?4.2.3 Spann<strong>in</strong>gsveld 3: coproductie of opgelegd beleid?4.2.4 Spann<strong>in</strong>gsveld 4: gepaste afstand of dicht erop?4.3 Drempels voor veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g4.3.1 Inhoud: <strong>in</strong>spiratiedrempels voor nieuw beleid4.3.2 Proces: vertrouwensdrempels voor nieuwe uitvoer<strong>in</strong>g4.3.3 Veran<strong>de</strong>rmanagement4.4 Nieuwe structuren4.4.1 Functionele organisatie met verzwaar<strong>de</strong> coörd<strong>in</strong>atie4.4.2 Gekantel<strong>de</strong> organisatie4.5 Conclusie: met bestuurlijk vakmanschap veel te bereiken8080828386878991929394981001051091151151171191221241251271281301311321331351375 De toegevoeg<strong>de</strong> waar<strong>de</strong> van <strong>buurt</strong>gericht beleid5.1 Twee<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoeksvraag: bijdrage aan sociaal en politiek vertrouwen?5.2 Vergelijk<strong>in</strong>g met an<strong>de</strong>r on<strong>de</strong>rzoek5.3 De <strong>in</strong>hou<strong>de</strong>lijke toegevoeg<strong>de</strong> waar<strong>de</strong>5.3.1 W<strong>in</strong>stkansen op verschillen<strong>de</strong> leefbaarheidsterre<strong>in</strong>en5.3.2 Oorzaken van het niet benutten van w<strong>in</strong>stkansen5.4 Toegevoeg<strong>de</strong> waar<strong>de</strong> door groter sociaal vertrouwen5.4.1 Vier burgerschapsstijlen5.4.2 Uiteenlopen<strong>de</strong> <strong>buurt</strong>en en ban<strong>de</strong>n5.4.3 De bijdrage van <strong>buurt</strong>gericht beleid aan sociaal vertrouwen141141142145146147151152155160


<strong>in</strong>houdsopgave5.4.4 Doorwerk<strong>in</strong>g van sociaal vertrouwen5.5 Kan <strong>buurt</strong>gericht beleid ook bijdragen aan politiek vertrouwen?5.5.1 De mate van politiek vertrouwen5.5.2 Verklar<strong>in</strong>gen voor beperkt politiek vertrouwen5.6 Dreigen<strong>de</strong> breuklijnen5.7 Conclusie: complexe politieke taakstell<strong>in</strong>g1621691691751801856 De weg vooruit6.1 Terugblik en doorkijk6.2 Conceptueel ka<strong>de</strong>r: leven<strong>de</strong> en leren<strong>de</strong> <strong>buurt</strong>6.3 Eerste aanbevel<strong>in</strong>g: kies voor een tweesporenaanpak6.3.1 Tweesporenaanpak6.3.2 Speciale aandacht voor een bestuurlijke veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gsuitdag<strong>in</strong>g6.3.3 Stel een selectief beleidsmenu vast6.4 Twee<strong>de</strong> aanbevel<strong>in</strong>g: maak een keuze uit <strong>de</strong> menukaart voor socialeherover<strong>in</strong>g6.4.1 De wegberei<strong>de</strong>rsrol van <strong>de</strong> overheid6.4.2 Ka<strong>de</strong>rafspraken tussen overheid en sociale spelers6.4.3 Uitvoer<strong>in</strong>g door sociale spelers6.5 Der<strong>de</strong> aanbevel<strong>in</strong>g: maak een keuze uit <strong>de</strong> menukaart voor kansgedreven<strong>buurt</strong>beleid6.5.1 Aangescherpt veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gsproces6.5.2 Herontwerp van <strong>de</strong> betrokkenheid van bewoners6.6 Vier<strong>de</strong> aanbevel<strong>in</strong>g: wees bereid tot een cultuuromslag6.6.1 Sociale spelers: han<strong>de</strong>l meer vanuit het perspectief van bewoners6.6.2 Gemeentelijke overheid: neem het voortouw6.6.3 Kosten en baten6.7 Vijf<strong>de</strong> aanbevel<strong>in</strong>g, richt<strong>in</strong>g rijk en prov<strong>in</strong>cies: schep randvoorwaar<strong>de</strong>n6.8 Zes<strong>de</strong> aanbevel<strong>in</strong>g, richt<strong>in</strong>g politiek: vernieuw <strong>de</strong> lokale <strong>de</strong>mocratie1891891931971971992032042052082122142152172222242262282302329Literatuur241Bijlage 1Processen en <strong>in</strong>strumenten van veran<strong>de</strong>rmanagement249Bijlage 2Activeren<strong>de</strong> zelfanalyse269Bijlage 3Overzicht van casussen273


10vertrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>


samenvatt<strong>in</strong>gsamenvatt<strong>in</strong>g‘<strong>Vertrouwen</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>’. Bewoners die elkaar en hun overheid en politiekkunnen en willen vertrouwen. Bestuur<strong>de</strong>rs die hen – <strong>de</strong> <strong>buurt</strong> – durven tevertrouwen. Het is <strong>de</strong>ze dubbele uitdag<strong>in</strong>g die <strong>de</strong> wrr <strong>in</strong> dit rapport aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong>stelt.Ne<strong>de</strong>rland komt <strong>in</strong> <strong>in</strong>ternationale vergelijk<strong>in</strong>gen traditioneel naar voren als‘vertrouwensland’. Dit gegeven was tot voor kort aanleid<strong>in</strong>g voor gevoelens vantrots en tevre<strong>de</strong>nheid. Maar <strong>de</strong> laatste tijd maakt die globale tevre<strong>de</strong>nheid plaatsvoor toenemen<strong>de</strong> bezorgdheid over <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse civil society en <strong>de</strong>mocratie.Er is sprake van een afnemen<strong>de</strong> betrokkenheid van mensen bij elkaar (sociaalvertrouwen) en bij hun <strong>de</strong>mocratische <strong>in</strong>stituties (politiek vertrouwen). Deafnemen<strong>de</strong> sociale cohesie heeft na<strong>de</strong>lige sociale gevolgen, zoals anonimiteit,vervreemd<strong>in</strong>g, onveiligheid, crim<strong>in</strong>aliteit, afnemend welzijn (en wellicht ookwelvaart). Uite<strong>in</strong><strong>de</strong>lijk zal dit ertoe lei<strong>de</strong>n dat het bestuur zijn han<strong>de</strong>len steedsmoeilijker kan legitimeren omdat het ‘losgezongen’ raakt van <strong>de</strong> burgers. Hetresultaat is een slechter functioneren<strong>de</strong> <strong>de</strong>mocratie.Een mogelijk antwoord op <strong>de</strong>ze problematiek zou kunnen wor<strong>de</strong>n gezocht <strong>in</strong>een versterk<strong>in</strong>g van kle<strong>in</strong>schalige verban<strong>de</strong>n waar<strong>in</strong> mensen dagelijks met elkaaromgaan en waar ook hun wisselwerk<strong>in</strong>g met overheid en politiek <strong>in</strong>houd krijgt.De wrr kiest daarom <strong>in</strong> dit rapport voor ‘<strong>de</strong> <strong>buurt</strong>’: als object van en tevens alsaangrijp<strong>in</strong>gspunt voor beleid. In <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>, dat wil zeggen <strong>in</strong> hun directe leefomgev<strong>in</strong>g,wor<strong>de</strong>n burgers geconfronteerd met alledaagse leefbaarheidsvraagstukkenwaarvan zij het gevoel hebben dat ze niet (voldoen<strong>de</strong>) wor<strong>de</strong>n aangepakt.Het gaat om vraagstukken als <strong>de</strong> fysieke <strong>in</strong>richt<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>, <strong>de</strong> gevoel<strong>de</strong>of feitelijke veiligheid, on<strong>de</strong>rwijs en k<strong>in</strong><strong>de</strong>ropvang, <strong>de</strong> sociale <strong>in</strong>frastructuurdie steun biedt bij nood, en ook gezelligheid. Maar het gaat tevens om groterevragen. Zoals over het sociaal vertrouwen dat maakt dat we ons ‘thuis’ voelen<strong>in</strong> onze samenlev<strong>in</strong>g en over het politiek vertrouwen <strong>in</strong> onze <strong>de</strong>mocratische<strong>in</strong>stituties die namens ons gezamenlijke belangen behartigen.11Met dit rapport wil <strong>de</strong> raad <strong>in</strong>zicht bie<strong>de</strong>n <strong>in</strong> hoe mensen <strong>in</strong> hun directe leefomgev<strong>in</strong>g(kunnen) bijdragen aan <strong>de</strong> aanpak van leefbaarheidsproblemen. Devervolgvraag is welke steun beleidsmakers en -uitvoer<strong>de</strong>rs daaraan kunnengeven, maar ook hoe zij beter gebruik kunnen maken van <strong>de</strong> wisselwerk<strong>in</strong>g metbewoners bij <strong>de</strong> uitvoer<strong>in</strong>g van beleid op an<strong>de</strong>re gebie<strong>de</strong>n. Dat zijn <strong>de</strong> centralevragen die <strong>de</strong> wrr <strong>in</strong> dit rapport aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong> stelt. De raad is daar niet pessimistischover. Een groot aantal <strong>in</strong>terviews – <strong>in</strong> achter-, mid<strong>de</strong>n- en voorstands<strong>buurt</strong>en,<strong>in</strong> grote ste<strong>de</strong>n en kle<strong>in</strong>e dorpen – laat zien dat er verspreid over onsland veel gebeurt. Mensen <strong>in</strong> hun <strong>buurt</strong>en nemen soms hartverwarmen<strong>de</strong> <strong>in</strong>itiatieven.Ze struikelen, maar v<strong>in</strong><strong>de</strong>n oploss<strong>in</strong>gen. Dat komt omdat ze een “slechtkarakter” hebben, zoals een van onze gesprekspartners het uitdrukte: ze gevenhet gewoon niet op.


vertrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>We leer<strong>de</strong>n van hen, van hun successen en mislukk<strong>in</strong>gen, van <strong>de</strong> me<strong>de</strong>werk<strong>in</strong>gdie ze kregen van <strong>de</strong> overheid en van <strong>de</strong> ‘sociale spelers’, dat zijn <strong>de</strong> uitvoeren<strong>de</strong><strong>in</strong>stanties zoals wooncorporaties, politie, scholen en welzijnsorganisaties. Erzijn lessen te trekken uit hun ervar<strong>in</strong>gen en die kunnen ook voor an<strong>de</strong>re <strong>buurt</strong>envan belang zijn. De fysieke <strong>in</strong>richt<strong>in</strong>g kan bijdragen aan geborgenheid, aaneigenheid en eigenaarschap. Als bewoners tegen kle<strong>in</strong>e crim<strong>in</strong>aliteit een eerstever<strong>de</strong>dig<strong>in</strong>gsl<strong>in</strong>ie vormen, wordt <strong>de</strong> veiligheid verbeterd. De ontwikkel<strong>in</strong>gskansenvan k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren zijn groter als hun school ‘past’ <strong>in</strong> hun leefomgev<strong>in</strong>g; bre<strong>de</strong>scholen spelen ook <strong>in</strong> op <strong>de</strong> behoefte aan werk/privé-voorzien<strong>in</strong>gen van steedsdrukkere ou<strong>de</strong>rs. En een goe<strong>de</strong> buur blijft sociaal gezien beter dan een verrevriend, of een nog ver<strong>de</strong>re ‘<strong>in</strong>stantie’. Het bedreigen<strong>de</strong> isolement van kwetsbaregroepen en <strong>in</strong>dividuen – senioren, gehandicapten, onbereikbaren – kan wor<strong>de</strong>ntegengegaan. Maar we voelen ons ook meer op ons gemak b<strong>in</strong>nen socialenetwerken omdat we ergens ‘bijhoren’.12Wil je bewoners bij hun <strong>buurt</strong> betrekken, dan is het zaak <strong>in</strong> te spelen op hunbehoeften en kwaliteiten. Zij willen serieus wor<strong>de</strong>n genomen, door elkaar endoor beleidsmakers en -uitvoer<strong>de</strong>rs. De ene <strong>buurt</strong> is echter <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re niet.Het gaat om maatwerk per <strong>buurt</strong>. Daarbij behoort een han<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gsruimte om tekunnen ‘leren’. Dat stelt beleidsmakers en -uitvoer<strong>de</strong>rs voor bestuurlijkeproblemen. Het is niet ‘u vraagt en wij draaien’. Overheid en sociale spelershebben hun vereisten, bijvoorbeeld ten aanzien van <strong>de</strong> schaal: zij moeten <strong>de</strong>kwaliteit van hun diensten en <strong>de</strong> kosten daarvan <strong>in</strong> <strong>de</strong> gaten hou<strong>de</strong>n. Maar <strong>in</strong> <strong>de</strong>hot spots van onze grote ste<strong>de</strong>n, vaak <strong>in</strong> achterstands<strong>buurt</strong>en, moet sprake zijnvan een sterke overheid en krachtige sociale spelers die van bovenaf beleidopleggen en dat met strakke hand uitvoeren. We noemen dat <strong>de</strong> ‘sociale herover<strong>in</strong>g’.Politici staan daarbij voor een bijzon<strong>de</strong>re taakstell<strong>in</strong>g. Te veel burgers keren zichaf van <strong>de</strong> politiek. Het gaat om grote groepen mensen, <strong>de</strong> helft van <strong>de</strong> bevolk<strong>in</strong>g.Gewone mensen <strong>in</strong> mid<strong>de</strong>nstands<strong>buurt</strong>en haken af; hoogopgelei<strong>de</strong> jongerenzijn onverschillig. Vooral <strong>de</strong> afhakers hebben hun vertrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>de</strong>mocratische<strong>in</strong>stituties verloren. Wat kan men daaraan doen en vooral: kan <strong>de</strong> <strong>buurt</strong> erwat toe doen? Vanzelfsprekend is <strong>de</strong> <strong>buurt</strong> niet <strong>de</strong> kuur voor alle kwalen. Maarons on<strong>de</strong>rzoek wijst wel uit dat <strong>de</strong> <strong>buurt</strong> handvatten biedt voor z<strong>in</strong>vol beleid.Het gaat om een comb<strong>in</strong>atie van twee sporen. Het eerste spoor is <strong>de</strong> socialeherover<strong>in</strong>g, die <strong>de</strong> maatschappelijke agenda dom<strong>in</strong>eert en die <strong>de</strong> geloofwaardigheidvan beleidsmakers en -uitvoer<strong>de</strong>rs moet herstellen. Bij het twee<strong>de</strong> spoorgaat het om een kansgedreven beleid dat bewoners verleidt om <strong>in</strong> actie tekomen, omdat het <strong>in</strong>speelt op hun behoeften en kwaliteiten en bovendien <strong>de</strong>ruimte laat om <strong>de</strong> eigen <strong>buurt</strong> <strong>in</strong> te kleuren.Onze aanbevel<strong>in</strong>gen richten zich vooral tot gemeenten en sociale spelers. Wehebben voor hen vier hoofdaanbevel<strong>in</strong>gen:1 Kies voor een tweesporenaanpak met een speciale aandacht voor <strong>de</strong> procesgang.Het is te verlei<strong>de</strong>lijk om je te concentreren op <strong>de</strong> repressieve kant van <strong>de</strong>


samenvatt<strong>in</strong>gsociale herover<strong>in</strong>g. Dat ontaardt te makkelijk <strong>in</strong> symptoombestrijd<strong>in</strong>g <strong>in</strong><strong>buurt</strong>en die na verloop van tijd weer afglij<strong>de</strong>n.2 Bepaal je eigen, bere<strong>de</strong>neer<strong>de</strong> keus bij het samenstellen van een beleidsmenuop het punt van <strong>de</strong> sociale herover<strong>in</strong>g. Er gebeurt veel <strong>in</strong> vrijwel alle gemeenten.Kies voor mogelijke acties op die terre<strong>in</strong>en waar je nu tekortschiet.3 Maak ook een bewuste beleidskeuze voor <strong>de</strong> <strong>in</strong>vull<strong>in</strong>g van een ‘kansgedreven’beleid. Er is tot nog toe te we<strong>in</strong>ig sprake van gecoörd<strong>in</strong>eerd beleid. Veelgemeenten en sociale spelers missen daardoor kansen om een aanmerkelijkemaatschappelijke meerwaar<strong>de</strong> te realiseren.4 Bereid je voor op een cultuuromslag <strong>in</strong> je eigen organisatie. Het gaat om eenan<strong>de</strong>re manier van <strong>de</strong>nken en doen, met een sterk accent op <strong>de</strong> vraaglogicavan burgers. Benoem daarom sterke trekkers en rug<strong>de</strong>kkers. Experimenteermet nieuwe vormen van bewonerbetrokkenheid, die burgers ruimte bie<strong>de</strong>nom hun eigen <strong>buurt</strong> <strong>in</strong> gezamenlijkheid <strong>in</strong> te kleuren.Bijna alle veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen kunnen plaatsv<strong>in</strong><strong>de</strong>n zon<strong>de</strong>r wetswijzig<strong>in</strong>g of grote,additionele f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>g. Toch richten we ons ook op rijk en prov<strong>in</strong>cies:5 Schep <strong>de</strong> randvoorwaar<strong>de</strong>n voor succes. Er is een behoefte aan een robuustevisie die politiek breed gedragen is. Stimuleer vanuit die visie dat <strong>de</strong> eerstegemeenten bij hun hernieuw<strong>de</strong> <strong>buurt</strong>aanpak succesvol zijn. Goed voorbeelddoet dan goed volgen.Zorg ook voor har<strong>de</strong> ka<strong>de</strong>rafspraken met <strong>de</strong> koepels van sociale spelers. Dehuidige vrijblijvendheid van veel wooncorporaties bij <strong>de</strong> <strong>in</strong>vull<strong>in</strong>g van hunsociale taken is te groot. Bij <strong>de</strong> sociale herover<strong>in</strong>g moeten zij als hoofdaannemerfungeren, met het welzijnswerk als on<strong>de</strong>raannemer.Lacunes <strong>in</strong> het beleid waar het senioren en kwetsbaren betreft, moetenwor<strong>de</strong>n gedicht. Dereguleer en herreguleer het sociaal beleid. Herbez<strong>in</strong> op <strong>de</strong>gevolgen van <strong>de</strong> Wet maatschappelijke on<strong>de</strong>rsteun<strong>in</strong>g en <strong>de</strong> Nota ruimte.Formaliseer een stimuleren<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rsteun<strong>in</strong>g voor bre<strong>de</strong> scholen en <strong>buurt</strong>preventie.En weet dat het platteland niet altijd is gediend met ‘stadsregels’.13Ten slotte is er een zes<strong>de</strong> aanbevel<strong>in</strong>g, een oproep welhaast aan <strong>de</strong> politiek:6 Vernieuw <strong>de</strong> lokale <strong>de</strong>mocratie. Hoe kunnen bewoners wor<strong>de</strong>n verleid enon<strong>de</strong>rsteund zodat ze een grotere zelfverantwoor<strong>de</strong>lijkheid willen en kunnendragen voor <strong>de</strong> eigen <strong>buurt</strong> en <strong>de</strong> eigen samenlev<strong>in</strong>g?Kies daartoe voor een evenwichtig dualisme, met een (<strong>de</strong>el)raad die prioriteitenafweegt en toezicht houdt en een college van burgemeester en wethou<strong>de</strong>rsdat dit <strong>in</strong> <strong>de</strong> praktijk met bewoners <strong>in</strong>kleurt. Zo’n raad en collegemoeten <strong>de</strong> <strong>buurt</strong> begrijpen en openstaan voor <strong>in</strong>itiatieven van on<strong>de</strong>ren af.Kies ook voor een themastelsel waarbij burgers via het stemapparaat meebepalenwelke thema’s boven aan <strong>de</strong> gemeentelijke agenda moeten staan. Experimenteerals raad en college door je te laten lei<strong>de</strong>n <strong>in</strong> plaats van te lei<strong>de</strong>n:echte lei<strong>de</strong>rs durven ruimte te laten.Maar, vooral, kies voor een leren<strong>de</strong> samenlev<strong>in</strong>g. Door te bouwen op <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>kunnen alledaagse leefbaarheidsvraagstukken beter wor<strong>de</strong>n opgelost envormt die <strong>buurt</strong> een fundament voor sociaal vertrouwen. Kunnen bewoners


vertrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>door directere vormen van <strong>de</strong>mocratie – door een grotere betrokkenheid bijzaken die hen aanspreken – wor<strong>de</strong>n verleid tot een groter politiek vertrouwen?We weten het niet zeker: het is een kwestie van leren, <strong>in</strong> <strong>buurt</strong> en politiek.14


samenvatt<strong>in</strong>g15


16vertrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>


18vertrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>


<strong>in</strong>leid<strong>in</strong>g1 <strong>in</strong>leid<strong>in</strong>g1.1 <strong>de</strong> <strong>buurt</strong> als mogelijk object én aangrijp<strong>in</strong>gspuntvan beleidNe<strong>de</strong>rland – met zijn vele vormen van overleg en korte fysieke en mentale afstan<strong>de</strong>n– komt <strong>in</strong> <strong>in</strong>ternationale vergelijk<strong>in</strong>gen traditioneel naar voren als ‘vertrouwensland’.Dit gegeven was tot voor kort aanleid<strong>in</strong>g voor gevoelens van trots entevre<strong>de</strong>nheid. Maar <strong>de</strong> laatste tijd maakt die globale tevre<strong>de</strong>nheid plaats voortoenemen<strong>de</strong> bezorgdheid over <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse civil society en <strong>de</strong>mocratie. Zoconstateert het Sociaal en Cultureel Planbureau (scp) na een lange perio<strong>de</strong> vaneen groeien<strong>de</strong> tevre<strong>de</strong>nheid on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> burgers recent een dal<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> tevre<strong>de</strong>nheidmet het functioneren van <strong>de</strong> <strong>de</strong>mocratie (scp 2004). Een ruime m<strong>in</strong><strong>de</strong>rheidvan <strong>de</strong> bevolk<strong>in</strong>g verwacht een dal<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> maatschappelijke en politiekebetrokkenheid van burgers en voorziet ook een ger<strong>in</strong>gere bereidheid om vrijwilligerswerkte doen.Dit sombere beeld wordt benadrukt door wetenschappers, beleidsmakers enjournalisten. In hun analyses wijzen zij op gelei<strong>de</strong>lijke processen van schaalvergrot<strong>in</strong>gvan organisaties en toenemen<strong>de</strong> <strong>in</strong>dividualiser<strong>in</strong>g. Deze processen lei<strong>de</strong>ntezamen tot een afnemen<strong>de</strong> betrokkenheid van mensen bij elkaar (sociaalvertrouwen) en bij hun <strong>de</strong>mocratische <strong>in</strong>stituties (politiek vertrouwen). On<strong>de</strong>rzoekers,zoals Robert Putnam <strong>in</strong> zijn boek Bowl<strong>in</strong>g alone. The collapse and revivalof American community (Putnam 2000), argumenteren dat <strong>de</strong> mechanismen die<strong>in</strong> een samenlev<strong>in</strong>g zorgen voor sociale cohesie, structureel verzwakken (Putnam2000).19Bij sociale cohesie gaat het om <strong>de</strong> we<strong>de</strong>rzijdse betrokkenheid van burgers bijelkaar, <strong>de</strong> omvang en kwaliteit van hun netwerken, en hun feitelijke en normatieve<strong>in</strong>tegratie <strong>in</strong> <strong>de</strong> maatschappij (scp 2002). De mate van sociale cohesie wordt<strong>in</strong> <strong>de</strong> regel afgemeten aan <strong>de</strong> <strong>de</strong>elname aan het verenig<strong>in</strong>gsleven, <strong>de</strong> kerk, vrijwilligerswerk,en <strong>de</strong>rgelijke. Het gaat daarbij om elementen variërend van ‘erbijhoren’ (je ergens bij thuis voelen), ‘actief meedoen’ tot ‘meebeslissen’. In dieoplopen<strong>de</strong> trits ligt ook impliciet <strong>de</strong> re<strong>de</strong>ner<strong>in</strong>g besloten dat (meer) sociale cohesieleidt tot (meer) vertrouwen <strong>in</strong> politiek functioneren. Omgekeerd kan eenafnemen<strong>de</strong> sociale cohesie tal van directe na<strong>de</strong>lige sociale gevolgen hebben, zoalsanonimiteit, vervreemd<strong>in</strong>g, onveiligheid, crim<strong>in</strong>aliteit, afnemend welzijn enwellicht ook tot teruglopen<strong>de</strong> welvaart. Uite<strong>in</strong><strong>de</strong>lijk zal dit ertoe lei<strong>de</strong>n dat hetbestuur zijn han<strong>de</strong>len steeds moeilijker kan legitimeren omdat het ‘losgezongen’raakt van <strong>de</strong> burgers. Het resultaat is een slechter functioneren<strong>de</strong> <strong>de</strong>mocratie.Het antwoord op <strong>de</strong>ze problematiek wordt gezocht <strong>in</strong> een versterk<strong>in</strong>g van <strong>de</strong>kle<strong>in</strong>schalige verban<strong>de</strong>n, waar<strong>in</strong> mensen dagelijks met elkaar omgaan en waarook hun wisselwerk<strong>in</strong>g met overheid en politiek <strong>in</strong>houd krijgt. Putnam, en methem ook veel Ne<strong>de</strong>rlandse beleidsmakers wijzen bijvoorbeeld op <strong>de</strong> civil society.


An<strong>de</strong>ren benadrukken het gez<strong>in</strong> als hoeksteen van <strong>de</strong> samenlev<strong>in</strong>g of <strong>de</strong> schoolals plaats om <strong>de</strong> waar<strong>de</strong>n en normen te ontwikkelen die zijn vereist voor eenconstructieve wisselwerk<strong>in</strong>g.De wrr kiest <strong>in</strong> dit rapport voor ‘<strong>de</strong> <strong>buurt</strong>’ als object en tevens als aangrijp<strong>in</strong>gspuntvoor een mogelijk beleid. In <strong>de</strong> (semi-)publieke ruimte van hun directe leefomgev<strong>in</strong>gervaren burgers immers – meer dan <strong>in</strong> huis, op het werk of <strong>in</strong> <strong>de</strong> vrijetijd – een directe wisselwerk<strong>in</strong>g met beleidsmakers en -uitvoer<strong>de</strong>rs. Het gaat henom alledaagse leefbaarheidsvraagstukken – fysieke <strong>in</strong>richt<strong>in</strong>g, veiligheid, on<strong>de</strong>rwijs,k<strong>in</strong><strong>de</strong>ropvang en sociale <strong>in</strong>frastructuur – waarvan zij het gevoel hebben datze niet (voldoen<strong>de</strong>) wor<strong>de</strong>n aangepakt. Zij weten dat ze daar zelf wat aan kunnendoen en zou<strong>de</strong>n dat misschien ook wel willen, maar dan moeten an<strong>de</strong>ren dat ookdoen. Zon<strong>de</strong>r die reciprociteit voelen zij zich niet gemotiveerd. Als dan ook <strong>de</strong>overheid haar beleid op or<strong>de</strong> heeft, kan dat <strong>de</strong> burgerz<strong>in</strong> ver<strong>de</strong>r faciliteren enstimuleren. En – het is een veron<strong>de</strong>rstell<strong>in</strong>g – <strong>de</strong> betere wisselwerk<strong>in</strong>g met elkaaren met <strong>de</strong> overheid zou op zich weer bevor<strong>de</strong>rlijk zijn voor het sociaal en politiekvertrouwen.20Met dit rapport wil <strong>de</strong> raad <strong>in</strong>zicht bie<strong>de</strong>n <strong>in</strong> hoe mensen <strong>in</strong> hun directe leefomgev<strong>in</strong>g(kunnen) bijdragen aan <strong>de</strong> aanpak van leefbaarheidsproblemen. Devervolgvraag is welke steun beleidsmakers en -uitvoer<strong>de</strong>rs daaraan kunnengeven, maar ook hoe zij beter gebruik kunnen maken van <strong>de</strong> wisselwerk<strong>in</strong>g metbewoners bij <strong>de</strong> uitvoer<strong>in</strong>g van beleid op an<strong>de</strong>re gebie<strong>de</strong>n. In ons on<strong>de</strong>rzoek is <strong>de</strong><strong>buurt</strong> daarom zowel object als aangrijp<strong>in</strong>gspunt van beleid. Bij <strong>de</strong> <strong>buurt</strong> als objectgaat het erom <strong>buurt</strong>en beter te doen functioneren, zodat <strong>buurt</strong>genoten gezamenlijkeleefbaarheidsvraagstukken beter kunnen aanpakken. Bij <strong>de</strong> <strong>buurt</strong> als aangrijp<strong>in</strong>gspuntgaat het om <strong>de</strong> <strong>in</strong>schakel<strong>in</strong>g van het <strong>buurt</strong>niveau om <strong>de</strong> kwaliteitvan <strong>de</strong> beleidsvorm<strong>in</strong>g en -uitvoer<strong>in</strong>g te verbeteren, bijvoorbeeld <strong>in</strong> volkshuisvest<strong>in</strong>gs-of welzijnsbeleid.1.2 enkele begripsomschrijv<strong>in</strong>genBuurt en wijkDit rapport gaat over wat mensen op kle<strong>in</strong>schalige niveaus zelf kunnen doen aan<strong>de</strong> aanpak van een aantal leefbaarheidsproblemen waarmee ze te maken hebben.In die geest gebruiken we het begrip <strong>buurt</strong> om meer <strong>in</strong> het algemeen mee aan tegeven dat het gaat om kle<strong>in</strong>schalige verban<strong>de</strong>n, vanuit <strong>de</strong> belev<strong>in</strong>g van bewoners.We hou<strong>de</strong>n daarmee vast aan <strong>de</strong> fysieke context van het <strong>buurt</strong>begrip: een gelokaliseer<strong>de</strong>gemeenschap waarbij er sprake is van “een zekere mate van sociale <strong>in</strong>tegratie<strong>de</strong>r bewoners” (<strong>de</strong>f<strong>in</strong>itie Van Dale). Ondanks een hoge mate van subjectiviteitvan het <strong>buurt</strong>begrip gaan we dus niet zover dat we bijvoorbeeld ook eenwereldwij<strong>de</strong> chat community als ‘een <strong>buurt</strong>’ aandui<strong>de</strong>n.In een <strong>buurt</strong> <strong>in</strong> fysieke z<strong>in</strong> wonen eer<strong>de</strong>r hon<strong>de</strong>r<strong>de</strong>n dan duizen<strong>de</strong>n mensen. Indie betekenis on<strong>de</strong>rscheidt een <strong>buurt</strong> zich van een wijk. Een wijk is <strong>in</strong> het algemeeneen adm<strong>in</strong>istratieve eenheid, die vanuit <strong>de</strong> (gemeentelijke) overheid is


<strong>in</strong>leid<strong>in</strong>gge<strong>de</strong>f<strong>in</strong>ieerd. Een grote stadswijk kan bijvoorbeeld wel 20.000 <strong>in</strong>woners hebben.Over <strong>de</strong> vraag <strong>in</strong> welke wijk je je bev<strong>in</strong>dt, valt dan ook niet te twisten. ‘Buurt’ isdaarentegen een subjectief begrip, waarbij het gaat om <strong>de</strong> belev<strong>in</strong>gswereld van <strong>de</strong>bewoners (zie tekstbox 1.1).Tekstbox 1.1Buurt: een subjectief begripEen wijk en een (<strong>de</strong>el)gemeente zijn grootschalige bestuurlijke eenhe<strong>de</strong>n, met op die schaal werkzameprofessionals. Een wijk heeft vaak zo’n 15.000 à 20.000 <strong>in</strong>woners; een <strong>de</strong>elgemeente kan wel50.000 <strong>in</strong>woners hebben. Maar een <strong>buurt</strong> heeft geen ondubbelz<strong>in</strong>nig te bepalen omvang. Buurtbelev<strong>in</strong>gwordt bepaald door sociale factoren. De schaal mag dus niet groter zijn dan <strong>de</strong> belev<strong>in</strong>gswereldvan bewoners. “Gemid<strong>de</strong>ld telt een <strong>buurt</strong> ongeveer 5.000 bewoners”, stel<strong>de</strong> een grootste<strong>de</strong>lijkeopbouwwerker <strong>in</strong> ons veldon<strong>de</strong>rzoek. Maar <strong>in</strong> dorpen was <strong>de</strong> ervar<strong>in</strong>g weer an<strong>de</strong>rs: “Totongeveer 2.500 <strong>in</strong>woners kun je makkelijk d<strong>in</strong>gen regelen.” Daarboven is er m<strong>in</strong><strong>de</strong>r samenhang enmeer bureaucratie. Wil je echter sociale netwerken en sociale cohesie laten groeien waar ze nietzijn, dan is een schaal van 2.500 <strong>in</strong>woners al weer erg groot. Het gaat er dan om “dat <strong>de</strong> mensen <strong>in</strong>hun portieken elkaar leren kennen en er sociale controle ontstaat”. An<strong>de</strong>ren zijn het daarmee eens:“Het leven <strong>in</strong> <strong>de</strong> straat of <strong>in</strong> het woonblok is belangrijk. Als het daar <strong>de</strong>ugt, dan zit je goed.”Hier past wel een nuancer<strong>in</strong>g: waar gaat het om en om wie gaat het? Heb je het over <strong>de</strong> locatie vaneen <strong>buurt</strong>centrum dat vooral is gericht op jonge gez<strong>in</strong>nen en senioren, dan geldt <strong>de</strong> vuistregel:“De maat die je moet hanteren is <strong>de</strong> afstand die je kunt afleggen met een k<strong>in</strong><strong>de</strong>rwagen of eenrollator.” Heb je het over leerl<strong>in</strong>gen van een basisschool, dan gaat het over een <strong>buurt</strong> metmisschien 1.000 <strong>in</strong>woners, maar mid<strong>de</strong>lbare scholieren dienen op een hoger schaalniveau – eenwijk met zeg 15.000 of 20.000 <strong>in</strong>woners – aangesproken te wor<strong>de</strong>n. Kle<strong>in</strong>e on<strong>de</strong>rnemers remmenzichzelf soms <strong>in</strong> hun groei, omdat ze niet ver<strong>de</strong>r kijken dan hun eigen stads<strong>de</strong>el. “Om Amsterdam-Zuidoostzit een onzichtbaar hek”, zegt een adviseur. “Fysiek ook”, zegt haar collega, “Zuidoostligt een heel e<strong>in</strong>d buiten <strong>de</strong> r<strong>in</strong>g rond Amsterdam. Zelfs Osdorp hoort meer bij Amsterdamdan Zuidoost.”21Van vele kanten leer<strong>de</strong>n we <strong>de</strong> praktijklessen. Als je jonge moe<strong>de</strong>rs wilt bereiken, moet je gaannaar <strong>de</strong> plaatsen waar <strong>de</strong> meeste komen, bijvoorbeeld het consultatiebureau (voor het halen vaneen prikje). Zijn die ‘loketten’ er niet en moeten ou<strong>de</strong>rs bijvoorbeeld voor jeugdzorg of voor eenriagg naar een naburige wijk, dan verdwijnt het <strong>buurt</strong>gevoel: mensen haken af, al was het maar– met name een punt voor veel allochtonen – omdat <strong>de</strong> afstand er naartoe niet met <strong>de</strong> voet kanwor<strong>de</strong>n afgelegd, en <strong>de</strong> toch al aanwezige drempels extra hoog wor<strong>de</strong>n.Een an<strong>de</strong>re les is dat fysieke <strong>in</strong>richt<strong>in</strong>g of begrenz<strong>in</strong>g – een park, kanaal of snelweg – vaak bepalendis voor het <strong>buurt</strong>gevoel. Er zijn ook geïsoleer<strong>de</strong> sociale eilandjes b<strong>in</strong>nen een grotere wijk: Abste<strong>de</strong>bijvoorbeeld <strong>in</strong> Utrecht-Oost of <strong>de</strong> Kolenkit <strong>in</strong> het Amsterdamse Bos en Lommer. Dorpen zoalshet Friese Wirdum, het Brabantse Berkel-Enschot en het Noord-Hollandse Driemond zijngemeentelijk <strong>in</strong>ge<strong>de</strong>eld <strong>in</strong> een grootste<strong>de</strong>lijke omgev<strong>in</strong>g (respectievelijk Leeuwar<strong>de</strong>n, Tilburg enAmsterdam-Zuidoost). Zij zien zichzelf als een sociale eenheid die te kle<strong>in</strong> is voor <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>lijkepolitiek en bestuur. Ver<strong>de</strong>r wordt <strong>de</strong> kwaliteit van het <strong>buurt</strong>netwerk ook bepaald door cultuur en– vaak daarmee verbon<strong>de</strong>n – historie.


vertrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>An<strong>de</strong>re lessen die we leer<strong>de</strong>n <strong>in</strong> ons veldon<strong>de</strong>rzoek: “De stelregel is: hoe hoger het welvaartsniveau,hoe m<strong>in</strong><strong>de</strong>r men met <strong>de</strong> <strong>buurt</strong> of wijk heeft.” En: “Hoe homogener een mid<strong>de</strong>n- of achterstands<strong>buurt</strong>,hoe groter <strong>de</strong> sociale b<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g”, werd ons op veel plaatsen verteld. Dat geldt ook vooretnische achtergron<strong>de</strong>n, die soms zeer divers zijn; meer dan 50 nationaliteiten <strong>in</strong> een <strong>buurt</strong> van2.000 <strong>in</strong>woners is geen uitzon<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> grote ste<strong>de</strong>n. Meestal is dan niet één specifieke cultuurdom<strong>in</strong>ant, maar je moet dan ook niet te veel verwachten van <strong>buurt</strong>activiteiten. Mensen organiserenzich, vaak met groot enthousiasme waar het eten en feesten betreft, b<strong>in</strong>nen etnische groepjes.“Een bewonersorganisatie op <strong>buurt</strong>niveau is ook meer <strong>de</strong> behoefte van <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen dan vanbewoners zelf.”22Voornamelijk <strong>in</strong> witte <strong>buurt</strong>en speelt <strong>de</strong> sociale geschie<strong>de</strong>nis een belangrijke rol, zoals <strong>de</strong> aanwezigheidvan een dom<strong>in</strong>eren<strong>de</strong> werkgever (fabriek) of een speeltu<strong>in</strong>verenig<strong>in</strong>g. Bewoners van<strong>de</strong> Gorkumse L<strong>in</strong>gewijk, met zo’n 3.500 bewoners, bo<strong>de</strong>n kleurrijke illustraties: “De L<strong>in</strong>gewijkis altijd ‘Zandvoort’ geweest, zo noem<strong>de</strong>n ze het. Het is namelijk met zand opgespoten. De<strong>in</strong>vloed van <strong>de</strong> fabriek op <strong>de</strong> <strong>buurt</strong> is altijd erg groot geweest. De arbei<strong>de</strong>rs <strong>de</strong><strong>de</strong>n alles samen.Zij liepen gezamenlijk naar <strong>de</strong> fabriek, zaten op <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> verenig<strong>in</strong>gen en kwamen op <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong>feestjes.” Families kennen elkaar al jaren. Waar moet je beter zitten? Het is hier hartstikkerustig, groen; twee kle<strong>in</strong>k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren kunnen zo naar het schoolple<strong>in</strong>. Heerlijk, hartstikke heerlijk.”Die belev<strong>in</strong>gswereld wordt door vele factoren bepaald. De <strong>buurt</strong> is verschillendvoor elke bewoner en veran<strong>de</strong>rt bijvoorbeeld als functie van <strong>de</strong> <strong>in</strong>dividuelelevensloop. Voor kle<strong>in</strong>e k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren speelt <strong>de</strong> eigen straat een hoofdrol, maarvoor mid<strong>de</strong>lbare scholieren refereert <strong>de</strong> <strong>buurt</strong> aan een veel wij<strong>de</strong>re omgev<strong>in</strong>g,zoals <strong>de</strong> wijk of zelfs <strong>de</strong> stad. Voor veel senioren krimpt <strong>de</strong> <strong>buurt</strong> weer <strong>in</strong> tot <strong>de</strong>beloopbare afstan<strong>de</strong>n. Ook verschilt <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>omvang per thema of perbeleidsterre<strong>in</strong>. In hun on<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>ge sociale omgang kijken burgers, met uitzon<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gvan <strong>in</strong>woners van kle<strong>in</strong>e dorpen, meestal niet ver<strong>de</strong>r dan (een <strong>de</strong>el van)<strong>de</strong> straat. Maar bij thema’s als veiligheid of basison<strong>de</strong>rwijs loopt <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>schaalfl<strong>in</strong>k op. Indien beleidsmakers dus met ‘<strong>de</strong> <strong>buurt</strong>’ willen werken – en <strong>de</strong>aandacht daarvoor is <strong>in</strong> recente jaren sterk toegenomen – dan doen ze er goedaan <strong>de</strong> <strong>de</strong>f<strong>in</strong>itie over te laten aan <strong>de</strong> betrokkenen en zich daaraan, <strong>in</strong> <strong>de</strong> matedat dit praktisch mogelijk is, aan te passen. Dat is ook <strong>de</strong> lijn die <strong>de</strong> raad volgt<strong>in</strong> zijn veldon<strong>de</strong>rzoek.Sociale spelers, gemeente, overheidHet begrip sociale spelers dat <strong>in</strong> dit rapport wordt gehanteerd, <strong>de</strong>kt een scala vanuitvoer<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>stanties b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> overheid of met een sterk overheidsaccent,bijvoorbeeld via het toezicht of <strong>de</strong> f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>g. Het gaat met name om welzijnsenopbouwwerk, politie, scholen en wooncorporaties. Waar wordt gesprokenover gemeente of overheid wordt <strong>in</strong> het algemeen gedoeld op <strong>de</strong> politieke enambtelijke beleidsmakers daarb<strong>in</strong>nen.


<strong>in</strong>leid<strong>in</strong>g1.3 0n<strong>de</strong>rzoeksvragenDit rapport richt zich op drie clusters van vragen.On<strong>de</strong>rzoeksvraag 1Kunnen activiteiten <strong>in</strong> <strong>buurt</strong>en bijdragen aan <strong>de</strong> aanpak van alledaagse leefbaarheidsvraagstukkendie mensen on<strong>de</strong>rv<strong>in</strong><strong>de</strong>n, op met name gebie<strong>de</strong>n van fysieke<strong>in</strong>richt<strong>in</strong>g, veiligheid, on<strong>de</strong>rwijs en k<strong>in</strong><strong>de</strong>ropvang, en sociale <strong>in</strong>frastructuur?Deelvragen zijn:- Waar zijn relevante <strong>in</strong>itiatieven en vernieuw<strong>in</strong>gen gaan<strong>de</strong>?- Welke ‘oploss<strong>in</strong>gen’ werken en wat zijn daarbij <strong>de</strong> succesvoorwaar<strong>de</strong>n?- Wat is het probleemoplossend vermogen van een <strong>buurt</strong>?- Hoe verschilt dat naar soorten <strong>buurt</strong>en?- Hoe verschilt dat naar soorten problemen?De antwoor<strong>de</strong>n op <strong>de</strong>ze vragen kunnen het bestaan<strong>de</strong> bestuurlijke repertoireverruimen en aanpassen en kunnen daar<strong>in</strong> een grotere variatie aanbrengen, zodatkan wor<strong>de</strong>n <strong>in</strong>gespeeld op verschillen<strong>de</strong> <strong>buurt</strong>en, problematieken en bewonerswensen.On<strong>de</strong>rzoeksvraag 2Als een afgelei<strong>de</strong> van <strong>de</strong> aanpak van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>r het eerste cluster bedoel<strong>de</strong> leefbaarheidsvraagstukken<strong>in</strong> verschillen<strong>de</strong> <strong>buurt</strong>en, komt als twee<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoeksvraagaan <strong>de</strong> or<strong>de</strong>: kunnen <strong>buurt</strong><strong>in</strong>itiatieven en <strong>buurt</strong>beleid bijdragen aan het versterkenvan het sociaal en politiek vertrouwen?Deelvragen zijn:- Kan een goed functioneren<strong>de</strong> <strong>buurt</strong> <strong>de</strong> sociale <strong>in</strong>tegratie bevor<strong>de</strong>ren?- Kan het goed functioneren van een <strong>buurt</strong> helpen om <strong>de</strong> uitsluit<strong>in</strong>g van kwetsbare<strong>in</strong>dividuen (bijvoorbeeld gehandicapten, verslaaf<strong>de</strong>n, probleemgez<strong>in</strong>nen,ou<strong>de</strong>ren) en bevolk<strong>in</strong>gsgroepen tegen te gaan?23On<strong>de</strong>rzoeksvraag 3Indien bei<strong>de</strong> hiervoor genoem<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoeksvragen <strong>in</strong> voldoen<strong>de</strong> mate positiefkunnen wor<strong>de</strong>n beantwoord, rest <strong>de</strong> <strong>de</strong>r<strong>de</strong> vraag, die zich met name richt op overhei<strong>de</strong>n sociale spelers: hoe kan een <strong>buurt</strong>beleid het beste vorm en <strong>in</strong>houd krijgen?Deelvragen zijn ditmaal:- Welke beleidsaanpak en rolver<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g van gemeentelijke overheid en socialespelers kan op een 3e-wijze – effectief, efficiënt en eerlijk – tot <strong>de</strong> optimaleresultaten lei<strong>de</strong>n?- Wat dient <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rsteunen<strong>de</strong> rol te zijn van rijk en prov<strong>in</strong>cies?- Zijn er nieuwe vormen van participatie en betrokkenheid <strong>de</strong>nkbaar, die eenimpuls kunnen geven aan <strong>de</strong> lokale, en wellicht zelfs <strong>de</strong> nationale <strong>de</strong>mocratie?Daarbij hebben we aandacht voor zowel nieuwe bestuursvormen als <strong>in</strong>strumentenen processen. In dit ka<strong>de</strong>r wordt <strong>in</strong> het slothoofdstuk een gedachte-experimentuitgewerkt over <strong>de</strong> gemeentelijke <strong>de</strong>mocratie.


vertrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>De formuler<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> hiervoor opgesom<strong>de</strong> vragen en wijze van aanpak makendui<strong>de</strong>lijk dat <strong>de</strong> focus van dit rapport <strong>in</strong> <strong>de</strong> eerste plaats praktisch is: <strong>in</strong> hoeverreis <strong>de</strong> <strong>buurt</strong> een betekenisvolle eenheid waar<strong>in</strong> mensen met elkaar bepaal<strong>de</strong> leefbaarheidsvraagstukkenkunnen aanpakken? Werkt <strong>de</strong> <strong>buurt</strong> ook als kle<strong>in</strong>schaligeleerschool voor het ontwikkelen van civic skills? Of staat <strong>de</strong> directe leefomgev<strong>in</strong>gals betekenisvolle eenheid van han<strong>de</strong>len on<strong>de</strong>r druk, bijvoorbeeld door <strong>de</strong> schaalvergrot<strong>in</strong>gvan het bestuur en van veel publieke voorzien<strong>in</strong>gen? Wat zijn <strong>de</strong>effecten op <strong>de</strong> ‘grotere’ samenlev<strong>in</strong>g? Kan het beleid steun <strong>in</strong> <strong>de</strong> rug geven om <strong>de</strong>betrokkenheid en het gevoel van eigenaarschap van mensen bij hun directe leefomgev<strong>in</strong>gte vergroten?1.4 aanpak en metho<strong>de</strong>24Interactie en iteratie tussen empirie en theorieIn dit rapport staat het probleemoplossend vermogen van mensen centraal: <strong>de</strong>mogelijkhe<strong>de</strong>n om samen iets te doen aan kle<strong>in</strong>schalige collectieve problemen <strong>in</strong><strong>de</strong> directe leefomgev<strong>in</strong>g. We vermoe<strong>de</strong>n dat dit probleemoplossend vermogenvan mensen groter is dan vaak wordt gezien of gedacht, met name als daarvoorstimuleren<strong>de</strong> condities aanwezig zijn (zie voor enkele empirische illustratiesdaarvan Duyvendak en Van <strong>de</strong>r Graaf 2001; Tops 2002; Van <strong>de</strong>r Lans 2003; Reijndorp2004). Dat vermoe<strong>de</strong>n is <strong>in</strong> eerste <strong>in</strong>stantie vooral gestoeld geweest oppersoonlijke <strong>in</strong>zichten, ervar<strong>in</strong>gen en kennis, maar vervolgens is <strong>de</strong> brug geslagennaar <strong>de</strong> bestaan<strong>de</strong> empirie en theorie op dit terre<strong>in</strong>. Die hebben ook geholpenbij <strong>de</strong> opzet van het eigen veldon<strong>de</strong>rzoek. Het nut van dit veldon<strong>de</strong>rzoek is er<strong>in</strong>gelegen dat het <strong>de</strong> ervar<strong>in</strong>gskennis (tacit knowledge) van <strong>buurt</strong>bewoners en veldwerkers<strong>in</strong> beeld brengt; kennis die een grote rol speelt <strong>in</strong> een on<strong>de</strong>rwerp als ‘watvermag een <strong>buurt</strong>?’.Wat <strong>de</strong> methodische aanpak betreft, is <strong>in</strong> dit on<strong>de</strong>rzoek dus niet primair een<strong>de</strong>ductieve, maar een <strong>in</strong>ductieve lijn gevolgd. Wij hebben echter wel eerst kennisgenomen van <strong>de</strong> bestaan<strong>de</strong> theorieën en empirie om het veldon<strong>de</strong>rzoek vorm tegeven. We zijn, met an<strong>de</strong>re woor<strong>de</strong>n, heen en weer gegaan tussen empirie entheorie (theoretical sampl<strong>in</strong>g). Daarbij is ook voortgebouwd op het on<strong>de</strong>rzoek dat<strong>in</strong> Ne<strong>de</strong>rland en <strong>in</strong> het buitenland is gedaan, vooral ten aanzien van achterstandswijken.Het doel van het veldon<strong>de</strong>rzoek is geweest om langs <strong>de</strong> weg van kwalitatieve<strong>in</strong>ductie te komen tot concrete bev<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen over het on<strong>de</strong>rwerp. Die bev<strong>in</strong>d<strong>in</strong>genzijn <strong>in</strong> het verslag van het veldon<strong>de</strong>rzoek gerubriceerd on<strong>de</strong>r ‘succesvoorwaar<strong>de</strong>n’:ze <strong>in</strong>diceren <strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>n waaron<strong>de</strong>r het probleemoplossendvermogen van mensen kan wor<strong>de</strong>n gestimuleerd en tot iets kan lei<strong>de</strong>n. De bev<strong>in</strong>d<strong>in</strong>genvan <strong>de</strong>ze causale analyse moeten natuurlijk zodanig plausibel zijn dat weer <strong>in</strong> het vervolg ook een aantal meer algemene conclusies en aanbevel<strong>in</strong>gen aankunnen verb<strong>in</strong><strong>de</strong>n.


<strong>in</strong>leid<strong>in</strong>gHet veldon<strong>de</strong>rzoekHet eigen veldon<strong>de</strong>rzoek heeft eruit bestaan dat we een grote diversiteit vanvormen van <strong>buurt</strong>beleid en <strong>buurt</strong><strong>in</strong>itiatieven hebben bezocht en <strong>in</strong> beeld hebbengebracht. Een projectteam <strong>in</strong>terview<strong>de</strong> van september 2003 tot mei 2004 belangrijke‘spelers’, ‘liep mee’ met <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>wacht, bezocht <strong>buurt</strong>activiteiten en wijkpanels,zat aan bij <strong>buurt</strong>verga<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen, enzovoort. In totaal g<strong>in</strong>g het om circa 170<strong>in</strong>terviews met ruim 300 gesprekspartners. Dit veldon<strong>de</strong>rzoek is verantwoord <strong>in</strong>28 casusbeschrijv<strong>in</strong>gen van <strong>buurt</strong><strong>in</strong>itiatieven en <strong>buurt</strong>beleid die <strong>in</strong> een separatepublicatie zijn ontsloten en gebun<strong>de</strong>ld (Hazeu et al. 2005). In bijlage 3 is hiervaneen overzicht opgenomen. Additioneel zijn <strong>in</strong> opdracht van <strong>de</strong> wrr twee(achterstands)wijken <strong>in</strong> Amsterdam en Rotterdam – waar ‘sociale herover<strong>in</strong>g’ hetdom<strong>in</strong>ante thema is – extra <strong>in</strong>tensief on<strong>de</strong>rzocht. Ook <strong>de</strong> empirie uit <strong>de</strong>ze studie(Engbersen et al. 2005) wordt <strong>in</strong> <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> hoofdstukken benut.Daarnaast sprak het projectteam vele personen en <strong>in</strong>stanties. Deze gesprekken engespreksverslagen staan echter op zichzelf en zijn geen on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> casusbeschrijv<strong>in</strong>gen.Bovendien is nog een groot aantal bijeenkomsten belegd waar<strong>in</strong>na<strong>de</strong>re <strong>in</strong>formatie is vergaard en mogelijke aanbevel<strong>in</strong>gen zijn getoetst of fijngeslepen.Bij <strong>de</strong> selectie van <strong>de</strong> 28 casussen heeft het projectteam er bewust voor gekozennaar plaatsen en mensen te gaan die een belangwekkend en vernieuwend <strong>buurt</strong>of<strong>buurt</strong>gerelateerd <strong>in</strong>itiatief on<strong>de</strong>rnamen (good practices). De geselecteer<strong>de</strong><strong>buurt</strong>casussen lopen uiteen van <strong>de</strong> Deventer Wijkaanpak tot ‘Justitie <strong>in</strong> <strong>de</strong><strong>buurt</strong>’, <strong>de</strong> fysieke en sociale herstructurer<strong>in</strong>g van Hoogvliet, het RotterdamseOpzoomeren, en <strong>de</strong> Gron<strong>in</strong>ger Vensterscholen. Ze zijn <strong>de</strong>rhalve geografisch gespreidgekozen, <strong>in</strong> zowel dorpen als kle<strong>in</strong>ere en grote ste<strong>de</strong>n en omvatten zowelachterstands-, mid<strong>de</strong>nstands- als voorstands<strong>buurt</strong>en. In het veldon<strong>de</strong>rzoek isbovendien gestreefd naar variatie <strong>in</strong> <strong>de</strong> z<strong>in</strong> dat een aantal <strong>in</strong>itiatieven al een relatieflange bestaansgeschie<strong>de</strong>nis heeft, naast een aantal recentere <strong>in</strong>itiatieven.Ten slotte g<strong>in</strong>g het ons zowel om specifiek <strong>buurt</strong>- en wijkbeleid van gemeentenen ‘sociale spelers’ (zoals <strong>de</strong> wooncorporatie, <strong>de</strong> school, <strong>de</strong> politie of het welzijnswerk),als om activiteiten die primair door <strong>buurt</strong>bewoners zijn geïnitieerd.25De gesprei<strong>de</strong> selectie die is ontstaan, is te beperkt om zon<strong>de</strong>r meer geaggregeerdte kunnen en mogen wor<strong>de</strong>n. Een kwalitatief on<strong>de</strong>rzoek als het on<strong>de</strong>rhavige kannooit representatief zijn voor (<strong>de</strong> staat van <strong>de</strong> <strong>buurt</strong> <strong>in</strong>) Ne<strong>de</strong>rland. Die pretentieheeft het dan ook niet. Er zijn dus geen vaste patronen uit af te lei<strong>de</strong>n om bijvoorbeeldachterstands<strong>buurt</strong>en <strong>in</strong> grote ste<strong>de</strong>n of kle<strong>in</strong>e kernen op het plattelandondubbelz<strong>in</strong>nig te beschrijven. Ie<strong>de</strong>re <strong>buurt</strong> heeft z’n eigen geschie<strong>de</strong>nis enproblematiek; vormen van <strong>buurt</strong>beleid moeten daarom altijd zo flexibel zijn datze <strong>de</strong> context recht doen. Dit rapport mondt daarom niet uit <strong>in</strong> één recept voor‘<strong>de</strong>’ aanpak of ‘<strong>de</strong>’ oploss<strong>in</strong>g; het laat veeleer zoekricht<strong>in</strong>gen zien die <strong>in</strong> <strong>de</strong> alledaagsepraktijk naar voren komen. Het veldon<strong>de</strong>rzoek heeft wél houvast gegevenbij het i<strong>de</strong>ntificeren van <strong>de</strong> aspecten en voorwaar<strong>de</strong>n die bijdragen aan het succesvan een bepaald <strong>in</strong>itiatief of die dat juist bedreigen. Het empirische on<strong>de</strong>rzoek is


vertrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>met an<strong>de</strong>re woor<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>rsteunend geweest bij het kunnen formuleren van <strong>de</strong>bestuurlijke voorwaar<strong>de</strong>n en spann<strong>in</strong>gsvel<strong>de</strong>n.Beperk<strong>in</strong>gen die voortvloeien uit <strong>de</strong> gekozen focusBuurten wor<strong>de</strong>n beïnvloed door tal van economische, fysieke, sociale en <strong>de</strong>mografischefactoren. Gegeven die omstandighe<strong>de</strong>n kan <strong>de</strong> <strong>buurt</strong> mogelijk eensteentje bijdragen aan <strong>de</strong> aanpak van sommige alledaagse leefbaarheidsproblemen.Die werkzaamheid betreft met name een aantal kle<strong>in</strong>schalige collectieveproblemen; <strong>de</strong> <strong>buurt</strong> is natuurlijk geen panacee voor <strong>de</strong> oploss<strong>in</strong>g van alle mogelijkemaatschappelijke problemen. Daarmee zou<strong>de</strong>n we <strong>de</strong> potentie van heton<strong>de</strong>rwerp overtrekken; veel problemen hebben nu eenmaal een schaal die <strong>de</strong>omvang van een <strong>buurt</strong> (ruim) overschrijdt. Veeleer spelen met name gemeenten,rijk en an<strong>de</strong>re publieke schaalniveaus een rol <strong>in</strong> <strong>de</strong> voorzien<strong>in</strong>g daar<strong>in</strong>, door hetcreëren van publieke voorzien<strong>in</strong>gen, regelgev<strong>in</strong>g en -handhav<strong>in</strong>g, en an<strong>de</strong>revormen van publieke <strong>in</strong>terventie. Ook is het niet allemaal w<strong>in</strong>-w<strong>in</strong>: problemen‘opgelost’ <strong>in</strong> <strong>buurt</strong> a kunnen die <strong>in</strong> <strong>buurt</strong> b navenant vergroten (het opjagen vanjunks bijvoorbeeld). De <strong>buurt</strong> kan er dus toe doen – tot op zekere hoogte, on<strong>de</strong>rbepaal<strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>n.261.5 0pbouw van het rapportIn hoofdstuk 2 volgt een historische schets en een contextbeschrijv<strong>in</strong>g van het<strong>buurt</strong>-, wijk- en plattelandsbeleid. Dat hoofdstuk fungeert tevens als contrast:het laat zien dat <strong>de</strong> eer<strong>de</strong>re aandacht voor <strong>de</strong> <strong>buurt</strong> en het <strong>buurt</strong>beleid vaak geïnspireerdis geweest vanuit een <strong>in</strong>stitutionele logica, dat wil zeggen om een beterebeleidsuitvoer<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> overheid en an<strong>de</strong>re publieke <strong>in</strong>stanties tot stand te brengen.Niet alleen het ste<strong>de</strong>lijk wijk- en <strong>buurt</strong>beleid komen ter sprake, ook gaathoofdstuk 2 <strong>in</strong> op <strong>de</strong> plattelandsontwikkel<strong>in</strong>gen en het daar gevoer<strong>de</strong> beleid en <strong>de</strong>transformatie van veel platteland tot ‘woondorpen’.In <strong>de</strong> hoofdstukken 3 en 4 brengen we vervolgens <strong>de</strong> belangrijkste empirischebev<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen op <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n leefbaarheidsterre<strong>in</strong>en <strong>in</strong> beeld. Het verrichteveldon<strong>de</strong>rzoek beoogt <strong>in</strong> <strong>de</strong> eerste plaats een antwoord te bie<strong>de</strong>n op <strong>de</strong> eersteon<strong>de</strong>rzoeksvraag: kunnen activiteiten <strong>in</strong> <strong>buurt</strong>en bijdragen aan <strong>de</strong> aanpak vanalledaagse leefbaarheidsproblemen die mensen on<strong>de</strong>rv<strong>in</strong><strong>de</strong>n en, zo ja, hoe kan dieaanpak vorm krijgen, zowel <strong>in</strong>hou<strong>de</strong>lijk als procesmatig? Daarbij bevat hoofdstuk3 <strong>de</strong> weergave van <strong>de</strong> ervar<strong>in</strong>gen en lessen vanuit <strong>de</strong> optiek van bewoners enveldwerkers. Hoofdstuk 4 ontvouwt <strong>de</strong> belangrijkste empirische bev<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen alswe ons verplaatsen <strong>in</strong> <strong>de</strong> rol van overheid en sociale spelers. Wat zijn met an<strong>de</strong>rewoor<strong>de</strong>n op bestuurlijk gebied <strong>de</strong> spann<strong>in</strong>gsvel<strong>de</strong>n en lessen? In bei<strong>de</strong> hoofdstukkenis tevens een belangrijke specifieke <strong>de</strong>elproblematiek verwerkt, namelijkhoe zich <strong>in</strong> <strong>de</strong> grote ste<strong>de</strong>n problemen van achterstand, armoe<strong>de</strong> en segregatieontwikkelen, en met welke diversiteit aan beleid daarop wordt gereageerd, enmet welk resultaat.


<strong>in</strong>leid<strong>in</strong>gHoofdstuk 5 gaat vooral over <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoeksvraag: kunnen <strong>buurt</strong><strong>in</strong>itiatievenen <strong>buurt</strong>beleid bijdragen aan het versterken van sociaal en politiek vertrouwen?Het richt zich op <strong>de</strong> condities waaron<strong>de</strong>r ‘<strong>buurt</strong>beleid’ kan bijdragen aanhet sociale vertrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong> samenlev<strong>in</strong>g. We wijzen op <strong>de</strong> dreigen<strong>de</strong> kloof <strong>in</strong>het politiek vertrouwen on<strong>de</strong>r grote <strong>de</strong>len van onze bevolk<strong>in</strong>g en proberenvragen<strong>de</strong>rwijs een relatie te leggen met mogelijke aangrijp<strong>in</strong>gspunten die <strong>de</strong><strong>buurt</strong> kan bie<strong>de</strong>n voor het overbruggen van die kloof.In hoofdstuk 6 ten slotte analyseren we wat een en an<strong>de</strong>r betekent voor <strong>de</strong>gemeentelijke overheid en sociale spelers, waarbij <strong>de</strong> <strong>de</strong>r<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoeksvraagcentraal staat: hoe kan een <strong>buurt</strong>beleid het beste vorm en <strong>in</strong>houd krijgen? Wereiken bestuurlijke handvatten aan voor twee beleidssporen: <strong>de</strong> ‘sociale herover<strong>in</strong>g’die met name nodig is <strong>in</strong> achterstands<strong>buurt</strong>en, en een algemener ‘kansgedreven<strong>buurt</strong>beleid’, dat <strong>in</strong>houd kan krijgen <strong>in</strong> <strong>buurt</strong>en waar sociale herover<strong>in</strong>gniet het primaire probleem (meer) is. We gaan ook <strong>in</strong> op <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rsteunen<strong>de</strong> rolvan rijk en prov<strong>in</strong>cies en sluiten ons rapport af met een oproep aan <strong>de</strong> politiek om<strong>in</strong> wisselwerk<strong>in</strong>g met <strong>de</strong> <strong>buurt</strong> te experimenteren met nieuwe vormen van lokale<strong>de</strong>mocratie.27


28vertrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>


uurt-, wijk- en plattelandsbeleid <strong>in</strong> ne<strong>de</strong>rland2 <strong>buurt</strong>-, wijk- en plattelandsbeleid <strong>in</strong>ne<strong>de</strong>rland2.1 positioner<strong>in</strong>g van on<strong>de</strong>rzoekEen empirisch on<strong>de</strong>rzoek naar <strong>buurt</strong><strong>in</strong>itiatieven en naar <strong>de</strong> <strong>buurt</strong> als object ofaangrijp<strong>in</strong>gspunt van leefbaarheidsbeleid moet wor<strong>de</strong>n geplaatst <strong>in</strong> een historischecontext. Daartoe schetst dit hoofdstuk <strong>de</strong> geschie<strong>de</strong>nis van het ste<strong>de</strong>lijk<strong>buurt</strong>- en wijkbeleid <strong>in</strong> Ne<strong>de</strong>rland (par. 2.2), alsme<strong>de</strong> van het plattelandsbeleid:hoe om te gaan met kle<strong>in</strong>e kernen, voorzien<strong>in</strong>gen en <strong>de</strong>rgelijke op het platteland(par. 2.3). Stad en platteland wor<strong>de</strong>n bei<strong>de</strong> behan<strong>de</strong>ld, omdat we explicietverschillen<strong>de</strong> contexten willen meenemen <strong>in</strong> <strong>de</strong> ver<strong>de</strong>re analyse.Dit hoofdstuk geeft een beeld van hoe beleidsmakers, met name na <strong>de</strong> Twee<strong>de</strong>Wereldoorlog, dachten over het aanpakken van leefbaarheidsproblemen opkle<strong>in</strong>e schaal: <strong>buurt</strong>beleid, kle<strong>in</strong>ekernenbeleid, en <strong>de</strong>rgelijke. Paragraaf 2.4 plaatst<strong>de</strong> conclusies van het hoofdstuk <strong>in</strong> het perspectief van <strong>de</strong> belangrijkste problemendie momenteel <strong>in</strong> <strong>buurt</strong>en spelen en <strong>de</strong> beleidsreacties daarop. Daarmeevormt dit hoofdstuk tevens <strong>de</strong> opmaat voor hoofdstuk 3, waar<strong>in</strong> we op basis vanonze empirische bev<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> beeld brengen wat er momenteel zich (al) <strong>in</strong><strong>buurt</strong>en aan kle<strong>in</strong>schalige <strong>in</strong>itiatieven ontwikkelt om leefbaarheidsproblemenaan te pakken.292.2 geschie<strong>de</strong>nis van <strong>de</strong> wijkaanpak2.2.1 <strong>in</strong>leid<strong>in</strong>gBuurt- en wijkbeleid, het contact maken met burgers, verkle<strong>in</strong><strong>in</strong>g van <strong>de</strong> afstandtussen burgers en bestuur, zelforganisatie, en eigen <strong>in</strong>itiatieven en verantwoor<strong>de</strong>lijkheidvan burgers zijn (verwante) on<strong>de</strong>rwerpen die momenteel volop <strong>in</strong> <strong>de</strong>belangstell<strong>in</strong>g staan. Nationale en lokale beleidsmakers lijken op zoek naar hetschaalniveau van wijk en <strong>buurt</strong> voor sociale <strong>in</strong>terventie (Uitermark 2003: 8).Geheel nieuw is die belangstell<strong>in</strong>g zeker niet. Er zijn <strong>in</strong> <strong>de</strong> naoorlogse perio<strong>de</strong>enkele golven van belangstell<strong>in</strong>g geweest voor <strong>buurt</strong> en wijk en een daaropgericht beleid (De Boer 2001). Direct na <strong>de</strong> Twee<strong>de</strong> Wereldoorlog was <strong>de</strong> wijkaanpakpopulair, om <strong>in</strong> <strong>de</strong> jaren zestig als schijnbaar irrelevant van het beleidstoneelte verdwijnen. In <strong>de</strong> jaren zeventig kwam ze weer op <strong>in</strong> het ka<strong>de</strong>r van <strong>de</strong>stadsvernieuw<strong>in</strong>g en <strong>de</strong> (wijk)welzijnsplann<strong>in</strong>g, om <strong>in</strong> <strong>de</strong> jaren tachtig weer <strong>in</strong>te zakken, toen <strong>de</strong> bestuurlijke aandacht zich verleg<strong>de</strong> naar grootste<strong>de</strong>lijke revitaliser<strong>in</strong>g.S<strong>in</strong>ds <strong>de</strong> jaren negentig on<strong>de</strong>rgaat <strong>de</strong> wijkaanpak een <strong>de</strong>r<strong>de</strong> golf vanpopulariteit: eerst <strong>de</strong> sociale vernieuw<strong>in</strong>g en later <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>lijke vernieuw<strong>in</strong>g zijndaarbij <strong>de</strong> aanstichter geweest.In elk van <strong>de</strong>ze perio<strong>de</strong>s speelt op een of an<strong>de</strong>re manier <strong>de</strong> angst voor ongewensteverschillen een rol. Te grote verschillen tussen (groepen) mensen zou<strong>de</strong>n <strong>de</strong> so-


vertrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>ciale cohesie <strong>in</strong> <strong>de</strong> samenlev<strong>in</strong>g kunnen on<strong>de</strong>rmijnen. Differentiatie vraagt omoverbrugg<strong>in</strong>g (bridg<strong>in</strong>g): contacten leggen met en je kunnen bewegen <strong>in</strong> eenbre<strong>de</strong>re maatschappelijke context dan <strong>de</strong> eigen referentiegroep. Een te grote differentiatiekan daarom <strong>de</strong> samenlev<strong>in</strong>g on<strong>de</strong>r spann<strong>in</strong>g zetten. Grof gezegd g<strong>in</strong>g hetdaarbij <strong>in</strong> <strong>de</strong> jaren vlak na <strong>de</strong> oorlog om een sociaal-culturele bezorgdheid overmogelijke ontwortel<strong>in</strong>g en ban<strong>de</strong>loosheid – die immers <strong>in</strong> <strong>de</strong> crisisjaren eenvoed<strong>in</strong>gsbo<strong>de</strong>m waren gebleken voor het fascisme – maar ook om aversie tegen<strong>de</strong> toen al omstre<strong>de</strong>n zuilenstructuur. In <strong>de</strong> jaren zeventig was <strong>de</strong> wijk <strong>de</strong> aangewezenplek om iets te on<strong>de</strong>rnemen tegen sociaal-economische ongelijkheid diehet gevolg was van onrechtvaardig geachte verschillen <strong>in</strong> <strong>in</strong>komens, kennis enmacht. In <strong>de</strong> jaren negentig speel<strong>de</strong> <strong>de</strong> angst voor een maatschappelijke twee<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g,<strong>de</strong>els langs etnische lijnen, een belangrijke rol bij <strong>de</strong> (twee<strong>de</strong>) we<strong>de</strong>rgeboortevan <strong>de</strong> wijkaanpak. Deze drie ‘golven’ wor<strong>de</strong>n <strong>in</strong> <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> subparagrafenuitgebrei<strong>de</strong>r beschreven.30Uiteraard valt er ook het nodige te zeggen over <strong>de</strong> i<strong>de</strong>eën en concepten die noglanger gele<strong>de</strong>n een rol speel<strong>de</strong>n. Met <strong>de</strong> opkomst van <strong>de</strong> <strong>in</strong>dustrialisatie groei<strong>de</strong> al<strong>in</strong> <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> helft van <strong>de</strong> negentien<strong>de</strong> eeuw <strong>de</strong> overtuig<strong>in</strong>g dat <strong>de</strong> overheid eenactief beleid op het gebied van volkshuisvest<strong>in</strong>g zou moeten voeren; dit om tegemoette komen aan <strong>de</strong> <strong>de</strong>plorabele omstandighe<strong>de</strong>n waaron<strong>de</strong>r <strong>de</strong> arbei<strong>de</strong>n<strong>de</strong>bevolk<strong>in</strong>g vaak leef<strong>de</strong>. Deze ‘mo<strong>de</strong>rne’ opvatt<strong>in</strong>g over een overheidstaak op hetgebied van <strong>de</strong> volkshuisvest<strong>in</strong>g mond<strong>de</strong> <strong>in</strong> 1901 uit <strong>in</strong> <strong>de</strong> Won<strong>in</strong>gwet, die <strong>de</strong>mogelijkhe<strong>de</strong>n open<strong>de</strong> tot f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>g van volkswon<strong>in</strong>gbouw. In het ka<strong>de</strong>r van<strong>de</strong>ze sociale won<strong>in</strong>gbouw kregen won<strong>in</strong>gcorporaties belangrijke uitvoeren<strong>de</strong>taken. De won<strong>in</strong>gcorporaties steun<strong>de</strong>n toen <strong>in</strong> <strong>de</strong> regel op socialistische ofconfessionele grondslag.In die tijd, die zich kenmerkte door een trek van mensen van het platteland naar<strong>de</strong> stad (urbanisatie), wer<strong>de</strong>n <strong>de</strong> i<strong>de</strong>eën over won<strong>in</strong>gbouw en samenlev<strong>in</strong>gsopbouwvooral aan het platteland ontleend. Het platteland werd geï<strong>de</strong>aliseerd;<strong>de</strong> stad daarentegen stond voor anonimiteit, gevaar en kwa<strong>de</strong> verleid<strong>in</strong>gen.De socialistische en confessionele corporaties bouw<strong>de</strong>n dan ook (‘ro<strong>de</strong>’ resp.‘blauwe’) dorpen aan <strong>de</strong> ran<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>n – zo <strong>de</strong><strong>de</strong>n <strong>de</strong> nieuwe stadswijkenzich althans voor. Aldus ontston<strong>de</strong>n Betondorp (Amsterdam), Du<strong>in</strong>dorp (DenHaag), Tu<strong>in</strong>dorp en Sportdorp (Rotterdam). Ook als het <strong>in</strong> <strong>de</strong> benam<strong>in</strong>g nietexpliciet tot uitdrukk<strong>in</strong>g werd gebracht, had<strong>de</strong>n <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>lijke nieuwbouwwijkenvaak een dorps karakter en een daarop geënte morfologische structuur. Dit kwamtot uitdrukk<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> ‘tu<strong>in</strong>stadgedachte’: bouwen <strong>in</strong> lage dichthe<strong>de</strong>n; eengez<strong>in</strong>swon<strong>in</strong>genmet tu<strong>in</strong>en, parkjes en boompartijen om het geheel een lan<strong>de</strong>lijkaanzien te geven (Nelissen 1979).2.2.2 <strong>de</strong> jaren veertig en vijftig: <strong>de</strong> eerste golf van wijkaanpakDe crisisjaren en <strong>de</strong> Twee<strong>de</strong> Wereldoorlog had<strong>de</strong>n dui<strong>de</strong>lijk gemaakt dat <strong>de</strong>mocratischburgerschap geen vanzelfsprekendheid was. Mensen waren hun vertrouwen<strong>in</strong> <strong>de</strong> traditionele <strong>de</strong>mocratische <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen kwijtgeraakt. Gemeenschaps-


uurt-, wijk- en plattelandsbeleid <strong>in</strong> ne<strong>de</strong>rlandz<strong>in</strong> was nodig om te voorkomen dat mensen on<strong>de</strong>rdompel<strong>de</strong>n <strong>in</strong> <strong>de</strong> massa. Diegedachte lag direct na <strong>de</strong> oorlog ten grondslag aan <strong>de</strong> eerste golf van <strong>de</strong> wijkaanpakgedachte.Men wil<strong>de</strong> wat nieuws en an<strong>de</strong>rs, en dit nieuwe zou <strong>in</strong> <strong>de</strong> wijk totstand kunnen wor<strong>de</strong>n gebracht (De Boer 2001: 2). Het gemeenschaps<strong>de</strong>nkenwerd <strong>de</strong> centrale <strong>in</strong>valshoek. Wijken zou<strong>de</strong>n niet alleen moeten functioneren alssociale gemeenschappen, maar ook als een nieuwe vorm van <strong>de</strong>mocratie. Metname <strong>in</strong> <strong>de</strong> grote ste<strong>de</strong>n koester<strong>de</strong> men hoge verwacht<strong>in</strong>gen over <strong>de</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>nvan <strong>de</strong> wijk. Naast oploss<strong>in</strong>gen langs <strong>de</strong> lijn van zuilen was gemeenschapslevenop wijkniveau daarmee een nieuw i<strong>de</strong>aal.In <strong>de</strong> opkomst van <strong>de</strong> wijkgedachte <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze perio<strong>de</strong> van naoorlogse we<strong>de</strong>ropbouwkwam dus een sociaal-cultureel aspect – het mo<strong>de</strong>rne ste<strong>de</strong>lijk leven zoulei<strong>de</strong>n tot vervlakk<strong>in</strong>g en anonimiser<strong>in</strong>g, en om dat tegen te gaan was er behoefteaan kle<strong>in</strong>ere eenhe<strong>de</strong>n – samen met een bestuurlijk aspect: <strong>de</strong> wens tot politiekeen bestuurlijke vernieuw<strong>in</strong>g. Waar kwam <strong>de</strong>ze wijkgedachte precies vandaan?Enerzijds was er een l<strong>in</strong>k met <strong>de</strong> naoorlogse doorbraakgedachte, dat wil zeggen<strong>de</strong> doorbrek<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> confessionele zuilenstructuur die Ne<strong>de</strong>rland op datmoment al zo’n driekwart eeuw bij elkaar hield. An<strong>de</strong>rzijds kon er ook eenverband wor<strong>de</strong>n gelegd tussen <strong>de</strong> opkomst van <strong>de</strong> wijkgedachte <strong>in</strong> Ne<strong>de</strong>rland en<strong>de</strong> <strong>in</strong> Engeland en <strong>in</strong> <strong>de</strong> Verenig<strong>de</strong> Staten opgekomen community-i<strong>de</strong>e (De Boer2001; Reijndorp 2002).31Wij en <strong>de</strong> wijkgedachteIn <strong>de</strong> literatuur uit <strong>de</strong>ze jaren zijn <strong>de</strong>ze verschillen<strong>de</strong> motieven voor <strong>de</strong> wijkgedachteterug te v<strong>in</strong><strong>de</strong>n. Heel expliciet zijn ze geformuleerd <strong>in</strong> een boekje van W.F.Geyl, getiteld Wij en <strong>de</strong> wijkgedachte, uitgegeven <strong>in</strong> 1946 door <strong>de</strong> ‘Contactcommissievoor <strong>de</strong> wijkgedachte’ van het Ne<strong>de</strong>rlands Instituut voor Volkshuisvest<strong>in</strong>gen Ste<strong>de</strong>nbouw. Rijk geïllustreerd en <strong>in</strong> eenvoudige taal – het is gericht aan alleburgers van Ne<strong>de</strong>rland – wordt uitgelegd wat <strong>de</strong> wijkgedachte <strong>in</strong>houdt. Hetboekje beschrijft hoe <strong>de</strong> samenlev<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> loop van <strong>de</strong> tijd veran<strong>de</strong>rt van eeneenvoudig en voor mensen overzichtelijk leven naar een steeds <strong>in</strong>gewikkel<strong>de</strong>r enonoverzichtelijker wereld. Processen als bevolk<strong>in</strong>gsgroei, technologische ontwikkel<strong>in</strong>g,groeien<strong>de</strong> han<strong>de</strong>l en toenemen<strong>de</strong> specialisatie – <strong>in</strong> een stroomversnell<strong>in</strong>gvanaf <strong>de</strong> <strong>in</strong>dustriële revolutie – hebben geleid tot steeds meer on<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>ge afhankelijkheidvan mensen. Tegelijkertijd zijn ook <strong>de</strong> sociale spann<strong>in</strong>gen toegenomen,omdat <strong>de</strong> problemen van <strong>de</strong> samenlev<strong>in</strong>g <strong>in</strong>gewikkel<strong>de</strong>r, onoverzichtelijkeren schijnbaar onoplosbaar zijn gewor<strong>de</strong>n.Om die problemen op het gebied van huisvest<strong>in</strong>g, on<strong>de</strong>rwijs en zorg het hoofd tebie<strong>de</strong>n, is sectorale wetgev<strong>in</strong>g niet voldoen<strong>de</strong> geweest, een centrale aanpak isnoodzakelijk. Maar als tegenwicht tegen <strong>de</strong>ze centralisatie is ook <strong>de</strong>centralisatienodig “die <strong>de</strong> enkele burger <strong>in</strong> staat stelt zélf verantwoor<strong>de</strong>lijkheid te dragen enzijn stem te laten horen”. Beter dan <strong>in</strong> <strong>de</strong> bewoord<strong>in</strong>gen van dit boekje is <strong>de</strong> wijkgedachteniet samen te vatten:


vertrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>“Er moet iets gedaan wor<strong>de</strong>n om <strong>de</strong> gemeenschapsz<strong>in</strong> en het contact tussen overheid en burgerijte bevor<strong>de</strong>ren, om het <strong>in</strong>zicht <strong>in</strong> <strong>de</strong> problemen van het leven weer mogelijk te maken, en om <strong>de</strong>levensomstandighe<strong>de</strong>n voor allen op hoger peil te brengen. Wij mogen ver<strong>de</strong>r afglij<strong>de</strong>n naar <strong>de</strong>chaos niet toestaan! Daarom moet <strong>de</strong> samenlev<strong>in</strong>g geleed wor<strong>de</strong>n en ie<strong>de</strong>re sociale eenheid <strong>de</strong>voorzien<strong>in</strong>gen geven die er <strong>in</strong> thuis horen. Om het gez<strong>in</strong> en <strong>de</strong> won<strong>in</strong>g heen moeten dui<strong>de</strong>lijk zichaftekenen: <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>, <strong>de</strong> wijk en <strong>de</strong> stad. Stad en land, land en wereld zijn dan ook nog on<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>gverbon<strong>de</strong>n. Maar het zijn vooral <strong>de</strong> <strong>buurt</strong> en <strong>de</strong> wijk, waar wij nú aandacht aan moeten geven,omdat dit eenhe<strong>de</strong>n zijn van menselijk formaat, die <strong>de</strong> enkel<strong>in</strong>g kan overzien en waar<strong>in</strong> hij alsmens een rol kan spelen” (Geyl 1946).32De auteur roept vervolgens ie<strong>de</strong>r “die <strong>in</strong>ziet wat <strong>de</strong> wijkgedachte voor hem kanbetekenen, die begrijpt dat het <strong>in</strong> het algemeen zijn leven er z<strong>in</strong>voller en rijkerdoor kan wor<strong>de</strong>n, zowel door het streven naar zijn verwezenlijk<strong>in</strong>g als resultaat”op om <strong>in</strong> <strong>de</strong> eigen omgev<strong>in</strong>g <strong>de</strong> wijkgedachte te bespreken, een wijkverenig<strong>in</strong>g tevormen en een wijkraad bijeen te roepen. “Wacht niet tot an<strong>de</strong>ren <strong>de</strong> kastanjesuit het vuur halen, blijf niet aan <strong>de</strong> kant staan, maar doe wat er gedaan kanwor<strong>de</strong>n – zélf en nú.” Samengevat moet <strong>de</strong> wijkgedachte tegenwicht bie<strong>de</strong>n aanschaalvergrot<strong>in</strong>g en centralisatie bij <strong>de</strong> overheid door het stimuleren van vormenvan <strong>de</strong>centralisatie die gebaseerd zijn op gemeenschapsz<strong>in</strong> en <strong>in</strong>dividuele verantwoor<strong>de</strong>lijkheidvan elke burger.Het e<strong>in</strong><strong>de</strong> van <strong>de</strong> eerste golfDeze eerste vorm van wijkbeleid heeft een aantal jaren een (beperkt) effect gehad.Zo zijn er bijvoorbeeld <strong>in</strong> <strong>de</strong> jaren vijftig <strong>in</strong> ste<strong>de</strong>n als Rotterdam wijkra<strong>de</strong>n opgericht.In <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> helft van <strong>de</strong> jaren vijftig lijkt <strong>de</strong> wijkgedachte echter groten<strong>de</strong>elsalweer ten on<strong>de</strong>r te zijn gegaan. Een verklar<strong>in</strong>g daarvoor is dat <strong>de</strong> gedachteniet spoort met <strong>de</strong> centrale i<strong>de</strong>eën die <strong>in</strong> die tijd <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>nbouw overheersen:metropolitisme en functiescheid<strong>in</strong>g. Het beeld van <strong>de</strong> burger als metropolietwordt populair, en dat verdr<strong>in</strong>gt <strong>de</strong> gedachte dat <strong>de</strong> burger on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el is van eengemeenschap op een kle<strong>in</strong> schaalniveau.Er wor<strong>de</strong>n <strong>in</strong> <strong>de</strong> jaren vijftig ook grote nieuwbouwwijken gebouwd, nadrukkelijkals on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>lijke agglomeratie en met een dui<strong>de</strong>lijke functiescheid<strong>in</strong>gdie haaks staat op het i<strong>de</strong>aal van wijken als kle<strong>in</strong>schalige, zelfstandigegemeenschappen met een eigen voorzien<strong>in</strong>genpakket. Deze geplan<strong>de</strong> wijken zijnbedoeld als woongebie<strong>de</strong>n; voor voorzien<strong>in</strong>gen kunnen <strong>de</strong> bewoners naar <strong>de</strong>b<strong>in</strong>nenstad. Om tegemoet te komen aan <strong>de</strong> won<strong>in</strong>gnood komen <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze tijd ook‘groeikernen’ tot stand: dorpen rond <strong>de</strong> randstad die <strong>in</strong> relatief korte tijduitgroeien tot uitgestrekte (slaap)ste<strong>de</strong>n, maar zon<strong>de</strong>r ste<strong>de</strong>lijke historie, cultuurof voorzien<strong>in</strong>gen.De kritiek van Van Doorn: wijk geen enclaveDe gedachte dat <strong>de</strong> wijk <strong>in</strong> pr<strong>in</strong>cipe een <strong>in</strong>tegratieka<strong>de</strong>r voor mensen zou kunnenzijn, lijkt anno 2005 we<strong>in</strong>ig schokkend, maar beteken<strong>de</strong> voor <strong>de</strong> jaren veertig eenstatement van <strong>de</strong> eerste or<strong>de</strong>. Ze hield immers een <strong>in</strong>directe veroor<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g <strong>in</strong> van


uurt-, wijk- en plattelandsbeleid <strong>in</strong> ne<strong>de</strong>rland<strong>de</strong> vigeren<strong>de</strong> <strong>in</strong>tegratie die verliep b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> ka<strong>de</strong>rs van <strong>de</strong> levensbeschouwelijkezuilen.De spann<strong>in</strong>g tussen het nieuwe concept van <strong>de</strong> wijkgedachte en <strong>de</strong> verzuil<strong>de</strong>werkelijkheid is door <strong>de</strong> socioloog Van Doorn beschreven <strong>in</strong> zijn essay ‘Wijk enstad: reële <strong>in</strong>tegratieka<strong>de</strong>rs?’ (1955) dat zo ongeveer het e<strong>in</strong><strong>de</strong> bezegel<strong>de</strong> van <strong>de</strong>eerste bloeiperio<strong>de</strong> van het wijk<strong>de</strong>nken. Van Doorn trok <strong>de</strong> betekenis van <strong>de</strong> wijkals <strong>in</strong>tegratieka<strong>de</strong>r <strong>in</strong> twijfel, met name omdat hij er een te systematisch planmatigegedachte van samenlev<strong>in</strong>gsopbouw <strong>in</strong> zag. Hij benadrukte dat er geen a-priorire<strong>de</strong>nwas om te <strong>de</strong>nken dat een wijk een gemeenschap zou vormen, zich alseen gemeenschap zou laten plannen, of een gemeenschap zou moeten zijn. VanDoorn geloof<strong>de</strong> niet <strong>in</strong> het i<strong>de</strong>e van een hechte <strong>buurt</strong>- en wijkgemeenschap. Hijbenadrukte dat om het dicht op elkaar wonen <strong>in</strong> ste<strong>de</strong>lijke <strong>buurt</strong>en zo probleemloosmogelijk te laten verlopen we juist onpersoonlijke verhoud<strong>in</strong>gen moestenwaar<strong>de</strong>ren: vrien<strong>de</strong>lijkheid op afstand als voorwaar<strong>de</strong> voor vreedzame coëxistentie.De wijkgedachte daarentegen achtte hij te sterk historisch gebon<strong>de</strong>n, aangezienze niet “meegroeit met <strong>de</strong> veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen die zich <strong>de</strong> laatste <strong>de</strong>cennia <strong>in</strong> <strong>de</strong>ste<strong>de</strong>nbouw én <strong>de</strong> sociale structuur hebben voltrokken”. Kortom: wijken en hetconceptuele <strong>de</strong>nken over wijken ston<strong>de</strong>n niet buiten <strong>de</strong> maatschappij, maarmaakten er <strong>de</strong>el van uit.33Ver<strong>de</strong>r was volgens Van Doorn <strong>de</strong> wijkgedachte te we<strong>in</strong>ig gedifferentieerd,emotioneel en i<strong>de</strong>ologisch, en beklemtoon<strong>de</strong> ze te veel <strong>de</strong> lokale samenlev<strong>in</strong>gsstructuur,on<strong>de</strong>r verwaarloz<strong>in</strong>g van an<strong>de</strong>re mogelijkhe<strong>de</strong>n van <strong>in</strong>tegratie vanmensen <strong>in</strong> <strong>de</strong> samenlev<strong>in</strong>g. Van belang was dat het leven van <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g zichuitstrekte over een veel groter <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> stad dan <strong>de</strong> eigen wijk, en dat <strong>de</strong>werkelijke gemeenschap niet door het toevallige of gedwongen contact met <strong>de</strong>buren werd bepaald, maar door <strong>de</strong> vrije keuze van geestverwanten.We halen <strong>de</strong>ze historische beschouw<strong>in</strong>g hier aan omdat zij zeker niet gedateerdis, maar refereert aan een terugkeren<strong>de</strong> reflex: als er bijvoorbeeld <strong>in</strong> <strong>buurt</strong>engevoelens van onveiligheid wor<strong>de</strong>n beleefd, wat moet er dan gebeuren?Moeten oploss<strong>in</strong>g en aanpak dan ook primair <strong>in</strong> (die) <strong>buurt</strong>en wor<strong>de</strong>n gezocht?Of zijn het argumenten en aanleid<strong>in</strong>gen om <strong>in</strong> het algemeen te pleiten voor eenbeter veiligheidsbeleid, dan wel won<strong>in</strong>gbouwbeleid, on<strong>de</strong>rwijsbeleid, enzovoort?2.2.3 <strong>de</strong> jaren zeventig: <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> golf van wijkaanpakNa <strong>de</strong> teloorgang van <strong>de</strong> wijkgedachte <strong>in</strong> <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> helft van <strong>de</strong> jaren vijftigspeel<strong>de</strong> <strong>de</strong> wijk als <strong>in</strong>tegratieka<strong>de</strong>r enige tijd nauwelijks een rol van betekenis,totdat <strong>in</strong> <strong>de</strong> jaren zestig en zeventig <strong>de</strong> naoorlogse won<strong>in</strong>gnood grootscheepswerd aangepakt. Tal van geheel nieuwe stads- en dorpswijken wer<strong>de</strong>n gebouwd.Een ste<strong>de</strong>nbouwkundige en volkshuisvestelijke <strong>in</strong>valshoek stond daarbij aanvankelijkvoorop, maar gaan<strong>de</strong>weg g<strong>in</strong>g <strong>de</strong> aandacht ook uit naar on<strong>de</strong>rwerpen alsfysiek en sociaal beheer en leefbaarheid. Wat het begrip ‘leefbaarheid’ betreft,


vertrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>volgen we hier <strong>de</strong> omschrijv<strong>in</strong>g die het Sociaal en Cultureel Planbureau (scp)aanhoudt: het samenspel tussen fysieke kwaliteit, sociale kenmerken en veiligheidvan <strong>de</strong> woonomgev<strong>in</strong>g (De Hart 2002: 25).Stadsvernieuw<strong>in</strong>gDe aspecten fysiek en sociaal beheer en leefbaarheid waren sterk aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong> toenvanaf <strong>de</strong> late jaren zeventig <strong>de</strong> stadsvernieuw<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> grote ste<strong>de</strong>n, om te beg<strong>in</strong>nen<strong>in</strong> Rotterdam, op gang kwam. Na <strong>de</strong> oorlog, waar<strong>in</strong> een half miljoen won<strong>in</strong>genverloren waren gegaan, was jarenlang alles gericht geweest op het bouwenvan zoveel mogelijk nieuwe won<strong>in</strong>gen. In <strong>de</strong> twee <strong>de</strong>cennia na <strong>de</strong> oorlog wer<strong>de</strong>nmaar liefst twee miljoen nieuwe won<strong>in</strong>gen uit <strong>de</strong> grond gestampt. Die naoorlogsebouwgolf leid<strong>de</strong> er ook toe dat <strong>de</strong> sociale huursector <strong>in</strong> Ne<strong>de</strong>rland relatief grootwerd, waarbij <strong>de</strong> won<strong>in</strong>gcorporaties een belangrijke rol speel<strong>de</strong>n. Pas met <strong>de</strong> doorstaatssecretaris Heerma (1988-1994) <strong>in</strong>gezette veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen werd dit stramienomgebogen (Priemus 2003).34De meeste van <strong>de</strong>ze naoorlogse wijken waren gestoeld op <strong>de</strong> i<strong>de</strong>eën van ‘hetNieuwe Bouwen’. In <strong>de</strong> jaren vijftig was die architectonische strom<strong>in</strong>g (‘lucht,licht en ruimte’) zeer populair, maar zij leid<strong>de</strong> wel tot wijken die nu wor<strong>de</strong>n ervarenals dogmatisch en i<strong>de</strong>ntiteitsloos. De wijken lieten door hun eenvormighei<strong>de</strong>n samenstell<strong>in</strong>g voor bewoners we<strong>in</strong>ig mogelijkhe<strong>de</strong>n toe voor een ‘wooncarrière’<strong>in</strong> <strong>de</strong> wijk – noch een die correspon<strong>de</strong>er<strong>de</strong> met <strong>in</strong>komensgroei, noch eendie correspon<strong>de</strong>er<strong>de</strong> met levensloop.De bouwenergie die <strong>in</strong> <strong>de</strong> naoorlogse <strong>de</strong>cennia was gestopt <strong>in</strong> nieuwe woonwijkenhad als neveneffect dat bestaan<strong>de</strong> wijken met name <strong>in</strong> <strong>de</strong> grote ste<strong>de</strong>n warenverkrot. De noodzakelijke <strong>in</strong>haalslag was aanvankelijk voornamelijk ruimtelijkvormgegeven; <strong>de</strong> gebruikte <strong>in</strong>strumenten waren sloop, nieuwbouw en renovatie.De uitvoer<strong>in</strong>g van dit ‘stenen stapelen’ werd geregisseerd vanuit projectgroepen.Voor te vernieuwen objecten (straat, blok, <strong>buurt</strong>) werd vanuit <strong>de</strong> gemeente eenprojectgroep opgericht met daar<strong>in</strong> ambtenaren van <strong>de</strong> betrokken diensten envertegenwoordigers van <strong>de</strong> <strong>de</strong>sbetreffen<strong>de</strong> won<strong>in</strong>gcorporaties, w<strong>in</strong>keliers enbewoners. Door vanuit een <strong>de</strong>rgelijke groep te werken, was er sprake van‘bouwen voor <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>’, heel an<strong>de</strong>rs dan <strong>de</strong> technocratische plann<strong>in</strong>g die <strong>in</strong> <strong>de</strong>perio<strong>de</strong> daarvoor overheerste.Na enkele jaren ‘stenen stapelen’ groei<strong>de</strong> het besef dat eenmalig vernieuwen nietvoldoen<strong>de</strong> was en kwamen naast nieuwbouw en restauratie ook fysiek en sociaalbeheer op <strong>de</strong> agenda van <strong>de</strong> projectgroepen. In die geest was Delft bijvoorbeeldaan het beg<strong>in</strong> van <strong>de</strong> jaren tachtig een van <strong>de</strong> eerste gemeenten die <strong>buurt</strong>beheer –later wijkbeheer – opstartte.Het werken <strong>in</strong> <strong>de</strong> projectgroepen was voor gemeenten “<strong>de</strong> eerste ervar<strong>in</strong>g met<strong>in</strong>tersectorale en probleemgerichte samenwerk<strong>in</strong>g tussen verschillen<strong>de</strong> partijen,on<strong>de</strong>r wie georganiseer<strong>de</strong> bewoners” (De Boer 2001). In Rotterdam en Amsterdambracht het ook al langer sluimeren<strong>de</strong> gedachten over b<strong>in</strong>nenste<strong>de</strong>lijke <strong>de</strong>cen-


uurt-, wijk- en plattelandsbeleid <strong>in</strong> ne<strong>de</strong>rlandtralisatie <strong>in</strong> een stroomversnell<strong>in</strong>g en kwam het tot stads<strong>de</strong>len en <strong>de</strong>elgemeenten.In an<strong>de</strong>re ste<strong>de</strong>n, zoals Den Haag, leid<strong>de</strong> dit b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> gemeente tot <strong>de</strong>concentratievan het gemeentelijk apparaat. Ook an<strong>de</strong>re gemeenten zijn gelei<strong>de</strong>lijk eenaantal zaken op kle<strong>in</strong>er b<strong>in</strong>nengemeentelijk niveau gaan organiseren, om dichterbij <strong>de</strong> burger, <strong>de</strong> <strong>buurt</strong> en <strong>de</strong> wijk te zitten.In <strong>de</strong>ze nieuwe bestuursvormen komt dus het i<strong>de</strong>e tot uitdrukk<strong>in</strong>g om hetbestuur dichter bij <strong>de</strong> burger te brengen, op een kle<strong>in</strong>ere schaal. Daarmee is hetook te zien als een pog<strong>in</strong>g om <strong>de</strong> politieke legitimatie te versterken voor <strong>de</strong>aanpak van leefbaarheidsproblemen. Al met al heeft het een nieuwe impuls gegevenaan <strong>buurt</strong>- en wijkaanpak.Wijkwelzijnsplann<strong>in</strong>gIn <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> tijd dat <strong>de</strong> stadsvernieuw<strong>in</strong>g het werken <strong>in</strong> wijken opnieuw vormgaf,werd ook vanuit <strong>de</strong> welzijnshoek <strong>de</strong> wijk als beleidseenheid on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> aandachtgebracht. Dit gaf nóg een ka<strong>de</strong>r voor een <strong>in</strong>tensiver<strong>in</strong>g van contacten tussenbestuur<strong>de</strong>rs, ambtenaren en burgers. De vooroorlogse organisatie van hetwelzijnswerk langs <strong>de</strong> lijnen van <strong>de</strong> zuilen brokkel<strong>de</strong> af; overheidssubsidiër<strong>in</strong>g en-bemoeienis kwamen daarvoor gelei<strong>de</strong>lijk <strong>in</strong> <strong>de</strong> plaats. Door die transitie werdhet welzijnswerk steeds complexer en onoverzichtelijker, terwijl gelijktijdig <strong>de</strong>gebruikers van voorzien<strong>in</strong>gen steeds hogere eisen g<strong>in</strong>gen stellen aan <strong>de</strong> dienstverlen<strong>in</strong>g.35De toenemen<strong>de</strong> kritiek leid<strong>de</strong> <strong>in</strong> 1974 tot <strong>de</strong> zogeheten Knelpuntennota van <strong>de</strong>reger<strong>in</strong>g, waar<strong>in</strong> werd geconclu<strong>de</strong>erd dat het welzijnsbeleid aan veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g toewas. Die veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g hield met name <strong>in</strong> dat het welzijnsbeleid on<strong>de</strong>r verantwoor<strong>de</strong>lijkheidvan <strong>de</strong> lokale overheid zou komen, en dus ook plaatselijk moestwor<strong>de</strong>n opgezet. In <strong>de</strong> grote ste<strong>de</strong>n werd het welzijnsbeleid per wijk opgezet.Voor het <strong>in</strong>richten van het lokale beleid werd samengewerkt met <strong>de</strong> welzijns<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>genter plaatse en met vertegenwoordigers van <strong>de</strong> gebruikers ervan.Erfenissen uit <strong>de</strong> jaren zeventig en tachtigDeze vormgev<strong>in</strong>g van het wijkwelzijnswerk zou overigens niet lang duren: zijverzand<strong>de</strong> al spoedig <strong>in</strong> bureaucratie en werd uite<strong>in</strong><strong>de</strong>lijk door het twee<strong>de</strong> kab<strong>in</strong>et-Lubbers(1986-1989) opgeheven. Niettem<strong>in</strong> is <strong>in</strong> <strong>de</strong> ‘werkorganisatie’ <strong>de</strong>wijkgerichte bena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g uit <strong>de</strong> jaren zeventig en tachtig nog steeds terug tev<strong>in</strong><strong>de</strong>n.Ook vormen van stadsvernieuw<strong>in</strong>g en fysieke herstructurer<strong>in</strong>g liepen onverm<strong>in</strong><strong>de</strong>rddoor en leken een semi-permanente beleidsopgave te wor<strong>de</strong>n. G<strong>in</strong>g hetdaarbij <strong>in</strong> <strong>de</strong> jaren zeventig om het herstel van vooroorlogse wijken, daarnawaren <strong>de</strong> wijken uit <strong>de</strong> jaren na <strong>de</strong> oorlog (zoals Hoogvliet en Pendrecht <strong>in</strong>Rotterdam, <strong>de</strong> Westelijke Tu<strong>in</strong>ste<strong>de</strong>n <strong>in</strong> Amsterdam of Kanaleneiland <strong>in</strong> Utrecht)aan <strong>in</strong>grijpen<strong>de</strong> renovatie toe. Daarbij werd <strong>de</strong> stadsvernieuw<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> jarennegentig opgevolgd door ‘ste<strong>de</strong>lijke vernieuw<strong>in</strong>g’, maar het wijkbeheer werddaar<strong>in</strong> een permanent aandachtspunt. In Deventer en Delft bijvoorbeeld groei<strong>de</strong>


vertrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>het <strong>buurt</strong>beheer s<strong>in</strong>ds <strong>de</strong> jaren tachtig uit tot een heel pakket van wijkbeheer<strong>in</strong>strumenten.Voor elke wijk kwam er een ambtelijke wijkcoörd<strong>in</strong>ator, een wijkbeheeroverlegmet bewoners, en wer<strong>de</strong>n periodieke <strong>in</strong>ventarisaties opgesteld van<strong>de</strong> huidige situatie en wijkprogramma’s met concrete activiteiten voor <strong>de</strong> nabijetoekomst. An<strong>de</strong>re gemeenten kregen een vergelijkbaar <strong>in</strong>strumentarium (Hazeuet al. 2005; zie ook hoofdstuk 4).Met <strong>de</strong>ze vormen van <strong>de</strong>mocratiser<strong>in</strong>g kwam tot uitdrukk<strong>in</strong>g dat <strong>de</strong> hoogtijdagenvan <strong>de</strong> verzuil<strong>in</strong>g tot het verle<strong>de</strong>n behoor<strong>de</strong>n. De basis werd daarmee gelegd voorhet aanspreken van burgers als lid van een (sub)lokale gemeenschap, niet on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>nnaar levensbeschouw<strong>in</strong>g. In <strong>de</strong>ze twee<strong>de</strong> golf van wijkaanpak voer<strong>de</strong>niet zozeer het gemeenschaps<strong>de</strong>nken, maar vooral <strong>in</strong>terventie<strong>de</strong>nken <strong>de</strong> boventoon(Reijndorp 2002: 15). Het g<strong>in</strong>g dus niet om een beweg<strong>in</strong>g ‘van on<strong>de</strong>rop’,maar meer om een concept ‘van bovenaf’. De nagestreef<strong>de</strong> verstevig<strong>in</strong>g van burgerschap– door burgers meer te betrekken bij <strong>de</strong> overheids<strong>in</strong>terventies – pasteook <strong>in</strong> <strong>de</strong> politieke tijdgeest, die wellicht het beste kon wor<strong>de</strong>n samengevat <strong>in</strong> hetmotto van het kab<strong>in</strong>et-Den Uyl (1973-1977): spreid<strong>in</strong>g van kennis, <strong>in</strong>komen enmacht.36De <strong>de</strong>confiture van <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> golfVoor <strong>de</strong> oplev<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> wijkaanpak waren dus drie elementen verantwoor<strong>de</strong>lijk:(1) <strong>de</strong> afbrokkel<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> verzuil<strong>in</strong>g, (2) een streven naar meer sociaaleconomischegelijkheid, en (3) een veran<strong>de</strong>ren<strong>de</strong> verhoud<strong>in</strong>g tussen burger enoverheid: dat wil zeggen <strong>de</strong> komst van een mondiger burger, die noopte tot een‘klantvrien<strong>de</strong>lijker’ overheid.Maar ook aan <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> golf van wijkaanpak kwam al snel een e<strong>in</strong><strong>de</strong>. Zorgenom economische groei en behoud van werkgelegenheid g<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> <strong>de</strong> jarentachtig <strong>de</strong> boventoon voeren <strong>in</strong> samenlev<strong>in</strong>g en beleid; <strong>de</strong> belangstell<strong>in</strong>g voorsociaal-economische gelijkheid nam navenant af. De impuls die <strong>de</strong> stadsvernieuw<strong>in</strong>geer<strong>de</strong>r had gegeven, was <strong>in</strong> <strong>de</strong> geïnstitutionaliseer<strong>de</strong> ka<strong>de</strong>rs <strong>in</strong>gedaald.Ver<strong>de</strong>r was er tegen het e<strong>in</strong>d van <strong>de</strong> jaren tachtig geen sprake meer van wijkwelzijnsplann<strong>in</strong>g.De mislukk<strong>in</strong>g daarvan was te zien als een leerzame illustratievoor <strong>de</strong> veran<strong>de</strong>ren<strong>de</strong> verhoud<strong>in</strong>g tussen overheid en burger. Ze bewees hetfailliet van een technocratische plann<strong>in</strong>g: <strong>de</strong> overheid faal<strong>de</strong> al bij <strong>de</strong>ze eerstepog<strong>in</strong>g van enige omvang om het welzijn van <strong>de</strong> burger vorm te geven volgenseen van bovenaf opgelegd plan (De Boer 2001: 8).We<strong>in</strong>igen kijken hier nu nog van op, maar het illustreert vooral dat we <strong>in</strong> tw<strong>in</strong>tigjaar tijd collectief an<strong>de</strong>rs zijn gaan <strong>de</strong>nken over processen van beleid maken:hiërarchische concepten zijn vervangen of aangevuld door netwerk-, multiactor-,en stakehol<strong>de</strong>r-bena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen. Die mislukk<strong>in</strong>g van plann<strong>in</strong>g leid<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rmeer tot een zekere opwaar<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g van het proces als doel op zich: zeker zobelangrijk als <strong>de</strong> formele uitkomst van <strong>in</strong>spraak en plann<strong>in</strong>g is het praten en hetelkaar ‘ontmoeten’ (overheid en burgers; burgers on<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>g) als zodanig.


uurt-, wijk- en plattelandsbeleid <strong>in</strong> ne<strong>de</strong>rlandEen an<strong>de</strong>r aspect van (het mislukken van) <strong>de</strong> welzijnsplann<strong>in</strong>g was dat dit nogvooral g<strong>in</strong>g over het beleid van overheid en <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen, terwijl allengs het<strong>in</strong>zicht groei<strong>de</strong> dat niet zozeer het beleid vertrekpunt dien<strong>de</strong> te zijn, maar <strong>de</strong>dagelijkse problemen die burgers on<strong>de</strong>rvon<strong>de</strong>n. De vraag moest dus niet zijnwat <strong>de</strong> burger van <strong>de</strong>ze of gene nota of een bepaald bestemm<strong>in</strong>gsplan vond,maar hoe men samen straat, <strong>buurt</strong> en wijk leefbaar kon hou<strong>de</strong>n. Zo transformeer<strong>de</strong>ndagelijkse leefbaarheidsproblemen tot fundament van <strong>de</strong> huidige<strong>buurt</strong>- en wijkaanpak anno 2005.2.2.4 <strong>de</strong> jaren negentig: <strong>de</strong> <strong>de</strong>r<strong>de</strong> golf van wijkgericht beleidDe <strong>de</strong>r<strong>de</strong> oplev<strong>in</strong>g van wijkgericht beleid kenmerkte zich door grote, lan<strong>de</strong>lijke,sectoroverschrij<strong>de</strong>n<strong>de</strong> beleidsimpulsen vanuit <strong>de</strong> rijksoverheid. Een voorloperhiervan was het probleemcumulatiegebie<strong>de</strong>nbeleid. Dit hield <strong>in</strong> dat gemeentenvoor specifieke wijken waar<strong>in</strong> zich een opstapel<strong>in</strong>g van problemen voor<strong>de</strong>ed,budget bij het m<strong>in</strong>isterie van B<strong>in</strong>nenlandse Zaken kon<strong>de</strong>n aanvragen. Aanvankelijkg<strong>in</strong>g het hierbij nog om een beperkt budget van zo’n tien miljoen gul<strong>de</strong>nper jaar, dat door het m<strong>in</strong>isterie zelf <strong>in</strong> han<strong>de</strong>n werd gehou<strong>de</strong>n. In <strong>de</strong> jarennegentig wer<strong>de</strong>n <strong>de</strong> <strong>in</strong>tegrale beleidsimpulsen vanuit het rijk die aangrepen opsublokaal niveau steeds omvangrijker. Concreet g<strong>in</strong>g het daarbij om socialevernieuw<strong>in</strong>g, ste<strong>de</strong>lijke vernieuw<strong>in</strong>g en het groteste<strong>de</strong>nbeleid (gsb). Dezebeleidsimpulsen overlapten elkaar <strong>de</strong>els, maar wor<strong>de</strong>n hieron<strong>de</strong>r afzon<strong>de</strong>rlijkbeschreven.37Sociale vernieuw<strong>in</strong>gDe voorgaan<strong>de</strong> ontwikkel<strong>in</strong>gen – emancipatie van <strong>de</strong> uitvoer<strong>in</strong>g, opwaar<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gvan het proces, dagelijkse problemen van <strong>de</strong> burger als vertrekpunt – leg<strong>de</strong>n <strong>de</strong>basis voor <strong>de</strong> <strong>de</strong>r<strong>de</strong> bloeiperio<strong>de</strong> van <strong>de</strong> wijkaanpak, die van <strong>de</strong> jaren negentig.Die perio<strong>de</strong> begon met <strong>de</strong> sociale vernieuw<strong>in</strong>g, die het <strong>de</strong>r<strong>de</strong> kab<strong>in</strong>et-Lubberse<strong>in</strong>d 1989 als zijn motto koos; daarmee sloot het aan op een van on<strong>de</strong>rop begonnen<strong>in</strong>itiatief. Sociale vernieuw<strong>in</strong>g was een begrip dat eer<strong>de</strong>r <strong>in</strong> Rotterdam totontwikkel<strong>in</strong>g was gekomen, als vervolg op het rapport van <strong>de</strong> commissie-I<strong>de</strong>nburg,Het nieuwe Rotterdam <strong>in</strong> sociaal perspectief. Het was te zien als nieuwevorm van of etiket voor samenlev<strong>in</strong>gsopbouw, on<strong>de</strong>r meer als reactie op <strong>de</strong>technocratie en bureaucratie <strong>in</strong> het dagelijks beheer <strong>in</strong> <strong>buurt</strong>en, en op <strong>de</strong> spann<strong>in</strong>gsverhoud<strong>in</strong>gtussen grootste<strong>de</strong>lijke ambities en <strong>de</strong> ervaren problemen <strong>in</strong><strong>buurt</strong>en.Om een <strong>in</strong>druk te geven: <strong>in</strong> concreto bestond <strong>de</strong> sociale vernieuw<strong>in</strong>g <strong>in</strong> Rotterdamon<strong>de</strong>r meer uit het Opzoomeren – gezamenlijk <strong>de</strong> straat schoonmaken,spontaan begonnen <strong>in</strong> <strong>de</strong> Opzoomerstraat <strong>in</strong> <strong>de</strong> Rotterdamse <strong>de</strong>elgemeenteDelfshaven – en het ‘Op-<strong>de</strong>-koffie-project’, dat erop was gericht <strong>de</strong> lokale politicien burgers dichter bij elkaar te brengen doordat een politicus bij een groepje<strong>buurt</strong>bewoners op <strong>de</strong> koffie g<strong>in</strong>g. De bewoners kon<strong>de</strong>n dan tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong>zegesprekken hun hart luchten over <strong>de</strong> problemen die ze <strong>in</strong> wijk en stad ervoeren(Blokland-Potters 1998: 232).


vertrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>Op rijksniveau werd <strong>de</strong> sociale vernieuw<strong>in</strong>g <strong>in</strong> 1995 opgevolgd door <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>lijkevernieuw<strong>in</strong>g en het groteste<strong>de</strong>nbeleid als <strong>de</strong> belangrijkste beleidsimpulsen om <strong>de</strong>wijk <strong>in</strong> ere te herstellen. Dit illustreer<strong>de</strong> ook <strong>de</strong> broosheid van beleidsconceptenop dit terre<strong>in</strong>: die leken niet veel langer dan één kab<strong>in</strong>etsperio<strong>de</strong> mee te gaan enhad<strong>de</strong>n dui<strong>de</strong>lijk geen diepe veranker<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het overheidsbeleid. In zijn <strong>in</strong>dr<strong>in</strong>gen<strong>de</strong>analyse van vijftien jaar on<strong>de</strong>rzoek naar <strong>de</strong> relatie van <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>nbouw methet dagelijks leven conclu<strong>de</strong>ert Reijndorp (2004: 36) met enige verbaz<strong>in</strong>g: “Het ismerkwaardig hoe snel <strong>de</strong> i<strong>de</strong>alen van <strong>de</strong> stadsvernieuw<strong>in</strong>g, het ‘bouwen voor <strong>de</strong><strong>buurt</strong>’, wer<strong>de</strong>n overschaduwd door het massieve beeld van <strong>de</strong> achterstandswijk.Van <strong>de</strong> mondige burger, actief <strong>in</strong> actiegroepen en <strong>buurt</strong>comités, veran<strong>de</strong>r<strong>de</strong> ‘<strong>de</strong>bewoner’ vrijwel van <strong>de</strong> ene op <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re dag weer <strong>in</strong> een voorwerp van sociale<strong>in</strong>terventies.”38Achtergrond van <strong>de</strong> sociale vernieuw<strong>in</strong>g was dat na het no-nonsensebeleid van<strong>de</strong> jaren tachtig (met omvangrijke bezu<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>gen op <strong>de</strong> collectieve voorzien<strong>in</strong>gen)er weliswaar economisch herstel was gekomen, maar dat ook het besef wasgegroeid dat grote groepen mensen niet mee<strong>de</strong>el<strong>de</strong>n <strong>in</strong> <strong>de</strong> vooruitgang. De werkloosheidbleef aanvankelijk nog hoog, <strong>de</strong> <strong>in</strong>tegratie van allochtonen was over <strong>de</strong>hele l<strong>in</strong>ie genomen geen succes en steeds meer mensen raakten <strong>in</strong> een maatschappelijkisolement. Sommigen vrees<strong>de</strong>n daarom voor een twee<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> samenlev<strong>in</strong>g.Tegen die achtergrond til<strong>de</strong> <strong>de</strong> nieuwe cda/pvda-reger<strong>in</strong>g (1989-1994) hetconcept sociale vernieuw<strong>in</strong>g naar kab<strong>in</strong>etsniveau. Het m<strong>in</strong>isterie van B<strong>in</strong>nenlandseZaken kreeg <strong>de</strong> leid<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> implementatie. Die kenmerkte zich door eenprocedurele, bestuurlijke aanpak: <strong>de</strong> rijksoverheid wil<strong>de</strong> <strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>n scheppenvoor lokale sociale vernieuw<strong>in</strong>g door mid<strong>de</strong>l van <strong>de</strong>centralisatie en <strong>de</strong>reguler<strong>in</strong>g(geen nieuwe subsidieregel<strong>in</strong>gen, maar bestaan<strong>de</strong> regel<strong>in</strong>gen bun<strong>de</strong>len toteen bre<strong>de</strong> doeluitker<strong>in</strong>g). Daarbij gaf het kab<strong>in</strong>et <strong>de</strong> gemeenten het advies hunbeleid te richten op <strong>buurt</strong>en en wijken en meer zeggenschap te geven aan burgers.In <strong>de</strong> loop van <strong>de</strong> daaropvolgen<strong>de</strong> jaren gaven <strong>de</strong> gemeenten er <strong>in</strong><strong>de</strong>rdaad eenwijkgerichte <strong>in</strong>vull<strong>in</strong>g aan. Er kwamen nieuwe <strong>in</strong>itiatieven tot stand en vastgelopen<strong>in</strong>itiatieven raakten weer vlot. De gemeenten leer<strong>de</strong>n om problemensamen met an<strong>de</strong>ren (bewoners en organisaties) aan te pakken. Dat lukte vooralbij projecten die waren gericht op het verbeteren van <strong>de</strong> leefbaarheid. In dit ka<strong>de</strong>rwon <strong>de</strong> wijkaanpak – nu <strong>in</strong>gezet als vorm van <strong>in</strong>teractieve beleidsvorm<strong>in</strong>g –opnieuw aan populariteit. De i<strong>de</strong>eën van <strong>de</strong> jaren vijftig waren daar<strong>in</strong> nogherkenbaar: burgers <strong>de</strong><strong>de</strong>n d<strong>in</strong>gen samen op een voor hen overzichtelijke schaal,en tegelijkertijd zou dat burger en overheid dichter bij elkaar brengen.Ste<strong>de</strong>lijke vernieuw<strong>in</strong>gDe stadsvernieuw<strong>in</strong>g die vanaf <strong>de</strong> jaren zeventig was begonnen, was aanvankelijkgedacht als een eenmalige en dus e<strong>in</strong>dige <strong>in</strong>haaloperatie vanwege ‘achterstalligon<strong>de</strong>rhoud’ (<strong>in</strong> met name <strong>buurt</strong>en van rond 1900). Maar al snel na <strong>de</strong> start bleekdat ook <strong>in</strong> <strong>de</strong> vernieuw<strong>de</strong> wijken en <strong>in</strong> nog niet al te ou<strong>de</strong> (voor- of naoorlogse)


uurt-, wijk- en plattelandsbeleid <strong>in</strong> ne<strong>de</strong>rlandwijken <strong>de</strong> verloe<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g kon toeslaan. De conclusie was dat er blijvend geïnvesteerddien<strong>de</strong> te wor<strong>de</strong>n <strong>in</strong> <strong>de</strong> vernieuw<strong>in</strong>g van won<strong>in</strong>gen en bijbehoren<strong>de</strong>openbare ruimte. Die blijven<strong>de</strong> <strong>in</strong>vester<strong>in</strong>g noem<strong>de</strong> men ste<strong>de</strong>lijke vernieuw<strong>in</strong>g.Het concept werd <strong>in</strong> 1997 vastgelegd <strong>in</strong> <strong>de</strong> gelijknamige nota van het m<strong>in</strong>isterievan Volkshuisvest<strong>in</strong>g, Ruimtelijke Or<strong>de</strong>n<strong>in</strong>g en Milieu (vrom).Ste<strong>de</strong>lijke vernieuw<strong>in</strong>g was dus een voortzett<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> stadsvernieuw<strong>in</strong>g, maaromvatte ook <strong>de</strong> zogenoem<strong>de</strong> herstructurer<strong>in</strong>g van – met name naoorlogse –wijken. Die herstructurer<strong>in</strong>g hield <strong>in</strong> dat <strong>de</strong> bestaan<strong>de</strong> won<strong>in</strong>gvoorraad werdverbeterd, maar ook gedifferentieerd, zodat er een grotere variatie <strong>in</strong> soortenwon<strong>in</strong>gen en bijbehoren<strong>de</strong> prijsklasse kon ontstaan. Het beoog<strong>de</strong> resultaat – vanwijken met zowel koop- als huurwon<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> verschillen<strong>de</strong> prijsklassen – moestafdoen<strong>de</strong> zijn om <strong>de</strong> vorm<strong>in</strong>g van achterstandswijken te voorkomen.Dat met won<strong>in</strong>gdifferentiatie dit doel zou kunnen wor<strong>de</strong>n bereikt, stond overigensal vanaf het beg<strong>in</strong> van <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>lijke vernieuw<strong>in</strong>g, zelfs al <strong>in</strong> <strong>de</strong> nota van 1997,ter discussie. Ondanks die kritiek werd het pr<strong>in</strong>cipe ook <strong>in</strong> het gsb voorgeschreven(bzk 2002) en wer<strong>de</strong>n ook nieuwbouwwijken volgens het differentiatiepr<strong>in</strong>cipegebouwd. Deskundigen bleven daarbij hun twijfels hou<strong>de</strong>n bij die opgeleg<strong>de</strong>politiek van fysieke – en daarmee beoog<strong>de</strong> sociale – meng<strong>in</strong>g. Empirisch viel hetsucces ervan niet aan te tonen. Een <strong>de</strong>skundige als Duyvendak (1998) sprak <strong>in</strong> ditverband van een ‘plekken’-politiek, die eruit voortkwam dat <strong>de</strong> politiek niet goedwist om te gaan met groepen en groepsverschillen.39Groteste<strong>de</strong>nbeleidHet gsb vorm<strong>de</strong> vanaf 1995 het ka<strong>de</strong>r waar<strong>in</strong> sociale vernieuw<strong>in</strong>g en ste<strong>de</strong>lijkevernieuw<strong>in</strong>g gezamenlijk ver<strong>de</strong>rg<strong>in</strong>gen. Het eerste kab<strong>in</strong>et-Kok (1994-1998) hadop het m<strong>in</strong>isterie van B<strong>in</strong>nenlandse Zaken een staatssecretaris voor Groteste<strong>de</strong>nbeleid;het twee<strong>de</strong> kab<strong>in</strong>et-Kok (1998-2002) benoem<strong>de</strong> daarvoor zelfs eenm<strong>in</strong>ister. Doel van het gsb was het <strong>in</strong>tegraal aanpakken van fysieke, sociale eneconomische problemen. Eerst was dat gericht op <strong>de</strong> vier grote ste<strong>de</strong>n; later werdhet programma uitgebreid met an<strong>de</strong>re grote en mid<strong>de</strong>lgrote ste<strong>de</strong>n, zodat er eentotaal van 25 ontstond. Vanuit <strong>de</strong> rijksoverheid werd een wijkaanpak niet opgelegd:het Actieplan gsb 2002-2009 schreef nauwelijks een werkwijze voor, welprioritaire thema’s. Deze thema’s waren:1 veiligheid, <strong>in</strong>tegratie en <strong>in</strong>burger<strong>in</strong>g, maatschappelijke opvang van kwetsbaregroepen, sociale cohesie;2 <strong>in</strong>vester<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> jeugd en on<strong>de</strong>rwijs;3 herstructurer<strong>in</strong>g van wijken – nadrukkelijk om <strong>de</strong> trek uit <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>n vanmensen met mid<strong>de</strong>n- en hoge <strong>in</strong>komens tegen te gaan;4 verbeter<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> economische structuur en het on<strong>de</strong>rnemersklimaat.Voor <strong>de</strong>ze thema’s stel<strong>de</strong>n <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>n samen met het rijk maatwerkconvenantenop, en leg<strong>de</strong>n verantwoord<strong>in</strong>g af voor het halen van <strong>de</strong> doelen die daar<strong>in</strong> wer<strong>de</strong>ngeformuleerd. Het gsb had <strong>de</strong>rhalve niet alleen als doel om problemen <strong>in</strong>tegraalop te lossen, maar ook om <strong>de</strong> verantwoor<strong>de</strong>lijkhe<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>n, het kab<strong>in</strong>et


vertrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>en het coörd<strong>in</strong>eren<strong>de</strong> m<strong>in</strong>isterie van B<strong>in</strong>nenlandse Zaken dui<strong>de</strong>lijk af te bakenen.Daarnaast wer<strong>de</strong>n er procesdoelstell<strong>in</strong>gen geformuleerd: <strong>de</strong> actieve betrokkenheidvan burgers, bedrijven en <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen bij beleidsontwikkel<strong>in</strong>g, prioriter<strong>in</strong>gen uitvoer<strong>in</strong>g, regionale afstemm<strong>in</strong>g en <strong>in</strong>tegrale gebiedsgerichte aanpak, vooral<strong>in</strong> <strong>de</strong> aandachtswijken. Mogelijk me<strong>de</strong> gestuurd door <strong>de</strong>ze procesdoelstell<strong>in</strong>genkozen gemeenten vaak een wijkaanpak, om te werken aan <strong>de</strong> <strong>in</strong>hou<strong>de</strong>lijke doelenvan het gsb. De doelen en processen van het gsb sloten vaak goed aan op wat aleer<strong>de</strong>r <strong>in</strong> gemeenten b<strong>in</strong>nen wijkgericht beleid viel. In Deventer bijvoorbeeldbevatte <strong>de</strong> Monitor Leefbaarheid en Veiligheid – die verplicht was voor elke staddie <strong>de</strong>elnam aan het gsb – voor het grootste <strong>de</strong>el <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> <strong>in</strong><strong>de</strong>l<strong>in</strong>g en <strong>in</strong>dicatorenals <strong>de</strong> eer<strong>de</strong>re effectevaluaties van <strong>de</strong> wijkaanpak.Het gsb vorm<strong>de</strong> dus een ka<strong>de</strong>r waar<strong>in</strong> wijkgericht werken goed paste; aangemeenten werd overgelaten of zij daarvoor ook werkelijk kozen. Het werken aanproblemen van verschillen<strong>de</strong> aard op een niveau dat voor mensen overzichtelijkwas, bracht <strong>de</strong> oorspronkelijke wijkgedachte weer <strong>in</strong> beeld. Ditzelf<strong>de</strong> gold voorhet streven naar actieve(re) betrokkenheid van burgers bij het overheidshan<strong>de</strong>len.402.2.5 recente ontwikkel<strong>in</strong>genDe meest recente ontwikkel<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> het ka<strong>de</strong>r van het <strong>buurt</strong>- en wijkbeleid van<strong>de</strong> nationale overheid zijn het programma ‘Onze <strong>buurt</strong> aan zet’ (voorafgegaandoor ‘Heel <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>’) en het ‘56-wijken-beleid’. Daarnaast is er door negen <strong>de</strong>partementenen 25 grote ste<strong>de</strong>n <strong>in</strong> 2001 het Kenniscentrum Grote Ste<strong>de</strong>n opgericht,dat tot taak heeft om <strong>de</strong> uitwissel<strong>in</strong>g van kennis en ervar<strong>in</strong>gen op gsb-terre<strong>in</strong> testimuleren. Het kenniscentrum geeft ver<strong>de</strong>r een Kenniskrant uit, houdt eenKennisnetwerk <strong>in</strong> <strong>de</strong> lucht, en heeft samen met <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse Organisatie voorWetenschappelijk On<strong>de</strong>rzoek een langjarig on<strong>de</strong>rzoeksprogramma op dit terre<strong>in</strong><strong>in</strong> het leven geroepen. Relevante kennis op dit terre<strong>in</strong> is ver<strong>de</strong>r aanwezig bij metname het Ne<strong>de</strong>rlands Instituut voor Zorg en Welzijn, Verwey-Jonker Instituut,Forum en het Lan<strong>de</strong>lijk Centrum Opbouwwerk (lco).Onze <strong>buurt</strong> aan zet/Heel <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>In 2001 g<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het ka<strong>de</strong>r van het gsb en <strong>in</strong> samenwerk<strong>in</strong>g met het lco en hetInstituut voor Multiculturele Ontwikkel<strong>in</strong>g Forum, het impulsprogramma ‘Onze<strong>buurt</strong> aan zet’ van start. Geduren<strong>de</strong> drie jaar experimenteer<strong>de</strong>n <strong>de</strong>rtig ste<strong>de</strong>n metparticipatie van wijkbewoners <strong>in</strong> aandachtswijken. Het programma richtte zichop het vergroten van veiligheid, leefbaarheid, <strong>in</strong>tegratie, participatie en socialecohesie. Het programma liep <strong>in</strong> 2004 af.‘Onze <strong>buurt</strong> aan zet’ was <strong>de</strong> opvolger van het soortgelijke programma ‘Heel <strong>de</strong><strong>buurt</strong>’ uit 1998. Nevendoel van dat laatste programma was om enige samenhangte brengen <strong>in</strong> <strong>de</strong> ‘projectencarrousel’; soms werd het niettem<strong>in</strong> gepercipieerd alseen on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el daarvan (De Boer et al. 2003: 11). ‘Heel <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>’ was aanvankelijkdoor het m<strong>in</strong>isterie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (vws) uitgewerkt alseen Ne<strong>de</strong>rlandse variant van het Amerikaanse car<strong>in</strong>g communities-concept, maar


uurt-, wijk- en plattelandsbeleid <strong>in</strong> ne<strong>de</strong>rlandgaan<strong>de</strong>weg werd er veeleer aangesloten bij <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse opbouwwerktraditie.Hoewel <strong>in</strong>gezet als vws-beleid, bleek gaan<strong>de</strong>weg dat het m<strong>in</strong>isterie van vromeen m<strong>in</strong>stens zo belangrijke betrokkene was: herstructurer<strong>in</strong>g van wijken bleekvaak <strong>de</strong> dom<strong>in</strong>ante beleidsimpuls te zijn. Uit <strong>de</strong> evaluatie van het programma (DeBoer et al. 2003) bleek dat het ‘droppen’ van lan<strong>de</strong>lijke doelstell<strong>in</strong>gen en stramienenniet werkte. Ver<strong>de</strong>r was een algemene conclusie dat het succes van ‘Heel <strong>de</strong><strong>buurt</strong>’ groter was naarmate <strong>de</strong> lokale partners eigenz<strong>in</strong>niger waren <strong>in</strong> het bepalenvan <strong>de</strong> lokale doelstell<strong>in</strong>gen. Inzoomend op <strong>de</strong> concrete projecten was <strong>de</strong>uitkomst een variatie van successen en mislukk<strong>in</strong>gen.56-wijken-beleidIn het ka<strong>de</strong>r van <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>lijke herstructurer<strong>in</strong>gsopgave lanceer<strong>de</strong> het m<strong>in</strong>isterievan vrom <strong>in</strong> 2002 <strong>de</strong> ‘56-wijken-aanpak’. Het was bedoeld als pilot-project.Achtergrond was dat <strong>in</strong> <strong>de</strong> ogen van <strong>de</strong> beleidsmakers het proces van ste<strong>de</strong>lijkevernieuw<strong>in</strong>g te langzaam verliep. Een probleem bij <strong>de</strong> grootscheepse en langdurigeherstructurer<strong>in</strong>g van verou<strong>de</strong>r<strong>de</strong> wijken was dat zij bijna steeds vooraf werdgegaan en gepaard g<strong>in</strong>g met verloe<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g. Sommigen meen<strong>de</strong>n zelfs dat projectontwikkelaarsen (an<strong>de</strong>re) won<strong>in</strong>gbezitters daar bewust op aanstuur<strong>de</strong>n omdatdat uite<strong>in</strong><strong>de</strong>lijk leid<strong>de</strong> tot – profijtelijkere – grootscheepse nieuwbouw.Het 56-wijken-beleid hield <strong>in</strong> dat het <strong>de</strong>partement van vrom aan 56 achterstandswijken(aanvankelijk was er sprake van 50 ‘prioriteitswijken’) extra <strong>in</strong>strumentenbeschikbaar stel<strong>de</strong> om verloe<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g tegen te gaan, daarover met henconvenanten afsloot en prestatieafspraken maakte. In dat ka<strong>de</strong>r moesten <strong>de</strong>wijken een Wijk Ontwikkel<strong>in</strong>gs Plan (wop) maken.412.3 plattelandsontwikkel<strong>in</strong>g en -beleid2.3.1 <strong>in</strong>leid<strong>in</strong>gDe <strong>buurt</strong> en <strong>de</strong> wijk wor<strong>de</strong>n <strong>in</strong> <strong>de</strong> regel vooral gekoppeld aan ste<strong>de</strong>n, ste<strong>de</strong>lijkleven, en (groot)ste<strong>de</strong>lijke problematiek. Het platteland heeft <strong>de</strong>els een overeenkomstigeproblematiek (bijvoorbeeld probleemjongeren of eenzame ou<strong>de</strong>ren),maar kent voor een <strong>de</strong>el ook an<strong>de</strong>re en additionele perikelen. Wat tegenwoordigplattelandsbeleid heet – doorgaans voorafgegaan door het adjectief ‘vitaal’ (lnv2004) – is dan ook op een an<strong>de</strong>re manier totstandgekomen, en laat zich nietanaloog beschrijven als het resultaat van opkomen<strong>de</strong> en on<strong>de</strong>rgaan<strong>de</strong> golven van<strong>de</strong> ste<strong>de</strong>lijke wijkaanpak. De structurele veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> <strong>de</strong> agrarische sector en<strong>de</strong> weerslag daarvan op het dorps- en gemeenschapsleven zijn <strong>de</strong> belangrijksteaandrijvers van het plattelandsbeleid.De belangrijkste overeenkomst met <strong>de</strong> problematiser<strong>in</strong>g van het <strong>buurt</strong>leven <strong>in</strong>een ste<strong>de</strong>lijke omgev<strong>in</strong>g is dat ook ten aanzien van het platteland het thema ‘socialecohesie’ voortdurend wordt geproblematiseerd (Innovatienetwerk GroeneRuimte et al. 2003: 13). Hoewel er vaak zorgelijk wordt gedaan over het teruglopenvan <strong>de</strong> sociale cohesie <strong>in</strong> veel plattelandsgemeenten, stelt on<strong>de</strong>rzoek daar-


vertrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>naar elke keer weer vast dat die sociale cohesie relatief sterk is (Lammerts enDoĝan 2004). De beeldvorm<strong>in</strong>g van het platteland – boeren die het niet langerkunnen bolwerken, afnemen<strong>de</strong> werkgelegenheid, een leeglopend platteland,verdwijnen<strong>de</strong> voorzien<strong>in</strong>gen, afsterven<strong>de</strong> dorpen – is al te eenzijdig. Feitelijkeontwikkel<strong>in</strong>gen zijn dat oorspronkelijke boerendorpen gelei<strong>de</strong>lijk ‘woondorpen’zijn gewor<strong>de</strong>n, waar<strong>in</strong> oud- en nieuwkomers <strong>in</strong> <strong>de</strong> regel een uitgebreid verenig<strong>in</strong>gs-en gemeenschapsleven <strong>in</strong>standhou<strong>de</strong>n, en waar men een uitgesprokendorpstrots ten toon weet te sprei<strong>de</strong>n. Kortom, <strong>de</strong> strekk<strong>in</strong>g van <strong>de</strong>ze paragraaf isdat voorzover <strong>de</strong> beleidsuitgangspunten nog zijn geënt op <strong>de</strong> vermeen<strong>de</strong> ‘zieligheid’van het platteland, dat misplaatst lijkt te zijn.2.3.2 <strong>de</strong> stand van het platteland42Het platteland vervult een diversiteit aan functies: werken <strong>in</strong> en buiten <strong>de</strong> landbouw,wonen, recreëren, <strong>in</strong>standhou<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> natuur. Op dit moment kent hetplatteland <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> sociale problemen:• Verste<strong>de</strong>lijk<strong>in</strong>g. Het gaat daarbij niet <strong>in</strong> <strong>de</strong> eerste plaats om <strong>de</strong> geplan<strong>de</strong> verste<strong>de</strong>lijk<strong>in</strong>gvan oprukken<strong>de</strong> V<strong>in</strong>exlocaties, maar met name om <strong>de</strong> sluipen<strong>de</strong>‘witte schimmel’ aan dorpen, ‘verrommel<strong>in</strong>g’ van het platteland, en permanentebewon<strong>in</strong>g van vakantiewon<strong>in</strong>gen.• Ontboer<strong>in</strong>g. Het afnemen<strong>de</strong> agrarische belang roept vragen op over <strong>de</strong>toekomst van <strong>de</strong> boer.• Ontgroen<strong>in</strong>g en vergrijz<strong>in</strong>g. Demografisch gezien neemt het aan<strong>de</strong>el van jeugdigenop het platteland meer dan gemid<strong>de</strong>ld af, terwijl het aan<strong>de</strong>el van ou<strong>de</strong>renmeer dan gemid<strong>de</strong>ld stijgt, ook omdat een <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> vutters en gepensioneer<strong>de</strong>nvan <strong>de</strong> stad naar het platteland trekt.• Verschral<strong>in</strong>g. Efficiëntieoverweg<strong>in</strong>gen geven een voortduren<strong>de</strong> impuls totschaalvergrot<strong>in</strong>g van private en publieke voorzien<strong>in</strong>gen. Met name <strong>in</strong> <strong>de</strong> kle<strong>in</strong>ekernen leidt dat tot verschral<strong>in</strong>g. Het aantal voorzien<strong>in</strong>gen en <strong>de</strong> bereikbaarhei<strong>de</strong>rvan neemt af, me<strong>de</strong> omdat er <strong>in</strong> <strong>de</strong> dorpen geen sprake is van een navenantetoename van <strong>de</strong> won<strong>in</strong>gvoorraad en van het aantal <strong>in</strong>woners om <strong>de</strong>zebeweg<strong>in</strong>g te compenseren.Opvallend is dat <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze opsomm<strong>in</strong>g het probleem van <strong>de</strong> leegloop van het plattelandontbreekt. Ondanks het feit dat het aantal boeren geduren<strong>de</strong> <strong>de</strong> afgelopenhalve eeuw is ge<strong>de</strong>cimeerd, is er – op <strong>de</strong> Veenkoloniën, het Oldambt <strong>in</strong> Gron<strong>in</strong>gen,en een enkel Zeeuws eiland na – geen sprake van een afname van <strong>de</strong> plattelandsbevolk<strong>in</strong>g.Veel Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>rs hebben immers een voorkeur voor een woonomgev<strong>in</strong>gmet een lan<strong>de</strong>lijk karakter, zo blijkt regelmatig uit on<strong>de</strong>rzoek terzake.In ons kle<strong>in</strong>e land is <strong>de</strong> stad vaak niet ver weg en <strong>de</strong> <strong>in</strong>frastructuur is <strong>in</strong> het algemeengoed. Een groot <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> plattelandsdorpen huisvest dan ook veelmensen die <strong>in</strong> een m<strong>in</strong> of meer naburige stad hun werk hebben (gehad).Desalniettem<strong>in</strong> is er tegelijkertijd een apart plattelandsbeleid tot ontwikkel<strong>in</strong>ggekomen, dit me<strong>de</strong> vanuit <strong>de</strong> Europese Unie (eu) die zich Uniebreed zorgenmaakt over leegloop van het platteland, het wegtrekken van jongeren naar ste<strong>de</strong>n


uurt-, wijk- en plattelandsbeleid <strong>in</strong> ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>n het onverzorgd achterblijven van ou<strong>de</strong>ren. De veelgehoor<strong>de</strong> litanie vanverschralen<strong>de</strong> kle<strong>in</strong>e kernen vereist <strong>in</strong> <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse context echter nuancer<strong>in</strong>g.Een aantal voorzien<strong>in</strong>gen op het platteland is <strong>in</strong><strong>de</strong>rdaad <strong>in</strong> <strong>de</strong> loop <strong>de</strong>r jarenverdwenen (Van <strong>de</strong>r Kooij 2003): het aantal w<strong>in</strong>kels is sterk gedaald en <strong>de</strong> zogehetenhoge-or<strong>de</strong>voorzien<strong>in</strong>gen zoals ziekenhuizen zijn zelfs helemaal geconcentreerd<strong>in</strong> ste<strong>de</strong>lijke gebie<strong>de</strong>n. An<strong>de</strong>re voorzien<strong>in</strong>gen blijven echter <strong>in</strong> <strong>de</strong> ruralegebie<strong>de</strong>n <strong>in</strong> aantal vrij constant – basisscholen, dorpshuizen, bibliotheken, huisartsen– en het verenig<strong>in</strong>gsleven bloeit er <strong>in</strong> het algemeen.Door <strong>de</strong> opkomst van televisie, auto, computer en <strong>de</strong>rgelijke wor<strong>de</strong>n mensenmobieler en contactrijker. Verreweg <strong>de</strong> meeste mensen die op het plattelandwonen, hebben daardoor voldoen<strong>de</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>n om van huis te gaan, enmaken daar ook gebruik van. Als dorpsvoorzien<strong>in</strong>gen verschralen, is dat dusvooral ten <strong>de</strong>trimente van ou<strong>de</strong>ren die <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze ontwikkel<strong>in</strong>gen het m<strong>in</strong>st kunnen‘meekomen’. En daarbij geldt nog specifieker dat met name <strong>de</strong> m<strong>in</strong>st draagkrachtigenen m<strong>in</strong>st mobielen daar <strong>de</strong> na<strong>de</strong>len van on<strong>de</strong>rgaan.Naast <strong>de</strong>ze <strong>de</strong>mografische en sociale ontwikkel<strong>in</strong>gen neemt al <strong>de</strong>cennialang hetrelatieve maatschappelijke en macro-economische belang van <strong>de</strong> agrarische pijlerb<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse economie af. Hoewel <strong>in</strong> 2001 nog bijna 70 procent van allegrond <strong>in</strong> gebruik was door <strong>de</strong> landbouw, droeg <strong>de</strong> sector (<strong>in</strong>clusief bosbouw envisserij) slechts een kle<strong>in</strong>e drie procent bij aan het nationaal <strong>in</strong>komen; <strong>in</strong> 1950was dat nog vijftien procent (lei 2000: 11). Ook het aan<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> land- en tu<strong>in</strong>bouw<strong>in</strong> <strong>de</strong> nationale werkgelegenheid is met een kle<strong>in</strong>e vier procent beperkt vanomvang. Bovendien geeft <strong>de</strong> werkgelegenheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> landbouw door <strong>de</strong> stijgen<strong>de</strong>arbeidsproductiviteit een cont<strong>in</strong>ue dal<strong>in</strong>g te zien. De economische druk op <strong>de</strong>Ne<strong>de</strong>rlandse landbouw leidt er ook toe dat een toenemend aantal agrariërs geheelof ge<strong>de</strong>eltelijk uitwijkt naar an<strong>de</strong>re bronnen van <strong>in</strong>komsten, zoals natuurontwikkel<strong>in</strong>gen recreatie. Veelal is niet meer dan tien procent van <strong>de</strong> beroepsbevolk<strong>in</strong>gnog actief <strong>in</strong> <strong>de</strong> agrarische sector. Dit staat <strong>in</strong> het licht van <strong>de</strong> veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g die zichheeft voltrokken van agrarische ‘werkdorpen’ die gelei<strong>de</strong>lijk vooral ‘woondorpen’zijn gewor<strong>de</strong>n (zie ver<strong>de</strong>r par. 2.3.5; vgl. ook Thissen 2001).43Het <strong>de</strong>nken over het platteland s<strong>in</strong>ds <strong>de</strong> Twee<strong>de</strong> Wereldoorlog laat zich wellichthet beste <strong>in</strong> beeld brengen door on<strong>de</strong>rscheid te maken tussen <strong>de</strong> jaren vijftig enzestig (par. 2.3.3), <strong>de</strong> jaren zeventig en tachtig (par. 2.3.4) en <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> vanaf <strong>de</strong>jaren negentig (par. 2.3.5).2.3.3 <strong>de</strong> jaren vijftig en zestig: organisatie van efficiënte voedselvoorzien<strong>in</strong>gEen halve eeuw gele<strong>de</strong>n speel<strong>de</strong> een groot <strong>de</strong>el van het leven op het plattelandzich af b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> grenzen van het dorp. De meeste bewoners waren er geboren engetogen; sommige familienamen kwamen al twee eeuwen <strong>in</strong> het dorp voor. Demeeste bewoners von<strong>de</strong>n <strong>in</strong> en rond het dorp werk en het dorp voorzag <strong>in</strong> hunbehoeften aan <strong>de</strong> meeste voorzien<strong>in</strong>gen. In <strong>de</strong> spaarzame vrije tijd kwam men


vertrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>eigenlijk we<strong>in</strong>ig buiten het dorp. Voor velen was een reis buiten het dorp verbon<strong>de</strong>nmet gevoelens van onzekerheid (Thissen 2001: 11).Kort na <strong>de</strong> oorlog veran<strong>de</strong>r<strong>de</strong> dit pastorale beeld <strong>in</strong> rap tempo. De komst van <strong>de</strong>Europese Economische Gemeenschappen stimuleer<strong>de</strong> tot een grootscheepserationalisatie <strong>in</strong> <strong>de</strong> landbouw. Het Europese landbouwstructuurbeleid leid<strong>de</strong> tot<strong>de</strong> organisatie van een efficiënte, hoogproductieve voedselvoorzien<strong>in</strong>g. Daartoewas een schaalvergrot<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> landbouwbedrijven vereist, die <strong>in</strong> Ne<strong>de</strong>rlandwerd bevor<strong>de</strong>rd door on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re ruilverkavel<strong>in</strong>g en door <strong>de</strong> uitgifte van steedsgrotere nieuwe percelen cultuurgrond <strong>in</strong> <strong>de</strong> IJsselmeerpol<strong>de</strong>rs. Boeren wer<strong>de</strong>n <strong>in</strong><strong>de</strong> toenmalige beleidsdocumenten betiteld als ‘blijvers’ en ‘wijkers’. Het beleidwas erop gericht zo sociaal mogelijk <strong>de</strong> ‘wijkers’ te laten wijken, zodat <strong>de</strong> blijvers<strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>in</strong>ternationale concurrentie mee kon<strong>de</strong>n komen en <strong>de</strong> voedselvoorzien<strong>in</strong>gop zich kon<strong>de</strong>n nemen (Bauwens et al. 1990). Een <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> oploss<strong>in</strong>g voor het‘kle<strong>in</strong>e-boerenvraagstuk’ – zo heette dat toentertijd <strong>in</strong> beleidsnota’s en rapportenvan het Landbouw-Economisch Instituut – bood <strong>de</strong> opkomst van <strong>de</strong> <strong>in</strong>tensieveveehou<strong>de</strong>rij.44Door <strong>de</strong> rationalisatie was er niet meer voor ie<strong>de</strong>reen emplooi op het platteland,dreig<strong>de</strong> er overbevolk<strong>in</strong>g, en moest er een zekere migratie naar <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>n op gangkomen. De aanmerkelijke uitstroom van boeren naar <strong>de</strong> emigratielan<strong>de</strong>n Canada,Australië en Nieuw-Zeeland had daartoe al eer<strong>de</strong>r een aanzet gegeven. Vanaf hetmid<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> jaren zestig wer<strong>de</strong>n ook op het platteland <strong>de</strong> gez<strong>in</strong>nen kle<strong>in</strong>er,waardoor <strong>de</strong> <strong>de</strong>mografische druk afnam om <strong>in</strong> <strong>de</strong> landbouw z’n bestaan tev<strong>in</strong><strong>de</strong>n. Algemeen gesteld kon<strong>de</strong>n <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze perio<strong>de</strong> <strong>de</strong> stad en het plattelandbetrekkelijk vredig coëxisteren. Daarenboven was <strong>de</strong> schaalvergrot<strong>in</strong>g <strong>in</strong> hetw<strong>in</strong>kelbestand en an<strong>de</strong>re voorzien<strong>in</strong>gen nog niet zover op gang gekomen dat ditals problematisch werd ervaren.2.3.4 <strong>de</strong> jaren zeventig en tachtig: romantiser<strong>in</strong>g en voortgaan<strong>de</strong>economiser<strong>in</strong>gCultureel ontwikkel<strong>de</strong> zich vanaf het e<strong>in</strong>d van <strong>de</strong> jaren zestig en het beg<strong>in</strong> van <strong>de</strong>jaren zeventig een omslag: er ontstond een trek naar het platteland. Ste<strong>de</strong>l<strong>in</strong>genbegonnen het platteland aantrekkelijk te v<strong>in</strong><strong>de</strong>n, ook als vestig<strong>in</strong>gsplaats. De‘eigen auto’ begon gemeengoed te wor<strong>de</strong>n en <strong>de</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>n om te forenzennamen daarmee toe. En niet alleen <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen kwamen makkelijker naar hetplatteland; plattelan<strong>de</strong>rs had<strong>de</strong>n ook steeds vaker een auto. De mogelijkhe<strong>de</strong>n diedat schiep, verzwakten gelei<strong>de</strong>lijk <strong>de</strong> b<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g met <strong>de</strong> eigen woonplaats. Dieb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g vloei<strong>de</strong> m<strong>in</strong><strong>de</strong>r voort uit noodzaak, maar was meer een zaak van keuze,en daarmee on<strong>de</strong>rwerp van overweg<strong>in</strong>g en afweg<strong>in</strong>g.In <strong>de</strong>ze perio<strong>de</strong> g<strong>in</strong>g schaalgrootte een belangrijke rol spelen: agrarische bedrijvenwer<strong>de</strong>n groter, coöperaties fuseer<strong>de</strong>n, supermarkten en cash-and-carry’skwamen op, waardoor dorpskrui<strong>de</strong>niers hun w<strong>in</strong>kel moesten sluiten. Deze enverwante ontwikkel<strong>in</strong>gen wer<strong>de</strong>n <strong>in</strong> die tijd vooral gezien als uitdrukk<strong>in</strong>g van


uurt-, wijk- en plattelandsbeleid <strong>in</strong> ne<strong>de</strong>rlandmo<strong>de</strong>rniser<strong>in</strong>g van het platteland en wer<strong>de</strong>n niet als problematisch ervaren.‘Werkdorpen’ maakten <strong>de</strong> omslag naar ‘woondorpen’.De belangrijkste ontwikkel<strong>in</strong>gen had<strong>de</strong>n dus te maken met een cultuurkenmerk(romantiser<strong>in</strong>g van het platteland) en een structuurkenmerk (stijgen<strong>de</strong> welvaartdie het ook makkelijker maakte om mobiel te zijn); met bewust(plattelands)beleid had<strong>de</strong>n ze we<strong>in</strong>ig uit te staan. Om sociale problemen <strong>in</strong>dorpen aan te pakken, <strong>in</strong>vesteer<strong>de</strong> <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse overheid <strong>in</strong> multifunctionelevoorzien<strong>in</strong>genaccommodaties, veelal <strong>in</strong> <strong>de</strong> vorm van dorpshuizen (Bok 2003).Het on<strong>de</strong>rbrengen van zoveel mogelijk voorzien<strong>in</strong>gen on<strong>de</strong>r één dak was goedkoperdan allemaal aparte voorzien<strong>in</strong>gen. Bovendien kon<strong>de</strong>n multifunctionelevoorzien<strong>in</strong>gen maatschappelijke meerwaar<strong>de</strong> hebben vanwege hun uitstral<strong>in</strong>g op<strong>de</strong> omgev<strong>in</strong>g. Een aantrekkelijk gebouw nodig<strong>de</strong> uit tot gebruik (verenig<strong>in</strong>gen,clubs) en kon daarmee <strong>de</strong> sociale samenhang <strong>in</strong> een gemeenschap versterken. Hetdroeg bij aan <strong>de</strong> burgerz<strong>in</strong> van <strong>de</strong> dorpsbewoners en <strong>de</strong> i<strong>de</strong>ntiteit van het dorp.2.3.5 het tegenwoordige platteland: woondorpenIn <strong>de</strong> jaren negentig zet <strong>de</strong> snelle verm<strong>in</strong><strong>de</strong>r<strong>in</strong>g van het aantal boerenbedrijvenzich voort. In <strong>de</strong> perio<strong>de</strong> 1994-2003 beë<strong>in</strong>digen bijvoorbeeld per dag gemid<strong>de</strong>lddrie melkveehou<strong>de</strong>rs hun bedrijf. In samenhang met die ontwikkel<strong>in</strong>g dragendorpen steeds m<strong>in</strong><strong>de</strong>r een agrarisch karakter en gaan zij op ‘woondorpen’ lijken(Thissen 2001). Beleidsmatig valt het accent steeds m<strong>in</strong><strong>de</strong>r op <strong>de</strong> economischeprestatie van <strong>de</strong> agrarische sector en het belang ervan voor <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse economie.Veran<strong>de</strong>ren<strong>de</strong> opvatt<strong>in</strong>gen over natuur, landschap en milieu lei<strong>de</strong>n vaker totspann<strong>in</strong>g met gangbare productiemetho<strong>de</strong>n en cultuurtechnische <strong>in</strong>grepen <strong>in</strong> hetlandschap, en beg<strong>in</strong>nen <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze perio<strong>de</strong> ook meer <strong>in</strong> het landbouwbeleid door tekl<strong>in</strong>ken (Bauwens et al. 1990: 5). Boeren voelen zich ‘mo<strong>de</strong>rne verschoppel<strong>in</strong>gen’die wor<strong>de</strong>n belast met allerlei knellen<strong>de</strong> milieuregelgev<strong>in</strong>g, met name voor mesten bestrijd<strong>in</strong>gsmid<strong>de</strong>len. On<strong>de</strong>rnemers <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>in</strong>tensieve veeteelt beleven bovendieneen aantal grote ‘rampen’: varkenspest, bse, mond- en klauwzeer, vogelpest.45Een aansluiten<strong>de</strong> ontwikkel<strong>in</strong>g die <strong>in</strong> <strong>de</strong> jaren negentig aandacht krijgt, is <strong>de</strong>verste<strong>de</strong>lijk<strong>in</strong>g van het platteland. Ne<strong>de</strong>rland verste<strong>de</strong>lijkt <strong>in</strong> hoog tempo, enon<strong>de</strong>r <strong>de</strong> economische, politieke en culturele <strong>in</strong>vloedssfeer van <strong>de</strong> stad veran<strong>de</strong>rengrote <strong>de</strong>len van het platteland van karakter (Asbeek Brusse et al. 2002: 16). Ditmondt uit <strong>in</strong> <strong>de</strong> vrees dat het waar<strong>de</strong>volle platteland ver<strong>de</strong>r verloren gaat. Of <strong>de</strong>zeten<strong>de</strong>ns moet wor<strong>de</strong>n geaccepteerd of juist gekeerd, is nog steeds <strong>in</strong> discussie <strong>in</strong><strong>de</strong> politieke en publieke arena’s. Het platteland heeft me<strong>de</strong> daardoor tegenwoordig<strong>in</strong> <strong>de</strong> eerste plaats te maken met het algehele ruimtelijkeor<strong>de</strong>n<strong>in</strong>gsbeleid. In<strong>de</strong> Nota ruimte (vrom 2004a) wordt primair <strong>in</strong>gezet op <strong>de</strong>centralisatie, en <strong>in</strong>samenhang daarmee doet het m<strong>in</strong>isterie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit(lnv) met zijn Agenda voor een vitaal platteland (lnv 2004) een uitnodig<strong>in</strong>gaan an<strong>de</strong>re (publieke en private) partijen om ook werk te maken van een‘vitaal platteland’.


vertrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>Stad en platteland zijn <strong>de</strong> afgelopen halve eeuw dus naar elkaar toe gegroeid; nietalleen <strong>in</strong> geografische z<strong>in</strong>, maar ook sociaal. Het is steeds eenvoudiger gewor<strong>de</strong>nvia <strong>de</strong> media en an<strong>de</strong>re <strong>in</strong>formatiekanalen kennis te nemen van ontwikkel<strong>in</strong>genen i<strong>de</strong>eën el<strong>de</strong>rs. Ste<strong>de</strong>lijke leefstijlen zijn algemener gewor<strong>de</strong>n en hebben zichover het platteland verspreid (Van <strong>de</strong>r Knaap 2002). Zo neemt op het platteland<strong>de</strong> arbeidsparticipatie van vrouwen toe. Dat heeft uiteraard gevolgen voor <strong>de</strong><strong>in</strong>richt<strong>in</strong>g van het sociale leven en <strong>de</strong> aanwezigheid van voorzien<strong>in</strong>gen. De socialefunctie van vrouwen b<strong>in</strong>nen een dorp, bijvoorbeeld <strong>in</strong> <strong>de</strong> vorm van burenhulp,komt daarmee on<strong>de</strong>r druk te staan. Gecomb<strong>in</strong>eerd met <strong>de</strong> vergrijz<strong>in</strong>gsten<strong>de</strong>nsneemt daardoor <strong>de</strong> behoefte aan publieke zorgvoorzien<strong>in</strong>gen toe;voorzien<strong>in</strong>gen die tegelijkertijd on<strong>de</strong>r druk staan van nationaal-publieke ten<strong>de</strong>ntiesvan beheers<strong>in</strong>g en bezu<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>g (‘verschral<strong>in</strong>g’) en fusies/schaalvergrot<strong>in</strong>g.46In <strong>de</strong> jaren negentig komt ook het <strong>de</strong>nken over plattelandsontwikkel<strong>in</strong>g op endoemen <strong>de</strong> contouren van een specifiek plattelandsbeleid op. Thema’s als plattelandsvernieuw<strong>in</strong>gof <strong>de</strong> <strong>in</strong>standhoud<strong>in</strong>g van het milieu en het lan<strong>de</strong>lijk erfgoedkomen op <strong>de</strong> agenda, vanaf 2000 ook als <strong>de</strong> zogenoem<strong>de</strong> ‘twee<strong>de</strong> pijler’ van hetgemeenschappelijk landbouwbeleid van <strong>de</strong> eu (Terlu<strong>in</strong> en Venema 2003). Op hetNe<strong>de</strong>rlandse platteland bestaan, net als <strong>in</strong> ste<strong>de</strong>n, aanzienlijke verschillen <strong>in</strong>welvaart. De excentrisch gelegen streken kampen tot op <strong>de</strong> dag van vandaag metstructurele werkloosheid, slechte bereikbaarheid en onvoldoen<strong>de</strong> bevolk<strong>in</strong>g om<strong>de</strong> meest essentiële voorzien<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> stand te hou<strong>de</strong>n. Ze wor<strong>de</strong>n gekenmerktdoor een extreme vergrijz<strong>in</strong>g. Armoe<strong>de</strong>studies wijzen <strong>in</strong> <strong>de</strong> richt<strong>in</strong>g van <strong>de</strong>lenvan het platteland, vooral <strong>in</strong> <strong>de</strong> prov<strong>in</strong>cies Gron<strong>in</strong>gen en Friesland: van <strong>de</strong> zogenaam<strong>de</strong>‘top-100-gebie<strong>de</strong>n’ (<strong>de</strong> gebie<strong>de</strong>n met <strong>de</strong> hoogste armoe<strong>de</strong>scores) behoortiets m<strong>in</strong><strong>de</strong>r dan een kwart tot het ‘arme platteland’.De economische herstructurer<strong>in</strong>g van het platteland heeft verreiken<strong>de</strong> gevolgen,met <strong>in</strong>begrip van een verscherpte sociale problematiek. Een voorbeeld zijn <strong>de</strong>versnel<strong>de</strong> bedrijfsbeë<strong>in</strong>dig<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>in</strong>tensieve varkenshou<strong>de</strong>rij <strong>in</strong> <strong>de</strong> BrabantsePeel. Daar is <strong>de</strong> agrarische sector een belangrijke economische en culturele drager,waarmee een omvangrijke toeleveren<strong>de</strong> en verwerken<strong>de</strong> <strong>in</strong>dustrie is verbon<strong>de</strong>n.De sluit<strong>in</strong>g van agrarische bedrijven werkt dus door <strong>in</strong> <strong>de</strong> werkgelegenheid vanaanpalen<strong>de</strong> activiteiten van het veevoe<strong>de</strong>rbedrijf, het bedrijf dat stallen bouwt,het garagebedrijf, <strong>de</strong> loonwerker, <strong>de</strong> trucker die <strong>de</strong> dieren afvoert, <strong>de</strong> verwerken<strong>de</strong><strong>in</strong>dustrie, enzovoort. Daarmee kan ook het verenig<strong>in</strong>gsleven <strong>in</strong> <strong>de</strong> dorpen<strong>in</strong> gevaar komen, dat niet alleen f<strong>in</strong>ancieel afhankelijk is van mensen <strong>in</strong> hetbuitengebied, maar ook drijft op hun <strong>in</strong>breng.Dit is echter veeleer een uitzon<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g dan een algemeen beeld voor alle dorpsleven.In veel dorpen zijn <strong>de</strong> voormalige boer<strong>in</strong>nenbon<strong>de</strong>n getransformeerd totverenig<strong>in</strong>gen van plattelandsvrouwen, die met gezamenlijke <strong>in</strong>zet van ou<strong>de</strong> ennieuwe dorpel<strong>in</strong>gen een voortgezette bloei laten zien. Vergelijkend on<strong>de</strong>rzoeklaat zien dat <strong>in</strong> het algemeen <strong>de</strong> sociale cohesie op het platteland, afgemeten aanalle gebruikelijke criteria daarvoor, hoger is dan <strong>in</strong> ste<strong>de</strong>n. Bij vragen naar <strong>de</strong>saamhorigheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>, <strong>de</strong> gehechtheid aan <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>, het zich thuis voelen <strong>in</strong>


uurt-, wijk- en plattelandsbeleid <strong>in</strong> ne<strong>de</strong>rland<strong>de</strong> <strong>buurt</strong>, <strong>de</strong> omgang met mensen <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong> en het contact met directe burenscoren woonmilieus op het platteland onveran<strong>de</strong>rlijk hoog (De Hart en Dekker2003; De Hart 2002: hoofdstuk 4; scp 2003: hoofdstuk 7; InnovatienetwerkGroene Ruimte et al. 2003: 15).2.4 conclusies <strong>in</strong> perspectiefDe <strong>buurt</strong> als object van beleid en <strong>de</strong> <strong>buurt</strong> als aangrijp<strong>in</strong>gspunt van beleidIn paragraaf 2.2 zijn drie golven van aandacht voor <strong>buurt</strong>- en wijkbeleid beschreven.In <strong>de</strong> eerste naoorlogse golf zien we <strong>de</strong> <strong>buurt</strong> en <strong>de</strong> wijk vooral als object vanbeleid figureren: <strong>de</strong> <strong>buurt</strong> wordt gezien als zelfstandige entiteit van z<strong>in</strong>gev<strong>in</strong>g enan<strong>de</strong>re kwaliteiten die eraan wor<strong>de</strong>n toegeschreven. In <strong>de</strong> twee latere golven is <strong>de</strong><strong>buurt</strong> meer aangrijp<strong>in</strong>gspunt van beleid. Beleidsmakers en -uitvoer<strong>de</strong>rs ‘ont<strong>de</strong>kken’dat het draagvlak voor en <strong>de</strong> kwaliteit van beleidsvorm<strong>in</strong>g en -uitvoer<strong>in</strong>gwor<strong>de</strong>n vergroot wanneer het <strong>buurt</strong>niveau wordt <strong>in</strong>geschakeld als aangrijp<strong>in</strong>gspunt.In dit rapport, dat wordt aangedreven door vragen van sociale cohesie en vertrouwen,is aandacht voor bei<strong>de</strong> gebo<strong>de</strong>n: <strong>de</strong> <strong>buurt</strong> als object én <strong>de</strong> <strong>buurt</strong> als aangrijp<strong>in</strong>gspunt.Daarbij geldt ook een dynamisch verband: wil <strong>de</strong> <strong>buurt</strong> als objectkunnen functioneren, dan is er <strong>in</strong> ie<strong>de</strong>r geval <strong>in</strong> sommige <strong>buurt</strong>en eerst een socialeherover<strong>in</strong>g nodig waarbij <strong>de</strong> <strong>buurt</strong> aangrijp<strong>in</strong>gspunt is om grote bevolk<strong>in</strong>gsgroepenbeter te betrekken <strong>in</strong> arbeid, on<strong>de</strong>rwijs, participatie, huisvest<strong>in</strong>g,welzijn, enzovoort. Dit wordt <strong>in</strong> <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> hoofdstukken nog uitgewerkt <strong>in</strong>termen van een tweesporenbeleid.47De ste<strong>de</strong>lijke problematiekDe <strong>in</strong> paragraaf 2.2 beschreven golven van wijkaanpak zijn on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el van <strong>de</strong>naoorlogse veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> het sociale leven en beleid. Wanneer we zoeken naar<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rliggen<strong>de</strong> factoren van die ontwikkel<strong>in</strong>gen, hebben we natuurlijk <strong>in</strong> <strong>de</strong>eerste plaats van doen met <strong>de</strong> economische veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen. Geduren<strong>de</strong> <strong>de</strong> eerste<strong>de</strong>cennia na <strong>de</strong> oorlog was <strong>de</strong> <strong>in</strong>dustriële economie voor <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>n en <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>lijkewerkgelegenheid nog van groot belang. Dat leid<strong>de</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> jaren zestig tot eenhoge jaarlijkse economische groei en een overspannen arbeidsmarkt. Vrouwenzorg<strong>de</strong>n nog voornamelijk voor het gez<strong>in</strong> en an<strong>de</strong>re huishou<strong>de</strong>lijke taken enbo<strong>de</strong>n zich nog niet en masse aan op <strong>de</strong> arbeidsmarkt.Om aan die spann<strong>in</strong>g tegemoet te komen, wer<strong>de</strong>n <strong>de</strong> eerste gastarbei<strong>de</strong>rs naarNe<strong>de</strong>rland gehaald. Gastarbei<strong>de</strong>rs heetten zij, omdat ze naar algemene belev<strong>in</strong>ghier tij<strong>de</strong>lijk te gast waren zolang <strong>de</strong> arbeidsmarkt overspannen was. Toen <strong>de</strong>‘gastarbeid’ een permanenter karakter begon te vertonen, kwamen ook <strong>de</strong> vrouwenen gez<strong>in</strong>nen van <strong>de</strong> allochtonen over naar Ne<strong>de</strong>rland. Deze groeien<strong>de</strong> groepmensen vestig<strong>de</strong> zich vrijwel geheel <strong>in</strong> <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>n, met name <strong>de</strong> grote ste<strong>de</strong>n. Ditmond<strong>de</strong> na verloop van tijd uit <strong>in</strong> <strong>de</strong> problematiek zoals we haar nu kennen: grotegroepen, wonend <strong>in</strong> achterstandswijken, waarvan <strong>de</strong> mate van <strong>in</strong>tegratie nu alsproblematisch wordt ervaren. Het zijn mensen die op <strong>de</strong> arbeidsmarkt slechtere


vertrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>kansen hebben, niet alleen omdat zij m<strong>in</strong><strong>de</strong>r zijn geïntegreerd (slechte taalbeheers<strong>in</strong>g),maar ook omdat <strong>de</strong> <strong>in</strong>dustriële werkgelegenheid is afgekalfd en <strong>de</strong>opgekomen diensteneconomie om an<strong>de</strong>re kwaliteiten vraagt.De opkomst van die diensteneconomie, <strong>in</strong>clusief <strong>de</strong> typisch verzorg<strong>in</strong>gsstatelijkevoorzien<strong>in</strong>gen als <strong>de</strong> gezondheidszorg en het on<strong>de</strong>rwijssysteem, heeft wél bijuitstek hand <strong>in</strong> hand kunnen gaan met <strong>de</strong> arbeidsemancipatie van met name <strong>de</strong>autochtone Ne<strong>de</strong>rlandse vrouwen. Wie <strong>de</strong>ze ontwikkel<strong>in</strong>gen terugvertaalt naarhet ste<strong>de</strong>lijke leven ziet – uiteraard ruwweg – het beeld van op <strong>de</strong> arbeidsmarktopereren<strong>de</strong> autochtone mannen en vrouwen, allochtone mannen die <strong>de</strong>els eenbaan hebben en <strong>de</strong>els <strong>in</strong> een uitker<strong>in</strong>gssituatie zitten, en allochtone vrouwen diegeen baan hebben, we<strong>in</strong>ig zijn geïntegreerd, en – klem zittend tussen enerzijds <strong>de</strong>tradities van moe<strong>de</strong>rland en geloof en an<strong>de</strong>rzijds <strong>de</strong> westerse samenlev<strong>in</strong>g waar<strong>in</strong>ze leven, maar waar<strong>in</strong> zij niet zijn geworteld – vat proberen te hou<strong>de</strong>n op man,k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren en hun eigen leven.48Al met al is <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>lijke bevolk<strong>in</strong>gssamenstell<strong>in</strong>g <strong>in</strong> 60 jaar tijd sterk veran<strong>de</strong>rd.Daarmee zijn ook <strong>de</strong> problemen van <strong>in</strong>dividuen en groepen gewijzigd, wat zijnneerslag krijgt <strong>in</strong> <strong>buurt</strong>en en wijken. Als we <strong>in</strong> het volgen<strong>de</strong> hoofdstuk <strong>de</strong>uitkomsten van het actuele veldon<strong>de</strong>rzoek <strong>in</strong> beeld brengen, is het dan ook zaakom bovenstaan<strong>de</strong> problematiek van ‘<strong>de</strong> meervoudig kwetsbare burger’ <strong>in</strong> <strong>de</strong>huidige tijd op het netvlies te hebben. Die contrasteert met <strong>de</strong> <strong>in</strong> dit hoofdstukbeschreven eer<strong>de</strong>re golven van <strong>buurt</strong>- en wijkbeleid en <strong>de</strong> aanleid<strong>in</strong>gen daarvoor.Plattelandsontwikkel<strong>in</strong>g en -beleidWat <strong>de</strong> ontwikkel<strong>in</strong>g van het platteland betreft, is van belang dat <strong>de</strong> relatieveachteruitgang van <strong>de</strong> agrarische sector en <strong>de</strong> daaraan gekoppel<strong>de</strong> werkgelegenhei<strong>de</strong>r niet toe heeft geleid dat het platteland is leeggelopen. De fysieke afstan<strong>de</strong>n<strong>in</strong> Ne<strong>de</strong>rland zijn zodanig dat ook veel voormalige ste<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen zich <strong>in</strong>dorpen zijn gaan vestigen. In dorpen zijn wel veel voorzien<strong>in</strong>gen verdwenen,maar er is ook het nodige voor teruggekomen. Wat het sociale leven betreft, doennieuwkomers volop mee <strong>in</strong> het doorgaans bloeien<strong>de</strong> verenig<strong>in</strong>gsleven en an<strong>de</strong>redorps<strong>in</strong>itiatieven, en stimuleren daarmee <strong>de</strong> dorpstrots. Ook daarvan zullen we<strong>in</strong> het volgen<strong>de</strong> hoofdstuk een aantal voorbeel<strong>de</strong>n aanhalen. Die staan <strong>in</strong> <strong>de</strong>analyse van dit rapport dan ook niet <strong>in</strong> het traditionele lnv-beleidsperspectief,dat vooral is geënt op het i<strong>de</strong>e dat <strong>de</strong> vitaliteit op en van het platteland on<strong>de</strong>r drukzou staan.De aanhou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> toestroom van nieuwkomers heeft er ook toe bijgedragen dat <strong>de</strong>ste<strong>de</strong>lijke levensstijl gelei<strong>de</strong>lijk <strong>in</strong> plattelandsgemeenten dom<strong>in</strong>anter is gewor<strong>de</strong>n.Traditionele verschillen <strong>in</strong> on<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>ge betrokkenheid tussen stad en plattelandzijn ook kle<strong>in</strong>er gewor<strong>de</strong>n (pon 2004). Die sociale ontwikkel<strong>in</strong>g is ver<strong>de</strong>r<strong>in</strong> <strong>de</strong> hand gewerkt door <strong>de</strong> opkomst van <strong>de</strong> televisie en an<strong>de</strong>re <strong>in</strong>formatiemedia.In gedrag<strong>in</strong>gen en opvatt<strong>in</strong>gen zijn dorpel<strong>in</strong>gen meer op ste<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen gaan lijken.Tot een grote anonimiser<strong>in</strong>g op het platteland heeft dat niet geleid; socialeverban<strong>de</strong>n zijn er <strong>in</strong> het algemeen hecht verankerd. Natuurlijk zijn er wel dorpen


uurt-, wijk- en plattelandsbeleid <strong>in</strong> ne<strong>de</strong>rlandmet ‘eigen’ problemen, maar die hangen met name samen met hun (beperkte)schaal en ligg<strong>in</strong>g. De na<strong>de</strong>lige effecten van ontgroen<strong>in</strong>g, vergrijz<strong>in</strong>g en verschral<strong>in</strong>gvan (publieke en private) voorzien<strong>in</strong>gen die zich voordoen, concentrerenzich <strong>in</strong> <strong>de</strong> regel bij beperkte groepen die te jong of te oud zijn om het dorp makkelijkuit te kunnen. Maar voor het gros van <strong>de</strong> dorpel<strong>in</strong>gen geldt tegenwoordig datzij <strong>in</strong> staat zijn om <strong>de</strong> ‘hele wereld’ te beleven.49


50vertrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>


empirische bev<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen: het perspectief van bewoners3 empiristische bev<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen: het perspectiefvan bewoners3.1 eerste on<strong>de</strong>rzoeksvraag: kan <strong>de</strong> <strong>buurt</strong> ertoe doen?Dit hoofdstuk doet verslag van het empirisch veldon<strong>de</strong>rzoek dat voor dit rapportis verricht. Daarbij staat <strong>de</strong> eerste on<strong>de</strong>rzoeksvraag centraal: kunnen activiteiten<strong>in</strong> <strong>buurt</strong>en bijdragen aan <strong>de</strong> aanpak van alledaagse leefbaarheidsvraagstukken diemensen on<strong>de</strong>rv<strong>in</strong><strong>de</strong>n?Ten behoeve van het veldon<strong>de</strong>rzoek spraken we met ‘trekkers’: mensen die metsoms grote <strong>in</strong>zet <strong>buurt</strong><strong>in</strong>itiatieven ontplooi<strong>de</strong>n. Zij vertel<strong>de</strong>n over hun successen,maar ook over <strong>de</strong> drempels voor veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g die ze had<strong>de</strong>n moeten overschrij<strong>de</strong>nof ontwijken en <strong>de</strong> mislukk<strong>in</strong>gen op hun weg vooruit. We spraken metbewoners, met veldwerkers van sociale spelers of private partijen, en met beleidsmakersbij overheid en sociale spelers. Door die drie <strong>in</strong>valshoeken ontstond ereen scherp beeld van <strong>de</strong> problemen en aanpakken daarvan die <strong>in</strong> kle<strong>in</strong>schaligeomgev<strong>in</strong>gen wor<strong>de</strong>n gevon<strong>de</strong>n.We bena<strong>de</strong>r<strong>de</strong>n onze <strong>in</strong>terviewpartners met een open vraagstell<strong>in</strong>g: zij, niet wij,bepaal<strong>de</strong>n <strong>de</strong> gespreksagenda. In feite g<strong>in</strong>g het steeds om twee vragen: om welkere<strong>de</strong>nen (negatief of positief) word je ’s nachts wakker, en wat zou jedoen/vragen als je <strong>de</strong> vrije hand had? De antwoor<strong>de</strong>n op die open vragen vertaal<strong>de</strong>nzich <strong>in</strong> concrete aanbevel<strong>in</strong>gen, die we <strong>in</strong> <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> paragrafen hebbenverwerkt. Waar dat verhel<strong>de</strong>rend voor hun standpunten kon zijn, hebben we <strong>de</strong>tekst gelar<strong>de</strong>erd met citaten die steeds zijn aangegeven met behulp van aanhal<strong>in</strong>gstekens.De <strong>in</strong>terviewverslagen zijn <strong>in</strong> <strong>de</strong> regel ter controle en aanvull<strong>in</strong>gvoorgelegd aan <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> gesprekspartners.51Hoofdstuk 3 brengt <strong>de</strong> sectorale empirische bev<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen vooral vanuit <strong>de</strong> optiekvan bewoners (vraaglogica) en frontlijnwerkers – mensen die <strong>in</strong> het veld <strong>in</strong>directe wisselwerk<strong>in</strong>g met bewoners uitvoer<strong>in</strong>g geven aan het beleid van <strong>de</strong>sociale spelers – (provisielogica) <strong>in</strong> beeld. Daardoor ontstaat – het moet wor<strong>de</strong>nbenadrukt – een eenzijdig beeld. Bewoners hebben wensenlijsten en wor<strong>de</strong>nvaak niet belemmerd door <strong>de</strong> noodzaak van het maken van afweg<strong>in</strong>gen of hetwaarborgen van rechtsgelijkheid zoals <strong>de</strong> overheid dat wel moet doen. Aan hunwaarnem<strong>in</strong>gen en aanbevel<strong>in</strong>gen mag daarom niet <strong>de</strong> conclusie wor<strong>de</strong>n verbon<strong>de</strong>ndat <strong>de</strong> raad het daarmee altijd volledig eens is. In hoofdstuk 4 wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong>empirische bev<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen daarom opnieuw bekeken, maar ditmaal vanuit hetperspectief van overheid en sociale spelers (<strong>in</strong>stitutionele logica): wat zijn <strong>de</strong>bestuurlijke lessen die kunnen wor<strong>de</strong>n geleerd van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzochte praktijkgevallen?We gaan <strong>in</strong> bei<strong>de</strong> hoofdstukken <strong>in</strong> op <strong>de</strong> processen die effectief blijken tezijn, en <strong>de</strong> <strong>in</strong>strumenten die daarbij van nut zijn.De drie logica’s staan vanzelfsprekend niet scherp tegenover elkaar (wrr 2004).Ze hebben elkaar nodig, en <strong>de</strong> crux is veeleer hoe ze elkaar ontmoeten. Als dat op


vertrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>een goe<strong>de</strong> wijze gebeurt, versterken ze elkaar. In zo’n en-en-situatie ontstaat ersynergie, dat wil zeggen meerwaar<strong>de</strong> voor bewoners, overheid en sociale spelers.Alleen als die synergie ontstaat, doet <strong>de</strong> <strong>buurt</strong> ertoe. Pas <strong>in</strong> hoofdstuk 6 formuleert<strong>de</strong> raad zijn eigen beleidsaanbevel<strong>in</strong>gen hiertoe.De leefbaarheidsterre<strong>in</strong>en die hier aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong> komen zijn: <strong>de</strong> fysieke <strong>in</strong>richt<strong>in</strong>gvan <strong>de</strong> directe woon- en leefomgev<strong>in</strong>g (par. 3.2), veiligheid (par. 3.3), on<strong>de</strong>rwijsen k<strong>in</strong><strong>de</strong>ropvang (par. 3.4) en sociale <strong>in</strong>frastructuur (par. 3.5). Een <strong>buurt</strong>gerichtebena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g kan, zo laat ons veldon<strong>de</strong>rzoek zien, op elk van <strong>de</strong> geselecteer<strong>de</strong> leefbaarheidsterre<strong>in</strong>eneen toegevoeg<strong>de</strong> waar<strong>de</strong> hebben. In het verslag van onzesectorale bev<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen zijn steeds drie on<strong>de</strong>rwerpen on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n. In <strong>de</strong> eersteplaats verhaal<strong>de</strong>n onze gesprekspartners over <strong>de</strong> werkelijke of door hen gepercipieer<strong>de</strong>meerwaar<strong>de</strong> van een specifieke <strong>buurt</strong>activiteit. Uit hun betogen valtechter ook af te lei<strong>de</strong>n aan welke voorwaar<strong>de</strong>n een gerichte beleidsaanpak uit hunoogpunt moet voldoen. Daarbij zijn twee dimensies te on<strong>de</strong>rkennen: <strong>de</strong> beleids<strong>in</strong>hou<strong>de</strong>n het beleidsproces. In <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> paragrafen zullen we <strong>de</strong>ze driesplits<strong>in</strong>gconsequent handhaven.523.2 <strong>de</strong> fysieke <strong>in</strong>richt<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> woonomgev<strong>in</strong>gDe <strong>buurt</strong> heeft een mogelijke meerwaar<strong>de</strong> voor bewoners en biedt ook een effectiefen efficiënt aangrijp<strong>in</strong>gspunt voor het beleid van overheid en wooncorporaties.De subparagrafen 3.2.1 en 3.2.2 gaan hier ver<strong>de</strong>r op <strong>in</strong>. Om <strong>de</strong>ze meerwaar<strong>de</strong>te verwerkelijken, vereist dat beleid echter – meer dan nu meestal gebeurt – een<strong>in</strong>hou<strong>de</strong>lijke differentiatie naar <strong>buurt</strong>, waarbij bovendien <strong>in</strong>tegraal wordt uitgegaanvan <strong>de</strong> behoeften van bewoners en m<strong>in</strong><strong>de</strong>r van <strong>de</strong> <strong>in</strong>stitutionele logica vanbeleidsmakers (zie ver<strong>de</strong>r par. 3.2.3 en 3.2.4). Procesmatig dienen sterkere accentente wor<strong>de</strong>n gelegd op coproductie (burgers als me<strong>de</strong>producent van hun leefomgev<strong>in</strong>g)en het hou<strong>de</strong>n van een gepaste afstand tot bewoners (par. 3.2.5 en 3.2.6).3.2.1 meerwaar<strong>de</strong> voor bewoners: geborgenheid, eigenheid en hettegengaan van isolementDe <strong>buurt</strong> is een fysieke entiteit. Fysieke aspecten blijken bij te dragen aan (a) (eengevoel van) veiligheid en geborgenheid; (b) een eigenheid en eigenaarschap; (c)het tegengaan van het isolement van kwetsbare groepen of <strong>in</strong>dividuen. Hiernawor<strong>de</strong>n <strong>de</strong>ze bev<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen toegelicht.Veiligheid en geborgenheidBewoners hechten aan het uiterlijk van hun <strong>buurt</strong>, <strong>de</strong> <strong>in</strong>richt<strong>in</strong>g van hun straat enhet voorzien<strong>in</strong>genniveau <strong>in</strong> hun directe omgev<strong>in</strong>g. Ze willen er zich lekkervoelen, op hun gemak. Het fietst ’s avonds niet prettig langs dichte struiken ofover slecht verlichte fietspa<strong>de</strong>n. Lege parkeergarages en donkere bedrijfsterre<strong>in</strong>enwor<strong>de</strong>n als onveilig ervaren. Als je zorgt dat er ook buiten kantooruren activiteitenzijn, wordt het veiliger. “Bij <strong>de</strong> Arena werkt het: daar heb je ’s avonds aanloopvoor <strong>de</strong> uitgaansgelegenhe<strong>de</strong>n en <strong>de</strong> bios.” Een verloe<strong>de</strong>r<strong>de</strong> openbare ruimte


empirische bev<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen: het perspectief van bewonersdaarentegen draagt bij aan een ongemakkelijk gevoel en leidt gemakkelijk totoverlast en crim<strong>in</strong>aliteit.De fysieke <strong>in</strong>richt<strong>in</strong>g vraagt <strong>de</strong>rhalve om beheer. Beleidsmakers zou<strong>de</strong>n zich daarmeer op moeten richten: “Het beheer is uite<strong>in</strong><strong>de</strong>lijk belangrijker dan <strong>de</strong> opzet.”Vanzelfsprekend speelt daarbij <strong>in</strong> <strong>de</strong> eerste plaats het tegengaan van verloe<strong>de</strong>r<strong>in</strong>geen rol. Hon<strong>de</strong>npoep, zwerfvuil en graffiti wedijveren met kapotte straatverlicht<strong>in</strong>gen losse stoeptegels om eerste hulp. Een sociaal sterke <strong>buurt</strong> is beter <strong>in</strong> staaten bereid om zelf <strong>de</strong> openbare ruimte op or<strong>de</strong> te hou<strong>de</strong>n. Bewoners steken zelf <strong>de</strong>han<strong>de</strong>n uit <strong>de</strong> mouwen: vegen samen hun straat, planten collectief bollen <strong>in</strong> hungeveltu<strong>in</strong>tjes of maken een kunstwerk voor hun flat. Het kan ook groter en structureler:<strong>in</strong> Deventer beheren <strong>buurt</strong>bewoners een hon<strong>de</strong>nuitlaatterre<strong>in</strong>tje en <strong>in</strong>het Rotterdamse Hoogvliet beheert een ‘verenig<strong>in</strong>g van wijkeigenaren’ een aantalparken. Maar een sociaal sterke <strong>buurt</strong> heeft ook behoefte aan ontmoet<strong>in</strong>gsplaatsenvoor jong en oud, waar mensen “gonzen”, zoals een gesprekspartner hetnoemt. Buurtw<strong>in</strong>kels of schoolhekken, zeggen ook an<strong>de</strong>ren, zijn er niet alleenvoor het doen van boodschappen of het ophalen van k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren. Mensen hebbenwat met hun <strong>buurt</strong> en met hun buren.Eigenheid en eigenaarschap“Collectieve armoe<strong>de</strong> nodigt niet uit om trots te zijn”, vatte een gesprekspartner<strong>in</strong> ons veldon<strong>de</strong>rzoek bondig samen. Een <strong>buurt</strong> wordt ‘eigen’ en mensen voelenzich eigenaar <strong>in</strong>dien <strong>de</strong> fysieke omgev<strong>in</strong>g voor hen speciaal is: wanneer het goedis om ‘thuis’ te komen. Het is zaak goe<strong>de</strong> voorzien<strong>in</strong>gen voor ontmoet<strong>in</strong>g enontplooi<strong>in</strong>g te scheppen. We treffen veel voorbeel<strong>de</strong>n aan van hoe dat kan,bijvoorbeeld multifunctionele <strong>buurt</strong>centra en scholen, niet te massaal en niet tever van huis: “De maat die je moet hanteren, is <strong>de</strong> afstand die je kunt afleggenmet een k<strong>in</strong><strong>de</strong>rwagen of een rollator”, v<strong>in</strong>dt een gesprekspartner. Deze voorzien<strong>in</strong>genzijn vaak uit nood geboren, omdat bestaan<strong>de</strong> gebouwen zijn verdwenenen een ge<strong>de</strong>el<strong>de</strong> huisvest<strong>in</strong>g voor<strong>de</strong>len biedt.53Scholen – bijna steeds samenwerk<strong>in</strong>gsverban<strong>de</strong>n van veel sociale spelers –vormen veelal <strong>de</strong> spil van <strong>de</strong> wijk. Soms zijn daar ook voorzien<strong>in</strong>gen voor k<strong>in</strong><strong>de</strong>ropvang,een overblijfruimte en een gymzaal gehuisvest. Op het plattelandgroeien <strong>de</strong> dorpshuizen uit tot basis voor <strong>de</strong> jongerensoos, k<strong>in</strong><strong>de</strong>rdagverblijf,ontmoet<strong>in</strong>gsplaats voor het biljarten of b<strong>in</strong>go voor ou<strong>de</strong>ren. Zorgverleners –bijvoorbeeld thuiszorgorganisaties met hun consultatiebureaus – bun<strong>de</strong>len hunactiviteiten met die van gemeente, wooncorporaties en on<strong>de</strong>rnemers, zoals eenpostkantoor, bank of stomerij.Buurtproblemen zijn echter het grootst <strong>in</strong> <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>n. “Je zal hier maar wonen! Eris hier voor jongeren niks te beleven.” Als je op straat m<strong>in</strong><strong>de</strong>r problemen wilt,moet je <strong>de</strong> eigenhe<strong>de</strong>n creëren waar mensen behoefte aan hebben en waaraan een<strong>buurt</strong> zich kan optrekken. Een voorbeeld is <strong>de</strong> aanleg van speeltu<strong>in</strong>en, waarovereen bewon<strong>de</strong>ren<strong>de</strong> wijkagent meldt: “Dit is echt een pareltje. Wat ze hier allemaalniet voor elkaar krijgen, dat is ongelofelijk.”


vertrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>Sportvoorzien<strong>in</strong>gen, die <strong>de</strong> <strong>in</strong>tegratie on<strong>de</strong>r bevolk<strong>in</strong>gsgroepen veelal op eennatuurlijke manier bevor<strong>de</strong>ren, zou je <strong>de</strong>els moeten zien terug te brengen van <strong>de</strong>stadsrand naar <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>. Dat gaat zomaar niet, want daar zijn <strong>in</strong> <strong>de</strong> regel (hogere)kosten mee verbon<strong>de</strong>n. Gemeenten zullen daarom daarover <strong>in</strong> voorkomen<strong>de</strong>gevallen eisen moeten opleggen aan projectontwikkelaars bij b<strong>in</strong>nenste<strong>de</strong>lijkeplanontwikkel<strong>in</strong>g.Ook kunst en cultuur zijn belangrijk. Een aantal gemeenten fleurt <strong>buurt</strong>en op.Soms doen <strong>de</strong> bewoners dat zelf: na aanvankelijke scepsis verwelkomen zij meteen verwon<strong>de</strong>r<strong>de</strong> “Goh, wat grappig”-acceptatie een ‘gekke’ w<strong>in</strong>kel, fietsenstall<strong>in</strong>g,k<strong>in</strong><strong>de</strong>ropvang of restaurant. Een <strong>buurt</strong>verenig<strong>in</strong>g van een Amsterdamsevoorstands<strong>buurt</strong> bevor<strong>de</strong>rt <strong>de</strong> legaliser<strong>in</strong>g van een krakend kunstenaarscollectiefen koopt zelfs obligaties om een dure verbouw<strong>in</strong>g van ‘hun’ pand mogelijk temaken. Even ver<strong>de</strong>rop werken en exposeren kunstenaars <strong>in</strong> een grote w<strong>in</strong>kelruimte.54Op an<strong>de</strong>re plaatsen gaat het an<strong>de</strong>rs. In <strong>de</strong> Amsterdamse wijk Bos en Lommer gaat<strong>de</strong> wijkkern rond het stads<strong>de</strong>elkantoor op <strong>de</strong> schop; er komt een multiculturelemarkt en een overloop over <strong>de</strong> snelweg om een geïsoleer<strong>de</strong> <strong>buurt</strong> aansluit<strong>in</strong>g tegeven. In dorpen lei<strong>de</strong>n burger<strong>in</strong>itiatieven tot <strong>de</strong> aanleg van een verlicht fietspadvoor <strong>de</strong> schooljeugd van Nieuwendijk naar Gor<strong>in</strong>chem, <strong>de</strong> bouw van een sporthal<strong>in</strong> het Drentse Wijster, of een compleet woonwijkje <strong>in</strong> het Friese Reduzum.En meestal blijkt dat niet alleen <strong>de</strong> vaste kern zich aangesproken voelt; ooknieuwkomers – ste<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> dorpen, migranten <strong>in</strong> grote ste<strong>de</strong>n – i<strong>de</strong>ntificerenzich met <strong>de</strong> fysieke symbolen <strong>in</strong> hun nieuwe omgev<strong>in</strong>g.Tegengaan van isolementIn alle toonaar<strong>de</strong>n komt het terug: “Mix <strong>de</strong> <strong>buurt</strong> meer”, zeggen velen, waarbijhet gaat om <strong>de</strong> ver<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g tussen jongeren en ou<strong>de</strong>ren en tussen sterken en kwetsbaren.De jong-oudvraag is illustratief. Op het platteland is soms een tekort aanhuizen voor jongeren. “De jeugd wil hier verschrikkelijk graag blijven wonen,maar er is geen plek”, horen we. Maar ook voor senioren is er <strong>in</strong> dorpen somsgeen passen<strong>de</strong> huisvest<strong>in</strong>g, waardoor zij te vroeg moeten verkassen naar <strong>de</strong> stad.In het westen van Brabant hebben prov<strong>in</strong>cie, gemeenten, zorgaanbie<strong>de</strong>rs encliëntenorganisaties daarom een ‘zorgnetwerk’ opgezet, waarb<strong>in</strong>nen on<strong>de</strong>ran<strong>de</strong>re wordt gewerkt aan meer woonzorgcomplexen die beter zijn verspreidover het gebied. In Noord-Limburg dient het project ‘Leven <strong>in</strong> het Dorp’hetzelf<strong>de</strong> doel: een voorzien<strong>in</strong>genniveau dat het mogelijk maakt dat hulpbehoeven<strong>de</strong>mensen zorg <strong>in</strong> hun eigen <strong>buurt</strong> kunnen v<strong>in</strong><strong>de</strong>n. Wooncorporaties zijnbelangrijke spelers <strong>in</strong> dit project: zij verzorgen uite<strong>in</strong><strong>de</strong>lijk <strong>de</strong> fysieke aanpass<strong>in</strong>gen,zoals <strong>de</strong> bouw van nieuwe woonzorgcomplexen en aangepaste won<strong>in</strong>gen.Ste<strong>de</strong>n hebben weliswaar meer te bie<strong>de</strong>n, maar <strong>de</strong> gebo<strong>de</strong>n kwaliteit schiet somstekort. Voor ou<strong>de</strong>ren en mensen met een beperk<strong>in</strong>g is het van belang dat ze hunzorgvoorzien<strong>in</strong>gen op een bereikbare afstand hebben. Het zoeken is naar nieuwe,betere oploss<strong>in</strong>gen. In Zaandam zijn bijvoorbeeld een verpleeghuis, <strong>buurt</strong>cen-


empirische bev<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen: het perspectief van bewonerstrum en k<strong>in</strong><strong>de</strong>ropvang on<strong>de</strong>r een dak verenigd; <strong>in</strong> Hilversum wordt alle dienstverlen<strong>in</strong>gvoor senioren op een multifunctionele locatie gebun<strong>de</strong>ld; <strong>in</strong> Rotterdambewan<strong>de</strong>lt Humanitas nieuwe wegen. Een van onze gesprekspartners zegt het zo:“We moeten niet langer doorgaan met <strong>de</strong> stoffige manier van oudjes opbergen.”3.2.2 meerwaar<strong>de</strong> voor overheid en wooncorporaties: handvat vooractieDe fysieke <strong>in</strong>richt<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> leefomgev<strong>in</strong>g van burgers kan voor overheid enwooncorporaties direct en <strong>in</strong>direct meerwaar<strong>de</strong> opleveren. Te <strong>de</strong>nken valt aan<strong>de</strong> positieve signaalwerk<strong>in</strong>g die er van overheids<strong>in</strong>grepen uitgaat of <strong>de</strong> groterebetrokkenheid van <strong>buurt</strong>bewoners bij het beleid. Een an<strong>de</strong>r punt is <strong>de</strong> meerwaar<strong>de</strong>voor wooncorporaties doordat <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> van hun pan<strong>de</strong>n stijgt na <strong>buurt</strong>acties.Meerwaar<strong>de</strong> voor <strong>de</strong> overheidEr gaat een sterke signaalfunctie uit van fysieke <strong>in</strong>grepen <strong>in</strong> <strong>de</strong> onmid<strong>de</strong>llijke leefomgev<strong>in</strong>gvan mensen. “Bewoners zien dat <strong>de</strong> stad hen serieus neemt; er wordt<strong>in</strong> hun wijk geïnvesteerd. Dat mist zijn uitwerk<strong>in</strong>g niet.” Soms zijn het groted<strong>in</strong>gen: <strong>de</strong> her<strong>in</strong>richt<strong>in</strong>g van het Schiedamse Schieveste is bijvoorbeeld gepaardgegaan met zeer zichtbare manifestaties: een ijsbaan <strong>in</strong> <strong>de</strong> w<strong>in</strong>ter, een strandvoetbaltoernooi<strong>in</strong> <strong>de</strong> zomer. Dat is echter niet zon<strong>de</strong>r risico: “De gemeente heeft weltijd voor die prestigeprojecten, maar er is geen geld om gewoon <strong>de</strong> straat netjes tehou<strong>de</strong>n.” Bij op<strong>in</strong>iepeil<strong>in</strong>gen staan hon<strong>de</strong>npoep en zwerfvuil meestal boven aan<strong>de</strong> klachtenlijstjes van bewoners. Veel gemeenten kiezen daarom voor schoonmaak-en reparatieacties om hun burgergerichtheid te benadrukken. Een snelleklachtenafhan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g, bijvoorbeeld door een gemeentelijke klusbus, wordt bijnaaltijd gewaar<strong>de</strong>erd: “Dat werkt prima, je belt en ze maken het. Daar zijn we ergover te spreken.”55Buurtactiviteiten vormen ook een handvat voor sociale betrokkenheid. In <strong>de</strong> matedat het versterken van sociale betrokkenheid een doel vormt van overheidsbeleid,is dus sprake van een mogelijke meerwaar<strong>de</strong> van <strong>buurt</strong>beleid. De DeventerSchoon Familie – burgers die <strong>in</strong>tekenen voor het schoonhou<strong>de</strong>n van hun <strong>buurt</strong> –staat daarbij zeker niet alleen; <strong>in</strong> veel <strong>buurt</strong>en grijpen bewoners naar <strong>de</strong> bezem ofnemen zij <strong>de</strong> verantwoor<strong>de</strong>lijkheid over voor hun groen. Rond het chiqueWilhelm<strong>in</strong>apark <strong>in</strong> Utrecht ontwikkel<strong>de</strong>n bewonersgroepen bijvoorbeeld eenserie <strong>in</strong>itiatieven met uitwaaier<strong>in</strong>g naar parkeerbeleid, hangjongeren, voetballen<strong>de</strong>yuppen en het voorkomen van vandalisme; <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>website van <strong>de</strong>Mauritsstraat getuigt daarvan. De <strong>buurt</strong> beproeft ook <strong>de</strong> mogelijkheid voor <strong>de</strong>aanleg van het eerste particuliere glasvezelnet van Ne<strong>de</strong>rland. El<strong>de</strong>rs vraagt eengemeente samen met een projectontwikkelaar aanstaan<strong>de</strong> bewoners via eenwebsite naar hun men<strong>in</strong>g over <strong>de</strong> <strong>in</strong>richt<strong>in</strong>g van speeltu<strong>in</strong>tjes en parkjes.Meerwaar<strong>de</strong> voor wooncorporatiesCorporaties zijn s<strong>in</strong>ds het e<strong>in</strong>d van <strong>de</strong> jaren negentig volgens het Besluit BeheerSociale Huursector (bbsh) belast met een sociale verantwoor<strong>de</strong>lijkheid. De


vertrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>verplicht<strong>in</strong>g om te <strong>in</strong>vesteren <strong>in</strong> <strong>de</strong> leefbaarheid van <strong>de</strong> fysieke omgev<strong>in</strong>g gaat uitvan het maatschappelijk belang plus het veron<strong>de</strong>rstel<strong>de</strong> eigenbelang van <strong>de</strong>corporatie: ook <strong>de</strong> waar<strong>de</strong>(stijg<strong>in</strong>g) van het onroerend goed is <strong>in</strong> het ged<strong>in</strong>g.Investeren <strong>in</strong> betere huisvest<strong>in</strong>g en omgev<strong>in</strong>gskwaliteit, zo luidt <strong>de</strong> re<strong>de</strong>ner<strong>in</strong>g,vergroot het draagvlak voor <strong>buurt</strong>betrokkenheid. Mensen willen niet meer weg,maar gaan meewerken aan <strong>de</strong> verzorg<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> eigen leefomgev<strong>in</strong>g en sprekenan<strong>de</strong>ren daarop aan. De leegstand is lager, het on<strong>de</strong>rhoud goedkoper, <strong>de</strong> bewonersmeer zelfredzaam, <strong>de</strong> wisselwerk<strong>in</strong>g prettiger.56De koplopers on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> corporaties zijn aan <strong>de</strong> slag gegaan. Door het creëren vaneen gevarieer<strong>de</strong>r won<strong>in</strong>gbestand wordt gestreefd naar <strong>in</strong> sociaal opzicht meergemeng<strong>de</strong> <strong>buurt</strong>en. Dit beleid is gebaseerd op <strong>de</strong> achterliggen<strong>de</strong> overtuig<strong>in</strong>g bijbeleidsmakers dat <strong>in</strong>tegratie via differentiatie verloopt, en dat daarom het meer‘mengen’ (van soorten won<strong>in</strong>gen en voorzien<strong>in</strong>gen, en daarmee mensen)gewenst is; overigens laat (empirisch) on<strong>de</strong>rzoek we<strong>in</strong>ig ‘hard’ bewijs zien voor<strong>de</strong>ze overtuig<strong>in</strong>g (Blokland-Potters 1998; Duyvendak en Hortulanus 1999). Erzijn voorbeel<strong>de</strong>n van corporaties die samen met <strong>de</strong> sociale dienst <strong>de</strong> helft van <strong>de</strong>werklozen <strong>in</strong> hun <strong>buurt</strong> weer aan <strong>de</strong> slag kregen, samen met zorg<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen<strong>buurt</strong>vrien<strong>de</strong>lijke huisvest<strong>in</strong>g voor gehandicapten regel<strong>de</strong>n, vrijwillige <strong>buurt</strong>wachtenen <strong>buurt</strong>bemid<strong>de</strong>laars stimuleer<strong>de</strong>n, migranten hielpen bij hetwegwijs maken, en <strong>in</strong> een dorp een campus van drie basisscholen bouw<strong>de</strong>n(rooms-katholiek, protestants-christelijk en openbaar) met negentien klaslokalen,een sportzaal, k<strong>in</strong><strong>de</strong>ropvang, peuterspeelzaal, naschoolse opvang, voorschoolseopvang en een bibliotheek.Het peloton van <strong>de</strong> corporaties moet echter nog wor<strong>de</strong>n geprikkeld tot creatiefna<strong>de</strong>nken over hun sociale taken (Hazeu 2004). Dekt <strong>de</strong> waar<strong>de</strong>stijg<strong>in</strong>g van hetonroerend goed <strong>de</strong> kosten, vragen bestuur<strong>de</strong>rs zich af. De koepelorganisatieAe<strong>de</strong>s houdt bij hoeveel er elk jaar wordt geïnvesteerd voor dit doel, maar analyseertniet het maatschappelijk ren<strong>de</strong>ment ervan. Hoewel gevoelsmatig correct,is er geen hard bewijs voor een waar<strong>de</strong>stijg<strong>in</strong>g <strong>in</strong> geval van een toegenomenfysieke en/of sociale aantrekkelijkheid van een <strong>buurt</strong>. Er is hier dus behoefteaan een kwantitatieve on<strong>de</strong>rbouw<strong>in</strong>g om <strong>de</strong> – terechte – vragen beter te kunnenbeantwoor<strong>de</strong>n. Indirect is wel bekend dat een betere kwaliteit van <strong>de</strong> fysiekeomgev<strong>in</strong>g (bijvoorbeeld groen) leidt tot hogere huizenprijzen. Ook veiligheidren<strong>de</strong>ert. Met behulp van een statistische analyse rekenen Marlet en Van Woerkens(2004a) voor dat elk extra geweldsmisdrijf per 1.000 <strong>in</strong>woners <strong>de</strong> waar<strong>de</strong>van een gemid<strong>de</strong>ld huis met zo’n 1.100 euro verm<strong>in</strong><strong>de</strong>rt.Er zijn ook steeds meer hoopgeven<strong>de</strong> praktijkvoorbeel<strong>de</strong>n. Op <strong>de</strong> AmsterdamseZeedijk wemel<strong>de</strong> het zo’n 20 jaar gele<strong>de</strong>n van junks en zwart geld. De nvZeedijk, een burger<strong>in</strong>itiatief gesteund door <strong>de</strong> gemeente en een aantal banken,kocht het meren<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> pan<strong>de</strong>n, knapte ze op en verhuur<strong>de</strong> of verkocht zeweer aan bonafi<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rnemers. Door <strong>de</strong> afgenomen crim<strong>in</strong>aliteit en overlaststeeg <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> van <strong>de</strong> pan<strong>de</strong>n <strong>in</strong> <strong>de</strong> straat: het aankopen en opknappen had16 miljoen euro gekost, <strong>de</strong> huidige waar<strong>de</strong> wordt geschat op 27 miljoen euro.


empirische bev<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen: het perspectief van bewonersEl<strong>de</strong>rs liep <strong>de</strong> doorstroom <strong>in</strong> een slechte stads<strong>buurt</strong> van circa acht procent perjaar na gerichte <strong>buurt</strong>actie on<strong>de</strong>r leid<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> wooncorporatie terug totm<strong>in</strong><strong>de</strong>r dan vijf procent. Hiermee werd een grote kostenpost <strong>in</strong>geperkt; <strong>de</strong>alternatieve oploss<strong>in</strong>g – sloop – was per saldo duur<strong>de</strong>r geweest. Toen na felbewonersprotest werd geïnvesteerd <strong>in</strong> <strong>de</strong> grootschalige herstructurer<strong>in</strong>g vanAmsterdam-Zuidoost, daal<strong>de</strong>n <strong>de</strong> werkloosheidscijfers snel en raakt <strong>de</strong> Bijlmerlangzaam van zijn negatieve imago af (Engbersen et al. 2005).In <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> twee subparagrafen behan<strong>de</strong>len we twee beleids<strong>in</strong>hou<strong>de</strong>lijkeaspecten die samenhangen met <strong>de</strong> fysieke <strong>in</strong>richt<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> leefomgev<strong>in</strong>g <strong>in</strong><strong>buurt</strong>en: differentiatie naar <strong>buurt</strong> (par. 3.2.3) en <strong>in</strong>tegraal beleid (par. 3.2.4).3.2.3 differentiatie naar <strong>buurt</strong>De ene <strong>buurt</strong> is <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re niet. De behoeften van bewoners waarop beleidsmakersmogelijk moeten <strong>in</strong>spelen, verschillen en dat geldt ook voor hun kwaliteitenwaarop ze kunnen bouwen. Hoewel we noodgedwongen moeten generaliseren,zijn er grote verschillen <strong>in</strong> <strong>de</strong> accenten die bewoners leggen op <strong>de</strong><strong>in</strong>richt<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> <strong>buurt</strong> <strong>in</strong> achtereenvolgens achterstands<strong>buurt</strong>en, mid<strong>de</strong>nstands<strong>buurt</strong>en,dorpen en voorstands<strong>buurt</strong>en.57Achterstands<strong>buurt</strong>en: nadruk op huisvest<strong>in</strong>g en openbare ruimteIn achterstands<strong>buurt</strong>en komt <strong>de</strong> <strong>buurt</strong> vooral <strong>in</strong> beweg<strong>in</strong>g voor het opheffenvan bronnen van onmid<strong>de</strong>llijke ergernis, zoals een kapotte afvalbak, slechteisolatie of een slecht werken<strong>de</strong> kachel. Bewoners verenigen zich vervolgens <strong>in</strong>actie tegen wooncorporatie, huiseigenaar of gemeente. Daarnaast bestaatbijzon<strong>de</strong>re aandacht voor het versterken van centrale basisvoorzien<strong>in</strong>gen,zoals ‘eigen’ schoolgebouwen en recreatieve voorzien<strong>in</strong>gen. Er is echter vooraleen <strong>in</strong>haalslag nodig om <strong>de</strong> bestaan<strong>de</strong> verloe<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> openbare ruimtetegen te gaan. Overheid en sociale spelers hebben daar<strong>in</strong> een rol. Steeds meercorporaties stellen wijkbeheer<strong>de</strong>rs aan en dat werkt vaak prima. Een beleidsme<strong>de</strong>werkervan een won<strong>in</strong>gbouwverenig<strong>in</strong>g zegt over zulke wijkbeheer<strong>de</strong>rs:“Ze hebben een belangrijke signaalfunctie voor ons. Ze zijn als het ware onzeogen en oren <strong>in</strong> <strong>de</strong> wijk. Ze hebben als taak het oplossen van kle<strong>in</strong>e klussen <strong>in</strong>en rond <strong>de</strong> won<strong>in</strong>gen, maar ook een dui<strong>de</strong>lijke sociale functie.”De overlast neemt af, maar dat gaat niet vanzelf. Het vertrouwen van bewonersmoet wor<strong>de</strong>n hersteld en dat beg<strong>in</strong>t ermee dat er iemand van <strong>de</strong> corporatieter plaatse aanwezig is om vragen te kunnen beantwoor<strong>de</strong>n. In <strong>de</strong> kel<strong>de</strong>rvan een flatblok richtte een corporatie een wijkpost <strong>in</strong>, van waaruit drie <strong>buurt</strong>meesters‘hun’ <strong>buurt</strong> opruim<strong>de</strong>n en mensen aanspraken op het veroorzakenvan rommel. Het is <strong>in</strong><strong>de</strong>rdaad opvallend schoon op straat: “Het opruimen isniet zo moeilijk, <strong>in</strong> twee tot drie maan<strong>de</strong>n was het schoon. De kunst is om hetdan ook <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> jaren te doen.”


vertrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>Een heel an<strong>de</strong>r type ‘opruimactie’ is nodig <strong>in</strong> wijken waar grote aantallen illegalen<strong>in</strong> particuliere huurpan<strong>de</strong>n voor overlast zorgen, zoals <strong>in</strong> <strong>de</strong> RotterdamseTarwewijk. Daar wor<strong>de</strong>n huisjesmelkers ‘opgejaagd’ om <strong>de</strong> overlast terug tebrengen en pan<strong>de</strong>n te werven voor bonafi<strong>de</strong> kopers of huur<strong>de</strong>rs. Indr<strong>in</strong>gen<strong>de</strong>maatregelen wor<strong>de</strong>n niet geschuwd: als een huisjesmelker na een waarschuw<strong>in</strong>gdoorgaat met illegale verhuur, wordt zijn lucratieve <strong>in</strong>komen hem ontnomendoor zijn pand te ‘verzegelen’ met een stalen <strong>de</strong>ur (Engbersen et al. 2005).58Mid<strong>de</strong>nstands<strong>buurt</strong>en en dorpen: nadruk op voorzien<strong>in</strong>gen en <strong>buurt</strong>eigenheidIn mid<strong>de</strong>nstands<strong>buurt</strong>en valt <strong>de</strong> grote betrokkenheid van bewoners op. Ongeacht<strong>de</strong> huidskleur of sociale achtergrond, zo leert <strong>de</strong> ervar<strong>in</strong>g; bewoners doen <strong>in</strong> grotemate mee. Zij komen enthousiast opdagen bij <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>schouw, waar <strong>de</strong> gemeentelijkediensten tezamen met <strong>de</strong> <strong>buurt</strong> kijken wat er moet wor<strong>de</strong>n opgeknapt.Zij zijn ook bereid <strong>de</strong> han<strong>de</strong>n uit <strong>de</strong> mouwen te steken “omdat mensen voorelkaar wat doen, samen bla<strong>de</strong>ren opruimen, sneeuw ruimen, ook bij elkaar”.Fysieke overlast is een terugkeren<strong>de</strong> bron van ergernis; veel burenruzies ontstaandoor geluidh<strong>in</strong><strong>de</strong>r. En ze ergeren zich als iemand an<strong>de</strong>rs hun territoir bevuilt,bijvoorbeeld door afval van balkons te gooien of naast conta<strong>in</strong>ers te dumpen.Bewoners hebben ook een sterke b<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g met <strong>de</strong> voorzien<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> hun <strong>buurt</strong>,bijvoorbeeld <strong>de</strong> speeltu<strong>in</strong>, het <strong>buurt</strong>centrum of <strong>de</strong> seniorenhuisvest<strong>in</strong>g. Zij makenzich druk om <strong>de</strong> verkeersveiligheid en <strong>de</strong>nken mee over fietspa<strong>de</strong>n en ‘k<strong>in</strong>dl<strong>in</strong>ten’,waarop <strong>de</strong> k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren voorrang hebben op weg naar school. Zij maken zichzorgen als voorzien<strong>in</strong>gen verschralen of als <strong>de</strong> p<strong>in</strong>automaat verdwijnt. Overhei<strong>de</strong>n sociale spelers, zeggen onze gesprekspartners, moeten hierover mee<strong>de</strong>nken:hoe kan je zoveel mogelijk bun<strong>de</strong>len, zodat <strong>de</strong> menselijke maat van onze <strong>buurt</strong>enzo goed mogelijk behou<strong>de</strong>n kan blijven en ze een soli<strong>de</strong> thuisbasis blijvenvormen? Het gaat immers om belangrijke eigenhe<strong>de</strong>n zoals een woonzorgcomplex,een consultatiebureau, een contactpunt voor senioren of een bre<strong>de</strong> school.In wijken met veel jongeren zijn meer<strong>de</strong>re jongerencentra nodig, v<strong>in</strong>dt eenAmsterdamse opbouwwerkster: “Er is <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze wijk maar één jongerencentrum;daar zit een groepje <strong>in</strong>, dus <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re groepen komen daar niet. Terwijl er, geloofik, zo’n 5.000 k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren <strong>in</strong> <strong>de</strong> wijk wonen!”Voorstands<strong>buurt</strong>en: nadruk op ‘privatiser<strong>in</strong>g’In <strong>de</strong> ‘nette’ <strong>buurt</strong>en eigenen <strong>de</strong> bewoners <strong>de</strong> openbare ruimte langs formele of<strong>in</strong>formele weg als het ware zich toe. Het groen wordt door particulieren <strong>in</strong>beheer genomen. Natuurgebie<strong>de</strong>n kennen veel onbetaal<strong>de</strong> toezichthou<strong>de</strong>rs.“Het park is geadopteerd door <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>: jonge mensen zonnen op het gras bij <strong>de</strong>vijverpartijen en er is een groot grasveld waar veel wordt gevoetbald.” InAmsterdam maken yuppen en grachtengor<strong>de</strong>lbewoners zich zorgen over <strong>de</strong>toestand van leegstaan<strong>de</strong> en vervallen gebouwen en over het parkeerbeleid(buitenstaan<strong>de</strong>rs moeten wor<strong>de</strong>n geweerd of op z’n m<strong>in</strong>st betalen). De tweeverdieners<strong>in</strong> verschei<strong>de</strong>ne b<strong>in</strong>nenste<strong>de</strong>n willen meepraten over werk/privé-voorzien<strong>in</strong>gen(k<strong>in</strong><strong>de</strong>ropvang, open<strong>in</strong>gstij<strong>de</strong>n) en kle<strong>in</strong>schalige w<strong>in</strong>kels en horeca


empirische bev<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen: het perspectief van bewoners(kroegen, terrasjes). En niemand – bewoners noch on<strong>de</strong>rnemers – wil overlastvan junks of van rommel.3.2.4 <strong>in</strong>tegraal beleidIn hoeverre kan een beleid voor <strong>de</strong> <strong>in</strong>richt<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> <strong>buurt</strong> <strong>in</strong>tegraal van <strong>de</strong> grondkomen, dat wil zeggen <strong>in</strong> on<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>ge samenspraak tussen <strong>de</strong> betrokken spelers.Bewoners blijken zeker te ‘verlei<strong>de</strong>n’ te zijn tot betrokkenheid bij hun <strong>buurt</strong>,omdat het bij <strong>de</strong> fysieke <strong>in</strong>richt<strong>in</strong>g om voor hen wezenlijke belangen gaat en ook<strong>de</strong> overheid en an<strong>de</strong>re partijen hebben er voor<strong>de</strong>el van. Daartoe gel<strong>de</strong>n, zeker <strong>in</strong>het geval van grootschalige herstructurer<strong>in</strong>gen of nieuwbouw, twee succesvoorwaar<strong>de</strong>n:(a) een doorbrek<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> overmatige eenzijdigheid van het bestaan<strong>de</strong>beleid door een grotere gebiedsgerichtheid en daarb<strong>in</strong>nen een betere afstemm<strong>in</strong>gtussen <strong>de</strong> fysieke en sociale pijlers; (b) een concretere <strong>in</strong>vull<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> socialeverantwoor<strong>de</strong>lijkheid van <strong>de</strong> wooncorporaties. We lichten bei<strong>de</strong> factoren toe.Grotere gebiedsgerichtheidEen belangrijk element van <strong>in</strong>tegraal werken op het fysieke terre<strong>in</strong> is dat gemeentenen hun voornaamste partners bij bouw – wooncorporaties en projectontwikkelaars– meer gebiedsgericht gaan werken. Nu zijn ze veelal sterk projectgerichten <strong>de</strong>f<strong>in</strong>iëren daardoor <strong>de</strong> begrenz<strong>in</strong>g van hun plannen te eng. Deze tekortkom<strong>in</strong>gkan scha<strong>de</strong>lijk zijn: <strong>de</strong> verban<strong>de</strong>n raken zoek en dat leidt tot verspl<strong>in</strong>ter<strong>in</strong>g:gaat het over een enkel blok flats of een hele <strong>buurt</strong>, met <strong>in</strong>begrip van <strong>de</strong> openbareruimte en sociale voorzien<strong>in</strong>gen? Gaat het over een enkel project of over eenportefeuille van projecten <strong>in</strong> een langer lopend totaalprogramma? Gaat het ophet platteland alleen om nieuwbouw (‘rood’) of ook om het behoud van <strong>de</strong> landbouw,recreatie en natuur (‘groen’)?59Er zijn voorbeel<strong>de</strong>n van (<strong>de</strong>el)gemeenten die gebiedsgericht werken: <strong>de</strong> Rotterdamsestads<strong>de</strong>len Feijenoord en Charlois werken samen op <strong>de</strong> Dordtselaan, die<strong>de</strong> scheid<strong>in</strong>g van hun gebie<strong>de</strong>n vormt. Enkele wooncorporaties en sommige groteprojectontwikkelaars zijn bereid kosten en baten te sprei<strong>de</strong>n over een breedgebied en over een langere tijd. Zij beheersen bovendien <strong>de</strong> kunst van het samenwerkenmet <strong>de</strong>r<strong>de</strong>n. Het probleem zit bij <strong>de</strong> ‘kle<strong>in</strong>e scharrelaars’ die uit zijn opsnel geld verdienen. Goedkoop wordt dan duurkoop, temeer omdat <strong>de</strong> bestaan<strong>de</strong>wet- en regelgev<strong>in</strong>g onvoldoen<strong>de</strong> houvast biedt en omdat op het niveau van <strong>de</strong>(<strong>de</strong>el)gemeente <strong>de</strong> overheid vaak te zwak is om weerstand te bie<strong>de</strong>n tegen <strong>de</strong>druk van gron<strong>de</strong>igenaren en projectontwikkelaars.Vooral <strong>in</strong> herstructurer<strong>in</strong>gsgebie<strong>de</strong>n is aandacht vereist voor een betere afstemm<strong>in</strong>gvan enerzijds <strong>de</strong> fysieke en an<strong>de</strong>rzijds <strong>de</strong> sociale overheidspijlers. Beleidsmakersconcentreren zich meestal op <strong>de</strong> fysieke pijler (huizen, straten, wijken) enverliezen <strong>de</strong> sociale pijler (mensen en hun samenhangen) uit het oog. Eenopbouwwerker vat het bondig samen: “Het effect van fysieke <strong>in</strong>vester<strong>in</strong>genwordt versterkt door <strong>in</strong>vester<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> sociale netwerken <strong>in</strong> <strong>de</strong> woonomgev<strong>in</strong>g.Ie<strong>de</strong>reen wil gezellig en mooi wonen.” De moraal wat betreft dat ‘sociale <strong>in</strong>veste-


vertrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>ren’ is volgens onze gesprekspartners: eer<strong>de</strong>r beg<strong>in</strong>nen en later e<strong>in</strong>digen. Nu is <strong>de</strong>behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g van mensen <strong>in</strong> een te herstructureren <strong>buurt</strong> soms heel onpersoonlijk:<strong>in</strong> extreme gevallen ontvangen <strong>buurt</strong>bewoners een brief <strong>in</strong> <strong>de</strong> bus met boodschap“uw huis wordt gesloopt en u gaat verhuizen”.Te vaak dicteert tij<strong>de</strong>ns herstructurer<strong>in</strong>gen <strong>de</strong> bouwkraan <strong>de</strong> leefbaarheid: “Hele<strong>buurt</strong>en jarenlang dichtgetimmerd laten staan: dat is vragen om moeilijkhe<strong>de</strong>n.”En men neemt bovendien te gemakkelijk aan dat het project na oplever<strong>in</strong>g klaaris. Een herstructurer<strong>in</strong>gsprofessional: “Maar <strong>in</strong> feite beg<strong>in</strong>t het dan pas.” Hij pleitervoor om <strong>in</strong> het budget meteen een post voor beheer en on<strong>de</strong>rhoud te reserveren,zodat niet na oplever<strong>in</strong>g <strong>de</strong> verpauper<strong>in</strong>g door gebrek aan stur<strong>in</strong>g al kan<strong>in</strong>zetten, zoals <strong>in</strong> veel gerenoveer<strong>de</strong> wijken te constateren valt. Alleen dan is er <strong>de</strong>mogelijkheid om een normaal sociaal en economisch leven te organiseren en tebehou<strong>de</strong>n. De <strong>buurt</strong>meester van een corporatie valt hem bij: “Stenen en gebouwendoen niets. Wat je fysiek kan doen, is het schoon, netjes en veilig hou<strong>de</strong>n,maar ver<strong>de</strong>r gaat het om het sociale. Stabiliseren, het zover krijgen dat mensenhier graag willen blijven wonen, kan alleen met mensen.”60Waar <strong>in</strong> het ka<strong>de</strong>r van een <strong>in</strong>tegrale aanpak gebiedsgerichte ka<strong>de</strong>rafspraken zijngemaakt, moet een d<strong>in</strong>g niet uit het oog wor<strong>de</strong>n verloren: er dient reken<strong>in</strong>g tewor<strong>de</strong>n gehou<strong>de</strong>n met <strong>de</strong> vereisten van een <strong>buurt</strong>overstijgen<strong>de</strong> coörd<strong>in</strong>atie enaanstur<strong>in</strong>g. Er komen ons verschillen<strong>de</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>n van coörd<strong>in</strong>atie ter ore. InRotterdam kiest men ervoor bovenlokale partijen (regiogemeenten, lan<strong>de</strong>lijkeoverheid) bij operaties te betrekken. In Amsterdam wor<strong>de</strong>n oploss<strong>in</strong>gen voor‘bovenmaatse’ problemen eer<strong>de</strong>r gezocht <strong>in</strong> creatieve en pragmatische samenwerk<strong>in</strong>gtussen <strong>de</strong> <strong>de</strong>centrale organisaties: voor <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>lijke vernieuw<strong>in</strong>g is hetBureau Parkstad opgericht, waarb<strong>in</strong>nen vier stads<strong>de</strong>len samenwerken; ook politieen justitie werken op dit schaalniveau samen (Engbersen et al. 2005: 100, 116).Concretere <strong>in</strong>vull<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> sociale verantwoor<strong>de</strong>lijkheid van <strong>de</strong>won<strong>in</strong>gcorporatiesWat doen wooncorporaties aan het vormgeven van een <strong>in</strong>tegraal beleid? Insi<strong>de</strong>rs<strong>in</strong> achterstands<strong>buurt</strong>en wijzen op grote verschillen: sommige corporaties doenveel, maar het meren<strong>de</strong>el is lethargisch of is uit op w<strong>in</strong>stmaximalisatie. Een aantalvan onze gesprekspartners is van men<strong>in</strong>g dat veel corporaties hun oorspronkelijkedoelstell<strong>in</strong>gen zijn vergeten: “Werken zij nog voor <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rkant van <strong>de</strong>samenlev<strong>in</strong>g?” De menselijke maat is zoek. Door het proces van schaalvergrot<strong>in</strong>g<strong>in</strong> <strong>de</strong>ze sector lijken corporaties te groot en te sterk voor hun omgev<strong>in</strong>g en krijgenze te we<strong>in</strong>ig tegenspel, noch van bewoners, noch van <strong>de</strong> overheid (Hazeu et al.2005). Enkele ontpoppen zich als economisch gedreven vastgoedbedrijven en“vere<strong>de</strong>l<strong>de</strong> projectontwikkelaars”, die zich van <strong>de</strong> sociale aspecten (te) we<strong>in</strong>igaantrekken. Zij hebben stads<strong>de</strong>elbesturen en -ra<strong>de</strong>n en hun ambtenaren “<strong>in</strong> hunzak” door hun veel grotere en <strong>de</strong>skundigere apparaat en weigeren soms om meete werken als ze hun z<strong>in</strong> niet krijgen. Dat is volgens onze zegslie<strong>de</strong>n een re<strong>de</strong>n totzorg, omdat een overmatig accent op marktwerk<strong>in</strong>g een uitoefen<strong>in</strong>g van socialetaken uitsluit.


empirische bev<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen: het perspectief van bewonersHoe kunnen wooncorporaties wor<strong>de</strong>n gestimuleerd tot een betere <strong>in</strong>vull<strong>in</strong>g vanhun sociale rol? Er is veel mogelijk <strong>in</strong>dien <strong>de</strong> bestaan<strong>de</strong> voorschriften en gebo<strong>de</strong>nwor<strong>de</strong>n verhel<strong>de</strong>rd en aangescherpt. Ze staan nu <strong>in</strong> het bbsh, maar <strong>de</strong> bijdragevan corporaties aan <strong>de</strong> leefbaarheid is te abstract benoemd en behoeft na<strong>de</strong>respecificatie. Corporaties moeten b<strong>in</strong>nen nieuw te maken ka<strong>de</strong>rafspraken kunnenrekenen op <strong>de</strong> steun van an<strong>de</strong>re actoren, uiteenlopend van overheid, politie totmaatschappelijk werk. En daarnaast dient het beleid te wor<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>rbouwd methar<strong>de</strong> economische bereken<strong>in</strong>gen (waar<strong>de</strong>stijg<strong>in</strong>g bij verbeteren van een <strong>buurt</strong>).Tot slot wordt gepleit voor openbare rapportages, gebaseerd op visitatie, waarbijzowel <strong>de</strong> goe<strong>de</strong> als slechte voorbeel<strong>de</strong>n <strong>in</strong> <strong>de</strong> schijnwerpers wor<strong>de</strong>n gezet. Dehuidige vrijblijvendheid is te groot om <strong>de</strong> sociale pijler voldoen<strong>de</strong> tot zijn recht telaten komen.De twee subparagrafen die hierna volgen, behan<strong>de</strong>len twee procesmatige aspectendie samenhangen met <strong>de</strong> fysieke <strong>in</strong>richt<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> leefomgev<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>buurt</strong>en:samenwerk<strong>in</strong>g en coproductie bij beleidsvoorbereid<strong>in</strong>g (par. 3.2.5) en gepasteafstand bij <strong>de</strong> uitvoer<strong>in</strong>g van beleid (par. 3.2.6).3.2.5 coproductie bij beleidsvoorbereid<strong>in</strong>gEen voormalig stads<strong>de</strong>elvoorzitter zegt: “Trotse bewoners zijn <strong>de</strong> beste ambassa<strong>de</strong>urs,beter dan bestuur<strong>de</strong>rs en politici.” Als bewoners trots zijn op hun <strong>buurt</strong>,zijn ze bereid mee te <strong>de</strong>nken over het beleid van overheid en corporaties. Hun<strong>in</strong>breng moet dan zowel <strong>in</strong>hou<strong>de</strong>lijk als procesmatig serieus wor<strong>de</strong>n genomen.Dat is nu te vaak nauwelijks het geval. Twee factoren vragen daarom om eengerichte aandacht: (a) beleidsmakers dienen meer oog te hebben voor <strong>de</strong> drijfverenvan bewoners; (b) er moet sprake zijn van een evenwichtige betrokkenheidvan bewoners.61Meer oog voor <strong>de</strong> drijfveren van bewonersBeleidsmakers hou<strong>de</strong>n te we<strong>in</strong>ig reken<strong>in</strong>g met <strong>de</strong> woonwensen van <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>bevolk<strong>in</strong>g.Dit probleem wordt treffend on<strong>de</strong>r woor<strong>de</strong>n gebracht door een communicatieadviseur:“Veel partijen, en dan met name gemeenten, zien <strong>de</strong> wijk alsstatische eenheid: een soort gebied dat stilstaat en niet veran<strong>de</strong>rt.” Dat wektwrevel. In dorpen speelt <strong>de</strong>ze problematiek net zo. Plattelandsgemeenschappenlopen bijvoorbeeld te hoop tegen nationale of prov<strong>in</strong>ciale ‘vrieskastscenario’s’ uit<strong>de</strong> ruimtelijkeor<strong>de</strong>n<strong>in</strong>gshoek, die beperk<strong>in</strong>gen opleggen aan het wonen enwerken van <strong>de</strong> eigen bevolk<strong>in</strong>g. Starters op <strong>de</strong> won<strong>in</strong>gmarkt wonen het liefst <strong>in</strong>hun eigen dorp, senioren willen zo laat mogelijk of het liefst <strong>in</strong> het geheel nietverkassen. Beleidsmakers <strong>de</strong>nken echter vaak <strong>in</strong> termen van ‘plaatsen’: als die ernu maar genoeg zijn <strong>in</strong> een bepaal<strong>de</strong> regio, is het beleid sluitend.De problematiek wordt nog meer op <strong>de</strong> spits gedreven <strong>in</strong> <strong>de</strong> grote ste<strong>de</strong>n. NeemRotterdam. Beleidsmakers wijzen op <strong>de</strong> voortduren<strong>de</strong> verarm<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> stad. Zijhalen statistieken aan die laten zien dat ‘jonge, laagopgelei<strong>de</strong> en arme mensen’<strong>in</strong>stromen, terwijl ‘ou<strong>de</strong>re, hoger opgelei<strong>de</strong> en rijkere mensen’ <strong>de</strong> stad uit trekken


vertrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>(Engbersen et al. 2005). Maar wanneer <strong>de</strong>ze grootste<strong>de</strong>lijke beleidsmakers zichzou<strong>de</strong>n verplaatsen <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>in</strong>- en uitstromers zelf en <strong>in</strong> hún persoonlijke huisvest<strong>in</strong>gssituatie,ontstaat misschien een an<strong>de</strong>r beeld.Instromers zijn <strong>de</strong> afgelopen twee <strong>de</strong>cennia vooral arme migranten, die <strong>in</strong> eenhar<strong>de</strong>kern-achterstands<strong>buurt</strong> “met vijftien man <strong>in</strong> een souterra<strong>in</strong>” en vaak illegaal<strong>in</strong> han<strong>de</strong>n vallen van huisjesmelkers. Zij hebben maar een doel: zo snelmogelijk zien weg te komen. De doorstrom<strong>in</strong>g is dan ook hoog, met eengemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> verblijfsduur van m<strong>in</strong><strong>de</strong>r dan een jaar. Zodra zij <strong>de</strong> kans hebben,verhuizen ze naar relatief grote flats, die oorspronkelijk voor grote autochtonegez<strong>in</strong>nen waren bedoeld, of wor<strong>de</strong>n ze door corporaties geplaatst <strong>in</strong> een <strong>buurt</strong>met lotgenoten.62Wijken met relatief veel slechte won<strong>in</strong>gen ‘verzwarten’ zo <strong>in</strong> korte tijd enontwikkelen zich tot achterstands<strong>buurt</strong>; het Rotterdamse Hoogvliet en Schiemon<strong>de</strong>n het Amsterdamse Bos en Lommer zijn daarvan voorbeel<strong>de</strong>n. De doorstrom<strong>in</strong>gis hoog, omdat vrijwel alle bewoners hun flat zien als een tij<strong>de</strong>lijkeopstap naar iets beters. Bewoners tonen daarom we<strong>in</strong>ig <strong>in</strong>teresse <strong>in</strong> “samenleven”.Pas na een volgen<strong>de</strong> verhuiz<strong>in</strong>g naar een mid<strong>de</strong>nstands<strong>buurt</strong> – van <strong>de</strong> Bijlmernaar Almere of van <strong>de</strong> Maasstad naar Alexan<strong>de</strong>rstad – lukt dat. Dan blijkt <strong>de</strong>mid<strong>de</strong>nklasse verrassend homogeen te zijn: allochtonen en autochtonen zijn“allemaal gehecht aan hun <strong>buurt</strong>je” dan wel aan <strong>de</strong> eigen (koop)won<strong>in</strong>g.Als <strong>de</strong>ze huisvest<strong>in</strong>gsdrieslag een a<strong>de</strong>quate beschrijv<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> werkelijkheidgeeft, rijzen an<strong>de</strong>re beleidsvragen dan nu meestal aan bod komen. Is het bijvoorbeeldwel juist om naar <strong>de</strong> statistieken van een gemeente te kijken en niet naar hetgrotere gebied met <strong>in</strong>begrip van <strong>de</strong> buurgemeenten, waar <strong>de</strong> witte of steeds vakerook <strong>de</strong> zwarte vlucht uit <strong>de</strong> achterstands<strong>buurt</strong>en wordt opgevangen? Zijn <strong>de</strong>grote ste<strong>de</strong>n misschien voortreffelijke “opwerkfabrieken” – het woord komt uitRotterdam – die jonge, laagopgelei<strong>de</strong> en arme mensen met het ou<strong>de</strong>r wor<strong>de</strong>nprecies geven waarnaar ze zoeken: een opleid<strong>in</strong>g en betere economische omstandighe<strong>de</strong>n?Moeten we ons dan niet veeleer richten op het bewust aansturen van<strong>de</strong> ‘productieplann<strong>in</strong>g’, vraagt een aantal beleidsmakers zich af: niet te veel<strong>in</strong>stroom om <strong>de</strong> fabriek niet te overbelasten, maar tegelijk <strong>de</strong> productiechefs welbelonen voor het <strong>in</strong>vullen van hun belangrijke maatschappelijke rol?Evenwichtige betrokkenheid van bewonersVeelal blijft <strong>de</strong> representativiteit van <strong>buurt</strong>organisaties een vraag. Steeds weerzijn we geconfronteerd met klachten over “<strong>de</strong> grote bekken” van een spreken<strong>de</strong>m<strong>in</strong><strong>de</strong>rheid, die het overleg naar zich toetrekt. Gemeenten en sociale spelersmogen zich niet beperken tot <strong>de</strong> ‘vaste’ bewonersvertegenwoordigers met eenger<strong>in</strong>ge behoefte aan participatie van an<strong>de</strong>ren, zo vernemen we. De ou<strong>de</strong> gar<strong>de</strong>,vaak met grote verdiensten voor <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>, is meestal behou<strong>de</strong>nd ten aanzien van<strong>de</strong> fysieke <strong>in</strong>richt<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>. Bij <strong>de</strong> aanleg van een tram- of metrolijn verenigenzij alle tegenstan<strong>de</strong>rs, niet <strong>de</strong> potentiële gebruikers. Bewoners zijn voorstan<strong>de</strong>rvan het kappen van bomen voor hun <strong>de</strong>ur, maar ‘<strong>de</strong> <strong>buurt</strong>’ is tegen.


empirische bev<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen: het perspectief van bewonersHet is ook niet eenvoudig <strong>de</strong> juiste overlegvorm te v<strong>in</strong><strong>de</strong>n: wor<strong>de</strong>n bewoners pasheel laat op <strong>de</strong> hoogte gesteld, dan is het onvermij<strong>de</strong>lijk dat ze protesteren.Wor<strong>de</strong>n ze echter <strong>in</strong> een te vroeg stadium betrokken, dan zijn ze niet altijd te<strong>in</strong>teresseren: meepraten over milieuvoorschriften en afstemm<strong>in</strong>g met an<strong>de</strong>regemeentelijke plannen is niet echt aantrekkelijk. De mate waar<strong>in</strong> bewonerscommunicatie op prijs stellen varieert: <strong>de</strong> ene bewoner v<strong>in</strong>dt het voldoen<strong>de</strong> meete praten over <strong>de</strong> kleur van dakpannen, <strong>de</strong> an<strong>de</strong>r wil al meepraten als er nog geenletter op papier staat. Het komt erop aan <strong>de</strong> ‘juiste’ bewoners te betrekken en zeniet te overvragen.Niet alleen bewoners, maar ook ambtenaren wor<strong>de</strong>n soms overvraagd. Zij zijnaan <strong>de</strong> ene kant soms tot veel <strong>in</strong> staat, bijvoorbeeld bij <strong>de</strong> snelle realisatie van hetMoe<strong>de</strong>rK<strong>in</strong>d-centrum ‘Anne Tefle’ – een pareltje gehuisvest <strong>in</strong> een noodgebouw<strong>in</strong> Bos en Lommer – dat werd geïnitieerd door allochtone moe<strong>de</strong>rs. Aan <strong>de</strong> an<strong>de</strong>rekant hebben politici en ambtenaren, vooral <strong>in</strong> <strong>de</strong>elgemeenten en dorpen, bre<strong>de</strong>portefeuilles en beperkte on<strong>de</strong>rsteun<strong>in</strong>g; wijkcoörd<strong>in</strong>atoren op het gemeentehuismoeten bijvoorbeeld <strong>in</strong> hun eentje <strong>de</strong> uitvoer<strong>in</strong>g van een groot aantal activiteitenbegelei<strong>de</strong>n. Te vaak zijn beleidsmakers me<strong>de</strong> daardoor te traag of willen het temooi maken: bewoners hebben een korte tijdshorizon. Een jongen van zestienschreef een prachtige brief waar<strong>in</strong> hij <strong>de</strong> <strong>de</strong>elgemeente verzocht een kle<strong>in</strong>eruimte te bie<strong>de</strong>n om leeftijdsgenoten te ontmoeten. De enthousiaste <strong>de</strong>elgemeentewerkte een veel groter plan uit voor een jongerencentrum voor jongensvanaf tien jaar, maar <strong>de</strong> realiser<strong>in</strong>g daarvan duur<strong>de</strong> een paar jaar. Het Moe<strong>de</strong>r-K<strong>in</strong>d-centrum dreigt nu ook on<strong>de</strong>r zijn eigen succes te bezwijken: het wordtopgenomen <strong>in</strong> <strong>de</strong> plannen voor een groter welzijnscentrum, met alle na<strong>de</strong>ligegevolgen voor <strong>de</strong> moe<strong>de</strong>rgroep van dien.63Er is overigens wel een toenemen<strong>de</strong> ervar<strong>in</strong>gsbasis rond het betrekken van bewoners.Huizenbezitters voelen zich bijvoorbeeld verantwoor<strong>de</strong>lijker voor hunwon<strong>in</strong>g en hun woonomgev<strong>in</strong>g. Verenig<strong>in</strong>gen van eigenaren zijn vaak een beg<strong>in</strong>van sociale samenhang. Huur<strong>de</strong>rs van <strong>de</strong> Rotterdamse wooncorporatie WoonbronMaasoeverskunnen daarom hun won<strong>in</strong>g kopen met 25 procent kort<strong>in</strong>g op<strong>de</strong> marktprijs; bij verkoop – aan <strong>de</strong> corporatie, maar tegen marktprijs – wordt <strong>de</strong>w<strong>in</strong>st of het verlies ge<strong>de</strong>eld met <strong>de</strong> corporatie. Lelystad had grootscheepse sloopplannen<strong>in</strong> een verloe<strong>de</strong>ren<strong>de</strong> wijk van pas 20 jaar oud. De wooncorporatieknapte echter een aantal won<strong>in</strong>gen mooi op en verkocht ze. Door het voorbeeldvan het eigen bezit gaan <strong>in</strong>mid<strong>de</strong>ls an<strong>de</strong>re bewoners ook beter met hun huis en<strong>buurt</strong> om.Soms is een lange a<strong>de</strong>m vereist om een werkelijke betrokkenheid tot stand tebrengen. In het Rotterdamse Hoogvliet bijvoorbeeld v<strong>in</strong>dt een ‘ombouw’ plaatsvan 8.200 naar 4.000 sociale won<strong>in</strong>gen en komen er meer duur<strong>de</strong>re huurwon<strong>in</strong>genen koopwon<strong>in</strong>gen. Halverwege <strong>de</strong> herstructurer<strong>in</strong>g is het <strong>in</strong>mid<strong>de</strong>ls veiligergewor<strong>de</strong>n: “Je kan <strong>de</strong> straat weer op”, zoals een bewoonster ons uitleg<strong>de</strong>, “maarnog niet alleen.”


vertrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>3.2.6 gepaste afstand bij uitvoer<strong>in</strong>gVelen waarschuw<strong>de</strong>n ons: het is niet verstandig bewoners altijd hun z<strong>in</strong> te gevenen je mag als uitvoer<strong>de</strong>r ook best wat van hen vragen. Niettem<strong>in</strong> zijn er tweepunten waar <strong>de</strong> uitvoer<strong>in</strong>g van het beleid verbeter<strong>in</strong>g behoeft: (a) <strong>de</strong> vormgev<strong>in</strong>gvan bewonersbetrokkenheid; (b) <strong>de</strong> toespits<strong>in</strong>g van spelregels.Vormgev<strong>in</strong>g van bewonersbetrokkenheidOm een sociale rol te kunnen spelen moeten <strong>de</strong> wooncorporaties ‘hun’ (potentiële)bewoners kennen. Daar<strong>in</strong> schuilt echter veelal een probleem, zoals eenverbaas<strong>de</strong> projectontwikkelaar opmerkt: “Ze weten vaak niks van <strong>de</strong> wensen vanbewoners.” Een bewoner woont al veertien jaar <strong>in</strong> een flat, maar hem is nog nooitdoor <strong>de</strong> corporatie gevraagd hoe het hem bevalt. De schaalvergrot<strong>in</strong>g van corporatiesheeft enerzijds stellig zijn positieve kanten. Een hogere professionaliteit,meer durf en meer <strong>de</strong>nkkracht zijn van grote waar<strong>de</strong>, mits <strong>de</strong> corporatie <strong>in</strong> haarorganisatiemo<strong>de</strong>l een dui<strong>de</strong>lijke gebiedsoriëntatie weet te behou<strong>de</strong>n. Te vaak isdat echter niet het geval en lei<strong>de</strong>n schaal plus toegenomen zelfstandigheid tot eentoenemen<strong>de</strong> afstand tot (potentiële) bewoners.64Zo zijn enkele corporaties ertoe overgegaan <strong>de</strong> vroegere huismeester te ontslaan.Daarvoor <strong>in</strong> <strong>de</strong> plaats is er één beheer<strong>de</strong>r aangesteld voor maar liefst 18.000won<strong>in</strong>gen. Bel je, dan krijg je een traag en slecht geïnformeerd callcenter.Misschien, zeggen onze gesprekspartners, moeten er spelregels voor corporatieswor<strong>de</strong>n opgesteld, zoals per 500 won<strong>in</strong>gen een huismeester, die als een soort<strong>buurt</strong>meester is aangekoppeld aan <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>agent en an<strong>de</strong>re sociale spelers. Diehuismeester handhaaft <strong>de</strong> regels, houdt <strong>de</strong> galerijen schoon en voorkomt hetontstaan van een pu<strong>in</strong>hoop bij afvalconta<strong>in</strong>ers. Waar hij er is, werkt dat vaakgoed. In feite is hij voor <strong>de</strong> bewoners het gezicht van <strong>de</strong> corporatie en, an<strong>de</strong>rsom,fungeert hij als <strong>de</strong> ogen en oren van die corporatie. Hij vormt een vraagbaak voorbewoners, spreekt hen aan en bemid<strong>de</strong>lt <strong>in</strong> conflicten tussen buren. Dat heeftook een belangrijke symbolische waar<strong>de</strong>. Bewoners zien dat <strong>de</strong> corporatie hunproblemen serieus aanpakt; het blijft niet bij mooie woor<strong>de</strong>n.Ook <strong>in</strong> het Rotterdamse wooncomplex De Peperklip werd met een structureleaanpak begonnen door <strong>de</strong> berg<strong>in</strong>gen, waar veel overlast was van illegale feestenen drugsgebruik, grondig op te knappen. Dat kweekte goodwill bij <strong>de</strong> bewoners,die zagen dat <strong>de</strong> corporatie zich aan haar woord hield. Een corporatie <strong>in</strong> Rotterdambenoem<strong>de</strong> een ‘sociaal manager’ die een voetbalproject organiseer<strong>de</strong> voorlawaai trappen<strong>de</strong> jongens, met als gevolg dat ze geen overlast meer bezorg<strong>de</strong>nmaar lid wer<strong>de</strong>n van een voetbalverenig<strong>in</strong>g – op kosten van <strong>de</strong> corporatie.Wooncorporatie Vestia creëer<strong>de</strong> <strong>de</strong> functie van floormanager, me<strong>de</strong> omdat ze <strong>de</strong>kwaliteit van het gangbare welzijnswerk onvoldoen<strong>de</strong> en te vrijblijvend v<strong>in</strong>dt.De oud-opbouwwerker is er blij mee: “Het is heerlijk om met corporaties tewerken. Ze hebben massa en daadkracht; een vera<strong>de</strong>m<strong>in</strong>g vergeleken met hetwelzijnswerk. Ze zien het nut <strong>in</strong> van sociale, fysieke en economische belangen.”


empirische bev<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen: het perspectief van bewonersHet betrekken van corporaties bij het welzijnswerk vormt een terugkerendon<strong>de</strong>rwerp. Een oud-bestuur<strong>de</strong>r van een grote stad spreekt van “het failliet van<strong>de</strong> welzijnssector”. Hij legt uit: “Het is een misverstand dat er veel geld zit <strong>in</strong> <strong>de</strong>fysieke pijler en geen geld <strong>in</strong> <strong>de</strong> welzijnspijler. Geld <strong>in</strong> <strong>de</strong> welzijnspijler is alleenregulier geïnstitutionaliseerd geld. ’t Zit vast <strong>in</strong> ruimte, personeel, en zo. Er is eengebrek aan ruimte om met dat geld om te gaan. De fysieke pijler kan veel flexibelermet het geld omgaan.” Ook <strong>de</strong> samenwerk<strong>in</strong>g b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> sociale pijler kanbeter: “De spelers <strong>in</strong> <strong>de</strong> sociale pijler concurreren elkaar <strong>de</strong> tent uit.” Daardoorwor<strong>de</strong>n bewoners óf overla<strong>de</strong>n met zorg óf helemaal niet bereikt. Dat mag overigens<strong>de</strong>els ook hun geldgever, <strong>de</strong> overheid, kwalijk wor<strong>de</strong>n genomen. Aan <strong>de</strong>sociale kant is alleen geld voor kortlopen<strong>de</strong> projecten en dat moet ook nog doorlopendwor<strong>de</strong>n bevochten.Toespits<strong>in</strong>g van spelregelsGemeenten ontwikkelen een scala van <strong>in</strong>strumenten om bewoners te betrekkenbij het beheer van ‘hun’ openbare ruimte. We vermeld<strong>de</strong>n al <strong>buurt</strong>schouwen,waarbij gemeentelijke diensten, agenten en beheer<strong>de</strong>rs van wooncorporaties metbewoners door een <strong>buurt</strong> lopen om ter plekke te registreren waar extra on<strong>de</strong>rhou<strong>de</strong>n beheer nodig zijn. Er zijn schoonmaakacties <strong>in</strong> vele vormen: naast <strong>de</strong>‘Deventer Schoon Familie’ bijvoorbeeld <strong>de</strong> ‘Fleur Delft Op’-acties, waarbij <strong>de</strong>gemeente met extra veegwagens en groenbeheer<strong>de</strong>rs naar een <strong>buurt</strong> toe komt engereedschap meeneemt voor bewoners die mee willen doen. Een aantal gemeentenkent ook het zogenoem<strong>de</strong> ‘burger<strong>in</strong>itiatief’, dat het bewoners mogelijk maaktom zelf i<strong>de</strong>eën voor hun eigen straat of <strong>buurt</strong> rechtstreeks <strong>in</strong> te dienen bij <strong>de</strong>gemeente. Bijna altijd gaat het om fysieke aspecten: het plaatsen van bloembakken<strong>in</strong> een straat, het aanleggen van drempels, enzovoort. Sommige plaatsen,waaron<strong>de</strong>r Utrecht, maken gebruik van beheerconvenanten: bewoners nemen opeigen <strong>in</strong>itiatief het beheer over van <strong>de</strong> gemeente van een park, ple<strong>in</strong>tje of speelplaats,en leggen <strong>de</strong> afspraken daarover vast.65Er wor<strong>de</strong>n ook geheel an<strong>de</strong>re convenanten uiton<strong>de</strong>rhan<strong>de</strong>ld tussen corporaties,welzijnsorganisaties en huur<strong>de</strong>rscommissies (namens <strong>de</strong> bewoners) met betrekk<strong>in</strong>gtot leefregels (woonetiquette). Ze blijken te werken als er stevige sanctieszijn. Dat laatste betreft overigens een gevoelig punt. Wooncorporaties, zegt eenaantal van onze gesprekspartners, hebben een te beperkt <strong>in</strong>strumentarium omeen volwaardige sociale speler te kunnen zijn. De rol van door corporaties aangestel<strong>de</strong>huismeesters is bijvoorbeeld buitenshuis – <strong>in</strong> <strong>de</strong> openbare ruimte – nietvanzelfsprekend en soms ook verre van gemakkelijk: op straat heeft geen enkeleburger meer bevoegdhe<strong>de</strong>n dan een an<strong>de</strong>r. Niet-overheidsdienaren kunnen geensancties opleggen <strong>in</strong> huis, op school, op het sportveld of op het werk. Maar <strong>de</strong><strong>buurt</strong>meesters, en vele an<strong>de</strong>ren, kennen het geheim: “Je moet soms praten alsBrugman. Alles draait om goed kunnen praten.”Ook <strong>de</strong> huurbescherm<strong>in</strong>g kan effectieve actie belemmeren. Alleen <strong>in</strong> extremegevallen kunnen corporaties iemand uit huis zetten. Is een hele <strong>buurt</strong> er slechtaan toe, dan grijpen ze soms naar <strong>de</strong> botte bijl van herstructurer<strong>in</strong>g, dat wil


vertrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>zeggen sloop. Daartussen<strong>in</strong> zit (te) we<strong>in</strong>ig om effectief om te gaan met bijvoorbeeldoverlastveroorzakers <strong>in</strong> of rond won<strong>in</strong>gen. Wooncorporaties staan daaromvoor <strong>de</strong> keus: óf zelf zorgverleners aanstellen óf samenwerken met bestaan<strong>de</strong>organisaties. Een aantal trok het <strong>in</strong>itiatief naar zich toe en richtte met partners alshet maatschappelijk werk, geestelijke gezondheidszorg, verslaaf<strong>de</strong>n- en daklozenopvang,politie en ggd, een particuliere overlegkoepel op. Per probleemgevalwerd een regievoer<strong>de</strong>r aangesteld, want “als ie<strong>de</strong>reen gaat coörd<strong>in</strong>eren en regisseren,zien we tussen <strong>de</strong> bomen het bos niet meer”. Vooral wanneer cliëntentoestemm<strong>in</strong>g geven voor het uitwisselen van <strong>in</strong>formatie, is <strong>de</strong> aanpak effectief.3.3 veiligheid66De meerwaar<strong>de</strong> van <strong>de</strong> <strong>buurt</strong> op het gebied van veiligheid is onomstre<strong>de</strong>n. Buurtnetwerkendragen bij aan een versterkt gevoel van veiligheid on<strong>de</strong>r bewoners. Eendirectere betrokkenheid van <strong>de</strong> burger verhoogt bovendien <strong>de</strong> feitelijke veiligheid<strong>in</strong> objectieve z<strong>in</strong>. Steeds meer realiseren politie en overheid zich dat, wanneer hetgaat om preventie, <strong>de</strong> <strong>buurt</strong> een eerste ver<strong>de</strong>dig<strong>in</strong>gsl<strong>in</strong>ie kan vormen tegen crim<strong>in</strong>aliteit.In <strong>de</strong> subparagrafen 3.3.1 en 3.3.2 wordt <strong>de</strong> meerwaar<strong>de</strong> van <strong>buurt</strong>activiteitenop dit punt ver<strong>de</strong>r on<strong>de</strong>rzocht. Zowel <strong>in</strong>houd als proces van het <strong>buurt</strong>beleidbehoeft daartoe bijstell<strong>in</strong>g. Inhou<strong>de</strong>lijk is het essentieel dat burgers hun eigen verantwoor<strong>de</strong>lijkheid(kunnen) dragen, uitgaan<strong>de</strong> van het alou<strong>de</strong> pr<strong>in</strong>cipe: wat gijniet wilt dat u geschiedt, doe dat ook een an<strong>de</strong>r niet. Dit vereist een differentiatiedie uitgaat van <strong>de</strong> behoeften en kwaliteiten van bewoners (par. 3.3.3). Het vereistechter ook een cultuuromslag bij politie en overheid, resulterend <strong>in</strong> meer <strong>in</strong>tegraalbeleid (par. 3.3.4). Ook op dit terre<strong>in</strong> is <strong>de</strong> voortgang gebaat bij een doordachteprocesbena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g waarbij weer <strong>de</strong> coproductie met <strong>buurt</strong>bewoners en een gepasteafstand bij <strong>de</strong> uitvoer<strong>in</strong>g vooropstaan (par. 3.3.5 en 3.3.6).3.3.1 meerwaar<strong>de</strong> voor bewoners: (gevoel van) veiligheidDagelijks sociaal contact vormt een voorname bron van gevoel van veiligheid.Een hoofdcommissaris stelt dat sociale cohesie niet alleen <strong>de</strong> belangrijkste factorvormt voor veiligheidsbelev<strong>in</strong>g, maar ook voor <strong>de</strong> feitelijke veiligheid. Crim<strong>in</strong>ologischon<strong>de</strong>rzoek bevestigt dat sociale controle bevor<strong>de</strong>rlijk is voor zowel <strong>de</strong>feitelijke veiligheid als <strong>de</strong> subjectieve veiligheidsbelev<strong>in</strong>g <strong>in</strong> een <strong>buurt</strong> (Sampsonet al. 1997; scp 2002; Engbersen et al. 2005). In sociaal sterke <strong>buurt</strong>en wor<strong>de</strong>nm<strong>in</strong><strong>de</strong>r crim<strong>in</strong>ele activiteiten on<strong>de</strong>rnomen en werkt <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>preventie beter.Een voormalig opbouwwerker, gerijpt <strong>in</strong> <strong>de</strong> hetere <strong>buurt</strong>en van <strong>de</strong> Rotterdamseb<strong>in</strong>nenstad, laat er daarom geen twijfel over bestaan: “Individuele oploss<strong>in</strong>genzijn collectief stom. Niemand voelt zich veiliger als ie<strong>de</strong>reen grotere sloten op <strong>de</strong><strong>de</strong>ur gaat plaatsen; wél als je met een drankje <strong>in</strong> je <strong>de</strong>uropen<strong>in</strong>g gaat zitten enpraat met bewoners <strong>in</strong> <strong>de</strong> straat.” Het trefwoord is vertrouwen. Als je weet dat jeburen te vertrouwen zijn, dan voel je je veilig op straat. Vertrouwt een bewonererop dat <strong>de</strong> politie echt optreedt, dan is zijn aangiftebereidheid groter. En eenbewoner moet een particuliere beveilig<strong>in</strong>gsdienst wel vertrouwen om <strong>de</strong> sleutel


empirische bev<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen: het perspectief van bewonersvan zijn voor<strong>de</strong>ur uit han<strong>de</strong>n te geven. Zelfs <strong>de</strong> samenwerk<strong>in</strong>g aan veiligheiddoor professionals moet zijn gebaseerd op vertrouwen: elke partij moet erop aankunnen dat <strong>de</strong> an<strong>de</strong>r zijn taken goed uitvoert.An<strong>de</strong>rsom kan werken aan veiligheid ook het vertrouwen vergroten. In hetDrentse dorp Nieuwlan<strong>de</strong> koos <strong>de</strong> gemeente ervoor via <strong>de</strong> verbeter<strong>in</strong>g van <strong>de</strong>verkeersveiligheid te werken aan het vertrouwen tussen dorpsbewoners engemeentebestuur. In Rotterdam-Schiemond vergrootte <strong>de</strong> wooncorporatie hetvertrouwen van veel huur<strong>de</strong>rs door een aantal probleemgez<strong>in</strong>nen el<strong>de</strong>rs te plaatsen.Maar het zijn vooral bewoners zelf die zich op effectieve wijze organiseren.De <strong>buurt</strong>wachten <strong>in</strong> grote ste<strong>de</strong>n en <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>preventieverenig<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> het Gooigetuigen ervan. Zoals een Tilburgse <strong>in</strong>itiatiefnemer zegt: “Als je an<strong>de</strong>re organisaties– gemeente, politie, <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen – wilt organiseren, kan dat alleen als je eerstjezelf organiseert.”De politie kan een <strong>de</strong>rgelijke eigen verantwoor<strong>de</strong>lijkheid van <strong>buurt</strong>bewonerson<strong>de</strong>rsteunen, bijvoorbeeld door het verschaffen van goe<strong>de</strong> <strong>in</strong>formatie enpreventieadviezen. Na eventuele aanpass<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> veiligheidsvoorzien<strong>in</strong>gen aaneen won<strong>in</strong>g wordt een politiekeurmerk afgegeven, dat kort<strong>in</strong>g geeft op <strong>de</strong> verzeker<strong>in</strong>g.Politie en gemeente (als vergunn<strong>in</strong>gverlener en -handhaver op vele gebie<strong>de</strong>n)sluiten ook vrijwillige convenanten met horecaon<strong>de</strong>rnemers die, soms <strong>in</strong>ruil voor een zekere coulance met betrekk<strong>in</strong>g tot an<strong>de</strong>re vergunn<strong>in</strong>gen, meewerkenaan preventief veiligheidsbeleid, on<strong>de</strong>r meer door <strong>de</strong> <strong>in</strong>zet van gecertificeer<strong>de</strong>portiers. Ver<strong>de</strong>r zijn er samenwerk<strong>in</strong>gen met <strong>buurt</strong>wachten <strong>in</strong> achterstandswijkenen met <strong>buurt</strong>preventieverenig<strong>in</strong>gen en particuliere beveilig<strong>in</strong>gsdiensten <strong>in</strong>voorstands<strong>buurt</strong>en; we komen erop terug.673.3.2 meerwaar<strong>de</strong> voor overheid en politie: eerste ver<strong>de</strong>dig<strong>in</strong>gsl<strong>in</strong>iebij bewonersZon<strong>de</strong>r een grotere eigen verantwoor<strong>de</strong>lijkheid van <strong>de</strong> burger voor preventie is ergeen wezenlijke doorbraak te verwachten <strong>in</strong> <strong>de</strong> bestrijd<strong>in</strong>g van kle<strong>in</strong>e crim<strong>in</strong>aliteit.Zoals een hoofdcommissaris het uitdrukt: “Geef ons 10.000 extra blauw enwe lossen niet tien, maar vijftien procent van alle problemen op. Maar dat laatnog steeds 85 procent onopgelost. Wil je naar 50 procent opgelost, dan moet erdraagvlak zijn bij <strong>de</strong> burger.” Het probleem is echter dat het draagvlak <strong>in</strong> <strong>de</strong> eigenwoonomgev<strong>in</strong>g beperkt is. Veiligheidsvrager en politie v<strong>in</strong><strong>de</strong>n <strong>in</strong> het algemeendat het bestrij<strong>de</strong>n van onveiligheid (crim<strong>in</strong>aliteit, onor<strong>de</strong>lijkheid) één dui<strong>de</strong>lijkeverantwoor<strong>de</strong>lijke kent, en dat is <strong>de</strong> politie. Maar dat sluit hulp van an<strong>de</strong>rebetrokkenen niet uit. “Als ie<strong>de</strong>re partner zijn eigen verantwoor<strong>de</strong>lijkheid pakt”,zegt een politieagent, “kunnen wij ook meer. Er komt nog te veel op <strong>de</strong> schou<strong>de</strong>rsvan <strong>de</strong> politie <strong>in</strong> plaats van burgers, gemeenten, corporaties en an<strong>de</strong>re <strong>in</strong>stanties.”Hij en zijn collega’s vroegen bijvoorbeeld om een nieuw soort <strong>buurt</strong>schouw,waarbij <strong>de</strong> wijkagent samenwerkt met wooncorporaties, gemeente en vooralbewoners bij <strong>de</strong> analyse van <strong>de</strong> veiligheid <strong>in</strong> een <strong>buurt</strong> en <strong>de</strong> aanpak van knelpunten.“Daar zijn we nog niet; dat staat nog <strong>in</strong> <strong>de</strong> k<strong>in</strong><strong>de</strong>rschoenen.”


vertrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>Tegelijk geldt echter: “De politie is arrogant en ziet zichzelf veel te veel alsvertegenwoordiger van veiligheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> samenlev<strong>in</strong>g. Alles wat daarmeesamenhangt, behoort <strong>in</strong> die visie ook alleen aan <strong>de</strong> politie toe.” Dit alleenrechtwordt <strong>in</strong> <strong>de</strong> hand gewerkt door an<strong>de</strong>re partijen: <strong>de</strong> gemeente legt bijvoorbeeldte veel verantwoor<strong>de</strong>lijkheid op het ‘blauwe’ bord. Daardoor vallen er gaten:“In <strong>de</strong> praktijk is er nauwelijks sprake van een gezamenlijke aanpak; vrijwelalles wordt door <strong>de</strong> politie gedaan.” Burgers wor<strong>de</strong>n ook te veel als slachtoffergezien: “Zodra iets uit <strong>de</strong> hand dreigt te lopen, is <strong>de</strong> eerste reactie om zwaar tegaan sturen.” En bewoners wor<strong>de</strong>n door <strong>de</strong> ‘monopolist’ zeker niet uitgenodigd,laat staan uitgedaagd om me<strong>de</strong>verantwoor<strong>de</strong>lijkheid te dragen. Informatieover een <strong>in</strong>braak of zelfs een verdachte auto wordt bijvoorbeeld zel<strong>de</strong>ndoorgegeven. Het proefproject Burgernet <strong>in</strong> <strong>de</strong> prov<strong>in</strong>cies Zuid-Holland,Utrecht en Gel<strong>de</strong>rland probeert hier wat aan te doen, maar er is een lange wegte gaan.68Burgers moeten wor<strong>de</strong>n gestimuleerd om te fungeren als <strong>de</strong> ogen en oren van<strong>de</strong> politie <strong>in</strong> hun <strong>buurt</strong>. Het lijkt zo vanzelfsprekend dat een <strong>buurt</strong>trekkerverbaasd vraagt: “Dat is toch geen nieuws?” Om daarna te conclu<strong>de</strong>ren dat <strong>de</strong>koppel<strong>in</strong>g tussen <strong>in</strong>formatie en actie <strong>in</strong> zijn <strong>buurt</strong> had geleid tot “het vormenvan een web”. Er was geen gebrek aan <strong>in</strong>formatie, bijvoorbeeld over systematische<strong>in</strong>braakpatronen, maar te vaak wer<strong>de</strong>n <strong>de</strong> verban<strong>de</strong>n niet doorzien en duskon <strong>de</strong> actie niet goed wor<strong>de</strong>n gericht. Nu hou<strong>de</strong>n bewoners en politie elkaarop <strong>de</strong> hoogte en han<strong>de</strong>len <strong>in</strong> goe<strong>de</strong> afstemm<strong>in</strong>g, waardoor <strong>de</strong> politie meervraaggericht gaat werken. In gezamenlijkheid bereiken <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>preventie en<strong>de</strong> politie zo een hoger niveau van veiligheid.Maar politie en <strong>buurt</strong> kunnen niet zon<strong>de</strong>r <strong>de</strong> actieve steun van <strong>de</strong> overheid, <strong>in</strong>onze term<strong>in</strong>ologie zijn dat <strong>de</strong> politieke en ambtelijke beleidsmakers. Die overheidis echter nauwelijks op preventie <strong>in</strong>gesteld. Waar <strong>de</strong> wet- en regelgeverbij grote <strong>in</strong>frastructurele projecten wel een milieueffectrapportage voorschrijft,is dat niet het geval bij een ‘veilighei<strong>de</strong>ffectrapportage’ <strong>in</strong> een nieuwbouwwijk.Waar wel om milieugecertificeerd hout voor raamkozijnen wordtgevraagd, wordt er geen certificer<strong>in</strong>g gevraagd van goe<strong>de</strong> sloten op <strong>de</strong> bijbehoren<strong>de</strong>ramen. Ver<strong>de</strong>r belonen prestatiecontracten repressie, maar niet preventie;een aantal van onze gesprekspartners op veiligheidsgebied is er niet blijmee. De effectiviteit, maar ook <strong>de</strong> <strong>in</strong>novatie van wijkagenten wordt erdoorgeremd; zij moeten een bepaald aantal bekeur<strong>in</strong>gen halen <strong>in</strong> plaats van tevoorkomen dat die bekeur<strong>in</strong>gen nodig zijn. Zij wijzen ook op het ‘Haarlemsyndroom’:Haarlem had, zo vertellen ze, als Ne<strong>de</strong>rlands preventiekoploperprima resultaten behaald, maar betaal<strong>de</strong> dat uit met het <strong>in</strong>leveren van politiesterkte.3.3.3 differentiatie, bouwend op <strong>de</strong> kwaliteiten van een <strong>buurt</strong>Om <strong>de</strong> effectiviteit van het beleid te vergroten, moet het mogelijk zijn eenbepaal<strong>de</strong> mate van differentiatie <strong>in</strong> politieaanpak te realiseren. Geïnterview-


empirische bev<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen: het perspectief van bewoners<strong>de</strong>n bij <strong>de</strong> politie laten daar geen aarzel<strong>in</strong>g over bestaan. Hoewel elke <strong>buurt</strong> eeneigen karakter heeft, kan een gedifferentieer<strong>de</strong> veiligheidsaanpak zich <strong>in</strong> hoofdlijnentoespitsen op achterstands-, mid<strong>de</strong>nstands- en voorstands<strong>buurt</strong>en.Achterstands<strong>buurt</strong>en: handhav<strong>in</strong>g van regelsIn een typische achterstands<strong>buurt</strong> zijn twee zaken van belang: voldoen<strong>de</strong> menskrachten dom<strong>in</strong>ante aanwezigheid van politie en justitie om wetten en regelsovertuigend te kunnen handhaven; dat geldt bij uitstek waar er hot spots wor<strong>de</strong>naangepakt. Een politiefunctionaris beschrijft het bloemrijk: “Stoere agenten metholsters, liefst een grote, zwarte Amerikaanse slee, een dom<strong>in</strong>ant politiebureaumid<strong>de</strong>n <strong>in</strong> <strong>de</strong> wijk.” De agenten op het Amsterdamse Rembrandtple<strong>in</strong>, eenkle<strong>in</strong>e tien jaar gele<strong>de</strong>n berucht om zijn onor<strong>de</strong>ntelijkhe<strong>de</strong>n, herkregen <strong>de</strong> greepop <strong>de</strong> horecabezoekers me<strong>de</strong> door hun sterke aanwezigheid met een mobiele posten, zeggen ze, <strong>de</strong> witte politiejacks die maakten dat ze voor elkaar en voor goedwillen<strong>de</strong>horecaportiers en kwaadwillen<strong>de</strong> raddraaiers ook om drie uur ’s nachtsdui<strong>de</strong>lijk herkenbaar waren.Er zijn echter forse drempels om een <strong>de</strong>rgelijke dom<strong>in</strong>ante aanwezigheid <strong>in</strong> <strong>de</strong>praktijk te realiseren. Een differentiatie naar politiebureaus met een fysiekeuitstral<strong>in</strong>g die past bij <strong>de</strong> <strong>buurt</strong> is momenteel niet goed mogelijk b<strong>in</strong>nen hetbeleid, en ook <strong>de</strong> zwarte slee is we<strong>in</strong>ig waarschijnlijk. De witte jacks zijn (nog)geen on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> uniformplannen van <strong>de</strong> lan<strong>de</strong>lijke politie, en het ‘Justitie<strong>in</strong> <strong>de</strong> Buurt’-programma (jib) staat on<strong>de</strong>r bezu<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>gsdruk. Een eveneenswegbezu<strong>in</strong>ig<strong>de</strong> wijkagent kwam, na breed protest, weer terug, maar met tebeperkte uren<strong>in</strong>zet. En als je het zou willen, is een hogere betal<strong>in</strong>g van het politiewerk<strong>in</strong> moeilijke <strong>buurt</strong>en ook niet mogelijk.69Een gestaal<strong>de</strong> opbouwwerker waarschuwt: “Gedoogbeleid is funest voor <strong>de</strong>ze<strong>buurt</strong>en, want jongeren nemen te gemakkelijk een loopje met <strong>de</strong> wet. Bovendienverschilt hierdoor <strong>de</strong> manier van handhav<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> wet per wijkagent. Jongerenhebben dat feilloos door en ervaren het al snel als oneerlijk.” Repressie is naar <strong>de</strong><strong>in</strong>druk van onze gesprekspartners dui<strong>de</strong>lijk succesvol, vooral <strong>in</strong>dien zij gevolgdwordt door een structurelere oploss<strong>in</strong>g, waarbij veelal <strong>in</strong>schakel<strong>in</strong>g van hetjeugd- en opbouwwerk wenselijk is.De noodzaak van lik-op-stukbeleid is me<strong>de</strong> het gevolg van <strong>de</strong> sterke socialeban<strong>de</strong>n en scherpe sociale controle on<strong>de</strong>r bewoners <strong>in</strong> achterstands<strong>buurt</strong>en. Zovertonen sommige groepen randgroepjongeren extreme on<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>ge solidariteit:“Als je ruzie met een van hen hebt, krijg je heel <strong>de</strong> groep op je nek.” Vanwege hetrisico van represailles is er bovendien <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong> een ger<strong>in</strong>ge aangiftebereidheid.Zachte heelmeesters maken echter st<strong>in</strong>ken<strong>de</strong> won<strong>de</strong>n. Laat je <strong>de</strong> spann<strong>in</strong>gen telang oplopen, dan moet <strong>de</strong> Mobiele Eenheid er uite<strong>in</strong><strong>de</strong>lijk aan te pas komen, wattraumatiserend werkt voor w<strong>in</strong>keliers en bewoners. Overigens is het on<strong>de</strong>rscheidtussen repressie en preventie volgens een wijkagent <strong>in</strong> een Amsterdamse achterstandswijkkunstmatig: hij voelt zich persoonlijk betrokken bij alles wat ergebeurt op het gebied van leefbaarheid en veiligheid, en zet zich vanuit die


vertrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>betrokkenheid <strong>in</strong> voor zowel grote als kle<strong>in</strong>e zaken, voor zowel repressieve alspreventieve activiteiten.Er zijn z<strong>in</strong>volle experimenten met het <strong>in</strong>zetten van crim<strong>in</strong>ele jongeren alstoezichthou<strong>de</strong>r: “met dieven dieven vangen”. Of <strong>de</strong> afname van het aantal diefstallen<strong>in</strong> een w<strong>in</strong>kelcentrum met 80 procent, zo werd ons lachend verteld, hetgevolg was van <strong>de</strong> drukke bezighe<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> voormalige da<strong>de</strong>rs of van <strong>de</strong> afwezigheidvan voor herkenn<strong>in</strong>g bevrees<strong>de</strong> broe<strong>de</strong>rs, is ondui<strong>de</strong>lijk. Het werken metzowel positieve als negatieve rolvoorbeel<strong>de</strong>n is sowieso van belang <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze <strong>buurt</strong>en.Positieve voorbeel<strong>de</strong>n moet je nadrukkelijk organiseren, want ‘geslaag<strong>de</strong>’bewoners v<strong>in</strong><strong>de</strong>n het niet altijd prettig om te wor<strong>de</strong>n aangesproken als lid vaneen bepaal<strong>de</strong> clan. Maar ook negatieve voorbeel<strong>de</strong>n, met nadrukkelijk ‘verliezerimago’,zijn van belang en kunnen wor<strong>de</strong>n versterkt door bijvoorbeeld zichtbaretaakstraffen <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>.70Op veiligheidsgebied is een comb<strong>in</strong>atie van groepsaanpak en <strong>in</strong>dividueel perspectiefgebo<strong>de</strong>n. Jongeren vormen veelal een on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el van netwerken die <strong>in</strong>verschillen<strong>de</strong> mate en op uiteenlopen<strong>de</strong> manieren het spoor bijster raken. Datvraagt om een gedifferentieer<strong>de</strong> aanpak. Crim<strong>in</strong>ele jeugdgroepen – <strong>in</strong> Amsterdam-Nieuwwestbijvoorbeeld niet m<strong>in</strong><strong>de</strong>r dan zeven – vergen een har<strong>de</strong> aanpakgericht op het breken van <strong>de</strong> groep en op het toelei<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> jongeren naaron<strong>de</strong>rwijs en werk. Bij overlast geven<strong>de</strong> en h<strong>in</strong><strong>de</strong>rlijke groepen – respectievelijkvier en veertien – is een meer welzijnsachtige aanpak op zijn plaats: enerzijdsrepressief om te voorkomen dat <strong>de</strong> groep afzakt naar crim<strong>in</strong>eel gedrag, an<strong>de</strong>rzijdsgericht op een positief alternatief (Engbersen 2005: 102).Dit laatste betreft een vaak on<strong>de</strong>rschat punt. In achterstands<strong>buurt</strong>en leer<strong>de</strong>n wevan gemotiveer<strong>de</strong> ‘trekkers’ – welzijnswerkers, vrijwilligers, politiemensen – eenwijze les: schrijf nooit een mens geheel af, maar bied hem een uitweg – zoals jeeen vijand nooit geheel moet oms<strong>in</strong>gelen zodat hij aan vluchten blijft <strong>de</strong>nken.Het Rotterdamse Opboxen bijvoorbeeld biedt hoop aan jongeren – vaak voorzienvan een aanzienlijk strafblad – waar an<strong>de</strong>re <strong>in</strong>stanties geen kans meer zien. Vanuit<strong>de</strong> Marokkaanse gemeenschap werd het project ‘En nu iets positiefs’ opgezet omjongeren een alternatief te bie<strong>de</strong>n voor een crim<strong>in</strong>ele carrière, werkervar<strong>in</strong>g op tedoen en hun negatieve imago <strong>in</strong> <strong>de</strong> wijk te doorbreken (Engbersen 2005: 114).El<strong>de</strong>rs von<strong>de</strong>n voormalig dak- en thuislozen een gesubsidieer<strong>de</strong> baan als straatadvocaat,een functie waar<strong>in</strong> ze nu zelf optre<strong>de</strong>n als contactpersoon voor en pleitbezorgervan dak- en thuislozen.Mid<strong>de</strong>nstands<strong>buurt</strong>en en dorpen: nadruk op uitleggen en zelfverantwoor<strong>de</strong>lijkheidHet verschil met <strong>de</strong> achterstands<strong>buurt</strong>en uit zich <strong>in</strong> een an<strong>de</strong>re opstell<strong>in</strong>g en aanwezigheidvan <strong>de</strong> politie. De wijkagent beweegt zich niet per Amerikaanse slee,maar op een mounta<strong>in</strong>bike. Hij is ook niet aan het boeven vangen, maar richt zichop preventie van (gevoelens van) onveiligheid en daartoe moet ‘<strong>de</strong> <strong>buurt</strong>’ hemvaak zien en makkelijk kunnen bereiken. “Het is heel belangrijk om bij mensen


empirische bev<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen: het perspectief van bewonersop <strong>de</strong> koffie te gaan en te horen wat er allemaal speelt.” Het trefwoord is respect:zon<strong>de</strong>r we<strong>de</strong>rzijds respect is er geen basis voor samenwerk<strong>in</strong>g en juist die samenwerk<strong>in</strong>gis essentieel voor een op preventie gericht veiligheidsbeleid.Respect moet je niet alleen geven, maar zelf ook verdienen. Zelfredzaamheid isdaarom iets wat je moet leren en dat vereist een directe betrokkenheid van ou<strong>de</strong>rsen an<strong>de</strong>re opvoe<strong>de</strong>rs. Een politieagente wees bijvoorbeeld op het rij- en parkeergedragvan ou<strong>de</strong>rs bij het wegbrengen van hun kroost naar <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>school <strong>in</strong> eenwoondorp. Allemaal nette mensen, die hun auto’s op <strong>de</strong> stoep zetten en tegenhun k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren zeggen dat ‘ze’ meer parkeerplaatsen voor <strong>de</strong> <strong>de</strong>ur moeten aanleggenen het vastlopen<strong>de</strong> verkeer beter horen te regelen. Je moet gewoon bezig blijvenmet het elkaar aanspreken op kle<strong>in</strong>e d<strong>in</strong>gen, zegt een stads<strong>de</strong>elvoorzitter:vergunn<strong>in</strong>gen, fietsen zon<strong>de</strong>r licht, monumentenzorg, en <strong>de</strong>rgelijke. “Het gaaterom dat <strong>de</strong> b<strong>in</strong>nenstad een prettige plek wordt om te wonen en niet alleen eenplek is voor <strong>de</strong> man met <strong>de</strong> grote bek.” De politie kan dat on<strong>de</strong>rsteunen: “Handhav<strong>in</strong>gzie ik als een mid<strong>de</strong>l voor sociale <strong>in</strong>tegratie.”Twee hoofdcommissarissen schetsen <strong>de</strong> hoofdlijnen van een beleid met eenbeperkt aantal voor <strong>de</strong> burger herkenbare thema’s, waarb<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> burger zijneigen positie herkent en het belang dat overheid en politie daaraan geven. Zeleggen een nadruk op die eigen rol en hoe die <strong>in</strong> <strong>de</strong> praktijk <strong>in</strong>houd kan krijgen;veiligheid beg<strong>in</strong>t bij jezelf. Dit kan wor<strong>de</strong>n geïllustreerd met <strong>de</strong> beveilig<strong>in</strong>g vanhet eigen huis, maar ook met <strong>de</strong> opvoed<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren. Zoals een politiemanons meld<strong>de</strong>: het blijft een merkwaardig fenomeen dat mensen wel hunkroost berispen voor het weggooien van een prop op straat, maar een momentlater blijmoedig met hetzelf<strong>de</strong> k<strong>in</strong>d op <strong>de</strong> fiets door een rood licht rij<strong>de</strong>n.71Voorstands<strong>buurt</strong>en: meer <strong>in</strong>dividuele <strong>in</strong>vull<strong>in</strong>gEen succesvolle voortrekker: “Het is onz<strong>in</strong> dat mensen niet meer te organiserenzou<strong>de</strong>n zijn. Als zij een gezamenlijk belang hebben, lukt het wel.” Particuliere<strong>buurt</strong>preventie kan ervoor zorgen dat een groep <strong>in</strong>dividuen successen boekt dievoor ie<strong>de</strong>r afzon<strong>de</strong>rlijk onhaalbaar zijn. Een goe<strong>de</strong> <strong>in</strong>formatie-uitwissel<strong>in</strong>g staatvoorop. Potentiële <strong>in</strong>brekers werken met succesformules. Er waren <strong>in</strong> een kle<strong>in</strong>e<strong>buurt</strong> van zo’n 100 won<strong>in</strong>gen meer dan 30 i<strong>de</strong>ntieke <strong>in</strong>braken te betreuren voordat<strong>buurt</strong> en politie <strong>in</strong> actie kwamen. Daarom is nu een ‘e-<strong>buurt</strong>netwerk’ opgericht,waaraan 60 procent van <strong>de</strong> bewoners bijdraagt, bijvoorbeeld voor hetmel<strong>de</strong>n van hangjongeren, prostitutie, afval en drugsoverlast. De wijkagent leestmee en heeft maan<strong>de</strong>lijks contact met <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>trekker, on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re om <strong>in</strong>formatiete vergelijken.Op an<strong>de</strong>re plaatsen wor<strong>de</strong>n particuliere beveilig<strong>in</strong>gsbureaus <strong>in</strong>geschakeld opkosten van <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>. Er is geen centraal – zeg: Haags – politiebeleid op dit gebied.Een regiocoörd<strong>in</strong>ator: “Wij hebben geen beleid. Als er afspraken zijn gemaakt,dan gaat dat waarschijnlijk via <strong>de</strong> wijkagent <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>de</strong>sbetreffen<strong>de</strong> <strong>buurt</strong>.” Eenwijkagent: “We hebben geen specifiek beleid met beveilig<strong>in</strong>gsbureaus. Uit ervar<strong>in</strong>gkan ik zeggen dat we erg goed met ze kunnen samenwerken.” Het werkt


vertrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>omdat, zoals hun gesprekspartner bij een particuliere beveilig<strong>in</strong>g het zegt, <strong>de</strong>samenwerk<strong>in</strong>g is gestoeld op on<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>g vertrouwen en goed persoonlijk contact.Informatie wordt uitgewisseld en surveillancediensten wor<strong>de</strong>n afgestemd. Deextra beveilig<strong>in</strong>g lijkt te werken: het aantal <strong>in</strong>braken is gestabiliseerd of zelfs afgenomenen dat leidt tot grote tevre<strong>de</strong>nheid bij bewoners.Ie<strong>de</strong>re <strong>buurt</strong> zou een eigen <strong>buurt</strong>preventieverenig<strong>in</strong>g moeten hebben, zo meldteen wijkteamchef, omdat door hun sociale band <strong>de</strong> onveiligheidsgevoelens vanbewoners erdoor verm<strong>in</strong><strong>de</strong>ren. Welke an<strong>de</strong>re b<strong>in</strong><strong>de</strong>n<strong>de</strong> factoren zou<strong>de</strong>n er <strong>in</strong> ditsoort <strong>buurt</strong>en kunnen zijn? Na lang na<strong>de</strong>nken: “Bij <strong>de</strong> aankoop van groenvoorzien<strong>in</strong>gen<strong>in</strong> een dorp, overlast van een sporthal... Maar nee, mensen organiserenzich toch vooral rond het thema veiligheid.” Veel mensen wor<strong>de</strong>n lid uit solidariteit:ze willen niet bekendstaan als ‘meelifter’. Een voorzitter meldt met trots“169 le<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> ongeveer 200 huizen <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>”, met een verga<strong>de</strong>ropkomstvan 50 tot 80 procent. Niet-meedoen aan <strong>de</strong> particuliere beveilig<strong>in</strong>g is aanleid<strong>in</strong>gtot oproer: “Je wilt het niet zeggen, maar het is eigenlijk asociaal.”72Over hoe <strong>de</strong> ontwikkel<strong>in</strong>gen ver<strong>de</strong>r zullen gaan, zijn <strong>de</strong> men<strong>in</strong>gen ver<strong>de</strong>eld. Metbetrekk<strong>in</strong>g tot voorstands<strong>buurt</strong>en zegt <strong>de</strong> politie: “Wat je ziet, is dat mensenmeer geld overhebben voor hun eigen veiligheid. Zij zien het als hun eigenverantwoor<strong>de</strong>lijkheid.” De particuliere beveiliger ziet <strong>in</strong> <strong>de</strong> nabije toekomstweliswaar een ver<strong>de</strong>re groei van het aantal <strong>buurt</strong>preventieverenig<strong>in</strong>gen, maarmet goe<strong>de</strong> kans ook een beweg<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> richt<strong>in</strong>g van gated communities: “Je ziet<strong>de</strong>ze ontwikkel<strong>in</strong>g al bij <strong>in</strong>dustrieterre<strong>in</strong>en.” En een Rotterdamse stadsmar<strong>in</strong>ierwijst op het tekort aan menskracht bij <strong>de</strong> politie, “dus doen we een beroep op <strong>de</strong>particuliere beveilig<strong>in</strong>gsdiensten <strong>in</strong> het gebied: ‘Help ons!’” We moeten kijkennaar New York, zeggen hij en een aantal b<strong>in</strong>nenstadswerkers, waar gewerktwordt met zogeheten Bus<strong>in</strong>ess Improvement Districts, en waar een baatbelast<strong>in</strong>g(opslag op <strong>de</strong> onroerendzaakbelast<strong>in</strong>g) direct ter beschikk<strong>in</strong>g komt van hetsamenwerken<strong>de</strong> bedrijfsleven, die zorgt voor het extra beveilig<strong>in</strong>gswerk b<strong>in</strong>neneen <strong>buurt</strong>.3.3.4 <strong>in</strong>tegraal beleidBij uitstek op het punt van veiligheid hecht <strong>de</strong> burger aan <strong>in</strong>tegraal beleid; het‘1-1-2-loket’ getuigt daarvan. Maar ook hier blijkt <strong>de</strong> werkelijkheid weerbarstig,met name op drie punten: (a) <strong>de</strong> doorbrek<strong>in</strong>g van uniforme aanpakken door eensterker accent op gebiedsgericht beleid, met daarb<strong>in</strong>nen een hoofdrol voor <strong>de</strong><strong>buurt</strong>agent; (b) <strong>de</strong> doorbrek<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> overmatige hiërarchie op veiligheidsgebied;(c) een betere afstemm<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> <strong>in</strong>zet van sociale spelers. De praktijkgevallenlaten zien dat er oploss<strong>in</strong>gen zijn, maar er is wel werk aan <strong>de</strong> w<strong>in</strong>kel.Doorbrek<strong>in</strong>g van uniforme aanpakken door een gebiedsgerichte aanpaken <strong>buurt</strong>agentDe wijk<strong>in</strong><strong>de</strong>l<strong>in</strong>g van gemeenten houdt we<strong>in</strong>ig verband met <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>belev<strong>in</strong>g van<strong>de</strong> bewoners. Er zijn vaak sterk uiteenlopen<strong>de</strong> <strong>buurt</strong>en b<strong>in</strong>nen één wijk en elke


empirische bev<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen: het perspectief van bewoners<strong>buurt</strong> vraagt i<strong>de</strong>aliter een eigen gebiedsgerichte aanpak. Dat zou echter lei<strong>de</strong>n toteen onwenselijke mate van verspl<strong>in</strong>ter<strong>in</strong>g met te hoge kosten. Je kan niet voor elkkle<strong>in</strong> <strong>buurt</strong>je een apart politiebureau <strong>in</strong>richten, noch een eigen <strong>buurt</strong>agentaanstellen. Door <strong>de</strong> <strong>in</strong>richt<strong>in</strong>g op kle<strong>in</strong>e schaal heeft ook elk jib-kantoor eenbeperkte bezett<strong>in</strong>g. Bij ziekte of zwangerschap is het moeilijk om <strong>de</strong> cont<strong>in</strong>uïteitte garan<strong>de</strong>ren. Dit is een van <strong>de</strong> re<strong>de</strong>nen om <strong>in</strong> <strong>de</strong> toekomst jib <strong>in</strong> Amsterdaman<strong>de</strong>rs <strong>in</strong> te richten: <strong>in</strong> plaats van een wijkkantoor komt er per stads<strong>de</strong>el eeneenheid voor elke doelgroep.Maar op één punt mogen volgens onze gesprekspartners geen compromissenwor<strong>de</strong>n toegestaan en dat betreft <strong>de</strong> personele <strong>in</strong>vull<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> politiemensenaan <strong>de</strong> frontlijn. Alle gezag komt wat <strong>de</strong> bewoners betreft <strong>in</strong>tegraal bijeen b<strong>in</strong>neneen enkele persoon: ‘hun’ <strong>buurt</strong>agent. Wil je wat op het gebied van <strong>de</strong> veiligheid,dan moet <strong>de</strong> rol van dit centrale aanspreekpunt wor<strong>de</strong>n versterkt. De gebiedsgerichtheidvia <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>agent vergroot wel <strong>de</strong> noodzaak van een horizontaleafstemm<strong>in</strong>g tussen <strong>buurt</strong>en. Veel problemen kunnen niet op <strong>buurt</strong>- of wijkniveauwor<strong>de</strong>n opgelost omdat <strong>de</strong> oorzaken van een grotere schaal zijn.Drugsoverlast en zware crim<strong>in</strong>aliteit zijn daar voorbeel<strong>de</strong>n van. Dit wordt welhet ‘waterbe<strong>de</strong>ffect’ genoemd: als <strong>in</strong> <strong>de</strong> ene <strong>buurt</strong> een actie wordt gehou<strong>de</strong>n omdrugsoverlast te verm<strong>in</strong><strong>de</strong>ren, vertrekken <strong>de</strong>alers en gebruikers naar een an<strong>de</strong>re<strong>buurt</strong>. Omgekeerd kan <strong>de</strong> aanpak van drugsoverlast met behulp van een opvanghuiseen aanzuigen<strong>de</strong> werk<strong>in</strong>g hebben op gebruikers van el<strong>de</strong>rs. En politiemensenwijzen erop dat <strong>de</strong> problematiek van een totaal verziekte omgev<strong>in</strong>g somsalleen kan wor<strong>de</strong>n opgelost door herstructurer<strong>in</strong>g van gehele woon<strong>buurt</strong>en enspreid<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> bewoners over een veel bre<strong>de</strong>r gebied. Alleen aandacht voorveiligheid per <strong>buurt</strong> is dus nooit voldoen<strong>de</strong>. Buurtaanpakken moeten passenb<strong>in</strong>nen plaatselijke, lan<strong>de</strong>lijke en soms zelfs <strong>in</strong>ternationale aanpakken van ‘grote’crim<strong>in</strong>aliteits- en veiligheidsproblemen.73Doorbrek<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> overmatige hiërarchie op veiligheidsgebiedSamenwerk<strong>in</strong>g op <strong>buurt</strong>niveau wordt niet altijd van hogerhand gesteund. Soms,als oploss<strong>in</strong>gen voor <strong>de</strong> frontlijnwerkers <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong> voor <strong>de</strong> hand liggen, is datspijtig. Afstand verbl<strong>in</strong>dt dan, zeggen ze. Die afstan<strong>de</strong>n kunnen vrij kort zijn; eenagent die een groep <strong>buurt</strong>ou<strong>de</strong>rs wil<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rsteunen, werd tegengehou<strong>de</strong>n doorzijn wijkchef. Veelal zijn <strong>de</strong> afstan<strong>de</strong>n echter langer en is ‘Den Haag’ erbij betrokken.De jib-me<strong>de</strong>werkers en hun <strong>buurt</strong>vrien<strong>de</strong>n zijn bijvoorbeeld enthousiastover wat ze tot stand brengen, maar het m<strong>in</strong>isterie van Justitie is we<strong>in</strong>ig positief.Het gevolg is dat er nu bezu<strong>in</strong>igd en ge<strong>de</strong>centraliseerd wordt. De cont<strong>in</strong>uer<strong>in</strong>gvan <strong>de</strong> jib’s wordt daardoor afhankelijk van het politieke draagvlak <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>de</strong>sbetreffen<strong>de</strong>gemeente.Buurtsamenwerk<strong>in</strong>gsverban<strong>de</strong>n lopen echter soms ook vast op <strong>de</strong> functioneleorganisatie van gemeenten. Je hebt bijvoorbeeld voor <strong>de</strong> aanpak van één straat <strong>in</strong>Amsterdam-Centrum te maken met een groot aantal verschillen<strong>de</strong> partijen:vanuit <strong>de</strong> overheid zijn er alleen al <strong>de</strong> <strong>in</strong>specties voor bouw- en won<strong>in</strong>gtoezicht,


vertrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>bestemm<strong>in</strong>gsplannen, milieudienst, keur<strong>in</strong>gsdienst van waren, enzovoort. Omdaarmee om te gaan, heb je beroepskrachten nodig en die moeten dan bovendiennog behoorlijk goed en vasthou<strong>de</strong>nd zijn. Hetzelf<strong>de</strong> geldt overigens voor <strong>de</strong>omgang van <strong>de</strong>elgemeenten met ‘hun’ stadhuis of met nationale autoriteiten; eris soms we<strong>in</strong>ig lief<strong>de</strong> te bespeuren. Een Amsterdams stads<strong>de</strong>elbestuur<strong>de</strong>r klaag<strong>de</strong>over het gebrek aan mogelijkhe<strong>de</strong>n om te sturen op <strong>de</strong> handhav<strong>in</strong>g en het bepalenvan <strong>de</strong> prioriteiten daar<strong>in</strong>. De stur<strong>in</strong>g v<strong>in</strong>dt plaats vanuit diverse an<strong>de</strong>re richt<strong>in</strong>gen:door politie, gemeente, via lan<strong>de</strong>lijke convenanten, via politieregioconvenantenen via afspraken op wijkniveau. De prioriteiten verschillen per niveau:lan<strong>de</strong>lijk staat crim<strong>in</strong>aliteitsbestrijd<strong>in</strong>g bovenaan; op wijkniveau zijn dat parkeerendrugsoverlast.74Betere afstemm<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> <strong>in</strong>zet van sociale spelersDe behoefte aan <strong>in</strong>tegraal beleid gaat ver<strong>de</strong>r dan alleen via <strong>de</strong> figuur van een<strong>buurt</strong>agent. Als kerntaak van <strong>de</strong> politie geldt dan wel “boeven vangen”, maardoor <strong>de</strong> gelei<strong>de</strong>lijke afbouw van het welzijnswerk raakt ook <strong>de</strong> politie bij diewelzijnstaken betrokken. Te veel an<strong>de</strong>rsoortige problemen zoals het bemid<strong>de</strong>lenbij woonoverlast liggen, zeker na kantoortijd als <strong>de</strong> sociale werkers naar huis zijn,toch op het bordje van <strong>de</strong> politie. Die vorm van <strong>in</strong>tegraliteit leidt tot ongewenstetaakvervag<strong>in</strong>g. De politie beweegt zich b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> driehoek veiligheid-verdraagzaamheid-leefbaarheid,maar moet veiligheid centraal stellen.Op een aantal terre<strong>in</strong>en is goe<strong>de</strong> voortgang gemaakt. Zo speelt <strong>de</strong> ‘<strong>buurt</strong>regisseur’soms met succes een <strong>in</strong>tegreren<strong>de</strong> rol bij <strong>de</strong> aanpak van <strong>in</strong>ci<strong>de</strong>nten die <strong>in</strong> <strong>de</strong>ogen van politie en justitie beperkt ernstig zijn, maar door bewoners als zeerernstig wor<strong>de</strong>n ervaren. Hij fungeert daar als aanvoer<strong>de</strong>r van het overleg van <strong>de</strong>sociale spelers; <strong>de</strong>nk aan wijkagent, <strong>buurt</strong>conciërge, opbouwwerker, jongerenwerkeren sociale-dienstme<strong>de</strong>werker. ‘Har<strong>de</strong>kernjongeren’ wor<strong>de</strong>n bijvoorbeeld<strong>in</strong> kaart gebracht en speciaal <strong>in</strong> <strong>de</strong> gaten gehou<strong>de</strong>n. Zeer complexe gevallenwor<strong>de</strong>n overgedragen aan een gemeentelijk ‘har<strong>de</strong>kernteam’ en dat “sleurt danaan <strong>de</strong> echte probleemgevallen”.Ka<strong>de</strong>rafspraken tussen alle betrokkenen kunnen ook een goe<strong>de</strong> basis bie<strong>de</strong>n voorhet verbreken van <strong>de</strong> <strong>de</strong>structieve ban<strong>de</strong>n die soms ontstaan <strong>in</strong> (te) beslotengemeenschappen. Het succes van <strong>de</strong> Amsterdamse aanpak om har<strong>de</strong>kernjongeren<strong>in</strong> resocialisatietrajecten te plaatsen, is voor een groot <strong>de</strong>el afhankelijk van <strong>de</strong>vraag of ze daarna terugkeren <strong>in</strong> hun ou<strong>de</strong> <strong>buurt</strong> en <strong>in</strong> hun ou<strong>de</strong> vrien<strong>de</strong>ngroep,en zo opnieuw <strong>in</strong> het crim<strong>in</strong>ele circuit verzeild raken (Engbersen 2005: 108).Dergelijke kernen zijn soms te hard en te crim<strong>in</strong>eel voor een aanpak door <strong>in</strong>dividuelefrontlijnwerkers. De verantwoor<strong>de</strong>lijke partijen brengen daarom <strong>in</strong> toenemen<strong>de</strong>mate hun kennis en mid<strong>de</strong>len bij elkaar om hardnekkige vraagstukken opte lossen door mid<strong>de</strong>l van een gezamenlijke aanpak. Er ontstaan dan vitale coalities– om <strong>in</strong> termen van Tops (2002) te spreken – zoals <strong>de</strong> <strong>in</strong>terventieteams vanOvertoomse Veld. In Rotterdam zijn stadsmar<strong>in</strong>iers aangesteld: ambtenaren metalle nodige bevoegdhe<strong>de</strong>n en vrijhe<strong>de</strong>n om <strong>in</strong> te grijpen <strong>in</strong> onveilige wijken, endie puur op concrete resultaten wor<strong>de</strong>n afgerekend.


empirische bev<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen: het perspectief van bewonersDe verantwoor<strong>de</strong>lijkheid voor preventie is echter meestal niet bij één dui<strong>de</strong>lijkepartij gelegd. Een <strong>de</strong>el van het probleem is terug te voeren op organisatorischeaspecten. De politie was vroeger georganiseerd per soort beleid (parkeerpolitie,milieupolitie), maar werkt nu sterker wijkgericht. Als dat ook het geval is b<strong>in</strong>nenhet gemeentelijk apparaat, is <strong>de</strong> politie daardoor beter <strong>in</strong> staat om samen te werkenmet <strong>de</strong> gemeentelijke diensten. In een aantal Utrechtse wijken zijn <strong>de</strong> politie en <strong>de</strong>wijkambtenaren <strong>in</strong> hetzelf<strong>de</strong> gebouw gehuisvest: “Je loopt nu zo bij elkaar b<strong>in</strong>nen.”Eenzelf<strong>de</strong> positieve reactie komt van professionals bij jib: <strong>de</strong> werkwijze sluitbeter bij hen aan dan organisaties op ste<strong>de</strong>lijk of nog hoger niveau. Bij veelgemeenten gaat het echter nog zo soepel niet: “Gemeenten werken niet met eenwijkmanager of <strong>buurt</strong>beheer<strong>de</strong>r. In <strong>de</strong> praktijk komt het erop neer dat je vooralles een an<strong>de</strong>r mannetje nodig hebt.” Problemen wor<strong>de</strong>n dan soms ver<strong>de</strong>rvergroot door <strong>de</strong> passiviteit van gemeenteambtenaren bij <strong>de</strong> handhav<strong>in</strong>g van hetvergunn<strong>in</strong>genbeleid. Stadhuiscollega’s namen pas na gebleken succes het voortouwover van <strong>de</strong> politie bij het organiseren van ‘bestuurlijke gesprekken’ met <strong>in</strong>eerste <strong>in</strong>stantie ‘meestribbelen<strong>de</strong>’ horecaon<strong>de</strong>rnemers.3.3.5 coproductie van beleidOm te komen tot vormen van coproductie van beleid, waarbij ook <strong>de</strong> traditioneleveiligheidsvragers mee<strong>de</strong>nken, is voortgang op twee punten nodig: (a) ruimtevoor <strong>de</strong>r<strong>de</strong>n; (b) grotere verantwoor<strong>de</strong>lijkheid van niet-traditionele partijen.75Ruimte voor <strong>de</strong>r<strong>de</strong>nDe politie moet potentiële mee<strong>de</strong>nkers serieus nemen en dat is, gezien <strong>de</strong> traditionelemonopoliegedachte ten aanzien van veiligheid, geen vanzelfsprekendheid.De grootste cultuuromslag, conclu<strong>de</strong>ren b<strong>in</strong>nen- en buitenstaan<strong>de</strong>rs, dientechter <strong>in</strong>houd te krijgen on<strong>de</strong>r politici en ambtenaren. Zij moeten immers ruimtelaten voor <strong>de</strong> samenwerk<strong>in</strong>g van <strong>buurt</strong>bewoners en politie. Voor <strong>in</strong>tegrale samenwerk<strong>in</strong>gmoeten vaak verschillen<strong>de</strong> budgetten wor<strong>de</strong>n gecomb<strong>in</strong>eerd. Soms is erook sprake van vervag<strong>in</strong>g of verschuiv<strong>in</strong>g van taken en verantwoor<strong>de</strong>lijkhe<strong>de</strong>n.Maar vooral: zij moeten niet naar aanleid<strong>in</strong>g van elk <strong>in</strong>ci<strong>de</strong>nt te hulp snellen enniet te bang zijn voor ‘ongelijke’ behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g. Een politiefunctionaris omschreefhet probleem kernachtig: “Ik krijg er buikpijn van als politici of ambtenarenpraten <strong>in</strong> termen van ‘we moeten burgers erbij betrekken’; daar gaat het namelijkniet om. Waar het om gaat, is dat politici en ambtenaren zichzelf betrokkenmoeten voelen bij burgers.”Het trefwoord is ook hier vertrouwen. In Amsterdam ontwikkel<strong>de</strong> een samenwerk<strong>in</strong>gsverbandvan on<strong>de</strong>rnemers en bewoners een <strong>buurt</strong>visie uitdrukkelijkzon<strong>de</strong>r ambtelijke <strong>in</strong>breng. ‘Acties uit het verle<strong>de</strong>n’ had<strong>de</strong>n het vertrouwen van<strong>de</strong> betrokkenen <strong>in</strong> <strong>de</strong> gemeente gem<strong>in</strong>imaliseerd. Ook <strong>in</strong> het overleg over <strong>de</strong>veiligheidssituatie rond het Amsterdamse Rembrandtple<strong>in</strong> speel<strong>de</strong> ‘oud zeer’ eenrol: een conflict tussen on<strong>de</strong>rnemers en gemeente was nog altijd van <strong>in</strong>vloed ophet vertrouwen van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rnemers. Dat soort won<strong>de</strong>n moet helen.


vertrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>Bovendien moet wor<strong>de</strong>n gewaakt voor het ‘afpakken’ van of oneigenlijk omgaanmet succesvolle <strong>in</strong>itiatieven. De <strong>in</strong>itiatiefnemers van <strong>de</strong> Tilburgse <strong>buurt</strong>mail envan een Gooise <strong>buurt</strong>preventieclub bewaren bijvoorbeeld een afstand tot autoriteiten,omdat ze bang zijn ‘<strong>in</strong>gekapseld’ te wor<strong>de</strong>n. De politie kan het <strong>buurt</strong><strong>in</strong>itiatiefaanwijzen als bewijs dat er voldoen<strong>de</strong> burgers bij hun werk wor<strong>de</strong>nbetrokken en “dan word je een excuus-Truus van <strong>de</strong> politie”. Of je wordt hetaangrijp<strong>in</strong>gspunt voor an<strong>de</strong>re ‘moeilijke’ on<strong>de</strong>rwerpen op <strong>de</strong> gemeentelijkeagenda die niets met veiligheid, maar wel met <strong>de</strong> <strong>buurt</strong> te maken hebben – <strong>de</strong>bestrat<strong>in</strong>g van een zandweg bijvoorbeeld “en daar zijn we niet voor opgericht”.76Grotere zelfverantwoor<strong>de</strong>lijkheid van niet-traditionele partijenDe <strong>buurt</strong>veiligheid kan aanzienlijk wor<strong>de</strong>n verbeterd als an<strong>de</strong>re partijen dan <strong>de</strong>traditionele een bijdrage leveren. Het gaat <strong>in</strong> <strong>de</strong> eerste plaats om georganiseer<strong>de</strong>bewoners en private partijen. Op steeds meer plaatsen patrouilleren <strong>in</strong>mid<strong>de</strong>ls<strong>buurt</strong>wachten <strong>in</strong> goe<strong>de</strong> samenwerk<strong>in</strong>g met <strong>de</strong> lokale wijkpolitie. Hun <strong>in</strong>zet issoms verbluffend: <strong>in</strong> Rotterdam-Schiemond surveilleert een vaste, zeer multiculturelegroep van veertien vrouwen en mannen drie avon<strong>de</strong>n per week.Hun draagvlak on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>bewoners is groot, zo bleek uit een <strong>de</strong>ur-aan<strong>de</strong>ur-handteken<strong>in</strong>genactiewaarbij 400 van <strong>de</strong> 1400 huishou<strong>de</strong>ns teken<strong>de</strong>nvoor voortzett<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>wacht. En hun resultaten mogen er zijn: ze droegen<strong>in</strong> 2003 bij aan <strong>de</strong> op een na grootste verbeter<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> veiligheidsstatistiekenvan <strong>de</strong> stad.Ook w<strong>in</strong>keliers verwisselen steeds vaker hun rol van consument naar die vancoproducent van veiligheidsdiensten. Dat mag best wat kosten, zegt een supermarktchef,want “als ik vandaag een <strong>in</strong>ci<strong>de</strong>nt heb, heb ik volgen<strong>de</strong> week 200klanten m<strong>in</strong><strong>de</strong>r.” Er is daarom “zeker over te praten” dat hij meebetaalt aan<strong>buurt</strong>preventie. Hij kent ook zijn pappenheimers en heeft met “<strong>de</strong> jongens”gepraat en daarbij dui<strong>de</strong>lijke regels gesteld: niet met meer<strong>de</strong>re jongens tegelijk <strong>de</strong>w<strong>in</strong>kel <strong>in</strong>, mandje mee, geen grote mond, alle w<strong>in</strong>keldiefstal wordt bij <strong>de</strong> politieaangegeven. Een aantal personeelsle<strong>de</strong>n werkt bovendien ’s avonds bij een bewak<strong>in</strong>gsbedrijf,en weet dus om te gaan met overlast. En hij sponsort ook <strong>buurt</strong>feestenmet dr<strong>in</strong>ken en koffie, “omdat het een wisselwerk<strong>in</strong>g moet zijn tussen <strong>de</strong><strong>buurt</strong>w<strong>in</strong>kel en <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>”.Er zijn tegelijk vraagtekens te plaatsen bij <strong>buurt</strong>wachten en particuliere beveilig<strong>in</strong>gen.Ook <strong>de</strong> politie on<strong>de</strong>rkent dat: “Ik omarm ze, maar we moeten er wel voorwaken dat bewoners geen eigen rechter gaan spelen. De politie moet wel hetoverzicht hou<strong>de</strong>n.” Dat overzicht is echter beperkt; het is bijvoorbeeld onbekendhoeveel <strong>buurt</strong>preventieverenig<strong>in</strong>gen particuliere beveilig<strong>in</strong>gsbureaus hebben<strong>in</strong>geschakeld. En er is ook nog het pr<strong>in</strong>cipiële punt dat <strong>de</strong> facto <strong>de</strong> <strong>buurt</strong> “hetwerk van <strong>de</strong> politie doet”. Dat is ook zo, erkennen <strong>de</strong> trekkers, maar er zijn’s nachts maar vijf à tien agenten op straat <strong>in</strong> heel <strong>de</strong> stad. Bovendien is er nog <strong>de</strong>vraag van <strong>de</strong> zwartrij<strong>de</strong>rs – bewoners die niet meebetalen – en <strong>de</strong> meeliften<strong>de</strong>naburige <strong>buurt</strong>en die profiteren: “Als <strong>de</strong> politie er is, dan hoeft <strong>de</strong> beveilig<strong>in</strong>g erniet te zijn en an<strong>de</strong>rsom.” Daartegenover staat het waterbe<strong>de</strong>ffect: hoewel <strong>de</strong>


empirische bev<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen: het perspectief van bewonersgetallen niet haarscherp zijn, lijkt het erop dat <strong>de</strong> grotere controle <strong>in</strong> <strong>de</strong> beterbeveilig<strong>de</strong> <strong>buurt</strong>en zich doorvertaalt <strong>in</strong> meer <strong>in</strong>braken el<strong>de</strong>rs.Voor een effectieve aanpak <strong>in</strong> achterstands<strong>buurt</strong>en is ook vereist dat <strong>de</strong> socialespelers mee<strong>de</strong>nken en -werken. De wooncorporaties en het welzijnswerk noem<strong>de</strong>nwe al, maar ook <strong>de</strong> betrokkenheid van scholen telt mee. K<strong>in</strong><strong>de</strong>ren leven <strong>in</strong>meer<strong>de</strong>re werel<strong>de</strong>n en sommigen raken daarbij <strong>de</strong> weg kwijt. De straat wordt eenonveilig territoir en dat slaat terug op crim<strong>in</strong>aliteitscijfers, schoolprestaties(uitval), maar ook op leefbaarheid. De bre<strong>de</strong> school kwam <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze <strong>buurt</strong>en totstand vanuit <strong>de</strong> gedachte: houd <strong>de</strong> k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren zo lang mogelijk achter <strong>de</strong> schoolhekken,waar <strong>de</strong> straat hen niet kan bereiken.Scholen nemen ook <strong>in</strong>itiatieven op het gebied van <strong>de</strong> veiligheid. Een regionaalopleid<strong>in</strong>gencentrum liet leerl<strong>in</strong>gen bijvoorbeeld een veiligheidsprogramma voor<strong>de</strong> <strong>buurt</strong> ontwerpen, gekoppeld aan het opstellen van spelregels voor <strong>de</strong> schoolzelf. Het <strong>in</strong>mid<strong>de</strong>ls overbeken<strong>de</strong> Terra College <strong>in</strong> Den Haag – een voorbeeldschoolop dit terre<strong>in</strong> – was vóór <strong>de</strong> moord op <strong>de</strong> conrector bekroond vanwege hetsuccesvolle convenant dat <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>gen sloten met politie en openbaar vervoerom onveiligheid en overlast <strong>in</strong> trams te beperken.773.3.6 gepaste afstand bij <strong>de</strong> uitvoer<strong>in</strong>gEen preventieve aanpak kan alleen succesvol zijn als bewoners geloven dat eenbetere veiligheid beg<strong>in</strong>t <strong>in</strong> eigen huis en <strong>buurt</strong>, en dat <strong>de</strong> politie hen daarbijsteunt. Zoals een politieman het uitdrukt: “Met z’n tweeën ergens op af gaan,maakt je dapper.” De politie moet daartoe af van het i<strong>de</strong>e dat een machtsmonopolie– het gebruik van wapens is voorbehou<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong> politie – zich automatischvertaalt <strong>in</strong> een veiligheidsmonopolie: <strong>de</strong> burger heeft <strong>de</strong> politie nodig, maar datgeldt evenzeer an<strong>de</strong>rsom. Een wijkagent reflecteert: “Het gaat erom <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>bewonershet gevoel te geven dat je ze serieus neemt.” In <strong>de</strong> praktijk wor<strong>de</strong>n vor<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gengemaakt, maar twee on<strong>de</strong>rwerpen vragen om na<strong>de</strong>re aandacht: (a) sterkereburenbetrokkenheid; (b) betere <strong>in</strong>formatievoorzien<strong>in</strong>g en regie.Sterkere burenbetrokkenheidGoe<strong>de</strong> afspraken bevor<strong>de</strong>ren <strong>de</strong> samenwerk<strong>in</strong>g voor veiligheid. Het moet dui<strong>de</strong>lijkzijn wie er e<strong>in</strong>dverantwoor<strong>de</strong>lijk is en wie welke taak op zich neemt. Deelsheeft dat te maken met bevoegdhe<strong>de</strong>n: alleen politie en justitie – en soms voorspecifieke taken ook stadswachten of toezichthou<strong>de</strong>rs – zijn bevoegd tot repressiefoptre<strong>de</strong>n. Wanneer bewoners bijvoorbeeld <strong>in</strong> hun eigen <strong>buurt</strong> gaan patrouilleren,is het dus een voorwaar<strong>de</strong> dat zij <strong>in</strong> het geval dat er repressie nodig is, <strong>de</strong>politie snel kunnen <strong>in</strong>schakelen. De <strong>buurt</strong>wachters <strong>in</strong> Rotterdam-Schiemondhebben daarom met <strong>de</strong> wijkagent afgesproken dat hij b<strong>in</strong>nen een paar m<strong>in</strong>utenter plekke is als ze bellen. Hun signaalfunctie zou we<strong>in</strong>ig z<strong>in</strong> hebben als dieafspraak niet was gemaakt. De schoolwijkagenten <strong>in</strong> Den Haag hebben met <strong>de</strong>scholen afgesproken dat die verantwoor<strong>de</strong>lijk zijn voor <strong>de</strong> veiligheid b<strong>in</strong>nen hunmuren. In <strong>de</strong> Amsterdamse b<strong>in</strong>nenstad werken on<strong>de</strong>rnemers en bewoners effec-


vertrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>tief samen aan veiligheid, maar geven aan: “We hebben constante rug<strong>de</strong>kk<strong>in</strong>g van<strong>de</strong> politie, die hebben we ook nog steeds nodig.” In <strong>de</strong> L<strong>in</strong>gewijk <strong>in</strong> Gor<strong>in</strong>chemwerken wijkcoörd<strong>in</strong>ator, wijkagent en wijkbeheer<strong>de</strong>r nauw samen, maar sprekenper situatie af wie er wat moet doen.Het gaat echter nog te vaak mis. Soms met kle<strong>in</strong>e, alledaagse d<strong>in</strong>gen, bijvoorbeeldhet niet terugmel<strong>de</strong>n wat er met een aangifte is gebeurd. Maar er zijn ook serieuzeremanco’s. De politie stuur<strong>de</strong> <strong>de</strong> mensen die aangifte <strong>de</strong><strong>de</strong>n van een grootaantal i<strong>de</strong>ntieke <strong>in</strong>braken een brief dat het on<strong>de</strong>rzoek niets had opgeleverd en <strong>de</strong>zaak was gesloten: “Twee dagen na aangifte, dus die moet gepost zijn op <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong>dag dat je er was.” De bewoners voel<strong>de</strong>n zich afgescheept en schreven een “polemischebrief” naar <strong>de</strong> wijkteamchef, die vervolgens meld<strong>de</strong>: “Ne<strong>de</strong>rland isverrot, ons bureau is met zeven moor<strong>de</strong>n bezig, dus aan <strong>in</strong>braken kunnen wegeen prioriteit geven.” Dat was geen aanleid<strong>in</strong>g tot collectieve <strong>buurt</strong>blijdschap.Maar <strong>de</strong> politiechef gaf ook een belangrijke voorzet: “Als jullie zelf meedoen, stellenwij voor korte tijd twee agenten met gsm beschikbaar.” De bewoners beslotentot <strong>buurt</strong>patrouille en wer<strong>de</strong>n daartoe geïnstrueerd door <strong>de</strong> wijkagent.78Op an<strong>de</strong>re plaatsen zijn eveneens stappen genomen met vormen van meesturen,bijvoorbeeld bij het vaststellen van veiligheidsprioriteiten b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> <strong>buurt</strong> en bijhet verrichten van een wijkschouw. In een aantal gemeenten bepalen <strong>buurt</strong>bewonerseen <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> werkzaamhe<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> stadswachten. De gemeente Lei<strong>de</strong>nexperimenteert met zogenoem<strong>de</strong> politieambassa<strong>de</strong>urs: actieve bewoners diedoor wijkagenten wor<strong>de</strong>n geselecteerd voor een cursus over het politiewerk en,naast hun oog- en oorfunctie, kunnen helpen bij <strong>de</strong> aanpak van specifieke <strong>buurt</strong>problemen.In Amsterdam overleggen politie, on<strong>de</strong>rnemersverenig<strong>in</strong>g, stads<strong>de</strong>el, gemeentelijkedienst en horecabrancheorganisatie over praktische oploss<strong>in</strong>gen voorproblemen. De politie ziet zichzelf daarbij als een <strong>in</strong>termediair tussen praktijk(horeca) en beleid (gemeente). Een café kreeg bijvoorbeeld na een verbouw<strong>in</strong>g tehoren dat een gevelverlicht<strong>in</strong>g die er al tien jaar had gehangen, niet mochtwor<strong>de</strong>n herplaatst. Omdat het licht bijdroeg aan het veiligheidsgevoel, verklaar<strong>de</strong><strong>de</strong> wijkpolitie zich bereid om, zo nodig, te bemid<strong>de</strong>len. De meerwaar<strong>de</strong> van hetoverleg wordt voor <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rnemers, en daardoor via die band voor <strong>de</strong> politie,vergroot doordat niet alleen veiligheidson<strong>de</strong>rwerpen op tafel komen, zoals een tedure ophang<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> jaarlijkse kerstverlicht<strong>in</strong>g.Ondanks <strong>de</strong> vele lichtpunten is <strong>de</strong> cultuuromslag bij bewoners en politie nogverre van voltooid. In achterstands<strong>buurt</strong>en vertellen <strong>buurt</strong>bewoners <strong>de</strong> wijkagentvan problemen, maar doen uit angst voor represailles geen aangifte.In – veron<strong>de</strong>rsteld mondige – voorstands<strong>buurt</strong>en lopen klachten over geluidsoverlastnog te vaak via <strong>de</strong> politie en is <strong>de</strong> zelfredzaamheid op dit soort puntenger<strong>in</strong>g. Pas als aanjagers hun <strong>buurt</strong> <strong>in</strong> beweg<strong>in</strong>g krijgen, veran<strong>de</strong>rt er iets. Politieen overheid kunnen die beweg<strong>in</strong>g stimuleren. Horecabazen wor<strong>de</strong>n door krachtdadigedreig<strong>in</strong>g met sancties ervan overtuigd dat meewerken aan gecertificeer<strong>de</strong>


empirische bev<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen: het perspectief van bewonersportiers <strong>in</strong> hun beste belang is. Gemeenten geven een startsubsidie voor <strong>de</strong>opricht<strong>in</strong>g van <strong>buurt</strong>preventieverenig<strong>in</strong>gen.Betere <strong>in</strong>formatievoorzien<strong>in</strong>g en regieMensen zijn potentieel snel bereid <strong>in</strong> actie te komen als het gaat om veiligheid.Een goe<strong>de</strong> we<strong>de</strong>rzijdse <strong>in</strong>formatieverschaff<strong>in</strong>g dient daarom een sleutelrol tevervullen <strong>in</strong> <strong>de</strong> wisselwerk<strong>in</strong>g tussen politie en bewoners en tussen <strong>buurt</strong>bewonerson<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>g. Volgens <strong>de</strong> <strong>in</strong>itiatiefnemer van <strong>de</strong> Tilburgse <strong>buurt</strong>patrouille enhet bijbehoren<strong>de</strong> elektronische <strong>buurt</strong>netwerk is dat <strong>de</strong> basis voor een effectieveaanpak van (potentiële) <strong>in</strong>brekers. Soms gaat het om <strong>in</strong>ci<strong>de</strong>nten <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong> zelf,zoals <strong>de</strong> systematische serie garage-<strong>in</strong>braken <strong>in</strong> een Tilburgse <strong>buurt</strong>. Maar ook<strong>in</strong>ci<strong>de</strong>nten buiten <strong>de</strong> <strong>buurt</strong> kunnen een rol spelen: een bericht <strong>in</strong> <strong>de</strong> media heeftveel effect. Bewoners hebben problemen met een – <strong>in</strong> hun ogen – ‘zachte’ aanpakvan veelplegers. Zij signaleren dat ervaren boefjes <strong>de</strong> organisaties en professionalstegen elkaar uitspelen. Een stevige aanpak, bijvoorbeeld werkstraffen <strong>in</strong> <strong>de</strong><strong>buurt</strong>, heeft voor hen een belangrijke symbolische functie: er is aandacht voor <strong>de</strong><strong>buurt</strong> en ook aandacht voor hun onveiligheidsgevoelens. Publicatie van cijfersover <strong>de</strong> veiligheid kan ook mobiliserend zijn: “Hoezo is onze wijk onveilig?”,reageer<strong>de</strong>n wijkbewoners <strong>in</strong> Deventer op <strong>de</strong> uitkomsten van bewonerson<strong>de</strong>rzoek,en op eenzelf<strong>de</strong> manier wer<strong>de</strong>n bewoners van twee Utrechtse wijkengeprikkeld.79Ook <strong>de</strong> <strong>in</strong>formatievoorzien<strong>in</strong>g b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> kr<strong>in</strong>g van overheid en sociale spelersbehoeft verbeter<strong>in</strong>g. Informatie vormt <strong>de</strong> basis voor prestatieafspraken, een<strong>in</strong>strument dat na<strong>de</strong>re aandacht behoeft <strong>in</strong> het ka<strong>de</strong>r van een betere preventiedoor <strong>buurt</strong>betrokkenheid. Een lager aantal aangiften kan bijvoorbeeld het gevolgzijn van een succesvolle aanpak, maar ook van een gebrek aan vertrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong>afhan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g, waardoor bewoners afzien van het doen van aangifte. Hoe meer<strong>in</strong>formatie beschikbaar is, hoe beter een passen<strong>de</strong> oploss<strong>in</strong>g kan wor<strong>de</strong>n gevon<strong>de</strong>n.In het jib-project blijkt <strong>de</strong> uitwissel<strong>in</strong>g van <strong>in</strong>formatie een succesfactor tezijn. Daardoor kunnen zaken sneller wor<strong>de</strong>n afgehan<strong>de</strong>ld, kan er maatwerkwor<strong>de</strong>n geleverd, en kan <strong>de</strong> aanpak beter wor<strong>de</strong>n afgestemd. In Amsterdamhoudt <strong>de</strong> politie voor 600 veelplegers een dossier gereed met alles wat <strong>de</strong> jongerenhebben misdaan, en wanneer <strong>de</strong> veelpleger voor <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> misstap wordtopgepakt, wordt hij met het hele dossier voor <strong>de</strong> rechter geleid.Op veel plaatsen wordt voortgang gemaakt, maar tegelijk doen zich tussen <strong>de</strong>betrokken <strong>in</strong>stanties echter problemen voor met betrekk<strong>in</strong>g tot <strong>de</strong> privacyregelgev<strong>in</strong>g:organisaties kunnen niet onbeperkt <strong>in</strong>formatie over personen on<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>guitwisselen. Betrokkenen doen er soms laconiek over – “Ik heb af en toe echtzoiets... ik zeg ‘doe-oe-oei’ en we doen het” – maar geven toe dat <strong>de</strong> wetgev<strong>in</strong>g <strong>de</strong>samenwerk<strong>in</strong>g bemoeilijkt. Zijn mensen er zelf van overtuigd dat zij er baat bijhebben om geholpen te wor<strong>de</strong>n, dan geven ze toestemm<strong>in</strong>g gegevens te koppelen.Crim<strong>in</strong>elen hebben er echter juist baat bij dat er niet tegen hen kan wor<strong>de</strong>nsamengewerkt. De huidige regelgev<strong>in</strong>g en praktijk werpen daardoor drempels opvoor een effectieve aanpak.


vertrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>3.4 on<strong>de</strong>rwijs en k<strong>in</strong><strong>de</strong>ropvangOn<strong>de</strong>rwijs is het kristallisatiepunt van <strong>de</strong> ontwikkel<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> wijk, zo meldt eenstads<strong>de</strong>elbestuur<strong>de</strong>r. En die wijk heeft een meerwaar<strong>de</strong> voor bewoners, on<strong>de</strong>rwijsals overheid, zo zal blijken <strong>in</strong> <strong>de</strong> subparagrafen 3.4.1 en 3.4.2. Om <strong>de</strong>zemeerwaar<strong>de</strong> te verwerkelijken, dient <strong>in</strong>hou<strong>de</strong>lijk te wor<strong>de</strong>n tegemoetgekomenaan <strong>de</strong> noodzaak tot differentiatie naar <strong>buurt</strong> en aan <strong>in</strong>tegraal beleid, zeker waarhet bre<strong>de</strong> scholen betreft. De subparagrafen 3.4.3 en 3.4.4 gaan hier dieper op<strong>in</strong>. Het proces van wisselwerk<strong>in</strong>g is bij schol<strong>in</strong>g van bijzon<strong>de</strong>r belang: zoals <strong>de</strong>ou<strong>de</strong>n zongen, piepen <strong>de</strong> jongen. De beleidsvorm<strong>in</strong>g wordt daarom gekenmerktdoor coproductie en uitvoer<strong>in</strong>g door een gepaste afstand tussen bewoners enuitvoer<strong>de</strong>rs. Deze punten komen ter sprake <strong>in</strong> <strong>de</strong> subparagrafen 3.4.5 en 3.4.6.3.4.1 meerwaar<strong>de</strong> voor bewoners en scholen80Woon<strong>buurt</strong> en geslacht vormen <strong>in</strong> Amsterdam <strong>de</strong> belangrijkste voorspellersvan uitval <strong>in</strong> het voortgezet mid<strong>de</strong>lbaar beroepson<strong>de</strong>rwijs (vmbo) – belangrijkernog dan bijvoorbeeld etniciteit (Gemeente Amsterdam 2003). De ontwikkel<strong>in</strong>gskansenvan k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren zijn te vergroten door <strong>in</strong>tegrale aandacht voorhun hele leefwereld: gez<strong>in</strong>, school en straat. De kloof tussen die verschillen<strong>de</strong>werel<strong>de</strong>n is vaak groot, zeker on<strong>de</strong>r allochtone ou<strong>de</strong>rs van <strong>de</strong> ‘eerste generatie’.K<strong>in</strong><strong>de</strong>ren kunnen hun verhaal niet kwijt, ou<strong>de</strong>rs begrijpen <strong>de</strong> vragen niet diehen bezighou<strong>de</strong>n en kunnen ook niet thuis voortbouwen op hun leerstof.Ou<strong>de</strong>rs hebben er soms geen weet van dat hun k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren zich op straat of opschool heel an<strong>de</strong>rs gedragen dan thuis. Door <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rs en <strong>de</strong> <strong>buurt</strong> <strong>de</strong> schoolb<strong>in</strong>nen te halen, ontstaat er meer overlap tussen <strong>de</strong> drie leefwerel<strong>de</strong>n. Ook heton<strong>de</strong>rwijs heeft daar baat bij.Dit kan beg<strong>in</strong>nen met een versterkte ou<strong>de</strong>rbetrokkenheid, vooral op <strong>de</strong> basisschool.Ou<strong>de</strong>rs volgen bijvoorbeeld elke twee weken een cursus, waar<strong>in</strong> zehetzelf<strong>de</strong> leren als hun k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren <strong>in</strong> die perio<strong>de</strong>. Allochtone leerl<strong>in</strong>gbegelei<strong>de</strong>rsen contactpersonen on<strong>de</strong>r ou<strong>de</strong>rs, soms via id-banen (‘Melkertbanen’), wor<strong>de</strong>n<strong>in</strong>gezet om vooral moe<strong>de</strong>rs meer bij school en on<strong>de</strong>rwijs te betrekken.Er komen faciliteiten om het schoolbezoek door ou<strong>de</strong>rs te stimuleren: ou<strong>de</strong>rkamer,bibliotheek, sport, thuiszorg en consultatiebureau. Een van onzegesprekspartners meldt dat zijn school <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rs zelfs verplicht om m<strong>in</strong>imaaléén keer per week op school te komen voor <strong>in</strong>structies over het spelletje dat zedie week met hun k<strong>in</strong>d thuis gaan doen. “Maar ze komen graag.” In Amsterdamheeft een stads<strong>de</strong>el een vergaan<strong>de</strong> aanpak ontwikkeld voor ou<strong>de</strong>rs die het nietzo nauw nemen met <strong>de</strong> leerplicht: komen <strong>de</strong> k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren herhaal<strong>de</strong>lijk te laat terugvan vakantie, dan krijgen <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rs het eerste jaar een waarschuw<strong>in</strong>g, hettwee<strong>de</strong> jaar een sanctie en het <strong>de</strong>r<strong>de</strong> jaar een formele boete. En het werkt: hetaantal k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren dat het beg<strong>in</strong> van het schooljaar mist, is met meer dan <strong>de</strong> helftverm<strong>in</strong><strong>de</strong>rd (Engbersen et al. 2005).


empirische bev<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen: het perspectief van bewonersHet betrekken van ou<strong>de</strong>rs op mid<strong>de</strong>lbare scholen is moeilijker, vanwege <strong>de</strong> veelgrotere schaal en fysieke afstand. Maar ook hier kan <strong>de</strong> nabije omgev<strong>in</strong>g bijdragendoor het bie<strong>de</strong>n van stageplaatsen. “On<strong>de</strong>rwijs v<strong>in</strong>dt niet alleen op schoolplaats”, benadrukt een directeur van een vmbo. “Ook <strong>de</strong> ploeglei<strong>de</strong>r van hetvakkenvulteam <strong>in</strong> <strong>de</strong> supermarkt geeft on<strong>de</strong>rwijs. Dat is misschien wel belangrijkerdan het beroepson<strong>de</strong>rwijs van <strong>de</strong> scholen.” Het bij elkaar brengen vanscholen en bedrijven, <strong>in</strong> ie<strong>de</strong>r geval <strong>in</strong> <strong>de</strong>tailhan<strong>de</strong>l en het mid<strong>de</strong>n- en kle<strong>in</strong>bedrijf,biedt een kans <strong>de</strong> jeugdwerkloosheid effectief te bestrij<strong>de</strong>n. De schoolmoet dus niet alleen ‘voeten <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>’ hebben, maar <strong>de</strong> <strong>buurt</strong> moet daarvoorook openstaan.Dat is niet altijd het geval. “Anonimiteit is een van <strong>de</strong> grootste problemen waarmee<strong>de</strong> wijk kampt”, stelt een stads<strong>de</strong>elvoorzitter. De school biedt dan eennatuurlijke sociale voorzien<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>; ook <strong>in</strong> kle<strong>in</strong>e dorpen is een schoolvaak <strong>de</strong> enige resi<strong>de</strong>ntiële voorzien<strong>in</strong>g. “De stad en <strong>de</strong> wijk zijn voor sommigebewoners nu eenmaal te groot. Er moet een dorpser karakter komen; <strong>de</strong> bre<strong>de</strong>scholen kunnen daarvoor zorgen.” De meeste ou<strong>de</strong>rs storten zich met hun <strong>in</strong>zetop hun ou<strong>de</strong>rplicht: je doet mee met <strong>de</strong> buren. School is immers <strong>de</strong> plaats waar“onze k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren” wor<strong>de</strong>n opgeleid, en “ie<strong>de</strong>r wil van nature het beste voor zijnk<strong>in</strong><strong>de</strong>ren”.81Een toenemend aantal scholen geeft <strong>de</strong> relatie met <strong>de</strong> <strong>buurt</strong> expliciet een plaatsb<strong>in</strong>nen een ontwikkel<strong>in</strong>g als ‘bre<strong>de</strong> school’. De bre<strong>de</strong> school is <strong>in</strong> Ne<strong>de</strong>rland eenbetrekkelijk nieuw concept, geïnspireerd door voorbeel<strong>de</strong>n <strong>in</strong> Scand<strong>in</strong>avië en <strong>de</strong>Verenig<strong>de</strong> Staten. Met tien jaar ervar<strong>in</strong>g zijn er nu meer dan 500 basisscholen enhun aantal groeit. Al <strong>de</strong>ze scholen verschillen, maar vertonen steeds een of meervan <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> kenmerken<strong>de</strong> elementen: (1) <strong>de</strong> organisatie van een doorgaan<strong>de</strong>lijn <strong>in</strong> <strong>de</strong> ontwikkel<strong>in</strong>g van k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren door samenwerk<strong>in</strong>g tussen scholen,peuterspeelzalen en k<strong>in</strong><strong>de</strong>ropvang; (2) samenwerk<strong>in</strong>g met an<strong>de</strong>re professionals<strong>in</strong> <strong>de</strong> omgev<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> school, waaron<strong>de</strong>r met name welzijnsorganisaties, maarook politie, jeugdhulpverlen<strong>in</strong>g, bibliotheken, wijk- en <strong>buurt</strong>organisaties,sportscholen, muziekscholen en theaters; (3) het betrekken van ou<strong>de</strong>rs bij <strong>de</strong>school; (4) <strong>de</strong> organisatie van buitenschoolse activiteiten voor k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren; (5) hetstreven naar een functie als centrum of “kloppend hart” van <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>.Een goed, multifunctioneel gebouw bevor<strong>de</strong>rt <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>trots; liefst iets te mooivoor zijn omgev<strong>in</strong>g biedt het ook een stimulans voor goed on<strong>de</strong>rwijs en vooron<strong>de</strong>rwijsvernieuw<strong>in</strong>g. Een mooi gebouw is prettig b<strong>in</strong>nenkomen voor ie<strong>de</strong>reenen prettig werken voor <strong>de</strong> leerkrachten. Het gebouw vormt ook het cementvan <strong>de</strong> samenwerk<strong>in</strong>g b<strong>in</strong>nen bre<strong>de</strong> scholen. Het is een ‘voorzien<strong>in</strong>geneiland’,met naast <strong>de</strong> basisschool ook een schoolmaatschappelijk werker, schoolarts, e-center en <strong>buurt</strong>café. Vlakbij, soms zelfs <strong>in</strong> hetzelf<strong>de</strong> gebouw, is een politieposten een welzijnspost ten behoeve van naschoolse activiteiten. Het gebouw is ook’s avonds open en heeft daarom twee beheer<strong>de</strong>rs. De nabijheid van an<strong>de</strong>re socialespelers bevor<strong>de</strong>rt <strong>de</strong> samenwerk<strong>in</strong>g, die voorheen problematisch was.


vertrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>3.4.2 meerwaar<strong>de</strong> voor <strong>de</strong> overheidVanuit <strong>de</strong> overheid gezien biedt <strong>de</strong> wisselwerk<strong>in</strong>g tussen <strong>buurt</strong> en school eenmeerwaar<strong>de</strong>. Een school is een werkplaats voor sociaal gedrag: het aanleren vannormen en waar<strong>de</strong>n (wrr 2003). De betrokkenheid van leerl<strong>in</strong>gen bij hun <strong>buurt</strong>vormt daarvan een on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el. Jongeren zijn niet meer gewend om “samend<strong>in</strong>gen te doen”, waardoor normen vervagen. Veel problemen met <strong>in</strong>dividueleleerl<strong>in</strong>gen kunnen alleen wor<strong>de</strong>n opgelost dan wel beheersbaar blijven <strong>in</strong> samenwerk<strong>in</strong>gmet sociale spelers <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>. Door <strong>de</strong> school beter te verb<strong>in</strong><strong>de</strong>n met <strong>de</strong>omr<strong>in</strong>gen<strong>de</strong> samenlev<strong>in</strong>g (sportverenig<strong>in</strong>gen, culturele en recreatieve activiteiten)wordt sociaal gedrag bevor<strong>de</strong>rd, is het i<strong>de</strong>e. Zwerfvuilteams maken <strong>in</strong> hetka<strong>de</strong>r van community learn<strong>in</strong>g bijvoorbeeld driemaal per jaar <strong>de</strong> wijk schoon ofontwerpen een veiligheidsprogramma voor <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>, gekoppeld aan spelregelsvoor <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>gen zelf.82Op voorbeeldscholen wordt <strong>in</strong>houd gegeven aan externe samenwerk<strong>in</strong>gen,waarbij leerl<strong>in</strong>gen leren een grotere sociale verantwoor<strong>de</strong>lijkheid te dragen,bijvoorbeeld voor het voorkomen van ongeregeldhe<strong>de</strong>n en onveiligheid <strong>in</strong> hetopenbaar vervoer of het runnen van een <strong>buurt</strong>bioscoop of -restaurant b<strong>in</strong>nen<strong>de</strong> eigen school. El<strong>de</strong>rs on<strong>de</strong>rwijst <strong>de</strong> ggd leraren hoe zij door hun klasgenotenaangewezen leerl<strong>in</strong>gen kunnen oplei<strong>de</strong>n tot gediplomeer<strong>de</strong> conflictbemid<strong>de</strong>laars.Scholen kunnen daarnaast fungeren als aangrijp<strong>in</strong>gspunt voor <strong>de</strong> uitvoer<strong>in</strong>g vansociaal beleid. Voor beleidsmakers zijn zij effectieve ogen en oren <strong>in</strong> een <strong>buurt</strong>:“Vanuit <strong>de</strong> bre<strong>de</strong> school hoor je veel beter dan vanuit <strong>de</strong> gemeente wat er leeft.”De school biedt bovendien <strong>de</strong> mogelijkheid om <strong>de</strong> burger te bereiken. De schoolkan voor <strong>de</strong> <strong>buurt</strong> een katalysator zijn, een bloeiend <strong>buurt</strong>centrum. Het is eensignaal naar <strong>de</strong> omgev<strong>in</strong>g: ‘wij’, bestuur<strong>de</strong>rs, geven om jullie en nemen jullieserieus.Scholen vormen <strong>de</strong> plaats waar problemen zich concentreren. Basisscholen <strong>in</strong>achterstands<strong>buurt</strong>en hebben door <strong>de</strong> concentratie van laagopgelei<strong>de</strong>, vaak allochtonebewoners <strong>in</strong> hun omgev<strong>in</strong>g, te maken met een <strong>in</strong>stroom <strong>in</strong> <strong>de</strong> jongste klassenvan leerl<strong>in</strong>gen met een achterstand <strong>in</strong> hun taal-, motorische en socialeontwikkel<strong>in</strong>g. Door <strong>de</strong> keuze van hoger opgelei<strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rs voor scholen met eenbeter imago wordt <strong>de</strong> concentratie van achterstan<strong>de</strong>n op an<strong>de</strong>re scholen vergroot.Dat vraagt van <strong>de</strong> scholen een specifieke aanpak, gericht op het wegwerken van<strong>de</strong>ze achterstan<strong>de</strong>n. Speciaal <strong>in</strong> achterstands<strong>buurt</strong>en moet er ook reken<strong>in</strong>g meewor<strong>de</strong>n gehou<strong>de</strong>n dat veel k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren uit een eenou<strong>de</strong>rgez<strong>in</strong> afkomstig zijn. In <strong>de</strong>Rotterdamse wijk Pendrecht geeft een school aan dat <strong>de</strong> bevolk<strong>in</strong>gssamenstell<strong>in</strong>gvraagt om een ruime accommodatie voor tussenschoolse opvang: doordat 58 van<strong>de</strong> 59 Antilliaanse gez<strong>in</strong>nen bestaan uit een alleenstaan<strong>de</strong> moe<strong>de</strong>r met k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren,moet er elke dag voor m<strong>in</strong>stens 60 leerl<strong>in</strong>gen tussenschoolse opvang kunnenwor<strong>de</strong>n gebo<strong>de</strong>n.


empirische bev<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen: het perspectief van bewonersDe concentratie van leerl<strong>in</strong>gen met achterstan<strong>de</strong>n en an<strong>de</strong>re risicofactoren werktdoor <strong>in</strong> het voortgezet on<strong>de</strong>rwijs, met name <strong>in</strong> het vmbo, omdat <strong>de</strong> meeste leerl<strong>in</strong>genuit een achterstandssituatie daarheen gaan. Een vmbo-directeur vraagtzich af wat <strong>de</strong> z<strong>in</strong> ervan is om Duits verplicht te stellen voor leerl<strong>in</strong>gen met driejaar achterstand <strong>in</strong> hun Ne<strong>de</strong>rlands. vmbo’s zijn <strong>in</strong> vergelijk<strong>in</strong>g met <strong>de</strong> basisschoolveel grootschaliger en ver<strong>de</strong>raf gelegen. Leerl<strong>in</strong>gen verdwijnen met <strong>de</strong>overstap naar het voortgezet on<strong>de</strong>rwijs voor een groot <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> week uit <strong>de</strong><strong>buurt</strong>, en daarmee uit het zicht van ou<strong>de</strong>rs en hulpverleners.Het on<strong>de</strong>rwijs krijgt ook een hoofdrol toebe<strong>de</strong>eld op het kwetsbare terre<strong>in</strong> van <strong>de</strong><strong>in</strong>tegratie. roc’s geven taalcursussen voor ‘oudkomers’. Zij experimenteren met‘natuurlijk leren’ of ‘omgev<strong>in</strong>gsgericht leren’. Daarbij is <strong>de</strong> taal direct bruikbaar <strong>in</strong><strong>de</strong> eigen omgev<strong>in</strong>g van allochtone ou<strong>de</strong>rs en sluit zij aan bij <strong>de</strong> schoolwereld vanhun k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren of bij een <strong>buurt</strong>huisactiviteit. Er wordt bijvoorbeeld <strong>in</strong>gegaan opvragen als ‘hoe overleg je met een leraar?’, ‘wat is een ou<strong>de</strong>ravond?’ en ‘wat doen<strong>de</strong> k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren op een kleuterschool?’. Om een overmatige zwartkleur<strong>in</strong>g van <strong>de</strong><strong>buurt</strong>school tegen te gaan wordt witte ou<strong>de</strong>rs gevraagd als blok hun kroost <strong>in</strong> teschrijven. Op <strong>de</strong>ze wijzen kan <strong>de</strong> school een eigen bijdrage leveren aan <strong>de</strong> <strong>in</strong>tegratievan allochtonen en autochtonen <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>.In onze gesprekken wijzen enkele bestuur<strong>de</strong>rs erop dat scholen, door hun diepeveranker<strong>in</strong>g <strong>in</strong> zowel overheid als <strong>buurt</strong>, goe<strong>de</strong> bruggen kunnen vormen tussendie twee. Bre<strong>de</strong> scholen, met hun wijdvertakte samenwerk<strong>in</strong>gsverban<strong>de</strong>n, zijnaantrekkelijke kanalen voor beleidsmakers en sociale spelers. Rijksprogramma’sen gemeentelijke acties lopen relatief soepel via <strong>de</strong> school. Van verschillen<strong>de</strong>kanten wordt gewezen op <strong>de</strong> speciale positie van <strong>de</strong> schoolleid<strong>in</strong>g: schoolhoof<strong>de</strong>nzijn vaak <strong>de</strong> ‘oudste’ <strong>buurt</strong>netwerkers met een grote kennis van enbetrokkenheid bij <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>. Zij moeten daarom door bestuur<strong>de</strong>rs wor<strong>de</strong>ngekoesterd als gratis <strong>buurt</strong>managers, die professionaliteit paren aan eigenbelang.833.4.3 differentiatie naar <strong>buurt</strong>Een <strong>buurt</strong>gericht beleidsaccent op on<strong>de</strong>rwijsgebied moet <strong>in</strong>spelen op <strong>de</strong> behoeftenvan leerl<strong>in</strong>gen en hun ou<strong>de</strong>rs, maar ook van an<strong>de</strong>re <strong>buurt</strong>bewoners. Diebehoeften verschillen van <strong>buurt</strong> tot <strong>buurt</strong>, maar <strong>in</strong> algemene z<strong>in</strong> kan een aantalhoofdpunten wor<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n.Achterstands<strong>buurt</strong>en: verkle<strong>in</strong>en van discont<strong>in</strong>uïteitenIn achterstands<strong>buurt</strong>en raken te veel leerl<strong>in</strong>gen het spoor bijster bij <strong>de</strong> overgangnaar een nieuwe school, hetzij bij <strong>de</strong> eerste gang naar <strong>de</strong> basisschool, hetzij bij <strong>de</strong>overgang naar het mid<strong>de</strong>lbaar on<strong>de</strong>rwijs. De kans op afhaken – <strong>in</strong> <strong>de</strong> vorm vanhet ontstaan van onoverbrugbare achterstan<strong>de</strong>n of schooluitval – kan wor<strong>de</strong>nverkle<strong>in</strong>d door extra aandacht te schenken aan risicoleerl<strong>in</strong>gen. Basisscholenwerken hard aan het <strong>in</strong>lopen van taalachterstan<strong>de</strong>n van allochtone leerl<strong>in</strong>gen.Onze gesprekspartners wijzen echter op een kernprobleem: “Voor sommigek<strong>in</strong><strong>de</strong>ren gebeurt alles op school, maar bij hen thuis gebeurt er niets.” Het zijn


vertrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>veelal <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rs die struikelen over <strong>de</strong> te hoge drempels waarmee zij zich geconfronteerdzien. Zij spreken <strong>de</strong> taal niet en voelen zich onzeker. De directeur vaneen zwarte school <strong>in</strong> een achterstands<strong>buurt</strong> van een grote stad wil het liefste“voor alle nieuwkomers <strong>de</strong> cursus die Máxima ook heeft gehad – een ‘dompelbadbij <strong>de</strong> nonnen’ waar ze heel <strong>in</strong>tensief <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse taal leren”.Er zijn te we<strong>in</strong>ig vraagbaken waar ou<strong>de</strong>rs terechtkunnen. Er zijn <strong>in</strong>termediairs(‘paraprofessionals’) nodig om bruggen te slaan tussen allochtone ou<strong>de</strong>rs en– meren<strong>de</strong>els witte – leerkrachten. Een allochtone assistente ou<strong>de</strong>rbetrokkenheidvertelt: “Ou<strong>de</strong>rs moeten zich hier veilig voelen. Vaak zijn ze hier net komenwonen. Eerst moeten we ze laten zien dat we voor hen openstaan en we zewelkom heten; ze kunnen hier ook kennismaken met an<strong>de</strong>re ou<strong>de</strong>rs <strong>in</strong> <strong>de</strong> wijk.Pas later, als ze zich op hun gemak voelen, bena<strong>de</strong>ren we ze voor activiteiten.”84An<strong>de</strong>re scholen vergroten <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rbetrokkenheid door <strong>de</strong> <strong>in</strong>zet van <strong>buurt</strong>moe<strong>de</strong>rs,die bij me<strong>de</strong>ou<strong>de</strong>rs thuiskomen om <strong>de</strong> voortgang van hun k<strong>in</strong>d te bespreken.Daardoor zijn zij goed geïnformeerd over <strong>de</strong> thuissituatie en hebben ze eenbelangrijke signaler<strong>in</strong>gsfunctie. Op school geven zij <strong>in</strong>structie aan <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rs overspelletjes en werkjes die ze thuis met hun k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren kunnen doen. Maar lang nietoveral wor<strong>de</strong>n ou<strong>de</strong>rs voldoen<strong>de</strong> serieus genomen, getuige een boze dochter overhoe haar moe<strong>de</strong>r tegemoet werd getre<strong>de</strong>n: “Hé, die vrouw met het hoofddoekjestelt opeens <strong>in</strong>telligente vragen.”Op veel basisscholen wor<strong>de</strong>n op dit gebied grote <strong>in</strong>spann<strong>in</strong>gen geleverd en <strong>de</strong>resultaten zijn soms bewon<strong>de</strong>renswaardig. Het is zaak speciaal aandacht te beste<strong>de</strong>naan <strong>de</strong> motivatie van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rbouwleerkrachten, want <strong>in</strong> <strong>de</strong> jongste groepenzien <strong>de</strong> leraren nog we<strong>in</strong>ig resultaat van hun <strong>in</strong>spann<strong>in</strong>gen. Je moet hen blijvenwijzen op het e<strong>in</strong>dresultaat, benadrukt een ervaren schoolhoofd. Zij wijst aanmet haar han<strong>de</strong>n: “Het mooiste van on<strong>de</strong>rwijs is hier (laag) beg<strong>in</strong>nen en daar(hoger) uitkomen.” Pas op vi<strong>de</strong>o’s van groep 3 en 4 of bij <strong>de</strong> e<strong>in</strong>dmusical vangroep 8 zie je hoeveel vooruitgang <strong>de</strong> k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren hebben geboekt.De overgang van basisschool naar mid<strong>de</strong>lbare school gaat gepaard met grotediscont<strong>in</strong>uïteiten. De kle<strong>in</strong>e schaal van <strong>de</strong> basisschool, <strong>de</strong> nabijheid van ‘thuis’ en<strong>de</strong> geborgenheid van <strong>de</strong> <strong>buurt</strong> wor<strong>de</strong>n overboord gegooid. Tezelf<strong>de</strong>rtijd beg<strong>in</strong>nen<strong>de</strong> hormonen te gieren en <strong>de</strong> fysieke leefwereld van vooral jongens vergroot zichvan <strong>de</strong> <strong>buurt</strong> naar <strong>de</strong> wijk of zelfs <strong>de</strong> stad of regio. De drie werel<strong>de</strong>n waar<strong>in</strong> jongerenleven – gez<strong>in</strong>, school en straat – wor<strong>de</strong>n abrupt ver<strong>de</strong>r uit elkaar getrokken enleerl<strong>in</strong>gen raken hun houvast kwijt. Van <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>gen die blijven zitten <strong>in</strong> <strong>de</strong>eerste klas van het voortgezet on<strong>de</strong>rwijs (meestal vmbo), haalt het grootste <strong>de</strong>elhet e<strong>in</strong><strong>de</strong> van <strong>de</strong> opleid<strong>in</strong>g niet.Weer vormt <strong>de</strong> onbekendheid van ou<strong>de</strong>rs met het nieuwe on<strong>de</strong>rwijssysteem eenstruikelblok; zij snappen bijvoorbeeld het belang van huiswerk niet en kunnenhun tieners nauwelijks begelei<strong>de</strong>n. Die handicap wordt groot <strong>in</strong>dien <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>lbareschool ook nog buiten <strong>de</strong> eigen wijk is gelegen en zich daardoor onttrekt aan


empirische bev<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen: het perspectief van bewonershet zicht van <strong>de</strong> vaak we<strong>in</strong>ig mobiele ou<strong>de</strong>rs. Wil men <strong>de</strong> schooluitval beperkenen het verhar<strong>de</strong>n van jeugdgroepen tegengaan, dan is een versterkte betrokkenheidvan ou<strong>de</strong>rs en leraren rond <strong>de</strong> overgang naar <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>lbare school gewenst.De huidige vrijblijvendheid is te groot en meer <strong>in</strong>grijpen<strong>de</strong>, verplichten<strong>de</strong>betrokkenheid is <strong>in</strong> het belang van zowel leerl<strong>in</strong>gen en hun ou<strong>de</strong>rs als van leerkrachten.Daarvan is nu op beperkte schaal sprake. Slechts enkele voorbeeldscholensplitsen grote gebouwen <strong>in</strong> kle<strong>in</strong>ere eenhe<strong>de</strong>n met een eigen i<strong>de</strong>ntiteit, waarhet makkelijker is een discipl<strong>in</strong>e te handhaven en <strong>de</strong> saamhorigheid van groepente bevor<strong>de</strong>ren. Een vast team van on<strong>de</strong>rbouwleraren zoekt <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rs van ‘hun’leerl<strong>in</strong>gen thuis op om <strong>de</strong> brug te slaan.Het aantal lichten<strong>de</strong> praktijkvoorbeel<strong>de</strong>n is kle<strong>in</strong>er dan bij het basison<strong>de</strong>rwijs.Allochtone hbo-stu<strong>de</strong>nten fungeren als rolvoorbeel<strong>de</strong>n voor brugklassers, doorhen te helpen met huiswerkcursussen en door aan hun kant te staan. Volwassenendienen als buddy voor jongeren om hen te on<strong>de</strong>rsteunen bij het v<strong>in</strong><strong>de</strong>n vanhun weg. Maar het blijft veelal dweilen met <strong>de</strong> kraan open. Ook door <strong>de</strong> massaliteitvan <strong>de</strong> vmbo-scholen en <strong>de</strong> wijkgebon<strong>de</strong>nheid van <strong>de</strong> sociale spelers (politie,welzijnswerk) wor<strong>de</strong>n eventuele problemen te laat gesignaleerd.Ou<strong>de</strong>rs zijn zich vaak niet bewust van wat hun k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren op straat uitspoken.Buurt<strong>in</strong>terventieteams – politie en jeugdwerk – beg<strong>in</strong>nen hen daarop aan te sprekenen ze kijken ook naar spijbelen. In Amsterdam-Slotervaart is daarom eenteam van case managers <strong>in</strong>gesteld om <strong>in</strong> kaart te brengen waar <strong>de</strong> jongeren zijngebleven die zijn afgehaakt. Hierdoor wordt voorkomen dat <strong>de</strong> jongeren uit hetzicht van <strong>de</strong> hulpverlenen<strong>de</strong> <strong>in</strong>stanties verdwijnen. Alle <strong>in</strong>stanties spreken gezamenlijkaf welke stappen er met <strong>de</strong> jongere wor<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>rnomen en wie wat gaatdoen (Engbersen 2005: 109).85Dorpen, mid<strong>de</strong>n- en voorstands<strong>buurt</strong>en: buitenschoolse opvangZo druk als het is op en rond <strong>de</strong> scholen <strong>in</strong> <strong>de</strong> achterstands<strong>buurt</strong>en, zo rustig ishet el<strong>de</strong>rs. Het schoolhek vormt nog steeds een sociale ontmoet<strong>in</strong>gsplaats bijuitstek en <strong>de</strong> meeste ou<strong>de</strong>rs zijn op enigerlei wijze betrokken bij schoolactiviteiten.Oversteek- en overblijfmoe<strong>de</strong>rs zetten zich <strong>in</strong>, voorleesopa’s doen hun werk,va<strong>de</strong>rs zitten <strong>in</strong> ou<strong>de</strong>rra<strong>de</strong>n of schil<strong>de</strong>ren mee. Allen mel<strong>de</strong>n zich voor <strong>de</strong> uitvoer<strong>in</strong>genen presentaties van hun kroost. Maar er gebeuren we<strong>in</strong>ig ‘bijzon<strong>de</strong>re’d<strong>in</strong>gen met <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>. De schoolleid<strong>in</strong>g spreekt stevige taal: “Een school is altij<strong>de</strong>en Fremdkörper <strong>in</strong> een woonomgev<strong>in</strong>g. Dat moet je bestrij<strong>de</strong>n. Zorg dat <strong>de</strong>school erbij hoort.” Het zou daarom goed zijn als een school faciliteiten biedt aan<strong>de</strong> <strong>buurt</strong>, maar concrete plannen zijn er niet. Bij schoolfeesten stuurt <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>genverenig<strong>in</strong>gvan tevoren brieven en na afloop wor<strong>de</strong>n buren bedankt met eenbos bloemen.Toch is er vooral <strong>in</strong> dorpen en <strong>in</strong> tweeverdieners<strong>buurt</strong>en een toenemen<strong>de</strong> vraagnaar buitenschoolse opvang, die zich vertaalt <strong>in</strong> een verbred<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> school.Het activiteitenpakket concentreert zich op recreatieve bezighe<strong>de</strong>n – muziek,sport – en op goe<strong>de</strong> werk/privé-voorzien<strong>in</strong>gen voor <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rs. Om het geheel


vertrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>betaalbaar te hou<strong>de</strong>n, wordt <strong>de</strong> fysieke vormgev<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> bre<strong>de</strong> school me<strong>de</strong>toegesne<strong>de</strong>n op <strong>de</strong> behoeften van <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>bewoners. Een gymnastiekzaal wordtvervangen door een sporthal die me<strong>de</strong> wordt gebruikt door <strong>buurt</strong>verenig<strong>in</strong>gen;een zwembad wordt geïntegreerd <strong>in</strong> een multifunctioneel complex, zodat zowelleerl<strong>in</strong>gen als <strong>buurt</strong>genoten ervan profiteren. Maar <strong>de</strong> samenwerk<strong>in</strong>gspartnerszijn ‘an<strong>de</strong>rs’ dan <strong>in</strong> achterstands<strong>buurt</strong>en; het zijn niet zozeer <strong>de</strong> sociale spelers,maar vaker private partijen zoals crèches of sportverenig<strong>in</strong>gen en muziekscholen.3.4.4 <strong>in</strong>tegraal beleid86Er wordt veel op het bord van scholen gelegd, wellicht te veel; veel gesprekspartnerswaarschuwen daarvoor. De kerntaak van scholen blijft toch het bie<strong>de</strong>n vangoed on<strong>de</strong>rwijs; wat daarna volgt zijn secundaire en tertiaire taken. Een te <strong>in</strong>tegraalbeleid, waarbij alle problemen van leerl<strong>in</strong>gen – om niet te spreken van <strong>de</strong><strong>buurt</strong> – wor<strong>de</strong>n doorgeschoven, geeft geen pas. Twee aspecten van <strong>de</strong> niettem<strong>in</strong>wenselijke bre<strong>de</strong>schoolvorm<strong>in</strong>g vragen echter om zorgvuldige <strong>in</strong>vull<strong>in</strong>g: (a) hetdoorbreken van <strong>de</strong> overmatige eenzijdigheid door <strong>de</strong> aanstell<strong>in</strong>g van sterkebestuur<strong>de</strong>rs en onorthodoxe uitvoer<strong>de</strong>rs; (b) het beter afstemmen van <strong>de</strong> plannenvan sociale spelers.Aanstell<strong>in</strong>g van sterke bestuur<strong>de</strong>rs en onorthodoxe uitvoer<strong>de</strong>rsB<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> gemeentepolitiek en <strong>de</strong> ambtelijke organisatie bestaan natuurlijkedrempels voor veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g. Steeds blijkt <strong>de</strong> verantwoor<strong>de</strong>lijke wethou<strong>de</strong>r of <strong>de</strong>stads<strong>de</strong>elvoorzitter een doorslaggeven<strong>de</strong> rol te spelen bij het uitdragen van hetbre<strong>de</strong>schoolconcept en het vrijmaken van geld. Zij organiseren het draagvlak,maar hun rol is vooral bepalend bij het ruimen van zich voordoen<strong>de</strong> barrières,waarbij zij als rug<strong>de</strong>kker fungeren voor – vrijwel zon<strong>de</strong>r uitzon<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g – onorthodoxeuitvoer<strong>de</strong>rs, die <strong>de</strong> voortgang van <strong>de</strong> gewenste ontwikkel<strong>in</strong>g stellen boven<strong>de</strong> <strong>in</strong>stitutionele logica.Deze trekker – bijvoorbeeld een schooldirecteur of een ambtelijk projectlei<strong>de</strong>r –breekt gevestig<strong>de</strong> culturen en structuren af om nieuwe ontwikkel<strong>in</strong>gen mogelijkte maken en zoekt <strong>de</strong> marges op van regelgev<strong>in</strong>g en beleidska<strong>de</strong>rs. Een pionieren<strong>de</strong>directeur van een basisschool vond dat <strong>de</strong> sociale veiligheid <strong>in</strong> zijn wijkzodanig uit <strong>de</strong> hand liep dat hij zorg<strong>de</strong> dat hij <strong>in</strong> gesprek kwam met <strong>de</strong>elgemeente,politie en welzijn over <strong>de</strong> problemen <strong>in</strong> <strong>de</strong> wijk – en hij is toen gewoonbegonnen. Dat wekt onvermij<strong>de</strong>lijk weerstan<strong>de</strong>n bij <strong>de</strong> gevestig<strong>de</strong> or<strong>de</strong>. Dewethou<strong>de</strong>r of stads<strong>de</strong>elvoorzitter zet dan zijn politieke gewicht <strong>in</strong> om weerstan<strong>de</strong>n<strong>in</strong> gemeentepolitiek en ambtelijke organisatie weg te nemen. Op die wijzewordt als het ware <strong>in</strong> <strong>de</strong> uitvoer<strong>in</strong>gspraktijk ge<strong>de</strong>reguleerd en geherreguleerd.Afstemm<strong>in</strong>g tussen sociale spelers“We moeten twee wethou<strong>de</strong>rs laten samenwerken; dat is nog moeilijker dantwee m<strong>in</strong>isters.” Beleidsmakers lopen aan tegen scheidslijnen: politiek enbestuur zijn over het algemeen georganiseerd via gespecialiseer<strong>de</strong>, functionelebeleidskokers. Het blijkt moeilijk te zijn beleidsdoelen en geldstromen uit <strong>de</strong>


empirische bev<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen: het perspectief van bewonersverschillen<strong>de</strong> beleidsvel<strong>de</strong>n te comb<strong>in</strong>eren. We zien dat vooral bij bre<strong>de</strong> scholen:zon<strong>de</strong>r een professionele, vrijgestel<strong>de</strong> ‘oploss<strong>in</strong>gsmakelaar’ is het bij elkaar brengenvan alle samenwerk<strong>in</strong>gspartners en geldstromen vaak moeizaam. Ook <strong>de</strong>manier waarop verantwoord<strong>in</strong>g wordt afgelegd over <strong>de</strong> bested<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> budgettenverschilt sterk tussen on<strong>de</strong>rwijs- en welzijnsorganisaties. In <strong>de</strong> welzijnssectorwor<strong>de</strong>n alle toegezeg<strong>de</strong> gel<strong>de</strong>n en budgetten geoormerkt naar doel metprecieze bested<strong>in</strong>gs- en verantwoord<strong>in</strong>gsregels die we<strong>in</strong>ig armslag laten voormaatwerk. Er is me<strong>de</strong> daardoor sprake van een groot aantal coörd<strong>in</strong>atiemechanismen,en dat wekt wrevel en beperkt <strong>de</strong> lust tot samenwerken vanuit het on<strong>de</strong>rwijs:“De kans op bureaucratie is levensgroot.”Onze gesprekspartners hebben echter nog grotere problemen met het zogenoem<strong>de</strong>‘jojobeleid’. Een meerjarenperspectief is volgens succesvolle trekkers vanfundamenteel belang; je mag niet verwachten dat je met een project van een paarjaar wezenlijke maatschappelijke veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen kan realiseren. Het gaat om meerjarigeprogramma’s die zijn losgekoppeld van coalities en verkiez<strong>in</strong>gen. In Gron<strong>in</strong>genhebben gemeenteraad en college <strong>de</strong> f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>g van het Vensterschoolproject(<strong>de</strong> Gron<strong>in</strong>gse variant van <strong>de</strong> bre<strong>de</strong> school) vastgelegd voor tien jaar – dus aanzienlijklanger dan één collegeperio<strong>de</strong>. In Rotterdam-Hoogvliet maakten <strong>de</strong>elgemeenteen gemeente via <strong>de</strong> structuur van ‘On<strong>de</strong>rwijs Kansen Zones’ <strong>de</strong> aandachten mid<strong>de</strong>len voor <strong>de</strong> bre<strong>de</strong>schoolontwikkel<strong>in</strong>g structureel, en <strong>in</strong> het AmsterdamseBos en Lommer kreeg het project Capabel achttien jaar om <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>genbegeleid<strong>in</strong>gstructureel vorm te geven. Ook an<strong>de</strong>re sociale spelers moeten hun prioriteiten,<strong>in</strong>clusief <strong>de</strong> bijbehoren<strong>de</strong> geldstromen, verleggen en zeker stellen.87Maar het zijn <strong>de</strong> positieve uitzon<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen. Scholen proberen te ontkomen aan hettijdroven<strong>de</strong> ‘potjes zoeken’. Steeds wordt het ontbreken van een structurelef<strong>in</strong>anciële basis verbon<strong>de</strong>n met <strong>de</strong> relatie met politiek en bestuur: “Ze nemen onsniet serieus!” Het probleem van cont<strong>in</strong>uïteit is weer het grootst aan <strong>de</strong> kant vanwelzijn: f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>g gebeurt meestal op project- of activiteitenbasis, waarbij hetgaat om kle<strong>in</strong>e bedragen uit een f<strong>in</strong>anciële kraan die voortdurend en onvoorspelbaaropen dan wel dicht wordt gedraaid. Er is bijvoorbeeld ondui<strong>de</strong>lijkheid overhet voortbestaan van gesubsidieer<strong>de</strong> banen voor ou<strong>de</strong>rbetrokkenheidsassistenten,klassenassistenten en beheer<strong>de</strong>rs van gebouwen en <strong>de</strong> On<strong>de</strong>rwijskrachtenAllochtonen Leven<strong>de</strong> Talen (AOLT’s) zijn afgeschaft, terwijl al <strong>de</strong>rgelijke functieseen cruciale rol spelen <strong>in</strong> bre<strong>de</strong> scholen en scholen met aandacht voor ou<strong>de</strong>rbetrokkenheid.3.4.5 coproductie van beleidNa <strong>in</strong> <strong>de</strong> vorige twee subparagrafen te zijn <strong>in</strong>gegaan op enkele <strong>in</strong>hou<strong>de</strong>lijkebeleidsaspecten van on<strong>de</strong>rwijs <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>, komt hierna het proces van wisselwerk<strong>in</strong>g<strong>in</strong> <strong>de</strong> beleidsvorm<strong>in</strong>g aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong>. Door activiteiten op <strong>de</strong> werkvloer telaten be<strong>de</strong>nken, is het mogelijk maatwerk te leveren <strong>in</strong> <strong>de</strong> relatie van school en<strong>buurt</strong>: <strong>de</strong> uitvoeren<strong>de</strong> mensen weten het beste welke activiteiten passen bij <strong>de</strong>specifieke samenstell<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>- en leerl<strong>in</strong>genpopulatie. Echter, ook <strong>de</strong>


vertrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong><strong>buurt</strong> en <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re sociale spelers moeten willen en kunnen mee<strong>de</strong>nken over diewisselwerk<strong>in</strong>g. Bij het verhogen van <strong>de</strong> toegankelijkheid van <strong>de</strong> school voor <strong>de</strong><strong>buurt</strong> gel<strong>de</strong>n twee voorwaar<strong>de</strong>n: (a) herstel van <strong>de</strong> menselijke maat; (b) betrokkenheidvan niet-traditionele partijen bij <strong>de</strong> <strong>in</strong>vull<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> bre<strong>de</strong> school.88Herstel van <strong>de</strong> menselijke maatMensen aan <strong>de</strong> frontlijn maken zich zorgen over <strong>de</strong> negatieve gevolgen van hetdoorgeschoten efficiëntie<strong>de</strong>nken: “Door het streven naar schaalvergrot<strong>in</strong>g haalthet m<strong>in</strong>isterie van ocw met zijn regelgev<strong>in</strong>g <strong>de</strong> creativiteit uit het on<strong>de</strong>rwijs.”In school wordt het moeilijker voor docenten en schoolleid<strong>in</strong>g om een veiligeomgev<strong>in</strong>g te bie<strong>de</strong>n voor leerl<strong>in</strong>gen of ze aan bepaal<strong>de</strong> huisregels te hou<strong>de</strong>n, laatstaan hen waar<strong>de</strong>n en normen bij te brengen. Maar ook voor het betrekken vanou<strong>de</strong>rs en <strong>buurt</strong>bewoners bij <strong>de</strong> school werpt <strong>de</strong> grote schaal van speciaalmid<strong>de</strong>lbare scholen drempels op. Aanspreekpunten verdwijnen of wor<strong>de</strong>nformele loketten. Mensen krijgen m<strong>in</strong><strong>de</strong>r <strong>in</strong>dividuele aandacht en kunnen zichmakkelijk terugtrekken <strong>in</strong> <strong>de</strong> anonimiteit. Het gaat er dus om het grote kle<strong>in</strong> temaken, b<strong>in</strong>nen een schoolgebouw bijvoorbeeld kle<strong>in</strong>ere eenhe<strong>de</strong>n <strong>in</strong> te richtenwaarmee leerl<strong>in</strong>gen en leraren zich kunnen i<strong>de</strong>ntificeren en naar ou<strong>de</strong>rs en<strong>buurt</strong>genoten toe <strong>de</strong> hand kunnen uitsteken <strong>in</strong> een uitnodig<strong>in</strong>g om mee te<strong>de</strong>nken over on<strong>de</strong>rwerpen van we<strong>de</strong>rzijds belang.Voorzien<strong>in</strong>gen voor <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rsteun<strong>in</strong>g van k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren en hun ou<strong>de</strong>rs blijken nietop <strong>de</strong> juiste schaal te zijn <strong>in</strong>gericht. Zo is het bezoeken van een hulpverlener vaakeen (te) grote on<strong>de</strong>rnem<strong>in</strong>g voor iemand die alle afstan<strong>de</strong>n te voet aflegt en alleenop zijn eigen directe <strong>buurt</strong> is georiënteerd. Wanneer bestuur<strong>de</strong>rs, ambtenaren enprofessionals zich echter aanpassen aan <strong>de</strong> schaal van <strong>de</strong> klant of gebruiker,ontstaan er an<strong>de</strong>re na<strong>de</strong>len. In <strong>de</strong> eerste plaats wordt het coörd<strong>in</strong>atieprobleem <strong>de</strong>organisatie b<strong>in</strong>nengehaald: één loket <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong> maakt van een organisatie noggeen eenheid. In <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> plaats is er <strong>de</strong> vrees voor prece<strong>de</strong>ntwerk<strong>in</strong>g: f<strong>in</strong>ancierje voor <strong>de</strong> ene school <strong>buurt</strong>moe<strong>de</strong>rs, dan moet je dat voor alle an<strong>de</strong>re scholen <strong>in</strong><strong>de</strong> stad ook doen. Geef je <strong>de</strong> ene school een nieuw gebouw, dan v<strong>in</strong><strong>de</strong>n <strong>de</strong> an<strong>de</strong>redat ze daar ook recht op hebben.De schaal van een school is ook bestuurlijk niet altijd <strong>de</strong> schaal van <strong>de</strong> an<strong>de</strong>rebetrokkenen. In het bedien<strong>in</strong>gsgebied van een bre<strong>de</strong>schoolsamenwerk<strong>in</strong>g kosthet overleg tussen twee concurreren<strong>de</strong> zorgaanbie<strong>de</strong>rs veel <strong>in</strong>spann<strong>in</strong>g. El<strong>de</strong>rsheeft een school voor zeer moeilijk leren<strong>de</strong> k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren een regionale functie, maar<strong>de</strong> gehandicapte leerl<strong>in</strong>gen hebben wel baat bij het aansluiten bij bestaan<strong>de</strong> bre<strong>de</strong>scholen, die echter allemaal een sterke <strong>buurt</strong>- of wijkfunctie hebben. Ook <strong>de</strong>schaal van een organisatie voor k<strong>in</strong><strong>de</strong>rdagopvang past niet altijd bij die van <strong>de</strong>klanten: het oprichten van een vestig<strong>in</strong>g <strong>in</strong> een kle<strong>in</strong> dorp bleek “niet commercieelgedacht”.Betrokkenheid van niet-traditionele partijen bij bre<strong>de</strong> schoolvorm<strong>in</strong>gDe bre<strong>de</strong> school moet wor<strong>de</strong>n toegesne<strong>de</strong>n op <strong>de</strong> behoeften van <strong>de</strong> <strong>buurt</strong> en er iseen opvallend grote ruimte voor <strong>de</strong>rgelijk maatwerk. Het m<strong>in</strong>isterie van ocw


empirische bev<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen: het perspectief van bewonersheeft geen ‘af<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g Bre<strong>de</strong> School’, maar laat <strong>de</strong> opricht<strong>in</strong>g en <strong>in</strong>richt<strong>in</strong>g daarvanaan <strong>de</strong> gemeenten en <strong>de</strong> scholen over. Het concept is bewust ook niet scherpge<strong>de</strong>f<strong>in</strong>ieerd, laat staan dat er wet- of regelgev<strong>in</strong>g voor is ontwikkeld. Bre<strong>de</strong> scholenvallen on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> reguliere wet- en regelgev<strong>in</strong>g die voor alle scholen geldt. “We<strong>de</strong>nken wel eens dat het een succes is omdat we er vanuit het rijk geen scherpe<strong>de</strong>f<strong>in</strong>itie aan gegeven hebben”, zegt <strong>de</strong> verantwoor<strong>de</strong>lijke ambtenaar. Voorloperswijzen <strong>in</strong><strong>de</strong>rdaad <strong>de</strong> weg <strong>in</strong> <strong>de</strong> ‘vrije ruimte’.In het Rotterdamse Hoogvliet en <strong>in</strong> Gron<strong>in</strong>gen verenigen soms complexe samenwerk<strong>in</strong>gsverban<strong>de</strong>nvan sociale spelers zich rond één i<strong>de</strong>aal: het k<strong>in</strong>d centraal,daaromheen <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rs en <strong>in</strong> een <strong>de</strong>r<strong>de</strong> schil <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>. Daarbij gel<strong>de</strong>n twee voorwaar<strong>de</strong>n.Ten eerste: <strong>de</strong> bre<strong>de</strong> school moet voor alle betrokken spelers wel corebus<strong>in</strong>ess zijn en niet iets wat ze erbij doen. Ten twee<strong>de</strong>: f<strong>in</strong>anciële en personelemid<strong>de</strong>len wor<strong>de</strong>n – zon<strong>de</strong>r oormerken – <strong>in</strong>geleverd ten behoeve van een gezamenlijkepot. Indien immers alle <strong>in</strong>itiatieven van <strong>de</strong> sociale spelers, met <strong>in</strong>begripvan scholen, opbouw- en welzijnswerk, wooncorporaties en politie, uit één handwor<strong>de</strong>n aangestuurd, is er veel mogelijk.Onverlet <strong>de</strong> voortgang vraagt een aantal openstaan<strong>de</strong> beleidsvragen om na<strong>de</strong>rebeantwoord<strong>in</strong>g. Bre<strong>de</strong> scholen behalen bijvoorbeeld geen meetbaar betere on<strong>de</strong>rwijsresultatendan ‘normale’ scholen. De huidige aanpak is ook kwetsbaar tengevolge van ondui<strong>de</strong>lijke verantwoor<strong>de</strong>lijkhe<strong>de</strong>n. De tussenschoolse opvang isbijvoorbeeld niet goed geregeld: wie is verantwoor<strong>de</strong>lijk en wie betaalt <strong>de</strong>kosten? Maar vooral: <strong>in</strong>dien <strong>de</strong> bre<strong>de</strong> school werkelijk <strong>in</strong>speelt op <strong>de</strong> behoeftenvan leerl<strong>in</strong>gen, ou<strong>de</strong>rs én <strong>buurt</strong>bewoners, hoe kunnen ou<strong>de</strong>rs en <strong>buurt</strong>bewonersdaarbij beter wor<strong>de</strong>n betrokken? Het lijkt vaak nog een <strong>in</strong>spann<strong>in</strong>g van socialespelers on<strong>de</strong>r elkaar: voor u, zon<strong>de</strong>r u. Is het ook niet zaak om <strong>de</strong> versnel<strong>de</strong>ontwikkel<strong>in</strong>g te stimuleren? En kan dat zon<strong>de</strong>r een gericht rijksbeleid?893.4.6 gepaste afstand bij uitvoer<strong>in</strong>gKrijgen professionals niet veel te veel op hun bordje als ze <strong>in</strong> één organisatie voorálles het aanspreekpunt zijn? De meesten van onze gesprekspartners zijn overtuigdvan het tegen<strong>de</strong>el: samenwerk<strong>in</strong>g betekent juist dat je <strong>de</strong> taken en verantwoor<strong>de</strong>lijkhe<strong>de</strong>n<strong>in</strong> goed overleg ver<strong>de</strong>elt. Er is daarom aandacht vereist voor: (a)<strong>de</strong> vormgev<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rbetrokkenheid; (b) <strong>de</strong> toespits<strong>in</strong>g van spelregels metnadruk op een aangepaste beheersstructuur.Vormgev<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rbetrokkenheidAllochtone ou<strong>de</strong>rs zijn <strong>in</strong> het algemeen gespitst op het on<strong>de</strong>rwijs. Zij weten: <strong>in</strong>Ne<strong>de</strong>rland moet je diploma’s hebben. Ze kijken echter hoog op tegen een veelheidvan echte of vermeen<strong>de</strong> drempels zoals ‘ik spreek <strong>de</strong> taal niet goed’ of ‘ikweet niet hoe je moet verga<strong>de</strong>ren’. Veel eenou<strong>de</strong>rgez<strong>in</strong>nen hebben specialeaandacht nodig en ook speciale k<strong>in</strong><strong>de</strong>ropvang. Bre<strong>de</strong> scholen zijn er voor <strong>de</strong>ou<strong>de</strong>rs <strong>in</strong> <strong>de</strong> eerste plaats omdat <strong>de</strong> straat onveilig is voor k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren. Het gaaterom op hun behoeften en kwaliteiten <strong>in</strong> te spelen, zelfs als dat niet gebeurt


vertrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>volgens <strong>de</strong> klassieke Ne<strong>de</strong>rlandse structuren. Het recept om hen te betrekkentekent zich af: probeer <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rs te bereiken via sleutelfiguren b<strong>in</strong>nen hun allochtonegemeenschap of via leraren die hun taal spreken. Sluit aan bij wat kangroeien: als een opvoed<strong>in</strong>gscursus niet werkt, maar een cursus wereldkoken wel,moet je dat doen. Houd <strong>de</strong> verantwoor<strong>de</strong>lijkheid bij <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rs zelf; geen schijn<strong>de</strong>mocratie.En differentieer wat je van mensen verwacht en waarop je ze kuntaanspreken: schoolbestuur<strong>de</strong>r, voorleesmoe<strong>de</strong>r, verver van <strong>de</strong> school, en <strong>de</strong>rgelijkezijn heel verschillen<strong>de</strong> maar nuttige vormen van ou<strong>de</strong>rparticipatie.90De overheid heeft een taak bij het ruimen van drempels voor een grotere ou<strong>de</strong>rbetrokkenheid.Ou<strong>de</strong>rs moeten <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse taal spreken en ze mogen daarop,zeggen leerkrachten en bestuur<strong>de</strong>rs, wor<strong>de</strong>n aangekeken. Het taalaanbod aanou<strong>de</strong>rs wordt echter veelal uitbesteed aan verschillen<strong>de</strong> partijen en is daardoorchaotisch. Er zijn veel regels, bijvoorbeeld dat alleen taalcursussen mogenwor<strong>de</strong>n aangebo<strong>de</strong>n aan vrouwen die voor 1998 <strong>in</strong> Ne<strong>de</strong>rland zijn <strong>in</strong>geschreven.De kwaliteit van <strong>de</strong> aangebo<strong>de</strong>n cursussen is moeilijk te bepalen door het uiteenlopen<strong>de</strong>niveau van <strong>de</strong> <strong>de</strong>elneemsters. En steeds is er <strong>de</strong> noodzaak van een groterecont<strong>in</strong>uïteit; <strong>de</strong> comb<strong>in</strong>atie met het lage niveau van <strong>de</strong> cursisten – 30 tot 40procent volg<strong>de</strong> nergens on<strong>de</strong>rwijs – is funest: na een halfjaar stilstand is het alfabetalweer vergeten.Leerkrachten moeten zich op hun beurt willen <strong>in</strong>leven <strong>in</strong> <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rs. Het on<strong>de</strong>rwijsteamvan een nagenoeg zwarte basisschool maakte een studiereis naarMarokko. De directeur realiseer<strong>de</strong> zich: “Wat vraag je van die ou<strong>de</strong>rs? De schoolis maar zo’n kle<strong>in</strong> on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el van hun leven!” De ou<strong>de</strong>rs zijn vooral bezig vanuithun armoe<strong>de</strong> <strong>in</strong> Marokko een beter bestaan op te bouwen <strong>in</strong> Ne<strong>de</strong>rland, waar welkansen zijn. Hun <strong>buurt</strong> en <strong>de</strong> school zijn <strong>in</strong> hun ogen symbolen van een groterijkdom. De planmatige aanpak moet daarom door het hele lerarenteam wor<strong>de</strong>ngedragen, maar meestal wordt het opstellen en uitvoeren van zo’n plan opgedragenaan een <strong>in</strong>dividuele leraar. Leraren moeten kunnen communiceren met <strong>de</strong>ou<strong>de</strong>rs, niet alleen om met hen te kunnen praten, maar ook omdat ze fungerenals vertrouwenspersoon. Het werken via niet-opgelei<strong>de</strong> of nauwelijks beschikbaretolken is een vak apart. En daarbij moeten <strong>de</strong> leraren voortdurend <strong>in</strong> <strong>de</strong> gatenhou<strong>de</strong>n dat laagopgelei<strong>de</strong> autochtone ou<strong>de</strong>rs een groter probleem vormen danallochtone ou<strong>de</strong>rs. Zoals een gerijpte lerares het bondig samenvat: “Met hoogopgelei<strong>de</strong>allochtonen kun je praten.”Toespits<strong>in</strong>g van spelregelsEen multifunctioneel gebouw dat door verschillen<strong>de</strong> partijen wordt gebruikt,roept vragen op over het beheer: wie is er verantwoor<strong>de</strong>lijk voor het geheel, wieis <strong>de</strong> eigenaar van het gebouw, wie heeft <strong>de</strong> sleutel, wie is het aanspreekpunt voor<strong>de</strong> gebruiker? Het managen van <strong>de</strong>rgelijke samenwerk<strong>in</strong>gsverban<strong>de</strong>n van basisscholenmet meer<strong>de</strong>re sociale spelers vereist gerichte oploss<strong>in</strong>gen, zoals hetaanstellen van een bre<strong>de</strong>schoolcoörd<strong>in</strong>ator. Daardoor kunnen <strong>de</strong> schoolleid<strong>in</strong>g en<strong>de</strong> leraren zich concentreren op hun on<strong>de</strong>rwijstaken en hoeven ze niet voortdurendgaten te vullen buiten hun eigenlijke takenpakket. De i<strong>de</strong>ale coörd<strong>in</strong>ator of


empirische bev<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen: het perspectief van bewonerslocatiemanager is een pragmatische duizendpoot die er<strong>in</strong> slaagt om mensen teb<strong>in</strong><strong>de</strong>n en hen over muren heen laat kijken. Veel <strong>in</strong>itiatieven beg<strong>in</strong>nen op eenconcreet niveau, <strong>in</strong> reactie op een vaak acuut probleem. Ze richten zich op samenwerk<strong>in</strong>gsvormendie snel zijn te realiseren, zoals buitenschoolse activiteiten voork<strong>in</strong><strong>de</strong>ren, al vóór <strong>de</strong> overlegstructuur eromheen volledig is <strong>in</strong>gericht. Geblekensucces stimuleert ook an<strong>de</strong>re partijen die met m<strong>in</strong><strong>de</strong>r acute problematiek temaken hebben.Echter ook <strong>in</strong> ‘normale’ scholen dienen <strong>de</strong> ban<strong>de</strong>n met <strong>de</strong> <strong>buurt</strong> te wor<strong>de</strong>n aangehaal<strong>de</strong>n zijn nieuwe structuren wenselijk. In vmbo-scholen gaat het daarbij omhet verbeteren van <strong>de</strong> relaties met het bedrijfsleven, zodat er betere stageplaatsenzijn met meer uitzicht op vast werk. Het is wenselijk om te experimenteren metnieuwe bena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen; klassieke pog<strong>in</strong>gen om te werken via het management zijnte afhankelijk van <strong>de</strong> <strong>in</strong>zet van enkele trekkers b<strong>in</strong>nen het bedrijfsleven en stuitenbovendien te vaak op onbegrip bij <strong>de</strong> beoog<strong>de</strong> leermeesters op <strong>de</strong> werkvloer.Laat het <strong>in</strong>itiatief meer vanaf <strong>de</strong> werkvloer opbloeien, zeggen onze zegslie<strong>de</strong>n, alsware het een soort “guerilla”. Wanneer er b<strong>in</strong>nen een bedrijf tien mensen zijn diejongeren willen oplei<strong>de</strong>n, kun je daarna naar het management gaan om ditformeel vast te leggen.Om mensen en organisaties betrokken en enthousiast te hou<strong>de</strong>n, zijn zichtbareresultaten cruciaal. De met<strong>in</strong>g daarvan is echter problematisch. Het aantal b<strong>in</strong>goavon<strong>de</strong>nvoor <strong>buurt</strong>bewoners kan wor<strong>de</strong>n geteld, of men kan het percentageallochtone leerl<strong>in</strong>gen dat <strong>de</strong>elneemt aan een activiteit berekenen, maar niet heteffect dat daarmee wordt bereikt. Het is nu eenmaal eenvoudiger het aantal <strong>de</strong>elnemen<strong>de</strong>k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren te registreren dan <strong>de</strong> mate waar<strong>in</strong> het k<strong>in</strong>d zich ontwikkelt.Het is immers niet bekend hoe <strong>de</strong> ontwikkel<strong>in</strong>g van een k<strong>in</strong>d zou zijn geweestzon<strong>de</strong>r <strong>de</strong> gekozen aanpak; het gaat bovendien om effecten op <strong>de</strong> lange termijn.91De resultaatmet<strong>in</strong>g wordt voorts bemoeilijkt door <strong>de</strong> privacywetgev<strong>in</strong>g. Soms,bijvoorbeeld <strong>in</strong> het begeleid<strong>in</strong>gsproject Capabel en een bre<strong>de</strong> school <strong>in</strong> Rotterdam-Hoogvliet,geven ou<strong>de</strong>rs formeel toestemm<strong>in</strong>g om gegevens b<strong>in</strong>nen hetsamenwerk<strong>in</strong>gsverband uit te wisselen. In an<strong>de</strong>re gevallen is het niet dui<strong>de</strong>lijk of<strong>de</strong> privacy van <strong>de</strong> leerl<strong>in</strong>gen wel is gewaarborgd, maar v<strong>in</strong><strong>de</strong>n <strong>de</strong> gesprekspartnershet een on<strong>de</strong>rwerp van on<strong>de</strong>rgeschikt belang. Een agent die met <strong>de</strong> schoolsamenwerkt om leerl<strong>in</strong>gen overal <strong>in</strong> <strong>de</strong> gaten te kunnen hou<strong>de</strong>n, v<strong>in</strong>dt: “Je kuntmij niet ontslaan van het feit dat ik iemand ken!”3.5 sociale <strong>in</strong>frastructuurHet begrip sociale <strong>in</strong>frastructuur duidt traditioneel op voorzien<strong>in</strong>gen op <strong>de</strong>gebie<strong>de</strong>n welzijn, opbouw, jongeren, verslaaf<strong>de</strong>n, thuiszorg, enzovoort. Recentenota’s van het m<strong>in</strong>isterie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (vws) noemenook <strong>de</strong> burger als on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> sociale <strong>in</strong>frastructuur. Dat is een verbeter<strong>in</strong>g:een ‘normale’ sociale <strong>in</strong>frastructuur zou beleidsmatig moeten doelen op <strong>de</strong>netwerken, die ‘normale’ burgers on<strong>de</strong>r ‘normale’ omstandighe<strong>de</strong>n vormen om


vertrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong><strong>in</strong> hun sociale behoeften te voorzien. De civil society – het geheel van vrijwilligeverenig<strong>in</strong>gen van burgers – speelt bijvoorbeeld b<strong>in</strong>nen die netwerken een belangrijkerol. Waar het netwerk tekortschiet, kunnen <strong>de</strong> sociale spelers gericht helpenom <strong>de</strong> zich voordoen<strong>de</strong> gaten te dichten en <strong>de</strong> burger(s) zo mogelijk weer naarhet ‘normale’ niveau te brengen. Dat brengt ons tot een <strong>de</strong>f<strong>in</strong>itie van het begripsociale <strong>in</strong>frastructuur: <strong>de</strong> sociale netwerken waarb<strong>in</strong>nen wij ons normaliterbev<strong>in</strong><strong>de</strong>n, <strong>in</strong>dien nodig versterkt door gerichte vangnetten voor kwetsbare groepenmensen of voor <strong>in</strong>dividuen, die zon<strong>de</strong>r die steun een aanvaardbare socialeomgev<strong>in</strong>gskwaliteit zou<strong>de</strong>n ontberen.92Het verwezenlijken van een goe<strong>de</strong> sociale <strong>in</strong>frastructuur is dus voor <strong>de</strong> overhei<strong>de</strong>en beleidsdoel. Maar vergeleken met ‘veiligheid’ bijvoorbeeld, ligt bij sociaalwelbev<strong>in</strong><strong>de</strong>n <strong>de</strong> eerste verantwoor<strong>de</strong>lijkheid bij <strong>de</strong> burger; een goe<strong>de</strong> buur isimmers beter dan een verre vriend. De overheid vervult een on<strong>de</strong>rsteunen<strong>de</strong> rolop on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len waar dat het vermogen van <strong>de</strong> <strong>in</strong>dividuele burger of vrijwilligeverban<strong>de</strong>n te boven gaat. Met <strong>de</strong>ze <strong>de</strong>f<strong>in</strong>itie <strong>in</strong> het achterhoofd moeten <strong>de</strong>volgen<strong>de</strong> bev<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen wor<strong>de</strong>n gelezen. Evenals <strong>in</strong> <strong>de</strong> voorgaan<strong>de</strong> paragrafen gaathet om <strong>de</strong> meerwaar<strong>de</strong> voor alle betrokken partijen (par. 3.5.1 en 3.5.2), <strong>de</strong> <strong>in</strong>hou<strong>de</strong>lijkedifferentiatie van een <strong>in</strong>tegraal beleid (par. 3.5.3 en 3.5.4), dat procesmatigbouwt op coproductie en een gepaste afstand houdt <strong>in</strong> <strong>de</strong> uitvoer<strong>in</strong>gspraktijk(par. 3.5.5 en 3.5.6).3.5.1 meerwaar<strong>de</strong> voor bewoners: sociaal vertrouwenDagelijks sociaal contact via <strong>buurt</strong>netwerken is een bron van sociaal vertrouwendat zich weer vertaalt <strong>in</strong> het tegengaan van isolement en bovendien <strong>de</strong> basisvormt voor <strong>de</strong> sociale netwerken die het leven aangenamer maken. Zijn menseneenmaal actief <strong>in</strong> hun <strong>buurt</strong>, dan dragen <strong>de</strong> gezamenlijke activiteiten ertoe bij datze elkaar beter leren kennen en elkan<strong>de</strong>r uit <strong>de</strong> anonimiteit halen. Ze vragengemakkelijker om hulp, spreken elkaar aan op ongewenst gedrag en bouwenver<strong>de</strong>r aan het sociale netwerk van <strong>de</strong> straat. Ze doen boodschappen voor ou<strong>de</strong>renen gaan samen naar <strong>de</strong> b<strong>in</strong>go: “Als het nodig is, ben je er.” Een sociaal sterkestraat is makkelijker schoon, heel en veilig te hou<strong>de</strong>n en <strong>de</strong> bewoners voelen zicheer<strong>de</strong>r verantwoor<strong>de</strong>lijk om daar<strong>in</strong> een rol te spelen. Het is hier heel netjes,constateer<strong>de</strong>n tevre<strong>de</strong>n bewoonsters, “omdat mensen voor elkaar wat doen,samen bla<strong>de</strong>ren opruimen, sneeuw ruimen, ook bij elkaar. Je hoeft maar aan tekloppen en het is goed.”Buurtnetwerken zijn echter kwetsbaar. Bij een te hoge doorstrom<strong>in</strong>g van bewonersverdwijnt het ‘cement’ uit <strong>de</strong> samenlev<strong>in</strong>g en komt het niet snel meer terug.Een eenzijdig won<strong>in</strong>gbestand, vooral <strong>in</strong> achterstands<strong>buurt</strong>en, maakt dat socialestijgers, die als rolmo<strong>de</strong>l kunnen functioneren, naar ‘buiten’ vluchten als ze daartoe<strong>de</strong> mogelijkheid krijgen. ‘We’ zijn ook zeur<strong>de</strong>rs, er wordt veel geklaagd en‘ze’, overheid en sociale spelers, doen het niet snel goed. Het vertrouwen is zoek,maar dat geldt vaak ook het zelfvertrouwen: “Deze plekken hebben zo’n slechtimago dat mensen het op <strong>de</strong>n duur zelf ook gaan geloven.”


empirische bev<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen: het perspectief van bewonersHet doel van sociale <strong>in</strong>grepen mag daarom niet uit het oog wor<strong>de</strong>n verloren: hetgaat om het herstellen van het sociaal vertrouwen van bewoners, niet om hetwegnemen van <strong>de</strong> klachten over <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> diensten en <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen dat <strong>in</strong><strong>de</strong> literatuur veeleer on<strong>de</strong>r het kopje <strong>in</strong>stitutioneel vertrouwen wordt gevangen.Je moet daarom bouwen op <strong>de</strong> kwaliteiten van <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>: uitgaan van het goe<strong>de</strong>van mensen en zoeken naar mogelijkhe<strong>de</strong>n om gezamenlijk iets te doen. Hetsucces van het Thuis Op Straat-<strong>in</strong>itiatief ligt bijvoorbeeld <strong>in</strong> het geven van “lief<strong>de</strong>en aandacht aan k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren en jongeren <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>”. Lukt dat, dan heeft zo’n<strong>in</strong>vester<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> toekomst ongetwijfeld een positieve doorwerk<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> samenlev<strong>in</strong>g.Te veel sociale controle kan een <strong>buurt</strong> verstikken, en al te hechte gemeenschappenkunnen an<strong>de</strong>ren buitensluiten. De bewoonsters weer: “Alles wordt <strong>in</strong> <strong>de</strong>gaten gehou<strong>de</strong>n, bijvoorbeeld als er een vreem<strong>de</strong> door <strong>de</strong> wijk loopt. Ze makenvan een mug een olifant.” Voor nieuwkomers is het soms lastig <strong>in</strong>tegreren.“Als vreem<strong>de</strong>n hier komen wonen, voelen ze zich gemakkelijk buitengesloten.”Ligt dat aan <strong>de</strong> bewoners? “Kan ik me niet voorstellen. Ze doen het niet bewust.”Ze moeten hun <strong>de</strong>el van het vuile werk doen, han<strong>de</strong>n uit <strong>de</strong> mouwen steken, enkrediet opbouwen om geaccepteerd te wor<strong>de</strong>n.933.5.2 meerwaar<strong>de</strong> voor overheid en welzijnsorganisatiesBestuur<strong>de</strong>rs zijn doordrongen van het belang van het herstel van sociale cohesie,met name <strong>in</strong> achterstands<strong>buurt</strong>en: “Duurzame vre<strong>de</strong> kan alleen uit <strong>de</strong> <strong>buurt</strong> zelfvoortkomen.” Ontstaat die duurzame vre<strong>de</strong> – is het sociale <strong>buurt</strong>netwerk sterkgenoeg om het zon<strong>de</strong>r of met alleen <strong>in</strong>dividuele vangnetten van buiten te klaren –dan kan het welzijns- en opbouwwerk zich terugtrekken. Dit is een wezenlijkverschil met <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re sociale spelers: on<strong>de</strong>rwijs, politie en wooncorporatieshebben een grotere permanente aanwezigheid en een blijven<strong>de</strong> <strong>in</strong>frastructuur.Ook het collectieve ‘product’ van <strong>de</strong> welzijnsorganisaties – welbev<strong>in</strong><strong>de</strong>n of leefbaarheid– is an<strong>de</strong>rs van aard en nog m<strong>in</strong><strong>de</strong>r kwantitatief meetbaar dan school-,veiligheids- of bouwprestaties. We hebben het hier over <strong>de</strong> zogenoem<strong>de</strong> zachtesector.De meerwaar<strong>de</strong> van sociaal vertrouwen is direct meetbaar <strong>in</strong> <strong>de</strong> vorm van tevre<strong>de</strong>nheidvan bewoners. Het belang dat daaraan moet wor<strong>de</strong>n gehecht, is echtervoor verschillen<strong>de</strong> <strong>in</strong>terpretatie vatbaar. Heeft <strong>de</strong> overheid bijvoorbeeld een taakom het welbev<strong>in</strong><strong>de</strong>n on<strong>de</strong>r ‘haar’ burgers op te stuwen of dient ze zich te beperkentot het waarborgen van <strong>de</strong> kwaliteit van <strong>de</strong> vangnetten? Een keus voor <strong>de</strong>eerste mogelijkheid wordt <strong>in</strong> belangrijke mate <strong>in</strong>gegeven door <strong>de</strong> <strong>in</strong>directeuitstral<strong>in</strong>g van een groter sociaal vertrouwen. In subparagraaf 3.3.1 wezen wereeds op veiligheid, een onomstre<strong>de</strong>n overheidstaak die via <strong>de</strong> band van eengrotere cohesie kan wor<strong>de</strong>n bevor<strong>de</strong>rd.Ook het tegengaan van het isolement van kwetsbare groepen en <strong>in</strong>dividuen – eentoetssteen voor <strong>de</strong> kwaliteit van een samenlev<strong>in</strong>g – vormt een aanmerkelijke


vertrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>meerwaar<strong>de</strong> voor het welzijnswerk. Maar een groter sociaal vertrouwen werktook door <strong>in</strong> <strong>de</strong> vorm van een kle<strong>in</strong>ere sociale verspl<strong>in</strong>ter<strong>in</strong>g (eilandjesvorm<strong>in</strong>g,bijvoorbeeld <strong>in</strong> <strong>de</strong> vorm van arme en rijke getto’s) en een grotere economischewelvaart; sociaal kapitaal geldt als <strong>de</strong> smeerolie van een economie. In onzegespreksron<strong>de</strong> komen <strong>de</strong>ze verban<strong>de</strong>n we<strong>in</strong>ig aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong>. De effecten zijn te<strong>in</strong>direct en zacht voor besprek<strong>in</strong>g aan <strong>de</strong> frontlijn. Ver<strong>de</strong>rop, <strong>in</strong> subparagraaf5.4.3, zullen we hierop dieper <strong>in</strong>gaan, omdat juist <strong>de</strong>ze <strong>in</strong>directe doorwerk<strong>in</strong>geen hoeksteen vormt van ons on<strong>de</strong>rzoek.3.5.3 differentiatie94Sociaal beleid richt zich <strong>in</strong> Ne<strong>de</strong>rland traditioneel op het versterken van vangnettenvoor kwetsbare groepen mensen of <strong>in</strong>dividuen die zon<strong>de</strong>r die steun eenaanvaardbare sociale omgev<strong>in</strong>gskwaliteit zou<strong>de</strong>n ontberen. Het is dus nietverwon<strong>de</strong>rlijk dat <strong>de</strong> beleidservar<strong>in</strong>g vooral beperkt is tot achterstands<strong>buurt</strong>enen dorpen. Zelfs daar is <strong>de</strong> noodzaak tot differentiatie echter dui<strong>de</strong>lijk. Bovendienkunnen er kantteken<strong>in</strong>gen wor<strong>de</strong>n geplaatst bij <strong>de</strong> beleidsarmoe<strong>de</strong> metbetrekk<strong>in</strong>g tot mid<strong>de</strong>n- en voorstands<strong>buurt</strong>en: is hier geen sprake van gemistekansen?Achterstands<strong>buurt</strong>en: behoefte aan professionele on<strong>de</strong>rsteun<strong>in</strong>gIn veel achterstands<strong>buurt</strong>en spelen sociale ban<strong>de</strong>n zich af b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> eigen etnischegroep of zelfs b<strong>in</strong>nen sub<strong>de</strong>len daarvan, exten<strong>de</strong>d families bijvoorbeeld. Deban<strong>de</strong>n met an<strong>de</strong>re groepen zijn vaak zwak ontwikkeld; bruggen met <strong>de</strong> ‘buitenwereld’zijn nauwelijks aanwezig. Die buitenwereld kijkt ook met een scheef oognaar <strong>de</strong> bewoners. “De postco<strong>de</strong> 1100 tot en met 1109 (<strong>de</strong> Bijlmermeer) wordt bijsollicitaties door personeelschefs opzij gelegd”, vertelt een vertegenwoordigervan het bedrijfsleven. “Wie wonen er <strong>in</strong> <strong>de</strong> Bijlmer? Mensen die zich el<strong>de</strong>rs niethebben kunnen handhaven.” En helemaal ongelijk had<strong>de</strong>n ze een aantal jarengele<strong>de</strong>n niet, want ie<strong>de</strong>reen die werk kreeg verhuis<strong>de</strong>. Het besef drong door:wij – bewoners, overheid, sociale spelers, private partijen – moeten “het gat <strong>in</strong><strong>de</strong> samenlev<strong>in</strong>g dichten”. Mensen moeten <strong>in</strong> Amsterdam-Zuidoost, maar ook <strong>in</strong>an<strong>de</strong>re huidige achterstands<strong>buurt</strong>en, willen werken én wonen.Waar we <strong>in</strong> <strong>de</strong> eer<strong>de</strong>re paragrafen kon<strong>de</strong>n wijzen op hoopgeven<strong>de</strong> ervar<strong>in</strong>gen, isdat m<strong>in</strong><strong>de</strong>r het geval bij het herstel van <strong>de</strong> sociale <strong>in</strong>frastructuur. Ge<strong>de</strong>eltelijk kandaarop <strong>de</strong> overheid wor<strong>de</strong>n aangekeken. Welzijns- en opbouwwerk “krijgensteeds m<strong>in</strong><strong>de</strong>r geld, maar wor<strong>de</strong>n wel voor steeds meer d<strong>in</strong>gen verantwoor<strong>de</strong>lijkgesteld”. De welzijnswerkers raken daardoor overvraagd; zij moeten schaken opte veel bor<strong>de</strong>n tegelijk. Door het versterkte accent op <strong>de</strong> ‘har<strong>de</strong> kern’ is <strong>de</strong> vereistetijd per probleemgeval sterk toegenomen. Steeds weer blijkt immers <strong>de</strong> sleutelvoor succes gelegen te zijn <strong>in</strong> <strong>de</strong> kle<strong>in</strong>e schaal: er is veel persoonlijke aandachtnodig per persoon. Hun prestaties schieten echter tekort. Er is te veel bureaucratie;gemeenten en welzijnswerkers hebben te we<strong>in</strong>ig aandacht voor mensen, teveel voor sectoren. Jongerenwerkers zijn bijvoorbeeld vooral “evenementenorganisatoren”.De energie die overhe<strong>de</strong>n en <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen steken <strong>in</strong> <strong>de</strong> beleidsvoorbe-


empirische bev<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen: het perspectief van bewonersreid<strong>in</strong>g staat niet <strong>in</strong> verhoud<strong>in</strong>g met <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>len die <strong>in</strong> <strong>de</strong> praktijk <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>wor<strong>de</strong>n gestoken; <strong>de</strong>nk aan <strong>de</strong> te kle<strong>in</strong>e aantallen jongeren- en opbouwwerkersaan <strong>de</strong> frontlijn. De sociale spelers zijn hiervan soms ook zelf doordrongen,getuige <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> krachtige uitspraak: “Bij ons zitten mensen op kantoor. Dem<strong>in</strong><strong>de</strong>r ervaren, m<strong>in</strong><strong>de</strong>r geoutilleer<strong>de</strong> en m<strong>in</strong><strong>de</strong>r betaal<strong>de</strong> mensen sturen wevervolgens het veld <strong>in</strong>.”De vraag wat er fout kan gaan <strong>in</strong> <strong>buurt</strong>en heeft geleid tot een heront<strong>de</strong>kk<strong>in</strong>g vanste<strong>de</strong>lijke problemen. Het vooron<strong>de</strong>rzoek ten behoeve van dit rapport vanEngbersen et al. (2005) naar sociale herover<strong>in</strong>g <strong>in</strong> Amsterdam en Rotterdambrengt <strong>de</strong> gevolg<strong>de</strong> aanpak <strong>in</strong> bei<strong>de</strong> ste<strong>de</strong>n <strong>in</strong>dr<strong>in</strong>gend <strong>in</strong> beeld. Zij is gebaseerdop repressie, normstell<strong>in</strong>g en – zo nodig – <strong>in</strong>terventies <strong>in</strong> <strong>de</strong> private levenssfeer.De geïnterview<strong>de</strong> veldwerkers benadrukken het belang van een <strong>in</strong>tegrale, samenhangen<strong>de</strong>aanpak met een sterk accent op <strong>in</strong>terdiscipl<strong>in</strong>air samengestel<strong>de</strong> <strong>in</strong>terventieteamsen samenwerk<strong>in</strong>gsverban<strong>de</strong>n. Daarbij vallen er ook verschillen teconstateren, bijvoorbeeld <strong>in</strong> <strong>de</strong> kwaliteit van <strong>de</strong> won<strong>in</strong>gvoorraad, die <strong>in</strong> Rotterdamslechter is. Ook <strong>de</strong> mate waar<strong>in</strong> een beroep wordt gedaan op hogere enlagere schaalniveaus verschilt. Rotterdam wil <strong>in</strong> samenspraak met het rijk eenselectief vestig<strong>in</strong>gsbeleid ontwikkelen, terwijl Amsterdam <strong>de</strong> nadruk legt op <strong>de</strong>betekenis van een <strong>de</strong>centrale aanpak.95Met Uitermark (2003: 148) conclu<strong>de</strong>ren we dat “<strong>de</strong> toestand van armoe<strong>de</strong> ofkansarmoe<strong>de</strong> wordt herleid tot het ontbreken van mid<strong>de</strong>len om <strong>in</strong>gesloten tewor<strong>de</strong>n <strong>in</strong> sociale en vooral economische netwerken.” Daarom storten beleidsmakerszich op het herstel van <strong>de</strong> sociale cohesie. Daar is op zich niets verkeerdsaan, zolang zo’n aanpak maar een structureel vervolg heeft. Zoals Uitermark het<strong>in</strong> zijn analyse uitdrukt: “De netwerken waar achtergestel<strong>de</strong> huishou<strong>de</strong>ns vanzijn uitgesloten, zijn doorgaans grootschalig, maar <strong>in</strong> het ka<strong>de</strong>r van <strong>in</strong>dividueleprojecten of specifieke programma’s kunnen, ter compensatie, kle<strong>in</strong>schaligenetwerken wor<strong>de</strong>n gecreëerd op het <strong>in</strong>dividuele en <strong>buurt</strong>niveau.”Wanneer <strong>de</strong> sociale <strong>in</strong>haalslag is voltooid, moet er een sociale cohesie bestaan dievoorkomt dat een <strong>buurt</strong> weer afglijdt. Dat vereist <strong>in</strong>vester<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> kle<strong>in</strong>schaligeactiviteiten met uitgroeipotentieel. Her en <strong>de</strong>r verspreid wor<strong>de</strong>n op dit terre<strong>in</strong><strong>in</strong><strong>de</strong>rdaad <strong>in</strong>itiatieven ontplooid. De trekkers zijn echter, zoals Engbersen et al.(2005: 80) signaleren, “over het algemeen professionals van publieke en semipublieke<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen”. Het probleem van veel achterstands<strong>buurt</strong>en is dat“burgers zich terugtrekken uit <strong>de</strong> publieke sfeer en dat particuliere <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen <strong>de</strong><strong>buurt</strong> helemaal verlaten”. De uitbouw van <strong>de</strong> civil society vraagt dus om gerichteaandacht.Dorpen: nadruk op vrijwilligerswerkEr zijn treffen<strong>de</strong> voorbeel<strong>de</strong>n van dorpen met een enorme vrijwilligers<strong>in</strong>frastructuuren een sterke sociale controle. In het Friese Weidum, met zo’n 500 <strong>in</strong>woners<strong>in</strong> <strong>de</strong> leeftijdsgroep voor sociale activiteiten, zijn er zeker 400 daadwerkelijk openigerlei wijze ergens bij betrokken. Dat hoort ook zo, zegt een trekster: “Het


vertrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>uitgangspunt van het wonen <strong>in</strong> een dorp is dat je iets <strong>in</strong> het dorp doet.” An<strong>de</strong>renvallen haar bij: “Je wilt erbij horen” en “Je <strong>in</strong>vesteert ook <strong>in</strong> jezelf door <strong>in</strong> <strong>de</strong>gemeenschap te <strong>in</strong>vesteren.” De betrokkenheid van <strong>de</strong> bewoners wordt snel geregeld:“Die en die zetten we daarvoor <strong>in</strong>”, “Als jij ’t nu even vraagt, dan zegt ietoch geen nee.” Dat klopt, zeggen <strong>de</strong> aangewezen vrijwilligers: “Ik vond het welleuk... ik werd gevraagd en het was maar voor vijf jaar, dus het was te overzien”(met als onmid<strong>de</strong>llijke reactie: “Pas op, Wil, dat was ’t voor mij ook maar hetwerd zestien jaar.”)96Sociale controle brengt een zekere hiërarchie met zich mee, die veelal ontbreekt<strong>in</strong> <strong>de</strong> ste<strong>de</strong>lijke openbare ruimte. In <strong>de</strong> stad gel<strong>de</strong>n <strong>de</strong> regels van <strong>de</strong> straat: geenenkele burger heeft meer bevoegdhe<strong>de</strong>n dan een an<strong>de</strong>r, en <strong>de</strong> een kan <strong>de</strong> an<strong>de</strong>rgeen sancties opleggen zoals <strong>in</strong> huis, op school, sportveld of werk. In dorpenhebben buren echter verwacht<strong>in</strong>gen van elkaar. Wijster <strong>in</strong> <strong>de</strong> gemeente Mid<strong>de</strong>n-Drenthe bouw<strong>de</strong> met 150 vrijwilligers (op 800 <strong>in</strong>woners) een eigen sporthal,annex conferentieoord. Het Friese Hitzum, met 240 <strong>in</strong>woners, telt zestien verenig<strong>in</strong>gen,wordt met negen an<strong>de</strong>re dorpen gekozen tot ‘Kern met Pit’ vanwege<strong>de</strong> herbouw van het eigen dorpshuis, en rekent bij het jaarlijkse kaatstoernooi op<strong>de</strong> <strong>in</strong>zet van 90 vrijwilligers. Plattelandsbewoners hebben ook verwacht<strong>in</strong>genvan publieke en private partijen. Het West-Brabantse Chaam is trots: “We<strong>in</strong>igmensen uit Chaam vertrekken naar een verzorg<strong>in</strong>gstehuis.” Toen <strong>de</strong> lokale bankuit het kle<strong>in</strong>e Den Hout verdween en, ondanks hevig protest van <strong>de</strong> bevolk<strong>in</strong>g,ook <strong>de</strong> p<strong>in</strong>automaat verviel, is het hele dorp – 1.200 man sterk – van bankgewisseld.De sterke sociale netwerken, met <strong>de</strong> daarbijbehoren<strong>de</strong> we<strong>de</strong>rzijdse verwacht<strong>in</strong>gen,maken dat op het platteland an<strong>de</strong>re spelregels kunnen gel<strong>de</strong>n dan <strong>in</strong> <strong>de</strong> stad.Op het zwaar gereguleer<strong>de</strong> terre<strong>in</strong> van <strong>de</strong> k<strong>in</strong><strong>de</strong>ropvang geldt bijvoorbeeld datk<strong>in</strong><strong>de</strong>ren <strong>in</strong> dorpen elkaar beter kennen en er dus m<strong>in</strong><strong>de</strong>r behoefte is aan eenm<strong>in</strong>imumaantal opvangdagen om zo <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>ge vreemdheid te beperken. Erzijn <strong>in</strong> plattelandsgemeenten m<strong>in</strong><strong>de</strong>r problemen met verkeersveiligheid en <strong>de</strong><strong>buurt</strong>en zijn er veiliger. Er is meer behoefte aan naschoolse opvang dan aandagopvang omdat kle<strong>in</strong>tjes met <strong>de</strong> auto wor<strong>de</strong>n meegenomen naar dagopvang <strong>in</strong><strong>de</strong> stad, dicht bij het werk van <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>r(s). Er is meer betrokkenheid van dorpsbewoners(ook niet-ou<strong>de</strong>rs) bij <strong>de</strong> opvang van ‘hun’ k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren.Overheid en sociale spelers hou<strong>de</strong>n hier vaak we<strong>in</strong>ig reken<strong>in</strong>g mee: collectieveregels zijn veelal ‘stadsregels’. De vestig<strong>in</strong>gen van dienstencentra wor<strong>de</strong>nbijvoorbeeld vermoe<strong>de</strong>lijk btw-plichtig. Dat kan ze op het platteland <strong>de</strong> kopkosten: een tafeltje-<strong>de</strong>k-je-distributie <strong>in</strong> een dunbevolkt gebied kan nooit w<strong>in</strong>stgevendzijn en dan toch btw betalen? Een trekster, verbouwereerd door zoveelonbegrip: “Dat kan toch helemaal niet!” Op het platteland moet je door schaalproblemenfuncties comb<strong>in</strong>eren, maar hoe multifunctioneler <strong>de</strong> voorzien<strong>in</strong>genzijn, hoe meer belemmerend <strong>de</strong> regelgev<strong>in</strong>g werkt. Het dorpshuis valt bijvoorbeeldniet on<strong>de</strong>r een dui<strong>de</strong>lijk kopje: school, k<strong>in</strong><strong>de</strong>ropvang, sport, bar, enzovoort.Elke beleidskoker stelt echter zijn eigen eisen en dat bijt elkaar soms: moet je <strong>in</strong>


empirische bev<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen: het perspectief van bewoners<strong>de</strong> keuken nu glad<strong>de</strong> vloeren hebben vanwege <strong>de</strong> hygiëne of stroeve vloerenvanwege het valgevaar?In het verle<strong>de</strong>n hebben ste<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen het platteland geromantiseerd en hebbenbeleidsmakers het ‘geknuffeld’. Het probleem van dorpen is – zoals <strong>in</strong> hoofdstuk2 is beschreven – echter niet dat ze leeglopen, maar juist dat het goed gaat met <strong>de</strong>overgang van een agrarische naar een woonfunctie. De zorgen gel<strong>de</strong>n niet voor<strong>in</strong>dividuele agrariërs (die <strong>in</strong>mid<strong>de</strong>ls bijna overal een kle<strong>in</strong>e m<strong>in</strong><strong>de</strong>rheid van <strong>de</strong>bevolk<strong>in</strong>g uitmaken), maar wel voor <strong>de</strong> toekomst van het verenig<strong>in</strong>gsleven, dattraditioneel wordt gesponsord door lokale on<strong>de</strong>rnemers, on<strong>de</strong>r wie veel agrariërs.Daardoor kunnen <strong>de</strong> sociale structuren wor<strong>de</strong>n uitgehold. Zolang die nog stevigzijn, is <strong>de</strong> sociale cohesie bijna altijd sterk en zijn bewonersorganisaties <strong>in</strong> vaakverrassen<strong>de</strong> mate zelfredzaam.Dat heeft overigens wel zijn mogelijke schaduwzij<strong>de</strong>, met name <strong>in</strong> <strong>de</strong> vorm vaneen risico van hobbyisme en erosie. Het aanbod van voorzien<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> <strong>buurt</strong>centrais vaak niet gebaseerd op een <strong>in</strong>ventarisatie van behoeften, maar is <strong>in</strong>gegevendoor wat vrijwilligers leuk v<strong>in</strong><strong>de</strong>n. En een aantal gesprekspartners wijstook op <strong>de</strong> grenzen van <strong>de</strong> zelfredzaamheid. Veel trekkers zijn buiten <strong>de</strong> eigenomgev<strong>in</strong>g gehandicapt door een soort onzekerheid ten opzichte van <strong>de</strong> grotebuitenwereld. Zij koesteren hardnekkige vooroor<strong>de</strong>len over <strong>de</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>niets tot stand te brengen waarvoor <strong>de</strong> me<strong>de</strong>werk<strong>in</strong>g van <strong>de</strong>r<strong>de</strong>n buiten het dorpnoodzakelijk is.97Mid<strong>de</strong>n- en voorstands<strong>buurt</strong>en: <strong>in</strong>vesteren?Een overheid die hecht aan sociale betrokkenheid als basis voor zelfredzaamhei<strong>de</strong>n probleemoplossend vermogen moet ook <strong>in</strong>vesteren <strong>in</strong> mid<strong>de</strong>n- en voorstands<strong>buurt</strong>en.Een <strong>de</strong>el van die <strong>in</strong>vester<strong>in</strong>g is <strong>de</strong>fensief van aard, gericht op hetvoorkomen van ongewenste ontwikkel<strong>in</strong>gen. De angst voor ‘verkleur<strong>in</strong>g’ brengtmid<strong>de</strong>nstands<strong>buurt</strong>en <strong>in</strong> onzekerheid. De grote ste<strong>de</strong>n geven veel geld uit aanachterstands<strong>buurt</strong>en, maar doen veel m<strong>in</strong><strong>de</strong>r uitgaven <strong>in</strong> <strong>de</strong> aanpalen<strong>de</strong> <strong>buurt</strong>endie net buiten <strong>de</strong> achterstandscriteria vallen. Een an<strong>de</strong>r <strong>de</strong>el is echter offensiefvan aard en dient om <strong>de</strong> economische en sociale aantrekkelijkheid van b<strong>in</strong>nenste<strong>de</strong>nte vergroten.Nauwelijks opgemerkt door beleidsmakers is er rond het mid<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> jarennegentig een omslag opgetre<strong>de</strong>n <strong>in</strong> <strong>de</strong> economie van onze b<strong>in</strong>nenste<strong>de</strong>n. Tot danwas het daar slecht toeven, maar daarna blijken centrale <strong>buurt</strong>en het veelal goedte doen. De omslag heeft mogelijk te maken met een structurele veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g <strong>in</strong><strong>de</strong> opbouw van ste<strong>de</strong>n. Ste<strong>de</strong>n proberen traditioneel functies te schei<strong>de</strong>n: óf<strong>in</strong>dustrie, óf volkshuisvest<strong>in</strong>g, maar zel<strong>de</strong>n bei<strong>de</strong> <strong>in</strong> één wijk. De klassieke<strong>in</strong>dustrie is nu nagenoeg verdwenen, ook omdat grote fabrieken veel eenvoudiger<strong>in</strong>pasbaar zijn <strong>in</strong> het buitengebied. Zakelijke en persoonlijke dienstverlen<strong>in</strong>gstegen echter met stip (Rienstra 2003).


vertrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>‘Goe<strong>de</strong>’ b<strong>in</strong>nenste<strong>de</strong>n lijken <strong>in</strong> <strong>de</strong> economie van vandaag een nieuwe centrumfunctiete krijgen, waar<strong>in</strong> fysieke contacten een hoofdrol spelen. Vooral jonge,hoogopgelei<strong>de</strong> mensen stellen hoge eisen aan een sociaal aantrekkelijke b<strong>in</strong>nenstad.De vele <strong>in</strong>terviews die Müller (2002) en Van <strong>de</strong>r Land (2003) <strong>in</strong> respectievelijkAmsterdam en Rotterdam verrichtten ten behoeve van hun proefschriften,schetsen daarvan een beeld. Nieuwe sociale netwerken krijgen er vorm. Ze zijnm<strong>in</strong><strong>de</strong>r dicht geweven dan voorheen en hebben als knooppunten, naast <strong>de</strong> eigenwoonruimte, een aantal sociale trefpunten: kroegen, bistro’s, trapveldjes en<strong>de</strong>rgelijke. Daar wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> contacten on<strong>de</strong>rhou<strong>de</strong>n, die zowel sociaal als economischfunctioneel zijn. De overheid die <strong>de</strong>ze b<strong>in</strong>nenste<strong>de</strong>n optimaal vorm kangeven, zal als een magneet nieuwe, hoogwaardige werkgelegenheid naar zichtoetrekken, is het i<strong>de</strong>e.3.5.4 <strong>in</strong>tegraal beleid98Gegeven <strong>de</strong> eer<strong>de</strong>r geconstateer<strong>de</strong> zwakte van <strong>de</strong> sociale pijler zijn <strong>de</strong> problemenbij het vormgeven van een <strong>in</strong>tegraal beleid relatief groot: het is immers moeilijksamenwerken met een onzekere en versnipper<strong>de</strong> partner. De noodzaak van eenstevige correctie wordt daarom van veel kanten on<strong>de</strong>rschreven. Er is een behoefteaan: (a) een doorbrek<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> bestaan<strong>de</strong> verkoker<strong>in</strong>g; (b) een opfrisbeurt vanhet welzijnswerk.Doorbrek<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> bestaan<strong>de</strong> verkoker<strong>in</strong>gHet sociaal beleid is <strong>in</strong> hoge mate verkokerd. Steeds klagen mensen aan <strong>de</strong> frontlijnover het grote aantal kle<strong>in</strong>e en exact omschreven geldstromen van <strong>de</strong> rijksoverheid.Initiatiefnemers <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong> verhuizen van het ene naar het an<strong>de</strong>re loketen lopen op tegen verschillen<strong>de</strong>, vaak complexe regels. Zon<strong>de</strong>r a<strong>de</strong>quate professioneleon<strong>de</strong>rsteun<strong>in</strong>g red<strong>de</strong>n ze dat niet. Het verlies aan tijd en z<strong>in</strong> is te groot enalleen <strong>de</strong> heel sterken hebben <strong>de</strong> energie om door te gaan.Politieke en ambtelijke machthebbers moeten begrijpen dat je van bovenaf nietalles kunt regelen en moeten daarom als een bulldozer <strong>de</strong> weg vrijmaken voor <strong>de</strong>frontlijn. Soms doen ze dat en dan wor<strong>de</strong>n ze er nog om geprezen, zoals <strong>de</strong> voormaligeAmsterdamse wethou<strong>de</strong>r Schaefer en een aantal van zijn opvolgers. DeZeedijk was daar aan het beg<strong>in</strong> van <strong>de</strong> jaren tachtig een no-go area. Een trekkervan het eerste uur her<strong>in</strong>nert zich: “De overheid faal<strong>de</strong> aan alle kanten. Ze wasniet <strong>in</strong> staat <strong>de</strong>rgelijke grootschalige en complexe problemen op te lossen. Voordit soort problemen is het verticaal opereren – <strong>de</strong> verkoker<strong>in</strong>g – funest.” Eenwethou<strong>de</strong>r zegt: “Wat je nodig hebt, is één sociaal vernieuw<strong>in</strong>gsbureau, parallelaan het ste<strong>de</strong>lijk vernieuw<strong>in</strong>gsbureau. Eén pot en één gezamenlijke organisatie.Bij <strong>de</strong> fysieke pijler gaat dat goed; er wordt bijvoorbeeld steeds m<strong>in</strong><strong>de</strong>r gevraagdom uitgebrei<strong>de</strong> rapportages, maar op sociaal gebied is het vreselijk.” Velen doensuggesties. Er is behoefte aan een <strong>in</strong>ventarisatie van <strong>de</strong> effectiviteit van sociale<strong>in</strong>vester<strong>in</strong>gen: een halver<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> regels op sociaal gebied moet mogelijk zijn,ook op Europees niveau. Je hebt een speciaal team nodig om doorbraken temaken bij het coörd<strong>in</strong>eren van <strong>de</strong> geldstromen.


empirische bev<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen: het perspectief van bewonersDe verkoker<strong>in</strong>g schaadt mensen op directe wijze. Er zijn schrijnen<strong>de</strong> gevallen vanraddraaiers, met naam en toenaam bekend, die een <strong>buurt</strong> verzieken, maar nietgoed wor<strong>de</strong>n aangepakt omdat geen van <strong>de</strong> vele betrokken <strong>in</strong>stanties zich verantwoor<strong>de</strong>lijkweet en het opvoed<strong>in</strong>gsprobleem echt aanpakt. Rotterdamse straatadvocatenroepen om een m<strong>in</strong>ister voor Jeugd, die op topniveau <strong>de</strong> dakloosheid enverslav<strong>in</strong>g <strong>in</strong>tegraal aanpakt en een e<strong>in</strong><strong>de</strong> maakt aan <strong>de</strong> verschrikkelijke verkoker<strong>in</strong>gvan <strong>de</strong> m<strong>in</strong>isteries (vws, vrom, Justitie, bzk). “Ze doen allemaal maar zó’nstukje” (aangegeven tussen duim en wijsv<strong>in</strong>ger). Dat werkt natuurlijk niet: “Deproblemen kunnen alleen wor<strong>de</strong>n opgelost als ze <strong>in</strong> samenhang met elkaarwor<strong>de</strong>n aangepakt.”Een probleem voor <strong>de</strong> overheid is <strong>de</strong> verkoker<strong>de</strong> beleidsuitvoer<strong>in</strong>g door <strong>de</strong> socialespelers. Het on<strong>de</strong>rscheid op lan<strong>de</strong>lijk en prov<strong>in</strong>ciaal niveau tussen <strong>de</strong> separateen elkaar regelmatig concurreren<strong>de</strong> beleidstakken groteste<strong>de</strong>nbeleid (gsb) en<strong>in</strong>vester<strong>in</strong>gsbudget ste<strong>de</strong>lijke vernieuw<strong>in</strong>g (isv) moet bijvoorbeeld vervallen.Ambtenaren voeren stammenstrij<strong>de</strong>n of ‘stribbelen mee’ over wie het voortouwheeft bij <strong>de</strong> beleidsformuler<strong>in</strong>g. Op gemeenteniveau zijn <strong>de</strong> netwerken vansamenwerken<strong>de</strong> <strong>in</strong>stanties te zwak: “Ie<strong>de</strong>reen heeft <strong>de</strong> <strong>buurt</strong> ont<strong>de</strong>kt, maar mengaat toch door met <strong>de</strong> sectorale werkwijze.” Wanneer dan een aantal partners <strong>in</strong>een sociaal vangnet niet voldoen<strong>de</strong> functioneert, vallen er gaten: “Het gaat omeen totaalpakket, lastige gasten moet je niet alleen aan willen pakken; dat moetje gezamenlijk doen.”99Opfrisbeurt van het welzijnswerkHet hoofdprobleem is volgens (potentiële) samenwerk<strong>in</strong>gspartners <strong>de</strong> beperktekwaliteit <strong>in</strong> comb<strong>in</strong>atie met <strong>de</strong> overbelast<strong>in</strong>g van frontlijnwerkers. Ze rekenenhet <strong>de</strong> overheid aan dat met <strong>de</strong> voortduren<strong>de</strong> onzekerheid over <strong>de</strong> cont<strong>in</strong>uïteitvan het beleid, mensen geen carrièreperspectief hebben. Te veel w<strong>in</strong>naars zoekeneen an<strong>de</strong>re werkkr<strong>in</strong>g, te veel blijvers zijn murw, soms zelfs cynisch gewor<strong>de</strong>n.De <strong>in</strong>zet van een <strong>buurt</strong>beheer<strong>de</strong>r door een wooncorporatie werd bijvoorbeeldgezien als kritiek op het eigen werk en als directe concurrentie. De nieuwe functionaris:“De opbouwwerkers waren vanaf het beg<strong>in</strong> sceptisch over <strong>de</strong> haalbaarheidvan <strong>de</strong> plannen. Onmogelijk, zei<strong>de</strong>n ze. Het opbouwwerk was vooral goed<strong>in</strong> het klagen over <strong>de</strong> corporatie en <strong>de</strong> bewoners.” Omdat velen <strong>de</strong>nken <strong>in</strong> termenvan problemen <strong>in</strong> plaats van kansen, komen die nieuwe <strong>in</strong>itiatieven te we<strong>in</strong>ig van<strong>de</strong> grond. Waar dat wel gebeurt, zie je goe<strong>de</strong> ontwikkel<strong>in</strong>gen. Thuis Op Straat enOpzoomeren zijn bijvoorbeeld <strong>in</strong>teressante nieuwe vormen van opbouwwerk.Ernstiger is <strong>de</strong> verregaan<strong>de</strong> <strong>in</strong>stitutionaliser<strong>in</strong>g van het welzijnswerk die velensignaleren: “Over <strong>de</strong> hele l<strong>in</strong>ie zie ik opbouwwerkers die te we<strong>in</strong>ig breed <strong>in</strong>steken.Ze praten gewoon te veel en zijn te we<strong>in</strong>ig doeners.” De geïnstitutionaliseer<strong>de</strong>wereld van het welzijnswerk sluit niet aan bij <strong>de</strong> sociale werkelijkheid. In<strong>de</strong> <strong>buurt</strong> is bijvoorbeeld geen plek voor het vieren van religieuze feesten en categoraleactiviteiten; veiligheid heeft geen prioriteit. De rol van <strong>de</strong> straat wordtgemarg<strong>in</strong>aliseerd ten gunste van ‘<strong>in</strong>teractieve’ beleidstrajecten, aangestuurd door<strong>de</strong> gemeente. Wat kun je er aan doen? De monopoliepositie van welzijnsorgani-


vertrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>saties moet wor<strong>de</strong>n doorbroken, zeggen sommigen. An<strong>de</strong>re waarnemers, metveel frontlijnervar<strong>in</strong>g, zijn har<strong>de</strong>r <strong>in</strong> hun oor<strong>de</strong>el. “Met alles opnieuw beg<strong>in</strong>nen”,zeggen ze: bij alles wat je doet, beg<strong>in</strong> je nu <strong>in</strong> een verziekte verhoud<strong>in</strong>g. Met<strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> mid<strong>de</strong>len kun je veel meer goeds doen.In het ka<strong>de</strong>r van zo’n opfrisbeurt is ook aandacht vereist voor het opnieuw vastleggenvan verantwoor<strong>de</strong>lijkhe<strong>de</strong>n en bevoegdhe<strong>de</strong>n. Velen beschouwen het alsonafwendbaar dat traditionele on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n vervagen. Gemeentelijke wijkambtenaren,beheer<strong>de</strong>rs van wooncorporaties, en schoolleid<strong>in</strong>gen nemen nu alsociale en veiligheidstaken op zich. Dit samengaan hoeft op zich geen slechtezaak te zijn; eer<strong>de</strong>r wezen we bijvoorbeeld al op <strong>de</strong> grootschalige herstructurer<strong>in</strong>gvan wijken en op <strong>de</strong> bre<strong>de</strong> scholen. De aanstur<strong>in</strong>g uit één hand en uit éénpot biedt daarbij ontegenzeggelijk voor<strong>de</strong>el.100De vervagen<strong>de</strong> rollen veroorzaken echter ook problemen. Welzijns- en opbouwwerkersbegeven zich buiten hun territoir of wor<strong>de</strong>n aangekeken op ‘oneigenlijke’taken. Een geïrriteer<strong>de</strong> opbouwwerker: “Als ik een hele avond 20 of 30jongeren van <strong>de</strong> straat houd en ze vernielen vervolgens op weg naar huis eenbushokje, dan komt <strong>de</strong> politie mij vertellen dat ik moet zorgen dat ze dat nietdoen. Maar dat is hun taak. Ik wil niet afgerekend wor<strong>de</strong>n op kapotte bushokjes.”Omgekeerd is er het gevaar dat <strong>de</strong> wijkagent overmatig betrokken raakt <strong>in</strong>welzijns- en opbouwpraktijken. Buiten kantooruren is er alleen <strong>de</strong> politie en daarkun je ook niet al je problemen neerleggen: “Zeker, een groot ge<strong>de</strong>elte van <strong>de</strong> tijdgaat op aan relatieproblemen en <strong>buurt</strong>conflicten. Dat hoort natuurlijk niet op onsbordje te liggen.”Belangrijker dan dit soort irritaties is echter dat <strong>de</strong> frontlijnwerkers en hun ‘klanten’weten aan wiens kant ze staan. Welzijnswerkers richten zich bijvoorbeeldnamens <strong>de</strong> gemeente op groepen bewoners. Opbouwwerkers – die uiteraard ookeen gepaste afstand horen te hou<strong>de</strong>n tot hun on<strong>de</strong>rwerp – werken <strong>in</strong> <strong>de</strong> praktijktoch vaak als belangenbehartiger van het <strong>in</strong>dividu, <strong>de</strong>nkend vanuit diens logicaen soms tegenover <strong>de</strong> overheid. Ook een wijkbeheer<strong>de</strong>r van een wooncorporatiemoet een vertrouwensrelatie met bewoners opbouwen. Maar <strong>in</strong> het overleg met<strong>de</strong> wijkagent en <strong>de</strong> gemeentelijke wijkcoörd<strong>in</strong>ator over probleemgevallen tegelijkvoelen ze zich soms <strong>in</strong> <strong>de</strong> positie van een soort van spion voor politie engemeente: “Dat wil ik niet zijn; ik ben er voor <strong>de</strong> bewoners.” Mensen doen ookan<strong>de</strong>re d<strong>in</strong>gen dan waarvoor ze zijn opgeleid; ambtenaren begelei<strong>de</strong>n bijvoorbeeld<strong>in</strong>spraakprojecten voor bewoners.3.5.5 coproductie van beleid“Wat we missen <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze samenlev<strong>in</strong>g is het besef dat we een samenlev<strong>in</strong>g zijn.”De verantwoor<strong>de</strong>lijkheid ligt altijd bij an<strong>de</strong>ren, voegt <strong>de</strong> bestuur<strong>de</strong>r toe: als jeburen herrie maken, bel je <strong>de</strong> politie <strong>in</strong> plaats van bij hen aan te bellen. Maar ookan<strong>de</strong>rsom wor<strong>de</strong>n er forse kantteken<strong>in</strong>gen gezet bij het gebrek aan een b<strong>in</strong><strong>de</strong>n<strong>de</strong>visie vanuit <strong>de</strong> overheid. Drie vrijwilligsters vertellen over een project<strong>in</strong>itiatief <strong>in</strong>


empirische bev<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen: het perspectief van bewonershun prov<strong>in</strong>cie: “De ge<strong>de</strong>puteer<strong>de</strong> kijkt naar ons <strong>in</strong>itiatief alleen maar als eenf<strong>in</strong>ancieel iets. Wij verlangen naar een overheid die zelf iets positiefs wil enmid<strong>de</strong>len daarvoor beschikbaar stelt. De prov<strong>in</strong>cie heeft geen enkele visie over<strong>de</strong> <strong>in</strong>vull<strong>in</strong>g van het plattelandsbeleid. Is <strong>de</strong> overheid onze opponent? Nee, wezou<strong>de</strong>n ons verbon<strong>de</strong>n moeten voelen met <strong>de</strong> overheid.”An<strong>de</strong>rs dan <strong>in</strong> <strong>de</strong> eer<strong>de</strong>re paragrafen over fysieke <strong>in</strong>richt<strong>in</strong>g, veiligheid en on<strong>de</strong>rwijs,is er van vele kanten ongezouten kritiek op <strong>de</strong> beleidsmakers. Willen zij<strong>buurt</strong>bewoners en sociale spelers verlei<strong>de</strong>n tot constructief mee<strong>de</strong>nken – coproductievan beleid – dan dient dat te gebeuren op basis van (a) een breed gedragenvisie; (b) een daaruit voortvloeiend evenwichtig beleid met voldoen<strong>de</strong> cont<strong>in</strong>uïteit;(c) een effectieve betrokkenheid van bewoners met <strong>in</strong>zet van nieuwe bena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen.Breed gedragen visieEr is een teveel aan visies, die echter onvoldoen<strong>de</strong> breed wor<strong>de</strong>n ge<strong>de</strong>eld. Elk(nieuw) gekozen bestuur neemt nieuwe <strong>in</strong>itiatieven, die nauwelijks <strong>de</strong> kans krijgenom te beklijven. Misschien komt dat wel, suggereren sommige gesprekspartners,omdat een positieve boodschap ontbreekt, gericht op betere kansen en eenrecord van zichtbare successen. “De overheid moet met een dui<strong>de</strong>lijke visiekomen over <strong>de</strong> richt<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> samenlev<strong>in</strong>g, vooral wat er moet gebeuren op hetgebied van immigratie en <strong>in</strong>tegratie.” Het blijft nu meestal hangen bij repressie,dat wil zeggen het tegengaan van overlast, en daar gaat op termijn we<strong>in</strong>ig b<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gvan uit.101Waar ze er wel zijn, kennen <strong>de</strong>rgelijke positieve visies vaak drie elementen. Teneerste gaat het om economische/sociale doorgroeimogelijkhe<strong>de</strong>n, meestal éénop-éénte vertalen <strong>in</strong> werk. Trotse allochtonen zeggen: “Ik doe alles, maar ga nietop een Melkertbaan werken.” Dat bestempelt je <strong>de</strong>f<strong>in</strong>itief tot verliezer, en goe<strong>de</strong>migranten hebben <strong>de</strong> ambitie om te slagen. Zij zijn bereid daarvoor een prijs tebetalen, willen – an<strong>de</strong>rs dan <strong>de</strong> autochtonen <strong>in</strong> achterstands<strong>buurt</strong>en – zelfsmengen, omdat het voor hen een maatschappelijk doel dient. Een twee<strong>de</strong> doelricht zich op <strong>de</strong> opleid<strong>in</strong>g en ontwikkel<strong>in</strong>gskansen van k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren; het kwam ge<strong>de</strong>tailleer<strong>de</strong>ral aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong> <strong>in</strong> paragraaf 3.4. De <strong>de</strong>r<strong>de</strong> component behelst het bre<strong>de</strong>begrip sociale leefbaarheid, door een zegsman omschreven als <strong>de</strong> behoefte diemensen voelen om m<strong>in</strong><strong>de</strong>r langs elkaar heen te leven, anonimiteit te doorbreken,betrokkenheid te vergroten.Dergelijke doelen, die zicht bie<strong>de</strong>n op een betere toekomst en daardoor mensenkunnen <strong>in</strong>spireren om zich <strong>in</strong> te zetten, ontbreken te vaak. De politiek is ongeduldig,wil te snel resultaat zien. Er wor<strong>de</strong>n soms doelstell<strong>in</strong>gen geformuleerd,die “onmogelijke verwacht<strong>in</strong>gen” scheppen van <strong>de</strong> veldwerkers en hun werkdaardoor kwetsbaar maken. Vorig jaar werd het gsb-programma met een jaarverlengd tot 2004, waarbij alle outcome-doelstell<strong>in</strong>gen met 25 procent wer<strong>de</strong>nbijgesteld. De werkloosheid moet bijvoorbeeld met een kwart omlaag. “Dat iseen onz<strong>in</strong>nige en volstrekt planmatige bena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g.” Vooral <strong>de</strong> vergelijk<strong>in</strong>g met <strong>de</strong>


vertrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>fysieke pijler maakt <strong>de</strong> kloof dui<strong>de</strong>lijk. Een langetermijnvisie op fysiek en economischterre<strong>in</strong> is een vanzelfsprekendheid. Er is steeds voldoen<strong>de</strong> geld “voorstenen en voor wie daaraan werken”. Aan <strong>de</strong> sociale kant is echter sprake van veelte grote beleidsdichtheid met programma’s die per kab<strong>in</strong>etsperio<strong>de</strong> veran<strong>de</strong>ren,en van te kle<strong>in</strong>e potjes voor kortlopen<strong>de</strong> projecten. “De sociale pijler is vergevenvan regels. Hoeveel geld en energie daar<strong>in</strong> verdwijnt <strong>in</strong> plaats van <strong>in</strong> <strong>de</strong> mensenvoor wie zij bedoeld zijn – daar zou ik wel eens een rapportage over willen zien.”102Evenwichtig beleid met voldoen<strong>de</strong> waarborgen voor cont<strong>in</strong>uïteitZelfs als er een visie is, wordt die nauwelijks vertaald <strong>in</strong> een z<strong>in</strong>vol beleid.Preventief beleid is zeldzaam; overheid en welzijnswerk doen hun huiswerk nietgoed. De beleidsagenda wordt veelal bepaald door <strong>in</strong>ci<strong>de</strong>nten zoals drugsoverlast,crim<strong>in</strong>aliteit en zwart geld op <strong>de</strong> Amsterdamse Zeedijk aan het beg<strong>in</strong> van <strong>de</strong> jarentachtig. Maatschappelijke onrust <strong>in</strong> <strong>de</strong> Bijlmermeer leid<strong>de</strong> <strong>in</strong> 1996 tot het zogenaam<strong>de</strong>Zwart Beraad van allochtone trekkers vanuit alle etnische groepen.Niemand van <strong>de</strong> bewoners had voor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> bouw van <strong>de</strong> Arena; het stadionverwerd daardoor tot symbool van <strong>de</strong> overheid die <strong>de</strong> lokale samenlev<strong>in</strong>gnegeert. Het Opzoomerproject begon na een emotionele straatverga<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong>Rotterdamse Opzoomerstraat met “een litanie van klachten” over vuil, kle<strong>in</strong>ecrim<strong>in</strong>aliteit en <strong>de</strong> lakse houd<strong>in</strong>g van gemeentelijke diensten. En dan is er nog <strong>de</strong><strong>buurt</strong>verenig<strong>in</strong>g Boze Emma die vanuit een ge<strong>de</strong>el<strong>de</strong> kwaadheid tot grote hoogtesteeg.Soms is er sprake van een latente vraag, dat wil zeggen een vraag die niet door <strong>de</strong>beleidsmakers en -uitvoer<strong>de</strong>rs is opgepikt, maar waar<strong>in</strong> door <strong>buurt</strong>bewonerswordt voorzien. Een huisvrouw die naast een basisschool woon<strong>de</strong> merkte aan hetschoolhek dat veel ou<strong>de</strong>rs bij toerbeurt elkaars k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren ophaal<strong>de</strong>n of an<strong>de</strong>renbetaal<strong>de</strong>n voor <strong>de</strong> lunchopvang. Een <strong>buurt</strong>enquête wees uit dat er <strong>in</strong><strong>de</strong>rdaadbehoefte bestond aan meer gestructureer<strong>de</strong> k<strong>in</strong><strong>de</strong>ropvang. Ook el<strong>de</strong>rs bleek bijhuis-aan-huisenquêtes een onverwachte <strong>in</strong>breng van ‘stille’ mensen met betrekk<strong>in</strong>gtot <strong>buurt</strong>behoeften. Klanten van het kruiswerk had<strong>de</strong>n vaak <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong>, nietgeregistreer<strong>de</strong>vragen op het gebied van werk/privé-voorzien<strong>in</strong>gen. Bij groteherstructurer<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> achterstands<strong>buurt</strong>en bleken <strong>in</strong>formele bedrijfjes <strong>in</strong> eenzeer na<strong>de</strong>lige positie: hun huisvest<strong>in</strong>g (vaak vanuit huis) zou wor<strong>de</strong>n gesloopt,maar omdat ze formeel niet beston<strong>de</strong>n, waren ze niet op het netvlies van <strong>de</strong>beleidsmakers verschenen.Beleidsmakers hebben vaak onvoldoen<strong>de</strong> oog voor <strong>de</strong>rgelijke behoeften ofschatten die verkeerd <strong>in</strong>. Overhe<strong>de</strong>n zou<strong>de</strong>n zich meer op toekomstige ontwikkel<strong>in</strong>genmoeten richten. De voorspelbare toename van het aantal alleenstaan<strong>de</strong>,sociaal geïsoleer<strong>de</strong> 80-plusvrouwen bereikt nauwelijks <strong>de</strong> maatschappelijke/politieke agenda. En nu al is het vrijwel zeker, zegt <strong>de</strong> directeur van een wooncorporatie,dat er – an<strong>de</strong>rs dan <strong>de</strong> overheid <strong>de</strong>nkt – straks een aanzienlijke <strong>in</strong>stroomvan Oost-Europeanen zal plaatshebben uit nieuwe eu-lidstaten, waarop <strong>de</strong> overheidzichzelf en an<strong>de</strong>ren structureel zou dienen voor te berei<strong>de</strong>n. An<strong>de</strong>rsom zienoverhe<strong>de</strong>n soms problemen die er <strong>in</strong> het geheel niet (meer) zijn. Dorpen wor<strong>de</strong>n


empirische bev<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen: het perspectief van bewonersbijvoorbeeld door <strong>de</strong> prov<strong>in</strong>cie veron<strong>de</strong>rsteld te lij<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>r een gebrekkig openbaarvervoer en een tekort aan werkgelegenheid; uit bewonersenquêtes blijktechter dat dit achterhaald is.Het resultaat van onvoldoen<strong>de</strong> huiswerk is bijna onvermij<strong>de</strong>lijk schotsje spr<strong>in</strong>gen:ad-hocbeleid. “De grootste kunst is om beleidsresistent te zijn”, zegt eenervaren <strong>buurt</strong>werker. Zoals geschetst <strong>in</strong> hoofdstuk 2 zijn er na <strong>de</strong> Twee<strong>de</strong>Wereldoorlog meer<strong>de</strong>re ‘golven’ geweest van ‘<strong>buurt</strong>beleid’ en wordt het meestebeleid niet gekenmerkt door langetermijnwaarborgen of veranker<strong>in</strong>g. Het ontgaat<strong>de</strong> wat cynische veldwerkers niet: “Een van <strong>de</strong> grootste problemen is dat er elkevier jaar verkiez<strong>in</strong>gen zijn.” Bovendien hebben <strong>de</strong> gemeenten nog weer een an<strong>de</strong>rverkiez<strong>in</strong>gsritme. Daardoor ontstaat er jojobeleid. “De beleidscyclus duurt ie<strong>de</strong>rekeer maar vier jaar, dan wordt er nieuw beleid ontwikkeld. Dat is een ramp.”Het regent klachten: <strong>de</strong> basisuitgangspunten van beleid veran<strong>de</strong>ren steeds, hetopbouw- en jongerenwerk is uitgehold en <strong>de</strong> professionele <strong>in</strong>frastructuur (maatschappelijkwerk, riagg, thuiszorg) wordt uitgekleed. “Je kan wel doorverwijzen”,zegt een wijkagent, “maar er is geen capaciteit om dat op te pikken.” Ookop jib – het werd nooit “een echte har<strong>de</strong> core bus<strong>in</strong>ess van Justitie” – wordt alweer bezu<strong>in</strong>igd. Om f<strong>in</strong>anciële re<strong>de</strong>nen is besloten tot fusie van welzijnsorganisatiesen jongerenwerk; <strong>buurt</strong>centra wor<strong>de</strong>n samengevoegd. De afstand totbewoners wordt daardoor echter vergroot.103Een nieuwe golf van bezu<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>gen is op komst. Verslav<strong>in</strong>gszorg, reclasser<strong>in</strong>g,on<strong>de</strong>rwijsvoorrangsbeleid en voorschoolse opleid<strong>in</strong>g staan on<strong>de</strong>r druk. Leuked<strong>in</strong>gen voor <strong>de</strong> mensen, zoals een <strong>in</strong>ternetcafé of een computercursus voor senioren,wankelen door het wegvallen van subsidies. De id- en wiw-banen(Wet <strong>in</strong>schakel<strong>in</strong>g werklozen, beter bekend als Melkertbanen), waarop veel socialeactiviteiten drijven, wor<strong>de</strong>n teruggeschroefd. De woonzorgcoörd<strong>in</strong>atie tenbehoeve van kwetsbare <strong>in</strong>dividuen wordt gef<strong>in</strong>ancierd uit vernieuw<strong>in</strong>gsgeld; eenpotje dat hoogstwaarschijnlijk bij een nieuwe bezu<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>gsron<strong>de</strong> droogvalt. Hetoptimisme is ger<strong>in</strong>g, temeer omdat bij het formeren van publiek-private samenwerk<strong>in</strong>gsverban<strong>de</strong>neen langjarige garantie vanuit <strong>de</strong> overheid veelal doorslaggevendis om sleutelpartijen over te halen.Onze gesprekspartners plaatsen ook kritische kantteken<strong>in</strong>gen bij <strong>de</strong> doorgeschotenextramuraliser<strong>in</strong>g van zorgvoorzien<strong>in</strong>gen. “Het is spitsuur <strong>in</strong> <strong>de</strong> wijk”, vatsocioloog Duyvendak het samen. Het heeft <strong>in</strong> veel gevallen voor<strong>de</strong>el dat mensenmet problemen niet wor<strong>de</strong>n opgesloten <strong>in</strong> tehuizen, maar <strong>in</strong> een <strong>buurt</strong> wor<strong>de</strong>ngeplaatst. Maar toch past enige voorzichtigheid: er is te we<strong>in</strong>ig aandacht voor <strong>de</strong>mogelijke overbelast<strong>in</strong>g van zowel zorgbehoeven<strong>de</strong>n als <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>. Juist gehandicaptenhebben problemen met <strong>de</strong> gelijktijdige schaalvergrot<strong>in</strong>g bij sociale spelersen <strong>de</strong> daarmee verbon<strong>de</strong>n onpersoonlijkheid en hogere mobiliteitsvereisten. Detoevloed van zorgbehoeven<strong>de</strong>n legt bovendien een zware last op met name ou<strong>de</strong><strong>buurt</strong>en, waar <strong>de</strong> goedkope won<strong>in</strong>gvoorraad is.


vertrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>104De problemen wor<strong>de</strong>n volgens onze zegslie<strong>de</strong>n vergroot door <strong>de</strong> aanstaan<strong>de</strong> Wetmaatschappelijke on<strong>de</strong>rsteun<strong>in</strong>g (wmo). Daar<strong>in</strong> wor<strong>de</strong>n veel taken naar <strong>de</strong>gemeente overgeheveld (waar het welzijnsbeleid al zit), maar “<strong>de</strong> meestegemeenten zijn daarvoor volstrekt niet geëquipeerd”. Ze schrijven bijvoorbeeldvia aanbested<strong>in</strong>g <strong>de</strong> zorg <strong>in</strong> een wijk uit, maar weten vaak nauwelijks wat er leefton<strong>de</strong>r <strong>de</strong> bewoners en kunnen <strong>de</strong> aangebo<strong>de</strong>n kwaliteit niet goed beoor<strong>de</strong>len.Als er dan ook nog bij <strong>de</strong> <strong>in</strong>voer<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> wmo f<strong>in</strong>anciële gaten vallen door een– door velen gevrees<strong>de</strong> – <strong>de</strong>centralisatie-zon<strong>de</strong>r-geld gaat het snel mis. Concurreren<strong>de</strong>zorgaanbie<strong>de</strong>rs laten hun prijzen zakken en <strong>de</strong>nken zich te kunnenred<strong>de</strong>n door een vlucht vooruit <strong>in</strong> fusies. Volgens een aantal gesprekspartners isdat paniekvoetbal. Fusies ontaar<strong>de</strong>n echter <strong>in</strong> een <strong>in</strong>terne gerichtheid en ver<strong>de</strong>revervreemd<strong>in</strong>g van hun <strong>buurt</strong>en. Bovendien blijven er op <strong>de</strong>ze wijze alleen eenpaar grote aanbie<strong>de</strong>rs over: “Aanbeste<strong>de</strong>n is goed voor het ontmantelen vanmonopolisten, niet voor kle<strong>in</strong>e <strong>buurt</strong><strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen!” Uite<strong>in</strong><strong>de</strong>lijk zal het misschienwel goedkoper zijn, maar het leidt er ook toe dat goed functioneren<strong>de</strong> wijkwelzijnsnetwerkenwor<strong>de</strong>n afgebroken. In <strong>de</strong> dorpen wordt door <strong>de</strong> toenemen<strong>de</strong>concurrentie tussen extramurale zorg en thuiszorg mogelijk ook het vrijwilligerswerkhet – onbedoel<strong>de</strong> – slachtoffer. Dat is een slechte zaak omdat het, <strong>in</strong>dunbevolkte gebie<strong>de</strong>n die sowieso vaak te maken hebben met een onvoldoen<strong>de</strong>personele capaciteit, leidt tot een dal<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> kwaliteit en een verschral<strong>in</strong>g vanhet aanbod.Betrokkenheid van bewoners door <strong>de</strong> <strong>in</strong>zet van nieuwe bena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>genEen doordachte visie en een evenwichtig beleid zijn noodzakelijk, maar nietvoldoen<strong>de</strong>. Veelal dom<strong>in</strong>eert <strong>de</strong> agenda van gemeente en sociale spelers, en is ernauwelijks sprake van coproductie van beleid. De bestuur<strong>de</strong>rsagenda is voor <strong>de</strong>meeste bewoners immers een ver-van-mijn-bedshow. Sociale netwerken bouwje op door d<strong>in</strong>gen samen te doen, en veel sociale activiteiten hebben een hoogbarbecue- of carnavalsgehalte. Dat is voor politici en ambtenaren moeilijk; zov<strong>in</strong>dt een aantal van hen het Rotterdamse Opzoomeren niet <strong>de</strong> moeite waard.Bewoners en veldwerkers wijzen echter op <strong>de</strong> doorwerk<strong>in</strong>g: <strong>de</strong> omgev<strong>in</strong>g wordtm<strong>in</strong><strong>de</strong>r anoniem, mensen leren elkaar kennen als buren en <strong>buurt</strong>genoten.Ontbreekt <strong>de</strong>ze basis, dan pakken mensen niet gezamenlijk maatschappelijkeproblemen op: het is een voorwaar<strong>de</strong> voor sociale processen.De methodieken voor sociale cohesie ontwikkelen zich snel. Rotterdam maakt <strong>in</strong>het ka<strong>de</strong>r van <strong>de</strong> ‘stadsetiquette’ bijvoorbeeld gebruik van een zogenoem<strong>de</strong>straatlad<strong>de</strong>r: een hulpmid<strong>de</strong>l bij het <strong>in</strong> kaart brengen van het niveau van samenleven.On<strong>de</strong>raan beg<strong>in</strong>t het met het kennen van je buren en het groeten vanelkaar. Op <strong>de</strong> hoogste tre<strong>de</strong> van <strong>de</strong> straatlad<strong>de</strong>r sluiten straten contracten met <strong>de</strong>sociale spelers waar<strong>in</strong> <strong>de</strong> taken voor bei<strong>de</strong> partijen wor<strong>de</strong>n vastgelegd. Aan <strong>de</strong>beklimm<strong>in</strong>g van elke hogere tre<strong>de</strong> kun je gericht werken, met <strong>de</strong> bewoners voorop.‘Kennen en gekend wor<strong>de</strong>n’ gaat vooraf aan ver<strong>de</strong>rgaan<strong>de</strong> maatschappelijkebetrokkenheid. Dat is ook zichtbaar op an<strong>de</strong>re plaatsen: het Drentse project‘’t Komp veur mekaar’ begon met het on<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>g <strong>in</strong> gesprek gaan van dorpsbewonersover hun men<strong>in</strong>g en wensen over het eigen dorp. Die uitwissel<strong>in</strong>g van


empirische bev<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen: het perspectief van bewonersi<strong>de</strong>eën had een activerend effect. Mensen bleken over veel d<strong>in</strong>gen hetzelf<strong>de</strong> te<strong>de</strong>nken; <strong>de</strong> wens van <strong>de</strong> ene bewoner bleek ook te leven bij <strong>de</strong> an<strong>de</strong>r.3.5.6 gepaste afstand bij uitvoer<strong>in</strong>gSucces staat of valt uite<strong>in</strong><strong>de</strong>lijk bij <strong>de</strong> uitvoer<strong>in</strong>g en weer is het zaak om eengepaste afstand te bewaren tussen bewoners en uitvoer<strong>de</strong>rs: niet te dichtbij, maarzeker op sociaal gebied ook weer niet te veraf. Er is daarom behoefte aan actiegericht op (a) het tegengaan van het isolement van kwetsbare groepen en <strong>in</strong>dividuen;(b) <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>ge betrokkenheid van <strong>buurt</strong>bewoners; (c) <strong>de</strong> toespits<strong>in</strong>g vanspelregels die <strong>de</strong> gewenste ontwikkel<strong>in</strong>g kunnen stimuleren.Tegengaan van het isolement van kwetsbare groepen en <strong>in</strong>dividuenBeleidsmakers reageren <strong>in</strong> <strong>de</strong> regel pas <strong>in</strong>dien er sprake is van een algemeen erkendprobleem. Mensen moeten dus eerst wor<strong>de</strong>n ‘kle<strong>in</strong> gemaakt’ – geproblematiseerd– voor er iets voor ze wordt gedaan. Zeker kwetsbare mensen lij<strong>de</strong>n daardooronnodige scha<strong>de</strong>. Pas recent zijn we gaan <strong>de</strong>nken over <strong>de</strong> kwaliteit van hún leven.Hun fysieke en sociale omgev<strong>in</strong>g – met <strong>in</strong>begrip van hun <strong>buurt</strong> – is cruciaal voorhet doorbreken van hun isolement. Beleidsmakers beg<strong>in</strong>nen dit te beseffen.Veldwerkers en specialisten weten dat <strong>de</strong> oploss<strong>in</strong>g is “dat mensen elkaar weer alsmens gaan zien”. Als mensen meer met elkaar omgaan, laten ze elkaar m<strong>in</strong><strong>de</strong>rsnel vallen. Ze begrijpen beter wat er speelt. De sociale netwerken van kwetsbarenzijn echter vaak beperkt tot familie en vrien<strong>de</strong>n. Wat ze meemaken vanbeleidsmakers en <strong>buurt</strong>bewoners laat zich het beste beschrijven als ontkenn<strong>in</strong>g:not <strong>in</strong> my backyard. Beleid is alleen gericht op kwetsbaren zelf, niet op <strong>de</strong>‘gewone’ mens en juist die moet <strong>de</strong> open<strong>in</strong>gen bie<strong>de</strong>n voor betrokkenheid. Tegelijktekenen <strong>de</strong> contouren van betere aanpakken zich echter af. Het gaat het ka<strong>de</strong>rvan dit rapport te boven om ge<strong>de</strong>tailleerd <strong>in</strong> te gaan op elk van <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong>groepen kwetsbaren <strong>in</strong> onze samenlev<strong>in</strong>g. Er kunnen twee hoofdcategorieënwor<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n: <strong>de</strong> afvallers, die an<strong>de</strong>rs zijn dan wij en waarmee ‘we’ ons<strong>in</strong> onze <strong>buurt</strong> ongemakkelijk voelen, en <strong>de</strong> senioren waartoe we zelf verwachtenlater ook te gaan behoren, maar die nu nog te we<strong>in</strong>ig op ons <strong>buurt</strong>netvlies staan.105De categorie afvallers omvat grote en diverse subgroepen mensen, elk met huneigen problematiek waarvan <strong>de</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>r zich nauwelijks bewustis. Een aantal illustraties uit ons on<strong>de</strong>rzoek geeft een <strong>in</strong>dicatie van <strong>de</strong> problemenwaarmee <strong>de</strong> veldwerkers op dit moment worstelen. Ons land telt bijvoorbeeldzo’n 35.000 verkommer<strong>de</strong>n en verloe<strong>de</strong>r<strong>de</strong>n. Veelal verslaafd vormen zij <strong>de</strong> categorievan zorgmij<strong>de</strong>rs of ‘onbereikbaren’. Dit past zowel beleidsmakers als bewonersgoed, want boven aan hun prioriteitenlijst staat het trefwoord zero tolerance.De ‘hulp’ is hoofdzakelijk gericht op overlastbestrijd<strong>in</strong>g. Juist <strong>de</strong>ze groep heeftdaarom behoefte aan pleitbezorgers die werken aan een opvang, of aan <strong>de</strong> openstell<strong>in</strong>gvan een parkje als ‘huisvest<strong>in</strong>g’. “Op het moment dat een verslaaf<strong>de</strong> <strong>in</strong><strong>de</strong> wijk on<strong>de</strong>rdak wil, is ie<strong>de</strong>reen tegen”, constateren twee Rotterdamse straatadvocatendie er hun vak van maken <strong>de</strong> onbereikbaren te bereiken. “Maar als je


vertrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>met <strong>de</strong> bewoners <strong>in</strong> gesprek gaat, dan lukt het vaak wel.” Zeker jeugdige cliëntenhebben behoefte aan “bad, bed, brood, plus dui<strong>de</strong>lijke regels maar met warmte”.Er is echter geen plek voor crisisopvang, waardoor echte zorgverlen<strong>in</strong>g haastonmogelijk is en werkers gefrustreerd afhaken. Wat overblijft is een an<strong>de</strong>r soortprofessionals: zakelijker en m<strong>in</strong><strong>de</strong>r betrokken.Ook ten aanzien van illegalen, <strong>in</strong> Ne<strong>de</strong>rland is dat een groep van tussen 110.000en 160.000 mensen, geldt een soort dubbele moraal: we doen net alsof ze er nietzijn. Zij vormen echter een aanzienlijke <strong>in</strong>formele economie, met sterke accenten<strong>in</strong> <strong>de</strong> krantenbezorg<strong>in</strong>g, schoonmaakdiensten en horeca. Ze zijn tevens hetslachtoffer van illegale huisjesmelkers. Een projectontwikkelaar kocht een panddat kort daarna afbrand<strong>de</strong> en constateer<strong>de</strong> met verbaz<strong>in</strong>g: “We hebben 45mensen moeten herhuisvesten.”106De lijst is lang en telt veel kwetsbare mensen. Sommigen kennen we en erwor<strong>de</strong>n voor hen ook veel goe<strong>de</strong> d<strong>in</strong>gen gedaan; <strong>de</strong>nk aan <strong>de</strong> geestelijk gehandicaptendie weer steeds vaker wor<strong>de</strong>n opgenomen <strong>in</strong> een <strong>buurt</strong>. Maar er zijn velean<strong>de</strong>ren die buiten <strong>de</strong> samenlev<strong>in</strong>g (dreigen te) vallen: ex-psychiatrische patiëntenen ex-ge<strong>de</strong>t<strong>in</strong>eer<strong>de</strong>n die op het moment van hun terugkeer <strong>in</strong> <strong>de</strong> maatschappijstaan voor een mogelijk te grote overgang; randgroepjongeren met lange strafbla<strong>de</strong>nen “met hele korte lontjes en ze lopen met aanstekers rond”, die vaaknergens meer kunnen wor<strong>de</strong>n geplaatst. Steeds weer gaat het om kwetsbaremensen die <strong>in</strong> een isolement verkeren omdat ‘wij’ ze niet zo moeten.Dit ligt an<strong>de</strong>rs bij <strong>de</strong> ruim 900.000 alleenstaan<strong>de</strong> senioren die Ne<strong>de</strong>rland nu telten waarvan het aantal <strong>de</strong> komen<strong>de</strong> jaren ver<strong>de</strong>r zal oplopen. Vooral alleenstaan<strong>de</strong>80-plussers raken snel geïsoleerd. Speciaal bij vrouwen, die jarenlang hebbenmeegelift op contacten van hun echtgenoot, krimpt het sociaal netwerk nadathun man is overle<strong>de</strong>n. Hun mobiliteit verm<strong>in</strong><strong>de</strong>rt en door verhuiz<strong>in</strong>g naar eenverzorg<strong>in</strong>gshuis op afstand van ‘hun’ <strong>buurt</strong>je raken ze ook fysiek ontheemd.Velen kwakkelen met <strong>de</strong> gezondheid en leven van een (te) kle<strong>in</strong>e aow (zon<strong>de</strong>rpensioen door het gebrekkig arbeidsverle<strong>de</strong>n van ‘traditionele’ vrouwen). Ou<strong>de</strong>remensen durven <strong>de</strong> <strong>de</strong>ur niet meer open te doen en lij<strong>de</strong>n zelfs aan straatangst.Vanzelfsprekend tekenen zich ook op dit gebied contouren van oploss<strong>in</strong>gsricht<strong>in</strong>genaf, maar er gaapt een bre<strong>de</strong> kloof tussen warme woor<strong>de</strong>n en da<strong>de</strong>n. Wenemen <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>ren veelal nog onvoldoen<strong>de</strong> serieus. Dat kan an<strong>de</strong>rs; een gemeenteals Driebergen, met nu al meer dan 20 procent senioren, laat dat zien: “Van <strong>de</strong>tien amen<strong>de</strong>menten van het seniorenoverleg wor<strong>de</strong>n er negen overgenomen.”Veel senioren kunnen het niet (meer) aan om van het ene gemeenteloket naar hetan<strong>de</strong>re te gaan; er is nu dus één loket. Als je senioren <strong>in</strong> hun omgev<strong>in</strong>g wilthou<strong>de</strong>n, moeten daartoe ook <strong>de</strong> voorzien<strong>in</strong>gen bestaan.Het concept ‘levensloopbestendig wonen’ is echter nog heel open; er moet nogveel over wor<strong>de</strong>n nagedacht. Hebben <strong>de</strong> wooncorporaties ook wel voldoen<strong>de</strong>zicht op hun eigen bewoners? Een 80-jarige vrijwilligster verhaal<strong>de</strong> smakelijk


empirische bev<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen: het perspectief van bewonersover <strong>de</strong> verhoog<strong>de</strong> toiletpot die ze wil<strong>de</strong> laten aanbrengen <strong>in</strong> haar nieuwewon<strong>in</strong>g. Toen het haar te lang duur<strong>de</strong>, regel<strong>de</strong> ze het zelf bij <strong>de</strong> overkoepelen<strong>de</strong>welzijnsorganisatie. De twee<strong>de</strong> verhoog<strong>de</strong> toiletpot, waarmee <strong>de</strong> corporatie viermaan<strong>de</strong>n later alsnog kwam en die ze niet mee terug kon<strong>de</strong>n nemen omdat er alvoor was getekend, is nu gratis bij haar thuis af te halen. Maar ze vertel<strong>de</strong> ook,met meer bezorgdheid, over <strong>de</strong> verkoop van beganegrondwon<strong>in</strong>gen die geschiktzijn voor senioren: niet uit kwa<strong>de</strong> wil, maar omdat <strong>de</strong> corporaties te we<strong>in</strong>ig weethebben van <strong>de</strong> behoeften van ‘hun’ bewoners.Samenwerk<strong>in</strong>g, bijvoorbeeld van <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen op het gebied van zorg en welzijnmet wooncorporaties en private dienstverleners of vrijwilligersorganisaties, blijktook hier een moeilijke vorm van werken te zijn, die bovendien wordt gecompliceerddoor <strong>de</strong> ophan<strong>de</strong>n zijn<strong>de</strong> wmo. De concurrentie tussen zorgaanbie<strong>de</strong>rs leidtsoms tot grote vertrag<strong>in</strong>gen; er moet veel wor<strong>de</strong>n “gekneed en geplooid”, vooralop het niveau van directeuren en besturen. Een ambtelijke coörd<strong>in</strong>ator verklaarthaar succes: “Ik ben geen zwaargewicht, maar ik kan wel knippen en plakken.” Degemeente kan niet gebie<strong>de</strong>n, maar wel bemid<strong>de</strong>len en verlei<strong>de</strong>n, bijvoorbeeld doorgrond voor een seniorencomplex goedkoop aan te bie<strong>de</strong>n en <strong>de</strong> regie bij <strong>de</strong> uitvoer<strong>in</strong>gover te nemen. Niettem<strong>in</strong> is er een bre<strong>de</strong> personeelswerv<strong>in</strong>g van hoogopgelei<strong>de</strong>nmet commerciële én sociale achtergron<strong>de</strong>n vereist, voordat <strong>de</strong> wooncorporatiesof <strong>de</strong> huidige <strong>in</strong>tramurale <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen <strong>de</strong> omslag kunnen maken van hetuitvoeren van rijksvoorschriften naar meer zelf han<strong>de</strong>len.107Het vrijwilligerswerk, van oudsher ook op dit terre<strong>in</strong> een steunpilaar, lijdt on<strong>de</strong>r<strong>de</strong> afnemen<strong>de</strong> bereidheid van mensen om zich <strong>in</strong> ‘cont<strong>in</strong>udienst’ <strong>in</strong> te zetten voorhun me<strong>de</strong>mens. Een bejaar<strong>de</strong> vrijwilligster geeft voorbeel<strong>de</strong>n van vrijwilligers<strong>in</strong>zetdie nog steeds werken: een praatlijn voor eenzame ou<strong>de</strong>ren van twaalf tottwee uur ’s nachts of telefooncirkels waarbij tien ou<strong>de</strong>ren elkaar elke ochtend <strong>in</strong>een soort estafette bellen. Bij toerbeurt is eenie<strong>de</strong>r ‘lei<strong>de</strong>r’ van <strong>de</strong> cirkel enbeschikt over <strong>de</strong> huissleutels en adressen van artsen en an<strong>de</strong>re hulpverleners. Zevertelt ook van het huisbezoek dat alle bewoners rond hun tachtigste verjaardagkrijgen, maar waarbij ze zelf werd overgeslagen omdat <strong>de</strong> hulpverleners welwisten dat het haar goed g<strong>in</strong>g. En dat is fout, v<strong>in</strong>dt ze, want preventief huisbezoekis bedoeld om verborgen behoeften te ont<strong>de</strong>kken. Juist ou<strong>de</strong>ren die stil zijn moetje opzoeken, an<strong>de</strong>rs hoor je ze niet.On<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>ge betrokkenheid van bewonersOm mensen te activeren, zijn vaak kle<strong>in</strong>e zetjes nodig. Een ‘activerend leefklimaaton<strong>de</strong>rzoek’kan <strong>de</strong> aanleid<strong>in</strong>g vormen voor grote sociale processen, maar <strong>de</strong>echte resultaten wor<strong>de</strong>n bereikt <strong>in</strong> werkgroepen die bewoners vormen om hunwensen te realiseren. Een consulent van een West-Brabants Dorpspunt is nodigom vraag en aanbod van diensten bij elkaar te brengen – maar <strong>de</strong> consulenten zijnafhankelijk van wat mensen zelf bereid zijn te doen voor hun dorp. Een organisatieals <strong>de</strong> Sticht<strong>in</strong>g WijkAlliantie brengt mensen bij elkaar <strong>in</strong> een panel, maar hetbe<strong>de</strong>nken van activiteiten, het organiseren van een feest en het regelen van sponsorsdoen bewoners zelf. Toch blijft professionele steun van buitenaf noodzake-


vertrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>lijk. In Deventer vertellen le<strong>de</strong>n van een actieve bewonersgroep dat ze zon<strong>de</strong>r <strong>de</strong>wijkaanpak – waarb<strong>in</strong>nen ze wer<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>rsteund door een opbouwwerker eneen gemeenteambtenaar en aanspraak kon<strong>de</strong>n maken op een wijkbudget – nooitop het i<strong>de</strong>e gekomen waren gezamenlijk <strong>de</strong> overlast <strong>in</strong> hun straat aan te pakken.De steun die bewonersorganisaties nodig hebben, betreft vaak het wegwijsmaken <strong>in</strong> bureaucratische processen en het <strong>in</strong> contact brengen met <strong>de</strong> juistemensen. Maar ook het bemoedigend toespreken van mensen en hun laten zienwat ze kunnen vormt een belangrijke on<strong>de</strong>rsteun<strong>in</strong>g.108Om <strong>de</strong> veelgehoor<strong>de</strong> slagz<strong>in</strong>: “<strong>de</strong> eigen <strong>in</strong>breng van bewoners moet meer wor<strong>de</strong>nbenadrukt” <strong>in</strong> <strong>de</strong> praktijk han<strong>de</strong>n en voeten te geven, moeten <strong>de</strong> frontlijnwerkersbeschikken over specifieke vaardighe<strong>de</strong>n en <strong>in</strong>strumenten. Speciaal bij het bereikenen bedienen van allochtonen <strong>in</strong> achterstands<strong>buurt</strong>en moeten ze – een terugkerendpunt – werken via herkenbare sleutelfiguren uit <strong>de</strong> eigen gemeenschap diedoor hun voorbeeld of als contactpersoon bruggen kunnen slaan. Prachtige verhalenhoor<strong>de</strong>n we bijvoorbeeld over <strong>de</strong> zogenoem<strong>de</strong> barefoot recruit<strong>in</strong>g die, beterdan <strong>de</strong> reguliere arbeidsvoorzien<strong>in</strong>g, mensen tot actie kon brengen bij het zoekennaar banen. Met als trekker <strong>de</strong> bemid<strong>de</strong>laar, die aan het slot van <strong>de</strong> preek <strong>in</strong> eenzwarte kerkloods <strong>in</strong> <strong>de</strong> schaduw van grote flatgebouwen, <strong>de</strong> me<strong>de</strong><strong>de</strong>l<strong>in</strong>g <strong>de</strong>ed dat“we er waren en dat ze bij ons terechtkon<strong>de</strong>n”. Het on<strong>de</strong>rnemershuis dat een aantalmensen aantrok die ervar<strong>in</strong>g had<strong>de</strong>n met outreach<strong>in</strong>g, mensen die streetwisewaren en beschikten over een achterban <strong>in</strong> eigen – etnische – netwerken: een Ghanees,een Antilliaan, een Arubaan. De Marokkaanse jongens, die het zat waren omgestigmatiseerd te wor<strong>de</strong>n en een klussendienst <strong>in</strong> <strong>de</strong> wijk oprichtten. Ze <strong>de</strong><strong>de</strong>ndaar werkervar<strong>in</strong>g mee op en leg<strong>de</strong>n sociale contacten met ou<strong>de</strong>ren.Toespits<strong>in</strong>g van stimuleren<strong>de</strong> spelregelsHet is een ervar<strong>in</strong>gsregel: zorg, met respect voor <strong>de</strong> orig<strong>in</strong>ele trekkers, voor rotatie.Bewonersra<strong>de</strong>n maar ook verenig<strong>in</strong>gsbesturen kunnen “verstenen”. Het zijnveelal <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> mensen die geduren<strong>de</strong> vele jaren betrokken zijn bij een socialeontwikkel<strong>in</strong>g of activiteit. Panels en klankbor<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n ‘<strong>in</strong>gekapseld’: mensenvoelen zich een on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> gemeente. Een jeugdhonk wordt gedom<strong>in</strong>eerddoor een enkele groep met buitensluit<strong>in</strong>g van an<strong>de</strong>ren; <strong>in</strong> een speeltu<strong>in</strong>verenig<strong>in</strong>g<strong>in</strong> een verzwarte Amsterdamse wijk hebben <strong>de</strong> <strong>in</strong>mid<strong>de</strong>ls verhuis<strong>de</strong> autochtonebewoners het nog altijd voor het zeggen en komen <strong>de</strong> nieuwe allochtonebewoners er niet <strong>in</strong>.Het beperkte aantal <strong>buurt</strong>trekkers brengt echter ook gevaren van discont<strong>in</strong>uïteitmet zich mee. Omdat het vaak gaat om een kle<strong>in</strong>e schaal – een paar mensen, eenkle<strong>in</strong>e organisatie, één straat of <strong>buurt</strong> – lopen activiteiten risico op uitval: is net<strong>de</strong> verkeer<strong>de</strong> persoon ziek op het verkeer<strong>de</strong> moment, verhuist er iemand, dan kanalles <strong>in</strong> elkaar storten. Bovendien gebeurt veel op vrijwillige basis: dat betekentgrote betrokkenheid, maar vaak ook vrijblijvendheid. Zit iets tegen, dan kan eenvrijwilliger zon<strong>de</strong>r meer opstappen. Dat wordt versterkt wanneer actieve bewonersbalen omdat niet ie<strong>de</strong>reen zich kan of wil <strong>in</strong>zetten: “Sta je weer een paar uuraf te wassen.”


