Faculteit Handelswetenschappen en ... - Hogeschool Gent

FACULTEIT HANDELSWETENSCHAPPEN EN BESTUURSKUNDEFACULTAIRE AANVULLINGEN BIJ EN AFWIJKINGEN OPDEONDERWIJS- EN EXAMENREGELINGARTIKELSGEWIJZE REGLEMENTERINGACADEMIEJAAR201220131

Artikel 1. Bijzondere toelatingsvoorwaarden§1. Worden toegelaten tot de specifieke lerarenopleiding handelswetenschappen: de houders van het diploma van master in de handelswetenschappen, of van eenaanverwante master in het studiegebied handelswetenschappen en bedrijfskunde de houders van het diploma van licentiaat in de handelswetenschappen, of van eenaanverwant licentiaat in het studiegebied handelswetenschappen en bedrijfskunde de houders van het diploma van bachelor in de handelswetenschappen, ingeschrevenvoor de masteropleiding in de handelswetenschappen wie gelijktijdig ingeschreven is voor de bachelor- en masteropleiding in dehandelswetenschappen de houders van het diploma van een bachelor van een professioneel gerichte opleiding,geslaagd voor het schakelprogramma in de handelswetenschappen en ingeschrevenvoor de masteropleiding in de handelswetenschappen de houders van het diploma van een bachelor van een professioneel gerichte opleiding,ingeschreven voor het schakelprogramma in de handelswetenschappenHet diploma van leraar kan pas verkregen worden nadat het diploma van master of licentiaatin de handelswetenschappen, of van een aanverwante master of licentiaat in het studiegebiedhandelswetenschappen en bedrijfskunde, werd behaald.§2. Worden toegelaten tot de specifieke lerarenopleiding bestuurskunde: de houders van het diploma van master in de bestuurskunde en het publiekmanagement, of van een aanverwante master in het studiegebiedhandelswetenschappen en bedrijfskunde de houders van het diploma van licentiaat in de bestuurskunde, of van een aanverwantlicentiaat in het studiegebied handelswetenschappen en bedrijfskunde de houders van het diploma van bachelor in de bestuurskunde en het publiekmanagement, ingeschreven voor de masteropleiding in de bestuurskunde en hetpubliek management wie gelijktijdig ingeschreven is voor de bachelor- en masteropleiding in debestuurskunde en het publiek management de houders van het diploma van een bachelor van een professioneel gerichte opleiding,geslaagd voor het schakelprogramma in de bestuurskunde en het publiek managementen ingeschreven voor de masteropleiding in de bestuurskunde en het publiekmanagement de houders van het diploma van een bachelor van een professioneel gerichte opleiding,ingeschreven voor het schakelprogramma in de bestuurskunde en het publiekmanagementHet diploma van leraar kan pas verkregen worden nadat het diploma van master of licentiaatin de bestuurskunde en het publiek management, of van een aanverwante master of licentiaatin het studiegebied handelswetenschappen en bedrijfskunde, werd behaald.Artikel 2. Geïndividualiseerde trajecten en volgtijdelijkheidsvereistenEen jaarprogramma bij een geïndividualiseerd studietraject omvat maximaal 60 studiepunten.Bij de overwegingen met betrekking tot de omvang van een jaarprogramma worden alleopleidingsonderdelen waarvoor de student in het huidige academiejaar ingeschreven is inaanmerking genomen, alle opleidingen en soorten contract in acht nemende.Bij uitzondering kan een het jaarprogramma uitgebreid worden tot maximaal 66 studiepunten,voor de keuzevakken International Intensive Programme, International Event en/of StudyVisit.Bijlage 4 FOER GHB 2012-2013 pagina 2 van 39

Bij uitzondering kan een student die maximaal 15 studiepunten van zijn studieprogramma vanhet vorige academiejaar niet heeft behaald toelating vragen om een jaarprogramma op tenemen dat meer dan 60 studiepunten omvat, tot maximaal 75 studiepunten, in de mate datdie afwijking hem in de mogelijkheid stelt om het volledig te verwachten studietraject met eenjaar te reduceren.Een student die een vooropleiding tot een masteropleiding - zijnde een bacheloropleiding,schakelprogramma of voorbereidingsprogramma - afwerkt en daarin nog maximum 45studiepunten dient op te nemen, kan dit combineren met een inschrijving voor deaansluitende masteropleiding, mits rekening te houden met volgende beperkingen:Voor een student die nog maximum 15 studiepunten van de vooropleiding dient op te nemen,is de omvang van het jaarprogramma (vooropleiding en masteropleiding samen) beperkt totmaximum 75 studiepunten.Voor een student die nog meer dan 15 en maximum 24 studiepunten van de vooropleidingdient op te nemen, is de omvang van het jaarprogramma (vooropleiding en masteropleidingsamen) beperkt tot maximum 60 studiepunten.Voor een student die nog meer dan 24 en maximum 45 studiepunten van de vooropleidingdient op te nemen, is de omvang van het jaarprogramma (vooropleiding en masteropleidingsamen) beperkt tot maximum 45 studiepunten.Bij de samenstelling van een jaarprogramma moet de student rekening houden met devolgtijdelijkheidsvereisten die opgenomen zijn in de diagrammen in bijlage 1, ongeacht hetsoort studiecontract.Bij uitzondering kan een student toelating vragen om een jaarprogramma op te nemen datafwijkt van de volgtijdelijkheidsvereisten in de mate dat die afwijking noodzakelijk is om hetvolledig te verwachten studietraject met een jaar te kunnen reduceren.Een student die een vooropleiding tot een masteropleiding - zijnde een bacheloropleiding,schakelprogramma of voorbereidingsprogramma - afwerkt, daarin nog maximum 15studiepunten dient op te nemen, en dit combineert met een inschrijving voor de aansluitendemasteropleiding, kan toelating vragen om een jaarprogramma op te nemen dat afwijkt van devolgtijdelijkheidsvereisten. Deze afwijking kan echter niet worden toegestaan op devolgtijdelijkheidsvereisten voor de opleidingsonderdelen Masterproef en Stage.Bij de aanvraag van een geïndividualiseerd jaarprogramma, al of niet met afwijking van devolgtijdelijkheidsvereisten, neemt de student de volledige verantwoordelijkheid op metbetrekking tot de haalbaarheid en de organiseerbaarheid van dit jaarprogramma.Vooraleer deel te nemen aan een studieomvangverminderings-, schakel- ofvoorbereidingsprogramma moet de student geslaagd zijn voor de vooropleiding.Artikel 3. Opleidingsonderdelen waarvoor het genoodzaakt is onderwijsactiviteiten bijte wonenVoor de opleidingsonderdelen vermeld in bijlage 2 is het genoodzaakt onderwijsactiviteiten bijte wonen. In toepassing van artikel 29 §3 van de Onderwijs- en Examenregeling kan voordeze opleidingsonderdelen niet ingeschreven worden met een examencontract.De postgraduaatsopleidingen Social Profit en Publiek Management en Cultuur- enKunstmanagement en de opleidingsonderdelen van die opleidingen komen niet inaanmerking voor een examencontract.Artikel 4. Examencommissie na de eerste examenperiode in de eerste examenzittijdEen student die slechts voor enkele opleidingsonderdelen examenresultaten dient teverwerven met het oog op het behalen van een diploma en die deze resultaten kanverwerven in het eerste semester kan een aanvraag indienen opdat de examencommissie, inBijlage 4 FOER GHB 2012-2013 pagina 3 van 39

