Jaargang 108, nummer 3, juni 2007 (PDF) - Theosofische ...
Jaargang 108, nummer 3, juni 2007 (PDF) - Theosofische ...
Jaargang 108, nummer 3, juni 2007 (PDF) - Theosofische ...
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
THEOSOFIAnr 3 • <strong>juni</strong> <strong>2007</strong>jaargang <strong>108</strong>In dit <strong>nummer</strong>:Een basis van deugdzaamheid - Radha BurnierVernietig ambitie - N. Sri RamDe tempel van Atfotma - John AlgeoDe Geheime Leer als spirituele praktijk - Pablo SenderHet boeddhistische vredesvisioen - Glenn H. MullinWie is dat Ik? – Caty GreenWie was… George Arundale
THEOSOFIA<strong>Jaargang</strong> <strong>108</strong> <strong>nummer</strong> 3, <strong>juni</strong> <strong>2007</strong>Tweemaandelijks tijdschrift van deTheoso sche Vereniging in NederlandISSN 0040-5868Redactie:Anne Myrthe Iken,Elly Kooijman,Wies Kuiper,Els Rijneker (hoofdred.)Secretariaat redactie:Toltraat 154,1074 VM AmsterdamAbonnementen:met incasso-opdracht € 17,50per jaar; zonder incassoopdracht€ 22,50 per jaar(Nederland en België).Losse <strong>nummer</strong>s € 3,50Zetwerk:Willy van VledderOmslag en kleur:Richard van DijkDruk: A-D Druk bv / Zeist© <strong>2007</strong>Theoso sche Vereniging inNederland / AmsterdamInhoudEen basis van deugdzaamheid 91Radha BurnierVernietig ambitie 96N. Sri RamDe tempel van Atfotma 98John AlgeoDe Geheime Leer als spirituele praktijk 102Pablo SenderHet boeddhistische vredesvisioen 112Glenn H. MullinWie is dat Ik? 118Caty GreenWie was... George Arundale 124Verenigingsnieuws 127Adressen Theoso sche Vereniging 131Niets uit deze uitgave mag wordenverveelvoudigd en/of openbaarworden gemaakt door middel van druk,fotokopie, of op enig andere wijze,zonder voorafgaandetoestemming van de uitgever.De Theoso sche Vereniging is niet verantwoordelijk voorenigerlei mening in dit tijdschrift tot uitinggebracht, tenzij vervat in een of cieel document.
The Theosophical SocietyDe Theosophical Society (waarvan de Theoso sche Vereniging in Nederland deNederlandse afdeling is) is op 17 november 1875 te New York opgericht doorH.P. Blavatsky, H.S. Olcott en anderen. Zij heeft haar internationale hoofdkwartier teAdyar, Chennai, India en 49 afdelingen over de gehele wereld.De Theosophical Society bestaat uit studenten die bij eender welke religie aangeslotenkunnen zijn of bij geen enkele. De leden hebben met elkaar gemeen dat zede drie doeleinden van de vereniging (zie achterkant omslag) onderschrijven, dat zereligieuze tegenstellingen willen oplossen, dat ze mensen van goede wil bijeen willenbrengen ongeacht hun religieuze overtuiging en dat zij religieuze waarheden willenbestuderen en de resultaten van die studie met anderen willen delen. Zijzijn niet door een gemeenschappelijk geloof met elkaar verbonden, maar door hetgezamenlijk zoeken en streven naar Waarheid. Zij zijn van mening dat Waarheidgevonden kan worden door studie, door re ectie, door zuiverheid van leven en doortoegewijd te zijn aan hoge idealen. Zij zien de Waarheid als dat wat de moeite waardis om naar te streven, niet als een dogma opgelegd door een autoriteit. Zij vinden dateen overtuiging het resultaat zou moeten zijn van individuele studie of intuïtie, en nietdaaraan vooraf zou moeten gaan, en gebaseerd zou moeten zijn op kennis, niet opaanname. Zij zijn tolerant jegens allen, ook jegens hen die intolerant zijn, niet als eenvoorrecht om te verlenen, maar omdat ze dat als hun plicht beschouwen.Zij trachten onwetendheid weg te nemen in plaats van deze af te straffen.Zij zien elke religie als een uitdrukking van de Goddelijke Wijsheid. Zij geven er devoorkeur aan om religies te bestuderen in plaats van deze te veroordelen, omGoddelijke Wijsheid in praktijk te brengen in plaats van mensen ertoe te bekeren.Zoals Waarheid het doel is, is Vrede het wachtwoord.Theoso e is de belichaming van waarheden die aan de basis liggen van elke religieen waarop geen enkele godsdienst het alleenrecht kan doen gelden.Theoso e biedteen loso e die het leven begrijpelijk maakt en die laat zien dat de evolutie geleidwordt door rechtvaardigheid en liefde. Zij geeft de dood haar juiste plek, als eensteeds terugkerende gebeurtenis die de poort opent naar een voller en stralenderbestaan in een leven dat geen einde heeft. Theoso e geeft de wereld de Wetenschapvan de Geest terug, door de mens te Ieren de Geest te zien als zijn werkelijk zelf enzijn denkvermogen en het lichaam als de dienaren daarvan. Theoso e verheldert degeschriften en leringen van religies door hun verborgen betekenis te ontsluieren, enaldus de juistheid ervan aan het denkvermogen aan te tonen zoals de gegrondheidervan altijd bewezen is in de ogen van de intuïtie.Leden van de Theoso sche Vereniging bestuderen deze waarheden en theosofentrachten ernaar te leven. Iedereen die bereid is te studeren, tolerant te zijn,naar het hoogste te streven en volhardend te werken, is welkom als lid.Het is aan elk lid zelf om een ware theosoof te worden.
misschien trachten iets van de zuivereliefde van een zelfloos, verlicht wezenop te vangen, hetgeen dan een vormvan meditatie wordt. Wat is liefdewaarin geen zorg voor het zelf beslotenligt, die niet beperkt is maar universeel,die zich voortdurend vernieuwt?Liefde raakt niet op wanneer zij geschonkenwordt. Zij is altijd vol. Verbeeldingsvollemeditatie kan iemandde schoonheid ervan doen ervaren enhem dichterbij schoonheid, grootsheiden zuiverheid brengen, zoals de zon dezonnebloem aantrekt. Zo kunnen wijgroeien zoals de bloem groeit, zonderambitie, geholpen door de juiste verbeeldingskracht.Juist geheugen of herinneringsvermogen(samyak smrti), vaak vertaaldals bedachtzaamheid, is ook belangrijk.Talloos zijn de herinneringen die wezouden moeten loslaten, van bijvoorbeeldherinneringen aan kwetsendewoorden die een of ander persoon gebruiktheeft. Als wij ons onjuist bejegendvoelen en niet in staat zijn eenvoorval te vergeten, maar daar steedsaan denken en grieven blijven koesteren,dan is dat geen juiste herinnering.Het aangedane onrecht is misschienniet echt zo verkeerd, want men vergistzich allicht in een moment van onnadenkendheidof opwinding; misschienis die ander niet van plan geweest tedoen wat hij of zij gedaan heeft. Als wijzulke dingen in onze gedachten blijvenhouden, belasten wij ons denkvermogenen doen wij anderen onrecht.Juiste herinnering is het vermogen totjuist vergeten!Aan de andere kant erkennen velenvan ons de grote principes van het levendie wij in onze betere momentenzien als de waarheid. Wij aanvaardenwaarlijk het beginsel van broederschap,van eenheid. Wanneer wij datvergeten, spreken wij onszelf tegen.Maar door dat soort herinnering ofaandacht te ontwikkelen dat bedachtzaamheidgenoemd wordt, daagt geleidelijk,wanneer we op het punt staaniets zelfzuchtigs te doen, de erkenningdat dit geen echte broederschap is.Dan neemt die zelfzucht enige tijd af.Er zijn mensen die zich veel herinnerenvan wat zij lezen; zij gebruikenzelfs citaten en informatie om indrukte maken op anderen. Wanneer de herinneringsamengaat met de begeertezich superieur te tonen, is het geenjuiste herinnering. Zo is er geen juistgeheugen en ook geen onjuist geheugen.Wij moeten diep nadenken overwat goed is en wat slecht, vooral inonze verhouding met andere mensen.Liefde raakt niet op wanneer zij geschonkenwordt. Zij is altijd vol.Wanneer onze karaktereigenschappenjuist gebruikt worden, resulterenze in juiste gedachten, juist geloof, juisthandelen, herinneren en spreken. Hetzich onthouden van spreken is misschienwel gemakkelijker dan juistspreken. Er zijn mensen die jaren gezwegenhebben, zonder daardoornoodzakelijk wijzer te zijn geworden.Juist spreken betekent zeggen watnoodzakelijk is en helpend.Deugdzaamheid is een groot geschenk,waarmee wij onszelf moetenzegenen, met behulp van juist herinnerenvan het feit dat er een juiste eneen verkeerde manier is om onzeeigenschapen en vermogens te gebruiken.Oplossing of blunders?Onze aarde lijkt meer geteisterd teworden door problemen die door deTheosofia <strong>108</strong>/3 <strong>juni</strong> <strong>2007</strong> 93
mens veroorzaakt zijn, dan door problemendie de natuur veroorzaakt. Denatuur zal ongetwijfeld de enorme problemendie veroorzaakt zijn door demens herstellen; zij heeft het vermogenom het evenwicht te herstellen, maarzal dat alleen doen in haar eigen tempo.Intussen lijken de mensen zelf geeneffectieve remedies te ontdekken voorde chaos die zij veroorzaken. Zoals hetgeneesmiddel soms erger is dan dekwaal, blijken oplossingen vaak het beginte vormen van nieuwe problemen.Laten we eens naar een aantal daarvankijken.De natuur zal ongetwijfeld deenorme problemen die veroorzaaktzijn door de mens herstellen; zijheeft het vermogen om hetevenwicht te herstellen, maar zaldat alleen doen in haar eigen tempo.Er zijn verschillende opvattingen geopperdover genetisch gemodificeerdeoogsten en planten. Sommigen gelovendat armoede en honger verholpen kunnenworden door de vaardigheid vande mens om genetisch te manipuleren;anderen menen dat sommige of velenieuwe soorten die genetici producerende ecologische cyclus onherstelbareschade zullen toebrengen. Geenplant of schepsel bestaat onafhankelijkvan andere levensvormen. Een nieuwesoort die resistent is tegen ongediertezou sterke invloed kunnen hebben ophet leven van vlinders, bijen of vogels,die zorgen voor bestuiving, het verspreidenvan zaadjes en andere taken.Wat is nu de meest holistische en verstandigsteopvatting?Water is van levensbelang voor hetoverleven van alle verscheidene levensvormen.Maar de klimaatcondities veranderendoor menselijke activiteitenen watertekort ontstaat in uitgestrektegebieden, overal ter wereld. Er kunnenveel oorzaken voor zijn, niet alleenklimaatsverandering, maar ook toenemendebevolkingsaantallen en uitzonderlijkeeisen om een manier van levenin stand te houden die gebaseerd is opvoortdurend méér willen hebben –meer comfort, meer apparaten envoorwerpen, meer vlees om te etenenzovoort.In Bolivia maakte een poging om hetprobleem op te lossen door de watervoorzieningte privatiseren het lijdenvan de armen alleen maar groter. Eensoortgelijke, zeer controversiële oplossingwordt uitgeprobeerd met de watervoorraadvan Delhi, waarvan menvreest dat het particuliere bedrijven zalverrijken en zal bijdragen aan het comfortvan rijke burgers, waarbij plaatselijkegemeenschappen in het uitgestrektegebied waar de Ganga doorheenstroomt, tekort gedaan worden.Volgens mevrouw Vandana Shiva, diezich gespecialiseerd heeft in dit soortzaken, wordt ‘de Ganga getransformeerdvan een levensrivier tot eendoodsrivier, zowel door de ecologischegevolgen van indamming … als vanomleiding, zoals de verdwenen Gangain Hardwar en westelijk UP (UttarPradesh, vert.) aantoont’.In zulke gevallen stellen zoekers naarnepoplossingen die zich geen zorgenmaken over menselijk welzijn vaakschijnbaar weldadige projecten voor.Er zijn heel wat keiharde zakenliedendie zich voordoen als filantroop. Ondoelmatigeof onjuiste oplossingenkunnen ook bedacht worden doormannen en vrouwen die oprecht zijn,maar weinig begrip hebben van huneigen beperkingen wanneer ze gecon-94 Theosofia <strong>108</strong>/3 <strong>juni</strong> <strong>2007</strong>
