12.07.2015 Views

Studie - Actiris

Studie - Actiris

Studie - Actiris

SHOW MORE
SHOW LESS
  • No tags were found...

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

analyse van deKNELPUNTBEROEPENin het BrusselsHoofdstedelijkGewestin 2010BRUSSELSOBSERVATORIUMVOOR DEWERKGELEGENHEIDBRUSSELSOBSERVATORIUMVOOR DEWERKGELEGENHEID


ANALYSE VAN DEKNELPUNTBEROEPEN IN HETBRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWESTIN 2010


InhoudstafelVOORWOORD1. INLEIDING ............................................................................................................................. 12. METHODOLOGIE ...................................................................................................................... 33. INVENTARIS VAN DE KNELPUNTBEROEPEN IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST IN 2010 .................... 53.1. Inventaris van de knelpuntberoepen ............................................................................. 83.2. Nabeschouwing......................................................................................................... 324. TAALVAARDIGHEDEN ............................................................................................................... 344.1. Taalvereisten in de werkaanbiedingen......................................................................... 344.2. Talenkennis bij de niet-werkende werkzoekenden........................................................ 385. KENMERKEN VAN DE KNELPUNTBEROEPEN...................................................................................... 415.1. Eisen van de werkgevers ........................................................................................... 415.2. Kenmerken van de werkgever .................................................................................... 456. EVOLUTIE VAN DE KNELPUNTBEROEPEN VAN 2004 TOT 2010 ............................................................. 477. DE ARBEIDSRESERVE............................................................................................................... 517.1. Evolutie van de spanningsindicator op de Brusselse arbeidsmarkt.................................. 517.2. Dynamiek van de arbeidsreserve ................................................................................ 527.3. Kenmerken van de arbeidsreserve .............................................................................. 578. BESLUIT .............................................................................................................................. 61BIJLAGE: TYPE VAN WERKAANBIEDINGEN ............................................................................................. 65BIBLIOGRAFIE .............................................................................................................................. 67


Lijst van de tabellenTabel 1: Lijst van knelpuntberoepen 2010 volgens beroepscategorie.............................................. 7Tabel 2: Voornaamste oorzaken van het knelpuntkarakter .......................................................... 32Tabel 3: Niet-werkende werkzoekenden volgens niveau van talenkennis (mondeling) -Januari 2011 .............................................................................................................. 38Tabel 4: Samenvatting van de globale resultaten van de knelpuntberoepen.................................. 47Tabel 5: Panorama van de knelpuntberoepen volgens beroepsgroep van 2004 tot 2010 ................ 48Tabel 6: Overzicht van de werkzoekende arbeidsreserve - 2010 .................................................. 53Tabel 7: Overzicht van de stroom van werkzoekenden ingeschreven in een knelpuntberoep -2010 ......................................................................................................................... 54Tabel 8: Overzicht van de dynamiek van de ingeschreven werkzoekenden volgens studieniveau -2010 ......................................................................................................................... 57Tabel 9: Overzicht van de dynamiek van de ingeschreven werkzoekenden volgens leeftijd -2010 ......................................................................................................................... 58Tabel 10: Overzicht van de dynamiek van de ingeschreven werkzoekenden volgens geslacht -2010 ......................................................................................................................... 59Lijst van de grafiekenGrafiek 1: Verdeling van de werkaanbiedingen volgens taalvereisten........................................... 35Grafiek 2: Werkaanbiedingen en taalvereisten volgens beroepsdomein........................................ 36Grafiek 3: Werkaanbiedingen en taalvereisten volgens studieniveau............................................ 37Grafiek 4: Werkaanbiedingen volgens het studieniveau .............................................................. 42Grafiek 5:de de deWerkaanbiedingen volgens studierichting – secundair 2 en 3 (4 ) graad ................. 43Grafiek 6: Werkaanbiedingen volgens studierichting – universitair............................................... 43Grafiek 7: Werkaanbiedingen volgens het type van aanbieding ................................................... 44Grafiek 8: Werkaanbiedingen volgens sector ............................................................................. 45Grafiek 9: Werkaanbiedingen volgens bedrijfsgrootte................................................................. 46Grafiek 10: Spanningsindicator op de Brusselse arbeidsmarkt 2001 tot 2010..................................52


VOORWOORDHet jaar 2010 werd gekenmerkt door een algemeen herstel van de Belgische arbeidsmarkt. HetBrussels Hoofdstedelijk Gewest concentreerde in 2010 ruim 700.000 arbeidsplaatsen envertegenwoordigde hiermee ruim 16% van de nationale binnenlandse werkgelegenheid, terwijl slecht10% van de bevolking in het Gewest woont. Hoewel het Gewest een belangrijk centrum vaneconomische ontwikkeling vormt, kampt het tegelijkertijd met een hoge werkloosheid. In eendergelijke context stelt het Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid de resultaten van de“Analyse van de knelpuntberoepen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest” voor.De lijst van knelpuntberoepen 2010 inventariseert 32 beroepsgroepen met in totaal 74knelpuntberoepen. Het structurele karakter van bepaalde knelpuntberoepen toont de complexiteit vande Brusselse arbeidsmarkt aan.De oorzaken van de aanwervingsmoeilijkheden zijn veelzijdig en situeren zich zowel aan de kant vande vraag op de arbeidsmarkt als aan de aanbodzijde. Om een zo goed mogelijk beeld te krijgen vande oorzaken van de spanningen op de Brusselse arbeidsmarkt wordt de expertise van de consulentenvan <strong>Actiris</strong> bij de studie betrokken.De gewestelijke of plaatselijke inschakelingswerkers kunnen de moeilijkheden die dit soort analysesaantonen niet alleen oplossen. Voor een efficiënte aanpak dienen alle partners in de domeinentewerkstelling, opleiding en onderwijs de krachten te bundelen zodat een coherent beleid kan wordengevoerd dat afgestemd is op de gewestelijke economische- en tewerkstellingscontext.De referentiecentra, die de operatoren inzake opleiding en tewerkstelling binnen eenzelfde structuursamenbrengen, spelen hierbij een belangrijke rol op de Brusselse arbeidsmarkt door de onderlingeafstemming tussen het opleidingsaanbod en de behoeften van de ondernemingen.Grégor CHAPELLECoördinator van het Territoriaal Pact voor deWerkgelegenheid in het Brussels Hoofdstedelijk GewestDirecteur-generaal van <strong>Actiris</strong>


1. INLEIDINGDe situatie in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest illustreert de paradox van de grote steden. Zecreëren tegelijkertijd welvaart en armoede, integratie en uitsluiting. Zo is het Brussels Gewestenerzijds het grootste tewerkstellingsbekken van het land maar heeft het anderzijds ook de grootstewerkloosheidsgraad. In 2010 telde het Gewest 710.000 arbeidsplaatsen en vertegenwoordigdehiermee ruim 16% van alle arbeidsplaatsen. De werkloosheidsgraad daarentegen schommelde voorhet Gewest rond de 20%. De ruime arbeidsreserve betekent echter niet dat Brusselse bedrijven nietgeconfronteerd kunnen worden met aanwervingsmoeilijkheden.Het onevenwicht tussen vraag en aanbod vormt een belemmering voor de beroepsinschakeling en deeconomische ontwikkeling van de regio. Het Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid stelthiervoor jaarlijks een lijst op van beroepen waarvoor aanwervingsproblemen bestaan en analyseert deoorzaken van deze spanningen.Om de moeilijk in te vullen werkaanbiedingen, de zogenaamde knelpuntberoepen, te bepalen, baseerthet Observatorium zich op de ontvangen werkaanbiedingen door <strong>Actiris</strong>. We stelden vast dat in 2010het economisch herstel leidde tot een toename van de vraag naar arbeidskrachten. Zo steeg hetglobale aantal ontvangen werkaanbiedingen door <strong>Actiris</strong> met ruim 10% ten opzichte van hetvoorgaande jaar.Een analyse van de invulling van de werkaanbiedingen is een complexe opgave. Werkgevers kunnennamelijk gebruik maken van meerdere kanalen om hun werkaanbiedingen te verspreiden en kunnenhun criteria in de loop van de selectieperiode wijzigen. Voor eenzelfde functie kunnen bovendienverschillende selectieprocedures naast elkaar bestaan, net zoals een werkgever voor eenstandaardprocedure (eventueel aangevuld met specifieke tests) kan kiezen voor alle functies die hijinvoert.Om de knelpuntberoepen te bepalen gaat het Observatorium uit van de invullingsgraad en de looptijdvan de door <strong>Actiris</strong> ontvangen werkaanbiedingen.De beroepen die zich op de lijst van knelpuntberoepen bevinden, worden gekenmerkt door eenlangere looptijd en een invullingsgraad die lager ligt dan het geheel van de ontvangenwerkaanbiedingen. Het is belangrijk om te benadrukken dat de oorzaak van de knelpuntberoepen nietnoodzakelijk te maken heeft met krapte op de arbeidsmarkt. De oorzaken zijn complex en geenszinseenduidig, vaak spelen meerdere factoren die een beroep tot knelpuntberoep maken. Hoewel eentekort aan kandidaten voor de vacante betrekkingen voor bepaalde beroepen de moeilijkhedenverklaren, spelen ook elementen zoals een discrepantie tussen de vereisten van de werkgever en hetprofiel van de werkzoekenden een rol, bijvoorbeeld wat betreft (specifieke) bekwaamheden ofervaring. Daarnaast kunnen de arbeidsomstandigheden door de werkzoekenden als onaantrekkelijkworden gezien. Zij geven dan de voorkeur om naar een ander beroep of activiteitensector te zoeken.We willen overigens opmerken dat indien een beroep zich op de lijst van knelpuntberoepen bevindt,het niet noodzakelijk onmogelijk is om kandidaten voor dit beroep te vinden. Een lagereinvullingsgraad en een langere looptijd, beletten niet dat een groot aantal van de werkaanbiedingenvoor het betrokken beroep wordt ingevuld.Analyse van de knelpuntberoepen – 2010 1


Het tweede hoofdstuk geeft toelichting bij de methodologie die gebruikt werd bij de bepaling van deknelpuntberoepen op basis van de werkaanbiedingen die in 2010 door <strong>Actiris</strong> werden ontvangen.In hoofdstuk drie wordt de lijst van knelpuntberoepen besproken. Voor elk knelpuntberoep wordt debelangrijkste oorzaak of oorzaken van het onevenwicht tussen vraag en aanbod aangehaald. Het isdankzij de ervaring van de consulenten van <strong>Actiris</strong> dat de factoren die deze spanningen veroorzaken,konden worden bepaald.Het vierde hoofdstuk handelt over de talenkennis van de werkzoekenden en de gevraagdetaalvereisten in de werkaanbiedingen. Het vestigt de aandacht van de lezer op het belang van detaalvaardigheid als één van de verklarende factoren voor bepaalde aanwervingsmoeilijkheden.Het vijfde hoofdstuk bespreekt de belangrijkste kenmerken van de werkaanbiedingen voor deknelpuntberoepen, in vergelijking met de kenmerken van het geheel van de in 2010 door <strong>Actiris</strong>ontvangen werkaanbiedingen.In een zesde hoofdstuk wordt ingegaan op de evolutie van de knelpuntberoepen sinds 2004. Eenoverzicht van de knelpuntberoepen per beroepsgroep laat toe enkele algemene tendensen teherkennen en om structurele aanwervingsmoeilijkheden te onderscheiden van deaanwervingsmoeilijkheden voor beroepen die slechts één of twee keer als knelpuntberoep werdengeïdentificeerd.Ten slotte wordt het aanbod op de arbeidsmarkt onder de loep genomen. De arbeidsreserve geeft eendynamisch beeld van de niet-werkende werkzoekenden die in de loop van het jaar 2010 minstens éénmaal beschikbaar waren voor de arbeidsmarkt. Verder worden ook enkele kenmerken van dearbeidsreserve, zoals het studieniveau, de leeftijd en het geslacht besproken.2Analyse van de knelpuntberoepen – 2010


2. METHODOLOGIEHet samenstellen van de lijst van knelpuntberoepen gebeurt in twee aanvullende fases. De eerste faseis een louter statistische analyse, die bestaat uit de toepassing van drie kwantitatieve selectiecriteriaop alle werkaanbiedingen 1 die <strong>Actiris</strong> gedurende het bestudeerde jaar heeft ontvangen. Deze driecriteria zijn:- gedurende het jaar werden minstens 20 werkaanbiedingen voor dit beroep ontvangen;- de invullingsgraad 2 van de werkaanbiedingen voor het beroep is lager dan de invullingsgraadvan alle beroepen (in 2010 bedroeg de invullingsgraad 68,0%);- de benodigde tijd om de werkaanbiedingen van dit beroep af te sluiten 3 is langer dan demediaan van de invullingstijd voor alle werkaanbiedingen (in 2010 bedroeg de mediaan vande invullingstijd 1,2 maand).Het belangrijkste voordeel van deze eerste fase van de analyse is de objectiviteit die volgt uit eencijfermatige verwerking van 3 belangrijke parameters.Van de volledige lijst van beroepen, samengesteld op basis van de bij <strong>Actiris</strong> geregistreerde enbeheerde werkaanbiedingen, worden enkel de beroepen weerhouden die simultaan aan de driecriteria voldoen. In 2010 heeft <strong>Actiris</strong> 22.305 werkaanbiedingen 4 ontvangen voor 791 verschillendeberoepen. Uit de statistische analyse werden 101 zogenaamde knelpuntberoepen weerhouden.De statistische analyse combineert een absoluut criterium (minstens 20 werkaanbiedingen) met tweerelatieve criteria. Deze twee worden bepaald door de algemene werking van de arbeidsmarkt. Dekeuze voor de drempel van 20 werkaanbiedingen is arbitrair en werd vastgelegd om een minimumaan representativiteit van de beroepen op de Brusselse arbeidsmarkt te waarborgen. De criteria inverband met de invullingsgraad en de looptijd zijn relatief. Dit brengt met zich mee dat een beroepdat bijvoorbeeld drie jaar geleden als knelpunt beschouwd werd, en nu dezelfde objectievekenmerken (looptijd, invullingsgraad) heeft niet noodzakelijk meer als moeilijk in te vullen beschouwdzal worden.Om de invullingsgraad te berekenen worden zowel de werkaanbiedingen geteld die door bemiddelingvan <strong>Actiris</strong> worden ingevuld alsook de werkaanbiedingen die zonder tussenkomst van <strong>Actiris</strong> wordeningevuld. Voor deze laatste is <strong>Actiris</strong> echter niet op de hoogte van de identiteit van de aangeworvenkandidaten. Het niet tellen van de rechtstreeks ingevulde werkaanbiedingen door de werkgever zoueen onderschatting betekenen van de ingevulde werkaanbiedingen en dus ook van de invullingsgraadvan de ontvangen werkaanbiedingen door <strong>Actiris</strong>.1234Om zo goed mogelijk de dynamiek van de arbeidsmarkt in kaart te brengen, werd de analyse uitgevoerd op alle types vanhet arbeidscircuit, dus op het normaal economisch circuit (met uitzondering van EURES) en ook op alle tewerkstellingsprogramma’s.Een werkaanbieding kan hierbij meerdere arbeidsplaatsen bevatten.Het percentage voldane arbeidsplaatsen t.o.v. het aantal ontvangen arbeidsplaatsen gedurende het jaar 2010.Een werkaanbieding wordt afgesloten wanneer deze ingevuld is of wanneer de werkaanbieding geannuleerd wordt.De werkaanbiedingen die ACTIRIS ontvangt in het kader van het samenwerkingsakkoord dat van kracht is sinds juni 2006,omtrent de systematische uitwisseling van de werkaanbiedingen tussen de gewesten, worden in deze analyse nietopgenomen.Analyse van de knelpuntberoepen – 2010 3


Bij de statistische analyse moeten er echter ook een aantal kanttekeningen gemaakt worden.‣ De eerste opmerking heeft betrekking op de representativiteit. Indien <strong>Actiris</strong>, zoals eerder werdweergegeven, voor een bepaald beroep minder dan 20 werkaanbiedingen ontvangt, komt hetberoep niet op de lijst van knelpuntberoepen, hoewel het in de praktijk wel de kenmerken van eenknelpuntberoep kan hebben.‣ De tweede kanttekening die bij de statistische analyse gemaakt kan worden betreft het cumulatiefkarakter van de drie criteria. Elk beroep waarvan één van de parameters niet beantwoordt aan devastgelegde criteria zal op basis van de statistische analyse niet weerhouden worden alsknelpuntberoep.Om deels aan deze beperkingen tegemoet te komen wordt de statistische lijst van knelpuntberoepenvoorgelegd aan de consulenten van de Directie Werkgevers van <strong>Actiris</strong>.Deze tweede fase van het onderzoek is cruciaal omdat op basis van hun praktische ervaringen hetknelpuntkarakter, dat naar voren komt uit de statistische analyse, bevestigd dan wel weerlegd kanworden. De expertise van de consulenten is belangrijk gezien de vele rechtstreekse contacten die zijhebben met de werkgevers. Zo waren de consulenten dit jaar van mening dat de beroepenonderwijzer, leraar secundair onderwijs en schrijnwerker toegevoegd moest worden aan de lijst vanmoeilijk in te vullen beroepen.Daarentegen kan het omgekeerde fenomeen zich ook voordoen. Een bepaald beroep beantwoordt aande statistische criteria, maar blijkt over het algemeen toch niet moeilijk invulbaar te zijn. Dit kanbijvoorbeeld veroorzaakt worden door een uitzonderlijke werkaanbieding met veel arbeidsplaatsenmaar die niet representatief is voor de over het algemeen ontvangen werkaanbiedingen voor ditberoep. Zo werden dit jaar een aantal beroepen waaronder marketingassistent, onthaalhostess en kokgrootkeuken niet weerhouden als knelpuntberoepen alhoewel deze aan alle statistische criteriavoldeden.Uiteindelijk werd een lijst van 74 knelpuntberoepen samengesteld. Deze beroepen vertegenwoordigen5.627 arbeidsplaatsen, wat overeenkomt met 25,2% van het totaal aantal ontvangen arbeidsplaatsenin 2010. Algemeen bedraagt de invullingsgraad voor de knelpuntberoepen 55,1% en demediaanlooptijd is 1,3 maanden.De volledige lijst van knelpuntberoepen, voorzien van commentaar van de consulenten van <strong>Actiris</strong>,wordt in het volgende hoofdstuk besproken.4Analyse van de knelpuntberoepen – 2010


3. INVENTARIS VAN DE KNELPUNTBEROEPEN IN HET BRUSSELSHOOFDSTEDELIJK GEWEST IN 2010Dit hoofdstuk geeft een overzicht van de 74 beroepen die in 2010 moeilijk ingevuld konden wordenalsook een korte beschrijving van de mogelijke oorzaken. Deze oorzaken kunnen in drie categorieënonderverdeeld worden:- kwantitatief tekort: er is een tekort aan kandidaten voor een bepaald beroep;- kwalitatief tekort: de kandidaten voldoen niet aan de vereisten aangaande opleiding,ervaring, talenkennis, specifieke kennis of bekwaamheden, houding of persoonlijkheid;- een tekort waarvan de oorzaak ligt in de ongunstige arbeidsomstandigheden,bijvoorbeeld wat betreft loon, stresserend, zwaar of gevaarlijk werk, vooroordelen t.o.v. eenbepaald beroep, het uurrooster (avond-, weekend-, deeltijds werk ...), het statuut vanzelfstandige of een ander kenmerk.De identificatie van de oorzaken van de aanwervingsproblemen is cruciaal om gepaste oplossingen tekunnen aangereiken. Hoewel de drie bovenvermelde oorzaken vastgesteld kunnen worden doormiddel van meetbare gegevens (aantal werkzoekenden, studieniveau, talenkennis …) ofcontroleerbare elementen zoals de uurroosters en de arbeidsomstandigheden, is het niet altijd evensimpel om een objectieve diagnose te maken. De samenhang tussen de verschillende oorzaken en desociale beeldvorming van een beroep geeft de analyse soms een subjectieve kant en maakt dat dehoofdoorzaken moeilijk onderscheiden kunnen worden van eerder secundaire oorzaken.Nog moeilijker aan te tonen is het verband tussen de aanwervingsproblemen en het bestaan vanetnische discriminatie bij de aanwerving. Hoewel dit probleem zich volgens de tewerkstellingsconsulentenvoor bepaalde beroepen duidelijk stelt, hebben wij gezien het moeilijk opspoorbare ensoms subjectieve karakter verkozen het probleem hier in het algemeen aan te halen eerder danspecifiek voor bepaalde beroepen.Verder merken we op dat de beroepen in de tekst, ondanks het feit dat ze zowel voor mannen alsvoor vrouwen toegankelijk zijn, omwille van de leesbaarheid enkel in de genderneutrale vorm vermeldworden.Verder in het hoofdstuk worden per knelpuntberoep een aantal kenmerken besproken: het aantalontvangen arbeidsplaatsen, de invullingsgraad, de reserve aan arbeidskrachten voor het beroep inkwestie en de verhouding van deze arbeidsreserve ten opzichte van het aantal ontvangenarbeidsplaatsen.De variabele “arbeidsreserve (AR)” staat voor het aantal niet-werkende werkzoekenden die in 2010voor elk knelpuntberoep waren ingeschreven en als potentiële kandidaten voor de ontvangen werkaanbiedingenkunnen worden beschouwd. Een gedetailleerde beschrijving van het concept en van demanier waarop deze indicator is opgebouwd, vindt u in hoofdstuk 7.Analyse van de knelpuntberoepen – 2010 5


De variabele “arbeidsreserve per aantal werkaanbiedingen (AR/WA)” geeft de verhouding tussenvraag en aanbod op de Brusselse arbeidsmarkt voor een bepaald beroep weer. Meer concreetvergelijkt dit het aantal arbeidsplaatsen dat <strong>Actiris</strong> heeft ontvangen met het aantal niet-werkendewerkzoekenden per beroep.Deze variabele kan een idee geven van het kwantitatief tekort, ook al is dit slechts een indicatie. Hetis immers moeilijk om de ideale verhouding van het aantal werkzoekenden ten opzichte van eenarbeidsplaats te bepalen. Bovendien kunnen ook werkenden interesse hebben voor een bepaaldearbeidsplaats. Ten slotte gebeurt de selectie van werkzoekenden voor een werkaanbieding bij <strong>Actiris</strong>op basis van de beroepencode. Deze matching is echter niet perfect aangezien zowel werkzoekendenals werkaanbiedingen meerdere beroepencodes kunnen hebben. Voor deze analyse baseren we onsenkel op de eerste beroepencode omdat deze gezien wordt als de voornaamste. Werkzoekendenbeperken zich in hun zoektocht naar werk niet tot hun beroepencodes en kunnen dus ook een jobvinden in een verwant beroep.De 74 knelpuntberoepen werden gehergroepeerd in 12 grote “beroepscategorieën”. Aangezienbepaalde beroepen in meerdere beroepscategorieën kunnen voorkomen, werd besloten ze opinductieve wijze toch aan één enkele categorie toe te wijzen. Om de overzichtelijkheid van deberoepscategorieën te bewaren hebben we het aantal categorieën beperkt, ook al stellen we somseen zekere heterogeniteit tussen de beroepen in eenzelfde categorie vast. Na het bespreken van de74 knelpuntberoepen in punt 3.1, wordt vanaf punt 3.2 een overzicht gegeven van de 32beroepsgroepen en de oorzaken van hun knelpuntkarakter volgens de consulenten van <strong>Actiris</strong>.6Analyse van de knelpuntberoepen – 2010


