12.07.2015 Views

Download deel 3 - Textualscholarship.nl

Download deel 3 - Textualscholarship.nl

Download deel 3 - Textualscholarship.nl

SHOW MORE
SHOW LESS
  • No tags were found...

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

MONUMENTA LITERARIA NEERLANDICA IX, 3.1 acob CatsSinne- en minnebeeldenDeel 3 / Apparaat


.1 acob CatsSinne- en minnebeeldenDeel 3 / Apparaat


JACOB CATS SINNE- EN MINNEBEELDEN


MONUMENTA LITERARIA NEERLANDICA IX, 3Dit is een g ave van het Constantijn Huygens Yg Instituut voor tekstedities en intellectueleeschiedenigcHI van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Weten-Ppen (KNAW)Adres : Prins Willem-Alexanderhof2 2595 B E Den HaaggPostadres : Postbuso S 2 o 9 LT Den HaaggTelefoon : 0 70-7 33 3i 5 800Telefax : 070-38 S4 20 6Copyright van deze uitgave g 0© 99 r 6 Constantijn Huygens Yg Instituut van de KoninklijkeAkademie van Wetenscha ppenVormgeving : Frederik Bos, Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen,g g ^ Koninklijke PpAmsterdamDruk : Catherine Press, BruggeggISBNo-8o2ó 6-2-x9 9


KONINKLIJKE NEDERLANDSE AKADEMIE VAN WETENSCHAPPENJacob CatsSinne- en minnebeeldenStudie-uitgave met i<strong>nl</strong>eiding en commentaar,verzorgd door Hans Luij tenDeel 3 / ApparaatConstantijn Huygens Instituut, Den Haag 1996


Projectcommissie: E.K. Grootes, Amsterdam; A. Kets-Vree, Den Haag;K. Porteman, a, Leuven; M.A.Schenkeveld-van ev der Dussen, Utrecht;H.T.M. van Vliet, Den Haag


I Bibliografie


Edities van Cats' Sinne- en minnebeeldenHieronder volgtgt een overzicht van de verschillende Nederlandstalige g edities van Cats'Sinne- en minnebeelden, en als afzonderlijke itgaven u g en als onder<strong>deel</strong> van de verzameldewerken.De uitgavenguit 1618 en 162 7zijn 71 het meest uitvoerig g beschreven; ^ beknopter P de editesi die d tijdensCats' leven zijn zijnverschenen en summier de tusse<strong>nl</strong>iggende en overigen in de drukgeschiedenis. g Opname p van afzonderlijke emblemen ememen in diverse — —worden buiten beschouwing gg gelaten. De gegevens gg zijn 1 ontleend aan hetNederlands openbaar bibliotheek- en archiefbezit, aan de in Nederland beschikbareblbliotheekcata lo g^ i evenals saan de volgende(embleem)bibliografieën g(chronologischg eo dend voorafgegaan ^g door de gebruikte afkorting): gtW.C.M. deon e van Ellemeet, s Museum Catsianum 1837 -188. 7 Tweede, s vermeer-derde uitgave. g 's-Gravenha ge g 1887.[DeD Vries] A.G.C. G C de Vries, De Nederlandse emblemata. Geschiedenis en biblio gra hie tot de18e eeuw. Amsterdam 1899.CGBNP Catalogue g g général e des livres imprimés m de la Bibliothèque g Nationale. Paris 1 90 5 ,<strong>deel</strong>24^ , 4 .[Landwehr 1970] J. Landwehr Emblem books in the Low Countries 1 -1 . A biblio-9 7 , Jf 4 949rah . Utrecht 1 0. g y 97^ l vr The National Union Catalog g o re-1 9^ 6 imprints. Library Y of Congress. g London etc.i 97> o <strong>deel</strong> 1 o0 157-164.Ten Berge g I 1979] D. ten Berge, g ^ De hooggeleerde ^ en ^oetvloeiende dichter Jacob Cats. 's-Gra-venha g e 1 979 226-262.BLG The British LibraryG General Catalogue g o printed books to 197T . London etc. I 9 80<strong>deel</strong> S 6314-318. X Dit is een uitgebreide g versie van de British Museum General Catalogue go printed ra books. Photolithographic edition to I 9SS . London 1 9 6 5 , <strong>deel</strong> 3S^ S39 -S47•[Warncke I 1 9 82] C.-P. Warncke, ^ `Emblembucher in der Herzog g August g Bibliothek.Eine Be sta n sverzeichnis.' dIn : JVol enbutteler Barock-Nachrichten 9-Heft 9 2 19^ 82 346-37 o ^ i.h.b. 352. 32 SH ecs k cher en Sherman 19 84Em blem books in the Princeton University y Library.Short ^ titlecatalogue. g Red. W.S. Heckscher en A.B. Sherman. M.m.v. S. Ferguson. g Princeton 18 9 4,II, nrs. 193-194.L an dwehr 1988]. Landwehr, Em blem and able books printed in the Low Countries r I4Z-181.Abablz'o 3 ^ ra h y. Third edition. Utrecht 1 9 88,0- 7 9o.[Black en Weston1 9 88]A short title catalogue g of the emblem books and related works in theStzrizn Stirling Maxwell Collection of Glasgow g University y Librar .^ (1499-19u). Ed. H.M. Black enD. Weston. Glasgow g 1988.3 BIBLIOGRAFIE


IDC Inter DocumentationCom Company. P a Y Emblem books. Ed. W. van Dongen. g Leiden L1990, 3.[Simoni I 99 o A.E.C. Simone ^ Catalogueo g books rom the Low Countries 1601-1621 in theBritish Library. London i 99 0 10 , -11O 9 nrs. c64-c65.sTCN Short-TitlegCatalogueNetherlands : O<strong>nl</strong>ine database, raadp lee baar via Pica.Retrospectieve p nationale 1bibliografievan Nederland tot 1800. Thans zijn 1 de collectiesvan de Koninklijke K l Bibliotheek te Den Haag gen de Universiteitsbibliotheken vanAmsterdam en Leiden bewerkt; het project P l is nog g niet afgd. gIn de bovenstaande bibliografieën g worden drie uitgaven g genoemd g die elders niet zijnteruggevonden. Het zijnwaarschij<strong>nl</strong>ijk onvolledige g of foutieve beschrijvingen: ) gI NUC (nr. 0 2 3 21 SS vermeldt m : Sinne en Minne beelden. Antwerpen p i 72. 1 Collectie: American Antiquarian q Society Y, Worcester (Massachusetts).2 CGBNP, 1212: Sinne- en minnebeelden. Amsterdam. J.J. Schipper. S.a. In 4 ",120 p. P Sign. g Yi 3S I (i). ^ Vgl. g de nrs. B.25en 13.26hieronder.3 Volgens BLGC 123 o 5 bb 39 is er een uitgave: gZinne- minnebeelden; en Selfstrd Toone el der mannel k e agtbaarheidth t • Galathea, of harderskla t ; Klagendemaegden; g ^ en andere men g elr y men ... Leiden 1736.8 °. D e in Nederland vroegstgbekendeuitgave g die g gedrukt is te Leiden dateert uit 1745 74S (zie nr. B.33).I BESCHRIJVINGVAN DE EDITIES VAN CATS ' SINNE- EN MINNEBEELDENvan (uitgebreide) beschrijvingen is telkens :De volgorde va de u g l gI Titel.a. Gehele titeleen g quasi q facsimile)b. Drukkersmerk versieren gc. Plaatsd. Boekverko P^ er drukkere. Jaartalf. Opmerkingen2 Plaatsen waar de exemplaren p berusten, met signaturen; de met een aste-^ griskemerkte g exemplaren p zijnbekeken. Van het cursief aangegevenexemplaar p volgt g een beschrijving. l g Opmerkelijke p 1 afwijkinge<strong>nl</strong> ginverschil-lende exemplaren p van één editie zijnonder punt p I I aangetekend. g3 Afmetingen van het boek in centimeters (hoogte g x breedte).4 D een 1 van het boek en de titels van de verschillende delen.5, Illustraties : aantal plaats in het g werk; afmetingen (hoogte g x breedte); , eneventuele bijzonderheden.16 Formaat en collatieformule indien mogelijk, g l^ volgens g de beschrijving l g inde s T c N . Bij 1 een convoluut is s alleen deformule van de Sinne- en minnebeeldenopgenomen.7 De opbouw p w van a de bundel met aanduiding g van het begin g van nieuweonderdelen.8 Signering g g (volgens g de methode Verkruijsse 1 1983).9 Paginering g g (volgens g de methode Verkruijsse l 1983).O Vingerafdrukgruk(toegepast zoals in de STCN).'I I Aantekeningen. g12 Verwijzing 1 g naar enkele bibliografieën. g4 BIBLIOGRAFIE


2 LIJST VAN AFKORTINGENZie ook de lijst l van a afkortingen g voorafgaand gaan de Geraadpleegde literatuur.ABD Atheneum Bibliotheek DeventerBAN Bibliotheek Albertinum Nijmegen1 gBLL British Library Y LondonBNG Bibliotheek Vakgroep ^ p Nederlands (afd. literatuur) GentBNP Bibliothèque q Nationale ParisBPL Boston Public LibraryDLC District of Columbia, Library Y of Congress gFSC Folger g Shakespeare p Library Y Columbia U.S.A.GAD Gemeentearchief DordrechtGAH Gemeentearchief Den HaagG B R Gemeentebibliotheek RotterdamGUB Gentse UniversiteitsbibliotheekGUL Glasgow g University Y Library, Y^ Stirling Maxwell CollectionHAW Herzog g August ^ Bibliothek WolfenbuttelH H S Henry Y E. Huntington g Library YSan MarinoHUC Harvard University Y CambridgegK B Koninklijke Bibliotheek Den HaagK B B KoninklijkeBibliotheek BrusselKUB Katholieke Universiteit Brabant, TilburgLBU Letterenbibliotheek UtrechtLCP Library Y Company p Y of PhiladelphiapNLC Newberry Y Library Y Chicago ^OKL Ottema Kingm ma Bibliotheek LeeuwardenProvinciale Bibliotheek LeeuwardenPBZ Provinciale Bibliotheek Zeeland, MiddelburgP K L Prentenkabinet — Kunsthistorisch Instituut LeidenPMA Plantin Moretus Antwerpen pPRI Princeton University Y Library, Y^TUD Technische Universiteit DelftPKA Rijksprentenkabinet 1 P Amsterdam, ^ RijksmuseumRijksprentenkabinet l p ^ Rotterdam, Museum Bomans Y van Beuningen ^SBA Stadsbibliotheek Antwerpen PSHG Streekarchiefdienst Hollands Midden (Goudse Librije 1^ GoudaSBT Stadtbibliothek TrierUBA Universiteitsbibliotheek AmsterdamUBG Universiteitsbibliotheek Gronin genUBL Universiteitsbibliotheek LeidenUBN Universiteitsbibliotheek Nijmegen1 gUBU Universiteitsbibliotheek UtrechtUCC University Y of Chicago, g^ ChicagogU F A Bibliotheek UFSIA (Universitaire Faculteit St. Ignatius g Antwerpen) pUIU University Y of Illinois UrbanaUMM University Y of Minnesota, ^ Minneapolis PUNC University Y of North Carolina, ^ Chapel P HillUPP Union Library Y Catalogue g of Pennsylvania, Y ^ Philadelphia PSBIBLIOGRAFIE


UTA University Y of Texas, AustinVUA Vrije 1 Universiteit AmsterdamYUN Yale University Y New Haven3BEKNOPT CHRONOLOGISCH OVERZICHT VAN DE VERSCHILLENDE EDITIESI1618-I. Ed. princ. Middelburg. g, van der Hellen.21618-2. Nieuwe uitgave, g ^ mét proza. p Middelburg, g^ van der Hellen. e3 1619 -I 1619, 1 618. Heruit gave. Amsterdam W. Iansz [Blaeu].4161 9-2 9^ I I[=161 Heruit 9]]. Heruitgave ave. Amsterdam, S W. 9.Iansz [Blaeu].S1620 1519 S 9 [= 16 1 9 . Heruitgave. g Amsterdam, W. Iansz [Blaeu].6 1622. Amsterdam, W. Iansz Blaeu.7 1624. 4^ S.l.8 Tussen 1622 en begin 5162 ? Amsterdam, W. Iansz Blaeu.71627. Rotterdam, ^ P. van Waesberge. g. e1 o 1629. 's-Gravenha ge, g, A. van de Venne en I. Ockerss. sI I In of na 162. 9 S.l. s.a.12 Tussen 1624 4 en 1632? S.l. s.a.1 3Circa 31633-1634. S.l. s.a.I 4 Circa 16 3S . S.l. s.a.15S Circa 16 3S . S.l. s.a.16 Circa 16 35 3S ? S.l. s.a.1 7Circa 16 3S ? S.l. s.a.18 Circa 1640. 4 S.l. s.a.1 9Circa 9Gouda, 1640-164 5 . P. Rammazeijn. S.a.Circa 1645. 4S Heruitgave. g Dordrecht, M. de Bot. S.a.21 Circa 1644-1645. S.l. s.a.22 1655. SS ADIV. Amsterdam, ^ Schipper.23 1 6 S 8.A DII'. Amsterdam,J.J.Schipper.^ 242 16 S9 . ADV. Dordrecht, ^ J. Savry. y166o : Cats sterft]2 51661. 5 Heruitgave. g Amsterdam,J.J.Schipper.^ PP26 1665. S ADIE. Amsterdam,J.J.Schipper. ^pp2 771700. AD147. Amsterdam en Utrecht, D. van Dalen, F. Halma, a a Wed. > A. vanSomeren, J. en W. vande Water.28 1712. 7 ADV. Amsterdam en 's-Gravenhage, , J. van Heekeren, A. Hase-broek A. van Damme, Wed. van G. de Groot, J. Ratelband P. van Thol. T o .2 9 1717. Amsterdam, ^ A. Schoonenburg, en J. Visscher. s3 0 1720. Amsterdam Wed. B. Visscher.3 I 1726. 7 ADIEGravenha g> e. Amsterdam en 's- J. Ratelband, a d > Wed. . vanHeekeren, H. U twerf I. van der Putte, P. van Thol, P. Husson.3 2 I 79 2 . Amsterdam E. Visscher.33 1 74S . Leiden, ^ Wed. en zoon van J. van der Deyster. y34 1 779 . Leiden, ^ H. van der Deyster. Y351 7 86-1 7 8 7 . ADIC. Gent C.J. Fernand.3 6 179 0-I 799 . ADV. Ed. R. Feith. Amsterdam J. Allart.37 1828. ADIC. Amsterdam, Gebroeders Diederichs.383 1834 ..Alk'. Ed. R. Feith. Heruitgave. g Amsterdam, ^ C. Wedde pohl.6 BIBLIOGRAFIE


39 1843-18S4. AD fr. Deventer, A. ter Gunne.40 Circa i861. _nix`. Voorrede W.J. Hofdijk. Tiel, s.a. H.C.A. Campagne.4 1 1862. _ID[e. Ed. J. van Vloten. Zwolle, Erven J.J. Tijl.42 [i87o]. AnV. Schiedam, s.a. H.A.M. Roelants.43 [1876]. ADV. Schiedam, H.A.M. Roelants.44 1880. ADV. Ed. W. Wolterink. Dordrecht, J.P. Revers.45 1905. Ed. E.v.O. Rotterdam, D.A. Daamen.46 196o. Ed. J. Bosch. Kampen, J.H. Kok N.V.4 DE EDITIESNr. B.I 1618-1ailen S Alcibiadis, us sive Proteus, vitae humanae ideam, emblemate trifariam variato,oculisubi'ciens. s 1 Deus nobis haec otia fecit. Middelburgi, g^ ex officina YP t o g ra hica pIohan n is Hellenij. ^ Anno M.DC. xviii. Cum p privilegio. g (Afb. B.I .1 .b Beer met twee ranken afm. 3^S x 5,3 cm.).c Middelburgd Hans van der Hellene .1618f Aanhalingitel op p t titelpagina pg a ontleend aan Vergilius, g Eclogae, g 16 : `0 Meliboee, , deus nobishaec otiaa fecit' (0 Melibeus god heeft ons de rust daarvoor g e gund .2 KB 144D 2*; UB L I0 18 C I * ' GUL 386, SM I2 *• UBU I 2 B I* • UBA 2003 E 6* • UBL44 3 ^ 77 ^ 3 ^ 3HOTZ268* • BLL 831 i 17 C6 .S ^ 3 7 4Afm. 2 2 I X I 1 cm.3 ^ 7^4 Drie delen:Deel I : titelpagina pg ina (zie hierboven); , r geg aveerde titel: Sinn'- en- minne-beelden.Emblemata,amores mores q que spectantia. p Emblemes, touchants les amours et lesmoeurs. (Zie afb. i).Deel 2: gegraveerde g titel: Sinne-beelden, ^ eertijts 1 minne-beelden, ^ nu gebruijckt g 1 totleer der es e. d en Ememata Emblemata, ante quidem qamatoria, vero in moralis doctrinae octrnae sen -s um magis serium tra n s la ta . Emblemes,raduit traduitsgdes ieux d'amour au rei lement desmoeurs. (Zie afb. • titelpagina: Sileni Alcibiadis sive Proteos, pars secunda. [Versie--3^>pring g ruit in de vorm van ranken (afm. 5,3 x 5,5 cm.)] Middelburgi, g^ ex officina Iohan -nis Hellenij. l M . DC . xv i I i . Cum privilegio. p g (Afb. B . I.2.Deelegegraveerde 3 gg titel: Sinne-beelden, ^ eertyts y minne-beelden, ^ nu ghetoghen g g totstichtelijcke l bedinckingen. g Emblemata, ^ ante q quidem amatoria, s nunc vero in sacrasmeditationes transfusa. Emblemes, des vanites amoureuses, traduits aux meditationschretienes (zie afb.; 4^ titelpagina: Sileni Alcibiadis, sive Proteos, >p pars tertia. [Beer met> ranken afm.2 x 8, >4 4cm . Middelburgi, g ex ^ officina Iohannis Hellenij, 1 M.DC.xvIII.Cumrivile p io. g (Afb. B .I. 3 .5 Drie titelprenten, p voor elk <strong>deel</strong>, resp. p i : I 9 ^ 4 X i 4> 8 cm. • 2 : I 9^ 1 x I 4^S cm.; 3. 3:19,2 9 } X I 4 > S 7 cm. • 3 I embleem p ren te n ^ alle e op de rechterpagina; pg 2-2 i tussengevoegdeg gkinfiers p el - p r ent (afm. I 7 ^ 7 x 28, ^9 9cm. De tekst meegerekend g is de hoogte g : 20,7 ^7 cm.),in<strong>deel</strong> 2 tussen t pagina p g i o6 en 107 . De prent p is aan de onderzijde afgesneden. g Enkeled etail s zijn l ingekleurd g in bruin. Op p de achtergrond g de abdij van Middelburg.Afb.B.I.47 BIBLIOGRAFIE


6Bijzonderheden l over de drie titelprenten p (een beschrijving l g en toelichtingi s te vindenin <strong>deel</strong> z, hoofdstuk 241):Deel i tekst behalve dee gegraveerdetitel ook :– links op p de verhoging gg : 'AVenne Inventor. An" 1618.'– rechts op pPde verhoging: `Fran. Schillemans sculp.'– links onder de apothekerspot: `Meliora latent.'– rechts onder de vijzel 1 : `Tundatur, olebit.'– middenonder, binnen het kader : `Lusus IngenyJuvenilis Lib. 1.Deel 2 tekst behalve dee gegraveerdetitel ook :– op p de briefrol die de bebrilde man (tweede van links) vasthoudt, , s staat: `Im pe r . casaflavius .. imperatoriam p maiestatem non solum armis decor = rat a am sedet. legibus g o p or = tet esse arm = atam. Ut utrum que tem pu'. 3– links onder de door de zon beschenen druiven, binnen het kader: ` Suu mcui cuique'.– rechts onder het wateras p^binnen het kader : `Bonus cum Bonis'.Deel 3, behalve de g e graveerde titel ook :– links op p de verhoging: `AV. Venne inve [onderbroken door schoen] i618.'– rechts op ppde verhoging: `F. Schillemans scul .'– links onder een knielende olifant, buiten het kader: e. '00 lumen! Numen!'– rechts onder een vuurijzer van een kuiper, p buiten het kader : `Ne procumbat p a humi.' uml.o * _ *4 *- 6*2 A-P42A-043A-044 4 S* 1 r Titelpagina*iv Blanco*2r Titelprent p <strong>deel</strong> 1r2v1 Blanco* 3 r Ad lectorum, ^ de fine huius opusculi, p ^p praefatio.2 *2r Voor-reden ende verclaringhe g over het oogh-merckg des schrijvers, 1 indit werck.4* i r Aen de Zeeusche ionck-vrouwen.[4* 44r1 Danielis Heynsii Y in emblemata clariss. consultissimique q viri D.J. CatziiJ. C." . E Pg i rammation.44 v Ad ampliss. Liss. ornatissimumque virum D. Jacobum CatsiumJ.C. Hominemtriplici p emblemata gP ra Nice exprimentem. pAd eundem. [Ondertek.] I. Lyraeus. YS * 1 r Ghedicht ter eeren den hoogh-gheleerden g g D.I. Cats op p sijnne const-l sinne-beelden. Ondertek. L. Peutemans.5 * 1 v Op p de drie boucken der Sinne-dichten ende beelden van den boo g h -geleerden heere D. Jacob Cats. Ondertek. I. Hobius. sS *2v Tot den leser. [Ondertek.]J.F.+ Errata [zie voor de tekst en de vertaling, g^ de r sub. 1 1 .6 * 1 r Au tres-dine g d'honneurs & bon-heurs, ^ le tres-docte s i g n e ur IaquesCats, I.C.onnet S encomiasts q ue ; ^ sur u sas e m b 1 e mes trl pq 11 ues. Onder-tek. Iosuah Sylvester.Y6*iv Aenden hoo g h- g heleerden D. Iacob Cats, op p het boeck van sijn s 1Gonst-rijcke l sinne-beelden, ^ (van de welcke sijn lg gunst mijn 1 eenvereert heeft.Ondertek. Anna Roemers.8 BIBLIOGRAFIE


6*zr Gedicht ter eerenvan een den h ogh-beleerden g heer Iacob Cats I.C. Ops^ i •ne const-rijcke ^ sinne-beelden.Ter eeren van den selven. [Ondertek.] lac. Luytt. I.C.Clinck-dicht op de drie-sinnighe p g sinne-beelden van den hoo gg h -he-leerden ende achtbaren heere D. Iacob Cats. [Ondertek.] S. de Swaef.[Air] BlancoA I V -N 4 v 5 I emblemen =. p. 2-104).o I r Orbis Atlas Amor est. Liefde e weerelt-dragher. g Dient tot Y u t-le gg in ghevan het beek des opschrifts p staende hier vooren op p het eerste blat(=p. 105).o I V Cupido p weck- g heloo p^ en ende verloren. Meest uy Moschi Griekscheg = . pi o6 .o 3 r Harders-liet = p . I o 9 .P 4 r I<strong>nl</strong>e Y din ghe totte leere der seden. Aen alle roock-eters, taback-blasers,lief-hebbers derdelhe Y Y t = p. p 119).P 4v Desinit in lachrimas.^ Au iouvenceau a mange-fumée, g c'est a dire, > amateur de e vanitez=p. 120).ZAI r Titelprent <strong>deel</strong> 2.p?A IV] Blanco[ 2 A 2r] TitelpaginaZA2V1- 20 1r 5 I emblemen = p4 -I05.Zo I v Kinder-spel p = . p I o6 prent ^p tussen I o6 en 107.[2o 4V1 Blanco3 A Tr] Titelprent p <strong>deel</strong> 33 A I V Blanco[ 3 A 2r Titelpagina3 A 2v]- 302r S I emblemen = p. 4 -107.302V Volghen g tot vullip g he vande ledighe g plaetse, p ^ sommighe g stichtelijcke1bedenkin gen.{ 304v] 4 Blanco8 4 —*I ,25 –44'4,— S *2 –AI –P 4> – > > - 204,IIals A5, als A i M 2 als M .S ^ 4 4^ 3;A I 2 – ;O iA gesigneerd>>> 4 3 g g9 I 9 2 bladen 4 o I 2-I 20 28 gepagineerd als 2 S^ 7 7 als 47 ^ 3^ 86 als 6 I I als5[3] 11 3;4 - I I I LI (94 e a ineerd als 64^ 3 4 6- I o7 4 .I I16180 # 4 ai *33 M 4*34 3 rt noch a– *b1 A4 4 pus : *bz 02 ach2 161804 bI A3 3 a$in$ *bz o t$3 161804 *bi B el b2 033onHet betreft hier de ed. rinc. de enige g uitgave g met drie keer eenenvijftig l g embleem pren-ten. In <strong>deel</strong> twee is embleem x 1enummerd g als 11 •; de prent p hoort bovendien n bijembleem x111 terwijldie van x111 bij l x1 hoort. Het Leidse exemplaar I'BL 1o18 c 1)heeft eveneens de verkeerde nummering, g ^ de prenten p staan hier wel e goed, gwilzeggen: en . de muis u s bij 1 xi en de a ppg a a i bij ain bij x111 • ; dit is ook Amsterbijhet exemplaar i -dam UBA 200 j E 6) en Glasgow g (GUL 386,3^s^^l r2 77 het geval; g ^ een aanwijzing l g dat ergecorrigeerd p g is op de plaatpers. p p In <strong>deel</strong> drie zijnde emblemen 1 en 11 niet genummerd.gVersieringen en o p : 8 3 > 2 *IV 2 *2, > 4* 4 , ^ 4*4, 4 4 > 96*zv, II > [niet in dl. z • 107^en Io8 .9 BIBLIOGRAFIE


Cats zegt g dat de tekst door correctoren werd nagekeken. g Zelf heeft hij hem kennelijkachteraf) nog g eens kritisch gelezen, g ^ zoals blijkt uit de volgende g Errata, ^ afgedruktgo S *2v :Pag. g 2. lin. I. Pro pars p sudis igne g caret, ^ lege, g> calet. Graeca omnia vitiosa sunt, > cum caretT Y o p ra g hus p Graecist typis, remitto igitur g Lectorem ad ipsos p Autores. Pag. g 20. propPryum, Y^ lege, rum. ge^ Y Pag. 2 . g Pro 3 eo quod q ibi est, lege, ^ ge^ Cupidum p hominem postu-lat se i<strong>nl</strong>aas pg coniicere eos postulat, p eos confectatur, subdole blanditur, & c. Pag. g36. lin. S pro p terret, ^ lege, g ^ torret. Pag. g 104 . lin. 6. pro p quem, q ^ lege, g ^ quam. q Pag. g 88 lin.6 voor s p ru Y ten. leest s p ru Y1 tjen. Pag. g IIo. lin. 22. voor s p ru Y^ t leest s p u Yt. Ibid. lin.p pen. voor ziltich-zout, ^ leest bitter-zout. Reliqua 9 per p te facile corriges. gSecundae artis Errata. Pag. g 21. col. 1. lin. 4 . Pro Lib. 6. lege, g^ Lib. . S Ibid. col. 2. lin.I.ro p Ma is g quam q gladiis g consternunt, ^ leg. g Ma g is quam q gladius, g ^ consternant. Pag. g 32,lin. 1.ro p leeu, ^ lege, g ^ luy. Y Pag. g 104 . lin. derniere,pour, p ^ & grand g honneur, lisez, > engrand honneur.Litteras Maiusculasuae q incuria Correctorum ubique q fere remanserunt & alia levis-cula Errata aequus q Lector facile corriget cornet.vertaling g : `Lijst 'Lijst van verbeteringen. g Pagina g 2, ^ reel g I. Lees voor `ars p sudis i gnecaret', > `calet'. Alle Griekse citaten zitten vol fouten, omdat de drukker geen g [lees : nietalle Griekse lettertekens heeft, ik verwijs daarom de lezer naar de schrijverszelf.Pagina 20 Yvoor `Pr um' lees `PY Pagina 2 3 , Pa ina 2, in plaatsvan wat daar staat: 'NisiCupidum p hominem p postulat, ^ se in plagas laas coniicere eos p postulat, ^ eos confectatur, , sub-dole blanditur,' enz. Pagina g 3^ 3 6, regel g S ` terret' moet zijn `torret'. Pagina g 104^ regel g 6voor `uem' q lees `uam'. q Pagina g 88, ^ regel g 6 voor `s p ru Y ten' lees `s P ru Y1 tjen'. Pag. g I io,reel regel 22 voor `s pY ru t' lees `s u pY t'. Op dezelfde p bladzijde, l^ de één na laatste regel, g^voor`zil tich-zout' lees `bitter-zout'. De rest zult u gemakkelijk g 1 zelf kunnen verbeteren.Errata van de d tweede afdeling. Pagina g 21, kolom I regel g 4 ^ voor `Lib. 6' lees `Lib. S '.0 Opdezelfde d bladzijde, 1 ^ kolom 2 regel g 1 ^ lees voor `Mais gq quam gladijs g l consternunt' :`M ag is quam 9 gladius, g ^ consternant'. Pagina g 32, 3^ regel g 1 = motto voor `leeu' lees `lu y'. YPagina g 104^ laatste reel regel, voor `& grand g honneur' lees `en grand g honneur'.De hoofdletters die door onachtzaamheid van de correctorenbijna overal zijn nage-glaten en andere minder belangrijke g J fouten zal de welwillende lezer g gemakkelijk 1 kunnenverbeteren.'De correcties die Cats hier voorstelde zijn in latere uitgaven op één na doorgevoerd:l g Pconiicere eos ostulat (in het Plautus-citaat op p. 2 bleef in de editie 162 xII. A. .bpp 3 7 4coniicere eos cu it; zo staat het overigens ook Plautus. Exemplaar GUL 86 S A /^ bij p 3 ^ 1277heeft e een afwijking l g in de signering g g ten opzichte p van KB 144 D 2 dat hierbovenbhescre-ven is s. • daarin is s namelijkniet 3 A 3 gesigneerd g g als AS, en 3 B als A wat wijst o4 4 wijst op een^per s correctie. Verder heeft exemplaar pUBL HOTZf260 in <strong>deel</strong> I geen g titelpagina.^ 7 MC, 27 g (geen correcte beschrijving), 1 g > De Vries,78; 7 ^ Landwehr 97 I o > 8o; Ten Berge1979, 7 -228 nr. IA ; Landwehr i 988 ^ 104-105.Nr. B.2 1618-2I Als nr. B.I (1618-1).2KBC ^' GUL 8 SM 2 *' GUL 387, 2 A*' PBZ II10 B 12*' I^'UC 0232148:477 37 ^ 3 7^ 93 ^ 3 7^ 93 > >YUN; NUC 0232148: FSC' NUC 0232148: PRI N 10.0 1' NUC 0232148: NLC; NUCs r 77 3^IO BIBLIOGRAFIE


0232148: HHS; BNP Y1 37 5 - 37 8 [misschien nr. B .I ed. 16 18-I ; IDC LO-I 9; * 3 VUA XH0009I 9 * ^ ; GUB ACC 3844 S *' ^ GAH C d 899I.KB 477 C 37: 31 22,4X ^4 I 7> 6 cm.' GUL 387 ^ 9^ ,S'AI 2 : 2I ^ 1 X 177 cm.' ^ GUL j 7^ 8 SM 2 ^3_^9 :2I 21,4 X 16,4Cm.; ^4 PBZ III0 B I2 : 2 I I X 16,3cm.; >3 ^^ I jU.-1 XH 0009I: 22 0 X I 7^2 Cm.Als nr. B.I (1618-1).De titelprent p van <strong>deel</strong> i vooraan, de titelprenten p van 2 en vóór 3,de titelpagina's; d eS I embleem p renten : alle op p de rechterpagina P g g (vgl. voor de afm. van de emble e m pren-ten: noot 2 bij nr. B.I); de prent p van de spelende p9^4 kinderen (afm. 18,1x 2 cm., in clu-sief bovenschrift : 20,8 cm. hoog)in g <strong>deel</strong> 2 tussen de p pagina's g 106 en 107.De drie titelprenten:: p de prent vóór <strong>deel</strong> i is dezelfde als die in nr. B.' (1618-1). In<strong>deel</strong> 2, behalve dee gg raveerde titel extra tekst ten opzichte p van de editie 1618- I n ame-lijk ^ onder het zwartkader, binnen de laatafdruk p : `Seneca Desine eadem velt sen e ex, e,9 que voluisti p puer'. 4 In <strong>deel</strong> 3 extra tekst onder het zwartkader, ^ binnen deplaatafdruk :` I Corinth. 1 3 .11 Cum p puer essem, ^ loquebar, q ^ sapiebam p cogitabam ^ ut puer • At, > vir cumfactus sim, ^p puerile omne de Posui'. 5"^ A— P4 ^A -2043A—^044 *4ir]riv]*2r*4vr]A I v -N4voirOIVo3rP4v[ ZA i r]ZAI IT]ZA zr]ZA2v -ZOirZO I VZo v 4[3Air]3A iv][ 3A zr]3A2v -302r3o2VTitelprent pBlancoAen de Zeeusche Ionck-vrouwen.Danielis Heijnsii. 1 In Emblemata clariss. consultis s imi 9ue vI ri D . .Catsii .C". E pg i rammation.Blanco5 I emblemen = p. p 2-104).Orbis Atlas Amor est. Liefde weerelt-dragher. g Dient t tot tute Y -1In gg he gvan het beelt des opschrifts p staende hier vooren op P het eerste blat(=p. 105).Cupido p weck- g heloo p^ en ende verloren. Meestut v Moschi GriekscheG eghedichten g = p. i o6 .Harders-liet= p . I o 9 .BlancoTitelprent p <strong>deel</strong> 2Ad lectorem. [Zie voor de tekst en vertalingieronder g, sub i I .TitelpaginaEmblemen, nu zonderrenten p (=p. p 4 -10 5 .Kinder-spel p g gheduyt Y tot sinne-beelden ende leere der zeden (=p. p 106,p prent tussen 106 en 107).BlancoTitelprent p <strong>deel</strong> 3BlancoTitelpaginaEmblemen, nu zonderrenten p (=p. p4 -107.Volghen ^ tot vultin ^ he vande ledighe ^ plaetse, p sommighes m ^ stichtelijcke1bedenkin gen.Monendus es, Benevole Lector. [Zie voor dek te st hieronder i sub I i .4 – ^I – AI > — P — 2A I 2 — 2O – 3 A1,2,– 30 CB4> > > 4> 4 4 g gesigneerd g als iA 4 en ' 1\42 als 13M 3•IIBIBLIOGRAFIE


9IOII16 7 bladen [8] 1 2-119 I (28 isgepagineerd als 2 577 als 47} 86 als 3^ 6 I I S als I I3 4 - I 4 I S I 6 - III I 94 i S gpg gepagineerd Baleed n s64^ als4-107 3 4 I .I 1618044 aiI * 3 e$fe *4 4 s d - *b i A4 4 us : *b2 02 ach2 161804 bi A3 a$in$ :*b2o ts3 161804 *bi B el : b2 033onIn dezeedte editie is sbbovendien een(vooralb boekhistorisch) belangwekkend g `Ad lectorem'opgenomen ZA I V :AD LECTOREM, Cum S ta t m i post p e editionem d huius opusculi, p Benevole Lector, biblio p o -lee apud p me con q ue r e r entu r e x en p s salibrorum, ob icones in triplici p opere p ter repetitas, pplus p aequo q augeri, g sum pq tu ue u s p rfluo e emptorem p gravari g : adeoque q imagines g totiesvisas v vix gratas, g as tee taediosas losas viderl . ideoque o p e ri sformam paulisper p mutandam, ad5 sublevand um em torem contenderent; Alii vero aliis rationum momentis contrariucenserent. Ego, g, ut utrisquer i satis fieret, nec minus de aliorum iudicio constaret, exem-p larie aliquot, q q quibus i imagines gimpressae p nondum Torent forent, paulatim p immutare, i ac inaliam faciem rede ere p operae pretiump m putavi. p Eamque q ob rem, in secunda & tertiao p Bras p parte, eo p ipso 1 loco, quu i iconibus vacabat, brevia Monita, tum meis tum aliorumI o verbis & sententiis, pro > p re o enata, substitui; contentus Typos Yp Emblematum in prima pparte semel 1 lectori xhi e bu i ; sse eas tamen si aliquis, q ad meliorem Emblematis captumin lectione secunda ac tertiae t partis p fortasse desideret, ^ ad primam p partem p recurrere,ibique i q sub eodem numero Emblematis i on c em consulere ne gravetur; g vel si cui idmolestum videbitur, b p oterit prioriseditionis i Ex m e laria p triplici p imagine g illustrata pre-I tio aliquant all want 0 maiori, o si commodum v i de b it u r sibicomarare comparare. V Vale, mi Lector, & labo-rem tui sub evand i gratia g susceptum, a p boni consule.In vertaling ll g ' TOTT oT DE LEIE LEZER. Meteen ee a na de uitgave g van dit werkje, l> welwillende lezer,k w a men de boekhandelaren 1 bij ij ^ mij klagen dat de kosten van de boeken door het drie-maal afdrukken van de afbeeldingen g en in de drie afdelingen, g^ buiten proportie p p stegen g endat de kopers p de onnodig g hoge g p prijs rijbezwaarlijk l vonden • ze verzekerden dat de afbeel-dingen1 g nadat ze zo vaak ggezien warenauwelijks 1 aangenaam, g ja l zelfs vervelend lekenen dat daarom de opzet P van het werk enigszins g veranderd moest worden om de koperpte ontlasten. Maar anderen, die e anere andere redenen meer gewicht g gaven, g ^ oor<strong>deel</strong>den teg en -o v e r ges teld. Daarom D heb ik het, om m beide partijen p l tevreden te stellen en niet minderom bij 1 andermans oor<strong>deel</strong> aan te sluiten, de moeite waard geacht g enkele exemplarenpwaarbij 1 de afbeeldingen g nog g gedrukt g waren, lichtelijk te veranderen en een anderaanzien te geven, Daarom heb eik in de tweede en derde afdeling g van het werk juist 1 opde gp lege p plek die voor de open afbeeldingen g wasgelaten-naar behoefte korte raad geving en met woorden en uitspraken van mezelf en van anderen toegevoegd en er genoegeng gmee genomen g de platen van de emblemen in het eerste ge<strong>deel</strong>te g eenmaal aan de lezerte tonen; maarals a iemand s die, tot een beter begrip g p van een embleem, bij het lezen vande tweede en derde afdeling g misschien h' erbij 1 zou willen hebben, ^ laat hij het dan nietbezwaarlijk l vinden naar het eerste <strong>deel</strong> terug g te gaan en daar onder hetzelfde nummerde embleemprent1 p t te raadplegen;of als h m e dit lastig g lijkt, 1 ^hij exemplaren p van deeerste uitgavave die i met de drievoudige afbeeldingen g g geïllustreerd zijn, 1^ voor een ietshogere ogeep rl ^ s a an s chaffen als m e dat g oed dunkt. Vaarwel , beste lezer en neem deinspanning gdie u moet doen om u financieelte ontzien, t voor lief.'Na te hebben geconstateerd dat ere twee p prozacommentaren werden verwisseld, ^ voegde gCats op i' 3o 4 v bovendien de volgende g correctie toe:I2 BIBLIOGRAFIE


YPMonendus es, Benevole Lector, T o gp ra hum ^ in dispositione P Monitorum 43. & 45,nescio q quo errore, ,p lapsum esse & ppraepostero p ordine alterum in locum a e alterius collo-oca sse : Tu, nisi grave g sit id ipsum p loco, ,q quo dixi, ^ margini g ascribe. e Et Vale.Ick Nebbe U.E.unsti g he g Leser, te waerschouwen dat in het drucken e van d dese hier-lerS b y - g hevou hde g Bedenckinghen, g, den Drucker (ick en weet niet door w wat mis-1 s ag h inhet Tweede <strong>deel</strong> der selver, de x L 111. Bedenckinghe g verkeerdelijck l heeft gevougttb g g Yhet x L v. Sinne-beelt, ende in te g hen-<strong>deel</strong> , de x L v . Bedenckin g he b Y het x L 111 . S i nne-beeft. Weest sulcx int lesenhedachtich g ^ ofte soo u goet g dunckt teyckent Y de voorz= voorzesde plaetse p op p de kant. Ende Vaert wel.0 Opp de titelpagina van exem laar ï'U.li H o00 91 staat een afwijkend drukkers? merk:niet de beer met ranken zoals op p de overige g exemplaren, p ^ maar opkrullende p rankenmet boven in het midden eenpot P met bloemen 3,5 x 4,2 cm. ,• afb. B.2 . D e exemplarenpxB 477 C 37 en GUL 3 7^ 8 SAT 293; A missen de titelpagina van <strong>deel</strong> I de juiste l titel (overi-g ens g gelijk l aan nr. B.I ^ 1618-I is gebaseerd g op P die in de exemplaren p GUL 387^ SR1 2932en PBZ 1110 B 12. Exemplaar p PBZ 1110 B 12 mist de eerste titelprent p *2r-v ontbreekt);p dit exemplaar heeft, , evenals 1 'U.,1 Xx 0009,1 verder hetzelfde voorwerk (tot[Air]) alsde editie 1618-1. Exemplaar pGUB NACC 3844;4^J is een onvolwaardigg boek : het is incom-p pleet en zeer beschadigd g (het opent p met embleem 1v).12 MC, niet; De Vries, 79 ; Landwehr I o 81 • Landwehr 1 9 88, 106., , , 79, 97 , ,Nr. B.3 1619-1 [161 9 , 1618]I a Iacobi Catzii I.C. Silenus Alcibiadis sive Proteus, humanae vitae ideam, emblemate trifariamvariato, oculis subjiciens. 1 Iconibus ^ artificiose in aes incisis, ^ ac trium linguarum gexplicatione eleganter elustratus. Editio altera ac auctior. Deus nobis haec otia f et ci .Amsterodami, ex officina YP t o ra g P hica Guiljelmi 1 Ianssonij. l Anno 161 9 . Cum Privile-g lo. (Afb. B.3).b Drukkersmerk : een hand uit de lucht met een weegschaal g waarop P twee globes g liggenafm. 3^3 x 2 ^ 8 cm.). Eronder in de banderol van de cartouche: `Praestat' (Deze [hij] 1weegt g het zwaarst). In de onderhoeken festoenen, ^ bovenin twee vogels. gc Amsterdamd Willem Jansz Blaeue 16192 UBL 101 C 2 *' BLL 1 4 8 5r 1 92 C6 .^ 3^ 4S 9 SAfm. 20,9X 16 cm.3 ,9 , S cm- Als nr. B . 2.4S60 2 *4 A – P 4. 2A – 20 4. 3 A – 3044 , >I r Gegraveerde titel7 g[LINT]Blanco[* 1 r Titelpagina* 1v] Extract uyt de privilegie.Y p gVanaf *2r `Aen de Zeeusche ionck-vrouwen' tot en metaan nr. B.2 (1618-2).3o v `Monendus es' gelijk4 g)I 3BIBLIOGRAFIE


8 Gelijk aan nr. B . 2 met uitzondering van B dat nu gecorrigeerd is.l ^ g 34 g g9 I 77 bladen I o I 2-119I 2 8 isgepagineerd als 225, 77 als 47^ 86 als 63 ^ I I S als I I 3 ;4(94 - I I I LIis gepagineerd e a als 64^ 3 4 -107 4 II o Geli j k aan nr. 13.2.I I Deni e e g afwijking 1 van g deze uitgave g ten opzichte P van 1618-2 betreft de titelpagina van<strong>deel</strong> 1: zij vermeldt de drukkerij van de Amsterdamse drukker Willem Jansz Blaeude andere twee delen zijn nog g steeds die van Van der Hellen in Middelburg. g Er is hierdus sprake p van een nieuwe titeluitgave. g Blijkbaar heeft Jansz de magazijnvoorraden g lvan Van der Hellen overgenomen. g (Zie z van het hoofdstuk `De preliminaria' p voorhetrivile p ie glgwaarin Van der Hellen het copyright overdoet aan Jansz). Bij gebondenis Maechden-plicht. Middelburg g 1618. In het Leidse exemplaar p ontbreekt de prent p vanhet kinderspel; misschien zit de prent p wel in het Londense exemplaar p (BLL r 4f 8 r 19 r(2)),dat overigens g een incompleet p voorwerk heeft (Simoni 99 I o > i I o nr. c65).I 2 MC, 2 8 • De Vries, 8 o • Landwehr I o 8 2 • Landwehr 1 9 88, 1 0 .> > > , 97^ , 7Nr. B.41619-2 [161 9 , I 5 1 9 [=i619]]I Als nr. B.3, (zie afb. B. .3 ^ 1619 32KBC ^• KB C *• GUL 388, SM I2 (I)*;GAD *' NUC471 02 2I : PRI N39 ^ 477 3^ 8 3^ 79 394 ^ 3 497710.C32; NUC 0232152: UIU; NUC 0232152: UPP; NUC 0232152: LCP; NUC 0232152:NLC • BNP z Pa en 8 o [de laatste zes exemplaren mogelijk <strong>deel</strong> 2 en van nr. ^ Y S P zijn g l 3 B.5uit 1620].3SAfm. <strong>deel</strong> I : 22,7 x I cm. • de delen 2 en : 2I I X I cm.^7 7 ^4 ^ 3 ^ 7^4Drie delen:– Deel I : titelpagina zie hierboven; ^ de gegraveerde gg titel als 1618-1 ;- Deel 2 • gegraveerde gg titel: als 1618-i;titelpagina: t te . a sc Ia obi Catzii I. C. Sileni Alcibiadis,sive Proteos, pars secunda. [Drukkersmerk als p op <strong>deel</strong> I met nu, boven in de car-touche vrouwenbustes met vleugels; afm. 6,2 x 5 ,1 cm.. Amsterodami, ex officinat Ypg o ra hica p Guilielmi Ianssonij. l Anno 1 S 19 [sic]. B. 4.I.– Deelegegraveerde 3 g g ; titel : als 1618-1 • titelpagina: Iacobi Catzii I.C. Sileni Alcibiadis,sive Proteosars p tertia. [Drukkersmerk als op p <strong>deel</strong> 2 . Amsterodami, ^ ex officina typohicaGuiljelmi 1 Ianssonij. l Anno I S9I [sic].t gp B.4.2).Als s nr. B.Z. Ten e opzichte p van a de vorige g uitgaven g verschillen de doorsneden van deprenten soms millimeters; dit kan veroorzaakt zijn door de papiersoort, het inkten ofde wijze waarop p de pers P werd gehanteerd. go I *4 A-2V44I r] Titelpagina[LINT]Extract uyt de Y privilegie. p gI r Titelprent p <strong>deel</strong> I – P 4 v Blanco is gelijk g^ aan nr. B.2.Q[prent1 r Titel <strong>deel</strong> 2Q I v Ad lectorem.QTitelpagina2r a ina <strong>deel</strong> 2I 4BIBLIOGRAFIE


Q 2v -2FIr Tekst (=p. p4 -10 S.2F i v I kin des r- el p gheduyt g tot Y sinne-beelden, s ende leere der zeden = p. p 106).[2F 4v] Blanco[2G Ir Titelprent p <strong>deel</strong> 32G Iv Blanco2G 2ri Titelpagina <strong>deel</strong> 32G 2V1-2V 2r Tekst= p 4-107).2V 2V Volghen g tot vulli p g he vande ledighe g plaetse, p ^ sommighe gstichtelijckegen.[2v 4v] Blanco8 Zie hieronder.9 1772-119 bladen I o Li I I 28 gepagineerd e a als 225, 77 als 47, 86 als 6 3^ 1 I S als II' 34 -III LI;-10 3 4 7 4 I (366 gepagineerde a als 39, 43 als 4I.I161904 *al *3 e$fe : a2 *4 S d – *bi A4 pus$ b2 2V3 ons$94 3 4 4 p 3[* Wil zeggen: gebaseerd op de 1620-uit ave .g P gI I [LINT] bevat het `Extract uyt Y de Privilegie', g ^ gedateerd g 21 augustus g 1619^waarin Vander Hellen het recht overdraagt aan Jansz. Ervoor ^ een afschrift van het octrooi, toe ge-kendo p7p 1 7april 1618 aan Van der Hellen, ondertekend door C. Aerssens.Het exemplaar pKB 477 c 3 (afm. 2 ^4 i x I 7 ^4 cm.) heeft een afwijkende 1 opbouw p in hetvoorwerken mist dege g raveerde titel van <strong>deel</strong> i). Het ziet ernaar uit dat het voor-werk van dit exemplaar, p ^ gecombineerd g met dat van KB 477 c. 39 het oorspronkelijke,p lvolledige, g > voorwerk omvat, overeenkomstig g ook de nieuwe titeluitgave g uit 1620(=nr. B.5). Hier:89[$I 2 — 2G I 2 (2P3 gesigneerd als 2P2) [A - 0 — P3 Q^> 3 g g 4 4 P4)].18 Sgelijk.bladen 26 I etc. Voor het overige 10 161904 9 4 IaI [niet] : 1a2 2t33 soo$ – * 2a 1 *33 e$fe : 2a2 2* 3 H – *bi A4 4 p pus$ 2V3 b2 2 Vons [* Wil zeggen: gebaseerd g op p de i620-uitgave].I I De STCN heeft hierbij als aantekening g dat het een heruitgave g betreft van de i6i8-drukbij 1 H. van der Hellen, ^ Middelburg. g Dit geldt g echter niet voor de uitgave g 1618-I (vgl. gKB 144D 2) dat op het blad 3 P 4r-v de tekst `Roock-eters ...' en `Desinit in lachrimas...' heeft. De aantekening g heeft dus betrekkingg op de uitgaveg1618-2. -2 Bovendien d- rag en de delen 2 en 3 een andere signering g g (dezelfde als in nr. B . S.Het werk onder het signatuur g 2374E 20 in de UBA bevat alleen <strong>deel</strong> 2 en <strong>deel</strong> 3 van Sile-nur met beide titelpagina's en titelprenten. p Dit betekent dat de embleemprente renten er nietvoorkomen. De titelpagina's dra g en het jaartalp 1 5 1 9 . In het exemplaar GUL 3^ 388, s u1279 r vermelden de drie titelpagina's res p l . het 'jaartal 161 9^ 16 18 en 1 5 1 9 . Verderhier van* p i r (titelpagina) pg –Air (Blanco) gelijk g l aan 1618-1. Aantekening g op phetschutblad : 'When Sir Josuah Reynolds Y was a boy Y he studied the prints p in this bookwithreat ^ care. See his Life b Y Malone.' Op ppde titelpagina: `Mr. Samuel Shipton. Dec.4 MDCCV'.I2 MC, niet; De Vries, niet; Landwehr 197o, niet; Landwehr 1 9 88, 108-109*. * De tweeKB-exemplaren p zijn zijn identiek aan de beschrijving l g bij l nr. 10 9^ maar Landwehr zet zeonder nr. io8].I5BIBLIOGRAFIE


Nr. B. B.51620 1620 I I = 161^ S 9 91 a Iacobi Catzii I.C. Silenus Alcibiadis s sive Proteus, humanae m vitae v ideam, tae dea emblemate e b mate e tri-fariam variato oculis subjiciens. Iconibus artificiose in aes incisis, ac trium lin ga u rumexplicatione P eleganter g elustratus. Editio altera ac auctior. Deus nobis haec otia fecit.Amsterodami ex officina Ypg t o ra P hica Guiljelmi l Ianssonij. l Anno 162o. Cum privile-g lo. (Afb. B. S.b Drukkersmerk : een hand uit de lucht met een weegschaal g waarop p twee globes g liggenafm. 3^3 x 2,8 cm.). Eronder in de banderol van de cartouche: Praestat. In de onderhoekenfestoenen, bovenin twee vogels. gc Amsterdamd Willem Jansz [Blaeu].e 16202 KB8 7f B 2*; UBG EE e 20 S^ *' UBL 1018 E 2 S *' ^ UBA 696 9 E 37^ 37*; UBA 073-109*, UBU I 32B 2*' VUA XH 00093*.Afm. 21, 7x 16,6 cm.3 ^74hierboven),Drie delen: <strong>deel</strong> I : titelpagina zie gegraveerde titels van <strong>deel</strong> 1- 3 : als1618-2; de titelpagina's van <strong>deel</strong> 2-3g 3 gelijk J aan nr. B 4 .(zie afb. B 4.. i en B.4.2).5Als nr. B.4.60 2 2 I -2 * —*I —2* 4 A- 2V 44 4 47r Titelpagina[Liv]Blanco[L2r]Titelprent p[L2vi Blanco2 I r Extract uyt Y de privilegie. p g2 iv Blancot 1 r Ad lectorem de fine huius opusculi P praefatio. P4 r Voor-reden ende verclaringhe g over het oogh-merck g des schryvers y indit werck.*2r Aen de Zeeusche ionck-vrouwen.*4vD. v Danielis Heijnsii. 1 In emblemata clariss. consultissimique q yin D. J .Catsii .0". E Pg i rammation.2 * Ir Ad ampliss. p ornatissimum q ue virum D. Iacobum Catsium I.C. Homi-nem tri p lici emblemata gP ra Nice ex primentem.Ad eundem. [Ondertek.] I. Liraeus.2 * IV Ghedicht ter eeren den hoogh-gheleerden g D.I. Cats op o sijnecon st-ricke j sinne-beelden. [Ondertek.] L. Peutemans.2 * 2r Op P de drie boucken der sinne-dichten ende beelden van den hoo gh-geleerden heere D. Jacob Cats. [Ondertek.] I. Hobius.2 * 2v Tot den laser. Ondertak. J.F.2*r Au tres-dine g d'honneurs & bon -beurs le tres-docte seigneur g IaquesCats, I.C. Sonnet encomiasts q ue; ^ sur ses emblemes tri pq li ues. Onder-tek. Iosuah Sylvester.Y2* 3 v Aenden hoogh-gheleerden g g D. Iacob Cats, op p het boeck van sijn lnconst-rijcke l sinne-beelden, ^ (van de welcke sijn sin gunst mijn 1 een vereert heeft.)Ondertek. Anna Roemers.16 BIBLIOGRAFIE


[2* 4r] Ghedicht ter eeren van den hoo gg h- heleerden heer Jacob Cats I.C. Op 0sy ne const-rij j sinne-beelden.Ter eeren van den seleen. [Ondertek.] Iac. Luytt. I.C.4 v Clinck-dicht op p de drie-sinnighe g sinne-beelden van den hoo g h- ghe-leerden ende achtbaren heere D. Iacob Cats, [Ondertek.] S. de Swaef.Van [Air] Blanco tot en met2v 4 v Blanco g gelijk 1 aan nr. B.4.8— 3 Q1,2, Q >>3 – 2G1,2(2P3 gg gesigneerd 4 als 2P2) [A - U 4 (–P4)].1 is niet aanwezig, g ^ is ook niet noodzakelijk. 1 Op p 2G 1 r hoort eige<strong>nl</strong>ijk de titel-p rent van <strong>deel</strong> 3].9 I 9 o bladen 3 6 1 2-119 9 1 (28gepagineerd als 225, 77 als 47^ 86 als 63^ 11 S als I I 3 '4 - I I I I X4 4-1074(3 LI6 6 e a ineerd als 39 43 als 41.I0 16200 iai [niet]: Ia2 2 soo$ — 221 *3 e$fe : 2a2 2 * H — bi A4 us b2 2V3 ons$162004 3 3 3 4 p 3I I Hetaat g in deze editie uit 1620 om een heruitgave g van nr. B.4 B. 1619 . 3 r bevat het`Extract uyt Y de privilegie'. p g De drie drukfouten ten opzichte p van 161 9zijn 9 nu verbeterd.<strong>deel</strong> I ontbreken de katernen E en F. Zij zijn abusievelijk gebondenin en het exem-p van Maechden-plicht (Middelburg g 1618 tussen katern D e n E > dat in dezelfde bandzit. De vraag g is of er exemplaren P zijn die wél op p het frontispice p van <strong>deel</strong> 2 en <strong>deel</strong> 3161 9hebben 9 (cf. Landwehr 197^ 0 83 . Het `Ad lectorem' op p^ Iv is gelijk g l aan dat vannr. B. 4^ dat teruggaat op pdat in nr. B .2 1 618-2 . Er zijn 1 enkele kleine spellingsverschillen.Bij J g gebonden naast Maeghden-plicht g zijn Sel -str y t. Dordrecht 16 343 4 en Thoonneel vandemanneliclee achtbaerhe .^ it. 's-Gravenha g ge 1632.Het voorwerk van exemplaar p UBL ror8 E 2 f (afm. 21,5X ^S 16,5^Scm.) heeft een iets anderevolgorde, g ^ maar is wel compleet. p Ook de exemplaren p i'U. i XH 00o 93, UB.^1 69 6 E 37, UBU132 3 B 2 (met de Zeeusche Ionck-vrouwen en Heinsius conform de signaturen g in B.6)en UB,i o 7^ -109 hebben een (iets) afwijkendevolgorde g in het voorwerk. Het exemplaar pL TBG BE e 201 heeft geen g kinderspel-prent. p p12 MC, ^ 29, ' De Vries,>81 > ' Landwehr 1 0 8 ' Landwehr 197 ^ 3^ 988 ^I Io.Nr. B.6 1622a Iacobi CatziiJ.C. Silenus Alcibiadis sive Proteus, humanae vitae ideam, emblematetrifariam variato, oculis subjiciens. 1 Iconibus artificiose in aes incisis, ^ ac trium lin gua-rum explicatione g eleganter g elustratus. Deus nobis haec otia fecit. 'tAmsterdam, ^Y b Wil-1em Iansz. Blaeuw, inde vergulde g Sonnewyser. Y Anno MDCxxII. (Afb. B.6).b Drukkersmerk afm. S ^4 x cm.) 7,5 een open hemelglobe, g ^ links daarvan de Tijdmet vleu gels, zandloper en zeis, en rechts Hercules met een leeuwehuid enknots. Eronder, in een banderol, `Indefessus agendo' g (Onvermoeid in het handelen).c Amsterdamd Willem Jansz Blaeu. Vanaf 1621 voegde hij de bijnaam van zijn grootvader toe aan zijne 16222KB 417 C ^^ I*' UBU z u 260* ; UBU I 2 B 3*; GBR I 8 F 2*' UBA 2 80 G I0*' UBA 1026q ^ 3 3 ^ 43 ^ S ^C 2I*' ^ UBL 1018 D I 3 *' ^ SPBL D 2005 I *' ^ PBL 2443 TL*; ^'^T ^6349I iC 0232153: FSC PN 6 C2555 1622 Cage; g^ BLL II SS 6 g 32 (i); ^ SBA C 7I I0 I.I 7BIBLIOGRAFIE


3SAfm. 22 ,8 x 1 cm.^ 7^3Drie delen: D ee l I : faux-titre : Iacobi Catzii I.C. Sileni Alcibiadis sive Proteos. Parsp prima; ^gg gegraveerde titel: • a als s 1618 -2• Deel D 2: faux-titre : Iacobi CatziiJ.C. Sileni Alci-blades > sive Proteos, >p pars secunda; ^gg gegraveerde titel: als 1618-2 ^ • Deel 3: faux-titre:Iac o b f CatziiJ.C. Sileni Alcibiadis, ssive >p Proteos, pars tertia;gegraveerde ^g g titel : als 1618-2Als Nr. B.5 (ed. 1620 . De meeste pprenten zijn circa 1 mm, g groter ten opzichte pvan devorige g editie (nr. B. 5^ dertien zijn 1 circa 2 mm. groter. Deze kleine verschillen kunnenzijn l veroorzaakt door depapiersoort, het inkten of de manier waarop P men de pers phanteerde. De afmetingeng van de prenten p van nr. B.8 komen nagenoeg g g overeen metdeze.6 °*– *4 A-2T44 4* Tr] Titelpagina* Iv Extract uyt Y de privilegie. p g* 2 r] Titelprent p*2v Blanco* 3 r Ad lectorem, actor ^ de fine huius opusculi, P ^p praefatio.2 * 1 v Voor-reden rede ende e d verklaringe g over het ooghmerck g des schryvers, Y in ditwerck.3 *2r A en de Zeeusche ionckvrouwen.34 * v Danielis H e in sii in emblemata clariss. consultissimique q viri IacobiCatziiJ.C. E pg i rammation.4 Ir Ad m liss. ornatissimumque dampliss.virum q D. Iacobum CatziumJ.C. Hominemtriplici p emblemata gp ra Nice exprimentem. pAd eundem. [Ondertek.] I. Lyraeus. Y4 * 1 v Au tres - di g ne d'honneurs & bon-beurs bon-heurs, le tresdocte signeur g Ia quesCats, I.C. Sonnetencom iasts q ue ^ • sur ses emblemes tri Pq li ues, Ondertek.Iosuah Sylvester.Y4 *2r Aen den hooch g beleerden D. Iacob Cats, ^ op het boeck van sijn 1konst -rijk ice sinne-beelden (van de welcke sijn ^ g gunst mijn een vereert heeft).Anna Roemers.4*2v4 Gedct h i h ter eeren van den hooch beleerden g D. Iacob Cats, ^ op p sijne sinesinne-beelden.Ter eeren van den selven. [Ondertek.] Iac. Lu Yt. I.C.4* 3 r^ r I Ali nc k- dicht op p de drie-sinnighe g sinne-beelden van den hoo gg h he-leerden ende achtbaren heere D. Iacob Cats. Ondertek. S. de Swaef.4* 3 v Gedct h 1 h ter eeren den hooch g beleerden D. Iacob Cats, ^ op p sijn 1 konst-ri'ckeinne-beelden. ^ sinne-beelden Ondertek. L. Peutemans.r Op de drie boecken der sinne-dichten ende beelden van den hoogh-h-gh eiaarde n heere Iacob Cats, I.C. Ondertek. I. Hobius.4* 4v Tot den leser. [Ondertek.] I.F.r] Faux-titre <strong>deel</strong> 1A I V -N 4 V Tekst = p. p 2-IO 4 .o 1 r Orbis Atlas Amor est. Liefde weerelt-dragher. g Dient tot Y u t-le gg in ghevan het beelt des opschrifts p staende hier vooren op p het eerste blat(=p. io 5 .Ió BIBLIOGRAFIE


o1v Cupido wech - g h e 1 oo p en ende verloren. Meest uyt Moschi Griekscheghedichten (=p. p '06).oer Harders-liet = p . 1 o7.o r Y I<strong>nl</strong>e din g he tot de leere der seden. Aen alle roock-eters, tabackblasers, >liefhebbersder ydelheyt.Y YDesinit in lachrimas.+ Au u iouvenceau u mange-fumée, g c'est a dire, , amateur de vanitez=p. iii).[o4V] BlancoPIr Faux-titre <strong>deel</strong> 2P iv] BlancoPer Titelprent <strong>deel</strong> 2[P2 V1-2E v Tekst (=p. p 4 -10 S .2 E I vg Kinder-spelt gheduyt Y tot sinne-beelden, ende leere der zeden(=p. I06.2E4v Blanco[2F Ir] Faux-titre <strong>deel</strong> 32FI IV] Blanco2F 2r Titelprent p <strong>deel</strong> 32F2 v -2T2r Tekst (=p. p 4 -10 7 .2T2V Volgheng tot vullen vullingheva n de 1 edi he g plaetse, somma g he stichtelijcke1bedenkingen. g2T 4v Drukkersmerk als p 4 afb. B .. I (afm. 6, ^3 3x 5 S^ ,2 cm. .$ — *I 2 — P1,2, — 2F 12.9 1 939 3 bladen 3 2 I 2-4(*) 4S 6 - 7 I I I 16(67977 gepagineerd als 1 als 7777 8, als 47;34- 1993S.I I I (6 9 gepagineerd als 64-107Wil Wl zeggen: e e p S en 6 ontbreken, en daardoor ontbreekt embleem prent II (Echo)].Io 1 62204 ai * 34* ni a2 a .M [4*2 4 0 0 — bI A 2 iosa b2 2T 3 heeSTCN vervolgt: g 2b1 2A33 oore : 2b2 2 Q2 et stee .I I Iv bevat het 'Extract uyt Y deprivilegie', g gedateerd 21 augustus g 1619^waarin Van derHellen het recht overdraagt o g aan Blaeu. Erbovenee n afschrift s van het octrooi, toegekend go op I 7 a ril p 1618 aan a Van der Hellen,ondertekend door C. Aerssens (zie 2 van hethoofdstuk 'Dep re li m i na ri ' Deze a . tekst met enkele veranderingen g in de spelling,zoalsr. 6 seecker [was: seker en r. 14 4 Pr o v a in ca'en [was: Provintien ; verder enkele enclises.In dit exemplaar : <strong>deel</strong> I 1 o i een handgeschreven g aantekening g : `E p ita Phium : vixit,mortu e[st] s et eivet ' .Het `A 'Ad lectorem' op pde verso-zijdevan de titelprent p in <strong>deel</strong>2, ,ogopgenomen Pg in de editie 16 2 0 ontbreekt hier. Het zetse l van nr. B .6 0622) is geheelnieuw ten opzichte van nr. B. 1620. In sommige exemplaren, waaronder UBU 132 Bp S g p ^ 3t (Amsterdam 1622 bij gebonden. In de exemplaren GBR 1438 F 2 3 is Maechden-plicht Jg p enUBL L I o IÓ D I 13 ontbreekt de kinderspel-prent anders pep- (zij 1 is er uitgesneden); in het laatst g enoemde zit o0keen g eerste titelprent. p In SB.'1 C 1710 7 I is in het voorwerk één pagina pgbijgebonden 1 g zijn 1 n Maechden-plichten- (Amsterdam 1622 ^ Sel -str yMiddel-tbui g 1620), Tooneel .. (Middelburg g 162 3 ^ en Huygens' Yg Costelick mal en Voor-hout(beide Middelburg g 1622).12 etco 3 De Vrees 82; Landwehr I 97 o 84; ^ 4, Landwehr 1898 111.I 9BIBLIOGRAFIE


Nr. B.7Zonderlaats p 16241 a Iacobl Catzii I C. S Silenus e Alci b iadis sive Proteus humanae vitae ideam emblematetrifariam r'f v a ri ato, oculis s subjiciens. l Iconibus artificiose in aes incisis, ac trium lin gua-rum explicatione P eleganter g elustratus. Deus nobis haec otia fecit. Anno M . D C . xx I V .Afb. B. 7.Ib Geen drukkersmerkc Gee<strong>nl</strong>aats p van uitgave gd Geen uitgevers- g of drukkersnaam8e 16242 UBL IOIó H I * • UBA 1999E I *' GUL 398, SM 0I*' GUB BL 6972 I*' PKA 325 G 20*;3 ^ 999 ? 39^ 3^ 97 ^ 3 S ^BLL 1160 a I.34Afm.7^ 1 x 9,5 cm.Een lee l • titel: zie hierboven; ,gg gegraveerde titel : Emblemata ofte minnelycke, Y zede-1 Y cke ende stichte 1 Y k c sinnebeelden. e s Door D.I. Catz. Op p de titelprent p Cupido P die eenaardbol met de inscriptie p `E 'Europa, p^ America' ' vasthoudt; , om hem heen boeren en bur-ers a B.7.2). ..g 76 S x Een titelprent ^ 8 1 cm.; ^ • onderaan zijn 1 enkele mm. afgesneden);• g ^ 5 g1 on enum-merrie rechthoekige embleemprenten p met het Latijnse l motto erboven, wel buiten deafdruk f a fm variërend v tussen s S^3 S AS en 7,2/7,3cm.. De kinderspel-prent p p (afm.9 , 3 x I 4^7 cm.) zit tussen de opdracht p aan de Zeeuwse jonkvrouwen 1 (A2v-A 3 r) en nietachteraan bij l de eige<strong>nl</strong>ijke g 1 tekst. De tekst erboven `kinder-s pel tot sinne-beelden endeleere der zeden', valt binnen de afdruk.*s — s6 Oblong g 24° 42 [of: 16°[?] * 2 A o1 r] Titelpagina*iv Blanco*2r Titelprent p*2v Blanco*3r3 r Orbis s Atlas Amor est. Liefde werelt-dragher. g Dient tot y u tle gg in gevan hetbeeldt rit des d o chrifts p s staende , hier vooren o phet eerste bladt.*4r 4 Voor-reden ende verklaringe g over het oogh-merck g des schrijvers, l indit werck.2*6v Aen de Zeeusche ionckvrouwen.A 3 r Aen den hooch-beleerden g D. Jacob Cats, ^ op het boeck van si' lnkonst -rijcke 1 sinne-beelden. (Van de welcke sijn lg gunst mijn 1 een vereert heeft.)Ondertek. Anna Roemers.A rCatz1 Faux-titre: I. minnelijcke, ^ zedelijcke, l ^ stichtelijcke sinne-beeldengA v -o2v Tekst40 3 r Kinder-spel p el g h du e dt Y tot sinne-beelden, ende leere der zeden.N35 –* 1 >> 2 — A 4 ^ — C4 B S als s c S ^ C 6 als D4, 4^ D4 als 4, G4 4 als c 4^ M 4 als N 4^ M S als9 128 bladen [ 38] [I] (4 X 5 I) 5 2-64 (P• 39twee maale a ineerd als 36)gpg 3io 1624[24/16] ai *3 ysg : a2 2* 5 iG.$L – bi A $ : b2 05 s$t20 BIBLIOGRAFIE


IIVoor het eerst sterk verkleinde em bl ee m r Pn e en t en een verkleinde kinderspel-prent. P pHet opschrift p op p de ene titelprent moet nu de hele lading g van de bundel dekken. Hetvoorwer k is ingekort . Afwezig g zijn l alle prozastukken en alle citaten : de faux-titre, metdenadruk op p zinnebeelden 1 n en e gedichten, g geeft g dit al aan. Elk embleem is ver<strong>deel</strong>d overvierpagina's met dezelfde e dubbele nummering g `pg a inerin ' g . De opbouw, p per ^p pagina, pgis sas,als volgt. • Motto en Nederlandsgedicht ds in romein eronder het Franse motto engedichtt (in een kleiner lettercorps p en cursief)• ^ idem voor het tweede en derde gedicht; gvervolgens 1 g de embleemprent p over de gehele g pagina, pg met erboven (buiten het kader) hetLatijnse motto. Deze opzet p herhaalt zich S 1 keer. Aan het eind de tekst `Kinder-s pel,'g gedrukt over 12 doorgenummerde g pagina's pg S3 -64^ in romein met de Latijnse g glossenin eenotische g letter.Uitgavenr. B.I2 heeft dezelfde titelprent ppen embleem renten, maar doorgaans zwarterafgedrukt. Er is s daar wel sprake p van een geheel g nieuw zetsel, , dus van een nieuwe editiev 1. k B.I 5). Het exemplaar LIB.^1 r F. 1gook nr.S p 9^9 (afm. 7^ ,2 x 9 ^4 cm.) heeft de prent vanhet t kinderspel p op p de g goede p plaats, ^ namelijk l tussen S 2 en S3> • het mist, > evenals het exem-GUL sMt 301 (7 ,6 x cm. de titelpagina. Het exem laar PK. 2 Gplaar GL L 39^ 398, . 3 7^ 9^7 ^p 3f 20 heeftgeeng- kinderspel-prent. In dit Amsterdamse exem p laar zijnCats' Mae ^hden licht (S.l.s. a. Tooneel el ... S.l. 1631),en Sel -str y t S.l. s.a.) bij lg gebonden. In het Leidse is niets bi'- 1gebonden;dn• e G LI B BL 6972 I heeft wel een kinderspel-prent P p en hierin is eveneens Mae ghden-plicht S.l. s.a.) bij lgebonden.12 MC. 31; De Vries, 83; Landwehr I o 85; Landwehr 1988, I 1 2.MC,3> > 3^ 97 ^ S^Nr. 13.8Amsterdam,^zonder jaar)ITC. : `omstreeks 1630'; 3^ O • mogelijk g l tussen 1622 en begin g1625)6 Ia a Catzii I.C. Silenus Alcibiadis, sive Proteus : humanae vitae ideam, , emblemateta rif riam variato, oculis subjiciens. 1 Iconibus artificiose iose in aes incisis, ac trium lingua-rum p^Yexplicatione elustratus. Deus eleganter'nobis haec otia fecit. t'Amsterdam, b Wil-1 em Blaeu, op 't water in de sonnewyser. Y S.a. (Afb. B.8).1 b Drukkersmerk : zie de beschrijving g bij 1 B.6.c Amsterdamd Wie Willem Jansz z Bleu. a De locatie `U p 't water' is het huidi g e Damrak. In 1613was Blaeueigenaar g g geworden van het pand p op Damrak 46, 4^ waar de drukkerij en de woning g achterde winkel la gen.e Zonder jaar12 KB477 C 4 D* ^ • UBA 2470 A I *• 9> LBU Rar LMY Cats 6*' ABD 12 C 4*; 4^ UBL I018 D I 7^ *•GAD 446* ^ • BNP Z 3S3 3538; ^ BLL 11408 g 2I (i).Afm. 2 1 x I o cm.3 3^ 7^4 Eén <strong>deel</strong>: titel pg pagina (zie hierboven ^ gegraveerde gg titel: Sinn'- en- minne-beelden.Emblemata, amores mores que q spectantia. p Emblemes, touchants les amours et les moeurs.5 Eén titelprent p I 9 ^ S x I 4^ 8 cm.) voor het gehele g werk, ^gelijkachter de titelpagina en aan die van nr. B.2 (1618-2); ^S 1 embleem p renten (niet genummerd),alle g ^ op p de linkerpa.- pg ina. De kinderspel-prent p P is hier, in tegenstelling g g tot de exemplaren p in Amsterdam enLeiden, afwezig. g2I BIBLIOGRAFIE


674 liefhebbers derdelhe Y Yt.Desinit in lachrimas.Au iouvenceau mange-fumée, g c'est a dire, > amateur de vanitez=.2 P 3 62G r3gheduyt Kinder-spel tot sinne-beelden, ^ ende leere der zeden (=p.P2372H IV-2H v 2V Sommighe g stichtelijcke ^ bedenckinghen g = p.242-244)•S– *1,2,— D I . Het exemplaar heeft geen A-katern • de a inerin si nerin loopt3 p g ^ P g g g g Pgewoon over op B.22 BIBLIOGRAFIE


9 122 bladen 4S5-24 4 2 S 26-244 (8 S5 gepagineerd als 58, 8 16o als 1 80 .10 000004 a 1 a 2 *33 c ta – b1 B : b2 2H 2 ckt$de. [De STCN neemt kennelijk 1 niet voorai c 3 Go omdat de tekst gewoon g doornummert].11 Elk embleem is s n in deze uitgave g ver<strong>deel</strong>d e d over vier pagina's; pg alle citaten uit de tweedeen derde afdeling g staan op p de linkerpagina, onder de p prent (onder de kopjes pl 'morale'en 'sacrum') en alle amoureuze onder de subscriptio e van de eerste uitlegg op derechter-e a g ina. Op ede volgende g twee pagina's eg staat links, ^ onder de koptitel e 'Morale', eerst hetNederlandseedicht g over de gehele g pagina, eg dan staan in twee kolommen naast elkaarhet Latijnse en Franse gedicht, g ^ daaronder in twee kolommen naast elkaar het Latijnse1en Nederlandseroza. ee Dezelfde typografische o lossin g geldt g voor de rechterpaginaonder de kopregel `Sacrum'. Er zijnverschillende lettercorpsen elettertypen en engebruikt. g Het Nederlandse proza e is breder gezet g dat het Latijnse. Bij lg gebonden zijn: 1I. Ia cob i C Catzii I.C. Monita amoris virginei g sive Officium epuellarum ... Am telre s -d am b ,yWWillem Iansz. Blaeu ... s.a.2. J. Cats Self str Y d [...] Tot Middelburgh, g ^ g gedruckt Yb Hans van der Hellen voor IanPietersz. vande Venne [...] 1621.3. 3 Sinne-beeld, e ^ de heymenisse Y ende eygenschap Yg e des christelijcken 1 self str Yts [...] TotMiddelbui g h. Ghedruckt b YHans vander Hellen, voor Jan Pietersz. van de Venne ...16 244. 4 Tooneel van de mannelicke achtbaerheyt Y ... Tot Middelburgh, g ,g ghedruckt b YHansvarider Hellen , voor Jan Pieterss vande Venne [...] 1622.Zie voor de veronderstelde datering g van deze editie: hoofdstuk 2. 3 . Exemplaar e UB^,12470 A I ^ (afm. 22,1 , x 16 , o cm. ,28,9 met de kinderspel-prent afm. x 1 8 , 1 cm. , heeftbij Jg g g ebonden : Iacobi Catzii I.C. Monita amoris virginei sive Officium puellarum e ...Amstelredam, b Willem Iansz. Blaeu ... s.a. Dit exemplaar e is erg gslecht en scheefafgesneden. g Daardoor mist het de onderste regel 'op `o ... sonnewyser'. ^ Ook zijn l enkelekopregels vervallen. In het exemplaar p UBL lolt D 17 7 (afm. 2 4, S x i 7, o cm.) zijn geengandere werken bij lg gebonden. e De kinderspel-prent e (afm. 2 9^S x 18, ,3cm.) is in het mid-den op e een strookje 1 ingeplakt g e en valt tussen 2G 2v- 2G 3 r open p (over de pagina's pg 2 36-2 37 .Van het exemplaar eLBU LMY Cats 6 wijkt 1ede titelpagina af : onderaan is een apartstrookjevastgeplakt16 le 2 x 3,66 cm.. H e t onderste s gge<strong>deel</strong>te vantitelpagina de vanMaeghden- licht (in dit exemplaar p is de uitgave g Amsterdam 1622 bi' lg ebonden met alsafwijkende omschrijving l g van de plaatsnaam: e 'tAmstelredam ^ komt precies e overeen metde tekst op g dit strookje,namelijk 1^ e't Amstelredam, ^ B Y Will em I ansz Bl aeuw inde ver -g ulde Sonnewyser. Y Anno MDCXX1I. Cum Privilegio. g Nr. B.6 (1622) heeft 'tAmsterdam.Wanneer of door wie het is aangeplakt, blijft onduidelijk. -Bij lg gebonden zijn 1 hier verder : Sel -str yt 16 34 en Tooneel z aan de mannelicke achtbaerhe ^t 1622. In het exemplaar eGA D 446, ^ waarvan de onderkant kort is afgesneden, g ^ zijn door de hele bundel bijbepaalde e e passages g aandachtsvingertjes g J met pen e bijgetekend. lg12 MC, 32; De Vries, 84; Landwehr 1 0 86 ^ Landwehr 1 88 1 1 .^ 3 ^ ,4 ^ 97> > 9 ^ 3Nr. B.9 1627I a Proteus ofte minne-beelden verandert in sinne-beelden. Tot Rotterdam. Bij Pieter e vanWaesberge g boekvercooper e An." 162 7 . Met e privilegie g voor 15. Iaren.23 BIBLIOGRAFIE


Geenc Rotterdamd Pieter van Waesberge ge 16272 KB 144D 4 (boekbanden 1757 7S7 C I 2* ^ • K B 7S 758 B I* ^ • K B 7S 758 B 16* • ^ GUL 389, 3 9 > 1280* • >GUL$ 39> SM 1281* • ABD 12 C S *• ^ PBL D 2005 S II* ^ • PBL 2446 TL*; ^ GBR 233C 1* • PKRzonder inventarisnummer * • PKA 3712003214*, UBA OG 66-3*; UBA 1026 C 20* • UBA E 9 boekband* • UBGEE e 16* • UBL I018E26* • UBL 1018C2* • UBL 1018 B *• KBBIII06 7 3 B* ^ • KBB VI 700044 A*; ^ KBB VH 24397 (VAN HULTH EM LP *• HAW 2.1 Eth; > UBU1323 S * • L BURarLMYCats I* • PBZ 1062 4*; 4 ^ 31108G * • PBZ 1110 II*•PKL>RB II D 19*; BNG NL HC 215*, í\T UC 0232129: DLC • ^^NUC 0232129: HUC • NUC 0232129:YUN • NUC 0232129:NLC • ^^^ NUC 0232129: FSC • NUC 0232129: UNC • BNP Y1 340-343BNP Y16 - 66 • BLL C 120 C I • IDC LO-I * • UFA P 1380*, VUA XH 00025*, VUA XH3 4 3 ^ 7^ 94 ^00092*, SBA C I I0 2* • PMA B 2103*, SHG I 2 2A* • GAH C d 8 9 *.7 ^ 39 ^ 9 33 Afm. 2 2 ^ 8 x 7^7 17,7 cm.4 Eén <strong>deel</strong>. Faux-titre : Proteus ofte minne-beelden verandert in sinne-beelden door J.Catz; gegraveerde titel (zie hierboven).^gg5 Eén titelprent p I 9^9 x I S> 1 cm. voor het gehele g werk (afb. B. 9^ • de 52 S embleemprentenalle op pzijn de linkerpagina. De nummers I en I I zijn g geheel nieuw; de andere prenten pzijn opnieuw p gesneden g naar een vroegere g versie (waarschij<strong>nl</strong>ijk 1 1 een van de edities uit1618 en komen dus a rebours. Het meren<strong>deel</strong> draagt g de aanduiding g van de graveur g JanSwelinck,meestal alleen met de initialen 1 s.' Zie hoofdstuk 2.4.1.2 4 voor een be schrij1-vin gvan de titelprent. p40 §' ? - 2?4 3?/3;/3 4 4:4 5:z 2 zA — 2 Q 4 2R A-C4 Z D z[ir]Faux-titre{iv]Blanco2 r Titelprentpent[§2v1 Blanco3 r Aen den verstande g hen leser op P de titel-prent.P3 v Inhout van de privilegie. p g4 r Aende edele moghende g heeren, ^ mijne 1 heeren de staeten 's landts vanRotterdam. Ondertek. Jan Swelinck.?ir Aenspraeckeptot den leser, ^ op p de ghele genthe Y t van de veranderinghe gin desen nieuwen druck= . p i voorwerk, hierna ^ afgekort g als vw).?2v Voor-reden ende verklaringhegover het ooghmerck g des schrijvers inwerck._ p4 vw). Ondertek. I. Cats.2 ? 3 r Ad lectorem, ^ de fine hujus l opusculi. p Praefatio. _ p . 15 s vw).3^ ? • i r Aende Zeeusche ionck-vrouwen : g gheschreven gheduerende den voor -leden stil-stant van wapenen.p_ p . 17 7vw vw).34 r Danielis Heinsii in emblemata clariss. consultissimique q viri D. JacobiCatzii C". E P ig p rammation. 3_ . 2 3vw vw).34 •. v Ad amplissimum p consultissimumque q virum D. laco b um CatziumJ. ctum.gnatuur suum, s^& popularemppsuperpemblematibusab ipsoped- Itis._ p . 24vw). 4 [Ondertek.] Adrianus Hofferus.24 BIBLIOGRAFIE


4:2r4:2v4:3r4:3v4 :4r[4 :41T}5 : I r5 :IV[5:2r][5:2V]A Ir]AIV - 2R2r2R 2VZA ir]ZA iv]ZA 2r-ZD 2VAd clarissimum eirum D. Iacobum Catsiumoetam p in signem. g+ Ana g ramma visu catos s cibas. pg E i ramm. _ p . 27 7 vw . O[Onder-tek. Ioannes Arcerius.Ad am p iss 1' mum i o nat r i ssimum que eirum Jacobum Catzium C u I.C tm.Hominem triplici p Emblemata graphicNice exprimentem. p+ eundem. _ . p28 vw . [Ondertek.] J. L vraeus.Au tres-dine g d'honneurs & bon-heurs le tresdocte signeur g Ia quesCats, I.C. Sonnet encomiastique q sur ses emblemes pq tri li ues. _ p . 292vw).[Ondertek.1 Iosuah Sylvester.YAen den hoochgeleerden g D. Iacob Cats, ^ op het boeck van sijn 1konst -rijcke l sinne-beelden. Van de welcke sijn gunst mijn 1 een vereert heeft._ p3 o vw). [Ondertek.] Anna Roemers.Ghedicht ter eeren van den hooch g geleerden D. Jacob Cats, ^ op p sijn sinekonst-rijcke sinne-beelden.Ter eeren van den selven._ p3 1 vw . [Ondertek.] Iac. Luyt t.Klinck-dicht op p de drie-sinnighe g sinne-beelden vanden hoo gg h eleer-den ende achtbaren heere D. Iacob Cats._ p33 2 vw). [Ondertek.] S.de Swaef.Ghedicht ter eeren den hoochgheleerden g D. Jacob Cats. Op p<strong>nl</strong> sijn konst-rijke l c p sinne-beelden. 33 vw). _ O[Ondertek.] L. Peutemans.Op p de drie boucken der Sinne-dichten ende beelden van den hoo gh-geleerden g heere D. Jacob Cats. (=p. p 34 vw). . [Ondertek.] O I. Hobius.Tot den leser._ p 35 vw). [Ondertek.] I.F.BlancoFaux titre : Sinne ende minne-beelden. Van J. Catz.Tekst= p. 2- 3 1 5 ).BlancoEmblemata D. Iacobi Catsii, in linguam g Anglicam g transfusa.J. = I Primum emblema in linguam g Anglicam g non est translatum.Tekst= p 3 -28).83 – §1,2,– 5.2,–AI,-2R2,– AI H29 I 94 bladen 8 1- 35gepagineerd LIII 2 e a als 4^ I 13 als I S^ I 2- 3 I I S 60gepagineerdalsde SS eerste staat S op zijn p zijn kop), p o6 > als 102, 1 o 7 als 103^ 127 als 17^ 2 135 als 1145,1 44 als 41 4^ 267als 2 S7^ 285 als 287^ 299 als 2 93 ); ^ 23-28 3 (6gepagineerd als 4, 7 alsS> 20 als 16 21 al s I 7^ 244 als 20.[Resp . voorwerk; tekst; Engelse vertaling].p g g10 1627047 4 ai 3 er : a2 5 : eri kle Yne – IbI A2 st : Ib2 2R s$e – 2b1 ZA2 askt – 2b221)2 1 ne In enkele exemplaren p is een miniem verschil: a I §3 der en I b I A2 est$].ID I emblemen De e vi en xxi (p. 3 I 72 =12 hebben 7 niet twee keer proza, p maar extrag ed ich ten . Het ehier beschreven exemplaar p zal, ^g gezien het groter g aantal drukfouten indea ineringten g opzichte p van andere exemplaren, p het ^ oudste zijn. In de meeste ove-ge exemplaren p is de pagina-aanduiding pg g 6o verbeterd; ^ in sommige g ook de fouten indea pg in rin e van g de Engelse g vertalingen. gAan n KB x 144D 4 gaat een opdracht aan de heren van `de staeten 's landts van Rotterdam'vooraf. Varianten komen voor in de volgende g exemplaren: p( T B", 1°1.8E 26:zSBIBLIOGRAFIE


`Eerentfeste achtbare wise l voorsienige g seer discrete heeren, ^ mijne l heeren schoutetburgemeesteren g schepenen p raden ende regeerders g der wijt vermaerde coop-stad-stalt totlt 1. De Vries 18 99> Lv 1 nr. 89 • ^ KB 7f 8 B I: `Rende edele moghende ghee-ren mijne heeren de staeten 's landts van Wtrecht'; KB8 7f B 16: `Rende EerentfesteAchtbare wise l Voorsienige g seer discrete Heeren, ^ Mi 1 ne Heeren Schoutet Burgermees-teren Schepenen p Raden ende Regeerders g der wijtvermaerde Coop-StadStalt tot Rotter-1 anders vermeld dragen g alle overige g bekeken exemplaren p dit opschrift p alsopdracht) p •; SHG 1 ^9 2 2A : `Rende Eerentfeste Achtbare wise l Voorsienige g seer discreteHeeren Mine l Heeren Schoutet Burgermeesteren g Schepenen p Raden ende Regeerdersgder wijt vermaerde Coop-Stadt p tot Dordrecht'; ^ PBL 2446 TL : ` Rende wise 1 VoorsienigegHeeren de Heeren Bewint-hebberen van de Oost-Indische Compagnie Residerende totMiddelburch'; KBB III 7063 B : `Rende Edele Mogende g Hoogh g wise l Hooghgeleerde, gende Voorsienighe g Heeren, ^ Mine 1 Heeren de President ende Raeden vanden HoogengRaet van Hollant Zeelant ende West-Vrieslandt'; PBZ 1062 D: 4 `Rende Dooluchtigegsic Hoo g hmo g ende Heeren , Mine l Heeren de Staten Generael vande VereenichdeNederlantse Provintien'; IDC LO-194 én SBA C 1710 7 2 : ` Edele wise 1 Voorsienige g Heeren,Mine 1 Heeren van de Reecken-kamer des Generaliteyts Y der Vereenichde NederlantseProvintien' • I'UA XH 0002: f `Rende achtbare wise a voorsienige g heeren, de heerenbewint-hebberen vande West- Indische compagnie residerende tot Amsterdam', BNGNL HC 211: f `Rende Eerentfeste Achtbare wise 1 Voorsienige g seer discrete Heeren, ^ Mine lHeeren Schoutet Burgermeesteren g Schepenen p Raeden ende Regeerders g der Stadt BrielZie over deze wisselende opdrachten 3 ook hoofdstuk 2. 3en 3 van ` De p preliminaria'). 'Opp 73 is de K -custode weggehaald; later is dit met pen p gecorrigeerd. g g Bij lgebondenzonder nieuw impressum) p zijn: l Argumentum g Phyllis y & Anna. Met illustratie (portretpvan Phyllis), 3 A- 3 F 4 • 46 pagina's] • Galathee ofte harder minne-klachte van J. Cat 4A-4G 4 •Y ^ , 4 p g ^ ^> >met vijf illustraties (waaronder een portret p van Galathee); ^ SS pagina's]; spg • Emblematamoralia et aeconomica. Vergiliusg 9 omnia vertuntur, ^ certe vertuntur amores. Met 44embleem p renten. 5 A- 5 L 4 3 M 2 ; 91 pagina's].^ 9In de meeste g evallen zijn deze werken (soms in een andere volgorde) g bij lgebonden.Naast deze drie zo nu en dan : Sel str y d ... Middelburg g 1621 of 1625, en : Toonneel ...Middelburg g 1622 of 162 33(het exemplaar P KB 1f 8 B 16 heeft niets bi' lgebd onen . In som-mie g exemplaren p zijn op ppg pagina 8 van de `Voor-reden' de onderste twee regels g lateringeplakt omdat ze niet gedrukt g waren (een voorbeeld van een zogeheten g 'cancel', `cancel' vgl.Gaskell 1 97 9^onderhavigeg editie wordt ook vermeld in de boekhandels-catalogus g van Hendrick Laurensz uit 1628 (Van Selm 9 7^ 1 8361, 3 noot z8 .134-136). De onderhaveVariaties op p bovenstaande beschrijving 1 g zijn 1 K B 7f 8 B 1 (afm. 2 2 6 x 18 > 2 cm.):paginaa 6o is goed; evenals 20, 21g en 144 in de Engelse g tekst; ^ in exemplaar p KB 718 B 16afm. 23,6 x 18 cm.: afwi signering G3 als G • UBA OG 66- (afm. 2 x>3afwijkendeg g 3 ; 3 3 ^ 3 18 o cm. • >UBA 1026 C 20 (afm. 21, ,9X 1 7^ 2 cm. • UBA 2003 3 E 9 (afm. 21, ^7 7X 1 7> 2 cm. • > UBG EE e 16:van embleem p rent x L 1 zijnde vrouw (rood en blauw) en de zon (rood) ingekleurd;GAH C dX 17,8 all.), UBL Ion? C 2 (afm. z X i cm.;9 3 (22,5 3^4 7^S LBU Rar L^IIY Cats1 is zeer kort afgesneden g 1 9 ^ 7 x 161 cm) en, afgezien g van 3 r-[§4v], zonder voorwerk; >GUL 8 SM 1280 (afm. 2 1 X i cm. • GUL 8 SM 1281 (afm. 2 X i o cm. •3 9 ^ 4^ .-1BD7 ^ S ^ 3 9 ^ 3^S 7> >12 C 1 afm. 23> 2 x 16, >S 5cm.). De titelprent p (afm. 1 9^ 9 x 1 4^9 cm.) g gehavend; ^ titelpaginaafwezig, g venals de opdracht. p De paginering pg g is g goed , met uitzonderin g die van pg a ina25(in S het Engelse g <strong>deel</strong>). In SHG 39 1 2 2A (afm. z 3^4 x 1 7^S cm.) enkele aanzetten totinkleuring met waterverf in roze, rood, bruin, blauw, geel en paars (de nrs. ix, xiixxi, xx i v (het mooist) en xxx v i i i . KBB III06 B (afm. 2 x 1 cm. KBB VI 0007 3 3^3 7 ^ S ^ 1 4z6 BIBLIOGRAFIE


A (afm. 22 ,1 X 17,4 7 ^4 ^ KBB 1 'H 24397 (afm. 23 > o X 16,9cm. > 9 ^ PBZ 1062 D 4 (afm.2I 21,9 X I 7^S cm.) en PBZ 7108 G 3 (afm. 22 ^ 8 x I 7^ 8 cm.).7^4 vallend is in het hoofdwerk p van UBL ror8 r 26 (22,6 x 1 7 ,4 en i ' t '.1 X x oo 02f(22,8 x 1 7^ ,o cm.) p. p 6o niet als SS maar als o6, ^ terwijl J enkele andere fouteniin de pg a ineringist J zijnverbeterd. In PAL-1 B 21033 2 6 x 3,p 18,ocm.) is p. 6 in het voorwerk a als1 4 ; en ontbreekt S p. p 25 van de Engelse g vertaling g (bovendien is prent p xx 11 i slecht t afge- a g-drukt). In PBZ 1110 B II (afm. 22, ^ 3x 3 17^ 2 cm.) staat de 2 van p pagina g 20 op p zijn 1 koppdit o.m. ook in GBR 23 3 C 1 ; tevens ontbreken de Engelse g vertalingen. g De e ProvincialeBibliotheek Zeeland bezit hiervan nog wel een apart p -ingebonden g set onder het signa- sgtuur 10 7 8 B I 3^gdie mogelijkafkomstig is uit deze band.1 U.-1 XH 00021 heeft enkele g gebruikerssporen, p ^ de laatste p op p p. 79 1 : in één hand zijn, Jmet bruine inkt, ,p op sommige gplaatsen (vaak terechte) correcties aangebracht. g Hoofdlet-ters zijn geschreven bij eigennamen, bepaalde zetfouten aangegeven en de spelling g ^ p zijnp gvan enkele Latijnseg woorden (met name de uitgangen)is gecorrigeerd. g In exemplaarpVUA XH 00092 ^ 22 1 x 1 7^S cm.) bevatten enkele prenten p aanzetten tot inkleuringg(goudgeelrood-roze; en het meest uitgebreid g is nr. x r .In PKL RB II D 19 ^ is het voorwerk incompleet p : een opdracht ontbreekt en e aanwezigzijn alleen: ^ 2r-v 3 §3r-v; ?i ^ r Aenspraecke p tot den leser ... en ?2v ev. Voor-reden...Ook zitten de Engelse g vertalingen g niet in dit exemplaar. psB.-1 C 7 r 10 2 (21,6x 16, 6 cm.)>33cheeft naast de Emblemata moralia en Galathee, tevens Gedachten op slapeloose nachten (Leiden1 73 2) bij Jg gebonden. UF.-1 P r 380 21 8 x 16 2 cm.) is flink aangetast g en ingrijpendgerestaureerd g : het papier pp is gebleekt g met kalium en aan g gevezeld. Het gaat g hier om eenexem p laar waarin embleem p rent xx 111 Al p heus voor de tweede keer abusievelijk isgedrukt g bij 1 embleem xxv (de meeuw), ^ fout die nergens g anders s is i aangetroffen. gIn BNG HC 21 f komen drie opvallende p afwijkingen J g voor: embleem p rent xxv1 is seenkwartslag g naar rechts g gedraaid, signatuuraanduiding gg o1 komt niet voor, en wat hetmeest in het oog gg springt is dat het gehele A-katern een afwijkend zetsel heeft tenopzichte p7 van alle overige bekeken exemplaren P uit 162 7 . In bijna alle gevallen g e gaat g hetom zetfouten, waarmee het katern ongetwijfeld g 1 een eerder stadium van het drukprocesd u proceslaat zien.'°Een andere verrassing g biedt het exemplaar P UBL ror8 B 1 (afm. 22 6 x 18 > 2 cm.). Hetboek is vervat in een band met twee sloten; bloemmotieven zijn in goud g op p snee aan ge-bracht. Onder de faux-titre, tegen g een blauwe achtergrond, g ^ staat ingekalligrafeerdhandschrift : `Aff g eset Door M.F.H. vander Ley. YA " 164 1'. Alle titelprenten, p faux -titres ^p prenten, ^g grote kapitalen p en versieringen g zijn ingekleurd. g De faux-titres tegen eenblauwe achter grond, letters met goud-verfoverschilderd. Hoewel de inkleurder eenbeperkt p paletheeft gebruikt, zijn met name de kleuren in de diverse kleding combinatiesinteressant. In het exemplaar zitten geen g gebruikerssporen. p Een aantekeninge gp o hetachterste schutblad vermeldt : `Deon g e van Ellemeet 180. 4 Van Mart. NijhoffN boekh.'s Ha ge'."Bij gebonden 1 ^ zijn, behalve de drie gebruikelijke g l werken (Emblemata moralia, Gala Galatheeen de Engelse g vertaling): g Sel -str y dt ... Middelburg g 162. S Met oppg-set door M.F.H. Van-Der-Le y, A " 164 1'; , en op p de titelprent p `Af geset D ..H.v. L . 'de titelpagina: . `Af er FOok op p Sinne-beeld ... des ... Sel -str y ts = p . 107), staat `M . F . H . v . L .' > en eerde verderThooneel vande rannelicke achtbaerhe y t ... 's-Gravenhage g 163^ 2 met op.de titelpagina`A.D.M.F.H.V.D.L. A " 1641'. 412 MC,^ 41- 2 ^ De Vries, 8 Landwehr I o 2; Ten Berge 1 nr. 1 B4 > > 9 ^ 97 ^ 9 ^ g 979> 228, >LandwehrI 988, 118.27 BIBLIOGRAFIE


Nr. B.10 162937a Proteus ofte minne-beelden verandert in sinne-beelden. Door I. Cats. In 's Gravenhage igedruckt g ende te koop p b YAdriaen vander Venne, ende Ioost Ockerss. woonendeop p den fluweele burch-wal. 1629 . Met privilegie voor 15. laren. (Afb. B.1o.1 .b Drukkersmerk : bovenin houdt deevleu g elde g Fama, ^ blazend op p een bochtigetromg -pet,drie schilden vast die door middel van koorden met elkaar verbonden zijn l : op p hetlinkerbord een lauwerkrans waardoorheen een veers Y mbool voor de dichtkunst), ^Phet rechter bord drie lege g schildjes (het wapen p van het St. Lucas gilde, g^ Ysymbool voorde schilderkunst); , 2 in het onderste schild twee tampons p (inktballen),, een warmteroos -ter voor koperplaten en een strooidoos (symbolen Y voor de drukkunst). Twee mannenflankeren heteheel. g De eerste draagt geen zethaak en heeft naast zich een zetraam, detweede waarschij<strong>nl</strong>ijkdaarop een koperplaat met een voorstelling; g^ voor hem ligt g eenrolpapier. p Beide mannen hebben de koorden waaraan de schilden zitten om hunschouder. Onder, met aan beide uiteinden eenevleu g elde g buste, staat ^ de spreuk p :`Konst baert roem' afm.6 S, x 5,2 S, cm.). De figuren g zijnpmogelijk portretten van debroers Jan Pietersz en Adriaen van de Venne.' 3c Den Haagd Adriaen van de Venne en Joost Ockerss.e 16292 KB 210f 1 .^ 7f *• ^ KB 477 C 3 6*; OKL 612.6 Cats*, UBL 1019 9 E 29^ *• UBA 7760 H *• S VUAXH 05727*, VUA XH 05728*, 9 GAD 96*; ^ GAD 11 * S • ^ BLL 11555C SSS 383(1).Afm. 1 7,4 7^4 11, ,S5cm.4 Eén <strong>deel</strong>; ^ • titel pg a ina (zie hierboven) gegraveerde • titel : Proteus ofte minne-beeldenin sinne-beelden door J. Catz. 1628. Metrevile p ie g voor vijftienjaren.5 titelprent p I ^9 I x7> 7,8 cm. na de titelpagina en voor het g gehele ^ werk; de S 2 verkleinde, rechthoekige g embleem p renten (afm. variërend tussen5,1/4,2 en 7 ,o/ 5 ,5cm. ,alI alle op P de rechterpagina, apg ^ zijnopnieuw ontworpen p en gestoken g maar dragen g geenaan -duidingg an de ontwerper P of de g graveur. Eén 1 jaar voor deze uitgave gvan Proteus ver-scheen bij ^ Van de Venne en Ockerss. Cats' Sel -str y t (GUL SMA dd 2 5 8; v g 1. MC, 85.Onder derenten p in deze bundel komt o.a. ` J. v Vliet schulp.' p voor; zijn ^l de anoniemep renten in Proteus daarom toegeschreven g aan deze Johannes van Vliet (zie Hollsteinx L I , 216-21 7) ? Vergeleken g met de composities P in 16 27 wijken J de voorstellingen g op p eenaantalunten p sterk af bijv. afb. 8.1 en afb. S o. 1 .Op p de titelprent p draagt g Cupido, p ^ met wijduitstaande 1 vleugels g g gezeten op p een piëde-stal, , een aardbol. d Links van hem staat Fides die de bol helpt p ondersteunen. Onder haarrechteroksel steekt het uiteinde van een kruis en in haar rechterhand houdt ze eenbit (toom) vast. Zij vertreedt de Dood. Rechts van Cupido p staat Justitia, , met o pgehe-ven zwaard; zij 1 draagt g een weegschaal. g Fides en ustitia staan op peen kleine verhoging.Op p de grond g en op p het piëdestal P liggen bloemen en om de wereldbol waarachterlichtstralenchijnen s ) vliegen , g twee engelen, g , een met een krans in de hand, , en een meteen e kroon. De aanduidingvan dn g het privilege p gstaat onder in een banderol (af b. 11.10.2).De belangrijkste onderdelen van de vroegere titelprenten p zijn hier met elkaar versmolten.8.–2 8 46 8 3 . A — 0 2 mét met Emblemata moralia et aeconomica — T 1 – 6 7.1 r Titelpagina. i v Blanco28 BIBLIOGRAFIE


[.2r1 Titel prent[.2v]Blanco. 3 r Inhoudt van de tweede nieuwe p privilegie. g [Vgl. g hieronder, , sub I .. 4r Noodighe g waerschouwinghe g aen alle bailliuwen schoutten endeandereofficieren der vereenighde Nederlanden; • mitsgaders g de kunst -lievende koopende P lesers. [Zie voor de tekst hieronder, sub I I .S r Aen-spraecke p tot den leser, ^ p op de g hele g enthe Y t van de veranderinghe gin desen nieuwen druck.[. 7r]Voor-reden ende verklaringhe over g het ooghmerck g des schrijvers 1 indit werck. Ondertek. I. Cats.3.2V Blanco33 . 3 r Aen de Zeeuwsche jonck-vrouwen: 1 : g geschreven geduerende den voor -leden stil-stant van wapenen. p[3.7r 37 ]Danielis Heinsii in emblemata clariss. consultissimique q viri D. IacobiCatsii IC t'. E Pg i rammation.37 v Aen den hooch-geleerden g D. lacob Cats. Op P het bouck van sijn 1konstrijcke1 sinne-beelden. Van de welcke sijn gunst mijn 1 een ver-eert heeft.Ondertek. Anna Roemers.[ 3 .8r] Tot den leser. [Ondertek.] I.P.[ 3 .8v] Siet!A I r Faux-titre : Sinne ende minne-beelden. Van I. Cats.A 2V1 BlancoA2r-02r Tekst=3-311). po2v Blanco[0 3r]Emblemata moralia et aeconomica. [Hieronder afgekort g als ERi. 1 .o 3 v- T 7 v Tekst = p 314-402).Tbr-v BlancoI ir ecto Faux-titre : Sinne-rijcke ende stichtelijcke, j ,eersame leersame redenen: tot ver -klarin g e van de voor-gaende gsinne-beelden; behelsende yde der in 'tY sonder. Door I. Cats. [Hieronder afgekort g als Verklarin ge .1 ve i r so Vernuftige g leser. [Zie voor de tekst hieronder , sub. I I].1ji recto –7iii 1 'recto Tekst (=p.[2]-103). p71 iii'verso Blanco5 (— .1^2}— 3.5, — A r I – x 4a – 0 2 (F 4als 4 ^ • – 0 3als Q4 P • 4 > – I i — i' — 6i' —S l^6ij,7iiij)].iSo bladen [48] [z] ;-16 5 266- 3 11 [r] (104 gepagineerd als 14o, 2 9 ; als 295) // [I]3 1 4-4O2. (37 8 gepagineerd als 3 8 7) // [z] 3-10 3 [i].[De volgorde is : Proteus // Fnr.-i // Verklaringe. Bij het totaal aantal bladen is de bundelFATA niet meegerekend]..IO 162908 9 ai 3 . et r: a2 3 4 , ele Yg t eé <strong>nl</strong>e — I I A 2 $pec p — I 2 T5 S $&— 2b I (02 uit$aime$ :* 2b22 7 ouwinI I De Sinne- en minnebeelden en de Emblemata moralia et aeconomica zijn doorlopend p gpg e a i-neerd tota pagina 402 4 (= 02 3, omdat er een vers p rin g in g is van 16 naar S 266 . Na EAr.-1volgen g de P prozateksten, ^ met een eigen g faux-titre en een eigen g pg paginering g = p . I -103.29 BIBLIOGRAFIE


SZie 2 van `Dereliminari P a ' voor de N 'Nieuwe privilege'., p g De Noodt ghe waersc h ou-win g he' is hieronder afgedrukt. g De embleem renten p staan s telkens s op Pde d rechterpagina,eronder de citaten. Op P de linkerkant van de volgende g pagina pg de drie gedichten g van deeerste afdeling g (Nederlands, ^ Latijn l en Frans), ^ op volgende g paginadie Pgvan de tweede,en op de daaropvolgende die van de derde, ^ telkens vergezeld g van de drie motto's. Passeen heel eind verderop, p ^ de aanduiding g de Verklaringe, e staan telkens op p éénpaginaa met erboven `Fi g ur 1' `Fi ^ ur g 11' enzovoort, de ^ Nederlandse prozateksten P metnogmaals, zo nu -en dan, citaten (dit alles zonder motto's). Er lijkt l perscorrectie p te hebbe<strong>nl</strong>aatsp evonden g (zo is pagina p g 162 (in het eerste <strong>deel</strong>) in het exemplaar p KB 477 c 36nog g verkeerd genummerd g als 160. Het Leidse exemplaar p UBL 1019 9 E 29 9 (afm.1 7^3 ,3 11 ^ 2 cm.) is g gelijk l aan KB 2Io f A 7f.Het is deze uitgave g die van invloed is geweest g op p de latere drukken waarin de tekstwerdescheiden g van de `Verklaren e' g (vgl. g bijvoorbeeld de nrs. B .1 en 3 B.14). De vol-g ende opmerking P gg gaat aan de verklaring g vooraf 1 iverso :'Vernuftige g leser. Hier hebben w Y noodig g geacht g achter aen te voegengalle en desenavog ende Reden-rijcke l schen p sinni g he leer-stucken, ^ beschreven b Y den Autheur; dienendetot nut en vermaeck voor dehene g die ^ het met aendacht aenmercken en overwegen. gIndien datter sommige g mochten wesen die de gedichten g om de kortheyt Y niet konnenvatten sullen hier in ten vollen onderricht werden. Ingevalle g men op PYder sinne-beeltde verklaringe g hebben wilt moetmen letten op p het getal g datter boven der konst-plaet pisbestelt g • ^ dienvol bende g kanmen sonder groote g moe te Y alles op-soecken, p endevinden.Suygh Yg als een Bie den besten sin,10 Maer nietelijck g 1 de Coppe Pp spin.' P5SDe citaten, paarsgewijs p g J gedrukt, g ^ zijn in de tweede en derde afdeling g niet compleet; Psoms zo li' l kt het, is de lengtedaarbij bepalend geweest;• een enkele keer moest de zetteraan het eind van een stukjeop overspringen o een kleiner lettercorps. P De tekst sluitaan bij die vanaf 162 7 . Embleem p rent 11 heeft toch weer een wolkenhand en gaat g daar-mee terug g op p de prent p in de editie 1618.' 4 Op P [ 3 .8v] staat nog g een gedichtje g l :Siet!Hier werth g y> Leser, onder-richt>Door drie-der-ley Y vernieude Dicht :Dus, laet u ooge g verder gaen, gEn wilt de blaetens j omme-slaen:Soo werdje l met vermaeck geleertgHoe datmen God, en Menschen eert.De volledige tekst van de Noodi he waerschouwinghe aen alle Bailliuwen .., . r luidt:g g g 4`Loffli'cke 1^ verstandige, g^ hooge g ende e laege g Lesers, s ^ by Y desen wertU.E.gewaerschout,t U g ewa s ,hoe datter int licht zijn gekomen g eenige g ongeoorlofdena- g g em aec kte Wercken ^Uerc e vandeHeer Iacob Cats, > Ridder, > &c. niet teghenstaende g datter by Y de Ed. Doorluchtighe, g ^ Hog. gMo g . Heeren Staten Generael is gegeven gg verscheyde Y Octroyen, Y^ ende nu lestmael opden xxij. 1 Maert 162 S . wederom een nieuw Octroy Y van 1 S . Iar e n op p a allee de voorss. HeerI. Cats wercken (te weten : Houweli ^ ck ^ Emblemata, ^ Sel -stri ^^ ^t Tooneel, , ende op p alle deg gene die noch sullen gemaeckt g werden by Y de Heer I. Cats. Niet tegenstaende g soo isser3 O BIBLIOGRAFIE


Y eenighe g baetsoeckende menschen (die poogen P g te ma Y en dat andere gesaeyt g Y hebben)stoutelijck J bestaen (boven onse Hooghe g Overheyts Y verbot) weder valschelijk l de In g e -I o s eten e K o n s t-liefdi g he-koo p er s te bede bedriegen g e met slordige g ende onaerdighe g boecken,onder andere zijn J Yuyt g J gekomen het Houwelijck q in quarto, ^ dat Y b het gOrigineel ouwe H-lick 1 niet int minste gelijckt g J van gelijcken g J zijn de Self strijt 1^ en het Tooneel van deMannelijcke 1 Achtbaerheyt Y int g groot ende int kleyn Y broddich nae- gedruckt • mede deEmblemata ende Sinnebeelden zijn verscheyden Y mael slecht en kladdich uyt-gekomen, YgI S-1pende alle de loffelijcke Poëtische wercken met valschen ende leugenachtige Titels oe P ronckt ^ al oft de selve b de Y ware eygenaren Yg ghedruckt g waren, ^ alsoo datmen vryYmach gg en datse van hare glans ontrooft werden, ende voor haer schoone rockenvu Y le sletten aen- g heto hen g zijn tot miscontentement en oneer vanden Autheur endevan deeoctro g eerde Y uyt Yg gevers. Alsoo dat de E. Heeren Officieren werden20 eerbiedichebeden g te willen vlijtich J letten op P de valscheyt Y der over-treders van denOctro ende Y uyt krachte van dien de hant leggen op p alle de valsche, , verbasterde, , nae-g geflanste boecken vande heer I. Cats, ^ die in eenighe g Boeckverkoopers P winckels sullenbevonden werden, introot ^ ofte kleyn, Y^ hoedanigh g die zijn 1 : want het vonnis is b Y deEd. Doorl. Hog. g Mog. g Heeren Staten Generael daer over u Y t- g es P roken ^ soo wel oop2 5 de verkoopers p als op p de Druckers : endeover v sulcx s salder geen g uytstel ti oft Proces daerover zijn te maken. De weerde konst beminnede Lesers ghelieve g mede op p het stuck teletten datse niet meer bedrogen g worden, ^ ende haer eenighe g vodden laten inde handtsteken i<strong>nl</strong>aets p van goede g ende nutte Iuweelen : 'twelck doende, ^ sullen de uyt-ghevers Y gvan alle de wercken van Heer I. Cats wederheen g kunst noch kost sparen p om weder3 o Yets te voorschijn te brenghen g tot stichtelijck J vermaeck. Alle Boeckverkoopers P sullenmedeewaerschout g blijvendatse geen g verboden boecken op-kopen, p P ende wachten sichvoor schade.'Van exemplaar P vu.^i XH f7 o 21 ontbreken enkele embleemprentjes;^ exemplaar P KB 477 c3^ 36, is o p een later tijdstip J P op pblauwe vellen ingeplakt, zodanig dat beide zijden g gelezenkunnen worden afm. 38 ^ 6 x 23^ 8 cm . Doordat het boek later geheel g is uitgesneden g enweer opnieuw P is ingeplakt, wisselt de g grootte van de pagina's p g tussen I 7^7 16 ^7xI1, o 5 o /1 cm. , Pagina g .7 7 ontbreekt en .8 is verkeerd g geplakt; P ^ in G.^AD 996 staat voorin, inp pen: ` Jacobus Visserus den I 5 december anno 16 3 2'; GAD II j heeft geen titelprent P enis kort afgesneden. g Exemplaar p GUL 39 ^ I SM 1279bleek 7^ (in de zomer van 99 I o zoek.12 MC, ,43^ 43; De Vries, ,9, o ^ Landwehr I 97,93 o 93; Landwehr 1 9 88, 119.Nr. B.I IMogelijk gl in of na 1629I Sinn' en minnebeelden Emblemata amores mores que spectantia Emblemes touchantsq Ples amours et les moeurs.23SGUL8 S M 300*. 3 3 ^ 3Afm. 6 x 10 o cm.,SEén <strong>deel</strong>, ,p titelpagina ontbreekt; titelprent 6 , o x 8 , o cm. met linksonder s : ` ob Schelff ? [ffi[?] ffe ? ex, cudebat ? ' en rechts van de sokkel: `Bol duc dui ? '."Eén titelprent en 51 embleem renten alle rechthoekig g en afzonderlijk 1 op P de rechterpa-ag ina; ^ afm. variëren tussen de 4, 3 4, 8 en S ,96, 8 cm. De man en de vrouw op p de3 I BIBLIOGRAFIE


titelprent p houden elk een blanco ruitvormige g cartouche e vastḊit ast. na erop p wijzen 1 datdeze uitgave was bedoeld alsgeschenkboekjeI. B^)g s safb . 1 1 i6 Oblongv o^ – 4 – g 42[of: 16 .)i A F 8 GG 4789[(..)ir]Titelprent p[(...)Iv]Cupidon p a la ieunesse.A ir BlancoA I v- G 4r TekstG 4v Blanco2 (– . I – G 21.* ••3 *is ook g gesigneerd]. gS 6 bladen 8 I S5 1* [2].* De emblemen zijn l alleen g genummerd op p(bijde verso-pagina's bI het vaststellen vanhet totaal aantal bladen dient men S I dus met twee te vermenigvuldigen).r Ve er d isip a g inanummer I gebroken g en is van nummer 1 o de nul naar beneden gezakt). g10 0000 2 1 6 a i .. 2 le e a 2 .. vable.*4 g 3* De andere signaturen staan alle onder de prenten].g pII Er zijn geen aanduidingen g van plaats p of jaar 1 van uitgave. g Naast de Nederlandse enFranse verzen bevat het bundeltje ook Engelse g vertalingen g van de amoureuze gedich-ten. Zie voor de toeschrijving l g van deze vertalingen g aan Josuah Sylvester Y : 8. S van a `D 'Dereliminaria' ^ en voor de Engelse g gedichten g Bijlage l g 3). 3 De Nederlandse teksten zijn 1 nontleend aan de editie uit 1618 (het totaal komt dan ook op P S g1 . Met uitzondering vanembleem p rent xvHII (de gilde-os) g zijn l de prenten p gelijk g l zijnaan die in de i62 9-uitgavedie bijVan de Venne en Ockerss. was verschenen (nr. B.IO . Deze inmiddels zeer z l -zame uitgave g zou daarom in of na 162 9kunnen worden gedateerd g v g1. voor eendub-dbel pgboekje a ina afb. 27.5). De rand van het is verguld g engestempeld g p ' SI NN . EN .MINNE BEELDEN'.Nr. B.12I2Zonderlaats zonder jaar (Tussen 162 4en 1632?)P ^ 1 4Gegraveerde g titel : Emblemata ofte minnelycke, Y ^ zedelycke, Y ^ ende stichtelycke Y nne sibeel-den. Door D.I. Catz.UBL 1018 H 2f*.Afm.6 3 x 7^ 9^9 cm.4Eén <strong>deel</strong>; titelpagina ontbreekt; één gegraveerde titelprent (zie hierboven)^ gg pS Eén titelprent p 6 , 8 x 8 , 1 cm.), geheel vooraan; o embleem renten p (nr. xx v I I I , deweerhaan ontbreekt) staan telkens rechts (afm. variërend tussen S^3 SAS 7,2/7,3cm.);geen g prent p voor kinder-spel. p Op p de titelprent p is Cupido p voorgesteld. g Hijhoudt eenaardbol vast, waarop de inscriptie p 'Europa, p, America', , om hem heen staan boerenen enburgers g (vgl. g afb. B. 7.2.6 Oblong 2 4° [of: r6 °[?] A2 – P87 [A2r]A2vGegraveerde titelprentg pBlanco3 2 BIBLIOGRAFIE


Aar Voor-reden o op p het werck e Iacobi Catz, vermaerde rechts-beleerde.rechts-gheleerde.voor de tekst, nr. B.1 S .[B2r] Fx a u-titre : I. Catz. C. Minnelijcke, 1 ^ zedelijcke, 1 ^ en stichtelijcke nne-tibeelenherlichten.gB2v - o8v TekstP i rKinder-s p el hedu g dt Y tot zinne-beelden, ende leere der zeden.P 7r - P 8v Blanco8— B 2' 5 A I > A 8 en 12 ontbreken)].*Hoewel de katernen N en owaaro p de emblemen 44 - S I staan) verkeerd zijn gedruktofebonden g zijn zijnze wel compleet; p dit in tegenstelling g tot wat Landwehr 1988 122opmerkt].9 I I 7 bladen I 4(4 LI S x i S 2-64 [4] ontbreekt i maal p. . 28, en verso : i maal p. . 229)..I o 0000[24/16]a i A A3 dit : a 2 B niets – b i B3 3 p So: b 2 P5 andI I Elk embleem is ver<strong>deel</strong>d over vierpagina's pg met dezelfde dubbele nummering g ` pg a ine-ring'). De opbouw, p ^p per pagina, pg ^ is als volgt g : Nederlands motto (cursief) en gedicht ginotische g letter); eronder ^ het Franse motto (cursief) en gedicht g (in romein); idemvoor het tweede en derdeedicht; g ^ vervolgens g de embleem p rent over de gehele g pagina, pgmet erboven, hetLatijnse motto (buiten het kader). Deze uitgavegheeft hft dlfde dezelfde titelprent en embleem P renten als van nr. B. 7 ^ gdoorgaans zwarter afgedrukt, echter nietoveral. Bij 1 de embleem P rent van de visser (nr. xix) bijvoorbeeld, l ^ is het schip pP op deachtergrond g nagenoeg g g verdwenen, ^ terwijl l dit detail in uitgave g nr. B. 7 nog g vaag g te zienis. De editie is ook identiekua q opzet; er is hier evenwel sprake p van een geheel ^ nieuwzetsel en een ander voorwerk. Misschien moet deze uitgave, g ^g gelet op pde herschrevenvoorrede, (iets) lateredateerd g worden dan nr. B.7.Bij Jg gebonden zijn (waarschij<strong>nl</strong>ijk J 1 in dezelfde lettersoort) : Sel -str .^ t ... door J. Cadts[sic]; en I. Cats. Tooneel van de rannelic/ee achtbaerhe y t ... Ghedruckt int iaer 1 6 3 2.12 MC, 46; De Vries, 93 ; Landwehr I o niet; Landwehr I 88 122.^ 4> >93^ 97> > 9 ^Nr. B .1 Zonder plaats, zonder jaar ^^rC :3 p ^ 1 'omstreeks e s 1633'; vo ór z 8 1 ^ uli 1634) 6I Titelprent p : Iac. Catz minnelijcke, J ^ zedelijcke, 1 ^ ende stichtelijcke sinne-beelden met derg2 UBL IoI E o ff• PBL A 2 *• HAW 8 .2 HAW L 4°3; BLL 11555 aaa 61 1^ 3 ^ 447 ^ 4 Poet; p 4 3^ SSS[mogelijk g l is dit exemplaar P nr. B. i S .Afm. 1 6 2 x 6 cm.3 ^ 9^4 Twee delen;geenp titelpagina een titelpagina wel in het exemplaar PBL . 124^7^; dezeluidt : `Poëtische Wercken van den Heer Iacob Catz, namentlijck 1 Emblemata, ^ Mae g-gden-plicht, pSelf striit ende Manneliicke achtbaerhe Y t' [A I r gegraveerde gg titel t (zie hierboven).S Gegraveerde g titelprent p 118 ^ x 7^S cm. vooraan; S 1 ongenummerdel emb e m prentenbovenaan elkea p ina g (afm. variërend tussen 4,5/4,6 4^S 4^ x 7 ^ 3 7 ^4 cm. In rood krijt J zijn erde nummers bijgeschreven); kinderspel-prentel-rent (afm. 8 I X^ i 4 ^4 cm. ^ • dwars op P de33 BIBLIOGRAFIE


pagina), na het I 5 e embleem. De ontwerpen P van de drie titelprenten P gaan g terug gp op diein Silenus; de e>P eerste draagt, g afgezien v van de d t titel op het piëdestal, P s ^g geen teksten (afb.B.I.I 3 , De tweede [opoZA I r] bevat nu het opschrift P Maden- g licht ofte ampt der ion gvrou-even (afb. B I 2 en de derde, [ 3 A Ir.], Iac. Cat ii. Silenus Alcibiadis sive Proteus. Dit i jnredela J cke verclaeringen g over sa Jne sinne sa e beelden (afb. B.1 3 . 3). Met deze laatste beschrijving l gvervalt de als s afzonderlijkeed editie t opgegeven tekst in £ c nr. : `zonder emblemata'.^ 3 306 S A — D8 D E 4 'A —F F8 3A A– C4De volgorde is : Sarme -minnebeelden enMaden- g licht V erclaerin gen .7 A Titel Titelprent PAZ v A 4 v Voor reden op P het werckG [sic] van de vermaerde schrijver, ) , IacobCatz recht-geleerde. gS r A en de Zeeuscheionck-vrouwen.[A 6v] Herlicht [sic] ter eeren den hooch-gheleerden g D.I. Cats. Op P zijne lconst-rijcke s ^ sinne-beelden. Ondertek. L. Peutemans.Ar 7 Opp de d drie eboucken der sinne-dichten ende beelden vanden hoochgheleerden heere D. Iacob Cats. [Ondertek.] I. Hobius.A v Tot den leser.r, [Ondertek.] I.F.A 8r Cupido P wech- g heloo p en ende verlooren. Meest uy Moschi Griekschegedichten.B I r-E zr TekstE 2v Kinderspel-prentp pE 3 r Ki nder s p el gheduydt g Y tot o sinne-beelden, s b ende leere der zeden.[...]3A IrTitelprent : Iac. Catzii, Silenus Alcibiadis sive Proteus. Dit zijn sedeli'ckeingen 1 verclaer over g sine sinne sijn beelden.iv Blanco3 A zr 0 Opschrift: Pt Jacobi Catzii. C SilenusAlcibiadis sive Proteus. Datzijn n 1 sedelil cke verclaeringheng h over zijn zijnsinne-beelden, ^ ende der selver ghedich-ten.3A 2r- 3c i v Proza-uitleggingen uit het tweede <strong>deel</strong>.3 c2r Aenspraecke p tot L. Scipio. p Over het wedergeven g van sekere E. overschoone h ma g et aen haren bru y de gom. Ondertek. I.C.3 c3 r Principiis p obsta. [Ondertek.] J. Cats.3 C 3v Nieuwe iaen gghedicht. Ondertek.J.C.3c 4 v Quod petis, P intus habes.(– g5 AI 2 AfP (– AI Verkl (– AT)].s 5 5 A9 5 6 bladen 1 a 7 z SAM + 440 Verkl = 11 g pgs2 ongenummerde pagina's].I o 000008 al A 3 g She : a z A er 1– bi B 1$ : b2 E2 amVkl er : 2b I A 2 lichl : zb z c e of : c d.3 ^II Deze uitgave g gaat g voor v wat betreft de structuur, namelijkde uit elkaar gehaalde ggedichten en prozafragmenten, P g terug g op pzij nr. B.'o en staat bovendien in één lijn 1 metnr. B.I 4 , Bijgebonden l g zijn 1 o.m. .: de e reeds vermelde Mag den- licht ^ • Sel -striidt , .. ;,Sinne-beeld ... des christelicken rel str y t s ,.. . Gedruct in 't iaer ons heeren, ^ 16 3 3 ;evenals T- oonee l van a de manneli ^ ^cke achtbaerhe y t .. , . Ghedruckt in't jaer ^ ons heeren 163.334 BIBLIOGRAFIE


Het Jjaar van v u uitgave van deze g goedkoop p ogende editie baseerde De Jonge g e van Ellemeetop p de b i' lg eb on de n werken e n waarvan er twee het jaartal 1 16 33dragen. g Het e druk-d k es r m e rk uit eversvi g net g afgebeeld i g op pde titelpagina van Tooneel, v is gelijk g l aan dat opde titelpagina van de bij lg gebonden editie van de Zeeusche nachtegael. g Deze uitgave g van deZeeu shc e nachte g ael werd, ^ naast de bij lggebonden werken in dit Leidse exemplaar, ookopgenomen in het exemplaar p te Leeuwarden; ^ zij werd gedrukt g bij 1de Amsterdammer`Anthoni Jacobsz. boeckdrucker op p de Achter-Burghwal'. g Het vignet, g het zogeheten`drie-deu gdenmerk' bevat (v.l.n.r.) Fides met een kruis, Charitas met twee kinderen,en Hoop p met een anker. Geloof en Hoop p leiden een naakte figuur g bij 1 de han d ^ terwijlJLiefde een hand op p diens schouder let. g Erboven de s preuk : `Sic itur ad astra' Ver gi-liu s, Aeneis, 1 x 6 14 en een stralenkrans met het tetragrammaton. g 7 Of hiermee e ee o0 ookdeze editie van de Sinne- en minnebeelden afkomstig g is van Anthoni Jacobsz (Lootsman)kan verder onderzoek mogelijk g l uitwijzen.1In de uitgave g zijn de drie oude titelprenten p op p een typische Yp manier gebruikt g : ze staannu respectievelijk p 1 voor het eerste <strong>deel</strong> gedichten), g ^ voor Maden- ^ licht en voor de'Verklaringen'. g Het voorwerk is ten opzichte p van eerdere edities bekort en er is een`Voor-reden' op g het werk van Cats opgenomen; dit is een bewerkingg van Cats' vroe-g ere voorrede (zie voor deze tekst nr. B .1 S.Elk embleem staat op p één pagina pg : drie keer het Nederlandse motto, ^g gevolgd g doorde Nederlandseedichten g (in gotische g letter); ^ de teksten zijn 1 die van 1618. Pas naMa ^ d en-licht komen de Sedeli ^ cke verclaerin g en : di t zijn de teksten in Pproza uit het tweede<strong>deel</strong> inotische gpeletter),wederom alleen de Nederlandse teksten. De embleem r ntwordt hier, evenals door Van de Venne in 162 99(nr. B .10 ` Fi gY u r' genoemd. g De terug-gverwijzing l gg geschiedt telkens door middel van een korte, ^ interpretatieve, p ^ omschrijving,J g,zoals bij f de man en vrouw met de streng g uien , en bi' l de p iramide res p ectievelij J k `Ver-claerin g he van Trijn J en Goossen, ^ die met Ajuyn lY spelen p, du Y lende o p de 27 . Fi gY u r'en : 'Verclaringhe g van een geyle gY Vrou ende haer gestichten g Peramyde Y duydende Y op pdie49 . Figuyr'. g YDerenten p in PBL A 2447zijn ingekleurd g ^ • bovendien zijn Jde Sinne- en minnebeelden door-schoten met handschriftelijke 1 aantekeningen. Behalve enkele citaten die in deze uitgave gontbraken, ^l zijn in bruine en roze inkt o.a, godsdienstige g gg gedichtjes 1 toegevoegd, somsopvallend p persoo<strong>nl</strong>ijke p 1 (vgl. g afb. B.1 33.4). 4 Tot op heden ben ik geen g andere exemplaren pvan de bundel tegengekomen met dergelijke g l uitgebreide g gebruikerssporen. g p In totaal tazijn 42 doorschoten pagina's pg beschreven.Zoals g eze g d bevat dit exemplaar p de titelpagina. Verder heeft de eigenaar, de school-hl-meester Julius Jurriens Tijdloos," op p de pagina p g tegenover g A S r de datum 2 8 uli 1 1634genoteerd en tegenover E 2vg g de prent met het kinderspel, staat de ondertekening A.^ p p^ gBartiens (zie afb. B.1 3S^• aan het eind van de bundel komen verder de initialen J.v.E.voor. Ook HA W' 84.24 Poet heeft bij lg gebonden : Mae g hden- licht S.l. s.a. ^ Sel -strip a Man -neliicke acht-baerhe y t en Zeeusche nachte g ael , alle drie 16 33 gedateerd.199 1; Landwehr 1 0 94; Landwehr 1 8 8 120.^ 44> > 9^ 97 ^ ^ 9 ^12 MC, 44; De Vries,Nr. B.1 4Zonder plaats, zonder p jaar^ J(MC: `omstreeks 1645'. Mogelijk g 1 omstreeks 1635)I Poëtische wercken van den heer Iacob Catz, namentlijck 1 Emblemata. Mae g helen- plicht.Self-str Y^ t ende Mannelycke Y Acht-baerheyt. Y3SBIBLIOGRAFIE


2 UBL ior8 C7* J^ , GUL 396, 39^ SM 299 * , BLL 1 i SSS aaa 61 (2).Afm. 16 6 x .3 ^ 9^9 cmTwee delen; titelpagina (zie hierboven); twee e raveerde titelprenten.4 gg PDe Sinne- en minnebeelden bevatten n twee titel p renten ^ de eerste (afm. I 3> 2 x 8>7cm.) zitna de titelpagina, de tweede voorde Verclaerin en' I 3,7 x 8 2 cm.); > 51 rechthoekige, ggenummerde g emb 1 m ee r enten (variërend van4,8/5,4x 6 ^4 7^4 cm. staan bovenaanelke pagina; de Sg1emblemen bestaane 1 k uit u t drie d Nederlandse motto's en drie edichten.Er is ook een kinderspel-prent P P8 2 x 14^2 cm.).0 Opde eerste titelprent P houdt Cupido,pstaande s op een p hoge g sokkel, een ^ aardbol vast;om hem heen boeren en burgerszi (zie afb.B.14.1). De prent gaat, g hoewelvereenvou -digd, g terug gp op de eerste in de ed. princ. ra nc (vgl. g afb. I .0 Op de tweede prent, p die ^ gebaseerd gis op p de derde van de ed. princ., r'n > houdt de personificatie pvan Geloof, die staat op eensokkel, een n aardbol vast, terwijl zij de Dood vertrapt. Om haar heen Noach en Lot methun aanhang g (afb. 13.14.2, v g 1. afb. 4). 4v 8 .^ , ' A C46 8 A – D E 4 ; –B8 C78[A I r TitelpaginaA 1 v Blanco[A 2r] Titel prent .Iac. Catz minnelijcke, zedelycke, stichteli'cke stichtelijcke sinnebeeldenmet der selvehedichtln g [sic].A 2v Voor-reden opwerck p het wecvan de vermaerde schrijver, Iacob Catz,recht-geleerde. gA S r Aende Zeeusche 'onck-vrouwen.1A 6v Gedicht ter eeren den hoogh-geleerden g g D.I. Cats. Op p zijne const-rijcke1sinne-beelden. [Ondertek.] L. Peutemans.Asinne-dichten 7r 0 de drie boucken ende der beelden^ vanden hoo hooghheeree D. Iacob Cats. [Ondertek.] J. Hobius.h-geleerden[ATV] Tot den leser. [Ondertek.] I.F.[A 8r1 Cud Cupidoi o wech- eloo g en p ende verlooren. Meest uy Moschi Griekschegedichten.B I r-E 2r TekstE 2V Kinderspel-prent p pE 3 r E 4 v Ki nd er- sel p geduydt g Y tot Sinne-beelden, ende leere der zeden.ZA r rde titel: Gegraveerde Iac. g Catzii. Silenus Alcibiadis sive Proteus dit zijnzede li' l c k e verclaeringen v g over sine sijn sinne beelden.IV] Blanco2A 2 r c4 v Nederlandse p prozadelen e met telkens erboven `Verclarin g e van ...,, du y-lende op P de ... Fl gY u r. Opschrift 0 : `Iacobi Catzii Silenus Alcibiadisslue Proteus. Dat zijn 1 sedelijcke 1 verclaringen g over zijn sinne-beelden,der selveredichten'. gZA 2v - c I v Proza-uitleggingenultle het in gen tweede u t <strong>deel</strong>.2c2r Aenspraecke p tot L. Scipio. p Over het wedergeven g van sekere E. overschoone ma g het aen haren a bru Y de gom. [Ondertek.] I.C.2C 3 r Principii its obsta. [Ondertek.] J. Cats.c 3iaer v gedicht. Nieuwe [Ondertek.]J.C.gZc v4 Quod petis intus habes.(- (B5 als B3); – – Zc (B5 als B6)].5 ^ S 3> 4 S36 BIBLIOGRAFIE


9 56 S bbladen, ^ on gpg e a ineerd.o 000008 a ai A3 3 ghe : a 2 A S 5 ese – bI B dda : b2 E2 g 3Togant – 2b1 2A2 ter : 2b2 2C3 ert$e e Afgezien van Mae g hden licht dragen g de bij lg gebonden werken Sel -str y t en Tooneel vandemannelicke a ch tb a er h e y t het t jaar 1 163s . Gelet op pde structuur : de uit elkaar gehaalde gg ed i c h ten en prozafragmenten, p g ^ is er een relatie met nr. B . I o 16 29 en, ^ nog gdirecter,met n r . B .13 ;, dit geldt g ook voor een aantal prenten. p Nr. B. I 3 zal voor deze uitgave g als`legger' hebben gediend. g De prent p die aanvankelijk 1 voor het tweede <strong>deel</strong> zat, is nu,s evenals dat bij 1 B . 3 I het geval g was, ^g gebruikt voor Mae ^oden licht (afb. B.14.3).12 MC,; De Vries, 94; Landwehr I o 96; Landwehr 1 88 12 .^ 47> >94^ 97 ^9 ^ 9 ^ 3Nr. B.I SZonderlaats p zonder ^ jaar1(MC: `omstreeks 1640'. 4 Waarschij<strong>nl</strong>ijk : omstreeks 1635)I Gegraveerde g titelpagina: Emblemata ofte minnelycke, Y ^ zedelycke, Y ^ ende stichtelycke Y sin -nebeelden. Door D.I. Catz.2 UBL IOI8 H 23*; ^^ PBZ 1107 7 B 23^ *' NUC 0232060: 2060: HUC' ^ \I TC 0232060: NL C' NUC0232095: 3 9S NL C Case Y 972 C 28 S 8 [mogelijk g l hetzelfde exemplaar p als het voorafgaande];N I .^C 0232096: DLC ^^ ; ^NUC 0232096: UCC; BNP Yi 1649 . [De exemplarenpuit de Ai- merkaanse bibliotheken kunnen ook nr. B.16 zijn 1 .3 Afm. 7^ 1 x 9,5 cm.4 E" en <strong>deel</strong>; ^geen; titelpagina: • titelprent P (zie hierboven). Faux-titre: I. Catz minnelijcke,1zedeli'cke 1 en stichtelijcke l sinne-beelden en ghedichten herlichten.79p titelprent, ^g geheel vooraan (afm. 6 1 x 8 1 cm. >S ; 1 rechthoekige g embleem prentenafm. variërend tusseno S ^ 2 S x^ 7,1/7,4cm. met het Latijnse motto erboven, ^ telkens opde rechterpagina;de p prent e t komt na de tekst. Er is in dit exemplaar p geen g kinderspel-prent. p prent0 Opde titelprent: twee paren rond Cupido die, staande op een sokkel, een aardbolvasthoudt met de inscriptie p 'Europa'; p^ in de achtergrond g een boeren- of visserspaar p(afb. B.15).6 Oblong g 24° 4 [of: 16 A2 — o P[A 2r TitelprentpA 2v BlancoA 3 r Voor-reden op p het werck van de vermaerde schryver Y Iacob Catz,rechts-geleerde. gB 2r Faux-titreB 2v - 08v Tekstkinder-s Pel, geduydt g tot sinne-beelden, ende leere der zeden.P 7r-P8v BlancoPIT8 [$ 5 (– AI,2, — B2 (H5 als G5)].11 9 b bladen 16 I 4 X S 51) S 52-64 4 4 (I maal I o gepagineerd als I 2 D S r ^ 1 maal 12 alsI I D8v . < I 7 + 204 4 + I 7 = 23 8 > . Op ppg pagina S 2 staat de extra uitleg g van de S Iep^ prent; opp S3 begint g kinderspel. pTo 0000[24/16]ai A3 A ha : *a2 A5 S elc – *bI B3 3 out a: B2 PS er b37 BIBLIOGRAFIE


IIDe tekstenaan terug g op die van 1618, ^ zonder de Latijnsegedichten J sen zonderz r hetproza.ElkE k embleemis eem ver<strong>deel</strong>d s ee over vier vle gelijke g gepagineerdebladzijden:a gdrie e maal hetNederlandse motto enedicht g • ^ driemaal het Franse motto en gedicht, g ^ en op pde laatstepaginaa het Latijnse motto (buiten het kader) samen met de embleemprent over degehele pg pagina. Dus overeenkomstig g de nrs. B. 7 en B.12.Evenals nr. B.I2 en B.I 3(met enkele spellingsverschillen)bevat deze uitgav ave eenvoorwoord door de uitgever g : `Voor-reden op phet werck van de vermaerdeschryver Iacob ^ Catz, rechts-geleerde'. g Het is een bewerking g van Cats' vroegerevoor-woord en beslaat in deze uitgave g de eerste 14 4p a g Ina's. Z° De edities nr. B 7^ . B .12 en B .1 Sliggen in één lijn. 1 De onderhavige g editie is in opzet, p ^ formaat en uiterlijk overeenom k -g nr. B. B.7 (hoewel op het p eerste oog al g wel drukverschillen opvallen). p Er zijn andereplateng gebruikt dan voor de nrs. B, 7 en B .I2 ^ en de p prenten zijn bovendien goed g zwartafgedrukt. g De titelprent p is, ^ vergeleken g met de embleemprenten, veel verfijnder. Dezeprenten duiken wederom op p in de uitgave g Alle de werc/een uit 166 S^zie nr. B.26.Het exemplaar p PBZ 1107 7 B 23 3 (afm. 7,5 x9> 9,8 cm.; de titelprent p 6,1 x 8 1 > cm.) heeft weleen kinders pel-p (afm. 14,5 1,S 9, 9 cm.) die tussen [o 8v] en P 1 r zit. Bovendien isvoorin, met bruine inkteschreven: g `Dirck van Heuvel 16 3S '. Wellicht een reden omde datering g die De Jonge g van Ellemeet veronderstelde, ^ met vijf jaar te vervroegen. g Bi-ggebonden zijn:Mae ^ hden- licht; ^ `Liedt : Ons gespeel g p wil enckel trouwen'; ^ • 'Tegen-gliedt : Wat moch onses g peel beween'; bewegen'; en `Hardersklachte aen ... Katharina van Mu Yl-wi'ck' 1 (met prentje). P 112 MC,^ 4S> >9^ 97^95^45; De Vries, 92; Landwehr I o 95 ; Landwehr 1988, 121.Nr. B.16 Zonderlaats p zonder ^ jaar l (Waarschij<strong>nl</strong>ijk 1 1 omstreeks 1635)IGegraveerde g titelpagina: Emblemata ofte minnelycke, Y ^ zedelycke, Y ^ ende stichtelycke Y sin -nebeelden. Door D.I. Catz.2 KB 174 74 14[Vgl.(incompleet). V 1. ook de exemplaren uit de Amerikaanse bibliothekeng1genoemd onder B.1 5 ; deze kunnen ook nr. B.16zijn]3 Afm. 7^ ,6 x 9^S cm.4 Geen titelpagina en titel p rent; ^ slechts S o embleem p renten (nr. i v ^ de aap p met haarjong, 1 g^.De embleem renten als B . I .5 p S6 Oblong g 12 ° 1328– o P(,8— 5 B2, AI-8,B I B7 7 en B 8 ontbreken, ^ H5 S als GG5)]9 108 bladen 1 4 x 49 2 x 3 (namelijk J p. 3 en 4) S 2-64< I 202 I 1 3 = > 216 (I maal 10gepagineerd als 12 I maal 12 als I I ; 4maal pagina pg1-aanduidin g weggevallen, ^ 2 maal pg pagina 6-aanduiding, g^ maal pg pagina 36-aanduiding;3 g^I maal mistpagina pg 3, I maal pagina pg 4). 410 000012 *bI B3 ut as : b2 P53 S r$beII Dit Haagse g exemplaarPlijkt 1^ met zijn overeenkomstige g P prenten, ^ identiek aan B.I S enB.I 7^ maar het zetsel is anders.12 MC, niet; De Vries, niet; Landwehr 1 97o, niet; Landwehr 1988, niet.38 BIBLIOGRAFIE


Nr. s.i7Zonder plaats, jaar (Mogelijk omstreeks 16 Sp 1 gl 3: Emblemata ofte minnelycke, zedelycke, ende sti h 1 k inegraveerdeI titelpaginao te c te c e sgY ^ Y ^ Ynebeelden. Door D.I. Catz.234GUB BL 6970*.97Afm.6 x 9 ,8 cm.7^ 9^Eén <strong>deel</strong>; titelpagina: `I. Catz. Minnelijcke, l ^ zedelijcke 1 en stichtelijcke zinne-beelden eng ^ titelprent p (zie hierboven).S Eén titelprent, P e geheel g vooraan (afm. 6 ^ o x 7, ,8 cm. ^ • S I rechthoekige gembleemprente renten(afmetingen variërend tussen4,1/4, 9 x 6 ^9 7^4 cm. met het Latijnse J motto erboven,telkens op p de rechterpagina; de prenten komen na de tekst. De kinderspel-prent P p(1 3 ,6 x I 7^ 2 cm. zit tussen p. 52 S en 53 ([08V1-P I r.0 Op de titelprent p : twee paren rond Cupido P die, staande op een sokkel, een aardbolvasthoudt • in de achtergrond g een boeren- of visserspaar. p Onder de prent, p binnen deplaatafdruk ` IOSUA * 0' (afb. B. I 7 . Als kunstenaar zou Josua Offermans in aanmer-kin g kunnen komen, ^ maar van zijnhand heb ik slechts één portret p — van de dichterJohannes Michaelius — teruggevonden(RijksprentenkabinetAmsterdam); naderegg e evens over hem ontbreken.21^> ^ — 08 ^,6 Oblong g 24 4^^" : 16 A2 o P79II[A I r] TitelpaginaA 1 vi BlancoA 2r Titelprent p[A2V1 BlancoA 3 r Voor-reden op p het werck Jacobi Catz, ^ vermaerde rechts-gheleerderechts-beleerde.2r Faux-titreBev - o8v TekstP 1 r Kinder-s pel, gheduydt g tot zinne-beelden, ende leere der zeden.P 7r-P8v Blanco8 [S 5 (— AI,2, – B2)].I20 b 1 ade n I 8LI (4 x 5 I 2-6 S 44 (op de vierde p. 7 ontbreekt de nummering;idem g^; itweede. p I en S tweede p. p 18; ^ vierde p. p 2 S als 2 ; 3^ vierde p. 3 6 als 39^ ; tweede p. 39 als3^ 36, tevens de 3 op p zijnkop; p ^ vierdep 44 als 4^ 4; vierde p. 45 als 4^ ; vierde p. 49 als 46). . Op 0 52 staat de extra uitleg g van de S i e prent; p ^pp op S3begint g kinderspel. PIo 0000[24/16]aIA A 3 ghe B3 e àt:b2 P P5 en$De teksten als nr. B.Iwel een g geheel ander zetsel. De titelprent p is een — minder ver-fijnde 1 — navolging g g van nr. B .1S^; de embleemprenterenten komen ook voor in nr. . B.20. .. PrentIv (Pan) staat op P zijn kop; p die van de doorgehakte g aal (het betreft hier een uitgavemet S 1 emblemen, ^ dus deze hoort hier eige<strong>nl</strong>ijk g 1 helemaal niet thuis) staat t bij 1 nr. xxxv(die van hetloeiende staal 1 in de waterbak ontbreekt dus). Er zijn geen g werken bij lge-bonden.12 MC, niet; De Vries, niet; Landwehr 1 97o, niet; Landwehr 1988, niet.39 BIBLIOGRAFIE


Nr. B.18 Zonderlaats p ^ zonder jaar Arc: `omstreeks 164S '• ^ mogelijk g l tussen 16 4 o en 16 1645)I2Gegraveerde g titel: Iacobi Catzii I.C. Silenus Alcibiadis sive Proteus, ^ voorghestelbestelt inen tinne-beelden met de sedelijcke 1 en stichtelijcke 1 verklaringe, g^ tegen-over g yde dergUBL 1-019 F 23*; UBN 178 d 106*.34S7Afm. 1 2x88 cm.4> >Eén <strong>deel</strong>; titelpagina : geen; één gegraveerde gg titelprent p (zie hierboven). .E' Eénn titelprent p 13^ 1 x 7,7 cm.), g geheel vooraan; ^ de S 1 embleem p renten (genummerd,gbinnen deplaat, delaat en afm. variërend tussen 4,4/4,6 4^4 4^ x7,1/7,3 cm. staan afwisselend linksen rechts bovenaan. Derent p kinderspel p (afm. 1 3^ ,6 x 17> 1 cm.) zit vooraan, > achter detitelprent. P De titelprenten p van B.1 9 en B .20 zijn in opzet p gelijk g l aan deze. Het piëdestal pdraagt g echter andere teksten af b. B.' 8.i .^> s z6 8 A—M N[A I r] Gegraveerde g titelA IV] Tot den leser. [Door de drukker].A2r Voor-reden ende verklarin g e over het ooghmerck g des schryvers, Y } in ditwerck.A 8 v Aende Zeeusche ionckvrouwen.B 2 v Apollo-feest p : ofte g goden-cunst-offer. Toe g geeyghent Yg aen de hoo gh-geleerden g heer Iacob Cats, ^ Ppensionaris ensonar ende raet der stadt Middel-burgh g : ende nu der stadt Dordrecht. Ondertek. lohanna Coomans.Bv S Aen den hooch g beleerden D. Iacob Cats, ^ op het boeck van si' l n konst -rijcke 1 sinne-beelden, (Van de welcke zijn lg gunst mijn 1 een vereert heeft).Ondertek, Anna Roemers.B 6r Ghedicht ter eeren van den hooch g beleerden D. Jacob Cats, SPY op zynekonst-ricke j sinne-beelden.+ Ter eeren vanden selven. [Ondertek.] Iac. Luyt. I.C.6v Klinck-dicht op P de driesinni g he sinne-beelden. vanden hoo gg h heleerdenende achtbaren heere D. Iacob Cats. [Ondertek.] S. de Swaef.[B6-v Ghedicht ter eeren den hooch g beleerden D. Jacob Cats. Op pJ sijn konst-ricke j sinne-beelden. Ondertek. L. Peutemans.B 7 r Op p de drie boecken der sinne-dichten ende beelden van den hook g-gbeleerden [sic] heere D. Iacob Cats, I.C. [Ondertek.] I. Hobius.B 7v gg Gedicht of uit-le gin e van het beelt des titels. Ondertek. I. Cats.BTot Sr den leser. [Ondertek.] I. Cats.Hier vol g ht de emblemata ofte sinne-beelden, ^ met de zedelijckeen1 bedenckingen. ^B8v -M 4v Tekst1\4 5 r Kinder-spel P gheduyt g Y tot sinne-beelden, ende leere der zeden.M 7 r Volghen g tot vullinghe g van de ledighe g plaetse, P ^ sommige gstichtelijckebedenckingen.MNieu 8v iaers-ghedicht. g Ondertek. I.C.[Nit.]Aenwijsinghe 1 g van 't oude iaer, en 't nieuwe, wat w Y daer uyt Y tot onseleere en troost aen te mercken hebben. [Ondertek.] lohanna Coomans.40 BIBLIOGRAFIE


8 – AI — K998 bladen d I ILi_Ide S3 a pagina'szijniet genummerd).^10 000008 ai A2 1 e : a2 B4 t va – b1 c er : z M oten – CI N : C2 N2 iet$g 4 5I I In deze e uitgave g bericht een `Tot den leer' s niet alleen dat de maker van deze d ee editie e hetwerk vanats Ceal enige g l jaren heeft uitgegeven, maar ook dat de tekst nu in een groteregletter isedrukt g : `Gunsti he g leser, alsoo ^ ick dit Werck over eenige g Iaren met kleyne YLetter hadde Gedruct, soo is m Y van verscheyden Y Oude Lieden geseyt g Y dat zyt Y wat g ro -ver van Letter wenschten te z Y> n daerom hebbe ickt, tot Y fiers dienst, ^ met grover ^ LetterGhedruckt. De Voor-reden spreecktpvan Drie Deelera soo weet Leser,>dat het Minne-dicht met de Fi guer het eerste <strong>deel</strong> was. Het tweede Dicht met de Reden tot Leere derZeden was het tweede Deel. Het Gheestel y ck-Dicht met de Stichtel y cke Bedenckin ghe was hetY derde <strong>deel</strong>. De Titels vander <strong>deel</strong> staen voor b Y malcanderen. Hier mede b Y de M ae ^h-den-Plicht ende Herder-klacht.'In totaal zijn slechts twintig gp prozastukken in een groter corps p g gedrukt (vgl. g afb.B.18.2 met B.20.2). De nrs. B.18 B.I 9 en B .2o staan in direct verband met elkaar (B.19 B.Ien B.20 zijn van hetzelfde zetsel). In nr. 13.18 loopt p alles parallel P met de twee volgende, gper katern, ^ maar wel in een geheel g ander zetsel. De illustraties in nr. 13.20 zijn nagenoeg g gidentiek : kleine afwijkingen l ^ zijnbijvoorbeeld te zien op ppprent vii (de man met eeng gebroken zwaard) waar een plant p minder voorkomt. Bij l^ gebonden zijn, l zowel in hetLeidse als Nijmeegse 1 g exemplaar p Maechden-licht [...]. Ter Goude, Y Pieter amma R-zen Y boeck-vercooper P in de Cortegroenedal, g in 't vergult ^ A >> B C. s.a. • Sel -str yt [...]Gedruckt in 't iaer onses heeren, 1640 ;• en : T ooneel t'ande rannelicke acht-baerhe .^ 't ...Ghedruckt int iaer ons heeren, 1640. 4 In ['B N 178 7 d I o6 zit ^ geen kinderspel-prent. p p Vanwegdeze beide jaartallen 1640 kan het zijn dat deze uitgave, ^ s met de wat ^grotere titel-P rent ^ iets eerder is ggemaakt dan B.19.12 MC, 36; De Vries, 8 7 ; Landwehr I o o• Landwehr I 88 I i 6.^ 3 > > 7^ 97 ^9 , 9 ^Nr. B.I 9Gouda, zonder jaarMc : `omstreeks 1640'; mogelijk tussen 16 0 en 16 4 45I a Titelprent p : Iacobi Catzii I.C. Silenus Alcibiadis sive Proteus, ^ voorghestelbestelt in minn'- enals mede zijn Maeghden-plicht, g p en andere wercken. Ter Goude, Y Pie-ter Rammazeyn Y boeck vercooper p in 't ABC.b Geen drukkersmerk.c Goudad Pieter Jansz Rammaseyn Y (Petrus Rammazenius)e Zonder jaar.l2 [JBL I0I F 2 4• SHG I 2 A*.9 f 39 A3 Afm. 14,5x 8,7 8 cm.4 Eén <strong>deel</strong>; ^ggeen titelpagina; titelprenrent (zie hierboven).5 titelprent p I 3^ 1 x 7,7 cm. helemaal vooraan; S 1 genummerde ^, d embleemprenten be m pafm. variërend tussen 4^ 1 4 ^9 x 6 ^ 9 7 ^4 cm.) die wisselend links en rechts bovenaan depagina staan. Verder een vereenvoudigde ^ kinderspel-prent p p (afm. 1 3 ^ S x 16,9cm.). ^9 De4 I BIBLIOGRAFIE


titelprentvalt afb. B. i 9 u' stee n in n driedie delen, alle di teruggaan ll op die iuit de editio d prin-ces. Die van nr. B.2og aa t op p deze terug. g6 8' A — M ' °geli j k aan nr. B.zo)7 A I r Gegraveerde g titel[ATV . ] BlancoA2r Voor-reden ende verklaringhe g over het oogh-merck g des schryvers, Y indit werck.IA8v] Aende Zeeusche ionckvrouwen.B2VApollo-feest p : ofte g goden-cunst-offer. Toe g ee Yg hent aen de hoog h-geleerden heer Iacob Cats, pensionaris p ende raet der stadt Middel-burgh g : ende nu der stadt Dordrecht. [Ondertek.] Iohanna Coomans.B5V 5 Aen den hooch g beleerden D. Iacob Cats, ^ op het boeck van si' 1 n konstrY cke sinne-beelden, (Van de welcke syn Y gust g [sic] myn Y een vereertheeft .[Ondertek.] Anna Roemers.[B 6r] Ghedicht ter eeren van den hooch g beleerden D. Jacob Cats. Op pl sijnkonst-rycke Y sinne-beelden.Ter eeren vanden selven. [Ondertek.] Iac. Luyt. I.C.Klinck-dicht op p de driesinnighe g sinne-beelden. Vande hoo gg h helee-rden ende achtbaren heere D. Iacob Cats. [Ondertek.] S. de Swaef.[B 6v] Ghedicht ter eeren den hooch g beleerden D. Jacob Cats. Op pl sijn konst-r Ycke sinne-beelden. [Ondertek.] L. Peutemans.B 7 r Op p de drie boecken der sinne- dichten ende beelden vanden hoo gh-gbeleerden heere D. Iacob Cats. I.C. [Ondertek.] I. Hobius.B 7 v Gedicht of uit-le gg in ghe van het beeelt [sic] des titels. Ondertek. I.Cats.22[B8r1 Tot den lesex. [Ondertek.] I.F.+ Hier vol ght de emblemata ofte sinne-beeldden [sic],met de zedejen stichtelijcke l bedenckingen.lickeB 8v -M 4v TekstM S r Kinder-spel p gheduyt g Y tot sinne- beelden. Ende leere der zeden.M 7 r Volghen g tot vullip g he van de ledighe g plaetse, p ^ sommige g stichtelycke Ybedenckingen. g[m 8v] Nieu iaers-ghedicht. g [Ondertek.] I.C.M 9 r Aenwijsinghe l g van 't oude iaer en 't nieuwe, ^ wat w Y daer uyt Y tot onseleen en troost aen te mercken hebben. [Ondertek.] Iohanna Coomans.8–AI 5 ^ —C S^ —K 39 9 8 bladen 3 I I S3 i 2 (de pagina's p g zijn niet genummerd).g.10 000008 bi A z g he : b z M S ooteI I In het exemplaar p is bi' lg ebonden : Iacobi Cat ^ ii I.C. Maechden-plicht ... Ter Goude, ^ byPieter Rammazeyn Y boeck-vercooper p in de Cortegroenedal, g ^ int vergult g A B > c. [s.a.]. InSHG 1392 3^ H (1 4 , 5 x 8,9 8 cm, bovendien Sel -str y t .... Gedruckt in 't iaer onses heeren,16 4S^ 45 ; en Tooneel vande mannelicke acht-baerhe y t .., . Ghedruckt int iaer ons heeren, ^ 164S.Nr. B.1 9^ met een uitgebreid g voorwerk, staat samen met de nrs. B.18 en B .20 in één lijn. 1Nr. B.20 is een heruitgave ^ van nr. B . 9^ en stemt overeen in opbouw p met nr. B.18.42 BIBLIOGRAFIE


