12.07.2015 Views

Minderjarigen als procespartij?; een onderzoek naar de ... - WODC

Minderjarigen als procespartij?; een onderzoek naar de ... - WODC

Minderjarigen als procespartij?; een onderzoek naar de ... - WODC

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

<strong>Min<strong>de</strong>rjarigen</strong> <strong>als</strong> <strong>procespartij</strong>?Een <strong>on<strong>de</strong>rzoek</strong> <strong>naar</strong> <strong>de</strong> bijzon<strong>de</strong>re curator en <strong>een</strong> formele rechtsingang voormin<strong>de</strong>rjarigenM.J. Steketee, A.M. Overgaag, K.D. LünnemannUtrecht, Verwey-Jonker Instituut, 2003Bestellingen: Verwey-Jonker Instituut, tel. 030 2300799, fax 030 2300683, e-mail: secr@verweyjonker.nlKenmerk: EWB 02.011SamenvattingIn dit <strong>on<strong>de</strong>rzoek</strong> is gekeken of <strong>de</strong> huidige rechtsingang voor min<strong>de</strong>rjarigen in Ne<strong>de</strong>rland a<strong>de</strong>-quaatkan wor<strong>de</strong>n geacht, me<strong>de</strong> in het licht van internationale verdragen. Aan dit <strong>on<strong>de</strong>rzoek</strong> lagen <strong>de</strong>volgen<strong>de</strong> vragen ten grondslag:• Wat is <strong>de</strong> stand van zaken omtrent <strong>de</strong> formele en informele rechtsingangen in Ne<strong>de</strong>rland?• In welke mate en in welke omstandighe<strong>de</strong>n is <strong>de</strong> afgelopen jaren gebruik gemaakt van arti-kel1:250 BW?• Wat is het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong>skundigen en min<strong>de</strong>rjarigen over het functioneren van <strong>de</strong> bestaan<strong>de</strong>mogelijkhe<strong>de</strong>n voor min<strong>de</strong>rjarigen om ‘toegang tot het recht’ te krijgen? Welkeknelpunten wor<strong>de</strong>n gesignaleerd en welke argumenten pleiten voor handhaving dan welwijziging van <strong>de</strong> bestaan<strong>de</strong> situatie?• Geldt <strong>een</strong> verplichting op grond van internationale verdragen? Welke regelingen treft men aanin het buitenland?• Tot welke aanbevelingen strekken <strong>de</strong> antwoor<strong>de</strong>n op bovenstaan<strong>de</strong> vragen en hoe zou <strong>een</strong>wettelijke voorziening voor ons land er uit kunnen zien?Het <strong>on<strong>de</strong>rzoek</strong> bestaat uit vier <strong>de</strong>el<strong>on<strong>de</strong>rzoek</strong>en, die elk <strong>een</strong> eigen <strong>on<strong>de</strong>rzoek</strong>smetho<strong>de</strong> kennen en<strong>een</strong> bijdrage leveren aan het beantwoor<strong>de</strong>n van <strong>de</strong> bovengenoem<strong>de</strong> <strong>on<strong>de</strong>rzoek</strong>svragen.Wat is <strong>de</strong> stand van zaken omtrent <strong>de</strong> formele en informele rechtsingangen in Ne<strong>de</strong>rland?<strong>Min<strong>de</strong>rjarigen</strong> in Ne<strong>de</strong>rland hebben g<strong>een</strong> algem<strong>een</strong> gel<strong>de</strong>n<strong>de</strong> zelfstandige rechtsingang, behal-ve inhet bestuursrecht. Volgens het Ne<strong>de</strong>rlandse familierecht zijn ou<strong>de</strong>rs <strong>de</strong> wettelijke verte-genwoordigersvan hun kind (art. 1:245 BW). Voor min<strong>de</strong>rjarigen die on<strong>de</strong>r voogdij staan geldt <strong>een</strong> vergelijkbareregeling (art. 1:337 lid 1 BW). Als <strong>de</strong> belangen van <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rs of één van hen in strijd zijn