toepassing van art. 56 §1 van de Onderwijs- en Examenregeling, over zijn resultaten van deeerste examenzittijd zou beraadslagen na afloop van het eerste semester in plaats van naafloop van het tweede semester.Artikel 5. ScriptiereglementenDe regels van organisatie en evaluatie van toepassing op het opleidingsonderdeel“Wetenschappelijk werk: Bachelorproef” (3 de jaar bachelor in de handelswetenschappen) zijnopgenomen in bijlage 3.De regels van organisatie en evaluatie van toepassing op het opleidingsonderdeel“Masterproef” in de master in de handelswetenschappen zijn opgenomen in bijlage 4.De regels van organisatie en evaluatie van toepassing op het opleidingsonderdeel“Masterproef” in de master in de bestuurskunde en het publiek management zijn opgenomenin bijlage 5.Artikel 6. StagereglementenDe regels van organisatie en evaluatie van toepassing op het opleidingsonderdeel “Stage,rapportering en communicatietraining” (3 de jaar bachelor in de bestuurskunde en het publiekmanagement) zijn opgenomen in bijlage 6.De regels van organisatie en evaluatie van toepassing op het opleidingsonderdeel “Stage” inde master in de bestuurskunde en het publiek management zijn opgenomen in bijlage 7.De regels van organisatie en evaluatie van toepassing op het opleidingsonderdeel “Stage” inde master in de handelswetenschappen zijn opgenomen in bijlage 8.De regels van organisatie en evaluatie van toepassing op het opleidingsonderdeel “Stage” inde specifieke lerarenopleiding handelswetenschappen en in de specifieke lerarenopleidingbestuurskunde zijn opgenomen in bijlage 9.Artikel 7. Verzoek tot inhaalexamenEen student die wegens overmacht of verhindering niet kan deelnemen aan een examen endie in toepassing van artikel 48 §4 2° van de Onderwijs- en Examenregeling eeninhaalexamen wenst aan te vragen, dient onmiddellijk het examensecretariaat te verwittigen.Bovendien moet de student zo vroeg mogelijk en ten laatste 24 uur na het gemisteexamen: alle schriftelijke stukken ter staving van de overmacht of verhindering (in het bijzonder:medische attesten) bezorgen aan het examensecretariaat en per e-mail een verzoek tot inhaalexamen richten aan de voorzitter van deexamencommissie en aan de examinator.Een inhaalexamen moet tijdig plaats vinden zodanig dat de examinator de punten kanvastleggen binnen dezelfde examenperiode.Artikel 8. Voorwaarde voor het volgen van onderwijsactiviteiten in een buitenlandseinstellingIn toepassing van artikel 41 §1 van de Onderwijs- en Examenregeling kan een student binnende bacheloropleiding in de handelswetenschappen of de bacheloropleiding in debestuurskunde en het publiek management toelating vragen om gedurende één of tweesemesters onderwijsactiviteiten te volgen in een buitenlandse instelling nadat hij geslaagd,gedelibereerd of vrijgesteld is voor 60 studiepunten van zijn bacheloropleiding.Bijlage 4 FOER GHB 2012-2013 pagina 4 van 39

In toepassing van artikel 41 §1 van de Onderwijs- en Examenregeling kan een student binnende masteropleiding in de handelswetenschappen of de masteropleiding in de bestuurskundeen het publiek management toelating vragen om gedurende één semesteronderwijsactiviteiten te volgen in een buitenlandse instelling.Artikel 9. De graad van verdienste bij het getuigschrift van de postgraduaatsopleidingenIn toepassing van artikel 59 §3 3° van de Onderwijs- en Examenregeling wordt bij hetgetuigschrift van de postgraduaatsopleiding Social Profit en Publiek Management en van depostgraduaatsopleiding Cultuur- en Kunstmanagement een graad van verdienste toegekendconform artikel 59 §2 3°.Bijlage 4 FOER GHB 2012-2013 pagina 5 van 39

VolgtijdelijkheidsvereistenBIJLAGE 1 bij de Facultaire aanvullingen op de Onderwijs- en Examenregeling - Faculteit Handelswetenschappen en Bestuurskunde - Academiejaar 2012-2013Bijlage 4 FOER GHB 2012-2013 pagina 6 van 39

Bijlage 4 FOER GHB 2012-2013 pagina 7 van 39














Opleidingsonderdelen waarvoor het genoodzaakt isonderwijsactiviteiten bij te wonenBIJLAGE 2 bij de Facultaire aanvullingen op de Onderwijs- en ExamenregelingFaculteit Handelswetenschappen en BestuurskundeAcademiejaar 2012-2013In toepassing van artikel 29 § 3 van de Onderwijs- en Examenregeling kan je vooronderstaande opleidingsonderdelen niet inschrijven met een examencontract maar dien je jein te schrijven met diploma- of creditcontract.1ste bachelor HandelswetenschappenInleiding boekhoudenInleiding rechtVennootschapsboekhouden2de bachelor HandelswetenschappenAnalytisch boekhoudenBedrijfsethiek (keuzevak)Creating Value with Websites (keuzevak)Duits – niveau 2International Entrepreneurship (keuzevak)International Event 1 (keuzevak)International Intensive Programme 1 (keuzevak)Ondernemerschap (keuzevak)OndernemersvaardighedenOnderneming en overheid (keuzevak)PrivaatrechtSelected Topics on European Integration (keuzevak)Studium generale (keuzevak)Study Visit 1 (keuzevak)Summer Course 1 (keuzevak)Wetenschappelijk werk: inleiding en voorbereidingQuantitative Methods for Business Management (keuzevak)3de bachelor HandelswetenschappenBedrijfscommunicatie (keuzevak)Corporate FinanceCreating Value using Social Media (keuzevak)Douanereglementering (keuzevak)Duits – niveau 3Engels – niveau 3Environmental Economics and Management (keuzevak)International Event 2 (keuzevak)International Intensive Programme 2 (keuzevak)International Summer Internship (keuzevak)Finaliteitskeuze accountancy en fiscaliteitFinaliteitskeuze finance and risk managementFinaliteitskeuze management en informaticaFinaliteitskeuze marketingmanagementFinaliteitskeuze strategisch managementFinanciële markten en productenFrans – niveau 3Milieurecht (keuzevak)Organizing and Managing Events (keuzevak)Project Management Simulator (keuzevak)Spaans – niveau 3 (keuzevak)Study Visit 2 (keuzevak)Summer Course 2 (keuzevak)Bijlage 4 FOER GHB 2012-2013 pagina 21 van 39

Sustainable Development (keuzevak)VennootschapsbelastingWelfare Economics (keuzevak)Wetenschappelijk werk: bachelorproefWetenschappelijk werk: werkcollege kwantitatieve methodenMaster HandelswetenschappenMasterproefStageMaster Handelswetenschappen: Afstudeerrichting Accountancy en FiscaliteitFiscale planningGrondige studie B.T.W.Grondige studie personenbelastingGrondige studie vennootschapsbelastingIAS/IFRSInternationaal belastingrechtProcedureWetgeving successie en registratieMaster Handelswetenschappen: Afstudeerrichting Finance and Risk ManagementBeheer en controle van financiële instellingenFinanciële econometrieInternational Financial Topics (keuzevak)Investeringsbeleid en kredietanalyse (keuzevak)Master Handelswetenschappen: Afstudeerrichting Strategisch ManagementInternationaal ondernemen (keuzevak)Onderzoeksmethoden in ManagementOrganisatiemanagementPerformantiemanagement (keuzevak)Strategic Business GameStrategic Human Resource ManagementStrategisch ManagementMaster Handelswetenschappen: Afstudeerrichting Marketing ManagementConsumer Behavior and SocietyDistributieleerMarketing Communication and MediaMarketingstrategieMarktonderzoekSeminarie marketingSociale marketingWerkcollege marketingplanningMaster Handelswetenschappen: Afstudeerrichting Management en InformaticaBusiness Cases in Information and Knowledge ManagementIT-InfrastructuurIT LawIT Project ManagementSysteemanalyse en -ontwerp1ste bachelor Bestuurskunde en Publiek ManagementInleiding Europees rechtGrondwettelijk rechtPracticum samenleving en politiek2de bachelor Bestuurskunde en Publiek ManagementDuits – niveau 2Engels – niveau 2Bijlage 4 FOER GHB 2012-2013 pagina 22 van 39