empirische bev<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen: het perspectief van bewonersI<strong>de</strong>aliter zou het welzijns- en opbouwwerk moeten wor<strong>de</strong>n beoor<strong>de</strong>eld op basisvan objectieve criteria. Bestuur<strong>de</strong>rs hebben <strong>de</strong> aandrang om <strong>de</strong> sociale spelersmet behulp van prestatieafspraken af te rekenen op resultaat en daarbij past “geengeitenwollen-sokkenmentaliteit meer”. Er moet veeleer “een soort dictator ofcommandotype aan het hoofd” – het is opvallend hoe vaak <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze sector wordtteruggegrepen op daadkracht uitstralen<strong>de</strong> begrippen, wellicht om ‘het an<strong>de</strong>re’van een nieuwe aanpak te illustreren: stadsmar<strong>in</strong>iers, vliegen<strong>de</strong> panters, beleidsbombar<strong>de</strong>menten,zelfs <strong>de</strong> (onofficiële) naam vopo’s troffen wij aan. De werkelijkemet<strong>in</strong>g is echter een probleem, dat vaak wordt ‘opgelost’ door het bijhou<strong>de</strong>nvan grote aantallen gegevens, die echter zel<strong>de</strong>n wat zeggen over wat <strong>de</strong> doelgroepenwerkelijk nodig hebben of over <strong>de</strong> kwaliteit van het verrichte werk.Dat is ook buitengewoon moeilijk. Het veel gelauwer<strong>de</strong> Opboxen van va<strong>de</strong>r enzoon Schildkamp <strong>in</strong> het Rotterdamse Hoogvliet kan bijvoorbeeld bogen op primaresultaten: <strong>in</strong> tien jaar tijd doorliepen circa 500 randgroepjongeren – velen voorzienvan een ruim strafblad en we<strong>in</strong>ig vooruitzichten – een <strong>in</strong>tensief begeleid<strong>in</strong>gstrajectvan een halfjaar, waarvan een 45 procent doorstroom<strong>de</strong> naar eenopleid<strong>in</strong>g, 35 procent naar een baan en tien procent een twee<strong>de</strong> traject volg<strong>de</strong>. Delaatste tien procent haakte af. Maar toch wijzen <strong>de</strong> trekkers erop dat het resultaatniet <strong>in</strong> <strong>de</strong> eerste plaats bestaat uit <strong>de</strong> succesvolle toeleid<strong>in</strong>g tot werk of school,maar vooral uit een heel proces van resocialisatie dat moeilijk is te verantwoor<strong>de</strong>nen bewijzen. Er is dus een dr<strong>in</strong>gen<strong>de</strong> behoefte aan verbeter<strong>de</strong> methodiekenvoor een objectieve en z<strong>in</strong>volle toets<strong>in</strong>g van resultaten.109Ook veel van het betere <strong>buurt</strong>werk vertaalt zich <strong>in</strong> ‘onzichtbare’ of ‘stille’ socialecohesie, maar het georganiseer<strong>de</strong> leervermogen – experimenteren en daaruit leren– behoeft verbeter<strong>in</strong>g. Te veel successen blijven onzichtbaar, te veel veldwerkersblijven stil. Er zijn ook we<strong>in</strong>ig prikkels om nieuwe bena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen te ontwikkelenen te versprei<strong>de</strong>n. Wat bijvoorbeeld te <strong>de</strong>nken van <strong>de</strong> nieuwe <strong>in</strong>itiatieven op hetgebied van mediation (bemid<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g)? Opbouwwerkers richten zich op conflictbeheers<strong>in</strong>gbij fricties tussen bewoners; wooncorporaties lei<strong>de</strong>n bewoners op <strong>in</strong><strong>buurt</strong>bemid<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g, zodat er bij problemen niet direct professionals bij wor<strong>de</strong>ngehaald, maar een groep <strong>buurt</strong>bewoners zelf bemid<strong>de</strong>lt. Maar net als bij veiligheid‘scoor’ je niet met preventie, maar met repressie. Een van onze creatievegesprekspartners stel<strong>de</strong> daarom voor om – zoals <strong>in</strong> <strong>de</strong> gezondheidszorg en heton<strong>de</strong>rwijs – een <strong>in</strong>spectie <strong>in</strong> <strong>de</strong> maatschappelijke zorg <strong>in</strong> te stellen die op basisvan har<strong>de</strong> en zachte feiten kan komen tot een rapportage.3.6 conclusie: <strong>de</strong> <strong>buurt</strong> kan ertoe doen, on<strong>de</strong>rvoorwaar<strong>de</strong>nDe eerste on<strong>de</strong>rzoeksvraag die ten grondslag ligt aan dit rapport luidt: kunnenactiviteiten van mensen <strong>in</strong> <strong>buurt</strong>en bijdragen aan <strong>de</strong> aanpak van alledaagse leefbaarheidsproblemendie ze on<strong>de</strong>rv<strong>in</strong><strong>de</strong>n, op met name gebie<strong>de</strong>n van fysieke<strong>in</strong>richt<strong>in</strong>g, veiligheid, on<strong>de</strong>rwijs en k<strong>in</strong><strong>de</strong>ropvang, sociale <strong>in</strong>frastructuur? Dithoofdstuk laat zien dat op elk van <strong>de</strong> vier on<strong>de</strong>rzochte terre<strong>in</strong>en <strong>de</strong> vraag bevesti-


vertrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>gend kan wor<strong>de</strong>n beantwoord: <strong>de</strong> <strong>buurt</strong> kan een meerwaar<strong>de</strong> bie<strong>de</strong>n voor zowelbewoners als overheid en sociale spelers. Die meerwaar<strong>de</strong> kan aanzienlijk zijn,maar valt moeilijk precies te kwantificeren. Bovendien zijn <strong>de</strong> door ons geselecteer<strong>de</strong>praktijkgevallen mogelijk niet representatief voor heel Ne<strong>de</strong>rland; wekozen immers succesvolle gevallen en proberen daarvan te leren. Tabel 3.1 vat <strong>de</strong>bev<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen samen.Tabel 3.1Mogelijke meerwaar<strong>de</strong> van <strong>buurt</strong>betrokkenheidLeefbaarheidsvraagstuk Meerwaar<strong>de</strong> voor bewoners Meerwaar<strong>de</strong> voor an<strong>de</strong>rebelanghebben<strong>de</strong>nFysieke <strong>in</strong>richt<strong>in</strong>g • Veiligheid en geborgenheid Overheid• Eigenheid en eigenaarschap• Signaalfunctie• Tegengaan van isolement• Handvat voor sociale betrokkenheidWooncorporaties• Draagvlak voor <strong>buurt</strong>betrokkenheid110Veiligheid • (Gevoel van) veiligheid Overheid en politie• Eerste ver<strong>de</strong>dig<strong>in</strong>gsl<strong>in</strong>ie bij bewonersOn<strong>de</strong>rwijs en k<strong>in</strong><strong>de</strong>ropvang • Ontwikkel<strong>in</strong>gskansen van k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren 1 Overheid• Sociale voorzien<strong>in</strong>g (k<strong>in</strong><strong>de</strong>ropvang, • Werkplaats voor sociaal gedragontmoet<strong>in</strong>g)• Uitvoer<strong>in</strong>g sociaal beleidSociale <strong>in</strong>frastructuur • Sociaal vertrouwen (tegengaan van Overheid en welzijnsorganisatiesisolement, sociale netwerken) • Herstel van sociale cohesie• Tegengaan van isolement1Ook voor scholenBron: Veldon<strong>de</strong>rzoek wrrBewoners hebben een direct belang bij een betere oploss<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> alledaagseleefbaarheidsvraagstukken <strong>in</strong> hun <strong>buurt</strong>. Uit ons veldon<strong>de</strong>rzoek spr<strong>in</strong>gen <strong>de</strong>volgen<strong>de</strong> aspecten naar voren:• (het gevoel van) veiligheid en geborgenheid via <strong>de</strong> lijnen van fysieke <strong>in</strong>richt<strong>in</strong>gen <strong>buurt</strong>preventie;• het tegengaan van isolement van kwetsbare groepen of <strong>in</strong>dividuen met behulpvan <strong>de</strong> sociale <strong>in</strong>frastructuur en <strong>de</strong> fysieke <strong>in</strong>richt<strong>in</strong>g;• <strong>de</strong> betere ontwikkel<strong>in</strong>gskansen voor k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren door het bij elkaar brengen vangez<strong>in</strong>, school en straat;• <strong>de</strong> versterk<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> basis voor sociaal vertrouwen door <strong>de</strong> eigen sociale voorzien<strong>in</strong>gen<strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong> (<strong>buurt</strong>centrum, bre<strong>de</strong> school);• <strong>de</strong> fysieke eigenheid en het bijbehoren<strong>de</strong> eigenaarschap van <strong>de</strong> ‘eigen’ <strong>buurt</strong>;• <strong>de</strong> sociale netwerken die kunnen bouwen op een a<strong>de</strong>quate sociale <strong>in</strong>frastructuur.


empirische bev<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen: het perspectief van bewonersMaar ook overheid en sociale spelers hebben een aantal directe belangen bij <strong>de</strong><strong>buurt</strong> als object. Wooncorporaties zijn bijvoorbeeld gebaat bij het sterkeredraagvlak on<strong>de</strong>r bewoners dat uit hun betrokkenheid bij <strong>de</strong> fysieke <strong>in</strong>richt<strong>in</strong>gen sociale <strong>in</strong>frastructuur voortvloeit; zelfs <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> van hun pan<strong>de</strong>n wordthoger. De politie kan beter presteren door <strong>de</strong> samenwerk<strong>in</strong>g met <strong>buurt</strong>bewonersdie een eerste ver<strong>de</strong>dig<strong>in</strong>gsl<strong>in</strong>ie vormen tegen onveiligheid, en hetwelzijnswerk is gediend bij het tegengaan van isolement van kwetsbare groepenof <strong>in</strong>dividuen.Een <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> directe meerwaar<strong>de</strong> voor overheid en sociale spelers is echtergelegen <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong> als aangrijp<strong>in</strong>gspunt van beleid. Het gaat daarbij om het<strong>in</strong>schakelen van het <strong>buurt</strong>niveau om <strong>de</strong> kwaliteit van <strong>de</strong> beleidsvorm<strong>in</strong>g en-uitvoer<strong>in</strong>g te verbeteren. Optimale resultaten komen echter pas b<strong>in</strong>nen bereik<strong>in</strong>dien niet één <strong>buurt</strong> maar (bijna) alle <strong>buurt</strong>en ‘meedoen’. Denk bijvoorbeeldaan <strong>de</strong> kwaliteit van <strong>de</strong> ver<strong>de</strong>dig<strong>in</strong>gsl<strong>in</strong>ie tegen onveiligheid en het handvatvoor sociale betrokkenheid dat uitgaat van <strong>de</strong> fysieke <strong>in</strong>richt<strong>in</strong>g en het herstelvan een sociale <strong>in</strong>frastructuur. Ook het on<strong>de</strong>rwijs biedt een werkplaats voorsociaal gedrag en kan, tezamen met <strong>de</strong> volkshuisvest<strong>in</strong>g, wor<strong>de</strong>n benut tenbehoeve van <strong>de</strong> uitvoer<strong>in</strong>g van sociaal beleid en het bevor<strong>de</strong>ren van <strong>de</strong> kwetsbare<strong>in</strong>tegratie.111De <strong>buurt</strong> biedt echter geen kuur voor alle kwalen. Ons veldon<strong>de</strong>rzoek toont aandat veel problemen niet <strong>in</strong> <strong>buurt</strong>verband kunnen wor<strong>de</strong>n aangepakt. We rekenendaartoe het bevor<strong>de</strong>ren van <strong>de</strong> sociale mobiliteit van <strong>in</strong>dividuele bewoners en hetbestrij<strong>de</strong>n van werkloosheid door mid<strong>de</strong>l van <strong>buurt</strong>werkgelegenheidsbeleid.Uite<strong>in</strong><strong>de</strong>lijk zal een beleid op <strong>de</strong>ze terre<strong>in</strong>en ongetwijfeld ook zijn neerslaghebben <strong>in</strong> <strong>buurt</strong>en, maar <strong>de</strong> dom<strong>in</strong>eren<strong>de</strong> aangrijp<strong>in</strong>gspunten liggen el<strong>de</strong>rs, <strong>in</strong>bre<strong>de</strong>re, <strong>buurt</strong>overstijgen<strong>de</strong> beleidska<strong>de</strong>rs die gebruikmaken van geheel an<strong>de</strong>rsoortige<strong>in</strong>strumenten, zoals belast<strong>in</strong>gfaciliteiten. De <strong>in</strong>spireren<strong>de</strong> <strong>in</strong>itiatievenwaar we op onze speurtocht kennis van namen, moeten <strong>in</strong> die bre<strong>de</strong>re ka<strong>de</strong>rswor<strong>de</strong>n <strong>in</strong>gepast, maar leveren op zich geen rechtvaardig<strong>in</strong>g voor een gericht<strong>buurt</strong>beleid.Ons veldon<strong>de</strong>rzoek biedt concrete handvatten aan beleidsmakers bij overheid ensociale spelers die durven vertrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>, als object en als aangrijp<strong>in</strong>gspunt.Om bewoners daadwerkelijk te betrekken en zo het beste uit <strong>de</strong> <strong>buurt</strong> tehalen, dienen ze bij <strong>de</strong> vormgev<strong>in</strong>g van een <strong>buurt</strong>gericht beleid aan een aantalvoorwaar<strong>de</strong>n te voldoen. Tabel 3.2 geeft hiervan een overzicht.Bij die voorwaar<strong>de</strong>n zijn <strong>in</strong> ons on<strong>de</strong>rzoek op elk van <strong>de</strong> vier terre<strong>in</strong>en tweedimensies te on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n: <strong>in</strong>houd en proces. Mensen willen meepraten enmeewerken aan d<strong>in</strong>gen die hen na aan het hart liggen en waarover ze ook wat temel<strong>de</strong>n hebben. Ze willen bovendien dat overheid en sociale spelers hen serieusnemen en niet aan een lijntje van schijn<strong>de</strong>mocratie hou<strong>de</strong>n.


vertrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>Tabel 3.2Voorwaar<strong>de</strong>n voor <strong>buurt</strong>gericht beleidFysieke <strong>in</strong>richt<strong>in</strong>gVeiligheidOn<strong>de</strong>rwijs enk<strong>in</strong><strong>de</strong>ropvangSociale <strong>in</strong>frastructuurBeleids<strong>in</strong>houdDifferentiatie naar<strong>buurt</strong>:Achterstands<strong>buurt</strong>en• Huisvest<strong>in</strong>g,openbare ruimte• Handhav<strong>in</strong>g vanregels• Verkle<strong>in</strong>en vandiscont<strong>in</strong>uïteiten• Professioneleon<strong>de</strong>rsteun<strong>in</strong>gMid<strong>de</strong>nstands<strong>buurt</strong>en,dorpen• Voorzien<strong>in</strong>gen,<strong>buurt</strong>eigenheid• Zelfverantwoor<strong>de</strong>lijkheid• Buitenschoolseopvang• Dorpen:vrijwilligerswerkVoorstands<strong>buurt</strong>en• ‘Privatiser<strong>in</strong>g’• Individuele<strong>in</strong>vull<strong>in</strong>g• Buitenschoolseopvang• Mid<strong>de</strong>n- en voorstands<strong>buurt</strong>en:<strong>in</strong>vesteren?112Integraal beleidBeleidsprocesCoproductie bijbeleidsvoorbereid<strong>in</strong>g• Gebiedsgerichtheid• Sociale verantwoor<strong>de</strong>lijkheidvanwooncorporaties• Oog voor drijfverenvan bewoners• Evenwichtigebetrokkenheid vanbewoners• Gebiedsgerichtheid• Doorbreken vanhiërarchie• Afstemm<strong>in</strong>g metsociale spelers• Ruimte voor <strong>de</strong>r<strong>de</strong>n• Zelfverantwoor<strong>de</strong>lijkheidvan niettraditionelepartijen• Sterke bestuur<strong>de</strong>rs,onorthodoxeuitvoer<strong>de</strong>rs• Afstemm<strong>in</strong>g metsociale spelers• Herstel vanmenselijke maat• Betrokkenheidvan niet-traditonelepartijen• Doorbrek<strong>in</strong>g vanverkoker<strong>in</strong>g• Opfrisbeurt vanwelzijnswerk• Breed gedragenvisie• Waarborgen voorcont<strong>in</strong>uïteit• BewonersbetrokkenheidGepaste afstand bijuitvoer<strong>in</strong>g• Bewonersbetrokkenheid• Toespits<strong>in</strong>g vanspelregels• Burenbetrokkenheid• Informatievoorzien<strong>in</strong>gen regie• Ou<strong>de</strong>rbetrokkenheid• Toespits<strong>in</strong>g vanspelregels• Tegengaan vanisolement• On<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>ge betrokkenheidbewoners• Toespits<strong>in</strong>g vanspelregelsBron: Veldon<strong>de</strong>rzoek wrrMeer specifiek is uit ons veldon<strong>de</strong>rzoek op <strong>de</strong>ze twee punten een aantal conclusieste trekken.Ten aanzien van <strong>de</strong> beleids<strong>in</strong>houd:1 Differentiatie naar <strong>buurt</strong>. De ene <strong>buurt</strong> is <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re niet. Wil je bewoners<strong>in</strong>hou<strong>de</strong>lijk en procesmatig bereiken, dan is het zaak <strong>in</strong> te spelen op hun specifiekeproblematiek en op hun potentieel om daar wat aan te kunnen doen. Alsmensen merken dat overheid en sociale spelers hen serieus nemen en zebovendien aanspreken op zaken die voor hen van direct belang zijn, zijn zesneller bereid om ook zelf actief bij te dragen aan <strong>de</strong> aanpak van leefbaarheidsvraagstukken<strong>in</strong> hun directe omgev<strong>in</strong>g.2 Integraal beleid. Het bestaan<strong>de</strong> beleid komt <strong>in</strong> <strong>de</strong> regel voort uit functioneelgerichte sectorale beleidskokers en wordt – zeker bij fysieke <strong>in</strong>richt<strong>in</strong>g en


empirische bev<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen: het perspectief van bewonersveiligheid – ver<strong>de</strong>r gecompliceerd door <strong>de</strong> hiërarchische gelaagdheid van <strong>de</strong>overheid. De vraag hier is hoe tot meer <strong>in</strong>tegrale beleidsvorm<strong>in</strong>g te komen. Indat ka<strong>de</strong>r behoeft ook <strong>de</strong> afstemm<strong>in</strong>g tussen <strong>de</strong> sociale spelers aandacht. Metname <strong>de</strong> sociale pijler is toe aan revisie.Ten aanzien van het beleidsproces:1 Coproductie van beleid. Waar voldoen<strong>de</strong> samenhang bestaat, moeten beleidsmakersruimte durven bie<strong>de</strong>n aan bewoners. Dat vereist dat zij hun eigen uitgangspuntenherbezien: het moet om mensen draaien en beleidsmonopoliesmoeten wor<strong>de</strong>n opgeheven. Ver<strong>de</strong>r is een breed draagvlak nodig om bestand tezijn tegen politieke wissel<strong>in</strong>gen en publicitaire schokgolven. Nieuwe bena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>genvoor het betrekken van bewoners en an<strong>de</strong>re ‘niet-traditionele’ partijenbij <strong>de</strong> beleidsvorm<strong>in</strong>g zijn beloftevol.2 Gepaste afstand bij uitvoer<strong>in</strong>g. Overheid en sociale spelers moeten dicht bijburgers zijn als en waar dat urgent is, maar moeten <strong>in</strong> an<strong>de</strong>re gevallen juist eengepaste afstand hou<strong>de</strong>n, en zeker geen bewoners<strong>in</strong>itiatieven gaan ‘onteigenen’.Het gaat dus <strong>in</strong> het algemeen om het bewaren van een productieve afstand enspelregels die een goe<strong>de</strong> wisselwerk<strong>in</strong>g tussen burgers en <strong>in</strong>stanties bevor<strong>de</strong>ren.Op sociaal gebied is ver<strong>de</strong>r speciale aandacht vereist om te voorkomen datkwetsbare groepen of <strong>in</strong>dividuen <strong>in</strong> een isolement raken.113In het volgen<strong>de</strong> hoofdstuk gaan we na<strong>de</strong>r <strong>in</strong> op <strong>de</strong> bestuurlijke lessen die uit <strong>de</strong>on<strong>de</strong>rzochte praktijkgevallen zijn af te lei<strong>de</strong>n voor <strong>de</strong> <strong>in</strong>vull<strong>in</strong>g van <strong>de</strong>ze succesvoorwaar<strong>de</strong>n.Daarbij beste<strong>de</strong>n we ook aandacht aan <strong>de</strong> processen die effectiefblijken te zijn en aan <strong>de</strong> <strong>in</strong>strumenten die daarbij van nut zijn.


114vertrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>


empirische bev<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen op bestuurlijk gebied4 empirische bev<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen op bestuurlijkgebied4.1 raakvlak van logica’sDe systematische observatie van een groot aantal succesvolle praktijkgevallenlever<strong>de</strong> ons <strong>in</strong> het vorige hoofdstuk <strong>de</strong> bevestig<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> eerste on<strong>de</strong>rzoeksvraagvan dit rapport: bij <strong>de</strong> aanpak van leefbaarheidsproblemen <strong>in</strong> <strong>de</strong> directe omgev<strong>in</strong>gvan mensen kan ook <strong>de</strong> <strong>buurt</strong> een rol spelen. Op <strong>de</strong> vier on<strong>de</strong>rzochte leefbaarheidsterre<strong>in</strong>en– fysieke <strong>in</strong>richt<strong>in</strong>g, veiligheid, on<strong>de</strong>rwijs en k<strong>in</strong><strong>de</strong>ropvang, sociale<strong>in</strong>frastructuur – is een meerwaar<strong>de</strong> te realiseren met behulp van een <strong>buurt</strong>gerichtbeleid waarbij <strong>de</strong> <strong>buurt</strong> zowel object als aangrijp<strong>in</strong>gspunt vormt. Uit <strong>de</strong>analyse komen ook <strong>de</strong> succesvoorwaar<strong>de</strong>n naar voren voor bewoners, socialespelers en overheid: (a) <strong>in</strong>hou<strong>de</strong>lijk verdient een aanpak <strong>de</strong> voorkeur die differentieertnaar <strong>buurt</strong> en die bij voorkeur <strong>in</strong>tegraal is; (b) een optimale procesaanpak isdie waarbij <strong>de</strong> beleidsvoorbereid<strong>in</strong>g het resultaat is van een coproductie vanbewoners, overheid en betrokken uitvoeren<strong>de</strong> <strong>in</strong>stanties, en waarbij <strong>de</strong> uitvoer<strong>in</strong>gwordt gekenmerkt door een gepaste afstand tussen bewoners aan <strong>de</strong> ene kanten overheid en <strong>in</strong>stanties aan <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re kant.Velen herkennen zich hier<strong>in</strong>: bewoners, veldwerkers, maar ook beleidsmakers.Het probleem voor <strong>de</strong> overheid, en <strong>in</strong> wat m<strong>in</strong><strong>de</strong>re mate ook voor <strong>de</strong> socialespelers, is echter dat wat burgers en <strong>buurt</strong>en met nadruk naar voren brengen nietnoodzakelijkerwijs ook <strong>de</strong> logica van een (<strong>de</strong>el)gemeente of het rijk is. De vraaglogicavan bewoners en ook <strong>de</strong> provisielogica van <strong>de</strong> sociale spelers verschillenvan <strong>de</strong> <strong>in</strong>stitutionele logica van <strong>de</strong> beleidsmakers bij <strong>de</strong> overheid en <strong>de</strong>els ook <strong>de</strong>bestuur<strong>de</strong>rs van diezelf<strong>de</strong> sociale spelers. Die <strong>in</strong>stitutionele logica – <strong>de</strong> Raad voorMaatschappelijke Ontwikkel<strong>in</strong>g spreekt van systeemlogica (rmo 2002) – heeftook zijn bestaansgron<strong>de</strong>n. Er zijn grenzen aan <strong>de</strong> differentiatie naar <strong>buurt</strong>, omdatbeleid kan verspl<strong>in</strong>teren en bovendien omdat een aanzet tot gelijke behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gdiep <strong>in</strong> <strong>de</strong> ‘publieke genen’ zit. Een <strong>in</strong>tegrale aanpak kan scha<strong>de</strong> doen aan functionelevaardighe<strong>de</strong>n en kan schaalvoor<strong>de</strong>len verloren doen gaan. Soms, bijvoorbeeldals het om ernstige onveiligheid gaat, moet <strong>de</strong> overheid afzien van coproductieen zelf haar verantwoor<strong>de</strong>lijkheid nemen met strak van bovenaf opgelegdbeleid. Een gepaste afstand is mooi, maar veron<strong>de</strong>rstelt wel dat bewoners hun<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> verantwoor<strong>de</strong>lijkhe<strong>de</strong>n willen en kunnen <strong>in</strong>vullen.115Het samenkomen van verschillen<strong>de</strong> logica’s compliceert <strong>de</strong> wenselijke veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g<strong>in</strong> concrete situaties. Zelfs als goedwillen<strong>de</strong> vertegenwoordigers vanuit <strong>de</strong>drie <strong>in</strong>valshoeken met elkaar aan tafel zitten en praten over oploss<strong>in</strong>gen, begrijpenzij veelal vanuit hun eigen logica iets an<strong>de</strong>rs dan hun gesprekspartners. Zegebruiken <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> woor<strong>de</strong>n, maar bedoelen er iets an<strong>de</strong>rs mee. Omdat hunachterbannen bovendien verre van homogeen zijn, vormt <strong>de</strong> verwarr<strong>in</strong>g eenvoortduren<strong>de</strong> bron van mogelijke misverstan<strong>de</strong>n. De ‘<strong>de</strong>f<strong>in</strong>itie’ van het begrip<strong>buurt</strong> vanuit het perspectief van verschillen<strong>de</strong> groepen bewoners en <strong>de</strong> overheidis daarvoor illustratief.


vertrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>Het gaat er <strong>in</strong> ons rapport niet om <strong>de</strong> ene logica boven <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re te stellen. Onsveldon<strong>de</strong>rzoek reikt echter handvatten aan over hoe, zon<strong>de</strong>r veronachtzam<strong>in</strong>gvan <strong>de</strong> vereisten van <strong>de</strong> <strong>in</strong>stitutionele logica, oploss<strong>in</strong>gen kunnen wor<strong>de</strong>n gevon<strong>de</strong>ndie beter aansluiten bij <strong>de</strong> vraaglogica van bewoners en <strong>de</strong>els ook bij <strong>de</strong>provisielogica van sociale spelers. Omdat we <strong>in</strong> ons veldon<strong>de</strong>rzoek ons vooralrichtten op <strong>de</strong> vraaglogica van bewoners, verwijzen we naar het wrr-rapportBewijzen van goe<strong>de</strong> dienstverlen<strong>in</strong>g (wrr 2004) met <strong>de</strong> daarbijbehoren<strong>de</strong> wrrverkenn<strong>in</strong>gvan De Boer en Duyvendak (2004) en ook <strong>de</strong> recente publicaties vanTonkens (2003), Kremer en Verplanke (2004) en Van Veenen (2004). Gezamenlijkbie<strong>de</strong>n <strong>de</strong>ze uitgaven een treffend beeld van <strong>de</strong> problemen die zich vanuit hetperspectief van <strong>de</strong> provisielogica voordoen <strong>in</strong> <strong>de</strong> huidige verhoud<strong>in</strong>g tot speciaal<strong>de</strong> <strong>in</strong>stitutionele logica op het terre<strong>in</strong> van het welzijnswerk.116In dit hoofdstuk analyseren we onze empirische bev<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen vanuit het perspectiefvan <strong>de</strong> beleidsmakers en -uitvoer<strong>de</strong>rs: hoe kunnen zij <strong>in</strong>houd geven aan een<strong>buurt</strong>gericht beleid? We gaan er daarbij van uit dat zij bereid zijn te beg<strong>in</strong>nen meteen schone lei, niet verbl<strong>in</strong>d door <strong>de</strong> traditie van een sterk <strong>in</strong>stitutioneel gedrevenbeleidsaanpak, maar reken<strong>in</strong>g hou<strong>de</strong>nd met alledrie logica’s. De vier succesvoorwaar<strong>de</strong>ndie <strong>in</strong> het vorige hoofdstuk boven water zijn gekomen, blijken zich tevertalen <strong>in</strong> evenzoveel bestuurlijke spann<strong>in</strong>gsvel<strong>de</strong>n waarb<strong>in</strong>nen zij hun positiemoeten bepalen. Die spann<strong>in</strong>gsvel<strong>de</strong>n ontstaan doordat <strong>de</strong> vereisten van regulierbestuur botsen met <strong>de</strong> specificiteit van <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>, met zijn kle<strong>in</strong>schalige problematieken,omstandighe<strong>de</strong>n en oploss<strong>in</strong>gspotentieel. Paragraaf 4.2 gaat hierdieper op <strong>in</strong>.Doorgaans zijn er geen ondubbelz<strong>in</strong>nige antwoor<strong>de</strong>n op <strong>de</strong>ze bestuurlijkevragen. Wat ‘gepast’ is, is situationeel bepaald en kan dus sterk verschillen per<strong>buurt</strong> of per moment. Maar bestuur<strong>de</strong>rs zullen zich wel altijd rekenschap moetengeven van <strong>de</strong>ze bestuurlijke spann<strong>in</strong>gsvel<strong>de</strong>n. Dat vereist vaak <strong>de</strong> creativiteit vaneen experimenterend bestuur: gebaan<strong>de</strong> pa<strong>de</strong>n zijn veelal onvoldoen<strong>de</strong>. Uit <strong>de</strong>experimenteren<strong>de</strong> praktijkcasussen die we hebben on<strong>de</strong>rzocht, leren overheid,sociale spelers, bewoners en an<strong>de</strong>re private partijen hun lessen. Om die re<strong>de</strong>ngaan we, aan <strong>de</strong> hand van onze empirische bev<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen, <strong>in</strong> paragraaf 4.3 na<strong>de</strong>r <strong>in</strong>op <strong>de</strong> drempels voor veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g op bestuurlijk gebied.Paragraaf 4.4 sluit daarop aan. De vraagstell<strong>in</strong>g luidt: welke vormen van organisatiestructuurzijn er voor <strong>de</strong> overheid <strong>in</strong> beg<strong>in</strong>sel mogelijk om meer te focussenop <strong>de</strong> vraagzij<strong>de</strong>, oftewel <strong>de</strong> wereld en problemen van burgers en <strong>buurt</strong>en? Voorgeïnteresseer<strong>de</strong> beleidsmakers is achter<strong>in</strong> dit rapport bijlage 1 toegevoegd, waar<strong>in</strong>ge<strong>de</strong>tailleer<strong>de</strong>r aandacht wordt besteed aan <strong>de</strong> processen en <strong>in</strong>strumenten die eengewenste veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g kunnen bevor<strong>de</strong>ren.In paragraaf 4.5 vatten we <strong>de</strong> conclusies van dit hoofdstuk samen. Die conclusiesdienen me<strong>de</strong> als opmaat voor <strong>de</strong> aanbevel<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> het slothoofdstuk.


empirische bev<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen op bestuurlijk gebied4.2 bestuurlijke spann<strong>in</strong>gsvel<strong>de</strong>nAan het e<strong>in</strong><strong>de</strong> van hoofdstuk 3 biedt tabel 3.2 een overzicht van <strong>de</strong> succesvoorwaar<strong>de</strong>nvoor <strong>buurt</strong>beleid en -<strong>in</strong>itiatieven gezien vanuit bewoners. Die voorwaar<strong>de</strong>nplaatsen overheid en sociale spelers voor een aantal bestuurlijke problemen:het kan niet allemaal zijn ‘u vraagt en wij draaien’. De politieke enambtelijke organisatie heeft ook haar eigen, <strong>in</strong>stitutionele logica en dat vergton<strong>de</strong>rbouw<strong>de</strong> keuzes. Voortbouwend op hoofdstuk 3 vloeien daaruit vierbestuurlijke spann<strong>in</strong>gsvel<strong>de</strong>n voort, die weer on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> twee dimensies ‘<strong>in</strong>houd’en ‘proces’ kunnen wor<strong>de</strong>n gevangen.Ten aanzien van <strong>de</strong> beleids<strong>in</strong>houd spelen <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> spann<strong>in</strong>gsgebie<strong>de</strong>n:1 Gedifferentieer<strong>de</strong> of uniforme aanpak? Sommige <strong>buurt</strong>en kunnen meer problemenzelf oplossen dan an<strong>de</strong>re <strong>buurt</strong>en. Dit is afhankelijk van het feit of een<strong>buurt</strong> sociaal-cohesief is of juist wordt gekenmerkt door een cohesietekort.Het vereist dat het bestuur over voldoen<strong>de</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>n beschikt om tekunnen en willen differentiëren naar soort <strong>buurt</strong>. We stuiten hier op eenbelangrijk dilemma, omdat het bestuur altijd te maken heeft met beg<strong>in</strong>selenvan gelijke toegang en rechtvaardigheid, en die moet zien te comb<strong>in</strong>eren meteen gedifferentieer<strong>de</strong> bena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g (zie ver<strong>de</strong>r par. 4.2.1).2 Integrale of functionele (sectorale) aanpak? Efficiëntieoverweg<strong>in</strong>gen lei<strong>de</strong>n <strong>in</strong><strong>de</strong> regel tot een organisatiestructuur die is geor<strong>de</strong>nd naar vakmatig specialisme.Is er daarentegen <strong>in</strong> bepaal<strong>de</strong> <strong>buurt</strong>en sprake van een complex van veelomvatten<strong>de</strong>,met elkaar verbon<strong>de</strong>n leefbaarheidsproblemen, dan lijkt <strong>in</strong> beg<strong>in</strong>seleen niet-verkoker<strong>de</strong>, <strong>in</strong>tegrale aanpak <strong>de</strong> aangewezen werkwijze te zijn (ziever<strong>de</strong>r par. 4.2.2).117Bij het beleidsproces spelen <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> spann<strong>in</strong>gsvel<strong>de</strong>n:3 Coproductie of opgelegd beleid? Moeten overheid en uitvoeren<strong>de</strong> beleids<strong>in</strong>stantiesfungeren als ‘bepaler’ die een beleidsaanpak – uiteraard <strong>de</strong>mocratischgedragen en verantwoord – opleggen, dan wel ‘gaan’ voor <strong>buurt</strong><strong>in</strong>itiatieven diezich <strong>in</strong> coproductie met <strong>buurt</strong>en ontwikkelen (par. 4.2.3)?4 Gepaste afstand hou<strong>de</strong>n of er dicht op zitten? Moeten openbaar bestuur en socialespelers zeer direct (hands on) betrokken zijn, dan wel juist meer afstand hou<strong>de</strong>nom ruimte te laten voor van on<strong>de</strong>r op komen<strong>de</strong> <strong>buurt</strong><strong>in</strong>itiatieven (par. 4.2.4)?Figuur 4.1 maakt <strong>de</strong>ze vier spann<strong>in</strong>gsvel<strong>de</strong>n aanschouwelijk.Wisselwerk<strong>in</strong>g tussen <strong>in</strong>houd en procesVoordat we overgaan op <strong>de</strong> besprek<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> vier spann<strong>in</strong>gsvel<strong>de</strong>n gaan we kort<strong>in</strong> op <strong>de</strong> wisselwerk<strong>in</strong>g die tussen <strong>de</strong> twee dimensies <strong>in</strong>houd en proces bestaat.Zij vertonen een on<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>ge samenhang; zij zijn geen ‘schuiven’ die onafhankelijkvan elkaar kunnen wor<strong>de</strong>n bediend.Een eerste illustratie daarvan is te v<strong>in</strong><strong>de</strong>n op het gebied van <strong>de</strong> fysieke <strong>in</strong>richt<strong>in</strong>gvan <strong>buurt</strong>en, waarbij het gaat om <strong>de</strong> wisselwerk<strong>in</strong>g tussen <strong>de</strong> vereisten van een gedifferentieer<strong>de</strong>aanpak naar <strong>buurt</strong> en <strong>de</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>n van coproductie van beleid.


vertrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>Figuur 4.1Vier bestuurlijke spann<strong>in</strong>gsvel<strong>de</strong>nVraaglogicaInstitutionelelogicaAandachtspunten bijpositiebepal<strong>in</strong>gInhoudGedifferentieerdUniform•Bouwen aan vertrouwen•Voorkomen van verspl<strong>in</strong>ter<strong>in</strong>g•Omgaan met ongelijkheidIntegraalFunctioneel•Versterken van <strong>buurt</strong>focus•Waarborgen van evenwichtProcesCoproductieOpgelegd beleid•Óf: voortbouwen op stadhuisagenda•Óf: on<strong>de</strong>rsteunen van <strong>buurt</strong>agenda118Gepaste afstandBron: Veldon<strong>de</strong>rzoek wrrEr dicht op•Ruimte laten•Voortouw nemen wanneernodigIn achterstands<strong>buurt</strong>en verloopt het bewonersoverleg bijvoorbeeld vaak moeizaam.Veel mensen zijn bestuurlijk onervaren en een <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> allochtonenheeft een slechte taalbeheers<strong>in</strong>g. Actieve <strong>buurt</strong>bewoners zijn voornamelijk relatiefgoed geschool<strong>de</strong>, blanke 50-plussers; zij vormen <strong>de</strong> spreken<strong>de</strong> m<strong>in</strong><strong>de</strong>rheid,die je echter normaliter juist niet op straat ziet. Het is dan ook twijfelachtig of zij<strong>de</strong> men<strong>in</strong>g van alle bewoners weergeven. Buurtoverleg is veelal ook we<strong>in</strong>igtoekomstgericht. Zoals een bestuur<strong>de</strong>r het uitdrukte: “Er wordt door bewonersveel geklaagd. Ik wil ze serieus nemen, maar dan moeten ze wel meer doen danalleen maar klagen.”Mid<strong>de</strong>nstands<strong>buurt</strong>en en vooral dorpen bl<strong>in</strong>ken uit <strong>in</strong> het collectief overleg viawijkra<strong>de</strong>n, klankbordgroepen, verenig<strong>in</strong>gen van dorpsbelangen, enzovoort, en <strong>in</strong>collectieve actie, vooral <strong>in</strong> geval van een dreigen<strong>de</strong> fysieke <strong>in</strong>greep. Het FrieseReduzum, met zijn ruim 1.100 <strong>in</strong>woners, kreeg vleugels toen wooncorporatie engemeente zo’n kle<strong>in</strong>e 20 jaar gele<strong>de</strong>n becijfer<strong>de</strong>n dat een won<strong>in</strong>gbouwplanverliesgevend was en daarom niet kon doorgaan. De toenmalige trekkers van <strong>de</strong>dorpsverenig<strong>in</strong>g zagen het an<strong>de</strong>rs: “We moesten iets gaan doen om het dorp tered<strong>de</strong>n. Dit was een antwoord waar we geen genoegen mee wil<strong>de</strong>n nemen. Wehebben het toen <strong>in</strong> eigen hand genomen.” Vijf <strong>in</strong>woners waren bereid om risicodragendte <strong>in</strong>vesteren, <strong>de</strong> kerk stel<strong>de</strong> voor een vrien<strong>de</strong>nprijs grond beschikbaar,on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong> dat <strong>de</strong> eventuele w<strong>in</strong>st naar het dorp zou terugvloeien.“Het werd een kassucces.” De w<strong>in</strong>st werd <strong>in</strong>gezet als – vaak door <strong>de</strong> subsidiegever(s)verplicht gestel<strong>de</strong> – eigen <strong>in</strong>breng van het dorp <strong>in</strong> nieuwe plannen met alshoofddoel het <strong>in</strong>standhou<strong>de</strong>n van het sociale netwerk en het vergroten van <strong>de</strong>leefbaarheid <strong>in</strong> het dorp.


empirische bev<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen op bestuurlijk gebiedDe bewoners van voorstands<strong>buurt</strong>en, vaak hoogopgeleid, staan bestuurlijk hunmannetje. Ze zijn zeer wel <strong>in</strong> staat dreigen<strong>de</strong> ‘misstan<strong>de</strong>n’ te signaleren en grijpensnel naar het wapen van <strong>de</strong> formele, <strong>in</strong>dividuele procedure via een advocaatof bena<strong>de</strong>ren rechtstreeks <strong>de</strong> wethou<strong>de</strong>r of <strong>de</strong> media. Een wethou<strong>de</strong>r: “Wehad<strong>de</strong>n plannen om het parkeerbeleid <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze <strong>buurt</strong> te veran<strong>de</strong>ren. De bewonersverenig<strong>in</strong>genwaren het er niet mee eens en had<strong>de</strong>n <strong>de</strong> gemeenteraad <strong>in</strong> no timeom.” Hun verhoud<strong>in</strong>g met <strong>de</strong> gemeente is er een van haat-lief<strong>de</strong>. Buurtverenig<strong>in</strong>genhebben soms het gevoel als “<strong>de</strong> zeuren<strong>de</strong> bewoners” te wor<strong>de</strong>n gezien.“Dat is ook niet zo heel gek, want we hebben nu eenmaal erg vaak gelijk en <strong>de</strong>gemeente doet zijn werk niet goed.” Aan <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re kant zit <strong>de</strong> gemeente nietaltijd te wachten op vragen van <strong>de</strong> “biefstukken” (welgestel<strong>de</strong>n) – dit teron<strong>de</strong>rscheid van <strong>de</strong> “speklappen, karbona<strong>de</strong>n en gehaktballen”, armlastigendie el<strong>de</strong>rs on<strong>de</strong>r m<strong>in</strong><strong>de</strong>r comfortabele omstandighe<strong>de</strong>n met grotere vragenzitten. Zoals een gekwel<strong>de</strong> bestuur<strong>de</strong>r constateert: “Eigenlijk v<strong>in</strong>d ik dat ze teveel <strong>in</strong>vloed hebben; dat mag best iets m<strong>in</strong><strong>de</strong>r” (vgl. ook Kremer en Verplanke2004).Een twee<strong>de</strong> illustratie van <strong>de</strong> wisselwerk<strong>in</strong>g tussen <strong>in</strong>houd en proces treffen weaan op het gebied van <strong>de</strong> veiligheid. Hier is sprake van een sterke wisselwerk<strong>in</strong>gtussen <strong>de</strong> wenselijke <strong>in</strong>hou<strong>de</strong>lijke differentiatie naar <strong>buurt</strong> en <strong>de</strong> bijbehoren<strong>de</strong>wijze waarop afstand <strong>in</strong> acht wordt genomen bij <strong>de</strong> beleidsuitvoer<strong>in</strong>g. Wijkagentenvertellen dat hun aanpak is aangepast aan <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>: <strong>in</strong> <strong>de</strong> ene wijk moeten zedirect en hard optre<strong>de</strong>n, “plat kunnen praten en straattaal kunnen hanteren”; <strong>in</strong>een an<strong>de</strong>re wijk gaat het om “<strong>de</strong>ftig kunnen praten en goed kunnen on<strong>de</strong>rhan<strong>de</strong>lenen uitleggen”. De ene <strong>buurt</strong> vraagt om een repressieve aanpak, <strong>in</strong> an<strong>de</strong>re<strong>buurt</strong>en werkt een preventieve aanpak beter. De ene agent voelt zich niet prettig<strong>in</strong> een volkswijk, terwijl <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re juist voor geen goud <strong>in</strong> een “nette en bekakte<strong>buurt</strong>” zou willen werken, maar een haat-lief<strong>de</strong>verhoud<strong>in</strong>g on<strong>de</strong>rhoudt met zijn‘eigen’ volks<strong>buurt</strong>, getuige zijn antwoord op <strong>de</strong> vraag of hij er wil wonen: “Ik zouhier nog niet willen doodgaan!” On<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re <strong>in</strong> Utrecht en Gor<strong>in</strong>chem wordt <strong>in</strong><strong>de</strong> toewijz<strong>in</strong>g van agenten aan wijken of <strong>buurt</strong>en expliciet reken<strong>in</strong>g gehou<strong>de</strong>nmet hun voorkeur voor een bepaal<strong>de</strong> wijk.119De sectorale besprek<strong>in</strong>g van elk van <strong>de</strong> vier spann<strong>in</strong>gsvel<strong>de</strong>n zoals samengevat<strong>in</strong> figuur 4.1 en uitgewerkt <strong>in</strong> <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> paragrafen is <strong>in</strong> die z<strong>in</strong> een vereenvoudig<strong>in</strong>gvan <strong>de</strong> werkelijkheid, die alleen is gerechtvaardigd om <strong>de</strong> complexebestuurlijke vraagstukken toegankelijk te maken voor beleidsmakers en -uitvoer<strong>de</strong>rs.4.2.1 spann<strong>in</strong>gsveld 1: gedifferentieer<strong>de</strong> of uniforme aanpak?Het is zaak om te differentiëren naar soort <strong>buurt</strong>: <strong>de</strong> ene <strong>buurt</strong> is <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re niet. In<strong>de</strong> ene <strong>buurt</strong> kunnen van on<strong>de</strong>rop d<strong>in</strong>gen tot stand wor<strong>de</strong>n gebracht die <strong>in</strong> eenan<strong>de</strong>re <strong>buurt</strong> niet goed <strong>de</strong>nkbaar zijn. In <strong>de</strong> dagelijkse bestuurspraktijk wordt eeneerste, grofmazig on<strong>de</strong>rscheid gemaakt tussen achterstands<strong>buurt</strong>en, gekenmerkt


vertrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>door een cohesietekort, en ‘vreedzame’ <strong>buurt</strong>en, waar <strong>in</strong> <strong>de</strong> regel sprake is vansociale cohesie. In het eerste geval – het centrale aandachtspunt van veel overheidsbeleid(zie hoofdstuk 2) – is een extra <strong>in</strong>spann<strong>in</strong>g van overheid en socialespelers noodzakelijk om het alledaagse leven van mensen <strong>in</strong> <strong>de</strong> publieke ruimte<strong>in</strong> goe<strong>de</strong> banen te lei<strong>de</strong>n. Maar ook op het niveau on<strong>de</strong>r <strong>de</strong>ze ‘eerste-or<strong>de</strong>differentiatie’is <strong>de</strong> verschei<strong>de</strong>nheid aan <strong>buurt</strong>en groot en moet dus een ver<strong>de</strong>re,‘twee<strong>de</strong>-or<strong>de</strong>differentiatie’ mogelijk zijn. Bei<strong>de</strong> soorten differentiatie zijn noodzakelijkvoor het bouwen aan vertrouwen. Maar als tegenhanger gel<strong>de</strong>n het voorkomenvan verspl<strong>in</strong>ter<strong>in</strong>g van het politiek en ambtelijk apparaat en het omgaanmet mogelijke ongelijkheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> publieke sfeer. Die elementen wor<strong>de</strong>n hiernauitgewerkt.120Bouwen aan vertrouwenOverheid en sociale spelers moeten <strong>in</strong>spelen op <strong>de</strong> problemen en kwaliteiten van<strong>buurt</strong>bewoners – en die lopen sterk uiteen. Tekorten aan sociaal vertrouwen(tussen bewoners on<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>g) en politiek vertrouwen (van bewoners ten opzichtevan hun <strong>de</strong>mocratische <strong>in</strong>stituties) zijn <strong>in</strong> bepaal<strong>de</strong> <strong>buurt</strong>en dui<strong>de</strong>lijk groter dan<strong>in</strong> an<strong>de</strong>re. Waar we<strong>in</strong>ig sociaal vertrouwen is, hou<strong>de</strong>n mensen m<strong>in</strong><strong>de</strong>r reken<strong>in</strong>gmet elkaar en spreken zij elkaar ook m<strong>in</strong><strong>de</strong>r aan op overlastgevend gedrag. Zehebben of zien blijkbaar m<strong>in</strong><strong>de</strong>r mogelijkhe<strong>de</strong>n om hun directe omgev<strong>in</strong>g teoverzien en te beïnvloe<strong>de</strong>n.Bewoners hebben ook verschillen<strong>de</strong> verwacht<strong>in</strong>gen van overheid en socialespelers en ook die zijn van belang voor <strong>de</strong> vertrouwensopbouw. In achterstands<strong>buurt</strong>enverwacht men van overheid en sociale spelers dat die ‘hun d<strong>in</strong>g’ doen.Een on<strong>de</strong>rhan<strong>de</strong>lend bestuur wordt ervaren als een zwakte en remt <strong>de</strong> opbouwvan vertrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong> publieke <strong>in</strong>stanties. In mid<strong>de</strong>nstands<strong>buurt</strong>en zal <strong>de</strong>nadruk eer<strong>de</strong>r liggen op voldoen<strong>de</strong> ruimte voor <strong>de</strong> civil society. Die civil societyvoelt zich beloond als haar <strong>in</strong>itiatieven door overheid en/of sociale spelerswor<strong>de</strong>n opgepakt. In voorstands<strong>buurt</strong>en bestaan meer uitwijkmogelijkhe<strong>de</strong>nnaar <strong>de</strong> <strong>in</strong>zet van eigen mid<strong>de</strong>len en heeft men vaak ook een betere toegang tot<strong>de</strong> juiste organisaties en personen. De overheid kan meer op afstand blijven ensoms zelfs traditioneel publieke taken overlaten aan bewoners of aan particuliereorganisaties – bijvoorbeeld <strong>buurt</strong>preventie of het beheer van het openbaar groen.<strong>Vertrouwen</strong> wordt gekleurd door een al dan niet beperkte traditie van samenwerk<strong>in</strong>g.In kle<strong>in</strong>e dorpen blijkt bijvoorbeeld dat het bestaan van meer<strong>de</strong>re kerkenb<strong>in</strong>nen een <strong>buurt</strong> doorgaans niet bevor<strong>de</strong>rlijk is voor <strong>de</strong> overbruggen<strong>de</strong> socialecohesie (bridg<strong>in</strong>g). Daarnaast zijn <strong>de</strong> verschillen tussen regio’s aanzienlijk;bestuurlijk <strong>buurt</strong>beleid kan <strong>in</strong> <strong>de</strong> ene regio goed werken, maar kan <strong>in</strong> een vergelijkbare<strong>buurt</strong> <strong>in</strong> een an<strong>de</strong>re regio of prov<strong>in</strong>cie een flop wor<strong>de</strong>n. Het on<strong>de</strong>rscheidtussen stad en platteland behoeft geen na<strong>de</strong>r betoog, maar er is ook nog verschiltussen noord en zuid (bepaal<strong>de</strong> vormen van <strong>buurt</strong>enquêteren werken wel <strong>in</strong> hetnoor<strong>de</strong>n, maar moeizaam <strong>in</strong> het zui<strong>de</strong>n), katholiek versus protestant (protestantenzijn moeilijker toegankelijk, “maar als je die mensen voor je w<strong>in</strong>t, dan zit je erook echt tussen”) en “zand versus veen”: sociale geschie<strong>de</strong>nis met als basis een


empirische bev<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen op bestuurlijk gebiedge<strong>de</strong>eld bezit, zoals een gemeenschappelijke br<strong>in</strong>k, tegenover een historie vansociale uitbuit<strong>in</strong>g met als resultaat veel achterdocht en we<strong>in</strong>ig samenhang.Buurten veran<strong>de</strong>ren bovendien <strong>in</strong> <strong>de</strong> tijd en ook dat is van <strong>in</strong>vloed op <strong>de</strong> socialecohesie, zeker als die veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen snel gaan. De bevolk<strong>in</strong>gssamenstell<strong>in</strong>g kanbijvoorbeeld van wit naar zwart omslaan (met <strong>in</strong>tegratieproblemen als gevolg), of– mogelijk relevanter – van rijk naar arm (gekoppeld aan fysieke verloe<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g), danwel van arm naar rijk (gekoppeld aan opknappen/herstructurer<strong>in</strong>g). In dorpenbestaan grote verschillen tussen nieuwkomers en autochtone bewoners; <strong>in</strong> ste<strong>de</strong>ntussen rijtjeshuis- en flatbewoners. De Haagse Moerwijk en het RotterdamseHoogvliet veran<strong>de</strong>r<strong>de</strong>n van naoorlogse nieuwbouwwijken <strong>in</strong> vergrijzen<strong>de</strong> en verzwarten<strong>de</strong>gebie<strong>de</strong>n. Dit soort omslagen brengt z’n eigen bestuurlijke vragen metzich mee. Blanke westerl<strong>in</strong>gen verdwenen bijvoorbeeld b<strong>in</strong>nen een kle<strong>in</strong>e tien jaarnagenoeg uit hun <strong>buurt</strong>, maar hiel<strong>de</strong>n nog wel alle voorzien<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> han<strong>de</strong>n. Zijvormen nog steeds het bestuur van <strong>de</strong> speeltu<strong>in</strong>verenig<strong>in</strong>g, bepalen daar het activiteitenaanbod(volksdansen en b<strong>in</strong>go) en laten geen nieuwe le<strong>de</strong>n toe.Voorkomen van bestuurlijke verspl<strong>in</strong>ter<strong>in</strong>gEen enigsz<strong>in</strong>s gedifferentieer<strong>de</strong> aanpak van leefbaarheidsproblemen per (soort)<strong>buurt</strong> is wenselijk, zo niet onvermij<strong>de</strong>lijk. Maar hoeveel differentiatie naar <strong>buurt</strong>enkan een politiek en ambtelijk apparaat aan? Deventer on<strong>de</strong>rscheidt bijvoorbeeldb<strong>in</strong>nen zijn zes wijken niet m<strong>in</strong><strong>de</strong>r dan 48 <strong>buurt</strong>en, <strong>in</strong>ge<strong>de</strong>eld <strong>in</strong> vier categorieën,te weten aanpak-, aandacht-, preventie- en rout<strong>in</strong>e<strong>buurt</strong>en. De Utrechtsepolitie liet een on<strong>de</strong>rzoek doen naar <strong>de</strong> meest wenselijke differentiatie, maarschrok terug voor <strong>de</strong> enorme verspl<strong>in</strong>ter<strong>in</strong>g die daarvan het gevolg zou zijn.121Wat is bovendien het meest z<strong>in</strong>volle differentiatiecriterium? En is zo’n criteriumvan toepass<strong>in</strong>g op alle door ons on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n leefbaarheidsterre<strong>in</strong>en? Het isonwaarschijnlijk: schoolregio’s verschillen bijvoorbeeld van veiligheidsgebie<strong>de</strong>n.S<strong>in</strong>ds <strong>de</strong> ontzuil<strong>in</strong>g zijn overhe<strong>de</strong>n voortdurend op zoek naar alternatieve lijnenwaarlangs maatwerk kan wor<strong>de</strong>n geleverd: doelgroepenbeleid, probleemcumulatiegebie<strong>de</strong>n,beleid voor alle wijken. De laatste jaren voert het m<strong>in</strong>isterie vanvrom bijvoorbeeld een 56-wijken-beleid (zie par. 2.2.5), wat onvermij<strong>de</strong>lijk betekentdat wijken die (net) niet tot die doelgroep horen, buiten <strong>de</strong> ermee gemoei<strong>de</strong>additionele publieke mid<strong>de</strong>len vallen. Ie<strong>de</strong>r aantal is natuurlijk arbitrair: waarom<strong>de</strong> mid<strong>de</strong>len niet geconcentreerd op 20 wijken, of juist op 100?Omgaan met ongelijkheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> publieke sfeerDifferentiatie dw<strong>in</strong>gt tot het aanvaar<strong>de</strong>n van een zekere mate van rechtsongelijkheid.“Voorlopers halen <strong>de</strong> hele kas leeg”, maar ze hebben tegelijk een belangrijkevoorbeeldfunctie. Om een maatschappelijk veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gsproces op gang te brengenkan een gemeente bijvoorbeeld op basis van concrete projectaanvragenbepaal<strong>de</strong> <strong>buurt</strong>en ‘voortrekken’ <strong>in</strong> plaats van <strong>de</strong> beschikbare mid<strong>de</strong>len gelijkelijkte ver<strong>de</strong>len op basis van <strong>in</strong>woneraantal of iets <strong>de</strong>rgelijks. Uitzon<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen vergenechter een lastige ver<strong>de</strong>dig<strong>in</strong>g; <strong>de</strong> bestuurlijke en politieke mechanismen zijn erveeleer op gericht om ‘gelijkheid’ tot stand te brengen: “Wil Zevenhuizen een


vertrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>dorpshuis? Dan krijgt Moerkapelle ook een dorpshuis!” De vragen zijn onvermij<strong>de</strong>lijk:waarom <strong>de</strong> een wel en <strong>de</strong> an<strong>de</strong>r niet? Moet alle geld naar <strong>de</strong> koplopers ofjuist naar <strong>de</strong> achterblijvers? Beneemt het sterke accent op allochtonen <strong>in</strong> achterstands<strong>buurt</strong>enniet het zicht op en <strong>de</strong> aandacht voor <strong>de</strong> har<strong>de</strong> kern van autochtoneachterblijvers <strong>in</strong> <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> <strong>buurt</strong>?Wie ruimte wil scheppen om <strong>de</strong> nodige differentiatie aan te kunnen brengen <strong>in</strong><strong>de</strong> omgang met (groepen) burgers en <strong>buurt</strong>en, houdt <strong>in</strong> <strong>de</strong> praktijk een pleidooivoor <strong>de</strong>centralisatie, <strong>de</strong>concentratie, verzelfstandig<strong>in</strong>g en ‘sturen op afstand’,zodat voldoen<strong>de</strong> ruimte ontstaat voor ambtelijke en professionele discretionairebevoegdheid. De overheid kan dan <strong>de</strong> ‘hoge’, publieke overheid blijven, terwijluitvoeren<strong>de</strong> professionals ruimte krijgen om – gemotiveerd – verschil te kunnenen mogen maken (R<strong>in</strong>gel<strong>in</strong>g 1978). Dit vereist een grote mate van professionaliteiten <strong>in</strong>hou<strong>de</strong>lijkheid: (politie)mensen die zien dat ze <strong>in</strong> <strong>de</strong> ene situatie an<strong>de</strong>rsmoeten optre<strong>de</strong>n dan <strong>in</strong> <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re. En <strong>in</strong>teger han<strong>de</strong>len, met <strong>de</strong> bijbehoren<strong>de</strong>controlemechanismen, is daarbij het vanzelfspreken<strong>de</strong> sluitstuk: als dat aan twijfelon<strong>de</strong>rhevig is, ontvalt <strong>in</strong> <strong>de</strong> publieke sfeer <strong>de</strong> basis voor een gedifferentieer<strong>de</strong>(<strong>buurt</strong>)aanpak.1224.2.2 spann<strong>in</strong>gsveld 2: <strong>in</strong>tegrale of functionele (sectorale) aanpak?Een waarnemer vat het twee<strong>de</strong> spann<strong>in</strong>gsveld bondig samen: “Ie<strong>de</strong>reen heeft <strong>de</strong><strong>buurt</strong> ont<strong>de</strong>kt, maar men gaat toch door met <strong>de</strong> sectorale werkwijze.” Wat zijn<strong>de</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>n om een gebieds- of probleemgerichte aanpak en <strong>de</strong> wenselijkhe<strong>de</strong>nvan het openbaar bestuur aan elkaar te koppelen? Twee aandachtspuntenstaan voorop: het versterken van <strong>de</strong> externe <strong>buurt</strong>focus van beleidsmakers en-uitvoer<strong>de</strong>rs, tegelijk met het waarborgen van een bestuurlijk evenwicht tussen<strong>in</strong>tegraal en sectoraal beleid.Versterken van <strong>buurt</strong>focusIn woor<strong>de</strong>n bestaat er een bre<strong>de</strong> overeenstemm<strong>in</strong>g: het te voeren beleid moet<strong>in</strong>tegraal zijn, dat wil zeggen dat <strong>de</strong> sectorale kokers met elkaar samenwerken omeen <strong>buurt</strong>problematiek <strong>in</strong> zijn geheel te kunnen aanpakken. Veel leefbaarheidsproblemenvallen immers niet on<strong>de</strong>r één sector. Initiatieven komen vaak pas van<strong>de</strong> grond als er f<strong>in</strong>anciële mid<strong>de</strong>len wor<strong>de</strong>n gecomb<strong>in</strong>eerd uit meer<strong>de</strong>re bronnenen potjes, en dat is zeker op sociaal gebied geen s<strong>in</strong>ecure.Bewoners en frontlijnwerkers hebben – bijna per <strong>de</strong>f<strong>in</strong>itie – liefst één overheidsloket.Men wil niet van het kastje naar <strong>de</strong> muur wor<strong>de</strong>n gestuurd <strong>in</strong> een labyr<strong>in</strong>tvan (semi-)publieke <strong>in</strong>stanties. Initiatiefnemers <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong> raken makkelijk hetspoor bijster. Er is meestal wel één aanspreekpunt bij rijk of gemeente, maar erwor<strong>de</strong>n vaak doelstell<strong>in</strong>gen geformuleerd zon<strong>de</strong>r gezamenlijke focus. In <strong>de</strong> belev<strong>in</strong>gvan <strong>de</strong> rijksoverheid is <strong>de</strong> uitvoer<strong>in</strong>g van veel beleid een taak (gewor<strong>de</strong>n)van gemeenten, corporaties, zelfstandige bestuursorganen, enzovoort, waardoor<strong>de</strong> versnipper<strong>in</strong>g is vergroot. Bovendien ontbreekt <strong>de</strong> aansluit<strong>in</strong>g met <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>:“Wat je mist als je het bestuurlijk bre<strong>de</strong>r trekt, is <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>g uit <strong>de</strong> wijk.”


empirische bev<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen op bestuurlijk gebiedHet <strong>in</strong>tegreren van sectorale kokers kan dus rekenen op een grote sympathie,maar vereist sterke managementvaardighe<strong>de</strong>n. Want <strong>in</strong>tegrale samenwerk<strong>in</strong>gtussen af<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen, directies, overhe<strong>de</strong>n en <strong>in</strong>stanties leidt makkelijk tot eengrotere ‘naarb<strong>in</strong>nengerichtheid’. Een gesprekspartner: “Van alle energie is 85procent gericht op elkaar. Intern overleg of het oprichten van een platform geldtals resultaat.” De coörd<strong>in</strong>atieproblemen wor<strong>de</strong>n groter en <strong>de</strong> ermee gemoeidzijn<strong>de</strong> transactiekosten liggen navenant hoger. Ie<strong>de</strong>reen houdt zich met allesbezig: “Er is overal sprake van ‘plaatsvervangend <strong>de</strong>nken’: <strong>de</strong> raad <strong>de</strong>nkt voor <strong>de</strong>wethou<strong>de</strong>r, <strong>de</strong> ambtenaren voor <strong>de</strong> raadsle<strong>de</strong>n, enzovoort.”Een overmatige <strong>in</strong>tegratie on<strong>de</strong>rschat het probleemoplossend vermogen van <strong>de</strong><strong>buurt</strong> en belemmert daardoor soms <strong>in</strong>itiatieven. De overheid wil alle beleidsproblemenvan een bepaald (veelal groter) gebied tegelijk <strong>in</strong> zicht brengen, terwijlbewoners <strong>in</strong> <strong>de</strong> eerste plaats zitten met hun eigen microvragen. Bewonerswer<strong>de</strong>n bijvoorbeeld bij een grootschalige gemeentelijke herstructurer<strong>in</strong>g betrokkenen zij ‘moesten’ mee<strong>de</strong>nken over ontwikkel<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> <strong>de</strong> verre toekomst. Eenambtenaar: “Als het vlak naast <strong>de</strong> <strong>de</strong>ur is, willen ze best mee<strong>de</strong>nken. Maar zewillen b<strong>in</strong>nen enkele jaren iets gerealiseerd zien.”Waarborgen van evenwichtEen <strong>in</strong>tegrale aanpak komt niet makkelijk van <strong>de</strong> grond en roept <strong>in</strong> organisaties<strong>in</strong>terne weerstan<strong>de</strong>n op. In <strong>de</strong> praktijk (van alle organisaties) nodigen doelmatigheidsoverweg<strong>in</strong>genuit tot cluster<strong>in</strong>g van eenhe<strong>de</strong>n op grond van <strong>in</strong>hou<strong>de</strong>lijkespecialisatie. Dit leidt tot schaalvoor<strong>de</strong>len en brengt met zich mee dat functionelevaardighe<strong>de</strong>n zich ver<strong>de</strong>r kunnen ontwikkelen. Bovendien – niet onbelangrijk –verzetten staan<strong>de</strong> organisaties zich <strong>in</strong> <strong>de</strong> regel tegen veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g: als vuistregelgeldt dat het belangrijkste doel van een organisatie is het behoud ervan. Daar zitook wel wat <strong>in</strong>: een gebieds- of probleemgericht beleid dat zich voortdurendaanpast aan <strong>de</strong> zich voordoen<strong>de</strong> vraagstukken biedt we<strong>in</strong>ig stabiliteit.123Integraliteit heeft nog een an<strong>de</strong>re keerzij<strong>de</strong>. Een wethou<strong>de</strong>r twijfelt: “Wat is <strong>de</strong>ro<strong>de</strong> draad voor <strong>de</strong> gehele gemeente als elf <strong>buurt</strong>en een eigen plan maken, en watzijn <strong>de</strong> f<strong>in</strong>anciële ka<strong>de</strong>rs? Hoe voorkom je dat <strong>de</strong> laatste <strong>in</strong>dieners van plannenvoor een lege ruif komen te staan, terwijl je tegelijk snel wilt han<strong>de</strong>len metbetrekk<strong>in</strong>g tot <strong>de</strong> voorlopers? Hoe kan een gemeente met meer clubs tegelijkpraten over en werken aan hetzelf<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwerp? Stel, je wilt advies van één seniorenraad,maar <strong>de</strong> ou<strong>de</strong> <strong>buurt</strong>clubs verzetten zich en het kost veel energie en tijdom hen over te halen. Bovendien zijn er dan vermoe<strong>de</strong>lijk veel afhakers. Vanbovenaf forceren is niet verstandig, maar <strong>in</strong>tegraliteit heeft zijn prijs.”Het is dus zaak om een evenwicht te v<strong>in</strong><strong>de</strong>n tussen <strong>in</strong>tegraal en sectoraal. Onvermij<strong>de</strong>lijkis er sprake van een organisatiematrix met functionele én <strong>in</strong>tegrale(meestal gebiedsgerichte) dimensies. De wethou<strong>de</strong>r: “Met het oog op arbeids<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen specialisatie zal het gemeentelijk apparaat altijd een m<strong>in</strong>imum aan sectoraleorganisatie moeten hou<strong>de</strong>n.” De keuzebepal<strong>in</strong>g wordt bij dit bestuurlijkespann<strong>in</strong>gsveld ver<strong>de</strong>r gecompliceerd door het gevaar van <strong>de</strong> vervag<strong>in</strong>g van kern-


vertrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>taken: welke taken komen op het bordje van partijen die betrokken raken bij <strong>de</strong>sociale <strong>in</strong>frastructuur, zoals wooncorporaties, politie en on<strong>de</strong>rwijs<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen?Een kantel<strong>in</strong>g van een dom<strong>in</strong>ante sectorale organisatievorm naar een gebieds- ofprobleemgerichte organisatie heeft dus zijn prijs (zie ver<strong>de</strong>r par. 4.4.2).4.2.3 spann<strong>in</strong>gsveld 3: coproductie of opgelegd beleid?Een <strong>de</strong>r<strong>de</strong> spann<strong>in</strong>gsveld waarvoor beleidsmakers staan is: willen zij fungerenals on<strong>de</strong>rsteuner voor <strong>in</strong>itiatieven van on<strong>de</strong>rop, die <strong>de</strong> weg plaveit voor an<strong>de</strong>ren– bewoners en veldwerkers – of van bovenaf als vaststeller en handhaver vanspelregels? In <strong>de</strong> praktijk is er natuurlijk altijd een snijpunt van on<strong>de</strong>rsteunen enbepalen. Maar het risico is groot dat het beleid dubbelz<strong>in</strong>nig is: er wordt als hetware op bei<strong>de</strong> paar<strong>de</strong>n tegelijk gewed of te vaak van paard gewisseld. Het gaathier om een fundamentele bestuurlijke keuze die daarna een consequenteuitwerk<strong>in</strong>g behoeft: het is óf <strong>de</strong> stadhuisagenda (dan wel die van <strong>de</strong> wooncorporatie)die vooropstaat, met daarna <strong>de</strong> vraag hoe bewoners kunnen wor<strong>de</strong>n betrokken,óf het is <strong>de</strong> agenda van bewoners die bepalend is, met vervolgens <strong>de</strong> vraaghoe overheid en sociale spelers daaraan tegemoet kunnen komen.124De aanbodgedreven bena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g: voortbouwen op stadhuisagendaDe normale, aanbodgedreven bena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g van gemeenten manifesteert zich <strong>in</strong> <strong>de</strong>benoem<strong>in</strong>g van wijkwethou<strong>de</strong>rs die, naast hun <strong>in</strong>hou<strong>de</strong>lijk-sectorale portefeuille,ook direct kunnen wor<strong>de</strong>n aangesproken op <strong>de</strong> gang van zaken b<strong>in</strong>nen een specifiekewijk. De wijkgerichtheid uit zich <strong>in</strong> <strong>de</strong> vormgev<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> politieke en ambtelijkestructuur: <strong>de</strong> wijkwethou<strong>de</strong>r houdt wijkspreekuur, heeft een wijkbudgeten wordt bijgestaan door een wijkambtenaar (dan wel -coörd<strong>in</strong>ator of -manager),die het contact on<strong>de</strong>rhoudt met het wijkteam waar<strong>in</strong> ook <strong>de</strong> wijkagent en <strong>de</strong> wijkwelzijnswerkerszitt<strong>in</strong>g hebben.Er is op vele plaatsen op dit terre<strong>in</strong> voortgang gemaakt. Onze praktijkgevallen <strong>in</strong>Deventer en Delft gel<strong>de</strong>n als voorlopers op dit punt. Hun me<strong>de</strong>werkers gevenadvies aan an<strong>de</strong>re gemeenten naar aanleid<strong>in</strong>g van hun eigen ervar<strong>in</strong>gen. Om <strong>de</strong>agenda van <strong>de</strong> backoffice op het gemeentehuis echt te beïnvloe<strong>de</strong>n – zo menen zij– mogen <strong>de</strong> wijkambtenaren niet te licht zijn; <strong>de</strong> kokers blijven an<strong>de</strong>rs bepalend.Kijk uit met wijkra<strong>de</strong>n, die meestal wor<strong>de</strong>n geselecteerd door <strong>de</strong> gemeente: erzitten vaak niet <strong>de</strong> juiste mensen <strong>in</strong> en hun samenstell<strong>in</strong>g is te we<strong>in</strong>ig representatiefvoor <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>. En vooral: voorkom een overmatige bureaucratie; <strong>de</strong> wijkbena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gkan stuklopen op topzware systemen en procedures. Een oud-wethou<strong>de</strong>r:“Als je kijkt hoe <strong>de</strong> zaken nu zijn georganiseerd, dan is <strong>de</strong> stur<strong>in</strong>g schijnbaarbottom-up. Er is echter een grote leemlaag aan bureaucratie opgebouwd <strong>in</strong> <strong>de</strong>grote ste<strong>de</strong>n. Er is een nieuw mid<strong>de</strong>nveld ontstaan. De werkelijke doelgroepwordt niet bereikt en eigen <strong>in</strong>itiatief van bewoners komt niet van <strong>de</strong> grond.”De vraaggedreven bena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g: on<strong>de</strong>rsteunen van <strong>buurt</strong>agendaAan <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re kant van het bestuurlijk spectrum staat <strong>de</strong> m<strong>in</strong><strong>de</strong>r ver ontwikkel<strong>de</strong>vraaggedreven bena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g, waarbij <strong>de</strong> gemeente zich opstelt als on<strong>de</strong>rsteuner


empirische bev<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen op bestuurlijk gebiedvan <strong>in</strong>itiatieven van bewoners en veldwerkers. Er gel<strong>de</strong>n, zoals bij <strong>de</strong> bre<strong>de</strong> scholenen <strong>buurt</strong>preventie, nauwelijks top-down-doelstell<strong>in</strong>gen, maar er is ruimtevoor bottom-up-maatwerk. Enkele gemeenten experimenteren met <strong>de</strong> uit <strong>de</strong>Verenig<strong>de</strong> Staten overgewaai<strong>de</strong> abcd-bena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g: wijkactiver<strong>in</strong>g die niet uitgaatvan <strong>de</strong> behoeften van bewoners, maar voortbouwt op hun sterkten (kwaliteiten)(Kretzmann en McKnight 1999; Davelaar et al. 2002). Niet langer wor<strong>de</strong>n vragenlijstenrondgestuurd om <strong>de</strong> behoeften te peilen, maar veeleer wor<strong>de</strong>n avon<strong>de</strong>ngeorganiseerd over <strong>buurt</strong>veiligheid met als vraag: wat kan <strong>de</strong> <strong>buurt</strong> zelf doen enhoe kunnen overheid, sociale spelers maar ook private partijen zoals <strong>de</strong> supermarkt,daarbij helpen? En <strong>in</strong> toenemen<strong>de</strong> mate berust zelfs die <strong>in</strong>itiëren<strong>de</strong> taakniet meer bij <strong>de</strong> overheid, maar wordt die uitbesteed aan sociale spelers of staathet eigen <strong>buurt</strong><strong>in</strong>itiatief voorop.Buurten wor<strong>de</strong>n bijvoorbeeld uitgedaagd om een eigen <strong>buurt</strong>visie op te stellen,met <strong>in</strong>begrip van een sterkte-zwakteanalyse en een werkplan voor <strong>de</strong> komen<strong>de</strong>jaren. Het woordje ‘eigen’ wordt benadrukt: niet langer hou<strong>de</strong>n externe bureausof vrijgestel<strong>de</strong> ambtenaren <strong>de</strong> pen vast. De aanbevel<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>visiewor<strong>de</strong>n besproken <strong>in</strong> <strong>de</strong> gemeenteraad, waar het door <strong>de</strong> grote betrokkenheid van<strong>de</strong> <strong>in</strong>spreken<strong>de</strong> bewoners soms levendig toegaat: het is immers hún documentdat ter discussie staat. Er ontstaat dan een meng<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> specialistische kennisvan beleidsmakers met <strong>de</strong> ‘lokale kennis’ van bewoners die <strong>de</strong> specifieke contextkennen van <strong>de</strong> problemen <strong>in</strong> hun <strong>buurt</strong>. I<strong>de</strong>aliter leidt dit ertoe dat men over enweer leert om het nodige begrip op te brengen voor elkaars problemen en werkwijzen(Sabel 2004).125Het serieuzer nemen van bewoners kan ver gaan. Voor <strong>de</strong> start van <strong>de</strong> herstructurer<strong>in</strong>gvan Hoogvliet <strong>in</strong>formeer<strong>de</strong>n <strong>de</strong> wooncorporatie WoonbronMaasoevers en<strong>de</strong> <strong>de</strong>elgemeente alle bewoners door mid<strong>de</strong>l van ruim 20 bijeenkomsten <strong>in</strong> eengebied met 1.500 <strong>in</strong>woners: “De zalen puil<strong>de</strong>n uit.” De bewoners kregen drieplannen voorgelegd van verschillen<strong>de</strong> architecten en zo’n 300 bewoners brachtenhun stem uit. “De gemeente had voorkeur voor plan a, WoonbronMaasoeversvoor plan b, maar <strong>de</strong> bewoners kozen plan c en dat is het dus gewor<strong>de</strong>n.”Maar het blijven witte raven. Het besef van het gezamenlijke belang en het nutvan publiek-private samenwerk<strong>in</strong>gsverban<strong>de</strong>n moet veelal nog doordr<strong>in</strong>gen tot<strong>de</strong> overheidsburelen, met <strong>in</strong>begrip van die <strong>in</strong> Den Haag.4.2.4 spann<strong>in</strong>gsveld 4: gepaste afstand of dicht erop?Overheid en sociale spelers staan voor een vier<strong>de</strong> fundamentele keus waaraan zijzich tot nu toe <strong>in</strong> belangrijke mate hebben onttrokken: hoeveel ruimte laten zeaan <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>? Bewoners zijn ambivalent en weten dat: “Wij burgers vragen omeen uitdijen<strong>de</strong> staat en tegelijk om een overheid die zich niet te veel met onsbemoeit.” Overheid en sociale spelers moeten daarom ruimte laten voor bewonersen private partijen, maar tegelijk zon<strong>de</strong>r aarzelen het voortouw nemen waaren wanneer urgente situaties publieke taakuitoefen<strong>in</strong>g vereisen.


vertrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>Ruimte latenOverheid en sociale spelers kunnen <strong>de</strong> ka<strong>de</strong>rs scheppen, bijvoorbeeld eengebouw neerzetten of vergunn<strong>in</strong>g voor buitenschoolse opvang verlenen, maarmoeten ver<strong>de</strong>r “op zo groot mogelijke afstand” blijven. Zij hebben vaak moeiteom maat te hou<strong>de</strong>n: “Te vaak spr<strong>in</strong>gt <strong>de</strong> overheid te gretig <strong>in</strong> en knijpt ze <strong>de</strong> <strong>in</strong>itiatievendood.” Overheid en sociale spelers beloon<strong>de</strong>n Marokkaanse <strong>buurt</strong>wachtersdoor hen vaak te bena<strong>de</strong>ren en op te zoeken. Me<strong>de</strong> daardoor kwamen <strong>de</strong><strong>buurt</strong>wachters te we<strong>in</strong>ig toe aan hun zelfgekozen kerntaak: rondlopen op straat.“De overheid koloniseert <strong>de</strong> <strong>in</strong>itiatieven”, zegt een van onze gesprekspartners.Bewoners organiseer<strong>de</strong>n bijvoorbeeld een opvang voor straatprostituees, waarop<strong>de</strong> enthousiaste gemeentelijke begelei<strong>de</strong>rs het <strong>in</strong>itiatief overnamen en <strong>de</strong> betrokkenheidtussen prostituees en <strong>buurt</strong> verloren g<strong>in</strong>g. In een van <strong>de</strong> dorpen namenwelzijnssticht<strong>in</strong>gen het vrijwilligerswerk over, met negatieve gevolgen. De directeurvan <strong>de</strong> wooncorporatie die het Rotterdamse Peperklipproject tot een succeswist te maken g<strong>in</strong>g daar low profile mee om: ze ken<strong>de</strong> <strong>de</strong> kwetsbaarheid van haarsucces en bewust hield ze <strong>de</strong> publiciteit en <strong>de</strong> overheid een beetje buiten <strong>de</strong> <strong>de</strong>ur(Hazeu et al. 2005).126De gemeente moet ‘<strong>de</strong> kunst van het loslaten’ beheersen en ambtenaren moetenvooral niet helpen, maar bewoners hun gang laten gaan, zelfs als ze beter weten.Ambtenaren bl<strong>in</strong>ken uit <strong>in</strong> het geven van <strong>in</strong>formatie, maar zijn slecht <strong>in</strong> hetontvangen daarvan: “Ze kijken met oogdoppen op en luisteren met oordoppen<strong>in</strong>.” De vereiste houd<strong>in</strong>g wordt treffend on<strong>de</strong>r woor<strong>de</strong>n gebracht door een ervarenoud-wethou<strong>de</strong>r: “Als ik <strong>de</strong>nk aan <strong>de</strong> rijksoverheid en <strong>buurt</strong>- of wijkbeleid,dan <strong>de</strong>nk ik vooral ‘niet doen’. De overheid moet zich <strong>in</strong> pr<strong>in</strong>cipe niet met <strong>buurt</strong>enbemoeien. Niks is zo erg als een wijkprojectbijeenkomst waar een gemeenteambtenaarb<strong>in</strong>nenstapt en zegt: ‘Ik heb er geen verstand van, maar ik heb wel <strong>de</strong>leid<strong>in</strong>g’.”Dat moet an<strong>de</strong>rs. Straatteams, bestaan<strong>de</strong> uit opbouwwerker, jongerenwerker en<strong>buurt</strong>agent, wor<strong>de</strong>n gecoacht <strong>in</strong> het niet-afpakken van bewoners<strong>in</strong>itiatieven. Enzelfs <strong>de</strong> lei<strong>de</strong>rs van die bewoners<strong>in</strong>itiatieven moeten zichzelf <strong>in</strong>hou<strong>de</strong>n: “Als wepannenkoeken gaan bakken, moeten we niet zelf voor alle spullen zorgen, maarbewust ook d<strong>in</strong>gen vergeten; het gaat namelijk niet om het bakken. Ze moetendan meel vragen bij <strong>de</strong> buurman, elektriciteit aftappen bij <strong>de</strong> buurvrouw, enzovoort.”Maar vooral zijn er <strong>de</strong> bestuur<strong>de</strong>rs nodig die zichzelf en hun ambtenarenkunnen beheersen en, ook als het spannend wordt, hun zenuwen <strong>in</strong> bedwangkunnen hou<strong>de</strong>n.Het voortouw nemen als dat nodig isVele geïnterview<strong>de</strong>n benadrukken het: uitvoer<strong>de</strong>rs moeten <strong>de</strong> <strong>buurt</strong> niet doodknuffelen.Zij moeten dicht bij <strong>de</strong> bewoners staan en hun vragen kunnen beantwoor<strong>de</strong>nals ze vastlopen, maar “zakelijk blijven, zeker niet pamperen en nietwelzijnsachtig wor<strong>de</strong>n”. De betrokkenheid en <strong>in</strong>vloed van <strong>buurt</strong>bewonerskunnen te groot zijn; <strong>in</strong> dorpen en voorstands<strong>buurt</strong>en lijken zij soms hun eigen


empirische bev<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen op bestuurlijk gebiedgang te gaan. Overheid en sociale spelers kunnen z<strong>in</strong>volle rollen spelen, on<strong>de</strong>r <strong>de</strong>voorwaar<strong>de</strong> dat zij steeds <strong>de</strong> eigen zwakten <strong>in</strong> het oog hou<strong>de</strong>n. Een oud-wethou<strong>de</strong>r:“Het lukt wel om betrokken partijen bij elkaar te brengen. Het is echter <strong>de</strong>overheid die consequent niet levert, maar wel wil zeggen wat an<strong>de</strong>ren moetendoen.” Het is heel lastig met <strong>de</strong> overheid een zakelijke overeenkomst te sluiten.Hij noemt een voorbeeld: “Een supermarkt zegt: ‘Wij willen <strong>in</strong>vesteren als <strong>de</strong>gemeente ook voor zeven jaar meedoet’, maar gemeenten tekenen alleen perjaar.”Soms mogen overheid en sociale spelers geen afstand nemen. Speciaal <strong>in</strong> achterstands<strong>buurt</strong>enis een ‘nabije’ overheid van belang om <strong>de</strong> verloe<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g van <strong>de</strong>openbare ruimte tegen te gaan, <strong>de</strong> veiligheid te waarborgen, ou<strong>de</strong>rs meer bij <strong>de</strong>school van hun k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren te betrekken en waar nodig <strong>de</strong> sociale vangnetten teversterken. Begrippen als zero tolerance, Sterke Staat en lik-op-stuk komen nietzon<strong>de</strong>r re<strong>de</strong>n regelmatig terug <strong>in</strong> onze <strong>in</strong>terviews. Een trekker van het eerste uur<strong>in</strong> hartje Amsterdam verwoordt zijn hartenwens “meer ruimte voor het particulier<strong>in</strong>itiatief”, maar voegt onmid<strong>de</strong>llijk toe: “’t Is wat tegenstrijdig. Ze moetenafstand hou<strong>de</strong>n, maar wel snel reageren als het misgaat.”On<strong>de</strong>r bepaal<strong>de</strong> omstandighe<strong>de</strong>n mag <strong>de</strong> overheid niet terughou<strong>de</strong>nd zijn bij het‘onteigenen’ van <strong>de</strong> lessen die er <strong>in</strong> een <strong>buurt</strong> wor<strong>de</strong>n geleerd. Buurtschoonmaakactiesof sociale activiteiten zoals het Rotterdamse Opzoomeren – ooit begonnendoor bewoners van <strong>de</strong> Opzoomerstraat – wer<strong>de</strong>n ook el<strong>de</strong>rs gestimuleerd door <strong>de</strong>gemeente. Opboxen, dat zich <strong>in</strong> eerste <strong>in</strong>stantie richtte op Antilliaanse jongens <strong>in</strong>Hoogvliet, groei<strong>de</strong> uit tot “het putje voor <strong>de</strong> hele stad Rotterdam”. Problemen enoploss<strong>in</strong>gen zijn vaak <strong>buurt</strong>overstijgend; <strong>de</strong>nk aan drugsoverlast, hangjongeren,prostitutie, illegaliteit en armoe<strong>de</strong>. Als je veel overeenkomstige problemen ziet,moet dat agendazettend voor <strong>de</strong> beleidsmakers zijn.1274.3 drempels voor veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gHet voorgaan<strong>de</strong> laat zien dat overheid en sociale spelers zich geconfronteerdweten met een aantal bestuurlijke spann<strong>in</strong>gsvel<strong>de</strong>n, juist waar bij het directeon<strong>de</strong>rwerp van ons on<strong>de</strong>rzoek – <strong>de</strong> kle<strong>in</strong>schalige aanpak van leefbaarheidsproblemen– <strong>in</strong> het veld duizen<strong>de</strong>n bloemen bloeien. Overheid en sociale spelershebben een aanmerkelijke dosis bestuurlijk vernuft ontwikkeld <strong>in</strong> het omgaanmet het vereiste veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gsproces. Velen realiseren zich dat <strong>de</strong> kans op succesvolleveran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g/cultuuromslagen toeneemt bij een gerichte en doordachteaanpak. Veelal is daar<strong>in</strong> een volgor<strong>de</strong> te herkennen: beleidsmakers hebben eenbepaal<strong>de</strong> visie ontwikkeld, maar weten dat <strong>de</strong> praktijk weerbarstig is. Mensenzeggen wel <strong>de</strong> goe<strong>de</strong> woor<strong>de</strong>n, maar passen hun gedrag te we<strong>in</strong>ig of niet aan. Datis niet omdat het ‘slechte’ mensen zijn, maar veeleer door <strong>de</strong> drempels voorveran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g waarvoor ze zich zien gesteld: <strong>de</strong> waar<strong>de</strong>n en normen die <strong>de</strong> beleidsmakersvoor ogen hebben en die vaak op zich re<strong>de</strong>lijk wor<strong>de</strong>n ge<strong>de</strong>eld door hundoelgroepen, zijn niet sterk genoeg ontwikkeld om tot een voldoen<strong>de</strong> gedragsveran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gte lei<strong>de</strong>n.


vertrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>In <strong>de</strong> hiernavolgen<strong>de</strong> subparagrafen beste<strong>de</strong>n we aandacht aan <strong>de</strong> vier voornaamstedrempels voor bestuurlijke veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen zoals die uit ons veldon<strong>de</strong>rzoeknaar voren zijn gekomen. Weer is daarbij een on<strong>de</strong>rscheid te maken naar <strong>in</strong>hou<strong>de</strong>n proces. Paragraaf 4.3 sluit af met een beknopte besprek<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> essenties vanveran<strong>de</strong>rmangement en het bijbehoren<strong>de</strong> <strong>in</strong>strumentenbord.4.3.1 <strong>in</strong>houd: <strong>in</strong>spiratiedrempels voor nieuw beleidTwee drempels doen zich <strong>in</strong> <strong>de</strong> eerste plaats gel<strong>de</strong>n wanneer beleidsmakers<strong>in</strong>hou<strong>de</strong>lijke aanpass<strong>in</strong>gen overwegen. Het zijn <strong>in</strong>spiratiedrempels: ze belemmeren<strong>in</strong> <strong>de</strong> eerste plaats het uitkristalliseren van een ge<strong>de</strong>el<strong>de</strong> visie. Het gaat om:(a) een onbegrip voor <strong>de</strong> drijfveren van <strong>de</strong>r<strong>de</strong>n; (b) remmen<strong>de</strong> structuren ensystemen.128Onbegrip voor <strong>de</strong> drijfveren van <strong>de</strong>r<strong>de</strong>nElke <strong>in</strong>stitutie heeft haar eigen drijfveren. Enerzijds zijn die gelegen <strong>in</strong> <strong>de</strong> takenen <strong>de</strong> visies die <strong>de</strong> mensen b<strong>in</strong>nen een <strong>in</strong>stitutie verenigen. Samenb<strong>in</strong><strong>de</strong>n<strong>de</strong>visies zijn echter zeldzaam; ze bie<strong>de</strong>n te we<strong>in</strong>ig handvatten voor gezamenlijkeactie met beoog<strong>de</strong> samenwerk<strong>in</strong>gspartners, of dat nu an<strong>de</strong>re overheids<strong>in</strong>stantieszijn, sociale spelers, private partijen of bewoners(organisaties). An<strong>de</strong>rzijds zijn ersoms ook fundamentele verschillen <strong>in</strong> <strong>de</strong> cultuur die samenwerk<strong>in</strong>g kunnenbemoeilijken. In het meest extreme geval kunnen vertegenwoordigers met elkaarpraten zon<strong>de</strong>r elkaar te verstaan, eenvoudig omdat ze op een an<strong>de</strong>re golflengtezitten: <strong>de</strong> drie logica’s waarover we eer<strong>de</strong>r spraken. ‘Ze’, <strong>de</strong> an<strong>de</strong>ren met hunvraaglogica of provisielogica, begrijpen ‘ons’ niet, en dat ervaren zij omgekeerdhetzelf<strong>de</strong> ten aanzien van onze <strong>in</strong>stitutionele logica.We verwezen al een aantal malen naar <strong>de</strong> verschillen tussen <strong>de</strong> fysieke en socialepijlers (par. 3.2.3 en 3.5.2), maar ook <strong>de</strong> ‘zachte’ welzijnshoek en <strong>de</strong> ‘har<strong>de</strong>’ economischesector bie<strong>de</strong>n levendige illustraties van cultuurverschillen. Het succesvan het Rotterdamse Opzoomeren wordt bijvoorbeeld door een aantal gesprekspartnerstegelijk gezien als zijn valkuil: “In <strong>de</strong> ogen van <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen en gemeentelijkediensten kan het daarom maar we<strong>in</strong>ig voorstellen. Die <strong>de</strong>nken dan: daarheb je weer zo’n opzoomerfeestje, -etentje of -activiteitje. Instell<strong>in</strong>gen willenniet begrijpen wat <strong>buurt</strong>bewoners willen en nodig hebben. Het <strong>de</strong>nken gaat teveel <strong>in</strong> <strong>de</strong> richt<strong>in</strong>g van wat bewoners kunnen betekenen voor <strong>de</strong> <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>g, en datis <strong>de</strong> verkeer<strong>de</strong> bena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g. De agenda van <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen is hoofdzakelijk <strong>de</strong>leidraad.”Een <strong>de</strong>rgelijk onbegrip voor wat an<strong>de</strong>ren motiveert, kan vernieuw<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> wegstaan. De bestaan<strong>de</strong> or<strong>de</strong> is – bijna onvermij<strong>de</strong>lijk – gericht op <strong>in</strong>standhou<strong>de</strong>n: jeweet wat je hebt, maar niet wat je krijgt. Dat leidt tot not <strong>in</strong>vented here-<strong>de</strong>nken.We kwamen gevallen tegen van een ‘stadse’ k<strong>in</strong><strong>de</strong>ropvangorganisatie die zichniet wil<strong>de</strong> aanpassen aan ‘dorpse’ behoeften, van welzijnsorganisaties die hunmonopoliepositie niet wil<strong>de</strong>n opgeven, van basisscholen die ‘meestribbel<strong>de</strong>n’met betrekk<strong>in</strong>g tot <strong>buurt</strong><strong>in</strong>itiatieven, en – veel – van <strong>in</strong>actieve wooncorporaties,


empirische bev<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen op bestuurlijk gebiedthuiszorgorganisaties en terughou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> bedrijven en bedrijvenverenig<strong>in</strong>gen. Zewerken primair vanuit hun eigenbelang, dat is verengd tot het voortbestaan van<strong>de</strong> organisatie. Bestuur<strong>de</strong>rs zijn bovendien soms bang om zich aan koud water tebran<strong>de</strong>n en hebben last van territoriumdrift. Toen <strong>de</strong> prov<strong>in</strong>cie Limburg bijvoorbeeldhet beleidsthema Samen bouwen aan vitale kernen, wijken en <strong>buurt</strong>enlanceer<strong>de</strong>, waarschuw<strong>de</strong> <strong>de</strong> Verenig<strong>in</strong>g van Ne<strong>de</strong>rlandse Gemeenten (vng)onmid<strong>de</strong>llijk om niet “op <strong>de</strong> stoel van gemeenten of – nog erger – van <strong>de</strong> burger tegaan zitten”.Remmen<strong>de</strong> structuren en systemenOverhe<strong>de</strong>n zijn beperkt <strong>in</strong> hun verantwoor<strong>de</strong>lijkhe<strong>de</strong>n en daardoor <strong>in</strong> hunmogelijkhe<strong>de</strong>n <strong>in</strong> te spelen op <strong>de</strong> specifieke problematieken van ‘hun’ <strong>buurt</strong>en.De stur<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> politie-<strong>in</strong>zet v<strong>in</strong>dt bijvoorbeeld el<strong>de</strong>rs plaats: door <strong>de</strong> politiezelf, <strong>de</strong> gemeente, via lan<strong>de</strong>lijke convenanten, via politieregioconvenanten, en viaafspraken op wijkniveau. Lan<strong>de</strong>lijk staat <strong>de</strong> crim<strong>in</strong>aliteitsbestrijd<strong>in</strong>g bovenaan;op <strong>buurt</strong>niveau doorgaans parkeer- en drugsoverlast.Aan <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re kant zijn (<strong>de</strong>el)gemeentelijke overhe<strong>de</strong>n vaak niet toegerust voorhet takenpakket dat ze wél wor<strong>de</strong>n geacht uit te voeren. Het ontbreekt ze bijvoorbeeldaan kennis en menskracht om a<strong>de</strong>quaat tegenspel te bie<strong>de</strong>n aan sterke<strong>de</strong>r<strong>de</strong>n (bijvoorbeeld projectontwikkelaars en wooncorporaties, zie par. 3.2.2).Als die kwalitatief on<strong>de</strong>rbezette overheidsapparaten dan ook nog te maken krijgenmet een piekbelast<strong>in</strong>g, lopen ze het risico overvraagd te wor<strong>de</strong>n. Degemeente Moerdijk heeft <strong>de</strong> ambtelijke bezett<strong>in</strong>g van een plattelandsgemeente,maar is opgeza<strong>de</strong>ld met een ste<strong>de</strong>lijke problematiek: <strong>de</strong> aanleg van <strong>de</strong> hogesnelheidslijnen van twee snelwegen dwars door <strong>de</strong> gemeente, <strong>de</strong> bestuurlijke coörd<strong>in</strong>atievan een groot <strong>in</strong>dustrieterre<strong>in</strong> met uitbreid<strong>in</strong>gsplannen, en <strong>de</strong> mogelijkeherstructurer<strong>in</strong>g van een aantal <strong>buurt</strong>en.129Een specifieke problematiek van <strong>de</strong>el- en plattelandsgemeenten is dat ambtenaren,vooral door hun bre<strong>de</strong> portefeuilles, schapen met vele poten moeten zijn. Zijmoeten <strong>in</strong>zicht hebben <strong>in</strong> <strong>de</strong> relevante regelgev<strong>in</strong>g en <strong>de</strong> wegen naar beschikbarepotjes kennen. Het scheelt een stuk als je een ervaren netwerker op pad stuurt <strong>in</strong>plaats van een uitzendkracht met vier maan<strong>de</strong>n ervar<strong>in</strong>g. Er zijn ook nauwelijksdoorgroeimogelijkhe<strong>de</strong>n en als het beleid wordt gekenmerkt door een hoogjojogehalte is dat we<strong>in</strong>ig motiverend. Ambtenaren wor<strong>de</strong>n bovendien ruwwegbetaald naar het aantal <strong>in</strong>woners <strong>in</strong> hun gebied, ongeacht <strong>de</strong> zwaarte van hetwerk. De beteren hebben daarom <strong>de</strong> neig<strong>in</strong>g om weg te trekken naar beterbetaal<strong>de</strong> functies bij grotere gemeenten of bij <strong>de</strong> prov<strong>in</strong>cie. Het is <strong>de</strong> achilleshielvan <strong>de</strong> lagere overheid: te veel doorstrom<strong>in</strong>g waardoor ook <strong>de</strong> trekkers verdwijnen,en het ambtelijk apparaat te we<strong>in</strong>ig <strong>de</strong>skundigheid en stabiliteit kent (par.3.2.3).Vergelijkbare problemen doen zich voor on<strong>de</strong>r politici <strong>in</strong> plattelandsgemeentenen achterstands<strong>buurt</strong>en. Er is sprake van een relatief hoge doorstrom<strong>in</strong>g; slechtseen kle<strong>in</strong> <strong>de</strong>el van een stads<strong>de</strong>elraad heeft bestuurlijke ervar<strong>in</strong>g. De betal<strong>in</strong>g van


vertrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>wethou<strong>de</strong>rs en ook hun status hou<strong>de</strong>n niet over: “Als je <strong>in</strong> ons stads<strong>de</strong>el bestuur<strong>de</strong>rwas, beteken<strong>de</strong> dat dat je niet goed was.” Ook voor voorlie<strong>de</strong>n van socialespelers is het geen aantrekkelijk gebied: “Je kon hier niet scoren.” Bewonersweten wel wat nodig is: politieke partijen moeten zwaargewichten sturen omdui<strong>de</strong>lijkere lijnen uit te zetten en ook vast te hou<strong>de</strong>n. Waarom huurt <strong>de</strong> burgemeesterniet gewoon een paar man <strong>in</strong> om <strong>in</strong> <strong>de</strong> moeilijkste wijken “<strong>de</strong> kar los tetrekken”? Het is nu een chaos: “ie<strong>de</strong>reen doet maar wat.”4.3.2 proces: vertrouwensdrempels voor nieuwe uitvoer<strong>in</strong>gOok aan <strong>de</strong> proceskant doen zich drempels voor, die blijkens ons veldon<strong>de</strong>rzoekregelmatig belemmerend werken bij <strong>de</strong> uitvoer<strong>in</strong>g van nieuw beleid. Het gaatditmaal om vertrouwensdrempels: bewoners en veldwerkers geloven onvoldoen<strong>de</strong><strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>in</strong>tenties van beleidsmakers en aarzelen hen te volgen of actief meete <strong>de</strong>nken. De oorzaken zijn gelegen <strong>in</strong>: (a) een korte tijdshorizon; (b) onzekeresleutelhou<strong>de</strong>rs.130Korte tijdshorizonBeleidsuitvoer<strong>de</strong>rs en bewoners hebben bei<strong>de</strong>n een korte tijdshorizon. Als danbovendien beleidsmakers geen cont<strong>in</strong>uïteit <strong>in</strong>bouwen, ontstaat onvoldoen<strong>de</strong>veranker<strong>in</strong>g. Dat is een serieus probleem, omdat <strong>de</strong> oploss<strong>in</strong>g van veel leefbaarheidsvraagstukkeneen lange a<strong>de</strong>m vereist. De fysieke <strong>in</strong>richt<strong>in</strong>g van <strong>buurt</strong>en isgebaat bij een gebiedsgerichte bena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g met een langetermijnperspectief, nietbij een optell<strong>in</strong>g van eenmalige projecten. Veiligheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong> moet zijngestoeld op een voortduren<strong>de</strong> waakzaamheid van bewoners. De veranker<strong>in</strong>g vanou<strong>de</strong>rbetrokkenheid <strong>in</strong> het on<strong>de</strong>rwijs en <strong>de</strong> vorm<strong>in</strong>g van bre<strong>de</strong> scholen bestrijkenlangere perio<strong>de</strong>n. En <strong>de</strong> sociale <strong>in</strong>frastructuur kan niet zon<strong>de</strong>r vertrouwen, dat– zoals vaak wordt gezegd – te voet komt (maar te paard vertrekt).Ons veldon<strong>de</strong>rzoek biedt vele illustraties van politici en bewoners die <strong>in</strong> ditopzicht tekortschieten. De politiek wil (te) snel scoren; elke vier jaar zijn erverkiez<strong>in</strong>gen en <strong>de</strong> media bie<strong>de</strong>n zelfs zoveel tijd niet. Dit kan, speciaal op sociaalterre<strong>in</strong>, lei<strong>de</strong>n tot jojobeleid met <strong>de</strong> bijbehoren<strong>de</strong> <strong>de</strong>motivatie en scha<strong>de</strong> tengevolge van weggegooid geld (zie par. 3.5.3). Bewoners hebben vaak een verkeerdtijdsperspectief. Overheidsbeleid is <strong>in</strong> hun ogen een ver-van-mijn-bedshow mette we<strong>in</strong>ig bevredig<strong>in</strong>g van kortetermijnwensen. Beleidsmakers moeten hiermee,wellicht met tegenz<strong>in</strong>, reken<strong>in</strong>g hou<strong>de</strong>n. Een onvoldoen<strong>de</strong> draagvlak en te groteonrust lei<strong>de</strong>n tot onbestendigheid. Het is dus zaak het beleid ‘op te dienen’ <strong>in</strong>kle<strong>in</strong>ere, hapklare brokken. Het is ook zaak zogenoem<strong>de</strong> early w<strong>in</strong>s – snelle enmisschien zelfs goedkope successen – te boeken en daarmee <strong>de</strong> publiciteit tezoeken. Dat vereist een zorgvuldige regie.Onzekere sleutelhou<strong>de</strong>rsBij elke veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g is een kle<strong>in</strong> aantal mensen bepalend voor het welslagen vanhet gehele proces. Zij moeten <strong>de</strong> verantwoor<strong>de</strong>lijkheid nemen voor grote besliss<strong>in</strong>gen,het vereiste politieke en maatschappelijke draagvlak bewerkstelligen, hun


empirische bev<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen op bestuurlijk gebiednek uitsteken bij <strong>de</strong> uitvoer<strong>in</strong>g, on<strong>de</strong>rhan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen voeren met beoog<strong>de</strong> partnersen rust <strong>in</strong> eigen huis bewaren als het om welke re<strong>de</strong>n dan ook spannend wordt.Als <strong>de</strong>ze sleutelhou<strong>de</strong>rs voor <strong>de</strong> veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g zelf <strong>in</strong> <strong>de</strong> stress schieten en onzekerwor<strong>de</strong>n, zullen ze ‘bevriezen’ en zich passief opstellen. In ons veldon<strong>de</strong>rzoektroffen we daarvan verschillen<strong>de</strong> voorbeel<strong>de</strong>n aan. In <strong>de</strong> sociale sector leid<strong>de</strong> het<strong>in</strong>consistente beleid tot onzekerheid en <strong>de</strong>motivatie. De geldkraan werd te vaakopen- en dichtgedraaid en <strong>de</strong> vrije beleidsruimte op- en teruggeschroefd. An<strong>de</strong>reveldwerkers perkten zich <strong>in</strong>, vermoe<strong>de</strong>lijk om overbelast<strong>in</strong>g van hun agenda tevoorkomen.Evenzo wor<strong>de</strong>n <strong>buurt</strong>trekkers geconfronteerd met ontmoedigen<strong>de</strong> situaties,bijvoorbeeld wanneer ambtenaren en <strong>de</strong>skundigen op uitdagen<strong>de</strong> <strong>buurt</strong>plannenreageren met: “kan niet werken”. Zo’n afhou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> opstell<strong>in</strong>g werkt door tot op<strong>buurt</strong>niveau. Een opbouwwerker: “Er zijn straten die om iets kle<strong>in</strong>s voor elkaar tekrijgen, werkelijk een Twee<strong>de</strong> Wereldoorlog moeten uitvechten.” Tegelijk tekentzich het recept voor succes af: vrijgevochten bewoners, veldwerkers of wijkambtenarendie ‘hopeloze’ taken naar zich toetrekken. Zij zoeken daarbij <strong>de</strong> zekerheidvan een groep gelijkgez<strong>in</strong><strong>de</strong> me<strong>de</strong>trekkers, wars van bureaucratie en neenzeggers,vaak nauwelijks <strong>de</strong>mocratisch gelegitimeerd maar wel resultaatgericht.Zij wor<strong>de</strong>n <strong>in</strong> <strong>de</strong> rug ge<strong>de</strong>kt door hoger geplaatsten, bijvoorbeeld een wethou<strong>de</strong>rof een topambtenaar. Hun rol als ‘witteboor<strong>de</strong>nsleutelhou<strong>de</strong>r’ is het vrijhou<strong>de</strong>nvan <strong>de</strong> sleutelhou<strong>de</strong>rs <strong>in</strong> het veld, <strong>de</strong>snoods met wat plooien van <strong>de</strong> spelregels enenig gebruik van hun positie waar dat nodig is om bureaucratische blokka<strong>de</strong>s opte ruimen.1314.3.3 veran<strong>de</strong>rmanagementZoals al eer<strong>de</strong>r is gezegd, hebben overheid en sociale spelers een dosis bestuurlijkvernuft ontwikkeld <strong>in</strong> het omgaan met het vereiste veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gsproces. Dewaar<strong>de</strong>n en houd<strong>in</strong>gen die <strong>de</strong> beleidsmakers voor ogen hebben, zijn onvoldoen<strong>de</strong>gedragen en uitgewerkt om tot <strong>de</strong> gewenste gedragsveran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g te lei<strong>de</strong>n bij hundoelgroepen. De drempels voor veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g zijn daarvoor te hoog. Veran<strong>de</strong>rmanagementricht zich door een welgekozen <strong>in</strong>zet van <strong>in</strong>strumenten op het beïnvloe<strong>de</strong>nvan dit evenwicht. We zullen op <strong>de</strong>ze plaats geen uitgewerkte aandachtbeste<strong>de</strong>n aan dit on<strong>de</strong>rwerp, maar verwijzen <strong>de</strong> aspireren<strong>de</strong> beleidsmaker en-uitvoer<strong>de</strong>r naar bijlage 1 van dit rapport voor een ge<strong>de</strong>tailleer<strong>de</strong>re beschrijv<strong>in</strong>gvan onze empirische bev<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen. Veran<strong>de</strong>rmanagement beg<strong>in</strong>t zich te ontwikkelenvan een kunst tot een wetenschap en ook ten behoeve van <strong>buurt</strong>gerichtbeleid zijn daarvoor aan ons veldon<strong>de</strong>rzoek veel handvatten te ontlenen. De (aanstaan<strong>de</strong>)bestuur<strong>de</strong>r kan zich daarmee ver<strong>de</strong>r bekwamen.Bestuur<strong>de</strong>rs dienen een weloverwogen keus te maken uit <strong>de</strong> vier groepen <strong>in</strong>strumentenvan het ‘bestuurlijk <strong>in</strong>strumentenbord’ <strong>in</strong> figuur 4.2. Door te <strong>in</strong>spirerenkunnen zij <strong>de</strong> gewenste waar<strong>de</strong>n en houd<strong>in</strong>gen (attitu<strong>de</strong>s) versterken. Door hetopstellen van een actieplan wor<strong>de</strong>n die veelal enigsz<strong>in</strong>s abstracte waar<strong>de</strong>n ennormen geconcretiseerd <strong>in</strong> <strong>de</strong> vorm van toetsbare, op gedragsveran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g


vertrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>gerichte plannen. Vervolgens wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> resultaten daarvan teruggekoppeld naar<strong>de</strong> waar<strong>de</strong>n en normen. Dat kan tot een bijstell<strong>in</strong>g daarvan lei<strong>de</strong>n, maar bij geblekensucces ook tot een positieve bevestig<strong>in</strong>g van het ‘nieuwe’ gedrag. Ten slotte –veelvuldig on<strong>de</strong>rschat en verwaarloosd – dient het veran<strong>de</strong>r<strong>de</strong> gedrag te wor<strong>de</strong>nverankerd, zodat ook na afloop van het veran<strong>de</strong>rprogramma het nieuwe gedragals vanzelfsprekend geldt en bestuur<strong>de</strong>rs <strong>de</strong> han<strong>de</strong>n vrij hebben voor volgen<strong>de</strong>beleidsprogramma’s, wellicht op geheel an<strong>de</strong>re terre<strong>in</strong>en.Figuur 4.2Bestuurlijk <strong>in</strong>strumentenbordTerugkoppelen132InspirerenWaar<strong>de</strong>n,houd<strong>in</strong>gDrempelsGedragVerankerenOpstellen actieplanEen specifiek on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> veranker<strong>in</strong>g van nieuw beleid heeft recent <strong>in</strong>bestuurlijk Ne<strong>de</strong>rland veel aandacht getrokken. Het betreft het al dan niet kantelenvan <strong>de</strong> gemeentelijke en zelfs prov<strong>in</strong>ciale organisatiestructuur; <strong>de</strong> prov<strong>in</strong>cieLimburg zette <strong>in</strong> dat verband opmerkelijke stappen. In <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> paragraafgaan we daarom na<strong>de</strong>r <strong>in</strong> op <strong>de</strong> organisatievormen die het <strong>de</strong> overheid mogelijkmaken meer te focussen op <strong>de</strong> behoeften en kwaliteiten van burgers en <strong>buurt</strong>en.4.4 nieuwe structurenIn ons veldon<strong>de</strong>rzoek <strong>de</strong>el<strong>de</strong>n velen van onze gesprekspartners hun <strong>in</strong>zichtenmet betrekk<strong>in</strong>g tot <strong>de</strong> bestuurlijke spann<strong>in</strong>gsvel<strong>de</strong>n en <strong>de</strong> drempels voor veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gwaarvoor overheid en sociale spelers zich geplaatst zien bij <strong>de</strong> zoektochtnaar een passen<strong>de</strong> bestuurlijke vormgev<strong>in</strong>g. Daarbij kunnen twee verschillen<strong>de</strong>strom<strong>in</strong>gen wor<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n. De eerste gaat uit van <strong>de</strong> <strong>in</strong>stitutionele logicavan <strong>de</strong> beleidsmakers. Deze bouwt, zwart-wit getekend, voort op <strong>de</strong> <strong>in</strong>breng van<strong>buurt</strong>bewoners die willen mee<strong>de</strong>nken over visie en beleid van <strong>de</strong> overheid ensociale spelers. De twee<strong>de</strong> daarentegen baseert zich op een vraaglogica en gaat uitvan <strong>de</strong> ‘<strong>buurt</strong>agenda’ van bewoners. Op het oog lijken <strong>de</strong> verschillen soms kle<strong>in</strong>;bij bei<strong>de</strong> aanpakken wordt uiteraard reken<strong>in</strong>g gehou<strong>de</strong>n met <strong>de</strong> ‘an<strong>de</strong>re’ logica.


empirische bev<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen op bestuurlijk gebiedToch gaat het om een fundamentele keuze: wie is <strong>de</strong> burger, wie <strong>de</strong> overheid enwat dient hun on<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>ge rolver<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g te zijn?Bewoners en veldwerkers staan bijna per <strong>de</strong>f<strong>in</strong>itie aan <strong>de</strong> kant van <strong>de</strong> vraaglogicaen hun voorbeel<strong>de</strong>n zijn kleurrijk. Een aanbodgedreven thuiszorg is strakgepland op m<strong>in</strong>uten per technische han<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g: één m<strong>in</strong>uut pleisterplakken endan weer weg. Uitker<strong>in</strong>gsgerechtig<strong>de</strong>n kunnen terecht bij <strong>de</strong> sociale dienst omkredieten en begeleid<strong>in</strong>g aan te vragen voor het opzetten van een on<strong>de</strong>rnem<strong>in</strong>g,maar <strong>de</strong> reactie op een telefoontje van een veldwerkster is kenmerkend: “Maar ikken die persoon toch helemaal niet, voor mij is het een papieren dossier.” In hetvorige hoofdstuk schreven we al over <strong>de</strong> neig<strong>in</strong>g van overhe<strong>de</strong>n om te <strong>de</strong>nken <strong>in</strong>termen van ‘stenen’ <strong>in</strong> plaats van mensen (par. 3.2.2) en om politie en socialespelers af te rekenen op basis van prestatiecontracten met ‘foute’ criteria (par.3.3.3 en 3.5.3). De <strong>in</strong>stitutionele logica kent eigen loketten per overheidskolom; <strong>de</strong>vraaglogica prefereert één loket.De <strong>in</strong>stitutionele logica heeft echter ook zijn sterkten. Een eventuele kantel<strong>in</strong>gvan aanbod- naar vraaggedreven beleid noodzaakt tot een fundamentele aanpass<strong>in</strong>gvan organisatiestructuren. Een verticale, functionele vorm moet wor<strong>de</strong>ngetransformeerd <strong>in</strong> een vlakkere, horizontale organisatiestructuur. Dit vereisteen forse <strong>in</strong>greep met alle bijbehoren<strong>de</strong> onrust en vertrag<strong>in</strong>g van dien. Het isbovendien <strong>de</strong> vraag of <strong>de</strong> voor<strong>de</strong>len wel opwegen tegen <strong>de</strong> na<strong>de</strong>len: misschienkan <strong>de</strong> beoog<strong>de</strong> grotere betrokkenheid van bewoners wor<strong>de</strong>n gerealiseerd metbeperktere en simpelere aanpass<strong>in</strong>gen. De volgen<strong>de</strong> subparagrafen gaan <strong>in</strong> kortbestek <strong>in</strong> op <strong>de</strong> voornaamste kenmerken van bei<strong>de</strong> aanpakken.1334.4.1 functionele organisatie met verzwaar<strong>de</strong> coörd<strong>in</strong>atieVanuit <strong>de</strong> <strong>in</strong>stitutionele logica dom<strong>in</strong>eert <strong>in</strong> <strong>de</strong> bestuurlijke vormgev<strong>in</strong>g hetbelang van <strong>de</strong> functionele/sectorale vaardighe<strong>de</strong>n (kwaliteiten en efficiëntie van<strong>de</strong> backoffice). De na<strong>de</strong>len hiervan (complexiteit, verkoker<strong>in</strong>g) wor<strong>de</strong>n gecompenseerddoor stevige coörd<strong>in</strong>atiemechanismen. Dit biedt het voor<strong>de</strong>el van eenm<strong>in</strong>imale veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g en verstor<strong>in</strong>g, het behoud van kennis en een goe<strong>de</strong>aansluit<strong>in</strong>g op <strong>de</strong> structuren van an<strong>de</strong>re overheidslagen en het maatschappelijkmid<strong>de</strong>nveld. De knapste illustratie troffen we aan <strong>in</strong> Deventer, dat een toegespitsteaanbodgedreven structuur en bijpassen<strong>de</strong> <strong>in</strong>teractieve processen ontwikkel<strong>de</strong>voor z’n wijkaanpak, met <strong>in</strong>begrip van een ge<strong>de</strong>tailleerd handboek.Op veel plaatsen zijn bestuurlijke antwoor<strong>de</strong>n geformuleerd, waarbij <strong>de</strong> ambtelijkeorganisatie enerzijds haar dom<strong>in</strong>ante verticale lijnen behoudt en an<strong>de</strong>rzijds<strong>de</strong> gebiedsgerichte politieke coörd<strong>in</strong>atie versterkt door <strong>de</strong> aanstell<strong>in</strong>g van wijkwethou<strong>de</strong>rsmet daarachter een wijkapparaat <strong>in</strong> velerlei vormen. We wezen al op<strong>de</strong> zo representatief mogelijk samengestel<strong>de</strong> wijkra<strong>de</strong>n, die het gemeentebestuuren <strong>de</strong> raad gevraagd of ongevraagd adviseren. Dat advies wordt meegenomen bijhet formuleren van een wijkprogramma van <strong>de</strong> gemeente.


vertrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>De ambtelijke structuur wordt veelvuldig aangepast vanwege <strong>de</strong> behoefte aaneen grotere gebiedsgerichtheid. In <strong>de</strong> praktijk volgt men daarbij <strong>de</strong> lessen uit hetbedrijfsleven, waar belangrijke producten wor<strong>de</strong>n toevertrouwd aan productmanagers.Op vergelijkbare wijze coörd<strong>in</strong>eren wijkcoörd<strong>in</strong>atoren <strong>de</strong> activiteitenb<strong>in</strong>nen een wijk vanuit <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> gemeentelijke beleidskokers. Zijbrengen echter veelal ook externe partijen bij elkaar, bijvoorbeeld het <strong>buurt</strong>centrumen <strong>de</strong> basisschool rond het oplossen van overlast door hangjongeren, ofalle partijen die betrokken zijn bij het opstellen van plannen <strong>in</strong> het ka<strong>de</strong>r van hetInvester<strong>in</strong>gsbudget Ste<strong>de</strong>lijke Vernieuw<strong>in</strong>g (isv). In een aantal gemeentenwordt hun positie versterkt door hen te benoemen tot wijkmanager van eengebiedsbeheersteam of van een wijkbureau waar<strong>in</strong> ook mensen huizen uit <strong>de</strong>voornaamste diensten.134Het blijft echter een hybri<strong>de</strong> positie. Een wijkcoörd<strong>in</strong>ator is als ambtenaar on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>elvan <strong>de</strong> gemeentelijke organisatie en moet uitvoeren wat zijn ambtelijke enpolitieke bazen hem opdragen. Als contactpersoon voor zijn wijk moet hij tegelijkzijn oren en ogen wijd openhou<strong>de</strong>n en signalen vanuit <strong>de</strong> wijk het ambtelijkapparaat <strong>in</strong>brengen. De bewoners herkennen <strong>de</strong>ze bestuurlijke spagaat: “Hetwijkbureau is <strong>de</strong> burgers <strong>in</strong> <strong>de</strong> wijk goedgez<strong>in</strong>d, maar zit veelal <strong>in</strong> het conflictmo<strong>de</strong>lmet <strong>de</strong> centrale stad.” En met alle kritiek is er ook op het platteland welsympathie voor <strong>de</strong> dorpscoörd<strong>in</strong>ator: “Het is per <strong>de</strong>f<strong>in</strong>itie een moeilijke functie,want zij zit overal tussen<strong>in</strong>, maar hoort nergens bij.”De <strong>in</strong>vull<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> baan is me<strong>de</strong> daarom sterk persoonsafhankelijk, maar zelfs<strong>de</strong> allerbeste functionaris kan het niet alleen. De coörd<strong>in</strong>atoren ontlenen hunkracht aan <strong>de</strong> steun die zij krijgen van hogerhand: <strong>de</strong> burgemeester, wethou<strong>de</strong>ren/of gemeentesecretaris. Een betrokkene verhaalt waarom <strong>in</strong> zijn gemeente veelkan: “Dat kan omdat we een burgemeester hebben die wil. Hij heeft van eengesloten organisatie een open organisatie gemaakt.” Het gaat vaak niet om groted<strong>in</strong>gen, maar ze bepalen wel zijn positie <strong>in</strong> <strong>de</strong> ambtelijke samenlev<strong>in</strong>g. Tij<strong>de</strong>nseen <strong>buurt</strong>verga<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g vragen <strong>buurt</strong>bewoners bijvoorbeeld of ze een doelpaalkunnen krijgen op hun trapveldje. Een wijkcoörd<strong>in</strong>ator: “Dan gaat er een halveavond verloren omdat het hoofd Groenvoorzien<strong>in</strong>g dat niet wil omdat het metmaaien een probleem geeft. Ik zeg dat vervolgens toch toe. En dan zegt <strong>de</strong>wethou<strong>de</strong>r: ‘U heeft het gehoord, die doelpaal komt er.’”Wijkcoörd<strong>in</strong>atoren zijn er <strong>in</strong> alle soorten en maten en met een rijke variatie <strong>in</strong>betitel<strong>in</strong>g. ‘Wijkregisseurs’ bij <strong>de</strong> politie hebben <strong>in</strong> één straat te maken met eengroot aantal partijen, vanuit <strong>de</strong> overheid alleen al <strong>de</strong> <strong>in</strong>specties voor bouw- enwon<strong>in</strong>gtoezicht, ambtenaren belast met bestemm<strong>in</strong>gsplannen, milieudiensten,enzovoort. ‘Programmamakelaars’ bevor<strong>de</strong>ren <strong>de</strong> totstandkom<strong>in</strong>g van samenwerk<strong>in</strong>gsverban<strong>de</strong>n<strong>in</strong> het ka<strong>de</strong>r van bre<strong>de</strong> scholen. De sleutel voor <strong>de</strong> samenwerk<strong>in</strong>gtussen centrale stad en <strong>de</strong>elgemeente bij herstructurer<strong>in</strong>g is <strong>de</strong> ‘accountmanager’die zich b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> gemeentelijke diensten concentreert op <strong>de</strong><strong>de</strong>elgemeente.


empirische bev<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen op bestuurlijk gebiedGeconfronteerd met patstell<strong>in</strong>gen of grotere acties die meer menskracht en<strong>de</strong>skundigheid behoeven of <strong>buurt</strong>overstijgend zijn, schakelen overhe<strong>de</strong>n over opeen tij<strong>de</strong>lijke ‘versneller’. Een Rotterdamse stadsmar<strong>in</strong>ier zegt bijvoorbeeld: “Hetis dan <strong>de</strong> kunst om die patronen te doorbreken. Ik ga niet als een breekijzer tewerk, maar ben meer een stimulator.” Grote gemeenten en prov<strong>in</strong>cies doen ookeen beroep op hun projectmanagementbureau (pmb). Het Amsterdamse pmbbemid<strong>de</strong>lt tussen een bonte verzamel<strong>in</strong>g partijen, zoals krakers, culturele groepen,corporaties en vastgoedmakelaars over on<strong>de</strong>rwerpen uiteenlopend vanculturele broedplaatsen, <strong>in</strong>frastructuurontwikkel<strong>in</strong>g en won<strong>in</strong>gbouw.Tegelijk waarschuwen veteranen van <strong>de</strong> wijkaanpak: maak het niet te moeilijk envergeet niet dat <strong>de</strong> wijk vooral een adm<strong>in</strong>istratieve eenheid is. Onthoud dat <strong>de</strong><strong>buurt</strong> van <strong>de</strong> meeste bewoners kle<strong>in</strong>er is en dat ze vragen om eenvoudige productenen processen. Jaarplannen, wijkbeheer- en wijkontwikkel<strong>in</strong>gsplannen schietenhun doel voorbij; het is ondui<strong>de</strong>lijk welke <strong>in</strong>vloed bewoners hebben en hetzijn zaken die te ver van hun bed zijn. Een enkel<strong>in</strong>g heeft alle geloof verloren:“Het hele wijkgericht werken is onz<strong>in</strong>: er zit één af<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g Wijkgericht Werken <strong>in</strong>het stadhuis en die doet voor elke wijk hetzelf<strong>de</strong>. Hoe kan je nou <strong>in</strong> een stad, waareen grote diversiteit aan wijken is, <strong>in</strong> elke wijk hetzelf<strong>de</strong> doen?” Het is extreemgesteld en doet ongetwijfeld velen tekort, maar voorstan<strong>de</strong>rs van <strong>de</strong> kantel<strong>in</strong>gsgedachte(par. 4.4.2) benadrukken dat <strong>de</strong> wijkaanpak veelal is uitgedacht door<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen en diensten en dus vorm heeft gekregen vanuit hun <strong>in</strong>stitutionelekijk op maatschappelijke problemen en <strong>de</strong> bijbehoren<strong>de</strong> afbaken<strong>in</strong>g van ‘<strong>de</strong><strong>buurt</strong>’.1354.4.2 gekantel<strong>de</strong> organisatieVanuit <strong>de</strong> vraaglogica wordt <strong>de</strong> vormgev<strong>in</strong>g van bestuurlijke processen sterkerbepaald door <strong>de</strong> behoeften van bewoners en veldwerkers aan <strong>de</strong> frontlijn (differentiatie,niet-verkoker<strong>in</strong>g, terughou<strong>de</strong>ndheid). De voor<strong>de</strong>len zijn een grotereherkenbaarheid en toegankelijkheid voor <strong>de</strong> burger en een eenvoudiger focus opkerntaken met op termijn <strong>de</strong> daarbijbehoren<strong>de</strong> waarschijnlijkheid van eengrotere effectiviteit en efficiëntie van het gehele apparaat. Tilburg, Zaanstad,Delft en Moerdijk kantel<strong>de</strong>n bijvoorbeeld hun ambtelijk apparaat en bestuurlijkeprocessen om zich beter te kunnen richten op <strong>de</strong> vraag van <strong>de</strong> burger.De kantel<strong>in</strong>g heeft tot gevolg, zo is <strong>de</strong> veron<strong>de</strong>rstell<strong>in</strong>g, dat ambtenaren beterwor<strong>de</strong>n aangestuurd en dat zij zich meer richten op producten die passen bij <strong>de</strong>behoeften van bewoners. De vraaglogica van <strong>de</strong> burger moet resulteren <strong>in</strong> eenon<strong>de</strong>rsteunen<strong>de</strong> overheid die meer ruimte laat voor <strong>de</strong> <strong>in</strong>itiatieven vanuit <strong>de</strong><strong>buurt</strong>. Dat vereist – nog meer dan voor <strong>de</strong> succesvolle doorvoer<strong>in</strong>g van zwaar<strong>de</strong>recoörd<strong>in</strong>atievormen b<strong>in</strong>nen een functionele organisatie – een sterke burgemeesteren een dito gemeentesecretaris. Als duo moeten zij strak leid<strong>in</strong>ggevenaan zowel een samenwerkend collegeteam als aan het ambtelijke apparaat datonvermij<strong>de</strong>lijk aftast hoe dik <strong>de</strong> nieuwe horizontale lijnen b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> organisatie<strong>in</strong> <strong>de</strong> praktijk wor<strong>de</strong>n getrokken. Zo nodig moet op dat punt volstrekte


vertrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>dui<strong>de</strong>lijkheid wor<strong>de</strong>n gebo<strong>de</strong>n door het doorhakken van operationele knopen.Dit geldt, zeker <strong>in</strong> het duale stelsel, ook <strong>in</strong> <strong>de</strong> richt<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> gemeenteraad.Ervaren waarnemers waarschuwen ons: “De politiek moet zich m<strong>in</strong><strong>de</strong>r met <strong>de</strong>burger bemoeien en meer <strong>de</strong> agenda voor <strong>de</strong> stad bepalen.” Pas daarom op,waarschuwt een <strong>buurt</strong>trekker: “De nieuwe regenten zijn opgestaan.” Ze wijzenop het risico van cliëntelisme en een overmatige bemoeienis van <strong>de</strong> raad metuitvoer<strong>in</strong>gs<strong>de</strong>tails.136Het lijkt <strong>in</strong><strong>de</strong>rdaad bijna tegennatuurlijk voor ambtenaren en politici om veelruimte te laten voor een eigen <strong>in</strong>vull<strong>in</strong>g per <strong>buurt</strong>. Een adviseur overweegt: “Tja,kennelijk is <strong>de</strong> overheid mentaal niet <strong>in</strong> staat te <strong>de</strong>nken hoe zij <strong>de</strong> burger het bestekan bedienen. De overheid heeft niet die bedien<strong>in</strong>gsagenda, maar een stadhuisagenda.”Een wethou<strong>de</strong>r had <strong>de</strong> grootste moeite om zijn – <strong>de</strong>skundige – ambtenarenervan te weerhou<strong>de</strong>n <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>overlegverga<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen te bezoeken: “Laat zemet rust!” Om daarna ‘ja’ te zeggen tegen <strong>de</strong> actieplannen van <strong>de</strong> bewoners, “ookal dacht ik van sommige plannen: is dat nou nodig?” Ambtelijke <strong>buurt</strong>trekkershebben een dr<strong>in</strong>gen<strong>de</strong> behoefte aan ruimte, zowel <strong>in</strong> <strong>de</strong> richt<strong>in</strong>g van hun stadhuiscollega’sals naar <strong>de</strong> raad. Wat is, met een aantal jaren frontervar<strong>in</strong>g, je hartewens?,vragen we aan Willem, een ambtenaar die is belast met <strong>buurt</strong>beleid.Wijzend op zichzelf hoopt hij op “bestuur<strong>de</strong>rs die dit soort rare snuiters blijven<strong>de</strong>kken. Alleen dan heb je <strong>de</strong> durf en <strong>de</strong> ruimte om buiten begane pa<strong>de</strong>n tetre<strong>de</strong>n.” Hij boft, <strong>de</strong> wethou<strong>de</strong>r kent zijn plaats <strong>in</strong> <strong>de</strong> duale besluitvorm<strong>in</strong>g meteen gekantel<strong>de</strong> organisatie: “Mijn rol is Willem vrij te hou<strong>de</strong>n.”Maar – het is <strong>de</strong> essentie van <strong>de</strong> vraaglogica – Willems rol is <strong>in</strong> <strong>de</strong> eerste plaats <strong>de</strong><strong>buurt</strong>bewoners vrij te hou<strong>de</strong>n en hen als on<strong>de</strong>rsteuner te <strong>in</strong>spireren tot eengrotere zelfredzaamheid. Een ervaren oud-wethou<strong>de</strong>r vertelt ons: “Je moetuitgaan van een positief engagement van bewoners. Dus niet eerst een planopstellen en daarvoor draagvlak proberen te creëren, maar vanuit draagvlak eenplan ontwikkelen en verwerkelijken.” Nog meer bepalend dan <strong>de</strong> gemeentelijketrekkers zijn daarom <strong>de</strong> <strong>in</strong>itiatiefnemers <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>en. Wat heb je nodig om <strong>de</strong>solidariteit tussen bewoners en hun verbon<strong>de</strong>nheid met hun <strong>buurt</strong> om te zetten<strong>in</strong> een succesvolle samenwerk<strong>in</strong>g? De lessen verschillen vanzelfsprekend per<strong>buurt</strong>, maar <strong>de</strong> drieslag waarvan we leer<strong>de</strong>n <strong>in</strong> het Friese Reduzum is voor veelgevallen relevant:1 Buurtvisie. Het formuleren van zo’n visie vergroot <strong>de</strong> betrokkenheid van allebewoners en vertaalt zich <strong>in</strong> een gezamenlijk langetermijnperspectief. Voorveel <strong>in</strong>itiatieven is immers een lange a<strong>de</strong>m vereist. De <strong>buurt</strong>visie maakt ookhet communiceren met <strong>de</strong> gemeente makkelijker.2 Buurtverenig<strong>in</strong>g. Het succes schuilt <strong>in</strong> het betrekken van mensen bij het ontwikkelenen uitvoeren van plannen. “Zodra we een probleem hebben, wordter een werkgroep opgericht.” De i<strong>de</strong>eën en activiteiten moeten uit <strong>de</strong> werkgroepenkomen en het bestuur moet afstand hou<strong>de</strong>n. Mensen zijn maximaaldrie jaar lid van een werkgroep; dan moeten ze wor<strong>de</strong>n opgevolgd.3 Communicatiekanalen. Een gratis me<strong>de</strong><strong>de</strong>l<strong>in</strong>genblad of een website is essentieelvoor het on<strong>de</strong>rhou<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> verb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen waaron<strong>de</strong>r op<strong>in</strong>iepeil<strong>in</strong>gen


empirische bev<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen op bestuurlijk gebie<strong>de</strong>n aankondig<strong>in</strong>gen van <strong>de</strong> lokale overheid of het bekendmaken van stageplaatsenen vacatures <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>. Verenig<strong>in</strong>gen betalen een bijdrage en mogen alleberichten plaatsen.Op vele plaatsen is blijkens ons veldon<strong>de</strong>rzoek sprake geweest van <strong>buurt</strong><strong>in</strong>itiatievenmet bewoners die ruimte vroegen en overhe<strong>de</strong>n die hun die ruimte gaven. Inhet West-Brabantse Nieuwendijk kreeg een zelfbenoemd comité <strong>de</strong> complexeaanleg van een verlicht fietspad naar Gorkum voor elkaar en is nu door <strong>de</strong>wethou<strong>de</strong>r gevraagd om een masterplan uit te werken voor een multifunctioneel<strong>buurt</strong>centrum: “Nemen jullie het voortouw maar.” Daarbij is een aantal (f<strong>in</strong>anciële)spelregels vastgelegd en heeft <strong>de</strong> wethou<strong>de</strong>r zich voor een halfjaar ‘teruggetrokken’.Het comité beschouwt zichzelf als een <strong>in</strong>formeel netwerk, dat geregeldoverlegt met <strong>de</strong> grotere verenig<strong>in</strong>gen (zoals <strong>de</strong> voetbalclub en <strong>de</strong> volleybalverenig<strong>in</strong>g)en ook regelmatig dorpsbijeenkomsten organiseert.In Amsterdam ‘tover<strong>de</strong>’ <strong>de</strong> nv Zeedijk <strong>in</strong> 20 jaar tijd een van <strong>de</strong> beruchtste <strong>buurt</strong>enom tot een van <strong>de</strong> betere w<strong>in</strong>kelstraten. Een trekker van het eerste uur benadrukthet belang van een on<strong>de</strong>rsteunen<strong>de</strong> overheid die ruimte laat: “Het gaat ompubliek-private samenwerk<strong>in</strong>g (pps). De som is meer waard dan <strong>de</strong> aparte <strong>de</strong>len.Er is te we<strong>in</strong>ig uitwissel<strong>in</strong>g tussen <strong>de</strong>ze twee werel<strong>de</strong>n. Er is <strong>in</strong> Ne<strong>de</strong>rland eenfundamenteel wantrouwen tussen overheid, bedrijfsleven en burgerij. Er is geentraditie <strong>in</strong> pps.”137Uit <strong>de</strong> vele praktijkgevallen waarover wij wer<strong>de</strong>n geïnformeerd, is een aantallessen af te lei<strong>de</strong>n. In <strong>de</strong> eerste plaats benoemen trekkers zichzelf of wor<strong>de</strong>n zijgecoöpteerd. Criteria zijn betrokkenheid en empathie: het moet ‘leuk’ zijn omaan een gezamenlijke kar te trekken. Initiatieven werken goed “door mensen dieelkaar mogen”. De overheid moet dus niet te veel zeuren over <strong>de</strong> representativiteitvan <strong>in</strong>itiatiefnemers, maar blij zijn als goe<strong>de</strong> mensen zich voor goe<strong>de</strong>doelen verenigen. Er is immers een twee<strong>de</strong> les die terugkeert op vele plaatsen:haak aan waar (nog) iets is. Indien <strong>de</strong> sociale netwerken <strong>in</strong> een <strong>buurt</strong> sterk zijn,moet je er niet aan morrelen, maar ze on<strong>de</strong>rsteunen. Het is echter moeilijk omiets op gang te brengen als er geen samenhang (meer) bestaat. Zijn <strong>de</strong> netwerkenafgetakeld, dan is een sterke professionele <strong>in</strong>frastructuur bij <strong>de</strong> we<strong>de</strong>ropbouwvereist.4.5 conclusie: met bestuurlijk vakmanschap veel tebereikenOns veldon<strong>de</strong>rzoek geeft tal van <strong>in</strong>dicaties over <strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>n waaron<strong>de</strong>r<strong>buurt</strong><strong>in</strong>itiatieven succesvol kunnen zijn. Bij succes is er sprake van een meerwaar<strong>de</strong>voor zowel bewoners als overheid en sociale spelers. Beleidsmakers en-uitvoer<strong>de</strong>rs met aspiraties <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze richt<strong>in</strong>g staan echter voor een aanmerkelijkebestuurlijke uitdag<strong>in</strong>g. Zij moeten hun positie bepalen ten aanzien van <strong>de</strong> viergesignaleer<strong>de</strong> spann<strong>in</strong>gsvel<strong>de</strong>n (par. 4.2). Zij moeten ook kiezen met welke<strong>in</strong>strumenten ze het beste kunnen omgaan met <strong>de</strong> drempels voor veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g


vertrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>(par. 4.3). De noodzakelijke veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen b<strong>in</strong>nen hun eigen organisatie en daarbuitenkunnen zon<strong>de</strong>r overdrijv<strong>in</strong>g wor<strong>de</strong>n omschreven met <strong>de</strong> term cultuuromslag.Het gaat om een an<strong>de</strong>re wijze van werken waarbij <strong>de</strong> op dit moment dom<strong>in</strong>ante<strong>in</strong>stitutionele logica opschuift ten gunste van <strong>de</strong> vraaglogica van bewoners.Dat tezelf<strong>de</strong>rtijd ook <strong>de</strong> provisielogica van <strong>de</strong> sociale spelers om een hernieuw<strong>de</strong><strong>in</strong>vull<strong>in</strong>g vraagt, is na<strong>de</strong>r toegelicht <strong>in</strong> ons rapport Bewijzen van goe<strong>de</strong> dienstverlen<strong>in</strong>g(wrr 2004) en compliceert hun bestuurlijke taakstell<strong>in</strong>g ver<strong>de</strong>r.Ons veldon<strong>de</strong>rzoek laat zien <strong>in</strong> welke richt<strong>in</strong>g zij <strong>de</strong> beleidsoploss<strong>in</strong>gen moetenzoeken. Bij <strong>de</strong> spann<strong>in</strong>gsvel<strong>de</strong>n en <strong>de</strong> drempels is sprake van twee dimensies:<strong>in</strong>houd en proces. Het zijn ‘echte’ dimensies, <strong>in</strong> <strong>de</strong> z<strong>in</strong> dat ze niet los van elkaarstaan, maar gezamenlijk het speelveld omschrijven waarop <strong>de</strong> oploss<strong>in</strong>gen vormdienen te krijgen, zoals is uitgebeeld <strong>in</strong> figuur 4.3. De <strong>in</strong>stitutionele logica on<strong>de</strong>rscheidtzich door een nadruk op een uniforme en functionele beleids<strong>in</strong>houd,aanbodgedreven processen en van bovenaf opgeleg<strong>de</strong> regels door <strong>in</strong>stanties diedicht op hun doelgroepen zitten. Het is een logica die goed aansluit bij <strong>de</strong> leefbaarheidsproblematiek<strong>in</strong> veel achterstands<strong>buurt</strong>en waar <strong>de</strong> sociale cohesietekortschiet.138Diagonaal daartegenover op het speelveld staat <strong>de</strong> vraaglogica, met een <strong>in</strong>hou<strong>de</strong>lijkenadruk op gedifferentieerd en <strong>in</strong>tegraal beleid en beleidsprocessen dieFiguur 4.3Speelveld voor bestuurlijke veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gInhoudVraaglogicaGedifferentieerdIntegraalUniformFunctioneelInstitutionelelogicaInspiratiedrempels• Remmen<strong>de</strong> structuren, systemen• Onbegrip voor drijfveren <strong>de</strong>r<strong>de</strong>n<strong>Vertrouwen</strong>sdrempels• Korte tijdshorizon• Onzekere sleutelhou<strong>de</strong>rsOpgelegdEr dicht opCoproductieGepaste afstandProces


empirische bev<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen op bestuurlijk gebiedcoproductie nastreven bij <strong>de</strong> beleidsvorm<strong>in</strong>g en een gepaste afstand bij <strong>de</strong> uitvoer<strong>in</strong>g.Deze logica is toegesne<strong>de</strong>n op <strong>de</strong> behoeften en kwaliteiten van <strong>buurt</strong>en metjuist veel samenhang. Overheid en sociale spelers moeten daarbij als het wareterugtre<strong>de</strong>n: vrijheid laten, <strong>de</strong>centraliseren, condities creëren waaron<strong>de</strong>r mensenvrijwillige <strong>in</strong>itiatieven nemen. Dit zijn elementen van een paradigma dat wezenlijkan<strong>de</strong>rs is dan het paradigma waarop <strong>buurt</strong>- en wijkbeleid <strong>in</strong> <strong>de</strong> jaren vijftig of<strong>de</strong> jaren zeventig/tachtig op gebaseerd was. Haagse en gemeentelijke agen<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gsmach<strong>in</strong>esmoeten enigsz<strong>in</strong>s op afstand wor<strong>de</strong>n gehou<strong>de</strong>n.De bestuurlijke uitdag<strong>in</strong>g wordt vergroot doordat veel, vooral grotere ste<strong>de</strong>n temaken hebben met zowel hot spots <strong>in</strong> achterstands<strong>buurt</strong>en als – noem het maar –‘vreedzame’ <strong>buurt</strong>en. B<strong>in</strong>nen een enkele organisatie moeten dus twee totaalverschillen<strong>de</strong> culturen tot ontplooi<strong>in</strong>g wor<strong>de</strong>n gebracht. Aan <strong>de</strong> top van die organisatiesmoet dat zelfs gebeuren door een en <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> personen. Dat stelt hogeeisen aan <strong>de</strong> betrokken bestuur<strong>de</strong>rs: het is slechts we<strong>in</strong>igen gegeven om <strong>in</strong> meer<strong>de</strong>re‘sporten’ te excelleren en op teamniveau is dat nog zeldzamer. Daarbovenopkomt <strong>de</strong> taakstell<strong>in</strong>g die voortvloeit uit een verschuiv<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> <strong>in</strong>stitutionelenaar <strong>de</strong> vraaglogica. I<strong>de</strong>aliter heeft die plaats wanneer <strong>de</strong> sociale <strong>in</strong>haalslag <strong>in</strong> eenachterstands<strong>buurt</strong> zijn voltooi<strong>in</strong>g na<strong>de</strong>rt of wanneer beleidsmakers besluiten <strong>de</strong>sprong te maken omdat ze dat passen<strong>de</strong>r bij <strong>de</strong> behoeften en kwaliteiten vanbewoners achten. In die gevallen dienen passen<strong>de</strong> oploss<strong>in</strong>gen te wor<strong>de</strong>n geformuleerdvoor <strong>de</strong> geschetste drempels voor veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g.139Een veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gstraject moet zorgvuldig wor<strong>de</strong>n doordacht en uitgevoerd; <strong>de</strong>verschillen<strong>de</strong> stappen die daar on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el van zijn hebben we <strong>in</strong> bijlage 1 uitgeschreven.Het succesvol doorvoeren van veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gstrajecten, bewijst <strong>de</strong> praktijk,is vaak een comb<strong>in</strong>atie van bestuurlijk vakmanschap, een goed begrip van <strong>de</strong>context, een lange a<strong>de</strong>m (volhou<strong>de</strong>n, cont<strong>in</strong>uïteit ten aanzien van mid<strong>de</strong>len enmensen), en ongetwijfeld ook een dosis geluk bij het grijpen van het goe<strong>de</strong>moment. We komen daarop terug <strong>in</strong> hoofdstuk 6, waar we beleidsaanbevel<strong>in</strong>genvoorleggen voor <strong>de</strong> gemeentelijke overheid en sociale spelers, maar ook metbetrekk<strong>in</strong>g tot <strong>de</strong> vereiste on<strong>de</strong>rsteun<strong>in</strong>g vanuit rijk en prov<strong>in</strong>cies, en ‘<strong>de</strong> politiek’.Eerst willen we <strong>in</strong> het volgen<strong>de</strong> hoofdstuk on<strong>de</strong>rzoeken <strong>in</strong> hoeverre onzeempirische bev<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen wor<strong>de</strong>n ge<strong>de</strong>kt door het on<strong>de</strong>rzoek van <strong>de</strong>r<strong>de</strong>n en of zeook van generieke toepass<strong>in</strong>g zijn. Bovendien is <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoeksvraag, diewe ons stel<strong>de</strong>n, vooralsnog onbeantwoord: kunnen <strong>buurt</strong><strong>in</strong>itiatieven en <strong>buurt</strong>beleidbijdragen aan het versterken van sociaal en mogelijk ook politiek vertrouwen?


140vertrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>


<strong>de</strong> toegevoeg<strong>de</strong> waar<strong>de</strong> van <strong>buurt</strong>gericht beleid5 <strong>de</strong> toegevoeg<strong>de</strong> waar<strong>de</strong> van <strong>buurt</strong>gerichtbeleid5.1 twee<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoeksvraag: bijdrage aan sociaal enpolitiek vertrouwen?In <strong>de</strong> twee voorgaan<strong>de</strong> hoofdstukken is, me<strong>de</strong> op basis van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzochte praktijkgevallen,een bevestigend antwoord gegeven op <strong>de</strong> eerste on<strong>de</strong>rzoeksvraagdie we ons stel<strong>de</strong>n. We conclu<strong>de</strong>er<strong>de</strong>n dat een <strong>buurt</strong>gericht beleid on<strong>de</strong>r voorwaar<strong>de</strong>nkan bijdragen aan <strong>de</strong> aanpak van een aantal leefbaarheidsproblemen:fysieke <strong>in</strong>richt<strong>in</strong>g, veiligheid, on<strong>de</strong>rwijs en sociale <strong>in</strong>frastructuur. Overheid ensociale spelers dienen dan wel a<strong>de</strong>quaat om te gaan met <strong>de</strong> bestuurlijke spann<strong>in</strong>gsvel<strong>de</strong>nwaarvoor zij zich geplaatst zien. Dit vereist een grote <strong>in</strong>spann<strong>in</strong>g opeen beleidsagenda die toch al zwaar is belast. Voordat <strong>de</strong> <strong>de</strong>centrale overheidbesluit een <strong>buurt</strong>gericht beleid te ontwikkelen, moet plausibel wor<strong>de</strong>n gemaaktdat <strong>de</strong> toegevoeg<strong>de</strong> waar<strong>de</strong> daarvan zo groot is dat het <strong>de</strong> moeite loont. We willenbovendien geen overdreven verwacht<strong>in</strong>gen creëren: <strong>buurt</strong>beleid is niet <strong>de</strong> kuurvoor alle maatschappelijke kwalen. Op dat vlak kunnen vele mythen en misvatt<strong>in</strong>genwor<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>rkend, die on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re door Duyvendak en Hortulanus(1999) aan <strong>de</strong> kaak zijn gesteld.141Gegeven <strong>de</strong>ze voorwaar<strong>de</strong>n en relativer<strong>in</strong>gen komt <strong>de</strong> vraag op wat daadwerkelijk<strong>de</strong> toegevoeg<strong>de</strong> waar<strong>de</strong> van <strong>buurt</strong>beleid is. De ‘bewijslast’ die we <strong>in</strong> dithoofdstuk op ons nemen, bestaat daarom uit enkele on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len. Allereerst zal <strong>in</strong>paragraaf 5.2 wor<strong>de</strong>n aangetoond dat <strong>de</strong> conclusies van <strong>de</strong> hoofdstukken 3 en 4niet slechts hun waar<strong>de</strong> ontlenen aan <strong>de</strong> geselecteer<strong>de</strong> praktijkgevallen, maar ookmeer generiek relevant zijn. Vervolgens moet wor<strong>de</strong>n vastgesteld of <strong>de</strong> <strong>in</strong>hou<strong>de</strong>lijkemeerwaar<strong>de</strong> van het <strong>buurt</strong>beleid op <strong>de</strong> vier bestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> terre<strong>in</strong>en zodaniggroot is dat het (meer) prioriteit zou moeten krijgen op <strong>de</strong> beleidsagenda vanoverheid en sociale spelers. In <strong>de</strong>ze <strong>in</strong>strumentele of functionele optiek ligt het<strong>buurt</strong>beleid <strong>in</strong> het verleng<strong>de</strong> van <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> en <strong>de</strong>r<strong>de</strong> golf van <strong>buurt</strong>- en wijkbeleid(zie hoofdstuk 2). In paragraaf 5.3 gaat het erom hoe er betere resultatenkunnen wor<strong>de</strong>n geboekt door <strong>de</strong> <strong>buurt</strong> (meer) bij <strong>de</strong> beleidsvorm<strong>in</strong>g en -uitvoer<strong>in</strong>gte betrekken.Deze twee paragrafen leggen <strong>de</strong> basis voor <strong>de</strong> behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g van onze twee<strong>de</strong>on<strong>de</strong>rzoeksvraag: kunnen <strong>buurt</strong><strong>in</strong>itiatieven en <strong>buurt</strong>beleid bijdragen aan hetversterken van het sociaal en politiek vertrouwen? Het gaat ons daarbij om <strong>de</strong><strong>in</strong>directe maatschappelijke doorwerk<strong>in</strong>g: <strong>de</strong> toename van het sociaal en politiekvertrouwen die het gevolg kan zijn van een <strong>buurt</strong>gericht beleid. De <strong>buurt</strong>fungeert dan uitdrukkelijk als aangrijp<strong>in</strong>gspunt voor beleid. Deze <strong>in</strong>directe batengel<strong>de</strong>n immers <strong>in</strong> zekere z<strong>in</strong> als een bijproduct, maar wel een bijproduct dat vangroot belang kan zijn.Zoals Fukuyama (1995), Putnam (2000) en an<strong>de</strong>ren hebben betoogd, vormt sociaalvertrouwen <strong>de</strong> smeerolie van een samenlev<strong>in</strong>g; <strong>in</strong> essentie was dit ook het


vertrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>i<strong>de</strong>e achter <strong>de</strong> eerste naoorlogse golf van <strong>buurt</strong>- en wijkbeleid. In paragraaf 5.4komt <strong>de</strong> vraag aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong> of <strong>buurt</strong><strong>in</strong>itiatieven en <strong>buurt</strong>beleid aantoonbaar bijdragenaan een groter sociaal vertrouwen.Dat ligt problematischer als het gaat om het politiek vertrouwen, dat wil zeggenhet vertrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>de</strong>mocratische <strong>in</strong>stituties. De burgerschapsstijlen van een<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> bevolk<strong>in</strong>g kenmerken zich door wantrouwen dan wel onverschilligheid,waardoor zich haarscheuren voordoen <strong>in</strong> het politiek vertrouwen. Paragraaf5.5 biedt, uitgaan<strong>de</strong> van bestaan<strong>de</strong> theoretische raamwerken, enige handvattenom elk van <strong>de</strong>ze stijlen beter te begrijpen.142Sociaal en politiek vertrouwen zijn dus niet zo sterk aan elkaar gecorreleerd – enzeker niet één-op-één – als men zou verwachten. Een beleidsaanpak die zichbeperkt tot het herstel van <strong>de</strong> sociale betrokkenheid (bijvoorbeeld via <strong>de</strong> versterk<strong>in</strong>gvan civil society of <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>), biedt geen zekerheid dat kan wor<strong>de</strong>n voorkomendat <strong>de</strong> haarscheuren <strong>in</strong> het politiek vertrouwen uitgroeien tot breuklijnen.Nieuwe hypothesen zijn daarom vereist om greep te krijgen op <strong>de</strong> oorzaken vaneen mogelijk afnemend politiek vertrouwen. Deze komen <strong>in</strong> paragraaf 5.6 tersprake. De conclusie <strong>in</strong> paragraaf 5.7 luidt dat <strong>de</strong> politiek een complexe politieketaakstell<strong>in</strong>g te wachten staat.5.2 vergelijk<strong>in</strong>g met an<strong>de</strong>r on<strong>de</strong>rzoekHoe representatief zijn <strong>de</strong> resultaten van <strong>de</strong> gevolg<strong>de</strong> casusbena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g? De grotelijnen van <strong>de</strong> empirische bev<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen blijken niet beperkt te zijn tot <strong>de</strong> geselecteer<strong>de</strong>praktijkgevallen. De relevantie van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzochte beleidsterre<strong>in</strong>en, endaarmee <strong>de</strong> relevantie van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzochte praktijkgevallen, wordt bevestigd <strong>in</strong>het on<strong>de</strong>rzoek van <strong>de</strong>r<strong>de</strong>n. Het meest overtuigend gebeurt dat door het m<strong>in</strong>isterievan Volkshuisvest<strong>in</strong>g, Ruimtelijke Or<strong>de</strong>n<strong>in</strong>g en Milieu (vrom) (2004b) metbehulp van het grootschalige Won<strong>in</strong>gbehoefte On<strong>de</strong>rzoek 2002 (vrom 2003).Daaruit blijkt dat 88 procent van <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse bevolk<strong>in</strong>g met een gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong>rapportcijfer van 7,7 (zeer) tevre<strong>de</strong>n is met zijn woonomgev<strong>in</strong>g. Naast een aantalobjectieve <strong>in</strong>dicatoren zoals aan<strong>de</strong>el allochtonen en jongeren, <strong>in</strong>komen en soortbebouw<strong>in</strong>g, wordt die tevre<strong>de</strong>nheid <strong>in</strong> hoge mate bepaald door drie van onze vierhoofdthema’s: <strong>de</strong> fysieke omgev<strong>in</strong>g (<strong>de</strong> openbare ruimte en voorzien<strong>in</strong>gen);overlast, crim<strong>in</strong>aliteit en veiligheid; en <strong>de</strong> sociale omgev<strong>in</strong>g (<strong>de</strong> mensen en hoemen met elkaar omgaat) (vrom 2004b: 45).Onze bev<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen krijgen ook steun vanuit <strong>de</strong> analyses van Van Dijk et al.(2000), die laten zien dat <strong>de</strong> sociale relaties <strong>in</strong> <strong>buurt</strong>en – “<strong>de</strong> mate waar<strong>in</strong> bewonersmet elkaar contact hebben én <strong>de</strong> kwaliteit van dat contact” – kunnen bijdragenaan <strong>de</strong> oploss<strong>in</strong>g van maatschappelijke problemen zoals (gevoelens van)veiligheid en leefbaarheid (figuur 5.1).