TABEL 1: LIJST VAN KNELPUNTBEROEPEN 2010 VOLGENS BEROEPSCATEGORIE Kaderfuncties en beroepen in de communicatieArchitect, burgerlijk ingenieur burgerlijke bouwkunde, industrieel ingenieur burgerlijke bouwkunde,industrieel ingenieur elektriciteit, industrieel ingenieur mechanica, industrieel ingenieur elektromechanica,verantwoordelijke logistiek, commercieel verantwoordelijke, verantwoordelijke interne en externecommunicatie, financieel verantwoordelijke, verantwoordelijke werving en selectie, verantwoordelijke HumanResources Onderwijzend personeelOnderwijzer, leraar secundair onderwijs (Nederlands), instructeur / lesgever talen Beroepen in de medische, sociale en hulpverlenende sectorHoofdverpleegkundige, ziekenhuisverpleegkundige - gebrevetteerde, ziekenhuisverpleegkundige -gegradueerde, geriatrisch verpleegkundige - gegradueerde, sociaal verpleegkundige – gegradueerde,gezinshulp (brevet) Administratieve beroepenDirectiesecretaris, boekhoudingsecretaris, juridisch secretaris, bediende personeelsdienst, bediende socialewetten en lonen, bediende commerciële dienst, telefonist-receptionist, telefonist-secretaris, bediendeverzekeringsmaatschappij, beheerder schadeclaims, adviseur bankproducten en verzekeringen, boekhouder Commerciële beroepenVertegenwoordiger diensten, technisch vertegenwoordiger, verkoper van voertuigen, verkoper vangereedschappen en doe-het-zelf artikelen, televerkoper, callcenter operator Beroepen in de informaticaProjectleider informatica, functioneel analist, analist-programmeur, webmaster / webdeveloper, integratieenimplementatieingenieur ICT, programmeur, technicus helpdesk, netwerkbeheerder,databaseadministrator, consulent informatica Technische beroepenTechnicus in de elektromechanica, technicus bouw (alle specialiteiten), conducteur van bouwwerken,technicus koel- en verwarmingstechnieken en technicus verwarming (HVAC), laboratoriumtechnicusonderzoek en ontwikkeling, technicus elektronica, technicus telecommunicatie, technisch-commercieelmedewerker binnendienst, industrieel onderhoudsmecanicien, electromecanicien Beroepen in de bouwLoodgieter - Installateur sanitaire, monteur-installateur van centrale verwarming, industrieel elektricien -installateur en hersteller, schrijnwerker Beroepen in transport en logistiekChauffeur vrachtwagen zonder aanhangwagen (rijbewijs C), chauffeur vrachtwagen met oplegger (rijbewijsC en E) Beroepen in het toerisme en de horecaHotelreceptionist, chef-kok, onderchef keuken, chef de partie, barman Ambachtelijke beroepenBeenhouwer, kapper voor dames en heren DiverseVeiligheidsagent met brevet, strijker met de handAnalyse van de knelpuntberoepen – 2010 7


3.1. Inventaris van de knelpuntberoepen3.1.1. Kaderfuncties en beroepen in de communicatieArchitectenKnelpuntberoepenOntvangenWAInvullingsgraadARAR/WAArchitect 44 63,6 239 5,4Het beroep “architect” wordt weerhouden als knelpuntberoep op de Brusselse arbeidsmarkt. Despecifieke kennis en met name de beroepservaring van de werkzoekenden beantwoorden niet steedsaan de eisen van de werkgevers. Bovendien is voor een belangrijk deel van de werkaanbiedingen die<strong>Actiris</strong> voor dit beroep van openbare diensten, in het bijzonder plaatselijke of gewestelijke besturen,ontvangt, een tweetaligheidsattest vereist (afgeleverd door Selor, het selectiebureau van deoverheid), wat een bijkomende hindernis kan zijn bij de aanwerving van kandidaten voor dit beroep.De mobiliteit van de kandidaten speelt eveneens een grote rol gezien de eventuele verplaatsingen vande architect naar de andere partijen die bij de uitvoering van de werken betrokken zijn of naarbouwplaatsen. Dit heeft vaak onregelmatige werkuren tot gevolg, afhankelijk van de beschikbaarheidvan de klant. Het werkritme wordt bepaald door de deadlines die door de opdrachtgever wordenvastgesteld. Ter informatie merken we nog op dat voor dit beroep vaak de voorkeur wordt gegevenaan het statuut van zelfstandige, terwijl de werkaanbiedingen die <strong>Actiris</strong> ontvangt voornamelijkcontracten voor loontrekkenden betreffen.Wanneer we naar de kandidaten zelf kijken, lijkt het dat ze in de eerste plaats een baan bij eenarchitectenbureau zoeken, ook al dienen zich andere jobmogelijkheden aan. Het tekort aanarchitecten wordt dan ook niet door alle werkgevers op dezelfde manier ervaren.Ingenieurs 5KnelpuntberoepenOntvangenWAInvullingsgraadARAR/WABurgerlijk ingenieur burgerlijke bouwkunde 52 48,1 71 1,4Industrieel ingenieur burgerlijke bouwkunde 46 56,5 39 0,8Industrieel ingenieur elektriciteit 40 30,0 29 0,7Industrieel ingenieur mechanica 23 30,4 57 2,5Industrieel ingenieur elektromechanica 70 40,0 98 1,4Het beroep van ingenieur kent al enkele jaren aanwervingsproblemen. Als voornaamste oorzaak vanhet knelpuntkarakter wijzen de consulenten van <strong>Actiris</strong> op een kwantitatief tekort aan kandidaten. Indit opzicht merken we op dat de instroom van jonge afgestudeerden voor de wetenschappelijke entechnische beroepen de voorbije jaren lager is dan de vraag op de arbeidsmarkt. Dit kan met nameworden verklaard door de geringe interesse van jongeren voor wetenschappelijke en technischestudierichtingen. Dit wordt nog versterkt doordat deze beroepen bij de meisjes een uitgesprokenmannelijke connotatie hebben. Een andere belemmering is dat de kandidaten niet altijd beantwoordenaan het door de werkgevers gevraagde profiel. Hoewel de meeste werkzoekenden in het bezit zijn van5Zie ook: Overzicht van de behoeften aan wetenschappelijke en technologische beroepen. Brussels Observatorium voor deWerkgelegenheid, juni 2010.8Analyse van de knelpuntberoepen – 2010


een diploma hoger onderwijs, worden over het algemeen immers ook specifieke bekwaamheden ofextra diploma’s en een zekere beroepservaring gevraagd. Ook de taalvereisten vormen eenbelangrijke hindernis bij de aanwerving van ingenieurs. Niet zelden wordt namelijk zelfs drietaligheidvereist.Daar komt nog bij dat jonge kandidaat-ingenieurs vaak de voorkeur geven aan bepaalde sectoren,waardoor het knelpuntkarakter van de functie in andere sectoren met minder gunstigearbeidsomstandigheden nog versterkt wordt.Directeurs en kaderpersoneel aankopen, bevoorrading en logistiekKnelpuntberoepenOntvangenWAInvullingsgraadARAR/WAVerantwoordelijke logistiek 36 33,3 120 3,3Net als in 2007 en in 2008 is de functie “verantwoordelijke logistiek” ook dit jaar een knelpuntberoep.Het lijkt erop dat de werkgevers vooral te maken krijgen met een kwalitatief tekort aan kandidaten.De moeilijkheid ligt meestal in de kloof tussen het profiel van de kandidaten en de vergaande eisenvan de werkgevers. Zo is niet zozeer het diploma van de kandidaat van doorslaggevend belang bij deaanwerving, maar wel zijn kennis van het product en van de sector waarin de onderneming actief is.Bovendien moet een verantwoordelijke logistiek in verschillende domeinen thuis zijn, zoals de opslagen het transport van goederen, het prijsbeleid en de onderhandeling over prijzen, de evolutie van demarkt, de douanerechten en de wetgeving inzake transport. De uitoefening van dit beroep vraagtvaak een actieve kennis van de twee landstalen en eventueel van andere talen, gezien degrensoverschrijdende contacten. Bovendien maakt informaticakennis steeds meer een wezenlijkonderdeel van het beroep uit.Ten slotte wordt van de kandidaat verwacht dat hij over goede relationele vaardigheden beschikt eneen bekwaam organisator is. Gezien de onvoorziene gebeurtenissen waar hij mee te maken zalkrijgen, dient hij tevens stressbestendig te zijn. Leidinggevende vaardigheden en ervaring metteambeheer vervolledigen de lijst wanneer de omkadering van een team binnen zijn bevoegdheid ligt.Directeurs en kaderpersoneel verkoop en marketingKnelpuntberoepenOntvangenWAInvullingsgraadARAR/WACommercieel verantwoordelijke 70 48,6 222 3,2Rekruteringen in de verkoop en marketing zijn onderhevig aan een hoge concurrentiële druk. Demeeste werkgevers zijn op zoek naar personen met commerciële ervaring in de sector in kwestie enbij voorkeur met het betrokken product. De kandidaat moet tevens een uitstekende onderhandelaarzijn om vlotte contacten met de leveranciers en de klanten te garanderen. De talenkennis isdoorslaggevend en wordt dan ook aangeduid als voornaamste oorzaak voor derekruteringsmoeilijkheden.Almaar vaker zijn deze beroepen alleen toegankelijk voor personen die een hogere opleiding hebbengevolgd, voornamelijk in de commerciële sector, aangevuld met meerdere jaren ervaring. Dewerkgevers vragen immers naar technische kennis met betrekking tot de aangeboden producten ofdiensten.Analyse van de knelpuntberoepen – 2010 9


Directeurs en kaderpersoneel administratie, communicatie en financiële dienstenKnelpuntberoepenOntvangenWAInvullingsgraadARAR/WAVerantwoordelijke interne en externe communicatie 40 55,0 373 9,3Financieel verantwoordelijke 28 67,9 164 5,9De functie “financieel verantwoordelijke” komt reeds voor de zevende maal voor op de lijst. De doorde consulenten aangegeven aanwervingsmoeilijkheden voor deze functie zijn voornamelijk te wijtenaan de hoge eisen die worden gesteld op het gebied van opleiding, domeinkennis, leidinggevendevaardigheden en teambeheer, ervaring en meertaligheid. Het gevolg hiervan is dat deze functiesgedurende langere tijd open blijven staan. Bovendien hanteren werkgevers vaak vrij langesollicitatieprocedures voor dergelijke functies.Het beroep van “verantwoordelijke communicatie” staat daarentegen voor het eerst op de lijst vanknelpuntberoepen. De persoon in deze functie is verantwoordelijk voor het imago van een bedrijfalsook voor de interne en externe communicatieprojecten. Hij superviseert en valideert decommunicatieacties overeenkomstig de met de directie overeengekomen strategie. Bovendien moetde verantwoordelijke communicatie regelmatig samenwerken met de verschillende betrokkendiensten. De kandidaten moeten niet enkel op de hoogte zijn van de productie- enrealisatieprocedures van de verschillende communicatiekanalen en weten hoe bedrijven te werk gaan.Ze moeten eveneens meerdere talen beheersen en blijk kunnen geven van doorgedrevencontactvaardigheden. Over het algemeen wordt de activiteit op kantoor uitgeoefend. Toch wordt eengrote beschikbaarheid (bijvoorbeeld ’s avonds) verwacht en kunnen geregeld verplaatsingen nodigzijn.Directeurs en kaderpersoneel personeelszakenKnelpuntberoepenOntvangenWAInvullingsgraadARAR/WAVerantwoordelijke werving en selectie 23 43,5 49 2,1Verantwoordelijke Human Resources 21 66,7 150 7,1De door de consulenten aangehaalde aanwervingsmoeilijkheden voor deze functies hebbenvoornamelijk te maken met het gebrek aan ervaring van de kandidaten ten opzichte van wat dewerkgevers vragen. Voor het uitoefenen van een van deze functies in het Brussels Gewest isbovendien vrijwel systematisch een actieve kennis van de twee landstalen en eventueel andere talennodig. Ten slotte vragen de werkgevers vaak andere kennis en vaardigheden inzake personeelsbeheeren met betrekking tot aanwervingsprocedures, opleiding, evaluatie of bezoldiging. Als gevolg van dezeveelvuldige eisen blijft de vacature gedurende langere tijd openstaan. Daarenboven hanterenwerkgevers vaak vrij lange sollicitatieprocedures voor dergelijke functies.10Analyse van de knelpuntberoepen – 2010


3.1.2. Onderwijzend personeelLeerkrachten basisonderwijsKnelpuntberoepenOntvangenWAInvullingsgraadARAR/WAOnderwijzer 498 84,5 193 0,4Hoewel “onderwijzers lager onderwijs” niet in de statistische analyse zijn opgenomen (gezien de hogeinvullingsgraad), hebben de consulenten van <strong>Actiris</strong> dit beroep toch aan de lijst van knelpuntberoepentoegevoegd. De terugkerende moeilijkheden om onderwijzend personeel te vinden, zijn voornamelijkte wijten aan een tekort aan kandidaten voor dit beroep. Hoewel de knelpunten in het onderwijs alenige tijd aanhouden, wensen we erop te wijzen dat er grote regionale verschillen zijn en dat degrootstedelijke gebieden, en vooral Brussel, het sterkst worden getroffen.Naast het kwantitatieve tekort, vormen ook de ongunstige arbeidsomstandigheden ontstaan doorstress, de grootte van de klassen, eventuele conflicten met leerlingen of ouders, het gevoel geenwaardering te krijgen enz. een belemmering bij het invullen van de werkaanbiedingen.Daarnaast merken we op dat de werkaanbiedingen die <strong>Actiris</strong> voor dit beroep ontvangt vaakbetrekking hebben op tijdelijke vervangingen van relatief korte duur, wat ook kan verklaren waaromde vacatures voor deze arbeidsplaatsen moeilijk snel ingevuld raken.We benadrukken het enorme probleem van de hoge uitstroompercentages van leerkrachten in hetBrussels Gewest. Volgens het Arbeidsmarktrapport 2010 van het Vlaams Ministerie van Onderwijs 6bedraagt het percentage onderwijzers die na 5 jaar het Nederlandstalig lager onderwijs in Brusselhebben verlaten 54%. Dat is twee- tot driemaal zoveel als in het Vlaams Gewest. Volgens hetzelfderapport is het hoge uitstroompercentage in Brussel te verklaren door de specifieke kenmerken van eenstedelijk milieu: het aanzienlijk aandeel van anderstalige leerlingen; de stadsvlucht van leerlingen enleerkrachten; de afstand tussen woon- en werkplaats of nog de hoge vastgoed- en huurprijzen. Dezeelementen zijn ook toepasselijk voor het Franstalig onderwijs in Brussel.Rekening houdende met de groei en de verjonging van de Brusselse bevolking is de gewestregeringten slotte van plan een wezenlijke inspanning te leveren voor de creatie van bijkomende plaatsen inhet basisonderwijs 7 . Tegen 2015 wenst de Brusselse overheid immers zo’n 11.000 plaatsen in hetbasisonderwijs te creëren. Redelijkerwijs kunnen we er dus van uitgaan dat het tekort aanleerkrachten (basisonderwijs en secundair onderwijs) tegen dan nog nijpender zal zijn.We vermelden daarbij dat de bevolkingsgroei in Brussel onvermijdelijk ook zal zorgen voor eengrotere vraag naar andere functies, bijvoorbeeld in de kinderopvang. Daarom verwacht degewestelijke overheid zich eveneens aan een tekort aan kleuterleiders (tegen 2015 zullen 7.000plaatsen in het kleuteronderwijs gecreëerd worden) en personeel voor de toekomstige crèches.67Bron: Arbeidsmarktrapport 2010 Basisonderwijs en Secundair Onderwijs. Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming,Departement Onderwijs en Vorming.Bron: “3.500 nieuwe plaatsen in het basisonderwijs”, persdossier van het kabinet van Charles Picqué, 10 mei 2011.Analyse van de knelpuntberoepen – 2010 11


Leerkrachten secundair onderwijsKnelpuntberoepenOntvangenWAInvullingsgraadARAR/WALeerkracht secundair onderwijs (Nederlands) 224 87,5 19 0,1De “leerkrachten secundair onderwijs” staan al sinds de eerste analyse omtrent deaanwervingsmoeilijkheden in het Brussels Gewest op de lijst van knelpuntberoepen. Hoewel dit jaarenkel de leerkrachten Nederlands in de lijst zijn opgenomen, wijzen we erop dat het secundaironderwijs in Brussel met een algemeen tekort aan leerkrachten kampt. Leerkrachten technischonderwijs, leerkrachten wetenschappen (exacte wetenschappen, wiskunde, informatica) entaalleerkrachten zijn het moeilijkst te vinden en te houden.De terugkerende moeilijkheden om onderwijzend personeel te vinden, zijn voornamelijk te wijten aaneen tekort aan kandidaten voor dit beroep. Hoewel de knelpunten in het onderwijs al enige tijdaanhouden, wensen we erop te wijzen dat er grote regionale verschillen zijn en dat de grootstedelijkegebieden, en vooral Brussel, het sterkst worden getroffen.Naast het kwantitatieve tekort, vormen ook de ongunstige arbeidsomstandigheden ontstaan doorstress, de grootte van de klassen, eventuele conflicten met leerlingen of ouders, het gevoel geenwaardering te krijgen enz. een belemmering bij het invullen van de werkaanbiedingen.Daarnaast merken we op dat de werkaanbiedingen die <strong>Actiris</strong> voor dit beroep ontvangt vaakbetrekking hebben op tijdelijke vervangingen van relatief korte duur, wat ook kan verklaren waaromde vacatures voor deze arbeidsplaatsen moeilijk snel ingevuld raken.We benadrukken het enorme probleem van de hoge uitstroompercentages van leerkrachten in hetBrussels Gewest. Volgens het Arbeidsmarktrapport 2010 van het Vlaams Ministerie van Onderwijs 8bedraagt het percentage leerkrachten die na 5 jaar het Nederlandstalig algemeen secundair onderwijsin Brussel hebben verlaten 62%. Dat is tweemaal zoveel als in het Vlaams Gewest. Volgens hetzelfderapport is het hoge uitstroompercentage in Brussel te verklaren door de specifieke kenmerken van eenstedelijk milieu: het aanzienlijk aandeel van anderstalige leerlingen; de stadsvlucht van leerlingen enleerkrachten; de afstand tussen woon- en werkplaats of nog de hoge vastgoed- en huurprijzen. Dezeelementen zijn ook toepasselijk voor het Franstalig onderwijs in Brussel.Hoewel de leerkrachten Nederlands niet in de statistische analyse zijn opgenomen (door de hogeinvullingsgraad van de werkaanbiedingen), hebben de consulenten van <strong>Actiris</strong> het beroep toch aan deknelpuntenlijst toegevoegd. Het kwantitatieve tekort voor dit beroep is duidelijk te verklaren door dehaast onbestaande arbeidsreserve in verhouding tot het aantal ontvangen werkaanbiedingen. Debetrekkelijk hoge invullingsgraad is het gevolg van het feit dat deze arbeidsplaatsen vaak wordeningenomen door kandidaten die geen lerarenopleiding hebben genoten of geen getuigschrift vanpedagogische bekwaamheid bezitten. De rekrutering van deze laatsten kan worden overwogenwanneer wordt vastgesteld dat er een tekort is aan onderwijzers die over het bekwaamheidsattest ofgelijkwaardige competenties beschikken.8Bron: Arbeidsmarktrapport 2010 Basisonderwijs en Secundair Onderwijs. Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming,Departement Onderwijs en Vorming.12Analyse van de knelpuntberoepen – 2010


Instructeurs, lesgeversKnelpuntberoepenOntvangenWAInvullingsgraadARAR/WAInstructeur / Lesgever talen 31 64,5 205 6,6De aanwervingsmoeilijkheden vastgesteld voor het beroep van “instructeur - lesgever talen” wordenveroorzaakt door een tekort aan bekwame kandidaten. Namelijk, naast de evidente kennis vanmeerdere talen, wordt meestal van de kandidaten verwacht dat zij een diploma van het hogeronderwijs hebben, over pedagogische vaardigheden beschikken, goed kunnen communiceren en zichaan verschillende doelgroepen kunnen aanpassen. Administratieve vaardigheden en computerkennisworden door de werkgevers eveneens sterk op prijs gesteld. Bovendien kunnen ook dearbeidsomstandigheden, gezien de vereiste mobiliteit en de onregelmatige, vaak late werkuren enprestaties in het weekend, een belemmering vormen bij het invullen van de werkaanbiedingen.Analyse van de knelpuntberoepen – 2010 13


3.1.3. Beroepen in de medische, sociale en hulpverlenende sectorVerpleegkundigenKnelpuntberoepenOntvangenWAInvullingsgraadARAR/WAHoofdverpleegkundige 37 62,2 4 0,1Ziekenhuisverpleegkundige - gebrevetteerde 68 50,0 106 1,6Ziekenhuisverpleegkundige - gegradueerde 119 65,5 163 1,4Geriatrisch verpleegkundige - gegradueerde 35 45,7 4 0,1Sociaal verpleegkundige - gegradueerde 40 55,0 17 0,4Elk jaar stelt het Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid vast dat de werkaanbiedingen voorverpleegkundigen moeilijk worden ingevuld. Deze moeilijkheden zijn te wijten aan een kwantitatieftekort aan kandidaten en aan de arbeidsomstandigheden die eigen zijn aan het beroep. Hoewel hetberoep van verpleegkundige een zekere aantrekkingskracht op jongeren uitoefent, zetten de hogewerkdruk en de zware taken menig verpleegkundige ertoe aan deeltijds te gaan werken of vroegtijdiguit te treden. Bij het kwantitatieve tekort voegen zich dus de moeilijke werkomstandigheden, waarbijvooral de onregelmatige dienstroosters en het nacht- en weekendwerk voor vele verpleegkundigeneen obstakel blijken te vormen.Ook neemt het takenpakket steeds meer toe. Zo wordt van de verpleegkundige verwacht dat dezezich niet alleen bezighoudt met het algemene lichamelijke welzijn van de patiënten, maar tevensaandacht heeft voor de sociale en psychologische aspecten. Het verpleegkundig personeel moet depatiënten ook geïndividualiseerde hulp kunnen bieden en blijk geven van veel flexibiliteit. Deverpleegkundige dient inzicht te hebben in nieuwe technologieën, toezien op de kwaliteit van deverzorging en palliatievenzorg en stervensbegeleiding kunnen bieden, wat het beroep zeer belastendmaakt.Om toegang tot het beroep van hoofdverpleegkundige te hebben, wordt naast de basisopleiding,meestal een bijkomende kaderopleiding vereist. Ook verworven ervaring is een enorme troef bij deselectie. Als hoofdverpleegkundige moet men bovendien een team kunnen leiden en daar horen ookextra administratieve taken en verantwoordelijkheden bij.Men verwacht dat de verpleegkundigen, ongeacht het diploma of de specialisatie, ook de komendejaren op de lijst van knelpuntberoepen zullen voorkomen. Deze veronderstelling is onder anderegebaseerd op het succes van de formules voor deeltijds werken en de vergrijzing van de bevolking,die de vraag doen of zullen doen toenemen. Zonder hierbij de hogere kwalitatieve eisen die aan degezondheidszorg worden gesteld en de medische technologische vooruitgang te vergeten, die eenvraag naar nieuwe vaardigheden en competenties doen ontstaan.14Analyse van de knelpuntberoepen – 2010


