11.07.2015 Views

Eliëzer Kropveld: zijn leven - De Evangelist

Eliëzer Kropveld: zijn leven - De Evangelist

Eliëzer Kropveld: zijn leven - De Evangelist

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

weer hebben ingevoerd?’ <strong>Kropveld</strong> doelt niet op het letterlijk brengen van kinderoffers, maar vraagtzich hardop af, of, wanneer wij onze kinderen niet opvoeden ‘in de vreeze en vermaning des Heeren’,wij ze dan niet van God aftrekken en aan de duivel, de god van deze eeuw geven. We voeden onzekinderen beschaafd op, maar als wij ze niet wijzen op wat ze voor de eeuwigheid nodig hebben, danofferen wij ze aan de Moloch. ‘Heeft niet Jehovah, en Jehovah alleen ten volle aanspraak op onzetoewijding?’Er <strong>zijn</strong> slechts twee wegen: de smalle en de brede weg. Een tussenweg is er niet. Wanneer dekinderen niet opgevoed worden ‘in de vreeze des Heeren’, ‘al zetten wij hen niet tegen God op, alleeren wij hen den naam des Heeren niet misbruiken, en zenden ze naar kermis en komedie nietheen; dit doet er niet toe: vergif dat langzaam werkt, is ook vergif. Juist de indrukken die een jong kindin zich opneemt werken lang na. Daarom <strong>zijn</strong> een christelijke opvoeding en scholing zo belangrijk.<strong>De</strong> wereld, met welke afgod ook, gaat voorbij, ‘maar die de wille Gods doet blijft in der eeuwigheid.En dit is de wille Gods, dat wij, vernieuwd, door de kracht des Heiligen Geestes, gelooven in denHeere Jezus Christus; en wij mitsdien voor den tijd en voor de eeuwigheid aan Hem ons overgeven enin Hem gelukkig zullen <strong>zijn</strong>’.,,Nog Tijd genoeg!” 223Veel mensen stellen steeds maar uit. Hun lievelingswoord is: ‘Nog tijd genoeg!’ Door dit woord <strong>zijn</strong> alveel mensen teleurgesteld, niet zonder hun schade ‘en hoe vele duizenden zullen er niet <strong>zijn</strong>, die doordit woord zich bedriegen voor de eeuwigheid’. Er <strong>zijn</strong> genoeg mensen die vinden, ‘dat er wat met denmensch gebeuren moet, zal het voor de eeuwigheid goed met hem gaan’, maar denken: ‘Nog tijdgenoeg!’ Maar wie zegt dat dit waar is? Elke dag kunnen we in de dagbladen lezen dat mensenplotseling ‘het tijdelijke met het eeuwige hebben verwisseld’ en het kan ook ons overkomen. Wij‘dragen den dood in onze neusgaten’ en weten niet of we de avond nog zullen halen. ‘Ja, eer ge dittraktaatje ten einde hebt gelezen, kan reeds uw stervensuur hebben geslagen’. Het moet als eenweldaad worden beschouwd, dat de lezer er via het traktaatje nog aan herinnerd wordt.In de bijbel komen we voorbeelden tegen van mensen die zich niet bekeerden, ondankswaarschuwingen. <strong>Kropveld</strong> wijst op de mensen in Noachs dagen en op de inwoners van Sodom enGomorra. Zo is het de eeuwen door gegaan. <strong>De</strong> rechterstoel van Christus zal openbaren ‘hoeveletienduizenden zich teleurgesteld zullen zien, omdat zij datgene, wat het eerst moest worden betracht,tot het laatst hebben verschoven’.<strong>De</strong> vraag is of de lezers ook onder die duizenden ongelukkigen geteld zullen worden. Opnieuw doetde schrijver daarom een oproep aan de lezers om tot Christus de toevlucht te nemen. Anders wacht‘de eeuwige duisternis, d.i. de eeuwige rampzaligheid’. <strong>De</strong> Here Jezus Christus heeft ‘<strong>zijn</strong> dierbaarbloed laten stroomen’ voor zondaren. ‘Kom slechts als een arme en verdoemeniswaardige in uzelf, omalleen op vrije genade te pleiten’.,,Wie hier binnentreedt, late alle Hoop varen!” 224<strong>Kropveld</strong> begint met de voorstelling van Dantes hel uit <strong>zijn</strong> <strong>De</strong> goddelijke comedie voor <strong>zijn</strong> lezers teschilderen. Boven de buitenpoort staat geschreven: ‘Wie hier binnentreedt, late alle hoop varen’.Hoewel Dantes gedicht uit zinnebeeldige voorstellingen bestaat, moet dit opschrift in zoverre letterlijkworden opgevat, dat voor de bewoners van de hel inderdaad alle hoop is vervlogen. Er <strong>zijn</strong>, door detijd heen, wel steeds mensen geweest ‘die de deur der hope ook voor de helbewoners nog ontslotenhebben’, maar ‘Gods Woord kent (…) zulke droomerijen niet. <strong>De</strong> bijbel tekent twee wegen, eeuwig welof eeuwig wee. We moeten bedenken, dat we slechts door eigen schuld verloren gaan. In de hel zal erhet eeuwig zelfverwijt <strong>zijn</strong>, ‘dat wij zalig hebben kunnen worden, maar dat wij niet zalig hebben willenworden, omdat wij den Christus, die ons op allerlei manier was gepredikt, moedwillig hebbenverworpen’.Levenslange gevangenisstraf is al erg, maar valt in het niet bij het voor eeuwig verloren gaan. Over‘zulk een ontzettenden toestand’ moet de lezer toch eens ernstig nadenken. En: er is nog eenmogelijkheid gered te worden. Daarom: ‘zoek God en leef, zoek Hem in het aangezicht van den HeereJezus, die gekomen is om te zoeken en zalig te maken, dat verloren was’. In de drie-enige God ligt heteeuwige geluk. Boven de hemelpoort staat ook een opschrift: ‘Wie hier binnentreedt, wordt verzadigdmet vreugde voor Gods aangezicht, eeuwig en altoos!’223Breukelen 1903 – Traktaat nr. 344.224Breukelen 1903 – Traktaat nr. 345.70

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!