fronteerd worden met de onvoorstelbaaringewikkelde situaties die in dezewereld bestaan.Een recent artikel in The GuardianWeekly doet verslag van een nieuweoplossing voor het levensgrote probleemvan afvalverwerking dat desteeds uitdijende stedelijke conglomeratiesvan de wereld teistert. Ook plattelandsgebieden,waar enorme aantallendieren worden opgesloten uit naamvan moderne wetenschappelijke fokprogramma’s,produceren een reusachtigehoeveelheid ‘afval’. Men zegt:‘Ergens in Amerika staat een machinedie praktisch ieder soort afval aankan –slachtafval, oude autobanden, oudecomputers – en dit kan veranderen inkwaliteitsolie, plus zuivere mineralenen schoon water, allemaal binnen eenpaar uur. Het is een uitvinding die dewereld kan veranderen’.Het proces bestaat blijkbaar uit hetafbreken van het materiaal en dit teveranderen in primaire substanties,hetgeen de aarde in haar eigen tempoal eeuwenlang doet. Men zegt dat ereen nieuwe fabriek ontwikkeld wordt‘die ontworpen is om per dag 200 toningewanden, snavels, bloed en bottenvan een aangrenzende kalkoenenfokkerijte transformeren in 10 kubieketon gas en 600 vaten olie’. Zowel deregering van de VS als particuliereinvesteerders zouden geïnteresseerdzijn in dit nieuwe project, niet alleenom het enorme afvalverwerkingsprobleemop te lossen maar ook om in deAmerikaanse oliebehoefte te voorzien.Zal dat een echte oplossing betekenen?Of zal het meer hebzucht naarwinst oproepen – door meer dieren tefokken om kapot te maken in de fabrieken,of door zich bezig te gaanhouden met andere onethische activiteitendie karmische gevolgend zullenhebben in de vorm van ziekte of wanhoop?Niemand die het weet.Halsoverkop hiermee doorgaan zonderhet leven als geheel te begrijpen ende betekenis ervan te doorgrondenlijkt de snelste weg te zijn naar dood ofvernietiging.Uit: The Theosophist, december 2003Vertaling: A.M.I.Wij zijn allen broeders omdat het leven één is, omdat degoddelijke vonk die wortel is van ons bestaan preciesdezelfde is in u, in mij, in alle mensen op aarde.Wij zijn allen broeders, wij hoeven het niet te worden.Danielle AudoinTheosofia <strong>108</strong>/3 <strong>juni</strong> <strong>2007</strong> 95
Vernietig ambitie– N. Sri Ram‘Vernietig ambitie’ Ambitie is eenzeer groot kwaad, maar in de wereldwordt het meestal als een goedeeigenschap, gezien. De ambitieuzemens wordt door anderen benijd.Zelfs de baas vindt het een goedeeigenschap omdat daardoor denoodzakelijke energie in het werkgestoken wordt om de gedroomdepromotie te krijgen. Gezien vanuithet occultisme is ambitie destructiefen moet zij vernietigd worden. Hetmaakt een mens ongevoelig voor degevoelens, behoeften en het welzijnvan anderen. Alle aandacht wordtgericht op het doel dat bereikt moetworden. Die concentratie zorgt ervoor dat al het andere geen aandachtmeer krijgt. Zelfs het leed datanderen wordt aangedaan ten dienstevan de ambitie wordt niet gezien.N. Sri Ram was internationaalpresident van deTheosophical Society,schreef vele boeken enwas de vader van dehuidige presidente, RadhaBurnier. Dit stuk komt uitzijn boek ‘The Way of Wisdom’,een commentaar opde theosofische klassiekerLicht op het Pad.Ook al realiseren we ons de aard vandit kwaad als we het in overdrevenvorm tegenkomen, we herkennen hetniet in onszelf. Maar de fouten die wein anderen zien, zijn waarschijnlijk inde kiem in onszelf aanwezig. We makenons geen zorgen om de vernietigingvan populaire afgodsbeelden – deverschillende dingen die mensen ergbelangrijk vinden – maar wel om onzeeigen afgodsbeelden die we in het geheimin ons hart aanbidden.Licht op het Pad spreekt van ambitieals ‘de eerste vloek’ en waarschuwt dathet subtiele vormen aanneemt op hetocculte pad. We kunnen denken dat weambitie in onszelf uitgeroeid hebben,maar het kan op een andere manierweer de kop op steken. We kunnenbijvoorbeeld ambitieus zijn wat het Padzelf betreft. We hoeven misschien geengoedkeuring van de menigte meer, omdatwe dat niet meer de moeite waardvinden. Maar het is heel goed mogelijkop een subtiele manier zelfingenomente zijn. Hoewel het dan lijkt alsof weons niet met de waardering van anderenbezig houden, zijn we in feite nogsteeds geworteld in zelf- liefde en ijdelheiden erg bewust van onze zoge-96 Theosofia <strong>108</strong>/3 <strong>juni</strong> <strong>2007</strong>
naamde vermogens en waarde op hetspirituele pad.Misschien willen we verder dan anderenkomen die aan dezelfde Meestertoegewijd zijn, om te voelen dat we opde een of andere manier een occultestap genomen hebben die anderen nietgezet hebben. Zelfs als anderen nietweten dat die stap gezet is, kan het feitdat we denken die stap genomen tehebben genoeg zijn. We voelen onssuperieur en zelfvoldaan. Dit kan zosubtiel zijn dat we het alleen kunnenvermijden door goed op onze gedachten,gevoelens en motieven letten. Wegaan door met mediteren op de deugdvan de nederigheid die we graag willenbezitten en ondertussen hebben weniet door hoe diep dit egoïsme in onsallen geworteld is.Het commentaar op het stuk overambitie (in Licht op het Pad) zegt:‘Haar gevolgen vergaan in de mond totstof en as; evenals dood en onderlingevervreemding toont ze de mens tenslottedat voor zichzelf werken werken voorteleurstelling betekent.Een ambitieus mens is nooit echt gelukkigwant wat hij wil ligt in de toekomsten dus is er altijd een gevoel vangemis in het heden. Op het moment dathet doel bereikt is, is hij niet tevreden,maar teleurgesteld en gefrustreerd. ‘Afstandgeeft betovering aan het uitzicht’en als we op die plek aankomen merkenwe dat het gras niet zo groen is als wedachten dat het zou zijn. De bevredigingis verdwenen en we willen iets anders.Uiteindelijk wordt alle ambitie zuur,want ‘voor zichzelf werken betekent werkenvoor teleurstelling’. Het is belangrijkdat we ons dit realiseren, want in zoveeldingen die we doen zit het zelf dat zoektnaar vooruitgang, complimentjes ofpluimstrijkerij.’Het commentaar zegt dus: ‘Maar alschijnt deze eerste regel zo eenvoudig engemakkelijk, toch moet u er niet snel aanvoorbijgaan.’ We denken misschien datwe vrij zijn van ambitie, maar het ismoeilijk om dat echt te zijn. Dit werkenvoor jezelf is eigenlijk het gevolgvan onze gehechtheden en deze gehechthedenkunnen op verschillendeniveaus voorkomen: fysiek, astraal,mentaal. We kunnen dus gehecht zijnaan mensen, aan onze eigendommen,en aan onze ideeën. Waar we ook aangehecht zijn, het centrum ervan is hetzelf. Voor het zelf werken betekentontevreden zijn, want een belangrijkeeigenschap van het zelf is dat hetsteeds meer wil.Een zuivere kunstenaar die van zijnwerk houdt, doet dat werk gewoon.Maar zelden vinden we er zo een. Veelkunstenaars zijn voortdurend met zichzelfbezig, intolerant en jaloers op anderenmet dezelfde status. Natuurlijkzijn er kunstenaars die belangeloosschilderen of componeren, niet voorhet zelf en wat daarbij hoort. Het isechter heel makkelijk onszelf voor degek te houden door te denken dat wealles doen voor God, met de implicatiedat alles wat we doen door hem goedgekeurdwordt. Of door te denken datwe het doen in naam van de ‘meester’,alsof er een stempel van goedkeuringop al onze handelingen zit. Het denkenkan zichzelf heel gemakkelijk voor degek houden. We moeten ons bewustzijn van al deze subtiliteiten, van deverschillende processen van zelfmisleiding,voordat we kunnen zeggen datwe op elke manier waarheidlievendzijn.Uit: The Way of Wisdom, Comments onLight on the Path, p 63-67Vertaling: Katinka HesselinkTheosofia <strong>108</strong>/3 <strong>juni</strong> <strong>2007</strong> 97
De tempel van AtfotmaEen Ars Memoriae voor spiritueel onderzoek– John AlgeoIn aloude tijden, de hele middeleeuwendoor en tot in de Renaissance inEuropa, was het geheugen van grootbelang. Het geheugen speelde eencentrale rol bij het spreken in hetopenbaar, vanaf de tijd in Athenetoen beslissingen genomen werdenna redevoeringen op de Areopagus,via middeleeuwse universiteitenwaar over theologische aangelegenhedengedebatteerd werd door elkaaropponerende partijen, tot aande geboorte van het moderne parlementin het zeventiende-eeuwseWestminster. Aangezien het vermogenfeiten op te roepen zo belangrijkwas werd er een geheugenkunst (arsmemoriae) ontwikkeld die verscheidenetechnieken toepaste als geheugensteunen.Eén van deze geheugentechnieken wasin de verbeelding een gebouw te construerenwaarvan de kamers en hetmeubilair overeenkwamen met puntendie onthouden moesten worden. Wanneerdie punten opgeroepen moestenworden, maakte de spreker een mentalereis door het ingebeelde gebouw,waarbij hij de kamers en de voorwerpendaarin bekeek en waarbij hij depunten die daarmee geassocieerd werdenopriep. Deze techniek is zelfs inverband gebracht met de oorsprongvan de moderne vrijmetselarij, vooralin zijn gebruikmaking van een ‘tekenbord’of een symbolische afschilderingvan een bouwtekening.Een literair genre dat ook gebruiktwerd vanaf de klassieke tijd en gedurendede Renaissance (en ook laternog) was het droomvisioen, waarbij deschrijver vertelt hoe hij in slaap viel eneen symbolische droom kreeg die hijzich bij het ontwaken herinnerde alsvan diepe betekenis. Een klassiek voorbeeldvan dit genre is De droom vanScipio; een middeleeuws voorbeeld is98 Theosofia <strong>108</strong>/3 <strong>juni</strong> <strong>2007</strong>
het Franse werk Droom van de roos eneen modern voorbeeld is Alice Throughthe Looking Glass.De hier volgende tekst combineerthet genre van het droomvisioen methet symbolische gebouw van de geheugenkunstbij het scheppen van een arsmemoriae voor de theosofische klassiekerAan de Voeten van de Meester.Ik sliep.En in mijn slaap droomde ik. In diedroom dwaalde ik omstreeks middernachtin een uitgestrekt en verlatengebied. Alles was donker en droog entroosteloos. Er groeiden geen bomenin dat gebied, er bloeiden geen bloemenen er zongen geen vogels. De sterrenflonkerden niet, want ze waren verborgenachter wolken. Terwijl ik doelloosronddwaalde in dat gebied, ontwaardeik in de verte een groots gebouwdat leek op een soort tempel.Achter die tempel, in de verte, zag ikvaag een berg die enorm hoog was.Daar ik verdwaald was in het verlatengebied en aangezien ik niet wistwaarom ik daar was of wat ik moestdoen, richtte ik mijn tred naar hettempelgebouw en toen ik dichterbijkwam kon ik hoog op de voorgevel ingouden letters het opschrift lezen: DETEMPEL VAN ATFOTMA. Toen ik nogdichterbij kwam zag ik dat de reusachtigevoorgevel helemaal glad was metmaar één deurtje onderaan waardoormen het gebouw kon betreden. Bovende deur stond geschreven: ‘Dit is dedeur die alleen naar binnen opengaaten die zich snel voor altijd sluit achterde neofiet.’Na slechts een ogenblik aarzelenduwde ik tegen de deur en deze zwaaideopen. Ik ging naar voren, door dedeuropening kwam ik de tempel binnenen terwijl ik dat deed sloeg dedeur achter mij dicht. Ik draaide meom, om te kijken of ik hem weer konopenen, maar er zat geen knop aan,geen handvat, niets dan het gladdehouten oppervlak, dus er was geenmanier om hem weer open te krijgen.Ik draaide me weer om om naar dezezaal te kijken waarin ik terechtgekomenwas; zij werd verlicht door eengloed die van de wanden leek af testralen. Er waren geen fakkels of lampenin die zaal, maar de muren lekenlicht te geven alsof ze gemaakt warenvan een of andere lichtgevende substantie,zoals licht dat solide was geworden.Op het plafond van de zaalstond een inscriptie: ‘Dit is de Zaal vanOnderscheidingsvermogen’.Midden in de zaal stond een beeld.Het was een strijdwagen waarin eenverdrietig kijkende jongeman op dewagenbodem zat. Zijn boog en pijlenlagen daar ook, alsof ze achteloos terzijdegegooid waren. Naast de jongemanstond ook de figuur van eenmachtig personage in de strijdwagen –het leek wel een god – die medelijdendneerkeek op de jongeman en zijn handnaar hem uitstrekte, alsof hij hem hulpwilde bieden. Op de sokkel van hetbeeld stonden de volgende woorden:‘Ik weet niet te kiezen’.Verder was de zaal leeg, behalve datzich in de muur tegenover die met dedeur waardoor ik binnengekomen was,maar waardoor ik niet meer naar buitenkon, eveneens een deur bevond. Ikstak de zaal over om die deur te bekijkenen zag dat er boven de volgendewoorden stonden: ‘Als u juist onderscheidingsvermogengetoond hebt, gadan hier binnen’. De deur had eendeurknop waarmee ik hem kon openen.Dat deed ik en ik kwam in eenlange gang, aan het eind waarvan weereen deur was.Theosofia <strong>108</strong>/3 <strong>juni</strong> <strong>2007</strong> 99