Project Management SimulatorSelected Topics on European IntegrationSocial PhilosophySustainable DevelopmentWelfare EconomicsQuantitative Methods for Business ManagementIMP MA: International Management Programme (master)Business Cases in Information and Knowledge ManagementConsumer Behavior and SocietyGovernance of SecurityInternational Accounting Standards (IAS)International Financial TopicsIT LawMarketing Communication and MediaPersonnel managementStrategic Business GameStrategic Human Resource ManagementPostgraduaat Social Profit en Publiek ManagementBegeleiden van veranderingsprocessenFacilitair managementFinancieel managementInformatie- en intern communicatiemanagementInleiding social profit en publiek managementKwaliteitsmanagementLeidinggeven en teammanagementMarketing en externe communicatieOrganisatie van de werkprocessenPerformantiemanagementPersoneel en organisatieProjectmanagementSociale vaardigheden en besluitvormingStrategisch managementPostgraduaat Cultuur- en KunstmanagementBegeleiden van veranderingsprocessenCultuur- en kunstbeleidFacilitair managementFinancieel managementInformatie- en intern communicatiemanagementInleiding cultuur- en kunstmanagementKwaliteitsmanagementLeidinggeven en teammanagementMarketing en externe communicatie in de cultuur- en kunstsectorOrganisatie van de werkprocessenPersoneel en organisatieProjectmanagementSociale vaardigheden en besluitvormingStrategisch cultuur- en kunstmanagementBijlage 4 FOER GHB 2012-2013 pagina 24 van 39

Regels van organisatie en evaluatie van de bachelorproefhandelswetenschappenBIJLAGE 3 bij de Facultaire aanvullingen op de Onderwijs- en ExamenregelingFaculteit Handelswetenschappen en BestuurskundeAcademiejaar 2012-2013Deze regels zijn van toepassing op het opleidingsonderdeel ”Wetenschappelijk Werk:Bachelorproef” in het derde jaar bachelor in de handelswetenschappen, verder in deze tekstvermeld als “Bachelorproef”.1. DefinitiesDe Bachelorproef is een opdracht die door de student wordt uitgevoerd ter afronding van deacademische bachelor in de handelswetenschappen, onder de begeleiding van een promotor.De coördinerende docenten (CD) van de Bachelorproef zijn de personeelsleden die instaanvoor de organisatie voor wat betreft de Bachelorproeven binnen hun respectievelijk domein.De CD’s worden jaarlijks door de faculteitsraad aangesteld.De promotor is een lid van het onderwijzend personeel dat de student inhoudelijk envormelijk begeleidt bij de realisatie van de Bachelorproef. De promotor maakt deel uit van deexamencommissie.De lector is een deskundige van binnen of buiten Hogeschool Gent die de promotor adviseertin de beoordeling van de Bachelorproef. Er kunnen meerdere lectoren aangeduid worden perBachelorproef. De lectoren maken geen deel uit van de examencommissie.2. OrganisatieDe Bachelorproef is een opdracht in het kader van de wetenschappelijke vaardigheden dieeen Bachelor in de Handelswetenschappen moet ontwikkelen. Deze ontwikkeling is inalgemene zin voorbereid via het opleidingsonderdeel “Wetenschappelijk Werk: Inleiding enVoorbereiding” (Ba2HW). In de Bachelorproef wordt een onderzoeksthema binnen de(bedrijfs)economie door de student zelfstandig verkend aan de hand van relevantbronnenmateriaal. De studenten verwerven via de Bachelorproef enerzijds inzicht in de wijzewaarop aan onderzoek wordt gedaan binnen het domein of vakgebied en anderzijds moetenzij zelf een praktijkgerichte onderzoeksvraag formuleren.De Bachelorproef kan uitgewerkt worden binnen één van de volgende zes domeinen, elkdomein wordt ondersteund door een vakgroep:1) Finance en Risk Management: vakgroep financiën2) Accountancy en Fiscaliteit: vakgroep fiscaliteit en accountancy3) Management en Informatica: vakgroep beleidsinformatisering4) Marketingmanagement: vakgroep marketing5) Strategisch Management: vakgroep management en organisatie6) Algemene Economie: vakgroep algemene economiePer domein is de coördinerende docent (CD) het aanspreekpunt voor studenten gedurendehun keuzeproces m.b.t. de Bachelorproef.Per domein worden thema’s voor de Bachelorproef aangeboden waaruit studenten kunnenkiezen. Voor ieder thema wordt aangegeven wie de promotor is en hoeveel studenten zichkunnen inschrijven. Studenten kunnen via de CD ook zelf thema’s voorstellen. Deze thema’sworden toegevoegd aan de lijst met thema’s, mits goedkeuring door de vakgroep. Devolledige lijst met thema’s wordt op Dokeos geplaatst en regelmatig aangevuld.De keuze van een thema Bachelorproef gebeurt in semester 1 van BA3 HW. Tijdens delesweken 1-9 verschaffen de titularissen van de kernvakken een algemeen beeld van hunrespektievelijke domeinen en de thema’s voor een Bachelorproef binnen deze domeinen.Bijlage 4 FOER GHB 2012-2013 pagina 25 van 39

Op het einde van lesweek 9 maken de studenten hun keuze en bezorgen het keuzeformulierop het studentensecretariaat voor vrijdagavond 17 uur. In lesweek 10 wijzen de CD’s inoverleg met de promotoren en de vakgroepen aan iedere student een thema toe.De bachelorproef wordt uitgewerkt tijdens semester 2 van BA3 HW. Er wordt van destudenten verwacht dat zij een rapport schrijven dat 20 pagina’s omvat en uit drie delenbestaat:1. Verkenning van het thema en synthese van het bronnenmateriaal.2. Formulering van een onderzoeksvraag:- de praktijkrelevantie van de onderzoeksvraag wordt beschreven- de voorgestelde onderzoeksaanpak wordt uitgeschreven3. Een lijst met geraadpleegde werken.Voor de eerste examenzittijd moet het rapport Bachelorproef uiterlijk de laatste dagvan de laatste lesweek van semester 2 van BA3 HW, 17 u., in tweevoud wordenbinnengebracht op het studentensecretariaat.Voor de tweede examenzittijd moet dit uiterlijk op 1 september, 17 u.3. EvaluatiemodaliteitenDe Bachelorproef wordt beoordeeld door de promotor, bijgestaan door (een) lector(en).De promotor is verantwoordelijk voor de beoordeling en de toekenning van het cijfer.In geval van plagiaat wordt art. 60 van de Onderwijs- en examenregeling(Examentuchtbeslissing: Onregelmatigheden met betrekking tot de examens) toegepast.Bijlage 4 FOER GHB 2012-2013 pagina 26 van 39

