11.07.2015 Views

Niet-aangeboren hersenletsel - Heliomare

Niet-aangeboren hersenletsel - Heliomare

Niet-aangeboren hersenletsel - Heliomare

SHOW MORE
SHOW LESS
  • No tags were found...

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Revalidatie<strong>Niet</strong>-<strong>aangeboren</strong> <strong>hersenletsel</strong>HersenletselElk mens loopt de kans <strong>hersenletsel</strong> te krijgen. Een ziekte of (verkeer)ongeval kan hiervan de oorzaakzijn. Dankzij snel voortschrijdende medische technologie en wetenschap blijven mensen die <strong>hersenletsel</strong>oplopen steeds vaker in leven. Na de ziekenhuisopname kan behandeling in een revalidatiecentrumnoodzakelijk zijn. De problematiek is ingewikkeld: niet-<strong>aangeboren</strong> <strong>hersenletsel</strong> (NAH) betreft letsel tengevolge van een ongeval (contusio cerebri), een hersenbloeding of –infarct (CVA), een zuurstoftekort inde hersenen (anoxie) een hersen(vlies)ontsteking of een hersentumor. Veelal ontstaat een combinatie vanproblemen op het gebied van lichamelijk functioneren, communicatie, cognitief (verstandelijk)functioneren, emotie, gedrag en persoonlijkheid.Klinische revalidatieDe klinische revalidatie vindt plaats op de NAH-afdeling (afdeling 1A) waar plaats is voor 15 patiënten. Deafdeling is onderverdeeld in twee delen. In een kleine unit wordt aan mensen met zeer ernstigestoornissen veel structuur geboden en wordt de basis gelegd voor verdere revalidatie. Het accent ligt hierop het bewust worden van beperkingen. Het andere deel van de afdeling is bestemd voor mensen metNAH, die met hulp van het revalidatieteam zelf kunnen werken aan hun revalidatie. Hier ligt het accent ophet opnieuw leren van dagelijkse en sociale vaardigheden en op terugkeer naar werk en maatschappij.Patiënten met niet-<strong>aangeboren</strong> <strong>hersenletsel</strong>, zoals een beroerte (CVA) worden ook op anderegespecialiseerde verpleegafdelingen (afd. 3 A/B) binnen <strong>Heliomare</strong> revalidatie opgenomen. Dat is vooralhet geval als de cognitieve gevolgen relatief minder ernstig zijn of de motorische gevolgen meer op devoorgrond staan.NAH-afdelingDe NAH-afdeling biedt structuur aan patiënten die ernstige cognitieve en/ of gedragsmatige problemenhebben. Prikkels en invloeden van buitenaf worden daar zoveel mogelijk gereguleerd. De afdeling bestaatuit één en tweepersoonskamers. Er is een huiskamer annex keuken, sanitaire voorzieningen en een eigenbehandelruimte. In de huiskamer is altijd een activiteitenbegeleidster aanwezig. Tussen debehandelingen door biedt deze persoon activiteiten voor de individuele patiënt of de groep. In de eersteperiode na opname wordt de patiënt door de therapeuten op de afdeling behandeld en/of onderzocht.De dag van opnameNa de eerste formaliteiten rondom de opname haalt de verpleging van afdeling 1A de patiënt enbegeleidende familie op. Op de afdeling vindt een opnamegesprek plaats. De patiënt is zelf niet altijd instaat de gewenste informatie te geven; de familie kan deze dan aanvullen. Het behandelteam wil graageen zo goed mogelijk beeld krijgen van de patiënt zoals deze was vóór het ongeval of de ziekte: vragenover hobby’s, het karakter, de maatschappelijke positie, relaties, roken, snoepen, gewoonten e.d. komenbij het opnamegesprek met de verpleging aan de orde. Afspraken worden gemaakt over eencontactpersoon vanuit de kring van de naastbetrokkenen, over bezoekregelingen (o.a. max. driebezoekers tegelijk bij de patiënt), over weekend mogelijkheden thuis, meelopen met therapieën e.d.