<strong>de</strong> toegevoeg<strong>de</strong> waar<strong>de</strong> van <strong>buurt</strong>gericht beleidFiguur 5.1Sociale relaties als bron van leefbaarheid en veiligheidStatistische correlaties.52Slachtofferschap<strong>in</strong>braakLeefbaarheid*-.20.31.29Sociale kwaliteit *-.31Perceptie vanvermogens<strong>de</strong>licten-.44Slachtofferschapautocrim<strong>in</strong>aliteit.28.35Gevoelens vanonveiligheid-.23143* Sociale kwaliteit heeft betrekk<strong>in</strong>g op <strong>de</strong> mate waar<strong>in</strong> bewoners met elkaar contact hebben en op <strong>de</strong> kwaliteitvan dat contact. On<strong>de</strong>r leefbaarheid verstaan we hier, <strong>in</strong> navolg<strong>in</strong>g van De Hart 2002, het samenspel tussenfysieke kwaliteit, sociale kwaliteit, sociale kenmerken en veiligheid van <strong>de</strong> omgev<strong>in</strong>g.Enerzijds is er sprake van een direct effect (<strong>de</strong> pijl die vanuit sociale kwaliteit is getrokken en die rechtstreeksgaat naar leefbaarheid en onveiligheidsgevoel). An<strong>de</strong>rzijds zijn er ook <strong>in</strong>directe effecten. Een lage socialekwaliteit <strong>in</strong> een <strong>buurt</strong> hangt samen met een relatief hoog percentage <strong>in</strong>braken en meer <strong>in</strong>braken <strong>in</strong> een gebiedverstevigen het gevoel bij burgers dat er relatief veel vermogenscrim<strong>in</strong>aliteit <strong>in</strong> hun <strong>buurt</strong> voorkomt, en dati<strong>de</strong>e leidt weer tot een gevoel van onleefbaarheid en onveiligheid. Via slachtofferschap van autocrim<strong>in</strong>aliteitloopt een vergelijkbaar <strong>in</strong>direct effect. En bovendien heeft <strong>de</strong> factor sociale kwaliteit ook zelfstandig eeneffect op het i<strong>de</strong>e dat er veel vermogenscrim<strong>in</strong>aliteit <strong>in</strong> een <strong>buurt</strong> wordt gepleegd.Bron: Van Dijk et al. (2000)Van Poll (1997) volgt <strong>in</strong> zijn promotieon<strong>de</strong>rzoek een an<strong>de</strong>re bena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g. Metgebruik van verschillen<strong>de</strong> methodieken stelt hij vast welke factoren een rolspelen bij <strong>de</strong> beoor<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> woon- en omgev<strong>in</strong>gskwaliteit door burgers. Alsbelangrijkste <strong>buurt</strong>factoren beschouwt hij: voorzien<strong>in</strong>gen (bijvoorbeeld scholen,groen, openbare verlicht<strong>in</strong>g, openbaar vervoer, w<strong>in</strong>kels); (sociale) veiligheidsrisico’s(bijvoorbeeld <strong>in</strong>braak, vandalisme, drugs, straatroof, verkeer); sociale ban<strong>de</strong>n<strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>; milieuh<strong>in</strong><strong>de</strong>r (bijvoorbeeld geluidsoverlast, bo<strong>de</strong>mverontre<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>g);hygiëne/straatvuil (bijvoorbeeld vuilnis, afbraak, lelijke en verlaten gebouwen,on<strong>de</strong>rhoud); en drukte (bijvoorbeeld bevolk<strong>in</strong>gsdichtheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>, drukkestraten).


vertrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>Op<strong>in</strong>iepeil<strong>in</strong>gen van <strong>de</strong> Consumentenbond, Motivaction en het Sociaal enCultureel Planbureau (scp) bie<strong>de</strong>n ver<strong>de</strong>re <strong>in</strong>dicaties voor <strong>de</strong> relevantie van een<strong>buurt</strong>gericht beleid op gemeentelijk niveau. De Consumentenbond (2003) vroegeen kle<strong>in</strong>e 4.000 burgers om 100 euro extra te ver<strong>de</strong>len over concrete bested<strong>in</strong>gsdoelenb<strong>in</strong>nen hun gemeentebegrot<strong>in</strong>g. Zij bleken het meeste geld te willenuitgeven aan meer blauw op straat, meer cameratoezicht en <strong>de</strong>rgelijke (25 euro),op afstand gevolgd door beter on<strong>de</strong>rhoud en schoonhou<strong>de</strong>n van bestrat<strong>in</strong>g(14 euro). Weer daarachter bevon<strong>de</strong>n zich <strong>de</strong> huisvest<strong>in</strong>g voor burgers, het on<strong>de</strong>rhoudvan scholen, <strong>de</strong> groen- en speelvoorzien<strong>in</strong>gen en <strong>de</strong> vuilnisophaal. Het zijnalle doelen met een hoog <strong>buurt</strong>gehalte; <strong>in</strong> <strong>de</strong> top-negen vallen alleen belast<strong>in</strong>gverlag<strong>in</strong>gen snellere afhan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g van procedures niet on<strong>de</strong>r die noemer.De gegevens van Motivaction bevestigen het belang dat ‘<strong>de</strong> burger’ hecht aanmaatschappelijke problemen met een belangrijk, zij het stellig niet exclusief,aangrijp<strong>in</strong>gspunt <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>. Gevraagd naar <strong>de</strong> zaken die <strong>de</strong> gemeente het meestdr<strong>in</strong>gend moet verbeteren, staan veiligheid en openbare or<strong>de</strong> met voorsprong op<strong>de</strong> eerste plaats, gevolgd door <strong>de</strong> manier waarop mensen met elkaar omgaan(sociale kwaliteit), verkeersveiligheid, parkeerbeleid en publieke voorzien<strong>in</strong>gen.144Tabel 5.1Men<strong>in</strong>gen van bewoners over hun eigen <strong>buurt</strong>Algemene tevre<strong>de</strong>nheid, maar verschillen <strong>in</strong> belev<strong>in</strong>g en gebruik(<strong>in</strong> % van respons 1 )Bewoners vanachterstands-Bewoners vanmid<strong>de</strong>nstands-Bewoners vanvoorstands-<strong>buurt</strong>en 2<strong>buurt</strong>en 3<strong>buurt</strong>en 4Tevre<strong>de</strong>n met <strong>de</strong> kwaliteit van <strong>de</strong> won<strong>in</strong>gVeilig gevoel <strong>in</strong> huisPlekken of straten waar men ’s nachts liever niet komtBang om lastiggevallen of beroofd te wor<strong>de</strong>n <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>Overlast van bekladd<strong>in</strong>g en verniel<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>Overlast van an<strong>de</strong>re <strong>buurt</strong>bewonersGebruik van openbaar groen <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>Gebruik van recreatiemogelijkhe<strong>de</strong>n <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>72914719331564557693341222116862879621720976771 Voor vetgedrukte getallen gel<strong>de</strong>n statistisch significante afwijk<strong>in</strong>gen van het gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> (95%-betrouwbaarheidsniveau).2 Wijken waarvoor een meerjarenontwikkel<strong>in</strong>gsprogramma (mop) is opgesteld.3 Geen achter- of voorstandswijken.4Inkomen hoger dan e 3.000 per maand, niet wonend <strong>in</strong> mop-wijk.Bron: vrom 2000, geanalyseerd door Motivaction


<strong>de</strong> toegevoeg<strong>de</strong> waar<strong>de</strong> van <strong>buurt</strong>gericht beleidEnquêteon<strong>de</strong>rzoek van het scp (2004) bevestigt voorts accenten uit ons eigenveldon<strong>de</strong>rzoek. Ruim 80 procent van <strong>de</strong> mensen verwacht bijvoorbeeld <strong>in</strong> 2020meer zelf verantwoor<strong>de</strong>lijk te zijn voor <strong>de</strong> veiligheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> eigen woonomgev<strong>in</strong>g;een kle<strong>in</strong>e 90 procent <strong>de</strong>nkt dat toezicht meer door particuliere beveilig<strong>in</strong>g zalwor<strong>de</strong>n verricht en stemt daar <strong>in</strong> ruime meer<strong>de</strong>rheid ook mee <strong>in</strong> (scp 2004: 481;zie par. 3.3). Burgers hechten ook belang aan <strong>de</strong> bre<strong>de</strong> school; een kle<strong>in</strong>e 60procent acht het waarschijnlijk dat <strong>in</strong> 2020 scholen zich buiten <strong>de</strong> gewoneschooltijd veel meer dan nu zullen bezighou<strong>de</strong>n met zaken als naschoolseopvang, hulp bij opvoed<strong>in</strong>g en huiswerkbegeleid<strong>in</strong>g en ruim 60 procent acht datwenselijk (scp 2004: 404; zie par. 3.4).Ook <strong>de</strong> differentiatie naar soort <strong>buurt</strong>, zoals al is gesignaleerd <strong>in</strong> <strong>de</strong> hoofdstukken3 en 4, is <strong>in</strong> an<strong>de</strong>re on<strong>de</strong>rzoek<strong>in</strong>gen herkenbaar. De meeste mensen zijn re<strong>de</strong>lijktevre<strong>de</strong>n met hun won<strong>in</strong>g, maar er wor<strong>de</strong>n accenten geplaatst als het gaat om <strong>de</strong>directe woonomgev<strong>in</strong>g (tabel 5.1). Zo wensen <strong>de</strong> bewoners van achterstands<strong>buurt</strong>enmeer aandacht voor hun veiligheid en <strong>de</strong> verloe<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> openbareruimte, terwijl <strong>in</strong> voorstands<strong>buurt</strong>en wordt gevraagd om een zwaar<strong>de</strong>r accent op<strong>de</strong> fysieke <strong>in</strong>richt<strong>in</strong>g.Enigsz<strong>in</strong>s verrassend, zeker voor beleidsmakers die het platteland soms nog i<strong>de</strong>ntificerenmet landbouw, is <strong>de</strong> grote gelijkenis tussen dorpen en ste<strong>de</strong>n (par. 2.3).Slechts op een beperkt aantal punten is er sprake van statistisch significanteverschillen tussen dorpel<strong>in</strong>gen en ste<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> hun leefbaarheidsbelev<strong>in</strong>g(tabel 5.2). Vooral <strong>de</strong> veiligheidsbelev<strong>in</strong>g weegt <strong>in</strong> grote ste<strong>de</strong>n veel zwaar<strong>de</strong>r danop het platteland. Dit bevestigt <strong>de</strong> bev<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen van ons veldon<strong>de</strong>rzoek en dat vanan<strong>de</strong>ren zoals Thissen (2001) en R. Engbersen et al. (2001; 2003): het platteland isniet meer wat het is geweest. De media, televisie vooral, brachten <strong>de</strong> wereldb<strong>in</strong>nenshuis. Met <strong>de</strong> komst van <strong>de</strong> ‘twee<strong>de</strong> auto’ zijn bovendien problemen vanfysieke mobiliteit (openbaar vervoer) m<strong>in</strong><strong>de</strong>r zwaarwegend gewor<strong>de</strong>n en hebbenagrarische werkdorpen zich <strong>in</strong> toenemen<strong>de</strong> mate ontwikkeld tot woondorpen,met steeds vaker een regionale economische en sociale oriëntatie (werk envertier). Instromers – veelal <strong>in</strong> <strong>de</strong> or<strong>de</strong> van 50 procent <strong>in</strong> een tiental jaren –wor<strong>de</strong>n snel opgenomen <strong>in</strong> dorpsgemeenschappen die wor<strong>de</strong>n gekenmerkt doornieuwe vormen van samenb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g, gebaseerd op een ge<strong>de</strong>el<strong>de</strong> trots.145De conclusie is dat het belang dat onze gesprekspartners tij<strong>de</strong>ns het veldon<strong>de</strong>rzoekaan <strong>de</strong> geselecteer<strong>de</strong> beleidsterre<strong>in</strong>en hechtten, bre<strong>de</strong>r wordt ge<strong>de</strong>eld, ookwaar mogelijk op dit moment (nog) geen sprake is van experimenten met eengrotere <strong>buurt</strong>betrokkenheid.5.3 <strong>de</strong> <strong>in</strong>hou<strong>de</strong>lijke toegevoeg<strong>de</strong> waar<strong>de</strong>Op elk van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzochte terre<strong>in</strong>en kan met behulp van een <strong>buurt</strong>gericht beleidgrote ‘w<strong>in</strong>st’ wor<strong>de</strong>n behaald. Op dit moment is <strong>de</strong>ze potentie echter omverschillen<strong>de</strong> re<strong>de</strong>nen nauwelijks verwerkelijkt <strong>in</strong> het bestaan<strong>de</strong> beleid. Er ligtdus een uitnodig<strong>in</strong>g aan beleidsmakers om <strong>de</strong> kansen aan te grijpen.


vertrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>Tabel 5.2Men<strong>in</strong>g van dorpel<strong>in</strong>gen en ste<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen over hun gemeenteVerwachte accenten(<strong>in</strong> % van <strong>de</strong> respons 1 )Welke zaken moeten b<strong>in</strong>nen uw gemeente het meest dr<strong>in</strong>gendwor<strong>de</strong>n verbeterd?Dorpsbewoners2OverigenVeiligheid en openbare or<strong>de</strong>De manier waarop mensen met elkaar omgaanParkeerbeleidGemeentere<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>gSportvoorzien<strong>in</strong>genOpenbaar vervoerPublieke voorzien<strong>in</strong>gen (school, ziekenhuis, postkantoor, enz.)2921181011242658332813719191Voor vetgedrukte getallen gel<strong>de</strong>n statistisch significante afwijk<strong>in</strong>gen van het gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong>146(95%-betrouwbaarheidsniveau).2 Ste<strong>de</strong>lijkheid 4 of 5 (m<strong>in</strong><strong>de</strong>r dan 1.000 adressen per km 2 en gemid<strong>de</strong>ld <strong>in</strong>komen m<strong>in</strong><strong>de</strong>r dan e 3.000 netto permaand).Bron: Motivaction5.3.1 w<strong>in</strong>stkansen op verschillen<strong>de</strong> leefbaarheidsterre<strong>in</strong>enKan een sterker accent op <strong>de</strong> <strong>buurt</strong> <strong>in</strong> termen van maatschappelijk ren<strong>de</strong>mentzodanig z<strong>in</strong>vol zijn dat <strong>de</strong> overheid er verstandig aan doet een <strong>buurt</strong>gerichtbeleid vorm te geven? Het gaat <strong>de</strong> reikwijdte van dit rapport te boven om eenkwantitatieve on<strong>de</strong>rbouw<strong>in</strong>g van alle kosten en baten te leveren en die bovendiente vergelijken met an<strong>de</strong>re bena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen met (<strong>de</strong>els) vergelijkbare doelen.De potentiële f<strong>in</strong>anciële voor<strong>de</strong>len lijken echter zo groot dat met een re<strong>de</strong>lijkewaarschijnlijkheid mag wor<strong>de</strong>n gesproken van een tot nu toe gemiste kans.Stel, ter illustratie, dat op het terre<strong>in</strong> van <strong>de</strong> fysieke <strong>in</strong>richt<strong>in</strong>g <strong>de</strong> waar<strong>de</strong> van hetonroerend goed door gerichte <strong>buurt</strong>acties met een procent zou toenemen. Dit isop basis van <strong>de</strong> bestaan<strong>de</strong> <strong>in</strong>zichten zon<strong>de</strong>r twijfel een lage schatt<strong>in</strong>g – wewezen <strong>in</strong> paragraaf 3.2 bijvoorbeeld op <strong>de</strong> meerwaar<strong>de</strong> van groen en veiligheid.Ons beperkend tot alleen het won<strong>in</strong>gbestand van <strong>de</strong> wooncorporaties, datvolgens het m<strong>in</strong>isterie van vrom op basis van <strong>de</strong> woz-taxatie <strong>in</strong> 1999 eenwaar<strong>de</strong> heeft van ruim 220 miljard euro, zou dit een stijg<strong>in</strong>g betekenen <strong>in</strong> <strong>de</strong>or<strong>de</strong> van 2 miljard euro. Of stel dat <strong>de</strong> k<strong>in</strong><strong>de</strong>ropvang door <strong>de</strong> bre<strong>de</strong> scholenzodanig verbetert dat <strong>de</strong> arbeidsparticipatie van vrouwen ver<strong>de</strong>r kan toenemenvan <strong>de</strong> huidige 57 procent naar, zeg, 60 procent; nog steeds 13 procentpuntm<strong>in</strong><strong>de</strong>r dan <strong>in</strong> een land als Denemarken (scp 2000: 98). Conservatieve schatt<strong>in</strong>gendui<strong>de</strong>n op een ver<strong>de</strong>re toename van het b<strong>in</strong>nenlands product als gevolg van


<strong>de</strong> toegevoeg<strong>de</strong> waar<strong>de</strong> van <strong>buurt</strong>gericht beleidzo’n participatietoename met ruwweg 3 miljard euro (Keuzenkamp 2000;W<strong>in</strong>semius en Houtepen 2002: 11).Welke bespar<strong>in</strong>g zou voorts zijn te realiseren bij <strong>de</strong> opvang van kwetsbare groepenen <strong>in</strong>dividuen – gehandicapten en senioren bijvoorbeeld – omdat <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>hierbij meer taken op zich neemt? En wat zijn <strong>de</strong> <strong>de</strong>nkbare baten van een <strong>buurt</strong>gerichtbeleid op het gebied van veiligheid en on<strong>de</strong>rwijs, bijvoorbeeld doordat <strong>de</strong>maatschappelijke kosten dalen ten gevolge van <strong>de</strong> afgenomen kle<strong>in</strong>e crim<strong>in</strong>aliteitof <strong>de</strong> verm<strong>in</strong><strong>de</strong>r<strong>de</strong> schooluitval? Amerikaans on<strong>de</strong>rzoek wijst op <strong>de</strong> vicieuzecirkel van sociale <strong>buurt</strong>kwaliteit en har<strong>de</strong> misdaad: “The comb<strong>in</strong>ed measure of<strong>in</strong>formal social control and cohesion and trust rema<strong>in</strong>ed a robust predictor oflower rates of violence” (Sampson et al. 1997; zie ook De Hart 2002; Engbersen etal. 2005). We zullen ons niet wagen aan numerieke schatt<strong>in</strong>gen van <strong>de</strong> doorwerk<strong>in</strong>g.Het gaat echter steeds om grote bedragen en een – beperkte – verbeter<strong>in</strong>g opelk van dit soort punten is op basis van ons empirisch on<strong>de</strong>rzoek <strong>de</strong>nkbaar.Ook op an<strong>de</strong>re beleidsterre<strong>in</strong>en, die <strong>in</strong> ons veldon<strong>de</strong>rzoek niet zijn meegenomen,is sprake van tekortkom<strong>in</strong>gen die (<strong>de</strong>els) op <strong>buurt</strong>niveau kunnen wor<strong>de</strong>n opgelost.De grote verschillen tussen <strong>buurt</strong>en als het gaat om algemene gezondheids<strong>in</strong>dicatoren– zoals sterftekans, het percentage mensen met een chronischeaandoen<strong>in</strong>g of (gezon<strong>de</strong>) levensverwacht<strong>in</strong>g – wor<strong>de</strong>n me<strong>de</strong> bepaald door <strong>de</strong>kwaliteit van <strong>de</strong> sociale en fysieke omgev<strong>in</strong>g (zie rivm 2000: 222 en <strong>de</strong> daarvermel<strong>de</strong> bronnen Mackenbach en Verkleij 1997 en Van Oers et al. 1998; ookPutnam 2000: 326 e.v.). En bij het milieubeleid, speciaal waar het betreft energiebespar<strong>in</strong>gen <strong>de</strong> daarmee verband hou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> klimaatveran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g, kan een <strong>buurt</strong>accentpositief bijdragen.147Over <strong>de</strong> <strong>in</strong>directe, vooral kwalitatieve voor<strong>de</strong>len van <strong>de</strong> <strong>buurt</strong> als aangrijp<strong>in</strong>gspuntvoor beleid, bijvoorbeeld <strong>in</strong> <strong>de</strong> vorm van een verbeterd sociaal en economischklimaat, spraken we nog niet; ook die kunnen vooralsnog als een bijproductwor<strong>de</strong>n beschouwd van een sterker <strong>buurt</strong>accent op <strong>de</strong> vier besprokenbeleidsterre<strong>in</strong>en. Hoewel dus een na<strong>de</strong>re, zo mogelijk kwantitatieve uitwerk<strong>in</strong>gz<strong>in</strong>vol is, mag op dit moment re<strong>de</strong>lijkerwijs wor<strong>de</strong>n veron<strong>de</strong>rsteld: een extra<strong>buurt</strong>accent biedt het vooruitzicht van een maatschappelijke meerwaar<strong>de</strong>. Deeerste on<strong>de</strong>rzoeksvraag zoals geformuleerd <strong>in</strong> hoofdstuk 1 kan daarmee ookvanuit <strong>de</strong> <strong>in</strong>valshoek van maatschappelijk ren<strong>de</strong>ment positief wor<strong>de</strong>n beantwoord:activiteiten van mensen <strong>in</strong> <strong>buurt</strong>en kunnen bijdragen aan <strong>de</strong> aanpak vanalledaagse leefbaarheidsproblemen. In welke mate en hoe dat vorm kan krijgen,zowel qua <strong>in</strong>houd als proces, komt <strong>in</strong> volgen<strong>de</strong> paragrafen aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong>.5.3.2 oorzaken van het niet benutten van w<strong>in</strong>stkansenDe potentie van <strong>buurt</strong>gericht beleid is tot nu toe nog maar nauwelijks benut <strong>in</strong>bestaan<strong>de</strong> beleidsaanpakken. De drie voornaamste oorzaken die daarvoorkunnen wor<strong>de</strong>n aangewezen, zijn: (a) veran<strong>de</strong>r<strong>de</strong> <strong>in</strong>zichten; (b) onvoldoen<strong>de</strong>on<strong>de</strong>rbouw<strong>de</strong> beleidstheorieën; (c) een niet altijd succesvolle beleidsuitvoer<strong>in</strong>g.


vertrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>Veran<strong>de</strong>r<strong>de</strong> <strong>in</strong>zichtenIn hoofdstuk 2 is <strong>in</strong>gegaan op <strong>de</strong> kritiek van <strong>de</strong> socioloog Van Doorn (1955) op <strong>de</strong>kortstondige <strong>buurt</strong>- en wijkgolf aan het beg<strong>in</strong> van <strong>de</strong> jaren vijftig van <strong>de</strong> vorigeeeuw. Belangrijk punt van zijn kritiek was <strong>de</strong> romantiser<strong>in</strong>g van het <strong>buurt</strong>i<strong>de</strong>e alsbelangrijke vorm van ‘gemeenschap’ (die verloren was gegaan dan wel dreig<strong>de</strong> tegaan). Van Doorn gaf aan dat mensen meer contacten en <strong>in</strong>tegratieka<strong>de</strong>rs had<strong>de</strong>ndan <strong>de</strong> directe <strong>buurt</strong> waar<strong>in</strong> ze leef<strong>de</strong>n. Een halve eeuw van economische enmaatschappelijke ontwikkel<strong>in</strong>g ver<strong>de</strong>r is dat <strong>de</strong>s te meer waar.148Ons on<strong>de</strong>rzoek staat dan ook niet <strong>in</strong> het licht van het entameren van een ‘<strong>buurt</strong>beleid’zoals dat sommigen aan het beg<strong>in</strong> van <strong>de</strong> jaren vijftig voor ogen stond,refererend aan een organisch opgebouw<strong>de</strong> samenlev<strong>in</strong>g, vanuit cellen vanon<strong>de</strong>rop: gez<strong>in</strong>, <strong>buurt</strong>, wijk, enzovoort (en <strong>in</strong>gaand tegen <strong>de</strong> verzuil<strong>de</strong> samenlev<strong>in</strong>g– dát was <strong>de</strong> politieke strekk<strong>in</strong>g ervan <strong>in</strong> dat tijdsgewricht). In dit on<strong>de</strong>rzoekstaat daarentegen het i<strong>de</strong>e centraal dat er doorgaans meer zelforganiserendvermogen bij mensen aanwezig is dan door beleidsmakers en -uitvoer<strong>de</strong>rs wordtveron<strong>de</strong>rsteld. Als we hier spreken van <strong>buurt</strong>beleid bedoelen we iets an<strong>de</strong>rs: watzijn <strong>de</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>n voor mensen op kle<strong>in</strong>schalige niveaus (<strong>de</strong> <strong>buurt</strong>) om zélfleefbaarheidsproblemen aan te pakken en welke condities bevor<strong>de</strong>ren dat?Vervolgens is <strong>de</strong> vraag wat overheid en sociale spelers kunnen doen (en laten)om <strong>de</strong> condities daarvoor te beïnvloe<strong>de</strong>n. Daarover han<strong>de</strong>lt dit rapport.Netwerktheoretici zoals Wellman waarschuwen ook: wie ‘gemeenschap’ on<strong>de</strong>rzoekt,moet niet bij <strong>de</strong> <strong>buurt</strong> beg<strong>in</strong>nen (Blokland-Potters 1998: 73). In veel ou<strong>de</strong>reliteratuur wordt een <strong>buurt</strong> als een gemeenschap gezien: een territoriale uitdrukk<strong>in</strong>gvan een sterke b<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g. Later is die i<strong>de</strong>e meer en meer losgelaten (voor eenrecent overzicht hoe ‘<strong>de</strong> <strong>buurt</strong>’ is geconceptualiseerd <strong>in</strong> 40 jaar sociaal-geografischon<strong>de</strong>rzoek, zie Van Engelsdorp Gastelaars 2003). De meeste auteurs nemennu afstand van het ‘<strong>buurt</strong> = gemeenschap’-i<strong>de</strong>e (Blokland-Potters 1998: 243).Wellman et al. stellen bijvoorbeeld vast dat mensen een veelvoud van relatieson<strong>de</strong>rhou<strong>de</strong>n, waarvan vele buiten <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>. Ook uit Ne<strong>de</strong>rlands on<strong>de</strong>rzoek isbekend dat mensen zich weliswaar het meest verbon<strong>de</strong>n voelen met <strong>de</strong>genen metwie zij bepaal<strong>de</strong> <strong>in</strong>teresses <strong>in</strong> <strong>de</strong> vrije tijd <strong>de</strong>len, maar dat wordt direct gevolgddoor opleid<strong>in</strong>g en werk (scp 2003). De sterk toegenomen participatie van vrouwen<strong>in</strong> het arbeidsproces en <strong>de</strong> grotere <strong>in</strong>stroom plus <strong>de</strong> langere duur van opleid<strong>in</strong>genhebben sociale netwerken verruimd. Traditionele contacten, bijvoorbeeld<strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>, verloren daarbij aan gewicht.We sluiten ons <strong>in</strong> dit opzicht aan bij Wellman en <strong>de</strong> zijnen. Klassieke <strong>buurt</strong><strong>de</strong>f<strong>in</strong>itiesgaan uit van een gegeven aantal bewoners en een m<strong>in</strong> of meer vanzelfspreken<strong>de</strong>begrenz<strong>in</strong>g, zoals een bepaal<strong>de</strong> geografische afmet<strong>in</strong>g of een bestuurlijkadm<strong>in</strong>istratiefgeïnspireer<strong>de</strong> wijk<strong>in</strong><strong>de</strong>l<strong>in</strong>g. Indien mensen zelf hun <strong>buurt</strong><strong>de</strong>f<strong>in</strong>iëren, vanuit een <strong>buurt</strong>belev<strong>in</strong>g van een sociaal netwerk met voor henbelangrijke contacten, dan ontstaat er een an<strong>de</strong>r beeld. Een aldus ge<strong>de</strong>f<strong>in</strong>ieer<strong>de</strong><strong>buurt</strong> kan bestaan uit een netwerk van sociale knooppunten: eigen won<strong>in</strong>g, kroegen,bistro’s, parkjes, een w<strong>in</strong>kelstraat met koffiehoek, enzovoort. Al het tussen-


<strong>de</strong> toegevoeg<strong>de</strong> waar<strong>de</strong> van <strong>buurt</strong>gericht beleidliggen<strong>de</strong> wordt dan als het ware overgeslagen. Gegeven <strong>de</strong>ze relativer<strong>in</strong>g van het<strong>buurt</strong>begrip blijft <strong>in</strong> dit rapport – waar <strong>de</strong> focus is gericht op <strong>de</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>ndie mensen op kle<strong>in</strong>schalig niveau hebben om een aantal concrete leefbaarheidsproblemen<strong>in</strong> hun directe omgev<strong>in</strong>g aan te pakken – een territoriale maat vanzo’n sociale archipel echter wel opgelegd. Zon<strong>de</strong>r af te doen aan <strong>de</strong> sociale functiedie <strong>in</strong>ternationaal chatten<strong>de</strong> m<strong>in</strong>igemeenschappen voor mensen kunnen hebben,zijn we daar niet op gericht.Onvoldoen<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rbouw<strong>de</strong> beleidstheorieënHet is dui<strong>de</strong>lijk dat een <strong>buurt</strong>accent kan bijdragen aan het formuleren van betereoploss<strong>in</strong>gen voor leefbaarheidsproblemen, maar – zoals is aangetoond door VanDijk et al. (2000) – blijft een kritische <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>g vereist. Veel bestaand <strong>buurt</strong>- enwijkbeleid, zeggen zij, is gebaseerd op beleidstheorieën die bij na<strong>de</strong>re analyse nietstandhou<strong>de</strong>n. Het gaat daarbij om veron<strong>de</strong>rstell<strong>in</strong>gen over het mogelijke nut eneffect van bepaal<strong>de</strong> beleidsmaatregelen die zijn bedoeld om maatschappelijkeproblemen beter te kunnen aanpakken.Een tweetal van die veron<strong>de</strong>rstell<strong>in</strong>gen heeft betrekk<strong>in</strong>g op <strong>de</strong> veiligheid en leefbaarheid<strong>in</strong> <strong>buurt</strong>en en vormt <strong>in</strong> veel gemeenten een belangrijke grondslag van hetbeleid. De slagz<strong>in</strong>nen waaron<strong>de</strong>r het beleid ten uitvoer wordt gebracht, zijn aansprekend.De slogan ‘Schoon, Heel en Veilig’ gaat uit van <strong>de</strong> veron<strong>de</strong>rstell<strong>in</strong>g dat‘schoon’ en ‘heel’ factoren zijn die sterk, en misschien zelfs wel oorzakelijk, metverschillen <strong>in</strong> veiligheid samenhangen. Het is een motto dat goed aanvoelt: troeptrekt troep, fysiek gerommel leidt tot sociaal gerommel. Het anti-graffitibeleid <strong>in</strong><strong>de</strong> Verenig<strong>de</strong> Staten biedt een on<strong>de</strong>rbouw<strong>in</strong>g voor het geloof dat <strong>de</strong> veiligheidbeleidsmatig kan wor<strong>de</strong>n bevor<strong>de</strong>rd door ervoor te zorgen dat straten en <strong>buurt</strong>enschoon en heel zijn. Het motto ‘Veiligheid door Leefbaarheid’ gaat evenzo uit van<strong>de</strong> veron<strong>de</strong>rstell<strong>in</strong>g dat een laag niveau van leefbaarheid <strong>in</strong> een <strong>buurt</strong> doorwerkt <strong>in</strong>een m<strong>in</strong><strong>de</strong>re veiligheid(sbelev<strong>in</strong>g). Het zou dus zaak zijn <strong>de</strong> leefbaarheid te verbeterenom tegelijkertijd <strong>de</strong> subjectieve veiligheid ook te verhogen.149De veron<strong>de</strong>rstell<strong>in</strong>gen achter bei<strong>de</strong> theorieën wor<strong>de</strong>n echter niet bevestigd doorstatistische analyses: er blijkt geen wezenlijke oorzaak-en-gevolgrelatie tebestaan tussen het schoon en heel hou<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> openbare ruimte aan <strong>de</strong> enekant en veiligheid aan <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re kant, noch tussen leefbaarheid en veiligheid.Veeleer hebben bei<strong>de</strong> <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> bron: een hoge sociale kwaliteit. Er geldt volgensVan Dijk et al. “dat er <strong>in</strong> <strong>buurt</strong>en met een hoge sociale kwaliteit klaarblijkelijk eenhoge drempel is voor gedrag dat leidt tot verloe<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g. Als bewoners <strong>in</strong> een <strong>buurt</strong>op een aangename wijze met elkaar omgaan, dan remt dat asociaal gedrag. Inwijken en <strong>buurt</strong>en waar<strong>in</strong> ‘ie<strong>de</strong>reen’ langs elkaar heen leeft is die drempel erniet.” Zij conclu<strong>de</strong>ren: “Beleid gericht op <strong>de</strong> verbeter<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> sociale kwaliteitvan wijken en <strong>buurt</strong>en, zou <strong>de</strong>rhalve een zeer hoge prioriteit moeten krijgen.”In een curieuze toevoeg<strong>in</strong>g merkt Van Veenen (2004: 188) op dat blijkens praktijkbeschrijv<strong>in</strong>genvan opbouwwerkers bewoners<strong>in</strong>itiatieven rond ‘Schoon, Heelen Veilig’ <strong>in</strong> veel gevallen niet lei<strong>de</strong>n tot verb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen tussen groepen, maar veel-


vertrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>eer tegenstell<strong>in</strong>gen vergroten. Autochtonen brengen overlast, vervuil<strong>in</strong>g enonveiligheid vaak <strong>in</strong> verband met allochtonen. “Strategieën voor bewonersparticipatiewaar<strong>in</strong> <strong>buurt</strong>beheer centraal staat kunnen <strong>in</strong> <strong>buurt</strong>en-<strong>in</strong>-veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gcontraproductief werken.”Beleidsuitvoer<strong>in</strong>g geen onver<strong>de</strong>eld succesWeertman en Meeg<strong>de</strong>s (2002) on<strong>de</strong>rvroegen ambtelijk leid<strong>in</strong>ggeven<strong>de</strong>n enbestuur<strong>de</strong>rs van gemeenten met m<strong>in</strong><strong>de</strong>r dan 150.000 <strong>in</strong>woners over hun wijkaanpak.Het beeld dat zij presenteren is gemengd.150Aan <strong>de</strong> ene kant is het draagvlak on<strong>de</strong>r raadsle<strong>de</strong>n, bestuur<strong>de</strong>rs, externe partnersen on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> bevolk<strong>in</strong>g naar <strong>de</strong> men<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> respon<strong>de</strong>nten groot. Alleen on<strong>de</strong>rambtenaren heeft een <strong>de</strong>r<strong>de</strong> volgens <strong>de</strong> eigen superieuren vraagtekens. Liefstnegen van <strong>de</strong> tien respon<strong>de</strong>nten ziet een positief effect van wijkaanpak op <strong>de</strong>betrokkenheid van burgers bij <strong>de</strong> toekomst van <strong>de</strong> eigen wijk. De burgers zou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> leefbaarheid van <strong>de</strong> wijk positiever zijn gaan ervaren. Ook <strong>de</strong> wisselwerk<strong>in</strong>gtussen burgers, externe partners en <strong>de</strong> gemeente is door <strong>de</strong> wijkaanpak verbeterd.Burgers hebben meer <strong>in</strong>vloed gekregen op <strong>de</strong> besluitvorm<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> gemeente enambtenaren hebben meer oog gekregen voor <strong>de</strong> wensen van <strong>de</strong> burgers. De overgrotemeer<strong>de</strong>rheid van <strong>de</strong> gemeenten voert dan ook regelmatig overleg met wijkbewonersen -organisaties. In 18 procent van <strong>de</strong> gemeenten zijn volgens diton<strong>de</strong>rzoek wijk- of stads<strong>de</strong>elra<strong>de</strong>n <strong>in</strong>gesteld met eigen bevoegdhe<strong>de</strong>n. Wijkplannenzijn daar<strong>in</strong> een belangrijk on<strong>de</strong>rwerp van gesprek. In ongeveer twee <strong>de</strong>r<strong>de</strong>van <strong>de</strong> gemeenten is er een apart wijkbudget beschikbaar gesteld.Aan <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re kant sporen bij circa 70 procent van <strong>de</strong> gemeenten <strong>de</strong> behaal<strong>de</strong>resultaten niet met <strong>de</strong> verwacht<strong>in</strong>gen van alle partijen. Men is te vaak ongedurig,wil te snel concrete verbeter<strong>in</strong>gen zien, terwijl voor het oplossen van knelpuntengeduld is vereist, vooral op het terre<strong>in</strong> van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>ge communicatie enverantwoor<strong>de</strong>lijkheidsver<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g. Een zorgpunt voor zowel bestuur<strong>de</strong>rs alstopambtenaren (40 tot 50%) betreft <strong>de</strong> kennis en vaardighe<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> betrokkenbeleidsme<strong>de</strong>werkers. Alle an<strong>de</strong>re belanghebben<strong>de</strong>n – met <strong>in</strong>begrip van <strong>de</strong> bewoners,<strong>de</strong> externe partners en <strong>de</strong> raadsle<strong>de</strong>n – wor<strong>de</strong>n op dit punt positief beoor<strong>de</strong>eld,<strong>de</strong> wijkmanagers zelfs opvallend hoog. De <strong>in</strong>terne afstemm<strong>in</strong>g b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong>gemeente is door wijkaanpak <strong>in</strong> <strong>de</strong> helft van <strong>de</strong> gemeenten echter niet verbeterd.Misschien komt dit me<strong>de</strong> doordat circa driekwart van <strong>de</strong> gemeenten <strong>de</strong> directeverantwoor<strong>de</strong>lijkheid vaak (te?) laag <strong>in</strong> <strong>de</strong> organisatie heeft gelegd bij wijkcoörd<strong>in</strong>atorenof wijkmanagers. Weertman en Meeg<strong>de</strong>s (2002) conclu<strong>de</strong>ren ook dat <strong>de</strong>wijkaanpak vaak botst met <strong>de</strong> reguliere werkwijze en processen van gemeentenen externe partners (zoals <strong>de</strong> wooncorporaties). In een kwart van <strong>de</strong> gemeentebesturenontstaan geregeld conflicten over <strong>de</strong> verantwoor<strong>de</strong>lijkheidsver<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g. Dematrix die wordt gevormd door specifieke, vaak functionele beleidskolommen en<strong>de</strong> horizontale <strong>in</strong>tegratie van <strong>de</strong> wijkaanpak blijkt lastig stuurbaar.Politici en ambtenaren verschillen van men<strong>in</strong>g over het effect van wijkaanpak op<strong>de</strong> werkwijze van bestuur en raad. Twee <strong>de</strong>r<strong>de</strong> van <strong>de</strong> bestuur<strong>de</strong>rs v<strong>in</strong>dt dat <strong>de</strong>


<strong>de</strong> toegevoeg<strong>de</strong> waar<strong>de</strong> van <strong>buurt</strong>gericht beleidwijkaanpak leidt tot een betere <strong>in</strong>tegrale besluitvorm<strong>in</strong>g b<strong>in</strong>nen het gemeentebestuur;bij <strong>de</strong> ambtenaren <strong>de</strong>nkt slechts een <strong>de</strong>r<strong>de</strong> er zo over. In <strong>de</strong> gemeenteraad is<strong>de</strong> doorwerk<strong>in</strong>g m<strong>in</strong><strong>de</strong>r dui<strong>de</strong>lijk: 42 procent van <strong>de</strong> bestuur<strong>de</strong>rs meent dat <strong>de</strong>raad door <strong>de</strong> wijkaanpak meer <strong>in</strong>tegraal werkt, maar van <strong>de</strong> ambtenaren is slechts17 procent die men<strong>in</strong>g toegedaan. Een ruime meer<strong>de</strong>rheid van bei<strong>de</strong> groepen ishet er wel over eens dat bestuur<strong>de</strong>rs door <strong>de</strong> wijkaanpak wor<strong>de</strong>n gestimuleerdom meer te luisteren naar <strong>de</strong> wensen van <strong>de</strong> burgers.Toch wijst juist op dit punt an<strong>de</strong>r on<strong>de</strong>rzoek, van <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse Woonbond(2004: 44-47), op tekortkom<strong>in</strong>gen. Uit een enquête on<strong>de</strong>r bewonersorganisatiesen vertegenwoordigers van gemeenten en wooncorporaties komt het beeld naarvoren van een forse perceptiekloof waar het <strong>de</strong> bewonersbetrokkenheid <strong>in</strong>herstructurer<strong>in</strong>gswijken betreft. Net iets meer dan <strong>de</strong> helft van <strong>de</strong> huur<strong>de</strong>rsorganisatiesnoemt zich goed of voldoen<strong>de</strong> betrokken, terwijl meer dan 90 procentvan <strong>de</strong> gemeenten en corporaties dit oor<strong>de</strong>el heeft. Het verschil wordt nog groterop het punt van <strong>de</strong> <strong>in</strong>vloed op <strong>de</strong> herstructurer<strong>in</strong>g: iets meer dan 30 procentversus 80 procent. Er wor<strong>de</strong>n weliswaar vaak prestatieafspraken gemaakt tussen<strong>de</strong> gemeenten en <strong>de</strong> corporaties waarbij bewonersorganisaties formeel betrokkendienen te zijn, maar slechts <strong>in</strong> 14 procent van <strong>de</strong> gevallen gebeurt dat daadwerkelijk.In feite lijkt het of alle partijen het slechts op één punt getalsmatig eens zijn:het moeizame verloop van het herstructurer<strong>in</strong>gsproces is niet te wijten aan<strong>in</strong>spraakprocedures, die te veel tijd zou<strong>de</strong>n kosten. Veeleer loopt het stroef doorte veel procedures en regels, een gebrek aan geld en te we<strong>in</strong>ig won<strong>in</strong>gen voormensen die moeten verhuizen.1515.4 toegevoeg<strong>de</strong> waar<strong>de</strong> door groter sociaalvertrouwenHet ligt voor <strong>de</strong> hand te vermoe<strong>de</strong>n dat een <strong>buurt</strong>gericht beleid leidt tot eenbetere wisselwerk<strong>in</strong>g tussen bewoners on<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>g en meer sociaal vertrouwen. Ophet eerste gezicht lijkt dit geen groot zorgpunt te zijn waar het Ne<strong>de</strong>rland betreft.Longitud<strong>in</strong>ale en vergelijken<strong>de</strong> studies hebben immers tot nog toe we<strong>in</strong>ig steungegeven aan een beeld van een structureel afnemend sociaal vertrouwen. InNe<strong>de</strong>rland v<strong>in</strong>dt een kle<strong>in</strong>e 60 procent van <strong>de</strong> respon<strong>de</strong>nten dat <strong>de</strong> meestemensen over het algemeen wel te vertrouwen zijn. Dat percentage steekt gunstigaf bij <strong>de</strong> 30 procent of m<strong>in</strong><strong>de</strong>r voor <strong>de</strong> omliggen<strong>de</strong> lan<strong>de</strong>n en het neemt bovendientot nu toe niet af (Dekker en Van <strong>de</strong>n Broek 2004).Er is echter wel <strong>de</strong>gelijk re<strong>de</strong>n voor oplettendheid. Uit een na<strong>de</strong>re beschouw<strong>in</strong>gblijkt dat er zich problemen, vaak nog nauwelijks zichtbaar, voordoen <strong>in</strong> het sociaalvertrouwen b<strong>in</strong>nen onze samenlev<strong>in</strong>g. Bovendien doen zich kansen voor, diemet een gerichte aanpak kunnen resulteren <strong>in</strong> een betere maatschappelijkeontplooi<strong>in</strong>g van grote groepen mensen. In het vervolg gaan we na<strong>de</strong>r <strong>in</strong> op <strong>de</strong>zedreig<strong>in</strong>gen en kansen. Ons eigen veldon<strong>de</strong>rzoek levert te we<strong>in</strong>ig meetpunten opvoor een statistische analyse van <strong>de</strong>ze <strong>in</strong>directe doorwerk<strong>in</strong>g, die het ook mogelijkmaakt te corrigeren voor <strong>de</strong> – sterke – externe ontwikkel<strong>in</strong>gen.


Daarbij past enig voorbehoud. De verschillen tussen <strong>de</strong> stijlen zijn soms kle<strong>in</strong> en<strong>de</strong> groepen zijn op veel punten niet homogeen. De burgerschapsstijlen bie<strong>de</strong>n,net als traditionele <strong>in</strong><strong>de</strong>l<strong>in</strong>gscriteria zoals leeftijd, opleid<strong>in</strong>gsniveau of geslacht,daarom een beperkt handvat voor het voorspellen van gedrag <strong>in</strong> een concretesituatie. Geen enkele variabele is op zichzelf voldoen<strong>de</strong> om alle gedrag te verklavertrouwen<strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>Sociologisch on<strong>de</strong>rzoek door het on<strong>de</strong>rzoeksbureau Motivaction (tekstbox 5.1)stelt ons echter <strong>in</strong> staat nauwkeuriger te kijken naar uiteenlopen<strong>de</strong> burgerschapsstijlen,<strong>in</strong> feite <strong>de</strong> opstell<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> burger ten opzichte van <strong>de</strong> <strong>de</strong>mocratische<strong>in</strong>stituties. Dat on<strong>de</strong>rscheid biedt beleidsmakers een aangrijp<strong>in</strong>gspunt voor eenbeter begrijpen van <strong>de</strong> empirische bev<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen met betrekk<strong>in</strong>g tot leefbaarheidsvraagstukkenzoals beschreven <strong>in</strong> <strong>de</strong> voorgaan<strong>de</strong> hoofdstukken (par. 5.4.2). Tegen<strong>de</strong>ze achtergrond conclu<strong>de</strong>ren we dat <strong>buurt</strong>gericht beleid kan bijdragen aan sociaalvertrouwen, dat wil zeggen on<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>g vertrouwen b<strong>in</strong>nen een gemeenschap(par. 5.4.3). Dat sociaal vertrouwen kan vervolgens een positieve doorwerk<strong>in</strong>ghebben op een aantal wezenlijke maatschappelijke terre<strong>in</strong>en (par. 5.4.4).Tekstbox 5.1Burgerschapsstijlen152Het on<strong>de</strong>rzoeksbureau Motivaction vergaar<strong>de</strong> over een perio<strong>de</strong> van zeven jaar een ge<strong>de</strong>tailleerdgegevensbestand met betrekk<strong>in</strong>g tot gedrag, waar<strong>de</strong>n en behoeften <strong>in</strong> het alledaagse leven vancirca 14.000 burgers. Het bestand wordt jaarlijks aangevuld door een representatieve steekproef,die aan huis wordt uitgevoerd met behulp van schriftelijke vragenlijsten (voor een uitgebrei<strong>de</strong>retoelicht<strong>in</strong>g en verantwoord<strong>in</strong>g zie Spangenberg et al. 2003). Bouwend op het zo verkregen gegevensbestandheeft Motivaction met behulp van clusteranalyse sociale milieus on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n, datwil zeggen groepen Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>rs die op eenzelf<strong>de</strong> wijze <strong>in</strong> het leven staan. Zij <strong>de</strong>len basiswaar<strong>de</strong>nten aanzien van werk, vrije tijd, relaties en hebben vergelijkbare ambities en esthetischeoriëntaties. De waar<strong>de</strong>patronen van elk sociaal milieu komen tot uit<strong>in</strong>g <strong>in</strong> concreet gedrag,bijvoorbeeld op het gebied van media, politiek, mobiliteit, cultuurparticipatie en het gebruik vantechnologie. De sociale milieus zijn ten behoeve van ons on<strong>de</strong>rzoek door Motivaction gegroepeerd<strong>in</strong> vier burgerschapsstijlen, waarbij <strong>de</strong> <strong>in</strong><strong>de</strong>l<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> eerste plaats is gebaseerd op eenge<strong>de</strong>el<strong>de</strong> opstell<strong>in</strong>g ten opzichte van <strong>de</strong> <strong>de</strong>mocratische <strong>in</strong>stituties.Wij zijn <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoekers M.A. Lampert en B. van <strong>de</strong>r Lelij van Motivaction erkentelijk voor hun <strong>de</strong>skundigeen enthousiaste on<strong>de</strong>rsteun<strong>in</strong>g bij het verrichten van <strong>de</strong> beschreven analyses.5.4.1 vier burgerschapsstijlenBurgers stellen zich verschillend op ten opzichte van elkaar en tegenover <strong>in</strong>stituties:zoals <strong>buurt</strong>en verschillen, geldt dat ook voor <strong>in</strong>dividuen. In analyses vandie verschillen (ten opzichte van elkaar en <strong>in</strong> <strong>de</strong> tijd) kan het on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n van‘burgerschapsstijlen’ behulpzaam zijn om vat op die verschillen en <strong>de</strong> ontwikkel<strong>in</strong>gendaar<strong>in</strong> te krijgen. Voortbouwend op het gegevensbestand van Motivactionen het wrr-rapport De toekomst van <strong>de</strong> nationale rechtsstaat (wrr 2002: 100)kunnen vier van <strong>de</strong>rgelijke i<strong>de</strong>aaltypische burgerschapsstijlen wor<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n:afhankelijk, afzijdig, afwachtend en actief (figuur 5.2).


<strong>de</strong> toegevoeg<strong>de</strong> waar<strong>de</strong> van <strong>buurt</strong>gericht beleidFiguur 5.2Situer<strong>in</strong>g van vier burgerschapsstijlenSociaaleconomischestatusHoogMid<strong>de</strong>nAfzijdigeburgers31%Afwachten<strong>de</strong>burgers23%Actieveburgers20%Afhankelijkeburgers26%LaagBron: MotivactionTraditioneel Mo<strong>de</strong>rn Postmo<strong>de</strong>rnWaar<strong>de</strong>n153ren. Er zijn altijd tal van an<strong>de</strong>re overweg<strong>in</strong>gen die – contextgebon<strong>de</strong>n en voortdurendveran<strong>de</strong>rend <strong>in</strong> <strong>de</strong> tijd – van <strong>in</strong>vloed zijn op <strong>de</strong> daadwerkelijke keuzes diemensen <strong>in</strong> hun <strong>buurt</strong>en maken. We doen dus niet aan ‘reïficatie’: <strong>de</strong> stijlen zijncategorieën die nodig zijn om ‘een verhaal’ te verb<strong>in</strong><strong>de</strong>n aan <strong>de</strong> doorsne<strong>de</strong>n vangrote dataverzamel<strong>in</strong>gen. Een categorie van <strong>de</strong> werkelijkheid is natuurlijk nooit<strong>de</strong> werkelijkheid zelf. Het verhaal dat uit <strong>de</strong> <strong>in</strong><strong>de</strong>l<strong>in</strong>g <strong>in</strong> burgerschapsstijlen <strong>in</strong>samenhang met ons veldon<strong>de</strong>rzoek kan wor<strong>de</strong>n afgeleid is voor beleidsmakers en-uitvoer<strong>de</strong>rs uiterst relevant en <strong>in</strong> zekere z<strong>in</strong> zelfs alarmerend.In het vervolg van dit rapport zullen we, verwijzend naar <strong>de</strong>ze burgerschapsstijlen,spreken van ‘afhankelijke’, ‘afzijdige’, ‘afwachten<strong>de</strong>’ en ‘actieve’ burgers.Afhankelijke burgersDe afhankelijke burgerschapsstijl wordt gekenmerkt door een gevoel van afstandtot <strong>de</strong> overheid en door problemen <strong>in</strong> het volgen van maatschappelijke veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen.Afhankelijke burgers kiezen veeleer voor een volgzame en gezagsgetrouwehoud<strong>in</strong>g dan voor een veeleisen<strong>de</strong> en kritische opstell<strong>in</strong>g. Zij zoekengeborgenheid, met als trefwoor<strong>de</strong>n risicomijd<strong>in</strong>g en geen dromerij. In hunwisselwerk<strong>in</strong>g met <strong>de</strong> overheid en sociale spelers uit zich dat <strong>in</strong> een sterkebehoefte aan persoonlijk contact en toegankelijke <strong>in</strong>formatie. Overheid en socialespelers kunnen bouwen op een aantal specifieke kwaliteiten: <strong>de</strong> relatiefou<strong>de</strong>re afhankelijke burgers – ongeveer een kwart van <strong>de</strong> bevolk<strong>in</strong>g – zijn behou<strong>de</strong>n<strong>de</strong>n sober, maar veelal niet sociaal geëmancipeerd en zelfs star.


vertrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>Hun <strong>buurt</strong> is beperkt tot <strong>de</strong> naaste buren en <strong>buurt</strong>voorzien<strong>in</strong>gen (<strong>buurt</strong>school,-centrum, -kerk, -w<strong>in</strong>kel), zoals dat <strong>in</strong> ons veldon<strong>de</strong>rzoek werd uitgedrukt“een paar hon<strong>de</strong>rd meter bei<strong>de</strong> kanten op”. Van <strong>de</strong>r Land (2003: 69) noemt dit‘b<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g door nabijheid’. Afhankelijke burgers zijn, blijkens onze <strong>in</strong>terviews,veelal echter wel te betrekken bij die <strong>buurt</strong>; <strong>de</strong>nk aan <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>wacht, <strong>de</strong> schoonmaakactieen – zeker <strong>in</strong> dorpen en besloten stads<strong>buurt</strong>en – het nabuurschap.154Afzijdige burgersDe afzijdige burgerschapsstijl wordt gekenmerkt door een grote afstand tot overhei<strong>de</strong>n politiek. Eigenbelang gaat voor algemeen belang, hetgeen overwegendtot uitdrukk<strong>in</strong>g komt <strong>in</strong> een wantrouwen<strong>de</strong> en <strong>in</strong>tolerante houd<strong>in</strong>g jegens gezag.Afzijdige burgers maken zich zorgen om hun economische posities (<strong>in</strong>komens,prijzen en belast<strong>in</strong>gen) en sociale vooruitzichten (immigratie van allochtonen).B<strong>in</strong>nen <strong>de</strong>ze stijl lijkt primair plaats te zijn voor <strong>de</strong> rol van klant met een <strong>de</strong>fensieve,consumentistische <strong>in</strong>slag. Afzijdigen hebben <strong>de</strong> behoefte ‘erbij’ te horen,het zijn materialistische zekerheidszoekers, die bijna voyeuristisch vergelijkenmet an<strong>de</strong>ren of ze niet achteroplopen of wor<strong>de</strong>n achtergesteld. Zij zien zichzelfechter geensz<strong>in</strong>s als groep maar als <strong>in</strong>dividualisten – <strong>de</strong> Amerikaanse on<strong>de</strong>rzoekerFlorida (2002: xi) spreekt <strong>in</strong> dat verband van “a great paradox”. Het zijndrukke mensen, veelal an<strong>de</strong>rhalfverdieners, en daardoor ‘krimpt’ hun wereld alshet ware: het gez<strong>in</strong> en <strong>de</strong> <strong>buurt</strong> tellen, maar ver<strong>de</strong>r sluiten ze zich relatief sterk af.Zij hebben moeite hun weg te v<strong>in</strong><strong>de</strong>n <strong>in</strong> het complexe en overvloedige <strong>in</strong>formatieaanboddat hun wisselwerk<strong>in</strong>g met overheid en sociale spelers me<strong>de</strong> bepaalt.Ondanks hun beperkte sociale engagement en culturele geslotenheid is <strong>de</strong>zegrote groep – meer dan 30 procent van <strong>de</strong> bevolk<strong>in</strong>g – echter tegelijk zelfredzaam;het ‘eigen broek ophou<strong>de</strong>n’ is tot een kunst verheven.Nog steeds is <strong>in</strong> Van <strong>de</strong>r Lands termen sprake van ‘b<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g door nabijheid’, maar<strong>de</strong> schaal van hun <strong>buurt</strong> is groter dan die van <strong>de</strong> afhankelijke burgers; eengesprekspartner zei ons: “Zij doen mee zolang het te belopen is met een k<strong>in</strong><strong>de</strong>rwagenof een rollator.” In ons veldon<strong>de</strong>rzoek uit hun <strong>buurt</strong>betrokkenheid zich <strong>in</strong>een palet van activiteiten. Ze zijn actief <strong>in</strong> <strong>de</strong> basisschool en <strong>de</strong> speeltu<strong>in</strong>, organiserenmee aan <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>barbecue en nemen <strong>de</strong>el aan manifestaties uiteenlopendvan het Oranjefeest en <strong>de</strong> kermis tot <strong>de</strong> lampionnenoptocht. Hun wantrouwenuit zich echter <strong>in</strong> collectief protest: kom hen bijvoorbeeld niet aan <strong>de</strong> fysieke<strong>in</strong>richt<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>. Bovendien lijkt het, zoals <strong>de</strong> recente gegevens van hetscp (2004) suggereer<strong>de</strong>n, of ze zich wat terugtrekken op hun thuisfront. Hunsociale betrokkenheid is m<strong>in</strong><strong>de</strong>r vanzelfsprekend dan voorheen.Afwachten<strong>de</strong> burgersDe afwachten<strong>de</strong> burgerschapsstijl wordt gekenmerkt door ongeïnteresseerdheid<strong>in</strong> <strong>de</strong> traditionele <strong>de</strong>mocratische <strong>in</strong>stituties: mensen <strong>de</strong>nken zichzelf te kunnenred<strong>de</strong>n en overheid en sociale spelers als het ware niet nodig te hebben. Een kritischeen veeleisen<strong>de</strong> houd<strong>in</strong>g wordt gecomb<strong>in</strong>eerd met calculerend en opportunistischgedrag, zoals bij klanten die hun consumentensoevere<strong>in</strong>iteit uitoefenen.Afwachten<strong>de</strong> burgers – iets m<strong>in</strong><strong>de</strong>r dan een kwart van <strong>de</strong> bevolk<strong>in</strong>g – zijn op


<strong>de</strong> toegevoeg<strong>de</strong> waar<strong>de</strong> van <strong>buurt</strong>gericht beleidzichzelf gericht, hun eigen i<strong>de</strong>ntiteit staat voorop met trefwoor<strong>de</strong>n als zelfbewust,assertief en egocentrisch. Maar overheid en sociale spelers kunnen ookbouwen op hun kwaliteiten: ze zijn veelal jonger, pragmatisch, cultureel open enon<strong>de</strong>rnemend van <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>g. Hun bre<strong>de</strong> netwerken zijn weliswaar vaak <strong>in</strong>ternationaal,maar hun werk is meestal lokaal gebon<strong>de</strong>n. Dat leidt tot een sterk afwijken<strong>de</strong><strong>buurt</strong>belev<strong>in</strong>g: het gaat hen om ‘herkennen en herkend wor<strong>de</strong>n’.Hun <strong>buurt</strong> bestaat uit het eigen huis met daaromheen – vaak op enige afstand –sociale knooppunten met een sterke lokale i<strong>de</strong>ntiteit: kroegen, bistro’s, w<strong>in</strong>kels,fitnesscentra, enzovoort. Daarbuiten nemen zij <strong>de</strong>el aan virtuele netwerken,zolang ook die hen kunnen voorzien <strong>in</strong> hun behoefte aan thrills. Hun vorm van<strong>buurt</strong>betrokkenheid blijkt ook uit onze <strong>in</strong>terviews en die van Müller: ze zijn tev<strong>in</strong><strong>de</strong>n op <strong>de</strong> terrasjes aan grachten, <strong>de</strong> trapveldjes <strong>in</strong> het stadspark, <strong>de</strong> bootjes op<strong>de</strong> kanalen, bij zowel klassieke als popconcerten, bij trimmen en wanneer hunbelangen <strong>in</strong> het ged<strong>in</strong>g zijn zoals bij parkeer<strong>in</strong>spraak. Van <strong>de</strong>r Land (2003: 71)spreekt van ‘b<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g door consumptie’; het gaat om een partiële betrokkenheidmet – <strong>in</strong> zijn woor<strong>de</strong>n – “hele concrete, aanwijsbare plekken, mensen, beel<strong>de</strong>n ofd<strong>in</strong>gen”.Actieve burgersDe actieve burgerschapsstijl kenmerkt zich door vertrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong> overheid encoproductie van beleid. De actieve burgers – ruwweg 20 procent van <strong>de</strong> bevolk<strong>in</strong>g,met een aanzienlijk cont<strong>in</strong>gent babyboomers – gedragen zich kritisch dochwelwillend jegens <strong>de</strong> overheid, waarbij <strong>in</strong>teractie en reflectie centraal staan. Zijwor<strong>de</strong>n daarbij gedreven door <strong>de</strong> behoefte aan (zelf)respect, hun houd<strong>in</strong>g wordtgekenmerkt met trefwoor<strong>de</strong>n als maatschappijkritisch, bewust levend en overgrenzen heen <strong>de</strong>nkend. Overheid en sociale spelers kunnen bouwen op hun zelfverantwoor<strong>de</strong>lijkheid;ze zijn ook tolerant, analytisch en <strong>in</strong>formatiegericht,sociaal geëmancipeerd en vaardig.155Ze zien hun <strong>buurt</strong> als een on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> stad en willen mee<strong>de</strong>nken over<strong>in</strong>richt<strong>in</strong>g, aanstur<strong>in</strong>g en beveilig<strong>in</strong>g. Hun netwerken zijn hoogontwikkeld,vooral op het ‘klassieke’ mid<strong>de</strong>nveld, waardoor ze een verrassend effectievebeleids<strong>in</strong>vloed kunnen uitoefenen. Ten opzichte van <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re burgerschapsstijlenspr<strong>in</strong>gen zij eruit door hun bestuurlijke betrokkenheid; ook hun <strong>buurt</strong>betrokkenheidis, zo laat ons veldon<strong>de</strong>rzoek zien, veelal afwijkend met een extra nadrukop <strong>buurt</strong>preventie, directe beïnvloed<strong>in</strong>g van beleidsmakers, zelfbeheer van openbaargroen, en een relatief hoog lidmaatschap van <strong>buurt</strong>verenig<strong>in</strong>gen. Van <strong>de</strong>rLand (2003: 70) noemt dit ‘b<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g door participatie’.5.4.2 uiteenlopen<strong>de</strong> <strong>buurt</strong>en en ban<strong>de</strong>nWe hebben met behulp van toegespitste analyses van Motivaction <strong>de</strong> relatieon<strong>de</strong>rzocht tussen <strong>de</strong> vier burgerschapsstijlen en <strong>de</strong> sociale omgev<strong>in</strong>g waar<strong>in</strong> zijopbloeien en ook bijdragen aan sociaal vertrouwen. ‘Afhankelijke’ en ‘afzijdige’burgers concentreren zich meer dan ‘afwachten<strong>de</strong>’ en ‘actieve’ burgers op hun


vertrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>directe <strong>buurt</strong> (tabel 5.3). Hun sociale leven richt zich op familie en een paar goe<strong>de</strong>buren; zij willen wonen waar ze zijn opgegroeid en blijven zo lang mogelijk <strong>in</strong>Tabel 5.3Burgerschapsstijlen en belev<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> leefomgev<strong>in</strong>gAfhankelijke en afzijdige burgers zijn gericht op directe woonomgev<strong>in</strong>g en veiligheid(<strong>in</strong>stemmers <strong>in</strong> % van totale respons 1 )Stell<strong>in</strong>genBurgerschapsstijlAfhankelijkAfzijdigAfwachtendActiefGem.NLStell<strong>in</strong>gen over <strong>de</strong> directe leefomgev<strong>in</strong>gMijn dagelijkse activiteiten spelen zich hoofdzakelijk af156<strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong> waar ik woonMijn sociale leven beperkt zich tot mijn familie en eenpaar goe<strong>de</strong> burenIk v<strong>in</strong>d het belangrijk om dicht <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong> van mijnfamilie en/of vrien<strong>de</strong>n te wonenIk zou graag <strong>in</strong> <strong>de</strong> omgev<strong>in</strong>g willen wonen waar ik benopgegroeidIk blijf het liefst zo lang mogelijk <strong>in</strong> hetzelf<strong>de</strong> huis wonenIk v<strong>in</strong>d het vervelend als er vaak nieuwe mensen <strong>in</strong>mijn <strong>buurt</strong> komen wonenIk wil graag trots kunnen zijn op <strong>de</strong> <strong>buurt</strong> waar ik woonIk heb goe<strong>de</strong> contacten met mijn burenDe globaliser<strong>in</strong>g (toegenomen <strong>in</strong>ternationaliser<strong>in</strong>g) heeftmeer na<strong>de</strong>len dan voor<strong>de</strong>len675769508344778252655773558240798048534563456532686939564064386831727940485168487637757845Stell<strong>in</strong>gen over veiligheidIk ben het meest bezorgd over crim<strong>in</strong>aliteit, or<strong>de</strong> en veiligheidIk ben het meest bezorgd over normen en waar<strong>de</strong>nK<strong>in</strong><strong>de</strong>ren moeten hun ou<strong>de</strong>rs altijd gehoorzamenIk heb er een hekel aan wanneer mensen zich niet aan <strong>de</strong>regels hou<strong>de</strong>n‘Zero tolerance’ zou <strong>de</strong> veiligheid bij u <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong> vergrotenIk voel me pas veilig <strong>in</strong> huis als er extra sloten op <strong>de</strong> <strong>de</strong>urenzittenMeer blauw (politie) op straat geeft me een veiliger gevoelIk woon het liefst <strong>in</strong> een <strong>buurt</strong> waarvan <strong>de</strong> meeste bewonersvan Ne<strong>de</strong>rlandse afkomst zijn896974943259878088537588275681767739597523466954785053841945734584536786265278661Voor vetgedrukte getallen gel<strong>de</strong>n statistisch significante afwijk<strong>in</strong>gen van het gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong>(95%-betrouwbaarheidsniveau).Bron: Motivaction


<strong>de</strong> toegevoeg<strong>de</strong> waar<strong>de</strong> van <strong>buurt</strong>gericht beleidhetzelf<strong>de</strong> huis. Nieuwe mensen verstoren <strong>de</strong> geborgenheid; zij willen trots zijnop hun <strong>buurt</strong>, waar ze ook goe<strong>de</strong> contacten hebben. Zij maken zich zorgen omveiligheid en over normen en waar<strong>de</strong>n. Zij hebben ook een sterkere behoefte aaneen stevig optre<strong>de</strong>n van ‘machtshebbers’: k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren moeten hun ou<strong>de</strong>rs gehoorzamen,mensen zich aan <strong>de</strong> regels hou<strong>de</strong>n en zero tolerance is een goe<strong>de</strong> zaak. Extrasloten, meer politie en niet te veel allochtonen en gedoe met mondialiser<strong>in</strong>g: ‘we’voelen ons niet op ons gemak.Aan <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re kant spr<strong>in</strong>gen <strong>de</strong> afwachten<strong>de</strong> en actieve burgers eruit door hunopenheid (tabel 5.4). De meeste mensen zijn te vertrouwen, an<strong>de</strong>rs<strong>de</strong>nken<strong>de</strong>nverrijken <strong>de</strong> samenlev<strong>in</strong>g en <strong>de</strong> eigen <strong>buurt</strong>; <strong>in</strong>ternet biedt open<strong>in</strong>gen voor hetleggen van nieuwe contacten.Tabel 5.4Burgerschapsstijl en sociaal vertrouwenAfwachten<strong>de</strong> en actieve burgers kenmerken zich door openheid(<strong>in</strong>stemmers <strong>in</strong> % van totale respons 1 )Stell<strong>in</strong>genBurgerschapsstijlAfhankelijkAfzijdigAfwachtendActiefGem.NL157De meeste mensen zijn wel te vertrouwenIk geloof <strong>in</strong> het goe<strong>de</strong> van <strong>de</strong> mens/ben positief <strong>in</strong>gesteldIk voel me meer een bewoner van <strong>de</strong> wereld dan eenbewoner van Ne<strong>de</strong>rlandIk heb contact met mensen uit an<strong>de</strong>re lan<strong>de</strong>nIk zou graag een paar jaar <strong>in</strong> het buitenland willen wonenAn<strong>de</strong>rs<strong>de</strong>nken<strong>de</strong>n verrijken <strong>de</strong> samenlev<strong>in</strong>gIk v<strong>in</strong>d het leuk als er mensen bij mij <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong> wonendie an<strong>de</strong>rs leven dan ikIk zou het leuk v<strong>in</strong><strong>de</strong>n om via <strong>in</strong>ternet nieuwe vrien<strong>de</strong>nte makenIk zou het leuk v<strong>in</strong><strong>de</strong>n om via <strong>in</strong>ternet lid te zijn van eenbepaal<strong>de</strong> vaste groep van mensen met gelijksoortige<strong>in</strong>teresses (community)441025483056361493910283930524319205617435856725827337330506453836924265116385141645022211 Voor vetgedrukte getallen gel<strong>de</strong>n statistisch significante afwijk<strong>in</strong>gen van het gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong>(95%-betrouwbaarheidsniveau).Bron: MotivactionHetzelf<strong>de</strong> patroon is herkenbaar bij <strong>de</strong> motivatie b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> milieus.Op <strong>de</strong> vraag “Waartoe voelt u zich aangetrokken?” zijn veel rapportcijfers hetzelf<strong>de</strong>:een gezond leven en vre<strong>de</strong> behoren bij alle stijlen tot <strong>de</strong> top-vier en ookaspecten als een rechtvaardige wereld en een z<strong>in</strong>vol leven scoren hoog (tabel 5.5).


vertrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>Maar <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>ge verschillen zijn opvallend: afhankelijke en afzijdige burgersbenadrukken een gelukkig gez<strong>in</strong>sleven, je thuis voelen, huiselijkheid en geborgenheid,en een vaste relatie, terwijl <strong>de</strong> afwachten<strong>de</strong> en actieve burgers een relatiefsterker accent plaatsen bij vrien<strong>de</strong>n en onafhankelijk zijn.Tabel 5.5Burgerschapsstijl en waar<strong>de</strong>nAfhankelijke en afzijdige burgers plaatsen <strong>buurt</strong>accenten(rapportcijfer: 1 = zeer onaantrekkelijk, 10 = zeer aantrekkelijk 1 )In hoeverre voelt u zich aangetrokken dooron<strong>de</strong>rstaan<strong>de</strong> i<strong>de</strong>alen?BurgerschapsstijlAfhankelijkAfzijdigAfwachtendActiefGem.NL*158Gezond levenVre<strong>de</strong>Gelukkig gez<strong>in</strong>slevenJe thuis voelenRechtvaardige wereldZ<strong>in</strong>vol levenLief<strong>de</strong>vol levenZelfvertrouwen hebbenLief<strong>de</strong>Huiselijkheid/geborgenheidVaste relatieHechte vriendschapVrien<strong>de</strong>nFamilieGewaar<strong>de</strong>erd wor<strong>de</strong>nOnafhankelijk zijnLevenswijsheid9,19,19,28,98,98,88,68,48,48,68,68,28,18,28,17,98,19,28,79,08,88,58,68,58,58,38,48,48,38,18,18,17,97,69,08,58,38,58,48,58,58,58,47,88,18,28,27,98,18,18,09,49,18,78,79,18,98,68,58,58,28,18,58,48,18,18,28,49,18,88,88,88,78,78,68,58,48,38,38,38,28,18,18,18,01 Voor vetgedrukte getallen gel<strong>de</strong>n statistisch significante afwijk<strong>in</strong>gen van het gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong>(95%-betrouwbaarheidsniveau).* Alleen gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> score: 8 en hogerBron: Motivaction‘Afhankelijke’ en ‘afzijdige’ burgers zoeken kennelijk naar zekerheid. Sterkeban<strong>de</strong>n met veel we<strong>de</strong>rzijdse rechten en plichten zoals familie of <strong>in</strong>stitutieskunnen die zekerheid bie<strong>de</strong>n. ‘Afwachten<strong>de</strong>’ en ‘actieve’ burgers aan <strong>de</strong> an<strong>de</strong>rekant richten zich meer op zwakkere ban<strong>de</strong>n; <strong>de</strong>nk bijvoorbeeld aan groepen(‘kud<strong>de</strong>s’; zie bijvoorbeeld Duyvendak en Hurenkamp 2004) of netwerken(zie ook Granovetter 1983). Putnam (2002: 22) on<strong>de</strong>rscheidt <strong>in</strong> dit verband:• Samenb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g (bond<strong>in</strong>g), gericht op <strong>de</strong> versterk<strong>in</strong>g van een veelal beslotengroep. Er is sprake van een diep vertrouwen: mensen berekenen niet of <strong>de</strong>


<strong>de</strong> toegevoeg<strong>de</strong> waar<strong>de</strong> van <strong>buurt</strong>gericht beleidband hun voor- of na<strong>de</strong>el brengt, maar gaan uit van <strong>de</strong> onverbreekbaarheid van‘sterke ban<strong>de</strong>n’. Familieban<strong>de</strong>n en het klassieke ‘<strong>buurt</strong>je’ met zijn sterkenabuurschap zijn voorbeel<strong>de</strong>n. Het toetre<strong>de</strong>n tot een <strong>de</strong>rgelijke groep is moeilijk,maar ook uittred<strong>in</strong>g stuit op hoge drempels. Dit laatste is bijvoorbeeld vantoepass<strong>in</strong>g op voorzien<strong>in</strong>gen en diensten die zijn opgezet voor een gemeenschappelijkbelang van le<strong>de</strong>n van een verenig<strong>in</strong>g, maar Ch<strong>in</strong>ese on<strong>de</strong>rnemersen <strong>de</strong> maffia bie<strong>de</strong>n evenzeer voorbeel<strong>de</strong>n van samenb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g.• Overbrugg<strong>in</strong>g (bridg<strong>in</strong>g), lei<strong>de</strong>nd tot verb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen tussen groepen. Opennetwerken zijn niet gebaseerd op diep vertrouwen zoals bij samenb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g.Veeleer gaat het om een veelheid van op zich zwakke ban<strong>de</strong>n, die tezamenechter – gelijk een sp<strong>in</strong>nenweb – een krachtig netwerk kunnen vormen. Decontacten duren korter, maar strekken zich uit tot een bre<strong>de</strong>re groep mensen,waartoe vaak ook buitenstaan<strong>de</strong>rs behoren. Er zijn relatief we<strong>in</strong>ig belemmer<strong>in</strong>genom toe- of uit te tre<strong>de</strong>n. De netwerken vormen zich tussen ‘gelijken’ endienen <strong>in</strong> <strong>de</strong> eerste plaats ter bevredig<strong>in</strong>g van sociale of economische behoeften<strong>in</strong> <strong>de</strong> directe leefomgev<strong>in</strong>g (bijvoorbeeld Rotaryclub of vrijwilligerswerk).Evengoed kunnen netwerken <strong>de</strong> bruggen vormen met an<strong>de</strong>ren op grotefysieke of sociale afstand. Van oudsher vormen kerken en vakbon<strong>de</strong>n bijvoorbeeldbelangrijke elementen van een <strong>de</strong>rgelijke overbrugg<strong>in</strong>g; meer recentspelen niet-gouvernementele organisaties (ngo’s) en <strong>in</strong>ternetverban<strong>de</strong>n opdit terre<strong>in</strong> een rol.159De vier burgerschapsstijlen hebben elk hun plaats, vooral wat hun voorkeurskanalenvoor maatschappelijke betrokkenheid betreft.‘Afhankelijke’ burgers vormen sterke ban<strong>de</strong>n b<strong>in</strong>nen relatief besloten stads<strong>buurt</strong>enof – vooral – dorpen; hun overbrugg<strong>in</strong>g is zwak ontwikkeld en zij hebben eensterke behoefte aan <strong>de</strong> sturen<strong>de</strong> hand van <strong>de</strong> ‘grote’ <strong>in</strong>stituties (sociale spelers).‘Afzijdige’ burgers voelen zich – letterlijk – thuis <strong>in</strong> ‘normale’ stadswijken, kle<strong>in</strong>eregemeenten of v<strong>in</strong>exlocaties. Daar kunnen zij voorzien <strong>in</strong> hun behoefte aansamenb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g en overbrugg<strong>in</strong>g door een actief verenig<strong>in</strong>gsleven en an<strong>de</strong>revormen van maatschappelijke betrokkenheid.‘Afwachten<strong>de</strong>’ burgers wonen verspreid over <strong>de</strong> grote ste<strong>de</strong>n, maar <strong>de</strong> relatiefjongere kamer- of appartementsbewoners on<strong>de</strong>r hen gebruiken hun won<strong>in</strong>gvooral om <strong>in</strong> te slapen. Vanuit hun huis bouwen zij netwerken met socialeknooppunten op afstand (overbrugg<strong>in</strong>g); hun maatschappelijke betrokkenheiduit zich door participatie aan <strong>in</strong>formele, vaak eenmalige beweg<strong>in</strong>gen die henaanstaan.‘Actieve’ burgers ten slotte hechten aan hun voorstands<strong>buurt</strong>en <strong>in</strong> <strong>de</strong> b<strong>in</strong>nenstadof <strong>de</strong> voorste<strong>de</strong>n. Hun samenb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g is meestal beperkt tot een kle<strong>in</strong> aantalsterke ban<strong>de</strong>n. Daartegenover hebben ze toegang tot wijdvertakte, goed<strong>de</strong>elsgeformaliseer<strong>de</strong> mid<strong>de</strong>nveld- en ngo-netwerken (Natuurmonumenten,Amnesty International, enzovoort), die <strong>in</strong> het algemeen niet veel directepersoonlijke contacten met zich meebrengen, maar als bouwelementen van <strong>de</strong>civil society hen wel betrekken bij – <strong>de</strong> bruggen slaan naar – <strong>de</strong> grotere maatschappelijkevraagstukken.


vertrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>5.4.3 <strong>de</strong> bijdrage van <strong>buurt</strong>gericht beleid aan sociaal vertrouwenHet doorzicht van sociale milieus kan <strong>in</strong> samenhang met onze empirische bev<strong>in</strong>d<strong>in</strong>genhet antwoord bie<strong>de</strong>n op het eerste <strong>de</strong>el van onze twee<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoeksvraag:kunnen <strong>buurt</strong><strong>in</strong>itiatieven en <strong>buurt</strong>beleid bijdragen aan het versterken vansociaal vertrouwen? Geheel vanzelfsprekend is dat niet. Onze praktijkgevallenpassen herkenbaar bij <strong>de</strong> sociale milieus met hun specifieke behoeften enkwaliteiten; <strong>de</strong> burgerschapsstijlen zijn herkenbaar voor <strong>de</strong> mensen met wie we<strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>en spraken. Het is echter uitdrukkelijk niet zo dat een specifiekeburgerschapsstijl kan wor<strong>de</strong>n ‘toegewezen’ aan een specifiek soort <strong>buurt</strong>, ofan<strong>de</strong>rsom dat een <strong>buurt</strong> qua burgerschapsstijl volledig homogeen is – een enkeleuitzon<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g daargelaten.160Een analyse van Motivaction (2005) naar Amsterdamse postco<strong>de</strong> wijst op eensoms verrassend diverse samenstell<strong>in</strong>g van <strong>buurt</strong>en. Buurten <strong>in</strong> <strong>de</strong> stads<strong>de</strong>lenCentrum en Oud-Zuid wor<strong>de</strong>n zoals te verwachten gedom<strong>in</strong>eerd door actieveburgers. In Noord, Geuzenveld-Slotermeer, Osdorp, Westpoort en Zuidoostzijn <strong>de</strong> meeste afzijdige burgers te v<strong>in</strong><strong>de</strong>n, terwijl De Baarsjes, Westerpark enZeeburg eruitspr<strong>in</strong>gen door veel afwachten<strong>de</strong> burgers met echter b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> wijkeen aantal sterk afzijdige <strong>buurt</strong>en. En dan zijn er ook nog stads<strong>de</strong>len als Zui<strong>de</strong>ramstelen Oud-West, die het beste zijn te beschrijven als gemengd bedrijf; vanalles zo’n beetje wat je er nationaal gezien van zou verwachten.Net als Reijndorp (2004) constateren we <strong>in</strong> ons veldon<strong>de</strong>rzoek dat b<strong>in</strong>nen een<strong>buurt</strong> soms sociaal geschei<strong>de</strong>n werel<strong>de</strong>n bestaan, zeker als er sprake is vansubstantiële ‘bewonersblokken’. In ou<strong>de</strong>re stadswijken on<strong>de</strong>rkent Reijndorpbijvoorbeeld <strong>de</strong> oorspronkelijke ste<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen (<strong>in</strong>mid<strong>de</strong>ls veelal een m<strong>in</strong><strong>de</strong>rheid <strong>in</strong>hun ‘verloren wereld’), <strong>de</strong> nieuwe ste<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen (vaak jonger en relatief hoogopgeleiddie hun won<strong>in</strong>g beschouwen als ‘uitvalsbasis’) en <strong>de</strong> immigranten (<strong>in</strong>stromerszon<strong>de</strong>r vastigheid, op zoek naar een plek). Hun samengaan b<strong>in</strong>nen éénenkele fysieke omgev<strong>in</strong>g betitelt hij treffend als “vertrouw<strong>de</strong> vreem<strong>de</strong>n”. Kle<strong>in</strong>em<strong>in</strong><strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n <strong>in</strong>gepast, zeer diverse <strong>buurt</strong>en leven met elkaar samen,maar dom<strong>in</strong>ante netwerken kunnen langs elkaar heen leven. Dat relativeertvanzelfsprekend het potentiële belang van <strong>de</strong> <strong>buurt</strong> voor het versterken vanvertrouwensrelaties. Beleidsmakers en -uitvoer<strong>de</strong>rs kunnen daar echter ookhandvatten aan ontlenen. Die kunnen preventief zijn van aard. De comb<strong>in</strong>atievan hoge concentraties allochtonen en – relatief <strong>in</strong>tolerante – afhankelijke burgers<strong>in</strong> een <strong>buurt</strong> is bijna vragen om moeilijkhe<strong>de</strong>n; we komen daar <strong>in</strong> hoofdstuk 6 opterug.Maar het <strong>buurt</strong>gericht beleid kan ook wervend zijn. Te licht gaan wetenschappersen beleidsmakers ervan uit dat alleen ‘sterke’ <strong>buurt</strong>en – welvarend, goedopgeleid – <strong>in</strong> staat zullen zijn om <strong>in</strong>houd te geven aan z<strong>in</strong>volle <strong>buurt</strong><strong>in</strong>itiatieven(Verba et al. 1995). Ons on<strong>de</strong>rzoek, en ook dat van Fung (2004: 173-219) <strong>in</strong> <strong>de</strong>serieuze achterstands<strong>buurt</strong>en van Chicago, laat zien dat dit geensz<strong>in</strong>s het geval is:gezamenlijke activiteiten kunnen bruggen slaan tussen voorheen geschei<strong>de</strong>n


<strong>de</strong> toegevoeg<strong>de</strong> waar<strong>de</strong> van <strong>buurt</strong>gericht beleidblokken. Het <strong>buurt</strong>beleid moet daartoe <strong>in</strong>spelen op <strong>de</strong> specifieke <strong>in</strong>hou<strong>de</strong>lijke enprocesmatige behoeften van <strong>de</strong> dom<strong>in</strong>eren<strong>de</strong> milieus b<strong>in</strong>nen <strong>buurt</strong>en. Het biedtdan goe<strong>de</strong> kansen op een betere oploss<strong>in</strong>g van hun leefbaarheidsvraagstukken.Omdat <strong>in</strong> het beleid een direct beroep wordt gedaan op <strong>de</strong> kwaliteiten van <strong>de</strong><strong>buurt</strong>bewoners zijn zij meer bereid om <strong>de</strong> uitdag<strong>in</strong>g op te pakken. Ter illustratie:stel dat beleidsmakers zich specifiek willen richten op afzijdige burgers. Demacrogegevens uit het Motivaction-bestand bie<strong>de</strong>n vooral handvatten voor eennationaal beleid (tabel 5.6). De <strong>buurt</strong> en <strong>de</strong> straat zijn voor hen zeker van belang(zie ook tabel 5.3), maar het zijn veelal drukke an<strong>de</strong>rhalfverdieners met k<strong>in</strong><strong>de</strong>rrijkegez<strong>in</strong>nen en <strong>de</strong> bijbehoren<strong>de</strong> speciale wensen voor hun woonomgev<strong>in</strong>g: eenk<strong>in</strong>dvrien<strong>de</strong>lijke <strong>buurt</strong> met basisscholen, speelgelegenhe<strong>de</strong>n, sportvoorzien<strong>in</strong>genen k<strong>in</strong><strong>de</strong>rdagverblijven. Wil je ze plezieren, dan spr<strong>in</strong>gen <strong>de</strong> ontmoet<strong>in</strong>gsplekkenvoor <strong>de</strong> jeugd eruit, tezamen met een betere straatverlicht<strong>in</strong>g (belangrijkerdan meer politie op straat).Tabel 5.6Burgerschapsstijl en favoriete woonomgev<strong>in</strong>gAfzijdige burgers hebben afwijken<strong>de</strong> wensenlijst(<strong>in</strong>stemmers <strong>in</strong> % van totale respons 1 )161Stell<strong>in</strong>genBurgerschapsstijlAfhankelijkAfzijdigAfwachtendActiefGem.NLIk v<strong>in</strong>d een levendige sfeer op straat belangrijkMijn favoriete woonomgev<strong>in</strong>g is vooral k<strong>in</strong>dvrien<strong>de</strong>lijkBelangrijkste voorzien<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>:• basisscholen• speelgelegenheid voor jongeren• sportvoorzien<strong>in</strong>gen• k<strong>in</strong><strong>de</strong>rdagverblijf, crèche, peuterspeelzaalWat zou u het liefst verbeteren (top-drie)?• Doe meer aan <strong>de</strong> bestrijd<strong>in</strong>g van crim<strong>in</strong>aliteit• Betrek bewoners bij veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>• Creëer ontmoet<strong>in</strong>gsplekken voor <strong>de</strong> jeugdWat zou <strong>de</strong> veiligheid bij u <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong> vergroten (top-twee)?• Verlicht<strong>in</strong>g als het donker is• Surveilleren<strong>de</strong> politie577337322812412922374068775048372441333045386566373533163636283641607235413117293327383463724139331837332740391Voor vetgedrukte getallen gel<strong>de</strong>n statistisch significante afwijk<strong>in</strong>gen van het gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong>(95%-betrouwbaarheidsniveau).Bron: Motivaction


vertrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>Vanzelfsprekend levert een gerichte analyse per <strong>buurt</strong> meer specifieke <strong>in</strong>zichtenop ten aanzien van <strong>de</strong> behoeften en kwaliteiten van <strong>de</strong> bewoners. Ons veldon<strong>de</strong>rzoeken dat van Reijndorp bie<strong>de</strong>n daarvan vele illustraties. Overheid en socialespelers kunnen daarop voortborduren bij het ontwerpen van hun beleid, dat naar<strong>in</strong>houd en proces is toegesne<strong>de</strong>n op <strong>de</strong> <strong>buurt</strong> en daardoor een betere kans vanslagen heeft. Speciaal als bewoners zelf aan <strong>de</strong> slag gaan, voedt hun gezamenlijksucces het sociaal vertrouwen b<strong>in</strong>nen een <strong>buurt</strong>, waarbij zelfs traditioneelgeschei<strong>de</strong>n ‘blokken’ samenwerken. Mensen reiken elkaar makkelijker <strong>de</strong> han<strong>de</strong>n voelen zich aangetrokken tot hun omgev<strong>in</strong>g, waarvoor ze meer dan tevorenme<strong>de</strong>verantwoor<strong>de</strong>lijk willen zijn. Putnam en Feldste<strong>in</strong> (2003: 283) komen opbasis van hun Amerikaanse veldon<strong>de</strong>rzoek tot <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> conclusie. Ook het eer<strong>de</strong>raangehaal<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoek van Weertman en Meeg<strong>de</strong>s (2002) on<strong>de</strong>r ambtelijkleid<strong>in</strong>ggeven<strong>de</strong>n en bestuur<strong>de</strong>rs van gemeenten bevestigt het beeld.Een <strong>buurt</strong>beleid dat zich met <strong>in</strong>achtnem<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> specifieke behoeften enkwaliteiten van dom<strong>in</strong>eren<strong>de</strong> milieus succesvol richt op <strong>de</strong> vier leefbaarheidsvraagstukken,kan daarom – zo mag re<strong>de</strong>lijkerwijs wor<strong>de</strong>n aangenomen – resulteren<strong>in</strong> een toename van het sociaal vertrouwen gespreid over heel Ne<strong>de</strong>rland.1625.4.4 doorwerk<strong>in</strong>g van sociaal vertrouwenHet sterkere sociale vertrouwen tussen <strong>buurt</strong>bewoners kan op zijn beurt eenpositieve bijdrage leveren op ten m<strong>in</strong>ste vier gebie<strong>de</strong>n met een grote maatschappelijkemeerwaar<strong>de</strong>. Twee daarvan zijn <strong>de</strong>fensief van aard en richten zich op hetvoorkomen, of op zijn m<strong>in</strong>st beperken van scha<strong>de</strong>lijke ontwikkel<strong>in</strong>gen door:(a) het doorbreken van (dreigend) isolement; (b) het voorkomen van socialeverspl<strong>in</strong>ter<strong>in</strong>g. De an<strong>de</strong>re twee zijn daarentegen offensief van aard; ze probereneen wenselijke toekomst naar ons toe te trekken door: (c) het benutten vaneconomische kansen; (d) het uitbouwen van sociaal kapitaal. Elk vormt daardooreen schakel <strong>in</strong> een positieve vertrouwensspiraal.Doorbreken van (dreigend) isolementIndien <strong>de</strong> toegenomen <strong>buurt</strong>betrokkenheid van bewoners zich met steun vanactievere sociale spelers vertaalt <strong>in</strong> (een gevoel van) veiligheid en van ‘ergens bijhoren’, kunnen bestaan<strong>de</strong> barrières wor<strong>de</strong>n doorbroken. Zeker kwetsbare groepenen <strong>in</strong>dividuen zijn ten zeerste geholpen met een groter sociaal vertrouwen,waarbij <strong>buurt</strong>genoten sneller hun helpen<strong>de</strong> hand uitsteken; het veldon<strong>de</strong>rzoekbiedt daarvan vele voorbeel<strong>de</strong>n (par. 3.5.3; Reijndorp 2004: 160 e.v.). Gehandicaptenen senioren wor<strong>de</strong>n beter en langer opgenomen <strong>in</strong> een ‘normale’ samenlev<strong>in</strong>g,‘onbereikbaren’ zoals daklozen wor<strong>de</strong>n beter bereikbaar, buitengeslotenenzoals asielzoekers kunnen ban<strong>de</strong>n vormen. Met een professionele on<strong>de</strong>rsteun<strong>in</strong>gvan het vrijwilligerswerk en een verstandige <strong>in</strong>bedd<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>gemeenschap– essentieel voor draagvlak – zijn prima resultaten te behalen.In <strong>de</strong> achterstands<strong>buurt</strong>en wordt <strong>de</strong> <strong>in</strong>tegratie van mensen met een verschillen<strong>de</strong>etnische achtergrond bevor<strong>de</strong>rd. Veelal betreft het hier naar achtergrond afhanke-


<strong>de</strong> toegevoeg<strong>de</strong> waar<strong>de</strong> van <strong>buurt</strong>gericht beleidlijke burgers, maar zijn <strong>de</strong> hen kenmerken<strong>de</strong> hechte ban<strong>de</strong>n (samenb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g)doorbroken of, ten gevolge van massieve cultuurschokken en relocatie, kwetsbaar.Door <strong>in</strong>vester<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> kle<strong>in</strong>schalige activiteiten wor<strong>de</strong>n georganiseer<strong>de</strong>verban<strong>de</strong>n versterkt, on<strong>de</strong>r meer door het verbeteren van ontmoet<strong>in</strong>gsplekkenzoals <strong>buurt</strong>centra, Moe<strong>de</strong>rK<strong>in</strong>d-centra, bre<strong>de</strong> scholen, eigen honken voor <strong>buurt</strong>wachten,enzovoort. Ook sportclubs kunnen fungeren als speerpunt voor beleid(Engbersen et al. 2005: 80).Ons veldon<strong>de</strong>rzoek illustreert dat <strong>de</strong> beste resultaten wor<strong>de</strong>n behaald, met nameook waar het gaat om het verankeren, wanneer <strong>in</strong>houd en proces samengaan.Een <strong>buurt</strong>barbecue – hoewel z<strong>in</strong>vol voor het sociale contact – biedt bijvoorbeeldm<strong>in</strong><strong>de</strong>r aanknop<strong>in</strong>gspunten voor <strong>in</strong>tegratie dan een kleurrijke <strong>buurt</strong>wacht.Putnam en Feldste<strong>in</strong> (2003: 10) bevestigen dat:“The en<strong>de</strong>avors we have studied also suggest that social capital is usually <strong>de</strong>veloped <strong>in</strong> pursuit of aparticular goal or set of goals and not for its own sake. For the most part, the people and groups we<strong>de</strong>scribe here seek better schools, neighborhood improvement, better contracts with their employers,economic advantage, or some other particular good, with social capital a means to those endsand an important fr<strong>in</strong>ge benefit but not <strong>in</strong> itself their ma<strong>in</strong> aim.”163Voorkomen van sociale verspl<strong>in</strong>ter<strong>in</strong>gInternationale publicaties zoals Spl<strong>in</strong>ter<strong>in</strong>g urbanism van Graham en Marv<strong>in</strong>(2001) wijzen op <strong>de</strong> verspl<strong>in</strong>ter<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> geografische ruimte <strong>in</strong> ste<strong>de</strong>n en <strong>de</strong> vanoudsher ge<strong>de</strong>el<strong>de</strong> <strong>in</strong>frastructuur van gezamenlijke voorzien<strong>in</strong>gen. Het is een sluipendfenomeen dat tot nu toe nauwelijks op het netvlies van beleidsmakers isverschenen (Komter et al. 2000: 66). Steeds vaker wor<strong>de</strong>n er ‘lagen’ private <strong>in</strong>frastructuurgestapeld op <strong>de</strong> bestaan<strong>de</strong> publieke on<strong>de</strong>rgrond. Tolwegen, metro’s,glasvezelverb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen, bekabel<strong>in</strong>g en zendmasten voor betaaltelevisie, maar ookgrootschalige, afgescherm<strong>de</strong> w<strong>in</strong>kel- en kantoorcentra en parkeergarages: hunlijst is lang en groeit dagelijks.Zeker <strong>in</strong> Noord-Amerika bloeien ook <strong>de</strong> gated communities; we noem<strong>de</strong>n ze aleer<strong>de</strong>r bij <strong>de</strong> besprek<strong>in</strong>g van het beleidsterre<strong>in</strong> veiligheid (par. 3.3). In Ne<strong>de</strong>rlandloopt dat zo’n vaart (nog) niet, stel<strong>de</strong>n wij, maar het verschil met <strong>de</strong> particuliere<strong>buurt</strong>beveilig<strong>in</strong>g is niet groot. We wezen ook op het zelfbeheer van openbaargroen <strong>in</strong> een toenemend aantal <strong>buurt</strong>en (par. 3.2) en op <strong>de</strong> bre<strong>de</strong> school metuitgebrei<strong>de</strong> maar vaak particulier betaal<strong>de</strong> werk/privé-voorzien<strong>in</strong>gen (par. 3.4).Een aantal van onze gesprekspartners had het over Bus<strong>in</strong>ess ImprovementDistricts, met speciale heff<strong>in</strong>gen en vormen van zelfbestuur voor <strong>de</strong> samenwerken<strong>de</strong>werkgevers <strong>in</strong> een <strong>buurt</strong> (Graham en Marv<strong>in</strong> 2001: 261).Wat al <strong>de</strong>ze ontwikkel<strong>in</strong>gen b<strong>in</strong>dt, is <strong>de</strong> macht van het geld: mensen betalenextra voor iets wat voor hen een meerwaar<strong>de</strong> heeft me<strong>de</strong> omdat an<strong>de</strong>ren wor<strong>de</strong>nuitgesloten. Er ontstaan dus marktmechanismen met direct daaraan gekoppeld <strong>de</strong>onvermij<strong>de</strong>lijke vraag naar <strong>de</strong> ‘eerlijkheid’ en dus <strong>de</strong> maatschappelijke wenselijk-


vertrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>heid van <strong>de</strong>rgelijke ontwikkel<strong>in</strong>gen. Graham en Marv<strong>in</strong> (2001: 201, 289) dui<strong>de</strong>nop het risico van uitsluit<strong>in</strong>g van kwetsbare groepen en op het sociale niemandslanddat ontstaat tussen <strong>de</strong> knooppunten van <strong>de</strong> sociale en economische ontwikkel<strong>in</strong>g.Castells (1996: 410 e.v.) spreekt <strong>in</strong> dat verband van <strong>de</strong> network society, die<strong>de</strong> lokale samenlev<strong>in</strong>g fragmenteert.Deze ontwikkel<strong>in</strong>g – wellicht onomkeerbaar – mag niet ongemerkt passeren,temeer omdat ze tegelijk van groot belang is voor <strong>de</strong> economische ontwikkel<strong>in</strong>gvan een stad of land. Juist nu zijn bovendien nog keuzes mogelijk. Raakt <strong>de</strong> solidariteit,waarop onze samenlev<strong>in</strong>g <strong>de</strong>els is gegrondvest, niet te ver uit beeldwanneer <strong>de</strong> (aanstaan<strong>de</strong>) welgestel<strong>de</strong>n via <strong>de</strong> markt zich afsluiten van hun directeomgev<strong>in</strong>g? Of kunnen we, omgekeerd, hen met een <strong>buurt</strong>gericht beleid verlei<strong>de</strong>nactief betrokken te zijn bij hun <strong>buurt</strong>, zodat <strong>de</strong> b<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen van hun sterke netwerkendie ook ten goe<strong>de</strong> komen? Graham en Marv<strong>in</strong> (2001: 406) sluiten hun tekstaf met een gepassioneer<strong>de</strong> roep om een nieuwe politieke visie, die bouwt op eenthousand t<strong>in</strong>y empowerments en <strong>in</strong>houd krijgt b<strong>in</strong>nen een netwerk van weeropbloeiend burgerschap.164Benutten van economische kansenEen subgroep van actieve en afwachten<strong>de</strong> burgers – door Florida (2002) betiteldals <strong>de</strong> ‘creatieve klasse’ – gaat <strong>in</strong> toenemen<strong>de</strong> mate uit van het pr<strong>in</strong>cipe ‘werkenvolgt wonen’. Het gaat om een grote, vaag afgebaken<strong>de</strong> groep; Florida spreekt vanruwweg 30 procent van zowel <strong>de</strong> Amerikaanse als <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse beroepsbevolk<strong>in</strong>g(Florida en T<strong>in</strong>agli 2004).Een <strong>de</strong>elpopulatie van <strong>de</strong> creatieve klasse is <strong>de</strong> ‘creatieve kern’. Deze groep vantrendsetters, volgens Florida 12 procent van <strong>de</strong> Amerikaanse beroepsbevolk<strong>in</strong>g,bestaat uit jonge hbo-plussers met een creatief beroep; <strong>de</strong>nk aan reclamemensen,<strong>in</strong>genieurs, f<strong>in</strong>anciële experts, advocaten, adviseurs, ontwerpers, tekstschrijvers,aca<strong>de</strong>mici, mediatrekkers.Hoewel <strong>de</strong> beleidsmakers en media zich concentreren op <strong>de</strong> (te) bre<strong>de</strong> klasse,verdient <strong>de</strong> smallere kern <strong>de</strong> aandacht; <strong>in</strong> feite richt Florida zich ook op hen. Inzekere z<strong>in</strong> is daar niets nieuws on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> zon. Zoals Reijndorp (2004: 63-76) stelt,kennen we al s<strong>in</strong>ds <strong>de</strong> jaren tachtig <strong>de</strong> ‘nieuwe ste<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen’: jong, hoogopgeleid,vaak zon<strong>de</strong>r k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren. De media profileer<strong>de</strong>n hen als yuppen, maar <strong>in</strong> <strong>de</strong> praktijkwaren het vooral professionals <strong>in</strong> creatieve en sociale beroepen. De creatieve kernlijkt <strong>in</strong> veel opzichten op die groep, maar werkt overwegend <strong>in</strong> <strong>de</strong> commerciëlesector.Zij kiezen een woonomgev<strong>in</strong>g waar zij zich op hun gemak voelen en zoekendaarna een passen<strong>de</strong> baan of beg<strong>in</strong>nen – relatief vaak – met een paar vrien<strong>de</strong>n eeneigen bedrijf. De <strong>buurt</strong> biedt daarom een handvat voor het aantrekken en vasthou<strong>de</strong>nvan <strong>de</strong>ze groep, die geldt als <strong>de</strong> motor van <strong>de</strong> toekomstige economie. Hun<strong>buurt</strong>belev<strong>in</strong>g wijkt sterk af van die van ‘normale’ mensen. Hun <strong>buurt</strong> wordtgevormd door een soort archipel, bestaan<strong>de</strong> uit eigen huis plus sociale knooppunten.Ze bewegen zich b<strong>in</strong>nen dat eilandjesnetwerk met een overslaan van het


<strong>de</strong> toegevoeg<strong>de</strong> waar<strong>de</strong> van <strong>buurt</strong>gericht beleidtussengebied. Het zijn – zoals Reijndorp (2004: 128) het uitdrukt – “hun cafés enrestaurants, hun clubs en lounges, hun galeries waaraan <strong>de</strong> betekenis van <strong>de</strong> stadals culturele attractie wordt afgemeten.” Hun uitgaanspatronen zijn <strong>in</strong> datverband illustratief (tabel 5.7).Tabel 5.7De creatieve kern en haar uitgaanspatronenCreatieve kern vormt subgroep met on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n behoeften(% van totale respons 1 )Regelmatig bezoekerRegelmatig uitgaan<strong>de</strong>rTop-elfuitgaansgelegenhe<strong>de</strong>n Creatieve kern 2 Overigen Uitgaansavon<strong>de</strong>n Creatieve kern 2 OverigenRestaurant 96 83 Maandag 4 4Terras 90 73 D<strong>in</strong>sdag 4 7Eetcafé 80 51 Woensdag 11 11Café 77 43 Don<strong>de</strong>rdag 43 16Grand café 70 23 Vrijdag 77 39Bistro/brasserie 64 45 Zaterdag 85 61Mo<strong>de</strong>rn/trendy café 50 17 Zondag 13 20Discotheek 49 24Stu<strong>de</strong>ntencafé 37 10Sw<strong>in</strong>gcafé/feestcafé 32 17Buurtcafé 28 151651 Voor vetgedrukte getallen gel<strong>de</strong>n statistisch significante afwijk<strong>in</strong>gen van het gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong>(95%-betrouwbaarheidsniveau).2 Werkzaam <strong>in</strong> market<strong>in</strong>g/pr of hoogopgeleid plus werkzaam <strong>in</strong> techniek, adviseur/consultant,f<strong>in</strong>ancieel-adm<strong>in</strong>istratief, on<strong>de</strong>rzoek of vrije beroepen; ste<strong>de</strong>lijk woonachtig; 25 tot 40 jaar oud.Bron: MotivactionB<strong>in</strong>nen hun netwerken vormen zij vele ban<strong>de</strong>n, die <strong>in</strong> vergelijk<strong>in</strong>g met <strong>de</strong> traditionelesterke <strong>buurt</strong>b<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> afhankelijke en afzijdige burgers zwak overkomen,maar opgeteld veelal – als ware het een sp<strong>in</strong>nenweb – een hecht geheel opleveren.Die netwerken zijn bovendien <strong>in</strong>clusief: <strong>de</strong> creatieve kern sluit geenan<strong>de</strong>rs<strong>de</strong>nken<strong>de</strong>n uit, maar heeft er aardigheid <strong>in</strong> om aansluit<strong>in</strong>gen te maken metonverwachte ‘an<strong>de</strong>ren’. Florida wijst <strong>in</strong> dit verband op het werk van Jacobs, die al<strong>in</strong> 1961 <strong>in</strong> haar beken<strong>de</strong> boek The <strong>de</strong>ath and life of great American cities beschreefhoe <strong>buurt</strong>en als het New Yorkse Greenwich Village een bron wer<strong>de</strong>n van creativiteiten on<strong>de</strong>rnem<strong>in</strong>gsz<strong>in</strong>, juist door hun bonte mengel<strong>in</strong>g van sociale milieus <strong>in</strong>een fysieke omgev<strong>in</strong>g die variëteit uitstraal<strong>de</strong>. De sterke samenb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g on<strong>de</strong>r <strong>de</strong>‘vaste’ bewoners – w<strong>in</strong>keliers, kroegbazen, <strong>buurt</strong>trekkers – vorm<strong>de</strong> <strong>de</strong> basis,waarop <strong>de</strong> hoogontwikkel<strong>de</strong> overbrugg<strong>in</strong>g door <strong>de</strong> <strong>in</strong>- en uitstromen<strong>de</strong> creatievekern kon bloeien.


vertrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>Müller (2002) schetst met zijn Amsterdamse terras<strong>in</strong>terviews een kleurig beeldvan <strong>de</strong> vormen van contact die jonge ste<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen nastreven; zijn proefschrift heetniet zon<strong>de</strong>r re<strong>de</strong>n De warme stad: betrokkenheid bij het publieke dome<strong>in</strong>. Doorhun frequente gebruik van <strong>de</strong> (semi-)openbare ruimtes van <strong>de</strong> b<strong>in</strong>nenstad voorsociale activiteiten zoals uit eten gaan en het ontmoeten van vriend(<strong>in</strong>n)en <strong>in</strong>cafés en an<strong>de</strong>re uitgaansgelegenhe<strong>de</strong>n, zegt hij, ervaren zij <strong>in</strong> <strong>de</strong> stad herkenn<strong>in</strong>g,vertrouwen en i<strong>de</strong>ntiteit. Zij eigenen zich bepaal<strong>de</strong> ruimtes <strong>in</strong> overdrachtelijkez<strong>in</strong> toe: het is ‘hun’ kroeg, terras of parkje. Zij voelen er zich thuis zon<strong>de</strong>r dat ze erprivileges hebben en an<strong>de</strong>ren kunnen uitsluiten, maar vormen er wel een collectievei<strong>de</strong>ntiteit.166Müller kiest daarbij voor een an<strong>de</strong>re <strong>in</strong>valshoek dan Amerikaanse stadssociologenals Lofland, die wijzen op een ten<strong>de</strong>ns naar privatism: mensen trekken zichterug <strong>in</strong> hun privé-wereld. Zou het kunnen zijn dat Noord-Amerikaanse ste<strong>de</strong>nwezenlijk verschillen van Europese, waar juist sprake is van een ontwikkel<strong>in</strong>gnaar publicism, een opbloei van het publieke leven? In plaats van een wisselwerk<strong>in</strong>g<strong>in</strong> <strong>de</strong> openbare ruimte volgens <strong>de</strong> regels van <strong>de</strong> ‘beleef<strong>de</strong> onoplettendheid’(men respecteert <strong>de</strong> privacy van een an<strong>de</strong>r door hem met rust te laten) zou <strong>de</strong>Ne<strong>de</strong>rlandse omgangsvorm veeleer een van ‘beleef<strong>de</strong> aandacht’ zijn (men toont<strong>in</strong>teresse <strong>in</strong> een an<strong>de</strong>r maar houdt daarbij reken<strong>in</strong>g met zijn privacy).Ook Van <strong>de</strong>r Land (2003: 234) is niet pessimistisch waar het gaat om <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandsesituatie. Hij conclu<strong>de</strong>ert dat <strong>de</strong> Rotterdamse creatieve kern weliswaar veelverhuist, maar <strong>de</strong> b<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> creatieven met hun tij<strong>de</strong>lijke thuishaven is “vaneen dusdanige diversiteit en <strong>in</strong>tensiteit, dat ze niet als oppervlakkig kan wor<strong>de</strong>nbestempeld, maar eer<strong>de</strong>r als ‘diepgaand zolang als het duurt’.” In <strong>de</strong> voetsporenvan on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>ren Reich (1991) en Storper (1997) benadrukt hij echter ook hetbelang van lokaal <strong>in</strong>gebed<strong>de</strong> kennis, juist voor <strong>de</strong> creatieve kern en haar (potentiële)werkgevers. In hun werkomgev<strong>in</strong>g zijn rout<strong>in</strong>es en standaardoploss<strong>in</strong>genon<strong>de</strong>rgeschikt aan flexibiliteit en <strong>in</strong>novatie. Het lerend vermogen van bedrijvenen <strong>in</strong>dividuen is <strong>de</strong> kurk waarop zij <strong>in</strong> <strong>de</strong> kenniseconomie drijven; <strong>de</strong>genen diehet beste leren hebben een voorsprong op <strong>de</strong> concurrentie, want hun kennis isschaars en niet direct kopieerbaar. Kennisnetwerken zijn <strong>in</strong> tegenstell<strong>in</strong>g tot<strong>in</strong>formatienetwerken sterk lokaal van karakter: kennis bloeit bij <strong>de</strong> gratie vandirect contact, terwijl <strong>in</strong>formatie langs elektronische weg over grote afstan<strong>de</strong>nkan wor<strong>de</strong>n ge<strong>de</strong>eld (Seely Brown en Duguid 2000).Volgens Storper (1997: 239) en Kloosterman (2001: 17) is <strong>de</strong> lokale sociaaleconomische<strong>in</strong>frastructuur van ste<strong>de</strong>n daarom veelal doorslaggevend voor hetsucces van <strong>de</strong> creatieve kern en haar werkgevers. Zij zoeken naar <strong>in</strong>spiratie enzekerheid <strong>in</strong> dichte sociale netwerken met fysiek nabije lotgenoten (peers). Ookvoor het opbouwen en on<strong>de</strong>rhou<strong>de</strong>n van <strong>in</strong>gewikkel<strong>de</strong> zakelijke netwerkenblijft het belangrijk om face-to-face-contact te hebben (Van <strong>de</strong>r Land 2003: 167).Bovendien is <strong>de</strong> grote dichtheid van potentiële werkgevers van belang: <strong>in</strong> <strong>de</strong>snel veran<strong>de</strong>ren<strong>de</strong> en onvoorspelbare commerciële omgev<strong>in</strong>g is er een arbeidsmarktmet <strong>de</strong> bijbehoren<strong>de</strong> mobiliteitsmogelijkhe<strong>de</strong>n. Zij ontwikkelen daarom


<strong>de</strong> toegevoeg<strong>de</strong> waar<strong>de</strong> van <strong>buurt</strong>gericht beleid– <strong>in</strong> termen van Van <strong>de</strong>r Land (2003: 225) – een meervoudige maar sterkeb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g met <strong>de</strong> stad.Grofmazig on<strong>de</strong>rzoek van Marlet en Van Woerkens (2004b) suggereert dat ook <strong>in</strong>Ne<strong>de</strong>rland werk steeds meer wonen volgt. Dat geldt zeker voor ste<strong>de</strong>n alsUtrecht, Lei<strong>de</strong>n, Nijmegen en Amsterdam, m<strong>in</strong><strong>de</strong>r voor Den Haag en Rotterdam.Zij laten bovendien zien dat het aan<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> creatieve kern on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> beroepsbevolk<strong>in</strong>gsignificant van <strong>in</strong>vloed is op <strong>de</strong> werkgelegenheidsgroei. Een aantalgemeenten probeert daarom <strong>de</strong> eigen woonaantrekkelijkheid te verhogen. Er isechter geen sprake van een nationaal of gecoörd<strong>in</strong>eerd beleid dat stimuleert datons land <strong>in</strong>ternationaal als een magneet functioneert bij het aantrekken en vasthou<strong>de</strong>nvan een sterk ontwikkel<strong>de</strong> creatieve kern en <strong>de</strong> bijbehoren<strong>de</strong> economischeactiviteit. Dergelijke magneten voor <strong>de</strong> mondiale creatieve kern zullen meteen goe<strong>de</strong> kans bepalend zijn voor <strong>de</strong> uitkristalliser<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> kenniseconomievan <strong>de</strong> komen<strong>de</strong> <strong>de</strong>cennia (Van <strong>de</strong>r Land 2003: 165, 167).Het spreekt voor zich dat een <strong>de</strong>rgelijk beleid meer<strong>de</strong>re componenten moethebben, bijvoorbeeld een op flexibiliteit toegespitste arbeidsmarkt en eenvoudigeen aantrekkelijke vestig<strong>in</strong>gsvoorwaar<strong>de</strong>n voor buitenlands talent. Maar <strong>de</strong> aantrekk<strong>in</strong>gskrachtvan <strong>de</strong> fysieke en sociale leefomgev<strong>in</strong>g – hun vorm van <strong>buurt</strong> – isdaar stellig een van en als zodanig op dit moment on<strong>de</strong>rbenut (zie ook Castells1996: 423 en Kloosterman 2001: 20 e.v.).167Uitbouwen van sociaal kapitaalZowel <strong>de</strong> sociaal-economische status van <strong>de</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> burger als zijn waar<strong>de</strong>patroon– <strong>de</strong> twee assen van figuur 5.2 – veran<strong>de</strong>ren (Van <strong>de</strong>n Br<strong>in</strong>k 2002). Opsociaal-economisch terre<strong>in</strong> valt een gestage toename te constateren van <strong>de</strong>welvaart en doet zich een gelei<strong>de</strong>lijke expansie van <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>nklasse voor. Opcultureel-normatief gebied is er een voortduren<strong>de</strong> toename te zien geweest van<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwijsparticipatie en een expansie van waar<strong>de</strong>n als gelijkwaardigheid enzelfstandigheid; ook Inglehart (1997a) en Putnam (2000) wijzen hierop <strong>in</strong> hunanalyses. Alleen al <strong>de</strong> term<strong>in</strong>ologie die Motivaction bezigt voor het omschrijvenvan <strong>de</strong> horizontale as van figuur 5.2 – van traditioneel via mo<strong>de</strong>rn naar postmo<strong>de</strong>rn– is tekenend voor een verplaats<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> tijd. Afhankelijke burgers zijnbovendien ou<strong>de</strong>r en afwachten<strong>de</strong> burgers jonger. Over een perio<strong>de</strong> van jarenv<strong>in</strong>dt er dus b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> bevolk<strong>in</strong>g als geheel een getalsmatige accentverschuiv<strong>in</strong>gplaats <strong>in</strong> het kwadrant van l<strong>in</strong>kson<strong>de</strong>r naar rechtsboven.Is dat echter ook vanzelfsprekend een verschuiv<strong>in</strong>g van samenb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g (l<strong>in</strong>kson<strong>de</strong>r)naar overbrugg<strong>in</strong>g (rechtsboven)? De feiten leveren geen doorslaggevendbewijs. Samenb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g kan <strong>in</strong> kle<strong>in</strong>e besloten gemeenschappen met relatief veelafhankelijke burgers, bijvoorbeeld etnische groepen of plattelandsdorpen, zodanigsterk zijn dat overbrugg<strong>in</strong>g nagenoeg uitgesloten is (G. Engbersen 2003;Ypey et al. 2000). Toch duidt <strong>de</strong> accentverschuiv<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> richt<strong>in</strong>g, die ook doorPutnam et al. wordt aangehangen: “samenb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g is <strong>de</strong> opmaat voor overbrugg<strong>in</strong>g”(Duyvendak 2001). Als ware er sprake van een vorm van sociale sedimenta-


vertrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>tie bouwt het ene proces voort op het an<strong>de</strong>re proces. Het is echter niet uit te sluitendat er geen sprake is van een optell<strong>in</strong>g maar van een opvolg<strong>in</strong>g: b<strong>in</strong>nen eenproces van emancipatie bestaat <strong>in</strong> een rijkere maatschappij mogelijk m<strong>in</strong><strong>de</strong>rbehoefte aan <strong>de</strong> zekerhe<strong>de</strong>n van een sterke samenb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g en voorzien <strong>de</strong> sterkenetwerken van zwakkere ban<strong>de</strong>n beter <strong>in</strong> <strong>de</strong> behoeften van <strong>de</strong> <strong>in</strong>dividualiseren<strong>de</strong>burger.Wat ook <strong>de</strong> juiste verklar<strong>in</strong>g mag zijn, i<strong>de</strong>aliter v<strong>in</strong>dt zo’n accentverschuiv<strong>in</strong>gplaats via <strong>de</strong> weg <strong>de</strong>r gelei<strong>de</strong>lijkheid. Vaak wordt daarbij gesproken over hetuitbouwen van sociaal kapitaal, dat door Bourdieu (1986) werd ge<strong>de</strong>f<strong>in</strong>ieerd als<strong>de</strong> (potentiële) hulpbronnen die voortvloeien uit het bezit van een netwerk vanrelaties. De kern van het begrip wordt gevormd door <strong>de</strong> verwacht<strong>in</strong>gen diemensen hebben <strong>in</strong> het eerlijke, or<strong>de</strong>lijke en coöperatieve gedrag van hun me<strong>de</strong>mensen(reciprociteit). Als die verwacht<strong>in</strong>gen hoger zijn, kunnen ze ook meeron<strong>de</strong>rnemen met elkaar. Vele auteurs suggereren dat door te voorzien <strong>in</strong> <strong>de</strong>behoefte aan samenb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g op lokaal niveau een basis wordt gelegd voor overbrugg<strong>in</strong>gnaar grotere collectiviteiten zoals <strong>de</strong> staat.168Meestal zoeken zij <strong>de</strong> oploss<strong>in</strong>g <strong>in</strong> gemeenschapsvorm<strong>in</strong>g op kle<strong>in</strong>ere schaal:samenb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g b<strong>in</strong>nen kle<strong>in</strong>schalige verban<strong>de</strong>n. Putnam (2000: 288) stelt dat“social capital improves our lot (...) by wi<strong>de</strong>n<strong>in</strong>g our awareness of the many ways<strong>in</strong> which our fates are <strong>in</strong>terl<strong>in</strong>ked. People who have active and trust<strong>in</strong>g connectionsto others – whether family members, friends, or fellow bowlers – <strong>de</strong>velop orma<strong>in</strong>ta<strong>in</strong> character traits that are good for the rest of society.” Florida (2002: 324)valt hem bij: “Strong communities, not any <strong>in</strong>stitutions with<strong>in</strong> them, are the keyto social cohesion. (...) With everyth<strong>in</strong>g else <strong>in</strong> flux – companies, careers, evenfamilies – our communities are often the only real constants <strong>in</strong> the social equation.”Dichter bij huis – en meer expliciet naar <strong>de</strong> <strong>buurt</strong> verwijzend – stelt <strong>de</strong>Belgische socioloog Elchardus (2003): “Het lijkt me ook nodig <strong>de</strong> burger meerdirecte macht te geven <strong>in</strong> <strong>de</strong> levenssferen waarvan hij of zij <strong>de</strong> problemen zon<strong>de</strong>r<strong>de</strong> tussenkomst van <strong>de</strong> media kan kennen. De onmid<strong>de</strong>llijke omgev<strong>in</strong>g, <strong>buurt</strong> ofwijk lijkt daartoe <strong>de</strong> plaats.”Een sterk ontwikkel<strong>de</strong> overbrugg<strong>in</strong>g is ook van <strong>in</strong>vloed op <strong>de</strong> nationale economie(wrr 2003a). In f<strong>in</strong>anciële termen zijn <strong>de</strong> mogelijke baten groot. Juist <strong>in</strong> een snelveran<strong>de</strong>ren<strong>de</strong> samenlev<strong>in</strong>g vormt vertrouwen <strong>de</strong> smeerolie van <strong>de</strong> economie(Granovetter 1983; Fukuyama 1995; Putnam 2000). In het bedrijfsleven is <strong>de</strong>beschikbare en toegankelijke <strong>in</strong>formatie onvoldoen<strong>de</strong> om alles te weten enmensen kunnen zich bovendien veelal niet <strong>de</strong> luxe veroorloven van langdurigaftasten en on<strong>de</strong>rhan<strong>de</strong>len. Zij zijn niet langer <strong>in</strong> staat hele ketens te beheersen,alle vakken <strong>in</strong> voldoen<strong>de</strong> mate te kennen. Zij moeten bouwen op <strong>de</strong> kwaliteitenvan an<strong>de</strong>ren door <strong>in</strong> hun persoonlijke netwerken af te tasten of iemand tevertrouwen is.De meesten van ons <strong>in</strong>vesteren daarom <strong>in</strong> het verkrijgen en bewaren van eenbrevet van ‘vertrouwenswaardigheid’. In ons pol<strong>de</strong>rland zijn we daar – nog steeds


<strong>de</strong> toegevoeg<strong>de</strong> waar<strong>de</strong> van <strong>buurt</strong>gericht beleid– goed <strong>in</strong> en, met alle geweeklaag over trage procedures en zompige besluitvorm<strong>in</strong>g,mogen we ons er ook mee gelukkig prijzen. In het bedrijfsleven en op hetmaatschappelijk mid<strong>de</strong>nveld v<strong>in</strong><strong>de</strong>n ‘we’ elkaar veelvuldig <strong>in</strong> oploss<strong>in</strong>gen waarmeewe ons goed voelen en <strong>de</strong> transactiekosten (<strong>de</strong> frictiekosten van het bijbehoren<strong>de</strong>on<strong>de</strong>rhan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gsproces) wor<strong>de</strong>n verlaagd. In een scherpe <strong>in</strong>ternationaleconcurrentie kan dat van doorslaggevend belang zijn.5.5 kan <strong>buurt</strong>gericht beleid ook bijdragen aan politiekvertrouwen?Ons rest <strong>de</strong> beantwoord<strong>in</strong>g van het slot van <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoeksvraag: kan een<strong>buurt</strong>beleid bijdragen tot het herstellen en versterken van het politiek vertrouwen?In subparagraaf 5.5.1 on<strong>de</strong>rzoeken we <strong>in</strong> welke mate <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse burgervertrouwen heeft <strong>in</strong> zijn <strong>de</strong>mocratische <strong>in</strong>stituties. Daarbij geven we eerst eenoverall-beeld van het politiek vertrouwen <strong>in</strong> ons land en zoomen we vervolgens<strong>in</strong> op <strong>de</strong> opvatt<strong>in</strong>gen on<strong>de</strong>r specifieke sociale groepen. Subparagraaf 5.5.2 trachteen verklar<strong>in</strong>g te v<strong>in</strong><strong>de</strong>n voor <strong>de</strong> aangetroffen patronen. De daar<strong>in</strong> aangereikteverklar<strong>in</strong>gen bie<strong>de</strong>n, zeker <strong>in</strong> samenhang met <strong>de</strong> <strong>in</strong><strong>de</strong>l<strong>in</strong>g <strong>in</strong> burgerschapsstijlen,aangrijp<strong>in</strong>gspunten voor het begrijpen van en werken aan het politiek vertrouwen,maar elk voor zich is onvoldoen<strong>de</strong> voor het eenduidig beantwoor<strong>de</strong>n vanonze on<strong>de</strong>rzoeksvraag.1695.5.1 <strong>de</strong> mate van politiek vertrouwenNe<strong>de</strong>rlandse bevolk<strong>in</strong>g als geheelNe<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>rs zijn tevre<strong>de</strong>n met het functioneren van <strong>de</strong> <strong>de</strong>mocratie. Na 20 jaarvan toenemen<strong>de</strong> tevre<strong>de</strong>nheid is er s<strong>in</strong>ds 2000 weliswaar sprake van een dal<strong>in</strong>g,maar nog steeds is tussen <strong>de</strong> 60 en 70 procent content (Dekker en Van <strong>de</strong>r Meer2004). Het is goed dat punt voorop te stellen, want met <strong>de</strong> waar<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g van <strong>de</strong><strong>de</strong>mocratische <strong>in</strong>stituties – <strong>de</strong> maatstaf voor politiek vertrouwen – is het m<strong>in</strong><strong>de</strong>rgesteld (tabel 5.8). Politie, leger, justitie, rechtssystemen en parlement wor<strong>de</strong>nbijvoorbeeld m<strong>in</strong><strong>de</strong>r vertrouwd dan <strong>de</strong> media en niet-gouvernementele organisaties(ngo’s). Reger<strong>in</strong>g en politieke partijen staan zelfs helemaal on<strong>de</strong>r aan <strong>de</strong> lijst.Maar <strong>in</strong> vergelijk<strong>in</strong>g met an<strong>de</strong>re eu-lan<strong>de</strong>n valt het politiek wantrouwen tegelijkook weer mee. Daarbij past wel <strong>de</strong> kantteken<strong>in</strong>g dat <strong>de</strong> positie van Ne<strong>de</strong>rland isverslechterd ten opzichte van <strong>de</strong> buurlan<strong>de</strong>n en <strong>de</strong> stemm<strong>in</strong>g bijvoorbeeld <strong>in</strong>Denemarken aanzienlijk beter is. Dekker en Van <strong>de</strong>r Meer (2004) conclu<strong>de</strong>ren:“Al met al geven <strong>de</strong> cijfers wel steun aan zorgen maar geven ze geen aanleid<strong>in</strong>gvoor beschouw<strong>in</strong>gen over een diepe crisis.”Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>rs zijn betrekkelijk stabiel <strong>in</strong> hun opvatt<strong>in</strong>gen over <strong>de</strong> politiek; zelfs<strong>de</strong> negatieve uitschieters van voorjaar 2002 zijn een jaar later weggepoetst enmen ligt weer <strong>in</strong> het spoor (tabel 5.9). Uitspraken dat bew<strong>in</strong>dslie<strong>de</strong>n vooral ophun eigenbelang uit zijn en dat je eer<strong>de</strong>r Kamerlid wordt dankzij vrien<strong>de</strong>n danbekwaamheid, wor<strong>de</strong>n door een m<strong>in</strong><strong>de</strong>rheid on<strong>de</strong>rschreven. Hoewel <strong>de</strong> absolutepercentages zeker niet tot vreug<strong>de</strong> stemmen, is er zelfs enige verbeter<strong>in</strong>g te


vertrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>Tabel 5.8<strong>Vertrouwen</strong> <strong>in</strong> <strong>in</strong>stituties van EU-lidstaten<strong>Vertrouwen</strong> <strong>in</strong> politiek overal <strong>in</strong> EU laag(bevolk<strong>in</strong>g van 15 jaar en ou<strong>de</strong>r <strong>in</strong> 2004, <strong>in</strong> %)DK NL SP Zwed BE IT FR DU VK170Radio 75 69 68 77 70 57 68 65 60Televisie 66 68 52 65 66 39 48 61 55Liefdadigheids<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen 64 62 67 46 66 64 70 54 68Pers 51 60 62 39 61 45 61 45 21Vakbon<strong>de</strong>n 53 56 38 50 45 37 36 29 36Politie 86 59 60 70 53 73 55 76 57Leger 68 55 56 52 54 75 60 61 70Verenig<strong>de</strong> Naties 76 54 58 77 45 54 46 47 49Justitie, (nationale) rechtssysteem76 51 48 58 30 49 42 57 39Nationale parlement 64 45 43 58 40 35 37 30 27Nationale reger<strong>in</strong>g 45 40 43 49 36 28 30 24 21Europese Unie 42 40 60 29 51 58 45 37 21Kerkelijke <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen 75 38 35 22 34 58 34 39 38Grote on<strong>de</strong>rnem<strong>in</strong>gen 49 31 37 27 39 26 30 22 20Politieke partijen 33 28 28 21 21 14 14 12 11Gemid<strong>de</strong>ld vertrouwen van<strong>in</strong>stitutionele categorieën 62 50 50 49 47 47 45 44 39Aan respon<strong>de</strong>nten werd <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> vraag voorgelegd: “Ik wil u nu een vraag stellen over het vertrouwen dat uheeft <strong>in</strong> bepaal<strong>de</strong> <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen. Zegt u mij voor elk van <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen of u er eer<strong>de</strong>r wel vertrouwen ofeer<strong>de</strong>r geen vertrouwen <strong>in</strong> heeft.” Vermeld wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> percentages ‘eer<strong>de</strong>r wel vertrouwen’ <strong>in</strong> plaats van ‘eer<strong>de</strong>rgeen vertrouwen’ en ‘weet niet’ als het aantal ‘weet niet’-antwoor<strong>de</strong>n m<strong>in</strong><strong>de</strong>r dan zes is. De volgor<strong>de</strong> is die vanhet vertrouwen <strong>in</strong> Ne<strong>de</strong>rland.Bron: Eurobarometer 61.0 (voorjaar 2004), gewogen resultatenbespeuren <strong>in</strong> opvatt<strong>in</strong>gen over gebrekkige responsiviteit – ‘Kamerle<strong>de</strong>n <strong>in</strong>teresserenzich niet voor mensen zoals ik’; ‘partijen zijn alleen maar geïnteresseerd <strong>in</strong>mijn stem’; ‘gewone mensen hebben geen <strong>in</strong>vloed op <strong>de</strong> grote politiek’. Dat geldtechter weer niet <strong>de</strong> stell<strong>in</strong>g ‘tegen beter weten <strong>in</strong> beloven politici meer dan zekunnen waarmaken’; zowel het percentage <strong>in</strong>stemmers als <strong>de</strong> trend daar<strong>in</strong> getuigenniet van een groot geloof <strong>in</strong> <strong>de</strong> beroepsgroep als geheel. Positief is echter weer<strong>de</strong> fors toegenomen politieke <strong>in</strong>teresse die uit <strong>de</strong> op<strong>in</strong>iepeil<strong>in</strong>gen naar vorenkomt. Men leest meer over politiek, is meer bereid om zelf <strong>in</strong> actie te komen enwil ook meer <strong>in</strong>spraak (tabel 5.10).


Tabel 5.9 Opvatt<strong>in</strong>gen over politiek, 1997-2003Stabiele opvatt<strong>in</strong>gen over <strong>de</strong> politiek(<strong>in</strong>stemmers <strong>in</strong> % van <strong>de</strong> kiesgerechtig<strong>de</strong> bevolk<strong>in</strong>g)1977 1981 1986 1989 1994 1998 2002 2003M<strong>in</strong>isters en staatssecretarissen zijn vooral ophun eigen belang uit 30 30 34 31 37 33 39 31Kamerlid word je eer<strong>de</strong>r door je politieke vrien<strong>de</strong>ndan door je bekwaamhe<strong>de</strong>n 44 41 44 40 42 42 55 46Kamerle<strong>de</strong>n bekommeren zich niet om <strong>de</strong> men<strong>in</strong>gvan mensen zoals ik 48 44 43 41 44 41 52 40De politieke partijen zijn alleen maar geïnteresseerd<strong>in</strong> mijn stem en niet <strong>in</strong> mijn men<strong>in</strong>g 53 53 49 46 52 52 59 48Mensen zoals ik hebben geen enkele <strong>in</strong>vloed op <strong>de</strong>reger<strong>in</strong>gspolitiek 51 52 52 49 47 46 46 42Tegen beter weten <strong>in</strong> beloven politici meer danze kunnen waarmaken 78 82 86 85 91 89 91 89Bron: nko 1977-2003 (skon); gewogen resultaten (2002 en 2003 alleen voor opkomst en partijkeuze);volgens Dekker et al. (2004)171Tabel 5.10 Politieke betrokkenheid en participatie, 1975-2002Toenemen<strong>de</strong> betrokkenheid(<strong>in</strong> % van <strong>de</strong> bevolk<strong>in</strong>g van 16 jaar en ou<strong>de</strong>r 1 )1975 1980 1985 1992 1996 2000 2002Oor<strong>de</strong>el over <strong>de</strong> eigen politieke <strong>in</strong>teresse: sterk of gewoon 31 39 42 41 45 43 57Leest regelmatig over politiek <strong>in</strong> ons land, bijv.krantenverslagen 34 42 41 41 38 34 46Acht het zeer of enigsz<strong>in</strong>s waarschijnlijk dat men werkelijkiets zou proberen te doen, als <strong>de</strong> Twee<strong>de</strong> Kamer eenonrechtvaardige wet behan<strong>de</strong>lt 35 37 42 47 50 51 54V<strong>in</strong>dt dat <strong>de</strong> <strong>in</strong>spraak van burgers op het bestuur vangemeente en prov<strong>in</strong>cie groter moet wor<strong>de</strong>n 69 62 60 64 – 71 741Leeftijd 16-74 <strong>in</strong> 1975, 1980 en 1985.Bron: Culturele veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen 1975-2002, volgens Dekker et al. (2004)


vertrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>On<strong>de</strong>rver<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g naar specifieke groepenDe al eer<strong>de</strong>r aangehaal<strong>de</strong> gezamenlijke analyse van scp en Motivaction bevestigt– althans op het eerste gezicht – <strong>de</strong> bovenstaan<strong>de</strong> bev<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen. Kijkend naar <strong>de</strong>verhoud<strong>in</strong>g tussen burger en overheid is er sprake van veel overeenstemm<strong>in</strong>g(tabel 5.11). Er zijn nauwelijks verschillen te bespeuren bij vragen rond <strong>de</strong> matevan eigen zorgen of gevoelens van ‘er alleen voor staan’. Ook <strong>de</strong> tevre<strong>de</strong>nheid metwat <strong>de</strong> reger<strong>in</strong>g doet en zelfs <strong>de</strong> hoeveelheid geld voor openbare voorzien<strong>in</strong>genhebben een breed draagvlak.Op an<strong>de</strong>re punten zijn er <strong>de</strong> te verwachten patronen, met afhankelijke en afzijdigeburgers die vanuit hun beperktere overbrugg<strong>in</strong>g wat knorriger reageren tenopzichte van <strong>de</strong> overheid en met name politici. De overheid luistert meestalTabel 5.11Burgerschapsstijlen en politiek vertrouwenVeel overeenstemm<strong>in</strong>g en ‘klassieke’ patronen(<strong>in</strong>stemmers <strong>in</strong> % van totale respons 1 )172Stell<strong>in</strong>genBurgerschapsstijlAfhankelijkAfzijdigAfwachtendActiefGem.NLV<strong>in</strong>dt u dat u zelf veel zorgen heeft?Voelt u zich soms eenzaam, of heeft u soms het gevoel dat uuite<strong>in</strong><strong>de</strong>lijk toch alleen staat <strong>in</strong> <strong>de</strong> wereld en alleen <strong>de</strong>zaken moet opknappen?Ik ben over het algemeen (zeer) tevre<strong>de</strong>n met wat <strong>de</strong>Ne<strong>de</strong>rlandse reger<strong>in</strong>g doetV<strong>in</strong>dt u dat <strong>de</strong> overheid over meer geld moet kunnenbeschikken dan nu om allerlei openbare voorzien<strong>in</strong>genmogelijk te maken?4617645945206066442062664920596946196165De overheid luistert meestal goed naar wat <strong>de</strong> burger wilPolitieke baantjes gaan te vaak naar mensen uit <strong>de</strong> eigen partijM<strong>in</strong>isters moeten sneller aftre<strong>de</strong>n als ze fouten hebbengemaaktStemmen is <strong>de</strong> enige manier waarop mensen zoals ik <strong>in</strong>vloedkunnen uitoefenen op <strong>de</strong> reger<strong>in</strong>gWat we nodig hebben zijn m<strong>in</strong><strong>de</strong>r wetten en <strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen enmeer moedige, onvermoeibare en toegewij<strong>de</strong> lei<strong>de</strong>rs waarhet volk vertrouwen <strong>in</strong> kan hebben198278746714837671642571676355277369585621787367601 Voor vetgedrukte getallen gel<strong>de</strong>n statistisch significante afwijk<strong>in</strong>gen van het gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong>(95%-betrouwbaarheidsniveau).Bron: Motivaction en scp


<strong>de</strong> toegevoeg<strong>de</strong> waar<strong>de</strong> van <strong>buurt</strong>gericht beleidslecht, politieke baantjes gaan te vaak naar vriendjes, m<strong>in</strong>isters blijven te langzitten als ze fouten hebben gemaakt, het heeft niet veel z<strong>in</strong> om iets te proberen als<strong>de</strong> Twee<strong>de</strong> Kamer ‘<strong>in</strong> <strong>de</strong> fout’ gaat. Hun antwoord is dui<strong>de</strong>lijk: stemmen is <strong>de</strong>enige manier om nog enige <strong>in</strong>vloed uit te oefenen, maar wat we vooral nodighebben zijn meer moedige, onvermoeibare en toegewij<strong>de</strong> lei<strong>de</strong>rs waar het volkvertrouwen <strong>in</strong> kan hebben. Het beeld is niet onverwacht, maar <strong>de</strong> verschillen metTabel 5.12Burgerschapsstijl en <strong>de</strong>mocratische betrokkenheidPassief mid<strong>de</strong>nblok van afzijdige en afwachten<strong>de</strong> burgers(<strong>in</strong>stemmers <strong>in</strong> % van totale respons 1 )Stell<strong>in</strong>genBurgerschapsstijlAfhankelijkAfzijdigAfwachtendActiefGem.NLBij verkiez<strong>in</strong>gen voor <strong>de</strong> Twee<strong>de</strong> Kamer ga ik altijd stemmenBij verkiez<strong>in</strong>gen voor <strong>de</strong> Gemeenteraad ga ik altijd stemmenBij verkiez<strong>in</strong>gen voor <strong>de</strong> Prov<strong>in</strong>ciale Staten ga ik altijd stemmenBij verkiez<strong>in</strong>gen voor het Europese Parlement ga ik altijdstemmenLeest u wel eens iets over <strong>de</strong> politiek <strong>in</strong> ons land, bijv.krantenverslagen?De Europese politiek boeit me zeerDe Europese politiek moet meer <strong>de</strong>mocratisch wor<strong>de</strong>nMen zegt dat <strong>de</strong> Kamerle<strong>de</strong>n <strong>in</strong> ons land we<strong>in</strong>ig begriphebben van wat er on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> mensen leeftIk wil bij mijn keuzes liever geen reken<strong>in</strong>g hou<strong>de</strong>n met watan<strong>de</strong>ren v<strong>in</strong><strong>de</strong>nMoet <strong>de</strong> <strong>in</strong>spraak van <strong>de</strong> burgers op het bestuur vangemeente en prov<strong>in</strong>cie wor<strong>de</strong>n vergroot?De burgemeester moet wor<strong>de</strong>n gekozen door <strong>de</strong> <strong>in</strong>wonersvan <strong>de</strong> gemeenteDe m<strong>in</strong>ister-presi<strong>de</strong>nt moet rechtstreeks door <strong>de</strong> kiezergekozen wor<strong>de</strong>nHeeft u zich <strong>in</strong> <strong>de</strong> afgelopen twee jaar wel eens samen metan<strong>de</strong>ren actief <strong>in</strong>gespannen voor een kwestie•die lan<strong>de</strong>lijk of nationaal van belang is of die betrekk<strong>in</strong>gheeft op wereldproblemen als vre<strong>de</strong> en armoe<strong>de</strong>?•die van belang is voor uw gemeente, voor een bepaal<strong>de</strong>groep <strong>in</strong> <strong>de</strong> gemeente of voor uw <strong>buurt</strong>?8379676058218169416779662142544837323897376477690789306154454550207469497685692138807363646428865939667562324769625249511978704472837019381731 Voor vetgedrukte getallen gel<strong>de</strong>n statistisch significante afwijk<strong>in</strong>gen van het gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong>(95%-betrouwbaarheidsniveau).Bron: Motivaction en scp


vertrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong><strong>de</strong> afwachten<strong>de</strong> en actieve burgers zijn, hoewel meestal statistisch wel significant,vaak betrekkelijk kle<strong>in</strong>.Een na<strong>de</strong>re analyse duidt echter op verontrusten<strong>de</strong>r verschillen, waarbij een‘mid<strong>de</strong>nblok’ van afzijdige en afwachten<strong>de</strong> burgers eruit spr<strong>in</strong>gt door passiviteitals het gaat om <strong>de</strong>mocratische betrokkenheid (tabel 5.12).174Zij gaan ten eerste veel m<strong>in</strong><strong>de</strong>r stemmen en vooral niet bij <strong>de</strong> verkiez<strong>in</strong>gen voor<strong>de</strong> Prov<strong>in</strong>ciale Staten en het Europese Parlement. Zij zijn ten twee<strong>de</strong> m<strong>in</strong><strong>de</strong>rgeïnteresseerd <strong>in</strong> politiek, lezen er m<strong>in</strong><strong>de</strong>r over, en vooral Europa is voor hen verweg. Zij geloven ten <strong>de</strong>r<strong>de</strong> m<strong>in</strong><strong>de</strong>r <strong>in</strong> <strong>de</strong> bestaan<strong>de</strong> <strong>de</strong>mocratische <strong>in</strong>stituties: zijv<strong>in</strong><strong>de</strong>n dat Kamerle<strong>de</strong>n niet goed begrijpen wat er on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> mensen leeft en dat<strong>de</strong> <strong>in</strong>spraak dik onvoldoen<strong>de</strong> is. Dat treft overigens wel, want ze willen bij hunkeuzes liever geen reken<strong>in</strong>g hou<strong>de</strong>n met wat an<strong>de</strong>ren v<strong>in</strong><strong>de</strong>n. Het beste is maar tebreken met het bestaan<strong>de</strong> en geheel nieuwe wegen te bewan<strong>de</strong>len, bijvoorbeelddoor burgemeesters en ook <strong>de</strong> m<strong>in</strong>ister-presi<strong>de</strong>nt direct te kiezen. De ontevre<strong>de</strong>nheidis kennelijk zodanig opgelopen dat een aanmerkelijk <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> milieusopteert voor onverschilligheid of algeheel afhaken – <strong>de</strong> exit-optie van Hirschman(1970).Het mid<strong>de</strong>nblok spr<strong>in</strong>gt er ook uit op een relatieve passiviteit ten aanzien vannatuur en milieu (tabel 5.13; zie ook Beckers et al. 2004: 63). Groen <strong>in</strong> <strong>de</strong> wijk of<strong>de</strong> nabijheid van een natuurgebied tellen m<strong>in</strong><strong>de</strong>r zwaar, maar ook <strong>de</strong> eigenTabel 5.13Burgerschapsstijl en milieubewustzijnMid<strong>de</strong>nblok ook passief rond natuur en milieu(<strong>in</strong>stemmers <strong>in</strong> % van totale respons 1 )Stell<strong>in</strong>genBurgerschapsstijlAfhankelijkAfzijdigAfwachtendActiefGem.NLWaaraan moet een prettige woonomgev<strong>in</strong>g voor u voldoen?• veel groen <strong>in</strong> <strong>de</strong> wijk• dicht bij een natuurgebiedIk leer k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren zich verantwoor<strong>de</strong>lijk te voelen voor <strong>de</strong>wereld om zich heenIk doe bewust aan energiebespar<strong>in</strong>g <strong>in</strong> huisIk scheid mijn huishou<strong>de</strong>lijk afvalIk doneer aan een natuur- en milieuverenig<strong>in</strong>g7239666687366630605075216332505172247342696886406835615880301 Voor vetgedrukte getallen gel<strong>de</strong>n statistisch significante afwijk<strong>in</strong>gen van het gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong>(95%-betrouwbaarheidsniveau).Bron: Motivaction


<strong>de</strong> toegevoeg<strong>de</strong> waar<strong>de</strong> van <strong>buurt</strong>gericht beleidbetrokkenheid is beperkt. Dekker (2001: 26) wijst op <strong>de</strong> mogelijke relatie metpolitiek vertrouwen: “Duurzame ontwikkel<strong>in</strong>g is bij uitstek een opgave dievertrouwen veron<strong>de</strong>rstelt. Zon<strong>de</strong>r vertrouwen <strong>in</strong> bijdragen van an<strong>de</strong>ren heeftzelfbeperk<strong>in</strong>g geen z<strong>in</strong>. Zon<strong>de</strong>r vertrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong> overheid zijn beperken<strong>de</strong> maatregelenten gunste van toekomstige generaties moeilijk te accepteren.” In die z<strong>in</strong>vormt <strong>de</strong> toenemen<strong>de</strong> vertrouwenskloof ‘slecht nieuws’ voor het milieubeleid envermoe<strong>de</strong>lijk eveneens voor an<strong>de</strong>re beleidsterre<strong>in</strong>en met een langetermijnkarakter,waar<strong>in</strong> <strong>de</strong> overheid een centrale plaats <strong>in</strong>neemt zoals ontwikkel<strong>in</strong>gssamenwerk<strong>in</strong>g:afzijdige en afwachten<strong>de</strong> burgers kiezen voor het hier-en-nu.De afwachten<strong>de</strong> burgers kan daarbij een consumentistische mentaliteit wor<strong>de</strong>ntoegeschreven; het zijn geen coproducenten van beleid maar afnemers. Bij <strong>de</strong>afzijdige burgers is echter veeleer sprake van een har<strong>de</strong> kern van wantrouwen, diedoor Elchardus ook <strong>in</strong> België is waargenomen (tabel 5.14; Elchardus en Smits2002; Elchardus 2002). Ze hebben m<strong>in</strong><strong>de</strong>r vertrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong> overheid en v<strong>in</strong><strong>de</strong>ndat je niet voorzichtig genoeg kan zijn <strong>in</strong> <strong>de</strong> omgang met an<strong>de</strong>re mensen. M<strong>in</strong><strong>de</strong>rdan <strong>de</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> burger <strong>de</strong>nken ze <strong>in</strong>vloed te hebben op wat <strong>de</strong> reger<strong>in</strong>g doeten ze reageren veel sceptischer, bijna cynisch op een aantal stell<strong>in</strong>gen. Kort door<strong>de</strong> bocht: Kamerle<strong>de</strong>n en m<strong>in</strong>isters geven nauwelijks om hen maar letten veeleerop het belang van machtige groepen, het maakt <strong>in</strong> feite we<strong>in</strong>ig uit voor het levenvan alledag wat <strong>de</strong> reger<strong>in</strong>g doet en er is geen partij die zich <strong>in</strong>zet voor hun belangen.Ze zijn relatief wat meer geïnteresseerd <strong>in</strong> <strong>de</strong> gemeentelijke dan <strong>in</strong> <strong>de</strong> lan<strong>de</strong>lijkepolitiek en relatief hard geraakt door <strong>de</strong> dood van Fortuyn. Bij elkaar opgeteldis <strong>de</strong> conclusie van <strong>de</strong> afzijdige burgers dui<strong>de</strong>lijk. Wat heeft het voor z<strong>in</strong> ombetrokken te zijn bij besliss<strong>in</strong>gen of plannen van het rijk en zelfs <strong>de</strong> gemeente:afzijdige burgers haken vaak af. Zij uiten hun onvre<strong>de</strong> met zowel ‘<strong>de</strong> politiek’ als<strong>de</strong> aanpak van een aantal maatschappelijke problemen <strong>in</strong> hun stemgedrag: zijstemmen niet of ze stemmen ‘tegen’ <strong>de</strong> zitten<strong>de</strong> regenten. Ongeveer <strong>de</strong> helft van<strong>de</strong> lpf-stemmers en van <strong>de</strong> niet-stemmers was op 15 mei 2002 b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong>ze groepte v<strong>in</strong><strong>de</strong>n. Alle an<strong>de</strong>re politieke partijen von<strong>de</strong>n hun draagvlak meer gespreidover <strong>de</strong> diverse milieus (Dekker et al. 2004).1755.5.2 verklar<strong>in</strong>gen voor beperkt politiek vertrouwenEr is geen voor <strong>de</strong> hand liggen<strong>de</strong> uitleg voor het beperkte politieke vertrouwendat ook <strong>in</strong> een aantal an<strong>de</strong>re lan<strong>de</strong>n wordt waargenomen. Het Amerikaanseon<strong>de</strong>rzoeksproject Visions of governance ontwikkel<strong>de</strong> een aantal <strong>de</strong>nkbare hypothesen(Nye et al. 1997), die door <strong>in</strong>ternationale vergelijk<strong>in</strong>g op hun meriteswer<strong>de</strong>n getoetst (Norris 1999). De on<strong>de</strong>rzoekers selecteer<strong>de</strong>n vier mogelijkeuitlegg<strong>in</strong>gen die <strong>in</strong> m<strong>in</strong><strong>de</strong>re of meer<strong>de</strong>re mate <strong>de</strong> gesignaleer<strong>de</strong> vragen kunnenverklaren (Norris 1999: 22 e.v.).De politieke uitlegNorris et al. v<strong>in</strong><strong>de</strong>n onvoldoen<strong>de</strong> bewijs voor een politieke uitleg, die zichconcentreert op het tekortschieten van <strong>de</strong> overheidsprestatie. Het politiekevertrouwen van <strong>de</strong> burger, zo wordt aangenomen, wordt me<strong>de</strong> bepaald door het


vertrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>Tabel 5.14Burgerschapsstijl en politiek wantrouwenHar<strong>de</strong> kern van wantrouwen bij afzijdige burgers(<strong>in</strong>stemmers <strong>in</strong> % van totale respons 1 )Stell<strong>in</strong>genBurgerschapsstijlAfhankelijkAfzijdigAfwachtendActiefGem.NL176Ik heb vertrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong> overheidIk v<strong>in</strong>d dat je niet voorzichtig genoeg kunt zijn <strong>in</strong> <strong>de</strong> omgangmet an<strong>de</strong>re mensenMensen als ik hebben geen enkele <strong>in</strong>vloed op wat <strong>de</strong>reger<strong>in</strong>g doetIk <strong>de</strong>nk niet dat Kamerle<strong>de</strong>n en m<strong>in</strong>isters veel geven omwat mensen als ik <strong>de</strong>nkenKamerle<strong>de</strong>n letten te veel op het belang van enkele machtigegroepen, <strong>in</strong> plaats van op het algemeen belangWat <strong>de</strong> reger<strong>in</strong>g ook doet, voor het dagelijks leven heeft hetwe<strong>in</strong>ig nutIs er naar uw men<strong>in</strong>g <strong>in</strong> ons land een politieke partij die zichecht <strong>in</strong>zet voor uw belangen?Ik ben meer geïnteresseerd <strong>in</strong> <strong>de</strong> gemeentelijke politiekdan <strong>in</strong> <strong>de</strong> lan<strong>de</strong>lijke politiekDe dood van Pim Fortuyn heeft mijn men<strong>in</strong>g over <strong>de</strong>Ne<strong>de</strong>rlandse maatschappij doen veran<strong>de</strong>renIk v<strong>in</strong>d het niet nodig betrokken te zijn bij plannen van <strong>de</strong>overheid die van <strong>in</strong>vloed zijn op <strong>de</strong> manier waarop wijwonen, op onze leefomgev<strong>in</strong>g en het milieuIk v<strong>in</strong>d het niet nodig betrokken te zijn bij besliss<strong>in</strong>gen/plannenvan het gemeentebestuur die van <strong>in</strong>vloed zijn op hetleven <strong>in</strong> mijn gemeente515749426225502949282843677157793730345541445451393861235124443025594430315414581739121851565044662646274829301 Voor vetgedrukte getallen gel<strong>de</strong>n statistisch significante afwijk<strong>in</strong>gen van het gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong>(95%-betrouwbaarheidsniveau).Bron: Motivactionpresteren van <strong>de</strong> overheid, vooral <strong>in</strong> economische z<strong>in</strong>. Indien reger<strong>in</strong>gen hunbeloften waarmaken, heeft dit een diffuse maar positieve uitstral<strong>in</strong>g. Indienechter een ‘enge’ <strong>de</strong>f<strong>in</strong>itie wordt aangehou<strong>de</strong>n als zuiver economisch presteren,bijvoorbeeld <strong>in</strong> <strong>de</strong> vorm van <strong>de</strong> groei van het nationaal <strong>in</strong>komen per hoofd van <strong>de</strong>bevolk<strong>in</strong>g, blijkt <strong>de</strong> verklar<strong>in</strong>g onvoldoen<strong>de</strong> (Norris 1999: 218). McAllister (1999)conclu<strong>de</strong>ert dat op het <strong>in</strong>dividuele niveau het economisch presteren nauwelijkseen rol speelt <strong>in</strong> het vertrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong>mocratische <strong>in</strong>stituties. Wor<strong>de</strong>n ook an<strong>de</strong>regrote gebeurtenissen betrokken <strong>in</strong> <strong>de</strong> analyse, zoals <strong>in</strong> <strong>de</strong> Verenig<strong>de</strong> Staten