HPgHet emee b mis telkens ver<strong>deel</strong>dover drie pagina's, met alleen de Nederlandsege<strong>deel</strong>ten.De teksten zijndievan i'n 1 ie n vóór o 1627. 7 In vergelijking J g met nr. B .20 zijn de p ren -te n d(de afm. zijn 1g hetzelfde)t lichter afgedrukt. Terwijl l in uitgave g nr. B.18 de drukker erexplicietJ op p wijst l dat hij J in een grotere g letter 1 er heeft tgedrukt, g zijn in deze goedkoop go g ende editie sommigee g stukken in een nog gg groter lettercorps P gezet. g12 MC, 34; De Vries 8 • Landwehr I o 88 • Landwehr 1 8 8 114.^34s ^ S^ 97 > > 9 ^Nr. B . 20Dordrecht, zonder jaar JMC : ` omstreeks 164S 45^• Landwehr `16 44 -16 4S) 'I a I a co b i Catzii I.C. Silenus SAlcibiadis sive Proteus, voorghestelt vooreste g in minn'- nn- en zibeel- nne-den, als mede zyn Y Mae g helen-licht P ^ en andere wercken. Tot Dordrecht b YMaerten deBot.b Geen drukkersmerk.c Dordrechtd Maerten de Bot (h)e Zonder jaar.2 KB 6 K ^; UBL 1019 F 26* • UBA 2 81 G 3*.f3 47 ^ 9 ^ 3 33 Afm. S> 2xcm.86 >4 Eén "n<strong>deel</strong>; titelpagina pag : g geen; ^ gg gegraveerde titelpagina zie hierboven).5 Eén titelprent p 13^ 0 x 7,7 cm.), g geheel vooraan; ^ S 1 rechthoekige g embleemprenterenten (alleg en afm. variërend van4,1/4, 9 tot 6 ^9 7^4 cm. bovenaan ^ de pagina, p gwisselendlinks en rechts. De titelprent P valt uiteen in drie delen (afb. 13.20.1). Alle driegaan ze — sterk vereenvoudigd — terug gpop de oorspronkelijketitelprenten; deze drie-in-één-o P lossin g is gebaseerd g op p nr. B.I 9 . De bovenste meet 6,7 ^7 x 7,7 cm. Het piëdestal, Pmet de titel, is verhoudingsgewijs breder geworden. g Linksonder een prentje P 1 e met Iusti-tia afm. 6 2 x8 3 , cm.) en in het iëdestal p : `Iie Titel' • rechtsonder dat met Fides (afm.6,2 x8 3> cm. en in het piëdestal: p 'Me Titel'.6-1 o Als nr. B.19.IIHetaat hier om een heruitgave van nr. B.I . De opbouw,g g 9 p ^ signering g g en paginering pg g zijng l De prenten p komen ook voor in de uitgave g nr. B.1 7.De vermoedelijke datering g is g gebaseerd op p het jaartal1645dat 4S voorkomt op pde titel-pagina'sa van Sel -str y t en T oorreel vande mannelicke acht-baerhe yt (zie hieronder). Motto'senroza-commentaren p zijnin een gotische g letter gedrukt, g met ^ wisselend lettercorps pafb. B.20.2, vgl. g afb. .18.z . Zowel de tekst als de afbeeldingen g g gaan terug g op P een edi-tie van vóór 1627. 7 Bijgebonden l g 1 zijn Maechden-plicht [...] Ter Goude, ^ Y Pieter Ramma-zen Y} boeck-vercooper p in de Cortegroenendal, g ^ int vergult g A >> B C. s.a. • Sel -str yt [...]Gedruckt in 't iaer onses heeren, 164S^5 ; en : Tooneel vande mannelicke acht-baerhe y t ...door I. Cats. Ghedruckt int iaer onses heeren, 16 45 4S . In het K B-exemplaarp zit geen g prentpvan het kinderspel; in het Amsterdamse , en Leidse wel; in het laatste is alleen boventaandeg uitgave van Maechden- licht opgenomen. Mocht hier dezelfde titelprent P zijn l ngebruiktals die voor B.1 9 (de afm. stemmen overeen), ^ is deze later. Vergelijkingg l gtussen de verschillende hoofdletters T wijzen ook in die richting g (vgl. g de T van PLICHT43 BIBLIOGRAFIE


12 MC,met die d e vann Ter Goude en TOT To Dordrecht). De plaa laat k n a evenwel e ook o zijn 1 gekopieerd,,g peventueel., evenals B 1 aa n r het voorbeeld van B.18.935 ; De Vries, 86; Landwehr 1 0 8 • Landwehr 1 88 I 1 .^ 3S> >, 97 ^ 9^ 9 ^ SNr. B.21Zonderlaats p zonder ^ jaar 1etc : `omstreeks 168o'; mogelijk g J Amsterdam omstreeks 16 44164SI Titelprent 1 p : Iac. Catzii. . Silenus i Al c i biadis sive Proteus dit zijn J zedelijcke 1 verclaeringen gover sine sijn sinne beelden.2 UBL "'DI ^F 21*; 2 GUL UL3399, 9$ I ^; NUC 0232154: UCC PT 5625 S S S 6 1663o3[hier – abu -slevels ? k ? –? als titel: • 'lac. Iac Catzii. Silenus S1 e s Alcibiadis sive Proteus dit zijn zedelijcke ver-en over Ysyne beeldenen3 Afm.1 4^9 x 9 ,5 cm.4 Eén <strong>deel</strong>; ^g geen titelpagina; één gegraveerde gg e titelprent p (zie hierboven).6 $ A — LEén "ntitelprent1 3^4 x 7,66 cm.), geheel > g vooraan; 1 S embleemprente renten (afm. variërend4,8/5,4x ^4 7^4 6 cm. die ^ wisselend op p de pagina's P g staan en ongenummerd g zijn; Jn•een eep kinderspel-prent. l A titelprent s voor ent v de o d gehele e bundel dient nu alleen nog g maar depersonificatie van `Geloof' die in de ed. princ. voor het derde <strong>deel</strong> was opgenomen(afb. B.21; vgl. g afb. 4).[A I r Gegraveerde g titelA v To Tot den leser. [Afkomstig g van de drukker].r g Voor-reden ende verklaringe over het ooghmerck g des schrivers [sic],,in dit werck.A 8v Aen de Zeeusche ionckvrouwen.Zv Apollo-feest: ofte goden-cunst-offer. g Toe geeygent g aen de hooghghg geleerden heer Iacob Cats, ^p pensionaris ende raet der stadt Middelbui g :ende nu der stadt Dordrecht. Ondertek. Iohanna Coomans.B S r Aen den hoochgeleerden g D. Iacob Cats, ^ op het boeck van Yns onst k-rijk Jcesne sinne-beelden. (Van de welcke zyn yg gunst myn y een vereert heeft).Ondertek. Anna Roemers.v g Gedicht ter eeren van g den hoo h eleerden D. Iacob Cats, ^ op pne zyne Ykonst-rijcke sinne-beelden.Ter Tr r ee n van den selven. [Ondertek.] Iac. Luyt t. I.C.B6r I linc dtc h op t de p driesinnige g sinne-beelden vanden hoo gg h eleerdenende achtbarene heere D. Iacob Cats. [Ondertek.] S. de Swaef.B 6v Ghedicht h ter er eeren denhooch oocg geleerden D. Iacob Cats. Opp syn k- onstri'cke 1 sinne-beelden. [Ondertek.] L. Peutemans.B 6 v 0 p de drie boeckenn der sinne-dichten ende beelden van den hoogh-h-geleerden heen D. Iacob Cats, I.C. [Ondertek.] I. Hobius.B G gg icht of Gedicht uit-le in e gvan het beelt des titels. [Ondertek.] I. Cats."[B8r1 Tot den leser. [Ondertek.] I.F.0 pschrift : Hier volcht de emblemata ofte sinne-beelden, met dezedelicke en stichtelicke bedenckingen. g44 BIBLIOGRAFIE


BS r -L 3 v TekstL3V Kendes rp el g h du e det Y tot s i n e - be elden ende leere der zeden.L 5V Volghentot vul 1 ' in e van de d ed 1 i he plaetse, sommige stichtelickeSgg p ^ gbedenckingen. gL 7 r Nieu iaers-ghedicht. g [Ondertek.] I.C.L 7v Ae n wi s in g e [sic] vant oude iaer, en t'nieuwe, wat w y daer uyt y tot onseleere, 0o en tr st aen n temercken n hebben. [Ondertek.] Iohanna Coomans.8 (– B • c ontbreekt)].53^4^ 79 87gpg bladen on e a ineerd : 1 74pagina's). 74pg Tweepagina's ontbreken na het embleemvan de specht. pIO00008 bi A2 nsc : b2 L5 at$gS gI I Voor deze uitgave g lij 1 ken de pprenten (opgewerkt of beter geïnkt?) van nr. B.14te zijng ebrulkt ^g met uitzonderin van embleem xxvi, de ene kaars die een andere ontsteektErenembleem 4g xx I v waar een krab gevangen g wordt door een oester F 7 r .Boven-dien is de nar a die aan een strootje staat vastgebonden g (embleem xx1II per p abuis tweemaal a afgedrukt g (namelijk ^ ook o bij 1 xxvi • in plaats p van de jongetjes l g l die schrikken van eenmasker(G I v . Te e oordelen naar de ingekorte g randen, is ook de iets kleinere titelprentpeen navolging g gvan die in nr. B . I4.Alleen de Nederlandse teksten s zijn opgenomen. Nr. B.I 9vermeldt dat er in eeng grotere letter is gedrukt; g hetzelfde staat ook in B . z I hoewel dit nergens g blijkt. ^ Devoorrede, ingotische letter, is die van Cats zelf; de ingeplakte p rent `Kinders pel' isbeschadigd. gDe titelprent in het exemplaar p GUL 399 SA1 9 2 8 1 is groter g : zij meet 1 5 , 3 x 92 ,2 cm •,de katernaandu i d i n en g B 134 3 en ec zijn hier aanwezig. Bij gebonden zijn: Maechden-^ 4 7 zijn g lg 1 <strong>nl</strong>acht. Amsterdam. Theunis Iacobsz. boeck-verkooper p op p 't Water. 16 44^• Tooneel z'andemannelacke acht -bar e he y t ... Idem; ^ Sel -str y t ... Idem. [vgl. g^^1C nr. 66, >9 1 en I I o evenalsVan Eeghen h v, 2 16 •g I1978, Sinne-beeld des christeli ^ ^c/een sel -str.^y ts ... Idem. Geheel achter-aan staat: t : Gedrukt tot Harderwyck, Y b y Egbert g Arentsen. 164424.I 2 ^1c 37; De Vries, 88; Landwehr I o 9 1; Landwehr I 88 I I.^ 37, >> 97 ^ 9^ 9^ 7Nr. B.22 .-IDIF 1655I23Alle 11 de wercken, so ouden als nieuwe, van de Heer Iacob Cats, ridder, oudt raedtpensionarisvan Hollandt > & c. t'Amsterdam, by Y Ian Iacobsz Schipper 16 S5 . Metprivilegie.O.a. : KB 16 3 A 6* [afd. boekbanden 1 78 9 D IO • KB I 4 S A 27 I ^ • UBL I018 A I* •.UBL1018 A 4 ^ • UBA I 99 8 A I O; ^ UBA 370 A I.Afm.0 8 x 2 cm.4 ^ 4^STitelprent : `Al de werken van I. Cats. t'Amsterdam, by Y Ian Iacobz Schipper Anno1655. SS pprevelegie g voor zestien iaren. C. Monicks invent. M. Mosyn Y sculp.' p In hetmidden een portret van Cats; eronder : `Out S7 iaren 16 3S , evenals het wapen p vanCats; in de rand van de cartouche: • ` Dat ick was en is nietmeer. Dat ick ben is wonderteer. Dat ick naemaelss we sen sal. Lieve Godt dat is et al' (vgl. g B 3^ . o sub . Om hetS45BIBLIOGRAFIE


portret heen Muzen een n deen sater die elk eenp op banderol de naam van een werk vanCats vasthouden;b o n bovenin, , naast a Apollo P o o met zijn l n lier (god g d en leider van de muzischekunsten),PallasAthene met helm en lans (beschermster van kunstvaardigheid) g en, metdeattributenn van Mercurius(de gevleugeldeg g caduceus – de herautstaf – en een toomom de arm) eenpersonificatie (mogelijkde Welsprekendheid p of de Goede kunsten Z 5samen m voor de Parnassus. Linksboven het paard p Pegasus. g (Afb. B.22.I .De ‘Sinne- ` - en minne-beelden, heelde van J. Catz' fa ux-titre beslaan in deze folio-editie depagina's In 2 - 106. Alleen de Nederlandse voorrede e d is gehandhaafd. g De 5 z emeem embleem--r enten zijn I die welke waren gebruikt voor de editie uit 16277 (nr. B. ^ ' de , scheurtjes Jesp l gIn de nrs. s XIII >J XV III xxxi e en LII zijn Jgn identiek. Door slijta e van de platen p zijn J deafdrukken van mindere e kwaliteit (de plaat pvan nr. vii bijvoorbeeld, J ^ heeft in de looppder tijd J een lichtebeschadigingopgelopen). Elk embleem is thans ver<strong>deel</strong>d over tweepagina'sa Inas afbDeze . B.22.2). D z opmaak o P is s bepalend b p geweest g voor de latere folio-uitgaven. gHet werk wordt voorafgegaan door een ` Voorbericht en i<strong>nl</strong>e Y dingen over 't geheele gwerk van den Drukker k en uytgever',ondertekend u Y g ^12 mei 16 SS. Zie voor enkele metzilveren en s sloten o en muiters s versierde exemplaren p3van deze uitgave: hoofdstuk 2. .MC, I en bijvoegsel p. Ten Berge I 2 I nr. 2 .1.^ l g P 3 3 ^ g 979^ S ^ 4Nr. s.23 AD1F 1658I Allee de wercken,>so ouden als nieuwen,>van de heer Jacob Cats, , ridder, ^oudt raedt en-ps ion a ri s van Hollandt, , & c. Doorgaens g vermeerdert, en achter met des autheurs Tach-t i g h- 1 • h arI leven, g^ H u ho Y s in ud e g en Bedenckingen g op P Zorgh-vliet. g t'Amsterdam, ' ^ byJan Jacobsz Schipper, ^ 1 6 S 8. Met privilegie. p g2 O.a.: UBL IOIá A*' UBL 1019 A 2*; KBB VI 8097C*' UBA 710 A UBA 2 I A 3;3^ 9 ^ 97 ^ 7 3; 4S 3^BLL 11555 h I. SSSAfm. o x cm.3 4 ^3 3SAfgezien van de aanpassing van het 16 5 8,g p g jaartal f ^ pdezelfde titelprent als nr. B.22. Voor-afgaand aan de Sinnegd en minnebeelden zit, ^ buiten de si g nerin g^ een aparte p titelpaginaI r met daarop een titelprent afm. 20 I X I^ S^ 2 cm.) g gebaseerd op p de editie 162 7 (vgl.pg13. 9). ` J. Cats Proteus,ofte > Minnebeelden o te verandert in sinnebeelden. t'Amsterdam, >by Schipper, IY Jan Jacobsz Pp e ^ S 6 8 (het is s de pagina P g vóór ^^ en na een dankdicht door1.1.r G oenenber g h . In de cartouche staat nu de tekst: `Lucret. Omne adeo genus g interris, h om in m u q ue f e r a r u m q ue , et genus g aequoreum, q , pecudes, p , p pictaeque q volucres, , inf furias ignemqueg qruunt' (afb. B.23).Deze tekst is echter niet van Lucretius, ^ maar komt•uit Vergilius, ^Geor acag >III > 242-244a. 260 Ivpgde verso-zijde `Aen den verstandi hen leser o de titel- rent'^ `Voorrepp ^de n' 2^I ^ `Aen de Zeeusche sJ jonck-vrouwen' 2* 3 r• ^ Lofdichten 2^ 3 v- 2^ 4 v • ^ Faux-titre. ^` Slnne - en minnebeelden van . Catz' [A 1 r en vervolgens g op ppagina pg 2- 1 06 detekst, , zoals s ^5 in 1 6 (nr. B.22 . Het ` Voorbe r' Ic h t ' van Schipper p is thans uitgebreid. gpDe exemplaren UBL 101 A 2pen BLL II h 1 hebben in de titel niet `door aens ver-9 TfI gmeerdert', maar: .'opvermeerdert'. o nieus Bovendien staat voorin het eerste exemplaar,,ppin n handschrift van v Cats : 'Geschenk s aan Paulus Geleynssen Y Decker, ^ 3 mei 1 6 S9 '.MC, 2 en 3; Ten Berge I z I nr. 2 .1.^ 3^ g 979^ S ^ 446 BIBLIOGRAFIE


Nr. B.24I_gnu 16S9Allee de wercken, c n ,ridder, van de heer Jacob Cats,ridder stadthouder van leenen,groot-zegel-g gbewaerder der ed : heeren Staten van Hollandt en West-Vrieslandt, oudt raedt pensio-naris van Hollandt, &.c. Tot Dordrecht, byb Jacobus Savry, in 't Kasteel vanAfm. 3 2 3, 3 ,1 x 1 9,3 cm.2Gent. 16 59.O.a.:KB C2 *'UBLI018C2.5*;KBBVH23929;BLL1I eee I.477 9 ^ 11555De titelprent p (zonder aanduiding g van de maker) is een versimpelde p remake van 16 SSen 16 5 8 (afb. 13.24.1); de emblemen, in , twee kolommen gezet, g , woren wordenin dezekwarto-uitgave g veel minder overzichtelijk gp gepresenteerd dan in de vorige g edities. Er is geen gaparte p titelprent p voor de Sinne- en minnebeelden. De rechthoekige g p prenten (ca. 5, o x 6,4cm.)zijn vereenvoudigd g en de composities p komen ge<strong>deel</strong>telijk g 1 overeen met de illustratiesdie dertig g jaar eerder in de editie van Van de Venne (nr. B .IO waren opgenomen (vgl. gafb. B.24.2). De Sinne- en minnebeelden, , met een eigen g faux-titre, ^ staan op ppg pagina 1- 96.Vooraan zijn behalve de Nederlandstalige g voorrede ook de oorspronkelijke p 1 drempel-pdichten opgenomen. Tegen g deze onrechtmatige g uitgave g van het verzameld werk is deuit g ever Jan Jacobsz Schipper in het verweer g gekomen (vgl. g hoofdstuk 2. 3 . HetKB-exemplaar p mist een <strong>deel</strong> van het voorwerk.MC, 4,• Ten Berge g I 979^ 2 S, 2 nr. 2 S.1.Nr. B.2 5 .^1DIk' 1661SAlle de wercken, , van de heer Jacob Cats, , ridder, ^ stadthouder van leenen,groot-zegel- g gbewaerder der ed : heeren Staten van Hollant en West-Vrieslandt, , oudt raedt pensio-naris van Hollandt, , &.c. t'Amsterdam, ,Y b I.I. Schipper, pp^p op de Keizers-gracht, g 1661.Metrivile p ie g voor 16 jaren(afb. B.2 S^ ; op p de titelprent p staat '15 `I Iaren '.Drukkersmerk : `Konst baert roem', het vroegere g firmateken van de gebroeders g Vande Vennev g 1. afb. B.IO.I en B.26.1 . O.a.: GA H R b H o* ^ , UBU z q u 109,U* BA 2006B 8; UBL 1018 D 25*. S Afm. 23 ^ 8 x I 9, 0 cm.Eén <strong>deel</strong>. De Sinne- en minnebeelden, met e e een eigen faux-titre, beslaan de pagina's s 1- ^6.Schipper heeft blijkbaar de restpartijen p l van Savry Y uit Dordrecht in zijn bezit gekregen, g gwant het zijn vellen van dezelfde editie (vgl. g B.2 4.De uitgave g bevat op ppprivilegep. * 1 v een extract uit het door Cats zelf uitgegeven evoor de nieuwe werken , gedateerd g 23 maart 1 6 evenals SS, een extract waarin de `Statendes Lants den Graeflijckheyt 1 Y van Zeelant' op p 71 uli 16 85 toestemming g gaven g aan Schip- p-p er voor tien jaar al het werk van Cats te drukken en uit te geven. g Ondertekend doorAdriaen Vett.MC, , niet; Ten Berge g I 979 niet.Nr. B.26 ADW 1665Alle de wercken, , zoo oude als s nieuwe, van , de heer Jacob Cats, , ridder, oudt^raedt -pensionaris van Hollandt, , &c. Vermeerdert met des autheurs ta c h t i^a gl ^ rl gh leven,eneBedenckingen g op p Zorgvliet. g t'Amsterdam, , y by I.I. Schipper, , op p de K eyse r- s g racht ,166 S . Met privilegie p g voor 1 6 iaren (afb. B.26.1).47 BIBLIOGRAFIE


Drukkersmerk : `Konst baert roem', eerderebruikt g als s merk door de gebroeders g Vande Vennev 1. afb. B.IO.I en B.2 .O.a.: KB C o* ,g S 477 3 UBL 1018 B I-2; UBA 29 2I D I17;Facs. ed. met alleen de Sinne- en minnebeelden en Spiegel van den oude ende nieuwen ti Jjdt. VanGoor en zonen. Den Haag g 1 9777 S : KB 25 A I S *. Afm. 23> 8 X 18, >9cm.De Sinne- en minnebeelden staan oppapg pagina 2- 96 (de koptitel P loopt poor door bovende Emble-mata moralia) ver<strong>deel</strong>d over twee kolommen, ver g elij J kbaar met nr. B . 2 S . De kleineembleem p renten (ca. 5,o/5,2 x 7,1/7,4cm. zijn l hoogstwaarschij<strong>nl</strong>ijk g 1 1 afdrukken vandezelfdelaten P die voor nr. B.1 S o f B .16 werden g gebruikt. De titelprent p is een aanpassingp gvan nr. B.24. Het zetsel is nieuw ten opzichte van nr. B.25v (vgl1. afb. B.26.2).^ Ten Berge I 2 2 nr. 2 .2.MC, S ^ g 97 9^ S ^ SNr. s.2 7 .-gnu' 1700Alle de wercken, soo oude als nieuwe, van den heer Jacob Cats, ridder, oudt raadt ensionarisvan Hollandt, &c. Op p nieus vermeerdert met des autheurs Tachtig-jarig gl gleven,Hu Y shoudin e g en Bedenckingen g op p Zorg-vliet. g De laatste druk. Hier komen noch b Ydesdichters Gedachten op p slapeloose p nachten, ^ nevens zijn gansche g Twee en tachtig-jarig gl gleven. Door hemzelf in dichtmaat beschreven, en nooit voor deezenedrukt. gT'Amsterdam b Y Daniel van den Dalen. Fran ois ^ Halma. De wed. van A. van Someren.T'Utrecht b Y J. en Wilhem vande Water. Boekverkopers p 1 7007 (afb. B .27.Drukkersmerk : Pallas Athene, met lans, schild, uil en boeken aan haar voeten, kijktnaar een voorstelling van een oogst g die wordt vastgehouden g door een vrouw Ceres ?)en eenputto. Eronder `Cultior his vita est'. O.a.: KB 2104 -'1 Ip 4 3> *; UBL 1018 A 2 *' > UBAOF 80-125*, S^ UBA OF 69-1 7*. Afm. 38,33 ^3 x 24 ^4 cm. De opzet p van deze foliant is gelijk g 1aan A D U' 1655, SS T namelijk één embleem over twee pg pagina's (vgl. g nr. 11.22). Ook deembleem p renten en de titelprent komen daarmee overeen. De Sinne- en minnebeeldenpwod worden op p p. P 106 afgesloten g met een prent p waarop p het Laatste Oor<strong>deel</strong> is te zien; deg ravure is ontwor p en en gestoken g door I. van Vianen.Mc 6; Ten Berge 1 2 1 nr. 2.>> g 979^ S ^ 4 3.Nr. B.28 A DU- 1712Alle de wercken van den heere Jacob Cats ;• ridder, oudt raadtpensionaris van Hollandt.&c. De laatste druk; waar in het Twee-en-tachtigjaarig g l gleeven des dichters; beneffensd e sselfs Slaapeloose p nachten, ^ met printverbeeldingen p g sijn l verrijkt : nooit voor deesensoo gedrukt. T'Amsterdam, b y Jan van Heekeren, Anthony y Hasebroek, , Andries vanDamme, Weduwe van Gysbert de Groot, Johannes Ratelband, en Pieter van Thol, ins'Gravenhagee. Boekverkoopers p MDCCXII (afb. B.28; onderstreept p wil zeggen: in roodgedrukt).Drukkersmerk : ronde middenvoorstelling g van een gevleugelde g g figuur g (de Deugd) gdIe een 1 on g eteaande 1zijkanten hand h leidt. Aan de twee putti, p ^ met pijlkoker p l en fakkel;zij houden een krans vast. Erboven : 'Vertu p pour g uide'; , maker is J. Goeree. O.a. : KBl382 B3 7*; 7^ UBL io18 A 4-5*, 4S^ UBL 1018 A 8- *; UBA 481 A I -16; UBU 226 A 11-12;9^ 4 SFacs.ed. Utrecht, De Banier s.a. 1 976 . Afm. 393 x 24,1 cm.Tekst en afbeeldingen g overeenkomstig gnr. 13.2 7 . Het werk is in twee delen; de Sinne-e n minnebeelden zitten in <strong>deel</strong> 1 ^p p. 1-106. De titelprent p is ^ af gezien van een nieuwe,48 BIBLIOGRAFIE


aangepaste tekst, gelijkaan g l k d de vorige. De evellen van exemplaar p UBL Lod .-i 8- 91 zijn nietdoor deplaatpers delaat ers gg gegaan.MC, Mc en 8 • Ten Berge 1 979 , 2 I nr. 2.^ g S , 24.4.Nr. B.2.9 Amsterdam 1 7 1 7 77I a Zinne- en minne-beelden : Selfstryd Y : Tooneel der mannelyke Y agtbaarheidt g : Galathea ofherderskla g t : Klagende g maegden, g^ en andere men g elr Y men van den heere j. CATS:Dese laetste druk van veele drukfautenesu g verd Y en ^ met nieuwe printverbeeldingenp gvoorzien. t'Amsterdam, b y Antoni Schoonenburg, Evert en Jan Visser. Boekverko-pers. 1717.b Ornament van fruit (afm. 2,0 x 2, 27 cm.).c Amsterdamd Antoni Schoonenburg g en Evert en Jan Vissere 1717f Wat is onderstreept, p ^ is in rood gedrukt. g2 UBA 2491 H I0*' UBL 1019 E 2*' UBL 1019 E UBG I A 8 6* • SBA C 150411 * • , 9 , 9 4, 99,, GBRI 1353 E 5*; S ^ KUB TRE 28 A 9. 9Afm. I x 101 cm.3 S,7Eén <strong>deel</strong>: titelpagina zie hierboven) en titelprent.4 p5 Eén titelprent p (12,,99x 8 , 1 cm., inclusief de p plaatafdruk (met tekst) : I 3, 8 x 8,4cm.cm.),ggenummerdegeheel eeS vooraan; 2 embleemprente<strong>nl</strong>angwerpigvierkant afm, g em id -de d 1 S, x 6,7 cm. wisselend over de pagina's. p g Op P het piëdestal p in de titelprent p staat :` Cats. Zinnebeelde .gen andere mengelstoffe'. Eronder : I. Lamsvelt In. et fecit', en:`In Amsterdam, , Y b A. Schoonenburg, E. en I. Visser. 1 7 1 7 '.Op p de voorgrond g van de titelprent p staat een gelauwerde g figuur, g leunend over eensokkel waarop pg^ een opengeslagen boek li t met – mogelijk g l – een spiegel in de hand."Links hiervan, , met zijn lier, de god g Apollo p die een weids gebaar g maakt, , en rechts een1 jongetje gldat een bordje vasthoudt s met daarop P ABCDE in spiegelschrift; verder, ietsachter het eerste p l plan, de herdersgode e s Pan gen a een e bok. Op de P achtergrond g een pastorale pscène waar bij een fontein een herder neerknielt voor een herderin; ^1 zij worden omringd gdoor een kudde schapen. p Het geheel g oogt g als een klassiek-arcadische omgeving g g(afb. B.29).0 * 8 *4 S G6 8 –2 A — I K7* i r Gegraveerde g titelprentp*1v Blanco[*2r] Titelpagina (in rood en zwart)*2v Blanco*3r Voor-reden over de Proteus, of minne-beelden. Verandert in sinnebeelden.2* I r Aen de Zeeusche 1 jonk- v r ou wen : geschreven g gedurende gde voorledenstilstant van wapenen. p2 * 2v Gedicht ter Beren van den hoog-geleerden D. acob Cats, op p sijne sinekonst-ryke sinne-beelden. [Ondertek.] L. Peutemans.49


8z * 3 r Op p de drie d boeken e der sinne-beelden van den ed : heer, D. Jacob Cats.0 n deriek. I. Hobius.22*3v 3 Gedicht ter eeren van den hoog-geleerden gg heer D. Jacob Cats, Cpl op sinekonstri' konstrijke l sinne-beelden.Ter eeren van den selven. [Ondertek.] Jac. Luyt t. I.C.2* 4 r den hoog-geleerden ogg D. Jacob Cats, ^ op het boek van 1nsi' onst k-rijke 1 sinnebeelden. Van dewelke sijn l gunst g my Y een vereert heeft.Ondertek. Anna Roemers.2 * v Klink-dicht,e op p driesinni de e g sinne-beelden van den hooggeleerdenen achtbaren heere D. Jacob Cats. [Ondertek.] S. de Swaef.A I r Faux-titre Sinne- en minne-beelden, van J. Cats.AIv - 6V1 Tekst–*1,2,—2 * –A1, 3 )].S 4>9o bladen z 12- 1.9 4 S61 I 77 I 08 ai *33 n d : a2 2* 3 wil - bI A2 i'nt l *bz K4 4 metI I Landwehr 18 9^ 8 I 2 noemt o een exemplaar p in de K B zonder de custode 3*2. Dit exem -p laar was in de winter van 1 993niet 3 (meer) aanwezig. g In het exemplaar p GBR I 313 E 1ontbreekt het D-katern = p 49-64).I 2 MC, 48; De Vries, • Landwehr I 0 97 ; Landwehr I 88 12 -126.^ 4> >9S? 97^97^ 9 ^ 4Nr. B.30 Amsterdam 120 7I a Zinne- en minne-beelden: Se lf str Y d : Tooneel der mannelyke Y a gtbaarheidt : Galathea ofherders k la g t . K Klagendemaegden, g g^ en de andere men elr g men Y van den heere J. Cats : Deselaetste druk van veele drukfauten gesuyverd, g Y , en met nieuwe printverbeeldingen p voor-zin. e T'Amsterdam, b y de wed : Barend Visscher, boekverkoopster, p , in de Dirk vanHasselt-steeg. g 1720. 7b Fleuron-ornament (afm. 16 xcm. 3 ,4 .c Amsterdamd Weduwe Barend Visschere 1720f Wat is onderstreept, p ^ is in rood gedrukt. g2 O.a. KB 840 A I ' LBU Rar LMY Cats 2* • UBA 978 D * • GUL I I SM321*,UBL I0I 84 7> 97 9 ^ 4 ^G 2*' VUA 2I *.^ 73 Afm. I S ^9 x Io 0 cm.4 Een <strong>deel</strong> • : titelpagina pg(zie hierboven); een gegraveerdee titelprent. pSEen titelprent I 3^9 x 8 6 cm.) geheel vooraan; 2^ g ^ genummerde embleem renten lang-S g p we r pg i vierkant afm. variërend tussen4,8/5,2 x 6 16 >7 cm.) en op peen wisselendep plaats (afkomstig g van de uitgave g 1717); een p portret van Cats 1 o ^4 x 8,4cm.) ^4 in eenovaal met t daarin de tekst : Jacob Cats out LVIII iaren anno 1636. 3 Linksonder, buitenhet ovaal, maar binnen het kader : `M. Miereveld inx.' Rechtsonder, buiten het ovaal,maar binnen het kader : W. Delff scul p s.' Onder degravure g :5 O BIBLIOGRAFIE


Als sc ick dit beelt aensie, en van mi' J n eerste 'aren jaren;Soo leer ick dat de tijt J verloopt pg gelijck 1 de baren :De jeught J g h is maer een blom; de mensche, nietigh g gras:'Kenwas niet dat ick ben, 'ken ben niet dat ick was.Dat ick was, en is niet meer;Datick ben b is wonder teer;Dat ick naemaels wesen sal,Lieve Godt . Idat asset al.z8Hetiëdestal p op de titelprent P draagt g het opschrift p : ` J. Cats, ^ zinnebeelde en mengel-gs toff e '. Middenonder : ` J. Wandelaar inv. et fecit'. 29 Hierop p is een beeld van een J on ' -g en met een gevederde gphelm en een fakkel(mogelijk Cu ido te zien. Een lier staatvoor het voetstuk, waartegen g een vrouw die haar hand – in verwondering g – ophoudt,zittend leunt. Tegenover g haar een man, met `antiek' schoeisel > die een kubus vasthoudtmet het symbool Y van het teken kwik (het zou Mercurius kunnen zijn). In dit verbandwijzen de bloemen in of boven zijn hand misschien op p de welsprekendheid. p Bevindtde zittende figuur g zich tussen libido (Cupido) p en ratio (Mercurius)? Achter het jongetje l g lop p de sokkel een figuur g met een hamer (een beeldhouwer of een personificatie) pen inde achtergrond g een herderlijke J ontmoeting g op p een rots (afb. B.30).6-99 Gelijk 1g aan de ed. 1717; door toevoeging g van het portret p is er een blad meer.10 172008 ai n d : a2 2* wil – bi A2 i 'nt *b2 K4 met7 *3 3 l 4I I De Nederlandsee<strong>deel</strong>ten g zijn opgenomen; ^ zij worden voorafgegaan zij1door het Latijnsemotto. De titelprent p zal eveneens voor de uitgaven g uit 1729,I 1745 en 177979 wordeng eb rik u t. Landwehr 19^ 88 128 g geeft bovendien: 'Heruitgave g (?) Amsterdam 1721'onder verwijzing l g naar 'Glasgow g 412', 4^ maar deze uitgave g bestaat niet.12 MC, • De Vries, 6' Landwehr 1 0 8 ^ Landwehr 1 9 88, 12 .^ 49, ^ 9^ 97, 9^ 7Nr. B. 3 1 /WIT' 1726Alle de wercken van den heere Jacob Cats; ridder, oudt raadt pensionaris van Hollandt.&c. De laatste druck; waar in het Twee-en-tachtig g l aari gleeven des dichters; beneffensdesselfs Slaapeloose p nachten, met printverbeeldingen sijn verrijkt. Eerste <strong>deel</strong>. T'A m-^ p g J 1sterdam by Johannes Ratelband, de weduwe Jan van Heekeren, Hermanus Uytwerf,Isaak van der Putte, 's Gravenha g^ e Pieter van Thol en Pieter Husson. MDCCXXVI (afb.B. 3onderstreept 1; p wil zeggen : in rood gedrukt). gDrukkersmerk:eli'k g J aan dat op de titelpagina van nr. B.28. O.a.: K B 1004 4 A r-2*•KB 250 S E 2*; ^ UBL I018 A S^ -6' KBB VB 6768 I' ^ KBB II 97 3 S 4 C LP; ^ UBA OF 69-I, 9 ' UBAOF- 74 9 -10' ^ UBA Band 4 B 10-11. Afm. 395 x 24^Scm.Na de faux-titre de S z emblemen. De uitgevers g berichten dat er voor deze editienieuwelaten p zijn gemaakt, g ^ omdat de vorige g door slijtage l g niet meer bruikbaar waren.Enkelerenten p – de meeste zijnminder verfijnden wijken l met name af in de arceringg–' –zijn z rebours. nu a s Nr. xx 1 x de torenmetde en weerhaan, etis i sterk veranderd. r Uit dezeeditie citeert het Woordenboek der Nederlandsche taal. Exemplaar pK Bf2 o F 2 heeft zeerbrede marges g (45,4 x 3o 3 ,o cm.).MC, 9; 9^ Ten Berge g I 979^ 2 S I ^ nr. 2. 4 S.S I BIBLIOGRAFIE


Nr. B.32 3 Amsterdam 12 79I a Zinne- en minne-beelden : Selfstryd:Tone Y o 1ede der mannek 1Y e agtbaarheidta rei t. dfo Galatheaherderskla t : g Klagende maegden, g^ en andere men g elr Ymen van a den heere J. Cats. s Deselaetste druk van veele drukfautenesu g Y verd en ^ met nieuwe printverbeeldingen p voor-zien. t'Amsterdam, By Y Evert Visscher, ^ boekverkoper p in de Dirk van Hasselt-steeg. g1729.b Drukkersmerk : twee hoornen des overvloeds rond een hoofd od op P een sokkel s (af am.3,2 x 4,4 cm.).c Amsterdamd Evert Visschere 1729f Wat is onderstreept, p ^ is in rood gedrukt. g477133 3 J 75 7 3 3 0*2 0.a. KB *' KB 32 *' UBA 705 G I *' UBL 1018 F 10*' UBN 63 C I ; GULI2 SMA dd 2 8*' SBA C 2028 6*' GUB 157V 20' NUC 0232191: HUC' NUC 0232191:4^ 7^ 9^ S7 ^^FSC; NUC 0232I 9I : YUN.3 Afm. i 5^ 6 x 9^7 cm .Eén <strong>deel</strong> : titelpagina zie hierboven); titelprent : hergebruik van de prent uit de uit-4 ^ p g pgave 1720.5 Eén titelprent P 1 3 ^9 x 8,7cm.) ^7 en S 2 g genummerde embleemprenten, langwerpigvier -kant (afm. variërend tussen8 4^ S > 2 x 61 6 >7 cm.).6-9Gelijk aan de ed. uit I I en i 20.9 1 77 710 172908 aI *3 de : a2 2* t,$ — bi A2 ,$t *b2 K4 met$3 3> > 4I I Deze uitgave g is, ^ op p kleine verschillen na, ^g gelijk l aan de ed. uit 77 I i en i 720. Er is wels prake van een nieuw zetsel.12 MC 5 0; De Vries, > 97 ^ ; Landwehr 1970 ^ 99; ^ Landwehr 19 88 ^ 129.Nr. s.33 Leiden 17451 a Zinne- en minne-beelden : Selfstryd Y Tooneel der mannelyke Y a gtbaarheidt: Galathea ofherderskla g t : Klagende g maegden, g^ en andere men g elr Ymen van den heere J. Cats. Deselaetste druk van veele drukfautenesu g vert Y en ^ met printverbeeldingen p g voorzien. TeLeiden, B Yde weduwe en zoon van Jan van der De Y ster 1 745 . Met privilegie. p gb Drukkersmerk : een hoofdje l op p een sokkel omrankt door krullen en twee bazuinbla-zende mannetjes (afm. 3,2 3^ x 5,1 5^ cm.).c Leidend Weduwe en zoon van Jan van der De Ystere 1745f Wat is onderstreept, p ^ is in rood gedrukt. g2 KB I F 26* ;3 LBU Rar LMY Cats 4*; UBA Io 6 G *' GUL 414, 22*' PBZ 1110 D *'^ 4^ S 7^ 44^ 3 ^ 7^UBG EE e 160*; UBL 1018 F*' 9 ^ KUB TRE 28 A ' OKL 5^ 912.6 9 Cats*' UBU , AB-THO TAC704; UBN C 2 *; VUA XN 05838*; NUC 0232192: UMM; NUC733 9^ ^ 0232192: BPL; NUC0232192: UTA.S 2 BIBLIOGRAFIE


34S67Afm. 15,29,9x cm.Eén del: eptitelpagina zie hierboven) en titelprent.De titelprent8 I 3 ^7 x ^4 cm.) g gaat terug g op p de prent uit de editie 1 7 2o, dekoperplaatlijkt 1 opgewerkt. De 2 S genummerde g embleem renten ^langwerpigvierkant (afm.variërend tussen8 4 , S > 2 x 6 I G >7cm. staan wisselend zowel recto als verso.o *8 *4 *i 8 K68 2 A — I K3ir] Gegraveerde g titelprentp*IV Blanco[*2r] Titelpagina (in rood en zwart)*2v Blanco* 3 r Privile ie. Privilegie. (Voor i jaar in S alle j formaten, behalve in folio). Ondertek,J.H.V.Wassenaer en Willem Buys, Bus i mei I1744.*4r Voor-reden over de Proteus, of minne-beelden. Verandert in sinnebeelden.2 *2r Aen de Zeeusche 1 jonk-vrouwen geschreven g gedurende g de voorledenstilstant van wapenen. p[2* 4r1 Gedicht ter eeren van den hoog-geleerden gg heer D. Jacob Cats, ^ op p sijne sinekonst-rycke sinne-beelden. Ondertek. L. Peutemans.4 r Op p de drie boeken der sinnebeelden van den ed. heer D. Jacob Cats.[Ondertek.] I. Hobius.[2* 4V14 Gedicht ter eeren den hoog-geleerden ^ g ^ p D. Jacob sijneCats, op konst-Ycke sinne-beelden.Ter eeren van den seleen. [Ondertek.] Jac. Luytt. I.C.3 r Aen den hoog-geleerden gg D. Jacob Cats, ^ op p het boek van si' sijn konst-Y ke sinnebeelden, ^ van dewelke sin l ^ gunst my Yeen vereert heeft.Ondertek. Anna Roemers.3 2v Klink-dicht, op p de driesinnige g sinnebeelden van den hooggeleerden enachtbaren heere D. Jacob Cats. [Ondertek.] S. de SwaefA I r Faux-titre: Sinne- en minne-beelden, van J. Cats.A I V - K6v Tekst89–*1,2,—2* — A I .5 4^9 I bladen 26 I 2-I S 6.1 174508 ai e e : a2 *I Dan – bI A2 t,$ : *b2 K74S *3 3 ^ K4 0mI I Een nieuw zetsel. Het exemplaar p LT B ^T 733 C 29 9- heeft vóór de titelpagina buiten de si gnering)e g koepeltitel: p ` J. Cats werken. Zynde Y de tinne en minne beelden. I. Deel.' Deverso-zijde is blanco.12 MC, I ^ De Vries,8 ^ Landwehr I o I oo ^ Landwehr I 88 I o.^ S > 9 ^ 97> > 9 ^ 3Nr. 13. 34 Leiden 1779I a Sinne- en minne-beelden : Selfstryt Y : Tooneel der mannelyke Y a g tbaarhe Ydt : Galathea ofherderskla g t : Klaegende g mae g^ den • en andere men g elr Ymen van den heere J. Cats.53 BIBLIOGRAFIE


23489Dese laetste druk van veele drukfautenesu g y vert en met vernieuwde euw p rintverb eel-dine g voorsien. Te Leyden, e Y by Hendrik van der De Y ster I 779. Metprivilegie.b Drukkersmerk : een mannetje (of aap)met p tak en palmtak p in de hand, ^g gezeten in eenornament afm.6 3> x 6 o > cm.).c Leidend Hendrik van der De Ystere 1779f Wat is onderstreept, p ^ is in rood gedrukt. gKBI 3 C 16*' ^ UBA IO 7 I J 12*' PBZ 1086 A 20*; UBL 1018 G 4*; 4^BANVUA XN 05725*;379 H 14.Afm. 16 x Io 6 cm.,SEén <strong>deel</strong>: titelpagina zie hierboven), ^ de titelprent p I 4> o x 8 6 cm.) is een sterk opg-ewerkte versie van die in de vorige g uitgave. g Zij lg gaat terug g op p die in de uitgave g van 1 720.Als de vorige, de ed. 1 met uitzondering van:g ^ 745 g* 3 r Privilegie. g [Ondertek.] P. Stn Y en A.V.D. Mieden, ^ gedateerd g 3 ojanuari ri7 1766. Overdracht van moeder opp zoon.9 1 bladen [26] [r] 2-1 56 (bij 2 9 staat de 2 op zijn kop, 58 als 85)Io 177908 ai nde : a2 *I Dan – bI A2 te : bz K4 met779 *3 3 4I I Een ander zetsel dan de vorige uitgave, maar wel geheel gelijk aan opzet.g g ^ g g l p12 MC S 2 en I I • De Vries, > 999 ^ ; Landwehr 97 I 0 ^ I01 • Ten Berge g I 979 2 S 2 > nr. 26.2; Land-dwehr 1 9 88,131.Nr. s.35 ADIF 1786-1787Alle de werken van den Heer Jacob Cats, in zyn Y leven, ridder >p pensionaris van Hollanden West-Vriesland, > enz. Gend, b Y^ C.J.Fernand, boek-drukker en boek-verkooper, pi opden Reep p in S. Augustinus. g MDCCLXXXVI, xxxvii.O.a.: UBL 10 9 ,ID 22-29 *. Afm. 18 6 x I o >S cm. Een uitgave gin acht delen. De Sinneenminnebeelden – alleen de edichten Nederlandse–sevenals 1eerste Latijnse motto'szijn opgenomen P g ^ in het eerste p <strong>deel</strong>, p. I-I zo. De prenten p zijnvervangengdoor verkla-renderentbeschrijvin p l g^ en zoals `0 'Op eene Rat die geern g spek p zoude eten, maer in deval niet durftaen g daer het hangt, g^ uyt Y vreese van gevangen g g te zyn' Y (p. 39, nr. x v I I I).De voorrede beslaatI p I I -X • de ^ opdracht p aan de Zeeuwse jonkvrouwen: 1 p. p x-x i ven de drempeldichten p p. p XIV-XVIII.MC, I o ^ Ten Berge 1 2 2 nr. 26.1.> > g 979^ S ^Nr. B.36 ADIF 1790-1799lle de wercken van Jacob Cats, uit ge geven door mr. R. Feith. Amsterdam, JohannesAllart.1 790-1795.19delen.0.a.: UBL 1019 9 H 3 -2I*' ^ KB 33010 H 97^ 9-27; KB 2106 A 2 7 6-2 94*. Afm. i 3^ 2 X 7,9 cm.De Sinne- en minnebeelden zitten in <strong>deel</strong> I I, p. S - 3 12 (tot en met xxxiv, de krokodil)en <strong>deel</strong> 12 P 7-154, beide met het jaartal 1 1 795 7 (UBL .1-, or 9 H I j -I 4 . Er is geen g apartep54 BIBLIOGRAFIE


titelpagina of tlte 1 prent. Opgenomenz zijn 1j het com p lete voorwerk S3 - 6 en e deg e h e 1 e tekst s 3 9 ev. telkens ver<strong>deel</strong>d d over circa acht pagina's. pg De fijn ) emeemrente bl-1 'e s (ca. 4,1 x 6 1 cm.) in deze uitgave g lijken l soms wel gewassen g9,(afb. 13.36.2). In <strong>deel</strong>uit ut I 794 isdevoormalige ggebruikt Proteus-titelprent nu voor de Mannelicke achtbaerhe yt(ondertekend`A. Zurcher scul p ' en ` J. Allart excud' (afb. B. 3 6.1 .Voorin zit eenportret p gemaakt g door Reinier Vinkeles naar het schilderij van A. vanRavesteijn l uit 166o (thans in het Catshuis te Den Haag); g^ hierbij een onderschrift doorJan de Kruijff. 1 Onder de kinderspel-prent P p in <strong>deel</strong> I staat: ` J. Bus Y delin.' en `M. deSallieth scul .' 30pMC, 12 ^ Ten Berge I 2 2 nr. 26. .> > g 979^ S ^ 3Nr. s.37 Dichterlijke werken 1 828Dichterlijke werken van Jacob Cats, ridder, raadpensionaris p van Holland. Amsterdam,bi' bij Gebroeders Diederichs. 1828.O.a.: KB00 3 3 E /4-19*; 9 ^ UBL Io18 B 6- 7 *; ^ LBU L XVII Cat b2*. Afm. 2 4 ^ S X I SAS cm.In deze octavo-uitgave g in twee delen beslaan de Sinne- en minnebeelden p3 1-120 van <strong>deel</strong>I inclusief de Nederlandse voorrede1- 3 3S en 'Aen de Zeeuwsche 'onckvrouwen'135-36).g Met de ver uitgevulde tweekoloms-druk is er een erg g volle bladspiegel; de drieafdelingen werden g achter elkaar afgedrukt. Er zijn geen g emble e m p renten maaromschrijvingen l g in de trant van `Een g gebonden zinnelooze' (nr. xxiv en `Ajuin' 'Ajuin (nr.. Bij 1 de tekst zijn ) negen g aantekeningen g opgenomen (p. p 6o8 . 3 ' De titelpaginabevat een staalgravure g van Cats' p portret door W illem van Senus; het is een vrijenavolging van het schilderij van A. van Ravesteijn. 1 Verder is er een `voorberi gt' vanP.G. Witsen Geysbeek, Y ^g gedateerd april p 1828, ^ en een beknopte p levensschets van Cats. 32Mc MC, 14; 4^ Ten Berge g 979^ I 2 S 2 ^ 4nr. 26. .Nr. B.38 Werken 2834Cats werken, uitgegeven door mr. R. Feith. Met platen. p Amsterdam, C. C Weddepohl. p1834. 16 delen.O.a. : UBL I0I 9 H 22- 37 *. Afm. i 3 ^ 9 x 8, ^3 3cm. Dit verzameld werk is een heruitgave gvan de editie uit 1790 B. 3 6). Wedde p ohl heeft blijkbaar de restanten opgekocht,met uitzondering g van drie delen; ^ die waren kennelijk inmiddels uitverkocht. O- orp ronkeli'k l bevatten die Cats' Houwel y ck (aldus De Jonge g van Ellemeet in M C ,3I . 33 DeSinne- en minnebeelden zitten in deze editie in het eerste en tweede <strong>deel</strong> UBL 1019 9 H 22 en23).Nr. s.39 Dichtwerken 1843-1854Dichtwerken vann acob Cats ^ naar behoeften de e van den tegenwoordigeng enw r ingerigt.d I g en tijd J n g erIg.tMetlaatjes. p 1 Te Deventer, ^ bij 1 A. ter Gunne. 1843 -18 S4.O.a. : KB BZ =Bronnenaal] Mod T 2 b Cat*; UBU Moltzer E 17-24; BL 1 o 8 BI ^ 3 UB7 - 20*. Afm. 22, ^7 7 x 12,5 ^S cm. (exemplaar p UBL : 2 3^ 3 X I 3^S cm. . In deze e uitgave g in achtdelen zitten de Sinne- en minnebeelden in <strong>deel</strong> 2 uit 1 84S^ p p. 1- 67 . De S 2 rechthoekigeembleem p renten (afm. 4,0 4> x 6 > o cm.) zijn al eerder g gebruikt (vgl. v. g die uit nr. B. G 3 of de5SBIBLIOGRAFIE


heruitgave g nr. B. 3 8 . Van de tekst zijnalleen de Nederlandstaligez ver en oo kdie tus-sen hetroza p in staan) opgenomen, pgAlsver<strong>deel</strong>d over de hele bladspiegel. voorwerkis `Aan de Zeeuwsche jonkvrouwen' J opgenomen (p. p 1- 4 . Onderaan de pagina pg staantelkens enkele aantekeningen. gOppxI -xi1 van <strong>deel</strong> 1 bekent de bewerker dat hijzich `hier en daar, ofschoonuiterst zelden, de vrijheid meende te moeten veroorloven, om enkele verzen, wierinhoud tegen gg de thans heerschende begrippen van welvoegelijkheid l streed, ^ achterwege gte laten, waar zulks namelijk zonder eenige g hindernis voor den zamenhang gg geschiedenkon.' De hoogleraar g M. Siegenbeek g schreef het `Voorbericht' p v I 1]-x). UBL l o r8B17-20 7 draagt gg als rugstempel `door M. de Vries en A. de Jager' (zijn J het de bezorgers?),op p de voorzijde een bandstempel p van een arm uit een kroontje en de letters s d vE(=Deon e g van Ellemeet). In het exemplaar p UBL iol8 B 18 zit bovendien een lijstvan1st aintekenaren (ca. 26 5namen; s ^ sommige g boekhandelaren bestelden meer dan i S exem pla-ren).MC, 16 • Ten Berge 1 2 2 nr. 26.6.> > g 979^ S ^Nr. B.40 Vader Cats (waarschij<strong>nl</strong>ijk 1861)4 JJVader Cats uit ge geven voor het Nederlandsche volk. Met eene voorrede van W. W J.Hofdijk. Tiel, Tiet H.C.A. Campagne. S.a.0.a.: SI-1G 1392 6 ^4*; ^ KB ZAA 3 S^ 2 ' GBR 7 2I B I; ^ UBL 10I 9 B S *. Afm. 3 I ^3 X 2I ^4cm.Het voorwoord van Hofdijk 1 is gedateerd g augustus 1861. De Sinne- en minnebeelden, en zonderembleem p renten en met alleen de Nederlandse gedichten, g staan in twee kolommengedrukt, ver<strong>deel</strong>d over p p. 88-102. `Aen de Zeeuwsche J jonkvrouwen' is o pg eno-men. Op p de titelprent p een portret p van Cats, ^ zittend op p een bankje(een staalgravure gdoor D.J. Slu Yter .MC, 18 • Ten Berge 1 2 nr. 26.8.> > g 979^ S 3^Nr. B.41 11DIk" 18624Alle de wercken van Jacob Cats. Bezorgd g door Dr. J. van Vloten, ^ hoogleeraar g teDeventer. Met ruim00 4 p laten op , p staalgebrachtdoorJ.W. gKaiser. Zwolle de ervenJ.J. Tij Til. 1862.Het vignet g is een remake van het drukkersmerk van de Van de Vennes (vgl. g nr.B.10 . 0.a.: KBI 9 f4 B 3 - 4^ *' UBL 1019 9 A S^ -6*' KBB II 108 S 3 . Afm. 37^ 37,2 X 2 7^7 cm.In deze ge folio-uitgavezitten de `Minne-beelden verandert in s inn e bee l-den' in <strong>deel</strong> 1 pagina apg I-xvI en 1-116. Van het voorwerk zijn 1nde Nederlandsevoor-rede de opdracht p aan de Zeeuwse J jonkvrouwen en de meeste drempeldichten p o geno-men. De embleemprenten, gegraveerd door Johan Wilhelm Kaiser, staan ^ telkens s oopderechterpagina in een versierd kader (ca. 13^ 0 x i 7 ^ S cm. ^ • vgl. g o.a. afb. 31 S . en 46. S .Achterin heeft Van Vloten zevenpagina's g aantekeningen, ^ voornamelijk wooranno woordanno-opgenomen. Hij J ging g g kort in op pCats' nieuwe voorwoord in de editie uit 1627enaf g enkele citaten uit het woord vooraf in de ed. princ. De hoogleraar g vond deteksten uit 1618 'inniger, g ^ `ruwer en ongelikter g , maar zeker krachti g er' en `meer opde man af'. Het opgenomen portret p van Cats is een navolging g g van het schilderij doorS 6BIBLIOGRAFIE


M. van MI e reve 1 d. Deze uitgave gg bevat een lijst van a intekenaren (vgl. hoofdstuk 2.3,noot2 3 en 33). 3etc 1 9^ 9 ; Ten Berge g 1 979 2 S 1 ^ nr. 24.6.Nr. s. 4 2 ,intt' [1870]Al 1 de werken n n van Jacob Cats. Met eene levensbeschrijving gvan den dichter. Volks-u it ga af. Schiedam H.A.M. , Roelants. S.a.O.a.. UBL r or ^ D 4 *' ^UBL I 0I 9 D 3 3*; ^ K B B V I 73 444 A. Afm. 18,4x ^4 1 3^S cm. Van dezeeditie zijn 1 exemplaren p op p zwaar pp papier gedrukt g (zoals t TBL 1019 9 P ^ 4). Met een portretpen facsimile s van Cats' handtekening in houtsnede. De Sinne- en minnebeelden staan zonderafbeeldingen ver<strong>deel</strong>d over twee kolommen en zijn l teruggebracht ggrac tot alleende Neder-er1 a ngedichten dse met het motto en de gedichtjes g 1 uit het proza p (p. p 2-16); de Zeeuwsel jonkvrouwen op pp [I]-2. Het omslag g van U BL rol 9 D 3 is in paars, p^ dat van LTBL 1019 9 D4 in rood oportretmet in het midden van het voorplat een reliëf-medaillon van het ortret vanCs Cats en profil. Het boek werd vanaf maart 18 70 in tien maandelijkse afleveringen g (ao I S verkocht,zoals blijkt uit het omslag g van de eerste aflevering g dat voorin is in ge-plak t. i4 Beide Leidse exemplaren p hebben op p de rug g een verguld g portret van Cats : hetIs g gebaseerdr op p de prent p die naar het standbeeld in Brouwershaven werd gemaakt. gMC 20 en 21 ' Ten Berge I 2 nr. 26. .> > g 979^ S 3^ 9Nr. s.43 _gnu [1876]Al de werken van Jacob Cats. Met eene levensbeschrijving ^ g van den dichter. Oors pron-keli'ke 1 spelling. Schiedam, H.A.M. Roelants. S.a.O.a. : KB 8 ^ D 32* ^ , GBR 737 A I; ^ GAH D I 9*. 9 Afm. 27> o x 18, >7 7cm. De e Sinne- en minne-beeldenzijn 1 bekort : op p een zeer volle bladspiegel staan over twee kolommen alleen deNederlandstali ge verzen (ook die tussen het proza) p en er zijn geen embleemprenten renten. Debundel beslaat de pagina's p 2-17^ ; `Aen de Zeeusche jonck-vrouwen' 1 staat afgedrukt g ooppagina a 1 -2. 35 Om exemplaar p9 G.-1H D 1 zit het originele g kartonnen omslag. g Behalve detekst k ` I om p900 1 met SSbladzijden eetdus à 6o vellen r k à I000 druks s voor 3f 9. o'eenportret p van Cats én de opmerking p g `Goedkoe p uit gaaf' staat hier bovendien het1 jaartal 18 7 6 .MC, 1 7 ; Ten Berge 1 2 2 nr. 26. .^ 7 ^ g 979^ S ^ 7Nr. B.B.44_1W 188oAlle de werken van Jacob Cats. Versierd met minstens 200 gravures. g Bezor g^ d en metophelderingen voorzien door W.N. Wolterink. Dordrecht,J.P. Revers. 1880.0. a. : UB L rog ^ B 6- 7 *. Afm. 03 6 x 22,5cm. >SuitgavIn deze tweedelige gave zitten deSinne- en minnebeelden in <strong>deel</strong> 1: het voorwerk p. p v I I - x v de tekst – alleen het Neder- erlands – op P p p. 47 1- . Opp P 48 - S4 zijnenkele g gedichten uit de ed. princ. opgenomen,zoals 'Cupido p we g h- g eloo p en' en `Kinder-s el'. p Er zijn tevens enkele annotaties. Hette r t van Cats s is afkomstig g uit nr. B. 4, 2 de embleem renten p zijnzinkografieën g naar57 BIBLIOGRAFIE


de ontwerpen van Kaiser uit diezelfde editie. Alleen de prenten I v I I x I I I x i x xxi,xxvii, xxix, xxxv, xxxviii, xLI xLvii en L werden o enomen.36MC 22; Ten Berge I 2 2 nr. 2.> g 979 S ^ 4 7•Nr. s.45Rotterdam i9o5Zinne- en minnebeelden door Jacob Cats. Verkort en in de hedendaagsche g spelling P govergebracht gbij door E.v.O. Uitgegeven D.A. Daamen te Rotterdam. I 9S o (afm.17,7 7^7 I I cm.). ^3 18 2 pagina's; i<strong>nl</strong>eiding g p. P 1-6.De uitgave g bevat geen g afbeeldingen g^ maar `omschrijft' 1 de prenten; p ^ de teksten zijnslechtsg ge<strong>deel</strong>telijk 1 opgenomen (gebaseerd g op p de uitgave g uit 1627 . Zijstaan in éénkolom onder elkaar,waarbij de versregels g doorgaans g in tweeën zijn ver<strong>deel</strong>d. De hoe-aantekeningen, soms als J noot en soms als woordannotatie gof omschrijvingtussenn haakjes, te verwaarlozen. Enkele Latijnsecitaten zijn vertaald.de i<strong>nl</strong>eiding g schrijft 1 de bezorger g E.v.O. dat hij Cats' `breeds P raken gheld' heeftingekort, ^ geen g Latijn of Frans heeft opgenomen Pg en alleen voorbeelden heeft gegeven g guit de natuurlijke geschiedenis g waaruit voor de moderne tijd belangrijke g l (dat wil hierzeggen: nuttige) g lering g kan worden getrokken g (p. P 2 . Hij l geeft g verder een discutabeleverantwoording van zijntekstuitgave g (p. S . Het proza p is duidelijk sterker bewerkt danPKampen 1 6oNr. B.46 4 p 9Jacob Cats, Sinne- en minnebeelden. Met i<strong>nl</strong>eiding g en aantekeningen g van J. Bosch. Rectorvann het Johannes Calvijn-Lyceum l Y te Kampen. P Geïllustreerd met S 2 reproducties p vandeplatenvan Adriaan van de Venne.J.H. Kok N. v. Kampen i 96o afm. 17,4 10,6 cm.).214 4 pg pagina's; ^ i<strong>nl</strong>eiding, gap S5-9. 9 De P prenten naar de 1627-versie 7 zijn iets verkleind^S 8 x ^S 8 cm.).Deze, > meest recente, uitgave g bevat alleen de Nederlandse ge<strong>deel</strong>ten g (inclusief hetproza) r en geeft g behalve woordannotaties, ^ summiere verwijzingen l g bij de door Catsgenoemde auteurs. Op p het omslag, g^ p en door Han Prins, ^ is de embleemprenthet motto `Om de minne van de smeer, leckt de kat den kandeleer' afgebeeld. g Deravure is afkomstig gJ uit Spiegel van den ouden ende nieuwen ti jdt ('s-Gravenha g ge 163,9,2 98,nr. xxxII afdeling g `Eerlijcke 1 vr Yg a ie' .5 8 BIBLIOGRAFIE


II Illustraties59


I ILLUSTRATIES IN HET TEKSTDEELAlle afbeeldingen in het tekst<strong>deel</strong> zijn l afkomstig g uit het exemplaar p in het Rijksmuseumlte Amsterdam, signatuur g 3273 71 144inv. nr. 189 0- 244S•2 ILLUSTRATIES BIJ DE INLEIDING EN DE PRELIMINARIAFRONTI- Adriaen van de Venne, > Portret van Jacob Cats, 1618. Pen in bruin, >p penseel in grijs g l zwart,SPICE met wat witte dekverf (Rijksprentenkabinet J p Amsterdam, s inv. nr. RP-T-1898-A-4069).I Eerstetitelprent p van Jacob Cats, Silenus Alcibiadis. Middelburg g 1618 , [*2r] U B L 1018C I).2 Titelprent p van Daniel Heinsius, ^ Emblemata amatoria. Amsterdam s.a. [waarschij<strong>nl</strong>ijk 11S UBA OK 82- 2 9.161 (3 Tweede titelprent p van Jacob Cats, ^ Silenus Alcibiadis. Middelburg g 1618 A I r Z U B L1018 C I).4 Derde titelprent p van Jacob Cats, ^ Silenus Alcibiadis. Middelburg g 1618[Air] 3 U B L 1018C I).5 Theodore Beza, ^ Icones ... Genève i S 80 ^ P pil -verso ^ nr. xxxix (KB 1 777 C 0 7 9). 96 Omtrektekening Proteus. Rotterdam 1627 (UBL, MC, acht ste afdeling A 02).g 7 g 02Titelprent van Otto Vaenius, Amorum emblemata. Antwerpen 1 6o8 i : verso (KB 2287 p^ PN 4.8 Adriaen van de Venne, Voortekening g voor de eerste titelprent p van Silenus ^ gedateerd1616 R K D 's-Gravenhage, g^ inv. nr. Map p I ^1589/78).9 Roemer Visscher, Sinne o en. Amsterdam 1 614 > nr. I, I (KB 33414 c 4).Io Titelprent p van Jacob Cats, ^ Houwel y ck. Middelburg g 1625 S (KB 759 B I S .I I Minuut van 22 maart 162 5met S marginale g aantekeningen g van Jacob Cats ('s-Gravenha ge, g,Algemeen g Rijksarchief, J ^ SG 4946, I).12 Sebastiánde Covarrubias Orozco, Emblemas morales. Madrid 161o, II I 2 5 1 r UBU LBRar LMY Covarrubias i).IAndrea 3 Alciato, ^ Emblematum liber. Lyon Y i SS I ^ 19 6 K B 313 M 142.3 ILLUSTRATIES BIJ DE EMBLEMENI.I ArianAdriaenvan de Venne, voortekening en g van embleem p rent I bestemd voor de editie 1629UBL MC, map 8 A, I-II .1.2 `Dum• Pspiro s p ero'. Daniel Meisner, ^ Thesaurus pilo- opticus. Pars tertia. Frankfurt 162 5,nr. 9 o lees : 4 o K B 959 E 35).2.1 . ` N ec p prope, pe^ longius'. g Sebastián de Covarrubias Orozco, ^ Emblemas morales. Madrid1610 III, 22 nr. 2 (GUL 460, SM, ^ 9^ 9 4 60 .^ 961 ILLUSTRATIES


2.2 uolus p adiicio'. Juan Francesco de Villava, Empresas espirituales morales. Baeza^ y1613, 3> 23 ^ nr. 12 (GUL 1717,S M I1079).O2. 'Qua non nocet'. Jacob Cats Silenus Alcibiadis. Middelburg 1618 I nr. I UBL I0I 8 c I). 3 ^ g >4 2.4 ` Met arbeydt Y krijgtmen Jg vyer Y uyt Y den steen'. Jacob Cats, ^ Spiegel van den ouden ende nieuwenti ^ jdt. 's-Gravenhage g 163>> 2 I, 43 ^ nr. xv (KB 7 58 B 20).2.5 `Denck voor de nood, steeds aen de dood'. Johan de Brune, Emblemata. Amsterdam162 4 , nr. XLVIII (KB 758 B 2 .4 ^ 339, 7S 93 .1 `Oft daer mé niet en g aet; ^ wat doen ick voorts daer naer? Tpropost Troost van monde slaet:oft andersaet g van daer'. Johannes David, ^ Christeliicken waerseggher. ^ Antwerpen p 1603,1 7 8-181, ^ cap. P LIIII (KB 2104 4 B 7I .3-2 'Clamaverunt iusti, et Dominus exaudivit eos'. Amoris divini et humani anti athia.Antwerpen 162 9,II, 118 nr. xvi (GUL 128, SM 286).3 . 3 " Tis een stemm', ^ en anders niet'. Antoon van Bour g oin g ne ^ Ghebreken der tonghe.Antwerpenen 163 I ^ 24^ nr. v GUL 285^ SM 249).3 .4 'Hy `H spreeckt p g gantsch uyt Y eenen mondt'. Antoon van Bour g oin g ne s Ghebreken derton g he. Antwerpen p 163 I ^ 92, 9 ^ nr. )(Ix G UL 285, S M 249.3 S ` Vox clamantis'. Henricus En g el g rave ^ Lux evangelic-a. g elica. Antwerpen p 16 ^7> II 16 > nr. II IKB22 B 8).S3 .6 Athanasius Kircher, ^ Musurgia g universalis. Roma 16 S o I I tegenover g K k 4v; Iconismusxv fol. 2644 (KB 34 B 10.4.14 `Del amador de si proprio'. p Juan Francesco de Villava, ^ Empresas es irituales ymorales.p3> Baeza 161 3 , II, 45, nr. 23 3 GUL 1717,S M 1079).04.2 ` Y Gh zult u gheensins g spoeden, p Om Kinderen leckerlick voeden'. Eduard de Dene, >De warachti g he abelen der dieren. Brugge gg 1567,17 2 K B 1702 C 23.4 . 3 `Suum cuique q pulchrum'. Florentius Schoonhovius, Emblemata partim moralia etiam> civilia. Gouda 1618 181 nr. LXI (KB 49 8 C 21).` Amari nocet'. Albert Flamen, Devises et emblesmes d'amour, moralise. Paris 16 2 1264 .4 7 > >nr. XXXII PKA2 G 26). 3S5 .1 'Het Houw'licks bed z onbesmet'. Johan de Brune, Emblemata. Amsterdam 1625 ` Y ^ 1624, 9,nr. II (KB8 B 2 .7S 9,2 `Mulierem tangere, malum'. Barthélemy Aneau, Picta poesis. Lyon i 2 27 GUL 16S g^ Y ^ Y SSA 7 3,SM 6. 9S 3 Juan de Horozco y Covarrubias, ^ Emblemas morales. Segovia g 158 9,III 167^nr. xxx i i i(GUL 853, S 3^ Add 208).S4 ` Donde to vives yo Y muero'. Sebastian de Covarrubias Orozco Emblemas morales.> Madrid 1610 I nr. 6 3GUL 3 460, 4 ^ SM 609.S S ` Sur le Satre'. Y Petrus Costalius, ^ Pe g ma. Lyon Y 1 SS S ^ 14 o (UBU LB LMY Coustau 2 .6.1 Anoniem, ingekleurde g tekening g u BL MC, map p 8, A 6-II).G2 ILLUSTRATIES


6.2 ` De se wonde groeyt g Y en blijft'. 1 Antoon van Bour g oin g^ ne Ghebreken der tonghehe. Antwer-p 163^ I I 7^ 2 nr. XXXVIII (GUL 28 S ^ 249). SM 2. I Adriaen van de Venne, voortekening U B L^tc map 8, A 7-10.7 ^ g > MC, p ^ 77.2 `D es e Ton h' is s bot, , en scherp'. p Antoon van Bour g oin g, ne Ghebreken der tonghe.Antwerpen p 163^ I 13^ 0 nr. XXVIII (GUL 28 S ^ 249). SM 28.1 `Sine vulnere laedor'. Jacob Cats ^ Proteus. 's-Gravenha g ge 16 2 9^ 3 I ^ nr. VIII K B 210 S A 75).8.2 `Den Blixem kan een sweert soo slaen, > Dat smilt > en de scheed' blijft 1 staen'.^ Johannes a Castro, Zedi ^ he Sinne-belden [sic] hetrocken g uit den ongheschreven ^ boeck van denaerdt der schepselen. Antwerpen P 16 94> II > 27 5^ nr. 9o (UBU LB LMY Castro 2).9 .1 `Dum colo foeminam, > hoc fio'. Daniel Heinsius, > Nederdir .^ ^tsche oerrata. Amsterdam1 6 1 6 , `Emblemata amatoria. Het ambacht van Cu p ido' ,7, o nr. 3 K B 767 c 19.9.29 'Ex ` vulnere p pulchrior'. Ig moris divini et humani antipathia. Antwerpen p 162 9> II, > II 4,nr. XIV (GUL I28 , SM Add 286 .9• 3 `Dum p pungor, g^ pingor'. Henricus En g el g rave ^ Caelum em .^ ^reum in esta et ^esta sanctorum•.. Köln 1668-16 7o, 7 > II, > 697 97 (SBT LVII 37 2()).10.'1 ` Om ni avn vincitta amor'. o Daniel Heinsius, e s ^ Quaeris quid q sit amor? S.l. s.a. i 6o I ^ nr. I (KB1121F61.I0.2 Juan de HorozcoCovarrubias y Covarrubias, Emblemas morales. Segovia g 1 5 8 9,I II > 181 > nr. XL (GUL8 sM Add 208).S3^10.33 ` Iram p prudentia vincit'. Joachim Camerarius, ^ S ymbolorum & emblematum ex animalibusq uadru edibus. Nurnber g S9S> I 18 > nr. x K B 4488 D 336).10.44 `Dimidium victoriae hostem noscere'. Dionysius Y Lebeus-Batillius, ^ Emblemata.Frankfurt am Main 15S9 96, ^ nr. xx x I I I K s 4884 D 34).10.5 Samuel Halvor Son (Fanden), drinkkan 1663 (Nationalmuseum Kopen-5 > > 3 phagen, inv. nr. D IOI . g^I 1.1 `Homo p omo similis, > aut maturus cadit, > aut si cito acerbus ruit'. Dionysius Y Lebeus-Batillius ^ Emblemata. Frankfurt am Main 1 S9 6 ^ nr. v (KB 488 D 34).I I.2 `Felices iuvenes, q quibus haec est arbor in hortis'. Theodor de Br Y^ Emblemata secularia.5.1.0 Pp enheim 1 61 I ^ nr. 44 (KB 771 J 62).11. 3 ` Cotonea'. Andrea Alciato, > Emblematum liber. Padua 1 6 18 > 36 4^ nr. ccI1I (UBU LB LMYAlciatus 6).11. 4 Goossen van Vreeswijk, )> De roode leeuw, > of het soul der philosophen. Am sterdam 1 67^ 2919UBU R OCt 2402).12.1 `Ca p tivus ob gulam'. g Andrea Alciato, ^ Emblematum liber. Augsburg g g 1 S3 1 ^ F 3v(Fotodienst UBU).12.2 . `Por buscar de c comer'. SScipione p Bar g a g^ li Dell' imprese. Venezia l S 94^ 262 (Gut, 189,SM 144).I2 •3 'II mal mi preme, p^ et mi spaventa p il p e gg io'. Daniel Heinsius, ^ Quaeris quid q sit amor? S.l.s.a. I 60I , nr. 20 (KBB 1121 I F 61 .63 ILLUSTRATIES


I2. 4 ` Mes p 1 eurs mor f eu d 1 ece nt'. eDaniel Heinsius, Emblemata amatoria. Amsterdam 1612,nr. 3 KB 19 7 K 33).12. S 5Steec ` kt uin heen g gat g of sleter deur'. Roemer Visscher, ^ Sinne o en. Amsterdam 1614,II nr. xxxi UBU LB LMY Visscher i).I 2.6 'Coeur mal-heureux'. 0 enherti g he herten. S.1. s.a., ^ nr. 38 GUL 1 206 ^ sM 80 S .1 3 .1 ` Ve elti' 1 dts wat nieuws, ^ selden wat goets'. g Roemer Visscher, Sinnepoppen. o Amsterdam161 4> III, nr. (KB 34 1 4).1 3 .2 Anoniem Hollands (ca. 1700),`Cu 'Cupido p ontsteekt een P pijp'. lp pg Opgenomen in: E. Fuchs,Geschichte der erotischer Kunst. München.a. 48 ,4 (Fotodienst UBU).1 3 . 3 Dirck Pietersz Pers, Bacchus wonder-werken. Amst erdam 1628, 69-70 UBA 10823 3 j 35).I `F mos vendit Amor'. Amoris divini et humani antipathia. Antwerpen 162 120 nr. x3 4 u p 9> 20,(GUL I28 SM Add 286).13.5 Jacob Cat s, Alle de wercken. Zwolle 1862 , nr. xiii (Fotodienst U BU.I 3 6 Cupido p met rookwaar op p een laat-zeventiende-eeuws blauw tegeltje. gl (Niemeyer Y TabaksMuseum Groningen, g ^ inv. nr. v-10 3 .I 37 `Fumo pascuntur amantes'. Daniel Meisner, Politica politica •.. oder StatistischesSad t " tebuc h ... Nurnber g i 7 oo vijfde ^ l serie, ^ nr. E 727s B T 1 6 I4°).14.1 `Willi he vanckenis'. Pieter Cornelisz Hooft, E mblemata amatoria. A msterdam 16114 g >nr. XXVII (KB 839E 2 . 39 S14.24 `Perch'io stesso mi strinsi'. Daniel Heinsius ^ uaeriS quid q sit amor? S.l. s.a. 160I nr. 21(KB I12IF61.1 4 . 3 `Alienae vocis aemula'. Scipione p Bar g a g li ^ Dell' imprese. Venezia I 594 I 4 o (GUL 1189,SM 144).1 4 . 4 `Refert dictata'. Sebastián de Covarrubias Orozco, Emblemas morales. Madrid 161 o I44 >nr. 8 (GUL 60 SM 60 .7 4 ^ 91 S 5 .1 Jan Pietersz van de Venne, ^ Het panorama van Vlissingen, g^ detail. (Rijksarchief l ZeelandMiddelbui Middelburg, Zelandia illustrata. Cat. nr. II 11 42 c).1 5 .2 `Omnia mea mecum p porto'. Gabriel Rollenhagen, g^ Nucleus emblematum selectissimorum.Arnhem 161 5 , nr. K B 488 D 2 .74 4 3I S3 `Domus optima'. p Joachim Camerarius, ^ S y mbolorum & emblematum ex animalibus quadru-edibus. Nurnber 15S9S 95 , ^ 99 , nr. xc I K B 488 D 36). 31. 5 4 ` T 'hu Y s best'. Roemer Visscher, ^ Sinne o en. Amsterdam 1614> I I nr. xxxv i i K B 341c4.I `Amor odit inertes'. Otto Vaenius, Amorum emblemata. Antwerpen 1608 I (KB 228SS ^ P ^ 9N4.I5.6 `Mecum omnia'. Sebastián de Covarrubias Orozco, Emblemas morales. Madrid 1610, II,178, nr. 78 (GUL 460, SM 60 .7^ 7 4 ^ 916.1 `Vi ilate & orate'. Zacharias Hens Emblemata emblemes chretiens et morales. Rotterdamg Y^162 Hiiij-recto (KB 766 D 40).S^ 1 7 464 ILLUSTRATIES


1 6.2 `Dom is driest'. Roemer Visscher, ^ Sinne o en. Amsterdam 1 614> I I > nr. I I K B 341 c 4). 41 7 .1 'Agitata g revivo'. Otto Vaenius, ^ Amorum emblemata. Antwerpen p 1608 ^ I 37 KB 288 N417.2 7 'Surge, g ^ illucescet tibi Christus'. Georgette g de Montenay, Y^emblematumchristianorum. Frankfurt am Main 161 9, 9^ S 8 ^ nr. L y n K B 4884 G 3). 3I. 1 7 3 `Dum spiro, p^ p spero'. Gulielmus Hesius, ^ Emblemata sacra. Antwerpen p 1 6 3> 6 II > I 5, 8nr. II s B T G 256 8").I. 7 4 "t Isser niet in, ^ en 'tkomter uyt'. y Roemer Visscher, ^ Sinne o en. Amsterdam 1 614>III,nr. LVIII (KB 3 41 C 4).1 7 . 5S ` Amore mutuo'. Gabriel Rollenhagen, g ^ Selectorum emblematum ^ centuria secunda. Arnhem161 33, > IV, > nr. 44 UBU LB LMY Rollenhagen g I 2 .18.1 'Om 't zobere kosje'. Roemer Visscher, Sinne o en. Amsterdam s.a., III 1 2 nr. VIII1 > > > 3 ^(KB 909 G II).18.2 `Coeur trom peur'. O enhert2 he herten. S.l. s.a., nr. 2 (GUL I206 SM 80 .p g ^ S ^ 51 9 .1 Rondleiding g van een os. Glasraam in de Saint-Etiennekerk te Bar-sur-Seine(Aube),1 5S I I of I S2I (Foto R. Norbart).1 9 .2 Anoniem, ^ Prijsos, 16 S 4 (Amsterdams Historisch Museum Amsterdam, ^ inv. nr. A 3016). 31 9 . 3 Blazoen van het vleeshouwers g^ gilde, in g goud en zilver , 1679 Stedelijk 1 Museum DeLakenhal Leiden).1 94 Jan Victors, ^ De optocht met deprijsos Laatst bekende verblijfplaats: kunsthandel XaverScheidwimmer te Munchen. Fotodienst U BUI 95 Jan Boeckhorst, ^g Prijsstier Huidi e verblijfplaats lp onbekend. Foto University Y ofLondon, Courtauld Institute of art).1 9 g .6 Samuel Halvor Son (Fanden), drinkkan, 166 3(Nationalmuseum Kop en -hagen, g^ inv. nr. D I o i .1 9 . 7 `Geslachtrekenin g '. Stamboomoverzicht in Johannes Le Franc q van Berkhey, Y^l y ke historie van Holland. Leiden 18o S> iv, 88- 8 p plaat II (KB 3 I2 9).1 9 .8 'Extrema g gaudii luctus occupat'. p Henricus En g el g rave ^ Lux evangelica. g Antwerpenp16 S7 > 8).I, 126, nr. XXI (KB 522 S B 8g 20.1 Adriaen van de Venne, voortekening van embleem p rent xx UBL A[C map p 8 A, 20-II).20.2 `Dum trahimus trahimur'. Album amicorum Jacob He y bloc ^ . S.1. s.a., ^7 72 (KB I 3 1 H 26).21.1 Willem van Mieris De ontsnappende vogel, g ^ 1687 (Kunsthalle Hamburg, g^ nr. S4 524).21.2 Godfried Schalcken, De nuttelo ^ e les M au ri is hui s ' s -Gravenha g^ e i nv. nr. 160.21. 3`Silentium'. Andrea Alciato, ^ Emblemata. ma a. Antwerpen 1 5 81, 63^ nr. x I K B 71 o 2 c 8o). 821. 4 'Averte ocolos tuos a me, quia q ipsi p me avolare fecerunt'. Amoris divini et humani antipathia.Antwerpen p 162 9> III 46 [= 1 5 6], nr. xxxv (GUL 128, > 286).SM Add 21. 'Beati S 5 ui q non viderunt, > & crediderunt'. Gulielmus Hesius > Emblemata sacra. Antwerpen 1 ó 36 ^ 74, nr. SBT G2568".6 ILLUSTRATIES5


21.6 Herman Hugo, Pia desideria. Antwerpen 162 III, o nr. xxxx (KB 8 1 F 61).g ^ 4> > 3 S ^ 721.7 `Leeft zo, date niet vreest voor sterven'. [AnthonieJanssen], De leermeester der edenvertoont in Horatiusinnebeelden. ^ Amsterdam s.a., ^ 47 , nr. 93 (KB 8414 E 39).22.1 ui nuyt Y à aultruy, Y^ nuyt Y à soymesmes'. Y Gilles Corrozet, ^ Hecaton g ra hie. Paris i1543,Fvi-verso KB88 4 K 1).22.2 Chris pijn de ^ Passe de Oude, q Aqua (PKA, ^ Koninklijk Oudheidkundig g GenootschappAmsterdam, nr. 1096) 923.I `Purior inde fluit'. Philotheus = Karl Ludwig von der Pfalz S mbola christiana.3 g ^ yFrankfurt 16 77 , nr. LXXVIII (KB 488 B 3).77^ SS A 4 323.23 'Eunt anni more fluentis aquae'. q Dionysiu sins Lebeus-Batillius, Emblemata. Frankfurt am1596, S9 ^ nr. I I K B 4884 D 34).24.14 `Dulces amorum insidiae'. Otto Vaenius, ^ Amorum emblemata. Antwerpen p 1608 86 (KB228 N 4).24.24 `Stultorum est cum stercore pugnare'. pg Jacob Cats, ^ Spiegel van den ouden ende nieuwen ti ^dt.'s-Gravenha g ge 163> 2 III, >S^ 5 1, nr. XV I I I K B 7587 S B 2 0 .24.34 3 'Stultitia lig gris non compedibus'. p Amoris divini et humani anti athia. Antwerpen p 1629,II 72, nr. xxxvi GUL 128 SM Add 286).244 . 4 Monogram g in de Saint-Nizierkerk te Troyes. Y Afgebeeld g in : L. Gruel, Recherches sur leson origines g des marques q anciennes quui se rencontrent dans l'art et dans l'industrie du XI 'e au i x epar rapport au chi reuatre. ^ Paris etc. 9 I ^26 S I (Fotodienst KB).2 5 .1 'Captivus ob ulam'. Andrea Alciato, Emblemata. Lyon I I nr. c I I K B 133M 142).S p g ^ Y SS ^ 3325.2 s `Om t'leckerlick leven, Comt menich in sneven'. Eduard de Dene, De warachtighegabulen der dieren. Brugge g g 1 S 67^ I 3 (KB 1702 7 C 23.25. 'Amator S^3 3 cum dat ra it'. ^ Jacob p Cats, ^ Maechden-plicht. Middelburg g 1618 ^ 3^ 6 nr. XXXIUBLI018cI.25.4 S 4 ` Die greep, g p ^ in de neep'. p Jacob Cats, Si nne- en minnebeelden. S. l. s.a., F 7 r uBL 10I 1019F 2I.26.1 Anonieme spotprent naar David Vinckboons), door Claes Jansz Visscher^PKA inv. nr. 193 .26.2 Jacob Cats, Alle de werken. Zwolle 1862 nr. xxvi (Fotodienst UBU .26.3 Johannes à Castro, ^ De on-ghemaskerde g liefde des hemels. Antwerpen p 1686 ^ 114,nr. 8 (KB23302.27.17 Antiek reliëf van drie putti p met een masker (Musée d'art et d'histoire Genève.0Opgenomen in : Photo gra hische Ein elan nahmen antileer Sculpturen ... Ed. P. Arndt enW. Amelung. g Munchen 1913,Serie viI I -2o 9 nr. ^ 18 69 (Fotodienst UB U .27.2 Amorini, afkomstig uit het Herculaneum (Nationaal Museum Naels inv. nr. i .7 ^ g Napels, 9 77Foto L. Jansen).27.3 Pieter Bailliu (naar Pieter Breu g 793hel Allemode school, detail (PKA 7932).66 ILLUSTRATIES


tella Les jeux et laisirs de l'enfance. Paris 1 6 nr.q q ^ J 57 (Fotodienst^ 5KB).2 . 'Le ` masque'. Jacques Stella,2 'Vanvoor vverdriet, van achter niet'. Jacob Cats, Sinne- en minnebeelden. S.l. s.a., 26, D r75 3GUL 8 SM 300).3 3^ 32 7 .6 Pieter van der Borcht, ^ Allegorie g met spelende apen PKA 2585o, inv. nr. A 16316.277 . 7 `Larvata religio'. g Dionysius Y Lebeus-Batillius, ^ Emblemata. Frankfurt am Main 1596nr. LXI KB 4 88 D 34).28.1 Broker Vrou, toegeschreven aan J. Horst (Rijksmuseug 1 m Amsterdam, inv. nr. c1496).28.2 Pieter Aertsen, Keukenstilleven met Christus en de overspelige vrouw (NationalmuseumStockholm, inv. nr. NM 2106).28. 3Jacob Matham naar Pieter Aertsen, Keukenstilleven met pastoraal landscha 16o (PKA3 328 39, inv. nr. B 16 . 728.4 ^ Gerard Dou, Meisje ^ dat uien hakt, ^ 164 6. Londen, ^ Buckingham g Palace (Fotodienst UBU)..29.19 Adriaen van de Venne, ^ voortekening g van embleem p rent xxix in pen, P^ bruin gewassen gen ingekleurd g met g groene waterverf (UBL, MC, map p 8 A, ^ 29-I).29.29 IJsvermaak op de stadsvest nabij J de Noordpoort te Middelburg. g Kopie p naar een verlorengg e aan schilderij van Adriaen van de Venne eerste kwart van de zeventiende eeuw(Rijksarchief Zeeland Middelburg, Zelandia illustrate II 26, cat. nr. 220).2 9 . 3 `On hestadi h maer nut'. Roemer Visscher, S inne o en. Amsterdam 161 I93 g g> 4> I, 35,nr. xxxv (KB 341 c 4).29. 4 `Mundanza sobre firmeza'. Sebastiane Covarrubias Orozco, Emblemas morales.Madrid 1610 > II 5^ 10 nr. S (UBU LB LMY Covarrubias i .2 Claes Jansz Visscher T 'Arminiaens ka roep 162o (PKA 25965,inv. nr. OB 2500). 9 52 9 .6 Goossen van Vreeswijk, De groene leeuw o het licht der philosophen. Am sterdam 16 74, 929 1 ^ ^ ^ 74^ 9UBU R oCt 2402)..I 3 U n d i q u e insidiae'. Joachim Camerarius, s ^ ymbolorum & emblematum ex a ama n' l' abus^ uadru edibus. Nurnber ^ 1595 ^ , 9 o ^ nr. LXXXII (KB 4884 D 36).63 0.2 `Pau p ertatem alius fugit it ast hic advocat p i sam'. Theodor de Br Y, Emblemata secularia.S.l.0 enheim pp 161 I ^ nr. 53 K B 7116 j 2.o. `Coniunction'. S teffan Michelspracher, Cabala, Spiegel der Kunst and Natur : in Alch mia.3 3 p yLeipzig 1704,nr, K B 367 D II).P g 3 373 o0.4Miniatuur 4 in het Roi-Modushandschrift van een man en zijn zijn fretten tijdensde konij1ne-jacht J , ^ eerste helft 1 5 e eeuw (Kupferstichkabinett, p Staatliche Museen Berlin, fol. 5 8r ,inv. nr,8 7 c 6. FotoJ.P. Anders).. Jean Puget de la Serre, Le miroir ui ne late point. Brussel 16 2 te enover SBT Ao3 5 g ^ q 3^ ^ 79574 8").3 I.1 ` 'Het aenzicht wijst, 1 ^ wat de ziele p prijst'. l Johan de Brune, ^ Emblemata. Amsterdam 1624,2 94 ^ 7 nr. XL (KB S 8B29.67 ILLUSTRATIES


33 .1 ` Vii g initatis honos virginitate g p erft'. Jacob Cats, ^ Maechden- licht. Middelburg g 1618 ^ 23,nr. xi (KB 477 c 37).33 .2'Virgo ludendo g laeditur'. Jacob Cats, ^ Maechden-plicht. Middelburg g 1618 ^ S^ 6 nr. xxxii(KB 477 c 37).33 . 3 `Mae g hde-wa p en'. Jacob Cats, ^ Houwel y ck. Middelburg g 162 S^ voorwerk I *** 1ii' (KB759 B 15).33 .4 `Den schilt der mae g hden ^ te g hen Cu pido den eer-dief'. C. Passchier vanWesbusch, Haerlemsche dun-vreucht. y Haarlem 163^ 6 86 (KB I c 17.`Roseo rosa vivit odore'. Nicolaus Taurellus, Emblemata h sico-ethica. Nurnber 133 . 5 ^ .^ g 595E Y (KB 71 S7 7 J .S6 Guillaume de la Perrière, La moroso hie. Lyon 1 nr. 87 (Foto van i D c -fiche 0-6633 ^ Y SS3^ 7 3.33 . 7 `0 g ni fiore al fin perde p l'odore'. Jacob Cats, ^ Spiegel van den ouden ende nieuwen ti ^jdt.'s-Gravenha ge 16 2 1 8 nr. L I I (KB 758 B 2g 3 ^ S ^7 20).34 .1 `In g ratos natura abhorret'. Juan de Boria, ^ Em renas morales. Praai g 81 S nr. ^ 8 3GUL26 SM 20 .4^ 434 .2 `Gratis servire iucundum'. Joachim Camerarius, ^ S ymbolorum & emblematum exanimali-busuadru ^ edibus. Nurnber g I S9S> Io6 nr. xcviii (KB 488 4 D 36). 334 . 3 ` Com p ositis leibus'. g Giulio Cesare Capaccio, p ^ Delle imprese trattato. Napoli p I S9 2 > III,S9 V KBI 70 S B 6).34 . 4 ` Als die ketelt, ^ dese doodt'. Antoon van Bour g oin g ne , Ghebreken der ton g he. Antwer pen16 31, ^ 284 ^ nr. xxi GUL 28 S SM ^ 249)..1 `Laet le hen dat hachjen'. Roemer Visscher, Sinne o en. Amsterdam 161 II,3 S gg 1 ^ 4,nr. xxv (KB 34 1 c 4)..2 `Contre les divers assaults denvie'. Gilles Corrozet, Hecaton ra hie. Paris 1 cviii-3 S ^ g 543verso KB88 K I). 43 6.1 Jacob Cats, ^ ` 'Invallende gedachten'. g Opgenomen in Alle de wercken. Amsterdam 1655,1 7, nr. xxv (KB 145 H 27).36.23 `Zulck hem slapende p stercken, Als andere wercken'. Eduard de Dene, IVara chti gheabulen der dieren. Brugge S 7^ 1634-35 3 S KBI 702 c 23.36. 3 `Ut ardentius'. Roemer Visscher, ^ Sinne o en. Amsterdam 1614, III nr. x i v K B 34 1C 4) •36. 4 `Daerder vees veel smeden moetmen slach houden'. Jacob Cats, Spiegel van den ouden endenieuwen tijdt. .^ 's-Gravenhage g 163^ 2 III, a I 4^ nr. v I K B 758 S B 20 .37 .1 Mateo Alemán, ^ Primes arte de Gu mán ^ de Al arache. M adrid I S99 (British LibraryYLondon, sign. g 174 o d 4).37 . 2 Johann Michael Dillherr, Himmel and Erden. Nurnber g 74> 16 12 I > nr. x x I s B T I 10 8°).37 3 Samuel u Halvor Son Fanden Esdoornhouten drinkkan 16 6 3 (Nationalmuseum Ko pen-hagen, inv. nr. D I o i .68 ILLUSTRATIES


37^4 ` P 1 a g ae ill' illius non o es t ssanitas'. Paolo Aresi, > Liber de SS. papis, > e isco is > reli gionum undatorzbus . . Frankfurt am Main i 7 o2 > II, > 2 77 ^ 95"nr. xx iv (SBT LXVII 2").3 8.1 Miniatuur in n eenSpaans p s getijdenboek, gl ^5 1 5 e eeuw (British Library Y London. FotoM.G.A. Schipper-Van Lottum).`Insuffisance'. Gilles Corrozet, Hecaton ra hie. Paris I [B ii-verso] K B 488 K I.39.1 ^ g 54 3^ 439.2 `Si deus voluerit'. Gabriel Rollenhagen, g ^ Selectorum emblematum J centuria secunda. Arnhem1613 > DIV, > nr. 97 uBU LB LMY Rollenhageng 1/2). 140.1 Guillaume de la Perrière, ^ T ala .^ ^s der gheleerder g ingienen. g Antwerpen p I S S 6 ^ nr. x L I x (KB1703 G 39).40.2 Guillaume Gueroult, Le premier livre des emblemes. Lyon 1 0 2 nr. (GUL 1 SM4 ^ Y S S ^ 7 ^ 9 73 ^535).o, `In corru tos iudices'. Petrus Costalius Pe ma. L on 1 UBU LB LMY Cousteau 2 .4 3 p ^ g Y SSS^ 4340o -4` Violentior exit'. Joachim Camerarius, Si imbolorum et emblematum volatilibus et insectis.Frankfurt 16 S4 > > Io 1 nr. xcix (KB 488 4 D 36). 3o. 'Musca retenta erit crabro violentior exit'. Theodor de Br Emblemata nobilitati et4 5 p Y^vulgo scitu di na. Frankfurt am Main 1 593 , o nr. )(Ix (GUL12 S M 2 .g ^ 593^ 3 ^312, 3740.6 ` Weltliche Gesetz. Leges g p politicae'. Christoph p Maurer, ^ XL emblemata miscella nova ...Zurich 1622, ^ nr. xxxx (GUL 1 107 ^ S M 9 24). 440. 7 'Op `0 het g gesichte van een s p inneko p '. Jacob Cats, ^ `Invallende gedachten', g ^ opgenomenin Alle de wercken. Amsterdam 16 S S^ 2 S ^ nr. xxxvi (KB 145H 4S 27.4 1.1 `A gatto che lecca s iedo non li fidate arrosto'. Jacob Cats S ie el van den ouden ende4^ g p ^ g ^ gnieuwen ti 'dt. 's -Gravenha e 16 2 118 K B 758 B 20).^ g 3 ^ 7S42.1 4^`Natuerlicke daedt, ^ Voor leerijnghe lg g gaet'. Eduard de Dene, ^ l^arachti ghe abulen derdieren. Brugge 1567,6 2 K B 1 7 o2 C 23.42.2 `Viro indecora saltatio'. Barthélemy Y Aneau, ^ Picta poesis. Lyon Y i SS 2 102 ^ (GUL 13,6SM6. 942. 3 Anoniem, ^ Esdoornhouten drinkkan (Nationalmuseum Kopenhagen, inv. nr. onbekend,neg. g nr. 2 3 d 2 2..1 `Amor docet musicam'. Gabriel Rollenhagen Nucleus emblematum selectissimorum.43 g ^Arnhem 161 5 , nr. 70 (KB488 D 23). 74 343 .2 `Dorica musa'. Petrus Costalius, ^ Pe g ma. Lyon Y I SSSa 112 (UBU LB LMY Cousteau 2.. 'Allis pulsis resonabunt'. Camillo Camilli, Im rese illustri di diversi. Venezia i 86 I 143 3 p ^ ^ } ^KB88 D 4 4).43 . 4 ` Niet hoe veel, > maer hoe eel'. Roemer Visscher, > Sinne o en. Amsterdam 16 14> II,nr. xxi (KB 341 c 4).. I `Ad fontem Dodonae'. Petrus Costalius, Pe ma. Lyon I (U BU LB LMY Cousteau 2.44 ^ ^ Y SSS^ 7S.2 `Maulvaise nourriture'. Gilles Corrozet, Hecaton ra hie. Paris 1 ivii-verso (KB 4 8844 ^ g 543 4K 1) J.6 9 ILLUSTRATIES


.I Afbeel4S ` in h e des h uwe l x onder d de gedaentee t van een f u k c detail. '1 . Jacob CCats,Alleg Y g Y > >de wercken. Amsterdam, I 6 SS Ingebonden . na " A asiags en e vo""or Invallende ggedachten (KB163 A 6).45 4S .2 'Les ` deux sont un'. Daniel Heinsius,^uaeris q quid sit amor? S.1. s.a. 16o I>G I r>nr. I19KB I121F61.45 . 3 Otto Vaenius, ^ Amorum emblemata. Antwerpen p 1608 ^ K 54).B 22.8NGuillaume de la Perrière, Le theatre des bons en ins. Paris I Lvi-verso-Lvii-recto4S •4 ^ g S 39> >nr. LXXXI (KB 229 H I).45•s Claes Jansz Visscher, ^ Titelgravure g van Bru y lo ts-dichten ^ ter eerenen den seer vromen n gnosd alag en ion g man Aombout Jacobsen de Ion g he. Ende de eerbaere deuchden-ri ^ ^cke ion g h e-doc be t rHillegonda g van Baesdorp. Amsterdam 1616 K B 85 2 F 298.4S .6 `Ex ramo enascitur arbor'. Nicolaus Taurellus, ^ Emblemata h y sico-ethica. Nurnberg161 7^ N3 3 (UBG ET I 169.46.1 `Cum tempore p crescit'. Joachim Camerarius , S mbolorum et emblematum ex ay uatilibus etreptilibus. Frankfurt 16 S4^ 67 ^ nr. LXVI (KB 488 D 36). 64 346.2 `Ma g nitudinis eius non est finis'. Paolo Aresi, Liber de SS. papis, e i s co is r e li g ionumundatoribus. Frankfurt am Main 1702, II 16 nr. xv S BT LXVII 2°7 9, 9S43 46. Detail van een eind-vijftiende-eeuwse houtsnede uit Pierre Mich t 1 La a dansedesaveu g les , uit g e g even te Parijs. 1 Opgenomen in : Bilder des Todes. Ed. D. Briesemeister.Unterscheiden 197, 97^ i 7o (Fotodienst UBU .46.44 Detail van een laat-achttiende-eeuwse volksprent p (Rijksmuseum l voor Volkenkunde`Het Nederlands Ope<strong>nl</strong>uchtmuseum' p Apeldoorn, p ^ inv. nr. 11 72.46. 5 Jacob Cats, Alle de werken. Zwo lle 1862, > nr. XLVI (Fotodienst UBU). BU.`Indoctus ipse alios iuvo'. Florentius Schoonhovius, Emblemata a o t'civilia. Gouda 1618 1 94 ^ 4 nr. L X V K 9B 489 C 21).47 .1 p maa partim moralia etiam47 .2 Jan Steen, ^ Meisje biedt een oude man botten aan; ^ te dateren (waarschij<strong>nl</strong>ijk) l l na 1674.Poes'kin 1 Museum Moskou, ^ inv. nr. 2632).47.347.448.148.2`Post funera bellat' Il combat apres p sa mort). Albert Flamen, Devises et emblesmesd'amour moralise. Paris 16 7^9^ 2 o nr. XXIII (PKA 3325 S G 26).Goossen van Vreeswyk, Y^ Vervolg g van 't cabinet der mineralen, of ^ de goude g son der philosophen.Amsterdam 16 7S^ titelpagina UBU R oct 2042).Johan van Beverwijck, l ^ Van de uitnemendhe y dt des vrouweli ^ ^cken geslachts. g Dordrecht 1643,II, 206 (KB 1844 04I .`Uxoriae virtutes'. Hadrianus Iunius Emblemata. Antwerpen 16 5 6, nr. L (KB I op S S^ S^ 7 4B 3).48.349.149.2Houtsnede in : Zacharias Heyns, Hens Voorbeelsels der oude wise. y Amsterdam 162 3^ fol. 8or(KB 31 B 3).`Mens immota manet'. Joannes Sambucus, Emblemata. Antwerpen 1564,S K B I Op 4 7SE 2).Herman Hugo, Pia desideria. Antwerpen 162 2 6 III nr. xxxiv (KB 8 I F 61).g ^ p 4^ 9> 770 ILLUSTRATIES


49. 3 ` 'Immobilis bs ad Im immobile e numen'. e Diego g de Saavreda Fajardo, 1 ^ Idea principis christianopolitici,c e n ty um s mbolis ex ressa. Brussel 1 649> i 6o > nr. xxi v K B 483B 2.49 . 4 'Sans autre t e g guide'. Roemer Visscher, ^ Sinne o en. Amsterdam 161 4> I , nr. v I K B 34 1C4.`A s icit unam'. Paolo Giovio, Dialogo dell' im rese militari et amorose. Lyon 1 o (KB49• S p ^ g Y S 74^ 9488 H 16).S 50.1 ` 'In recessu nihil'. Jacob Cats, ^ Proteus. 's-Gravenhage g 1629, nr. L K B 21 o S A 75).50.2 `De coemiteriis, sive Adytis Aegyptiorum veterum'. Athanasius Kircher, SphinxS ^ Y gYp ^m sta o a sive diatribe hiero l hica ... Amsterdam 16 6 UBU Fol. z 1.y g ^^ gy 7 45 o. 3 ` Mihi heri ^ & tibi hodie'. Henricus En g el g rave ^ Caelum em .^ ^reum in festa et gesta... Köln 1668-1670, 7 > II, > 3163 sBT L VII 37" 2").5 1. 1 Zestiende-eeuws Frans Memento mori-paneel p (Musée du Louvre Paris, ^ inv. nr. R F I 9 S 0 -I. Foto Réunion des Musées Nationaux).I.2 Pieter Nolpe, De overleden monnikS p> Jacobus Tiras (PKA, > inv. nr. 20696.S I. 3 Guillaume de la Perrière, ^ La morosophie. Lyon Y i SS 3 ^ nr. 95 (Foto van IDC-fiche 0-66 3.1, Guillaume de la Perrière, T ala s der gheleerder ingienen. Antwerpen 1 6 nr. xciiij (KBS 4 ^ y g g p SS ^ 11703 G 39).I. ` Ultio crudelitatis a osteris'. Barthélemy Aneau, Picta poesis. Lyon 1 2 nr. 98S S P Y ^ Y S S^ 74, 9GUL 136, 3^ SM 96).5 1.6 `Noctua ut in tumulis, ^ super p ut q que cadavera bubo — Talis erit : Virgo ^ nuberep ac r e seni'. s Daniel Heinsius, ^ uaeris q quid d sit amor? 5.1. s.a. 160I , nr. 244(KB 1121F 61.5 2.1 `Purus ut erumpam'. p Joachim Camerarius, ^y S mbolorum e7emblematum ex volatilibus etinsectis. Frankfurt 1654, S4 ^ 97, nr. xcv (KB 4488 3D 36). 652.2 S Henricus En g el g rave ^ Lux evangelica. g Antwerpen p 16 57> II, > 1 S^ 6 nr. xxi (KB 522 S B 8).S 2. 3 `D e erucis'. Thomas Mouffet, Insectorum sive minimorum animalium theatrum. London16 IS0-181 UBL 666 A 28 .34,S 2. 4 `Vernieuwin g he vanden g heest'. Adriaen Poirters, ^ A beeldin ghe van d'eerste eeuwe derSociete y t Iesu. Antwerpen p 164^ 0 13 6 (UBU LB LMY Afbeeldinghe ^ 1 B.S 2. S ` Die wetenschap p vermeerdert, ^ vermeerdert moe Y te'. Johan de Brune, ^ Emblemata.Amsterdam 1624, S18 ^ nr. X X V I K B 7S 758 B 29.4 ILLUSTRATIES BIJ DE BIBLIOGRAFIEB.I.I Titelpagina van het eerste <strong>deel</strong> van Silenus Alcibiadis sive Proteus. Middelburg d 1618 KB^^144 D2.B.I.2 Titelpagina van het tweede <strong>deel</strong> van Silenus Alcibiadis, ^ sire Proteus. Middelburg g 16186(KB 144 D 2).7 I ILLUSTRATIES


B.I. 3 Titelpagina van het derde <strong>deel</strong> van Silenes Alcibiadis ^ gsive Proteus. Middelburg 1618 KB1 44 D 2).B.I. 4 Prent 'Kinder spel p gheduijdet g 1 tot Sinne-beelden ende Leere der Seden. Ex nugiis seria'.Alcibiadis, sive Proteus. Middelburg g 1 618 s vóór o2r tegenover ^ g p. p 1 o6 U B L I O 18C I).B.2 Eerste titelpagina van Silenus Alcibiadis, sive Proteus. Middelburg 1 618 vUA x H 00091). ^ gB. Titelpagina van Silenus Alcibiadis sive Proteus. Amsterdam 161 UB L I0I C 23).9 9 3B..I Titelpagina van Iacobi Cat ii I.C. Sileni Alcibiadis, sive Proteos, pars secunda. Amsterdam4 ^ >1 5 1 9[sic] K B 758 B 2).S 9 7SB. 4 .2 Titelpagina van Iacobi Cat ^ii I.C. Sileni Alcibiadis, sive Proteos, pars tertia. Amsterdam151 S 9 [sic] K B 758 7S B 2).B. S Titelpagina van Iacobi Cat ^ii I.C. Silenus Alcibiadis sive Proteus. Amsterdam 1620 (KB758B.6 Titelpagina van Iacobi Cat iiJ.C. Silenus Alcibiadis sive Proteus. Amsterdam 1622 (KB^477 C 41B , 7. I Titelpagina van Jacobi Cat ^ ii I.C. Silenus Alcibiadis, ^ sive Proteus. S .1. 164^2 [*2r] UB LI018 H 13). 3B 7 .. 2 Titelprent p van Iacobi Cat ^ ii I.C. Silenus Alcibiadis, ^ sive Proteus. S .l. 16 24^ * 3 r UB L I o 18H 13).B.8 Titelpagina van Iacobi Cat ^ ii I.C.Silenus Alcibiadis, ^ sive Proteus. Amsterdam s.a. KB 477coo.B. 9Titelprent van Proteus ofte minne-beelden verandert in sinne-beelden. Rotterdam 16 2 (KB 7589 p 77SB I).B.IO.I Titelpagina van Proteus ofte minne-beelden verandert in sinne-beelden. 's-Gravenha ge 162 g 9(KB 2105 A 75).B.I0.2 Titelprent p van Proteus ofte minne-beelden verandert in sinne-beelden. 's-Gravenha g e 162 9 KB2I05 A 75).B.IITitelprentvan Sinn' en minnebeelden Emblemata amores moresque g spectantiaEmblemestouchants les amours et les moeurs. S.l. s.a. GUL.383^ ; sM 3ooB.1 . I Eerste titelprent: Iac. Cat minneli ^cke edeli cke ende stichteli ^cke sinne-beelden met der selve3 p ^ J ^^ J^ Jghedichten. 5.1. s.a. (PBL A 2g 2447).B . I .2 Tweede titelprent met het opschrift Maden- licht [sic] ofte amt der ion vrouwen. S.1. s. a.3 p p g gVAIr (PBL A 2447). •B. I . Derde titelprent lac. Cat ii. Silenus Alcibiadis sive Proteus. Dit zijn sedeli ^cke verclaeringen3 3 p ^ ^J J gover si jne sinne beelden. S .l, s.a.,['Air]PB L A 2^ ^ 2447).B • I 3. 4 Iac Cat minneli ^ jcke J ^^ edeli ^cke J ^ ende stichteli ^cke J sinne-beelden met der selve ghedichten. S.l. s.a.,c iv, embleem 18 (PBL A 2447).B I .• 35ePrent kinderspel in Iac. Cat minneli ^cke edeli ^cke ende stichteli ^cke sinne- beelden met derp ^ J^^ J^ Jselveghedichten. S.l. s.a., E2V (PBL A Z2447).g ^7 2 ILLUSTRATIES


B .14.IB.14.2B.14.3B.ISB.17B.18.IB.18.2B.19B.20.IB.20.2B.2IB.22.IB.22.2B.23B.24.IB.24.2B.25B.26.IB.26.2B.27B.28B.29Eerste titelprent in Poëtische wercken van den heer Iacob Cat ^^ namentljck J Emblemata.Mae g hd e n - la c ht. Sel -str y^ t ende Mannel y cke Acht-baerhe y t. S .1. s.a. uB L 1018 G S5).Tweede titelprent in Poëtische wercken van den heer Iacob Cat ^^ namentli Jck Emblemata.Mae g hd en- licht. Sel -str t y^ ende Mannel y cke Acht-baerhe y t. S.1. s.a. uBL Io18 G 5 .Prent, raanvankelijk voor het tweede <strong>deel</strong> van Proteus, ^ nu gebruikt ^ voor Mae ghd en lic ht.I n •.Poe "t' riche wercken van den heer Iacob Cat ^^ namentli J ck Emblemata. Mae ghden- lic ht.Sel -str yt ^ ende Mannel ^ jcke Acht-baerhe y t. S.1. s.a. uBL 1018 G 5). 5Titelprent uit Emblemata ofte minnel cke edel cke ende stichtel icke sinnebeelden. DoorD.I. Cat . S.l. s.a. UBL 1 018 H 2 .^ 3Titelprent p uit Emblemata ofte minnel cke •edel cke ende stichtel icke sinnebeelden. Doory ^^ y ^ ^D.I. Cat ^• S.l. s.a. (GUB BL 6970).Titelprent p uit Iacobi Cat ^ ii I.C. Silenus Alcibiadis sire Proteus. S.1. s.a. uBL I0I 9 F 23.Dubbel pa g ina uit Iacobi Cat ^ii I.C. Silenus Alcibiadis sire Proteus. S.1. s.a., Liv-verso-Lvrectoembleem 47 UBL 1019 9 F 23.Titelprent p uit Jacobi Cat ^ ii I.C. Silenus Alcibiadis sire Proteus. Gouda s.a. uBL I0I 9 F 2 S .Titelprent p uit Jacobi Cat ^ ii I.C. Silenus Alcibiadis sive Proteus. Do rdrecht s.a. K B S 3 6 K 47).Dubbel pa ina uit Jacobi Cat ii I.C. Silenus Alcibiadis sire Proteus. Dordrecht s.a., Livverso-Lv-rectoembleemg ^47 KB S 3 6 K 47).Titelprent p uit Jac. Cat ^ ii. Silenus Alcibiadis sire Proteus dit zijn z edeli ^ J 'cke verclaerin gen oversi J jne sinne beelden. S .l. s. a. UBL 1 0I 9F 2 I .Portret van Cats uit Alle de wercken, so ouden als nieuwe, van de Heer Jacob Cats. Amsterdam1655, [aai] (KB 1633 A 6).Embleem iv uit Alle de wercken so ouden als nieuwe, van de Heer Jacob Cats. Amsterdam165 5 , 8-9 A S v-A6r (KB 1633 A 6). .Afzonderlijke titelpagina voor Proteus, uit Alle de wercken so ouden als nieuwen, > van de heerJacob Cats. Amsterdam 1658, S^ *6 I UBL 1018 A 3).Portret van Cats uit Alle de wercken, van de heer Jacob Cats. Dordrecht 16 * i r u B LS 9>1018 c 25). SPagina g uit Alle de wercken ^ van de heer Jacob Cats. D ordrecht 16 S 9 ^ 7^ A 4Sr uB L 1018c 2 .Titelpagina uit Alle de wercken van de heer Jacob Cats. Amsterdam 1661 (uBu z u 10 .^ q 9Titelpagina uit Alle de wercken ^^ zoo oude als nieuwe, ^ van de heer Jacob Cats. A msterdam 166 S(KB 477 C 3o).Pagina uit Alle de wercken zoo oude als nieuwe, van de heer Jacob Cats. Amsterdam 1667, [A4r (KB 477c30.Titelpagina uit Alle de wercken, soo oude als nieuwe, van den heer Jacob Cats. C Amsterdam etc.1 700 (KB 2 104 A -13).Titelpagina uit Alle de wercken van den heere Jacob Cats. A msterdam etc. 7 I 12 KB 382 B 7).Titelprent p uit Zinne- en minne-beelden ... Amsterdam 7 I I 7 U B A 49 2 1 H 1 0.73 ILLUSTRATIES


B.30B.31B. 6.I 3B.36.2 3Titelprent 1 p uit Zinne- en minne-beelden ... Amsterdam 120 7 K B 840 A 7I.Titelpagina uit Alle de wercken van den heere Jacob Cats. Amsterdam etc. 17 26 (KB S2 o E 2 .Afzonderlijke rlike titelprent, p gebruikt voor de Mannelicke achtbaerhe ,yt 7 opgenomen in Allede werckene van Jacob Cats, uitgegeven even door mr. R. Feith. Amsterdam I 794, <strong>deel</strong> 9 Foto-dienst KB).Embleemprentpiv in Alle de wercken van Jacob Cats, ^ uitgegeven gg edoor even mr . R. Feith. A- AmsterdamI 7957 <strong>deel</strong> II (Fotodienst KB).5HERKOMST VAN DE FOTO'SAmsterdamAmsterdams Historisch Museum: 19.2. 9Rijksmuseum-Stichting: alle afbeeldingen g in <strong>deel</strong> i • ^ frontispice p <strong>deel</strong> 27 • 447 4.4; 22.2 ; 26.1 ;,27.3; 27 .6; 7 28.I ; 7 28.3; 29.5; 47.3; 1. 2' B.26.I.Ues niv r iteitsbibliotheek Universiteit van Amsterdam : 2 I3.S7 73 3 ; . B.29 .Universiteitsbibliotheek, Vrie j Universiteit : B.2.ApeldoornRijksmuseum voor Volkenkunde `Het Nederlands Ope<strong>nl</strong>uchtmuseum': 6. .lsmus4 4Bar-sur-Seine (Aube)Saint-Etiennekerk : 19.1.Ber li jnKu f r tichkabinett Staatliche Museen Berlin:p30.4.GentUniversiteitsbibliotheekr iteitsbibliotheek : B.17.GlasgowUniversity Library y (Sir William Maxwell Collection): 2.1 ; 7 2.273373.4,S • 3.2; 4.1; .2 ; 75 . 3; 5 .4; 6. 2 7 ; 7.2; 7 79.2; 9 7 I0.2; 712.1 ; 7 12.2; 7 12.6; 7 13.4; 314.3;. 47 414.4;. 37 4'47 I .6 S 7. 18.2; 21.4;2 47 4.3727.5; 734.1; . 5734 734 .4,40.2; 740.5; S74 40.6; ,42.2; 7551.5; I. B.II.I.'s-GravenhagegAlgemeen g Rijksarchief: l10.Koninkli' Koninklijke ^ Bibliotheek ; 57 77 8 •, 97127 ' 1.2;2.4;2.5; 47 S) 3 .1, 3'S, 3.5; ' 3.6; 4.2; 4.3; 5 .1 ,' 8.1;9.1; IO.I; 10.3; I0.4; 11.1; 11.2; I2.3; 12.4; 13.1; 14.1; 14.2; 15.2; I 5.3 7 15.4 7 I 5 • 5 716.1; , 16.2; , 7 I.1' 7 I.2' 7 717.4; 74! 18.1' 7^77 I. • I ^ .8' 720.2' ) 21. ' 3721.6; ^ 2I. • 7722.1; 723.1; 23.2; 2.'2.I' 4 72.2' 4 724.4;42.I• •4, S 2.2' 7 S 26.3;27.4;27.7;29.3;7 37 747 777 930.1; • 373 7 30.2; 730.3; 3731.1; 733 33.1; 733 .2' 733 . 3; 33 .4; 33 . 5; 33 .7; 34 .2' 7 34 . 3; 3S 35.1; 7 3S 35.2; 7 36.1; 3 736.2; 3 736.3; 3 37 36.4; 4, 39 .1 ;, 40.I' 740.4740. 7744 1.1 74 ; 42.1; 743. 1743•3743•4744 ; 44.2; 74S 45.1; 74S 45.2; 74S•3745•4,45•S746.1; 747 47.1; 748.1;748.2' 748.3; 3^ .I' .2 ; 49.5; 0.I; 49 749 749•3^49•4^49• S S S5 1. I 4; S I.6' 752.1; J 7 5 2.2' , 52.5;B.I.I' S 5^ B.I.2; , 7B .I. 3J B. 4 .I' 7 B. 4 .2' f B. 5, B.6; 7 B.8; 7 B. 13.9; B.IO.I' 7 B.10.2' 7 B.20.I' 7 B.20.2' 7 B.22.I' 7 B.22.2; 27B.26.2; 7 B.27;B.28; 77 B. 7 0' 3 7 B. 1' 3, 13.36.1; B. 36.2.Mauritshuis : 21.2.74 ILLUSTRATIES


Groningen gNiemeyer Tabaks Museum : 1 .6.Y 3Universiteitsbibliotheek ;.6. 4SHamburgKunsthalle : 2 1.1.KopenhagenNationalmuseum : 10.5; S^ I 9 .6 ^373^ 37.3; 42.3.LeeuwardenProvinciale Bibliotheek : B . I . I • B .1 . 2 • B . I . • B I . • B I3 ^ 3 ^ 3 3^ 3 4^ 3•5•LeidenID c Inter Documentation Company),vanaf fiche : 33.6; 1. . 33 ^S 3lStedelijk Museum De Lakenhal: 19.3.Universiteitsbibliotheek : I I^3^4> 6; .I 2.3;6.I 3> >7 .I 20.I 25.3; S3^ 25.4;2 S4^ 29.1; 9I, 52.3;B.I.4; B.3; 3 B. 7 .I; B. 7 .2; B.I 4 .I; B.I 4 .2; B.I 4.3^ B.15;B.18.I S> • B.18.2 ; B.I 9 B.2I ; B.23; 3B.24.1; B.24.2.LondenBritish Library 37.1; 8.1.Y 3University y of London, Courtauld Instituteof s tute o art : I 9 .5.MiddelburgRijksarchief Zeeland : I S^ .1 . 29.2. 9MoskouPoesjkin Museum :.2. 47NapelsNationaal Museum : 27.2.ParijsMusée du Louvre (Réunion des Musée Nationaux).I.I.SStockholmNationalmuseum : 28.2.TrierStadtbibliothek: 9.3; 13.7; 17.3; 21. 5; 3 0•5; 37• 2 á 37 .4; 46.2; 50•3•Utrechtniversiteitsbibliotheek (en Letterenbibliotheek) : II; , . S S , 8. 2• , I I •3^ • II. 4^ I2. S^ I 7 . S;27.1; 29.4; 9•4^ 2 .6' 9 s 39.2; ^ 40. 4 3; 3^ 43 .2 • ^ 44 .I^ 47.4; 50.2; S^ S 52.4; 4^ B.2 S .Fotodienst : 12.1;13.2; 3 I . S^ I . 94>4 26.2; 3^ 6. 46.5.7SILLUSTRATIES


^r+i!F ^i (11^Y^{E^^^;lfll^l^>. +' IlIEtl-^I^i^! ^^^IWJI^^^1}ï~ ^ ,l ^ , Ihlll^ll^^,r^ll ^^w.a ^ :;^ h:,,76 ILLUSTRATIES


277 ILLUSTRATIES


37 8 ILLUSTRATIES


479 ILLUSTRATIES


8oILLUSTRATIES


^ \.^ . .vm^+^f\dd\^\\ %%^^}\ ^ ^ `^ ? ^^.^.>,.^ >^^ w^+y\^ ^781 ILLUSTRATIES


88 2 ILLUSTRATIES


983 ILLUSTRATIES


I084 ILLUSTRATIES


\ \^II8 ILLUSTRATIES


KI2A^C3 , ^l^1dll^. u^: uC^ ^• ^cc^mmexiu,t►a.&WA' ^cnrx',rtti fOrma e^bï^rix^c;Protrtr,u^r^o^^rncr^^ roirï ^rrr,^r^otv méár^ ^eri.^ , ,^ ._c ^^ ^^c ^r',^tto te^ertr`trn omtter,k4 ^3 ^ . .^' :,t le ^r^iu certa ^Z^ur^ a ti^? „;, n^^itls ^^ dtr^ r^IDrtfi3`^ ^ „^t^ero•f'ei?^^ ^De !ao uí ue ,uo^ntntat ^rburio.^ ^ }'^^;i i: i,i'rl^^^'i"a:é'^ • '+►°r,%M^t71386 ILLUSTRATIES


I.Ik.£I.287 ILLUSTRATIES


...............Br 4.4.^ ^^ , ^^ ^^ :•dry*^rF^^,^ ^ er^^ • ^ee^ o,^ 1^^. ^r,^á.e ^ ^rr (tad.:4.11:0d. .*,^+^ ^aea otea^etadr:nLe ^ ^ • r^ ar a; ^,^^,^ ott"^^ # ^' ^ ^;de!^4 e roxar ^ er t ^? ` ►u^ ' ,^ ',;2-4141° t!! ^e^ e^N $^^ i ^m ^ t^^^ ^.,...^ ^uF^n^.hs^ Sï^^• .i^^a8.R„'v.^. ^2.I 2.22.388 ILLUSTRATIES


y^X2.42. 589 ILLUSTRATIES


;.r3.290 ILLUSTRATIES


Dq ï^^`y^^ ^^^^ S^3.33.49 1 ILLUSTRATIES


3•S92 ILLUSTRATIES


^^^^ Q^Gm» ^ ^ 2A^ x2^ »k93 ILLUSTRATIES


'..^.11 ,J D ,f l? E4.14.294 ILLUSTRATIES


444-35-i95 ILLUSTRATIES


1 ^^ i` rWivt.TEXEM TANGERE, MA^ v srYCVS; e^^6^t,^^" ^^^ a^^ecttrx^tte^^ ^t^..^1^Ia^t^ro S arro^tier^rcicbrr^^ ,^, ^^^x^^^^^.'r^.^^^^a^ hïc 3'^et^, ^ .^^q rre `^ ^d l^^et.^xpora^t^^a1^^^` ^ ^ n^cec,^»f ^`^ umdarn ^^ ,^í"tn^^^,^^r;?^rott^^! , _ c '^a ra^ ^ rt ^re ^ ^"'o crr^t u9^tp^.^. ^^^^trc^s^^t '.^^rteatt ^^, ^ meas trbrbar^cre^^^^^ , ^['etrcf ^.^ xo lid ^^^.^^^';;7^Tam ^ ue ^ridere ^ ac^1€ ^^;.^Cotn^^^^ ,m^,^t^^^r^^e..'`^ a^^ ^ole I en^^^1^^^^^^u^^ , ^cbrot^Yen er^ ^rra^^trà^4r ^e^arc.- ^,^`^1r ^ ^ , etc f*, ^ ot^ms a^^. rr^trrrr^re . " ^r ^et►enri è i^.Yt ^^ds' ,e l^cer c te^ ` t trad. 'P ^S•3S•4S•S96 ILLUSTRATIES


6.I6.297 ILLUSTRATIES


7.2'98 ILLUSTRATIES


ó.IIOẈ.......8.299 ILLUSTRATIES


9.I1,CGS^JTt^` les yP#tkf c. 1:Idett(Zu:tti, sagiwitt,tt tiantie coeuf9. 2I00 ILLUSTRATIES


9.3I0I ILLUSTRATIES


fi .r^^^4.^^':;^^+>y ^Z.;^;.,.mI0.If^ k{ } S ^:,;.:,`^^i S R', ..^'• an^az>`w^^ x^ a a scs


io,3I 0.4103 ILLUSTRATIES


^^ v*¥10.5104 ILLUSTRATIES


I I.2IOS ILLUSTRATIES


^ ).^^^ .,^...^^%..,II.311.4I06 ILLUSTRATIES


^'"sr. ..,.,.á^^^Y..BI 2.2^: ^^^^•.I2.I,..J^^k^^;I 2.3 I 2.4IOC ILLUSTRATIES


•.w::3'fl.,5^y^y^:t:F^,^^.";E^^s^",I2.513.Ia ^rri en ;11J ^nrl lil t?pPt1tC ^.;lt u^ ?tr^^^ ^ l^I 2.GI08ILLUSTRATIES


13.3I09 ILLUSTRATIES


I3.6^^s ^ ^;^ ,, ^^á. ^^ ^rr^s ^t ^cur,n ^ `.:' ^ ^^ ^^ ^ ^^ ^^ ..;^^°71^ /''.^.^^ ^j e t ue es ^a( eut^ ^ ^ ^'^^.t ^ ^ .... ^ i...._ ^.p ..,v^. .. .. .w13.4.13.5IIOILLUSTRATIES


4,IIIIILLUSTRATIES


s -:^ , , r:.?^ h 3 s.»"I4.21 4 . 3A^^ ^^et en.^^ r^a^^^,^^ c^r t ^^^ ^' ^ ,TflY ^^7 ,.4#1ter., e C^^^^^^^^^>..^^ ^`!^^ ^ 4^PS;_ , k:>^' #^ ^i8 ^^ d ^^' ^S.^^ a , ^^ e ^ ^^^14.4I I 2I LLUSTRATIES


I 5. 2I13I LLUSTRATIES


I5.315.4114 ILLUSTRATIES


I 6.^ 5.6II 5ILLUSTRATIES


*APȮ .^,^^ "e:w1.14^, ^ t^ G^^c ^I^^xtctus•Chrifti^ra^ft,^i,íat^^t. ..' "+ ►o^ r ca ' m^.Coa^meitu ce ,nous^crsot^iendormis^YEtre a^.uteztrelc^m^rrs^^n+^^^r^a^Vtaisdc^ a' g fen rac ^ iln ^ I=a p oirix` Pc r^:is.^ ui s u =^ ^l oc^us a^arsdercr^cbresmts,,. ^ z ,^^tdar^ne^¢ ^uraíuunousconc^uirc«^P ,^^r^ons rciu^uurs ac u (Pu ^ ^ns^rcmis,Et ^: u^iusr^u^^ ^c^^^ 1^'r c =L^^ ^3^^^^.2I7.2I7.II16ILLUSTRATIES


,t et .... ^ ,^SEf 4 k • w< ^ fY',: s at r afsccm. Ioó,•EMBLEMA II.'7.3tr,17.517.4^ff^^ {^^, ^ i r ;f^sa k).^y•t St•1^,:


18,ICoeur de Itr ÍI'41ft ?Pllt*,Parr ^ratt^apper le mande ze Ills Ind íeux.4' preyP. zt mes fines a Ion fens et bins yews18,2IIó ILLUSTRATIES


19.II19 ILLUSTRATIES


19.2I20 ILLUSTRATIES


9. 3r 9.4I2I ILLUSTRATIES


^q14.; t/t. i)tti%t_^ ^' f^^t l ^iï9^^;?u Y ^z X, , ^: , ;s3E .ifI22 ILLUSTRATIES


^^`^^..1= £ 4 ^ N^^^$^"1Sz 9.7^^r^ ` 1^,rA19.8I23 ILLUSTRATIES


20. I2I.I20, 2I24 ILLUSTRATIES


2I.2lik ^x^a;^Dsrásnsáx^ ' ar^u^ax ^^e^a^áx'Ds^nt#^ri^^á^, ^térm^tard<strong>nl</strong>^i ^^atecorunge..`GZ G p fi‘fiS46'2e^^d6cG2 ^ "./ '^ r ^^ r .e cues str ^c^ ^v^ ^ ^^ ^b^^ el/1r , 'F vG ^e' ' xl '?2^t^ ^a^f•^dt^^ , ^^ ^ ^ ...,[erg21 .32I ,4I25ILLUSTRATIES


x$ + 20.EMBLEMA XXI. ^2I.5 2I.6,^,.^..aah 7 ..^F^ ^'.;.v^ ..^.2I ,á 22.1126 ILLUSTRATIES


........................ ....... .Gx ResT.kxA;22.2INDE FLUIT.0,c nu ^ rar^t > in i^metiC^; ^ „^t^ut^^e^s'^L;aÏ^ttxi^ ntiícetuz. H^c r^nten


'Nigro^ ....',Y'^ 1. ^Y^24.424.1^um, ^^^` u ^^ :^.1.1'...,c:. i, *w ^ ; ;3 R^2'^ ,fYS^ . .^X &f.x, ',^..9 i ^..... ..,.__ ... _ _^,^ ^^ïGtumecá^r^uuë^ saa^ L'1^1►" ,.^ P^ilr"^^C" d^^ ^.r . t J i ; ^ ^t,..u^^^ ^ ^^ ^^,.^r...^^ e a e,Ytrmicsbp ltelick is^etla^G gg s ,.24.2 24.3I2 óILLUSTRATIES


R25.2=: :_^^^,^,.:^^^^wY>^á^'''^', ^1°^w^3b


441124Bettviie ^ tt'^ i1yDi^s ^ s ^. ^^^^; ^c^,r ^^ 1reAzclrae^e^;^e1 ma^ttch o ^'fchcl^qi^ ^t^án 11^^• 3. ^^ ^^^^^^s , wa^ ^^ittetp:^ a r'te1^^^ ^^ ^^rr> ; f ^^^ ^^ : Wert ^, #^CB: ^ZS•4t26.I130 ILLUSTRATIES


26.226.3IjI ILLUSTRATIES


EB<strong>nl</strong>Cltmann A.-6., München27.I27.2132 ILLUSTRATIES


27. 3it on `.^ a . ud . g: ^,cs vut►cxliá^ ,et ',mt. ^t^^:z7.4133 ILLUSTRATIES


eIft. fae vóórver,^'rr.r, van acb tee Ale, ;^It ^, be ^!ïe í^af ban , ^ l^ fd^+baarr+^. +^ '^t fi n ►^1^8xAtUetJt ^ blauwe fcheen!bnte^^l^^,^ bE^^i%tt1fpx4ii8eitOtowbbá, t,^ lamttms^^ ^iUM1 ^^^... iá ...'t^íiqU ^( .bor at^ ^^rb 1I^11IIt' . ^^!^^^tfoo Wd^^d.;^elunentlb^tutu^ • ^>^ ^t^ ^^ ,^ie q i^^pp0n^f atbtet^OQ^bAll abort.llevoi CCf?arriere, Ne ;fa iáLe ►nafgat uerire.',"'tc a,^ ^^►sy ;,^ slA^ R.Av^1N ^ deiPA4e,Asgard., ate* ^ tc d.F, ssoA,' f cale OAKN t t4. fótxTs, gxí "built gricvemeat, too,a.albereAx ,cqaarw._...,._,•...Y trou re►a. ........^ foat^u , profs.. roxr vn dot?: roar,. ,ffgitighi:!n';::01;:;:rneat:4:744 .e^tye;kowe the ri orotttA btoken f h:rnndoo;xe, t;Ilia; o c ham VenutIs this tlaat Gbblinfrometheforfa^ceis;"forloaG.n eof onr w n 'wb ^1^haq t^^rnetiievifarofel^acc , wce i ,cas besa edce^e c^theDcb.d,th otherfu{1Pfihar whrchwra^re,ic^notbálfe f 'withforrow, ou • euefall,IscaCeanY, róplatnc dltbeKtieuwtll .to tniil'eyoacbartcs. if y :,^ o coatr^ ^elt Sb r'':`yufyi' : tufn d: 1!!^g e a rt^tt.•fay,no Golde butyoz i'áacc ^d,N^tb.hr:°drofe, t 9ethi^nke7oawelt^}t,.^^o ^ es^^^eua c,^el^.27.fA f5 ^ ^,.^,..^,,.,x L gen„,27.71 34 ILLUSTRATIES


^ f' 111111,,}27.61 3 5 ILLUSTRATIES


28.1136 ILLUSTRATIES


f928.228.3Ijk ILLUSTRATIES


28.4138 ILLUSTRATIES


29.129.2139 ILLUSTRATIES


n^y^ 5^^y 3N^.., ^% ;^^;a,:x yn. .,... ... ^.,r..29.3 29.429.6140 ILLUSTRATIES


^. .^.i'eh •tts ^rtïrpaatgttrats'pbtfadtbtaA pt^^ttl^tttl+^lttt^tt7*tt0f^ ^ ' rtE^^trt►tttts;;^^ bcut ^bx^^bp^^^tbttta ^rcatat t^eb^tp«,^tt f^lttatu fp^baa ttut,ttt^tltttb ^ttGbawd, ^ ^ ^ ^t/ ï ` >r^tttpt ^iao ^ ^ , pt tr^t^ióezt^.'.:it. fe.#tpttg ^^ b^t díapa^ala a^t^Edt•, ,,' ^ ^^^ ^ to• ^;l^^t^ttb^b^t " ^.,^tt^^ ^ bt+dt: ^^Rta^t^atipttJt^^^rt^t^!ei n ! aut it^bt:^tettalit^^b^^tt^t^.Qtnbrattt t E ^ , l'tbutwdtatbt fdb^^^kt^f , :Witte ^.bpMtki^ij botïi^t+aktdttpaftctt^t^lttttaatttig1 :^ ( < ^ ^ ^ta0nrpoaµrb^^ta t0ta1- . ^^>^ 1 ; dlttartbattttideptt^baet ". bsp^k^t^ ^t^dte ^Sttbatgd>o^ttuttt^#tet^ ^tttet^attbatktiptttN^ I^I^E'ït^ ^uoga ^brlyaxtut^tk}att^tt^^ktktOtt^r^ttAa^tlE^ ^tuawC .^^^ ,° ^i'ti8rdt^fEgtptot^c?^tet^iittt eti0at b^ aed^Rtt :, tl ; ;-Vabattb^ïatpitta^Of^tttttt^^« .,:t^besa^ets^ t otatt ,, g, j ^ ^dtpabCt^tntettt^tbgttt^ ii^t^^r(bot^tt^,^etGpic^t^/ r tE^dtttj^ ^a^^iatc ^ta^ieaut► a*tl*^t* tt^t^t^►rJ?^tt0oo^taatqa^tftq ^ +^tabftwia^^ttnettiftbtoatipti^^t#atd ;.^tàkt>e^ utet^ï^b^tt^^^ettl 3 vo 3pnatt00:#04tittltntosisto^g^^ l atatbtgwuon(^tatttotl^tbCbt ^^fali^tebi^p ^ math tt^tflatya^ttae^i6^ttip;(ta ^ft^tp^ttlbaEeept^k,^ / ^ uamatt^a^tt^^u^^t/ï^^tA t^od^t^b^tbatbtb^n^eil " ^^ ^ x,^itctbacttc^ ^t3>^^!!^$41/tottt^ u ^ / . :a^nttttatt,xn ^/aea^ ,: ^ t ^^^4n^^tc^^ . . ^^^t ;,.; ^tt$^^^fta


;^^^fr>r£^s,^^,3o. 230, I30•4f4^. ... ..............3 0.;142 ILLUSTRATIES


30.531.1^ »14§ ILLUSTRATIES


q rdemero$116 Iva i144 ILLUSTRATIES


33.333.533.41 45 ILLUSTRATIES


33.733.6Vdxrati wilds Cocdili ^trACah ^t,TAidareascritas t,r^^`^e^c vier"34.I34.2146 ILLUSTRATIES


^rh3^cr:^iRar6pry: .se..sd'^^£z3 , ^^^ynz,:^^.^i^Sí^tKv^.b^^"s,s; ó34.4& .g,^Save.. : s ;,p z a°a,p1.:44f4:4#0:i â ^z34.3i.>35.1 35.2147 ILLUSTRATIES


,^^^^^^^^^^^^^^yI^ ^ aA^ 2 ^ /ILLUSTRATIES


^.á^^s,gy^3 ,f^^.n ^^, ^,.. r^ >^:xs;. ^"'ii; . : ' :: i;`e.' .. .:i^yi3:N5 ^:;ir`á^r..^.,,^•á....,^,36.3^ ^^>om,:dKY P`" ,{Q,',4^36.4149 ILLUSTRATIES


: "t.'>&^^ .. .. ^ ......... ...37. r.^^&^ F a^ '^»Fjev, ^^'^•37.2 37.3i5oILLUSTRATIES


Ut.DEPATRUM; DOMINI CO,IC>INSTITUTORSORDINIS37.4ISI ILLUSTRATIES


38.1I52 ILLUSTRATIES


l^y^3` ^-;^,, ^S^^;;^Yi•:'i:4'e>.,skr,,^^^^^ ..,;.1.39.139.z^^.X^r,46?$^^^. ^ ':rx^ s ^ ^40. I1S3 ILLUSTRATIES


9 r%{+' 1 •g,^•^ ^^yy jpp^y40.2^^^ #^ ^^^^^, ^>r`'4 ''^^^^ ^^^3^ 3^^ kra^tín ^;^.._.^^^^ ^^^ `;'^ ^^.^ ^ ^ z^e^^ ^ .^^ ^^ YP^, ,ra S^ aY ^:^ £ a^^4180, ^40•3 40•4I 54. ILLUSTRATIES


ckn.RiTAq,1LEGESpo21111)4 toolv4te40 • S40.640.7155 ILLUSTRATIES


41.142.1156 ILLUSTRATIES


42.242.343•IISM ILLUSTRATIES


c^^^ ^^^`^,.,.^a^.., .•; 4 bY't:^' 9a w ^ ^, ^,, z - ^ ^^ ^, ^ ^ ^w y e;_ ' ^^ ' ^ ^^^• , ^ ^a: ^^; ^ ^ ^''" §^ ^ ^^ s ^^^x ^^ w^ ^^ w r c r' .^,a .•^a ^^r`,^?,o?^;s a ^ ^. ^. `w¢^^^'^° ^y ^a.4^:s;"«^ •43•z 43.3-;, • ^. ^ ..F A'.:`r,0,'P5;/: ^'"r^a^,'x^^^^a . ,^...^^^k';s^ •.43.4Ijó ILLUSTRATIES


^MAx^,xwY;a.^44• I 44.24S•24S•I159 ILLUSTRATIES


45.345.4ICAO ILLUSTRATIES


^x . s SS;^tsM„.^^001101 .6.0„45.545.6CRoconILUsPbrenofcbema XY.g S ANTONIOhfiesdifummOrsodikst pontrostfiit,,^Ensrvxlt^x ^ ^ fu4. ^hiitrommlinfotorefroxc if ris 4Ptititi^,ridios ,fmitea^r ` ^k ,aèr,.^ t..**gram ^^cCr ^ ^ ^ no ^4^^46.146.2161 ILLUSTRATIES


,46.4L PP. ..................46• S'^erc^ Ict tnï,testas^^ i4li^,^d^^^x^.^^ttvs^hS i ^na ix ca^ ^ a^dat dïvïtes uá^n.•^ ^^uc^ba es ufus expundant, e^et^os ^ct^iccr ijs ,f^ n• '^, tando,antpaup^erculasïtntlï^ïbs, ^uiadarresí^l^,, '' uibushu;^uunit^,^eru^itïrs^tar,nr^ti^b^;fcd !^turá ékï videntur, ijs fo^endo, de ad u^dn, ,d^i , it ru^ud^^ tdu^<strong>nl</strong>uaai^v^a^ts ' ^' 'bus^ular'.47•II 6 2ILLUSTRATIES


47.247.347.4163 ILLUSTRATIES


48.1';s^^ C3 ,^^'^t;, 44g• z164 ILLUSTRATIES


49•I 49.2^,11%,!:nY^^9 !;,,,^ix; i •u ^, Ax• ^^ °x^i''`"..^„o'.v$?^^^k^.^ ¢ n.r ^`r , r : ï saa 8^ s^^.r r49.3 49.4165 ILLUSTRATIES


A+ ^y .^l6 ^2 ^.2 \^ ^:.^.Mite50.I166 ILLUSTRATIES


^ ^ 9^ y50.350.251.1167 ILLUSTRATIES


51.2^• \5 1'4$^ a51.3I 68ILLUSTRATIES


cf I.5f I^y .^^^ ^ y 4^^^ „^„^::^.^;^^:`Y^^^'k;i°` ,;Y§^.,: °x ^^ a.y;:: ^ ^^^K^;< 9g°^` ^^^too^ ^^^ ^ ^ ^^, ^ >+^, a^^^^..". ^^,^^^^^Í,^rt^•.^ t q!,te pP^rr^^^c.eIi"om 4 . .43e4tuzis04 ^ ^^^^^ _.,, ^^ . ^^a.^:^.:. ...S 2.I169 ILLUSTRATIES


L,,s,x............................ ............................... ........... . .SZ•3^n saCxETEYxw. e vanícn :: ^i^. ^-.S 2.4r+' ïww,v. srtap^170 ILLUSTRATIES


a^^'z,^ ^i§^;Sr^^'^^ +^3z;sr`"752.5171 ILLUSTRATIES


B.I.IB.I.2


'y" j,é,^ ^.oyi^7^^:^ z t,ï/'....'^. ^ ^e^^..__B. I .4B. 3I73 ILLUSTRATIES


B.4. B. 4. 2;icora 'bto art^ax tta^^iDeus no^B. fBy ^°^^illem lank ^:, B^. . . ............................. ^^^►^`!s .6174 ILLUSTRATIES


B.7.I.B.7.2175 ILLUSTRATIES


°M^^W'^^ á^5',B.9176 ILLUSTRATIES


De nobis h^_ ^^^^^^e+ `B. 8 B.IO.IB.I0.2177 ILLUSTRATIES


..^`.„ .ḟ1 ` i^i^4 f ^ ^^.^5^^6^.^ •^ l^.^r


.^£.q { .0'16 .4!4w:^ ^ ^B.1 3.3V F"O^ YRd67? ;Y +4^ PogAd ^^B.I 3.4179 ILLUSTRATIES


^^x9.^ ww


B.14.3I I ILLUSTRATIES


B, I SB,17I82 ILLUSTRATIES


^£ s ^:'..,>^ï;8^+^,2+..t^;, A ^A3 9^'^tA3^^ ^^' ^4a, sB#^e?^^ 'fr á^^$^'gB,18. II83 ILLUSTRATIES


pp 1 ^t^k^Y^+}Syya.};^ `.. ^`^ -`'4g :• 'uB.1 8. 2fit# (Ifit0l pti ` "`.^"`wc1ge&elcganoetv^c^^^ur.}^VW Igi^t^^IOgbtl7RlYgblith!bearbePa;r4,Dlit;Tengtrattgb'e *dwellers at^.._^ b,,,,á!p4atf4 rate^'••••'"'::Of:1401.001761:t.. .. ':- Opt:•:tjg:.^N* vra^+remr v z^+t C,odá^mt ecm c, ' ^ fiF'ron«t^,:^. ^..,^.it4tait ..^teitl1 ^•Ha^r^^^ea^ ^ ;rv^m^ar^Is^ECb tgebe:ra ^^a ore^d^r^rrr^rr^ ^^ he^ides^aw u^^ .m^i^^irsv^n . . ^o^^' ^ ^e ^chr^ Y hd. ^n^^xá^^ k^,^ccnb , ` ^ hirr xerheughr•• ^h , ^ h Y; ^^^ R ,^. ^^ bti ^, ^ ^`^ h^ %{^^{^/ .... h ^ wecksn^^^ ° c rí ^ ' rt ^^ u ^^a ^^rïcec►.it'. «^ ^:^^Ec»ElB.20.2I 84 ILLUSTRATIES


^ s^ % ^V 9>.^.: 5< "_mB. I 9 B.20.IOP3¢A.oiB.21 B.22.I185 ILLUSTRATIES


^r'^'3C x •a"xr^ ;trs kl7^ ^ ^i,ANr^ v' A9iQit ^ I, # S. ÁI•A x E'^t^KtrstK ftt^ws, irnanm4xctaxt+^^;,r[dó'z^i, 1ul&rqtr,t+rbrrbetr^rtarr.l^a+rëmtriw +átiiíar^r^rer^wwvtrdwP^rq^z^^,í^,i^sek .kedíta^wroret^u>.^^^^^IM^W^f^Kw^ t,^f^ïri;;^Xx'^APE^F4lY'I^CA^IFx^J,tkàrÍliráxr,aaP36rll^rl., á^Kacxg+i^53^t^^f ^p ÍM^A^+^1^rY7r,rNf^allPY^e+^A^C.i^ ^^yÍáó^tNt d^)P^t^ï1^G^ tXiíÍ:^^t1P1Rl^fAf^d1:^A1dJfM^Mlplt^y ;,< ^Il tb :P91%^^Ylrf,^^tlY.^ilYxt^'^rál Kr^ r +^t ^*^w^.t ^< ... •. .^,w `''^ , w• aaB.22,2186 ILLUSTRATIES


1^` '^^^^^^q^»u^^i^^^^r ; ^'Kq:^ M^`tua:^:.y^w ^pevGA+. stB.24.1B. 2 3^a #+^\ti'$:._°§ raX^ï%^:;r ;.B.24.2B.25Ióá ILLUSTRATIES


B.26.IB.26. 2npc^ •bp',^s ^i^t^.P;SLAPELO+QSE', Nt^^l^ev^ns ^Ju gaIrdieTIG jARI 1..E'B. 27 B.2 8IóóILLUSTRATIES


^^ .. ^,^r,^^it^tt^"^^^"^^^C. ea .^«^tt'B . 2 9B. 3ojeuB.31 s. 36. zI 89ILLUSTRATIES


m,B.36.2190 ILLUSTRATIES


III Bijlagen191


1 Lijst van tekstcorrecties, toegepast op Proteus uit 1627Achter de correctie staat tussen rechte haken of deze ook in Alle de wercken uit 1655werddoorgevoerd g (gemerkt gmeteen + of, indien dit het geval is, welke afwijkendetekstvariant daar voorkomt. k Aan a het eind zijn de plaatsen Pwaarbijaangegeven eena fbrekengstekenin dezez nieuweeditie samenvalt met een koppelteken in Proteus.I.I VOORWERK`Inhout vanderivile ie' [niet in .-Inu" 16p g SSr. 1 Pietersz Piertersz9`Voor-redenr. 107r. 209r. 238 3r. 269.••beelden) beeldenom redenen om redenen : I n ur-16 SSviervoetige, g ^ viervoetige gin dewelcke inde welcke [ InIF 16 SS +`Ad lectorem ...'[niet in AM- 1655]r. 18 consilio hac consilio hucr. 92- 93 propius p p intuenti, quam q summo habitu in oculos incurratro p ius intuenti, ^q quam summo habitu in oculos intuenti, ,quam summo habitu in oculos incurratr. 12 3ardore ardorcr. 1 3Salacri alalacri`Rende Zeeuwsche Ionck-vrouwen ...'9 r. 2 9Zeeuwen Zeuwen _ I n u" 16 SS +7 r.o het hot _- Inw 16 SS +r. strecken strecken. .-Inu ^' 1673 SSGedicht Hofferusr. 18r. 28r. 29Theocritus Theiocritussensus. sensusoras ovasTweede gedicht Arceriusr. 6 Phoebus Phaebus [Amy 16 SS +]r. 8 Emblemata Emblemeta _-I n u" 1655 +Gedicht Roemers Visscherr. 10sien. sien [-IMF 16 SS +r. 20begeerich, g ^ begeerich g _ I n ll'^ 16 SS +r. 22stell' steil In u^^ 1^ 6 SS n.v.t.]193 BIJLAGEN


Eerste gedicht LuytT. 7r. 8r. 14Tweede gedicht Luytr. 4Gedicht De Swaefr. 9Gedicht Hobiusr. 20r.83kracht ] kacht [-iDU" 16S5 +]sinn, ] sinn [_ g nu' 1655 +]end' ]end [ADV i655 n.v.t.]Ghee,rtelijcke ] Ghee.rtelijck [AD IF 1655 -1-](wonder ]wonder [3DU" 1655 n.v.t.]Burgher-recht ] Burghes-recht [Antt' 16S5 +]driedubbel ] driebobbel [..IDtF 1655 +]I.2 DE EMBLEMEN1IEen verklaring voor het gering g gaantal zetfouten in embleemI, ^ wordt gegeven gg in de Bibliografie g onder nr. B.9. 9I. c , 3 ^ r. 2 regimber g regrimber gIII I. A, 3 ^ r, 3de desI, B, 5 ^ r. I 4 expeditius expeditus[..-1 D 1I" 1p p16556 +II.c. 3 ^ 55r. 2 là lá . ID 1I" 16 +IIIIVvIII.B.2, r. 4III.c.2 , r. 8IV.A.3, T. 2Iv.B.I, r. 2Iv.B. 4.c, r. II V . c3 . , mottoIV.C.5, r. 9V.A.I, r. zv.A.2, r. 5v.A.2 , r. 6v.A.2, r. 7v.A. .b r. I 4^v.c.5, r. 7VI.B.2.a, r. Ipraetereunti praetereuntep phabet J habentbocage. g bocage gonbelom p e ombelompe p 16 55 +accipias p accipias, p ,amitié amitiè .-i D V 16 55 +maledicendi maledicentigapen a gapen. g P_r^ D II" 16 55 : ,blando blandequanta q quanto qDum Dum,°.,i1 11 1 D ^" I 6 55 +libidine libidina .-WWI 16 SS +describit describatVI VI.C.I, r. 7 begin ] begint [-intf° 16S5 +]VIIVIIIvII.B.I, r. 2VII.B.I, r. 3vli.c.3, r. 4vii.c.ó ^ r. 7 -8vIII.A. 3 , r. IvIII.A. 4 .b ^ r. 5vIII.B.2, r. 2loeren ] loeren. [.-iDU° 1655 -I-]man, ]man [-IMF' 16S5 +]qu'il a ] qu'il a [.=g nu° 1655 +]werden, ] werden. [.g nu` 1655 : ;]faÇon ]fawn [-tDU` 1655 +]Clara ] chara [.-S DU° 1655 +]fulgure ] fulgere194 BIJLAGEN


IXXIXIIvIII.B.3, r. 3viii.c.2, r. 4VIII . c. 3, mottoIX.B.6 ^r. 5Ix.c.3, r. 2Ix.c.S, r. 14Ix.c.S, r. 14-15x.A.3, r. 3x.B.I, r. Ix.B.4.c, r. Ix.c.5, r. 4x.c. S, r.6x.c.6, ^ r. I19xI.A.2, r. IxI.A.3, r. 3XI.B.S, r. zXI.B.S, r. IIxII.B.3, r. 4XII.B. .b r. IXII.B.S, r. IIxii.c.3, mottoxll.c.3, r. 2xll.c.ó r.^ 4^u g e - on i s heureux 'u ^ e-on g heureuxtr i su 1 ca triscula t s [Amu' u" 16 SS +1or g eill u eux osgueilleux g.-lDir' 1 6 SS +de taerte te taerte [i D u" 16 + SScela celá [A p r 16 SS +divitiis devitiisau ertatis paupertatas .^IDir' 16 +p p p P SSsera será :IDir' 16 + SSLeeuwe Leuwefaciat faciant [Am- 1655 +obstandum abstandum[A p r 16 SS +ita via in viacri sman chrijgsman .^IDir' 16lg Jg 1655 +]abhorret ahhorret [A pr 16 SS +verger vergerstraicté traictè ADir' 1655 +fiunt suntliberté libertè P D [k" 1655 +reprehensionibus represensionibus[Amy 16p pSS +incumbit incubitl'ignominie l'igominie [A p r 16g g SS +voilà voilá [A p r 16 SS +te rechten de rechten [A p r D r 16 SS +1XIIIXIVxvXIII.A.3, r. 3xIII.B.I, r. 2XIII.B.2, r. 4XIII.B.2, r. 7XIII.B.4.a, r. IXIII.B.6, r. I IXIII.C.2 , r. 6XIII.C.6 r. 16-I^ 7xiv.A. 3 , r. 4xiv.A.4.a, r. Ixiv.B. 4 .b^r. 3xIV.B.2.a, r. 3xiv.c.5, r. Ixiv.c. r. 8fumée fumeé[Ap r 16 SS +aes als [A p r u° 16 SS +linter lintenemorumque q memorumque 9SS rimy 16 +volet, ^ volet. [Amy 16 SS : geen g interpunctie]vinnichste winnichste [-IMF 16 55 +pavitp pavet Popgetogen ob eto en .-^ D u^^g g I 6 SS +gaillard g galliard[A g55 p r 16+Rachel Rachaelvultum vulgum g í i D ir' 1 6 55 +]nulla nullovoluptatibus p voluntatibus ^ i D u^^ 1 6 55 +]est in uit est) in uit . i D u"q 9 16 55 +x v. A. 3 ^ r, 4 pais, aïs gardant pais, p ^gardentxv. B, r. 3 ^ 3 felicité foelicité ^IDU'^ 16 SS +xv . B..b 4^ r. 1 -2 plagiarios pg plagiores Pgxv.c.2 ^ r. 4 sibi sibe .^iDir' 16 SS +x v. c.3>r. I tu voudras tu, voudras>. i D u" 16 SS +cesse cesse. _ i D u" 16 +SSx v. c. r. interea intereatSs 7195 BIJLAGEN