met die van<strong>de</strong> min<strong>de</strong>rjarige kan <strong>de</strong> kantonrechter – indien hij dit in het belang van <strong>de</strong> min<strong>de</strong>rjarige acht - <strong>een</strong>bijzon<strong>de</strong>re curator benoemen om hem te vertegenwoordigen (art. 1:250 BW).De Ne<strong>de</strong>rlandse wet voorziet voor <strong>een</strong> aantal specifieke on<strong>de</strong>rwerpen in <strong>een</strong> formele rechtsin-gangvoor min<strong>de</strong>rjarigen van twaalf jaar of ou<strong>de</strong>r. Dit is bijvoorbeeld het geval voor min<strong>de</strong>rjari-gen die on<strong>de</strong>rtoezicht zijn gesteld, <strong>als</strong> zij <strong>een</strong> verzoek willen indienen tot opheffing van <strong>de</strong> on-<strong>de</strong>rtoezichtstelling (art.1:256 lid 4 BW), het intrekken van <strong>de</strong> schriftelijke aanwijzing (art. 1:260 lid 1 BW) of beëindiging van<strong>de</strong> uithuisplaatsing (art. 1:263 lid 2 BW). <strong>Min<strong>de</strong>rjarigen</strong> kunnen niet zelf om <strong>een</strong>kin<strong>de</strong>rbeschermingsmaatregel vragen, noch beroep aantekenen tegen <strong>een</strong> machti-ginguithuisplaatsing in het ka<strong>de</strong>r van <strong>een</strong> on<strong>de</strong>rtoezichtstelling. Daarnaast bestaat <strong>de</strong> mogelijk-heid voor<strong>de</strong> min<strong>de</strong>rjarige van twaalf jaar of ou<strong>de</strong>r om aan <strong>de</strong> rechtbank kenbaar te maken dat hij <strong>de</strong> vaststelling,wijziging of stopzetting van <strong>de</strong> omgangsregeling wenst (art. 1:377g en 1:251a BW). Deze regelingstaat bekend <strong>als</strong> <strong>de</strong> informele rechtsingang van min<strong>de</strong>rjarigen. De regeling is informeel omdat g<strong>een</strong>procureurstelling nodig is en <strong>de</strong> min<strong>de</strong>rjarige g<strong>een</strong> aanspraak kan ma-ken op <strong>een</strong> beslissing van <strong>de</strong>rechter. Ook kan <strong>de</strong> min<strong>de</strong>rjarige g<strong>een</strong> hoger beroep instellen.Uit <strong>de</strong> bestu<strong>de</strong>er<strong>de</strong> jurispru<strong>de</strong>ntie komt het beeld <strong>naar</strong> voren dat in spoe<strong>de</strong>isen<strong>de</strong> zaken <strong>de</strong>min<strong>de</strong>rjarige <strong>als</strong> <strong>procespartij</strong> ontvankelijk wordt verklaard. Meestal maakt <strong>de</strong> presi<strong>de</strong>nt van <strong>de</strong>


echtbank er g<strong>een</strong> probleem van dat <strong>een</strong> van <strong>de</strong> <strong>procespartij</strong>en min<strong>de</strong>rjarig is. Overwegingen om <strong>de</strong>zaak, ondanks <strong>de</strong> min<strong>de</strong>rjarigheid, toch te behan<strong>de</strong>len zijn on<strong>de</strong>r meer: <strong>de</strong> wettelijkevertegenwoordiger verblijft in het buitenland, <strong>de</strong> min<strong>de</strong>rjarige han<strong>de</strong>lt met oor<strong>de</strong>el <strong>de</strong>s on<strong>de</strong>r-scheids,<strong>de</strong> zaak is zo dringend dat <strong>de</strong> benoeming van <strong>een</strong> bijzon<strong>de</strong>re curator niet kan wor<strong>de</strong>n afgewacht, <strong>de</strong>min<strong>de</strong>rjarige is bijna meer<strong>de</strong>rjarig. In het vreem<strong>de</strong>lingenrecht wor<strong>de</strong>n min<strong>de</strong>rjari-gen die <strong>een</strong> kortgeding aanspannen tegen <strong>de</strong> staat om aan <strong>een</strong> dreigen<strong>de</strong> uitzetting te ontko-men over het algem<strong>een</strong>ontvankelijk verklaard.In welke mate en in welke omstandighe<strong>de</strong>n is <strong>de</strong> afgelopen jaren gebruikt gemaakt van artikel 1:250BW?Als <strong>de</strong> belangen van <strong>de</strong> min<strong>de</strong>rjarige in strijd komen met <strong>de</strong> belangen van <strong>de</strong> wettelijke vertegenwoordigerrond kwesties van opvoeding, verzorging en vermogen, kan <strong>de</strong> kantonrechter in hetbelang van het kind <strong>een</strong> bijzon<strong>de</strong>re curator benoemen (artikel 1:250 BW). Van <strong>de</strong>ze moge-lijkheidwordt nauwelijks gebruik gemaakt. Uit het dossier<strong>on<strong>de</strong>rzoek</strong> in vier arrondissementen blijkt dat er in<strong>de</strong> jaren 1999, 2000 en 2001 in totaal 20 maal <strong>een</strong> beroep gedaan is op <strong>de</strong> mo-gelijkheid van <strong>de</strong>benoeming van <strong>een</strong> bijzon<strong>de</strong>re curator. Hierbij ging het in <strong>de</strong> helft van <strong>de</strong> ge-vallen om het ver<strong>de</strong>lenvan <strong>een</strong> nalatenschap, waarbij <strong>de</strong> min<strong>de</strong>rjarige erfgenaam was. De an-<strong>de</strong>re zaken betroffen hogerberoep tegen <strong>een</strong> machtiging uithuisplaatsing in <strong>een</strong> gesloten set-ting, conflicten over <strong>de</strong> verblijfplaatsvan <strong>de</strong> min<strong>de</strong>rjarige en <strong>een</strong> verzoek tot wijziging van ge-zag. Als bijzon<strong>de</strong>re curator wordt vaak <strong>de</strong>advocaat benoemd, wat betekent dat er g<strong>een</strong> veran-<strong>de</strong>ring optreedt ten aanzien van <strong>de</strong> situatie <strong>als</strong> <strong>de</strong>advocaat toegevoegd zou zijn aan <strong>de</strong> zaak. In zaken waar het gaat om het beheer en uitvoering van<strong>een</strong> nalatenschap waarbij <strong>een</strong> min<strong>de</strong>rjari-ge is betrokken wordt vaak <strong>een</strong> notaris benoemd <strong>als</strong>bijzon<strong>de</strong>re curator.De re<strong>de</strong>n waarom het bijzon<strong>de</strong>re curatorschap in <strong>de</strong> rechtspraktijk nauwelijks voorkomt heeft <strong>de</strong>els temaken met onbekendheid van <strong>de</strong> regeling. Daarnaast kan <strong>een</strong> bijzon<strong>de</strong>re curator pas wor<strong>de</strong>nbenoemd <strong>als</strong> <strong>een</strong> procedure al is gestart. In dat geval is er vaak al <strong>een</strong> advocaat bij <strong>de</strong> zaakbetrokken. Een bijzon<strong>de</strong>re curator is in die gevallen niet echt noodzakelijk. Vervolgens vin<strong>de</strong>n <strong>de</strong><strong>de</strong>skundigen het omslachtig dat in <strong>de</strong> huidige procedure all<strong>een</strong> <strong>de</strong> kantonrechter bevoegd is <strong>een</strong>bijzon<strong>de</strong>re curator te benoemen.Wat is het oor<strong>de</strong>el van <strong>de</strong>skundigen en min<strong>de</strong>rjarigen?De geïnterview<strong>de</strong> <strong>de</strong>skundigen in het <strong>on<strong>de</strong>rzoek</strong> zijn allen van mening dat <strong>de</strong> huidige mogelijk-he<strong>de</strong>nvoor min<strong>de</strong>rjarigen om ‘toegang tot het recht’ te verkrijgen te kort schieten, zodat het wenselijk ismin<strong>de</strong>rjarigen <strong>een</strong> zelfstandige rechtsingang te verschaffen. Ook <strong>de</strong> jongeren die zijn geïnterviewd zijnvoor <strong>een</strong> eigen rechtsingang. Hoewel <strong>een</strong> ie<strong>de</strong>r weer an<strong>de</strong>re argumenten hanteert is uitein<strong>de</strong>lijkniemand, noch <strong>de</strong> geïnterview<strong>de</strong>n, noch <strong>de</strong> <strong>de</strong>elnemers aan <strong>de</strong> expertbij-<strong>een</strong>komst voor <strong>de</strong>handhaving van <strong>de</strong> bestaan<strong>de</strong> wettelijke situatie. Verschillen<strong>de</strong> argumenten wor<strong>de</strong>n aangedragen.Een belangrijk argument wordt ontl<strong>een</strong>d aan het Internationale Verdrag voor <strong>de</strong> Rechten van het Kind;aangezien aan kin<strong>de</strong>ren materiële rechten zijn toegekend, moeten zij ook <strong>de</strong> moge-lijkheid krijgen<strong>de</strong>ze rechten te realiseren en bij schending ervan moeten zij dit aan <strong>de</strong> rechter kunnen leggen. Ookhet EVRK levert argumenten voor <strong>een</strong> eigen toegang tot <strong>de</strong> rechter. (Hier-over later meer.)Bovendien sluit <strong>een</strong> eigen rechtsingang aan bij <strong>de</strong> mondige positie die jongeren in <strong>de</strong> huidigesamenleving hebben. <strong>Min<strong>de</strong>rjarigen</strong> kunnen rechtshan<strong>de</strong>lingen verrichten voor zover dit in hetmaatschappelijk verkeer gebruikelijk is. Deze han<strong>de</strong>lingsbekwaamheid gaat echter niet gepaard met<strong>een</strong> bevoegdheid te proce<strong>de</strong>ren. De han<strong>de</strong>lingsbekwaamheid van min<strong>de</strong>rjarigen vormt <strong>een</strong> argumentom min<strong>de</strong>rjarigen <strong>een</strong> eigen toegang tot <strong>de</strong> rechter te geven.Een eigen rechtsingang is met name van belang <strong>als</strong> er sprake is van <strong>een</strong> belangentegenstellingtussen <strong>de</strong> wettelijk vertegenwoordigers en <strong>de</strong> min<strong>de</strong>rjarige. In geval het <strong>een</strong> situatie van opvoe-ding,zorg of vermogen van <strong>de</strong> min<strong>de</strong>rjarige betreft, kan <strong>de</strong> kantonrechter <strong>een</strong> bijzon<strong>de</strong>re cura-torbenoemen. In <strong>de</strong> praktijk blijkt dat van <strong>de</strong>ze regeling zel<strong>de</strong>n gebruik wordt gemaakt. De re-<strong>de</strong>nhiervoor is niet dat <strong>de</strong> min<strong>de</strong>rjarige g<strong>een</strong> rechtsvragen heeft die hij aan <strong>de</strong> rechter zou wil-lenvoorleggen, maar dat <strong>de</strong> regeling g<strong>een</strong> oplossing lijkt te bie<strong>de</strong>n voor die situaties. Min<strong>de</strong>rja-rigenblijken in <strong>de</strong> praktijk zelf, bijgestaan door <strong>een</strong> advocaat, <strong>naar</strong> <strong>de</strong> (kortgeding)rechter te stappen en


wor<strong>de</strong>n ontvankelijk verklaard door <strong>de</strong> rechter <strong>als</strong> aan <strong>een</strong> tweetal voorwaar<strong>de</strong>n is voldaan. Er moetsprake zijn van <strong>een</strong> onmid<strong>de</strong>llijk en spoe<strong>de</strong>isend belang bij <strong>de</strong> gevraag<strong>de</strong> voorziening en <strong>de</strong>min<strong>de</strong>rjarige moet beschikken over <strong>een</strong> zodanige mate van inzicht in <strong>de</strong> in het geding zijn<strong>de</strong> belangendat hij