Omdat het contact tussen de verpleging en de naastbetrokkenen intensief is op deze afdeling, is het vangroot belang dat een wederzijdse openheid ontstaat voor het stellen en beantwoorden van vragen diegaan over de opname en de behandeling van de patiënt. Op de dag van opname hebben patiënt enbegeleiders tevens een eerste contact met de revalidatiearts.Het behandelteamHet NAH-team van <strong>Heliomare</strong> bestaat uit een revalidatiearts, neuropsychologen, cognitief trainer,verpleegkundigen, fysiotherapeuten, ergotherapeuten, logopedisten, muziektherapeut, maatschappelijkwerkenden en een bewegingsagoog. Dit team heeft zich in de afgelopen jaren gespecialiseerd in debehandeling van mensen met <strong>hersenletsel</strong> bij wie cognitieve stoornissen en gedragsveranderingen op devoorgrond staan. Eens per 6-8 weken bespreekt het team het behandelplan uitvoerig tijdens eenuitgebreide patiëntenbespreking (UPB). Daarbij wordt gestreefd naar afspraken over een eenduidigebenadering van de patiënt die zowel door de teamleden als door de naastbetrokkenen gehanteerd wordtin het contact met de patiënt. Kort na die bespreking wordt er voor de partner/ familie (max. drie personen)een meeloopdag georganiseerd. De revalidatiearts bespreekt dan de vorderingen en revalidatiedoelenmet patiënt en partner/familie, er worden behandelingen bijgewoond en vinden gesprekken met andereteamleden plaats. Daarnaast komt het team wekelijks bijeen in een teamoverleg waarbij patiënten kortbesproken worden om na te gaan of het behandelplan verloopt zoals bedoeld.De revalidatieartsDe revalidatiearts leidt het behandelteam, coördineert de behandeling en behartigt alle medische zakendie zich in de loop van de revalidatiebehandeling voordoen. De revalidatiearts raadpleegt zo nodig anderemedisch specialisten en informeert de huisarts na beëindiging van de behandeling. Na ontslag volgt somseen poliklinische behandeling bij de polikliniek niet-<strong>aangeboren</strong> <strong>hersenletsel</strong> (NAH-poli) in <strong>Heliomare</strong>, eenbehandeling in de eigen regio of komt de patiënt nog periodiek bij de revalidatiearts voor controle.De verplegingDe verpleging heeft de 24-uurs zorg voor de patiënt en is geschoold in het omgaan met mensen met niet<strong>aangeboren</strong><strong>hersenletsel</strong>. Revalidatieverpleging betekent aanvullen, ondersteunen en stimuleren van dezelfzorg van de patiënt. Het doel is zo zelfstandig mogelijk leren functioneren met de beperkingen die erzijn. De vaardigheden die de patiënt in de therapieën leert, worden onder begeleiding van de verplegingbinnen de afdeling zoveel mogelijk toegepast. Elke patiënt heeft een eerstverantwoordelijke verplegende(EVV). Deze coördineert de zorg rondom de patiënt en stelt in overleg de zorgdoelen vast. De zorg wordtvastgelegd in het verpleegplan. De EVV is ook de contactpersoon voor de familie. Voor de tussentijdseuitwisseling van vragen en mededelingen tussen het behandelteam en de familie is op de afdeling perpatiënt een communicatieschrift aanwezig. Naast de zorg voor de individuele patiënt is de zorg voor eengoed leefklimaat een belangrijke taak van de verpleging. Hiertoe worden groepsgesprekken engezamenlijke activiteiten georganiseerd.