Ik deed die deur open en kwam ineen andere zaal die veel leek op deeerste zaal. Ook hiervan gaven de murenlicht en op het plafond stond eeninscriptie die als volgt luidde: ‘Dit is deZaal van Begeerteloosheid’. In hetmidden van de zaal stond weer eenbeeld. Het was van dezelfde jongeman,maar nu rechtopstaand uitgebeeld enmet de boog en pijlen in zijn ene hand.De op een god gelijkende figuur stondvoor hem en hield zijn andere handvast in kameraadschap. Op de sokkelstonden de volgende woorden: ‘Ikwerk, maar niet voor de vruchten’. Ikkeek de zaal rond, maar die was verderhelemaal leeg. Ik zocht naar een volgendedeur, maar er was er geen – behalvedan de deur waardoor ik binnengekomenwas. En nu merkte ik dat bovendie deur, aan de binnenkant, devolgende woorden geschreven stonden:‘Als u begeerteloos gehandeld hebt, gadan hierdoor naar buiten’.Ik deed de deur open en ging daardoorterug en weer door de lange gangnaar de eerste zaal, de Zaal van Onderscheidingsvermogen.Deze was precieszoals ik hem had achtergelaten. Erwaren twee deuren, één die leidde naarhet verlaten gebied buiten maar dieniet geopend kon worden, en één dietoegang gaf tot de gang die leidde naarde Zaal van Begeerteloosheid. Meteen gevoel van stijgende paniek liep ikweer terug, niet eenmaal maar velemalen, waarbij ik heen en weer liepdoor de gang die de Zaal van Onderscheidingsvermogenverbond met deZaal van Begeerteloosheid, waarbij ikde uitgang zocht maar niet kon vinden.Toen zag ik plotseling dat er halverwegede gang die de twee zalen verbondeen paneel in de muur zat waaropde volgende woorden geschrevenstonden: ‘De trap, Gedrag, die u omhoogleidt’. Ik duwde tegen het paneel,en het sprong gemakkelijk open, waardooreen stel gouden treden zichtbaarwerden die omhoog wentelden met zesbordessen, steeds hoger. Ik begon detrap te beklimmen en kwam eerst opeen bordes getiteld ‘Zelfbeheersing tenaanzien van het Denkvermogen’. Vlakdaarboven was een tweede bordes genaamd‘Zelfbeheersing in Handeling’.Nog hoger kwam ik op een derde bordesgetiteld ‘Verdraagzaamheid’ endaarboven was een vierde, ‘Blijmoedigheid’genaamd. Toen ik de trap verderbeklom, kwam ik op een vijfde bordesgenaamd ‘Eenpuntigheid’ en daarbovenlag een zesde bordes, ‘Vertrouwen’geheten, groot en ruim bovenaan detrap.Op dit bovenste en brede bordesstond weer een beeld waarin ik dezelfdetwee figuren herkende die ik benedenook gezien had. Maar in dit beeldboog de jongeman uit respect, of misschienverering, voor de andere op eengod gelijkende figuur. Uit die goddelijkevorm straalde een schitterendlicht, veel intenser dan het licht dat vande muren afstraalde. Op de sokkel vanhet beeld stonden de volgende woorden‘Weet dat alles goed komt’. Op demuren rondom dit bordes waren allerleibloeiende bloemen en weelderiggroeiende bomen geschilderd, vol zingendevogels waarvan ik de melodiebijna kon horen, zo echt leken zij. Tegenoverde trap waarlangs ik het bordesbereikt had was een grote overwelfdedoorgang zonder deur die in deweg stond maar een duidelijke openingmaar een breed terras erachter. Bovende poort, in heldere, stralende lettersvan levend vuur stond één enkelwoord: ‘Liefde’.Ik ging door die poort en bevond mijop een groot, open terras, waaromheen100 Theosofia <strong>108</strong>/3 <strong>juni</strong> <strong>2007</strong>
De Geheime Leerals spirituele praktijk– Pablo SenderH.P. Blavatsky’s (HPB) voornaamstewerk was De Geheime Leer (GL), dievolgens een van haar Meesters hetproduct was van de samenwerkendedrie: Mahatma M, HPB en MahatmaKH. 1 Toen de GL geschreven werd,was zij ernstig ziek en was haar levenin gevaar. Maar de Meesters moetendit boek als zeer belangrijk hebbenbeschouwd, want zij hielden haar inleven terwijl zij pijn had en leed, omdeze nalatenschap aan de mensheiddoor te kunnen geven.Dit artikel komt ook als top-artikel op de websitewww.theosofie.nlIn de oorspronkelijke vorm bestond deGL uit twee dikke delen en toch zeiHPB dat ze een derde deel voorbereidhad en dat ze werkte aan een vierde.Maar ze stierf voordat die delen uitkwamen.Zes jaar na haar overgaan gafhaar leerling Annie Besant het derdedeel uit en alhoewel sommige mensenvolhielden dat het ging om een vervalsing,toont een later onderzoek doorDaniel H. Caldwell aan dat het meestemateriaal inderdaad het echte doorHPB voorgenomen derde deel was. 2Het beloofde vierde deel zou bijna helemaalgewijd zijn aan praktischeocculte leringen, maar de publicatiehing volgens HPB helemaal af van hoeDeel I en II ontvangen zouden wordendoor de theosofen. Helaas is dit deelnooit uitgegeven.De GL wordt dikwijls gezien als eentheoretische samenvatting van metafysischeen cryptische leringen. Of alseen ‘esoterische’ geschiedenis over hetontstaan van het universum en demens. In die context kan het boekbestudeerd worden als een uiteenzet-102 Theosofia <strong>108</strong>/3 <strong>juni</strong> <strong>2007</strong>
dige ruimte en eeuwigheid zijn, in eenabsolute staat. Volgens HPB kan waremeditatie op dit begrip (niet alleenmaar intellectuele studie) een belangrijkeffect hebben op het denkvermogen.Zij raadde dit thema aan als dejuiste basis voor het gebruik van haarmeditatiediagram toen ze zei:’Stel ueerst EENHEID voor door uitbreiding inRuimte en oneindig in Tijd’ 17 Dezeopmerking zegt dat we het denkvermogenmoeten uitbreiden, maar waarom?Dit is nodig om de geconcentreerdheidop het zelf op te geven en het besefvan tijd te verliezen. Zoals JK herhaaldelijkzei ‘Het besef van tijd is gebaseerdop gedachte’ en we ervaren dat in diestaat van universaliteit en eeuwigheidhet denken stil en rustig wordt zonderbeelden om mee te werken. Verderopin haar diagram zegt HPB dat de normalestaat van ons bewustzijn gevormdmoet worden door ‘het door de verbeeldingskrachtvoortdurend aanwezig zijn inalle Ruimte en Tijd’. Dit kan lijken opalleen maar fantasie, maar het diagramgeeft aan dat er door dit te doen eenverandering wordt voortgebracht in hetbewustzijn:Hieruit ontstaat een onderlaag vanherinnering die blijft bestaan bij wakenen slapen. De uiting ervan is moed. Doorde herinnering aan universaliteit verdwijntalle vrees tijdens gevaren en beproevingenvan het leven.Deze laatste vaststelling is erg duidelijkomdat we als we in onszelf kijkenzullen zien dat angst ontstaat uit hetgevoel van afgescheidenheid, door deidentificatie van ons bewustzijn met ditsterfelijke kleine zelf. Een dergelijkeoefening helpt ons het bewustzijn uit tebreiden. We vinden een gelijkwaardigeopmerking in Licht op het Pad: Leefniet in het nu en evenmin in de toekomstmaar in het eeuwige. Dit reusachtige onkruidkan daar niet bloeien; deze smetop het bestaan wordt uitgewist door deatmosfeer zelf van de eeuwige gedachte. 18Dus het vestigen van ons bewustzijnin een staat van universaliteit en eeuwigheid(wat heel anders is dan hetpraten erover) helpt ons het zelf achterte laten en dan is er een mogelijkheidom met het ongeconditioneerde inrelatie te komen. Laten we er vanuiteen andere hoek naar kijken zoals inde dialoog tussen JK en Dr. Bohm diehierboven werd aangehaald:DB: ‘Wat is de aard van het denkvermogen?Ligt het denkvermogen in hetlichaam of in het brein?’JK: ‘Nee het heeft niets te maken methet lichaam of het brein.’DB: ‘Heeft het te maken met ruimte oftijd?’JK: ‘Ruimte – nou wacht eens even!Het heeft te maken met ruimte en stilte...’DB: ‘Nu zou ik in willen gaan op devraag hoe zij contact maken.’JK: ‘Ah! Contact tussen het denkvermogenen het brein kan alleen ontstaanals het brein stil is...’DB: ‘En kan men zien dat, als hetbrein stil is, het kan luisteren naar ietsdiepers?’JK: ‘Dat is juist. Dan, als het stil is, ishet verwant aan het denkvermogen. Dankan het denkvermogen functionerendoor het brein.’ 19Daarom kan de juiste meditatie ophet eerste grondbeginsel, dat eenWerkelijkheid aangeeft die gedachteoverstijgt, ons leiden naar een conditievan stilte en vrede waar het zelf niet is,waar geestelijke intuïtie kan opkomen.Het tweede grondbeginselWe weten echter niet hoe we in debovenbesproken richting verder kunnengaan, omdat we leven temiddenvan een rusteloos denken. Het tweede106 Theosofia <strong>108</strong>/3 <strong>juni</strong> <strong>2007</strong>
Meditatie - DiagramGedicteerd door H.P. Blavatsky aan E.T. Sturdy, in Londen, 1887/1888.Stel U eerst EENHEID voor door uitbreiding in Ruimte en Oneindig in Tijd.(Hetzij met of zonder U te vereenzelvigen.)Mediteer dan logisch en systematisch hierover in verband met de bewustzijnstoestanden.Dan dient de normale bewustzijnstoestand gevormd te worden door:VERWERVINGEN(Wat moet worden verkregen)Stel u voor, middels uw Een voortdurend pogen om een Het inzicht van beperkingverbeeldingkracht, geestesgesteldheid te bereiken alléén in alle levende wezens.voortdurend aanwezig te tegenover alles, die noch liefde,zijn in alle Ruimte en Tijd. noch haat, noch onverschilligheid is. Kritiek zonder lof of blaam.Verschillend in uiterlijkeHieruit ontstaat een onderlaag handelwijze tegenover ieder,van herinnering, die blijft omdat in ieder het vermogen verschilt.bestaan bij waken en slapen. Innerlijk dezelfde tegenover allen.De uiting ervan is moed.Door de herinnering aan Evenwicht en voortdurende kalmte.universaliteit verdwijnt alle Groter gemak bij het beoefenenvrees tijdens de gevaren en van de “deugden”; deze zijnbeproevingen van het leven. inderdaad de vrucht van wijsheid.Immers welwillendheid, sympathie,rechtvaardigheid, enz. ontstaan uit deintuïtieve vereenzelviging van hetindividu met anderen, ofschoononbewust voor de persoonlijkheid.110 Theoso a <strong>108</strong>/3 • <strong>juni</strong> <strong>2007</strong>
NOOT: Verwerving wordt volmaakt in de idee: “Ik ben alle Ruimte en Tijd”.Verder dat dit … (kan men niet zo spreken).VERZAKINGEN(Wat men moet afleggen)Consequent weigeren in de gedachten de realiteit te erkennen van:Scheidingen en ontmoetingen; Het onderscheid, Bezittingen. Persoonlijkheid. Gewaarwordingen.gebondenheid aan plaats, tussen vriendtijd en vorm. en vijand.Zinloze verlangens, Resultaat: hebzucht ijdelheid vraatzuchtverwachtingen. Afwezigheid van toorn zelfzucht wroeging wellust enz.Droevige herinneringen; en vooringenomenheid eerzuchtgebroken zijn door smart. (deze zijn vervangendoor oordeel).NOOT: Deze verzakingen worden veroorzaakt doordat men voortdurend zonder zich te bedriegen*zich voorstelt “ik ben zonder …”; de erkenning, dat zij de oorzaak van gebondenheid,onwetendheid en strijd zijn.”Verzaking” wordt vervolmaakt door de meditatie: “ik ben zonder attributen”.*) Er is geen kans op zelfbedrog, wanneer de persoonlijkheid geheel vergeten wordt.ALGEMENE OPMERKING: Al de hartstochten en deugden zijn nauw aan elkaar verbonden.Het diagram geeft slechts algemene aanwijzingen.Theoso a <strong>108</strong>/3 • <strong>juni</strong> <strong>2007</strong> 111