XVIXVIIXVIIIXIXxxXXIXVI.A.I, r. 3xvi.A.3, r. IxvI.B.3, mottoxvi.B. r.6 S,xvi.c.3, mottoXVI.C.5, r. IXVI.C5, r. 7XVI.C.5, r. IIxvi.C.6 r. 1^ 13XVII.B. 3 , r. 2XVII.B.3, r. 3XVII.B.3, r. 4XVII.B.5, r. 2XVII.B.6 r. ^ 9XVII.C.3, r. 3XVIII.A. 3 , r. 2xVIII.A. 4 .b^r. 2-3XVIII.A. 4 .b ^ r. 3XVIII.B.5, r. 2XVIII.B.5, r. IOXVIII.B.5, r. II-I2XVIII.B.6, r. 16xvili.c.3, mottoXVIII.C.5, r. 4xIx.A.3, r. 4xix.A.4.a, r. 2xix.A.4.a, r. 2xix.A. 4.b, ^ r. 4xix.B.3, mottoxix.B. r.8 S,xix.c.5, r. 13xix.c.6, r. ^ 9xx.B.3, mottoXX.B.5, r. IOxx.B.6 T. 2xx.C.I, mottoxxI.A. 4^ .b bronxxI.B.1 , r.6XXI.B.2, r. 4xxi.B.2 , r.6zee-lamprey' zee-lamprey pY ['IMF 1655:*amant Amant A DII'' 1655 +Olslf Olslf 1IDII" 1655 +1ita itu AD II" 1655+] SSlumière lumierè .-1D ir 16 55 SS : geen accentfiliis filius .ADII" 1655 +1Meandros 1 Menandrosoperibus q ue o p eris queniet als niet, ^ als [A pr 16 SS +vieille vielle ^1 D ir 1655 +d'estre 1 t'estrenouveau. nouveau, .^^ D II ^ 16^ SS +memoriae memorie .1Dir 16 + SSeenighe eenighc .^IDIh' 1 6g g SS +1'à ja ^ IDII' 16l l SS +sera Sera /1 D II'' 1655:SSSerad'un' I d'unEI6O0 ElbOU ADiI' 1655 -{-voµµ^ icB Y ácB vo id ácB .^IDII''16 + .Bovendien µ^ µµ Y µ SS is,verrassend genoeg ^ de ontkenning g µ^1 !JOE (niet) komen te ver-vallen; het is niet waarschij<strong>nl</strong>ijk dat Cats deze zin ontken-^ llnend heeft bedoeld.bonarum bonorumvictoriam victouiam [-1D IV 16 SS +1t'onderwerpen r'onderwerpen .ADII% 16p p SS +hulpe, p ^ hul p e. [AM' 1655 +19' uilqqui'l .^^DII^' 16 SS +]mag nis magnus g AD Ik" 16 SS +longs longad vincula 1 vincula AD lk' 16 SS +sagittagsagitta g g gitta :A^ 16 SS +floribus I floribas ADIF 1655 +ro S erité ro S eritè ADII" 16 +]p p p p SSseurté seurtè [Am- 1655+1 SSfuturus J futuras A D Ix' 16 SS +infoelicius foeliciusop, 0 ' ^1DII° 16 5 5 +]p^ p^ 1 S Sbouclier bouchersententias sentiasde heer de de heer ADIF 1655 +rotssteen rotsteen A DIr 16 +] SSSALVIAN. 1 SAL.VIAN. [A pr 1655 +]gingh,gg ^ doen gg gingh doenpar v va volavit avis volavit avis .^^ DII'' 16 S S : laeta]puerump te puerum A D ^' 16 +PSS196 BIJLAGEN


XXIIxxI.B.4.c, r. 4XXI.B.5, r. IIxxi.c.i.a, r. 4xxI.C.4.a, r. IXXII.A.2, r. 4XXII.A.2, T. 5XXII.B.2, r. 3XXII.B.5, r. IXXII.B.5, r. 4XXII.B.5, T. 5XXII.B.5, S^XXII.B.5, r. 12Et ] EStobaeus ] Stobae 1655 +]Tot dat ghy 't al te mael ]Tot ghy al te mael [.into 1655 +]quae ]quern [. IMF i65 5 : quod]Ille ] IllaQui ]Querntorqueat ] troqueat H n u" 1655 +1nisi ] nisit [1niF 1655 +]foelicitatis ] foelicitasferae ] feroe rimy 1655 +]laesis ] laesiUlysses ] Ulysser [ i n it° 1655 4-]XXIIIXXIVXXVXXIII. A. 3r. ^ 2 cela celá [-Wu- 16 SS : celà.,XXIII.B. 4 .b^r. 1 cite cite _ID[I" 16 SS -}-XXIII.C.5, S ^M EDIIS MEDIUS ^ D[I" 16 SS -}XXIII.C. S, r. I S salsis falsisxxiv.A.4.c, r. ixxiv.A. .d r.XXIV.B.I, r. 4xxiv.B.5, r. 12-13xxv.A.3, r. 2XXV.C.5, T. 5xxv.c.5, r. 13Dii D I DU" 1 6 : Di]Y SSan gusto angustumg gmoet. moet _ I D u" 1655 +esse, non esse. non .IDU" 1655 +^ SSD'aller Daller .-IDU .. 1 6 + SSpanem I pacemaliorum. aliorum .-IDII" 1655 +xxvi XXVI.A.3, 3^ 4cela celá [-IMF' 1655: SScelá]XXVI.B.I, ^ r. S een Y yeder en yeder Y .-IDU' 16 SS +.xxvl.B.4.c, r. I mala ma exxV I. C. 2 r. frivole frevole I D u^ ^ 1 6 +^ 4xx v I. C. 2 ^ r. 5 denique deneque .^^ D u" 1 6g g SS +xxvi.c. 4 .b ^ r. 2 ille illi .-IDU^' 16 SS +xxvi.C. S ^ r. 4vitae visae ^IDIk"' 16 SS +xxvl.c. S^ r. 5 quidem q quidam qxxvI.C. r. 1 2 quidem quidam .-IDU^ ^S^1655q 9 SS +XXVI.C.5, S ^ 1 7iudico 7 iudicio .^IDII" 16 SS +XXVII XXVII.A.2, ^r. I re ulsum repulsamp pxxvii.A.4.a, T. 3 apparent Pp ppapparetxxvil.B. 4 .a r. I rationem rationum IDU" 1 6 +^ SSXXVII.B.6, ^ r. 10 dadelijck dadeliijck [-Mir' 16J J SS +XXVIII XXVIII.B.2, ^ r. 4 amor: amor:: _^ID U" 16 SS +XXVIII.B. 4 .b^r. 1 vir & vir && [Amy' 16SS+XXVIII.B. .0 r. 3 concupiscunt coneupiscunt .^I D U" 16 +p p SSx x V I I I. B, r, abhorreo adhorreo . I D IU^ 1 6S s 3 SS +XXV I I I . B S, . T. I I amatoriis amatorisxxVIII.C.3, mottoarta p er g partage p gXXVIII.C.3, 3 ^ 4 p^ pres, p pres :IDII'" 1655 SS +SS197 BIJLAGEN


XXIX XXIX.B.2, r. 4xxix.B.4.a, r. IXXIX.B.4.C, r. IXXIX.C.I, T. 5XXIX.C.6^r. 21pectore p pectora p .^iD^^' 16 SS +sit fit ADII'' 1655 +Leotychidas Y Leotychilas YGaet, Gaet ^^IDII" 16 SS ; geen g interpunctie] pWie W Y .^IDII' 1655 SS +1XXXXXX.A.2, r. 1XXX.A.4, r. IXXX.B.S, r. 12cava cavae [ATM' 1655 +Fauno Faune [-IMF 1655 +absumpsisse assumpsissep pXXXI XXXI. B. S ^ r. 8 hominum homiuum rimy 16 SS +XXXII XXXII.B.2 , r. 3 Guttera Gutter àXXXII.B.6, r. 22 hoop p h0'o p [Amy 16 SS +XXXII.C.2 , r. 7 callis callesXXXII.C.3, I à ja [An y 16 -^3^ l 1 SSXXXIII XxXIII.A.I r. aen ' aen, ^^D^" 16 : ^ achter `bietje^ 3 > > S S 1 'XXXIII.A.3, 3 ^ 2 son miel sont miel .Alk'' 1655 +XXXIII.B.4.b, 4 ^ bron LIPS LISP [AMU' 1655 +XXXIII.B. r. 1 continet, continet. .iDlf' 16S ^ 7 ^ SS +XXXIII.C.I, r. bloemtje bloemje [vgl. A. r. 4; 1 6^ 7 1 1 g ^ 4^ 1655 +XXXIII.C.2, motto Auferimur Auferrimur :IDII^' 1 6^ 1655 +XXXIII.C.2, r. Hac Haec .^iDIt^^ 1655: Hàc^ 4 SSXXXIII.C.2 , r. S crebro crabroXXXIII.C.5, S^AUFERIMUR AUFERRIMUR .IDik" 1655 SS +XXXIV XXXIV.B.4.a, 4 ^ bron LIPS LISP .-IDIk" 1655 +XXx I v. B. S, r. 13 strategemata g stratagemata gXXXIV.C. 3 ^ r, 3 corps cotps 1655p p +XXXIV.C.3, 3 ^ 4 q qu'il est qu'il q est est .^^IDII" 16 SS +]Xxx i V. C. 4, r. 2 Nabuzardam Nabulaidamx xx I v. C.S,r. 8 homini homineXXXV XXxv.A. 3 ^ r. 4 Au l jeu Au 1jeusXXXV.B. S, r. 3 di non de nonXXXV.B.6, ^ r. 1 S aenghesien g aeeghesien g [A pr 16 SS -^-XXXV.C.1 ^ r. 2 vangen; g ^ vangen g AD1^' 16 SS : ,XXXV.C.I ^ r. 4 kuyl. Y kuyl Y 1655 +xxxv.C. 3^ r. 4là lá .^IDII° 16 SS +XXXV.C.4, 4, 4 capiat p Ca capeat4, r. 5 p proponit. p proponit p pADik" 16 SS +]XXXV.C.4, 4 ^ 8 conspicit, p , conspicit pXXXV.C.S,r. 3 nosti nostriXXXV.C.5, S ^ 9 uniuscuisque q unicuiusque qXxxv.C.6 r. zo sinnen sinnnen [ADV.^1655SS+xxxv.C.6 > r. 20 bloet, > bloet. .^^IDIi"' 1655 +XXXVI XXXVI.B.6, ^ r. 1 matich machtich .4 DII° 1655 +xxxvi.C.1 r. 8 E En^Yxxxvl.c.3^motto Ia Iá .^1DIk'' 16SS; IA]198 BIJLAGEN


XXXVI.C.3,, mottoXXXVI.C.4, r. 4crucifié crucifieeos osxxxv I I xxxv I A I.., 1 r. 7 spin: p spin:: [Inv 1655+] S Sxxxvll. A . 2 , r. 4 gramine g gramina gxxxvll.B.4.a, r. 1 armis armu .ID II° 165 S 5-}-xxxvll.c.4.c, r. 2 le malin is malin [A p r 165 5 +XXXVIII XXXVIII.C.j, T. 9 qula gutxxxviii.c.6, , r. 6-77 : Soo en moetet . Soo en en moetet . i D II" 16 5: SS ; ^ sXXXIX XXXIX.B.3, r. 3 affamé affamè .-iDII'^ 16 S S +1xxxIx.C.2, T. 2 nova nova,XXXIX.C.2 ^ r. 8 Vera vero .-1DIk" 16 SS +XXXIX.C.3, 3 ^ aussi ausi _ iD II" 16 SS +lXLXLIXLIIXLIIIXLIVXL.B.2, r. 2XL.B.2, r. 7xL.B. .b r. I 4^xL.B.s, r. IIxL.B.6 r. I^ 15XL.C.I, r. 4xL.C.4, r. 2xL.C. r.6 S,xL.C.S, r. 13xL.C.6 , r. 1-2XLI.A.2, r. 4xLI.A.4, r. IXLI.C.2, r. 4xLI.C.S, r. SXLII.B.2, r. 4XLII.B.3, r. 3XLII.c.6, r. IIXLIII.A.3, r. 3XLIII.B.I, r. 2XLIII.B.3, r. 4XLIII.B.S, r. TOXLIII.B.6, r. 8xLIII.C.3, mottoxLIII.c. r. 6 S^XLIII.C.S, r. I2XLIII.C.6 r. ^ 4XLIV.B.4.a, r. IIXLIV.B.4.C, r. IXLIV.B.6, r. IIxLIV.B.6 , r. 16XLIV.C.4, r. 2xLIV.C.4, r. 2late lotè[A p r 165 +Armamenta Arnamenta .-IDII" 16 S S +artum arctumanimique q animisque qam p ten am ptem [Ap r I{" 16SS+vat en heeft vatten heeft . I D IV 16SS +1dominandi dominandonunquam q umquam q [Am- 16 SS+1numquid q nonquid q .IDII" 16 SS +1mensche selfs mensehe selfs [. I D II" 16 SS +1Phyllis Phylli^ Ymagistratus, istratuS magistratus. g _ IDII^' 16 S S +1Ah! I Ab! [mu- 16 SS +1corporis p animi puritatem, corporis, animi puritatem.p ^ p ^ pmedio medios .-1 D Ir 16SS +cocquin, q ^ cocquin. q .1 D II^' 16 S S +1hebben hehbben .-IDII" 16SS +1là lá [-WV 1655 +1een ander en ander _ ID ►I° 16SS +1commodité commoditè HOW' 16SS+intelligunt g intelgunt g ^-I D^' 16 SS +ontset,aontset. .^ I D ^" 16SS: ;g gloire glorie g .IDII" 16 S S +1numine nominebeatitudinis beatidudinis [. IMF 16SS +1vervrolijckt vervrolijck .-1oII" 161 1 SS +1Qualibet Quaelibetaïs pais p pra edtsheer raetdsheer [. I D II^' 16 +1 SSom te g aen om gaen .^ i D iI'" 16 +I^ SSne ^ le g g^ it ne li itquiete q quieto q199 BIJLAGEN


XLVXLVIXLV.A.2, r. 5XLV.C.3, r. 3xLV.C, S, r.6xLV.C. S^ r.16XLVI.A.3, r. 3XLVI.B.3, r. 2XLVI.B.j, r. 15XLVI.B.6, r. 12XLVI.C.5, r. IXLVI.C.S, r. 2p oterit peteritpmarié, marié. :IDl1° 16SS +bovum boumpp ouli pp oul.^^DU"16 SS +touché touchè .-1 D 11' 1655+ SSdel'our en de 'our1en ^1DII" 16^ SS +honorum bonorumeerstelijck, 1 eerstelijck; 1^1 D ^'' 16^ l ^ SS +oscitatio oscitatia 1655: SS oscitania]hominem hominumX L V I I X L V I I. A. 2 r. 6 exsangui exan ui^ g gXLVIII X L V I I I. 4A. ^ r. 6 inclinat inclitat [Amy 1655 +x L v I I I. B. S, r. 4 canere cavereX L V I I I. C. 2, motto vera verosX L V I I I. C. 3 ^ r. 3 Craignant Crain ant ^^ D Ik''g g 1655+XLVIII.C. 4^.c r. I fosse fosséx L v I I I. S, C. r. I o tonitrum tonitruX L V I I I. C. S ^ r. I o metuendum metuendam [A p r Ik" 1655 +]X L V I I I. C.6 , r. I I wil wiltXLIXLLILIIXLIX.A.3, r. 2XLIX.A.3, r. 3xLIx.B.S, r. 9XLIX.C.2, r. IXLIX.C.3, mottoXLIX.C.3, r. 2XLIX.C.5, r. IxLlx.c.ó^r. 10L.B.3, r. 4L.c.1, nootL.C. 4^ .b r. 2L.C.5, r. 7L.C.5, r. 14L.c.6 , r. 16LI.A.1 , r. 6LI.A.2, r. ILII.A.2, r. 4LII.A.2, r. 7LII.B.S, r. 3LII.c.2.a, r. 5LII.C. .I.b r. I 4 ^LII.C. .b r. 3 ^ 3amorce amorÇes'est c'estaras aeras [-LOW 1655+ SSimpertit p imperitPse p arera se arerá .-1Dlk" 1 6 : separerà]p SS plà lá .'1 D 11' 1655 +]inclusa,^inclusa .^IDIY' 16SS +]daer van van L-1D1r 1655:SSdan]vanité vanitè A D tr 16 SS +onderen ouderenquo quaistac istucdivinas divinus .-1 D Ik'' 16 SS +verscheYdentheYt versche Y denthe Y s.^IDl1' 16 SS +de ban he de de ban he [Apr 16 +g g SSpetitpentP pcoeli coele [A prII" 1655: coelo]SSpectus pestus IID1^" 16 +]p p SShaleris halarisp pVestis Vectis 16 + SSvieil viel AD


I.j PLAATSEN WAARBIJ EEN AFBREKINGSTEKEN IN DEZE EDITIE SAMEN-VALT MET EEN KOPPELTEKEN IN PROTEUSOpdracht, opschrift Coop-Voorrede, r. 61 Sinne-Voorrede, r. 99 sinnexx.B.6, r. 22 veldtxx1. c.6 , r. 4 na- = Bi' ï la g e ^ opgenomen in <strong>deel</strong> 2xxiii.B.6 ^ r. 9wel-20I BIJLAGEN


2 De teksten in Silenus uit 1618 die niet in Proteusuit 162 7 terugkomenCatsalle herschreef llNederlandse d gedichten g uit 1618. Die oorspronkelijke p l verzen staanin deze bijlage. l Daaropvolgend gzijzijn de verschillen in de motto's en de citaten van deeditie 1627 ten opzichte p van 1618, ^ evenals in de gedichten g die zijn opgenomen in hetproza,o r afgedrukt. g Hieraan vooraf gaat g de oorspronkelijke p l opdracht p aan de `ZeeuscheIo n ck-vrouwen'. Alle teksten zijn geciteerd naar de editie Middelburg g 1618 (exemplaar pKBc 47 7 37); ^ in het o p dracht edicht g zijn cursief en romein verwisseld.A AEN DE ZEEUSCHE IONCK-VROUWEN (p. *2Y-*4V)5I0IS202530Zeeus, en soet gheslacht; h Venus lants-genooten,Y ^ g ,gY gWant Venus is wel eer oock uytter Y zee ghesprooten) g pGhy Y die met Venus hebt het selve Vader-lant,Het selve soethelaet g het , selve sacht verstant; ,Ionck-vrouwen aerdich volck die door verborghe crachtenEen liefelijcken 1 brant ontsteeckt in ons ghedachten; gDie door uw' soethelaet g en ^ lodderlijck 1 ghesicht, gEen droeve zielkeneest , een treurich hart verlicht, ,Aen u coomt dit Gheschenck, het g groote Rond der Eerden, ,Dat Venus Soon beschut, en Venus hout in weerden,Aen u coomt ditheschenck een >wonderbaren Cloot,Die, al wat hy verliest, weer vint in uwen schoot;Aen u coomt ditheschenck: g in u let Y noch verborghen, gEen ander Vaderlant, , dat eerstmael schier off morghehencoomen aen den dach, en steken op het hooft,Als ons de bleecke Doot sal hebben weckherooft. gDit Weerelt-dragend' g Kint coomt naer u toe-ghestreken,gEn heeft u, soo het schijnt, wat sonderlincx te spreken,Het coomt u se hen ^ aen, in ronde Zeeusche tael, ,Wat datter ommeaet g in Venus gulden g sael.Het heeft, , niet lanck g gheleen, , m Y desen Bouck ontdraghen, g ,'t I Is slim, vol are-list g en alderhande lagen, g ,Het steelt, al waer het gaet, en lacht om onse smart,Ach ! die nu steelt mijn 1 Bouck, ^ ontstal wel eer mijn l hart.Ten was a noch nacht, , noch dach, , de Son was rechs gedooken gIn Thetys Y souten schoot; ^ als h Y m Yq quam bestooken,Ick sach wel, aenden damp p die wasemel uyt Y sijn mont,hem datrillich g hooft niet al te wel en stont.Waer r (sprack s p h Y sydy YY nu, ^ waer YY sydy nu ghy h Zeeuwen?Hoe heb-dijt nu soo slecht? hier voormaels waerdy Y leeuwen,202 BIJLAGEN


Doen gY h voor 't Vader-lant op-settet p lijff l en goet, gEn doen uw' zee was root,u visch s was vet van bloet.Gh v waert voor rappe maets vermaert, ^ en dapper Pp g gasten,Doen ghy de v 1 agg hen mocht gaen g rucken vande masten,Y Doen ghh als 1 woond' pond' in zee en, meer als s Y verstoort,Al wat u g h n- e uam q ginckt g werpen P over boort.Doen, nevens u Maet-roos en onversaechde Helden,Was hier noch ander volck, dat deser loff vertelden,In deunt 1 'en snieu-ghedicht; g ^ die song' g men breet en wijt,40 t Ginck 't soc wat rau, 't is waer, maer soo ginck 1doen de tijt. tij.Als d'oorlooch , was in swanck, doen waren hier Poëten;En, nu m'er sit in rust, is al'therlicht g vergheten. heten.weerelt is verkeert : daer Mars verweckt een liet,Vermach de soete min, vermach daer Venus niet?4S Hoe? is der g heesten lust Y Zeelant dan verto ghen ?Off sal den bloet-hont Mars meer in dit lant vermoghen, gAls 'toete s Venus hint? al heeft den crijch u lanten VRY g hertelt; ^ 't was eerst door m r 5^ ghemant.Waer Venus stille staet, wat can daer Mars bedr ven ?S o Wat is s der e mannen cracht, ^ soo ghy verstoot de wijven1 ,Ons lieve bur g her Y? Bellona valt ter neer,Indien dat Venus Soon sick niet en stelt ter weer.Set. i ! Mars as let Y nu in slaep, p^ soo h Ycoomt 't ontwaken,Wat salt 1 dan zijn? wat sal den ermen bloet gaen g maken,SS Ontspan' p ' ick c o ) ck mijn 1 hooch? voorwaer 't is al maer wint,Soo Mars,door mijn 1 belet Y^g heen nieuwe stoff' en vint.In oorlooch wert de jeucht l verwackert door trompetten,Een soetherlicht g behoort in tijt 1 van pays P^ te wetten,Dchi e s ht c van Venus hint om 'tut- Y he g utte p lant,6o Van neus nieus, jonck 1 ghewas, bewas rontsom te sien beplant. pLet op p 't na-buerich volck, ^ dat heeft al beter grepen, g pAls s wel u Zeeuwen doen, slet Hollant is gheslepen, g p ,0mroot g getal g van volck te queecken q over al,En van haer bu r g r e te Y meerderen 't getal. g6 S 5 vonden al te mael, ^ waer door s Y dit uyt-voeren,YVerswi' lg ' ick nu ter tijt; t; van een wil ick maer roeren,Om dat die mij 1 voor al , en mijn 1 Vrou-Moeder raecktEn ons van dagh g tot dagh g meer ondersaten maeckt.D r is s een e gheestich g volck, dat, door een aerdich jocken,) ,^o Door 0o s c , en loet ghedicht, g de Joncheyt y weet te lockenTot aen g enaem vergiff g van onbekende min,Dat let Y en maelt int hooft en woelt door hart en sin.Daer singt g dien groote notenHn res al wat de soete Griecken,Gedreven door de d cracht van mijn gheswindewiecken,75OytYbrachten aen den dagh, g ^ en doet mijn 1 aert verstaen,Soo 0 wel, als oyt Y de pracht P van Roomen heeft gedaen. gSlet HOOFT, ^^ een hooft t vol heest g ! die d heelt daer af mijn 1 banden,Ineten Herders-sanck , en wie en sou niet branden,203 BIJLAGEN


Als BREDERO brengt voort (ick laet nu staen Moy-ael) y8o Een werck niet boers voorwaer, r hoe-wel in bo e r sche tael?Een dinck k sspijt p l m Y alleen, dat, daer der mannen gheeste heestenn veerdich m ten dienst, >en vieren onse feesten,Dat daer een teere Maeght g veracht mijn 1 soete vlam,0 wonderbaer verstant ! 0 eer van Amsterdam !)8U me n' ick, RoemersS Y ^ S p ru Y> t u Anna, bloem der Maeghden, gDie oyt Y door g heest en konst aen Phoebi Re Y behaeghden; gU men' y ick, wat ick doe, hoe gunstich g ick u ben,Noch can ick, m Y ten dienst, ^ niet trecken uwe pen. pGh ymaeckt een aerdich veers, doch niet van onse saken;go Maer a kiest een hoogher g stoff, 0 ! mocht ick eens ghenaken penakenhart met dese toorts , gh songt Y geen ander lietNu, onder Pallas schilt, ontwijckt 1 ghywat ick schiet.Maer seght, g ^ g h Zeeuwen, seght, wat is hier oyt gheschrevenY ^ g ^ Y gDat yemant Y eenich spoor, P , tot mijnen l dienst mocht gheven heven?95 weet nochtans seer wel dat hier ghee heen cunst ontbreeckt,'t is verborghen g vier, dat als in d'assen steeckt.Ick weet dat Zeelant is volheesten >vol verstanden,Maer watter y yemant schrijft, J dat sluyt y men als in banden, ,Den nacht bedeckt u werck, en niemant macht eens sien,I oo Maer hiet ick Venus Kint ten sal niet meerheschien. gIck weet dat onder u verscheyden Y dinghe p hen rusten,overlangh gghemaeckt; ké laet de Zeeusche custen,Tot onses jeughtsvermaeck, ^Y et brenghen g aen den dagh, gMaer waerom bidd' ick doch, daer ickhebieden g ma gh ?10 5Flux, S langt m ^ wat g h Y hebt ghy bequaem q tot ons Scholieren.Dit se Y d' h Y^ en terstont greep g P alle mijn 1 pampieren,En bontse met deees van l sijnen boogh, g ^ te hoop, P,Ene s de Y nu Vaert wel: en steldet op de loop. pWat wasser voor te doen? eylaes Y ! ick moest wel swichten,I 1 Ick vreesde voor sijn 1 toorts, ^ ick vreesde voor sijn schichten,vreesde dat het m Yeens weer mocht tasten aen,Ghelijck 1 dit dertel wicht wel eertijts J heeft ghedaen. gCupido P vlooch daer heen, ^ en droech met hem mijn l stucken,En op p den staenden voet ginck g hyse Y laten drucken,I I S Ontbont al-daer sijn 1 P pack, ^ en leydet Y al daer heen,Gaff drinck-gelt g aen de knechts; en strax daer na verdween.Wel, alst dan wesen moet, >g gaet heen, ^ mijn 1 Bouck, ^g gaet dwalenEerst door ons Zeeusche cust, en dan in vreemdealen p ,Sweeft door ditroote Ront, tot >aen des weerelts ent,1 zo Al waer den soeten naem van Minnen is bekent.Gheen huys, Y,g geen dorp, Peg geen stadt can voor u zijn gesloten, gAls daer vrou Venus Kint not Y pijl p l en heeft heschoten g :Gheen lant is u ontseyt, als daermen , niet en mint;En ick en weet niet waer men sulcke landen vint.I iHoe 5 menich aerdich Dier, in plaetse ^ p van te naeyen, YSal haer begeerich g oogh g tot uwe Beelden draeyen, Y,204 BIJLAGEN


En alsser dan ontrent haeremant Y coomt off gaet, gU steken in haer schoot, en naeyen haren naet :Hoe menich c knap p Ghesel, ^ als h Y u sal ghenaken, gr 3 o Sal se gg hen siet doch, hier ! siet hier m 1 eyghen saken !hier m l Yg l hen stuck eyghe! siet hier m hen beeft !Siet hier ede selve streeck waer door mijn 1 herte ueelt 9 !Maer inbeval g misschien een Moeder, ^ vol van sorgen, g,U in haer dochters cleet eens vont te zijn verborgen, g,1 3S Of elders door het huys Y versteken in een houck, hBehendelijck l bedeckt met brey-naet Y off met douck,En dat de teere Maeght g daer op p bestont te beven,Off wierthelijck g 1 een roos, ^ van vrees te zijn bekeven,Y doet het woort voor haer, en ^ met een heusche spraeck, p1 40 o Verdedicht, ^ sonder angst, g^ aldus haer goede g saeck :Ké Moeder weesterust g het ^ Bouxken hier gevonden, gS p reeckt niet , soo als gY h ment meynt van Venus dertel wonden :is meer, alsser schijnt 1 : want sooment wel door-leest,Men vinter heylsaem Y leer, ^ die Venus brant gheneest keneest.14Doch, 5 ^ soo u dit Ghespreck p niet wel en sou ghelucken, gSoo spreecktpden Drucker aen, en haelt uw' and're stucken,>En set g dan aen de Maeght, ^ ^ om dit ghevaer g t'ontgaen, gDat sy 't op eenen Bouck niet meer laet comen aen.^ p205 BIJLAGEN


B DE EMBLEMENI . A . I Gri p t jet wel, soo ist maer spel.JJ5Den s stock, die let y aen 't vier, en 't seldsaem 'ock ) der minnen, ,Te hand'len sonderijn p l ^ hangt g maer aen 't wel beginnen:Twee-e Y ndi g h is de stock, ^ hier coel en daer g he g loe Y, tDie 'teene g rij 1 pt ^ is wel : die 'tander sick verschroeyt. YTwee-sinni h is het 'ock een en de selve sakeIs droefhe y^ d en henucht g • is soes en suer van smake;En al, naer datmen't neemt, is last of spel dit 'ock :Den desen onder-stut, den dien slaet Venus stock.I . B . I Slaet de hant , Daer't niet en brant.SSoo als 1 eenbrant-hout doet heeft al ons doen twee endenGrijpt lp hier, ten schaet u niet,grijpt g lp daer, het sal u schenden.Die sijn vermeynt misval wel vat, en recht door-siet,Vint vreught g en herten-lust, oock midden int verdriet;Eenrij gisp en s, die de cop p staegh g heeft vol muyse-nesten,YVint dan oock c claghens a ^ stof, alst alt gaet g ten alderbesten :Die't al swaer overwee g ht is not Y bevrijt van rou,sbest datm' alle dinck slaet in de beste you.I.C.I5IEREM. 2I. 8.Siet ickl e ^ h e voor u een weghe gten leven, ende een weck ten dooden.Als t'Brant-hout let Y aen t'vier, ^ het een Y sietmen gloeyen, g YEn die daer slaet sijn } hant, ^g ghewis moet sick verschroe Yen :Het ander Eynd', Y ^ waer aen g heen vlam en heeft ghecnaecht,gMen sonderjin p al-om ^g ghelijck 1 men wil, verdraecht.Siet daer g!h Y Menschen kint, ^ God heeft u voor-gheschrevengHet Goet, en oock het Quaet, de Doodt, en oock het Leven;Wel aen, ter wijl 1 gh Y meucht ^ het goede g neemt ter hant,Met e Loth naer Zoar vlucht, ter wijl dat Sodom brant.Niet, sonder vraghen.G h Y wenstet wel een lief, ^ en seght,ht h wout wel trouwen;Maer 1 latet voorts daer by, Y gaet soo henen douwen,Hoe? meyndy, Y Y> I an - t r eet - sac ht > dat sonder slach off stootU ee ni c h aerdich rich Dier, sal s vallen inden schoot?5 'Tis raes : maer soo ghy h wiltt vrou Echo hooren quelen, 9En staet niet slecht en slet maer roept p met luyder kelen,sals' u Siet, doen bescheet. S > een zeeusche maeghtgEn cot m niet onghenoot, g en g heeft niet on g hevrae ght.206 BIJLAGEN


I I . B . I tig ''ra bende moeder, clapachtich kint.De et e g n-s e raeck p des wouts, die door de lucht coomt sweven,Is nietbewoon g van selfs een woort van haer te gheven; gMaer coomter, lees ofheen g die ^ dit ghedrocht g wat vraeght, gSt r ac x maecktet een herai gheral, daer bergh g en dal af was waeght ht.5wie tot spreken p ver g ht of clappers, ^ of clappeyen,YenDie opent p haer den mont, ^ en leertse breet g aen ween Y :Quayon Y g hen aen g alleen, daer ^ haer ghesnar g is lief:'tAenhooren broethecla g p, 'taenhouden voet den dief.II.C.ISLUC. I I . 9.Bidt en u sal ghegePen werden, soeckt en ghy sult linden clot en u salo - hedaen worden.gWilth gYdes Bosch-Goddins vrou Echoos stem verwecken?En van haer zijngehoort,En veeselt niet daer heen, maer maect een heleclanck gSoo suldy, y> het Wout, vernemen haren sanck.Die wenst te zijn 1 verhoort, moet hart en stem verheffen:Gheen flau Ghebedt en can tot aen den Hemel treffen,Niet climter op p tot God, dat maer wast inden mont :Soo wie dan bidden wil, die bidl' uyt Y s'hartsen gront.III . A. I Noy Not leelick lief, noch schoonen coolsack.soete rasery Y ! hoe can't de liefd' al voeghen!Den Aep p schept p in sijn1 s jon een g wonderlijck l vernoe en g :Waer Venus aerdich kint sin 1 g ulde pijlen pl schiet,Daer ist van stonden aen volmaeckt al watmen siet.5Schuylt Y er g hens soo wat goets, g^ men salder hoogh g van roemen:En ister slechthenoe g h g> men wetet te verbloemen;Den stouten, noemtmen vr y : die droncken is, ^ verheught. g'Tvernuft des minnaersast p tot elcke fel feyeen deucht.I I . B . I Ulen broen ulen.,SVan apen p coomt een aep, p^ uyl Y broet niet dan uienWat brengt g een ezel voort, ^ als onbelompen p gY guylen?Gheen aenghenaem g ghewas g coomt van een wilden tronck,Maer naer het oude singht, g ^ soo pijpt pip meest al het jonck.1Vrient sooh gy weten wilt, wat u wel mocht ervarenVan 't meysken Y dat ghy h mint; vraecht wat haer ouders waren.Siet ! Bit's des werelts loop p (al slaetet somtijts mis)dochtertjen 1 sal zijn, 1^ soo nu haer moertjen l is.207 BIJLAGEN


III.C.ISI PETR.. 8. 4Liefde bedeckt veel sonden.De Simhevoelt g in t'hart een lieffelijck ontstellen,s be iet haer Ionck , off een van haer Ghesellen;Gheen in g heboo g hen neus ,g heen lichaem sonder steertVertraecht e haer soete min : T'is haer al lief en weert.Ditrijs plick inde Sim, t'is van haer beste streken.Wech metdat schamper p Volck ! dat ander Lu y ghebreken gGaet kauwen inden mont, en braken achter straet:Die God met ernst bemindt ,1 zijn naesten niet en haet.I V. A. I Kent, eer gy h mint.Als Pan eerstsagh het vier, dat h ydoen niet en kende,y, wat een lieflijck flick dingh g ! (sprack p h y en ras hem wendeOmhelsende de 1 vlam, als tot sins vrientschaps P pand; p ,Maer, mits s hy h quam te nae, ^ verschroeyd' Y h Ymond en hand.5Vriend, ^ als ghy h hier of daer een lieflijck Vier siet branden,Entastet soo i et aen, met onghewasschen g handen :Bedaert u wat, en eerh timmert g kent den grond, }Want siet ! die haestigh g suypt YP verbrand wel licht sijn mond.V . B . I Neeringhe sonder verstant, verlies voor de hant.gPan sagh g een vlam o pg -aen ^ doen 't vier eerst was geschapen, g pH Y dacht, ^ wat irae er Y dinck ! en sonder lang g te gp gapenLiep haestich totten brant, ^ en greep g p 't vier in den arm;Maer als hy't Y hadd' g bevat doen wast a Y m Y! och-arm !5 Coomt u wat nieus te voor, al ^ schijnentschoone dip dinghenS h ghy die de niet en kent, soo ^ wilt u hant bedwinghe p hendie terijen g lp g aen : te lp grijpen metter hant't Gunt datmen niet en kent, heeft menich man verbrant.IV.C.ISI CORINT. 7. 5.Dat u de Satan niet en versoecke, om uwe onmatiche is wille. yHet moest u zijn g ghenoech, Pan, by Y het vier te wermen;Waeromuaemt q h ghy te na ? en perstet P in u ermen;Al ' Is de liefde Ie g goet, ^ te veel baert ongherief; gMenooc k Wijf,en Kindt, wel hebben al te lief.De maet van Echteh Min s niet de lust maer redenT'is vuyl, Y 1, reyneebed in wellust te besteden:Die sich Ic onmatich draecht int houwelijckx 1 bedrijff, 1 ,Vervalt in h oe r r eoock Y^ met sijn 1 echte wijff. 1208 BIJLAGEN


V. A. I 'r neemt toe, men weet niet hoe.SEen Minnaer woelt 1 altijt.'k a 1 t t. schreef laetst-mael op p een linde,I c)k sneed' ' inpompoen In eenden naem van mijn Beminde;Dien zoute loos en romp, p als a s droef door mijn 1 verdriet,Veel tranenut y zijn n schors o s daer henen vallen liet.Als ick o<strong>nl</strong>angsgdaer naer, ontrent dees plaets quam dwalen,Doen stontn mijn l teer gheschrift g niet in sijn eerstepalen,Maer wijt i' 1 en breet ontset. Ach ! van een cle Ybegin, nA ll en xk ens eermen't meent door-cruypt ons hart de min.V . B . I 't Vort 'tsamenroot. gDe teyckens Y vers ghesneen, g ^ 't z v^ dan in jon 1 ^he linden,Off ander teere schors, en zijn eerst nau te vinden;Allencxkens, > eerment meent, set haer de letter Y :De schors wast gulsich heen, en 't schrift wast mettet cruyt.Ast Als 't k kint siet, hier en daer, eens anders quade q streken,'t Onfanckt (al a weetment niet) 't beginsel ^ van ghebreken, gHetuade q zeer eet in, en neemt allencxkens toe.Wiens ki nts h t enam Y een kalf, diens manheyt Ysteelt een koe.V.C.ISGAL. 4. 19.A 11 nxken s Tot dat Christus een ghedaente in ons cri he.Hetgeen g h ghy in de Schors der Boomen plaeght p g te snijden,Can uhedien ^ tot leer, ten ^ valt niet al besijden 1 :Dit schriftis teer int eerst, maer toeft een cleyne Y tijt, 1,De Schors, en emet de schors de Letter, open splijt.Als s God G e eerst, s met sijn Woort, ons harten comt beschrijven,Men voelt 1 daerr in terstont gheen vast beloof g beclijven:er, ,s siet ! een swack begin wert onghevoelijck g ^ sterck, ,Allenxkens, en met tijt, 1^ voltreckt den Geest sijn 1 werck.VI.A.I5Gheen Boom en valt ten eersten sla h. gGbeen stalt en bouten' op eenen da h. gSoo haest den hals my Y was in Venus jock 1 gedrongen, g gClam p t' ic mijn 1 lief aen boort : waer toe veel cromme sprongen?My Y dacht, van stonden aen, s Y stont nu als hereet ^ :Maer , eer ick schiet van daer, s soo creegh g ick dit bescheet :Den Specht p pickt p in den boom, men sietse niet beroeren,H op den staenden voet, gaet even-wel noch loeren,En siet off'tat g is deur. Neen dwaes, ^ be Y^ niet soo rat p :Men maeckt in eyken Y hout, ^ met eene p pick gheen^gat.209 BIJLAGEN


V I . B . I H yy ment 't is deur, en ^ 't is heen g scheur.Laet duncken steect in ons, , maer meest wel als w Y minnen,Men roupt p 't is al ghedaen, g ^ en 't staet noch op p 't beginnen. gDen specht p en heeft den boom nau met sijn l beck geraeckt, gEn ment Y^ daer is een gat g dwers door den boom gemaeckt. g5 W Y bouwen in de lucht, ^ w Y steunen op pons droomen,W Y roupen p vis int net, ^ schier eer w Ysien de stroomen :W Y stoffen op p ons doen, ^ maer 't is al Y del pracht. pHoe dickwils ketelt hem den dwasen dat h Y laght? gVI.C.ISPROVERB. 3. 7.Laet u niet wijs duncken.DenSSpecht p wil met sijn 1 beck den E Ycken boom doorbooren,Dies loopt Yh gins g , en weer, nu achter en dan vooren, ,En siet, naer elckenick p , of t' at g mocht wesen deur, ,En, , alst al omme comt, , dan vint h Yreet noch scheur.Ike S Specht p t ! u doen is slecht, ^ en weerdich om begecken. gDie t'werck hout voorhedaen g can ^ t'selve not noyvol-trecken :Groot-achting van sich selfs verdwijnt 1 meest al met rou,Die ment Y dat hy't Y al is, ^ en Wert not Y dat h Ysou.VII . A . I Bu y ten ghesont, g 1 binnen ghewont. gSDes Blixems selsaem vier can t'mes off sweert verbreken,En laten heel de Scheé, , daer t'mes in heeft ghesteken.' gDees cracht is Venus Soon met s'blixems viereme g Y, nHy Y quetst, q ^ men siet g geen wond'; ^ h Ybrans brant, men vint geen g bleyn. YOch ! off ick een Meesters tot sulcken smert mocht vinden,Die niet met al en weet van wonden te verbinden;Och ! off s Y niet met al op p mijne 1 smert en bont,Als salff van mae g hde-Was en plaesters p van haer mont !I Late haec talia Card. de subtillit. Lib. 2.VII . B . I Niet alout datter blinckt.gW sien g een gult g gevest, ^ oock een fluweele scheede; ,Maer is de lemmeroet? g dat swoert ghyh wel met eede,En 'taet g nochtans niet vast. denct op pdes blixems aert,Die laet de schee wel heel , en breeckt in sticx het swaert.y G h sietder Princen slee p, haer pracht, p , en haer trauwanten ,En ment Y^ dat het gheluck g hem dient van alle cantenM aa r daer 't hooft blinckt, en klinckt; daer dwinckt en wringt g den gheest,Vrient, dat van buten Y dreycht, Y ^is innerlijck bevreest.BIJLAGEN


VII.C.ISBuycht, Y^ oft Breeckt. PET. I. 5. 5Weest met o ot moediche y t verciert want God wederstaet den Hooveerdighen. ^0 Blixems 1' selsaem sae cracht yacht ! Het Sweert springt, als in duygenDe Scheê blijft blijft heel en gaeff, g ^ om datse weet te buygen: YgHet harde been, dat breect, het vleys Y is niet ontstelt,De Beurs e is s on g he q uetst ^ in brysels Yghelt.springt het De<strong>nl</strong>ix em is s Gods Schicht, des Hemels wonder wapen p :God werckt, soo als dit Vier, in ons zijn aertsche knapen,Op een verhart ghemoet g sijn ig gramschap p hart ontsteect;Wat onder Godes hant niet buyghen Yg wil, dat breect.VIII . A . I Die wont, maecthesont. gDe naeld' is uinceel ^ u verwen zijnde sijden;1 en'Het velt dat voor u let leyt, can met een bloem-hof strijden.• Y opent, p ^ en slut Y toe : ghy heelt ^ dat h ghy door-steeckt :Ghy Yg geeft, meer als ghy h neemt : ghy h maect, ^ meer dan ghybreect.5 U naelde boort een g^ at u draet vervult de steke: :Lief, handelt soo met my, al de selve streke; ,Ghy weet ick ben he uetst door uwen soeten montY , g qWel aen, keneest de smert Baer me h gaeft de wont.^g ghyV I I I B. I R kende cru den stinkende lu den.J y ^ yG h Y neemt ghepleckt g p satijn w Ysien u loose kueren)Enaer d de vlecken zijn }^ bedeckt h gY't met bordueren;Siet dus bedree g h tmen 't oo g h : men siet niet een ghebreck, gEn even-wel, daer 't g out meest blinckt, daer schuylt y de vleck.5Veel worter schoon g gheacht, ^ diet niet en zijn; 1^ men enterDie blosen als een krieck, oock midden inde winter :Maer w wiedaer even schoon tot alle stonden blinckt,Is li' k • cmeesten-<strong>deel</strong> die steeds wel rijckt die stinckt.VIII.C.I IACOB. I. I2.Salich is den man die versoeckinghe verdraecht want als b beproeftg ^ ysal zijn, sal by de croone der heerli ckhe t ont an hen.Alaet g ghy h t'wit Satijn door-steken } en doorkerven,Schoon Maghet, even-wel en wilt ghy't gY niet bederven,Want siet ! soo haest u hant van steken haer onthout,De wond' isaeff g en heel, ^ de Steke blinckt vant gout. g^0 mensche, wie ghy h zijt, }> en toont u niet t'onvreden, >Als God doorwont u hart met druck en swaricheden,T'is niet tot u verderff: Siet Godes wonder hantGheneest, oock alsseuetst; q vercoelt, oock alsse Brant.2II BIJLAGEN


I X . A . I Verwonnen oo begonnen min.g^ gGhy Y sult den fellen leeu wegh g Y leden als ghevanghen,g gVermeestert maer sijn l oog. g Soo eens de soete wanghengVan eenich aerdich Dier ontstellen uhesicht gSiet ! van een dapper pP man, ^ vervaldy Y tot een wicht,5 Al treets' u op p den neck, ^g Y h sult haer trots verdraghen; gAl crijghtse l g Y vremde ^ ghy buyen, h noemtet soete vlaghen g :Int corte, ^gy h die waert een leeu ^ zijt 1 mack en tam;Sy Y let Y u metter bant niet anders als een lam.I X . B . I Is 't ooh verrast, 't beest is in last.S0oh g Y den fellen leeu en sine l cracht wilt dwinghen, g'Tis dienstick > voor het eerst, sijn 1 ooghen g te bes p rin ghen:Want sooh g Y maer een cleet hem werpen p cont om 't hooft,Ghy sult den leeu van cracht en wreetheyt Y sien berooft.5 Wanneer men slaet int velt, ^ men siet de helden pooghenp gOm eerst g hewelt te doen aen hun vyanden Y ooghen:Want die in sulckheval g het oog g verwinnen can,Door eenich oorloochs-treck verwint wel licht den man.IX.C.IsMATH. 6. 2 3 . 3Indien u ooghe boos is, soo sal u gheheele lichaem duster veesen.^ ^ g yT'is met de Leeuhedaen g ^ soo h ghy maer cont ghewinnen gHet ooghe g vande Beest. Den Duvel Y dwingt g ons sinnen,Wint h maer gs ons ghesicht : de stadt is vol van moort,Indien des vyandts Y her Y wort meester vande poort. pT'ooch is der sonden deur; door t'ooch comt inghestreken,gNit 1> Eer-sucht, Vu le Y lust, ^ en du sent Y quaegebreken q g :Dus Y der die met ernst zijn g heest opstijcht P 1 om hoochVandelhe Y Y dt te sien bewaer zijn l dertel ooch.x.A.I Volwassen appel en rijpe Peer si jcht licht ter neer. ^JSooh voltrecken wilt >u min, met corte swieren,Set nimmermeer u sin op p half-volwassen dieren:Te licht, e y lae s ! te licht naer men' g hen crommen spronck, p ,Wertemant Y daer g hese Y t : Mijn J dochter is te Jjonk.5 Een rijper lp dient e u best, ^ daer vrijtmen l veel gheruster; gB Y sonder soo u Lief nu cri' lg ht een vlu gg he suster,Groen Go fruyt Y is steech en ta Y> ten wil niet van den tack;Grijpt l p na de rijpe l P Peer, ^ die plucktmen p met ghemack. g2I2 BIJLAGEN


X . B . I Rijpoo r t Naest g erooh.tSooemant Y van een boom wil groene g vruchten plucken, pDie moetse methewelt g als vande tacken rucken,Soo ta Y is ionck ghewas. g Maer siet ! de rijpe )P peerpSijcht 1 van een cleyne Y wint, ^ nau aengheroert,beroert ter neer.5gaetet g in zijn werck, ^ wanneer w Ymenschen sterven,Een Ionghelinck g die stelt sich teghens het bederven,oorlooch mette coorts, en worstelt mette doot:Maer laes ! den ouden mensch valt vande minste stoot.X.C.ISPHILIP. I. 23.Ick begheere te versche den manden lichame, ende met Christo te :zijn;g y ^want dat is verre het beste.Wanneer den Hovenier slaet aen de Peer sijn 1 handen,En voelt, dats' aen den Boom hangt g als gehecht g met banden,Maeckt stracx een vast besluyt uyt dees soo stegen jeucht,Y Y g 1Dat hare smaeck is wra p gen ^ tot heen g spijs p ) en deucht.Die, als de doot sijn Ooft, het menschen vleesch, comt plucken,Niet volghen g wil; maer laet sick als met cracht af rucken >Roept, p ^ door sijn ) ban g he Y^ t uyt Y de wran g he Y t van si'n 1 hart.Een wel-here Y de Ziel verhuyst Y als sonder smart.x I . A . I Die steelt, dieueelt. qSIck vont o<strong>nl</strong>anx mijn 1 Lief int groene g sitten slapen, p,Ick sagh g haer rooden mont, ^ ick bleefer op p staen gapen: gpDies creegh g ick stelens lust, ^ o selsaem diever Y!Ick stal van haer een kus, ^Y s stal een hart van m Y.Als t'muysken raeckt aen t's peck, het eet met groot verlangen,5 Y p^ gHet vat, en t'wertbevat; g ^ het vangt g en t'wert evan g hen g :Wat vreemder streeck is dit ! wat rancken can mijn Lief!1Sy sit berust en slae t en noch besteelts' een dief.Y g p^x I. B. I Naer lan g he loo en , moetment becoopen.Wel eer, och-arm ! wel eerinck g ick al waert m Yluste,Ick rees, ick daeld', ic clam, int woelen was mijn ruste;Mijn l 't huys Y was over al : want holen had' ick veel,Ickluckee p rij rijp, en groen, g ick ^ mochte graen g en meel.Ten laetsten, als ick hier dit lieflijck aes sach hanghen, gQuam icker lecken aen, en strax was ickhevan g ghenHier sin' ick nu en kick kijck, en spou p van spijt p) mijn 1 gal: gDe mus Y die langhe g loopt, p^ raeckt eyntlijck Y ) inde val.213 BIJLAGEN


x I . C. I Op eene stom Court stra en sond'.Soo haest als maer de Rat het p Speck heeft aen-hereen g g PSoo haest slut Y oock de Val, ^daer staet de Rat benepen:Al heeftet snoode beest den roof al in den beck,Het sluyten Y van de Val beneemt de smaeck vant speck. p5 T'is niet ghenoech g g gheseyt, Y^ dat straf volghht na de sonde,wie watuaets q begaet, g , strax en ten selven stonde,Dien eyghen Yg g ooghenblick, ^ dat h Y de boosheyt Y doet,Cri' Crijght, een gheduerich g Grief ^ een knaghende g ghemoet. gxII.A.I Van Roock werd' ickhevoet. gMen hout dat Venus kint coop-handel P g gaet aen g rij lpenSijn waren zijn taback, ^ dan t'gaet g meest om met pijpen, P lpSijn 1 cramery Y is roock, ^ roock is sijn ) beste vont,Hy Y blaest roock uyt Y sijn neus, ^ h Y spout p roock uyt Y sijn 1 mont:Roock is sijn rijck, rick vol roocx is gans het hof der minnen,5 gMet enckel roock en damp p vertwijfelt 1 h Yons sinnen:Hy Y schenct ons roock voor dranck, ^ roock h Y ons t'etengeeft,Heel Venus burgheryniet dan van roock en leeft.x I I . B . I Fy ! die roock eet, en beter weet.Den salamander suyght Yg spijs' Pj uyt Y de lucht en winden,Den crekel weet sijn aes, , int nat des daus, te vinden, ,Damp p van taback maet-roos en vreught, g ^ en voetsel gheeft, gDen h ovelinck voor al, niet dan van roock en leeft :5 Roock is der Princen g gunst, ^ als roock coomt o Pg - heresenEn wasemt door de lucht , het schijnt 1 wat vreemts te wesen: :Maer alsment wel door-tast, dan ist niet dat het schijnt,Roock, en der Princen gunst, rijst haest, en haest verdwijnt.XII.C.ISI TIMOTH. 6. 8.Cost en cleederen hebbende, w sullen ons daer mede laten ghenoughen.,y g gWanneer Maetroos maer heeft eenpijp P 1P Taback gedroncken,gH Y suysebolt, Y en swiert, al waer h Ywel beschonckenDen Salamander leeft allee<strong>nl</strong>ick j vanden wint,Den Krekel inden dau zijn l voetsel soeckt en vint.Een weynich Y spijs, pl> en dranck, can ziel en lijf 1 vermaken:Elck heefthenoech g die ^ maer zijngierich hart can staken,Die meest begeert, heeft minst des wild y zijn gherust, g ,Vermeerdert niet u goet, g ^ maer mindert quade q lust.2I4 BIJLAGEN


X I I I. A. I Bl door slavern .y ^ ySoo lang g ic was mijns 1 selfs, ^ en mocht rontsom gaen g sweven,Soo lang g heb ick gheleyt g Y een stil en droevich leven :Maera serie sedert dat ick ben gheraeckt g in liefdes dwanck,Ontbont h ae r eerst mijn l ton g^ en maeckte bly Y ghesanck. g s5 Nu ben ick bly Y van gheest; en schoon ick stae ghesloten, gTen heeft m Y not Y verveelt, ,g heen tijt 1 heeft m Yverdroten.0 soete slaverny Y ! o aenghenaem g ghewelt !Het doet den Minnaeroet g dat ^ ander lu Y den quelt. qXI I I . B . I Dwanck leert sank.SDea ppgY e a en sou van menschen tael niet weten,Noch, uyt eens princen hant, de lecker beetjens eten,Oock niet het vorstj hof en hoogh-verwelfdeh-verwelfde saelVerheugen door haer , sanck, doen clincken door haer tael,Indien s Y waer altijt 1 int woeste wout ghebleven, gEn hadd' aldaerhele g Y t , een vr y, maer beestich leven.Die met een hoogh ghemoet souckt , eer, en tracht na staet, ,Begeve g sick in dwanck, ^ en wulpsche p vr Y he Yt laet.XI I I .C.I ROM. 6. 20. 22.Dienst-knecht der g herechtiche y t is yvr van sonde.Als ick int woeste wout hier voormaels sat verborghen, gHet drillen van een blat bracht m Y in du Y sent sorghen; gEn schoon mijn wilden loop was vr en onbepaelt,1 p Y pNoch schroomd' ick hier of daer te werden achter-haelt.Nu ben ick, soo het schijnt, en soo h ment ghevanghen;5 ^ 1^ ghy meynt, gMaer neen, hetaet g m Y wel; 'ken heb niet eens verlanghe p henworden dat ick was, mijn g heest is nu recht bly, Y,Die sickhevan g hen g heeft g aen God, ^ is dan eerst vry. YX I V. A. I Mijn J last is aen m yvast.Begeerdy g Y los te zijn l van Venus wreede banden,Verlaet u vader-lant, besoeckt de , vremde landen,Set Y Naso, Venus tolck, dat meeps se Venus kintg h te hens g 't re sen Y niet : maer, lieve, 'tis al wint;5 Ick heb gherotst, g , ghereen,g gheloopen, P ^ en ghevaren, gNoch voel ick 't oudeack P mijn 1 bangen g rug' g beswaren,Het cleeft m Y vast aen 't lijf, l^ daer ick me werd' g he p lae ghtAch ! niemant can ontgaen g 't g geen dat h Y met hem draeght. g2I5 BIJLAGEN


x I V . B . I Als ick spring,soo waechtet al.Die in zijn l boesem heeft, ^ al wat h Y heeft, ^begrepen;Geen storm bestormt zijnhart, ^g geen zee maect hem benepen P :Al re Y st h Y buytens Y slants, ^ met onweer en ghedruys, g Y,Hy Y draeyt Y niet eens sijn l oog g na sijn l verlaten hu Ys :5 Hoe wel den nacht-dieff p poocht sijn l huys-muer Y te doorgraven,En of den moorder schoon int bosch hem na coomt draven,Hy Y blijft, l ^ hoet hem oock gaet, g ^g goets moets en onbevreest :Geen dief berooft den mensch wiens schat let Y in den geest. gXIV.C.I IOHAN. 8. 34.Die sonde doet is der sonden dienaer.1SXV.A.I5Waer heen belasthemoet g ? ghy h meucht u loop pwel staken,Denckt niet dath gYu selfs met vluchten los sult maken;Waerh g Y u henen keert, ^ waer ghy h u let Y> off set;U last is aen u vast ,g h Yvoert u kercker met.Wiens hart is overstolp, p ^ met on gheschicte lusten,Draecht eenheduerich g pack, p ^ hoe soud' h Yconnen rusten?Al worth Y schoon bedient ghedient, al is h Prins Y of Graef,Al maeckt h Y and're vr Y^ soo blijft h Ydoch een slaef.Merckt dat dit Sinne-beelt vast is aen 't voor-gaende. gOock brant in e.e.Dan neemt dat oude min met re Ysen wert verbroken,Can ons niet op p den wegh g een nieuwen brant bestoken?Deroote g Zee-Lam pY re ' en hout heen ghee vaste ree,• wert nochtans verbrant int midden van de zee.Ghedenckt dat Venus selfs ontstaen is uyt Y de baren,Sien w Y 't beschubde vee niet daer soo lieflijck 1 paren? PEn crielt daer niet te hoop p de vrucht van haren brant?0 ! 't water heeft sijn vier, 'tis Venus vader-lant.I Desen visch wort int Latijn Murena g ghenaemt, ^ ende wort gevonden gontrent Sicilien, de welcke, te lange boven het water met den ruggeswemmende, werf door de hitte der Sonne soohedroo ht datse nietg gJweder onder het water en can neder sincken.XV.B.I Liefde is luy.taats dit, weet-gierich g hart? u eertijts lieve boeckennu, verrot, vermot, bestoven inde hoecken,U leer-sucht heefthedaen^ g ghyh drinckt niet meer den stroomVan Castalis de beeck, maer let g als in een droom: :5 Ick sie nu watter schort, ^ Murena ginck g door-grondengDe diepten p vande vzee; nu leyt Y h Y als ghebonden,gGhetroffen vande son. Die liefdes strael verbrantWijst boecken, les, en school, zijn ouden lust, van cant.216 BIJLAGEN


XV.C.ISIOHAN. 8. I2.Ick ben het licht der weerelf wie m y naevolcht , die en sal indeduysternisse y niet wandelen.Ick was eenslibber- g g^ lat ick ginck g hemee<strong>nl</strong>ijck g l schuylen, YIntrontso g vander p zee, off diepe p Modder- cuylen :Maer doe des hemelslans g my Y crachtelijck 1 bescheen, e ,Dien ouden vu glen y slijm terstont in my Y verdween.Nu drijv' ick p op den stroom, nu staeck ick al de tochten, >Die ick eenslach p te doen met d'ander zee- hedrochten g :Die van Gods he Y lick vier ter de g hen is ghetreft, gSijn 1 hert Y t'aertsche slijm en lee g he slick slijc verheft.x V I . A . I Vlam eerstgheweken, haest weer ontsteken.gIck was eens vr Y van 't Vier, ^ dat door m Yp plagh g te woelen,Ick voeld' ontrent mijn J hart een lieffelijck vercoelen:cleyne Y vonck alleen wat roockend' over bleef,Dies ick, > als heel verlost, >g heen cleyne Y vreught g bedreef.5 't Gheviel, ^ niet lang g daer naex naer, dat ick dit Vier ghenaecte; gM Y dacht ten , was heen g noot als ick maer niet en raecte :Dus nam ick maer 'tghesicht, en >noch eer ick vertrack,Een vlam uyt Y hare vlam viel, en m r ^J weer ontstack.x v I. B. I Eenshebrant g ^ haest her'lamt. gHoe licht ontsteeckt een licht dat lichter la y' v eens brande!Die eens was licht van aert, hoe licht raect die in schande!Een doove cool ontfonckt, soo haest s 't vier maer rijckt,Den tintel wert tot vier, door 'teen g nau vier ghelijckt. g 15 Die eenich sijn ghebreck eerst o<strong>nl</strong>angs g is ontweken,Hoe haest vervalt dien mensch weer tot sijn oude streken !De sonde dient vermijt • en al wat daer op treckt,of, van een cleyne Y vonck, wert weer een vlam verweckt.XVI.C.IS42. 3.Delimmende wiecke en sal h y niet u yt-blusschen.g ^ ^Door swackicheyt Y des vleeschs let Y dickwils in ons ledenGansch J yverloos t'ghemoet, herroet gansch lau zijn ons ghebeden; gEen droeven mock bewalmtheheel g des hemels vier,Enheen g beweging ggmeer des Gheests en voelt-men schier :Maer als w Y t'helder licht van t'Godd'lijck l woon ghenaken, gDen roock verkeert in vlam, den Gheest begint g t'ontwaken.Hoeoedich g bistu God ! al zijn w Y mees meep en sieck,Dijn bant en blust niet uyt Y d'half u Yg t- hebluste wieck.217 BIJLAGEN


X V I I. A. I Vast, of weest vast.Hoe nu g gheslepen P gast?? wat coomdy Y by Y my Y loeren,Ommet slimmestreeckmijn 1 eer ten roof t'ontvoeren?Ghy Y Beft my, Y> 't t is s wel w waer, maer met verkeerde min,En ns soeckt (maer te vergeefs) g het y in het begin. g5 De Raten eet et g heen speck, p ^ al heeftser naer verlanghen verlap 0 moet 0 haer, dat ist slot, al vooren laten vanghen:>Die and're weghen g soeckt, en heeftet niet wel veur :Soo ghy my Y mint, In een meent, clop clot voor de rechte deur.I0I SHeb'' Hebj in de sin,Oprechtemin,Soo coomt hier in,Men sal u hooren:Maer steeckj' u pi<strong>nl</strong> pUit, als een SpinpTotuaet q begin, g,Soect ander slooren.U wul pschen treckSou zijn 1 mijn l vleck,En maecken leckEerbaerheyts Y schu Yte :Die speelt p de geck, gEn cri' lg lht sijn beckNiet aen mijn 1 speck,Dus blijfter l buyte. YXV II B I Die noten wil smaeken, ^ die moetse kraken.SHet aes lacht 1 h u wel toe, 't speck p eten waer u leven,Maerh gYwilt in de val u selven niet begeven,Ghy Y hout u buten Y schoots, ^ en geeft g u nergens g bloot :Maer sonderroot g gevaer g en werter niemant groot. gGheen coren sonder har, Y^gheen note sonder schellen,Soo Y errant pluckt p 1 k een roos, ^ de p prickels g aen hem quellen. qAl 1 die dew wat ssonderlings, g^ wat groots g wel geerne g wou,Wat staet h Y slecht sec en siet? de hant moest uyt Y de mou.XVII.C.IS2 TIMO. 2. 5.Gven verblijden, als naer lijden en strijden.De Rat waer geern aen ' p t S k ^ ec Y hef heeft s nar naer t'aes verlap verlanghenMaer wil w n nietInde val, ^ van vrees te zijn ghevanghen, heven henSoeckt k een e verkeerden v e wegh, gy schout arbeyt Y en ghevaer, gMaer e Y nde 1 I l ck och-arm, >g gaet hongherich g van daer.W y wensc h ne wel, t'is s waer, met God hier naer te leven,Maer wie wil in den dwa n ck van Godes wet sick gheven?ketlen w Y ons selfs ? al die begeeren g heeftTe leven als 1 h Y sterft, moet sterven als h Y leeft.2I8 BIJLAGEN


X V I I I . A . I Voor cle y n g henucht groot ^g ghesucht, g ^ en lang g gheducht. g htAlsh g ontrent Y dit beest siet blommen, bommen, fleuyten, yDunct dath g siet Y de vreught g van lees die niet en sten steuyten tenhaer oneerbaer min : S Y zijn een corte tijtrooskens, als bedeckt, 1 door wijn en spel p verblijt, J,5 Maer al dees lieve vreu ght en baet hem niet met alleAl ist beginsel g soet, ^ 't besluyt Y is niet dan galle alle.let dan hoe dit spel p dien Gilt-Os wil vergaen, gSijn J lichaem wert ghestooft, g ^J sijn ziele' wert ghebraen. ^' Hier dient aen- hemerc/et dat op een Zeeusch een van de beste stuckenwert genaemt de ziele van den os, 't welck-men naex dat den Osgeslachtet is vers braet.xVIII.B.I In voorspoet liet toe.Den Osaet achter straet, >verciert met roose cranssen,De fleuyt Y en trommel gaet, g de kinders om hem danssen;Hy Y schuym-beckt Y inde wijn, 1^ en pruyst rust van enckel vet,Maer denckt niet om deb Y^ 1 die op p hem isgewet g :5 EY lae Y s ! den slagher g volcht den gilt-os g op p sijn hielen,sal dat moedich beest wel haest doen neder-knielen.Let, vrienden, op u stuck, en houttet voor verdacht,Als eenichroot g gheluck g u troutelt en belacht.XVIII.c.I Voor cle n ghenucht, groot ghesucht.y g ^g gSiet herwaerts, wulpsche p Ieucht ^ wat macht den gilt-os g baten,Dat h Y een corten t tijtg gheleyt Ywert achter straten,Met bloemkens o pg he p ronckt? dat h Y met soet gheclanck gGhetroutelt wert ? nadien h Y wert gheleyt g Y ter banck.Hoe cort is s'weerelts lust ! hoe langh des hels bederven !0 lust berooft van rust ! o doot, ontbloot van sterven !Wat ramp p ! wat g gaet ons aen ? hoe is ons treck son groot ^Tot corte vreucht, waer van de nae-smaeck is de loot?5 gx I x. A. I Stil-staen beweeght. gLief, ^ gh en Y trect m niet, Y nochtans ^ werd' ick getogen; g gIck treck u, wat ick magh, g^ maer ghy wert niet bewo hen g :Al treck ick, ^ gh Y staet stil; ^ u stil-staen m Yberoert,Mijn J eracht niet u tot m Y^ maer m Ytot uwaerts voert.5 Siet ! wat een seldsaem dinck ! hoe dat ick u meer trecke,En hoeh gY vaster staet; hoe ick m meer Y verwecke,Om heen tot u teaen g : Ach ! hoe Y stilder sit,En coelder haerhelaet ^ ^ hoe 't hart m Ymeer verhit.219 BIJLAGEN


x I X . B . I Den trecker worthetoo hen. g ^Den rotz-steen, dieh siet, is 't richtsnoer >van ons leven,Den noot-dwanck van ons doen, van God ons voor heschreven g :Matroos, die methewelt g en ^ nae sijn 1 eyghen Yg wensch,Den rotz-steen trecken wil, dat is den dommen mensch.5 Gods schickinghe g staet vast, ,g heen mensch can die beweghen, gWat spertelt p gY> ghy, dwaes, wat worstelt ghy hier te hen g ?Wort wij wiser, ^ al die u hier in wel eer ver g ree P, tDieaen g wil, Wert ^ gheleyt g Y : die niet en wil, ,g ghesleept. PXIX.C.I PSALM 18.. ACT. I . 2 . 7 SGod den onbeweechden Rotssteen, beweecht het al.S0 ! Welck een sware last ist, van Gods aert te schrijven,Voor ons, die als een damp p hier opter P aerden drijven?1Doch, t'wijl ons kintschen mont hier soo wat stamert off,Het sy, Y^ grooten g God, ^ het s Y^ met dijn t verloff.Du bist de Rots die ditroot g Al daer heen cont voeren,Besorcht ons, sonder sorch, beroert ons, sonder roeren,Raeckt alle dinck, en reckt allee<strong>nl</strong>ijck 1 uyt Y dijn 1 wil,0 wonderbare cracht ! diet Al beweecht is stil.x x. A. I T 'vlucht cri g het lucht. J^Waer dat den Maeghdom g leyt Y ginc Els haer voester vragen,De min dacht, se g ick't niet, ^ Y mocht daer van gewagen g gAen Ritsaert, > Bat's een boef, die sout haer doen bescheyt. YDies sprack p s Y> neemt dees doos, hier in de Maeghdom g leyt, YInt doosken sat een vinck.) De min was nau vertoghen,De doos was o P- g hedaen ^ de vo hel g was ontvloghen. gAch Maeghdoms, g ^ meeps mees gewas ! dat ons soo licht ont gl, li tMet soecken jaeght-ment l g wegh, g^ met vinden wert-ment quijt. q l5 gxx. B. I Een open mont thoont 's hartenroot. gMen heeftNeme g Y^ nt soo lang g dit doosken bleefgesloten,Dat irae Y he Y> t sonder ent, hier binnen lagh g ghegoten, g gSoo schoon wast intesicht g • maer, als het open p ginck,Doen was den heelen schat niet anders als een vinck.5 Pier s scheen een dapper man, ^ eer dat Y h hadd' ghesproken,Sijn 1 zouteloos g herai heeft al sijn l lof verbroken.Die niet te wijs en is, ^ en niet wil schijnen g geck,Des i spreke P e niet te veel, ^ soo s heelt h Ylg sijn ghebreck.220 BIJLAGEN


XX.C.ISXXI.A.ISACTOR. I. 7.Htenbehoortulad lieden niet toe, te weten de tijden d ofte stonden,die de Vader in si ^ jn e yg hen macht gestelt g heeft.Dat Heylichdom, Y ^ o Mae g^ h t hier e b binnen e la laghveverholenWas u gheseyt, g maer, Y> a siet ! nie - us ierhe g ded' Yt dedu dolen:Ghy Y woudet voor u sien, en tasten metter hantT' g heen u niet en betaemt, ^ en soo q quaemt ghyh in schand.Laet daer des Heeren Arck : des hemels hooghe g saeckenEn staen ons niet te sien, en staen ons niet te raecken:Niet soecken is hier best, t'niet weten hier verkiest;Die soeckt, hier niet en vint : en die hier vint, verliest.'T is quaet, voor die't mis-vaet :'T isoet voor die't wel doet.g^Den Pieter-man is spijs, plo voor een die kent sijn streken,soo behendichrij t dat h niet wert ghesteken,g lp Y gDit dinck dient welbevat: de handeling ist al,g gWant door eenuade q greep g p veert yemant Y dul of mal:Gh sult dien visch hierom den eenen hooren prijsen,Yp lGhy Y sult van dit ghedrocht g een ander hooren grijsen rijsen:een, en 'tselve dinck lacht d'een, en d'ander schreyt;De liefd' is Pieter-man : daer med'ist alhese g Yt.XXI.B.I 't Is kunst te leven.SDen desen vangt een ^ visch, en schenter aen sijn l handen; en•Denenen g lachter om, ^ en wetter op pl sijn tanden:Dit sietmen alle daegh. g Den pieterman p heeft dat,Hy is, of goet, g ^ of quaet, q ^ al nae h Y wert ghevat bevat.Wel leven is een kunst, en dat niet van de minste,Datuaet q belet Y verbrot bren , t gg oeden raet tot winste :Een dinck heeft dien verrijckt, l i en g genen u Y t- g he put;Dat elck is even nae, is elck niet even nut.XXI.C.IS2 CORINTH. 2. 16.Den desen een reuck des doots r ter doot : Ende den enen g een reuckdes levens ten leven.Den Pieter-man verweckt in desen mensch verblijden lEen ander manheraeckt g door hem in bitter lijden; lNiet door des vischshebreck g den ^ visch is wel en goet, gT'is s'Visschers eyghen Yg Y fe 1 dat hem de pijn p 1 aen-doet.U wet, Heer, is oprecht, en al dees vreemde strekenEn zijn J > niet van u woort, maer s'menschen quae ghebreken :Waer t'Bieken honich soeckt, op bloemkens mens off op cruyt, y Daer suyght Yg Y de vu le Spin, p ^ vergiftich g voetsel uyt. Y22I BIJLAGEN


xx I I . A. I Alle aen-sprekers, ghee heen harte-brekers.sit, als eerste g Raet in Venus gulden sale, ,En wert aldaer begroet, met d'aldersoetste , tale,Die minnaer heeftbeleert g : Men knielt daer voor u stoel,Men biet u lijf en ziel; ^ maer ghy blijft 1 even coel.5 Nu isset immers waer (wel eer hiel ick't voor droomen)Dat door de zoute zee wel vloeyen Y soete stroomen,Die even-wel in als hun houden onvermengt. gLief, ^ gh cont Y aen g door 't vier en blijvenonversengt.gxxI I . B. I Elckin oet fe. ^J g ^De Outheyt Y maeckt ghewach g van wonderbaer rivieren,Die met een soeten stroom door't zoute diep pgaen swieren;Maer, , of de zee al schoon speelt p met het soete nat,Het een en <strong>deel</strong>t nochtans niet van des anders schat.Dus houtmen hu densdaechs (men macht wel houwen noemen5 YWantder Y hout zijn goet) wie can van liefde roemenDaeremant Y eermen trout, bespreeckt p zijn goet g alleen?F Y ! van bysonder Y goet g daer't lichaem is ghemeen. gXXII.C.I5I CORINTH. 7. 31.De weerelthebru ckende als niet hebru ckende.g y ^ g yMen vint een water-beeck, die door de zee comt strecken;Doch laet met t'siltich nat, haer soetheyt niet bevlecken :Maer hout sich onvermen gt ^ en dwingt g als met een toomHaer water, , dat het niet vererghere g van stroom.De weerelt is een zee, w sweven door , haer baren;E Y! laet ons sin en hart van t'aertsche zout bewaren,W zijnin s'weerelts stroom, ^ w Y sien haer snel ghety, g Y,Godheve g ! dat in ons de weerelt niet en z Y.X X I I I . A . I Ware hier verstant, daer waerheen bant. gMoy Y Brechtje l speelt p de beest, en Ioor laet met hem gecken: g'k En can, seyt Y y, h mijn ) sin van 't soete dier niet trecken, ,Ick sieder in eeneest g vol aerdicheyts Y ghetast, gDies ben ick aen mijn 1 Lief met stale ketens vast.5 Wel Blutten, ^ als ghy h zijt, l^ en hebdy Y noy not bevondenN , die maer en was aen enckel stroo ghebonden. gEn even-wel bleef staen, als met de boe Y aen 't been?Ghy Y zijt, l^ al weetjet 1 niet, ^ van dese gecken g een.222 BIJLAGEN


x x I I i. B. I Der dwaesen bant, is onverstant.SWat rechtmen daeg'lijckx g 1 aen in landen, ^ dorpen, psteden,Dat niet met al en sluyt Y ! en soo ghyh vraecht de reden,Men seyt, set 'tis so 't ebru g ck; Y ^ en daer med' gaetet g heen:Maer wat een slecht c bescheet } welck een waenbacken reen!Moet dan een eerlijck man, niet anders als de honden,Iuyst Y P pissen, ^ al waer pis p eens anders wert ghevonden?g0 dwaesheyt Y ! die sich voecht naer ander lughebreck,aen een enckel stroo, sich binden, als een geck.XXI I I.C.I GAL. 5 . 1 3 . I.Gh y ^J i .t tot vr yyg he t gheroepen, ^ broeders, ^ staet dan inde vr yy he t. allee<strong>nl</strong>i ^ck Jdathy gde vr y he y t niet en he-bru g ckt y tot een oorsake den vleesche.Den Gheest sticht na de lucht, het vleesch, belast met sonden,Roept staech, 'ken can niet o ick ben om leech gebonden.p ^ p^ gE ! loomen aerden clomp h staet, ick sier h staetY pgY siet,Niet anders als Claes narhebonden aen een draet.g5 Een hant vol vuyl Yg ghewins, ^ wat wints van yde del eeren,keeteling g van lust, sal dit u hart afkeerenVan s'hemels eeuwich rijck? 1 hoe zijn w Ydus verblint?W Y staen als vast g hebo t Y> daer niet en is dat bint.XXIV.A.I Diegreep,is in de neep.De Meeu vlieght g g greetich heen, ^ om spijs pl voor haer te rapen;Dies vint s Y aen de strand den Oester li gg hen gapen, g pSy pickt na 't lieflijck 1 aes, ^ en meyn ment te eten sat,sluyt Y haer d'Oester-schelp p : Siet daer de Meeu ghevat bevat.5 Dit beelt sal zijn een les voor al lees wulpsche p gasten,Dieplat p af zijn gheneyght, g Yg ^ al-waer wat gaept g p te tasten:Wel menich open p schel p> misschien, naer hun verlangt,Maer 't wert al meest een jaght l g g daer 't net den vangher vangt. gx x i v . B . I Konst van bewaren, gaet voor 't vergaren.^g gDe meeu is wel ('t is waer) in d'oester-schelpene p ghenepenvanck isoet g ick kent, de vo hel g is ghegrepen; g g pMaer noch ist niethenou g h g : de meeu stelt haer ter weer,S Y spertelt, p slaet, en tiert; s Yopspringt noch o en neer :5 Den oester wert ghesleurt; g ^ dies wert de vanck hem teghe<strong>nl</strong> goet g is hem een pack, p^ Y h staeter med' verleghen. gSchoonemant Y b ^ gheluck, Y g ^ vol rijckdoms l wert ghetast, gGhebreeckt hemoet g belet Y^ soo ist hem maer een last.223 BIJLAGEN


XXIV.C.I PSAL. I2 7 . 3.Zijne vrienden g heet hij J het al slapende.e.Den oester let Y en gaept, g p ^ men siet hem nau beweghen, gDe cock-meeu, om haer aes ,p op alle waters sweeft: :Sy, Y^ wat vanghen g sou, ^ wert onversiens g hecre ghen :Siet ! die naer winsteae g pt ^ verliest wel dat h Yheeft.1 Al jaecht den mensch naer goet, g wort dickwils arm en moede, >Hy Y loopt, p ^ Y h coopt, p ^ h Y hoopt, p ^ h Y clamt, ^ h Y damt, en ^ dijckt,1Hy souckt naer soet gheluck, g maer vint een bitter roede:Maer uwen se g hen Heer, ons sonder ons ver-rijckt. lx x v. A. I S heet datse niet en heeft.ygGhy Y slijpt lp P ons, Roosemont, en maeckt 1ons liefdes pijlen,De wet-steen s is u gheest, u oogskens g zijnde vijle<strong>nl</strong>;U hart enaeter g niet, ^ daer ghy h het onse drijft 1,Uheest g en neemt niet aen, ^ dat ghy h in d'onse schrijft: lU lieffelijck j helaet dient ons tot wreede bandenGhy Y1 zijt soo cout, ^ als ijs, 1^ nochtans doet ghyh ons branden.Wat wonders can mijn 1 Lief! Y S maeckt m Y staegh, g ^ s Yg gheeft,En datse niet en is, en datse niet en heeft.5 gXXV.B.I5Ghemee<strong>nl</strong>i ck een verwaende eckStraft in een ander si n ghebreck. JgAl is de wet-steenplomp,en onbequaem q tot snijden, lSoo wil h Y even-wel aen 't mes g heen p lom p he t Y lyden. Y'T g hebreck , daer emant Y sells sich mede voelt besmetIs veel-tijts 1 d'eerste stoff, ^ daer h Y1 sijn tant op pwet.Hoe wel weet menich mensch eender 't l sijn te gheven, g }Die midd'ler-tijt 1 niet eens let op p sijn 1 eyghen Yg leven?Maer vrient, wat batet u, te makendens Y staet,Soo door u slecht beleyt, belet u huys Y verlooren gaet. gXXV.C.IROM. 2. 2I.Ghy die een ander leert, leert h u celven niet?y ^ ^yDen Wet-steen slijpt lp ^ het mes, en leert de sweerden sn YdenEn self soo blijftse 1 plomp p p en bot van alle syden. YBroer Claes, ^ gh Y wert benoemt g een leeraer int ghemeen, gMaer seker t'gaet g met u, ^ als met des slypers Yp steen.S Wilth gY dat uwe leer benomen ghenome wert ter harten,met doen, en laet uuade q parten: pWant soo u daden niet enassen p op pu reên,h met spreken recht, g Y stoot P ghy, ^ gY> doen, > daer heen.224 BIJLAGEN


xxv I . A. I Van voor verdriet, van achter niet.5Wilth g de Y hooghste g straf van Venus vier-schaer weten?S y wert, , in minnaers tael, , een blauwe scheen, ,geheten.Y ! dit's den bitebau, en spoock daer't , al voor vliet;Maer keertet mom-tuygh Yg ^ om, ten is soo leelijck 1 niet.'tGunt dath gclaeghlijck Y g 1 noemt 't gewenschte g goet g te derven,Is sooh g't Y wel bedenckt) ghemack g en vr Y he Yt erven,Kb vrient, bedaert u wat :heen g quaet q is sonder goet. gDie u de hoop p ontse Y^ t de vrees oock van u doet.xxv I . B. I Diet wel besiet, vintheen verdriet.gGhy Y siet het momme-tuych Y de cleyne Y guyts Y ver lg a henOm dat s Y 't selfd' alleen maer van d'een sijd' s l d en saghen, s gMaer al die dithes g oock p van d'ander sijd' oock sien,lachen met deghee deheen die soo becommert vlien.5 haest den mensch yet Y vreemts bejegent lg in zijn l saken,De broeck staet hem soo rout dat h Ynau weet wat maecken,Hetuaetste q valt hem in; maer die op pals wel let,Vint dickwils maer een schim, daer door Yh was on is e t.XXV I. C. I I COR I NTH . 15. 54.Doot waer is u prickel?SDe Doot is aen den mensch, dat aen Bees 1 'on ghe dierenIs t'holle momme-tuygh; Yg ^ de cleyne Y 1 'on ghers tieren,Soo haest s Ydat aensien, en vallen in de vlucht :Maer die wat sneer g zijn, 1^ die nement voor ghenucht. gSoo haest een weerelts kint de bleecke doot voelt comen,T'hart sinckt hem in de schoen, sijn lust is hem benomen :Maer die dit spoock, in God, door-siet van alle kant,En wicktet j niet een voet, maer biettet als de bant.X X V I I. A. I Ontcleên Ontreén.Wilerrant Y den ajuyn lY zijnschellen af gae aen trecken,sal een droevich nat de wanen g haest bedecken :Dus sooh g dit Y ghewas g wilt hand'len sonder leet,Soo speelter p sachtjens 1 med', ^ en latet dinck ghecleet. g5 Men mach sick met sijn n Lief in heusheyt y wel vermaken,Maer comter niet ontrent als met eerbiedich raecken.'t Gaet noch al , soot eens lach p : Acteon naect verdrietSoo haest hy, cleet, Diane voor hem s si et.225 BIJLAGEN


x x v I I. B. I Ontcleet dit cru t de lied' is u t.y ^ yEen w aterlan sthe Trijn 1 sat laest ajuyn lY en schelde,Enclaechde d at de lucht u haer ooghen g seer ontstelde,En rechts s te voor se Y s Y heb icker me ghespeelt,eeltEn doen ter tijt 1 en heeft dit dinck my Y niet verveelt.5Dus gaetet, ^ lieve moer (ginck g Fijntje 1 1 daer op p segghen)Met dese, die s soo haest s haer spillen p 't samen legghen,'Tis lang' goet g men soo vryt, g maer Y^ 't rocxken is nau uyt, Y,Een reuck daer 't oogaff o g loopt p verneemtmen van de bruyt. YtXXVII.C.I ECCLES. 6.Vrient, soo lang alst dient. gSoo lang g menmet ayuyn YY u speelt, p sonder die te schellen,Soo lang g ist al g goet dinck, ^ ten sal t'ghesicht g niet uellen q :Mae r o s m o n e dit bewas g ontbloot, off ^ gaet g ontcleen,Het ooch van tranen loopt, p de vrientschap p is ghescheen. gVeel menschen h schijnen soet en sacht in haren wandel,Soo langmen met hun drijft niet dan ghemeenen g handel:Mar e letter op p wanneer hun roxken y errant scheurt;0 vrient,m en kent heen gheevrient dan alsmer erf mé beurt.S 1Sx v I I I. A. I Naer haer wa en moet ick dra en.y ^ yHoe heers is Venus kint ! het doet ons arme slavenIuyst Y s oo me e Iuffrou wil, gheduerich g gaen g en draven,WY veeenen weenen, als s Y schreyt, Y^ al zijn w Y schoon berust g :Wy lachen, als s Yiockt, oock alst ons niet en lust.Int cort', hoe cleynen Y wint haer uyt Y den mont comt wayen, Y,W Y flux, u ^ met lijfen ziel, ^ al naer Y s blaest, ^ ons dra Yen:Haer winck is ons een wet, ^ in blyschap Y P end' in rou.Wie sweeft en beeft niet door den adem van een vrou?x x v I I I. B. I Werwaerts God wil.SEen w s p e 1 tue rich hart, ^ 't welck draeyt Y naer yderblasen,a machmen (ick bekent) wel stellen by Yde dwasen;Maer die, ,s steech als een muyl, y,g gaet horten te g hen God,Verschilt van d'eerste feyl, y, soo veel als dul, > van sot.Maeckt van den noot een deucht, ten helpt p geen te ghenstreven :Waer ons s den hemel drijft,daer moetmen henen swevenGhevouc h elick 1 te zijn, 1 ^ naer Godes hant ons leyt, Y,Al ist verandering', g ^ het is ghestadicheyt.g Y226 BIJLAGEN


XXVIII.C.I PSALM 11 9. I6 . 9 SGroote vrede hebbense die uwe wet lief hebben.Den weer-haen keert en Brae t; doch vint >noch rust noch vrede,Tot h Y met wint en lucht treft just lY de rechte snede,Dan staet h Y eerst gheset g : Den weer-haen is den mensch,Die loopend' sijns hier en daer soeckt naer sins harten wensch; s,5 Maer of h Y schoon door-rent den gantschen g cloot der eerden,En vinthelt g lust, en eer; t'is al van gheender g weerden,Soo h Y niet recht en treft den streeck van Gods hebodt g :De ware rust en lust bestaet alleen in God.xxix.A.I H ae ht maer laes! verjaeght.Gheen voor<strong>deel</strong> cond' ick oyt Y op p Roosemont gewinnen, gTot dat een loomen bloet haer eens bestont te minnen:Al wast haer te hen 't hart, men >wout haer raden aen;Maer s Y vloot uytte Y weegh, g^ als Iorden quam q ter baen.5 Doen wast den rechten tijt, 1^ om op p mijn ) stuck te letten,'tWilt dat een ander 1 jough, g ^ q quam Ysick ontrent m setten.En vreest niet, of een Cluts schoon naer u lief verlangt, g,Ee<strong>nl</strong>om p aert p is een fret; ^ h jaeght, Y) g een ^ ander vangt. gx x i x . B . I Souckers van kunsten, vinders des bedelsacx.5XXIX.C.I5Als 't fret 't verborghen g wilt gehaelt g heeft uytter Y eerden,Een die'r niet toe en doet, ,g gaet het conijn aenveerden.Alchymist Y 'tis waer) heeft ons veel goets g ontdeckt,Maer wie van hen wort rijck, )^ van 't voor<strong>deel</strong> dat h Ytreckt?Hy blaest, en raest altijl doch sijn bestoven keuken,Al roocktse lach en nachtheeft g niet dan vijse }s reuken:Den man verstooct sijn brouck, het wijf verblaest haer keurs,Een ander heeft het nut, en h Y de legh he beurs.399. 7.S y vergaderen g ende en weten niet wie het cri Jgg hen sal.Wat lust den armen mensch, met handen en met voeten,Hier in dit aerden hol, ghelijck een mol, te wroeten?Wat heeft h Y doch , voor al zijn 1 sweet meer als t'furet?Een ander eet het wilt, en h Ycrijcht nau een slethaf hesleten g doucx, ^ om mé te zijnbegraven,gDat is denantschen g loon voor al zijn anxtich slaven.aen, t'is lanckenoech g ghewroet, g ^ hef op p u hooft,En spoort P na wilt, ^ waer van ghy not Y cont zijn 1 berooft.227 BIJLAGEN


xxx.A.I Dat dees verstickt den dien verq uickt.Hoevreemt speelt pVenuskint ontrent de ziel der menschen,Ons s i nne n en g a een streeck, s meest ^ anders als w Ywenschen,Set. i Els sde loopt nae d puyt, p Y^ en herbergs' g in haer hant,En wijst J een, > die i haer bidt, d aelweerdelijck van kant.5 Segt,p u t YJ en ^set segt, waerom en magh g ick niet verwervenHet geen gdoet u d de doot, en m bevrijt Y jvan sterven?Waeromhewert g ons niet dat elck van ons behaeght, g,Aen u de vu Y le poel, p ^ aen m Y de schoone mae ght ?xxx. B. I Onder vrientschap schijn, het quaetste eni ^n.J^ ^ ^Wel maecht ! u warme hant maeckt dat dees puyt pY dus cranck isis,En 'tist de rechte streec,^ die huydens-daechs y in swanck is,Ghy Y biet aen d'arme vorsch u vrientschap, p^ het schijnt,Maer laes ! ► gh Y touftse f s soo, ^ dats' in u hant verdwijnt. Jvier i br b a ant sonder roock, ^g heen huys Y valt sonder craken, ,Den hont bast s eer h Y bijt 1 merckt hoet de menschen maken,Hun lach s is dreyghement : door heusheyt stortmen bloet, ,Int g groeten, sc h u 1 Y t een vloeck; r wie can zijn op p sijn J hoed'?XXX.C.I5IACOB. I. 9.Een broederdie verneedert is, roeme in i ^J ^n hooche y dt ;• En die ri J^cke is,roeme in i ^^ jne verneederinge g ;• want h y sal als een bloeme des gras vergaenaen.Sl u inn een warme hant een pY puyt, Y s sal versticken;Doet sulcx 1 aen t t'hinnen-jonck, J ^ het sal daer deur verquicken. qDen aertschen mensch, s van God versocht door te g ens poetBeswijckt, J 1 als sonder troost,en ost > stracx e s verliest den moet.Den vromen, door Gods hant t ghebracht g in bitter lijden,Wert o hewec tucht, k t doorr en voelt een soet verblijden 1 :Hoe h Y meer wertve verdruckt, d^ hoe h Ymeer crachts verwerft,Waer door den vromen leeft, daer door den boosen sterft.xxxl.A.I Tusschen han ant en tant Raect veel te schand.Ent, van mijn l sin en min, ^ hoe lang g heb ick eswommen g !Om entlijck l tot een ent van mijn 1 verdriet te commen.Nu Ni i se k dat ick dick wensch, en bender by yterstont,Ml 1n adem blaester s aen, s Y speelt p my Y voor de mont.E .noch een st r eec k sis mijn 1 : ick rek' Y ick blas', ick hijghe, hi' heIck c happ', pP ' g grijp', rl lp ick vatt', Y ! 't schijnt dat ickse cri' lghe:En slet. noch gp li se wegh, gs dies 't hart, i eylaes Y ! my Y berst.Doen ick c was alder-naest doen was ick alder-verst.228 BIJLAGEN


XXXI.B.I Ydele hoop,wakenden droom.Het wilt-braet dat ick jaech, l ^ vervolg' g ick met verlanghen, gEn dencke staech, > daer med', daer med' heb ickt gevangen, g gDaer med', daer med' ist mijn: ick sie't y als voor my staen; ,Ick h Y g h' ^ ick hoop', happ', ' ickichi p ebbet ghedaen.> 'tis gYDit dunckt my telcken weer, maer, alst coomt op p het grijpen, g lpenDan ist een hant vol wints, dan zint l al leure- P i' lpen :'K siet nu, 'k heb te vergheefs, beefs mijn 1 tijt, 1^ mijn J goet, g ^ verguist,Ick mend' Y ick haddet Al, maer siet ! 'tis s al-ghemist herlist.ROM. 7. 24Ick ellendich mensche I wie sal my verlossen van dit lichaem des doots?Ick dancke God door Jesum Christum.Ick was, och-arm ! belaen metrooten g angst gst der zielen,De hel g ae p t' achter m Y^ de doot was op p mijn l hielen;Des af g routs open p keel gaf g my Y vertreck noch wijck,1Mijn l adem was ten end', ^ ick scheen een levent lijck lick.Y siet, als ick besweeck, doen wert my cracht ghegeven, g gevenAls ick lagh g in de doot , doen quam ick eerst in t'levenIn mijnen l diepsten p noot, ^g gheraeckt' ick uyt Y ghequel, g qDen wegh g ten hemel-waerts, ^Y lyt dichte by der hel.x x x i i . A . I Gherimpelt vel en vrijt niet wel.Schoon kint, > mint; 'tis nu tijt. l dit spel p sal u niet you voughensorghe g sal u ziel, ^ u lijfden rimpel p ploughen.'tVers roosken ishewilt g • ^ maer wertet eens verlept, p,Gheen bieken' sitter op p : ten wert niet meer gherept.5 Het bloeyen y van u fig, jeu ht het gloeyen g y van anukaken,Het vloeyen Y van u spraeck, p ^ sal snoeyen Y en mis-makenDen tijt, ^> die't al verbijt. Nu dan, s schoon Bloem, ^ ontluyckt, y ,U beste g oet verslijt, l^ al wertet niet ge h bru Yckt.I Tis den aert van de Bien op g heen dorre Roosen of bloemen haer te setten. nPlinius.Xxxii.B.I Gheen dorre blom, is welle-com.SWanneer een versche roos haer blaykens Y gaet g ontluycken, Y ,De biekens, ^ cleyn Y en g groot, ^ het coomter al in du y cken ^Maer als haerur pp er-root verslentst daer henen si' lg, htDan staetse daer alleen, s en g heen besouck c en cri' crijght.een stadt of Staet vervalt, ^ en gaet g beswijcken,1 ,Een mensch heeft sijnen 1 tijt, l^ soo doen oock selfs de Rijcken)1Een der 1 wijckter af, ^ die haer wel eer verkoos,Vrient, ^ soo ghy h honich souckt, ^ vlieght g na de versche roos. s229 BIJLAGEN


XXXII.C.I I TIM. S.. 9Der vowed u n at s in reineneerie y cl aer seleen h vercieren met schaemte endematiche y^t &c.Ghy Y claeght g ons, ^ Ia q ueli'n l^ en thoont u dus verbol ghenDat u staech, waerh g gaet, Y g ^de Venus Ianckers volghen,En trachten na u eer : wel aen, ick weet u raetLe g ht af u wulpsch P ghetoy, g Y^ wegh g u geil g ghelaet; g5 Stelt deftich u g ghebaer. W Ysien ontrent de roosen,Soo langh g die op P hun steel aen-lockelijcken bloosen,T'gheflicke heflicker van de bien : het dorre bloemken rust:t'cleet is slecht en recht, daer woonteen g dertel lust.X X X I I I. A. I Sick self uaet niemant nut.Vrijt met een lustich hart. wat crencktmen lijf off sinnenal terooten g brant ? 't Pertri's 1' wert vet van minnen :'Een vo g kelken dat sick onthout ontrent den Nyl, Y,Eet sat, en niet te min bedient den Crocodyl. Y5 Wel wat een sot bestaen ! dat door een heet verlanghengSickemant Y voor de deur van zijnvriendin gaet g hanghen? gS troth Y gdaer Y bloemkens eveur : en, soeckj' ^ uw's 1 liefs gerij g l, f,Behout een cloeck verstant, en blijft l ghesont g 1van lijf.I La Perdris s'en graissit a couvrir la femelle. Plutarch.2VdaV Van dit o hel g k en Trochilos T h ghenaemt g siet Plin. lib. 8. cap. 2 j .X X X I I I. A. I Onder vrientschaps schijn, besorght h 't si 'n.Als 't conincxken met vlijt ontrent de Nylsche Y stranden,Bedient d den crocodil en peutert P hem sijn l tanden,Watt meenel y dat het souckt des crocodils ghemack? gNeen, 't heeft wat anders voor; het vult sijn l eyghen Yg sack.5 Veel roupter p hoogh g en Y> lu t Diane van Ephesen, >Maer, sooh gY't wel door-siet, het sal wat anders wesen.Neemt hier op p u g ghemerck : die slockt ghelijck g 1 een struys, Y,En sorght g niet voor 't ghemeen, g ^ maer voor sijn 1 Yg eygen huyss.I.C.I PHILIP. 3. 19.Daer wandelen vele, wiens God den buck is, de welcke aerts ghesint i jn.y ^ g ^JWanneer den Crocodil sijn 1 hollen mul Y doet open, p,Den Trochilus die court terstont t daer in ghecropen;, g PEn t'wi't l het slick yslijckbeest van satheyt Y rispt p en braeckt,Het voghelken, kelken met angst, g ^ sijn l tanden schoone maeckt,5 Al om een we Ynick aes : waert niet een soeter levenTe nutten slechter s pis j en y vr door Y t'wout te sweven?Den mensch h stelt t lijf i l en z ziel e toti s'duyvels Y vis vuyl Yg ghebruyck, YEn dato schand !) alleen tot dienste van den buck. Y230 BIJLAGEN


XXXIV.A.I Drae h e doucken, d Wacht voor houcken.g J ^Den e eghel g wert een cloot, ^ om mu Y sen te betrapen P ,Maeckt van sijn 1 muyl m l Y een hol, en blijftsoo liggen gapen: gPWel aen n dan sspringht P g en speelt, maer ae blijft b 1 t in d'open p lucht,Want cruypt Yp Y de muys in t'hol, ^ dan i ste laet ghesucht. g5 Pleecht eerbaer min, ^ gh Y jeucht, 1 (wech ^ li'nckers l wech ^ sluyp-sielen YpN acht uY len , licht g hes u pY^ s en volcxken cort van hielenWeest vro 1 I 1 k c ^ datmentsiet : speelt p heus en open P spel, p ,Geen houckx of winckels 1 soeckt k • van daer r comt ons 't gq e uel.xxxiv.B.I Het cle n verdra hen om 't groot te beia hen.y verdragben, g ^Den egel, g als een cloot, let Y cort in een ghedronghen,g gMaer alaet eenoen P hol; de mus Y coomt aen- g es P ron genEn huppelt P op P en neer ontrent des eghels g lijf;Het schalcke dier let Y stil, ^ al waeret doot en stijf. 15 Al w wat de mus Y oock doet, ^ men sietet niet beweghen, gMaer cruyptYP de mus Y int hol, ^ dan ni' 1P tets' eerst ter deghen.Een schalckaert lijt, t en e mijt; 1^ tot dat h Y crijght lg gheloof,En raeckt k h dan Y ter slaeghs, s g^ soo maeckt hy't Y al ten roof.XXXIV.C.I I PET.. 5 8.Weestnuchteren, waeckt want de Duvel gaet om u soeckende wie b verslinde.Wanneer den Eghel g wil het velt van muysen Y ruymen, YDan wert h Y als een cloot, ^ en let Y soo op P syn Y luymen, YInt middel van den bol verthoont h y als een cuyl, y ,Een mu Y sen -h 1 o ghelijck, g e l^ maer binnen schuylt Y sijn l muyl. mul.S Het e muysken, Y^ na sijn 1 aert, ^ heeft vreught g in duster duyste holen:Dit weet (soo s t schl 1 nt dit dier, d e ^ en doet ede muys uYsoo dolen.Den duvel Y gaet g verspien P eens fiers yder lieve sond,En lockt den mensch daer deur tot in der hellenront. gxxxv.A.I Die blustmijn ^ vlam, ^ Dien word' ick gram. gWanneer den smit met nat sijn l Y ser g gaet bes p roe YenEn lesschende den brant, verdrijft 1 het vierich g loe en Y •Het snerst, en roockt, en kist, 't is vreemt wat het bedrijft,Het e s schijnt, J of dat het sucht, of dattet hem bekijft.5 Den minnaer claeght g van brant, ^ nochtans wil h Yniet wesenGhetoghen g uyt Y het vier, ^ maer vreest te zijn ghenesen:Al waert datemant Y cond hem nemen af de min,H Y^ blijd' 1 in sijn 1 verdriet, en ^ heeft des gheenen ^ sin.231 BIJLAGEN


xxx v .B.I 'T^ zijn sterc e beenen, ^ die weelde dra g hen.Als 'tser leyt, let en loet gloeyt, int midden vande colen, >Bevochten van de vlam, en onder 't vier verholen;Dan buychtment Y soomen wil: maer soo ghy't gY lest int nat,Sta r x h ee f tet met ghewin, g ^1 sijn hardicheyt Y hervat.5 H Hoe dwee is s ons s 't g ghemoet als druck en ppijn ^ ons p ran ghen !Neemt God sijn 1 roede weck ^ w gaen wy ons oudeganghen:De weelde let Y ons heen tot onsen eersten staetDes menschen s ziel is wel, alst hem niet wel en gaet. gXXXV.C.I HEB. I2. 8.Ist dat b -lieden de cacti din he verdraecht, God sal u als kinderen aengaen,maer r zs ist dat ^ by -lieden sonder cacti J jdin g ezijt, soo ^J i t g b ydan bastaerdenende niet kinderen.SAls t' Y ser let Y int vier ten maeckt dan heen g gheruchten, gMae r soo h ghy lescht den brant dan suldy't Y hooren suchten.Gods v o 1 c k bedroeft, b> in vreucht, en vrolijck, 1 ^ in gheclagh; g gB1 Belacht e h des weerelts e s druck; beschreyt Y des weerelts lach.Een hert,eertijts dat ee was 1 s gheduldich g in bedroeven,Te Treurt, nu t' t'sichvan t'gheluck g voelt troetelen en toeven,En ducht; oft hier sijn<strong>deel</strong> creegh, g^als een weereltsgast,Dies isset met de vreucht des weerelts niethe g past.x x x v I. A . I Een l edich mensch, , Is Venus wenscb.SDe spinne-cop p p en sal de sla p g he niet ghenaecken,gAls sy die besich siet off neerstich vint int waken:Maer a soo de elan slang' ' haer eens, ^ door ledicheyt, Y^gheeft blootDe s p inne valter o pde ^ slan he g comt in noot.Die schouwen wil de min, off van haer sijn ghenesen,Dient, sonderet Y te doen, ^ tot keener g tijt l te wesen:Dat cleyn Y vergiftich g dier, dat dertel Venus wicht,Noemt ledicheyt Y te zijneen wet-steen sijner schicht.Die niet ontsiet, wort Naest te niet.SWie sou de cleyne Y spin p doch eenich leet aenbrin ghen ?Wat s oud' de g groote slang' g door haer vergif g niet dwin g hen ?De spincop p p velt nochtans de slang g wel doot daer heen;G h Y v r h aec hoe t ^ dat beschiet gheschie : aen-hoort doch eens de reen.De n gleyt e Y inde son en luyert, Y ^ op pden acker,Niet passend' p opPde spin: de spinne clouck en wackerTreft met haer sta r el het b ren Y van 't sorgheloose s g beest,Vreest, Vrienden, voor een mensch, die niet een mensch en vreest.232 BIJLAGEN


x XXVI. c .I MATH. 26. 41. 4 IWaeckt, ^ ende de bidt ba d ;• op d at gy h niet en comt in versoeckinghe. gSoo haest de gladde slang, tot Y ledicheyt gheneghen, g g ,Leyt Y sor gh e l oos daer heen, ^ int t c coele g gras s gheseghen,hen,Valt haer de spin op t 'li 1^ ' f en e eer s Y t'wert w ghewaer gSoo is haer t'breyn ' Y ghequetst, g q^soo iss de spin van daer.p5 0 schade l' 1 l ck vergif, g^ uyt Y ledicheyt Y gheboren!Door d Y heeft h menich helt sijn 1 eer en glans g verloren.Dra e g h t sorghe sdat g heen tijt 1 in lu Y he Yt u ontsnapt,,Dat u de helsche spinniet ledich en betrapt.pxxvI I A I Lijden, al-eer verblijden.Ick sprack p lest met mine lief, ^ ter wijl s Y sat en naeyde, YIck steld' l haer ' voor mi 1 n smert, > hoort doch, hoe e sY my Ypaeyde,p YLet eens, op 't geen g ick doe, ^ (sprackp racks Y merckt hoe't al gaet,Eerst maeckt de n ae 1 d' een gat, g^ dat stopt p daer na den draet.De I mits hem treft dew wond', stracx sijn gheweer laet vallen,5En roupt p om bus u en salf, dientniet n ae aen Venus wallen.De min heeft wat ghemeensh met Mars, ^ al is hY stuer.Niet soets en heeft t yet Y soets, ^ dan na voorgaende g suer.I I Oor<strong>deel</strong>t niet, off 't ende siet.XXXVI .B. , ySSoo daer ee<strong>nl</strong>om p p aert quaem, en sagh g <strong>deel</strong> nette dierenMet constichnaelde-werck het linnen douck vercieren,Hy souder sijst r ac x in slaen Iaen sijn zouteloosen beck,roupen p overlu Y^g t • ghewis de met Y is geck. gWant meynt,nadien h Ymaer alleen siet op p het steken,Niet op p den draet die vo 1 g^ h t dat sden Y douck wil breken.Elck die van schamperp j o jock sijsijn saken wil bevrien,E h ifvo ltrocken werck laet aen g heen gecken g sien.XXXVI I .C.I 2 CORINTH. 7. I0.De droe he^t die na God is,^werckt vreese ter salicheyt.Het schijnt h l dat een die naeyt Y het linnen doeck wil breken,Maer maeckt de naeld' 1 ' een gat, den draet vervult de steken, ,Des naeldes scherpe punt p (t'is waer) en maeckt g heen naet,Maer opent p even-wel den deur-ganck g van den draet.n schrick in ons ghemoet, het beven onser sinnen,S g >Al st i den ghees heest niet selfs, het g heeft daer van t'be g innen ,•opent p ons den wegh g die ons daer henen let Y :Vrees weder-baert onsniet, maer t'hart daer toe bereyt.233 BIJLAGEN


X XXV I I I A. I Alti ^jt na meer.eerste we n ch s was 't sien, , de tweede was 't ghenaken, g ,Dedd er ' het spreken P aen, de vierde was het raken:Doen ''t ggeven v n van a een kus, wat noch? ten naesten keerEen kus van haer 'tt ont f a e n en . e noch wout ghy h wel meer.5 Een minnaerr b Y sijn sl lief, ^ een 'a jaghe her in de velden,Een coo p n a b Y sijn l waer, ^ in crijgh lg de dapper helden,Gaen a 1 t i't 1 voort en voort, ^ niet een op p winst en slaept. pAl crI lght den bont een stuck, h y stracx na 't ander gaept. g Xxxv i i i. B . I Staech na wat nieus.SWerptr taen den hont een stuck, h Ysalt terstont op-rapen,En slockent k in sijn 1 lijf, 1^ en naer een ander gapen: gpHy Yproeft niet eens hoe 't smaect, t ten glijt li' maer t door sijn 1 keel,Hy loert altijt 1 1t na meer, al coomter noch soo veel.Vreck, ones v r ae d'li'ck l hart, wat goets g doen u dijn l schatten,Mits sgh staech Y s besich zijt ^ om na wat nieus te vatten?1 die na vers sghewin g gheduerich g snackt, en haeckt, >Van dat ghewonnen i s niet t soets s met al en smaeckt.XXXVIII.C.I JOHAN.. I . ende 6.4 3 35.Buten God, heen versadinghe.y ^g gSchoon h Yyemante a t aen een dog g werpt p veel en groote g sticken,y sal die, metter r h a e g st oock ongheknaut, > in-slicken,Enaen g P naer wat nieus, hoe ^ veel oock Jatter quaem: qWant niet, dan dat h Y niet en heeft, ^ is aenghenaem. g5 Dewijl des menschen hart hier nerghens g in can rusten,Maer soeck t altijt a t Jt wat nieus, en tracht nae versche lusten:Laet dit ons zijn een pY^ peyl, en teken Y gans g ghewis, gDat ware lust en rust hier niet te vinden is.XXXIX.A.I Die 't spel niet can, Die bli f ter van.STis Venus warre-net, de web dieh gYslet hanghen,Daer menich dier in valt, maer niemant blijft ghevangen, g,Als 1 eencc h cleyn Y g pY> s u s dat moet noch cracht en heeft,De 1 sulcke k zijn zijnt alleen die Venus raech beweeft.Een rust i h c harta can licht al dit ghespinverbreken,Die hoogh g is van g hemoet en blijft soo leegh g niet steken.Laet u InVenusnet niet binden als een mug,Offreeckter b deur met cracht, of keert met cunst te rug. g234 BIJLAGEN


xxxl x. B. I Te wijde net, is staech ontset.Wanneerde spin p int ront s re Y t uyt Y haer broose netten,Ena g haer et vliech-getou g gansch g wijten breet uytsetten Y ,HIe Hier swiert een horsel in, daer vliecht een voel g deur ,En elders valt 1 eensteen, en en maeckt noch grooter g scheur;5 Daer is staech dit off dat ghebroken g off ghereten, gEn midd'ler tijt l ontgaen g de vlieghen g deur de spleten. pAl die van ongheval zijn en druck wil bevrijt, l,Die matighe g sijn 1 net, ^ en spannet p niet te wijt. lXXXIX.C.I 2 TIM. 2. 26.Dat sy vande banden des Duvels ontgaende, ontwaecken tot si jnen wille.T'is s'weerelts warre-net dit ront, dath gYsiet hanghen,Daer weynich Y breken deur, ^ en veel in zijn ghevanghen. gDen aertschen mensche wert met s'weerelts lust beweeft,Niet anders dan de mug g int web der spinnen p cleeft.5 De wes P(een moedich dier : weet door het net te breken.Die s'hemelslans g bemint en , blijft l in d'eerd' niet steken:De weerelt slacht de spin; als sy ons heeft verwert,En met haer raeg g beset; ^ dan bijt sy Y ons int hert.xL.A.I Uunst mijn leven.g ^Ghy Y broet een binnen e Y^ en crijght lg daer van een kiecken,Ene segt, g seldsaem dinck ! dat doot was, roert sijn 1 wiecken,Dunckt u dit wonder zijn?lief ^ doet m Y sulckegunst,Ghy Y sult van stonden aen vernemen meerder cunst.5 'tGedenckt t m Y^ doen h ghy laest maer een-mael op p m Ylachte,Wathet g es daer jough l g en slough g mijn 1 aders, v mijn l ghedachte bedachte.ben, siet daer ! een block, een bloet die niet en can,Maer went uunst g tot m siet Y, daer ! ick werd' een man.x L . B . I Uit de reden, kent de eden.U dochter, sooh gYset segt, neemt dikwils haer ghenuchte gIn eyers Y uyt te broen, ^ en set Y dan, voor een cluchte, >Siet vader, dit's mijn 1 kint, hier ben ick moeder van :Ghy Y vraeght g wat dit beduyt; Y^ u dochter wil een man.5 Let vr Y wel op p dat broen, denckt om dat mo eder noemen,Het een' is enckel hitt', het ander is verbloemenVan, ick en weet wat, lust. Wel, hout u dochter uyt,Off seker 't wert een vrou, oock eerse wert de brut. y235 BIJLAGEN


XL.C.I5I CORINTH. 7.. 9Beterhemant als ghebrant.^ ^ ghGh Y broet sy-wormen Y uyt, Y^ en eyers Y van u hinnenIn uwen wermen schoot (wat mooghdy g Ydoch beginnen?)Noch hebdy Y soo veel op p met dat ghy h hebt ghebroet, gDath g van't Y hinnen-jon 1ck u moeder noemen doet.E Y^ ketelt u doch niet met dees ghemaeckte g grillen; gT'is beter metter daet des jonckhe Yts brant te stillen,Door huywelijckschen Y l plicht. Els t'waer u minder schantInt openbaer p ghetrout, g^ als heymelijck Y l ghebrant.x L I . A . I Int wijs' int mal, 't Lief aet voor al.Een minnaerinc g ter kerck om God (soo 't scheen) te dancken,Om dat h was verlost van Venus loose rancken, ,Daer coomt hem inthemoet g een lodderlijcke 1 meyt, Y,Ach ! d'oorsaeck van sijn 1 vier, ^ (siet wat een innicheyt Y5 Een Venus-Iancker heeft) mits sYmaer op hem lachte,pSijn l Y ver, v sin l ghebedt, g ^ 't ginck g al uyt Y sijn l ghedachte. gDen aep p vergeet g de maet en sin l gheschickt g gebaer, gAls hy, Y^ l ouden wensch, ^ de noten veert ghewaer. gXLI.B.I5Al set m' eenut y hoogh g op een stoel,S y s rin gt al weder na de poel.Terwijl den aep p recht o p, b Ycans met menschen schredenGinck op p de maet van 't spel heel deftich henen treden,pWier yemant by b beval wat noten in den hoop, p,Den aep, Ydat hy't slet siet, tijd' haestlijck 1 op p de loop,En oft den meester speet, en oft >hem heeft verdroten,De sim loot p vanden dans en ^ grabbelt g naer de noten.Wat batet offmen schoon vul Y volcxken brengt g ter eer ?De simme blijfteen sim , en gaet haer ouden keer.XLI.C.I52 CORINTH. II. 14.De wijle de satan verandert wort in een Enghe hel des lichts, soo en istg een wonder dat sne ^jdienaers verandert worden, als dienaers derg herechtiche y^ dt der welcker ende y sal veesen na haer wercken.Den ae p, naer s'menschen wijs l ^ aet g mettet hooft verhevenEnast p wel op p de maet, ^ van t's t'spe el hem voor- heschreven g :als h Y daer ontrent eens noten veert ghewaer, gLaet sijn l begonnen g werck, ^ laet spel p en meester daer,En loopt p de noten nae met alle vier de pooten.pDaeraetter veel te kerck, als Godes hu s henooteng ^ YgDie, soo daer hoop ontstaet van eenich cleyn ghewin,p YgDen Gods-dienst en de kerck stracx setten uyt den sin.Y236 BIJLAGEN


X L I I. A. I Al wat mint, wonder versint.5Ick w was met Roosemont o<strong>nl</strong>angs g g gaen wand'len buyten, y,Men e ha tot hadd'ons vermaeck aldaer ghebracht twee luyten.Ick e stelde e dees s op p die, en led' y een stroo op p d'een, ,So haest hat den thoon geleeck het stroo dat spranck p daer heen.'Siet > Roosemont, aldus roert ghy h my Ysonder raecken,En treckt my Y sonder hant : eer ghy my cont ghenaeckengSoo werd' ick uhewaer. g Die Venus eens cri' crijgh ht vast,dat h Y niet en siet: voelt, ^ dat h Yniet tast.I Waer door dese bewe gg in he veroorsaeckt wert leest byCardanumint N. boeck de subtilit.X L I I. B. I Bl metten blijden.yEen wel bestelde luyt wert, als met vreucht, bewoghen,g Y gWanneer een ander snaer soo hooch wert o - heto henpg gAls hare snaren zijn. Wert yemant, soo als ghy, Y ^ g Y,Verciert metoet off eer; weest met u naesten bl :g eer; YEn, sijdy recht van aert, wilt tot u wel ghenoeghen,5 ^ lY ^ g gWanneer't is tijt en stont, behulpsaem handen voeghen;1 ^ pOock dikwils dees off die, van selfs, u dienst aenbiet.F Y blyschap Y p ! die ontstaet uyt Y ander lienverdriet.XLII.C.ISPSALM 16. I I.Gh y doet m y cont den weck ten leven, ^ voor u is vreuchde de volke y, tende lie eli J ^ck wesen tot uwer rechter-handt eeuwichli ^ck. JMen siet de snaer van selfs, en nietheraect g ^ beweghen, g }Om dat een soete lucht ontrent haer comthese g genEen lucht, die op haer p past, verholen en bedeckt, >Die van een anderlaets p onsie<strong>nl</strong>ijck tot haer treckt.heymelijck Y 1 verstant, ^ door een verborghen g ader,Heeft inr devromen hert ons aller hertenVader;0 wonderbare vreucht ! al is den mont als stom,T'hert ' lY u cht van enckel lust, en niemant weet waerom.x L I I I. A. I Maken en breken,i jn liefdes treken.^JW Y lesen van een beeck, ^daer d'Oude veel van schrijven,Die t'vlammen van een toortsewoon g was af te drijven,En so danemant Y weer de toorts int water stack,Al brandende terstont h Ydie tot hemwaerts track.5 Dit zijn, l > o Roosemont, dit zijn u eyghen Yg streken,Gh Y dempt p en temt mijn l vier, wanneer ick ben ontsteken,En weckt mijn ? brant weer o ps als ick u schijn 1 te cout:'Tis doen, en weer ontdoen, dat minnar esbesich hout.237 BIJLAGEN


XLIII.B.ISIn s'Princen ho wortout g tot stoff,En stoff totout g wee ! die'r op bout.Dodon' u seltsaem nat door, ick en weet wat, strekenCan blussen uyt y dat brant; dat niet en brant, > ontsteken.Seght g doch eens, ^ mijn l Vernuft, ^ en helpt p ons uytten Y droom,Leert watter voor een leer, ontstaet uyt Y desen stroom.Dees conincklicke' j beeck beelt aff de vreemde rancken,Die veel-tijts, soomen siet, in Princen hoven wancken :Hier maectme<strong>nl</strong>ans g van damp, ps Ioncker van een g u Yt :En, > die eerst schoone blonck, die gaet g sijn 1 keers'en 1 uyt. YI Ick spreke also, overmits dese beeck Iu iter den Coninck der Goden(so de Poëten schrijven) toe- hee hent was.^ g ygXLIII.C.I 2 CORINTH. 2. 7. EXOD. 7. 8.Den duvel y q eelt de heloovi ^ he g helpt ^ de goddeloose. ^5Men vont wel eer een beeck (ist waer dat d'oude schrijven)lWiens droevich nat de<strong>nl</strong>ans g der tortsen const verdrijven,1Wiens stroom ter selver stont (door, ick en weet wat, cracht)Een u Yg t- hebluschte keers als in het leven bracht.Dit was eens afgods beeck, een rechten stroom der hellen,Den duvel Y weet ons noch op P desen voet te quellen, qWant eenheloovich g hart h Ymet de wet verblust,En stelt het weerelts kint in Christi bloetberust. gx L I V . A . I Van twee een, Van eene twee.SKè laet, > o oude Stam, u taxken met m Yp paren;Het sal (stelt uherust g b Y m Yveel beter varenAls s aen n u dorren tronk. c Si S et ! e 't thelt doch na mijn 1 schoot,En 't heeft van nu voortaen nocha p P^ noch sap, p^ nood'.E Y lieve scheyter Y aff, ^ wat schroomjet l noch te waghen? gAl schijnt u s p ru Yl tjen teer, ^ het sal haest vruchten draghen.g aet wel: mijn t lief en ick zijnnu in als ghemeen, gOm weer te werden twee, zijn 1 w Yg gheworden een.XL I V . B . I Heets' een man, soo sche ter van. yIck heb, > door soete min, mijn l lief tot my Yg ghetoghen, gIck voughde g my Y tot haer, ^ sy s quam tot my Yg Nebo ghen :Dies zijn l w Ytwee nu een, en daer en schort niet meerAls van den ouden boom te scheyden Y metter eer.5 Dees teere s p ru Y t heeft selfs s om wegh g te zijn verlanghen, gNu swangher, van de vrucht uyt Y mijnen 1 schoot ontfanghen, gKè laet o oude desa stam ('t t is stijt) 1 laet ons nu scheên,Ick mercket, ^l jonck en out en dient niet langh g by Yeen.238 BIJLAGEN


XLIV.C.I MATH. 1 9 . 7.Hierom aerom sa l de d mensche vader ende moeder verlaten ende den wi Jveaen- han g^ en ende die twee sullen een vleesch veesen.Teer Spruytjen, p Y1 ^1 jeughdich g hout,h g Yzijt nu af g heto ghenVan ^gY i'n 1 e n ouden tronc, h hebt nu sapghesoghengUit dese jon g he stam, dies valtet u niet swaer, >Dath g dijn Y dijn eyghen Yg boom moet laten blijven daer.5 met den soeten bant van Echte zijt om-vanghen, gTen is voor uheen g tijt, 1^ om ouders aen te hanghen; gU maegschap g p en g gheslacht, ^ vint ghyh nu al in een,Ghy Yzijt een hu Y^ y, een rick j een weerelt met u tween.XLV.A.I Vangroot g tot grooter rooter.mach wel rechte min den crocodil toe-passen; pDit dier is altijt groot, en nimmermeer > vol-wassen,'t Neemt toe van dagh g tot dagh, g en wert noch meerder stuck,Self als de bleecke doot sit scherlings g op p sijn 1 ruck.5 Ick dacht ^ al lang ggheleen hoe can ick stercker minnen?De liefde steld' haer voet noch dieper p in mijn sinnen,noch al storts' in my Y staegh g meer en meer haer soch:Ick ben op p 't hooghst g altijt, J^ en altijt 1 dim ick noch.Van hetestadich g wassen des Crocodils ende des sel s ggroote. Siet Plin.lib. N. cap. 21. IXLV.B.I Nut groot ghenough. yg g ^Den crocodyl Y (hoe wel maer uyt Y een e Yg ghecomen)Wast tot eenrousaem beest, >en doet de menschen schromen,Rooft, slockt ter zee, te lant, en wert ghestadich groot,Tot dat den slocker in-gheslockt wert van de doot.gDit is den rechten aert van gierich, en eer-gierich;g ^ g ,Den desen haeckt na staet, den dien is altit j vierichNaerelt g en goet, g tot ^ dat hem treft de laetste pijn pJ :Hoeemant Y rooter g is, ^ hoe h Y wil rooter g zijn.GALAT. 6.. 9Laet ons wel doende, niet eertra hen. gSMen siet den Crocodil, soo lang y h leeft, ^ noch wassen; ,Dit dient een Christen-mensch sich selven toe teassen PEn staegh g in sijn l beroep p een hoogher g stap p te gaen, gNu t'eenhebreck g en dan het ander te verslaen.Vol g ht niet Hiskiae son, ^ die wert te rug' gg ghetoghen, gWe g h son van Iosua, ^ die bleef staen onbewoghen, gMaer vol ht naer Davids son en zijt hestadich vlu 'g , 1 g g,Die niet en vint, verliest, die stil-staet, gaet te rug'.> >g g239 BIJLAGEN


XLVI.A.I5I0I 5XLVI.B.IEen out man in t'ionck me Bens schoot, yE waer h dooi !y yEen sneech meysken Y ginck eens trouwen,Meten ouwen loomen , knecht,Die't vr Yal wat hadd' te slecht :Ick en cond' m niet onthouwenYVan te vraghen hoe het quamg qDatse desenrimmaer g namMen vint schrijvers l die daer meenenDit voor antwoort ick ontfinckVan dit fijn l gheslepen g p dinck :)Datmen van eens ezels beenen,Als h Ymaer in d'aerd' en raect,Wel de beste fleuyten Y maect.Oock heb ick (dunct m Yg ghelesenVan een dier ('thiet schorpioen) p'tWelck alst leeft nietoets g can doen,Maer doot zijnde can't ghenesen. gIck terstont verliet de meyt, Y,S Y hadd' m Yg ghenough g gheseyt.S aert manneken spaert,Datter een ander wel af vaert.ng' Sooden ezel^ z l leeft, wert hem den rugh' g versleten,Door r dae gh e li' 1 c k schen last, ^ wat distels is sijn 1 eten :Maer r steeckt k h eens Y de moort, sijn l been wert tot een fluyt y ,Dat 1 evendec h was s stom, > maeckt, na zijn doot,gheluyt. g YSAls Vaertjen heeft g ghespaert, p ^ het Soontjen coomt ten lesten,Dat sc h' tnckt dat drinckt dat klinckt dat gheeftet al ten bestenDat singt, sint dat springt, dat vingt, g^ dat voghelt,jaecht en vist,Ontijdelijck 1 1 verspaert, p^ onnutteli'ck l verquist. qXLVI.C.I PROVERB. 15. 16.Eenenoeden moet is een da eli well leven.g gJDen harder maeckt een flut Y van Esels slecht gebeente, gEn treckt daer door tot vreught g geheel g des wouts gemeente, gWat is van cost of const? wat ver-ghesochte g vreught? gCost, die niet veel en cost, een billick hart verheught.5 Wat stelt ghy h 1 luytYof Veel om blyschap Y p op p te wecken?Stelt, It > vr' lente stilt u hart : druck sal u vreught g verstrecken :Een wel ghestelt g1 ghemoetvint e et over al sij<strong>nl</strong>ust,In alle 1l dinck k is s vreught, g^ als t'hart maer is gherust. g240 BIJLAGEN


X L V I I. A. I Verscheiden aert dient aert, niet he g aert.Den Aep,p^ dat coddich dier, is fiers yder eens vermaecken,Schilt-padpniemants vreucht als doot daer henen let Y :Hierom Ist ist dat d de sim de pad p niet wil ghenaken, g'et 'Tistetegenheyt van Y aert, dat dees ^ twee dieren scheyt. ^5 Lief, die soo gheestich g zijt, l^ en laet u doch niet paren pMet Floor dien tammenast g ^ die 't volck u heven gheve wilt :• ick u lief niet zijn, 1^ soo wilt u noch wat sparen pVoor een, die van u heest min als ick doe, verschilt.x L V I I . B . I Licht en swaer, en dientheen paer. gDen aep, p ^ niet en dient als om de geck g te scheren,Gaet met een teghen-aert, g ^ de schilt-pad p van hem werenEn schout dat sedich dier, dat staech blijft in sijn 1 huys, Y,Om dattet niet en loopt, p ^ als ander wilt g hes pYu s.5 Een maecht eerbaer en stil, ^ bevalt g heen wulpschegilde, pTen is ,g heen heestich g dier se t Y h Ysoo ick wel wilde :Maer hoort, ^ gy h Venus wicht, ^ en vr ydees les onthout,Die soetst zijn om te vrien, ^ en dienen niet ghetrout. gXLVII.C.I PROVERB. 28Den Goddeloosen vliet, en niemant eniae ght hem.De Schilt-pad' p doet den Aep p (o wonder !) voor haer vluchten,En hoe de Sim meer loopt, p ^ hoe Y meer schijnt l te duchtenTee werden achter-haelt van een soo traegen g dier,Dies'al s om-siende vliet ontsiende , vlam noch vier.5 Een mensch, ^ bewust van quaet, q ^ leeft in ghestadich g beven,H Y sucht, ^Y h crucht, ^Y h ducht, ^Y h vlucht, ^ oock nietgedreven,Door t'ruysschen Y van een blat verschiet sijns 1 hartsen bloet,Verdrietich is den stant eensoddeloos g ghemoet. gX L V I I I. A. I Men leeft, daermen liet.Al scheyt ons nu en dan, zee, bergen, bossen, dalen,Die sche Y din g ' even-wel en deylt Y ons niet van een ;U hart woont, > Lief b Y m Y^ mijn 1 geest g coomt b Yu dwalen,De liefd' en den magneet g is dese cracht ghemeen :5 Want of den zeyl-steen Y schoon van 't Y ser wert verscheyden, YEn of een tusschen-schot verdeylt Y dit lieve paer, pNoch laet den steen niet af 't beminde stael te leden Y :Waer Roosemonde rest Y^ daer rest Y mijn 1 hert met haer.241 BIJLAGEN


X L V I I I. B. I Hoe dat ment deckt, het wert verweckt.SAls 'tstael eens heeftevat g des zeyl-steens Y wonder crachten,Het roert dan (want het schijnt op desen steen te wachten)l pNaer datmen roert den steen; dees cracht oock niet en flout,Al steltmen tusschen bed' Y een schot van eyken Y hout.Watoo P g ht ghy h u Gheweet int duster duystete versteken?y is, o mensch, s yis, met Godes hant bestreken:Daer isheen g schuylen Y aen; 't is hier van dat ghy h driltOock, alsh gY zijt zijtalleen; oock, als ghy h niet en wilt.XLVI I I.C.I I IOHAN. 3 . 9.Die u y t God gheboren g is en doet g heen sonde, ^ want sijn ^^aet blijft in hem. hWanneer den Zeyl-steen Y eens aen t' Y ser is ghewreven, gMen vint de cracht des steens soo vast daer aen te cleven,Dat, al is tusschen hunbestelt g een eycken y bert,Hetser Y niet-te-min rontsom ghetoghen g g wert.5Als God door sijnen 1 heest g ons hart coomt als bestrijcken,1Wie can dat Godd'lijck zaet uyt ons ghemoet doen wijeken?J Y g JLaet woeden duvel vleesch; geen tusschen-muer, geen schot,Y >g ^gGheen aertsche macht, en scheyt der vromen ziel van God.YXLIX.A. I Niet dan voor 't oogh. gGhy Y set segt, mijn l lief is schoon, ^ maer 't is te veel ghepresen; g PS'is lanck, en blanck (ick kent) maer 't feylt Y haer aen den gheest heest.schoonheyt Y is vr Y meer als het uytwendich Y wesen,5'tWel leven dienter bY^en daer op sie ick meest.pU lief, na mijn 1 verstant, ^ is als de Piramijden,JInt ooge g wel soo wat, ^ doch al maer enckel schijn. 1Int kiesen van een lief set ick dit al besiden jDie maer is schoon van huyt, Y^ en sal mijn 1 lief niet zijn. JX L I X . B . I Soo 'tuam soo 't voer.qAls Rodope, p wel eer Aesopi med'-slavinne,^ pHadelt g en goet g by Y een gheraept, g p^ door geyle gY minne,Ginck doen eenramid' PY oprechten p groot g en hoogh, gEen costelijck 1 g ghebou, maer niet, als voor het oogh ooh:Quam al van 't del ooh 't ooh haddet al even5 Y oogh, g ghegeven;'t Ooh g nam het weder al, ^ 't oog ooh heeftet al verdreven;q J is vergaert, g ^ vergaet g meest sonder vrucht :Soo als den rijckdom J coomt, ^ soo tijd' h Y op pde vlucht.242 BIJLAGEN


XLIX.C.I IOHAN. 7. 24.Oor<strong>deel</strong>t niet, naer het aensien.SAls s Y yemant a comt gereyst,en siet td de PiramidenOp-stijgend' inde lucht, als met den hemelstr strijden;1H Y ment Y van verr', het z eens Y grooten g conincx hof,Maer als h Yt'wel besiet, dan woonter niet dan stof.Hoe dickmael slaet h Ymis, die oor<strong>deel</strong>t naer het w es en !Der menschen hart en is int voor-hooft niet te lesen:Siet ! Galba wert doen eerst des rijcx 1 onweert gheacht, gAls h Ygheclommen g Y was tot keyserlijcke l macht.L.A.I 't Beswaertemoet g heen ghee min en voet.'t huys Y neyght Yg ^ totten val, dan ruymen Y al de muysen, YAls 's menschen lichaem sterft, verloopen p vloon en luysens p inco p, als 't ghebou g staet om daer heen te slaenPackt ras haer netten op, p ^ kiest de ruyme Y baen.Een lichaem vol verdriets, vol armoed', en ellende,En wert niet aengheranst van >Venus dertel bende,Daer't vet is brant haer toorts : door weelde, g elf ^ en goet, gWert Venus lust verwect, en liefdes vierhevoet. gL . B . I Cond niet heven soo hebd heen neven.y gheven, ygAls ons de huyt van vet, van >bloet de aders swellen,Dan comen lus en vloo 't ghesonde •g lijff l versellen;Maer als het lichaem sterft, off wel in cranckheyt Y sucht,Al datheselscha g pl tijd in haesten op pde vlucht.5 Veel mae g scha p vind Ywel en vrienden als met hoopen, pSoo lang' g als het gheluck g en kanse met u loopen, pMaer laet van te g hen-s p oet eens hooren het ghedruys;; g YDan is de vrientschap p uyt, Y^ dan isser niemant 't hu Ys.L.C.ISI TIMOTH. 6. .fr y en hebben niet inde weerelf g ghebracht, ^ t'is openbaer dat w ydaerniet en connen u y t-dra ^hen.Als t'lijf l helt naer der aerd', ^ en totten val ons huyse<strong>nl</strong>us Y verlaet ons vleesch, ^ ons wooninghe g de mu Ysen :Vint haer de spin p te zijn vast aen een swacke muer,Y stracx verhanght g haer net aen t'huys Y van haer ghebuer, gAls ons de doot seyt-op set-o het huer-huys Y van dit leven,Al wat ons eerst hinck aen, dataet g ons s dan begeven; g ,Daer let Y dan, slet ^ ! den mensch alleen bang' g en bedroeft,Des weerelts troost vergaet, g als t'hart meest s troost s behoeft.243 BIJLAGEN


L I . A . I Lieven doet leven.SIck lagh g als loot int g graf, ick wasals sonder leven,Eer m Y u Soon en Son, o Venus, hadd' ghenaeckt :Sijn 1 vleu g h e 1 s gaf g u Soon, ^ u Son g gaf m Yhet leven;Dies ben ick van een romp,een levent gdier ghemaecktIck, c > de die maer a was een slouf, ben g gheestich o pg - hestrekenIck, die deint duyster Y lagh, g^ vliegh g staegh g ontrent het licht,Ick, > die c r o pals een s worm, hoe ben ick op-ghesteken? pgSiet ► ! wat al a wonders doet o een lodderlijck l ghesicht. gL I . B . I Coomt niet totet y^'t is elcx verdriet.Soo Naest de rispheeft s p af ele g t Y haer swarte vellen,V 1' ie g h door t ogeheel g het huys, Y^ en gaet g de menschen quellen, qtno ongenoot g te gast, g en om de lichten swerft, >Gaet n est ele in n 't bont en menich cleet bederft.5Als s eenich nick slecht gesel g tot eeren wert verheven,Strax steed h Y 't hooft tom hoo h g: elck dient voor hem te beven,En denct niet wie h Y was ^ maer steygert Yg in de lucht,Eenddie van cleyn, Y^ wert groot, g ^ maeckt sick te seer geducht. gLI.C.I.a OPENB. 2I. 5.Siet ! ick maecket al nieu.Sromp, r g heen dier ghelijck, g 1 een maecksel sonder wesen, >Is aen het hoogh gg ghebou des hemels nu gheresen, gMet vleughels wit ve r cie ' r t en iet siet van boven of, >Hoedat d aertschen n menschhier leyt en wroet int stof.Siet wat verandering ! die Christi gnaem wil dra henMoet t sijn s ^ verdorven aert gheheel g en al ver' ^ a g hen ,En werden soo vernieut, herschapen, en herbout,Dat h Y van d'eerste romp p of ramp pg gansch niet en hout.LI.C.I.bSOP T ' SELVE BEELT, EEN ANDEREN SIN.DANIEL. I2. 2.Die onder der aerden li hen en slapen sullen opwaken.As Als ons s beschijnen sal dien grooten g dagh g des Heeren,Den boosen vol 1 van straf, a den goeden g vol van eeren,Den vromen, i nu die le u Y int t graf t g doot u t- Yg hestrecktSal van sijn 1 n diepen d e sslaep p dan werden o pg - hewecktHy die maer was een worm in dit ellendich leven,Salwerden veer n van a der aerd' ten hemel o pg - hehevenEen wit cleet 1 sonder v vleck e hem die daer henen lagh, g,Sal werden a en- g he daen. Wel G ghewenschten g dagh.g .244 BIJLAGEN


C DE LOSSE GEDICHTENI. ORBIS ATLAS AMOR ES T.LIEFDE WEERELT-DRAGHER. DIENT TOT UYT-LEGGINGHEVAN HET BEELT DES OPSCHRIFTS STAENDE HIER VOORENOP HET EERSTE BLAT.1Die de weerelt wil behouwen,En vermeeren, als in spijt plVande doot en van den tijt,Dat hij steden op p doe bouwen :5 Die wil stichten groote steen,Hu Y sen maken gaet g voor heen.Die de hu Y sen wel van passeHouden wil inoeden g stant,'t Hu Ygs esin dient daergeplant:10 Die wil , dat vermeer' en wasseAl ender Y hu Yg s hesinStell' int werck de vruchtbaer min.Dat die minnen, die not minden,Dieemint g heeft, minne noch :rSmaeckt S al van dit groeysaem ^ Y soch,Minne sal te samen binden,Met een en de selve bant,'t Aertrick j en ons vaderlant.Die de weerelt wil afworpen, p,20 En, in eenen corten stont,Neder-vellen tottenront gRoeye Y steden uyt Y en doren p :Die wil dempen p groote g steen,Moest de huysesen eerst vertreen.S de huysen wil bederven,van selfs haest doen vergaen, gMoeste 't hu Yg s hesin verslaen :Dieheheel g wil uyt Y doen stervenAl ender Y hu Yg s hesin3 o Neme wech de vruchtbaer min.3SDat die minnen, die Y not minden, ,Die gbemint heeft, minne noch :Smaect al van dit g roe Ysaem soch,Soo en sal ons niet verslindenNoch de lanckheyt Y vanden tij tde doot die 't al verbijt. }24SBIJLAGEN


II. CUPIDO WECH-GHELOOPEN, ENDE VERLOREN.MEEST UYT MOSCHI GRIEKSCHE GHEDICHTEN.25I0I S2025303S40De Soon van Venus, 't slimhedrocht gWas laetst-mael op p de loogherocht;Hy was ghegaen, g g men wist niet waer,Sijn J Moeder was in groot g ghevaer: gMaer ofse drouve was, offram gDen Lecker niet weerom enuam. qDies dede s Y den cleynen Y Guyt, Y,Door 't heele landt dus roepen p uyt. YIndienderemant Y is, ^goe lien,Die Venus soon hier heeft ghesienDen vinder sal stracx zijn lgheloont,Soo haest als h Y hem heeft ghetoont,Een cus sal h Yontfaen terstontVan Venus lieffelijcken 1 mont:Maer die hem siet, en met een vat,Dies loon sal meerder zijn dan dat.JDoch, op p dat ghyh hem kennen sout,Dit is zijn l welen dat onthout.Hy is Y> een cleyn, maer welich, dier; >Sijn J verwe treckt, ^ soo wat opt p vier,Si'n g ooghen g glimmen, als een keers, >Daer mede lonckt h Yover dweers :Van buten Y> bly, ist verdriet, >Hy Yp spreeckt wel schoon, maer meentet niet.I acht y, van huyt, van harten fel,Al lacht h Y soet, ^ 't wert catte-spel. pSijn J g heest is vol bedrochs gheplant, g pVan lie g hen heeft h Yg goet verstant,Hy Y1 ockt wel soet'lijck, l ^ soo het schijnt, JMaer al op't p lest met druck verdwijnt.coomt h Ytot u naeckt en bloot,Hy Y draecht vergift g in sijnen schoot,schijnt J sijn 1 schicht te zyn Y vergult, gSy snyt Y als stael: sijn haer dat crult,elck die dithes g pY u s aenveert,Die cri' ht oock crullen in zyn steert.Jg YHet draegt g twee vleugels g als een swaen,En nimmermeer can't stille staen,Het flickert hier, en dan weer daer,Eno c elt menich rollick d paer.pEen coker vol van pijlen l hangtgO Op synen Y rug', g^ daer uyt Y h Y langtgVeel schichten van verscheyden Y cracht,Daer mede maeckt h Y sick gheacht: g246 BIJLAGEN


4S Een Y der schierr h Ysteeckt s of schiet,Ia spaert p sijn 1 Yg e h en moeder niet,Enmaecktetc dickwilsi wel soo bont,Dat Y n syn eyghen Y Yg hart door-wont.Vint ghy h dan er erghen hens sulcken slach,o So brengt hem e haestich voor den dach :Wil h Y niet gaen, g soo slater op,Al isset cleyn, ^ 't is hart van cop,En schoon het schee yt, sulcx niet en acht,Voor al siet toe wanneer h Ylacht,SS En als h Y u een kus' kusjen biet,Dan wacht meest u en van hem vlietSijn 1 mont daer h Yme kussen sou,Is vol vergifts, g , en vol berou.Soo h Y u noemt syn Y neef of nicht,6o En set ick schenck >u dese schicht,Ick sie toch wel, ^ g h Y zyt Y myn Y vrient,Gh yhebt dit, en noch meer, verdient :Van hemet Y wes te nemen schroomt,'t Is al bedrogh g dat van hem coomt,6 S Syn Y g gaven zyn, Y ^ geen vrientschaps p pant,Maer om te branden hart en hant.III. HARDERS - LIET.]Phyllis, met e haer g met-ghesellen,W as ghecomeh n hier int lant,niet veel schorr' en vant :SYquaa m van de Vlaemsche stellen,5Daermen daeghlijcx g l damt en dijckt,1Daermen rout p^ Schaep-herders p wijckt 1 :Daermen water , maeckt tot landen,Daer de<strong>nl</strong>ou p h g weer haelt sijn haerh Y hadd' ghelaten g daer :T o Daermen d'aerd' met menschen handen,Ist Neptunus leet of spijt) itVan des zee'shewelt g bevrijt.I SPhyllis Y hadd' haer vee ghedreven gTusschen Armu y en der VeerDaer sloegh g Ys haer eerst-mael neerThyrsis, hare >ziel en leven,Was by Y Domburgh g neer ghestelt besteltdat dorre zandich velt.247BIJLAGEN


Phyllis Y vrough g op p in d den m or ghe n20 Als de son noch niet te strafaEerst den dauw'inck g licken af,Quamen voor haer oude sorghen; gS Y viel in een diepghepeys,pY,En dacht op p haer Zeeusche reys.5 Niet dat Zeelant haer mishaeghde, gZeelant dacht haer volhenucht gUit wat andersuam q haer sucht :'t Meeste was, dat s y beclaeghde, gDat s Y Thirsim niet en sagh, g,3 o Die b Y haer te we Y den plagh. p S Y dreef op p het gors g haer schapen, pVan Armu den niet seer wijt, 1,Datmen hiet ten Halven-crijt.Daer began g haer druck 't ontslapen, P,35 Dies s Y wat ter zijden aftot claghen g dus begaf. gSiltich Schor ten Halven-cri Jte sTot u doe ick dit beclagh; g;Zouter worth g dagh Y g aen da gh :40 Ick can't de zee niet wijten,JWant 't en is niet van de vloet,'t Coomt van mijn l bedruckt ghemoet. gG'lijck 1 de melck, ^ int eerst van meye, Y,Uit een vollen elder s pY, u t4S Of den dauw' druipt p van het cruytmyn y tranen, als ick c schreyes Om u, ^ Thi y yrsi fraeye knecht,Rollen heen tot op o de weght. gDies wert bitter-zout het schorre,5 o Want de zilte van de zeeIs noch welhewilt g van 't vee,Maer of ick schoon drijv' l of porre, PDat besproeyt roet is van myn Y traen,Daer en licktheen g schaeken schaepke aen.SS gheluckich g waert ghyh rammen,Doen als Thyrsis Y b Yons was,En b Y m Y lagh g in het ras g ?Als h Yspringen ded' de lammen,Door het spelen p op p een riet,6o Door het singe en van een liet.BIJLAGEN


Methesan g gg h ginck h YverhalenAl de vrysters Y van het wout,Al haer vr Y^ en al haer kout :Maer altijs (ten mocht niet falen)6 S 5Phyllis was Y des liets besluyt, Y,'t Quam altfijt l op p Phyllis Y uyt. YAls w Y in dit eylant Y quamen, qDoen was ons ditors g te cleenOch ! doe moestet zyn Ygbescheen :7 o Dies w Yelck ons cudde namenThyrsis Y was gheheel g t'onvre,Th Y rsis wist niet wat h Ydee.Doenter nuinck g op een scheyden, YWat een druck viel over m Y !7S Thyrsis Y trock m Y wat ter z Y,Daer stont h Y en ick en schreyden, YTh Y rsis niet een woort en sprack, p't Scheen dat Thyrsi Y 't harte brack.Maer, och-arm, ten langhen g lesten8o Gaf h Y m Y syn Y coude hant,Dit'sse Y d' h myn Y Y liefdes pant; pPhyll lli neemt het doch ten besten,ick niet meer spreken p can,'t Schynt Y dat ick nu ben geen g man.8Mits S heeft m een Y rinck he ghegeven, evenMetheschre g en Y suchten swaer,Nethevlochten g van peerts-haer, pDaer stont Th y rsis op pgheschreven,En daer was een hartemaeckt g9 o Met een pijl, plo wel diep, Peg geraeckt.Maer m Y docht den geest g t'ontsincken, e,Als h se Y de nu vaert wel, >Phylli, Y ^ ppeyst, Y ^ om mijn 1 g he quel:Ick sal weder om u dincken.95 Aen mijn l hant een P pers h Yg gaf,Daer en moght g geen g kusjen af.Y rsi ,gY h zijt zijt nu vertrockenWel een maent dry Y ofte vier,Enh gYcoomt niet eens tot hier,T oo Zijn u schapen, P ^ zij zijn u bocken,Zijn u koeyen Y al u vreught, ^,Datjer 1 niet eens af en meught? ^2q.9 BIJLAGEN


't Isheen g bleeten van u schapen, P,'t Isheen g loeyen Y van u koen,105 Io t'Zijn l al and're diet my Y doenAnd're zynt Y die u begapen :t'Is die dertel AmarilDaer je me zyt Y op P den dril.Denckt' j hoe ick dit coom te weten?I I o Lieve SPY peyst dat een die mintDit, en noch al meer, versint :Al ben ick wat very'heseten gDomburghs g leste peerde-mar eerde-martmy Y aen mijn l bitter smart.I I S Wesend' inde mart ghecomengDwalend' ick en weet niet waer,Vraechd' ick, naer dy, y> en daer, >Niemant, > 't scheen, had' d Yvernomen :Midts soo sach ick Snel dijn l hondt,120 Daer h Yvoor een deure stondt.Snel q uam my Yg gheloopen P teghendieuis q elde P zijn steert,die spranck P steeds vander eert:Maer als ick omkeeck ter de ghenI2 S Doen wast dat ick Thyrsim Y sach,Daer h Yin een venster lach.Hy Y was daer vr Yniet alleeneVlo he meysjens,sens ^ twee off dry, Y,Sweefden hem ontrent sijn l s Y:In 3 o O er and're wasser eene,0 - heset (hoe-wel Yniet moy)Soo wat na den steetschen toy. YDat moet Amaryllis Y wesen,Dacht ick, en het was oock waer,I >Want Pol Faes, die soete vaer,Hadse my Y wel eer ghepresen, g PDatse was soo hups en PknapIn het setten van haer cap. PThyrsis Y hadd' soo veel te quickenqI o Y Met syn Lief, het was een schant, >Dan kust' h haer cleet, > haer hant,Wonder wasser w te beschickenkus dee m Ysoo wee,Als den ha g hel 't 'on 1 ghe vee.250 BIJLAGEN


1 4S 45 H Ywas soo verblint int mallen,Dat h Y m Y niet eens en sa ghMitsuam q Faes uyt Y syn Y ghelagh, g g,Coomt laet ons hier med' in vallen,Se Y de Faes, ^ en track m Y in,1 S 5 0 Doch het was wel na myn Y sin.Meninck g daer een dans int ronde,Onder eenen roosen crans,Thyrsis Y was niet aen den dans,Maer h Ystont vast mont aen monde1 SS Met die dertel Amaril,Die't (soo 't scheen) wel was haer wil.Pan, met al u Bosch- gesellen !Als ick sagh g dit sot ghelaet, g'k Wist myn Y leven gheenen g raet,160 'k Wist niet hoe myn Y aensicht stellen,'t Scheen, ickinck g als in myn Y doot,'k Wiert nu bleick, dan weder root.Als nu 't volck sickinck g verstroyen, Y,Doen wast eerst dat Y h m Y sagh, g,16 5 PhY^ lli Y se d' h hy, goeden g dagh, gEn began g te flicke-floyen, Y,Maer syn Y g groete quam soo blau,Dat myn Y antwoort was een grau. gTh rsis acht' J,het niet een mijte,1 707 Sagh g oock naer m Yniet meer om :Maer creegh g daer een fleuyt Y en bom,En hief o p ^ als m Y te spijte, p JEen nieu deuntje J van de min,Dat hem doen lagh g in de sin.1 7S Amaryllis y was s verstorven,Soo het scheen, in synen Y mont,S Y n ghesicht g staegh g op phaer stont :Och ! nu ben ick doch bedorven,Dacht ick, nu ben icker of,I 8o Mits soo droop p ick naer den hof.SHoe conth gYdit in u vindenDath g Phyllis Y Y dus vergeet,Dath g Phyllis Y Y dus vertreet,Thyrsi rsi? lichter dan de winden,dan een dorre blat,Dat de wint van onder vat.25I BIJLAGEN


Is dan nu al u begeerenTot dit jon 1 g he geyle gY dier?Tot dit nieu ontsteken vier?190 9 Hebb' ick d Yniet hooren sweeren,Doene j noch in Vlaend'ren waert,B Y Pans crommen geyte eten baert,9SDatje not Yen sout verkiesenEen soo af-herachten g meyt, Y,Die ontrent de steden we YtDat je liever sout verliesenHeel de kudd' op een ghetye,p g Y,Danje l sulcken slagh g sout vryen?doch nu eens op de reden,p200 Waerom datje 1 sulcx doen swoert,'t Was om dat het volck soo loert0 Op dees me Yl sens die b Ysteden,Niet besloten van der zee,Weyden het ghewoldevee.20 5Ist niet Domburgh, daer het meesteSg^Volck, van al dees dertel steen,Heel de somer coomthereen g ?'t Is daer kermis, 't is daer feeste,Soo langh' g als het waghen-rat, g210 Niet te diep P en snij snit int nat.dees duynen, Y ^ in dees weyen, YIs u Amaryl Yghebroet,En van joncx 1 aen o pg - hevoet;Daerom canse soo wel vleyen, Y,215S Dit, en meer, heeft s Yg gheleert,Van het volck dat daer verkeert.S Yis vol van steetsche treken:OP een steets drilt haren ganck, gOP een steets draeyt Y haren sanck,220 Op p een steets, siet ! canse spreken,^ pOP een steets s Y pronckt, p ^ en swijght, lgOp een steets s Y lonckt, ^ en nijght. lgMaer wat school-gek g moetmen tellen,Me Y1^ nje voor dees moye moe leer?Nu wat kusjens, l dan wat meer, >Al na 't lust die fraey Yg kiesellen.Die met steetsche ' on hmans praet,1 g PSteedset van syn veeren laet.Y Y2j2 BIJLAGEN


Ick ben op P 't schorr' Pg o - he to ghen,2 3 o Daer sat ick alleen en keeck,0 P een slou, ^ of op p een kreeck :Not Y en wasser maeght g bedroghen. g0 een Y buyte-gors, g of stel, >Daer noyt not quam een steets-ghesel. g2Daer de boomgaerts lustich bloeyen een YDerwaerts de s p eel-wa ghen rien,Derwaerts loopeen al de lien;de linden veylich g groeyen,Daer dat soete mulle lant24o 4 Rontsom staet vol els g he p1 a nt.'t Is te Dombur g h in de duynen, yen,Daermen wentelt in het zant;Daer soo menich derteluant qAchter haghen, ^ achterthuynen, Y2 45 Doet, ^ dat ick niet se ggh ne derff,Dickwils op P eens anders kerff.Amaryllis, soo ick hoore,>Heeft al dickwils mehere g enMet de Iuffers van de steen2 5 o Sy y seyt, set ick en ben ghee heen sloore,en ben voor Claes nochPier,Ick en was not Y 't mellick-dier.Sy Y heeft schotels, ^ coppen, teylen, Yen,Van dat vremde blauwe goet,2 5S Daers' haer soete room in doet:Dat zijn teyckens, y , dat zijn peylen, PY e,Dats' al ander kennis hout,Als met herders van het wont.Dunckt u dit t e zijn n claer 1schapen? P.260 Mach dit al bestaen met eer? r.Ick en loovet nimmermeer ee •.Vrysters Y die na g giften gapen, gp ,Me sens g die na gaven staen,Spelen P op P een gladde g baen.26Th 5Y rsi w Yzijn be Y Zeeuwen, ,Al was Vlaend'ren ons vertreck't Was noch onder t'Zeeusche reck)Laet dien slimmen hoop ala schreuwen,W y, zijn rondt, en daer t oeoet,g2 7 o Dats van oudts een Zeeuwsemoet.gl25 BIJLAGEN


Laet ons in die rontheyt Y blyven, YRontheyt dient wel totte min,als dien slimmen sin,Laet ons 't saem' ons schaepkens p dryven2 75 In u Ionckheyt waerje Y mijn,1 lWaerom soutjet nu niet zijn?FINISl lIV. KINDER-SPEL GHEDUYT TOT SINNE-BEELDEN, ENDE LEERE DER ZEDEN.Achterinheed hettweede <strong>deel</strong> zit de t prent p met e de kinderspelen p (afb. B. ' . 4, met een bijbe-begedichto pp . I06-III. Na de overgang g g van Middelburg ghorendNin I S74 werd de abdijzetel 1 van hetprovinciaal etbestuur t van r v Zeeland. De e ambtswoning van de raad p ens io-nariss was in de St. Pieterstraat, rat achter de woning gvan de vice-admiraal. De aanzet totdie woning g is g geheel links s op P de p prent nog g net te zien. In het gebouw g links van hetg middenpad,p de voormaligebisschopswoning,was ede griffiegevestigd, terwijl in devoormalige kapittelzaal de Staten en de Gecommiteerde Raden vergaderden, deze zaalbeyond eon zich in het gebouw g rechts van het middenpad. p Het gebouw g met de toren,geheelrechts, ^ was het logement g van de stadhouder. 4Dezelfde achtergrond m e t het h t Hof van Zeeland en gebouwen van de abdij vanMiddelburgw werd gook gebruikt voor een (voor)tekening g en een andere pprent.' Hetopschrift p luidt .'Exnu g Is seria' (UitU t beuzelarijen l e ernst). Cats'verschillende s Ymboli-s ch edu duidingen eggg van de spelende kinderen vonden navolging in Kinder-werck, ofte sinne-beelden van de spelen s e d der r kinderen, en 6 in Johanvan Nyenborghs Y g De weeck-wercken ^ der ghedenck-waerda g he historien, ^ leer-gedichten, g ens reu cke n in een samenspraak p tussen een vader enzijn elfjarig zoontje' zoontje,' evenals in "t Kinder-spel geduyt g Y op p de vr Y er Y^ ' opgenomen inMay-gift van de versche y de vogelen ^ ...8Dcorresponderende Demarginalia tussen staan vermeld in de noten.KINDER-SPEL GHEDUYT TOT SINNE-BEELDEN,ENDE LEERE DER ZEDEN.5I0I SAlsh gY aensiet dit Kinder-spel, P,G lachter om, >en doet seer wel,Maer, > lieve vrient, en mercje niet• gYu sells hier med' in siet?En datje, l^ buyten Y u ghedacht, gU eyghen Yg Ydwaesheyt med' belacht?9Al schintet j spel, p het is een beeltVan al datm' in de werelt speelt, pAl 's menschen woelen, en ghereljock, l ^ is geck, g ^ is kinder-spel. pNiet en hier opter p aerd' en leeft,Die niet sijn 1 kintsche grepen gp heeft:Wie kenter doch soo wysen Y man,Die niethekoot g heeft, nu off dan?''Nu laet uw' ooghen g omme gaen, gU kinder-spel p sal oock hier staen:En om terijen g lp recht den sinWel aen, ick wil u leden Y in.[I][z]2S4 BIJLAGEN