Verzorgend personeelKnelpuntberoepenOntvangenWAInvullingsgraadARAR/WAGezinshulp (brevet) 41 46,3 364 8,9Het beroep “gezinshulp” verschijnt dit jaar op de lijst van knelpuntberoepen wegens een kwalitatieftekort aan werknemers, maar ook wegens de moeilijke arbeidsomstandigheden.De gezinshulp komt tussen in families, bij oudere personen, zieken of gehandicapten, diemoeilijkheden hebben om al hun dagelijkse activiteiten te vervullen en dit met het oog op het thuiskunnen blijven en het verzekeren van een levenskwaliteit. De uitgeoefende taken (boodschappen,koken,…) hebben betrekking op het dagelijkse leven. De gezinshulp geeft ook relationele hulp doorzijn aanwezigheid, door te luisteren en de moeilijkheden te identificeren. Tevens biedt hij sociale hulpdoor de cliënt bij te staan in administratieve handelingen. Bovendien is zijn rol ook educatief viahygiënisch advies en de stimulatie van de mogelijkheden van de persoon opdat deze actief blijft in dedagelijkse bezigheden. Ten slotte, hoewel de gezinshulp een sanitaire rol vervult en taken omtrenthygiëne, gezondheid of comfort uitvoert, oefent hij geen enkele verzorging uit. De toegang tot hetberoep van gezinshulp is gereglementeerd wat betreft de opleiding. De uitoefening van dit beroepvereist het bezit van een inschrijvingsbewijs dat door de administratie Gezin en MaatschappelijkWelzijn werd afgeleverd en garandeert dat een van de erkende opleidingen gevolgd werden. Door devele verplaatsingen wordt bovendien vaak een rijbewijs gevraagd.Wat betreft de arbeidsomstandigheden, de werktijden zijn vaak wisselend en onregelmatig en veelgezinshulpen kiezen voor deeltijdse arbeid. De uitoefening van dit beroep vereist eveneens relationelevaardigheden en men dient het hoofd te bieden aan complexe situaties die fysiek en psychologischzwaar zijn. De consulenten van <strong>Actiris</strong> geven ten slotte aan dat ook de beloning deels hetknelpuntkarakter van dit beroep kan verklaren.Analyse van de knelpuntberoepen – 2010 15


3.1.4. Administratieve beroepenSecretarissenKnelpuntberoepenOntvangenWAInvullingsgraadARAR/WADirectiesecretaris 218 62,4 804 3,7Boekhoudingsecretaris 41 51,2 108 2,6Juridisch secretaris 43 55,8 63 1,5Elk jaar staan er verschillende beroepen van secretaris in de lijst met knelpuntberoepen wegens desteeds hogere eisen die aan deze functies worden gesteld. De werkgevers vragen over het algemeenimmers dat de kandidaten verschillende talen beheersen, specifieke administratieve taken kunnenverrichten, de nodige computerkennis hebben (specifieke software) en over communicatievevaardigheden beschikken. Deze vaardigheden worden meestal verworven via opleidingen van eenzeker niveau, die eveneens door de werkgevers worden vereist.Voor het beroep van “directiesecretaris” wordt over het algemeen voldoende ervaring in de materie enkennis van verschillende talen verwacht. Omdat een directiesecretaris als de assistent van eenkaderlid kan worden beschouwd, wordt ook meestal van de kandidaat verwacht dat hij zich snel aaneen nieuwe werkomgeving kan aanpassen en snel op de hoogte is van de werking van het bedrijfzodat hij een onderscheid kan maken tussen belangrijke en minder belangrijke berichten, dat hij deagenda bijhoudt, zelfstandig kan werken en eventueel een administratief team kan leiden. Verderdient opgemerkt te worden dat voor dit beroep vooral bachelors in aanmerking komen. Personen meteen lager diploma maken vaak enkel een kans als ze minstens 5 jaar ervaring in dezelfde functiekunnen aantonen. Anderzijds, naast de kwalitatieve oorzaken, kan ook de wanverhouding die somsbestaat tussen het loon en het verantwoordelijkheidsniveau een belemmering zijn bij het invullen vande werkaanbiedingen voor directiesecretarissen.De “boekhoudingsecretaris” dient de boekhouding voor te bereiden. Ook de opvolging van klanten endossiers maakt deel uit van zijn takenpakket (beheer van de facturen, bestellingen, opvolging van debetalingen …). Het is dus van wezenlijk belang dat deze secretaris de beginselen van het boekhoudenbeheerst.“Juridisch secretarissen”, die in de meeste gevallen in advocatenkantoren werken, moeten dan weerop de hoogte zijn van juridische terminologie en een goede kennis hebben van de wetgeving of dejuridische regelgeving. De constante evolutie van de wetgeving betekent daarenboven dat hun kennisregelmatig moet worden bijgeschaafd. Het ontbreken van beroepservaring of een tijdelijkeonderbreking van de loopbaan kan bijgevolg nadelig zijn voor de kandidaat. We merken op dat er eenkwantitatief tekort is aan juridisch secretarissen.16Analyse van de knelpuntberoepen – 2010


Administratieve bedienden, onthaal en communicatieKnelpuntberoepenOntvangenWAInvullingsgraadARAR/WABediende personeelsdienst 101 51,5 305 3,0Bediende sociale wetten en lonen 65 63,1 85 1,3Bediende commerciële dienst 404 40,6 1.122 2,8Telefonist-receptionist 138 57,2 908 6,6Telefonist-secretaris 62 54,8 205 3,3Het terugkerende knelpuntkarakter van deze beroepen is vooral te wijten aan de kloof tussen de eisenvan de werkgever en het profiel van de kandidaten. De werkgevers zijn vaak op zoek naar personendie tweetalig of zelfs drietalig zijn, een ruime beroepservaring hebben en administratieve- encomputervaardigheden bezitten. Daarnaast verwachten de werkgevers dat de kandidaten over eenaantal specifieke vaardigheden beschikken.Zo moeten de “bedienden personeelsdienst” en de “bedienden sociale wetten en lonen” een hogereopleiding hebben genoten en een grondige kennis hebben van de sociale wetgeving, die door deconstante evoluties permanent op peil moet worden gehouden. Het ontbreken van beroepservaring ofeen tijdelijke onderbreking van de loopbaan kan bijgevolg nadelig zijn voor de kandidaat. Bovendienduiden de consulenten van <strong>Actiris</strong> ook een kwantitatief tekort aan voor het beroep van bediendesociale wetten en lonen.Voor de bedienden “commerciële dienst” is talenkennis een belangrijke vereiste omwille van deverschillende contacten met vooral klanten en leveranciers. Een gebrek aan commercieel inzicht,klantgerichtheid en communicatieve vaardigheden vormen eveneens vaak een belemmering bij hetinvullen van de werkaanbiedingen voor dit beroep.Hetzelfde kan worden gezegd voor de “telefonist-receptionist” en de “telefonist-secretaris”, gezien detalrijke contacten met bezoekers, klanten en leveranciers.Bedienden financiële transacties en verzekeringenKnelpuntberoepenOntvangenWAInvullingsgraadARAR/WAAdviseur bankproducten en verzekeringen 34 64,7 48 1,4Bediende verzekeringsmaatschappij 58 62,1 136 2,3Beheerder schadeclaims 21 52,4 9 0,4De consulenten van <strong>Actiris</strong> maken melding van een gebrek aan overeenstemming tussen dewerkgeversvereisten en het profiel van de kandidaten voor deze beroepen. Gelet op de vaakrechtstreekse contacten met klanten, zijn de meeste werkgevers op zoek naar personen die de tweelandstalen beheersen, over goede communicatieve vaardigheden beschikken en klantgericht zijn.Verder wordt van de kandidaten verwacht dat zij relevante ervaring of een zeker studieniveau hebben.Met name van de adviseurs wordt gevraagd dat zij zich snel vertrouwd kunnen maken met de nieuwebankproducten en verzekeringen op de markt.Voor de beroepen adviseur van bankproducten en verzekeringen en beheerders schadeclaims wijzende consulenten eveneens op een kwantitatief tekort.Analyse van de knelpuntberoepen – 2010 17


Boekhouders en hulpboekhoudersKnelpuntberoepenOntvangenWAInvullingsgraadARAR/WABoekhouder 189 65,6 944 5,0Het beroep van “boekhouder” staat al sinds 1999 systematisch op de lijst met knelpuntberoepen. Demoeilijkheden om de werkaanbiedingen voor het beroep van “boekhouder” in Brussel in te vullen,hebben vooral te maken met de discrepantie tussen de eisen van de werkgevers en het profiel van dekandidaten.Naast een opleiding boekhouding, vragen de werkgevers zeer vaak een aanzienlijke beroepservaring.Er wordt steeds meer gebruik gemaakt van financiële en boekhoudkundige software, die de bedrijvenin staat stelt hun processen te automatiseren en te integreren, waardoor er tijd vrijkomt. Dit heeftsteeds vaker als gevolg dat een boekhouder ook over een grondige kennis van deze programma’sdient te beschikken. Ondanks de toenemende automatisering van bepaalde boekhoudkundige taken iser dus nog steeds veel vraag naar bekwame boekhouders. De tot dit beroep behorende taken wordensteeds gevarieerder en het gezochte profiel bijgevolg complexer. De werkgevers verlangen niet langerenkel technische vaardigheden, maar zijn ook op zoek naar meer geavanceerde technologischevaardigheden, betere communicatievaardigheden, doorgedreven analytische capaciteiten en een grotezin voor nauwkeurigheid en stiptheid.De boekhouding bekleedt een centrale plaats in de bedrijfsadministratie omdat zij alle gegevens inverband met de financiële transacties van het bedrijf verwerkt en optekent. Door de steedscomplexere regelgeving, neemt de boekhouder deel aan de strategische beslissingen van deonderneming. Zo staat de boekhouder ook meer in contact met andere departementen (marketing,onderzoek en ontwikkeling, human resources, productie en verkoop) en moet hij, naast deberoepsvaardigheden, ook een teamgeest hebben, contactvaardigheden bezitten en over goedecommunicatievaardigheden beschikken. Wegens de groeiende neiging tot internationalisering vormtde kennis van meerdere talen een zeker voordeel.Als gevolg van de evolutie in de wetgeving is de kennis snel gedateerd en is dus permanentbijscholing vereist. Het ontbreken van beroepservaring of een tijdelijke onderbreking van de loopbaankan bijgevolg, bij een gebrek aan bijscholing, nadelig zijn voor de kandidaat.18Analyse van de knelpuntberoepen – 2010


3.1.5. Commerciële beroepenVertegenwoordigersKnelpuntberoepenOntvangenWAInvullingsgraadARAR/WAVertegenwoordiger diensten 310 36,8 240 0,8Technisch vertegenwoordiger 95 35,8 134 1,4Het beroep van “vertegenwoordiger” staat elk jaar op de knelpuntenlijst. De factoren die maken datde werkaanbiedingen moeilijk raken ingevuld, zijn niet specifiek voor het ene of andere hierbovenvermelde beroep, maar zijn gemeenschappelijk aan al deze beroepen. De verklaring ligt voornamelijkin de kloof tussen het profiel dat de werkgevers vragen en het profiel van de kandidaten voor dezefuncties, alsook in de arbeidsomstandigheden.Wat het gezochte profiel betreft, is het niet zozeer het opleidingsniveau dat het knelpuntkarakter in dehand werkt, maar wel en vooral de gevraagde kennis en vaardigheden. Zo moeten de kandidaten inhet algemeen tweetalig of zelfs meertalig zijn en de vereiste ervaring hebben (ervaring in de sector,met de verkoop van producten of, meer algemeen, als vertegenwoordiger). Goede commerciële encommunicatieve vaardigheden, klantgerichtheid en een goed voorkomen zijn eveneens belangrijkeselectiecriteria. Voor de technisch vertegenwoordiger komt daarbij dat men over de nodige technischebagage dient te beschikken. Men dient ter plaatse de klanten de nodige technische bijstand teverschaffen en technische moeilijkheden of problemen op te lossen.De werktijden en de flexibiliteit die hiermee samengaan, het vaak onzekere loon (meestal gekoppeldaan de verkoopscijfers), de vele verplaatsingen die eigen zijn aan het beroep en het feit dat somswordt verwacht dat de vertegenwoordigers als zelfstandige werken, zijn arbeidsomstandigheden diemeer dan een kandidaat afschrikken. Naast het bezitten van een rijbewijs wordt regelmatig vanvertegenwoordigers gevraagd dat ze met hun eigen wagen rijden, wat een bijkomend obstakel kanvormen voor de invulling van de vacatures.VerkopersKnelpuntberoepenOntvangenWAInvullingsgraadARAR/WAVerkoper van voertuigen 23 34,8 121 5,3Verkoper van gereedschappen, doe-het-zelf artikelen 65 38,5 76 1,2Televerkoper 126 37,3 159 1,3Callcenter operator 215 49,8 352 1,6Ook de beroepen van verkoper zijn regelmatig terug te vinden in de lijst van knelpuntberoepen. Hetzijn vooral kwalitatieve factoren die maken dat er moeilijk kandidaten worden gevonden voor ditberoep. De kandidaten voldoen immers in vele gevallen niet aan het door de werkgever gezochteprofiel.Zoals steeds het geval is voor functies waar het contact met de klanten een belangrijke plaatsinneemt, worden voor de verschillende beroepen van “verkoper” niet alleen tweetaligheid gevraagd,maar eveneens commerciële en communicatieve vaardigheden en een goed voorkomen van dekandidaat. Bovendien worden in de meeste gevallen ervaring in de verkoop of een gelijkaardigefunctie en voorkennis van de te verhandelen producten geëist.Analyse van de knelpuntberoepen – 2010 19


Naast de kwalitatieve aspecten, kunnen sommige arbeidsomstandigheden, zoals de flexibelewerktijden, het loon, de soepele arbeidscontracten, de wisselende werkdruk, de stress veroorzaaktdoor de tijdsdruk en de noodzaak om zich voortdurend aan de klanten aan te passen, door dekandidaat-verkopers als weinig aantrekkelijk worden ervaren.Tot slot merken we op dat de arbeidsovereenkomsten voor het beroep van “callcenter operator” en“televerkoper” vaak van korte duur en voor een specifieke opdracht zijn. Overigens beschouwt eendeel van de kandidaten dit werk als tijdelijk, waarbij deze beroepen worden gezien als een springplanknaar een andere job of als een mogelijkheid om een eerste werkervaring te verwerven. Dezeberoepen kenmerken zich dan ook door een groot personeelsverloop, wat de spanning op dearbeidsmarkt verhoogt.Afgezien van de weinig aantrekkelijke arbeidsomstandigheden, de belangrijke turn-over en deverklaringen van kwalitatieve aard, wordt ook van de kandidaten verwacht dat zij bepaaldeadministratieve en computertaken kunnen verrichten, wat in sommige gevallen een probleem kanvormen.20Analyse van de knelpuntberoepen – 2010


3.1.6. Beroepen in de informatica 9Informatici en aanverwante beroepenKnelpuntberoepenOntvangenWAInvullingsgraadARAR/WAProjectleider informatica 82 57,3 116 1,4Functioneel analist 28 50,0 14 0,5Analist-programmeur 135 61,5 413 3,1Webmaster, Webdeveloper 82 50,0 208 2,5Integratie- en implementatie-ingenieur ICT 48 25,0 15 0,3Programmeur 51 58,8 124 2,4Technicus helpdesk 146 42,5 742 5,1Netwerkbeheerder 48 43,8 184 3,8Databaseadministrator 24 37,5 62 2,6Consulent informatica 76 32,9 68 0,9Zoals uit de bovenstaande lijst blijkt, is informaticus een zeer ruime term die uiteenlopendespecialisaties dekt. De vermelde beroepen kennen een kwantitatief tekort. Daarnaast zijn er ook dekwalitatieve factoren die te maken hebben met het gezochte profiel. Zo stemt de beroepservaring enhet opleidingsniveau van de kandidaten niet altijd overeen met de eisen van de werkgevers. Meestalvragen deze laatsten een hogere niet-universitaire opleiding (van het korte type) of een universitaireopleiding. Verder verwachten de werkgevers dat de kandidaten beide landstalen beheersen, zekerwanneer ze contacten hebben met de klanten, en dat ze Engels kennen, onder andere voor het lezenvan handboeken en het deelnemen aan vergaderingen.Vooral voor de functie “projectleider informatica” is het kwantitatieve tekort zeer nijpend. Daar komtbij dat niet alle kandidaten aan de verwachtingen voldoen. Gezien de verantwoordelijkheden die metdit beroep gepaard gaan, zijn managementvaardigheden een essentieel criterium voor de aanwervingvan de kandidaten, die in de meeste gevallen moeten kunnen bewijzen dat ze afdoende ervaring metprojectbeheer hebben.Over het algemeen wordt van een “functioneel analist” verwacht dat hij blijk geeft van een logischdenkvermogen en een analytische geest en dat hij over redactionele en communicatieve vaardighedenbeschikt. Personen met managementvaardigheden zijn bijzonder gegeerd door de werkgevers.Omgekeerd blijkt volgens de consulenten van <strong>Actiris</strong> dat een gebrek aan ervaring vaak eenbelemmering vormt bij de aanwerving.Het beroep “integratie- en implementatie-ingenieur ICT” vraagt een nauwe samenwerking met deontwerpers en ontwikkelaars of de leveranciers van de verschillende onderdelen. Deze samenwerkingmoet gedurende het hele integratieproces en de testprocedure worden voortgezet. Bijgevolg is voordeze functie een grondige kennis van alle stappen van de implementatie, van de gebruiktetechnologieën alsook van de interne werking van de onderneming vereist. Bovendien moet dekandidaat de eisen van de klant begrijpen en een reeks testscenario’s kunnen uitwerken om na tegaan of het product of het systeem wel degelijk aan deze eisen tegemoetkomen. Hij moet tevens instaat zijn om de werking van het product of het systeem aan de verantwoordelijken voor het gebruikuit te leggen. Dit gebeurt vooral via opleidingen, wat betekent dat de kandidaat ook enigepedagogische vaardigheden aan de dag dient te leggen.9Zie ook: Overzicht van de behoeften aan wetenschappelijke en technologische beroepen. Brussels Observatorium voor deWerkgelegenheid, juni 2010.Analyse van de knelpuntberoepen – 2010 21


De rekruteringsproblemen voor de beroepen van “analist-programmeur” en “programmeur” wordenook in de hand gewerkt door de onvoldoende kennis van diverse programmeertalen (Java, C# en.Net) of van bepaalde software. Daarnaast blijken kandidaten die in een specifieke programmeertaalzijn gespecialiseerd zich moeilijk te kunnen aanpassen aan nieuwe of andere talen.Voor het beroep van “netwerkbeheerder” zijn de belangrijke hindernissen bij de aanwerving vankandidaten de onvoldoende kennis van bepaalde hardware, protocollen, scripttalen (zoals Javascript,PERL …) besturingsystemen (zoals Unix of Linux) of specifieke software.Als “databaseadministrator” heeft men een belangrijke verantwoordelijkheid voor de beveiliging en decontrole van het gebruik van de databanken in de onderneming. Dit verklaart het kwantitatief tekortvan kandidaten die over de nodige kennis van managementsystemen voor verschillende databanken(Oracle, SQL Server) beschikken. Bovendien dient de administrator bij eventuele problemen ’s nachtsof in de weekends klaar te staan.Het belangrijkste obstakel dat aanwervingen voor het beroep van “webmaster/webdeveloper” in deweg staat, is de onvoldoende kennis van specifieke software en markeertalen. Naargelang de tebekleden functie leggen de werkgevers eerder de nadruk op de ontwikkeling, dan wel op het design ofhet beheer van de site. In alle gevallen verlangen ze van de kandidaten goede redactionelevaardigheden, creativiteit en aandacht voor het design van de gebruikersinterfaces en voor degebruiksvriendelijkheid van de toepassingen waaraan zij zullen werken.Voor de “technicus helpdesk” is niet zozeer het opleidingsniveau, maar wel de beroepservaringdoorslaggevend bij de aanwerving van kandidaten. Naast communicatieve vaardigheden en eenvlotheid aan de telefoon kan bepaalde specifieke informaticakennis een pluspunt zijn, rekeninghoudende met de technische problemen waarmee de helpdeskmedewerker wordt geconfronteerd.Men kan twee soorten medewerkers onderscheiden. De eerstelijnsmedewerkers van de helpdeskontvangen de inkomende oproepen en proberen het probleem via de telefoon op te lossen.Tweetaligheid is hierbij zeer wenselijk. Indien zij het probleem niet kunnen oplossen, wordt erdoorgeschakeld naar de tweedelijnshelpdesk. Bij deze laatste is tweetaligheid net zo belangrijk maarspeelt technische kennis een grotere rol.Bij de “consulenten informatica” is het tekort voornamelijk kwantitatief. Niettemin liggen ook enkelekwalitatieve elementen aan de basis van de aanwervingsproblemen, zoals onvoldoende kennis vansoftware (of zelfs hardware), analyse-, architectuur- en ontwikkelingstechnieken. Tevens wordt vaakvan de kandidaten verwacht dat ze een analytische geest hebben, dat ze creatief problemen kunnenoplossen en in teamverband kunnen werken.We merken tenslotte op dat de meeste beroepen in de informatica een permanente bijscholingvereisen. Door de technologische evolutie zijn competenties en vaardigheden steeds snellerverouderd. Het opvolgen van de ontwikkelingen vraagt tijd, energie en investeringen wat hetknelpuntkarakter van sommige functies versterkt.22Analyse van de knelpuntberoepen – 2010