Het boeddhistischevredesvisioen– Glenn H. MullinTijdens het leven van de Boeddhaleefde er eens een moordenaar genaamdAngulimala, of ‘Duimenketting’.Hij was bekend onder dezenaam omdat hij van elk van zijnslachtoffers een duim afnam, die hijaan een touw om zijn hals droeg.De Boeddha hoorde van Angulimalaen besloot te trachten hem tot hetvredespad te brengen. In die tijdwaren er geruchten dat Angulimalabijna duizend mensen beroofd engedood had en dat zijn ketting gemaaktwas van 999 mensenduimen.Glenn Mullin (NgakpaMaitri Zopa) is een internationaalbefaamde Tibetoloog,auteur en leraartantrische boeddhistischemeditatie. Hij is de schrijvervan meer dan twintigboeken over het Tibetaansboeddhisme, waaronderMystical Verses of a MadDalai Lama (Quest Books,1994). Dit artikel is eenherdruk uit de AmericanTheosophist van mei 1987.Om Angulimala persoonlijk te ontmoetenging de Boeddha alleen te voetop weg door het woud waar men zeidat de moordenaar zich schuil hield.Angulimala zag de Boeddha aankomen.Hij sprong achter de Boeddhatevoorschijn met zijn knots in de handen trachtte ermee te slaan. Maar deBoeddha had dit verwacht en weerdede klap handig af. De aanval ging langetijd door, maar de Boeddha bleef onversaagd,zijn ogen gericht op zijn aanvallerterwijl hij steeds buiten bereikbleef.Uiteindelijk raakte Angulimala zovermoeid dat hij op de grond viel. DeBoeddha ging naast hem zitten, legdezijn arm liefdevol om zijn schouder ensprak hem troostend toe. De ontredderdemisdadiger begon hevig te huilen,want nooit tevoren had iemandhem zoveel liefde of vergevingsgezindheidbetoond. Zij zaten zo verscheideneuren bijeen, waarbij Angulimala’slichaam schudde van onbeheersbaarsnikken.112 Theosofia <strong>108</strong>/3 <strong>juni</strong> <strong>2007</strong>
Deze ervaring van mededogen brachteen complete transformatie teweeg bijAngulimala. Hij vroeg de Boeddhahem tot monnik te wijden en toe testaan dat hij in de Sanghagemeenschapging wonen. De Boeddha stemde hierintoe. Angulimala nam de gewoonteaan om meditatie en purificatie van hetzelf te praktiseren en uiteindelijk werdhij heilig verklaard.Eén van de populairste Tibetaansevolkshelden is de elfde-eeuwse yogiMilarepa. Er worden talloze episodenuit zijn leven aangehaald als bewijsvoor de macht van de liefde.Op een dag waren een jager en zijnhond op hertenjacht. Bij een poging teontkomen kwam het hert terecht in hetweiland waar Milarepa zat te mediteren.Terwijl hij zijn diepe kalmte enzijn aura van vriendelijkheid bewaarde,kwam het uitgeputte dier naast hemliggen in de hoop bescherming te vinden.Enkele ogenblikken later verscheende jachthond ten tonele en ookhij ging naast Milarepa liggen.Tenslotte arriveerde de jager. Aanvankelijkwas hij vastbesloten zijnprooi te doden, maar na een tijdje inMilarepa’s aanwezigheid werd hij zoontroerd door de heiligheid van dewijze dat hij de wrede gewoonte vanhet doden van wilde dieren afzwoer.Hij smeekte aanvaard te worden alsdiscipel en uiteindelijk werd hij zelflater een beroemde yogi.Een andere populaire boeddhistischefiguur is de derde Dalai Lama, die inde zestiende eeuw leefde. Zelfs toenhij nog een jonge man was, had deroem van zijn geleerdheid en heiligheidzich door heel Azië verspreid. Hetnieuws van zijn grootheid bereikte deAltan Khan, de krijgsheer en opperbevelhebbervan de verschrikkelijkeTumed Mongolen. Altan werd geïntrigeerddoor hetgeen hij gehoord hadover deze wonderbaarlijke leraar ennodigde hem uit de bevolking vanMongolië te komen onderrichten. Dederde Dalai Lama arriveerde in 1578.Zijn wijsheid, mededogen en aanwezigheidmaakte indruk op de groteKhan, die zijn volk vroeg zich af tekeren van het pad van oorlog en haaten in plaats daarvan het pad van vreedzaamsamenleven te bewandelen. Dezebijzondere gebeurtenis markeerde heteinde van de eeuw van terreur die deMongolen op hun buurlanden haddenuitgeoefend, van Korea en Japan in hetoosten tot Europa in het westen. Vanafdie tijd hebben de Mongolen gehoorgegeven aan het spirituele erfgoed datde derde Dalai Lama voor hen bereidhad.Het cultiveren van een vreedzaamdenkvermogenDe intentie achter al dit soort boeddhistischeanekdotes is aan te gevendat vrede in onze omgeving niet teweeggebrachtwordt door de buitenwereldbuiten te sluiten, maar door onseigen denkvermogen het zwijgen op teleggen. Simpel gezegd begint de ultiemebijdrage die een individu kan gevenaan de zaak van vrede en harmonie bijhemzelf. Als ik vredelievender, liefdevolleren heiliger kan worden, zorgt diter onmiddellijk voor dat deze eigenschappenzich in mijn directe omgevingverspreiden. Het resultaat is een kettingreactiedie steeds verder uitwaaiert.Ook omgekeerd, als ik geen vredige,liefhebbende en mededogende natuurin mijzelf ontwikkel, dan kan ik nietecht bijdragen tot vrede in de maatschappijals geheel. Ongeacht wat mijnpubliekelijk gedane uitspraken of fysiekeacties ook zijn, zolang mijn eigenTheosofia <strong>108</strong>/3 <strong>juni</strong> <strong>2007</strong> 113
karakter gewelddadig en intolerantblijft heeft niets wat ik doe in naamvan de vrede enige zin.In de loop van de miljarden vorigelevens bestaat er geen levend wezenmet wie wij niet op enig tijdstip eenvriendschappelijke relatie hebbengehad en die ons niet te eniger tijdvriendschap betoond heeft.In de diverse boeddhistische traditieszijn talloze technieken bewaard en ontwikkelddie als doel hebben het ontwikkelenvan een vredig en liefdevoldenkvermogen. Een belangrijk schrijverover dit onderwerp in het klassiekeIndia was Shantideva, wiens achtste--eeuwse werk Een gids tot de weg van deBodhisattva, of Bodhisattva-charyaavataraeven populair is bij de huidigeboeddhistische leraren als ten tijde vanzijn ontstaan zo’n twaalfhonderd jaargeleden.In deze tekst geeft Shantideva alscommentaar “Het is onmogelijk om dehele wereld met leer te bedekken, maardoor onze voeten met sandalen te bedekkenwordt hetzelfde effect gecreëerd.Evenzo is het onmogelijk deze wereld totharmonie te brengen door alle bestaandeschadelijke wezens te vernietigen; maardoor ons denkvermogen te bedekken metde vriendelijkheid van liefdevol geduldwordt de hele wereld met harmonie vervuld.”Vanuit het Mahayana-standpuntmoeten wij niet alleen deze bijdrageleveren aan de wereldharmonie omdathet verstandig en begerenswaardig isvoor ons persoonlijk, maar ook omdathet onze geestelijke plicht is.Dit thema wordt benaderd vanuiteen aantal verschillende invalshoeken.Ook al is de wereld misschien eenenigszins harde omgeving, toch dankenwij er in de eerste plaats ons eigen bestaanaan. Iemand anders deed ons hetlevenslicht zien; het eten dat wij etenwordt verbouwd en tot ons gebrachtdoor de vriendelijkheid van anderen;de kleren die wij dragen om ons tegende elementen te beschermen komentot ons door de vriendelijkheid vananderen; en de huizen waarin we wonenen de materialen waarvan ze gemaaktzijn behelzen de dienstverleningvan anderen. Men kan beweren datdeze diensten niet noodzakelijkerwijsverricht worden door een bewustedaad van vriendelijkheid; het boeddhistischeantwoord is dat een onbewustevriendendienst toch gewaardeerdmoet worden vanwege alle voordelendie deze ons geboden heeft.Nadere beschouwing betreft onzeverantwoordelijkheid vanuit het standpuntvan reïncarnatie. Nu wordt gestelddat, ofschoon ieder één-wereldsysteemzijn begin en einde heeft, hetbestaan zelf geen begin kent. Daardoorhebben wij talloze vorige levens gehad.Bovendien zijn onze relaties met anderenniet constant; zij die vreemdenof zelfs vijanden zijn in dit leven kunnenheel wel vrienden, familie en zelfsouders voor ons geweest zijn in enigvorig leven. In de loop van de miljardenvorige levens bestaat er geen levendwezen met wie wij niet op enigtijdstip een vriendschappelijke relatiehebben gehad en die ons niet te enigertijd vriendschap betoond heeft. Dientengevolgeis er geen levend wezen aanwie wij niet een vriendendienst verschuldigdzijn.Bovendien willen alle wezens, of zijzich daar nu wel of niet van bewustzijn, bemind worden en vriendschapontvangen. Alleen door de kracht van114 Theosofia <strong>108</strong>/3 <strong>juni</strong> <strong>2007</strong>
egoocheling handelt iemand wreed enonaangenaam. Schade berokkenendewezens worden als het ware gedrevendoor de innerlijke verblindende krachtenvan de drie meest fundamentelebegoochelingen: gehechtheid, haat enonwetendheid. Deze krachten beheersenhun leven en daardoor voelen zijzich machteloos.Het is onze verantwoordelijkheidkalm te blijven bij tegenspoed, vriendelijktegenover onheusheid. Wij moeteneerder trachten hun waanideeën teontkrachten dan ze verder te intensiveren.Shantideva geeft een voorbeeld,“Waarom zou u, als iemand u aanvaltmet een stok, boos worden op de persoonterwijl het in feite de stok is die u pijndoet? Als u beweert dat het de persoon isdie de stok hanteert, bedenk dan dat depersoon op zijn beurt door begoochelingwordt gedreven. Dus is de echte vijandalleen maar begoocheling en dus de enigedie vernietigd moet worden… Hoewordt er een eind gemaakt aan begoochelingin deze wereld? Alleen door dezeeerst te elimineren uit onze eigen gedachtegang.”Vanuit boeddhistisch perspectief gezienis de ultieme oplossing voor dewereldproblemen niets meer of minderdan onze eigen verlichting. Juist dit –de wens volledige verlichting te bereikenom bij te dragen tot het welzijnvan de wereld – vormt de basis van hetBoddhisattva-pad.Het belang van het denkvermogen ende houdingen die het aanneemt wordtvoortdurend benadrukt in de boeddhistischetraditie. Shantideva schrijft,“Wat is vrijgevigheid? Het is niet de handelingvan het geven, noch van het verdrijvenvan armoede; anders zou er, daarde alwetende wezens uit het verleden devolmaaktheid van vrijgevigheid bereikthebben, geen armoede meer op aardebestaan. De volmaaktheid van vrijgevigheidis het bezit van een vrijgevig denkvermogen,een houding die met anderenwil delen en hen afgescheiden wil zienvan behoeftigheid.”De Boeddha zei eens: “Het denkvermogenis als een paard; het lichaam ende spraak zijn als een wagen. Waar hetpaard ook gaat zal de wagen vanzelf volgen.”Door een vredig denkvermogen tekweken, begiftigd met liefde, vriendschapen mededogen, wordt elke daadvan ons lichaam en onze spraak alduseen bijdrage aan vrede.Zes oorzaken en één gevolgEén van de voornaamste meditatietechniekendie gebruikt wordt om dittype houding te kweken staat bekendals ‘de zes oorzaken en één gevolg’,een methode die door MeesterBoeddha bekendgemaakt werd rondde derde eeuw en die later geperfectioneerdwerd door Shantideva. Demethode kreeg deze naam omdat dezes causale meditatieve stappen hetdenkvermogen voorbereiden op deervaring van de resulterende Bodhisattva-aspiratie.Deze meditatie begint met de inleidingvan het ontwikkelen van een gevoelvan gelijkmoedigheid tegenover allewezens. Men denkt over de drie typenlevende wezens, diegenen die onsgeluk of plezier gebracht hebben(“vrienden”), diegenen die ons moeilijkhedenof lijden gebracht hebben(“vijanden”) en diegenen die geen vanbeide gedaan hebben (“vreemden”).Dan overdenkt men hoe zelfs in ditleven vrienden vijanden worden ofvreemden, enzovoort, en dat in de loopvan onze stroom van miljoenen levensonze relatie met anderen voortdurendTheosofia <strong>108</strong>/3 <strong>juni</strong> <strong>2007</strong> 115