Regels van organisatie en evaluatie van de masterproefhandelswetenschappenBIJLAGE 4 bij de Facultaire aanvullingen op de Onderwijs- en ExamenregelingFaculteit Handelswetenschappen en BestuurskundeAcademiejaar 2012-2013Deze regels zijn van toepassing op het opleidingsonderdeel ‘masterproef’ in de master in dehandelswetenschappen.De masterproef is een opdracht die door de student wordt uitgevoerd gedurende hetmasterjaar onder de begeleiding van een promotor. Elke masterproef bestaat uit twee delen,nl. een theoretisch deel en een onderzoeksdeel.De promotor van de masterproef behoort tot het onderwijzend personeel en begeleidt destudent bij de realisatie van de masterproef. Hij maakt deel uit van de examencommissie inde hoedanigheid van titularis. De faculteitsraad keurt de definitieve lijst van promotoren goed.De copromotor is een lid van het onderwijzend personeel en staat de promotor bij in debegeleiding van de student. Er kunnen meerdere copromotoren worden aangeduid permasterproef. Ze maken geen deel uit van de examencommissie.Per vakgroep wordt een coördinerende docent (CD) masterproef aangeduid. Hijcoördineert de verdeling van de masterproeven over de leden van de vakgroep, neemt deelaan de werkgroepvergaderingen i.v.m. de masterproef, superviseert samen met de master-CD het academisch niveau en is het eerste aanspreekpunt voor de studenten wiens promotortot de vakgroep behoort.De master-CD behoort tot het onderwijzend personeel en staat in voor de globale coördinatievan het opleidingsonderdeel. Hij staat de CD’s bij, bewaakt de academisering van demasterproef, stimuleert het praktijkgerichte onderzoek en bouwt netwerken uit.De organisator van de masterproefverdedigingen behoort tot het onderwijzend personeel enwordt jaarlijks door de faculteitsraad aangesteld.Alle overkoepelende afspraken, dit zijn alle afspraken naast deze tussen promotor en student,worden aan de studenten gecommuniceerd via het Draaiboek Masterproef, deaankondigingen en andere documenten op Dokeos.De indiendatum van de masterproef wordt jaarlijks bepaald door de faculteitsraad enmeegedeeld aan de studenten door de organisator.Er is een mondelinge verdediging van de masterproef en de jury bestaat uit de promotor,één of meerdere lectoren en een voorzitter. De samenstelling van de jury wordt ad valvasbekendgemaakt ten laatste één week voor de verdediging.Een lector is een deskundige van binnen of buiten de Hogeschool Gent en adviseert depromotor in de beoordeling van de masterproef. Er kunnen meerdere lectoren aangeduidworden per masterproef. De lectoren maken geen deel uit van de examencommissie.De verdediging van de masterproef is openbaar. De openbaarheid veronderstelt dat derdenals waarnemer aanwezig kunnen zijn. Een waarnemer mag op geen enkele wijzetussenkomen bij de verdediging. De beraadslaging van de jury is geheim.De verdediging vindt plaats op de vastgestelde dagen en locaties, zoals aangeduid op hetexamenrooster en ad valvas bekend gemaakt. Een verdediging kan slechts plaatsvindenbuiten de gebouwen van de Hogeschool Gent mits goedkeuring van de decaan.Bijlage 4 FOER GHB 2012-2013 pagina 27 van 39

De promotor is verantwoordelijk voor de toekenning van het cijfer en de jury adviseert depromotor. Hij kan daarbij gebruik maken van een evaluatiechecklist zoals deze terbeschikking gesteld wordt door de Master-CD.Als de student niet slaagt voor de masterproef, motiveren promotor en lector(en) debeslissing. Zij adviseren de student welke aanpassingen dienen te gebeuren tegen devolgende zittijd.In geval van plagiaat wordt art. 60 van de Onderwijs- en examenregeling (Examentuchtbeslissing:Onregelmatigheden tijdens de examens) toegepast.Bijlage 4 FOER GHB 2012-2013 pagina 28 van 39

Regels van organisatie en evaluatie van de masterproefbestuurskunde en publiek managementBIJLAGE 5 bij de Facultaire aanvullingen op de Onderwijs- en ExamenregelingFaculteit Handelswetenschappen en BestuurskundeAcademiejaar 2012-2013Deze regels zijn van toepassing op het opleidingsonderdeel ‘masterproef’ in demasteropleiding in de bestuurskunde en het publiek management.1. DefinitiesDe masterproef is een opdracht die door de student wordt uitgevoerd gedurende demasteropleiding onder de begeleiding van een promotor.De coördinator van de masterproef is een lid van het onderwijzend personeel dat instaatvoor de organisatie van het opleidingsonderdeel. De faculteitsraad stelt jaarlijks één ofmeerdere coördinatoren aan.De promotor is een lid van het onderwijzend personeel dat de student inhoudelijk envormelijk begeleidt bij de realisatie van de masterproef. De promotor maakt deel uit van deexamencommissie in de hoedanigheid van titularis. De faculteitsraad keurt de definitieve lijstvan promotoren goed.De co-promotor is een lid van het onderwijzend personeel dat de promotor bijstaat in debegeleiding van de student. Er kunnen meerdere co-promotoren aangeduid worden permasterproef. De co-promotoren maken in die hoedanigheid geen deel uit van deexamencommissie.De lector is een deskundige van binnen of buiten de hogeschool Gent die de promotoradviseert in de beoordeling van de masterproef. Er kunnen meerdere lectoren aangeduidworden per masterproef. De lectoren maken in die hoedanigheid geen deel uit van deexamencommissie.De jury bestaat uit de promotor en de lector(en) onder voorzitterschap van de coördinator ofzijn/haar afgevaardigde. De samenstelling van de jury wordt ad valvas bekendgemaakt eenweek voor de evaluatiegesprekken.De indiendatum is de uiterste datum waarop de student zijn/haar masterproef kan indienen.Deze datum wordt jaarlijks bepaald door de faculteitsraad en meegedeeld aan de studentendoor de coördinator.2. EvaluatiemodaliteitenDe student verdedigt zijn/haar masterproef voor de jury tijdens het evaluatiegesprek. Deverdediging is openbaar. De openbaarheid veronderstelt dat derden als waarnemer aanwezigkunnen zijn. Een waarnemer mag op geen enkele wijze tussenkomen bij de verdediging. Deberaadslaging van de jury is geheim.Het evaluatiegesprek vindt plaats op de vastgestelde dagen en locaties, zoals aangeduid ophet examenrooster en ad valvas bekend gemaakt. Een evaluatiegesprek kan slechtsplaatsvinden buiten de gebouwen van de Hogeschool Gent mits goedkeuring van de decaan.De promotor is verantwoordelijk voor de beoordeling en de toekenning van het cijfer.De quotering is het resultaat van een waardering van het eindproduct zoals beschreven in destudiefiche. Promotor en lector(en) motiveren de beslissing.In geval van plagiaat wordt art. 60 van de Onderwijs- en examenregeling(Examentuchtbeslissing: Onregelmatigheden met betrekking tot de examens) toegepast.3. Intellectuele eigendomDe studenten dienen de "Verklaring vanwege de student betreffende onderzoeksresultaten inhet kader van een onderwijsactiviteit" te tekenen. Dat document wordt opgesteld door dejuridische dienst van de Hogeschool Gent.Bijlage 4 FOER GHB 2012-2013 pagina 29 van 39