3.1.7. Technische beroepen 10Technici in de natuur- en toegepaste wetenschappenKnelpuntberoepenOntvangenWAInvullingsgraadARAR/WATechnicus in de elektromechanica 77 50,6 300 3,9Technicus bouw (alle specialiteiten) 53 45,3 112 2,1Conducteur van bouwwerken 75 37,3 69 0,9Technicus koel- en verwarmingstechnieken enverwarming (HVAC)26 65,4 31 1,2Laboratoriumtechnicus onderzoek en ontwikkeling 39 20,5 119 3,1Technicus elektronica 35 62,9 262 7,5Technicus telecommunicatie 32 65,6 86 2,7Technisch-commercieel medewerker binnendienst 63 58,7 90 1,4De technici in de natuur- en toegepaste wetenschappen staan al sinds de eerste analyse in 1998 in delijst van knelpuntberoepen. De consulenten van <strong>Actiris</strong> wijten deze structurele moeilijkhedenhoofdzakelijk aan een kwalitatief tekort. Van de kandidaten wordt over het algemeen verwacht dat zijrelevante ervaring hebben en over de nodige specifieke kennis voor de betrekking beschikken.Bovendien vormen tweetaligheid, communicatieve vaardigheden en een goede dosis klantgerichtheid,indien de technicus in contact komt met leveranciers en klanten, belangrijke selectiecriteria.De consulenten van <strong>Actiris</strong> merken bovendien op dat de arbeidsreserve voor de beroepen “technicusbouw”, “conducteur van bouwwerken”, “technisch-commercieel medewerker binnendienst”, “technicuskoel- en verwarmingstechnieken en verwarming (HVAC)” en “technicus telecommunicatie”ontoereikend is. Dit kwantitatieve tekort werd in 2010 effectief bevestigd door dewerkgeversfederaties en het beroepenreferentiecentrum Bouw. Dit laatste wijst erop dat degeavanceerde technologie bijdraagt tot een grotere vraag naar technische vaardigheden en nieuwe(ecologische) technieken.De “technicus in de elektromechanica” dient kennis van elektronica en meettechnieken te hebben enmoet ook montageplannen kunnen lezen.De “technicus telecommunicatie” dient de diverse internettechnologieën, hardware en specifiekesoftware te kennen.De “technicus bouw (alle specialisaties)” en de “conducteur van bouwwerken” moeten niet alleen eengrondige kennis van de materialen en beroepen in de bouwsector hebben en in staat zijn om dewerken te plannen, op te volgen en te controleren, maar dienen eveneens overmanagementcapaciteiten te beschikken, een team te kunnen leiden en een budget te kunnenbeheren. Communicatieve vaardigheden en een zekere dosis klantgerichtheid zijn ook belangrijkeselectiecriteria.Van de “technicus koel- en verwarmingstechnieken en verwarming (HVAC)” wordt beroepservaringgevraagd, of toch minstens specifieke kennis inzake HVAC (Heating, Ventilating and Air Conditioning –verwarming, ventilatie en airconditioning). In sommige gevallen en naargelang het takenpakket,moeten kandidaten ook in het bezit zijn van een CEDICOL-attest van erkend technicus voor hetafstellen van branders. Tweetaligheid vormt eveneens een belangrijk selectiecriterium, evenalscommunicatievaardigheden en een zekere dosis klantgerichtheid, indien de technicus contacten heeft10Zie ook: Overzicht van de behoeften aan wetenschappelijke en technologische beroepen. Brussels Observatorium voor deWerkgelegenheid, juni 2010.Analyse van de knelpuntberoepen – 2010 23


met de klanten. Dit is zeker het geval voor de “technisch-commercieel medewerker binnendienst” dieregelmatig in contact met leveranciers en klanten staat.De “technicus elektronica” moet over kennis beschikken op het gebied van elektriciteit, mechanica,automatisering, de verschillende procédés voor digitalisering en gegevensoverdracht en eventueel hetgebruik van sommige programmeertalen.Naargelang zijn specialisatie zal de “laboratoriumtechnicus onderzoek en ontwikkeling” deelnemen aanonderzoeksprojecten voor de ontwikkeling en de uitwerking van nieuwe producten of methodes, ofmeewerken aan de verbetering van bestaande producten. Hij moet testen, proeven envoorbereidingen kunnen organiseren, leiden en surveilleren, de resultaten kunnen analyseren enverslagen ter validering van de resultaten kunnen opstellen.We stellen over het algemeen vast dat voor de technische beroepen de instroom van jongeafgestudeerden de voorbije jaren lager is dan de vraag op de arbeidsmarkt. Dit kan gedeeltelijkworden verklaard door de hardnekkige vooroordelen over het technisch- en beroepsonderwijs, dieversterkt worden door de geringe interesse van meisjes voor wetenschappen en techniek en de sterkemannelijke connotatie van deze beroepen.Mecaniciens-herstellersKnelpuntberoepenOntvangenWAInvullingsgraadARAR/WAIndustrieel onderhoudsmecanicien 24 54,2 61 2,5De werkaanbiedingen voor de beroepen van “industrieel onderhoudsmecanicien” konden in 2010moeilijk worden ingevuld op de Brusselse arbeidsmarkt. Naast een tekort aan kandidaten wijzen deconsulenten van <strong>Actiris</strong> in de eerste plaats op een kloof tussen het door de werkgevers gezochteprofiel en het profiel van de kandidaten voor de functie. Zo verwachten de werkgevers vaak dat dekandidaten onder andere ervaring in het beroep hebben, de nieuwe technologieën beheersen,polyvalent zijn en de specifieke knowhow van correctief en preventief onderhoud bezitten. De nadrukvoor het uitoefenen van dit beroep ligt niet zozeer op het aspect “mechanica” maar op het aspect van“mechatronica”, een combinatie van mechanica en elektronica.Voor de functie industrieel onderhoudsmecanicien is er bovendien ook een kwantitatief tekort aankandidaten. We stellen immers vast dat de instroom van jonge afgestudeerden voor de technischeberoepen de voorbije jaren lager is dan de vraag op de arbeidsmarkt. Dit kan met name wordenverklaard door de geringe interesse van jongeren voor wetenschappelijke en technischestudierichtingen. Dit wordt bij de meisjes nog versterkt doordat deze beroepen een uitgesprokenmannelijke connotatie hebben.Indien de industrieel onderhoudsmecanicien in contact komt met de klanten, zijn tweetaligheid,communicatieve vaardigheden en een goede dosis klantgerichtheid eveneens belangrijkeselectiecriteria. Daarenboven maken het hanteren van soms zeer zware lasten en de flexibelewerkuren de arbeidsomstandigheden weinig aantrekkelijk.24Analyse van de knelpuntberoepen – 2010


ElektromecaniciensKnelpuntberoepenOntvangenWAInvullingsgraadARAR/WAElektromecanicien 37 54,1 187 5,1Voor het beroep van “electromecanicien” is het tekort zowel kwantitatief als kwalitatief, wat in hetlaatste geval te maken heeft met de verwachtingen van de werkgevers. Over het algemeen stellen weenerzijds vast dat voor de technische beroepen de instroom van jonge afgestudeerden de voorbijejaren lager is dan de vraag op de arbeidsmarkt. Dit kan met name worden verklaard door de geringeinteresse van jongeren voor wetenschappelijke en technische studierichtingen. Dit wordt bij demeisjes nog versterkt doordat deze beroepen een uitgesproken mannelijke connotatie hebben.Anderzijds, wat de kwalitatieve oorzaken betreft, wijzen de consulenten van <strong>Actiris</strong> erop dat niet allewerkzoekenden die deze beroepen wensen uit te oefenen, over de gevraagde beroepservaring enspecifieke kennis beschikken.Zo is voor dit beroep, dat al sinds de eerste analyse in 1998 tot de knelpuntberoepen behoort, onderandere kennis van elektronica, meettechnieken en het lezen van montageplannen vereist.Analyse van de knelpuntberoepen – 2010 25


3.1.8. Beroepen in de bouwLoodgieters, installateurs sanitair en buizenfittersKnelpuntberoepenOntvangenWAInvullingsgraadARAR/WALoodgieter - Installateur sanitair 49 63,3 511 10,4Monteur-installateur van centrale verwarming 29 65,5 232 8,0De consulenten van <strong>Actiris</strong> vermelden ook een kwantitatief tekort voor deze beroepen, maar deaanwervingsmoeilijkheden zijn toch voornamelijk van kwalitatieve aard en liggen in het feit dat dekandidaten niet altijd beantwoorden aan het door de werkgevers gezochte profiel. Deze beroepensitueren zich in een omgeving die aan sterke verandering onderhevig is. Veranderingen enerzijds ophet vlak van technologie maar anderzijds ook wat ecologische en milieuvriendelijke ontwikkelingenbetreft. De keuze tussen verschillende installaties (aardgas, elektriciteit of zonne-energie) en de veledomotica- en immoticamogelijkheden vragen van de monteurs een grondige kennis van deverschillende soorten radiatoren, convectors of vloer- en luchtverwarmingssystemen. Ook de kennisvan leidingen en ophangtechnieken en de vereiste ervaring met diverse thermostaten bemoeilijken hetvinden van geschikte kandidaten.Ervaring en kennis van de technische aspecten zijn dus cruciaal bij de selectie van de kandidaten.Bovendien worden van de kandidaten soms specifieke vaardigheden verwacht die tot andereberoepsgroepen behoren (bijvoorbeeld metselwerk), alsook relationele vaardigheden gezien dedagelijkse contacten met de klanten.Elektriciens en elektricienherstellersKnelpuntberoepenOntvangenWAInvullingsgraadARAR/WAIndustrieel elektricien - installateur en hersteller 21 28,6 150 7,1De belangrijkste verklaring voor de rekruteringsmoeilijkheden voor het beroep “industrieel elektricien -installateur en hersteller” is het feit dat de capaciteiten van de kandidaten niet altijd met de eisen vande werkgevers overeenstemmen.De kandidaten zijn belast met de plaatsing, het onderhoud, de herstelling, de uitbreiding eninwerkingtreding van industriële elektrische installaties, waardoor de werkgevers meestalcompetenties verwachten die eigen zijn aan het beroep maar ook meer specifieke competenties dieeigen zijn aan de onderneming. Werkgevers hechten eveneens veel belang aan beroepservaring. Doorde aard van de gebruikte materialen en de factoren die verband houden met de werkomgeving alsookhet werken op hoogte of het werken met elektrische spanning, maken de kennis van deveiligheidsnormen en de toepassing van milieuvoorschriften eveneens van belang.Soms vragen de installatie, inwerkingstelling of herstelling verplaatsingen naar de klant of een werf.De manier waarop de onderneming is georganiseerd, de indeling van de tijd en de taakverdelingkunnen leiden tot ploegenarbeid of nachtwerk.26Analyse van de knelpuntberoepen – 2010


Timmermannen en schrijnwerkersKnelpuntberoepenOntvangenWAInvullingsgraadARAR/WASchrijnwerker 66 75,8 627 9,5Hoewel het beroep “schrijnwerker” niet uit de statistische analyse naar voren is gekomen, werd hettoch aan de lijst van knelpuntberoepen voor 2010 toegevoegd, en wel voor de zevende maal sinds deeerste analyse in 1998. De consulenten van <strong>Actiris</strong> wijzen op een kloof tussen het door de werkgeversgezochte profiel en het profiel van de kandidaten voor de functie.Meestal staan het opleidingsniveau en de beroepservaring de aanwerving in de weg. Bovendienmoeten voor dit beroep veiligheids- en milieuvoorschriften worden nageleefd en wordt steeds vakerook kennis van andere materialen dan hout gevraagd, zoals PVC, aluminium of verschillendesynthetische materialen.3.1.9 Beroepen in de transport en logistiekBestuurders van motorvoertuigenKnelpuntberoepenOntvangenWAInvullingsgraadARAR/WAChauffeur vrachtwagen zonder aanhangwagen (rijbewijs C) 37 64,9 1.344 36,3Chauffeur vrachtwagen met oplegger (rijbewijs C en E) 45 66,7 276 6,1Deze beroepsgroep is niet nieuw in de knelpuntenlijst. De problemen houden vooral verband met eenafwijking tussen het profiel van de kandidaten en de eisen van de werkgever. We stellen vast dat nietalle werkzoekenden die zijn ingeschreven als “chauffeur vrachtwagen” (zonder aanhangwagen of metoplegger) over de vereiste ervaring beschikken en zich bewust zijn van de verantwoordelijkheden dieze dragen in verhouding tot de hoge kostprijs van de vrachtwagen en de vervoerde goederen. Naasthet besturen dient de bestuurder ook kennis te hebben van een aantal praktische aangelegenheden,zoals laden en lossen, moet hij administratieve formaliteiten kunnen vervullen, overcommunicatievaardigheden beschikken en zich bij voorkeur in meerdere talen kunnen uitdrukken.Het feit dat de arbeidsomstandigheden vaak als weinig aantrekkelijk worden ervaren - denken we aanhet hoge aantal werkuren, de grote flexibiliteit en beschikbaarheid, de stress (om op tijd te leveren)en het loon - verklaart eveneens waarom het zo moeilijk is om voor dit beroep kandidaten te vinden.Bovendien is er sinds september 2009 een nieuwe regeling van toepassing betreffende devakbekwaamheid van beroepschauffeurs. Om de kwaliteit van de bestuurders op de Europese wegente garanderen, worden er examens ingelast inzake basiskwalificatie en een systeem ingevoerd vannascholing tijdens de uitoefening van het beroep. Volgens de werkgeversfederatie zijn de resultaten,die nodig zijn om te slagen voor deze test, moeilijk te bereiken.Analyse van de knelpuntberoepen – 2010 27


3.1.10. Beroepen in het toerisme en de horecaReceptiepersoneel hotelKnelpuntberoepenOntvangenWAInvullingsgraadARAR/WAHotelreceptionist 46 63,0 405 8,8Het beroep van “hotelreceptionist”, zowel voor de dag- als de nachtreceptie, lijdt onderaanwervingsmoeilijkheden op de Brusselse arbeidsmarkt. De onderliggende verklaring voor dezerekruteringsproblemen is vooreerst de kloof tussen de profielvereisten van de werkgevers en hetprofiel van de kandidaten voor het beroep. Gezien de vele contacten met het cliënteel wordtdoorgaans van de kandidaten verwacht dat zij meerdere talen beheersen (voornamelijk dat ze zich inhet Engels kunnen uitdrukken), klantgericht zijn, goed kunnen communiceren, discreet en gedienstigzijn. Administratieve vaardigheden en de beheersing van bepaalde computerprogramma’s zijneveneens zeer gegeerd voor dit beroep. Ook beroepservaring wordt bij de aanwerving vaak inrekening gebracht. De werkgeversfederatie wijst echter op een belangrijke turn-over en een groteinterne mobiliteit.Een andere belemmering voor de invulling van de werkaanbiedingen zijn de minder aantrekkelijkearbeidsomstandigheden: de verloning, onderbroken en onregelmatige werktijden, prestaties inweekends en op feestdagen en de afwisseling van kalme en zeer drukke periodes (plus de tijdsdruktijdens deze piekmomenten).KoksKnelpuntberoepenOntvangenWAInvullingsgraadARAR/WAChef-kok 37 56,8 198 5,4Onderchef keuken 25 52,0 66 2,6Chef de partie 38 36,8 102 2,7Naast de ongunstige arbeidsomstandigheden die eigen zijn aan de horeca (loon, onregelmatigewerkuren met prestaties in het weekend en op feestdagen), worden de aanwervingsmoeilijkhedenmeestal veroorzaakt door het gevraagde opleidingsniveau en het gebrek aan ervaring van dekandidaten. Niet zelden houden de vereisten verband met het soort restaurant en speelt ervaring ineenzelfde type keuken een belangrijke rol.Van de “chef-koks” en de “onderchefs keuken” wordt over het algemeen verwacht dat zij beschikkenover minstens een diploma hoger secundair onderwijs aan de hotelschool, aangevuld met enkele jarenervaring. Daarnaast wordt ook belang gehecht aan managementcapaciteiten en vaardigheden om eengroep te leiden en moeten zij zelf voor het werkingsbudget van de keuken kunnen instaan.“Chefs de partie” beheren een klein team en moeten soms de chef-kok of de kok vervangen, omdat zijin de loop van hun carrière meestal naar deze functies doorgroeien. Om die reden dienen zij overmanagementvaardigheden te beschikken en wordt van hen een ruime ervaring als keukenhulp vereist.28Analyse van de knelpuntberoepen – 2010


Zaalkelners en serveerdersKnelpuntberoepenOntvangenWAInvullingsgraadARAR/WABarman 58 65,5 568 9,8Het beroep “barman” kent regelmatig aanwervingsproblemen op de Brusselse arbeidsmarkt. Derekruteringsmoeilijkheden worden vooral verklaard door de lonen en de onregelmatige werktijden.Niet alle kandidaten zijn immers bereid tijdens het weekend te werken, op feestdagen, volgensonderbroken en onregelmatige werktijden en op late uren. Onder de arbeidsomstandigheden vallenook de afwisselend rustige periodes en de periodes van intense activiteit en dus het werken ondertijdsdruk tijdens deze piekmomenten.Naast de arbeidsomstandigheden, vormt de vraag naar meertaligheid ook vaak een struikelblok voordeze beroepen, waar de contacten met de klanten centraal staan. Bovendien hanteren sommigehotels en restaurants van een betere klasse vaak hoge eisen inzake de technische bagage van dewerkzoekenden, wat het vinden van potentiële kandidaten bemoeilijkt.Analyse van de knelpuntberoepen – 2010 29


3.1.11. Ambachtelijke beroepenBeenhouwersKnelpuntberoepenOntvangenWAInvullingsgraadARAR/WABeenhouwer 36 38,9 148 4,1Het beroep “beenhouwer” staat voor het derde jaar op rij in de lijst met knelpuntberoepen. Deaanwervingsmoeilijkheden op de Brusselse arbeidsmarkt zijn meestal het gevolg van de kloof tussende eisen van de werkgever en het profiel van de kandidaten. De consulenten van <strong>Actiris</strong> wijzen op hetopleidingsniveau en het ontbreken van de nodige ervaring als struikelblokken. Er wordt ook gewezenop het feit dat er door de jaren heen steeds minder kandidaten afstuderen, wat voor een kwantitatieftekort in de toekomst doet vrezen. Het negatieve imago van de sector, de zware fysieke eisen(langdurig rechtstaan, hanteren van zware lasten, blootstelling aan temperatuurverschillen), vooral inde industriële beenhouwerij, en de flexibele werkuren zijn factoren die eventuele kandidatenontmoedigen.Kappers en schoonheidsspecialistenKnelpuntberoepenOntvangenWAInvullingsgraadARAR/WAKapper voor dames en heren 59 59,3 740 12,5Dit jaar vertoont het beroep “kapper voor dames en heren” een knelpuntkarakter. De consulentenbenadrukken de kwalitatieve aard van de aanwervingsproblemen voor deze functie. De gevraagdeprofielen vereisen vaak bijgeschoolde beroepskennis en een zekere ervaring. Het gebrek aanpraktijkervaring kan erg snel leiden tot een kloof met de modetrends (snit, make-up …).De weinig aantrekkelijke arbeidsomstandigheden vormen een bijkomende hindernis omgeïnteresseerde kandidaten te vinden. De consulenten wijzen hier op het loon, de uurregeling, hetdeeltijdse arbeidsregime, de staande positie en de eventuele allergieën voor de gebruikte producten.Het vak wordt vaak geleerd via overeenkomsten tussen de werkgever en de stagiair, wat in zekere zineen concurrentie voor de gediplomeerde kappers betekent. Tot slot kan de werkgever vanaf eenbepaalde leeftijd ook vragen om naar het zelfstandigenstatuut over te schakelen.30Analyse van de knelpuntberoepen – 2010


3.1.12. DiverseBewakersKnelpuntberoepenOntvangenWAInvullingsgraadARAR/WAVeiligheidsagent met brevet 43 46,5 694 16,1De aanwervingsproblemen die werden vastgesteld voor het beroep van veiligheidsagent met brevethebben te maken met het feit dat de kandidaten niet noodzakelijk het profiel hebben dat dewerkgevers zoeken. De kandidaten moeten goed kunnen communiceren en moeten voldoende kennisvan de tweede landstaal hebben. Daarnaast moeten bewakingsagenten volgens de wet-Tobback van10 april 1990 specifieke brevetten behalen via een basisopleiding en zelfs een aanvullende opleiding.De consulenten van <strong>Actiris</strong> stellen vast dat die brevetten vaak ontbreken bij de kandidaten.De arbeidsomstandigheden van het beroep kunnen een bijkomend obstakel vormen: de flexibeleuurroosters, de late werkuren met soms prestaties in het weekend en op feestdagen, het loon, het feitdat het vaak om uitzendarbeid gaat en het gevaarlijke karakter van het werk.Werknemers in de wasserijKnelpuntberoepenOntvangenWAInvullingsgraadARAR/WAStrijker met hand 63 65,1 224 3,6De aanwervingsmoeilijkheden zijn vooral te wijten aan de arbeidsomstandigheden van het beroep. Zokrijgen de strijkers een hoog ritme opgelegd, moeten zij in een warme en vochtige omgeving werken,is het werk fysiek belastend (rechtstaand, steeds dezelfde bewegingen en zware belasting van dearmgewrichten) en zijn de lonen weinig aantrekkelijk, wat mogelijke kandidaten afschrikt. Wat hetgezochte profiel betreft, merken we op dat dit beroep toegankelijk is voor laaggeschoolden, maar datberoepservaring of kennis van strijktechnieken soms een rol kunnen spelen bij de selectie.Analyse van de knelpuntberoepen – 2010 31


3.2. NabeschouwingOm een systematisch overzicht te geven van de oorzaken van de rekruteringsmoeilijkheden hebbenwe de knelpuntberoepen gegroepeerd volgens de beroepsgroep waartoe ze behoren. Het aantalontvangen werkaanbiedingen voor de knelpuntberoepen 11 en de oorzaken van derekruteringsmoeilijkheden worden op het niveau van de beroepsgroep weergegeven.De beroepsgroepen worden in dalende volgorde van het aantal ontvangen werkaanbiedingen voorknelpuntberoepen vermeld.TABEL 2: VOORNAAMSTE OORZAKEN VAN HET KNELPUNTKARAKTERRangschikkingKnelpuntberoepen volgens beroepsgroepCum. %Kwant.tekortOorzaak knelpuntkarakterKwal.tekort1 Administratieve bedienden, onthaal en communicatie 770 13,7 X X2 Informatici en aanverwante beroepen 720 26,5 X X3 Leerkrachten basisonderwijs 498 35,3 X X4 Verkopers en handelszaakbeheerders 429 43,0 X X5 Vertegenwoordigers 405 50,2 X X6Technici in de natuurwetenschappen en toegepastewetenschappen400 57,3 X X7 Secretarissen 302 62,6 X X8 Verplegers en verpleegassistenten 299 67,9 X X9 Ingenieurs en technisch ingenieurs 231 72,0 X10 Leraars secundair onderwijs 224 76,0 X X11 Boekhouders, hulpboekhouders en marketing 189 79,4 X12 Bediende financiële transacties en verzekeringsverrichtingen 113 81,4 X X13 Koks 100 83,2 X X14 Bestuurders van motorvoertuigen 82 84,6 X X15 Loodgieters, installateurs sanitaire en buizenfitters 78 86,0 X X16 Directeurs en kaderpersoneel verkoop en marketing 70 87,3 X17Directeurs en kaderpersoneel administratie, communicatie enfinanciële diensten68 88,5 X18 Timmerlieden en schrijnwerkers 66 89,6 X19 Werknemers in de wasserij 63 90,8 X20 Kappers en schoonheidsspecialisten 59 91,8 X X21 Zaalkelners en serveerders 58 92,8 X X22 Receptiepersoneel hotel 46 93,7 X X23 Architecten 44 94,4 X24 Directeurs en kaderpersoneel personeelszaken 44 95,2 X25 Veiligheidsagenten 43 96,0 X X26 Verzorgend personeel 41 96,7 X X27 Electromecaniciens 37 97,4 X X28Directeurs en kaderpersoneel aankopen, bevoorrading enlogistiek36 98,0 X29 Beenhouwers 36 98,6 X30 Instructeurs, lesgevers 31 99,2 X31 Mecaniciens-herstellers 24 99,6 X X32 Elektriciens en elektricienherstellers 21 100,0 XTotaal 5.627WA voorknelpuntberoepenArbeidsomstand.11De tabel houdt geen rekening met het totale aantal werkaanbiedingen dat op het niveau van de beroepsgroep ontvangen werd.32Analyse van de knelpuntberoepen – 2010


Drie vierde van de werkaanbiedingen voor knelpuntberoepen, namelijk 4.278 werkaanbiedingen,worden gecategoriseerd in de eerste 10 beroepsgroepen. We kunnen deze 10 beroepsgroepenarbitrair onderverdelen in 3 hoofdgroepen. Vooreerst zijn er de technische beroepsgroepen zoals deinformatici, de technici en de ingenieurs. Daarnaast hebben we de administratieve en klantgerichteberoepsgroepen, met name de administratief bedienden, verkopers, vertegenwoordigers ensecretarissen. Tenslotte hebben we de beroepsgroepen die behoren tot de niet-private sector, metname de leerkrachten en de verplegers.Er wordt voornamelijk een kwalitatief tekort bij de ingeschreven werkzoekenden aangeduid om derekruteringsmoeilijkheden te verklaren. Algemeen wordt voor 27 beroepsgroepen (of voor bijna 85%van de beroepsgroepen) gewezen op een kwalitatief tekort. Voor 10 beroepsgroepen was dit ook deenige verklaring. De werkzoekenden beschikken niet altijd over de specifieke vaardigheden die doorde werkgever gevraagd worden. Het takenpakket kan zo veelzijdig zijn waardoor het moeilijk wordtom kandidaten te vinden die deze uiteenlopende taken op een gepaste manier weten uit te voeren.De werkgevers verlangen dan ook vaker kandidaten met de nodige ervaring, die reeds vertrouwd zijnmet de verschillende aspecten van een bepaalde functie. Bovendien is het zo dat de vaardigheden nietzelden onderhevig zijn aan de technologische ontwikkelingen binnen het beroep. We denken daarbijvooral aan de technische beroepen en ICT-beroepen. Specifiek voor het Brussels HoofdstedelijkGewest is dat een kennis van beide landstalen noodzakelijk is voor bijna alle beroepen waarbij dekandidaat-werknemer in contact komt met klanten.Een kwantitatief tekort aan kandidaten wordt voor 12 beroepsgroepen (of voor iets meer dan 1 op 3beroepsgroepen) aangeduid als een oorzaak van het knelpuntkarakter. Voor 1 beroepsgroep, namelijkvoor ingenieurs, is dit ook de hoofdverklaring van het knelpuntkarakter.Voor 13 beroepsgroepen wordt gewezen op de ongunstige arbeidsomstandigheden. Slechts voor 1beroepsgroep, namelijk voor de werknemers in de wasserij zijn de ongunstige arbeidsomstandighedende enige verklaring.Men kan algemeen stellen dat de oorzaken die het knelpuntkarakter verklaren geenszins eenduidigzijn. Vaak spelen meerdere factoren die een beroep tot knelpuntberoep maken.Analyse van de knelpuntberoepen – 2010 33