geacht mag wor<strong>de</strong>n zelfstandig te kunnen beslissen over <strong>de</strong> gevolgen van <strong>de</strong> procedure.Vooral in hoger beroepszaken tegen <strong>een</strong> machtiging uithuisplaat-sing <strong>naar</strong> <strong>een</strong> gesloten instellingvindt men het overbodig om <strong>een</strong> bijzon<strong>de</strong>re curator te benoe-men. De min<strong>de</strong>rjarige heeft in diegevallen immers al <strong>een</strong> advocaat bij het geding in eerste aanleg. Het benoemen van <strong>een</strong> bijzon<strong>de</strong>recurator heeft g<strong>een</strong> meerwaar<strong>de</strong>. Aangezien <strong>de</strong> bij-zon<strong>de</strong>re curator in bijna alle gevallen <strong>de</strong><strong>de</strong>sbetreffen<strong>de</strong> advocaat is of <strong>een</strong> collega, is het sim-peler om <strong>de</strong>ze stap over te slaan. Een eigenrechtsingang voor <strong>de</strong> min<strong>de</strong>rjarige sluit beter aan bij <strong>de</strong>ze rechtspraktijk.Een an<strong>de</strong>r argument dat voor <strong>een</strong> <strong>een</strong>duidige zelfstandige rechtsingang aan min<strong>de</strong>rjarigen pleit is dat<strong>de</strong> huidige wetgeving lacunes laat zien en onoverzichtelijk is. Voor on<strong>de</strong>rtoezichtstelling,uithuisplaatsing, omgangsregeling en geneeskundige behan<strong>de</strong>ling zijn bijvoorbeeld aparte re-gelsvastgesteld.De vrees dat <strong>de</strong> toekenning van <strong>een</strong> eigen rechtsingang zal lei<strong>de</strong>n tot juridisering en escalatie van <strong>de</strong>familieverhoudingen wordt door <strong>de</strong> respon<strong>de</strong>nten niet ge<strong>de</strong>eld: <strong>als</strong> iemand <strong>een</strong> procedu-re gaatbeginnen is <strong>de</strong> situatie immers al geëscaleerd.Wat betreft <strong>de</strong> mogelijke overbelasting van <strong>de</strong> rechter verwacht men dat dit zal meevallen. Nu wordt ernauwelijks gebruik gemaakt van <strong>de</strong> bijzon<strong>de</strong>re curator en <strong>de</strong> informele rechtsingang; dit zal niettoenemen <strong>als</strong> min<strong>de</strong>rjarigen <strong>een</strong> zelfstandige ingang tot het recht krijgen. Ook bij <strong>een</strong> goe<strong>de</strong>voorlichting verwacht men niet dat het gebruik van <strong>de</strong> formele rechtsingang drastisch zal toenemen.Geldt <strong>een</strong> verplichting op grond van internationale verdragen?Een belangrijk argument voor <strong>een</strong> formele rechtsingang voor min<strong>de</strong>rjarigen wordt ontl<strong>een</strong>d aaninternationale verdragen. Het Internationale Verdrag voor <strong>de</strong> Rechten van het Kind en het Eu-ropeesVerdrag inzake <strong>de</strong> uitoefening voor Rechten van Kin<strong>de</strong>ren verplichten tot toegang tot <strong>de</strong> rechter voormin<strong>de</strong>rjarigen. Dit kan gerealiseerd wor<strong>de</strong>n door <strong>de</strong> min<strong>de</strong>rjarige zelf rechtstreeks toegang tot <strong>de</strong>rechter te geven, maar het kan ook mid<strong>de</strong>ls vertegenwoordiging door ou<strong>de</strong>rs of an<strong>de</strong>ren. Deverdragsteksten geven g<strong>een</strong> aanwijzing tot <strong>een</strong> har<strong>de</strong> verplichting voor lidstaten om <strong>een</strong> algemenezelfstandige rechtsingang voor min<strong>de</strong>rjarigen te bewerkstelligen. Wel is dui-<strong>de</strong>lijk dat in geval