Regels van organisatie en evaluatie van de bachelorproef inde bestuurskunde en het publiek managementBIJLAGE 6 bij de Facultaire aanvullingen op de Onderwijs- en ExamenregelingFaculteit Handelswetenschappen en BestuurskundeAcademiejaar 2012-2013Deze regels zijn van toepassing op het opleidingsonderdeel ‘stage, rapportering encommunicatie’ in het tweede semester van de derde bachelor Bestuurskunde en PubliekManagement (plichtvak van 12 studiepunten), verder vermeld als ‘SRC’. Ditopleidingsonderdeel geldt als bachelorproef van de Academische Bachelor Bestuurskunde enPubliek Management.1. DefinitiesHet opleidingsonderdeel SRC bestaat uit drie delen: de stage, waarbij de student(e) zesweken werkt binnen een stageorganisatie; de rapportering in de vorm van een stagerapporten de communicatietraining.De communicatietraining bereidt de student(e) voor op de stage en focust opcommunicatieve vaardigheden en besluitvormingstechnieken.De stage is een eerste kennismaking met het werkveld en geeft de student(e) demogelijkheid om tijdens de opleiding zijn/haar opgedane kennis en vaardigheden verder teverfijnen en/of toe te passen. De student(e) voert concrete en afgelijnde opdrachten uit enfunctioneert zoals een beginnend medewerker binnen de organisatie.Rapportering: het stagerapport is het eindproduct met de resultaten van het gevoerdeopdrachtonderzoek dat bij aanvang van de stage werd vooropgesteld. Het kan gaan om eenrapport, nota, (delen van) een beleidsnota, ...De stagecoördinator staat in voor de organisatie van het opleidingsonderdeel SRC. Hij/zijvolgt de studenten op vanuit de opleiding en is de contactpersoon voor de stageorganisaties.Hij/zij is verder ook belast met de voorbereiding van de stage en het toezicht op, depedagogische begeleiding van en de evaluatie van de student(e). Hij/zij onderhoudt decontacten met de stagebegeleider uit de stageorganisatie en de habe-begeleider uit het habedocentenkorps.De faculteitsraad stelt jaarlijks een personeelslid aan die optreedt alsstagecoördinator en tegelijk titularis van het opleidingsonderdeel SRC.De stagebegeleider is een lid van de stage-organisatie die belast is met de inhoudelijke envormelijke begeleiding van de stagestudent(e) op de stagedienst zelf. Hij/zij begeleidt destudent(e) bij het stagetraject en is voor de student(e) het aanspreekpunt binnen deorganisatie. Op het einde van de stage adviseert de stagbegeleider de titularis bij debeoordeling van de stage. De stagebegeleider maakt in die hoedanigheid geen deel uit vande examencommissie.De habe-begeleider is een lid van het onderwijzend personeel of eenonderzoeksmedewerker verbonden aan de opleiding Bestuurskunde en Publiek Managementdat de student(e) inhoudelijk en vormelijk begeleidt bij de realisatie van het stagerapport, ende student(e) ook begeleidt bij de stageopdracht. Elke habe-begeleider zal één tot meerderestudenten begeleiden. Studenten nemen contact op met hun habe-begeleider om de aard vande begeleiding te bespreken van zodra hen een habe-begeleider wordt toegewezen, enhouden gedurende het proces contact met de habe-begeleider. De verantwoordelijkheid voorhet contacteren van de habe-begeleider ligt bij de student(e). De habe-begeleider neemt deelaan het eerste evaluatiegesprek en kan/mag aanwezig zijn bij het derde evaluatiemoment, depresentatie. De habe-begeleider adviseert de titularis bij de beoordeling van de stage. Hij/zijmaakt in die hoedanigheid geen deel uit van de examencommissie.Bijlage 4 FOER GHB 2012-2013 pagina 30 van 39

De indiendatum is de uiterste datum waarop de student(e) zijn/haar stagerapport kanindienen. Deze datum wordt jaarlijks bepaald door de titularis en meegedeeld aan destudenten bij aanvang van het opleidingsonderdeel.Het stagecontract is een overeenkomst die gesloten wordt tussen de faculteitHandelswetenschappen en Bestuurskunde van de Hogeschool Gent, de stage-organisatie ende student(e). In het contract wordt expliciet vermeld wat de stageopdracht is. Het contractbevat verder de verwachtingen t.a.v. de studente, de stagebegeleider en deonderwijsinstelling.De stageopdracht werd besproken door de stagebegeleider, de stagecoördinator en destudent(e) en wordt vastgelegd in het stagecontract. Deze beschrijving dient ookverwachtingen naar een specifiek eindproduct te bevatten. Het eindproduct waarnaar binnende stage gewerkt wordt vormt samen met de manier waarop de student(e) werkt binnen deorganisatie de essentie van de stageperiode. Deze elementen wegen sterk mee bij deeindevaluatie. Als er wijzigingen zouden optreden in de opdracht of de verwachtingen op datgebied dan moet de student(e) dit meteen melden aan de stagecoördinator.De evaluatie van SRC bestaat uit procesevaluatie van de stage en productevaluatie van hetstagerapport als eindproduct. Verdere modaliteiten worden bij het derde deel,“Evaluatiemodaliteiten SRC” behandeld.2. Praktische Organisatie SRCHet luik communicatie* Het onderdeel communicatietraining van dit opleidingsonderdeel wordt aangeboden onderde vorm van een residentieel seminarie, een driedaagse training rond besluitvorming encommunicatievaardigheden.* Studenten volgen dit seminarie voor de aanvang van de stage. De precieze datum wordtjaarlijks bepaald door de titularis en meegedeeld aan de studenten bij aanvang van hetopleidingsonderdeel.* Studenten worden geacht deel te nemen aan en zich in te zetten voor alle delen van hetopleidingsonderdeel SRC. Dit betekent onder meer: punctualiteit bij het volgen van afsprakenen deadlines, tijdig indienen van alle documenten (stagerapport maar ook stagecontract,...),verzorgde communicatie per mail, verzorgde rapportering, ...Het luik stageDe stage wordt georganiseerd tijdens de tweede helft van het tweede semester van de derdebachelor (= de periode na de paasvakantie). De stage duurt 6 weken of 30 werkdagen, wordtgeorganiseerd a rato van 5 dagen per week. De data van aanvang en einde van alleonderdelen (communicatie, stage, rapportering) en bijhorende afspraken i.v.m. deadlines voordeze verschillende onderdelen worden bekendgemaakt bij aanvang van hetopleidingsonderdeel.De stagecoördinator legt een lijst van stageplaatsen aan. Studenten en docenten kunnen ookzelf stageplaatsen voorstellen, die verder inhoudelijk gescreend worden door destagecoördinator.In het eerste semester van het academiejaar (oktober-november) kunnen studenten destagedatabank al consulteren en starten met sollicitaties bij de stageorganisaties naar hunkeuze. De bedoeling van het solliciteren is de stageorganisatie gelegenheid te geven om tepeilen naar motivatie, voorkeur voor stageplaats,… van de student(e). De student(e) krijgt degelegenheid om dieper in te gaan op de stageopdracht zoals geformuleerd door destageplaats. De stagecoördinator geeft advies en helpt de student(e) waar nodig.Studenten die dat wensen kunnen het consulteren van de stagedatabank en het solliciterenbij stageplaatsen ook starten bij aanvang van het tweede semester.Bijlage 4 FOER GHB 2012-2013 pagina 31 van 39