4. TAALVAARDIGHEDENIn dit hoofdstuk wordt het niveau van talenkennis dat door de werkgevers wordt gevraagd tegenoverhet niveau van talenkennis van de werkzoekenden geplaatst. We hebben in het vorige hoofdstukimmers gezien dat de taalvereisten van de werkgevers en het ontbreken van talenkennis bij dewerkzoekenden voor veel knelpuntberoepen regelmatig aanwervingsproblemen opleverden.Als hoofdstad van België en door zijn internationale rol, concentreert het Brussels Gewest een grootaantal beroepen waarvoor hoge taaleisen worden gesteld. Meestal wordt kennis van de tweelandstalen - Nederlands en Frans gevraagd - maar dikwijls ook van andere Europese talen, in deeerste plaats Engels. De consulenten benadrukken dat, voor een groot aantal knelpuntberoepen, dezetaalvereisten de invulling van heel wat werkaanbiedingen bemoeilijken en het kwalitatieve tekort in dehand werken. Er dient evenwel opgemerkt te worden dat de taalvereisten voor dezelfde functie nogalkunnen variëren. Zo wordt in sommige gevallen perfecte tweetaligheid vereist, terwijl in anderegevallen basiskennis van beide talen volstaat. Bovendien zijn er sterke schommelingen van het eneberoep tot het andere en tussen de activiteitengebieden onderling. De eisen liggen hoger voorberoepen die contacten met de klanten veronderstellen en voor bepaalde beroepsdomeinen zoals deadministratie, het beheer, de informatica, de wetenschappen en de ingenieurs.4.1. Taalvereisten in de werkaanbiedingenAllereerst dient opgemerkt te worden dat de taalvereisten van de werkgevers niet altijd in dewerkaanbiedingen staan, maar soms in de vrije tekstzone worden opgetekend. Deze gegevensmoeten dan ook voorzichtig geïnterpreteerd worden.In 2010 werden bij 48,0% van de werkaanbiedingen die <strong>Actiris</strong> heeft ontvangen explicietetaalvereisten gesteld. Voor werkaanbiedingen voor de knelpuntberoepen loopt dit cijfer op tot 61,2%(voor de niet-knelpuntberoepen 43,6%).Indien de ontvangen werkaanbiedingen taalvereisten stellen, gaat het hoofdzakelijk om de kennis vanbeide landstalen (Nederlands/Frans). Bijna 90% van de werkaanbiedingen waarvoor taalvereistenworden gesteld vereisen een gemiddelde kennis van tenminste beide landstalen (Nederlands/Frans).Zoals ook het onderzoeksrapport 12 van TIBEM aangeeft is het gebruik van beide talen complementairen sluiten ze elkaar dus niet uit. Het gaat daarom niet om ofwel Frans ofwel Nederlands maar wel omén Frans én Nederlands. Bij 30% van de werkaanbiedingen met taalvereisten wordt een gemiddeldekennis van het Engels vereist, meestal in combinatie met het Frans en het Nederlands. Slechts bij 4%wordt de kennis van een andere taal vereist. Het gaat hierbij hoofdzakelijk om de kennis van het Duitsen in de tweede plaats van het Spaans. Nog andere talen die eerder sporadisch worden gevraagd inde werkaanbiedingen zijn het Italiaans, het Arabisch en het Turks.12Tweetaligheid in Beweging, Bilinguisme en Mouvement, meer info en het onderzoeksrapport «Entreprises bruxelloises et languesétrangères : pratiques et coût d’une main‐d’oeuvre ne maîtrisant pas les langues étrangères» te raadplegen via www.tibem.be34Analyse van de knelpuntberoepen – 2010


GRAFIEK 1: VERDELING VAN DE WERKAANBIEDINGEN VOLGENS TAALVEREISTENTaalvereisten48,0%Frans & Nederlands65,6%Geen taalvereisten52,0%Frans & Nederlands +Engels21,1%Engels9,1%Andere4,1%4.1.1. Werkaanbiedingen en beroepsdomeinDe grafiek hieronder geeft een overzicht van de beroepsdomeinen waar taalvereisten, ongeacht hetniveau, een zekere rol spelen en maakt een onderscheid tussen de werkaanbiedingen voorknelpuntberoepen en niet-knelpuntberoepen.Ten eerste merken we op dat de taalvereisten sterk kunnen variëren naargelang de functie en perberoepsdomein. Zo zijn de taalvereisten, beschouwt per beroepsdomein als geheel (zowel voorknelpuntberoepen als niet-knelpuntberoepen), het hoogst voor de domeinen ingenieurs, informaticaen beheer. Voor de beroepsdomeinen onderwijs, bouw, schoonheidsverzorging en schoonmaak zijn detaalvereisten eerder gering.Als we de taalvereisten van de werkaanbiedingen voor knelpuntberoepen vergelijken met deze voorniet-knelpuntberoepen, dan zien we dat er afhankelijk van het beroepsdomein zeer kleine of zeergrote verschillen kunnen zijn. Zo liggen de taalvereisten voor de beroepsdomeinen economie,ingenieur en informatica steeds hoog en dit ongeacht het knelpuntkarakter. Voor de beroepsdomeinenwetenschappen, bouw en onderwijs is het verschil tussen de werkaanbiedingen voorknelpuntberoepen en voor andere beroepen echter wel groter.Analyse van de knelpuntberoepen – 2010 35


GRAFIEK 2: WERKAANBIEDINGEN EN TAALVEREISTEN VOLGENS BEROEPSDOMEINSchoonheidsverzorgingOnderwijsSchoonmaakBouwHorecaGeneeskundeTransportsIndustrieHandelBeheerInformaticaEconomie, rechtIngenieursAdministratieWetenschappen8,718,829,025,430,728,130,937,744,243,947,947,648,351,256,660,264,053,661,858,969,870,570,480,078,476,677,177,978,787,20% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%KnelpuntberoepenNiet-knelpuntberoepen4.1.2. Werkaanbiedingen en studieniveauDe volgende grafiek verdeelt de werkaanbiedingen met taalvereisten volgens het gewenstestudieniveau door de werkgever.De in de werkaanbiedingen gevraagde kwalificatieniveaus zijn opgedeeld in drie hoofdcategorieën,met daarnaast een vierde categorie "niet gepreciseerd". In deze laatste categorie zijn hoofdzakelijk dewerkaanbiedingen ondergebracht waarvoor de werkgever geen studieniveau heeft opgegeven. Hoewelin vele gevallen voor de uitoefening van het beroep een bepaald studieniveau wordt verondersteld,heeft de werkgever het voor de vacatures in deze categorie onnodig geacht om dit niveau tepreciseren, of heeft hij geen specifieke verlangens, bijvoorbeeld bij werkaanbiedingen voor verkopers.We stellen vast in de grafiek dat de gewenste talenkennis toeneemt met het studieniveau, en ditvooral voor de knelpuntberoepen.Voor elk studieniveau is het aandeel van de werkaanbiedingen met taalvereisten bij knelpuntberoepengroter dan bij de niet-knelpuntberoepen. Naarmate het gevraagde studieniveau toeneemt, zien we datin de werkaanbiedingen voor knelpuntberoepen vaker taalvereisten worden gesteld dan in de anderewerkaanbiedingen.36Analyse van de knelpuntberoepen – 2010


GRAFIEK 3: WERKAANBIEDINGEN EN TAALVEREISTEN VOLGENS STUDIENIVEAU100%80%60%57,464,553,462,361,240%39,141,444,143,629,320%0%Laag Midden Hoog Niet gepreciseerd TotaalKnelpuntberoepenNiet-knelpuntberoepenAnalyse van de knelpuntberoepen – 2010 37


4.2. Talenkennis bij de niet-werkende werkzoekendenDit gedeelte over de talenkennis van de werkzoekenden betreft uitsluitend de mondelinge talenkennis.Deze keuze is ingegeven door het feit dat in de werkaanbiedingen vooral mondelinge encommunicatieve vaardigheden worden gevraagd.22,7% van de werkzoekenden die begin 2011 bij <strong>Actiris</strong> waren ingeschreven geeft aan minstens eengemiddelde (mondelinge) kennis van de tweede landstaal te hebben. Dit percentage daalt tot 8,6%als we de werkzoekenden beschouwen die beweren over een goede kennis te beschikken van deandere landstaal. 31,9% van de werkzoekenden zegt over een gemiddelde mondelinge kennis van hetEngels te beheersen (16,9% heeft een goede kennis).Het valt op dat de werkzoekenden verklaren een betere kennis van het Engels dan van het Nederlandste hebben. Vier op tien werkzoekenden geeft aan ofwel een gemiddelde kennis van de tweedelandstaal te hebben ofwel een gemiddelde kennis van het Engels te hebben.Hoewel slechts 8,6% van de werkzoekenden aangeeft over een goede mondelinge kennis van de tweelandstalen te beschikken, varieert dit percentage sterk naargelang het studieniveau van dewerkzoekenden. Zo beheerst 9,5% van de werkzoekenden die alleen lager onderwijs hebben gevolgdzowel het Nederlands als het Frans. Bij de houders van een diploma van het hoger secundaironderwijs stijgt dit aandeel tot 12,4% en bij universitair geschoolde werkzoekenden zelfs tot 21,7%.Daarentegen, van de werkzoekenden met een studieniveau ‘andere studies’ beheerst slechts 1,9%goed de twee landstalen. In deze categorie zitten vooral werkzoekenden die een diploma hebben datin België niet erkend is.De onderstaande tabel maakt voor de meeste knelpuntberoepen een indeling van het aantalingeschreven werkzoekenden volgens hun niveau van talenkennis. Dit niveau wordt voornamelijktoegekend op basis van de verklaringen van de werkzoekende. De cijfers moeten dus met de nodigeomzichtigheid geïnterpreteerd worden.TABEL 3: NIET-WERKENDE WERKZOEKENDEN VOLGENS NIVEAU VAN TALENKENNIS (MONDELING) –JANUARI 2011Beroep% beideTotaal% EngelslandstalenNWWZGemiddeld Goed Gemiddeld GoedFinancieel verantwoordelijke 93 63,4 36,6 88,2 69,9Technisch vertegenwoordiger 79 60,8 34,2 64,6 43,0Verantwoordelijke interne en externe communicatie 152 59,2 31,6 94,1 69,1Directiesecretaris 401 54,6 27,4 79,1 50,9Telefonist-receptionist 576 48,1 26,4 45,5 23,1Verantwoordelijke logistiek 64 56,3 25,0 71,9 43,8Verantwoordelijke Human Resources 58 60,3 24,1 86,2 55,2Commercieel verantwoordelijke 119 50,4 23,5 76,5 48,7Technisch-commercieel medewerker binnendienst 53 50,9 22,6 60,4 28,3Vertegenwoordiger diensten 129 48,8 21,7 70,5 38,0Projectleider informatica 47 48,9 21,3 87,2 68,1Technicus koel- en verwarmingstechnieken en technicusverwarming (HVAC) 19 31,6 21,1 31,6 10,5Telefonist-secretaris 131 42,7 20,6 40,5 22,1Bediende personeelsdienst 147 51,7 20,4 66,7 33,3Bediende commerciële dienst 596 47,5 20,1 66,9 37,2Databaseadministrator 26 38,5 19,2 57,7 34,638Analyse van de knelpuntberoepen – 2010


Beroep% beideTotaal% EngelslandstalenNWWZGemiddeld Goed Gemiddeld GoedIndustrieel ingenieur elektromechanica 49 57,1 18,4 87,8 40,8Consulent informatica 66 51,5 18,2 81,8 59,1Juridisch secretaris 29 41,4 17,2 37,9 34,5Bediende sociale wetten en lonen 55 43,6 16,4 65,5 34,5Televerkoper 74 32,4 16,2 35,1 18,9Instructeur - Lesgever talen 106 32,1 16,0 75,5 54,7Bediende verzekeringsmaatschappij 88 39,8 15,9 53,4 23,9Verantwoordelijke werving en selectie 20 65,0 15,0 90,0 70,0Adviseur bankproducten en verzekeringen 27 29,6 14,8 74,1 33,3Netwerkbeheerder 124 41,9 14,5 79,8 45,2Analist-programmeur 189 34,9 14,3 84,7 40,2Boekhoudingsecretaris 56 30,4 14,3 42,9 14,3Functioneel analist 14 28,6 14,3 85,7 50,0Hotelreceptionist 213 35,2 12,7 77,0 51,2Laboratoriumtechnicus onderzoek en ontwikkeling 71 26,8 12,7 57,7 36,6Callcenter operator 222 39,2 12,6 40,1 20,3Webmaster, Webdeveloper 139 34,5 11,5 78,4 41,0Technicus elektronica 148 37,2 11,5 50,7 20,3Verkoper van gereedschappen, doe-het-zelf artikelen 48 22,9 10,4 22,9 10,4Boekhouder 526 43,5 10,1 59,1 26,0Ziekenhuisverpleegkundige – gegradueerde 50 30,0 10,0 46,0 26,0Industrieel elektricien - installateur en hersteller 81 19,8 9,9 24,7 9,9Barman 307 21,2 9,8 37,1 17,6Technicus telecommunicatie 41 29,3 9,8 46,3 19,5Verkoper van voertuigen 85 27,1 9,4 35,3 11,8Programmeur 71 28,2 8,5 77,5 46,5Industrieel onderhoudsmecanicien 36 13,9 8,3 27,8 8,3Chauffeur vrachtwagen met oplegger (Rijbewijs C en E) 162 21,0 8,0 17,9 6,8Technicus helpdesk 432 35,0 7,9 63,7 27,8Onderwijzer 13 30,8 7,7 46,2 30,8Veiligheidsagent met brevet 487 26,7 7,6 30,2 12,1Industrieel ingenieur elektriciteit 14 35,7 7,1 78,6 42,9Loodgieter - Installateur sanitaire 295 14,6 7,1 7,8 2,0Ziekenhuisverpleegkundige – gebrevetteerde 43 23,3 7,0 32,6 7,0Onderchef keuken 29 20,7 6,9 27,6 20,7Beenhouwer 89 13,5 6,7 14,6 6,7Technicus bouw (alle specialiteiten) 61 19,7 6,6 34,4 16,4Kapper voor dames en heren 393 14,5 6,1 11,2 3,3Architect 105 32,4 5,7 79,0 30,5Technicus in de elektromechanica 162 22,2 5,6 25,9 10,5Chauffeur vrachtwagen zonder aanhangwagen (rijbewijs C) 815 13,9 5,3 14,4 6,0Industrieel ingenieur burgerlijke bouwkunde 19 31,6 5,3 73,7 63,2Electromecanicien 97 19,6 5,2 30,9 13,4Schrijnwerker 348 11,8 4,6 8,0 2,9Monteur-installateur van centrale verwarming 135 17,0 4,4 14,1 3,0Industrieel ingenieur mechanica 24 25,0 4,2 79,2 58,3Burgerlijk ingenieur burgerlijke bouwkunde 25 28,0 4,0 60,0 40,0Gezinshulp (BREVET) 226 12,8 4,0 15,5 7,1Chef de partie 60 13,3 3,3 38,3 11,7Chef-kok 106 15,1 2,8 42,5 17,9Strijker met de hand 156 3,8 1,9 7,7 5,1Sociaal verpleegkundige – gegradueerde 6 66,7 0,0 66,7 33,3Beheerder schadeclaims 6 66,7 0,0 33,3 0,0Integratie- en implementatieingenieur ICT 7 42,9 0,0 100,0 71,4Conducteur van bouwwerken 33 33,3 0,0 45,5 18,2Hoofdverpleegkundige 1 0,0 0,0 0,0 0,0De tweede kolom van de tabel geeft het aantal werkzoekenden dat in januari 2011 in deovereenkomstige beroepscategorie was ingeschreven. De derde kolom vermeldt het percentagewerkzoekenden dat minstens een gemiddelde mondelinge kennis van de andere landstaal heeft. In devierde kolom staat het aantal werkzoekenden dat goed Nederlands en Frans spreekt. In de vijfdeAnalyse van de knelpuntberoepen – 2010 39


kolom is het aantal werkzoekenden vermeld dat een gemiddelde kennis van het gesproken Engelsheeft. De zesde kolom bevat tot slot alle werkzoekenden die over een goede mondelinge kennis vanhet Engels beschikken.Hoewel het moeilijk is om duidelijke conclusies te trekken, blijkt talenkennis een van de bepalendefactoren te zijn voor het knelpuntkarakter van bepaalde functies. We kunnen stellen datwerkzoekenden die in een knelpuntberoep zijn ingeschreven gemiddeld een iets betere talenkennishebben dan alle werkzoekenden samen beschouwd. Voor de knelpuntberoepen heeft immers 32,4%van de werkzoekenden minimum een gemiddelde kennis van de tweede landstaal en beweert 12,8%goed tweetalig te zijn.Het grote verschil tussen de percentages bewijst dat de knelpuntberoepen geen homogene groepvormen, maar een verzamelnaam zijn voor een brede waaier aan functies. Voor sommige beroepenwaarbij talenkennis een grote rol speelt is het aandeel werkzoekenden die aangeven een goede kenniste hebben van beide landstalen beduidend hoger dan het gemiddelde (onder andere voorverantwoordelijken, vertegenwoordigers en secretarissen).Bijna de helft (namelijk 45,9%) van de werkzoekenden ingeschreven voor de knelpuntberoepenverklaart een gemiddelde mondelinge kennis van het Engels te hebben. Terwijl 24,3% verklaart overeen goede kennis van het Engels te beschikken. Ook hier zijn er grote schommelingen van het eneberoep tot het andere.40Analyse van de knelpuntberoepen – 2010


5. KENMERKEN VAN DE KNELPUNTBEROEPENOp basis van de door <strong>Actiris</strong> ontvangen werkaanbiedingen gaan we in dit hoofdstuk dieper in op despecifieke kenmerken van de knelpuntberoepen als homogene groep en onderzoeken we welkeelementen deze beroepen onderscheiden van de andere beroepen.In eerste instantie beschouwen we de werkaanbiedingen volgens een aantal vereisten die door dewerkgevers worden gesteld. Een werkgever die <strong>Actiris</strong> een werkaanbieding bezorgt, geeft eenbeschrijving van het gezochte profiel en van de minimale aanwervingsvoorwaarden. De werkgever kanzo onder meer, naast het beroepsdomein, de specifieke beroepencode en de vereiste talenkennis ookhet gewenste studieniveau aanduiden. Verder is het ook mogelijk het type werkaanbieding (klassiek ofin het kader van een programma ter opslorping van de werkloosheid) te preciseren evenals hetarbeidsregime.Daarna bekijken we de activiteitensector en de grootte van de onderneming van de werkgever die dewerkaanbieding indient bij <strong>Actiris</strong>.De voorstelling in de vorm van grafieken heeft als voordeel dat een analyse van relatieve en absolutewaarden gecombineerd wordt. Deze gegevens zijn complementair. Zo kan een bepaalde categorie inrelatieve termen een groot aantal knelpuntberoepen bevatten, terwijl het in absolute termen slechtsom een minimaal aantal werkaanbiedingen gaat.5.1. Eisen van de werkgevers5.1.1. <strong>Studie</strong>niveau en studierichtingHet studieniveau hoger niet-universitair onderwijs is één van de meest gevraagde studieniveaus enneemt met 41% een belangrijke plaats in het totale aantal werkaanbiedingen voor knelpuntberoepenin. Ook de werkaanbiedingen waar een diploma secundair onderwijs van de derde graad wordtgevraagd zijn sterk vertegenwoordigd en omvatten bijna 20% van alle werkaanbiedingen voorknelpuntberoepen.De werkaanbiedingen die een diploma universitair onderwijs vooropstellen zijn in aantal minder talrijken nemen ook een minder prominente plaats in het totale aantal werkaanbiedingen voorknelpuntberoepen in. Wanneer we uitsluitend deze groep beschouwen, heeft bijna 20% van dewerkaanbiedingen er betrekking op een knelpuntberoep. Er blijken binnen deze groep opvallendestruikelblokken te bestaan, waar verder in de tekst dieper wordt op ingegaan.Binnen de categorie leerlingenwezen wordt een vierde van de werkaanbiedingen gelinkt aan eenknelpuntberoep, dit dient evenwel gerelativeerd te worden gezien het aantal ontvangenwerkaanbiedingen. De knelpuntberoepen binnen het leerlingenwezen vormen immers een teverwaarlozen proportie in het geheel van de knelpuntberoepen.Analyse van de knelpuntberoepen – 2010 41


Tot slot wijzen we op het hoge aantal werkaanbiedingen in de categorie andere studies. Deknelpuntberoepen in deze categorie vertegenwoordigen een derde van het geheel aanknelpuntberoepen. De categorie andere studies omvat vooral werkaanbiedingen waar hetscholingsniveau niet gespecificeerd werd. Dit kan betekenen dat voor de werkgevers bovenal deervaring en/of technische kennis belangrijk zijn en niet zozeer het scholingsniveau. Binnen deze groepvertegenwoordigt bijna 30% van de werkaanbiedingen een knelpuntberoep.GRAFIEK 4:WERKAANBIEDINGEN VOLGENS HET STUDIENIVEAU0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%LO & 1e graad SO911.096SO 2e graad1521.562SO 3e graad9423.674Hoger niet-univ.2.2854.293Universitair3591.523Leerlingwezen2267Andere studies1.7764.463Totaal5.62716.678KnelpuntberoepenNiet-knelpuntberoepenBij een opsplitsing van het secundair onderwijs volgens de drie mogelijke basisrichtingen -algemeen, technisch en beroepsonderwijs - blijkt dat vooral het secundair onderwijs van de derdegraad proportioneel meer knelpuntberoepen telt. Bijna 30% van de werkaanbiedingen waar eenniveau technisch secundair van de derde graad wordt gevraagd, is een werkaanbieding voor eenknelpuntberoep. Bij de werkaanbiedingen voor het niveau beroepssecundair van de derde graad is dithet geval voor iets meer dan een vijfde van de werkaanbiedingen.Zowel in absolute als relatieve waarden is het aantal werkaanbiedingen voor een knelpuntberoepwaarvoor een diploma van de tweede graad technisch of beroepssecundair onderwijs wordt gevraagdminder uitgesproken. Werkgevers zijn vooral op zoek naar kandidaten die over de nodige technischevakkennis of de nodige ervaring beschikken.Hoewel de werkaanbiedingen waar een diploma algemeen secundair onderwijs wordt gevraagdproportioneel minder knelpuntberoepen tellen, mag het aandeel in het totale aantal knelpuntberoepenniet uit het oog verloren worden. Vooral de werkaanbiedingen waar een diploma algemeen secundaironderwijs van de derde graad wordt gevraagd vertegenwoordigen bijna de helft (44%) van dewerkaanbiedingen voor knelpuntberoepen.42Analyse van de knelpuntberoepen – 2010


