11.07.2015 Views

Maatschappelijk verantwoord ondernemen van ... - Productschap vis

Maatschappelijk verantwoord ondernemen van ... - Productschap vis

Maatschappelijk verantwoord ondernemen van ... - Productschap vis

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

1RAPPORTAGEMAATSCHAPPELIJKVERANTWOORDONDERNEMENVAN DE NEDERLANDSE VISSECTOR


InhoudVoorwoord 41. Vis Verantwoord 6Duurzaamheid versus verduurzaming 6Duurzame voeding 7Consument versus burger 7Interview Wim Klok 9De afspraken 11Verantwoorde Vis Prijs 112. De Nederlandse <strong>vis</strong>sector 12Nederlandse aanvoersector 12Aangevoerde <strong>vis</strong> op afslagen 14Ontwikkeling <strong>vis</strong>prijzen <strong>van</strong> de belangrijkstesoorten op Nederlandse <strong>vis</strong>afslagen 15Groothandel en verwerking 16Visconsumptie 17Arbeid en scholing 193. Verantwoorde Vis: thema’s en initiatieven 20Impact op het ecosysteem in de aanvoersector 20Brandstofverbruik 21SumWing 21Bodemberoering 21Puls<strong>vis</strong>serij 21Garnalen<strong>vis</strong>serij 22Mosselzaadin<strong>van</strong>ginstallaties 22Interview Auke Hoefnagel en Kees Taal 23Discards 25Discards onderzoek 25Discards DenkTank 25Pelagische <strong>vis</strong>serij 25Masterplan Duurzame Visserij 274. Beheer: <strong>vis</strong>bestanden en <strong>vis</strong>serij 28Herziening Gemeenschappelijk Visserijbeleid 28Meerjarenbeheerplannen 28Overige maatregelen 29Visstand Beheer Commissies 29


Ruimtelijke ordening 30Natura 2000 30VIBEG 30Joint Fact Finding 32FIMPAS 32Klaverbank 32Doggerbank 33Dialoog stakeholders 33<strong>Maatschappelijk</strong> convenant‘Duurzame Noordzee<strong>vis</strong>serij’ 33Convenant transitie mosselsector ennatuurherstel Waddenzee 33<strong>Maatschappelijk</strong> convenant Duurzame Voordelta 34Certificering 35MSC (Marine Stewardship Council) 25Certificaat Verantwoordelijk Vissen 37Streekkeurmerk ZuiderZeeZilver 37Friends of the Sea 38GLOBALG.A.P. 38ASC (Aquaculture Stewardship Council) 39BAP 40Naturland 40Interview Bas Geerts 41Ketenaanpak 42Scheveninger’Best 42Pelagische sector 42Gedragscodes 43Certificering 44Onderzoek 44Discards bemonstering 44Bedrijfssurvey 45Onderzoekssamenwerking 45Pelagische <strong>vis</strong>serij 46Binnen<strong>vis</strong>serij 46Decentraal aalbeheer 46Bedrijfsplannen Aal<strong>vis</strong>serij 47DUPAN 47Sustainable Eel Group 48Kweek <strong>van</strong> <strong>vis</strong> en / of schelpdieren 48Proefbedrijf <strong>van</strong> Stichting Zeeuwse Tong 49Oesterkweek 49Yellowtail 49Dierenwelzijn 50(Vis)resten 50Fishing for litter 50Verantwoord gebruik restproducten 51Energie 51CO ²51Digitaal veilingsysteem 52Transport 52Arbeid en scholing 52De kadercursus 55Consumptie <strong>van</strong> <strong>vis</strong> 55Nederland 55West-Afrika 56Vis en seizoenen 56Vis en gezondheid 56Interview Douwe <strong>van</strong> den Geest 575. Drijvende krachten achter verduurzaming 58Visserij Innovatie Platform 58Blueport 59Kenniskringen 59Goede doelen 60Veiling eerste vaatje Oosterscheldekreeft 60Veiling eerste kistje schol 61Veiling eerste vaatje Hollandse Nieuwe 61Lijst met gebruikte afkortingen 62Verantwoording 63Colofon 633


4VoorwoordHet is snel gegaan met <strong>Maatschappelijk</strong>Verantwoord Ondernemen(MVO). Nauwelijks een decenniumgeleden keek je naar de ‘geitenwollensokkentypes’ die iets <strong>van</strong> eenwereldverbeteraar in zich hadden. Nuis maatschappelijk <strong>verantwoord</strong> <strong>ondernemen</strong>doorgedrongen in vrijwelalle branches.Ook voor de ondernemers in deogenschijnlijk ‘authentieke’ <strong>vis</strong>sectoris MVO een wezenlijk onderdeel <strong>van</strong>de bedrijfsvoering geworden. Vooru ligt alweer de derde rapportagemaatschappelijk <strong>verantwoord</strong> <strong>ondernemen</strong>.Verduurzaming <strong>van</strong> de <strong>vis</strong>serijsectoris al sinds een aantal jaren een belangrijkeprioriteit. Het <strong>Productschap</strong>Vis ondersteunt daarbij en verbindtde verschillende schakels in de keten.De ontwikkelingen binnen de sectorgaan voortvarend, mede aangemoedigddoor de economische crisis.<strong>Maatschappelijk</strong>e aandacht over demondiale problematiek in relatie tot<strong>vis</strong>productie stimuleren de inspanningennog eens extra.De voedselproductie moet mondiaalomhoog om de groeiende wereldbevolkingte blijven voeden. Het is eengegeven dat dit niet ten koste maggaan <strong>van</strong> waardevolle natuur of delokale bevolking. Juist aan het begin<strong>van</strong> de keten wordt veel gedaan aaneen duurzame <strong>vis</strong>serij. De daaropvolgendeschakels in de keten kiezenmeer en meer voor een <strong>verantwoord</strong>ge<strong>van</strong>gen of gekweekt product.Zowel op de binnenlandse als dewereldmarkt groeit de vraag naarduurzaam ge<strong>van</strong>gen of gekweekte<strong>vis</strong>. De druk <strong>van</strong> afnemers en NGO’som tegemoet te komen aan dezevraag neemt toe. Het aanbieden <strong>van</strong>een <strong>verantwoord</strong> product wordt meeren meer als een ‘licence to produce’ervaren door de ondernemers. Eenbelangrijke manier om zich op dezewijze te kunnen profileren is doormiddel <strong>van</strong> certificering. Het MSClabel is leidend voor de wild ge<strong>van</strong>gen<strong>vis</strong>, terwijl voor handelsbedrijvende opmaat naar certificering voor gekweekte<strong>vis</strong> een belangrijke rol speelt.Het nieuwe label ASC start bij het terperse gaan <strong>van</strong> deze rapportage metdit keurmerk. U leest hierover meer indit verslag.Het <strong>Productschap</strong> Vis heeft zich deafgelopen twee jaren wederom ingezetvoor de gehele <strong>vis</strong>keten,waarbij zowel het belang <strong>van</strong> de sectorals het algemeen belang centraalstonden.We nemen u in deze rapportagegraag mee door onze productieketen:<strong>van</strong> schip tot schap. Verschillendethema’s zijn uitgelicht, waarbinnenverschillende initiatieven <strong>van</strong>uit desector worden benoemd. We beogenmet deze rapportage overigens geenvolledigheid <strong>van</strong> wat er allemaalgebeurt op de <strong>vis</strong>serijbedrijven in


5ons land. Het is niet alleen te veelomvattend,het is eveneens aan deondernemer zelf om zichtbaar enherkenbaar te maken waar hij staat inhet traject <strong>van</strong> duurzame productie,handel en distributie.Wij denken dat we op de goede wegzijn. Maar er is nog veel werk teverzetten, want er liggen nog genoeguitdagingen. De <strong>vis</strong>sector ligt ‘opkoers’ en zet de samenwerking metbedrijven, overheden, wetenschap enmaatschappelijke organisaties graagvoort.Commissie Verantwoorde VisRijswijk, januari 2012


61.Vis VerantwoordAls Nederlandse <strong>vis</strong>sector hebben wede missie om nu en in de toekomst deconsument te kunnen laten genieten<strong>van</strong> <strong>verantwoord</strong>e <strong>vis</strong>, schaal- enschelpdieren <strong>van</strong> topkwaliteit. Duurzaamheidspeelt daarin een steedsgrotere rol en is vertegenwoordigdin alle schakels <strong>van</strong> de keten. Een<strong>verantwoord</strong>e bedrijfsvoering bij alleondernemingen in de sector is daarmeede uitgangspositie.Duurzaamheidversus verduurzamingDuurzaamheid betekent ‘op de langeduur continueren’ of ook wel ‘de continueerbareexploitatie <strong>van</strong> hulpbronnen’.Voor de <strong>vis</strong>sector geldt dan, dat deactiviteiten die nu uitgevoerd wordenniet ten kosten moeten gaan <strong>van</strong> toekomstigbestaan en gebruik. Het duurzaamondernemerschap <strong>van</strong> de sectoris geënt op ‘People, Planet, Profit’:goed voor de mens, milieubewust eneconomisch <strong>verantwoord</strong>. De drie ‘P’s<strong>van</strong> people, planet en profit zijn onlosmakelijkmet elkaar verbonden. Meteen gezond milieu als uitgangspunt,kan er een economisch rendabele<strong>vis</strong>sector bestaan waarin werknemersop een gezonde en veilige manier hunarbeid kunnen uitvoeren. Andersomis het niet mogelijk om zonder eeneconomisch gezond klimaat, genoegaandacht te besteden aan mens enmilieu. In duurzaam <strong>ondernemen</strong> gaathet dus om het creëren <strong>van</strong> een evenwichttussen deze pijlers, waarin eengoede verdeling <strong>van</strong> aandacht tussende drie deelonderwerpen er voor zorgtdat de activiteiten op de lange termijnkunnen blijven bestaan.De drie ‘P’s worden primair beïnvloeddoor ondernemers zelf en wordendaarnaast gevoed door een scalaaan externe beïnvloedende factoren.De activiteiten <strong>van</strong> <strong>vis</strong>sers wordenbijvoorbeeld gereguleerd door eengroot aantal maatregelen <strong>van</strong>uit deoverheid en de EU. Deze maatregelenbetreffen onder meer het beperken<strong>van</strong> de hoeveelheid te <strong>van</strong>gen <strong>vis</strong>(quota), de hoeveelheid dagen dieeen schip op zee kan zijn en minimumaanvoermaten. Daarnaast heeft ookde maatschappij een invloed op de<strong>vis</strong>sector, die zich uit in de wensen<strong>van</strong> maatschappelijke organisatiesen bijvoorbeeld de grootte <strong>van</strong> demarkt voor <strong>vis</strong>. Samen vormen al dezebelanghebbenden, regels en wensen,de grenzen waarbinnen de ondernemerzijn activiteiten kan uitvoeren enwaarbinnen wordt gezocht naar hetevenwicht in duurzaam <strong>ondernemen</strong>.Duurzaam <strong>ondernemen</strong> is per definitieeen proces. Er is geen eenduidigestandaard die definieert wanneerer sprake is <strong>van</strong> duurzaam ondernemerschap.Enerzijds omdat destandaarden continu veranderen doorontwikkelingen, innovaties en voortschrijdendinzicht, anderzijds omdatmeningen over hoe de standaard zoumoeten zijn uiteen lopen. Sprekenover verduurzaming in plaats <strong>van</strong>


duurzaamheid op zich is daarom treffender.De betekenis <strong>van</strong> duurzaamheidis afhankelijk <strong>van</strong> de perceptie <strong>van</strong>de gebruiker <strong>van</strong> het begrip. Bij hetstreven naar een duurzame <strong>vis</strong>serij,kunnen de diverse belanghebbendendan ook uiteenlopende meningenhebben over hoe het evenwicht tussenpeople, planet en profit zou moetenworden gerealiseerd, terwijl in de basiseenzelfde doel wordt nagestreefd.Het concept duurzame <strong>vis</strong> wordt doorverschillende partijen dus anders ingevuld.In deze rapportage <strong>van</strong> het <strong>Maatschappelijk</strong>Verantwoord Ondernemenin de Nederlandse <strong>vis</strong>sector wordt danook niet getracht u te vertellen wat welen geen duurzame <strong>vis</strong> is, maar willenwe u meenemen in een sector is die inbeweging is en laten zien hoe de veleinitiatieven en processen elk op huneigen manier bijdragen aan verduurzaming.Consument versus burgerDuurzame voedingIn augustus 2009 presenteerde hettoenmalige ministerie <strong>van</strong> LNV deNota Duurzaam Voedsel; de <strong>vis</strong>ie <strong>van</strong>het ministerie om voedselconsumptieen productie integraal duurzamer temaken. Duurzame voeding is eenthema dat speelt op mondiaal niveau.Belangrijke trends zoals de groeiendewereldbevolking, toenemende urbanisatieen een afname <strong>van</strong> natuurlijkebronnen zoals zoetwater en fossielebrandstoffen, laten de noodzakelijkheid<strong>van</strong> het verduurzamen <strong>van</strong> devoedselproductie en –consumptieduidelijk zien. Met de Nota DuurzaamVoedsel wil het ministerie een bijdrageleveren aan de verduurzaming<strong>van</strong> voedsel door in te zetten op driesporen: (1) duurzame innovatie in hetNederlandse agrofoodcomplex, (2)het stimuleren <strong>van</strong> de consument totduurzame en gezonde aankopen en(3) de verduurzaming <strong>van</strong> voedselproductieen –consumptie over de grens.Onderzoek naar consument en duurzaamheid is niet zonder kanttekeningen.Volgens sommigen moet bij consumentenonderzoek naar duurzaamheid eenduidelijke splitsing worden gemaakt tussen burger en consument. Chris Dutilh,Manager Duurzame Ontwikkeling bij Unilever Benelux, stelt: ‘De burger is bezigmet wat maatschappelijk wenselijk is, maar de consument is bezig met zijn eigenbelang.’ Dutilh omschrijft de consument als partij die voor zijn of haar eigenbelang kijkt naar zaken als veiligheid, gezondheid, lekker, goedkoop en of hij/zij met een bepaald product ‘kan thuiskomen’. Een burger echter heeft oog voormeer en kijkt naar het maatschappelijke belang.Verduurzaming in de voedselketenbetreft aspecten als ruimtebeslag,gebruik <strong>van</strong> grondstoffen, emissies,water en energiegebruik, maar ookminder verspilling en verbetering <strong>van</strong>welzijn <strong>van</strong> mens en dier. Kortom eenproductie en consumptie met respectvoor mens, dier en milieu.Als vervolg op deze nota is eenaantal concrete stappen gezet om debeschreven ambities te realiseren. Zois het Platform verduurzaming voedselopgericht, waarin belangrijke spelerszich samen inzetten om voedsel teverduurzamen. Ook is via diversewegen geld beschikbaar gesteld ominnovatie en verduurzaming te stimulerenin de verschillende sectoren. Voorde <strong>vis</strong>serij heeft dit zich geuit in eenaantal subsidiemogelijkheden dieten goede zijn gekomen aan projectenmet een innovatief karakter en waarbijsamenwerking met andere belanghebbendencentraal stond. In het InitiatiefDuurzame Handel wordt hard gewerktaan verduurzaming <strong>van</strong> handel doorsamenwerking tussen overheid,bedrijven, vakbonden en maatschappelijkeorganisaties te bevorderen.Ook kweek<strong>vis</strong> komt hierbij aan bod.Voor het verhogen <strong>van</strong> de bewustwording<strong>van</strong> de consument is ingezet opvoorlichting en informatieverstrekkingover duurzame voeding. Daarbij wordende ambities ook breder getrokkenen wordt er aandacht besteed aande internationale agendering <strong>van</strong> hetverduurzamen <strong>van</strong> voedsel.7


88Duurzaam consumeren raakt iedereen.Het is daarom belangrijk de rol<strong>van</strong> andere actoren dan de primaireproducenten niet te onderschatten.Elke speler in de keten draagt eendeel <strong>van</strong> de <strong>verantwoord</strong>elijkheidvoor het verduurzamen <strong>van</strong> voedsel.Na de producent komen verwerkers,handelaren en consumenten elke keeropnieuw voor keuzes te staan die hetverdere duurzame verloop <strong>van</strong> deketen potentieel kunnen bevorderen.Waar tussenschakels kunnen kiezenvoor de wijze <strong>van</strong> verwerken,transporteren of verhandelen, kiestde consument uiteindelijk welkproduct in de keuken terecht komt.Voordat de consument deze keuzekan maken, moet er aan een aantalvoorwaarden worden voldaan. In deeerste plaats gaat dit om het aanbod;een consument kan pas kiezen voorduurzame voeding als deze productendaadwerkelijk in de winkel liggen.Daarnaast geldt ook informatie enkennis als belangrijke factor. Door degroeiende welvaart en verstedelijkingneemt de fysieke en psychologischeafstand tussen voedselproductie envoedselconsumptie toe. Consumentenhebben daardoor steeds minderkennis over de oorsprong en manier<strong>van</strong> het produceren <strong>van</strong> hun voedsel.De consument weet door dezeontwikkelingen vaak onvoldoende watduurzaam voedsel is en wat hij of zijaan een duurzamere voedselvoorzieningkan bijdragen. De overvloed aaninformatie (denk aan claims, keurmerkenen logo’s) over ons voedsel draagtdaar mede aan bij, omdat de informatiesoms tegenstrijdig of onduidelijkis. Een belangrijke opgave ligt dus inbewustwording <strong>van</strong> en informatievoorzieningaan de consument.In de Monitor Duurzaam Voedsel 2010is te zien dat de Nederlandse maatschappijin beweging is wat betreftduurzame voeding. Cijfers over 2010laten zien dat de duurzame consumptiemet bijna 30% is toegenomen. Ditkomt door het gedrag <strong>van</strong> de consument,maar ook door inspanningen<strong>van</strong> verwerkers en aanbieders, die inhun producten en assortimentskeuzeduurzame producten extra aandachthebben gegeven. In de sector <strong>vis</strong>is te zien dat consumenten steedsvaker kiezen voor <strong>vis</strong>, schaal- enschelpdieren met een keurmerk,zoals het keurmerk <strong>van</strong> de MarineStewardship Council (MSC). In 2010zijn de bestedingen aan dit keurmerkmet meer dan 30% gestegen tenopzichte <strong>van</strong> 2009. Het merendeel <strong>van</strong>deze producten wordt in de supermarktaangeschaft.Kortom, duurzaam voedsel is belangrijkin het heden en de toekomst. De<strong>vis</strong>sector draagt hier aan bij door volopte innoveren en verduurzamen doorde gehele keten heen.De afsprakenIn 2007 zijn negen afspraken gemaaktdie richting geven aan het programma


Interview Wim KlokMVO in dagelijkse praktijkWim Klok werkte jarenlang ‘in de <strong>vis</strong>’, <strong>van</strong>haringhandel tot <strong>vis</strong>groothandel tot zijnambitie voor het zelfstandig ondernemerschaphem zeven jaar geleden zijn eigen<strong>vis</strong>winkel bood.Bij de inrichting <strong>van</strong> zijn winkel liet hij eenvloer plaatsen <strong>van</strong> gerecycled rubber. Allereerstuit praktische overwegingen, maardit was voor hem aanleiding om verder teonderzoeken wat hij kon doen om op eenmaatschappelijk <strong>verantwoord</strong>e manier te<strong>ondernemen</strong>.De winkeliers in groenten, vlees en broodin zijn winkelomgeving volgen elkaarveelal <strong>van</strong> vader op zoon al jarenlangop. Ondernemer Klok kijkt volgens eigenzeggen misschien daarom als relatievenieuwkomer onbe<strong>van</strong>gen tegen tal <strong>van</strong>zaken aan. Bij al zijn activiteiten, waarinkeuzes moeten worden gemaakt, stelt hijzich de vraag of een ‘duurzame’ keuze totpluspunten kan leiden.MVO in dagelijkse praktijkEen bezoek aan Vishandel De Klok inVoorhout start met een kopje koffie <strong>van</strong>Max Havelaar.Dit is een eerste signaal <strong>van</strong> de voortdurendbewuste keuzes die hij maakt.De gedreven <strong>vis</strong>detaillist vertelt over deverschillende aspecten die in zijn bedrijfsvoeringduiden op maatschappelijk<strong>verantwoord</strong> <strong>ondernemen</strong>. ‘Telkens <strong>van</strong>uiteen pragmatische instelling een keuzemaken is een kwestie <strong>van</strong> plussen enminnen’. Zo scheidt hij consequent al zijnafval. ‘Kleine moeite, groot plezier, toch.’ Alhet papier brengt hij maandelijks naar deplaatselijke kerk, waar ze er blij mee zijn,het plastic naar de gemeentereiniging enhet <strong>vis</strong>afval gaat terug naar zijn <strong>vis</strong>leverancier.Daar gaat het de pijplijn in voor verdereverwerking.Als actieve sportman ziet hij het ook alseen sport om zijn klanten en collegaondernemerste enthousiasmeren om eenwezenlijke bijdrage te leveren aan eenmaatschappelijk <strong>verantwoord</strong>e maatschappij.‘Het moet uiteindelijk de “teamprestatie”zijn die het verschil maakt’, aldus Klok.Verantwoorde <strong>vis</strong>Het belangrijkste onderwerp in zijn bedrijfis natuurlijk het aanbod <strong>van</strong> zijn producten.Zijn leveranciers <strong>van</strong> <strong>vis</strong>, schaal- en schelpdierenmoeten een <strong>verantwoord</strong> productkunnen bieden en zeker de gewensteachtergrondinformatie kunnen geven. Eengecertificeerde leverancier die er blijk <strong>van</strong>geeft geen idee te hebben waar zijn <strong>vis</strong><strong>van</strong>daan komt, valt bij hem dan ook sneldoor de mand.Ook zijn aanvullende productaanbodgetuigt <strong>van</strong> zijn duurzaamheidstreven. Allereguliere drankjes heeft hij de deur gewezen.Klanten kunnen kiezen: of biologischefrisdranken of niets.Als MSC gecertificeerde <strong>vis</strong>specialistprobeert Wim Klok telkens weer vooropte lopen met de producten die onder ditkeurmerk verkrijgbaar zijn. Ook ten aanzien<strong>van</strong> de recent gecertificeerde mosselen uitZeeland koos hij voor net dat beetje extraduurzaamheid. ‘Ik kwam erachter dat demosselen naast de standaardverpakkingenin plastic kilobakken ook verkrijgbaar zijnin jute zakken <strong>van</strong> 15 kilo en neem dezeinmiddels af. Ook hier snijdt het mes voormij aan twee kanten: het scheelt veel plasticaan verpakking èn ik kan mijn klantenmeer op maat een gewenste hoeveelheidaanbieden, omdat ze los te scheppen zijn.’Certificering is geen gedoeBezwaren die door collega’s wordenopgeworpen als zou het verkrijgen <strong>van</strong> hetMSC certificaat veel gedoe met zich meebrengen,wijst hij stellig <strong>van</strong> de hand. Klok:‘Aan de voorwaarde om al je productengescheiden te bewaren voldoe je als eenbeetje ondernemer toch al? Alleen letten ophet extra onderscheid tussen MSC-gecertificeerdeproducten en niet-gecertificeerdeproducten is slechts een extra aandachtspunt.En het is een simpele handeling omje kassa zodanig te programmeren dat alleverkochte MSC-producten aan het einde<strong>van</strong> de dag op je verkoopstaat zichtbaarzijn.’9