In de maanden januari, februari en maart worden de administratieve formaliteitenafgehandeld. De student(e) krijgt een habe-begeleider toegewezen die zorgt voor debegeleiding van de stageopdracht vanuit de opleiding. Het is van belang dat de studenteneen door alle partijen ondertekend stagecontract kunnen voorleggen vóór aanvang van destage.De stage valt in de maanden april-mei. Als één van de partijen (student, stagecoördinator,stagebegeleider of habe-begeleider) daarom verzoekt kan er een terugkeermomentplaatsvinden. De student(e) heeft in dat geval een tussentijdse bespreking met destagecoördinator over het wat en hoe van de uitgevoerde taken. Tijdens het gesprek staandat wat de student(e) tot nu toe meegemaakt, ervaren en zelf gedaan heeft én debedenkingen, vragen en reflecties daarbij centraal. De studenten bereiden dit gesprek voor.Met de stagebegeleider is er tijdens de stage telefonische opvolging door destagecoördinator. De indruk die de stagecoördinator van de inzet en resultaten van destudent krijgt wordt meegenomen als een aspect binnen de procesevaluatie.Het luik rapporteringNa afloop van de stage bezorgt de student(e) de stage-organisatie en de opleiding eenstagerapport met de resultaten van het gevoerde opdrachtonderzoek. Na het afronden vande stage beschikt de student(e) nog over anderhalve week ‘schrijftijd’ om zijn/haarstagerapport af te werken. Zoals eerder werd gesteld vormt het eindproduct waarnaar binnende stage gewerkt wordt samen met de manier waarop de student(e) werkt binnen deorganisatie de essentie van de stageperiode.3. Evaluatiemodaliteiten SRCEen student(e) dient alle delen van het opleidingsonderdeel ‘SRC’ te volgen. Manifestetekorten qua inzet of het zich houden aan afspraken of deadlines bij één of meerdere delenzullen leiden tot een onvoldoende voor het opleidingsonderdeel.De eindquotering voor stage, rapportering en communicatie is het resultaat vanprocesevaluatie en de evaluatie van een eindproduct zoals blijkt uit een aantalevaluatiemomenten, zowel tijdens als na de stage. De verschillende delen van SRC wordenals volgt beoordeeld:3.1. De delen stage en rapportering binnen SRC* Tijdens de stage: tussentijdse opvolging van de student op de Hogeschool, telefonischeopvolging bij de stagebegeleider.* Na afloop van de stage bezorgt de student(e) de stage-organisatie en de opleiding eenstagerapport met de resultaten van het gevoerde opdrachtonderzoek. Na het afronden vande stage beschikt de student(e) nog over anderhalve week ‘schrijftijd’ om zijn/haarstagerapport af te werken. Zoals eerder werd gesteld vormt het eindproduct waarnaar binnende stage gewerkt wordt samen met de manier waarop de student(e) werkt binnen deorganisatie de essentie van de stageperiode.* Nadat alle partijen dit stagerapport hebben kunnen doornemen volgt er een afrondendgesprek tussen de student(e), de stagebegeleider, de habe-begeleider en destagecoördinator. Andere collega’s kunnen aanwezig zijn maar wegen niet op de evaluatie. Indit gesprek komen twee elementen aan bod:Eerst en vooral de evaluatie van de stageopdracht. De kwantiteit en de kwaliteit van deprestaties van de student(e) wordt besproken. Het gaat hier voornamelijk om de inhoudelijkekant van de opdracht.Daarnaast willen we in het gesprek ook zicht krijgen op de evolutie en het proces die destudent(e) tijdens zijn/haar stage heeft doorgemaakt. Hier staat de evaluatie van de attitudes,werkhouding, inzet, ... van de student(e) centraal. Deze evaluatie is de gestructureerdesynthese van de permanente interactie tussen de student(e) en zijn/haar stagebegeleidergedurende de stage.Bijlage 4 FOER GHB 2012-2013 pagina 32 van 39

Van de stagebegeleider en habe-begeleider wordt door middel van een verslag eenadviserende beoordeling verwacht. Een negatief advies wordt schriftelijk gemotiveerd.* Tijdens dit afrondend gesprek komen in principe geen nieuwe elementen aan bod,behoudens zaken die niet te voorzien zijn. Als dusdanig kan deze bespreking moeilijk nog‘verrassingen’ inhouden voor de student(e).3.3. Het deel communicatie binnen SRC: procesevaluatie + productevaluatie* Tijdens de stage: procesevaluatie: de titularis houdt een appreciatie bij van de volgendeelementen: deelname aan en inzet bij alle onderdelen van het opleidingsonderdeel SRC,punctualiteit bij het volgen van afspraken en deadlines, tijdig indienen van alle documenten(stagerapport maar ook stagecontract,...), algemene inzet voor dit opleidingsonderdeel, deindrukken van de telefonische opvolging en de indruk tijdens het terugkeermoment.* Na afloop van de stage: Tijdens het afrondend gesprek vragen we de student(e) naar eenkritische houding ten aanzien van de stage. De bedoeling daarvan is dat de student(e) het‘feitelijke’ van de stage overstijgt en een kritische reflectie kan geven over het verloop van destage, de (aanpak van) de opdracht, zijn/haar eigen functioneren, destageplaats/dienst/gemeente,... Op het einde van het gesprek dienen de studenten eenbeleidsadvies te formuleren rond de opdracht / het onderzoek/het project waar ze aangewerkt hebben. Dit gebeurt mondeling.De gesprekken vinden plaats op de vastgestelde dagen en locaties, zoals aangeduid op hetexamenrooster. Een evaluatiegesprek kan slechts plaatsvinden buiten de gebouwen van deHogeschool Gent mits goedkeuring van de decaan.Voor de eindquotering worden alle elementen: stagerapport, tussentijdse evaluatie metstudent en stagebegeleider, respecteren van deadlines voor indienen van verslagen,... inrekening gebracht. De stagebegeleider kan een gemotiveerd voorstel tot quoteringaanbrengen, maar het is evenwel de stagecoördinator die de definitieve quotering vastlegt.Tweede zittijd: Bij onvoldoende diepgang en uitwerking van de opdracht krijgt de student vande titularis een literatuuropdracht die moet resulteren in een paper. Enkel indien het tekort temaken heeft met ziekte of overmacht bij de student of de stagebegeleider wordt eenvervangopdracht voorzien in samenspraak met de stagecoördinator en de stagebegeleidervan de stageorganisatie.Bijlage 4 FOER GHB 2012-2013 pagina 33 van 39