De fysiotherapeutDe fysiotherapeut onderzoekt en oefent in de eerste plaats de stoornissen op het gebied van de motorieken het bewegen. Hierbij wordt rekening gehouden met andere stoornissen b.v. in de zintuiglijkewaarneming, de communicatie, het geheugen en het concentratievermogen. De fysiotherapeut heeft debeschikking over een aantal technieken en hulpmiddelen tijdens de therapie. In de loop van debehandeling stimuleert de fysiotherapeut de patiënt zoveel mogelijk zelf te gaan doen en biedt hemminder hulp. Het uiteindelijk doel van de revalidatiebehandeling is de patiënt weer zo zelfstandig mogelijkte maken. Soms is het gebruik van hulpmiddelen daarbij nodig.De ergotherapeutErgotherapie helpt mensen met beperkingen of problemen in hun dagelijks functioneren om weer zooptimaal mogelijk de dag door te komen. De activiteiten die problemen opleveren en die voor de patiënten/ of familie belangrijk zijn, worden zo praktisch mogelijk aangepakt. Het kan hierbij gaan om aankledenof naar het toilet gaan, maar ook om huishoudelijk werk en dagbesteding activiteiten. Voor mensen metNAH betekent het vaak dat zij opnieuw dagelijkse activiteiten moeten leren plannen en organiseren of datzij deze activiteiten op aangepaste wijze moeten leren doen. In sommige gevallen zijn (tijdelijke)voorzieningen noodzakelijk, hierover kan de ergotherapeut u adviseren. Een onderdeel van deergotherapeutische behandeling is thuis behandelen. Dit houdt in dat u samen met uw ergotherapeut inuw eigen woonomgeving kunt werken aan de doelen die u en/of uw familie heeft op het gebied vanpraktische activiteiten. Uit verschillende onderzoeken blijkt dat gericht oefenen van taken in de eigenomgeving leidt tot een verbetering in het dagelijks functioneren.ActiviteitenbegeleidingDe activiteitenbegeleidster is dagelijks aanwezig in de huiskamer van de high care. Ze begeleidt patiëntenbij het ontwikkelen van activiteiten op het gebied van creativiteit, spel en ontspanning. Hierbij kan het gaanom het oppakken van oude of nieuwe hobby’s. In eerste instantie gebeurt dit op de afdeling zelf, maarzodra de patiënt meer prikkels aan kan, kan dit ook op de afdeling activiteitenbegeleiding gebeuren. Deactiviteitenbegeleidster is tevens degene die de patiënt op weg helpt bij het vinden van vrijetijdsactiviteitenin de thuissituatie. Hiertoe heeft zij regelmatig contact met maatschappelijk werk, ergotherapie en hetsportbureau.De logopedistDe logopedist onderzoekt en behandelt stoornissen op het gebied van de communicatie. Dit kunnenproblemen zijn met het begrijpen en uiten van taal (afasie) of met de spraakmotoriek (dysartrie). Doormiddel van testonderzoek wordt de aard en de ernst van de communicatiestoornissen vastgesteld zodateen juiste therapie gegeven kan worden. De logopedist geeft advies aan het team en de familie tenbehoeve van het omgaan met communicatieproblemen. Voor familieleden van patiënten met afasieorganiseert de afdeling logopedie periodiek familiebijeenkomsten waarbij voorlichting over afasie wordtgegeven en ervaringen met het omgaan met communicatieproblemen worden besproken en uitgewisseld.Als de functie van de mondspieren (tong, lippen, gehemelte, stembanden) niet goed is, kunnen erproblemen zijn met eten en drinken. Ook daaraan besteedt de logopedist aandacht. De verpleging volgtbij de verzorging van de patiënt het advies van de logopedist.