10 10


<strong>van</strong> Verantwoorde Vis. Die negenafspraken zijn:1. We streven naar een economischgezonde sector als basis voor detoekomst;2. We houden ons aan wetten enregels;3. We werken aan helderheid ensamenwerking in de keten;4. We helpen de natuurlijke hulpbronnenen het ecosysteem in stand tehouden en zien het belang in <strong>van</strong>biodiversiteit;5. We blijven de technieken <strong>van</strong> <strong>vis</strong>serij,kweek, verwerking en distributieverbeteren;6. We gaan <strong>verantwoord</strong> om metwerknemers en andere belanghebbenden;7. We gaan actief om met de belangen<strong>van</strong> de samenleving en zoekenwaar mogelijk samenwerking metmaatschappelijke partijen om tekomen tot verduurzaming;8. We stellen voedselveiligheid centraalin de keten en garanderen deconsument een goede kwaliteit <strong>vis</strong>;9. We werken gezamenlijk mee aanpassende oplossingen voor overbe<strong>vis</strong>sing,ongewenste bij<strong>van</strong>gsten eneen optimaal beheer <strong>van</strong> het water.Verantwoorde Vis PrijsDe Nederlandse <strong>vis</strong>sector kenmerktzich enerzijds als zeer authentiek entraditioneel, anderzijds zijn vele bedrijvenop moderne leest geschoeid.De maatschappij vraagt de <strong>vis</strong>sectorom een voortdurend en succesvolinspelen op veranderende omstandigheden.De sector beantwoordt aandeze vraag door de vele innovatieveinitiatieven die in alle geledingen <strong>van</strong>de keten plaatsvinden.In dat kader beoogt de sector meerbekendheid te geven aan duurzaamondernemerschap in de <strong>vis</strong>branche.Ondernemers die met een vernieuwendeinsteek op hun bedrijf bijdragenaan een verdere <strong>verantwoord</strong>eontwikkeling <strong>van</strong> de sector kunnen inaanmerking komen voor de VerantwoordeVis Prijs.Zo zijn in de verslagperiode initiatieven<strong>van</strong> de hierna volgende ondernemersbeloond met een nominatie.In 2010 werden de <strong>ondernemen</strong>depulskor<strong>vis</strong>sers <strong>van</strong> de TX 36 en de TX68 in de schijnwerpers gezet voor huninnovatieve <strong>vis</strong>tuig, de ondernemingMorubel (onderdeel Heiploeg Group)voor de inzet tot een <strong>verantwoord</strong>e<strong>vis</strong>serij op garnalen in Suriname enhet bedrijf Roem <strong>van</strong> Yerseke zijninspanningen om in een hatcherymosselzaad te kweken.In het jaar 2011 was het opnieuw eeninnovatief <strong>vis</strong>tuig, de pulswing (combinatie<strong>van</strong> de Sumwing en pulskor),die aanleiding gaf om Harmen KleinWoolthuis <strong>van</strong> HFK Engineering <strong>van</strong>wegezijn langdurige inzet te belonenmet de Verantwoorde Vis Prijs.De moderne verkoopwagen <strong>van</strong> VishandelHeinen & Koelewijn, voorzien<strong>van</strong> alle moderne eisen op het gebied<strong>van</strong> koeling, hygiëne, assortiment enpersoneelszorg toonde als genomineerdehoe ook in de <strong>vis</strong>detailhandelduurzaamheid een prominente rol kanspelen in de bedrijfsvoering.De samenwerking tussen AardCornelisse (YE 60), Markus Wijkhuisen Maurice Boone (YE 155) was dederde nominatie voor de VerantwoordeVis Prijs 2011. Deze drie ondernemerszijn een samenwerkingsverbandaangegaan en werken <strong>van</strong>uit dekenniskring oesterkweek (onder andere)intensief aan een experimenteelproject met het doel de oesterkweek inde Oosterschelde te verduurzamen eneconomisch aantrekkelijk te maken.In januari 2012 stonden de volgendeondernemers in de schijnwerpers<strong>van</strong>wege hun duurzaamheidsactiviteiten:De gebroeders Schilder (VD64)<strong>van</strong>wege een bij<strong>van</strong>gstsorteersysteemvoor de garnalen<strong>vis</strong>serij, JohanSeepma (OL5) voor het bedenken,uitwerken, ontwikkelen en uittesten<strong>van</strong> een <strong>vis</strong>tuig met verlaagde weerstanden een minimum aan bodemberoeringvoor de garnalen<strong>vis</strong>serij enWim Klok, <strong>vis</strong>specialist te Voorhout,die op alle aspecten in de bedrijfsvoeringaandacht besteedt aan <strong>verantwoord</strong>ekeuzes. Deze prijsuitreiking– het betreft dan een eerste lustrum– betreft tevens de laatste. Omdathet duurzaamheidsstreven binnende sector zodanig gemeengoed isgeworden, is aanmoediging middelsdeze prijs niet langer benodigd.11


122. De Nederlandse <strong>vis</strong>sectorIn de people, planet, profit benadering<strong>van</strong> <strong>verantwoord</strong>e <strong>vis</strong>, telt de ‘p’ <strong>van</strong>profit even zwaar mee als de anderep’s. De Nederlandse <strong>vis</strong>sector staatvoor grote economische uitdagingen.Denk maar aan hogere brandstof- envervoerskosten, de kosten <strong>van</strong> quota,groeiende investeringen in <strong>vis</strong>sersschepen,lage <strong>vis</strong>prijzen, maar ookde stijgende kosten in bijvoorbeeld deaquacultuur. Innovatie, betere marketingen het aanboren <strong>van</strong> nieuweinkomensbronnen kunnen helpen omde ‘P’ <strong>van</strong> profit ook naar de toekomstzeker te stellen. Een goede economischeuitgangspositie maken het realiseren<strong>van</strong> de twee andere P’s (peopleen planet) mogelijk.De Nederlandse <strong>vis</strong>sector beslaat dehele keten <strong>van</strong> productie of <strong>van</strong>gst totaan de verkoop aan de consument.Vangst wordt hoofdzakelijk verhandeldvia de <strong>vis</strong>afslagen, waarna de <strong>vis</strong>wordt verwerkt en verpakt om uiteindelijkte worden verkocht in winkels enmarktkramen. De nationale (en internationale)handel is dus een belangrijkeschakel in deze keten. Daarnaastzijn ook de verschillende toeleveranciersonderdeel <strong>van</strong> de keten zoalsscheepsbouwers, ontwikkelaars <strong>van</strong><strong>vis</strong>technieken en mariene apparatuur,<strong>vis</strong>serijonderwijs en <strong>vis</strong>serijonderzoek.Nederlandse aanvoersectorDe Nederlandse aanvoersectorbestaat uit verschillende segmenten.Tabel 1 biedt een overzicht <strong>van</strong> de samenstelling<strong>van</strong> de zee<strong>vis</strong>serijvloot toten met 2010. Uit de tabel is op te makendat een aantal segmenten redelijkstabiel is gebleven de afgelopen jaren,maar dat er een terugloop te zien isin het aantal schepen in het segment‘overige <strong>vis</strong>serij’. Dit segment bestaatvoornamelijk uit kleine schepen. Devermindering <strong>van</strong> het aantal schepenin ‘overige <strong>vis</strong>serij’ heeft te makenmet een daling in het aantal schependat daadwerkelijk actief is geweest in2010, en niet zozeer met een daling<strong>van</strong> het aantal schepen op zich. Vissersschepenworden als niet actiefbeschouwd wanneer ze bijvoorbeeldgeen zeedagen hebben gebruikt of <strong>vis</strong>hebben aangeland.De <strong>van</strong>gst en productie <strong>van</strong> de Nederlandse<strong>vis</strong>sector staan weergegevenin figuur 2. Vergeleken met 2008 is deproductie in hoeveelheid en waardein 2010 <strong>van</strong> vrijwel alle segmentengedaald.


Figuur 1: Actieve vloot <strong>van</strong> de zee<strong>vis</strong>serij2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010Kotters 374 367 342 346 345 308 308 308Trawlers 17 17 15 13 14 14 14 13Totaal zee<strong>vis</strong>serij 391 384 357 359 359 322 322 321Mosselcultuur 69 69 64 60 56 56 56 56Oester<strong>vis</strong>serij 26 26 26 27 27 20 19 19Overige <strong>vis</strong>serij Nb* nb nb nb nb 217 193 170TOTAAL 486 479 447 446 442 615 590 56613Bron: LEI, onderdeel <strong>van</strong> Wageningen URFiguur 2: Vangst en productie in 2010 <strong>van</strong> deNederlandse <strong>vis</strong>sectorGegevens over 2010 Productie-eenheden Productie hoeveelheid Productiewaardeaantal vaartuigen x 1.000 ton miljoen euroKotter<strong>vis</strong>serij en kleine <strong>vis</strong>serij 308 65 220Grote zee<strong>vis</strong>serij 13 317 130Overige kleine <strong>vis</strong>serij 170 1 7Schelpdieren mosselen 56 46 60Schelpdieren overig 19 nb* 4Binnen<strong>vis</strong>serij (incl. IJsselmeer) nb* nb* nb*NL <strong>vis</strong>kweek/<strong>vis</strong>teelt nb* nb* nb*TOTAAL 566 429 421Bron: LEI, onderdeel <strong>van</strong> Wageningen UR* nb = niet bepaald.


Aangevoerde <strong>vis</strong> op afslagenVis die in de Nederlandse demersale<strong>vis</strong>serij wordt ge<strong>van</strong>gen (zoals schol,tong en garnalen), komt via de afslagenop de markt. Onderstaande figuur3 schetst de hoeveelheid <strong>vis</strong> en dewaarde daar<strong>van</strong>, aangevoerd op deNederlandse afslagen over de afgelopen10 jaar. De trend is dalend, al is ereen lichte stijging zichtbaar in 2010.14 14Figuur 3: Vis via afslagen Nederlandin miljoenenKilogramWaardeDe belangrijkste soorten voor deNederlandse kotter<strong>vis</strong>serij zijn inwaarde:1) tong2) schol3) garnalen4) tarbot5) kabeljauwIn hoeveelheden ligt de volgordeiets anders:1) schol2) garnalen3) tong4) schar5) kabeljauw


Ontwikkeling <strong>vis</strong>prijzen <strong>van</strong>de belangrijkste soorten opNederlandse <strong>vis</strong>afslagenFiguur 4 laat de prijsontwikkeling zien<strong>van</strong> de belangrijkste <strong>vis</strong>soorten op deNederlandse afslagen. De aanvoerop de afslag bestaat vooral uit plat<strong>vis</strong>en schaal- en schelpdieren. Tong entarbot brengen het meeste geld op. Deschol bracht in 2010 gemiddeld ietsminder op dan het jaar daarvoor.In het algemeen kan na een dalingweer worden gesproken <strong>van</strong> een lichtpositieve trend in de <strong>vis</strong>prijzen, alhoewelde prijzen (met uitzondering <strong>van</strong>tarbot) niet zo hoog zijn als een aantaljaar geleden.Figuur 4: Gemiddelde aanvoerprijzen (euro/kg) <strong>van</strong> enkele<strong>vis</strong>soorten op Nederlandse <strong>vis</strong>afslagenPrijs in Euro/kg141210864202000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 201015GarnaalTongTarbotScholScharKabeljauwWijting


Groothandel en verwerkingNederland is een belangrijke spelerop het gebied <strong>van</strong> handel in <strong>vis</strong> in deEU. Ongeveer tachtig procent <strong>van</strong> alle<strong>vis</strong> (zowel door Nederland ge<strong>van</strong>genals geïmporteerd) exporteert Nederlandweer naar andere landen. Op hetgebied <strong>van</strong> <strong>vis</strong> heeft Nederland in deEU een draaischijffunctie.16Top 5 exportbestemmingen 2010in miljoenen euro1 België 4232 Duitsland 3823 Frankrijk 3114 Italië 2965 Spanje 115Totaal EU 1852Buiten EU 465Totaal 2317Bron: CBS; bewerkt door het LEI, onderdeel <strong>van</strong>Wageningen URTop 5 importlanden binnen EU 2010in miljoenen euro1 Duitsland 2752 België enLuxemburg 1833 Denemarken 1284 VerenigdKoninkrijk 1195 Frankrijk 55Bron: CBS; bewerkt door het LEI, onderdeel <strong>van</strong>Wageningen UR


VisconsumptieBijna iedereen in Nederland eet weleens <strong>vis</strong>, schaal- of schelpdieren.Zo’n 92% <strong>van</strong> de bevolking zet thuiswel eens <strong>vis</strong> op tafel. De gemiddeldethuisconsumptie <strong>van</strong> <strong>vis</strong> is door dejaren heen <strong>van</strong> 2,4 kilogram in 1995gestegen naar 3,6 kilogram per persoonper jaar in 2010. De gemiddeldeNederlander eet hiermee eens in dedrie weken <strong>vis</strong>. Voor huishoudelijk verbruikkochten we in 2010 in totaal bijna59.000 ton <strong>vis</strong>, schaal- en schelpdierenvoor een bedrag <strong>van</strong> circa 520miljoen euro. In de eerste drie kwartalen<strong>van</strong> 2011 is een lichte daling involume te zien in de thuisconsumptie<strong>van</strong> <strong>vis</strong>, maar de bestedingen blijvennagenoeg gelijk.kwart <strong>van</strong> de totale bestedingen vindthier plaats. In de supermarkt zijn vooralmosselen, tonijn uit blik, <strong>vis</strong>sticks,pangasius, zalm uit de diepvries engerookte zalm in trek. Bij de <strong>vis</strong>specialisten marktkraam werd minder<strong>vis</strong> voor de thuisconsumptie gekocht.Binnen dit segment wordt de consumptie<strong>van</strong> <strong>vis</strong>maaltijden en broodjes<strong>vis</strong> ter plekke steeds belangrijker.In vergelijking met andere Europeselanden wordt er in Nederland weinigDe supermarkt is de belangrijksteplaats voor de aankoop <strong>van</strong> <strong>vis</strong>,schaal en schelpdieren. Bijna drie<strong>vis</strong>gegeten. Zo is de thuisconsumptie<strong>van</strong> Belgen ruim 12 kilogram <strong>vis</strong>,schaal- en schelpdieren per persoonper jaar (Bron: GfK). In Zuid-Europeselanden als Italië ligt de thuisconsumptie<strong>van</strong> <strong>vis</strong> rond de 20 kilogram perpersoon per jaar (Bron: ISMEA).De genoemde cijfers hebben uitsluitendbetrekking op de thuisconsumptie.De consumptie buitenshuis, zoalsbij de <strong>vis</strong>kraam en in horecagelegenheden,is hier niet meegenomen.Figuur 5: Thuisverbruik NL kg <strong>vis</strong> per hoofd bevolkingkg3,63,43,2173,02,82,62,42,21995 1997 1999 2001 2003 2005 2007 20091996 1998 2000 2002 2004 2006 2008 2010Bron: Gfk Panel Services


Arbeid en scholingIn de <strong>vis</strong>serij is er al enige jarensprake <strong>van</strong> een daling in het aantalarbeidsplaatsen (aanvoer).Dit hangt nauw samen met de verkleining<strong>van</strong> de vloot, afnemende <strong>vis</strong>quotaen maatschappelijk druk. In figuur 6wordt een overzicht weergegeven <strong>van</strong>het aantal opvarenden in de <strong>vis</strong>serijtot en met 2010. Kanttekening hierbijis dat de er een afname te zien is inhet aantal opvarenden ondanks dater sinds 2008 een nieuwe categoriefte’s bij wordt geteld (overige kleinezee<strong>vis</strong>serij). Voor 2008 bestond dezecategorie ook, maar werd niet getelden kon niet worden meegerekend. Deabsolute daling is dus sterker dan degrafiek laat zien.De daling in het aantal arbeidsplaatsenheeft ook een negatieve invloedop de instroom in het <strong>vis</strong>serijonderwijs.Deze neemt geleidelijk af. Dit heeftook te maken met een veranderendtoekomstbeeld <strong>van</strong> de <strong>vis</strong>serij inNederland. Door de publieke opinie,economische omstandigheden en deverschuiving <strong>van</strong> de belangstelling<strong>van</strong> de jeugd richting beroepen in dedienstensector daalt het niveau <strong>van</strong>de instroom naar een peil waardoorde toekomst <strong>van</strong> het <strong>vis</strong>serijonderwijsonder grote druk komt.De uitstroom <strong>van</strong> medewerkers alsgevolg <strong>van</strong> vergrijzing en de vraagnaar nieuwe medewerkers die op demoderne schepen waar steeds meerinnovaties worden toepast, zijn tweeredenen waardoor voor de huidigegeneratie <strong>vis</strong>sers in opleiding zekerwerk zal zijn. Er zal zelfs een groeiendtekort ontstaan.19Figuur 6: Aantal opvarenden in de zee- en kust<strong>vis</strong>serijAantal opvarendenOester<strong>vis</strong>serijKokkel<strong>vis</strong>serijMosselcultuurOverige kleine zee<strong>vis</strong>serijGrote zee<strong>vis</strong>serijKotter<strong>vis</strong>serijBron: LEI, onderdeel <strong>van</strong> Wageningen UR


203. Verantwoorde Vis:thema’s en initiatievenIn 2006 is er een aantal concretedoelstellingen geformuleerd om deverduurzaming <strong>van</strong> de Nederlandse<strong>vis</strong>sector op de kaart te zetten. Dedoelstellingen waren onder andere gerichtop het verminderen <strong>van</strong> energieverbruik,verhogen <strong>van</strong> de productie<strong>van</strong> kweek<strong>vis</strong> en een stijging <strong>van</strong> dethuisconsumptie <strong>van</strong> de <strong>vis</strong>, schaalenschelpdieren in Nederland. Hetconcreet maken <strong>van</strong> deze doelstellingen,veelal door het kwantificeren<strong>van</strong> onze ambities, heeft in hoge matebijgedragen aan het stimuleren <strong>van</strong>verduurzaming.Vijf jaar na het opstellen <strong>van</strong> de concretedoelstellingen kunnen we concluderendat deze aanpak succesvolis geweest. De sector is in beweginggekomen en gaat op volle kracht vooruit.Om het formuleren <strong>van</strong> concretedoelstellingen zinvol te houden, is hetechter belangrijk om de vorderingenop de verschillende thema’s te gaankwantificeren. Alhoewel dit de transitiein de sector op een goede manierinzichtelijk zou maken, is dit een zeerkostbaar proces. Ook met het oog ophet procesmatige karakter <strong>van</strong> duurzaamheiden de continu veranderendestandaard die hieraan ten grondslagligt, kan de vraag gesteld worden hoelang een concrete doelstelling actueelblijft.Zinvoller is daarom om ons nu terichten op de onderliggende thema’s;de concrete doelstellingen laten welos. De thema’s waarin wij ons als <strong>vis</strong>sectorgraag verder ontwikkelen zijnechter nog steeds even rele<strong>van</strong>t.In dit hoofdstuk bieden wij u een overzicht<strong>van</strong> de belangrijke thema’s voorde sector en een greep uit de ontwikkelingenen initiatieven die op dezegebieden plaatsvinden. Door middel<strong>van</strong> onder andere certificering, herstructurering,verhoging selectiviteit,verlaging brandstofverbruik, onderzoek,bewustwording en een blik dieverder gaat dan de grens, is de sectorin transitie gegaan. In transitie naar<strong>verantwoord</strong>e <strong>vis</strong>. De grote diversiteiten veelheid aan succesvolle initiatievenmaakt het onmogelijk deze alle tebenoemen. Per thema worden daaromeen aantal aansprekende voorbeeldenuitgelicht en benoemd. Voor eendeel zijn de genoemde innovatieve ensamenwerkingsprojecten geselecteerddoor het Visserij Innovatie Platform(VIP) en deels gefinancierd door hetEuropees Visserij Fonds (EVF).Impact op het ecosysteem in deaanvoersectorIn de Nederlandse aanvoersectorwordt met een variatie aan <strong>vis</strong>techniekenge<strong>vis</strong>t op bijvoorbeeld demersale<strong>vis</strong> als tong en schol. Een deel <strong>van</strong> detong en schol wordt ge<strong>van</strong>gen met dezogeheten boomkortechniek. Deze isuitermate geschikt om de plat<strong>vis</strong> <strong>van</strong>de bodem te doen opwekken, maarheeft ook een aantal nadelen, zoalseen hoog brandstofverbruik, bodemberoeringen ongewenste bij<strong>van</strong>gst.