Regels van organisatie en evaluatie van het keuzevak stage inde opleiding bestuurskunde en het publiek managementBIJLAGE 7 bij de Facultaire aanvullingen op de Onderwijs- en ExamenregelingFaculteit Handelswetenschappen en BestuurskundeAcademiejaar 2012-2013Deze regels zijn van toepassing op het opleidingsonderdeel ‘stage’ aangeboden in het eerstesemester van de master in de Bestuurskunde en het Publiek Management (keuzevak van 6studiepunten), verder vermeld als ‘stage’.1. DefinitiesDe stage is een eerste kennismaking met het werkveld en geeft de student(e) demogelijkheid om tijdens de opleiding zijn/haar opgedane kennis en vaardigheden verder teverfijnen en/of toe te passen. De student(e) voert concrete en afgelijnde opdrachten uit enfunctioneert zoals een beginnend medewerker binnen de organisatie.Rapportering: het stagerapport is het eindproduct met de resultaten van het gevoerdeopdrachtonderzoek dat bij aanvang van de stage werd vooropgesteld. Het kan gaan om eenrapport, nota, (delen van) een beleidsnota, ...De stagecoördinator staat in voor de organisatie van het opleidingsonderdeel stage. Hij/zijvolgt de studenten op vanuit de opleiding en is de contactpersoon voor de stageorganisaties.Hij/zij is verder ook belast met de voorbereiding van de stage en het toezicht op, depedagogische begeleiding van en de evaluatie van de student(e). Hij/zij onderhoudt decontacten met de stagebegeleider uit de stageorganisatie. De faculteitsraad stelt jaarlijks eenpersoneelslid aan die optreedt als stagecoördinator, tegelijk titularis van hetopleidingsonderdeel stage.De stagebegeleider is een lid van de stage-organisatie die belast is met de inhoudelijke envormelijke begeleiding van de stagestudent(e) op de stagedienst zelf. Hij/zij begeleidt destudent(e) bij het stagetraject en is voor de student(e) het aanspreekpunt binnen deorganisatie. Op het einde van de stage adviseert de stagebegeleider de titularis bij debeoordeling van de stage. De stagebegeleider maakt in die hoedanigheid geen deel uit vande examencommissie.De indiendatum is de uiterste datum waarop de student(e) zijn/haar stagerapport kanindienen. Deze datum wordt jaarlijks bepaald door de titularis en meegedeeld aan destudenten bij aanvang van het opleidingsonderdeel.Het stagecontract is een overeenkomst die gesloten wordt tussen de faculteitHandelswetenschappen en Bestuurskunde van de Hogeschool Gent, de stage-organisatie ende student(e). In het contract wordt expliciet vermeld wat de stageopdracht is. Het contractbevat verder de verwachtingen t.a.v. de studente, de stagebegeleider en deonderwijsinstelling.De stageopdracht wordt besproken door de stagecoördinator, de stagebegeleider en destudent(e) en wordt vastgelegd in het stagecontract. Deze beschrijving dient ookverwachtingen naar een specifiek eindproduct te bevatten. Het eindproduct waarnaar binnende stage gewerkt wordt vormt samen met de manier waarop de student(e) werkt binnen deorganisatie de essentie van de stageperiode. Deze elementen wegen sterk mee bij deeindevaluatie. Als er wijzigingen zouden optreden in de opdracht of de verwachtingen op datgebied dan moet de student(e) dit meteen melden aan de stagecoördinator.2. Praktische Organisatie stageBijlage 4 FOER GHB 2012-2013 pagina 34 van 39

De stage duurt 20 werkdagen. De planning van deze werkdagen is samen te bepalen met destageorganisatie. De stage zal ten vroegste aanvangen bij het begin van het zomerreces vanhet jaar waarin de student zich zal inschrijven voor de Master BPM. De stage kan dusafgerond worden voor de officiële start van het academiejaar in kwestie. Eén week na hetafronden van de stage dienen de studenten hun eindrapport in. Alle eindrapporten moetenvoor het kerstverlof ingediend zijn.Studenten regelen de stageplaats zelf, dit betekent: vinden zelf een organisatie en eenstagebegeleider, die hen 20 dagen wil begeleiden. De titularis helpt de opdracht meeafbakenen en moet fiat geven over stageplaats en stageopdracht. De titularis volgt de stageook op, legt stagebezoeken af en is de contactpersoon voor alle praktische zaken.De begeleiding van het stageproces gebeurt door de stagecoördinator/titularis (dit is deverantwoordelijke binnen HABE) en de stagebegeleider (dit is de persoon binnen destageorganisatie) onder de vorm van permanente opvolging (terugkoppeling op stageplaatsen tussentijdse opvolging door de onderwijsinstelling). De begeleiding van de titularis isvoornamelijkDe stagecoördinator zorgt voor telefonische opvolging bij de stagebegeleider. Als dit in deloop van de stage niet blijkt te volstaan maken de stagecoördinator en stagebegeleider eenafspraak om elkaar te ontmoeten.3. Evaluatiemodaliteiten SRCDe student zorgt ervoor dat de stage effectief door hem/haar wordt gerealiseerd zoalsovereengekomen met de opleiding en de betrokken organisatie. De student zal eenstagedagboek bijhouden waarin de activiteiten/opdrachten per dag worden opgetekend.Zodoende kan een overzicht worden verkregen van de werkzaamheden tijdens destageperiode. Dit stagedagboek dient als hulpmiddel bij de tussentijdse bespreking en deeindevaluatie.De student heeft een tussentijdse bespreking met de stagecoördinator over de invulling, deaanpak en de kwaliteit van de uitgevoerde taken. Ter voorbereiding van deze tussentijdsebespreking schrijft de student een beknopt tussentijds rapport (max. 3-tal pagina's) dat hijde stagecoördinator minstens 5 werkdagen voorafgaand aan de bespreking bezorgt. Ditrapport bevat: § Een beschrijving van wat de student tot nu toe meegemaakt, ervaren en zelfgedaan heeft. § Bedenkingen, vragen en reflecties daarbij.Op het einde van de stage is er een gesprek tussen de drie betrokkenen: student,stagebegeleider en stagecoördinator. Deze eindevaluatie is de gestructureerde synthesevan de besprekingen gedurende de stage waardoor enerzijds een zicht verkregen wordt opde evolutie en het proces die de student tijdens zijn stage heeft doorgemaakt en anderzijdsop de kwantiteit en de kwaliteit van de prestaties. Tijdens de eindevaluatie komen in principegeen nieuwe elementen aan bod.Voor de eindquotering worden alle elementen: stagedagboek, tussentijdse evaluatie metstudent en stagebegeleider, respecteren van deadlines voor indienen van verslagen,... inrekening gebracht. De stagebegeleider kan een gemotiveerd voorstel tot quoteringaanbrengen, maar het is evenwel de stagecoördinator die de definitieve quotering vastlegt.Tweede zittijd: Bij onvoldoende diepgang en uitwerking van de opdracht krijgt de student vande titularis een literatuuropdracht die moet resulteren in een paper. Enkel indien het tekort temaken heeft met ziekte of overmacht bij de student of de stagebegeleider wordt eenvervangopdracht voorzien in samenspraak met de stagecoördinator en de stagebegeleidervan de stageorganisatie.Bijlage 4 FOER GHB 2012-2013 pagina 35 van 39

Regels van organisatie en evaluatie van de stagehandelswetenschappenBIJLAGE 8 bij de Facultaire aanvullingen op de Onderwijs- en ExamenregelingFaculteit Handelswetenschappen en BestuurskundeAcademiejaar 2012-2013Deze regels zijn van toepassing op het opleidingsonderdeel ‘stage’ in de master in dehandelswetenschappen.De stage is een opdracht die door de student wordt uitgevoerd gedurende het masterjaar.Deze opdracht vindt plaats in een onderneming of andere organisatie.De stage kan hetzij volledig losstaan van het opleidingsonderdeel masterproef hetzij er inmeerdere of mindere mate mee gelinkt zijn. In het geval van een link is een verregaandeintegratie tussen masterproef en stage mogelijk, meer in het bijzonder wanneer de studenteen masterproefonderzoek verricht in opdracht van een onderneming of gelijkaardigeorganisatie.De titularis van de stage behoort tot het onderwijzend personeel en staat in voor de globalecoördinatie van het opleidingsonderdeel. Hij staat de CD’s bij en bewaakt het kwalitatieveniveau van de stages.Per vakgroep wordt een coördinerende docent (CD) stage aangeduid. Hij isverantwoordelijk voor de communicatie rond en opvolging van de stage binnen zijn vakgroep,zowel naar studenten als naar stagebegeleiders. De CD organiseert de verdedigingen vande stages binnen zijn vakgroep.De stage kan pas starten indien de inhoud ervan door de CD is goedgekeurd via een door destageorganisatie ingevuld stagevoorstelformulier en tevens na ondertekening van destageovereenkomst. In de stageovereenkomst worden de begindatum, de einddatum, deomvang en de modaliteiten van de stage vastgelegd. Deze overeenkomst wordt ondertekenddoor de faculteit Handelswetenschappen en Bestuurskunde van de Hogeschool Gent, destageorganisatie en de student en dient te worden gerespecteerd door alle betrokken partijen.De stagebegeleider is een medewerker van de organisatie waar de student stage loopt. Hijgeeft concrete opdrachten aan de stagestudent, volgt de uitvoering op en geeft feedback opde resultaten. Hij is voor de student het aanspreekpunt binnen de organisatie.De student loopt stage in het tweede semester van het masterjaar. Bij uitzondering kan eenstudent de toelating vragen om de stage in het eerste semester op te nemen, indien aanminstens één van de volgende twee voorwaarden voldaan is:dit leidt tot een meer evenwichtige spreiding van studiepunten over de twee semesters, ofdit leidt tot niet meer dan 36 studiepunten in het eerste semester en de student bevindtzich dan in de mogelijkheid zijn diploma te behalen op het einde van dat eerste semester.Alle overkoepelende afspraken, dit zijn alle afspraken naast deze tussen de CD en destudent, worden aan de studenten gecommuniceerd via het Draaiboek Stage, deaankondigingen en andere documenten op Dokeos.De evaluatie geschiedt op basis van volgende elementen: het stagebezoek, de beoordelingdoor de stagebegeleider, de schriftelijke rapportering, de mondelinge verdediging en destiptheid van de student m.b.t. de in te dienen documenten.Tijdens de stage gaat de promotor (of een ander lid van het onderwijzend personeel) opstagebezoek of, indien dit om praktische redenen onmogelijk is, wordt de stagebegeleidertelefonisch door de promotor of de CD gecontacteerd. Tijdens dit bezoek geeft de studentBijlage 4 FOER GHB 2012-2013 pagina 36 van 39

