11.07.2015 Views

Eliëzer Kropveld: zijn leven - De Evangelist

Eliëzer Kropveld: zijn leven - De Evangelist

Eliëzer Kropveld: zijn leven - De Evangelist

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

is. Professor Noordtzij is het daar mee eens en deelt uit eigen ervaring mee, ‘hoe een traktaat,zwijgend overhandigd, middel ter bekeering werd, terwijl, omgekeerd, een uitdeeling gepaard met eentoespraak aanleiding gaf tot uiting van brutale vijandschap’.Van de aanwezigen is er niemand die enig bezwaar heeft tegen de traktaatverspreiding. Daaromgeldt, zegt <strong>Kropveld</strong>: ‘Zoo dan, die weet goed te doen, en het niet doet, dien is het zonde!’ <strong>Kropveld</strong> isverder van mening, dat het beste middel om het vooroordeel en het veroordelen te overwinnen deSchriftuurlijke prediking is.Nut en noodzaakOver het nut en de noodzakelijkheid van traktaatverspreiding schrijft <strong>Kropveld</strong> zeer regelmatig in <strong>De</strong>Bazuin. Hij roept daarin de lezers steeds op om ernst te maken met traktaatverspreiding. Een heelduidelijk voorbeeld daarvan is wat hij schrijft in <strong>De</strong> Bazuin van 18 februari 1910 (LXIII no. 7) onder detitel ‘Dit jaar zult gij sterven’. <strong>De</strong> titel verwijst naar het woord van de profeet Jeremia gesproken tegende valse profeet Hananja (Jeremia 28: 16). Het kan zo maar <strong>zijn</strong>, dat de lezers ‘eer 1910 ten einde is,niet meer onder de <strong>leven</strong>den worden geteld’. Daarom moeten, willen de lezers behouden worden, zijChristus – als het enige fundament van de zaligheid – zoeken. <strong>De</strong> lezers moeten daar ook anderen opwijzen en daarom is het zo nodig, ‘dat wij altijd van die papieren Evangelieboden voorzien <strong>zijn</strong>, enmitsdien van den arbeid van ons Gereformeerd Traktaatgenootschap een naarstig gebruik maken’.Alsof het nog niet genoeg is voegt <strong>Kropveld</strong> er het volgende aan toe:‘Of hebben we ons tot dusver nog met geen traktaatverspreiding opgehouden?Maar als we dan dit jaar eens sterven; sterven zonder ooit één blaadje te hebben uitgereikt,zonder ooit iets tot redding van onze medemenschen te hebben gedaan, wat dunkt u, mijnwaarde lezer, of lezeres, zou de gedachte aan die onverschilligheid de kalmte op het sterfbedkunnen verhoogen?O, dat toch niemand onzer behoeft heen te gaan met de zelfbeschuldiging, dat hij om het heil<strong>zijn</strong>er naasten zich niet heeft bekommerd; waarlijk zulk een sterven is ver van benijdbaar’.<strong>Kropveld</strong> laat er direct op volgen – opdat de lezers toch niet zullen denken, dat het mogelijk is om hetheil te verdienen, dat als vrucht van het geloof toch ook het ‘arbeiden aan het heil van anderen’ nietgemist mag worden.<strong>Kropveld</strong> zelf hield zich van de traktaatverspreiding ook niet afzijdig, getuige – bijvoorbeeld – eenartikel in <strong>De</strong> Bazuin van 19 april 1895 (XLIII no. 16), waarin hij schrijft, dat hij op het station vanUtrecht een half uur moest wachten en hoe hij dat half uur gebruikte om traktaten te verspreiden. <strong>De</strong>eerste die <strong>zijn</strong> hand uitstrekte om een traktaat van hem in ontvangst te nemen was overigens eenJood! Nog een ander voorbeeld geeft hij in <strong>De</strong> Bazuin van 9 augustus 1895 (XLIII no. 32). Onder detitel ‘Hoe men met vreemdelingen evangelizeeren kan’ vertelt <strong>Kropveld</strong> over een bezoek in 1894 aande Tentoonstelling in Antwerpen (bedoeld zal <strong>zijn</strong> de zogenaamde Wereldtentoonstelling) en hoe hijdaar met behulp van een boekje van het ‘Britsch en Buitenlandsch Bijbelgenootschap’ konevangeliseren. Eerder deed hij dat ook al op de wereldtentoonstelling in Amsterdam (1893). Hetboekje bevatte met name een vertaling van Johannes 3: 16 in ‘meer dan 300 talen en tongvallen’. In‘het kamp van de Algerijnen’ had hij daar een bijzondere ontmoeting met een ‘zone Enaks’, die eengedoopt christen bleek te <strong>zijn</strong>. ‘Neen, met geene woorden is het uit te spreken, wat we gevoelden,toen die bijna zwarte hand in de onze gelegd werd, en wij het genot smaakten om nog eenigewoorden over het <strong>leven</strong> des geloofs en de vergeving der zonden met dien Afrikaanschen Broeder temogen wisselen’. Tentoonstellingsbezoek mag dan onder de categorie ‘ontspanning’ vallen, ook danzullen we overvloedig in het werk van de Here moeten <strong>zijn</strong>, is <strong>Kropveld</strong>s overtuiging.Samenvatting<strong>Kropveld</strong> was een missionair bewogen predikant, die verder keek dan <strong>zijn</strong> eigen gemeente. Het isbewonderenswaardig, dat hij naast <strong>zijn</strong> ‘gewone’ werkzaamheden als predikant zoveel energie en tijdheeft gestoken in <strong>zijn</strong> werkzaamheden voor het Gereformeerd Traktaatgenootschap ‘Filippus’ en datgedurende een lange reeks van jaren.<strong>De</strong> traktaatverspreiding zag hij als een op de bijbel gegronde vorm van evangelisatie. Daarbij was hijcreatief en wilde hij alle mogelijkheden die er waren aangrijpen om zoveel mogelijk mensen met hetevangelie bekend te maken of op te roepen de bijbelse boodschap, met het oog op de eeuwigheid,serieus te nemen. Hij kon begrijpen, dat er vooroordelen tegen de traktaatverspreiding bestonden enook dat dit werk werd veroordeeld, maar verwachtte dit niet van Gereformeerde christenen.Traktaatverspreiding beantwoordt immers aan het bevel van de Here zelf en behoort tot de roepingvan een christen.27

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!