<strong>de</strong> toegevoeg<strong>de</strong> waar<strong>de</strong> van <strong>buurt</strong>gericht beleidWatergate of het falen van het buitenlands beleid <strong>in</strong> Vietnam, dan lijkt het mogelijkeen betere case te maken. De kwantitatieve toets<strong>in</strong>g wordt dan echter problematisch.De <strong>in</strong>stitutionele uitlegEvenm<strong>in</strong> biedt een <strong>in</strong>stitutionele uitleg, die het probleem veeleer zoekt <strong>in</strong> eenachterhaal<strong>de</strong> vormgev<strong>in</strong>g van of ontwerpfouten <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>de</strong>mocratische <strong>in</strong>stituties,een handvat. Politiek vertrouwen wordt gevormd door een jarenlange ervar<strong>in</strong>gmet een bepaald stelsel van <strong>de</strong>mocratische <strong>in</strong>stituties. Het valt te verwachten dat<strong>de</strong> vormgev<strong>in</strong>g van dat stelsel <strong>in</strong>vloed heeft op <strong>de</strong> waar<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g door <strong>de</strong> burger.Tegen <strong>de</strong>ze achtergrond pleit bijvoorbeeld D66 al langere tijd voor vernieuw<strong>in</strong>gen,zoals <strong>de</strong> gekozen burgemeester en het referendum. Toch is er volgens zowelElchardus (2003) als <strong>de</strong> <strong>in</strong>ternationale analyse van Norris (1999: 218) we<strong>in</strong>igbewijs voor <strong>de</strong>rgelijke veron<strong>de</strong>rstell<strong>in</strong>gen.De sociaal-kapitaaltheoriePutnam zette met zijn boeken Mak<strong>in</strong>g <strong>de</strong>mocracy work (1993) en Bowl<strong>in</strong>g alone(2000) het begrip sociaal kapitaal <strong>in</strong> <strong>de</strong> schijnwerper van <strong>de</strong> wetenschappelijkeen publieke aandacht. Een groter sociaal kapitaal, zo luidt <strong>de</strong> veron<strong>de</strong>rstell<strong>in</strong>g,bevor<strong>de</strong>rt een actief burgerschap en een daarop geënte politieke <strong>de</strong>mocratie. Deessentie van een representatieve <strong>de</strong>mocratie is immers dat <strong>de</strong> burger vertrouwenmoet hebben <strong>in</strong> vertegenwoordigers die namens hem han<strong>de</strong>len en die hij <strong>in</strong> <strong>de</strong>regel niet persoonlijk kent. Het daartoe vereiste sociaal kapitaal wordt echteruitgehold, stelt Putnam. Mensen streven steeds meer hun eigen belangen na endaardoor wordt <strong>de</strong> sociale samenhang <strong>in</strong> <strong>de</strong> samenlev<strong>in</strong>g aangetast. Zijn uitleglijkt toegesne<strong>de</strong>n te zijn op <strong>de</strong> ‘afwachten<strong>de</strong>’ burgers, bij uitstek <strong>in</strong>dividualistenen bovendien onverschillig tegenover <strong>de</strong> politiek. In m<strong>in</strong><strong>de</strong>re mate is dat ook hetgeval bij <strong>de</strong> ‘afzijdige’ burgers, waar het sociaal kapitaal re<strong>de</strong>lijk <strong>in</strong>tact lijkt maarwel het politiek vertrouwen <strong>in</strong> rap tempo afglijdt.177Geconfronteerd met een toenemend wantrouwen concentreren vele politici zichop <strong>de</strong> problemen van <strong>de</strong> laatste categorie – veelal <strong>de</strong> lager opgelei<strong>de</strong>n waarvan ookvolgens Dekker (2004) zo’n 40 procent negatief staat tegenover <strong>de</strong> politiek. Het isgeen eenvoudige taak die hen wacht. Afzijdige burgers hebben, blijkens <strong>de</strong> gegevensvan Motivaction, moeite met <strong>de</strong> omgang met <strong>in</strong>formatie <strong>in</strong> <strong>de</strong> snel veran<strong>de</strong>ren<strong>de</strong>samenlev<strong>in</strong>g en ervaren bovendien tijdsdruk. Deze categorie heeft eencultureel gesloten houd<strong>in</strong>g, wenst zich niet te verdiepen <strong>in</strong> <strong>de</strong> beweegre<strong>de</strong>nenvan an<strong>de</strong>ren en staat <strong>de</strong>rhalve we<strong>in</strong>ig open voor overbrugg<strong>in</strong>g.De complexe samenlev<strong>in</strong>g stelt hun op dat laatste punt te hoge eisen; <strong>de</strong>nk aan <strong>de</strong>mondialiser<strong>in</strong>g, <strong>de</strong> Europese eenword<strong>in</strong>g met haar open grenzen, <strong>de</strong> multiculturelesamenlev<strong>in</strong>g, een gedoogbeleid met <strong>de</strong> bijbehoren<strong>de</strong> (gevoelens van) onveiligheid,en <strong>de</strong> technologische ontwikkel<strong>in</strong>g. Zij voelen zich daar ongemakkelijkmee en dat wordt niet beter door een overbelast<strong>in</strong>g met <strong>in</strong>formatie, die hen viaeen veel bre<strong>de</strong>r, m<strong>in</strong><strong>de</strong>r stabiel en nagenoeg ongecoörd<strong>in</strong>eerd media-aanbodbereikt. Bovendien hebben zij van doen met een overheid en politiek die steeds


vertrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>meer van hen verwachten: <strong>in</strong>tegratie <strong>in</strong> gemeng<strong>de</strong> <strong>buurt</strong>en en op gemeng<strong>de</strong> scholen,emancipatie, flexwerken, participatie en betrokkenheid. Waar <strong>de</strong> stabiliseren<strong>de</strong>functie van an<strong>de</strong>re <strong>in</strong>stituties is verzwakt – kerken, werkgevers, <strong>de</strong> mediaen het gez<strong>in</strong>sleven bie<strong>de</strong>n niet langer <strong>de</strong> houvast van <strong>de</strong> jaren vijftig – vragen <strong>de</strong>afzijdige burgers om lei<strong>de</strong>rschap, en niet om nog meer verwarren<strong>de</strong> druk, vanoverheid, sociale spelers en politiek.Zoekend naar verklar<strong>in</strong>gen en <strong>de</strong> daaruit mogelijk voortvloeien<strong>de</strong> oploss<strong>in</strong>genbenadrukt Putnam <strong>de</strong> teloorgang van <strong>de</strong> directe face-to-face-contacten b<strong>in</strong>nenkle<strong>in</strong>schalige verban<strong>de</strong>n, die <strong>de</strong> voed<strong>in</strong>gsbron vormen voor het sociaal vertrouwenen het daarmee verband hou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> belang van het ‘aanleren’ van overbrugg<strong>in</strong>g.Uite<strong>in</strong><strong>de</strong>lijk zal dat, stelt hij, negatieve gevolgen hebben voor <strong>de</strong> betrokkenheidvan <strong>de</strong> burger en voor good government. Hoewel hij een bre<strong>de</strong>re analysevoorlegt, concentreren zijn oploss<strong>in</strong>gen zich op <strong>de</strong> civil society, <strong>in</strong> <strong>de</strong> Amerikaanse<strong>de</strong>f<strong>in</strong>itie <strong>de</strong> vrijwillige samenwerk<strong>in</strong>gsverban<strong>de</strong>n die als een soort countervail<strong>in</strong>gpower ervoor zorgen dat <strong>de</strong> burger beter is toegerust tegenover staat enpolitiek.178Door het afbeel<strong>de</strong>n van civil society als een soort maatschappelijke Haarlemmerolie, is <strong>de</strong>ze these on<strong>de</strong>r druk komen te staan op drie punten:1 Civil society zoals door Putnam ge<strong>de</strong>f<strong>in</strong>ieerd legt een te beperkt tijdsbeslag op<strong>de</strong> gemid<strong>de</strong>l<strong>de</strong> burger om zo’n grote <strong>in</strong>vloed uit te kunnen oefenen (Verhoeven2004).2 Putnam gaat uit van een achterhaal<strong>de</strong> structuur en taakstell<strong>in</strong>g van civil society(Etzioni 1999; wrr 2002: 113-151; Skocpol 2003).3 Zeker <strong>in</strong> <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse civil society zijn geen breuklijnen waar te nemen(Dekker en Van <strong>de</strong>n Broek 2004; Van <strong>de</strong>n Br<strong>in</strong>k 2002).Toch past hier een kantteken<strong>in</strong>g. In het Sociaal en cultureel rapport 2004 waarschuwthet scp (2004: 186, 213) voor een mogelijk keerpunt: burgers uiten <strong>de</strong>verwacht<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> toekomst hun maatschappelijke en politieke betrokkenheidterug te schroeven, waarbij met name het vrijwilligerswerk en politieke activiteitenscha<strong>de</strong> lij<strong>de</strong>n.De oploss<strong>in</strong>g die Putnam aanreikt, lijkt onvoldoen<strong>de</strong>: als <strong>de</strong> betrokkenheid bij <strong>de</strong>civil society al iets doet <strong>in</strong> <strong>de</strong> sfeer van een groter politiek vertrouwen, is datbeperkt. Een gerichte overheidsstimulans van bijvoorbeeld sportverenig<strong>in</strong>genkan z<strong>in</strong>vol zijn. Maar het is twijfelachtig of <strong>de</strong> drukbezette ‘afzijdige’ burgers envooral <strong>de</strong> <strong>in</strong>dividualistische ‘afwachten<strong>de</strong>’ burgers te porren zijn voor een <strong>in</strong>tensievebetrokkenheid <strong>in</strong> traditionele, georganiseer<strong>de</strong> vormen van civil society(Florida 2005: 30). De haarscheuren <strong>in</strong> het politiek vertrouwen waarop Putnamwijst, vragen echter wel <strong>de</strong>gelijk aandacht, evenals <strong>de</strong> nadruk die hij legt op hetbelang van kle<strong>in</strong>schalige verban<strong>de</strong>n.Het is zaak burgers te ‘verlei<strong>de</strong>n’ tot een actieve participatie aan zelfbestuur enaan het oplossen van concrete maatschappelijke vraagstukken. Dit vormt een


<strong>de</strong> toegevoeg<strong>de</strong> waar<strong>de</strong> van <strong>buurt</strong>gericht beleidleerschool voor <strong>de</strong>mocratische betrokkenheid en voorkomt <strong>de</strong>structief cynisme.Voor oploss<strong>in</strong>gen moet veeleer bre<strong>de</strong>r wor<strong>de</strong>n gekeken, bijvoorbeeld naar <strong>de</strong>samenb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g en overbrugg<strong>in</strong>g die (hogere) opleid<strong>in</strong>gen, werk en <strong>in</strong>formeleverban<strong>de</strong>n <strong>in</strong> toenemen<strong>de</strong> mate bie<strong>de</strong>n. Tot die <strong>in</strong>formele verban<strong>de</strong>n behoortzeker ook <strong>de</strong> <strong>buurt</strong> met zijn directe wisselwerk<strong>in</strong>g met <strong>de</strong> <strong>de</strong>mocratische <strong>in</strong>stitutiesop voor <strong>de</strong> burger wezenlijke terre<strong>in</strong>en.De culturele uitlegAls laatste mogelijke verklar<strong>in</strong>g wijzen Norris et al. en Nye et al. op <strong>de</strong> doorwerk<strong>in</strong>gvan <strong>de</strong> mo<strong>de</strong>rniser<strong>in</strong>g. Inglehart (1977; 1997a; 1997b) en recent ook Dalton etal. (2003) benadrukken <strong>de</strong> fundamentele en massale waar<strong>de</strong>veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong>twee<strong>de</strong> helft van <strong>de</strong> tw<strong>in</strong>tigste eeuw. Waar het glas bij Putnam et al. half leeg is, isdat van hen en Florida (2002) half vol. Zij leggen <strong>de</strong> geconstateer<strong>de</strong> <strong>in</strong>dividualiser<strong>in</strong>gsten<strong>de</strong>nsgeheel an<strong>de</strong>rs uit en wijzen bijvoorbeeld op het feit dat speciaal <strong>de</strong>hoger opgelei<strong>de</strong>n – <strong>in</strong> onze termen: <strong>de</strong> ‘afwachten<strong>de</strong>’ en ‘actieve’ burgers – heelgoed zelf kunnen uitmaken hoe ze <strong>de</strong>nken over waar<strong>de</strong>n en normen. De <strong>in</strong>dividuelebeweg<strong>in</strong>gsvrijheid is ook sterk toegenomen en er zijn nieuwe socialenetwerken ontstaan. Het risico is aanwezig dat bestuur<strong>de</strong>rs nauwelijks aandachthebben voor <strong>de</strong> steeds grotere groep jonge, postmo<strong>de</strong>rne burgers met hun totaalan<strong>de</strong>re behoeften. Volgens Inglehart (1997a: 292-323) en Florida (2002: 316) staan<strong>de</strong> traditionele <strong>de</strong>mocratische <strong>in</strong>stituties echter ook van die kant on<strong>de</strong>r druk enonze analyses van <strong>de</strong> opstell<strong>in</strong>g van afwachten<strong>de</strong> burgers bevestigen dat.179Postmo<strong>de</strong>rnisten, zegt Inglehart, zoeken nieuwe, directere wegen om <strong>in</strong>vloed uitte oefenen op grote maatschappelijke besliss<strong>in</strong>gen. Hun fijnvertakte netwerkenvan – op zich zwakke – ban<strong>de</strong>n bie<strong>de</strong>n hun een grotere uitdag<strong>in</strong>g dan <strong>de</strong> te loggeelitaire structuren van het verle<strong>de</strong>n. Niet <strong>de</strong> <strong>de</strong>mocratie maar <strong>de</strong> <strong>in</strong>stituties zijnvoor hen het probleem. Traditionele, door elites aangestuur<strong>de</strong> structuren zijnvoor hen m<strong>in</strong><strong>de</strong>r aanvaardbaar. Dat zou <strong>de</strong> opkomst kunnen verklaren van <strong>de</strong>flexibele netwerkstructurer<strong>in</strong>g, die zich recent uit <strong>in</strong> <strong>de</strong> vorm van zogenoem<strong>de</strong>s<strong>in</strong>gle event-organisaties: ad-hocsamenwerk<strong>in</strong>gsverban<strong>de</strong>n van vaak zeer kle<strong>in</strong>eorganisaties die zich richten op eenmalige acties zoals <strong>de</strong> anti-oorlogsbetog<strong>in</strong>genof <strong>de</strong> kopersstak<strong>in</strong>gen na misstappen <strong>in</strong> het bedrijfsleven. Omdat <strong>de</strong>rgelijkewaar<strong>de</strong>n al jong wor<strong>de</strong>n ver<strong>in</strong>nerlijkt, wordt volgens Inglehart <strong>de</strong> doorwerk<strong>in</strong>gpas dui<strong>de</strong>lijk bij een opvolg<strong>in</strong>g van generaties. Zo’n cultuuromslag, stelt hij,hoeft echter geensz<strong>in</strong>s slecht nieuws te zijn. Indien <strong>de</strong> nieuwe wegen immers totbetere oploss<strong>in</strong>gen lei<strong>de</strong>n en een nieuwe generatie geïnspireer<strong>de</strong> voorlie<strong>de</strong>n opkop loopt, zal <strong>de</strong> maatschappij zich vernieuwen.Inglehart en Dalton et al. staan niet alleen. Jarenlang gold als vanzelfsprekend <strong>de</strong>notie: sterke ban<strong>de</strong>n zijn goed, zwakke ban<strong>de</strong>n zijn m<strong>in</strong><strong>de</strong>r. Pas <strong>in</strong> het beg<strong>in</strong> van<strong>de</strong> jaren tachtig wees <strong>de</strong> socioloog Granovetter (1983) erop dat <strong>in</strong> <strong>de</strong> mo<strong>de</strong>rneresociale netwerkensamenlev<strong>in</strong>g het vaak vooral zwakke ban<strong>de</strong>n zijn die mensenver<strong>de</strong>r kunnen helpen. Uit zijn empirisch on<strong>de</strong>rzoek bleek bijvoorbeeld dat bijhet v<strong>in</strong><strong>de</strong>n van een nieuwe baan het niet zozeer familie, vrien<strong>de</strong>n of buren zijndie iemand kunnen helpen, maar juist ver<strong>de</strong>raf staan<strong>de</strong> relaties.


vertrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>De wij<strong>de</strong>re strekk<strong>in</strong>g van Granovetters <strong>in</strong>zicht is dat niet zozeer <strong>de</strong> gemeenschapsvorm<strong>in</strong>gb<strong>in</strong>nen primaire groepen punt van zorg zou moeten zijn.Integen<strong>de</strong>el: sterke familieclans en <strong>de</strong>rgelijke kunnen juist uitsluit<strong>in</strong>g en fragmentatievan <strong>de</strong> samenlev<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> hand werken. Veeleer zou <strong>de</strong> politiek aandachtmoeten beste<strong>de</strong>n aan het versterken van <strong>de</strong> fijngeschakeer<strong>de</strong> sociale netwerken,waar<strong>in</strong> jongere mensen overbrugg<strong>in</strong>g tot een kunst hebben verheven. Wor<strong>de</strong>n zijimmers niet betrokken, dan zullen ze zich blijvend onverschillig betonen tenaanzien van <strong>de</strong> <strong>de</strong>mocratische <strong>in</strong>stituties, hetgeen op termijn kan bijdragen toteen uitholl<strong>in</strong>g van het draagvlak voor onze huidige vorm van representatieve<strong>de</strong>mocratie. Alweer kan <strong>de</strong> <strong>buurt</strong> een rol spelen bij het vergroten van die gewenstebetrokkenheid, zeker waar het gaat om <strong>de</strong> ‘afwachten<strong>de</strong>’ burgers.180Geen overkoepelen<strong>de</strong> uitlegHoewel vele studies zich met het on<strong>de</strong>rwerp hebben beziggehou<strong>de</strong>n, is er geenallesomvatten<strong>de</strong> uitleg die een afdoen<strong>de</strong> verklar<strong>in</strong>g biedt voor <strong>de</strong> door ons aangehaal<strong>de</strong>gegevens van Motivaction. Veeleer is er sprake van <strong>de</strong>eluitleggen, die eenverklar<strong>in</strong>g kunnen bie<strong>de</strong>n voor <strong>de</strong> opstell<strong>in</strong>g van een bepaal<strong>de</strong> burgerschapsstijlof die door optell<strong>in</strong>g een uitkomst plausibel kunnen maken. Zo kan bijvoorbeeldniet wor<strong>de</strong>n uitgesloten dat een goed ontwikkeld sociaal vertrouwen zoalsveron<strong>de</strong>rsteld door Putnam c.s. wel <strong>de</strong>gelijk doorwerkt <strong>in</strong> een sterker politiekvertrouwen, maar dat dit positieve effect teniet wordt gedaan door eenwanpresteren van <strong>de</strong>mocratische <strong>in</strong>stituties (politieke uitleg) en/of een achterhaal<strong>de</strong><strong>in</strong>stitutionele vormgev<strong>in</strong>g (<strong>in</strong>stitutionele uitleg). Wij kunnen daaroverspeculeren, maar we kunnen het op basis van <strong>de</strong> beschikbare gegevens nietbewijzen of ontkrachten. Ook <strong>de</strong> mogelijke rol van kle<strong>in</strong>schalige verban<strong>de</strong>n zoals<strong>de</strong> <strong>buurt</strong>, die <strong>in</strong> elk van <strong>de</strong> vier genoem<strong>de</strong> uitleggen relevant kan zijn voor hetversterken van het politieke vertrouwen, is daarmee niet vastgesteld nochontkend.5.6 dreigen<strong>de</strong> breuklijnenDe conclusie op grond van <strong>de</strong> paragrafen 5.4 en 5.5 moet lui<strong>de</strong>n dat groter sociaalvertrouwen niet automatisch ook meer politiek vertrouwen impliceert. In onson<strong>de</strong>rzoek zijn wij daardoor geconfronteerd met een probleem. Bij aanvangveron<strong>de</strong>rstel<strong>de</strong>n we dat mensen als het ware beter <strong>in</strong> hun vel zitten <strong>in</strong> <strong>de</strong> wisselwerk<strong>in</strong>gmet an<strong>de</strong>ren b<strong>in</strong>nen hun directe woonomgev<strong>in</strong>g en dat zou, dachten we,ook een positief effect hebben op hun vertrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>de</strong>mocratische <strong>in</strong>stituties.In achterstands<strong>buurt</strong>en zou waarschijnlijk het sociale en politieke vertrouwenhet kle<strong>in</strong>st zijn, <strong>in</strong> voorstands<strong>buurt</strong>en het grootst.We ston<strong>de</strong>n daar<strong>in</strong> niet alleen. Meer<strong>de</strong>re auteurs gaan ervan uit dat een toenemendsociaal vertrouwen zich ‘vertaalt’ <strong>in</strong> een groter politiek vertrouwen; nietzon<strong>de</strong>r re<strong>de</strong>n noem<strong>de</strong> Putnam zijn eerste boek over dit on<strong>de</strong>rwerp Mak<strong>in</strong>g <strong>de</strong>mocracywork (Putnam 1993; zie ook Fukuyama 1995: 355 e.v.; Putnam 2000: 336;Graham en Marv<strong>in</strong> 2001: 411). Ook statistische analyses bie<strong>de</strong>n <strong>in</strong>dicaties.Newton (1999) constateert bijvoorbeeld een zwakke correlatie tussen politiek


<strong>de</strong> toegevoeg<strong>de</strong> waar<strong>de</strong> van <strong>buurt</strong>gericht beleidvertrouwen en sociaal vertrouwen. Dekker (2001) wijst <strong>in</strong> <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse situatiezelfs op een dui<strong>de</strong>lijke relatie tussen sociaal en politiek vertrouwen. Er zijndaarbij grote verschillen te constateren tussen mensen met en mensen zon<strong>de</strong>rsociaal vertrouwen. Zo gaat volgens het kiezerson<strong>de</strong>rzoek van 1998 sociaalvertrouwen gepaard met meer vertrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong> Twee<strong>de</strong> Kamer. Van <strong>de</strong> mensenmet sociaal vertrouwen heeft 66 procent vertrouwen <strong>in</strong> het parlement en van <strong>de</strong>mensen zon<strong>de</strong>r vertrouwen 47 procent (Dekker en De Hart 2000). De Hart (1999:232-233) rapporteert vergelijkbare verschillen. De overheid wordt vertrouwddoor 47 procent van <strong>de</strong> mensen met sociaal vertrouwen en door 30 procent van<strong>de</strong> mensen zon<strong>de</strong>r sociaal vertrouwen (Dekker et al. 1997).Geduren<strong>de</strong> het on<strong>de</strong>rzoek moesten we onze vooron<strong>de</strong>rstell<strong>in</strong>gen echter loslaten.Er is kennelijk geen automatisme ‘sociaal vertrouwen is <strong>de</strong> opmaat voor politiekvertrouwen’. Van grote afstand bekeken zijn sociaal en politiek vertrouwen stelligaan elkaar gerelateerd; Ne<strong>de</strong>rland spr<strong>in</strong>gt er – ook nu nog – op bei<strong>de</strong> puntengunstig uit ten opzichte van een groot aantal verafgelegen lan<strong>de</strong>n. Maar eenterugblik naar figuur 5.2, waar<strong>in</strong> we <strong>de</strong> vier burgerschapsstijlen <strong>in</strong>troduceer<strong>de</strong>n,maakt dui<strong>de</strong>lijk dat een nuancer<strong>in</strong>g op zijn plaats is.Indien we <strong>de</strong> figuur beschouwen als een momentopname van <strong>de</strong> aard van hetsociaal vertrouwen, dan is van l<strong>in</strong>ks naar rechts – van afhankelijke via afzijdige enafwachten<strong>de</strong> naar actieve burgers – sprake van een overgang van samenb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g181Figuur 5.3Burgerschapsstijlen <strong>in</strong>ge<strong>de</strong>eld naar <strong>de</strong> mate van sociaal en politiek vertrouwenPolitiekvertrouwenHoogAfhankelijk(26%)Actief(20%)LaagAfzijdig(31%)Afwachtend(23%)Samenb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gOverbrugg<strong>in</strong>gSociaal vertrouwen


vertrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>naar overbrugg<strong>in</strong>g. Diezelf<strong>de</strong> doorgaan<strong>de</strong> lijn is echter niet terug te v<strong>in</strong><strong>de</strong>n <strong>in</strong> hetpolitiek vertrouwen. Afhankelijke burgers zijn we<strong>in</strong>ig kritisch en vaak niet optimaalgeïnformeerd, actieve burgers juist zeer maatschappijkritisch en goedgeïnformeerd;bei<strong>de</strong> groepen stellen zich echter constructief op ten aanzien van <strong>de</strong><strong>de</strong>mocratische <strong>in</strong>stituties. Afzijdige burgers – toch zo’n 30 procent van <strong>de</strong> bevolk<strong>in</strong>g– keren zich echter daarvan af; reken<strong>in</strong>g hou<strong>de</strong>nd met een aanzienlijk <strong>de</strong>elgetrouwen ook b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong>ze groep moet <strong>de</strong> wantrouwenskloof bij een grootaantal van hen zeer diep zijn. Afwachten<strong>de</strong> burgers – ruim 20 procent – daarentegenzijn niet geïnteresseerd <strong>in</strong> <strong>de</strong> politiek <strong>in</strong> zijn traditionele verschijn<strong>in</strong>gsvormen(figuur 5.3).182In <strong>de</strong> bestuurspraktijk is het probleem gelegen <strong>in</strong> het uiteenlopen van <strong>de</strong> behoeftenen kwaliteiten van (groepen) burgers. Het beleid is bovendien situationeelgebon<strong>de</strong>n, hetgeen zich uit <strong>in</strong> <strong>de</strong> noodzaak tot differentiatie van beleid (hoofdstukken3 en 4). Het meren<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> theorie gaat daaraan voorbij. In verschillen<strong>de</strong>analyses wor<strong>de</strong>n óf alle sociale milieus op een hoop geveegd, waardoor hetdoorzicht wordt belemmerd, óf alle aandacht wordt exclusief gericht op eenenkele groep, waardoor <strong>de</strong> uite<strong>in</strong><strong>de</strong>lijke beleidsvoorstellen ten aanzien van <strong>de</strong>zich voordoen<strong>de</strong> vraagstukken onvolledig zijn. Inglehart (1997a: 324-341),Florida (2002: 281) en Putnam (2000: 141, 257) on<strong>de</strong>rkennen bijvoorbeeld weliswaarverschillen<strong>de</strong> cohorten, maar <strong>de</strong> eerste twee concentreren zich op respectievelijk<strong>de</strong> jonge postmo<strong>de</strong>rnisten en <strong>de</strong> creatieve klasse, zoals Putnam dat doetop het herleven van civil society voor ‘afhankelijke’ en ‘afzijdige’ burgers.Dat roept beleidsmatige vragen op. Hoe vallen <strong>de</strong> geconstateer<strong>de</strong> tekorten <strong>in</strong> hetpolitiek vertrouwen van ‘afzijdige’ en ‘afwachten<strong>de</strong>’ burgers te dui<strong>de</strong>n? Zou hetkunnen zijn dat <strong>de</strong> maatschappij, en zeker <strong>de</strong> overheid daarb<strong>in</strong>nen, een te grootberoep doet op <strong>de</strong> overbrugg<strong>in</strong>gskwaliteiten van veel burgers? Mensen moeten<strong>in</strong>tegreren <strong>in</strong> gemeng<strong>de</strong> <strong>buurt</strong>en en op gemeng<strong>de</strong> scholen, ze moeten emanciperen,Europees een wor<strong>de</strong>n, als flexwerken<strong>de</strong> an<strong>de</strong>rhalfverdieners huis en werkverb<strong>in</strong><strong>de</strong>n en nieuwe technologieën <strong>in</strong> hun leven opnemen. Mensen moeten, methun grotere welvaart, meer keuzes maken en veel meer <strong>in</strong>formatie verwerken;het aantal televisiekanalen is daarvoor illustratief. De hoger opgelei<strong>de</strong> ‘afwachten<strong>de</strong>’en ‘actieve’ burgers kunnen <strong>de</strong> vraag nog aan, hoewel <strong>de</strong> eersten – <strong>in</strong>dividualistischerdan tevoren – het nut daarvan niet <strong>in</strong>zien en veelvuldig ‘passen’.Maar behou<strong>de</strong>n<strong>de</strong>re en relatief lager opgelei<strong>de</strong> mensen – veelal ‘afhankelijke’ en‘afzijdige’ burgers – voelen zich overvraagd. De eersten – gezagsgetrouw en volgzaam– blijven ‘aan boord’, <strong>de</strong> twee<strong>de</strong>n haken af.Misschien is het zelfs zo dat <strong>de</strong> ‘afzijdige’ burgers een soort tegenbeweg<strong>in</strong>g doormaken– noem het maar een contractie (zie ook Reijndorp 2004: 38 e.v.). In plaatsvan zich te ontwikkelen <strong>in</strong> <strong>de</strong> richt<strong>in</strong>g van overbrugg<strong>in</strong>g trekken ze zich terug op<strong>de</strong> samenb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g van hun directe leefomgev<strong>in</strong>g: gez<strong>in</strong>, vrien<strong>de</strong>n, <strong>buurt</strong>, werk,een paar clubs wellicht. Ze moeten, zoals Motivaction (2005) laat zien, we<strong>in</strong>ighebben van an<strong>de</strong>ren, allochtonen bijvoorbeeld, maar zoeken hun heil b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong>eigen, herkenbare groep. Ze haken af <strong>in</strong> hun wisselwerk<strong>in</strong>g met <strong>de</strong> grote <strong>in</strong>stitu-


<strong>de</strong> toegevoeg<strong>de</strong> waar<strong>de</strong> van <strong>buurt</strong>gericht beleidties op afstand: mult<strong>in</strong>ationale on<strong>de</strong>rnem<strong>in</strong>gen, koepelorganisaties op het maatschappelijkmid<strong>de</strong>nveld, maar vooral <strong>de</strong> <strong>de</strong>mocratische <strong>in</strong>stituties. In die z<strong>in</strong> ispolitiek vertrouwen een on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el van het bre<strong>de</strong>re <strong>in</strong>stitutionele vertrouwen (datwil zeggen het vertrouwen dat mensen hebben <strong>in</strong> grote <strong>in</strong>stituties).Zeker <strong>in</strong>dien ze zichzelf ook nog organiseren, bijvoorbeeld als le<strong>de</strong>n vaneenzelf<strong>de</strong> belangenorganisatie, als bewoners van eenzelf<strong>de</strong> <strong>buurt</strong> of als stemmersop eenzelf<strong>de</strong> partij, kan een vorm van group th<strong>in</strong>k lei<strong>de</strong>n tot een radicaliser<strong>in</strong>gvan standpunten, waarbij het collectieve standpunt extremer is dan dat van elkvan <strong>de</strong> normale le<strong>de</strong>n (Govier 1997: 196-209). De verklar<strong>in</strong>g van hun afzijdigheidzou dan toch <strong>de</strong>els te v<strong>in</strong><strong>de</strong>n zijn <strong>in</strong> een <strong>in</strong>stitutionele uitleg; het probleem is <strong>in</strong>dat geval gelegen <strong>in</strong> een achterhaal<strong>de</strong> vormgev<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> bestaan<strong>de</strong>, grote <strong>in</strong>stitutieswaar<strong>in</strong> mensen zich niet meer kunnen herkennen. De oploss<strong>in</strong>g zou dangelegen zijn <strong>in</strong> ‘het grote kle<strong>in</strong> maken’. Grote on<strong>de</strong>rnem<strong>in</strong>gen reorganiseer<strong>de</strong>nzich om die re<strong>de</strong>n <strong>in</strong> kle<strong>in</strong>ere werkeenhe<strong>de</strong>n (bus<strong>in</strong>ess units), maar <strong>de</strong> (semi-)overheid roept <strong>in</strong> bre<strong>de</strong> kr<strong>in</strong>gen een toenemen<strong>de</strong> aversie op met haar voortgaan<strong>de</strong>schaalvergrot<strong>in</strong>g en het bijbehoren<strong>de</strong> verlies aan menselijke maat. Speciaal<strong>de</strong> afzijdige burger voelt zich hierbij machteloos, zo illustreert ook ons veldon<strong>de</strong>rzoek,en trekt zich terug: ‘ze’ zoeken het maar uit.An<strong>de</strong>rzijds kan <strong>de</strong> verklar<strong>in</strong>g <strong>de</strong>els ook wor<strong>de</strong>n gezocht <strong>in</strong> een variant van <strong>de</strong>politieke uitleg. Speciaal ‘afzijdige’ burgers zijn teleurgesteld <strong>in</strong> het presteren van<strong>de</strong> grote <strong>in</strong>stituties waaron<strong>de</strong>r ook weer <strong>de</strong> sociale spelers en <strong>de</strong> overheid pluspolitiek. On<strong>de</strong>rzoek on<strong>de</strong>r opbouwwerkers door Van Veenen (2004: 190, 195)levert navrante voorbeel<strong>de</strong>n. Een ervaren veldwerker beschrijft <strong>de</strong> <strong>de</strong>sillusie vanbewoners als blijkt dat <strong>in</strong> het Rotterdamse Pendrecht – een wijk die zich vanoudsher kenmerkt door een sterke sociale samenhang gedragen door bewonerscommissiesen talloze verenig<strong>in</strong>gen – <strong>de</strong> corporatie bepaal<strong>de</strong> omgangsregels nietlanger kan of wil handhaven. Een <strong>de</strong>el blijft <strong>de</strong> corporatie en <strong>de</strong>elgemeentedaarop hardnekkig aanspreken, maar het vertrouwen <strong>in</strong> <strong>in</strong>stanties heeft eenzware klap gehad. Mensen verhuizen, ze stemmen niet meer of ‘tegen’.183Reijndorp en Van Veenen conclu<strong>de</strong>ren bei<strong>de</strong>n dat <strong>de</strong> sterke afweer bij groepenautochtone bewoners ten aanzien van nieuwkomers kan wor<strong>de</strong>n gezien als <strong>de</strong>keerzij<strong>de</strong> van <strong>de</strong> grote sociale cohesie die <strong>in</strong> het verle<strong>de</strong>n bestond <strong>in</strong> <strong>de</strong> ‘fatsoenlijke’volkswijken. Dat saamhorigheidsgevoel is omgeslagen <strong>in</strong> een groepsgevoelvan een m<strong>in</strong><strong>de</strong>rheid die zich bedreigd voelt. “Een positieve i<strong>de</strong>ntiteit is omgeslagen<strong>in</strong> een negatieve die niet langer een samenb<strong>in</strong><strong>de</strong>n<strong>de</strong> kracht vormt maar werktals een splijtzwam.”Indien <strong>de</strong>ze twee uitleggen tezamen een kern van waarheid bevatten, stelt <strong>de</strong>vertrouwenskloof ons voor problemen. In <strong>de</strong> literatuur wijzen bijvoorbeeldPutnam (2000) en Elchardus (2002) op <strong>de</strong> grote en negatieve <strong>in</strong>vloed van <strong>de</strong>media, met name <strong>de</strong> televisie, op <strong>de</strong>ze ontwikkel<strong>in</strong>g; ook Motivaction benadruktdit aspect. Het tv-gedrag van afzijdige burgers is blijkens het Motivaction-on<strong>de</strong>rzoekafwijkend: ze ‘maken’ <strong>de</strong> meeste uren maar kijken het m<strong>in</strong>st naar <strong>de</strong>


vertrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>publieke omroep, die <strong>de</strong> band met <strong>de</strong> afzijdige burgers is kwijtgeraakt. Het isdaardoor voor <strong>de</strong> <strong>de</strong>mocratische <strong>in</strong>stituties moeilijk hen te bereiken en haarscheuren<strong>in</strong> het politiek vertrouwen kunnen sneller uitgroeien tot breuklijnen ofonwenselijke polarisaties. Omdat bovendien hun maatschappelijk aanpass<strong>in</strong>gsvermogenrelatief beperkt is, is het problematisch om een eenmaal <strong>in</strong>gezetteontwikkel<strong>in</strong>g <strong>in</strong> positieve z<strong>in</strong> te corrigeren.De ontstane situatie vraagt om een bez<strong>in</strong>n<strong>in</strong>g. De overheid heeft kennelijk niet aan<strong>de</strong> verwacht<strong>in</strong>gen van speciaal <strong>de</strong> afzijdige burgers kunnen voldoen en ze heeft <strong>de</strong>afwachten<strong>de</strong> burgers niet kunnen <strong>in</strong>spireren. De snelle ontkerkelijk<strong>in</strong>g en ontzuil<strong>in</strong>g<strong>de</strong><strong>de</strong>n maatschappelijk zekerhe<strong>de</strong>n vervallen en bestaan<strong>de</strong> ban<strong>de</strong>n veran<strong>de</strong>r<strong>de</strong>ndoor beweg<strong>in</strong>gen als <strong>in</strong>dividualiser<strong>in</strong>g en mondialiser<strong>in</strong>g. De overheid is <strong>de</strong>laatste ‘klassieke’ <strong>in</strong>stitutie waarop burgers hun verwacht<strong>in</strong>gen kunnen projecteren.Dat kan geen anonieme overheid zijn. De afzijdige en afhankelijke burgersvragen om persoonlijk lei<strong>de</strong>rschap, dui<strong>de</strong>lijkheid, bescherm<strong>in</strong>g en handhav<strong>in</strong>g,<strong>de</strong> afwachten<strong>de</strong> en actieve burgers om voorstellen die hen persoonlijk kunnenmotiveren. Overheid en politiek komen daaraan tegemoet met voorstellen voorcorrectieve referenda en gekozen burgemeesters, maar kan dat voldoen<strong>de</strong> zijn?184Het is geensz<strong>in</strong>s uitgesloten dat <strong>de</strong> gesignaleer<strong>de</strong> haarscheuren <strong>in</strong> het politiekevertrouwen een voorbo<strong>de</strong> zijn van fundamentelere breuklijnen die zich ookdoortrekken <strong>in</strong> het sociaal vertrouwen tussen grote <strong>de</strong>len van onze bevolk<strong>in</strong>g.De overbrugg<strong>in</strong>g door ‘afzijdige’ burgers loopt terug, terwijl <strong>de</strong> elite van ‘actieve’en <strong>in</strong> toenemen<strong>de</strong> mate ‘afwachten<strong>de</strong>’ burgers sociaal en economisch uitloopt.Verwijzend naar een eer<strong>de</strong>re versie van figuur 5.2 benadrukt Van <strong>de</strong>n Br<strong>in</strong>k(2002) het gevaar van zo’n kloof: “Juist door het toenemen van <strong>de</strong> welvaart enhet on<strong>de</strong>rwijsniveau komen burgers <strong>in</strong> <strong>de</strong> l<strong>in</strong>keron<strong>de</strong>rhoek van het diagram opachterstand, terwijl <strong>de</strong> burgers <strong>in</strong> <strong>de</strong> rechterbovenhoek een voorsprong opbouwen.Men zou kunnen zeggen dat <strong>de</strong> na<strong>de</strong>len van het mo<strong>de</strong>rniser<strong>in</strong>gsproces hetsterkst gevoeld wor<strong>de</strong>n door bedreig<strong>de</strong> burgers, terwijl bedrijvige burgers datproces juist aanjagen.”De taakstell<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> politiek verantwoor<strong>de</strong>lijken is daardoor gecompliceerd,Van <strong>de</strong>n Br<strong>in</strong>k en Elchardus vallen elkaar bij. Het on<strong>de</strong>rscheid tussen <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong>sociale milieus en hun uiteenlopen<strong>de</strong> behoeften en kwaliteiten is “uiterstrelevant voor bestuur<strong>de</strong>rs en politici, al was het maar omdat <strong>de</strong>ze groepen henniet op <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> wijze bena<strong>de</strong>ren.” (Van <strong>de</strong>n Br<strong>in</strong>k 2002: 82). Maar tegelijk geldt:“De verwacht<strong>in</strong>gen van <strong>de</strong> burgers zijn op dat vlak overigens zel<strong>de</strong>n consistent.Met als gevolg dat een moraliseren<strong>de</strong> overheid altijd wel het ene of an<strong>de</strong>re <strong>de</strong>elvan <strong>de</strong> bevolk<strong>in</strong>g tegen <strong>de</strong> haren <strong>in</strong> zal strijken” (Elchardus en Smits 2002: 47).Naarmate van <strong>de</strong> overheid een grotere ethische rol wordt geëist, vergroot metan<strong>de</strong>re woor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> kans dat <strong>de</strong> ene of an<strong>de</strong>re groep zich gekrenkt voelt <strong>in</strong> <strong>de</strong>eigen waar<strong>de</strong>n en opvatt<strong>in</strong>gen. Het gaat daarbij, volgens Elchardus, niet zozeerom <strong>de</strong> overheid <strong>in</strong> strikte z<strong>in</strong>, maar om een meer diffuus ‘zij’. “Zij, <strong>de</strong> gevestig<strong>de</strong>or<strong>de</strong>, het establishment, het systeem (…) wor<strong>de</strong>n dan verweten waar<strong>de</strong>n uit tedragen die niet stroken met <strong>de</strong> opvatt<strong>in</strong>gen van <strong>de</strong> gekrenkten.”


<strong>de</strong> toegevoeg<strong>de</strong> waar<strong>de</strong> van <strong>buurt</strong>gericht beleid5.7 conclusie: complexe politieke taakstell<strong>in</strong>gWat kunnen politiek en overheid doen aan het herstel van het politiek vertrouwenen het voorkomen van scheuren <strong>in</strong> het sociaal vertrouwen? De politiekheeft, afgezien van een stemplicht, we<strong>in</strong>ig mid<strong>de</strong>len om burgers te dw<strong>in</strong>gen totpolitieke of sociale betrokkenheid. Veeleer gaat het erom hen <strong>in</strong>dividueel teverlei<strong>de</strong>n. Maar daartoe moet het voorgeleg<strong>de</strong> ‘aanbod’ qua <strong>in</strong>houd en proceszodanig aantrekkelijk zijn dat ze als het ware wor<strong>de</strong>n meegezogen. Dat aanbodmoet dus een direct belang betreffen en ze moeten het kunnen overzien. Dooreen langjarige, positieve ervar<strong>in</strong>g kan <strong>de</strong> bestaan<strong>de</strong> kloof van wantrouwen ofzelfs van onverschilligheid van burgers ten opzichte van <strong>de</strong>mocratische <strong>in</strong>stitutiesdan wor<strong>de</strong>n gedicht (Govier 1998: 174).Het is van belang te beseffen dat politiek en overheid <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze situatie gel<strong>de</strong>n als<strong>de</strong> vragen<strong>de</strong> partij. De afzijdige of afwachten<strong>de</strong> burger hoeft niets; hij kan als hetware aan <strong>de</strong> zijlijn blijven mopperen of gewoon achteroverleunen. Pas als hij eenmenu krijgt voorgelegd dat voldoen<strong>de</strong> aantrekkelijk is en om zich heen ervaartdat herkenbare an<strong>de</strong>ren meewerken en daarbij welvaren, zal hij bereid zijn eenactieve betrokkenheid te overwegen. Politiek en overheid zullen zich dus moeten<strong>in</strong>spannen om <strong>de</strong> vereiste beleidsvoorstellen te ontwikkelen en <strong>in</strong> <strong>de</strong> praktijk tebrengen. De oploss<strong>in</strong>g moet voortbouwen op een comb<strong>in</strong>atie van <strong>de</strong> vier eer<strong>de</strong>rgenoem<strong>de</strong>uitlegg<strong>in</strong>gen (par. 5.5.2). Elke uitleg op zich is onvoldoen<strong>de</strong> om allebev<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen te kunnen verklaren, maar gezamenlijk bie<strong>de</strong>n ze <strong>in</strong>zicht <strong>in</strong> eenmajeur en toenemend probleem.185Overheid en politiek schieten tekort, bijvoorbeeld bij het handhaven van <strong>de</strong> vastgestel<strong>de</strong>spelregels <strong>in</strong> achterstands<strong>buurt</strong>en en het betrekken van bewoners el<strong>de</strong>rs.Ook parlementaire enquêtes en onvermogen om zichtbare problemen op telossen (wachtlijsten, files, <strong>in</strong>tegratie) doen geen goed (politieke uitleg) (zie ookGovier 1997: 178 e.v.). Initiatieven ten aanzien van politieke vernieuw<strong>in</strong>g gaanniet ver genoeg of richten zich onvoldoen<strong>de</strong> op <strong>de</strong> behoeften en kwaliteiten van<strong>in</strong>dividuele burgers zoals die aan een herkenbare overheid en politiek met eenmenselijke maat (<strong>in</strong>stitutionele uitleg).Aanhangers van <strong>de</strong> sociaal-kapitaaltheorie richten zich te eenzijdig op het versterkenvan <strong>de</strong> klassieke civil society als basis voor een herstel van ook politiekvertrouwen en missen daardoor <strong>de</strong> vele <strong>in</strong>formele verban<strong>de</strong>n waaron<strong>de</strong>r <strong>de</strong><strong>buurt</strong>, waar<strong>in</strong> ook afzijdige burgers wel <strong>de</strong>gelijk zijn betrokken (sociaal-kapitaaluitleg).‘Afwachten<strong>de</strong>’ burgers verschijnen te we<strong>in</strong>ig op het netvlies van beleidsmakersomdat hun probleem ‘alleen’ is gelegen <strong>in</strong> een toenemen<strong>de</strong> onverschilligheidten aanzien van <strong>de</strong> klassieke politiek (culturele uitleg). En, ten slotte,‘afhankelijke’ en ‘actieve’ burgers krijgen geen aandacht omdat ze problemenhebben noch veroorzaken, maar hun potentie als trekkers van sociaal <strong>in</strong>itiatiefwordt daardoor on<strong>de</strong>rbenut.


vertrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>Een aantal auteurs – on<strong>de</strong>r wie Inglehart (1997a: 338), Putnam (2000: 412) enElchardus (2003) – roept op tot een hervorm<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> politiek. Ze doen <strong>de</strong>suggestie echter zon<strong>de</strong>r die om te zetten <strong>in</strong> uitvoerbare beleidsplannen; het gaatsteeds om het versterken van gemeenschappen – communities – zon<strong>de</strong>r dat dietastbaar wor<strong>de</strong>n. Elchardus is nog het concreetst: “De wijkbewoners zou<strong>de</strong>n,b<strong>in</strong>nen een geheel van regels die <strong>de</strong> basisrechten van eenie<strong>de</strong>r garan<strong>de</strong>ren en hetalgemeen belang veiligstellen, bevoegdheid moeten krijgen over het vestig<strong>in</strong>gsbeleid,<strong>de</strong> normen van leefbaarheid, <strong>de</strong> <strong>in</strong>richt<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> openbare ruimte enan<strong>de</strong>re aspecten van het wijkleven die hen rechtstreeks aangaan. Het <strong>de</strong>f<strong>in</strong>iërenvan die basisregels en het afbakenen van die bevoegdhe<strong>de</strong>n lijkt me een geschiktegelegenheid om samen met burgers weer <strong>de</strong> z<strong>in</strong>, <strong>de</strong> mogelijkhe<strong>de</strong>n en <strong>de</strong> beperk<strong>in</strong>genvan politiek en overheid te ont<strong>de</strong>kken.”186We zijn het met hem eens: een <strong>buurt</strong>beleid is zeker niet voldoen<strong>de</strong>, maar hetbiedt wel een handvat voor concrete actie. De meerwaar<strong>de</strong>n die we <strong>in</strong> hoofdstuk 3signaleer<strong>de</strong>n blijken ook van toepass<strong>in</strong>g te zijn <strong>in</strong> an<strong>de</strong>re dan <strong>de</strong> door ons on<strong>de</strong>rzochtecasussen (par. 5.2). Hoewel een kwantitatieve <strong>in</strong>schatt<strong>in</strong>g van kosten enbaten ontbreekt, mag re<strong>de</strong>lijkerwijs wor<strong>de</strong>n aangenomen dat <strong>de</strong> vergelijk<strong>in</strong>gdaarvan positief uitvalt en dat <strong>de</strong> potentie van een <strong>buurt</strong>gericht beleid op ditmoment nauwelijks is verwerkelijkt (par. 5.3). De directe meerwaar<strong>de</strong> (samengevat<strong>in</strong> par. 3.6) komt vooral tot stand <strong>in</strong>dien beleidsmakers uitgaan van <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>als object.Er is echter ook een aantal overweg<strong>in</strong>gen die dui<strong>de</strong>n <strong>in</strong> <strong>de</strong> richt<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>als aangrijp<strong>in</strong>gspunt en die <strong>in</strong> dit hoofdstuk zijn toegelicht. Een <strong>buurt</strong>gerichtbeleid kan, als antwoord op het eerste <strong>de</strong>el van onze twee<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoeksvraag,resulteren <strong>in</strong> een toename van het sociaal vertrouwen. Zoals is uiteengezet <strong>in</strong>subparagraaf 5.4.3 is daardoor <strong>de</strong> basis gelegd voor een <strong>de</strong>fensief beleid dat zichricht op: (a) het <strong>in</strong>perken van scha<strong>de</strong>lijke ontwikkel<strong>in</strong>gen, met name het doorbrekenvan (dreigend) isolement (kwetsbare groepen en <strong>in</strong>dividuen; <strong>in</strong>tegratie vanmensen met een verschillen<strong>de</strong> etnische achtergrond); (b) het voorkomen vansociale verspl<strong>in</strong>ter<strong>in</strong>g wanneer fysieke en sociale werel<strong>de</strong>n overmatig van elkaarwor<strong>de</strong>n geschei<strong>de</strong>n. Het kan echter ook een doorwerk<strong>in</strong>g hebben <strong>in</strong> <strong>de</strong> vorm vanoffensief beleid dat zich richt op: (c) het benutten van economische kanten, waarbijvooral wordt voortgebouwd op <strong>de</strong> kwaliteiten van <strong>de</strong> zogeheten creatievekern (<strong>de</strong> creatieve klasse van Florida); (d) het uitbouwen van sociaal kapitaal datgeldt als <strong>de</strong> smeerolie van <strong>de</strong> economische ontwikkel<strong>in</strong>g.Beleidsmakers staan bij het aanpakken van een <strong>de</strong>rgelijke uitdag<strong>in</strong>g bovendienniet met lege han<strong>de</strong>n; ons veldon<strong>de</strong>rzoek getuigt daarvan (hoofdstuk 4). Zekunnen ook, zoals is geïllustreerd <strong>in</strong> dit hoofdstuk, bouwen op vruchtbarebo<strong>de</strong>m. De ‘afzijdige’ en ‘afhankelijke’ burgers vragen om persoonlijk lei<strong>de</strong>rschap,dui<strong>de</strong>lijkheid, bescherm<strong>in</strong>g en handhav<strong>in</strong>g. Ze verlangen tegelijk bijnanostalgisch naar gemeenschapsz<strong>in</strong> en geborgenheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>; ook het scp wijstdaar recent op (scp 2004: 77-79). Tegelijk gaat <strong>de</strong> opleven<strong>de</strong> belangstell<strong>in</strong>g voor<strong>de</strong> <strong>buurt</strong> bij steeds meer ‘afwachten<strong>de</strong>’ en ‘actieve’ burgers samen met een


<strong>de</strong> toegevoeg<strong>de</strong> waar<strong>de</strong> van <strong>buurt</strong>gericht beleidtoename van het maatschappelijk engagement en een persoonlijke zoektochtnaar z<strong>in</strong>gev<strong>in</strong>g. Een <strong>buurt</strong>gericht beleid kan daarom rekenen op een draagvlakon<strong>de</strong>r burgers.Het laatste <strong>de</strong>el van <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoeksvraag – kan <strong>buurt</strong>gericht beleid bijdragenaan het dichten van <strong>de</strong> kloven tussen <strong>de</strong> burger en <strong>de</strong> <strong>de</strong>mocratische <strong>in</strong>stituties?– kan niet conclusief wor<strong>de</strong>n beantwoord. De toename van het sociaalvertrouwen werkt niet één-op-één door <strong>in</strong> een groter politiek vertrouwen. Welkan – het is een wezenlijk punt – sociale betrokkenheid doorwerken als leerschoolvoor civic skills. <strong>Vertrouwen</strong> moet je leren en dat geldt ook voor <strong>de</strong>vaardighe<strong>de</strong>n voor <strong>de</strong>mocratische betrokkenheid (Verba et al. 1995: 304-333;Warren 2001: 70-93). Bovendien mag re<strong>de</strong>lijkerwijs wor<strong>de</strong>n verwacht dat politieken overheid, die bewoners <strong>in</strong> hun <strong>buurt</strong> <strong>de</strong> ruimte laten en hen zelfs on<strong>de</strong>rsteunenbij het v<strong>in</strong><strong>de</strong>n van betere oploss<strong>in</strong>gen voor leefbaarheidsproblemen, optermijn mogen rekenen op een groter vertrouwen van die burger. “Wat ontbreekt”,stelt het scp (2004: 85) <strong>in</strong> het Sociaal en cultureel rapport 2004, “is een<strong>in</strong>spirerend perspectief.” Het planbureau voegt daar ontnuchterend aan toe: “DeNe<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>rs hopen wel op een toekomst met een sterk gemeenschapsgevoel,maar lijken toch nauwelijks geneigd zich daar zelf <strong>in</strong> enigerlei vorm gezamenlijkvoor te willen <strong>in</strong>zetten. Voor <strong>de</strong> meeste mensen is het eigen leven en het eigengez<strong>in</strong> <strong>de</strong> belangrijkste bron van z<strong>in</strong>gev<strong>in</strong>g gewor<strong>de</strong>n.”187Ons on<strong>de</strong>rzoek laat zien dat voor zoveel pessimisme geen re<strong>de</strong>n is. Mits mensenbij <strong>de</strong> oploss<strong>in</strong>g van alledaagse leefbaarheidsvraagstukken zowel <strong>in</strong>hou<strong>de</strong>lijk alsprocesmatig wor<strong>de</strong>n aangesproken op hun behoeften en kwaliteiten, zijn zebereid en <strong>in</strong> staat tot een verrassend effectieve <strong>in</strong>zet. In het volgen<strong>de</strong>, afsluiten<strong>de</strong>hoofdstuk wordt daarom <strong>de</strong> bestuurlijke uitdag<strong>in</strong>g opgepakt door het uitwerkenvan actiegerichte beleidsaanbevel<strong>in</strong>gen voor sociale spelers, overheid en politiek.


188vertrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>


<strong>de</strong> weg vooruit6 <strong>de</strong> weg vooruit6.1 terugblik en doorkijkIn <strong>de</strong> voorgaan<strong>de</strong> hoofdstukken zijn <strong>de</strong> eerste twee on<strong>de</strong>rzoeksvragen van ditrapport aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong> geweest. De eerste conclusie is dat activiteiten <strong>in</strong> <strong>buurt</strong>enkunnen bijdragen aan <strong>de</strong> aanpak van alledaagse leefbaarheidsvraagstukken diemensen on<strong>de</strong>rv<strong>in</strong><strong>de</strong>n, op gebie<strong>de</strong>n van fysieke <strong>in</strong>richt<strong>in</strong>g, veiligheid, on<strong>de</strong>rwijsen sociale <strong>in</strong>frastructuur. De twee<strong>de</strong> conclusie is dat <strong>buurt</strong><strong>in</strong>itiatieven en <strong>buurt</strong>beleidkunnen bijdragen aan het versterken van het sociaal vertrouwen, maar datniet statistisch kan wor<strong>de</strong>n aangetoond dat dit ook het geval is waar dat het politiekvertrouwen betreft. In dit hoofdstuk staat <strong>de</strong> <strong>de</strong>r<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoeksvraagcentraal: hoe kan een <strong>buurt</strong>beleid het beste vorm en <strong>in</strong>houd krijgen?Om een afgerond beeld te schetsen, blikken we hierna eerst kort terug op <strong>de</strong>voornaamste bev<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen uit <strong>de</strong> drie voorgaan<strong>de</strong> hoofdstukken. Daarna schetsenwe <strong>de</strong> contouren van <strong>de</strong> aanbevel<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> dit hoofdstuk.Terugblik: <strong>de</strong> <strong>buurt</strong> doet ertoeDe <strong>buurt</strong> kan een directe meerwaar<strong>de</strong> hebben bij <strong>de</strong> aanpak van een aantal alledaagseleefbaarheidsvraagstukken (hoofdstuk 3). De fysieke <strong>in</strong>richt<strong>in</strong>g draagt bijaan (een gevoel van) een veilige omgev<strong>in</strong>g en vormt een bron van i<strong>de</strong>ntiteit engevoel van eigenaarschap. Bovendien kan een uitgekiend won<strong>in</strong>gaanbod hetisolement van kwetsbare groepen of <strong>in</strong>dividuen beperken. In <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>en waar zeaanwezig zijn, spelen wooncorporaties een belangrijke, maar veelal nog onvoldoen<strong>de</strong>uitgebouw<strong>de</strong> rol. De verwev<strong>in</strong>g van mensen via hun <strong>buurt</strong>netwerken kanbijdragen aan (een gevoel van) veiligheid. Steeds meer realiseren politie en overheidzich dat wanneer het gaat om preventie, <strong>de</strong> <strong>buurt</strong> een eerste ver<strong>de</strong>dig<strong>in</strong>gsl<strong>in</strong>iekan vormen tegen crim<strong>in</strong>aliteit.189Buurtbetrokkenheid – vooral van ou<strong>de</strong>rs maar ook van werkgevers – is van belangvoor goed on<strong>de</strong>rwijs, vooral <strong>in</strong> achterstands<strong>buurt</strong>en. Bre<strong>de</strong> scholen kunnen een<strong>buurt</strong>functie vervullen door een verbeter<strong>de</strong> buitenschoolse k<strong>in</strong><strong>de</strong>ropvang en alsfysiek <strong>buurt</strong>centrum. De meeste zorgen betreffen <strong>de</strong> sociale <strong>in</strong>frastructuur. Hetwelzijnswerk staat on<strong>de</strong>r druk, ook ten gevolge van <strong>de</strong> fijnregel<strong>in</strong>g en onvoorspelbaarheidvan geldstromen. Een bestendiger beleid en een strakkere aanpakzijn noodzakelijk, temeer omdat zij <strong>in</strong> een <strong>buurt</strong>beleid een essentiële rol moetenspelen. Daarbij is, naast een toegespitste rol <strong>in</strong> achterstands<strong>buurt</strong>en, extraaandacht vereist voor <strong>de</strong> steeds nijpen<strong>de</strong>r problemen van kwetsbare <strong>in</strong>dividuen,on<strong>de</strong>r wie veel senioren.Bij <strong>de</strong> aanpak van elk van <strong>de</strong>ze leefbaarheidsvraagstukken blijken vergelijkbaresuccesvoorwaar<strong>de</strong>n van toepass<strong>in</strong>g te zijn. Beleidsmakers en -uitvoer<strong>de</strong>rsmoeten daarom praktische keuzes maken (hoofdstuk 4). De confrontatie van <strong>de</strong>wensen van bewoners (en veelal ook veldwerkers) met <strong>de</strong> bestuurlijke realiteit


vertrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>leidt immers tot vier bestuurlijke spann<strong>in</strong>gsvel<strong>de</strong>n, die on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> twee dimensies<strong>in</strong>houd en proces kunnen wor<strong>de</strong>n gevangen.Spann<strong>in</strong>gsvel<strong>de</strong>n die verband hou<strong>de</strong>n met <strong>de</strong> beleids<strong>in</strong>houd zijn <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong>:1 Gedifferentieer<strong>de</strong> of uniforme aanpak? De overheid kan niet onbeperkt differentiëren,on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re door <strong>de</strong> vereisten van rechtsgelijkheid. Grofmazigwordt on<strong>de</strong>rscheid gemaakt tussen enerzijds achterstands<strong>buurt</strong>en, waar eenextra <strong>in</strong>spann<strong>in</strong>g van overheid en sociale spelers noodzakelijk is om het alledaagseleven van mensen <strong>in</strong> <strong>de</strong> publieke ruimte <strong>in</strong> goe<strong>de</strong> banen te lei<strong>de</strong>n, enan<strong>de</strong>rzijds mid<strong>de</strong>nstands- en voorstands<strong>buurt</strong>en, waar <strong>in</strong> <strong>de</strong> regel sprake isvan sociale cohesie. Maar ook daarb<strong>in</strong>nen geldt: <strong>de</strong> ene <strong>buurt</strong> is <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re niet.2 Integrale of functionele (sectorale) aanpak? Is er <strong>in</strong> bepaal<strong>de</strong> <strong>buurt</strong>en sprakevan een complex van omvatten<strong>de</strong>, met elkaar verbon<strong>de</strong>n leefbaarheidsproblemen,dan lijkt <strong>in</strong> beg<strong>in</strong>sel een niet-verkoker<strong>de</strong>, <strong>in</strong>tegrale aanpak <strong>de</strong> aangewezenweg te zijn. Efficiëntieoverweg<strong>in</strong>gen lei<strong>de</strong>n echter als regel tot organisatiestructurendie geor<strong>de</strong>nd zijn naar vakmatig specialisme.190Spann<strong>in</strong>gsvel<strong>de</strong>n die verband hou<strong>de</strong>n met het beleidsproces zijn <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong>:3 Coproductie of opgelegd beleid? Moeten beleidsmakers ‘gaan’ voor <strong>buurt</strong><strong>in</strong>itiatievendie zich <strong>in</strong> coproductie met bewoners ontwikkelen, dan wel eenbeleidsaanpak opleggen – uiteraard <strong>de</strong>mocratisch gedragen en verantwoord?Het eerste stelt als uitgangspunt hoge eisen aan alle betrokkenen, die zeker niet<strong>in</strong> ie<strong>de</strong>re <strong>buurt</strong> en altijd voldoen<strong>de</strong> wor<strong>de</strong>n <strong>in</strong>gevuld. Wanneer er echter te veellacunes ontstaan, moeten overheid en sociale spelers het voortouw nemen.4 Gepaste afstand of dicht erop? Moeten beleidsuitvoer<strong>de</strong>rs ruimte laten voorvan on<strong>de</strong>rop komen<strong>de</strong> <strong>buurt</strong><strong>in</strong>itiatieven, of dienen ze juist direct – hands on –betrokken te zijn? Een experimenterend en lerend bestuur moet zich bij voorkeurbeperken tot het stimuleren van succesvolle <strong>in</strong>itiatieven, me<strong>de</strong> ter <strong>in</strong>spiratievoor an<strong>de</strong>ren. Als <strong>de</strong> nood aan <strong>de</strong> man is, mogen <strong>de</strong> verantwoor<strong>de</strong>lijkebestuur<strong>de</strong>rs echter niet aarzelen beleids<strong>in</strong>itiatief te nemen.Overheid en sociale spelers hebben <strong>in</strong> hun omgang met <strong>de</strong>ze spann<strong>in</strong>gsvel<strong>de</strong>n,maar ook met <strong>de</strong> drempels voor veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g b<strong>in</strong>nen hun eigen organisaties, eenzeker vernuft ontwikkeld ten aanzien van zowel organisatorische aanpass<strong>in</strong>genals het bestuurlijk <strong>in</strong>strumentarium dat hun ter beschikk<strong>in</strong>g staat. In enkelegemeenten kunnen beleidsmakers teruggrijpen op eer<strong>de</strong>re ervar<strong>in</strong>gen met hetontwikkelen van <strong>buurt</strong>beleid; ze staan niet met lege han<strong>de</strong>n en an<strong>de</strong>ren kunnenkennis en <strong>in</strong>spiratie ontlenen aan hun successen. Het is daarbij z<strong>in</strong>vol een on<strong>de</strong>rscheidte maken tussen <strong>buurt</strong> als object en <strong>buurt</strong> als aangrijp<strong>in</strong>gspunt van beleid(hoofdstuk 5). Een beleid dat zich richt op <strong>de</strong> <strong>buurt</strong> als object, heeft stellig eenaanmerkelijke meerwaar<strong>de</strong>, die echter nauwelijks is verwerkelijkt. De grootstemaatschappelijke w<strong>in</strong>st is echter met een goe<strong>de</strong> kans te behalen met een <strong>buurt</strong>gerichtbeleid dat uitgaat van <strong>de</strong> <strong>buurt</strong> als aangrijp<strong>in</strong>gspunt. Het gaat daarbij omeen groter sociaal vertrouwen, dat maakt dat we ons thuis voelen <strong>in</strong> onze samenlev<strong>in</strong>g,en om meer politiek vertrouwen <strong>in</strong> onze <strong>de</strong>mocratische <strong>in</strong>stituties dienamens ons gezamenlijke belangen behartigen.


<strong>de</strong> weg vooruitOp basis van ons on<strong>de</strong>rzoek kan wor<strong>de</strong>n geconclu<strong>de</strong>erd dat een <strong>in</strong>tensieve wisselwerk<strong>in</strong>gb<strong>in</strong>nen een <strong>buurt</strong> bijdraagt aan het sociaal vertrouwen tussen bewoners.Hun <strong>buurt</strong><strong>de</strong>f<strong>in</strong>itie en <strong>de</strong> aard van hun on<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>ge ban<strong>de</strong>n verschillen echterper type burgerschapsstijl. Voor ‘afhankelijke’ burgers tellen vooral <strong>de</strong> sterkeban<strong>de</strong>n (samenb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g) b<strong>in</strong>nen een relatief kle<strong>in</strong> en hecht <strong>buurt</strong>je, bij ‘afzijdige’burgers wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> fysieke en mentale grenzen al wat ver<strong>de</strong>r verlegd, terwijl <strong>de</strong>‘afwachten<strong>de</strong>’ en ‘actieve’ burgers hun sociale betrokkenheid veel meer vormgevenvia <strong>de</strong> zwakkere ban<strong>de</strong>n met grote aantallen mensen op grotere afstand: overbrugg<strong>in</strong>gdus. Er zijn we<strong>in</strong>ig homogene <strong>buurt</strong>en waar één enkele burgerschapsstijldom<strong>in</strong>eert en veelal leven sterk aanwezige ‘blokken’ sociaal langs elkaar heen<strong>in</strong> <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> fysieke omgev<strong>in</strong>g. Dat bemoeilijkt <strong>de</strong> bestuurlijke taakstell<strong>in</strong>g diezich richt op het bevor<strong>de</strong>ren van sociaal vertrouwen.(Potentiële) trekkers kunnen bovendien niet terugvallen op een conceptueelka<strong>de</strong>r dat hun een alomvattend handvat kan bie<strong>de</strong>n voor het herstellen van hetwankelen<strong>de</strong> politieke vertrouwen. De on<strong>de</strong>rzoeksvraag of een <strong>buurt</strong>gerichtbeleid kan bijdragen aan het politiek vertrouwen kan niet eenduidig wor<strong>de</strong>nbeantwoord. De analyse met behulp van <strong>de</strong> vier burgerschapsstijlen duidt ophaarscheuren <strong>in</strong> dat vertrouwen, die zich concentreren bij <strong>de</strong> ‘afhankelijke’ en <strong>in</strong>wat m<strong>in</strong><strong>de</strong>re mate <strong>de</strong> ‘afwachten<strong>de</strong>’ burgers, tezamen ruim <strong>de</strong> helft van <strong>de</strong> bevolk<strong>in</strong>g.Die haarscheuren zijn verontrustend; zon<strong>de</strong>r gerichte aandacht kunnen zeuitgroeien tot breuklijnen, me<strong>de</strong> omdat <strong>de</strong> voortduren<strong>de</strong> doorgroei van eenmaatschappelijke kopgroep gepaard gaat met een contractie van ‘afzijdige’burgers. In plaats van, zoals verwacht, hun overbrugg<strong>in</strong>gskwaliteiten ver<strong>de</strong>r teontwikkelen, trekken zij zich met een toenemend wantrouwen ten opzichte van<strong>de</strong> <strong>de</strong>mocratische <strong>in</strong>stituties terug op <strong>de</strong> samenb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g van hun directe leefomgev<strong>in</strong>g.Een overkoepelen<strong>de</strong> theorie ontbreekt. We sympathiseren met <strong>de</strong>gedachte dat <strong>de</strong> opbouw van politiek vertrouwen gebaat is bij <strong>buurt</strong><strong>in</strong>itiatievenvan on<strong>de</strong>rop, maar kunnen dat verband niet bewijzen. Dat stelt <strong>de</strong> politiek vooreen complexe taak, die <strong>in</strong> het vervolg van dit hoofdstuk centraal staat.191Vooruitblik: contouren van aanbevel<strong>in</strong>genIn dit afsluiten<strong>de</strong> hoofdstuk van ons rapport richten we ons vooral op beleidsmakersen -uitvoer<strong>de</strong>rs: zij hebben <strong>de</strong> sleutel voor succes of falen <strong>in</strong> han<strong>de</strong>n. Zoals <strong>in</strong>hoofdstuk 1 is geschetst, vormen zij onze primaire doelgroep. Ons rapport beoogt<strong>de</strong> <strong>in</strong>stitutionele logica, die hun <strong>de</strong>nken en doen traditioneel dom<strong>in</strong>eert, te beïnvloe<strong>de</strong>n.Hoewel <strong>de</strong> bewoners, die <strong>in</strong> ons veldon<strong>de</strong>rzoek centraal staan, daardoorm<strong>in</strong><strong>de</strong>r aan bod lijken te komen, verdient juist hun vraaglogica grotere aandacht.Dit geldt temeer, gegeven <strong>de</strong> gemiste kansen bij <strong>de</strong> aanpak van leefbaarheidsvraagstukkenen <strong>de</strong> vraagtekens die moeten wor<strong>de</strong>n gezet bij het politiekvertrouwen. In die z<strong>in</strong> spelen <strong>de</strong> behoeften en kwaliteiten van die bewoners eenvoortduren<strong>de</strong> rol <strong>in</strong> <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> tekst: zij vormen <strong>de</strong> stuwen<strong>de</strong> kracht achteronze aanbevel<strong>in</strong>gen.Beleidsmakers weten zich gehandicapt door het ontbreken van een overkoepelen<strong>de</strong>theorie, die hen <strong>in</strong> staat stelt om bewoners met hun uiteenlopen<strong>de</strong> burger-


vertrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>schapsstijlen en <strong>buurt</strong>en met hun diverse samenstell<strong>in</strong>gen en problematiekenbeter te begrijpen. Dat belemmert het vormen en <strong>in</strong> praktijk brengen van een<strong>in</strong>spireren<strong>de</strong> visie die kan lei<strong>de</strong>n tot een grotere betrokkenheid <strong>in</strong> <strong>buurt</strong>en. Voortbouwendop <strong>de</strong> lessen van hoofdstuk 3, waar is gebleken dat <strong>de</strong> comb<strong>in</strong>atie van<strong>in</strong>houd en proces <strong>de</strong> basis vormt om bewoners actief bij hun <strong>buurt</strong> te betrekken,ontwikkelen we daarom een relevant conceptueel ka<strong>de</strong>r (par. 6.2). Hoewel geenhard bewijs kan wor<strong>de</strong>n aangereikt voor een positief antwoord op <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rzoeksvraagmet betrekk<strong>in</strong>g tot het politiek vertrouwen, zullen we <strong>in</strong> <strong>de</strong> latereparagrafen <strong>de</strong> plausibiliteit van een op dit raamwerk gebaseerd <strong>buurt</strong>beleidaantonen.192Met <strong>de</strong>ze bagage concentreren we ons vervolgens <strong>in</strong> <strong>de</strong> eerste plaats op <strong>de</strong>bestuur<strong>de</strong>rs op het gemeentelijke niveau. We willen vooraf nogmaals benadrukkendat zij niet met lege han<strong>de</strong>n staan. Ons veldon<strong>de</strong>rzoek geeft een beeld vaneen scala van succesvolle <strong>buurt</strong><strong>in</strong>itiatieven: er is veel gebeurd, er gebeurt veel.Gegeven <strong>de</strong> vragen waarvoor zij zich zien gesteld, is dat echter niet voldoen<strong>de</strong>.Welke beleidsaanpak en rolver<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g van gemeentelijke overheid en socialespelers kan op een 3e-wijze – effectief, efficiënt en eerlijk – tot optimale resultatenlei<strong>de</strong>n? We leggen hun daartoe vier aanbevel<strong>in</strong>gen voor:• Kies – zo nodig – voor een tweesporenbeleid dat een on<strong>de</strong>rscheid maakt <strong>in</strong> (1)het herstel van <strong>de</strong> leefbaarheid <strong>in</strong> achterstands<strong>buurt</strong>en (sociale herover<strong>in</strong>g) en(2) <strong>de</strong> uitbouw van sociale cohesie <strong>in</strong> algemene z<strong>in</strong> (kansgedreven <strong>buurt</strong>beleid)(par. 6.3).• Bepaal een eigen, bere<strong>de</strong>neer<strong>de</strong> keus uit het bre<strong>de</strong> beleidsmenu dat uit onsveldon<strong>de</strong>rzoek naar voren komt op het punt van <strong>de</strong> sociale herover<strong>in</strong>g . Ergebeuren op veel plaatsen al veel goe<strong>de</strong> d<strong>in</strong>gen en bestuur<strong>de</strong>rs moeten daaromop basis van een activeren<strong>de</strong> zelfanalyse <strong>de</strong> prioriteiten stellen die passen bijhun <strong>buurt</strong>en: <strong>de</strong> kunst van beleid maken is veel d<strong>in</strong>gen niet doen om een paard<strong>in</strong>gen heel goed te kunnen doen (par. 6.4).• Maak ook een bewuste beleidskeuze voor <strong>de</strong> <strong>in</strong>vull<strong>in</strong>g van het kansgedrevenbeleid. Hoewel er veel activiteiten wor<strong>de</strong>n ontplooid die met goe<strong>de</strong> wil on<strong>de</strong>rdit kopje zijn te rangschikken, is op dit gebied zel<strong>de</strong>n sprake van een gecoörd<strong>in</strong>eerdbeleid. Veel gemeenten en sociale spelers missen daardoor kansen omeen aanmerkelijke maatschappelijke meerwaar<strong>de</strong> te realiseren (par. 6.5).• Wees bereid tot het bewerkstelligen van een cultuuromslag b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> eigenorganisatie. Ons on<strong>de</strong>rzoek laat zien dat er veel mogelijk is, maar dat <strong>de</strong>huidige werkwijzen niet langer volstaan. Om het optimale ren<strong>de</strong>ment uit een<strong>buurt</strong>beleid te halen, zijn dus serieuze <strong>in</strong>grepen nodig <strong>in</strong> <strong>de</strong> wijze van <strong>de</strong>nkenen doen van <strong>de</strong> gemeentelijke overheid en <strong>de</strong> sociale spelers (par. 6.6).Zo’n cultuuromslag is <strong>in</strong> <strong>de</strong> praktijk alleen maar mogelijk <strong>in</strong>dien het rijk – alson<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el van een wezenlijk An<strong>de</strong>re Overheid – en <strong>de</strong> prov<strong>in</strong>cies zich actief<strong>in</strong>zetten ter on<strong>de</strong>rsteun<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> gemeenten. Dat brengt ons tot een volgen<strong>de</strong>aanbevel<strong>in</strong>g, ditmaal gericht aan <strong>de</strong>ze bovenlokale partijen: schep <strong>de</strong> randvoorwaar<strong>de</strong>nvoor het succes van gemeenten en sociale spelers (par. 6.7).


<strong>de</strong> weg vooruitMaar het slotwoord blijft toch gericht aan <strong>de</strong> politici. We kunnen hun niet <strong>de</strong>zekerheid bie<strong>de</strong>n dat meer vergaan<strong>de</strong> <strong>buurt</strong>bena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen lei<strong>de</strong>n tot een groterpolitiek vertrouwen. Er is een grotere ruimte voor <strong>buurt</strong>en vereist, om grotegroepen burgers ‘aan boord’ te hou<strong>de</strong>n. Buurtbeleid biedt stellig niet het enigezaligmaken<strong>de</strong> antwoord op <strong>de</strong> problemen waarvoor onze samenlev<strong>in</strong>g zich zietgesteld, maar kan <strong>in</strong> samenhang met een aanpak op an<strong>de</strong>re beleidsterre<strong>in</strong>enbijdragen aan <strong>de</strong> oploss<strong>in</strong>g van een <strong>de</strong>el daarvan. We besluiten ons rapportdaarom met een zes<strong>de</strong> aanbevel<strong>in</strong>g, <strong>in</strong> feite een oproep aan <strong>de</strong> politiek: vernieuw<strong>de</strong> lokale <strong>de</strong>mocratie (par. 6.8).6.2 conceptueel ka<strong>de</strong>r: leven<strong>de</strong> en leren<strong>de</strong> <strong>buurt</strong>Beleidsmakers zien zich geconfronteerd met een merkwaardige paradox. Bewonersgeven steeds weer aan <strong>in</strong>dividueel tevre<strong>de</strong>n te zijn met hun eigen leefomgev<strong>in</strong>g(vrom 2004), maar collectief wijzen zij met een toenemen<strong>de</strong> urgentie opspann<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> <strong>de</strong> publieke ruimte, met name <strong>in</strong> achterstands<strong>buurt</strong>en. Groepenburgers leven langs elkaar heen, zeker als sprake is van een samengaan van ‘afzijdige’burgers en allochtonen <strong>in</strong> snel verzwarten<strong>de</strong> volkswijken, zo is <strong>in</strong> hoofdstuk5 gebleken. ‘Afzijdige’ en ‘afwachten<strong>de</strong>’ burgers staan bovendien steedsvaker wantrouwend dan wel onverschillig tegenover overheid en politiek.Bestuur<strong>de</strong>rs kunnen weliswaar van elkaar leren en zich aan elkaar optrekken,maar weten tegelijk dat <strong>de</strong> ene <strong>buurt</strong> <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re niet is. In plattelandsgemeentenprijzen zij zich bijvoorbeeld gelukkig dat ze nauwelijks wor<strong>de</strong>n geconfronteerdmet <strong>de</strong> nijpen<strong>de</strong> tekorten aan sociale samenhang die <strong>de</strong> har<strong>de</strong> achterstands<strong>buurt</strong>en<strong>in</strong> grote ste<strong>de</strong>n kenmerken.193Hun taak wordt ver<strong>de</strong>r bemoeilijkt doordat ‘ie<strong>de</strong>reen’ hetzelf<strong>de</strong> zegt: we lijkenhet veelal met elkaar eens te zijn en toch schieten we te we<strong>in</strong>ig op met <strong>de</strong> oploss<strong>in</strong>gen.Eer<strong>de</strong>r spraken we van <strong>de</strong> drie logica’s die elkaar <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong> ontmoeten:<strong>de</strong> <strong>in</strong>stitutionele logica van <strong>de</strong> overheid, <strong>de</strong> provisielogica van <strong>de</strong> sociale spelersen <strong>de</strong> vraaglogica van <strong>de</strong> bewoners (par. 4.1). Op het raakvlak van <strong>de</strong>ze drie logica’sgebruiken <strong>de</strong> vertegenwoordigers van <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> <strong>in</strong>valshoeken<strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> woor<strong>de</strong>n, maar bedoelen er vaak geheel verschillen<strong>de</strong> d<strong>in</strong>gen mee.Bestuur<strong>de</strong>rs bij overheid en sociale spelers moeten daarom als het ware door <strong>de</strong>oren van hun frontlijnwerkers leren luisteren naar <strong>de</strong> taal van <strong>de</strong> bewoners.Veelal zullen ze dan conclu<strong>de</strong>ren dat <strong>de</strong> keuzes, die ze traditioneel maakten tenaanzien van <strong>de</strong> vier gesignaleer<strong>de</strong> spann<strong>in</strong>gsvel<strong>de</strong>n, niet langer voldoen. Er ismeer aandacht vereist voor <strong>de</strong> provisielogica van <strong>de</strong> frontlijnwerkers en vooralvoor <strong>de</strong> vraaglogica van <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>bewoners.Een conceptueel ka<strong>de</strong>r kan bestuur<strong>de</strong>rs van dienst zijn om hun vertrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong><strong>buurt</strong> te bevor<strong>de</strong>ren. We noemen dat een leven<strong>de</strong> <strong>buurt</strong>: een <strong>buurt</strong> waar <strong>de</strong> bewoners‘meedoen’ omdat het hún <strong>buurt</strong> is. Het is ook een leren<strong>de</strong> <strong>buurt</strong> waar zesamen met overheid en sociale spelers willen experimenteren: achterhalen hoehun leefbaarheidsvraagstukken nog beter zijn aan te pakken. Beleidsmakerskunnen op die <strong>buurt</strong> bouwen wanneer zij <strong>in</strong> voldoen<strong>de</strong> mate tegemoetkomen aan


vertrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong><strong>de</strong> succesvoorwaar<strong>de</strong>n die zijn samengevat <strong>in</strong> paragraaf 3.6. De comb<strong>in</strong>atie vanbeleids<strong>in</strong>houd en beleidsproces moet bewoners ‘verlei<strong>de</strong>n’ tot betrokkenheid. Debeleids<strong>in</strong>houd moet bewoners aanspreken omdat het gaat om hún vraagstukkenen moet ze <strong>in</strong>spireren omdat het beleid <strong>de</strong> weg naar een betere toekomst schetst.Het beleidsproces moet hen als het ware naar b<strong>in</strong>nen zuigen, omdat zij eropkunnen vertrouwen dat ze serieus wor<strong>de</strong>n genomen en daardoor hun eigen lot endat van <strong>de</strong> mensen <strong>in</strong> hun naaste omgev<strong>in</strong>g ten positieve kunnen beïnvloe<strong>de</strong>n.194Hoe, zo is een re<strong>de</strong>lijke vraag, verschilt dit raamwerk van vroegere beleidsfilosofieën?Om ‘afzijdige’ en ‘afwachten<strong>de</strong>’ burgers aan zich te b<strong>in</strong><strong>de</strong>n, moetenbestuur<strong>de</strong>rs een grotere <strong>in</strong>spann<strong>in</strong>g leveren dan gebruikelijk is b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> <strong>in</strong>stitutionelelogica. Ze moeten er bovendien voor waken op termijn <strong>de</strong> ‘actieve’ en‘afhankelijke’ burgers niet te verliezen: wantrouwen voedt wantrouwen en isdaarom besmettelijk. Dat vereist een directere band tussen ‘lei<strong>de</strong>rs’ en ‘gelei<strong>de</strong>n’.Er moeten vonken overspr<strong>in</strong>gen, waardoor vuurtjes wor<strong>de</strong>n ontstoken enbestaan<strong>de</strong> vuren oplaaien. De afstan<strong>de</strong>n kunnen daarom niet te groot zijn, <strong>de</strong>contacten niet te <strong>in</strong>direct. Die vonken moeten bovendien bei<strong>de</strong> kanten opspr<strong>in</strong>gen– en vooral dat is <strong>in</strong> het nieuwe lei<strong>de</strong>rschap an<strong>de</strong>rs dan vroeger: het is geeneenricht<strong>in</strong>gsverkeer zoals <strong>de</strong> facto <strong>in</strong> <strong>de</strong> nu dom<strong>in</strong>ante <strong>in</strong>stitutionele logica. Bestuur<strong>de</strong>rsmoeten zich laten <strong>in</strong>spireren door <strong>de</strong> bewoners en hen durven vertrouwendoor ze <strong>de</strong> ruimte te geven om al experimenterend te leren.Deze twee opgaven, te weten ruimte bie<strong>de</strong>n voor coproductie van beleid engepaste afstand hou<strong>de</strong>n bij <strong>de</strong> uitvoer<strong>in</strong>g daarvan, zou<strong>de</strong>n wel eens <strong>de</strong> moeilijkstekunnen zijn. Het gaat hier immers om een wezenlijk an<strong>de</strong>r concept van besturen,waar <strong>de</strong> <strong>in</strong>stitutionele logica serieus plaatsmaakt voor een sterker accent op<strong>de</strong> vraaglogica van bewoners. Lukt dat over een langere perio<strong>de</strong> van tijd, dan mager een gere<strong>de</strong> hoop bestaan dat niet alleen <strong>de</strong> vertrouwensban<strong>de</strong>n tussen bewonerson<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>g (sociaal vertrouwen) maar ook die met <strong>de</strong> <strong>de</strong>mocratische <strong>in</strong>stituties(politiek vertrouwen) wor<strong>de</strong>n versterkt.Twee aspecten vragen aandacht: (a) <strong>de</strong> comb<strong>in</strong>atie van <strong>in</strong>spiratie en vertrouwenals basis voor een constructieve wisselwerk<strong>in</strong>g; (b) <strong>de</strong> vormgev<strong>in</strong>g van directelijnen tussen <strong>buurt</strong> en politiek als mogelijke basis voor een groter politiekvertrouwen.Inspiratie plus vertrouwenLeven<strong>de</strong> en leren<strong>de</strong> <strong>buurt</strong>en, zo blijkt uit ons on<strong>de</strong>rzoek (hoofdstuk 3; zie ookPutnam en Feldste<strong>in</strong> 2003: 283) on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n zich door twee kenmerken: (a)een gezamenlijke richt<strong>in</strong>g die mensen als <strong>in</strong>spirerend ervaren (<strong>in</strong>houd); (b) eenwijze van wisselwerk<strong>in</strong>g met elkaar en met bestuur<strong>de</strong>rs die op een basis vanvertrouwen moet stoelen (proces). Lukt het om op bei<strong>de</strong> dimensies voldoen<strong>de</strong> <strong>in</strong>te spelen op <strong>de</strong> behoeften en kwaliteiten van mensen, dan spr<strong>in</strong>gen <strong>de</strong> vonkenover en ontstaat verbon<strong>de</strong>nheid (figuur 6.1). Dergelijke verbon<strong>de</strong>nhe<strong>de</strong>n kunnenzich overal ontwikkelen waar mensen gezamenlijke doelen nastreven. In veelgevallen gebeurt dat <strong>in</strong> <strong>de</strong> privé-omgev<strong>in</strong>g – <strong>de</strong>nk aan thuis, werk of recreatie – en


<strong>de</strong> weg vooruitspelen overheid en sociale spelers een beschei<strong>de</strong>n of zelfs geen rol. In an<strong>de</strong>re(semi-)publieke situaties is die rol groter – <strong>de</strong>nk aan school of verkeer, maar ookaan <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>.Figuur 6.1De leven<strong>de</strong> en leren<strong>de</strong> <strong>buurt</strong>Inspiratie▲HoogVerbon<strong>de</strong>nheidVonk195LaagLaagHoog<strong>Vertrouwen</strong>Een leven<strong>de</strong> en leren<strong>de</strong> <strong>buurt</strong> is echter geen vanzelfsprekendheid. Indien <strong>de</strong>gezamenlijke <strong>in</strong>spiratie en het on<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>ge vertrouwen tekortschieten, kan ernauwelijks sprake zijn van samenhang; zo’n gemeenschap is als los zand. Als <strong>de</strong>aanwezige <strong>in</strong>spiratie niet wordt gecompleteerd door een voldoen<strong>de</strong> vertrouwen,doemt het beeld op van ‘profeten roepend <strong>in</strong> <strong>de</strong> woestijn’ – een aantal bevlogenbewoners, maar zon<strong>de</strong>r achterban – en ook dan is <strong>de</strong> sociale cohesie beperkt.Veel vertrouwen zon<strong>de</strong>r een gezamenlijk doel resulteert weliswaar <strong>in</strong> ‘gezelligheid’,maar leidt zel<strong>de</strong>n tot <strong>de</strong> resultaten die mensen op een langere termijn aanelkaar kunnen b<strong>in</strong><strong>de</strong>n. Is dat laatste wel <strong>de</strong> bedoel<strong>in</strong>g, dan kan gericht beleidvan overheid en sociale spelers ertoe bijdragen om <strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>n voor eenleven<strong>de</strong> en leren<strong>de</strong> <strong>buurt</strong> te scheppen en/of het al aanwezige vuur op te stoken.De grotere verbon<strong>de</strong>nheid tussen bewoners zal zich stellig uiten <strong>in</strong> een grotersociaal vertrouwen. Omdat het om ‘echte’ prioriteiten van <strong>de</strong> bewoners zelfgaat, kunnen <strong>de</strong> kloven die <strong>de</strong> bestaan<strong>de</strong> blokken schei<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n overbrugd.Overbrugg<strong>in</strong>g bouwt dan daadwerkelijk op samenb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g. Wordt het beleidbovendien over een langere perio<strong>de</strong> gecont<strong>in</strong>ueerd, dan mag re<strong>de</strong>lijkerwijswor<strong>de</strong>n aangenomen dat <strong>de</strong> geloofwaardigheid van <strong>de</strong> <strong>de</strong>mocratische <strong>in</strong>stitutiestoeneemt.


vertrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>Zal dat uite<strong>in</strong><strong>de</strong>lijk ook resulteren <strong>in</strong> een groter politiek vertrouwen? Het is eenplausibele veron<strong>de</strong>rstell<strong>in</strong>g, maar <strong>de</strong> praktijk moet het leren. Een corporatiedirecteurmet ruime frontlijnervar<strong>in</strong>g bemoedigt ons: “De omdraai<strong>in</strong>g, namelijk datslecht presteren je <strong>in</strong> ie<strong>de</strong>r geval weer ver terugwerpt <strong>in</strong> dit vertrouwen, is waarschijnlijkwél re<strong>de</strong>lijk te staven.” Hij heeft stellig gelijk.196Directe lijnen tussen <strong>buurt</strong> en politiek?Waarom, is dan een voor <strong>de</strong> hand liggen<strong>de</strong> vraag, is dat toenemen<strong>de</strong> politiekevertrouwen niet te bespeuren <strong>in</strong> <strong>de</strong> beschikbare statistische gegevens en is recentveeleer sprake van een teruggang? Het is niet on<strong>de</strong>nkbaar dat er te veel ‘ruis’ ophet scherm is <strong>in</strong> <strong>de</strong> vorm van on<strong>de</strong>rmaats presteren van <strong>de</strong> <strong>de</strong>mocratische <strong>in</strong>stituties,ook op an<strong>de</strong>re beleidsterre<strong>in</strong>en. Men <strong>de</strong>nke aan toenemen<strong>de</strong> (gevoelens van)onveiligheid, wachtlijsten, parlementaire enquêtes: het lijstje is lang en bekend.Zou het bovendien kunnen zijn dat <strong>de</strong> bestaan<strong>de</strong> beleidsstrategieën hun beste tijdhebben gehad? Veel wijkbeleid, vooral vanuit <strong>de</strong> welzijnshoek, is <strong>in</strong>gegeven dooreen procesbena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g. In termen van figuur 6.1 wordt gekozen voor een aanloop<strong>in</strong> <strong>de</strong> horizontale richt<strong>in</strong>g waarbij wordt veron<strong>de</strong>rsteld dat <strong>de</strong> <strong>in</strong>houd volgt. Hetgrotere sociale vertrouwen zal zich dan ‘later’ vertalen <strong>in</strong> een politiek vertrouwen,zo is <strong>de</strong> impliciete veron<strong>de</strong>rstell<strong>in</strong>g. Politici streven aan <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re kanttraditioneel vaak naar politiek vertrouwen door van bovenaf opgelegd <strong>in</strong>hou<strong>de</strong>lijkbeleid. Dat kan z<strong>in</strong>vol zijn <strong>in</strong> achterstands<strong>buurt</strong>en, maar <strong>in</strong> mid<strong>de</strong>nstands- envoorstands<strong>buurt</strong>en laten <strong>de</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> loop <strong>de</strong>r tijd versleten procesbena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>genwe<strong>in</strong>ig vonken overslaan op bewoners.Moet <strong>in</strong> mid<strong>de</strong>nstands- en voorstands<strong>buurt</strong>en niet veeleer wor<strong>de</strong>n gekozen vooreen herstel van politiek vertrouwen via directe lijnen – <strong>de</strong> diagonale pijl <strong>in</strong> figuur6.1 – waarbij <strong>de</strong> politiek zich, meer dan nu het geval is, laat sturen door <strong>de</strong> burger?Vooral ‘afzijdige’ burgers zetten zich af tegen <strong>de</strong> zitten<strong>de</strong> ‘regenten’ en roepen omdirectere vormen van <strong>de</strong>mocratische betrokkenheid. De politiek speelt <strong>de</strong>els ophun vragen <strong>in</strong>, bijvoorbeeld met nieuwe kiesstelsels, zoals gekozen burgemeesters.Maar, zo luidt dan <strong>de</strong> vervolgvraag, zou dat werkelijk zijn wat mensenbeweegt <strong>in</strong> hun beoor<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> <strong>de</strong>mocratische <strong>in</strong>stituties? Het lijkt we<strong>in</strong>igwaarschijnlijk dat gekozen burgemeesters of regionale Kamerle<strong>de</strong>n tot een doorbraakzullen lei<strong>de</strong>n. Ook referenda bie<strong>de</strong>n een mogelijkheid, maar hun relevantieis toch veelal beperkt tot majeure besliss<strong>in</strong>gen die vermoe<strong>de</strong>lijk <strong>de</strong> reikwijdte vanveel burgers, met hun beperkte overbrugg<strong>in</strong>g, te boven gaan.Indien <strong>de</strong> politiek een globale richt<strong>in</strong>g aangeeft en bewoners en sociale spelersuitnodigt om b<strong>in</strong>nen die – grotere – ruimte een wezenlijke verantwoor<strong>de</strong>lijkheidover te nemen, zou dat an<strong>de</strong>rs kunnen. Dat vereist een politiek die een visie kanschetsen en burgers vertrouwen durft te geven op terre<strong>in</strong>en die voor hen vandagelijks belang zijn en die ze kunnen overzien. Op die terre<strong>in</strong>en moet <strong>de</strong> politiekzich b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> zelf aangegeven ruimte als het ware laten sturen door <strong>de</strong>burgers. Werkt het – blijft <strong>de</strong> politiek achter <strong>de</strong> burger staan – dan groeit het politiekevertrouwen en tegelijk, als bijproduct van <strong>de</strong> samenwerk<strong>in</strong>g tussen burgers,het sociale vertrouwen.


<strong>de</strong> weg vooruitHet spreekt vanzelf dat daarbij niet het gehele antwoord <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong> kan wor<strong>de</strong>ngevon<strong>de</strong>n. Elchardus, Putnam en an<strong>de</strong>ren wijzen op meer<strong>de</strong>re <strong>de</strong>nkbare speerpunten,waarvan echter <strong>de</strong> <strong>buurt</strong> er steeds een is. De bestuurlijke bev<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen <strong>in</strong>hoofdstuk 4 maken dui<strong>de</strong>lijk dat een <strong>de</strong>rgelijk <strong>buurt</strong>gericht beleid dan wel ambitieusmoet zijn, niet te voorzichtig. De procesbena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen zijn nu te vaak‘vermoeid’; <strong>de</strong> huidige <strong>in</strong>spraakbena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g behoeft bijvoorbeeld vernieuw<strong>in</strong>g.Ook <strong>de</strong> <strong>in</strong>hou<strong>de</strong>lijke ruimte is te beperkt of <strong>de</strong> <strong>in</strong>spann<strong>in</strong>gen zijn on<strong>de</strong>rmaats;wijkbudgetten zijn bijvoorbeeld te kle<strong>in</strong>, het sociaal beleid te we<strong>in</strong>ig robuust. Devonken die kunnen lei<strong>de</strong>n tot een leven<strong>de</strong> en leren<strong>de</strong> <strong>buurt</strong>, spr<strong>in</strong>gen dan nietover. In volgen<strong>de</strong> paragrafen zullen we een aantal <strong>de</strong>nkbare oploss<strong>in</strong>gsricht<strong>in</strong>genschetsen.6.3 eerste aanbevel<strong>in</strong>g: kies voor een tweesporenaanpakEen <strong>buurt</strong>gericht beleid moet <strong>de</strong> twee dimensies van <strong>de</strong> leven<strong>de</strong> en leren<strong>de</strong> <strong>buurt</strong>on<strong>de</strong>rkennen: enerzijds <strong>de</strong> <strong>in</strong>spiratie die uitgaat van een doordachte visie, enan<strong>de</strong>rzijds het vertrouwen dat stoelt op een we<strong>de</strong>rzijds respect tussen bewonersaan <strong>de</strong> ene kant en overheid en sociale spelers aan <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re. Echter, niet overalkan wor<strong>de</strong>n gebouwd op <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>. Eer<strong>de</strong>r wezen we op het grofmazige on<strong>de</strong>rscheiddat <strong>in</strong> <strong>de</strong> dagelijkse bestuurspraktijk wordt gemaakt tussen achterstands<strong>buurt</strong>en,die zich kenmerken door een cohesietekort, en mid<strong>de</strong>nstands- en voorstands<strong>buurt</strong>en,waar <strong>in</strong> <strong>de</strong> regel sprake is van voldoen<strong>de</strong> sociale cohesie. In <strong>de</strong>eerstgenoem<strong>de</strong> <strong>buurt</strong>en is een extra <strong>in</strong>spann<strong>in</strong>g van overheid en sociale spelersnoodzakelijk om het alledaagse leven van mensen <strong>in</strong> <strong>de</strong> publieke ruimte <strong>in</strong> goe<strong>de</strong>banen te lei<strong>de</strong>n, voordat het sociale en politieke vertrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong> zodanigis hersteld dat <strong>de</strong> beleidsmakers kunnen bouwen op die <strong>buurt</strong>. Dat vormt eenbijzon<strong>de</strong>re bestuurlijke uitdag<strong>in</strong>g, waarvan <strong>de</strong> beantwoord<strong>in</strong>g zich on<strong>de</strong>rscheidtdoor een tweesporenaanpak (par. 6.3.1) met speciale aandacht voor <strong>de</strong> bestuurlijkeveran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gsuitdag<strong>in</strong>g (par. 6.3.2). Die uitdag<strong>in</strong>g is aanzienlijk en het isdaarom noodzakelijk om scherpe prioriteiten te stellen bij <strong>de</strong> samenstell<strong>in</strong>g vaneen hanteerbaar beleidsmenu (par. 6.3.3).1976.3.1 tweesporenaanpakOm <strong>de</strong> leefbaarheidsvraagstukken <strong>in</strong> <strong>buurt</strong>en tegemoet te tre<strong>de</strong>n, is een <strong>in</strong>spireren<strong>de</strong>visie van beleidsmakers van groot belang. Die visie moet echter ook gestoeldzijn op <strong>de</strong> <strong>in</strong>breng en kwaliteiten van <strong>buurt</strong>bewoners: mensen willen eenbijdrage kunnen leveren en zijn dan ook tot verrassend veel <strong>in</strong> staat. Beleidsmakersmogen zich daartoe echter niet beperken. Zij moeten ook positie kiezen ophet speelveld voor bestuurlijke veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g zoals we dat eer<strong>de</strong>r noem<strong>de</strong>n (figuur4.3). Zij moeten ter<strong>de</strong>ge reken<strong>in</strong>g hou<strong>de</strong>n met <strong>de</strong> strakke hand die noodzakelijk is<strong>in</strong> achterstands<strong>buurt</strong>en met socialecohesietekorten, en daarnaast met <strong>de</strong> managementvereistenvan hun organisaties. Een <strong>buurt</strong>visie vanuit <strong>de</strong> overheid en socialespelers dient daarom twee sporen te on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n: een specifiek spoor, dat zichricht op het wegwerken van sociale tekorten <strong>in</strong> achterstands<strong>buurt</strong>en, en eengeneriek spoor, dat van toepass<strong>in</strong>g is op alle <strong>buurt</strong>en.


vertrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>Het specifieke spoor overlapt het generieke spoor. De scherpe scheid<strong>in</strong>g die weom re<strong>de</strong>nen van dui<strong>de</strong>lijkheid tussen bei<strong>de</strong> aanbrengen, is <strong>in</strong> die z<strong>in</strong> kunstmatig.In <strong>de</strong> werkelijkheid van alledag lopen ze <strong>in</strong> elkaar over <strong>in</strong> <strong>de</strong> werkprogramma’svan gemeenten en sociale spelers. Die samenloop stelt wel hoge bestuurlijkeeisen aan beleidsmakers en -uitvoer<strong>de</strong>rs. Zij wor<strong>de</strong>n immers <strong>in</strong> hun dagelijksfunctioneren voortdurend aangesproken op <strong>de</strong> nijpen<strong>de</strong> leefbaarheidsvraagstukken<strong>in</strong> achterstands<strong>buurt</strong>en. Het specifieke spoor krijgt tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> <strong>in</strong>haalslagzodanig veel publicitaire en politieke aandacht dat het generieke spoor voor <strong>de</strong>leek nauwelijks zichtbaar is.Het ene spoor kan echter niet zon<strong>de</strong>r het an<strong>de</strong>re. Zon<strong>de</strong>r een a<strong>de</strong>quate <strong>in</strong>vull<strong>in</strong>gvan het specifieke spoor, dat wil zeggen met serieuze leefbaarheidsproblemen <strong>in</strong>hun achterstands<strong>buurt</strong>en, krijgen bestuur<strong>de</strong>rs niet <strong>de</strong> ruimte voor het uitdiepenvan het generieke spoor. Zij herw<strong>in</strong>nen ook niet <strong>de</strong> geloofwaardigheid vanburgers, als eerste hoeksteen voor vertrouwen. Maar voor structurele oploss<strong>in</strong>gen,met name <strong>de</strong> uitbouw van sociaal en politiek vertrouwen, is die uitdiep<strong>in</strong>gvan het nu verwaarloos<strong>de</strong> generieke spoor weer een noodzaak. Te makkelijkverwordt het specifieke spoor an<strong>de</strong>rs tot symptoombestrijd<strong>in</strong>g.198Tegen <strong>de</strong>ze achtergrond behelst <strong>de</strong> tweesporenaanpak <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> beleidssporen:(a) sociale herover<strong>in</strong>g; (b) kansgedreven <strong>buurt</strong>beleid.Sociale herover<strong>in</strong>gEngbersen et al. (2005) <strong>de</strong>f<strong>in</strong>iëren <strong>de</strong> term sociale herover<strong>in</strong>g als “sociale enfysieke <strong>in</strong>terventies gericht op (1) het vergroten van <strong>de</strong> leefbaarheid en veiligheid<strong>in</strong> <strong>de</strong> publieke ruimte; (2) het realiseren van een evenwichtigere samenlev<strong>in</strong>gsopbouw;en (3) het formuleren van gemeenschappelijke competenties en gedragsregelsom het alledaagse verkeer tussen bewoners te bevor<strong>de</strong>ren.” De term socialeherover<strong>in</strong>g doelt op <strong>de</strong> verover<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> <strong>buurt</strong> voor en – zoveel als mogelijk –door <strong>de</strong> zitten<strong>de</strong> <strong>buurt</strong>bewoners. Dit wijkt nadrukkelijk af van een vergelijkbareterm<strong>in</strong>ologie b<strong>in</strong>nen sommige beleidskr<strong>in</strong>gen, waar wordt gedoeld op het weerterugveroveren door <strong>de</strong> autochtone mid<strong>de</strong>nklasse van verzwarten<strong>de</strong> wijken(Reijndorp 2004: 94). Dit spoor concentreert zich <strong>de</strong>rhalve op het heroveren van<strong>de</strong> leefbaarheid en sociale samenhang <strong>in</strong> achterstands<strong>buurt</strong>en.Sociale herover<strong>in</strong>g bouwt – gedifferentieerd per <strong>buurt</strong> – op een door <strong>de</strong> overheidgestuur<strong>de</strong> en door sociale spelers uitgevoer<strong>de</strong> aanpak van <strong>de</strong> meestnijpen<strong>de</strong> leefbaarheidsproblemen. Het voortouw ligt, zoals dat past <strong>in</strong> noodsituaties,<strong>in</strong> eerste <strong>in</strong>stantie bij <strong>de</strong> <strong>in</strong>stituties met hun <strong>in</strong>stitutionele logica: eenuniform en functioneel gedreven <strong>in</strong>houd die procesmatig van bovenaf wordtopgelegd en wordt uitgevoerd door sociale spelers die ‘er dicht op zitten’. Tegelijkmoet een basis wor<strong>de</strong>n gelegd voor een meer structurele veranker<strong>in</strong>g: <strong>de</strong>w<strong>in</strong>st mag na afloop van <strong>de</strong> sociale herover<strong>in</strong>g niet weer snel verloren gaan. Ditlaatste is een stap die makkelijk wordt verwaarloosd; <strong>de</strong> noodzakelijke diepte<strong>in</strong>vester<strong>in</strong>gen verantwoor<strong>de</strong>lijkheidsoverdracht stellen forse eisen aan beleidsmakersen -uitvoer<strong>de</strong>rs. Ze krijgen dan immers, naast <strong>de</strong> externe uitdag<strong>in</strong>g,


<strong>de</strong> weg vooruitook van doen met <strong>de</strong> – hoge – drempels voor veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g b<strong>in</strong>nen hun eigenorganisaties.Kansgedreven <strong>buurt</strong>beleidDit beleid concentreert zich op het structureel bestendigen en uitbouwen van <strong>de</strong>sociale cohesie <strong>in</strong> <strong>buurt</strong>en. Hoewel het beleid ter<strong>de</strong>ge reken<strong>in</strong>g moet hou<strong>de</strong>n met<strong>de</strong> essentie van <strong>de</strong> <strong>in</strong>stitutionele logica wordt er toch een sterke nadruk gelegd op<strong>de</strong> vraaglogica van bewoners. Het gaat om beleid dat gedifferentieerd en <strong>in</strong>tegraalis naar <strong>in</strong>houd en qua proces gebaseerd is op coproductie bij <strong>de</strong> vormgev<strong>in</strong>g eneen gepaste afstand bij <strong>de</strong> uitvoer<strong>in</strong>g.Een <strong>de</strong>rgelijk <strong>buurt</strong>beleid is per <strong>de</strong>f<strong>in</strong>itie kwetsbaar: waar <strong>de</strong> politieke agendavaak wordt gedom<strong>in</strong>eerd door kortetermijnprioriteiten – <strong>in</strong>ci<strong>de</strong>nten en tekortkom<strong>in</strong>gen– is een breed draagvlak vereist om <strong>de</strong> cont<strong>in</strong>uïteit te waarborgen. Die isnu zel<strong>de</strong>n <strong>in</strong> voldoen<strong>de</strong> mate aanwezig; waar dat wel het geval is, laten vele praktijkgevallenzien dat <strong>de</strong> maatschappelijke meerwaar<strong>de</strong> groot kan zijn. Het gaathier immers om het benutten van een betere aanpak van alledaagse leefbaarheidsvraagstukken,waarbij overheid en sociale spelers meer dan nu vaak het geval is,ruimte laten voor bewoners, civil society en private partijen, die met elkaar ‘hun’<strong>buurt</strong> <strong>in</strong>kleuren.199Het gaat daarnaast ook om het structureel beter betrekken van ‘afzijdige’ en‘afwachten<strong>de</strong>’ burgers, <strong>in</strong> <strong>de</strong> hoop dat die sociale betrokkenheid en <strong>de</strong> beterewisselwerk<strong>in</strong>g met <strong>de</strong> <strong>de</strong>mocratische <strong>in</strong>stituties doorwerken <strong>in</strong> een groter sociaalen politiek vertrouwen. Een groter sociaal vertrouwen biedt kansen voor zowel<strong>de</strong>fensief als offensief beleid met grote maatschappelijke meerwaar<strong>de</strong>.6.3.2 speciale aandacht voor een bestuurlijke veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gsuitdag<strong>in</strong>gOverheid en sociale spelers dienen positie te kiezen ten aanzien van <strong>de</strong> viereer<strong>de</strong>r aangehaal<strong>de</strong> bestuurlijke spann<strong>in</strong>gsvel<strong>de</strong>n en <strong>de</strong> voorgestel<strong>de</strong> tweesporenaanpakbrengt belangrijke veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen met zich mee. Bewoners kiezen vanuithun perspectief voor een op hun <strong>buurt</strong> toegesne<strong>de</strong>n en <strong>in</strong>tegraal beleid enbestuur<strong>de</strong>rs dienen daar<strong>in</strong> mee te gaan, met verstand. In figuur 6.2 is bestuurlijkepositioner<strong>in</strong>g vereenvoudigd weergegeven. De huidige positioner<strong>in</strong>g is aangegevenmet een verticale stippellijn aan <strong>de</strong> kant van <strong>de</strong> <strong>in</strong>stitutionele logica. Bij meer<strong>buurt</strong>gerichtheid verschuift het beleid zich <strong>in</strong>hou<strong>de</strong>lijk naar l<strong>in</strong>ks, naar <strong>de</strong> kantvan <strong>de</strong> vraaglogica. Vooral bij <strong>de</strong> sociale herover<strong>in</strong>g is sprake van een op <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>toegesne<strong>de</strong>n beleid waarbij alle sociale spelers <strong>in</strong>tegraal, als door een handgestuurd, samenwerken.De belangen van bewoners en ook bestuur<strong>de</strong>rs lopen echter uiteen bij <strong>de</strong> <strong>in</strong>vull<strong>in</strong>gvan <strong>de</strong> procesgang, dat wil zeggen <strong>de</strong> twee on<strong>de</strong>rste spann<strong>in</strong>gsvel<strong>de</strong>n. Inachterstands<strong>buurt</strong>en, signaleer<strong>de</strong>n we, is er bij uitstek een noodzaak voor eensterke overheid en sociale spelers die strakke spelregels bepalen en die ook goed


vertrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>zichtbaar consequent uitvoeren en handhaven. Hoewel dat <strong>in</strong> een aantal gemeentenop dit moment vooral op het gebied van <strong>de</strong> veiligheid al <strong>in</strong> <strong>de</strong> praktijk wordtgebracht, dient er op veel plaatsen nog een verschuiv<strong>in</strong>g naar rechts plaats tehebben: meer opgelegd beleid dat wordt uitgevoerd door sociale spelers diebovenop <strong>de</strong> <strong>buurt</strong> zitten. In mid<strong>de</strong>nstands- en voorstands<strong>buurt</strong>en kan eer<strong>de</strong>rwor<strong>de</strong>n volstaan met een overheid en sociale spelers die, meer op afstand, <strong>de</strong>coproductie van beleid en uitvoer<strong>in</strong>g on<strong>de</strong>rsteunen. Er is dus veeleer sprake vaneen verschuiv<strong>in</strong>g naar l<strong>in</strong>ks, <strong>in</strong> <strong>de</strong> richt<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> vraaglogica van bewoners.Figuur 6.2De bestuurlijke positioner<strong>in</strong>g bij een tweesporenaanpakTweesporenaanpak▼1. Sociale 2. Kansgedreven InstitutioneleVraaglogica herover<strong>in</strong>g <strong>buurt</strong>beleid logica▼Inhoud• Gedifferentieerd▼▼• ••Uniform200• Integraal• ••FunctioneelProces• Coproductie••Opgelegd beleid•• Gepaste afstand• •▲Huidig beleid• Er dicht opHoewel <strong>de</strong> <strong>de</strong>tails per <strong>buurt</strong> zullen verschillen, wijken <strong>de</strong> twee beleidssporen bijhun <strong>in</strong>vull<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> gesignaleer<strong>de</strong> bestuurlijke spann<strong>in</strong>gsvel<strong>de</strong>n af van hetbestaan<strong>de</strong> beleid. Er wordt scherper gekozen dan blijkens ons veldon<strong>de</strong>rzoek opdit moment meestal wordt gedaan. Ingetekend op het speelveld voor bestuurlijkeveran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g (figuur 6.3) wordt het huidige beleid gedom<strong>in</strong>eerd door <strong>de</strong> <strong>in</strong>stitutionelelogica: het is qua <strong>in</strong>houd uniform en functioneel bepaald en qua procesopgelegd en ‘er dicht op’. De veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gsuitdag<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> tweesporenaanpak istweeledig.


<strong>de</strong> weg vooruitFiguur 6.3De veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gsuitdag<strong>in</strong>g bij een tweesporenaanpakInspiratie• Gedifferentieerd• IntegraalInspiratiedrempels• Remmen<strong>de</strong> structuren,systemen• Onbegrip voor drijfveren<strong>de</strong>r<strong>de</strong>nSocialeherover<strong>in</strong>gKansgedreven<strong>buurt</strong>beleidHuidig beleid• Uniform• Functioneel• Opgelegd• Er dicht op<strong>Vertrouwen</strong>sdrempels• Korte tijdshorizon• Onzekeresleutelhou<strong>de</strong>rs• Coproductie• Gepaste afstand<strong>Vertrouwen</strong>201Voor <strong>de</strong> sociale herover<strong>in</strong>g is een aanzienlijke <strong>in</strong>spiratiesprong vereist. Veldwerkersmoeten zich gesteund weten door hun bazen bij overheid en sociale spelersom <strong>de</strong> – hoge – <strong>in</strong>spiratiedrempels te overw<strong>in</strong>nen. Remmen<strong>de</strong> structuren ensystemen en een te groot onbegrip voor bewoners en veldwerkers kunnen allegoe<strong>de</strong> <strong>in</strong>tenties volledig on<strong>de</strong>ruithalen. In een twee<strong>de</strong> fase, wanneer het herstelzichtbaar beg<strong>in</strong>t te wor<strong>de</strong>n, moet bovendien <strong>de</strong> sprong wor<strong>de</strong>n gemaakt naar eenkansgedreven beleid, waarbij ook <strong>de</strong> vertrouwensdrempels moeten wor<strong>de</strong>ngeslecht. Een te korte tijdshorizon van beleidsmakers en onzekere sleutelhou<strong>de</strong>rs,die vragen stellen bij <strong>de</strong> cont<strong>in</strong>uïteit van het beleid en <strong>de</strong> rug<strong>de</strong>kk<strong>in</strong>g doorhun superieuren, zijn dan belemmerend voor succes.Bij <strong>de</strong> primair kansgedreven aanpak <strong>in</strong> mid<strong>de</strong>nstands- en voorstands<strong>buurt</strong>enmoeten bei<strong>de</strong> drempels tegelijk wor<strong>de</strong>n genomen. De uitgangspositie is vanzelfsprekendan<strong>de</strong>rs. Het gaat nu om een sterker accent op <strong>de</strong> vraaglogica van bewoners,waarbij <strong>de</strong> <strong>in</strong>spiratie en het vertrouwen vooral zijn gelegen <strong>in</strong> <strong>de</strong> grotereruimte die hun wordt gebo<strong>de</strong>n bij <strong>de</strong> <strong>in</strong>kleur<strong>in</strong>g van ‘hun’ <strong>buurt</strong>. Juist omdat <strong>de</strong>noodzaak van een <strong>de</strong>rgelijke beleidsaanpak niet door ie<strong>de</strong>reen wordt ge<strong>de</strong>eld en<strong>de</strong> <strong>in</strong>directe meerwaar<strong>de</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> vorm van een groter sociaal en politiek vertrouwenpas op lange termijn wordt gerealiseerd, zijn bei<strong>de</strong> drempels hoog. Het isdaarom zaak al op korte termijn zichtbare resultaten te boeken <strong>in</strong> <strong>de</strong> vorm vanbetere oploss<strong>in</strong>gen van alledaagse leefbaarheidsvraagstukken. Dan nog is een


vertrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>cultuuromslag vereist, die hoge eisen stelt aan <strong>de</strong> bestuur<strong>de</strong>rs; we komen daaropterug <strong>in</strong> paragraaf 6.6.Beleidsmakers staan, zoals is benadrukt <strong>in</strong> hoofdstuk 4, niet met lege han<strong>de</strong>nwanneer ze besluiten <strong>de</strong> veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gsuitdag<strong>in</strong>g aan te nemen. We wijzen <strong>in</strong> datverband nogmaals naar bijlage 1 bij dit rapport, waar<strong>in</strong> meer ge<strong>de</strong>tailleerd wordt<strong>in</strong>gegaan op het bestuurlijk <strong>in</strong>strumentenbord dat hun ter beschikk<strong>in</strong>g staat. Decomb<strong>in</strong>atie van empirische bev<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen en conceptueel ka<strong>de</strong>r duidt bovendienop <strong>de</strong> wenselijkheid van een hernieuw<strong>de</strong> aandacht op drie punten: (1) ken je<strong>buurt</strong>; (2) bouw op samenb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g om overbrugg<strong>in</strong>g te realiseren; (3) bewaak een‘constructieve ontevre<strong>de</strong>nheid’.202Ken je <strong>buurt</strong>Velen – politici en ambtenaren – geven gehoor aan <strong>de</strong> oproep om ‘<strong>de</strong> <strong>buurt</strong> <strong>in</strong> tegaan’. Dat is op zichzelf toe te juichen; zoals ook ons veldon<strong>de</strong>rzoek illustreert,leveren <strong>de</strong> ervar<strong>in</strong>gen van mensen <strong>de</strong> bouwstenen voor een beleid dat zijnwortels heeft <strong>in</strong> <strong>de</strong> praktijk van alledag. Het is echter verstandig om tegelijk hetalou<strong>de</strong> verhaal te her<strong>in</strong>neren van <strong>de</strong> drie mannen die op een donkere nacht stuitenop een slapen<strong>de</strong> olifant. De eerste ont<strong>de</strong>kt <strong>de</strong> slurf, <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> een poot en <strong>de</strong><strong>de</strong>r<strong>de</strong> <strong>de</strong> staart. Geen van hen ziet echter <strong>de</strong> olifant. Wat hen ontbreekt is hetoverzicht om <strong>de</strong> samenhangen te on<strong>de</strong>rkennen – ‘the big picture’-, zoals dat <strong>in</strong>het Engels heet. In ons on<strong>de</strong>rzoek speelt <strong>de</strong> gegevensverzamel<strong>in</strong>g van Motivactionmet <strong>de</strong> daaruit afgelei<strong>de</strong> burgerschapsstijlen om die re<strong>de</strong>nen – samenhangenen overzicht - een belangrijke rol. Ook het Won<strong>in</strong>gbehoefte On<strong>de</strong>rzoek vormteen <strong>de</strong>rgelijke basis voor <strong>de</strong> beleidsmakers op het m<strong>in</strong>isterie van Volkshuisvest<strong>in</strong>g,Ruimtelijke Or<strong>de</strong>n<strong>in</strong>g en Milieu (vrom).We hebben een aantal malen aangegeven hoe een <strong>de</strong>rgelijk sociologisch on<strong>de</strong>rzoekkan helpen om ook op het microniveau van <strong>de</strong> <strong>buurt</strong> een beter gericht beleidte formuleren. Ken <strong>de</strong> samenstell<strong>in</strong>g van je <strong>buurt</strong>en, ook qua burgerschapsstijl.Ga na op welke wijze mensen participeren; ken hun sociale <strong>in</strong>frastructuur encommunicatiekanalen. Die werkwijze zou veel schrijnen<strong>de</strong> voorbeel<strong>de</strong>n uit onshoofdstuk 3 hebben kunnen elim<strong>in</strong>eren. En besteed vooral aandacht aan het beter<strong>in</strong> kaart brengen en begrijpen van <strong>de</strong> ‘afzijdige’ en ‘afwachten<strong>de</strong>’ burgers. Zijspelen een sleutelrol bij het verwerkelijken van <strong>de</strong> doelen die we ons <strong>in</strong> dit on<strong>de</strong>rzoekhebben gesteld en komen er op dit moment beleidsmatig te vaak bekaaid af.Bouw op samenb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g om overbrugg<strong>in</strong>g te realiserenProcessen moeten aansluiten bij <strong>de</strong> behoeften en kwaliteiten van <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>. In eenvoorstands<strong>buurt</strong> met veel ‘actieve’ burgers is <strong>de</strong> samenb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g relatief zwakontwikkeld en dom<strong>in</strong>eert <strong>de</strong> overbrugg<strong>in</strong>g. Bewoners zijn bijvoorbeeld politiekte <strong>in</strong>teresseren <strong>in</strong> het bre<strong>de</strong>re perspectief van <strong>de</strong> ontwikkel<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> een grote wijkof stad. In een stads<strong>buurt</strong> met veel ‘afwachten<strong>de</strong>’ burgers uit <strong>de</strong> overbrugg<strong>in</strong>gzich echter <strong>in</strong> een betrokkenheid rond sociale knooppunten en staan overheid enpolitiek op grote afstand. In plattelandsdorpen is <strong>de</strong> samenb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g vaak sterk,maar is <strong>de</strong> overbrugg<strong>in</strong>g met <strong>de</strong> ‘buitenwereld’ relatief kwetsbaar. Ook <strong>in</strong> een


<strong>de</strong> weg vooruitachterstands<strong>buurt</strong> met veel ‘afhankelijke’ en ‘afzijdige’ burgers is <strong>de</strong> samenb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gveelal sterk, maar <strong>de</strong> overbrugg<strong>in</strong>g tussen groepen en met an<strong>de</strong>ren op groteafstand zwak. Het is bovendien verstandig reken<strong>in</strong>g te hou<strong>de</strong>n met <strong>de</strong> contractiebij ‘afhankelijke’ burgers, zoals we die eer<strong>de</strong>r beschreven (par. 5.6). Om mensen‘over <strong>de</strong> brug’ te trekken, moeten bestuur<strong>de</strong>rs bouwen op <strong>de</strong> aanwezige samenb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g;is die te zwak ontwikkeld, zoals <strong>in</strong> sommige har<strong>de</strong> achterstandskernen,dan moet daar eerst slag wor<strong>de</strong>n geleverd.Bewaak een ‘constructieve ontevre<strong>de</strong>nheid’Een leven<strong>de</strong> en leren<strong>de</strong> <strong>buurt</strong> wordt gekenmerkt door mensen die blijven schoppentegen het bestaan<strong>de</strong>, omdat zij wat beters voor ogen hebben. Dat geldt ookvoor goe<strong>de</strong> <strong>in</strong>stituties bij overheid en sociale spelers (Fung 2004). Ontevre<strong>de</strong>n,gefrustreer<strong>de</strong> mensen klagen, opperen <strong>de</strong>structieve plannen of – als het ze te gekwordt – haken af; <strong>de</strong> ‘afzijdige’ burgers vormen daarvan een illustratie. Als <strong>de</strong>drempels voor veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g b<strong>in</strong>nen een gemeentelijk apparaat te hoog zijn, zijnook daar talloze voorbeel<strong>de</strong>n te v<strong>in</strong><strong>de</strong>n. Tevre<strong>de</strong>n of gezagsgetrouwe mensen –‘afhankelijke’ burgers bijvoorbeeld – dragen echter meestal ook geen verbeter<strong>in</strong>gsi<strong>de</strong>eënaan; zij zijn immers tevre<strong>de</strong>n met <strong>de</strong> bestaan<strong>de</strong> situatie. Het is duseen curieuze moraal: bewoners en me<strong>de</strong>werkers moeten klagen, maar niet zoveeldat ze ophou<strong>de</strong>n met het na<strong>de</strong>nken over manieren om daaraan wat te doen. Dekunst van goed besturen is <strong>de</strong> juiste spann<strong>in</strong>g te handhaven: mensen serieusnemen en genoeg ruimte bie<strong>de</strong>n voor creatieve, eigen oploss<strong>in</strong>gen voor hun leefbaarheidsvraagstukken,maar tegelijk niet op alles ‘ja’ zeggen. Burgers begrijpendat ze niet <strong>in</strong> alles hun z<strong>in</strong> krijgen, maar willen wel dat er naar hen wordtgeluisterd.2036.3.3 stel een selectief beleidsmenu vastDe voorgestel<strong>de</strong> tweesporenaanpak stelt beleidsmakers en -uitvoer<strong>de</strong>rs op lokaalniveau voor een aanmerkelijke veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gsuitdag<strong>in</strong>g. Die uitdag<strong>in</strong>g verschiltblijkens ons veldon<strong>de</strong>rzoek bovendien per <strong>buurt</strong> en per gemeente: er is dus geenvast recept dat op alle plaatsen en on<strong>de</strong>r alle omstandighe<strong>de</strong>n van toepass<strong>in</strong>g is.On<strong>de</strong>r<strong>de</strong>len vormen echter <strong>in</strong> verschillen<strong>de</strong> samenstell<strong>in</strong>g <strong>de</strong> essentiële <strong>in</strong>gredientenvoor een beleidsmenu dat <strong>in</strong>speelt op <strong>de</strong> specifieke situatie waar<strong>in</strong> bestuur<strong>de</strong>rsverkeren. Bij <strong>de</strong> ene gemeente of sociale speler is er al veel ervar<strong>in</strong>g opgedaan,terwijl <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re nog aan het beg<strong>in</strong> van een <strong>buurt</strong>gerichte aanpak staat.Ook politieke kleuren en bestuurlijke <strong>in</strong>zichten lopen uiteen; er is niet één enkelejuiste beleidsaanpak. Veeleer gaat het erom <strong>in</strong> wisselwerk<strong>in</strong>g met een <strong>buurt</strong> zelf teleren en daarbij bovendien <strong>in</strong> te spelen op zich voordoen<strong>de</strong> kansen en bedreig<strong>in</strong>gen.Vanuit dit perspectief nodigen we beleidsmakers en -uitvoer<strong>de</strong>rs uit tot een kritischemaar vooral activeren<strong>de</strong> zelfanalyse. Daarbij kunnen zij nagaan of <strong>de</strong> <strong>in</strong> ditrapport voorgestel<strong>de</strong> aanpak voor hun eigen situatie wel <strong>de</strong> juiste is en, zo niet,welke wegen ze moeten <strong>in</strong>slaan (zie ook tekstbox 6.1). Politieke en ambtelijke trekkerszijn tot niets verplicht: er is geen wet die hun gebiedt een <strong>buurt</strong>beleid te ont-


vertrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>wikkelen en we doen daar ook geen voorstel toe. We wijzen veeleer op <strong>de</strong> weg <strong>de</strong>rverleid<strong>in</strong>g: <strong>de</strong> aanpak van leefbaarheidsvraagstukken wordt beter en het leven vanbeleidsmakers en -uitvoer<strong>de</strong>rs aangenamer, me<strong>de</strong> door het grotere sociaal vertrouwen<strong>in</strong> hun omgev<strong>in</strong>g, als ze <strong>de</strong> handschoen oppakken. Tegelijk waarschuwen wetegen overmatig enthousiasme. Eten is goed, maar te veel eten is slecht. Beleid is<strong>de</strong> kunst van het niet-doen, zodat je een aantal d<strong>in</strong>gen goed kunt doen. In <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong>paragrafen zullen we daarom geen ‘strakke’ aanbevel<strong>in</strong>gen voorleggen,maar veeleer (potentiële) trekkers die aan <strong>de</strong> slag willen een menukaart voorleggen.In paragraaf 6.4 gaan we <strong>in</strong> op <strong>de</strong> sociale herover<strong>in</strong>g, die – zoals gesteld –alleen van toepass<strong>in</strong>g is <strong>in</strong> die gevallen dat <strong>de</strong> sociale cohesie zover achterblijft dateen <strong>in</strong>haalslag on<strong>de</strong>r strakke regie van <strong>de</strong> overheid wenselijk is. In paragraaf 6.5wordt vervolgens <strong>de</strong> <strong>in</strong>vull<strong>in</strong>g van een kansgedreven beleid ver<strong>de</strong>r uitgewerkt.Tekstbox 6.1Zelfbeoor<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g204Het verdient aanbevel<strong>in</strong>g bij <strong>de</strong> activeren<strong>de</strong> zelfanalyse <strong>de</strong> 3e-criteria voor goed beleid te hanteren:- Effectiviteit: wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> gestel<strong>de</strong> doelen bij uitvoer<strong>in</strong>g van het voorgenomen beleid verwerkelijkt?- Efficiëntie: wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> activiteiten verricht tegen <strong>de</strong> laagst mogelijke kosten?- Eerlijkheid: wordt op evenwichtige wijze omgegaan met <strong>de</strong> belangen van alle betrokkenen?Deze drie criteria dienen dan nog te wor<strong>de</strong>n aangevuld met twee criteria van praktische politiek:- Haalbaarheid: is er voldoen<strong>de</strong> draagvlak bij <strong>de</strong> doelgroepen van het beleid en <strong>de</strong> beleidsmakersen -uitvoer<strong>de</strong>rs?- Houdbaarheid: blijft het beleid <strong>in</strong> <strong>de</strong> benen, ook als <strong>de</strong> eerste golf van enthousiasme is getemperd?Om <strong>de</strong> potentiële trekkers te helpen bij hun afweg<strong>in</strong>gen, verwijzen we naar het zelfbeoor<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gsformulier<strong>in</strong> bijlage 2. Door dit formulier, bij voorkeur tegelijk met een aantal naaste me<strong>de</strong>stan<strong>de</strong>rs,<strong>in</strong> te vullen aan <strong>de</strong> hand van <strong>de</strong> overweg<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong>, daartoe genummer<strong>de</strong> paragrafenkan een beter beeld wor<strong>de</strong>n verkregen van <strong>de</strong> wenselijkheid van een eventuele bijstell<strong>in</strong>g vanhet eigen beleid en <strong>de</strong> richt<strong>in</strong>g waar<strong>in</strong> gedacht dient te wor<strong>de</strong>n. We verwijzen bovendien naarbijlage 1, waar<strong>in</strong> <strong>in</strong> meer <strong>de</strong>tail op <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong> beleids<strong>in</strong>strumenten wordt <strong>in</strong>gegaan.6.4 twee<strong>de</strong> aanbevel<strong>in</strong>g: maak een keuze uit <strong>de</strong> menukaart voorsociale herover<strong>in</strong>gIn achterstands<strong>buurt</strong>en doen zich gaten voor tussen wat wenselijk is en wat er nugebeurt bij <strong>de</strong> aanpak van leefbaarheidsproblemen. De urgentie van <strong>in</strong>grijpenwordt versterkt door een cont<strong>in</strong>ue media-aandacht voor <strong>in</strong>ci<strong>de</strong>nten en ongerustheid<strong>in</strong> bre<strong>de</strong> lagen van <strong>de</strong> bevolk<strong>in</strong>g. Me<strong>de</strong> daardoor geïnspireerd hebbengemeentebesturen verspreid over het land <strong>de</strong> beleidsteugels strakker aangehaald.De nagestreef<strong>de</strong> vooruitgang wordt echter vaak belemmerd door drie terugkeren<strong>de</strong>problemen.


<strong>de</strong> weg vooruitIn <strong>de</strong> eerste plaats wijzen we op <strong>de</strong> welzijns- en opbouwhoek, die te vaak tekortschietbij <strong>de</strong> aanpak van leefbaarheidsvraagstukken <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong> (De Boer enDuyvendak 2004). Dat achterblijven kan spijtig zijn, maar het is verstandig hetals een feitelijkheid te beschouwen. Veeleer gaat het erom meer passen<strong>de</strong>bestuurlijke voorwaar<strong>de</strong>n te scheppen waaron<strong>de</strong>r het welzijnswerk zijn essentiëlerol <strong>in</strong> <strong>de</strong> toekomst beter kan spelen. Het uite<strong>in</strong><strong>de</strong>lijke succes van socialeherover<strong>in</strong>g wordt bepaald door <strong>de</strong> haalbaarheid van <strong>de</strong> plannen en <strong>de</strong> houdbaarheidvan <strong>de</strong> uitvoer<strong>in</strong>g, waarbij speciale aandacht wenselijk is voor het waarborgenvan <strong>de</strong> overdracht bij afrond<strong>in</strong>g.Er is een twee<strong>de</strong> probleem dat <strong>in</strong> het huidige beleid onvoldoen<strong>de</strong> aandacht heeft:het gebrek aan cont<strong>in</strong>uïteit en evenwicht <strong>in</strong> het beleid. We wezen <strong>in</strong> hoofdstuk 3en 4 op het jojokarakter van vooral sociaal beleid, een overmatige projectgerichthei<strong>de</strong>n te ger<strong>in</strong>ge gebiedsgerichtheid, en op een achterblijven van <strong>de</strong> socialepijler bij <strong>de</strong> fysieke pijler tij<strong>de</strong>ns herstructurer<strong>in</strong>gen. Er is te we<strong>in</strong>ig aandachtvoor werkgelegenheidsbevor<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g; het mengen van mid<strong>de</strong>n- en lagere <strong>in</strong>komensgroepenkrijgt weliswaar veel verbale aandacht, maar wordt, met uitzon<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gvan een aantal herstructurer<strong>in</strong>gsgebie<strong>de</strong>n, beperkt en met onvoldoen<strong>de</strong>na<strong>de</strong>nken <strong>in</strong> <strong>de</strong> praktijk gebracht.In <strong>de</strong> <strong>de</strong>r<strong>de</strong> plaats wordt <strong>in</strong> <strong>de</strong> gemeenten die het <strong>in</strong>itiatief op het punt van socialeherover<strong>in</strong>g naar zich hebben toegetrokken, op dit moment te vaak te we<strong>in</strong>igaandacht besteed aan <strong>de</strong> overgang naar een normalere situatie wanneer <strong>de</strong> <strong>in</strong>haalslagzijn voltooi<strong>in</strong>g na<strong>de</strong>rt. Bijna altijd blijkt er zelfs <strong>in</strong> zeer arme <strong>buurt</strong>en sprakete zijn van een sterke samenb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g, die zich bijvoorbeeld uit <strong>in</strong> een floreren<strong>de</strong><strong>in</strong>formele economie (vaak via etnische lijnen) en een groot aantal hulprelaties(exten<strong>de</strong>d families, geschenkeconomie, reciprociteit). Wat ontbreekt is <strong>de</strong> overbrugg<strong>in</strong>g:<strong>de</strong> samenb<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g is sterk naar b<strong>in</strong>nen gericht en creëert we<strong>in</strong>ig open<strong>in</strong>gennaar an<strong>de</strong>re groeper<strong>in</strong>gen, waaron<strong>de</strong>r overheid en sociale spelers. De laatstenzijn daarom welhaast gedwongen om <strong>in</strong> eerste <strong>in</strong>stantie het heft zelf <strong>in</strong> han<strong>de</strong>n tenemen <strong>in</strong> <strong>de</strong> vorm van een aanbodgestuur<strong>de</strong> beleidsaanpak.205Tegelijk moet echter actief wor<strong>de</strong>n gewerkt aan het tot stand brengen van <strong>de</strong>bruggen naar <strong>de</strong> bestaan<strong>de</strong> sociale kernen. De essentiële overgang van eenaanbod- naar een meer vraaggedreven logica hapert veelal, waardoor <strong>de</strong> risico’svan een slechte veranker<strong>in</strong>g groot zijn. Dat brengt ons tot drie concreteaandachtspunten, die <strong>in</strong> <strong>de</strong> hiernavolgen<strong>de</strong> subparagrafen uitgebrei<strong>de</strong>r ter sprakekomen: (1) <strong>de</strong> wegberei<strong>de</strong>rsrol van <strong>de</strong> overheid; (2) ka<strong>de</strong>rafspraken tussen overhei<strong>de</strong>n sociale spelers; (3) <strong>de</strong> uitvoer<strong>in</strong>g door sociale spelers.6.4.1 <strong>de</strong> wegberei<strong>de</strong>rsrol van <strong>de</strong> overheidSteeds vaker formuleren politieke voorlie<strong>de</strong>n uitdagen<strong>de</strong> e<strong>in</strong>ddoelstell<strong>in</strong>gen,naast <strong>de</strong> fameuze zero tolerance op het gebied van <strong>de</strong> veiligheid bijvoorbeeld hetverwante ‘we geven geen vierkante meter op’ bij <strong>de</strong> fysieke <strong>in</strong>richt<strong>in</strong>g (zie bijlage1, stap 1). Vanuit <strong>de</strong>rgelijke e<strong>in</strong>ddoelen moet echter wor<strong>de</strong>n ‘teruggewerkt’ (back-


vertrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>cast<strong>in</strong>g) naar een praktisch beleid en daaraan schort het vaak. Hoewel <strong>de</strong> woor<strong>de</strong>ncorrect lijken, is <strong>de</strong> <strong>in</strong>houd onvoldoen<strong>de</strong> ver<strong>in</strong>nerlijkt en het beleid daardooronvoldoen<strong>de</strong> doordacht. Er is geen excuus voor een gebrek aan voorbereid<strong>in</strong>g eneen kortetermijn-, op <strong>in</strong>ci<strong>de</strong>nten gerichte aanpak. De beleidsmakers moeten <strong>de</strong>wegen vrijmaken waarlangs <strong>de</strong> uitvoer<strong>de</strong>rs een snelle voortgang kunnen maken.Hoewel het open <strong>de</strong>uren lijken en dat ook zou<strong>de</strong>n moeten zijn, vragen drieaspecten nog steeds bijzon<strong>de</strong>re aandacht: (a) <strong>de</strong> kwaliteit van <strong>de</strong> situatieanalyse;(b) zwart-wit<strong>de</strong>nken; (c) <strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>n voor veranker<strong>in</strong>g.206De kwaliteit van <strong>de</strong> situatieanalyseIn <strong>de</strong> situatieanalyse komen on<strong>de</strong>r meer <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> vragen aan bod: welke leefbaarheidsvraagstukkenspelen er <strong>in</strong> een <strong>buurt</strong>, welke mid<strong>de</strong>len staan ter beschikk<strong>in</strong>gen welke han<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gsopties zijn reëel <strong>de</strong>nkbaar? Een z<strong>in</strong>volle analyse gaatdaarbij uit van <strong>de</strong> bewoners: wat zijn <strong>de</strong> behoeften en kwaliteiten van bewonersen hoe kan daaraan wor<strong>de</strong>n tegemoetgekomen, dan wel op wor<strong>de</strong>n voortgebouwd?Niet alleen <strong>de</strong> leegstand van won<strong>in</strong>gen moet bijvoorbeeld on<strong>de</strong>rwerpzijn van analyses, maar ook <strong>de</strong> doorstrom<strong>in</strong>g van bewoners. Uitgaan<strong>de</strong> van <strong>de</strong>bewoners rijzen er an<strong>de</strong>re beleidsvragen en mogelijke antwoor<strong>de</strong>n. Werkzoeken<strong>de</strong>nzijn niet langer enkel een papieren dossier; bewoners krijgen rechtstreeks enpersoonlijk contact met hun wooncorporatie <strong>in</strong> <strong>de</strong> persoon van een <strong>buurt</strong>meester;probleemjongeren en overlastbezorgen<strong>de</strong> gez<strong>in</strong>nen wor<strong>de</strong>n niet langerdoor veel verschillen<strong>de</strong> <strong>in</strong>stanties afzon<strong>de</strong>rlijk bena<strong>de</strong>rd.Zwart-wit<strong>de</strong>nkenTe veel beleidsmakers en -uitvoer<strong>de</strong>rs <strong>de</strong>nken – letterlijk – te zwart-wit ten aanzienvan migranten. Zou<strong>de</strong>n zij – als ware het een spiegel van <strong>de</strong> <strong>in</strong>burger<strong>in</strong>gscursussenvoor migranten – niet gediend zijn met een ‘uitburger<strong>in</strong>gscursus’, diehet hen mogelijk maakt om met een voldoen<strong>de</strong> <strong>in</strong>lev<strong>in</strong>gsvermogen te beslissenover het wel en wee van (aanstaan<strong>de</strong>) landgenoten? Stigmatiser<strong>in</strong>g wordt danvoorkomen. De maximale nuancer<strong>in</strong>g b<strong>in</strong>nen het <strong>in</strong>tegratiebeleid betreft veelal<strong>de</strong> splits<strong>in</strong>g oud- versus nieuwkomers: wie was er voor een bepaald jaar al <strong>in</strong>Ne<strong>de</strong>rland en wie is eerste-, twee<strong>de</strong>- of <strong>de</strong>r<strong>de</strong>-generatie allochtoon? De verschillentussen en zelfs b<strong>in</strong>nen etnische groepen zijn echter groot. Daarnaast is er een– voor beleidsdoele<strong>in</strong><strong>de</strong>n relevantere – dynamische sociaal-culturele dimensie,die uitdrukt <strong>in</strong> welke mate men zich heeft geworteld. Sommige nieuwe Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>rsblijven geduren<strong>de</strong> lange tijd een grote afstand voelen tot hun nieuwesamenlev<strong>in</strong>g, terwijl an<strong>de</strong>ren zich al snel als autochtoon thuis voelen. Het beleiddifferentieert i<strong>de</strong>aliter vooral naar <strong>de</strong>ze sociaal-culturele ‘allochtoniteit’ <strong>in</strong> plaatsvan naar etnische komaf, aantal verblijfsjaren, generatie (i<strong>de</strong>m) of zelfs taalvaardigheid.Bovendien is <strong>in</strong> achterstands<strong>buurt</strong>en het sociale probleem <strong>de</strong>elsgelegen bij een har<strong>de</strong> kern van autochtonen.Voorwaar<strong>de</strong>n voor veranker<strong>in</strong>gOm bewoners en beleidsuitvoer<strong>de</strong>rs te <strong>in</strong>spireren, dienen beleidsmakers eenconcreet toekomstbeeld te schetsen waar<strong>in</strong> mensen willen en kunnen geloven(Reijndorp 2004: 197). Te vaak wor<strong>de</strong>n bewoners gediskwalificeerd door


<strong>de</strong> weg vooruitbestuur<strong>de</strong>rs die impliciet of expliciet betogen dat ze liever an<strong>de</strong>re bewonerszou<strong>de</strong>n willen hebben (lees: mid<strong>de</strong>n- en hogere <strong>in</strong>komens). Dat is funest:mensen kunnen pas zelfvertrouwen opbouwen als an<strong>de</strong>ren vertrouwen <strong>in</strong> henuitstralen. Tegen <strong>de</strong>ze achtergrond is aandacht vereist voor vijf punten die veelaleen <strong>buurt</strong>- en zelfs gemeenteoverstijgend karakter hebben en waarvoor <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rsteun<strong>in</strong>gvan prov<strong>in</strong>cie en/of rijk noodzakelijk is:1 Langetermijncont<strong>in</strong>uïteit van het gevoer<strong>de</strong> beleid. Politieke voorlie<strong>de</strong>n moetenvaste lijnen uitzetten en uitdragen en er ook zorg voor dragen dat alle betrokkenpartijen zich committeren voor een langere termijn.2 Op- en uitbouw van <strong>de</strong> civil society. Hoewel <strong>de</strong> civil society wordt gekenmerktdoor zelf<strong>in</strong>itiatief, kan <strong>de</strong> overheid bevor<strong>de</strong>ren dat georganiseer<strong>de</strong> verban<strong>de</strong>nopbloeien en daarmee voorkomen dat een <strong>buurt</strong> weer afglijdt.3 (Uitzicht op) werk. Er is behoefte aan structurele baancreatie met <strong>in</strong>begrip vanbeleids<strong>in</strong>itiatieven ten aanzien van stageplaatsen voor vmbo-leerl<strong>in</strong>gen enzogenoem<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rnemershuizen, die zijn opgezet vanuit <strong>de</strong> leefwereld vanbewoners en waar beg<strong>in</strong>nen<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rnemers terechtkunnen voor wegwijsadvies.4 Betere kansen voor k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren. De begeleid<strong>in</strong>g van leerl<strong>in</strong>gen en ou<strong>de</strong>rs bij <strong>de</strong>overgang naar <strong>de</strong> basisschool en naar <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>lbare school schiet tekort. Metname bij het vmbo valt hier nu een onaanvaardbaar gat.5 Sociale meng<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>buurt</strong>en. Maatschappelijk succesvolle <strong>buurt</strong>genoten gel<strong>de</strong>nals <strong>in</strong>spiratiebron voor an<strong>de</strong>ren en bevor<strong>de</strong>ren <strong>de</strong> overbrugg<strong>in</strong>g met <strong>de</strong>‘buitenwereld’ <strong>in</strong> zich herstellen<strong>de</strong> <strong>buurt</strong>en. Bij voorgenomen zwart-witmeng<strong>in</strong>gof meng<strong>in</strong>g van etnische groepen rijst echter <strong>de</strong> vraag of <strong>de</strong> voor<strong>de</strong>lengroter zijn dan <strong>de</strong> scha<strong>de</strong> ten gevolge van het verbreken van <strong>de</strong> kwetsbare socialenetwerken (zie ook tekstbox 6.2).207Tekstbox 6.2Voorkomen dan wel beperken van spann<strong>in</strong>gen tussen etnische groepen‘Afzijdige’ en ‘afhankelijke’ burgers hebben relatief grote problemen met <strong>de</strong> cont<strong>in</strong>ue immigratieen het aantal allochtonen, die zij geen verrijk<strong>in</strong>g achten voor <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse samenlev<strong>in</strong>g.Afhankelijke burgers zijn echter aanmerkelijk opener <strong>in</strong> hun eigen <strong>buurt</strong> en bovendien volgzamerten aanzien van autoriteiten zoals <strong>de</strong> gemeente of wooncorporaties. De grootste spann<strong>in</strong>genzijn daarom te verwachten <strong>in</strong> naoorlogse wijken die lange tijd een homogene bevolk<strong>in</strong>g van– <strong>in</strong>mid<strong>de</strong>ls – afzijdige burgers had<strong>de</strong>n. De afgelopen tien, tw<strong>in</strong>tig jaar is <strong>de</strong> verkleur<strong>in</strong>g van<strong>de</strong>ze wijken versneld op gang gekomen en nam <strong>de</strong> afkeer tegen <strong>de</strong> nieuwkomers toe. B<strong>in</strong>nen die– grote – wijken is speciale aandacht vereist voor <strong>buurt</strong>en waar hoge concentraties van afzijdigeburgers samengaan met hoge concentraties allochtonen (par. 5.4.3; zie ook Reijndorp 2004: 32-60;Van Veenen 2004: 191).Door een koppel<strong>in</strong>g van gegevensbestan<strong>de</strong>n <strong>de</strong>el<strong>de</strong> Motivaction (2005) <strong>de</strong> bewoners per Amsterdamsepostco<strong>de</strong> <strong>in</strong> naar hun burgerschapsstijlen en stel<strong>de</strong> op basis daarvan een lijst op van (potentiële)probleem<strong>buurt</strong>en. Interviews met praktijk<strong>de</strong>skundigen – wijkbeheer<strong>de</strong>rs, projectlei<strong>de</strong>rsSociale veiligheid, <strong>buurt</strong>coörd<strong>in</strong>atoren – lever<strong>de</strong>n een hoge mate van bevestig<strong>in</strong>g op. Het m<strong>in</strong>isterievan vrom constateer<strong>de</strong> op vergelijkbare wijze, ook weer door een koppel<strong>in</strong>g van het Won<strong>in</strong>g-


vertrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>Behoefte On<strong>de</strong>rzoek aan objectieve gegevens, dat <strong>de</strong> 56 prioriteitswijken van het groteste<strong>de</strong>nbeleidlang niet <strong>de</strong> enige wijken zijn waar leefbaarheid <strong>in</strong> het ged<strong>in</strong>g is (vrom 2004).208De bev<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen bie<strong>de</strong>n handvatten voor beleid. In <strong>de</strong> eerste plaats is het mogelijk z<strong>in</strong>vol huiswerkte doen en zo een nauwkeuriger beeld van (potentiële) hot spots te verkrijgen plus een <strong>in</strong>dicatievan welk beleid succesvol kan zijn. Kijk daarom uit met een te eenvoudige analyse van <strong>de</strong> etnischebevolk<strong>in</strong>gssamenstell<strong>in</strong>g, maar streef naar het voorkomen of beperken van ‘conflictueuze’ situaties.Dat kan vaak zon<strong>de</strong>r grootschalige sloop maar – veel goedkoper en wellicht effectiever – dooreen doordacht <strong>buurt</strong>beleid. Zelfs <strong>in</strong> <strong>de</strong> diepste putjes van <strong>de</strong> grote ste<strong>de</strong>n is altijd een kern vanbewoners – volgens het m<strong>in</strong>isterie van vrom (2004: 55) meer dan 30 procent van <strong>de</strong> autochtonenen zelfs 40 procent van <strong>de</strong> allochtonen – die zich wil <strong>in</strong>zetten voor <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>. Door te bouwen ophun kwaliteiten bij <strong>de</strong> aanpak van <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>problemen is veel mogelijk, zo laat ook ons veldon<strong>de</strong>rzoekzien. Soms gebeurt dat b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> relatieve beslotenheid van <strong>de</strong> blokken, die juist daar veelbewoners een sociaal houvast bie<strong>de</strong>n <strong>in</strong> een ver<strong>de</strong>r ‘vijandige’ samenlev<strong>in</strong>g; dat hoeft geensz<strong>in</strong>sslecht te zijn. Soms echter v<strong>in</strong><strong>de</strong>n mensen uit verschillen<strong>de</strong> blokken elkaar; <strong>de</strong> grote vermeng<strong>in</strong>gb<strong>in</strong>nen <strong>buurt</strong>wachten en bre<strong>de</strong> scholen getuigt daarvan. Een <strong>de</strong>rgelijk samengaan kan wor<strong>de</strong>nbevor<strong>de</strong>rd door sociale activiteiten, zoals het Rotterdamse Opzoomeren. Integratiebevor<strong>de</strong>rend isook het creëren van symbolen waarmee alle bewoners – ou<strong>de</strong> en nieuwe – zich kunnen i<strong>de</strong>ntificeren,zoals kunst op straat, een rozenperk, een voetbalveldje of een mooi schoolgebouw.Dat gezegd zijn<strong>de</strong> zijn een doordachte won<strong>in</strong>guitwijz<strong>in</strong>g en -toewijz<strong>in</strong>g zon<strong>de</strong>r twijfel z<strong>in</strong>vol.Asocialen en notoire relschoppers kunnen elke vooruitgang belemmeren. Maar gemeente enwooncorporaties kunnen er bijvoorbeeld <strong>in</strong> 50/50-<strong>buurt</strong>en ook naar toewerken dat <strong>de</strong> ‘witten’qua achtergrond een goe<strong>de</strong> meng<strong>in</strong>g van burgerschapsstijlen vertegenwoordigen: niet te veel‘afzijdige’ maar vooral ‘afwachten<strong>de</strong>’ burgers, die – meer dan <strong>de</strong> eveneens tolerante ‘actieve’burgers – relatief lage wooneisen stellen en kunnen bijdragen aan <strong>de</strong> wenselijke overbrugg<strong>in</strong>gtussen blokken. Probeer ze aan te trekken met een fysieke en sociale <strong>in</strong>richt<strong>in</strong>g die past bij hunbehoeften (zie ook vrom 2004: 51). Het gaat om <strong>de</strong> creatieve kern met haar afwijken<strong>de</strong> socialeknooppunten.Zorg er ook voor dat <strong>de</strong> allochtone bevolk<strong>in</strong>g gemengd is naar etnische achtergrond, zodat <strong>de</strong> kansop dom<strong>in</strong>eren<strong>de</strong> groepen kle<strong>in</strong>er is en daarmee <strong>de</strong> uitsluit<strong>in</strong>g van an<strong>de</strong>ren – wit of zwart – die weook <strong>in</strong> onze <strong>in</strong>terviews signaleer<strong>de</strong>n (par. 3.5.3). Turken gaan dan met Turken om, Marokkanenmet Marokkanen, enzovoort. Hun k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren spelen we<strong>in</strong>ig met elkaar; velen leren pas op schoolvoor het eerst Ne<strong>de</strong>rlands. Kijk ook uit met vereenvoudig<strong>de</strong> zwart=zwart-analyses, zeker als dieook nog een islamon<strong>de</strong>rtoon verkrijgen. Veel achterstands<strong>buurt</strong>en wor<strong>de</strong>n gekenmerkt doorvertrekoverschotten van ‘eer<strong>de</strong>re’ groepen allochtonen en <strong>in</strong>stroom van nieuwe migranten uit‘exotische’ lan<strong>de</strong>n. Dat kan een goe<strong>de</strong> zaak zijn omdat <strong>de</strong> (potentiële) spann<strong>in</strong>gen afnemen, maarhet vraagt wel een gerichte aandacht.6.4.2 ka<strong>de</strong>rafspraken tussen overheid en sociale spelersNadat beleidsmakers hun huiswerk hebben gedaan en <strong>de</strong> hoofdlijnen van hetbeleid zijn vastgesteld, komt het aan op <strong>de</strong> uitvoer<strong>de</strong>rs. In <strong>de</strong> eerste plaats zijn dat<strong>de</strong> sociale spelers, die daardoor meer ruimte krijgen voor hun provisielogica (wrr2004). De ervar<strong>in</strong>g leert dat die kwetsbare overdracht veelal bepalend is voor het


<strong>de</strong> weg vooruituite<strong>in</strong><strong>de</strong>lijke succes; loslaten is moeilijk. Delegatie is echter geensz<strong>in</strong>s gelijk aanabdicatie. De overheid behoudt bij <strong>de</strong> uitvoer<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> gemaakte afspraken eenwezenlijke rol als – zo nodig krachtdadige – toezichthou<strong>de</strong>r. Maar ook <strong>in</strong> actievez<strong>in</strong> zijn taken weggelegd voor wethou<strong>de</strong>rs en hun ambtenaren, bijvoorbeeld bijhet <strong>de</strong>sgevraagd openen van <strong>de</strong>uren en het doorbreken van zich voordoen<strong>de</strong> patstell<strong>in</strong>genbij beleidsvorm<strong>in</strong>g of -uitvoer<strong>in</strong>g. Drie punten vereisen daarom een bijzon<strong>de</strong>reaandacht van <strong>de</strong> beleidsmakers: (a) leermogelijkhe<strong>de</strong>n van convenanten;(b) dui<strong>de</strong>lijkheid en geloofwaardigheid; (c) het veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gsproces.Leermogelijkhe<strong>de</strong>n van convenantenBij aanvang van een <strong>in</strong>grijpend veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gsprogramma is bijna nooit een uitgewerktdraaiboek voorhan<strong>de</strong>n. Dus moeten alle partijen bereid zijn om al doen<strong>de</strong>te leren door mid<strong>de</strong>l van convenanten, waarbij <strong>de</strong> voorlie<strong>de</strong>n van overheid en <strong>de</strong>beoog<strong>de</strong> trekkers on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> sociale spelers <strong>de</strong> hoofdlijnen van <strong>de</strong> oploss<strong>in</strong>gsrouteovereenkomen (bijlage 1, stap 2; zie ook rmo 2002). Deze afspraken moetenruimte laten voor <strong>in</strong>kleur<strong>in</strong>g door het veld en voor bijstell<strong>in</strong>g (W<strong>in</strong>semius enGuntram 2002: 160). Daardoor kan het samenwerk<strong>in</strong>gsverband blijven functionerenals een leren<strong>de</strong> organisatie: een omgev<strong>in</strong>g waar mensen elkaar zoeken om<strong>in</strong> gezamenlijkheid betere oploss<strong>in</strong>gen te be<strong>de</strong>nken dan elk <strong>in</strong>dividueel zoukunnen (Sabel 2004).209Convenanten mogen echter niet te ‘zacht’ zijn; <strong>de</strong> betrokken partijen zoals wooncorporatiesen welzijnsorganisaties moeten wor<strong>de</strong>n afgerekend op hun prestatiesen daarvoor ook wor<strong>de</strong>n beloond. Zoals is beargumenteerd <strong>in</strong> ons rapport Bewijzenvan goe<strong>de</strong> dienstverlen<strong>in</strong>g dienen daarom voorzien<strong>in</strong>gen te bestaan omverantwoor<strong>de</strong>lijken die wanpresteren te ontzetten uit hun bevoegdhe<strong>de</strong>n (wrr2004: 243-247). Vele uitwerk<strong>in</strong>gsvormen zijn <strong>de</strong>nkbaar, waarbij ook <strong>de</strong> rol vanbewoners kan wor<strong>de</strong>n <strong>in</strong>gevuld (zie tekstbox 6.3). Wanneer een groep van eenbepaal<strong>de</strong> m<strong>in</strong>imumomvang aan <strong>de</strong> alarmbel trekt of een bewonersenquête eenongunstige tevre<strong>de</strong>nheidsscore oplevert over een corporatie, zou dit bijvoorbeeld<strong>de</strong> automatische uitnodig<strong>in</strong>g kunnen betekenen voor een objectief oor<strong>de</strong>el dooreen controle-<strong>in</strong>stantie (Inspectie of On<strong>de</strong>rnem<strong>in</strong>gskamer) met als mogelijkee<strong>in</strong>duitkomst het afzetten van het toezichthou<strong>de</strong>nd orgaan (raad van commissarissenof raad van toezicht).Tekstbox 6.3Convenanten met wooncorporatiesWe presenteren een gedachte-experiment dat wooncorporaties en <strong>de</strong>centrale overhe<strong>de</strong>n kanstimuleren om tij<strong>de</strong>ns het on<strong>de</strong>rhan<strong>de</strong>len over ka<strong>de</strong>rafspraken na te <strong>de</strong>nken over <strong>de</strong>nkbare oploss<strong>in</strong>gsricht<strong>in</strong>gen.Het experiment gaat uit van een eenvoudige spelregel: <strong>de</strong> wooncorporatie geeftaan welke doelen reëel haalbaar zijn en <strong>de</strong> gemeentelijke overheid biedt vanuit <strong>de</strong> regierol waarnodig tegenspel.Stel dat een aangesproken corporatie een naar <strong>buurt</strong> gedifferentieer<strong>de</strong> sociale taakstell<strong>in</strong>g voorlegt.Als maatstaven voor succes hanteert zij een aantal meetbare <strong>in</strong>dicatoren. Een <strong>de</strong>el daarvan


vertrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>heeft <strong>de</strong> corporatie goed<strong>de</strong>els zelf <strong>in</strong> <strong>de</strong> hand; <strong>de</strong>nk aan bewonerstevre<strong>de</strong>nheid. Een aantal an<strong>de</strong>re,zoals een veiligheids<strong>in</strong><strong>de</strong>x, moet wor<strong>de</strong>n gewogen voor het percentage won<strong>in</strong>gbezit van <strong>de</strong> corporatieb<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>. Er kan dus een cijfer wor<strong>de</strong>n toegekend aan <strong>de</strong> te verrichten <strong>in</strong>spann<strong>in</strong>g.Stel bovendien dat <strong>de</strong> moeilijkheidsgraad van <strong>de</strong> sociale <strong>in</strong>spann<strong>in</strong>g wordt gevangen <strong>in</strong> eengewicht per bewoner, zoals dat nu al het geval is <strong>in</strong> het on<strong>de</strong>rwijs, waar <strong>de</strong> vergoed<strong>in</strong>g per leerl<strong>in</strong>gafhankelijk is van <strong>de</strong> verwachte les<strong>in</strong>spann<strong>in</strong>g (<strong>de</strong> ‘1,9-scholier’). Volgens het m<strong>in</strong>isterie vanvrom (2004) is <strong>de</strong> leefbaarheid van <strong>buurt</strong>en goed te vangen door een aantal meetbare groothe<strong>de</strong>n.Aan <strong>de</strong> bewoners van <strong>de</strong> meest onleefbare <strong>buurt</strong>en wordt dus een hoger gewicht toegekend, waarmeehet eer<strong>de</strong>re cijfer wordt vermenigvuldigd.Het is dan <strong>de</strong>nkbaar afspraken te maken over het e<strong>in</strong>dcijfer dat <strong>in</strong> een <strong>buurt</strong> moet wor<strong>de</strong>n bereiktover een bepaal<strong>de</strong> tijdspanne of over <strong>de</strong> verbeter<strong>in</strong>g per jaar. De corporatie is verantwoor<strong>de</strong>lijkvoor het actieplan; <strong>de</strong> overheid ontvangt als het ware ter kennisnem<strong>in</strong>g ‘een afschrift’, maar is opafroep beschikbaar <strong>in</strong>dien <strong>de</strong> corporatie op onvoorziene problemen stuit.210De zwaarte van <strong>de</strong> overeengekomen taakstell<strong>in</strong>g is per <strong>buurt</strong>, en dus per corporatie, te kwantificerenen daardoor te vergelijken met an<strong>de</strong>re corporaties. Het is daarom <strong>de</strong>nkbaar een f<strong>in</strong>anciële prikkelte geven aan die corporaties die zich geconfronteerd zien met <strong>de</strong> zwaarste taakstell<strong>in</strong>g. Indienop nationaal niveau wordt overeengekomen dat alle wooncorporaties een <strong>in</strong> f<strong>in</strong>anciële z<strong>in</strong> gelijkesociale <strong>in</strong>spann<strong>in</strong>g dienen te leveren – bijvoorbeeld een bepaald percentage van hun omzetmoeten beste<strong>de</strong>n voor dit doel – kan wor<strong>de</strong>n gedacht aan een verschillen<strong>de</strong> bijdrage aan of uit eenvereffen<strong>in</strong>gspot van <strong>de</strong> gezamenlijke corporaties: <strong>de</strong>genen met <strong>de</strong> grootste <strong>in</strong>spann<strong>in</strong>g zijn <strong>de</strong>grootste netto-ontvangers, <strong>de</strong> licht belasten zijn nettobetalers. Het is zelfs <strong>de</strong>nkbaar dat – enigsz<strong>in</strong>svergelijkbaar met <strong>de</strong> CO 2 -emissiehan<strong>de</strong>l op milieugebied – <strong>de</strong> laatsten sociale actie ‘kopen’ <strong>in</strong>een achterstands<strong>buurt</strong> van een collega-corporatie, waardoor <strong>de</strong> totale hoeveelheid geld die <strong>de</strong>corporaties gezamenlijk <strong>in</strong>zetten voor sociale doelen het grootste maatschappelijk ren<strong>de</strong>mentbehaalt.Dui<strong>de</strong>lijkheid en geloofwaardigheidDe gemeentelijke overheid kan, waar nodig on<strong>de</strong>rsteund door prov<strong>in</strong>cie en rijk,<strong>de</strong> sociale spelers faciliteren. Aangescherpte spelregels zijn vereist voor <strong>de</strong> aanpakvan ‘lastige’ doelgroepen zoals recalcitrante huisjesmelkers en asociale bewonersen <strong>de</strong> <strong>in</strong>zet van <strong>in</strong>terventieteams en stadsmar<strong>in</strong>iers. Wooncorporaties dienenmeer mogelijkhe<strong>de</strong>n te hebben om op te tre<strong>de</strong>n <strong>in</strong> het tussengebied van ‘nietsdoen’ en ‘slopen en nieuw bouwen’. Om gewenste ontwikkel<strong>in</strong>gen te versnellen,is soms <strong>de</strong> <strong>in</strong>zet van krasse mid<strong>de</strong>len vereist, zoals het voorkeursrecht vangemeenten bij het aankopen van pan<strong>de</strong>n.Een aantal vragen rond het thema privacy behoeft een politieke afweg<strong>in</strong>g. Hoever mag je gaan met het “kijken achter <strong>de</strong> voor<strong>de</strong>ur”, zoals dat <strong>in</strong> een aantal <strong>in</strong>terviewswerd genoemd? Mogen gegevens, die formeel alleen toegankelijk zijn voorme<strong>de</strong>werkers van <strong>de</strong> eigen dienst, <strong>in</strong> verga<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen wor<strong>de</strong>n ge<strong>de</strong>eld? De toets<strong>in</strong>gvan gemaakte afspraken dient te wor<strong>de</strong>n gehandhaafd (Kremer en Verplanke2004). Besturen van wooncorporaties en veel welzijns<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen zijn <strong>in</strong> <strong>de</strong>