verandert. Daarom moeten vrienden,vijanden en vreemden allen met evenveelrespect behandeld worden.Deze inleiding – die van het ontwikkelenvan een gevoel van gelijkmoedigheidten opzichte van anderen – iseen heel nuttige dagelijkse oefening. Intermen van het genereren van eendenkvermogen van vrede en harmonieis het een onmisbare stap, wel vergelekenmet het voorbereiden van de akkerwaarin men de zaadjes van een verlichtehouding zaait. Wanneer dit een vastedagelijkse gewoonte geworden is, kanmen doorgaan met de feitelijke ‘zesoorzaken en één gevolg’.Liefde is onze enige hoop,ons enige gereedschap voor vrede.De eerste van de zes oorzaken is teoverdenken hoe in één van onze miljardenvorige levens ieder levend wezeneen moeder voor ons geweest is.Deze stap heet ‘het herkennen van allewezens als een moeder’. Zij zijn ookvrienden geweest, broers en zussen,vijanden enzovoort; maar hier is hethet moederbeeld dat benadrukt wordtvanwege de unieke aard van het moederschapen van de emotionele toondie dit in zich draagt.De tweede oorzaak is het overdenkenvan de vele manieren waarop eenmoeder haar kind vriendschap betoont,niet alleen door het leven te gevenmaar ook door het te beschermen enervoor te zorgen ten koste van grotepersoonlijke opoffering.Dan komt de oorzaak genaamd ‘deaspiratie om vriendschap terug te geven’.Als ieder wezen op een zeker momenteen moeder voor mij geweest is en mijalle voordelen gebracht heeft zoals eenmoeder dat instinctief doet, is mijnschuld aan ieder levend wezenonmetelijk. Ik zou moeten proberendeze schuld terug te betalen.Dit leidt tot de vierde en vijfde oorzaken.Hoe betaalt men hun vriendschapterug? Door hen altijd te behandelenmet liefde en mededogen. Hierbetekent liefde de aspiratie om te ziendat ze geluk en de oorzaken daarvanervaren, en mededogen betekent deaspiratie om te zien dat ze vrij zijn vanlijden en de oorzaken ervan.Dit leidt naar de zesde oorzaak, diebestaat uit een gevoel van universeleverantwoordelijkheid. Wij moeten denken,‘Mag ik persoonlijk de verantwoordelijkheidop me nemen voor hetgeluk van anderen en hen helpen opiedere manier die ik kan om vrij te blijvenvan lijden’.Op dit punt ontstaat een krachtigevraag, ‘Maar heb ik de wijsheid, devaardigheid en de macht om significantbij te dragen aan universeel geluk envrijheid van lijden? En zo niet, wieheeft die dan?’Het voor de hand liggende antwoordis dat iemands vermogen om op dezemanier bij te dragen afhangt van hetniveau van iemands verlichting. Daaromontstaat de aspiratie, “Moge ik volledigeverlichting bereiken opdat ik liefdeen mededogen kan vervullen, en om vanmaximaal nut te zijn voor de wereld”.Dit is het soort overdenking die deMahayana-boeddhist dagelijks moetverrichten om een levenshouding vastte houden die bevorderlijk is voor vredeen harmonie.Een Tibetaans spreekwoord zegt:“Voordat u vooruitgang van het zelf bereikthebt, kunt u geen vooruitgang vananderen bewerkstelligen”. Eerst verstevigtmen zijn eigen spirituele basis.Dan kan men pas een echte sociale bijdrageleveren.116 Theosofia <strong>108</strong>/3 <strong>juni</strong> <strong>2007</strong>
Anderzijds, zodra onze eigen spirituelebalans vaststaat, worden onze energieënvanzelf een bijdrage aan het welzijnvan anderen. Iedere gedachtewordt betekenisvol, ieder woord behulpzaamvoor anderen en elke fysiekeactie wordt van universeel nut.Shantideva schreef: “De Bodhisattvageestis als een toverdrank; wanneer menhet bezit, verandert alles wat men aanraaktin goud”. Wanneer liefde en mededogenaanwezig zijn, inspireert iedereontmoeting met anderen tot vredeen harmonie.De wereld is groot en de problemenzijn talrijk. Maar de geschiedenis heeftkeer op keer bewezen dat één enkelindividu veranderingen teweeg kanbrengen. Dit is zowel in negatieve alsin positieve zin waar: een slechtiemand kan groot lijden en duisternisbij anderen veroorzaken; en een verlichtwezen kan groot geluk en verlichtingbrengen. Als het onze wens is bijte dragen aan vrede en geluk in de wereld,niet alleen in dit leven maar doorde rozenkrans van onze toekomstigeincarnaties heen, dan is het belangrijkdat wij beginnen met het verwijderenvan gehechtheid, haat en de onwetendheidvan onze eigen gedachtestroomen deze negatieve eigenschappen vervangendoor eigenschappen zoals ongehechtheid,liefde, mededogen enwijsheid.Onze tijd is het Kaliyuga, de ‘duisteretijd’, waarin agressie, geweld en sterkemisleiding de wereldsfeer overheersen.De intensiteit van deze tijd is als eengroot vuur dat degenen die erin levenvernietigt ofwel zuivert.De keuze is aan ons: vernietigd teworden door de wereldsfeer of dezeten eigen bate aan te wenden. Als wijdeze ten eigen nutte gebruiken, wordtverlichting nu gemakkelijker bereiktdan in minder intensieve tijdsgewrichten.Aan de andere kant, als wij in dezewanhopige tijd niet de wapenrustingopnemen van liefde, mededogen,vriendelijkheid en tolerantie, dan rakenwe gemakkelijk meegezogen in desterke luchtstroom van de huidige wereldtrenden dan dragen onze levensenergieënautomatisch bij aan de negatievesfeer, in plaats van dat ze bijdragenaan vrede en harmonie.Zoals de Dalai Lama eens zei:“Wij wonen allemaal samen op dezeplaneet; of we dat nu leuk vinden of niet,we zijn afhankelijk van elkaar voor onzevrede en geluk…”De technologie heeft ons een heleboelfysieke voordelen gegeven, maarhet heeft nog steeds geen wereld teweeggebrachtdie vrij is van geweld enhaat. Zij heeft geen sfeer van vrede enharmonie gebracht. Zij heeft zelfs veeleerons vermogen vergroot om te dodenen de gezamenlijke angst en hetlijden van de mensheid doen toenemen.Vrede is een innerlijke eigenschap.Wij kunnen niet spreken over een vredigewereld zolang de menselijke geestgedomineerd wordt door haat. Vredekan alleen bereikt worden in de menselijkesamenleving wanneer individuelemensen eigenschappen kweken zoalsliefde en mededogen met zichzelf.Liefde is onze enige hoop, ons enigegereedschap voor vrede. Als iets demensheid kan redden in deze tijd vancrisis, is het alleen de macht van liefde,mededogen en tolerantie.Uit: The Quest,september-oktober 2003Vertaling: A.M.I.Theosofia <strong>108</strong>/3 <strong>juni</strong> <strong>2007</strong> 117
Wie is dat Ik?– Caty GreenHet vernieuwen van je denkvermogen‘Alle dingen nieuw maken’ is eenangstaanjagend vooruitzicht voor depsyche. Of we er nu beter of slechtervan worden – en meestal worden weer slechter van – we houden vast aande codes van denken en gedrag diewe ontwikkeld hebben in onze kinderjarenen als jonge volwassenen.Nieuwe manieren om met de realiteitom te gaan kunnen te bedreigend zijnom zelfs maar te overwegen, ook albegrijpen we met ons verstand dat zeonze enige redding zouden kunnenzijn.Zij brengen diep in ons de paniekteweeg die door sommige psychiaters‘tussen de trapezes’ wordt genoemd,het moment van het zweven zondervangnet als je de oude trapeze, deoude manier van denken en doen, losgelatenhebt terwijl je nog geen griphebt op de nieuwe toestand. Het lijktdan alsof alles – hoe inferieur, hoeellendig, hoe fout ook – beter is dandat angstaanjagende nieuwe, ongeorganiseerde,dat onbekende, dat niets.Johannes van het Kruis schreef daaroverin De donkere nacht van het kruis,de tijd waarin je door moet zetten inhet niets met alleen maar vertrouwen,niet met het geloof ‘Ik stem er mee in,ik neem het aan’, maar met de overeenkomstvan absoluut vertrouwen inde goedheid van de ware aard van descheppingsmanifestatie.Dat soort vertrouwen heeft een zorijke essentie dat het haast aangevoeld118 Theosofia <strong>108</strong>/3 <strong>juni</strong> <strong>2007</strong>
kan worden. Het is ‘een teken van levenvan dingen die niet gezien worden’en alleen als dat er is, is spirituele groeimogelijk, omdat spirituele groei noodgedwongeneen eenzame reis is op datnauwe pad dat leidt naar een mistigedonkere nacht die de wereld vervelendvindt door de schijnbare leegheid.Het zegt onze familie en vrienden,onze baas of de regering helemaalniets, en het zegt zeker niets voor de‘wetenschap’, als dat woord gebruiktwordt voor het bedekken van een heleboeldeugden en nog meer zonden.Het zegt dan ook niets voor dat deelvan onszelf dat familie, of vriend, ofbaas of werknemer is van iemand anders.We willen het juiste doen, staanvoor, en handelen vanuit datgenewaarvan we geleerd hebben dat hetgoed en waar is. En we vallen terug opde meningen en oordelen van personenen instellingen waarvan we verwachtendat ze onze waarden zullenbevestigen en ons gedrag zullen ondersteunen.Als we van dat wijde pad afwijkenmoeten we het vermoedelijkeverlies van die steun en instemmingonder ogen zien.Een anonieme bron schreef eens dat‘de rebel aan persoonlijke kracht wintwat hij verliest aan bevestiging’. Hetverliezen van de bevestiging van degenenom ons heen, het zien van de bevreemdingin hun ogen, zal het zelfvertrouwenzeker schokken. Maar alswe weten dat inschikkelijkheid ons inmoeilijkheden brengt op een dieper niveauen dat het het ingaan op spirituelegroei onmogelijk maakt, dan hebbenwe geen keus. We buigen de spierenvan aangewezen zijn op onszelf enworden sterker.Wie is dat Ik?Wat is dat zelf waarin we wel of geenvertrouwen hebben ? Dat is een vraagmet zoveel antwoorden dat we ons afvragenof er wel een echt juist antwoordis. Vechtend met de grote vragen,zoals Jacob vocht met de engeltotdat hij gewond raakte, kunnen wijook gewond raken door spirituelegroei.We kunnen er aan werken om inderdaadeen klein stukje op het smallepad te recht te komen. Om uit de gevangenisvan het intellect te komen, ophet niveau van het noëtisch, kennendbegrijpen – dat voorbij de grenzen vanhet brein dat indeelt in taal ligt – moetenwe het nevelachtige terrein van intuïtie,van inspiratie accepteren. Wezullen dubbelzinnigheid moeten tolererenen de frustratie van het alleenmaar gedeeltelijk waarnemen van watwe voelen dat er is. We zijn zoals desterrenkundigen die het bestaan vanhemellichamen veronderstellen die zenog niet waargenomen hebben, zelfsniet met de best bestaande instrumenten.Hun geraffineerde berekeningenzeggen dat er iets is, maar de feitelijkeaanwezigheid van dat iets kan nog generatiesop zich laten wachten. Dat isook de realiteit van het ongeziene spirituele.Wat is ‘werkelijk’ eigenlijk ? Je raaktde keukentafel aan. Het voelt stevig,werkelijk. Voor ons is dat werkelijkheid.Maar het is een massa van heelsnel bewegende deeltjes. Dus wat isnou werkelijkheid? Je hebt een kinddat opgroeit tot een gezonde tiener enwaarschijnlijk een gezonde volwassenewordt. Waar is dan het kind gebleven?Het lichaam van het kind is niet gestorven.Maar het bestaat niet meer.Het materiaal van het werkelijk be-Theosofia <strong>108</strong>/3 <strong>juni</strong> <strong>2007</strong> 119