Bij andere <strong>vis</strong>technieken spelen dezezaken ook in meer of in mindere mate.BrandstofverbruikDe boomkortechniek wordt gekenmerktdoor een hoog brandstofverbruik.Onder andere door de stijgendebrandstofprijzen is de sector deafgelopen jaren op zoek gegaan naarmanieren om het brandstofverbruiknaar beneden te krijgen. Een mooivoorbeeld hier<strong>van</strong> is de ontwikkeling<strong>van</strong> de SumWing.SumWingDe SumWing is een alternatief voor deboom in het boomkortuig. De Sum-Wing heeft een vleugelvorm waardoordeze minder weerstand ondervindtin het water. Ook is de SumWing eenstuk lichter dan de traditionele boom.Alleen de taster in het midden (deneus) raakt de bodem, waardoor hettuig minder weerstand <strong>van</strong> de bodemondervindt. Met de SumWing wordtdoor een groeiend aantal schepenbrandstof bespaard.BodemberoeringEr is sprake <strong>van</strong> bodemberoeringwanneer een <strong>vis</strong>tuig tijdens het <strong>vis</strong>senin contact komt met de bodem.De aandacht voor bodemberoeringis de laatste jaren sterk gegroeidin de maatschappij. De impact <strong>van</strong>een <strong>vis</strong>tuig is afhankelijk <strong>van</strong> debodemsoort en de natuurlijke omstandighedendie heersen in dat gebied.Uit onderzoek is bijvoorbeeld geblekendat de bodemberoering <strong>van</strong> eenboomkortuig weinig extra impact heeftop een gebied waar veel natuurlijkedynamiek aanwezig is. Deze gebiedenzijn door bijvoorbeeld stromingen, golfslagof stormen gewend aan verstoringenen worden bewoond door floraen fauna welke hierbij goed gedijen.Daarnaast is het ook belangrijk om demate <strong>van</strong> impact in het juiste perspectiefte plaatsen. Visserij concentreertzich op kleine stukjes <strong>van</strong> de Noordzee,andere gebieden worden weinigtot nooit be<strong>vis</strong>t.De discussie omtrent dit onderwerptussen overheid, natuurorganisatiesen <strong>vis</strong>serij verloopt soms moeizaam,omdat het lastig blijkt te zijn omnuance aan te brengen en te behouden.Desalniettemin staat de sectoropen voor kritiek en probeert dit omte zetten in nieuwe denkrichtingen eninitiatieven om de impact op het eco-21


syteem te beperken. De ontwikkeling<strong>van</strong> het pulstuig is onder andere voorhet verminderen <strong>van</strong> bodemberoeringeen grote stap vooruit geweest.Puls<strong>vis</strong>serijDe ontwikkelingen rondom de puls<strong>vis</strong>serijzijn in een stroomversnelling geraaktde afgelopen tijd. Vooralsnog ishet pulstuig alleen te gebruiken indiener een (tijdelijke) ontheffing is verkregenop het Europese verbod op elektrisch<strong>vis</strong>sen. Waar twee jaar geledenenkel vijf schepen deze ontheffinghadden, hebben inmiddels 42 <strong>vis</strong>sersde mogelijkheid om het pulstuig te ge-22 22Masterplan Duurzame VisserijHet Masterplan Duurzame Visserij vond zijn oorsprong in 2010 als gevolg <strong>van</strong>lagere quota, stijgende olieprijzen, dalende marktprijzen en een relatief hoogbrandstofverbruik. Het Masterplan Transitie Vloot zegt dat het anders moet; enradicaal ook. Het masterplan betreft een onderzoek naar de haalbaarheid <strong>van</strong>verduurzaming en vernieuwing <strong>van</strong> de <strong>vis</strong>sersvloot op de Noordzee door ambitiesen doelstellingen te formuleren die recht doen alle aspecten <strong>van</strong> de drie P’s,people, planet, profi t. Het Masterplan beschrijft hoe ‘het nieuwe <strong>vis</strong>sen’ er uitmoet komen te zien en dat hier multifunctionele duurzame schepen voor moetenworden ontworpen, ter ver<strong>van</strong>ging <strong>van</strong> de huidige <strong>vis</strong>sersvloot.De eerste twee fasen <strong>van</strong> het Masterplan zijn gepasseerd. De eerste fase betrofbetrof een draagvlakonderzoek voor herstructurering onder alle stakeholders inde <strong>vis</strong>serijsector. Een enthousiast draagvlak bij alle partijen resulteerde in eenvervolg. In de tweede fase <strong>van</strong> het onderzoek zijn de technische en fi nanciëleaspecten <strong>van</strong> een herstructurering verder uitgewerkt.Het Masterplan heeft de volgende ambities en doelstellingen:1) Ontwikkelen <strong>van</strong> een <strong>vis</strong>ie op ‘het nieuwe <strong>vis</strong>sen’ <strong>van</strong> de toekomst2) Een sterk verbeterd verdienmodel3) Behoud <strong>van</strong> werkgelegenheid4) Sterke reductie <strong>van</strong> CO 2en NOx uitstoot5) Capaciteitsvermindering Pk-vermogen6) Beperking discards7) Minimale aantasting ecosysteem8) Borging duurzaamheidsprocessen9) Ontwikkeling <strong>van</strong> drie standaard duurzame multifunctionele schepen


Interview Auke Hoefnagel en Kees TaalMasterplanDuurzame Visserij’Het Masterplan Duurzame Visserij leekooit een ambitieuze jongensdroom. Inmiddelsbestaat er goede hoop met een aantalvoorbeeldschepen te kunnen starten alseerste stap naar een noodzakelijke vlootvernieuwingmet kleinere, zuinigere kotters.Het Masterplan Duurzame Visserij betrefteen onderzoek naar de haalbaarheid <strong>van</strong>een radicale verduurzaming en vernieuwing<strong>van</strong> de <strong>vis</strong>sersvloot op de Noordzee.Herstructurering is pure noodzaak omdatde huidige <strong>vis</strong>sersschepen een ontoereikendverdienmodel te zien geven. Dit alsgevolg <strong>van</strong> stijgende olieprijzen, dalendemarktprijzen en een relatief hoog brandstofverbruik.De coördinatoren <strong>van</strong> hetvlootvernieuwingsproject, Auke Hoefnagelen Kees Taal <strong>van</strong> de Stuurgroep MasterplanDuurzame Visserij vertellen over hetgewaagde plan.Na een eerste draagvlakonderzoek, dat dehanden op elkaar kreeg <strong>van</strong> alle stakeholdersin de <strong>vis</strong>serijsector, volgde eenbusinessstudie.Kees Taal <strong>van</strong> LEI Wageningen UR: “Dezetweede fase bevat onderzoeken naar:duurzaam <strong>vis</strong>sen, rendementsverbetering,behoud werkgelegenheid, meer dan halveringbrandstofverbruik en CO2-uitstoot,nieuwe <strong>van</strong>gsttechnieken met een minimumaan discards en de ontwikkeling <strong>van</strong>een aantal scheepstypen met de nieuwstevoortstuwingstechnieken. De technischeen financiële aspecten <strong>van</strong> zo’n herstructureringworden uitgewerkt.Hoefnagel: “Het is een misvatting te denkendat in één keer de volledige vloot zouworden ver<strong>van</strong>gen door allemaal nieuweschepen. Er zijn drie nieuwe typen ontwikkelddie als voorbeelden voor andere <strong>vis</strong>serijondernemersmoeten dienen. De inzet<strong>van</strong> de stuurgroep is nu om een pilotprojectmet enkele nieuwe voorbeeldschepen testarten.”Het project Masterplan Duurzame Visserijligt op koers”, stelt Auke Hoefnagel.Voor het plan heeft het Rijk weliswaargeen geld beschikbaar. De overheid staatpositief tegenover de plannen om tot eenherstructurering te komen. “Wij beschouwende overheid maar ook de banken alswaardevolle partners in dit transitieproces”,aldus Hoefnagel, accountant bij de GIBOGroep.Uitgangspunt is dat de sector wordt geherstructureerdwaardoor duurzame <strong>vis</strong>serijmet een nieuw verdienmodel ontstaaten waardoor nieuwbouw <strong>van</strong> schepenop eigen kracht weer mogelijk wordt. Demoeilijke situatie in de <strong>vis</strong>serij vraagt omeen transitie naar een duurzamere <strong>vis</strong>serijmet een veel lager kostenniveau en eenandere marktbenadering. Bij de zoektochtnaar een structurele oplossing voor structureleproblemen in de sector, schept hetperspectief voor de lange termijn.Kees Taal vervolgt: “Leek de wens om deNederlandse kottervloot binnen een aantaljaren te ver<strong>van</strong>gen door vernieuwende,innovatieve schepen eerder nog een spannendejongensdroom, inmiddels zijn we zover dat staatssecretaris Bleker <strong>van</strong> EL&Izich bereid toont te onderzoeken ofen in hoeverre de bouw <strong>van</strong> pilotschepenin het kader <strong>van</strong> wetenschappelijkonderzoek mogelijk is. Dit plan sluit aanop het door het kabinet ingezette beleid<strong>van</strong> samenwerking tussen sector, overheiden onderzoek. Daarbij gelden welverschillende voorwaarden, bijvoorbeelddat gegevens die beschikbaar komenover de mogelijkheden <strong>van</strong> de toepassing<strong>van</strong> nieuwe technieken en materialenbeschikbaar komen voor de gehele sector.Kees Taal: “Maar dat is exact wat we graagwillen. Het uitgangspunt om <strong>vis</strong>serijondernemersin samenwerkingsverbanden telaten samenwerken en ideeontwikkelingte stimuleren begint vaste vormen aante nemen. Zo heeft een groep <strong>van</strong> tienondernemers zich reeds gemeld om actiefte willen investeren in een proefopzet vooreen duurzaam schip. Naast deze tien zijner nog een aantal kleinere groepen diemet een zelfde idee zich hebben gemeld.De stuurgroep heeft zich tot taak gesteldom één samenwerkingsverband te creërenonder de Stichting Masterplan DuurzameVisserij die onlangs is opgericht.”23


uiken middels de tijdelijke ontheffing.De pulskor wordt gezien als veelbelovendalternatief voor (voornamelijk)de tong<strong>vis</strong>serij, omdat deze soortzich moeilijk laat <strong>van</strong>gen met anderetuigen. De pulskor is een <strong>vis</strong>tuig datmet kleine elektrische prikkels plat<strong>vis</strong>doet opschrikken <strong>van</strong> de bodemwaardoor ze iets omhoog komen en inhet net terecht komen. De elektrischepulsjes dienen ter ver<strong>van</strong>ging <strong>van</strong> dewekkerkettingen die in de traditioneleboomkor<strong>vis</strong>serij worden gebruikt. Dittuig is minder zwaar en geniet eenvermindering in bodemberoering watgrote besparingen in brandstofverbruikmet zich meebrengt.Naast een vermindering in bodemberoeringen brandstofverbruik isook gebleken dat de puls<strong>vis</strong>serij eenzeer selectief <strong>vis</strong>tuig is. Vissen metde pulskor zorgt voor minder discardsomdat de stroomstootjes minder effecthebben op de kleine <strong>vis</strong> dan op degrote <strong>vis</strong>. De aanschaf en installering<strong>van</strong> een pulstuig is echter een groteinvestering voor een <strong>vis</strong>serman. Dit incombinatie met de onzekere toekomstdoor de tijdelijke aard <strong>van</strong> de ontheffingen,maakt de aanschaf, installatieen gebruik <strong>van</strong> het tuig soms moeilijk.De <strong>vis</strong>serijsector is daarom samenmet onderzoeksinstituten bezig ommeer informatie te verzamelen zodatbewezen kan worden dat de puls<strong>vis</strong>serijminimale schade toebrengt aanhet ecosysteem en het verbod kanworden opgeheven.Garnalen<strong>vis</strong>serijIn de Voordelta vindt onderzoek plaatsnaar de effecten <strong>van</strong> garnalen<strong>vis</strong>serijop de bodem door onbe<strong>vis</strong>te grondte vergelijken met be<strong>vis</strong>te grond. Hetgaat om een zestal <strong>vis</strong>gebieden,verdeeld in be<strong>vis</strong>t/onbe<strong>vis</strong>t; een goedemanier om de impact <strong>van</strong> een <strong>vis</strong>serijin kaart te brengen, omdat de overigeomstandigheden grotendeels gelijkblijven. Een aantal keer per jaar wordter op bepaalde <strong>vis</strong>gronden ge<strong>vis</strong>t enworden vervolgens bodemmonstersgenomen. Ook wordt met behulp <strong>van</strong>sonar gekeken naar de sleepsporen<strong>van</strong> het garnalentuig.Daarnaast wordt in de garnalen<strong>vis</strong>serijook gekeken naar de toepassing <strong>van</strong>de pulstechniek. De sector ontwikkeltde zogenaamde Hovercran, eenpulstuig voor de garnalen<strong>vis</strong>serij, innauwe samenwerking met het ILVO(het Vlaamse Instituut voor Visserijonderzoek).Vanuit een project uit hetWaddenfonds is met een eerste schiponderzoek en ontwikkeling naar hetnieuwe tuig gedaan. Vervolgens is ineen later stadium <strong>van</strong>uit het onderzoeksfonds<strong>van</strong> de sector een tweedeschip aan het onderzoek toegevoegd.Mosselzaadin<strong>van</strong>ginstallatiesNaast initiatieven in de plat<strong>vis</strong>- engarnalen<strong>vis</strong>serij, zijn er ook tal <strong>van</strong> initiatievenin andere (sub) sectoren diebodemberoering proberen te verminderen.Een goed voorbeeld hier<strong>van</strong>is te vinden in de mosselsector. Demosselproductieketen bestaat uit vierfasen: wild mosselzaad in<strong>van</strong>gen,mosselen opkweken, verwerken enverhandelen. Traditioneel wordt hetwilde mosselzaad opge<strong>vis</strong>t met eenbodemkor die het mosselzaad <strong>van</strong> debodem af <strong>van</strong>gt. Tegenwoordig wordteen groot deel <strong>van</strong> het mosselzaadinge<strong>van</strong>gen op een andere manier,namelijk door middel <strong>van</strong> mosselzaadin<strong>van</strong>ginstallaties(MZI’s). Door hetopzetten <strong>van</strong> net- en touw constructiesdie <strong>van</strong>af het wateroppervlak naarbeneden hangen, bieden de MZI’seen houvast voor het mosselzaad. Ditzaad hecht zich aan de netten en touwenen hoeft niet meer <strong>van</strong> de bodemge<strong>vis</strong>t te worden. Dit zorgt ervoor datde impact op het ecosyteem <strong>van</strong> hetproduceren <strong>van</strong> mosselen drastischvermindert. Sinds juli 2011 voert hetgrootste deel <strong>van</strong> de in Nederlandgeproduceerde mosselen het MSCkeurmerk.DiscardsDe <strong>vis</strong>serij in Nederland is veelaleen gemengde <strong>vis</strong>serij. Dat betekentdat er verscheidene doelsoorten indezelfde <strong>vis</strong>serij worden ge<strong>van</strong>gen.Vaak gelden voor deze doelsoortenverschillende optimale maaswijdten,minimum aanlandingsmaten en toegestane<strong>van</strong>gsthoeveelheden. Dit maaktdat er te kleine of andere ongewenste<strong>vis</strong> wordt bijge<strong>van</strong>gen, die overboordmoeten worden gezet. De aandachtvoor deze zogenaamde discards isgroeiende. Verschillende maatschap-25


26pelijke organisaties benadrukken dat<strong>van</strong>uit ecologisch en ethisch aspectmoet worden getracht de hoeveelheiddiscards naar beneden te brengen.In de aankomende hervorming <strong>van</strong>het Gemeenschappelijk Visserijbeleidspeelt het terugdringen <strong>van</strong> discardseen belangrijke rol. Voor de <strong>vis</strong>sermanzelf is het ook wenselijk te <strong>vis</strong>sen metzo min mogelijk ongewenste bij<strong>van</strong>gst.De sector werkt daarom al tijden meeaan onderzoek naar het verminderen<strong>van</strong> discards en blijft continu zoekennaar verbeteringen en oplossingen.Discards onderzoekDe sector werkt mee aan onderzoeknaar discards, zowel naar de hoeveelhedenals naar mogelijkheden totvermindering. Het aantal schepen datvrijwillig mee doet aan zelfbemonsteringsprogramma’sis flink gestegende afgelopen jaren. Daarnaast loopter een aantal projecten gericht optuigaanpassingen die vermindering<strong>van</strong> discards teweeg kunnen brengen,zoals netaanpassingen in de plat<strong>vis</strong><strong>vis</strong>serijen het brievenbus project inde garnalen<strong>vis</strong>serij. De komst <strong>van</strong> depulskor is ook veelbelovend als hetgaat om discardsvermindering.Discards DenkTankOnder het convenant ‘DuurzameNoordzee<strong>vis</strong>serij’ dat is opgesteldin 2008, is de Discards DenkTankopgericht. De Discards DenkTank (ofkort DDT) heeft tot doel het schrijven<strong>van</strong> een discards reductie plan watvoortkomt uit de sector zelf. Een <strong>van</strong>de onderdelen <strong>van</strong> het reductieplanbetreft hernieuwd onderzoek naardiscards overleving. Om te weten watde effecten <strong>van</strong> discarden zijn, moetduidelijk worden hoeveel <strong>vis</strong>sen overlevenen hoeveel niet. Immers, zou hetprobleem net zo groot zijn wanneerdiscards een hoge overlevingskanshebben na het terugzetten? Bij ditonderwerp wordt vaak gerefereerdaan gedateerd onderzoek wat nietmeer strookt met de huidige praktijk<strong>van</strong> de <strong>vis</strong>serij. De Nederlandse <strong>vis</strong>serijheeft sinds de jaren ’80 een hoopveranderingen doorstaan. Net als dewetenschap; technieken om discardsoverleving te testen zijn veranderd enverbeterd. Daarnaast zijn maatregelenzoals het vermijden <strong>van</strong> ondermaatse<strong>vis</strong> en inzetten op innovaties om discardste verminderen onderdeel <strong>van</strong>het plan.Pelagische <strong>vis</strong>serijMakreel en horsmakreel komen vaakin gemengde scholen voor. Echter,wanneer het makreelquotum volledigbenut is, mogen de trawlers nog welop horsmakreel <strong>vis</strong>sen. Op deze wijzezouden er ongewenste bij<strong>van</strong>gsten<strong>van</strong> niet-doelsoorten kunnen voorkomen.De laatste jaren is dit versterktdoor de groei die het makreelbestandheeft doorgemaakt. De pelagische<strong>vis</strong>serij financiert daarom onderzoekgericht op het verhogen <strong>van</strong> selectiviteitin de <strong>vis</strong>serij. In het onderzoekwordt gekeken of het gebruik <strong>van</strong>


sonar meer informatie kan bieden overde samenstelling <strong>van</strong> de scholen, omte kunnen bepalen in welke mate dedoelsoort en niet-doelsoort vermengdzijn in een school. Op basis <strong>van</strong> diegegevens kan er vervolgens eenkeuze worden gemaakt de betreffendeschool wel of niet te <strong>van</strong>gen.Het onderzoek naar het gebruik <strong>van</strong>sonar is begonnen met het TWINSONproject en ondervindt nu een vervolgmet meer gea<strong>van</strong>ceerde techniek enapparatuur.27Overleving ongewenstebij<strong>van</strong>gstEnkele ondernemers zijn bezig methet ontwikkelen <strong>van</strong> een overlevingsbakom de overleving <strong>van</strong> bij<strong>van</strong>gst inde garnalen<strong>vis</strong>serij te bevorderen. Eensoortgelijk initiatief is eerder succesvolgeïmplementeerd in de schietfuik<strong>vis</strong>serijop paling in het IJsselmeer enMarkermeer. Voor dit veelbelovendesysteem voor de bij<strong>van</strong>gst in de garnalen<strong>vis</strong>serijhebben de betreffende ondernemersrecent de Herman WijffelsInnovatieprijs en de Verantwoorde VisPrijs 2012 in ont<strong>van</strong>gst genomen.Naast een aantal projecten die gerichtzijn op verbetering <strong>van</strong> specifiekeaspecten <strong>van</strong> impact, zijn er ook projectengericht op een integrale aanpak<strong>van</strong> vermindering <strong>van</strong> de impact ophet ecosysteem. Een goed voorbeeldhier <strong>van</strong> is het Masterplan TransitieVloot.