't Kint dat daer op p een stockjen sit,Hout, soo het ment meynt, 't eertb p 't Y ghebit. gVeel meynen, menen door haer hooghen g moet,S Y rijden; en aen gae maer te voet."jon g hen die daer bobbels blaest, >Let eens, hoe seer h staet verbaest,25 l Om dat sijn spel p coomt tot een val, ,Alst wesen soud' op p 't best van al.Den bobbel, , als die meest opswelt, p ,Berst dan, en valt alsuijl q 1 op p't velt :Die haest'lijck 1 climt tot grooten g staet,3 0 Op p 't hooghst' g h Y dickwils t'onder gaet.' ZDie daer hun voeten steken op,En staen op d'aerde metten kop,Zijn w Y> die van ons sin berooft, >In d'aerde wroeten met het hooft;g En heven aen het hoochste goet, g ,Schier niet , als 't hol van onsen voet.' 3Het Coten-s p el set Y oock al watIndien-ment naer behooren vat.De coot aen niemant vreucht enheeft g40 g Soo langhe-tijt 1 den osse leeft; ,Maer als den os sijn leven laet,Dan wert de coot' een spel p op p straet.Een carich mensch bewaert sijn l goet,Soo dat het niemantoet g en doet,45 't Let Y als begraven g in sijn schoot,'taeter g anders naer sijn l doot;Want dat den spaerder p groef g in d'eert,Dat wort dan ruyterlijck Y l verteert.'4De kinders die op p stilten gaen, go Y Dees zyn de menschen vol van waen, sDieheerne g thoonden hoogher g schijn lAls s Y wel inder waerheyt Y z Yn.'sDen huysraet Y van dit p o pp e- goetVerheucht der meyskens Y sacht ghemoet, gAl , is het best maer loot off eerd', 'Sy Y achtent al van groote rooter weerd'u een duf Y als een patrys, p Y,Eeth g de Y grut g soo lief als rys, Y,Streckt u een eent voor een ca poen6o Wat hebdy Y met veel goets g te doen?Al istberin g ' g 't gunt g datmen heeft,Die sich vernoucht in vreuchde leeft:6[3][4][5][6][7][8]255 BIJLAGEN


Als 't knechjen met den s knicker schiet, ,Die liep,die blyft; die stont, die viet;6 p Als eenich prince, lant, off stadt, >Syn Y Y tyt van wel-stant heeft ghehadt, gEen ander coomter stooten aen,En slet ! dan ister mehedaen. gDat stont, verdwijnt uyt Y ons ghesicht, g7 o En wert als uyt Y het spel p ghelicht:Aldusaet g alle dinck int ront,Het rijst, dat lach; het valt, dat stont.'7[9]Let op o de vliegher g van papier, ppGheresen tot den hemel schier,7S Die, ^ soo den ionghehen lost de coordt,• g gheduerich g voort en voort.Een die met eer-sucht is besmet,Hoe hooch dat h Y oock went gheset, gHy wil noch altyt Y verder gaen, g8o Syn Y hert wert noyt not ghenoech ghedaen; gHet windrich hooft climt, draeyt, en went,Tot dattet, 'k weet niet waer, belent. IxDen top p draeyt Y omme knap p en vlug,Soo lang' g de sweep p cleeft aen zyn Y rug,8MaerSnauw' en laet den gheessel g off,H leyt,g ghelijck 1 een block, int stoff; >W Y hebben God als by Y den voet,Soo lang' g w Y zyn Y in te g hen-s poetMaer als de roed' is vanden eers,9o Dan hout de duyvel weer de keers.'9Al is de muss' los vanden bant,Sy Y keert weer na de ionghenhens hant,• dit al om een weynick aes;• menschen zyn Y soo dom en dwaes,9 S YDats' om een schotel moes off cru tHaer vr Y he Y t g geven als ten buyt.20Het coorde springhen leert den vont,Om wel te vatten tyt Y en stont,Sooh gYopcont springhen o de maet,1 oo Niet al te vroech, niet al te laet,Niet al te traech, niet al te snel,Soo sydy YY meester van het s pe1.2íHet kint dat mettet hou p ken speelt, pVerthoont als van den tijt 1 een beet1 o p Den hou loopt p om, door nat en drooch, >Dat onder was, dat ryst y om hooch,14]2S6 BIJLAGEN


Dat boven was, valt weer beneen,S0oaen g de snelle jaren heen.de Winter isheem gI I0 Dan coomt ons aen de soete Lent,Denomer S volcht, en dan den Herft,Tot dat den mensch ten lesten sterft.Maer off den hou p schijnt wel te gaen, gDen ion g hen hout niet op pvan slaen.I I 5 Hoe wel den tijt l ons heeft gheset, gNoch wil-men op P een ander bedt."Wanneerh gYsiet de ieucht, die daerDen eenen voor den anderen naer,By beurten p op de bane glijt, gl,120 Dat is te segghen, elch ^1 ij .ii ti .IjtDen eenen coomt, den and'renaet g ,Den eenen valt, den and'ren staet,Den eenen daelt, den and'ren climt,Als lees verbetert, dien verslimt. z125S Den ionghen, die daer spelen p gaet, gEn hout een musken b Yeen draet,Wanneer de mus te hooghe g schiet,Roet Roeptover-luyt, Y^ be Y ! hoogher g niet,En schoon de mus haer stelt ter weer,Io 3 H Yrucktse met den draet ter neer,Wat wil-men vlieghen g verr' en hooch,'t Is dwaes endel Y ons ghepooch, g pAl staet ons open p zee en velt,Eender Y is sijn 1 pael p ghestelt, gI 35 En als ons li'nt'en l 1 is ten end,Dan ist om niet al watmen rent. 24Nu 't ishenoech g dies ^ ick besluyt, Y,Treckt, > Leser, selfs wat goets g hier uyt, Y,Soo sal niet al verloren gaen1404 Den tijt, >> die ghy h hier hebt ghestaen; gDan 't dunckt mischien u al te slecht,Door kinders te z Y n onder-recht;Neen, neemtheen g dinghen soo verkeert,zotheyt men wel w Y she Yt leert.I 4S D e Kinder-spelen p zijn wel eer,By wyse Y lien ghebruyckt g Y tot leer,En Christus selfs heeft die niet wel,In ernst ghebruyckt g Y het kinder-s pel.^*^ 5Dan op dat ick su niet belet,I o Gaet >uwes weechs, en draecht wat met;Acht niet te kints het Kinder-spel, p,Maer denckt wat hoogher, g en vaert wel.FINIS2S7 BIJLAGEN


V.VOLGHEN TOT VULLINGHE VANDE LEDIGHE PLAETSE,SOMMIGHE STICHTELIJCKE BEDENCKINGHEN. i6Aestivae nives,y h berme rosae. Z,SI0ISVeel Elefanten buyck, Y^ k meth n oers g noot beladen,Can een een Bosch 1 alleen met zijn Jg n gewas versaden; 7Een cleyn cie ne w a te r- be eck haer ebrandich dorsten blust,Debloemk en het gras g is t'bedde van haer rust.Des weereps rI 1 c k en schoot,den ^ dgrooten g cloot der eerden,De snel - g hesw i n d e lucht, u ^ de zee van rooter groote weerden,T'wert al rontsom a doorsocht, door-loo en p en door-gront, gEn noch en can het niet voldoen eens menschen mont.Men heeft f des somer-daechs, in ijs J en snee behaghenhenwou den stueren vorst wel roose<strong>nl</strong>eeren draghen :t'vleys ' y in overvloet, 1 naer r visch s is datmen haeckt; }En niet dandat m eniet en can becomen smaeckt.Het leven n is den s mensch niet om de spijs p ghegheven,ghevenMaer spijse pl Ise dient ghenut gen tot onderhout van't leven.Wech dan verkeerde lust : den buck Y is haest versaet.L ae f u t, mijn ziel, l met spijs p J die nimmermeer vergaet. gQuod petis, intus babes.z8Men houft geen meerder cracht in handen, leden, sinnen, >Als Asom sijn in eyghen selfs te connen overwinnen?Den mensch, h wie dat h Y z Y^ en dient geen g meerder goet,Als om, met God, in rust te stellen sijn J ghemoet. gTen waer r ons niet van nood naer meerder vreught te jaghen,Sg lgIndien eender Y cond' sijn J Yg eyghen g heest behaghen.e en wetenschap is nut, wat leertmen jaer J aen 'aer J ?Als s om o sijn eyghen selfs te kennen gansch g en gaer. gWat looptmen p dan soo verr', en sweeft met alle winden?IAl o watmen buten soeckt, Y is binnen , ons te vinden :Vrient y wild wesen sterck, ri ^ ^ck vro y^ li ^ck en g gheleert, ,Eneckt so niet hier of daer; maer u tot uwaerts keert.Nascentes morimur. zqSOns leven is hier hIe niet a alss slec sieckten en cranckheden,Verswackend' ' e 1 c k e reys r Y des lichaems broose leden :Elck sieck k zijn ^ l is den mensch ghelijck g J een cleyne Y doot,En stout ons vast al heen na Charons swarten boot.Moet dan des menschen vleesch hier eens intraf g bederven,Soo laet ons metten e g heest gheduerichlijcken g 1 sterven.Om 0 wel te sterven ist, dat y der mensche leeft;Omwel te 1 leven ist, dat t'leven ons begheeft.258 BIJLAGEN


Maio gandere malum essimum.3°Een e gruwel g zijn 1 voor God, ons sonden e n gebreken;, gMaer gruwe h 1 cker ist, ^ daer in te blijven l e steken :Noch r hoet erge den doet mensch, die vroylijck daer in leeft;Eninz 1 l n q ^ naden wech, h eenwelgevallen en heeft.5 Maer op p der sonder pad p zijn 1 dees wel verst ghecomen, gDie hun, met vollen mont, der booser streken roemen.Can ick van sonden niet vr Y houden mijn lghemoet,Om dat ick ben een mensch bestaend' u Yt vleesch en bloet,Van vast intuaet q te staen, van t'schandelijck verblyden,TO Van des dra g hen roem, ^ wil ick my Y immers myden, YMits dat ick ben een mensch vernieut door Christi soen.Du gheefst g my Y God den e wil, o gev' g oock het voldoen.Nun nam erwt foelix, quem torquebit oelicior.3'^ ^q qIn blyschap Yick niet soo hooghe zijn zijn gheseten,Dat ick daer deur mijn 1 God sou comen te vergeten. g'k En wil ooc niet soo verr' in-laten druck en rou,Dat ick myn Y eyghen Yg gself daer door vergeten sou.S Ic merck dat n ie mant is door voors poet p soo verheven,Dat hem, naer r ssynen Y wensch, ^ hier alles vert g he g even :Ie s ooc dat g geen mensch ssoo ongheluckich g leeft, ,Die niet soo dit i soo dat d tot syn Yg gherief en heeft.Wel dan, wat gaet g m Yaen? waerom ist dat ick wenschezo Te zyn van beter r sta et als is myn y even mensche?Het best en hebdy Y niet, ^ 0o c k niet e het quaetste q lot;Vernueght g u dan, ^ myn Y hart en e danct den milden God.Votum. 3 ZWat is doch crutofsru y y^ t als w Yaensien de dierenDie crielen door de lucht door velden en rivieren??En wederom, wat is een domm' of stomme beestAls Asons comt in den sin des menschen hooghen g gheest heest?5 Wat is den mensch, ^ als wY t' g root aertri J c^ gaen bemercken?taats t'aertrijck' l soo w Y t'ooch h s slaen op p des hemels wercken?Wat Wi is den hemel doch, als ons ghemoet g aensietem die cruyt,beesten, mensch, werd' hemel schiep p uyt Y niet?Niet, > om sic h sellefs wil, wil ick dan eer bewijsen;1 ,Maer M alle dinck in God verwonderen en prijsen, p^ ,En Gd God in alle 1 dinck. d oGod, stuer myn YgheelachtDat buyten Y dy, myn Y ziel voortaen ghee heen dinck en acht.FINIS.BIJLAGEN


VI. INLEYDINGHE TOTTE LEERE DER SEDEN. AEN ALLE ROOCK-ETERS,TABACKBLASERS, LIEF-HEBBERS DER YDELHEYT.Aan het eind van het eerste <strong>deel</strong> van de editio princeps, dus nog achter het 'Harders-liet'{Silenus. Middelburg 1618, 119-120) laat Cats de volgende drie gedichtjes volgen. Hijgrijpt dan terug op de prent met de tabaksroker — in een 'naschriftje' zegt hij: "t Beelthier op passende, is den Taback-blaser. Siet hier vooren het twaelfde Sinne-beelt' - enhij wijst vooruit naar de erop volgende afdeling:I<strong>nl</strong>eydinghe totte leere der Seden. Aen Alle Roock-eters, Taback-blasers lief-hebbers derydelheyt.Wat suychdy 't lijf vol roockx? en vult u maech met dampen?Wat eetj' aen lucht en wint, en ydelheyt vol rampen?Aen spijs die niet en voet? aen cost die tranen cost?En die, van daer sy quam, haest weder wert ghelost.5 Wegh wasem sonder lijf, wegh hopen, vreesen, wanen,Wegh vreught, vol onghenucht, daer hoest, en quijl, en tranen,En suyselingh van breyn het spel ten lesten ent.Kè! vrient tot vaster spijs u hart voortaen ghewent.Desinit in lachrimas. 7 ' 7 'Quid fumos, malesane, voras fluidumque vaporem?Quid placet, e misero qui redit ore, cibus?Hoc quod amas, dolor est; aut empta dolore voluptas,Testis erit, lachrimis quae tibi mala fluit:5 Testis erit tremuli vertigo molesta cerebri,Quaeque agitat calidum tussis anhela iecur.Ergo mali fugiens deliramenta vaporis,Pasce magis solido corpus inane cibo.Au louvenceau mange-fumêe, e'est a dire, Amateur de vanite^. 7 ' 4Que fais tu, malheureux, ton corps, ton cceur est vuide,Que manges tu brouillarts? viande plus solideTe duira bien mieux; mets vanitez dehors,Et prens, ce que te peut nourir & cceur, & corps.260 BIJLAGEN


2. r Lijst van tekstcorrecties, toegepast op deteksten in Silenus uit 1618Detekstverbeteringen e die Cats zelf in een lijstje van drukfouten heeft gegeven, ^g ^ zijnin de lijst 11 van tekstingrepen zijn deze voorzien van de aanduiding g [inerrata . De embleemnummering I I I I x I I I i etc. is aangepast als : I v x i v etc. evenalsI I (tweede afdeling)als : x I . Van ^ de derde afdeling waren de eerste twee emblemen ememen oor -s p ronkelijk 1 niet genummerd. g In tegenstelling g ^ tot 162 7spelde 7p Cats in 1618 enkele kerenKè en niet Ké.Bij het afschrijven is ^gekozen voor dezelfde oplossingen als voor de leestekst in <strong>deel</strong>1 dat wil zeggen:en als endev ingeval met klinkerwaarde van u: uvv bedoeld als w : wwt en vvt als uit I't Vaak is het erg g lastig g uit maken of het woord 't al dan niet aaneen g esc hre -ven is aan het eraan voorafgaande g woord (is al't ^ her licht ver gh eten ; anderekeren of gehecht het is aan wel het erop p volgende of g niet' woord (van leven . Er is niet voor één consequente q oplossing p gg gekozen, ^ omdat dan opte veelplaatsen p aan het tekstbeeld onrecht zou worden gedaan. ^b als: ssóbij uitroep)als 1 p oOPDRACHT AAN DE `IONCK-VROUWEN'r. 35in zee en zeeDE EMBLEMENII.A.1 r.Ian-treet-sacht 3Ian-treet-sochtI V . C .1 motto onmaticheyts Y ommaticheyts YVII . A. I r. 2 in heeftbesteken g in heeft inghesteken. g [Er staat een letter-g ree pte veel].VIII.C.I, r. 2' g Y gYh t'IX.B.I r. 4 Bien sijnr.Misschien S moet slaei ` staet' zijn.v . B . i motto luy. Y leen. [in errata].xV . B .1 r. 6hebonden g ghebonden ^gx I x. c. l motto Rotssteen RotsteenXX.A.I, r. 3 besche Y t. bescheyt, Y,XXIII.A.I, r. 6 en 1 en enXXXIII.A.I noot I couvrir courirxxx v I i. B. l motto siet. slet261 BIJLAGEN


xxxIx.c.I, r. 3XLIII.B.I, r. 4XLIV.A.I, r. IXLIV.A.I r.6 ,L.C.I, mottos'weerelts lust s'weerelt lustontstaet onstaetKè Kes ru t'en s ru ten [in errata].p Y1 p YTIMOTH. 1TINOTH.` CUPIDO WECH-GHELOOPEN ... 'einde eerste <strong>deel</strong>):r.8 can't cant [vgl. o.m. W.A.' r. I in 1618 .3 g` HARDERS-LIET ' (einde eerste <strong>deel</strong>):r. 44r. 45r. 49r. i68S pU Y t S rU p t Y [in errata].druipt p driupt pbitter-zout ziltich-zout [in errata].myn syn` KINDER-SPEL ' (einde tweede <strong>deel</strong>):marge n. I z sub b frangitur trangiturg 4, ^ g gr. 64 stont, die stont; die4 >marge 1 n. 2 3to servi ta servig S^ 3Hetedicht onder het motto `Aestivae nives ...'einde derde <strong>deel</strong>):gr. 14van't leven van t' levenv 1. o.m. x L . c . I r. .g ^ 4262 BIJLAGEN


2.2 Verschillen in motto's, citaten en de gedichten binnen hetproza tussen de tweede editie van Silenus (1618) en Proteus(1627)Hieronder volgen g de verschillen in motto's 1 citaten ^ (2) en de gedichten g binnen hetp roza 3 tussen de tweede editie uit 161 8 en Proteus. Er wordt bovendien verwezennaar enkele 'overige verschillen' 4 . Afwijkingen l g in spelling p g en interpunctie p zijn nietopgenomen, wel de verschillen in notatie van namen en titels, en verwijzingen. 1 g Watcursief is aangegeven betekent: niet aanwezig g in de andere editie, ^ of: een afwijkende(van de herkomst):IVERSCHILLEN IN DE MOTTO'S1618 , nr. II.B.I162 7, nr. III.B.I1618 , nr. VI.A.I1627,nr. VII.A.I1618 , nr. X.B.21627,nr. XI.B.21618 , nr. xvii.c.i162 7, nr. XVIII.C.I1618 , nr. XIX.C.i162 7, nr. XX.C.I1618 , nr. xx.c.i162 7nr. 7, XXI.C.I1618 , nr. XXV.C.31627 7, nr. XXVI.C.31618 , nr. XXVI.A.I1627 ^, nr. XXVII.A.I1618 , nr. XXVI.B.I1627,nr. XXVII.B.I1618 , nr. XXVII.A.I1627,nr. XXVIII.A.I1618 , nr. XXVII.B.I162 7, nr. XXVIII.B.I1618 , nr. XXIX.C.3162 7nr. 7, XXX.C.31618 , nr. XXX.A.I1627,nr. XXXI.A.I1618 , nr. XXX.B.2162 7, nr. XXXI.B.21618 , nr. XXXVI.A.I162 nr. XXXVII.A.I7,Vraghende g moeder, ^ clapachtich p kintDie vraeght g leert klappentweede regel]: g Gheen stalt en boutm' op p eenen daghgGheen boom en valt ten eersten slagh gMaturum vel sponte p caditHomoomo p similisGheen verblijden, 1 ^ als naer lijden 1 en strijdenverblyden, Y ^ als naer het lyden YAct. 17.2f.Act. 17.27.Actor. 1. 7. Het en behoort u lieden niet toe, te weten detijden ofte stonden, ^ die de Vader in sijn 1 eyghen Yg gmacht gesteltheeftIn wetenschap, p^ matichey thet motto]: Math. 23.3.[afwezig g33de toevoeging: Mattheus 2Van voor verdriet, van achter niet'Tis maer een niet, die't wel besietDiet wel besiet, vintheen g verdrietLet wat u ontsetOntcleên, OntreênWort ditbewas g ontkleet Al wasset lief so worttet leetOntcleet dit cruyt, Y^ de liefd' is uyt YNa 'tis ontkleet, So wortet leetSon oeil . , .Mon oeil ...Dat dees verstickt, den dien verquickt qDat hier verstickt, daer verquicktqInimicus amicum cum simulat, inimicissimus estInimicus amicum simulanS inimicissimusEen ledich mensch, Is Venus wenschDie ledi gh sit wort licht verhit263 BIJLAGEN


16 i 8 nr. ,162 nr. 7,1618 nr. ,162 nr. ^,1618 nr. ,1627 nr. ^,1618 nr. ,1627 nr. 7,1618 nr. ,162 nr. 7,1618 nr. ,162 nr. ^,XXXVI.B.IXXXVII.B.IXXXVII.C.3XXXVIII.C.3XLI.A.IXLII.A.IXLV.C.3xLVI.C.3XLVIII.A.IXLIX.A.IL.B.ILI.B.IDie niet ontsiet wort haest te niet,Die niet ontsiet is haest te niet,2 Corinth. 7 .11.2 Corinth. 7 .10.Int wijs' 1 int mal, ^ 't Lief gaet g voor alIst wijs, ist mal, 't Lief boven alPhilip. p I 3 .14•Philip. p1.I^.Men leeft , daermen lieftLiefde schiet pylen, pY ^ over hondert mylen YCond Y niet gheven, soo hebdy Yg heen nevenMeu gl h •e niet gheven, wech zijn de nevenIIVERSCHILLEN IN DE CITATEN1618, , nr. 41627, II.A. 4.a1618, ^ nr. I.A. 4.b.1627,^ 41627, .c7^ 41618, nr. I.B. .c, 41627, .c7, 41618, nr. v.B. -6, S1627, V I.B. .c-d7, 41618, nr. v.c. .b, 4162 ,7 VI.C.4.b^ 41618, nr. vi.c. 4.a1627,^ 41618, , nr. vi.c. 4.c1627, VII.C. 4.c1618 , nr. vII.B. 4.b1627, viii.B. 4.b1618, nr. viii.c. .b, 41627,IX.C.4.1618, nr. Ix.A. 4.b1627, x.A. 4.b1618, , nr. Ix.B. 4.b1627, X.B.4.b 41618, nr.I x.B. 4162 7 ,7, X.B.4.041618 ^ nr. x.c. 4.a1627, xi.c. 4.a1618, , nr. xI.B. 4.a1627, xII.B. 4.a1618, , nr. XII.B. 4.a1627, 7 ^ 4xi1I.B. .aCistell.Plautus.Eurip. p Med. [zowel in het Latijn l als in het Grieks .2Euri p . [nu alleen in het Latijn]. lDe Bayf f. [nieuw].Lips. Cent. i. ad Belg. gEist. 5. S 3[inplaats van Lipsius p :] Besold. Axiorat. Philosophico-theol.Seneca en [Horatius] in het Latijnse en Nederlandse proza. pSeneca en Horatius als afzonderlijk 1 citaat.Pseaum2.I 9 S.Pseaum 29.15.Corint. 8.2.I. Corint. 8.2.Proverb. 26.12.Proverb. 2.12.Tacit.6. Annan.Tacit 6. Anna/.Percin. Tract. de S pir. Desert.Perkin. Tract. de Spirit. p Desert.3 Esdrae 4.28. 4[inplaats hiervan : Mantuan.Lips. p Doct. Civil. lib. 6. cap. p 16.Lis. Lips. Doct. Civil. lib. f• Cap. p 16.[afwezig: Livius].Livius.Augustin.' g[inplaats hiervan:] Seneca Eist. 26.Teren. Adelp.Teren. Adel/.Seneca Th Yes.Seneca Thyest. Y264 BIJLAGEN


I 61 S , nr.162 nr.7,1618 , nr.1627 nr.7,1618 , nr.162 7, nr. xv.A. 4.b1618 , nr. xvI.B.4.a1627,nr. xvII.B.4.a1618 , nr. xvII.B.4,a1627 ^, nr. XVIII.B.4.a1618 , nr. xix.c.4162 nr. xx.c.4.a7,1618 , nr.162 nr.7,1618 , nr.162 nr.7,1618 , nr.1627,nr.1618 , nr.162 7, nr. XXI.C.4.d 41618 , nr. XXII.B. 4.b1627 7, nr. XXIII,B. .b1618 , nr.162 7, nr.1618 , nr.162 7, nr.1618 , nr.XII.B. ,b 4XIII.B. .b 4XIII.B. .b 4XIV.B.4.b 4XIV.A.4.b 4XX.A.4.0XXI.A.4.0XX.B. .b 4XXI.B. .b 4XX.C.4.b 4xXI.C.4.axx.c. .d 44xxIII.A.4XXIV.A.4.axxiv.C.4.axxv.C.4.aXXVIII.A. 4.b162 7, nr. XXIX.A.4.b 41618 , nr. XXVIII.B.4.b 41627,nr. XXIX.B.4.b 41618 , nr. XXX.C.4162 7, nr. XXXI.C.41618 , nr. XXXI.B, 4,b1627 7, nr. xxXII,B. 4,b1618 nr. xxxll.A. .b^ 4162 nr. XXXIII.A, .b7^ 4162 7 ^ nr. XXXIII.A.4.0 41618 ^ nr. xxxlI.B. 4.b1627^ nr. xxxIII.B. 4.b1618 ^ nr. xxxIII.A. 4.a162 7 ^ nr. XXXIV.A.4.b 41618 nr. XXXIV.A.4162 7^ nr. xxxv.A. 4.a1618 ^ nr. xxxv.A. 4.a162 7 ^ nr. X XXVI.A. 4.b1618 ^ nr. xxxv.A, 4.b162 7^ nr. xxxvl.A, 4.aLips. p lib. 3 . Civil. Doct. ex Tacit. . 3 Annal.Lip.Lib. . Civil. 3 C Doct. OC ex Tacit. . 3Annal.Bernhar. Epist. p 113.Bernhard. Epist. p 113.Sen. 6[inplaats hiervan: S. Gelais.Iuvenal. Satyr. y 13.Iuvenal.Claudian. in Nup. Honor.pClaudian. In Nup. p[afwezig de toevoeging: Vid. Augustinus].gVid. August. Meditat. Cap. 2 .g p 9Annaen. Robert. Lib. 2. Re'. lud. Cap. ro.1 pAnnaen. Robert. Lib. 2. Rej. Iud. Cap. r2.1 pErasm. in Apot. pErasm. In A o t. pAugust. Lib. i i . De ord.'g[inplaats hiervan :] Ios. Schali er. gDeut. 29.29.Deut. 29.19.Plutarch. in Praece t. Matrim. ex vers. Amiot.pPlutar. in Praece t. Matrim. ex vers. Amiot.P[afwezig : Tibullus].gTibull.Salom. Proverb.Salomon. Proverb.Cicer.Cicero.Virgil. gVirg. gAugust. g de Guit. Dei Lib. I. Cap. p 8.August. g de Civil. Dei Lib. ^ r. Cap. p 8.Francis. Guicciard. Hist. lib. .Francis. Guicciard. Hist. lib. ., boeknummer is wegge-evallen].Euri . Danae.Hp in plaats p hiervan twee citaten:]Glossa Corp. p Gallic.Horat.Lips. Civil. Doct. lib. 6.Lisp. Civil. Doct. Lib. 6.Lucret. Lib.. 4 9[inplaats hiervan:] Hierop.[afwezig g : Plutarchus .Plutarch.Plutarch.' °[inplaats hiervan:] L'amour est un plaisir si doux ...Ovid."Ovid. een ander citaat].265 BIJLAGEN


1 6 1 8 , nr.162 7, nr.1 6 1 8 , nr.1627 , nr.1618 , nr.1627 7, nr.1 6 1 8 , nr.1 627,nr.1 6 1 8 , nr.162 7, nr.1618 , nr.1 62 Ï, nr.1618 , nr.162 7, nr.1618 , nr.1627,nr.XXXV.B.4.b 4XXXVI.B, 4.bXL.B.4.b 4XLI,B. .b 4XLII.A.4XLIII.A.4.0XLIII.B.4.b4XLIV.B.4.b 4XLIV.C.4XLV.C.4XLIX.A.4L .A.4.0XLIX.C.4.0L .C.4.0LI.C. -I.b 4LII.C. -I.b 4Terent. Heautont.Terent. Heauton.Contr. 8. lib. 6.[de herkomst (van dit Seneca-citaat) wordt hier niet-e gg eyen].[afwezig : Beroaldus].gBeroald.Salust. Iugurt. gSalust. Ingurt. gEphes. .28. et seq.p S ^E hes. 5.28. et se u.p 5 sequ[afwe zig : Ovidius].Ovid.Proverb. 33 r, o.Proverb. r, . f 39Ephes. 4.22. p 4Ephes. .2r. p 4IIIVERSCHILLEN TUSSEN DE NEDERLANDSE VERZEN BINNEN DE PROZASTUKKENEr zijn verschillen in de volgende ingelaste g Nederlandse gedichtjes g 1 binnen deproza-pst ukken (eerst s volgen g de voorbeelden uit de tweede afdeling g B , daarna die uit dederde (c)):I. 1618 nr. XXXII.B. : SWild Y helpen P dees off gheen, gDie t'gheluck g nu stoot daer heen,En eermen vermenghe hen uwen Staeteen, die hetuali'ck q 1 gaet,Hout voor seker dat sijn 1 valU me nederrucken sal,Dies u aen die s Y de stelt,Daer t'gheluck, g en God naer helt.2. 1618 nr. XXXI I . B. . Alleen de eerste regel wijkt af:S g lMen vint veel fijn- esle en gasten [...].1 g P g. 1618 nr. x L I I . B .. Naast den in plaats van de [2 x] en cr cht voor kri ht tevens een3. 5 p y ^gandere slotreel: g0 Heer ! deeslae ' doch van ons weert.P g.1618 nr. xxx I . C .. Alleen de laatste regel:4. ^ S gNiet die haer tot hem be heven. g.1618 nr. xxxlv.C. :5. ^ SNa ons sinnen zyn Y gheneghen, bene Coomt den Duvel Y ons bewe ghen :Ionckheselscha g pvol van bloet,Brengt g h Y wellust int ghemoet: g266 BIJLAGEN


Drouve herten coomt h Yq quellenMet wan-hoopn p, vrees' der hellen :Zij 1 d Ygram, g ^ Y h dringt g u voortTot een doot-sla g^ h off een moort.6.1618 nr. xxxvi.c. : SDie vooruaet q hem mijden l wil,Ma h noch 1> ledich zijn, noch stil; >Wanthemee<strong>nl</strong>ijck g 1 ons ghemoet gDoet danuaet q alst niet en doet.7 . 1618 nr. xxxv 1 I . c.. De eerste drie regels van het gedichtje wijken af:7 ^ S g g l lAl is de vrees' eenoet g begin, g,Men dienter niet te blijven 1 in,Maer altfijt l voort en voort te gaen; gTot w Yvast in de liefde staen.IV OVERIGE VERSCHILLENI. Hetroza p van v I . B . en S v I . B , 6 werd door Cats vervangen g door twee gedichten g (zievoor de oorspronkelijke p l teksten de bijlage lg achter de commentaar van embleem VI).Van embleem x I v is alleen hetroza pg in B.6 vervangen door twee gedichten. ^2. 1618 nr. XXXVI.B.5. S Hier komt de uitbreidende zin uit 1627^namelijk de afsluinietvoor:`ofte met de b Y-s p reuke Y vande oude Rome nen : de moeder van vreesachtighe g oftevervaerde kinderen schreyt Y selden.'.1 618 nr. x L , B , heeft een slotopmerking extra:3 ^ S p g`Siet hier van het. en 6. Sinnebeeldt in onsen Maechde-plicht.'Sp


3 De Engelse vertalingen van de amoureuze gedichten,opgenomen achter Proteus (r627)Als Asbas basistekst ste st gekozen s g e evoor de vertalingen g die staan afgedrukt g in het 1(13-exemplaar pmet het signatuurg 7S 58 B ^ p 3 -28 onder ^ d het opschrift p `Emblemata D. Iacobi Catsii,In linguam g Anglicam g transfusa' (De emblemen van de heer Jacob Cats, ^ in het Engels gvertaald). Omdathet aal-embleem et niet werd vertaald `Primum Emblema in linguam gA n gli ca m non est,translatum' staat vermeld oppp2v en omdat het embleem overhet brandhout – in de ed. 1627s nr i i – abusievelijk begint g met i i i (p. 3 komt de num -meren g uit op pLi i I.Ditbetekenti' tdat vergelijkingvan bij de vertaalde teksten met de Nederlandse uitSilenus l van 16188 – die er namelijk l aan ten rondsla g hebben gelegen en – alle embleemnummersmet twee verlaagd g moeten worden. De vertalingen g zijn, 1^ voordat zij in Proteuswerden opgenomen, ^ niet ofo nauwelijks l s g gecorrigeerd, g ^ waardoor nogal g wat slordighedengzijn l blijven l staan. Vgl. g voor deze Engelse g teksten de commentaar bij 1 het drempeldichtpvan o su ahS Sylvester Y 8. 5van S `De preliminaria'). p Meteen hierachter, ^ onder Bijlage lg3 .1 ^ is de lijstvan tekstcorrecties opgenomen.DE TEKSTmblemata D. Iacobi Catsii, In linguam Anglicam g transfusa,g ,IPrimum Emblema in linguam g Anglicam g non est translatum.IIIIIThake Good advise and then holde fastOr elseyou y will repent at last.Who dallies with fonde love, or with a burninge g fierie brande:Except hee looke wel to his holde,^mayychance to burne his hande;Two endes each of these have, the one is colde the other burnin ge :Whor g eth Yp gfast the one is well: but th'other turnes to mourninge.5 A twofolde end fonde love p procures, ^ and brines g us in her powre, pOf wealth, and lY woe, of 'o and payne, pY whose taste is sweete and sowre, >Yet all ade hereof endes p you see, s in th'handlinge g of this brande,For th' tewtssone with this shee doth assist, but th'other burnes his hande.268 BIJLAGEN


IVSThis rule I teach, tis true in deede,Who spares to speake shall spare to speede.A sweet-harte Y ou desire to have, ^Y you say YYyou woulde fainne wedd,But a all occasions s i Y neglect, youand n stilloe gocolde to beeld :. thinketh h our ohn j holdemystaffethat of theire owne accordeFaire ma Ydens straight will fellow him, before hee speake one worde?^ pFie Fe no : But if you Y doe desire to heare dame Echoes nose Y,You must not silent stande, but must y advance youre loftie voyce; y,Andhee s will give g Y you answere then, ^ so English g mades mayde tis trueU se nt for doe not come, nor yet Y unaskt will followe you. YvSVISIn true love there is no lack,All is the br de nover so black.yWhat blynd-folde Y doltinge g love is this, ^ a pP earin g e in our sigt? gHow that the e ape takes in her younge y such wonderfull delight. gSo wher' blinde Cupids p g golden darts, ^ so cuningly gYare caste;Hard-favourdersons p by Ysuch meanes are beautifull at last.If any Y vertue be in them, ^ advance that to the Skye Y :If imperfections p doe appeare, ^ they Y under foote must lye. YWhod droncken is, wee meer y call: who stout, ^ wee say is free,yAll vices by Y loves charmes at last, to vertues turned bee.Be not too rash, nor yet to eager bentFor hastie weddedfolkes, by leasure doe repent.We hen Pan first saw the faire which hee before did never knoweOch h what a a g goodly Y thine g q (quoth hee) is that, ^ and straight g did goeAnddid imbrace the flame, as if his deare frend it had bin,Ando s did scorch and burne his handes, his armes, , his mouth and chin.So where Y you shall p perceave lovestoye es eextended like a flame,Im r ace it not in haste, least with your y flesh you Y feele the same;But first advised be, before unto such loveou turtle; ,Who s sups his s pottadge p g hastely, Y^ may chaunce his mouth to burne.VII5That this is growne you plainely seeBut how much dail ynone can tell mee.A lover never rests, for I writt lately on a tree,yAnd on aom P eons p rynde Y did carve her name thats deare to mee;This waterish romp P as ift had bin pertaker p of my Ywoe,Out of his rynde Y few dropps Pp like teares , Perceavde I then to flo'eWithin few da Y es as I alone was walkin g ge in that grounde, gThose little letters of her name, inreater g writt I foundeBoth wyde Y and broad disperst. p So that the least stroake of loves darteNot onely Y woundes the finger g smale, ^ but pierceth P to the harte.269 BIJLAGEN


VIIISIX5No tree falls at one blow., wee say,Nor citt was built in one day.y yNo sooner r was dame a Venus s Y yoke o about my Y neck but IDidra g pp le with my love forthwith : what need I then to lye. YI thou ght that at that instant shee for mee had bene p re pardeBut ere I went from her, Iott g this lesson to regarde,The Spitt p pickt p at the Oaken tree, but saw it no whit mooved.Yet neverthelesse shee stood and gaept gp and never once more prooved, pBut thought g sh'had pickt p it through, g no foole, , I say Ydoe not mistakeFor oneick p by Y a folish byrde Y in th'Oake no hole can make.In outwarde spew appeares no wounde,But inwardl m rie e isfounde. y ygThe thunders s fiery force doth crack the brittle steely y, blade,And hurtes s not once the letherne sheath wich for the same is made.Like force hath Cupids p darte as hath the thunders fiery Ycharme,It woundes, ^Y you see no wounde, it burnes, and yet Y Yyou see no harme.Ochh woulde thatI a Chirurgion g fit, for ^ such great g griefs g could fynde; YThough h ignorant g in potions, p ^ wich phisitians p knowe by Y kynde YOr r had no n skill in curinge g woundes; ^ But would to swadge g my Yfitts,Her salve of virginis g wax apply Y with th'plasters p of her lipps.This I accounte for no tormentBecause my giveornament.5Your needle is the pensill, p and youre y coloures are fine silke, ,The ground-worke of your y fragant g fielde, more whyter y is then milke; ,You open, p ^ and you Y close againe, g ^Y you cure that which you Y wounde,Youo give g more then you Y take, and ^ still your Y worke is perfect p founde.The needle bores a hole, and withour Y silke the same is PildeThen come sweet-harte deale so with mee, andraunt g all that I wilde;You know my Y deadly Y wounde proceedes p by Y vertue of youre Y faceThenive g consent, come ^ cure my Yg grieffe, ^ and helpe p my Ywoefull case.x I If that th ne eyes be conquered, sure,y qThen loves torments thou must indure.5The 1 on thats h g^ both i stoutand s d stronge, trop e beinge g but debard of sight, gAs captive p mast Y thou gouverne g him, ^ and brine g him to thy Y might g :Even so the lovely ruddy Y cheeke, of comely Ymaydenshew,Once g gazde z upon, p ^g getts eyes Y es consent, s and ^ doth thy Yhart subdue.Then of valiant a man forthwith, thou must becomme her drudge, g,Her tauntes, > her checks, her from p es her frownes, ^gainst them thou must notgrudge. rud.In fine, ,t thy YY lyons hart shee wil so worke upon p with might,, gThat h like a lambe, a shee'le > s leade thee forth, and feare thee with her sight. g270 BIJLAGEN


XIISXIIISGreene fruit sticks fast, so doth noth all,Beinge eznge ripe not pluckt, , it sel e will fall.To wedlocks ksacred rytes Y if thou thy Y mynde Y meanst to prepare, p pThene s 1 tte th ne Y affection not on mades Y that too yon Y ge gare :For after many Y a troubled thought, g ^ and many Y a 1 journey Y longe gThis answere shalt thouett g att last : M .^ 1 douchter is too y jonge. gA made Y of rypere Yp yeares Y with you Y , farre better wil a gree :If thatour Y sweet-hartes sister bee of ryper Yp yeares Y then shee.For unrype fruite g is sowre and greene, and will not from the tree; >But ryper Y p fruite with lesse adoe is easy Yp pluckt wee see.It savoures but of littleaine gWhen theeves of the te doe first complaine.I lately Y f ou n e dmy love Y a sleepe, p^ amongst g the flowers greene, gAndzin g a e g on her corall lips, p, her cheekes, and closed e ne y :To stealinge g then was I inclynde, Y ^ a pettie theeverie,It was a kisse I stole from her, shee stole a harte from mee.Like as the silly Y mouse , the bate Y of bacon to obtaineAnd catchinge it g is caught her selffe ^ and so is put p to paine, pEven so m Y love by Y this strange g thefte, ^ shee slee pg in e at her easeYet robbs the theeffe, so Bubbleaine g shee makes of mee alwaies.XIVSX VSVenus dooth feede her broode with smoke,When as the same even dos would choke.gWee seehat Venus broode , is forc'de themselves a trade to make,Whose dealinge g is with pypes,wherewith, Tobacco they Y doe take.The substance of theire ware is smoke, smoke is theire whole desireWhoffe pu it out at nose and mouth, like , to th'infernall fire.Amsmoke o is all theire wealth, theire giddie g heades to feede, ,Whose lovesick D a m pe bereaves s them of theire sences at theire neede.They Y give g ^ us smoke for drinck, and smoke to eate they Yg give also :For why Y : theire whole societie about with smoke doe goe. gA prison faire is better for mee,Then if I were at libertie.So long g as I did range g abroade, ^ and had my Ylibertie,So longe g was I in pensivenesse, p ^ voydde of all melodie:since that I torison p came, within ^ these boundes confynde, YMy lovely Y bondage g loosde my Y tongue, g ^ and cheared hath my Y mynde. YFor now all day Y for l 'o Y I singe, g^ though g I in prison p lye, Y,For nought g at all doe I take care, I knowe no miserye vThis Bondage g sweete I doe imbrace, ^ it is to mee greatgaine; gAnd lovers likewise doe reioyce, rein when others lye Y in paine. p271 BIJLAGEN


XVISWhere that I runne, goe, creepe or l eM burthen on m back doth lye.y yIf thou desire to be set free from Cupids P cruell bandes,Then seeke adventures I thee wish abroade in forraigne g landes.For this advise doth Ovid give who Venus well did kno'e:Let Venus fondlinges g prate P theire fill, I knowe it is not soe.For I have trugde, g ^g gone, runne, and crept, P^ by Y sea and eke by Y land aYet feele I still upon P my Y back , m Yburthen where I standIt sticks so fast to mee, that I withaine p doe groane g and faint,For each one shall his owneack P beare : what bateth their complaint?xvII Or if upon the waves I turne,Yea even in the sea I burne.SPut case that by Y thy Y travell farre thy Y olde love were forgott, gMay not a fresh love in the way Y thy Yminde torment as hottAs did the first. The sea-lamprey p Y even by Y the sunns hott beames,Is scortcht andartcht P yea ,Y weltringh g burnt in middest of the streames.Remember that Dame Venus is herselffe sprung P g from the floods.For loe the savadge g beastes doe runne for shelter in the woodsInto the waters deepe; p ^ and there doe afire p and afire P agree gFor water hath his burninge g force, t'is Venus owne countrie.XVIIISXIXSThe sight o ire revives againeg gThe smokinge weike untoucht, certaine.Late was I freede from th'fierie flame, which woulde mee haest have ended,I felt a coolinge g at my Y^ harte, Y my strength g againe g amended :A sparke P that I yet Y smoakinge g had, was all that did remaineFor jlY o of such deliverance, ^ my Y harte was glad g and faine.It hapned soe Y that in short tyme, a fire I did come reare, >I thought, so g lone I toucht it not, I had no cause to feare, >I onely Y but lookt on, alas > her flame to mee-wardes tendedWich kyndled Y streight g my Y flame againe, g ^ and so my Y1 o Ysoone ended.Who seekes his love to take and WinneMust taken be if hee enter in.What now Iack Sauce, why come you here, in this dishonest sorte, y >Thinkeou myne honestie t'abuse, and then with mee to s orte ?Y Y ^ PYou mee affect, I knowe it well, but not as I require,In vaine a back-dooreou doe seeke, in vaine is youre desire.Y ^ YThe rat for bacon though hee lo p es for-beares thereof to eate :g g^U<strong>nl</strong>esse before as captive hee, be taken by a cheate.p ^ YWho other wayes attemps, may misse, for as I said before, p^ y >In honest sorte who seeks to speede, must knock at the right dore.P ^ g272 BIJLAGEN


xxSWhat l^h helpeses a little Io ? certaine,When after pleasure, followeth paine.When as you Y see this stall-fed s d oxe, o ^ thus deckt with flowers reene g :Then thinke Y you see h the lYn of those, that in t at theire t o wreake and teeneDoe tr Y um ph in lasc i v i ouse lust ust. who w ofor a moments pleasure pIn daunc i gn ^ e m us is ue q wyne ^ Y and myrth, Y doe make thereof a treasure :But soone n this s pleasinge g pastyme p Y endes, which many y bringes brines to thrall;Such sweete be g innin es g often are powdred p with bitter gall. gLet ett this s oxe your Y example p bee, , least that you Y prove like roddHis sb body Y soone s was butchered, his flesh was roast and sodd.XXI5XXIISXXIIISI drawe my love, her standinge still,Drawes mee to her, against my will. ^g ySweet-hartou Y drawe mee not, ^Y yet I with force am drawne you Y see,With all my Y might g I drawe, ^Y yet Y you doe not aproach p to mee.Though h I drawe harde, ^Y yet Y you stand still, ^ youre Y standinge g doth d mee move,Not you Y u mee to but ^ I to you, Yam drawne with cordes of love.Loe, what a strange g effect this workes, the more I drawe, >Y you standThe faster, and your y firmnesse drawes mee sooner to your y hand.Och, > now I see civilitie, with gesture, g ^ coole and sage.Doth not extinguish g flames of love, ^ but doth them more inrage. gMen loose, then seeke, ofte ma denes brave,By seekinge, g^ loose even that the^y have.h r that her maden-head Y did lye, Y> faire Joane did aske her nourse, >Who thought, g > if that I tell her not, the matter might g proove worsse;Least h shee to Richard c should d repaire p which sorrowe might g have bred.I pray YY you take k this t s box quoth fl shee, this ^ keepes p your Y mayden-hed.YW hithin that a box there was a byrde) Y the nourse scarse looke astray,But Joane the box had opened, p ^ and the byrde Y was flowne away. yOf what light-stuffe g are mayden-heds Y then? q quoth Inane ^ this g ere goes g roundeWhich h if you Y seeke, e ^ they fli e away, a Y> and lost, when > as th'are founde.In th'handlin e hereof lies the skillgTo the wise, tisgood, to thefoolish, ill.Theuaviver Y is dainty fish, for those that knowe his trickes; >And knowe tor e it cunningly,to shune his dangerous g prickes; p 'This fishou Y prudently p Y must grype, gYp ^ beware of handlinge g badd;For by Y wronge g handlinge g of the same, some foolish are, > some madd.Therefore some folkes this fish doeraise and much >desire the same,And others doe the same detest, and loathe the very Yname :So for one and the selffesame thine some g> laugh, and others crie; >Then loveis right r^ g t this t s quaviver, q u ^ in th'handling g all doth lie.273 BIJLAGEN


x x I v Though clamorouse tongues g both curse and blame,A constant harte is stil the same.SYou sit as chiefest counseller, in Venus goulden g hall;And are saluted solemnely,y> wordes > and eke with allThe courtesie, > that lovers can invent, for to youregrace,yWhee kneele, and soule and body Y both wee offer up pp apace.Yet for all this, ,y you still are coole, which sheweth unto mee,That through the salt sea >ofte are founde, fresh currants for to bee,Which keepe p themselves stil fresh and pure, p ^ not mingled g as wee see,My Y love through g flames can passe, p ^ and yet Y no harme receaveth shee.xxvSXXVISIfany ywilt there were, then hee,From such like bondel were soone set free.Fie Floris plaies the beast, and Iack at him doth scoffe and flouteI cannot drawe my Y mynde Y from that faire mayden, maden (quoth q the loute)For such a spirit p I perceave to be in her so pure,ppThat to m Ylove I am lockt fast, with chaines of Iron sure.Why Y dotinge g foole, (for such thou art) didst never heare of one,That onely y with one strawe was bounde, ^ and there hee stood alone,As if with fetters hee had bene, fast chayned Y to a post pThou artalthou h gthou know'st it not) of all such Pooles the most.Who thinkes to catch, is often caught gAs b this Embleme, wee are taught.y ^ ^The hungry g Y Sea-mew seekinge g footle foode, her appetite to stay, Y,Did range g the coaste, ^ so founde where that an oyster Y open p lay;Sheeicked p at that daintie meate, ^ shee thought g to eate her fill,But th'Oyster Y shut her shell, ^ and caught g the mew fast by Ythe bill.Let this a warninge g bee to those, ^ that wantons are by Y kynde, YWho used have torick p and prie, p^ where they Y ought g open p fynde. YFor many Y an open p shell p perchance, ^ lies gpg a in e for praye, pY,Which lustfully Y doth lurcke, to catch, the hunter in his haye e.xxv II I would not have this rulear gottFor thisives g that it sel e hath not.You whet andr g nde Y us gentle g oane and ^ makes of us loves darts;The whetstone isour Y spirit, p ^Y your eies the fyles, Y ^ thy Yg grates our harts.Your hart doth not approach theretoe, ^ where you Y our hartes doe send,Your spirit p no whit augments g in that you Y teach us, as a frend.5 That comely Yg grace which Y you us shew, ^ four bondage g it doth turne.Though g you Y be colde as Y ce ,Y yet makes us hot as fire to burne.What wonders can my love effect. Shee takes away each spot.Y Y pAnd makes me more then shee's her selff, andives that shee hath not.g274


XXVIII Although h before, I seeme a oeYet after am I nothinge g sae.If that'le you knowe the rigorous g doome, that comes from Venus bench,A broken shinne the forfaite is, for loosinge g of your Y wench.Is this that g goblin n from whose f ace ^ wee flie as beinge g dreadfull?Then turne to the visard th'other waye, Y , it is not halfe so fearefull.5 That which with sorrow you Y com p^ lai ne to misse your Y hartes delight,Is ease and libertie at will, ifou Y could j l ud g e aright. gTusk tush I sa Y^ no golde g but bath his drose. (Bethinke you Y well,)Forhee s that did your Y hope p repulse, p did ^ feare away Y expel'. pXXIXSIf nakedou doe mee desire,yYour trickling teares I then require.If any Y ggoe about topill, the Onion of his shell,Hisb ce ekes with teares it will bedeawe, , for I doe know it well.But they Y that will with Onions play, and handle with good g skill;Mustlet the coate still cover it, and , so may Yp play Yhis fill.You maywell with your y love converse, and that in modest fashion,Butome c not too neare to the bare, , to touch without discretion.For still it fares as it was wante, Acteons fore head budds,So soone as hee Diana spyde pY uncloathed in the woods.XXXSIn all assaies s both good, g or ill,I must conforme mee to her will.Howominiers d bl nde Y Cu p id thus with ^ us oore p creatures still?And d makesus a trudge, and turne, and trott, even as our mistres will.Wee ec crie, when as shee wee p es although g our bodies be at ease,And dw when e shee's merry,ee Y must laugh, g ^ although g it us displease. pIn brieffe, the least blaste of her mouth, doth nimbly y turne our head,And both with Soule and body Y are by Yher direction ledd.Her looke, > to us, a lawe is sure in myrth Y or mourninge g ever,Th eesqr none, but that a womans breath will make to quake and shiver.XXXISI hunt, and tole I chase alwaAnd ever others catch theprey.No favoure at my Y Sweet-hartes hande, ^ I coulde obtayne, Y ^god wott.Untill a rusticke clowne beganne g to woe my Y love as hottAs I had done : Whom shee disdaynde, Y ^ and could him not abyde, YBut from him fled, to hyde Y her head, ^ when ever shee him spyde. pYThen was the tyme Y for mee to learne, ^ my Y businesse how to guyde, gYThat deare that others chased, then came and downe sate by y my y syde.When clownes assay Y to woe thy Y love, then never feare the same,A clowne the ferrit is which huntes, when othersett g the game. g275 BIJLAGEN


xxxil That same which taketh life from thee,Reviveth lie againe in mee. gHow strangely g Y Cupid p dallieth with mens fancies, in his ire?Our wills they Y g oe Y another course contrar gin e our desire;For loe where Kate runns for a fro gg^ which in her hand shee keepe es :castes him of, , for whose sake hee,^on knees to her still creepes.p5 Wherefore I pray p Y thee tell mee frogg, gg^ Why may Y not I obtaineThat which to thee is losse of life? and myne Y revyves Y againe. gWhyare wee crost thus in our wills, which each so faine would have?Th'fouleoole p to thee, th'faire ^ made Y to mee, which s both our lyves Y might g save.xxx I I I Be wane when in dishou dip ,For ofte thin es chance twixt cup and lip.Sweet duck, how lone have I assayde thee to wil to a ne ?g Y my gYWhen shall this swimminge end, & when shall I be freed from a ne ?g ^ pYMy wish I see at hand, and ofte am present at her syde;Y ^ p Y;My breath sometymes upon her blowes; shee by my mouth doth glydeY Y p blowes; Y Y gYAt one plunge more shee's myne, (I thought) I pant, I blowe, I snatch, p g Y^ g p, ,Ia e I ha and ofte it seems, I have her at each catch.g p ^ pp , ,But woe is mee, shee ducks and dyves, how comes this so to passe., y ^ pFor when I thought I had her fast, I farthest from her was.gx x x I v Fare ma dens sa that a with'red face, y y yIn woeinge bath but little grace.g gThy youthfull da es Y in love bestowe. Such damages g is disgrace gWhen Sorrows shall thy Y Soule possesse, p ^ & rim p les plough p g thy Yface.The fresh blowne Rose is most des Y 'rde : if whythered Y once it bee,No Bee thereon will take deli g ht ^ nor it a proach wee see.5 The blowinge g Budds of thyyounge YY g age, g ^ thy Ycheekes like corall red,Thy YY language full of eloquence: in t me is gone g and fled.T me all consumes. Y Faire made consent, and be no more abused, >Youre chieffestood g doth weare away, Y^ althoug h it be not used.5What frendshippshall I with himnde yThat to him selffe is so unkynde. yWith corage g wooe, wherefore should wee torment us more then needesWith too much love? By Y treadinge g much the partridge p g with love feedes.A little wren I read that breedes about the Ryver Y Nyle. YWho beinge g full, ^Y yet gives g her selffe, ^ to serve the crocadyle. YFie of that shamefull deede which one, whose lust did rage g so sore,For love didoe g and hangde g him selfe, before his Sweet-hartes dore.Strew rather flowers at her dore, and seeke to winne consent;Keepe p lyffe, Y and Soule, and memorie, how ere your Y love is bent.276 BIJLAGEN


xxxvl I quoiffor caule, on head you wear eybut all secret holes or beare.The Urchin makes himselffe a ball, the mouse for to deceave,And makes his mouth, like to a hole wyde Y gp a in ge to receaveThe dancinge mouse. Thus play p YY you may, Y> of all holes beware, >Who creepe P in corners let them looke, even as this mouse to fare.p Use honest s ortes ; ^ away ^ with trickes, ^ least you y the smarte doe feele, ,Pack Ruffians hence ,goe craftie knaves and wenches shorte of heeleFaire Maydes, when merry YY you will bee,playe p Y then in honest sorte,Beware of holes and corners, then abroadou Y may Y well sporte. px x x v II If Burninge lustful/ love ou'le cure, gyIt will repine thereat be sure.When as the smith colde water casts upon p the iron hott,Intendin g e for to pacifie p that heate which late it gott :It sizzes, smoakes, itr gy nes ^ and makes a wondrouse nose noys to heare,discontent it chydes, Y or braules, and angry g Y doth appeare.5 Of burninge g love doe some com p la Y ne ^ and yet Y refuse wee see.Out of such burninge g to be brought, g^ least cured they Yshould bee.Yea though such g doctors might be founde, ^ that loves tourment could free, ,They Y rather would in paynes pY abyde, Y then eased for to bee.xxxviii Who unto Idlenesse dotheilde yIs as a but in Venus feilde.The spyder p Y will not once come neare the serpent p him t'offende,When sheeerceaves p hee busie is, ^ or watchfully Ydoth tend :But when to sluggishnesse hee's bent, ^ and carelesse of his good, gUponhim streight g the spyder PY falls, ^ and poysoneth p Y his blood.>Who soe therefore will love beholde, and would be free from smarte,They Y must eschew all Idlenesse, ^ and thereof take no parte :Or else thiso p soned Y Cupids p shafte will stryke Y them to the harte,For everie Idleersone p is a whetstone for his darte.xxxix Let none for feare la weapons downeyFor first the crosse, and then the crowne.Late with m Y love I did discourse, ^ where as shee soweinge g sate,My grieffes I did complaine, p ^ (but makke shee p aide mee with her prate. pRegard, and quoth shee, what here I doe, unto it g rue good g heede;With needle first a hoole I make, then stoppit with the threede.g Hee that a smale wounde getts, ^ then streight g his Armes doth cast awayYAnd calls for plaisters, hee's unfit for Venus helde I say.For love and War therein agree, g ^ each bath a prosperouse p p howre.No sweetnesse can be counted sweeteut b first s it bath bene sowre. w 277 BIJLAGEN


XL5XLISXLIISXLIII5A thirstie Grounde is bad to lave :Though much it bath, et more would have.g yYou first desirde to seeoure Y love, next, wish't you Y might g come neareAnd thirdly Y 'twas to speake p to her, the fourth, to touch youre Y deare.Th'next was toive g a kisse. What then? both standinge g in the dore;Toet g a kisse againe g of her and yet Y you Y would have more.A lover by his ^ mistris, and a hunter in his chase, ,A marchant by Y his wares, ^ the Soldier bolde and of good g grace, gGoeth forward on from steppto stepp, ppr shrinckinge g for a sore,And thou gh the do gg hath ott g one eece p yet ^ Ystill he lookes for more.If at lovesame g y you cannot lay,Leave off in yt me or kee e away.^ yThis webb that's fra'mde here asou Y see, ^ is Venus tan g lin ge nett;Though g many Y creatures fall therein, ^Y yet out againe g they Ygett,Except t some few, ^ that powerlesse p bee, ^ and fondly Ydowne are cast:For such are onely they that are, in Venus webb made fast.Y YWho any Y courage g hath, ^ with ease may Y breake this geare g asunder;For loftie myndes Y looke not so lowe, love and scorne to creepe p there under.Ne'er Y like muggs to suffer:bee ta'en up p as Venus swa Yne But manfully Y breake through g the nett; ^ or else turne back againe. glVhen dead I was, and sake no wordeYour favoure mee to life restorde.A hens egge in your Y handes you Y broode, ^ so hatch a chickin younge;Y gTis wonder, } say YY you, 'twas late dead, now stirrs both head & tounge. gThinkeou Y that this a wonder is ? Sweet-harte shew mee like love,And at an instantou Y shall see, ^ a greater g matter move.Remember that of lateou Y onely Yg grac'de mee with a smyle, YWhichuickned q such a liffe in mee, my ^ Y Veines so welde a whyle YAnd beate, Though g I as voyd de of sence here sitt; sweet mistris An.g mee with your Y favour, ^ and I'le prove p a Jolly Yman.Bee'tood g or badd' , yea well or ill:It's love that conqueres q all thinges still.lover went to church, as't see'mde, to render thankes to GodBecause hee was delivered from Cupids p scour gg in e rod.There met him in the way Y a mayde, made of beautifull complection, pWhich did revive his formerrieffe g and fired his Affection:For shee once sm Y lin ge hee ^ so deepe, p^ the same did apprehend :That there his zeale, > devotion, and his prayers pY had an end.The Ape in dauncinge soone forgetts, true measure for to keepe,p g ^ p,As soone as hee perceave the nutts came tri<strong>nl</strong>inge to his feete.ss s p g278 BIJLAGEN


XLIVSXLVSThis wonder lately I outsought, y g,That lovers alike, have alike thought. gWith Rosamond n I lately d went Y abroad to walke i'th' fielde,Wee woke two lutesfor our o d li e h g which te w might c g us solace eelde Y :I tunde the t iuste to the other, e and layde1 Y a strawe o'th'one :So snone as both these tunes a g reed the strawe let p thence anone.Looke Rosamonde, soou y ,(quoth q I) doe move mee without touchAnd without handes can drawe : for loves conditions are suchThat whosoever Venus brines g within her power, p ^ to lye, Y,See h makes es them t e feele and see what they Y before e coulde not desa Ye.B y this ou y see and knowe certaineThat lovers marre, and make againe. gIn auncient Authers wee doe reade, that there a fontaine was,Whose wateruencht q the burninge g Torche, when ^ so it came to passe, pThat thesame e it t dipped were : And thent againe g would burne,If in the same that Torch were di' p^ t his flame did then returne.These are a e your Y Trickes sweete Rosamond, ^ at these you Y still have ayemed, YM fire e you s none extinguish can, when as I am inflamed, ,And can my Y burninge g heate revyve, Y^ when as I seeme key-colde YThus lovers make s and breake, and so them occupied p doe holde.XLVI5XLVIISIn wedlock moste this worke can doe,Of two makes one, of one makes two.Graunte meeour Y tender Braunch, (good ^ g sir) to match whith mee I praye, p ^And be content, > for better farre, it is by Y mee to sta Ye :Then on youre withered stock, for loe it bendeth towards my hed;It ne ede th not Y our p a pp e nor sa ppr since it with mee I led.What? h willingly g Y consent, ^ I pray, p Y^ danger g neede you Y feare,Although h your braunch, seeme tender, in short space p it fruite will bear.Then be it som love Y and I in all thin es g doe agree g :For to bee two againe, g it is, that Io Yned one are wee.True love increaseth day by day,And knower no bounder whereat to stay. yTrue love may Y well compared p bee, ^ to th' crocadyle Y by Y kynde, YWho alwaeisrowes g and ^ never is full growne g as wee doe fynde YFrom day Y to day Y it doth increase, ^ it growes g in all assaies,Untill that deathives g fatall blowe, ^ to end his groweinge g g daies.Now, lone g since I thought g with my Y selffe, ^ my Ylove cannot be moreThen this already, Y^ Y yet loves weight, g ^ is greater then beforeIt was, foret I feele g it groweth, which makes mee to desire, >Although g at highest ^ pointe p I was, =Y yet higher g I aspire. p279 BIJLAGEN


x L V III An oldeman in y Dun ag e woman armeThe sooner dead, the lesser harme.SA wanton Gyrle Y once marred Y was unto a lame olde manWho little hadd toive g content. Which made mee question q than,How't came that shee so wedded was ? who mee this answereave gThat of dead Asses bones are made, the bestes pYp that wee haveWhen they Y in th'earth a while have lane. Y As likewise have I readeThat so longe g as the Scorpion p lives, ^ for nought g is good g : But deadeA Soveraigne g med'cyne Y is, thus I, therewith beinge g well paide, pMy Answere had. Adieu quoth q I, ^ and so I left that mayde made.xLIxSthat farre disagree,May not together well pared bee.The od-conceited Ape p that is full of delight g and sporte, pFl Y eth from the Torteise (no mans Io Yamazed in this sorte.The Reason why the Ape cannot the Torteise well indure,Y pIt is because they differ much in disposition sure.Y pYour Ioviall disposition, Sweet-hart, let ne'ere be bent,Unto that Rusticque clowne which late, your frendes desyrde consent.q ^Y YIf I Sweet-hart obtayne Y Y you not, attend a while for one,Whose nature differs lesse fromoures Y then , m ne Y • or else take none.LSLISWhere love and l kin e once is sett y gNo Seperation can them lett.Though landes and Seas, woods, hills, & dales, 'twixt us somtymes doe stand,That makes no seperation, nor >doth frustrate true loves band;Your harte (Sweet-hart) dwells in mee, and my Y spirit p Ydoth on you tend.The lodestone, > and True love are'like, for towards theire loves they Y bend.What though the lodestone >from the steele, remooved were certaine,Or that some interposed p stuffe were set to parte p those twaine :Yet still this stone his force retaines to drawe the steele. And soeWhere ever Rosamonde soiornes, my Y harte doth with her goe. gLove is not lod' g^e I knowe full well:Where woe and miser ydoth dwell.When as the house, decade Y wil fall, thence swiftly Y runne the M ce Y :And when mens bodiesive g the hoste g from then creepe p fleas & lyce, Y,The Spyder pY lykewise Y soone perceaves p when as the Rooffe doth sack,Then speedily p Y to save her selfe, ^ shee thence in poste p doth pack. pA Body Y ful of woe, ^ and grieffe g of payne, pY and miserie:By Cupids p darts, ^ nor Venus bates baytes, entangled g once shall bee:Her Torche burnes best where th'most wax is : By Y delicates and wyne YIs Venus lustrovoked p and ^ there loves flames brightest g shyne. Y280 BIJLAGEN


LIISSome sa 't aloude, and some doe whisper,y ,That, its not all Golde that doth glister., gHow that my Y love is faire (good ^ Sir) your Y praises p are not scantinge, ^,Slender, and tale, I knowe it well: But within her is wantinge,For, to be faire indeede, requires q more then e a shewe s extern all; a,I onely Y aime at Godly Y life, and Virtues hid internal.Unto thisiramede p youre ^Y love, I ^ fitly Y may Y compare, pWhich shewes well to the e y> e but > of discretion is bare.In choosinge g of my Y love (forsoth) I'le sett al that aparte, pFor Shee that's onely Y faire without, ^ shall never gett g my Y harte.LIIILove, causeth mirth, Ioy, delight, , y, gAnd love revives the spiritlesse zvi ht. gike dead inrave I lay, g Y> liffe berefte, 0 Venus bright, gUntillour Y Sonne, and ^ Sunne revyvde, Y ^& made mee stand upright.My Y win g es your Y Sonne did give, g ^Y your Sunne restord'e my Yliffe forlorne,And so of a dead stock was I a lively YCreature borne.SI who was but a drowsie droane, now trickt and trymd'eyam I,I who in darkenesse late was lod'gde, g ^ abroad i'th' light g now flieI that of late creptplike a worme,^now lifted to the sk e :yLoe, al these wonders doeroceede p from one glance g of her eye. ^FINIS


3 . r Lijst van tekstcorrecties, toegepast op de Engelse gedichtenEvenals in het tekst<strong>deel</strong> zijn naast enkele tekstingrepen in de basistekst (zie hieronder),1^ gpde volgende algemene veranderingen aangebracht :g g g g' en als IJdus :come als I come; n als InJv als u(ingeval met klinkerwaarde van u)dus : vncloathed als uncloathed; vs als usu als v(ingeval met medeklinkerwaarde van v)dus :iue als give; lone als loveg ^vv als wdus : vvhen als whenVerder is eras Ppdan ingegrepen in de tekst als er sprake is van een evidente zetfoutof als een woord of een zin o<strong>nl</strong>ogisch g is. Zie voor de algemene g stelregels g wanneer stil-zwijgend Jggis ingegrepen de verantwoording (in het tweede <strong>deel</strong> van deze studie-uitgave, ghoofdstuk 1 i 1 .EenoorEenprobleem p blijft de interpunctie. p Het is niet altijd duidelijk } wanneer in de -sp ronkelijke l tekst (doorgaans g aan het einde van een regel) g een p^ punt, komma ofpunt-pkomma isweggelaten; szijn ook deze ingrepen – ze blijven beperkt – aangegeven. pg Mo e-like 1 dialectische varianten (zoals WWhe voor Who) zij<strong>nl</strong>ijst aangepast en in de aangetekend. gSoms is het moeilijk uit te maken of twee woorden wel of niet aaneen gedrukt g staan.Een enkele keer werden ten onrechte aaneengeschreven g woorden losgemaakt g en tenonrechte losgekoppelde woorden aaneengeschreven. g Vgl. g onder meer xL 1I1 r. 8 Assoone Assoone en xi11 r. 1: lately Y late 1 . Y Omdat men zo nu en dan van meninggkan verschillen over de juistheid t van een dergelijke g l beslissing,zijn g^ zijnook deze aan passin-g en aangetekend g in de lijst van ingrepen. gp en De e embleemnummers xxxx, xxxxi etc. wer-den weergegeven als x L x L 1 etc.; 1111 als i v . In het origineel g staan de motto's inromein en deedichten g in cursief; ^ conform de oplossing p g in het tekst<strong>deel</strong> van de Sinne-en minnebeelden zijn deze lettervormen hier omgewisseld. gVan de Engelse g tekst bestaat een andere uitgave g S.1. s.a. •; University Y Library Y Glas -gow ^ • zie Bibliografie g nr. B.11), die nog slordiger g g gezet g is dan de onderhavige. g In ditunieke exem p^ l aar een g goedkope p uitgave g waarin alleen de gedichten g uit de eerste afde -lin g>gin het Nederlands (de 1603-versie), het Frans en het Engels voorkomen, vallenzo nu en dan de laatste woorden of delen van een woord we g ^ of ze verdwijnen 1 in derug g van het boekje. Vier bijschriften zijn er verkeerd in terecht gekomen, g namelijk } dievan de ui (nr. xx 1 x bij 1 de fret xxx i • ^ en die van de torenhaan (xxx) bij l de kikkerxxxii en omgekeerd. g Er zijn zijn vijf vijf afwijkingen l g op woordniveau p tussen de tekst achterProteus en die zonderlaats p en jaarvan uitgave, g namelijk ^ 1 :VI, r. 5v1 , r.6VII, r. 7VIII, r. 5x , r. 8toes Y ra raye espaindarkSpitt p Specht pcase fate282 BIJLAGEN


Noch de zetter van de Engelse g tekst in Proteus, ^ noch die van de bijschriften in hetp laar te Glasgow, g ^ is echt vertrouwd geweest g met de Engelse g taal. Een grootgaan-tal fouten is overduidelijk te wijten aan het verkeerd lezen van een handschrift dat alspl ij heeft gediend. gEnkele algemene g opmerkingen: nover in combinatie met so, > is een spellingsvariantvan never (v, motto) welke is een spellingsvariant van wick xv1II^motto);, wooe vanwoexxxv, > r. I pottadge voor soep v Ig r. 8) is mogelijk ingegeven onder invloed vanp ^ g 1het woord bouillon in het Franseedichtje• g 1 , g gaept en haest vIII r. 6 en xv II I, r. I entheretoe (xxvii, r.lijken 1 te duiden op overleg p gmet of invloedvaneen Nederlander;typisch YP is de spelling p g (de omkering g van e en in trugde g xvI ^ r5én xxx, r. 2 evenalshan de (xxxv, p r. 6 • ook de plaatsing g van de apostrof P bi' 1elisie s e is s andersa fiers dan wij 1 zoudendoen: bijvoorbeeld 1 ra'mde voor fram'de, see 'mde voor seem'de,> en dz t voor dip't dlpxxxi, r. 1, xLiII, r. 1 en xLV, r. 4).Met dank aan B. Westerweel te Leiden voor zijnvriendelijke 1 deskundige g hulp bijphet beoordelen van het vroeg-zeventiende-eeuwse g Engels g en et het a afwegenen g van onder-staande tekstingrepen.TEKSTINGREPENIII, r. 4Iv, mottoIv, r. 3iv, r. 4v, r. 4v, r. 6V I, r. 4vi, r. 8VII, r. IVII, r. 2 en 4VII, r. 3VII, r. 4VII, r. 5VII, r. 6VIII, mottoVIII, r. 2VIII, r. 4VIII, r. 6Ix, r. 5Ix, r. 6ix, r. 8x, T. 4x, r. 6XI r. 6XI, T. 7xII, mottoWho WoWho Whe [wel als dialectische variant]What Watfellow sellowat last ar lastIf Ilchin. chinto tyrests rest'srynde Y rijnde1p ertaker per p takerp erceavde percaevde pWithin With inwritt wirttsay, say.forthwith I forth withher, her.neverthelesse never thelesseI a 'a 1fit sitThough g Thong g [ook de spelling p g Thogh ^ zou kunnen, u maar dezevorm komt elders in deedichten g nergens g voor]of her af herfounde. J foundewilde; wildegainst g gaist gso sefruit fruitsBeinge g Brein geg28 BIJLAGEN3 J


XII, r. 2XII, r. 3xii,r.4x I I I, mottoXIII, r. IXIII, r. 4xiv, r. 3)(Iv, r. 5xvi, r. 7xvii, r. 3xvli, r. 4x v I I I, mottoXVIII, r. Ixviii, r. 3x i x, r. 3xx, r. 4xx , r.6xxi, r. 4xxl, r. 5xxI , r. 8XXII, r. 2xxI I, r. 3xxil , r.6xxIV, mottoxxiv , r. 8xxvi, r. 7xxvl , r. 8XXVII, r. 2xxvli, r. 3xxvll , r. 8xxx, r. Ixxx, r. 4xxxl, mottoxxxll a r. 8XXXI II, mottoxxxlli, r. 5xxxvi, r. 3xxxvi , r.6XXXVI, r. 7xxxvli, mottoXXXV I I, r. Ion entroubled u troubredthou tou [het woord bestaat wel als dialectische variant]When Whemlately Y late 1 Ykisse kisse.theire whole therte wholeA vaporouse p Avaporouse pIt Irhott hettweltringh g welringhguntoucht un touchtended, endedthat thasrequire, 9 ^ require qmusicque q mussicque qgall all. ġ galllove. lovestand stand,inrage g in rage gthou g ht toughtteilbred. bredJoane } 1Though h Toughblame I blame.through g troughglies liésto thoyour Y eies the fyles, fles your Y eies, ^ the fyle flesY Ytsend, sendschee's scheéspoore p poote plau g h lange galwa Y^ alway. YTh'foule J tH'fouleour lyves Y ous lyves Ydip, dip. pofte of teshee's sheésof all fo allcraftie crastieyou Y ow Y [dit woord komt als spellingsvariant voor]lustfull lust fullyou'le Y youle Ythereat there atthe iron thei iron284 BIJLAGEN


xxxvii, r. 7xxxviii, mottoxxxviii, r. 8xxxix, r. 6XL, f. 2XL, r. 7XLI, r. 5XLII, r. 8XLIII, r. 8XLIV, r. 7XLIV, r. 8XLVI, r. 6XLVII, r. 7XLVIII, r. 2XLVIII, r. 3XLVIII, r. 8XLIX, r. 2XLIX, r. 3XLIX, r. 6L, r. 4LI, r. 4LII, mottoLII, r. iLII, r. 2LII, r. 6LII, r. 7LUI, mottoLUI, r. 2LUI, r. 6LUI, r. 8free, ] freeyeilde, ] yeilde.a whetstone ] a, whetstoneunfit ] un fitthirdly 'twas ] thirdly' twasto stepp ] te steppasunder ] a sundermee ] moeAs soone ] Assoonelye, ] lye.what ] wathbear. ] bearwhich ] whiehWho ] whogave ] ganeleft ] lestTorteise ] Torteifecannot ] connotTorteise ] Torteifeindure, ] indure.consent. ] consentbend. ] bendspeedily ] speerilywhisper, ] whisper,its ] isare ] atewithin ] with inshewes ] shewecTie ] Helove ] lov [komt wel voor als spellingsvariant]spiritlesse ] spirit lesserevyvde ] revyndei'th' ] i'thglance ] glace285 BIJLAGEN


4 Enkele tekstvarianten in Jacob Cats'Klagende maeghden uit 16 3 3In Cats' uitgaveg Klagende g mae g hden (Dordrecht 1633 zijn negen g van de N Nederlandsea dsegedichten g uit het amoureuze ge<strong>deel</strong>te g opgenomen, ^ waarvan vier e echt t herschreven ver-sies en twee met kleine wijzigingen. Het gaat om de embleembi' l s chrif te n bijl nr. II •;v(p. p 2 5 -26); XII (p., 74-75); ^ xviii (p. P 26-27^ • xix (p. p S7^ • xxi (p. p -^ S • XXXIII ^ 4(p. p I2-125); S> xxxix • > en L. De afwijkingen l gvolgen g hieronder.' Er is geciteerd g d naar het KBexemplaar I 74H 2.I Embleem v.Met kennisse van saken dan hier en elders teaen d ise k se erste ont r - sla h en t as daer om welgy hese t.Kent, eerh mint : gyAnders sal'temant licht ghebueren, dat den box-voet Pan rti eejts bejegende.y ^ ^Pan sagh g het eerste vier ' lY u st doen het was geschapen, g pEn met een dertel oogh g soo g gingh g h Ydat begapen,Het docht hem wonder moey, nam Y het in den arm,Doch naer een korten tidt j soo wasset hem te warm;m,5 HY voelt van stonden aen, ^ en te s sijner 1 schanden,,H Y voelt zyn Y har, Y> en baert, en spitse P s b knevels branden,Daer is de rappe gast te wonder seer ontstelt,Men hoort zyn droef g geklagh g door al hetnaestevelt,H weet niet g waer te gaen, of waer te sullen blijven, Jven,10 H Y weet niet wat te doen, ^ of wien h Y sal bekijven, lTen lesten roept p h Y uyt, Y^ het is m J eygen schuitwil het ongemack g verdragen g met gedult. gMaer leertut Y mijn 1 verdriet op Puwe saken letten,Leert, > vrienden, wie ghy h zyt, uw' plompe lome sinnen wetten:1Gri' S t noytlpetYmetterY handt dat ghyh niet wel en kent,Dat heeft m Y kael gemaeckt, g ^ en menigh-man g geschent. gI I Embleem x i I. (De wijzigingen l g gzitten fitte in r. 1 en 6):Hoe kan een soete eerbare ae Mht ggg genoegh op haer saken een letten?e . d wa les ^y ooc wel bu ten y haer voor-nemenemant y gaende g maeckt en onwetende w het vier blaest. Hebic eb k niet a uy t het volgende g veers, endeu tter daet sel s sulcx bonnen afnemen?yIck vont eens op p een tijt J Tr Yp h Pen e sitten s slapen, s a ,Ick sagh g haer rooden mont, t ^ en b I eff e r opP staen gapen: gp aenDies kreegh g ick stelens lust. maer wat een dievery! YIck stal een kus van haer, en s Y een hert van m Y.^286 BIJLAGEN


SDe mus Y ontrent het speck p die eet met et grootverlangen,g oH Y vat en wort gevat; g h Y vanght, g en wort gevangen: g gen.Siet wat een vreemdentreeck s ! wat kunstjes ^s weetje ^ lief! l'Ghy Y sit gerust g s en slaept,en p^t e steelt noch uwen dief.Andere die het spel soecken, > en haer selfs op den hals halen, > en ^^ a ^n niet seer te b e ^ la g hen ^ schoondie somwijlen vr y lu y de y u troe en over haere eerbaer h e y^ t ende d de d l a^ 'nc erni ^ e haer aenghedaen g [...].III Embleem X V I I I.Nae de kennisse van den persoon : dient ooc kennisse genomen vanet voornemen van de selve, Inditeval ^ ^ mister y wacht u van de ratten g e erve s eck eten, ^ eersein de valle ^^ n segt g de sodana gealsse u voortkomen dit volgende veers e :Vast, of weest vast.5Hoe komt de slimmeast g hoe ^ komt de snoeper p loerenOm m Y besijden l af ten roove wech te voeren!Hoe roept p de lincker u Y t ! Yh is mijn 1 weerde vrient,Ick weet dat h Y myn Y lieft maer ^ niet t ghelijck g l c het e dient. d Geen rat en eter speck, p al isset haer verlangen, g >Of moet haer in de val te voren laten vanen g,Wie hieret Y anders soeckt die heeftet heft qualick q c veur; r'Men laet hier niemant in als doorrechte de e Beu deur.Hierna volgt g het versje l `Heb'' l in den s sin ..' dat niet veranderd is, > waarna:] De gh-emeenschap van de soodanige dient afgeschaft te wesen ... .^IV5Embleem x I x .Wat sullen w Y seggenen vrienden?kle n enuchten lan hdueri h suchten. ick bidde, letter op.y ^ ^ g gGhy Y die' een gildt-os g siet verciert met versche rosen.Met trommels, metheraes g ^ en let hoe korteposen,Hoe licht vergaende g vreugt g syn Y gulle g ' 1 onckhe Yt heeft,En wat deuade q lust voor harde nepen p geeft.Wat baet ons s'werelts vreugt g en al het dertel mallen?Dat nu verheven schynt Y sal haest ter neder vallen;Ach flatmen vreugde noemt 1,duert maer een korte wijl,Van voren schyntet Y spel, p^ van achter is de byl. Y' Eenildt-os g is ^ een vet beest dat met trommelen en pijpen J ghemee<strong>nl</strong>ick g mw om ert g hele y t ^^ eli ^ck Jmen veel ontrent eeni e feest-dagen g placht te doen.'^v Embleem x x I :1...1 Een van de oude heeft tot dien y e n de bevolen het mae hde g a l'ck ehe gy m op te slu ten y in de doosevan Eerbaerhe y t en het stuck daer b te laten. M^e nt ma e nt hier in anders n te doen, die mochtey y ywel varen, als b y 't volgende g g ghedicht te lesen is.287 BIJLAGEN


SI0I S20Els in haer eerste} jeught g h t die d ewou g hed ueri h g weten,radat haer Maeghdom g lach, ^ o of was r se wasgeseten; gS dreyghde Yg g menigmael, ^ indien ment haer versweegh,Dat s Y wou elders gaen, tot s des Y kennis kreegh. gHer a voester was beducht van dit naeu-keurigh g vragen, g,En vreesde e dat het dier het elders mochte wagen, g,Diesloot s s in Y een doos een wonder rappe vinck,Dar e mede s Y in haest tot onse vr Y ster gingh; g gSet i Elsje, Es)^ se de Y vrou, hier ^ binnen let leyverholenatud door mynen Y raedt ten diersten wert bevolen,Ick doe noch (soo ghy h siet) ten lesten uwen sin,Hier Y let een wonder dingh, g^ hier let Y den Maegdo dom in.c^ h mits h ghy dese gunst g van m Y nu hebtgenoten,Watlck u bidden mach soo hout de doosgesloten;Wants 0o het schoon juweel 1 eens kri' krijgt t de ruym me luchtHet sa van stonden s aen g aen tyden Y op p de vlucht.De voester hadese g t Y^ • maer s Ywas naeu vertogen,De ed doos s is op pg gedaen, ^ de vogel voelut- Y evlo g en g :Dae r ston tont doen Els en keeck vervult met enckel spijtSiet etwie haer Mae g dom vint, ^ die is haer Mae g dom quijt. q}Onsen schr y ver is niet lange gg geleden, ^ in den Hage g^ nde b sekere y eerbare jonge J gIoffrouwen,versocht cb g heweest ^ op eenige g Fransche stemmen (die aen de selve wel bevielen) eeni he ^ goede g stoffete willen passen, in plaetse van eeni he lucbte en niet al te eerlijcke liedeken om b haer liedenin plaetse van deselveeson g gen te werden ...VI Embleem xxx 1 I i . (De wijzigingen zitten in r. 4 en S .Oudt trouwen, en oudt kri g hs-man te werden, is van oudts niet goet bevonden en dat vr niet son-J^ ^ g g ^ yder reden ; want,Gherimpelt vel, en vrijt niet wel.P ^ 1De roos daer menigh g dier quam q eertijts } om gevlogen, g gStaet nu, eylaes Y ! en treurt, ^ van niemant aen g eto genGeen wittjesitter op, p? g geen bietje suygteter aen;vraeghje, g l^ waerom dat? haer Ieu g ht die heeft gedaen. g5 Plee g ht liefde Ion ge g lien, p en stelt u om te paren, pDat is het rechte wit van uweroene g Iaren :Minteer u bloemtie ruft ruyft, of nae der aerden duyckt; YU beste oet verslijt,al wortet t niet ghebruyckt.g YDevrse y t r die hier volght ^ op t' ene ^ voren is ese gy t niet wel gelet ^ hebbende, ^ ment y reden te hebbenom m a aldushaer klachte in te brengen; g ^ hy gdie het raken mach Bienter u van.2óó BIJLAGEN


IV Geraadpleegde literatuur289


LIJST VAN GEBRUIKTE AFKORTINGENZie ook de lijst van afkortingen g voorafgaand g aan de Bibliografie. gADIV 1 7etc. 12 Jacob Cats, Alle de wercken. Twee din. Amsterdam ^e c. 1 12. Vgl. gBibliografie g nr. B.28.a 1. afleiding(en)BB Bibliotheca BelgicagBNB Biora g hie nationale ... de Belgiquecc Corpus p christianorumCSEL Corpus p scriptorum p ecclesiasticorum lationorumdp dezelaats. p Het 11-NT verwijst 1 in dit geval gtekstplaatsnaar de onderhavigebij Cats.ed. editie (s)ed. princ. editio princeps (eerste uitgave) g E IF Erotisch woordenboekacs. ed. facsimile editie(reprint) pHDA Handwarterbuch des deutschen Aberglaubens gIDC Emblem books (microfiches van e de e Inter ocu Documentation entatlon Company) p YLangius g Josephus p Langius, g a Pol y anthea nova ... Frankfurt 1613.LCL Loeb Classical LibraryMC Museum Catsianum. De Cats-collectieeschonken gdoor W.C.M.de Jongevan Ellemeet aan de Maatschappij l der Nederlandsche ds e Letterkunde,later opgegaan in de UB Leiden.MN1V Middelnederlandsch woordenboekODC The Oxford dictionary of the christian churchy61). cit. opere citato = in het aangehaald werk)go.v.n. onder verwijzing naar1 gPG Patrologia Graeca Mi neg (Migne)Patrologia Latina Mi neg (MignePauls Real-Enc clo adie der classischen Altertumswissenschafty yr. reel g) (sRGP GS Rijks ^ Geschiedkundige g Publicatieën (Grote eSerie)s.a. sine annus (zonder jaar) ls.l. sine locus zonderlaats psin. g signatuurgsu 1. supplement(en)s.v. sub voce (onder het woord)UB Universiteitsbibliotheekvert. vertalingIF'B Wereldbibliotheek-uitgave g van De werken van Vondel 1927-1937.IVDO Woordenboek der OudheidINT Woordenboek der Nederlandsche taalLITERATUUROPGAVEA.J. van der Aa, ^ Bio gra hisch woordenboek d ksbeschrlder Nederlanden. B evattende leven 1 -vingen g van zoodanigepersonen, gp e s en ^ die zich c op ee e ni grl wijzein izlons vaderlandand hebbenvermaardemaakt. Ed. 1K.J.R.van Harderwijk n G enG.D.Schotel.Eenentwintig gdln.d Haarlem18 S 2 -1878.291 GERAADPLEEGDE LITERATUUR


Aandacht voor Cats 19621. Aandacht voor Cats bij J zijn 300-ste 3 sterfdag. Studies naar aa<strong>nl</strong>eidingvaneld n g de herdenkinge g op 12 september b 9 I 6. o Red. e P Minderaa. P. r aa. Zwolle w e I 692.Acht-en-dertig konsti g e ^ innebeel den. Amsterdam i 737 .Aelianus, De natura animalium, Varia historic E istulae et Fragmenta. Ed. R. Hercher.Paris 18 5 8. SAelianus, On the characteristics of animals. Ed. A.F. Scholfield. Drie dln. Cambridge, g,Massachusetts etc. 1958-1959959 LC L.Aesopus, fabels. Met houtgravures van Thomas Bewick. Vert. Stichting Schoolvoor Filosofie. Amsterdam s.a. [1979]A GL zie Allgemeines Gelehrten Lexicon.gA. Al be r onus ' Hirnsc h lei er. d E S. . Larsen. L.S.. Stuttgart g 1 977 Bibliek oth desliterarischen Vereins in Stuttgart, g ^ 299.Al bertus Magnus, Manus De animalibus libri xxvi. Ed. H. Stadler. In : Beitr g e ur ^ Geschichteder Philosophie des Mittelalters. Texte and Untersuchun g^ en nr. xv-xvi. Ed. C. Baeumker.Twee dln. Munster 1916-1921.A. Alciato. Emblemata. Ed. C. Mignault. Antwerpen 1 81.g P 5[Alciato and the emblem tradition 1 9 8 9]. Andrea Alciato and the emblem tradition. Essays Y inhonor of Virginia g Woods Callahan. Red. P.M. Daly. Y New York 1989.[Alle schilderijen 1976 . Alle schilderijen van het Rijksmuseum J gte Amsterdam. Volledigg el flu st reerde catalogus. g Eindred. P.J.J.an Thiel. Amsterdam etc. 1 96 .All g e m eines Gelehrten Lexicon. Red. C.G. ocher. Vier dln. Leipzig P 1750-1 gg7 5i. Af ekortals A GL .[Amoris divini 1629]Ạ moris divini et humani antipathia ... Antwerpen 1629.pB. Aneau, Imagination g poetique. 9 Lyon Y 1 SS 2. De Latijnse ed.: Pieta poesis. Lyon Y 1 SS2.Anthologia Graeca. Griechisch-Deutsch. Ed. H. Beckby. Vier dln. München 1957-1958.gY[Apophtegmata 1609]. Apophtegmata Graeca, Latina, Italia Gallia Hispanica, collecta aGeraerdo Tuningo. Leiden 160 .g 9Apuleius, Apologia. Ed. R. Helm. Leipzig 1 2.p ^P g 97Apuleius, Apologie. Florides. Ed. P. Vallette. Paris 1924.p ^Apuleius, The e of den ass, being the metamorphoses of Lucius Apuleius. Ed. W. Adlingtoni Sby 66.SRevised b . Gaselee. London etc. 1 9 1 5 -1 9 24 LCL . Inmiddels in de ed.Apuleius, Metamorphoses. Twee dln. Ed. J. Arthur Hanson. Cambrid g^ e Massachusettsetc. 18 99 LCL .Apuleiuse De ou den e el. Metamorphosen. Roman van Apuleius. Vert. M.A. Schwartz.^ ^ ^Tweede druk. Amsterdam 1989.[Archilochus]. Ele gy and iambus, being g the remains of all the Greek elegiac g and iambic poetsfrom Callinus to Crates excepting the choliambic writers with the Anacreontea. Twee din.Ed.J.M. Edmonds. London etc. 1 93 1 (LcL).292 GERAADPLEEGDE LITERATUUR


Aristoteles, The arto rhetoric. Ed. J.H.Freese. London etc. 1 26 (LcL).Aristoteles, Historia animalibus. Toulouse 161 9 . 9Aristoteles,Histor o animals. Ed. R. Cressell. London 1862 (Bohn Library)..^ YAristoteles, Histoire des animaux. Ed. P. Louis. Drie dln. Paris 1964-196 9 Budé .Aristoteles, The Nicomachean ethics. Ed. H. Rackham. London etc. 1 934 L c L . 934Aristoteles, Ethica Nicomachea. Vert. R.W. Thuis. Amsterdam etc. 1 .1 954Aristoteles, Politics (Politica). Ed. H. Rackham. Cambridge, Massachusetts etc. 1 2g ^ 97(LcL).H. Arni sea s u e De lure connubiorum. Frankfurt 161 3(latere 3 ed.: Strasbourg u g 1 66 3 .W.B. Ashworthr, `Marcus Gheeraerts -and the Aesopic p connectionin seventeenthcentury scientific illustration.' In : Art .i journal(1984), 44 132-138.Augustinus, De civitate dei libri i-x. Ed. B. Dombart en A. Kalb. Turnhout 1g ^9SScc xLVII .Augustinus, De stad van God. Vert. G. Wijdeveld. Baarn etc. 1983.g ^ lAugustinus, Confessionum libri xIII. Ed. L. Verheien. Turnhout 1 81 (cc xxv II .g ^ l 9Augustinus, Belijdenissen. Vert. G. Wijdeveld. Tweede druk. Baarn 1 88.g ^ J 1 9Augustinus, D e fide rerum invisibilium Enchiridion ... Ed. M.P.J. van den Hout e.a.g >Turnhout 1 9 6 9(cc xi. v I. 99Augustinus, De sermone domini in monte libros duos. Ed. A. Mutzenbecher. Turnhout 1 6g ^ 97(cc xxxv .Augustinus, g ^ Enarrationes in Psalmos I-L. Ed. D.E. Dekkers en I. Fraipont. p TurnhoutI 9S6 (cc XXXVIII .Augustinus, g ^ In Iohannis evangelium g tractatus cxxll E d. D.R. Willems. Turnhout I1954(cc XXXVI .Augustinus,Sermones de vetere testamento I-L. E d. C. Lambot. Turnhout 1 ^ 61 (cc )(LI).Ausonius. Ed. H.G. Evelyn White. Twee 9 dln. London etc. 1 961 (Lc L). L.C. Bakker, Volksgeneeskunst ggin Waterland. Een vergelijkende studie met de geneeskunst derGrieken en Romeinen. Amsterdam 128. 9C. Balavoine, `Le classement thématique q des emblèmes d'Alciat : recherche etpater-Pnité.' In : The emblem in renaissance and baroque q Europe 1992 I-21.S. Bar g a g li ^ Dell' imprese. Venezia 11594.K. Bartels, Veni, vidi, vici. Ge lu g elte Forte aus dem Griechischen and Lateinischen. 9.Auflage. g Darmstadt 1992.M. Bath, Speaking pictures. English emblem books and renaissance culture. London etc. 1g g 994.W. Baudartius, A o hthe mata g christiana ofte ^ hedenck-weerdi g he g leersaeme, ende d aerdi ghespreucken. Deventer 160. S Latere ed.: Amsterdam 1616 en Leiden 16 32.293 GERAADPLEEGDE LITERATUUR


D. Bax, Ontcijfering J g van Jeroen Bosch. D iss. Nijmegen. l g 's-Gravenhage g 94 I 8.D. Bax, Beschri jvin en o in tot verklaring van het Tuin der onkuisheiddrieluik vanJeroenJ ^ g^ gBosch. Gevolgd door kritiek op Fraenger. Amsterdam I 6.g p g 9SBB, zie: Bibliotheca Belgica. gJ. Becker, "De duystere sin van de g geschilderde g figuren.' Zum Do pp el s inn in Rat se 1 ,Emblem and Genrestuck.' In : Dort and Bild 1984, 94B. Becker-Cantarino, Daniel Heinsius. Boston 1978.97J.B. Bedaux, The reality y of symbols. Studies in the iconologyof ^Y Netherlandish art I 4 oo-18 00.'s-Gravenha g ge 99 I o.D. J .M. ten Berge, g ^ `acob Cats als renaissancistisch dichter.' In : De nieuwe taalgidsg 6 69(1976 ),III-1I 7 .D. J .M. ten Berge, g , De hooggeleerde en ^ oetvloeiende dichter Jacob Cats. ' s -Grav e nh age 979. iBernardus, Opera, in duos tomos distincta. Venezia I .> S7SBernardus, > Opera, 1. S Sermones super cantica canticorum 3J s- . Ed. L ec 1 erc q^C.H. Talboten H.M. Rochais. Roma 1957.Bernardus, Opera, ii. Sermones super cantica canticorum 6-86. Ed. J. L 1 e r c C.H. Talboten H.M. Rochais. Roma 1 9S9 58.Bernardus, Opera, iii. Tractatus et opuscula. Ed. J. Leclerc q e en H.M.Roma1963.Bernardus, Opera, Ii Sermones 1. Ed. J. Leclercq e q en H. RochaisṘomaI a s. oma 1966. 9Bernardus, > Opera, i'. Sermones ii. Ed. J. Leclercq eoma q9en H. Rochais. 6 R 8. IBernardus, > Opera, t 7I 1. Sermones ii. Ed. J. L e cl e r c en q H. Rochais. c Roma I 97o .Bernardus, Opera, 1 VII. Ed. J. Leclerc q en H. Rochais. Roma I1974.Werken van Sint Bernard, abt van Clairvaux. Vert. Cisterciënzer monniken van de strenge gorde en strenge observantie, ^ Abdij 1 o. L . v. van Koningshoeven, g ^ Tilburg. g Acht dln. d Asten 1955-1961.Thesaurus Sancti Bernardi Claraevallensis. Twee dln. Leuven 1987.P. Beroaldus, Orationes prelectiones rae ationesuaedam quaeda mithicae & historiae PhilippiParis I SS o .Beuckelaer 186 9 . Joachim Beuckelaer. Het markt- en keukenstuk in d.de Nederlanden IJ r o-r6JoTent. cat. Gent 186. 9B. Beu not g `Florilè s e et Polyantheae. y Diffusion s et statut du lieu communa l'époque a epoqueclassique.' q In : Etudes ran ^ aises 133 977 I ^ 119-141.Van Beverwijck 1Y^ 16 5 2]. . van Beverwyck, Alle de wercken. Amsterdam 16 S 2.Bible i6 i o . La bibleui q est toute la saincte escriture du vieil & du nouveau testament ...Imprimé P pour p Jacob Stoer. Genève 161o.294 GERAADPLEEGDE LITERATUUR


[Biblia Deux aesbl - bel . Biblia : dat is, de gantsche H. Schrift, rondelick ende trouwelickl ^ ^gv e r u d y t s c het ... Leiden I S7 8. Zie ook : Tremellius 1607.Bablaotheca Bel ^ aca. Bzblao ^ r a ie h énéral g des d Pas-Bas. y Red. F. van der Haeghen g en M.-T.Len g er. Zeven d 1 n . Brussel s 16 94 -i 975 (Afgekort g als BB).F.J . Billeskov Jansen , 'Hollandske emblemer of Norske valbirkkander.' In: : Danskes to d ier. Red.A. Hausen en E. Dal. Kobenhavn 1 9S 95 6, ^ 13 -I 7 S . Raekke ^ 3. Band .F. J . Bill es k o v Jansen, ` L'influence de la littérature néerlandaise dans les p paysa scandi-naves au x v I I e siècle.' In : Actes du iiie Congrès g de l' Association internationale de littératurecom arée. 's-Gravenha g e 91 ^ 6249 S- 8.B a ^o a h r e i nationale n ubliée par l'Académie Royale des Sciences, des Lettres et des Beaux-artsde Belgique. Vierenveertig g din. Brussel 1866-I 986. (Afgekort g als BNB).H.M. Black, , `The Stirling g Maxwell Collection of emblem books in Glasgow g UniversityyLibrary.' Y In : The bibliotheck 8 1 977 ^ 156-167.BNB, zie : Bio gra hie nationale ... de Belgique.S. de Bodt, `... Op de raempte offmette brodse ... ' Nederlands borduurwerk uit de eventiendeeeuw. Tent. cat. Amsterdam 1987.A.M.S. Boethius. De consolations hiloso hiae libri quinque q q ... Ed. G.D. Smith. Hildesheimetc. 1976 (Heruitgave g van de ed. London 1 9 25).Boethius, De vertroosting van de filosofie. Vert. R.F.M. Brouwer. Baarn 1 o.g 99M. Boghardt,Analytische Druck orschun g . Ein methodischer Beitrag g^u Buchkunde andTekstkritik. Hamburg g i 977[Bol 1 95 8-11.L.J.Bol ^, `Een Middelbui se g Brue hel- g roe g . pvil. Adriaen Pietersz. vande Venne, schilder en te y ckenaer. A. Middelburgse g periode p ca. 1614-162 5 : In: OudHolland 73 1 9S 8 ^ 59 -79.[Bol I 9S 82 - L.J.Bol, ^ . `Een ^ Middelburgse g Brueghel-groep. v1II. Adriaen Pietersz. vande Venne, schilderen te ckenaer. Y B. Haagse g periode p ca. 1625-1662.' In: Oud Holland73(1958), 128-I 47.Bol 1 9 82-1L.. 9 841. Bol `Adriaen Bol, Pietersz. van de Venne schilder en teyckenaer. Y i.Oriëntatie naarlaats p en tijd. Winterlandschappen.' In: Tableau 5-2(1982),168-iS 75;`II. Zomerlandschappen. De `Schilder Y -winckel' gezien g als een Middelburgs g cultureelcentrum.' In: Tableau -(1982-1983),2 -261;S3 `I II. Allegorisch-historischeorischhiische schilde-S4 ^ grijen. 1 `Van veel troniën in't werc te pas p te brenghen' g (Carel van Mander).' ec In: Tableau5-4 193^ 8 2 7 6-28 3 ; `Iv. Historische onderwerpen: p vorstelijk bezoek aan dorp p enstad.' In: Tableau- S S 198 3^ 34 2- 347 ^ • `v. Het water en de sche. pen`Een lant dat isbe<strong>deel</strong>t met waters tusschen beden'.' In : Tableau -6 1 8 16- 21 ' N/I. Van deY S 9 3 ,4 4Venne alsortrettist. 'Ick soeck en vin altfijt' A. van de Venne).' In: Tableau 6-1p altijt-6 ' `VII. Grisaille-schilderingen.' In: Tableau 6-2(1 9 8 3),62' ` VIII.54 3^ g5-3 Grien.'In: Tableau 6-3 (1983), 55-64; `Ix. Adriaen van de Venne alssaille-schilderingen.' g 3 93^SS4^illustrator.' In Tableau 6-4 4 194^4957'^8 49-57; `x. Adriaen van de Venne als illustrator(Haagse P periode).' In Tableau 6- S 18 94^ 6977.-L.J. Bol, Adriaen Pieters. van de Venue. Painter and draughtsman. Doornspijk 18 .^ pl 99295 GERAADPLEEGDE LITERATUUR


Book of beasts 1 9S4 . The h bestiary.A book o beasts. Ed. T.H. White. London 1 9S. 4U. Bo r neman n A<strong>nl</strong>ehnung g uund Ab g ren ^ un ^ ; Untersuchungen g ^ ur Re ^tion e der niederl^ndischenh Literatur in der deutschen Dic htun ^ sre orm des sieb ^ ehnten ahrhunderts. A ssen I 976.J. Bouman,^ Nederlandsegelegenheidsgedichten voor 71 0o in de Koninklijke J Bibliotheek te'- sG raven ha g e. Catalo g us van gedrukte g gedichten g op pg gedenkwaardige g gebeurtenissen ginhet leven vanarticuliere p personen. P 's-Gravenha g ge 9I 82.A. . van ou B g r oin g e ^ n Ghebrecken der ton g he. Antwerpen P 1631. Een bewerking g van A. aBurgundia, g ^ Lingua g vitia & remedia. Antwerpen p 163I.G.A. Bredero, Moortje. Ed. P. Minderaa en C.A. Zaalberg. Leiden 1 8 (De werken^ J g 94van Gerbrand Adriaensz Bredero).[Brehms Thaerleben 1883-1887]. Brehms T hierleben. Allgemeine g Kunde des Thierreichs. Zweite, ,umgearbeitete g Auflage. g Tien dln. Leipzig P g1883-1887.R. Breugelmans, g ^ `De eerste P publicaties van Jacob Cats (i593-1598).' In: A rchie I 977 .Mededelin gen van het Koninklijk Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen. S. l. i 977 2I2.-219.G.C.A. Briels, Zuidnederlandse boekdrukkers en boekverkopers in de Republiek der Verenigde gNederlanden d omstreeks k f7 I o-16 3 o. 's-Gravenhage g I 974 (Bibliotheca Biblio g ra PhicaNeerlandica, v i).G. A . Brongers, g ^ Nicotiana tabacum. The history y of tobacco and tobacco smoking g in theNetherlands. Groningen g 1 964.P. Brown, rw, Lichaam en maatschappij. ^ Man, vrouw en seksuele onthouding g in het vroege gChristendomo f n.C.- 4J o n.C. Amsterdam 1990.W. Wr B ckn u r `Loci e communes als Denkform. Literarische Bildung gand Volkstraditionzwischen Humanismus and Historismus.' In: Da hnis 4(1975), 1- 12.J. de Brune, Emblemata o inne-werck. Middelburg 1624 (facs. ed. P. J . Meertens. Soest^ g 4I 97o)De Brune 1 990] . Johan de Brune de Oude 188-16 I J. Een Zeeuws literator en staatsman uitdeeventiende ^ eeuw. Eindred. P.J.Verkruijsse. 1 Middelburg g 99 I o (Werken uitgegevendoor het KoninklijkZeeuwsch Genootschap P der Wetenschappen, 6).T. de Br Emblemata secularia ... S .1. 0 enheim 1611.Y^ pPA. Buck, Die Re e tion der Antike in den romanischen Literaturen der Renaissance. Berlin1 97 6 (Grundlagen der Romanistik, 8).97 gA. Burgundia, zie : Van Bour oin ne.g ^ g gc J. Calvijn, Institutio christianae religionis ... G enève I 68.)^ g SInstitutieonderwijzingin de christelijke odsdienst. Vert. A. Sizoo. TweedeJ. Calvijn, of gdruk. Drie dln. Delft s.a.1 -1 949 9S9J. Calvijn, Uitlegging van de pastorale brieven. Vert. H. Schroten. Kampen 1 66.)^ ^ g p 9J. Camerarius, S mbolorum & emblematum ex animalibus quadrupedibus. Nurnber iy q g 595.J. Camerarius S mbolorum et emblematum ex aquatilibus et reptilibus. Frankfurt 16y ^ S4(ed. rinc. l S94•296 GERAADPLEEGDE LITERATUUR


J. Camerarius, S mbolorum ^ emblematum ex volatilibus et insectis. Frankfurt^ y1 6S4(ed.princ. 1604).4C. Camilli,m> 111 Imprese als lu tri di diverse coi d i cor s si ... Venezia S86 1.G.C. Ca paccio Delle imprese trattato. Napoli p I S92.H. Cardanus, De subtilitate libri XXi ... Basel 1 55 4. S4•V. Cartari, Imagini g delli dei deli g antichi. Venezia 1647 (ed. princ. S I S 6 .CassiusDio Cocceianus, Ro man history. y Ed. E. Cary. y Negen g dln. London etc. 1 9 14-1 9 2 7(LcL).B. Castiglione, g ^ Het boek van de hoveling. g Vert. A. Haakman. Amsterdam 1991.J. Cats. Zie voor deebruikte g uitgaven g van de Sinne- en minnebeelden de Bibliografie g aanhet begin g van dit <strong>deel</strong> van deze uitgave, g i vgl. g verder de bloemlezingen g Van Es 1 962-2en Van Es 1977.J. Cat s, Aenmerckin 8 he op de te g enwoordi g e steert-sterre en Drie lofdichten op Philips vanLansbergen. ^ Ed. G.J.Johannes. Utrecht 1986.J. Cats, A lle de wvercken. Twee dln. Amsterdam etc. I 7 I2. (Afgekort g als iDw 1712.Cats, Maechden-plicht. Middelburg g 1618.J. Cats, Houweel y ck. 's-Gravenhage g 162 S.Cats, Spiegel van den ouden ende nieuwen ti J g dt. 's-Gravenha ge 1632 (facs. ed. H.H.Zwager. g Amsterdam 1968. Afgekort g als Spiegel ^el 1632).J. Cats, Het .S wen s he y dinnet J e. Ed. H.J.Vieu-Kuik. Vijfde druk. Den Haag g 1980.(Afgekort als ed. Vieu-Kuik 1980.Catullus. Ed. F. Warre Cornish. In : Catullus Tibullus Pervi ilium veneris. Second edition,revisedG.P.Goold. by Y G Cambridge, g^Massachusetts etc. i 9 __ LCL .L. Char bonneau-Lassa Y ^ La m y stérieuse émblematique ^ de Jésus Christ. Le bestiaire du Christ.Brugge e 1940.T.h C etw Y n d ^ Dictionary y o symbols. London etc. 1982.J. Chevalier en A. Gheerbrant, Dictionnaire des s mboles. Mythes, réves, coutumes, gestes,ormesi uren couleurs, nombres. Huitième réimpression. Paris 1 88.g ^ ^ p 9J. Chrysostomus, Opera omnia. Basel IY ^ S47•J . Chrysostomus, Y ^ Opera omnia. Achttien dln. Paris 1862-186 3 PG XL VII-LXIV .Cicero, De finibus bonorum et malorum. Ed. H. Rackham. London etc. 1 9 21 LCL .9Cicero, De hork on van wel en wee. Vert. J. van der Linden. Baarn 1 82.^ 9Cicero, De natura deorum. Academia. Ed. H. Rackham. Cambrid g^ e Massachusetts etc.1 976 7(LcL).Cicero, De officiis. Ed. W. Miller. London etc. 1968 L C L .Cicero, De oratore i-il. Ed. E.W. Sutton; De oratore 111 Defacto, Paradoxa stoicorum, Departitione oratoria. Ed. H. Rackham. Twee din. London etc. 1 942 (LcL). 94297 GERAADPLEEGDE LITERATUUR


Cicer o^Driegesprekken raevo er redenaarskunst. Weten-denken-spreken. Vert. H.W.A. vanRooijen-Dijkman en A.D. Leeman. Am ster am 1 ^ 8. ^Cicero, De senectute, , De amacat i a De ^ divinatione. da Ed. W. W Armistead s Falconer. London etc.1 9 2 3 (LcL).Cicero, Over de ouderdom Cato Maior De senectute). Vert. W.A.M. Peters. Baarn I 9S 9.Cicero, Epistulae as a damiliares. Ed. D.R. Shackleton Baily. Y Cambridge, g ^ New York I 977•Cicero, East Epistulae da uintum ratrem. In : The letters to his brotherQuintus. Ed. W. Glynn YWilliams. London etc. 1 97 2 (LcL).Cicero, The letters to his friends. Ed. W. Glynn Y Williams. Drie din. Cambridge, g,Massachusetts etc. 1 9 6 5 -1 97 2 LC L .C i cero In Lucius Calpurnium Pisonem oratio. In: Pro Milone In Pisonem Pro Scauro ProFonteio, , Pro o Rabirio Postumo, Pro Marcello Pro Li g ario , Pro Ree Reg Deiotaro. Ed. N.H.Cambridge, g ^ Massachusetts etc. 99 1 2LC L.Cicero ProMarco Caelio oratio. In : Pro Caelio De provinciis consularibus Pro Balbo. Ed.R. Gardner. London etc. 1 970 (LcL).C i ce ro Pro Sexto S Roscio Amerino. In : Pro Publio uinctio Pro Sexto Roscio Amerino Procanto Roscio oscao Comoedo, lege g Agrariagi-III. Ed.J.H.Freese. Cambridge, g^Massachusettsetc. 1967 97 (LcL).Cicero, Tusculan disputations. Ed.J.E. King. g London etc. I 97 2 (LcL). LCicero, Gesprekken in Tusculum. Vert. C. Verhoeven. Baarn 1980. 9J.E. Cirlot, A dictionary o symbols. Vert. uit het Spaans door J. Sage. London 1962.y p g 9Claudianus . Claudian. Ed. M. Platnauer. Twee dln. London etc. 1922 (LcL).9R. J . Clements, Picta poesis. Literary and humanistic theory yin renaissance emblem books. Roma16o 9 (Temi e testi 6 .A. de Cock, Spreekwoorden en e swi j en over de vrouwen, de liefde en het huwelijk. Gent I I i .A. de Cock en I. Teirlinck, Kinderspel en kinderlust in Zuid-Nederland. Met schema's entekeningen van H. Teirlinck. Acht din. Gent 1902-1908.gCodex Iustinianus. Corpus iuris civilis. Ed. P. Krueger. Berlin Ig 9S4•R.L. Colie, `A note on the English g translations from Jacob Cats.' In: N eo hilolo g us 383I 9S4? 3 06- 310.D.V.Coornhert, , Zeekunst d dat is wellevenskunste. Ed. B. Becker. Leiden I 942 (Leidsedrukken en herdrukken, ^g groote reeks, a 3 .M. .0 Corbett ten R. Lightbown, g ^ The comely y^frontispiece. The emblematic title-page in En landro-r66o. IJ London etc. I1979.G. Corrozet, Hécatom ra hie (Paris 1540). Ed. C. Oulmont. S.l. [Paris] 1905.gG. Corrozet, Hecaton ra hie. Paris Ig S43•P. Costalius, Pegma,cum narrationibus philosophicis. Lyon I .Y SSSDe Franse ed.:P. Coustau, Lee me avec les narrations hiloso bi ues. Lyon i 6o.g ^ q Y S298 GERAADPLEEGDE LITERATUUR


gq. C^ ouch A hastor y thefishes o hh o t e h Britis Islands. Drie dln. London 1862-186 3 .W.A. Coupe,s` Un 1 e iche Liebe. A sixteenth-century topos.' In : T he modern languagegYreview 62(1967), 661-671.Coustau , zie : Costalius.S. de Covarrubias Orozco , Emblemas morales ... Madrid 1610.D. Cramer, Octoginta emblemata moralia nova. Frankfurt am Main 16 o (facs. ed.g 3Hildesheim etc. 1981).E.R. Curtius, Euro aische Literatur and Lateinisches Mittelalter. Siebente Auflage. Bern gI 9 6 9[Quintus Curtius Rufus]. Quintus Curtius. Ed.J.C. Rolfe. Twee dln. London etc. 1 94694r cL . Hierin : Historiarum Alexandri Mani Macedonia `Histor of Alexander'). Y er.P. Cypraeus, Yp ^ De connubiorum iure tractatus a multis desideratus ... `De s ponsalibus'.Ed. H. Cypraeus. Yp Frankfurt 1605.[Daly Y 1979 -I . P.M. Daly, Y ^ in the light i g of the emblem. Structural parallels betweenthe emblem and literature in the sixteenth and seventeenth centuries. Toronto etc. 1979.[Daly Y 19 79-2]. P.M. Dal Y ^ Emblem theory. y . Recent German contributions to the characters^a-tion of the emblemenre. ^ Nendeln 1 979 Wolfenbiitteler Forschungen, g ^ 9).[Dawn of the Golden Age i . Dawn of the Golden Age. Northern Netherlandish art 1 Bog993 ^ J1620. Red. G. Luiten e.a. Tent. cat. Amsterdam. Zwolle 11 1993.J. Dejardin, l Dictionnaire des spots ^ ou roverbes wagons. Deuxième gédition. Twee dln. Liège1891-1892.A.. Dekker, `Vrijen 'Vrijen in Nederland.' In : Mededelingen ^ van het Instituut g,voor Dialectologie,Volkskunde en Naamkunde van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen 22(1970), 9-15.De la Perrière: zie Perrière.A.J. J. Delen, Histoire de laravure g dans les anciens Pas-bas y et dans les provinces Belge es desorigines ^ ^ jus q u'à la fin du xi'IIIe siècle. Paris I 935 .E. de Dene, De warachti he fabulen der dieren. Brugge 16 (facs. ed. M. Goetinck eng gg 5 7W. le Loup. Roeselare 1978).PJ.H. Derkinderen-Besier, Modemetamorphosen. De kleedij onzer voorouders in de zestiendeeeuw. M.m.v. C. Neeb. Amsterdam 1933.J.H. Derkinderen-Besier, Spelevaart der mode. De kleedij onzer voorouders in de zeventiendeeeuw. Amsterdam 1 95 o. 95G. Derudder, Un poète néerlandais. Cats, sa vie et ses oeuvres. Calais 18 8.> 9Deux-aes, zie: Biblia Deux-aesbijbel.Digesta. ^uin ua inta librorum de estorum g sive andectarum iuris caesarei. Drie dln. ParisI 540Digesta. Ed. T. Mommsen. Berlin 18 .g 77299 GERAADPLEEGDE LITERATUUR


EJ.M. illh D e rr H s Himmel me und Erden ... Nu rnber g 1674.Dio , zie : Cassius Dio.Diogenes g Laertius, ^ De vy t' ys . dogmat. g & a o ht. clarorum philosophorum, ^ libri x ... Genève161 5Diogenes Laertius, Lives o eminent philosophers. Ed. R.D. Hicks. Twee dln. London etc.gI 9 2 S (LCL).Diogenes g s Laertius, Leven en leer van beroemde e filosofen. Vert. R. Ferwerda en J. Eykman. yBaarn 189. 99Dionysius Y [van] Halicarnassus, An ti ^ u't y atum Romanarum. Ed. A. Kiessling g en V. Prou.Paris 1886.Di on Y slus [van] Hahcarnassus ^ Tb The Roman antiquities. q Ed. E. Cray. Y Zeven dln. Londonetc. 1 962-19 7 8 LC L.L. Dittrich, Emblematische ` Weisheit e t u und naturwissenschaftliche turwssensc Realitat.' In : ahrbuckur internationale German y sti k. Heft 2. )(III 0 98i), 9 ^ 36-6o. Ook opgenomen in : DieS prache der Bilder 197 97^ 8, 21- 33.Dodonaeus 1608 . Cru y dt bo e ck van Rembertus Dodonaeus, volgens ^ g si 'ne ^ laetste verbeterin ge :met bijvoegsels achter elck capittel, ^ uit y verscheiden cru y dtbeschri Jvers ... Leiden i 6o8.Y. Dournon, Le grand g dictionnaire des citations ran faises. Paris 1982.. .Y Dournon, Le e dictionnaire da gonna des roverbes et dictions de France. S.1. 1 9 86.E. Droulers D yc y 'on nay rees deattributs allé ories emblèmes et s mboles. Turnhout s.a.M.F. Du a n t n i i The child in seventeenth-century y Dutch painting. g Ann Arbor, ^ Michigan gi98 3I.H. van Ee g^lh en DeAmsterdamse d boekhandel 1680-172f. Vi'f dln. Amsterdam 1 96o-1 97 8.W. den Elger, Zinne- beelden der liefde. Leiden 1 7 0 3 .g ^Deon e van Ellemeet zie : Museum Catsianum.gE 1l In ' ger ^ Geschichte e der neulateinischen y L rik in den Niederlanden vom Ausgang gg des fin f- -^ ehnten bis ^ um Be g inn des sieb ^ ehnten ahrhunderts. B erlin etc. I 933•The emblem in renaissanced^^and baroque Europe 1 99 2]. The emblem in and baroqueEurope. Tradition and variety. Selected pp a ers of the Glasgow g International EmblemConference3 I I August,I o. 99 Red. 799A . Adams en A.J.Harper. e Leiden etc. 1 2.[Emblemata 1 976 Emblemata. a Handbuch ^ur S i nbil n dk unst des xi -i. and xvii. Jahrhunderts.Red. A. Henkel en A. Sc h" one. Stuttgart a tgg 1967. Aangevuld met: Supplement derErstaus g abe. Stuttgart g I 976.p Emblernes et devises au temps de la renaissance. Essays E présentés a deux colloques. 9 Red.M.T. ones D . Paris181 (Centre de recherches sur la renaissance, 6).s9Epictetus, p The d discourses s as reported y b Arrian, the manual, and fragments. g Ed. W.A.Oldfather. Twee dln. Cambridge, g^L Massachusetts etc. 1 9 67 -1 966 LC (LcL).300 GERAADPLEEGDE LITERATUUR


[Epicurus]. Epicurea. Ed. H. Usener. Leipzig 188 7 . Zie ook: Oates1 40 9 .[Erasmus]. Desiderii Erasmi Roterodami Opera e omnia in adem decemtoi los distincta. Ed. J. Clericus. e Leiden 1703-1706 facs. ed. Hildesheim e 1961-1 962.Afgekort1als Clericus).rlErasmus, Collected works. Ed. R.A.B.r Mynors Y e.a. dln. 1 Toronto etc. 1 974-Erasmus, m Adagiorum g chiliades tres, , quae q Ioannes Sartorius in Batavicum sermonem m proprie aceleganter g convertit. Antwerpen p I S61.Erasmus, Adagiorum g chilias prima ,p pars prior. p Ed. M.L. van Poll-van de Lisdonk e.a.In: Opera omnia, II-I. Amsterdam etc. 1993; 993, Adagiorum g chilias secunda,nda ^ pars p altera.Ed. F. Heinimann en E. Kienzle. In: Opera omnia, , 11- 4 . Amsterdam1 etc. 987, A Ada-g iorum chilias tertia. Ed. F. Heinimann en E. Kienzle; ^ en: C entur' aa tertiae e aae Adagium gprimum. Ed. S. Seidel-Menchi. In: Opera omnia, 11- 5 . Amsterdam etc. 1 9 81; Adagiorumgaorumchilias tertia, ,p pars altera. Ed. F. Heinimann en E. Kienzle. In : Opera omnia, , II -6.Amsterdam etc. 1981. 9Erasmus Colloquia q familiaria, ^ o gemeensame t'samen-spraken. Amsterdam 1622.Erasmus, Parabolae. Ed. C. Lycosthenes. Frankfurt am Main 1 68.Y SErasmus, Parabolae live similia. Ed. d .- Cn. . Margolin.I 0Opera omnia, , I. - SAmsterdametc. 1975, 9 1 -33 2.Erasmus, , Parallels. Parabolae sine similia. a E d . R.A.B. M y nor s . n I .Collected works, dl. 23.Literary Y and educational writings g 1. Antibarbari. Parabolae. Ed.C.R. . Thompson. pToronto etc. 1 978, , 12 3 -2 77 .Erasmus, De on-ervaren kri hsman en Sileni Alcibiadis, of schijn bedriegt. S.l. 1622., Jg ^ J gErotisch woordenboek. Red. H. Heestermans e.a. Baarn s.a.Af ekort als Lill.gG.A. van Es, , `acob Cats. Van Zeeland over Dordrecht naar Den Haag.' g In : Geschaede -nis van de letterkunde der Nederlanden, dl.. 4etRed. F. Bauer e.a. 's-Hertogenbosch c.I 94, 8 65-114.Deeltitel: De letterkunde van renaissance en barok in de zeventiende ^ , eeuw, I.Van Es 1962-11. G.A. van Es, `Cats als moralist én dichter.' In : Aandacht voor Cats1962, 7-26. 9 ,7Van Es 162-2 9 . G.A. van Es, ^JSpiegel van menselijk leven in prenten en veren van Jacob Cats.Amsterdam 162. 9Van Es 1 977]. Zedenkundig g vermaan voor jong 'on en oud uit de prentboeken van Jacob Cats. Ed.G.A. van Es. Culemborg g I1977.Euripides. Ed. A.S. Way. Vier dln. London etc. 1 9 24-1 947 Lc1 .YThe European emblem 1990]. The European emblem. Selected P papers p from the Glasgowgconference I1-1 4 August, g ,99 1 9 8 7. Ed. B.F. Scholz e.a. Leiden etc. I o (Symbola Y etemblemata, 2).EIk" , zie:: Erotisch woordenboek.K. Exalto, ^ De dood ontmaskerd. De voorbereiding g op de dood in de late middeleeuwen, ^ in de re ormatieen in de ere ormeerde theologie in de I e en in begin I óe eeuw. Amsterdam Ig g 7 g 975.jOI GERAADPLEEGDE LITERATUUR


FP. . Flsc Fischer, e 'Music in p paintings g s of the Low Countries in the 16th and i7th 7 centuries.Musik s au f n i ed erlan i d hen sc Gem"lden a im 16. and 17. 7 ahrhundert.' In : Sonorum seculumS 0- S I(1 97 2),I- I 2 8.A. Flamen, Devises et emblesmes d'amour, moralise. Paris 16 2.> 7Flaviusose hus zie Josephus.P ^ pE . de la Fontaine aVerwey, De illustratie van letterkundige g werken in de xt Mire eeuw. Bijdragetot geschiedenishaedenas van het he Nederlandse d boek. Dis. k Leiden. s. Amsterdam i 934 .[De la Fontaine Verwey Y 197 9733 en I 979 . H. de la Fontaine Verwey, Y^ on the débutof Daniel Heinsius as a Dutchoet.' P In Quaerendo : 3 97 I 3 291-308. Later verschenenals `Willem Jansz en de Nederlandse emblematiek. I. Daniel Heinsius als Nederlandsdichter.' In: Uit de wereld van het boek. Amsterdam 1 979> , III, 97 -1I 3 .H. de la Fontaine Verwey, de wereld van het boek. D rie dln. Amsterdam 1975-1976-Y1979H. de la Fontaine Verwey, Y> Jansz Blaeu, Mercator sapiens.' p In : Uit de wereldvan het boek, dl.. 3 Amsterdam 1 979 - 9, 9 34 .L. Forster, `Fremds rache and Mutters rache : zur Frage der polyglotten Dichtung inp p g p Yg gRenaissance and Barock.' In: Neo hilolo us 0960,177-195. g 4SL. Forster, The ic ire. Five studies in European petrarchism. Cambridge 16 .y g 99L. Forster, `Die Emblemata Horatiana des Otto Vaenius.' In : Geschichte des Textverstdndnissesam Beispiel von Pindar and Hora. Red. W. Killy. Y München I 981 ^117-128Wolfenbutteler Forschun g^ en i2).J. Le Franc q van Berkhey, Y ^ y ke historie van Holland. Vierentwintig g dln. Amster-dam1769-1779.Franits 18 9 7 en I 993 . W. Franits, ^ `The vertues which ought g to be in a complete woman' :domesticity g in seventeenth-centuryy Dutch art. Diss. New York i 97 8 . Omgewerkt g als han -delsuit g ave : Paragons g of virtues. Women and domesticity y in seventeenth-century y Dutch art.Cambridge, g ^ New York I1993.D. Franken Dz., Adriaen van de Venne. Amsterdam 18 7 8.J.G. Frederiks, ` Jacob Cats en zijne omgeving,naar aa<strong>nl</strong>eiding g van de handschriftenin het Museum Catsianum.' In: Oud Holland 7 1889, 169-1 88 en 24 1-26 5 .J.G. Frederiks, `De Zeeusche nachtegael g 1623 .' In : Oud Holland 14(1896),I 4 93S - en79 6- i .R. Freeman, English emblem books. London I 8.g 94M. Friesendorp en A. Joosse, `Cats Vives en acht wijzemaagden.' g In: De nieuwetaal g ids 767 18 93^ 245-25o.G P. Gaskell, A new introduction to bibliography. Oxford I 979•[Geber]. The `Summa er ectionis' of Pseudo-Geber. Ed. W.R. Newman. Leiden etc. 199199Collection de travaux de l'Académie internationale d'histoire des sciences,302 GERAADPLEEGDE LITERATUUR


G e li ^ elte Forte. Der Zitatenschat ^ des d eut sh c en Voltres. Red. G. Buc e.a. Dertigstegdruk. Berlin 161. 9D. Geirnaert en P.J. Smith, `Tussen fabel en embleem : De warachti he abulen der diereng(1567).' In : Literatuur (1992),2 2-9 33•A.-J. Gelderblom "Nieuwe stof in n e erland s ch.' Een karakteristiek s van C o rnh ets rpproza.' In : Dirck Volckertsoon Coornhert. Dwars maar recht. Red. H. Boner Bonge e.a.Zutphen9 9, 18 9 8-II 4 .W. George en B. Yapp, naming of the beasts. Natural history in the medieval bestiary.g pp ^ g ^London 1991.99G. van Gernert Niederli ndische Ein lusse auf die deutsche Literatur im r 7, ahr hd un ert. ZweiAufsatze. Trento 1 993 (Ricerche di Germanistica, ^ 5). SI. Gerards-Nelissen, `Otto van Veen's Emblemata Horatiana.' In: Simiolus S I 97 1-1972) ,20-6 3 .C. Gesner, Historia animalum. Zürich 1I-I 8 .SS S 7C. Gesner, Thierbuch ... Zurich 1563 (facs. ed. Zurich 16 .S3 9SC. Gesner, Volkommenes Fisch-buch ... Frankfurt am Main 167o (facs. ed. Hannover71 9 81 • ed. rinc. 1563).9 ^Gesta romanorum. Ed. H. Oesterley. Berlin 18 2 (facs. ed. Hildesheim etc. 1 9 8o).Y 7L.G. Giraldi, De deisgentium. Basel 1 8 (facs. ed. New York etc. 1 6g S4 97.B. Grassi, Dei verf ritratti del' habiti di tutti le parti del mondo. Roma 1 5 8 5 .^R. Graves, The Greek myths. Twee dln. Aylesbury etc. 1 9 82.y Y Y 9Gregorius, Homiliae in Hie echihelem prophetam. Ed. M. Adriaen. Turnhout I 1g ^ ^ 97(cc CXLII .Gregorius, Moralia in Iob liber i-x. Ed. M. Adriaen. Turnhout 1 979 CC CXLIII .g ^ 979Gregorius, g ^ Moralia in Iob libri xxiil-xxxt Ed. M. Adriaen. Turnhout 18 1985cc CXLIII B).L.F. Groenendijk, l^ De nadere reformatie van het g e ^ in. De visie van Petrus Wittewron gel opde christelijke huishouding. g Diss. Amsterdam. Dordrecht 18 94.E.K. Grootes, Literatuurhistorie en Cats' visie op dejeugd. Inaugurele rede. GroningenJ g g gI 9 80.E.K. Grootes, `Goede raad voor Frederik Hendrik. Een emblematische vorstenspiegeluit 1641.' In : Literatuur 3 (1986), 144-15i.E.K. Grootes, `Het jeugdig 1 g gp publiek van de `nieuwe liedboeken' in het eerste kwart vande zeventiende eeuw.' In : Het woord d aan d de leer. Zeve<strong>nl</strong>i r te urhi atu tori s sc h e verkenennin g en. Red. W. van den Berg g en J. Stouten. G Groningenn 1987,2-g 987^ 72-88. 7J.A. Gruys Y en C. de Wolf, ^7A short-titlecatalogue title o books printed at Hoorn before e o e or r. Aspecimen of the STCN. With an English and Dutch introduction on theShort-Title Catalog ue Netherlands. Nieuwkoop 1979. I303 GERAADPLEEGDE LITERATUUR


J.A. Gruys Y en C. de Wolf , Thesaurus r 473 -5800. Nederlandse boekdrukkers en boekverkopers.Met plaatsen en J aren van a werkzaamheid. ^ Dutch printers and d booksellers. With h places e and yearsof activity. Nieuwkoop p1989.L.P. Grijp 1p, Het Nederlandse lied in de Gouden Eeuw. Het mechanisme van de contrafactuur.Diss. i Utrecht. U Amsterdam s 1999^ 9 1 (Publikaties van het P.J.Meertens-Instituut, S1 .F. Guicciardini, u Historiarum sui temporis libri viginti g ... Twee dln. Basel 1567.F. Guic ci a rdini > Storia d'Italia. In : Opere di Francesco Guicciardini, d l. 2- 3. Ed. E. Scarano.Torino 1987.B. H aa k Hollandse schilders in de Gouden Eeuw. Amsterdam 1984.D. Haks, Huwelijk J en gezin g ^ in Holland in de 5 de 7 en 58de eeuw. Processtukken en moralistenover aspecten s van het laat 5 de- ^ en 58de-eeuwse gezinsleven. g^ T weede druk. Utrecht 91 S8 HEShistorische herdrukken, , zo).H a ndw^rterbuch des deutschen Aberglaubens. g Red. E. Hoffmann-Krayer en H. Bachtold -Tien dln. Berlin etc. 1 9 2 7-1942. (Afgekorekort als HDA) .J. de Ha d u w i'n 1 ^ De we erliicke lie den tot Roose-mond 565 3 . Ed. 0. Dambre. Tweededruk. Culemborg g 97 I 8.W. Harmss en H. F re Y ta g Au ^ lerliterarische IV irkun g barocker en Emblembi cher. Emblematikin Ludwi g sbur g^ Gaar and ^ Pommers elden. M unchen I 975[Harmsen Reinitzer 181 ^ . Natura loquax. q Naturkunde and allegorische g Naturdeutung gvomMittelalter bis zurfriihen Neu eit. Red. W. Harms en H. Reinitzer. Frankfurt am Mainetc. 1 981 (Mikrokosmos, ,7.P. J. aH rrebomée Spreekwoordenboek der Nederlandsche Taal. Drie dln. Utrecht 1858-1870. 7M. 't Hart, Ratten. Over hetedra g de g^ leefwijze en het leervermogen g van de rat over ; de ratten-bestrijding J g en de rattenkoning g ... A msterdam 11977.G. Hartman en E. Jens, Héééjóh J ! Kom J je buiten s elen. De s elre g els Jbi `De kinders elen'van Pieter Bruegel g de Oude. Amsterdam 97 I 6.K. Hazelzet, `De vermakelijke lasten van het huwelijk. De huwelijksfuik van HendrickNoorderwiel, Jacob Cats en Adriaen van de Venne.' In :aarversla en g KoninklijkOudheidkunde g Genootschap 128-132 (1985-199o), 6- S 1. 7HDA zie : Handw&rterbuch des deutschen Aber glaubens.P. Hecht, De Hollandse fijnschilders. Van Gerard Dou tot Adriaen van der Werf. Tent. cat.Amsterdam. Amsterdam etc. 1 9 89. (Afgekort als : Hollandsefijnschilders 1989).99 gW.S. Hec k sc h e r `Bernini' elephant s p and obelisk.' In : The art bulletin 29 9 947 i ^ iS-S12. 8 Ook opgenomen in : Art and literature. Studies in relationship. Ed. E. Verheyen. YBaden-Baden 1985,65-96.W.S . Heckschecher en K.-A. Wirth `Emblem Emblembuch.' In : Reallexikon ur deutschenKunstgeschichte, dl. S . Stuttgart g I 959 kolom 8 S -228.F. . Heerman, a Guldene annotatiën. Leeuwarden 16424 (ed. princ. Amsterdam 16 34 .304 GERAADPLEEGDE LITERATUUR


C.L. Heesakkers, ` 'Vergilius g in de Nederlandse a Gouden Eeuw : een overzicht.' In:Lam as 1(1982), S 6 8 89(Themanummer Vergilius).D. Heinsius, ' i Quaeris quid g sit amor? S.l. s.a. [i6oi].D. Heinsius, Ele iarum lib. iii. Monobiblos, lvae. Leiden 160 .g ^ Sy 3D. Heinsius s s, Poematum nova editio ... Leiden 1606.D.Heinsius, e^nslus Ne derdu ytsche poemata. Amsterdam 1616 (facs. ed. B. Becker-Cantarino.Bern etc. 1983.A. Henkel, zie : Emblemata 1967.L. H er h o 1 d Lateinischer Wort- and Gedankenschat ... H annover 1887.Hermes Trismegistus, g Mercurii T rasure g asta Pimandras utraque g lingua g restitutus ... Bordeaux1574.Corpus Hermeticum. etacum. Vet r . R. van a den Broek en G. Quispel. Amsterdam 1991.H.M. Hermkens en e C C. van de Ketterij,l ^ Grammaticale interpretatie van zeventiende-eeuwse^teksten. Instructiegrammatica. ^ Groningen g 180. 9Hero do to s. Ed. A.D. Godley. Y Vier dln. London etc. 1 9 2o-1 96o LC L .Historiën. Vert. 0. Damsté. Tiende druk. Houten 1 9 88.Herodotos, Hasto s 9Hesiodus, The homeric hymns and Homerica. Ed. H.G. Evelyn-White. Y London etc. 1 90 SLCL .G. Hesius W .van H Hees],s >6p Emblemataacra de ide s e charitate. Antwerpen 163.H. Reukels Woordenboek der Nederlandsche volksnamen van planten. Ed. H..T.M. Brok.S.l. 1 907(facs. 97 ed. Utrecht 1987).J.F. Hel 1 broek ^ De abel. Ontwikkeling gvan een literatuursoort in Nederland en in Vlaanderen.Diss. Utrecht. Amsterdam 1941.Z. Heyn s, Emblemata, emblemes chrestaens et morales. Sinne-beelden streckende tot christelickebedenc k in bg e ende leere der ^ ediche y t. Rotterdam 162 S.Z. Hen y s, Voorbeelsels der oude wise. y Amsterdam 1623. 3 Illustraties werden toegevoegdIn de ed. Voor Beel d sels der oudewijzen. d Waeri aerin o een zinrijke voet ... de menscheli jkehartlto hartstogten, ten en daar r y^ en e d deugden d u g d engebreken, e behandeld werden. Derde druk. Ed.J. Duikerius. Amsterdam 1724.T. Heywood, The hierarchie of the blessed angels ... London 16 .yw ^ g 3 SHieronymus, Opera omnia, i. Paris 18 (PL xxii).y 4SHieronymus, Opera omnia, I I . Paris 18 8 (PL xx I I i).Y ^ 3Hilarius, trinitate libri i- i 'ii. Ed. P. Smulders. Turnhout 1979(cc Lx I I).Hilarius, De trinitate libri VIII-xii. Ed. P. Smulders. Turnhout 1 980 (cc LxiI A).9S. Hindman, `Pieter Bruegel's g e s Children's d Games, ^ Folly,and Y^ Chance. ' A rt bulletin 630981), 9 ^ 447 -47 SR.J. Hirsch,Doodenritueel in de Nederlanden vóór 1700. 7 Diss. Amsterdam 1921.305 GERAADPLEEGDE LITERATUUR


P.M. den Hoed, Iets over de cultuuraanrakingan Nederland met Denemarken en Zweden.gOpenbare les. Haarlem 1929.pT.N.A. Hoen, Aspects of classical m tholo in renaissance emblems, I 1-16 o. Diss. Newy ^ ^ 13 4York. Michigan I g 1975.[Hofferus 1993]. 993p W.J.op 't Hof e.a., ^ Adrianus Hofferus 1)19-1644). Drie opstellen overHo erus' ambtelijke loopbaan,g lgodsdienstige positie g en literaire betekenis, alsmede ^ gravures g en eenbloemle ^ in g uit i ^J jn `Nederdu .^ tsche poëmata'. A msterdam i 993•Hollandsei jnschilders 18 zie: P. Hecht.^ 9 9^ ziI. H6 el Emblem and Sinnbild. Vom Kunstbuch um Erbauungsbuch. Frankfurt 18 .P ^ ^ g 97I. H6pel, ope , `Da s mehrstndi e g Emblem: zu Geschichte and Erscheinungsform g einesseltenen Emblemt Yp s.' In : The emblem in renaissance and baroque q Europe I 99^ 2 104-117.Hollstein's Dutch & Flemish etchings, ^ engravings ^4f and woodcuts ca. I o-1 7 00.. dln. Amsterdami 949-...Hollstein's Dutch & Flemish etchings, engravings and woodcuts ca. 14)-o-1700, dl. . Ed.g J 3 5C. Schuckman en D. de Hoop Scheffer. Roosendaal I o -I 8 (het werk van AdriaenP 99 ^ 7 Svan de Venne).M. Holtzwart, Emblematum T rocinia sive picta poesis latino germanica ... Strasbourg ';NI .y ^ gfEd. P. von Duffel en K. Schmidt. Strasbourg 1968. g9E.C. Homburg, - and ernstha te Clio ... S.l. 1638; en ed. Jena 16 2.g ^ 4Homerus, Ilias en Odyssee. Vert. M.A. Schwartz. Amsterdam 1 81.y 9P.C. Hooft, zie Porteman 18 3 . 93Hora pollo . The hieroglyphics o Hora olio. Ed. G. Boas. New York i 9 o S (Bollingen gSeries xxi II )Horatius, The odes and Epodes. Ed. C.E. Bennett. London etc. 1924(LcL).Horatius, Oden en Epoden. Vert. L. van Laar. Baarn 18 7 . 97Horatius, Satires, Epistles and Ars poetica. Ed. H. Rushton Fairclough. g London etc.I 93 6 (LcL).Horatius, Satiren en Brieven. Vert. L. van Laar. Baarn 188. 9Horatius, Arspoetica. Vert. P.H. Schrijvers. Amsterdam i 980.J.de HorozcoCovarrubias Emblemas morales ... Segovia 1589.Y ^ gM. Houttuyn, Natuurl cke historie, of uitvoerige beschrijving der dieren, planten en mineraalen,volgens het samenstel van Linnaeus. Drie dln. Amsterdam i 7 61-1 7 8 5 .^H. Hugo, Pia desideria. Antwerpen 162 .g ^ p 4H. Hugo, Goddel cke wenschen ... Vert. J. de Harduwijn. Antwerpen 162 .g ^ y 1 p 9H. Hunger, g ^ Lexikon der Griechischen and R^mischen Mythologie. Achte, erweiterte Auflage. gWien 188. 9C. Huygens, zie Van Strien 1 0.Yg ^ 99306 GERAADPLEEGDE LITERATUUR


1 Iconclass •: an iconographic hac classification yacatao system. stem. Red. H. van der Waal e.a. i o dln.Amsterdam 1973-1985.IDC, zie : Inter Documentation Company.Incogniti g scriptoris nova poemata. Nieuwe N nederd utsche y gedichten g ende raedtselen. Leiden 162 4facs. ed. J. Becker. Soest 1972).F. J . van In en Vanitas and momento mori in der deutschen Barock-L rik. Diss. Utrecht.g ^ yGroningen etc. 1966.g 9Inter me Documentation Company. Emblem books. Ed. W. van Dongen. g Leiden I 99o.(Afgekort als IDC).Isidorus Hispalensis, De summo bono libri III ... Paris I 8.p ^ S3IsidorusHis Hispalensis, Liber et .^ mold giarum. Basel 148 9 .JH. Iunius. Emblemata. Antwerpen 1565. p[JacobsI 99 I . Six van Chandelier. Gedichten.Ed. A.E. Jacobs. Twee dln. Assen etc.i 99 1 (Monumenta literaria neerlandica v, 1-2).J. as n en Brevitas. Beschouwingen g over de beknoptheid van vorm en stijl J in de renaissance. Tweedln. Diss. Amsterdam. Hilversum 1995.H.W. Janson, Apes and ape lore in the middle ages and the renaissance. London 1 2 (Studiesg 95of the Warburg Institute 2o).gAJanssen],D A. e leermeester der ^ zeden, kvertoont in Horatius innebeelden. ^ Zesde druk.Amsterdam s 17 81 (Vierde druk. Amsterdam s.a. [ca. 73 1 0 .A. d De e Nederlandse e erlandse liefdesemblematiek dvan 1óo1 tot 'Gil'.. Een verkenning g van dellefdesemb 1 eme n van D. Hein s ius 0. v. Veen P.C. Hooft J. Cats en de TronusCu i d inis. Ongepubliceerde scri tie. Leuven I 975H.M.E. de Jong , Michael Maier's gAtalanta u iens. Bronnen van een alchemistisch emblemen-boek. Utrecht 165. 9SE. deong^ Een schilderij centraal. De slapende Mars van Hendrick ter Brugghen. ^ Tent. cat.Utrecht 1980. 9Deon e van Ellemeet, zie : Museum Catsianum.gE. deongh ^ Zinne- en minnebeelden in de schilderkunst van de zeventiende ^ eeuw. Amsterdam1967.E. deongh s `Erotica in vogelperspectief. De dubbelzinnigheid g van een reeks i7de-en.' In : Simiolus 3 g g (1968-1969),22-74.E. de Jongh, h `Gra Ppaintings e symbolism of the 16th and I i7th t centuries.' In:7 974 166-191. ^E. de Jongh,Portretten van echt h een trouw. Huwelijk en g^ e in in de Nederlandse kunst van dezeventiende eeuw.cat Tent. Haarlem. . H 1 Zwolle w I ^ 86. (Afgekort ^ als Portretten van echt entrouw 1986 .F 1 avius ose p hus . Josephus. Ed. H.S. Thackeray. Y Tien dln. London etc. 1 9 26-1 93 oLCL .307 GERAADPLEEGDE LITERATUUR


Flavius s Josephus, De oodse oorlo g & Uit mij<strong>nl</strong>even. Vert. F..A.M. Meijer ^ en M.A. Wes.Baarn 1992.uv enali s Juvenal and Persius. Ed. G.G. Ramsay. London etc. 1 ^ 9 18 Lc L .Juvenalis, De satiren. Vert. M. d'Hane-Scheltema. Baarn etc. 184. 94G.Kalff, `acob Cats.' In : Studiën over Nederlandsche dichters der :zeventiende eeuw, dl. 1.Haarlem 10I 12 7-26 7 .9 ^[Katz I 99 3 . The emblems of Margaret g Gatt y. A stud of y allegory g y in nineteenth-centuryychil dren's literature. Ed. W.R. Katz. New York I 993 AMS Studies in the emblem, 8).A. Katzenellenbogen, g ^ Allegories g of the virtues and vices in mediaeval art, ^ from earl ychristiantimes s to the thirteenth century. London I 939 (Studies of the Warburg g Institute, I o.A. Keersmaekers, Wandelend in Den nieuwen lust-hof Studie over een Amsterdams liedboek16o2- 160 -160 - 1610 ... Nijmegen 1985.4 7 J g0. Keller, Die antieke Tierwelt. Twee dln. Leipzig 1909-1913. Pg[Kent en eersint 1899 . Kent, en versint eer date J mint. Vrijen J en trouwen 1 oo-18o0. 1 Red.P.n va Boheemen o e.a. Tent. cat. Apeldoorn p etc. Zwolle 1 9 8 9 .A.c M it NeKetterin g ^ Drawingsfrom g the Ter Borch studio estate. Twee dln. Amsterdam1 9 (Catalogus 88.g van de Nederlandse tekeningen g in het Rijksprentenkabinet. lp Rijks- lmuseum Amsterdam, ^ dl. S^1-1-2).C. van de Ketterij, l^ De weg g in woorden. Een systematische beschrijving van piëtistisch woordge-gbrui kna 1900. Diss. Leiden. Assen 97 i 2.G. Kirchner, Fortuna in Dichtup g and Emblematik des Barock : Tradition and Bedeutun gs-wandel eines Motivs. Stuttgart g 1970.KI ee rkoo per 1 9 1 4-1 9 16]. D e boekhandel te Amsterdam voornamelijk J in de 17 e eeuw. Bio gra-hasche engeschiedkundigekan aantee en' g en. Verzameld door M.M. Kleerkooper, p^ aangevuld gen uitgegeven door W.P. van Stockum jr. l Twee dln. 's-Gravenha ge g(Bijdratott de geschiedenis g van den Nederlandschen boekhandel , I o1914-1916 g .H.A. Klein Graphic worlds of Pieter Bruegel the elder. New York 16 .g 93R. Klein `La théorie de l'expression figurée g dans les traités Italiens sur les Imprese,I SSS -1612.' In: La forme et l'intelli gible. Ecrites sur la renaissance et l'art moderne. Articleset essais réunies et présentés par André d Chastel. Parisi 97 0 I 25-i ^5a. Eerder verschenen in:Bibliothè q ue d'humanisme et renaissance I 9 9S7 I ^ 3 20- 341.F. Klip g ende r ^ A Animals in art and thought tout g to the end of the middle ages. g Red. E. Antal enJ. Hartham. London 1 97 1.J. Kloek, Koe `De afdeling negentiende g g eeuw van het Museum Catsianum. De canonisatievan Jacob Cats.' In: De boekenwereld II(1995),221-228.S. K 1 ossowski de Rola, The golden g game. Alchemical engravings o the seventeenth century.London 1988. 9J.14. Kluiver, `Adriaan van de Venne's Ge icht op de haven van Middelbur eïdentificeerdals 1 het vertrek van v Robert Sidney S y in 16 16.' In : Oud Holland 19 o 99 I 5 ^ '21-142.308 GERAADPLEEGDE LITERATUUR


E.M.C.F. .M,C.F, Kh 1 n Ratten muien en mensen. De bestrijding van ratten en muien in het verleden.> ^I.s.m. H.G. van de Meiden. 1 Arnhem 1 979•L. Knappert, Trouwen en bruilo tvieren. Baarn 1990 .L. Knappert, Van sterven en begraven. Baarn 1909.PP ^ gL. Knappert, PP ^ Verlozan gg en huwelijkin vroe er da gen. Amsterdam s.a.J.B. kni in De iconografie van de Contra-reformatie in de Nederlanden. Twee den.pP g , gHilversum 1939-1940.J.B. K<strong>nl</strong> PP in g, Icono g ra yhof the Counter Reformation in the Netherlands. Heaven on earth.Translated from the Dutch and thorou g hl Y remodelled. Twee dln. Nieuwkoop p etc.1974.Kohler Der Emblemat` um liber' von Andreas Alciatus 1492-1 II o . Eine Untersuchunggur Entstehung, ^^ Formung n g antiker a uellen and ida o ^ ischen g IVirkun gim 16. Jahrhundert.Hildesheim 1 986 Bet i r" a g e zur historischen Bildun g sforschun g,3•M. Koning, Konen Lexicon haero gy l hac um s acro- ro a nu mo ^ woordboek van ^ ew .^ yde en on g eve yde vooren^armeb e l d en ... Zes den. Dordrecht etc. 1 7 22-1 7 2 7 .P. Koning, g^ 'Spreekwoorden p als bouwstenen.' In : De Brune 1990 ^ 92-106.J. Koopmans, p 'Cats' Sinne- en minnebeelden.' In : Vi letterkundige g studiën over de 7en r 8de eeuw. Red. d C.M. Geerars. Zwolle 1 9533 8, -68.H. Kraft Die Geschichtlichkeit literarischer Texte. Eine Theorie der Edition. Tubin en 1 g 973•AC. Kruseman, Aantekeningen kante en betreffendeden boekhandel van Noord-Nederland in derdeenn rade eeuw. Amsterdam 1893 (Bijdragen Bi' r tot de geschiedenis g van den Nederlandschenboekhandel, 6).C.L.Ku s ter Illustrierte A e so -Aus ben g a des d r . fand r6. ahrhunderts. Twee dln. Diss.Hamburg g 97 1 0.E.. Kuiper, De Hollandse ` S c hoolordre' van 162. fEen studie over het onderwijs o de Latijnsescholen in Nederland in derde 7 en 18de eeuw. Groningen g 1958.A. Lampridius,p radius Historiae r' e Au gustae scriptores sex. Aelius Spartanius, Iulius Capitolinus,Aelius Lampridius, Vulcatius Gallicanus, Trebellius Pollio, e7 Flavius Vopiscus. Paris 1603.A. Lam radius Historiae Au ustae scriptores I 'i ... cum notis selectis Isaac CasauboniP , gCl. Salmasii e7 Jani Gruteri ... Leiden 1661.J. Landwehr, Dutch emblem books. A bibliography. Utrecht i 62. 9J. Landwehr, Fable books printed in the Low Countries. A concise bibliography until rho..Introduction Yby H. . de 1 a Fontaine Verwey. Y Nieuwkoop P 1 9 6 3 .J. Landwehr, h Emblem books o in the Low Countries ff4 r 949 -r . A bibliography. Utrecht 1970.Landwehr, German emblem books I3 r r-1888. A bibliography. Utrecht 1972.. Landwehr, French Italian, an Spanish hand Portugese books of devices and emblems r -182 .A bibliography. Utrecht 1976.309 GERAADPLEEGDE LITERATUUR


J. Landwehr, Emblem and fable books printed in the Low Countries 1;42-181 14 3. A bibliogyrah . Third edition. Utrecht 1988. 9Langius, Pol anthea nova. Frankfurt 161 .g ^ y 3P. Langlois, Discours des hiero l hes aegyptiens, emblemen devises, et armoires ... Paris 1584.g ^ ^y ^YLa Perrière : zie Perrière.P. Laurens,L 'abeille dans l'ambre. Célébration de l'é ^ i ramme de l'é o que alexandrine à lainde la aas renaissance. sane. Paris a 1989 99 (Collection d'études anciennes, ,59.H. Lauber s g ^ Handbuch der literarischen Rhetorik. Eine Grundlegung g ^ der Literaturwissen-schat. Twee dln. Munchen 1960. 9M. Lausberg,s b e Das E in ^ d el n i t'chon. a Studien d ^ um antileen Eiramin. g München 1982 (Studiaet testimonia antiqua, 9 ^ 91 .D. Lebey Y de Batill Y [Dionysiusins Lebeus Batillius Emblemata a Iano Iac. Boisardo vesuntinosunt, , et Theodorode Br y scut ta , et nunc recens in lucem edita. Frankfurt am Main1596. S9A.M. Ledeboer, Het geslacht Van l"aesber he. Eene bijdrage tot de geschiedenis der boekdrukkunsten van den boekhandel in Nederland. Tweede druk. 's-Gravenhage g etc. 1869.A.M. Ledeboer, De boekdrukkers, boekverkoopers en uitgevers in Noord-Nederland sedert deuitvinding 8 van de boekdrukkunstdtot den aanvang g der negentiende g eeuw. Eene proeve. p Deventeri8 7 2.R.W. Lee, Ut pictura poesis. The humanistic theory y o painting. g New York 1967.Leidsei jnschilders J 1988 . Leidsefijnschilders. Van Gerrit Dou tot Frans van Mieris de Jonge ^1630-1760. G 3 o ^ 60. Red. E.J.S u i' } te r e.a. Tent. e cat. Leiden. Zwolle i 988.J. van Lenne p, Alchemie. Bi ^ jdra g e tot de geschiedenis ^ van de alchemistische kunst. Tent. cat.Brussel 1984.M. Levi d'Ancona, Thearden ^ of the renaissance. Botanical symbolism in Italian painting. gFirenze 1977.C.T. Lewis en C. Short, A Latin dictionary. Oxford 1 6 (Eerste uitgave 18 .9 9 g 79K. Lindner, Geschichte des deutschen Weidwerks. Berlin 1937-1940.J.Lipsius, p ^De constantia libri duo ... Antwerpen 1584.pJ. LiPs iu s ^ Over standvastigheid ^ bij J algemene ^ rampspoed. Vert. P.H. Schrijvers. Baarn 1983(Oorspronkelijke titel: De constantia in publicis malis).J. Lipsius, p ^ olatacoru Politicorum sive a civilis a doctrinae libri sex ... Leiden i S9 8 .L.E. Littré, Dictionnaire de la langue ran aise. Vier dln. en su 1. Paris 18 7 3-188 3 .g ^L ivi us . Liv `A b urbe condita'). Ed. B.O. Foster e.a. Veertien dln. London etc.y1 9 1 9 -1 970 (LcL).H. de Lubac Exe g ese medaeva le. Les s quatre q sens de l'écriture. Vier dln. Paris 1 959 -1 9 64.L ucanus . Lucan L `De bello civili'). Ed.J.D. Duff. London etc. 19289LcL .310 GERAADPLEEGDE LITERATUUR