staande fysieke wezen veranderdezichzelf geleidelijk in iets anders.Geen cel van je huidige lichaam waser zeven jaar geleden. Het lichaamheeft al de oude cellen afgeworpen envervangen door totaal nieuwe cellen.Waarom worden we dan toch ouder,als geen deel van het lichaam, hetbrein inbegrepen, niet meer dan zevenjaar oud is? De regels zijn verborgenvoor ons bewuste denken.Waar ligt dan de werkelijkheid? Dieligt in het onderliggende grondbeginsel.Grondbeginselen veranderen niet.Het spel en de regels kunnen veranderen,maar de grondbeginselen veranderenniet. Het grondbeginsel van rechtvaardigheidbestaat onafhankelijk vanpersoonlijke rechtvaardigheid of onrechtvaardigheidof van lezingen ofgeschriften erover, onafhankelijk vande civiele wet. De handelingen, hetpraten, het schrijven, de wetten, kunnenover het grondbeginsel gaan of erop gebaseerd zijn, zij kunnen het belasterenof bespotten, maar het zijnalleen maar momentopnamen van hetgrondbeginsel, niet het grondbeginselzelf. Alhoewel het grondbeginsel bestaatin de momentopname, kan het erniet in beperkt worden, want hetgrondbeginsel is eeuwig en oneindig,niet stoffelijk. Het kan alleen maar alsvoorbeeld dienen in tijd-ruimte, diehet niet kan bevatten. Het grondbeginselis permanent, werkelijk.De momentopname die bestaat intijd-ruimte, hoe lang het ook duurt, isniet eeuwig. De werkelijkheid van datmoment, en ook tijd-ruimte zelf, is nietblijvend. Is een fysiek voorwerp, zoalseen tafel of een gedachte, zoals eenmeetkundig probleem, meer of minderwerkelijk dan de grondbeginselenwaarop ze gebaseerd zijn? Met alle respectvoor het geweldige belang dat wedenken te hebben in de algemene gangvan zaken, het blijkt dat, als we de criteriavan permanentie toepassen, hetgrondbeginsel veel werkelijker is danelk van de momentopnamen, onszelfinbegrepen, want het grondbeginsel ispermanent en onsterfelijk omdat hetnooit geboren is. Het grondbeginsel Is(in het Engels: Is-ness).Ik kan je uitdaging horen: Hoe zithet met de boom die op de grond stortin het woud als er niemand aanwezig isom het te horen? Het antwoord luidtdat het verschijnsel geluid zeker bestaat.Als er geen mens aanwezig is omhet te benoemen verandert dat nietsaan de werkelijkheid van het moment.Er is alleen maar de afwezigheid vanhet menselijk waarnemen van dat momenten de relatie met de superieureen zeer misbruikte menselijke gave vande taal. Het gebeuren, niet weergegevenop het gebied van menselijk waarnemen,is toch een momentopnamevan een grondbeginsel en zo een werkelijkheidop dat gebied. De mens is demaat van alles wat hij ervaart. Wat hijniet ervaart wordt gemeten in anderematen.We kunnen indirect de straling metenin wat voor ons op lege ruimte lijkt,golven van verschillende vorm en kwaliteit.We weten dat wat niet waarneembaaris, voor ons toch bestaat.Onze onpersoonlijke, niet aan zintuigengebonden methoden verzekerenons dat datgene wat niet lijkt te bestaaner toch is. De superieure vermogensvan andere vormen van wezens inverscheidene andere gebieden kunnenwijzen naar de werkelijkheid van hunoverstijgende mogelijkheden om directte reageren op grondbeginselen en omdie om te zetten in momentopnamenzonder het werktuig van taal als tussenstationte gebruiken.120 Theosofia <strong>108</strong>/3 <strong>juni</strong> <strong>2007</strong>
Beschavingen leggen weinig gewichtin de schaal op het aanzicht van deaarde en kunnen met verbazingwekkendesnelheid worden uitgewist. Hungedachten, intellectuele prestaties encreatieve werken kunnen net zo snel inrook opgaan als de bibliotheek vanAlexandria.We leven nu, aan het begin van hetderde millennium na Jezus Christus,en we zijn getuige van het ineenstortenvan de westerse beschavingen. We kijkennaar het verval van de Amerikaansedroom dat iedereen zou kunnen levenin vrede en vrijheid in een harmonieuzesamenleving. We zien de bedreigingvoor de toekomstige hoopvoor een nieuwe en bloeiende Europesebeschaving, omdat hele generatiesde onzin van het totalitaire kapitalismein zich opnemen. Kunnen we accepterendat niets zal blijven van dat watvoorbij is, dat niets overblijft van dewereld die onze voorouders in onzezorg hebben achtergelaten? Kunnenwe zeggen dat niets er toe doet, datalles wat we doen of proberen zinloosis in de perspectieven van de lange toekomstvan de geschiedenis van dezekleine planeet? Als we het beoordelenin materiële termen, in menselijke termen,ja. Als we geloven dat ons werkalleen belangrijk is voor het werk zelf,of voor onmiddellijke en schijnbareprofijten, of voor zelfbevrediging ofvoor het vervullen van plicht, en zomeer, dan, ja dan moeten we toegevendat het totaal onbetekenend is.Als we zeggen dat we het doen voorGod, moeten we het feit onder ogenzien dat geen god die dat woord waardigis, onze hulp nodig heeft. En als wetotaal geen gevoel hebben voor hetgoddelijke, o hoe eenzaam en angstigis het dan te ervaren dat de eeuwigheidniet om ons geeft, dat zelfs de groteliefhebbende, alwetende wijze vader inde hemel uit onze kinderlijke hoop, diehet allemaal goed laat gaan, niet overblijft.Het verlies van een persoonlijkegod is schokkend voor het persoonlijkeego, dat zichzelf ziet als een goedmens, in staat tot liefde en vriendelijkheid,eer en goedheid, een hemelse beloningverdienend die onze pijn zalvervangen door vreugde, onze angstdoor voldaanheid, onze onwetendheiddoor totaal begrijpen.De kinderlijke illusies en de kritischehouding van de student achter zichlatend begeeft de gedesillusioneerdezich op het smalle donkere pad, verderen verder, alleen de naam van Godademend, doorstrijdend met de engelvan verlichting, wetend dat de zege zalkomen, want dat is de uiteindelijkegoddelijke wet – het grondbeginsel vanalles dat bestaat, en onze taak is diestrijd uit te vechten met onze partner,het zelf.Want het blijkt dat we er twee zijn.‘Ik praat met mezelf, ik hield mezelftegen, ik liet het mezelf doen, ik hoordehet mezelf zeggen, ik moet mezelfdisciplineren …’Wie is dat zelf? Wie is dat ‘ik’? Wiezijn deze twee inwoners van mijn dierlijkeaard?De mens is als Janus, met twee gezichten,een subtiel veld van energiemet een enorme kracht, met één gezichtnaar de wereld starend, terwijlhet andere gezicht, dat half in slaaplijkt, slaperig richtingen aangeeft diesoms waarneembaar zijn. Het subtieleveld van energie is van dezelfde samenstellingals noëtische kennis en hetis de goddelijke grond van Zijn, hetveld van het goddelijke. Het slaperigegezicht van het onderbewuste is eigenlijkbezig met het leiden van de dingenen het heeft niet veel tijd voor conver-Theosofia <strong>108</strong>/3 <strong>juni</strong> <strong>2007</strong> 121
satie. Dat gezicht is de brug naar hetenergieveld waar het grondbeginsel ligtmet zijn oneindige aspecten. Het volgenvan het smalle pad naar het grotemysterie leidt naar het hart van hetgrondbeginsel. Het is onze weg naarhuis.Het gezicht dat op de wereld gerichtis kennen we het beste. Herinner je hetverhaal van de grote goeroe die dooreen bepaalde zoeker uiteindelijk gevondenwerd in een grot, hoog in debergen: de zoeker viel aan de voetenvan de goeroe en smeekte om wijsheid,en ten slotte sprak de goeroe , maar hijsprak maar een woord: ‘Attentie’ (aandacht).‘Ja’, mompelde de zoeker en hijmediteerde erover. Na een lange meditatie,wilde hij meer, een uitleg.‘Spreek weer, wijze meester’, bepleittehij. Na een stilte, zei de goeroe: ‘Attentie.Attentie.’ De zoeker had een langereis door vele gevaren en veel lijdenachter de rug. Hij probeerde geduldigte zijn, maar vroeg toch maar: ‘Watbetekent dat, edele heer? ‘Attentie’,antwoordde de wijze, ‘betekent attentie.’We zullen nooit weten of die ontmoedigdezoeker gefrustreerd of verlichtde berg afging; het overgaan vanintellectuele activiteit naar diep luisterenvraagt om diepgaande nederigheid.Het vernieuwen van je denkvermogenis inderdaad een aardverschuivenderevolutie. Het is een verschuiving inde gerichtheid van de zuivere aandacht.Als het dat wil kun je die voortdurendestroom van woorden directachter je ogen gewoon laten doorgaanzónder jou, want jij wilt het smalle padvolgen waar je ‘andere’ zelf een geduldigehand naar je uitstrekt. Je wilt jeaandacht wegdraaien van de wereld.Dat is geen intellectuele bezigheid,zoals wanneer we een tijdje denkenaan hogere zaken. Dat is nog steedsvan de wereld, want als je verstand zichbezighoudt met hogere zaken zijn dieniet langer hoger. Zij maken nogsteeds deel uit van de stroom vanwoorden, alleen maar hoger in relatietot de hele massa van wat zich afspeeltin je denken, hoger voor de gewoonlijkegang van banaliteiten.Attentie, aandacht voor het goddelijkeveld, voor het nauwe en onzekerepad dat leidt naar de goddelijke bronvan alles wat bestaat, vraagt van onsdat we ons niet houden aan de momentopnamen,maar aan het grondbeginsel.Als we ons afkeren van de velemomentopnamen, worden we geconfronteerdmet iets dat lijkt op een groteleegte. We weten niet hoe we daarmee om moeten gaan. Als we vastberadende verbinding naar het goddelijkewillen maken, hangen we boveneen lege ruimte, al reikend naar devolgende trapeze waarvan we zekerweten dat die daar ergens moet zijn.Of we hangen daar slechts enkelemomenten, ons verbazend over onzemogelijkheden, maar dan grijpen wetoch maar weer de oude trapeze enzeggen: ‘Nog niet … op een anderedag … nog niet…’We zullen nog ontelbare gelegenhedenkrijgen om te oefenen voor degrote sprong. Misschien is het dezekeer genoeg om alleen maar te wetendat die mogelijkheid er is en dat we hetkunnen proberen.Wat doen we dan hier?‘Afstand nemen van de oude mens’ inbijbelse termen staat voor het latengaan, voor eens en altijd, van de oudetrapeze en beginnen aan het vernieuwenvan het denken, het veranderenvan de grond van zelfwaarneming.Spirituele ontwikkeling, dáár zijn wehier voor. Daarom incarneren we.122 Theosofia <strong>108</strong>/3 <strong>juni</strong> <strong>2007</strong>
George C. Fraser van de National BarAssociation in de Verenigde Statenzei:WE ZIJN GEEN MENSEN DIESPIRITUELE ERVARINGEN HEBBEN;WE ZIJN SPIRITUELE WEZENS DIEMENSELIJKE ERVARINGEN HEBBEN.We incarneren om te kunnen kiezenvoor het kennen van het goddelijke.Dat wil zeggen dat wij, spirituele wezens,incarneren – ofwel onze energieenrichten op het centrum van eenmenselijk bewustzijn – om de gelegenheidte krijgen om dat centrum uit tebreiden naar oneindigheid; ofwel omhet goddelijke te kennen. Het instrumentvoor deze taak van ons wordt infeite bepaald door de toestand vanonze mensheid.We hebben te maken met persoonlijkeconflicten, met familiekwalen, metonze seksualiteit, met trauma en tragedie,dikwijls met harde economischewerkelijkheden, met ons eigen falen entekortkomen, met pijnlijke teleurstellingenen emoties die we soms nietkunnen beheersen. In het proces kunnenwe, als we ons ervan bewust zijn eneraan werken, wijzer worden en gaanbegrijpen.Op die fundering van wijsheid en begripkunnen we doorbreken naar spirituelegroei. Want spirituele groei bloeitniet in de dorre aarde van het uit deweg gaan van de verantwoordelijkheidvoor onze menselijke ontwikkeling.Een gebed dat een vaderlijke godsmeekt onze problemen en moeilijkhedenweg te nemen is een gebed vanonwetendheid. De moeilijkheden zijngeschenken. Zij zijn brokken vanrauwe klei, de modder die het levenons toegooit. Met die brokken kunnenwe de bouwstenen van geduld maken,van vriendelijkheid, van ware nederigheid,van goedheid, van vergeving,van zelfrespect, van kracht en van dewil om alles te verliezen wat niet goddelijkis. We beginnen de tempel vande geest van heiligheid te bouwen enwe worden het instrument voor goddelijkedienst. We hopen op kracht enhelderheid, we hopen te leren wat wenodig hebben van elke ervaring, testrijden zoals Jacob met de engel totdatwe de volle zegen (blessing) halenuit de tegenspoed.Aan het einde van de cyclus van dieervaringen zal het perspectief zich verwijdhebben en we zullen slechts bewustzijn van het goddelijke, van hetgrondbeginsel, van het Al dat is.De dichter Alfred, Lord Tennysonheeft het over ‘het ene, verre, goddelijkegebeuren waar de hele scheppingnaar op weg is’. Tijdens dat ‘ene, verre,goddelijke gebeuren’ wordt elke momentopname,ook het geïndividualiseerdebewustzijn, doordrongen enongescheiden van het grondbeginselwaargenomen. De werkelijkheid vandat doordringen en ‘opgaan in’, zalvreemd nieuws zijn voor ons druk bezigzijnde menselijke bewustzijn, maarin de essentie van het energieveld vanhet eigen wezen; de plaats waar het bewustzijnzich beweegt naar de goddelijkebron, hebben we het natuurlijkaltijd al geweten.Uit: The Theosophist, oktober 2003Vertaling: FvITheosofia <strong>108</strong>/3 <strong>juni</strong> <strong>2007</strong> 123