284. Beheer: <strong>vis</strong>bestandenen <strong>vis</strong>serijVisser, natuurbeheerder en natuurfan:iedereen heeft baat bij een gezonde<strong>vis</strong>stand in een gezonde Noordzee. De<strong>vis</strong>serijdruk is één <strong>van</strong> de factoren dieinvloed heeft op de <strong>vis</strong>stand. De sectorstreeft samen met overheid naar eenevenwicht tussen de <strong>vis</strong>serij-inspanningin de Noordzee en de ontwikkeling<strong>van</strong> de te be<strong>vis</strong>sen bestanden.Visserijen op de Noordzee wordengekenmerkt door een streng beheer,zowel op nationaal als op EU-niveau.Visserijsterfte wordt bijvoorbeeldbeperkt door het <strong>vis</strong>sen binnen quotavoor de belangrijkste commerciëlesoorten en de inzet <strong>van</strong> <strong>vis</strong>sersschepenwordt beperkt door het toekennen<strong>van</strong> een maximum aan zeedagen.Daarnaast geldt er een groot aantalaanvullende maatregelen voor <strong>vis</strong>sersten aanzien <strong>van</strong> bijvoorbeeld <strong>vis</strong>tuigenen ruimtelijke ordening.Herziening GemeenschappelijkVisserijbeleidVeel onderdelen <strong>van</strong> het <strong>vis</strong>serijbeleidzijn Europees geregeld in het zogehetenGemeenschappelijk Visserijbeleid(GVB). Elke tien jaar wordt het GVBherzien. In 2012 moet het nieuweGVB rond zijn. De focus <strong>van</strong> deherziening <strong>van</strong> het GVB zal liggenop het verminderen <strong>van</strong> discards enregionalisatie <strong>van</strong> beleid. Het <strong>vis</strong>serijbeleidis gemeenschappelijk en geldtvoor alle Europese lidstaten, maar de<strong>vis</strong>serijvloot en bijbehorende duurzaamheidsthema’sverschillen echtersterk per land. Dit maakt het nietgemakkelijk voor al deze lidstaten eengedragen en gepast beleid op te stellen.De <strong>vis</strong>sector komt daarom actiefop voor de belangen <strong>van</strong> de sector,door het inspreken op voorstellen,bijdragen aan lopende discussie enhet formuleren <strong>van</strong> eigen voorstellenop conflicterende punten.MeerjarenbeheerplannenApart <strong>van</strong> het generieke beleid staanenkele voor Nederland belangrijkesoorten onder een meerjarenbeheerplan.Voor tong en schol is zo’n planin werking sinds 2007. In fase 1 <strong>van</strong>dit beheerplan nam de <strong>vis</strong>serijdrukjaarlijks met 10% af totdat tong enschol zich twee achtereenvolgendejaren binnen veilige biologischegrenzen bevonden. In 2011 is dit voorbeide soorten behaald, wat maakt datgestart kan worden met fase 2 <strong>van</strong> hetbeheerplan. In deze fase wordt hetbeheer gericht op MSY niveau, oftewelde maximale duurzame oogst. Andere<strong>vis</strong>soorten die onder meerjarenbeheerplannenstaan betreffen haring,makreel en horsmakreel.Meerjarenbeheerplannen geven structuuraan beheer richting een duurzame<strong>vis</strong>serij. Toch ontstaan soms nogsituaties waarin beheerplannen nietvolledig aansluiten bij de werkelijkheid.Bijvoorbeeld wanneer het heelgoed gaat met een bestand, maar de<strong>vis</strong>serijdruk slechts met een beperktpercentage omhoog kan volgens deregels <strong>van</strong> het beheerplan. Of wan-


neer achteraf blijkt dat bestandsgrootteszijn onderschat en de <strong>vis</strong>serijsterfteniet zodanig kan worden bijgesteldomdat het beheerplan dat niet toelaat.De sector werkt actief mee om in ditsoort situaties tot een werkbare oplossingte komen.Overige maatregelenNaast het beheer gericht op het be<strong>vis</strong>sen<strong>van</strong> gezonde <strong>vis</strong>bestanden geldener ook maatregelen met betrekking tot<strong>vis</strong>tuigen. Dat dit een grote invloed kanhebben op de <strong>vis</strong>serij, is te zien aanhet verbod dat geldt op elektrisch <strong>vis</strong>sen.De pulskor is een veelbelovendtuig dat onder meer kan <strong>vis</strong>sen metminder discards, bodemberoering enbrandstofverbruik. Echter, de pulskoris een tuig dat <strong>vis</strong>t met behulp <strong>van</strong>elektrische stootjes en valt daarmeeonder het genoemde verbod. Inmiddelshebben 42 schepen een tijdelijkeontheffing op dit verbod verkregen en<strong>vis</strong>sen met de pulskor of zijn bezigmet de aanschaf hier<strong>van</strong>. Dit is nietaltijd makkelijk, omdat het aanschaffen<strong>van</strong> een pulskor om een groteinvestering vraagt en de toekomst nogonzeker is.De pulstechniek wordt op vele puntengezien als een grote stap in de verduurzaming<strong>van</strong> de <strong>vis</strong>serij. De sectorwerkt hard aan het verkrijgen <strong>van</strong>permanente toestemming <strong>van</strong> het tuig,zodat de pulskor door meer <strong>vis</strong>sersgebruikt kan worden, investeren minderrisicovol wordt en de transitie naareen duurzame <strong>vis</strong>serij kan worden bespoedigd.De <strong>vis</strong>serijsector is daaromin verschillende gremia verenigd omdit te bewerkstelligen. De StuurgroepPuls geeft richting aan een aantal onderliggendewerkgroepen die de zorgdragen voor communicatie, controleen monitoring. Samen hebben destuurgroep en de werkgroepen tot doeldat er genoeg informatie verzameldwordt zodat de positieve eigenschappen<strong>van</strong> het tuig voldoende kunnenworden aangetoond en permanentetoestemming <strong>van</strong> het tuig wordt verkregendoor de Europese Commissie.Visstand Beheer CommissiesVisserijbeheer speelt niet alleen in deNoordzee een grote rol, maar ook inde Nederlandse binnenwateren. Het<strong>vis</strong>serijbeheer dient vorm gegeven teworden in Visstand Beheer Commissies(VBC’s). In 2010 kende Nederland16 VBC’s op staatswateren en 20op waterschapswateren. In een VBCwerken individuele beroeps<strong>vis</strong>sers,vertegenwoordigers <strong>van</strong> hengelsportverenigingen,waterschappen en Rijkswaterstaatsamen aan het opstellen<strong>van</strong> <strong>vis</strong>plannen. In een <strong>vis</strong>plan wordtde huidige wijze <strong>van</strong> be<strong>vis</strong>sing vooreen bepaald gebied in kaart gebrachten afspraken gemaakt over wijze <strong>van</strong>be<strong>vis</strong>sing in de toekomst. Vanwegede aalproblematiek is het <strong>van</strong>gen <strong>van</strong>aal voor de gemalen en het overzetten<strong>van</strong> aal voor de beroeps<strong>vis</strong>serijeen belangrijk onderwerp binnen het<strong>vis</strong>plan. Het netwerk <strong>van</strong> VBC’s islandelijk dekkend. De samenwerkingtussen deze groepen is niet <strong>van</strong>zelfsprekendnoch eenvoudig, maar in deVBC’s wordt een gelijk doel nagestreefd:een <strong>verantwoord</strong> beheer <strong>van</strong>binnenwateren.29


30Ruimtelijke ordeningRuimtelijke ordening op zee is intoenemende mate <strong>van</strong> belang voorde <strong>vis</strong>serij. De Noordzee is één <strong>van</strong>de drukste zeeën ter wereld. Naast<strong>vis</strong>serij wordt de Noordzee onderandere gebruikt door scheepvaart,recreatie, windmolens, pijpleidingenen elektriciteitskabels. In het kader <strong>van</strong>de windparken op zee wordt door de<strong>vis</strong>serijsector meegedacht aan veiligen rendabel medegebruik <strong>van</strong> dewindparken. Er wordt gesproken overscheepvaartveiligheid, het ontwerp<strong>van</strong> de parken en mogelijke <strong>vis</strong>techniekendie in de parken toegestaanzouden kunnen worden. Ook wordtruimte gereserveerd voor bescherming<strong>van</strong> natuur op de Noordzee, viade Vogel- en Habitatrichtlijn (het Natura2000-proces) en de KaderrichtlijnMarien (KRM). De KRM bevindt zichmomenteel nog in de implementatiefase.De <strong>vis</strong>serijsector is hierbij betrokkenen praat mee over de doelen enindicatoren, de sociaal-economischeanalyse en interpretatie <strong>van</strong> belangrijketermen, zoals de ecosysteembenadering.Natura 2000In het kader <strong>van</strong> Natura 2000 zijn zesgebieden op de Noordzee aangewezenvoor bescherming: de Voordelta,Vlakte <strong>van</strong> de Raan, Noordzeekustzone,Doggerbank, Klaverbank en hetFriese Front.Ook vrijwel alle binnenwateren, zoalsde waterbekkens in de ZeeuwseenZuid-Hollandse Delta en hetIJsselmeer, vallen onder het beschermingsregime<strong>van</strong> Natura 2000. Denatuurdoelen voor de beschermdegebieden verschillen en bepalenuiteindelijk welke beheermaatregelenmoeten worden opgesteld voorde verschillende gebruikers. Voorde <strong>vis</strong>serij kan dit betekenen dat insommige gebieden de <strong>vis</strong>serij beperktgaat worden, wat grote economischeen sociale gevolgen kan hebben.Het doel is echter beheerplannen temaken die werkbaar en acceptabel(haalbaar en betaalbaar) zijn voor allepartijen. De ‘p’ <strong>van</strong> people is dan ookerg belangrijk, met name de participatie<strong>van</strong> <strong>vis</strong>sers in het tot stand komen<strong>van</strong> beleid. Vissers kunnen immers alsgeen ander de partijen voorzien <strong>van</strong>praktijkinformatie en ervaring. In hetverleden heeft het beheerplan voor deVoordelta voor veel pijn gezorgd onderde <strong>vis</strong>sers in dit gebied. Door intensiefdeel te nemen aan de diverse beheerplanprocessenen zo vroeg mogelijkin de processen de praktijkkennis <strong>van</strong><strong>vis</strong>sers in te brengen, wordt voorkomendat deze situatie zich herhaalt.Dit heeft bijvoorbeeld geleid tot hetproject ‘Joint Fact Finding voor adaptiefbeheer <strong>van</strong> de Vlakte <strong>van</strong> de Raan’en tot het voorstel voor beheer op deKlaverbank <strong>van</strong>uit de <strong>vis</strong>sers zelf.VIBEGEind 2008 zijn de eerste gebiedenop de Noordzee door het ministerie


31<strong>van</strong> EL&I bij de Europese Commissieaangemeld als Natura 2000-gebied.Het gaat om de Doggerbank, Klaverbank,Vlakte <strong>van</strong> Raan en de Noordzeekustzone.Voor deze gebiedenis eind 2009 een proces op ganggekomen om over de <strong>vis</strong>serijmaatregelenin deze gebieden te praten inde regiegroep Visserij in beschermdegebieden (VIBEG).Eind 2011 hebben de <strong>vis</strong>serijsector,de natuurbeweging en het ministerie<strong>van</strong> Economische Zaken, Landbouwen Innovatie een akkoord ondertekendover de bescherming <strong>van</strong> tweenatuurgebieden in de Noordzee. Sommigedelen in het Natura 2000-gebiedNoordzeekustzone worden geslotenvoor de boomkor- en garnalen<strong>vis</strong>serij.Als tegenprestatie zegden de natuurorganisatiestoe om de komende jarenniet naar de rechter te stappen, zodatde <strong>vis</strong>serij de tijd en de kans krijgt omnieuwe meer duurzame <strong>vis</strong>techniekenin te voeren. Met het akkoord wordende natuurdoelen <strong>van</strong> twee Natura2000-gebieden op zee gehaald en stimuleerthet tevens de verduurzamingen de innovatie in de <strong>vis</strong>serijsector. Ditmoet economie en ecologie hand inhand laten gaan.Het zogeheten VIBEG-akkoord (VisserijIn Beschermde Gebieden), regeltde <strong>vis</strong>serij op twee gebieden <strong>van</strong>de Noordzee, die in 2010 als Natura2000-gebied zijn aangewezen: deVlakte <strong>van</strong> de Raan in de zuidwestelijkedelta en de Noordzeekustzone, eenstrook drie mijl zeewaarts <strong>van</strong> Bergen,Noord-Holland, tot Rottum in de Waddenzee.De Europese Vogelrichtlijn isalleen in de Noordzeekustzone <strong>van</strong>toepassing, de Europese Habitatrichtlijngeldt in beide gebieden. Dat betekentdat Nederland in beide gebiedende zandbanken moet beschermen.Zandbanken zijn belangrijk voor al hetleven dat zich daarin bevindt en kanontwikkelen. Bovendien hebben zijeen belangrijke functie als habitat voorschelpdiersoorten die op hun beurtweer door zeevogels als zwarte zee-


32eend en eidereend worden gegeten.Het akkoord is ondertekend doorStichting de Noordzee, Natuurmonumenten,WNF, Waddenvereniging, <strong>Productschap</strong>Vis, Vissersbond, VisNeden het ministerie <strong>van</strong> EL&I.De Voordelta kent sinds 2008 maatregelenvoor de <strong>vis</strong>serij (zowel voor hetbehalen <strong>van</strong> de Natura 2000-doelen,als de compensatie voor de aanleg<strong>van</strong> de Tweede Maasvlakte), welkezijn vastgelegd in het beheerplan.Voor de Noordzeekustzone en Vlakte<strong>van</strong> de Raan zullen de maatregelendie worden afgesproken, ook terechtkomen in een beheerplan.Joint Fact FindingVoor de Vlakte <strong>van</strong> de Raan is alvroeg in het VIBEG-traject geconcludeerddat er over dit gebied te weinigconcrete kennis is. Om beheer tochmogelijk te maken is naar aanleidinghier<strong>van</strong> een apart project opgestart,waarin de <strong>vis</strong>serijsector samen meteen natuurorganisatie (het ZeeuwsLandschap) probeert tot een gedeeldekennisbasis te komen. Samenproberen de partijen te bepalen wat erbekend is en wat niet, en nog belangrijker:wat zouden we moeten wetenvoordat we een goed beheerplan kunnenopstellen voor dit gebied? Uniekaan dit proces is, dat de <strong>vis</strong>serijsectorsamen met de natuurorganisatie hetinitiatief heeft genomen en nog voorhet daadwerkelijke beheerplanproces<strong>van</strong> het bevoegd gezag (Rijkswaterstaat)<strong>van</strong> start gaat, bezig is om proactiefna te denken over de toekomst<strong>van</strong> het gebied.FIMPASVoor de gebieden buiten de ‘12-mijlszone’(Doggerbank, Klaverbanken Friese Front) is eind 2009 hetFIMPAS-project (Fisheries Measuresin Marine Protected Areas) <strong>van</strong> startgegaan. Dit project wordt door ICESbegeleid en bestaat uit een aantalworkshops. Tijdens deze workshopswordt gekeken naar de beschikbareinformatie over de natuur en <strong>vis</strong>serij indeze gebieden. Daarna is een analysegemaakt <strong>van</strong> de mogelijke effecten<strong>van</strong> <strong>vis</strong>serij op de natuurdoelen enwordt er op basis <strong>van</strong> deze analyseverder gepraat over mogelijke <strong>vis</strong>serijmaatregelen.De sector neemt ookaan dit proces intensief deel.KlaverbankDe Klaverbank is aangewezen voorde bescherming <strong>van</strong> stenige habitats(de zogenaamde ‘Riffen <strong>van</strong> openzee’). Sinds jaar en dag vindt er ookal <strong>vis</strong>serij plaats op de Klaverbank,zowel in de modderige Botney Gut diede Klaverbank doorkruist, als in degebieden er om heen. Als reactie opeen voorstel <strong>van</strong> de stuurgroep <strong>van</strong>FIMPAS, zijn de <strong>vis</strong>sers met elkaar omtafel gaan zitten om goede en duidelijkehabitatkaarten te produceren <strong>van</strong>het gebied. Hieruit bleek dat de Klaverbankniet in zijn geheel uit stenigegebieden bestaat, maar delen er <strong>van</strong>


ook zanderig genoeg zijn om sleepnet<strong>vis</strong>serijtoe te staan, zonder dat denatuurdoelen <strong>van</strong> het gebied in gevaarworden gebracht. Op grond <strong>van</strong> dezekaarten, waarvoor ook een ecologischexpert <strong>van</strong> het gebied is geraadpleegd,heeft de sector zelf voorstellengedaan voor de bescherming <strong>van</strong>dit gebied. In de loop <strong>van</strong> 2012 zalduidelijk worden hoe de Klaverbankbeschermd gaat worden.DoggerbankDe Doggerbank is niet alleen doorNederland aangemerkt als Natura2000: ook de Duitse en Engelse overheidhebben dit gebied aangewezen.De Denen hebben ook een stukje <strong>van</strong>de Doggerbank, maar er vooralsnogvoor gekozen dit deel niet als Natura2000 aan te merken. Het is wenselijkom tot één managementplan <strong>van</strong>dit gebied te komen, zodat <strong>vis</strong>sersniet geconfronteerd worden met vierverschillende managementregimes.Naar aanleiding <strong>van</strong> FIMPAS wordtvoor de Doggerbank via een specialefocusgroep <strong>van</strong> de Noordzee RACgeprobeerd om tot maatregelen tekomen voor het hele gebied. Hierbijzitten diverse natuurorganisaties en<strong>vis</strong>serijvertegenwoordigers uit verschillendelanden (Nederland, Engeland,Denemarken) aan tafel. Input <strong>van</strong><strong>vis</strong>sers over hun activiteiten en kennis<strong>van</strong> het gebied is hierbij een belangrijkonderdeel. In de loop <strong>van</strong> 2012 zalmeer duidelijk worden over maatregelenin de Doggersbank.Dialoog stakeholdersDe <strong>vis</strong>serij is een sector waarin belanghebbendenverschillende meningenvoeren over belangrijke thema’s.Om gezamenlijk naar een duurzame<strong>vis</strong>serij te werken is het nodig een coherente<strong>vis</strong>ie te formuleren. Alhoeweldit geen makkelijk opgave is, zijn erverschillende initiatieven ontplooid terbevordering <strong>van</strong> het vormen <strong>van</strong> eengezamenlijke <strong>vis</strong>ie. Een goed voorbeelddaar<strong>van</strong> zijn de verschillendeconvenanten die zijn opgesteld tussen<strong>vis</strong>serij, overheid en natuurorganisaties.De <strong>vis</strong>serij beschouwt samenwerkingals zeer belangrijk, maar ookals moeizaam door de uiteenlopendemeningen en belangen. Een brozesamenwerking kan bij het minste ofgeringste onder spanning komen testaan. De grote hoeveelheid dossiersdie allemaal tegelijk om oplossingenen besluiten vragen maken het nietgemakkelijk om in het spanningsveld<strong>van</strong> verschillende belangen te opereren.Desalniettemin gaat de inzet <strong>van</strong>alle partijen door en zijn er op diversefronten concrete doelen bereikt.<strong>Maatschappelijk</strong> convenant‘Duurzame Noordzee<strong>vis</strong>serij’Het convenant Noordzee<strong>vis</strong>serij‘Duurzaam <strong>vis</strong>sen’ is in 2008 getekenddoor de Nederlandse productenorganisaties,het <strong>Productschap</strong> Vis,Stichting de Noordzee, het WereldNatuur Fonds en de minister <strong>van</strong> hettoenmalige ministerie <strong>van</strong> Landbouw,Natuur en Voedselkwaliteit. In hetconvenant zijn vijf thema’s waarin deverschillende partners de meerwaardezien <strong>van</strong> samenwerking verder uitgewerkt.Deze betreffen het aanbod <strong>van</strong>duurzame <strong>vis</strong>, communicatie, onderwijsen scholing, invulling beschermdegebieden en bestandsbeheer. Binnende thema’s zijn afspraken gemaakttussen de partners en alle partijenwerken <strong>van</strong>uit hun eigen kennis enervaring mee aan deze afspraken.In 2010 is het convenant onder drukkomen te staan. Dit heeft er toe geleiddat één <strong>van</strong> de partners een tijd nietaan tafel zit of heeft gezeten. Processendie in het begin in gang zijn gezet,zijn nu in de fase <strong>van</strong> besluitvorminggekomen en dit blijkt lastig te zijn.Desalniettemin hebben alle partijende intentie om de samenwerking tecontinueren.Convenant transitie mosselsectoren natuurherstel WaddenzeeHet maatschappelijk convenant in demosselsector is in oktober 2008 totstand gekomen tussen het toenmaligeministerie <strong>van</strong> Landbouw, Natuuren Voedselkwaliteit, de verenigingVogelbescherming Nederland, deWaddenvereniging, Stichting Wad,de Vereniging Natuurmonumentenen de PO Mosselcultuur. In achttienafspraken beschrijft het convenant hetproces naar duurzame mossel<strong>vis</strong>serijen natuurherstel in de Waddenzee enroept op tot innovatie in de sector. Het33


34streefbeeld is dat in 2020 de bodemberoerende<strong>vis</strong>serij op grondstof voorde mosselsector in de NederlandseWaddenzee is afgebouwd en dat allegrondstof die op die manier verkregenwerd via MZI’s en/of andere innovatievemethoden wordt gewonnen.Het convenant is uitgewerkt in eenplan <strong>van</strong> uitvoering dat beschrijft hoegaat worden voldaan aan de gesteldedoelen. Dit plan <strong>van</strong> uitvoering is ergekomen in maart 2009 en beschrijfthoe de bodem<strong>vis</strong>serij <strong>van</strong> mosselzaadstapsgewijs afneemt en er ruimtewordt gecreëerd voor het in<strong>van</strong>gen<strong>van</strong> mosselzaad met alternatievetechnieken zoals mosselzaadin<strong>van</strong>ginstallaties(MZI’s).De uitvoering <strong>van</strong> de afspraken enplannen loopt volgens schema. Echter,het uitblijven <strong>van</strong> nieuw mosselzaadin zowel 2010 als 2011 trekt een wisselop de financiële spankracht <strong>van</strong>de mosselkwekers en daarmee huninvesteringsmogelijkheden. Er is eentussentijdse evaluatie voorzien in2014.<strong>Maatschappelijk</strong> convenantDuurzame VoordeltaHet maatschappelijk convenant DuurzameVoordelta is afgesloten tussende minister <strong>van</strong> LNV, de minister <strong>van</strong>Verkeer en Waterstaat, de VerenigingNatuurmonumenten, Stichting deNoordzee, het <strong>Productschap</strong> Vis enhet havenbedrijf Rotterdam. De overeenkomstbeschrijft het samengaan<strong>van</strong> natuur en <strong>vis</strong>serij in het Natura2000 gebied de Voordelta. De partijenproberen Natura 2000, de natuurcompensatievoor uitbreiding <strong>van</strong> de Rotterdamsehaven en de commerciële<strong>vis</strong>serij in de Voordelta met elkaar inovereenstemming te brengen.