[Lucanus]. De bloedigee broederkrijg.. Fragmenten uit het Bellum civile van Lucanus. Vert.H.W. Fort g ens. 's-Gravenhage g 9182.Lucretius, De rerum natura. Ed. W.H.D. Rouse. Second ed. revised by Y M. Ferguson gSmith. Cambridge, g^ Massachusetts etc. z 982 (Lc L).Lucretius, Over de natuur. Vert. A.W. Timmerman. Amsterdam 1984.H. Luiten Luijten, "Belachelijcke 1 dingen g ende nochtans niet sander w i l s h e Yt. ' D De prenten p inJacob Cats' Sinne- en minnebeelden.' In : De boekenwereld 8(1992), 202-214.H. Luiten Luijten, `Lieflijk, geleerd en goddelijk. g 1 Josuah s Sylvesters Y sonnet van 1of voor JacobCats.' In: Klinkend boeket. Studies over renaissancesonnetten voor Marijkea i Spies. Red.H. Duits e.a. Hilversum 199 994 4, 77-85 S (Amsterdamse historische reeks,rote g serie, 21).[Luijten Luiten e.a. z 994 . H. Luiten J J. Bloemendal en G. Felix, "Ad nova semper p hians' gansSteeds naar iets nieuws verlangend). Het Latijn 1 in Jacob b Cats' is Sinne- ^ en minnebeelden.'In : Deeventiende ^ eeuw i o z 994 ^ 292-309.H. Luiten Luijten, `Gezien of gelezen? g Realia en ontleningen g in Jacob Cats' C .Sin Sinne- e en minnebeer-den.' In : Drie edities, drie verhalen. Lezingen g g gehouden 1 tijdens het Symposium-Tekstedltie op p 2 december z 994 . 's-Gravenha g ge I 99 5^ 3 S - 3 7 Publicaties van het Constantijn1Huygens Yg Instituut, I).H. Luiten, Luijten, `Pracht en pronkstuk p van het Nederlandsch M ecenaat. Het MuseumCatsianum van W.C.M. deone gvan Ellemeet ee 0811-1888).' In . Dierbaar magazijn.Schatten van de Maatschappij ^ der Nederlandsche Letterkunde. Red. B. DongelmansD n ge e.a.Amsterdam I 995 III-1 2 2.M A.T. Macrobius, Saturnalia. Ed. I. Willes. Leipzig I o. pg 97Manus Magnus, zie Albertus Magnus. gE. Mile L 'art reli g ieux de la fin du mo y en age g en France : ètude sur l'i cono g ra hie du moyenage g et sur ses sources d'ins iration. Paris z 908.E. Mile L 'art reli g ieux a rès le Concile de Trente : ètude sur l'icono g ra he eidlaindu Ai lesiècle, du XT 'He, > du xvIlle siècle Italie, France, ^ Es a g ne ^ Flandres. Paris s I932.K. van Mander, Uitbeeldin g e der i goeren. Amsterdam 1616.K. van Mander, Uitlegging ^ g gover de Metamorphosis of Herschepping van P. Ovidius Nato. N.Amsterdam 16 5S8.K. van Mander, Dengrondt g der edel vr yschilder-const. Ed. H. Miedema. d . Twee dln. Utrecht1973.E. Margalits, g ^ Florilegium g proverbiorum universae latinitatis ... Budapest P 189.SJ.C. Margolin, g ^ `L'ins piration érasmienne de Jacob Cats.'In: Handelingen nationalen, ,^gErasmus-herdenking.Actes commemoration nationale d Erasm e. Brussel I 970, I I 3 - I S I.Martialis, Epigrams. Ed. W.C.A. Ker. Twee d ln. London n etc. e 1 9 1 9-1 920-LcL . Inm1d^dels in de ed. D.R. Shackleton B a il y . Drie dln. Cambridge, g, Massachusetts eetc. 11993(LcL).W. Martin, Het leven en de werken van Gerrit Dou beschouwd h d in verbandmet het schil derslevenvani ^Jjn tijd. Diss. Leiden 1901.311 GERAADPLEEGDE LITERATUUR


Masters 19 84 . Masters o seventeenth-century y Dutch g genre painting. g Red. P.C. Sutton. Tent.cat. Philadelphia p etc. London 1984.M. Mathijsen, l `Het editeren van historische teksten.' In: Nederlandse literatuur van denegentiende g eeuw. Twaalf verkenningen. g Red. W. van den Berg g e.a. Utrecht 186 9^254-270.M. Mathijsen, Naar de letter. Handboek editiewetenscha . Assen I1 ^ 995.MC 1870 en MC7 18 87,zie : Museum Catsianum.T. ter Meer, Snel en dicht. Een studie over de epigrammen van Constantijn Huygens. Diss.g J ygAmsterdam 1991.99P.. Meertens Letterkunde leven in Zeeland in de zestiende en de eerste helft der zeventiendeeeuw. Amsterdam 1943.P. J . Meertens, `De Groot en Heinsius en hun Zeeuwse vrienden.' In: Het archief,vroegere g en latere mededelingen g voornamelijk J in betrekking g tot Zeeland, ^ uitgegeven door hetZeeuwsch Genootschap der Wetenschappen 1o. 949- i Middelbui95 Middelburg i 9 0S,S-399•P. J . Meertens, `Emblematiek en volkskunst.' In: Volkskunde o (1 9 6 9),20 -2I 1.7 3H. Meeus, Zacharias Hens Heins, uitgever g en toneelauteur. Bio-bibliografie g met een uitgave g enanalyse van de Vriendts-S ie g hel. ^g0Drie din. Diss. Leuven i .H. Meeus, s `In dees s Pg ie hel zal de domme jeucht 1 met vreucht leeren.' In : De zeventiende ^eeuw 7 (1 991), 127-143.Pomponius Mela, De chord ra hia libri tres. Ed. A. Silberman. Paris 1988.P ^ g 9M. Metschies, Zitat and Zitierkunst in Montai nes Essais. Genève etc. 1 66.g 9G. Meurier Trésor des sentences dorees, et ar entees. Proverbes et dictions communs ... Koln> gGenève ? 1617.G. Meurier, Legrand dictionaire Fran ois-Flamen ... Rotterdam 1618.g ^M. de Meyer,y De volks- en kinderprent in de Nederlanden van deze tot de Zoe eeuw. M.m.v.^ IG. Koch-de Meyer Y en W.C. van Kuck. Y Antwerpen P etc. 1962. 9M. de Meyer, Y^ Volksprenten in de Nederlanden 1400-1900. Religieuze, allegorische, g satirische enverhalende prenten. Speelkaarten, ^g ganzen- ^ en uilenborden, ^ driekonin g enbrie ^ es ^ nieuw Jaarsrenten.Amsterdam I 97o.M. Meyer, Y^ Das Kostum au niederldndischen Bildern. Zum Modewandel im r 7, Jahrhundert.Munster 1986. 9V de Meyere, Meere De kinderspelen van Pieter Bruegel g den Oude verklaard. Antwerpen P 94 I 1.Maddendn el eadsch rl woordenboek. d E. Eerw Verwijs 1 en J. Verdam. Elf dln. 's-Gravenha ge g 188 5 -1 2. (Afgekort als MN IF). GY^95 gH. Miedema, `The term `Emblema' in Alciati.' In : Journal of the Warburg and CourtauldgInstitutes I(1968), 2 34-2 5 0.3H. . Miedema,B eeldes r aeck. Register g op D.P. Pers' uitgave g van Cesare Ria's Iconologia g1644). Doornspijk P 1 1 9 8 7 .3I2 GERAADPLEEGDE LITERATUUR


.P. Ml g ne Patrologiae 0 g cursus c completus ... Series S Latina. 221 dln. Paris 1_44-1904.(Afgekort als PL).g.P. Mi g ne ^ Patrologiae cursus c completus ... Series Graeca. 161 dln. Paris 185 7 -1912.(Afgekort als PG).gMMNWF" zie : Middelnederlandsch woordenboek.E.W. Moes en C.P. Burger, De Amsterdamsche boekdrukkers en uitgevers in de zestiendeg ^ g ^eeuw. Vier dln. Amsterdam 1896-1915.E.F. von Monroy, Y ^ and Emblembucher in den Niederlanden 1 J 6o-163o. EineGeschichte der Wandlun ^ en ihres Illustrationsstils. Red. H.M. von Erffa. Utrecht 1 964.M. de Montaigne, Alle de werken ... vertaalt doorJ.H.Glazemaker. Amsterdam 16 2.g ^ 7[Montaigne]. Les essais de Michel de Montaigne. ^ Ed. P. Ville Y^réédité sous la direction ...de V.-L. Saulnier. Twee dln. Parisi 978.M. de Montaigne, g ^ Essays. .7' Vert. F. de Graaff. Amsterdam I1993.G. de Montena Emblemes, ou devises chretiennes, com osees par Damoisse Georgette deMontena . Lyon I 1. y Y S7G. de Montenay, Y ^ christelijke ^ innebeelden naar Georgette ^ de Montena y^ door AnnaRoemers Visscher. Ed. A.D. Schinkel. S.1. 1854. S4Moral emblems 1862. Moral emblems with aphorisms, adages, and proverbs, of all ages andnations from Jacob Cats and Robert Farlie. Second ed. London 1862.aB.M. du Mortier, `De handschoen in de huwelijkssymboliek 1 Y van de zeventiende eeuw.'In : Bulletin van het Rijksmuseum 3 2 i 98 4 ^ i89-201.Museum Catsianum. Ver amelin van W.C.M.de Jonge van Ellemeet 18 -18 0. Utrecht^ g g 39 71870. (Afgekort als vlc 187o).7 gMuseum m Catsianum 1837-1887. Ed. W.C.M. de Jonge van Ellemeet. Tweede, vermeer-derde uitgave. 's-Gravenha ge 188 . (Afgekort als iicg g 7 g 1887.F.1 Nat gg s Levensberichten avan Zeeuwen, >^J inde een vervolg g op P. de la Rue, , Geletterd, , staat -kundig ^ en heldhaftig i ^ Zeeland. Twee dln. Middelburg g 18 90-18 93 .F. Na t las Zelandia illustrata. V erzameling van kaarten, portretten, platen en z., betreffendede oudheid eneschiedenis g van Zeeland, toebehoorende aan het Zeeuwsch Genootschap der Weten-schappen. Twee dln. Middelburg Middelbui 1879-1880.A.M. Nauwelaerts `De meisjesopvoedingvol volgensJuan Luis Vives.' In : Liber amicorumVictor d'Espaillier. Leuven 197 6, 11 7 -1 42 (Studia p aeda g o g ica nieuwe reeks, > S .[Nederlandse emblemata 1 9 8 3]. Nederlandse emblemata. Bloemlezing g uit de Noord- en Zuidnedderlan emblemata-literatuurse van de 16de en 1 de eeuw. Ed. P.J. Meertens, m.m.v.H. Sales. Y Leiden 18 93.S. Neugebauer, g ^ Fie kikt J die leest — Fie leest, die kikt. J Een beschouwing ^ van hetschilderij van Adriaen p van de Venne, schilder en tekenaar, gwaarop afgebeeld dedrukkerij van diens broer Jan van de Venne, ^ uitgever, g ^ drukker en boekverkoper p teMiddelbui Middelburg 162 .Ongepubliceerde 3p scri tie. Amsterdam I 993313 GERAADPLEEGDE LITERATUUR


Nieuw licht op de Gou den Eeuw. Hendrick ter Brugghen ^ en tijdgenoten. Eindred. A. Blankerten L.J. Slatkes. Tent. cat. Utrecht. Braunschweig g 18 97.Nieuw w e N erlan d sch d biografischwoor woordenboek. Red. P.C. Molhuysen Y e.a. Tien dln. LeidenI 911-I 937 (Afgekort g als NNBW .M.. S Nolde Whitney's`A choice of emblemes' and three commonplace collections of Erasmus.A stud yin the interaction of the emblematic and commonplace traditions. Diss. Saint Louis16. 94N.F. Noordam, `Cats als volksopvoeder.' P In : Geschiedenis van opvoeding ^ en onderwijs :i<strong>nl</strong>eiding, g> onder ^ oek. Red. B. Kruithof e.a. Nijmegen 1 g 1982307-317. Eerderverschenen in Paeda gg o ische studieën 38(1961),3 i- i. 3J. van der Noot, Het bolken en het theatre. Ed. W.A.P. Smit en W. Vermeer. Amsterdametc. 153. 9C. Nozeman en M. Houttuyn, Y ^ Nederlandsche vogelen; vol g ens hunne huishouding, g^ en eigen-genschappen beschreeven ... Vijf l dln. Amsterdam i 77 0- 1829.Oates 1 940]. The stoic and epicurean philosophers. The complete extant writings g of Epicurus,E ictetun > Lucretius, Marcus Aurelius. E d. W.J.Oates. New York 1940.ODC, zie : The Oxford dictionary of the christian church.yH. van Offelenb Devises et emblemes anciennes et moderner tirées des plus celebres auteurs ...Amsterdam 16 95 . 95Y, F. Ohl ' Vom geistigen g g Sinn des Worters im Mittelalter.' In: : Zeitschri t iir deutsches9 Altertum and deutsche Literatur 89 1958-I 959 ^ 1-2.3. Tevens in : F. Ohl Yy, ^ ten ^urmittelalterlichen Bedeutun g s orschun g . Darmstadt I 977 I 3- i .A. Otto, Die S richwiirter and s richwiirtlichen Redensarten der Rimer. Twee dln.Hildesheim 1 9 6 68. 9 9Ovidius, The art of love, and other poems. Hierin zijn l opgenomen de Ars amatoria en deRemedia amoris. Ed.J.H. Mozley. London etc. 99 1 2 LcL .Ovidius, De minnekunst & Remedies tegen g de liefde. Vert. E. de Laet. Antwerpen P etc. s.a.Ovidius Minnekunst. Vert. M. Kat. Amsterdam 1993.Ovidius, Fasti. Ed.J.G. Frazer. London etc. 1 959 (LcL). 959Ovidius, Heroides and amores. Ed. G. Showerman. London etc. 12I LcL .9Ovidius, Amores. Vert. J. Nagelkerken. Baarn 1g 1995.[Ovidius].sThe metamorphoses o Ovid. Ed. M.M. Innes. Zestiende druk. Harmondsworthetc. 1981. 9Ovidius, } Metamorphosen. Vert. M. d'Hane-Scheltema. Amsterdam 11993.Ovidius, Tristia, Ex onto. Ed. A.L. Wheeler. Second ed. revised by G.P. Goold.> YCambridge, Massachusetts etc. 1988 Lc L.g^The Oxford dictionary y of the christian church. S econd ed. F.L. Cross en E.A. Livingstone. gLondon etc. 1974.(Afgekort g als oDC .314 GERAADPLEEGDE LITERATUUR


PM. Pallavicini, Devises & emblemen d'amour, anciennes & modernes moralisees en vers franfois& ex li uées q en sept lan g ues. Amsterdam 169 6. 0 de P titelprent p als Parravicini).[Panofsky Y i en 939Y^ 1984]. E. Panofsky, Cupid.' p In : Studies in iconology. ^ Humanisticthemes in the art of the renaissance. New York I 939 9S -128. Vertaling g in: Iconologischegstudies. Nijmegen 1 g I 98 4, 79 - I oo.C. Paradin, Devises heroi' ues. Lyon I (facs. ed. A. Saunders. Aldershot 1 9 8 9).^ g Y SS7C. Paradin, S mbola heroica. Antwerpen 1 8.^ y P S 3Parravicini , zie : Pallavicini.Pauls y Real-Enc clo y adie der classischen Altertumswissenschaft. Neue Bearbeitung g begonnengvon G. Wissowa. Vijfendertig g din. Stuttgart g etc. 1893 -i 974 (Afgekort g als PRE). E .A. Payne, Pane Medieval beasts. London I 99o.[Peeters 188 9 . Vijf eeuwen g^J gezinsleven, liefde, huwelijk en opvoeding g in Nederland. Red.H. Peeters e.a. Nijmegen 1 g I 988.G. de la Perrière, La morosophie ...Lon 1 . Lyon SS3G. de la Perrière, Le theatre des bons en ins. Paris s.a. Ig S39G. de la Perrière, T ala s der beleerden ingienen ... Antwerpen i 6.y g g p SSD.P. Pers, Bellerophon of lust tot w she d ... Amsterdam 161 .yy 4A. Persius Flaccus]. Juvenal and Persius. Ed. G.G. Ramsay. Y London etc. 1 9 18 (LcL). LLF. Philippi, ^ Kleines lateinisches Conversationslexicon. Ein lexicographisches gHandbuch h derublichsten lateinischen S richworter Senten ^ en Gnomen and Redensarten ... Z weite Auflage. gLel Leipzig p g 1833.Der Ph siolo us. Ed. 0. Seel. Zweite Auflage. Zurich etc. 1967.y g gF. Picinelli, Mundus s y mbolicus ... Twee din. Köln 168 7(facs. ed. D. Donat. Hildesheim setc. 1979 ; de ed. princ. dateerde van 1669^ ; een herdruk verscheen o.m. in Koln 16 94.Plato, Opera. Graeca et latine. Ed. R.B. Hirschig. Drie dln. Paris 1873-I 880.gPlato, s Gorgias. g In : L y^ sis Symposium, Gor 8 ias. Ed. W.R.M. Lamb. Cambridge, g,Massachusetts 1975 97S L c L .Plato, Nomoi `Lees' g . In: Laws. Ed. R.G. Bury. Y Twee din. London etc. 1 9 26 (Lc L).Plato, Politeia `Res p ublica' . In : The republic. Ed. P. Shorey. Y Twee din. London etc.1 93 o-1 935 LcL .Plato, Politeia. Constitutie. Vert. G. Koolschijn. Derde, geheel herziene edruk.Amsterdam i991.Plato, Symposium. In : L y sis ^ Symposium, Gor g ias. Ed. W.R.M. Lamb.Cambridge, g,Massachusetts 1975LL S c .Plato, Het symposium. Een g es rek over de liefde. Vert.D. Loenen. Derde druk.. Amster-sdam 197o.Plato, Ver ^ ameld werk. Vert. X. de Win. Drie ed din. Haarlem a 11963.315 GERAADPLEEGDE LITERATUUR


Plautus. Ed. P. Nixon. Vijf dln. London etc. 1916-1938 LC L. Hierin o. ^1,n m. . Bacchides, c'Cistellaria,>Curculio>Poenulus,>Trinummus,> en Truculentus.T. Maccius Plautus, De Carthager. ^ De Vrek. Vert. J. Hemelrijk sr. s Bussum etc. 1 9 6 9 .T. Maccius Plautus, De ezelskomedie. ^ Vrouw verloot. Het kistje. J Vert. J. Hemelrijk l sr.Bussum etc. 169. 99T. Maccius Plautus, Dee g^ usters Bacchis. De knorrepot. Vert. J. Hemelrijk sr. Hilversum167 97 .T. Maccius Plautus, De krijgsgevangenen. Driestuiverscomedie. Vert. J. Hemelrijk sr.etc. 16 977 .Plinius, Historiae mundi libri xxxvII. Frankfurt am Main 1599.Plinius, Natural history. Ed. H. Rackham e.a. Tien dln. London etc. 1938-1 966 LC L .Plinius, Des wijtberoemden, hoochgeleerden ouden philosophi ende natu rcondi ers boecken endeJ ^ g y gschriften ... Arnhem 1610.A. Plokker, Adriaen ^g. van de Venne(1;89-1662). De grisailles met spreukbanden.Amersfoort etc. 1984.J. Pluis, Kinderspelen op tegels. M.m.v. M. van den Akker en G. de Ree. Assen 1 .g 979M. Pluis, Ontwerptekeningen voor boekillustraties van Adriaen Pieters z. van de Venne in het^Museum Catsianum. Ongepubliceerde scri tie. Leiden 18 .P 97Plutarchus, Lives `Vitae'). Ed. B. Perrin. Elf dln. London etc. 1 9 14-1 9 26 LCL .Plutarchus, Moralia. Zestien dln. Ed. F. Cole Babbitt e.a. London etc. 1 9 2 7 -1 976 LC L .Plutarchus, Les oeuvres morales & meslees de Plutarque. Vert. J. Am ot. Paris 1 z (facs.9 Y S7ed. M.A. Screech. Twee dln. S.l. 1971-1972).Plutarchus, Bloemlezing ^ g uit de Moralia. Vert. A. Koster. Amsterdam 1 9S4 .Plutarchus Huwelijk. Moraal enpraktijk. Vert. H.L. van Dolen. Amsterdam 11993.A.A. van der Poel, `Het Munnikenhof te Grijpskerke.' In: Zeeuws tijdschrift I(1964), lP4Zoo-208.M. Polus [Matthew Poole] ,qSynopsis criticorum aliorumque Sacrae Scripturae inter return etcommentatorum .... Zes dln. Utrecht 168 4-1686.Pol blus The histories `Historiae' . Ed. W.R. Paton. Zes dln. London etc. 1922-1927.Y ^(LcL).W.C. Poortman, Bijbel en prent. Twee din. 's-Gravenha ge 1983-1986. Deel 1: Boekzaal ^van de Nederlandse Bijbels J 18 93 .Porteman 197 5 -1].K. Porteman, `Nieuwe ^ gegevens gg over de drukgeschiedenis, g debronnen en de auteur van de embleembundel Amoris divini et humani anti athia.' In : Onsgeestelijk g ^ er 49 97 I S^ I 9 -2I 3 3 .Porteman 1 97 5 -2]. K. Porteman, ^7`Miscellanea emblematica.' In: Spiegel der letteren I(1975),161-I 161-193.316 GERAADPLEEGDE LITERATUUR


Porteman 1975-3]. 3 K. Porteman, ^ `Voor een geschiedenis g van de Nederlandse emblematali te r atuur.' In : Handelingen ^J der Koninklijke Zuidnederlandse Maatschappij j voor taale<strong>nl</strong>etterkunde eneschiedenis g 29 9 97 I 5 , 199-215.[Porteman1977-1]. K. Porteman, I<strong>nl</strong>eiding tot de Nederlandse emblemataliteratuur.^ gGroningen 1 g 977[Porteman 19 77-2]. K. Porteman, ^ "E Y kickt 1 toch, ^ kickt 1 toch eens, , gesellen g ...Vierhonderd jaar vader Cats 1 577 -1660 .' In : Ons erf<strong>deel</strong> 20 I 977 , 732-747K. Porteman, "D'een klapt, p ^ t' een g d'ander heelde.' Kijken 1 en lezen in en rond Dengul-^d en winkel (i 61 .' In : Visies op Vondel na 3J oo jaar. Red. S.F. Witstein en E.K. Grootes.Den Haag g 1979, 26- S9.K. Porteman, `Hoofts `Voorreden tot de Ieucht' 1611 .' In: S ektator I I (1981-1 9 82),,171-I90.[Porteman 1983]. P.C. Hooft, C.G. Plemp,R.J. de Nerée, Emblemata amatoria, A beel-dinghen van minne, Emblèmes d'amour Amsterdam 16ií . Ed. K. Porteman. M.m.v.W Y sen. Leiden 18 93.K. Porteman, , `Nederlandse embleemtheorie : van Marcus Antonius Gillis i 5 66 totJacob Cats (1618).' In: Dort and Bild 1 984,1-6.K. Porteman, "T'is aloet g wat cunste doet.' Beschouwingen g bij bijeen drukkersmerkvan deebroeders g Van de Venne.' In : Liber amicorum Leon Voet. Red. F. de Nave.Antwerpen p 1985,329-345. 95,p S eciaalnummer van De gulden g passer 61-63(1983-1985).3K. Porteman, `acob Cats' Twee-en-tachtigjarigleven als autobiografie.' g In : Eer is het lofdeseuchts. d Opstellen over renaissance en classicisme aangeboden g aan dr. Fokke I 'eentra. Red.H. Duits e.a. Amsterdam 1986, 9 , 54 i -161.Joachim von Sandrart, Joost van den Vondel, Caspar Barlaeus, De maanden van het jaar. p JEd. K. Porteman. Wommelgem 18 . g 97[Porteman 199o-1]. K. Porteman, ` Johan de Brunes emblematische essays.' y In: DeBrune 1990, 108-118.[Porteman 1 99 0-2 . K. Porteman `The , earliest rece tion p of the `Ars emblematica' inDutch: an investigation g into preliminary p Y matters.' In : The European emblem 99 I 033-53.Porteman 1 992-4 . K. Porteman , "Embellished with emblems' : about the incor pora-tion of emblems in otherenres g in Dutch literature.' In : The emblem in renaissance andbaroque q Europe I 99 27o-88. ^Porteman 1992-2]. K. Porteman, 'Cats's concept of the emblem and the role of^poccasional meditation.' In: Emblematica 6(1992),6 S -82. Een bewerking g hiervan onderde titel: "Soo dacht ick om de worm, die eeuwigh ^ knagen g sal.' De `invallen' van deoude Cats.' In Zeeuws tijdschrift 4 S - I 994 , 168-I 7 3.K. Porteman, `De nationale benadering g van het emblema. Roemer Visscher en JanLuken.' Y In : Niederlandistik and Germanistik. Tangenten g and Schnitt unkte. Festschrift furGerhard Worgt g zum 65 . Geburtstag. g Red. H. Hipp. Frankfurt am Main etc. I1993,179-195.317 GERAADPLEEGDE LITERATUUR


K. Porteman, `Het embleem als 'genus g iocosum'. Theorie en praktijk p 1 bijCats enRoemer Visscher.' In: De zeventiende eeuw II (1995),18 4 97. -IPortretten van echt en trouw 1986, 9 ^ zie De Jonghh.Praz, Studies in seventeenth-century y imagery. Second ed. Roma i 94 6 (Sussidi eruditi, 16 .PRE, zie: Pauls y Real-Enc clo y ddie der classischen Altertumswissenschaft.Probleme der Kommentierung. g Kolloquien g der deutschen Forschun ggs emeinscha t FrankfurtamMain 12-14. 4 Oktober 97 r o and 16-18. Mir ^ 97 1 2. Red. W. Fruhwald e.a. Bo pp and i1975Kommission furermanistische g Forschung, g^ g I).Propertius `Ele iae' . Ed. 94 H.E. Butler. London etc. 1924 (Lc L). L.[Proverbial. Proverbia Germanica. Ongedateerde g waarschij<strong>nl</strong>ijk 11 zeventiende-eeuwse)bundel met spreekwoorden gin het Duits, Italiaans, Frans, Nederlands en Engels. g Drie-maal opnieuw p g genummerd (aangeduid g met I i i en iii; signatuur: K B I 78 N II).R Rabelais, Oeuvres com lètes. Ed. J. Boulenger. Revue et complétée par L. Scheler. Parisg p pI 97o.B. Rang, g^ maeght g kan eerbaer zijn en niet te min geleerd' g (Cats). Diskussies overvrouwen, wetenschap p en studie in de i 7de 7 en i8de eeuw.' In : Comenius 2 31863 9272-29I.L. Réau, Icono g ra hie de /'art chi-Men. Drie dln. Paris I 9S S -I9S9•E.H. Rehermann, Das Predi ^ t-exem el bei rotestantischen Theologen g des 16. and 17. 71 ahrhunderts.Góttin g en I1977.Ria p 1644 . I conolo g ia ^ of u y tbeeldin ^ en des verstands. Van Cesare Ria van Perugien ^ ... Uyt Yhet Italiaens vertaelt door D.P. Pers. Amsterdam 1644 (facs. ed. J. Becker. Soest 19 7 1).I. Rivers, Classical and christian ideas in English renaissancepoetry. London 18 979•A. Robert, Rerum iudicatarum libri nil. Ed. tertia. Köln 1599.L. Rohrich Lexikon der s richwijrterlichen Redensarten. Freiburg I g 973•A.J. Rosel van Rosenhof, De natuur/ yke historie der insecten ... Vier din. Haarlem etc. s.a.16 7S -ca. I 738 .N. de Roever, Van vrijen en trouwen. Bijdrage tot de geschiedenis van oud vaderlandsche zeden.g ^Haarlem I8 I. 9G. Rollenhagen, Nucleus emblematum selectissimorum. Köln 1611 (facs. ed. Hildesheimetc. 18 9S .G. Rollenhagen, Selectorum emblematum centuria secundum. Ar nhem 161 .g 3[Rollenhagen].mata Emblemata,^ volsinni g he y u tbeelsels y b Gabrielem Rollenha g ium ... Vert.Z. Hens. Y Arnhem 161 S.E. Rombauts, s Leven en werken van Pater Adrianus Poirters S..(16,91-1674). Bijdragetotde studiederdld actisch-mor asee li r nde e letterkunde in de x v i le eeuw in Zuid-Neder-land. Gent s.a.I o 93 (Koninklijke 1Vlaamsche Academie voor taal- en letterkunde,reeks vi, } nr. 46).6318 GERAADPLEEGDE LITERATUUR


E. van Roosmalen-Mann, `Cats' illustrator: Adriaen Pietersz. van de Venne.' In:Visies op Jacob Cats eni jn ^J tijd. J Bulletin van de werkgroep ^ historie en archeologie ^ van hetKoninklijk J Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen, ^ afl. 28(1978),8-2 S.[Roscher]. Aus iihrliches Lexikon derriechischen and r^mischen Mythologie. Red. W.H.^Roscher e.a. Negen dln. Leipzig 1 88 -Ig p g 4 937•[Le Roux 18 S9 A..V. le Roux de Lincy, Y ^ livre des roverbes ran ^ais. Seconde ed.Twee dln. Paris 1859 S9 (facs. ed. Genève 168 9 .M. Royalton-Kisch, YAdriaen van de Venne's Album in the Department of Prints andDrawingss in the British Museum. London 1898.P. de la Ruë, Geletterd Zeeland ... Middelburg I 1. ^ 74Quintus Curtius Rufus, zie Curtius.I. Ruscelli, Le imprese illustri ... Venezia 1 S4 5 84.D. Russell, `The term `Emblème' in sixteenth-century Y France.' In : Neo hilolo g us 59( 1 975), 337-351.D. Russell, The emblem and device in France. Lexington9g I 1985 8 (French Forum Mono-gra p hs, 59).D. Russell, `The emblem and authority.' In: Word and image 1 88 8 1-8 .Y g 4 9^ 7L.M. de Rijk Middeleeuwse wi J jsbe g eerte. Traditie en vernieuwin ^. Tweede herziene druk.Assen 1981. 9[Sallustius]. Sallust. Ed.J.C. Rolfe. London etc. 120 9 (LcL). Hierin : Be ll um Iu gurt h inu m.[Sambucus]. De emblemata van Joannes Sambucus uitgegeven door de Officina Plantiniana.Reproductie van de Latijnse J editie van r I4 6 en van de tekst van de Nederlandse vertaling g van r J66en van de Franse vertaling ^ van 1567. Facs. ed. L. Voet en G. Persoons. Speciaalnummerpvan Deulden ^ passer S 8 -6o (198o-1982).A. Saunders, The sixteenth-century ygenreFrench emblem-book. A decorative and useful enre.18 9 8 (Travaux d'humanisme et renaissance c c x x 1 v.M. Scève, > Délie, object J de lus haut vertu (Paris 1;64). E d. F. Charpentier. p Paris 1 9 8 4 .S. Schama, The embarrassment of riches. An interpretation of Dutch culture in the Golden Age. gLondon 18 977 .S. Scheibe e.a. Vom Um gan ^ mit Editionen. E ine Einfuhrun gin Verfahrensweisen andMethoden der Textologie. g Berlin 18 9 8.M.A. Schenkeveld-van der Dussen, 'Cupido p in de Nederlandsedse letterkunden van derenaissance.' In: Hermeneus 47 975 I ^ 82- 9I.M.A. Schenkeveld-van der Dussen, s > 'Christus, C Hymenaeuenaeus of de Tee lz uc h t '.' In:op Vondel naoo 3 jaar. Red. S.F. Wit s stein en E.K. Grootes. Den Haag g 1 977 ,II-25M.A. Schenkeveld-van der Dussen, 'Anna `Ann RoemersVi ss cher : de e tiende ede vande ne gen ,de vierde van de drie.' In : Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandsche letterkunde teLeiden 1979-1980. Leiden 9181 ^33-14. -I319 GERAADPLEEGDE LITERATUUR


M.A. Schenkeveld-van der Dussen, , 'Personage `Personae of p persoo<strong>nl</strong>ijkheid. } Het ik in de Ned- erlandse lyriek Y van de I 7 de eeuw.' In : De ontdekkingen ^ van het subject. J Acta colloquiumqUtrecht 8 december 1 9937- 8 9. Red. B.F. Scholz en A.- . Gelderblom. Utrecht 1 9 8 9 , SSUtrecht renaissance studies,M.A. Schenkeveld-van der Dussen, 'Spiritualiteit P en armenzorg g bij Six van Chandelier,Cats en Lodenste Yn.' In : Bijdragen en mededelingen g^betreffende de geschiedenis der NederlandenI 07 99 I 2 ^ 760- 770.M. Schilling, g ^ literarischen Vorbilder der Ludwi g sbur ger und Gaarzer Embleme.'In : Harms en Fre Y ta g ^ Au erliterarische Wirkungen g I 975^ 41- 71.M. Schillin g ^ Imagines g mundi : metaphorische Darstellungen g der Welt in der Emblematik.Frankfurt am Main etc. 1979.A. Schone Emblematik and Drama im Zeitalter des Barock. Zweite Auflage. MunchengI 68. 9B.F. Scholz, `Semantik oder Ontologie. g Zur Bestimmung gdes `Verháltnisses zurWirklichkeit' in der neueren Emblemtheorie.' In : Deutsche Viertel ljahrsschri t fir Literaturwissenschat and Geistesgeschichte g S3 I 9793 62-277.B.F. Scholz, `Didaktische Funktion and Textkonstitution im Emblem.' In : Jahrbuchur Internationale Germanistik 1 -Heft 2 0 9 81), i o- .3 3SB.F. Scholz, 'Reading emblematic pictures.' In: Komparatistische Hete -6 182 77-88g P S 9 ^ 77(Literatur and die andere Kunste. Universitat Bayreuth).[Scholz 1 9 84-1 B.F. Scholz, ^bij 'Overwegingen de tekstsoort `embleem' en bij 1 hetgenre g van Roemer Visschers Sinne o en.' In : Tijdschrift J voor Nederlandse taal- en letter-kunde loo (1984),Scholz 1 984-2]. B.F. Scholz, ^ Emblematisches Abbilden als Notation. Uberle g un genzur Hermeneutik and Semiotik des emblematischen Bildes.' In : Poetica. Zeitschri t fiirSprach- and Literaturwissenschaft 1618 94^ 6 I 9- o. Ook in : Modelle fir eine SemiotischeKek an s truktion der Geschichte der Asthetik. Red. H. Paetzold. Aachen 18 9735 -63.B.F. Scholz, `Ownerless legs or arms stretching from the sky : notes on an emblematicg g Ymotif.' In : Alciato and the emblem tradition 1989,249-283.B.F. Scholz, `De `economische sector' in Roemer Visschers Sinne o en.' In: De zeventiendeeeuw 6(19 90),1 -26. 7P.M.chon S Vorformen des Essays in Antike and Humanismus. Ein Beitrag ur Entstehun sesh ^^ c ic hte der `Essais' von Montaigne. ^ Wiesbaden I 9S4 (Mainzer RomanistischeArbeiten, 1).F. Schoon h vi o us Emblemata, a partim moralia partim etiam civila. Gouda 1618 (facs. ed.D. Tschiewskij. 1 Hildesheim 11975).G.D. J . Schotel, Het oud-hollandsch huisgezin der zeventiende eeuw. Tweede, verbeterde engeïllustreerdeg uitgave d door H. C . Ron e. g Leiden s.a. (Eerste druk Haarlem 1 868 .S. Schroeter, Jacob Cats Be ^ aehun g en ^ ur deutschen Literatur. Diss. Heidelberg g 190S ..Schrijnen,d Nederlandsche volkskunde. Tweede, herziene druk. Twee dln. Zutphen P s.a.1 93 0- 1 933 .320 GERAADPLEEGDE LITERATUUR


Het lied van Io as. Verbindin en van literatuur en natuurwetenschap in hetP.H. Schrijvers, gLatin. Inaugurele rede. Groningen 1 8.J g g 970. Schumann, Lateinisches Hexameter-Lexikon. Dichterisches Formel ut von Ennius bis • umArchi oeta. Zes dln. Munchen 1 979 -1 9 8 3 Monumenta Germaniae Historica,Hilfsmittel. 4I. Schwendemann Probleme humanistischer Moralistik in den emblematischen Werken des,Guillaume de la Perrière. Diss. Marburg,ahn 1 66.g 9e al, S. g A fruitful past. A survey yof the fruit still lies of the Northern and Southern Netherlandsfrom Brueghel g till Van Gogh. g Gallery Y P. de Boer (Amsterdam) en Herzog ^ AntonUlrich-Museum(Braunschweig) gS. Segal, g ^ A prosperous past. The sumptuous still life in the Netherlands 1600-1700. Red.W.B. Jordan. 's-Gravenhage g 1988. 9K. Segermann, g ^ Das Motto in der L y rik. Funktion and Form der ` é i grahe' vor Gedichtenderran ásischen ^ Romantik sowie der nachromantischen Zeit. Munchen I 977 (BochumerArbeiten zur Sprach- p and Literaturwissenschaft, i2).Y P.R. Sellin, `Daniel Heinsius' Nederduytsche Poemata. De uitgaven g van 1616 en 161.' 8In : Tijdschrift voor Nederlandse taal- en letterkunde 78 19,61 241-2 46.B. van Selm, Een menighte g tre eli 'cke J Boecken. Nederlandse boekhandelscatalogi g in het begin g vandeeventiende ^ eeuw. Diss. Amsterdam. Utrecht 1 9 8 7 .B. van Selm, "... te bekomen voor een Civielenrijs.' P1 De Nederlandse boekprijs P1 in dezeventiende eeuw als onbekenderootheid.' ^ In : De zeventiende ^ eeuw 6 199 098-116. ^B. van Selm, Inzichten en vergezichten. Zes beschouwingen over het onderzoek naar de geschiedenisvan de Nederlandse boekhandel. Red. H. van Goinga g en P. Hoftijzer. 1 Met een bibliografie gvan de auteur door P. J . Verkruijsse. l Amsterdam 1992.Seneca, , [Opera]. Basel 1 5 -1 5 .Seneca, Ad Lucilium epistulae morales. Ed. R.M. Gummere. Drie dln. London etc. 1917-1 9 2 5 (LcL).Seneca, , Brieven aan Lucilius. Vert. C. Verhoeven. Baarn 180. 9Seneca, Moral essays. y Ed.J.W.Basore. Drie din. London etc. 1 9 28-1 95 1 LCL (LcL). Hierino.m.: De ira, De tranquillitate animi, De bene iciis en De consolatione ad Helviam.Seneca, Vragen ^ en antwoorden. Vert. C. Verhoeven. Baarn 1983.Seneca, Tragedies. g Ed. F.J.Miller. Twee dln. London etc. 97 1 I LCL (LcL). Hierin o.m.:Agamemnon, Herculens uren Hippolytus(Phaedra),Octavia, Oedipus, T h estes Troades, enMedea.Sententiae sine loci communes utriusque q iuris, ^ serie alphabetica digesti g ... ^ 7 . Hisce adiecimus leguumselectissimos ... Apud p Iohannem Birckmannum & Theodorum Baumium. KölnI 568.A. Sivirsky, Y} Nederlandse emblemata van de Hongaar ^ Sambucus : de eersteNederlands-Hongaarse ^ dichtbundel.' In : O ns erf<strong>deel</strong> 24i 481 9 , 729-736.32I GERAADPLEEGDE LITERATUUR


J. Six van Chandelier, zie Jacobs 1991.L.A..W. Sloet, De dieren in het Germaansche volksgeloof en volksgebruik. 's-GravenhageIóó 71 E.J. Sluiter, , De `he ydensche Fabulen' in de Noordnederlandse schilderkunst circa 1;90-167o.Een proeve van beschrijvingen interpretatie Jvan schilderijen jen met verhalende onderwerpen uit deklassieke mythologie. Diss. Leiden. 's-Gravenhage g 186. 9K. Sluyterman,Y ^ Huisraad en binnenhuis in Nederland in vroegere g eeuwen. Tweede, veelvermeerderde, , druk. 's-Gravenhage g 12 95.H. Smilde, Jacob Cats in Dordrecht. Leven en werkenedurende g de ^ jaren 1623 -16 36. Diss.Amsterdam. Groningen g etc. 93 I 8.W.A.P. Smit, 'Aantekeningen g bij het proza P van Cats. Verslag gvan een mislukte verken-nin g .' In : Aandacht voor Cats 162 9 ^ 74 94• -D.R. Smith, Masks of wedlock. Seventeenth-centur y Dutch marriage g portraiture. A nn Arbor, ,Michigan g 1982.M.B. Smits-Veldt Samuel Coster, ethicus-didacticus : een onderzoek naar dramatische opzet enmorele instructie van Ith y ^ s Pol y xena en I hi g enig. Diss. Amsterdam. Groningen g i 986.M.B. Smits-Veldt en H. Luiten Luijten, `Nederlandse pastorale P poëzie P in de zeventiendeeeuw: verliefde en wijze l herders.' In : Het gedroomde g land. Pastorale schilderkunst in deGouden Eeuw. Tent. cat. Utrecht. Zwolle 1993.C. Iulius Solinus, , Collectanea rerum memorabilium. Ed. T. Mommsen. Berlin 189S.M. Spies, P ^ `Rhetorica's en poetica's p in de renaissance en hun invloed op P de Nederlandseliteratuur. ' In : Lamas. Tijdschrift voor Nederlandse classici i 8 18 95,43 14 3 -161.J. van den Vondel, Tweezeevaart-gedichten ... Ed. M. S Pies. Twee dln. Amsterdam etc.1 97 8 7(Monumenta literaria neerlandica, , 111 } i-2).[Spies 1 99 1-1].M. S Spies, "Poeetsche fabrijcken' 1 en andere allegorieën, eind 16debeging i7de 7 eeuw.' In : Oud Holland 1 o 5(1991), 228-243.[Spies 1991-2]. M. Spies, S `Betaald werk? Poëzie als ambacht in de i 7e eeuw.' In:Holland, regionaal-historisch ^ tijdschrift 2(1 3 99 1),210-224 4 pS eciaalnummer: Kunst ino pdracht in de Gouden Eeuw).S rache der Bilder 1978]. Die S rache der Bilder. Realitdt and Bedeutung ^in der niederldndischenMalerei des 17. 7 Jahrhunderts. Tent. cat. Braunschweig g 97 I 8.H. Ste gemeier, , `Sub Verbo `Sinnbild'.' In : Humaniora. Essays y in literature, folklore, >bibliography.Honoring ^ A. Taylor. y Red. W.D. Hand e.a. New York 196o ^115-120.Ookverschenen in : Emblem and Emblematikre ^ e tion. 97 Red. S. Penkert. Darmstadt , I 823-29.A. Stegmann, , Les théories de l'emblème et de la devise en France et en Italie r 20-1 I 62o .Tours 1893 (Centre d'études supérieures p de la renaissance de Tours).A.G. Stewart, Unequal ^ lovers. A stud y of unequal q couples in Northern art. New York I 977•J. Stobaeus, Anthologium. g Ed. C. Wasmuth en 0. Hense. Vijf l dln. Berlin 188 4-1 9 12(facs. ed. [Berlin] 1974).322 GERAADPLEEGDE LITERATUUR


F.A.toett S Nederlandse spreekwoorden engezegden : verklaard en vergeleken met die in hetFrans, Duits en Engels. g Negende g ,geheel herziene en zeer vermeerderde druk bewerktdoor C. Kru Y skam p . Zutphen p 11974.St r ao b . Th egeography o Strabo. E d. H.L. Jones. Acht dln. London etc. 1 9 1 7 -1 93 2(LcL).L.tren S holt g `Letterkunde ^ leven g in Zeelands Gouden Eeuw.' In : N ehalennia 75(1 9 8 9),z-6. S3C.G. Stridbeck, Bruegelstudien. Untersuchungen zu den ikonologischen Problemen bei PieterBrue g el d.A. sowie dessen Be ^ iehun ^ en ^ um niederl^ndischen Romanismus. S tockholm 19S6(Acta Universitatis Stockholmiensis, Stockholm studies in history Y of art, 2).[Van Strien 1 990]. Constantijn Huygens Men g elin gh. Ed. A. van Strien. Diss. Amsterdam1990.Suetonius. Twee dln. Ed.J.C. Rolfe. London etc. 1 9 2o-1 9 24LcL.W.H.D. Suringar, g Over de Proverbia Communia, ^ ook Proverbia Seriosa geheeten, g de oudsteverzameling ^ g van Nederlandsche spreekwoorden. L eiden 1864.W.H.D. Surin gar^ Erasmus over Nederlandsche spreekwoorden en spreekwoordelijke J^ke uitdruk -kin g en vanzijnen ti J d ... U trecht 1873.J.Sylvester, Y ^ The complete works. E d. A.B. Grosart. Twee dln. Edinburgh g 1880.Publilius Syrus, Sententiae. In : Oeuvres complètes ... de S rus. Ed. M. Nisard. Paris 18 .Y ^ .^ 49[Publilius S rus . Publilii Sri Mimi Sententiae. Ed. 0. Friedrich. Hildesheim 1964.Y yTacitus, Dialogus, Agricola, Germania. Ed. W. Peterson en M. Hutton. London etc. 120g ^ g ^ 9(LcL).Tacitus, The histories `Historiae' . Ed. C.H. Moore; The annals `Annales' . Ed. Jackson.Vier dln. London etc. 1 9 2 5 -1 937 LcL.Tacitus, Historiën. Vert.J.W. Meijer. Baarn 1 1.1 99Tacitus, Jaarboeken. Vert.J.W. Meijer. l Baarn 1990.N. Taurellus, EmblematahBico-ethica y hoc est naturae morum moderatricis picta praecepta.Nurnber g 1595.[Terentius]. Terence. Ed. J. Sargeaunt. g Twee dln. London etc. i 920 LcL Hierino m..Adel hoe Eunuchus, Heautontimoroumenos, en Hec ra.P. Terentius Afer, Het meis je van Andros en alle overige bewaarde toneelstukken. Vert.JJ. Hemelrijk sr. Hilversum etc. 1967.l[Tertullianus]. Quinti Septimi Florentibus Tertulliani Opera. Ed. A. Reifferscheid enG. Wissowa e.a. Vier dln. Praga etc. 18 0-1 csLL xx, LIx Lxx en Lxxv .g 9 957 > lG. de Tervarent, Attributs et s mboles dans l'art profane r o-166o. Dictionnaire d'uny ^flanguage perdu. Twee dln. Genève 1958-1959.[Thieme-Becker]. U. Thieme en F. Becker, Allgemeines Lexikon der bildenden Kiinstler vonder Antike bisur Gegenwart. Zevenendertig dln. Leipzig 1907-1950.^ g g P g323 GERAADPLEEGDE LITERATUUR


S. Thompson, p,Motif-index o folk-literature. A classification o narrative elements in olktalesb alla ds myths, fables, medieval romances, exempla, fabliaux, jest-books and local legends. Zesdin. Kobenhavn 1955-1958.p^ L. Thorpe, 'Montaigne gquarterlyand the emblems of Jacob Cats.' In : Modern language 10 (1949) 5 494 I - 28.Thronus Cupidinis. Derde druk. Amsterdam 1620. Verzameling g van emblemata engedichten door , G.A. Bredero, J. van den Vondel, Roemer Visscher, D. Heinsius,Ronsard. Facs. ed. H. de la Fontaine Verwey. Y Amsterdam 1 968.Thuc ydides. Ed. C. Foster Smith. Vier dln. London etc. 1 9 1 9-1 930 Lc L .Thuc dides De Peloponnesische oorlo . Vert. M.A. Schwartz. Tweede druk. Baarn etc.Y , ^I 9 86.Tibullus. Ed.J.P. Post ate. In : Catullus, Tibullus, Pervigilium veneris. Second edition,revised by G.P. Goold. Cambridge, Massachusetts etc. 1 9 88 LcL .Y g^ 9B. Tiemann, Fabel and emblem. Gilles Corroet and die franijsischen Renaissance-Fabel.Munchen 1 (Humanistische Bibliothek i-I8 .974H. Tiemann, `Wort and Bild in der Fabeltradition bis zu La Fontaine.' In : Buch andWelt. Festschrift s fur Gustav Hofmann zum 6 . 5 Geburtstag g dar gebracht. g Wiesbaden1 9 6 5 ,237-260.J . J .M. Timmers, Christelijke symboliek en iconografie. Vierde druk. Haarlem 1 81.y 9[Tot lering ^ en vermaak 1 976]. Tot lering g en vermaak. Betekenissen van Hollandsegenrevoorstel- ^linen g uit de eventiende ^ eeuw. Tent. cat. Amsterdam 97 I 6.Tremellius 160 7]. I. Tremellius en F. Iunius Testamenti veteris Biblia Sacra en Testamentumnovum. Hannover 160 (inclusief de Libri A ocr hi .7 yTro gu s . M. Iuniani Iustini Epitoma historiarum Phili icarum Pompei Trogi. g AcceduntProlo g i in Pompeium p Trogum. g Ed. 0. Seel. Stuttgart g 1985.E. Trunz, Dichtung and Volkstum in der Niederlanden im 57. Jahrhundert. Ein Ver leichmit Deutschland and ein Uberblick liber die niederli ndisch-deutschen Be iehun gen in diesem ahr-hundert. Munchen 193 937 (Schriften 7 der deutschen Akademie, ^ 27.W.S.Un er, g ^ Catalogus g van den historisch-to o ^ ra ischen atlas van het Zeeuwsch Genootschap derWetenschappen, dl. 2 : topografische prenten en teekeningen. g Middelburg g 94 I 0.M. van Vaeck, `De `Gulden Eeuwe' bij 1 Roemer Visscher geketend.' g In : Uut goeder go n sten. gStudies s aangeboden aan p prof. dr. L. Roose naar aa<strong>nl</strong>eiding g van zijnemeritaat.Eindred. K. Porteman. Leuven etc.i 98 4 99 -I 3I .M.Vaeck, ` Ad ri aen vann de e Venne and his use of homonymy YY as a device in theem blem a tical process of a bimedial g genre.' In : Emblematica 3 i 9 88 101-119.M.Vaeck,d `A riaen v vann de Vennes Tafereel van sinne-mal (Middelburg g 162 3). Naaraa<strong>nl</strong>eidinga van hetliteraire egdebuut van een geleerd schilder-dichter.' In : Nehalennia75 I 994 $ -2 3.M. van Vaeck, > `Konst baert roem; het uitgeversbedrijf g 1 van de Van de Vennes teMiddelburg g 1618 - I62 SKoninklij.' In : Zeeland. Tijdschrift van het Koninklijk Zeeuwsch GenootschapWetenschappen I(1992), 85-9o.324 GERAADPLEEGDE LITERATUUR


M. van Vaeck, `Starters 'Dee 0 enherte g he herten en J.J. ..Stante Steeck-boecxken, ofte 'tvermaakder J eu bo dele Jken herten: een opmerkelijkep l variante van de hartsemblematiek.' In : I'ersla-gen en n mededelingenz g en van de Koninklijke ^ Academie cademe voor Nederlandse taal- en letterkunde. Gent1 993 , 122-152.Van Vaeck 994 Adriaen d erz van dde 1 ennes ` T a ereel van de belacchende werelt ' (Den Haaggr63I • Ed. M. van Vaeck, Drie din, Gent 1994I (Koninklijke o 1 Academie voor Neder-Nlandse taal- en letterkunde, reeks vi, nr. 121).Vaenius, zie : Van Veen.G.P. • Valeriano Bolzani, ^ Ha er o gy l ica. h Lyon Y 1602 (facs. ed. New York etc. 197.6Va 1 ereus Maximus, Factotum et dictorum mem or abilium libri novem. Ed. C. Kempf. p Berlin1854 S4 (facs. ed. Hildesheim etc. 197.6P. Vandenbroeck, k A 'Aspectenp van de kindericonografie in de oude Nederlanden(voornamelijk 16e - i 7 e eeuw).' . In . Het kind in one ^ kunst k van rho tot heden. Tent. cat.Brussel 1983-1984.J.F. Vanderheijden, V1 ^ Het thema en duitbeelding g van den dood in de oè ie ^ der late middeleeuwenen der vroeg r g e renaissance. Ledeberg g etc. s.a. 1 903.Varro . M. Terentii Var one r s Saturarum a m Meni earum fragmenta. g Ed. R. Astbury. YLeipzig1985. Pg95[Varro]. Varron, Satires Me "y aa ' ees. Ed. J.-P. Cèbe. Tien din. Roma 1972-1994 I 994 Collec -toon de l'École Fran aise de Rome).C. Vece lli o > Habiti a antichi, et moderni di tutto it mondo ... Ve nezia 1 S8 9 .0. van Veen Vaenius Amoris divini emblemata ... Antwerpen p 1615.0, van Veen, Amorum emblemata figuris g aeneis s incisa. Antwerpen p 16o8 (facs. ed.D. Tschiewskij. ^ Hildesheim etc. 197.00.van Veen,Quin t' tiratii HoFlacci emblemata imaginibus in aes incisis, notisque illustrata.Antwerpen p 16077 (facs. ed D. Tschiewskij. l Hildesheim etc. i 972 .o Ook wel EmblemataHoratiana genoemd.Flavius Vegetius Renatus, De re militari ... S .l. [Leiden] 160 .g ^ 7F.ge V etius Renatus, E itoma rei militaris. Ed. C. Lang. g Leipzig p g188 5 .Adriaen van de Venne, zie : Van Vaeck 1994.[Vergilius]. Vergil. Le g a E d . H. Rushton s Fairclough. g Twee dln. London etc. 1 9 16-1 9 18i c L . Hierin : Aeneis, Eclogae, g ^ en Georgica. gVergilius, g Aeneis. Vert. t M.A. Schwartz. Tweede druk. Amsterdam 1 989 .P. J . Verkruijsse, 1^ Mattheus s ^ Smalle g an e(1624-1710): g,g Zeeuws historicus, genealoog g en vertaler.Descriptieve persoonsbibliografie, met eenverantwoordingvan g de evol gde methode van articleinterne collatie. Diss. Amsterdam. Nieuwkoop P 1 9 8 3 .P . .Verkruijsse'Het `H boekenmecenaat in de zeventiende eeuw.' In: De .?.eventiende eeuw37 I -I 43•325 GERAADPLEEGDE LITERATUUR


P.J. Verkruijsse, 1^ `Holland ` g edediceerd'. Boekopdrachten P in Hollandin de e i 7eeuw.'In : Holland, regionaal-historisch tijdschrift 23 99 I i ^ 225-242 (Speciaalnummereclaa Kunst inopdracht p in de Gouden Eeuw).P.E.L. Verku Y^ 1 Battista Guarini's 'Il astor ido' in de Nederlandse dramatische literatuur.Diss. Utrecht. Assen 19977 1.P. J .H. Vermeeren, `De emblemata van Cats.' In: Aandacht voor Cats 1962, 155-176.9 ^T. Verweyen, Y^ A o hthe ma g and Scher rede. ^ Die Geschichte einer einfachen Gattungsform ^orm sandihrer Ent altup ^ im r . 7 ahrhundert. Bad Homburg g etc. 197 o (Linguistica g et letteraria litteraria .1977eeuwen Jacob Cats. Red. L. Steen g holt e.a. Tent. cat. Brouwershaven. Zierikzee s. sa.J.F. de Villava, Empresas es iritualesmorales. Bae a 161 .y ^ 3Roemer Visscher, Sinnepoppen. Amsterdam 161 4 . 4Roemer Visscher]. Sinnepoppen van Roemer Visscher. Ed. L. Brummel. 's-Gravenhage g1949.Anna Roemers Visscher, Gedichten. Ed. N. Beets. Twee dln. Utrecht 1881.J.L. Vives, Opera omnia. Ed. G. Majansius. 1 Acht dln. Valencia 1782-179o.L. Volckmann, Die Bilderschri ten der Renaissance. Leipzig Pg 1923.J. van den Vondel, Denulden ^ winkel. Amsterdam 1613(facs. ed. J. Becker. Soest1978).J. van den Vondel, Vorstelijke ^ warande der dieren. Amsterdam 16177 (facs. de . J. Becker.Soest 1 974). Oorspronkelijke P 1 spelling: Vorsteliicke warande der dieren.J. van den Vondel, zie: Spies P 1987.[Vondel]. De werken van Vondel. Ed.J.F.M. Sterck e.a. Tien1 d . n Amsterdam197 2-I 937 (Afgekort g als tr'B ^ Wereldbibliotheek-uitgave).G. van Vreeswyk, Y> De roode leeuw, o het lout der philosophen ... Ams terdam 1672.G. van Vreeswyk, Y ^ De g groene leeuw, ^ of het licht der hiloso hen ... Amsterdam 1674.Van Vreeswyk YY 1675-1]. G. van Vreeswyk, ^ De goude ^ leeuw of den asi J jn der w ysen •..Amsterdam 16 75 .Van Vreeswyk Y 16 7S -2 . G. van Vreeswyk, Y ^ Vervolg g van 't cabinet der mineralen, ^ o de goude gson der philosophen ... Amsterdam 16 75 7S .A.G.C. de Vries, De nederlandsche emblemata. Geschiedenis en biblio g ra hie tot de ge eeuw.Amsterdam 1899.L. de Vries, Jan Steen als kluchtschilder. Diss. Groningen g I1977.J. Vuylsteke, Y ^ Ambacht van den smid. Gent 189S (Koninklijke 1 Vlaamsche Academie voorTaal- en Letterkunde, nieuwere taal- en letterkunde. Vak- en kunstwoorden, nr. 2).w H. Walther, Proverbia sententiaeque q latinitatis medii aevi. Lateinische S richworter and Senten -^ en des Mittelalters, ^ in alphabetischer Anordnung. g Vijf dln. en register<strong>deel</strong>. g Gottingen1 96 3 -1 9 67 . Uitgebreid g met Proverbia sententiaeque g latinitatis medii ac recentioris aevi. Novaj26 GERAADPLEEGDE LITERATUUR


ses series.Lateinisch Lateanzs c e S richwijrter and Senten en des Mittelalters and der riihe Neueit, in al habe-tisc er A no r nun d . gNeue Reihe. Aus dem NachlaB von Hans Walther. Ed. P.G. Schmidt.De dln.8 7^ en 9. 9 Gottin en g 1982-1986.J.D.P. Warners, `Gewoon hoog en diep lezen.' In: Spiegel der letteren I I(1968-1969),> g P191-20I.J.D.P. Warners, `Al sietmen de lu y14men kentse daarom niet.' In : Spiegel der letteren I(1 97 2), I13-131.W. Waterschoot, De `Poeticsche werken' van Jonker Jan van der Noot. Analytische y biblio-rafie en tekstuitgave. Drie dln. Gent Ig g 97. 5P.F. Watson, Thegarden o love in Tuscan art o the earl renaissance. Philadelphia etc. I .^ y P 979W Do zie : Woordenboek der Oudheid.J. Wegeler, Philosophia patrum in lateinischen Versen and ihren U ber se t n u en. Koblenzg ^^ g1877.J. Weisz, Das E i ramm g in der deutschen Literatur des 1 ^ . Jahrhunderts. Stuttgart tat I 7 .g 99E. Welsford, The fool. His social and literar history. London i .y y 93SF.W. Wentzlaff E ebert Der triumphierende and besiegte Tod in der Wort- und i un tgg ^ ^d B ldk sdes Barock. Berlin etc. 1975.J. Werner, Lateinische S richwijrter and Sinnspriiche des Mittelalters. Heidelberg 1912. g9A. Weijnen, l ^ Zeventiende-eeuwse taal. Vijfdedruk. Zutphen P s.a.J. Wens Volkshuisraad in Vlaanderen : naam, vorm, geschiedenis, gebruik vo e<strong>nl</strong> k s k un dibelang g der huiselijke voorwer en in het Vlaamse land van de middeleeuwen tot de Eerste Wereld-oorlog. ^ Vier dln. Beerzel (Antwerpen) p 11974.T.A.G. Wilber Vignau-Schuurman, Die emblematische Elemente im Wk ere Jorisg gHoefnagels. Twee dln. Diss. Leiden 16 99.te Winkel, Geschiedenis der Nederlandsche letterkunde van de Republieker d ti 'ereeni deNederlanden. Drie dln. Opgenomen in : De ontwikkelingsgangder Nederlandsc he letterkunde,Pgdl.- 3S . Haarlem 1922-1 9 27.E. Wind, Pagan m steries in the renaissance. London I 8.g y 9SE. Winternitz, Musical instruments and their symbolism in western art. London 16 .y 97D.A. Wittop Koning, pharmacie en de kunst, dl. . Deventer 1964.P g> 3D.A. Wittop Koning, pharmacie en de kunst, dl. 1. Vierde druk. Deventer 1965.P g>D.A. Wittop Koning, oude apotheek. Delft 1966.P g^ 9WATT, zie : Woordenboek der Nederlandsche taal.J. Woodrow Hassell jr., Middle French proverbs, sentences and proverbialphrases. Toronto1982 (Subsidia S Mediaevalia, 12.Woordenboek der Nederlandsche taal. Bew. door M. de Vries, L.A. te Winkel, A. Kluyverye.a. ... din. 's-Gravenha ge etc. 188 -... (Afgekort als 11-NT)..NT4 ^327 GERAADPLEEGDE LITERATUUR


Woordenboekder e' Oudheid. Encyclopedisch overzicht van de Grieks-Romeinse wereld, het oudenabije ^ oosten,h Osten het oude d Egypte, ^y het vroege B christendom. Red. . Nuchelmans e.a. Drie dln.Bussum 19 76-1985. Af gekort als fr/Do).J.A. Worp, p 'De bronnen van den Trou-ringh van Cats.' In : Noord en zuid. Tijdschriftten dienstevan onderwijzers bij ba destudie der Nederlandsche N e erlan d d taal- en letterkunde 20 18 -.97 ^ 3966mort und n Bild al 1 9 81 . Dort and BildḄuchkunst a d. and Druck gra hik in den Niederlanden im56. and 17. 7 Jahrhundert. Konzept p H. - . Raupp. pP Köln 1981 (Belgisches g Haus).[Wort und n Bild al 1 9 841 DortundBaldandern ie d erl a "ndisc h en Kunst and Literatur des 16. and17. ^ Jahrhunderts. Red. H. Vekeman en Mailer Hofstede. Erfstadt 1 94 8 .L.E. van W 1 l^ k Na g r a anteckningarom holl"n adskt i Stiernhielms Hercules.' In :N Svenska studier. T idskri t ^r svensk stil- och s rdk orsknin g 9 I 939 1 ^ 9 2-104.[Xenophon]. Xeno bontas philosophiet imperatoris clarissimi, quae extant opera, in duos tourosdivisa ... Frankfurt 15S96.Xenophon,Memorabilia ' n and oe oeconomicus. onomicus. Ed. E.C. Marchant. London etc. 1 9 2 3(LcL).A.R. Young, g The English g tournament imprese. New Yor k 188 9 (AMS Studies in theemblem,C . YpesPetrarca in de Nederlandse N letterkunde. Amsterdam 11934.J.H.Zedler, . e Grosses vollstandi es Unave Universal-Lexi kon. Vierenzestig g dln (en vier su pplemen-ten . Leipzig p g I 7S 1-1 754•Zeeuschenachtegael n en bijgevoegdA. van v de Venne Tafereel van sinne-mal. Facs. ed. vanexem layr PBp Zeeland 3 x 1 van d de druk Middelburg g 16z 3 . Ed. P.J. Meertens enP. Verkruijsse. V1 Middelburg g9 1982.A. . Z1 1 derveld ^ 'Cesare Ripa's p Iconologia a g in ons land.' In : Keur uit het werk vanA Zi ^ jderveld. Amsterdam I 9S 3 ^ 121-141.328 GERAADPLEEGDE LITERATUUR


V Noten329


I Noten bij de i<strong>nl</strong>eidingI.I NOTEN BIJ DE ONTSTAANS- EN DRUKGESCHIEDENIS VAN DE BUNDELI Amy/ 1 7 12,I I ,(aparte P paginering, P g gig geheel achteraan), ^ o. S Cursivering g van mij, 1^HL.Uitgebreidg over deze 3477 verzen tellende autobiografie, g ^ die tussen eind 16 57en S7 16 59tot stand kwam, maaras p in 1 700 voor het eerst verscheen: Porteman 1 9 86. Hij zegt gover n 'uit s'Tijdensdezepassage: `Tijdens de vita contemplativa op p dit beate buitengoed wordende literaire activiteiten – de Ovidiaanse otia mea –gesitueerd' g 1 S9 . In licht gewijzigdeg 1 gvorm verscheen de studie ook in Over de autobiografie. Red. E. Jongeneel. g Utrecht 1989,1 37 -1 48. V g 1. verder K. Bostoen, ^ `De autobiografie g van Jacob Cats.' In : Ik is anders.Autobiografie in verschillende culturen. Red. M. Schipper en P. Schmitz. Baarn 99 I 1 ^ 89-IO2.2 J.H. de Stoppelaar, ^ Jacob Cats te Middelburg ^ 16o 3 -162. 3 Middelburg g 1860 , 4, 1- 1 S en 220,noot I. De Stoppelaar houdt het op p `kort na zijne echtverbintenis', ^ dus na 160. S Vander Poel 1964 94 (i.h.b. 204)vermoedt 4 in 1603. 3 Van oorsprong p g was het een laat-middeleeuwseuithof van de abdij te Grijpskerke. lp De nieuwe eigenaargFrederik van Rou er-g en liet in 16233 het huis vergroten, g de tuinaa<strong>nl</strong>eg ^ uitbreiden g en lg er een bijgebouw lbijplaatsen. p In 165S9schilderde 9 W. Schellinks het buiten (het schilderijis in het bezit vanhet Koninklijk Zeeuwsch Genootschap p der Wetenschappen pP te Middelburg). g Zie: TheAnglo-Dutch ^ g garden in the age 8 of William and Mar y – De gouden ^ eeuw van de Hollandse tuinkunst.Red. J. Dixon Hunt en E. deon . g London 188 9 ^ 108-IO cat. 9} nr. 2 (Speciaal pdubbelnummer van Journal o g arden histor y 8(1 9 88)). Deze catalogus, evenals TenBerge g (1 979 , 332) vermelden zonder verder bewijs 160 3als 3 jaar 1 waarin Cats het buitenin zijn bezit kreeg. gCats droeg g het gedicht g 'Harders-clachte' in Maechden-plicht op p aan Catharina vanMuylwijck Y 1 (Middelburg g I 618 ^ o 1 r-P 4 r . In een soort naschriftje gaf g hij aan uit welkeplaats hij het stuurde: `Ionck-vrou ick send' u van Grijpskerck Een Harders-clacht,p ^ lp s ,een boere-werck'. De tekstaat g vergezeld g van een gravure g waarop Pverscholen achterhet Munnikenhof een herderde dichter? zich met zijnschapen p binnen de ommuringgophoudt. p Vgl. g ook Van der Poel 9 16 4^op204-205. Het buiten is verder ook te zien ohetetekende g portret p dat Van de Venne van Cats maakte, zie ^ de illustratie op p het fron -tis P ice van deze editie (vgl. g Bol 1 9 8 9,66, afb. 54).3 Zie hierover Porteman 1 975 -2, 164-16 S^g 7. Ten Ber e i 979 336) interpreteerde p Cats'woorden letterlijk en autobiografisch: g `Hij 'Hij haalt zijn eigen g liefdesgedichten g uit zijn 1Leidse en Franse tijduit de la en haalt herinneringen g op p aan de meisjes l die hem in vuuren vlam hebbenezet.' g4 Hij werkte ook voor de boekverkopers pj M. z. Brandt (uit Amsterdam) en voor RomboutHamerste (uit Bergen g op Zoom). Zie over hem : Ledeboer 18 7^3 2 00 3 01; ^ Na gt-g las 18 9o-18 93 ,I > 6o 3 • ^ Meertens I 943 420 ^ • Briels I 974> 112, I 47 en S 17^• en K. van denOord, , `De boekdrukkunst in de steden Bergen g op p Zoom, , Breda en 's-Hertogenbosch,g enbosc ,331 NOTEN BIJ DE ONTSTAANS- EN DRUKGESCHIEDENIS


1450-165o. Een voorlopige schets.' In : Varia historica a Brabantica a8 v i -vii I 927 , o9-2 71, , i.h.b. 2 39 .Van der Hellen was destijds 1 niet bij 1 machte de tweede drukgang,namelijk id e vanderenten deprenten, zelf uit te voeren. In de jaren 1 ' 3^ o, toen hij l Be q que, ^ der sc J ri k ns o t e ... drukte,,beschikte hij 1 blijkbaar wel over een p plaatpers. p Zie hierover A.R.A. Croiset r van Uc h e-len > `Abraham van Overbeke, anearly-seventeenth-centuryri w t n i gmaster - from Zeeland.'In: Quaerendo Z (1 97 2),2 7 8-28 9,i.h.b. ^ 286; 6 e en Luijten 1 199 Z ^ i.h.b. ..b. Zo 9210. - Alin 1613 had Van der Hellen te Zierikzee drie vertalingen g van Hofferusgedrukt. sede Zibijdrage 1 gp van W.J.op 't Hof in: Hofferus o 11993, 2 S -2 6 .Over de g rijke 1 plaatsvoor de handel in boeken die de welvarendea ende handelsstadMiddelburg g aan het eind van de zestiende en het begin g van de zeventin e de eeuw innam,schreef Van Seim : `Het lijdt J geen g twijfel 1 dat er in deze periode P een kapitaalkrachtigegroep boekenkopers P in de stad woonde' (1 97,3 88- 39.5 Zie over Blaeu o.m.: P.J .H. Baudet, Leven en werken van Willem Jansz. Blaeu.Utrechtt18 7 1 (met apart p naschrift); ^ Ledeboer 187, 2 S1 • Thronus cu idinis. F. acs ed. De e la Fon-taine Verwey. Y Amsterdam 1 968; . Keuning, g ^ ans ^ . Blaeu. A biography and historyyof his work as a cartographer and publisher. Revised and edited by Y M. Donkersloot-de Vrij. V 1Amsterdam I 973 uaerendo 3 1 973 ^ 86-I 48 (Speciaalnummer p over Blaeumet et bi'1 -dragen g van H. de la Fontaine Verwey, Y, Hellinga, g , E. Cirone en C. Koeman);DeKom , laFontaine Verwey Y I 979> III > 9 - 34, over de uitgaven g van Cats : 21-22 en 32, , noot 26 •,H.Furstner, Geschichte des niederliindischen Buchhandels. Wiesbaden 91985,(Geschichte44 desBuchhandels, 2.); en M. Donkersloot-de Vrij, Drie generaties Blaeu. Amsterdamse carto raieen boekdrukkunst in deeventiende ^ eeuw. Zutphen I 992.J.A. Worp, P^ 'Brieven van Huygens Yg aan Cats. In : Tijdschrift voor Nederlandse taal- e<strong>nl</strong>etterkunde 12 (1893), , de brief o p 188-190; ook in :J.A.Worp, p ^ briefwisselingvan Constantijn Huygens ens 160-168 ^ . Eerste <strong>deel</strong> 1608-16 34 . 's-Gr aenagel91, v h I 144, Inr. 212. Vgl. g Van Eeghen g 97 I 8 , v-1 , 214-215; evenals Luiten 1 99 i 2.7 Met blad wordt hier `vel' bedoeldv g 1. Van S elm 99 i 0 ^ 102-103. De e brief b e berust inde collectie van de UBL, , MC, ,p portefeuille 7 bis. Afschrift door W. C .M. de Jonge g vanEllemeet, nr. I `Me rem fecisse editione Emblematum nostrorum scio a quibusdam qputari ^ • et forsitan non sine lucello aliquo, q^ id opus p (si dies p placet) in publicum prodiissetpnisi hominesuidam q nequam q id intervertissent. rem dicam; ^ meis impensis p et meomarte editionem istami g narus rerum) moliebar; ,p s ip e tabellas aedeas [lees : aeneas]fiere ,p ipse imprimi p curabam; ^ nullum eo tempore p p praelum ad id in Zelandia, ^ nullus quip rimeret • homines novi a me ad hoc institute ,q ui praeter p imperitiam p (qua q nihil rectefit etiam malam fidem adferebant; •, adeo ut innumera folia corrupta p (foliumautem sin-gulum liber est) innumera fere mala fide ablata aut in mala nomina redacta.'Tot de Emblemata moet men on g etwi'feld 1 ook de uit 1618 daterende bundel Maechden-plichtrekenen. Het is niet waarschij<strong>nl</strong>ijk dat Cats aan het slot bedoelt dat de e bundelonder valse namen is uitgegeven het Latijn l heeft hier het dubbelzinnige g `in malanomina redacta'). Voor roofdrukken vóór of in 162 3zijn geen g aanwijzingen l g gevonden. gDeon e g van Ellemeet kocht de brief, afkomstig ^ guit de collectie van I.S. Meulman,samen met enkele andere handschriften op p de veiling g van F. Muller en M. Nijhoff dienovember 1868 werdehouden g te Amsterdam (Veilingnummer g 32 SS . Zie MC 187 0,68 (en MC 1887^ SI . Over deze koop p handelt ook een van de brieven in MC, , doos 1I,losse nrs. Vgl. g Luiten 1 11995.332 NOTEN


8 Zie o.a. Meertens 1943,419 ^ 4 en 9 Briels I1974, 493.9`' id causa m deditut exemplaria omnia una cum tabellis aeneis Wilhelmo Jansonio venderem^ is s mihi in bona ac aspera ps a moneta m id d quod q promiserat bona fide persolvit, p > fateor,sed si rationem a ineam omnium expensarum p et rerum male deperditarum, credo parump ^aut nihil in lucro residuum futurum; , persertim p [lees : praesertim] si interusurium tem-po ri s huc h accedat, at sex centum enim libras flandrias et amplius expenderam, quas perp p p ^g ppartescum ma g no temporis p intervallo recipere p mihi fuit necesse. Ex eo Venniis fratri-bu s me permisi, a ui ,q exemplaribus p picturis p libris aliis elegantijs g l id honeste compensant,,ppvel aliter, , si ita visum a g unt ^ sumptus p omnes ferunt, > tabellas aeneas, >q qua mihi commodumvidetur inserunt.'' O H. de la Fontaine Verwey Y dateerde de uitgave g om dezelfde reden rond 162 51 S (1979,I II ^ 9- 34 , i.h.b. 2 noot 26 . De uitgave bevat weliswaar geen verwijzing naar enig3rg g 1 gpvile g e. Blaeu zou ook Cats' Maechden- licht (in 1622 en een uitgave g zonder j1jaar,even-eens vóór 162 5 s ?) op p de markt brengen. g Zie voor de p privileges g : hoofdstuk 4 . I (De pre-liminaria . Vgl. g voor de belangrijke g 1 invloed die de uitgever g Guillaume Roville in S4 i 8op de structuur nevan de uitgave g van Alciato's Emblematum liber heeft gehad g : BalavoineI 99 2.' ` `flens raecke tot den leser', r. 1 -22.p ^ S12 Deze vertalingen zijn opgenomen onder Bijlage . Vgl. ook Luiten I .g zijn pg l g 3 g 1 994I3 Derecieze p verdeling g over de verschillende exemplaren p is te vinden in de biblio gra-fie nr. B. 9. Bij Van der Noot zijner vergelijkbare, g l v ongetwijfeld g l vanuit mercantieleoverwegingen aangebrachte, g ^ varianten in enkele opdrachten. p Van een opdracht p `Aende vroome Heeren, Brouwers ende Moutmakers van Antwerpen' p (in de Hymne Y vanGambrinus verdween in een later stadium de stadsnaam, en in een andereval g werd`Mijn 1 Heeren d e Aelmoesseniers van Antwerpen' p 1veranderd in 'Mijn Heeren de Aelmoess eniers Vertroosters ende B y standers der ermen'. 0 pdeze manier konden beideteksten voor andereele enheden gebruikt worden. Zie : Waterschoot Ig g g I,97 S > > 484en81,>I i 216 en 478 7 .14Over de vergoedingen voor o p drachten: Verkruijsse 1 99 I o (vooral over het particu-fiere mecenaat) en Verkruijsse 1 I 991. In de laatste studie merkte hij op p : `Niet altijd isduidelijkgaangegeven of de honorering verleend wordt voor een dedicatie of in hetalgemeen g voor onkosten (drukkosten, ^ het leveren van een aantal exemplaren p e.d. enmoeiten'2 3i .We weten dat Johan de Brune de Oude van de Gecommiteerde Raden van Zeelandin 1658 een medaille ter waarde van 2 0 kreeg voor de dedicatie van zijnS4 g Banket-werckg g gedachten; ^ daarmee werd wel ook meteen de waardering g voor De Brunes ' 1aren-lange g dienstbaarheid aan de p provincie tot uitdrukking gggebracht. Zie:J.H. Kluiver, `Deambtelijke loopbaan p van Johan de Brune.' In : De Brune 99y I o 1 4-2 5 ,i.h.b. 24 . Vgl. gook Spies p I 99 1-2 ^ 210-22 die 4^ terecht aangaf g dat in plaats p van geld g of geschenken: g eer,aanzien, benoemingen g en voorrechten in sommige g gevallen g passender p zullen zijngeweestġ Vgl. verder: B. Buissink en J. Kleine Kleijne, `Theses en thesauriers. Dedicaties vanboeken aan het Haarlemse stadsbestuur.' In : Haarlems Helicon. Literatuur en toneel teHaarlem vóór z800. Hilversum 1 , I I-I993 22.' 5 Over de hogere g prijs p l van geillustreerde gwerken in verband met hogere g loon- enmateriaalkosten : Van Selm 1 987^ 7 ,344-349i.h.b.- 347 34 8 over de p prijs 1 van 2^36 stuiver.333 NOTEN BIJ DE ONTSTAANS- EN DRUKGESCHIEDENIS


Meeus 1 990, 99> II, 279 zwakte 9 deze hoge gpl prijs af en kwam op p een meer doorsneeprijs pl vanI ^3 2 stuiver: . 'De `D totale e p prijs, 1^3 s gulden g u de en n 6stuivers,i ongetwijfeldis bedoeld voor degehele g bundel, ^ waartoe ook de toneelstukken behoren. Dat de vier delen als één geheel gzijn l gp geproduceerd blijkto.a. uit de lijst van drukfouten achterin de Deuchden-ScholeDerijs Deprijs per p vel van vergelijkbare g l werken in de catalogus g van Hendrick Laurensz1628 ligt g zo rond de 16 stuiver.i6 Vgl. g in verband met de drukpraktijk p l en auteurscorrecties ook de volgende gaanteke-nin gin Cats' Spiegel 16 3> 2 II I > (geheel g ^ achteraan met a P arte nummerin g^ 16 : `De mis-stellin e inden druck, -door af welen van den Autheur, en andere on g ele gentheden veroorsaeckt^gelieve g g de verstandige leser selfs te verbeteren, ^ ter tijt 1 toe de selve b Yandereg ele g enthe Y t mogen g werden g esu Y vert.' Over pastei p : H. van Krimpen, p Boek over hetmaken van boeken. Nieuwe, herziene en vermeerderde uitgave. g Veenendaal 186 9 ^ 37 en9317 Vgl. g de in Leiden verschenen derde druk uit 1624van 4 Incogniti g scri toris novapoemata... facs. ed. Becker 1977 2. Raadselboekjes 1 waren in Holland evenwel minder populair p pdan in Frankrijk en Duitsland. gMaar er kan ook een drukkersvoor<strong>deel</strong> hebben mee ge-s P eeld. Op p deze manier hoefden immers minder vellen onder de plaatpers p p g gelegd g teworden omdat nu derenten P op p een beperkt p aantal bladen kwamen te staan.i8Iiverso . Het laat zich aanzien dat veel van de latere edities op deze 1629-uitgavepteruggaan. In bibliografieën g blijft in verband met de prenten p de vermelding g `naar Vande Venne'ehandhaafd g maar ^ daarbij moet men pwel bedenken dat alle prenten, welis-waarebaseerd g op p 162 opnieuw 7^ p ontworpen p en gestoken g zijn zijnen vaak aanmerkelijkevertonen.Adriaen van de Venne had in 1628 zelf Houwel y ck al op p de markt gebracht g en hij zousamen met Ockerss. ook Cats' Sel -str y t 1628 ^ Galathee 16 2 9 ^ y Houwel ck 1632 enTooneel van de manneli ^ ^cke achtbaerhe y t 163 2 uitgeven. g Achter deze uitgave gvan het T- ooneel zijn op p de bladen I Iv- i 4 v enkele prozastukken P uit de Sinne- en minnebeelden o pgenomen. Onder het opschrift P `De vernuftige g Lesers sullen, ^ voor besluyt, Y^ sich eyntelick Yvoe g en tot dese Reden-rijcke 1 Exempelen, p^ dienende op p de Achtbaerheyt Y van desensel-ven Boeck. Leest en Denckt, > en versmaet niet dat achtbaer is', resp. p o p : I I v : het proza Pvan v . c . 6 ,p • op 12r : het proza p van x . B . 6 • op p 12r : het proza p van x i x . c . 6; ^12v : het prozapvan xxvi.c.6; op p I r: 3 het proza p van xxxv.B.6; op ^ p I v: 3 het proza p van xLII.B.6 en eenge<strong>deel</strong>tevan B.I •; o p i v: 3 het proza p- van xLIII.B.6•[1411:het gedicht g XXXV.B. I I evenals hetedichtj g e l aan het einde van x i x . B . 6 • ^ en op P i v 4 : het proza p van x L I v . B . 6.' 9 Vgl. g ook Luiten l 11994.2O Zie over hem en zijn fonds : Ledeboer 18 7 2,1 S4> . Borms, > `Jan van den Dale en"De Wre vander Doot".' In : Deulden g passer 26(1 948),6 3 -105, i.h.b. 92-93 9 93(over eenuit gave van Van den Dale uit 16 3 6); Briels I 974, o2- 4 4 o 5, die uitgaven g noemt vanafde jarenq ' 20; L. Miller, 'Milton and Vlac .' In : T he pa ers o the Biblio g ra hical Societyyof America 73 979 I ^ 145-207,i.h.b. i SS (over Adriaan Vlacqs q Arithmetica logarithmicaguit 1626).21 De Bot, die ook Cats' Sel -str y t (1645 4S ) uitgaf, had een drukkersmerk van een bot meteromheen de s p reuk `Ne contra fluminis ictum'. Zie over hem en zijn fonds : Ledeboer72 ^136• ^en Briels 1 97414 8^182-18 3en3602.334 NOTEN


22 Zie : The catalogus g universalis. Facs. ed. of the Dutch booktrade catalogues g compiled pandublished P by YBroer Jansz Amsterdam 1640-1652. Ed. H.W. de Kooker. Utrecht1986, 9 , cat. nr. 10. Amsterdam 164, 6 nr. 89 . Theunis Jacobsz drukte al in 16 3S 35Catsuit - -gaven. g In een notariële akte van 8 september p 1635somde 3S de boekverkoper p WillemJansz Wij lnaert g p de middelen op waarmee een schuld die hij had aan Eduardo Pels ver-elfend zou worden. Hij verklaarde o.m.: `Ende al het recht hem comparant p bevondensal werden van den voors. Teunis Jacobsen ter saeke van 't drucken der Sinnebeeldenmae helen- P lichten van Cadts met de aencleven te competeren.' P Geciteerd uit Kl eerkopP er 1914-1916, II , 10 41. Of het hier alleen g gaat om Mae ^hden - licht of ook om Protensis niet met zekerheid te ze ggen.2 3 Vgl. D.A. Wittop Koning, Harderwijker boekdrukkers. Nieuwkoop I 8 8 i.g p g ^ J p 9 S,^4 De Staten van Holland verleenden drie weken later attache. De Staten van Zeelandhadden Schipper PP reeds op p 7 juli 1 16 85 voor io jaar jaarP privilege g gegeven g g voor alle werkenvan Cats. Zie voorgegevens gg over de uitgever, g , de p privileges g en zijnfonds : Kleerkoop Kleerkoper e1 680- 706 en II , 1 44 1 - 1 445; Van Ee g hen 1967,Iv > 976-11 (het citaat np 99en Van Eeghen g I 97 8 v ,^ 216. In 16 24 was door Schipper Pp Cats' Houwel yck uitgegeven.Arc i2De 7). minuut van het octrooi (2 7oktober 7 16 8 S bevat de marginale g o p mer -kin g : `Behoudens dat het si' 1 met goetvinden g en en consent van denselve Cats' Geci-teerd naar Kleerko pP, er o . cit., , 684 . Er zijnin de jaren 1 16 8-16 S S9 enkele gevallengbekend van vervolging g g in verband met schending g van een p privilege g (Van Eeghen g 16 9 S,III, , 16 en Van Eeghen g I 97 8 v, 23o). , Een ,p portret van Schipper Pp door Salomon Saverij 1is opgenomen Pg in zijn Ariane. Amsterdam 1644 . Zie Hollstein xx 1 v , 61 ^ nr. 132. 3^ 5 Schipper `0 'Op deselve word vertoont, hoe ^ alle tijdelijcke saken, te weten, , Jeugt, gWellust Adel, Rijckdom, Faam, al te samen met de werelt vervallen, van den Tijdtdaer heeneslee g t p worden, hoe ^ de Tijt l selfs door de Dood verheert word, ^ en hoe e Y n -delijck 1 de dood door d'Eeuwi g he Y t word vernietigt.' g Ypes p 1 934, 164-166 betrekt detriomfgedachte g op Phet g gehele werk van Cats. Vgl. g ook J. Storm vanLeeuwen, `Deintroductie van het stempelen p à petits p fers en de Nederlandse boekband tussen ca. 1620en ca. 16 55 SS .' In : Opstellen over de Koninklijke Jke Bibliotheek enandere studies. Bundel samen -g gesteld door medewerkers van dr. C. Reedijk l ter gelegenheid g g van zijn 1 aftreden alsbibliothecaris van de Koninklijke Bibliotheek te 's-Gravenha g e. Hilversum 19 86 ^ 2 8S-272, 7, i.h.b. 264-265. Hier wordt vooral ingegaan op o de bandstem els p ; de sloten komenbeknopt p ter sprake. pz6 Zie voor Brouwershaven : Zilver inemeentelz g J k be ^it ^ provincie Zeeland. 's-Gravenha gegI 981 ,454, 45-46, volgnr. g 4. 4 Men spreekt p hier van ` gg e oten klampen p en zijstukken 1 in Louisxive stijl'. (Vgl. g voor Cats verder ook 44, vervolg g nr. 3, een exemplaar p van Alle dewercken uit 16 S 8 met een ander besla g, thans ook in het stadhuis van Brouwershaven).De beschrijving 1 g in deze catalogus g klopt p echter niet. Er staat: Geschenk Cats 1665,maar dat moet 16 SSzijn; de vermelding g `Alle de wercken 16 S 8' moet zijn: 1 16 SS . Bijbezoeken aan Brouwershaven p op 3 o e mei 81862 en PS op aesaugustus g 94PI Z tekenden r .Willem i i l en Wilhelmina, Hendrikn e u Juliana a het boek. eHet voor Brouwershaven bestemde exemplaar, p , in donkerbruine band, , werd in devergadering g g van de vroedschap p van die destad op p 1 2 november 16 SS aangeboden g doorJean van der Heijden l en als afgevaardigdeg g de van de oud-raadpensionaris.Waar P iis. het aan Zie-rikzee opgedragen exem plaar zich bevindt, is onbekend. e In de resoluties s van de raadvan de stad Zierikzee over dearen 1 I 6 S S -i 6 S7zijn vreemdgenoeg g e e geen g g aanwijzingeni ing335 NOTEN BIJ DE ONTSTAANS- EN DRUKGESCHIEDENIS


over een aangeboden g exemplaar p teruggevonden. Met dank aan H. Uil, U streekarchivarise svanchouwen-Duiveland t en Sint Phili s 1 a nd te Zierikzee e 1 ee voor de 1 informatiet 1 e inde dezeealinea.Het boek in roodbruine band te Dordrecht is opgedragen `Aen de edele, ^ wij se voor-g^ groot-achtbaren e g heeren schoutet, burgermeesters, ^ g schepenen, raden, out-uraden enoede g lu den Y van den achte der stadt Dordrecht' (Gemeentearchief, ^ sign. g2871) .Het exemplaar p in Rotterdam, in een donkerrode bruine band, is zonder signatuur. gVolens VolgensA.C. Kruseman heeft Cats hiervoor `eene somme van hondert ende vijftigh lgcaroli g uldens' ontvangen, g ^ maar een bron wordt niet gegeven. gg Wellicht staat het in derekeningen g van de Staten. Zie : Aantekeningen ^ betreffende den boekhandel van Noord-Nederlandin de I de 7 en r8de eeuw. Amsterdam 18 93^ I 9^ noot I (Bijdragen 1 g tot de geschiedenisgvan den Nederlandschen boekhandel, vI . Voorin is een beschrivin beschrijvingvan de herkomstopgenomen.0 OpPde titelpagina van het exemplaar voor de Staten-Generaal dat zich, echter zonderdde slotende afdrukken ervan zijn nog g te zien), ^ de collectie van de Koninklijkete Den Haag g bevindt si g n. x B 1 63A 6) staat, in bruine inkt : `Exhibitumden 18. November 1655'; op o de donkerrode band verder in goud g gestempeld g p de Hol-landse leeuw en ' HOOCH MOGENDE HEEREN STATEN GENERAEL VANDE VEREE-NICHDE PROVINTIEN ANNO 16 55 SS '.De afzonderlijke o P dracht gedichten in het Brouwershavense, Dordtse en Rotter-damse exemplaar p zijn g gedateerd 3 o september p 16 SS en door Cats eigenhandig g g g esig-neerd. Alle banden hebben dezelfde bandstem p els ; ^ de plaatsing p g van de sloten en mui-ters varieert onderling. gHet exemplaar p dat destijds is aangeboden g aan Middelburg g is verloren gegaan gg in meiI 94 o ^ , het was aanwezig g in de Oudheidskamer van het Stedelijk MuseumOud-heden.27 Citaat op aa2v . Vgl. ook Smilde I 8 14i.p g 93 ^28 Zie Van Selm 1992, 28 en 68-6 .99 ^ 929Zie : Kleerkooper P3^ 1 9 14-1 9168 16, • en Van Eeghen g 16 97> I v i oo. Hoewel op pdetitelpagina 1659 staat, ^ was het boek dus al in 16 S 8 te koop. p30 Over magazijnvoorraden : Van Selm 1 2 2- .g ^ 993 4S3, A. Collings g en Van den Hout te Rotterdam wilden eind 18 32 begin g 18 33wederomeen uitgave g van Cats' werken op p de markt brengen, g^ zij is uiteindelijk niet versche-g 1. irc 18 8 7^ 37, nr. x I - I I . Uit de p prospectus p van i oktober 183 2 valt op p temaken dat er 20 afleveringen g met g gemiddeld 20 P platen zouden verschijnen(voor gu I l-dener p aflevering g bij voorintekening, g> daarna i > 2 S . Het is jammer1 dat de onerne d-min g mislukt is : de prospectus p p toont twee bijzonderaardige ^ ontwerpen P en van de steen-drukplaten p (embleem I en I i die voor de editie bedoeld waren. Dertig gl jaar later zouuitgeverij g 1 Tijl te Zwolle meer succes hebben (zie B.40.32 Het is niet bekend of Kaiser ook de ontwerper p van de nieuwe composities p was. Zieover de veranderingen g B.F. Scholz, `Jacob Cat's [sic] Silenus Akibiadis [sic] in 1618and 1682: changes g in word-imagerelationsons from the seventeenth to the nineteenth cen-tui Y .' In : Word and image g 4 (1988),67-80, en Luiten 1 I 99 2. Scholz baseerde zijn 1nev bin -dingen g op p een ingekorte g facs. ed., waardoor een <strong>deel</strong> van zijnconclusies onjuist l is.336 NOTEN


Inzichtgevend tbij voor de wijzigingen zijn bijv. prent nr. xxix : de weerhaan op P de torenmet een stelletje l op p een bordes • ^ nr. xxxi I i : de bijen 1 en de rozen met een toegevoegdpaar; en n r . xi,vi : de krokodil od die blijft 1 groeien g en nu in plaats p van de gepersonifieerde gpDood d naast zich een klein krokodilletjeheeft (zie afb. 46.5). 4S" In het Gemeentearchief te Zwolle zijn de documenten rondom deze uitgave g bewaardebleven : o.m. drie registers g van namen van intekenaren en een staat van ontvangst, g,evenals (een <strong>deel</strong> van de) correspondentie. p Tevens zijn alle uitgaven ^ en inkomstenovergeleverd. Zo kreeg Van Vloten + 2 00 en Kaiser +g g — 3 — z0000 dus S o perillu-stratie . Uiteindelijkschoot er + — S boo over voor de uitgever. g Colporteurs p trokkenweken lang g door Nederland en België g en er werd, via de boekhandelaren, > in losseafle-veringen g g geleverd. Het totaal aantal exemplaren p waarop p werd ingetekend g ligt g zo rondde 3 200. Vooral boeren en grondbezitters g (landmannen en landbouwers), ^p apothekers,notarissen p redikanten tekenden in. Behalve naar zes hoveniers en-BaneBin het plaatsje p 1g ert en drieënveertig g landmannen in de Beemster gingen gg de verzamelde werken naarKaap de Goede Hoop p en Batavia. De Nederlandse koning g nam twee exemplaren P af. Ikhod hoop in de toekomst nader in te kunnen gaan g op p deze nalatenschap p van uitgeverij g l Tijl. ï34 `Aus dem Niederlandischen ubersetzet. Erster Theil, bestehend in Sinn- and Liebes-Bildern [...]. Zum erstenmahl ans Lichtestellet g ^ and mit vielen Kupffern p gezieret. gHamburg, gedruckt and verlegt g im uldnen g A, B, C, bey Y Seel. Thomas von Wierings gErben 1 7 10. Sind auch zu Franckfurt and Leipzig p g bey Y Zacharias Herteln zu bekommen[...].' Het `Achter and letzter Theil', is inmiddelsetiteld g : Des Welt-beriihmten PoetenJacob Cats. Hamburg gp 1 7 1 7 . De Sinne- en minnebeelden lopen in <strong>deel</strong> I tot en met pagina pgIO 105 = G r S . Deze uitgave g in kwarto bevindt zich o.a. in UBL, ^ sign. g 1019 C 2- 4en KB839D I . Vgl. g iuc 1887,2 24; . Bolte, `Verdeutschun gen von Jakob Cats' Werken.' In :Tijdschrift Poor Nederlandsche taal- en letterkunde 16 18 97 ^ 241-251, i.h.b. z 49 -2 S I•enVan Gemert 1 993 , 33 - i3435 `With illustrations freely Y rendered, ^ from designs g found in their works, ^Y by John hLeighton, g ^ F.S.A. The whole translated and edited, with additions, by Y Richard Pigot Piot.of the Leyden Y Society Y of Netherlands literature. Second edition. Longman, gGreen Longman g and Roberts. London 1862'. De ed. Moral emblems 186o o.a. UBL,sin. sign. 10199 B 133 en KB i 486 A 4; 4^ de ed. 1862 o.a. KB 975 E 14 . Zie voor de talrijkeexem -pin de Amerikaanse bibliotheken : NUC 100 161 nrs. 0232103-0232105; voor dederde druk uit 1865, S^ acht bibliotheken, ^ de nrs. 023 2107en 02 3 2109 .36E.K. Grootes, De^bestudering van populaire literatuur uit de zeventiende eeuw.'^ppIn : Spektator 12(1982-1983), -z 3 4 ^ i.h.b. 18. Voor wat volgt, g^ heb ik me gebaseerd g opVan Selm 1 g9 8 7en Van Selm 1 9909 990, 8-116 en de daar vermelde literatuur. Naar de o oplavanCats' -embleembundel moet men gissen. gVanSelm noemt een voor de zeventiendeeeuwemiddelde g oplage, variërend van 7S o tot I2 0 S exemplaren. p37 Van Selm 1990, 98-99en I I o noot -6.99 ^ 9 99 ^ S38 Van Selm 1990, 108. 9939Van Selm 1 990, io8 en 1 I noot 68.99 ^ S^Zetterslonen waren van invloed p op de p prijs van een boek. Van Selm I o 10 109l 99 ^vermeldt dat bij de meeste titels in de fondscatalogi g van Daniel Elzevier en de firma337 NOTEN BIJ DE ONTSTAANS- EN DRUKGESCHIEDENIS


Janssonius Van Waesberge, g ^ resp. p uit 1675en 7S 16 77^ het lettercorps p waaruit het werk isgez et,blijkt staat aangegeven `en dan dat globaal g gezien g een vel duurder is naarmatehetekozen g lettercorps p kleiner is.'I.2 NOTEN BIJ HET VOORWERK EN DE ONDERDELEN BINNEN DE EMBLEMENI Italiaanse voorbeelden o.m. in Grassi 1 5 85,nrs. 9 , 12 > en 21.2 De houding g van de boerd doet e denken aan de figuur g geheel g rechts op p Adriaen van deVennes schilderij `Gezicht 1 op p de haven van Middelburg' g in het Amsterdamse Rijk 1 smu-seum i nv. nr. A 1 77 S . De opschriften p op p de sokkels zijn opgenomen in de Bibliografie gzie <strong>deel</strong>. 33 Zie e voor de mogelijke g l verwijzing l g naar een motto bij bijSébastian de CovarrubiasOrozco en voor het beeld van de apothekerspot bi' bij Rabelais en D.P. Pers, de annotatiebij J Cats' `Voor-reden' ^ r. 146 en r. 163.4 Doelt Andreas Gryphius Yp p op Cats wanneer hij in zijn J n Dissertatib. ones uneres Oder Leichab lock n un g en .... Leipzig p g 166 7^ 161 schrijft: l `ener gelehrte g Mann stellte in einemMo "r ser allerhand an ew Gu rtze unter dem Stempffel p vor, mit dieser Uberschrifft : Tunda -t ur ^olebit' ? Over een mogelijkverband : Wentzlaff E gg ebert I 975 338.5 Ed. Amsterdam s.a., gedruct b Y Willem Janssen (het privilegedateerde p van 28 okto-ber 1615). S Vgl. g Landwehr 19^ 88 124^ nr. 2 1. 9 Hier, behalve ^ Latijnse motto's, ook drietalen: n : een distichon in het Latijn, 1, een achtregelig g Nederlands gedicht g in alexandrijnenen een vierregelig g g Frans gedicht. g Vgl. g verder Praz 1 964,I 18.6 In het origineel g staat erboven : 'Imperator P Caesar Flavius lustinianus ... cupidae Plegum g iuventuti' Keizer Caesar Flavius ustinianus [...] aan de naar kennis van hetrecht hunkerende jeugd). Deze voorrede opent p aldus : 'Imperatoriam p maiestatem nons olum armfis decoratam, ^ sed etiam le gibus g oportet p esse armatam, ^ ut utrumque q tempus pet bellorum etacis p recte possit P gubernari g ... ' (De keizerlijke majesteit behoort nietmet wapens p gesierd, g ^ maar ook met wetten gewapend g p te zijn, 1^teneinde zowel intijd J van oorlog g als in tijd van vrede een goed g bestuur te kunnen voeren ... . In : Corpusiuris civilis. Tekst en vertaling g 1. Institutiones/Instituten. Vert.J.E.Spruit p enK.E.M. Bongenaar. g Zutphen p etc. 1993, 9937 7. De vorst dient langs g wettelijke wegen g ong e -rechte g heden te verhinderen en hij moet zich een toegewijd g l beschermer van het rechtbetonen, zo vervolgt de tekst. PMet dank aanJ.E.Spruit. Van de Venne heeft de koninggg eanti qg uiseerd weergegeven v 1. in dit verband ook Grassi 1 5 8 5 ,nr. 36 .7 Vgl. g Vecellio 1 S9 8 ^ 120-12 . 3 Het kledingstuk g was tot het midden van de zestiendeeeuweuw een statussymbool Y en werd gedragen g g door ambtenaren, ^ magistraten, g ^1uristen enheren op p leeftijd; aan het eind van de eeuw was het hét teken van waardigheid g enouderdom. Vgl. g voor de geleerde, g oudere, man : Ria p 16 44> 612, o.v.n. Ovidius, > Plau-tus Plato en Job.8 Zie voor dergelijke g J stads kranen die in de zestiende eeuw tot de uitrusting g van eenJ haven behoorden: P.W. Sijnke, ^ `De stadskranen van Middelburg.' g In : Zeeuws tijdschrift3 2 182 9 ^994^ 92-94;J.P.Si Sigmond, Nederlandse eehavens ^ Itussen 1 oo en r800. Amsterdam1 9 8 9,I 79 -181; en ^ een detail op p het Johannesretabel te Brugge Sint- anshos pitaal vanHans Memling, g^ afgebeeld g in D. de Vos, ^ Hans Memling. g Het volledige g xuvre. Antwerpenp338 NOTEN


1994, 151 -1 57^ cat. n nr.3 1 en vooral 37, af b. 446. Een aan deze kraan nagenoeg g g identiekexemplaar P>isuitgebeeld s in Roemer Visschers Sinne o en 11 xxi r waar onder hetmotto 'Indese hoeck' het belang van een 'goede g neeringhe' g wordt onderstreept. p9 O.. a in:. Cicero, De leibus 1 v 1 1 ; De o iciis 1 v 1 en T usculanae dis utationesv xxii 63 . Vgl. V g o0k Walther 6-2 5, 2 3 37^ nr. 3943 0942. Eenzelfde type YP wijnflesuit lde zes -tiende of f zeventiende eeuw staat afgebeeld g in G. Debuigne, g ^ Larousse wijn J encyclopedie.Vert. F. Breugelmans. g Hasselt 97 I 8, 75.I°Vgl. g l Walther I, ^ 244 s nr. 21 37. Voor de uitgave g Moral emblems (London 1860)bewerkte John Leighton g de tweede titelprent, P ^ met onder de sokkel een portret P vanCats Met name de drie linkse figuren g evenals de gebouwen g en gebeurtenissen gin deachter g rond g lp werden gewijzigd. g J g Bij inrent deze p verscheen een interessantetoelichting (p. p xiii) : `Under allegorical g figure g of Universal Justice, ^ supported PP on oneide b Y Solomon, Confucius, and Aesop; P^ upon P the other by Y Age g instructing g Infancy Yand Adolescence, ^ in the presence p of Labour and Travel; in the background g Peace andPlentyn are Y contrasted with the violent acts of man against g the will of Supreme p Power.Intheh foreground g is a vase of flowers surrounded by Y choke weeds – type YPe of elevate d nature a constant prey to the coarser elements. On the base are sculptured p b as -relief s, `suum cuique' q – Let each apply PP Y to himselfwhich w fits him; `Bonis cum bonis' –The just l with the true.'II Beza, Genève i S 8o ^ Pij-verso [Ppij-verso], nr. xxxix. Zie ook E mblemata 1967,1 S 6 7 -15 68. Over embleem: ditS L. tr en holt g ^ `De geschiedenis g van een emblema.' In: Denieuwe taalgids S I(1 95 8),28934> - o . Kwekkeboom, `Bij 1 de geschiedenis g van eenemblema, de vierde Nederlandse versie.' In : De nieuwe taalgids g 5 2 i 959 , 96; , enWe n tzlaff E gg ebert 1975,39. 5 3 De 9 uitbeelding stemt g overeen met een van Ria's Ripa'beschrijvingen van `Reli Tone' `Een Vrouwe van seer schoon opsichto [...] hout[...]een Boeck als een Spiegel .... Z Y leunt op p 't dwars hout van 't Kruys, Y^alwaer aen des linck e r hand een toom han g ht met haere voeten den Dood vertredende ... ' (1644,1 73 a . Er bestaan verwerkingen g van deze iconografie g in latere, funeraire, , g ele g en heids-uitgavenguit het midden en eind van de zeventiende eeuw (afgebeeld g door Bouman1982 2 35^ n r s . SS - S 6 en een zeer vroege g in een pamflet P van een van de gebroeders gWlerlx naar ontwerp p van Maarten de Vos (ca. 15 7 6-1577). Wellicht dus zelfs eerder danBz e a. Zi Zie : J. Tanis en D. Horst, Images g o discord. De tweedracht verbeeld. Tent. cat. Atlasvan Stolk. Rotterdam etc. Bryn Mawr z nr. 2 .Y 993 9I ' Eerder berichtte Genesis:1 3^ ` Juist op die p zelfde daggingen g Noach, Sem en Cham, >en Jafeth, Noachs zonen, evenals Noachs vrouw, en de drie vrouwen van zijn zonenmet hem in de ark.' Vgl. g voor een andere uitbeelding g van beide scènes bijv.: 1 Chris pijn plde Passe, Liber Genesis. Arnhem 1616 nr. xxlil en xxxlil.13 Zie voor een toelichting op dit motief embleem de voorrede, r. 1 8-18 2 en x L v 1. c . .g P ^ 7 S14 Vgl. 1. Lucretius, D e rerum natura, v, 11 9 8-120 3 ,i.h.b. 1200:[pietas]nec P procumbere humi Pprostratum ..sed mage g placata P posse P omnia mente tueri.Vroomheid is niet om zich op degron derond voorover te laten vallen ...om alles met een meer onverstoorbaaremoed g te kunnen beschouwen.339 NOTEN BIJ HET VOORWERK EN DE ONDERDELEN BINNEN DE EMBLEMEN


I S Schenkeveld-van der Dussen 1992, 9974 764. Zij bespeurt p `onrust' in Cats' spiritualiteit:hij was een tobber die zichzelf en de lezer moest zien gerust g te stellen met aan de enekant al het boeiends enenotvols g wat het tijdelijkaardse te bieden heeft, maar aan a deandere kant het wantrouwen daarover, want bij voorspoed p en geluk g ligt g het gevaar g a opde loer. Zie ook Porteman 1986, 9^ die aangeeft g dat Cats voornamelijk bezig g was met devraag g of hij wel was uitverkoren.I6 Schenkeveld-van der Dussen 1992,766-767.9917De titelgravure g van Adriaen van de Vennes Belacchende werelt varieert op p dit thema:daar balanceert Cupido P – hij draagt g bovendien een narrenkap p – op p een wereldbol. ZieVan Vaeck 19994 o 94, en 3626. 3 Vgl. in dit verband ook de titelprent P in Thronus cupidinisuit 1618 (facs. ed. 1 968, 9^ A6 . Trionfi i van Amor komen vaak voor. Vgl. g o.m. de voor-beelden in P. Schubrin g, Cassoni. Truhen und Truhenbilder der italienische Friihrenaissance.Ein Beitrag g zur Profanmalerei in Quattrocento. Leipzig p g 9S I I : nrs. 1 98-201 (TafelLxiii), 202-20 3XLIV 3 ^ 204^ 2077 (XLV), 210 (XLVI), 2I 3 XLVII 266 LX 37 2LXXXVII ^S 5 80 (cxxxi) en 5S86 (cxxxii).Is Vgl. g K. Ertz, ^ Jan Brueghel g der Altere(1768-162y). Die Gemalde mit kritischemOeuvrekatalog. g Köln i 979> ; K.J.Lullenmeister, Roelant Saver y^ Kortrijk J k r I7 6-r639Utrecht. Hofmaler Kaiser Rudolf ii. in Prag. g Die Gemalde mit kritischem Gluvrekatalo g.Freren 1 988; T. Falk en T. Hirthe, Martin Schongauer. Das Ku erstichwerk. Tent. cat.München 1 99 1, ^ i.h.b. 48- S o ^ cat. nr. 'Die 7 Flucht nach A gYp ten . De omtrektekeninggin de UBL : MC, 8, A-o2.19 Vaenius : ed. Antwerpen p 1608 i :verso. De betreffende plaats luidt :^phaec re g na tenet puer p immitis,spicul icula cuius sentit in imisundisrex g Nereidumflammamque nequiuit relevare mari.g nes sentit genus g ali gerum [...].Poeniuatiunt q colla leones[...i. Cum movit Amor,tum silvaemit g murmure saevoamat insani beluaontipLucaeque q boves, vindicat omnemsibi naturam [...J.Vertaling g : Over deze rijken heerst de nietsontziende jongen, l g ^ wiens pijlen Pl in de diepste Pdie p ten de zee-blauwe Nereiden raken; ^l zij kunnen hun hitte niet verkoelen met de gol-ven van de zee. vogels De ondergaan het liefdesvuur [...]. Afrikaanse leeuwen schuddenhun manen ... als Amor ze heeft aangespoord zuchten de wouden met hevigggeritsel. g De liefde heeft macht over de monsters van de onstuimigezee, over de uca L-nische runderen = olifanten] en hij maakt aanspraak P op p de hele natuur ... .20 Vgl. ook Porteman 1 9 8 3 ,6- 3 8. 3 Ria p omschrijft 1 de `Forza d'Amore. Kracht derLiefde' aldus : 'Cupido p met vleugels g aen de schouders, ^ met boogh g en pijlen pl in de hand,enn de kooker op p zijn syde, Y de slincker hand nae den Hemel verheven hebbende, > alwaerni g e vlammen afdaelen met veele g ebrooken pijlen, p l ^ die van alle syden Y om hem re ge-g enen : vertoonende alsoo dat de Liefde soo veele vermagh g datse de macht van Jupiter pverbreeckt en deeheele g Werreld in brand steeckt' 16 44^ 266b).340 NOTEN


2I Voor dezeedachte g pleit p het feit dat de tekst van Vergilius g ook werd opgenomen Pgop p de t die is afgedrukt g voorin Alle de wercken. Amsterdam 16 S^ 8 waar zij de titel-tekst heeft vervangen g (zie afb. B.2 3 . In de vertaling g van I. Gerhardt 9 i ^ 80 684,métr. 244b: `amor omnibus idem':al wat leeft op p aarde : mensen, wilde dieren, ,wat zee bevolkt en weiden, en vogels g bont van veren,zij tuimelen blind in 't vuur : 't is de éne drift bij allen.De regels g van Vergilius g werden eveneens aangehaald g door Montaigne, g Essais, 11 1 > v(ed. Ville Y 97> I 8 i 1 8 S9 . Het is het essay Y waaruit Cats het vaakst heeft geciteerd. g22 Spiegel, g el ^ I (aparte p nummering, g> eerste <strong>deel</strong>), >31, 3 6 . I Dw 1 7 12,1 60 S . In VanB-Beverwick1 16 S^ 2 met de beginregel 37^ `Al de menschen, al het vee'. Cats voorzag g de Schatderesonthe g y t van een g groot aantal verzen. Vgl. g tot slot ook de woorden van Venus inOvidius' Metamor hosen>v, 3 6 5 - 37 2a waar>de moeder haar zoon omarmt en aanspoort:`arma manusque q meae, mea, nate, >potentia' dixit,`ilia ,q quibus superas p omnes, ^ cape p tela, ^ Cupido, pin q ue dei pectus P celeres molire sagittas, gcui triplicis p cessit Fortuna novissima regnini.superos P i p sum q ue lovem ^ to numina ponti pvicta domas p i sum q ue ^ re g it q ui numina ponti: PTartanuid q cessant? cur non matrisque q tuumque qimperium profers?p pIn de vertaling van M. d'Hane-Scheltema 1 129-130:g 993Zij vleit hem : ` i' 1 mijn 1 rechterhand, ^ mijn l sterkste wapen, pCupido! Pak jeboog g waarmee jij ieders hart beheerst,richt snel je pijlen P1 op Phijdie dodengod: is het diede macht kreeg g in het derde, ^ laatste <strong>deel</strong> van 't g odenri'k. 1Als jij de hemelgoden, g ^1 ja zelfs Jupiter p kunt treffenen ook deoden degode in de zee, Poseidon ook – waarom dandodenheerser niet? Het zou mijn macht én die van 1jouver groten.'^ 3 Ed. Middelburg 162 3, . Hierover o.m. Frederiks 18 6; Meertens 1 21 -z •g 3^ 7 9 ^ 94 De3 7 39^la Fontaine Verwey Y 971 > 6 it 66-6 9^ ; Roosmalen-Mann I 978 ^ 2 4^ • Royalton Y Kisch 188 938-40; Strengholt g 18 99^ ; Van Vaeck 1 9 8 9 ,10- I I en I 9^ • Van Vaeck 1 99 2; Neugebaue ebauer99 ; en 3 ^ Van Vaeck 11994.^4 Voorrede, r.-16. 9'Ed. Voet en Persoons 1 9 8o-1 982; het citaat in De g gulden passer S 58-59(198o-1981),1 S9 9.Ook aangehaald g door Porteman 1 97S -2 ^ 181. Zie verder Porteman 1984en Portemano1 99o-2, 39 i.h.b. : `In the emblematical act of reading, pictura comes first; s,ts it isinthe text that meaning g originates, and thanks to the text the symbol Y comes into being.'z6Vgl. ook E.H. Gombrich, The image and the eye. Further studies in thes schol o of acto -rial representation. Oxford 1982, ^ i.h.b. `The visual s image: g its place P e inn communication',I 37 -161. Een steekproef p onder enkele groepen g p studenten wees uit dat men e bijna b 1 altijdd at l341 NOTEN BIJ HET VOORWERK EN DE ONDERDELEN BINNEN DE EMBLEMEN


eerst kijkt naar de prent. p Overigens g neemt men bij ^ museumbezoekers nogal g e eens s hettegenovergestelde waar : voordat wat w aan de muur an hangt o g n of de invitr d vitrine ligt g écht ecwordt bekeken, ^g gaat men op p zoek naar het bordje met de bijbehorende tekst.Nog g o<strong>nl</strong>angs g werd aan Vinckboons een schilderij toegeschrevengescreven dat daarvoord- oorging voor een Van de Venne, ^ zie: P. Huys Y Janssen en P.C. Sutton, ^ The Hoogsteder exhibitionof Dutch landscapes. Zwolle 1 99^ 1, 1 3 o-1 3 1, cat. nr. 42. Voor enkele soortgelijke g 1figuren, g ^ de gezelschappen g en kermissen, ^ opgenomenin : K. Goosens, Vinck -boons. Soest 1 97 1 (heruitgave g van een druk uit I1954).z8 Ik heb me bij l het zoeken wel beperkt P tot de stadsaanzichten van Middelburg, g^ -zee Vlissingen g en Veere. R. Freeman schreef: `The central figure g is often highly gYemblematical pictures still have carefully Y detailed but naturalistic backgrounds. the' gZie : English g emblem books. London I 944 8 46. Mi' n J vermoeden is dat er nauwelijksPrealisme, rake van topografisch met uitzondering g van het grapje g pl e met de St. Pieters -toren op p embleem p rent xxix die getekend g is vanuit één van de bovenvertrekken vanVan de Vennes woonhuis te Middelburg. gZie voor de verwijzingen 1 g op p de picturae in Hofferus' Nederdu y tsche poemata uit 16 3Sde bijdrage 1 g van H. Uil in : Hofferus 1 993 , S9 -80. Het gaat g om de aanblik van Zierikzeeen haar kerktorensoorten p en bruggen, ^en om dorpsgezichten van Oosterland,Ouwerkerk en Nieuwerkerk op p Duiveland. De lokaties op p negen g prenten p zijn metthuis te brengen; g^ één is waarschij<strong>nl</strong>ijk en van zeven worden mogelijkheden g lg eo pp erd. Vgl. gtevens de overwegingen van Meertens in verband met De Brune : facs.ed. 197 o, 3.29 Voor zijn hulp p bij het benoemen van de schepen p op P de prenten p dank ik H. J .A.Dessens conservator scheepsbouw p van het Scheepvaartmuseum Pte Amsterdam. Voordit onderwerp p is de volgende g literatuurgeraadpleegd : I. de Groot en R. Vorstman,Zeilschepen. Prenten van de Nederlandse meesters van de ^ estiende tot de negentiende g eeuw . Maars-sen 1 989^ 9 ; J. van Beylen, Y Schepen van de Nederlanden van de late middeleeuwen tot het eindevan de r ? e eeuw. Amsterdam 1970; ^ en E.W. Petrejus, 1 ^ Oude ^eilschepen en en hun modellen. Binnenscheenachten ^ en visserschepen. Bussum I 97 1. Het zeilschip p vormt al onder<strong>deel</strong> opp prenten uit het begin gg van de zestiende eeuw. In 1 5 61-1 graveerde 5 62 Frans Huys Y eenreeks scheepsprenten naar ontwerp p van Pieter Bruegel g de Oude; de serie vormt een vande vroegste g voorbeelden van dit genre g in de Nederlanden. Zij is onder de `The worldof stately Y ships p and the sea' opgenomen pg5 in : Klein 19^9 6 3 ,o- 1 nrs. 1 o- 1 8.3° Zie voor deordij g l nen : de embleem pVglrenten I I I X xi'',)(LI,)(Liuen )(L y n'.V 1.het exemplaar in de U B Lp ingekleurd door Van der Ley, Bibliografie, nr. 13.9^ g Y^ g ^en hetg P ara raafje 1 4.3. 7 `Afzetters' (hierachter).31 Op P I oktober 16 37 bevond zich in de goedereninventaris g van Jacob Keijns, loe -der `0 'Op't Water' naast , ko er pp laten met gravures g uit het werk van Krul o.a. `eenbundeltje coo p ere platen p tot het werk van Cats' en ten overstaan van openbaar p notarisJacob Lansman verkocht Susanna Veselaers, de weduwe van de uitgever g Jan JacobszSchi pP^ er, op p januari 91 168 3een groot g <strong>deel</strong> van het boeken bezit van de uitgeverij, g 1,waaronder plaeten van `Alle Cats wercken dep compleet in folio. Alle de wercken vanCats s in 4°. met de koopere p plaeten' p aan de Amsterdamse boekverkopers p Jacobus vanden Deyster, Sander Wi'brants 1 Johannes van Lamsvelt, Andries Vinck, > Herman vanden Bergh, g ^ Aert Dircksz Oosaen en Johannes Blom. Zie: Kleerkooper p>1 9 1 4-1 9 16, I I18 4 3 en I, ó 97 .34 2 NOTEN


32 Ge evens over de vroeg-zeventiende-eeuwse kleding g en mode zijn voornamelijkontleend aan een inspirerend p gesprek gp met mevrouw B.M. du Mortier (Rijksmuseum 1 teAmsterdam . Deeraad g lee p de g literatuur over dit onderwerp p is : J. Arnold, Patternsof fashion. The cut and construction of clothes for men and women, 1160-1620. f London 198S,M.H. Gans, } Juwelen en mensen. De g^ geschiedenis van het bijou van 1 oo tot 19^ 0o voornamelijk Jnaar Nederlandse bronnen. Amsterdam 161 9 ^ 79 -123: `Hof en burgerij g 1 in Neerlands G ou-den eeuw'; M.A. g Ghering van Ierlant , Mode in 1 II o-1 91 ^ . Tent. cat. Den Haagg1 9 88; C.H. de Jonge, `Biarag l e tot de kennis van de kleederdracht in de Nederlandenin de xv le eeuw.' In: Oud Holland 3 6(1918),133-159;en Oud Holland 37 I 9 I 9^ 1- 7o12 9-168, ^ 93 I -21 4^ Derkinderen-Besier 1 933, ; Derkinderen-Besier 9S I o; , L. J. van derKlooster `De juwelen en kleding g van Maria van Voorst van Doorwerth.' In: Neder-lands kunsthistorischjaarboek J 3 1 181 9^ S 0-64^ • S.M. Levey, Y, A history. .^ London1983; Y Me er i 9, 86; Du Mortier 1984; B.M. du Mortier, , `Zur Symbolik Y and Bedeutunggvon Hochzeitshandschuhen.' In : Die Braut I .... Zur Rolle der Frau im Kulturver gTeich.Tent. cat. Koln 18 9 S^ 3 36- 344> ; B.M. du Mortier, `Het kledingbeeld g op p Amsterdamseportretten p0- in de i6de eeuw.' In : De smaak van de elite. Tent. cat. Amsterdam 1 9 86, 46o, B.M. du Mortier, `Costume in Frans Hals.' In: S. Slive, Frans Hals. London etc.1989, 99,45 -6o; E. Nienholdt, Kostume des 16. and 17 . Jahrhunderts. Braunschweig g 162 9 •J. Ru pp ert , Le costume H. Paris I 947> ; F. van Thienen Das Kostcm der Bliite eit Hollands1600-166o. Berlin 1930 (Kunstwissenschaftliche Studien, ^ v r , ; F. van Thienen , `HetNoord-Nederlandse costuum van deouden g eeuw.' In : Het costuum. Eengeschiedenis ^ vande mode. Van de Tudors tot Lodewijk X111. Red. J. Laver. Amsterdam etc. 1 95 1; en F.W.S.van Thienen, , Acht eeuwen kostuum. Hilversum 16 97.33 Een overeenkomstige g uitbeelding g in: B.M. du Mortier, "`Hier sietmen Vrouwenvan alderley Y Natien ... " Kostuumboeken bron voor de schilderkunst?' In: Bulletin vanhet Rijksmuseum J 39 I 99 I401-413, , i.h.b. 408 en afb. 16-I 7^ eveneens uit Sluperius p (ed.Antwerpen en I S7 2 ^ 129.In het voorwoord bij zijn Spiegel zet Cats te hebben geprobeerd de kleding en hetbij zijnzegt ^p guiterlijk van de figuren g die zijn voorgesteld, g ^ af te stemmen op p de taal waarin het tersprake gebrachte spreekwoord gesteld is. Dat kan dus o.m. Spaans, Italiaans, Frans enp g p g p ,Nederlands zijn. 1'4Ed. Venezia 1 59 8 I v 2 8 2 : `Il capello è peloso a modo di schiavina.' Ook matrozenS9 , p pwerden zo uitgebeeld. g3S Vgl. g hiervoor o.m. het `Portret van een meisje' door Paulus Moreelse in het Rijks-1museum te Amsterdam. Alle schilderijen I 6 397-398, inv. nr. A97^39739^ 277.36 Eveneens op embleem rent x v i i in S ie el 16 2 1P p g 3 0 ^ ^ I) ^., I 12 r 0. Zie verder> S 7 >S3Royalton-Kisch Y 9188 286-287^ nr. 73, 3 24- 3 2 5 ,nr. 92, 2 en 338- 339 nr. 99.37 Een dergelijk g l `tu Y chje' l^ dat werd bevestigd g aan een gordelriem ^ en kon bestaan uiteen mesje, l^ schaartjeof sleutels , komt voor in het lied `Boeren g ezelscha p' van Bredero.Verhaald wordt hoe de meisjes 1 van de Vecht en van Vinkeveen en omstreken hiermeeo pg e ronkt P de boerekermis bezoeken. Zie : Boerti g^ h amoureus en aendachtigh g ggroot liedboeck. Ed. G. Stuiveling. ^ Culemborg g 1975 , 48, , r. 21-2 S . Vgl. ^ ook een aquarel q vanAdriaen van de Venne, opgenomen in Royalton-Kisch Y 188 9 286- 287, nr. 73.38 Vgl. g voor het jakje 11 het portret p van een vrouw aan het spinnewiel p door Maerten vanHeemskerck in het Rijksmuseum te Amsterdam (Alle schilderijen J I 97 6 26 ^ 4, inv. nr. A3519). Overhetkletje: JÏIVT VIi II,1 3918, iii.> 343 NOTEN BIJ HET VOORWERK EN DE ONDERDELEN BINNEN DE EMBLEMEN


Fynes Y Moryson Y schrijft over de huik in zijn reisverslag g A n itinerar y : `All Women ingenerall, when they Yg go out of the house, ^p put on a hoyke Y or veile which covers theirheads and hans g downe upon P their backs to their legges' (Ed. London 161 7> III, 169.Geciteerd naar Royalton-Kisch 9188 214-215,nr. 37 .Ook J. Le Francq van BerkheyYgaat zijn in Natuurl y ke historie van Holland uitgebreid g in op P de huik, ^ de langevrouwen -mantel die sloot boven op p het hoofd in een stijve, 1^ ronde kap P`aan welker kruin vanboven eene Pluim of een Handvatsel was, waarmede men de Huik op p of af li gtte.' Overhetebruik g zegt g hij hij : `Deeze Huiken bezigde g men veelal, wel inzonderheid, d > als men terTrouwe, of ter Kerke wildeaan' g Dl. III derde stuk, 591-593). > S9 S9 Zie 3 . verder de titel-p rent van de ed. 162 4(afb. 4 B. 7 .2 en Meyer Y 19^ 9 86, 36 -68.39 Vgl. hiervoor o.m. A. Fabri, Diversarum nationum ornatus. Padua I nr. 41.g ^ 593 440Russell sprak p in verband met deze kwestie over de 'cultural vraisemblance'. Theoreticiraadden meer dan eens af om onbekende vogels g en dieren in het embleem op p te nemen,omdat het de effectiviteit van de duiding g zou kunnen verkleinen. Zie Russell 1988,i.h.b. 83.41Vgl. de prenten III VIII XI XV XXXIV XXXV XXXVII XLIV XLV XLVI XLVIIx L v I I I L en L I I. Ook iemand als Roelant Savery Y schilderde een soortgelijk gl amorfgroen p op de voorgrond. g Met dank aan mevrouw C.S. Oldenburger-Ebbersers (Landbouwuniversiteitte Wageningen)en wijlen 1 D.O. Wijnands l(Directeur Hortus Botani-cus Landbouwuniversiteit te Wageningen). De conclusie van Bol 9S 1 8-I ^ 71) 7 overVan de Vennes '"wetenschappelijk, l^ op P eigen g waarneming g en studie gefundeerd g eer rea-lisme' ^g geldt niet voor de prenten p uit 1618.42 Zie hierover Scholz 1 9 8 9 ; mijn opmerkingen 11 over de wolkenhand bij Cats zij<strong>nl</strong> beïn -vloed door diens observaties. In de Sinne- en minnebeelden komeneen g voorbeelden voorvan wolkenbenen of -voeten. Zie voor de hand, o.m. als teken van aanwezigheid g vanhetoddelijke g 1 en de goddelijke g l kracht, ^ ook Charbonneau 94^ 1 0 109 -123en Tervarent1958-1959,2 8. Een duidelijk voorbeeld van de verheven wolken hand van God geeftS gT. de Beza, Icones. Genève 18o S nr. Ix. In Visschers Sinne o en (1614)komen 4 e veelwolkenhanden en -benen voor.43De 'hoogher g macht' waarvoor de mens nederig g moet zijn l (in het openingsembleem)isevisualiseerd g in de bliksemschichten die op Phet medaillon rechtsonder staan. Het isde vraag g of de lezer deze aanduiding g (ook) op p de wolkenhand van de hoofdvoorstel-lin gzal betrekken.44 Houwel y ck. Ed. Middelburg g 162 S^ I*recto (cursivering g van mij, 1^xL . Ook opgemerktdoor Bol 1958-2, 9S ^ 33 I -134 en Van Roosmalen-Mann 97 i 8 ^ 18. Het citaat uit Spiegel1632, II, I0.3 > >45Resp. r. 1 2 1 49 en 1 7 6; `Ad lectorem', r. 6 -6 (cursivering van mij, HO.p 449 S 9 g l^46 Zie voor een veronderstelde andere volgorde g in de samenwerking, g^ dan rond16474 : 7 Hazelzet 1 9 8 5 -1 99o. Voor het grafisch g werk naar ontwerp p van Van de Venne:Hollstein xxxv • voor het leven en het werk van deze kunstenaar: Ro yalton-Kisch1 9 88;Bol 1 9 82-1 9 84 ; 9 Bol 18 9 en Van Vaeck 11994.47 MC 8, map p A. Zie ook noot o S hieronder. Besproken PRijksdiensin : Pluis 1 9 8 7 . De Rijksdienstkunsthistorische documentatie R x D te Den Haag heeft een foto -van de ontwerp-ptekeningnv. g nr. Map p^1973 I 158 9/7 8). In 1 was deze tekening g in het bezit van Jacques q344 NOTEN


Ulmann te Noisy-le-Sec. Y Waar zij thans berust, ^ is mij onbekend; ^p op een brief naar dezeFranse s bezitter is g geen reactie g gekomen. Op p de achterzijde staat: `Daulb y sale'. s eDate-ringen onder enkele pgevenprenten in Cats' Spiegel aan dat de produktie p enige gtijd inbesla g nam: sommige g dragen g het jaartal 1627, terwijlde bundel pas p in 16 23verschijnt(vgl. o. a. <strong>deel</strong> i i i ^ 7, nr. i i i • i 4^ nr. v i en 29, nr. x i. In : J D U 7 I 12 I, 609^ 612 en 617.Aan de voortekening gvan de eerste titelprent werd eveneens een en anderveranderd .een krans van harten die onder de verhoging g g hing, g ^ niet doorgevoerd. g Op peen vande ontwerptekeningen voor Roemer Visschers Sinne o en (vierentachtigg ervan berus-ten in de Stirling g Maxwell Collection van de University Y Library y te Glasgow, g i sign sin. sM91 A), ^ zijn correcties aangebracht. g Enkele ballen die op p de tekening g van de jeu dezijn doorgehaald, g ^ komen op P de prent P `Beslach' ^ de toegift g bijhet eerstezestigtal, g niet meer voor; K. Porteman te Leuven maakte mij op p deze wijziging l g g attent.49 Het betreft de nummers i x x x i en x i i i . Cupido neemt een prominente plaats inp p pop Adriaen van de Vennes schilderij Allegorie op het sluiten van het Twaalfjarig Bestand,1616Parijs Musée du Louvre).l° MC 8, map p A. Het gaat g om de volgende g tekeningen:I. Een ronde, en een rechthoekige g (de laatste staat afgebeeld g bij de commentaar oopembleem i). A I, I-II.2. Een ronde. A 2.3. Een ronde. A 3. 34. Twee ronde. A 4, I-1 i.S^ Twee ronde. A 5, I-II. I met datum 1616.. Twee ronde. A 6, I-i 1. I met datum 162. 7 I I met de naam `Elisabeth' in deboomstam. Zowel de vrouw van Cats als van Van de Venne heette Elisabeth.Twee ronde. A 7, I-II. I met datum 162 7 . II is de voortekening. ^ .8. Twee ronde. A 8, I-I I.9. Een ronde. A9 .I o. Twee ronde. A I o I -I I.II. Twee ronde. A II, i-II. I met datum 1616.12. Twee ronde. A 12. I-II. I met datum 1616.1 3 . Twee ronde. A I 3 . I-II.4 . Twee ronde. A I 4. I-II. I met datum 1616 II met datum 1626.. S Twee ronde. A I S . I -I I . I met datum 1618.6. Twee ronde. A 16. i -I 1.1 7 . Twee ronde. A i 7. I -I T.8. Twee ronde. A 18. I -I I . I met datum 1616.1 9 . Twee ronde. A I 9 . I-II. I met onduidelijke si g nerin g^ . Vgl. nr. 22 hieronder.20. Twee ronde. A 20. I-II. 1 is de voortekening. g21. Twee ronde. A 21. I -I I .22. Twee ronde. A 22. I-II. I met signering g g A finne [of: finno]. Vgl. g nr. i 9.23. 3 Een ronde. A 23. 34. Een ronde. A 24.25. S Twee ronde. A 2 S5 . I -I I.26. Twee ronde. A 26. I-II.2 7 . Een ronde. A 27.345NOTEN BIJ HET VOORWERK EN DE ONDERDELEN BINNEN DE EMBLEMEN


28. Twee ronde. A 28.29. 9•9 Twee ronde.s A2. I- i. I I ide 'voortekening.3 o • 3Twee ronde. A o.31. 3 Een ronde. A 31. 332. Twee ronde. A 32. 333 Een ronde. A 3. 3Met datum 1616.34. Twee ronde. A 34. I-II.35. Twee ronde. A 3 .S I-II.36. Twee ronde. A 36. 3 6 I -I t .37 . Twee ronde. A 37. 3 7 I -I I . I met datum 1616.38. Een ronde. A 38.39 . Twee ronde. A 339. 9 I-II. I met datum 1616.4 o. Twee ronde. A 40.o4 1. Twee ronde. A 41. 1-II.4 2. Een ronde. A 42. 44343 Twee ronde. A . I-II. I met blauwe waterverf ingekleurd. g44. Twee ronde. A 44. I-II. I met datum 1616.45. Twee ronde. 45. A46. 4 Twee ronde. A 46. 4 I- H.47 • Twee ronde. A 47. I-II. I met datum 1616.4 8. Twee ronde. A 48. I -I I . I met datum 1616.49. Twee ronde. A 49. I -I I . I met datum 1616.S o. Twee ronde. A S o. I-II. I met datum 1616.S 1. Een ronde. A S51.52. S Twee ronde. A 52. SOok van Cas Cats' Mae g hden- licht ^ waarvan meerdere voortekeningen g bewaard zijngebleven even - wederom w met afwijkingen ten opzichte p van de latere prenten P - bestaan dittype studies. i In het eUtrechts ^an g - rieelt ^ jen (Utrecht 1649 werden enkele embleemp ren -ten uit de Maeghden-plicht g nagevolgd.5' Franken 1817 8, o twijfelde 3 l eveneens of alle eenenvijftig l g ontwerpen P van Van deVen n ne zijn. l Dit terwijl l die in het voorwoord van zijn Tafereel van de belacchende werelt,niet zonder trots, schrijft ^ : `Dat ick oock besigh g heb gheweest g met Teyckenen, y , tot Wt -bee 1 d i nhen g van de loffelijcke l Rede-Wercken van den beroemden Ed : Ridderlijcken1Heer r Jacob Cats, die ick al over de 18. jaren i hebbe dienst gedaen g met de Konste, , naeml^n ende vermogen,g noch doe.' Ed. 's-Gravenha ge 16 3 S, 2v. Teruggerekendbetekentdit dat hun samenwerking g vanaf 1616-16177 dateert. Bovenstaand fragment gwordt ook g genoemd door or Bol 0 19S 8-2 133-134; ^ Van Roosmalen-Mann 197 8 > 18 • > en Bol1 9 89,66-6 7 . Zie bovendien Van Vaeck 1 994,58 S en 312. 352 ZIe B. van 't Ho ff 'Grotestadspanorama's, gg gegraveerdin Amsterdam sedert 1609.'In . Jaarboek Amste lo d a mum47 I 9SS ^ 81-I 31 > i.h.b. io8, nr. 7> ; Hollstein xxvl io, nr. 4derde plaat);• Hollstein xxvl >7 -i 3 en 166 ^ nr. 29^; Het Schillemans-Visscher panorama vanMiddelburg. g Ed. A F. Wennekes. W Middelburg g 1 9 85; De ijchtbaere ^ werelt. Schilderkunst uitde Gouden Eeuw in Hollands oudste st ad . Red. d P. Marijnissen l e.a. Tent. cat. Dordrecht.1 Zwolle I1992, ^ 282. Over Schillemans ook : Croiset van Uchelen I 974 294en noot 2;Bol 1 989^ 9 , S 7 en afb. 44.5 3 Zie: Kluiver 1995.3 4.6 NOTEN


54 De ongesigneerde zI 1 n de nrs. xvi, x xil xxxi en xxxiii; de zes voluit gesigneerde: g gIve en x L v I I waarvan r d de tweede 1626 is gedateerd. g5 53 > Resp. p z 1 nr. xxxii en I I 14nr. ^ I v `Non se da tanto ...'. Aan Cats' Spiegel hebbenvers chill e nde graveurs g5 bijdragen geleverd: Daniël 7 van Bremden , i 8 -? Andriesacobsz. Stoc k ca.1580-1648),Adriaen Jacobsz. Matham (ca. 1600-1660 en TheodorMatham(160 5 /1606-16 7 6), Willem S97 Hondius (ca. 1 -ca. 166o en Chris pl pijn van denuebor 160 e 4 -16 n. SzAndries Stock, bij b Cats:^ I nr. 1 S^ 3 I ^ o; S ^ vgl. g Hollstein x x v i i ^ i98, ^ nr. 33^• AdriaenMatham, bij 1 Cats:: I nr. 12 i 9^49> • III i (met jaartal162 7 a 3S^ ; vgl. g Hollstein xi, z12 >nrs. 8 - I 4•Hij werkte ook voor Van de Vennes Sinne-r'onc (16 334) 4 en Cats' T roar -rin^h(1643); Theodor Matham, bij Cats: i I nr. 2 • > 1 iii, nr. 3 en 6 (beide met jaartal 1627),22, 2 3 ; niet i genoemd g e in Hollstein voor het werk van Cats. Bij Cats 1 alleenmet de ver-g `Matham', ` dus zonder voorletter: iii, 8, 15^ 25, 5^4 2 • > Daniël van Bremden, >bij en II, nr. i 22' III 18 Cats:1> ^ > 3 o X 37 en 38. 3 Geen verwijzing 1 g in Holl-5 7 >steen voor Spiegel. g el Wel vermeld zijn bijdragen l g voor Houlvel .^'ck (162 5 ),voor Van deVenn e es Tafereel 16 3S en voor Heinsius' Nederd'he u.^ tsc oerrata 1618 ; WillemHon-dius bij 1 Cats.• I ^ nr. 3 > > 6, 37^ 5 2• I I I I z 4> 26 ^ 2• 7, vgl. g Hollstein i x i o 1 nr. i 2a; , Chrisvanden Queborn (met monogram c v bij Cats: I nr. 1 z 2 2pIn 1 g ^ ^ 1 ^ S ^ 7^ 4^ 7 • `Aen^ 9^de s - i e lezers': . 16 en • I Ipreuk 1 even el p. p. S4 > nr. 12 1 3 1 4 ; `S reucken ende s reec k -^ 4, p pwoorden': p. p I I ; i i I nr. 1 3 > 1 6 1 7, 7^ 45; 45^ vgl. g Hollstein xv i i ^ z 74 ^ 9 nr. 1. graveursgdie ontwerpen van Van de Venne hebben gestoken: g De la Fontaine Verwe tiT 1 934 1 S -1 6 •Bol 1 95 9S 8-1, ^ 6 S> • en het overzicht in Hollstein xxxv, 1 S 6-1 S8.5()-i Zie voor Swe ck n sgrafische g werk: Hollstein xx I x ^ 139 -144. Hierin Ieren worden ook ded rieenveet r i gprenteongesigneerde renten in de Emblemata moralia et aeconomia evenals devier illustraties in Galathee (slechts e s en één 3 1 is voluit gesigneerd) g g aan Swelinck toe g e -schreven. ZegtLandwehr Z g t a over de eerste uitgave g van Silenus (1988, 717^ 2 nrs. 104^106en 108 nogengraved'possiblyn g b by . Swelinck', ^ één pagina p g verder 73^ nr. 111 is hetvoor hem een u uitgemaakte zaak dat de ` 5by 1 circular copperplate emblems b J. Swe-l' Inc k' zijn. Hollstein x x i x ^ 14^ z nr. corrigeert 9 g zich en merkt op pde embleemprente rentenuit eerder abusievelijk aan Swelinck te hebben toegeschreven. g Zie ook Meeus1 990, I, 97.57V er sc hillen zijn: nr. i I I : de vraag g uit de mond van de man is in spiegelbeeld; v i :de tekst op p de boom staat, in verband met de schaduwval, op een iets andere hoogte;pVIII : de rotspartijen p 1 zijnveranderd. In 1618 staan er meer ruïnes ^ en bossen tegen g dehelling; i x en x i : Cupido p heeft een andere g gezichtsuitdrukking; g^ x'i : het oor van hetmuisje s J is nu goed g te zien. Het ornament bovenop p de zijgevel lg is anders' anders; XIII : Cupidopen de roker hebben een andereezichtsuitdrukkin g g . Bovendien is het haar van Cupidopmeeraan gaankrullen; x ^ i v : de loggia heeft een dakkapel p minder; ^ x v : vogels g in de luchtzijn verdwenen. De stadsbebouwing g rechts heeft een torentje minder; ^ xvi : vogels g inde luchtu zijn verdwenen; xvii : het kinderkopje op de voet van de kandelaar is iel ^ pl p p rec -zer; xx : de matroos heeft een andereezichtsuitdrukkin g g^ ' xxi : de versiering g bovendeeur d is minder precies, p ^ in tegenstelling g g tot die op p de rug g van de stoel. Het gezicht gvan het meisje oogt g in 1618 jonger; 1 g xxiI: de vrouw lacht niet meer; XXI1I: geheellik links is er een vis bijgekomen 1g en het gezicht g van Alphaeus pheeft een iets andereuit anere -drukking; g ^ x x i v : de g gezichten van de nar en het voorste ' l on g et' l e zijn anders; xxxv :huis heeft een extra, > derde, schoorsteen; xxvi : de linker voet van de jongen 1 g is nu347 NOTEN BIJ HET VOORWERK EN DE ONDERDELEN BINNEN DE EMBLEMEN


uiten het kader van derent p gevallen; g xxv ^ i i i : minder vogels; xxx : een extra vogel; gXXXI d ;e man en e vrouw v hebbeneen enevliegenanderegezichtsuitdrukking; xxxii: er vogels; g ^ xxxv : enkele vogels g zijn verdwenen; xxxv I : het tangetjeg l aan het aan -beeld heeft een andere vorm; xxxv I I i : de man en de vrouw hebben een anderegezichtsuitdrukking; gg ^ xL : de voorste poot p van de spin p is veel krachtigergen de muurste-nen zijn gelijkvormiger g l g geworden; g ^ xLI : de gezichtsuitdrukkingen g g zijn anders; XLIV :vrouw kijktanders; x L v : ook hier een geringe g g verandering in g de gezichten; g X L V I :no g al wat vogels g zijn verdwenen; XLVII : er komt geen g rook meer uit de schoorsteen;x L I x : vogels g zijn zijn verdwenen; L I : andere en meerdere vogels. g Op p de toren van de kerkstaat nu een kruis; LII :een g vogels. g De spitse p toren achter de kerk is nu zonder kruis.5gDe rondeTentvormen p al dan niet met randschriften, zijn 1 in de zestiende-eeuwseemblematiek prentkunst P -en toegepaste gp e kunst vaak gebruikt. g Ze waren geliefd g in reeksenzoals de twaalf maanden van het 1 jaar, ^ de vijf zintuigen, zintuien de vier tijdperken lp van demensheid en uitbeeldingen van spreekwoorden. p V Vgl. 1. voor een mooie serie beschilderdeeetborden: Stad in Vlaanderen. Tent. cat. Brussel 1991,517-520, 99^ nr. 39^ o ; voor eenreeks van zes spreekwoorden p door Pieter Bruegel g II : Catalogus g schilderkunst oudemees-ters. Koninklijk Museum voor Schone Kunsten. Antwerpen p 188 9 ^ 64-67,cat. nr. 872.59T. Goedings, ^ en de technische aspecten P van het kleurenin de zes -tiende en zeventiende eeuw.' In : Kunst in kaart. Decoratieve aspecten van de cartografie.Eindred.J.F. Heibroek l en M. Scha p elhouman. Utrecht 19995 8 -129^; en T. Goedings, g,`Het verlichterij-boekje 1 1 van de landmeter Jan Dirksz. Zoutman(1613/1614-1679): In:Caert-thresoor 9 (1990), 1- 7^ over de werkmethoden en het materiaalgebruik, g met in eenappendix Pp pg de inhoudsopgave van het oorspronkelijke P 1 boekje.de Provinciale Bibliotheek Zeeland te Middelburg g bevindt zich een onvoltooidgebleven g manuscript P naar een van de uitgaven g van Johan de Brunes Emblemata. Hierinzijn bij 1 achttien van de negenenveertig g g emblemen gekleurde g tekeningen g opgenomensin. g handschrift nr. 6 4 1o).60 , ,,Sin. UBL 1018 B 5. Bibliografie, nr. B. . H et ^^g S g ^ 9 NBIt III, >7 66- 77 6 noemt alleen eenJan Hendrick Jarichs van der Le Y (ca. 166-in S of na 16 3^ o maar geeft g geennaome klin -gen. Misschien staat het eerste initiaal M. voor `Meester'.6i lac. Catz minneli •cke edeli cke ende stichteli •cke sinne-beelden met der selve ghedichten. S.l.s.a. Sin. A 2 . Bibliografie, nr. B.1 .g 447 g ^ 3gl. o.a. Segermann 6z I i.h.b. I -26 en Russell 1985.g g 977 463 Segermann g 1977noemde het motto binnen het devies 'adhortatief' en 'programma-ramma-tisc h' het motto binnen het embleem 'apodictisch' P en `sententieus'; in het laatste gevalggaat g hetmeer om algemene g waarheden en levenswijsheden. levenswijshedenġ Vgl. in dit verband ookPorteman n 1 98 3> 6o, noot 4 : `Men mag g hierbij evenwel niet uit het oog gverliezen datde spanningt p g tussen beeld e en betekenis definitief in het bijschrift wordt opgelost en hetmotto in het embleem een andere rol speelt p dan in het impresa, P waar het de `ziel' isvan derent'. P Giovio stelde als regel dat een opschrift drie hoofdwoorden moestbevatten.64 Heckscher en Wirth 1959.6s Zie Schone 19 68 18 - 26 Porteman r 1977,6- 6 over 3 het motto:4 S^ 9-5o; Daly 1 979-2,21-6 7^ ; en Porteman 198 3^ S9 -63.348 NOTEN


c66 Voorbeelden 1 u uit elke categorie g zijn: 1 constatering g Volwassen Appel en rijpePeer,1 eersijcht s l licht ter neer'), ^ bewering `Meu g hje l niet gheven, wech zijnde neven'),sententiemalheur & encombrier, Patience est le vray y bouclier' ^ wens `Cum gaudentibusgaudendum' voorschrift `Versche Y den aert, ^ dient niet g he p aert' waarschuwing^ g`Kent eerh g Y mint), ^ vraag `Nil iuvat obniti?') of uitroep p `F Y! die roock eet, enbeter weet').67 Zie over het 'verbod' om het uitgebeelde g voorwerp p of onderwerp p uitdrukkelijk 1 tenoemen : Harms en Freytag Y g 1 975 , 37 en Porteman 1983,61.68 Wanneer boven het embleem alseheel g hetzelfde motto staat als boven een tekst<strong>deel</strong>,is dat als éénerekend. g Elisie en enclise is in de telling g verdisconteerd. Dat wil zeggendat het aantal woorden in het motto "t Wordt t'samenroot' g geteld g is als drie. I v . B 3en vI11.c.I tellen twee motto's; XXV.B, 3 heeft een gedichtje. g 1 Vgl. g ook de rijtjes dievan p 'sin-spreucken van twee syllaben' Y en van twee, drie en vier woorden, >waarmee in weinig g woorden veel te zeggen valt, ^ opgenomen pg3in : Spiegel 16 2 (einde<strong>deel</strong> I aparte p nummering), g 24 . In :Amy I 7>> 12 I S 556. S Van Vaeck I 994, 824-825 en 8 829) 2bespreekt ptegen deze opsommingen teen de achtergrond g van de laudatio van het Nederlands.Zie hierover ook Jansen 1995.69 Ex. UBL 699G I met als correctie: Genève 1617. 7 Volgens g Smilde 93 i 8 ^ 144 -14Sheeft Cats voor zijn'blijkbaarSpiegel `blijkbaar niets gehaald' uit Meuriers Trésor.70De meestebruikte g naslagwerken g bij het thuisbrengen g van de spreekwoorden P zijn: 1Dejardin 1 18 9 1-18 9 2; Dournon 186 9^ • Harrebomée 18 5 8-18 7 o; Herhold 1887 • Littré1873-1883; Mar alits 18 g • Meurier 9S^ 1617 (verwijzingen 7 l g hiernaar zijn zijnin het register gaangeduid an met de letter[A4]); Otto gS 1962-1968; Proverbia. S.1. s.a. • Le Roux 18 ^, • Surin -g ar 1873^^ • Stoett 1923-1925 • Walther 1 9 6 3 -1 973 • en Woodrow Hassell 1982. Henkel enSchone (Emblemata 1967) 97g geven wanneer de motto's boven 13.2 en B. 13.5of boven C.2 enC. 5 afwijkentelkens alleen het eerste; ^ bovendien hebben zij de Franse niet opgenomen.Indien de woordvolgorde g varieert in de motto's die meer dan eens binnen één embleemzijng gebruikt, wordt ^ er in het mottoregister g onderling gnaar verwezen.7' Vgl. voor deze omschrijving Van Dale, Groot woordenboek der Nederlandse taal. Drieg 1 gdln. Utrecht etc. 1984.72 De invloed van de belangrijkstes reekwoordenverzamelin p g en opp onze taal, waaron-der Erasmus' Adagia g (vanaf i 5 oo en Sartorius' Ada ^ iorum chilias prima 1 S 61 bespre-pken : Harreboméei 8 S 8-I 87 0 Suringar g 18 73 ; Stoett • en Koning g 99 i o i.h.b. 94 -95•Koning geeft de genoemde g verwijzing 1 g naar Erasmus. Over het spreekwoord preewoor in ver-band met de brevitas: Jansen 1995.73 Spiegel 163>> 2 I 79 en Spiegel 163 ^p 2 (einde <strong>deel</strong> I aparte nummering), g^35 . In : AD U"I 7> 12 I, S 515 S en 6o. S De redenen op p : *ijverso- l *iiijrecto 1 . Van Vaeck 1 994, 804 -825 gaat guitgebreid g in op pp(met name Cats') opvattingen over het spreekwoord en de ethische endidactische functies die het kan vervullen.74 Op p *ii l •verso *iiijrecto 1 . In ,Alk' I 712 ,,4794 I, 479-480. Ook aangehaald g door Van Vaeck1 994^ 8133 en Jansen 1995,2-9 93•7' Misschien met uitzondering g van drie gevallen, g ^ namelijk embleem III over Echo:vraeght g leert klappen' ^ • embleem 1 v over de aap p met haar l • on g : `Not Yleelick lief,noch schoonen coolsack' in het Latijn 1 `Nun uam q deformis amica est' als variant oop349 NOTEN BIJ HET VOORWERK EN DE ONDERDELEN BINNEN DE EMBLEMEN


`Simiarumulcherrima p deformis est' en verder ` ualis mater, talis filia' • en embleem eVII over de specht: `Gheen boom e w en t wast op s eenen p e dagh, g^G Gheenen boom en vatten 1 eer-sten sla g h'. Zie hoofdstuk 2.. S4 voor de citaten als creatief vertrekpunt.Al eerder had hl l^ onder invloed van de poëzie p>van Vergilius,H o r atius Catullus enOvidius, een Latijns ^ lofdicht op p Johannes Antonii (in I 59 3, een Latijns 1bruiloftsdichtop p het huwelijk van Galenus van der Laen en Fran ^ of e s van Haemstede stel (in n11595),9evenals een disputatie P – in de vorm van stellingen g589– aan de LeidseUniversiteiti nIgepubliceerd.Y^Ze verschenen onder de namen Jacobus Adriani Brey, Jacobus Felisiusen acobus Felinus. Het honderdre gelig g gg gedicht op P Antonii, ^ dat Catss op P zijn l nes zestiendedichtte, bestaat uit vijftig 1 g elegische g1disticha; in e h t bruiloftsdicht1 van twee aar aterkomen hexameters, , asklei P ade ï ch s e en saphische pe st strofen,1 o elegische ,ca-gdisticha en bendesyllabi Y voor. Zie hierover : Breugelmans g 1 977 .77 Strengholt g1 99, 8 29 : `De catsiaanse versbouw is sterk verwant a aan die d e van u n Heinsiussausen misschien zelfs in wezen aan de Leidse s ggeleerde te danken. Dit zou u et met ve vele e voor-0beelden kunnen wordenïllu gPe s ee tr d. r Men heeft,hoe dan ook, de poëzie van vaderCats wel eens wat te veel in een verstechnisch isolement s t geplaatst gp ten opzichte o p c van deHollandse dichters'. Slechts drie keer s iser n in plaatsv p van gepaard, gp gekruist ^g rijm 1 (in deemblemen x L v I I I L en L I I; deze drie variaties a s kwamen e ook al a n in 1618 1 voor.Voorbeelden van verzen waarbijl de e middenrustontbreekt,z zijn Iv .A.1, r 7;VIII.B.I, r. 4; en XXVII.B.I, r. I :Bedaert u wat, en eerh timmert kent den grond.g Y gEn even-wel, daer 'tout meest blinckt, daer schuylt de vleck.g ^ ySoo lang men met ajuy ng lY speelt, sonder die te schellen [...J.Catsebruikte g in 1618 tegenover g God nog g de oudere aanspreekvorm s p `Du bist'x v i . c .1 r.en 7 x i x . c .1 I, r. 5 ). Overigens g waren ook Vondels bijschriften in Den guldengwinkel 161 3 in alexandrijnen g gedicht.Resp. p I.B.I III.C.I XXIII.B.I; XXXII.A.I; XXXIV.A.I; XXXVII.B.I. Van Vlotenkenmerkte de verzen uit 1618 als `ruwer en ongelikter, g maar zeker e krachtiger' enSmilde1 93 8 121-I ^ Z als 5 `ruw' en 'plat' p en e minder beschaafd dan de latere. Zie: Allede wercken. Zwolle 1862. Ed. J. van a V Vloten, aantekeningen n g bij 1 pagina p g 47 . Andere oordelende woorden die deze editeur voor Cats' s stijl s 1 in 1618 gebruikt, g ^ zijn: 'beter, ^zinrijker,inniger, g ^ levendiger, g^ eigenaardiger, meer puntig en bondig,meer g^ e op pden man a af' eenenkele keer zegt g hij 'daarentegen minder' of merkt hij neutraal op p : `vroeger geheeleeanders'.De twee fragmenten g uit de gedichten g van xxv1 en xxv11.B I died e Smildeciteert omde wijzigingen aan t te geven, g laten ^zien dat de beeldende omschrijving J g 'de ` broeck staethem soo rondt' daar inderdaad daad is verdwenen. Hetwerd : : dat ` doet hem dicmael beven'. n .'Maar dat wil niet zeggen dat Catss de zegswijzehad opgegeven. Het bi l behorendepro-pza g ge<strong>deel</strong>te zet namelijk 1 als volgt g in : `Vreesachtiche Yt bederft t het ewantsoooor<strong>deel</strong>:haest alsemant Y den schrick in't lijfkrijcht, l^ een blase met de boonen s (somenset Y jalde schaduwe van een roos soude hem e den broeck rontsetten .Twee keer binnen éénafdeling gg vondCats kennelijk " teveel van het goede. Het gevolg g g was wel dat in i dit geval gde versregel g vlakker werd. De puntdichtachtige g namen Pier, Ioor (Joris),Claes,Fijn s, Fijntje,lorden en Ia q ueli' 1 n uit 1618 komen in 16 27niet meer voor.350 NOTEN