W i e w a s . . .George ArundaleGeorge Arundale (1878 -1945) was van 1934 tot 1945de derde voorzitter van deTheosophical Society.In toenemende mate wijddeDr. Arundale zich aan deinnerlijke kant van het werk ineen poging om het lijden vande mensheid te verlichten.Hij beijverde zich voor hetverspreiden van ‘de grootsewaarheden van de theosofie’.George Sydney Arundale(1878-1945) was van 1934tot 1945 de derde voorzittervan de Theosophical Society.Hij was een dynamische eninspirerende leider en werktenauw samen met AnnieBesant in haar veelzijdigewerk. C. Jinarajadasa, diehem opvolgde, zei dat Arundale“het voorbeeld was vanbroederschap in actie.”Zijn jonge jarenG.S. Arundale werd geborenop 1 december 1878 in Surrey,Engeland. Omdat zijnmoeder bij zijn geboorte wasoverleden, werd Georgedoor zijn tante mej. FrancescaArundale geadopteerd. Zijwas in 1881 lid gewordenvan de Society en had vaakMadame H.P. Blavatsky tegast in haar huis, waardoorde jonge George de mogelijkheidhad om haar te ontmoeten.In 1895 sloot hij zichaan bij de Theosophical Societyen werd lid van de loge inLonden. Zijn opleiding kreeghij gedeeltelijk in Duitslanden gedeeltelijk in Engeland enhij studeerde in 1900 af aanhet St. John’s College teCambridge. Daarna werd hijvice-voorzitter van de EuropeseAfdeling van de TheosophicalSociety en daar ontmoettehij ook Annie Besant.In 1902 ging hij op uitnodigingvan Dr. Besant met zijntante naar India, waar hij professorin de geschiedeniswerd aan het Central HinduCollege in Benares (nu Varanasi).In 1907 werd hij benoemdtot directeur van hetCentral Hindu College. Hijwas zowel bij de docentenals bij de leerlingen populair,want hij begreep de jeugderg goed en hij heeft zich zijnhele leven met hun welzijnbezig gehouden.De Theosophical SocietyGeorge Arundale die in 1910zijn eerste lezing voor deconventie hield, heeft regelmatigtheosofische conventiestoegesproken. Na eenkorte periode als voorzittervan de <strong>Theosofische</strong> Verenigingin Engeland (1915-1916)keerde Arundale naar Indiaterug om Annie Besant teassisteren bij haar politiekeactiviteiten. Hij werd de organiserendvoorzitter van deAll-India Home Rule Leagueen werd in 1917 door deregering samen met AnnieBesant en B.P. Wadia driemaanden geïnterneerd. In1920 trouwde hij met RukminiDevi, een getalenteerdkunstenares, wier talenten hijaanmoedigde.Van 1924 tot 1926 was hijvoorzitter van de ArbeidersBeweging van Madras; hij hadzich voor de vorming hiervaningespannen, waardoor hijmet succes een hoger minimumloon en minder werkurenvoor de werkendemens wist te bereiken.In 1925 werd hij lid van deLiberal Catholic Church; laterwerd hij een van de bisschoppen.Het zelfde jaar,het jaar van het gouden jubileumvan de Theosophical124 Theosofia <strong>108</strong>/3 <strong>juni</strong> <strong>2007</strong>
W i e w a s . . .Society, reisde hij uitgebreiddoor Europa, gaf lezingenvoor de Society en bestudeerdede omstandighedenm.b.t. het onderwijs, de politieken het sociale leven.Van 1926 tot 1928 was hijvoorzitter van de AustralischeAfdeling; gedurende dietijd spande hij zich in omAustralië bewust te makenvan de grootheid die zij inzich had en begon met dekrant Voorwaarts Australiëom dat doel te ondersteunen.Hij speelde met behulpvan anderen een rol in hetoprichten van het eerstetheosofische radio-station 2GB.In 1927 was hij enige tijdweg uit Australië i.v.m. eenrondreis door Europa en deVerenigde Staten van Amerikaom lezingen te geven.Mevrouw Arundale en hijwaren dat jaar de eregastenop de Amerikaanse Conventie.Van 1931 tot 1934 ondernamhij elk jaar zulkereizen met lezingen en activeerdedaardoor enorm hettheosofisch werk in de landendie hij bezocht.Voorzitter van deTheosophical SocietyToen Dr. Besant in 1933stierf werd Dr. Arundale gekozentot voorzitter van deTheosophical Society. Metgoed voorbereid publiciteitsmateriaalbegon hij het jaardaarop een ‘zuivere’ campagnedie de studie van detheosofische basisprincipesaanmoedigde en zijn bekroningkreeg tijdens de mooiediamanten jubileumconventiein 1935 in Adyar. De logeswerd dringend verzochtom nooit hun eerste doel tevergeten: het instrueren vanleden in de theosofie, in eenbegrijpelijke taal. De volgendecampagne had als titel:“Er is een plan.” In 1935werden drie boeken van Dr.Arundale gepubliceerd,waarin hij zijn ideeën overmenselijke en spirituelewaarden naar voren bracht:Jij; Vrijheid en vriendschap enGoden in wording. In 1936,toen hij voorzitter was vanhet Vierde <strong>Theosofische</strong>Wereld-Congres in Genève,besloot hij dat de derdecampagne zou moeten gaanover “begrip”, en omdatdeze succes had werd zijvoortgezet tot in 1938.Daarna was “Theosofie is devolgende stap” het thema,maar de Tweede Wereldoorlogbrak uit en er konniet veel meer worden gedaan.Hij gaf toen “brievennaar de afdelingen” uit, dieop grote schaal gebruiktwerden en nuttig waren.Omstreeks 1936 was er eenzichtbare groei in het ledenaantalvan een aantal nationaleafdelingen, hetgeen eropwees dat de krachtdadigeaanpak van de voorzittervruchten afwierp. De campagnesbrachten nieuwe interesseen activiteit teweeg.In 1937 hield Arundale op deConventie een lezing oversymbolische yoga, hij gebruiktedaarbij zijn materiaalvoor de “lezingen op hetdak” in Adyar en voor zijntoespraken later toen hij optournee was in Europa enAmerika. Deze lezingen verschenenals boek met denaam “Het Lotus vuur: eenstudie in symbolische yoga.”Vanwege de oorlogsomstandighedenechter was het reizenbuiten India niet gemakkelijk.De bekwame en toegewijdewerkers in iedere afdelingdroegen onder zijnleiding de Society verder.Maar in heel Europa werd deene loge na de andere en deene afdeling na de anderegedwongen om ermee op tehouden.In toenemende mate wijddeDr. Arundale zich aan deinnerlijke kant van het werkin een poging om het lijdenvan de mensheid te verlichten.In een poging om demensen wakker te schuddenvoor een groter gevoel vanverantwoordelijkheid, begonhij een kleine wekelijksekrant in Madras met de naam“Geweten”. Hij verwelkomdein Adyar Dr. Maria Montessorien haar zoon MarioMontessori, die naar Indiagekomen waren, maar vanwegede oorlog niet in staatwaren om naar Italië terug tekeren. Tijdens hun verblijf inAdyar leidden zij onderwijzersuit India en de nabij gelegenlanden op in de bekendeMontessori methode vooronderwijs aan kinderen.In 1940 zette Dr. Arundaleeen afdeling voor vrede enwederopbouw op om zo-Theosofia <strong>108</strong>/3 <strong>juni</strong> <strong>2007</strong> 125
W i e w a s . . .doende een Charter voor dewereld klaar te hebben als deoorlog ophield. Elk jaar benadruktehij dat leden “degrootse waarheden van detheosofie zouden moetenverspreiden”, hij ondernamreizen in India en ondersteundede kunst en onderwijsinstellingen en de activiteitenvan Rukmini Devi. Hijwerkte er hard aan om eenbeter begrip op te bouwenbij de mensen uit India voorde positie van Groot Brittanniëin het westen en vooreen liberalere houding vanGroot Brittannië naar Indiatoe. In 1941 werd Dr. Arundalede eervolle graad verleendvan Vidya Kalanidhi,wat betekent: “onuitputtelijkebron van kunst en wijsheid”door het oude en zeergerespecteerde instituut ShriBharat Dharma Mahamandal,Benares (nu Varanasi) voorzijn “buitengewone verdienstenen uitzonderlijke talenten.”De twee speciale thema’svan Dr. Arundale waren:de eenheid van India ende ontwikkeling van degrootsheid in het individu.Als onderwijsdeskundigeTer herinnering aan Dr. Besant’sliefde voor de jeugd,stichtte Dr. Arundale in 1934in Adyar de “Besant MemorialSchool.” Omdat hij altijdal geïnteresseerd was in deontwikkeling van de jeugd,hielp Dr. Arundale met hettot stand brengen van de“wereldfederatie van jongtheosofen”, opgericht in1935 met Rukmini Devi alsvoorzitter en hemzelf alsere-voorzitter exofficio.Onder auspiciën van deTheosophical Society werdeen Nationale Universiteitopgericht met RabindranathTagore als kanselier en Arundalewerd de rector van hetopleidingscollege voor leraren.Hij inspireerde hen metzijn idee van lesgeven als eenheilig beroep. In 1926 was hijminister van onderwijs in hetprinsdom Indore. Hij wasecht een vooraanstaand persoonop het gebied van onderwijsin India. En het NationaalCongres begiftigdehem met de graad van doctorin de literatuur als waarderingvoor zijn werk. Hijwilde ervoor zorgen dat debasis theosofische leringenhet educatieve proces zoudenbeïnvloeden en gebruiktedaarbij de slogan “onderwijsvoor het leven, niet voorlevensonderhoud.” In zijn opvattingwas het sleutelwoordvan onderwijs “dienstbaarzijn.”De laatste dagenIn 1945 werd hem geadviseerdvolledig rust te houden,want hij was ernstig zieken niettegenstaande alle zorgen aandacht die aan hem gegevenwerd, overleed hij op12 augustus, precies op hetogenblik dat het nieuws doorde wereld verspreid werd,dat de wereldoorlog beëindigdwas. Een van de mooistebijdragen aan het werk vande Society door Dr. Arundalewordt het best beschrevendoor een andere slogan diehij bedacht had – “samen anders”.Herhaaldelijk en metvolharding benadrukte hij inzijn geschriften en lezingendat verschil van mening alleenmaar het werk van deTheosophical Society kondenverrijken. Een andere belangrijkebijdrage was de nadrukdie hij legde op pure theosofiein de campagne die hij onderdie naam begon. Wekunnen niet zeggen dat eenvan zijn bijdragen belangrijkerwas dan een andere, maar detwee hierboven genoemdebijdragen brachten ontegenzeggelijkeen definitieve veranderingin de hoofden enharten van de leden tot standen benadrukte nog eensscherp de vrijheid van deindividuele gedachte die inherentis aan de theosofischeleringen.Dr. Arundale stond nietalleen bekend om zijn theosofischwerk, maar ook omzijn interesse in de GemengdeVrijmetselarij en de IndiasePadvinders Beweging, hijwas enige jaren ProvinciaalCommissaris voor de ProvincieMadras. Zijn vele boekenomvatten: Kundalini: eenocculte ervaring, Het Lotusvuur, Een studie in symbolischeyoga, Nirvana, Mount Everest,Een boek over leerlingschap enJij.EKB126 Theosofia <strong>108</strong>/3 <strong>juni</strong> <strong>2007</strong>
V e r e n i g i n g s n i e u w sVoorjaarsdag TVN3 maart <strong>2007</strong>Theosofie en kunstSpreker: Dr. Marty Bax,kunsthistoricaDe voorzitter van de TVN,Wies Kuiper, opende dezedrukbezochte voorjaarsdagmet een verwijzing naar hetboek van Marty Bax: HetWeb der Schepping, waarin deboeiende periode van creativiteitin de TVN tussen 1880en 1920 wordt behandeld.Marty Bax gaf daarna tweelezingen en de dag eindigdemet een video over de bouwvan de Van Nelle fabriek inRotterdam.Marty Bax kwam in aanrakingmet theosofie tijdens degrote tentoonstelling in hetHaags Gemeente museum in1985 over The Spiritual inArt. Abstract Painting 1890-1985. Daar zag ze dat theosofieeen grote rol had gespeeldin de ontwikkeling vande abstracte schilderkunst, ingrafische vormgeving en inarchitectuur tussen 1880 en1920. De toen heersendeopvattingen van de ‘Art Nouveau’waren beïnvloed doortheosofie. In Amsterdamwerden kunstenaars lid vande <strong>Theosofische</strong> Verenigingen zij begonnen hun eigenloge, de Vahana Loge in1896. Vahana betekent voertuig.Marty Bax werd nieuwsgierignaar die loge omdatveel bekende kunstenaarswier werk geëxposeerdwerd op de tentoonstellingvan 1985 in Den Haag er lidvan waren. Zij begon haaronderzoek op het hoofdkantoorvan de TVN in Amsterdam.Maar helaas is het theosofischarchief van de Nederlandseafdeling tijdens detweede wereldoorlog vooreen groot deel verdwenen,daar de TS toen door debezetter verboden was.Daarom ging Marty Bax in1990 naar Adyar waar zevond wat ze zocht. Ze besloothaar proefschrift teschrijven over theosofie enkunst, omdat ze zich begonaf te vragen wat voor meerwaardetheosofie voor dekunstenaar had. Het resultaatvan het proefschrift is haarboek: Het web der schepping.(uitgeverij Sun). De titel slaatop Stanza III, sloka 10 uit DeGeheime Leer.Zoals het woord ‘Vahana’al aangeeft waren de ledenvan de loge bezig met hetAgenda Nederland<strong>juni</strong> <strong>2007</strong>16 studiegroep ‘MahatmaBrieven’juli <strong>2007</strong>6 t/m 8 Zomerschool teNaarden ‘Vele wegen, éénpad’26 t/m 29 School of theWisdom te Naarden,retraite o.l.v.Trân-Thi-Kim-Diêu “Foundationsof Wisdom”november <strong>2007</strong>10 Ledendag te NaardenDe nationale studiegroepenvinden plaats in de Tolstraat teAmsterdam.Voor nadere inlichtingen overalle genoemde activiteiten kuntu contact opnemen met deT.V.N.: 020-6765672.Zie ook www.theosofie.nl.Theosofia <strong>108</strong>/3 <strong>juni</strong> <strong>2007</strong> 127