CertificeringEen keurmerk is een onafhankelijk enbetrouwbaar kwaliteitsoordeel overeen product. Keurmerken kunnen deconsument inzicht geven over de achtergrond<strong>van</strong> producten, bijvoorbeeldover de productiewijze of de herkomst.Voor <strong>vis</strong>producten zijn verschillendekeurmerken in omloop, onder meervoor de promotie <strong>van</strong> streekproducten,hygiëne, voedselveiligheid en duurzaamheid.De ontwikkeling, beoordeling,uitvoering en verspreiding <strong>van</strong>keurmerken kunnen erg verschillendzijn. Sommige keurmerken zijn internationaalerkend waarbij de onderliggendestandaarden zijn ontwikkeldmet diverse belanghebbenden. Anderekeurmerken zijn meer lokaal <strong>van</strong> aarden vertellen hun specifieke verhaalover productherkomst of bereidingswijze.Veel ondernemers in de <strong>vis</strong>sectorzijn bezig één <strong>van</strong> de onderstaandeof andere keurmerken te behalen ofhebben dit reeds gedaan.MSC (Marine StewardshipCouncil)De MSC is een internationale non-profitorganisatie die in 1997 is opgerichtom verduurzaming in de <strong>vis</strong>serij tebevorderen. MSC herkent en beloontduurzame <strong>vis</strong>praktijken en probeertde keuze <strong>van</strong> de consumenten tebeïnvloeden wanneer zij <strong>vis</strong> kopen. Deorganisatie MSC stelt standaarden opvoor duurzame <strong>vis</strong>serij in ecologischezin en bewaakt de aansluiting hier<strong>van</strong>op de actuele situatie. De beoordeling<strong>van</strong> een <strong>vis</strong>serij vindt plaats doordateen onafhankelijke derde partijde <strong>vis</strong>serij langs de lat <strong>van</strong> de MSCstandaarden legt en daarbij scorestoekent. Visserijen worden beoordeeldop de status <strong>van</strong> het <strong>vis</strong>bestand, deimpact <strong>van</strong> de <strong>vis</strong>serij op het marienemilieu en de effectiviteit <strong>van</strong> het <strong>vis</strong>serijbeheer.De certificering met MSC is specifiekgericht op wild<strong>van</strong>gst en kan niet wordenaangevraagd voor aquacultuur.Echter, tussen puur wildge<strong>van</strong>gen<strong>vis</strong>serij en pure kweek <strong>van</strong> <strong>vis</strong>, schaalenschelpdieren (aquacultuur) zit eenbreed spectrum <strong>van</strong> <strong>vis</strong>serijen waarbijeen vorm <strong>van</strong> menselijke interventiewordt toegepast – de verrijkte <strong>vis</strong>serijen.Indien een verrijkte <strong>vis</strong>serij aanbepaalde criteria voldoet, komt dezeook in aanmerking voor MSC certificering.In 2011 is de eerste Nederlandseverrijkte <strong>vis</strong>serij gecertificeerd; deNederlandse mossel afkomstig uit de35


36hangcultuur of bodemteelt. Daarbijwordt het mosselzaad <strong>van</strong>uit het wildge<strong>van</strong>gen en in een hangcultuur ofop de bodem verder gekweekt totdatde mosselen groot genoeg zijn omgeconsumeerd te worden. In 2011volgde nog een tweede primeur toenin juli werd aangekondigd dat deNederlandse mesheften <strong>vis</strong>serij hetMSC beoordelingstraject in is gegaan.De <strong>vis</strong>serij op mesheften is de eerste<strong>vis</strong>serij die volgens de MSC richtlijnenvoor geïntroduceerde soorten wordtbeoordeeld. Dit was tot voor kort nogniet mogelijk.Het behalen <strong>van</strong> een MSC certificeringis geen eenvoudig proces en kanin sommige gevallen jaren duren. Omdraagvlak en objectiviteit te waarborgenwordt op verschillende momentenin het certificeringsproces de inspraak<strong>van</strong> belanghebbenden gevraagd. Ditzijn vaak diverse natuurorganisaties,overheden of bijvoorbeeld andere<strong>vis</strong>serijen. Soms komt het voor dateen <strong>vis</strong>serij zonder veel extra verbeteringenkan voldoen aan de standaard<strong>van</strong> MSC. Maar dikwijls moet er inhet proces naar MSC certificeringeen aantal verduurzamingsstappenworden genomen voordat een certificeringmet MSC binnen handbereikkomt. Dit is bijvoorbeeld het geval metde Nederlandse garnalen<strong>vis</strong>serij, diein 2007 een MSC certificeringstrajectis gestart. Er vindt geen wetenschappelijkebestandsschatting plaats voorde garnalenpopulatie in de Noordzeeen de <strong>vis</strong>serij op garnalen wordt nietbeheerd door het uitgeven <strong>van</strong> quota.Voor het verkrijgen <strong>van</strong> een MSC certificeringechter, is het <strong>van</strong> belang dater bestandsbeheer plaatsvindt en dater voldoende informatie beschikbaar isover de bestanden. De garnalensectorheeft getracht beide zaken aan te pakkenmet het opstellen <strong>van</strong> een CatchControl Rule (CCR). In deze CatchControl Rule wordt geregeld dat ermonitoring plaatsvindt op het bestanden wordt vermeld welke maatregelener <strong>van</strong> kracht worden indien hetgarnalenbestand onder druk komt testaan. Eind 2011 is deze Catch ControlRule afgekeurd door de NMa (NederlandseMededingingsautoriteit) omreden <strong>van</strong> gevoeligheid ‘mededinging’.De garnalensector gaat zich er voorinzetten om alsnog te voldoen aan deeisen <strong>van</strong> MSC door hier nog verderestudie <strong>van</strong> te maken en regels op testellen die voor alle belanghebbendenaanvaardbaar zijn. Er wordt verwachtdat dit proces in 2012 daadwerkelijktot MSC certificering zal leiden.Wereldwijd zijn er al 135 <strong>vis</strong>serijenMSC gecertificeerd en zitten er 134<strong>vis</strong>serijen in de beoordelingsprocedure(recent per december 2011). InNederland groeit het aantal gecertificeerde<strong>vis</strong>serijen en wordt het aanbodaan MSC producten <strong>van</strong> Nederlandseafkomst steeds diverser. In figuur 7vindt u een overzicht <strong>van</strong> de <strong>vis</strong>serijenin Nederland die het MSC certificaathebben behaald of in beoordelingsprocedurezitten.


Figuur 7: MSC certificeringVisserijMSC statusTechniekGebied(beoogde) certificaathouderJaar <strong>van</strong> labelHaringAtlanto haringMakreelScholTongMosselMosselZeebaarsHollandse garnaalSchol en tongMesheftenKokkelsOesters (platte en creusis)GecertificeerdGecertificeerdGecertificeerdGecertificeerdGecertificeerdGecertificeerdGecertificeerdGecertificeerdIn trajectIn trajectIn trajectIn trajectIn trajectIn trajectTrawlerTrawlerTrawlerTwinrigTwinrigStaand wantBodemcultuurHangcultuurHandlijn<strong>vis</strong>serijSleepnet<strong>vis</strong>serijTwinrig, outrig, flyshootKorrenHandmatige kokkel<strong>vis</strong>serijBodemcultuurNoordzeeNoord-Atlantische OceaanNO Atlantische OceaanNoordzeeNoordzeeNoordzeeWaddenzee en Zeeuwse DeltaZeeuwse deltaZuidelijke NoordzeeNoordzeeNoordzeeZeeuwse Delta en ten noorden<strong>van</strong> de WaddenzeeWaddenzee en OosterscheldeOosterscheldeen GrevelingenmeerPFAPFAPFAEkofish GroupOsprey TrawlersStichting <strong>van</strong> de Nederlandse <strong>vis</strong>serijPO MosselcultuurZeeuwse hangcultuurmosselenVereniging BeroepsmatigeHandlijn<strong>vis</strong>sers Nederland (VBHL)Stichting <strong>van</strong> de Nederlandse <strong>vis</strong>serijCoöperatieve Visserijorganisatie (CVO)PO Nederlandse <strong>vis</strong>sersbondVereniging <strong>van</strong> Handkokkel<strong>vis</strong>sers‘Op handkracht verder’ (OHV)Nederlandse oestervereniging2006 & 20112010200920092010200920112011201137Ook de handel speelt een rol in hetMSC certificaat en de beschikbaarheid<strong>van</strong> MSC producten voor deconsument. Het ‘chain of custody’certificaat <strong>van</strong> MSC waarborgt dat hetMSC label alleen staat vermeld opproducten die uit een MSC gecertificeerde<strong>vis</strong>serij komen. De verschillendeschakels in de handel- en verwerkingsketendienen alle dit keurmerk tedragen om MSC producten te mogenverwerken of verhandelen en het MSClogo te voeren op hun producten enin de bedrijfscommunicatie. Diversehandelaren en verwerkers hebben ditcertificaat reeds in hun bezit.Verschillende partijen voeren overlegom dit certificaat ook aansprekendte maken voor de <strong>vis</strong>detailhandel inNederland.Certificaat VerantwoordelijkVissenHet Certificaat Verantwoordelijk Vissen,oftewel het CVV, is gebaseerdop het Engelse RFS (ResponsibleFishing Scheme). Het certificaat, dooreen derde partij gecontroleerd, garandeertde koper <strong>van</strong> <strong>vis</strong> dat de aanvoerderop een <strong>verantwoord</strong>elijke manierzijn <strong>vis</strong> heeft ge<strong>van</strong>gen, binnen dewettelijke kaders <strong>van</strong> <strong>vis</strong>standbeheer,kwaliteit, milieu en arbeidsomstandigheden.Het is daarmee een businessto-businesslabel.Het aantal deelnemers voor het CertificaatVerantwoordelijk Vissen (CVV)neemt langzaam maar zeker toe. Midden2011 zitten er in totaal 65 vaartuigenin het certificeringproces. Dit zijnnagenoeg allemaal <strong>vis</strong>sersvaartuigenuit de categorie Noordzee kotters.Streekkeurmerk ZuiderZeeZilverZuiderZeeZilver is een kwaliteits- enduurzaamheidkeurmerk voor <strong>vis</strong>en <strong>vis</strong>producten uit het voorma-


38lige Zuiderzeegebied. Het keurmerkstaat voor kwaliteit, duurzaamheid,herkomst en traceerbaarheid. Hetkeurmerk mag worden gebuikt door<strong>vis</strong>serijondernemers, verwerkendebedrijven, groot- en detailhandelsbedrijvenen horecaondernemingen dievoldoen aan specifieke criteria. Hetdoel <strong>van</strong> ZuiderZeeZilver is meerwaardecreëren voor <strong>vis</strong>serijproductendie geoogst en verwerkt zijn in hetvoormalige Zuiderzeegebied. Dit komttot uiting in een relatief hogere prijsdie consumenten bereid zijn te betalenvoor streekeigen producten <strong>van</strong> goedekwaliteit die op duurzame wijze zijnvoortgebracht. In januari 2009 is eenpilot <strong>van</strong> het project <strong>van</strong> start gegaanen zijn de eerste snoekbaarzen doorde proefketen gegaan. Met enkeleIJsselmeer<strong>vis</strong>sers en een handelaaris hiermee twee maanden proefgedraaid.Hierbij is vooral gekeken naarhet logistieke- en traceringsproces<strong>van</strong> <strong>vis</strong>ser tot consument. In het jaar2011 is als doel gesteld om het aantalgecertificeerde horeca- en verwerkingsbedrijvenverder uit te breiden.ZuiderZeeZilver wordt gedurendehet nettenseizoen aangeboden, ditseizoen loopt <strong>van</strong> 1 juli tot en met 15maart.Friends of the SeaEen aantal Nederlandse schepenzijn inmiddels met het internationalekeurmerk ‘Friends of the Sea’ gecertificeerd,kortweg FOS. Anders dan hetMSC keurmerk, is dit keurmerk zowelgericht op aquacultuur als wild<strong>van</strong>gst.Voor beiden heeft het naast criteriaop het gebied <strong>van</strong> de toestand <strong>van</strong>de <strong>vis</strong>bestanden, discards, en impactop habitats ook criteria die te makenhebben met sociale aspecten <strong>van</strong>de <strong>vis</strong>serij of aquacultuur. Ook wordtaandacht besteed aan een jaarlijksereductie <strong>van</strong> de carbon footprint.GLOBALG.A.P.GLOBALG.A.P. staat voor GlobalGood Agricultural Practices.GLOBALG.A.P. richt zich specifiekop aquacultuur en is primair eenbusiness-to-business certificeringssysteem.De certificering is in conceptalleen aan de handelspartners bekenden kent geen logo dat herkenbaaris voor de consument. Echter, supermarktketenscommuniceren ophun websites wel degelijk over ditzorgsysteem. Daarnaast is er sindseind 2011 een informatieve websitegelanceerd over GLOBALG.A.P. welkegenoemd kan worden op consumentenverpakkingen<strong>van</strong> GLOBALG.A.P.gecertificeerde aquacultuurproducten(www.my-fish.info).De eerste GLOBALG.A.P. aquacultuurstandaardis ontwikkeld voorzalmachtigen, naar aanleiding <strong>van</strong>negatieve campagnes over dierenwelzijnin kweekzalm. In deze in 2004verschenen standaard lag de focusvoornamelijk op voedselveiligheid,veiligheid <strong>van</strong> het personeel, wetsconformiteiten dierenwelzijn. In 2008 is


dit uitgebreid door het uitbrengen <strong>van</strong>de garnalenstandaard die ook criteriahanteerde omtrent milieu, ecologie ensociale aspecten rond personeel enomgeving. In 2009 zijn er additionelestandaarden verschenen voor tilapiaen pangasius. Per 1 januari 2011 iser sprake <strong>van</strong> een algemene aquacultuurstandaardtoepasbaar op alleaquacultuurproducten en teeltvormen,met uitzondering <strong>van</strong> zeewieren, amfibieënen reptielen. Voor het voeder datgebruikt wordt heeft GLOBALG.A.P.een aparte ‘Compound Feed Manufacturingstandard’. De GLOBALG.A.P.standaarden zijn bedoeld als minimumnormen voor acceptatie door supermarktketens.Alle Nederlandse supermarktketenshebben deze certificeringbeleidsmatig als minimum vereist. Destandaarden zijn tot stand gekomenmet inspraak <strong>van</strong> andere belanghebbenden.Op dit moment zijn er enkeletientallen kwekerijen gecertificeerdvoor zalm (vnl. Noorwegen), garnalen(diverse Aziatische en Zuid Amerikaanselanden), tilapia en pangasius.De standaarden zijn te vinden opwww.globalgap.org.39ASC (Aquaculture StewardshipCouncil)Het ASC (Aquaculture StewardshipCouncil) is in ontwikkeling en beoogtstraks meer aspecten te bestrijkendan Global Gap; anders dan doet vermoedenis het geen broertje <strong>van</strong> MSC.Het Aquaculture Stewardship Councilwerkt met onafhankelijke third-party


40accreditatie en certificeringsorganisatiesom aquacultuuroperaties tecertificeren die één of meer <strong>van</strong> detwaalf soorten kweken, waar<strong>van</strong> denormen zijn geformuleerd door deAquaculture Dialogues, een initiatief<strong>van</strong> WWF. Voor deze soorten zal ASCbinnenkort een consumentenlabelintroduceren dat zal worden toegepastdoor verwerkers en distributeurs diedeel uitmaken <strong>van</strong> de gecertificeerde‘chain of custody’.BAPDe GAA (Global Aquaculture Alliance)en de ACC (Aquaculture CertificationCouncil) zijn organisaties <strong>van</strong> kwekersdie een certificering hebben ontwikkeldvoor onder andere garnalen,zalm, tilapia, meerval en pangasius.De standaard wordt Best AquaculturePractice genoemd, oftewel BAP.De BAP standaard omvat milieu ensociale criteria, dierenwelzijn, voedselveiligheiden traceerbaarheid. HetBAP systeem bestaat uit aparte standaardenvoor het voeder, de hatchery,de kweek zelf en de verwerking. EenBAP logo heeft op één of meerdere<strong>van</strong> deze certificering betrekking, watwordt aangeven met een sterrensysteem.Naast de al ontwikkelde standaardenwordt gewerkt aan uitbreiding<strong>van</strong> de standaarden naar anderesoorten.NaturlandNaturland, een Duits samenwerkingsverband<strong>van</strong> ecologische boeren,heeft een standaard ontwikkeld voorduurzaam ge<strong>van</strong>gen <strong>vis</strong>. Een goedvoorbeeld <strong>van</strong> certificering met dezestandaard betreft de certificering <strong>van</strong>een aantal Victoriabaars <strong>vis</strong>serijen inhet Victoriameer in Afrika. De standaard<strong>van</strong> Naturland betreft niet alleenecologische en economische aspecten,maar geeft ook veel aandacht aanhet sociale aspect <strong>van</strong> deze <strong>vis</strong>serijen.Vooral dit laatste wordt zeer gewaardeerd,zowel in Afrika als in Europa encreeert een win-win situatie voor allebetrokkenen.


Interview Bas GeertsASC, internationaal keurmerk voor<strong>verantwoord</strong> gekweekte <strong>vis</strong>Er bestaat een groot aantal keurmerkenen kwaliteitslabels. Voor <strong>vis</strong>, schaal- enschelpdieren is sinds enkele jaren hetMSC label hét bekende, onafhankelijkekeurmerk. Dit keurmerk richt zich op<strong>vis</strong>serij. Ook voor kweek<strong>vis</strong> is er eengelijksoortig keurmerk, wat in 2012 op demarkt verschijnt: het ASC, AquacultureStewardship Council.Bas Geerts, Standards Director ASC, vertelt:‘Viskweek of aquacultuur is wereldwijdeen <strong>van</strong> de snelst groeiende productieketensvoor voeding. Om de aanzienlijkeimpact <strong>van</strong> deze sector te reduceren heefthet internationale Wereld Natuur Fonds(WWF) de afgelopen jaren een serierondetafelprocessen geleid, waaraanook diverse Nederlandse bedrijven enNGO’s hebben meegewerkt. Deze hebbengeresulteerd in 8 standaarden (voor 12soorten). In totaal hebben meer dan 2.200personen meegewerkt aan de totstandkoming<strong>van</strong> deze standaarden voor <strong>verantwoord</strong>gekweekte <strong>vis</strong>.Het Aquaculture Stewardship Council(ASC) heeft vervolgens een gedegencertiferingsprogramma ontwikkeld. Onafhankelijkecertificeerders kunnen op basisdaar<strong>van</strong> wereldwijd kwekerijen certificeren.Uitsluitend bedrijven die voldoen aanASC’s strikte eisen voor <strong>verantwoord</strong>e<strong>vis</strong>kweek komen in aanmerking en kunnenhet ASC ecolabel op hun producten vermelden.In 2012 zullen de eerste bedrijveneen ASC-keurmerk krijgen.Het ASC brengt de standaarden gefaseerdnaar de markt, te beginnen met tilapia enpangasius. Tweekleppige schelpdieren(o.a. mosselen, oesters) en abalone volgeneen paar maanden later. Standaarden voorzalm, garnalen, seriola/cobia en forel zijnnu (eind 2011) nog in voorbereiding. Dezezullen naar verwachting medio 2012 wordenoverhandigd aan ASC. Het ASC heeftverder de ambitie om in de toekomst ookandere <strong>vis</strong>soorten aan haar programmatoe te voegen.Wat is de meerwaarde voor een ondernemerom naast het verkrijgen <strong>van</strong>het bestaande GlobalGAP ook nog hetASC-keurmerk te verkrijgen? Geerts: ‘HetASC is een keurmerk dat garandeert dateen kwekerij op een ecologisch en sociaal<strong>verantwoord</strong>e wijze produceert, terwijlGlobalGAP een sterke focus heeft opvoedselveiligheid. Het ASC heeft net alshet MSC een ecolabel voor consumentenop het product. GlobalGAP is tot dusverreeen zogenaamde business-to-businessstandaard. GlobalGAP is begonnen alsinitiatief <strong>van</strong> de retail, terwijl de ontwikkeling<strong>van</strong> de standaarden voor ASC gedragenwordt door zowel bedrijven als NGO’s. Ditgeeft een enorme geloofwaardigheid aande standaarden. Daarmee zijn deze beidekeurmerken mijns inziens complementair.’ASC zoekt samenwerking met o.a. hetMSC en GlobalGAP om de kosten tebeperken en de toegevoegde waarde tevergroten.Kan het nieuwe ASC-keurmerk net als hetreeds bekende MSC keurmerk ook op eenwereldwijd draagvlak rekenen? Geerts:‘Als we kijken naar de steun die het ASCnu al in de markt heeft, dan sterkt dat mijnvertrouwen zeker. In jaarverslagen en opwebsites <strong>van</strong> steeds meer bedrijven, grooten klein, zijn de intentieverklaringen niet<strong>van</strong> de lucht. Zo heeft onlangs nog de Zuid-Afrikaanse retailer Pick ’n Pack aangegevente gaan voor het ASC-ecolabel op hungekweekte <strong>vis</strong>producten. Ook de telefoongaat steeds vaker voor vragen over wanneerhet beschikbaar is. Begin 2012 zal hetzover zijn!’41