<strong>de</strong> weg vooruitNe<strong>de</strong>rlandse situatie niet <strong>de</strong>mocratisch gelegitimeerd: het is moeilijk ze terverantwoord<strong>in</strong>g te roepen of – <strong>in</strong> geval van nood – af te zetten. Ook hun takenpakketis vaak nauwelijks afgestemd noch vastgelegd. Het gebruik van meetbaregroothe<strong>de</strong>n om <strong>de</strong> voortgang te controleren en om van gebleken succes te genieten,voorziet daarom – mits verstandig gekozen – <strong>in</strong> een behoefte van zowelbeleidsmakers als -uitvoer<strong>de</strong>rs.De sociale herover<strong>in</strong>g staat of valt daarom met een sterke personele bezett<strong>in</strong>g van<strong>de</strong> politieke en ambtelijke sleutelposten. Bij discont<strong>in</strong>uïteiten, bijvoorbeeldgrootschalige <strong>in</strong>frastructurele <strong>in</strong>grepen zoals herstructurer<strong>in</strong>g of het uiton<strong>de</strong>rhan<strong>de</strong>lenvan complexe convenanten, is een projectmatige versterk<strong>in</strong>g wenselijkom a<strong>de</strong>quaat tegenspel te kunnen bie<strong>de</strong>n aan machtige spelers zoals bedrijven enprojectontwikkelaars of om een proces professioneel te versnellen. Zon<strong>de</strong>rzwaargewichten aan <strong>de</strong> top is echter ook on<strong>de</strong>r normale omstandighe<strong>de</strong>n <strong>de</strong>rug<strong>de</strong>kk<strong>in</strong>g niet verzekerd en durft een organisatie niet te leren (zie bijlage 1, stap1c). De Wet dualiser<strong>in</strong>g creëert <strong>de</strong> mogelijkheid om wethou<strong>de</strong>rs buiten het lokalepolitieke circuit te rekruteren om geduren<strong>de</strong> <strong>de</strong> sociale herover<strong>in</strong>g <strong>de</strong> kar te trekken.Indien, misschien wel <strong>in</strong> het ka<strong>de</strong>r van bestuurlijke afspraken met het rijk enmet <strong>in</strong>stemm<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> werknemersorganisaties, ook <strong>de</strong> belon<strong>in</strong>g van ambtenarenop <strong>de</strong> moeilijkste frontlijnposten wordt opgetrokken, ontstaat een arbeidsaanboddat werkelijke hoogvliegers kan motiveren. Het lijkt vele gehar<strong>de</strong> bureaucrateneen illusie, maar het is wat op dit moment <strong>in</strong> <strong>de</strong> praktijk al gebeurt met <strong>de</strong>Rotterdamse stadsmar<strong>in</strong>iers.211Veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gsprocesHet is een klassieke ervar<strong>in</strong>gsregel van veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gsprocessen: 15 procent van <strong>de</strong>betrokken mensen is altijd tegen, 70 procent zegt <strong>de</strong> juiste woor<strong>de</strong>n maar doetwe<strong>in</strong>ig (Mak<strong>in</strong> et al. 1996: 298 e.v.). Het gaat er dus om <strong>de</strong> resteren<strong>de</strong> 15 procent <strong>in</strong>beweg<strong>in</strong>g te krijgen en van hen een succes te maken. Deze eerste golf wordtdaarom maximaal on<strong>de</strong>rsteund door <strong>de</strong> <strong>in</strong>zet van f<strong>in</strong>anciële en personele mid<strong>de</strong>lenen, waar nodig, kennis. Als wegberei<strong>de</strong>rs hebben <strong>de</strong> voortrekkers ook toegangtot een stuurgroep, <strong>in</strong> het algemeen <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rtekenaars van het convenant, die alsvoornaamste taak heeft het ruimen van drempels voor voortgang. In <strong>de</strong>ze fase iseen speciale taak weggelegd voor <strong>de</strong> bestaan<strong>de</strong> koepelorganisaties zoals <strong>de</strong> Verenig<strong>in</strong>gvan Ne<strong>de</strong>rlandse Gemeenten (vng) of ae<strong>de</strong>s (wooncorporaties). Ookregionale verban<strong>de</strong>n kunnen een rol vervullen bij het faciliteren van het contacttussen <strong>de</strong> koplopers, die het hun mogelijk maakt te leren van elkaars ervar<strong>in</strong>g.Door <strong>de</strong> koplopers ‘voor te trekken’ en hun prestaties publiekelijk te erkennendragen <strong>de</strong> overheid en koepels zorg voor <strong>de</strong> bewustword<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> nieuweaanpak bij <strong>de</strong> grote passieve maar op zich goedwillen<strong>de</strong> mid<strong>de</strong>ngroep.Na gebleken succes van <strong>de</strong> eerste golf (na twee tot drie jaar) kan <strong>in</strong> een twee<strong>de</strong> en<strong>de</strong>r<strong>de</strong> golf wor<strong>de</strong>n gebouwd op <strong>de</strong> ervar<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> koplopers. Hun ervar<strong>in</strong>genzijn dan verwerkt <strong>in</strong> een soort handboeken en ook <strong>de</strong> – beperkte – professionele<strong>in</strong>frastructuur is toegankelijk, waardoor <strong>de</strong> overheidsbijdrage ten opzichte van <strong>de</strong>eerste golf kan wor<strong>de</strong>n gehalveerd. Omdat zich nu ook <strong>de</strong> eerste succesvolle


vertrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>dienstverleners lokaal hebben aangediend, is er voor <strong>de</strong> koepels, prov<strong>in</strong>cies enrijk een taak weggelegd bij het bevor<strong>de</strong>ren van regionale of nationale samenwerk<strong>in</strong>gsverban<strong>de</strong>n.De ontwikkel<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> richt<strong>in</strong>g van professionele franchiseketensverdient speciale aandacht. Een aantal van <strong>de</strong> ketens op het gebied vank<strong>in</strong><strong>de</strong>ropvang, met soms al meer dan 100 franchisenemers, kan daarbij als voorbeelddienen (zie ook bijlage 1, stap 2a). Een daaropvolgen<strong>de</strong> <strong>de</strong>r<strong>de</strong> golf volgt tenslotte met als uitgangspunt: ‘eigen geld’. Een vorm van benchmark<strong>in</strong>g kan stimulerendzijn om <strong>de</strong>ze laatste golf tot stand te brengen, maar <strong>buurt</strong>bewoners tezamenmet <strong>de</strong> media en <strong>de</strong> plaatselijke politiek moeten <strong>in</strong> staat wor<strong>de</strong>n geacht omvoldoen<strong>de</strong> druk uit te oefenen. Het is zaak om <strong>de</strong> afbouw van <strong>de</strong> eer<strong>de</strong>re overheidsbetrokkenheidzorgvuldig voor te berei<strong>de</strong>n en uit te voeren.6.4.3 uitvoer<strong>in</strong>g door sociale spelers212Het is een aanbevel<strong>in</strong>g met verstrekken<strong>de</strong> consequenties: leg het hoofdaannemersschapvoor <strong>de</strong> sociale herover<strong>in</strong>g waar het <strong>de</strong> fysieke en sociale <strong>in</strong>richt<strong>in</strong>gbetreft bij <strong>de</strong> wooncorporaties, op het gebied van <strong>de</strong> veiligheid bij <strong>de</strong> politie en <strong>in</strong>het on<strong>de</strong>rwijs bij <strong>de</strong> scholen. Ons veldon<strong>de</strong>rzoek maakt dui<strong>de</strong>lijk dat <strong>de</strong> trekkerson<strong>de</strong>r hen <strong>in</strong> staat zijn <strong>de</strong> grotere verantwoor<strong>de</strong>lijkheid te dragen. Ze hebben erdirect belang bij en kennen een blijven<strong>de</strong> aanwezigheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>. Hun werkwordt vereenvoudigd bij een succesvolle sociale herover<strong>in</strong>g, bij <strong>de</strong> corporatiesstijgt zelfs hun bezit <strong>in</strong> waar<strong>de</strong>. Ze hebben ook <strong>de</strong> schaal, <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>len en <strong>de</strong> <strong>in</strong>frastructuurom een cont<strong>in</strong>uïteit te waarborgen; <strong>de</strong> herstructurer<strong>in</strong>g van har<strong>de</strong>kernen vereist vaak een grote en meerjarige <strong>in</strong>spann<strong>in</strong>g.Wanneer <strong>de</strong> herover<strong>in</strong>g haar voltooi<strong>in</strong>g na<strong>de</strong>rt, zijn ze vanwege hun blijven<strong>de</strong>aanwezigheid bovendien beter <strong>in</strong> staat terug te schakelen naar een ‘vreedzaam’niveau. Deze drie sociale spelers krijgen dus een geprononceer<strong>de</strong>re rol dan an<strong>de</strong>re<strong>buurt</strong><strong>in</strong>stituties zoals welzijns<strong>in</strong>stell<strong>in</strong>gen. De traditionele trekkersrol voor hetwelzijns-/opbouwwerk wordt <strong>in</strong> <strong>de</strong> door ons voorgestel<strong>de</strong> opstell<strong>in</strong>g omgezet <strong>in</strong>een ‘on<strong>de</strong>raannemersschap’. Weer vragen drie aspecten om een na<strong>de</strong>re uitwerk<strong>in</strong>g:(a) <strong>de</strong> uitdag<strong>in</strong>g tot <strong>in</strong>kleur<strong>in</strong>g; (b) <strong>de</strong> overdracht bij na<strong>de</strong>ren<strong>de</strong> voltooi<strong>in</strong>g;(c) <strong>de</strong> focus op het welzijnswerk.Uitdag<strong>in</strong>g tot <strong>in</strong>kleur<strong>in</strong>gWooncorporaties, politie en scholen ontwerpen een vijfjarenplan waar<strong>in</strong>gekwantificeer<strong>de</strong> doelen, mid<strong>de</strong>len en tijdspa<strong>de</strong>n met <strong>de</strong> overheid wor<strong>de</strong>n overeengekomen.Daarbij wordt, ten eerste, speciale aandacht besteed aan <strong>in</strong>formatieen communicatie. Herkenbare veldwerkers fungeren als aanspreekpunt voor <strong>de</strong><strong>buurt</strong>. Bovendien moet dui<strong>de</strong>lijk zijn op welke wijze via sleutelfiguren aansluit<strong>in</strong>gwordt gezocht met bestaan<strong>de</strong> sociale kernen b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> <strong>buurt</strong> en welkebijdragen wor<strong>de</strong>n gevraagd van <strong>de</strong>r<strong>de</strong>n (bijvoorbeeld bedrijven). Ten twee<strong>de</strong> gaathet om <strong>de</strong> comb<strong>in</strong>atie van een har<strong>de</strong> groepsaanpak met een <strong>in</strong>dividueel perspectief.Op veiligheidsgebied en bij het <strong>in</strong>perken van schooluitval is meer dan tevoreneen gez<strong>in</strong>s- of groepsaanpak gebo<strong>de</strong>n. Ten <strong>de</strong>r<strong>de</strong> dient <strong>in</strong>houd te wor<strong>de</strong>n gegevenaan een verplichten<strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rbetrokkenheid bij <strong>de</strong> jongste groepen van <strong>de</strong> basis-


<strong>de</strong> weg vooruitschool, maar vooral rond <strong>de</strong> overgang naar <strong>de</strong> mid<strong>de</strong>lbare school, bijvoorbeelddoor een <strong>in</strong>tensief contact van <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rs met een vast lerarenteam. Ten vier<strong>de</strong>dienen <strong>de</strong> sociale spelers gebruik te maken van hun grote uitvoer<strong>in</strong>gsruimte voorhet stimuleren van particuliere <strong>in</strong>itiatieven. De ervar<strong>in</strong>g, ook <strong>in</strong> <strong>de</strong> zeer uitdagen<strong>de</strong>achterstands<strong>buurt</strong>en van Chicago (Fung 2004: 231), leert dat zelfs <strong>in</strong> <strong>de</strong>‘afvoerputjes’ van <strong>de</strong> grote ste<strong>de</strong>n kernen van sociale cohesie en economischebedrijvigheid aanwezig zijn waarop kan wor<strong>de</strong>n gebouwd.Overdracht bij na<strong>de</strong>ren<strong>de</strong> voltooi<strong>in</strong>gDe sociale spelers dienen op doordachte wijze <strong>de</strong> afrond<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> socialeherover<strong>in</strong>g voor te berei<strong>de</strong>n (zie ook bijlage 1, stap 4): op welke wijze wordt er opwelk moment aan welke partij welk voortouw overgedragen? Nieuwe bena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>genkunnen daarbij helpen om het estafettestokje van <strong>de</strong> verantwoor<strong>de</strong>lijkheiddoor te geven aan bewoners. Een aantal wooncorporaties doet bijvoorbeeld ervar<strong>in</strong>gop met huurkoop; eigenaren voelen zich daardoor verantwoor<strong>de</strong>lijker voorhun <strong>buurt</strong>.An<strong>de</strong>re spelers experimenteren met extra dienstverlen<strong>in</strong>g als compensatie voor<strong>buurt</strong>activiteiten; er wordt gewerkt aan een soort airmiles-systeem, waarbijmensen door sociale spelers en w<strong>in</strong>kels wor<strong>de</strong>n ‘beloond’ met punten tenbehoeve van reizen, w<strong>in</strong>kelen, enzovoort. De politie werkt <strong>in</strong>tensief samen met<strong>buurt</strong>wachten en steunt hen met tra<strong>in</strong><strong>in</strong>g en begeleid<strong>in</strong>g. Basisscholen kennenlokalen voor ou<strong>de</strong>rs en strekken hun hand uit met assistenten ou<strong>de</strong>rbetrokkenheid;bre<strong>de</strong> scholen dragen bij tot we<strong>de</strong>rzijdse <strong>buurt</strong>veranker<strong>in</strong>g.213Deze voorbeel<strong>de</strong>n wijzen <strong>in</strong> <strong>de</strong> goe<strong>de</strong> richt<strong>in</strong>g, maar er blijven ondui<strong>de</strong>lijkhe<strong>de</strong>nen vraagpunten bestaan. Wat zijn bijvoorbeeld <strong>de</strong> prikkels voor het bedrijfslevenom allochtonen bij te staan <strong>in</strong> hun taalon<strong>de</strong>rricht of goe<strong>de</strong> stageplaatsen aan tebie<strong>de</strong>n aan het vmbo? En als <strong>de</strong> politiek daadwerkelijk een groot belang hecht aan<strong>de</strong> rol van <strong>de</strong> civil society, dan moet er boter bij <strong>de</strong> vis komen. Op dit kwetsbareterre<strong>in</strong>, waar <strong>de</strong> activiteiten van <strong>de</strong> professionele veldwerkers wor<strong>de</strong>n teruggeschroef<strong>de</strong>n ook op sport en recreatie wordt bezu<strong>in</strong>igd, vullen praatjes geen gaatjes.Focus welzijnswerkSocialedienstfunctionarissen en welzijnswerkers spelen bij <strong>de</strong> sociale herover<strong>in</strong>gop dit moment slechts een beschei<strong>de</strong>n rol. In <strong>de</strong> toekomst is dat onverantwoord;een aantal majeure problemen vraagt om <strong>de</strong> <strong>in</strong>zet van gekwalificeer<strong>de</strong> en gemotiveer<strong>de</strong>professionals. Ons veldon<strong>de</strong>rzoek maakt echter dui<strong>de</strong>lijk dat <strong>de</strong> overheidhaar eigen betrekkelijkheid als directe aanstuur<strong>de</strong>r van het welzijnswerk dient teon<strong>de</strong>rkennen. Er vallen te vaak te grote gaten en <strong>de</strong> kwaliteit van het gelever<strong>de</strong>werk is on<strong>de</strong>rwerp van scherpe kritiek door (potentiële) samenwerk<strong>in</strong>gspartners.Veeleer verdient het daarom aanbevel<strong>in</strong>g om het welzijnswerk, speciaal hetsociaal-cultureel werk, structureel te herpositioneren als hoofdaannemer tenbehoeve van kwetsbare <strong>in</strong>dividuen en groepen, zodat het vangnet voor kwetsbare<strong>in</strong>dividuen en groepen wordt versterkt. De natuurlijke regie, ook voor <strong>de</strong> samen-


vertrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>werk<strong>in</strong>g met vele vrijwilligersverban<strong>de</strong>n, ligt bij het welzijnswerk en bij gespecialiseer<strong>de</strong>zorgverleners.Het on<strong>de</strong>raannemersschap <strong>in</strong> geval van collectieve actie biedt welzijnswerkers enhun organisaties daarnaast meer bescherm<strong>in</strong>g dan <strong>de</strong> politiek, die zowel quacont<strong>in</strong>uïteit als operationele bemoeienis we<strong>in</strong>ig bewijs heeft gegeven van grotepr<strong>in</strong>cipiële standvastigheid. Dat vereist wel een a<strong>de</strong>quaat toezicht door <strong>de</strong> politiekverantwoor<strong>de</strong>lijken en bij voorkeur ook een grotere betrokkenheid vanbewoners <strong>in</strong> advies- of bestuursorganen van <strong>de</strong> sociale spelers (De Boer enDuyvendak 2004). Ook <strong>de</strong> overdracht bij afrond<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> sociale herover<strong>in</strong>gwordt vereenvoudigd: een on<strong>de</strong>raannemersrol is uitdrukkelijk tij<strong>de</strong>lijk en alszodanig eenvoudig te beë<strong>in</strong>digen. Uite<strong>in</strong><strong>de</strong>lijk is het doel van <strong>de</strong> sociale herover<strong>in</strong>gom een duurzame sociale samenhang te bewerkstelligen en dat vereist dat <strong>de</strong><strong>buurt</strong> en <strong>de</strong> civil society het voortouw nemen.6.5 <strong>de</strong>r<strong>de</strong> aanbevel<strong>in</strong>g: maak een keuze uit <strong>de</strong> menukaartvoor kansgedreven <strong>buurt</strong>beleid214Zoals is beschreven <strong>in</strong> <strong>de</strong> hoofdstukken 3 en 4 heeft <strong>de</strong> overheid ook <strong>in</strong> veelmid<strong>de</strong>nstands- en voorstands<strong>buurt</strong>en <strong>in</strong>gezet op een vorm van <strong>buurt</strong>aanpak.On<strong>de</strong>r onze praktijkgevallen gel<strong>de</strong>n <strong>de</strong> wijkaanpakken van Deventer, Delft enGor<strong>in</strong>chem als voorbeel<strong>de</strong>n voor an<strong>de</strong>re; bij <strong>de</strong> plattelandsgemeenten verwijzenwe naar Mid<strong>de</strong>n-Drenthe, Moerdijk en Werkendam, het Drentse Nieuwlan<strong>de</strong>won onlangs zelfs een prestigieuze <strong>in</strong>ternationale prijs. Maar ook <strong>de</strong> dorpsgemeenschappenvan Reduzum en Weidum en een voorstandswijk als Wilhelm<strong>in</strong>apark<strong>in</strong> Utrecht-Oost spr<strong>in</strong>gen eruit met een voortduren<strong>de</strong> stroom van<strong>in</strong>itiatieven over een langere perio<strong>de</strong>. Toch plaatsen zelfs <strong>de</strong> trekkers – bestuur<strong>de</strong>rsen bewoners – met wie we daar spraken ook kritische kantteken<strong>in</strong>gen. Wijkprogramma’slij<strong>de</strong>n aan fijnregel<strong>in</strong>g. Bureaucratische procedures, bijvoorbeeldrond <strong>de</strong> <strong>in</strong>spraak, vormen sp<strong>in</strong>nenwebben die we<strong>in</strong>ig bevor<strong>de</strong>rlijk zijn voor het<strong>in</strong>itiatief van bewoners. En waar – soms bij afwezigheid van gemeentelijk beleid –<strong>buurt</strong><strong>in</strong>itiatieven wor<strong>de</strong>n ontplooid, lopen ze vaak vast op een ‘meestribbelen<strong>de</strong>’overheid en sociale spelers.Onze gesprekspartners dui<strong>de</strong>n op <strong>de</strong> wenselijkheid van een an<strong>de</strong>re strategie ophet speelveld voor bestuurlijke veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g (figuur 6.3). In mid<strong>de</strong>nstands- envoorstands<strong>buurt</strong>en moet <strong>de</strong> overheid niet willen fungeren als trekker, en socialespelers niet als primaire uitvoer<strong>de</strong>r van actieplannen. Veeleer gaat het erom <strong>de</strong><strong>in</strong>itiatieven van bewoners en civil society te on<strong>de</strong>rsteunen door bestaan<strong>de</strong>vonken van sociale cohesie aan te wakkeren. Dat is op zich niet vanzelfsprekend,omdat er door het ontbreken van grote misstan<strong>de</strong>n geen ‘urgentie’ is. Velenmenen dat overheid en sociale spelers zich dienen te beperken tot het oplossenvan maatschappelijke vraagstukken. Het is een politieke keus, die door <strong>de</strong> gekozenvolksvertegenwoordigers dient te wor<strong>de</strong>n gemaakt.


<strong>de</strong> weg vooruitKiezen ze voor het ontwikkelen van een <strong>buurt</strong>beleid, dan kan een doordachtbeleid rekenen op draagvlak on<strong>de</strong>r bewoners. Ons veldon<strong>de</strong>rzoek, en ook dat vanPutnam en Feldste<strong>in</strong> (2003), laat zien dat veel mensen bereid zijn om een bijdragete leveren aan een leven<strong>de</strong> en leren<strong>de</strong> <strong>buurt</strong>; <strong>de</strong> statistieken van het m<strong>in</strong>isterievan vrom (2004: 55) bevestigen dat. Maar ze zijn dat vooral op basis van eencomb<strong>in</strong>atie van <strong>in</strong>houd – <strong>de</strong> aanpak van een specifiek leefbaarheidsvraagstuk – enproces. Een sprong naar een groter sociaal en mogelijk ook politiek vertrouwenvereist een keus voor <strong>de</strong> dom<strong>in</strong>antie van een vraaglogica: het aansluiten bij <strong>de</strong>behoeften en kwaliteiten van bewoners. Indien <strong>de</strong> overheid het maximale ren<strong>de</strong>mentwil halen uit een <strong>buurt</strong>gericht beleid, is meer ‘dapperheid’ vereist ombewoners – vooral <strong>de</strong> ‘afzijdige’ en ‘afwachten<strong>de</strong>’ burgers met hun beperkte politiekevertrouwen – blijvend te betrekken. Dat het hier geen luxe betreft, magdui<strong>de</strong>lijk zijn met verwijz<strong>in</strong>g naar paragraaf 5.5 tot en met 5.7.Dit leidt tot twee aandachtspunten, die <strong>in</strong> <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> subparagrafen wor<strong>de</strong>nuitgewerkt: (1) een aangescherpt veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gsproces; (2) het herontwerp van <strong>de</strong>betrokkenheid van bewoners.6.5.1 aangescherpt veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gsprocesIn bijlage 1 schetsten we het bestuurlijk <strong>in</strong>strumentenbord, dat wil zeggen hetgeheel van <strong>in</strong>strumenten waaruit <strong>de</strong> bestuur<strong>de</strong>rs een keus moeten bepalen bij <strong>de</strong>aanstur<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> gewenste veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g. Het ‘klassieke’ repertoire voldoet echtervaak niet langer. Zowel <strong>in</strong>hou<strong>de</strong>lijk als wat betreft <strong>de</strong> processtur<strong>in</strong>g dienendaarom ten opzichte van <strong>de</strong> huidige gang van zaken versterkte accenten tewor<strong>de</strong>n gezet. Drie punten vragen om gerichte aandacht: (a) het uitdragen vaneen verhaal; (b) <strong>de</strong> actiebekwaamheid van bewoners; (c) <strong>de</strong> leeromgev<strong>in</strong>g van‘constructieve ontevre<strong>de</strong>nheid’.215Uitdragen van een verhaalDe voorlie<strong>de</strong>n bij overheid en sociale spelers moeten een richt<strong>in</strong>g schetsen entegelijk bewoners uitnodigen om daarover mee te <strong>de</strong>nken en een eigen rol uit testippelen (bijlage 1, stap 1b). Management by speech vraagt echter veel van <strong>de</strong>vertellers van het eerste uur (Gardner en Lask<strong>in</strong> 1995; W<strong>in</strong>d et al. 2005). Hunverhaal moet <strong>in</strong> <strong>de</strong> veelal reeds overvolle hoof<strong>de</strong>n van hun toehoor<strong>de</strong>rs eeneer<strong>de</strong>r verhaal verdr<strong>in</strong>gen. Zij moeten daartoe van <strong>de</strong> ene <strong>buurt</strong> naar <strong>de</strong> an<strong>de</strong>r enhun verhaal telkens toespitsen op hun publiek <strong>in</strong> <strong>de</strong> hoop dat een aantal daarvan– <strong>de</strong> 15 procent waarover we eer<strong>de</strong>r spraken – het tot leven wil brengen.De sleutel voor succes is daarom gelegen <strong>in</strong> het uitdagen van <strong>de</strong> ‘juiste’ mensen,me<strong>de</strong> door het benoemen van eruit spr<strong>in</strong>gen<strong>de</strong> rug<strong>de</strong>kkers (wethou<strong>de</strong>r, topambtenaar)en het aantrekken en stimuleren van ‘vrijgevochten’ trekkers (bijlage 1,stap 1c; zie ook Hendriks en Tops 2002). Het zijn an<strong>de</strong>re mensen dan <strong>in</strong> <strong>de</strong> achterstands<strong>buurt</strong>en,ze hebben – om onze eer<strong>de</strong>re term<strong>in</strong>ologie te handhaven – eenm<strong>in</strong><strong>de</strong>r “slecht karakter”. Het zijn veeleer “<strong>de</strong> kon<strong>in</strong>g<strong>in</strong> van <strong>de</strong> dorpen” <strong>in</strong>Mid<strong>de</strong>n-Drenthe en <strong>de</strong> voorzitter van <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>verenig<strong>in</strong>g <strong>in</strong> Hoogvliet die <strong>de</strong>


vertrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong><strong>buurt</strong>kar trekken. En het zijn wethou<strong>de</strong>rs en ambtenaren die weten wanneer ze erniet moeten zijn om zo het bewoners<strong>in</strong>itiatief met hun meer<strong>de</strong>re kennis of overnamedriftniet te verstikken. Zodat bewoners zeggen: “Je zag hem niet zo veel,maar als ’t nodig was, was hij er of was hij er net geweest.” Dat vereist bestuurlijkewijsheid.Actiebekwaamheid van bewonersHet ‘activerend enquêteren’ wordt niet zon<strong>de</strong>r re<strong>de</strong>n zo genoemd: doordatmensen zich ervan bewust wor<strong>de</strong>n dat an<strong>de</strong>ren <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> problemen ervaren en<strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> oploss<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> gedachte hebben, verenigen ze zich <strong>in</strong> actiegerichte groepen.Met een – beperkte – professionele begeleid<strong>in</strong>g gaat zo’n <strong>in</strong>itiatief ‘rollen’ enwordt <strong>de</strong> cont<strong>in</strong>uïteit van <strong>de</strong> <strong>in</strong>frastructuur zeker gesteld. Te veel begeleid<strong>in</strong>gleidt echter tot hoge kosten, ger<strong>in</strong>ge tevre<strong>de</strong>nheid en vrijwel volledige stilstand.Vraag daarom om een positief bewijs voor professionele <strong>in</strong>frastructuur. Dat kanhet geval zijn bij het verbeteren van <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rbouw<strong>in</strong>g of het on<strong>de</strong>rhan<strong>de</strong>len van<strong>de</strong> samenwerk<strong>in</strong>gsafspraken (convenanten) van bewonersorganisaties met socialespelers, overheid en private partijen.216Ontregel ook remmen<strong>de</strong> regelgev<strong>in</strong>g, die veelal is ontworpen vanuit <strong>de</strong> <strong>in</strong>stitutionelelogica van beleidsmakers of <strong>de</strong> provisielogica van professionals (wrr 2004).De vraaglogica van bewoners vraagt om een soepele toets<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> <strong>in</strong>itiatievenvan niet-<strong>de</strong>mocratisch gelegitimeer<strong>de</strong> <strong>in</strong>itiatiefgroepen. Buurt<strong>in</strong>itiatieven lopenzon<strong>de</strong>r <strong>de</strong> hulp van een sterke wegwijzer <strong>in</strong> welzijnsland ook nog te vaak veelgeld mis; dat moet an<strong>de</strong>rs kunnen.Ten slotte – vaak on<strong>de</strong>rschat – creëer ontmoet<strong>in</strong>gsplekken. De wenselijkheid hiervanwordt dui<strong>de</strong>lijk geïllustreerd <strong>in</strong> kle<strong>in</strong>e dorpen: waar <strong>de</strong> sociale ontmoet<strong>in</strong>gsplekken– cafés, dorpshuizen, sportkant<strong>in</strong>es – verdwijnen, loopt <strong>de</strong> samenhangterug. Ook <strong>in</strong> ste<strong>de</strong>n moeten <strong>in</strong>itiatiefnemers kunnen beschikken over passen<strong>de</strong>ruimtes – <strong>buurt</strong>centra, terrasjes, schoolhekken, parkjes – om elkaar te v<strong>in</strong><strong>de</strong>n bijhet ontwikkelen van hun plannen. Het gaat om <strong>de</strong> reflectie die een essentie isvoor <strong>de</strong> leren<strong>de</strong> omgev<strong>in</strong>g en waaraan ook Putnam en Feldste<strong>in</strong> (2003: 291) eengroot gewicht toekennen: “Common spaces for common place encounters areprerequisites for common conversations and common <strong>de</strong>bate.”Leeromgev<strong>in</strong>g van constructieve ontevre<strong>de</strong>nheidEen leren<strong>de</strong> <strong>buurt</strong> wordt gekenmerkt door constructieve ontevre<strong>de</strong>nheid. Volledigtevre<strong>de</strong>n mensen hebben geen behoefte om <strong>de</strong> wereld – met <strong>in</strong>begrip van <strong>de</strong><strong>buurt</strong> – te verbeteren; er moet altijd wat te wensen overblijven dat hen scherp engretig houdt. Volledig ontevre<strong>de</strong>n mensen, die geen uitweg meer zien <strong>in</strong> eenver<strong>de</strong>re wisselwerk<strong>in</strong>g met elkaar of met overheid en sociale spelers, haken af.Ons veldon<strong>de</strong>rzoek laat zien dat het moeilijk is om zo’n positieve spann<strong>in</strong>g tebestendigen. Bestuur<strong>de</strong>rs kunnen daaraan bijdragen door het bevor<strong>de</strong>ren vanmaximale zitt<strong>in</strong>gstermijnen van <strong>buurt</strong>trekkers en vooral door het comb<strong>in</strong>erenvan concrete resultaten en langetermijndoorzicht.


<strong>de</strong> weg vooruitHet versterken van sociale cohesie kost tijd en bewoners hebben een korte tijdshorizon.Het is daarom zaak een pad uit te stippelen dat ‘<strong>de</strong> <strong>buurt</strong>’ <strong>de</strong> onmid<strong>de</strong>llijkebevredig<strong>in</strong>g van directe resultaten (early w<strong>in</strong>s) biedt, tezamen met <strong>de</strong> zekerheidvan cont<strong>in</strong>uïteit die ook sociale spelers en private ketens zich wensen. Insociaal coherente <strong>buurt</strong>en bestaat m<strong>in</strong><strong>de</strong>r noodzaak voor een hoofdaannemerschapvan wooncorporaties, politie en scholen. Veeleer gaat het nu om het bevor<strong>de</strong>renvan convenanten van bewonersorganisaties met gemeenten, sociale spelersen private partijen – <strong>de</strong>nk bijvoorbeeld aan lokale werkgevers of aan horecabedrijven.Daarbij kunnen oploss<strong>in</strong>gsmakelaars en an<strong>de</strong>re <strong>de</strong>skundigen een faciliteren<strong>de</strong>rol spelen, zolang <strong>de</strong> leerruimte van <strong>de</strong> bewoners is gewaarborgd.De laatste les stelt hoge eisen: goe<strong>de</strong> bestuur<strong>de</strong>rs durven ‘nee’ te zeggen en niet tehelpen. Nog te vaak za<strong>de</strong>len gemeenten en sociale spelers zichzelf op met eenonspeelbare kaart en wor<strong>de</strong>n ze vervolgens uitgemaakt voor ‘onbetrouwbaar’. Zezeggen, an<strong>de</strong>rsom, soms ook ‘ja’ tegen iets waarvan ze weten dat het niets wordtmaar dat bewoners belangrijk v<strong>in</strong><strong>de</strong>n. Hun creativiteit piekt en hun lerendvermogen is het grootst als <strong>de</strong> wisselwerk<strong>in</strong>g wordt gekenmerkt door het juistespann<strong>in</strong>gsniveau (bijlage 1, stap 4b). Dat vereist een comb<strong>in</strong>atie van vakbekwaamhei<strong>de</strong>n <strong>in</strong>lev<strong>in</strong>gsvermogen aan <strong>de</strong> kant van <strong>de</strong> voorlie<strong>de</strong>n en hun me<strong>de</strong>werkers.2176.5.2 herontwerp van <strong>de</strong> betrokkenheid van bewonersEen z<strong>in</strong>vol <strong>buurt</strong>beleid vereist een versterkt accent op <strong>de</strong> behoeften en kwaliteitenvan bewoners. Door nadruk te leggen op ‘leuke’ d<strong>in</strong>gen – leefplezier, <strong>buurt</strong>trots– <strong>in</strong> plaats van alleen problemen kunnen <strong>de</strong> passieve ‘afzijdige’ en ‘afwachten<strong>de</strong>’burgers wor<strong>de</strong>n meegetrokken. Daardoor kan waarschijnlijk ook meerwor<strong>de</strong>n geprofiteerd van <strong>de</strong> constructieve <strong>in</strong>breng van ‘afhankelijke’ en ‘actieve’burgers. Zoals is weergegeven <strong>in</strong> figuur 6.2, staat niet een hoge mate van differentiatievoorop, noch een sterk <strong>in</strong>tegraal beleid. Veeleer is er sprake van <strong>de</strong> radicalerekeus voor een on<strong>de</strong>rsteunen<strong>de</strong> opstell<strong>in</strong>g van overheid en sociale spelers waar hetgaat om <strong>de</strong> coproductie van beleid en tevens een grote terughou<strong>de</strong>ndheid tenaanzien van een ‘dichtbije’ bemoeienis.De verschuiv<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> richt<strong>in</strong>g van vraaglogica biedt meer ruimte voor differentiërenen experimenteren, dat wil zeggen een eigen <strong>de</strong>f<strong>in</strong>itie en een eigen <strong>in</strong>kleur<strong>in</strong>gvan <strong>de</strong> <strong>buurt</strong> (Arts et al. 2004). We pleiten nadrukkelijk niet voor een vormvan vrijemarkt<strong>de</strong>nken (liberalism, ie<strong>de</strong>r voor zich), maar veeleer voor <strong>de</strong> eigenverantwoor<strong>de</strong>lijkheid van vrijwillige, kle<strong>in</strong>schalige collectiviteiten: <strong>buurt</strong>en. Degrotere betrokkenheid en eigen verantwoor<strong>de</strong>lijkheid van <strong>de</strong> daarbij betrokken<strong>in</strong>dividuele bewoners leidt tot een grotere doorwerk<strong>in</strong>g <strong>in</strong> sociaal en wellicht ookpolitiek vertrouwen.Tegen <strong>de</strong>ze achtergrond ontwikkelen we <strong>in</strong> <strong>de</strong>ze paragraaf een aantal aanzettentot mogelijke beleidsmaatregelen. We benadrukken het ambitieuze karakter vanonze voorstellen: ze zijn <strong>de</strong>els controversieel, want afwijkend van gebaan<strong>de</strong>


vertrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>wegen. We formuleren ze ook met een slag om <strong>de</strong> arm, met als toonzett<strong>in</strong>g “zouje niet moeten <strong>de</strong>nken aan...”. I<strong>de</strong>aliter is er <strong>in</strong> het ka<strong>de</strong>r van een driegolvenbena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>geen aantal (<strong>de</strong>el)gemeenten dat wil fungeren als proeftu<strong>in</strong>. Indien hunexperimenten met, waar nodig, steun van prov<strong>in</strong>cie en/of rijk succesvol zijn,zullen an<strong>de</strong>re volgen en voor een ver<strong>de</strong>re <strong>in</strong>kleur<strong>in</strong>g zorgen. Het gaat er onsdaarom <strong>in</strong> <strong>de</strong> eerste plaats om een aantal gegevenhe<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> huidige aanpakvan <strong>buurt</strong>beleid ter discussie te stellen en een doorzicht te bie<strong>de</strong>n naar nieuwe,uitdagen<strong>de</strong> beleidswegen die een grotere maatschappelijke meerwaar<strong>de</strong> kunnenopleveren. We richten onze pijlen daarbij op drie terre<strong>in</strong>en: (a) het formaliserenvan succesvol non-beleid; (b) het aantrekken van <strong>de</strong> creatieve kern; (c) <strong>de</strong> prioriteitstell<strong>in</strong>gdoor bewoners.218Formaliseren van succesvol non-beleidHet betreft hier een gevoelig punt: <strong>in</strong> het veld wordt op meer<strong>de</strong>re plaatsen opsuccesvolle wijze gewerkt zon<strong>de</strong>r dat daar een geformaliseerd (rijks)beleid aanten grondslag ligt. Velen beschouwen die non-<strong>in</strong>terventie als doorslaggevendvoor het succes; ook wij waarschuw<strong>de</strong>n een aantal malen voor het afpakken danwel <strong>in</strong>kapselen van <strong>in</strong>itiatieven vanuit het veld. We pleiten daarom niet vooradditionele wet- en regelgev<strong>in</strong>g, maar veeleer voor beleidslijnen voor een stimuleren<strong>de</strong>opstell<strong>in</strong>g van sociale spelers.On<strong>de</strong>r meer door <strong>de</strong> ervar<strong>in</strong>g te codificeren en toegankelijk te maken voorm<strong>in</strong><strong>de</strong>r ervaren <strong>in</strong>itiatiefnemers kunnen bijvoorbeeld <strong>de</strong> beheersconvenanten met<strong>buurt</strong>organisaties (verenig<strong>in</strong>gen van eigenaren, groenbeheer) en met wooncorporatiesen projectontwikkelaars (on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re met betrekk<strong>in</strong>g tot gebiedsgerichtbeleid, zowel <strong>in</strong> <strong>de</strong> stad als op het platteland: rood-voor-groen) wor<strong>de</strong>n gestimuleerd.Een aantal wooncorporaties doet ervar<strong>in</strong>g op bij <strong>de</strong> <strong>in</strong>vull<strong>in</strong>g van huurkoopsystemenen verwante aanpakken die gericht zijn op het bevor<strong>de</strong>ren van heteigenwon<strong>in</strong>gbezit. Dit doel wordt van vele zij<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>rschreven: won<strong>in</strong>gbezitdraagt bij tot grotere <strong>buurt</strong>betrokkenheid. De lopen<strong>de</strong> experimenten <strong>in</strong> Rotterdamvragen daarom om een uitrol op an<strong>de</strong>re plaatsen.Er dienen richtlijnen voor <strong>buurt</strong>preventie te wor<strong>de</strong>n bepaald. Preventieve maatregelenzoals <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>schouw en <strong>de</strong> veiligheidseffectrapportage over <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>wor<strong>de</strong>n pas echt <strong>in</strong>teressant voor <strong>buurt</strong>bewoners als daaraan een lagere verzeker<strong>in</strong>gspremieis verbon<strong>de</strong>n. Een nationaal convenant met <strong>de</strong> verzeker<strong>in</strong>gsmaatschappijenkan daarvoor <strong>de</strong> basis bie<strong>de</strong>n. Ook lokale convenanten, bijvoorbeeldtussen <strong>de</strong> politie en horeca/w<strong>in</strong>kels/bedrijven en ook bewonersorganisaties,kunnen bijdragen tot het beperken van overlast en (gevoelens van) onveiligheid.Meer kantteken<strong>in</strong>gen kunnen wor<strong>de</strong>n geplaatst bij <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>wachten <strong>in</strong> achterstands<strong>buurt</strong>enen <strong>de</strong> <strong>in</strong>zet van particuliere beveilig<strong>in</strong>gsdiensten <strong>in</strong> voorstands<strong>buurt</strong>en.Het ontbreken van geformaliseerd Haags beleid kan aanleid<strong>in</strong>g zijn tot wildgroeien tot m<strong>in</strong><strong>de</strong>r wenselijke vormen van rechtsongelijkheid. Te <strong>de</strong>nken valt aan <strong>de</strong><strong>de</strong>nkbare <strong>in</strong>breuk op het machtsmonopolie van <strong>de</strong> politie, <strong>de</strong> ongelijke draag-


<strong>de</strong> weg vooruitkracht per <strong>buurt</strong> en <strong>de</strong> daaruit voortvloeien<strong>de</strong> ongelijke behan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g, het waterbe<strong>de</strong>ffect(verplaats<strong>in</strong>g van problemen naar an<strong>de</strong>re <strong>buurt</strong>en) en op een langeretermijn het sluipen<strong>de</strong> ontstaan van rijke ‘getto’s’. De comb<strong>in</strong>atie van veelvuldigeen succesvolle experimenten met <strong>de</strong> mogelijke keerzij<strong>de</strong> van ongewensteontwikkel<strong>in</strong>gen vraagt om een gerichte beleidsontwikkel<strong>in</strong>g. I<strong>de</strong>aliter wordt <strong>de</strong>politie uitgenodigd hiervoor <strong>de</strong> voorzet op te stellen, uitgaan<strong>de</strong> van <strong>de</strong> sneltoenemen<strong>de</strong> kennis en <strong>de</strong> aff<strong>in</strong>iteit met <strong>de</strong> vraaglogica van bewoners die <strong>in</strong> <strong>de</strong>diverse korpsen op dit moment al aanwezig is.We pleiten daarnaast voor het vastleggen van richtlijnen voor bre<strong>de</strong> scholen. Debre<strong>de</strong> school valt bijna per <strong>de</strong>f<strong>in</strong>itie tussen <strong>de</strong> kokers van Haags en lokaal beleid.Als je scholen als ‘volcont<strong>in</strong>udienst k<strong>in</strong><strong>de</strong>ropvang’ wilt laten functioneren, wie isdan verantwoor<strong>de</strong>lijk voor het geheel? Alweer vraagt <strong>de</strong> comb<strong>in</strong>atie van belangrijkepotentiële baten en het risico van mogelijke misgroei om een formaliser<strong>in</strong>gvan beleid, vooral <strong>in</strong> faciliteren<strong>de</strong> z<strong>in</strong> (regelgev<strong>in</strong>g, f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>g, bevoegdhe<strong>de</strong>n,en <strong>de</strong>rgelijke) en weer zou het voortouw daartoe dienen te liggen bij <strong>de</strong> voortrekkers<strong>in</strong> het veld.Ten slotte verdient het op het terre<strong>in</strong> van <strong>de</strong> <strong>buurt</strong><strong>in</strong>frastructuur – <strong>buurt</strong>centra,klussendiensten, servicew<strong>in</strong>kels en dorpspunten – aanbevel<strong>in</strong>g een <strong>de</strong>- en herreguler<strong>in</strong>gs<strong>in</strong>spann<strong>in</strong>gte verrichten, die <strong>de</strong> nu dom<strong>in</strong>eren<strong>de</strong> <strong>in</strong>stitutionele logicatoetst aan <strong>de</strong> behoeften van <strong>de</strong> vraaglogica van <strong>buurt</strong>bewoners en hun <strong>in</strong>frastructureledienstverleners: een beetje soepelheid kan geen kwaad. Het zou ren<strong>de</strong>ren<strong>in</strong>dien, bijvoorbeeld op prov<strong>in</strong>ciaal niveau, ‘oploss<strong>in</strong>gsmakelaars’ wor<strong>de</strong>n aangesteldof (me<strong>de</strong>)gef<strong>in</strong>ancierd die <strong>de</strong> totstandkom<strong>in</strong>g van – complexe – samenwerk<strong>in</strong>gsverban<strong>de</strong>nkunnen bespoedigen.219Aantrekken van creatieve kernDe sociale <strong>in</strong>richt<strong>in</strong>g van <strong>buurt</strong>en kan lei<strong>de</strong>n tot het aantrekken van jonge, hoogopgelei<strong>de</strong>stadsbewoners, <strong>de</strong> sleutelhou<strong>de</strong>rs voor <strong>de</strong> gewenste kenniseconomie.Hun werkzaamhe<strong>de</strong>n clusteren zich fysiek <strong>in</strong> een beperkt aantal regio’s. B<strong>in</strong>nendie regio’s – zeg Groot Amsterdam – on<strong>de</strong>rhou<strong>de</strong>n ze sociale netwerken, dievorm krijgen <strong>in</strong> een soort archipelstructuur met hun huis plus een beperkt aantalsociale knooppunten als ‘ontmoet<strong>in</strong>gseilan<strong>de</strong>n’. Die netwerken zijn voor hen vaneen zodanig belang dat het werken hun wonen volgt. Slaagt een stad of regio er<strong>in</strong>een relatief groot aantal van <strong>de</strong>ze creatievel<strong>in</strong>gen aan te trekken, dan kan datresulteren <strong>in</strong> economische en sociale <strong>in</strong>novatie.Deze gedachte heeft <strong>in</strong> Ne<strong>de</strong>rland veel aandacht gekregen. Het vereiste huiswerkis echter slechts zeer ten <strong>de</strong>le verricht en er dreigt een ongegron<strong>de</strong> en ongezon<strong>de</strong>hype. Het pro-actief aantrekken en vasthou<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> creatieve kern vereist eengericht en langdurig beleid. Een <strong>de</strong>rgelijk beleid moet bouwen op een aantalpijlers, die <strong>de</strong> reikwijdte van dit rapport te boven gaan, maar die <strong>de</strong>els ookbouwen op <strong>de</strong> <strong>buurt</strong> (Landry 2000). Buurtvoorzien<strong>in</strong>gen zijn voor le<strong>de</strong>n van <strong>de</strong>creatieve kern van wezenlijk belang.


vertrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>Naast een geschikte huisvest<strong>in</strong>g – <strong>in</strong> <strong>de</strong> b<strong>in</strong>nenstad waar ze hun netwerkenontwikkelen – gaat het om een scala van <strong>in</strong>vull<strong>in</strong>gen, lopend van <strong>de</strong> fysieke<strong>in</strong>richt<strong>in</strong>g (parkeer- en verkeersbeleid) via hoogwaardige breedband- enwerk/privé-voorzien<strong>in</strong>gen (k<strong>in</strong><strong>de</strong>ropvang, huishou<strong>de</strong>lijke dienstverlen<strong>in</strong>g) tot<strong>de</strong> aanwezigheid van sociale ontmoet<strong>in</strong>gsplaatsen. Het gaat hen om een diversiteitvan kle<strong>in</strong>schalige en <strong>in</strong>formele plekken en activiteiten: bru<strong>in</strong>e kroegen engezellige eetgelegenhe<strong>de</strong>n, <strong>in</strong>formele terrasjes en w<strong>in</strong>kelstraatjes met kle<strong>in</strong>especialistische w<strong>in</strong>keltjes, voetbalveldjes en fitnesscentra, kunst <strong>in</strong> openbareruimtes zoals parken. Zij ontmoeten daar ‘soortgenoten’ en ook een breed scalavan ‘an<strong>de</strong>rsoortigen’; hun overbrugg<strong>in</strong>gskwaliteiten zijn hoogontwikkeld. Zoalseer<strong>de</strong>r is geschetst, kunnen zij daardoor helpen bruggen te slaan naar <strong>de</strong> afzijdigeburgers. De aanwezigheid van kunstenaars en an<strong>de</strong>re vrijgevochten <strong>in</strong>dividualisten<strong>in</strong> ‘hun’ <strong>buurt</strong> beschouwen zij als een verrijk<strong>in</strong>g. Eer<strong>de</strong>r wezen we op <strong>de</strong>culturele broedplaatsen waarmee Amsterdam succes boekt. Een eigen <strong>in</strong>kleur<strong>in</strong>gvan <strong>buurt</strong>en en centra is ook gebaat bij <strong>de</strong> convenanten tussen politie en horecadie afwijken<strong>de</strong> <strong>in</strong>vull<strong>in</strong>gen mogelijk maken.220Hoewel <strong>in</strong> veel ste<strong>de</strong>n een opbloei van <strong>de</strong>rgelijke ontwikkel<strong>in</strong>gen is te bespeuren,ligt er zel<strong>de</strong>n een bewust beleid aan ten grondslag dat probeert <strong>de</strong> ontwikkel<strong>in</strong>g teversnellen of <strong>de</strong> eigen concurrentiepositie ten opzichte van an<strong>de</strong>re locaties, ook<strong>in</strong> het buitenland, te verbeteren. Ste<strong>de</strong>n die een toonaangeven<strong>de</strong> positie b<strong>in</strong>nen<strong>de</strong> kenniseconomie ambiëren, moeten hun doelen hoog stellen en daaraan gerichtwerken. Te makkelijk wordt daarbij, zo blijkt uit commentaren, gedacht: “dat teltalleen bij Amsterdam”. Ook op an<strong>de</strong>re plaatsen zoals Utrecht, Twente en <strong>de</strong> driehoekE<strong>in</strong>dhoven-Aken-Luik waarb<strong>in</strong>nen ook Maastricht behoort, liggen kansen.Een gecoörd<strong>in</strong>eer<strong>de</strong> actie van <strong>de</strong> nationale overheid met een aantal gemeentenverdient daarom aanbevel<strong>in</strong>g.Prioriteitstell<strong>in</strong>g door bewonersLaat bewoners stemmen over hun prioriteiten voor hun <strong>buurt</strong>. Het is eeneenvoudige gedachte en ze wijkt op papier we<strong>in</strong>ig af van <strong>de</strong> op<strong>in</strong>iepeil<strong>in</strong>gen enpanels, die <strong>in</strong> velerlei vorm door gemeenten wor<strong>de</strong>n gebruikt om <strong>de</strong> men<strong>in</strong>g vanbewoners af te tasten. Een aantal gemeenten gebruikt <strong>de</strong> gegevens al om <strong>de</strong>ver<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> beschikbare wijkbudgetten naar on<strong>de</strong>rwerp te bepalen. Eenenkele maal kunnen bewoners hun favoriete on<strong>de</strong>rwerp op <strong>de</strong> lijsten plaatsen endaarvoor <strong>de</strong> <strong>in</strong>stemm<strong>in</strong>g van hun me<strong>de</strong>bewoners vergaren. En toch werken <strong>de</strong>verschillen<strong>de</strong> systemen niet voldoen<strong>de</strong>. De <strong>buurt</strong>betrokkenheid van bewoners isvaak van korte duur: als een probleem is opgelost, zakt het <strong>in</strong>itiatief weg. Bovendienvoelen zij zich veelal ‘machteloos’ en verzan<strong>de</strong>n hun i<strong>de</strong>eën soms <strong>in</strong> bureaucratie.Wijkbudgetten zijn te kle<strong>in</strong>, verga<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen zijn er te veel en ze duren telang en ze wor<strong>de</strong>n bovendien gedom<strong>in</strong>eerd door een spreken<strong>de</strong> m<strong>in</strong><strong>de</strong>rheid.Tegen die achtergrond stellen we voor te experimenteren met een politiek diebereid is zich ver<strong>de</strong>r uit <strong>de</strong> <strong>buurt</strong> terug te trekken en meer besliss<strong>in</strong>gsbevoegdheidaan bewoners over te laten. Bijvoorbeeld door tegelijk met <strong>de</strong> gemeenteraadsverkiez<strong>in</strong>genburgers te vragen hun voorkeuren aan te geven op een lijst van op <strong>de</strong>


<strong>de</strong> weg vooruit<strong>buurt</strong> gerichte <strong>in</strong>itiatieven, waarbij <strong>de</strong> politieke partijen zich bereid verklaren ombij <strong>de</strong> toewijz<strong>in</strong>g van f<strong>in</strong>anciële mid<strong>de</strong>len serieus reken<strong>in</strong>g te hou<strong>de</strong>n met <strong>de</strong>aangegeven prioriteiten (zie ook tekstbox 6.4). Hoewel <strong>de</strong> politiek verantwoor<strong>de</strong>lijkblijft voor een 3e-ver<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g van het geld – bijvoorbeeld waar het betreft <strong>de</strong>allocatie per wijk en het niveau van basisvoorzien<strong>in</strong>gen – zou dat aanmerkelijkver<strong>de</strong>r moeten gaan dan <strong>de</strong> huidige, kle<strong>in</strong>e wijkbudgetten. Daardoor krijgenbewoners <strong>de</strong> kans om hun <strong>buurt</strong> naar eigen collectief <strong>in</strong>zicht <strong>in</strong> te kleuren.De <strong>buurt</strong>voorstellen kunnen afkomstig zijn van <strong>de</strong> overheid of sociale spelers,maar evengoed van private partijen en bewoners zelf. Eer<strong>de</strong>r wezen we een aantalmalen op het zogeheten activerend enquêteren, waarbij bewoners met een m<strong>in</strong> ofmeer gelijke behoefte met elkaar <strong>in</strong> contact wor<strong>de</strong>n gebracht om een bepaald i<strong>de</strong>ena<strong>de</strong>r uit te werken. Ook goed begelei<strong>de</strong> focusgroepen kunnen bewoners vandienst zijn om hun gedachten uit te kristalliseren als basis voor een <strong>buurt</strong><strong>in</strong>itiatief.Er zijn veel varianten <strong>de</strong>nkbaar en ons oogmerk is <strong>in</strong> <strong>de</strong> eerste plaats experimentendaarover op gang te brengen. I<strong>de</strong>aliter daagt <strong>de</strong> An<strong>de</strong>re Overheid eenaantal gemeenten of <strong>buurt</strong>en uit hiermee <strong>in</strong> het ka<strong>de</strong>r van <strong>de</strong> driegolvenbena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>ggeduren<strong>de</strong> een eerste golf te experimenteren.221Tekstbox 6.4BuurtrechtenDe beleidsvoorkeuren van bewoners kunnen hun neerslag krijgen <strong>in</strong> zogenoem<strong>de</strong> <strong>buurt</strong>rechten.Daarbij wordt <strong>de</strong> uitslag van stemm<strong>in</strong>gen on<strong>de</strong>r bewoners omgezet <strong>in</strong> een contante toewijz<strong>in</strong>gvan f<strong>in</strong>anciële mid<strong>de</strong>len aan <strong>de</strong> meest favoriete <strong>in</strong>itiatieven (W<strong>in</strong>semius et al. 2004). De overheidgeeft elke burger een aantal – zeg vijf – <strong>buurt</strong>rechten, die hij of zij met behulp van een stemapparaatperiodiek mag toewijzen aan <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>voorzien<strong>in</strong>gen van zijn keus. Deze kunnen <strong>de</strong>‘verdien<strong>de</strong>’ rechten <strong>in</strong> contant geld omzetten bij <strong>de</strong> (<strong>de</strong>el)gemeente. Bewoners bepalen dan zelf <strong>de</strong>contouren van hun <strong>buurt</strong>: zij geven door het uitbrengen van hun stemmen aan wat hen bezielt.Het i<strong>de</strong>e is op zich niet nieuw. In het on<strong>de</strong>rwijs wordt bijvoorbeeld geëxperimenteerd metvouchers – vrij vertaald, studierechten die een stu<strong>de</strong>nt en/of zijn ou<strong>de</strong>rs <strong>de</strong> mogelijkheid bie<strong>de</strong>nom een opleid<strong>in</strong>g naar eigen keuze te selecteren. Na <strong>in</strong>lever<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> voucher kan <strong>de</strong> school <strong>de</strong>zevervolgens bij <strong>de</strong> overheid <strong>in</strong>wisselen tegen ‘hard’ geld. In <strong>de</strong> gehandicaptenzorg wordt gewerktmet persoonsgebon<strong>de</strong>n budgetten; ook hier een recht om eigen <strong>in</strong>vull<strong>in</strong>g te geven aan <strong>de</strong> zorg.Ook <strong>de</strong> politicoloog Schmitter (2003) stel<strong>de</strong> recent voor om een eu-‘tegenmacht’ van ngo’s– belangenorganisaties en maatschappelijke beweg<strong>in</strong>gen – te f<strong>in</strong>ancieren op basis van een directestemm<strong>in</strong>g on<strong>de</strong>r eu-burgers: wie <strong>de</strong> meeste stemmen achter zich weet te verenigen, ontvangthet grootste bedrag. Hij spreekt <strong>in</strong> dat verband van “secundair burgerschap”: burgers zelf, enniet <strong>de</strong> eu-bureaucratie, bepalen wie voor hun belangen ten strij<strong>de</strong> trekt <strong>in</strong> <strong>de</strong> Brusselse arena.Op termijn, stelt Schmitter, ‘groeit’ zo op <strong>de</strong>mocratische wijze een Europese civil society.De i<strong>de</strong>e van <strong>buurt</strong>rechten sluit aan bij <strong>de</strong>ze pr<strong>in</strong>cipes. De overheid geeft elke burger een aantal– zeg: vijf – <strong>buurt</strong>rechten, die hij met behulp van een stemapparaat periodiek mag toewijzen aan


vertrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong><strong>de</strong> <strong>buurt</strong>voorzien<strong>in</strong>gen van zijn keus. Deze kunnen <strong>de</strong> ‘verdien<strong>de</strong>’ rechten <strong>in</strong> contant geld omzettenbij <strong>de</strong> (<strong>de</strong>el)gemeente. Bewoners bepalen dan zelf <strong>de</strong> contouren van hun <strong>buurt</strong>: zij geven doorhet uitbrengen van hun stemmen aan wat hen bezielt.We illustreren het systeem aan <strong>de</strong> hand van <strong>de</strong> veiligheid b<strong>in</strong>nen een <strong>buurt</strong>. Er is altijd sprake vaneen pakket basisvoorzien<strong>in</strong>gen waarover <strong>de</strong> overheid <strong>de</strong> regie houdt, zodat een basiskwaliteit isgewaarborgd en ook spl<strong>in</strong>tergroepen of kwetsbare <strong>in</strong>dividuen aan hun trekken kunnen komen.Op het gebied van <strong>de</strong> veiligheid wordt dat basispakket exclusief aangebo<strong>de</strong>n door <strong>de</strong> politie. Daarbovenopkomt echter het <strong>buurt</strong>pakket dat vorm krijgt door <strong>de</strong> wisselwerk<strong>in</strong>g van <strong>buurt</strong>bewoners:zij kiezen door <strong>de</strong> toewijz<strong>in</strong>g van hun rechten bijvoorbeeld voor extra patrouilles op straat enkopen die dienstverlen<strong>in</strong>g <strong>in</strong> bij <strong>de</strong> politie of een particuliere beveilig<strong>in</strong>gsdienst, maar kunnen ookbesluiten het <strong>de</strong>els zelf te doen <strong>in</strong> <strong>de</strong> vorm van al dan niet betaal<strong>de</strong> <strong>buurt</strong>wachten. De overheidbeperkt zich dan tot het faciliteren en het hou<strong>de</strong>n van toezicht.‘De <strong>buurt</strong>’, en elke burger daarb<strong>in</strong>nen, moet echter ook afweg<strong>in</strong>gen maken tussen sectoren.Dezelf<strong>de</strong> <strong>buurt</strong>rechten kunnen immers ook wor<strong>de</strong>n <strong>in</strong>gezet voor <strong>de</strong> fysieke <strong>in</strong>richt<strong>in</strong>g van <strong>de</strong><strong>buurt</strong>, het on<strong>de</strong>rwijs op <strong>de</strong> ‘eigen’ scholen en <strong>de</strong> sociale <strong>in</strong>frastructuur. Ook op <strong>de</strong>ze terre<strong>in</strong>en issprake van een basis- en een <strong>buurt</strong>pakket.222De toewijz<strong>in</strong>g van <strong>buurt</strong>rechten zal ongetwijfeld lei<strong>de</strong>n tot een aanmerkelijk <strong>buurt</strong><strong>in</strong>itiatief, waarbijbewoners voorkeurs<strong>in</strong>itiatieven aan elkaar koppelen om zo meer stemmen te verzamelen enook elkaar proberen te overtuigen van het stemmen op het z<strong>in</strong>volste voorstel. De permanentievan <strong>de</strong> bewonersbetrokkenheid wordt vergroot. Initiatiefnemers moeten immers waarborgen dathun voorstel ook bij <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> verkiez<strong>in</strong>g hoog op <strong>de</strong> lijst komt te staan. Initiatieven zon<strong>de</strong>rvoldoen<strong>de</strong> draagvlak verdwijnen vanzelf.Vooropstaat dat <strong>de</strong> burger wat te w<strong>in</strong>nen moet hebben bij zijn betrokkenheid bij <strong>de</strong> <strong>buurt</strong> en/ofwat te verliezen <strong>in</strong> het omgekeer<strong>de</strong> geval van niet-betrokkenheid. Het overnemen en na<strong>de</strong>ruitwerken van ons voorstel vereist wel een vertrouwen <strong>in</strong> het goe<strong>de</strong> van <strong>de</strong> mens: het is <strong>in</strong>grijpen<strong>de</strong>n daardoor niet risicovrij. Aan <strong>de</strong> positieve kant staat evenwel <strong>de</strong> grotere en blijven<strong>de</strong>betrokkenheid en <strong>de</strong> verleid<strong>in</strong>g tot een gezamenlijke reflectie van <strong>buurt</strong>bewoners <strong>in</strong> het ka<strong>de</strong>r van<strong>de</strong> bestemm<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>rechten. Dat schept <strong>de</strong> randvoorwaar<strong>de</strong>n voor <strong>de</strong> leren<strong>de</strong> en leven<strong>de</strong><strong>buurt</strong> waarover we eer<strong>de</strong>r spraken. Het is zeer wel mogelijk dat een <strong>buurt</strong>rechtensysteem ook kanbijdragen aan het dichten van <strong>de</strong> politieke vertrouwenskloof. Democratische <strong>in</strong>stituties, die meervertrouwen geven aan burgers, mogen bij gebleken succes re<strong>de</strong>lijkerwijs rekenen op een grotervertrouwen van die burgers. We weten dat niet met zekerheid omdat ons voorstel zo ver buiten <strong>de</strong>gebaan<strong>de</strong> wegen ligt dat extrapolatie van bestaan<strong>de</strong> ervar<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> b<strong>in</strong>nen- of buitenland geenuitsluitsel biedt.6.6 vier<strong>de</strong> aanbevel<strong>in</strong>g: wees bereid tot een cultuuromslagWil <strong>de</strong> voorgestel<strong>de</strong> tweesporenaanpak succesvol zijn, dan vereist die ook eencultuuromslag <strong>in</strong> het bestuur. Zoals we eer<strong>de</strong>r schetsten, wijkt <strong>de</strong> <strong>in</strong>vull<strong>in</strong>g van<strong>de</strong> bestuurlijke spann<strong>in</strong>gsvel<strong>de</strong>n sterk af van <strong>de</strong> bestaan<strong>de</strong> gang van zaken. De


<strong>de</strong> weg vooruitdrempels die moeten wor<strong>de</strong>n overwonnen, zijn zodanig dat alleen een geheelan<strong>de</strong>re manier van <strong>de</strong>nken en doen succesvol kan zijn.De overgang is het meest beperkt bij <strong>de</strong> sociale herover<strong>in</strong>g; <strong>in</strong> feite gebeurt erdaar al veel. De beleidsaanpak wordt, zeker op <strong>de</strong> ‘heetste’ plaatsen <strong>in</strong> <strong>de</strong> groteste<strong>de</strong>n, steeds ver<strong>de</strong>r gedifferentieerd en sociale spelers werken steeds <strong>in</strong>tensieversamen bij <strong>de</strong> uitvoer<strong>in</strong>g van een <strong>in</strong>tegraal beleid. Zij wor<strong>de</strong>n daarbij steedsdirigistischer: zij stellen en handhaven aangescherpte regels en zitten bovenop<strong>de</strong> har<strong>de</strong> bewonerskernen. Vanzelfsprekend is het echter niet en het is niet overdrevente spreken van <strong>de</strong> noodzaak van een cultuuromslag als het gaat om <strong>de</strong>‘uitburger<strong>in</strong>g’ van beleidsmakers, <strong>de</strong> toets<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> gemaakte ka<strong>de</strong>rafsprakenmet sociale spelers (met <strong>in</strong>begrip van het, <strong>in</strong>dien noodzakelijk, ontslaan vanwanpresteren<strong>de</strong> voorlie<strong>de</strong>n), <strong>de</strong> aanstell<strong>in</strong>g van sterke sleutelhou<strong>de</strong>rs, en hetconcentreren van het welzijnswerk op kwetsbare <strong>in</strong>dividuen en groepen met eenon<strong>de</strong>raannemersrol waar het gaat om <strong>de</strong> sociale herover<strong>in</strong>g. In veel gemeenten ishet verre van vanzelfsprekend dat parallel aan <strong>de</strong> herover<strong>in</strong>gsslag al moet wor<strong>de</strong>nbegonnen met <strong>de</strong> opbouw naar een bestendige situatie van constructieve ontevre<strong>de</strong>nheid(Fung 2004: 69-98).Een cultuuromslag is echter nog meer nodig bij het kansgedreven beleid <strong>in</strong>mid<strong>de</strong>nstands- en voorstands<strong>buurt</strong>en. De sociale spelers moeten <strong>de</strong> sprongmaken van een aanbodgedom<strong>in</strong>eer<strong>de</strong>, <strong>in</strong>stitutionele logica naar een sterker accentop een vraaglogica. De Raad voor Maatschappelijke Ontwikkel<strong>in</strong>g (rmo) spreekt<strong>in</strong> dit verband van horizontaliser<strong>in</strong>g (rmo 2002). De overheid moet zich concentrerenop het <strong>in</strong>spireren van (potentiële) trekkers. Als te on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n taak rustop <strong>de</strong> politiek <strong>de</strong> verantwoor<strong>de</strong>lijkheid van het waarborgen van een a<strong>de</strong>quaattoezicht en van voldoen<strong>de</strong> cont<strong>in</strong>uïteit.223Op alle vier spann<strong>in</strong>gsvel<strong>de</strong>n (par. 4.2) is sprake van een verschuiv<strong>in</strong>g naar l<strong>in</strong>ks,zeker ten aanzien van <strong>de</strong> coproductie van beleid en het <strong>in</strong> acht nemen van eenpassen<strong>de</strong> afstand. Het on<strong>de</strong>rscheid met <strong>de</strong> gewenste cultuur voor <strong>de</strong> socialeherover<strong>in</strong>g wordt bovendien juist op die punten groter; dat stelt b<strong>in</strong>nen éénenkele organisatie hoge eisen aan <strong>de</strong> frontlijnwerkers, maar vooral aan het managementen <strong>de</strong> bestuur<strong>de</strong>rs. Voorlie<strong>de</strong>n bij gemeente en sociale spelers hebbenimmers, vooral <strong>in</strong> grote ste<strong>de</strong>n, gelijktijdig van doen met bei<strong>de</strong> uitdag<strong>in</strong>gen enhet is slechts we<strong>in</strong>igen gegeven, zo laat <strong>de</strong> ervar<strong>in</strong>g zien, te excelleren <strong>in</strong> meer danéén ‘sport’.In <strong>de</strong> voorgaan<strong>de</strong> paragrafen leg<strong>de</strong>n we een menukaart voor waaruit beleidsmakersen -uitvoer<strong>de</strong>rs kunnen kiezen. Zij hoeven dat niet te doen. In <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong>paragrafen doen we een aantal m<strong>in</strong><strong>de</strong>r vrijblijven<strong>de</strong> aanbevel<strong>in</strong>gen, die bij eengoe<strong>de</strong> uitvoer<strong>in</strong>g <strong>de</strong> cultuuromslagen kunnen versnellen. We doen dat <strong>in</strong> hetbesef dat ook aan <strong>de</strong> zij<strong>de</strong> van bewoners, civil society en private partijen <strong>de</strong>nodige aanpass<strong>in</strong>gen noodzakelijk zijn om het maximale ren<strong>de</strong>ment uit een<strong>buurt</strong>gericht beleid te halen. Het voortouw ligt echter bij <strong>de</strong> overheid en <strong>de</strong> socialespelers, die nieuwe richt<strong>in</strong>gen moeten uitzetten en het verloren vertrouwen


vertrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>dienen te herstellen. In zich herstellen<strong>de</strong> <strong>buurt</strong>en moeten ze bovendien <strong>de</strong>ruimte durven laten, die bewoners en civil society uitdaagt tot het vormgevenaan een leren<strong>de</strong> omgev<strong>in</strong>g. We doen daarom een tweevoudige oproep: (1) socialespelers: han<strong>de</strong>l meer vanuit het perspectief van bewoners; (2) overheid: neem hetvoortouw.6.6.1 sociale spelers: han<strong>de</strong>l meer vanuit het perspectief vanbewonersDe sociale spelers zijn <strong>in</strong>tensief betrokken bij bei<strong>de</strong> voorgestel<strong>de</strong> beleidssporen.Bij het uitwerken van het eerste spoor – meestal <strong>in</strong> achterstands<strong>buurt</strong>en – zijnzij zelfs bepalend, wanneer dat nodig is voor het dichten van <strong>de</strong> geconstateer<strong>de</strong>kloven. Hun bestaan<strong>de</strong> plichten dienen daartoe te wor<strong>de</strong>n aangescherpt. In hettwee<strong>de</strong> spoor is <strong>de</strong> rol van <strong>de</strong> sociale spelers vooral on<strong>de</strong>rsteunend bij het bevor<strong>de</strong>renvan <strong>buurt</strong>cohesie. Dat leidt tot twee aanbevel<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> <strong>de</strong> richt<strong>in</strong>g vansociale spelers: (a) on<strong>de</strong>rhan<strong>de</strong>l bij <strong>de</strong> sociale herover<strong>in</strong>g ‘har<strong>de</strong>’ convenanten;(b) verzorg een eigen kwaliteitsimpuls.224On<strong>de</strong>rhan<strong>de</strong>l bij <strong>de</strong> sociale herover<strong>in</strong>g ‘har<strong>de</strong>’ convenantenEr is niets vrijblijvends aan <strong>de</strong> vereiste cultuuromslag van sociale spelers. Denood is <strong>in</strong> achterstands<strong>buurt</strong>en zodanig hoog gestegen dat er van hun <strong>in</strong>zet hogeverwacht<strong>in</strong>gen bestaan, zo menen grote <strong>de</strong>len van <strong>de</strong> bevolk<strong>in</strong>g, media en politiek.Koplopers on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> sociale spelers illustreren elke dag dat er veel mogelijkis, terwijl staartlopers voortdurend materiaal aandragen dat op hun beperk<strong>in</strong>genwijst. Voldoen <strong>de</strong> laatsten uit eigen beweg<strong>in</strong>g niet <strong>in</strong> voldoen<strong>de</strong> mate aan <strong>de</strong>toenemen<strong>de</strong> verwacht<strong>in</strong>gen, dan wordt <strong>de</strong> externe druk zodanig verhoogd datvan een eigenstandige afweg<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> praktijk we<strong>in</strong>ig overblijft: doe je het niet,dan wordt het wel voor je gedaan.De ‘buitenwereld’ gaat – hoe dan ook – hogere eisen stellen aan <strong>de</strong> taakuitvoer<strong>in</strong>gvan <strong>de</strong> sociale spelers. Ze kunnen afwachten tot dat gebeurt of zelf het voortouwnemen. Wij adviseren het laatste. Overhe<strong>de</strong>n en bewonersorganisaties kunnenalleen convenanten afsluiten met sociale spelers die hun eigen huis op or<strong>de</strong>hebben en die als betrouwbare partners willen en kunnen fungeren. Dat is op ditmoment onvoldoen<strong>de</strong> het geval. Zoals altijd wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> goe<strong>de</strong>n geremd door <strong>de</strong>kwa<strong>de</strong>n: meelifters of – <strong>in</strong> enkele gevallen – zuivere w<strong>in</strong>stjagers. Stevige <strong>in</strong>terneafspraken per sector, met <strong>in</strong>begrip van een systeem van ‘tuchtig<strong>in</strong>g’ van kwa<strong>de</strong>n,moeten daartoe <strong>de</strong> basis vormen (wrr 2004).Dat gezegd zijn<strong>de</strong> kunnen sociale spelers evenwel alleen <strong>in</strong>houd geven aan eenverantwoor<strong>de</strong>lijkheid als hoofdaannemer <strong>in</strong>dien zij beschikken over aangescherpterechten en mid<strong>de</strong>len. Men kan hierbij <strong>de</strong>nken aan het doorbreken van <strong>de</strong>huidige privacyregels bij het volgen van <strong>de</strong> har<strong>de</strong> kern van probleembewoners ofaan het bijstellen van <strong>de</strong> regels op het gebied van huurbescherm<strong>in</strong>g (wooncorporaties),ou<strong>de</strong>rbetrokkenheid (scholen) en veiligheidseffectrapportage en <strong>buurt</strong>schouw(politie).


<strong>de</strong> weg vooruitWanneer plichten en rechten eenmaal <strong>in</strong> evenwicht zijn, dient ook een har<strong>de</strong>afreken<strong>in</strong>g plaats te v<strong>in</strong><strong>de</strong>n. Bij wanprestatie en onvoldoen<strong>de</strong> zelfcorrectie moet<strong>de</strong> mogelijkheid van corrigerend <strong>in</strong>grijpen bestaan. Zowel bewoners, me<strong>de</strong>werkersals bestuur<strong>de</strong>rs moeten aan <strong>de</strong> alarmbel kunnen trekken bij het ontstaan van<strong>de</strong>structieve ontevre<strong>de</strong>nheid met <strong>de</strong> gelever<strong>de</strong> prestaties. Een aandachtspuntvormt ook <strong>de</strong> overdracht bij voltooi<strong>in</strong>g: te vaak wor<strong>de</strong>n <strong>in</strong>itiatieven genomenzon<strong>de</strong>r dat is overeengekomen hoe en wanneer <strong>de</strong> sociale herover<strong>in</strong>g wordtbeë<strong>in</strong>digd en hoe <strong>de</strong> cont<strong>in</strong>uïteit van <strong>de</strong> bereikte resultaten wordt gewaarborgd.Door ka<strong>de</strong>rafspraken met <strong>de</strong> overheid dienen <strong>de</strong> voorwaar<strong>de</strong>n te wor<strong>de</strong>n bewerkstelligdvoor z<strong>in</strong>vol <strong>buurt</strong>werk. Sociale spelers zijn gebaat bij m<strong>in</strong><strong>de</strong>r maar toegespitsteregelgev<strong>in</strong>g, bijvoorbeeld door het schrappen van onnodige beperk<strong>in</strong>genen het stellen van maximale bestuurstermijnen. Voor het behoud van een vitaalplatteland is speciale aandacht wenselijk voor het creëren van plattelandsprogramma’sdie <strong>in</strong>spelen op <strong>de</strong> eigen behoeften en mogelijkhe<strong>de</strong>n van kle<strong>in</strong>e en relatiefhechte dorpen. Ten slotte is aandacht vereist voor een aangepaste bestuurlijkevormgev<strong>in</strong>g (zoals een <strong>buurt</strong>adviesraad voor <strong>de</strong> politie en <strong>buurt</strong>vertegenwoordigers<strong>in</strong> het bestuur van scholen, wooncorporaties of welzijnsorganisaties).Verzorg een eigen kwaliteitsimpulsDe sociale spelers mogen wor<strong>de</strong>n aangekeken op eigen <strong>in</strong>itiatief en verhoog<strong>de</strong>kwaliteit (Kremer en Verplanke 2004; Van Vliet et al. 2004; Van Veenen 2004).Dat geldt voor <strong>de</strong> ontwikkel<strong>in</strong>g van een aangepast <strong>in</strong>strumentarium (bijvoorbeeld<strong>in</strong> <strong>de</strong> vorm van activerend enquêteren), <strong>buurt</strong>vergelijk<strong>in</strong>g met behulp vandoordachte benchmark<strong>in</strong>g en reflectie <strong>in</strong> het ka<strong>de</strong>r van gezamenlijke werkgroepenb<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> <strong>buurt</strong> of focusgroepen van koplopers. Er kan meer wor<strong>de</strong>n geprofiteerdvan <strong>de</strong> ervar<strong>in</strong>g die op een groot aantal plaatsen is opgebouwd op hetgebied van opbouwwerk, bre<strong>de</strong> scholen/k<strong>in</strong><strong>de</strong>ropvang, dienstverlen<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong>vorm van klussendiensten of dorpspunten, servicew<strong>in</strong>kels, enzovoort. Eengestructureer<strong>de</strong> en geïntensiveer<strong>de</strong> uitwissel<strong>in</strong>g van ervar<strong>in</strong>gen en i<strong>de</strong>eën stimuleert.Bovendien bevor<strong>de</strong>rt <strong>de</strong>ze netwerkvorm<strong>in</strong>g <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>ge kruisbestuiv<strong>in</strong>g.De overdracht van succesvolle ervar<strong>in</strong>g kan ook wor<strong>de</strong>n bevor<strong>de</strong>rd door ketenvorm<strong>in</strong>g,waarbij lokale <strong>in</strong>itiatieven zijn verenigd <strong>in</strong> een – al dan niet commerciële– koepelorganisatie (Putnam 2000: 278 e.v.). Te <strong>de</strong>nken valt aan <strong>de</strong> franchiseketens(‘McDonald’s’) die nu al tot bloei komen op het terre<strong>in</strong> van crèchesen zelfs opbouwwerk (zie bijlage 1, stap 2a).225De voor het realiseren van <strong>de</strong>ze aanbevel<strong>in</strong>gen vereiste cultuuromslag mag nietwor<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>rschat. Vanzelfsprekend bestaat ook b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> aanbodgedrevenwerkwijzen van dit moment oog voor <strong>de</strong> bewoners; het zou veldwerkers enleid<strong>in</strong>ggeven<strong>de</strong>n bij <strong>de</strong> sociale spelers tekort doen an<strong>de</strong>rsz<strong>in</strong>s te suggereren.Echter, zoveel mag wor<strong>de</strong>n geconclu<strong>de</strong>erd uit het voorgaan<strong>de</strong>, een accent op <strong>de</strong>vraaglogica van bewoners stelt toch weer an<strong>de</strong>re eisen. Dat is doenbaar waar hetgaat om <strong>de</strong> zogenoem<strong>de</strong> har<strong>de</strong> cultuurelementen, <strong>de</strong> strategie bijvoorbeeld die <strong>de</strong>sociale spelers en bewoners houvast biedt en die meer dan tevoren vorm dient tekrijgen via <strong>de</strong> <strong>in</strong>breng van on<strong>de</strong>raf.


vertrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>Datzelf<strong>de</strong> geldt voor <strong>de</strong> overlegstructuren en communicatiesystemen, die nietlanger door <strong>de</strong> sociale spelers wor<strong>de</strong>n bepaald met <strong>in</strong>begrip van <strong>de</strong> samenstell<strong>in</strong>gvan <strong>buurt</strong>ra<strong>de</strong>n en <strong>de</strong> overlegagenda. Er zijn an<strong>de</strong>re methodieken wenselijk zoalshet activerend enquêteren en het <strong>in</strong>zamelen van an<strong>de</strong>re gegevens om niet alleen<strong>de</strong> beleidsmakers maar ook <strong>de</strong> bewoners te voorzien <strong>in</strong> hun behoefte aan <strong>in</strong>formatieop bijvoorbeeld het gebied van veiligheid. Maar steeds betreft het <strong>de</strong> papierenkant van het proces: het vraagt een <strong>in</strong>spann<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> sociale spelers, maar alsze er voor gaan zitten, is <strong>de</strong> taakstell<strong>in</strong>g allesz<strong>in</strong>s uitvoerbaar.Dat is moeilijker waar het gaat om <strong>de</strong> ‘zachte’ cultuurelementen. Er is nu vaaksprake van een dubbele kloof: een externe tussen organisaties en bewoners eneen <strong>in</strong>terne tussen bestuur<strong>de</strong>rs en veldwerkers. De laatste kloof wordt veelvuldigon<strong>de</strong>rschat. Veelal blijken bestuur<strong>de</strong>rs aan <strong>de</strong> verga<strong>de</strong>rtafels gedreven door eencomb<strong>in</strong>atie van <strong>de</strong> <strong>in</strong>stitutionele logica van Den Haag en hun koepelorganisaties– het maatschappelijk mid<strong>de</strong>nveld – en <strong>de</strong> provisielogica van hun uitvoeren<strong>de</strong>organisaties. Veldwerkers aan <strong>de</strong> frontlijn ‘wieberen’ echter tussen diezelf<strong>de</strong>provisielogica en <strong>de</strong> vraaglogica van ‘hun’ bewoners.226Om bei<strong>de</strong> kloven te dichten is een aanmerkelijke <strong>in</strong>spann<strong>in</strong>g vereist op weerbarstigepunten. Eer<strong>de</strong>r, <strong>in</strong> paragraaf 4.3, spraken we over <strong>de</strong> drempels voor veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g:<strong>de</strong> korte tijdshorizon van zowel politici als bewoners, <strong>de</strong> ‘foute’ structurenen systemen, het onbegrip voor elkaars drijfveren en <strong>de</strong> onzekere sleutelhou<strong>de</strong>rs.Met uitzon<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g van het twee<strong>de</strong> punt betreft het zachte aspecten van <strong>de</strong> omgangvan sociale spelers en <strong>buurt</strong>. Wordt het accent dus verplaatst van aanbod- naarvraaggedreven beleid, dan wordt van <strong>de</strong> ‘verliezen<strong>de</strong>’ partij veel gevraagd.Bestuur<strong>de</strong>rs moeten veel opgeven van hun traditionele verworvenhe<strong>de</strong>n <strong>in</strong> hunrelatie met bewoners. Dat vereist een zorgvuldig gestuur<strong>de</strong> overgang die ookbestand is tegen <strong>de</strong> frivoliteiten van <strong>de</strong> alledaagse politiek.6.6.2 gemeentelijke overheid: neem het voortouwBeleidsmakers bij <strong>de</strong> overheid moeten beseffen dat het hun taak is <strong>de</strong>r<strong>de</strong>n teon<strong>de</strong>rsteunen <strong>in</strong> plaats van zelf het voortouw te nemen. De vereiste cultuuromslagis ook nu groot. De strategie moet <strong>de</strong> twee beleidssporen on<strong>de</strong>rkennen enzich niet overmatig beperken tot <strong>de</strong> repressieve kant van <strong>de</strong> sociale herover<strong>in</strong>g.Zelfs aan die kant moet <strong>de</strong> overheid bovendien het voortouw durven te laten aan<strong>de</strong> sociale spelers. De systemen en procedures benadrukken meer dan nu <strong>de</strong>vraaglogica en dienen bewoners en frontlijnwerkers te faciliteren en niet <strong>in</strong> <strong>de</strong>eerste plaats bestuur<strong>de</strong>rs. De structuren gaan m<strong>in</strong><strong>de</strong>r uit van hiërarchie maarveeleer van ‘horizontale’ netwerken met ge<strong>de</strong>el<strong>de</strong> bevoegdhe<strong>de</strong>n en verantwoor<strong>de</strong>lijkhe<strong>de</strong>n.Echter, zoals bij <strong>de</strong> sociale spelers, zijn <strong>de</strong> grootste slagen vereist bij <strong>de</strong> zachtecultuurelementen. De stijl is dienend <strong>in</strong> plaats van ‘gebie<strong>de</strong>nd’. De gemeentelijkeoverheid glorieert door het succes van an<strong>de</strong>ren; een regisseur staat m<strong>in</strong><strong>de</strong>r <strong>in</strong> <strong>de</strong>schijnwerpers dan <strong>de</strong> spelers op het toneel. Dit betekent ook dat <strong>de</strong> verwacht<strong>in</strong>-


<strong>de</strong> weg vooruitgen die <strong>de</strong> politieke en ambtelijke trekkers van hun eigen rol hebben, an<strong>de</strong>rs zijn.Ze moeten zichtbaar zijn als het ‘fout’ gaat en onzichtbaar bij succes. Het vakwordt er niet eenvoudiger op: <strong>de</strong> trekkers moeten ‘goed’ zijn bij repressie, maarook bij opbouw en veranker<strong>in</strong>g van sociale cohesie en van het ene op het an<strong>de</strong>remoment kunnen omschakelen. En vooral dienen zij <strong>in</strong> staat te zijn een visie teontwikkelen en uit te dragen, zodat het draagvlak on<strong>de</strong>r beleidsmakers, -uitvoer<strong>de</strong>rsen bewoners is gewaarborgd.Gemeenten dienen, op die terre<strong>in</strong>en en momenten dat het nodig is, <strong>de</strong> regie <strong>in</strong>han<strong>de</strong>n te hou<strong>de</strong>n. Waar zij echter afhankelijk zijn van <strong>de</strong> uitvoer<strong>in</strong>g door frontlijnwerkersen bewoners, geldt een aantal aanbevel<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> hun richt<strong>in</strong>g: (a)doorbreek <strong>de</strong> bestaan<strong>de</strong> rout<strong>in</strong>es bij <strong>de</strong> benoem<strong>in</strong>g en on<strong>de</strong>rsteun<strong>in</strong>g van sterketrekkers; (b) ga uit van een concreet ‘script’; (c) meet en evalueer <strong>de</strong> voortgang, <strong>in</strong>samenwerk<strong>in</strong>g met an<strong>de</strong>re gemeenten.Doorbreek <strong>de</strong> bestaan<strong>de</strong> rout<strong>in</strong>es bij <strong>de</strong> benoem<strong>in</strong>g en on<strong>de</strong>rsteun<strong>in</strong>g vansterke trekkersDe sleutel voor succes is gelegen <strong>in</strong> het benoemen van krachtigebestuur<strong>de</strong>rs/rug<strong>de</strong>kkers (wethou<strong>de</strong>rs, topambtenaren) en het benoemen enaf<strong>de</strong>kken van sterke contactambtenaren (‘oploss<strong>in</strong>gsmakelaars’). Daarnaast moeteen soli<strong>de</strong> frontlijn wor<strong>de</strong>n gewaarborgd door óf het aantrekken en vasthou<strong>de</strong>nvan ‘goe<strong>de</strong>’ ambtenaren (on<strong>de</strong>r meer door het bie<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> sterkste belon<strong>in</strong>gvoor <strong>de</strong> zwaarst belaste schou<strong>de</strong>rs) óf het op programmabasis versterken van <strong>de</strong>frontlijn (Hortulanus 1999: 47). In een leren<strong>de</strong> omgev<strong>in</strong>g, met <strong>de</strong> daarbijbehoren<strong>de</strong>experimenten, zullen <strong>de</strong>ze trekkers van het eerste uur zich soms onzekervoelen en behoefte hebben aan <strong>de</strong> <strong>in</strong>spiratie die uitgaat van mensen <strong>in</strong> een soortgelijkepositie. Het is daarom van belang om op alle relevante niveaus focusgroepente organiseren waar<strong>in</strong> ze met lotgenoten kunnen reflecteren op hun eigenwijze van functioneren.227Ga uit van een concreet ‘script’In <strong>de</strong> eerste plaats dient <strong>de</strong> uitvoer<strong>in</strong>g van ‘normale’ taken te wor<strong>de</strong>n versterkt oppunten als het vergroten van <strong>de</strong> toegankelijkheid voor <strong>buurt</strong><strong>in</strong>itiatieven, het<strong>in</strong>frastructureel steunen van <strong>de</strong>elgemeenten of <strong>buurt</strong>en (met <strong>in</strong>begrip vandorpen), het waarborgen van frontlijnvaardighe<strong>de</strong>n en het versterken van hunon<strong>de</strong>rhan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gsvaardighe<strong>de</strong>n op het gebied van convenanten. Er moet speelruimtebestaan voor een leren<strong>de</strong> omgev<strong>in</strong>g, on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re door niet alle overheidsgeldvast te zetten <strong>in</strong> reguliere budgetten.Er is daarnaast behoefte aan nieuw beleid, waarbij we het – nogmaals – niet zoeken<strong>in</strong> additionele gebo<strong>de</strong>n en verbo<strong>de</strong>n. Zo moet veeleer wor<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>rzocht hoebestaan<strong>de</strong> drempels voor <strong>buurt</strong>gerichte <strong>in</strong>itiatieven kunnen wor<strong>de</strong>n verlaagd, bijvoorbeelddoor het <strong>de</strong>reguleren of herreguleren van het overmatig verfijn<strong>de</strong> sociaalbeleid en het aanstellen van contactambtenaren, die als facilitator voor <strong>buurt</strong>bewonersen sociale spelers b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> gemeentelijke organisatie kunnen dienen.De overheid heeft ook een taak bij het zaaien en bemesten van <strong>in</strong>itiatieven, bij-


vertrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>voorbeeld door het aanstellen van oploss<strong>in</strong>gsmakelaars en het bie<strong>de</strong>n van programmaon<strong>de</strong>rsteun<strong>in</strong>gaan <strong>buurt</strong><strong>in</strong>itiatieven. Voorts kan het script zich richtenop ‘spannen<strong>de</strong>’ beleidsvoorstellen zoals het eer<strong>de</strong>r besproken formaliseren vanhuidig ‘non-beleid’ en het bevor<strong>de</strong>ren van <strong>de</strong> vestig<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> creatieve kern.In het bijzon<strong>de</strong>r <strong>in</strong> achterstands<strong>buurt</strong>en dient het script <strong>de</strong> hoofdlijnen uit tezetten voor het vasthou<strong>de</strong>n van ‘w<strong>in</strong>naars’. Dat kan gaan om een toegespitstwoonbeleid, met <strong>in</strong>begrip van huurkoop en doorstroomwon<strong>in</strong>gen, om huisbezitterste b<strong>in</strong><strong>de</strong>n aan hun woonomgev<strong>in</strong>g. Het kan zich evengoed toeleggen op hetbehou<strong>de</strong>n van taalvaardige scholieren op zwarte scholen, succesvolle on<strong>de</strong>rnemersen trekkers van <strong>de</strong> civil society: elk op hun manier b<strong>in</strong>nen hun naaste omgev<strong>in</strong>gbelangrijk als kern voor sociale opbloei. De gemeente dient a<strong>de</strong>quate spelregels<strong>in</strong> te bouwen en te handhaven over het nakomen van afspraken door <strong>de</strong>sociale spelers. Tegenover bewoners en an<strong>de</strong>re sociale spelers is het essentieel <strong>de</strong>geloofwaardigheid te waarborgen, <strong>de</strong>snoods door het nemen van zichtbare en<strong>in</strong>grijpen<strong>de</strong> actie tegen wanpresteer<strong>de</strong>rs. Er mag niets vrijblijvends zijn aan <strong>de</strong>overeengekomen convenanten.228Meet en evalueer <strong>de</strong> voortgang, <strong>in</strong> samenwerk<strong>in</strong>g met an<strong>de</strong>re gemeentenDe gemeenten dienen gezamenlijk, bijvoorbeeld via <strong>de</strong> vng, <strong>de</strong> voortgang vanhet <strong>buurt</strong>beleid <strong>in</strong> kaart te brengen en te evalueren (monitoren). Zeker tij<strong>de</strong>ns eeneerste veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gsgolf kan het kritische oog van buitenstaan<strong>de</strong>rs daarbij helpen,om te voorkomen dat het <strong>buurt</strong>beleid ongewenst doorschiet ten gunste van eenmaatschappelijke bovenlaag. Aandachtspunten zijn bijvoorbeeld <strong>de</strong> vormgev<strong>in</strong>gvan beheersconvenanten met <strong>buurt</strong>organisaties <strong>in</strong> voorstands<strong>buurt</strong>en (wordtopenbaar groen niet ‘uitgeleverd’ aan een te kle<strong>in</strong> aantal bewoners?) en vangebiedsgerichte convenanten met wooncorporaties en projectontwikkelaars(ontaar<strong>de</strong>n ze niet <strong>in</strong> ‘chique’ projectontwikkel<strong>in</strong>g-met-een-sausje?), <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>preventiemet <strong>in</strong>zet van particuliere beveilig<strong>in</strong>gsdiensten en <strong>de</strong> totstandkom<strong>in</strong>gvan bre<strong>de</strong> scholen ten behoeve van <strong>de</strong> k<strong>in</strong><strong>de</strong>ropvang van welgestel<strong>de</strong> tweeverdienersof het excessief ‘plezieren’ van <strong>de</strong> creatieve kern.6.6.3 kosten en batenVelen vroegen ons – terecht – om <strong>de</strong> kosten die met een <strong>de</strong>rgelijke aanpakgemoeid kunnen zijn en <strong>de</strong> vereiste aanpass<strong>in</strong>g van wet- en regelgev<strong>in</strong>g. Herlez<strong>in</strong>gvan <strong>de</strong> voorgaan<strong>de</strong> menukaart en bovenstaan<strong>de</strong> aanbevel<strong>in</strong>gen wijst uit dat<strong>de</strong> praktische drempels op bei<strong>de</strong> terre<strong>in</strong>en beperkt zijn. Het gaat bij <strong>de</strong> – nu reedsdure – sociale herover<strong>in</strong>g om versterkte accenten: beter huiswerk, stimuleren vaneen kopgroep van sociale spelers en van particuliere <strong>in</strong>itiatieven, enzovoort. Inveel gemeenten wordt daar al actief aan gewerkt en <strong>de</strong> extra kosten zijn beperkt.Zelfs een hogere betal<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> zwaarst belaste frontlijnwerkers komt i<strong>de</strong>alitertot stand door herschikk<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> nu al beschikbare mid<strong>de</strong>len.Dat ligt an<strong>de</strong>rs bij <strong>de</strong> veelvuldig on<strong>de</strong>rschatte veranker<strong>in</strong>g: <strong>de</strong> langetermijncont<strong>in</strong>uïteitvan beleid is zel<strong>de</strong>n gewaarborgd, <strong>de</strong> civil society wordt beperkt gestimu-


<strong>de</strong> weg vooruitleerd, <strong>de</strong> economische pijler is beleidsmatig verwaarloosd, <strong>de</strong> opstap naar hetvmbo krijgt te we<strong>in</strong>ig aandacht. Hier gel<strong>de</strong>n echter <strong>de</strong> twee alou<strong>de</strong> gezeg<strong>de</strong>s:nooit dweilen met <strong>de</strong> kraan open, en <strong>de</strong> kost gaat voor <strong>de</strong> baat uit. Sociale herover<strong>in</strong>gzon<strong>de</strong>r een gelijktijdige bestendig<strong>in</strong>g vormt een we<strong>in</strong>ig z<strong>in</strong>volle symptoombestrijd<strong>in</strong>g.De maatschappelijke meerwaar<strong>de</strong> van een geslaag<strong>de</strong> herover<strong>in</strong>g zijnbovendien groot; <strong>in</strong> paragraaf 5.3.1 g<strong>in</strong>gen we daarop <strong>in</strong>. Het verdient echter stelligaanbevel<strong>in</strong>g om na<strong>de</strong>r on<strong>de</strong>rzoek te doen naar <strong>de</strong> kosten-batenverhoud<strong>in</strong>g vaneen grotere <strong>in</strong>zet door bijvoorbeeld wooncorporaties; een aanzet daartoe wordtop dit moment op een aantal plaatsen gegeven.Van verschillen<strong>de</strong> zij<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n vraagtekens gezet bij <strong>de</strong> noodzaak dan welwenselijkheid van een kansgedreven beleid. Laten we vooropstellen dat ook <strong>de</strong>kosten hiervan goed<strong>de</strong>els beperkt zijn. Het gaat om zaken als <strong>de</strong> professioneleon<strong>de</strong>rsteun<strong>in</strong>g van bewoners en sociale spelers. Stellig zijn er aanzienlijke(ver)bouwkosten gemoeid met <strong>de</strong> totstandkom<strong>in</strong>g van ontmoet<strong>in</strong>gsplekken enbre<strong>de</strong> scholen. Speciaal op het twee<strong>de</strong> punt zijn <strong>de</strong> daarmee verbon<strong>de</strong>n baten, <strong>in</strong><strong>de</strong> vorm van grotere mogelijkhe<strong>de</strong>n voor tweeverdieners, echter vermoe<strong>de</strong>lijkzodanig dat <strong>de</strong> <strong>in</strong>vester<strong>in</strong>g snel wordt terugverdiend. Ook het aantrekken van <strong>de</strong>creatieve kern, nu al door meer<strong>de</strong>re gemeenten nagestreefd, kost serieus geld. Hetbetreft een langetermijn<strong>in</strong>vester<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het sociale en on<strong>de</strong>rnem<strong>in</strong>gsklimaat vaneen ste<strong>de</strong>lijke omgev<strong>in</strong>g, die alleen bij een doordachte aanpak ren<strong>de</strong>ert en daaromop een bewuste politieke besluitvorm<strong>in</strong>g moet stoelen.229Maar belangrijker dan <strong>de</strong> directe kosten-batenanalyse is het besef dat ‘we’ alssamenlev<strong>in</strong>g met een majeur vraagstuk wor<strong>de</strong>n geconfronteerd waarbij een grote<strong>in</strong>zet van mid<strong>de</strong>len geoorloofd zou dienen te zijn. In hoofdstuk 5 wezen we op <strong>de</strong>politieke vertrouwenskloof on<strong>de</strong>r met name afzijdige en afwachten<strong>de</strong> burgers.We kunnen geen zekerheid bie<strong>de</strong>n dat een tweesporenaanpak van het <strong>buurt</strong>beleidtot <strong>de</strong> oploss<strong>in</strong>g daarvan kan bijdragen. Het is echter allesz<strong>in</strong>s mogelijk datspeciaal <strong>de</strong> veel ver<strong>de</strong>rgaan<strong>de</strong> aanbevel<strong>in</strong>gen, die we <strong>in</strong> <strong>de</strong> vorige paragraaf <strong>de</strong><strong>de</strong>n,ook op dit punt tot een doorbraak kunnen lei<strong>de</strong>n. Een kansgedreven beleid is <strong>in</strong>die z<strong>in</strong> geen luxe: geen leuke d<strong>in</strong>gen voor <strong>de</strong> mensen, maar een noodzaak.Er gel<strong>de</strong>n bij onze voorstellen we<strong>in</strong>ig beperk<strong>in</strong>gen vanuit wet- en regelgev<strong>in</strong>g.Het gaat om een aanscherp<strong>in</strong>g en formaliser<strong>in</strong>g van bestaan<strong>de</strong> spelregels zoalsover privacy en een <strong>de</strong>- en herreguler<strong>in</strong>g op sociaal gebied. Nieuw beleid is vooralstimulerend; <strong>de</strong>nk aan <strong>buurt</strong>preventie en bre<strong>de</strong> scholen. Ook <strong>de</strong> additionelebureaucratie, die sommigen vermoe<strong>de</strong>n achter onze i<strong>de</strong>eën over <strong>buurt</strong>rechten en<strong>de</strong>rgelijke, is beperkt. In feite gaat het om een – sterk verbeter<strong>de</strong> – uitwerk<strong>in</strong>g vanbestaan<strong>de</strong> aanpakken, die met behulp van mo<strong>de</strong>rne ict-mid<strong>de</strong>len allesz<strong>in</strong>suitvoerbaar is. De mogelijkhe<strong>de</strong>n voor het toepassen van meer directe vormenvan <strong>de</strong>mocratie wor<strong>de</strong>n op vele plaatsen en op vele wijzen beproefd (Dalton et al.2003; Engelen en Sie Dhian Ho 2004). Wanneer het bovendien, zoals gestelddoor Dalton, <strong>in</strong> 2002 <strong>in</strong> Houston mogelijk was om geduren<strong>de</strong> een enkel bezoekaan het stemlokaal over meer dan 100 on<strong>de</strong>rwerpen een stem uit te brengen,kunnen technologie noch <strong>de</strong> kosten daarvan prohibitief zijn.


vertrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>De grootste drempels voor veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g zijn veeleer gelegen b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> bestaan<strong>de</strong>beleidsorganisaties, die b<strong>in</strong>nen hun <strong>in</strong>stitutionele logica meer ruimte moetenbie<strong>de</strong>n aan <strong>de</strong> provisielogica van <strong>de</strong> veldwerkers en vooral <strong>de</strong> vraaglogica vanbewoners. Het gaat daarbij <strong>in</strong> <strong>de</strong> eerste plaats om <strong>de</strong> cultuuromslag waarmee weparagraaf 6.6 begonnen. Velen geven aan die weg te willen bewan<strong>de</strong>len, maar <strong>de</strong>praktijk is weerbarstig. Tegen die achtergrond is een rol weggelegd voor het rijken <strong>de</strong> prov<strong>in</strong>cies, waarop we <strong>in</strong> <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> paragraaf ge<strong>de</strong>tailleer<strong>de</strong>r <strong>in</strong>gaan.6.7 vijf<strong>de</strong> aanbevel<strong>in</strong>g, richt<strong>in</strong>g rijk en prov<strong>in</strong>cies: scheprandvoorwaar<strong>de</strong>nOnze aanbevel<strong>in</strong>gen staan of vallen bij <strong>de</strong> verwerkelijk<strong>in</strong>g van een getrapteon<strong>de</strong>rsteun<strong>in</strong>g. Allereerst: mensen <strong>in</strong> hun <strong>buurt</strong> staan centraal, maar kunnenalleen slagen <strong>in</strong>dien zij wor<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>rsteund en gestimuleerd door hun(<strong>de</strong>el)gemeente en sociale spelers. Ten twee<strong>de</strong>: <strong>de</strong> laatsten kunnen op hun beurtdie verantwoor<strong>de</strong>lijkheid alleen waarmaken <strong>in</strong>dien zij kunnen bouwen op <strong>de</strong><strong>in</strong>hou<strong>de</strong>lijke en procesmatige steun van prov<strong>in</strong>cie en rijk (figuur 6.4).230Figuur 6.4Getrapte on<strong>de</strong>rsteun<strong>in</strong>g van <strong>buurt</strong>activiteitenInspiratieRijk en prov<strong>in</strong>cie(Deel)gemeente ensociale spelersBuurt<strong>Vertrouwen</strong>Rijk en prov<strong>in</strong>cies dienen een on<strong>de</strong>rsteun<strong>in</strong>gsbeleid te ontwikkelen met eenaantal specifieke aandachtspunten die op dit moment onvoldoen<strong>de</strong> wor<strong>de</strong>non<strong>de</strong>rkend. Soms betreft dat een operationele faciliter<strong>in</strong>g. We wezen al op hetbelang van een hoogwaardige on<strong>de</strong>rsteun<strong>in</strong>gsmogelijkheid ten behoeve vankle<strong>in</strong>e (<strong>de</strong>el)gemeenten <strong>in</strong> <strong>de</strong> rol van oploss<strong>in</strong>gsmakelaar of als tegenspeler voor


<strong>de</strong> weg vooruitmachtige spelers als bedrijven en projectontwikkelaars bij grootschalige <strong>in</strong>frastructureleplannen. Een aantal malen wezen we ook op <strong>de</strong> wenselijkheid vanon<strong>de</strong>rsteunend beleid dat <strong>de</strong> reikwijdte van <strong>de</strong> <strong>buurt</strong> of <strong>de</strong> gemeente (ver) teboven gaat. Daarbij valt te <strong>de</strong>nken aan het formaliseren van succesvol non-beleid.Maar het betreft ook <strong>de</strong> economische pijler van een duurzame samenlev<strong>in</strong>g – hetuitzicht op werk – die bij <strong>de</strong> veranker<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> sociale herover<strong>in</strong>g beleidsmatigtekortschiet. De reger<strong>in</strong>g zou op dit terre<strong>in</strong> wellicht leentjebuur kunnen spelenbij het Verenigd Kon<strong>in</strong>krijk, waar bedrijven en particulieren een belast<strong>in</strong>gaftrekkrijgen voor hun community <strong>in</strong>vestment (uk Community <strong>in</strong>vestment tax credit).Maar boven alles zijn twee taken van cruciaal belang voor het slagen van een<strong>buurt</strong>beleid: (a) visievorm<strong>in</strong>g; (b) aanpak van aanpalend beleid.Formuleer een robuuste visie op <strong>buurt</strong>gericht beleidBuurtbeleid kan alleen slagen <strong>in</strong>dien het breed wordt gedragen door <strong>de</strong> grote politiekepartijen en daardoor over een perio<strong>de</strong> van meer<strong>de</strong>re kab<strong>in</strong>etten uitvoerbaaris. Ook dit vereist een cultuuromslag; het recente advies Cultuur met een forspostuur van <strong>de</strong> Raad voor het Openbaar Bestuur (2004) laat daarover geen twijfelbestaan. Momenteel lijken <strong>de</strong> geesten daar rijp voor, bij <strong>de</strong> nationale politiek, hetopenbaar bestuur en <strong>de</strong> sociale spelers, en <strong>in</strong> bre<strong>de</strong> lagen van <strong>de</strong> bevolk<strong>in</strong>g. Voorhet vereiste veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gsproces kan <strong>de</strong> 15/70/15-regel wor<strong>de</strong>n gehanteerd: 15procent van <strong>de</strong> betrokken gemeenten zal ‘tegen’ zijn, 70 procent zegt alle juistewoor<strong>de</strong>n, maar kijkt het <strong>in</strong> <strong>de</strong> praktijk aan, en 15 procent is bereid ervoor te gaan.231Een werkelijk An<strong>de</strong>re Overheid kan <strong>de</strong> cruciale vonk op die (potentiële) koplopersvan een eerste veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gsgolf laten overspr<strong>in</strong>gen door hen succesvol temaken. Twee concrete aanbevel<strong>in</strong>gen kunnen hiertoe bijdragen. Ten eerste,creëer een extra experimenteerruimte met, op aanvraag, een actieve on<strong>de</strong>rsteun<strong>in</strong>gvanuit een expertteam, zoals nu al het geval is bij het groteste<strong>de</strong>nbeleid. Tentwee<strong>de</strong>, benoem een zware stuurgroep van e<strong>in</strong>dverantwoor<strong>de</strong>lijken bij overhei<strong>de</strong>n sociale spelers – een Sociaal Platform, voorgezeten door <strong>de</strong> m<strong>in</strong>ister voorBestuurlijke Vernieuw<strong>in</strong>g – die op afroep zich voordoen<strong>de</strong> drempels ruimt.Daardoor wordt <strong>de</strong> kans op vroeg succes van <strong>de</strong> koplopers groot en zullen velevan <strong>de</strong> toekijkers zich <strong>in</strong> een twee<strong>de</strong> veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gsgolf aansluiten.Rijk en prov<strong>in</strong>cies dienen <strong>de</strong> verspreid<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>gerichte aanpak (bijvoorbeelddoor mid<strong>de</strong>l van focusgroepen en het stimuleren van franchiseketens) testimuleren en overkoepelen<strong>de</strong> ka<strong>de</strong>rafspraken met <strong>de</strong> nationale of regionalekoepels van sociale spelers en particuliere partijen zoals <strong>de</strong> verzekeraars af te sluiten.Ze moeten ook het nakomen van <strong>de</strong>rgelijke convenanten bewaken, <strong>in</strong>diennodig met har<strong>de</strong> hand. Dat geldt zeker voor <strong>de</strong> afspraken met wooncorporatiesten aanzien van <strong>de</strong> sociale kant van hun activiteiten <strong>in</strong> een strakgetrokken BesluitBeheer Sociale Huursector. Maar het geldt ook voor <strong>de</strong> ka<strong>de</strong>rafspraken op hetgebied van <strong>de</strong> veiligheid met <strong>de</strong> politie (bijvoorbeeld over <strong>buurt</strong>preventie) enverzekeraars (lagere verzeker<strong>in</strong>gspremies <strong>in</strong> geval van collectieve <strong>buurt</strong>beveilig<strong>in</strong>g).


vertrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>Herbezie aanpalend beleid vanuit <strong>buurt</strong>optiekDe positie van senioren en kwetsbaren behoeft gerichte aandacht; hun latentevraag moet <strong>in</strong> kaart wor<strong>de</strong>n gebracht als basis voor een mogelijk sterk toegespitstbeleid. Op rijksniveau is een na<strong>de</strong>re bez<strong>in</strong>n<strong>in</strong>g vereist op het thema ‘jeugd’. Hethuidige beleid op het gebied van on<strong>de</strong>rwijs, veiligheid en sociale <strong>in</strong>frastructuur iste versnipperd om goed op een aantal behoeften van <strong>de</strong> <strong>buurt</strong> <strong>in</strong> te kunnen spelen.Het richt zich bovendien – vergelijkbaar met het <strong>buurt</strong>beleid – te exclusief op hetvoorkomen van misstan<strong>de</strong>n en te we<strong>in</strong>ig op het creëren van betere kansen. Eentwee<strong>de</strong> beleidsspoor lijkt wenselijk, waar<strong>in</strong> ook aandacht wordt geschonken aan<strong>de</strong> opstap naar het vmbo en <strong>de</strong> positie van bre<strong>de</strong> scholen. Het scp (2004b: 390-391) wijst recent op een mogelijke vertrag<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> totstandkom<strong>in</strong>g van bre<strong>de</strong>scholen door <strong>de</strong> grotere f<strong>in</strong>anciële beslisruimte die wordt gebo<strong>de</strong>n aan schoolbesturen.Omdat het on<strong>de</strong>rwijs hun hoofdtaak vormt, bestaat <strong>de</strong> kans dat ‘oneigenlijke’taken zoals die <strong>in</strong> een bre<strong>de</strong> school wor<strong>de</strong>n verricht, buiten boord vallen.232‘Foute’ regelgev<strong>in</strong>g dient te wor<strong>de</strong>n voorkomen of gecorrigeerd. Serieuze <strong>de</strong>reguler<strong>in</strong>gen herreguler<strong>in</strong>g zoals eer<strong>de</strong>r op an<strong>de</strong>re beleidsterre<strong>in</strong>en hebben plaatsgehad,zijn gebo<strong>de</strong>n voor het <strong>in</strong> evenwicht brengen van <strong>de</strong> sociale fijnregel<strong>in</strong>g. Hetverdient echter ook aanbevel<strong>in</strong>g <strong>de</strong> aanstaan<strong>de</strong> Wet maatschappelijke on<strong>de</strong>rsteun<strong>in</strong>g(wmo) aan een na<strong>de</strong>re analyse te on<strong>de</strong>rwerpen, met een nadruk op <strong>de</strong>mogelijk na<strong>de</strong>lige <strong>in</strong>vloed op het vrijwilligerswerk en <strong>de</strong> door velen gevrees<strong>de</strong>afbraak van <strong>de</strong> sociale <strong>in</strong>frastructuur door <strong>de</strong> voorziene bezu<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>gen en hetverstoren van bestaan<strong>de</strong> netwerken <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>en. De wmo heeft stellig positievekanten; <strong>buurt</strong>centra krijgen bijvoorbeeld veel meer aandacht van <strong>de</strong>gemeenten. Maar <strong>de</strong> wmo veron<strong>de</strong>rstelt veel kennis bij gemeenten en die is ervaak niet. Dat ligt an<strong>de</strong>rs bij sociale spelers met een bovengemeentelijke schaal,waardoor <strong>de</strong> bestaan<strong>de</strong> evenwichten wor<strong>de</strong>n doorbroken.De mogelijk negatieve doorwerk<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> Nota ruimte op <strong>de</strong> fysieke en sociale<strong>in</strong>richt<strong>in</strong>g van het platteland ten gevolge van <strong>de</strong> hoge belast<strong>in</strong>g van daarvoor niettoegeruste lagere overhe<strong>de</strong>n behoeft na<strong>de</strong>re reflectie. Voor het behoud van eenvitaal platteland is daarnaast speciale aandacht wenselijk voor het creëren van‘plattelandsregels’. Het <strong>in</strong> beleidstermen verwerken van <strong>de</strong> constater<strong>in</strong>g ‘plattelandis meer dan landbouw’ vraagt op prov<strong>in</strong>ciaal niveau om een gebiedsgerichte<strong>in</strong>vull<strong>in</strong>g van een diverse maar kle<strong>in</strong>schalige samenlev<strong>in</strong>g met haar eigen behoeftenen mogelijkhe<strong>de</strong>n, die op een aantal terre<strong>in</strong>en wezenlijk verschillen van <strong>de</strong>grotestadsproblematiek. Uitgaan<strong>de</strong> van <strong>de</strong> essentiële rol van <strong>de</strong> civil society(on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re <strong>in</strong> <strong>de</strong> vorm van vrijwilligerswerk) moeten <strong>de</strong> prov<strong>in</strong>cies beschikkenover op plattelandsbehoefte aangepaste regels waarmee ze kunnen <strong>in</strong>spelenop <strong>de</strong> complexiteit rond <strong>de</strong> totstandkom<strong>in</strong>g van multifunctionele voorzien<strong>in</strong>gen.6.8 zes<strong>de</strong> aanbevel<strong>in</strong>g, richt<strong>in</strong>g politiek: vernieuw <strong>de</strong>lokale <strong>de</strong>mocratieOns advies sluit af met een oproep aan <strong>de</strong> politiek verantwoor<strong>de</strong>lijken. Henwacht een meervoudige taakstell<strong>in</strong>g en weer is <strong>de</strong> noodzakelijke cultuuromslag


<strong>de</strong> weg vooruitaanzienlijk. De vermoeidheid van <strong>de</strong> bestaan<strong>de</strong> bena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen leidt tot een vormvan stoll<strong>in</strong>g on<strong>de</strong>r zowel bewoners als beleidsmakers en -uitvoer<strong>de</strong>rs. Dehamvraag is: hoe kan <strong>de</strong> vitaliteit, die <strong>de</strong> basis vormt voor <strong>de</strong> leven<strong>de</strong> en leren<strong>de</strong><strong>buurt</strong>, wor<strong>de</strong>n herwonnen en behou<strong>de</strong>n? Hoe kan <strong>de</strong> politiek vonken laten overslaannaar bewoners en op haar beurt geïnspireerd geraken door <strong>de</strong> duizen<strong>de</strong>nbloemen die opbloeien <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>en?Indien niet wordt voldaan aan een aantal randvoorwaar<strong>de</strong>n, is het beter niet tebeg<strong>in</strong>nen. Zo dient <strong>de</strong> politiek – lokaal en nationaal – zeker te stellen dat, waarnodig, meerjarige beleidsafspraken wor<strong>de</strong>n gemaakt. Speciaal op sociaal gebied ishet huidige jojobeleid overmatig scha<strong>de</strong>lijk. Om <strong>de</strong> gestel<strong>de</strong> doelen te realiseren,is bovendien een breed gedragen beleidsaanpak noodzakelijk, waarbij niet temoeilijk wordt gedaan over een ‘juiste’ bestuurlijke filosofie. Een ‘heilige oorlog’is we<strong>in</strong>ig productief. Voortbouwend op het rapport Waar<strong>de</strong>n, normen en <strong>de</strong> lastvan het gedrag (wrr 2003b: 148-154) zijn elementen van elke strom<strong>in</strong>g z<strong>in</strong>vol.Van <strong>de</strong> conservatieven kan wor<strong>de</strong>n geleerd over een standvastige sociale herover<strong>in</strong>g,van <strong>de</strong> communitaristen over het bouwen op kernen van sociale cohesie alson<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el van <strong>de</strong> civil society, en van <strong>de</strong> liberals over <strong>de</strong> grotere ruimte voor trekkersen het stimuleren van <strong>de</strong> creatieve klasse.Wordt aan <strong>de</strong>ze randvoorwaar<strong>de</strong>n voldaan, dan bestaan er wezenlijke mogelijkhe<strong>de</strong>nom een nieuwe <strong>in</strong>houd te geven aan <strong>de</strong> politieke verantwoor<strong>de</strong>lijkhe<strong>de</strong>n.Vanuit dat perspectief leggen we <strong>de</strong> politiek drie keuzes voor, elk verwoord alseen dr<strong>in</strong>gen<strong>de</strong> aanbevel<strong>in</strong>g: (a) kies voor een evenwichtig dualisme; (b) kies vooreen themastelsel; (c) kies voor een leren<strong>de</strong> samenlev<strong>in</strong>g.233Kies voor een evenwichtig dualismeB<strong>in</strong>nen het voorgestel<strong>de</strong> <strong>buurt</strong>beleid zijn sleutelrollen weggelegd voor <strong>de</strong>gemeentelijke politiek: het college van burgemeester en wethou<strong>de</strong>rs (b&w) aan<strong>de</strong> ene kant en <strong>de</strong> (<strong>de</strong>el)raad aan <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re. Het zijn moeilijke rollen en <strong>de</strong> uitvoer<strong>in</strong>gluistert nauw; ons veldon<strong>de</strong>rzoek duidt op een veelvuldige worstel<strong>in</strong>g met<strong>de</strong> nieuwe verantwoor<strong>de</strong>lijkheidsver<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> gemeentelijke politiek. Zowelb&w als raadsle<strong>de</strong>n moeten <strong>de</strong> bewoners met hun leefbaarheidsvraagstukkenbegrijpen en passen<strong>de</strong> beleidslijnen kunnen ontwikkelen en controleren. Zemoeten zichtbaar betrokken zijn bij <strong>de</strong> sociale herover<strong>in</strong>g en daarvoor <strong>de</strong> e<strong>in</strong>dverantwoor<strong>de</strong>lijkheidwillen en kunnen dragen. Maar ze mogen daarbij nooit <strong>de</strong>sociale spelers bij <strong>de</strong> uitvoer<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> overeengekomen doelstell<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> <strong>de</strong><strong>buurt</strong> voor <strong>de</strong> voeten lopen. Ook <strong>in</strong> sociaal coherente <strong>buurt</strong>en moeten ze eengepaste afstand <strong>in</strong> acht nemen, ditmaal om meer ruimte te bie<strong>de</strong>n aan bewonersen hun civil society. In bei<strong>de</strong> situaties is dat strijdig met het heersen<strong>de</strong> gevoelon<strong>de</strong>r politici en burgers, die zich uit <strong>in</strong> <strong>de</strong> veelgehoor<strong>de</strong> oproep ‘<strong>de</strong> politiek moet<strong>de</strong> wijk <strong>in</strong>’ en <strong>in</strong> een veelvuldige directe betrokkenheid van gemeentelijke enlan<strong>de</strong>lijke politici bij <strong>buurt</strong><strong>in</strong>itiatieven. In plaats daarvan moeten politici zichmeer tot <strong>de</strong> hoofdlijnen beperken.


vertrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>In het duale stelsel is echter, zo blijkt steeds weer, speciale aandacht vereist voor<strong>de</strong> wisselwerk<strong>in</strong>g tussen raad en college. Ook <strong>de</strong>ze relatie is, met behoud van <strong>de</strong>eigen verantwoor<strong>de</strong>lijkhe<strong>de</strong>n, i<strong>de</strong>aliter gebaseerd op <strong>in</strong>spiratie en vertrouwen(figuur 6.1). De raad dient <strong>de</strong> hoofdlijnen van een gezamenlijke richt<strong>in</strong>g aan tegeven en daarna het college <strong>de</strong> armslag te laten voor een goe<strong>de</strong> <strong>in</strong>kleur<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong>praktijk. <strong>Vertrouwen</strong> moet echter wor<strong>de</strong>n verdiend en b&w is daarom gehou<strong>de</strong>n<strong>de</strong> raadsle<strong>de</strong>n op meer dan transparante wijze te voorzien van <strong>de</strong> <strong>in</strong>formatie, dienodig is voor hun beleidsvormen<strong>de</strong> en controleren<strong>de</strong> taken.234De essentie van <strong>de</strong> volksvertegenwoordig<strong>in</strong>g is dus gelegen <strong>in</strong> het afwegen vanprioriteiten en het uitoefenen van een afdoen<strong>de</strong> toezicht. Vooral wanneer bij eentoegenomen accent op <strong>de</strong> vraaglogica aan <strong>buurt</strong>en een grotere ruimte wordtgebo<strong>de</strong>n, is het zaak het juiste evenwicht (het criterium ‘eerlijkheid’) te bewaken.Welk basispakket is wenselijk? Hoe verschilt dat per <strong>buurt</strong>? Niet alle mid<strong>de</strong>lenmogen vloeien naar <strong>de</strong> <strong>in</strong>itiatiefrijkste <strong>buurt</strong>. Tegelijk blijven <strong>in</strong>dividuele rechtsgelijkhei<strong>de</strong>n doordachte privacy belangrijke fundamenten voor een leven<strong>de</strong><strong>de</strong>mocratie, die niet mogen wor<strong>de</strong>n weggevaagd <strong>in</strong> een vloed van op zich goe<strong>de</strong>maar over elkaar heen buitelen<strong>de</strong> beleids<strong>in</strong>itiatieven of <strong>in</strong> een bevredig<strong>in</strong>g van‘volkse driften’. Dat is tegendraads met <strong>de</strong> <strong>in</strong>itiatieven van plaatselijke partijactivisten,die <strong>de</strong> lokale leefbaarheid en veiligheid hoog op hun agenda zetten, maarnauwelijks overleven omdat zij <strong>in</strong> <strong>de</strong> duale praktijk we<strong>in</strong>ig kunnen ‘doen’ en dusafknappen. Met <strong>de</strong> beperkte armslag die zij genieten b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> dualiser<strong>in</strong>g, is het<strong>de</strong> vraag of zij niet beter tot hun recht zou<strong>de</strong>n komen b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> grotere maarapolitieke ruimte voor <strong>de</strong> <strong>buurt</strong> zoals wij voorstellen.Het college van b&w is belast met <strong>de</strong> uitvoer<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> overeengekomen hoofdlijnenvan beleid. Weer gel<strong>de</strong>n <strong>de</strong> 3e-criteria: het beleid moet effectief, efficiënten eerlijk zijn. In het ka<strong>de</strong>r van <strong>de</strong> effectiviteit dient het college bijvoorbeeld <strong>in</strong> tegrijpen bij het te ver achterblijven van <strong>buurt</strong><strong>in</strong>itiatief <strong>in</strong> specifieke achterstands<strong>buurt</strong>enen het stagneren van een gewenste voortgang door sociale spelers. Ingeval van nood moet het college van b&w <strong>de</strong> <strong>in</strong>itiëren<strong>de</strong> en/of uitvoeren<strong>de</strong>verantwoor<strong>de</strong>lijkheid overnemen van bewoners en/of sociale spelers (een soortartikel-12-curatele).Ten behoeve van <strong>de</strong> efficiëntie is aandacht vereist voor <strong>de</strong> <strong>in</strong>zet van <strong>de</strong> beschikbaremid<strong>de</strong>len en <strong>de</strong> gevolg<strong>de</strong> procedures, maar ook voor vragen als ‘hoe kunnen<strong>buurt</strong>verban<strong>de</strong>n scherp wor<strong>de</strong>n gehou<strong>de</strong>n?’ Het heeft immers we<strong>in</strong>ig maatschappelijkvoor<strong>de</strong>el om slapen<strong>de</strong> gezelschappen rijkelijk van gel<strong>de</strong>lijke mid<strong>de</strong>len tevoorzien. Ten slotte, als sluitstuk en ultieme maatstaf voor <strong>de</strong> kwaliteit van eensamenlev<strong>in</strong>g, speelt <strong>de</strong> eerlijkheid. Hoe kan het college bijvoorbeeld met steunvan het welzijnswerk <strong>de</strong> waarborgen scheppen voor het vangnet voor kwetsbare<strong>in</strong>dividuen en groepen?De antwoor<strong>de</strong>n op <strong>de</strong>rgelijke vragen mogen niet overmatig wor<strong>de</strong>n verkleurddoor cliëntelisme (het eenzijdig voortrekken van <strong>de</strong> ‘eigen’ <strong>buurt</strong>), door koehan<strong>de</strong>l(‘als jij mijn <strong>buurt</strong> steunt op dit punt, steun ik jouw <strong>buurt</strong> op het an<strong>de</strong>re’) en


<strong>de</strong> weg vooruitdoor groot-tegen-kle<strong>in</strong>. Het gaat <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong> bovendien om concrete en vaakspecifieke leefbaarheidsvraagstukken, waarvoor <strong>in</strong>dividuele raadsle<strong>de</strong>n en ook <strong>de</strong>raad als geheel wel <strong>de</strong>gelijk aandacht behoort te hebben. Goe<strong>de</strong> voelhoorns behorentot het basis<strong>in</strong>strumentarium van volksvertegenwoordigers.Meer dan nu gebeurt, moeten zij echter niet zelf willen <strong>in</strong>grijpen, maar zich latensturen en voe<strong>de</strong>n door <strong>in</strong>itiatieven van on<strong>de</strong>raf (zie ook tekstbox 6.5). Haagsepolitiek speelt daarbij echter <strong>in</strong> <strong>de</strong> perceptie van <strong>de</strong> bewoners een on<strong>de</strong>rgeschikterol, getuige <strong>de</strong> opkomst van gemeentelijke lijsten <strong>de</strong> laatste jaren. De eenvoudigespelregel dient te zijn: geen nationale partijpolitiek <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>. De raad moetveeleer <strong>de</strong> afstand bewaren die het mogelijk maakt om – vanuit <strong>de</strong> verschillen<strong>de</strong>politieke visies op het publieke belang – afweg<strong>in</strong>gen te kunnen maken en z<strong>in</strong>voltoezicht te hou<strong>de</strong>n. Zou het bovendien niet kunnen zijn dat een raad die slechtsvijf of zes keer per jaar <strong>in</strong>tegraal bijeenkomt, beter die taken kan vervullen daneen raad die zich veelvuldig laat optrommelen en te snel op <strong>de</strong> stoel van <strong>de</strong>bestuur<strong>de</strong>rs zit? Zou het ook niet kunnen zijn dat zo’n raad door zijn beperkteretijdsbeslag en grotere concentratie op hoofdlijnen een grotere aantrekk<strong>in</strong>gskrachtuitoefent op gekwalificeer<strong>de</strong> burgers?Tekstbox 6.5Burger<strong>in</strong>itiatief235Er zijn mogelijkhe<strong>de</strong>n om <strong>de</strong> volksvertegenwoordigen<strong>de</strong> taak van <strong>de</strong> raad op te frissen, bijvoorbeeldlangs <strong>de</strong> weg van het burger<strong>in</strong>itiatief dat recent <strong>in</strong> een aantal gemeenten <strong>in</strong>houd krijgt (Hartman2004; Vernieuw<strong>in</strong>gsimpuls dualisme en lokale <strong>de</strong>mocratie 2004). Stel dat <strong>de</strong> gemeente een<strong>buurt</strong>meldpunt <strong>in</strong>stelt waar bewoners met hun klachten, wensen en vragen terechtkunnen(Publieke Zaak 2004: 51). De gemeentelijke wijkcoörd<strong>in</strong>ator beschikt over een specifiek budgetom <strong>de</strong> meest voorkomen<strong>de</strong> klachten (losse stoeptegels, kapotte straatverlicht<strong>in</strong>g, achterstalliggroenon<strong>de</strong>rhoud, zwerfvuil, enzovoort) af te han<strong>de</strong>len. Hij wordt erop ‘afgerekend’ dat dit ookgebeurt b<strong>in</strong>nen vastgestel<strong>de</strong> termijnen. Indien hij echter niet <strong>in</strong> staat is b<strong>in</strong>nen die termijn eena<strong>de</strong>quate reactie te geven, kunnen bewoners zich mel<strong>de</strong>n bij <strong>de</strong> griffier van <strong>de</strong> raad of <strong>de</strong> gemeentelijkeombudsman, die zon<strong>de</strong>r te oor<strong>de</strong>len over <strong>de</strong> <strong>in</strong>houd van hun verzoek <strong>de</strong> procesgang b<strong>in</strong>nenhet gemeentelijk apparaat nagaat. De griffier dan wel ombudsman legt daarna het verzoek, voorzienvan – zeg – 25 handteken<strong>in</strong>gen van <strong>buurt</strong>bewoners plus een overzicht van <strong>de</strong> ambtelijke gangvan zaken, direct voor aan <strong>de</strong> gemeenteraad. De raad kan <strong>in</strong> dat geval <strong>de</strong> verantwoor<strong>de</strong>lijkewethou<strong>de</strong>r(s) aanspreken. De politiek gaat dan dus niet <strong>de</strong> <strong>buurt</strong> <strong>in</strong>, maar veeleer is het <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>die <strong>de</strong> politiek <strong>in</strong>gaat.Kies voor een themastelselIn <strong>de</strong> <strong>buurt</strong> geen partijpolitiek. Een wijkenstelsel voor <strong>de</strong> verkiez<strong>in</strong>g van <strong>de</strong>gemeente(<strong>de</strong>el)raad, vergelijkbaar met het door m<strong>in</strong>ister De Graaf voorgestel<strong>de</strong>districtenstelsel <strong>in</strong> <strong>de</strong> nationale politiek, werkt waarschijnlijk contraproductief.Vooropstaat: hoe kan <strong>de</strong> burger <strong>de</strong> politiek aansturen op <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwerpen en <strong>de</strong>manier die hij van belang v<strong>in</strong>dt? Secundair telt: hoe kan wor<strong>de</strong>n bevor<strong>de</strong>rd dat <strong>de</strong>politiek een gepaste afstand weet te bewaren, maar tegelijk wel <strong>de</strong> essentiële rolvan volksvertegenwoordiger en toezichthou<strong>de</strong>r kan vervullen? Veeleer verdient


vertrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>daarom een zogenoemd themastelsel <strong>de</strong> voorkeur, waarbij partijen zich bij <strong>de</strong>gemeenteraadsverkiez<strong>in</strong>gen profileren op <strong>de</strong> voor <strong>de</strong> <strong>in</strong>woners belangrijkstethema’s. Weer willen we ons beperken tot het schetsen van mogelijke contouren,<strong>in</strong> <strong>de</strong> hoop dat het politieke <strong>de</strong>bat er kleuren aan kan toevoegen zoals dat <strong>in</strong> eenleren<strong>de</strong> samenlev<strong>in</strong>g past.Politieke partijen tasten af wat er leeft on<strong>de</strong>r hun potentiële stemmers doormid<strong>de</strong>l van enquêtes. Dergelijke op<strong>in</strong>iepeil<strong>in</strong>gen missen echter vaak <strong>de</strong> verdiep<strong>in</strong>gvan het maatschappelijk <strong>de</strong>bat. Je mag als on<strong>de</strong>rvraag<strong>de</strong> slechts antwoor<strong>de</strong>nop vragen van <strong>de</strong> overheid of kiezen uit een aantal multiple choice-mogelijkhe<strong>de</strong>ndie iemand achter een bureau heeft bedacht. De burger wordt niet ‘gedwongen’echte prioriteiten te stellen. Hij kan zich te gemakkelijk beperken tot het mopperenvanaf <strong>de</strong> zijlijn van <strong>de</strong> <strong>de</strong>mocratie en tegelijk zeuren dat hij <strong>in</strong> directerevormen van <strong>de</strong>mocratie actief wil meebepalen welke richt<strong>in</strong>g ‘we’ uitgaan, datwil zeggen welke thema’s er boven aan <strong>de</strong> gezamenlijke agenda moeten staan.236Hoe kan zo’n themastelsel functioneren? Stel dat bewoners bij <strong>de</strong> gemeenteraadsverkiez<strong>in</strong>genmogen stemmen over hún prioriteiten en dat <strong>de</strong> politiekbereid is zich me<strong>de</strong> te laten lei<strong>de</strong>n door <strong>de</strong> burger. De politieke partijen wor<strong>de</strong>nvan tevoren uitgenodigd om op basis van hun partijprogramma een lijst op testellen van <strong>de</strong> voor hen wezenlijkste thema’s; burgers met, zeg, meer dan 50 handteken<strong>in</strong>genop zak kunnen <strong>de</strong> lijst aanvullen. Met eenvoudige en – vooral – transparantespelregels moet het totaal aantal thema’s per gemeente wor<strong>de</strong>n beperkttot een overzichtelijk aantal. De daaropvolgen<strong>de</strong> stemm<strong>in</strong>g over <strong>de</strong>ze thema’slevert zo een <strong>in</strong>zicht op van wat <strong>de</strong> burger belangrijk v<strong>in</strong>dt b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> gemeentepolitiek.Zo’n verkiez<strong>in</strong>g van gemeentelijke thema’s zou <strong>in</strong> <strong>de</strong> grote ste<strong>de</strong>n op ditmoment stellig het on<strong>de</strong>rwerp veiligheid hoog op <strong>de</strong> agenda zetten, terwijl ophet platteland wellicht het behoud van <strong>in</strong>frastructuur – scholen, w<strong>in</strong>kels, dorpshuizen– naar voren komt. De differentiatie naar gemeente is daarmee een feit.Vele uitvoer<strong>in</strong>gsvormen van een themaverkiez<strong>in</strong>g zijn <strong>de</strong>nkbaar. Door mid<strong>de</strong>lvan activerend enquêteren kunnen burgers bijvoorbeeld wor<strong>de</strong>n gestimuleerdom via focusgroepen concrete thema’s te formuleren die op een bre<strong>de</strong>r draagvlakbouwen (zie ook tekstbox 6.6). Er zijn echter gevaren waarmee reken<strong>in</strong>g moetwor<strong>de</strong>n gehou<strong>de</strong>n. In har<strong>de</strong> achterstandskernen is <strong>de</strong> betrokkenheid misschien zolaag dat stemmen niet zal werken. Hoe zou<strong>de</strong>n <strong>de</strong> ‘afzijdige’ en ‘afwachten<strong>de</strong>’burgers reageren op <strong>de</strong> hun gebo<strong>de</strong>n ruimte? Vullen zij die <strong>in</strong> of is hun wantrouwendan wel onverschilligheid zodanig groot dat ze liever aan <strong>de</strong> zijlijn blijvenstaan? We zijn daarover op basis van ons veldon<strong>de</strong>rzoek niet pessimistisch;steeds weer blijken bewoners mee te doen als het hun eigen woonomgev<strong>in</strong>gbetreft (vrom 2004: 55).Er zijn nog an<strong>de</strong>re risico’s. Misschien komen juist groepen die veel aandachtbehoeven en nu te we<strong>in</strong>ig aan het woord komen, niet opdagen; <strong>de</strong>nk bijvoorbeeldaan senioren, tienermoe<strong>de</strong>rs of verslaaf<strong>de</strong>n. Misschien wordt er wel een te grootaccent gelegd op populaire thema’s en vallen langetermijnthema’s van <strong>de</strong> agenda.


<strong>de</strong> weg vooruitMisschien komt <strong>de</strong> nadruk, gedreven door sterke on<strong>de</strong>rbuikgevoelens, ook wel teveel te liggen op subjectieve problemen; <strong>de</strong>nk aan <strong>de</strong> beveilig<strong>in</strong>g tegen terrorisme<strong>in</strong> plaats van <strong>de</strong> objectief zwaarwichtigere verkeersveiligheid. We zullen hetantwoord op <strong>de</strong>rgelijke vragen pas weten als er op verantwoor<strong>de</strong> wijze is geëxperimenteerd.De politiek is dan ter plaatse om te leren en, zo nodig, te corrigeren.Tekstbox 6.6Koppel<strong>in</strong>g van themastelsel aan <strong>buurt</strong>rechtenHet is <strong>de</strong>nkbaar <strong>de</strong> themastemm<strong>in</strong>g te koppelen aan het eer<strong>de</strong>re i<strong>de</strong>e van een <strong>buurt</strong>rechtenallocatie(W<strong>in</strong>semius et al. 2004). Initiatiefnemers – variërend van <strong>buurt</strong>organisaties en civil society totprivate partijen en sociale spelers – wordt gevraagd hun voorstellen on<strong>de</strong>r een zelf te bepalenthema te plaatsen. Een <strong>buurt</strong>wacht zou bijvoorbeeld kiezen voor ‘veiligheid’, een voetbalclub voor‘sport en recreatie’. De stemm<strong>in</strong>g over <strong>de</strong> allocatie van <strong>buurt</strong>rechten maakt dan <strong>in</strong> één moeite ookdui<strong>de</strong>lijk welke thema’s boven aan <strong>de</strong> gemeentelijke agenda behoren te staan. Elke burger – nietalleen <strong>de</strong> ‘spreken<strong>de</strong> m<strong>in</strong><strong>de</strong>rheid’ – telt. De opkomst zal stellig hoog zijn: het is immers zon<strong>de</strong> <strong>de</strong>eigen <strong>buurt</strong>rechten zomaar weg te gooien en velen zullen zich beijveren om hun buren te overtuigenvan een ‘verstandig’ stemgedrag. De verkiez<strong>in</strong>g bevor<strong>de</strong>rt ongetwijfeld ook <strong>de</strong> opbloei van <strong>de</strong>civil society: <strong>in</strong>itiatiefnemers, die op een gezamenlijke noemer kunnen komen, maken met hunsamenwerk<strong>in</strong>gsverband een grotere kans <strong>buurt</strong>rechten naar zich toe te trekken. De <strong>buurt</strong> leeft engeeft stuur aan <strong>de</strong> politiek. Er is dan – <strong>in</strong> <strong>de</strong> woor<strong>de</strong>n van Fung (2004: 231) – sprake van een participatieveen <strong>de</strong>liberatieve <strong>de</strong>mocratie, die dicht aansluit bij <strong>de</strong> behoeften en kwaliteiten van burgersen die hen uitnodigt tot een blijven<strong>de</strong> betrokkenheid.237De gekozen thema’s dienen na <strong>de</strong> verkiez<strong>in</strong>gen als basis voor een bestuursakkoordop hoofdlijnen, dat per (<strong>de</strong>el)gemeente wordt opgesteld. Traditioneelkomen <strong>de</strong> beoog<strong>de</strong> coalitiepartijen een bestuursakkoord overeen en wordt daarnahet bijbehoren<strong>de</strong> college samengesteld. Het kan ook an<strong>de</strong>rs, bijvoorbeeld doordirect na <strong>de</strong> verkiez<strong>in</strong>gen (vertegenwoordigers van) alle nieuwe fracties rond eentafel te verenigen, om na te gaan over welke hoofdlijnen van <strong>de</strong> gekozen thema’seen overeenstemm<strong>in</strong>g kan wor<strong>de</strong>n bereikt als basis voor een raadsprogramma.Verschillend van <strong>de</strong> nationale politiek is op gemeentelijk niveau – dicht bij <strong>de</strong>praktijk van alledag – een re<strong>de</strong>lijke mate van overeenstemm<strong>in</strong>g te verwachten,zeker als <strong>de</strong> burgers <strong>de</strong> thema’s hebben aangewezen. Het collegeprogramma zoudan hooguit een selectie uit het raadsprogramma mogen zijn. Omgekeerd is hetechter ook <strong>de</strong>nkbaar eerst een college samen te stellen dat daarna, uitgaan<strong>de</strong> van<strong>de</strong> gekozen thema’s, een bestuursakkoord overeenkomt waarmee <strong>de</strong> raad weermoet <strong>in</strong>stemmen. Het – belangrijke – voor<strong>de</strong>el is dui<strong>de</strong>lijk: vooropstaat <strong>de</strong> formatievan een ‘team’ van gekwalificeer<strong>de</strong> mensen die zich verantwoor<strong>de</strong>lijk achtenvoor hún actieprogramma. Hoe dan ook krijgt elke wethou<strong>de</strong>r een thema toegewezen,dat hij concretiseert <strong>in</strong> een werkprogramma voor <strong>de</strong> komen<strong>de</strong> vier jaarwaar<strong>in</strong> is aangegeven wat <strong>de</strong> resultaten zijn die hij wil bereiken.De voor<strong>de</strong>len van zo’n themagedreven opzet zijn aanzienlijk. Maatschappelijkeen sociale problemen wor<strong>de</strong>n <strong>in</strong>tegraal (dat wil zeggen niet verkokerd) aangepakt


vertrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>en opgelost. De politiek heeft ook <strong>in</strong> <strong>de</strong> verkiez<strong>in</strong>gstijd spannen<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rwerpenom over te praten – niet alleen ‘poppetjes’. De burger heeft een zware stem <strong>in</strong> <strong>de</strong>vorm<strong>in</strong>g van een bestuursakkoord, dat daarmee uit het schemerduister van <strong>de</strong>politieke achterkamers wordt getrokken. Omdat het college wordt gemeten op <strong>de</strong>realisatie van het bestuursakkoord, kunnen wethou<strong>de</strong>rs ook concreter op resultatenwor<strong>de</strong>n aangesproken. Hun organisatie zal zich stellig <strong>in</strong>richten op <strong>de</strong> <strong>in</strong>vull<strong>in</strong>gvan <strong>de</strong> thema’s (zie tekstbox 6.7). Maar voorop: speelt een themastelsel nietbeter <strong>in</strong> op <strong>de</strong> massale roep om een directe politieke betrokkenheid bij <strong>de</strong> eigenleefomgev<strong>in</strong>g, die ook tot uit<strong>in</strong>g komt <strong>in</strong> <strong>de</strong> opkomst van lokale partijen met hunsterke <strong>buurt</strong>accenten? Zijn <strong>de</strong> lessen daarvan wel voldoen<strong>de</strong> getrokken? Wat wevoorstellen is stellig geen ‘traditionele’ partijpolitiek.Tekstbox 6.7De themagedreven organisatie238De politieke aanstur<strong>in</strong>g op basis van maatschappelijke thema’s heeft ongetwijfeld doorwerk<strong>in</strong>gop <strong>de</strong> <strong>in</strong>richt<strong>in</strong>g van het ambtelijk apparaat. Er kan bijvoorbeeld wor<strong>de</strong>n gedacht aan het zogenaam<strong>de</strong>kantelen van <strong>de</strong> organisatie, zoals dat reeds <strong>in</strong> een aantal gemeenten vorm kreeg. In feitegaat het om een erkenn<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> verschuiv<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> <strong>in</strong>stitutionele logica naar een sterkeraccent op <strong>de</strong> vraaglogica b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> gemeentelijke organisatiestructuur. In plaats van <strong>de</strong> nu dom<strong>in</strong>eren<strong>de</strong>verticale dimensie van functionele vaardighe<strong>de</strong>n en sectorgerichte af<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen wordtgekozen voor een horizontale dimensie van beleidsthema’s die over verschillen<strong>de</strong> van <strong>de</strong>bestaan<strong>de</strong> af<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen heengrijpen. Af<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen als Economische Zaken of Volkshuisvest<strong>in</strong>g enRuimtelijke Or<strong>de</strong>n<strong>in</strong>g vervallen dan en wor<strong>de</strong>n opgevolgd door themagerichte structuren zoalsaf<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen Veiligheid, Jeugd of Werk. Dat ontwricht veel van <strong>de</strong> verworvenhe<strong>de</strong>n van <strong>de</strong>huidige ambtelijke organisatie. De geborgenheid van <strong>de</strong> ‘eigen’ af<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g vervalt en daarvoor <strong>in</strong> <strong>de</strong>plaats komt <strong>de</strong> onrust van <strong>de</strong> tij<strong>de</strong>lijkheid van grote thema’s, die immers per collegeperio<strong>de</strong>kunnen veran<strong>de</strong>ren. Zo’n kantel<strong>in</strong>g veroorzaakt, net als <strong>de</strong>partementale her<strong>in</strong><strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> DenHaag, daarom veel onrust en expertiseverlies.Hoewel er nadrukkelijke voor<strong>de</strong>len aan zijn verbon<strong>de</strong>n zoals ook <strong>de</strong> prikkelen<strong>de</strong> uitdag<strong>in</strong>g vaneen themagerichte organisatie voor jong talent en <strong>de</strong> externe gerichtheid van <strong>de</strong> ambtelijke organisatieop <strong>de</strong> (leefbaarheids)vraagstukken van <strong>de</strong> burger, menen wij dat <strong>de</strong> wenselijke veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g<strong>in</strong> hoge mate kan wor<strong>de</strong>n gerealiseerd via <strong>de</strong> weg van <strong>de</strong> gelei<strong>de</strong>lijkheid. Doordat het collegevoortdurend ‘hamert’ op een beperkt aantal (maximaal vijf) prioritaire thema’s en ook <strong>de</strong> raaddaarop een nadruk legt, richt <strong>de</strong> samenwerk<strong>in</strong>g tussen <strong>de</strong> traditioneel functioneel georganiseer<strong>de</strong>ambtelijke eenhe<strong>de</strong>n zich op het toeleveren van <strong>de</strong> gewenste producten. Niet zon<strong>de</strong>rre<strong>de</strong>n blijkt <strong>de</strong> probleemgerichte <strong>in</strong>zet van multidiscipl<strong>in</strong>aire teams, die enige tijd los van <strong>de</strong>reguliere organisatiestructuur kunnen werken, nu al vaak een voorwaar<strong>de</strong> voor (ambtelijk)succes (rob 2004). Bij gebleken succes ontwikkelt het apparaat zich als het ware op organischewijze van dom<strong>in</strong>ant aanbodgedreven naar een sterker accent op vraaggedreven beleid. Daarmee– het is een wezenlijk voor<strong>de</strong>el van ons voorstel – wordt <strong>in</strong> <strong>de</strong> loop van een langere perio<strong>de</strong> opeen natuurlijke wijze toegegroeid naar een m<strong>in</strong><strong>de</strong>r verkoker<strong>de</strong> overheid. Eventueel kan op eenlater moment alsnog wor<strong>de</strong>n besloten <strong>de</strong> – dan m<strong>in</strong><strong>de</strong>r grote – sprong naar een formeel gekantel<strong>de</strong>organisatie of misschien wel een netwerkorganisatie te maken.


<strong>de</strong> weg vooruitDe overgang op een themastelsel noodzaakt een aanpass<strong>in</strong>g van het gemeentelijkekiesstelsel. Het belang van door <strong>de</strong> burger zelf gekozen thema’s is i<strong>de</strong>aliterook van <strong>in</strong>vloed op <strong>de</strong> samenstell<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> (<strong>de</strong>el)raad, die gebaat is bij <strong>in</strong>hou<strong>de</strong>lijk<strong>de</strong>skundige le<strong>de</strong>n per thema <strong>in</strong> plaats van – zoals op dit moment te vaak –goedwillen<strong>de</strong> amateurs. Net als <strong>in</strong> het door m<strong>in</strong>ister De Graaf voorgestane nationaledistrictenstelsel zou <strong>in</strong> een themastelsel daarom sprake kunnen zijn van eenmix van traditionele volksvertegenwoordigers en zogenaam<strong>de</strong> thematischeraadsle<strong>de</strong>n, die wor<strong>de</strong>n gekozen op basis van hun visie en kennis over <strong>de</strong> geselecteer<strong>de</strong>thema’s. Bij verkiez<strong>in</strong>gen stemt <strong>de</strong> burger daartoe op twee kandidaten: eenalgemene en een thematische. De afstand tussen burger en politiek wordt zoverkle<strong>in</strong>d.Kies voor een leren<strong>de</strong> samenlev<strong>in</strong>gDurven we als samenlev<strong>in</strong>g <strong>de</strong> sprong te maken? Bij <strong>de</strong> aanvang van ons on<strong>de</strong>rzoekveron<strong>de</strong>rstel<strong>de</strong>n we een samenhang tussen <strong>de</strong> succesvolle zelfverantwoor<strong>de</strong>lijkheidvan <strong>buurt</strong>genoten en hun sociaal en politiek vertrouwen: wie goeddoet, goed ontmoet. Dat blijkt het geval te zijn waar dat het sociaal vertrouwenbetreft, maar we kon<strong>de</strong>n het verband niet hard maken op het punt van politiekvertrouwen. Toch hangt <strong>de</strong> ontstane vertrouwenskloof b<strong>in</strong>nen grote <strong>de</strong>len vanonze bevolk<strong>in</strong>g als een donkere wolk boven onze samenlev<strong>in</strong>g. Indien te veelburgers afhaken, verliezen <strong>de</strong> bestaan<strong>de</strong> <strong>de</strong>mocratische <strong>in</strong>stituties hun relevantie.239We hebben daar met elkaar op dit moment geen passend antwoord op en moetendus gericht experimenteren om ons voor te berei<strong>de</strong>n op <strong>de</strong> toekomst. De rmo(2002) betitel<strong>de</strong> zijn recente advies niet zon<strong>de</strong>r re<strong>de</strong>n Bevrij<strong>de</strong>n<strong>de</strong> ka<strong>de</strong>rs. Indien<strong>de</strong> politiek kiest voor actieve burgerschapsvorm<strong>in</strong>g, moeten vele <strong>in</strong>strumentenwor<strong>de</strong>n <strong>in</strong>gezet – <strong>de</strong>nk bijvoorbeeld aan on<strong>de</strong>rwijs. Een <strong>buurt</strong>beleid vormt eenon<strong>de</strong>rbenut on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el van zo’n totaalbeleid. Misschien waren onze traditionele<strong>buurt</strong>bena<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen wel te voorzichtig om werkelijke doorwerk<strong>in</strong>g te kunnenhebben, we wezen daar al eer<strong>de</strong>r op.Maar kan het ook zijn dat we niet voor <strong>de</strong> <strong>in</strong>directe weg moeten kiezen, waarbijeen vitale <strong>de</strong>mocratie opbloeit als ‘bijproduct’ van een beter <strong>buurt</strong>beleid? Kanpolitiek vertrouwen wor<strong>de</strong>n vergroot door het (me<strong>de</strong>) een doel te maken van dat<strong>buurt</strong>beleid, dat wil zeggen <strong>de</strong> <strong>buurt</strong> ‘gebruiken’ om het hogere doel van <strong>de</strong><strong>de</strong>mocratie te dienen? Burgers roepen om directere vormen van <strong>de</strong>mocratie: zoueen grotere <strong>in</strong>vloed op hun directe leefomgev<strong>in</strong>g, bijvoorbeeld via <strong>buurt</strong>rechten,daar niet beter aan tegemoetkomen dan corrigeren<strong>de</strong> referenda en directe burgemeestersverkiez<strong>in</strong>gen?En kan een politiek die hen op een basis van vertrouwen<strong>de</strong> ruimte laat en <strong>in</strong>spireert, bijvoorbeeld via een themastelsel, niet ook op meervertrouwen rekenen dan bij een keus voor een wijken- dan wel districtenstelsel?De keus is aan <strong>de</strong> politiek. Er is veel mogelijk, zelfs zon<strong>de</strong>r wetswijzig<strong>in</strong>g. Wedagen <strong>de</strong> (potentiële) trekkers on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> beleidsmakers en -uitvoer<strong>de</strong>rs uit <strong>de</strong>handschoen op te pakken en te leren, <strong>in</strong> wisselwerk<strong>in</strong>g met ‘hun’ <strong>buurt</strong>en. Het iseen kwestie van vertrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>.


240vertrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>


literatuurliteratuurArts, G., A. Beern<strong>in</strong>k, P. Beijer en A. Buys (2004) Natuurlijke wijkvernieuw<strong>in</strong>g. Een procesvan meebewegen, Rotterdam: kei.Asbeek Brusse, W., H. van Dalen en B. Wiss<strong>in</strong>k (2002) Stad en land <strong>in</strong> een nieuwe geografie.Maatschappelijke veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen en ruimtelijke dynamiek, wrr-Voorstudie112, Den Haag: Sdu Uitgevers.Bauwens, A.L.G.M., M.N. <strong>de</strong> Groot en K.J. Poppe (red.) (1990) Agrarisch bestaan.Beschouw<strong>in</strong>gen bij vijftig jaar Landbouw-Economisch Instituut, Assen/Maastricht:Van Gorcum.Beckers, T.A.M., E.W.F.P.M. Hark<strong>in</strong>k, E.J. van Ingen, M.A. Lampert, B. van <strong>de</strong>r Lelij en R.van Ossenbruggen (2004) Maatschappelijke waar<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g van duurzame ontwikkel<strong>in</strong>g.Achtergrondsrapport bij <strong>de</strong> Duurzaamheidsverkenn<strong>in</strong>g, Bilthoven: rivm.Blokland-Potters, T.V. (1998) Wat stadsbewoners b<strong>in</strong>dt. Sociale relaties <strong>in</strong> een achterstandswijk,Kampen: Kok Agora.Boer, N. <strong>de</strong> (2001) ‘De opkomst van <strong>de</strong> wijkaanpak als dom<strong>in</strong>ante strategie <strong>in</strong> het sociaalbeleid’, hoofdstuk 2 <strong>in</strong> J.W. Duyvendak en L. Veldboer (red.) Meet<strong>in</strong>g po<strong>in</strong>tNe<strong>de</strong>rland. Over samenlev<strong>in</strong>gsopbouw, multiculturaliteit en sociale cohesie,Amsterdam: Boom.Boer, N. <strong>de</strong>, H. Broekman, P. Kagie, A. Spr<strong>in</strong>khuizen en J. <strong>de</strong> Wild (red.) (2003) Heel <strong>de</strong><strong>buurt</strong> gebun<strong>de</strong>ld. Een staalkaart van vier jaar <strong>buurt</strong>gericht <strong>in</strong>vesteren, Utrecht:nizw.Boer, N. <strong>de</strong> en J.W. Duyvendak (2004) ‘Welzijn’, <strong>in</strong> H. Dijstelbloem, P.L. Meurs en E.K.Schrijvers, Maatschappelijke dienstverlen<strong>in</strong>g. Een on<strong>de</strong>rzoek naar vijf sectoren,Amsterdam: Amsterdam University Press.Bok, H. m.m.v. T. Vell<strong>in</strong>ga (2003) Hart van het platteland. Driekwart eeuw dorpshuizen <strong>in</strong>Friesland, Akkrum: Sticht<strong>in</strong>g Samenwerk<strong>in</strong>g van Dorpshuizen Friesland.Bourdieu, P. (1986) ‘The forms of capital’, blz. 241-258, <strong>in</strong> J.G. Richardson (ed.) Handbookof theory and research for the sociology of education, New York: Greenwood.Br<strong>in</strong>k, G.J.M. van <strong>de</strong>n (2002) Mondiger of moeilijker? Een studie naar <strong>de</strong> politieke habitusvan he<strong>de</strong>ndaagse burgers, wrr Voorstudies en Achtergron<strong>de</strong>n V115, Den Haag:Sdu.Castells, M. (1996) The rise of the network society. The <strong>in</strong>formation age: 1, Oxford: Blackwellpublishers.Consumentenbond (2003) Burgers over gemeentelijke dienstverlen<strong>in</strong>g: Een on<strong>de</strong>rzoek <strong>in</strong>tien gemeenten, Den Haag: Consumentenbond.Dalton, R.J., B.E. Ca<strong>in</strong> en S.E. Scarrow (2003) ‘Democratic publics and <strong>de</strong>mocratic <strong>in</strong>stitutions’,blz. 250-275, <strong>in</strong> B.E Ca<strong>in</strong>, R.J. Dalton en S.E. Scarrow, Democracy transformed?Expand<strong>in</strong>g political opportunities <strong>in</strong> advanced <strong>in</strong>dustrial <strong>de</strong>mocracies,Oxford: Oxford University Press.Dekker, P. (2001) <strong>Vertrouwen</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> overheid. Een verkenn<strong>in</strong>g van actuele literatuur enenquêtegegevens, Tilburg: Globus/Universiteit van Tilburg.Dekker, P. (2005) ‘Nieuwe politieke tegenstell<strong>in</strong>gen?’, <strong>in</strong> P. Dekker (red.) Maatschappelijketegenstell<strong>in</strong>gen en <strong>de</strong> civil society, Driebergen: Sticht<strong>in</strong>g Synthesis (teverschijnen).241


vertrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>242Dekker, P. en A. van <strong>de</strong>n Broek (2004) ‘Civil society <strong>in</strong> longitud<strong>in</strong>al and comparativeperspective: Voluntary associations, political <strong>in</strong>volvement, social trust andhapp<strong>in</strong>ess <strong>in</strong> a dozen countries’, paper voor <strong>de</strong> 6 th International Conference ofthe International Society for Third-sector Research, Ryerson University,Toronto, 11-14 juli 2004.Dekker, P. en J. <strong>de</strong> Hart (2000) ‘Het sociaal kapitaal van <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse kiezer’, blz. 83-111,<strong>in</strong> M. Hooghe (red.), Sociaal kapitaal en <strong>de</strong>mocratie, Leuven/Amersfoort: Acco.Dekker, P., R. Koopmans en A. van <strong>de</strong>n Broek (1997) ‘Voluntary associations, socialmovements and <strong>in</strong>dividual political behaviour <strong>in</strong> Western Europe’, <strong>in</strong> J.W. vanDeth (ed.), Private groups and public life, Lon<strong>de</strong>n: Routledge.Dekker, P., M.A. Lampert en F. Spangenberg (2004) ‘De politieke onvre<strong>de</strong> van 2002’, blz.67-83, <strong>in</strong> F. Bronner et al. (red.) Jaarboek markton<strong>de</strong>rzoek 2004, Haarlem: Vrieseborch.Dekker, P. en T. van <strong>de</strong>r Meer (2004) ‘Politiek vertrouwen 1997-2004’, Tijdschrift voor <strong>de</strong>Sociale Sector, <strong>de</strong>cember 2004: 33-35.Dijk, T. van, S. Flight en E. Oppenhuis (2000) Voor het beleid, achter <strong>de</strong> cijfers, Hilversum:Intomart.Doorn, J.A.A. van (1955) ‘Wijk en stad; reële <strong>in</strong>tegratieka<strong>de</strong>rs?’, <strong>in</strong> Prae-adviezen voor hetcongres over sociale samenhangen <strong>in</strong> nieuwe stadswijken, Amsterdam.Duyvendak, J.W. (1998) ‘Van verzuil<strong>in</strong>g naar vermeng<strong>in</strong>g. Wijkopbouw en opbouwwerk<strong>in</strong> een multiculturele samenlev<strong>in</strong>g’, Ethiek & Maatschappij 1, 3: 80-93.Duyvendak, J.W. (2001) ‘Mijn en dijn’, Tijdschrift voor <strong>de</strong> Sociale Sector, maart 2001: 4-7.Duyvendak, J.W. en P. van <strong>de</strong>r Graaf (2001) Opzoomeren, stille kracht. Een on<strong>de</strong>rzoek naar <strong>de</strong>kwaliteiten van het opzoomeren <strong>in</strong> Rotterdam, Utrecht: Verwey-Jonker Instituut.Duyvendak, J.W. en R. Hortulanus (1999), De gedroom<strong>de</strong> wijk. Metho<strong>de</strong>n, mythen enmisvatt<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> <strong>de</strong> nieuwe wijkaanpak, Utrecht: Forum.Duyvendak, J.W. en M. Hurenkamp (red.) (2004) Kiezen voor <strong>de</strong> kud<strong>de</strong>. Lichte gemeenschappenen <strong>de</strong> nieuwe meer<strong>de</strong>rheid, Amsterdam: Van Gennep.Elchardus, M. (2002) De drama<strong>de</strong>mocratie, Tielt: Uitgeverij Lannoo.Elchardus, M. (2003) ‘De schizofrenie van populaire politiek, of hoe ernstig te zijn <strong>in</strong> eendrama<strong>de</strong>mocratie’, <strong>in</strong> Democratie: retoriek, realiteit en toekomst. Over <strong>de</strong> rol vanoverheid, burgers en media, Den Haag: wrr.Elchardus, M. en W. Smits (2002) Anatomie en oorzaken van het wantrouwen, Brussel:vub Press.Engbersen, G. (2003) ‘De armoe<strong>de</strong> van sociaal kapitaal’, Economisch-Statistische Berichten,27 maart 2003: D12.Engbersen, G., E. Snel en A. Weltevre<strong>de</strong> (2005) Sociale herover<strong>in</strong>g <strong>in</strong> Amsterdam enRotterdam. Eén verhaal over twee wijken, wrr-Verkenn<strong>in</strong>g nr. 8, Amsterdam:Amsterdam University Press.Engbersen, R. (2003) ‘En <strong>de</strong> stem van het dorp wordt gehoord? Lokaal sociaal beleid ophet platteland’, lez<strong>in</strong>g ten behoeve van werkconferentie ‘Dorpen verheffen hunstem?’, 20 februari 2003, Zwolle.Engbersen, R., A. Spr<strong>in</strong>khuizen en A. van <strong>de</strong>r Kooij (2001) Wegen naar een an<strong>de</strong>r platteland,Utrecht: nizw Uitgeverij.Engelen,E.R.enM. Sie Dhian Ho (red.) (2004) De staat van <strong>de</strong> <strong>de</strong>mocratie. Democratie voorbij<strong>de</strong> staat, wrr-Verkenn<strong>in</strong>g nr. 4, Amsterdam: Amsterdam University Press.


literatuurEngelsdorp Gastelaars, R. van (2003) Veertig jaar territoriale b<strong>in</strong>d<strong>in</strong>g (afscheidsre<strong>de</strong> uva),Amsterdam: Vossiuspers uva.Etzioni, A. (1999) ‘The good society’, The Journal of Political Philosophy 7, 1: 88-103.Florida, R. (2002) The rise of the creative class, New York: Basic Books.Florida, R. (2005) Cities and the creative class, New York: Routledge.Florida, R. en I. T<strong>in</strong>agli (2004) Europe <strong>in</strong> the creative age, Lon<strong>de</strong>n: Demos.Fukuyama, F. (1995) Trust: The social virtues and the creation of prosperity, New York:Free Press.Fung, A. (2004) Empowered participation: re<strong>in</strong>vent<strong>in</strong>g urban <strong>de</strong>mocracy, Pr<strong>in</strong>ceton: Pr<strong>in</strong>cetonUniversity Press.Gardner, H. en E. Lask<strong>in</strong> (1995) Lead<strong>in</strong>g m<strong>in</strong>ds: An anatomy of lea<strong>de</strong>rship, New York: BasicBooks.Govier, T. (1997) Social trust and human communities, Montreal: McGill-Queen’s UniversityPress.Govier, T. (1998) Dilemmas of trust, Montreal: McGill-Queen’s University Press.Gemeente Amsterdam (2003) Voortgezet on<strong>de</strong>rwijs <strong>in</strong> beeld. Rapportage 2003. Rapportageover het Amsterdams voortgezet on<strong>de</strong>rwijs, Dienst MaatschappelijkeOntwikkel<strong>in</strong>g Gemeente Amsterdam/Babeliowsky On<strong>de</strong>rwijson<strong>de</strong>rzoek,Amsterdam: Gemeente Amsterdam.Geyl, W.F. (1946) Wij en <strong>de</strong> wijkgedachte, Contactcommissie voor <strong>de</strong> wijkgedachte,Ne<strong>de</strong>rlands Instituut voor Volkshuisvest<strong>in</strong>g en Ste<strong>de</strong>bouw.Graham, S. en S. Marv<strong>in</strong> (2001) Spl<strong>in</strong>ter<strong>in</strong>g urbanism: Networked <strong>in</strong>frastructures, technologicalmobilities and the urban condition, Lon<strong>de</strong>n: Routledge.Granovetter, M.S. (1983) ‘The strength of weak ties’, American Journal of Sociology 78, 6:1360-1380.Halman, L. et al. (2001) The European values study: A third wave. Source book of the1999/2000 European values study surveys, Tilburg: European Values Study.Hart, J. <strong>de</strong> (1999) ‘Godsdienst, maatschappelijke participatie en sociaal kapitaal’, <strong>in</strong> P.Dekker (red.) Vrijwilligerswerk vergeleken, Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau/Elsevier.Hart, J. <strong>de</strong> (red.) (2002) Zekere ban<strong>de</strong>n. Sociale cohesie, leefbaarheid en veiligheid, DenHaag: Sociaal en Cultureel Planbureau.Hart, J. <strong>de</strong> en P. Dekker (2003) The local sett<strong>in</strong>g of political <strong>in</strong>volvement: Explorations <strong>in</strong>two most different places <strong>in</strong> the Netherlands, Paper for the workshop ‘Changes <strong>in</strong>political <strong>in</strong>volvement’ at the ecpr Jo<strong>in</strong>t Sessions, 28 March-2 April 2003, Ed<strong>in</strong>burgh.Hartman, I. (2004) ‘Burger<strong>in</strong>itiatieven: gemobiliseer<strong>de</strong> participatie’, Tijdschrift voor <strong>de</strong>Sociale Sector 58, 10: 10-13.Hazeu, C.A. (2004) Won<strong>in</strong>gcorporaties: Arm leven; rijk sterven?, Tijdschrift voor OpenbareF<strong>in</strong>anciën 36, 4: 188-198.Hazeu, C.A., N.G.J. Boonstra, M. Jager-Vreug<strong>de</strong>nhil en P. W<strong>in</strong>semius (2005) Buurt<strong>in</strong>itiatievenen <strong>buurt</strong>beleid <strong>in</strong> Ne<strong>de</strong>rland anno 2004. Analyse van een veldon<strong>de</strong>rzoek van28 casussen, wrr webpublicatie nr. 9.Hendriks, F. en P.W. Tops (2002) Het sloeg <strong>in</strong> als een bom. Vitaal stadsbestuur enmo<strong>de</strong>rn burgerschap <strong>in</strong> een Haagse stads<strong>buurt</strong>, Den Haag: Kenniscentrum GroteSte<strong>de</strong>n.243


vertrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>244Hirschman, A.O. (1970) Exit, voice and loyalty: Responses to <strong>de</strong>cl<strong>in</strong>e <strong>in</strong> firms, organizationsand states, Cambridge, Mass.: Harvard University Press.Hortulanus, R. (1999) ‘Het beeld van <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>’, <strong>in</strong> J.W. Duyvendak en R. Hortulanus, Degedroom<strong>de</strong> wijk. Metho<strong>de</strong>n, mythen en misvatt<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> <strong>de</strong> nieuwe wijkaanpak,Utrecht: Forum.Innovatienetwerk Groene Ruimte en Agrocluster/nizw/<strong>de</strong> Architecten Cie. (2003)Dorpen van morgen. Een essay over sociale samenhang <strong>in</strong> nieuwe dorpen,Utrecht/Amsterdam.Inglehart, R.F. (1977) The silent revolution: Chang<strong>in</strong>g values and political styles amongWestern publics, Pr<strong>in</strong>ceton: Pr<strong>in</strong>ceton University Press.Inglehart, R.F. (1997a) Mo<strong>de</strong>rnization and postmo<strong>de</strong>rnization: cultural, economic and politicalchange <strong>in</strong> 43 societies, Pr<strong>in</strong>ceton: Pr<strong>in</strong>ceton University Press.Inglehart, R.F. (1997b) ‘The erosion of <strong>in</strong>stitutional authority and post-materialist values’,<strong>in</strong> J.S. Nye, P.D. Zelikow en D.C. K<strong>in</strong>g (ed.) Why people don’t trust government,Cambridge, Mass.: Harvard University Press.Keuzenkamp, S. en K. Oudhof (2000) Emancipatiemonitor 2000, Den Haag: scp/cbs.Kloosterman, R. (2001) Ruimte voor reflectie, Amsterdam: Vossiuspers uva.Knaap, G.A. van <strong>de</strong>r (2002) Ste<strong>de</strong>lijke beweg<strong>in</strong>gsruimte. Over veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> stad enland, wrr-Voorstudie 113, Den Haag: Sdu Uitgevers.Komter, A.E., J. Burgers en G. Engbersen (2000) Het cement van <strong>de</strong> samenlev<strong>in</strong>g. Eenverkennen<strong>de</strong> studie naar solidariteit en cohesie. Amsterdam: Amsterdam UniversityPress.Kooij, A.M. van <strong>de</strong>r (2003) Rust, ruimte en hectiek. Inventarisatie van voorzien<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> hetlan<strong>de</strong>lijk gebied relevant voor taakcomb<strong>in</strong>eer<strong>de</strong>rs, Utrecht: nizw.Kremer, M. en L. Verplanke (2004) Opbouwwerkers als mondige professionals. De praktijkvan accountability, marktwerk<strong>in</strong>g en vraaggericht werken op het lokale niveau,Den Haag: Dr. Gradus Hendriks Sticht<strong>in</strong>g.Lammerts, R. (2000) Samen actief. De metho<strong>de</strong> Activerend Interview, Utrecht: Verwey-Jonker Instituut.Lammerts, R. en G. Doĝan (2004) Warkelijk Waor. On<strong>de</strong>rzoek naar economische ensociale participatie en het voorzien<strong>in</strong>gengebruik door bewoners van kle<strong>in</strong>e dorpen<strong>in</strong> Mid<strong>de</strong>n-Drenthe, Utrecht: Verwey-Jonker Instituut.Land, M. van <strong>de</strong>r (2003) Vluchtige verbon<strong>de</strong>nheid: Ste<strong>de</strong>lijke b<strong>in</strong>d<strong>in</strong>gen van <strong>de</strong> Rotterdamsenieuwe mid<strong>de</strong>nklasse, proefschrift eur, Rotterdam.Landbouw-Economisch Instituut (2000) Kracht door veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g, Den Haag: lei.Landry, C. (2000) The creative city: A toolkit for <strong>in</strong>novators, Earthscan, Lon<strong>de</strong>n.Lans, J. van <strong>de</strong>r (2003) Het won<strong>in</strong>krijk <strong>de</strong>r Bloemstraters. Individualiser<strong>in</strong>g en sociaal kapitaal,Amsterdam: Uitgeverij De Balie.Mackenbach, J.P. en Verkleij (red.) (1997) Volksgezondheid toekomstverkenn<strong>in</strong>g 1997. IIGezondheidsverschillen, Bilthoven: rivm.Mak<strong>in</strong>, P.J., C.L. Cooper en C.J. Cox (1996) Organizations and the psychological contract:Manag<strong>in</strong>g people at work, Westport: Praeger.Marlet, G. en C. van Woerkens (2004a) De maatschappelijke baten van een veilige stad,Breukelen: Nyfer.Marlet, G. en C. van Woerkens (2004b) Atlas voor gemeenten 2004, Utrecht: Sticht<strong>in</strong>gAtlas voor gemeenten.


literatuurMcAllister, I. (1999) ‘The economic performance of governments’, blz. 188-203, <strong>in</strong>: P.Norris (ed.) Critical citizens: Global support for <strong>de</strong>mocratic governance, Oxford:Oxford University Press.M<strong>in</strong>isterie van B<strong>in</strong>nenlandse Zaken en Kon<strong>in</strong>krijksrelaties (2002) Samenwerken aan <strong>de</strong>kracht van <strong>de</strong> stad. Actieplan groteste<strong>de</strong>nbeleid 2002 – 2009, Den Haag: M<strong>in</strong>isterievan bzk.M<strong>in</strong>isterie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (2004) Agenda voor een vitaalplatteland. Inspelen op veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen, Den Haag: M<strong>in</strong>isterie van lnv.M<strong>in</strong>isterie van Volkshuisvest<strong>in</strong>g, Ruimtelijke Or<strong>de</strong>n<strong>in</strong>g en Milieu (2000) Ruimte maken,ruimte <strong>de</strong>len. Vijf<strong>de</strong> nota over <strong>de</strong> ruimtelijke or<strong>de</strong>n<strong>in</strong>g 2000/2020, Den Haag:M<strong>in</strong>isterie van vrom.M<strong>in</strong>isterie van Volkshuisvest<strong>in</strong>g, Ruimtelijke Or<strong>de</strong>n<strong>in</strong>g en Milieu (2003) Beter thuis <strong>in</strong>wonen. Kernpublicatie Won<strong>in</strong>gbehoefte On<strong>de</strong>rzoek 2002, Den Haag: M<strong>in</strong>isterievan vrom.M<strong>in</strong>isterie van Volkshuisvest<strong>in</strong>g, Ruimtelijke Or<strong>de</strong>n<strong>in</strong>g en Milieu (2004a) Nota ruimte.Ruimte voor ontwikkel<strong>in</strong>g, Den Haag: M<strong>in</strong>isterie van vrom.M<strong>in</strong>isterie van Volkshuisvest<strong>in</strong>g, Ruimtelijke Or<strong>de</strong>n<strong>in</strong>g en Milieu (2004b) Leefbaarheidvan wijken, Den Haag: M<strong>in</strong>isterie van vrom.Motivaction (2005) Aandachtsgebie<strong>de</strong>n voor etnische cohesie <strong>in</strong> Amsterdam, Amsterdam:Motivaction i.o.v. Forum.Müller, T. (2002) De warme stad. Betrokkenheid bij het publieke dome<strong>in</strong>, Utrecht: Van Arkel.Ne<strong>de</strong>rlandse Woonbond (2004) Bewoners<strong>in</strong>vloed bij herstructurer<strong>in</strong>g. ‘Er valt nog eenwereld te w<strong>in</strong>nen.’ Huur<strong>de</strong>rsorganisaties, corporaties en gemeenten over <strong>de</strong>herstructurer<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> 56 aandachtswijken, Amsterdam: Ne<strong>de</strong>rlandse Woonbond.Nelissen, N.J.M. (1979) De stad. Een <strong>in</strong>leid<strong>in</strong>g tot <strong>de</strong> urbane sociologie, twee<strong>de</strong> druk,Deventer: Van Loghum Slaterus.Newton, K. (1999) ‘Social and political trust <strong>in</strong> established <strong>de</strong>mocracies’, blz. 169-187, <strong>in</strong>P. Norris (ed.) Critical citizens: global support for <strong>de</strong>mocratic governance, Oxford:Oxford University Press.Norris, P. (ed.) (1999) Critical citizens: global support for <strong>de</strong>mocratic governance, Oxford:Oxford University Press.Nye, J.S., P.D. Zelikow en D.C. K<strong>in</strong>g (ed.) (1997) Why people don’t trust government,Cambridge, Mass.: Harvard University Press.Oers, J.A.M. van, H. van <strong>de</strong> Mheen en W.A.J.M. Swart (1998) ‘Sociaal-economischeverschillen <strong>in</strong> gezondheid, persoonsgebon<strong>de</strong>n of plaatsgebon<strong>de</strong>n’, Tijdschriftvoor Gezondheidswetenschappen 76: 366-373.Poll, R. van (1997) The perceived quality of the urban resi<strong>de</strong>ntial environment: A multiattributeevaluation, Gron<strong>in</strong>gen: proefschrift rug.Priemus, H. (2003) ‘Dutch hous<strong>in</strong>g associations: Current <strong>de</strong>velopments and <strong>de</strong>bates’,Hous<strong>in</strong>g Studies 18, 3: 327-351.Prov<strong>in</strong>ciaal Opbouworgaan Noord-Brabant/P. van Daal en A. Bosch (2004) Met elkaar.Sociale participatie <strong>in</strong> Noord-Brabant, Tilburg: pon.Publieke Zaak, De (2004) Een goe<strong>de</strong> buur... Over beziel<strong>in</strong>g en respect <strong>in</strong> eigen <strong>buurt</strong>,Amsterdam: Sticht<strong>in</strong>g De Publieke Zaak.Putnam, R.D. (1993) Mak<strong>in</strong>g <strong>de</strong>mocracy work: Civic traditions <strong>in</strong> mo<strong>de</strong>rn Italy, Pr<strong>in</strong>ceton,NJ: Pr<strong>in</strong>ceton University Press.245


vertrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>246Putnam, R.D. (2000) Bowl<strong>in</strong>g alone: The collapse and revival of American community,New York: Simon & Schuster.Putnam, R.D. (ed.) (2002) Democracies <strong>in</strong> flux: The evolution of social capital <strong>in</strong> contemporarysociety, New York: Oxford University Press.Putnam, R.D. en L.M. Feldste<strong>in</strong> (2003) Better together: Restor<strong>in</strong>g the American community,New York: Simon & Schuster.Raad voor Maatschappelijke Ontwikkel<strong>in</strong>g (2002) Bevrij<strong>de</strong>n<strong>de</strong> ka<strong>de</strong>rs. Sturen op verantwoor<strong>de</strong>lijkheid,rmo-advies nr. 24, Den Haag.Raad voor het Openbaar Bestuur (2004) Cultuur met een fors postuur. Rijksdienst tussenrechtsstaat en flexibiliteit, Den Haag: rob.Reich, R.B. (1991) The work of nations: prepar<strong>in</strong>g ourselves for 21 st century capitalism, NewYork: V<strong>in</strong>tage Books.Reijndorp, A. (2002) ‘Meer stad <strong>in</strong> <strong>de</strong> wijk; kritiek op <strong>de</strong> wijkaanpak <strong>in</strong> historischperspectief’, Tijdschrift voor <strong>de</strong> Sociale Sector 55, 8: 14-19.Reijndorp, A. (2004) Stadswijk. Ste<strong>de</strong>nbouw en dagelijks leven, Rotterdam: nai Uitgevers.Rienstra, G.U. (2003) Ste<strong>de</strong>n staan sterker <strong>in</strong> hun schoenen, Economisch-Statische Berichten80, 4404: 260-262.Rijks<strong>in</strong>stituut voor Volksgezondheid en Milieu (2000) Nationale milieuverkenn<strong>in</strong>g 5:2000-2030, Bilthoven: rivm.Ruiter, E.C., R.F.W. Diekstra en B. Korfker (2003) E<strong>in</strong>drapport Pilot Rotterdamse Project-Garages, Rotterdam: Bestuursdienst Gemeente.Sabel, C.F. (2004) ‘Beyond pr<strong>in</strong>cipal-agent governance: Experimentalist organizations,learn<strong>in</strong>g and accountability’, blz. 173-195, <strong>in</strong> E.R. Engelen en M. Sie Dhian Ho(red.), De staat van <strong>de</strong> <strong>de</strong>mocratie. Democratie voorbij <strong>de</strong> staat, Amsterdam:Amsterdam University Press.Sampson, R.J., S.W. Rau<strong>de</strong>nbush en F. Earls (1997) ‘Neighborhoods and violent crime:A multilevel study of collective efficacy’, Science 277 (Aug 15): 918.Schmitter, P.C. (2003) ‘Organizations, social movements, and public policy’, <strong>in</strong> W.J.Wilson (ed.) Sociology and the public agenda, Thousand Oaks, CA: Sage publications.Seely Brown, J. en P. Duguid (2000) The social life of <strong>in</strong>formation, Boston: HarvardUniversity Press.Skocpol, Th. (2003) Dim<strong>in</strong>ished <strong>de</strong>mocracy, Norman: University of Oklahoma Press.Sociaal en Cultureel Planbureau (2000) Sociaal en cultureel rapport 2000, Den Haag:Sociaal en Cultureel Planbureau.Sociaal en Cultureel Planbureau (2003) De sociale staat van Ne<strong>de</strong>rland 2003, Den Haag:Sociaal en Cultureel Planbureau.Sociaal en Cultureel Planbureau (2004) In het zicht van <strong>de</strong> toekomst, Sociaal en cultureelrapport 2004, Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau.Spangenberg, F., M.A. Lampert, B. van <strong>de</strong>r Lelij en R. van Ewijk (2003) Politieke onvre<strong>de</strong>en <strong>de</strong> alledaagse belev<strong>in</strong>gswereld van burgers, Amsterdam: Motivaction (on<strong>de</strong>rzoeksrapportvoor het scp).Storper, M. (1997) The regional world: Territorial <strong>de</strong>velopment <strong>in</strong> a global economy, NewYork: The Guilford Press.Terlu<strong>in</strong>, I.J. en G.S. Venema (2003) Towards regional differentiation of rural <strong>de</strong>velopmentpolicy <strong>in</strong> the eu, Den Haag: lei.


literatuurThissen, F. (2001) ‘Van autonoom dorp naar woondorp: Sociale veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen op hetNe<strong>de</strong>rlandse platteland en ou<strong>de</strong> en nieuwe vormen van sociale samenhang’, <strong>in</strong> H.Schme<strong>in</strong>k, L. Treep en E. van <strong>de</strong> Wiel (red.) Verslag werkconferentie ‘Leven enwerken <strong>in</strong> lan<strong>de</strong>lijk gebied’, Den Haag: M<strong>in</strong>isterie van lnv.Tops, P. (2002) Ste<strong>de</strong>nnetwerk bestuurlijke <strong>in</strong>novatie en wijkgericht werken, Stadsbespiegel<strong>in</strong>genDeel A: Ervar<strong>in</strong>gen en observaties uit het ste<strong>de</strong>nnetwerk, Tilburg: Universiteitvan Tilburg.Uitermark, J. (2003) De sociale controle van achterstandswijken. Een beleidsgenetischperspectief, Utrecht/Amsterdam: Kon<strong>in</strong>klijk Ne<strong>de</strong>rlands AardrijkskundigGenootschap.Veenen, A.F. van (2004) Op het scherp van <strong>de</strong> sne<strong>de</strong>. Samenlev<strong>in</strong>gsopbouw <strong>in</strong> <strong>buurt</strong>en-<strong>in</strong>veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g,Den Haag: Dr Gradus Hendriks Sticht<strong>in</strong>g.Verba, S., K. Lehman Schlozman en H.E. Brady (1995) Voice and equality: Civic voluntarism<strong>in</strong> American politics, Cambridge, MA: Harvard University Press.Vernieuw<strong>in</strong>gsimpuls dualisme en lokale <strong>de</strong>mocratie, De (2004) Handreik<strong>in</strong>g burger<strong>in</strong>itiatief,Den Haag: vng Uitgeverij.Vliet, K. van, J.W. Duyvendak en N. Boonstra (2004) ‘Professionals <strong>in</strong> zorg en welzijn’, <strong>in</strong>Tijdschrift voor <strong>de</strong> Sociale Sector, oktober 2004: 27-30.Verhoeven, I. (2004) ‘Veran<strong>de</strong>rend politiek burgerschap en <strong>de</strong>mocratie’, blz. 55-77, <strong>in</strong> E.R.Engelen en M. Sie Dhian Ho (red.) De staat van <strong>de</strong> <strong>de</strong>mocratie. Democratie voorbij<strong>de</strong> staat, Amsterdam: Amsterdam University Press.Warren, M.E. (2001) Democracy and association, Pr<strong>in</strong>ceton: Pr<strong>in</strong>ceton University Press.Weertman, J. en S.H. Meeg<strong>de</strong>s (2002) Wijkaanpak <strong>in</strong> gemeenten. On<strong>de</strong>rzoek on<strong>de</strong>rbestuur<strong>de</strong>rs en ambtenaren, Rijswijk: Leeuwendaal Advies bv.Wetenschappelijke Raad voor het Reger<strong>in</strong>gsbeleid (2002) De toekomst van <strong>de</strong> nationalerechtsstaat, Rapporten aan <strong>de</strong> reger<strong>in</strong>g nr. 63, Den Haag: Sdu.Wetenschappelijke Raad voor het Reger<strong>in</strong>gsbeleid (2003) Ne<strong>de</strong>rland han<strong>de</strong>lsland: het perspectiefvan <strong>de</strong> transactiekosten, Rapporten aan <strong>de</strong> reger<strong>in</strong>g nr. 66, Den Haag: Sdu.Wetenschappelijke Raad voor het Reger<strong>in</strong>gsbeleid (2003b) Waar<strong>de</strong>n, normen en <strong>de</strong> lastvan het gedrag, Rapporten aan <strong>de</strong> reger<strong>in</strong>g nr. 68, Amsterdam: AmsterdamUniversity Press.Wetenschappelijke Raad voor het Reger<strong>in</strong>gsbeleid (2004) Bewijzen van goe<strong>de</strong> dienstverlen<strong>in</strong>g,Rapporten aan <strong>de</strong> reger<strong>in</strong>g nr. 70, Amsterdam: Amsterdam University Press.W<strong>in</strong>d, Y. en C. Crook m.m.v. R. Gunther (2005) The power of impossible th<strong>in</strong>k<strong>in</strong>g:Transform the bus<strong>in</strong>ess of your life and the life of your bus<strong>in</strong>ess, Upper SaddleRiver, NJ: Wharton School Publish<strong>in</strong>g.W<strong>in</strong>semius, P. en U. Guntram (2002) A thousand sha<strong>de</strong>s of green: Susta<strong>in</strong>able strategiesfor competitive advantage, Lon<strong>de</strong>n: Earthscan.W<strong>in</strong>semius, P. en J.A.N. Houtepen (2002) Van alle markten thuis. Naar een betere afstemm<strong>in</strong>gtussen zorg- en arbeidsmarkt, Den Haag/Amsterdam, Project Dag<strong>in</strong><strong>de</strong>l<strong>in</strong>g/McK<strong>in</strong>sey& Company.W<strong>in</strong>semius, P., M. Jager-Vreug<strong>de</strong>nhil en N. Boonstra (2004) ‘Democratie en <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>’,blz. 39-54, <strong>in</strong> E.R. Engelen en M. Sie Dhian Ho (red.) De staat van <strong>de</strong> <strong>de</strong>mocratie.Democratie voorbij <strong>de</strong> staat, Amsterdam: Amsterdam University Press.Ypey, A., E. Snel en G. Engbersen (2000) Armoe<strong>de</strong> <strong>in</strong> Amsterdam-Noord, Rotterdam:Risbo.247


248vertrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>


ijlage 1: processen en <strong>in</strong>strumenten van veran<strong>de</strong>rmanagementbijlage 1: processen en <strong>in</strong>strumenten vanveran<strong>de</strong>rmanagementIn hoofdstuk 4 schetsten we <strong>de</strong> bestuurlijke spann<strong>in</strong>gsvel<strong>de</strong>n, <strong>de</strong> drempels voorveran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g en <strong>de</strong> organisatorische vormgev<strong>in</strong>g waarvoor kan wor<strong>de</strong>n gekozen.De gemaakte keuzes bepalen <strong>de</strong> contouren van het speelveld, maar er komt pasleven <strong>in</strong> <strong>de</strong> brouwerij wanneer op dat veld mensen <strong>in</strong> beweg<strong>in</strong>g gaan. Hunwisselwerk<strong>in</strong>g is bepalend voor het uite<strong>in</strong><strong>de</strong>lijke succes. In onze <strong>in</strong>terviewron<strong>de</strong>zijn ons vele handvatten aangereikt over het meest wenselijke veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gsproces.Onze gesprekspartners beschrijven ou<strong>de</strong> en nieuwe <strong>in</strong>strumenten, diebestuur<strong>de</strong>rs met succes kiezen van een bestuurlijk <strong>in</strong>strumentenbord. Ze hebbenook succesformules ontwikkeld die, hoewel het veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gsproces <strong>in</strong> <strong>de</strong> werkelijkheidvan alledag meestal wat rommelig verloopt, op papier vier activiteitenon<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n, elk met specifieke <strong>in</strong>strumenten: (1) <strong>in</strong>spireren, (2) activeren, (3)terugkoppelen en (4) verankeren (figuur 1). Hierna zullen we op elk van <strong>de</strong>ze activiteitenna<strong>de</strong>r <strong>in</strong>gaan.Figuur 1Bestuurlijk <strong>in</strong>strumentenbordTerugkoppelen• Meten, evalueren resultaten• Geven raad/rug<strong>de</strong>kk<strong>in</strong>g• Vieren succes249Inspireren• Informeren• Communiceren• Uitdagen trekkers,rug<strong>de</strong>kkersWaar<strong>de</strong>n,houd<strong>in</strong>gDrempelsGedragVerankeren• Waarborgenrotatie• Bewakenconstructieveontevre<strong>de</strong>nheid• BouwenvertrouwenOpstellen actieplan• Maken ka<strong>de</strong>rafspraken• Uitnodigen tot <strong>in</strong>kleur<strong>in</strong>g• Opstellen plan1 <strong>in</strong>spirerenElke veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g beg<strong>in</strong>t met een i<strong>de</strong>e, vaak een ontevre<strong>de</strong>nheid met eenbestaan<strong>de</strong> situatie of een dreigen<strong>de</strong> ontwikkel<strong>in</strong>g en een enkele keer een positieveuitdag<strong>in</strong>g. Onveran<strong>de</strong>rlijk wordt het <strong>in</strong>itiatief genomen door een beperkt aantaltrekkers, die zich verenigen rond een – naar hun gevoel – betere oploss<strong>in</strong>g die <strong>de</strong>moeite van <strong>de</strong> <strong>in</strong>zet waard is en waarvoor zij <strong>de</strong> me<strong>de</strong>werk<strong>in</strong>g van an<strong>de</strong>renproberen te verwerven. Hoewel <strong>in</strong> <strong>de</strong> werkelijkheid van onze gesprekspartnersmeestal sprake is van een ‘mod<strong>de</strong>rig’ proces, waarbij het toeval een grote rol


vertrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>speelt bij <strong>de</strong> uite<strong>in</strong><strong>de</strong>lijke volgor<strong>de</strong> van actiestappen, zijn <strong>in</strong> veel gevallen tochverschillen<strong>de</strong> activiteiten te on<strong>de</strong>rschei<strong>de</strong>n bij het <strong>in</strong> beweg<strong>in</strong>g brengen van <strong>de</strong><strong>buurt</strong>.Stap 1a: <strong>in</strong>formerenElke veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g beg<strong>in</strong>t met het besef dat er een probleem is dat om een gezamenlijkeoploss<strong>in</strong>g vraagt, of een kans die niet mag wor<strong>de</strong>n gemist. Veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gsbereidheidmoet daarom kunnen steunen op een we<strong>de</strong>rzijdse on<strong>de</strong>rkenn<strong>in</strong>gvan <strong>de</strong> op te lossen problemen en op goe<strong>de</strong> <strong>in</strong>formatie daarover. Bestuur<strong>de</strong>rsmoeten bewoners serieus nemen en moeten aansluiten bij hun belev<strong>in</strong>g enbehoeften.250Er is echter een opmerkelijk tekort aan kwantitatieve on<strong>de</strong>rzoeksresultaten enbegrijpelijke toekomstscenario’s van <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>. Beleidsmakers hanteren om hier<strong>in</strong>te voorzien een breed scala van <strong>in</strong>strumenten, uiteenlopend van wijkbijeenkomsten/-bezoekenvia wijkbarometers tot sociale structuurschetsen op wijkniveau.Niet al die parameters zijn echter relevant als basis voor <strong>de</strong> beleidsvorm<strong>in</strong>g. Erkunnen bijvoorbeeld kantteken<strong>in</strong>gen wor<strong>de</strong>n geplaatst bij <strong>de</strong> gebruikte enquêtemetho<strong>de</strong>n.Als je mensen <strong>in</strong> ste<strong>de</strong>n vraagt aan te strepen waar ze last van hebben,v<strong>in</strong>kt bijna ie<strong>de</strong>reen hon<strong>de</strong>npoep en zwerfvuil aan, maar alleen <strong>de</strong> direct betrokkenenkiezen voor het wellicht veel wezenlijker tekort aan k<strong>in</strong><strong>de</strong>ropvang, jeugdactiviteitenof seniorenhuisvest<strong>in</strong>g. Een ervaren stadsbestuur<strong>de</strong>r conclu<strong>de</strong>ert:“Naarmate het beter gaat met een wijk komen er meer ‘hon<strong>de</strong>npoepproblemen’ –maar als hon<strong>de</strong>npoep het grootste probleem is, gaat het natuurlijk prima met eenwijk.”De beschikbare statistieken zijn soms mislei<strong>de</strong>nd. Met betrekk<strong>in</strong>g tot illegalen enzwartwerkers wordt bijvoorbeeld een soort dubbele moraal gehanteerd. We doennet alsof ze er niet zijn en hun rol <strong>in</strong> <strong>de</strong> zogenoem<strong>de</strong> <strong>in</strong>formele economie en hunhuisvest<strong>in</strong>g tellen niet mee <strong>in</strong> <strong>de</strong> statistieken. De <strong>in</strong><strong>de</strong>l<strong>in</strong>g <strong>in</strong> wijken is vaak tegrofmazig, waardoor <strong>de</strong> getallen het verkeer<strong>de</strong> verhaal vertellen over <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>belev<strong>in</strong>g.De statistieken zeggen sowieso we<strong>in</strong>ig over <strong>de</strong> behoeften en betrokkenheidvan bewoners, noch over hun kwaliteiten. Ten slotte gebruiken overheid ensociale spelers <strong>de</strong> beschikbare <strong>in</strong>dicatoren veelal te we<strong>in</strong>ig of verkeerd. Als jebijvoorbeeld met een geoefend oog kijkt naar <strong>de</strong> doorstrom<strong>in</strong>gsgegevens per<strong>buurt</strong>, weet je vrij nauwkeurig waar het fout gaat.Er zijn echter ook goe<strong>de</strong> enquêtetechnieken, die beleidsmakers en bewoners eenkwantitatief gegevensbestand bie<strong>de</strong>n. Daartoe behoren nieuwe top-down – datwil zeggen door <strong>de</strong> (<strong>de</strong>el)gemeente aangestuur<strong>de</strong> – methodieken zoals het panellen<strong>in</strong> Deventer, <strong>de</strong> <strong>in</strong>ternetpanels <strong>in</strong> Delft, <strong>de</strong> jaarlijkse schriftelijke enquête(tevre<strong>de</strong>nheid, op<strong>in</strong>ie over actuele on<strong>de</strong>rwerpen) on<strong>de</strong>r een representatieve<strong>in</strong>wonersgroep <strong>in</strong> Zaanstad en <strong>de</strong> verplichte wijkraadpleg<strong>in</strong>g (met behulp vaneen door <strong>de</strong> wijkraad zelf gekozen methodiek en on<strong>de</strong>rsteund door een ambtelijkbureau) <strong>in</strong> Utrecht. In <strong>buurt</strong>en zijn mooie resultaten geboekt met activeren<strong>de</strong>nquêteren, waarbij als uitgangspunt geldt “je moet b<strong>in</strong>nendr<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> <strong>de</strong> huisje-


ijlage 1: processen en <strong>in</strong>strumenten van veran<strong>de</strong>rmanagementboompje-straatje-wereld van normale mensen.” Ditmaal zijn het <strong>de</strong> bewoners,vooral met hun antwoor<strong>de</strong>n op open vragen en opmerk<strong>in</strong>gen buiten <strong>de</strong> vragenlijstom, die richt<strong>in</strong>g geven aan <strong>de</strong> gezamenlijke agenda. Dergelijke on<strong>de</strong>rzoekenwor<strong>de</strong>n vaak <strong>de</strong>ur-aan-<strong>de</strong>ur uitgevoerd door professionals of door bewoners metexterne begeleid<strong>in</strong>g, i<strong>de</strong>aliter <strong>in</strong> opdracht van een <strong>buurt</strong>organisatie (zie ookLammerts 2000 voor een uitgebrei<strong>de</strong>re beschrijv<strong>in</strong>g van het verwante ‘activeren<strong>de</strong><strong>in</strong>terview’).Stap 1b: communicerenEr zijn we<strong>in</strong>ig <strong>in</strong>strumenten om bewoners of organisaties te dw<strong>in</strong>gen tot actie,laat staan tot samenwerk<strong>in</strong>g. Het was een soort noodkreet van een betrokkenambtenaar: “Geef ons vijf m<strong>in</strong>uten een sterke man, een formateur. Iemand of ietsmoet aandr<strong>in</strong>gen op een besliss<strong>in</strong>g na an<strong>de</strong>rhalf jaar praten.” Initiatiefnemersmoeten veeleer een goed verhaal – noem het een visie – hebben dat <strong>in</strong>speelt opwerkelijke behoeften van bewoners en voortbouwt op hun kwaliteiten. Hetprobeert een gezamenlijke richt<strong>in</strong>g te schetsen die <strong>de</strong> beoog<strong>de</strong> partners kanverwarmen en hen kan bezielen tot mee<strong>de</strong>nken en meedoen.Het herstructurer<strong>in</strong>gsgebied Hoogvliet g<strong>in</strong>g bijvoorbeeld voor kwaliteit. “Weverkopen geen won<strong>in</strong>gen maar een i<strong>de</strong>e. We proberen <strong>de</strong> bewoners te verlei<strong>de</strong>nom mee te werken aan <strong>de</strong> opbouw van zichzelf.” De Amsterdamse nv Zeedijkrichtte zich op veiligheid als basis. Door werken en wonen <strong>in</strong> <strong>de</strong> straten en <strong>de</strong><strong>buurt</strong> te comb<strong>in</strong>eren, kreeg je zowel ’s avonds als overdag sociale controle. Deverloe<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g werd daarom gekeerd door het opkopen en renoveren van pan<strong>de</strong>nen <strong>de</strong> bedrijfsruimtes te verhuren aan bonafi<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rnemers; <strong>de</strong> <strong>buurt</strong> werdteruggegeven aan <strong>de</strong> bewoners. Ome Jan biedt randjongeren een sociaal alternatiefvia Opboxen; allochtone stu<strong>de</strong>nten stimuleren met hun huiswerkcursus alsrolvoorbeel<strong>de</strong>n tot doorleren; een multicultureel eet-/muziekpaviljoen bouwt op<strong>de</strong> kracht van <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>: goed feesten en eten; leraren willen achterstan<strong>de</strong>n nietalleen bestrij<strong>de</strong>n maar ook voorkomen met hun plan “Vanaf nul jaar naar <strong>de</strong>basisschool”.251Een visie biedt ook uitzicht op <strong>de</strong> langere termijn. Politiemensen praten metwarmte over preventie naast repressie; adviseurs benadrukken <strong>de</strong> economischeen sociale doorgroei van allochtonen; ervaren bestuur<strong>de</strong>rs waarborgen <strong>de</strong> cont<strong>in</strong>uïteitvan het beleid. Een wethou<strong>de</strong>r lacht om zijn eigen leerproces: alle ou<strong>de</strong>rshaakten af toen hij kwam met een verhaal over achterstan<strong>de</strong>n, maar <strong>de</strong><strong>de</strong>n meetoen hij – een ervar<strong>in</strong>g wijzer en een <strong>buurt</strong> ver<strong>de</strong>rop – hun voorspiegel<strong>de</strong> welkekans <strong>de</strong> bre<strong>de</strong> school kon bie<strong>de</strong>n <strong>in</strong> <strong>de</strong> vorm van goedkope sportactiviteiten.Een goed verhaal alleen is echter niet voldoen<strong>de</strong>. Initiatiefnemers moeten hunverhaal ook hanteerbaar maken voor hun doelgroep(en) en zich beperken tot eengelimiteerd aantal thema’s. In Mid<strong>de</strong>n-Drenthe wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> resultaten van bewonersenquêtesomgewerkt tot prioriteitsthema’s, die wor<strong>de</strong>n geor<strong>de</strong>nd op basisvan economische kosten en maatschappelijk ren<strong>de</strong>ment en die wor<strong>de</strong>n besproken<strong>in</strong> een <strong>buurt</strong>panel met als uitkomst een actieplan met een tijdshorizon van


vertrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>twee à drie maan<strong>de</strong>n. Bestuurlijke evergreens zoals hon<strong>de</strong>npoep en losse tegelswor<strong>de</strong>n i<strong>de</strong>aliter opgevangen door een ambtelijk meldpunt. Op <strong>de</strong> bestuursagendavan <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>verenig<strong>in</strong>g staan dan alleen maar serieuze beleidson<strong>de</strong>rwerpen,zoals k<strong>in</strong><strong>de</strong>ropvang, seniorenhuisvest<strong>in</strong>g of een dorpshuis. Bij geblekensucces groeit zo’n plan vanzelf uit naar een <strong>buurt</strong>visie met een bre<strong>de</strong>r activiteitenpakket.Als belangrijk nevenproduct van zo’n proces geldt het – veelvuldigverwaarloos<strong>de</strong> – i<strong>de</strong>ntificeren van (potentiële) trekkers/gangmakers.252Onze gesprekspartners leer<strong>de</strong>n hun lessen over management by speech: verteleen consistent verhaal dat je toesnijdt op elke groep waarmee je praat, maar laatvooral ook ruimte voor <strong>in</strong>kleur<strong>in</strong>g door <strong>de</strong> bewoners zelf. Werk je i<strong>de</strong>eën bewustniet ge<strong>de</strong>tailleerd uit, maar presenteer aanspreken<strong>de</strong> verhalen die je gehoor prikkelentot het na<strong>de</strong>nken over een eigen <strong>in</strong>vull<strong>in</strong>g. Richt je ook alleen op wie ‘voor’is en wie nog twijfelen, en verspil geen energie op tegenstan<strong>de</strong>rs. Maar vooralgaat het erom dat bewoners en bestuur<strong>de</strong>rs met mensen – niet een papierenverhaal – te maken willen hebben: “Maak van het anonieme verhaal een verhaalmet een gezicht.” En stop pas als je voldoen<strong>de</strong> draagvlak hebt opgebouwd.Rotterdam leer<strong>de</strong> bijvoorbeeld dat je m<strong>in</strong>imaal een <strong>de</strong>r<strong>de</strong> van alle bewonersnodig hebt om z<strong>in</strong>volle afspraken te maken over een <strong>buurt</strong>plan. En <strong>in</strong> Amsterdamen Gron<strong>in</strong>gen bleek een breed bestuurlijk draagvlak, ongeacht politieke kleur,noodzakelijk als het gaat om <strong>in</strong>grijpen<strong>de</strong> veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen: “Als bij <strong>de</strong> overheid <strong>de</strong>samenhang ontbreekt, dan zal het ook niet lukken met bewoners iets voor elkaarte krijgen.”Stap 1c: trekkers en rug<strong>de</strong>kkers uitdagen“Het ligt aan <strong>de</strong> mensen!” Van alle kanten komt <strong>de</strong> steun. De directeur van eenwooncorporatie: “De sleutel voor succes is altijd mensen, ‘toevallig’ <strong>de</strong> juistemensen bij elkaar rond een actueel probleem”; een burgemeester acht zich gelukkigte werken met “<strong>de</strong> beste ambtenaar van Ne<strong>de</strong>rland”; een stads<strong>de</strong>elvoorzitterzegt over een <strong>buurt</strong>voorzitter: “’t Was een lastig mannetje, maar je kon wel zakenmet hem doen.” Hun relatie is symptomatisch; het gaat vrijwel steeds om <strong>de</strong>comb<strong>in</strong>atie van een vrijgevochten trekker met een hoger geplaatste rug<strong>de</strong>kker diehet politieke en ambtelijke vertrouwen organiseert (zie ook Hendriks en Tops2002).Succesvolle projecten kenmerken zich door “enthousiaste trekkers die <strong>de</strong> regelsaan hun laars lappen en <strong>de</strong> structuren naar hun hand zetten”. Zeven van <strong>de</strong> tienprojecten mislukken, zegt zo’n trekker. “Gelukkig heb ik een slecht karakter, eengewone burger loopt zich te pletter.” Zijn succes schuilt <strong>in</strong> een kle<strong>in</strong>e en flexibeleorganisatie: “Het zijn stuk voor stuk mensen met een slecht karakter, net als ik.Dat heb je nodig om iets te bereiken.” Zij ston<strong>de</strong>n niet alleen <strong>in</strong> hun slechtheid.Twee seniore vrijwilligsters verklaar<strong>de</strong>n hun <strong>in</strong>zet: “Ik was zo kwaad. Ik koestermijn woe<strong>de</strong>, want dan ga ik wat doen. Ik ben heel bemoeizuchtig en regelig.” Eencapabele jongerenwerker is volgens <strong>de</strong> wethou<strong>de</strong>r een soort mar<strong>in</strong>ier, “iemandwaar je met een boogje omheen loopt”. Een schooldirecteur on<strong>de</strong>rkent: “Locatiemanagersmoeten volstrekt onafhankelijke anarchisten zijn.” Een wijkcoörd<strong>in</strong>a-


ijlage 1: processen en <strong>in</strong>strumenten van veran<strong>de</strong>rmanagementtor meldt: “Als ik m’n z<strong>in</strong> niet krijg, dan regel ik het op een an<strong>de</strong>re manier, maarregelen doe ik. Dat word je niet altijd <strong>in</strong> dank afgenomen.”Dat uit zich soms <strong>in</strong> alternatief gedrag. Buurtagenten moeten “goed kunnenschel<strong>de</strong>n”, <strong>de</strong> wijkbeheer<strong>de</strong>r van een wooncorporatie heeft formeel we<strong>in</strong>igbevoegdhe<strong>de</strong>n en moet het daarom hebben van zijn overred<strong>in</strong>gskracht: “Veelbluffen helpt ook.” Een Haagse trekker toeter<strong>de</strong> op een zaterdagochtend <strong>in</strong> eenmegafoon: “Hallo, Hagenezen, wij zou<strong>de</strong>n toch om negen uur samen gaanvegen? Waar blijven jullie?” Met als resultaat dat een kwartier later er op groteschaal werd geveegd. Een Amsterdamse opbouwwerker raapte op straat gegooi<strong>de</strong>luiers op en h<strong>in</strong>g ze aan een waslijn met vermeld<strong>in</strong>g van het huis van herkomst.Het was direct voorbij met <strong>de</strong> overlast.Er zijn echter ook heel gewone hel<strong>de</strong>n zoals “<strong>de</strong> kon<strong>in</strong>g<strong>in</strong> van <strong>de</strong> dorpen”, die <strong>in</strong>een Drentse plattelandsgemeente een <strong>buurt</strong>beweg<strong>in</strong>g op gang wist te trekken. Inzwarte <strong>buurt</strong>en nemen kle<strong>in</strong>e mensen een verantwoor<strong>de</strong>lijkheid, omdat ze “zelfook allochtoon” zijn: “Na 11 september is er een nare sfeer ontstaan <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>.”Ze spreken mensen aan, gaan langs <strong>de</strong> <strong>de</strong>ur als er een <strong>in</strong>ci<strong>de</strong>nt is geweest om tevragen wie <strong>de</strong> da<strong>de</strong>rs waren en bewoners kunnen klachten mel<strong>de</strong>n, die zij doorgevenaan het wijksteunpunt van het stads<strong>de</strong>el. Hun slechtheid en die van al hunme<strong>de</strong>trekkers uit zich <strong>in</strong> een gedrevenheid die, zeker na eerste successen, resulteert<strong>in</strong> een aanstekelijk zelfvertrouwen. Het blijven mooie teksten: “Alle<strong>de</strong>skundigen waren het erover eens dat het niet zou werken”, “De opbouwwerkerswaren ook vanaf het beg<strong>in</strong> sceptisch over <strong>de</strong> haalbaarheid van <strong>de</strong> plannen.Onmogelijk zei<strong>de</strong>n ze”, “Dat kan niet, maar we doen het wel.”253Bestuur<strong>de</strong>rs moeten <strong>in</strong> hun rol als rug<strong>de</strong>kker daarop durven bouwen. Verstatelijkte<strong>in</strong>itiatieven werken niet, zegt een gehar<strong>de</strong> oud-wethou<strong>de</strong>r, “maar je moetgokken op zelf<strong>in</strong>itiatief en empowerment van bewoners.” De vraag is dan: hoeontwikkel je een neus voor het zoeken naar trekkers? “Dat is <strong>de</strong> essentie vanlokaal bestuur. Wethou<strong>de</strong>rs grossieren <strong>in</strong> bondgenootschappen. Dat is handwerk.”Ze moeten ook geloven <strong>in</strong> <strong>de</strong> na te streven visie. Een wooncorporatie‘erf<strong>de</strong>’ bij een fusie bijvoorbeeld een no-go area, waaruit alle sociale spelers zichhad<strong>de</strong>n teruggetrokken. De directeur nam het voortouw: “Pikte ik niet dat <strong>de</strong><strong>buurt</strong> on<strong>de</strong>ruitg<strong>in</strong>g.” El<strong>de</strong>rs werd een angry young man aangesteld als stads<strong>de</strong>elsecretaris,met als opdracht het herstellen van het vertrouwen bij beleidsmakersen bewoners. Het werd zijn levenswerk. Hij zeur<strong>de</strong> net zo lang achter hetbedrijfsleven aan totdat een aantal trekkers het voortouw nam.Maar vooral moeten bestuur<strong>de</strong>rs hun trekkers zekerheid bie<strong>de</strong>n. Frontlijnwerkers,directeuren, ambtenaren: zij kunnen niets uitrichten als <strong>de</strong> besturen van <strong>de</strong>sociale spelers en <strong>de</strong> politieke organen van <strong>de</strong> overheid hen niet overe<strong>in</strong>d hou<strong>de</strong>n.Een Rotterdamse stadsmar<strong>in</strong>ier ziet het scherp: “Wat natuurlijk van <strong>in</strong>vloed is, isdat je niet om een stadsmar<strong>in</strong>ier heen kunt. Ik rapporteer immers niet voor nietsaan het college.” De rug<strong>de</strong>kkers moeten zich daarvoor sterk maken en wor<strong>de</strong>non<strong>de</strong>rsteund door krachtige topambtenaren. Op <strong>de</strong> Zeedijk <strong>de</strong>ed, alweer zo’n 20


vertrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>jaar gele<strong>de</strong>n, <strong>de</strong> toenmalige wethou<strong>de</strong>r Schaeffer dat, <strong>in</strong> Tilburg burgemeesterBrokx met zijn ploeg. Wat zou je vragen als je één wens mocht doen? “Meer RuudVreemannen” zeggen ze <strong>in</strong> Zaandam, “Meer Barten <strong>de</strong> Vries” <strong>in</strong> Drenthe. Enwaarom dat? “Ach”, zeggen onze zegslie<strong>de</strong>n, “je zag hem niet eens zo vaak, maarals ’t nodig was, was hij er of hij was er net geweest.”2 actieplan opstellenDe les werd soms op een hardhandige wijze geleerd: “We dachten <strong>in</strong> het beg<strong>in</strong>dat het mis zat <strong>in</strong> <strong>de</strong> uitvoer<strong>in</strong>g zelf, maar het blijkt vaak al mis <strong>in</strong> <strong>de</strong> voorbereid<strong>in</strong>gvan <strong>de</strong> uitvoer<strong>in</strong>g.” De overgang van plan- naar uitvoer<strong>in</strong>gsfase blijkt hetmoeilijkst te zijn, want “dan leunen alle partijen afwachtend achterover”. Er zijnvaak hoge drempels te overw<strong>in</strong>nen voordat alle betrokkenen het eens zijn gewor<strong>de</strong>nover een gezamenlijk actieplan. Uit <strong>de</strong> ervar<strong>in</strong>gen van onze <strong>in</strong>terviewpartnersis echter weer een soort recept af te lei<strong>de</strong>n dat drie stappen on<strong>de</strong>rscheidt:(a) het maken van ka<strong>de</strong>rafspraken; (b) het uitdagen van bewoners om <strong>in</strong> te kleuren;(c) het opstellen van concrete uitvoer<strong>in</strong>gsplannen.254Stap 2a: ka<strong>de</strong>rafspraken makenIn veel van <strong>de</strong> door ons on<strong>de</strong>rzochte praktijkgevallen is sprake van een soortka<strong>de</strong>rafspraak – een door alle partijen on<strong>de</strong>rschreven visiedocument, een convenant,een <strong>in</strong>formele maar verplichten<strong>de</strong> vertrouwensband. Is die afwezig, danontstaat er vooral bij <strong>in</strong>grijpen<strong>de</strong> herstructurer<strong>in</strong>gen bijna onvermij<strong>de</strong>lijk <strong>in</strong> <strong>de</strong>loop van het proces een spann<strong>in</strong>gsveld: mensen graven zich <strong>in</strong> zon<strong>de</strong>r een uitwegte zoeken om <strong>de</strong> dreigen<strong>de</strong> patstell<strong>in</strong>g te doorbreken. Het is daarom zaak <strong>in</strong> hetvoortraject <strong>de</strong> goe<strong>de</strong> mensen aan tafel te hebben, van het goe<strong>de</strong> niveau en met <strong>de</strong>goe<strong>de</strong> <strong>in</strong>tenties. Als er zich geduren<strong>de</strong> <strong>de</strong> planvoorbereid<strong>in</strong>g of <strong>de</strong> uitvoer<strong>in</strong>gproblemen voordoen – bepaal<strong>de</strong> taken zijn bij na<strong>de</strong>r <strong>in</strong>zien te duur of onuitvoerbaarof er zijn betere aanpakken <strong>de</strong>nkbaar – kunnen <strong>de</strong> uitwerkers een beroep ophen doen om <strong>de</strong> vastlopen<strong>de</strong> kar weer los te trekken.De ka<strong>de</strong>rafspraken kunnen verschillen<strong>de</strong> vormen aannemen. In Friese, Drentseen Brabantse dorpen on<strong>de</strong>rhan<strong>de</strong>len <strong>de</strong> samenwerk<strong>in</strong>gspartners bijvoorbeeld opbasis van <strong>buurt</strong>visies. In steeds meer plaatsen sluiten gemeenten convenantenmet wooncorporaties en an<strong>de</strong>re <strong>buurt</strong>partners over on<strong>de</strong>rhoud en beheer <strong>in</strong> <strong>de</strong><strong>buurt</strong>. De sociale <strong>in</strong>itiatieven tij<strong>de</strong>ns een herstructurer<strong>in</strong>g wor<strong>de</strong>n i<strong>de</strong>aliteraangestuurd uit één hand (met ge<strong>de</strong>el<strong>de</strong> pot) door overheid tezamen met eenbre<strong>de</strong> groep sociale spelers. Bre<strong>de</strong> scholen bouwen op vaak complexe samenwerk<strong>in</strong>gsverban<strong>de</strong>nmet een enkel ge<strong>de</strong>eld doel: het realiseren van een optimaleomgev<strong>in</strong>g voor het k<strong>in</strong>d. Ook op veel kle<strong>in</strong>ere schaal gel<strong>de</strong>n basale, <strong>in</strong>formeleka<strong>de</strong>rafspraken waarbij <strong>buurt</strong>en bijvoorbeeld kunnen rekenen op <strong>de</strong> steun vanuiteenlopen<strong>de</strong> <strong>in</strong>stanties bij <strong>de</strong> organisatie van een <strong>buurt</strong>feest. Supermarktensponsoren <strong>de</strong> barbecue: “haal maar uit <strong>de</strong> schappen”; <strong>de</strong> wijkagent en ehbohou<strong>de</strong>n een oogje <strong>in</strong> het zeil; <strong>de</strong> gemeentere<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>g spr<strong>in</strong>gt <strong>in</strong> bij het schoonvegenna afloop en <strong>de</strong> wooncorporatie subsidieert.


ijlage 1: processen en <strong>in</strong>strumenten van veran<strong>de</strong>rmanagementSteeds vaker kunnen <strong>de</strong> on<strong>de</strong>rhan<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gspartners bouwen op <strong>de</strong> ervar<strong>in</strong>gsbasisvan <strong>de</strong> aanbie<strong>de</strong>rs van diensten. In navolg<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> k<strong>in</strong><strong>de</strong>ropvangkoepels ontwikkelteen aantal opbouwwerkorganisaties bijvoorbeeld franchiseformules.Thuis Op Straat krijgt <strong>in</strong>houd via een keten van – op dit moment – 22 vestig<strong>in</strong>gen,verspreid over zeven gemeenten, ie<strong>de</strong>r met een eigen resultaatverantwoor<strong>de</strong>lijkheidmaar met een terugval op centrale kennis voor opleid<strong>in</strong>gen, reclame, visie- enproductontwikkel<strong>in</strong>g, en <strong>de</strong>rgelijke. De WijkAlliantie en <strong>de</strong> hoofdste<strong>de</strong>lijkeOn<strong>de</strong>rnemershuizen willen via een vergelijkbare franchiseformule uitgroeien. InWest-Brabant richt het kruiswerk zich met Dorpspunten op een breed scala vanwerk/privé-voorzien<strong>in</strong>gen: zorg, p<strong>in</strong>automaat, klusjesdienst, stomerij, maaltij<strong>de</strong>nbezorgdienst,werksters, k<strong>in</strong><strong>de</strong>ropvang, oppas, enzovoort. De consulentenzien zichzelf als makelaar voor <strong>de</strong> samenwerk<strong>in</strong>g met wooncorporaties, zorgaanbie<strong>de</strong>rsen an<strong>de</strong>re dienstverleners. In Friesland is er <strong>de</strong> verwante klussendienstvan Te Plak met vestig<strong>in</strong>gen verspreid over meer<strong>de</strong>re dorpen, <strong>in</strong> Limburg en Zuid-Holland treffen we servicew<strong>in</strong>kels met <strong>de</strong> Rabobank als regisseur.Vanuit het perspectief van bewoners wor<strong>de</strong>n wel kantteken<strong>in</strong>gen geplaatst bij <strong>de</strong>voortgaan<strong>de</strong> professionaliser<strong>in</strong>g en schaalvergrot<strong>in</strong>g van overheid en socialespelers. De samenlev<strong>in</strong>g verzakelijkt; overal moeten professionals bij te paskomen. Ka<strong>de</strong>rafspraken moeten niet te ge<strong>de</strong>tailleerd zijn, ze moeten <strong>de</strong> menselijkemaat vooropstellen en ruimte laten voor een <strong>in</strong>kleur<strong>in</strong>g door bewoners enveldwerkers. Wil je <strong>de</strong> drempels voor <strong>buurt</strong>bewoners verlagen, dan is het recept:“Kle<strong>in</strong>schaligheid en m<strong>in</strong><strong>de</strong>r papieren. Er wordt al te veel geregeld.” Het on<strong>de</strong>rwijsaan k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren met leer- en opvoed<strong>in</strong>gsmoeilijkhe<strong>de</strong>n <strong>in</strong> kle<strong>in</strong>e klasjes hadnooit afgeschaft mogen wor<strong>de</strong>n, ziekenhuizen zijn niet kle<strong>in</strong>schalig genoeg. Voor<strong>de</strong> maatschappelijk werkers geldt maar één boodschap: “Jongens, regel niet teveel, mensen moeten zelf ook wat doen” en voor <strong>de</strong> overheid “dat gemeentenmeer geld steken <strong>in</strong> vrijwilligerswerk”, liever dan <strong>in</strong> eigen professionals.255Waar wij <strong>in</strong> Ne<strong>de</strong>rland kwamen, troffen wij enthousiaste mensen aan die <strong>in</strong> hun<strong>buurt</strong>en aan <strong>de</strong> sociale kar sleur<strong>de</strong>n; we noem<strong>de</strong>n al vele voorbeel<strong>de</strong>n en hetnormale verenig<strong>in</strong>gsleven biedt daarvan nog duizen<strong>de</strong>n an<strong>de</strong>re. Alleen al <strong>in</strong>Rotterdam illustreren <strong>de</strong> zogenoem<strong>de</strong> groeibriljanten <strong>de</strong> reikwijdte van <strong>de</strong>rgelijke<strong>in</strong>itiatieven vanuit <strong>buurt</strong>en. Er is ook <strong>de</strong> handbalverenig<strong>in</strong>g die een heel<strong>buurt</strong>pakket ontwikkel<strong>de</strong> vanuit <strong>de</strong> filosofie “<strong>de</strong> club is een on<strong>de</strong>r<strong>de</strong>el van <strong>de</strong><strong>buurt</strong>”. Maar het aantal ka<strong>de</strong>rafspraken, dat <strong>de</strong>rgelijke kle<strong>in</strong>schalige en ‘vlugge’<strong>in</strong>itiatieven verb<strong>in</strong>dt met <strong>de</strong> grootschaligheid en traagheid van overheid en socialespelers, is ger<strong>in</strong>g. We troffen we<strong>in</strong>ig werkelijke verban<strong>de</strong>n aan waarbij <strong>de</strong>hoofdlijnen van we<strong>de</strong>rzijdse langetermijnverplicht<strong>in</strong>gen wer<strong>de</strong>n overeengekomen.Het risico dat ze op enig moment onnodig vastlopen en verzan<strong>de</strong>n isdaardoor groot.Stap 2b: bewoners uitnodigen om <strong>in</strong> te kleurenBij een ka<strong>de</strong>rafspraak gaat het niet om <strong>de</strong> precieze formuler<strong>in</strong>gen van juristen,maar om bewoners. Zij moeten zich kunnen herkennen <strong>in</strong> <strong>de</strong> hoofdlijnen enkunnen ra<strong>de</strong>n hoe die voor hen <strong>in</strong> <strong>de</strong> praktijk van alledag van belang zijn. Dat is


vertrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>niet eenvoudig, zoals ons werd dui<strong>de</strong>lijk gemaakt door <strong>de</strong> tweespraak van twee<strong>buurt</strong>genoten: “We moeten eer<strong>de</strong>r bij <strong>de</strong> plannen wor<strong>de</strong>n betrokken, eigenlijkvoordat <strong>de</strong> plannen er zijn” tegenover “Wat zou ik dan moeten zeggen, wat weetik daar nu van? Ik kan veel beter mee praten over <strong>de</strong> kleur van <strong>de</strong> dakpannen en<strong>de</strong> vorm van <strong>de</strong> dakgoot dan over <strong>de</strong> hele planvorm<strong>in</strong>g daarvoor.” Twee aspectenvragen daarom aandacht <strong>in</strong> het vervolgtraject: het toetsen van het draagvlakon<strong>de</strong>r bewoners en het <strong>in</strong>kleuren van on<strong>de</strong>raf.256De politiek verantwoor<strong>de</strong>lijken moeten van <strong>buurt</strong>voorstellen het draagvlak toetsen.Wat is bijvoorbeeld <strong>de</strong> legitimatie van <strong>de</strong> besluitvorm<strong>in</strong>g via <strong>buurt</strong>ra<strong>de</strong>n?Veel gemeenten doen pog<strong>in</strong>gen om top-down een representatieve samenstell<strong>in</strong>gte waarborgen, maar wordt hun uitnodig<strong>in</strong>gsbeleid door <strong>de</strong> bewoners erkend?Vormen <strong>buurt</strong>ra<strong>de</strong>n werkelijk een betere afspiegel<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> bevolk<strong>in</strong>g, omdat <strong>in</strong>hun statuten is vastgelegd dat organisaties zoals <strong>de</strong> w<strong>in</strong>keliers- en jongerenverenig<strong>in</strong>gener<strong>in</strong> moeten zijn vertegenwoordigd? Hoe moet wor<strong>de</strong>n omgegaan met<strong>in</strong>itiatieven vanuit een <strong>buurt</strong>, zeker wanneer <strong>de</strong> overheid is betrokken bij <strong>de</strong>f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> <strong>in</strong>gedien<strong>de</strong> plannen, als <strong>de</strong> voorlie<strong>de</strong>n van bewonersorganisaties,maar ook van sociale spelers en private partijen, nauwelijks langs ‘<strong>de</strong>mocratische’weg zijn gekozen? Veeleer stellen zij hun eigen <strong>in</strong>itiatiefgroep samen ofregelen zij hun opvolg<strong>in</strong>g via een coöptatiesysteem.Soms v<strong>in</strong>dt <strong>de</strong> toets<strong>in</strong>g plaats langs formele weg. Een college van b&w liet hetplan van een <strong>in</strong>itiatiefgroep voorleggen aan alle bewoners, alvorens het te omarmenals hét <strong>buurt</strong>plan. El<strong>de</strong>rs werd een top-down-plan van overheid en socialespelers juist ter besprek<strong>in</strong>g voorgelegd aan bewonersbijeenkomsten. An<strong>de</strong>rzijdswaarschuwt een aantal ervaren <strong>buurt</strong>werkers niet te veel te zeuren over <strong>de</strong> representativiteitvan <strong>in</strong>itiatiefnemers: wees blij dat ze er zijn en neem <strong>de</strong> bestuurlijkeverantwoor<strong>de</strong>lijkheid voor <strong>de</strong> afweg<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> mate van representativiteit maarvoor je politieke kap. En passeer <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>ra<strong>de</strong>n niet, zolang je met een wijkambtenaarkan zeggen: “ze zijn grijs en wit – maar wel met hart en ziel, dat is hetprobleem niet”.Uite<strong>in</strong><strong>de</strong>lijk gaat het immers om het bevor<strong>de</strong>ren van een grotere zelfverantwoor<strong>de</strong>lijkheidbij <strong>de</strong> aanpak van leefbaarheidsvraagstukken en daartoe is het <strong>in</strong>kleurendoor bewoners een voorwaar<strong>de</strong>. Ons pol<strong>de</strong>rland wordt gekenmerkt door eenrijk arsenaal aan <strong>in</strong>strumenten om betrokkenheid van partijen te stimuleren,maar onze rondgang <strong>de</strong>ed ons twijfelen aan hun effectiviteit. ‘Ou<strong>de</strong>’ <strong>in</strong>strumentenvoldoen niet (langer). De klassieke <strong>in</strong>spraak ter toets<strong>in</strong>g van het draagvlakvoor beleid heeft bijvoorbeeld zijn beste tijd gehad. Toch is het zaak bewonersmet hun vragen en i<strong>de</strong>eën serieus te nemen. De overheid <strong>de</strong>nkt vaak te veelvanuit <strong>de</strong> aanbodkant en ziet bewoners als (lastige) klant/consument <strong>in</strong> plaatsvan ook als me<strong>de</strong>producent van hun eigen leefomgev<strong>in</strong>g. De bewoners reiken zelf<strong>de</strong> kleurrijke illustraties: “je wilt serieus genomen wor<strong>de</strong>n, je <strong>de</strong>nkt nu dat jevoor joker zit”; “je mag eerst meepraten en dan blijkt er niets te kunnen”; “luchtballonnenzijn leuk en prachtig, maar laat niet eerst mensen van alles roepen, alslater toch blijkt dat het niet kan.”


ijlage 1: processen en <strong>in</strong>strumenten van veran<strong>de</strong>rmanagementDe ervar<strong>in</strong>g met <strong>de</strong> – moeilijke – huisvest<strong>in</strong>g van verslaaf<strong>de</strong>n is symptomatisch.Een <strong>de</strong>elgemeente overviel een <strong>buurt</strong> met een besluit over verslaaf<strong>de</strong>nopvang; nahevig verzet werd het teruggedraaid. Maar <strong>de</strong> ervar<strong>in</strong>g el<strong>de</strong>rs leert: “Op hetmoment dat een verslaaf<strong>de</strong> <strong>in</strong> <strong>de</strong> wijk on<strong>de</strong>rdak wil, is ie<strong>de</strong>reen tegen. Maar als jemet <strong>de</strong> bewoners <strong>in</strong> gesprek gaat, dan lukt het vaak wel.” Om <strong>de</strong> overlast op straatte beperken, namen bewoners en w<strong>in</strong>keliers zelfs het <strong>in</strong>itiatief voor een gebruiksruimtevoor drugsverslaaf<strong>de</strong>n <strong>in</strong> het <strong>buurt</strong>centrum.Ook <strong>de</strong> gevoelige seniorenhuisvest<strong>in</strong>g biedt illustraties. Toen een rijtje seniorenwon<strong>in</strong>genzou wor<strong>de</strong>n gesloopt, wil<strong>de</strong>n <strong>de</strong> bewoners bij elkaar blijven en vorm<strong>de</strong>neen ‘woongroep’ waarmee <strong>de</strong> corporatie <strong>in</strong>stem<strong>de</strong>. Met een bus wer<strong>de</strong>nan<strong>de</strong>re locaties bezocht om <strong>de</strong> gezamenlijke plannen vorm te geven. Het uite<strong>in</strong><strong>de</strong>lijkeresultaat stemt nu tot grote tevre<strong>de</strong>nheid. Een ‘grijze’ gemeente stimuleer<strong>de</strong>bewoners tot het <strong>de</strong>elnemen aan het seniorenoverleg, dat eenmaal perkwartaal met <strong>de</strong> wethou<strong>de</strong>r overlegt en serieus wordt genomen: “Van <strong>de</strong> tienamen<strong>de</strong>menten van het seniorenoverleg wor<strong>de</strong>n er negen overgenomen.”Er is vanzelfsprekend ook el<strong>de</strong>rs ervar<strong>in</strong>g opgedaan. Een gemeente vraagt bewonersklankbordgroepenelke (!) maand om hun men<strong>in</strong>g over <strong>de</strong> leefbaarheid van<strong>de</strong> <strong>buurt</strong>. Bovendien wor<strong>de</strong>n alle gemeentelijke plannen en externe adviezendoor <strong>de</strong> klankbordgroepen beoor<strong>de</strong>eld. De architect is bijvoorbeeld aanwezig om<strong>de</strong> “houtskoolschets” van een herstructurer<strong>in</strong>gsplan toe te lichten. El<strong>de</strong>rs hebben<strong>de</strong> <strong>buurt</strong>en zichzelf georganiseerd <strong>in</strong> een koepel, die <strong>de</strong> overheid en <strong>de</strong> socialespelers bewerkt, on<strong>de</strong>r an<strong>de</strong>re op basis van spreekrecht <strong>in</strong> <strong>de</strong> gemeenteraad. Dewethou<strong>de</strong>r vraagt advies aan <strong>de</strong> koepel alvorens met een voorstel naar <strong>de</strong>gemeenteraad te gaan. Soms gaat het ver<strong>de</strong>r. Bewoners kunnen bijvoorbeeldconcrete plannen rechtstreeks <strong>in</strong>dienen bij <strong>de</strong> gemeenteraad. Het is nog zoekennaar <strong>de</strong> juiste vorm; tot nu toe wordt we<strong>in</strong>ig gebruikgemaakt van <strong>de</strong> mogelijkheidvoor <strong>de</strong>rgelijke burger<strong>in</strong>itiatieven.257Stap 2c: concrete uitvoer<strong>in</strong>gsplannen opstellenUite<strong>in</strong><strong>de</strong>lijk dienen een visie en <strong>de</strong> bijbehoren<strong>de</strong> ka<strong>de</strong>rafspraken te wor<strong>de</strong>n uitgewerkt<strong>in</strong> operationele plannen. Hier<strong>in</strong> wordt vastgelegd welke doelen met <strong>in</strong>zetvan welke mid<strong>de</strong>len <strong>in</strong> welk tijdspad on<strong>de</strong>r wiens verantwoor<strong>de</strong>lijkheid wor<strong>de</strong>ngerealiseerd. Wordt dat serieus gedaan, dan vergroot het niet alleen <strong>de</strong> kans opeen succesvolle gedragsveran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g, maar versterkt het ook <strong>de</strong> waar<strong>de</strong>n enhoud<strong>in</strong>gen die aan het plan ten grondslag liggen: ‘ze’ menen het echt!Doelen. Top-down-plannen krijgen steeds vaker vorm <strong>in</strong> prestatiecontracten:uitvoer<strong>de</strong>rs en an<strong>de</strong>re contractpartners moeten weten waar ze aan toe zijn en zemoeten op hun prestaties wor<strong>de</strong>n afgerekend. Goe<strong>de</strong> prestatiemet<strong>in</strong>g kan wel<strong>de</strong>gelijk bevor<strong>de</strong>rlijk zijn, maar vereist wel een kundig management. Veel veldwerkersplaatsen daarbij kritische kantteken<strong>in</strong>gen. Een <strong>buurt</strong>agent is dui<strong>de</strong>lijk:“Heel veel d<strong>in</strong>gen die wij doen zijn niet te meten, bijvoorbeeld het opgebouw<strong>de</strong>contact en vertrouwen dat we met <strong>buurt</strong>bewoners hebben. Hier gaat een grotepreventieve werk<strong>in</strong>g vanuit, dat wordt niet gemeten en dus niet gewaar<strong>de</strong>erd.”


vertrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>Toepass<strong>in</strong>g van ‘verkeer<strong>de</strong>’ criteria on<strong>de</strong>rdrukt echter ook <strong>de</strong> creativiteit enon<strong>de</strong>rnem<strong>in</strong>gsz<strong>in</strong> van ambtenaren, al was het maar omdat zij alleen ‘sociaalwenselijke’ han<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gen uitvoeren. Wat bijvoorbeeld te <strong>de</strong>nken van bestuurlijkedoelen van een wijkaanpak zoals het aantal wijkra<strong>de</strong>n per jaar, een m<strong>in</strong>imumpercentagevan <strong>de</strong> bevolk<strong>in</strong>g dat bekend moet zijn met <strong>de</strong> wijkaanpak, en m<strong>in</strong>imaaléén wijkwerkbezoek door elke raadscommissie? Wat ook te <strong>de</strong>nken van irreëledoelen, zoals 60 procent participatie bij <strong>buurt</strong>activiteiten?258Mid<strong>de</strong>len. Veel gemeenten richten zich op een vorm van (me<strong>de</strong>)besliss<strong>in</strong>g over <strong>de</strong><strong>in</strong>zet van mid<strong>de</strong>len. Soms gaat het om <strong>de</strong> <strong>in</strong>zet van ambtelijke uren, bijvoorbeeld<strong>in</strong> het ka<strong>de</strong>r van stadstoezicht of -re<strong>in</strong>ig<strong>in</strong>g. Meestal wordt er echter door mid<strong>de</strong>lvan <strong>buurt</strong>budgetten een premie op actie toegekend. Er zijn wel kantteken<strong>in</strong>gen teplaatsen bij <strong>de</strong> hoogte van het budget: het is vaak te laag voor echte actie. Maar<strong>in</strong>dien het hoger zou zijn, kan <strong>de</strong> politiek moeilijk afstand nemen met alle bijbehoren<strong>de</strong>risico’s van cliëntelisme en politiser<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>. Veel gemeenten ensociale spelers ontwierpen meer gerichte prikkels. De Deventer Schoon Familiebevor<strong>de</strong>rt bijvoorbeeld het <strong>in</strong>zamelen van zwerfvuil door mid<strong>de</strong>l van een spaarsysteemmet muntjes om voor ruim- en tu<strong>in</strong>gereedschap te sparen. K<strong>in</strong><strong>de</strong>renkunnen wat lenen uit een speelgoedconta<strong>in</strong>er door “duimen” te verdienen dooriets goeds te doen voor <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>, bijvoorbeeld een ple<strong>in</strong> vegen, zwerfvuil opruimen,en <strong>de</strong>rgelijke. Wooncorporaties bie<strong>de</strong>n extra service om <strong>de</strong> <strong>in</strong>zet van bewonersten behoeve van <strong>de</strong> <strong>buurt</strong> te belonen.De bestuurlijke creativiteit is groot. Er zijn klussendiensten, die met veel vrijwilligersen lage tarieven werken. Deelnemers aan <strong>de</strong> Burenraad van een grootbedrijf krijgen 250 euro per verga<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g, die ze <strong>in</strong> moeten zetten voor iets <strong>in</strong> <strong>de</strong><strong>buurt</strong>, bijvoorbeeld het uitje van <strong>de</strong> woongroep. De horeca rond een grootuitgaanscentrum werd overtuigd van <strong>de</strong> wenselijkheid van het aanstellen vangediplomeer<strong>de</strong> portiers door <strong>de</strong> dreig<strong>in</strong>g met sancties <strong>in</strong> verband met <strong>de</strong> overtred<strong>in</strong>gvan ‘an<strong>de</strong>re’ vergunn<strong>in</strong>gen, strikte navolg<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> sluit<strong>in</strong>gstij<strong>de</strong>n bijvoorbeeld.Buurtbeheer<strong>de</strong>rs van wooncorporaties “werken met bonus-maluscontracten;het levert direct f<strong>in</strong>ancieel profijt op, doordat m<strong>in</strong><strong>de</strong>r mensen verhuizen.”Een prov<strong>in</strong>cie geeft alleen maar geld aan regio’s, die een visiedocument en bijbehorenduitvoer<strong>in</strong>gsprogramma gereed hebben.Een aantal van onze gesprekspartners oppert ver<strong>de</strong>rgaan<strong>de</strong> i<strong>de</strong>eën, bijvoorbeel<strong>de</strong>en baatbelast<strong>in</strong>g voor “het rechtstreeks koppelen aan een gebied en <strong>de</strong> wenslijstjesvan <strong>de</strong> bewoners”. Je kan op dit moment wel <strong>de</strong> kosten van het openbaargroen verhalen op <strong>de</strong> bewoners, zeggen ze, waarom rek je dat niet op naar <strong>de</strong>sociale kwaliteit? In <strong>de</strong> praktijk gebeurt dit <strong>de</strong>els al via <strong>de</strong> huren; <strong>de</strong> wooncorporatieshebben immers formeel <strong>de</strong> taak zich ook met <strong>de</strong> sociale kant van ‘hun’<strong>buurt</strong>en te bemoeien en het geld moet ergens vandaan komen. Waarom niet perpostco<strong>de</strong>gebied <strong>de</strong> onroeren<strong>de</strong>zaakbelast<strong>in</strong>g direct terugkoppelen naar <strong>de</strong>wijken? Waarom niet een f<strong>in</strong>anciële heff<strong>in</strong>g ten behoeve van een ‘eigen’ bus<strong>in</strong>essimprovement district? En als je het daar toch over hebt: drugsverslaaf<strong>de</strong>n jatten <strong>in</strong>stadscentra voor miljoenen euro’s per dag uit w<strong>in</strong>kels. Waarom zou je w<strong>in</strong>keliers


ijlage 1: processen en <strong>in</strong>strumenten van veran<strong>de</strong>rmanagementen verzekeraars niet <strong>in</strong>teresseren <strong>in</strong> <strong>de</strong> f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> – succesvolle – opvang<strong>in</strong> gecontroleer<strong>de</strong> gebruikersruimten?Velen benadrukken on<strong>de</strong>r het kopje ‘beschikbare mid<strong>de</strong>len’ ook <strong>de</strong> noodzaak vaneen voldoen<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rsteun<strong>in</strong>g, met name door ‘oploss<strong>in</strong>gsmakelaars’. In velevormen en on<strong>de</strong>r vele namen komen zij terug <strong>in</strong> onze <strong>in</strong>terviews. Soms zijn hetbewoners zelf die een <strong>de</strong>rgelijke rol vervullen; <strong>buurt</strong>bemid<strong>de</strong>laars hebbenbijvoorbeeld geleerd eenvoudige conflicten tussen bewoners on<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>g op telossen. Maar veelal zijn het ‘externen’ zoals adviesbureaus die optre<strong>de</strong>n alsprofessionele begelei<strong>de</strong>r en als stimulator. Er liggen vaak veel plannen op <strong>de</strong> plankbij <strong>buurt</strong>organisaties en <strong>de</strong> consulent fungeert dan als makelaar bij het vormenvan samenwerk<strong>in</strong>gsverban<strong>de</strong>n met sociale spelers.Veel projecten lopen vast omdat <strong>de</strong> <strong>in</strong>itiatiefnemers <strong>de</strong> weg niet weten: kennenniet <strong>de</strong> procedures, zijn niet bekend <strong>in</strong> het <strong>in</strong>formele circuit, beheersen het notaschrijven niet. Maar vooral: ze kennen niet <strong>de</strong> aanbested<strong>in</strong>gssystemen, wetenfondsen niet te v<strong>in</strong><strong>de</strong>n. Steeds weer komt <strong>de</strong> boodschap: er is geen gebrek aangeld, maar <strong>de</strong> kunst is geldstromen bij elkaar te brengen. Mensen aan <strong>de</strong> frontlijnklagen daarover: “Het grootste <strong>de</strong>el van m’n tijd ben ik bezig met creatief geldb<strong>in</strong>nenhalen voor maatschappelijke projecten.” Voor ‘amateurs’ is dat hopeloos.259Tijdpad. Voor er een werkelijke omslag komt en bewoners vertrouwen <strong>in</strong> eigenkunnen krijgen, is meestal een langere tijd nodig – <strong>in</strong> <strong>de</strong> or<strong>de</strong> van drie tot vierjaar. Dat is te lang voor <strong>de</strong> meeste normale <strong>buurt</strong>bewoners, die eer<strong>de</strong>re tekenenvan succes willen zien. Indien plannen te grootschalig en te afstan<strong>de</strong>lijk zijn,moeten ze daarom wor<strong>de</strong>n opgeknipt <strong>in</strong> behapbare blokjes. I<strong>de</strong>aliter v<strong>in</strong>d je, zegteen ervaren ‘veran<strong>de</strong>raar’, een procesoploss<strong>in</strong>g door <strong>de</strong> wensenlijst van bewonersen <strong>de</strong> wensenlijst van <strong>de</strong> overheid, sociale spelers en private partijen naast elkaarte leggen. Aan <strong>de</strong> overeenkomstige punten kan gemakkelijk wor<strong>de</strong>n gewerkt,bijvoorbeeld hon<strong>de</strong>npoep. Je creëert op een eenvoudige manier een succesje,waardoor er een vertrouwensrelatie ontstaat om aan <strong>de</strong> grotere problemen tewerken.Het is een terugkeren<strong>de</strong> les uit het veld, je moet bewoners verrassen door eengrote actiegerichtheid: “Overtoom als werkpr<strong>in</strong>cipe: ‘Dat is snel!’” Er is eenaantal zichtbare early w<strong>in</strong>s wenselijk, met ruimte voor het afsnij<strong>de</strong>n van bochten.Een b<strong>in</strong>nenstadsveteraan: “Het gaat vaak om hele concrete, soms banale d<strong>in</strong>gen”;meer vuilnisbakken plaatsen bijvoorbeeld. Een <strong>buurt</strong>schouw wordt gevolgd doorsnelle actie van zogenoem<strong>de</strong> clean teams, een klusbus staat klaar om losse tegelsen kapotte straatverlicht<strong>in</strong>g direct te repareren: “De gemeente w<strong>in</strong>t hier veelvertrouwen mee.” Een jongerenontmoet<strong>in</strong>gsplaats, een speelplan voor k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren,een aangepast bestemm<strong>in</strong>gsplan: het zijn signalen die uitnodigen tot constructiefmee<strong>de</strong>nken. Bij herstructurer<strong>in</strong>gen gaat het soms om grotere slagen, die <strong>de</strong>bewoners het gevoel kunnen geven dat ze nog op het netvlies van <strong>de</strong> beleidsmakersstaan.


vertrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>Goe<strong>de</strong> bestuur<strong>de</strong>rs <strong>de</strong>nken erover na. Bij enquêtes blijken bewoners altijd eerststoom af te blazen op <strong>de</strong> publieke dienstverlen<strong>in</strong>g; je moet dat als overheidserieus nemen en een aantal stenen <strong>de</strong>s aanstoots snel verhelpen. De publiekediensten moeten daarom niet hun hele budget vastleggen, maar een stukje flexibelhou<strong>de</strong>n, zodat bewoners kunnen zeggen “het maakt dus iets uit als je hetaankaart.” Je moet ook durven <strong>de</strong> ran<strong>de</strong>n van je eigen spelregels op te zoeken of<strong>de</strong> <strong>in</strong>itiatieven van bewoners te ‘gedogen’. In <strong>de</strong> ene gemeente was <strong>de</strong> <strong>in</strong>richt<strong>in</strong>gvan een hon<strong>de</strong>nuitlaatcentrum <strong>in</strong> strijd met het formele beleid, <strong>in</strong> <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re <strong>de</strong>bewegwijzer<strong>in</strong>g: ze kwamen er bei<strong>de</strong>. Gaat het eenmaal lopen, dan ontstaat ereen slipstream- of magneetwerk<strong>in</strong>g. Een <strong>buurt</strong>treksters meldt: “Op het momentdat we ons gaan vervelen, kijken we op het lijstje van <strong>de</strong> enquête wat het volgen<strong>de</strong>is dat aan <strong>de</strong> beurt is. Dat is nu <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>renhuisvest<strong>in</strong>g. De tekenen zijn slecht,maar we laten ons niet meer tegenhou<strong>de</strong>n.”3 terugkoppelen260De operationele aanstur<strong>in</strong>gscyclus wordt gesloten door <strong>de</strong> terugkoppel<strong>in</strong>g vanbehaal<strong>de</strong> resultaten en vergelijk<strong>in</strong>g met <strong>de</strong> eer<strong>de</strong>r gestel<strong>de</strong> doelen. Daar<strong>in</strong> zijndrie elementen te on<strong>de</strong>rkennen: het meten van resultaten, het geven van advies,en het verschaffen van rug<strong>de</strong>kk<strong>in</strong>g, en ten slotte het vieren van successen.Stap 3a: meten en evalueren van resultatenHoe groot is het effect van opbouwwerk? “Dat is altijd lastig aan te geven. Ons<strong>in</strong>itiatief werkt zeker preventief, maar hoeveel?” Terwijl er op velerlei terre<strong>in</strong>aanmerkelijke voortgang is gemaakt, blijft <strong>de</strong> resultaatmet<strong>in</strong>g problematisch. Deon<strong>de</strong>rwijsresultaten van bre<strong>de</strong> scholen zijn niet meetbaar beter. De voor<strong>de</strong>lenvan <strong>de</strong> Deventer Wijkaanpak, een van <strong>de</strong> beste <strong>in</strong> het land, kon<strong>de</strong>n wel eensbeperkt zijn tot een grotere tevre<strong>de</strong>nheid over het ‘serieus genomen wor<strong>de</strong>n’.Maatstaven als vertrouwen en tevre<strong>de</strong>nheid vormen echter een schuivend paneel,dat zich aanpast aan <strong>de</strong> ‘markt’. Een erkend ‘slechte’ wijk scoort bijvoorbeeld bijeen tevre<strong>de</strong>nheidson<strong>de</strong>rzoek hoge cijfers, omdat <strong>de</strong> bewoners een an<strong>de</strong>re schaalhanteren dan el<strong>de</strong>rs <strong>in</strong> <strong>de</strong> stad.Je hebt ze nodig, <strong>de</strong> getallen en <strong>de</strong> men<strong>in</strong>gen, zeggen onze gesprekspartners, alwas het maar om bewoners wakker te schud<strong>de</strong>n: “Hoezo zijn wij <strong>de</strong> m<strong>in</strong>st veilige<strong>buurt</strong>?” Dan zetten ze zich wel <strong>in</strong> voor extra veiligheid en telt ook <strong>de</strong> bevredig<strong>in</strong>gvan goe<strong>de</strong> resultaten: goe<strong>de</strong> meetresultaten vormen een stimulans voor eenver<strong>de</strong>re gedragsveran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g. Het logboek van een <strong>buurt</strong>wacht laat zien dat er elkeweek z<strong>in</strong>vol wordt geïntervenieerd bij twee of drie <strong>in</strong>ci<strong>de</strong>nten. De <strong>buurt</strong> bezetb<strong>in</strong>nen <strong>de</strong> stad <strong>de</strong> twee<strong>de</strong> plaats als het gaat om het verbeteren van <strong>de</strong> veiligheid;prostitutie, overlast en <strong>in</strong>braken zijn sterk afgenomen. In een voorstands<strong>buurt</strong>wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>preventieverenig<strong>in</strong>gen door <strong>de</strong> politie per e-mail op <strong>de</strong> hoogtegehou<strong>de</strong>n van recente ontwikkel<strong>in</strong>gen. Vaak voordat het <strong>in</strong> <strong>de</strong> krant komt stuurt<strong>de</strong> politie een nieuwsbrief: “Dat gaat erg snel. Het verstrekken van goe<strong>de</strong> <strong>in</strong>formatieis belangrijk. Bewoners voelen zich serieus genomen en zien <strong>in</strong> <strong>de</strong> politieeen goe<strong>de</strong> samenwerk<strong>in</strong>gspartner.” In Rotterdam hebben ze dat afgekeken van <strong>de</strong>


ijlage 1: processen en <strong>in</strong>strumenten van veran<strong>de</strong>rmanagementNew Yorkse burgemeester Giuliani, die communicatie tot zijn eerste prioriteituitriep. Elke maand wor<strong>de</strong>n er bijvoorbeeld tij<strong>de</strong>ns een nieuwsconferentienieuwe cijfers gepresenteerd en ook een nieuwe actie aangekondigd zoals graffitibestrijd<strong>in</strong>g.Er komen “ontzettend veel journalisten”.Resultaatmet<strong>in</strong>g alleen volstaat echter niet. In een leren<strong>de</strong> omgev<strong>in</strong>g is na<strong>de</strong>nktijdnodig: zitten we op het juiste spoor, wat kan er nog beter, hoe kunnen <strong>de</strong>behaal<strong>de</strong> resultaten wor<strong>de</strong>n <strong>in</strong>gebed zodat ze niet na afloop van een projectverdampen? Zowel veldwerkers als bewoners moeten achterover kunnen leunenom <strong>in</strong>houd en proces van <strong>de</strong> verrichte activiteiten tegen het licht te hou<strong>de</strong>n. Datkan tot drie mogelijke conclusies lei<strong>de</strong>n: het gaat goed (‘doorgaan’), er zijn bijstell<strong>in</strong>gennoodzakelijk (‘leren’) of – zeldzaam – er is op basis van wat we nu weteneen fundamenteel an<strong>de</strong>re aanpak die tot veel betere resultaten kan lei<strong>de</strong>n (‘creëren’).Speciaal <strong>in</strong> <strong>de</strong> sociale sector, waar <strong>de</strong> evaluatie soms bijna tot een dagtaaklijkt verheven, is het zaak om <strong>de</strong>ze reflectie niet te laten verwateren <strong>in</strong> procedures.De pilot Rotterdamse ProjectGarages geeft een beeld van wat mogelijk is meteen gezamenlijke reflectie <strong>in</strong> <strong>de</strong> vorm van een “apk-keur<strong>in</strong>g” van actieprogramma’sen voorzien<strong>in</strong>gen (Ruiter et al. 2003). Zoals een projectlei<strong>de</strong>r het uitdrukte:“Een keur<strong>in</strong>g is net S<strong>in</strong>terklaas. Het is leuk, maar toch ook wel spannend.”Stap 3b: geven van raad en rug<strong>de</strong>kk<strong>in</strong>gWe wezen er al een aantal malen op: uitvoer<strong>de</strong>rs – of dat nu <strong>de</strong> veldwerkers van<strong>de</strong> sociale spelers of <strong>de</strong> trekkers van private of <strong>buurt</strong><strong>in</strong>itiatieven betreft – ontlenenhun kracht aan <strong>de</strong> zekerheid die hoger geplaatsten <strong>in</strong> <strong>de</strong> hiërarchie hun bie<strong>de</strong>n.Succes of falen van een <strong>in</strong>itiatief wordt uite<strong>in</strong><strong>de</strong>lijk bepaald door <strong>de</strong> kwaliteit van<strong>de</strong> mensen op <strong>de</strong> frontlijn. Omdat die vaak onontgonnen terre<strong>in</strong> betre<strong>de</strong>n hebbenze steun nodig. Dat moet niet alleen bij hen bekend zijn maar ook bij allean<strong>de</strong>re betrokken partijen.261Bestuur<strong>de</strong>rs moeten daarom <strong>in</strong> hun rol als rug<strong>de</strong>kker beschikken over lef en eengoe<strong>de</strong> neus. Ze moeten bereid zijn sleutelfiguren <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong> een grotere han<strong>de</strong>l<strong>in</strong>gsruimtete bie<strong>de</strong>n waarb<strong>in</strong>nen zij kunnen experimenteren. Velen zeggen dat<strong>de</strong> politiek geen fouten mag maken, maar een gehar<strong>de</strong> oud-wethou<strong>de</strong>r is het daarfundamenteel mee oneens: “Dat is onz<strong>in</strong>, dat moet wel kunnen. Je moet eenrisicozone <strong>in</strong>bouwen met betrekk<strong>in</strong>g tot nieuwe <strong>in</strong>itiatieven.” Een collegawethou<strong>de</strong>rbesloot dat <strong>in</strong>grijpen nodig was en “dan ga ik me bemoeien met eenterre<strong>in</strong> waar mijn competenties niet liggen en daar maak ik me kwetsbaar mee,maar dat kan me even niet schelen.”Niet ie<strong>de</strong>reen is berekend voor <strong>de</strong>ze uitdag<strong>in</strong>gen. Zowel trekker als rug<strong>de</strong>kkermoet bijvoorbeeld snel kunnen beslissen en bovendien beschikken over enige(f<strong>in</strong>anciële) armslag. Ze moeten ook goed ‘nee’ kunnen zeggen. Maar het belangrijksteis <strong>de</strong> zekerheid die zij elkaar bie<strong>de</strong>n. Een wooncorporatie keek af bij Schiphol.“Daar is het gelukt om managers aan te stellen voor een heel dorp. Daar isgeen sociale cohesie, het is een komen en gaan van mensen, en toch functioneerthet goed en is het overzichtelijk.” Als er op Schiphol iets fout gaat, wordt direct


vertrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong><strong>de</strong> floor manager erbij gehaald. “Hij staat hoog <strong>in</strong> <strong>de</strong> hiërarchie. Als hij dus belt,dan willen <strong>de</strong> an<strong>de</strong>re diensten wel rennen. Dat kun je <strong>in</strong> een <strong>buurt</strong> ook.”De voorbeel<strong>de</strong>n, vaak van anekdotische aard, buitelen over elkaar heen. b&w vanRotterdam gaven bijvoorbeeld opdracht aan hun stadsmar<strong>in</strong>iers: jullie moeten“doen”, alle nadruk moet liggen op “uitvoer<strong>in</strong>g”. Burgemeester Opstelten lietgeen twijfels bestaan bij zijn frontlijn: “Zodra ik het woord beleid hoor... boete!”Op <strong>de</strong> vraag van een hoge beambte: “Wat is hun mandaat?”, gaf hij een ongebruikelijkmaar hel<strong>de</strong>r antwoord: “Ze hebben geen mandaat, ze mogen alles.” Develdwerker was gemotiveerd: “Dat sprak me wel aan.” Zijn positie werd al snelbeproefd door beoog<strong>de</strong> samenwerk<strong>in</strong>gspartners, die <strong>de</strong> burgemeester had<strong>de</strong>ntoegezegd camera’s op te hangen. Dat gebeur<strong>de</strong> ook, maar het waren heel ou<strong>de</strong>camera’s. De stadsmar<strong>in</strong>ier bel<strong>de</strong> maar kon pas twee maan<strong>de</strong>n later een afspraakmaken met <strong>de</strong> directeur van <strong>de</strong> betrokken partij. Zijn twee<strong>de</strong> telefoongesprek hadmeer succes: “De burgemeester wil u uitnodigen om volgen<strong>de</strong> week te pratenover <strong>de</strong> camera’s. Het is misschien z<strong>in</strong>vol om samen een voorgesprek te hebben.”Het gesprek bleek zeer vruchtbaar.262Stap 3c: succes vierenEen bevlogen wethou<strong>de</strong>r geeft ons zijn recept voor beweg<strong>in</strong>g: “trots op wat gezamenlijkbereikt kan wor<strong>de</strong>n, we<strong>de</strong>rzijds vertrouwen en het steeds weer bewijzendaarvan.” Die trots vormt een sleutel <strong>in</strong> veel <strong>buurt</strong><strong>in</strong>itiatieven. Een groep Somalischevrouwen werkt actief mee <strong>in</strong> het “voortu<strong>in</strong>enproject” dat een <strong>buurt</strong>verenig<strong>in</strong>gmet steun van <strong>de</strong> gemeente heeft opgepakt: “Ze hebben het gevoel dat hun<strong>in</strong>zet verschil maakt.” El<strong>de</strong>rs ontaard<strong>de</strong>n spann<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> een vechtpartij tussenetnische groepen. Dit bleek het breekijzer te zijn voor een succesvol overlegplatform.De grootste klager van vroeger stuur<strong>de</strong> een verontwaardig<strong>de</strong> brief naar <strong>de</strong>plaatselijke krant die negatief berichtte: het gaat juist zo goed <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>! Wezaten aan bij een zwart <strong>buurt</strong>ontbijt waar <strong>de</strong> bewoners trots vertel<strong>de</strong>n wat ze zelfhebben georganiseerd. Tij<strong>de</strong>ns <strong>de</strong> Rotterdamse verkiez<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> meest veelbeloven<strong>de</strong>groeibriljant was het gesprek van <strong>de</strong> dag <strong>in</strong> een har<strong>de</strong> kern: hebben “we”veel stemmen gehaald? En aan <strong>de</strong> Amsterdamse trekkers vroegen we wat hetpositiefste is dat zij hebben geleerd van <strong>de</strong> Zeedijk? Ze aarzel<strong>de</strong>n niet: het is hétbewijs dat een straat of <strong>buurt</strong> nooit hoeft te wor<strong>de</strong>n opgegeven. De trekkers tellenhun zegen<strong>in</strong>gen. De straat is weer teruggegeven aan <strong>de</strong> bewoners: een ‘gewone’dorpsstraat met sociale controle. Het is ook weer een aantrekkelijke straat: “Het isnu <strong>de</strong> <strong>de</strong>r<strong>de</strong> uitgaansplek van Amsterdam.”Het is een aandachtspunt en goe<strong>de</strong> bestuur<strong>de</strong>rs en trekkers hou<strong>de</strong>n er reken<strong>in</strong>gmee: succes kweekt succes. Bewoners stoppen soms veel tijd <strong>in</strong> hun <strong>buurt</strong> en krijgendaar vaak relatief we<strong>in</strong>ig voor. Bijna alle <strong>in</strong>itiatieven wor<strong>de</strong>n getrokken dooreen kle<strong>in</strong> aantal enthousiastel<strong>in</strong>gen: “Daar word je wel eens niet goed van. Sta jeweer alleen <strong>de</strong> versier<strong>in</strong>g op te hangen of met z’n drieën <strong>de</strong> straat te vegen.” Eenan<strong>de</strong>r <strong>in</strong> een vrolijke zeurpartij: “Sta je na<strong>de</strong>rhand weer een paar uur af te wassen!”Externe erkenn<strong>in</strong>g kan daarom functioneel zijn; een goedgekozen schou<strong>de</strong>rklopdoet soms won<strong>de</strong>ren. De oud-voorzitter van een <strong>buurt</strong>verenig<strong>in</strong>g werd gekozen


ijlage 1: processen en <strong>in</strong>strumenten van veran<strong>de</strong>rmanagementtot “wakkere burger”, een kle<strong>in</strong> dorp tot “kern met pit” voor <strong>de</strong> renovatie van het<strong>buurt</strong>huis door vrijwilligers. In Hoogvliet wordt jaarlijks <strong>de</strong> ‘Hoogvlieter vanhet jaar’-trofee uitgereikt en twee Rotterdamse trekkers wor<strong>de</strong>n uitgenodigd omnaar Oslo te gaan voor het kappen van <strong>de</strong> kerstboom. Maar tegelijk wensen<strong>buurt</strong>wachten <strong>in</strong> Rotterdam en Amsterdam “een eigen plek voor onszelf”.Tegelijk wil ook <strong>de</strong> politie op het Rembrandtsple<strong>in</strong> <strong>de</strong> witte jacks terug, die hen’s nachts herkenbaar maakten voor elkaar en voor <strong>de</strong> horecaportiers. Dat wasgoed voor hun eigen veiligheid en voor die van <strong>de</strong> kroegbezoekers, maar hetdroeg ook bij tot <strong>de</strong> teamgeest.4 verankerenDe moeilijkste stap <strong>in</strong> het veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gsproces betreft <strong>de</strong> juiste veranker<strong>in</strong>g vanvooruitgang en ver<strong>in</strong>nerlijk<strong>in</strong>g van het nieuwe gedrag. Je kan niet e<strong>in</strong><strong>de</strong>loosdoorgaan met een bepaal<strong>de</strong> geconcentreer<strong>de</strong> actie: het kost vaak te veel en <strong>de</strong><strong>buurt</strong>- en beleidsagenda’s moeten ook wor<strong>de</strong>n vrijgemaakt voor nieuwe prioriteiten.Een frontlijnwerker zegt het eenvoudig: “Ik zit hier maar voor bepaal<strong>de</strong>tijd en dat moet zo blijven. Uite<strong>in</strong><strong>de</strong>lijk moeten alle organisaties zelf hun zakenvoor elkaar krijgen.”I<strong>de</strong>aliter wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> nieuwe gedragspatronen zodanig vanzelfsprekend dat vaneen an<strong>de</strong>re cultuur kan wor<strong>de</strong>n gesproken: een an<strong>de</strong>re manier van met elkaard<strong>in</strong>gen gedaan krijgen. Er zijn drie kapstokken om <strong>de</strong> empirische bev<strong>in</strong>d<strong>in</strong>genaan op te hangen: het waarborgen van rotatie, het bewaken van een ‘constructieveontevre<strong>de</strong>nheid’, en het bouwen aan vertrouwen.263Stap 4a: rotatie waarborgenTot stand brengen van veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g is mensenwerk. De sleutel voor blijvendsucces is daarom gelegen <strong>in</strong> het vasthou<strong>de</strong>n van trekkers en het waarborgen vanhun a<strong>de</strong>quate opvolg<strong>in</strong>g. Velen sluiten zich aan bij <strong>de</strong> waarschuw<strong>in</strong>g: “Als <strong>de</strong>trekkers verdwijnen, kan alles <strong>in</strong> elkaar zakken.” Tezelf<strong>de</strong>rtijd on<strong>de</strong>rstrepen zij <strong>de</strong>gevaren van een te beperkte rotatie. De ons-kent-onsmentaliteit <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>en enhet coöptatiesysteem maken dat het vaak <strong>de</strong>zelf<strong>de</strong> mensen zijn die <strong>de</strong> kar trekken.Er zijn vele bestuur<strong>de</strong>rs nodig uit een kle<strong>in</strong>e kweekvijver. Die trekkers zittenbovendien vaak te lang en ontwikkelen zich tot een soort niet-gekozen <strong>buurt</strong>burgemeester.Daardoor wordt het risico van <strong>in</strong>kapsel<strong>in</strong>g door overheid en socialespelers versterkt en ontstaat zelfs <strong>de</strong> kans dat <strong>de</strong> trekkers, <strong>in</strong> plaats van een <strong>de</strong>elvan <strong>de</strong> oploss<strong>in</strong>g, een <strong>de</strong>el van het probleem gaan vormen. Zoals een bestuur<strong>de</strong>rzegt: “Ze wor<strong>de</strong>n m<strong>in</strong><strong>de</strong>r kritisch op ons.”Een van <strong>de</strong> vragen van het vrijwillige <strong>buurt</strong>werk is dus hoe een z<strong>in</strong>volle rotatievan <strong>de</strong> trekkers kan wor<strong>de</strong>n bevor<strong>de</strong>rd. Keer op keer werd het punt gemaakt.Buurten veran<strong>de</strong>r<strong>de</strong>n en wijkra<strong>de</strong>n vaak veel m<strong>in</strong><strong>de</strong>r, b<strong>in</strong>goavon<strong>de</strong>n zijn al heellang het ‘eigendom’ van een paar mensen. Buurtcentra wor<strong>de</strong>n veelal geleid door“oud wit ka<strong>de</strong>r” dat te we<strong>in</strong>ig contact heeft met <strong>de</strong> nieuwe bewoners. De le<strong>de</strong>nvan een bewonersklankbordgroep zou<strong>de</strong>n bij voorkeur om <strong>de</strong> vijf jaar moeten


vertrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>wor<strong>de</strong>n vervangen, maar sommigen zitten er al tien jaar, dit ondanks het feit dat<strong>de</strong> gemeente hen <strong>in</strong> geval van nood kan ontslaan. De ou<strong>de</strong> gar<strong>de</strong> verzet zich tegengedwongen aftre<strong>de</strong>n en wordt daar<strong>in</strong> gesteund door <strong>de</strong> frontlijn van <strong>de</strong> socialespelers die niet graag hun netwerk verloren zien gaan. En een gefrustreer<strong>de</strong> horecaon<strong>de</strong>rnemerlegt ons uit: “Er zit een aantal 80-jarigen <strong>in</strong> dat bestuur en diewillen alleen maar behou<strong>de</strong>n. Als <strong>de</strong> gordijntjes voor <strong>de</strong> ramen scheef hangen,bellen ze <strong>de</strong> wethou<strong>de</strong>r.”264Het gaat om een kwetsbaar evenwicht: “Een <strong>buurt</strong>netwerk moet voldoen<strong>de</strong>bescherm<strong>in</strong>g bie<strong>de</strong>n en gezellig zijn, maar ook open blijven – er moeten nieuwemensen bij kunnen komen.” In sommige plaatsen wordt dat evenwicht bewaaktdoor statutaire regel<strong>in</strong>gen, waar<strong>in</strong> is bepaald welke organisaties vertegenwoordigdmoeten zijn of hoe lang mensen zitt<strong>in</strong>g kunnen hebben. Tegelijk moetnieuwe <strong>in</strong>stroom wor<strong>de</strong>n aangetrokken en dat stuit op weer an<strong>de</strong>re problemen.Het werken <strong>in</strong> een <strong>buurt</strong>organisatie is vaak beperkt aantrekkelijk – veel werk enwe<strong>in</strong>ig eer en <strong>in</strong>vloed. Voortdurend dreigt het gevaar van <strong>de</strong> <strong>in</strong>kapsel<strong>in</strong>g van trekkersof het “afpakken” van hun succesvolle <strong>in</strong>itiatieven door professionals. Eengemeente wil een <strong>in</strong>itiatiefgroep omvormen tot een dorpsraad, maar <strong>de</strong> trekkerszijn er niet van gediend: “We willen niet het risico lopen om gepolitiseerd tewor<strong>de</strong>n.” El<strong>de</strong>rs stellen we <strong>de</strong> ‘foute’ vraag: ‘Wat doet jullie dorpsraad nu?’ Devoorzitter van het gecoöpteer<strong>de</strong> sticht<strong>in</strong>gsbestuur, als door een ad<strong>de</strong>r gebeten:“We zijn geen dorpsraad. Dat willen we niet zijn.” In een voorstands<strong>buurt</strong>weigert <strong>de</strong> voorzitter van <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>preventieverenig<strong>in</strong>g mee te <strong>de</strong>nken over hetasfalteren van een onverhar<strong>de</strong> weg: “We willen ons richten op veiligheid en zobelangenverstrengel<strong>in</strong>gen voorkomen.”Stap 4b: constructieve ontevre<strong>de</strong>nheid bewakenOntevre<strong>de</strong>n, gefrustreer<strong>de</strong> mensen klagen, opperen <strong>de</strong>structieve plannen of – alshet ze te gek wordt – haken af. Tevre<strong>de</strong>n mensen dragen echter geen verbeter<strong>in</strong>gsi<strong>de</strong>eënaan. Dat geldt <strong>in</strong> probleemloze voor- en mid<strong>de</strong>nstands<strong>buurt</strong>en, maarook el<strong>de</strong>rs wanneer een probleem opgelost lijkt te wor<strong>de</strong>n en <strong>de</strong> druk van <strong>de</strong>bewonersketel gaat: “Het zichtbaar wor<strong>de</strong>n van succes kan een rem op succeswor<strong>de</strong>n.” Bewoners bun<strong>de</strong>l<strong>de</strong>n zich bijvoorbeeld <strong>in</strong> een <strong>buurt</strong>raad om <strong>de</strong> leegloopvan hun <strong>buurt</strong> tegen te gaan. Ze kraakten een leegstaand pand en vestig<strong>de</strong>ner een <strong>buurt</strong>centrum, dat een <strong>de</strong>mocratisch verkozen bestuur kreeg en met groteeigen <strong>in</strong>zet en uite<strong>in</strong><strong>de</strong>lijk ook steun van <strong>de</strong> politiek succes boekte. Met het afnemenvan het probleem waarvoor ze zich had<strong>de</strong>n georganiseerd, liep echter <strong>de</strong>animo voor het <strong>buurt</strong>huisbestuur terug en raakte <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>betrokkenheid <strong>in</strong> <strong>de</strong>versukkel<strong>in</strong>g.Op welke wijze kan wor<strong>de</strong>n bevor<strong>de</strong>rd dat blijvend sprake is van een constructieveontevre<strong>de</strong>nheid? Het vereist evenwichtskunst: “Als <strong>de</strong> overheid te veel naarzich toetrekt, krijgen <strong>de</strong> tegenspelers <strong>in</strong> <strong>de</strong> wijkaanpak <strong>de</strong> neig<strong>in</strong>g achterover tegaan leunen.” Overheid en sociale spelers moeten <strong>de</strong> bewoners ook niet “pamperen”:niet alle besluitruimte en macht uit han<strong>de</strong>n geven. Maar mensen moetenwel kunnen geloven <strong>in</strong> hun eigen <strong>in</strong>vloed: ze moeten – op zijn m<strong>in</strong>st figuurlijk –


ijlage 1: processen en <strong>in</strong>strumenten van veran<strong>de</strong>rmanagementeigenaar willen zijn van hun <strong>buurt</strong>. Ervaren bestuur<strong>de</strong>rs weten het: “Trotsebewoners zijn <strong>de</strong> beste ambassa<strong>de</strong>urs, beter dan bestuur<strong>de</strong>rs en politici.” Ze<strong>in</strong>vesteren daarom <strong>in</strong> mooie gebouwen, <strong>in</strong> cultuur op straat, <strong>in</strong> verzorgd groen,<strong>in</strong> goe<strong>de</strong> voorzien<strong>in</strong>gen.Wooncorporaties ontwikkelen nieuwe huurkoopconstructies, omdat bewonerszich dan meer verbon<strong>de</strong>n voelen met hun <strong>buurt</strong> en die loyaliteit vertalen <strong>in</strong> eengrotere sociale betrokkenheid met velerlei positieve doorwerk<strong>in</strong>g. Een “woongroep”van senioren is bijvoorbeeld georganiseerd <strong>in</strong> een verenig<strong>in</strong>g die <strong>in</strong>vloedheeft op <strong>de</strong> <strong>in</strong>stroom van nieuwe bewoners. Dat recht schept ook verplicht<strong>in</strong>genom nieuwe buren welkom te doen zijn en elkaar <strong>in</strong> geval van nood bij te staan.Zou je ver<strong>de</strong>r moeten gaan, bijvoorbeeld door een <strong>in</strong>schrijv<strong>in</strong>g te openen voorhet zelfbeheer van <strong>de</strong> openbare ruimte <strong>in</strong> een <strong>buurt</strong> zoals dat al gebeurt met trapveldjesof an<strong>de</strong>r openbaar groen?De voorwaar<strong>de</strong>n voor een constructieve ontevre<strong>de</strong>nheid dienen echter nietalleen van toepass<strong>in</strong>g te zijn op bewoners, maar moeten ook gel<strong>de</strong>n voor <strong>de</strong>betrokken functionarissen bij <strong>de</strong> overheid en <strong>de</strong> sociale spelers. Dat is nietvanzelfsprekend. Teleurgestel<strong>de</strong> veldwerkers wer<strong>de</strong>n murw geslagen door jojobelei<strong>de</strong>n niet nagekomen beloften: “Ik moest kiezen: stap ik eruit of ga ik hetbeter doen.” Onze <strong>in</strong>formant koos voor het laatste en met hem velen. Het gaatom aanvallend <strong>de</strong>nken: “Ik hoef geen geld, geef me bevoegdhe<strong>de</strong>n en mogelijkhe<strong>de</strong>nom geld te matchen.” Geef ons <strong>de</strong> beleidsruimte om creatief te kunnenzijn, om geld met geld te maken, om grenzen te verleggen: het enthousiasme enhet actieprogramma zijn er al. Ze erkennen: “Dat ligt <strong>de</strong>els <strong>in</strong> onszelf, maar ermoet ook oog voor zijn vanuit Den Haag.”265Te veel tevre<strong>de</strong>nheid is ook on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> beleidsmakers <strong>de</strong>s duivels oorkussen. Eenwijkaanpak “is een beetje <strong>in</strong> een valkuil getrapt: we wor<strong>de</strong>n geloofd en geprezen<strong>in</strong> het hele land.” Daardoor zijn overheid en sociale spelers te we<strong>in</strong>ig zelfkritischzodat men “doorakkert” langs vaste pa<strong>de</strong>n. Mensen zijn verga<strong>de</strong>rmoe; <strong>de</strong> creativiteitis eruit. Een oud-wethou<strong>de</strong>r raadt aan: <strong>de</strong> wijkaanpak moet “even stoppenen na evaluatie opnieuw beg<strong>in</strong>nen”. Het is “te veel, te dikke <strong>de</strong>ken”, te geïnstitutionaliseerdgewor<strong>de</strong>n. Alle ballast – vaste stramienen, verga<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen, en <strong>de</strong>rgelijke– moet eruit weggesne<strong>de</strong>n. We moeten “apk-keur<strong>in</strong>gen” <strong>in</strong>voeren, opperteen ambtenaar, en daardoor <strong>in</strong> samenwerk<strong>in</strong>g met trekkers en an<strong>de</strong>re bewonerseventuele manco’s opsporen zoals slijtage, samenwerk<strong>in</strong>gsproblemen, <strong>in</strong>- ofuitsluiten van bewoners. Om ambtenaren fris te hou<strong>de</strong>n wor<strong>de</strong>n <strong>in</strong> sommigegemeenten <strong>de</strong> wijkcoörd<strong>in</strong>atoren na een bepaal<strong>de</strong> tijd horizontaal ‘gepromoveerd’naar an<strong>de</strong>re wijken.Stap 4c: bouwen aan vertrouwenErvaren bestuur<strong>de</strong>rs waarschuwen voor het gevoel van “we zijn er wel”,waardoor <strong>de</strong> politieke prioriteit verschuift naar an<strong>de</strong>re problemen of <strong>buurt</strong>en.Uite<strong>in</strong><strong>de</strong>lijk moet <strong>de</strong> wisselwerk<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> bewoners b<strong>in</strong>nen een <strong>buurt</strong> en van <strong>de</strong><strong>buurt</strong> met overheid, sociale en private spelers vanzelfsprekend wor<strong>de</strong>n, zichzelf


vertrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>met normale rout<strong>in</strong>es <strong>in</strong>standhou<strong>de</strong>nd en vernieuwend. Een <strong>de</strong>rgelijke samenwerk<strong>in</strong>gvereist een vertrouwensbasis die nu veelal nog onvoldoen<strong>de</strong> aanwezigis.266Een eerste voorwaar<strong>de</strong> daartoe is het waarborgen van blijven<strong>de</strong> steun, zowelf<strong>in</strong>ancieel als politiek. We noem<strong>de</strong>n vele voorbeel<strong>de</strong>n van jojobeleid. Een politieagent:“Dan moet er weer meer blauw op straat, moeten we <strong>de</strong> wijk <strong>in</strong>, samenwerkenmet an<strong>de</strong>ren en dan weer niet.” Opbouwwerk heeft te we<strong>in</strong>ig draagvlaken dat maakt het beleid kwetsbaar: “Het is een bonbonnetje en momenteel is hettijd voor roggebrood.” Er zijn echter ook <strong>de</strong> goe<strong>de</strong> voorbeel<strong>de</strong>n van gemeentera<strong>de</strong>ndie over <strong>de</strong> volle breedte een <strong>in</strong>itiatief steun<strong>de</strong>n en een langetermijnf<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>gwaarborg<strong>de</strong>n. Beleidsmakers leer<strong>de</strong>n samenwerken. B<strong>in</strong>nen het ambtelijkapparaat, vertellen ze, zit <strong>de</strong> bre<strong>de</strong> school goed tussen <strong>de</strong> oren. De kokers verdampenals het ware en daardoor lopen rijksprogramma’s als Heel <strong>de</strong> Buurt enOnze Buurt Aan Zet maar ook allerlei gemeentelijke acties via <strong>de</strong> scholen. Politici– <strong>de</strong> voorzitter van <strong>de</strong> stads<strong>de</strong>elraad <strong>in</strong> een herstructurer<strong>in</strong>gsgebied en <strong>de</strong> wethou<strong>de</strong>rvan <strong>de</strong> centrale stad bijvoorbeeld – maakten een doorbraak naar “eensoort eenheid van bestuur” toen zij <strong>de</strong> verantwoor<strong>de</strong>lijkheid <strong>de</strong>el<strong>de</strong>n voor <strong>de</strong>bested<strong>in</strong>g van het enorme blok gsb-geld.Overhe<strong>de</strong>n leer<strong>de</strong>n ook samenwerken met sociale en private spelers. Het bijzon<strong>de</strong>revan hun stad is <strong>de</strong> mentaliteit van “samen iets voor elkaar krijgen”, zeggenze. Er zijn samenwerk<strong>in</strong>gsverban<strong>de</strong>n van 25 verschillen<strong>de</strong> <strong>in</strong>stanties, die overleggenop directieniveau. Een gemeente bleek een waar<strong>de</strong>volle partner te zijnvoor an<strong>de</strong>re partijen zoals een wooncorporatie en grote on<strong>de</strong>rnem<strong>in</strong>gen. On<strong>de</strong>rnemers(verenig<strong>in</strong>gen)merkten dat ze kon<strong>de</strong>n wheelen en <strong>de</strong>alen met <strong>de</strong> overheid:“Ze weten dat er te praten valt met <strong>de</strong> overheid. Het gaat niet om <strong>de</strong> autoriteit,maar om dat je ook wat te bie<strong>de</strong>n hebt en dat mensen er graag bij willenhoren.”On<strong>de</strong>rnem<strong>in</strong>gen leer<strong>de</strong>n van hun kant <strong>in</strong>houd te geven aan hun license to operate.Shell Pernis sloot een convenant met naaste buur Hoogvliet en betaal<strong>de</strong> mee aan<strong>de</strong> aanleg van een fly-over over <strong>de</strong> snelweg die het stads<strong>de</strong>el scheidt van <strong>de</strong> restvan Rotterdam. Dow Chemical voert <strong>in</strong> Terneuzen een actief <strong>buurt</strong>beleid: “Wemoeten verantwoord omgaan met <strong>de</strong> hele on<strong>de</strong>rnem<strong>in</strong>g, want we zijn afhankelijkvan <strong>de</strong> acceptatie door <strong>de</strong> omgev<strong>in</strong>g.” Hun bewonersadviesraad heeft eenantenne- en communicatiefunctie. Het bedrijf verga<strong>de</strong>rt ook eenmaal per jaarmet <strong>de</strong> dorpsra<strong>de</strong>n van Zeeuws-Vlaan<strong>de</strong>ren en met <strong>de</strong> colleges van b&w. Hetbedrijf richtte omgekeerd een leercentrum met computers voor ruim 100 personen<strong>in</strong> op het regionaal opleid<strong>in</strong>gencentrum en werkte <strong>in</strong>tensief mee <strong>in</strong> diversestageverban<strong>de</strong>n en gastcolleges. De laatste bewoner van Boerengat, een m<strong>in</strong>i<strong>buurt</strong><strong>in</strong> <strong>de</strong> schaduw van <strong>de</strong> fabriek, weet <strong>de</strong> grote buur te waar<strong>de</strong>ren: “Als er watis, hoeven we maar een kik te geven en ze doen er wat aan.”De f<strong>in</strong>ale vertrouwenstoets is echter gelegen <strong>in</strong> <strong>de</strong> vrijwillige verban<strong>de</strong>n tussenbewoners on<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>g of met private partijen. Bewoners geloven vaak niet <strong>in</strong> <strong>de</strong>


ijlage 1: processen en <strong>in</strong>strumenten van veran<strong>de</strong>rmanagementmogelijkhe<strong>de</strong>n van hun samenwerk<strong>in</strong>g; een wethou<strong>de</strong>r zegt: “Doe nou toch ’nsniet zo Calimero; kijk eens wat je tot stand hebt gebracht.” Voor er een werkelijkeomslag komt en bewoners vertrouwen <strong>in</strong> eigen kunnen krijgen, is drie of vier jaarnodig waar<strong>in</strong> bovendien een aantal vroege en dui<strong>de</strong>lijk zichtbare successenwor<strong>de</strong>n geboekt. Beg<strong>in</strong>t het eenmaal te lopen, dan vervagen traditionele scheidslijnen.Turkse <strong>buurt</strong>bewoners namen <strong>de</strong>el aan een actie tegen een Turkse w<strong>in</strong>kelierdie overlast veroorzaakte. Bij <strong>de</strong> ombouw van <strong>de</strong> Zeedijk speel<strong>de</strong>n <strong>de</strong> daargevestig<strong>de</strong>, traditioneel op zichzelf gerichte Ch<strong>in</strong>ese on<strong>de</strong>rnemers een belangrijkerol bij het tot nieuw leven brengen van ook hun <strong>buurt</strong>: “De Zeedijk is ookeen soort Ch<strong>in</strong>atown.”Er is een laatste les die ons werd voorgehou<strong>de</strong>n door een paar gelouter<strong>de</strong> veldwerkersmet veel jaren frontervar<strong>in</strong>g. Buurt<strong>in</strong>itiatieven moeten niet kunstmatig<strong>in</strong> leven wor<strong>de</strong>n gehou<strong>de</strong>n. Je moet burger<strong>in</strong>itiatieven beschouwen als een veenbrand:als <strong>de</strong> brand is uitgewoed, moet je het vuur <strong>de</strong> kans geven te verdwijnen.Wanneer daaraan behoefte is, laait het later en op een an<strong>de</strong>re plaats wel weer op.Onze <strong>de</strong>skundigen waarschuw<strong>de</strong>n: bureaucratieën kunnen daar niet meeomgaan. Ze zoeken permanente overlegpartners die ze willen b<strong>in</strong><strong>de</strong>n b<strong>in</strong>nenvaste structuren en processen. Nog niet alle beleidsmakers en uitvoer<strong>de</strong>rs beheersen<strong>de</strong> kunst van het loslaten. Maar als het toch – om welke re<strong>de</strong>n dan ook – isafgelopen, zorg er dan voor dat alle sporen van <strong>de</strong> eer<strong>de</strong>re activiteit zijn opgeruimd:laat nooit een negatieve erfenis of her<strong>in</strong>ner<strong>in</strong>g achter.267


268vertrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>


ijlage 2: activeren<strong>de</strong> zelfanalysebijlage 2: activeren<strong>de</strong> zelfanalyseHet volgen<strong>de</strong> formulier is ontworpen om beleidsmakers en -uitvoer<strong>de</strong>rs bij testaan bij een zelfanalyse van hun <strong>buurt</strong>beleid. Die analyse dient i<strong>de</strong>aliter alsbeg<strong>in</strong>punt voor concrete verbeter<strong>in</strong>gsacties.Het formulier richt zich op een enkele, goed omschreven <strong>buurt</strong>, die met namedoor bewoners als een eenheid wordt beschouwd. Die <strong>buurt</strong> zal dus meestal kle<strong>in</strong>erzijn dan <strong>de</strong> door <strong>de</strong> gemeente on<strong>de</strong>rken<strong>de</strong> wijk. Om ‘algemeenhe<strong>de</strong>n’ te voorkomenwordt <strong>in</strong>vullers gevraagd bij hun beantwoord<strong>in</strong>g steeds <strong>de</strong>ze <strong>buurt</strong> voorogen te hou<strong>de</strong>n.Het formulier wordt i<strong>de</strong>aliter voor een enkele <strong>buurt</strong> <strong>in</strong>gevuld door meer<strong>de</strong>remensen, zodat verschillen<strong>de</strong> <strong>in</strong>valshoeken wor<strong>de</strong>n belicht. Te <strong>de</strong>nken valt aanwethou<strong>de</strong>r(s), gemeentehuisambtenaren, wijkcoörd<strong>in</strong>atoren, leid<strong>in</strong>ggeven<strong>de</strong>nen frontlijnwerkers van sociale spelers (dat wil zeggen wooncorporaties, politie,scholen) en <strong>buurt</strong>bewoners. Door on<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>ge vergelijk<strong>in</strong>g wordt dui<strong>de</strong>lijk welkeverschillen <strong>in</strong> <strong>in</strong>zicht aandacht vragen.2691. StartgegevensBuurt:Eventuele omschrijv<strong>in</strong>g:Invuller:Relatie met <strong>buurt</strong>*:* Bijvoorbeeld bewoner, <strong>buurt</strong>conciërge, wethou<strong>de</strong>r


vertrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>2. Beoor<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g aandachtspuntenHet volgen<strong>de</strong> overzicht van aandachtspunten verwijst naar <strong>de</strong> paragrafen 6.2 en 6.3 van het rapport.Invullers wordt gevraagd steeds <strong>de</strong> <strong>de</strong>sbetreffen<strong>de</strong> tekst te lezen en daarna hun oor<strong>de</strong>el voor <strong>de</strong> uitgekozen<strong>buurt</strong> te geven.AandachtspuntGewicht*Huidigekwaliteit**Denkbare actie***A. Sociale herover<strong>in</strong>g (alleen <strong>in</strong> te vullen <strong>in</strong> geval van een achterstands<strong>buurt</strong>)1. Wegberei<strong>de</strong>rsrol overheida. Kwaliteit situatieanalyseb. Zwart-wit<strong>de</strong>nkenc. Voorwaar<strong>de</strong>n veranker<strong>in</strong>g2702. Ka<strong>de</strong>rafspraken tussen overhei<strong>de</strong>n sociale spelersa. Leermogelijkhe<strong>de</strong>nb. Dui<strong>de</strong>lijkheid en geloofwaardigheidc. Veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gsproces3. Uitvoer<strong>in</strong>g sociale spelersa. Uitdag<strong>in</strong>g tot <strong>in</strong>kleur<strong>in</strong>gb. Overdracht bij na<strong>de</strong>ren<strong>de</strong>voltooi<strong>in</strong>gc. Focus welzijnswerkB. Kansgedreven beleid (<strong>in</strong> te vullen voor elke <strong>buurt</strong>)1. Aangescherpt veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gsprocesa. Uitdragen verhaalb. Actiebekwaamheidbewonersc. Leeromgev<strong>in</strong>g2. Herontwerp bewonersbetrokkenheida. Formaliseren non-beleidb. Aantrekken creatieve kernc. Prioriteitstell<strong>in</strong>g door bewoners* Op schaal van 0 tot 3: 0 = onbelangrijk, 3 = zeer belangrijk** Alleen <strong>in</strong> te vullen voor aandachtspunten met gewicht 2 of 3.Beoor<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g op schaal 1 tot 3: 1 = zwak, 3 = sterk*** Alleen <strong>in</strong> te vullen bij beoor<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> huidige kwaliteit met 1 of 2


ijlage 2: activeren<strong>de</strong> zelfanalyse3. Totaaloor<strong>de</strong>elEen leven<strong>de</strong> <strong>buurt</strong> bestaat bij <strong>de</strong> gratie van <strong>in</strong>spireren<strong>de</strong> trekkers en on<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>g vertrouwen, zowel b<strong>in</strong>nen <strong>de</strong><strong>buurt</strong> als <strong>in</strong> <strong>de</strong> relatie met sociale spelers en overheid. Invullers wordt gevraagd voor elke partij hun kwaliteitsoor<strong>de</strong>elte geven en <strong>de</strong>nkbare verbeter<strong>in</strong>gsacties en namen van mogelijke trekkers aan te geven.AandachtspuntBeoor<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g*Denkbare actie***A. Buurtbewoners1. Inspireren<strong>de</strong> trekkers2. On<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>g vertrouwenB. Sociale spelers**1. Inspireren<strong>de</strong> trekkers2. On<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>g vertrouwen271C. Overheid1. Inspireren<strong>de</strong> trekkers2. On<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>g vertrouwen* Op schaal 1 tot 5: 1 = zeer slecht, 5 = uitstekend** Bijvoorbeeld welzijnsorganisatie, wooncorporatie, school, politie


vertrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>4. Samenvattend overzichtDoor <strong>de</strong> gegevensbeoor<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g uit box 3 <strong>in</strong> te tekenen <strong>in</strong> on<strong>de</strong>rstaan<strong>de</strong> figuur (afzon<strong>de</strong>rlijk voor <strong>buurt</strong>bewoners,sociale spelers en overheid) wordt een overzicht verkregen van <strong>de</strong> uitgangspositie <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>.Inspireren<strong>de</strong>trekkers5▲327211 3 5On<strong>de</strong>rl<strong>in</strong>gvertrouwen


ijlage 3: overzicht van casussenbijlage 3: overzicht van casussen1 De Deventer Wijkaanpak2 De wijkaanpak <strong>in</strong> Delft3 Wijkgericht werken <strong>in</strong> Utrecht4 Netwerken <strong>in</strong> Tilburg5 Zaanstad en <strong>de</strong> Zaankantel<strong>in</strong>g6 Beweg<strong>in</strong>g <strong>in</strong> Drentse dorpen7 Dorpen <strong>in</strong> Friesland: verenig<strong>in</strong>gsleven, dorpshuizen en sociale on<strong>de</strong>rsteun<strong>in</strong>g8 Doarpsbelang Reduzum9 Dorpen <strong>in</strong> West-Brabant10 Voorzien<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> Limburgse Dorpen11 Rotterdam-Schiemond: leefbaarheids<strong>in</strong>itiatieven bewoners en wooncorporatie12 Veiligheid op wijk- en <strong>buurt</strong>niveau <strong>in</strong> Utrecht: gebiedsgerichte aanpak13 Buurtpreventie <strong>in</strong> Het Gooi14 Justitie <strong>in</strong> <strong>de</strong> Buurt: samenwerk<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> <strong>in</strong>stanties op <strong>buurt</strong>- en wijkniveau15 Buurtgerichte aanpakken <strong>in</strong> stads<strong>de</strong>el Amsterdam-Centrum16 Gron<strong>in</strong>ger Vensterscholen17 Twee bre<strong>de</strong> scholen <strong>in</strong> Hoogvliet18 Twee Zaanse Scholen en hun <strong>buurt</strong>19 Bre<strong>de</strong> <strong>buurt</strong>school Terra College, Den Haag20 Ou<strong>de</strong>rs en k<strong>in</strong><strong>de</strong>ren <strong>in</strong> Bos en Lommer21 Opzoomeren <strong>in</strong> Rotterdam22 Mensen maken <strong>de</strong> stad: Stadsetiquette <strong>in</strong> Rotterdam23 Thuis Op Straat24 Sport <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>25 Hoogvliet: bewonersbetrokkenheid bij fysieke herstructurer<strong>in</strong>g26 Gor<strong>in</strong>chem L<strong>in</strong>gewijk27 De Peperklip <strong>in</strong> Rotterdam: een corporatie pakt door28 Amsterdam Zuidoost273Voor een ge<strong>de</strong>tailleer<strong>de</strong> beschrijv<strong>in</strong>g zie C.A. Hazeu, N.G.J. Boonstra, M. Jager-Vreug<strong>de</strong>nhil en P. W<strong>in</strong>semius (2005).


274vertrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>


apporten aan <strong>de</strong> reger<strong>in</strong>grapporten aan <strong>de</strong> reger<strong>in</strong>gEerste raadsperio<strong>de</strong> (1972-1977)1 Europese Unie2 Structuur van <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse economie3 EnergiebeleidGebun<strong>de</strong>ld <strong>in</strong> één publicatie (1974)4 Milieubeleid (1974)5 Bevolk<strong>in</strong>gsgroei (1974)6 De organisatie van het openbaar bestuur (1975)7 Buitenlandse <strong>in</strong>vloe<strong>de</strong>n op Ne<strong>de</strong>rland: Internationale migratie (1976)8 Buitenlandse <strong>in</strong>vloe<strong>de</strong>n op Ne<strong>de</strong>rland: Beschikbaarheid van wetenschappelijke en technische kennis (1976)9 Commentaar op <strong>de</strong> Discussienota Sectorra<strong>de</strong>n (1976)10 Commentaar op <strong>de</strong> nota Contouren van een toekomstig on<strong>de</strong>rwijsbestel (1976)11 Overzicht externe adviesorganen van <strong>de</strong> centrale overheid (1976)12 Externe adviesorganen van <strong>de</strong> centrale overheid (1976)13 Maken wij er werk van? Verkenn<strong>in</strong>gen omtrent <strong>de</strong> verhoud<strong>in</strong>g tussen actieven en niet-actieven (1977)14 Interne adviesorganen van <strong>de</strong> centrale overheid (1977)15 De komen<strong>de</strong> vijfentw<strong>in</strong>tig jaar – Een toekomstverkenn<strong>in</strong>g voor Ne<strong>de</strong>rland (1977)16 Over sociale ongelijkheid – Een beleidsgerichte probleemverkenn<strong>in</strong>g (1977)275Twee<strong>de</strong> raadsperio<strong>de</strong> (1978-1982)17 Etnische m<strong>in</strong><strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>n (1979)A. Rapport aan <strong>de</strong> Reger<strong>in</strong>gB. Naar een algemeen etnisch m<strong>in</strong><strong>de</strong>rhe<strong>de</strong>nbeleid?18 Plaats en toekomst van <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse <strong>in</strong>dustrie (1980)19 Beleidsgerichte toekomstverkenn<strong>in</strong>gDeel 1: Een pog<strong>in</strong>g tot uitlokk<strong>in</strong>g (1980)20 Democratie en geweld. Probleemanalyse naar aanleid<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> gebeurtenissen <strong>in</strong> Amsterdam op 30 april 198021 Vernieuw<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> het arbeidsbestel (1981)22 Herwaar<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g van welzijnsbeleid (1982)23 On<strong>de</strong>r <strong>in</strong>vloed van Duitsland. Een on<strong>de</strong>rzoek naar gevoeligheid en kwetsbaarheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> betrekk<strong>in</strong>gen tussenNe<strong>de</strong>rland en <strong>de</strong> Bondsrepubliek (1982)24 Samenhangend mediabeleid (1982)Der<strong>de</strong> raadsperio<strong>de</strong> (1983-1987)25 Beleidsgerichte toekomstverkenn<strong>in</strong>gDeel 2: Een verruim<strong>in</strong>g van perspectief (1983)26 Waarborgen voor zekerheid. Een nieuw stelsel van sociale zekerheid <strong>in</strong> hoofdlijnen (1985)27 Basisvorm<strong>in</strong>g <strong>in</strong> het on<strong>de</strong>rwijs (1986)28 De onvoltooi<strong>de</strong> Europese <strong>in</strong>tegratie (1986)29 Ruimte voor groei. Kansen en bedreig<strong>in</strong>gen voor <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse economie <strong>in</strong> <strong>de</strong> komen<strong>de</strong> tien jaar (1987)30 Op maat van het mid<strong>de</strong>n- en kle<strong>in</strong>bedrijf (1987)Deel 1: Rapport aan <strong>de</strong> Reger<strong>in</strong>g;Deel 2: Pre-adviezen31 Cultuur zon<strong>de</strong>r grenzen (1987)


vertrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>32 De f<strong>in</strong>ancier<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> Europese Gemeenschap. Een <strong>in</strong>terimrapport (1987)33 Activerend arbeidsmarktbeleid (1987)34 Overheid en toekomston<strong>de</strong>rzoek. Een <strong>in</strong>ventarisatie (1988)Vier<strong>de</strong> raadsperio<strong>de</strong> (1988-1992)35 Rechtshandhav<strong>in</strong>g (1988)36 Allochtonenbeleid (1989)37 Van <strong>de</strong> stad en <strong>de</strong> rand (1990)38 Een werkend perspectief. Arbeidsparticipatie <strong>in</strong> <strong>de</strong> jaren ’90 (1990)39 Technologie en overheid (1990)40 De on<strong>de</strong>rwijsverzorg<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> toekomst (1991)41 Milieubeleid. Strategie, <strong>in</strong>strumenten en handhaafbaarheid (1992)42 Grond voor keuzen. Vier perspectieven voor <strong>de</strong> lan<strong>de</strong>lijke gebie<strong>de</strong>n <strong>in</strong> <strong>de</strong> Europese Gemeenschap (1992)43 Ou<strong>de</strong>ren voor ou<strong>de</strong>ren. Demografische ontwikkel<strong>in</strong>gen en beleid (1993)276Vijf<strong>de</strong> raadsperio<strong>de</strong> (1993-1997)44 Duurzame risico’s. Een blijvend gegeven (1994)45 Belang en beleid. Naar een verantwoor<strong>de</strong> uitvoer<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> werknemersverzeker<strong>in</strong>gen (1994)46 Besluiten over grote projecten (1994)47 Hoger on<strong>de</strong>rwijs <strong>in</strong> fasen (1995)48 Stabiliteit en veiligheid <strong>in</strong> Europa. Het veran<strong>de</strong>ren<strong>de</strong> krachtenveld voor het buitenlands beleid (1995)49 Or<strong>de</strong> <strong>in</strong> het b<strong>in</strong>nenlands bestuur (1995)50 Twee<strong>de</strong>l<strong>in</strong>g <strong>in</strong> perspectief (1996)51 Van ver<strong>de</strong>len naar verdienen. Afweg<strong>in</strong>gen voor <strong>de</strong> sociale zekerheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> 21e eeuw (1997)52 Volksgezondheidszorg (1997)53 Ruimtelijke-ontwikkel<strong>in</strong>gspolitiek (1998)54 Staat zon<strong>de</strong>r land. Een verkenn<strong>in</strong>g van bestuurlijke gevolgen van <strong>in</strong>formatie- en communicatietechnologie (1998)Zes<strong>de</strong> raadsperio<strong>de</strong> (1998-2002)55 Generatiebewust beleid (1999)56 Het borgen van publiek belang (2000)57 Doorgroei van arbeidsparticipatie (2000)58 Ontwikkel<strong>in</strong>gsbeleid en goed bestuur (2001)59 Naar een Europabre<strong>de</strong> Unie (2001)60 Ne<strong>de</strong>rland als immigratiesamenlev<strong>in</strong>g (2001)61 Van ou<strong>de</strong> en nieuwe kennis. De gevolgen van ict voor het kennisbeleid (2002)62 Duurzame ontwikkel<strong>in</strong>g: bestuurlijke voorwaar<strong>de</strong>n voor een mobiliserend beleid (2002)63 De toekomst van <strong>de</strong> nationale rechtsstaat (2002)64 Beslissen over biotechnologie (2003)65 Slagvaardigheid <strong>in</strong> <strong>de</strong> Europabre<strong>de</strong> Unie (2003)66 Ne<strong>de</strong>rland han<strong>de</strong>lsland. Het perspectief van <strong>de</strong> transactiekosten (2003)67 Naar nieuwe wegen <strong>in</strong> het milieubeleid (2003)


apporten aan <strong>de</strong> reger<strong>in</strong>gZeven<strong>de</strong> raadsperio<strong>de</strong> (2003-2007)68 Waar<strong>de</strong>n, normen en <strong>de</strong> last van het gedrag (2003)69 De Europese Unie, Turkije en <strong>de</strong> islam (2004)70 Bewijzen van goe<strong>de</strong> dienstverlen<strong>in</strong>g (2004)71 Focus op functies. Uitdag<strong>in</strong>gen voor een toekomstbestendig mediabeleid (2005)Rapporten aan <strong>de</strong> Reger<strong>in</strong>g nrs 1 t/m 67 en publicaties <strong>in</strong> <strong>de</strong> reeks Voorstudies en achtergron<strong>de</strong>n zijn niet meer leverbaar.Alle studies van <strong>de</strong> wrr zijn beschikbaar via <strong>de</strong> website www.wrr.nl.Rapporten aan <strong>de</strong> Reger<strong>in</strong>g nrs 68 t/m 71 zijn verkrijgbaar <strong>in</strong> <strong>de</strong> boekhan<strong>de</strong>l of via Amsterdam University Press,Pr<strong>in</strong>sengracht 747-751, 1017 JX Amsterdam (www.aup.nl).277


vertrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>verkenn<strong>in</strong>genZeven<strong>de</strong> raadsperio<strong>de</strong> (2003-2007)1 Jacques Pelkmans, Monika Sie Dhian Ho en Bas Limonard (red.) (2003) Ne<strong>de</strong>rland en <strong>de</strong> Europese grondwet2 P.T. <strong>de</strong> Beer en C.J.M. Schuyt (red.) (2004) Bijdragen aan waar<strong>de</strong>n en normen3 G. van <strong>de</strong>n Br<strong>in</strong>k (2004) Schets van een beschav<strong>in</strong>gsoffensief. Over normen, normaliteit en normalisatie <strong>in</strong>Ne<strong>de</strong>rland4 E.R. Engelen en M. Sie Dhian Ho (red.) (2004) De staat van <strong>de</strong> <strong>de</strong>mocratie. Democratie voorbij <strong>de</strong> Staat5 P.A. van <strong>de</strong>r Du<strong>in</strong>, C.A. Hazeu, P. Ra<strong>de</strong>maker en I.J. Schoonenboom (red.) (2004) Vijfentw<strong>in</strong>tig jaar later.De Toekomstverkenn<strong>in</strong>g van <strong>de</strong> WRR uit 1977 als leerproces6 H. Dijstelbloem, P.L. Meurs en E.K. Schrijvers (red.) (2004) Maatschappelijke dienstverlen<strong>in</strong>g. Een on<strong>de</strong>rzoeknaar vijf sectoren7 W.B.H.J. van <strong>de</strong> Donk, D.W.J. Broe<strong>de</strong>rs en F.J.P.M. Hoefnagel (red.) (2005) Trends <strong>in</strong> het medialandschap.Vier verkenn<strong>in</strong>gen8 G. Engbersen, E. Snel en A. Weltevre<strong>de</strong> (2005) Sociale herover<strong>in</strong>g <strong>in</strong> Amsterdam en Rotterdam. Eén verhaal overtwee wijken278Alle Verkenn<strong>in</strong>gen zijn uitgegeven bij Amsterdam University Press, Pr<strong>in</strong>sengracht 747-751, 1017 JX Amsterdam(www.aup.nl).


voorstudies en achtergron<strong>de</strong>nvoorstudies en achtergron<strong>de</strong>nHieron<strong>de</strong>r wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> publicaties uit <strong>de</strong> wrr-serie Voorstudies en achtergron<strong>de</strong>n opgesomd vanaf <strong>de</strong>vijf<strong>de</strong> raadsperio<strong>de</strong>. Een volledig overzicht van <strong>de</strong> voorstudies is beschikbaar op <strong>de</strong> wrr-website(http://www.wrr.nl) of aan te vragen bij het bureau van <strong>de</strong> wrr (070 - 356 46 25).Vijf<strong>de</strong> raadsperio<strong>de</strong> (1993-1997)V82 W.J. Dercksen e.a. (1993) Beroepswijs on<strong>de</strong>rwijs. Ontwikkel<strong>in</strong>gen en dilemma’s <strong>in</strong> <strong>de</strong> aansluit<strong>in</strong>g van on<strong>de</strong>rwijs enarbeidV83 W.G.M. Salet (1994) Om recht en staat. Een sociologische verkenn<strong>in</strong>g van sociale, politieke en rechtsbetrekk<strong>in</strong>genV84 J.M. Bekker<strong>in</strong>g (1994) Private verzeker<strong>in</strong>g van sociale risico’sV85 C. Lambers, D.A. Lubach, M. Scheltema (1994) Versnell<strong>in</strong>g juridische procedures grote projectenV86 cshob (1995) Aspecten van hoger on<strong>de</strong>rwijs. Een <strong>in</strong>ternationale <strong>in</strong>ventarisatieV87 T. van <strong>de</strong>r Meij e.a. (1995) Ontwikkel<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> <strong>de</strong> natuur. Visies op <strong>de</strong> leven<strong>de</strong> natuur <strong>in</strong> <strong>de</strong> wereld en scenario’s voorhet behoud daarvanV88 L. Hagendoorn e.a. (1995) Etnische verhoud<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> Mid<strong>de</strong>n- en Oost-EuropaV89 H.C. Posthumus Meyjes, A. Szász, Christoph Bertram, W.F. van Eekelen (1995) Een gedifferentieerd EuropaV90 J. Rupnik e.a. (1995) Challenges <strong>in</strong> the EastV91 J.P.H. Donner (rapporteur) (1995) Europa, wat nu?V92 R.M.A. Jansweijer (1996) Gou<strong>de</strong>n bergen, diepe dalen: <strong>de</strong> <strong>in</strong>komensgevolgen van een betaalbareou<strong>de</strong>dagsvoorzien<strong>in</strong>gV93 W. Derksen, W.A.M. Salet (red.) (1996) Bouwen aan het b<strong>in</strong>nenlands bestuurV94 seo/Intomart (1996) Start-, slaag- en faalkansen van hoger opgelei<strong>de</strong> starten<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rnemersV95 L.J. Gunn<strong>in</strong>g-Schepers, G.J. Kronjee and R.A. Spasoff (eds.) (1996) Fundamental Questions about the Future ofHealth CareV96 H.B.G. Ganzeboom en W.C. Ultee (red.) (1996) De sociale segmentatie van Ne<strong>de</strong>rland <strong>in</strong> 2015V97 J.C.I. <strong>de</strong> Pree (1997) Grenzen aan veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g. De verhoud<strong>in</strong>g tussen reorganisatie en structuurpr<strong>in</strong>cipes van hetb<strong>in</strong>nenlands bestuurV98 M.F. Gelok en W.M. <strong>de</strong> Jong (1997) Volatiliser<strong>in</strong>g <strong>in</strong> <strong>de</strong> economieV99 A.H. Kle<strong>in</strong>knecht, R.H. Oostendorp, M.P. Pradhan (1997) Patronen en economische effecten van flexibiliteit <strong>in</strong> <strong>de</strong>Ne<strong>de</strong>rlandse arbeidsverhoud<strong>in</strong>genV100 J.P.H. Donner (1998) Staat <strong>in</strong> beweg<strong>in</strong>gV101 W.J. Vermeulen, J.F.M. van <strong>de</strong>r Waal, H. Ernste, P. Glasbergen (1997) Duurzaamheid als uitdag<strong>in</strong>g. De afweg<strong>in</strong>g vanecologische en maatschappelijke risico’s <strong>in</strong> confrontatie en dialoogV102 W. Zonneveld en A. Faludi (1998) Europese <strong>in</strong>tegratie en <strong>de</strong> Ne<strong>de</strong>rlandse ruimtelijke or<strong>de</strong>n<strong>in</strong>gV103 Verslag en evaluatie van <strong>de</strong> vijf<strong>de</strong> raadsperio<strong>de</strong> (1998)279V104V105V106V107V108Zes<strong>de</strong> raadsperio<strong>de</strong> (1998-2002)Krijn van Beek (1998) De on<strong>de</strong>rnemen<strong>de</strong> samenlev<strong>in</strong>g. Een verkenn<strong>in</strong>g van maatschappelijke veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g enimplicaties voor beleidW. Derksen et al. (1999) Over publieke en private verantwoor<strong>de</strong>lijkhe<strong>de</strong>nHenk C. van Latesteijn (1999) Land use <strong>in</strong> Europe. A methodology for policy-oriented future studiesAart C. Liefbroer en Pearl A. Dykstra (2000) Levenslopen <strong>in</strong> veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>g. Een studie naar ontwikkel<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> <strong>de</strong>levenslopen van Ne<strong>de</strong>rlan<strong>de</strong>rs geboren tussen 1900 en 1970Bart Wiss<strong>in</strong>k (2000) Ontworpen en ontstaan. Een praktijktheoretische analyse van het <strong>de</strong>bat over het prov<strong>in</strong>cialeomgev<strong>in</strong>gsbeleid


vertrouwen <strong>in</strong> <strong>de</strong> <strong>buurt</strong>V109V110V111V112V113V114V115V116V117H. Mommaas, m.m.v. W. Knulst en M. van <strong>de</strong>n Heuvel (2000) De vrijetijds<strong>in</strong>dustrie <strong>in</strong> stad en land. Een studie naar<strong>de</strong> markt van belevenissenH. Dijstelbloem en C.J.M. Schuyt, red. (2002) De publieke dimensie van kennisM.C.E. van Dam-Mieras en W.M. <strong>de</strong> Jong, red. (2002) On<strong>de</strong>rwijs voor een kennissamenlev<strong>in</strong>g. De rol van ict na<strong>de</strong>rbekekenWendy Asbeek Brusse, Harry van Dalen en Bart Wiss<strong>in</strong>k (2002) Stad en Land <strong>in</strong> een nieuwe geografie.Maatschappelijke veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen en ruimtelijke dynamiekG.A. van <strong>de</strong>r Knaap (2002) Ste<strong>de</strong>lijke beweg<strong>in</strong>gsruimte. Over veran<strong>de</strong>r<strong>in</strong>gen <strong>in</strong> stad en land.F.J.P.M. Hoefnagel (2002) Internet en cultuurbeleid. Over <strong>de</strong> gevolgen van ict voor het cultuurbeleid van <strong>de</strong>Ne<strong>de</strong>rlandse overheidGabriël van <strong>de</strong>n Br<strong>in</strong>k (2002) Mondiger of moeilijker? Een studie naar <strong>de</strong> politieke habitus van he<strong>de</strong>ndaagse burgersWillem Witteveen, Bart van Kl<strong>in</strong>k, met bijdragen van Wouter <strong>de</strong> Been en Peter Blok (2002) De sociale rechtsstaatvoorbij. Twee ontwerpen voor het huis van <strong>de</strong> rechtsstaatRe<strong>in</strong> <strong>de</strong> Wil<strong>de</strong>, Nikki Vermeulen en Mirko Reithler (2003) Bezeten van genen. Een essay over <strong>de</strong> <strong>in</strong>novatieoorlogrondom genetisch gemodificeerd voedsel280Overige publicatiesVoor <strong>de</strong> eenheid van beleid. Beschouw<strong>in</strong>gen ter gelegenheid van vijftig jaar M<strong>in</strong>isterie van Algemene Zaken (1987)Eigentijds burgerschap. wrr-publicatie on<strong>de</strong>r leid<strong>in</strong>g van H.R. van Gunsteren (1992)Mosterd bij <strong>de</strong> maaltijd. 20/25 jaar wrr (1997)De vitaliteit van <strong>de</strong> nationale staat <strong>in</strong> een <strong>in</strong>ternationaliseren<strong>de</strong> wereld (2002)

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!