De maatschappelijk werkerHersenletsel beïnvloedt ook het leven van de familie van de patiënt sterk. Daarom is het belangrijk dat denaasten van de patiënt, in het bijzonder de partner, ouders of kinderen met wie de patiënt samenwoont en-leeft, nauw bij de revalidatiebehandeling betrokken worden. De maatschappelijk werker begeleidt denaasten van de patiënt bij de verwerking en bij het omgaan met de beperkingen engedragsveranderingen. Hij doet dit in overleg en samenwerking met de psycholoog en team die in deeerste plaats de patiënt begeleiden. Ook adviseert de maatschappelijk werker patiënt en familie zo nodigop het gebied van huisvesting, sociale voorzieningen en andere financiële zaken, juridische bijstand e.d.Een uitnodiging voor een gesprek volgt zo spoedig mogelijk na opname. Tijdens de revalidatie zullen erverschillende momenten zijn waarop de familie informatie en ondersteuning krijgt in het leren omgaan metde veranderde situatie na het <strong>hersenletsel</strong>. Zie hiervoor het kopje familieparticipatie.De psycholoogDe neuropsycholoog probeert vast te stellen welke gevolgen het <strong>hersenletsel</strong> heeft in cognitief,emotioneel en gedragsmatig opzicht. Hiertoe vinden er gesprekken plaats en wordt – indien mogelijk –een neuropsychologisch onderzoek verricht. De onderzoeksresultaten geven gewoonlijk een profiel vande sterke en zwakkere kanten en dit profiel is nodig voor het plannen van de behandeling, begeleiding ofbijvoorbeeld voor het vinden van een geschikte school, revalidatie- of woonsetting. Met behulp van desterke kanten kan gekeken worden welke compensatiemogelijkheden er zijn en wat de meest geschikteaanpak is in het dagelijks leven. De bevindingen van neuropsychologisch onderzoek zijn vaak ookbelangrijk voor therapieën zoals fysiotherapie en ergotherapie. Soms wordt iemand herhaaldelijkonderzocht om te zien of er een verandering van de stoornissen is opgetreden (bijvoorbeeld eenverbetering door een behandeling). Vaak speelt de psycholoog ook een belangrijke rol in de verderebehandeling en begeleiding van de patiënt met <strong>hersenletsel</strong>. Dat kan bestaan uit velerlei activiteiten, zoalshet leren accepteren van de beperkingen, geheugentraining of begeleiding in de werkhervatting. Naast depatiënt kan ook de familie worden geïnformeerd en begeleid in het proces van aanpassing na<strong>hersenletsel</strong>.Psychodiagnostisch medewerkerDe psychodiagnostisch medewerker neemt de (neuro)psychologisch onderzoeken af die door depsycholoog worden aangevraagd. De tests meten onder andere de intelligentie, geheugen,concentratievermogen, werktempo, waarneming, taal en spraak, ruimtelijk inzicht en planning. Welke testsworden afgenomen is afhankelijk van de vraagstelling. Vaak worden ook vragenlijsten afgenomen om deklachten goed in kaart te brengen (bijvoorbeeld klachten over pijn of somberheid) of meer te weten tekomen over de patiënt als persoon (persoonlijkheidskenmerken). De tests en eventuele vragenlijstenworden afgenomen aan een tafel of naast het bed als dat niet anders kan. De tests doen geen pijn en erwordt geen gebruik gemaakt van spuiten of elektrodes. Een neuropsychologisch onderzoek neemtmeestal een halve tot hele dag in beslag. Het kan zijn dat het onderzoek niet in één keer maar inmeerdere keren wordt afgenomen. Dit is bijvoorbeeld het geval als de patiënt snel vermoeid is. Nauitwerking van de resultaten wordt het neuropsychologisch rapport geschreven door de psycholoog.