GRAFIEK 5:WERKAANBIEDINGEN VOLGENS STUDIERICHTING – SECUNDAIR 2 DE EN 3 DE (4 DE ) GRAAD0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%Algemeen secundair 2e graad1031.165Technisch secundair 2e graad27149Beroepssecundair 2e graad22248Algemeen secundair 3e graad4822.213Technisch secundair 3e graad230632Beroepssecundair 3e en 4e graad230829KnelpuntberoepenNiet-knelpuntberoepenBij 8% van de ontvangen werkaanbiedingen wordt expliciet een universitair diploma vereist door dewerkgever. Een werkaanbieding op vijf vertegenwoordigt een knelpuntberoep indien er eenuniversitair diploma wordt gevraagd. Het aandeel werkaanbiedingen binnen de knelpuntberoepenwaarbij een universitair diploma wordt vereist bleef stabiel de laatste jaren.Drie studierichtingen - informatica, toegepaste wetenschappen en filologie - onderscheiden zich zowelin absolute als relatieve termen. Twee derde van de werkaanbiedingen voor knelpuntberoepen meteen diploma universitair onderwijs vallen onder deze drie studierichtingen. In verband met destudierichting filologie gaat het vooral om leerkrachten Nederlands die een knelpuntberoep vormen.GRAFIEK 6:WERKAANBIEDINGEN VOLGENS STUDIERICHTING – UNIVERSITAIR0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%Klassieke, Germaanse en Romaanse filologie50123Geschiedenis, kunstgesch. en oudheidkunde 026Rechten en criminologiePolitieke en sociale wetenschappen1413129140Pers- en communicatiewetenschappenEconomische en toegepaste econ. wetensch.581463319Psychologische en pedagogische wet.8121Informatica5397Exacte wetenschappen3131Menswetenschappen690Toegepaste wetenschappen (burgelijk ingenieur)134196Andere universitaire opleidingen688KnelpuntberoepenNiet-knelpuntberoepenAnalyse van de knelpuntberoepen – 2010 43


5.1.2. Type van de werkaanbiedingOver het algemeen kunnen we een onderscheid maken tussen de ‘klassieke’ werkaanbiedingen en dewerkaanbiedingen voortvloeiend uit een programma ter opslorping van de werkloosheid. Deze laatstehebben een aantal strikte voorwaarden inzake de aanwerving van kandidaten 13 . De groep ‘klassieke’werkaanbiedingen zijn deze waarbij specifiek vermeld wordt of het om een contract van bepaalde ofonbepaalde duur gaat. Deze vertegenwoordigen respectievelijk 52% en 24% van alle ontvangenwerkaanbiedingen. In absolute termen situeren zich ook hier de meeste werkaanbiedingen voorknelpuntberoepen. Ruim 30% van de werkaanbiedingen waarbij een contract van onbepaalde duurwordt aangeboden vertegenwoordigen een werkaanbieding voor een knelpuntberoep, bij de werkaanbiedingenmet een contract van bepaalde duur bedraagt dit 23%.GRAFIEK 7:WERKAANBIEDINGEN VOLGENS HET TYPE VAN AANBIEDING0% 20% 40% 60% 80% 100%Contract onbepaalde duur3.6668.009Contract bepaalde duur1.2534.092GECO831.982Activa148801DSP17595Startbaanovereenkomst31321Dienstencheque152Andere428826Totaal5.62716.678KnelpuntberoepenNiet-knelpuntberoepenAmper 13% van de knelpuntberoepen vinden we terug bij de werkaanbiedingen die voortvloeien uiteen programma ter opslorping van de werkloosheid. De meeste ontvangen werkaanbiedingen in hetkader van een tewerkstellingsprogramma vinden we terug in de categorie geco’s. Het statuut van degeco’s hangt nauw samen met de non-profitsector. Slechts 4% van de werkaanbiedingen voor geco’shebben problemen om ingevuld te worden.Bij de Activa-werkaanbiedingen, die in absolute aantallen slechts 4% van alle werkaanbiedingenvertegenwoordigen, geraken bijna een op vijf werkaanbiedingen moeilijk ingevuld.De categorie ‘andere’ werkaanbiedingen, die proportioneel meer knelpuntberoepen vertegenwoordigt(34%), groepeert verschillende types aanbiedingen, onder meer de werkaanbiedingen voor de SocialeClausule Bouw, de beroepsoverstappremie en interim 14 .Een voltijdse dagprestatie is de tijdsregeling die het meest gevraagd wordt in de ontvangenwerkaanbiedingen. Het aandeel knelpuntberoepen is evenwel groter bij een voltijdse dan bij eendeeltijdse tijdsregeling (respectievelijk 29% en 15%).1314Zie bijlage: Type van werkaanbiedingen.De interim opdrachten vertegenwoordigen 3,9% van alle ontvangen werkaanbiedingen door ACTIRIS.44Analyse van de knelpuntberoepen – 2010


5.2. Kenmerken van de werkgever5.2.1. SectorWe merken op dat de sectoren die verhoudingsgewijs meer aanwervingsproblemen kennen gevarieerdzijn.GRAFIEK 8:WERKAANBIEDINGEN VOLGENS SECTOR0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%Landbouw, veeteelt en bosbouw1295Industrie158533Energie5091BouwnijverheidHandel (incl. motorvoertuigen)HorecaVervoer - Communicatie1684822022464491.8461.077647Banken en verzekeringenDiensten aan bedrijven2362.1784143.024Openbare sector3902.340OnderwijsGezondheidszorgGemeen., sociaal-culturele en pers. dienstenAndere sectorenTotaal643437348775.6272.1812.3011.46121916.678KnelpuntberoepenNiet-knelpuntberoepenIn absolute termen heeft de activiteitensector diensten aan bedrijven het meeste aantal vacaturesontvangen. Bovendien is bijna 40% van de werkaanbiedingen voor knelpuntberoepen terug te vindenin deze sector. De tweede belangrijkste activiteitensector, wat betreft het aantal ontvangenwerkaanbiedingen voor knelpuntberoepen, is het onderwijs. De werkaanbiedingen in deonderwijssector vertegenwoordigen bijna 11% van alle werkaanbiedingen voor knelpuntberoepen.Binnen de sector van de banken en verzekeringen hebben bijna vier op de tien werkaanbiedingenbetrekking op een knelpuntberoep.Het is evenwel belangrijk om in gedachte te houden dat er niet noodzakelijk een rechtstreeks verbandis tussen de activiteitensector en de beroepencode van een werkzoekende. Zo ligt het voor de handdat het merendeel van de loodgieters in de bouwsector tewerkgesteld zijn en dat een kokvoornamelijk in de horeca aan de slag is, maar dat secretarissen en boekhouders in alleactiviteitensectoren opduiken.Analyse van de knelpuntberoepen – 2010 45


5.2.2. Grootte van de ondernemingGRAFIEK 9:WERKAANBIEDINGEN VOLGENS BEDRIJFSGROOTTE0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%< 5 pers.1.1333.1775 tot 49 pers.1.9865.60650 tot 199 pers.7382.359> 200 pers.1.7715.535Totaal5.62716.678KnelpuntberoepenNiet-knelpuntberoepen<strong>Actiris</strong> ontvangt iets meer dan de helft van de werkaanbiedingen van KMO’s. Uit de grafiek blijkt dat26% van de werkaanbiedingen die afkomstig zijn van de KMO’s te associëren zijn met eenknelpuntberoep. Maar ook grotere ondernemingen blijken rekruteringsmoeilijkheden te ondervinden.Zo zijn een derde van de werkaanbiedingen voor knelpuntberoepen afkomstig van ondernemingenmet minstens 200 werknemers.Algemeen kan men vaststellen dat zowel grote als kleinere bedrijven geconfronteerd worden metknelpuntberoepen. Grotere bedrijven kunnen evenwel een beter opleidingsbeleid uitbouwen waardoorin leemtes kan voorzien worden. Terwijl voor kleinere bedrijven de mogelijkheden vaker gelimiteerdzijn gezien de beperktere financiële en menselijke middelen.46Analyse van de knelpuntberoepen – 2010


6. EVOLUTIE VAN DE KNELPUNTBEROEPEN VAN 2004 TOT 2010Sinds 1998 stelt het Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid een lijst op vanknelpuntberoepen voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Gedurende deze periode heeft demethodologie een paar kleine wijzigingen ondergaan 15 , zonder evenwel de vergelijkbaarheid van deresultaten over de verschillende jaren in het gedrang te brengen.De volgende tabel geeft een samenvatting van de globale resultaten voor de periode 2004-2010.TABEL 4: SAMENVATTING VAN DE GLOBALE RESULTATEN VAN DE KNELPUNTBEROEPEN2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010Aantal knelpuntberoepen 95 87 78 76 85 83 74Aantal werkaanbiedingenknelpuntberoepen% t.o.v. het totaal aantalwerkaanbiedingenInvullingsgraadknelpuntberoepen4.098 3.622 4.135 4.341 5.859 5.445 5.62732,2% 25,8% 24,4% 25,1% 29,0% 27,0% 25,2%54,5% 63,9% 60,6% 61,2% 56,9% 54,2% 55,1%Algemene invullingsgraad 68,1% 77,7% 72,5% 73,6% 68,6% 68,9% 68,0%Algemene invullingstijd(in maanden)1,0 1,0 1,2 1,3 1,2 1,1 1,2De gebruikte methodologie laat niet toe om van het aantal knelpuntberoepen op absolute wijze tebepalen of de werkaanbiedingen moeilijker dan wel gemakkelijker kunnen worden ingevuld tenopzichte van een bepaald jaar. Aangezien de invullingsgraad en de looptijd relatief zijn, brengt dit metzich mee dat een beroep met dezelfde objectieve kenmerken het ene jaar kan beschouwd worden alsknelpunt en het andere jaar niet. Het aantal knelpuntberoepen weerspiegelt dus niet de omvang vande problematiek van de spanningen op de arbeidsmarkt.In 2010 ontving <strong>Actiris</strong> 22.305 werkaanbiedingen voor 791 verschillende beroepen. Voor 74 van dezeberoepen bleken er problemen te bestaan om geschikte kandidaten te vinden. In termen van hetaantal ontvangen werkaanbiedingen, zien we dat 25,2% van de ontvangen werkaanbiedingen in 2010een werkaanbieding voor een knelpuntberoep was.Aangezien het gebruik van de relatieve criteria niet toelaat om de omvang van de spanningen tebepalen, is het noodzakelijk om de analyse van de knelpuntberoepen te situeren in een ruimerecontext. Sinds 2004 laat <strong>Actiris</strong> jaar na jaar een stijging optekenen van het totale aantal ontvangenwerkaanbiedingen. Na een lichte terugval van het aantal ontvangen werkaanbiedingen in 2009, steegin 2010 het aantal werkaanbiedingen opnieuw met 10% ten opzichte van het jaar voordien.15Bij de eerste analyse van de knelpuntberoepen werd een ondergrens van 6 werkaanbiedingen gebruikt. Geleidelijk werddeze ondergrens verhoogd (tot 10 werkaanbiedingen vanaf 1999 tot 15 werkaanbiedingen vanaf 2006). Bij de analyse van2010 moeten er tenminste 20 ontvangen werkaanbiedingen voor een beroep zijn (zie methodologie hoofdstuk 2). Tot 2001werd de gemiddelde looptijd als criterium gebruikt. Sinds 2002 werd voor de mediaan geopteerd. Het nieuwe systeem omde werkaanbiedingen te berekenen liet de keuze voor deze spreidingsmaat, die niet door extreme waarden beïnvloed wordt,toe.Analyse van de knelpuntberoepen – 2010 47


Voor een algemeen beeld van de knelpuntberoepen is het belangrijk om te kijken voor welkeberoepen de werkaanbiedingen jaar na jaar moeilijk ingevuld raken. Onderstaande tabel toont hetrepetitief karakter van de knelpuntberoepen over een periode van zeven jaar per beroepsgroep.De rekruteringsmoeilijkheden beperken zich meestal niet tot één beroep van de beroepsgroep.Bovendien worden werkaanbiedingen, zoals reeds in hoofdstuk 3 aangehaald werd, vaak ingevulddoor werkzoekenden die een verwant beroep binnen dezelfde groep hebben. Een dergelijkepresentatie per beroepsgroep laat toe om een algemener overzicht te geven.Tabel 5 laat zien dat van de 59 verschillende beroepsgroepen die de afgelopen zeven jaar uit deanalyse naar voren zijn gekomen, 17 beroepsgroepen elk jaar terugkomen (29%), 4 beroepsgroepenzes jaar terugkomen (7%) en 8 beroepsgroepen vijfmaal op de lijst van knelpuntberoepen stonden(14%).Daarentegen werd iets meer dan de helft van de beroepsgroepen ten hoogste viermaal alsknelpuntberoep aangeduid sinds 2004. Het terugkerende karakter bevestigt de structurele aard vande aanwervingsproblemen van deze beroepen.TABEL 5: PANORAMA VAN DE KNELPUNTBEROEPEN VOLGENS BEROEPSGROEP VAN 2004 TOT 2010Beroepsgroep 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010Kaderfuncties en de beroepen in de communicatieArchitecten X X X X X XIngenieurs en technische ingenieurs X X X X X X XDirecteurs en kaderpersoneel aankopen, bevoorrading en logistiek X X X X XDirecteurs en kaderpersoneel verkoop en marketing X X X X X XDirecteurs en kaderpersoneel administratie, communicatie enfinanciële diensten X X X X XDirecteurs en kaderpersoneel personeelszaken X X XCoördinatoren, beheerders en bedrijfsorganisators X XEconomisten, actuarissen en statistici X X X X XJuristen X XSpecialisten voor communicatie X XVertalers X X X X X XOnderwijzend personeelLeraars voor secundair onderwijs X X X X X X XLeerkrachten lager en kleuteronderwijs X X XAnder onderwijzend personeel X X XBeroepen in de medische, sociale en hulpverlenende sectorApothekers en apothekersassistentenXErgotherapeutenXVerpleegkundigen X X X X X X XVerzorgend personeel X XMaatschappelijk assistentenXTewerkstellingsconsulentenXOpvoeders en buurtwerkersX48Analyse van de knelpuntberoepen – 2010


Beroepsgroep 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010Administratieve beroepenSecretarissen X X X X X X XAdministratieve bedienden, onthaal en communicatie X X X X X X XBedienden juridische diensten X X XBedienden financiële transacties en verzekeringen X X X X X XBoekhouders en hulpboekhouders X X X X X X XCommerciële beroepenVertegenwoordigers X X X X X X XVerkopers en handelszaakbeheerders X X X X X X XVerzekeringsagenten X X XBeroepen in de informaticaInformatici en aanverwante beroepen X X X X X X XTechnische beroepenTekenaars X X X X XTechnici in de natuur- en toegepaste wetenschappen X X X X X X XMecaniciens-herstellers X X X X X X XElektromecaniciens X X X X X X XPlaatwerkers en ketelmakersXBedieners van drukpersen X XBeroepen in de bouwMetselaars en vloerenleggers X X X XTimmerlieden en schrijnwerkers X X X XDakdekkers X X X XLoodgieters – Installateurs sanitair en buizenfitters X X X X X X XElektriciens en elektriciens-herstellers X X X X X X XPlafonneerders en pleisterwerkers X X XSchilders, behangers en plaatsers van vasttapijtXAndere bouwvakkersXBeroepen in transport en logistiekBedienden van verzendings- en ontvangstdiensten X XMagazijnbedienden X X X X XBestuurders van motorvoertuigen X X X X X X XBeroepen in het toerisme en de horecaBedienden van reisbureaus X X X XReceptiepersoneel hotel X X X X XKoks X X X X X X XZaalkelners en serveerders X X X X X X XKamerpersoneel en dienstboden X X XAmbachtelijke beroepenBakkers en banketbakkers X XBeenhouwers X X X X XKappers en schoonheidsspecialisten X X X X XDiversBewakers X X XConciërges van gebouwenXWerknemers in de schoonmaaksectorXWerknemers in de wasserij X X XAnalyse van de knelpuntberoepen – 2010 49


Van de 29 beroepsgroepen die minstens vijfmaal naar voor kwamen uit de analyses van deknelpuntberoepen, staan 25 beroepsgroepen op de lijst van knelpuntberoepen in 2010. Deze groepenmet een structureel karakter kunnen ingedeeld worden in verschillende beroepscategorieën.In de categorie van de kaderfuncties en de beroepen in de communicatie vinden we de beroepsgroepingenieurs, die zeven opeenvolgende jaren aangeduid werd als knelpuntberoep. De beroepsgroepenarchitecten en directeurs in de verkoop en marketing komen in deze categorie zesmaal voor op de lijstvan knelpuntberoepen. Terwijl de beroepsgroepen directeurs aankopen, bevoorrading, logistiek endirecteurs administratie, communicatie en financiële diensten vijfmaal voorkomen op de lijst vanknelpuntberoepen.In de medische, sociale en hulpverlenende sector zien we de verpleegkundigen jaarlijks weer op delijst van knelpuntberoepen verschijnen. Evenals de leraars secundair onderwijs in de categorieonderwijs.In de administratieve beroepen werden de secretarissen, administratieve bedienden en boekhoudershulpboekhoudersvoor het zevende opeenvolgende jaar als knelpuntberoepen weerhouden. Deberoepsgroep bedienden financiële transacties en verzekeringen komen in deze categorie zesmaalvoor op de lijst.Bij de commerciële beroepen zien we de vertegenwoordigers en de verkopers enhandelszaakbeheerders jaarlijks terugkeren.Het structurele karakter van de knelpuntberoepen komt duidelijk naar voren in de informatica en detechnische beroepen. Voor de beroepsgroepen technici in de natuur- en toegepaste wetenschappen,elektromecaniciens en mecaniciens-herstellers blijken er structurele aanwervingsproblemen tebestaan.In de bouw kampen de beroepsgroepen loodgieters/installateurs sanitair en elektriciens metstructurele aanwervingsproblemen.In de categorie transport en logistiek worden eveneens structurele rekruteringsmoeilijkhedenvastgesteld voor de beroepsgroepen bestuurders van motorvoertuigen.Bij de beroepen in het toerisme en de horeca werden de koks en de zaalkelners/serveerders elk jaarweerhouden als knelpuntberoepen. De beroepsgroep receptiepersoneel hotel komt vijfmaal voor op delijst van knelpunten.De beroepsgroepen beenhouwers en kappers uit de categorie ambachtelijk beroepen werden voor devijfde maal aangeduid als beroepsgroep waarvoor moeilijk geschikte kandidaten gevonden worden.In 2010 verschenen er geen nieuwe beroepsgroep op de lijst van knelpuntberoepen. Daarentegenverdwenen 7 beroepsgroepen ten opzicht van 2009. Onder meer de beroepsgroepen vertalers,economisten en statistici en magazijnbedienden die de afgelopen 7 jaar ten minste vijfmaal werdenweerhouden. Andere beroepsgroepen zoals apothekers, plaatwerkers en ketelmakers, metselaars envloerenleggers en dakdekkers kwamen eerder op een onregelmatige basis voor op de lijst vanknelpuntberoepen.Het betekent echter niet dat voor andere beroepsgroepen, die minder frequent werden aangeduid alsberoepsgroep waarvoor rekruteringsmoeilijkheden bestaan, er door de werkgevers geenmoeilijkheden worden ervaren om personeel te vinden. Integendeel, voor bepaalde beroepsgroepenkan het een waarschuwing zijn, terwijl de rekruteringsmoeilijkheden in andere beroepsgroepen eerdertijdelijk kunnen zijn. Enkel een prospectieve studie kan hier uitsluitsel over geven.50Analyse van de knelpuntberoepen – 2010


7. DE ARBEIDSRESERVEEen analyse van de hoge werkloosheidscijfers in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest gaat meestalvoorbij aan de dynamiek van de werkzoekenden. Vaak beperkt men zich tot het vergelijken van tweeof meerdere momentopnames. In dit hoofdstuk opteren wij voor een andere aanpak en zullen wij devolledige (werkzoekende) arbeidsreserve van 2010 bestuderen, met andere woorden allewerkzoekenden die in de loop van het jaar minstens één keer beschikbaar waren op de arbeidsmarkt.Naast een beschouwing van de globale arbeidsreserve onderzoeken we de specifieke kenmerken vande beschikbare arbeidskrachten voor elk knelpuntberoep afzonderlijk.Om diverse redenen is het echter onmogelijk om de globale arbeidsreserve of die per beroep 16 in haartotaliteit te achterhalen. Eerst en vooral beschikt <strong>Actiris</strong> alleen over gegevens voor de niet-werkendewerkzoekenden, terwijl ook personen die werken of studenten die hun studies dit jaar beëindigenwerk kunnen zoeken en tot de arbeidsreserve kunnen worden gerekend. Bovendien kunnen ook(werkende en niet-werkende) werkzoekenden uit het Vlaams of Waals Gewest geïnteresseerd zijn ineen job in het Brussels Gewest. Een laatste beperking is dat de gegevens gebaseerd zijn op de eersteberoepencode waaronder een werkzoekende bij <strong>Actiris</strong> is ingeschreven. Het feit dat deze code met deeerste beroepskeuze van de werkzoekende overeenstemt, betekent echter niet dat hij zijn zoektochtbeperkt tot werkaanbiedingen voor deze job.Ondanks deze beperkingen laat de methode toe om het geheel van niet-werkende werkzoekendenover een volledig jaar te bestuderen en is zij minder onderhevig aan seizoenschommelingen danmomentopnames. Voor bepaalde beroepen kunnen dergelijke schommelingen de analyse van de nietwerkendearbeidskrachten sterk beïnvloeden. Een ander voordeel is dat deze methode toelaat om dedynamiek van de werkzoekenden te bestuderen.7.1. Evolutie van de spanningsindicator op de Brusselse arbeidsmarktDe onderstaande grafiek geeft een beeld van de spanning die kan bestaan tussen de beschikbarearbeidsreserve en de werkelijk beschikbare vacatures. De spanningsindicator drukt meer bepaald deverhouding uit tussen de beschikbare werkkrachten over een bepaalde periode en het aantalontvangen werkaanbiedingen in diezelfde periode.Deze indicator geeft een idee van de spanning op de arbeidsmarkt, maar zegt niets over het aantalwerkzoekenden dat effectief per werkaanbieding beschikbaar is. Een werkzoekende kan immers nietvoor iedere vacature worden ingezet, ook al is hij onmiddellijk beschikbaar voor de arbeidsmarkt.Dankzij de spanningsindicator is het ook mogelijk om de evolutie van de omvang van de krapte op dearbeidsmarkt te volgen.16Om de arbeidsreserve te analyseren, baseren we ons op de eerste beroepencode van de werkzoekende die bij <strong>Actiris</strong> isingeschreven.Analyse van de knelpuntberoepen – 2010 51


GRAFIEK 10: SPANNINGSINDICATOR OP DE BRUSSELSE ARBEIDSMARKT 2001 TOT 2010 1716,014,012,010,08,06,04,02,00,02001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010KnelpuntberoepenAlle beroepenDe grafiek toont dat de spanning op de Brusselse arbeidsmarkt tussen 2003 en 2010 zowel voor deknelpuntberoepen als voor alle beroepen samen is toegenomen. De beschikbare werkkrachten vooreen werkaanbieding gingen tijdens deze periode immers bijna alleen maar in dalende lijn.Bovendien zien we dat de afwijking tussen de spanningsindicator voor de knelpuntberoepen en vooralle beroepen samen in 2004 minimaal was, maar groter werd tussen 2005 en 2010. Dit betekent datde spanning op de arbeidsmarkt vanaf 2005 voor de knelpuntberoepen sterker is toegenomen, om in2010 een maximum te bereiken.7.2. Dynamiek van de arbeidsreserveTabel 6 is een weergave van het aantal ingeschreven werkzoekenden in het begin en op het eindevan het jaar (reserve januari en reserve december). De variabele “nieuw ingeschreven” telt het aantalwerkzoekenden die zich in de loop van het jaar 2010 hebben ingeschreven maar in januari nog nietwaren ingeschreven. De vergelijking van de momentopnames van januari en december wordtweergegeven door de indicator “percentage toename stock” en is een eerder statische manier om dearbeidsreserve te analyseren. De variabelen “instroompercentage” en “uitstroompercentage” zijndaarentegen dynamische indicatoren. De instroom geeft de verhouding van de nieuw ingeschrevenwerkzoekenden in de totale arbeidsreserve weer, terwijl de uitstroom een indicatie geeft van hetaantal werkzoekenden die op het einde van het jaar niet langer zijn ingeschreven 18 .1718De categorie “alle beroepen” in de grafiek omvat eveneens de EURES-werkaanbiedingenUitstroom uit de werkloosheid staat niet altijd gelijk met het vinden van een job. In de grote meerderheid van de gevallenzullen werkzoekenden die uit de werkloosheid treden effectief een job gevonden hebben, maar werkzoekenden verdwijnenook uit de werkloosheidsstatistieken wanneer ze het Brussels Hoofdstedelijk Gewest verlaten, opnieuw gaan studeren, inbevallingsverlof zijn en zo meer.52Analyse van de knelpuntberoepen – 2010