79 Zie hierover de annotatie bij l de voorrede. Tevens verdwijnteen aantal specifiek pZeeuwse elementen, zoals werd opgemerkt pg}door P.J.Meertens `Cats als Zeeuw.' In :Aandacht voor Cats 1962, 9^ 56- 73^ i.h.b. 66-67g. Zie voor de wijzigingen in het gedicht`Rende Zeeusche Ionck-vrouwen' en voor alle Nederlandseedichten g uit 1618: <strong>deel</strong> d3 , Bila Bijlage e 2.Ook Smildei 8 121-125)bracht ^ Sp enkele wijzigingen ter s rake. Hij Hij zei over dezeelaatste constructies dat ze nu `veel vaker' voorkomen dan in 1618 maar afgezien g vanacht keer `ick en weet niet wat' in het – ongewijzigde – voorwerk en het proza, en driepkeer `ick en weet wat' in deedichten g heeft Cats de andere stilistica in Silenes nietgebruikt.Het bekende `Ik en weet niet wat' is mogelijk l beïnvloed door Horatius' nescio quid,dzoals dat o.a. voorkomt in diens Ode, > i i i 24^ 6 . 4Over deze constructie e e Te Winkel,ee I I I ^S 4> o noot 2; en Smit 19 62 ^ 83-84,die vier citaten geeft g uit de voorrede en de formu-lerin g in verband brengt g met ` q uicum q ue' of ` 9 ualiscum q ue'. De betreffende test k -p laatsen in de voorrede zijn: 1 r. 55, 89^ 1 S7^ en 294 . Vgl. g ook de voorbeelden uit hetFranse 1 ne sais quoi), q ^ Spaans p (un no sé qué) q en het Italiaans (un non so che) dieG. K alf geeft in zijn stukje'Cats' CatsIck "Icken weetniet et e wat".' In : Tijdschrift z oor Neder-landse taal- en letterkunde 3S 0916), 239-240.8I 0 Op de eerste twee prenten p en op p xx i v en x x v i I w wordt bovendien den door figuren u gmetnadrukewezen. g Vgl. in die gevallen g de uitdrukking g `Monstrari d i gto i oftwel'metde vinger g aangewezen worden' : Suringar g 18 73, 216-217, nr. cxix. Over deiktische s e el ee-menten op p voorstellingen g spreekt P o.m. Porteman 1977, 9775 2- S3.8z Resp. V.A.I r. 3; XIX.C.I r. 5; I.C.I r. 6; xv.c.I r. I III.A.I r. 7; XXIV.B.I r. 8;XXXVIII.A.I en B.1 r. 1; xvI.A.1 r. 8 en xxxi.c.i, r. 8. Hetzelfde geldt voor Silenus,maar ik beperk me nu verder tot voorbeelden uit Proteus.p83 XLVII.B. I r. 6-7; xLvIII.c.1 7 r. 6; LII.B.1 r. 7. Cats spreekt p stilistische waardering guit voor ee<strong>nl</strong>ettergrepige woorden in een noot bij l zijn eigen g ggedicht t Vouwe ` r n- voor-dicht toe g eë Yg ent alle ware huys-moeders', Y ^ opgenomen in Houtvel y Ck -l Dw I 7 I 2 II,284); 4^ een bewijsvoor hoe kort en bondig g men zich in het Nederlandskan a uitdrukken. u ukken.84 Resp. p XLIV.C.I ^ r. 5 en B. I ^ r. 3; 3> en XLI.B.I, r. 4.85 Zie hierover Jansen 1995, 90-106; ^ TerMeer ee 199 1 ^ i.h.b. .b. 31-43, 3 -43^ en Laurens1 9 8 9,i.h.b. 43 4o- 61: `Une forme nouvelle au service de l'humanisme : l'emblème'.Over de theorie van het antieke en zeventiende-eeuwse epigram handelen ook L ausberg82 9^ i.h.b. 6-8 7 ; 7^ en Weisz 1 979 . De laatste te studie geeft g een verdelingigneen aan-tal typen: het gnomische, g satirische, s P eel -c oncett st i i s che en panegyrisch-hymnische, P g Y Y>evenals mengvormen g hiervan. Grofweg g komen n bij b l Cas Cats,afhankelijk^ van de drie afdelis g en concettistische, ^g gnomische(aforistische, met ethische h in inslag 1 g of levenswijsheden)1en ook wel een enkele hymnische Y (gewijde,godsdienstige)vo g 1 ^o r . n I de zeventiendezeeuw is hetnomische g in Duitsland hetmeest eest voorkomende type. Ype86ADIF i 12 samen I, Over het begrip gp an 'rond' of 'goedrond' t g met dat samenhangt een-gvoud oprechtheid, ongekunsteldheid en onopgesmukte, eigen g volkstaal, die gezuiverd gdblijft van vreemde invloeden : Van Vaeck 1 994^ 24 4 e en 620-621.Meertens 1 94326 9 en28 9 -2 90 heeft het over 'spreekverzen'. P Karel van de Woestijne 1l kenmerktezij in zijn opstelp`Vondel als dichter', ^ gedateerd g maart I 1929, 929^ Cats' vloeiende stijl 1 als s v volgt t : 'Tot1bijzijn J vijftigste J g jaar ^ staat Vondel alss verskunstenaar beneden Cats, die tien jaar 1 ouder was35I NOTEN BIJ HET VOORWERK EN DE ONDERDELEN BINNEN DE EMBLEMEN


dan hij. 1 Het vers s van a Cats kan banaal zijn l : het vloeit als water over een glazen g plaat. pDat van Vondel – ik overdrijfgpeenigszins om beter begrepen te worden – als stroopover een hobbelige g P plank'. In : Over schr i^vers en boeken. Tweede bundel. Bussum etc.1936, ^ S I- SS T citaat S3 53. Zie ook Ver ^ ameld werk. Beschouwingen g over literatuur. Bus-suml v6 .949> 77Resp. VIII.c.I XII.B. I XV.A.I XV.B.I xxviII.c.I en XLII.A.I. Andere voorbeeldenzonder typografische markering zijn: 1 `De mensch is alderbest wanneert hemqua-qlickaet' g x xxv i .B. I en het spreekwoordelijke:`Die alti't eckt, soete ri tis seker datselstnc i k ' tI x . B . I). De gewoonte g om aanhalingstekens g en cursiveringen g te gebruiken gvoor a 1 ge meen eldi g g heden komt ook voor in de zestiende-eeuwse Franse lyriek. y ZieVan Vaeck 19994 294,1 noot 1 en 81 - 818 n.a.v. Van de Vennes typografisch in reliëf7 ^ 7 ^brengen van uitspraken p met een algemeen g ggeldend karakter in de Belacchende werelt(1635). Andere voorbeelden zijn ) te vinden in Nederlandse emblemata 1 983^ 106 54, enI I0.Verderr bevatten de a afsluitende s regels g Pparadoxen: `S Y wenscht te zijngevat, om nietg gevat te z zijn' l xxx.A.1 en ewoordspelingen, zoals in het epigram over een alchemist:`Ick meynd' Y ic haddet al, ^ en nu ist al g gemist' xxxll.B. I .88 Motieven alsgevangenschap-vrijheid, zoet-zuur branden van liefde-koele gereser-vee r d h e i den de onverschilligheid van het meisje, 1^ komen telkens terug. g Vóór Catswa ren e di emotieven in de Nederlandse literatuur al verwerkt door o.m. Jan van derNoot, Justus de Harduwijn, Daniel Heinsius, Otto Vaenius, Roemer Visscher en P.C.Hooft.8 9De kerens dat de ikc'samen^zal vallen met Cats zelf, telkens in het proza, zijn:^: 'decreden waer van, dunckt u my Y hier in te bestaen' VIII . B . ^ 6 r. 2- 3^ • `mijns ) oor<strong>deel</strong>s'x I .c.6 r. I 1); `Yeder oor<strong>deel</strong>e van sich selven, wat my Y belang, g^ ick derf se ggen datmy Y Y Y yet bejeghent be' )gi dat ... ' x i i . c . 6 r. 34, -4); `Ick hebbe menichmael, , als een son-Berlin g e er w k c van a Godes G goedicheyt, g Y^ in mijn ) selfs overleydt' Y (xiii.c.6, r. I-2.); `sooensa sal my y not y de wanhope p totten bast [...] afleyden' y x v i i . c . 6 ^ r. 24 -2 S • `Als ick som-wY1 e n , met e innighe g bedachtengde menschelijcke ) din g hen in my Y selven overweghe, g soen kan ick niet laten droevich, ^1g ja gram te werden ... ' (xxiv.c.6, ^ r. 1- 3^ • `Ick schamemy yt t'elcken als ick bemercke dat menschen ... ' xxvii.c.ó r. I • `Ick , en wil hier niettreden inde e be m e r c king e of dese konste waerachtig g gout g kan voortbrengeṅ.. g'xxx. B. 6 r. 8-9); 9> `Ic sal, met verlof vande leser, hier by Y voegen 'tgenene Hector, hier vanby Y Homerumsspreect' p x L v . c . ^ 6 r. 7 I -18 en `Ick hebbe wel eer twee lu Y den ghekent, ge eenen enen nam eenen bedelaer van de strate ... ' L I I . B . 6 r. 1 5 -16). Vol ens g VanSt ri en (1 99o, I S en 2I is bij Cats, 1 in ^ tegenstelling g g tot de veel persoo<strong>nl</strong>ijker P 1 Huygens, Ygeerder sprake P van een 'fictioneel ik' met e 'een programma, P g ^ waarin hij 1zijn persoo<strong>nl</strong>ijkeP 1ondervindingen g integreert'.Over het'exemplarische ik' : Schenkeveld-van der Dussen1 9 8 9,i.h.b. 44.9° V 1. de volgende 1 woorden d aan het eind van de versregels in het tweede gedicht vang g g gembleem L • :puellis - thores > o pes-mole s• iuvabit-fluit. Voorbeelden van woordspelingen P genzi n o.a. T risa h Democcti i ' salso delude cachinno Lude iocus Venus est; • nil nisiludus > Amor i i. A. 2 s C e l arata-celerata (v A. 2 ; p un gere- pin gereI x . A . 2 • hit-onoravon e ravit evenals Pro pg u navit-o Ppg u nasset i x. c. • S^ vetustum-venustum xv i i i . c. S^'stamine-stramine x x i v. B . 2• autores-fautores xxx . B. S^• foro-thoro x L V I I I. B. 2.Over Cats' Latijn: ) Luiten 1 e.a. I1994.3S2NOTEN


91 Ho ff er dec dichtte: 'Triplex sua format acumina sermo, ^ Et Bel ga, g^ & Gallus loquitur, qm e d iu s q ue superbit p Romani decor eloquii' q (r. 5 S - S7 . Vgl. g ook de titel van het lofdicht van Joost van Lier : `Hominem triplici p Emblemata ra gp Nice exprimentem P (Eenm a n die e in drie talen emblemen tot uitdrukking g brengt),evenals Sylvester Y die spreekt pover 'ton o tri-lingue t g stile' (jouw 1 drietalige gp pen; r. i 4. Slechts twee keer is er gekruist grijm in P plaats van gp gepaard (nrs. xiII.B, 3 en xxv.B.3). 3 De herderlijke namen CorydonY rsis en Dametas komen alleen in het Frans voor xxx v . A 3 . en x xxv I I I . B . 3). 392Huygens Yg : `De Catsii nostri operibus p Emblematum volumen Latino-Belgicum g sem-p er mihi et – fatebor – unicum in P pretio fuit; neque q naevus, nisi fallor, in pulcherrimopcor p ore appareret, p p^ nisi Gallica insparsisset. p Eius rei si bonum senem hactenus non poe-nitet ille quidem, quid valeant humeri, quid ferre recusent, nondum intelli it • amicos certeharum rerum nonenitus p ignaros g taedet balbutiei non pro P illa vena.' Westerbaen: `Tuet hic Paridem agis, g sed securius, continent que q illae iudicium de Catzianis apertum, p demeisuae q Gallice balbutivi tacitum. De optimi p senis Emblematis tecum semper p hociudicavi inuibus q versiculi Latini mihi, si bene memini, ne que q enim illa post p annosp lurimos vidi, vide probabantur quam q maxime, ^ Gallici q quam minime.' In :J.A.Worp, p^briefwisselingvan Constantijn Huygens ens 1608-168 7 . 's-Gravenhage g 9 I 16 v, 20 2 nrs. s 340en1 (RGP,S34 28 . De cursieve regel `uid ... recusent' is afkomstig uit Horatius, Ars^g q goetica 4 oa- 39 b. Het citaat wordt ook besproken p in Jansen 1995, 555, noot 78. 793 Derudder18 8 155.94 Vgl. g F. Fuchs, `Beitra g zur Geschichte des franzosischen E pg i ramms I 20-I800.'^In : Das E i ramm. g Zur Geschichte einer inschri tlichen und literarischen Gattung. g Ed. G.Pfohl. Darmstadt 1 99^ 9 6 9 , 35 -283(een bewerking gvan een dissertatie uit 1924).95 Smit 1962, 974-94 74-94. De latinismen die hij noemt zijn: l : participium p p constructies, rela -tieve verbindingen, g de accusativus cum infinitivo, > de absolute constructies en hetweglaten van het persoo<strong>nl</strong>ijk voornaamwoord als onderwerp. Eén en al lof was L.G.g p 1 pVisscher in zijn redevoering g `Cats als P proza schrijverbeschouwd.' In: Mengelingen vanhet, te Brussel gevestigd, Nederlandsch letterkundegenootschap,Concordia. Brussel 1820 85-9 8. Cats verenigt g volens g hem `on g emeene levende g heid' met `bondi g e kracht van zeg- gg en' 89^ hij schenkt `eene saus, ^ die alle tongen g smaakt' (90). 9 Visscher citeert uit de`Voor-reden' en hetroza p van embleem x i I I 92- 94 . Kenmerkend vindt hijverder de`zoetvloeijendheid' l en 'levendigheid g van geest g en vinding' g 94 . Van eentonigheid gblijft het proza P verschoond 9S . Slechts één keer schreef Cats een prozastuk in hetFrans (zie nr. x i . B S..96 ^^ Xxv II I . c . r. 1- 3 . Vgl g ook c .6 ^ r. 3 waar hij l spreekt p over d u y^ tle in ghe daer van,waarmee hij bedoelt : van het gedicht; g het tweede citaat : x L I v . c . 6 r. 7. De omschrij-1vin g `b - Yhevou g hde g Bedenckinghen' g geeft g Cats in de editie 1618-2 in een correctie(zie Bibliografie g B.2, sub I I).97 Het Nederlandseroza p laat zich vergelijken gl met een andere tekst uit dat jaar. Naarvan een gheldere,grote komeet eed die eindnovember 118 6 aan a d de hemel te zienwas, verscheen een anonieme uitgave g die, ^ begrijpelijk, aan Cats is toegeschreven. g Hetbeton gonder ^ de titel `Naerder o -merckin P e g over de Cometen ende andere tekens teykenhemels', vertoont vele overeenkomsten met Cats'roza p in de Sinne- en minnebeelden.Niet alleen specifieke p woorden en uitdrukkingen g `Evenwel nochtans', na dese kete-lende beuselingen', g `voorwaer ick en weet niet wat', `Wel aen dan, g un st gi h e Leser'), s353NOTEN BIJ HET VOORWERK EN DE ONDERDELEN BINNEN DE EMBLEMEN


maar ook de redeneertrant met gebruikmaking g g van analogieën,en de toespelingen o Pel en verwijzingen naar bijbelse be en klassieke teksten, ^ vinden direct aansluiting g bij l devoorrede en bij de commentaren uit 1618. Zie : Aenmerckin g he op de tegenwoordigesteert-^ sterre. Ed. Johannes 186 9 ^37^75^ r. 33 en 68; ^77> r. 81; 8 S^ r. 20 . Vgl. g voor een Pparal-felle combinatie van twee bijbelverwijzingen -8 I 77 r. 141-1 ^46 en embleem x L v I c .i,r.-6. S9 Over de betekenis van de retorica in de Nederlandse renaissanceliteratuur: S.F.Witstein, Funeraireoë ie ^ in de Nederlandse renaissance. Enkele funeraire gedichten g van Heinsius> Hooft, Huygens en Vondel, ^ bezien ^ tegen ^ de achtergrond g van de theorie betreffende het genre enre.Diss. U Utrecht. Assen 1969. Van dezelfde auteur, ^ in het bijzonder over de invloed vande retoricabij Cats, 1 s ^ artikel: `Menanders pleidooi.' P In : De nieuwe taalgids ^ 7 o (1967), 163 13-327; later opgenomen Pg in : Een weit-steen vande ieught. g Red. T. Harmsen en E. Krol.Groningen g 1980 ^ 42-60. 4 Zie verder ook Jansen 1 99S .99Vgl. g in dit verband Gelderblom 1 9 8 9 ,I I I. In de retorica bestonden twee richtingen:de 'Atticisten' (de traditionelen) streefden naar eenebalanceerd g ^ gedragen g genen natuur-lijk l p proza; de 'Asianisten', stonden een puntige P gstijl vol geraffineerde g effecten voor. BijCicero ziet men een vermen gin gvan de twee, met een lichte voorkeur voor het Atti-cisme.Hijwisselt bewust lange g en korte zinnen ritmisch af. Zie hierover : E. Norden,Die Antike Kunst rosa vom I'i. Jahrhundert v. Chr. bis in die Zeit der Renaissance. ErsterBand. Leipzig p g 189851-2 ^Higheti.h.b. 2 99 ; G. The classical tradition. Greek and roma<strong>nl</strong>uences on western literature. Oxford 1967,Cha p ter 18 'Baroque q p rose' • en Jansen, >` Johan de Brune en de stijldeugden.' t g In: De Brune 990^0-I 70-91, i.h.b. 76. In 1625 moes -t en de leerlingen in de Classis ii i van de Latijnseschool zich oefenen imitatie in me vanCaesars of Cicero's stijl. Zie : Kuiper I 8,P 9 S14-15.^10° Vgl. Porteman 19 79, o.g 979 S1 ° 1 Embleem x v I I . B S^g. r. 14-17. Cats kan en zal deze formuleringen uit Plutarchus enPlinius overigens uit Langius' g Pol y anthea ^ zijn l favoriete tussenbron, ^ hebben overg eno -m en. Omdat Erasmus s daar niet e altijd a t ^ d als s b bron o wordtgenoemd, hetzijn dat Catsde herkomst van zijn 1 ontlening g in bepaalde p gevallen g niet eens bewust was. Ziehierover ook hoofdstuk 2. 5 S .102 Ook opgemerkt door Smit 162 8 .pg 9 ^ 7103 In embleem xxIII.B.. S Vgl. g ook Gelderblom 99^ 18 i In zijn aantekeningengbi' bij Alle de wercken (Zwolle 1862 merkte Johannes van Vloten enkele constructies inhet Nederlands aan als latinismen, bijvoorbeeld : `om waerin te voorzien' v. B.6 ' `dereden waer van' v I I I . B . 6 ; `het welcke indie<strong>nl</strong>aetse P heeft' x I I . c .6). De inzet vani i . c. 6 : `In de bekeeringe g des sondaers drie dingen g van noode te zijn, 1^ te weten, hetWoordt, Godesheest g ende den Wille des menschen, wert b YGod-salie God-salig mannen ind se r voegen, g ^ toe estaen g : te weten, Dat des menschen wille ... ' veroor<strong>deel</strong>t hijalseenLatijnsche 'verwerpelijke Lati'nsche woordvoeging,en alleen aan een slaafse vertaling van 'tonderstaande Latijnte wijten'.°4 V g1. verder e ook de afsluiting s g van de religieuze g prozastukken P van xv i • xv i i i ; > xx i ien xxxviii. Eén oorspronkelijke p ^ regel g kan Cats uitbouwen tot zes regels g poëzie.105 R. van der Paardt spreekt f in zijn artikel `Vondels Gi Jsbre ^ht en de Aeneis' over verwijzingenizin naar de `brontekst' die ook tot stand kunnen komen door middel van `conas timitaties' ofwel bewuste omkeringen; g `contaminaties' : het aaneensmeden tr van354 NOTEN


twee tekstplaatsen, p ^ en van 'inkorting'. g In : Hermeneus S9s(1987),244-25o. Het eersteprocédélijktzich in de Sinne- en minnebeelden niet voor te doen, de twee overigezijnwelaangetroffen. gIo6Wat niet letterlijk llijk van J een oorspronkelijke p J auteur is, kan toch weer één een op P één aaneen bewerker ontleend zijn. Een bron wordt in zo'n geval g nooit genoemd. g e 107 Montai ne : `Als J ik bij mijn J ontleningen g soms met opzet p de naam van de e schrijverIJververzwijg, Jg^ dat om de lichtvaardigheid g te beteugelen g van hen die zich er e mee i<strong>nl</strong>atenover alles wat hun onderoen ogenkomt een oor<strong>deel</strong> te vellen, ^ waarbij 1^ zij omdat hunsmaak niet ontwikkeldenoe is om de dingen op zichzelf te proeven, niet verderg g g p Pkomen dan de naam van de maker en dienseza . Ik wil dat ze hun vingersg g g e s brandendoor in mij Cicero of Aristoteles te veroordelen [...]. Bij wat ik aan andere ontleen,J anderen ont een,moet men nagaan of ik iets tee heb weten kiezen waarmee ik datgene g wat ik zeggenheb beter laat uitkomen'. Ed. Villey Y 97 1 8 > I > 408. 4 Vert. De Graaff 11993, 475, noot 3en6. 47 Zie voor Vondels Ae<strong>nl</strong>eidinge g ter Nederduitsche dichtkunste. Ed. Werkgroepg vanUtrechtse neerlandici. Utrecht 1977, 49, r. 1 39-1 4 2.IOó Vgl. g de lange g Plutarchus-ontlening g aan het slot van Essais,I I ^ xi'. Ed. Villey1 e Y 1978,I,601-60 3 . Vert. De Graaff 1993p , 7 07 -7 10. Over dit aspect : Metschies 19 66 ^S8-61109 Die schreef in zijn Essais, > I > xxvi en I I x : `Ik heb me met geen g enkel degelijk g e l boekwerkelijk vertrouwd gemaakt, g behalve met Plutarchus en Seneca, > en daaruitit put ikdanook zoals de Danaïden, almaar scheppend ppaaen uitgietend, omdat hun uitspraken p zo waarzijn', en J `Wat mijn andere lectuur betreft, waarin iets meer het nuttige g met hetaangegnamewordt verenigd, g ^ en die mij 1 leert mijn 1 stemmingen g te beheersen en e mi' 1n karakterte disciplineren, ^1 zijn het Plutarchus, sinds die er in het Frans is, > en Seneca a died e dezefunctie voor mij 1 hebben.' Resp. p ed. Villey Y97>4 1 8, I 1 46 en 434 1 3 . Vert. De Graaff 11993,181 en81. 4 Vgl. g ook Essais, I I xxxii en P.H. Schrijvers, 1 `Seit ein Ge s pr"ch a wi sind. rHet voortleven van de omstreden Seneca.' In : Lam as 22 (1989),6- 33 336-376, 37 ^ h 3S- 735 8.Overzichten van de citaten bij Montaigne g g geven P. Ville Y^ Les sources et l'évo l ution desEssais de Montaigne. g Twee dln. Paris 1 908; en Metschies 1 966.Ook in Vaenius' Em ble-mata Horatian 1607 spant p Seneca met eenenveertig g aanhalingen g de kroon. Vgl. gTschizewski''s 1 voorwoord in de facs. ed. uit 1972.Over zijn vrouw Elisabeth s van aValkenburgi dichtte Cats in zijn i Twee en tachtig-jarig tachta - arzleven(Amy 1712,I I aparte p nummering, g^ 4 8:I<strong>nl</strong>aetse p dat de jeugt Jg romansche grillen g leest,Soo is Plutarchus selfs haer tijdverdrijfgeweest.II° Werken van Cicero, Vergilius, Terentius, Ovidius en Horatius behoordentotdevaste leerstof aan de Latijnse school. Zie o.a. J. Voeler, g `Geschiedenis van het Mi d-delbur g sch gymnasium, g Y ^ 1 3 6 5 -1 81 S .' In : Archief. . Vroegere g en latere mede<strong>deel</strong>ingen gvoormmeli^ lo in betrekking g tot Zeeland 7 1 8 94 ^ 203-2 5 0, en 347 - SS3^ i.h.b.en381-386. H.W. Fort-g ens ^ Schola latina. Uit het verleden van ons voorbereidend hoger g onderwijs. Zwolle 1 9S 8 ^ 24 4S -en Kuiper p 19S 8 geven g een overzicht van de cyclus Y van Latijnse auteurs die alsschool-assc o0lectuur werd voorgeschreven. g"I Enkele voorbeelden uit deze categorie g bespreekt: p L.F. Groenendijk, J , `Een werkvanJean Taffin als bron voor eenuriteins p"domestic conduct c bok".' o In . Documentatie -blad Nadere Reformatie 3 1 979^ 27-32, en Groenendijk G eend 1 1 9 g4, 45-46. De belangrijkste3SS NOTEN BIJ HET VOORWERK EN DE ONDERDELEN BINNEN DE EMBLEMEN


onnen voor deze werken e over 1k 1 engezinsleven huwelijk zijnbijbel,edeklassieken(lijk voorname Plutar ch us kerkvaders, en de zestiende-eeuwers Erasmus Vives enB one. 111 g r Zie voor de door Cats geraadpleegdeg p 1 g de bijbels b 1 s en de vorm van de bi'belcita-1ten hoofdstuk 2. S5 .1.I ' ZHierover : H. Lausberg, g e der literarischen i Rhetorik. Eine Ein i hrun giir Studierendeder klassisch e n ro ani m chen s englischen g and de utsc hen Philologie. g Zweite , wesentlichn erweiterte Auflage. g 6 Munc e 9 3^ 47, Io6 en 61-6 3^ 162-167a; evenals Metschies19 66 > Das ` Zitat i in H u mane smus and Renaissance', 21- 37^Montaignei.h.b. 1 3 -14. gvond vog dat hij 1 niet verantwoordelijkes gesteld e d mocht worden voor wat hij l autoriteiten lietzeggen 'die ` sinds vele eeuwen geaccepteerdeg p t n gewaardeerd g zijn'. Ed. Ville Y 97 I 8 >> II888. Vert. De Graaff 1 993 , 1047 . . Vgl. g 00 ook De Rijk 1 1 9 81, I I S -1 I 7> en W.B. Cornelia,The classical sources of u the references naturein ' Ronsard'r s oety. . New York I 934 Publicationsof the Institutestudies, u of French Columbia University), Y^ een motieven- en bron-nenonder z kuitgesplitst oe naar bloemen, > bomen, de zee, e de d dierenwereld, vogels g eninsecten.113Essais, > II x V I I. Ed. Ville Y 97 1 8 > í 6 i. S Vert. De Graaff 1 99 3 767. 7 7I.3 NOTEN BIJ DE BRONNEN EN HUN VERWERKINGIParagraaf4 ara raaf van hoofdstuk f k 2. 4geefteen inventarisatie van de losse citaten en diewelke zijn l verwerkt k in de d motto's en het proza. p In het onderhavige g hoofdstuk gaat g hetom d werkenen waaruit Cats ze heeft gehaald. gZAls er in het Latijn e :1 of o N Nederlands stact. 'Zegt Zet de g apostel', d p `zegt , de wijze 1 man' of'zegtz t g de Zaligmaker',da g danve vermeldt Cats de bijbelplaats 1 p zelf niet.3 Een overzicht van de bijbelontleningen is te vinden in de registers g 3 en 4. 4 In 1619verscheen te Middelburg onder de titel Proverbia,of,d> de s reucken van Salomon Jan de Bru-nes vertaling g vnbbeses a e 1 1 spreekwoorden k van a Salomo 1 uit i h het Hebreeuws. Het boekg Spreuken p heeft veel invloed gehad op p de ontwikkeling g van het spreekwoord. 1' Vgl. gKoning 99 I o X93 93-94.4Vgl. Poortman 1 9 8 3,I I 2 -12 oen 20 -222g 9 ^ alle nrs. 112-11 9 . Kanttekeningen g werdenin de loop p van de tijdgewijzigd J of vervangen door die uit de Geneefse bijbel J van 16 SS.Ikheb de facs. ed.geraadpleegd van de uitgave g Biblia : dat is, ^ de antsche ^ron^ H. Schrift, -delack ende trouwelzck vetdo y tscbet. Leideni i S7 8 acob Arienszoon ^ die de versie volgtgvan een Emdense bijbel. J Hierin nzijn tevens opgenomen De boecken g benoemt a ocr y hi ...Leiden 18 S 7(K B ZE 1 97 9/0001)Ṿ 1. gook Poortman 1983,215.s Bij " vv. xiv.c. 1 een xxvlll.c.I. Twee woordvarianten t zijn J evenwel te vinden in deacob Liesve 1- t ed etre (vanaf 15S33 2 en later). betreft : onmatich e y Yt voor `cranckhe t' —in I Corinthiërs 7 (zie e v c. . I en een iock osse n voor ` 'een paer P ossen' — in Lucas 14 : 19 Ix L v cg . . 6 . Alleen de woordenv vreese es voor ` onbe rou welicke , beterin he' 2 Corinthiërs7 .1 o xxvlll.c.1 x en , doet voor `werpetet ' in Ezechiel I 8 3 I LII. c. 6 lijken 1 eigen gU 1 reden ' en gYlieden wordt telkens ` ' u eni 'gij'. gl Een nieuw, op P één of twee bijbel-1plaatsen geïnspireerd, g p ^ citaato.a. in xxxix.c. i en xLiv.c. I. Het zou goed g kunnen datCats een enkele keer uit het hoofd hofciteert. Niet altijd altijd geeft hij hij de versregel(s) g bij 1 de3 5 G NOTEN


hoo f dstu k aanduidin g en wanneer hij hij meer dan één vers aanhaalt, ^ verwijst hij bijna l allekeren alleen naar het eerste. De naam Amnon spelt hijP twee keer abusievelijk 1 alsAmmonxvl,B. S en xvLli.A, 4.a .Volgens de editeurs van het S aens he y dinnet J je en van het aan Cats toegeschrevengeschrep am fl e t A e m n erckin gghe op de dis tegenwoordige steert-sterrei ook voor deze teksten s dor doorgaansde Deux-aesbijbel 1 g gebruikt; ^ in het tweede werk eveneens met varianten in de spelling P gen omzetting g van o.m. `du' en ` Y n' in ` gY h ' en `uw'. Zie resp. p ed. Vieu-Kuik 180 9t oi en 105; S^ en ed. Johannes 19 86 ^ i.h.b. 44 .6 Ter vergelijking heb ik gebruik g gemaakt g van Biblia sacra ^ vul g atae editionis. Sixti uintiPont. Max. iussu. Recognita g at que edita. Antwerpen 1608 (KB 524 Eq p S 4 4). Voor Latijnse1aanhalingen g uit de apocriefe p boeken : Biblia ^ ad vetustissima exem laria castigata. g Antwer-en 1 6 (KB 1 01 Fp S S 7 7). 7 Een hoogst g enkele keer is de verwijzing l g onduidelijk, zoals debeide bijbelplaatsen 1 p boven het motto van xL I v. c . i .7 Gebruikt is : Immanuel Tremellius en Franciscus Iunius T estarnenti veteris Biblia Sacraen Testamentum novum. Hannover 160 7^ ; inclusief de Libri ocr .^ p hi UBU I I0 D 14. DeNederlandse vertaling g is van Abraham a Doreslaer. Arnhem 161 4UBA 4 1493 A 6).De.twee aangehaalde g varianten resp. p onder xxxix.c..b 4 en xLvIII.c..b. 4 Polus' verzamelwerkbestaat uit zes delen. Geraadpleegd p g is de ed. Utrecht 1684 -1686. Vgl. g Polus s6 1686,III > kol. 628 en Polus 1684> II, kol. 179^ • de woordvorm terrores komt volgens g hem ookvoor bijbij Arias Montanus(1 5 2 7 -1 598)en bi' ohann Mercerus ?-i S73 . Zie voor Tre-mellius ook : L.c. 4.a I Samuël 16 :8).Een voorbeeld van eenparafrase in XVIII.B. S reuken 22:1 .P S p 3 Verwijzingen 1 viaPolus, naar Wilhelmus Estius1 S 2-16 4 I 3 ^ Piscator, Tremellius, Mercerus en M onta-nus verder bi : i v.c.2 • v.A, .aJ ^ 4^ • xxx.c. 4 en xxxvl.c. S.a Driesalmnummerin P en g lopen p niet parallel. P Kennelijkheeft Cats deze drie gevallen gvan verspringingvan gandere,Vulgaat bewust aangepast aan bestaande, indeling.Met dank aan A.W.G. Jaakke van het Nederlands Bijbelgenootschap l g P te Haarlem. Zieover de afwijkende nummeringen in de verschillende psalmvertalingen : ODC,g P g 11^ 39-1140 en 1196; en : F.R. ^ Knetsch, `Driemaal is scheepsrecht. p De invoering gvan nieuwepsalmberijmingeng in het gereformeerd p protestantisme in Nederland.' In : Psalm in ^en inde Nederlanden. Vanaf de ^ . estiende eeuw tot heden. Eindred. J. de Bruijn. 1 Kampen P n I 991149-161, ^ i.h.b. 1 S o-1 S 6. Een uitgave g van Datheen uit 1 S 66 bevat het im prim atuur :`Dewelcke men voortaan in de Nederlantsche Ghemeynten y g ghebruycken y zal' ,geci-teerd naar KnetschI i S . Cats' nummering g correspondeert P met de telling g in de berij1-min gvan Datheen.9Geraadpleegd is het exemplaar x B 42 A 20.P g p 4TO Diteldt g niet zozeer voor Silenus ^ • daar was de opbouw p meer gericht g op Peen lineairelectuur van elke afdeling. gI I Een bespreking p g van Alciato's literaire en archeologische bronnen waaronder ^lntho -lo g ia Graeca (Planudea), ^ p ollo Pau s anias fabel- en s Preekwo o rdenverzamelin genen Plinius, in Nolde 1 9 64,i.h.b. 34 3S^ - • Kohler 1 986 ^ 33 en Laurens s 1989, 9^ 433 -4S6, Delaatste heeft het over contaminaties van verschillende vindplaatsen p (444). Over deg gebruikte bronnen in de embleemboeken van De la Perrière: Sch w en d em a nn 1 966, 9 ^ 98-o a III. De belangrijkste bronnen hier zijn Alciato, H r llo Ph szolo us Macrobius,357 NOTEN BIJ DE BRONNEN EN HUN VERWERKING


Erasmus s en Petrarca. Maar Schwendemann S stelt dat De e la Perrièrein e e veel gevallenwaarschij<strong>nl</strong>ijk ll zelf niet preciess meer wist 'wo er e zuerst au fse sein n Motiv estoben gwar'(106).12 Zie voor de Nederlanden ook Porteman 1 975 -2, 164-16 S 7 .)enVermeerenkarakteriseerdeCats' debuut als Europees p in vormgeving g g en Hollands in thematiek (Vermeeren 1962)160. Veel waardering g zal Cats volgens g hem hebben gehad g voor Georgette g de Monte-na t) Emblemen 1 ou devises chrestiennes I S7 I ) maar van directe invloed in de Sinne- enmin-nebeelden is nauwelijks l of geen g sprake. p' 3 Vgl. g voor Heinsius verder de emblemen x L v en L I ; ook Cats' Nederlandse gedich-ten liggen rechtstreeks in het verlengde gvan die van Heinsius. Depapegaai in de kooiop p nr. x Iv van Cats komt wel in de buurt van Hoofts embleemprenrent xv in de Emble-amatoria, ) maar hoeft hier niet per p se op p terug g te gaan. g Bovendien kunnen demotieven uit Ovidius en Petrarca ook via andere wegen g gekend g zijn (vgl. g embleemxxix . Zie voor de titelprent p afb. 1.' 4 Bijv. in de emblemen vi ) VII en xviI. Vgl. g ook Iv.A.I en Iv.A. 3 (motto);) vii p ictu -rale variant); ) IX.A..b; 4 ^ x.A. 3) ; xv.A. 4) .a een citaat in c. en S een visuele variant; )XVII.A..c en p de prent; ) xix.A.2 (motto) en A. 3) ; xxxi.A.2 (motto); ) xxxviii (de prent, p )maar dan wel zeer indirect); ) x xx i x motto x ) L (motto);)L x I v (thema) en x L v (thema).Vgl. g voor Vaenius' bundels : Praz 1964,125-126; Landwehr 188 9 i )-2 7S 87) nr. 82 S -836. 3 Zie over de bewerking g van metaforen uit de antieke liefdespoëzie p en de o pg eno-men citaten bij 1 Vaenius : de i<strong>nl</strong>eiding g van Tschizewskij l in de facs. ed. uit I o 97V I I I .Een nieuwe facs. ed. van de Amorum emblemata met een uitvoerige g i<strong>nl</strong>eiding g door K.Porteman zal binnenkort verschijnen 1 bij l Scolar Press.In 1618 bracht b Willem Jansz Blaeu aea een oblong gp24°-uitgave o de m rkt van Vaenius''Emblemata (Landwehr 1988, 9^bundeltje nr. 8 3 6). Het 1 lijkt sterk op p Thronus cupidinisis enheeft op pg de verso-pagina telkens een gedicht in het Latijn, 1? Frans en Nederlands; rechtsstaat de rechthoekige gp prent. Vgl. g R. Wezel, ) `Fons amoris, ) een nog g niet bestudeerdeemblematische bron.' In : S ektator 1 9 (1 990),160- I 7 o. (Het exemplaar p te GlasgowgSï g n. 169) 1 • sM 10 51 5 bevat handschriftelijke 1 aantekeningen g in het Duits; ) op phet laatsteblad eeneesti g e g tekening g waarop p Cupido p aan de galg g g wordt gehangen; g g) zeven damesstaan er juichend onder).' S Vgl. g Praz 1 964,12 5 en 1 34-1 3 6; ) evenals K. Porteman, `Vrijen 1 en huwen in de 1 i7de-Zuidelijke Nederlanden. De stem van de literatuur.' In: Verliefd, verloofd,g etrouivd. Tent. cat. Brussel 19)88 115-124, i.h.b. 122-12 3 . De religieuze g tegenhangerwas een suggestie van Aartshertogin g Isabella.iG Zie :ded e muisin de val (nr. I i ; de ) roker (nr. x i I I •) de schildpad p (nr. x v •) de com po-s itie voor de lamprei p (nr. xvi); ) de weerhaan op p de toren (nr. xxix ;)de smidsenr. x x x v I )• het kompas p (nr. x L I x en de voorrede.' 7 Visuele overeenkomsten met De Dene en Vondel in: nr. xxv, ) xxxvi en )(Lil. Vgl. ghierov e r ook o Ashworth t 1 9 84. Zie voor Sambucus ook embleem x i v. Overeenkomstenmet D ir k c olk V r ets zoon Coornherts allegorische embleembundel Recht g hebru yck endem isbru y ck van t yy dl c ke have. Leiden 18 Ss (herdrukt in 1610 en 1620 zijnniet gevonden. gBij i' l Cats vormen fabels s geen g thema voor het embleem als geheel; g wel komen er linksen rechts verwijzingen 1 g voor die Cats o.m. aan(geillustreerde)fabelboeken gkan hebbenontleend. Het is denkbaar dat via de fabelliteratuur nieuwe, ) door Catsgeraadpleegde,werken opduiken. p358 NOTEN


"Inaanmerking g komen de olifant, o ootmoedig knielendend voor ode zon (inzet n opdederde titelprent uit 16 I 8 de leeuw die met d e een doek over de ogen g wordt gevangen g g(embleem nr. x);p depapegaaiIn kooi zl zijn (nr. kooxiv • de schildpad die zijn zijn huis altijd bijdraagt g (nr. xv eenva canto muis op de in mu de s mossel e (nr. s xxv ; de ^ fret die konijnen1nenopjaagt P 1 g (nr. xxx);de krokodil d en hetvogeltje g ) trochilus (nr. xxxiv); , de krokodil diealsmaarroeit g nr. x L v i ^ • en de vlinder die uit zijncocon wegvliegt nr. L I I). Embleemxv kan ook beschouwdworden als navolging van Gabriel Rollenhagen(vgl. in verbandd met Rollenhagen g tevens de visuele variant met nr. xxxix).Kennis omtrentn het gedrag g gvan dieren kan rechtstreeks zijn gebaseerd op P wat deklassieke k schrijvers s r l daarover melden, ^waarbij het moeilijk uit te maken is van welkegebruik is gemaakt: : de informatie die Aristoteles, Strabo, Aelianus, Plinius, dePh y saolo gus en Horapollo p geven, g ^ vertoont vaak overlappingen. Verder is het voor dehand liggend dat Cats in eerste instantie s te rade ging g g bij l emblematische bronnen enslechts sporadisch h biologische g compilatiewerken p benutte, ^ zoals bijv. Historiae animaliumZürich 1 55 1-1van 55 8) Conrad Gesner (van dit werk werden de prenten P nogmaals gafzonderlijk opgenomen in Nomenclator aquatilium ^ animantium ... Zurich i 5 6o en hetbe1 belangrijke g)SS4naslagwerk over vissen De piscibus marinus 1 van de Fransman Guillaume an R ondel et . De meeste genoemde g dieren waren hier te lande reeds bekend, zodatvoor de uitbeeldingen niet altijd 1 beroep p hoefde te worden gedaan g op P dit soort boeken.Trouwens, Vande Venne tekende de dieren (en de vegetatie) g zelden `naar het leven'.' 9 Zie voor parallellen met de devieskunst o.m. embleem x i I x i v xxxiv, , en LI. Voorde invloed van Bar g a g li op p Hooft: Porteman 18 9 3^ 54, I 54^ I 7^ o 173^ 177 en 18 S-186.Van de Iconologiao g aa verschenen vier geïllustreerde gItaliaanse drukken tussen 16o 1603 en1618. zie Zijderveld 1 1953,372, 37 noot ^ 1 9en 9 de facs. ed. Becker I 97 z > xv i i i noot 9. 92°Zie voor De Covarrubias Orozco ook embleem v en x i v. Naar de invloed van deSpaansep emblematiekop p de Nederlandse is nauwelijks onderzoek gedaan. g De thema'szingelijkaardig: lde deu gd ^ het eloof g de dood, de opvoeding p ^ van kinderen en regels ghoezi zich h in het etgezelschap g p van vrouwen te gedragen. g g Vgl.: M. Darbord, `L'emblemati-q ue Es pagno1 e : es 1 Emblemas morales de Sebastiande Covarrubias.' In: Emblèmes etdevises .. Red. Jones-Davies 1 9 81, 10 3 -106; en F.R. de la Flor, Emblemas. Lecturas de laimagen g simbólica. Madrid 1 99S J. te Winkel heeft het in `De invloed der Spaansche plet-terkunde op p de Nederlandsche in de zeventiende eeuw' voornamelijk over het toneel.Zie: Tijdschrift voor Nederlandsche taal- en letterkunde I (i 880, 59-114;v 1. gook W.Davids, Versla g van een onder oek ^ betreffende de betrekkingen g tusschen de Nederlandsche en deS aansche letterkunde in de 16e-18e eeuw. 's-Gravenhage g 1918.21 Vgl. g embleem nr. v en x; voor De Boria: nr. xxxiv.22 Zie voor Aneau: embleem v, XLII en LI • Corrozet: embleem xxxix ; Coustau:embleem v en x L I v; Lebeus-Batillius : embleem x x i en xxv i I • De la Perrière:embleem x L v en LI (twee maal).23 Zie bijv. de emblemen xix xxvii xxviii en xxx.24 Het betreft de emblemen VIII : Cardanusno wel genoemd in 1618 niet meer in^ g162 7); xvi : Martialis; xxx i i i : Plinius; xxxiv : Plinius en Plutarchus; x L I : Cardanus;xLIIi : Cardanus; xLvi : Plinius.25 Resp. embleem nr. v, x l xv i i xx v i l xxxix en x L i I. Men zou deze `livreske' aanzettenmisschien niet verwachten in het kader van de – later – door Catspe g reten-deerde scheppingsduidingen (namelijk zijn gebruik van de natuur als Gods boek). Zie359 NOTEN BIJ DE BRONNEN EN HUN VERWERKING


hiervoor de annotatie t bij l xx.c. I. Vgl. g voor een herhaaldelijkemengeling g gvan realia en(Nederlandse) literaire toen p in Van de Vennes Belacchende werelt 16 3S : Van Vaeck1 994 . Hoewel aan Seneca's E istulae morales de meeste citaten en verwijzingen 1 g zijn onteend gebruikte , g Cats uit alle honderdvijfentwintig ^ g brieven slechts één tekstplaats p alsemblematisch vertrekpunt. pz6 Vgl. g bijv. embleem i i i ^ x i i i en xL I I. Vgl. g tevens Margolin g 97 i o en Bath 1 994 i.h.b.3 I.27`Alle g orias si quis q ridet, consideret D ivum Ambrosium ex omnium rerum naturisaliquid 1' q i elicientem ad morum institutionem [...].' In:ADI' i 1z 7 I, 282, in > de voorredevan het derde <strong>deel</strong>. Vgl. g voor Erasmus : Opera omnia. Ed. Clericus 1 7 04,v 6z 625 F-626A. Ook aangehaald g door Margolin g 97 I o ^ 12 7, noot 464 en i 33^ noot 66.z8 Vgl. 1. Y Verve en i 97 o waarin ^ een bibliografieverzamelingen, g e van de en Ter Meer1 99 1 . Van Erasmus' A o hthe g mata I S3 I verschenen vele herdukken, ^ o.a. in I S2 3I S3S^ I 547 I SS 6 en i S 64^ • ook de uitgave g bezorgd g door Conradus Lycosthenes,YA o hthe g matum save res nso o r u memorabilium ... Loci communes (Basel I SSS kende verschillendeherdrukken.29 Zoals 1 eenuitspraak o overgAlexander v i en diens bedrog (zie embleem xxx i .B. 5 -6),evenals drie overeenkomstige ggverwijzingen: een reactie van een zeerover tegenoverAlexander e de aa Grote, r het overh verhaall o r Ramirus die elf edellieden laat ombrengen g en eenuitspraakgvan een hoveling. g De verwijzingen 1 worden alle drie achter elkaar genoemd gembleem 1 X L I v . B S . -6. Ik sluit niet uit dat er nog g meer ontleningen gaan dezeverzame -l' In g zijn. ln Naar het zich laat aanzien zijn de populaire p p anekdotes over Philipsps van Mace-don i" e en over de Egyptenaren, gYp ^ die de gewoonte g hadden een skelet te tonen onder eenfeestmaal (Cats vermeldt ze in embleem xxv i I , p pas voor het eerst opgenomen in deed. uit 16323 van Baudartius' A o hthe gmata.3° Resp. p embleem x i i . c . 6 en xx i v . c . 6. Zie voor een verhelderende vergelijking tussende prozacommentaren pvan De Brune in zijn Emblemata (van 1624)en 4 de Essais vanMontai g ne: Porteman i 99 0-i i.h.b. ^ 113-115.3 ' Vgl g bijv.<strong>deel</strong> iii ^ 440 en 33^ i • in ADW 1 7 12 I, en 6 Sz. Deze werkwijze is ookopgemerkt door Porteman 1983,61-62 naar aa<strong>nl</strong>eiding g van de klassieke citaten in hetem1 b ematis ch werk van Vaenius. Over spreekwoorden pals basis voor emblemen : Bath1 994, 42-45.32 oms in clusters, zoals bijv.3 in Spiegel 16 z (einde <strong>deel</strong> I ^ aparte p nummering), g ,S3•motto boven x L v I I I. A. I• boven xxx i i i. A. i én het tweeregelig g g vers' versje e van I. B. 6 r. i8-1 9 . In: 1 7 12, I, >S4 564 .In de in 118 6 uitgegeven Maeghden-plicht g verwijst Cats expliciet p naar :Boethius XV I I ICato XVICicero IV , XVIClaudianus vCypraeus Yp III, IV, VII, XII XIII XXIV> > >Diogenes g Laertius IIDion XXVIIILivius x360 NOTEN


Lucretius IMartialis XXIXPierre Matthieu xi' , XX I IMontaigne I, I I I x Ig > >OvidiusVII>VIII>XIX>XX>XXVIIIPetronius I XPlautus XIX , XXVIIPlutarchus XXI IIProco ius xpRonsard x ISeneca VIII>IX>XVIII>XIX>XXIVTheodoretus ? IIVives XVI>XXI>XXV>XXVI>XXVII>XXIXEenge<strong>deel</strong>telijke inventarisatie van Cats' bronnen g geven Smilde 93 I 8 ^ I 40-i47 enMeertens 1943, 943^ Een belan g rijke l vindplaats p voor spreekwoorden pin de Spiegelvormden Hieronymus Y Mesigerus, g ^ Paroemiolo g ia polyglottos (Leipzig p g 16o S en CésarOudin Re ranos o proverbios Es anoles traduxidos in lengua Francesca (Brussel 1612).33 Geciteerd is uit Sten hal brieven. Een keuze uit de correspondance. P Vert. Joyce Y & co.Amsterdam 1813 4- 3 5 (Privé-domein, 6 . Vgl. Cdance. Tome I i 800- 18 z I.9 34 35 ^ S g Correspondance.Ed.H . art ineau en V. del Litto. Paris 1 962, 10z nr. 8. 58. De genoemdetitel is waarschij<strong>nl</strong>ijkde achttiende-eeuwseverzameling g Selectae e veteri T estamento et e profanis scri -toribus historiae.34 Schon 1 9547 1-8 4, . Hij 3 1 verwijst naar P. Porteau, ^ Montaigne g et la vie éda ^g^ o i ue de sontemps. ems Paris s I 93S . Daar wordt opapg pagina 178-189,met name aan de hand van S. Verreus, Institutionum scholasticarum libri tres Antwer P en i S73 in g e g aan o Pde `cahiers deV-p ae l lieux Ieux communs m du morale'. Zie ook: Nolde 16 ^ 4, • W. Bruckner, , 'Historien un Histo -Ie. Erzahlli eratur t des 16. and i 7 . ahrhunderts als Forschun g sauf g abe.' In : Volkser-ahlun und d Reformation. Ein Handbuch ur T radierun and Funktion von Er i hlsto en andEr ^hlliteratur im Protestantismus. Ed. W. Bruckner. Berlin I I -I z^974 3 3 i.h.b. -^ S 3 7 SB ruc kner I 97 5, i.h.b. 6; en Bath I 994 i.h.b. 31- 48.Het g genre van de e `Diverses le ^ ons' neemt een aanvangg met Aulus Gellius' verzame-l en g Noctes Atticae A (ze eeuw n n. Chr.) en krijgt lg veel navolging gg in Italië, ^ Spanje p 1 e en Frank-rijk. 1 Schon noemt o.m. Caelius Rhodiginus, g L ectiones antiquae q uit r S16 Jean des CaurresGuvres morales uit 1 575 S7S> , Pero Mexía Silva de varia lección uit 1 S4 z. Invloedrijkelorile g ia zijn Albertus Eyb, Y^ Preciosa haec g grammatica ... uit 1 5 0 3 ,Bartholomaeus omaeus Aman-tius Flores celebriorum sententiarum ... uit 1 55 SS 6, R. Dinothius, De rebus et actis memorabiliusloci communis historici uit 1 5S 80 (met veel ontleningen g aan Valerius Maximus) enJanus Gruterus, Florile gium ethico-politicum ... uit 1610. Ook verschenen er verzamelingenmet retorische formules, StephanDolet, Phrases et formulae linguae ^ latinae elegantiores uit I S7 6. Voor s specifiek theologische tussenbronnen, zoals het Liber sententiarumvan Petrus Lombardus : De Rijk 1981 ^117-118.Ziev voor o de aansluiting bij l de zestiende-eeuwse p praktijken l bijvoorbeeld 1ook de ver-z ame lip g citaten c en sententies (met name pedagogische) P gg o die in een (grammatica)-gschoolschrift c van circa 152 5 -1werd 535 opgenomen. Uitgegeven als : Images et lieux demémoire d'un étudiant du X l 're siécle. Etude, transcription et commentaire d'un cahier de latind jun e"tudiant néerlandais. Ed. -C. Mar g olin e.a. Paris 99 I I , i.h.b. . pLxvi-Lxxiv.361 NOTEN BIJ DE BRONNEN EN HUN VERWERKING


3S De verwijzingenJ en g zijnwaarschij<strong>nl</strong>ijk n 1g ontleend n aan an de uit ave Frankfurt 161 3 . Vgl. gvoors, Lan giu zijn voorgangersen dit t type e verzamelingen g vooral Beu g not 1 977 . DeDeerste Pol y anthea S uit 31 o was van de Italiaanse humanist D. Nanus Mirabellius en Lan -g iu s zou deze verzameling g bewerken. Over Langius, g^ die in Freiburg g wiskunde enGe Grieks doceerde : P. Bayle, Dictionnaire historique ^ et critique. Nouvelle ^ édition, ^ au g men -tee de notes t s extraites de Ch a ufe p ié e.a. Paris 1820 ix, 67 -68. Vgl. g ook Nolde 1 964,131.Vaakaat g het om bijnadezelfde werken onder wisselende titels, ^ zoals Florile g ii magniuit 162 S ^ 41 6 8 en 1669^ • Anthologia g sive lorile g ium uit 163^ 1 1655en SS 166z ^ • Pol yanthea•• Frankfurt a 160 7, 16133 en 1621 (de laatste is de definitieve vorm). In 1 S 96 was reedsde verzameling g Adagia g verschenen. De ed. Loci communes, ^ sive lorile ^ium rerum et mate-riarum selectarum ... Strasbourg g 1613 bevat aan het einde aparte p verwijzingen J g naarCamerarius en Alciato. Vgl. g voor een overzicht van de edities : Emblemata 1 ^ 67sp LXVII-LXVIII en NUC, vol. 3 i 4^ S34 - S3 6. Langius g heeft op p zijn beurt gebruik ggemaakt g k van v de d enorme Griekse s citatenverzameling gdie Johannes Stobaeus inmiddelsbijeengebrachtJ g ebracht had. Over deze anthologie g o.a. Schon 1 9 S 4^ 8z en Beu g not i1977.J e s plaats p4 p go-r i us (xxxv.c.6). In deze gevallen g staan de abusievelijkdoor Cats overgenomen g schri' l -vers Be r na r dus en Ambrosiusire directbovenen bd onder het aangehaalde g citaat,in kol ommende die in nee een klein e e lettercorpszijn sp zijn gezet. g Een herkenbare vergissing g gvoor iedereendie ooit een g ekozen telefoonnummernaamin het foonboek te houden.heeft door zijn vinger g bij 1 eenDe afgekorte g naam `A g ath.' lost Cats op p als `A g athocles' terwijl kennelijk Agathiasgbedoeld isxxxvi.B. . S Wel moet er rekening mee g worden gehouden g dat er sprake p kanzijn Jzetfouten, van ongecorrigeerde zoals in g geval van 'Armil' voor Aemylius. Y Wan-neer overduidelijk aan Langius g wordt ontleend en daar wel een bronopgave isgenoemd, schrijft Cats bijv. enkel `vir pius' p (de vrome man zoals ^ in geval g van Cassio-d oru sxxxv I i i . c . S . Blijkbaar vond hij de vermelding g niet belangrijk,interessant of36 Bi v. Bernardus in van Boethius x i I i . c . .a • Ambrosius'in plaats van Grenode nodig. . Vgl. g voor o het onzorgvuldig g g gebruik g van bronnen, ^ het raadplegen pgenvan tussen -bronnen en het toeschrijven l van citaten ook : G. J . Peeters, Frans Vervoort O.F.M. enafhankelijkheid. ^ Gent 1 968 (Koninklijke l Vlaamse Academie voor taal- en letterkunde.Zesde reeks, 99).37 Anderelaatsen p waar Cats flink wat vandaan heeft zijn J de woorden Hof, Geweten,Begeerte, Duivel, Fortuin, 4^ Dood en Vrees : Aula (6 keer); Conscientia ; Cupiditasp(6); Diabolus Dab s (6);• Fortuna S^ • Mors (6) en Timor 8 . Van de marginalia g bijhetg ed i cht `Kindersper p komen er in ieder geval g dertien bij Langius g voor, waaronder drieuit het lemma Tempus P (Tijd). 1 De hoogste g concentraties binnen de emblemen zijn1gevonden g in de nrs. xxxv 9 keer); LI 8 ; xxxv ii en xLiv 7, ' XXVII XLIX en LI'(6). In de andere gevallen g gaat g het om vijf l ontleningen g of minder. Met name het aantalverwijzingen J z' g en naar n a de d o bijbel, l zowel w door Langius g als Cats in een bepaald p verband o pge -nomen, za 1 ongetwijfeldg J e met meerdere aanhalingen g uitgebreid g kunnen worden.38 Ik heb dit niet e voor v o alle e plaatsen ps kunnen nagaan, g ^ mede omdat niet i a altijd d J dulde duidelijk i 1is onder welk wek lemma Cats gekeken ts g heeft. Zo verwijst Langius (kolom 287 B)g 7 naarHieronymus Cardanus, De subtilitate, dus kan Cats zich voor de drie keer dat hij J dezenatuurwetenschappelijkeb bron aanhaalt, a op ^p Langius g hebben gebaseerd. g39 Kostelick mal en Voorhout. Ed. E. Verwijs. Derde druk. Ed. P. Leendertz 1jr. r Aster m -dam 1 904,XXIV-xxv J en g Bijlage B, 149-169. In de bibliotheek van Constantijn Huygens Yg^kwamen ook enkele loci communes-verzamelingen voor. Zie : Catalogus g der bibliotheek van362 NOTEN


Constantijn J Hu y^ ens ^ verkocht o d de groote g o ^ aal van het h Hof te 's-Gravenhage g ION. Ed. W.P.rave h van e Stockum ) jr. I s G n o ag 93^9> c nr. 14^ 1; 23> H, nr.188 en 55, K, > nr. Ioo. Zievoor eg een mogelijk gebruik van Langius g in Otto O Vaenius' V Emblemata Horatiana a en inD.P., Pers' e Bellerophon ook : Nederlandse emblemata 198 3^ 3 8 en 60.40 Vgl. I, i Koning 0. Zie voor de 'verwerking' 99gvan de klassieken in de renaissance-literatuurm. Buck I 96 7en voor het gebruik g maken van embleemboeken binnen decompilatiewerken p Bath I 994 35.4' Essais, > I, xxv ; I, xxvi en III, x11. Resp. p ed. Villey Y 97> i 8 116; 136; I 147en II, ^ 10 S S -1056. S 6 Vert. De Graaff I 993 170-171; 18 18en 3 1248-1249 . Over het begrip g p 'rapen' p bijVan Mander : Miedema 1 973> I I3__-3_9.>42Zie bi 1 v. deembe 1 men x, ^ x 111 en xxx i i i . Systematische Yvergelijking zal zeker meerovereenkomstige g citaten aan het licht brengen. g43 Arnisaeus, de Duitse medicus en latere lijfarts ) van Christiaan iv van Denemarken,haalde voor zijn Jhuwelijk opvattingen over het op P zijnbeurt weer veel uit C Ypraeus'Denubiorum con iure. Hoofdbestand<strong>deel</strong> in het werk van Cypraeus vormt het tractaat Des onsalia (Over de verloving), g gevolgdd door het korte De matrimonio (Over het huwe-lijk met talloze citaten over liefde, huwelijk J en trouw. Zie o.a. iii.A. 4,c: ErasmusC Ypraeus • xxviii.A,4 .a: Herodotus (Arnisaeus en Robert); xxxIII.A.2 motto: OvidiusCraeus Yp ^ ; xxx11I.A, .b: 4 een Franse uitdrukking g (Arnisaeus); ^ xLi.B..b: 4 SenecaPater (Cypraeus en Arnisaeus); ^ x L I . B , S ^ r. 6- 7 : Posthumia (Arnisaeus); ^ x L v , B S. :MacrobiusC raeus Yp ^ ; x L v I, A,. 4 c: Ausonius (Cypraeus); C en xLV I I I. A. 2 motto: Arnisae us . De kans is groot g dat aan deze tussenbronnen meer aanhalingen g zijn J ontleend.Eenzelfderocédé p doet zich voor met ontleningen g aan Delrio in `Aenmerckin g en op ohet wonderbaer houwelick voreneroert' g ^ opgenomen in Het S aens he y dinnet Jje. Zie ed.Vieu-Kuik 19, 8oi o 1.H.milde S gaf g reeds aan dat Cats Cypraeus YP en Arnisaeus benutte 93 1 8 ^ 213 en 21 .Een andere belangrijkebron voor alle huwelijkse l aangelegenheden is : André Tira-q e au, De leibus g connubialibus et iure maritali, een boek dat Cats in zijn J<strong>nl</strong>atere werk er h-haaldelijk 1 noemt; mogelijk g l is het ook voor de Sinne- en minnebeelden g gebruikt (vgl. gSmilde 1938, ^ 20 9 . Zie voor een opsomming p g van elders door Cats genoemde g bronnen:Worp P 1897^ ; Smilde i 893^hoofdstuk v 1 en v I I over Spiegel en T rou-rin g^ h • en Meertens1 943 284.44 Vgl. 1. voor Calvijn: v.c. 5(Ambrosius); S ^ v11i.c.(Augustinus); S xLI.c. Spassim enChrysostomus) y en x L i i I . c 4 . .a (Bernardus). Niet onderzocht is welke rol excerpten p uithet werk van Calvijn hierbij )g gespeeld p kunnen hebben, ^ zoals bijv. v Johannes Piscator,horismi doctrine christianae, ex Institutione Calvini excer ti uit g aven : Herborn 1 S 8931 S9 59 2 en 160 S^ ; en in 161 4in 4 het Nederlands). Op p het eerste gezicht g lijkt 1 die invloedgering .gIn embleem xxv i i i maakt Cats een toespeling p g op p D e officio mariti `De eligendaguxore' hij ontleent 1 waarschij<strong>nl</strong>ijkaan ditzelfde hoofdstuk een dictum van Socratesx L I . B S , en haalt uit het erop p volgende g hoofdstuk bovendien een bewerking g doorVives van Homerus (eveneens in xxVIII.B. 5 .45Vgl. g bijv. ) embleem xvII.B..b 4 én B. S^ xxxvili.B..a 4^ en L.B.5. SGeraadpleegd is hetexemplaar p in de Juridische bibliotheek te Utrecht (signatuur g Duod. 102 2 . Zie voorde overige g juridische J citaten : embleem x L V . B S, ^ x L I x . B S . evenals de g gegraveerde g tekstop p de eerste titelprent p van Silenus uit 1618.363 NOTEN BIJ DE BRONNEN EN HUN VERWERKING


Cats 46 in el -str t (Middelburg 162o Montaigne aanhaalt,Ook de ene keere dat Ca s n S y d g ^ 33 gkomt het tat a uit 1 III v E . d Villey eY9gI 8 II ^ 87o). Eén aanhaling ,g uit Montaigne inMaechden- licht is echter niet van hem afkomstig. g47Het betreft f de emblemen xx, xxiil en xxiv. In het geval g van embleem II is er eendirect verband mete één van Lipsius' P brieven. Vgl. g Clements z 960 228-22 9: 9 `Theemblematists 1 Ppractisedmetaphor p and metaphorical P expression. P They Y held metaphors p tobe thee gems s of literature and stimulated to new heights gp of metaphor the best writersof their time .. Metaphor p was the verbal counterpart p of the emblem or impresa.' p Zieook Laurens 18 9 9, 445.48 De Dora e tore > III, )(LI'16 . 7 De verschillendeende plaatsen is worden aangehaald g door Zijder- Zijd-veld I 9 S3^ 1244 en 1 33^ , en 37 I- 372 ^ noot o 6- . 7 Zie voor Heinsius, ^ genoemd doorohan-nesAntonides van der Goes . De Yst ro om. Amsterdam 167,z **2v.49r Verwezen wordt naar de ed. Margolin z 1975 0 era omnia) en Mynors Y 1 978 (Collectedwork s .M Margolin (86) somt twaalf edities op die d tussen s z 1gsen I verschenen. Vgl.P S 4 S34 gook Margolin I 97 o 1 ^ I 9 en Bath i 994 i.h.b. 4 S - 4 8.5° 'Nihil auteur aliud est ^a P a o ki i1 > > quam Cicero collatione m vocat, quam q explicata Pmeta Phora. Caeterorum ornamento r m u singula s g suam quandam q ac peculiarem p adferuntgratiam et commoditatemd ictl oni • metaphora sola cumulatius praestat universa, ^quamexornationes r e l' q i u ae singula. s g Delectare vis? ? Nulla plus habet festivitatis. Docere stu -des ? Non alla P probat veleefficatius, vel apertius. pFlectereparas p ? Nulla plus P addit acri-moniae. Studes co p iae . Nusquam q su P ll e x e 1 ocu letior. P Placet laconismus ? Nulla plus pcogitationi g relin q u it. Sublimitatem affectas ? Haec q quidvis q quantimuis attollit. Est quodqvelis extenuare? Nulla magis g de iii c t . `Ev' a PY Etav capta tas ac lucem? Nulla melius rem obu los P ponit. Hac fete cond i t un r Adagia, u g huic gratiam g suam debent A P olo i^ g haeccommendat A P o phthe g mata ^ huius h i accessione conduplicatur P sententiae dos, adeo utSalomon alle vir divinus, oracula sua non alio mag q Pis quam parabolarum titulo volueritcommendari. Tolle 1 metaphorae a p suppellectilem s PP em ex oratorusuna ieiuna omn Tolle para-bolas e propheticis P et evan g eli c i s li te ri sma nam g gratiae g partemdis.' etraxer Ed. M- arg olin 1 975,71, S^ 7^ 74 74; ^ het citaat: 88- 9^ I r. 24-39. V g 1. ed. Mynors Y 97 i 8 ^ 1 3 0-1 3 1, r. 28- 48.Eenge<strong>deel</strong>te g van de brief ook in Praz 1 964,I . 7 Vgl. g in dit verband Bath 1994,47-48:'Thereis no doubt 'emblem' thatcame to be understood dd as a rhical rhetorical term, si gni-fin Y g a P trope which h requiredq u e definition t alongside g more familiar types Yp of metaphor p[...1.Like the simile, the emblem effects a transferof meaning, g > translatio, > which remainedclosely Y in touch h with w t the t metaphoric p systems Y of Renaissance rhetoric.'Zie voor Erasmus 'r opvattingen em ove la exloci communes, fabels, metaforen en sententa ae : Dererum co aa libri duo. In : Opera omnia, i-6. Ed. B.I. Knott. Amsterdam etc.1 97^ 8, I 281. 97 Ook in works. E d . C.R. Thompson. p Toronto etc. 97> z 8 xxiv, >S7 z-6 S9^ ; zie bovendien Nolde 196 4^ assim.5I Enkele losse tractaten van Pl u tar chus waren al eerderr in het Latijn l vertaald. LatereLatijnse 1 uitgaven g (Opera) verschijnen o.m. in z S7 2 (Parijs) 1 en 16o 5(Frankfurt).5 Z Zie voor de doorwerking van Erasmus' ' Adagia, A o ht hemata en Parabolae in dee m b le embundels van A 1 cia to en Whitney, Y^ de belangrijke g l bronnenstudie bvan Nolde1 964,zin 9 6 4^ i.h.b. ^ 1 9 6-1 concludeerde 97 en 2718 288. In algemenere zij over deze literairevoorraascd hurenartistieke inventie : `Erasmus also contributed to the emblem364 NOTEN


movement b Y providing p g materials of invention to the designers g of devices andemblems' ' No de 1 19 64, 4^ 99 en 207 • ^ ze sloot daarmee aan bij een eerdere opmerking p g vanPraz 1 964,2 S.53r De L door co henes Y st (zijn eige<strong>nl</strong>ijke l g naam l is Conrad Wolffhart) geredigeerde g g edities–1 een belangrijke g) tussenschakel s dus – staan in: Margolin g 1 975 34 - S4 . Enkele bevattenook o Eramus' A o hthe g mata. Ik heb gebruik g gemaakt g van de uitgavegParabolae sive simi-S latuda n es... Frankfurt am Main i 68. Naast een verklarende woorde<strong>nl</strong>ijst (Margolin g1 97 5, 3 28- 33 2 ^ Appendice p p I i is er een index op ptrefwoord. Zie het overzicht in noot57 voor de plaats p van de categorie g `Similitudines' bij Langius. gHet ziet ernaar uit dat Langius g dit werk van Erasmus nagenoeg g g in zijn geheel g heeftgeïncorporeerd, a al alaat zich ldat niet direct aflezen. Onder het lemma `Periculum' bijv.worden de zeven daar e gegeven even citaten alle letterlijkuit Erasmus overgenomen, g maarslechts is bij1 twee ervann staat Roterodami in Similib. en alle twaalf citaten onder `Ratio'komen er één op p één in terecht. Verschrijvingen jg en onjuiste bronopgaven tonen aandat Langius g met deze ed. heeft g gewerkt: in S de ed. 1 68 gaat g aan een p uitspraak van pHip-Pocrate s (in Plutarchus' Moralia) een citaat van Seneca vooraf. Die naam staat precies pboven het begin g van de aanhaling g en Langius g neemt hem ten onrechte over (p. 93 • ^ vgl. gembleem x i x . B.5).Gezien Cats'ebruik g van Langius g lijkt 1 het uitgesloten g dat werken als Richard DinothusDe rebus e t ac ti s memora bilibus loci communes historici (Basel 158o),met gboek I I i eti-te 1 d 'Demirabilibuslacubus, fluviis > et fontibus', nog g van invloed zijn geweest g op p dewording g van de emblemen over de rivier Alphaeus p en de bron Dodona (nrs. xx i i i enXLIV • Vvgl. g 954 71. 754 Niet opgemerkt door Margolin g i 97 0. Zie voor Plutarchus in ieder geval g embleemv P a n die het vuur omarmt); xiI (na de leermeesters moet men gehoorzamen g aan heteigenp n verstand); xvII de ontvlammende kaars én de opmerking g dat gevangenen g g dielanga in lt de boeien gezeten g hebben, wankel ^ lopen p als ze bevrijd woren• worden); xi (de uit-spraavan Hi ocrates pp • xxiii ^ (in een huwelijk is alles gemeenschappelijk, g l alsgemengde1^ wijn • xxvii (kinderen die schrikken van een masker); , xxxix (mensen diesteeds meer r willen, e van slaaf tot koning); g^ XL (te kleine beeldjes op P een te grote g sokkel);I (luizen die -een dood lichaam ontvluchten én de metafoor van de vliegengin en de keu-ken en in Silenus uit 1618 nog g opgenomen: de vergelijking tussen kiespijn en de liefde(toen^ in xxxv • zie Bijlage 1 g 3 .2.2, noot io).Voor Seneca: embleem xxxix(deulzi g e ghond) en voor Plinius : embleem I I I(Echo); iv (de aap p die dol is op zijn jong); 1 g ^ v (dieren die het weer voorspellen) p • v (eenschilderij dat gefaseerd g tot stand komt); V ^ I I I (een bliksemschicht die geld g doet smel-en ^ • x (de leeuw gevangen g g met een doek); ^ xxvi (de bliksem die in de zomer winderiggweer voorspelt); xxxi (gevaarlijke g 1 bronnen); ^ xxxi (bijen 1 die niet op p verwelkte bl-oeme n gaan gaavogeltje zitten); xx x i v (de krokodil en het voeltje trochilus); x , L I V (de beekDodona); x L v I (de ezelin die haar hele leven blijft werpen); x L v I i (de mul en de sargus• L (de p piramidevan Ro o d hi p. In s de meeste gevallen g ontleent Cats bij bij de plaatsen Puit u Plinius het beeld maar niet de toepassing p g – hijdoet dat wel in xxv1. Erasmus,L Y colt h enes Langius L en Cats, s >g geen van allen geven gvindplaatsze de oorspronkelijkevind in Plutarchus' Moralia.5 5 En e hij was niet de g eni e die zo te werk g g in g . V 1. ook E. Mertner, , 'Topos os `Tod an com-mon p 1 ace '. I n . Strem anglica. n Otto Ritter at um So. G'eburtsta am Januar 19)-6. Ed. G.Dietriche en F.W.Schulze. Halle (Saale) gale 1 95S 6 , 178-224, i.h.b. 1 1-20o 9 en 208-216 met365 NOTEN BIJ DE BRONNEN EN HUN VERWERKING


een historisch overzicht waarin het denken over topoi en loci communes wordtge g evenevenals hetebruik g ervan (in het bijzonderin Engeland). Niet is nagegaan in hoeverrebuiten Langius g nog g ontleend is aan verzamelbundels als Vetustissimorum et sapientiss.comicorum ... Per Iacobum Hertelium. Basel IS6o ; Comicorum latinorum sententiae, > dat <strong>deel</strong>uitmaakt van Comicorumraecorum g sententiae, e uitgegeven door H. Stephanus. p; S.l. 1569Sententiae veterum poetarum per locos communes di estae. Y Lyon iS 3verzameld ^ gdoor GeorgMajor 1^ ; Sententiae auctorum g ravissimorum et praestantissimorum. A b Angelo g oann Ii no collectae.Venezia I 58 4.56 In : Lawiers lo ike. Geciteerd naar Mertner I 6 o . cit. vorige noot),zoo.g 9S g57 V g 1. ook Porteman a 1979,o. Ditopsommende S p s overzicht is een afgeleide g van deo p bouw van de lemma's in Langius g die er meestal als volgt g uitzien :I. Definitio et et Y molo gia2. Loci Biblici (Sententiae Biblicae)3. Patrum sententiae4. Poeticae sententiae5 Sententiae p philosophorumph6. A pp o hthe gmata7. Similitudines8. Adagiag9 Exem pla biblicaI o. Exempla p historicaII. Hiero g 1 Yp hica12. A p olo gus seu fabulaVgl. g bovendien het schema gebaseerd g op P Johannes Heinrich Alsted, ^ Enc yclo aedia se -tem toenis distincta 163^ 0 opgenomen in Verweyen Y I 97 o ^ 7 S - 76. Over het verbandtevens Schwendemann 166 9 ^ die o.m. telde: s `Wir mussen davon ausgehen, g daB dieEmbleme ungeachtet g ihrer Besonderheiten, Merkmale aufweisen, die sie mit der pp o u-laren Sentenzen- und Maxime<strong>nl</strong>iteratur verbinden und mit der uns tstematischen lokkerenDarstellun g sweise , die in den "courtes le ons ^ morales ... illustrées et animées derécits très sim P les ..." Exempel p des moralischen Verhaltens veranschaulicht [...]. Esgilt,die inhaltliche und stukturelle Ubereinstimmun g der Emblembucher mit dero p ularen Kompilationsliteratur ' p der Antike und der Neuzeit ins Auge g zu fassen' 34de Franse i<strong>nl</strong>as is van Paul Villey), Y^ 3 6 en 24 . Een bespreking p g van de opbouw P vanCats' bundel en de onderlinge g opeenvolgingvan de emblemen, ^ volgt g in hoofdstuk 2.6.s8 Vanaf de uitgave g Lyon Y i S4 8 werden de emblemen van Alciatogegroepeerd 'pe er til-g & lieux communs'. Zie Miedema 1 9^ 968, 47 2 ; ^ Porteman 1979,32-33en 3 3 3Kaler 1986, 9^ 61-6 . 4 Vgl. g voor reeksen van ontleningen g binnen de geïllustreerde g fabelliteratuur: Tiemann 1 974^S, 1-40,en I o I - I o voor de relatie met loci communes-verzamelingen.59In : Alle de wercken. Amsterdam 16 5S 8, ^ woord vooraf (A p r I 12 7 I, **recto). > . Tussen Tde talloze klassieke citaten komen ook Latijnseonderschriften en tekstfragmenten g vooruit embleembundels van o.m. Joachim Camerarius, Lebeus Batillius, Hadrianus Iuniusen Florentius Schoonhovius. Zie voor Cats bijv.: l pg pagina 7 (embleem nr. XLIX.A. 2 •61LI. B. 2 ; 88 Ix.C.2 ; en 93 xxx.B.2 en xxxII. B. 2 . Onder het lemma ` Amoris Venerei'146-1 47 47worden vierentwintig gedichten g g van Cats aangehaald. g Filippo Pp Picinelli366 NOTEN


nam in zijn 1 Mundus s y mbolicus Kiln 1687 eveneens motto's o puit de Sinne- en minnebeeldenbijv. over de aap P en de specht (embleem i v en v I i . De e d. rinc. dateerde van 1669;peen herdruk verscheen o.m. in Kiln 16 94. In het Museum Catsianum van de U BL wordt WO een manuscript p bewaard, ^ waarschij<strong>nl</strong>ijk l l afkomstig g van Hubert Lo Y en(1599-1684),swaarin vele spreekwoorden p uit Catsgegroepeerd zijn n en citaten uit metname a e Senecaop loci communes geëxcerpeerd. Zie MCp zijn g p ^4^1, nr. III 16.60Resp. de emblemen ix, xviii, xix xxi, xxvi, xxxi, xxxii, xxxv, xxxviii enXLVIII.61Vgl. 1. K. Lantermans, ^'Cats met voorgangersen navolgers.'In Bloesem en vrucht.Maandschri t uitgegeven even door het Christelijk J Letterkunde g Verbond 78), (1917 - 191 8324-338,n e377 3 82. In deze bijdrage 1 g komt Lantermans niet veel verder dan J.B. Houwaert de `16eeeuwsche Cats', Dirc Potter de `Middeleeuwsche Cats', Adriaen Poirters de 'BrabantschenCats' en Willem Sluyter Y de `Gelderschen Cats' te noemen. Aardige g voorbeeldenvan Cats-receptie p g geeft Kalff 1901. R.W.G. Vail toont drie glas-in-lood-ramen gin eenNew Yorks huis die tot in details teruggaan op p embleem prenten uit Cats' Spiegel. Zie :`More storied windows.' In : New York historical society ^ quarterly q .^ 37 I 9S3^S4S 54- 58. Zievoor deravures g .An y I 7 I2 >49^57 I,1, I en 61 3.62. Vgl. g bijv. het thema van het ezelsbot dat a als s fluit dient d e en het schilderijOngelijke l lze devan Jan Steen (embleem xLVII ; deilde-os g en schilderijen van Jan VictorsV s en JanaBoeckhorst (embleem )(Ix); de ontsnappende vink en schilderijen van GodfriedSchalcken en Willem van Mieris (embleem xxI .63 De eerste kan is ook, zij.l het uitermate onduidelijk, 1 ^ afgebeeld g in Troels-Lund, Da gg li tliv i Norden i det sekstende Aarhundrede. Vijfde d druk. Kóbnhavn a. s. v 21 2 afb. 16beide kannen worden ter sprake p g gebracht door Billeskov Jansen I 95 6 en e Billeskov s v an -sen 1962. Een opsommingnavolgingenvan uit Cats' Sinne- en minnebeelden in de Ska nd i-navische literatuur g eeft Den Hoed 1929,I S^ 1 7 -oo en I . 9 Vgl. g ook F.S. de Vrieze, ezecademic relations between Sweden and Holland.' In: Leiden ad University in the seventeenth century . An exchange g of learning. g Ed. Th. Lunsingh g1975, Scheurleer u6e.a. Leiden 34S i 3 S, -i.h.b.8: 34 `The poetry p of Y Vondel, Hooft, Huygens,Bredero dab andabove a Cats all wasread in Dutch and sometimes also Swedes inh or o German translations.' ations.64 c... Singulis g enim e pg i rammatibu s aliquid a u q d des scribo,quod ^9 ex h i xtoria[sic],vel exrebunaturalibus aliquid q elegans g significet, g ^ unde pictores, p aurififes, fusores, id genus gconficereossint p quae , q scuta appellamus et petasis p figimus, g vel pro p insignibus g gestamuss g.' De brief dateert vandecember 9 1522. S Geciteerd uit : Miedema 1 968, 9^3236.Dezelfdeedachte g ook bij l Gilles Corrozet in zijn Hécatom g ra h'e z . Aangehaald doorMiedema 168 92 46-247 ^ ; Mar g olin 97 I o 119; ^ Tiemann1 974, 94 e n Kaler "hl 1986,- 9 ^ 27 3 0 ,65De bewerkingeng en van Cats zijn l te zien in het slot te e Ludwi de g sbur e g. ZieemblemenIv, >Y VIII, xi',xi ' ',x x I I I xx x v I en L I. Harms en Freytag g 1975 97S nemen hiervan enkeleafbeeldingen op o (zie bij ) hen de nrs. s, z en 22-24). 24 . Hun opmerkingenp gen over 'Bildzitate'staan op p. 44 en 62. Veel voorbeelden van emblematische verve verwerkingen rki g en zijn nook 1 tevinden in Heckscher enir W t h 1 9599 5 9 , onder de paragraaf p g 'Angewandte gEmblematik'.66Geraadpleegdd p g is het exemplaar P te Glasgow Gas (signatuurg s g 12126; sM 92 . Lie Zie over dezebundel en de bewerkingenn g en van Cats : Porteman I 97S - 1 ^ met een overzicht van de o n t l- enin en aan Cats 2I1 -2I •g 3 ^ vgl. g ook Porteman I 977 112. Een variant van embleem-rent xxvi is : `Ex olitio amoris' : de od elijk B liefde life die d e hethart slijpt op g l lp op een367 NOTEN BIJ DE BRONNEN EN HUN VERWERKING


oinslijpsteen (nr. xxv), , een navolging gg van xill is: `Fumo s vendit Amor', , metde toe-voeging gg i • Mich. c.SnSnyders Y r excud (nr. L I I I. Het onderschrift s t luidt:Des dames la faveur, n'estue fumée et vent;qDe riep que des va eurs se donc nourrit l'Amant.,q pHoewel Ludovicus de meest voor de hand liggende persoon p is als maker van de bi'be-bij beverzen,is het voor Portemaneen g uitgemaakte g zaak dat hij alle Franse enSpaanse p verzen geschreven g heeft.67 Geraadpleegd zijn zin de exemplaren p te Glasgow g (sign. g i28; sM add 286 en te UtrechtLBU RAR LMY Snijders 1 en 2 . De ontleningen g zijn M wil zeggen inclusief motto;F inclusief het Frans bi' bij Cats):I. Ad iv2. Ad v3. Ad viii4. Ad x5. Ad XII6. Ad XI I I7 . Ad xv8. Ad xvii9. Ad xixIo. Ad xXlyII. Ad XXIX12. Ad xxx13. 3 Ad XXXVII14. 4 Ad xxxix15. 5 Ad xLIn het tweede boek:22-23, nr. XI. M .24-25, nr. xil. [M].52-53, nr. XXVI. M .40-41, nr. XX.68-69,nr. XXXiV. M .20-21, nr. x. M , F .54-55, nr. XXVII. Nu g geen schildpad p maar een hert.66-67,nr. XXXIII. M .80-81 , nr. xL. M .72-73, nr. XXXVI. [M], [F].8- nr. XL =XXXIX .779^6- nr. X V I I I.3 37,4 2-43, nr. XXI.3 o- 3 1, nr. Xv. M .70-7 1, nr. XXXV. [M].[M]., I. Ad. iII 118-11 9, XVI. M ^ [F]. F2. Ad vi 120-121, nr. XVII. [NI].3. Ad ix11 4-11 5 , nr. XIV. [M], [F].4• Ad xxI1 46-1 47 , nr. XXXV. F.5• Ad xxvi 108-10 9, nr. xi. Nu een slijpsteen lp met een hart.6. Ad XLIII1 48-14 49, 49nr. XXXI. M.Over deze bundel verder: Praz 16 94, 147-148; Schilling g I 979, S^ 8 ; Landwehr 9 i 88 , 48-50, nrs. 3 3-40.68De navolgingengg in de ed. Leiden 1703 73 ziln zijn:I. Ad III2. Ad iv3 . Ad v4 . Ad v i5• Ad viii6. Ad ix7• Ad XI I8. Ad XIII1 33 `De liefde is door g gezugt g te winnen'i 53 `Al wat men bemint schynt Y schoon'39 I `Liefde is schoon in 't oo g'165 5 `De liefde neemt gestadig g g aan'183 3 `De liefde treft van binnen'1 49 `De liefde verfraait'21 9`De liefde vangt gons door haare lok-aazen'24 1 `De liefde voed ons met hoo p'368 NOTEN


9 .3SS xvii I I "T gezichtvan van 't beminde verwekt liefde'I O. Ad x i x2 37 `Liefde is vol droefheid'I I. Ad xx i v`Liefde 347 bint ons door zottern en' Y12. Ad xxix 309 o `Liefde zoekt verandering g'13. 3 Ad xxx 2 SS `Men jaagt 1 g zomtijdsvoor 1ds een ander'14. 4 Ad xxxvil 3623 ' Ledigheid g voed liefde'15. S Ad xxxix 265 S `De liefde is onverzaadel Yk'16. Ad xLI `Het droevigste 33 in de g liefde is zyn oogwit Y gniet te beschieten'Mogelijkis voorts een verband met embleem x L I I I 2 97^ `Overeenkomst verwektliefde'). Zie over Den Elger ^ Van der Aa 18 S9> v, 86; NNBU Iv, >S 563 3 (met onjuiste l aar j-tallen). Onduidelijkis de oorzaak van Den Elgers jonge dood. Het NNW'g l g zegt g dat hijzo werdedwarsboomd g in zijn praktijk p 1 dat het hem noodlottig g werd; Van V der Aahoudt het op e een ongelukkige liefde. V g g 1. voor de uitgaven uit 712 S en I 7 3 2 : Land-wehr 1 9 88, IOI-IO2 nrs. 21 2-2I 4 .Oven Overigens g betoonde Den Elger ^ zich in zijn On g emas-kerde liefde des hemels ook een navolger g van Adriaen Poirters' Het masker vande wereldta getrocken.Zie over hem: BNB, II, 8 2 ; BB I, 2 6 (B I $; B B v, 245 (s 1 7) en v, 7 89 (v 340).> 4> S 9 4S 7 X79 Over de aangehaalde g werken: De Vries 18 99, 99^ p. P c i v -c v ^ nr. 1 7 8; C.G.N. de Vooys, Y`Een vergeten g zeventiende-eeuwse emblemata-bundel : Van q quade ton ^ hen.' In : Tijd-schrift voor Nederlandse taal- en letterkunde797 o(1952),I -206; ; Landwehr i 988 ^ 6 7 -6 9,nrs.95 -100; 110, nr. 242.70 De Nederlandse bewerkingen g zijn van Petrus G h eschier. Hij 1vertaalde de bundelMundi lapis l y dins sive vanitas per veritatem falsi accurata & convicta ...(Antwerpen p 16 39in Des wereldts proef-steen oftedelhe y y dt door de Ivaerhe y d beschuldight g ende overtu yght vanvalsche y dt (Antwerpen p 1643g . De navolgingen van Van Bour oin g ne zijn: 1I. Ad iii2. Ad viAd vii3•24-274 7 > >nr. v : "T is een stemm', en anders niet'. Varianten binnendit echo-motief zijn: 1 2- 995 nr. xix :'Hy `H spreeckt g gantsch Yuyteenen mondt'; 258-261, nr. xv : `De mueren hebben oock ooren';ennr. 322-325, xxxi : `Wacht u van een cloecker ton gh"172-173,nr. XXXVIII : `Dese wonde g roet Y en blijft' 1130-133, nr. xx v i i i : `Dese Ton g h' is bot , en scher p'Varianten, echtereen g directe bewerkingen, g ^ zijn Cats' embleem xxxiv 28 -28 4 9,nr. xxi : `Als die ketelt, > dese doodt'); en embleem xiv 48- S ^ I nr. x : `H Yen weet nietwat h Y seght'). g .71Zie over hem o.m.: BNB III, 374; BB I, 26 3 (B 20 6 en I 319 (B 28).> > 374> 3 X3972Zie de aantekeningen g over de bundel in de commentaar bijde emblemen x' i enxv i I I evenals voor deprente derenten afb. 12.6 en afb. 18.2.M. Crone, Quellen und Vorbilder E.C. Homburgs. ^ Diss. Heidelberg g 9 I ^9 1I -I I en I17somt de volgende g bewerkingen gr en navolgingen van emblemen p•uit Proteus oI. Ad II2. Ad III3. Ad v4. Ad )(IIIed. 163 $ > CX)(XVII' >e d. 164 2 ^ CLXXXIII.ed. 16 8 xL; ed. I 6 z LxxIII.3> > 4^ed. 163> 8 cL' > ed.16 4^ 2 cxcvi.ed. 163> $ xv; > ed.16 4^ 2 XXII.369 NOTEN BIJ DE BRONNEN EN HUN VERWERKING


S 5. A Adxxv ed. 163> 8 cXLIII • > ed. 164^2 cLxxxix.G. Ad XXVI ed. '64, 4^ 2 LXXXIX.7 . 4 Ad XLIX ed. 16 2 ^LXXIv.74 voor H es us i embleem XVII en xxi (afb. 21. 5 S^ ), voor En gg el rave nr. Ix (afb. 9. 93, 3),XIX (afb. 19. 8 ) en LII.97S Stadtbibliothek Trier 1 I o maar 8 mad dit exemplaar p mist 45 prenten. p Hierin in iedergevalzes navolgingen van Cats :I. Ad iv2. Ad vi3. Ad VIII4. Ad xS• Ad XIII6. Ad XXXVII61 , nr. XI.36 7^nr. L V I I I.I S I, nr. xxVi.115, nr. xx.55, nr. x.121, nr. xxi. Zie afb. 37.2.^ 37Meer navolgingen zijn l n wellicht te vinden in een complete p uitgave g van 16 74 of eenvoeg r ere of latere editie. Zie voor deze uitgaven, g ^ uit [1667],[1670],167 ^ 1674 en 1699: G.h a u pt ^ e P rson albiblio g ra hiep ^ u den Drucken des Barock. Zweite Auflage. g StuttgartgI 990 > II, 1348-1349,nr.383.1-4.76Het betreft e de volgende g vier emblemen:I. Adl y nr. 43 1. 3: `De liefde die men den kinderen toedraagt g is blind'2. Ad v I nr. 2 3 .1: `Ik ben verzekert myne Y moeyteten niet te verliezen'3 . Ad XX X nr. nr1 7 .11:`Zoo g Y verandert, ^ sal ik veranderen'. Op p de prent p eentent met daarbovenop een door g de wind aangeblazen vaantje. l4. Ad xL I x nr. `Onbewee gY 1 k na d'onbewe gY 1 ke sic Godheyd' Y770 pde titelprent Parravicini ggespeld. p De ontleningen g aan de Sinne- en minnebeeldenzijn: lI . Ad xvi nr. 20.6: ` Het water zelfs heeft zijn 1 toortse'2. Ad d XXIII nr. 20.5: S`Elk een zijn d byson Y ere Val'3. Ad xxv nr. I 9 3 : 'Bedrogene g j J a ger'4.Ad XXXII nr. 20. 3 : `D aar is een g groot onderscheit tusschen hoopen p heb -ben'5.g Ad xxvx nr. 1 9 .6: `Een weinig verdragen, g^ am [sic] alles weg g te dragen' g6. Ad XLVI nr. 21.5: S`De karige g is nooit rijk'Naast deze bewerkingen g bevat de bundel ook andere van o.m. Heinsius, > Vaenius enHooft. Vgl. g Praz 1964 , 443.78 Lennep p 9 18 4^ 228 - 2 3 0. Met dank aan B.F. Scholz te Groningen n g die mij l in I 9 8 9op p1enkele navolgingen b bij Van Vreeswyk Y opmerkzaam p maakte. In Ashworth 18 9 4,i.h.b.I 34 werd voor o0 het eerst op p de Cats-ontlening g bij ) Van Vreeswyk Y gewezen.792 x oct 40. A Alle e P r e ntn avol gg in en van Cats staan, met een kortetoe -t, in g afgebeeld g in . Klossowski kid deRola 19^ 88 2 40-26 5 ,nr.401-46 7 . In 1672: De roodeleeuw, of het Bout der haloso hen ... . Alle sins met noodighe g kopere P platen p verciert. B YPieter Arentsz. boekvet k oo per > in de Beurs-straet, in de drie rapen. p Amsterdam 1672.I. Ad v 662. Ad vr 643. Ad xi 91370 NOTEN


4. 4 Ad 1275. SAd XXXIII 1696. Ad L 101In 16 74 .De goe r ne leeuw, e ^ of het licht der philosophen .... Met vele noodige g kopere p platenverciert. I Te bekomen yg bJohannes Janssoniusvan a Waesberge. W Amsterdam 1674.7.Advii 688. Ad xvi 879. Ad xxvi 23710. Adxxix2 9II. Ad XXXII 191 912. Ad xxxv 220I 3. Ad XLIV 8114. 4 Ad xLviii i8815.SAd LI916 75 7S -1:: De g goude leeuw o den asi J jn der y w sen [...]. Al les met eigen g handengewrocht, enmet vele kopere p platen p aen den dagh g gegeven. g g Te bekomen bij 1 Johannes Janssoniusvan Waesberge. g Amsterdam 167S.16. Ad x 20817.7Ad XXIII I 7618. Ad xxxiv 18o19. 9 Ad xxxvii 22420. Ad XXXIX 11221. Ad XLVI 184167S 2.Ve ry o 1 g van a 't cabinet der mineralen, ^ of de ggoude son der philosophen „J..Met veelnoodle g kopere o p platen p verciert. Te bekomen bij 1 Johannes Janssonius van Waesberge.Amsterdam 16 7S 75 .22. Ad VIII 6223. 3 Ad xv i1372.4. Ad xxxvi 2725. S Ad XXXVIII I I 726. Ad XL 427. 7Ad xLIII 16828. Ad X L V I I titelprentp29. 9 Ad LII 169r w k heeft waarschij<strong>nl</strong>ijk gebruik gemaakt van de platen voor de ed. JacobVan V ees Y waarschij<strong>nl</strong>ijk g pCats, Alle de wercken. Amsterdam 1661.80 Het gaat g om de volgendeacht acht:I. Ad VII2. AdxL3, Ad xxv4 . Ad xxxvS. Ad xxxii6. Ad xxiii7. Ad xvi8. Ad xl.viIOI nr. 2 8^ 9I S I, nr. 449271, nr. 8 I o273 ^ 813 nr. 2 73^ nr. 81 S2 7S^ nr. 8 I 72 nr. 8187S,2 nr. 821 7S,371 NOTEN BIJ DE BRONNEN EN HUN VERWERKING


Mogelijk,maar 1 niet ^ noodzakelijk, zijn ad I 7>77nr. 16 ad d6 )(Iv nr. 2 1776) r. en ad xv(9 5, nr. 280; en 18 nr. 6 . Vgl. ^9c -7^ S S g ^ 44 4S^ nr. 36-37; 3 37> H.M. Blauw, 'Bibliografie g vanhet werk van Hermanus van den Burg ggp7gepubliceerd tussen 1700 en i Boo .' In : Documen-tatieblad werkgroep g 18e eeuw, ^ nr. 36 uli l 1977,- S 3S^ i.h.b. 17^ nr. 6 • 3^evenalsLandwehrL188 9 ^7^ 6 nr. 92; 9^ 26 S^ nr. 7 86 en 284^nr. 861."I De vierde druk dateert van circa 1730, ^ de vijfde van 17S 0 (later overplakt p met hetjaartal 7S al I 6 en de zesde, ^ met eenzelfdepaginaverloop,van 1781. 181. D De bundels versche-nen in Amsterdam. Het betreft de vol gende drie:I. Ad xiii i S^ nr. 2 : 9 `Niet ernstig g b Y den wyn'. Y Een zeer vrijebewerkinggvan derent p zoals die voorkomt in de latere, goedkope edities^ g pvan de Sinne- en minnebeelden.2. Ad xxInr. 47^ 93 : `Leeft zo, ^ dat g ge niet vreest voor sterven'. Een enigs- g s -zins bewerkterent p (zie afb. 21. 7 .3. Ad xxxix 2 S nr. ^ : 49 'Gierigheid g ontbreekt geen g schyn'. Y n Met in de achter-grond van de prent enkele wijzigingen.pHet eerste <strong>deel</strong> van deze bundel is een vrijenavolging gg van een latere uitgave g van OttoVaenius' Q . Horatii Flacci emblemata. Vgl. g Landwehr 188 9 273-275,nrs. 817-824.Ookde druiventros uit Maechden-plicht komt voor1, 4 nr. 81).82Uit de bewerking achter boek^A hand out of a Cloud, holding a Brand in'g 7 ^ g thefire', valt af te leiden dat He Y wood niet Cats' uitgave g uit 162 7heeft 7 gebruikt g waar eenpaartjevoor een haard te zien is, ^ maar de vroegere g versie van die embleemprent metp een wolkenhand. De volgende g emblemen zijn in The hierarchie opgenomen:I. Ad II2. Ad III3. Ad xx4. Ad xxIS . AdxxIv6. Ad xxvII7. Ad xxxv8. Ad xLly9. Ad LII4gS-4g7324-3 26106-107So-52186-188555-557z63-z65399-400616-618(Boek 7)(Boek 5)(Boek 2)(Boek I)(Boek 3)(Boek 8)(Boek 4)(Boek 6)(Boek 9)Vgl. g P.M. Daly Y en M.V. Silcox, ^ The English g emblem. Bibliography o secondar y literature.München etc. 1 99o, 8o-82 • P.M. Daly y en M.V. Silcox, The modern critical reception of theEnglish g emblem. Munchen etc. 99 I I ^ S7 - S 8 > 8o-82 • en Colie 1 9S4 . In Pleasant dialogues g anddramma's ... with sundryy emblems extracted rom the most elegant g Jacobus Catsius nam He Y-wood in 16 37 een vertaling op g van p de Latijnsesamenspraak p tussen Anna en Phyllis Y uitMaechden-plicht 1618. Later uitgegeven in: The dramatic works of Th. Heywood. London1874. Vgl. g ook Smilde i 93 8 12 ^ . 7 Enkele andere vertalingen g komen ter sprake p inhoofdstuk 2.3 over de drukgeschiedenis. g Aan de Universiteit Utrecht bereidt DortheSchipperheijn l een studie voor over de vertalingen g van Cats' werk.83Zie Katz 19 9 3. Het gaat om de emblemen xiv ThecSoftening Influence of Use^993 g gxxix `Whithersoever Thou leadest') en xxxii `There's many Y a slip p `twixt the cupand the lip'). In : ed. Katz I 993 resp. p 4S^ I 44 I -14Sen 1 3 8-1 39 . Met dank aan M. vanVaeck te Leuven die me op p deze bewerkingen g opmerkzaam p maakte.372. NOTEN


I-^84 MS M. Sabbe : 'Cats werd door de burgerij g e 1 ... van alle Noordelijke 1 dichters het meestgewaardeerd beeld P. G en voor Vlaamsche en Brabantsche auteurs was Cats het groote voorbe. , eschier, W. . van derr El s t van Wolschaten P. Croon J. Lambrecht envooral 1 Pater Poirters s waren in het et Zuidenu d echte Ci.' atsanen Zie : 'Vondel en Zuid-Nederland '. In , De gids g nr.VI ^ I I 937 ^ 140-161; citaat 0 I I. S Vgl. gverder De Vries18 99^ , I S> • Te e Winkel W 111 ,544-55 o • en I v 1-14; en de rede van E. Rombauts > `Noord-Nede rl n ' a Gouden d s Gouen gezien g Eeuwder in spiegel d Zuidnederlandsezeventiee uwe s literatuur.' In : Mededelingen ^ der Koninklijke ^jke Nederlandse Akademie van Wetenschap--en afdeling Letterkunde. Nieuwe reeks <strong>deel</strong> 2 3 ,nr. 12. Amsterdam 1 96o, i.h.b. 10-III 8 9^ ; 22-2 S^ ; de toespraak P werd gewijzigd g l g opgenomen Pg in Aandacht voor Cats 1962, 9^ 3 6 -55.Van een één op P één relatie is g geen sprake, p maar in het werk van Poirters is Cats' stembi' bij herhaling g hoorbaar en niet alleen in de ongemeen g succesvolle bundel Het maskervande wereldt afgetrocken. Men g treft in Poirters' bewerking Eerste eeuwe der Societeit Iesu hetmotto `Tap g or non tin or g ab unda' aan, in , het Nederlands : `S'en vat geen g nat' bij leenprent van een zwemmende zwaan. Ook Cats heeft dit motto `Ik word door het wateraangeraakt, g ^ niet gebroken', g ^ maar dan bij 1 een legendarische g rivier (zie nr. xx i I I . DeDvraag is of men in zo'n geval g nog g van ontlening g kansreken. spreken. Verder is in deze uitgave geenen embleem opgenomen Pg over de `Vernieuwin g he vanden g heest' bij 1 een prent P vanee n vlinder die uit een cocon vliet g hetzelfde , thema als in het slotembleem van deSinne- en minnebeelden (nr. L I I). Maar dit thema komt aan het eind van de zestiende eeuwook al voor bij l Joachim Camerarius. E erste eeuwe. Ed. Antwerpen P 164^ o resp. p op p306en 16. 3 Voor Cats en Poirters : Rombauts 93 I o > 186-2o0 211-213, evenals embleemI v . B . I ; x xx . c . I en L I I . B , 6. g Vgl. voor ontleningen g aan het wereldlijke 1embleem boven -dien : G.R. Dimler, `The Imago g primi saeculi. Jesuit emblems and the secular tradition.'In : Thought g S 6(1981), 43-344g•85 De Brune . 't Eerste <strong>deel</strong>. Opgedragen den Heere Jacob Cats, Ridder, Raad - ensio -pnaris, c. Amsterdam 16 SPP 8. Uitgegeven door an Jacobszoon Schipper, vii, 49; ; Sixvan Chandelier: ed. Jacobs 1 99 1, > I, 697en II, 708. ^ 7Bilderdijk l en Conscience lazen in hun l jone g jaren l Cats graag. g g Vgl. g B. Luger, g`Gezicht en vergezicht. Perspectiefproblemen in het beeld van de zeventiende ennegentiende g eeuw In: D e negentiende g eeuw 9 (1985),I 3 I-I 44^ i.h.b. 1 40-1 43 . Als Lugeerspreekt over het eerherstel van Cats ziet hij ^ de recente waardering g enkel en alleen alsmiddel om de bedrijvigheid l g van de wetenschapper te legitimeren. g Volgens ^ hem reiktde macht van de wetenschap P niet verder dan Cats te balsemen; die van de uitgeverij g 1niet verder dan hem bij 1 te zetten in imitatie-lederen P prachtband vanwege g de 'plaatjes'. `laatjes'.Het is mij 1 niet duidelijk waarom de schrijver in deze bijdrage l g zo'n laatdunkende toonaanslaat.De verguizing g g van Cats zet in met Potgieter g en Busken Huet. Zie : G. Kuiper, P `JacobCats voor hetericht g van Potgieter g en Huet.' In : Aandacht voor Cats 1 962,105-117;tevens Kloek 1995 99^^ enJ.J.Kloek, 'Burgerdeugd of bur g ermansdeu gd ? Het beeld vanJacob Cats als nationaal zedemeester.' In : De stijl J van de burger g (te verschijnen in 99. I 6En wanneer H.F. Wirth in niet mis te verstane woorden spreekt over de funestepinvloed die Catshet p moreel van het Nederlandse volk zou hebben gehad, doet hij^ ^ ldat waarschij<strong>nl</strong>ijk onder invloed van Busken Huets vernietigende g woorden : `Einephochst verderblichen Einfluss hat Cats auf die hollandische Bevolkerun ggehabt, nichtnur in Bezug g auf die Verbreitung g des haris.ischen P Berufsethik, ^ der Auserwahlun g ,37; NOTEN BIJ DE BRONNEN EN HUN VERWERKING


sondern hau Ptsac '^ hli c h in weiterer mor a li sc h r e Hinsicht. Er hat die t d innere eLusternheit'ene pp eerka te Sin<strong>nl</strong>ichkeit S in die breiten Bur g erkreise hinein g etr ga e n und den nochvorhandenenesunden g Sinn zerstort.' Zie : Der Untergang ^gdes Niederldndischen Volkslie-des. 's-Gravenhage g 19 11 ^ ^9 I .86 In : The literar yworks of Sir osuah Reynolds ... to which isprefixed some account of the lifeof the author b y Edmond Malone. Drie dln. Vijfde druk. London 181 9> i > vi–vii.87 Citaat Leiden 186 4^ v i. De motto's resp. ppp op p. i ^7^7 I 1 2 7en I o. 5 Dat Swaantje, 1^ dezus van de schilder, een `besneden tronietje' heeft, zal ze zeker te danken hebben aanVan Westrheenes zorgvuldige lectuur van embleem i v (vgl. gB .6 r. i 1). Zie voorandere Cats-citaten in dit wonderlijke J boek : p. Six ^I 4>28 0 91, I I I > 7 ^ 9 ^ 34^ 4 5 I^ 47^ 149,1 S 5 0 en 1Sz. Interessante gp gesprekken over de Pprenten in het werk van Cats wordengevoerd g in Het leven en de verdiensten van Jacob Cats, ^ in gesprekken. ^ Amsterdam 18 z 9,g geschreven door P.G. Witsen Geysbeek. Y Vgl. g Luiten l I 992 .I.4 NOTEN BIJ DE KARAKTERISERING VAN DE BUNDELI Vgl. g ook de g gebruikte aanspreking p g uis uis q es' (Wie je l ook bent). Aan de dedicatiein 1627, 7^ geschreven g door Swelinck en g gericht tot schout, ^ scheen schepen, burgemeesters,raden enecommiteerden gvan verschillende steden, lijken ^1 eerder financiële overwegin-g ten grondslag g g te liggen, ^ dan dat zij zij wijst op p een speciale p categorie g lezers.2 Vgl. g Bruckner 1975,' Porteman 9^ 1 979 , 53 en Porteman 1 9 8 3 ,28-2 94 en S 0- Op 0. 0paginaa 9 2 9(noot 2 9) 9 citeert hij uit Scoperos sat y ra ofte Th yrsis minne-wit. Tweede druk. S.l.16 S4^ 2 7 5-2 76:Maer indien ick u souw raden,Slijt voor al eerst Cats zijn l bladen,Daer door konje met Yeen draeyKlappen als een Pa p e g ae Y.'t Voeght g een Juffrouw uytermaetenYSoet teuelen q wel ^ te praeten. P3 Grootes 198o, 9 ^ I I-I 3 beklemtoont dat het, los ^ van de opeenvolgende levensstadia, inelk stadium van het leven van de mensaat g om het bepalen p van de positie p tussen hetgoddelijke g l en het aardse, s het maken van de juiste l keuze tussen goed g en kwaad en hetverantwoord omgaan g met geestelijke g l en materiële zaken. `De keuzemogelijkheid tus-sen redding g en val begeleidt g de Christen g gedurende zijn gehele leven' (i z . OmdathetO onderscheidingsvermogen^ bij de jeugd ^ g doorgaans g minder ontwikkeld is, loopt p zij^gro-tere risico's.4 Hierover : Meeus 1 99 1.Over de jeugd als kern van het liefdes embleem- en roma<strong>nl</strong>ezendpubliepin de zeventiende eeuw Porteman 1983, 93^ 24-29; z4- z 9> L.R. Pol, > Rbhou-omanescwin g in voorredes. Een onder ^ oek naar het denken over de roman in Nederland tussen 1600 en 7JJ z .Diss. Nijmegen. 1 g Utrecht 1987,I51-56, > en Grootes 1987.5 Niet voor niets wendt hij zich dus tot de `Zeeusche Ionck-vrouwen'. Zij namen, zoweten we van Jan de Brune on dee g^ het werk van zijn zijn provinciegenoot p g met enthou-s iasme ter hand. In Hieronymus Y Sweerts, ^ De biecht der g getroude : ^J inde het tweede <strong>deel</strong> vande tien eerma k eli kheden des bouwel yks verwijt een vrouw haar man dat hij triktrakt in de374NOTEN


kroeg, g waarop p hij zegt: g `Maar gy weet dat de schriften van Cats u ook plechten p tebekoren,dat dieu ook wel het elt g uyt Y de beursgelokt g hebben, doch datze u alswyzeleermeestressen in uw Vrysterlijcke Y l en Vrouwelijcke l staat gedient g hebben, om uvee 1 le plichten c aan te wyzen.' y Ed. Amsterdam 16 7 ^, 80.In de voorrede geeft g Cats onomwonden aan dat hij met vriendelijk bedrog gheeftegeprobeerde de jeugdige `teere' lezers te lokken, ^ en hijricht zich dan, als het wareover de hoofden van de j ongeren heen, tot de volwassener lezers en tot hun ouders.Zie over de jeugd 1 g die door illustraties wordt g gelokt o.m.: Kohler 1986 ^ 6o , en verderGrootes 1980. 96 In tegenstelling g g tot bijv. de lezer van Rollenhagen. g Doordat deze auteur het ideaalvan de brevitas voorstaat en derenten pbevatten, diverse toespelingen blijven veel vanemblemen in Nucleus emblematum selectissimorum 1611 en 1613 fragmentarisch g enraadselachti g^ en wordt van de lezer een actievere rol verwacht. Uiteindelijk moet diede betekenis van het embleem zien te achterhalen. Hierover : W. Harms, `DerFragmentcharakter gemblematischer Ausle g un g en and die Rolle des Lesers. GabrielRollenha g ens E pg i ramme.' In : Deutsche Barockl yrik. Gedichteninterpretationen von See bisHaller. Ed. M. Bircher en A.M. Haas. Bern etc. 1973,-6 . 49 Zie 4 in dit verband ookJansen 1995375.5, 2 9 1-2 9 2 enVgl. g over de functie van Cats' emblematisch werk mo rt and Bald 19 81 ^ 54: 4 Uber-h au pt hat man sich die FunktiondieserEblbu mem cher vor allem im Sinne von Bilder -buchern > Lehr- and Lesebuchern vorzustellen', dit min of meer in tegenstelling g g totRoemer Visscher die een sterker beroep p zou doen op p de `Scharfsinn des Betrachters'.7 De Vries 1977, 7 . Vermeeren 19^ 62 16 3) 3 zag g de 'gezeten g bourgeoisie' g als eerst inaanmerking komende groep g van p kopers en lezers. Schone stelde, iets ruimer dan DeVries, dat Cats' emblematische werken `ein Hausbuch des niederlandischen Burg erturnsewordengg sind'(1 968,61 noot z . Over het geïntendeerde publiek p van Van deVennes Belacchende averelt 16 3S dat zich niet beperkt p tot jon 1 gere lezers maar ook'gelaagd' genoemd g kan worden: Van Vaeck 19943629-631 en 86 .Cats merkte over de hoe g p rijs 1 van de ed. rinc. in het `Ad lectorem' o p : `Meteenna de uitgave g van dit werkje, 1> welwillende lezer, kwamen de boekhandelaren bij mijklagen g dat de kosten van de boeken door het driemaal afdrukken van de afbeeldingen gin de drie afdelingen, g ^ buiten P proportie p stegen g en dat de kopers p de onnodig g hoge g prijs p lbezwaarlijk vonden [...].' Al in 1618 kan de koper p dan kiezen of hi' 1 deze uitgave g of eenietsoedko g ere p wil aanschaffen, waarin ^ de prenten p elk maar één keer voorkomen. (Ziede Bibliografie, nr. 11. z sub 1 I).g >8 De makers van de serieostkaarten p met z 3 embleem pwaarrenten uit Cats' Spiegel -schij<strong>nl</strong>ijk tussen circa 1920 en 1 940 uitgegeven),in gingen er vanuit dat de prenten p metalleen een motto ook voor zichzelf kunnen s p reken. Met dank aan A.-J. Gelderblomte Houten die verscheidene exemplaren p uit deze reeks heeft opgespoord.9Niet alleen verondersteld door Clements 1 9^ 960, 186 : `This translating g activity Y showedthe emblematists' desire to win larger g audiences, of course, but it also corresponded pwith the high premium p which was set upon p translations at that time', maar ook doorBecker-Cantarino 1978, ^ 61: 'Multilingual g u editions not o<strong>nl</strong>y Y appealed to a wider w readingpublic, they Y were also an indication of the cultured readership p in the Low Countrieswhereeo p le p read, and ^ usually Y also spoke, p^g several languages.' V 1. verder Luiten l e.a. e375NOTEN BIJ DE KARAKTERISERING VAN DE BUNDEL


I 994 Al eerder merkteF r o r ste 161 i.h.b. 9 ^ 18o-181 juist 1 in verband met de Sinne- enminnebeelden l op P : ` Nicht viele Leser von Cats oder Vaenius werden nur eine der dort vertretenenSprachen p beherrscht haben; ^ die meisten verstanden wenigstens g zwei. Diemehrs P rachi g en Texte boten also eine p zusatzlichen Reiz ....' Forsters bewering g datinde en Latijnse g gedichten ` g enau dasselbe aus g esa g t wird' ^ is onjuist.1In zijn voorwoord zijnzegt tot de Spiegel zet Cats over de lezer die de meertalige g spreek- p woorden kan lezen : `Ten lesten Nebbe ick medeoet g g gevonden op p verscheyde Y plaetsen pmenigte van s p reec-woorden hier b Y te voegen g in haer oorspronckelicke p tale, t en yen<strong>deel</strong> ckye sprake in haer seleen een b sonderen aert hebbende) de leser de talen versteende des te beterde rechte g geur en yg e enscha van de spreuken en spraken sonde mogen g innemen' 2*ijverso- J 2*ii' 1 -recto, cursivering g van mi } H L . In AD I1" I 7 12 I , 81. 4 Cats baseerde zich voor dezeuit-spraak p op p een zin in de Latijnse l voorrede van Thomas Erpenius P in Proverbiorum Arabi-corum centuriae duce 161 4 . Vgl. g Smilde 93 1 ^ 8 79 1 .''Vernederlandsingan g bepaalde pnog bundels wil overigens niet zeggen dat Latijnse1werken niet meer op p de markt werden gebracht. g Van Schoonhovius' verzamelinggEmblemata uit 1618 verschenen nieuwe(titel)uitgaven in 1626 ^ 16 3S 5 en 1648. Vgl. gLandwehr1 988 2 49-2 5 0, nr.727-730." Er zijn uitee<strong>nl</strong>opende p verschijningsvormen l g met wisselend formaat, ^pp papier, ^ Ypg t o ra-fee ^P prenten etc., zoals s naar voren komt uit de gereconstrueerde g drukgeschiedenis.g(Vgl. g hoofdstuk 2.3en de Bibliografie). Over de lezers van Cats schreef Porteman1 977-2, ^ i.h.b. 739 -744•Als Cats in zijn Jp Spiegel spreekt over het doel van zijn werk heeft hij het over leringgdie ` a 1 de rh nde a menschen konnen dienstigh zijn' 2*i'recto• } ADW I 7 I2 s I ^ 81 4 . Details Din Houwel y ck (1625)hebben S betrekking g op p een publiek P van stedelingen g van vrij }g grotewelgesteldheid. g Zie : De Vries 1 977 141-142, noot 66.Sommigeg e uitgaven g stonden een tijd bekend onder de naam `Boerenbijbel' 1 omdat zeinen g e boerengezin g leken te ontbreken en naast de bijbel een vaste plaats p hadden ver-wo ren. v Aantekening gpvan P.J.Meertens in diens nalatenschap (Provinciale BibliotheekZeeland). Vgl. g ook Smilde 93^ I 8 I 47 . Een vroege g vermelding g van de benaming g is tevinden in een toespraak p van de Utrechtse hoogleraar g Jan Kops, p^ Redevoering ^ over JacobCats,ls s verlichter des volks en bevorderaar van het nut van 't algemeen: `Men heeft al schert-sende zijne werken der boeren-bijbel g genoemd.' In : Proeven van uiterlijke Nederlandschewelsprekendheid... Haarlem 181 7^ 63 -12I ^ citaat op p7o. Met dank aan J.J. Kloek te Loosdrec ht voor deze verwijzing; J g^ vgl. g ook Kloek 1 99S . In de negentiende g eeuw verschijnen1er compilaties, p zoals Vader Cats, de raadsman voor iedereen ... Een volksboek en uitgavengvoor specifieke beroepen, zoals het pg werk met de weergaloze titel Spreuken voor zeelieden, ^ ,ok o nuttig ^ voor die geen g ^ zeelieden ^J zijn. Vgl. gvic 188 7^ 33^ nr. 256-257.12 Nolde I 69 4> 16o • Miedema 1 968,2 • 47^ Tiemann 1 974 104^ • Kohler 19 86 ^ 61-64^• Lau -yens 9 9^ 43 31 434 en452-456; 8en Balavoine i o 99 die ^ in verband met de rubriceren rubriceringde betekenis van de uitgevero Roville e (in samenwerking g met zijn 1 drukker Macé Bon-homme uiteenzet.en Een osomm opsomming van de rubrieken in 1 S4 8 staat op p p p. 1 ^ noot 3. 3 Ver-der gaat g zij 1 in op p de totstandkoming van de bundels (de contacten tussen Roville,Aneau en A 1 dato ' op de didactischeische bedoelingen g van de nieuwe structuur en op p deachterliggende commerciëlestrategie. e Kaler karakteriseerde de groepering g p g als een'Orbis s p pictus ethicus' en 'Ethikhandbuch' I 9^ 86 644 en 94). In deze studie(12 4-1 3 2)Is de —1 eter e —onderverdelingoverzichtelijk overzichtelijk ggemaakt aan de hand van de ed. vanJohannes Thuilius (Padua i661).376 NOTEN


13 Zie Porteman I 93 8 ^ 22-23 : ` Ook de opeenvolgingvan de emblemen, ^ op Phet eerstegezicht g vrij 1 rommelig g en vrijblijvend,lijkt l bi' bij nader toezien vaak te verlopen p als eenPetrarkist i hdiscours : enumeratief, paarsgewijs, p g liparallel, p Pherhalend, contrapuntisch.'14Hetis bewerkingvan g L ur a e ntiu Haechtanus' sParvus mandi via de eerdere Neder-landse bewerking g van Moerman. De ordening g van Mikrokósmos de voorloper vanVondels oude s Gulden winkel was vanuit de prenten P beregeld. g Zie de i<strong>nl</strong>eiding gvan Beckerbij 1 de facs. ed. uit 97 1 8 xi' • en >1979.vooral Porteman I"Zie Zehierover Van Vaeck 1 9 84. Hij lg gaat vooral in op P het Gouden Eeuw-motief enwijst op P enkele ontleningen g aan De Dene.] 6 Nr. xvi in Proteus. Hier is de opmerking komen te vervallen, omdat de amoureuzep guitleggingen elkaar niet meer direct opvolgden.1'1. Vvoor de dieren bijv. xxx-xxxv; voor ^ de figuren: g xLI-xLv.YP I8 'Among g t the five types of ape P listed in the bestiaries was the satyr, Y , described in thetext as having g a pleasing P g appearance pP and restless movements', ^ aldus Payne 99 o ^ 38; 3ook og vermeld door George en YappI PP 1 2- 99993 . Deze zienswijze l aat g teru gP o Plinius,Naturalis historic > viii,L x x x (216) en x, x c I i I 1 99 .19 Graves 1 982, I I 93^ nr. S6.2: `Hermes is called the son of Zeus Picus `woodpecker')... as Pan is said to have been Hermes's son by yYPthe Nymph Dr o e `wood-pe cker' • and Faunus the Latin Pan, > was the son of Picus ... '2°Vgl. g 1 Grootes I 980 s : 9 'Bijna ` 1 onbedwingbaar g is [...] de geistesgeschichtliche g gescneigingom samenhang g en eenheid te postuleren p waar bij l nauwkeuriger g kijkensprake P isv a n verscheidenheid'; ^ en Scholz 1990 26 en 18: `Omdat de emblematiek niet a prioridepretentie heeft om door middel van macrotekstuele structuren omvangrijke g 1 gebie-den van het menselijk leven te ordenen en overzichtelijk te maken ... ^ is zij in staatom and desociale werkelijkheid zo te zeggen puntsgewijs p g 1 te benaderen.'21 Vgl. g de paragraaf p g `Les séductions de la miscellanée' over Barthélemy Y Aneau ` 9uicherche a faire désordre' (Balavoine 1 990, ^9 -I o . Voor dit soort mengeling g g wordt ookde benamingg farrago ^ gebruikt. g Zie Miedema 19 68 X 247 -248.22De veronderstelling van g Ten Berge (1979,I dat S Cats er in 1627 7 een embleem bi' J -maakte en het totaal op p tweeënvijftig 1 g bracht , o Pdat de lezer er nu voor elke week eentot zijn beschikking g zou hebben, ^ vindt nergens g steun; van een zeventiende-eeuwselezersstrategie g waarbij elke week een ge<strong>deel</strong>te g uit deze of een overeenkomstigeverza-melin g werd gelezen, g ^ ken ik geen g voorbeelden. Meertens was voorzichtig g en schreefnaar aa<strong>nl</strong>eiding g van het feit dat Johan de Brunes Em blemata van 1636 er één embleembi' l kree gzodat ^ het totaal op P tweeënvijftig 1 g kwam, en dat ook Th ronus cupidinis van 1618hetzelfde aantal emblemen bevatte : `I would rather not draw any Yconclusions fromthis.' Facs. ed. 1 970 , .Over 3 het emblematische ge<strong>deel</strong>te g in Thronuscu idinis : R. Wezel`Fons amoris, een nog g niet bestudeerde emblematische bron.' In : S ektator 19(1990), 916o-1 7 o.Anders ligt ^ het natuurlijk in een stichtelijke s 1 embleembundel als de Lux evan ^elica(1648) van g Henricus g En el rave waarin het evangelie g aan de hand van de tweeënvijftig l gzondagen g van het kerkelijk 1 jaar wordt behandeld. Vgl. g Landwehr 18 9 8 I O 3 - I S^ o nr.219-244.377NOTEN BIJ DE KARAKTERISERING VAN DE BUNDEL


^ 3 Proteus 162 7 , embleem Sx 111. B . 6 r. 5 .^4 Proteus 1627^ `Aens p raecke tot den lener' leser', r. i -22. S Het bundeltje l Sinn' en minnebeeldenEmblemataa amores mores que spectantia Emblemes touchante les amours et les moeurs (in of na12 6 met 9> alleen Nederlandse, Engelse g en Franse amoureuze verzen, kon ^ wel degelijkals 1 geschenk gdienen, wat ook blijkt uit de titelprent. p Hierop p werden de ruitvormigegeborden die een man en een vrouw vasthouden bewust opengelaten voor persoo<strong>nl</strong>ijkep lopmerkingen, waarschij<strong>nl</strong>ijk ^ ^ om de naam van de geliefde g in te vullen, , of misschienvoor een familiewapen. eeyp Zie afb. B.II.I. Eenzelfde type prent is die voorin Heinsius'uae r' as ui ^ sit d amor? Over bundels met liefdesemblemen als geschenkboek g: Porteman18 937 ene. S25Ook te vinden de n reactie e van Johanna o Coomans. Zij zegt g in haar lofdicht op p deSinne- en minnebeelden:Een bouck daer leering g is voor alderhande menschen,Voor die en Vreucht en Deucht en die den Hemel wenschen,Ghy Y leert ons vande min tot beter saecken gaen, gGh Y wijstons totte tucht, ^ en noch een hoogher g baen.In: n. Ze e usc he nachtegael g (Middelburg g 1623). 3 Facs. ed. Middelburg g9^7^ 1982, 1 7 2, r. 3-6. 3 DezeZeeuwse verzamelbundel viel — waarschij<strong>nl</strong>ijk 11 niet toevallig g — uiteen in een <strong>deel</strong>`Minne-san g ' `Seden-san ' en 'Hemel-sang'. g Vgl. g verder ook de opbouw p van JacobCoe nr aesz d M -vo a Y els g zeer catsiaanse bundel Vermakeli J ^cke bru y lo tsroon -k. Amster-dam 165S9^69, die d sis onderver<strong>deel</strong>d in de delen van de dag, g^ gekoppeld g PP aan resp. p de `jon 1 gejeught, 1 g ^ onder-getrouwde, g ? getrouwde g en aendachtige'.z6 Et haec ... transeundum, r.8- 4 S3•2' Asmatoramatoria, II >49S : `Lascivi p praeceptor p Amoris.' Vgl. g bijv. het advies in II ^ I77-I 7 8:Si nec blanda satis, nec erit comis amanti,Perfer et obdura :ostmodo p mitis erit.Indienn d nje uitverkorene je niet erg gg gul is met liefkozingen g noch erg gg gesteld is op je l avan-ces moet je geduldig g g zijn en doorbijten. lVert. De Laet s.a., 75.28 fl Aansprekingenp g en tot de jeugd J g 1n Ars amatoria r > 459 en 1I ^ 733 • zie voor Cats :embleem x v Over 0 het algemeen gebruikt g hij (vooral in verband met de speelzieke p1 jeugd) g woorden als s mallen, malle sinnen, >g gek en kwant. Het gaat g dan telkens om demens die zich dwaas gedraagt g en zichnodeloosvangen, n laat vanen pakken p of misleiden. Vgl. g 1voor de liefde als ` ma ll erie tevens Ripa16 p 44^ 293b. Ook wordt er door vele dierenvaak ` gg e aa p t .' • met open P mond f o be k gezeteng e eten of gelegen, g g als ^ teken van onoplettend-p-heil luiheid of hebzucht.Vgl.: Smilde 29g 1 I 938 ^ I22-I 23>>en P.J.Meertens, `Cats als Zeeuw.' In: Aandacht voorCats 162 9 ^ 6 S 73 ^ i.h.b. 66-6 7 . De benaming `ontzeeuwst' is ontleend aan E. Rombauts,` Ca t s en Zuid-Nederland.' u In : Aandacht voor Cats 1962, 47.3 ° Vondel: ed. Amsterdam 161 3, , [Aiiijverso]. ) Cats: Silenus, X LIII.B.I r. - 3 . 4In een vandla de re te embleembijschriften j komt de jurist l in Cats naar boven:378 NOTEN


Soo heb ick dese saeck een weynich overdachtEn met een kort beraet dit vonnis u t ebracht. YgZie: Spiegel 163>> 2 I, 3S =^^ 1Dw 1712, 7> I,498).3' Hof-gedachten en Invallende g gedachten resp. p D w ' I 1712, 12 II, 349 - 39 o en 39 1- 418. Hetccitaatin Spiegel 163> 2 II, 102 = .1D1r I 712 I, > S 599). Vgl. g Porteman 1 99 2-2.32 Ontleend aan Vergilius, g ^ Eclo ^ ae I II 6o. Scholastici zochten in de omringende g wereldnaar verborgen verwijzingen ^ g en relaties met het goddelijke, g ^ naar analogieën g en orde-s rinci P es. Vgl. g bijv. Thomas van Aquino q in zijn Summa theologiae, 8 i a i, >9^3res-P onsio : `Dicendum quod q conveniens est sacrae Scripturae p divina et spiritualia P subnin gps imilitudine corporalium tradere. p Deus enim omnibus providet secundum quodd com-petit eorum naturae. Est autem naturale homini ut per sensibilia ad intelligibilia g veniat,quia i muis no tra s cognitio g a sen su initium habet. Unde convenienter in sacra Scripturaptraduntur nobis spiritualia p sub metaphoris p corporalium' P (Holy Y Scripture p fittingly gYdeli-vers divine and spiritual p realities under bodily Yg guises. For God provides p for all things gaccording g to the kind of thins g the Yare. Now we are of the kind to reach the worldof intelligencehrou t h g the world of sense, , since all our knowledgetakesrise es from sen -sat iCongenially,then on. holy the Scripture p delivers spiritual P things g to us beneathmetaphors P taken from bodily Y thins). g Ed. M. Browne en A. Fernandez. London etc.1 963^ 3 , 32-3S.Bruckner I 975^ 4 : `Der Finger Gottes offenbart sich in der Geschichte durch BeisP iele. Die Geschichte ist neben der Bibel and dem Buch der Natur die dritte Erkenntnisqu elle fur die Wee gWeglGottes in der Welt and seine Plane mit den Menschen.' V 1.: Wort and Bild 181 9 ^ I 3.33 Spiegel 16 2 I I26 = .'1D1V I 12 I . En in de `Res-lesse' (einde <strong>deel</strong> 1 aparte3 7 >S33 Y pnummering),2 = ^1DU" I 12 I, 2-g 7 >SS 553:De werelt is een wonder boeck,Het maect sijn leser wonder kloeck,Maer wie het sonder oor<strong>deel</strong> leest,Die blijft g gelijck l h Y is geweest g ... .In't korte, waerh g Y d'oogen g keert,Siet datje l 'teen of 'tander leert.Al watmen hoort of watmen sietDie leere wil die leerteret. YZie ook Porteman 1992-1, 7374 73-74. Kohler 19 86 ^9 96 verbond dit principe p p met de driestappen pP binnen de didactiek van de schoolpraktijk P 1 : je een voorstelling gmaken (ietsvoorgesteld g krijgen),die met verstand uitleggen ggkrijgen)(of uitgelegd kri' en de les diedaaruit voortvloeit toe passen (propositio, explicatio en a licatio .34 In de voorrede van Spiegel =ADW' I 12 I 80 . Aangehaald in Tot lering en vermaak7 >4 g g1976, 2 8. 97^ 335 Essais, III I I. Ed. Ville 1 8 I I 905. Vert. De Graaff 1 .> Y 97 > > 9 S 99 3 ^ 94736 Vgl. de emblemen I I xx, xx i i i en xx i v . Men kan zich 'gafvragen g of het de bedoelingdgwas dat de lezer die literaire vertrekpunten van de emblemen herkende.p37 Vgl. g voor het embleemboek als `tabella virtutum et vitiorum' : Kohler i 986 X59 . Persnoemt de Gulden winkel van Vondel(161 3)en 3 tot deugd g opwekkende p verzameling. g379 NOTEN BIJ DE KARAKTERISERING VAN DE BUNDEL


Vgl. g tevens Porteman 1 979 i.h.b. 41. 4 Het presenteren p van menselijke zwaktes entekortkomingen en behoort ook tot t het wezenvan w en de fabel. a38 Vgl. gomwerking voor de ingrijpende van Maechden-plicht in Houwel y ck (162 S5 ) en totEmblemata ma moralia et aeconomica 1627 : Smilde 93 i 8 ^ 128 -I 34^ • Ten Berge g 979 I 98- 99.De veranderingen, g het betreft hier nieuwe motto's, > gedichten g en citaten, verant-woordde Cats nergens. g Over het begrip g P `oeconomia' : Scholz 99^ 1 0 18.Y 39 `Want 'tis een vaste leers komt uyt Y wise l3> boecken.' In : Spiegel 16 2 I 6 5 S = .4 D w'1712, I, 5-9).40 Porteman 1 99o-1,116. Hij stelde bovendien : `De ... uitgebouwde g essays Y [van DeBrune hebben, e, in verbinding g met het embleem, ^ ofwel het gedrag g g der jeugd, 1 g^de respublica de of verhouding g tot God als onderwerp. p Dit is, onvervalst de drievoudige gedoelstelling g van Cats' Proteus , maar dan in een andere vorm gg e oten.'41 P. J . Meertens, ` Jacob Cats I- 166o.' In : Kroniek van het land van dezeemeermin 2S77^I -1 • het citaat o977 ^ 4 4^ op 9.42 Wat het begrip p zinnebeeld voor Cats inhield, ^ blijkt ook uit de volgende g formulering,naar aa<strong>nl</strong>eiding g van een vroeg g bloeiende amandel: 'Lae ons dan besluyten Y met eenSinne-heelt en se ggenPlustost MeurirQue' Amandrier.d'Am ad n el bloeyt Y vroeg, g^ moerbes Ylaet,Maer let eens wie het beteraet.' gEr hoefde dus niet per se een afbeelding aanwezig te zijn om iets een zinnebeeld te floemen Cats tilt t een voorbeeld uit de natuur naar een emblematisch niveau door aan dezinspreuk, ^ opgenomen in de afdeling g `Liefdes kort-sprake', p ^ een overdenking g over hetmenselijkhandelen te koppelen. Zie : Spiegel 163 2 (einde <strong>deel</strong> i ^ aparte p nummering), g,39=.,1DW i 712 I >S 6 1 . Voor Alciato was ws het begrip gp `emblema' evenmin uitsluitend ver-bonden met eenictura p ^l maar vervat in het epigram. In de omschrijving g van Kohler :`Die Verse > die diese `res' schilders sind als `emblema' anzusehen' 186 9 ^ S 5 en 94).43 Vgl. g de voorrede, ^ r. 2 S 33 - : `Om welcke redenen wille w Y niet on g evoe g eli l•ck enhebbeneacht g naer ^ te volgen g het gevoelen g der g ener, die Emblemata, > in onse tale Sinne-beelden me Y nes genoemt g te moeten werden ofte, ^ om datmen door het uytterlijcke Y l beelte n n innerlijcken J sin te kennen is gevende, g , ende dat mitsdien, , niet so seer het beeldt, ,als denin S uyt ^ y het beelt ontstaende, bedenckelijck ^ J is • ofte, > om dat dese maniere vansc hr yen, v boven v andere sonderlinge de g sinnen der menschen is afbeeldende, , ende vooroogenstellende; g werdende daerom als b Y u Y tnementhe Y dt a Si-beelden Sinne-beelden, ofte dersin-sen af hee 1 dis ' g e ge n aemt.' Het citaat uit Spiegel 163 2 staat in : II I ^ (geheel g achteraan,met aparte p nummering), g^ 4 =.^1Dw 7 I 12 I 66 S .44Embleem xi.vl.c.I r. 1-2.4íElders 1 noemtCats Ca de e res si g ni icans ^ de betekenis van het voorgestelde, g een 'af-beelt':De muyl-bant u Y tis het Vlees, en 'teert p een moedigh g beest,Dat is in deserent p een af-beelt van den Geest.380 NOTEN


Resp. 1' in . S ie g el 1 63^ z ^ III, ^ 13 6 en 41 2= AD 11 7 z I 6 S3 en 6 S 6. Al eerdergebruiktehij1 het woord in de Sinne- en minnebeelden x L i x . c . 6 : `Een g ghemoedt verheerlijckt l metden beeldeG od es s is als een af-beeldt ende ghelijckenisse g 1 van der eeuwi g he Ydt.'46 Resp. x1.B.1 r. 5; xxv.A,1 r. 5; en vi.c.i, r. 3. Nadrukkelijk ook in xx.B.2. Vaakgebruikte frasen zijn l `Als 1 je dit doet ... azal dat 1 je overkomen' ^g evol gd door `Handeldaarom . ,.' > of : `Laat dan ook na ..,' `Overwee 'Overweeg...' etc. Begrijpelijk dat iemand dietelkens als p praktische raadgever, g , vermaner en g gids optreedt p later het epitheton p `vader'heeftekre g gen.47 Ze hierover F.A.AYates, .art of memoy. r . Chicago g 91 66 (vertaald als D e g geheugen- ^enkunst. ZiderAmsterdam m 19^ 88 i.h.b. 136); 3^ Tiemann 1974,2- S S 4 `Die Rolle Mnemotec dhnik') ; A.D. Leeman m en A.C. Braet Klassieke retorica. Haar inhoud, , functie en betekenis.Groningen i 97^ 8 122-123; W. Neuber, `Locus Lemma, , otto M. Entwurf zu ei einer mne-monischen Emblematiktheorie.' g In : Ars memorativa. Zur kulturgeschichtlichen Bedeutunggder Ged^chtniskunst 1400-171o. Ed, .. Berns en W. Neuber. Tubin g en 1993, 3S 1- 37• 2en K. Porteman, ^ 'Minerva's ` wapenzaal. pSOver emblemen.' In : Kunstschrift (1 994),1 3 -1 7 . De laatstee geeft gverrassende voorbeeldenren van de memoratieve eve kracht van emble-men, e , als `actieve reminders' verbeeld binnen de jezuïetencolleges. 1 g Voor de emblematieken de didaxis : Scholz 1981. 948 Genoemd e door Bath 1994,37.kunnenOm welke boeken hetgaat, heb ik niet k achterhalen.Over de ars memorativa eveneens Bath 1 994, 34 - 3S en 8- 4 5 1• en de studie van Dela Flor, ^g genoemd in noot 20 van hoofdstuk S.49 Zie Van Vaeck 1994, 435 en 71 9 . Becker 1 897 pagina ^ P g i i r merkte in zijni<strong>nl</strong>eidinggbij l Vondels Gulden winkel naar aa<strong>nl</strong>eiding g van het vermogen g van afbeeldingen g op p: `Bil-der g alten als ein P r samer g als Worte,' Vgl. g ook de bronnen die Tiemann i 974 S 3 indit verband aanhaalde. Over de catenatio, het aan elkaar koppelen PP van emblemen alsmnemotechnische steun voor de lezer : Van Vaeck 1984, 9 4j 99.5 ° Vroegere g ethische werken in de Nederlandse taal zijn l : D.V. Coornhert, Zedekunst datas wellevenskunste 0586; ed. Becker 1942 en uit 161 4: H.L. Spiegel, Hert-spiegel. Ed. F.Veenstra. Hilversum 1 99 2. Veenstra licht o.m. de vermenging g g van christendom enstoïscherinci p es p toe (zie p. p199-zoo)."Voor eenzelfde ede constatering g in de lyriek Y van Guido Gezelle: A. de Vos, `De motto'sin "Tijdkrans" 1 : een analyse.' Y In : Geelliana. Kroniek van de Geellestudie S 1 993 ^ 31-S7,i.h.b,S 44 eciaalnummer p Tijdkrans 1 18 93 -1 993 ).52 Dezelfde vergelijking g l g in verband met de prozaverhandelingen p g van De Brune in:C.H.O.M. Winnin g, ohan de Brune de Oude een Zeeuwsche christen-moralist en humanist uitdeeventiende ^ eeuw. Groningen g 1921, 45.S 3 Zie bijv. Clements 19^1 60 225-2 3 6 en de commentaar bij de voorrede. Vgl. g voor deanalogieën g met de dierenwereld Dittrich 1 981.54Vgl. g Schone 19 68 en Balavoine 199 z zo) ^ over de werkwijze 1 van de emblematicusBarthelémy a Aneau : `Aneau semble bien au contraire avoir c hoisi le désordre, , se raillantainsi à l'esthétique q de la docta varietas q ui s'exprimait p complaisamment Pp par les méta pho-res de l'errance et de laromenade p dans les champs, p^ les jardins 1 ou les `s Ylves' du savoir38I NOTEN BIJ DE KARAKTERISERING VAN DE BUNDEL


55 Vgl. g 1 1986, 147 • `D e r g elijkeanalogieën lgeen waren 47-vrijblijvende vrijblijde l l bedenk- ensets maar ze bezaten bewijskracht.e Ze zijn l niet `bedacht' maar gevonden ^ in een wereldwaarin grin God deze overeenkomsten heeft aangebracht g opdat p de mens er profijt p 1 van zoukunnen trekken.' Zie ook Grootes 1 9 80, 6 • Porteman 198 4,34 3-4; en Porteman 1992-173 74 : `Th 'The creation c is s a carrier of diverse lessons offered by y God to humanity y. ..Human society Y and human actions a o alsocontain in an analogous g Y way unmsta unmistakable lessons.'56 VglṠ g 1, ch e nkev ld-van e der Dussen 1 9 8 9,i.h.b. 47 . En verder: Noordam 1982.S7 Resp. p (*ijrecto) l en aan het einde van <strong>deel</strong> 1 van Spiegel, (aparte aP nummering), g^ 2 `Aende spreuk-lievende-lesers'). p In : I D IV I 712 i, >479 en S49 549. Cursivering g van mi l^HL. Metbesch e y den tl ' zc wordt dt (duidelijk) 1 te onderscheiden' bedoeld. Ḏat D het boek bk als een mikrokosmosezien g kan worden, komt ^ ook in de drempeldichten P naar voren.5g Zie de voorrede, r. 163. 359 Essais, III xII. Ed. Villey 1 8 II 1 0 . Vert. De Graaff i 122 .> Y 97 > 37 993 S6o Zie : Porteman 1 99 2-2; en Porteman 1993,i.h.b. i 182.I.j NOTEN BIJ DE VERANTWOORDINGI V g .voor l overeenkomstige omsta e g overwegingen gg en ook die in de e studie-uitgaven van Vondelszeevaartgedichten g en S Six van Chandeliers p poëzie, a p resp. p Spies 9 718 en Jacobs 99 I I.Over de e dt i ietechnische begrippen: Mathijsens 1 Naar de letter uit 1 994 . Belangrijkeg 1ideeën deee over het et editerenvan en historische ateksten tekk ookin . F. V Veenstra, `Enkele aanteke-nin g en bij(1972-1973),333 de edities van de Griane.' In : S ektator 2225-242 en 34- 8 •en K. Kanzog, g ^ Prolegomena ^ ^ u einer historisch-kritischen Ausgabe g der Kerke Heinrich vonKleists. Theorie und d Praxis einer modernen Klassiker-edition. München i 97o ^ i.h.b. 29-35Sover de studie-uitgave. Hoofdstuk 2.3 2, bevat een beknopt p overzicht van de druk ge-schiedenis van de Sinne- en minnebeelden.2 De uitgave g van Alle de wercken uit 16 S9 59werd door Savry Ybuiten medeweten vanSchipper PP dus on g e P rivile g ieerd uitgebracht. g3 Zie 2*2verso .4 Heel wat zetfouten werden in AD van 16 S verbeterd. S Ook deze correcties zijn 1 doormij l verwerkt t bij d1g de ingrepen voor het tekst<strong>deel</strong> (zie de markering achter de lijst 1 vantekstcorrectiesi in Bijlage i'1 1afkomstig g 1 Of verbeteringen dezijn van de o opdat momentachtenzeventig-jarige auteur (zouhij z 1 volledig 1 i n werk g nog eens g geheel g hebbend-en oorgenomen?), is moerli moeilijk vast te stellen.Ze en. kunnen e eimmers evengoed g van de drukker,zetter(s) s o of corrector(en) en zij Nieuwe1n, N zetfouten uzijn ten zijn binnengeslopen g Pen enkele nconse i-q uenties vallen op P zoprozateksten o werd in de van de emblemen ende veranderd in en,maar niet in de voorrede; rede innmeb embleemx I I. B. 6 werd onbesu y selder veranderd in onbess-uyder, maar ditzelfde woord r bleefongewijzigd in de voorrede van 16 SS (bbrecto; ^ vgl. gProteus,r. S o . Ik ben daarom geneigdhier g g d eerder e te denken aan veranderingen g van eenandereersoon p dan van Cats zelf.Een steekproef van tien emblemen (de nrs. ii, ix, xiI xix, xxii, xxix, xxxii,xxx i x > X L I I x L I x én de voor-reden leverde nauwelijks ingrijpende tekstvarianten382 NOTEN


op. p Wel werd de spelling p g en interpunctie p op p vele plaatsen p veranderd, inclusief de accen -ten op g de Franse woorden (prosperitè werd prosperité etc.). De aangetroffen g veranderin-g en zijn in de voorrede r. 2 7S 75 r Petrus I .6. 9 voor r Petrus 19^ .6 ; saen in haest (in xI i ..6,r.• 3); in x i x . A . 4 werd e stultus in een bijbeltekst l t terecht ingevoegd g g• den in x i x . c . 6 werdu y tmu y ten en u y tmu y tende veranderd in u y tmunten en uytmuntende. y In x L I x . c .1 r. 2 werdZijn Zin vervangen g door Bed' y en in c.6, ^ r, 4 staelken door staelt J en. Lastig g kiezen was hetin het volgende g geval, g eveneens in embleem x L i x, c . ó r. i o. Hier staat respectievelijk :1618 moet daer van den eersten trap162 7moet van den eersten trap g16 moet dan den eersten trapGekozen is voor de eerste, ^g grammaticaal logischer, g ^ variant (vgl. g voor het gebruik g vanSilenes uit 1618 ook noothieronder 9 .Een volledige g vergelijking g l g tussen 1627 7 en 16 SS zal waarschij<strong>nl</strong>ijk nog g enkelevoor-beelden van woordverschuivingen g laten zien. Deze verschillen kunnen o.m. iets zeggenover het verouderen van woorden of van woordvormen.5 In 16 SS ontbrak overigens g ook het `Ad lectorem'.6Hetaat g om embleem vI. B. S en B .6 • ^ xiv. B. S en xxl, c. S en c.6 .7 Men vindt een beschrijving l g van de i627-editie 7 en de onderlinge g verschillen in debibliografie, g ^ onder nr. B. 9 . De gecollationeerde g exemplaren g zijn met een sterretje lgemarkeerd. g Over de methodes en deze g problematiek: Verkruijsse 1 193 8 en de i<strong>nl</strong>eidinggbij de ed. van Six van Chandelier: Jacobs 1991 > I I p. > pxv I .In het voorwerk blijkter (slechts) een enkele keer op g de pers g te zijn gecorrigeerd.g gZie `Rende Eerentfeste Achtbare ...' r.: 4 ende in eu in; het eerste gedicht g van JacobLuyt, Y^ r. 7 : kracht kacht en het gedicht g van Hobius, ^ r. 20: Burgher-recht g Burghes-grecht. Deze drieersvarianten p zijno.m. aangetroffen g in het exemplaar p KB 144D 444.4Voor alle tekstingrepen heeft dit exemplaar g als controle-exemplaar g gediend, g ^ ook bijslechteïnkte g letters. (Twijfelgevallen l g werden nog g eens gecontroleerd g met behulp gvanexemplaar g UBL 1018 c 2 . Het kan zijndat het bij dit type Yg correcties om die van dedrukker, zetter of correctorin g • ghet ^ hoeven dus geen g auteurscorrecties te zijn. l8 Amsterdam etc. 1992, ^ 775. S Enkele keren is de punt g weggevallen of weggelaten na eenmotto, een afgekorte g bron, ^ het einde van een gedicht, g ^ citaat of prozage<strong>deel</strong>te ^ g en zij<strong>nl</strong>sommige g interpunctietekens g (bijv. l een afbrekings- g of koppelteken) gg niet of nauwelijks lte zien omdat ze nietoed g zijn zijn geïnkt. Wanneer andere exemplaren g van dezelfde editieof de editie 1618-2 die (terechte) interpunctie ^ wel hebben, is ook die stilzwijgend l g gin ge-g ast. Het aantal omgedraaide g letters (klassiek is de verwisseling g van de u en n, s vgl. g inx L i . c . 6 r. 31 onthondinghe g in g plaats van onthoudinghe) g evenals het aantal beschadigdegen uitgevallen g letters bleef beperkt. g9Vgl. g V I I I . B . 3 ^ r. 3 u e-on si heureux; xx I . B . 2 r. 4 cap casa s parva volavit avis; enI . c . I .a 4 r.Tot dat ghyh 't al te mael.Andere voorbeelden zijn: ^ in XXXIII.A. . i, , .3 r. werd ` ae n , ' aen , '; , in xxxvi.B.6 r. . iwerd `machtich' matich; > en in L I I . A . 2 r. 4 werd d `coele' coeli, ^ alle op p basis van de Silenusuit 1618 of analoog g aan het Latijn. 110 Zie de ed. Amsterdam 162 4, 22 7en 33 3 1. In praktisch g alle gevallen g staan hier deaccent ai g u's wel goed g (vgl. g o.a. p. 39 , 127^ 13^ 0 220 en 321).383 NOTEN BIJ DE VERANTWOORDING


11De spellingg J uant en nouent komt ook b bij De e Brunevoor (Emblemata 162 4^ 193.Deze e bundel b werd evenals 1 Cats' ' Silenus, l Maechden- licht 1618 en Sel -str t 0620),bijHans n van der Hellen 1 te Middelburgedrukt. g De accenten op het, ^ overigens g weinige,g,Frans ansnd in de twee laatstgenoemde g werken(vgl. g voor Maechden-plicht de pagina's pg 4^7^7 679 en 2 zijn 1 w wel ggoed. Het gaat g bij 1 het gebruik g van de è in plaats p van é dus niet om eeneigenaardigheid in h lettergebruikdoor het bedrijf 1 van Van der Hellen.I2Vooral bij 1 binnenrijm i' J staat dikwijlseen komma. Vgl. g `Amant ton heur, ^ n'est que qva Ppeur' X ' I I I . A , 3 , motto); ; ` Jam aas ais p paresse, ne fit p rouesse' xvIII.B, 3 ;,en `Le fol estl'auteur, ' de son malheur' m xxII.c. 3 . Verder: `Fai tout, ^ ce q que to dis' xxvi.c. 3^ r. 4)en Re garde ^ aussi le dos' xxVII A. 3^1r. 2 . Aangepast is bijvoorbeeld: `Va t'en, ou tu,voudras'xv.c, 3, r.1 .13 Het aantal keren blijft beperkt p t tot zes plaatsen. p Het gaat g om de volgende; g in het3 voorwerk, de opdracht, p r. . w t ^ even ^ • r. 18 : vvt dit s y n boeck • ^ in het gedicht g aan de Ionck-vrouwen > r. I : vvt uwen schoot;• r. 119 : vvtzijn geheele g macht; ^ r. 12 3 : vvt dit nietich stoff;en inembleem n x I x. B. ,4 6 r. : l/tmu ytende.'4 De wenselijkheid om bij l de beschrijvingdie elementen van de pictura p op p te nemenin het embleem 1 ` gesemantiseerd worden en dienenn als dragers dvan g een 'possibly p Yintended senses s aratualis ' bracht bract B.F. Scholz ter sprake p in : `The res picta and the ressagna aca n s of a an e emblem, and the i indexer's e : ye. notes on s the basis of an index ofy emblem 1 art.'I t , n.The index of emblem art s m osiu m. Ed. P.M. Daly. Y New York 11990,63-883 ^ i.h.b. 74 AMS Studies in the emblem, 6)."Vgl. C. van de Ketterij, ` 0ver het annoteren van teksten.' In Studies voor Damsteeg t.Aangeboden door gbevriende i vakgenotenter g gelegenheid g van zijn afscheid als hoogle-raa r aan de Rijksuniversiteit J te Leiden n op p 1 h januari J a i 981. Leiden i 981 I I -128. 5 Ik hebin deze Cats-uitgave de te k st kriti epgthe s annotatie in een apart p overzicht opgenomen (zier de vorige g paragraaf p g over de tekstconstitutie, evenals Bijlage3.1). J g16Vgl. g1overwegingen de van acobs I 99 1 II, > > p. pxxIII-xxIv.17 Zie Van Es 1962-29 en Van Es 11977.18Vgl. bij v. embleem v. B. waar p r a ke is s van de weersvoorspellende p rol van dierenen dingen. g Voor zover mogelijk g 1 of bekend wordt altijd, J ook wanneer overname uit eentussenbron aannemelijk 1k is, s eveneens e naar de oorspronkelijke p J bron verwezen.'9 Het blijkt l in de P praktijk J uitermate u t lastig g de commentaar af te stellen op Pde kennisvan 'de' ' zeventiende-eeuwse eeuwse lezer, vooral e ook omdat die groep g pzo ongrijpbaar is.Mathijsen 91 86 267) 7 formuleerde dit streven r aldus : 'Uiteindelijk `Uiteindelijk doel van de heruitgavezijn een moet herstel van de historische z contexteep (of van een specifiek ge<strong>deel</strong>teglh indertijdrichtte. daarvan) van lezer op wie ^ de tekst zich Afhankelijk van de lezers--groepdie i de editeur d nu wil bereiken, stelt 1 hij 1 vast waar historische afstand begrip gp inde wegstaat, g en daarop p stemt hij lJg zijn i naf.' V 1. over deze ingewikkelde gP problematiek Jacobs 99 I I > II, p. xx -xx I I ; en meer algemeen: W. Fruhwald `Forp^und Inhalte des Kommentars wissensch a f tli chen Textausgaben', aben' en J. Schmidt, >'Die Kommentierung g von n Studienausgaben.. g Aufgaben g und Probleme'. Beide studieszijn l opgenomen Pg in : Problem e der Kommentierung g I 79S^ resp. p7 13-32 en S -89."Zie: L. Strengholt, g [Recensie va P.C.Hooft, amator orte-man.4 Leiden 1983. In , Spiegel der le tt eren 26(1984), 6 10 -108^ i.h.b. Io8. Volgens g Jochen384 NOTEN


Becker b blijft 1 het d double entendre bij Cats s binnen de grenzen g van het decorum; zie facs.ed. Incogniti ^ sc ri tors i novapoemata. vaSoest oe 97 r 2 i . ^ V 31. gLegman,verder G. ARationaletonale ofthe dirtjoke. An analysis of sexual humor. New York 1968.z' Zie voor een korte beschouwing over Cats' Latijn en Frans hoofdstuk 2.4 van de^ ) 4i<strong>nl</strong>eiding. g385 NOTEN BIJ DE VERANTWOORDING


2 Noten bij de preliminariaIIn 61 26 werd dhet privilege p g van Cats' Houwel yck overgedragen aan Van Waesberge. gZie de werkzaamhedenh ede n van deze Pieter van Waesber e g^die in 1626 met CatharinaLa a Vie eva van Enkhuizen in het huwelijk trad, en in 1660 één jaar voor zijn dood, metMaria a van Tul Y Cornelisdr hertrouwde: Ledeboer 186 9^ 80- 93 ^ • Ledeboer 718 ^ 2340;B rIe ' l s 1 974, 49 6 noot 4 en S 8- 3 S 14 Meeus 199 o > II, 274 -297en 680. Voor de ed. vanProteus die Van de Vennein 16299 samen met Joost Ockerss. op p de markt bracht: debibliografie g nr. B . I o.Z De titelprent van Vaenius wordt ook ter p sprake g gebracht door Porteman 9 3^ 1838.Vgl. g voor een e aander verband met Vaenius : Cats' `Voor-reden' ^ r. 42. Informatie overdebundelThronus c u di as in 1618 in de i<strong>nl</strong>eiding g bij 1 de facs. ed. door De la FontaineVerwey. Y Amsterdam 19 68. Vgl. g verder Landwehr 9188 ^ 268-26 9^ nr. 794 - 796 .3 0 P. r. 4 Cats heeft f zelf nooit een p privilege g op p zijn naam gehad, g maar bekommerde zichwel om de uitgaven g van v n zijn werk. Zie over de tijdenshet leven van Cats toegekende gprivileges il ookk : Briels 1974, 49 3 en 496; ^ Van Eeghen g 97 1 > 8 V- I 2 I 4-216. Voor dedrukgeschiedenis van a de Sinne- S en minnebeelden : hoofdstuk 2. 3.4 Cats had h z lf e contact actgezocht g met Blaeu, ^ omdat naar zijn zeggende en Zeeuwsedruk--kers niet kundiggenoeg gwaren.'Privileges in 1 latere drukken werden opgenomen in de ed. Leiden 1745 74S bij de weduweeyn zoon van Jan van der De ster (ondertekend doorJ.H.V. Wassenaer en WillemBuys, ^ g gedateerd i mei 1 744)en in de ed. Leiden, bij ^ bij Hendrik van der Deyster, 1779 i(ondertekend door P. Styn Y en A.V.D. Mieden, ^g gedateerd 3 o januari 166 7 .6's-Gravenha g e , Al g emeen Rijksarchief, l ^ sc 4946 i . Zie : Resolutaen der Staten-Generaal.Nieuwe i reeks 1610-167o. Zevende <strong>deel</strong>. i juli lS1624- 3 1 december 162 5 . Bewerkt doorJ. Roelevink. ' s -Gravenha g e 1 994, 302, 3^ sub. nr. 1733en 7 3 3 I 7 3 3 a (RGP GS 2 23. Met dankaan J . Roelevink te 's-Gravenha ge die me op p Cats' toevoegingen attent maakte.7 ' s -Gravenha g^ e Algemeen g Rijksarchief. Staten-Generaal, ^ eerste afdeling, gs 12. 3 o3sfol.8r-v. 98 ZIe over de Van de Vennes e o.a.. Ledeboer 1872, 8312; ^ 3 E.F. Kossmann, > De boekhandeldte s 's-Gravenhage e tot het eind d van n de I8de eeuw .... 's-Gravenha ge g 19374 , 26- 472 (Bijdragen l gtot degeschiedenis van den Nederlandschen boekhandel, xiiI • ^ Meertens I 943 i.h.b.218 -22I y 239-2443 9en 4 1 9-42o; Briels 11974, 49 3 - 49 6 (met een — onvolledige g — fondslijst); )Porteman 1 ; Royalton-Kisch 1 88 •98 S^ Y 9^ Bol 18 9 9Van ^ Vaeck 1992; ^ Neugebauer g 1 993en vooral Van Vaeck 1994.9 Ibld.o . 99v. R De Rode wordt vermeld onder de Personalia van de Staten als `Presi-Bent de fol. ooDde ' ' G ravenha ge ^ Al emeen g Rijksarchief. Staten-Generaal, eersteg^ nr. 12 5 24,2 2 maart 162 S .I°Zie : GrootGla c aatboe kvervattende alle de placaten, ordonnantiën en edicten der edele mogende gheeren staten ' sland s van Utrecht e .,. Utrecht 1 7 2 9,III 18 • 3 N. ^ Stellingwerff g en S. Schot,386 NOTEN