vanfamiliezaken alle belanghebben<strong>de</strong>n <strong>de</strong> gelegenheid moeten krijgen aan <strong>de</strong> procedure <strong>de</strong>el te nemenen <strong>een</strong> standpunt <strong>naar</strong> voren moeten kunnen brengen. Het IVRK verplicht tot <strong>een</strong> algem<strong>een</strong> hoorrechtvoor min<strong>de</strong>rjarigen die in staat zijn <strong>een</strong> eigen mening te vormen. Het EVRK ve rplicht tot rechtsingangin geval van familiezaken en noemt maatregelen om <strong>de</strong> rechtspositie te versterken. Er zijn overigenswel interpretatieverschillen mogelijk over <strong>de</strong> mate waarin min<strong>de</strong>rjarigen op grond van <strong>de</strong> artikelen 9 en12 IVRK, 6 EVRM en het EVRK <strong>een</strong> eigen rechtsingang behoeven. Van <strong>de</strong> strekking van het IVRK enhet EVRK kan <strong>een</strong> zelfstandi-ge rechtsingang voor min<strong>de</strong>rjarigen wel wor<strong>de</strong>n afgeleid.Welke regelingen treft men aan in het buitenland?België is <strong>een</strong> dui<strong>de</strong>lijk voorbeeld van <strong>een</strong> land dat gestimuleerd door het IVRK wetsvoorstellen doet <strong>de</strong>rechtspositie van <strong>de</strong> min<strong>de</strong>rjarige te versterken, zowel door <strong>de</strong> toegang tot <strong>de</strong> rechter te vergroten, <strong>de</strong>juridische bijstand aan min<strong>de</strong>rjarigen uit te brei<strong>de</strong>n en het hoorrecht algem<strong>een</strong> in te voeren voormin<strong>de</strong>rjarigen. In Groot-Brittannië kan <strong>de</strong> min<strong>de</strong>rjarige die tot <strong>een</strong> re<strong>de</strong>lijke waar-<strong>de</strong>ring van zijnbelangen in staat wordt geacht aan <strong>de</strong> rechter verzoeken om aan <strong>een</strong> procedure <strong>de</strong>el te nemen waarhij <strong>een</strong> belang bij heeft. Daarnaast bestaat <strong>een</strong> systeem van on<strong>de</strong>rsteuning van <strong>de</strong> min<strong>de</strong>rjarige,waarbij <strong>een</strong> gespecialiseer<strong>de</strong> maatschappelijk werker opkomt voor zijn welzijnsbelangen en <strong>een</strong>gespecialiseer<strong>de</strong> advocaat opkomt voor zijn juridische belangen. Dit systeem geldt overigens all<strong>een</strong> infamilierechtelijke procedures. Voorts laten <strong>de</strong> initiatieven in Canada en <strong>de</strong> Verenig<strong>de</strong> Staten zien dat<strong>de</strong> rechtspositie van min<strong>de</strong>rjarigen ook kan wor<strong>de</strong>n versterkt door <strong>een</strong> betere juridischeon<strong>de</strong>rsteuning.De voorbeel<strong>de</strong>n laten zien dat niet all<strong>een</strong> <strong>de</strong> toegang tot <strong>de</strong> rechter, maar ook gespecialiseer<strong>de</strong>on<strong>de</strong>rsteuning van belang is, waarbij zowel on<strong>de</strong>rsteuning vanuit <strong>de</strong> hulpverlening <strong>als</strong> vanuit <strong>de</strong>advocatuur belangrijk is. Uit <strong>on<strong>de</strong>rzoek</strong> <strong>naar</strong> <strong>de</strong> effecten van gespecialiseer<strong>de</strong> on<strong>de</strong>rsteuning vanmin<strong>de</strong>rjarigen komt <strong>naar</strong> voren dat dit <strong>een</strong> positieve bijdrage levert aan <strong>de</strong> procesgang. Deaankomen<strong>de</strong> wetswijzigingen in België kunnen <strong>als</strong> voorbeeld dienen voor Ne<strong>de</strong>rland.