42KetenaanpakAls schakel in een keten heb je nietalleen de <strong>verantwoord</strong>elijkheid overhet eigen ondernemerschap, maarook over schakels verderop in deketen, zowel in binnen- als in buitenland.Als handelaar heb je bijvoorbeeldinvloed op de ketenschakels waar deproducten <strong>van</strong>daan komen, maar ookop waar je producten naar toe gaan.Het implementeren <strong>van</strong> maatschappelijk<strong>verantwoord</strong> <strong>ondernemen</strong> doorde gehele keten is dan ook <strong>van</strong> grootbelang in de verduurzaming <strong>van</strong> eensector. Door het delen <strong>van</strong> informatieen samenwerking tussen verschillendeschakels in de keten kunnenbedrijven duurzamer <strong>ondernemen</strong>.MVO kan samenwerking stimulerenen brengt zelfs concurrenten tot elkaarom samen duurzamer door het levente kunnen. Wanneer maatschappelijk<strong>verantwoord</strong> <strong>ondernemen</strong> zichuitstrekt over de grens spreken we<strong>van</strong> internationaal maatschappelijk<strong>ondernemen</strong>.Bedrijven in de <strong>vis</strong>sector tonen de ambitieom hun aanbod duurzame <strong>vis</strong> uitte breiden, de kwaliteit <strong>van</strong> duurzaamheidsprogramma’ste verbeteren en depenetratie <strong>van</strong> de markt met duurzame<strong>vis</strong> te verhogen. Om deze doelstellingente behalen wordt samengewerktmet maatschappelijke organisaties,certificeerders en keurmerk vertegenwoordigers.Voorbeelden <strong>van</strong> ditsoort gezamenlijke initiatieven zijn dekweek <strong>van</strong> Claresse (kruising tussentwee meervalsoorten), de meerval,pangasius en victoriabaars onderoptimale, milieuvriendelijke omstandigheden.Tevens wordt geïnvesteerdin de duurzame <strong>van</strong>gst en handel<strong>van</strong> de tonijn. Een aantal concretevoorbeelden <strong>van</strong> samenwerking in deketen vindt u hier.Scheveninger’ BestScheveninger’ Best is een merk datrecentelijk is ontwikkeld en verse <strong>vis</strong>aan de man brengt. Dit merk is eeninitiatief <strong>van</strong> drie partijen door deketen heen; aanvoer, <strong>vis</strong>afslag engroothandel. De ketenpartijen zorgengezamenlijk voor verse <strong>vis</strong> opde markt <strong>van</strong> topkwaliteit. De <strong>vis</strong> isafkomstig <strong>van</strong> kotters met de nieuwste<strong>vis</strong>technieken en de <strong>vis</strong> kan door desamenwerking tussen de ketenpartijenworden geleverd op bestelling. Naastverse <strong>vis</strong> wordt onder dit merk ook <strong>vis</strong>soepaan de man gebracht.Pelagische sectorEen deel <strong>van</strong> de activiteiten <strong>van</strong> depelagische sector vindt plaats bijWest-Afrika onder een <strong>vis</strong>serij-akkoordmet Mauritanië. Aan de ene kantbiedt dit <strong>van</strong>gstmogelijkheden aande pelagische sector, aan de anderekant bieden de <strong>vis</strong>serijakkoordenkansen aan West-Afrikaanse landen.Naast de financiële overdrachten diegepaard gaan met een <strong>vis</strong>serijakkoordzijn ook veel Mauritaniërs werkzaamop Nederlandse schepen en worden


daar opgeleid tot <strong>vis</strong>ser. Voorts ishet wetenschappelijk onderzoek inMauritanië naar de eigen pelagischebestanden geïnitieerd door en ontwikkeldmet financiële ondersteuning<strong>van</strong> de Nederlandse reders samenmet de Nederlandse overheid. Ookhet ontwikkelen <strong>van</strong> het gezamenlijkebeheer <strong>van</strong> de pelagische bestandendoor Mauritanië met buurlanden alsMarokko en Senegal wordt <strong>van</strong>uitNederland actief gesteund. Buiten hetakkoord om wordt ook actief geholpenin het opzetten <strong>van</strong> een wetenschappelijkwaarnemersprogramma, welkenaast de hoeveelheid gegevens ookde lokale werkgelegenheid vergroot.De waarnemers zijn geïnstrueerden geschoold in allerlei technieken,waardoor onder andere data beschikbaarkomt over lengte en grootte <strong>van</strong>de <strong>van</strong>gsten.GedragscodesOp internationaal niveau is een aantalduurzaamheidprincipes ontworpendoor de EU handel- en verwerkingskoepel(AIPCE-CEP), die vervolgensop het niveau <strong>van</strong> individuele bedrijventoegepast kan worden. AIPCE-CEP heeft enige tijd geleden een gidsuitgebracht met aanbevelingen voor<strong>verantwoord</strong>e <strong>vis</strong> inkoop (‘principlesfor environmentally responsible fishsourcing’) en is momenteel bezigmet het ontwerpen <strong>van</strong> een vervolggidsvoor <strong>verantwoord</strong>e <strong>vis</strong>verwerking(‘principles for environmentallyresponsible fish processing’). In dezegidsen staat een aantal principesaangeduid, dat onderdeel vormt <strong>van</strong>een internationale gedragscode voor<strong>verantwoord</strong>e aankoop en verwerking<strong>van</strong> <strong>vis</strong>, binnen en buiten de EU. Dezekan vervolgens op bedrijfsniveau toegepastworden om zo verduurzaming<strong>van</strong> de <strong>vis</strong>serij door de voorzieningsketenheen te bevorderen.De principes voor <strong>verantwoord</strong>e <strong>vis</strong>inkoopzijn richtlijnen voor handel- enverwerkingsbedrijven om duurzaamheidtoe te kunnen passen binnendeze sector. De nadruk ligt met nameop verbeterde samenwerking, het bestrijden<strong>van</strong> illegale <strong>vis</strong>serij, bevordering<strong>van</strong> traceerbaarheid en certificering(zoals MSC, GLOBALG.A.P. etc),het minimaliseren <strong>van</strong> bij<strong>van</strong>gstenop zee en betrokkenheid bij verbetertrajecten<strong>van</strong> de <strong>vis</strong>serij. De principesvoor <strong>verantwoord</strong>e <strong>vis</strong>verwerkingleggen de nadruk op samenwerking,efficiënt gebruik <strong>van</strong> water/energie/transport, afval minimalisering, verpakkingmateriaaletc. Ook hier is de<strong>vis</strong>ie om veilige, voedzame en betaalbareproducten aan de consument tevoorzien.De importeurs in Nederland zettenzich in voor de verduurzaming <strong>van</strong> detonijn<strong>van</strong>gst in landen rond de StilleOceaan en Indische Oceaan waarnauw wordt samengewerkt met lokale<strong>vis</strong>serijbedrijven. Maar liefst vijf <strong>vis</strong>serijenhebben reeds het MSC (MarineStewardship Council) keurmerk ont<strong>van</strong>genen negen <strong>vis</strong>serijen bevindenzich in het beoordelingstraject tot dezecertificering. Van de twintig mondialetonijnsoorten worden slechts vijfvoor consumptie ge<strong>van</strong>gen: skipjack,geelvintonijn, grootoogtonijn, Albacoretonijn en blauwvintonijn. Alleen de situ-43


44atie <strong>van</strong> de blauwvintonijn is zorgwekkend,waardoor beschermde <strong>van</strong>gstmaatregelengenomen zijn om de<strong>vis</strong>stand op peil te houden. In 2009 isde International Seafood SustainabilityFoundation (ISSF) opgericht. Hiermeeheeft de tonijnindustrie de handenineen geslagen om een antwoord tegeven op de toenemende discussiesover de wereldwijde tonijnpopulatie.Prominente onafhankelijke wetenschappers,milieuorganisaties – waaronderhet Wereld Natuur Fonds – enmarktleiders in de <strong>vis</strong>industrie, zoalsMW Brands (John West), Princes enBolton (Rio Mare), werken samen inde stichting. ISSF stelt zich tot doelwetenschappelijke initiatieven teontwikkelen voor lange termijn behouden objectief duurzaam gebruik <strong>van</strong>tonijnvoorraden, het reduceren <strong>van</strong>bij<strong>van</strong>gst en de promotie <strong>van</strong> eengezond ecosysteem. (www.iss-foundation.org).Doelstelling is om eind 2014tenminste 50% tonijn te verwerken dieafkomstig is <strong>van</strong> de kleinschalige enselectieve pole-and-line<strong>vis</strong>serij.CertificeringVerschillende bedrijven ondersteunenandere partijen in de keten bij het behalen<strong>van</strong> een certificering of bij eengoede voorbereiding daar<strong>van</strong>. Eenaantal bedrijven, verenigd in het ‘SustainableAquaculture Platform’ (SAP)ondersteunen Vietnamese pangasiuskwekers in certificering <strong>van</strong> hun kwekerij.Tevens zijn de ondernemers actiefin het implementeren en auditeren<strong>van</strong> de eigen ‘Blue Planet’ standaardin Vietnam bij pangasius kwekers.Het doel is om kweekbedrijven meteen GLOBALG.A.P. certificering teconfronteren met een label dat dieperingaat op zaken als analyses, voer,omgeving en sociale aspecten. InVietnam zijn al zes bedrijven gekwalificeerdmet deze standaard evenalstwee bedrijven die tilapia kweken inChina. Certificering met ‘Blue Planet’wordt uitgevoerd door een onafhankelijkederde partij.Onderzoek‘Van de bodem <strong>van</strong> de zee weten wenog minder dan <strong>van</strong> het oppervlak <strong>van</strong>de maan’. Een veelgehoord statementin de <strong>vis</strong>serijsector. De zeeën zijngroot, wijds en onbekend. En tochhebben we er allemaal iets over tezeggen en worden er maatregelenopgesteld ten behoud <strong>van</strong> de <strong>vis</strong>standen de zeeën. Onafhankelijk wetenschappelijkonderzoek moet hierbij hetfundament zijn. Veel <strong>van</strong> de hiervoorbenoemde <strong>verantwoord</strong>e <strong>vis</strong> initiatievenhebben een bepaalde mate <strong>van</strong>onderzoek in zich. Hierna worden nogenkele aanvullende initiatieven verderuitgewerkt.Discards bemonsteringOnderzoek naar de discards gegevens<strong>van</strong> verschillende <strong>vis</strong>serijtechniekenvindt al lange tijd plaats. Sindsde nieuwe datacollectie verordening


<strong>van</strong> de EU <strong>van</strong> kracht is gegaan in2009 hebben alle landen hun bemonsteringsintensiteitdrastisch moetenverhogen. In Nederland is dit gebeurddoor een intensief self-samplingprogramma op te starten, waarbij <strong>vis</strong>sersonder een vast protocol monstersnemen die later uitgezocht en geanalyseerdworden. Ook voor een aantal<strong>vis</strong>serijen dat het MSC traject in isgegaan is een extra bemonstering <strong>van</strong><strong>van</strong>gsten en discards gestart. Dit laatstegebeurt veelal helemaal door de<strong>vis</strong>sers zelf, waarbij alleen de analyse<strong>van</strong> de gegevens wordt uitbesteed.BedrijfssurveyDe grootte <strong>van</strong> <strong>vis</strong>bestanden wordengeschat op basis <strong>van</strong> gegevensdie verkregen worden uitzogenaamde survey’s. Deze survey’sHoe werkt eenbestandsschatting?worden voornamelijk uitgevoerd opspeciale onderzoeksschepen. Het projectBedrijfssurvey is in 2009 gestartom te bepalen of een survey met bedrijfsschepenextra informatie kan leverendie de bestandsschattingen <strong>van</strong>schol en tong kan verbeteren. Hierbijwerd de lengtesamenstelling <strong>van</strong> de<strong>van</strong>gst op een bedrijfsschip vergelekenmet de lengtesamenstelling <strong>van</strong>de <strong>van</strong>gst op het onderzoeksvaartuigdat jaarlijks de surveys uitvoert.Dit bleek overeen te komen. Echter,doordat er met de bedrijfsschepenmeer <strong>vis</strong> bemonsterd kan worden,worden de schattingen over de grootte<strong>van</strong> de <strong>vis</strong>bestanden nauwkeuriger.Daarnaast kan de bedrijfssurvey ookmeer informatie opleveren <strong>van</strong> soortendie bij de onderzoekssurvey weinigvoorkomen, draagt het bij aan de communicatietussen onderzoekers en<strong>vis</strong>sers en biedt het inzicht in elkaarswerkwijze. In de brochure ‘Hoe werkteen bestandsschatting,’ onderdeel <strong>van</strong>dit project, wordt uitgelegd hoe eenbestandsschatting tot stand komt enwelke informatie daarvoor gebruiktwordt. De eventuele rol <strong>van</strong> de bedrijfssurveyhierin wordt ook belicht.De bedrijfssurvey is in 2011 de derdefase ingegaan. Dit jaar zal de start zijn<strong>van</strong> de opbouw <strong>van</strong> een langjarigereeks <strong>van</strong> gegevens verzameld doorbedrijfsschepen. Twee bedrijfsschepenzullen twee weken <strong>van</strong>gstgegevensverzamelen ten behoeve <strong>van</strong> de jaarlijksesurveys.OnderzoekssamenwerkingOnderzoekssamenwerking is een platformwaar de <strong>vis</strong>serijsector, overheiden onderzoeksinstellingen onderzoeksvragenen lopende onderzoekenbespreken. De onderzoekssamenwerkingricht zich op datacollectiestructureren, data bijdragen aan hetad<strong>vis</strong>eringsproces met betrekking totbestandsopnames en de effecten <strong>van</strong>beheermaatregelen in de <strong>vis</strong>serij beoordelen.De jaarlijkse samenwerkingrondom de wetenschappelijke surveys<strong>van</strong> de <strong>vis</strong>bestanden vindt plaats inde onderzoekssamenwerking. Deonderzoekssamenwerking levert ookde VMS verspreidingskaarten <strong>van</strong> devloot en het <strong>van</strong>gstsucces als maatvoor de <strong>vis</strong>stand <strong>van</strong> de vloot.45


46Pelagische <strong>vis</strong>serijDe pelagische <strong>vis</strong>serij richt zichop <strong>vis</strong>bestanden die zich verspreidenover internationale wateren. In2009/2010 is onderzoek uitgevoerdnaar de verspreiding <strong>van</strong> de haringin de noordelijke Noordzee, met hetdoel te bepalen of deze verspreidingaan het verschuiven is. Het opmerken<strong>van</strong> deze eventuele verschuivingis <strong>van</strong> belang zodat de surveys dieworden uitgevoerd ten behoeve <strong>van</strong>bestandsschattingen wel het hele verspreidingsgebiedblijven dekken. Deresultaten <strong>van</strong> het onderzoek warenvooralsnog niet eenduidig, er is meeronderzoek vereist.Daarnaast heeft de pelagische <strong>vis</strong>serijvorig jaar het DNA profiel <strong>van</strong>de horsmakreel laten onderzoekenom te bekijken of de horsmakreel inde Noorse zone en de horsmakreelin EU wateren onder een apart ofgezamenlijk beheer zouden moetenworden gesteld. Er zijn aanwijzingendat er inderdaad genetische verschillenzijn, maar aanvullend onderzoekis nodig om daar meer zekerheid overte krijgen.Binnen<strong>vis</strong>serijEen belangrijke doelsoort voor debinnen<strong>vis</strong>sers betreft de paling. Hetgaat al een tijdje niet goed met depaling in Europa. De teruglopendeaalstand in de binnenwateren enhet Europese Aalbeheerplan warenin 2009 reden voor de Nederlandseoverheid om maatregelen te nemen.Eén <strong>van</strong> de belangrijkste en meestingrijpende maatregelen is de sluiting<strong>van</strong> de aal<strong>vis</strong>serij <strong>van</strong> september toten met november. Voor de aal<strong>vis</strong>serijzijn dit de maanden waarin de beste<strong>van</strong>gsten worden gerealiseerd, waardoordit grote gevolgen heeft voor deinkomsten <strong>van</strong> de <strong>vis</strong>sers. Vanaf april2011 is daar bij gekomen dat een volledig<strong>van</strong>gstverbod is afgeroepen vooraal en wolhandkrab in wateren waarinhet dioxinegehalte te hoog is. Voorveel bedrijven, die soms al generatieslang de <strong>vis</strong>serij uitoefenen, betekendedit zelfs het einde <strong>van</strong> hun <strong>vis</strong>serijactiviteiten.In de palingsector zijn eengroot aantal initiatieven opgestart omenerzijds de palingstand te verbeterenen anderzijds de ondernemers tehelpen.Decentraal aalbeheerIn samenwerking met het NIOZ (Texel)is in Friesland een pilot gestart metdecentraal aalbeheer. Inhoudelijkbetekent dit dat het beheer volgensquota geregeld wordt, in plaats <strong>van</strong>de seizoenssluiting <strong>van</strong> september toten met november. De voordelen <strong>van</strong>decentraal aalbeheer is dat beroeps<strong>vis</strong>sershet hele jaar door kunnenblijven <strong>vis</strong>sen en het beleid beter isafgestemd op de regionale situatie. Dewetenschap krijgt hierdoor meer inzichtin de hoeveelheid paling in dezespecifieke gebieden, maar aanvullendonderzoek is nodig.Een andere belangrijke factor is dat


elk jaar een deel <strong>van</strong> de volwassenpaling <strong>van</strong> de binnenwateren naar deNoordzee migreert. Dit is nodig om tekunnen terugtrekken naar plaatsenwaar zij zich voortplanten. Het gevaardat de volwassen paling gedood wordenin één <strong>van</strong> de ruim 5.000 gemalenis groot. Deze sterfte kan verminderdworden door het <strong>van</strong>gen en overzetten<strong>van</strong> paling bij deze barrières. Geziendeze migratie grotendeels in septembertot en met november plaatsvindten dan geen paling ge<strong>van</strong>gen magworden, kunnen de <strong>vis</strong>sers niet helpende sterfte te verminderen. De pilot methet decentrale aalbeheer biedt wel demogelijkheid om deze palingen te <strong>van</strong>genen uit te zetten in de Noordzee,om zo bij te dragen aan het vergroten<strong>van</strong> de overlevingskansen. Het aanpassen<strong>van</strong> gemalen en andere barrièresis een kostbare en tijdrovendezaak; tot dat moment kan de beroeps<strong>vis</strong>serde rol <strong>van</strong> natuurbeheerdergoed vervullen. Daarnaast is het doorhet wegvallen <strong>van</strong> de seizoenssluitingmogelijk het hele jaar door te <strong>vis</strong>sen(binnen de gestelde quota) wat ookjaarrond observeren mogelijk maakt.Indien dit experiment succesvol blijktte zijn, kan mogelijk uitbreiding plaatsvinden naar de rest <strong>van</strong> Nederland.Bedrijfsplannen Aal<strong>vis</strong>serijIn opdracht <strong>van</strong> het ministerie <strong>van</strong>EL&I heeft het LEI vorig jaar hetproject Bedrijfsplannen Aal<strong>vis</strong>serijopgestart. Doel <strong>van</strong> het project wasom de aal<strong>vis</strong>sers bewust te maken<strong>van</strong> hun kansen binnen (en buiten)de <strong>vis</strong>serij en na te denken over detoekomst <strong>van</strong> hun <strong>vis</strong>serijbedrijf. Circa60 <strong>vis</strong>sers - en waar mogelijk ookpartners - hebben aan dit project deelgenomenen een bedrijfsplan geschreven.Vissers werden gestimuleerd omin hun toekomst<strong>vis</strong>ie ook rekening tehouden met wat hun omgeving hente bieden heeft. Het project heeft eenbrede diversiteit aan bedrijfsplannenen toekomstscenario’s opgeleverd: <strong>van</strong>het meenemen <strong>van</strong> recreanten aanboord tot het uitbreiden <strong>van</strong> het bedrijfnaar het buitenland. Door de bredeinzet mag gesproken worden <strong>van</strong> eengroot succes.DUPANDe Nederlandse paling<strong>vis</strong>sers, palingkwekersen de palingverwerkers zijner <strong>van</strong> overtuigd dat er meer gedaankan worden om te komen tot een <strong>verantwoord</strong>herstel <strong>van</strong> de aalstand, inaanvulling op de maatregelen <strong>van</strong> deoverheid. Om dat te kunnen doen zijnde genoemde partijen een samenwerkingaangegaan onder de naam‘Duurzame Palingsector Nederland’,oftewel DUPAN. De samenwerkendepartijen in DUPAN vertegenwoordigentezamen het overgrote deel <strong>van</strong> degehele Nederlandse palingsector. Omuitvoering te kunnen geven aan plannenis het Duurzaam Paling Fondsopgericht, waaruit zij investeert in deuitzet <strong>van</strong> jonge paling (glas- en pootaal)in een geschikt leefgebied en het‘over de dijk helpen’ <strong>van</strong> volwassen,geslachtsrijpe paling naar zee. Ookwordt het fonds ingezet voor onafhankelijkwetenschappelijk onderzoek alsbasis voor gefundeerd beleid voor eenblijvend herstel <strong>van</strong> de palingstand inde Nederlandse wateren. Zo is in 201147