De vergelijking tussen de reserve van januari en die van december brengt een eerste verschil tussende knelpuntberoepen en de andere beroepen aan het licht. Zo zien we dat de reserve voor de eerstegroep beroepen daalt (-0,4%) en voor de tweede groep stijgt (+3,5%). In vergelijking met vorig jaaris de evolutie van de reserve een heel stuk minder groot. Over het algemeen is het aantalwerkzoekenden tussen januari en december met 3,1% toegenomen. Vorig jaar was dat nog eentoename van 8,9%.De totale arbeidsreserve voor het jaar 2010 bedraagt 177.253 personen. Terwijl een kwart (24,7%)van de werkaanbiedingen die <strong>Actiris</strong> in 2010 heeft ontvangen betrekking heeft op knelpuntberoepen,liggen de verhoudingen in de arbeidsreserve anders: 10,2% van de werkzoekenden was ingeschrevenonder een beroepencode voor een knelpuntberoep.TABEL 6: OVERZICHT VAN DE WERKZOEKENDE ARBEIDSRESERVE - 2010Stockjan. 10NieuwingeschrevenArbeidsreserveStockdec. 10%instroom%uitstroom%toenamestockTotaal knelpuntberoepen 9.864 8.189 18.053 9.822 45,4 45,6 -0,4Totaal niet-knelpuntberoepen 92.631 66.569 159.200 95.896 41,8 39,8 +3,5Totaal alle beroepen 102.495 74.758 177.253 105.718 42,2 40,4 +3,1In vergelijking met vorig jaar is de globale niet-werkende arbeidsreserve met 5,7% gegroeid, terwijlde stijging tussen 2008 en 2009 4,3% bedroeg. De arbeidsreserve voor de knelpuntberoepen isdaarentegen sterk gedaald (-25,3%), van 24.174 tot 18.053 werkzoekenden in 2010. Wanneer ook deverhouding tussen de arbeidsreserve en de werkaanbiedingen in aanmerking wordt genomen, stellenwe vast dat deze verhouding voor de knelpuntberoepen lager is dan voor de niet-knelpuntberoepen.Terwijl we voor de knelpuntberoepen 3,2 werkzoekenden per werkaanbieding tellen, is dit voor deniet-knelpuntberoepen 9,3 werkzoekenden per vacature. Ten opzichte van vorig jaar is dezeverhouding voor de knelpuntberoepen drastischer naar omlaag gegaan dan voor de nietknelpuntberoepen(respectievelijk 4,4 en 9,8 in 2009). Dit betekent dat de spanning op dearbeidsmarkt tussen 2009 en 2010 meer uitgesproken werd (zie grafiek 10).Uit de in- en uitstroompercentages blijkt de arbeidsreserve duidelijk dynamischer te zijn voor deknelpuntberoepen dan voor de andere beroepen. Zo is de instroom in de werkloosheid van dearbeidsreserve voor knelpuntberoepen groter dan voor de andere beroepen (45,4% tegen 41,8%),maar heeft een groter deel van die reserve de werkloosheid voor het einde van het jaar weer verlaten(45,6% tegen 39,8% van de werklozen die niet onder een beroepencode voor een knelpuntberoepzijn ingeschreven).Tabel 7 geeft een overzicht van de dynamiek van de werkzoekenden ingeschreven onder eenberoepencode voor een knelpuntberoep. Er werd reeds op gewezen dat knelpuntberoepen vaak alsgeheel worden benaderd, terwijl er in feite belangrijke onderlinge verschillen zijn. We kunnenveronderstellen dat beroepen die tot dezelfde beroepscategorie behoren een aantalgemeenschappelijke kenmerken delen, zoals het takenpakket of de vereiste opleiding maar ook deselectieprocedure die bedrijven hanteren. Het vergelijken van de arbeidsreserve voor elkknelpuntberoep ten opzichte van de arbeidsreserve per beroepscategorie zou ons echter te ver leidenen overstijgt duidelijk de bedoeling van deze analyse. Niettemin zal waar dit pertinent blijkt te zijn deAnalyse van de knelpuntberoepen – 2010 53


link worden gemaakt met de stroom van werkzoekenden ingeschreven in een welbepaaldeberoepscategorie.TABEL 7: OVERZICHT VAN DE STROOM VAN WERKZOEKENDEN INGESCHREVEN IN EEN KNELPUNTBEROEP - 2010Stockjan. 10NieuwingeschrevenArbeidsreserveStockdec. 10% instroom% uitstroom% toenamestockKaderfuncties en beroepen in de communicatieArchitect 98 141 239 107 59,0 55,2 +9,2Burgerlijk ingenieur burgerlijke bouwkunde 30 41 71 34 57,7 52,1 +13,3Industrieel ingenieur burgerlijke bouwkunde 20 19 39 20 48,7 48,7 0,0Industrieel ingenieur elektriciteit 17 12 29 15 41,4 48,3 -11,8Industrieel ingenieur mechanica 24 33 57 28 57,9 50,9 +16,7Industrieel ingenieur elektromechanica 40 58 98 51 59,2 48,0 +27,5Verantwoordelijke logistiek 58 62 120 59 51,7 50,8 +1,7Commercieel verantwoordelijke 112 110 222 104 49,5 53,2 -7,1Verantwoordelijke interne en externe communicatie 151 222 373 164 59,5 56,0 +8,6Financieel verantwoordelijke 102 62 164 97 37,8 40,9 -4,9Verantwoordelijke werving en selectie 28 21 49 21 42,9 57,1 -25,0Verantwoordelijke Human Resources 66 84 150 58 56,0 61,3 -12,1Onderwijzend personeelOnderwijzer 25 168 193 157 87,0 81,3 +44,0Leraar secundair onderwijs (Nederlands) 5 14 19 15 73,7 78,9 -20,0Instructeur / lesgever talen 98 107 205 105 52,2 51,2 +2,0Beroepen in de medische, sociale en hulpverlenende sectorHoofdverpleegkundige 0 4 4 0 100,0 100,0 0,0Ziekenhuisverpleegkundige – gebrevetteerde 45 61 106 49 57,5 53,8 +8,9Ziekenhuisverpleegkundige – gegradueerde 62 101 163 49 62,0 69,9 -21,0Geriatrisch verpleegkundige – gegradueerde 2 2 4 1 50,0 75,0 -50,0Sociaal verpleegkundige – gegradueerde 6 11 17 9 64,7 47,1 +50,0Gezinshulp (brevet) 200 164 364 219 45,1 39,8 +9,5Administratieve beroepenBoekhouder 518 426 944 539 45,1 42,9 +4,1Adviseur bankproducten en verzekeringen 24 24 48 26 50,0 45,8 +8,3Directiesecretaris 448 356 804 423 44,3 47,4 -5,6Boekhoudingsecretaris 67 41 108 62 38,0 42,6 -7,5Juridisch secretaris 33 30 63 35 47,6 44,4 +6,1Bediende personeelsdienst 137 168 305 146 55,1 52,1 +6,6Bediende sociale wetten en lonen 51 34 85 51 40,0 40,0 0,0Bediende commerciële dienst 637 485 1.122 584 43,2 48,0 -8,3Telefonist-receptionist 571 337 908 540 37,1 40,5 -5,4Telefonist-secretaris 129 76 205 121 37,1 41,0 -6,2Bediende verzekeringsmaatschappij 92 44 136 82 32,4 39,7 -10,9Beheerder schadeclaims 4 5 9 4 55,6 55,6 0,0Commerciële beroepenVertegenwoordiger diensten 139 101 240 136 42,1 43,3 -2,2Technisch vertegenwoordiger 89 45 134 79 33,6 41,0 -11,2Verkoper van voertuigen 56 65 121 62 53,7 48,8 +10,7Verkoper van gereedschappen, doe-het-zelf artikelen 33 43 76 44 56,6 42,1 +33,3Televerkoper 96 63 159 96 39,6 39,6 0,0Callcenter operator 187 165 352 204 46,9 42,0 +9,1Beroepen in de informaticaProjectleider informatica 54 62 116 59 53,4 49,1 +9,3Functioneel analist 3 11 14 10 78,6 28,6 +233,3Analist-programmeur 234 179 413 193 43,3 53,3 -17,5Webmaster, Webdeveloper 112 96 208 123 46,2 40,9 +9,8Integratie- en implementatieingenieur ICT 7 8 15 7 53,3 53,3 0,0Programmeur 58 66 124 70 53,2 43,5 +20,7Technicus helpdesk 450 292 742 436 39,4 41,2 -3,1Netwerkbeheerder 93 91 184 110 49,5 40,2 +18,3Databaseadministrator 29 33 62 23 53,2 62,9 -20,7Consulent informatica 1 67 68 39 98,5 42,6 +3800,054Analyse van de knelpuntberoepen – 2010


Technische beroepenStockjan. 10NieuwingeschrevenArbeidsreserveStockdec. 10% instroom% uitstroom%toenamestockTechnicus in de elektromechanica 158 142 300 159 47,3 47,0 +0,6Technicus bouw (alle specialiteiten) 60 52 112 65 46,4 42,0 +8,3Conducteur van bouwwerken 37 32 69 32 46,4 53,6 -13,5Technicus koel- en verwarmingstechnieken en technicusverwarming (HVAC)14 17 31 19 54,8 38,7 +35,7Laboratoriumtechnicus onderzoek en ontwikkeling 66 53 119 59 44,5 50,4 -10,6Technicus elektronica 157 105 262 145 40,1 44,7 -7,6Technicus telecommunicatie 52 34 86 52 39,5 39,5 0,0Technisch-commercieel medewerker binnendienst 39 51 90 52 56,7 42,2 +33,3Industrieel onderhoudsmecanicien 38 23 61 38 37,7 37,7 0,0Electromecanicien 105 82 187 111 43,9 40,6 +5,7Beroepen in de bouwLoodgieter - Installateur sanitaire 309 202 511 298 39,5 41,7 -3,6Monteur-installateur van centrale verwarming 139 93 232 119 40,1 48,7 -14,4Industrieel elektricien - installateur en hersteller 80 70 150 89 46,7 40,7 +11,3Schrijnwerker 373 254 627 385 40,5 38,6 +3,2Beroepen in het transport en de logistiekChauffeur vrachtwagen zonder aanhangwagen (rijbewijs C) 802 542 1.344 756 40,3 43,8 -5,7Chauffeur vrachtwagen met oplegger (rijbewijs C en E) 131 145 276 131 52,5 52,5 0,0Beroepen in het toerisme en de horecaHotelreceptionist 229 176 405 218 43,5 46,2 -4,8Chef-kok 95 103 198 104 52,0 47,5 +9,5Onderchef keuken 32 34 66 42 51,5 36,4 +31,3Chef de partie 52 50 102 51 49,0 50,0 -1,9Barman 313 255 568 312 44,9 45,1 -0,3Ambachtelijke beroepenBeenhouwer 71 77 148 78 52,0 47,3 +9,9DiversVeiligheidsagent met brevet 426 268 694 442 38,6 36,3 +3,8Kapper voor dames en heren 412 328 740 397 44,3 46,4 -3,6Strijker met de hand 133 91 224 139 40,6 37,9 +4,5Totaal knelpuntberoepen 9.864 8.189 18.053 9.822 45,4 45,6 -0,4Totaal niet-knelpuntberoepen 92.631 66.569 159.200 95.896 41,8 39,8 +3,5Totaal alle beroepen 102.495 74.758 177.253 105.718 42,2 40,4 +3,1De grootste mobiliteit in termen van in- en uitstroom zien we bij het onderwijzend personeel. Doordathet uitstroompercentage over het algemeen lager ligt dan het instroompercentage, zag dezeberoepscategorie zijn reserve bovendien behoorlijk stijgen. We merken op dat deze beweging zich nietbeperkt tot de knelpuntberoepen, maar ook zichtbaar is bij de niet-knelpuntberoepen in dezecategorie.Bij de kaderfuncties, de beroepen in de communicatie en het medisch personeel is de rotatie ookrelatief groot. Ook voor deze categorieën stijgt de reserve, ook al zijn er verschillen naargelang defuncties binnen deze categorieën. Deze beroepen verbergen immers een brede waaier aan functies entaken waarvoor het moeilijk is om specifieke vaardigheden of diploma’s aan te duiden die deuitstroom kunnen bevorderen.Bij de knelpuntberoepen in de informaticasector bleef het instroompercentage in het verledengewoonlijk onder het gemiddelde instroomcijfer voor het geheel van de knelpuntberoepen. In 2010was het instroompercentage hier echter iets hoger dan voor alle knelpuntberoepen samen. Enkel voorde beroepen van analist-programmeur en technicus helpdesk, die trouwens de grootste portie vandeze categorie uitmaken, lag de instroom lager dan de gemiddelde instroom voor alleknelpuntberoepen. We merken tevens op dat de uitstroom voor heel wat beroepen uit deze categorieAnalyse van de knelpuntberoepen – 2010 55


gevoelig lager ligt dan het gemiddelde uitstroompercentage van de knelpuntberoepen. De volledigeberoepscategorie kent een stijging van de reserve aan arbeidskrachten van bijna 3%.De beroepen in het toerisme en de horeca kennen traditiegetrouw een grote personeelsrotatie. Zowelhet in- als het uitstroompercentage van de knelpuntberoepen in deze sector liggen iets hoger dan hetgemiddelde voor de knelpuntberoepen. De groei van de beschikbare arbeidskrachten voor dezefuncties is positief, en is groter dan die voor alle knelpuntberoepen samen. De beroepen van chef-koken onderchef keuken zijn verantwoordelijk voor de toename van de beschikbare arbeidskrachten indeze categorie. De andere knelpuntberoepen zien hun reserve dalen.De algemene vaststelling van een grotere dynamiek van de werkzoekenden ingeschreven in eenknelpuntberoep geldt echter niet voor alle knelpuntberoepen. Een aantal knelpuntberoepen in desectoren bouw, transport en logistiek, alsook administratieve en commerciële beroepen wordengekenmerkt door zowel in- en uitstroompercentages die lager dan het gemiddelde liggen.Voor de beroepen uit de bouwsector liggen de instroom en uitstroom onder het gemiddelde voor deknelpuntberoepen. Enkel de instroom van industrieel elektriciens is hoger dan het gemiddelde, terwijlalleen voor het beroep van monteur-installateur van centrale verwarming het uitstroompercentage datvan alle knelpuntberoepen samen overstijgt. Over het algemeen daalt het aantal beschikbarearbeidskrachten voor de knelpuntberoepen uit de bouwsector sterker dan het gemiddelde voor alleknelpuntberoepen.Ook de beroepen in het transport en de logistiek zagen hun arbeidsreserve drastisch achteruitgaan.Dit is het gevolg van het enorme verschil tussen de in- en uitstroom voor de functie vanvrachtwagenchauffeur zonder aanhangwagen (rijbewijs C). Ook voor de administratieve functies zijner aanzienlijk minder beschikbare arbeidskrachten. Voor deze twee beroepscategorieën liggen de inenuitstroompercentages trouwens lager dan het gemiddelde voor de knelpuntberoepen.Kenmerkend voor een aantal technische beroepen is de betrekkelijk lage instroom. Dit is in hetbijzonder het geval voor de functies van technicus telecommunicatie en industrieelonderhoudsmecanicien. Voor deze twee beroepen is trouwens de reserve van januari precies evengroot als de reserve van december. Voor de beroepscategorie in haar geheel stellen we niettemin eenlichte stijging in de loop van het jaar vast: de uitstroom ligt net iets lager dan de instroom, die onderhet gemiddelde van de knelpuntberoepen blijven.56Analyse van de knelpuntberoepen – 2010


7.3. Kenmerken van de arbeidsreserveIn deze analyse hebben we ons tot nu toe op het kwantitatieve aspect toegespitst. Het inbrengen vanalle mogelijke variabelen die de in- en uitstroom kunnen helpen verklaren zou ons echter te verleiden. Temeer omdat de specifieke kenmerken van elke beroepscategorie in rekening gebrachtzouden moeten worden. In de rest van dit hoofdstuk zullen we ons in het bijzonder op driekenmerken van de arbeidsreserve en op hun impact op de rotatie concentreren: het studieniveau, deleeftijd en het geslacht.<strong>Studie</strong>niveauIn hoofdstuk 3 werd reeds gewezen op de discrepantie tussen het gevraagde studieniveau en hetstudieniveau waarover de werkzoekenden in de arbeidsreserve beschikken. De technischevaardigheden van de kandidaat-werknemers werden vaak naar voren geschoven als verklarendefactor voor de rekruteringsmoeilijkheden. Het studieniveau is echter slechts een van de variabelen inde analyse.Wanneer de knelpuntberoepen als homogene groep worden beschouwd, kunnen we stellen dat 47,0%van de werkaanbiedingen expliciet een hoger studieniveau vraagt, terwijl 23,1% van dewerkzoekenden een (erkend) diploma van het hoger niet-universitair of universitair onderwijs kanvoorleggen. Ter vergelijking, bij het geheel van de werkaanbiedingen (alle beroepen samen) wordt in37,9% van de gevallen een diploma hoger onderwijs geëist, terwijl slechts 14,7% van dearbeidsreserve over een dergelijk diploma beschikt.TABEL 8: OVERZICHT VAN DE DYNAMIEK VAN DE INGESCHREVEN WERKZOEKENDEN VOLGENS STUDIENIVEAU -2010Stockjan. 10NieuwingeschrevenArbeidsreserveStockdec. 10%instroom%uitstroom%toenamestockLaag 5.134 3.949 9.083 5.204 43,5 42,7 +1,4Midden 2.672 2.119 4.791 2.633 44,2 45,0 -1,5Hoog 2.058 2.121 4.179 1.985 50,8 52,5 -3,5Totaal knelpuntberoepen 9.864 8.189 18.053 9.822 45,4 45,6 -0,4Laag 61.686 43.139 104.825 64.786 41,2 38,2 +5,0Midden 19.189 13.247 32.436 19.178 40,8 40,9 -0,1Hoog 11.756 10.183 21.939 11.932 46,4 45,6 +1,5Totaal niet-knelpuntberoepen 92.631 66.569 159.200 95.896 41,8 39,8 +3,5Totaal alle beroepen 102.495 74.758 177.253 105.718 42,2 40,4 +3,1De bovenstaande tabel weerspiegelt de dynamiek van de werkzoekenden volgens het studieniveau,voor de knelpuntberoepen en de niet-knelpuntberoepen. Een eerste onderzoek van de resultaten vande groei van de beschikbare arbeidsreserve in 2010 wijst uit dat er tegengestelde verschillen bestaannaargelang het al dan niet knelpuntkarakter, en dit ongeacht het studieniveau. Zo is het aantalbeschikbare arbeidskrachten met een diploma van het hoger onderwijs in 2010 bijvoorbeeld sterkgekrompen voor de knelpuntberoepen. Voor de andere functies is dit aantal echter gestegen, zij het inmindere mate dan voor de laagst geschoolden.Analyse van de knelpuntberoepen – 2010 57


De tabel laat ons bovendien toe om twee vaststellingen te doen:- de uitstroom voor de knelpuntberoepen is steeds hoger dan de uitstroom voor de nietknelpuntberoepenen dit ongeacht het studieniveau. Ook de instroom voor deknelpuntberoepen is systematisch hoger.- ongeacht of het om een knelpuntberoep gaat, neemt de uitstroom toe met hetopleidingsniveau, terwijl de instroom redelijk stabiel is voor de laag- en middengeschoolden,maar merkbaar stijgt voor de hoogstgekwalificeerden, wat de grotere mobiliteit van dezelaatste groep werkzoekenden illustreert.Deze algemene vaststellingen dienen evenwel genuanceerd te worden. Voor bepaalde beroepen eisenwerkgevers duidelijk een bepaald studieniveau zodat ze eerder weifelachtig zullen staan ten overstaanvan kandidaat-werknemers met een lager of hoger studieniveau. In het eerste geval zal men decapaciteiten van de werkzoekende in twijfel trekken, terwijl in het tweede geval eerder vraagtekensbij de motivatie van de kandidaat zullen worden geplaatst. Bij andere beroepen zijn de eisen van dewerkgever betreffende het studieniveau van de toekomstige werknemer minder duidelijk en is het inbepaalde gevallen ook moeilijk om te besluiten dat de personen met een hoger diploma een hogereuitstroom hebben dan personen die niet over dit diploma beschikken.LeeftijdWerkaanbiedingen mogen wettelijk gezien geen enkele leeftijdsaanduiding bevatten. Dit neemt echterniet weg dat werkgevers bij de selectie een welbepaald profiel voor ogen kunnen hebben waar ookeen etiket qua leeftijd op kleeft. Zowel jongere als oudere werkzoekenden kunnen tijdens hunzoektocht naar een job geconfronteerd worden met stereotypen gebaseerd op leeftijd. Bij jongerenworden dan vaak volgende elementen aangehaald: een gebrek aan ervaring, de vrees dat de schoolsekennis weinig aansluit op de werkvloer en eventueel de hogere kans om het bedrijf of de functie teverlaten na een korte periode. Bij ouderen kan de eerder opgedane ervaring in hun voordeel spelen,maar het kostenplaatje kan werkgevers doen afhaken.18,3% van de kandidaten van de arbeidsreserve ingeschreven met een beroepencode voor eenknelpuntberoep is jonger dan 25 jaar. 13,0% van de werkzoekenden is ouder dan 50 jaar. Voor deniet-knelpuntberoepen is dit respectievelijk 19,6% en 13,2%.TABEL 9: OVERZICHT VAN DE DYNAMIEK VAN DE INGESCHREVEN WERKZOEKENDEN VOLGENS LEEFTIJD -2010Stockjan. 10NieuwingeschrevenArbeidsreserveStockdec. 10%instroom%uitstroom%toenamestock< 25 1.425 1.876 3.301 1.534 56,8 53,5 +7,625-49 6.776 5.629 12.405 6.705 45,4 45,9 -1,0> 50 1.663 684 2.347 1.583 29,1 32,6 -4,8Totaal knelpuntberoepen 9.864 8.189 18.053 9.822 45,4 45,6 -0,4< 25 14.191 17.066 31.257 16.155 54,6 48,3 +13,825-49 62.321 44.579 106.900 63.948 41,7 40,2 +2,6> 50 16.119 4.924 21.043 15.793 23,4 24,9 -2,0Totaal niet-knelpuntberoepen 92.631 66.569 159.200 95.896 41,8 39,8 +3,5Totaal alle beroepen 102.495 74.758 177.253 105.718 42,2 40,4 +3,158Analyse van de knelpuntberoepen – 2010