een presentatie van de belangrijkste realisaties en inzichten. De stagebegeleider overloopt enbespreekt samen met de stagebezoeker en de student het evaluatieformulier.De student levert een schriftelijk rapport in dat voldoet aan de kwaliteitsvereisten van eenmasterniveau. De indiendatum van het stageverslag wordt jaarlijks bepaald door defaculteitsraad en meegedeeld aan de studenten door de titularis.Er is een mondelinge verdediging van de stage; de jury bestaat uit één of meerderelectoren en een voorzitter. De samenstelling van de jury wordt ad valvas bekendgemaaktuiterlijk één week voor de verdediging. De lectoren maken geen deel uit van deexamencommissie.De verdediging van de stage is openbaar. De openbaarheid veronderstelt dat derden alswaarnemer aanwezig kunnen zijn. Een waarnemer mag op geen enkele wijze tussenkomenbij de verdediging. De beraadslaging van de jury is geheim.De verdediging vindt plaats op de vastgestelde dagen en locaties, zoals aangeduid op hetexamenrooster en ad valvas bekend gemaakt. Een verdediging kan slechts plaatsvindenbuiten de gebouwen van de Hogeschool Gent mits goedkeuring van de decaan.De CD is verantwoordelijk voor de toekenning van het globale cijfer. De jury adviseert de CDna de mondelinge verdediging.Indien de student tijdens de eerste zittijd niet slaagt voor de stage, krijgt hij eenvervangopdracht. De CD bepaalt de vervangopdracht in overleg met zowel de collega’s vanzijn vakgroep als de titularis, en evalueert deze opdracht.In geval van plagiaat wordt art. 60 van de Onderwijs- en examenregeling (Examentuchtbeslissing:Onregelmatigheden tijdens de examens) toegepast.Bijlage 4 FOER GHB 2012-2013 pagina 37 van 39

Regels van organisatie en evaluatie van de stage SLOBIJLAGE 9 bij de Facultaire aanvullingen op de Onderwijs- en ExamenregelingFaculteit Handelswetenschappen en BestuurskundeAcademiejaar 2012-2013Deze regels zijn van toepassing op het opleidingsonderdeel ‘Didactische stage’ in deSpecifieke LerarenOpleiding Handelswetenschappen en Bestuurskunde, verder in deze tekstvermeld als ‘stage’.1. DefinitiesDe stage is een opdracht die door de student(e) wordt uitgevoerd in meerdere secundairescholen gedurende zijn/haar opleiding in de Specifieke LerarenOpleiding onder begeleidingvan de stagebegeleider(s) en de stagecoördinator.De stagecoördinator is de docent Vakdidactiek. De stagecoördinator onderhoudt decontacten met de stagescholen en de stagebegeleider(s) en zorgt voor de procesbegeleidingvan de studenten tijdens de stage. De stagecoördinator maakt deel uit van deexamencommissie in de hoedanigheid van titularis. De titularis is verantwoordelijk voor debeoordeling en de toekenning van het cijfer.De stagebegeleider is een leraar secundair onderwijs van de school waar de student(e)stage loopt. De stagebegeleider zorgt ervoor dat de student zijn plaats vindt in de school doorhet geven van les- en schoolopdrachten, de uitvoering op te volgen en het resultaat ervan tebespreken. Hij/zij is voor de student(e) het aanspreekpunt binnen de school. Op het eindevan de stage adviseert de stagebegeleider de titularis bij de beoordeling van de stage. Destagebegeleider maakt geen deel uit van de examencommissie.Het stagecontract is een overeenkomst die gesloten wordt tussen de faculteitHandelswetenschappen en Bestuurskunde van de Hogeschool Gent, de stageschool en destudent. In het contract wordt expliciet vermeld wat de precieze inhoud van de stage is. Hetcontract bevat de verwachtingen t.a.v. de student, de stagebegeleider en destagecoördinator.Stageperiode en stage-opdracht: De student(e) kan op eender welk moment van hetschooljaar stage lopen op voorwaarde dat hij/zij het opleidingsonderdeel Vakdidactiek I heeftgevolgd (minimale aanwezigheid van 80%) en tijdens deze lessen ten minste 1 oefenles voorzijn/haar medestudenten heeft gegeven. De stage-opdracht bestaat uit het geven van 52lessen, het bijwonen van 12 luisterlessen en het maken van een stageverslag. Demodaliteiten van deze opdrachten worden vermeld in de stagebundel.De indiendata voor het stagevoorstelformulier, het stageverslag en de evaluatieformulierenworden door de titularis vermeld in de stagebundel. Het is de verantwoordelijkheid van destudent om deze na te leven.2. Evaluatie van de stageElke student(e) dient voorafgaand aan een stageles een lesvoorbereiding in bij destagecoördinator. De stagecoördinator evalueert deze voorbereidingen en bespreekteventuele problemen met de student(e). Tijdens de stage zal de stagecoördinator een aantalstagelessen bijwonen in functie van de noodzakelijkheid tot bijsturing. Ter gelegenheid vandeze stagebezoeken worden de prestaties van de student(e) met hem/haar besproken in hetbijzijn van de stagebegeleider.Op het einde van de stage dienen de studenten hun stageverslag in bij de stagecoördinator.De stagebegeleider bezorgt zijn/haar beoordelingen eveneens aan de stagecoördinator viade student(e). Na het indienen van deze documenten volgt een eindgesprek.De titularis neemt volgende elementen in aanmerking bij de eindevaluatie: het stageverslag,Bijlage 4 FOER GHB 2012-2013 pagina 38 van 39

de adviserende beoordelingen door de stagebegeleider(s), de lesvoorbereidingen, deobservatie van de stagelessen door de stagecoördinator en het tijdig indienen van alledocumenten.Aangezien secundaire scholen gesloten zijn tijdens de zomervakantie is er geen stagemogelijk in de tweede zittijd. In de tweede zittijd worden voor dit opleidingsonderdeel depunten van de eerste zittijd ongewijzigd overgedragen.Bijlage 4 FOER GHB 2012-2013 pagina 39 van 39

Faculteit Handelswetenschappen en ... - Hogeschool Gent

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

Delete template?

Save as template ?