48een groot onderzoek gestart, waarinde Vereniging Kust & Zee participeert.DUPAN zet zich in voor de invoering<strong>van</strong> diervriendelijker <strong>van</strong>gst-, kweek-,en verwerkingsmethoden en maaktdaarover concrete afspraken met debinnen DUPAN verenigde partijen. Deinvoering <strong>van</strong> de nieuwe, zich wetenschappelijkbewezen, dodingsmethodeheeft daarom de steun <strong>van</strong> DUPAN.Sustainable Eel GroupDe Sustainable Eel Group (SEG) iseind 2009 in het Verenigd Koninkrijkopgericht en bestaat uit beroeps<strong>vis</strong>sers,kwekers,verwerkers, handelaren,natuur- en milieuorganisaties uit diverseEuropese landen en een aantalvooraanstaande wetenschappers.Deze groep stelt zich tot doel de palingin gezonde hoeveelheden te latenterugkeren in de natuurlijke habitat.De Sustainable Eel Group heeft ondermeer criteria ontwikkeld voor <strong>verantwoord</strong>eglasaal<strong>vis</strong>serij en kweek. Ditheeft geresulteerd in een SustainableEel Standard. Voor de glasaal<strong>vis</strong>serijwordt in deze standaard gelet op hetbehalen <strong>van</strong> gestelde Europese doelen,het beheer <strong>van</strong> de <strong>vis</strong>serij (bijv.restricties in <strong>vis</strong>tuig en handhaving),het zo laag mogelijk houden <strong>van</strong> desterfte <strong>van</strong> glasaal tijdens de <strong>vis</strong>serijen het minimaliseren <strong>van</strong> de impactop andere soorten of habitats. Voor dekweek is de standaard gericht op eenlage sterfte tijdens het kweekproces,een duurzame herkomst en effectiefgebruik <strong>van</strong> het voedsel, voorkomen<strong>van</strong> vervuiling en ziekte, zorg voortransport, welzijn en participatie inuitzet <strong>van</strong> paling. In 2011 heeft eenaantal succesvolle evaluaties plaatsgevondenvolgens de Sustainable EelStandard, waaronder een Nederlandsekwekerij. Naast een <strong>verantwoord</strong>eglasaal<strong>vis</strong>serij en kweek zijn ookcriteria ontwikkeld voor inkopers <strong>van</strong>glasaal, uitzet <strong>van</strong> paling en paling<strong>vis</strong>serij.Vanuit Nederland is de stichtingDUPAN lid <strong>van</strong> de SEG. De eersteNederlandse bedrijven streven ernaarzich in het voorjaar <strong>van</strong> 2012 te latencertificeren.Kweek <strong>van</strong> <strong>vis</strong>en/of schelpdierenVissen worden in Nederland inzogenaamde recirculatiesystemengekweekt, waarbij het gebruiktewater constant wordt gezuiverd enteruggevoerd naar de bassins. In eenrecirculatiesysteem wordt alles gecontroleerd,waaronder de waterkwaliteit,temperatuur en het toedienen <strong>van</strong>voeder. De systemen zijn milieuvriendelijken voldoen aan het toenemendeeisenpakket <strong>van</strong> de consument in dewijze waarop dieren worden gehouden.Voor Nederland bekende kweek<strong>vis</strong>senzijn paling, meerval, snoekbaars,tarbot en tong. Deze soorten zijn commercieelaantrekkelijk. Ondanks de


leeftijd kan reproduceren, zou een rendabelekweek <strong>van</strong> deze soort mogelijkkunnen maken.goede en milieuvriendelijke systemenondervinden kwekers veel concurrentie<strong>van</strong> kweek<strong>vis</strong> uit het buitenland. Insommige landen gelden andere regelsvoor de productie en zijn de productiekostenlager, hetgeen het level playingfield onder druk zet. Dit in combinatiemet het toenemende eisenpakket aande Nederlandse kweeksector, maaktdat deze het de afgelopen jaren ergmoeilijk heeft gehad. De kweeksectorin Nederland is mede door hiervoorgenoemde oorzaken gehalveerd in deafgelopen jaren.Proefbedrijf <strong>van</strong> StichtingZeeuwse TongIn juni 2010 is het proefbedrijf <strong>van</strong>Stichting Zeeuwse Tong geopend.Het betreft hier een samenwerkingsverband<strong>van</strong> onderzoekers dat kijktnaar de integratie <strong>van</strong> diverse teeltenop het proefbedrijf in Colijnsplaat.Het project heeft als doel het kweken<strong>van</strong> tong in combinatie met zagers,schelpdieren en zilte gewassen metals beoogd resultaat: een blauwdrukvoor de inrichting <strong>van</strong> een rendabelbedrijf, inclusief opleidingsprogramma.De kweek <strong>van</strong> tong vindt plaats in eengesloten kringloop: de verschillendecomponenten en teelten zorgen voorvoedsel voor de volgende schakel. Inseptember 2011 is gebleken dat detong zich in een kweekvijver gemakkelijkvoortplant en dit al op jongereleeftijd doet dan de individuen in hetwild. Dat tong zich al op zo’n jongeOesterkweekDe oestersector staat de laatste jarenfinancieel onder zware druk. Zaken alsstagnerende verkopen, lagere prijzenen hogere kosten hebben de oesterkwekerstot verdere verduurzamingaangezet. De oesterkweek in Zeelandbestaat uit bodemcultuur. Er kunnenechter ook oesters gekweekt wordenop bedden of hangend in een voedselrijkewaterkolom. Met alternatievekweekmethoden is er minder kweekgrondnodig, wordt het verlies <strong>van</strong> oestersminder en worden de broedcollectorenoptimaal benut. Op verschillendelocaties in de Oosterschelde en hetVeerse Meer zijn onder andere doorde Nederlandse Oestervereniging ende kenniskring Oesterkweek experimenterenmet verschillende kweekmethodesuitgevoerd. De resultaten zijnveelbelovend.YellowtailOm de kweek <strong>van</strong> yellowtail kingfish,een tonijnachtige soort, op termijnrendabel te maken, is het noodzakelijkdat poot<strong>vis</strong> <strong>van</strong> hoge kwaliteit op bedrijvenin Nederland wordt gekweekt.Tot nu toe komt poot<strong>vis</strong> nog vaak uithet buitenland. Daarom is een projectgestart dat zich richt op ontwikkeling<strong>van</strong> een fokprogramma en op verbetering<strong>van</strong> de voedings- en kweektechniek<strong>van</strong> de yellowtail kingfish.49


50DierenwelzijnDe maatschappij is zich steeds meerbewust <strong>van</strong> dierenwelzijn. Belangrijkedierenwelzijnsaspecten hebben onderandere betrekking op de houderij<strong>van</strong> dieren en dodingsmethoden. Dekweek<strong>vis</strong>sector is echter nog eenrelatief jonge sector en er is nog veelonderzoek nodig naar het gedrag ende leefomstandigheden <strong>van</strong> <strong>vis</strong>senom dit in de kwekerij verder te optimaliseren.In Nederland is onderzoekgedaan naar verbeterde dodingmethodenen inmiddels is in Nederland eendiervriendelijke bedwelmings- en dodingsmethodeontwikkeld en operationeel.De kweek<strong>vis</strong>sector heeft contactenmet maatschappelijke organisatiesom tot een <strong>verantwoord</strong>e kweek tekomen en verder te ontwikkelen.(Vis)restenFishing for litterKIMO Nederland en België is eenvereniging <strong>van</strong> Nederlandse en Belgischekustgemeenten, die is opgerichtvoor de veiligheid <strong>van</strong> de kust en hetmilieubehoud <strong>van</strong> de Noordzee. Eén<strong>van</strong> de belangrijkste doelstellingen <strong>van</strong>KIMO is om de bestaande verontreiniginguit de Noordzee te verwijderenen nieuwe verontreiniging te voorkomen.Met het project ‘Fishing for Litter’wordt de vervuiling op zee aangepakt.Vissers krijgen namelijk dikwijls afvalin hun netten dat op een of anderemanier in de zee terecht is gekomen.In dit project nemen de <strong>vis</strong>sers datafval in grote gele bigbags mee aanboord richting wal, waar het vervolgenswordt ingenomen en afgevoerd.Zes keer per jaar wordt het afval inverschillende havens gemonitord, datwil zeggen bekeken op samenstellingen herkomst. Dit geeft handvatten omde bronnen <strong>van</strong> vervuiling te identificerenen verder tegen te gaan. In 2010 isdoor de <strong>vis</strong>sers die meededen aanhet project ‘Fishing for litter’ 442.000kg afval uit de Noordzee verwijderd.Dat is 120.000 kg meer dan in 2009.In 2010 namen in totaal 94 schependeel aan het project, verdeeld over12 havens. In 2011 is dit aantal al


gestegen naar 104 schepen. Door ditproject wordt enerzijds de vervuiling inde Noordzee verminderd, anderzijdsverhoogt dit de bewustwording <strong>van</strong> deafvalproblematiek bij de <strong>vis</strong>serman.Verantwoord gebruikrestproductenEr wordt gestreefd naar het terugdringen<strong>van</strong> afval en gebruik <strong>van</strong>verpakkingsmateriaal door zo efficiëntmogelijk gebruik <strong>van</strong> materialen.51In Spakenburg wordt sinds vorig jaargas uit <strong>vis</strong>afval (en producten dieover de datum zijn) gewonnen. Een<strong>vis</strong>handelaar heeft een biogasinstallatieaangeschaft. Het gaat om afvalproductenof om producten die overde houdbaarheidsdatum zijn, die hierworden vergist.De biogasinstallatie <strong>van</strong> de <strong>vis</strong>handelaarVan de Groep is de grootste <strong>van</strong>Nederland. Met een capaciteit <strong>van</strong>800 kubieke meter groen gas per uurvoorziet hij straks een groot deel <strong>van</strong>Bunschoten-Spakenburg, Eemnes enBaarn <strong>van</strong> gas. De centrale levert hetgas aan netwerkbeheerder Stedin.En die zorgt ervoor dat ongeveer4.000 huishoudens in Bunschoten-Spakenburg, Eemnes en Baarn hetgas ont<strong>van</strong>gen.Uit resten <strong>van</strong>uit de <strong>vis</strong>verwerkende industrieontstaan verscheidene productenals <strong>vis</strong>meel en <strong>vis</strong>oliën. Door eenrijk aanbod <strong>van</strong> vitaminen, aminozurenen mineralen biedt het <strong>vis</strong>meel eenhoogwaardig voedingsproduct voorkweek<strong>vis</strong>sen. Daarnaast worden doorhet gebruik <strong>van</strong> het <strong>vis</strong>afval <strong>vis</strong>meelproductengemaakt voor varkens,gevogelte evenals honden en katten.Visolie geeft veelzijdige toepassingsmogelijkheden:<strong>van</strong> lederindustriewaar dit gebruikt wordt als werkstof,tot grondstof voor verdere verwerkingin de chemische industrie.Op het gebied <strong>van</strong> distributie bij deVerenigde Vismeelfabriek in Cuxhaven(Duitsland), waar veel <strong>vis</strong>restenuit Nederland terecht komen, wordtveel onderzoek gedaan naar mogelijkverder gebruik <strong>van</strong> reststoffen.EnergieDe grote uitdaging voor de 21ste eeuwis: hoe kan de toenemende vraag naarenergie in de wereld worden ingevuldzonder dat dit verdere nadelige gevolgenheeft voor het klimaat? En, bewustomgaan met energie levert nietalleen milieuwinst maar ook financiëlewinst op voor de ondernemer.CO 2De Carbon Footprint kan sterk verschillenvoor diverse eiwitbronnen. DeCarbon Footprint is afhankelijk <strong>van</strong>de <strong>van</strong>gstmethode, verwerking enopslag, transport en verkoop. Maareen Carbon Footprint kan ook ver-


52der gaan en bijvoorbeeld de energiemeenemen die het heeft gekost omhet <strong>vis</strong>sersschip te bouwen. Doorverschil in definitie en berekening ishet daarom niet altijd eenvoudig omde Carbon Footprint <strong>van</strong> verschillendeproducten of sectoren met elkaar tevergelijken. Wel is het streven <strong>van</strong>de sector om de Carbon Footprint teverlagen, door bijvoorbeeld sterk inte zetten op brandstofbesparing in deaanvoersector.In de pelagische sector heeft men ookte maken met koel- en vriesinstallatiesaan boord. In 2010 is deze sector begonnenmet het versneld ombouwen<strong>van</strong> de vloot naar milieuvriendelijkekoel- en vriesinstallaties. Vanaf 2016mogen er alleen nog maar milieuvriendelijkestoffen gebruikt worden om tekoelen en te vriezen. De pelagische<strong>vis</strong>serij heeft hier al een voorsprongop genomen en de schepen al in 2010omgebouwd.Digitaal veilingsysteemKlanten <strong>van</strong> de <strong>vis</strong>afslagen gaansteeds meer digitaal inkopen bij deveiling. Het aantal aansluitingen voorkopen op afstand groeit gestaag.Digitaal zaken doen heeft voordelenvoor de hele keten en natuurlijk voorde vervoerkilometers, omdat de <strong>vis</strong>veilinghun producten rechtstreeks bij dekoper kan laten afleveren. Meer dan50% <strong>van</strong> de aanvoer wordt op afstandgekocht. Inmiddels maken meer dan500 kopers gebruik <strong>van</strong> het Pefasysteem.TransportOok op het gebied <strong>van</strong> transportworden tal <strong>van</strong> inspanningen gepleegdten aanzien b<strong>van</strong> maatschappelijk<strong>verantwoord</strong> <strong>ondernemen</strong>.Zo is binnen de sector de ingebruikname<strong>van</strong> een koelwagen met zonnepanelente noemen. De koelmotordraait op lichtenergie. De laadruimteblijft dus altijd koel, ook als de motoruitstaat en de zon op het dak brandt.Deze noviteit is beter voor het milieuén de <strong>vis</strong>kwaliteit.het gebied <strong>van</strong> distributie zijn inmiddelsinitiatieven genomen om invullingte geven aan de zogenoemde ‘code95’: het nieuwe rijden. Naast verhogen<strong>van</strong> de vakbekwaamheid heeft dit dedoelstelling om de CO 2uitstoot verderte verminderen en bij te dragen aaneen beter milieu.Arbeid en scholingVerkleining <strong>van</strong> de vloot, afnemende<strong>vis</strong>quota en maatschappelijke drukleiden al enige jaren tot een daling inhet aantal arbeidsplaatsen (aanvoer).In tegenstelling tot de daling <strong>van</strong>het aantal arbeidsplaatsen is in hetonderwijs sprake <strong>van</strong> stabilisatie en openkele opleidingsinstituten zelfs eenlichte toename <strong>van</strong> de instroom. Dekrappe arbeidsmarkt en de vraag insector naar geschoolde medewerkersals gevolg <strong>van</strong> de uitstroom door detoenemende vergrijzing ligt hieraanten grondslag. Daarnaast maakt de


vernieuwing in het onderwijs doorde invoering <strong>van</strong> competentiegerichtonderwijs, het ontwikkelen <strong>van</strong> nieuwlesmateriaal en de toenemendesamenwerking tussen het onderwijsde bedrijven de opleidingen aantrekkelijker.In relatie tot projecten die in het kader<strong>van</strong> het Visserij Innovatie Platform zijnuitgevoerd zijn cursussen en workshopsvoor werkende sectorgenotenontwikkeld. Zo is bijscholing gegevenop het gebied <strong>van</strong> maatschappelijk <strong>ondernemen</strong>,duurzaamheid en management.Deze initiatieven sloegen aan eneen aantal groepen wilde zelfstandigdoorgaan. Als extra dimensie bij dezeinitiatieven bleek dat de deelnemersniet alleen uit de aanvoersector maarook de verwerkende industrie, handelen detailhandel afkomstig waren. Voorde meest recente cursus hebben zichruim 50 deelnemers aangemeld.53Voor het verbeteren <strong>van</strong> de kwaliteiten het kennisniveau zijn zogenaamde‘EVC procedures’ (eerder verworvencompetenties) ontwikkeld. Een systeemwaarbij de reeds in de praktijkopgedane kennis en ervaring dooronafhankelijke deskundigen wordtgetoetst.Vaak blijkt dan dat men of direct ofmet een beperkte scholing een diplomakan behalen. EVC procedures zijnvoor zowel de detailhandel als voorde aanvoersector beschikbaar. Ruim50 deelnemers hebben het traject


eeds doorlopen of zijn nog bezig. Debelangstelling is groeiende.De grote uitdaging blijft evenwel hetwerven <strong>van</strong> leerlingen, want ondanksde kleiner wordende vloot blijft devraag naar goed geschoolde medewerkersgroot. Dat geldt overigensvoor de gehele sector.Binnen het principe-akkoord voor deCAO Trawl<strong>vis</strong>serij komt een vijfjarenplanvoor de verbetering <strong>van</strong> veiligheidaan boord en voor veilig en gezondwerken. Het project FISH vormt daareen onderdeel <strong>van</strong>.FISH (Final Inspection Safety Health)is een Laatste Minuut Risico Analyse(LMRA) oftewel een korte risicobeoordeling,die uitgevoerd wordt doordegene die de werkzaamhedendaadwerkelijk zelf gaat verrichten, de<strong>vis</strong>ser dus. Een (bedrijfs-)procedurebeschrijft volgens welke methode binnende organisatie een LMRA wordtuitgevoerd (welk ‘geheugen steuntje’wordt gebruikt), hoe en door wie dezemethode aan de medewerkers bekendwordt gemaakt en hoe getoetst wordtdat LMRA’s in de praktijk worden uitgevoerd(door dit bijvoorbeeld tijdenswerkplekinspecties te toetsen).Het gaat er bij de LMRA om dat mensenvlak voor dat ze met het uitvoeren<strong>van</strong> hun taak beginnen, nadenkenover de risico’s die ze lopen, dezewegnemen of aanvaardbaar maken.In hetzelfde principe akkoord is afgesprokende komende vijf jaar te kijkennaar verbetering <strong>van</strong> het onderwijs.Verder gaan de vakorganisaties ende rederijen een <strong>vis</strong>ie ontwikkelen opwelke wijze mensen die niet langerop de vloot kunnen werken behoudenkunnen worden voor de sector.De kadercursusEén serie <strong>van</strong> workshops is gegevenvoor potentiële toekomstige bestuurdersin de sector. De zogenaamdekadercursus. De kadercursus hadals doel om potentiële toekomstigebestuurders bij te scholen in managementvaardigheden. Duurzaamheidwas daarbij een voortdurend terugkerendthema. De cursus omvatte eenserie <strong>van</strong> zes, tweedaagse workshops,verspreid over een periode<strong>van</strong> twee jaar. Aan de cursus, diegefinancierd werd met middelen uithet VIP en die inhoudelijk begeleidwerd door ProSea, namen ruim 25deelnemers deel. De deelnemerskwamen uit alle delen <strong>van</strong> de sector.Zowel praktiserende <strong>vis</strong>sers alshandelaren en detaillisten woondende sessies actief bij. Per workshopzijn aansprekende voormannen uit desector uitgenodigd om afhankelijk <strong>van</strong>het thema hun ervaring en kennis tedelen met de deelnemers. Tijdens deeindpresentatie <strong>van</strong> de deelnemersvoor het bestuur <strong>van</strong> het <strong>Productschap</strong>Vis liet de groep een aantal frissenieuwe ideeën horen, ondermeerhet voorstel tot verbetering <strong>van</strong> dehorizontale communicatie, dus tussenbedrijfsgenoten onderling. De groepdeelnemers onderhoudt contact en zaleen klankbordfunctie voor bestuursorganenvervullen.Consumptie <strong>van</strong> <strong>vis</strong>NederlandNederlanders consumeren per jaarthuis nauwelijks 4 kg <strong>vis</strong> per persoon,een stuk minder dan het wereldwijdegemiddelde <strong>van</strong> 17 kg per persoon. Enin vergelijking met de jaarlijkse vleesconsumptiein Nederland (<strong>van</strong> meerdan 80 kg per persoon!) steekt onze<strong>vis</strong>consumptie helemaal schril af.Voor een gezonde voeding wordtgead<strong>vis</strong>eerd minimaal twee maal perweek <strong>vis</strong> te eten, waar<strong>van</strong> één meervette <strong>vis</strong>. Vis levert namelijk veel waardevollevoedingstoffen: eiwitten <strong>van</strong>hoge kwaliteit, goede vetten, vitaminesen mineralen.Om de Nederlandse consument aante moedigen <strong>vis</strong>, schaal- en schelpdierenonderdeel te laten zijn <strong>van</strong>hun dagelijkse voedsel worden tal<strong>van</strong> initiatieven genomen <strong>van</strong>uit hetNederlands Visbureau (onderdeel <strong>van</strong>het <strong>Productschap</strong> Vis). Ook tal <strong>van</strong>ondernemers, - zij zijn immers de ambassadeurs<strong>van</strong> het product - , richtenzich op tal <strong>van</strong> promotieactiviteiten.Naast het gezondheidsaspect wordtsteeds meer aandacht gevestigd opde herkomst <strong>van</strong> het product. In decampagne de ‘Mannen <strong>van</strong> de Zee’die het Nederlands Visbureau in 2011startte is de hoofdrol weggelegd voorpersonen uit de <strong>vis</strong>sector. Vooral het55


56verhaal achter het product staat centraal,zoals de zorg en aandacht diewordt besteed om er voor te zorgendat de consument kan rekenen opeen <strong>verantwoord</strong> ge<strong>van</strong>gen/gekweektproduct <strong>van</strong> prachtige kwaliteit.West-AfrikaDe trawlersector <strong>vis</strong>t op zogehetenklein-pelagische bestanden. Dit zijnscholenvormende <strong>vis</strong>soorten zoalssardines, horsmakreel en sardinella.Deze <strong>vis</strong>soorten zijn markttechnischrelatief laagwaardiger <strong>vis</strong>sen die opeen wereldmarkt worden afgezet endie daarom wereldwijd efficiënt moetenworden be<strong>vis</strong>t (tegen lage kosten).Alle <strong>vis</strong> die zij <strong>van</strong>gen in Mauritaansewateren wordt afgezet in <strong>vis</strong>etende,Afrikaanse landen. Sowieso wordtbijna 90% <strong>van</strong> de totale <strong>van</strong>gstenafgezet in derde landen met weinigkoopkracht zoals Nigeria, Egypte,Ivoorkust etc. Voor de consumenten indeze landen vormt deze <strong>vis</strong> vaak deenige toegankelijke, want betaalbare,vorm <strong>van</strong> dierlijk proteïne.Vis en seizoenenBehoud en herstel <strong>van</strong> de <strong>vis</strong>bestandenwordt <strong>van</strong>uit de sector gestimuleerddoor aandacht te vragen voor deideale <strong>van</strong>gst- en daarmee eetseizoen<strong>van</strong> de verschillende <strong>vis</strong>soorten. Meerbewustwording binnen de sector en bijconsumenten betekent méér kwaliteitop het bord en méér garanties voorhet voortbestaan <strong>van</strong> de soorten. HetNederlands Visbureau en ondernemersbieden een seizoenenkalenderaan op basis waar<strong>van</strong> een bewustekeuze kan worden gemaakt voor heteten <strong>van</strong> een bepaalde <strong>vis</strong>soort opeen <strong>verantwoord</strong> moment. Handelarenen horecaondernemers worden attentgemaakt op de keuzemogelijkhedendie voorhanden zijn. Zij zijn vervolgensde schakels naar de consument omhen te informeren over de manierwaarop zij kunnen bijdragen aan hetrespecteren <strong>van</strong> de seizoenen.Vis en gezondheidNederlanders zouden vaker <strong>vis</strong> moeteneten: twee keer per week, waar<strong>van</strong>één keer een vettere <strong>vis</strong>soort. Zo luidthet advies <strong>van</strong> de Gezondheidsraadal jaren. Het stimuleren <strong>van</strong> <strong>verantwoord</strong>een gezonde <strong>vis</strong>producten isook voor de <strong>vis</strong>sector een belangrijkaandachtspunt. De aandacht voorde ‘P’ <strong>van</strong> ‘people’ vertaalt zich in deproductgroep <strong>vis</strong>, schaal- en schelpdieren.Vis levert veel meervoudigonverzadigde vetten en bevat overigewaardevolle voedingsstoffen zoalseiwitten, vitamines en mineralen.In informatieve uitingen worden devoordelen <strong>van</strong> <strong>vis</strong>consumptie benadrukt.Steeds meer mensen hechtenbelang aan gezonde voeding. Vooralde achterblijvende groep jongereconsumenten wordt gewezen op degezondheidsaspecten <strong>van</strong> <strong>vis</strong>. HetNederlands Visbureau heeft met succesvollecampagnes, demonstratiesen proeverijen een grote rol gespeeldbij die bewustwording.