Particuliere notulen van de vergaderingen der Staten van Holland 1620-160. 4 Deel I I . September p1623 meI 162 S. BewerktdoorJ.W. Veenendaal-Barth,m.m.v. A.A. Smit en V.L. Vree.'s-Gravenhage g 1987, 1 8546, nr. n. 18 8 o x GP Gs 200. Verder : Resolutiën der Staten-Generaal.Nieuwe reeks 1610-1670. Vijfde J <strong>deel</strong>. 1621-1622. Bewerkt door J. Roelevink. 's-Gravenhag e 1983,8 1 4 (RGP P G s 187 ; ^ Resolutiën der Staten-Generaal. Nieuwe reeks 1610-16 7 0.Zesde <strong>deel</strong>. 1 z J januari 162 33 o l un i I 62. 4 Bewerkt r t door d J. Roelevink. 's-Gravenhage ag1989, XI, en 3 (R GGP GS 208). Met dank aan J. Roelevink en A.A. Schot te 's-Gravenhage.II Zie over Van Goch : Th. van Riemsdijk, 1^ De g ri ie van Hare Hoog g Mogenden. g Bijdragentot de kennis van het arch ie van de Staten-GeneraaltatenGl der Vi ereen de Nederlanden. g 's-Gravenhage188 S, II en zo; Stellingwerff , N. g en S. Schot, , Particuliere notulen van de vergaderingen derStaten van Holland of 1620-1640. Deel SpIII, Juli 1625-april1628. Bewerkt door E.C.M. Hu Y s-m an m.m.v. A.A. Smit en V.L. Vree. 's-Gravenha g ge 1 9 8 9 , nr. 374 8 RGP Gs9 z0ó . Verder : Resolutiën der Staten-Generaal 1 9 8 33o . cit., vorige g noot v ^ I I en 776 (RGPGS 187^ 7); en Resolutiën der Staten-Generaal i 989 o . cit. , vorige g noot , v , x-xi en 6o8xGP GS 208 .12. Zie: Mee r tens I 943, 4 I 9 - 420 en noot 1 9 • ^ Briels '974, 49 3 ^ •Van Vaeck 1992; en VanVaeck 1 994 18-I 9.'3Vgl. g1 over dee deze voorrede o.m. Vermeeren 1 962; 9 ^ Smit 1962, 9^ 8 9 - 9o; Porteman 1984, 18i.h.b. 3 - • en4^99 Porteman I 2-z i.h.b. ^ 66-67. 7'4 Zie hierover Porteman 1995."In: Alle de wercken. Amsterdam 16 S, 2 I o I . Hierover ook M. Blankman ^ `Een lijfboek1uIt1618.Oe Over Silenus Se Alcibiadis i sive Proteus Jacob Cats.' Ongepubliceerde ne gp scrip-p-tle. Universiteit van Ad Amsterdam 18 9 4^ 2 27-37.I 6 Over d I kr t u I d . AINIF IX, , 281 4, M.A. van Andel, l , Volksgeneeskunst in Nederland.UtrechtI 99 0 161 -166en 2 9 2; evenals L. Vandenbussche, Onze volkstaal over kruiden enartsenijen. Menen I1 22 9 SS, nr. 291. Zie voor een andere plaats p bij 17 Cats :A p r i 1 z , i,3 I 3 .Een parallel p is te vinden in het lofdicht van de schilder-dichter Lucas d'Heere,opgenomen n voorin Eduard de Denes Warachti g e abelen der dieren. Brugge S 1 67,3.Dees Fabulen 1 (fis waer) w e sijn l oudt ende ghemeene gMaer nochtans excellent, ,g gheleerdelic ghemaectgEnde vol zins oft verstandts , dus en achtse niet cleeneLett op de schorsse , niet, maer 't binnenste wel smaect, ,I s t dat ghi g somtijts 1 zijt an u schorstheyt Y gheraect gEn zijt l daerom nietgram, maer betert meer u levenOm dat u dicmael stoort, t'zegghen der waerheyt Y naect,Zoo wordt u t'woormcruut met wat suuckershe g gheven.Ook He Y men Jacobi i gebruikte g een analoge g formulering g in zijn l n `Tot den leser' vanGheneuchelz cke eerla cke ende profijtelijcke propoosten, exempelen ende fabulen, al tot deuchtaenporrende dienende tottorargumenten g voor den kinderen. Hierin stelde hij hij dat vertellingen,-paktin een genoeglijk g g1k l 1 jasje,1^ e tot de deugd g leiden: `vol gbende hier in de conste dermedecl J n meesters i het die w t ormcru t y, dat bitter is, , menghen g met suycker Y ....' Ed.Haarlem 1596, 2.S9387 NOTEN BIJ DE PRELIMINARIA


I7 Over deze titel : J. van de Valck `Twee uitgaven g van Cats.' In : Ons tijdschrift I o(1906),228; 93 Smilde ^ i 8 121, noot 2 • Meertens I 943 25 -2 S S 6; ^ Koopmans p i 9S 8, 43;Ten Berge g 1 979 , 40- 4^ 1; Porteman 1 979 9, 9^ 1; Nederlandse emblemata 1 9 8 3 ,6 7^ ; en HoenI 97 5 S S - S7 . Het meest uitgebreid g is Warners 1972; v g1. bovendien Warners 1968-1969.Over de vriendschap p tussen Socrates en Alcibiades : S.L. Schein, `Alcibiades and theP o 1' Itics ' of mIS misguided g3 u d love in Plato's 974 "Symposium".'In : T ^ hêta-Pi I S 18-16 7enEllis, W.M. W Alcibiades. London etc. 989^ 20-2 . 3 De one j gAlcibiades staat, ingp e s rek met Socrates, S afgebeeldo pRafaëls School van Athene (Rome, Museo Vaticano,Stanza della Se gnatura .Ió Boek xxxi1. Vert. Loenen 1 970, ^ 90. Silenus (Seilenos), zowel eenvoud, > dwaas -heil als wijsheid kan symboliseren, Y ^ was de pleegvader p g en trouw gezel g van Dionysus. YHij l werd w d voorgesteld als eengrappige, kale, man met een dikke buik en een baard ,doorgaans dronken rijdend l op p een ezel. Omdat hij 1 wordt gezien g als de vader van desaters,worden die daarom ook wel silenen genoemd g (vgl. g o.a. Vergilius, g ^ Eclogae, ^ v I .Hon Hoen1 975 S 6 : `Bacchus was known as the god g of wine, but Silenus was known forthe ba basic t traits s of folly Y and wisdom.'19 Boek xxxvii. Vert. Loenen 1970, I00-1o1.972O Evenals Guillaume de la Perrière trouwens, die in zijn 1 voorrede van La morosophietot de recensentene szegt enten zeg dat ze in de geschriften van Platokunne<strong>nl</strong>ezenhoèbienoe sou-vent l' o on ha veu u sortir d'une bouche estimée foie fole, mainte parolle p sage g : car celle espece pde e fureur, que q les vulgaires g & idyotz Y appellent pP folie ^ s Ymbolize bien souvent avaticanation'L Y on I SS 3 ^ A S5v).21 IIII. 3^ In : Opera omnia i I-. S Ed. Heinimann en Kienzle 1 9 81,159-191, nr. 2 2 o I >met zeer uitvoerige g aantekeningen g (in Opera omnia. Ed. Clericus 1 7 0 3 ,I I770-782).>Afzonderlijke edities d van het opstel p verschenen in Basel en Leuven(1 5 17),Kiln 1 S20en DeventerI 2 S . Vgl. in verband met 4 Cats' ondertitel en ggeen mogelijkeontleningaan a de Adagia, de annotatie l bij r. 22 S hieronder. Ook Giordano Bruno sprak, p^ mogelijk g lin n navolgingvan Erasmus, over Silenus in zijn Dialo g hi metafisici, v. Zie: O ere Italiane.Ed. G. Gentile. Bari 1 907,I I, -1 9 o , en noot I . Verder Lan lois i S in `Tableaux hieg5 4,ro g1 Yp hi q ues' X34 34r.Enkeleas p a sg es uit `Sileni Alcibiadis' verduidelijken ^ het verband met de voorredevan Cats. De vertalingen van de geciteerde g plaatsen, p ^ afkomstig g uit een zeventiende-eneeuwse uitgave, g ^ worden in de volgende g noot gegeven: gg`ileni .S Alcibiadis, apud s p eruditos in proverbium p abisse videntur ... quod s q daiunt,fronte il' vilis ac ridiculaicula videatur, tamen interlus ac propius pp contemplanti P sit admirabilis,vel 1 de homine, h q ui habitu vultuque q longe g minus prae p se ferat, ^q quam in animo claudat.Sermor simplex p ac p plebeius et humilis, ^ ut q ui semper p aurigas, g cerdones, > fullones etfabros haberetin et ore o .... At ui si q Silenum S hunc tam ridiculum explicuisses, P videlicetnumen roven i ss e potius s p quam q hominem, animum ingentem, g , sublimen ac verep halo s o Phicum omnium i rerum, e >p proo quibusqius caeteri mortales currunt navigant g sudantlitigant g be lli gera n to r contemptorem, c p iniuriis ^ omnibus superiorem P et in quem q nullumomnino ius haberet f r o un t a et usque s q adeo nihil timentem, ^ ut mortem quo q q que nulli nonformidatam contempserit P [...J.Haec nimirum est natura r rerum vere h e ne o st arum : quod q habet eximium, id in intimisrecondunt abduntque, q > quod q contemptissimum, p id prima p specie P prae p se gerunt, g ac the-sa urm u .... Demum in universo quae q maxime sunt, , ea non videntur ..388 NOTEN


Evangelicas g pa r ab ol si as primum s p aestimes corticem, quis ,q non iudicet hominis esseidiotae? Si nucemm frangas, reperies p arcanam illam ac vete divinam sapientiam Pplanequeq quiddam ipsi p Christo simillimum.' (Ed. Heinimann en Kienzle I 9 81, resp.159-160, S9 , r. 1-8; 162, r. z6-z8 r. 38-43en 3 r. 60-6 • 3> 166 r. 1 8' S 168 ^ r. , 177-180).22D.Erasmus, De on-ervaren kri hsman ofte verhandelinge van het oude s reeck-woort Dulcebellum inexpertis[...J noch het s reeck-voort : Sileni Alcebiadis of schijn J bedrieght. g Vertaeltdoor I.R. S.1. 1622, , 34 - S3 Ex. UBL I I 47 A 34 en GBR 7 22:2. Wie achter de initialenop p het titelblad schuilgaat, g^ is mij J niet bekend (vgl. g ook Bibliotheca Bel g^ ica nr. E 246.Vertalingen g verschenen verder te Amsterdam (in 16 33en tussen 1634en 165o),Kam-pen n (1644)en Utrecht (1664). 4 De in de vorige g noot geciteerde g passages p g worden in debovenstaande uitgave g uit 1622 als volgt g vertaald :` ... Sileni Alcibiadis schijnt J Y de gheleerden g een spreeck p woort geworden g te zijn J... 't welcke men sal mogen g ghebruycken, g Y ^ ofte van een dinck, , dat alhoewel het vanghedaente, g ende, ,g gelijckmen l set Y> int eerste aensien, slecht en belachelijck 1 schijnt,nochtans voor de ene g die het naerder insiet wonderbaerli'ck wonderbaerlijck is : ofte van men-s che , die met sijn l habijt ende g ghelaet veel minder vertoont , als h Y in si'n l herte beslu Yt.'Erasmus brengt g de beeldjes ter sprake p en kenmerkt de taal van Socrates. Die was :`eenvoudigh, h ghemeen g ende slecht, ^ als die altijdt 1 waghenaers, g ^ kous-lappers, vullersende ambachtslieden in de mont hadde [...]. Maer in dienh g Y desen so belachelijcken1Se il num ontfouwen hadde ^gY h soud wel eer een God bevonden ghevonde hebben als eenmes ch een gemoet g dat groot, g hooch ende recht philosophisch p p was, , een versmadervan alle dinghen, g , daer andere menschen om loopen, p ^ varen, , sweeten, , kijven 1 endevech-ten, e een overwinner van alle onghelijck, g J ende aenden welcken de fortune gantsch g nietena hadde, ende altijt J soo onversaecht, dat h y oock de loot daer een yeghelijck yg J voorschrickt , niet gheacht en heeft ... .Voorwaer dit is de aert van recht eerlijcke J dinghen, g y hebbense Y et wat uytnemende,Ydat stekense weg g end verbergen g het in het binnenste, ^ het verachtelijcste 1 vertoonensevan buten y ende bedecken alsoo als onder een slechten schorsse een kostelijcken J schat.... Ei'ndeli'ck Eijndelijck int g al gemeengen, die dingendie g het meeste wesen hebben die en wordennietesien g .. 'De mens moet zich niet laten misleiden door de buitenkant van de dingen g : `Nu heeftoock de He Yl' e g gSchrifture hare Silenus. Indien men oock de Evangelische Parabolenher a voorste schorsse waerderen wil, wie en salse niet achten van een onverstandighmensche voortgekomen 1 te zijn? Indien ghy h den neut eens opbreeckt, p voorwaer ghy gYsult vinden die verburgene g ende recht Goddelycke Y wijsheyt, 1 Y^ ende yet dat Christo aldergelijcst is.' (Resp. p34,3S^3S3^3^ 35-36; 38; en 39).23Moriae encomium id est Stultitiae laus. In : Opera omnia i v- 3 . Ed. C.H. Miller. Amsterdametc. I 979, 104,r. S7 8- SS 8 (in Opera omnia. Ed. Clericus 1 7 0 3 ,I v ,42 8. Vgl. g verdereen opmerking p g in een brief aan de theoloog g Martin Dorp p : Desiderus Erasmus, Opuse istolarum. Ed. P. S. Allen. Twaalf dln. Oxford 1906-1958, , i i 1 4, o nr. 337, r.519-521;en Enchiridion militis christiani. Zie Opera omnia. Ed. Clericus i 74,^ o v, z29. 9 bij Ook bij uma h-nistische tijdgenoten l g g van Erasmus komt Alcibiades' J vergelijking g met de silenen voor,zoals bij bi' Guillaume Budé Omnia opera `De studio litterarum recte et commode instituendo'. Ed. Basel 1 SS7, 23 3 A (ed. princ. pg 15 3 2). V 1. voor andere verwijzingen, l g o.m.in de briefwisseling g van Pico della Mirandola : Erasme, ^ Elo ^ede la olie. Ed. P. de Nol-3,7 hac en M. Rat. Paris 1 9 2 6-z 77, noot 210.389 NOTEN BIJ DE PRELIMINARIA


24 VetHiensch.. A.J. A Zesde druk. Utrecht 1979,48. 425Emblemas morales. Madrid I 6 I > o I I I nr. n. I. S Zie verder e het emotto `Meliora latent' in1 86 I,evenals 997,t•, `In suntt meliora latent q que' (Het betere zit erin verstopt) pbij J een prent P waaropr Peen meisje J een e appel vasthoudt, ^ opgenomenin NicolausTl-aure1us Emblemata h y sico- ethica. Nurnber g I S9S^ A6 . Vgl. g Emblemata 1967,23I.z6 Fran ^ ols Rabelais, Gargantua g en Pantagruel. g Vert.J.A.Sandfort. Amsterdam 180 9 , -910 . Vgl. V gtevensJ.D.P.Warners en H.C.D.de Wit, `Twee ^ fragmenten g van een nieuweRabelaisverta ^n 1' g . I n: Raster 4 (1970-1971),86- 3 18 4^ i.h.b.388-389. Zie voor deoorspronkelijke `Prolo ge de l'auteur' : F. Rabelais, ffuvres com lètes. Ed. P. Jourda.Twee dln. Paris Is 16 2 > >S I, 5 -66 Cla ss i es quGarnier . Rabelais brengt g de vijzelen de zwartepeperkorrels pee P s niet ter sprake. p Inn CEuv r es de Fran ^ois Rabelais. Ed. A. Lefranc. Vijf dln.Paris 1 9 12-1 931,6 I, 76- 7(noot o 32) 3 wordt verondersteld dat Rabelais bekend is geweestmet een van de afzonderlijke a J edities van Erasmus' Sileni Alcibiadis die tussen i SI2 en1 S^ 28 waren verschenen.e Zie ook R. C . de Charité, C `Lecteurs et lectures dans le prologue P gdu " Gar gantua ".' In : Rabelais s en son demi-millénaire. Ed. J. Céard en J.-C. Margolin. gGene Genève e 189 8^' 285-29z Travaux d'humanisme et renaissance, ^ 22 5 S ).Ook Derck Peeters z Perse s zou in zijn J Bellerophon o lust tot Iv y she y d. Amsterdam 1669,89 nr. n 5 (noggniet t in de ed. princ. uit 161 4 verwijzen naar Socrates ` ... het s p reec k-woont Sileni it Alcibiadis, a 't welck sekere dooskens waren die van buten Y een leelijckevertoonden, maer van binnen wasser een verwonderinge g van GodlijckheydtJ Yin verborgen. g Socratess was leelijck, l^ maer van binnen was een doorluchtige g Ziele.'27Ed.Lon Lyon S I S I A i 6. 9 Vgl. ggEmblemata 1967,1794-1795. In de renaissance gaat demeestaandacht meeste uit naar Proteus' voorspellende P kracht (tevens als beeld voor de dich-ter die vrij 1 is in het kiezen van zijn l onderwerpen).28 Zie ^e Opera omnia I I- S . Ed. Heinimann en Kienzle i 981 200, nr. 2217(in Opera omnia.Ed. Clericus 1703,II II, $ . Erasmus maakt overigens g een toespeling P g op P Vergilius, gGeorgica, g I v >37 387 ev. De naam Proteus was reeds in 16 I S als boektitel gebruikt g doorCats'achternee ' achterneef Adriaen d Hoffer, één van de drempeldichters p (vgl. g 8.2). In een briefvan 20 oktober b 1621 bedankte Cats hem voor de toezending g van de tweede druk vanzijn J Proteus, ^ sive disticha s y non y ma (aldus Meertens i 943 ^ 37 I ^ noot 7). 729 Ed. d Hannover 161 9^ , in de Franse bewerking g : ed. Paris 1627^865-871 boekVIII, I I ix). De kernr nv van Comes' lemma, aan het slot, vat Bartlett Giametti als volgtsamen (p. 47 z : `The ethical life underlies the civic life, , [...] Comes transmits the essen-tIa 1 s of o the r e humanistic s wisdom drawn from the ancients. And Proteus, , the man whosefriendship, h' Pp > prudence, civic sense are figured g by Y his ability Y to adapt p to the demandsof life and the needsn ed sof man, is the symbol Y for it all.'Karel 1 van Mander parafraseerde p Homerus in zijn Uitle ^ hin gh op den MetamorphosisPub.Ovidii Nasonis. N Amsterdam 1604,fol. 16v-18r en dichtte: `Eerli'ck J ^ voorsichtigh, gwijs, J^ vol wi J she Y t heel 1 en a al, Die D e alles a s weet wat is, wat was > oft werden sal'. Verdergebruikte g hij Jp1 precies dezelfde omschrijvingenv als gn en Comes s door te vermelden dat Proteusethisch s correct handelen 1 konsymboliseren; ook volde volgde hij hij Comes door deze gedachte gte verbinden aan het antieke dictum 'Geen` dingh g te veel', een proclamatie p van dematigheid en middelmaat (moderatio en mediocritas).30 Zie hierover in het bijzonder: De Lubac 1959-1964. Verder ook : Katzenellenbogen gI 9399S The e hieroglyphics o Hora olio. Ed. Boas ^ I o 3S> J. Seznec, The survival o the pagang390 NOTEN


gods. Themythological tradition and its place in renaissance humanism and art. Ed. Princeton1 972 ^ 84 - 1 2I en n 223 -224 (Bollingen g series, ^3 8 ;,R. Tuve, ^ Allegorical g imagery. ^y e Some medievalbooks and theirosterit y . Princeton 19^ 66 i.h.b. 21 9-240; en De Jongh g9 1 9 6 7 ,1 . OverErasmus' welwillende houding g tegenover de allegorische g exegese van de bijbel: ^ Nolde1 964, 9 4^ 90-99•3'Vgl. g Miedema I 973> II > 06- 3 37> 0 en noot 82; Sluiter 1 9 I 86 ^3 02- 3 30 en 310- 3 12;even-als Spies P 99 I 1-I ^bijbelsei.h.b. 2 3 1-2 3 2. Een overzicht van literatuur over exegese,typologie en allegorie g is te vinden in : Rivers I1979.32 Zie hierover : De Vries 1899^ I • Praz 1 964,6 9^ 3 -6 5 ; Klein 1970; ^ Nolde 16 9 4^ 38- 39^•Russell 1 9 8 5 ,8- 3 8-39 en 1 90-191; Young 1 9 88,2- 3.33 In de ed. Opera omnia, III. Stuttgart g i 98o X479 n. 7qu6 arI : `Manifestatio autem velexpressio p alicuius veritatis P potest fieri de aliquo q rebus et verbis; ^ in quantum q scilicetverba significant g res, ^ et una res potest p esse figura g alterius. Auctor autem rerum nonsolumotest p verba accomodare ad aliquid q significandum, g ^ sed etiam res potest P dispo-pnere in figuram g alterius. Et secumdum hoc in sacra scriptura p manifestatur veritas du pli-citer. Uno modo secundumuod q res significantur g per p verba : et in hoc consistit sensuslitteralis. Alio modo secundumuod q res sunt figurae g aliarum rerum : et in hoc consistitsensus spiritualis. p Et sic sacrae scripturae P lures sensus competunt p [...]. Non est propter p pdefectum autoritatis, ^q quod ex sensu spirituali P non potest p trahi efficax argumentum, g sedex ipsa P natura similitudinis, ^ in qua q fundatur spiritualis p sensus. Una enim res pluribuspsimilis esseotest p • ^ unde non potest P ab illa, ^q wando in scriptura p sacra proponitur, P p , pro-cedi ad aliquam q illarum determinate; ^ sed est fallacia consequentis. q Verbi gratia, g leoPP ro ter aliquam q similitudinem si gnificat christum et diabolum.'34Ed. Antwerpen p I S 79, * 2v- 3r : `De fabularum autem ac similitudinum (res enimprope roe eadem est) dignitate g nulla est controversie controversia, quando ipse p mediator Dei & homi-num > Deus & homo Christus, protervam >p Iudaeeorum pervicaciam, p ^ gentilium g P er fi -diara vulgi g stupiditatem P Pharisaeorum fastum ac contumaciam contuderit,erfre perfregerit erftdocueritarabolis p & exem lis.' p De opmerking p over g de antieke filosofen staatopp 4 r . Vgl. g voor deze tekstplaats p ook Geirnaert en Smith 99 I 2 i.h.b. 26.35Vert. Van de Laar 1 97 8, 147 . Ook aangehaald door Montaigne, Essais, II I v. Ed.9747 g g >Ville 1 97 8, II 84 3 . Vgl. Bartels I 2 67.Y97> 43 g 99736 Alleen de van de Nederlandse tekst afwijkende llverwijzingen en toespelingen zi nhier geannoteerd; de lezer raad pg le e dus voor overige g annotaties de Nederlandse Voor-reden. Parallelleassa p es g in de Latijnseen Nederlandse voorrede zijn l :r. I Si in lusu - r. 13qquam sit lectumr. I Indienh gy in - r. 1 4denckt, 4 ^alsmen siet1 4At 4 mirabitur fortassis - 16 sacris meditationibus coniunxisseDan Y yemant sal - 37 ende stichtelijcken l bedenckingengen18 Cui obiectioni ut - 26 in manus incidissent8 Dese te enwor in e sal 48 handt ghevallen wesende3 g Pg 4 g26 (ac iduidem q - o 3 ibi depictum p videre488 hebben, ^ door oversien - 5 2 voegen g geopentent hebbende39I NOTEN BIJ DE PRELIMINARIA


33 Quo p r 1 st ini affectus- a 3 6 quam q sacras, transfunderemSS Desen onvermindert (midts- 677behoort o te klimmen37 Videbar enim isto - 43 primo libello damus199 Des menschen leven - z 11 in't eerste stucko mihi 59 aliisque, 9 Ppersuadeam - in toto mancipeturp65 ende alsoo mijn l - 75 l onckhe Y t is geweest geve nal s: 81 niet meer naer - 8 z is te leven6o m Cum vero iuventutis - 8o quis q non fateatur?8 3Dan 3 n alsoo s de - 126 mochten gewaer g werden86 Librum hunc eam - 899rudi satis indicavi162 Waer toe oock - 164 4 van connen gheveno 4 Res ipsa p loquitur 9 - 11 3 Evangelica g saepe p videmusz 2 95Men ondervent ondervint, God - 308 Luc. 7. 32) 3i 34 Iam desinam - 136 aculeo, ^ for p ere incipient p3 o Nu wel aen - 16 3 uwe verdwaelde sinnenCats is s in n het Latijn 1 n veel beknopter p en hij spreekt hier nadrukkelijker in de ik-vorm.Verderat laat hij hi1 het lange ge<strong>deel</strong>te g over de inzetteno p de titelprenten p en de vele bijbel-1verwijzingeng^ achterwege, en last hij 1 aan het einde de anekdote over Demosthenes in.Nog afgezienf v vand de taal heeft hij hij voor het `Ad lectorem' duidelijkeen lezer voor ogengehad die hij intellectueel hoger g inschatte `Ernsti ge mannen begrijpen door de titel dathet etnetb niet bij 1llichtzinnigheden blijft' . De klassieke citaten en verwijzingen l g komen in deNederlandse voorrede niet voor.37 Dit kan zowel betrekking g hebben op p het boek zelf (een papieren pp kind) als oopCupido, het kind van Venus. De minnegod g stond prominent p afgebeeld g op Pde eerstetitelprent van de ed. 1618 (zie afb.1 en hij 1 neemt een centrale plaats p in op p de prentpvoorafgaand g aan Proteus.38 De sirenen, bewoonsters van een rotsact h i g eiland, e^ betoverden met hun gezang g g deDe meest bekende voorstelling van de sirenen gaf g Homerus in zijn^nOd yssee.39 Vergilius, Aeneis I v 23 . Cats heeft Agnovi, ^ ^ Vergilius g `a d gnosco'. Het citaat werd,evenals p het hierop volgende, g^ aangehaald g door Montaigne, g^ Essais 111 ^ v. Ed. Villeyy1 97> 8, II, 848. Vgl. g de volgende g noot.4° Seneca,Epistulae moralen L I I I V I I I. Vert. Verhoeven 91 ^ 8031 8. De regel g voorafgaand aan de sententie, iss g gebaseerd op wat Seneca een zin eerder zeg zet: ` uare vitiasua ne confitetur? Quia etiam nunc in illis est' (Waarom geeft g niemand zijn foutentoe? Omdat hij nog altijd g a daarin t 1g d ondergedompeld is . Montai ne af ghet citaat, evenalshet vorige, g^ e in zijn Essais, I II v. Zie ed. Villey Y97^45 1978, II 84 5 . Vgl. g de vorige g noot.4' 1 Petrus: z. 442 De 1 one g g Adonis dos werd d bemind door Venus. Tijdens de jacht werd hij lgedooddoor een ever, die Mars uit jaloeziep op hem had losgelaten. g Na zijn dood verblijft hij392 NOTEN


de ene helft van het jaar 1 in de onderwereld, de andere helft t bij 1Venus. Zie voor dit'favoriete liefdespaar' p ' in de zeventiende eeuw Sluijter 1 i 986 ^ m.n. hoofdstuk 3. 343 Prius ... la guore . Lucretius, De , rerum 937 natura, 193 - 8. De passage p g van Cats gaat gterug gp ruimer ge<strong>deel</strong>te g op dan hij 1 hier letterlijk eenJciteert. In zijn apologie voor hetgedichtg edlcht zegt Lucretius namelijk a 1 (i, 93 5-941):` ... Want juist 1 zoals artsenkindren afschuwlijke 1 absint trachten in te doen nemen maar eerst nogde rand van de e beker e bestrijkenmet vloeibare honing,en b 1 and dat diejeugdige leeftijd J die tot aan de lippendaarop p niet e voorbereid is, wordt bedrogen g n en 't bittere mengsel go p s lik t maar door dat bedrog g toch ook niet wordt bena<strong>deel</strong>d, , doch veeleerdoor die methode herstelte en weder ggezond wordt .. 'Vert. Timmerman 1984,6z. Ook Plinius, 49Naturalis historia, xxv 11 xxv111 ver-J meldde een der gell ke aanwending g Alll Ppueris folia o la in n fico c sicca, ut amaritudinem fal-lerent ' (Sommigen g hebben voor kinderen de bladeren door een gedroogde g g vijggehaald, zodat ze de bittere smaak niet zouden proeven). p44g In 'Liefdes vosse _ ve 1 . Proef-steen op het trou-geval van Faes en Alette', ^ nog g nietopgenomen in de T rou ran g h uit 16 37^ maar voor het eerst in Alle de wercken. Amster-daQ 165 8 11 buiten de d si g nerin g^ tussen de pagina's p g^ 1 9 2-1• 93hier : A a- Q 5 Aa 5Vv1komt een overeenkomstige g verwijzingvoor. 1 Alleen is er geen g sprake p van een spons pmaar van een satijnen doekje: JIc k heb in seker boeck k met aendacht h eens gelesen, gHoe dat eenoet g bedroch een vr ster Y heeft genesen: gS Y was een n eenigh g kint oock van een grooten g Vorst,Enhadeen dick geswelontrent haer teere borst.Maerniemandt mochthet seermet handt of vinger raken,ae niemant mocht h haer borstin geen een <strong>deel</strong> genaken.Een Doctor van de Prins i die d e qquam m met e blijden l schijn, lEn bracht haer voor het oogh g een la • pJ en van Satijn; 1se Y d ' h Y soetemaecht, dat sal uw P pijngenesen,1 gMach slecht lees sachte stof ontrent u boesem wesen.Y Want in haer schoone verw daer schuylt een grooter kracht,Als niemant van de kunst voor desen heeft bedacht,De Helelees • Freule] . e langh g g gevleyt, Y^ die wou de kuer gehengen, eken enEn liethet e sacht satijn ontrent haer boesem brengen;, gMaer daer in schuyld' yeen vliem, en eert de Freule weet,Soo was 't dat Doctor Kloeck haer in den boesem sneet; •Da er schreeut de soete maeght g met al haer gantsch g vermogen, g,En seyde Yboven dat de Doctor hadgelogen:Maer na een oogenblickg g gaf Ys den meester danck,En dat niet voor een reyss maer al haer leven lanck.Citaat opp [(Q5) A a S r . Een illustratie e brengt b gbovendien de list van de dokter in beeld.De herkomst van het e verhaal aas is eniet teruggevonden,a maar het zou voor kunnen komenIn een van de bronnend die e Cats gebruikte gu voor zijn Trou-rin ^ h (vgl. g Worp P 1897).393NOTEN BIJ DE PRELIMINARIA


Omdat het eige<strong>nl</strong>ijke g J verhaal een te bekende, ware, > gebeurtenis g bevatte en er aan-stoot aan zou kunnen wordenenomen g hield ^ Cats het tot 16 85 achter. De uitgever g JanJacobsz Schipper pP merkte boven het verhaal op p `cl atter g goet in is mach na g evol ghtwer-den het andere dient daerelaten' g (Ibid. Q Aa . Hierover Smilde 93 I 8 ^ 246 en 2 S2.Het verhaal is tevens opgenomen Pg g in de bloemlezing van Van Es 162-2 9 ^ 93-I 18 i.h.b.I 1 5 -116.Montaigne g besprak p hoe men kinderen afleidde wanneer men ze met een lanceteen sneetje 1 wilde toebrengen g (Essais, i i I I v. Ed. Villey Y 97 18 > i I 833).4' Cats doelt hier op de beide, devies-achtige, inzetten in de benedenhoeken, die hijkennelijk ook als emblemen beschouwde. In tegenstelling g g tot het Nederlands laat hijnu een uitleg g achterwege. g Zie voor een interpretatie P van de titel, ^ de annotatie bij 1hetNederlandseroza p ^ r. 16 3.46 Waarschij<strong>nl</strong>ijk heeft de zetter zich hier vergist g en heeft hij J een zins<strong>deel</strong> ten onrechteherhaald. Omdat de zin nu een ongrammaticale gconstructie bevat, en omdat in het `Adlectorem' in de ed. 1618 het zins<strong>deel</strong> quam summo habitu in oculos intuenti evenmin wasopgenomen, ^ is hier ingegrepen in de tekst.47 Cats kent dus naast een `versierende' ook een verklarende functie aan de citaten toe.Het meren<strong>deel</strong> van de bloemrijke citaten blijkt afkomstig te zijn uit Josephus Lan ius'bloemrijke blijkt g zijn P gPol anthea (zie hierover de hoofdstukken 2.4.6 en 2. 5 .2. 4).y 448 Vgl. gg1.OvidiuS Metamor bosera x, 2 5 2: 'Ars adeo latet arte sua' (Zozeer gaat kunst i ' neigen kunde schuil).Vgl. g Handelingen, g^ 17 7: 28 ^ `Want in Hem leven wij, 1^ en bewegen g ons, ^ en zijnwij;1^gelijk Blijk ook enigen g van uw dichters gezegd g g hebben : Want zij zijn ook Zijn geslacht.' gMeer dan eens worden in de Sinne- en minnebeelden christelijke l en heidense noties naastelkaarebruikt. g0 Cats kan dit verhaal uit verschillende bronnen hebbenekend g : uit Plutarchus, diehet opnam p in zijn Moralia `Vitae decem oratorum, vIII. Demosthenes'), ^48 A-B LcLIo- 434 43S> • vgl. g PRE VI 646),en verder e uit twee plaatsen p bij ^ Erasmus s: Ecclesiastes libriI-II (ook wel aangeduid g met De ratione concionandi), ^ i . Zie : Opera omnia v- 4. Ed. J. Cho-marat. Amsterdam etc. 1 99 1, 2 7 6-277 ,r. 642-650 (in Opera ^ omnia. Ed. Clericus > 1 704,v860 ' en de Adagia `De asini umbra' I III LII. Zie: Collected works of Erasmus. Adag es Ii to Ivroo. Ed. M. Mann Philips p en R.A.B. Mynors. Y Toronto etc. 19^ 82 278-280met bronvermeldingen g (in Opera omnia. Ed. Clericus 1703,I I 1 3 2-1 33). Met dank aanJ. Trapman P te 's-Gravenhage. e.heeft blijkbaar enkele tekstdelen uit het adagium g met elkaar gecombineerd gtoteen nieuwgeheel, g ^ waardoor tevens een ge<strong>deel</strong>te g uit het verhaal bij Plutarchus (datErasmus in het Latijn gaf), g ^ opgenomen. Vgl. g verer verderWillemBaudartius, em A oh-the gm ata. Leiden 163> 2 II, 263-264; evenals de verwerking g van Vondel in D en guldengwint kel. Amsterdam 161 3 , 6 i nr. L V I i (hij 1 liet echter Empedocles P als spreker p optreden).' Cats zinspeelt p hier op p het vruchtgebruik g binnen het zakenrecht, zoals dat te vindenis bij ^ Justinianus I I ^4^p r.. Dit wordt aldus gedefinieerd g : `Het is een zakelijk rechtP de goederen g van een ander persoon, P waardoor ^ aan de titularis voor een bepaalde ptijd J of tot aan zijn dood het recht werd toegekend g om van de zaken het gebruik g en hetgenotte hebben, ^ maar zonder daarover te mogen g beschikken of aan de substantie teraken. Usus fructus estjus J alienis rebus utendi ruendi salva rerum substantia. Toepassing P g : deeconomische bestemming gbijvoorbeeldwijzigen: een landbouwgrond g tot park P maken394 NOTEN


.., ,Hetgebruiksrechts was beperkter p dan het vruchtgebruik, g ^ in die zin dat het genots-recht h (jus fruendi) ontbr ak en het gebruiksrecht gzelf minder uitgebreid g was, bij)voor-beeld hij konk zijn n recht aan niemand anders verkopen p, verhuren of gratis afstaan II1 o . Toch werd in de keizertijd Ie eeuw n. Chr.) een zeker vruchtgenot g toegestaan,bijvoorbeeld g gasten herbergen, g bloemen uit de tuin plukken, p ^ hout voor dagelijks g 1g gebruik nemen.' In : R. Derine, ^ Schets van het romeins privaatrecht. Uitwendige ^ en inwendige ^g geschiedenis. Antwerpen p3 1982, 282,nr. 1 o en 285,nr, 318.52 De woordspeling p g verba-verbera komt vaker voor, zoals bijvoorbeeld in Seneca, , Deconstantia sapientis, v, i . Vgl. ook A.D. Leeman en A.C. Braet, Klassieke retorica. Haarinhoud, functie en betekenis. Groningen g 1 9 8 7 ,I 12.S 3 Met andere woorden : lees hetehele g werk, ^ zoals ook de slotregel g van de opdracht paan de t jonkvrouwen luidt `Gh y dan of leestet niet, ^ of leestet al te mael'. Vgl. g in ver -band met de beeldspraak P ook Balavoine 99 1 ^ 2 12 over de Alciato-uitgever g Roville: `U<strong>nl</strong>ivre estour p lui comme un être vivant, un 'corps' p ui q ne doft pas p être démembré'.Is c. Maiores de Baptis. een afkorting g van `De oudere catechismussen over de doop p' ?Cats, die spreekt p over een regel g (hunc canonem) zo u hier namelijk ) een toespeling p g kunnenmaken op p een p passage g over de doop p in de catechismus. Onder 'Quintus ba pti smi effec -tus Christo capiti p connexio' (Het vijfde effect van de doop pis de verbintenis met hethoofd, Christus) staat in de Catechismus romanus (1566): 'Jam vero per p Baptismum, petiam Christo capiti p tanquam 9 membra copulamur p & connectimur. Quemadmodum i gi-tur a capite P vis manat, ^ qua q singulae g corporis p partes p ad proprias p p functiones apte P exe-quendas moventur : ita etiam ex Christi Domini p plenitudine in omnes, ^qui iustificantur,divinai in virtus & gratia g diffunditur, quae ^q nos ad omnia Christianae pietatis P officia habilesr edd i t.' Ed. Leuven 1678, 7^ S 18. In vertaling g : `Verder worden wij door de doop p tevensmet Christus > het hoofd, als ledematen verenigd g en verbonden. Zoals een kracht vanhet hoofd afstroomt waardoor de afzonderlike j onderdelen van het lichaam ertoeg ebracht worden hun ei g en functie goed uit te voeren worden ook uit de volheid vanChristus onze Heer over allen die gerechtvaardigd g g worden de goddelijke g ) kracht eng genade uitgestort, g ^ die ons tot elke taak van christelijke liefde geschikt g maken.' Hiernavol g en verwijzingen 1 g naar o.m. Bernardus en Augustinus. g Met dank aan P.C.A. vanPutte te Voorburg. gBernardus schreef in zijn In nativitate sancti Ioannis Baptistae, ^ II onder aanhaling g vanMattheus 24:28, 4 ^ `Nec tamen ubi caput, p sed UBICUMQUE FUERIT CORPUS, IBI I CON -GREGABUNTUR ET AQUILAE, Q ^ licet non p ossit caput p a corpore p separari' p (Niet waar hethoofd maar overal waar het lichaam is, daar zullen zich ook de arenden verzamelen,hoewel het hoofd niet van het lichaam is te scheiden). Zie : Opera v. Ed. Leclercq q enRochais 1968, 9^ T 77 ^ 9 r. -To. En Augustinus g merkte in zijn In Johannis evangelium g tractatusCX II' xxI o : `Demonstrat enim caput ut membra videant, et docet caput ut> >9 p p ^ p mem-bra discant, unus tamen homo caput p et membra. Noluit se se parare, p ^ sed dignatus g estad g lutinari' (Want het hoofd toont, ^ opdat p de leden zien, ^ het hoofd onderwijst, 1 ^ opdatpde leden leren : toch is de mens één, hoofd en leden. Hij = Christus] wilde zich nietafscheiden, maar verwaardi gde zich ertoe zich sterk aan ons te binden). Ed. D.R. Willems.Turnhout 1954, 7 ^ gr. 16-18 (cc xxxvl . De gedachte kan tevens verbonden^ worden met Romeinen 12: 5 ; I Corinthiër s 12:1 2 en 27^ evenals Efeziërs S : 3 o.Caput p I I I van de decretalen van Gre g orius I x be gint met `Maiores' maar in liber I I IxLII onder `De Ba ptismo et eius effectu' komt de regel niet voor. Zie Corpus iuris canonici.Pars secunda Decretalium collectiones. Ed. A. Friedberg. g Leipzig p g 1 881 ^ 644-646.395 NOTEN BIJ DE PRELIMINARIA


Een en andere andes mogelijkheidi Cats datt het citaa citaatvanuit een verzamelingva aan Catotoegeschrevene disticha h eft ov e r g enom n. e Vgl. g in n dit verband a tweeversregels evers egin deEthica Ludul bi een middeleeuwse Cato-navolging gg met praktische p wenken voor hetleven :Non debet a capite P membrum discrepareq swum desideret esse singulare. gEen ledemaat moetassen bij de koppanders verlangt g het weer op p zichzelf te zijn.uit : R. Pei per ^ `Beitra e g zur lateinischen Cato-Literatur.' In : Zeitschrift iirdeutsche Philolo ^ ie S 1874 ^ 16 S -186 ^ i.h.b. 17^8 r. 20 S -206. Vgl. g tevens Walther 3^ 242nr. 1 7462. De hier door Cats geciteerde g regel g staat nogmaals g oner onder embleem xxx -VIII.B. 4.b.S4 Vgl. g ook het lofdicht 'Op `0 de wercken van M.H. Jacob Cats' dat Jacob Reviusschreef:De Seeusche rondicheyt, Y> o Cats, die ghyh verheffetDie hebdy Y in u werck opt p cierlijckste l getreffet. gHet ronde effen is en sonder hoeck of cant,U verse<strong>nl</strong>ad' g en gaaf g u vliegen g vande hant.Het ronde t'ruymste Y is van alle omme-trecken,U versen in begrijp g 1P opt wijtst witste haer wtstrecken.• rond' is sonderend' Y gesloten g over alDen roem van uweneest g geen g Y nemen sal.Soo het aertsche rond' sal blijven b on eroeret,lang' g het hemels rond' sijn 1 lichten ommevoeretSal u end' uedicht g ter eeren sin 1 g ese Yt :O Cats, ^ gh hebt Y getreft g de Seeusche rondfiche rondicheyt t.Over- sselsche sangen en dichten. Deventer 16 0 2 0.y g 3^ 9s s Zie over de droom als literaire creatie o.m. A.H.M. Kessels, Studies on the dream in7 Greek literature. ^ Diss. Tweede druk. Utrecht 1 97 8, i.h.b. 1-24> • M. Weidhorn, > Dreamsin seventeenth-centuryyEnglish ^ literature. 's-Gravenhage g etc. 197 o ^ i.h.b.S3^• L. Strengholt, g`Dromen in Vondels drama's.' In : Verslaggvan het zevende ^ colloquium q van docenten in de neer-landistiek aan buite<strong>nl</strong>andse universiteiten ... 27-31 augustusg 979 I . 's-Gravenha g ge 19^ 80 2-S40, i.h.b. 2 7 ; en M.A. Schenkeveld-van der Dussen, `Hooft onthoofd.' In: De nieuwetaalgids 84 1 1 81- i.h.b. 8 .g 4 99 ^ 4 494 4 S56 Dezelfde if e thematiekverbeeldverwoordd inde uit 160 daterende prentpAfbeelgcan h van't Nederlants Bestandt', s e mogelijk ^ g l door Claes Jansz Visscher. Zie: De Jongg1 9 80, 2 5 , afb.4 41. Er is o.a. op p te zien hoe Mars van zijn ^ wolvenwagen g overstapt P in dedoor duiven voortgetrokken t g koets e van Venus. Onder de voorstellingg staat een verkla-rend bijschrift van P.C. Hooft, met daarin o.m. :lDen Wa en h ee re Mars ... is 't s al te lange g spel p begonnen g te vervelen:En 't lust s hem langer g bet' met Venus wat te spelen; p ,Dies h Y sich voegen, g ^ voor een nachje, lig gaet by Yhaer.O Krijghsliê l g ldat's voor u een nacht van twalef jaer.396 NOTEN


60r : Outheyt OutkeytVgl. 1, Gedichten van P.C. Hooft. Ed. F.A. Stoett, Twee den. Amsterdam 18 99 -1 9 00 1 > 81-85, S^ 65 enó-2. 9757 Resp. A 2r - B I v en pagina pg S4 54-59. S9 . Vgl. g Meertens 11943, 217-218 en 2 9o-291; evenalsPorteman 198 3^ 40 So de die tevens de tekst van H e in sius' `Aen de Ionckvrouwen vanHollandt ' afdrukt, g gevolgdoor gdVae<strong>nl</strong>us ' C` u ido tot de ieught' g uit de ed. Antwerpen1608 . 2r • 4 r (Ibid., ^ 210-216)Ịn 6 , sommigeedities g als `Cu idon p a la ieunesse' met deItaliaanse p pendant Cu p Idlne alla gioventu'. g Zie ook Porteman 1 9 81-1 9Vondels82.o p dracht gedacht ` Rende Ionck-vrouwen vant Nederlandt' (later onder de titel `RendeIonck - vrouwen van Vrieslandt ende Overyssel')wasY 1' inmiddels verschenen in de liedbundelDen nieuwen lust ho I 6 o 7 . Zie e hierover Keersmaekers 918 S^ _ 4- 9 1. In 1621o pende J. Starter zl zijnn Friesche lust ho met een uitvoerig gg gedicht `Tot de iong-frouwengvan a Friesland' en vier jaar 1 later droeg g Zacharias a Hens Y zijn Deuchden-schole ofte S ie ^helderjonge-dochteren o paan de ` Over-ysselsche Y maegden'. g Vgl. g Meeus 99 1 0 i ^ i 295-296. 758 Over de culturele verhouding gg Zeeland-Holland : Stren holt 1 99 8 en Van Vaeck1 994^ 17-18. - 18. Zie verder ook de d r e m pel i d hten c van Peutemans en Hobius.59 De brief van De Groot wordt aangehaald in Meertens 9S I o ^ I 7 . Over het gebruik gvan dit type Yp boekjes 1 alsgeschenkboekje: Porteman 198 3,7 en 25,waar ook deze regelsvan Brede r o worden w aangehaald. Zie voor de jonge 1 g lezeressen in de zeventiende eeuw:G.A. Bredero, Boertigh, g ^ amoureus en aendachtigh aggroot lied-boek. De melodieën van Bredero' s liederen. Ed. F.H. Matter. 's-Gravenhag ge 1 979> 16-21 • Porteman 91 3^ 8 40-50;en 4 S• 0G r o0 tes 1 9 8 7 . studies geven gg enkele redenen voor gde gretige afname onder diton gP e 1 publiek :• on eren g zijn l nu eenmaal 'chronisch verliefd' ze hebben meer vrije J tijddan ouderen, ze zijn gevoeliger g g er voor mooie dingen g n en voor nieuwe stromingen g in deliteratuur, en ze krijgen l g in de beginnende welvaartsstaat steeds meer ggeld tot hunbeschikking. gsomt een reeks k(geïllustreerde)liedboekjes e u liedboekjes op p die expliciet p zijngerichtt tot de 'eerbare on ^ g he jeught', ^ g,' zoals s voorin Den nieuwen lust-hof (Amsterdam1602.Tekstingree p Y Yt6I Middelbur g1618X43 r - v. Wanneer de spellings- s Pg s en interpunctieverschillen pbuitenbeschouwing gg worden gelaten, z zijn, 1 ^ behalve a e het afwijkende l slot, ^ de overige variantentussen de tekst s in 1618-2 ten opzichte p van 1618-1) :22 vol ar g en list ^ en alderhande vol van bedrogh, g^vol alderhande2 3om onse smart dan om ons smart24Ach! 4 Och!33 voor rappe Pp^ maets vermaert, en dapper eens op Peen tijt 1 vermaert, ^ voor dapper62 u Zeeuwen uw' ZeeuwenI I2 dit dertel wicht dat vinnich dinck6'2 V g 1. Erasmus die sprak P over `Al clatus noster'. Aangehaald g in Nolde 94^7 1 67 2,noot 8.Smilde 1938, 122-I2 .93 ^ 36'4 De Italiaan Andrea d a Alciato werd beschouwd als de ' wrist 1' onder de humanisten. Lie:G runber g Dro e g loo f afire Andreas Alc'atus Alciatus 41 z 2-I I fo Jurist, Humanist, , Emblema-taker. Tent. cat. Bonn 1992. Themes is de Griekse godin g van recht en wettelijkheid.397BIJ DE PRELIMINARIA


65Vgl. g Clements I 96 o ^ 43 e n18;Przl S ^ a 19 64^ 26 -12' 7^ evenalss Went zl aff - E ggebertI 975 32-333 33 waar het gedicht g van Heinsius s wordt aangehaald. g66 Zie voor de schatplichtigheid van Cats aan Heinsius in de gedichten g 'Kinder-spa' Pen 'Harders-clachte' uit 1618 (de herdersklacht bevat toespelingen op o Heinsius'gedicht g `Pastorael' ^ evenals voor navolging gg van Heinsius' Lo sanck van Christus:W.A.P. Smit, `Heteestelick g houwelick van Jacob Cats.' In : D e nieuwe taalgidsg 37(1943) 3 105-112, i.h.b. II0-II2. gOok kende Cats de bewerkingen die Heinsius maaktevan Theocritus. Over deze navolgingen eveneens Strengholt g 1 998 9 en Schenkeveld-vander Dussen 1 9 81. Of de overeenkomsten g en ontleningen in Silenus voor het Latijn, J,voor het Nederlands, of voor beide opgaan, ^ zal nader onderzoek uit moeten wijzen.voor Heinsius (en Cats) o.m.: Meertens 1 943 3 , Meertens 95 I o ^ 32- 33^'Becker-Cantarino 19 7 8; De la Fontaine Verwey Y 1973en 3 i 979 ^ ' M. Spies, p 'Vondel tussenVan Manden Heinsius en Hooft.' In: S ektator I(1 7 9 8 7 -1 9 88),28- 4^ 2' en B. Becker-Cantarino`Das Literatur p ro g ramm des Daniel Heinsius in der jun l g en Republikpder Vereinigten gNiederlande.' In : Nation and Literatur im Europa der Fri ./hen Neueit.Akten des I. Internationalen Osnabrucker Kongresses g zur Kulturgeschichte gder Fru-hen Neuzeit. Ed. K. Garber. Tubin g 9 en 9^ 18 S95 595 -626. Vgl. g verder Ten Berge g 97 I 6i.h.b. 11 3 ; en Ten Berge g 1 979> 44-5 0 en 67.67 Suada is deodin van de overreding.gg68De Griekse zanger en dichter Orpheus, zoon van Apollo en Calliope, speelde zogP ^ P p^ pPprachtig gpl op zijn lier dat niet alleen de mensen, maar ook de wilde dieren en de onbe-zielde natuur erdooreroerd raakten. De tweede vergelijking betreft de citerspelerg g J g pAnion. Toen hij o zee door matrozen -met de dood werd bedreigd en hem werd toe ge-ggstaan nog een laatste lied te zing, wist te ontkomen door aan het eind van het liedgg^ hijin zee te springen. Een dolfijn nam hem op P zijn rug gen redde hem.69 Tritogeneia g is een oud en duister epitheton p van de godin g Pallas Athene, ^godin van dewijsheid 1 en beschermster van de kunsten. Al in de oudheid heeft men er verschillendebetekenissen aan verbonden zoals b : 1 'bij e b de beek tu tritongeborene', t het hoofd ` i h h f e g b-orene' en `als derde kindeborene' (na Apollo en Artemis). Zie : ^r'DO 16.g p37° Catus vormt een woordspeling met de naam Cats. Vgl. ook r. 28 in combinatie metp ggr. 34.7' Publius Ovidius Naso, dichter van o.m. de Ars amatoria en Remedia amoris. Vgl. ook gr. 34.72 Van de Romeinse dichter Catullus zijn onder de benanimg g Carmina meer danhon-derd lyrische, Y ^ voornamelijk 1 amoureuze, gedichten overgeleverd.^b g73 Quintus Horatius Flaccus. Hoffer doelt op Horatius' mening over het vermengenpg gvan het nuttige met het aangename in de dichtkunst utile-dulci' vgl. de 'Opdracht', r.g g ^ g pI I - I3^ evenals op p de gewetensvolle g s criticus; respectievelijk beschreven in Ars poetica,343 en 445-449.74 Een toespeling op de pastorale passages in Theocritus' Idyllen. Daniel Heinsius hadp g P P p gydeze idyllen Y3(samen met de epigrammen)in 16o uitgegeven.75 De stad Paphus, P i op de westkust van Cyprus, is gewijd aan Venus. had er eenpYp v g l Zijtempel P en droeg g daarom de bijnaam p Paphia. Vgl. g ook r. 26 waar Hoffer refereert aande Griekse liefdesdichters.398 NOTEN


76 De Pierideszijn 1 de negen g dochters van Pieros, ^ koning g van Emanthia, die hen denamen van de Muzenaf g (zie o.a. PRE, Su 1. v i i i, - 6 en Emblemata 1 9 6 7,181 .^ pp ^ 49 S 49777 Of: Wees dankbaar om ... Cats wordt hier vergelekengmet Phoenix, ^p opvoeder enraadsman van Achilles aan het hof van Peleus. Vgl. g ii-Do 22 S8.78 Wederom een woordspeling,nu Castius en Cat^ ^ rus ^ vgl.gr. 28 ^ • verder ook r. 8 tegen-gover io.79 Of: `de Matthiaak (Zeeuw)'. Er is één aanwijzing l gdat Cats zelf als Mattiacus naarbuiten trad, namelijk op de titelpagina van Dis utatio de actionibus pp(Disputatie oververbintenissen),deegubliceerdepopenbare p verdediging g g die hij op p i I april pI S9 8 om 9uur in deehoorzaalgvan de juristen l te Leiden had gehouden. g Daar noemde hijzich`Iacobus Felinus Brouwerhavius Mattiacus' (UBL 236 A3 8 . Een dergelijketoevoeging ggkwam in humanistische kringengvaker voor. Vgl. g ook Bronnen tot de geschiedenis gder LLe-sche Universiteit. Ed. P.C. Molhuysen. Y Eerste <strong>deel</strong>: i 574 - 7 febr. 161 o. 's-GravenhagegI I 469 RGP9349 2o).Breugelmansg1 977> 216 • afb. 3 en 21 9(noot 40) 4 vertaalde Mattiacus als `Zeeuw' enStrengholtg`Matthiacos nostros' met `onze Zeeuwen' (zie de annotatie bij 1embleemx L i . 5 B . . Beiden kunnen zich voor deze vertaling g hebben gebaseerd g op p HadrianusIunius' Nomenclator. Antwerpenpi S 8 023^4 • op diens Batavia. Leiden ^ 1pop5 88,1 8o • of oCornelis Kiliaen Et y molo g icum teutonicae linguae ^ : sive teutonico-latinum ... Antwerpenp1 599 740. Kiliaen stelde: 'See-landers. Mattiaci'. De oorsprong p g van deze naam kanTacitus, Germania, xxix 2 zijn, waar de Matthiaken ter sprake komen. Met dank aanR. Rentenaar, P.J. Meertens-Instituut te Amsterdam.De omschrijving ) gzou, ^ maar dat lijkt ) me minder voor de hand liggend,eveneens ver -band kunnen houden met Cats als opvolger van zijn oom Matthia 1^ s die in de autobio -grafie Twee en tachti - jari leven vermeld wordt, en onder zijn verlatijnste naam Matthiasg gJ g ^ zijn 1Felisius bij Plantin 1 enkele theologische g werken had laten uitgeven. g Vgl. g De la Ruë1 741 68- o•J.G. Frederiks 'Mathias Felisius Cunerus Petri en Jacob Cats.' In: De74 , 3 37katholiek. Godsdienste geschied- en letterkunde maandschrift 1 o I 0892), 12 I - I o • MeertensGodsdienstig, ^ 31 943 381 ^ noot 199^ • en Ten Berge g 1 979 > 16 > 37 en 263.so Griekse auteursgaveng de naam Pelasgen g aan bepaalde p of alle vertegenwoordigersvan de voorgrieksegbevolking g van Grieke<strong>nl</strong>and en de eilanden en kusten van de Ae geï-sche Zee. Pelasgisch ^ kan metonymisch Y g gebruikt worden voor Grieks. Met de omschri' 1 -vin gGriekse en LatijnseUenussen zinspeeldepHoffer op p de amoureuze dichtbundels vande klassieken.HIAphrodite p wordt ook wel Dione genoemd. g Vgl. g eveneens r. 43.82 Of: voorschriften voor de burger. gDe conservatieve consul en censor Marcus Porcius Cato, bi )g enaamd Maior of Censorius2-1 34 . 49 Cato verdedigde g de oud-romeinse virtus en beklemtoonde het belanggvan ethische waarden.84'Bedoeld is natuurlijk l de lauwerkrans, ^ he t teken van de d dichterlijke l bekroning. n. g85 Vgl.gvoor deze topische p afsluiting g o.a. Horatius, Ode, i i i > 30. 386 Zie ed. Amsterdam 1616bi ) recto- cie )ve rso.399NOTEN BIJ DE PRELIMINARIA


8 7 ^k 2v- ^k3 3 3^ r vgl. g ADik I 7> I2 I 47 47 I- 2.88 Sin..g 75 j I, fol. S 56v. Zie over Hoffer : De la Ruë 74 I ^ 1 97 2 - 3^ 01 Na g t g las 18 90-1893, 93> I, 394 - 39S ^ • Na g t g las 18 79 -188o I 1 37 en 39 2- 394> • I 1268 • Frederiks 18 9 6 ^ 2 25en- • NNBIV VI77 7 87 8 9-790; Meertens I 230-231, 26- I noot en plaat> 943 ^ 3 3 34^ 371 7 px I v(deortret p ravure g door Johannes Sarra on g • Te Winkel, i i I > 342 ^ • Meertens 9S i 03 2; ^ Ten Berge g 1 979> 260 • Strengholt g 1 9 8 9,2 • 9^1993,en zeer uitgebreid: Hofferus Iwaarin een bloemlezing g uit zijn poëzie. Een overzicht van Hoffers aan<strong>deel</strong> in de Zeeu-nachtegael g biedt de facs. ed. 9 i ^ 823 68 en 37 o. De Koninklijke Bibliotheek te DenHaagbezit het album amicorum van Hoffer waaraan Leonard Peutemans, een vanCats' overige g drempeldichters, p ^ een bijdrage l g leverde.89 De Camenae zipellendzin 1 bij 1 de Romeinen voors ellende bronnimfen. Later, sinds Liviuswerden zeeli' g k lg esteld met de Muzen. Arcerius beschouwt Camena hierals een muze.90 Dezeedachte gblijktprofetisch p te zijn geweest. g Op p de titelprent p van Alle de werckenis het portret p van Cats (als ware hij Phoebus Apollo) p afgebeeld g in een medaillon, om ge-gev en door deMuzen, met o p de achtergrond g de dichtersberg g Helicon en het paard p Pega-Elke muze representeert p daar een literair werk van Cats (vgl. g afb. B.22.I .91Of: U voedt de schranderen met het verschijnen van uw werk. De vorm E i gnamm.is mogelijk g 1 een afkorting g van `E pg i rammation' (een kort epigram),zoals ook bovenhetedicht g van Heinsius staat.92 Vgl. g Van der Aa, I 104, • H.Q.Janssen, ^ Bescheiden aangaande g de kerkhervormindg inVlaanderen. Utrecht 1877, 77^ S ^ 7 en o- 72 (Werken der Marnix-Vereeni g in g. Serie I I I <strong>deel</strong>> I I I). Janssen verwart echter de vader met de zoon; NNB r' I v > S 8- 5 9^ • Biographischgwoor-denboek van rotestantscheod g ^ eleerden in Nederland. Red.J.P.de Bie en J. Loosjes. 1 's-Gra-venha e s.a., 1 222 noot 2, en vooral T. Feitsma, `Onbekende midfryske skriuwers.'In: Us wurk 14(14 9 6 5 ),12-1 7. Met dank aan Ph.H. Breuker te Leeuwarden voor dezelaatste literatuurverwijzing.1 g93 Vgl. S. Stelling-Michaud, Le h ere du recteur de l'Académie de Genève 0799-1878).g g ^Genève 1 966, i I nr. 261 .9 >SS ^ S94 Zie over hem AT B[d' vi,X 49; 49, en T. Feitsma, ^ `Onbekinde midfryske Y skriuwers.' In:Us wurk I 41 9 6 S, 12-I 7 . De Row-klacht over de onr y e doodt van ... ohannes PhocilidesHolwarda is mogelijk g l ook van hem. Vgl. g voor een uitgave g van Johannes Cocceius uit164 1: Briefwisselingvan Hu g o Grotius. Twaalfde <strong>deel</strong>, ^ 1641. Ed. P.P. Witkam. Assen etc.1 986, 402, nr. 5278, noot 2 (RGP 1197).9 ^ 4 ^ S7^95 Verwijzing 1 g naar Hercules, ^ die de twaalf werken verrichtte. Wanneer Am p hitr Y, oechtgenoot van Alcmene, op p expeditie p is, neemt Zeus diens gedaante g aan en verwekthij Hercules. Tijdenszijntiende werk rooft Hercules de runderen van de reus Geryon Yen doodt 0o hem. Deze e emythische Y reus en koning g van het eiland Erythia Y had drie lijven.1Vl.[r7DO1 Vgl. 53^ 1195enI1359.96 Dezefkortin a sformule g komt ook voor op pg grafstenen en rouwborden. Met dank aanC.L. Heesakkers te Amsterdam.97 2*2v. Over Liraeus: Na t las 189o-1893,118o-81 • .g g Voeler, g `Geschiedenis vanhet Middelburgsch gymnasium, 1 3 6 5 -181 5 .' In:g gY ^Archief Vroegere g en latere mede<strong>deel</strong>ingeng400 NOTEN


voornamelijk J in betrekking tot Zeeland 7 1 894^347SS3^ 20 3 -250, - i.h.b. 362-387; NNBU" I i ,819-820; 9 ^ Meertens 194 943 3 , 3843 4 (noot 2 44 ^ • en H.W. Fort g^ ens Zeshonderd Jjaar StedelijkGymnasium Middelburg. Middelbui Middelburg 1965,18-19en 2i.98Vgl. 1. voor de horatiaanse utile-dulce-opvatting g binnen de emblematiek,gekoppeld g eo d aandite g icht van Sylvester Y : Clements i 9^ 60 63 3 en 98. 8.Over dit sonnet ook Luiten 1 1 994 .99 Zie Bijlage l g 3 en de bibliografie gB . 11. Een exemplaar P bevindt zich in de Stirling S g M ax-well Collection, Glasgow g University Y library; Y^3 3 83SM 300 3 (zie afb. 2 7S 7 .,5 voor een e ill us tr -atie uit dit exemplaar).100 Het sonnet is niet opgenomen Pg Y in Sylvesters Collected works (vgl. ^ ook Thorpe P 1949, I421, 4^ noot 6). Zie over de persoon p Sylvester Y en zijn werk : The complete works of JosuahSylvester. y Ed. A.B. Grosart. Twee dln. Edinburgh g 1880. Cats wordt hierin niet vermeld.Verder : S. Austin Allibone, A critical dictionary y of English g literature and American authors... London etc. 18 7 1, ,p II; The new Encyclopaedia Brittanica. Micropaedia. Chicagoetc.1974, 974> ix, 73 1 • Dictionary y of national biography. Ed. S. Lee. London i 89 8 > Iv 260-264;•Meertens 1 9433 , S 1 en 26 S ^ • Smilde 93 1 ó ^ 12 7-128; Colie 1 954 o 54, die 3 7^ abusievelijkvermeldt dat de vertalingen g al in de ed. 1618 van Silenus waren opgenomen; Praz 16 9 4,215; S^ P.M. Daly Y en M.V. Silcox, ^ The English g emblem. Bibliography o secon d ar y literature. a e .Munchen etc. 1990, 34, 34; en P.M. Daly Y en M.V. Silcox, The modern critical reception of theEnglish g emblem. Munchen etc. 99^S7S I 1 57-58 , 80-82 ook over Thomas He Y wood , C orn e-lis van Dalen de Oudere1602-166 S graveerde g een portret p van Sylvester. Y Zie: Ho- llstein v > 12o nr. i . SS Engelse g bewerkingen g van de Sinne- en minnebeelden verschenen laterook in de door Robert Piot g uitgebrachte g verzameling g Moral emblems s uit 1 86o her-drukt in 1862 en 1865. S''' Zie voor Cats en Anna Roemers Visscher o.a. Beets1 88 1 II > 21-26; j I2 3 -128 . 148en 183-1 95 . De vertalingen g van De Montenay Y in: Beets 1881 I 13-112. 3 De bijschriftende Sinne o en : Beets 1881, I 11 3 -200; zie voor een voorbeeld van Anna's verzennde commentaar bij embleem x v i I i . Verder over haar : Frederiks 189 6 ^ 80-84^• J. A.Worp,p ^ Een onwaerdeerl ycke vrouw. Brieven en ve ry en van en aan Maria T esse lschade. 's-GravenhageI 18 x vIII • Te Winkel, II I 111-112 en - • Meertens I 220-221 •g 9 333 334 943> > M.B.Smits-Veldt, Maria Tesselschade. Leven met talent en vriendschap. Zutphen P i 994. Over deachting g die Anna destijds genoot g en de invloed die Daniel Heinsius hierop e pg gehadheeft : Schenkeveld-van der Dussen 1 9 81. Voor Anna's aan<strong>deel</strong> in de Zeeuschen a c hte g a el .•de facs. ed. 1 982, ^ 3368 en 372- 373 ^ • de keren dat men in deze bundel een gedicht g aan haaropdraagt of haar ter sprake p brengtg 374.102 Citaat opp p. 7. Over Lu Y t : De la Ruë 74 1 1 ^ 99; 99^ Na g t g las 18 90-18 93 ,I I 1 o 3 (gaf alsgeboortejaar i6oi); ^ Fredriks 189> 6 26 • Constantijn Huygens, Yg 1/oor-hout. Ed. P. Leen-dertsz jr. Amsterdam I 0 • N AT B U V Il 9 4^ 9> > 977 ; Meertens I 943} 23 2-233 en 377, noot n ot 1 1 9Zie voor zijn vier gedichten ^ in de Zeeusche nachtegael, g^ de facs. ed. 182 9 X37 1. Heel e mi s -schien is het op p deze Jacob Luyt ymaaktedat de Amsterdammer Jan Vospuntdichten kte(vgl. Alle de gedichten. ^ Amsterdam 1662, ^ 3368, ^ nr. 8o en 376, nr. 128).103Resp. {4r, 18- I en 21 en r 6, 2 .p 4^ 9 3^S> >7^ S'°4 Zie over De Swaef: De la Ruë 1 741, ^ I 66 - 9^ 16 Nagtglas Nat 18 90-18 93 sI ,I II, 729 - 7o 3Na t las 1 8 -1880 18 en 349; NNBIV II,g g 79 1400; Meertens s 1943, S 2 , I 427 en voor eenportret p door de graveur g Johannes Sarragon: g n p . plaat xv. . Voor het grafische gwerk . Holl -stein xxix, ^7 -1 I. Verder: A.R.A. Croiset van Uchelen, ^ `Samuel de Swaef and Henryyq.OI NOTEN BIJ DE PRELIMINARIA


Lancel, e s Gedichten h van versc hei ^ ^de oëten : an early Y seventeenth-century Y schoolmasters' com-b ine.' In : uaeren do 4 974 1 ^ 291-316, i.h.b. 3 08 en 3 12 ^ Ten Berge g 1979, 979^ 969 en 261 ^•W.J. op P 't Hof , ` Johannes de Swaef als vertaler. ' In : Documentatieblad Nadere ReformatieI 111-115;3 979 en Groenendijk I 8 - .^ 1 9 4^ S 3 S 6I ° s Over Peutemans : Na t las 189o-18 93,I I 8 • Frederiks 18 6 26 en -80 • N^'Blk"g g > 3 3^ 9 ^ 79 ^VI 1112 en I X 794; en Meertens I 233-234.> > 794^ 943^I06 'Over Hobius: De la Rue 1 741, ^ 370 ^ • Na g t g las 189o-1893,I I, 39 o (geef eeft als oudersen Quirina de Vogel); Fredriks 1 89^ 6 26 , ^ ^7 ^? BÏ^^^ VI, ,786 > ^ P.J. Meertens, > `Jacoben Johanna Hobius, ^ twee Brouwershavense dichters.' In : Archief vroegere g en lateremede<strong>deel</strong>in gbetrekking en voornamelijk tot Zeeland, uitgegeven ^ door het Zeeuwsch Genootschapder Wetenschappen 1941-1942. Middelburg 94 I 2 ^ 68- 77^ ^ Meertens I 943^ 2 34^ ^ en TenBerge g 1979, 979^ Het gedicht g `Visscher- p raetie' in : Zeeusche nachtegael, g> I > 27-3o.


3 Noten bij de bibliografieI De vingerafdruk g kan worden gebruikt g voor het onderscheiden van drukken. Hij`bestaat uit een signatuur g en de tekst die er recht boven staat en die geheel g binnen debreedte van de signatuur g valt. Letters die er ge<strong>deel</strong>telijk g 1 binnenvallen, ^ worden g ene -g eerd. Genomen worden de eerste en laatste signatuur g van zelfstandiggesigneerdgoorwerk hoofdwerk g en nawerk (voor zover aanwezig). De formule bestaat uit jaar ^en formaat aapvan het boek, een indicator, de signaturen, de tekst erboven en interpunktietussen deze onderdelen.' P.C.A. Vriesema, `De sTCN-vin gerafdruk.' In : DocumentaalI 5 I 9 86 ^5S -6 i ^ citaat SS . Bij het vergelijken g l van alle si g natuur posities in Cats' Proteusnr. B. 97 uit 162 7) kwam twee keer een verschuiving g binnen één katern aan het licht,waarvan één met opmerkelijke p l veranderingen. g2 De afmetingen van de embleem renten in de editie nrs. B . I en B.2 = K B 144 D 2g p 441618-1 en KB c 1618-2 in de breedte en de hoogte477 37 gnr. 1618-I 1618-2--> 1-->nr. 1618-1 1618-2--> I -->I 12,6 > 12 >4 12,52 12,6 > 12,5 23 12,4 12,4 12,54 11,9 ^9 11,9 ^9 II ,85 12,I I2,06 I2 1 2 612,7^I 2 6 12,57 >8 12,2 > 12 > I 12,3 >3 12,39 12,5 ^S 12,5 ^S 12 > 6 12,6IO 12,6 > 12,5 >S 12 > 8 12,711 12,7 12 > 6 I2 12,712 12,5 12,3 ^3 126 > 12,4 213 I2,5 12,3 12,5I 14 12,5 ^5 12,4 ^4 I2 > 6 12,5I 5 12,2 12,2 12,316 12,4 I2 12,3I 17 12,6 1 2 > 618 I2 ^S 12,3 ^3 I2 12,4I 19 1 2 6 12,52>20 12,7 12 76 1 2^821 12,4 12,1 12,5 12,322 12,4 12,3 12,5 12,423 12,6 I2 12,7 1 2 63 > > 5 ^7 ^24 12,5 12,5 12,425 12,5 12,326 12,7 12,6 > 12,7 22728293031323334353637383940414243444546474849SojI12,8 > 12,5 212,6 > 12,5 212,5 12,312,6 > 12,5 212,4 12,312,8 12,7 >712,4 12,312,6>I2>612,7 12 ^612,5 12,412,6 > 12,5 212,7 ^7 I2 ^612,2 12,112,4 12,412,4 I2,3II 11,9 II ^812,5 12,412,2 12,212,1 12,012,3 12,2I2,3 I2,312,5 12,412,2 12,112,7 12,712,5 12,4403 NOTEN BIJ DE BIBLIOGRAFIE


Dea iersoort p de ^ manier van inkten of de druk van de plaatpers p p kunnen u van invloedzijn J g geweest p s op de minieme verschillen. De enige gprenten e met twee w e millimeter verschilzl zij n de nrs. viii, x en xxi.Vertaling g : Keizer Caesar Flavius ... de keizerlijke majesteit moet niet alleen metwapens P g getooid, ^ maar ook met wetten gewapend g p zijn, 1^ opdat p zij in tijd ... Deze tekstontleend aan de voorrede van de Institutiones van Justinianus • zie hoofdstuk 2. 4. 1.1 .4 In vertaling g : `Houd op p als oude man datgene g te willen, ^ wat je J als jongen l g hebtgewild.' g Een verwijzing 1 g naar : Seneca, Epistuale morales, L 1 I : `Desinamus >quodvoluimus, velle. Ego g certe id a g o: senex eas desii velle quae q puer volui.' Vert. Verhoe-ven 198o, 9^ I6o-161: `Laten we ophouden p te willen wat we gewild g hebben. Ik voor mijalthans stel errijs p l op p om als oude man niet hetzelfde te willen wat ik als jongen l g gewild gheb '5 Geciteerd is i Corinthiërs I 3 :I I `Toen ik een kind was, sprak p ik als een kind, hadik het verstand van een kind en dacht ik als een kind; maar toen ik een man waseworgden ik heb afgelegd alles wat kinderlijk Jkis.'6 De afmetingen g van de p prenten van nr. B.8 (KB 477 c 4 o komen nagenoeg g g overeen metdie in nr. B.6 uit 1622 KBc 477 4 r . Alle ontwerpen p zijn die van vóór 1627.7 Afmetingen g van nr. B.9 (1627; 7^ exemplaar p KB 7f 8 B 16 . Aangegeven zijn de laagste g enhoogste g afmetingen g in de breedte --^ en in de hoogte g . De ronde binnenvormsteekt meestal enkele millimeters buiten het rechthoekig kader uit en -is daardoor bepa-plend voor het hoogste g getal: gI23456789IoIII2I1141516I 718192021I 16 3,5 3,6 I 3^413,6/13, 1 3,S12,0/12,3 12 112,0/12,1 12,0/12,1I2 ^3 12 ^S 12 ^3 12 ^412,3/12,5 ^3 ^S 12,3/12,4 ^3 ^412,1/12,2 12,1/12,212,1/12,4 >4 I2 2 I212,3/12,4 12,1 /12,512,3/12,5 12,2/12,412,1 /12,3 12,2/12,312,2/12,3 12,2/12,312,4/12,6 12 2 I2 >S12,2/12,5 12,3/12,412,3/12,4 12,1/12,412,1/12,4 12,3/12,412,1/12,4 12,3/12,412,2/12,3 12,1/12,312,5/12,7 12,4/12,712,3/12,4 12,3/12,512,0/12,4 12,2/12,4met 4medaillons en A • v •• Venne •• In• swelinck fecitmet 4medaillons en ADr :v: VenneIn : j Swelinck Fecit 1626.met tekstSwelinc fecitJ. Swelinc fe.J s•met tekstJSJSJSJSJSJSJSJJSJSJSJSJSJSJS404 NOTEN


22 12,1/12,5 12,2/12,423 12,2/12,4 12,1/12,4 JS24 12,2/12,4 12,0/12,3 JS25 12,5 12,3/12,5 JS26 11,9/12,2 I2212 > >3 1JS2 712,3/12,67 I2 >3 1 2 , ^ 1 s28 12,3/12,4 ^3 ^4 I2 > I I2 >4 1 S29 12,5 /12,7 I2,I I2,4 JS30 12,0/12,2 I2,I I2,2 JS31 12,2/12,4 I /12,432 3>3 12, 5 /12,6 I2 12 ^ 61 S33 12, 3/12,72,3, 1 12,734 12,1/12,4 1/ 12,4 JS35 12,2/12,5 I 2 ,2 12,5 JS3> 36 12,1/12,2 I20I2 >3 JS 137 12,1/12,41/ 12,4 JS383 12,1/12,4 I2 > 2 12 >S JS 13 9 ^3 I2 I2 ^ 5 12 ^4 12 ^ ^ 1 S40 12,5 ^5 12,5/12,6J S41 12,1/12,4 I/ 12,3 JS42 12,2/12,5 I2,0 12,4 JS4 312,1 /12, 3 I2,2 12,3 JS44 12,1/12,4 1 2 , I 12,4 JS45 12,2/12,52,3,12,51 JS46 12,1/12,4 I2 ^ 3 12 ^4 1 S47 12 , 2/ 12 ,3 I2 > 0 12 >3 1 swelinc fecit48 IZ > I I2 >4 I2 > I 12 >4 1 S49 12,1/12,3 I2,I I2,3 JS50 12,3/12,5 I2,2 12,5 JS51 12,0/12,4 I2,2 12,5 JS52 12 ^4 12 ^7 12,6Bij de annotaties van de emblemen zijn 1 de breedste maten van de em b 1 eem prentengegeven.8 Hieronder volgt g een overzicht van de si g natuur p osities in Proteus. Omdat sommige gschreven niet altijd even gaaf g zijn of uithalen van bepaalde p letters (bijvoorbeeld 1 van ddeletterzo Q nu en dan zijn zijn gesleten, en ^ men bovendien niet altijd gelijkmatig gheeftg geïnkt, ^ zijn er verschillen van enkele millimeters mogelijk. g l Van alle bekeken ex e m pla-ren zijn de posities p van de signaturen g vergeleken. g Slechts in twee gevallen g is er sprake pvan een evidente verschuiving g : het M-si g natuur in exemplaar p('BL rol8 f^ en de sig na -turen A2 en A3 3 in het exemplaar pg BNG NL HC 211.Ondanks zijn deze verschuivingen inzijn ide betreffende velleneen g (pers)correcties p teruggevonden.3 ander beest(?) hebben(?)2 [niet ko re pg el: eeniger g ... handen).3 tot een2(?) 2 ^ z Y n vereysende Y2 ? 2 sulleneschieden g40 5NOTEN BIJ DE BIBLIOGRAFIE


2 ? 3 ac id quidemq? ;) Venus gulden3 ^ g2 komen maghg3.3 tot boven inde4( : ) virum civilibus impletp4( : ) 2^ 2 Cibas Visu, & datur (ze regel g van onder)4 . 3 a ton tri-lingue g stileS• een kleyne Y WeereltA 2 est desmembré [BNG NL HC 21f f est desmembré].A33 habent. [BNG NL HC 21 f heeft hier niet .B manierB2 utrumvisB [niet](kopregel: 3 A tria ... bekeeringe) gc A silerec 2 nonoBit pC3 couvreD cele Soms : cele " le].D2 bouche3 opertu ertum milviusqE2 [niet]. Exemplaar p KB 144D 4 heeft E2 als D2.E33nel, &c.F venitF2 set pquiF 3 guaryG calamitéG2 Mar g^ ot tatiS , lineamenta3H am0ureux.H 2 interdum^ rei3 grediuntur omniaadolescentibus (tweede re gel van onder)^12 reddere1 3 veneurK demeureraAfwezi g bij l exemplaar p KB 144 44 D. 4^ -K2 nourritx 3 niet (kopregel: i' ij ... damp)zrison pLi gulamz mens honorables3M sua vulneribus In UBL 1018 B: B I: tudo sua vulneribus].M2 habet, intra (tweede reel g) van onderM33AobstantN la fosseN2 mettraN 3Pactus, ff. de (tweede regel van onder)3 ^ goestre02 vult, nucem406 NOTEN


0 3 futuro in glorius3 gP videntur, (tweede reel van onder g)P2 boeufP 3faict3Q p punissant [De staart van de Q is zo nu en dan beschadigd; g ook p u nis-sant].Qz a pp antientQ3 HarpocratemR veusR 2 praeterRobtenons 3 salutslus pS2 & perverses 3 s'enTT2 avoiruae finem qT3 Acopiam3 fontV2 ser p ens epidaurius p3 se i psumx naturaX2 Mon (tweede reel g) van onderx 3 son cotillonYp our (tweede regel g van onder)Y2 advenant tonY 3 fieri, inconstantiaez dez 2 convenitz^Severus3Aa fefellit ,quiaAa2niet(kopregel: medici .., seydt) , YAa 3 rien queqBb Dei ^o peraB b 2 doux amourBb3 3p[ niet](kopregel: Aolitici ... wanneer)cc au^.ccz 1 1. ouecc 3 Chaldeis.Dd operae [De ligatuur x staat wat los van de r].p gDd2 blandis favoribusDd 3^estre3Eeniet (kopregel:Eez lolamourE e 3 qui nihilre el: nec ... voors poet)f poinctFfzniet(kopregel: 'udiciandi ... alle"1F f 3 accipietis p donumG gg [niet](kopregel: ma nitunis q ue ... grootmoedicheydt)g Y407NOTEN BIJ DE BIBLIOGRAFIE


c g 2 Satietas gaudioru audiorum^g3 penetrerp yHh faceremusHh2 ^mesmeHh 3 etiam sineI i devotionp112 im eratIi 3 vous serontKk livorex k 2 niet(kopregel: Vera ... s p ru YtK. k 3 helas !Ll ne gg li it ^quos q (tweede regel g van onder)Lie Pere n'aL1 3niet(kopregel 3: A festivitas ... schoonMm jourMm2 curtae, nescioMm3 non de transacto (tweede regel g van onder)Ivn quidvea c labrie [De schreven van de N zijn zo nu en dan beschadigd; g , ook :quidve calabrie].N112 p presentement [De schreven van de N zijn zo nu en dan beschadigd; ook :presentement].Nn 3 n' Yferas0o aucun A002uides g00 3 Ain solitudinePp P n'est unPp 2 Bien acquis q (tweede regel g van onder)PP3eternel sera celleq q perseverantq q 2 ni t(kopregel: D Aistin uit ... onderscheydt) YQq3 est endormiRr renouvellés enEn else vertaling:g gA2 unasktAa 3Oakeb : A whatb2 was roastb 3yet 3 no Y Ac mee,c2 abroadc 3peece, 3 p yet Yd and sod2 shall never9Het citaat t is s niet van Vergilius, maar afkomstig uit Propertius, Elegiae, Ig ^ g P ^ g I v i i I >7.I° Er zijn verschillen in woordvorm, ^ spelling,interpunctie P en vorm van de drukletters.Hier nog g vaak ` vv en ss w wat t in andere exemplaren p `w' en `b' is geworden. g Behalve408 NOTEN


deze verschillen heeft e het Gentse exem Plaar in embleem i ten opzichte p van de overige g(»betekent: zal worden):I. A.I, r. I2. A.2, r. 233. A. 4^ .b r. I4. A.4.c, r. 25. B.I, r. 56. B.2 , r. I7. B.2, r. 38. B. T. II S,9. B.5, r. 2110. B.5, T. 22II. B.6, r.6I2. B.6 , r. 16i 3. c. I, mottoI 14. C. I ^ r. 815. c. 3 , r. 216. c. 4^ r. 41 7 • ^ c .6 T. 718. c.6 , r. 8comt » komtastra Deus » astra, DeusAmantis animae » Amantis animavulnus, » vulnus.landt, die » landt die,caput p anguilla g » caput p anguillae gIllae » Illaexhibeas » exhibeatnauseer » nauseetexpetiti p » expetita pbeden Y » beyd bede» armLijt l sonder » Lijt, l^ sonderonwillight ^ » onwillighgre g imber » regrimbergsivis » Si vishe g heven » ghegeven g gMaer 0 lieve » Maer, o lieveBovendien in embleem II. p 8 is namelijk A 4 v :19. A.4.a20. A. .b 4melle, felle » melle & felleDE BAYE » DE BAYFIn I.c. 3^ r. 2 is regimber g ten onrechte veranderd in regrimber. g Het nieuwe zetsel volgtghet vroegere g pr ecies in de regellengte van het proza p en in de opmaak. p Het kan zijn l dathet eerste zetsel 1 in p pastei s is g gevallen en dat dit de reden is geweest ^ waarom de hele tekstg opnieuw p is gezet in plaats p van gecorrigeerd.g g` IZie i over e de Cats-verzamelaar W.C.M. de Jonge ^ van Ellemeet 1811-1888: Luiten LuijteI 995hiervoor Zie o.a. M.G. Roethlisberger, g^ Abraham Bloemaert and his sons. Paintings g andprints. rans Biographies and do c ume nt sby yM.J.ok. Twee dln. Doornspijk I 993>I I> afb.B.I2.I3 Over dit drukkersmerk, dat al eerder werdebruikt g voor Cats' Houwel y ck 162 S en1 dat de vruchtbare, broederlijke, ^ samenwerking g vertolkt: Porteman 1 9 8 5 ,i.h.b. 33 0-33 I. Hij j haalde de volgende g reels g aan uit Adriaen van de Vennes `Middelburchselauwer-hof' (Tafereel van sinne-mal 1623 , Aii' 1 -recto):Een Plaetse, daer de Faem met Letter-druck verbreyt, y,Al watter dientedaen al watter dient geseyt.g ^ g YOckerss.af g in 162 99ook D e Hollandsche Lys y van G.J.Quintijn l uit, ^ met platen p van Vande Venne. Zie over hen : E.F. Kossmann De boekhandel te 's-Gravenha ge tot het eind vande r8de eeuw. 's-Gravenhage g 1937 92 6-2 97^ 426- 4 27 (Bijdragen 1^ tot de geschiedenis ^ vande Nederlandscheb boekhandel, d > X I I I ; Royalton-Kisch y41 9 88,1 over een rechtzaak tus-s en beide uitgeversg in 163 ' 9^ en Van Vaeck I 994 26-27. 7409 NOTEN BIJ DE BIBLIOGRAFIE


14Verschillen in de embleem renten met name bij de nrs. v I I I xx i i xxv I xx1 xp bij ^ , >XXXVII, XL, XLIII, LI."Vanzelfsprekend kunnen deze namen van belang g zijn voor de dateringḤeel g . mis -s chien kan Bol in verband worden gebracht g met de Antwerpse p familie Boel/Bol : vgl. g 1deraveurs g Jan en Quirijn 1 Bol (Thieme-Becker, iv, 1 99-20o),en Cornelis die gravuresgmaakte voor Vaenius' Amorum emblemata.Zie over dergelijke titel p renten : Porteman 198 3 ,2 . S Een ander voorbeeld hiervanis te vinden in één van de uitgaven g van Heinsius' Quaeris quid q sit amor?17 Vgl. g M. van Vaeck, ^ `Herdrukken van de Zeeusche nachtegael g (Middelburg g 162 3 .'In: 't Ondersoeck leert. Studies over middeleeuwse en 17 de-eeuwse literatuur ter nage-gedachtenis vanrof.dr. P L. Rens. Red. G. van Eemeren en F. Willaert. Leuven etc. 1986, 1862 S7 57 -26 9> 9 Johan de Brune de Oude, 1 88-16 J 8. J Descriptieve auteursbibliografie. Subjectievebib g rafie ^ samenstelling gl P.J.Verkrui'sse m.m.v. studenten historische letterkundevan het Instituut voor Neerlandistiek van de Universiteit van Amsterdam. Objectievelbibliografie, samenstelling W.A. Hendriks en J. Mateboer. Amsterdam 188 6- 8 nr.g , g 9 ^7 71018. Afbeelding op 76. Zeer uitvoerig over het vignet is Meeus I o II 60 -61g p 7 g g 99> 7 7;646-66 3 ,i.h.b. 655-659.Is Over deze Tijdloos l : Ph.H. Breuker in Ut de smidte fan de Fr y ske Akadem y 21-3 3 97, i 834. Onder<strong>deel</strong> van de serie `Literatuer y n Fr slán Y 1540-1666'.19 Aldus sJ W.A. Hendriks en P.J.Verkruijsse, ^ 'Supplement op p de descriptieve p eve auteurs -bibliografie g van Johan de Brune de Oude.' In: De Brune I 99 o 120-I , 46 , i.h.b. 123,nr.1018. Vgl. g ook noot 177hiervóór.20 Voor-Reden op p het werck van de vermaerde Schryver Y lacob Catz, ^ rechts-geleerde. gAlle die deave g van 't Schryven Y hebben, ^ nemen haer ooghe-merck g op p 't ghene daer1 de lust of Gheest haer drijft: die in de Rechten ervaren zijn,die bemoeyenhaerin YenPoliticis:die in Ethicis begeerte g hebben, ^ die schryven Y Morale dingen g : die Godlijcke l dingengmediteren die schryven Y Theolo g ische handelingen g : diens ggemoed tot Amatoria treckt,5 die tracteert Boertighe g en Minnelijcke l Gedichten : die Historien bemindt, die stelt nietdaneschiedenissen g voor soo dat een yeder Y sijn 1 subject op het p alder-treffelijckstevoor te stellen, om een lof bij 1 dese eeuwe, ^ en een onsterffelycke Y naem Y b de pos-terite Y t te bekomen. In alle desen is b Y onse Voor-Ouderen g groote studie g he p lee ghten van velehe-vert g Y : wat hebben de vorighe g eeuwen, ons ^ al treffelijcke mannenI0 gegunt, die Amatoria in haer l jon g he Ieu g ht ons ghesonghen g g hebben, met sulcken lieflijckhe l Y d dat s Y van Venere selfs schenen g gemediteert te zijn: l hoe veel loflijcke Poëtenonder de Grieken, als Anacreon, Onder de Latynen, als Petronius, Johannes Secundus,Janus Dou a Daniel He nsius onder de Neder-duytsche Hooft en Breroo ? Wie sal dewaerdi ghe Y t haerder schriften erkennen, ^ en naer behooren pY r sen? voorwaer niemandtISniet. Veel meerder eers verdient die dan, , die alle dese stoffen, , te weten : Minne- ghedich-ten Morale en Stichti he , of Gheesteli ^ cke Y rymen, , in een werck ons gheschoncken g heeft, ,hem selven voegende g na de drie eeuwen des levens, ^ eerstelijk l na de jonckheyt, l Y^diem ee sten eel d maer niet altoos, of ghestadigh in boerteryen en lieflijckheden d ->g g Y l en oorg eb ra c h twert : daer naer tot de middel-stant des levens, ^ dewelcke h Y de M orale ghe-20 dichten wesende Zeden- g hedichten , toe- g hee Yg bent heeft : ten laetsten tot de laetste ofStatighste g conditie des levens, ^ de bejaertheydt, 1 Y ^ die h Y he Yg li he Meditatien vereert.4.I0 NOTEN


Voorwaerr t 'tis wat w bysondersY r .men heeft bevonden, en dat de h oo-gg h heachte Plaet-sn Y-der Henricus Golt ^ zus in sijn Passie, de alder-treffelijckstemeesters in die konst so naer> 1lgebootst heeft, da dat s Y schynen Y hem a 11 e g ade r de handt in 't' werck w beleent gheleente hebben :z S aso 1 heeft hier in dit stuc oock ghedaen g dese lieflijcke, ^ State g he en Geestighe g schryver, ysijn l seggheniet alleen 1 l ^ k c met ewoorden, maer oock keer seeraerdige g Zinnebeelden voor-gbevende die le wel e stomme beelden schynen Y in 't aenschouwen te veesen wesen, nochtans vr Ymeer s spreken, als yemand die 1 ene eenigheg woorden ren voortbrengt g : De wyse y van sulckxpte doen, heeft h vande gGr i ec k en genomen, die i door d Emblemata vele treffelijcke din-3 o g hen te kennengaven, en de alderbotste institueerden : s Y storteden goede g zeden, in degemoederendie dickwils met woorden niet conden gheinstrueert g werden : en soo der st andi ge sinnen daer op p te besoigneren, g haer steldeden, teldelen meer lasen als daer stondt,en noch meer loc dochten, als s Y sa g hen : zijnde z 1 de rechte middel om alle verstanden totleersaemheydt Y te trecken, ^ en met vele heusche e bedenckingen g tot heylsame Y Meditatiente le den : dese bestraffen h e me li' ck de gebreken die in 't hert gheprent herent zijn, sonder3S Y Y l geenighe <strong>nl</strong> bitterheyt, Y en die hem door die ghetoucheert g vindet, neemt oorsaeck om opsin gebreck g r te letten, ^ uyt Y sijn 1 Sinne die metm erkentenisse uyt-wissende Y : so dattet metrecht Sinne-beelden moge g n genaemt g werden, als 1 s Y die als een object 1 hebben, indewelcke s Ywercken.40 Het eerstee ghe<strong>deel</strong>te g g is dienste h de i on g he Jeughd, g om dat in die haer als in eenSpiegel p g haer staet voor ooghen g ghestelt 1 wert, hoe dommelijck 1 en sottelijck l s Ydien staetvan de tyt Y soetelijck l k doo r bren ghen met y dele vermaeckelijckheden j dien consume-rende > die i s Y voor handt niet erkennen, maer als s die ghepasseert gp is, en de Manheydt Yinheelachten g en manieren gheset, g hem vertoont, dan konnen s Yeerst oor<strong>deel</strong>en in wat4 S staet sy geweest zijn, sy maer b sonder li' c k als s de ouderdom komt : alsoo met ee<strong>nl</strong>oflijcke l overtreden overtredinghe tot een beter, sijn vore g he affecten, ^ tot beter en state statighe her veran-derende e : b Y sond er, , alsoomen te voren heftigh g en vlammende is gheweest, g in debe g heer 1 t lkhe c de nen ae<strong>nl</strong>ockinghen g h des weelighe g Jeughts, g datmenalsoodidien ver-keere tot een beter eynde,niet cesse r e n de datmen considereert b comparatie des ver-o loopene t i d t s datmen ^op gelijcke Throon van stati he Y dt en oor<strong>deel</strong> o pg - heto hen g is :S p1 pg l gg h e li l ckmen te voren in de derte lh edt Y des jeu jeughts gheweest g is : kennende alsoo onsewapenen en s t erc k n te oeffenen, in de bes tr y din g he van onse vyanden, y , die ons als eenptoetz-steen, en leer-meesters zijn, onser behoor ejli' kh c eden : en door dien middel, als wyin vorighe vors Eeuwen, als u t ste k e r sin woestheden, ^ tot ydelheydt Y Y gheneghen g g gheweest gh ebende nu als herborene ons tot een ve r n i e u wt leven stellen een andere habitum of5 >gesteltenisse aen-treckende, als hersmedet werden.Nu ist dat w Y1 bevinden de jeught g alsoo van alle deu g del Ycke institutien vervreemt,die alleen door de tytel Y 1 van eeen Boeck, ^ van de door-lesinghe g desselfs kan afge-g schrickt werden, ^) jae de moeyte eYniet neemt om eens dien met aendacht te door-lesen,6o so is 't t dat de Tytel Y 1 en de in-le Y din g he soo lieflyck Y is, ^ dat ten z YY yemandt heel van allevrome g he Y dt verbastert r i s of ^ h sal Y sten minsten de vol volghend bende bladeren door-sien, metdewelcke h Y tot naerder insicht en es in he g ghelockt g sal werden, ^ en soo metter tijd in -ldrinc k en t 'tgene g tot synder Y institutie noodigh g is. Dese Sinne-beelden alsoo gestelt gzynde, Y schynen h Y ee r s t e1 Y ck eenighe g ps ottel Y cke Minne-Kluchten te zijn, 1^ en maer voor6 S tijd-verdrijf, en o op Tache 1 Y c k e redenen ghefondeert g te wesen, maer sal daer naer bevindendat Y s tot e een ander ghedestineert g r zijn, 1 } als a uyt Y het vervolgh g blijckt, l dat de selfdedienen om daer naer tot een Moraele, en voorts tot een Geestelijcke sin te trecken, sowel wet tot een bor g erli 1 ck als 1 stic h te li' ^ ck leven noodig g : Dit is de gevoeghlijcke g g ^ voet die41I NOTEN BIJ DE BIBLIOGRAFIE


genomen g werdt, ^ om de teere magen, g^ die om haer swackheyd Yg geen sware spyse Y ver-7 o da draghen e konnen, e ^ een lichte c en on b eswa erli' 1 c ke spyse pYs voordragen, or te en soo s van deae<strong>nl</strong>edin g e des eens tot het ander te komen, ^ en een bequaem q voedsel daer uyt Y te trec-k en dat tot ond erho u dip g h des e s gantsche g s subjects 1 dienstigh g is. De selfde wyse Y werdb Y e x p er te Me ic dns Y mede ghebruyckt, g Y dat s de Y alder-bitterste Medicamenten meteenighe h soete specyen y over-trecken, om in de keel g heen wrap wrangh he te maken : Soo doet7S dese Schryver Y mede, door ^ lieflijcke ? Beeltenissen de Jeught g tot het alderswaerstelockende dat s Y onwillens als tot het voorbeelt en erkentenisse des deughts g gerucktwert.Voorwaer 't zijn kloecke Sirene ^ die also de onwillighe g g ghemoederen in 't net leyden, Yenens oo soetelijck ^ sin g^ dat s Y alle die van ghesanck g vervreemt zijn, 1^ haer tot het ghe-8o hoor begheven, en die van alle hekoor g vervreemt zijn, 1^ haer tot luysteren Y begeven, enal tegens g haer danck in de beste staet ghetrocken g werden. Sekers het zijnde lieffelijcke lconfituren die als in een vat konnen we g h- g ele Y dt werden, ^ dat wel van buten Y ghe-schildert i m s, r ae men het binnenste niet en kan, maer , als het ge gproeft werdt, , dankan-m en daer eerst s af aoor<strong>deel</strong>en : alsoo geve g God dat het hier mede oock toega, g^dat de8 Sl ongemanierde jeught e g Ydese soete en minnelycke beeldekens aensiende, door de selve sotot grooteote r n en ie sinni d p er meditatien g ghetrocken g werde, ^ dat s Y haerhertert van het ver-waende en Y de tot ^ e et t Y wat stemmi en g s deftighs e gkeere, en daer nae sulckx tot denGodtsdienst applicere, ^ op p dat s Y hier door het alder-costelijckstebecome,1 ecome vercre-gen kan w werden. De deughden g slachten de kruyderen, Y ^ die so lange g als Y s op p 't velt9 o staen, ^ of niet in 't werck g geleyt Y werden, ^ so doen sy s geen Grachten crachten, maer ghehandel behandelt enge bésicht zijnde, 1 ^ toonen s heylsame Y Y virtuten : also moetmen eerst 't g erkennenen d daer na 'tseselfde in 't gebruyck g Y trecken, ^ dan salmen daer eerst profijt p l af becomen.'t Gene daer de jeught l g toegelockt g wert, moet eerst erkent werden, > en daer nae watg o ed ts of quaets q daer in gelegen g g is, ^ voor-gestelt g zijn, 1^ maer als het eens in 't ghemoe herroet95 moet aengenomen is, dan baert het duysent-fout vruchten, tot vor<strong>deel</strong> des aen-nemersstreckende, soo de leeringhe g wel aen g hele Ydt wert.In dit werck is alles na g dehele g henthe Y g t hea pp ro prieert men bevint dat een men-sce h altoos s een aengheboren g ene g enthe g t y heeft tot voort-teelinge g sijns sens aerts, , in sul-cken object, l ^ sonder 't welcke g heen voort-teelinge g gheschiet : dese is door de OudenI oo met het beelt Cupidinis af g hebeelt en is met de mensche besich, > in 't eerste. In 't ver-vol g h werden alle de leerli p g hen tot het borgerlijck g l leven geappliceert, g ^ als zijnde1alsulcke tot dat diensti gh, sonder dewelcke het oock niet kan bestaen. In 't laetste : wertde menscheeconsidereert g ^ als van den alghemeenen g troupe p af ghesondert en Godetoe- g e-e Yg hent ^ zijndeen subjectdes he li Y e g Geests werckinge g : soo datter niet na-I o S gelaten g werd, ^ dat tot behoudinghe g en leere des mensche noodigh g is.Het schynt Y de g evoe g hl ckste Y middel te z Y^ n om den mensche een wegh g ter deugh-hden te w Y se ^ dat het t gheschiede g s indirectelyck, Y door alsulcke middelen, > daer de natuureens gh s i ns schijnt ^n toe ene geneghene te zijn. zijn. De He li y e g Schrift schijnt ^ mede sulcken insichtte hebben,willende e den menschetot de Godlycke GY in-le Y di p g hen voeren, ^ dat Yg s eli-1I o Ik c en i ssen b Y -br en g ht ^ als Zinne-beelden van Ossen, O y evaers Kranen, en andere gedier-ten : mits de menschen niet onredelycker Y dan de beesten willen gheacht g zijn, 1^ en diesoock c ghenootsaeckt g zijnhaer beter te dragen g als die, ^ vr Y wille g h die begeerend eerende overtreffen.Soo dat dese set e g enwoordi he g Eeuwe, e haer ^ met recht bedancken over den loflijcken1I I S arbeydt Y deses Schryvers, Y^ die niet met harde g he Y t of strenghe g wetten yemandt Y tot dendeu g ht dwinght, g^ maer als met een syden Y snoertjen 1 le Y det: dies het noodigh g is, dat een412 NOTEN


yderr die i lust u t tot leeren n heeft, t > die e nt ha ave h > lese, en > s sijn 1 leven soo dirigere, g ^ dat hYeg e rll c l k e om m e g an c k er k enne , en daerr na s soo het Goddelijck ll J dat hier le in 1 gelegeng e geenis, applicere, e, dat a hethem m t strecke s e t sijns tot ^ ziels s e 1 sa li g h't e y, welck t w ick c een y ede rw wenschee n sc120 en gunne.21 Vgl. g A. von W Wurzbach, ^ Niederldndisches h s Kunstlerle xak on. Drie dln. Wien 1906-1 9 11,11 II,2 5S 1 en Thieme-Becker, 3 xxv, ^ 578.S7S10I SSI0IS22 De beide – weinig catsiaanse – gedichten luiden als volt :g g gGedicht of uit-le in he van het Beelt des Titels.gg gDie de Werelt wil behouwen,En vermeeren, als in spijt, ploVan de loot en van de tijt,Dat h Y steden op Pdoe bouwen:Die wil stichtenroote g steen,Hu Y sen maken gaet g voor heen.Die de Hu Y sen wel van passe pHouden wel [lees : wil] inoeden g stant,'tHu Ys esin g gpdient daer geplant :Die wil dat vermeer' en wasseAl ender Y hu Yg s esinStell'int werc de vruchtbaer minDat die minnen, die not Y mindenDiebemint g heeft minne noch:Smaeckt al van ditroe g saem Y soch,Minne sal te samen binden,Met een en de selve bant,'tAertri'ck 1 en ons Vaderlant.Tehen-dicht.gDie de Werelt wil afworpen, p,En in eenen korten stontNedervellen tottenTont. gRoe en steden Y uyt en dorpen, P,Die wil dempen p groote g steen,Moest de huysesen eerst vertreen.de huyse sen wil bederven,van selfs haest doen vergaen, gMoest het hu Yg s hesin verslaen:Dieheheel g wil uyt Y doen stervenAl ender Y hu Yg s hesinNeme wech de vruchtbaer min.Dat die minnen, die not minden,Diebemint heeft, minne noch, >Smaeckt al van dit groeysaem soch, ^ YSoo en sal ons niet verslindenNoch de lanckheyt van den tijdt,1,Noch de doodt die't al verslijdt. 1413 NOTEN BIJ DE BIBLIOGRAFIE


De beideedichten g zijnook in sommige g latere edities opgenomen. Pg^ 3 De toelichting g heeft betrekking gp op de drie vroegere g e titelprenten p en niet alleen a op P dederde, } die in deze uitgave g is opgenomen. Zie de vorige g noot.^4 Dit is Egbertus Arnoldus van Nunspeet (werkzaam tussen 16 en 16 1 gestorveng p 44 S ; g16 2 . Vgl. D.A. Wittop Koning, Harderwijker boekdrukkers. Nieuwkoop 1 9 8 5 ,81. Volsg p g ^ J pens een mededeling van Dhr. Van Bemmel, bibliothecaris van de Stichting Arnhemseg g ^ gOpenbare en Gelderse Wetenschappelijke Bibliotheek, is daar ooit het exemplaarP pp 1 ^ pSilenus Alcibiadis sive Proteus : diti jn ^J edel ^ cke y verclaeringen g over sine sijnsinne beelden.Harderwijk 1 1644, aanwezig g g geweest, , aldus een vermelding g in hunkaartcata-lo g us (ca. midden jaren 3 ' o van deze eeuw, on gpg e a ineerd (signatuur g 97 E ioafkomstig g uit het Legaat g Verhuell. Waarschij<strong>nl</strong>ijkwas dit dezelfde uitgave. g2 5 Vgl. g Ripa: p `De soete en lieflijcke 1 wels p rekenthe Yt wort door den staf van Mercuriusu Yt g ebeeld' ^ en : `het Caduceum of de Slangenstaf g met vleugels g daer achter, voor deWels p rekenthe Y,g t eleerthe t Y en oede g konsten'. Bij de 1 `Heldere Fama' houdt Mercu-rius de toom van hetaard p Pegasus g vast (Iconologia. g Ed. 1644, resp. p S, 2 228 en 161 .2' In de vertaling van I. Gerhardt:gJa, al wat p leeft op aarde : mensen, wilde dieren, ,wat zee bevolkt en weiden, en g vogels bont van veren, ,zij l tuimelen blind in 't vuur.In: Ver ^ amelde gedichten. ^ Amsterdam 19 80 ^ 684 . De vergissing g g met Lucretius is ver -klaarbaar : in de inzet van De rerum natura (i, 1-2 3) 3 roet pde dichter de alvoedendeVenus (alma Venus) aan, , die alles wat ademt, , verwekt en alles wat leeft, , vervult vanonontkoombare liefde.27 Gezien de lauwerkrans en de spiegel kan het een (wijze) 1 dichter zijn; 1 n deze kranskrijgt lg l bij Ria p o.m. de betekenis van wijsheid, l ^ wetenschap p of liefde tot deugd g (Ed.1644, 81 , 116 en 294 ; de spiegel kan o.a. ,p duiden op : overwegen g hoe men zich moetgedragen, verstand, , zelfkennis, , lering, g^ p en wijsheid l Idem: 28 7,589, , 622,3 62, 610 en 622).z8 Cats staat in deze onderschriften uit 163S stil bijde voortschrijdendetijd. De manierP hij hij naar zijn eigen g portret p kijkt, 1^ is bijbelsen klassiek gekleurd g : de vergelijking g l gtussen de mens, een bloem en hetras g komt meer dan eens voor; , zoals o.a. in Psalm103: S I 5 -16 en Jesaja J 40 :6-8; , de andere notie 'ken ben niet dat ick was is een toespelingp gop p Horatius, , Oden, , iv, , 1 ,3: `Non sum qualis q eram'. Vgl. g ook B. Lier ^ `To pica carmi-num sepulcralium p latinorum.' In: Philologus. ^ Zeitschri t ur das classische Altertum 62( 1 90 3)5445-477 en563-603,i.h.b.583-584,29. 477 9Cats'ortret p van Michiel van Miereveld (i 5 6 7-1641)dat zich bevindt in het Rijks-1museum te Amsterdam isedateerd g 1634^p ; toegevoegd is de inscriptie `Aetatis 56 S o ' ; vij vijfjaar later zou Miereveld d Cats nog g eens p portretteren. Willem Jacobsz Delff 1 S 8o 188 S-163 8 maakte naar het schilderij deze g gravure. Afm., binnen de plaatafdruk, p en inclusiefde tekst: 1 3,7 ,7 8, ,7cm. Vgl. g D. Francken Dz, ^ L 'oeuvre de W . Del . Ams terdam 1872,30-31, nr. 18 • ^ Hollstein v, , 1 S4, nrs. 18-I 9, ; Alle schildersen J 197, 6 inv. nrs. A 2 S 8 en cI 80.29 Over Wandelaar : De la Fontaine Verwey 1934, 48 en 1 3 8.y 934, 4 3414 NOTEN


3 ° Zie over de d graveurs g Bohemer r M. de Sa 111 et hen A. ZurcherZ die aan deze uitgave ghebben meegewerkt, : De e la Fontaine Verwey Y 1934 93-94en 4,94 161.Voorin n <strong>deel</strong> I exemplaar KB 2106 .-^p 76 heeft A. Emanuel op 18 oktober 91 o 4geschre-ven dat hij 1 voor zijn 1 achttiende verjaardagrek dee `door s mijn 1 lieve Moeder eschon-gken ' kreeg.De zelf deze woorden. Het Ph_ 1g , moeder signeerde gonder de e heeft, in een apartpboekjk l egedrukt, g ^ alleen deprentenu uit t deze e u uitgave; t g^ a ze zitten in één band si g n. 3 300 E2 9). De specht, papegaaipai en piramide ontbreken (nr. v i I x i v en L.3'n Bi l gn ebo in de het exemplaar pUBL log B 7 is `Feestviering g bij l de ontsluijering l g vanhet standbeeld van Jacob Cats [...] opgericht te Brouwershaven den i 1 den december1829 ' uitgegeven gg even door het bestuur van het departement p Schouwen der Maatschappijlaar Tot nut 't Algemeen. van Am s terdam tprent183 o. Een p het standbeeld van P. P- armenner gaat g eraan vooraf;onderte f ondertekendontwerper end met W alraad Nieuwhoff en demaker A[driaan] Prince.32 In het opmerkelijke boekjegetiteld: l e Het leven en de verdiensten van Jacob Cats in g es rek -ken, door P.G. Witsen Ge y sbeek. Met pplaten. Te Amsterdam, ^ bij l G. Portielje.82 1 9^verde-dl g t de vader van huisgezin eenhet hontbreken va n laten in de uitgave gvan de Dichter-la J ke werken. Deze vader i diende hier e a alsspreekbuisvoor sWitsen Geysbee sbeek die zelf deeditie van het verzameld werk had bezorgd. g Zie hierover : Luiten 1 1992.331 Van de geplande gp Bert dertien en delen en van ^1 Al werken de van v Jacob Cats. Brussel, Amsterdamen e1Zutphen. p Brest van Kempen P en W.Thieme hi(1830-1843) zijn slechts tien delen ver-schenen. Het betekende dat de bundel Sinne- en ma minnebeelden nooit in deze reeks werduitgebracht (UBL I0I 8 B 8-I 4 . Zie : i c ^ i 5^ ; en Ten Berge g 1 979 25 2^ nr. 26, S.34Een advertentie in de Haarlemse H r Courant a van 6 januari l a 18 70 nodigt g p uit op bestellijsten lin de boekhandelte in tekenen. enen In exemplaar pUBL ror8 D 3 is tevens een sticker in g e -p lakt van de Middelburgse g boe kh ande 1 aa r `Van Benthem & Jutting,op g^ pbeziens deprijs p l is I 9 o '. Kennelijk sl kostte de band en het inbinden o ^4 o. Geheel achterin is eenspotprentje^4ingeplakt , Concurrentie ` Vader Cat s i o.' De firma Van de Beek in deAmsterdamse Reguliersbreestraat g drijft l f h' hier de pspot met e het kleine lettercorps p in dezeeditie. ejZij 1gg blijkt no duizend exemplaren van de uitgave u t a Vader Cats door W.J.Hofdijkzie B.40) 4 op p voorraad te hebben en biedt dit i luxere,n e in grotere lettergezette, werkeen dubbeltje goedkoperg o pge aan. De esreclamestunt taat ook af ebeeld in L. Kuiten Hetene boek in vele delen. De uitgavea van literaire series in N Nederland d r^ f o-r 900. Diss. AmsterdamI 120. Vgl. tevens Kloek i ; over deze ook : Luiten I 113-114.99 3 ^ g 99 5^ bandjes l 9 9 S ^"Van Alle de wercken van den d h heere Jacob Cats Cas ridder, oud-raedt ensionaris van Hollandt.Schiedam, H.A.M. Roelants. 18 5S 2-186o, ^ zouden in totaal negen g delen verschijnen, echter zonder de Sinne- en minnebeelden. De delen zijn opgenomenin de serie Klassiek Let -t erkundi g Pantheon, nrs. I >7> I 1 16 24, 4^339,945-46, 8 en 69 . Exemplaren p hiervan o.a.in de KB.36 Rest p artsen l van deze uit g ave zin l blijkbaar 1 naar de Gebroeders E. en M. Cohengegaan. e In n et het ee eerste dee <strong>deel</strong>exemplaar van UBL I o r 9 B r- 2 i s o plde titelpagina een strookjeover het adres gp geplakt e a t 'Arnhem-Nijmegen.r Geb r. E. &.M. Cohen 1888 v g 1. Mc MC, 24bis).415 NOTEN BIJ DE BIBLIOGRAFIE


4 Noten bij de bijlagenq..I NOTEN BIJ BIJLAGE 2I Hetedicht g staat op pP p. 105 . Cats doelt hier op p de eerste titelprent P (zie afb. I . HetHgedicht, g ^ dat liedachtig g aandoet, ^ zou gezongen g g kunnen worden op P de destijds bekende`Si c'estour p mon pucellage'. p gZ Hetedicht g staat op P p. I o6- I o8. Van de Griekse dichter Moschus uit Syracuse Y2e eeuw v. Chr.) zijn acht gedichten g overgeleverd g waaronder enkele bukolische fra g -menten. Zie voor het oorspronkelijke p 1 gedicht Bucolici Graeci. Ed. A.S.F. Gow. Oxfordi 9S 8 132-133. Het werd onder de titel ^g`Eros als voortvluchtige slaaf' vertaald doorJ. van I zeren opgenomen in Hermeneus 3 I(1959-1960), 16 en in Spiegel van de Griekseoë ^ ie. Van oudheid tot heden. Samenst. H. Warren en M. Mole g ra a f. Amsterdam s I1988,18 5 . Over Cats' gedicht g onder meer W. Bilderdijk, ^, `Dichtkunde g onderzoek e van a's heeren Cats Cupido P verlooren en uitgeroepen.' In : Taal- en dichtlievende oefeningen178o, 7P III, 26 9- 3 02. In dit opstel, ^g gedateerd I 77^ 6 loopt p BilderdijkCats' sg gedicht regel ee gvoor regel g door en g geeft hij l aan de hand van een g eigen vertaling g daarbij d(grammaticaal.)commentaar; soms tikt hij Cats op p de vingers, g^ vraagt g hij begrip gP voor diensoplossing en. Vgl. g verder ook Smilde I 938 ^136-137.3 Zie voor dit lied, dat staat op p p. p 109-11 9, onder andere: Smits-Veldte dt en L u i' l ten i1993,58-75. De liedtekst werd ook opgenomen Pg in Van Es 1962-2 X2 3 - 3 o. Vgl1. Smilde i1 93 8,3 en Meertens I 943 2 S8 en 2 8 2.4 Ontleend aan:J.H. Kluiver `De ambtelijkeloopbaan p van Johan de Brune.' e In: DeBrune 1 99o, 99^ 1 4-2 5 ,i.h.b. 16.5 Zie voor de tekening g die Van de Venne van het adbi' lp Lein maakte, ^ waarop P in plaatsvan kinderspelen p lopende p en paardrijdende P J figuren g evenals een koets (waarschij<strong>nl</strong>ijk lllateretekend g : Bol 919^ 83> 3 8, afb. 26 • en Dawn of the Golden Age ^ 1993,526-527,cat.nr. 202. Vgl. g verder : C.A. van Swigchemen gG. Ploos van Amstel, Zes unieke wand-tapijten. Stri Jjd o de Zeeuwse stromen 1;72-1 )-76. Zwolle 99 I 12 ^ . 4 Voor het Houwel yck van1625 S bewerkte Van de Venne de prent; P^ hij situeerde de spelende P kinderen nu op PdeKneuterdijk 1 g gezien naar het Lange g Voorhout te 's-Gravenha g e. Zie Bol 1998 120,afb. I I0.Uitvoerig g over kinderen en hun spelen: p de literatuur genoemd g bij embleem xxvllen verder: St ridbeck 1956; De Y la Fontaine 97 Verwey > I 6 116 • 7? Hindman 1 9 81, overhet schilderij met de kinderspelen p (circa 1 S 6o van Brueghel g (Wenen, KunsthistorischMuseum ; Van Es 1 9774 , 2- 53^ • Schroeter i 90 S^4 1- S o spreekt p over de Duitse vertaling van a ` K i ers nd el' p door Johann Heinrich Amman [n] in 166 57 S7 . Vgl. V g facs. s ed.C. Ulrich. Zurich s.a.I 97 0 • ^ en D. Coigneau, g ^ Refreinen in het ^ otte bijde rederijkers. Dried ln. Gent et I 2 I I 313. Zie ook zitc 89 38. Franse vertalingen verschenen in 1764 en 18 6> 33 ^ 3 g 74 SETC39 en 4 o . Van Es 1 977 49 S - 3 nam de tekst, ^ echter zonder marginalia g o P . Vgl. g93 ^ 34^ ook Smilde 1938, 1 • Meertens 1 943 284> ; H.F.M. Peeters, K ind enjeugdige in het begingvan de moderne tijd ^ (ca. f oo-ca. r6 f 0 . Diss. Nijmegen. l g Hilversum etc. 166 9 ^9 92-126;Schama 18 9 7} 497 - S 16; ^ en Franits I 9933 132-133.416 NOTEN


6 B1 gebo n d en n . in: Minne-plicht arme - lacht ende ku y she y ts - kam .Amsterdam 1626, Boven het eerstemottogoen gedicht g staat 'Emblema'.titelpagina . Op P de worden twee regels uit Seneca'sFragmenta g aangehaald:Non bis ueris sumus ut vulgo g dicitur, sed semper :Ve r u m hoc interest s qquod maiora a nos ludimus.Wij 11 zijn niet tweemaal l kinderen zoals men gewoo<strong>nl</strong>ijk g1 zegt, g ^ maar altijd. 1Het verschil is echter dat onze spelletjes P 1 'groter g zijn. 1Zie: Opera omnia. Ed. J. L i p slus . Antwerpen P 16 3? 2 XXXII. Het citaat wordt genoemd gdoor Lactantlus Divinae anstatu t' aon e s II iv. Zie: Opera omnia. Ed. S. Brandt enG. Laubmann. Prag g etc. 8I 9> o I, 110 r. 4-64 (csEL) Vgl. g verder strofe 177 bij l Cats.7 Erboven: ` t Samen s raec k tusschen e een Vader en Kindt Pater ende Pyramis; van't Kinder-spel, p ^ en anders meer'. Ed. Groningen g 16 S7^ 26-27.' Door Hendrick Albertsz in de Rijp. 1 ps.a. I I i > 97 -109 . Dit t werkje e 1 vanchoenmaker H endrickAlbertsz S k `H.A. Hoe-'e Hoe-jewilt') komt ter sprake P in: P. Visser,Dat Ra J is moet eens door yg men R J ' a e h t y vallen. d Doo s e• g inden ^ en de Gouden Eeuw van DeRaJ. Wormerveer 1 992, ^ 78-79(Doperse7 79 documentaire reeks, 1 .9Marginalia bij 1 :g la. ` Plerl q ue cum stultis ma le 1 dicunt, si sibi faciunt. S.' De> > 1p convitium en meeste men -sen halen, > als 1 ze dwazenuitschelden, s zichzelf verwijten op Pde hals. In : Seneca, Opera.Ed. Basel 1 S I S^ I 6 4i. 1. Z Zie e ook Walther 3^ 8 37 ^ nr. 2I S9S 595 a. Langius g 281 B) haalt hetcitaat eveneens aan.b. 'Si S1 9quis fatuo delectari se velit; e non est ipsi P longe g9quaerendus, se rideat. Ex. eod.'Als iemand wil lachen om een domkop,e hoeft hij ^ niet ver te zoeken; hij 1 kan om zichzelflachen. Seneca, Epistulae morales, L, 2: ` Si quando fatuo delectari volo, non est mihilonge gquae r e n dus me rideo.' Ook aangehaald door Langius g I2 85B).1 ° Marginalia bij 2 :g 1a. ` Aurlculas asini s q quis non habet?' . Wie W e heeft t er geen g ezelsoren? Persius, Saturae, I ,121. Zie ook Walther 1 > 206 nr. 1804.b. `Nullum ingenium g magnum g sine mixtura dementiae fuit. Sen. ex Aristot.' Seneca,De tranquillitate q animi, ^ xv i I i o. In de vertaling g van Verhoeven 1983,2 S 8 : `Er is nognooit eenroot g talent geweest g zonder een spoor P van waanzin.' Het citaat verwijst 1 naarAristoteles,Problemata 5 xxx, 4 I 9 A . In iets andere bewoordingen g ook in Langius g6 26 B); Montaigne gafeen omschrijving l g van de woorden van Aristoteles : Essais`L'Yvron g nerie' II II. Ed. Ville Y 97 1 8 > I> 347.c. 'Gall. Gall, Proverb.Nul n' est si s sage, g ^ ui parfois P ne rage.' g Frans spreekwoord.PNiemands is zo w i' wijs, of s hij doet 1 soms wel eens gek. g Zie : Le Roux 18 S 9> i 274.II Marginalia bij g l 3•a. ` Omme s videmur e nobis saperdae. p Varr, Wij W 1 d denken allemaal dat we sardines s zijn. 1 nMarcus Terentius r Varro, Saturarum a Meni earum i 1 `Modius' v I I I . Zie ookembleem v I I . B .4.a.417 NOTEN BIJ DE BIJLAGEN


. Ste rc us cuique c m bene olet.' ' qsuum b Eigen g kak ruikt t lekker. Ook aangehaald g doorMontaigne, Montal ne Essais, VII Ill I 8 I I> I, Ed. Villey 7> 929. Walther 126, nr, 30337 geeft :> 99 S> 3337 8Stercus olet Eedurn quo plus s vertendo m o ve tur' • vgl. Erasmus, Adagia, I I I iv, 2:q p`Suus u cuique crepitus e bene olet'.q p' 2 Marginalia bij g 1 4:a. uI dquIdIn alturn F Fortuna r tukt Ruitura gevat. Sen. A gamem.' Alles wat de fortuinomhoog g heeftgebracht, verheft ze e o om het weer ten val te brengen. g Seneca, ^ Agamemnon, g1 o I. Ook aangehaald g door Langius g 49 oBB).b. 'Fortuna vitrea est, > splendet, frangitur. Sen.'De fortuin is als glas; g ^ terwijl zijp ggYglinstert, breekt ze, Publilius Syrus, S sJ Sen t en t z'ae^ 219Ạanvankelijk nog g wel toe ge-schreven aan Seneca; zie bijv. de ed. Basel i I 639. Vgl. verder Walther, 2, 1J S 5^ 39 g 76,nr. 98 977 8. Ook aangehaald onder embleem x I x . B , 2 .' 3 In de marge bij .Pro Su er g quantumm mortalia pectora P caecae Noctis habent ig l p q//Os homini sublime dedit Ovid, ' Grote goden, wat een donkere nacht heerst in de hartenvan de stervelingen ! Hij 1 [de g godheid] gaf g a de mens e een opgeheven Pg hoofd. Ovidius,M e tamor hosen vI > 47 2 en Metamor posen 1 8 S.^ 4 Marginalia bij 6g Ja,Avarus nisi > cum moritur, nihil recte facit. Sen.' Een vrek doet alleen iets goeds g alshij ti e A1 sterft. Publilius Syrus, Y , Senten a , 23 . Nog g wel als Seneca in de ed. Basel I S I S,6 Vgl. verder Walther, I 2 I37 nr.1886.g ^ S^b. 'In nullum n avarus bonus est, in se pessimus. p Idem.' Een vrek is voor niemandgoed, voor zichzelfwel het allerslechtst, Publiliusus Syrus,Sententiae, T .Y SHier `nulloavarus'. ' Nog wel als s Seneca in de ed. Basel i I 639. Vgl. verder Walther, 2,S S ^ 396g ^ ag44anr. 1191o."In de marge g bI bij [7] : 0 ` tat P ephyppiaIa p YPP bos. Hora t.' De os sverlangt g naar het zadel.Ho ratlu s, Epistulae, i x I v >43 .Ook geciteerd g eer in embleem viii. B. S .r6Marginalia bij 8 :g la. C u 1 cum P paupertate P bene convenit 1 dives d s est. Sen.' Wie het met de armoede goedgkan vinden rijk.Seneca, is Epistulae morales I v II. Vert. Verhoeven 180 21. Ookaangehaald g door Langius g (956 5 B).b.A aequusq optimum aerumnaecondimentum. Plant.' Lijdzaamheid l is hetgeneesmiddel voor ellende. Plautus,> Au Rudens,> 402. Ook aangehaald g door LangiusgII0 B).'7 I n de marge g bij l 9 Erlt hic rerum in se remeant i u m Orbis quamdiu q erit ipse p orbis :omnia I abeunt in nascendI Pereundl q ue g Y rum. L Lips.'Zolang de g wereld bestaat, zal diteen wereld l zijn zI J van in zichzelf teru g k erende n zaken : alles verloot p in de cyclus Y vanontstaan en vergaan. onst ntia I i 6. Ed. Antwerpen 1g Justus Lipsius LI sins Dec ap S 84, S o- S I .Cats combineertr hier twee zinnen die Li bij sins Lipsiu verder uit elkaar staan en laat hetwoord hunt voor nascendiweg. g Vgl. g de vertalingg van Schrijvers S l69 198 3 ,6 : `Laat dezekringloop g p van veranderingen g n voortduren zolang o gdeze wereld zelf zal ronddraaien : allesverlooptin deze onvermijdelijkecirkelgang g g van geboorte g en dood.'418 NOTEN


IóIn de marge i o : Cu^g bij p iditas accipiendorum, p in homine ambitioso,>oblivionem facitacceptorum. pSen.' De begeerte g naar meer doet een eerzuchtig g mens vergeten g wat hijal ontvangeneen gheeft. Seneca, E istulae morales, Lxx xi 28. Het tweede <strong>deel</strong> van het citaat,in homine ... acceptorum, dat inzet met een ander lettertype, Yp is niet van Seneca.'9 Marginalia bij I I :g 1a. `Nam in metu esse hunc, illi utile. Terent.' Want dat de een in angst g verkeert, isnuttigi g voor de ander. Terentius, Heautontimoroumenos, ^^ I . Ook geciteerd g in embleemxxxvi onder B..b. 4b`A versa d or corporis oris p remedia sunt animae. Isidor.' Wat slecht is voor het lichaam, isgeneesmiddel voor de geest. g Isidorus. De herkomst van dit citaat is niet gevonden. gWaarschij<strong>nl</strong>ijk komt het uit Isidorus His alensis Et molo iarum sive ori inum libri X,^.p ^ y g ^20 In de mare g bi' 1 I 2 : `Serviat aeternum ui q parvo p nesciat uti. Horat.' Wie het kleineniet weet teebruiken g moet ^ voor eeuwig g slaaf zijn. Horatius, E istulae r x, >41.Ook in Langius g (947 A).21 Marginalia bij I :g 1 3a. `In tempore p ad eam veni, ^ q quod rerum omnium est primum. p Terent.' Ik kwam op p hetge goede moment bij haar, ^ wat het allerbelangrijkste gl is. Terentius, Heautontimoroumenos >3S 3 6 5 . Ook aangehaald g door Langius g (1289.9Ab. `Tem p oribus medicina valet. Ovid.' Op p het juiste 1 moment toegediend g werkt eenmedicijn. d1c Ovidius,iu Remedia amoris, 1 3 1 : 'Temporis ars medicina fere est.' Ook aanehaalddoor Lan gius (1288 8 8 A g .22 Marginalia bij 1 :g ) 4a. 'Tempora p sic fugiunt g p pariter, ,p pariterque q sequuntur, q ^ Et nova sunt semper p : nam,^q quod fuit ante, relictum est : Fit que, quod haud fuerat, ^ momentaque q cuncta novan-tur. Ovad .' o Zo gaat g de tijd voorbij en weer een andere tijd volgt g en steeds is er weere een nieuwe tijd; want wat tevoren was, ^ is achtergelaten g en wat nog gniet wat, ontstaaten alle momenten worden vernieuwd. Ovidius, Metamorphosen, xv, 18 3 -185. Ookaangehaald g door Langius g 1288 B).b. `Nemo facile cum fortunae suae conditione concordat, inest enim singulis g quod 9inex p ertus ignoret, g ^ & expertus p exhorreat. Boa.' Niemand verzoent zich gemakkelijkg 1met zijn 1 lot , want in elke levensomstandigheid g is iets waarvan men niets weet als menhet niet ervaren heeft, en waarvan menruwt g als dat wel het geval g is. Boethius, De con-s olatio philosophiae, I i Proza 1 v > S 3 . Vgl. g de vertaling g van Brouwer 1990 ^ 93 . Het woordHert in r. I i i is een Zuidhollandse vorm voor herfst (zie LINT VI, 605).S23 In de marge g bij 1 i : S `Tu sur ge, g^ incede; tu impera, p tu a servi; tu ^ occultare, tu emerge. gLon g aevum aliquid q in hac machina nihil aeternum. Li s.' Jij, 1^ sta o p> val neer, > jijij,beveel, > dien, verberg g)^ je, kom te voorschijn. Sommige g dingen g in deze wereld dure<strong>nl</strong>ang,iets g duurt eeuwig. g Justus Lipsius, p D e constantie 1 16. Ed. Antwerpen p 18 S 4,S o- S I. Cats combineert hier twee zinnen die bij Lipsius p verderuit verer elkaarstaan en veran -dert de volgorde. g Verder heeft Cats incede en Lipsius P `tu cade'. Vert. P.H. Schrijvers l1 983,69 : ` ij rijst, 1 111 jij daalt, X11 jij heerst, X11 jij dient, X11 jij verzinkt, X11 jij duikt o P. Veel in ditbestel duurt lang,iets g duurt eeuwig. g419 NOTEN BIJ DE BIJLAGEN


^4 Marginalia bij 16 :g 1a. `Etace P & bello cunctis stat terminus aevi. Sil.' Zowel in vredes- als oorlogstijd glstaat van iedereen het levenseinde vast. Silius Italicus > Punica, I I I i 34 . Ook aangehaald gdoor Langius 47. (847A).b. `Certo veniunt Ordine Parcae, > Nulli iusso Cessare licet, Nulli scriptum p Proferrediem. Sen. Herc. Furent.' De Parcen komen op P het vastgestelde g moment, niemand kantalmen bij hun bevel, ^ niemand de voorgeschreven g dag guitstellen. Seneca, Herculesuren 188-1 90. Cats heeft, ^ evenals Langius g (8 47 A) die het citaat ook aanhaalt: Ordine,Seneca 'tempore'.p25 Marginalia bij I :g 1 7a. Toi' iournellement l dire a des sots de mots non sots. Monta g n.' Michel de Montagne, g,Essais, `De l'art de conferer'), 8. Ed. Villey I 8 II> Y 97 > . Vert. De Graaff I> 937 1993,1106 : 'Dagelijks g 1 hoor ik dwazen dingen g zeggen die niet dwaas zijn.'`Pittacus Mytilenus, Y ^ ex graeciae g Sapientibus p unus, ^ ad pueros, p ^ non nisi cum paribus Pludere volentes, remisit iuvenemuendam q de uxore ducenda ipsum p consulentem.Dio ^ . Lart.' Pittacus uit Mytilene, Y ^ een van de wijzen van Grieke<strong>nl</strong>and, ^ stuurde een j1on-geman die hem raadpleegde over trouwen, ^ naar jongens l g die alleen maar met gelijken g lwilden s p elen.Gebaseerd op P Diogenes g Laertius, D e vitis philosophorum, > 79-80. I Vert. Ferwerda enEykman Y 99353 1 8- 3 6 `Er is ook een andere Pittacus geweest, g ^ een wetgever g [...]. Vande wijze vertelt men overigens g dat hij een jonge l g man die hem raad kwam vragen g overzijn 1 huwelijk 1^ het vol g ende advies gaf g (in de woorden van de dichter Callimachus :`Een vreemdeling g uit Atarneus vroeg g eens aan Pittacus de Mytilener, Y zoon vanH Y rrhadius : `Mijn l beste oude man, ^ twee vrouwen willen mij als man. De ene is mijn 1evenknie in rijkdomen geboorte. g De ander is mijn l meerdere. Wat is het best? Vertel!Wie moet ik huwen !' Pittacus hief zijn staf, ^ het wapen p van zijn ouderdom, en zei : `Diel g elui daar, ^ die zullen je l 't verhaal geheel g vertellen.' Die speelden p op het ruime pleinen lieten met slagen g van de zweep P die toppen Pp razend draaien. 'Loop p in hun spoor,' zeihij. Hijging l g g er dicht naar toe. Zij zeiden: 'Speel p met de top P in eigen g ring.' g Op phethoren van deze woorden schreef onze vreemdeling g het grote g huis maar af. Hij had hetroepen p van de jongelui l g maar al te goed ggbegrepen. Net als die man de bruid van lagestand ten huwelijk voerde, ^ zo moet jij, 11> Dion, maar spelen p met de vrouw in eigen g ring.' gc. 'Math. 73 11.16. 3 2.' Het sterretje achter Luc.enhet vraagtekena g het woord kindersel correspondeert p met deze twee bijbelplaatsen. l p Het g gaat om de vergelijking g l g dieChristusmaakt makt in : Mattheus I I :16 en de nagenoeg g zelfde woorden in Lukas 73^ : 3 2, `Zij 'Zijzijn l g gelijk l aan de kinderen, ^ die op p de markt zitten, ^ en elkander toeroepen, p^ en zeggen:Wij 1 hebben u op p de fluit gespeeld, g p ^ en gij g l hebt niet gedanst; g ^ wij 1 hebben u klaagliederen g^ ezon g en , en i' gl hebt niet eweend.' g V 1. ghiervoor bovendien de `Voor-rede'r. 307-309.d. `Lu s us pueriles p non omnino contemnendos esse, ^ & pondus p aliquando q habereRomulus & Cyrus, Y^ in lusu a pueris p rees g creati, Septimius ^ p Severus iudex assignatus, g& alii (quos qs refert Muret. Var. Lect. Lib. 2 cap. p9 9 .) luculenti testes esse ppoterunt. Quidplura, mi Lector? omnia humana ludicra & lubrica, nam & ipsa, ut videmus, Ludit inhumanis Divina potentia rebus.'Doordat Romulus en Cyrus Y tijdenshet spel p door 'on l g ens tot koning gg gekozen zijndoordate Stimius p Severus tot rechter benoemd is, zullen ^ zij en anderen (genoemdg420 NOTEN


door Muretus in Variarum lectionum boek 2 hoofdstukduidelijk 9 duidelijk kunnen getuigen g dat kinderspel p niet geheel g en al te veronachtzamen is en soms belang g heeft. Wat wiltu meer, beste lezer? Al het menselijke is maar speeltuig p g en glibberig, g g,wat want zoals a s wezien, deoddeli g J jke macht speelt ook elf ^;g met menselijke aangelegenheden. gMarc-Antoine Muret(Muretus),Frans humanist S i 26-1 S S^ 8 gaf g in 1 8o S het twr werkVariarum lectionum libri xi , uit. Cats citeerde waarschij<strong>nl</strong>ijk uit de tweede hand of 0foutief, want het hoofdstuk waarnaar hier wordt verwezen heeft eengeheel andereinhoud.De volgende zes gedichten z6 g staan g op pp o2v-o 4r .27Motto : 's Zomers sneeuw, 's winters rozen.28 Watje zoekt, heb je binnen in je. Vgl. embleem XXV.A.2, r. 6.1 ^ je je. g29Motto : Bij onze geboorte sterven wij al. Citaat afkomstig uit Manilius, stronomacaBij g wij gI v > 16 waar de regel g als volgt g verder gaat: g `finis q ue ab origine g pendet' p (en ons s eindeis bepaald P door ons begin). Ed. G.P. Goold. Cambridge, g ^ Massachusetts etc. i1977,222-2233 (LCL). Vgl. g ook Walther 3^ 1 S^nr. 1 5 8 9 o.1° Motto : Hetrootste kwaad is zich in het kwaad te verblijden.g 13I Motto : Wie door andermanseluk g gekweld g wordt, ^ is nooit gelukkig. g g Aangehaaldaalelbij Gruterus, zie: Walther 8, 8 nr.73 116e.^ 3932 Motto : Gebed.3 3 Het eindi gt in tranen.SWat eet je, l^ waanzinnige, g^ rook en vluchtige g damp? pWaarom bevalt 1 jou voedsel dat weer uit je ongelukkige mond komt?Waar jevan houdt, ^ betekent verdriet of genot, g ^gekocht met verdriet.Daarvan zullen de tranen die over je wangen g stromen getuigen, g daarvan zal een vervelende duizeligheid g in een draaierig g hoofd getuigen g gnen een hijgende Jg hoest die de verhitte lever laat schokken.Dus vlucht voor de waanzin van de schadelijke dampen voed liever het lege g lijf met stevige g kost.Volgens g de klassieke opvattingen over de vier lichaamssappen PP werd in de lever ondernmeer het hete en vochtige g bloed gemaakt. g Zie : J. van Beverwijck, 1^ De schat derge ^ ondheid. Ed. L. van Gemert. Amsterdam 1992 ^ 166-16 7.34 Aan de rook-etende jon elin dat wil zeggen, liefhebber van ijdelheid.1 g g } gg ^ lWat doe je, ongelukkige, ^ je lijf ^ en je hart is leeg, waarom eet je dampen? Vasterekkostzal je beter doen standhouden. Houd ijdelheid buiten en neem dat wat zowel het hart atals het lijf kan voeden.4.2 NOTEN BIJ BIJLAGE 2.II Het aantal keren blijft beperkt p tot zes s plaatsenḢ P sen. Het gaat g om de volgende g: inxVII.A.1 het tweede gedicht, r. 6: let; xL.B.1 m motto: VVt de reden xLlv.c.1 r.let desejonghe ^ g stam; ` Harders-liet' r. 2 77: Iet wat anders; r. 44 : i^ een ten Pollen elder; en in`Kinder-s p el' ^ r. 14 8: let ^ ot he yt.42I NOTEN BIJ DE BIJLAGEN


4 . 3 NOTEN BIJ BIJLAGE 2.2I Vgl. ook Smilde 1 8 12 noot 1.g 93 ^ 3^ZHet Griekse citaat luidt bij 1 Cats als volgtg:'E P (i)^E S o^1tE Pµ Év á Yav%a‘óytE SOUK EU6O laVoub'á P^l Ei' v:1^a óbc,^xav Pávó P á6tv Ei b' á^t SÉ^ 9otxum P t S^ oux á^,^,a bEó Sy ^,Evxaplq ou.ma P ó&oKav in regel g 3 zal 1ta P gb(^KaV moeten zijn.'Ut U torrem e semiustum e foco q ui tollit, ^ non ea parte p arripit p & tractat, ^q qua incanduit,s ed q qua ignem g nondum accepit:: sic nos decet non acerba haec & urentia casuumtangere, sed g mais benigna g in iis aut laeta.' Zie voor deze tekstplaats p en een vertalinggde commentaar bijembleem i 1.4 Verwijzing ) g naar het derde boek Ezra4:29-31 Cats volgt niet g de letterlijkeVulgaat-gtekst) : ` Vidi Apamen, P ^ reis g istius mirifici concubinam, ^ rei g a dextris sedentem,i p si qued ia de m a de capite p auferentem, sibiqueq imponentem; p rei ^ sinistra g manu alaphasim p as -pin g entem i regem g aperto P ore eam intuentem, ^ & si ipsa p rei g indignata g foret, blandiri eirex non desinebat, donec cum ipsa p in gratiam g rediret.' In vertaling g : Ik zag g Apame, pde bijvrouw van die wonderbaarlijke koning, g^ aan de rechterhand van dekoning. g Ze nam hem de kroon van het hoofd en zette die zichzelf o p^ • ze sloeg g dekoning g methaar linkerhand terwijl de koning g haar met open p mond bekeek. Als ze booswas op p de koning, g^ hij haar net zo lang, g^ ze zich met hem verzoende." ui cupit p dissolvi & esse cum Christo patienter ,p vivit & delectabiliter moritur' (Wieontbondenn wil worden en met Christus wil zijn 1^leeft met deemoed en sterft metblijdschap).1 idc p h a .Ctaatut Citaat uit Augustinus,In i epistulamoannis ad P a rt h os tr accu t t s decem, d ix, I v >2: ui autem desiderat, sicut dicit Apostolus, dissolvi esse cum Christo, non patientermoritur' sedatienter p vivit, delectabiliter moritur.' In : Opera omnia, I I I 2046 (PLxxxv).6 cNecere P rinatione g longa, g^ nec locorum varietatibus tristitiam mentis gravitatemqueg qdiscuties : Animum debes mutare non coelum. Licet enim vastum traieceris mare,sequentur q te, ^q quocunque q perveneris, p ^ vitia. Quid miraris nihil tibi peregrinationes p gprodesse cum p te circumferas? motu ipso noces, ^ aegrum g enim concutis.' ' Verwijzing l gnaar:Senec Seneca, > E istulae moralen x xv I I I 1- 3 : `Noch door een lange g reis, noch door hetbezoeken van verschillendeplaatsen zul j je11 verdriet va en je jezwaarmoedigheid ve gsc-afschudd en. Je moet o je l geestelijke g 1 instelling g veranderen en niet van klimaat, want al steek j 1 jede eindeloze zee over, ^1 je morele gebreken g zullen je volgen g waar je ook heen gaat. gWaaromve verbaast s het e je 1 dat je 1 met al dat gereis g niet vooruitkomt; je neemt toch jezelfmee? brengt e b jezelf g l juist 1 door je te 1 verplaatsen p schade toe, want je 1 schudt een ziekedoor elkaar.' ' Vgl. V .vert Verhoeven1 oe 09P83-84. en SSenecaschreefde uitspraak 'Quid ...circumferas' toe aan Socrates.7 `Deus melius scitur nesciendo' (Men kent God beter door onwetendheid). Citaat uit:Augustinus, D e ordine, II xvI : `Non dico de summo illo deo, ui scitur meliusg 44 ^ q42 2 NOTEN


nesciendo .. .' In . Opera, , II , 2. Ed. W.M. Green. Turnhout 97 I ^ o I 31 ^ r. I -16 S(cc xxix).S 'Et nunc iuvenes adhortor omnesNe in senectute nuptias celebrent,Sed in iuventuteotius liberos procreent, p ,Nihil Nt I enim voluptatis p habetEt res est amoribus contraria senex.'Ve rtalIng : En nu raad ik I alle a e 1 on g e m annen aan niet in hun ouderdom de bruiloft tevieren, maar liever in hunjeugd ) al kinderen te verwekken, , want de ouderdom kentgeeng enkel genot, g ^zijn en liefdesaffaireszijn daaraan geheel vreemd. Euripides, p e Fragmenta gDa n ae ' nr. 37 I 4 I I. In . Sam " tlic he Tra g dien und Fragmente. g Ed. G.A. Seeck.Münchenh n 1 9 81,v I I 0- 3 I I 3(Tusculum Bucherei :Kai vfw ?ta P atvth ?tart Toï S veCwtE PS ofIA P ó S ió Yt1 P a S áva o? à ?totou ^ µ £vou S6xotl ^EKVOU6&at stalba ^ o 5 YPt1 yap 8ov " t1,Y uvatxí i' É x a P óv xPtlµ a rc P E6 6ti t1S áv " ^1P•Vertalingg : Ook nu raad ik ^ alle jongeren 1 g aan het verwekken van kinderen niet uit testellen 11 tot de ouderdom en dan in a alle e rust dat te doen; want er is dan g een g enot , eneen oude man is de vrouw eengruwel.9 Nec veneris fructu caret is ,qui vitat amoremSed p obus quae q sunt,sine poena, p commoda sumitNam certe, Ppura r est s sanis s mais g inde voluptas, p Quam miseris.Lucretlus >gDe rerum natura, I v 1073 -1075 . In de laatste regel is ingegrepen: ura puta.Vertaling g Wie de liefde Ie vermijdt, e 1^ hoeft het niet zonder liefdesgenot g te stellen.Maar liever neemt hij de voordelen waarvan hij straffeloos kan genieten, g want heus,gezonde [hier: niet-verliefde]s mensen halen 1 daar daa meer e genot g uit, ^ dan zij 1die de ziektehebben die liefdeheet. Ie Vgl. g de vertaling g van Timmerman 198 4^ 162.1 ° ` uI dentibus laborant pprotinus otus n medicum mecum adeunt, malum ex exponunt, p , quifebre -tur eundem accersu n tat phrenetrici p (inter quos q & amantes iure quis q recenseat:)medicum nec accersunt, nec admlttunt. ' Ontleend 0 aan Plutarchus, Moralia uomodoq quis suos in virtute sentiat p rofectus' 81 F.Mensendie kiespijn p j hebben, gaan meteen naar de dokter en vertellen hun kwaal.Wie aan koorts lijden, l ^ laten hem meteen komen. Maar de waanzinnigen g (onder wiemen terecht h ook de verliefden rekent) halen geen g dokter, , en laten hem ook niet toe.Nagenoeg g g identiek k aan de versie s die Erasmus g geeft in zijn 1 Parabolae. Zie ed.Margolin Deen I 178, 7^ r. 2 9 8- 3 00; ed. M Y nors i 97 8 18 ^ 7^ r. 8-Io. In deze formulering gookovergenomen g door Langius g (22 B.11 `Hel mihi qquod nullis u s amor est medicabilis herbis !'Wee mij, l^ omdat tegen g liefdeg geen enkel kruid i gewassen is s ! . Verwijzing l g naar Ovidius, Heroides, v 49I : `Memiseram, quod amor non est medicabilis herbis.'423 NOTEN BIJ DE BIJLAGEN


4 . 4 NOTEN BIJ BIJLAGE 4I Vgl. g ook Smilde i 93 8 i ^ 86. Cats bewerkte eveneens enkele bijschriften voor JohanBeverwijcks l Schat der ^ esonthe y^ t maar dit is niet systematisch Y onderzocht. Het zieternaar uit dat hij voor die bewerkingen g teruggreep p op p een editie van vóór 16 i 7(watopmerkelijk p l zou zijn).1Z De toevoeging van deze noot doet vermoeden dat het in i 6 niet voor iedereen duigg 3 3delijk was wat met een gilde-os werd bedoeld.l g


VI Summary425


Jacob Cats, Sinne- en minnebeelden. A scholarly editionJacob Catsz S77 -166o made hiss debutwith Silenus a Alcibiadis, c baadzs 1 sate Proteus, , waspublished in 1618. Thee book was later entitledt t t ed P Proteus o ofte minne-beelden-verandert in Sinnebeeldenor, > for short, Sinne- Sann en minnebeelden. Cats was inspired p by Y his immediate surroundinsdings, but always y kept pthan a close eye Y on the books in his personal p sMore oncelibrary. thhela p ed Y a game g with recognizable, g everyday Y Y images,a as well as derivations fromliterary Y and visual traditions. In those cases, the question q n arises which of those re pre-sentations were new and which traditional, a and in the last case : howat C s treated them.The first volume of this book contains aniintegralg al edition of Proteus ofte minne-beeldenverandert in sinne-beelden 1 62 7 Corrupt p text places p have been located and resolved, ,all these adjustments ^containss have a e been accounted for. VolumeV fume i i the commentary,explanatory y annotations, ,ac-followed by Y ageneral commentary with not o<strong>nl</strong>y Y a char terization of all the emblemsb ms and the reisminaries but also information about sources,>the literary Y and adhistorical cultural background,an d a discussion of the prints, p , relatedto Cats's s P ecific interpretationof the material involved. ve Moreover all Latin andFrenchg es are givenin Dutch translation. The introductory Y chaptersp Iers deal withtheenesis g and printing p g history Y the emblem-book, ^the composition osition p of the emblems,and with the way in which Cats used and processed p s his (mediating) g sources.A eharacterizationof the collection and remarks emir s on editorialrind p les concludec the introduction. ton. iThe third volume o p en s witha survey Y of all Dutchc editions o f Sinne-en minnebeelden, ,followed by Y all e the com comparativeillustrations discussed. It also contains ns severala pP endices which present p s an overview of the deviations from the editio princeps (1618),a list of text corrections, etsons the seventeenth-centuryY Englishgtranslations s of the lovepoems, and the text variations found in Jacob Cats'ss Klagende g maeghden ^ fromz 1633.Cats called emblematic literatureture to be a mansere van schrijven'1 a genus g scribendi) andso considered it a distinct artistica category.The genre g was characterizedby the Y e interac-tion between representation and ex planation by the process p of concealed revealing, gwhich ld should souafter result, a combining gandreasoning,in a clear insight into humanbehaviour. The emblem offers the reader an image, g^ an imitation of actual or con-ceivable reality. It points p towards an underlying Ygtruth or lesson in sfe life and offersstandards for behaviour. This sof merging word and g^ image, this complementaritys m p Ybetween the two sister arts, effected one of thep pur oses of art : the highly hl a appreciated recsatedcombination of education and entertainment.Cats aimed at a relatively Y audience. Differente t age g categories g can be disting uished : the young Y g adolescent lovers int their esr Ppremarital lives, , the sensible,- middleaged g in their family Ylives, andas well the seriouselderly, e Berl Y , who primarily p Ycon-cerned themselves withood g advice and religious contemplation. P Thepedagogic,philosophical and devotional thoughts hts are offered in clear c e and unequivocal 9 Deal terms,because Cats aimed for comprehensibilityY ers acuatas . One hardly Y ever comesupon pcomplicated P combinations of signifiers g within the picturae e or o lexicographicale sco gpand gram-matical difficulties. The reader, including g the e 1less-educated educated reader, e will have littletrouble in understanding g the res picta and the res sa gna acans.427 SUMMARY


This does not imply py that t o Cats s o<strong>nl</strong>y y caters for a broad b public. c The e first editions 11 ofthe e . Sinne- Sanne en mane n bee/ en contain n allusions a u s which suggest a reader w with t ahigher-than-average g frame of reference. Moreover they Y were expensively P Y p produced and thus par-tic ularl Y accesible to a well-to-do public. p The multilingual g collection could be enjoyed,,^ Yindifferent way, Y^ by Y readers with diver ent g levels of erudition. This is true of the threelanguages,apg of f the sear separatep partswithin the three sections, as it is of the references andallusions within each of the sections.Cats's ' passim p purpose p with these emblems goes g beyond Y playful P Y amusement, whichdistinguishes them t from the amorous collections of authors such as Heinsius, Vaeniusand Hooft. .Salen u s Alcibiadis, aadis with t its more than oo 3 pages, pg ^ and humanist, , biblical andChristian' i content c had a wider scope. pWith its structure of interwoven sections, theamorous branch h was inextricablywound up u with the didactic and religious g literature.This in f meant the unmasking m of g the emblemata amatoria as an independent genre. gThe structure of three-in-oneielded Y much enthusiasm at the time.Cats invitesi the reader to see, to considert what is going g g on. This seeing gg goes beyond Ythe illustration but mai<strong>nl</strong>y Y refers to the ins i g ht which c was gained g by Y carefully Y consider-m ggh reflections o ff erect. t According d to e,several classical, medieval and Renaissancewriters, entities that forged g a unity Yt between betty word and image g – this definitely y pointsptowards emblems 1 – could d function as useful memory Y tools. Cats's language, which isclosely Y related to everyday Y Y s speech, ^ as well as his recognizable g and remarkable subject 1matter, must haveencouraged e u a the memorization tof the lessons and thoughts g that wereput p forward. The alexandrine, Cats s preferred pg d verse, s was thought to be especially p Yeffective mnemonically.Mo Moreover Cats's C s interpretations p stick in memory Y thanks to theprints p designed g by Y Adriaen d Caen van de Venne. In this wa Y^the emblems meet the demandsof the art of memoryhe Y, ars memoria.A s a writer of f emblems, Cats visual demonstrations of abstract, ethical andreligious g ideas, ^ on the h basis of f analogies to g i with reality. YThose ideas are reduced to theirmanifestations i in recognizable g e acts and events from everyday Y Y life, and in behaviourf ound in animallife. Becausee of the threefold explanation, there had to be someambiguity. By Y means of te the a ars combinatoria c a the interpretative process is s started s andmeanings g are found.Theewa Y in which Cats dealt with pictorial p elements and explanations p from hispredecessorsr was diverse : he copied, p imitated, adapted p and created for himself. Thevarietas as a form of novitas, and the 'suspense' p of the emblem itself, , can be found inthe relationbetweenen the e pictured P elements and their applications. Sometimes he couldborrow from a p predecessor c a p particular t metaphor p already Y associated with an ethicalmeaningg – in antiquity q y (by y Plutarch for example) p or the preceding p g century y(as withErasmus) but he e still had t to invent e two other explanations P all by Y himself. In this wayhe e created something g new, made of old and fresh components. pThe emphasis is s not t primarily p a Y on Cats's own actions and experiences. p Lookingaround and interpreting,he offers o e s lessons based s upon p an experience p of life andknowledge g of h the world w d which w c go g beyond Y the individual and are generally g Y applicable. pPIn keeping Pg with h the ideasof the o Renaissance, t e Cats takes up the p position p of the skilledcraftsman, who h not o<strong>nl</strong>y y knowshis literature in the widest sense of the word, , but alsohas an understanding gp of the visible world p as purposefully Y arranged g by Y God. It was thetask of the poeta doctus t to find a convincing g and pleasing p g way Y to create a literary Y formfor this knowledge and insight.428 SUMMARY