De cognitief trainerDe cognitief trainer geeft individuele en groepsgewijze training op het gebied van het geheugen, planmatigwerken, aandacht, visuele waarneming, probleemoplossend denken en handelen. Verder kan cognitievetraining gericht zijn op het opnieuw leren van praktische vaardigheden zoals rekenen, omgaan met gelden klokkijken. Ook sociale vaardigheidstraining behoort tot het aandachtsgebied. Een belangrijk onderdeelvan cognitieve training bestaat echter uit het verbeteren van het ziekte-inzicht en het aanleren vancompensatiestrategieën ter vermindering van cognitieve beperkingen. Binnen het team werkt de cognitieftrainer nauw samen met de psycholoog.De muziektherapeutMuziek wordt op verschillende manieren ingezet. Belangrijk uitgangspunt van de muziektherapie is datmuziek mensen zowel rust kan geven, als ook in beweging kan brengen.Door bekende muziek te laten horen kan de onrust of de verwardheid van het moment weer even plaatsmaken voor herkenning; een veiligheid van iets bekends. Muziek kan ook juist stimulerend zijn; nietnadenken over de beweging, over hoe je het precies moet doen, maar je laten leiden door de muziek enhet op je gevoel doen. Met actief muziek maken kan iemand ervaren om weer structuur aan te brengen enzodoende controle over eigen handelen te krijgen. Met receptieve muziek (is luisteren, al- dan niet metopdrachten ) kan iemand ervaren om weer ruimte voor zichzelf te kunnen/ mogen innemen. Ruimte omweer wat evenwicht in je nieuwe situatie te krijgen.Behandeling in groepsverbandOok bepaalde groepstherapieën starten binnen de unit. Als de patiënt meer zelfredzaam is, kan hijtherapie elders in het gebouw volgen. Deelname aan bewegingsactiviteiten als ochtendgym, zwemmen,rolstoel rijden, lopen en sporten in groepsverband kan dan overwogen worden.FamilieparticipatieDe patiënt is niet los te zien van zijn of haar familie. Hersenletsel is daarom een zaak van het gehelegezin. Het behandelteam ziet het als een noodzakelijke stap om de zorg af te stemmen op de wensen enbehoeften van de familie en de patiënt. De familie wordt na het <strong>hersenletsel</strong> geconfronteerd met de vaakcomplexe gevolgen van het <strong>hersenletsel</strong> en het is een leerproces om met deze gevolgen om te lerengaan. Hierbij is het soms lastig om de balans te vinden tussen het bieden van hulp en het geven vanruimte aan de patiënt om te leren. Ondersteuning in dit leerproces is veelal gewenst. Daarnaastveranderen de taken en rollen die de familie heeft vaak drastisch waar ook opnieuw een evenwicht ingevonden moet worden. Een actieve deelname van de familie aan de behandeling wordt door hetbehandelteam als noodzakelijk geacht aangezien veel NAH patiënten begeleiding nodig blijven houden bijdagelijkse activiteiten. Middels de volgende activiteiten wordt de deelname van de familie aan debehandeling vormgegeven:FamiliebijeenkomstBijeenkomsten voor familie van patiënten op de afdeling worden tevens periodiek georganiseerd bijvoldoende aanbod en belangstelling. Familieleden van CVA-patiënten (patiënten die een beroerte gehadhebben) kunnen deelnemen aan CVA-familie bijeenkomsten waaraan ook vanuit andere