Ongeacht de leeftijdscategorie stellen we duidelijk hogere uitstroompercentages vast voor deknelpuntberoepen dan voor de niet-knelpuntberoepen. Bovendien nemen de percentages af met deleeftijd. De uitstroom ligt vooral bij personen ouder dan 50 jaar beduidend lager dan bij de tweeandere leeftijdsklassen. Voor de instroompercentages stellen we dezelfde tendens vast. Hier doet destijging zich echter voornamelijk voor bij de werkzoekenden jonger dan 25 jaar, terwijl het aantalingeschreven personen van 50 jaar of ouder in de loop van 2010 met 2,3% is gedaald.GeslachtAls algemene regel geldt dat werkaanbiedingen geen voorkeur mogen laten blijken voor een van detwee geslachten. Zowel in het onderwijs als op de arbeidsmarkt merken we echter dat er beroepen ofdomeinen zijn waar mannen of vrouwen sterker vertegenwoordigd zijn. In de volgende tabel wordt dedynamiek van de werkzoekende arbeidsreserve vanuit deze invalshoek bekeken.Mannen maken 52,7% van de totale arbeidsreserve uit. Bij de knelpuntberoepen is dit 62,4%. Ditaandeel varieert uiteraard sterk van beroep tot beroep. In 2010 waren alle werkzoekendeningeschreven onder de beroepencode van industrieel elektricien, monteur van centrale verwarming,en vrachtwagenchauffeur (zonder oplegger) mannen, terwijl alle werkzoekenden ingeschreven meteen code van gegradueerde verpleegkundige in de geriatrie of gegradueerde sociaal verpleegkundigevrouwen waren, net als 96,2% van de kandidaten voor het beroep van medisch secretaris.TABEL 10: OVERZICHT VAN DE DYNAMIEK VAN DE INGESCHREVEN WERKZOEKENDEN VOLGENS GESLACHT –2010Stockjan. 10NieuwingeschrevenArbeidsreserveStockdec. 10%instroom%uitstroom%toenamestockMannen 6.261 5.003 11.264 6.225 44,4 44,7 -0,6Vrouwen 3.603 3.186 6.789 3.597 46,9 47,0 -0,2Totaal knelpuntberoepen 9.864 8.189 18.053 9.822 45,4 45,6 -0,4Mannen 47.833 34.233 82.066 49.798 41,7 39,3 +4,1Vrouwen 44.798 32.336 77.134 46.098 41,9 40,2 +2,9Totaal niet-knelpuntberoepen 92.631 66.569 159.200 95.896 41,8 39,8 +3,5Totaal alle beroepen 102.495 74.758 177.253 105.718 42,2 40,4 +3,1De bovenstaande tabel toont geen noemenswaardige verschillen tussen mannen en vrouwen wat deinstroom of uitstroom betreft. Het enige verschil dat nogmaals aangetoond wordt, is de hogere rotatievan de werkzoekenden ingeschreven in een knelpuntberoep.Aangezien bepaalde knelpuntberoepen vaker door mannen en andere vaker door vrouwen wordenuitgeoefend, is het waarschijnlijker dat de uitstroomkansen eerder door het beroep dan door hetgeslacht van de kandidaten worden bepaald. Niettemin stellen we bij de mannen grotere verschillen inde arbeidsreserve vast dan bij de vrouwen. Deze reserve gaat in dalende lijn voor deknelpuntberoepen en stijgt voor de niet-knelpuntberoepen.Uit de analyse van de arbeidsreserve is gebleken dat werkzoekenden ingeschreven in een knelpuntberoepeen hogere rotatie hebben dan werkzoekenden ingeschreven in een niet-knelpuntberoep. Ditbetekent dat het aandeel van de nieuw ingeschreven werkzoekenden in de arbeidsreserve hoger is,Analyse van de knelpuntberoepen – 2010 59


maar ook dat de uitstroom uit de werkloosheid hoger is. Deze algemene vaststellingen dienen echtergenuanceerd te worden. Knelpuntberoepen vormen immers geen homogene groep, maar een bredewaaier aan functies.60Analyse van de knelpuntberoepen – 2010


8. BESLUITDe analyse van de knelpuntberoepen is een belangrijke invalshoek om vraag en aanbod beter opelkaar af te stemmen. Het vormt bovendien een belangrijke bron van informatie om het denken testimuleren van ondernemingen, van de socioprofessionele inschakelingsactoren, het onderwijs en deopleidingspartners die naar mogelijkheden zoeken om de spanningen op de arbeidsmarkt teverhelpen.De statistische analyse, gebaseerd op 22.305 werkaanbiedingen die <strong>Actiris</strong> in 2010 ontving, wordtaangevuld door de ervaring van de consulenten die de werkaanbiedingen beheren. Door hunveelvuldige contacten met werkzoekenden en werkgevers zijn ze goed geplaatst om de oorzaken vande rekruteringsproblemen voor bepaalde beroepen in te schatten.In 2010 telt de lijst 32 beroepsgroepen met 74 beroepen. Deze beroepen vertegenwoordigen 5.627arbeidsplaatsen, hetzij 25,2% van het totaal aantal ontvangen arbeidsplaatsen. Algemeen bedraagt deinvullingsgraad voor de knelpuntberoepen 55,1% en de mediaanlooptijd is 1,3 maanden.OVERZICHT VAN DE KNELPUNTBEROEPEN 2010 VOLGENS BEROEPSCATEGORIEBeroepscategorieKaderfuncties en beroepen inde communicatieOnderwijzend personeelBeroepen in de medische,sociale en hulpverlenendesectorAdministratieve beroepenBeroepArchitect, burgerlijk ingenieur burgerlijke bouwkunde, industrieel ingenieur burgerlijkebouwkunde, industrieel ingenieur elektriciteit, industrieel ingenieur mechanica, industrieelingenieur elektromechanica, verantwoordelijke logistiek, commercieel verantwoordelijke,verantwoordelijke interne en externe communicatie, financieel verantwoordelijke,verantwoordelijke werving en selectie, verantwoordelijke Human ResourcesOnderwijzer, leraar secundair onderwijs (Nederlands), instructeur / lesgever talenHoofdverpleegkundige, ziekenhuisverpleegkundige - gebrevetteerde,ziekenhuisverpleegkundige - gegradueerde, geriatrisch verpleegkundige - gegradueerde,sociaal verpleegkundige – gegradueerde, gezinshulp (brevet)Directiesecretaris, boekhoudingsecretaris, juridisch secretaris, bediende personeelsdienst,bediende sociale wetten en lonen, bediende commerciële dienst, telefonist-receptionist,telefonist-secretaris, bediende verzekeringsmaatschappij, beheerder schadeclaims, adviseurbankproducten en verzekeringen, boekhouderCommerciële beroepen Vertegenwoordiger diensten, technisch vertegenwoordiger, verkoper van voertuigen,verkoper van gereedschappen en doe-het-zelf artikelen, televerkoper, callcenter operatorBeroepen in de informatica Projectleider informatica, functioneel analist, analist-programmeur, webmaster /webdeveloper, integratie- en implementatieingenieur ICT, programmeur, technicushelpdesk, netwerkbeheerder, databaseadministrator, consulent informaticaTechnische beroepenTechnicus in de elektromechanica, technicus bouw (alle specialiteiten), conducteur vanbouwwerken, technicus koel- en verwarmingstechnieken en technicus verwarming (HVAC),laboratoriumtechnicus onderzoek en ontwikkeling, technicus elektronica, technicustelecommunicatie, technisch-commercieel medewerker binnendienst, industrieelonderhoudsmecanicien, electromecanicienBeroepen in de bouwBeroepen in transport enlogistiekBeroepen in het toerisme en dehorecaAmbachtelijke beroepenDiverseLoodgieter - Installateur sanitaire, monteur-installateur van centrale verwarming, industrieelelektricien - installateur en hersteller, schrijnwerkerChauffeur vrachtwagen zonder aanhangwagen (rijbewijs C), chauffeur vrachtwagen metoplegger (rijbewijs C en E)Hotelreceptionist, chef-kok, onderchef keuken, chef de partie, barmanBeenhouwer, kapper voor dames en herenVeiligheidsagent met brevet, strijker met de handAnalyse van de knelpuntberoepen – 2010 61


Voor een groot aantal van deze beroepen gaat om beroepen die reeds de voorgaande jaren werdenbeschouwd als knelpuntberoep. Het gaat om structurele knelpunten zoals ingenieurs, onderwijzers(secundair onderwijs), verpleegkundigen, boekhouders, directiesecretaressen, informatici,vrachtwagenchauffeurs, electromecaniciens, loodgieters, koks, enz.Er zijn echter een aantal ‘nieuwe’ knelpuntberoepen die dit jaar voor het eerst worden weerhouden:integratie- en implementatie ingenieur ICT, consulent informatica, verantwoordelijke interne enexterne communicatie, verantwoordelijke werving en selectie, verantwoordelijke HR.Daarnaast zijn er een aantal beroepen die dit jaar opnieuw terug verschijnen op de lijst vanknelpuntberoepen, zoals onder andere: gezinshulp, schrijnwerker, kapper voor dames en heren,technicus koel- en verwarmingstechnieken.De kloof tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt kan samengevat worden in drie verklarendefactoren. Een eerste factor, een kwantitatief probleem, is het tekort aan kandidaten dat bestaat voorde beroepen. Vervolgens is er mogelijk een discrepantie tussen de eisen van de werkgevers en deprofielen van de kandidaten. Dit is wat we noemen een kwalitatief probleem. Tenslotte zijn er deongunstige werkomstandigheden die het knelpuntkarakter kunnen verklaren. Vaak gaat het om hetsamengaan van meerdere factoren die de rekruteringsmoeilijkheden verklaren.De informatie die door het Observatorium werd verzameld, toont aan dat deze drie factoren een rolspelen in de verklaring van de discrepantie tussen de vraag en het aanbod op de arbeidsmarkt.Daarbij wordt er voornamelijk een kwalitatief tekort aangehaald om de rekruteringsmoeilijkheden teverklaren. Maar ook de kwantitatieve tekorten en de arbeidsomstandigheden blijven voor bepaaldeberoepsgroepen een belangrijk struikelblok bij het vinden van de geschikte kandidaten. Voor eenbepaalde beroepsgroep, namelijk de ingenieurs, is het kwantitatief tekort aan kandidaten dehoofdoorzaak van het knelpuntkarakter. Voor de beroepsgroep “werknemers in de wasserij” zijn deongunstige arbeidsomstandigheden de enige verklaring.Om de competenties van de werkzoekenden te evalueren, organiseert <strong>Actiris</strong> samen met deopleidingspartners en de sectorale organisaties screenings voor bepaalde beroepen. Via dezescreenings worden de competenties van de werkzoekenden geëvalueerd. Wanneer nodig, wordt eeninschakelingstraject uitgestippeld, dat onder meer opleidingen, begeleiding en eventueelheroriëntaties omvat. Deze benadering geeft werkzoekenden de kans om competenties te verwervendie vaak door de werkgevers worden geëist. <strong>Actiris</strong> helpt werkzoekenden ook, via informatiesessies,een opleiding kiezen en selecteert ook kandidaten voor bepaalde opleidingen.Om de spanningen op de arbeidsmarkt aan te duiden, werden zowel de kenmerken van dewerkaanbiedingen als de arbeidsreserve voor knelpuntberoepen geanalyseerd. Voor beide analysesbaseerde het Observatorium zich op gegevens van <strong>Actiris</strong>.Wat de kenmerken van de werkaanbiedingen voor knelpuntberoepen betreft, stellen we vast dat hetstudieniveau hoger niet-universitair onderwijs één van de meest gevraagde studieniveaus is.Daarenboven vertegenwoordigt dit studieniveau 41% van het totale aantal werkaanbiedingen voorknelpuntberoepen. Ook de werkaanbiedingen waar een diploma secundair onderwijs van de derdegraad wordt gevraagd, zijn sterk vertegenwoordigd: deze werkaanbiedingen omvatten bijna een vijfdevan alle werkaanbiedingen voor knelpuntberoepen. Hoewel de werkaanbiedingen die melding makenvan een diploma universitair onderwijs in absolute aantallen minder voorkomen, stellen we binnen62Analyse van de knelpuntberoepen – 2010


deze groep een aantal opmerkelijke struikelblokken vast. De studierichtingen waarvoor zich explicietproblemen aftekenen zijn informatica, toegepaste wetenschappen en filologie.De klassieke werkaanbiedingen waarbij specifiek vermeld wordt of het om een contract van bepaaldeof onbepaalde duur gaat, zijn de grootste bron van vacatures en worden gekenmerkt door een hoogpercentage knelpuntenberoepen. Ruim 30% van de werkaanbiedingen waarbij een contract vanonbepaalde duur wordt aangeboden vertegenwoordigen een werkaanbieding voor eenknelpuntberoep, bij de werkaanbiedingen met een contract van bepaalde duur bedraagt dit 23%. Demeeste werkaanbiedingen voor knelpuntberoepen zijn terug te vinden in volgendeactiviteitensectoren: de diensten aan bedrijven, het onderwijs en de handel (zowel de klein- alsgroothandel).De analyse van de arbeidsreserve is een dynamische methode die het mogelijk maakt om de stroomvan werkzoekenden voor een bepaalde periode te bepalen, in dit geval het jaar 2010. De analyse vande arbeidsreserve toont ons dat 10,2% van de werkzoekenden ingeschreven was met eenberoepscode die naar een knelpuntberoep verwijst, terwijl een vijfde van alle werkaanbiedingenknelpuntberoepen betreft. We kunnen eveneens een grotere dynamiek vaststellen bij werkzoekendendie ingeschreven zijn voor beroepen waarvoor een tekort aan arbeidskrachten bestaat. Bij dezepersonen is het percentage dat uit de werkloosheid geraakt hoger.Een andere indicator die het probleem van de tekorten belicht, is het aantal werkzoekenden perwerkaanbieding. Voor knelpuntberoepen tellen we 3,2 werkzoekenden per werkaanbieding en 9,3voor een werkaanbieding die geen knelpuntberoep betreft. We willen echter benadrukken dat demoeilijkheden op de arbeidsmarkt niet alleen op een kwantitatieve manier mogen geëvalueerdworden. De knelpuntberoepen vormen immers geen homogene groep, ze bestaan uit een bredewaaier van beroepen waarmee specifieke eisen inzake kwalificaties gepaard gaan.De lijst van knelpuntberoepen vormt tevens een basis bij de interregionale samenwerking sinds juni2006, waarbij op systematische wijze werkaanbiedingen worden uitgewisseld tussen de openbaretewerkstellingsdiensten. Hierbij worden werkaanbiedingen voor knelpuntberoepen automatisch enonmiddellijk aan de overige openbare tewerkstellingsdiensten doorgegeven. Verder worden ook dewerkaanbiedingen van bedrijven die gevestigd zijn op het grondgebied van de andere openbaretewerkstellingsdienst uitgewisseld, evenals de werkaanbiedingen voor zeer specifieke functieswaarvoor moeilijk een geschikt profiel wordt gevonden.Niet enkel het afstemmen van vraag en aanbod is cruciaal, ook het vaststellen van de oorzaken vande problemen is belangrijk om een antwoord te kunnen formuleren op de spanningen die zichvoordoen. Het verminderen van deze spanningen kan gedeeltelijk gerealiseerd worden door eenaanpassing van de beroepsopleidingen, door een verhoging van het aantal beschikbareopleidingsplaatsen en door doelgerichte informatie die een betere beroepsoriëntering in ruime zinmogelijk maakt. In deze context onderlijnen we tevens het belang van referentiecentra die toelaten deoperatoren inzake tewerkstelling en opleiding samen te brengen.Het Brussels Gewest concentreert een groot aantal beroepen waarvoor hoge taaleisen wordengesteld. Bij 48,0% van de werkaanbiedingen ontvangen door <strong>Actiris</strong> in 2010 worden explicietetaalvereisten gesteld. Dit percentage stijgt zelfs tot 61,2% bij de werkaanbiedingen voor deknelpuntberoepen. Tezelfdertijd beheerst slechts 8,6% van de werkzoekenden, die begin 2011 bij<strong>Actiris</strong> waren ingeschreven, goed beide landstalen.Analyse van de knelpuntberoepen – 2010 63


Een onderzoek in opdracht van TIBEM 19 toont nochtans aan dat de kennis van beide landstalen zeerbelangrijk is om een job te vinden in Brussel. De combinatie Frans en Nederlands blijft het meestgebruikt in de Brusselse bedrijven ongeacht de uitgeoefende job, de sector of de grootte van deonderneming. De kennis van het Engels speelt ook een belangrijke rol, maar dan enkel in combinatiemet zowel het Frans als het Nederlands en hiervoor wordt net een tekort aan kandidaten vastgesteld.Deze vaststellingen wijzen op het belang van de verdere promotie van de taalcheques, die deinschakeling van de werkzoekenden op de arbeidsmarkt moeten bevorderen. Naast de taalcheques(job – beroepsproject) biedt het Gewest ook ICT-cheques (job – beroepsproject) enopleidingscheques aan om de inzetbaarheid te verhogen.We stellen vast dat de kwalificatie-eisen en de technologische ontwikkelingen steeds toenemen,waardoor de kennis en vaardigheden van werknemers sneller verouderen. De werkgevers moeten zichhierbij beraden over hun selectie- en rekruteringsprocedures, onder andere door het tegengaan vanoverkwalificatie, het verhogen van de bedrijfsopleidingen, het aannemen van een vooruitziend beheervan de vaardigheden en het bestrijden van elke vorm van discriminatie (onder andere ten opzichtevan personen met een handicap, vrouwen, ouderen en personen van vreemde afkomst). Hetversterken van de loyaliteit van het personeel kan ook een antwoord zijn op de waargenomenspanningen. Een verbetering van de arbeidsomstandigheden of een herwaardering van het loon kanbepaalde beroepen aantrekkelijker maken. Door het uitbouwen van een sterk loopbaanbeleid metdoorgroeimogelijkheden, eventueel gekoppeld aan een opleidingsbeleid kan men toekomstigerekruteringsmoeilijkheden voorkomen.19Tweetaligheid in Beweging, Bilinguisme en Mouvement, meer info en het onderzoeksrapport “Vreemde talen in Brusselsebedrijven, (Entreprises bruxelloises et langues étrangères: pratiques et coût d'une main-d'oeuvre ne maîtrisant pas leslangues étrangères, november 2006)” te consulteren via www.tibem.be64Analyse van de knelpuntberoepen – 2010


BIJLAGE: TYPE VAN WERKAANBIEDINGEN De startbaanovereenkomst is de verplichting voor de werkgevers van de privé-sector dieminstens 50 werknemers tewerkstellen om jongeren aan te werven ten belopen van 3% van hetgemiddelde personeelsbestand uitgedrukt in voltijdse equivalenten. Deze verplichting wordtteruggebracht tot 1,5% voor de openbare instellingen en de privé-ondernemingen in de nonprofitsector.Deze maatregel stelt tot doel alle jongeren jonger dan 26 jaar één of meerprofessionele ervaringen aan te bieden. Hierbij valt aan te stippen dat deze jongeren in hetverleden reeds een professionele ervaring mogen hebben opgedaan en het dus niet uitsluitend eeneerste werkervaring betreft. Gesubsidieerde contractuelen (geco’s): financiële tussenkomst ten gunste van de werkgeverdie een niet-werkende werkzoekende of werknemer aanwerft voor tewerkstelling in de nonprofitsector. De doorstromingsprogramma's (DSP) zijn bedoeld om laaggeschoolde werkzoekenden demogelijkheid te bieden om onder begeleiding een werkervaring op te doen en eenberoepsopleiding te volgen. De werknemers zijn ingeschakeld in activiteiten van sociaal nut diebeantwoorden aan bepaalde noden van de samenleving.Het Activaplan, een federale tewerkstellingsmaatregel, kent het volgende toe:- aan de werkgever, een vrijstelling van de patronale RSZ-bijdragen naargelang de leeftijd en deinactiviteitsduur van de werkzoekende;- aan de werknemer, in sommige gevallen, een werkuitkering die de werkgever kan aftrekken vanhet te betalen nettoloon. Een dienstencheque is een betaalbewijs dat een financiële tegemoetkoming van de overheidomvat en dat particulieren de kans biedt aan een erkende onderneming buurtwerken of -dienstente betalen, die worden verricht door een werknemer aangeworven met een arbeidsovereenkomst. Beroepsoverstappremie: <strong>Actiris</strong> kent een premie toe aan privé-ondernemingen en vzw’s methoofdzetel of bedrijfszetel in Brussel en die bepaalde categorieën van werkzoekenden aanwervenen hen binnen de onderneming een beroepsopleiding laten volgen.Analyse van de knelpuntberoepen – 2010 65


BIBLIOGRAFIEBrussels Observatorium voor de Werkgelegenheid, 2008, Analyse van de knelpuntberoepen in hetBrussels Hoofdstedelijk Gewest in 2007, <strong>Actiris</strong>, BrusselBrussels Observatorium voor de Werkgelegenheid, 2009, Analyse van de knelpuntberoepen in hetBrussels Hoofdstedelijk Gewest in 2008, <strong>Actiris</strong>, BrusselBrussels Observatorium voor de Werkgelegenheid, 2010, Analyse van de knelpuntberoepen in hetBrussels Hoofdstedelijk Gewest in 2009, <strong>Actiris</strong>, BrusselFOREM, Service de l’Analyse du Marché de l’Emploi et de la Formation, Détection des métiers etfonctions critiques en 2009Hoge Raad voor de Werkgelegenheid, Verslag 2008, BrusselPersdossier van het kabinet van Charles Picqué, 10 mei 2011, 3.500 nieuwe plaatsen in hetbasisonderwijsSociaal-Economische Raad van Vlaanderen, Beroepscompetentieprofielen, www.serv.beTweetaligheid in Beweging, Bilinguisme en Mouvement. Vreemde talen in Brusselse bedrijven,(Entreprises bruxelloises et langues étrangères: pratiques et coût d'une main-d'oeuvre nemaîtrisant pas les langues étrangères), november 2006, te consulteren via www.tibem.beVDAB Databeheer en -analyse, 2009, Analyse vacatures 2009. KnelpuntberoepenVlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming Departement Onderwijs en Vorming, 2010,Arbeidsmarktrapport 2010 Basisonderwijs en Secundair OnderwijsAnalyse van de knelpuntberoepen – 2010 67


Het Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid is opgericht in 1995 en wordt gecofinancierddoor het Europees sociaal fonds. Momenteel sluit het Observatorium aan bij het programma2007-2013 Doelstelling "regionaal concurrentievermogen en werkgelegenheid" van het BrusselsHoofdstedelijk Gewest. Het heeft tot doel de evolutie van de werkgelegenheid en de werkloosheid inhet Brussels Hoofdstedelijk Gewest te volgen. Op basis van thematische analyses worden de vragennaar veranderingen en verschuivingen met betrekking tot jobs, beroepen en kwalificaties onderzocht.Medewerkers:Verantwoordelijke:Stéphane THYS (fr) 02/505.14.54 sthys@ actiris.beAmandine BERTRAND (fr) 02/505.78.76 abertrand@actiris.beVéronique CLETTE 02/505.77.15 vclette@actiris.beMourad DE VILLERS (fr) 02/505.14.14 mdevillers@actiris.beJérôme FRANÇOIS (fr) 02/800.42.62 jfrancois@actiris.beSharon GECZYNSKI (fr) 02/800.42.66 sgeczynski@actiris.beGuillaume JACOMET 02/505.16.07 gjacomet@actiris.beThe Man LAÏ (fr) 02/505.14.12 tlai@actiris.beKhadija SENHADJI (fr) 02/505.77.17 ksenhadji@actiris.beBénédicte VAN EGEREN (fr) 02/505.15.35 bvanegeren@actiris.beDries VANGENECHTEN (nl) 02/505.42.63 dvangenechten@actiris.beSandy VAN RECHEM (nl) 02/505.14.56 svanrechem@actiris.beSecretariaat:Xavier BERCKMANS (fr) 02/505.11.49 xberckmans@actiris.beAlexandra DE WIT (nl) 02/505.14.53 sdewit@actiris.beAnspachlaan 65 – 1000 BrusselFax: 02/505.79.41( studies@actiris.be – site Observatorium www.actiris.be)


analyse van deKNELPUNTBEROEPENin het BrusselsHoofdstedelijkGewestin 2010BRUSSELSOBSERVATORIUMVOOR DEWERKGELEGENHEIDBRUSSELSOBSERVATORIUMVOOR DEWERKGELEGENHEIDAnspachlaan 651000 BrusselTel. 02.505 14 11Fax 02.511 30 52studies@actiris.beMet de steun van hetEuropees sociaal fondswww.actiris.beD/2011/57.47/4

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!