V e r e n i g i n g s n i e u w slid in 1909 en bleef zijn heleleven theosoof. Zijn kunstwas geworteld in theosofie.Vooral in Stanza III van DeGeheime Leer die gaat overhet web der schepping datwordt geweven door de kosmischeVader en Moeder,door Geest en Stof. Mondriaangebruikte het Sanskrietwoord Svabhavat, watwil zeggen ‘Geest essentie’,in De Geheime Leer ook welaangeduid met Vader/Moeder.Hij gebruikte ook hetbegrip ‘fohat’, de essentievan kosmische elektriciteitdie door Blavatsky beschrevenwordt in de Proloog vanDe Geheime Leer, [16]“ Het isde ‘brug’ waardoor de ‘ideeën’die in het ‘goddelijk denken’bestaan, als ‘natuurwetten’worden afgedrukt op de kosmischesubstantie. Fohat is dusde dynamische energie van dekosmische verbeelding, of, vande andere kant beschouwd,het intelligente medium, deleidende kracht van alle manifestatie,de ‘goddelijke gedachte’die wordt overgebracht enopenbaar gemaakt door deDhyan Chohans, de architectenvan de zichtbare wereldzijn. Zo is ons bewustzijn afkomstigvan de geest of kosmischeverbeelding; de verschillendevoertuigen waarin hetbewustzijn wordt geïndividualiseerden tot zelf- of reflectiefbewustzijn komt, zijn afkomstigvan de kosmische substantie;terwijl fohat in zijn verscheidenemanifestaties de geheimzinnigeschakel vormt tussendenkvermogen en materie,het bezielende beginsel datieder atoom tot leven prikkelt.”Hier hebben we dan watMondriaan meer en meerprobeerde uit te drukken inzijn kunst. Voordat hij mettheosofie bezig was, schilderdehij landschappen. Daarnabegon hij eerst met hetweergeven van symbolen,zoals de vrouwenfiguren inzijn beroemde drieluik Evolutieuit 1910. Later kwam hijtot de pure expressie van zijngeometrische schilderijen. Hijprobeerde het web derschepping op het doek tekrijgen en hij schrijft daaroverin een artikel in 1918 in ‘DeStijl’: “Het rythme [de werking/verbeelding van Fohat] is heteene en de onveranderlijkeverhouding [Swabhavat] is hetandere. Veranderlijke verhoudingvan afmeting [de invloedvan Fohat op vlak en lijn] is heteene en onveranderlijke verhoudingvan stand [Swabhavat]is het andere. En in het beeldingsmiddelis de kleur [dewerking van Fohat op stof, hetvrouwelijke] het eene en deverschijning in het vlakke enhet rechthoekige [Swabhavat]het andere. In stand is het horizontale[vrouwelijke] heteene en het verticale [mannelijke]het andere enz. Juist omdatdeze tweeheid zo onderscheidenis kost het den abstract-realistischen schilderzulk een inspanning het evenwichttussen beide uitersten tevinden. Als hij er in slaagt heteene te beelden ziet men dathet ten koste van het andere isen als het hem gelukt het anderetot zuivere uitdrukking tebrengen lijdt het eenedaaronder. Maar al arbeidendekomt hij tenslotte tot eenbetrekkelijk bevredigendeoplossing.” (Marty Bax p.300van Het web der schepping).Mondriaan trachtte hetspel van de kosmische krachtenuit te drukken in materie.Daarin speelde Stanza III eengrote rol. Die Stanza zegt insloka 10:”Vader-moeder spinneneen web dat van bovenaan de geest is bevestigd – hetlicht van de ene duisternis – envan onderen aan zijn in deschaduw gehulde einde, destof; en dit web is het heelal,gesponnen uit de twee substantiesdie tot één zijn gemaakt,dat svâbhâvat is.” Enin sloka 12 lezen we:“Svâbhâvat zendt dan Fohatom de atomen te verharden.Elk is een deel van het web.Elk weerkaatst als een spiegelde ‘zelf-bestaande heer’ enwordt op zijn beurt een wereld.”We danken het aan MartyBax dat dit alles weer zichtbaarwordt, want wie kijktnaar de schilderijen van Mondriaanmet Stanza III in zijnhoofd? Zij deed ongelofelijkveel onderzoek en geeft inhaar boek een wereld weervan al die geïnspireerde kunstenaarswaarvan Mondriaanslechts één voorbeeld is. Devoorjaarsbijeenkomst waseen groot succes en we zijndankbaar dat we daarvanhebben mogen genieten.FvITheosofia <strong>108</strong>/3 <strong>juni</strong> <strong>2007</strong> 129
V e r e n i g i n g s n i e u w sZomerschool TVN,6 - 8 juli <strong>2007</strong>De Zomerschool van de Nederlandseafdeling van de<strong>Theosofische</strong> Vereniging zalplaatsvinden op het InternationaalTheosofisch Centrumin Naarden van 6 tot en met8 juli.Het thema is: Vele wegen,één pad. Dit thema is ontleendaan het in 2006 bij deTVN verschenen boek overde drie theosofische klassiekers:Aan de voeten van deMeester, Licht op het pad enDe Stem van de Stilte.Verschillende sprekers zullenvanuit diverse invalshoekende mogelijkheden belichtendie kunnen leiden naarhet bewust ontdekken vande ware aard en de uniekeverantwoordelijkheid van demens. Vele wegen wordensamen verkend en het zoukunnen dat het Ene Padzichtbaarder wordt voor dedeelnemers.Op de eerste dag wordt erin drie interactieve sessiesaan de hand van De GeheimeLeer diep ingegaan op de universeleesoterische achtergrondvan het evolutionairepad samen met Ali Ritsema.Louis en Mieke Geertmanleiden ons over literaire wegenop de tweede dag. Detheosofische maar ook dehistorische en de moderneliteratuur komen aan de ordemet het oog op zelfkennis ende geestelijke mogelijkhedendie in de literatuur ontdekten herkend kunnen worden.Soms juist daar waar je hetniet zou verwachten.Richard van Dijk gaat zichmet ons afvragen waarom wijniet doen wat we innerlijkvoelen dat we zouden moetendoen. De wereld in eencrisis, geloofsijver in de aanvalen wat kunnen we dan?Hoe komen mensen tot derealisatie dat zij meer zijn danoorlogvoerende, bekvechtende,bezit verzamelende ende wereld vervuilende wezensdie er van overtuigd zijndat alles om hen draait?Op de zondagmorgen, dedag van de stilte gaat EllyKooijman De Stem van deStilte waarvan de tekst doorH.P. Blavatsky is doorgegevenaan de ‘weinigen’, met onsdelen.De zondagmiddag sluit afmet het onderzoeken vanhet Derde Doeleinde van de<strong>Theosofische</strong> Verenigingdoor de zoekers naar Waarheidvoor wie geen religieboven Waarheid gaat met Fayvan Ierlant. Het gaat dan overde verplichte pelgrimstochtvan de ziel met zijn onverklaardewetten en latentevermogens.Op zaterdagavond zullenJan en Terezinha Kind vertellenover het theosofischwerk in Brazilië. Een vollediguitgewerkt programma vande Zomerschool <strong>2007</strong> vindt uin deze Theosofia.FvIU kunt schenkingen doen aan de TVN, aftrekbaar voor uw aangifte inkomstenbelasting.Ook legateren aan de TVN is een mogelijkheid.Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de penningmeester van de TVN.130 Theosofia <strong>108</strong>/3 <strong>juni</strong> <strong>2007</strong>
The Harvestof Life - TheBlavatskyLecture 2002Alan Hughes36 pp.,brochure 2002,Price € 6,50De Oogst van het Leven -Blavatsky Lezing 2002Alan HughesUitgeverij der Theosofi scheVereniging in Nederland39 blz., brochure <strong>2007</strong>Prijs € 3,50Buddhist MeditationSamdhong Rinpoche, 172 pp.,paperback, reprint 2005ISBN 81 7059 367 0; Price € 6,00This book consists of a series of talksgiven by this distinguished Tibetanscholar at The School of the Wisdom atthe Theosophical Society Headquartersin Chennai, India.De andere JihadOmar Nahas120 blz., paperback <strong>2007</strong>ISBN 978 90 7900 110 1,Prijs € 12,50Wie weet nog wat jihad letterlijkbetekent? Dat is: inspanning,ergens helemaal voor gaan. Datkun je met woorden doen. Dooroplaaiende confl icten proberenom te zetten in vrede. Door bijte dragen aan een positieverebeeldvorming omtrent de islam.Over die ándere jihad gaat ditboek. Een boek voor jong enoud, moslims en niet-moslims.Een toegankelijke, moderneinterpretatie van de belangrijkstebegrippen uit de islam.Drie Wegen, één Pad - De Stemvan de Stilte, Licht op het Pad enAan de Voeten van de MeesterH.P. Blavatsky, M. Collins, Alcyone(J. Krishnamurti)Uitgeverij der Theosofi scheVereniging in Nederland224 blz., gebonden 2006ISBN 90 6175 088 1, Prijs € 20,50Het thema van de zomerschool<strong>2007</strong> van de Theosofi sche Verenigingin Nederland ‘Vele wegen,één Pad’ is mede ingegeven doorde titel van dit boek. De wegenin dit boek zullen ook op dezomerschool ter sprake komen.Het verborgen woord in Islam-Christendom-Jodendom(Symposion Reeks)Bijdragen vanPeter Huijs, Esther Oosterwijk-Ritman, Michael Portnaar49 blz., paperback 2006. ISBN 90 6732 330 6, Prijs € 11,00Het verborgen woord is de energie die het goddelijke zoekt in demens en in de schepping. Want het goddelijke wordt zichtbaar in‘mensenzonen’; het kan in iedere mens doorklinken.
<strong>Theosofische</strong>boekhandel AdyarTolstraat 154, 1074 VM Amsterdamtel. (020) 676 56 72; fax (020) 675 76 57e-mail: books@theosofie.nl; website: www.theosofie.nlopeningstijden: di. t/m vr. 13.00-17.30, za. 13.00-17.00 uureen boekenlijst wordt u op aanvraag toegestuurdThe Theosophist, February <strong>2007</strong>:Olcott Death Centenary Issue – Part IPrice: € 3,50The Theosophist, March <strong>2007</strong>:Olcott Death Centenary Issue – Part IIPrice: € 3,50Theosofie in de QabbalahGrace F. Knoche, 183 pp.,paperback <strong>2007</strong>ISBN 978 90 70328 70 2;Price € 14,00In deze heldere presentatiericht de auteur zich op debelangrijkste qabbalistischethema´s, waarvan zij debegrippen en symbolenvergelijkt met equivalentenin de hedendaagsetheosofi e, vooral in dewerken van H.P. Blavatskyen G.de Purucker, waaruitblijkt dat de qabbalah éénvan de stromen is van deuniversele wijsheid-traditievan de mensheid.The Heavens Declare - AstrologicalAges and the Evolution of ConsciousnessAlice O.Howell, 281 pp., paperback 2006ISBN 978 0 8356 0835 0; Price € 16,95The author belongs to the most profound astrologers of our time and is anauthority on C.G.Jung’s depth psychology. Her view of astrology as symbolic ofarchetypal processes provides a tool for the deep healing of the psyche.Zhuang Zi - de volledige geschriftenhet grote klassieke boek van het taoïsmeKristofer Schipper (vertaling en toelichting),439 blz.,gebonden <strong>2007</strong>. ISBN 978 90 457 0085 4; € 39,90Als een van de vroegste teksten van het taoïsmehebben de geschriften van Zhuang Zi een zeer groteinvloed uitgeoefend op de fi losofie en de kunst vanhet Verre Oosten. Na meer dan tweeduizend jaar ishet nog steeds een van de meest geliefde boeken inChina, Korea en Japan. Zhuang Zi waarschuwt vooralle schijnwetenschap en bijgeloof. Hij leert ons ineenvoud en stilte, door werk en door meditatie, deweg van de eenheid van mens en natuur, te vinden.Hidden Wisdom - A Guide to the Western Inner TraditionsRichard Smoley and Jay Kinney400 pp., paperback 2006ISBN 978 0 8356 0844 2; Price € 18,50Everyone fascinated by The DaVinci Code could not fi nd a better overview ofthe mystical riches indigenous to the West than this one. Its subjects rangecomprehensively from Jungian psychology to the Kabbalah and Gnosticism,and from Freemasonry and the Templars to Alchemy, Shamanism, theGurdjieff work, Neopaganism, Sufi sm, and esoteric Christianity.Deze titels zijn ook verkrijgbaar bij boekhandel Au Bout du Monde, Singel 313, 1021 WJ Amsterdam, tel. (020) 625 13 97
Doeleinden van de <strong>Theosofische</strong> Vereniging:Het vormenvan een kern van deuniversele broederschap der mensheidzonder onderscheid van ras, geloof,geslacht, kaste of huidskleur.Het aanmoedigenvan de vergelijkende studievan godsdienst, wijsbegeerteen wetenschap.Het onderzoeken van deonverklaarde wetten in de natuuren van de vermogens die in de menslatent aanwezig zijn.