Hoe zou <strong>een</strong> wettelijke voorziening voor ons land er uit kunnen zien?Zowel respon<strong>de</strong>nten <strong>als</strong> <strong>de</strong>elnemers aan <strong>de</strong> expertbij<strong>een</strong>komst komen tot <strong>de</strong> conclusie dat min<strong>de</strong>rjarigenover <strong>een</strong> eigen formele rechtsingang moeten kunnen beschikken. De bijzon<strong>de</strong>re curator zaldan <strong>als</strong> rechtsfiguur all<strong>een</strong> gehandhaafd moeten blijven voor nalatenschappen (arti-kel 1:250 BW) enafstammingszaken (artikel 1:212 BW). Op basis van het <strong>on<strong>de</strong>rzoek</strong>smateriaal en <strong>de</strong>expertbij<strong>een</strong>komst is <strong>een</strong> mo<strong>de</strong>l voor <strong>een</strong> eigen rechtsingang ontwikkeld, bestaan<strong>de</strong> uit <strong>een</strong>zelfstandige toegang tot <strong>de</strong> rechter en on<strong>de</strong>rsteuning door <strong>een</strong> gespecialiseer<strong>de</strong> advocaat. Het mo<strong>de</strong>lgaat uit van drie voorwaar<strong>de</strong>n. Ten eerste moet sprake zijn van <strong>een</strong> laagdrempelige toegang, dat wilzeggen dat <strong>de</strong> rechtsingang hel<strong>de</strong>r en <strong>een</strong>duidige moet zijn en <strong>een</strong> bre<strong>de</strong> reik-wijdte moet hebben. Zomoet <strong>een</strong> min<strong>de</strong>rjarige rechtstreeks <strong>naar</strong> <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>rrechter of <strong>naar</strong> <strong>een</strong> gespecialiseer<strong>de</strong>jeugdadvocaat kunnen stappen. Ten twee<strong>de</strong> moet <strong>de</strong> min<strong>de</strong>rjarige wor<strong>de</strong>n on<strong>de</strong>rsteund doorgespecialiseer<strong>de</strong> advocaten. Ten slotte dient g<strong>een</strong> leeftijdsgrens te wor<strong>de</strong>n gehanteerd.Ter on<strong>de</strong>rsteuning van <strong>de</strong> toegang tot <strong>de</strong> rechter dienen er meldpunten te komen waar jongerenterecht kunnen met vragen over hun rechten en mogelijke schending daarvan. Meldpunten, zo<strong>als</strong> <strong>de</strong>ombudsman, het Bureau voor Rechtshulp en <strong>de</strong> kin<strong>de</strong>r- en jongerenrechtswinkel kun-nen <strong>de</strong> jongerenjuridisch adviseren en zo nodig doorverwijzen <strong>naar</strong> <strong>een</strong> jeugdadvocaat of jon-geren bijstaan in hunrechtsgang <strong>naar</strong> <strong>de</strong> (kin<strong>de</strong>r)rechter. Vanuit <strong>de</strong> jongeren wordt benadrukt dat vooral telefonischebereikbaarheid belangrijk is, omdat zij op <strong>de</strong>ze manier anoniem advies kunnen inwinnen over <strong>de</strong>juridische mogelijkhe<strong>de</strong>n en haalbaarheid van <strong>de</strong> zaak. Jongeren kunnen all<strong>een</strong> van <strong>een</strong> eigenrechtsingang gebruik maken <strong>als</strong> zij ervan op <strong>de</strong> hoogte zijn. Om-dat jongeren slecht op <strong>de</strong> hoogte zijnvan hun rechten, is voorlichting van essentieel belang.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!