I is s remarkable that mentioned Catssomeo<strong>nl</strong>yYof his sources and a d left e out t t thetmajority. This Thl edition shows that t a not o<strong>nl</strong>y y are several, s apparently y casual, , references inpoetry Y and ken prose P from taken Erasmus's Parabolae, but that this was also the source forthe anventao of severale emblems. Despite p the facthat there are at least r 3 parallel textp 1 aces, it t is s u<strong>nl</strong>ikely e Y that Cats had a copyof Y Erasmus's compilation to hand. Thegeneral gp pattern of the derivations suggests that the similar comparisons p andquotationscome from one and the same source, the Poi y anthea nova by Y Josephus P Langius. g Over zooP laces in Proteus were traced in this huge g collection of loci communes.In addition to the Poi y anthea nova, ^ Cats borrowed from Lipsius's p s Politica and frombooks on marriage and engagement by b Cypraeus, C Arnisaeus and Robert. In this wayYhe looked through g Calvin's Institutio christianae reli gionic and Vives's smanta.D e officioIt is typical p of Cats to quote q one source, and then look around for some etraquota-extra qtions on the samea e or search pP for other applicable citations on pages pg nearby. Y Cats Csobvious) Y did not feel the urge g to perform P a careful check of the e citationsh c enoted qfrom these mediating sources. p This explains why y mangled g names or references es werenot removed, and wrongly attributed quotations s were never corrected.The Sinne- en minnebeelden was not assembled according g to a fixedstructure. Clearmethods of (inevitable) succession do not emerge. g Nor have the literary and emblem-atic derivations been arranged g in a conscious order. s om Borrowingsfrom (especially)g p YPliny,Plutarch, Cardanus, Lipsius, Martial and Seneca, and from emblematical writerslike Camerarius, > De Villava, Visscher and Heinsius are u scattered throughouthegut t collettion.Instead of imposing p g a well-organized, g coherent order on the e collection,lect^on > Catsachieved a tight g structure within the emblems themselves. The different eent parts atsofthepindividual emblem usually Y refer to each other, ^por constitute each others' pendants, andits si gnificance always Ppoints towards a well-rounded theme. The reader d of Pr oeus t isnot forced to read from beginning g g to end, ^ but is offered a variety ^of themesȮne t e es. coulddescribe it as a kaleidoscopic P collection of miscellanies (miscellanea).In his debut one already y hears the poet-teacher, p acting g out from a universalist s st poetics phis role as educator. The search for essential human values was indicated in theus btltleof the first editions. Silenus Alcibiadis, sive Proteus, vitae humanae ideam, emblemate e tr'- aariam variato oculis subiiciens : The Silenus of Alcibiades, or Proteus, who offersbefore our eyes, y the understanding g of human life in a threefold emblematicri variation. atlonThe referenceto S Socrates — for e h after all, a is s the t e Silenusof S e Alcibiades cibladesimplied — afamiliarity Y with the role fulfilled by Y the p philosopher p in Plato's Sm y osium with hissearching for new g insights, from the examination of recognizable g and simple s p e topics. p .The complicated title g also reveals Cats's intention of associating himself with hisslearnedredecessors. p Still this did not stop p him from elaborating g upon popular pp themesand motifs used in love emblems, which were enjoyed l Y by Y a bigger and a d own youngerY audience. By Y adding g religious g reflections, ^ a nod to more serious and contemplativepreaders Cats added a new facet to emblematics. In this way, divertinggintelligently g Y designed g collection offers the reader the opportunity Yt to amuse himselfwith lighthearted g jests, 1 ^ to broaden his view intellectually, Y^ advance morally,Y^ and gaingdeeper p religious g understanding. gTranslation Bertram Mourits(My thanks to Michael Hoyle)Y429 SUMMARY


VII Registers


I Register op de motto'sI,I DE LATINSE MOTTO ' SJGeringe g afwijkingen tussen het hoofdmotto en dat boven A.2, evenals die bovenB.2 C.2 en 13. 5 /B.6 staan tussen rechte haken, ^ alleen indien de inzet overeenstemminggvertoont.Ab ignotis g abstinendum. v. B.2/5).Ad nova semper p hians. (xxxx.B.25.Adtrahens, ^ abstrahor. xx,B. 2 S.Aequus ^ animus, commendat omnia [Aequus q animus commendatomnia]. o XLVII.C.2 5 ,Aeternitas ! LI I.C.2.b).Aeternus non erit s0 p or. L I I. C.. 42. a.Affluit incautis. XXXV I I XXXVII.A.2 .Amans sibi somnia fin ^ it. v I I. B. 2 S .Amica amanti animaAmica , amanti anima]. X L I X L I. A. 2.Amicus certus in re incerta cernitur.xxxvill.C.2 S .Amissa libertate laetior. (xi v x i v. A, 2.Amor elegantiae g p pater [Amor elegantiae, g ^ppater]. (L I I/L ILA. 2).Amor , formae condimentum. i v .Amor , tela Penelo p es, x L I v x L I v. A, 2).Amota movetur. x L I x. B. 215).Animos nil dirimit. xLIx xLIx.A.2 .Apud p leves, ^g gravitas vitium est. X L V I I I. B. 2 S .Arrogantia, g ,p profectus obstaculum. v i i, C. 2. 5Artium tristis ianua,xxx.B. 2 S,9 Aude aliquid. XVII I.B.2 S .Auferimur cultu.X X X I I i. C. 2 S .Augendi g modus omnis abest. x L v I. B. 5). SAula vapor. p x i i I. B.S.Aula vapor levis est , fumi venduntur in aula. xIII.B.2 .pAvarum excipit p prodigus. p g x L V I I. B. 2/13.5).Averte oculos meos ne videant vanitatem. x. C . 2 .BCBonis bona, ^ malis mala. x x I I. C. S).Bonis, ^ nil nisi bona. xxxi.C.2 S .Bonorum servitus, libertas [Bonorum servitus libertas est]. x i v. C.2/5).^Ca tis oculis ca itur bellua. x x,A.2 .p , pCedit amor miseris. L I. A. 2.Clamaverunt iusti & Dominus exaudivit eos.III. c, 2 .Colit otia saucius igni. g x v i. B.2/5).Corpora p communia, , sed non pecunia. XX I I I. B.p 25.Cumaudentibus g gaudendum. g X L I I I. B, 5). S433 REGISTERS


DDat, ne c habet. Xxvi xxvl.A. 2 .De e facili natura recurrit. x V I I. B. 2 S .Delicta operit charitas. i v. c.2/5).Dss 1 1 det,q quod im par est. XLVIII XLV I II.A.2 .Docet t ipse docendus. xxv i. c. 2pS •Dominae quo me vocat, aura Dominae quo me vocat aura]. XXI X,q ^ qxix.A.2 .Dos est uxoria lites. XVIII.B.2 .Dum spiras, p ^p spera. xv i i. c. 2 S•Dum trahimus , trahimur. xx xx.A. 2 .EEcce ! nova omnia. L I I. c.2..a).Et in aequore q flamma est. XV I XV I . A. 2).Ex fine iudicium. XXXVII I. B. 2/5).Ex morte levamen. XLV I I XLVII.A.2 .Ex securitate cura. xxxv H.. B.5).Signis, Ex si futura. X L I. B. 2/5).Ex vulnere, pulchrioru 1 [Ex vulnere pulchrior]. I X. A. 2.^ppF Fac sapialas et liber e ri s[Fac sapias, p , & liber eris . xxivxx iv.A. 2).s olians spolium. (xi i x i i. A. 2).p pFlamma fumo pproxima Flamma fumo roXima . x v I i x v I I. A. 2).^ pFl ect ere vel frangere. g V I I I. c.2/5).Fons Dodonae, ^ aula [Fons Dodonae aula]. x L I v. B. 2 S .Fortuna vit r ea est, cum splendet p frangitur. g x i x. B. 2.Fortunam citius reperias, p ,q quam retineas. XXV.B. 2 S.Fronti nulla fides.L.c.2 S .Fugat non ca it. xxx xxx.A.2 .^ pFugiendo, g ^ non effugit. g xv x v.A. 2).Fumoascuntur amantes.(mil).pFumos vendit Amor. (xi' LA. 2.Furentem quid delubra iuvant ? . X L Iquid delubra iuvant ... Furentem I X L I I. A. 2.GGaudendum cum gaudentibus. XLIII.B.2 .HeU ! mala sunt vicina bonis. x i x. B .H S.Homoomo similis. (XI. B. 2.pI Iam plenis nubilis annis. xLV XLV.A.2 .Igne g vetor mergi. g xvi.c.2 S.Impius, p ^ & in libertate, 1' a sservus est [Impius, p ^ et in libertate servus est . xv. c.2 S.Improbis p s nulla est satietas. xxxix.c.2 S .In agone, g liberatio. XXX i I. c. 2 S•In d ucum parietemem non inclinandum. XXXIII. B . 2 .pIn Dominouies. q xxix.c.2 S•In laetis s gemi emit [In laetis, ,g gemit]. xxxv i. c. 2 S .In ostio formosa, ^ recessu nihil. L.A. 2 .In recessu nihil. (L).In vulnus maioraatent. p x L. B. 2 S•Incassum furit. I.B. 2 S•Inimicusamicum n simulans, , inimicissimus. xxxi.B.z S •434 REGISTERS


Intacta movetur. X L I I I. C. 2.Inter manum et mentum Inter manum & mentum , x x x I I x x x I I. A. 2).Inveniendo amittitur. xxI.A.2 .,Inverte et avertes Inverte & avertes]. XXVII xxvll. A.2 ., aL Laedit ineptos. p XXII XX II.A.2 .Ludite , sed caste. xxxv xxxv.A. 2 .M Magistra virtutis, disciplina. x i v. B. 2.g ^ pMaleartum male dilabitur. L. B. 2 .p ^ 5Maturum vel sponte cadit. xI.B, .p SMediis immixtus in undis. XXI 'Lc .2 S•Melius est nubere, quam uri. x L I. c..^q SMiterum vel sponte fluit. x i x I. A . 2).pY pMors larvae similis, tremor hinc; nihil inde maligni. X X V I I . c . z .> > gMortalibus morientes destituimur.LI.c.2 .SMundus transit & concu iscentia eius. x i x. c. z., pN Natam ra pis ^ o hymenaee, Y ^p parenti [Natam ra p is o hymenaee Y parenti]. p x L v. c. 2 S .Natura, ,p paucis contenta. XIII.c. S ,Ne diabolus te otiosum inveniat.xxxvll.c. . SNe in caducumarietem. XXXIII.B. .p SNeuid nimis. v. c. 2q S•Nemo dolensatet libidini.(LI).pNequitiae q duces, ^ oculi. x.c. S .Nescit habere modum. X L V I X L V I. A. 2.Nescitur, ^ ubi me calceus urget. g (v I I I. B. 2).Niatiaris p , non otieris, p xvlii.c.2 S.Nil iuvat obniti ? [Nil iuvat obniti . I . c .2/5).Nil, > nisi mota [Nil, > nisi mota, >bit dabit]. III III.A. 2 .Nimia libertas fit servitus. x I I. B. 2/ 5 S ).Non bene olet, ,q ui bene semper p olet. I x . B , 25.Non id agis, g ^ q quod g agis. xxxiv.B. S .Non intrandum , aut enetrandum. p x L x L. A. 2.Non labore , sed munificentia Domini [Non labore sed domini munificentia .xxv.c.2 S .Non modus augendi. g XLVI.B.2 .Non omnibus, ^ omnia. x x I I. B, z S•Nuda movet lachrimas. xxv I i i .Nuda movet lachrimas, vestitam impune videbis. xxvI I I.A. 2).Nullum virtuti solstitium. x L v i, c. z.Nun quam deformis amica est, i v. A. z.0 0 curvae in terras animae! [0 curvae in terras animae . x L 'Lc . 2 S•0 demens ! ita servus homo est? [0 demens ! ita servus homo est]. x x i v . B . 2/ S5 ).0rodi p a ^ rerum luxuries ! x x x i v, c. 2 S ,Obiecta movent, x x x v. c. z/5).Oculirimo p vincuntur. x. B. S ,Odit amor medicum, xxxvi xxxvi.A. 2 .435 REGISTERS


Omnia in melioremartem. p I I. B. 2 S•Omnia mea mecum. x v. B. 2 S•Omnia spiritui p pervia. p x L I x. c. 2 S•Ora et dabitur.I i i. c.. SParvaatitur, , ut ma g nis otiatur. p (xxxv.A.2/ 5. ).Paulatim rima dehiscit. v i. B. 2).Peccanseccata p corrigit. g xxv i. B. 2 S•Periculum venit , cum contemnitur. xxxvii.B.2 .Pervia v ir tut i ^ sed vilibus invia [Pervia virtuti sed vilibus invia . xL.c.2 S.Pessimus interpres p rerum metus. ^ XX V I i. B. 2 S•Poena, ^ comes sceleris. x i i. c. 2 S•Postaudia g luctus. xix.c. S .Post tristia dUlCOr. XXXVIII xxxvill.A.z .Praestat nubere ,quam uri. x L I. c. 2.Primo vincuntur oculi. x . B . 2).Publicaraetexuntur p privata ,p curantur, x x x i v. B. 2.Qua non nocet[Qua non nocet , arri pe. i i I I. A. 2.Qua non urit. i i. c. 2 S•Quae nocent, ^ docent. x i v. B.. SQualis mater, , talis filia ualis mater talis filial. I v. B. 2 S .Qui ca p tat , ca pitur. xxv xxv.A.2 .u i q uaerit le g em re p ebitur l ab ea, & ui q insidiose agit, g^scandalizabitur ab ea.xxii.c.2 .Qui vanosavet p metus, vera ^ fatetur. X L V I I I. C. 2 S•Quid dormitis? ? sur gite & orate ^ ne intretis in tem tationem. p xxxv i i . c. 2 .Quid non sentit amor ! [Quid non sentit amor]. X L I I I X L I I I. A. 2.Quo nos numen agit. g xxix.B.2 S•Quod ca pis ^ alter habet. xx x. c. 2 S .uod crudum ^ idem & e r' tlna x u o dpcrudum idem et pertinax]. x I. c. 2 S•Quod dolet intus habet. v 111. B.. Suo diuvat exi g uum est uod iuvat ^ exi guum est]. xlx xlx.A.2 .Quod movet, ^q uiescit. xx.c.2 S•Quod non noris , non ames. v v.A.2 .uod nonotest p ratio sanat , mora. vI.B.2.a .uoderdidit p ,p optat. I I.A. 2 .Re p erire ,perire est. (xxi). I.Repete.(vii). pRes immoderata , cu pido est. xxxix xxxix.A.2 .sSanat, ,q uod perculit. p I x. c. 2 5.Sapientis P facilis victus. xlli.c.2 .Semper 1 in anti quum sordida corda ruunt. XLII.B.2 .Sensim amor sensus occu pat [Sensim amor ^ sensus occu p at . vI vI.A.2 .Si nonarat P saltem ^ praeparat. p P x x x v i l i. c. 2 c.. SSibi ne q uam , cui bonus. xxxiv xxxiv.A.2 .Sic rerum invertitur ordo. x L I v. c..2/5).Silendo stolidus sapienti p p par est. xxi . B. 2 S .436 REGISTERS


Simul 1 ac nudata, ^ dolebis. xXVIII.B. S .Sine vulnere laedor. V I I I v II I. A. 2.Sit nu p ta mariti. xLV.B, 5 .Sive a m ato r> sivegladiator g es, Repete.> pv I i. A. 2,Spes s chymica, y , vigilantis g somnium. (xxx I I. B. 2 5.Stu 1 t ti ia ligamur, g non compedibus. p xxiv.c.2 S .Stultitiamatiuntur p opes. p LII.B.2 S.Superbap foelicitas. xxxvl.B.2 S .Tang,r g ^ non fran gor ab undis. xxIII xxIII.A.2 .Tegenda g end non detegenda. g xxi.c.2. a.Teneraietatis p principia. p p v i. c. 2 S.Tibi mors , mihi vita. xxxl xxxi.A.2 .Tremor hinc, ^ nihil inde maligni. g x x v i i. c.. 5Turpe senilis amor. xxxlll xxxlii.A.2 .pUbiercunctator, ibi & garrulus [Ubi percunctator, ibi et garrulus]. I I I. B. 2 ,p ^ g p ^ g SUs que recurret. x L I I. B. .q 5Ut ca ias capiare rius. XVIII XVIII.A.2 .p , p pUxor in mariti domicilium transeat. x L v. B. 2.Veraaudia g non capiunt p oculi. x L I i I. c.. 5Viri infortunatirocul p amici [Viri infortunati, ^p procul amici]. (L i. B. 25.Virtuti nullum solstitium.x L v I. c. S .I.2 DE NEDERLANDSE MOTTO'SAl setm' eenu p t Y hoogh g op p een stoel, ^YpS springt al weder na de poel X L I I . B . I .Al wat mint } wonder versfint. X L I I I. A. I.Alle aensprekers , heen gheeherte-brekers. xx i l i . A. I .e n s, tot dat Christus een ghedaente g in ons krijght. ^g v I. c. I.Als ick s p rin h g^so waechtet al, x v . B . I).Altit j na meer. xxxix.A.I .BBeter g ghemant, h ^ als s ghebrant. g x L i. c. I.Bidt en u salhe g g even worden, ^ soeckt en h ghy sult vinden, klopt ^ P en u sal opghedaenwerden. I I I. c. i.Bly Y metten blyden. Y XLI I I. B. I .Bl Y^ door slaverny. Yx i v . A . I).Buychtoft Breeckt. viii.c.i.a .Y ghesont, g ^ binnen ghewont. g v II 1.A. I.Buten Y Godt heen g versadinghe. g (xxxix.c. I .Daer wandelen vele, wiens God den buyck Y is, ^ dewelcke aerts g ghesint zijn. xxxiv.c. I .Dat hier verstickt, daer verquickt. q xxxl.A.I .Dat s Y vande banden des duvel Y ontgaende, s g ontwaken ^ tot synen Y wille. x L . c . I.Dat u de Satan niet en versoecke, om uwe onmaticheyts Y wille. v.c.I .De droefheyt Y die na God is, ^ werckt vreese ter salicheyt. Y xxx v i i i . c. I.Delimmende g wiecke en sal h Y niet uytblusschen. Y xv i i . c. I.De trecker wordtheto g ghen. xx.B.I .437 REGISTERS


EDe vrouwen dat s in Yn reynen e kleedeede haer se 1 ven vercieren i met schaemte endeematiche Y^t &c. (xxxiii.c.i).De w werelt et g h eru c Y ende k a ^ als s n niet ghebruyckende. g xx I I I. C. I.Den desen een reuck k des doots, d s ter r doot:Y^Ende den genen g een reuck des levens te<strong>nl</strong>even. xxII.c.1 .Den duyvel Y 9 quelt de g h e 1 oo vI ghe helpt ^ e1 p de goddeloose. x L I v. c. I.Den godd elo osen vliet, ^ en niemant en ' ae lght hem. x L V I I I. c. I.Der dwasen bant , is onverstant. xxiv.B.I .Dew ^ e 1 de satan verandert wort in een engel g des lichts, c so ^ s en i dan st geen g wonder datlsyne Y d I ena ers verandert worden, als ^ dienaers der gherechticheydt, g Y^ der welcker eynde Ysa l w wese na haer wercken. x L I I. C. I.Die Debuschtminva 1 1 m den^ dienword' ick gram. g xxxvi.A. I .Der greep, g e is ps in de neep. p xxv.A.I .Die ledighgsitt wort w licht verhit. xxxvll.A.I .Die niet ontsiet , is haest te niet. xxxv I i . B. I .Die noten wil smaken , die moetse kraken. xvIII.B.I .Die Ionder der aerden d li gg hen en slapen, P ^ sullen 11 o wak en. L I I. c. I. b.pDie sonde doett ^is s der sonden dienaer. xv.c.I .Die steelt , die ueelt. q x I i. A . I.Die uyt Y Godt g h eb oren is en doet gheenn sonde, s , zijnzaet blijftin hem. x L I x. c. I.vr vraeght e leert klappen. III.B.I .Die wont maeckthesont. g Ix.A. I .Die'ts spel pe niet kan, die blijftervan. x L. A. I.Dienst-knecht - der g h e r ec h iche t dt Y is svr van Y sonde. x i v. c. I.Doot waer is s u prickel? xxvii.c.I .pDraeghje g l e d o ecken wacht ^ voor hoecken. xxxv.A.I .Dwanck leert sanck. x i v. B. I.Een broeder die vernedert is, ^ roeme in sijn l hooche Y^ t• En die ri'cke l is , roeme in syne Yvernederinghe; gh^^ want h Y sal als een bloeme des g gras vergaen. g (xxxi.c. I .Een openpgmondt toont 'sherten grondt. xx I. B. I.Een out man in 't' onck 1 meyskens Y schoot, ^ E Y waer h doot! Y x L V I I. A. I.Eenenoeden g moet is een da heli' g cx l wel-leven. x L V I I. c. I.Eenshebrant g haest ^ ghevlamt. g xvII.B. I .Elck sijn l g goetjen. l xxIII.B.I .F ! die roock eet en beter weet. x i i i . B . I .F y ,Gheen boom en wast op eenen dagh, Gheen boom en valt ten eersten h, v I I . A.p g^ slagh I).G een dorre blom is wellekom. xxx I I I . B . I .Gheen verb l Y den ^ als naer het lyden. Y x v I I I. c. I.G h emeen lik 1 c een verwaende geck, g Straftin een ander sijn lgghebreck. xxvl.B.I .h e rim p lt e vel en vrijt niet wel. xxxIII.A. I .Gh Y die een ander leert, ^ leert ghyh u selven niet? x x v i. c. I.Ghy Y doet m Y condt d den wegh g ten leven, voor u is vreughde g de volheyt, Y^ ende lieffelijck 1veesen tot uwer rechter-hant eeuwichlijck. l x L I I I. c. I.Ghy Y zijt l tot Y h edt Y gheroepen g p n broeders, b o staet dan Inde vr Y he Y^ t allee<strong>nl</strong>ijck 1 dat ghy gYdevr Y he Y t niet en g ghebruyckth Ytot een oorsake den vleesche. xx i v . c . I .God 0 onbeweeghden g rotssteen, ^ beweeght g het al. xx.c. I .G r oote vrede hebbense die uwe wet lief hebben. xxix.c.I .Grijpjet wel, soo ist maer spel. p II.A.I .438 REGISTERS


H Heefts' een man, soo scheyter y van. x L v . B . I.Het <strong>deel</strong> wil zijn lgheheel. i . A . I).Het kleyn Y verdraghen, g ^ om 't g root te bejaghen. )g (xxxv.B. I .Hierom sal de mensche vader ende moeder verlaten ende den wive 1 aenhanghen, g n endee diee twee llen sullen een vleesche wesen. x L v. c. I.Hoe datmen't deckt, het wert verweckt. x L I x . B . I).HY1 j ae g ht ^ maer laes ! verf 1 ae ght. x xx . A . I.H Y ment Y 'tis deur, en ^ 'tis heen gheescheur. v I I . B . I.Ick begheere te g verscheyden vanden Y lichame, ende ^ met Christo te zijn; want dat isiverre het beste. x I . c .1).Ick ben het licht der werelt, wie m y navolcht, ^ die en sal inde duysternisse niet e wande-len. (xvi.c.i).Ick ellendich mensche ! wie sal m verlossen van dit lichaem des s doot s ? Ick danckeeGod door lesum Christum. xxxii.c.I .In 'srincen p hof, wort ^ gout g tot stof, En ^ stof tot gout, g wee! die'r op bout. p xL I v . B . I.In voorspoet p sief toe. x i x . B . I).In wetenschap, Y t. xxi.c. I .Indien u ooghe g boos is, ^ soo sal u gheheele g lichaem duster duystewesen. x , c . I).'toogh g verrast, 'tbeest is in last. x. B. I).Ist dath lieden y de kast din y he g verdraeght, g God sal u als kinderen aengaen,maer istdath lieden Y sonder kast din g he zijt, 1^ so zijt h dan bastaerden ende e d niet roderen. kinderen.Xxxvi.c.I .1> Ist wijs ist mal > 't Lief boven al. xLII.A. I .K Kent, eerh mint. V. A. I.gYKomt niet totet 't is elcx verdriet. (Li I . B . I).Y^Konst van bewaren, gaet voor't vergaren. xxv.B. I .^g gKost en kleederen hebbende, wij sullen ons daermede laten ghenoeghen g eg n x i i i .c.1.L Laet ons wel-doende niet vertra hen. g X L V I . c . I .Laet u niet wijs 1 duncken. VII.c.I .Let wat u ontset. xxvll.A.I .Licht en swaer, en dientheen g paer. pX L v I I I . B . I).Liefde bedeckt veel sonden. i v. c . I .Liefde is luy. Y x v l . B . I).Liefde schietlen pY over , hondert m len. Y x L I x . A . I .Lieven doet leven. L I I. A. I.Lijden, 1 ^ al-eer verblijden. XXXVIII A.I .Lijt, sonder spijt. pl i . c. I.M Maken en breken, zijn liefdes treken. x L I v . A. I .Meughje g ) niet gheven, wech zijn de neven. LI.B.I .1 last is aen m Y vast. xv.A.I .NNa 'tis ontkleet, Soo wortet leet. xx v I I I . B . I).Naer haer was Y^ en moet ick draeyen. Y xxix.A. I .Naer langhe g loopen, p^ moetmen't bekoopen. p x I . B . I.Neeringhe sonder verstandt, verlies voor de handt. v. B. I).aloudt g datter blinckt. VIII.B. I .439 REGISTERS


Niet dan voor 't oogh. g L.A. I).Niet sonder vraghen. g I I I,A. I).Not Y groot g ghenoech. x L V I. B. I.Not Y).leelick lief, noch schoonen coolsack. Iv.A.IOnder vrientschaps p schijn, 1^ besorght g Y h 't sijn. xxxiv.B. i .• vrientschaps p schijn, 1^ het 9 quaetste fenijn. 1 xxxi.B. .Ontidi j gh mal, Is niet met al. l . B . I).Oock brant in zee. x v i . A . I .Oor<strong>deel</strong>t niet naer het aensien. L . c . I .Oor<strong>deel</strong>t niet, of 'teynde Y slet. xxxvl i I . B. I).Op eene stont, komt straf, > en sond'. x i i . c . I .Ruyckende Y kruyden, Y ^ stinckende lu Y den. (Ix.B. I .Rijp Jp ooft , Naest herooft. g x I . B , I .Salich is den man die versoeckinghe g verdraecht, ^ want als h Y beproeft p sal zijn, 1^ sal h Yde kroone der heerlijckheyt J Y ontfanghen. gi x,c. I .Sich selfuaet 9 niemant nut. xxxiv.A.I .Siet ick le gg he u voor een wegh g ten leven, ende een wech ten dooden. i i . c . I .Siet ! ick maket al nieu. L i i . c. I ,a .Slaet de handt, daer't niet en brandt. i I . B . I .Soeckers van kunsten, vinders des bedelsacx. (xxx.B. I).Soo'tuam q soo't voer. L.B.I .S,pmanneken,^s aertpDatter een ander wel af vaert. xLVII.B.I .Staech na wat nieus. xxxlx.B.I .Stil-staen beweeght. g xx,A.I .S Ygheeft datse niet en heeft. xxvi.A. I .S y vergaderen g ende en weten niet wie het krijghen }g sal. xxx.c. I .Sijne J vrienden g heeft h Y het al slapende. p xxv.c. I .'t Beswaertherroet ^ heen gheemin en voet. L i . A. I).Is kunst te leven. X X I I . B . I).'Tis maer een niet, die't wel besiet. xxvll.A.I .'T isuaet q voor , die't mis-vaet: 'T is goetvoor die't wel doet. xxII.A.I .toe, men weet niet hoe. v i . A . I .'Tvlucht, krijghet Jg lucht. xx l , A. I).'t Wordt t'samenroot. g v i . B . I).'t Zijn stercke beenen, ^ die weelde dra g hen. xxxvi,B. I .Te wyden Y net, ^ is staegh g ontset. x L . B . I).Tusschen hant en tant, raect veel te schand. xxx i i . A. I).g unst , min j leven. (xLI.A.I).Ulen, broen Ulen. Iv.B.I .Uyt t de reden, kent de zeden. x L I. B. I.Vanroot g tot grooter. g X L v I. A. I.Van roock werd' ghevoet, xIII.A. ickI .Van twee een, van eene twee. X L v . A . I).Vast, of weest vast. x v i i i. A. I.440 REGISTERS


Ve r sc h e Ydenaert, ^ dient niet g ghepaert. p X L V I I I. A. I.Verwonnen nen oog, gbe ^ onnen g min. x. A. I.Vlam r eerstg heweken ^ haest weer ontsteken. xv I I .A. I.VolwassenAppel 1 e en rijpe 1 Peer, e ^l sijcht licht ter neer. x I. A. I.Voor kleyn Y ghenucht, g ^g groot ghesucht. g x I x. A. I.Voor kleyn 1 e h n ucht groot ghesucht, en langh gheducht. x i x. c. I.Y g ^g g ^ ^ gV ri ent, soolangh alst dient. x x v i I Lc I.W Waeckt ende bidt; ? ^ op dat ghy h niet en t ekomt in versoeckinghe. g x x x v i i. c. I.Waer hier verstant , daer waer gheen bant. x x I v. A. I.Weest met 0o t moedi c he Y t verciert, ^ want Godt wederstaet den hooveerdighen. gVIII.c.I.b .Weest nuchteren, r > waeckt; > want a de e Du Y vel gaet g om u soeckende wie h Yverslinde.XXXV.C.I .Werwaerts God wil. xx I x. B. I.Wort dithewas g ontkleet Al , wasset lief so worttet leet. xX V I I I. A. I.W en hebben g niet inde werelt ghebracht, ^ 'tis openbaer P dat w Y daer niet en konnen uyt Ytdraghen. L I. c. I.Y e hoo p, wakenden droom. X X X I I. B, I.I. DE FRANSE MOTTO'S3De aanduidingg M wil zeggen. en ook aangetroffen g in G. Meurier, ^ Trésor des sentencesd oree s ^ et argentees. g Proverbes et diction commons ... Köln [met als correctie : Genève] 161 7 .Sign. g UBL 699G I.A A Dieu servir, ^ est regner. g M. x i v. c. 3 .A l'un support a l'autre la mort. xxxl.A, 3 .A la court du roy, Y^ pour p soy. Y M. x x x I v. B.. 3A la court du roy, Y^ grand g desarroy. Y x L I v. B,. 3A la fin, ^ se p rend le fin. x I I. B.. 3A malheur a & encombrier, ^ Patience est le vray Y bouclier. M . xx. B. 3 .Alterner faict aymer. Y x L I v. A, 3 .Amantton heur, n'est , que q vapeur. P x III.A. 3 .Am Y^ e ame a l'amant. xLIx.A. 3 .Apres p la feste, ^ on g grate la teste. M. xxvi I I. B. 3 .Apres P tourment, ^ contentement. XXXVIII.A. 3 .Au 'our 1 de feste, ^ ne fay Y la beste. x L I I I. B.. 3Au tourment necessaire, > Rien, >q que souffrir & taire. I . c. 3 .Au vilain, ^ honneur en vain. x L I I. B, 3 .Aux humblesratieux g dur ^ aux orgueilleux. g v I I I. c. 3 .Auxauvres p gens, amys Y n ny parents. M. L I. B. 3 .B Belle cage, g ^ sans oiseau. L.A. 3 .Bien heureux sont ceuxui q ont faim & soif de justice: 1 car ils seront rassasiez.xvii.c.3 .Bienue q grand, g tousiours ^ croissant. X LV I. A. 3 .Bien te baigne, g^ mais sans meslange. g x X I I I. c.. 344 1 REGISTERS


C Cacher neert. s XLIX .B. 3.Ceue q blesse, , me dresse. Ix.A. 3 .Ceue q me lie, ^ c'est ma folie. xxiv.B. 33).Ceuxui q s'entre ayment, Y ^ s'entre entendent. X L I I I. A. 33).Chacun son cas apart. p XX I I I. B.. 3propos Changer r o est du vray sage y g En temps p lieu le droit usage. g M. xx ix.B. 3).pChasseenible p ou le veneur est ris. xxv.A. 3).^ p 3l Chiche jamais riche. M. x L v I. B. 33).Cceur content, ^ g grand talent. M . XIII.c. 3 .Cceur d'enfant, ^ carte blanche. v I. B.. 3Cceur sans flame, ^ corps p3sans ame.(LILA. .Comme il est s sort y du ventre de sa mere il s'en retournera nud, , s'en allant comme ile st venu, n'emportera p rien de son travail, ,3auquel q il a employé ses mains. L I. c..Crains ton ennemy, que petit. xxxv I I. B..Y^ q p 3DEd'Amour captif, devient oisif. x v i. B.p ^ 3D'invention neuve, point de gain a ui la treuve. xxx.B. 3).^ p g q 3D'oisivité, tout peché. xxxvii.c. .^ p 3D'un costé Dieu oingt, de l'autre il poingt. M. Ix.c. .g ^ p g 3Dans as ma chair ^ je verray y mon Dieu. L I I. c..b 3 .De courtlaisir, p long g repentir. p xix.c. 3 .De meschantain g ^ thresor est vain. NI . L.B. 3 .Deere p gardien, g ^ fils garde-rien. g M. X L V I I. B 3De rose flestrie nul se soucie. XXXIII.B.. 3De vaine crainte, injuste l p plainte. XXV II .B. 3 .Dessoubs la couverture, ^ se trouvera l'ordure. Ix.B. 3 .Deux mendians a un huis, ^ L'un a le blancq, q^ l'autre le bis. M , xxi I . B 3. .Du demandant le mesdisant.(Hi B.. 3En Amour, en court, & a la chasse, Chacun ne rend ce qu'il pourchasse. M.n > > > p q pXXXII.A.3 .En bienrenant p n'auras } tourment. I I. A. 3). 3En oubliant les chosesui q sont en derriere, ^ & m'avancant aux choses qui sont endevant, ie tire vers le but. X L V I. c.. 3Enarta p e g lict & jambon, cognoit l'homme son compagnon. M. g3 xxvIII.B. 3).Enrenant p sur ^ ris. p X I I. A. 3). 3Enros p p erité ^ n' Y a seurté. xix.B. 3 .En vertu novice, ^ rechet bien tost en vice. Xv i I . B . 3 .Escoute fill e & co n s i dere : encline ton oreille & oublie ton peuple p & la maison de tonppere. xLv.c.3 .Et choses bonnes ont leur exces. v. c.. 3Et mesme l'eau a son flambeau. XvI.A.. 3FFlambeau q ui fume, tost se rallume. xvil.A. 3).Fol ne croft, ^ tant q qu'il re ^ oit. M. v. B.. 3Fruict verdelet, aisement ne chet. x I. A.. 3Fuir ne sert. xv.A.. 3G Grave & leger g ne loge g ensemble, ^ Chacun requiert, q^g que lu Y ressemble. X L V I I I. B. 3 .442 REGISTERS


i I a ne m'adviene aqque l je me glorifie si non en la a croix de nostre Seigneur g Iesus Christ,, .,par lequel e qle monde m est crucifie , & moy y au monde. xxxvi.c. 3.Amie sans fatigue, g > quu i a laveut,> qu'il q uil la brigue. g (III.A.3). 3 .n'a faict, ^q ui commence. M. v I I. B.. 3Il' n est o orgueil, g que q de pauvre p enrichy. Y M. L I I. B.. 3Il sera happé' par p les cordes de son peché. P x L . c . 3.Ila Y difference, ^ entre es p oir & avoir. xxxll.B. 3 .JJamais ai laides Amours, , n y belle prison. p I v. A. 3).amaisaresse p ^ ne fit rouesse. p x v i I I. B.. 3crains q u ' i a ^ nsi que q le e Serpent S p a seduit Eve par p sa ruse, ^ semblablement en quel q quesorte vosensées p ne so Y ent corrumpues. p (xxxv.c.3). 3Jeunes gens, a leur des ens. p x L v. B. 3).oy e& support, s apres , p la mort. x L v 1 I. A. 3.L L'addroict n'a mal. xxII.A.. 3L'eternel ' est ma lumière & ma delivrance: de q ui aurai-je lp peur? xvl.c. 3 .L' o office e & la somme, , monstrent q quel soit l'homme. M. xxxvi.B. 3.L ' o r g uei l est s il venu? aussi est venue l'ignominie. g x I i. c. 3 .La fin de vie ne veut follie.I . B . 3 .La a meure pomme, un vieil homme. x I. B. 3). 3Lapart P veut son entier. I.A. 3 .La pieté, p ' ^ avec contentement d'esprit p est un grand g gain. g X L V I I. c. 3).Laresum Lapresumption a deceu plusieurs. p v I I. c.. 3La Ppriere du 1 uste faicte ave cvehemence, ^ est de grand g efficace. I I I. c. 3 .La vie & laa mort,^ r le bien & le mal sont en la presence p des hommes. i i . c . 3.Le chien, > le e Ieu > l'Amour, , le feu, ^ Ne se contentent oncq q de p peu. M. xxxix.A. 3.Lecoeurdusaec sage o g noste i le tem p^ s & le moyen Y q qu'on doit tenir. Car en tout affaireil Ya temps p & moyen Y p pour r s'y s Y conduire, ^ autrement mal sur mal tombe sur l'homme.XXXI.c.3 .Le fol est l'auteur, ^ de son malheur. xxii.c. 3 .Le fol s'enfuit, ^ le sage g s'en mocque. q xxv 1 i. c. 3 .Leecheur, p a tousiours p peur. M. XLVIII.C. 3 .Le e pir ire tour, , soubz pretext p d'amour. xxxi.B. 3 ).rebouché es g guise. xxvi.A. 3 .Le sage g a le coeur a sa droite : mais le fol a le coeur a sa g gauche. xx i v. c. 3.Le sepulchre & le gouffre g sont jamais l rassasiés, ^ ausi ne sont iamais les yeux Y des hommes.xxxix.c. 3 .Le sombre & tard, ^ ne duit au gaillard. g X L V I I I. A.. 3Lesbiens & les maux, la , vie & la mort, la , pauvreté p & richesses sont du Seigneur. gxxv.c. 3 .Les ese eaux u desrobées s sont douces, , & le p pain p prins en cachette est p plaisant. xxxiv.c. 3 .M M ap playe y est au dedans. vi1i.A. 3.Mariez moy Y bien tost, ^ mariez. x L v. A. 3 .Mets ta main en ton sein, ^ Et ne mesdiras a ton p prochain. xxvi.B. 3 .Mieux mestier, qu'Esprevier. M. X I I I. B..Mon Oei l ne e vo t'amais assez de richesses, ^ & ne pense p ppoint p pour quitravaille ie &rive p ma personne de bien? (xxx.c. 3.).q 3443 REGISTERS


vQuN Ne crainsoin t la sentencee de 1 a mort. x i. c . 3.Ne faites point selon leur ceuvres, , car a 1 s disent d & ne fontt pas. xxv i.c . 3.Ne reprens, p ^ ce que q n'entens. M. XXXVI I I. B. 3 .Ne telorifie g point P en parures P d'acco r e ments ^ & ne t t'eslevep point au 1our de lapompe. XXXIII.C. 3 .Nous avons unoids p eternel d'une gloire g excellement excellente, e ^ quand q nous ne re gar-donsas p aux choses visibles ains aux invisibles x L I I i. c.. 3Nul ne m'a assisté en maremiere defense, ains tous m'ont abandonnées. -.,^t abandonnees. Mais le seag neur m'a assist& & ma 'portifié. xxx I i . c . 3.o CEilai g g né ^ corps p p perdu. x. B. 3 .Ou n'est liesse, ^ amour n'y presse. (LI.A.3). 3Ouasse p ou l'Amour chasse. xL.A. 3 .OUue q spire, p s me tire. xxlx.A. 3). 3P Par deseux Y les deux fenestres : Darts s d'amour deviennent t maistres. aastres. x. A.3).Par les meurs cognoit-on g les humeurs. X L I. B. 3Parler de bouche, au cceur ne touche. xxIII.A. 33).Perseverer faict importer. p (v ILA.3). 3Peu aeu p us ^l ues q a ce que q croissions a la perfection p d'homme en C Christ. s v i.. c 3 .Plusieurs ont trop, p ^ n'a assez. xxxix.B. 3 .Pceur, ^g grand inventeur. M. x I v. B. 3). 3Pour u<strong>nl</strong>a p Y sir. x l x. A.. 3Pris dois estre, } devant repaistre. p (xvIII.A. 3). 3Prisonaillard g m'a faict. x i v. A.. 3Q Quant a moi, ^ d'approcher de Dieu c'est ' mon bien. xxix.c. 3.1 Quant il est creu, je le vois, ^ Comment il croist 1 je n'a pp ercoi s . VI . A .3 .Que nul ne soitaillard P ou profane p comme Esau,ui q ppourune viande vendit sondroict d'ainesse.X L I I. C. 3 .Que satan neai g g ne le dessus, , car nous n'ignorons g point P se machinations. c. xLiv 3.Qui cele le mesfaict, ^ cerche amitié. Iv.c. 3 .Qui en haste se marie, ^ a loisir se repent. p M . v .A. 3 .uiuerrit g l'amant lu Y faict tourment. xxxvl.A. 3 .Qui le voit d'arriere, Ne faict q que rire. xxvII.A. 33).Qui mal vit, ^ son mal le suit. M, xv.c. 3 .Qui me despouille, p ^p pleurant se mouille. XXV I I I. A. 3 .Qui nous separera p de la dilection de Christ? xLix.c. 3 .Qui trop p embrasse, ^p peu estraint. M, xL.B. 3). 3i eut, ^ il p peut. M. XX IV.A. 3 .uicon ue veut P venir apres moy Yq qu'il renonce a soy Y mesme & charge g sa croix sur soy Y& me suive.xvlll.c. 3 .R Re g arde que q la lumiere q ui est en toy, Y^ so Y ent tenebres. x.c. 3.Rire sans mal-en g in. (xxxv.A. 3). 3S Sans lan gg a & ^ le fol est sage. g xxl.B. 3 .Seurement va, ^q ui rien n'a. M . xv . B 3. .Sois serviteur, sans crevecceur. xxxlv.A. 3). 3Soyez Y nouvelle creature. L I I. c. 3 .Supporter peu, p^ pour p emporter p tout. (xxxv.B.3). 3444 REGISTERS


T Ta faveur, , ma vigeur. g xLI.A. 3).Ts Ta source soit benite e &te resiouyY de la femme de ta jeunesse. x L i. c. 3.Tel bat les e s buissons, u^ quu i ne ren lesoi illon s s. M. xxx. B. 3). 3Tel ggrain, ^ tel pain. a De mere piteuse p e fille teigneuse. g M. I v. B. 3).Tel semblea b ssage g en apparence, p ,q ui fol est en q quinte essence. M. L.c. 3 .Ton non mouvoir, ^ mouvoir me faict. xx.A. 3 .Tout au meillieur bout. I I. B.. 3Tout n'est or que q reluit, ^Y n farine ce que q blanchit. M. v I I I. B.. 3Toutes bonne donation & tout donparfaits est d, descendant du pere des lumieres,p par devers lequel e qil n' Y a point p de variation n Y d'ombrage g de changement. g xx.c. 3 .T rouv e r ^ est perdre. p xx i. A. 3.Tu n'as ' que q faire r de voir de tes yeux Y les choses secretes. xxl.c. 3.v U n cceur u oisif ^ d'Amour captif. p xxxvll.A. 3). 3Un fol ou beste faict bien i conqueste, o q ^ Mais s bon mesnage g c'est faict du sage. g (xxv.B. 3). 3v Vieille fleur g gist sans honneur. xxxIII.A. 3). 3Voila de mes devotions.X L I I. A.. 3Vous a v e z es t" contristez,^ selon Dieu. xxxvlll.c. 3 .445 REGISTERS


2 Register van bijbelplaatsen2.I BIJBELPLAATSEN IN HET TEKSTDEELZie ook Register 2.2 : Bijbelplaatsen in <strong>deel</strong> 2 en 3.g 1 p 3OUDE TESTAMENTGenesis 2:17Genesis:I 3Genesis 29:209Exododus:8 ^Deuteronomium 29:19Deuteronomiumo:I 3 9Richteren:2 7I Samuël 1 3 :20I Samuël 18:6[=14:6]I Samuël 16:82 Samuel I 3 : IO = I 3 :I0-I 3Job I S :2I = I S :21-22]Job 18:IIJob 1 9 :25[=19:26] SJob 8:20 [= 20 : S7 -Psalm i 6 : I IPsalm 18:3Psalm 27:1Psalm 33 [=33:I8]Psalm 39:7Psalm 45:iiPsalm 7; [= 7 3 :25]Psalm 73 :2 5 [=73:25-26]Psalm 73:28Psalm 8 9 : 3 2 [=89:32-34]Psalm 8 9 : 5 2 [=89:3z-34]Psalm 29:15 [=92:13-14]Psalm 103. Buch.Psalm r5:15 [=ii6:i5]Psalm II :9 [=Psalm 119:37]Psalm 119:165Psalm 127 :3 [=127:2]Psalm 144 [=144:18]Spreuken 3:7Spreuken 3:12xii.c..a 4] LatVoor-reden, r. 2844 [Vernoeming g van enzinspeling p op]xIV .A . 4.a [Lat]XLIV.c.I [Ned]xxi.c..d 4] FraII.c. 4.a [Lat]xxv.c. en S c.6 [Lat/Ned]Voor-reden, r.6 7xxv.c.6 [Ned]L.c..a 4]Lat TremelliusXVIII.A, 4.a [Lat]XLVIII.c. 4.a [Lat]X L V I I I. 4]c.. b Lat TremelliusLII.c. .b [Fra]3xLii.c..a Lat 4]xxix.c. en c.6[Lat/Ned]; xxxix.c..bS 4Lat Tremellius • x L I I I. c. I [Ned]xx.c.I [Ned]xv1.c. 3 FraI I i, c. 2 [Lat]xxx.c.I [Ned]xLV.c. 3[Fra]xxlx.c. 4.b [Fra]LIG. Sg en c.6[Lat/Ned]. Vul , 7 2XXIX.c. 3 [Fra]xxviii.c.6 [Ned]xxvIII.c. 5 [Lat]. Vulg. g 88vi.c..b 4] Fraxx.c.4.a 4 [Verwijzing l gnaar Buchanan]xxvii.c..b 4] Frax . c . 2 [Lat]. Vulg. g I 18xxix.c.I [Ned]xxv.c.I [Ned]III.c. 4.a [Lat]vI1.c.I [Ned]xxxvi.c. en S c.6 [Lat/Ned]446 REGISTERS


Spreuken p 4 :24S reuken:18 SSpreuken p S : 2[=5:2o]S reuken:2o SSpreuken p S 5:25 S = S:zzSpreuken7:21=: p 271- 2 2Spreuken p 77:22 = 7 :22-2 3Spreuken 8 = 8 : 8-p 9Spreuken 9:17P 97Spreuken[=10:22]pSpreuke reuken I I :2Spreuken I I: 2 = I I: 2 7Spreuken P I I :2ISpreuken3 I S:2Spreuken p I 4:16Spreuken p 15 5 = I S : I SSpreuken p I S :16 = I S : I SSpreuken p I17:9Spreuken p 17 :I7Spreuken p I 94 ;Spreuken 22:13Spreuken p 43[=2.4:3o-31] 2: oSpreuke reuken 2 :12 = z6 :12]Spreuke reuken 2:16 [=26:16]Spreuken27:7 2Spreuken p z 7:20Spreuken p 28 = 28 : ISpreuken28:14 28:ISpreuken p 28:1 7Spreuken3o:21[= p3 0:21-2 3 ]S p reuken S I:[=31:3o] 39Ecclesiastes[=Prediker]Ecclesiastes 2:18 = 2:18-19] 9Ecclesiastes:12 3 = 3 :12-I 3Ecclesiastes:1 4 7 = 4:8Ecclesiastes:12[ S = 5:12-16]Ecclesiastes:1 S S S : i 4Ecclesiastes 8:5[=8:5-6]SEcclesiastes:II 9Ecclesiastes I o : 2Jesajl a I : 3esa 2:12 J j aJesaj a =: I • Vul 9:2]9 9 ^ g• 9esa^a 2 : Il ^ Sesa J j a 4 2: 3Jeremia 8:7 7IV.c. en c.6 Lat NedSxLi.c. Fra3xLi.c..b Fra 4]v.A. .a [Lat] 4xL,c. Fra3xix.c..b Fra 4]xix.A, .a [Lat] 4xxII.c..a 4] Latxxxiv.c. 3[Fra]xxv.c..a 4] LatXII.c. 3[Fra]XVIII.B.6 [Ned]XII.C..b 4] Fraxxxix.B, en B.6 [Lat/Ned]SII.c,.bFra 4]XLVII.C. .a [Lat] 4xLvii,c.I [Ned]Iv.c.3 én c.4.c[Fra]xxviii.c.4.b[Fra]L I . B S. en B.6 [Lat/Ned]XVIII.B. S en B.6 [Lat/Ned]XXXVII.c. S en c.6 Lat Nedvii.c..c 4] Fravii.c..d 4] FraXIII.c. .b Fra 4xxxix.c. [Era] 3XLVIII.C.I [Ned]VIII.c.4.b[Fra]XLVIII.c. .0 Fra 4LII.B.6 [Ned]L.c..b Fra 4]XLVII.B. S en B.6 [Lat/Ned]xxx.c. Sen c.6 Lat Nedxxx.c. 3 Fraxxx.c. S[Lat]LI.c. 3 FraXXXI.C. 3 [Era]xxv.c..b 4]Fra en c.6 NedXXIV.C. 3 FraVoor-reden, r. 2484 [Vernoeming g van enzinspeling p g op] oVIII.c.6 [Ned]XVII.c. 4.a [Lat]Xvi.c. S en c.6 Lat NedXVII.C.I [Ned]Voor-reden, r. 2484 [Vernoeming g van enzinspeling p g oP447 REGISTERS


Jeremia 21:8Ezechiel 1lI 8 '. 33 = 18: 3 IDa<strong>nl</strong>e lIZ: zJona 2:4-6 [=2:6-7, thans 2:5-6]II.c.I [Ned]LII.C. S en c 6 , [Lat/Ned]eLII .c .I.b [Ned]xv I .c. 4.b [Fra]DE APOCRIEFE BOEKEN3 Ezra4:22en 4:31] 43Ecclesiasticus = Jezus Sirach]Ecclesiasticus: 3 z z [thans 3 : z4Ecclesiasticus: 3 4 z [thans : 3 z6Ecclesiasticus 6 [=6:8Ecclesiasticus 6:244 [én 6:2.5, 6: o3Ecclesiasticus II :4Ecclesiasticus II:I 4Ecclesiasticus S i :16 = i S :1 7Ecclesiasticusz 3[=32.:i6]Ecclesiasticus 37:1Ecclesiasticus 414XXIX.A. .a [Lat] 4xxi.c. 3[Fra]vii.c. 3[Fra]XXVIII.C.I [Ned]xiv.c. 4.e [Fra]XXXIII.C. 3 FraxxV.c. 3[Fra]'Lc .33FraXXII.C.2 [Lat]XXVIII.C. 4.0 [Fra]xl.c. 3[Fra]NIEUWE TESTAMENTMattheus 5:6Mattheus 6 :23Mattheus 6 :33Mattheus II :16Mattheus i i :29 [= I I :28-29]Mattheus z 3 [=r3: 25]Mattheus z; : 3 3Mattheus 19: 7 [=zá:5]Mattheus 24:43 -44Mattheus 26:41 4Marcus 8:34Lucas: z 73Lucas ii : 9Lucas I 1 : 34 = I I 34 : -3 SLucas i i :35Lucas I z =1 z: zo]Lucas 14;16 4 = I 4:16-zoJohannes 4:134 3ohannes:1 4 4 = 4:13-14]ohannes: S z4Johannes: S[=5:28-z9] z 8Johannes 6: 3Sohannes: 7 z4XVII.C. 3 [Fra]x.c.I [Ned]XLII.c. 4.b [Fra]Voor-reden, r,08 3 [Vernoeming g van n enzinspeling p g op] oxxlx.c. 4.a [Lat]xxxvll.c. .a 4 [Lat]Voor-reden, r. 2787 [Vernoeming g van enzinspeling op]xLV.c.I [Ned]Voor-reden, r. z 8 IVernoemin gvan enzinspeling p g op] oXXXVI i .c.1 [Ned]XVIII.C. 3 [Fra]Voor-reden, r.08 3 [Vernoeming gvan enzinspeling p g op] oIII.C.I [Ned]x.c..a Lat 4]x.c. [Fra]3xxx.c. [Lat] 4xLV.c. en c.6 [Lat/Ned]SXXXIX.C.I [Ned]xxxlx.c..a 4] LatX L I I I. SC. en c.6 [Lat/Ned]LII.C. 4.2.a [Lat]xxxlx.c.1 [Ned]L.c.I Ned448 REGISTERS


Johannes 8:12Johannes 8:34Handelingen 2 :37= 2 :37-38]Handelingen 1 i : -g S7Handelingen 17:27$Handelingen I ; g 9 3SRomeinen 2:2IRomeinen 6:20-22Romeinen:22 = :22-27 7 3Romeinen:2 = :2 -27 4 7 4 SRomeinen 8:28Romeinen 8:34 = 8 34 3SI Corinthiërs I : i 8I Corinthiërs S7I Corinthiërs: 7SI Corinthiërs: 79I Corinthiërs: 173I Corinthiërs: 7 34I Corinthiërs 8:2I Corinthiërs i3 :SI Corinthiërs I5 I: :54 = I SSS :2 Corinthiërs 2 :72 Corinthiërs 2:I I2 Corinthiërs 2:162 Corinthiërs:332 Corinthiërs:13 72 Corinthiërs:18 = :I -184 4 72 Corinthiërs= S S :1 72 Corinthiërs:1 S 72 Corinthiërs: 7 I o2 Corinthiërs: 7 I o = 79 .2 Corinthiërs I I :32 Corinthiërs 11:14= I I:14-15]Galatiërs:1 4 9Galatiërs:1 S 3Galatiërs 6:14Galatiërs 6:9Efeziërs:I 4 3 [én 4 :1SEfeziërs:21 4 = :22-2 4 4Efeziërs:6 SEfeziërs: S32 8[5:28en 1Efeziërs 6: I 1 = 6: I I --13]Filippenzen 1 :2p^ 3Filippenzen 2:1 5Filippenzen 1 :1 = :1Pp 3 3 4Filippenzen 3:19 = :18-1pp 3 9 3 9xv1.c.1ed Nxv.c.1 [Ned]XXXVIII.C. 4 [Lat]Voor-reden, r. 240 4xx.c.I [Ned]XXXIV.B. 2 [Lat]xxvi.c.1 [Ned]xiv.c.1 [Ned]xxiv.c..a 4] Latxxxii.c.I [Ned]xxxi.c, en S c.6 [Lat/Ned]XLIX.c. 3 Fraxxii.c..b 4] FraVoor-reden, r. 2787 [Vernoeming g van enzinspeling g op]v.c.I [Ned]xLI.c.1 [Ned]xxIII.c.I [Ned]x L I . S[Vernoemingc . en c .6[Lat/Ned].Vernoeminvan en zinspeling p op]vii.c..a 4] Lativ.c..a 4] Latxxvii.c.1 [Ned]xLlv.c.I [Ned]XLIV.c. 3 FraxxII.c.I [Ned]vi.c..a 4] Latxiv.c..a 4] LatXLIII.C. 3.a [Fra]LII.c. 3[Fra]LII.C. 4-I-a [Lat]XXXVIII.c.I [Ned]XXXVIII.C. 3xxxv.c. 3 FraX L I I. C. I [Ned]vi.c.1 [Ned]xxiv.c.I [Ned]xXXVi.C.Fra 3XLVI.c.I [Ned]vi.c. 3[Fra]LII.c.4.I.b FraOpdracht p van Swelinck, ^ r. 7xLV.c. 4[Lat]xxxv.c.5S[Lat]xi.C.I [Ned]én xxvii.c..c 4] FraxxIII.c..b4FraXLVI.C. 3 [Fra]xxxiv.c.1 Ned449 REGISTERS


Filippensen 4.8I I<strong>nl</strong>otheuS: S 9 = 2 : 91I Timotheus= S S :I 3I Timotheus 6:6I Timotheus 6:7I Timotheus 6:82 Timotheus 2: S2 Timotheus 2:262 Timotheus:16[=4:16-17]4[Hebreeën I 2 : 7-8Hebreeën 12:16Hebreeën 1 3S3 : 5Jacobus 1:9 9 = 1 : 9-IoJacobus I : I O =1 :12]Jacobus I:I 2Jacobus 1:17acobus:16 SI Petrus 3 [=3:3] =I Petrus: 4 2I Petrus:8 4Petrus I ; 5 = I Petrus SS ;Petrus I :6 [=i Petrus:6 SI Petrus:6 S 9 [= :6- S 91 Petrus:8 S2 Petrus 2:22I Johannes 2 = :171 7I ohannes;39I ohannes:18 SOpenbaring P g z :1 0Openbaring p g S'S .Openbaring 16:14-1 5p gOpenbaring 20:1-2p gOpenbaring P g 20:6Openbaring p g 2 0 : 4 = 20 :6]Openbaring p g 2 1 : SOpdracht p van Swelinck, ^ r. I17XXXIII.C.I [Ned]xxxvii.c. en S c.6 [Lat/Ned]XLVII.C. 3 [Fra]LI.C.I [Ned]XIII.c.I [Ned]xvIII.c.I en xvIII.c. .a 4 [Lat/Ned]x L . c .1 [Ned]XXXII.C. 3 [Fra]xxxvi.c.I [Ned]XLII.C. 3 [Fra]XLVII.C. 4.0 [Fra]xxxi.c.I [Ned]xxxll.c..a 4] LatIx.c.I [Ned]xx.c. 3[Fra]III . c 3. [Fra]xxxIII.c. 4.a [Lat]Voor-reden, r. 83iv.c.1 [Ned]VIII . c . I [Ned]VIII.c. 4.a [Lat]Voor-reden, r. 27S [Vernoeming gvan enzinspeling P g op] oxxxv.c.1 [Ned]Voor-reden, r. 2484 [Vernoeming g van enzinspeling p g op] oxix.c. 2 [Lat]xLix.c.I [Ned]xxxvll.c. .0 4 [Fra]IX.c. 4.c [Fra]Voor-reden, r. 27S [Vernoeming gvan enzinspeling P g op] oVoor-reden, r. 281Vernoemin gvan enzinspeling P g op] oVoor-reden, r. 2844 [Vernoeming g van enzinspeling o p g op]XLIX.C.6 [Ned]xLix.c. [Lat]SLII.c. i.a en c.z.a [Lat/Ned]450 REGISTERS


2.2 BIJBELPLAATSEN IN DEEL 2 EN 3Zie Zeook Register 2.1 : Bijbelplaatsen 1 p in het tekst<strong>deel</strong>.OUDE TESTAMENTGenesis 1:27; 2: 7 32Genesis 2:17. ^ 2: 2 8 9Genesis 2:22-24; 4^ 2: I 57Genesis 2:24; 4^ 2: S 8 162Genesis 3^ • 2: 2 S0Genesis:I 3 ^ • 2: 12 9Genesis 7; 2: 454Genesis 7 :1 3; 3 : 339Genesis 8:6 . 2: 25Genesis:6 9 ^ . 2: 723Genesis 18:12; 2 : 160 166Genesis 19:14-26; 2: 225Genesis 19:20-29; 173 2: IGenesis 2 7 -33^ • 2: 263Genesis 28 :12 . 2: 273Genesis 29:10;2 : 263Genesis 2:20 9 ^ . 2: 312Genesis 37^ • 2: 263Genesis 39^ • 2: 423GenesisI: 4 4 I- 42 ^ . 2: 263Exodus; 2: 659Exodus 3^ • 2: 349Exodus:8 7 • ^3^ 238Exodus:11.2:67 659Exodus 7 -12.2: ^ 349Exodus 2 2: S9 659Leviticus: S 5^ • 2: 7 z747 59^ Leviticus 1 - • 2: 743Numeri 22: 4^ • 2: I127Deuteronomium • 2: 17Deuteronomium 4 5^ • 2 : S588Deuteronomium 8: 3^ • 2: 3 08Deuteronomium 16 :I 7^ • 2: 448Deuteronomium 22:1-4 ^ • 2: I 2 7Deuteronomium 22:10; 2: I27 707Deuteronomium 22: I I • 2 743Deuteronomium 28 : • 24 : 4877Deuteronomium 29:29; 39 2: 398Deuteronomiumo :19; 2 : I 73Ozua To :12-13;2: 3^•686Richteren:2; 7 ^ 2: 443 448Richteren 8: 3 4^ 2: 443Richteren 16: 4 -21 ^ . 2: 342Richteren 16:17-21; 2 : 26 5Samuel;• 2 : 399I Samuel; 2 ; 365 3 5I Samuel 2:7-8; 2 : 42 6I Samuel 2:9; 23; 386I Samuel I I: I I • 2: 3 42^ 34IS I- 3 I 4^• 2: II 8I Samuel I 3 :20 ^. 2: I1844 3 44I Samuel 16: 7^ • 2: 735I Samuel 16:8 ^ • 3 ; 3 5 7Samuel 14:6; 2: 4482 Samuel; 2 ; 365 3 5^ 2 Samuel 6:6-7 ; 2: 3962 Samuel II-I2;2 273 : 22 Samuel I: I-22' ^ 2: 3422 Samuel I: I 0- 3^ I' 2: 359I Koningen; 23 : S6I Koningen g 6 ^ 2:I Koningen g 8: 39^• 2:I Koningen g I: 3 2 8 ^• 2I Koningen I •g 7^ 2 3492 Koningen; 23 : 652 Koningen I: I og ^• 2: 2452 Koningen g 2:24^ • 2 : 3 5 o2 Koningen g 20:9-1i; 2 : 6862 Koningen g 25 :8- 9^ • 2: 549I Kronieken 2 :2 5^ • 2: 693I Kronieken 28; ^ 2: 693I Kronieken 2 9^ ; 2: 6932 Kronieken 6: o • 2: I2 Kronieken I2:I2 . 2: 2 o^ 5Job; ^ 2: 7477 I Iob 1: -II'2: ^ 434 8 Job I:20•2:16^ 167ob: 5 8 - 9^ 2: 386ob 7 :1 ^ • 2: 367^ 5 6Job: I - 5 I 6 • z:^ 5 00Job 8 ^ • 2:6 3 8Ob:I 9 3^ 2: 2459 7 ^ 245ob 15 :2I-22 ^ • 2: 7I2b:I 2: 2ob 18:II ^ • 2: 5 7 7 I2Job 19:26; ^ 2: 763 7 3Job 20 ,• 2: 6 38Job 20:5-7;2:62 3Sgg557 561451 REGISTERS


Job 21:18; 2:430 6o6Job z i :26; z •08 3Job 22:29; 9^2: 2,46ObI:I .3 ^ 2: 335Job1: 3 3 5 - 36; ^ z: 343Job: 33 24^ 2 : 2273Jo b6: 3 I 5^ ; 2: 161Ob:16; 39 ^ 2: I2 7Psalmen; 2:44 545 6Psalm 1 . 2: 628Psalm 1:4;2: 4^ 6o6Psalm: I0 .7 ^ 2 : I 30Psalm 16:5; 51 2: 566Psalm 16:11; 2:57 6 6494 59 6645;Psalm 17:14-15; 2: 66 SPsalm 18:3;2: 386; • 22o3^ 3 ^ 3•Psalm 19:6; 2.: 6 9 ^693Psalm 19:6-7; 2: 686Psalm i 2: 3489 ^9^ 34Psalm 22:7;2 : 83 7Psalm 24:4-5;2: 4 . 4 5^ 245Psalm 26 . 2:6 35Psalm 27:1; 2:7 ^ 337Psalm1:8 .3 2: 161Psalm:I 33 ; 3^ 2: 10 107Psalm: 18; 2: 18633Psalm; 2: 16134^Psalm:2 . 2 : 18 34 ^ 5Psalm: 2:6o6 355Psalm8: 3 3^ 2:689Psalm 39^7^ z :498; 3Psalmo 4 : 3^ 2 : 333 36Psalm1: ; 2: z4 3^ 7 4Psalm:26 44. 2:160Psalm :I I • z : 67445 ^Psalm6:2 4. 2: 161Psalm1:12 .S ^ 2:1 30Psalm 6 5 :1o;24: 420Psalm 66:1o; 2: 161Psalm 69:15;2 9 5^ • 336Psalm:2 Psalm73:25; 2: 489 749Psalm: 73 2 S -26 ^ 2 755Psalm:26 .73 1 2: 66 SPsalm:28 Psalm73:28; . 2: 489Psalm:1 74 9 ; ^ 2: 12 127Psalm; Psalm75:9; 2: 122Psalm:8-1o •77 2: 262Psalm :21 . ^2 : 797 6 2273 237PsalmPalm SPsalmPsalmPsalmPsalmPsalmPsalmPsalmPsalmPsalmPsalmPsalmPsalmPsalmPsalmPsalmPsalmPsalmPsalmPsalmPsalmPsalmPsalmPsalmPsalmPsalmPsalmPsalm8 3 :8 ^ ; 2: 342$ 4; 4^ 2: 1 2 789;2: 9^ 4 8o89:32-34; 2: 84 389:52;2: 47 891:5; 2: 6$ 992:13 -14; 2: 222101:5; 2: 24 5102:2; 2: I$^ 510 33:1; ^ 2: 1$ 510 33:12; ^ 2: 762 7103:15-16; 3 : 414 I107:29; 2: 35o107:29-30; 2: 524107:30; 283 z: 109:6; 9 ^ 2: 659116:I 5 ^ 2: 463 3472119:37; 2: 267119:105; 2: 8 34119:130; 2: 8 3411 9:165; 2: 488; • 29 5^ 4 ^ 3• z 7124:7; 4•7^ 2: 2.78127; 2.: 444127:2; 2: 44 2127:3 [= 127:2]; 3:128 ^• 2: 6281 33; 2: 197142:6; 4 ^ 2: 566142:8; 4 ^ 2: 399 723Palm s 145:18; 4 5 •^ 2: 186Psalm 1 47'3: 3 ; z: 262Spreuken; 2: 54 6 290 374; 356 3SSpreuken p i:7;z : 5 88Spreuken p 3 7^ ; 2 2 35^ : 5; 210 3Spreuken 3 :12 . 2 : 567^ S7Spreuken p 4 :24 • ^2: 198 2ozSpreuken p 5 :18 . 2: 619^Spreuken p 5 : 20 . 2 : 205 ^ 5 619Spreuken 5:22 2: 6o6p 5Spreuken p 6:26; ^ 2: 699Spreuken p 7; 7^ 2: 377Spreuken P 7:21-22; 7 ^ 2: 373Spreuken p 7 : 22 . 2 : 1 z 7Spreuken p 7 :22-z 3^ ; 2 ; 37oSpreuken p 8 : 8- 9^ z : 4 o9224Spreuken p 9 : I o ^ • 2: 5 8 59 8 8592Spreuken p 9 :1 7^ • 2 543Spreuken p 10:12; ^ 2: 196452 REGISTERS


SpreukenpSpreukenSpreukenSpreukenSpreukenSpreukenpSpreukenpSpreukenpSpreukenpSpreukenpI0:19; 2: 40310:22; 2: 44 211:2; ^ 2: 289II:21 ^ • 2: 28911:27; 2: 61 7^ 313:25; 2: 60I59514:16; 2: I 4 ^ 173IS :2; 2: 403I :I • 2:6 -00S 5 ^ 99 7Prediker 5 :I 4^ 2: 748Prediker 8:5-6; 25: I IPrediker: 8 ^ ' 2 : 769Prediker 9 :I 1 ^ • 2: 44 2448Prediker e 10:2; ^ 2: 431Prediker e 1 o :1 o' , 2 .459•Hooglied g 2: 4^ 2: 6 52Hooglied g :10 7 • ^ z : 73 oJesaja 3^ '2: IZ 127Jesaja 2:12; 2: 2 615:16 5 [= I 5 :1 5^3^ ' 2404Spreukenp16:5;2: 5^ 235Jesaj1 a 8:i; 444Spreuken P 17:9; 2: 197J esaj 1 a9:I; 2 : 349Spreukenp17:17;2: 7 7^ 478J esaj a I 4 :I I • ^ z : 308 3Spreuken P 19:4; 9^4^ 2: 748J es a 1 j a 29 :I 5^ • 2 337 - 338Spreukenp2I: 1• ^ 2: 448Spreukenp22:I 22:13; 2: 360'^3 : 357Spreukenp23; 2: 301Spreuken P 24:30; 2: 577J esaj 13 a 0:16.2:61 613Jesaja l 38:8; 3 ^ 2: 686Jesaja 1 38:14;z: 3 4^ 127Jesaja 4 o:6-8 ^3^44• 414Spreuken P 24:30-31; 52: 82Jesaja 4 z 3^ : 2: 348 35 135 356; ^ 3 217Spreuken P 25:23;2: 5 3^ 188Spreukenp26:2; ^ z: I2 127Jesaja 48:10 ^. 2: 161J es a j a 48: I 7 2:^ 493Spreuken P 26:11' ^ 2: 127J esaj J a 56:11 • z : 12^ 7597Spreukenp26:I2 26:12; • z :2 36Spreukenp26:1 3^ ; 2: 366 3Spreuken 26:16; ^ 2: 236Spreukenp27:7; 2: 3004^ Spreuken P 27:20; 259: 596Spreuken 28:1; ^ 711-7127 7Spreuken 28 [= 28:I ^3^ 24IJ esaj l a 57 :1 9^ • z : 187J esaj l a 59^5^ • • z: 6o8Jesaja 66:22• 2: 727^ 77eremia ^ • 2 : I 75eremia: 1 • 2 : I ^ 7eremia: 3S^ 6 • 2 I 85Jeremia 8:7; 7^ 2: 1 z 7Spreukenp28:14; 4^ 2: z245Spreukenp28:17; 7^ 2: 7 1 2Spreukenp29:20; 2: 240Spreuken 29:23; 24:2 6Spreukenp30:21-23; 2: 760Spreukenp31:30; z: 735Jeremia 8:21; 2: 79 769Jeremia II:20 ^ . 2: I 3 oJeremia 14:2;2: 79 769Jeremia 16:I 16:19; • 2: 161Jeremia 17:10; 7 ^ 2: I 3oJeremia 20:12; ^ 2: I 3 oPrediker = Ecclesiastes]; ^ 2: 443 6996Jeremia 21:8; 2 : 172; : 3 206Prediker 1 :7; 7^ 2: 420 4Jeremia 29:5-6; 2: 76 6Prediker I :18 . 2:772eremia 3 0: 9^•2: 161Prediker 2:18 . 2: 6989eremia 3 1 : 33 •^ 2: 221Prediker 2:18-19; 9^ 2: 705eremia6 3 : 7> • 2 > • 167Prediker 2:24-25; 72: S0eremia 5 l : 39^ ' 2: 769Prediker: 3 I ; ^ 2 : 16 5eremia l : 57^ ' 2: 7697^ Prediker; 3 S^ 2: 167Ezechiël: 1 ' 2: 107Prediker:12 3 ; ^ 2 : SooEzechiël' 7 :19^2: 6o'Prediker:I2-I 3 3s ; z: 00 S 505Ezechiël 16:44; 44r 2: 201Prediker: 48 ^ . 2 : 499Ezechiël 18:31; 2: 7769; 9^ 3 : 35356Prediker:12 S ^ . 2: SooEzechiël 18:33; 33^ 2 : 762 7Prediker:I2-16 S ^ . z: S oo S 0 SEzechiël 21:26;z 4 : 236 20453 REGISTERS


Daniël• 3r 2: 423Dania 1 I2:2' ^ 2: 762' ^ 3 : 2244Amos; ^ 2: I175Amos: 4 I 1 ^ • 2: I 73Jona 2:5-6; 337 2 :Jana 2:6-7; 7^ 2: 337ona:6 4 ^• 2: 228Zacharia: 59^ • 2: I 2 7Zacharia 12:1; 2: 722 7DE APOCRIEFE BOEKEN3 Ezra : 420-21 ^ . z: 6753 Ezra4:29-31; 3.4 223 Ezra 4 :22 ^ . 2: 48643 Ezra4:28; 3• 2643 Ezra 4.3 1 ^ . 2 : 4864 493Judith 10-133^ ; 2 : 272Judith 13-15;2 34 : 342Wijsheid4.3^ I 1' z: 717 77Wijsheid 1 6:1 3, 52; 5244Ecclesiasticus = Jezus Sirach ^ ' 2: 565Ecclesiasticus:2 3 4^ • 2: 397Ecclesiasticus:26 3 • ^ 2: 236Ecclesiasticus 6:8; ^ 2 : 477Ecclesiasticus 6 = 6:8]; : 226 ^3Ecclesiasticus 6:2 -2 • 2: 314 5^ 34Ecclesiasticus 6:30; 2 : I34Ecclesiasticus i I : 4^ • 2: 529Ecclesiasticus II :142: 4 ^ 2 ; 44 2Ecclesiasticus 15:17; 2: I 73Ecclesiasticus 21:28; ^ 2 ; 399Ecclesiasticus 21:28-29; 9^ 2: 405Ecclesiasticus 2 :1 6 ^ • 2 : 409 49Ecclesiasticus:I • 2 : 47837 ^ 47Ecclesiasticus. • z 47837 3^ 47Ecclesiasticus 8 :22 • 2: 7383 ^ 73Ecclesiasticus 41: 4^ ' 2: 277NIEUWE TESTAMENTMattheus; 2: 356MattheusMattheusMattheusMattheusMattheusMattheusMattheusMattheusMattheusMattheusMattheusMattheusMattheusMattheusMattheusMattheusMattheusMattheusMattheusMattheusMattheusMattheusMattheusMattheusMattheusMattheusMattheus3:10; 2: 6693:11; i: 3364:4, ; 3084 :24^ 2 ^ 3S05:3; i: 3243315:6; 2: 3485 : 45; 3366:13; z: 4836:19-21; 2: 5666:23; z: 267 ; 3: 2126:33; 2: 6337:1; z: 2027:6; i: 1277 : 7 ; i: iii7:13; 2: 2737:14; i: 3617 :24; z: 4558:1-4; 2: 35o8:26; z: 3508:28-34; z: 3508:30-33> i: 1279:1-8; i: 3509:I2; 2: jII9:18-26; z: 3509:27-31; z: 3509:32-38; z: 350MattheusMattheusMattheusMattheusMattheusMattheusMattheusMattheusMattheusMattheusMattheusMattheusMattheusMattheusMattheusMattheusMattheusMattheusMattheusMattheusMattheusMattheusMattheusMattheusMattheusMattheusMattheusMattheusIo:16 • 2: ^ 57911 :5; 2: 3 5 0II:I2' 2: 762 769 7 7911:16; 2 : I 0' 3: 420 3 ^3 4II :25; 2: 47111:28; 2: 55244I I :28-2 • 2 : 4894 912:20; ^ 2: 3S 35612:22; 2: 3501 2:22-32; z: 52112 :34; 2: 45513:20-21; 483 2 : 813 :25; 2: 57713:31-32; 2: 129I 13:33; 2: I2814:13-2 1 ; 2: 3 5014:27; 2: 71315:30-31; 2: 3 5 017:20; 2: 12919:5; 2: 8 6 5 6731 9 :7 = 19.5]; 3:1 9 :1 3- 1 4; 2. 35020 :29-34; 2: 3502I :14; 2: 3 5 021:18-22; 2: 350^ 3 523:3; 2: 4583 • 3? 4 523:12; 2: 2 63 ^ 423:27; 2: 73 2239454 REGISTERS


Mattheus 2 3^37^ 2: 6z8Mattheus 24 :43-44; 2: 129Mattheus 26 :41; 2339 : S7 576 SgI; 3 233Marcus I:21-28 ; 2:o 3SMarcus I:40-45 ; 2: S 35 oMarcus 2:1-13; 2: o3^ 3SMarcus:20- 3 25219^ SMarcus; 4^ 2 483Marcus0- 43 23 ; ^ 2 : 129Marcusz: 4^39^ 3S oMarcus 6: 2: oS^ 3SMarcus 6: 3 0- 44^ ; 2: 3S oMarcus: 7 37? ; 2: 3S oMarcus 8:22-26 ; 2:o 3SMarcus 8: 34^ ; 2: 361 3Marcus.14-29; 9 2: 3S oMarcus 10 : 46- S 2; ^ 2: 3S oMarcus II :12-26; s 2: 3S 01:52; z: 3202:29; z: 2833 :9; z: 6693:16; z: 3364 :4; i: 3084:23; z: 246LucasLucasLucasLucasLucasLucasLucasLucasLucasLucasLucasLucasLucasLucasLucasLucasLucasLucasLucasLucasLucasLucasLucasLucasLucasLucasLucasLucasLucasLucas4 :2 5; 2: 3494 : 33-37; z: 3505:12-16; z: 3505:17-26; z: 3506:7>z:4SS6:zo; i: 3z46:37; i: zoz6:45;7:22;z2 ^ 4SS 4552: 3502: 130; 3 : 42o7:32;8:24; 2: 35o9 :6^ ^ 2: 30 S9:12-17; 2: 3509 :62 ^ • 2: 360 3I0:18; 2:8S3II: 2: 4834 3I I : 9; 2: 191; 3: 207II:14; 2: 3 5 011: 34-35; 3S^ 2: 26711:35; 3S^ 2: 26712:20; 2: 49913:6-9;2: 3 9^ 350 3S13:19; 2: I2913:20-21; 2: 128LucasLucasLucasLucasLucasLucasLucasLucasLucasLucasLucasLucasJohannes;^JohannesJohannesJohannesJohannesJohannes13:24; 3 4^ 2: 361 3I 13:34; 2: 62814:11; 4 ^ 2: 246I 4 :16'2 ^ :674I 4 :16-20^ ^ 2: 68o14:20;2 : 68015:11-24; 699 2: 616 :16^ 2: 769 7917:6; 7 ^ 2: I2 12917:II-19; 2: 3 5 018:I 18:14; 2: 24619:9; 2: 7292: 441:4-5; 2: 3 5 12: 1 -I2; 2: 3 5 033:8; 2: 47 4873: 1 9; 2: 3433:20; 2: 34 2ohannes:I 4 3^ ^ 3 : 2 234ohannes:13-14; 4 2 : 595ohannes: S I- I S^ ' 2: 3S oJohannes S :24^ ^ 2: 646Johannes S :28-29; 2 ; 763Johannes 6: I - ' ^ 2: 3S oJohannes 6: 3S^ 2: S9S^ 3 . 234ohannes:2 7 4^ ' 2: 734; 3 : 243Johannes 8: I - 11 ^ ^ 2: 48o4Johannes 8 :12; ^ 2 : 336 3S 1 ^ ' 3 : 2 I 7Johannes 8 :34; 34^ 2 : 326 ^ 3: 216Johannes 9; 2: o9^ 3SJohannes 11 :1- 46' ^ 2 3S oJohannes 12:24-25; 2 : 7S 751Johannes I :6; 2 : 724 74Johannes 18 :36; 2 : 419 49Johannes 20:12; 2 : 769 79Handelingen g 1: 7^ ^ 3: 221Handelingen g 2:37-38; 2: S 87Handelingen g S :1-8; 2 ; 3S oHandelingen g 9 :1- 9^ ^ 2: 2636Handelingen g I o :I :ii- ^ 3^2: I26Handelingen g I I :18 ^2: 126Handelingen I :6-12; 2 : og 3 3SHandelingen g I 3 -28 ^ . 2: 263Handelingen g 1 S :26 ;• 2 : I 3 oHandelingen g i 7 :25;: 2203Handelingen I:27-28;2: 8 6g 7 3Handelingen I :28; :g 7 3 394Handelingen 18:2 ' 2: 18g S^ 7455 REGISTERS


Handelingen 19:34-35; z: S4548Handelingen g 9 I 3S= : • z : 541Handelingen 2o:28; z: 79 769Handelingen g 26:14= • 2: 16 7Handelingen 27 : 22; ^ 2: 713 73Handelingen g 2: 72 S • = z: 7 I3Handelingen 73= 2: 6^ z: 713 73Romeinen; ^ 2 : 44 5588Romeinen 2:21; 2: 453; 3: 224Romeinen 6:6; = 2: 7617Romeinen 6:20; ^ 2: 313; 3 3^3^• 2I 215Romeinen 6: 22; = 2: 3 I 379=3 2: 2 i 5Romeinen: •7 S^ 2: 3S 6Romeinen: 7 22-2 3= ; z : 43 I7 Romeinen: 24= ; z 397Romeinen:24-25; 7 2: S 20Romeinen:2 7 4 —73 :24-25]; 229 : 4= Romeinen 8:1 ; 2: I2 SRomeinen 8 : 28; = 2 : 511 SRomeinen 8: 3S= ; 2: 723RomeinenRomeinenRomeinenRomeinenRomeinenRomeinen12:2; 2: I 0 161 174 3 7412:3;2: 3963 = 3912: 5; 3 : 39512:II'2: 488= 4I2:12' 12:12; 2: IGI12:I' S= 2: G 43 -644 6 S1Romeinen I: 3 I o' ^ 2: 592 S9Romeinen I: 3 I2; = 2: 343Romeinen 14 :I 7= ^ 2: 653I Corinthiërs ;• 2 : 2 3 44I Corinthiërs I :18; z 49 : 409I Corinthiërs I :2 • 2: 263I Corinthiërs: S 7= • 2: I 2 81orinthiërsCI CorinthiërsI CorinthiërsI CorinthiërsI CorinthiërsI CorinthiërsI Corinthiërs15:9; i: 2632 Corinthiërs •; 2 : 441 5 : 3 6-44, 2: 756í5:4o-SS; 2: 27815:49; 2: 72915:55; i: 462I 5'54 15:55]; 3: 2251S:55-58; 2: 6942 Corinthiërs 2: 7= 2: 6 S9= 3 : 2382 Corinthiërs 2 : I0-I I = ' 2 : 659-66o^ 2 Corinthiërs 2:I 6 . 2 : 4 o 9= ' 3: 2212 Corinthiërs:2- 3 3= • 2: 22I2 Corinthiërs: 3 3= • 2: 2222 Corinthiërs:1 7 : 2: 314 3 42 Corinthiërs:I ; I . 2: 729 792 Corinthiërs:17-18; 4 2 : 6452 Corinthiërs 5:15-17; 2: 1302 Corinthiërs 5 :1 7= 2: 61- 762797692 Corinthiërs 6:4; 4= 2: 1612 Corinthiërs 6:15; 2: S9 6592 Corinthiërs 7 :1' = 2: S 872 Corinthiërs 7 . 9= 2: 5872 Corinthiërs 7:10; 7= 2: 587; S 7= 3^ • 233 356 3S2 Corinthiërs 7:11; 7 = S7 2: 82 Corinthiërs 10:5 S= ; 2: 1612 Corinthiërs 11:3; 2: 5572 Corinthiërs II:I4-I S= • 2: 6322 Corinthiërs 11 :14=3 = 1 I:14-15] •: 2362 Corinthiërs 1 3 : S= • 2: S588Galatiërs I : I 3-23; 2326Galatiërs: I • 2 : 221 • : 4 9= 3 209=Galatiërs :1 • 2 : oS 3= 43 = • 3 : 2 2 3Galatiërs:26 5 • ; 2 : 43 0Galatiërs I Corinthiërs: 7 I ;^ 2: 626 6 : 9= 2 : 686 = • 3 • 239I Corinthiërs: 7 2 ^• 2: 62o 626Galatiërs 6:I 4= 2: 66SI Corinthiërs: 7 S= • 2: 207= • 3 : 208 Efeziërs 2:2; 2 : 81 8S S 3Efeziërs: I Corinthiërs: 7 9; 2: 44 619-6zo 626; 3' 4 I 3= 2: 222236 3Efeziërs: 4 S= I ^ 2: 229I Corinthiërs 7:22; 2: 32oEfeziërs:22- 4 z 4> • 2: 762 7Efeziërs:2 I Corinthiërs 7:31; 2: 419; 3: 2224 3= 2:1 61I Corinthiërs 7'34^ , 2: 620Efeziërs:6 5 • ^ 2: 112I Corinthiërs 73 :36-39; 39 2 ^ : 676Efeziërs :11S ^ 2: 343I Corinthiërs 8:2 = • 2: 236I Corinthiërs I2:12; 3 : 395Efeziërs:28 5 ^ .2:6674Efeziërs: S 3 o • • 3 • 395I Corinthiërs 12:27; 3: 395Efeziërs S . 3= 1 • 2 : 5 8 62o 674I Corinthiërs 13:4-5; 2: 197x Corinthiërs 13:7; 2: 197I Corinthiërs I :I1 • 2: 166' •3 = =3•I Corinthiërs 15; S= 2: 278II 404Efeziërs 6 : I I = . 2 : 557Efeziërs 6 : I 1-1 3 ; 2 : 561 5Efeziërs 6 :12; 2 S3 : 583Efeziërs 16 :1 I- I^ 3= z: SS 8456REGISTERS


Filippensen ^ e I: 23^ • z: 2 76 28334347 463 472; ^3: 213Fili ensenI:I 9^ • 2 22232Filippensen 2 :3; 3^ z : 430Filippensen z :12;^2 :587-588•Fi i ensen z:1 • z: i8oFilippensen 3^Filippensen 2 :I • 249419Fili ensen: 3 z' z: ^ 12776o1Filippensen p 3^ :6; z: 263Filippensen 3 :I 4 ^ • 2 687Filippensen 3 :18-I 9^ 2 543Filippensen 3 :I 9 -- :18-I 3 9^3• : z 3oFilippensen p 3 :20' ^ 2: 612p Filippensen 4 : ^8 • 2 : 112olossensen: • 2: 79 729Kolossensen: • 2: 74 764I Thessalonicensen4:3-4; 2: 209Ihe T ssa lonicensen :12 4 ^ ' 2 : 343Ihe salonicensen :I ' 2 2 8T s S 9^ 7I Timotheus I: i8' ; z: 2S 4I Timotheus 2:2-3;1303I Timotheus 2:9;z S : 29I Timotheus. S 9 = 2:9]; 9 ^ 3• ' z 3 0I Timotheus 2:11-12; 2 : 713 73I Timotheus: 3 S -6 ^. 2: 612^ I Timotheus' 2: 578 S7I Timotheus: I •S 3^ 2: S 582 7187I Timotheus -:3-II;2: 12 SI Timotheus 6 :6 ^ • 2 : 7007I Timotheus _:7; z : 748; ' 3 : 243 2I Timotheus6 : 8 •:2 299 01 • : 2I^ 7 ^ 3 41 Timotheus -:12;2: S4 5242 Timotheus 2: S^ • 3 : 2182 Timotheus 2:5-6; S^ 2: 44 3 62- 3632 Timotheus 2:26;z > : 6o6 3 •: 2352 Timotheus: I S -16 ^ • 2 ; 464 442 Timotheus: 4 7^ • 2: S 242 Timotheus 4 :16-I 7^ • 2: 520 STitus 2:11-12; z : 6707Hebreeën; ^ z : S 68HebreeënHebreeënHebreeën6:I 6:19; 2: 16710:22; 2: 5 24 72410: 3^ 6 • 2: 1612:7-8; Hebreeën 7 ^ S 66Hebreeën 12:8 [== 12:7-8]; 3• 'Hebreeën Iz:IO'2:26^ SHebreeën 12:16' ^ 2: 6323Hebreeën 13:4; 3 4^ 2: 216 622Hebreeën 13:5; 2: 700Hebreeën I 3 :14^• 2 : 61 zHebreeën 13:15; 187 2: Jacobus 1:-10 9 ^ . 2: 510 SJacob Obus 1:9 ^ = 1:9-1o]; 3 : 228Jacobus I:12 ^ • 2 : S 2 6 S 20' ^ 3: 3 211Jacobus a 1:17;2: 83 7Ja acob us 4 :6 ^ • 2 : 42 6acobus 4:10^• 2 : 246Jacobus S :16 • 2 : 186^acobus S ; I 7 -20 ^ • 2: 350 3SI Petrus 2:15; S^ 2: 455I Petrus; 3 3^ 2: S 29I Petrus: 37 -8 ^• 2: 216I Petrus: 4 2' > 2: '18; 3: ' 392I Petrus' 4 3^ 2: 118I Petrus: 4 8 ^ • 2 : 9 I 6 202; ^ 3 : 208I Petrus: S 2 ^ • z: 43 oI Petrus: S S^ • 2: 245Petrus I: S = I Petrus S : S^3 ' : 2III Petrus: S 6 • ^ 2 : 2452 4 S S 1I Petrus: S 6- 9^•2: 128I Petrus: S 8 ^ • 2 : SS 6 • ^ 3 . 2312 Petrus 2:22;2127: I Johannes 1: 4 -6^• 2 : S 88I Johannes 2: 2 . 2: 72474I Johannes 2:17; 2: 7^ 373I ohannes: • : 2 239^3 4I ohannes:18 3 • ^ 2 : 455I ohannes: 46- 7^ • 2 588 SI ohannes :10 ^. 2: 724 74I ohannes:18' S ^ 2 : 577Openbaring • 2: 6 Ip ng^ 3 6 8 9Openbaring I :8;p g 2 : 7227Openbaring p g z: Io •^2: 257Openbaring p g 2 : z 3 ^ • 2: I 3oOpenbaring p g 3 ; 2769Openbaring . •p g S S^ 2: 128Openbaring g 6 : I I' 2: 769^ 79Openbaring p g 16 :14-15; 2: 129Openbaring p g zo :1-2 ^ . 2 : 12 9Openbaring p g 20:z; 2: 272Openbaringp g 20:4; 2: 723Openbaring 20:6 . 2: 79 729p gOpenbaringp g232 Openbaring3 P gOpenbaringp gOpenbaringp gOpenbaringp g21:4;2: 769 7 92I: 21:5; 2: 7617 769; 7 9^ 3 :21:6; 2 : 722 722:5;2: 356S^ 3S22:13; 2: 722Openbaringp g 22:I 22:15; • 2:601244457 REGISTERS


3 Register van namen en titelsre aster van namen In dit gen titels staan achter de cijfers cifers 1: 2: en 3 : respectievelijk ectievelijk deverwijzingen naar de pagina' a g ina's in <strong>deel</strong> 1 ^ 2 en 3. 3 Opgenomen zijn namen van personen, Ppersonen p en hun werken, titels, verwijzingen naar God en de klassieke goden. g Alleende door Cats genoemde g Ppersonen zijn kort toegelicht. g Variante spellingen staan achternamen. Niet opgenomen zijnude;afzonderlijke uit itgavenvan Sinne- en minnebeelden;zij worden ter sprake p g gebracht in hoofdstuk 2. 3 .Abed-Nego g2: 423Abraham, a art s>g vader, gehuwd met SaraI:2:'I 39^ S9-160Absalom, derde zoonvan DavidI:I 8; 4 ^ 2: 373Abstemius (Laurentius)2:8 SSAchilles2: 633 2 S4 261' ^ 3: 399Acht-en-dertig h g konsti g^ e innebeelden2: 273Acis cls herder, beminde de nereïde Gala-I: 2II; 2: 497 502Acrisius2: 390Acteon, ^) jager g ^ uit Boeotië, bespiedde p debadende Dianai: 199; 2:474Adam, eerste mens zoals beschreven inGenesis2:01 3 S 2I 157 1622 S0Addison2: 192Adonis, l on g e 1' ^n g^bemind door VenusI: 16 ; 2:8' 3 ^3^39 392Aegistus g of Aegisthus),naam bi' bij Ovidiusi: 253;2: 53^ 5755 8oAelianus(Claudius), Grieks schrijvendeRomein (ca. 175-235)75 352: 545; 3 : 359De natura animalium' 2: 2 o 37 75De natura animalium, I, 2 ; 2 ?3 343De natura animalium, i, ; 2 : 2 0 a ^45^ 4lDe natura animalium, I I I I I' 2: o> > > S SDe natura animalium, I I I 16 ' 2: o> > > S SDe natura animalium, I v i o' 2: 12 -> > > 4 535536De natura animalium, vi, ^ 57^ ' 2 : 607De natura animalium, vii, 44' ^ 42: I 2535-536De natura animalium, > viii,25; 5^ 2; 55 oDe natura animalium, , I x ,S 8' ^ 2: 69IDe natura animalium, > x I > 1' 9^ 2: 755De natura animalium, > xi', > i 5^ 2 55 oDe natura animalium, > x I I > I 18 > ' 2: 312De natura animalium, > x v I > 2' > 2: 3 12De natura animalium, > x v I I >> 6' 2: 691Varia historia, viii, 15^ • 2: 4699Varia historia, > x I I I > 33 ^ ' 2: 740Aelius 1' L a m P ridiu s ^ Latijns 1 geschied-gschrijver J (4e 4 eeuw)I; 122-123; 3^ 2; 325-326328Scriptores historiae Augustae g `SeverusAlexander'), >I I>3, 2: 331Aelius Seianus2: 2 8 4Aelius Spartianusp2: 45Scriptores historiae Augustae,^ >v>I I' , 2:215Aelius Verus2: 215Aemilius (Paulus , Aemilius Veronensis),historicus uit Verona ?-I2S92;8' 37 ^3^3362De rebusestis g francorum, v I I I 2: 372Aeneas, f Trojaanse held, } zoon van Ahi-ncses en Venus45gREGISTERS


I; 2• 2; 26 6 2 2 342 o I 2 humanist en emblematicus -9 3 3 S^ 7 34 4 4494 4 S 4 s emat cus 1492 1 S0S720 I; 23 I 283 I S^ 8 • 2; 484 6872730 140-141 2Aeolus 280 331 34 o -341 395 4024 444 492 S092:0 4 4 612 757^ 3: 357 3362 364 4 3763 80 395 9Aerssens s C.3972: i o 8 III;: 3 1 S 519 Emblematum liber; ^ 2: 6o8o I20 125 S 2909AertsenPieter 398 653697 S3 9777155741; 741^3•333`De kannekijker'; 1 > 2: 260 Emblemata, > XI; > 2• • 403`Keukenstilleven met Christus en de Emblemata, > xxxvll > • 2 •. 61 3overspelige vrouw' • ^ 2: 4 8o Emblemata, > cv •; 2: 334Aeschines (van Athene), ^p politicus Emblemata, > cxvii > • 2. • I6 8 7040Contra Ctesiphontem, > I I I S i 8 ^ • 2: 3SS AlcibiadessAeschylus Y 2 .• 60 899 1122-123 23 164; 4^ 3 .• 3882: 21 I Alcippe (of Archi Pp ge , echtgenote vanDe vuurdragende Prometheus; 2 210 Sophocles^ ^pAescula p ius1 . • 3 I 3^ • 2. 6 97 7 042: 457 4S7Aesopus,p ^3 us6e eeuw v. Chr.) h4.00I:332; ^ 2: 61 200 2033 2177 32 3 9333434 9Aldrovandi Ul yss s iS 23 SS 55 0 599635 3S 63 8-6 39 702 71 4 733 2: 771740De animalibus insectis libri vii; ^ 2: 76SAfranius De i sab c us libri I^ ^ ^ • 2. • 3432: 474 0 12 Alemán (Mateo)Africanus, ^ naam bij 1 Martialis Guzman ^ a d de Al arache ^ 2. 579 9 S583I: 266; ^ 2: 594 Guzman ^ de Al arache > I > 2, > 4^ 4; 2; S 84Agamemnon, legendarischeko n^n van Gu man ' de Al arache II 1g ^koning ^ > > > 8> • 2 579Mycene Y Orto g ra iá Castellana ^ • 2 ; 5792: 293 S 8o Alessandro vi, ^ zie AlexandereA g athiasAlexander, > Alessandrovi, v Rodrigo > g Bor -3 : 36 2 gia(1431-1503);bisscho bisschop en paus p vanAgathius, bijgenaamd )g Scholasticus S cus 1 49 2-1 S 032: S 6 S I : 218-2I 9^ • 2 :509-510514-515; 3 : 3 60Historiarum libriuin ^ q ue ^ • 2: S7 1 Alexander de Grote, ^ koningg van Macedo-Historiarum libriuin q q ue > III > 12-13^ • 2: nië 33 6?- 33 2 v. Chr.) C57 2 I: 2 97^ ; 2: 6 S 8 666 ^ 3• •• 360Agathocles, ^ tiran van Syracuse Y 360 361- Buce p h 1 us ^ het paard P van Alexander;289 v. Chr.) 1: 345; 2: 760I: 248-249; S 2; S 6 S7 57^ 1; 3 : 362 3Allart (Johannes)Agrippa (Postumus) 3 . S4SS 54-552:0 37 Alphaeus, p ^ riviergodgAlbertinusAe idius •412 • 4212: 1 99Alsted (Johannes Heinrich)Hirnschlei er ^ • 2: 180 203 3 63 6 64^3^2 Encyclopaedia se t em tomis distancta •Albertus Magnus g 366De animalibus libri xxvi; , 2: 768 Amantius (Bartholomaeus) esAlceus Flores celebriorum sententaarum ^ 3 . 3 612: 602 Ambrosius,L Latijns > s kerkvadere en bis -AlciatoAndrea Italiaans ^ rechtsgeleerde, s e eerde schop 0-g ^ p 34 397459 REGISTERS


I: 6-6 4 S 118-119 9 4S 2' ^ 2: 54 S58 61 208-no 215314-3158 S 398 4024 S 2 49 04950556-558S 61 62 7 -628 744; 3 3 62- 363De lose h > iv, > 5, zo; > 2: 3zoDe sacram e n to re ^ener a tion a's vel de hilosohia'^ 2 : 2I 215De virginitate; g ^ I: I S7 I 72De virginitate, g ^ x i , 66 ^ ' 2: 394De virginitate, ^ > x v i > I I o , 8' z: 49 IExpositioPsalmi cxvirl > xx >3 1' ^ 2: 454Amman (Jost)2: 573Ammianus Marcellinus2: 545Rerum gestarum g libri ui q supersunt, , xx i I ,15, 19; 2: 55oAerumestarum libri ui supersunt, xxv,g q > >2' 2 : 1664s sAmmon , zie AmnonAmnon Am zoon(Ammon),^van David enAhi n o am halfbroer , van ThamarI: I2 129 I 39^ 2: 336 34 23S9 3365; S^ 3 : 3S7Amor, zie CupidoAmori ris divini et humani anti athia2: 771 189 9 200 2II 224 -22 S 248 25926 S9 263270 7 29 23 0- 334373935 0 I 329 35237376399400 434-435 43S 492 S 02 80 S 598-5996oI S9 S99610 64927 7Amoris divini et humani effectus2: 71Am p hiaraos , le gendarische ziener2:8 SSAm p hitr Yo2:14S;3:400Am Y ot (Jacques) q2:66 3 4 24 547Amythaon Y2: 753Anacharsis2: 609Anacreon2: 1 35; 3 : 410Ananias2: 35oAnaxagorasg (van Clazomenae), ^w^sg i' eer astronoom , s en mathematicus (ca.S oo- 428 v. Chr.1:16'2: 3883 408 4 413-414 4344Anchises,v d aer v n a Aeneas2: 524Andromache2: 67568o 7SAneau arthélemy)2: 6o 8o 126 204 2I I' 3: 6-4 ^ 3 3 S9 37 377381 3Imaginationoeti ue (Picta poesis); 2: z I oq ^2177 636 3642 752 7SA n t ho lo g aa ' Graeca G Ant holo gia Palatina)2: 8o 2707 33414 380 403 4 3 449 622; ^ 3 : 357Anthologia ^ Latina2: 165A n ti go nu van s Carystus yHas Historiarum mirabilium collectanea' ^ 2 ; SS oAntiochus2: 282Antiochus vi i IGr Ypus2:6 S3Antiochus CyzicenusY2:6 S3Antiphilos2.: 449An t i st henes2:I0 190 3 28 33 1Antonides van der Goes (Johannes)De Ystroom; ^ 334 : 6Antonii (Johannes)3: 3SoAntonius(Marcus)Romeins , staatsmanen veldheer8 - 33o V. Chr.)I: 129; 9^ 2: 336 3424 69Apame p3: 422Aphrodite , zie VenuspApollo p (Phoebus Apollo), A Griekse zonne)g od en god g van de muzische kunsten1:12 79 127 1877 343^ 343; 84 I 4 I 1442 243248 334 340 45 4S 1 75 7S 8 ; r : 346 4 49204 4 39 398400Apollo of Ghesangh g der Musen2: 137Apollodorusp2: 493Apuleius p (Lucius), ^ Latijns schrijver enS -I7SI: I 153 1633272-273; 2: 38 S 407 6o SApologia, viii; 2: SS o460 REGISTERS


Apologia, x ^ i i • 2: 4I zApologia, ix^ z: 447 6 12Apologia, LV , 1' , 2: 202 457Florida, > I I' > 2: 62 SMetamorphosen, , I V , 2 8- V ^ I 24; 4^ 2: 771Metamor hosen > V > I 8' > 2 : 232Metamorphosen, , i „9^ x I I • 39 2; 391AratusPhaenomena ^ z : 2 I 3Arcerius (Joannes)I: 26' ^ 2: 27 -28 144; 44^3 : 25 400 54Arcerlusoannes , zoon van JohannesArcerius Theodoretus2.: 144-145Arcerius (Joannes),Arceriuszoon van Paulus2: 144Arceriusohannes zoon , van JoannesArcerius2: 145Arcerius (Paulus)2: 145ArceriusT ceus eodo h retus (Johannes)2: 144Archilochus2.8 562 SS 5ArentsenE bert zie Arnoldusg ,Arentsz. (Pieter)3: 37oAresi (Paolo)I m rese sacre con tri licati discorsa,^ 2 :695584Liber de SS.a is ^ e isco is , religionum gfundatoribzs; 52: 8o 689Arethusa2: 421Arienszoon (Jacob)3: 3• 36 5Anion2: 141; 4 ^ 3: 3 398Ariosto2;8 S3Aristides2: 753Aristodemus2: 391Aristophanesz: 753Aristoteles, Grieks filosoof(384-32.2 ^ sv.Chr.)I' ^ 1644 232 338; ^45 2.: 54 66 216 224282388 08- 0 411 82 529 183 4 49 4 4 5 9535 5457- 8 766 o • •747747 77^3•355359De caelo, II 28 6 A • 2: 388> > 3 ^ 3De caelo, , II, , 9, 9; 2 : 654Ethica Eudemia, l I' 2: I> >S^ 4^ 4 3Ethica Nicomachea, I • I :> ; SSEthica Nicomachea, i 8 10 8 B^ 2: „ 9 ,413Ethica Nicomachea, , I , 8 , I o 1 99 o A) ; z:194Ethica Nicomachea, I io, - I I00 A > > >4S ^2 : 20IEthica Nicomachea, viii, 1-(1156 A'> 3^ 3 ^2: 754Ethica Nicomachea, ,9,viii,(116oA • 2:536Ethica Nicomacbea ? x s 8 117 8 A I I 79A; z:413De g generatione animalium, > II, > 7, 3 5 (746B;2: 550De bistoria animalium ^ 2 : 237 3405797S 6De historia animalium > II > I I S3^ o' 2:305De historia animalium v I I A I> , 9 SS SSB;2:771De historia animalium, , v , 277 555 A-B ^•2: 607De historia animalium, , v ,3 o SS 6 B ^• 2:305De historia animalium, > v >33 55 8 A) ; 2:6919De historia animalium, > v I > 233 S77 A-B ' ^2: 6 9 2De historia animalium, y in, 2 I B I ^, 59 ,2: 345De bistoria animalium, > VIII, 3 ^ 4; • 2; 343De historia animalium, > viii, I 2 597 B); ^2: 319De historia animalium, ,,9 viii I (602 A12.); 2: 345De historia animalium , i x , 6 (612 A ,• 2:SS 0 61 5De historia animalium, , I x , 8 61 3 B • ^ 2:SSA461 REGISTERS


De historia animalium, Ix, I c X L I I I-3CXLVII ; 2: 241De historia animalium i x 6 20 B • 2: > > 37 ^448De historia animalium i x (622.B' 2: > > 39^8 S3Meta h sica x i I • 2: 388y > > 3Meta h sica x i i • z: 392y > >7^ 39De mirabilibus auscultationibus v I I • 2:> >SSoPh y sica ^ VII z 42 A); ^ 2: 392Politica, > I > z2(1258a36), 3^ 2: 201Problemata, > xxx > I (954 A ^ • 3• 3: 417Rhetorica, > i > 9, I 3^ • z: 4 i3Khetorica > II; I ' I : 200Rhetorica, > I I > 1 > z 3 -' 4 ^ 2: 476Pseudo-AristotelesDe mundo, ^ 4004 B ^ • 2 : 623Pet. Armil. lib. 8I: 146 4Arnisaeus (Henning)3: 363^ De iure connubiorum' 2 : 65De iure connubiorum > I >7^ 67^• 2: 624-625De iure connubiorum I I 1 • 2 : > >4> > 5 34De iure connubiorum, I I I I I' 2: 81> > 7> > 4De iure connubiorum, v i • 2: 707vi, 77De iure connubiorum v i 23; 2: 1 > > S^ 3^ 7 SArnoldus E bertus Arnoldus vangNuns eet of Egbert Arent en, g Arentsen: 16'' 414Arsacesz: 320Artemis2: 4 21 • ^ 398 3• Atalante , le gendarische dochter vankoning g SchoeneusI: 286-287; 7^ 2: 633 33638Atropos p2: 167Attalus2: 597Augurellus g s (Giovanni Aurelio o Augu-u-^ alchemist en Italiaans dichter (ca.'440-1537)I: 225; 2: 519-520Chr so oeia libri iii' ^ 2: S3 523Au gustinus, Latijns kerkvader en bisschop(354-43)I: 82-83 118 190 221 227 244- 245 334-33S 348'2: ^ 54 S 8120I 175 180I 922I215246 43 257-258 20 331 I 3 8 0 3914 00- 40 1452- 4S3 458-459 4S 4S9 490 496 S I 0- S 1 2 S2IS 29 S S7 736 743 754 77 0 ^ • 3 : 26464 3 3De civitate dei; ^ 2 : S12De civitate dei, > i > 8 > • 2: I S 1662De civitate dei, > i v' > 1: i 24De civitate dei, > iv, > 3^ • 2: 326 3De civitate dei, > iv, >4^ 2 S• ^ 2: 666De civitate dei, > v, > 8 > • 2: 39oDe civitate dei, xxi en ' 2: 6 0> > S 7^ 7De civitate dei, x L i 8 • 1: 220> > >Con essiones • I: I 8' 2: 6 8^ 7 ^ 433 4Confessiones, I I • z: 6 1> > > 494 9Confessiones, v I i I i • 2: 1> > > 9^ 43Confessiones, viii, 6 i • 2: 1> 6, S^ 43Contra ulianumela ianum I I 20 • 2:g > > 7> >215De ecclesiasticis dogmatibus liber gennadiog gtr2butus tributus, X L V I I I (al. 8 I' ? 2: 561 SEnchiridion, >9^ xxIII 91; 2 : 763 73Ennarationes in Psalmos>x x i > • 1: 88Ennarationes in Psalmos, > xxI >>4^ 2, 4; 2: 2 S7Ennarationes in Psalmum cxviii>iv, 2:495Epistulae, a>CXVI I I > 3, 22 > • 2: 2 S 0In epistulam Joannis ad Parthos, > i x > 4, 2 > •3: 422In epistulam joannis ad Parthos,>Ix , 4, 4;2: 524Homiliaeuin ua inta • 2: 612^ q ^ ^Homiliaeuin q q ua ^ intc ^ 3 ^ ' I 274^• 2: 6o6In Iohannis evangelium g tractatus cxxiv' ^ 2:342In Iohannis evan elium tractatus , cxxiv,XXI, 9; 3: 395In Matthaeum 27;7^ I : 148; 2 : 373Meditationes, > xx i > x' I: S4^ I • 2: 387De natura et g ratia' ^ 1 : 340 ^ . 2: 749De ordine, > II >3 • : 265De ordine > I I > i 6 (44); 44^ 2:406;: 32 42Quaestiones evan eloricum •^ ^ 2 : 38oSermo,>viii > 2; > 2 : 18 oSermo, > xiii, > 3; 3^ 2: 18 0Sermo, > X L V > I 27^ • 2: 735Serino, cxxviii, >3^5^ 5; 2 : 314 34462 REGISTERS


Sermo, > CLXIX XI > I 3 ' ^ 2: 179 BalthasarSermo, > C C L X I I I' > 2 : 294 I: 238' ^ 2: 543De sermone domini in monte libros duos, ii, Baptista, zie Johannes de Doper2,5,2. 744 Bar gg a li (Scipione) PSermones ` D everb is l apostoli', ^ I 5^ I: 2: 60329 9 351 539; 3• 35947^ 2• 1 74 Dell ' im rese' ^ 2: 29 13 1 6 333Tractatus in Iohannas ^ cvi' ^ 1: 13 o Barlaeus (Caspar)PT ractatus in Iohannis > cvi >> 6' 2: 3 37 2; 366- 36 7 545 - 546Pseudo-AugustinuustlnusBartas(Guillaume Salluste du)2. 3 8 I : 28; , 2; I 46-I 47 5 47 S 5 2 622 3De obedientia et humilitate sermo' ^ 2: 612 Bartholomaeus (Heilige) gAugustus g u (Gaius Julius Caesar Octavia- 2: 169 6 375nu s, Romeins keizer (63 3 v. Chr.-14 4 n. Bartiens (A.)Chr.) , ^ ook Octavianus3•351: 188-189; 2: 3 319 9 452-453 453 620 Bartius (Petrus)Ausonius (Decimus Magnus),Latins Latijns 2: 492dichter en docent in d de welsprekendheid Basilius van Caesarea, Grieks kerkvaderp ^(ca. 310-ca. 395)(ca. 33o-379)1. ' 207217 307; 7, 2: 44885135 3 5 3 8 6 S I 69 I I : I2 4 -I2 5161 ' ^ 2: 54 3273 7 344 4047 1 53 .: 3633 3 Adversus Eunomium ^ v 2' 2:s ^ 397E a gramma t a > xx i i' > 2 : 5 0 8 Homilia in divites, ^ 5 ; 8 c 2: 3 3 2E a rammata > x L ;• 2 6848 Homiliae Ix in Hexaemeron; ^ 2: 74 764E a g rammata , Lvi;,i' , 2: 5 0 8 Homiliae Ix in Hexaemeron, > viii, 8' z:Sententiae se tem sapientum, > I I I > 65-66; 2; 77o494 Sermo `De p eccato' 'VII,11 > S c' ^ 2; 3 3 2Sententiae septem e sa ientum x, 215-216' Bast (Pieter)> >;2: 44 92493BastingiusgBabrius 2: 2I 52. G8 3BatsebaBacchus, a ^ god van de wijn ) 2: 273I. ' 244; 44^ 2. 530 556753Baudartius (Willem)Baerle (Suzanne van) A o hthe g mata christiana ^ ' 2: 6 2 166 4702. 653 515 7^3 ' : 360394B" aI f Baudius (Dominicus), , DominiqueqI.43,2. 1715 Bauldier I 61-161 3^pseudoniem : Lati-Baïf (Jean Antoine de), Frans dichter nus Pacatus(I5 32-1589)2: 54 5 802. 17 8 2277 23 o 585 Dissertatiuncula super induciis belli Bel gici ',Baïf (Lazare de), ^54^ dichter(1496?- I: 2 • 2; 5751547) Baudoin (J.)2: 17 8 446 2: 6oBailliu (Pieter),^of Bailleu Becon (Thomas)` Al 1school'; emode 2466 ; The sicke mannes salve; ^ 2 : 472abinus '^ naambij Horatius Beek (firma Van de))I: 5S; 2: 1 94 3 : 415B a1 dini (Bernardino) Bellarmino (Roberto)2: 727 2: I91463 REGISTERS


Bella Y(Joachim du)2: 50 192 414L' 'Olive, x. ^2; 573Bellona, godin van de oorlog1:26^2:I 9 ^ 4 O2o 2036 658664Sermones super cantica canticorum,2: 644-64545Beroaldus(Philippus), humanist uitgna(1453-1505)I:2 277290 9 343^ 343; 5 7673, 7;^ Belon (Pierre)2.6 73La a nature n & diversité des poissons; ^ 2 : 344552Be que der schri ^ konste zie Van Overbekeq ^ ^Berchorius (Petrus)Carmen de duobus amantibus; 2 : 643Oratio habita in principio enarrationis Proertiicontinens laudes amoris ^• 2: 617 759Besold(e) Christo he of Besoldus, >rechtsgeleerde g en Duits historicus I 577 -1638)Reductorium ectorium ud morale; 2 : 128Bergbo r g S k oek^.rg2:653Bergh g (Herman van den)3 : 342Bernardud van n 1 Clairvaux,Frans kerkleenkloosterstichter s 1 090- I I 5 3I:2 S 11 2 256-257; 2: 5 458 189 308 3 356 3 5362 3 4214 577 -5 87 589-592 645 6 5 2 ; 3:362-363Ad clericos de conversione, > xxi, > 37; 37^ 2 : 423De co nsi deratione ad Eugeniam g a am >> II1 3> 3 , 22; 2: 5825Epistulae, > c x I I > I S> 5; 1: 116 > ' 2: 3 I3Epistulae, c x i v i> • 2 : 6> > 5 3Meditationes e s devotissimae d ad humanae condi-tionis cognitionem, >7 III,2 3 ^ 2^ 2: 729 79Meditationes s evot d 'ssimae i ad humanae condi-tionis cognitionem, ^ > I x > • 2: 582 5In navitate sancti Ioannis Baptistae, II; •^ 3•395De se tem donis spiritus sancti, ^ Sj• 2: 3 5 6Sermones; I: I 2 16 • 2; 417 622^ 4 9^ 4 7Sermones, > vii;I: I 36Sermones in Psalmum ` aQui habitat'', 9, 5;2: 349Sermones in Psalmum ` Qui habitat ' I - ', 7^34^ ^2: 367Sermones in q uadra ^ esima ^4^4^^ 2: 186Sermones supercantica canticorum ^1: 2622 9 1-292; 2: 36 7S 88Sermones super cantica canticorum, ^ I 5^3>> 6 ^2: 64 5S er ones su er cantica canticorum^ 37^ 6(1403); 2: 592Sermones super cantica canticorum, • 1:^ 49^29032:I 854 7Axiomata philosophiae christianae; 1 : 44;^ 44^2: 171Beuckelaer (Joachim)2: 231`Groentemarkt';^2 : 225Beust (Joachim von), ^ l jurist enpro- Pfe s sor in de rechten te Wittemberg g 5I 22-1597)2: 5 4 678Tractatus de iure connubiorum et dotium ,• 2:678 7Tractatus de sponsalibus et matrimoniis,LXVI; I: 02' 2: 6 2 6 8^ 3 ^ 7 7Beverwijck (Johan van)12: 216 271 301 342 187 3 34 344 7Heelconste; 25 : 5677Schat der esonthe t •y^ 2: 27 7 I I 42 I 9 309 39348449 471; 3: 34 1 421 424Schat der on esonthe t • 2: 11 2 0-2 1g y^ 7 s s57 6Van de uitnemendhe dt des vrouweli 'ckeny ^eslachts • 2 : Ig ^ 73Beyle (Pauline)62Beza (Theodore)2: 25 57Icones;^ 3: • 339 344Bias2: 331-332Bilderdijk 1 (Willem)3 ^ 373 416Billy it Y de Prunay u a Y (Jacobus s de of Billius^Prunaeus, s ^van St. S Michel in l'Hermi-tage(153g5 -1581)Antholo ia sacra; i: 11 • 2: 12 318B ^ S^ 3 3Bion van Borysthenes, Y ? leerling g van464 REGISTERS


Theo hra tus e en Xenocr a te s , filosoofen Bol (Cornelis)humoristischschrijver ca. oo 3 v. Chr) 3: 4101:76-77; 2: 32 6- 2240-241 37Bol (Jan)Blaeu, zie Jansz (Willem lem z Blaeu) 3. 410Bles (David Joseph)Boiuirl 1 nz: 6177 6233 3: 3 . 410`Verzint eere bemint'; 2.: 212g ^Bolte (Johannes)Bloemaert am (Abraham)z. 188z: 225S 34475 756 BoltonBloemaert (Hendrick) 2 .215z: 2313BonaventuraBlom (Johannes) o z. 651 S3 : 342 Bonhomme M.Boccaccio (Giovanni) 3 . 376z; 655 Bonifacius vii IDecamerone, > v, > 1 •, z : 7 67 Liber sectus decretalium, > v, > 12 > S ^ regulagT eseida ,, vii, o S ^ I • z: 6 568; 2 .^ 355Bocchi (Achille) Boom (Jacob Re YerszoonS y mbolicarum q uaestionum de universo2. • 375enere ^ • 2 : 737 745Booth van Wesel (Dominicus) sBodecheer Benningh g (Johan) z. 11484`Verschil tusschen Galathea at en Borch (Gerard ter)Cupido'; 2 : 738z: 592 9Le dsche oorlo da hen • 2 :y g ^ 745 Borch (Gesina ter)Boeckhorstn a z.54 82: 376 382; ^3•37 367 (Johannes van n der), , zie a CastroBoethius (Anicius Ma<strong>nl</strong>ius Torquatus qBorcht (Pieter van der)Severinus > Romeins staatsman, s an > wijsgeer >g z. • 4664en dichter ca. 80- z Boreel (Anna)4 S 41: 8o; z: 08 6 0 1 • 60362^ 3 5z.15173^ 3 • 3 3De consolationehiloso iae > I. > • • 3 08 Boreel(Johan)De consolationehiloso hi a, e II , prosa r Iv, z. 139I0-II ,. 2: 68 j, Borgia Cesare hertog gvan Valentinois, ,De consolationehiloso hiae II ^p rosa iv, ^ kardinaal van Valenza,, genaamd g d ` Il53^ ' 3 : 41 9 Valentino' I 47 S -1 S 074 De consolationehiloso hiae , II ,, v , 2. I. 218 - 2I 9 ^ 2. S IO514-5153 0o Boria (Juan de)De consolationehiloso hiae III,v• z : z249 z. 60> > 737; 3: 359De consolationehiloso hiae i i I x I• 2> > > Em resas morales > 2. S 0 5 S4 6 S S I 61039 2745De consolationehiloso hiae > i v > I I > I en 4-Bormeester (A.)S^ ' 2: 244Infidelitas, , ofte ontrouwe dienstmaagt; da t z .g , •Boëthius a Bolswert38o2:73o-73 1Bosch (J.)BoitetReinier 2 . I 9 I OI ^3 • •.S582 : 629 Bosch (Jeroen)Bol` De verloren zoon'; z •^ • 7SS3 : 1 Bosch Wilhelmus465 REGISTERS


2: 16Bosio o (A.)2: 16Both o (Maerten e de , of Bot2: 16 3 : 43 334Both 0 (Adriaen Jansz de)2. 16Bou r g on i g ne (Antoon van), ^ Antoniusa Burgundiag2: 16 ^3^39• 369Gbeb r ecke n der ton g be (Linguae ^ vitia &remedia ^ • 2: 772 18 9 225 S 23 2 23 83 21 547Boutatts (G.)2: 459Bradfordohn Engels ^ g protestants pmartelaarI S I S ?- I SSSI: 226; ^ 2: S 20 S 24Een dialogue, ^^ oft t'samens rekin g he vandenstaet van een christen mensche ^ • z : S 24Brandt M.Jz.)3 : 331Brant (Sebastian)2: I 20 1 99Narrenschi ^ ' 2: 695Braun2:68 3Bredero (Gerbrandrand Adriaensz.)I : 20' ^ 2: 1077 135137139260 3S 37 39 37047749 I 602 622; ^3 : 20443974I0Alle de spelen; 107 2 : 'Boerengezelschap; ' 3•343•Griane; ^ 2 : I137Groot lied-boeck; ^ 2 : 21 434Klucht van de molenaer; ^ 2 : 294Lucelle; ^ 2: 287Moort ^^ ^e • 2 : I 40 335 394730755Voor-reden vande Sotbe y , t' 2 : I147Wat dat de wereld is'; ^ 2 : 7227Brekelenkamuirin h g of Quirijn 1 Ger-ritsz van)`De aderlating;' 2 : 2 2g ^ 3`De linnennaaisters'; 2 : 8^ S9`De muizeval'; , 2: 296`De visschrapper'; 24; 416Bremden (Daniël van)3 : 347Brest van Kempen p3: 415Brey y (Jacobus Adriani zie Cats^Brisson2: 241Brouërius van Nidek (Mattheus)Zeder y ke ^ innebeelden der tone' g^ 2 : 2212 SSBruck (Jacobus a)Emblemata moralia & bellica; 2: 252 S 355Brueghel an de ^ Ou Oude e (of Bruegel) g2 : 26 35Brueghel (Pieter), Oude (of Bruegel)g ^ g2:26006661 • ; 3 4233 636 641; 34`De alchemist'; z:o I S`Gula' • 2: 635`De konijnejacht'; l l ^5 2.: o6`Strijd l van vasten en vastenavond'; 2:I64`Triomf van de Dood'; 2: 689`De volkstellingan g Bethlehem'; 2:260`De wijzeen de dwaze maagden, g • 2 :26oBrueghel g (Pieter), ^ Jonge g (of Bruegel) g3 . 348Brugghen (Gerard ter)Verlichter y kunst-boeck' ^ 2: 41 4Brune (Jan de),deon ge3 : 374Netsteen der vernuften; 2:74 8 SBrune (Johan de),de Oude2: 86 116 216302371 622' 622; 3 3 81Bancket-werck vanoede eda ten • 2 : ^ g g 64^309 447 499 60 S; 3. 333Emblemata of inne-werck ^ • ^ 2 : 2I 40 4 99I22 1767 2099 24 89S3 295 309 9S 513 3544 628652 S 766; 7^ 3 34 3483 60 377 384Nieuwe wyn y in oude le'er- ^ acken ^ • 2 : 643613 455Proverbia, of,de s reucken van Salomon; :35 6Brunellus(Gregorius) g2: 169Bruno (Giordano)Dialoghi metafisici, v • : 388g >3 3Br (Theodor de)yEmblemata secularia' 2: 2799 295 9S 459 S 016099682Bucephalus, p zie Alexander de GroteBuchananGeor g^ e Schots humanist en466 REGISTERS


toneelschrijver(1506-1582)JI : 1 54, 2. 391Psalmorum Davidisara hrasis , C I I , I' 2:3 87Budé (Guillaume)3: 389Buffon2: 241Bullingerg3: 356Burg g (Hermanusvan den)Ver amelan van uitgekorene zin-spreuken2: 73B ur g un dia zie Van Bour goin gneBurmaniaGeor glus a)z: 153Busken Huet (Conrad): 373Buys Y (J.)3 : 55Buys Y (Willem)3 5 3 3 86Buysere (D.)bruiloft 'lot van Kloris en Roosje; ^ 2: 67Buytewech Y (Willem)2: 592`Defti ge vrij a ge', z: 610C. Maiores de Baptise1: 18 260; 2: I 134 S 86' ^ 3: 395Caesar (GaiusJulius), Romeins veldheeren staatsman (ca. 100-44 v. Chr.)I:146-147; 2: 7 I 175 2 I I 1 79 372; 37; 3:354De bello Alexandrino, Alexandrine z S ^ 4; 4, 2 ; 379Calderón2: 3 8oCallimachus3: 420Calliopep3: 398Calraet (Abraham van)2: 3 82Calve (Francesco)2: 7oCalvijn l (Johannes)2: 168 S 187 7 210 2I 215 299 4 1 4 465 582626 7 13 718 7S1 765; 3: 363Institutio christianae reli ionis • 2: 6 6z Ig , SInstitutio christianae religionis, I x v • 2:^ „ , 3,723Institutio christianae religionis, g , I I , I I , I I^,2: 250Institutio christianae reli^ioniS,I I,II,27;,2: 179Institutio christianae religionis, g ^ I I , v I I I ,4, I' 2: 168Institutio christianae reli g ionis , i I ^ v I I I ,43^ 3 ; 2 : 215 S 626Institutio t'tutio christianae reli^ionis,I I,X V,I I; ,2:62 SInstitutio christianae religionis, ^ , III;2: I 3oInstitutio christianae religionis, ^ ^ III, I x , 4; 4,2: 723Institutio christianae religionis, g , III,I x , 5, ^z:649Institutio christianae religionis, g ^ I v , x I i , 2 8^,2: 627Is Ins christianae reli g ionis , I v , x I I I , 3; 3,2: 168Institutio christianae reli g ionis > I v > x I x ,34; 2: i68Camden (William)Remains concerning g Britain; ^ 2 : 23ICamena2: 144Camerarius (Joachim)2.6 ^ 60-62 68 82 199 339 - 34 o 551 5 563 S 3 695737 o^ ^ 3 : 3362 3663 373Symbolorum & emblematum ex animalibusquadrupedibusd^ • z: 203 3 269 9 3 285 o0 S46714Sy mbolorum ^ emblematum ex aquatilibus qet re tilibus ^ , 2 : 343 345 444 449 68 689Symbolorum & emblematum ex re herbaria;z: 250 539 751Symbolorum eY emblematum ex volatilibuset insectis; 32: 238 16 609974764Camerarius (Juan Philippus)0 erae horum subcisivarum ^ 2 : 5S oCamilli a (Camillo)Im rese illustri di diversi; , 2: 25 o 6484 6 S4726Campagne (H.C.A.)2: I 19; . 5 6Cam pen (Jacob van)467 REGISTERS


`Portret van Constantijn Huygens Yg enSuzanne van Ba e rle' • ^ 2 •. 653Canens2: 237Canova`Amorn e Psyche'; 2 : 177Capaccio (Giulio Cesare)2: 6oDelle imprese trattato' ^ 2: 203322333449S7S3S4 I 538 546Capellanus P (Andreas)De amore > I, > III,I. > 2: 3 GSCaraffaGiam Petroz: 120Ca rdan us(Hieronymus),Italiaans medicus, wiskundige g en wijsgeer 1 g 0501-1576)2: S4 61 68 82 2 S 0 252-2 S3 64 6 6 S^3 0' 3:359De subtilitate • 2 : 2.47; : 6 2,3 3De subtilitate, I I' I: z • 2: 616 622> > 77^De subtilitate, , v i I I ,• I: 2 8 9De subtilitate , x v i i i ;• 2: 643Cartari (Vincenzo)I ma g ini deli dei d de g l'antic hi ,• 2: 280 284423 426 6 1 434 7Casado del Alisal2: 667Cassandra2:8o SC (Flavius a Magnus g AureliususSenator), , staatsman en schrijver4 575)I: 293;2: 472 88 592; 36293^ S S9 ^ 3 ^ 3Ex ositiosalmorum ' I: 9, I 6' 2: 463 43De institutione divinarum litterarum' , 2:653Cassius a Dio Cocceianus, , Grieksgeschied-gschrijver 1 (ca. 1 S5 -2 3S ,I: 147 183309;2: 372 3 3 9^ 37379441686• 686; •3603Historia Romana; , 2: 447Historia Romana, , xxxvi,^xxxv,,1 ,• 2:692 9Historia Romana, , XLVIII , XXIV ^ 27,' 2:342Historia Romana, , X L I x , 32' , 2: 342Historia Romana,,L,S,' 2: 342Historia Romana, , LI , I, xxxv , 4, ' z : 447Castalius2: S72Ca s tel e in M(Matthijs l de)Diversche liedeken' 2: 23o3Castiglione g (Baldassar)Het boek van de hoveling; g ^ 2 455Het boek van de hovelin I^ I 31-3; ^ 2: 299Het boek van de hoveling, v „ 6; 667 2 : Het boek van de hoveling, v , 46 ,' 2 : 458SHet boek van de hoveling, iv, 49; 49, 2: 168Castor2; 446Castro (Johannes à , of Jean van derBorchtDe on-ghemaskerde liefde des hemels; 2 : 456 g, 4SZedighe sinne-beelden; 2 : 72 2 8g , 7 4Catechismus romanus n3: 395Cato, Marcus Porcius , Cato Uticensis,maior 2 34 - I49I: 2 S 325; 3 S^ 2: I 42 271 343; 3 3360399Dicta Catonis; , 2: 424[Ethica Ludul hi ^ ' 3 ; 39 396Cats(Jacob)ook , als I.F. = IacobusFelinus , Jacobus Felisius en JacobusAdriani BreypassimAenmerckinghe g op de tegenwoordigesteert-g sterre; 2:643686 61 7 ;•3 354 357Alle e werc ken (1655); SSA 2 : 16- 79479 I I o9394 610 681 ^3 • 383 193 I 335g umentum Phyllis& Anna'; 2:IIo; ,3:26Dis utatio de actionibus; 399Emblemata moralia et aeconomica' 2: 7o795 I I0 124352 475 626 642 ,3 • : 26-2984347 38o`Galathee ofte harder minne-klachte';,2: Tic)': 26-27 41 - 0 2-3 7 4 49 S S S 3 334 347Hof-gedachten; 2: 8 2 8 6 2' ; 378S 4 9^3 37Houwel ck 162 ' 2: 17 20 - 8 48 61y S^ 7 37 3 489 I O -III 167 18o 182 2 0 259 318 3869 9 7 3 S9 3 3444753 24 467 532 6199622 628 675-676 68o7 1 4; 3 : 3 0-3 1 55 334-335 344 347 351376 380 386 3 49 0Invallendeedachten g ^ • 2: 8 S^ ' 3 37 378Klagende g maeghden g 16 3 3^ • 2: 7 10 2 I 772II 2929 3364 437 G 400 533 599738'^ 3.49-468 REGISTERS


So 52-53 286 z: I53Maechden-plicht I Maeghden-plicht / Offi- Catullus, Romeins dichter (ze eeuw v.cium puellarum (i618); 2: 8-9 15-17 26 Chr.)28 65 68 73 86 95 108 138 146 148-149 r: 24 289; z: 49 74 142 402-403 53 2 643151 169 2 59 357 444-445 449 482 531- 651; 3: 35o53 2 S g S 614 620-621 6z6 6z8 66 5 68o Carmina; 3: 398683 730; 3: 14 17 1 9 2 1 23 34-35 37-3 g Carmina, ii, 1-6; 2: 4464 1 -43 45 33 1 -333 335 34 6 360 3 64 37 2 Carmina, L > 14-ISM z: 7413 gá 3g4 Carmina, Lxi; i: 68oProteus ofte minne-beelden verandert in Carmina, i x I r, 3 ^-48 ; z: 5 3 r.Tinne-beelden (i627) ; passim Carmina, Lxvi, its -iz8; i: 446Self-.rtryt (1620); i: 9 16-17 4O II() 147 Carmina, Lxxxvi; i: 740150; 3: 17 19 21 23 26-28 30-31 33-35 Carmina, Lxxxvi, 4 ; 2: 71537 4 1 -43 45 49-5 0 5 2-53 334 3 64 3 84 Caures (Jean des)Silenus Alcibiadis .rive Proteus (ióí8); CEuvre.r morales; 3: 361passimCaussin (Nicolas)Sinne-beeld ... des chrirtelijcken self-stryt.r; De .rymbolica Aegyptiorum sapientia; 2:3 : 2 3 27 34 45 735Sinne- en minnebeelden; passim CebesSinnreiche Wercke and Gedichte; 2: 19 z : 463Slaapeloose nachten; 3: 5I Ceres`Het Spaens heydinnetje; z: 232 248 3: 4835 0 404 5 16 5 27 597 Cham, zoon van NoachSpiegel van den ouden ende nieuwen tijdt 3: 3390632); z: 17 27 37-38 40 45 6z SS 87 89 Chariclea, naam bij HeliodorusI16-II7 I2I I52 IS9 X67-^68 176 193 I: 1 40 z: 3S 9 366195 201 203 212 22 7 232 2 39 249 252 Charon256 272 28o-282 284 295 301 306 331 z: 283; 3: 258360 3 66 370 377 389 399 40I-402 43 2 Chaucer (Geoffrey)434 437 45 1 464 467 477 4 S2-4 8 3 Soz Canterbury tales; z: Sob517 533-535 Sa g 548 5 6 3-564 570 573 Cheiron (Chiron), wijze centaur, onder-S7 6 58z 61i 614 61 7 623-624 653 66 5 wezen door Apollo en Artemis69S 706 716 7S3 7 67; 3 : 4 8 S 8 334 34 1 1: 79; 2: 243343-345 347 349 3 60-3 61 3 6 3 375-376 Chimon379-382 z: 767Tachtig jarighe bedenckingen; 2: 407 466 ChionTooneel van de mannel jcke achtbaerheyt z : 588(1622); i: 9 17 IT(); 3: 17 19 21 23 26- Christus (Jezus, Heere Jezus, Servator, de27 3o-3r 33-35 37 4 1 -43 45 49-5 0 52-5; Zaligmaker, de Waarheid)55 334 I: 12-14 17 40-41 59 70 I00-IOI 130-Twee en tachtigjarig leeven; z: 8 IIó 516 iii 136-137 i43 196 203 zso 262 293629; 3: S I 3SS 399 298-299 30S 310 328-329 340 346-348;('s Werelt.r begin, midden, eynde, besloten in 2: 54 115 123 128-130 133 161 198 222-den) Trou-ringh ( 16 37); i: 17 248 343 223 228-229 262 276 278 294 3zo 322740 746 > 3 : S I 347 3 6 3 393 740 746 326 33 6-33 8 34 2 349 3S 1 355-356 362Cats (Elisabeth Cats-van Valckenburgh), 4O2 4 1 9 458 46 3 47 1 47 8-479 490 513zie Van Valckenburgh Szo 566 572 S $2 588-589 595 640 645Cats (Salome) 659-660 663 6 70 68o 68 7 694 7 zo 723-469 REGISTERS


7 247 29749 749-751 - 75 7577 62- 76 376S; 3.257259 S7 S9 389 3 9 395 420 4224Chrysostomus, Y ^ Grieks kerkvader enppatriarch van Constantino pel (ca. ca. 344-28; ^ 2: 277Paradoxa In Matthaeum stoicorum, homiliae, , xLII ^ ex cap. p22,1- 2 . 2 : 2>S 23S47SSSS 60 595 618 ^ ^3•3S- 3: 43SS3 60 34 6> 9 ,> Academica; I I > xx I x > 9S ^ • 2: 6642: 470^ In M. Antonium oratio hili ica > II > Tusculanae disputationes, I I s I X I ^ 2' S? 2:XXVII ^ 6 S ' ^ 2: 7406i3>>>De amicitia, X > V I 4^ I 64; 2: 483 43Pro M. Caelio oratio; ^ i : 1094241Pro M. Caelio oratio, ^ xv i i I (42); 4 ^ 2: 554Pro M. Caelio oratio, ^ x i x 44 ^ 2: 297In L. Calpurnium Pisonem oratio, > I > T > • 2:Tusculanae disputationes, I v > 1 6 > • 2 : 6 S2Tusculanae disputationes, I v> X X X I I I (70); 7 ^2:82 4Tusculanae disputationes, i v > xxxv (75);2: 193625De divinatione, > I I > X I V > 33^ • 2: 6 5 4Epistulae adfamiliares, > i v > i x > 2 > . 2: 494Epistulae adfamiliares, > v I > x I > 2^ > 2: 600E istulae ad eQuintumfratrem ,,^ I I v05), 2: S 60 77 727Epistulae ad Atticum, > vii,vii, 7^ • z 435De ibu bonorum et malorum ii,an s > >XXVIII ^9 I' ^ 2: 3308De finibus bonorum et malorum, i v > vii18'2: ^ 482 4>>>>407)I :04 S 0 253 S 3 280-z813 22' ^ 2: 54 1677 S7 572620-62I1 7 2 717 777742; : 363Commentariorum in evan ^ elium Matthaei; ^I: 100Commentariorum in evangelium ^ Matthaei`Ex cap. xix, > homilia xxxii' > ^ 2: 627Commentariorumin evan elium Matthaei`EX cap. XXI > homilia XL ' ' > 2: 574De com unctione ^ I : I 9oDe compunctione, > I > i o ^ > 2: 454De finibus bonorum et malorum, > i v >7 2 ^. 2:282De finibus bonorum et malorum v > 89^• 2:282De legibus, g > I > v I I 9 •• 3 . 339De natura deorum ^ • 2 : 6 1 3De natura deorum, I > 3S • ^ 94 z : 1De officiis, I > v I S • ^ 3: 339De ficiis, of I, > XIII 4 I ' ^ 2: S6oDe oratore ;• 2: 66De oratore, > I, > x, > 4o; 4 ^ 2: 743> Homiliae o de inventione crucis , ^ 2 : 6 2 7In epistolam Pauli ad Corinthososteriorem> homiliae xxx, > x i I > . 2: 1 6oDe oratore, I, > LI II > 227 -228 . ^ 2.:De oratore, > iii; > I : 224De oratore, > III, > II (7); 7^ 2: S I9743In Matthaeum homiliae, > i v > 9^ • z: 273De oratore, III, X L I I> (167);; 3634Paradoxa In Matthaeum stoicorum, homiliae, ^ xxv, , ex cap. p I o ,8 • 2 : 1> > 33Paradoxa stoicorum, - 6 . 2 4863S 3 ^ 4^ S S ^ 33De republica, III xiv (24); 2: 666>>^>>32; 3 2 ^ 2: 184De verbis Essaiae vidi Dominum sedentemin throno excelso ^ • 2 : I 97Ciceroo (Marcus s Tullius Cicero ^ Romeinsstaatsman, redenaar en schrijver(106-43v. Chr.)I:I2 99 123 199205 207 S 72199 24 2-2 43 266-267 278-279; 2: 45 S I- S 2 S4 61 27 6 278->De republica, I I > I4o^• z o8 3De senectute; , i : 98; 9, 2 : 2 8 3De senectute, x i v ^ 47; ^ 2: 166De senectute, x i x >7 1 ^ . 2 : 276 2 8 2Pro Sexto Roscio Amerino, x L>116 > . 2:515Pro Sulla, > xxviii, > 79; ^ 2: 766 7280325-326328332 475 2 479 488 S 09Tusculanae dis utationes >i>xxxiv-xxxv(83-85);2: 470Tusculanae disputationes, I XXXVII I T •Tusculanae disputationes,,Tusculanae disputationes,339Cipelli Egnazio (Giovanni Battista)p gDe exemplis illustrium virorum Venetae> cZvZtatZS V I > I I I' > 2: S 0 SCircev, > 61 ^ > 2 : 249V v, xxii 63 ^3 ' :470 REGISTERS


2: 237Cl au ia(Claudius),La nusLatijns 1i'n dichterr4S)e- e eeuw n. Chr.I: 265S 344^ 344; 2: 54 3366 453 599 768; 7 ^ 3 .36oCarmina, I, 40-41; 2: 425 4 5Carmina, I 42-43a en 48-49a; 2: I> >4 43 449 ^ 74In Eutro ium>I , I I I' > 2: 1 6 6In Eutropium, I > 18i; z 7 60De nuptiis Honori Au g usti ^ ' i: 140De nuptiis Honori Augusti, g > I v > 7 - 10 ,. 2:359Pane ^Y ricus dequarto q consulatu HonoriiAugusti, g ^ 24 8 ^ 25 0-2 S Ia en 252b-254; 2594Pane ricus de quarto consulatu HonoriigY ^Au ust2 00- 0I ' 2 ; 458Augusti, 3 3 ^ 4SClemens van AlexandriëPaeda o us I I x ; 2: I gg > > > 77Clenell (Luke)2: 473Cleon2: 692 9Cleopatra, p ^ Egyptische g Y P koningin, g ^ minna-res van Caesar en Antonius(?-3o 3 v. Chr.I: 129; 12' 2: 336 342 536639Clotho2: 167Clutius (Theodorus)Van deben' byen; 2: 242ClytaemnestraY2: 446 5 80Cock(Hieronymus) Y2: 641Codde (Pieter)2: 303`on Jonge e man met een pijp'; p 1P ^ 2: 3311`De terugkeer g der jagers'; 2 : 55 1Cohen (Gebroeders E. en M.)3 415Collings (A.) g3• 336Columbus (Samuel)Orde-Skijtsel' 2: 2^ 297 394Columella (Lucius Iunius Moderatus)De re rustica, I v I ' 2 ; 20> > > 3^ 3De re rustica, I v x I v • 2:> > >3^ 539De re rustica, x I III, 6' 2: 766> > 3^ 7Comes(Natalis),of sNatale Natal Contiy t h olo g iae sive ex licataonis a bul arum,2: I26Comicorumraecorum G sententiae aten aae2: 3 66Comicorum Latinorum sententiae2: 2I 215; 3 . 3366Coninckx (S.M.)2: 6383Conscience (Hendrik)3 : 373Cool (P.)2: 507Coomans (Johanna)3 404 444 2 -4S 378Coornhert (Dirck Volckertsz)2: 66o 37 59 591`De dwaasheid van twist' (naar Thibaut2: 436`De dwaasheid van zinnel" zinnelijke l k begeerte'naar Thibaut); 2:6 43Recht^ hebru y ck ende misbru yck vant yy dl cke have; ^ 2 : 65'53 35 8Zedekunst dat is wellevenskunste 2 • 21 S57733.3578 7 32; 81Cornelis (Geertruidt)2: 150Cornelisdr (Cathalina)2: 1464Corpus iuris civilis, zie JustinianusCorrozet (Gillis)2: 6o 178; 7 ^3 : 359Hecaton g ra hie' ^ 2: 414 SS9 S9 8 66 3; 3 .37 6Cosmo2: S46Costalius(Petrus),of Pierre Coustau2: 60 210'' 3 . 359Pegma g Le pegme); eme' 2: 211 218 609 6146484 S7 67oCoster (Samuel)2: 331Isabella; 2: 137Cotton (J.)Salomons ro hetie' 2: 150 SCoustau, zie CostaliusCovarrubias Orozco Sebastián de)2:I 99 738' ^ 3' 338359471 REGISTERS


Emblemas morales' ^ 2: 6o I2 3 I 7S 2032I0 217 2I 2 I 4316 3 329 3 9459492745; 3:390Cramer (Daniel)Octoginta g emblemata moralia nova' ^ z : 33540 5 459CranachLucas ^ de jongere g`Caritas' , ;28oCes r ce zI (Piero n) deIn có m mo dum ruralium' ^ 2: 2294Croesus, s, laatste s koning g van LydiëI: 148; 4, 2; 37359 ICupido p (Amor, ^ de gevleugelde g g g god, ^ het(minne)wicht, w , de lecker, , Venus kint,Venus w wicht, >zoon, Venus wrede ' lg on enI: 3 i0-II I -16 S 19-22 9 43 S S 62 79 IO 109115 I 205 217 2 I 283 2S 93 S 7 4 3 3 5 337 343;2: I2 23 26-27 38-3941 71 3 7 3 394 59 7 8-81 83107-1087 II 4 -II S I I 9 -I20 125 S I 32 I 3 5137-138 1 0I 2 I 8 1 2 170-171 I 84 4 4 5 7180 I 205 2 0 234 247253 2 8-2193 S 3 34 47 S3 S S9263-2643 4 268-z 70 73 2 -74 z 278 28o 2.912 -2 0 310393435 329 I 03 381 383 33389 4284 433 433-434 434 446455 - 4S 6459 467486 490 S 07-S 08 I2- S I S 532 3S3 553 574S 80 S 82- 58 3611 6144626 6 3 o 6476671 7676-6776827 77 719 7 9726 7 74 7467 758 S 7763 3 767I' ' I I 20 283 77 ^3^ 93 3 39 2 36 51 202-204245-24634 0- 34 I 345 347 358 S 3924I2Curtius (Quintus Curt i us Rufus), us ,schrijver 1 (waarschij<strong>nl</strong>ijk ll k le eeuw n. Chr.)1: 2 5 S 333 345 ^ 2: S4 S7 6 734 760Historiarum Alexandri ma ni Macedonis,VII, VIII, ^ I S^ ' 2: S 81Historiarum Alexandri ma ni Macedonis,VIII, IV, , 4, 2 ' 2: 768 7Ht ia oria rum Alexandri ma ^ni Macedonia Macedonis,X x, I, > 6; > 742Custos(Raphael) P2: 731C Yp r eus(Paulus),of a Coppersmit,Deensgeleerde g en diplomaat p I 53 6-160 92:626-666 S4 365-366469 6167474,7 04;3: 6o 33De connubiorum iure, 1: i 0' 2: 6 I o, 4, S 9I 673; 362S 3 73^3^3De connubiorum iure, v' 1: 02 ' 2: 6 8, ^ 3 ^ 7De connubiorum iure, v i 2' 2: 6 1> > 3, , 9De connubiorum iure, ^ v , i o , 6' ^ 2: 359De connubiorum iure, v,> > 12, ,3^ 3; 2: 678De connubiorum iure, ,v I I', 1: 2 8 9De connubiorum iure, ,vii,7, 2' , 2 : 643De connubiorum iure, I x' 1: I> > 3 3De connubiorum iure , I x ^ 8, , 6- 7^ ' 2: 696De connubiorum iure x I I I ' 2: 6? 2^ 7S, S ^ 4Cyprianus(Thasius Caecilius Cyprianus) YpDe bon0udlcitiae > I I > ' 2 : 537E astulae ^ LXXI I I , I 9, 9; 2; 435De habitu virginum, ^ , 12 ^ ' 2 : 537CyrusY3 : 420Daamen(D.A.)3: 58Dale (Jan van den)3 : 3341 en (Cornelis r van),de ue Oude3: 40IDalen e (Daniel van den)3:48Dalida (Dalila Delila Filistijnse vrouw,minnares van Samson (Simson)I: 129; 9^ 2: 265 S 336 34 342Damme (Andries van)3^4 • 8Damocles, hoveling van Dionysius y vanSyracusey (4e 4 eeuw v. Chr.)I: 81' , 2:2244249Danaë, , moeder van Perseus bij 1 Zeus1: I I' 2: 384 0S ^ 3 4 39Daniël profeet ,pI: 13Dans (Johan van)2:8 44Dante Alighieri gLa divina commedia, , x , 124-126; 2: 7627Daphne, nimf, d dochter van ng de riviergodPeneus1: IS 187; 2: 4S IDarius3 : 249Datheen (Petrus)3 : 357Davent (L.)2: 280David, koning van Israël, opvolger vang ^472 REGISTERS


SaulDeyster Y (Jan van der)1 ' ^ 94-9594 9S 3 I O 340- 34 I' ^ 2: 268 27 73 343 42 3 : S 52386G8G - 687 G693 749 755 Deyster Y r (Wed. e en zoon van Jan van der)David(Johannes) 33 : 3862. 6 Diana i (Artemis), godin ^ g van ejacht;zi' de Christeliicken " n waerseggher; ^$ er' ^ 2 : i 88 203 3 72 2 veranderde Acteon in een hert5599I: 199; 2: 474-475Duodecim specula deum' ^ z : 2033Diana van EfezeDe la Perrière, ^ zie Perrière 2 : 541 S4 S4 5 48Decker (Paulus Geleynssen) G Y Dido, ^ legendarische g stichteres en konin-34 ,6 gin van Carthago, C g^ verliefd op pAeneasDelf f (Willem Jacobsz) a 1: 93 128-129 9 3325; S^ 2: 249266 2 72 333633 : S o 4 1 4 342 720Delila, llla zie e Dalida a Didymus van Alexandrië(Martinus Antonius),of Del Rio 2: 404 4 4Debrio, ^11 u rihistoricus, en jezuïet I 1- SSDiederichs (Gebroeders)1608) 3: 552, • S4S 02' ^3 3: 3 63 Diepenbeek p A. van)Dis q uiJ'itionum magicarum, ^ > I > V' , I: 2.12.; 2 ; 722:8 49Dietrich (F.)Dis uisitionum magicarum, g > I > v, 4; • 2: S 23 2: 329 39Demetrias^Digesta, i^ esta^ <strong>deel</strong> van het Corpus iuris civilis.2.' 6 93Zie ook JustinianusDemetrius, ^ zeerover 1: 3 o• 3^ 2: 6 S 3S46736752: 666 Digesta, g > I, > 2, > > I; 2: 214Demetrius, zilversmid Di ^ esta > I > 3 , 24; 4^ 2: 586 SI'2 ^ 236; • 2 : 541 S4 S4 548 Desta 2 g> II > 1 4 ^ 7> 2 > 2•2: 347Democ ri u t natuurfilosoof > s en moralist Di ^ esta > x L v I > 3> 8o > • 2: 742uit ut Abdera (ca. 46o-ca. 37 o Digesta, ^> X L V I I >> I 2, 3^ • 2; 355I' •4337^ 317; 2: I 70 I 76-I 77 182700 706 Di ^> esta L, > 7^ 17, 35^ 5; 2; 742Demosthenes Digesta, > LXI, > > I 26 > I' > 2: 679I,I ' 7^ • 2, ' S4 661 33Dillherr Dl e (Johann oa Michael)Dene (Eduard de) Himmel und Erden ^ 2: 727 200 225 S 2482'G ^ 3S -66 3^ • : 3 3S 358 377 20 7 3304 4 S8oDe warachtighe g abulen der dieren; ^ 2: 6o Dinothius (R.)122 I 199 2177 3073 7 3813 444 S 62- S 63 569 S 9 De rebus et actis memorabilius loci commu-S99 634 696 7 ;• 3 : 38 7 nis historici ^ 3 ': 3 6 i 36SDentatus M. Curius)Dio, zie Cassius Dioz : 308 Diodorus SiculusDerudder G. Bibliotheca, > I > LXIII, > 3^ 3 ; 2: 7342: • S o Bibliotheca, > I>L X I V > I 4^ • 2: 740Despèches P 'Diogenes gvan Sinope, p^ cynisch Y filosoof2. • 28o(ca. 44 404-ca. 323 33 v. Chr.)Deus, ^ God I: 253274-275; S3 2: 575 607 613Deyster Y (Hendrik van der)Diogenes g Laertius, ^ biograaf g (eind 2e >3^ • 54 3 86 begin g e 3 eeuw n. Chr.)De y ster (Jacobus van den)1: I22 218' ^ 2: 45 S 509 9S 4^I 3 ' : 3 6o3 : 34 2 De vitis philosophorum; ^ 2: 61 609473 REGISTERS


De vitis philosophorum , I }5^ 8 • 2: 61 SI, ^ 59; z: 66 5De vitisil h oso ho rum ,De vitis philosophorum ,De vitis philosophorum ,De vitis philosophorum ,De vitis philosophorum ,De vitis philosophorum ,De vitis philosophorum ,De vitis hiloso horum ,De vitisil h oso h orum ,236 3De vitis philosophorum ,De vitis philosophorum,,De vitis philosophorum,aDe vitis philosophorum,,De vitis philosophorum,De vitis philosophorum ,De vitis philosophorum,,De vitis philosophorum,,De vitis philosophorum,,De vitis philosophorum ,15 4 ; 2: 414DionI, -80^ 3: 420^ 79 ^ 3 4I, 88; 2: 331> > 33II 8; 2: 414> 44II, 15; 2: 414II^ 69;9^ 2:61III>86; > 2: 470II, I15; 2: 33 1IV ,]i I: 76; 6' 2:Iv, 5o; 2: 240vi; I: 253VI > 6; > 2: 32SVI ^ 23^ 'Z:61 613vI, 51; 2: 575VII, 5; 2: 1 79VIII, 27; 2: 414X>6; 41444X, II; 2: 414x, I 6 en I - ^ 3 393:420Dione moeder van Venus (soms aan haar,g eli'k lgesteld2: 142. 4 423 6 64 766 • 3 . 399Dionysius, Y ^ tiran van Syracuse Y (405-367 4537 v.Chr.), . ^ o of des diens zoon die in 367 37l zijn vaderopvolgde1: 81; 2: 244 4 249Dionysius Y van Halicarnassus, ^ zie HalicarnassusPseudo-Dionysius Y de Areo pg a iet2: 43 6Dionysus Y33 : 388Dodonaeus (R.)2: 119 422-423Cru dt-boeck ^ 2: 2 42 307 374543479415 423484 44S522Dolce , zie PittoniDolet Ste phanPhrases et formulae linguae 8 latinae ele gantio-res ^ • 3: 3 361 3Doomer (Lambert)`Herder en herderin'; ^ 2 : 225Donne (John)2: 427`The extasie'; s 2 : 676Doreslaer (Abraham a)3 : 357Doricha, courtisane2: 739Doris2: 335 4 1 9 425Dorp p (Martin)3: 389Dou (Gerard)`one Jonge vrouw aan de kaptafel p metkamenierster' ; 2 37 :I`Keukeninterieur met meisje en kind';2:81 4`Meisje dat uien hakt'; 2:481 4`Meisje l met muizeval'; 2 : 296`Meisje 1 metpapegaai'; 2 : 317 IDousa(Janus),of Dousa3: 410Halcedonia • z : 12 9Drexelius (J.)2: 16Drummond of Hawthorden (William)2: 6 S4Drusius2: 61Drusus (Marcus Livius Drusus)z:833 343Dryden Y2:74Durer (Albrecht)2: 641 4Duikerius (Joannes)2:6 S3Echo, bergnimf g uit BoeotiëI:- 492 ; 2: S 182-184 ^237 186-1912 435;3.35• 6Eembd G. van der)2: 218Elger g (Willem den)2:I 7 57 570573 S 80 S99 610649^ ; 3 369Ongemaskerde g liefde des hemels; X : 369Zinne- beelden der liefde; 2: 200 2I I 2252484 2592 S9 29304 3 4 352 3S 37376 435 459 49 492502Elias(Elia),derofeet p474 REGISTERS


II 6-I 3 37^ 2. 349 - 3S0Elisa s (Elisaeus),, g van de profeetpEliasI:136-137;2: 349 3S- 0Ellemeet , zie De Jon ge van EllemeetElymas(Bar-Jezus), YprofeetI: 136-137;2: 349 3S - 0Elzevier (Daniel)3 : 337Emanuel (A.)3 : 415Empedoclesp3 : 394Engelbert e1 II van Nassau (Graaf)2: 7S0En gg el rave (H.)2.6 74^ 3•37 oCaeleste Pantheon, sive caelum novum;^2:225 539Caelum empyreum y in festa et gesta g sancto-rum ^ 2: 727 259 S9 738Lux evan ^ elica ^ • 2: I 89 376 76 S^ • 3• • 377Ennius2: I 944 83Eos, ^g godin van de dageraad g2.81 SEpictetus, ^ Grieks k stoïci'ns 1 filosoof ScaS-.'35n. 3S Chr.)I:8- 4S 9 99 I S 2-I S3 267^ • 2; 45 53 61123 i 29 I 72 174182 27 6 72 8 280 282-283354 385 468 595Diatribae, II, I, 14-17;2; 43 463Diatribae, > I v > viii >354^ - o • 2: 2 8 2Encheiridion , 39 •^ 2: 600Encheiridion, ^ 43^ • 2: 178Le manuel d'E ictète ^ • I : 98 152-153; 2 :8 3SEpicurus, p ^ Grieks filosoof 341-2 7 0 v.Chr.)1: 165; S^ 2: 283 33 084 08447I 06Erasmus (Desiderius),,huma-nist (1469-1536)I: 49 64; z: 45 89 122 190 192 208 251306 39 8 4 14 552 571 603 638 741; 3:354 35 6 35 8 3 6 3 390-39 1 397635 637 6 0 718 740 756; •3 S 37 640 7 74 747 7 S 3 76S ^ 3•6 388 18349 3 4 3 394 4A o hthe mata • 1: i 8 • 2:g ^ S^240 61 625 706 2o •4 395 S S 7 7^61 66 1653: 360 364-3S 6A o hthe g mata > v > • 1: 32SDe civilitate morumuerilium ^• 2: 61Colloquia q amiliaria • ^ 2: 6 i 377 S 24 70SConcio de ueroesu • ^ 2 : 459Dialogus g Ciceronianus; ^ 2 ; 355Ecclesiastes libri I-rl = De ratione concionanda,3•394 • •Enchiridion militis christiani; ^ 3 : 3