Interview Douwe <strong>van</strong> den Geest‘Verantwoordelijk om een <strong>verantwoord</strong> engezond product aan te bieden’Vis en gezondheid zijn onlosmakelijk metelkaar verbonden. Dat besef is ook zeker<strong>van</strong> toepassing bij Fishmasters, het bedrijfop Urk dat zich richt op horeca, catering enfoodservice. Als aanbieder <strong>van</strong> <strong>vis</strong>producten‘met toegevoegde waarde’ is de focussterk gericht op het continu vernieuwen<strong>van</strong> het assortiment en baanbrekende innovatieop het gebied <strong>van</strong> zowel toegevoegdewaarde in producten als productietechnieken.Vis en gezondheidDouwe <strong>van</strong> den Geest, directeur productie<strong>van</strong> Fishmasters, zegt dat veelbelang wordt gehecht aan een kwalitatiefhoogstaand en <strong>verantwoord</strong> product, dateveneens bijdraagt aan een gezondeleefstijl <strong>van</strong> de consument. ‘Zo wordengepaneerde <strong>vis</strong>producten veel gegetendoor kinderen tijdens de lunch op school,met name in Noord Europa.’ Fishmastersging aan de slag met een nieuwe ontwikkelingom in te spelen op de wens <strong>van</strong>ouders en schoolbestuurders om gezondeen <strong>verantwoord</strong>e voeding aan te bieden.Een Zweedse foodservice leverancier boodde gelegenheid om de nieuwe productente testen op een school en om overleg tevoeren met een oudercomité.Verlaging vetgehalte met 70%Van den Geest: ‘Tijdens de testen opde Zweedse school bleken gepaneerdeproducten met een zeer laag vetpercentagegoed aan te slaan. Het is belangrijk omte beseffen dat traditioneel voorgebakkenproducten soms tot wel 18% vet bevatten.Wij hebben een product ontwikkeld dat veelminder vet bevat, namelijk, afhankelijk <strong>van</strong>de klantvraag 4 – 6%, waar<strong>van</strong> het grootstedeel (meervoudig) onverzadigde vetten. ‘‘Tijdens het productieproces ondergaan degepaneerde producten een speciale bereidingmet een veel lager oliepercentage.Verder wordt voor elk product maagdelijkeolie gebruikt die in het proces eenmaligwordt ingezet. We hebben al diverse<strong>vis</strong>varianten ontwikkeld.’ Deze productennemen door dit proces aanzienlijk minderolie op maar behouden de gezonde <strong>vis</strong>vettenen dragen daarmee duidelijk bij aaneen gezonde leefstijl. Onder de merknaamLovet vinden deze gezonde en vetarme<strong>vis</strong>jes hun weg naar de klanten. Het is tochfantastisch om mensen op deze maniereen gezonde maaltijd te bieden!’, aldus <strong>van</strong>den Geest trots over ‘zijn’ nieuwe productals ware het de geboorte <strong>van</strong> een kindje.Verantwoord <strong>ondernemen</strong>Volgens <strong>van</strong> den Geest zijn er in de foodserviceveel meer situaties waar anderenbeslissen over het menu <strong>van</strong> de consumentenen het vereist daarom een groot<strong>verantwoord</strong>elijkheidsgevoel: ‘Denk aaninstellingen als ziekenhuizen, ge<strong>van</strong>genissenen verzorgingscentra. Wij voelenons <strong>verantwoord</strong>elijk om een duurzaamen gezond product aan te bieden. Naastaandacht voor smaak en variatie zijn zekerook de voedingswaarde en eerlijke ingredientenonderdeel <strong>van</strong> onze bedrijfsfilosofie.Wij bieden onze klanten namelijk ook eengroot aantal producten gemaakt volgens deprincipes <strong>van</strong> ‘clean label.’Het gezondheidsaspect is niet het enigewaarmee het bedrijf zich op MVO-gebiedmanifesteert. Geen gezonde en lekkere<strong>vis</strong> zonder een gezond <strong>vis</strong>bestandbeheer.Daarom werkt Fishmasters met MSCgecertificeerdeleveranciers.Tevens zijn de investeringen in gebouwen,apparatuur en machines gericht op duurzaamheiden besparing. Slimme oplossingen,ondermeer op het gebied <strong>van</strong> koelenen vriezen, energie- en watergebruikleveren aantoonbare besparingen op.57


585. Drijvende krachtenachter verduurzamingDe greep uit succesvolle initiatievenuit hoofdstuk 4 laat het zien: detransitie in de sector is in gang gezet.Een aantal belangrijke instituten eninitiatieven hebben daartoe bijgedragenof dragen daartoe bij en vormeneen platform waarin samen metandere belanghebbenden vooruitkan worden gekeken. In dit overzichtbieden wij u een beknopt overzichthier<strong>van</strong>.Visserij Innovatie PlatformVijf jaar lang heeft het Visserij InnovatiePlatform (VIP) gefungeerd alsstimulator <strong>van</strong> het innovatieklimaat inde Nederlandse <strong>vis</strong>sector. Eind 2006is het Visserij Innovatie Platform opgerichtmet leden afkomstig uit diversegeledingen <strong>van</strong> de <strong>vis</strong>serijsector. Deopdracht <strong>van</strong> het VIP betrof het sturinggeven aan de totstandkoming <strong>van</strong> eeninnovatieklimaat waarbinnen duurzameontwikkeling <strong>van</strong> de Noordzee<strong>vis</strong>serijplaatsvindt. Bij het formuleren<strong>van</strong> doelen heeft het VIP onderscheidgemaakt tussen korte en lange termijndoelen.Op de korte termijn ad<strong>vis</strong>eerde hetVIP wie of welke projecten in aanmerkingzouden moeten komen voorondersteuning <strong>van</strong>uit het EuropeesVisserij Fonds. Deze projecten warenvoornamelijk gericht op kosten- enenergiebesparing, vermindering <strong>van</strong>de effecten op de natuur en verhoging<strong>van</strong> de kwaliteit en de opbrengst. Bijnahonderd projecten ter bevordering<strong>van</strong> innovatie en samenwerking inde keten zijn goedgekeurd en (deels)gesubsidieerd door het VIP. Een grootaantal <strong>van</strong> de in dit verslag beschreveninitiatieven en activiteiten op hetgebied <strong>van</strong> verduurzaming zijn medemogelijk gemaakt door het VIP en hetEuropees Visserijfonds.Op de lange termijn formuleerdehet VIP ambities om naar toe tewerken. Ambities op het gebied <strong>van</strong><strong>verantwoord</strong> beheer <strong>van</strong> de zee,waardecreatie in de <strong>vis</strong>keten, multipurposemaritiem ondernemerschap enenergiebesparing. Om de ambities terealiseren is een groot aantal activiteitengeorganiseerd door het VIP, zoalsworkshops, seminars en uitwisselingen.Ook heeft het VIP de nodige studiesen onderzoeken laten uitvoeren.De concrete projecten en activiteiten<strong>van</strong> het VIP hebben in belangrijkemate bijgedragen aan de omslag inde houding <strong>van</strong> <strong>vis</strong>sers ten opzichte<strong>van</strong> verandering. Het bewustzijn enurgentiebesef dat veranderingen nodigzijn is toegenomen. Binnen de ‘p’ <strong>van</strong>people zijn een toenemend aantal <strong>vis</strong>serijondernemerszich er<strong>van</strong> bewustgeworden dat ze zelf <strong>verantwoord</strong>elijkzijn voor hun toekomst. Vissers nemenmeer initiatief, zoeken zelf naar oplossingenen tonen meer ondernemerschap.Het VIP is in die vijf jaar gesteunddoor een zogeheten klankbordgroep.


Deze klankborgroep bestond uitactieve <strong>vis</strong>sers, afkomstig uit alleverschillende <strong>vis</strong>serijregio’s. De klankbordgroepdiende als adviesorgaanaan het VIP, met een goede inbreng<strong>van</strong>uit de praktijk. Er is over diverseonderwerpen gesproken en het accentlag daarin op energiebesparing, certificering,de afzet en de markt.BlueportNa een aantal succesvolle jaren is hetVIP tot een einde gekomen. De transitiewaar de sector in zit moet echterworden voortgezet. In oktober 2010leidde dit tot het advies om te komentot een stelsel <strong>van</strong> regionale blueportswaarin de eerdere resultaten wordenverankerd en voortgezet. Een blueportis een netwerk <strong>van</strong> bedrijvigheidwaarbinnen, waarmee en waardooractiviteiten worden ontwikkeld gerichtop het aanjagen <strong>van</strong> innovatie en hetversterken <strong>van</strong> ondernemerschap ensamenwerking in de keten. Enkeleblueports zijn al opgericht en anderentreffen de voorbereidingen daartoe.KenniskringenDe sector bezit zelf veel (ervarings-)kennis over onder andere <strong>vis</strong>bestanden,<strong>vis</strong>technieken, <strong>vis</strong>kwaliteiten ecologie. Net als de kennis dieonderzoeksinstituten hebben, isdeze kennis <strong>van</strong> groot belang omde sector verder te verduurzamen.Het delen <strong>van</strong> die kennis is daarinde eerste stap. Op aangeven <strong>van</strong> desector heeft het Ministerie <strong>van</strong> EL&Idaarom in 2008 besloten om zogenaamde‘kenniskringen’ <strong>van</strong> <strong>vis</strong>serste ondersteunen. Kenniskringen zijnstudiegroepen die zelf ideeën, vragenof problemen hebben geformuleerden op zoek zijn naar oplossingen insamenwerking met onderzoekers enorganisaties. Begeleid door onderzoeksinstituten,worden de <strong>vis</strong>sersondersteund met het beantwoorden<strong>van</strong> kennisvragen, het organiseren<strong>van</strong> besprekingen, het leggen <strong>van</strong>contacten met andere organisatiesen het opstellen <strong>van</strong> projectplannenvoor bijvoorbeeld het aanvragen <strong>van</strong>subsidie. De kenniskringen zijn eengroot succes gebleken en nog steedsvolop actief om door middel <strong>van</strong> kennisdelingen samenwerking verder tekomen op verschillende duurzaamheidsthema’s.Momenteel zijn er meerdere kenniskringenactief. Dit zijn :• Puls- en sumwing<strong>vis</strong>serij op plat<strong>vis</strong>• Staandwant<strong>vis</strong>serij op tong• Flyshoot<strong>vis</strong>serij• Twin-rig<strong>vis</strong>serij op langoustinesen schol• Binnen<strong>vis</strong>serij• Kleinschalige kust- en zee<strong>vis</strong>serij• Mosselkweek met MZI• Slim <strong>ondernemen</strong> in deplat<strong>vis</strong><strong>vis</strong>serij• Duurzame Garnalen<strong>vis</strong>serij• IJsselmeer<strong>vis</strong>serij• Transitie VisserijZuidelijke Noordzee• Outrig<strong>vis</strong>serij• OesterkweekEen aantal voorbeelden uit de praktijk:De puls<strong>vis</strong>serij kan tot nu toe alleen59


60 60nog worden toegepast onder ontheffing<strong>van</strong> een verbod. Omdat depuls<strong>vis</strong>serij als duurzaam alternatiefwordt beschouwd in de tong<strong>vis</strong>serij(en mogelijk in andere <strong>vis</strong>serijen,zoals de garnalen<strong>vis</strong>serij), wordt erhard gewerkt aan opheffing <strong>van</strong> hetverbod. Eén <strong>van</strong> de benodigdhedenhiervoor is meer informatie over deeigenschappen <strong>van</strong> het pulstuig. Dekenniskring puls<strong>vis</strong>serij speelt hierinook een rol, door bijvoorbeeld hetinitiatief en de uitvoering <strong>van</strong> eenvergelijkend discards onderzoek voorhaar rekening te nemen.In de kenniskring oesterkweek wordtbijvoorbeeld hard gewerkt aan nieuwein<strong>van</strong>gst- en vermeerderingsmethodesvoor het kweken <strong>van</strong> oesters. Daarnaastwordt er binnen de kenniskringenook verder gekeken dan alleenbinnen Nederland. De kenniskringtwinrig<strong>vis</strong>serij op langoustines heeftbijvoorbeeld eind 2010 een bezoekgebracht aan hun Franse collega’sin Bretagne. Doel <strong>van</strong> het bezoekwas wederzijdse uitwisseling <strong>van</strong>kennis en ervaring over duurzamelangoustine<strong>vis</strong>serij en te zien hoe zein Bretagne de levende langoustinesverwaarden. De <strong>vis</strong>sers waren onderde indruk <strong>van</strong> de wijze waarop hunFranse collega’s aandacht bestedenaan het vermarkten <strong>van</strong> verse enlevende langoustines. Mede geïnspireerddoor dit bezoek zijn de Nederlandse<strong>vis</strong>sers aan de slag gegaanmet het experimenteren met aanvoer<strong>van</strong> levende langoustines, een marktdie in Nederland tot voor kort nog nietbestond.Het <strong>Productschap</strong> Vis is partner <strong>van</strong>MVO-Nederland. De partners doenkennis op over trends, ontwikkelingenen MVO-thema’s en wisselen praktijkervaringenuit. Het is een plek waarzij nuttige contacten opdoen, zichzelfkunnen profileren en samen aan deslag kunnen gaan met MVO.Goede doelenVanuit de sector wordt met regelmaatgeïnvesteerd in menskracht, faciliteitenen netwerken in de (lokale)samenleving.Veiling eerste vaatjeOosterscheldekreeftTraditiegetrouw vindt de start <strong>van</strong> hetkreeftenseizoen plaats in Colijnsplaatmet de veiling <strong>van</strong> de eerste kreeft,waarbij de opbrengst naar een goeddoel gaat. Hiermee start het seizoen<strong>van</strong> de Oosterscheldekreeft dat loopt<strong>van</strong> 1 april tot 15 juli.Verwijs Kreeftenparken uit Yersekekocht in 2010 de eerste Zeeuwsekreeft <strong>van</strong> dit seizoen voor€ 6.200 op de <strong>vis</strong>afslag <strong>van</strong> hetZeeuwse Colijnsplaat. GelegenheidsveilingsmeesterQuintus Ristie(Sokosokooo!) mocht de opbrengstoverhandigen aan Karen <strong>van</strong> Reenen


61<strong>van</strong> JUMP!, het jeugdfonds <strong>van</strong> deHartstichting.In de <strong>vis</strong>afslag komen veel ondernemers,veelal uit de regio en gerelateerdaan de <strong>vis</strong>sector, bijeen voordit evenement. De opbrengst <strong>van</strong> deveiling ad € 6.900 kwam in 2011 tengoede <strong>van</strong> Stichting Jonge Helden:voorkomen dat kinderen/tienersernstig vastlopen, nadat ze met eeningrijpend verlies te maken hebbengehad dat ze niet (voldoende) hebbenkunnen verwerken. Dit kunnenkinderen en jongeren zijn waar<strong>van</strong>de vader, moeder, broer of zus isdoodgegaan. De onderneming W&AFish uit Yerseke mocht zich uiteindelijkeigenaar <strong>van</strong> de kreeft noemen.Veiling eerste kistje scholVorig jaar werd voor de eerste maaleen ´veiling <strong>van</strong> de eerste kist meischol´georganiseerd. Op een maandagmorgenin mei bracht bij VisveilingUrk bracht dit kistje tot een recordbedrag<strong>van</strong> 116.000 euro. Het eindbedragvoor ´KiKa´ (Kinderen Kankervrij)overtrof de stoutste verwachtingen<strong>van</strong> veilingmeester Doeke Faber(<strong>Productschap</strong> Vis), de organisatorenen alle aanwezigen in de mijnzaal.Schol werd even nationaal nieuws. Hetenorme succes is niet in de laatsteplaats te danken aan de nek-aan-nekbiedingen tussen de handelaren RodéVis, Dayseaday en Noordzee Urk.Veiling eerste vaatjeHollandse NieuweHet eerste vaatje Hollandse nieuweheeft in 2010 op de Scheveningse<strong>vis</strong>afslag 58.000 euro opgebracht.De haringen kwamen in het bezit <strong>van</strong>groothandel Makro.De cheque met opbrengst kwam tengoede <strong>van</strong> Stichting Kinderpostzegels.Met de opbrengst steunt de stichtingprojecten voor kinderen in Nederlanden het buitenland. Die projecten zijnerop gericht kinderen iets te leren overgezonde voeding en het belang <strong>van</strong>voldoende beweging.Jantje Beton is het doel dat in hetjaar 2011enthousiast de donatie <strong>van</strong>67.750 euro in ont<strong>van</strong>gst nam. Hetmooie bedrag kwam ten goede <strong>van</strong>een schoolpleinenproject. Schoolpleinenkunnen een belangrijke speelfunctiein de buurt hebben. Maar vaakzijn deze na schooltijd niet toegankelijken sluit de inrichting niet aanbij speelwensen <strong>van</strong> kinderen. JantjeBeton ondersteunt scholen die hunplein willen openstellen voor de buurten waar<strong>van</strong> de inrichting veel overlaataan de fantasie.De start <strong>van</strong> het seizoen <strong>van</strong> de HollandseNieuwe wordt jaarlijks op veleplaatsen in het land gevolgd doorharingparty’s door tal <strong>van</strong> initiatiefnemers.Een neveneffect is dat ook daarwordt veelvuldig een vaatje haringgeveild voor een goed doel.Ondernemers in de <strong>vis</strong>sector initiërendaarnaast met regelmaat activiteiten,waarbij de promotie <strong>van</strong> <strong>vis</strong>, schaalenschelpdieren hand in hand gaatmet het steunen <strong>van</strong> een goed doel.


62Lijst met gebruikte afkortingenAIPCE-CEP AIPCE: European Fish Processors Association, CEP: EuropeanFederation of National Organisations of Importers and Exporters of Fish.ACCAquaculture Certification CouncilASCAquaculture Stewardship CouncilBAPBest Aquaculture PracticeCBSCentraal Bureau voor de StatistiekCVOCoöperatieve VisserijorganisatieCVVCertificaat Verantwoordelijk VissenDDTDiscards DenkTankDNADesoxyribonucleïnezuurDUPANDuurzame Palingsector NederlandEL&IMinisterie <strong>van</strong> Economische zaken, Landbouw en InnovatieEUEuropese UnieEVCEerder verworven competentiesEVFEuropees Visserij FondsFIMPASFisheries Measures in Marine Protected AreasFOSFriends of the SeaGAAGlobal Aquaculture AllianceGLOBALG.A.P. Global Good Agricultural PracticesGVBGemeenschappelijk Visserij BeleidICESInternational Council for the Exploration of the SeaILVOVlaamse Instituut voor VisserijonderzoekKIMOKommunenes Internasjonale MiljøorganisasjonKRMKaderrichtlijn MarienLEILandbouw Economisch InstituutLNVMinisterie <strong>van</strong> Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,nu ministerie <strong>van</strong> Economische zaken, Landbouw en Innovatie (EL&I)MSCMarine Stewardship Council.MVO<strong>Maatschappelijk</strong> Verantwoord OndernemenMZIMozzelzaadin<strong>van</strong>ginstallatieNIOZKoninklijk Nederlands Instituut voor ZeeonderzoekOHVVereniging <strong>van</strong> Handkokkel<strong>vis</strong>sers ‘Op handkracht verder’ (OHV)PFAThe Pelagic Freezer-trawler AssociationPOProducenten OrganisatieRACRegional Ad<strong>vis</strong>ory CouncilRFSResponsible Fishing SchemeSEGSustainable Eel GroupTWINSON-project De naam <strong>van</strong> het project staat voor twin sonars, twee sonarsVBCVisstand Beheer COmmissieVBHLVereniging Beroepsmatige Handlijn<strong>vis</strong>sers NederlandVIBEGVisserij in Beschermde GebiedenVIPVisserij Innovatie PlatformWNFWereld Natuur Fonds


VerantwoordingHet Meerjarenplan Verantwoorde Vis is een samenwerking<strong>van</strong> alle branches in de <strong>vis</strong>sector, het <strong>Productschap</strong> Vis enhet Nederlands Visbureau.63Colofon<strong>Productschap</strong> Vis en Nederlands Visbureau namens Nederlandse <strong>vis</strong>sector.Postbus 72 T 070 336 96 55 E p<strong>vis</strong>@p<strong>vis</strong>.nl2280 AB Rijswijk F 070 395 29 50 I www.p<strong>vis</strong>.nlUitgave: <strong>Productschap</strong> Vis l Vormgeving: Martin de Ruiter, Diseno l Productie: GrafissimoFoto<strong>verantwoord</strong>ing: <strong>Productschap</strong> Vis en Nederlands Visbureau l Redactie: Inger Wilms en Agnes Leewis lJanuari 2012

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!