verpleegafdelingen binnen <strong>Heliomare</strong> wordt deelgenomen. Deze worden periodiek georganiseerd bijvoldoende aanbod en belangstelling en tijdig bekend gemaakt. Binnen de familiebijeenkomsten komenverschillende onderwerpen naar voren. Er wordt informatie gegeven over de medische aspecten van het<strong>hersenletsel</strong>, de gevolgen van het <strong>hersenletsel</strong> en er worden tips gegeven over de omgang met dezegevolgen. Het verwerkingsproces van de familie wordt belicht en de inhoud van de verschillendetherapieën wordt besproken. Daarnaast kan het prettig en leerzaam zijn om ervaringen uit te wisselen metde familieleden van andere patiënten, die tegen dezelfde problemen aanlopen of zijn aangelopen.InstructiedagOp verzoek van de familie en/of het behandelteam kan een instructiedag gepland worden voor de familie.Het doel van deze instructiedag is om de familie instructie te geven over de wijze waarop zij de patiëntthuis kunnen begeleiden bij vaardigheden als lopen, traplopen, transfers naar toilet en auto,zelfverzorging, de communicatie, het gebruik van een agenda of dagprogramma en activiteiten in en omhuis. Afhankelijk van de problematiek van de patiënt en de vragen van de familie wordencontactmomenten ingepland met de verpleging en behandelaars als de fysiotherapeut, ergotherapeut,cognitief trainster en logopedist. De instructiedag kan voor het eerste weekendverlof plaatsvinden en/oflater in de revalidatie.MeelopenEr worden structureel meeloopdagen georganiseerd, aansluitend aan de uitgebreidepatiëntenbesprekingen. Naast deze meeloopdagen is het mogelijk om ook op andere momenten mee telopen met bepaalde therapieën of gesprekken te hebben met behandelaars. Het kan zijn dat eentherapeut of de psycholoog de familie uitnodigt voor het bekijken/bespreken van een bepaald probleem ofeen oplossing voor het probleem. Ook kan de familie, via het communicatieschrift of telefonisch, vragenom een gesprek of om mee te komen tijdens een behandeling. Zulke momenten zijn belangrijk om nogeens terug te kunnen komen op bijv. een advies dat is gegeven: hoe is voor de familie om met dit advieste werken, welke begeleiding is daarbij gewenst of hoe kan het advies beter aansluiten bij de situatiethuis?ThuisbehandelingMomenteel hebben de ergotherapeuten structureel in hun programma de mogelijkheid om thuis tebehandelen. Binnen deze thuisbehandeling adviseert de ergotherapeut de familie over het omgaan metde beperkingen van de patiënt. De ergotherapeut kan bijv. een activiteit met de patiënt doen waarbij zijlaat zien op welke wijze zij hem begeleidt bij bijv. het aankleden of het doen van een boodschap. Deergotherapeut kan ook samen met de patiënt en de familie bekijken hoe de omgeving thuis andersingericht kan worden om het voor de patiënt makkelijker te maken om zelf iets te kunnen doen. Afhankelijkvan de vraagstelling is het ook mogelijk dat een andere discipline vaardigheden observeert en/of traint inde thuissituatie.Het streven van het behandelteam is om de patiënt het weekend (of een deel daarvan) thuis te latendoorbrengen. De belastbaarheid van de patiënt en de familie moet dit toelaten. De thuissituatie isvertrouwd voor de patiënt en doet hierdoor meer beroep op het automatisch handelen. Het kan hierdoor


zijn dat de patiënt thuis meer kan dan in het revalidatiecentrum aangezien dat een vreemde omgeving is.Het is voor het behandelteam belangrijk om te weten hoe de patiënt thuis functioneert. Vaak wordt depatiënt thuis meer geconfronteerd met zijn beperkingen omdat hij daar weer probeert zijn oude activiteitenop te pakken. Deze confrontatie is moeilijk maar noodzakelijk om te leren omgaan met de beperkingen.De verpleging zal u een aantal keer vragen om een weekend-evaluatielijst in te vullen. Op deze lijst kunt uaangeven hoe het weekend voor de patiënt en voor u als familielid is verlopen. Deze lijst geeft u en hetbehandelteam inzicht in het functioneren thuis en de aspecten waar in het revalidatieproces nog aandachtaan besteed moet worden.TenslotteDe revalidatie van patiënten met niet-<strong>aangeboren</strong> <strong>hersenletsel</strong> verloopt niet voor iedereen hetzelfde. Derevalidatiearts bespreekt samen met de patiënt en familie regelmatig de resultaten en maakt afsprakenover wat er verder gaat gebeuren. Het verblijf in <strong>Heliomare</strong> is tijdelijk en de patiënten worden zo goedmogelijk voorbereid op het ontslag en de periode daarna. In de brochure: <strong>Heliomare</strong> Revalidatie,informatie voor de kliniek is algemene informatie over <strong>Heliomare</strong> Revalidatie te vinden. Aanvullendeinformatie over alles wat met dit ziektebeeld en revalideren te maken heeft is te vinden bij hetservicebureau van <strong>Heliomare</strong>.<strong>Heliomare</strong> RevalidatieRelweg 51, 1949 EC Wijk aan ZeePostbus 78, 1940 AB BeverwijkT 088 920 88 88E info@heliomare.nlwww.heliomare.nlservicebureau mei 2011

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!