11.07.2015 Views

Eliëzer Kropveld: zijn leven - De Evangelist

Eliëzer Kropveld: zijn leven - De Evangelist

Eliëzer Kropveld: zijn leven - De Evangelist

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

kenteekenen van zaligmakende verandering flauwer werden, naarmate de beterschap naar hetlichaam toenam, en er ten slotte hoegenaamd niets van is overgeb<strong>leven</strong>’. <strong>Kropveld</strong> citeert, om dit teondersteunen, Comrie, die er in <strong>zijn</strong> ABC des geloofs een sprekend voorbeeld van geeft. 263Laat niemand denken, waarschuwt <strong>Kropveld</strong>: ‘Ik heb op mijn ziekbed iets ondervonden, en nu ben ikvoor den dood niet meer bevreesd’. Pas wanneer die ervaring wordt gevolgd door een ‘<strong>leven</strong> desgebeds en der zelfopoffering’, een dagelijkse omgang met God en een niet aflatende strijd tegen dezonde, ‘alleen dan, zeg ik, mogen we uit hetgeen in onze ziekte is gebeurd, troost putten voor onshart’.Overigens is het veel beter om het niet op een ziekbed aan te laten komen. Het zou heel wel kunnendat we plotseling door ‘den sikkel des doods’ worden geveld. Bovendien, wanneer er wel sprake vaneen ziekbed is, dan hebben we vaak zoveel met ons lichaam te stellen, dat we ‘te suf en te lusteloos<strong>zijn</strong> om aan de dingen der eeuwigheid te denken’. Maar waarom de bekering eigenlijk uit te stellen?,vraagt <strong>Kropveld</strong> zich af. <strong>De</strong> dienst des Heren is niet een last! We moeten ons haasten ‘om Hemnederig te voet te vallen’, want het is gelukkiger ‘wanneer we in den morgenstond van ons <strong>leven</strong>, metfrissche, met ongebroken krachten Hem dienen’, dan ziek, zwak, oud of afgeleefd. En wanneer wedan toch ziek worden, zullen we er geen berouw van hebben Hem in gezonde dagen te hebbengezocht en gediend.Schapen en bokken 264Allereerst is het de auteur opgevallen, dat de bijbel vaak beelden gebruikt die aan de natuur ontleend<strong>zijn</strong>. Dit is niet zo vreemd, als bedacht wordt, dat Israël vooral moest <strong>leven</strong> van de landbouw en deveeteelt. Het Israël van nu is vooral een ‘handeldrijvend volk’.In de bijbel komt van al die beelden uit de natuur het schaap het meest voor. In hoofdstukken alsEzechiël 34 en Johannes 10 zelfs meerdere malen. Mattheüs 25: 31-34 en 41, 46 vindt <strong>Kropveld</strong> eenmerkwaardige beeldspraak. Het gaat hier om het scheiden van de schapen en de bokken. Het schaapis vooral het beeld ‘der zachtheid en volgzaamheid’ (vgl. Jesaja 53: 7). ‘<strong>De</strong> bok daarentegen is hetbeeld van eigenzinnigheid, stugheid en geilheid; zoodat in deze twee beelden eenerzijds het volgenvan Jezus, en anderzijds het wandelen op eigen gekozen paden zeer juist geteekend is’. Onder‘bokken’ moet overigens ‘geiten’ worden verstaan. Er wordt in Mattheüs 25 niet een onderscheidtussen schapen (ooien) en rammen gemaakt, maar tussen schapen en bokken. Waarom men van‘bokken’ spreekt in plaats van ‘geiten’ is, omdat ‘geheel de diersoort niet naar het wijfje, maar naar hetmannetje genoemd’ wordt. Vandaar dat men nooit spreekt van een ‘geitenwagen’, ‘maar hoort mensteeds van een bokkenwagen spreken, al is er ook een geit voor gespannen’. Zij graasden samenmet de schapen op dezelfde weide. Maar wanneer zij naar de stal of de kooi gaan, dan scheidt deherder de schapen van de bokken. Zo zal het ook gaan op de oordeelsdag. Tot die tijd <strong>zijn</strong> zegemengd, zoals ook het onkruid opgroeit tussen de tarwe. Die scheiding, dat oordeel is niet aan ons,maar aan God. Hij maakt uit wie wel en wie geen kind van God is. Voor de één is de oordeelsdag eendag van verrassing, van geluk en voor de ander is die dag ‘schrikwekkend’, waarop een ‘ontzettendeballingschap, waaraan nimmer een einde zal komen’ zal intreden.<strong>De</strong> scheiding vindt plaats onder mensen ‘die onder hetzelfde Evangelie hebben geleefd, metdenzelfden Doop waren geteekend, dezelfde uitnoodiging tot de goederen des heils ontvangenhadden, en die op dezelfde weide werden gehoed’. <strong>De</strong>rhalve moet ernstig de vraag overwogenworden, of wij tot de schapen, dan wel tot de bokken behoren. En wie voor het ‘schrikwekkend oordeelnog vreezen moet, vluchte daarom tot de volheid van Gods genade, belijde <strong>zijn</strong> afval van- en <strong>zijn</strong>opstand tegen den Heere in oprechtheid voor Hem, die de harten kent en de nieren proeft, en zoekeverzoening in het bloed van den Heere Jezus Christus’. ‘Wie een schaap van Zijn kudde is geworden,die mag met den man naar Gods harte jubelen: <strong>De</strong> Heere is mijn Herder…’ (Psalm 23).<strong>De</strong> Invloed van het zaligmakend Geloof 265Het gaat hier om de publicatie van een brief van de ‘beroemde Engelsche predikant John Newton, dieals jongeling een zeer losbandig <strong>leven</strong> heeft geleid, maar door Gods genade tot bekeering kwam’. 266<strong>De</strong>ze bekering kwam uit in ‘een nauwgezetten <strong>leven</strong>swandel en in een getrouwe prediking derwaarheid’.263A. Comrie (1706-1774) was een Schots/Nederlands predikant en een late vertegenwoordiger van de Nadere Reformatie. ZijnHet A.B.C. des Geloofs of Verhandeling van de benaamingen des Saligmaakenden Geloofs volgens de letteren van hetalphabet, verscheen voor het eerst in 1739.264Breukelen 1903 – boekje CLIX.265Breukelen 1906 – boekje CLXXIII.266John Newton (1725-1807) diende als kapitein op een slavenschip. Nadat hij tot bekering was gekomen werd hij predikant inde Anglicaanse kerk. Een selectie van <strong>zijn</strong> brieven is onder de titel <strong>De</strong> stem van het hart (vertaling J. de Jager) in 2006uitgegeven bij gebr. Koster te Barneveld. Newton schreef ook liederen, waaronder het bekende: ‘Amazing grace’.83

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!